text
stringlengths
181
1.69M
label
stringclasses
11 values
num_pages
float64
1
502
split
stringclasses
4 values
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2016 Afdeling 1 Nummer 442 Datum akkoord 17 mei 2016 Publicatiedatum 18 mei 2016 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Van Lammeren (PvdD) van 8 april 2016 inzake kunstgras sportvelden en de plastic soep. Aan de gemeenteraad Toelichting door vragensteller: Op 27 februari 2016 stond in de Volkskrant het artikel Van kunstgras voetbalveld tot plastic soep!“ waaruit blijkt dat er jaarlijks in Nederland door het gebruik van kunstgras maar liefst één miljoen kilo plastic korrels in het milieu verdwijnen. Kunstgras sportvelden, met name voetbalvelden, worden namelijk bedekt met een strooisel van kunststof korreltjes, om ervoor te zorgen dat spelers beter over het veld kunnen glijden. Deze korreltjes blijven echter niet op het sportveld liggen maar verhuizen via sportkleding en schoenen naar de omgeving. Sportvelden zijn een bron van microplastics door de slijtage van het kunstgras en via het rubbergranulaat (de korreltjes) dat aan het veld wordt toegevoegd. Volgens het artikel zouden er ook natuurvriendelijkere alternatieven zijn. Daarnaast kunnen maatregelen genomen worden om de verspreiding van rubbergranulaat, dat diverse schadelijke stoffen kan bevatten?, te verminderen. Voorbeelden hiervan zijn het zorgen voor verharding tussen kunstgrasveld en kleedkamer, regelmatig schoonvegen hiervan en het veegzand bij het restafval doen, en de drainage van het veld scheiden van de afwatering van de rest van het terrein om zo het drainagewater regelmatig te kunnen monitoren op verontreiniging. Sinds enkele jaren is er ook geweven kunstgras beschikbaar waarvoor instrooikorrels niet meer nodig zijn. Uit de antwoorden van het college op de schriftelijke vragen inzake plastic soep in grachten van de fractie van de Partij voor de Dieren op 27 november 2015, blijkt dat het college de ernst van de plastic soep inziet maar niet veel mogelijkheden ziet om dit op gemeentelijk niveau aan te pakken (Gemeenteblad 2016, afd. 1, nr. 67). Wat de fractie van de Partij voor de Dieren betreft zou het aanpakken van de verspreiding van plastic via kunstgras een goede kans zijn om de microplasticproblematiek ook op lokaal niveau te verminderen. 1 http:/lwww.volkskrant.nl/economie/van-kunstgras-voetbalveld-tot-plastic-soep—a4252579/ 2 http://www.rivm.nl/Documenten en publicaties/Algemeen Actueel/Veelgestelde vragen/ Milieu Leefomgeving/Alle veelgestelde vragen over Rubbergranulaat 1 Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Demmer Te mei 2016 Schriftelijke vragen, vrijdag 8 april 2016 Gezien het vorenstaande heeft het lid Van Lammeren, namens de fractie van de Partij voor de Dieren, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Hoeveel kunstgras sportvelden zijn er momenteel in Amsterdam in gebruik en hoeveel velden zullen op korte termijn worden gerealiseerd? Antwoord: Op dit moment zijn in Amsterdam 135 officiële kunstgrasvelden in gebruik (hockey/tennis/voetbal/korfbal). Daarnaast liggen in de openbare ruimte ongeveer 60 multifunctionele kunstgrasveldjes. Op korte termijn (2017-1019) worden 13 nieuwe kunstgrasvelden gerealiseerd. (Bron: gemeente Amsterdam, Sport en Bos/1B) 2. Met hoeveel kilo kunststofkorrels worden deze velden jaarlijks bijgevuld? Antwoord: Van de 135 kunstgrasvelden zijn er 63 ingestrooide (voetbal-)velden met een SBR-rubber infill materiaal. Gemiddeld worden elk veld jaarlijks bijgevuld met 300 kg SBR rubber (de exacte hoeveelheid is afhankelijk van de ouderdom van het veld). Totaal gaat het dus om ongeveer 20 ton. (Bron: gemeente Amsterdam, Sport en Bos/1B) 3. Op hoeveel velden worden onbewerkte rubberen instrooikorrels gebruikt? Op hoeveel velden wordt gebruikgemaakt van een alternatief, bijvoorbeeld korrels van kurk? Graag een overzicht van de alternatieven en hoe vaak deze gebruikt worden. Antwoord: Op ongeveer 50 van de 63 velden wordt onbewerkt SBR rubber gebruikt. 13 velden hebben een infill van gedeeltelijk omhulde (PU groen-gecoat) SBR als infill-materiaal. Binnen Amsterdam wordt op officiële velden geen gebruik gemaakt van alternatieve infill-materialen (kurk/mixed infill/TPE of EPDM). Wel ligt er een veld in de openbare ruimte (UEFA Court in Amsterdam Oost) waarbij gebruik is gemaakt van kurk-infill. (Bron: gemeente Amsterdam, Sport en Bos/1B) 2 Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R Neeing ha Gemeenteblad Datum 18 mei 2016 Schriftelijke vragen, vrijdag 8 april 2016 4. Deelt het college de zorgen van de fractie van de Partij voor de Dieren met betrekking tot microplastics die vrijkomen bij slijtage van kunstgras en via het rubbergranulaat dat aan sportvelden wordt toegevoegd? Antwoord: Een punt van zorg is dat een gedeelte van de rubberkorrels in het milieu rondom de sportvelden terecht kan komen door onderhoud of harde wind. Het college is van mening dat dit niet een reden is om geen nieuwe kunstgrasvelden meer aan te leggen. Het college onderzoekt minder milieubelastende alternatieven voor de huidige infill-methode (e.g. een dichtere vezelbezetting op de velden die het rubber aanzienlijk beter vasthoudt dan de wat open oudere velden). De marktontwikkelingen op het gebied van alternatieve infill wordt nauwlettend gevolgd. (Bron: gemeente Amsterdam, Sport en Bos/1B) 5. Is het bij het college bekend of er bij Amsterdamse verenigingen die kunstgras sportvelden hebben maatregelen worden uitgevoerd om de verspreiding van rubbergranulaat te voorkomen? Zo ja, graag de informatie hierover. Zo nee, welke mogelijkheden heeft het college om verenigingen hiertoe te stimuleren en zo de milieu-impact van de strooikorrels in hun velden te beperken? Antwoord: De gemeente Amsterdam is zelf eigenaar van de velden, niet de verenigingen. Het college is voornemens in 2017 als proef enkele velden met bebording of slagplanken “af te sluiten” van de omgeving zodat de infill of mieroslijpsel niet In de (groene) omgeving kan verdwijnen. Een ander gedeelte (het grootste deel) van het rubber en slijtmateriaal van de kunstgrasvezels wordt weggeblazen en opgezogen mbv professionele kunstgras-onderhoudsmachines. Fijnstof, rubber en organisch vuil wordt m.b.v. “‘veeg-stofzuigers” in wegwerpstofzakken verzameld en verantwoord afgevoerd. (Bron: gemeente Amsterdam, Sport en Bos/1B) 6. Zijn er in Amsterdam al sportvelden aangelegd met geweven kunstgras daarvoor geen instrooikorrels meer nodig zijn? Zo nee, is het college bereid verenigingen te stimuleren en eventueel te ondersteunen wanneer zij voor deze techniek willen kiezen? Antwoord: Op sportpark IJburg (Diemerpark) is in 1999 een zgn. non-infill constructie gerealiseerd. De non-infill constructies zijn echter (nog) niet FIFA goedgekeurd waardoor geen officiële wedstrijden gespeeld mogen worden op deze constructies. In Stadsdeel Oost is in 2000 een kunstgras geweven oefenveld aangelegd. Dit veld heeft wel infill materiaal nodig. Het geweven materiaal heeft geen invloed op het behouden / verliezen van de infill. Wanneer infill-loze of andere systemen voorhanden zijn zal het college dit zeker stimuleren. (Bron: gemeente Amsterdam, Sport en Bos/1B) 3 Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Demmer Te mei 2018 Schriftelijke vragen, vrijdag 8 april 2016 7. Wat is het verschil in de kosten voor het aanleggen en onderhouden van een sportveld van kunstgras of een veld van natuurgras, gerekend van aanleg/productie tot vernieuwing? KUNSTGRAS NATUURGRAS Aanleg 500.000 50.000 Jaarlijks onderhoud 8.000 X 30 18.000 x 30 Renovatie na 10 jaar 230.000 10.000 Renovatie na 20 jaar 230.000 15.000 Per 30 jaar 1.200.000 615.000 Inkomsten 210.000 75.000 990.000 540.000 Per gebruiksuur 16,90 (1600 u píijjr) 60,00 (300 u pir.) Renovatie na 30 jr. 350.000 50.000 (Prijzen exclusief btw en exclusief interne rentelasten) (Bron: gemeente Amsterdam, Sport en Bos/1B) 8. In hoeverre is de noodzaak, meer uren gebruik te kunnen maken van de sportvelden reden om te kiezen voor kunstgras? Antwoord: Veel Amsterdamse sportclubs hebben wachtlijsten. Door de groei van de stad wordt de druk om velden vaker te gebruiken steeds groter. Vanwege de beperkte ruimte voor de aanleg van nieuwe velden is het omzetten van natuurgrasvelden in kunstgrasvelden een efficiënte manier om de Amsterdammer aan het sporten te houden. Een kunstgrasveld kan 5 x zoveel gebruikt worden als een natuurgrasveld. (Bron: gemeente Amsterdam, Sport en Bos/1B) Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 4
Schriftelijke Vraag
4
train
X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 539 Datum akkoord 18 augustus 2014 Publicatiedatum 20 augustus 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid mevrouw M.D. Shahsavari- Jansen van 27 mei 2014 inzake het verbeteren van de aanpak van de bestrijding van mensenhandel naar aanleiding van een nieuw rapport van de Nationaal Rapporteur Mensenhandel. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstelster. In de week van 19 mei 2014 heeft de Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld (hierna te noemen: Rapporteur) tegen Kinderen een nieuw cijfermatig rapport over mensenhandel aangeboden aan de heer Opstelten, minister van Veiligheid en Justitie. Het rapport reikt nieuwe handvatten aan om kritisch te kijken naar de inspanningen van organisaties die zich met de bestijding van mensenhandel bezighouden en deze, waar mogelijk, te verbeteren! Eén van de zaken waar de Rapporteur verbetering mogelijk acht is bij het aanpakken van de totale criminele samenwerkingsverbanden achter een mensenhandelproces. Ondanks dat daar in 38% van de onderzoeken zicht op is, lijken deze nog nauwelijks te worden aangepakt. Een ander punt is het aantal ontnemingen van financiële winsten die mensenhandelaren maken. Van alle mensenhandelvonnissen in de periode 2010- 2012 is slechts twaalf keer (3%) sprake geweest van ontneming. De Rapporteur vindt dit veel te weinig. Een laatste verbeterpunt dat zij aanreikt in haar onderzoek is de zorg dat Afrikaanse vrouwen uit beeld raken. De politie krijgt te maken met een groot aantal aangiften van met name (West-)Afrikaanse mogelijke slachtoffers waarin weinig aanknopingspunten voor verder onderzoek zitten en die vrijwel onmiddellijk worden geseponeerd. Het gaat waarschijnlijk om rond de 200 aangiften. De rapporteur wijst erop dat het ontbreken van deze aanknopingspunten echter niet hoeft te betekenen dat er geen sprake kan zijn van mensenhandel. Gezien het vorenstaande heeft vragenstelster op 27 mei 2014, namens de fractie van het CDA, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1 http://www.nationaalrapporteur.nl/actueel/nieuws/201 4/rapporteur-mensenhandel-creeer-meer-zicht-op- netwerken-faciliteerders-en-geld.aspx?cp=63&cs=16790 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing Lao Gemeenteblad Datum 20 augustus 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 27 mei 2014 1. Kan de burgemeester vanuit zijn verantwoordelijkheid voor de Amsterdamse ketenpartners in de bestrijding van mensenhandel reageren op de drie vorenstaande verbeterpunten die de Rapporteur aanreikt? Hoe denkt de burgemeester vanuit zijn verantwoordelijkheden met de genoemde verbeterpunten aan de slag te gaan? Is hiervoor uitbreiding van de capaciteit van bijvoorbeeld het team mensenhandel van de Amsterdamse politie noodzakelijk? Zo ja, hoe denkt de burgemeester dat te kunnen realiseren? Zo nee, waarom niet? Zou meer bestuurlijke capaciteit vanuit de gemeente ook behulpzaam zijn? Antwoord vraag 1: De Nationaal Rapporteur geeft aan dat zij verbetering mogelijk acht bij het aanpakken van de totale criminele samenwerkingsverbanden achter een mensenhandelproces. Deze aanbeveling wordt van harte onderschreven door het College. De aanpak van mensenhandel dient niet slechts strafrechtelijk te geschieden, maar zowel bestuursrechtelijk als fiscaal door het opwerpen van verschillende barrières. Vanuit Amsterdam is er dan ook in de landelijke Task Force Mensenhandel gepleit voor deze meer integrale benadering van mensenhandelonderzoeken, zodat aandacht niet alleen uitgaat naar de uitbuiters maar ook naar de faciliteerders. De Nationale Rapporteur geeft aan dat het aantal ontnemingen van financiële winsten die mensenhandelaren maken te weinig is. Het klopt dat het aantal ontnemingen vooralsnog aan de lage kant ligt. De Nationaal Rapporteur heeft kwalitatief onderzoek gedaan naar 71 opsporingsonderzoeken uit de periode 2008-2012. Het betreft de periode 2010-2012. Er zijn meerdere voorbeelden van recentere zaken waarin wel hoge bedragen aan schadevergoeding zijn uitgekeerd. Zo is in de regio Noord- Nederland vorig jaar door het Hof in een mensenhandelzaak een schadevergoeding toegekend van 843.500 euro en heeft de rechtbank Amsterdam in 2014 al in diverse mensenhandelzaken schadevergoedingen toegekend, variërend tussen de 15.000 en 248.000 euro. Bij mensenhandel gaat het de daders bij uitstek om geldelijk gewin. Uitgangspunt is dan ook dat een financieel onderzoek een vast onderdeel vormt van het opsporingsonderzoek, dan wel dat aan dossiers een financiële paragraaf wordt toegevoegd. Van de Minister van Veiligheid en Justitie hebben wij vernomen dat hij met de politie en het OM zal bespreken hoe deze ambitie nog beter gerealiseerd kan worden. De Nationaal Rapporteur spreekt de haar zorg uit dat mogelijke (West-)Afrikaanse slachtoffers van mensenhandel uit beeld raken, omdat er weinig aanknopingspunten zijn voor verder onderzoek. Het College herkent het beeld dat de Nationaal Rapporteur schetst. Dit onderwerp krijgt dan ook aandacht op zowel nationaal en internationaal niveau. Binnen het European Multidisciplinary Platform Against Crime Threats (EMPACT) project, is Nigeria buiten de EU een belangrijk bronland voor slachtoffers van mensenhandel. In het EMPACT-project werken 25 lidstaten en agentschappen als Europol, Eurojust en Frontex operationeel samen tegen mensenhandel. Vanuit Nederland participeert de Landelijk Eenheid van de Nationale Politie. De samenwerking richt zich op verbetering van de informatie-uitwisseling via Europol, 2 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing Lao Gemeenteblad R Datum 20 augustus 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 27 mei 2014 waardoor Europol meer en betere analyses kan leveren, het realiseren van een toename van het aantal gezamenlijke opsporingsonderzoeken, bij voorkeur in de vorm van Joint Investigation Teams (JIT's), en de ontneming van criminele winsten. Op 11 juni 2014 heeft er op Europees niveau een actiedag plaatsgevonden in het kader van de bestrijding van Nigeriaanse mensenhandel. Gelijktijdig werden er in 13 EU-lidstaten controles gehouden die zouden kunnen leiden tot informatie over of indicatoren van Nigeriaanse mensenhandel. In totaal zijn er ongeveer 700 mensen gecontroleerd, ongeveer een zesde daarvan is aangemerkt als potentieel slachtoffer. Rond de 30 mensen die werden gecontroleerd hebben banden met criminele organisaties. In Nederland werden 7 prostituees gecontroleerd (overigens niet werkzaam in Amsterdam). Bij de 5 dames die werkten in de vergunde prostitutiebranche waren geen kenmerken van slachtofferschap te herkennen, bij twee vrouwen die vanuit huis werkten zijn er wel signalen van mensenhandel aangetroffen. Dit wordt thans nader onderzocht. Daarnaast wordt het totale resultaat van de actiedag nog verwerkt om te bezien welke vervolgacties moeten worden ondernomen. Capaciteit Gezamenlijk met het Openbaar Ministerie en de politie zijn doelstellingen en prioriteiten vastgesteld in het Regionaal Veiligheidsplan 2012-2014. Dit plan is op 12 december 2011 vastgesteld in het Regionaal College. In dit plan wordt expliciet aandacht besteed aan het onderwerp Mensenhandel. Momenteel wordt de hand gelegd aan een nieuw Regionaal Veiligheidsplan voor de komende periode 2015-2018, waarbij ook de aanbevelingen van de Nationaal Rapporteur betrokken zullen worden. Afhankelijk van de keuzes die gemaakt zullen worden zal bekeken worden of uitbreiding van capaciteit noodzakelijk is. 2. Is de burgemeester met de fractie van de CDA van mening dat het goed zou zijn als Amsterdam, als ‘verantwoordelijke hoofdstad’, alle Nederlandse ketenpartners in de bestrijding van mensenhandel en ook internationale ketenpartners, bij elkaar zou brengen om te spreken over mogelijke verbeteringen in de bestrijding van mensenhandel, mede naar aanleiding van dit rapport? Zo ja, wanneer zou een dergelijke conferentie kunnen plaatsvinden? Zo nee, waarom niet? Antwoord vraag 2: Het klopt dat Amsterdam als hoofdstad een belangrijke positie inneemt op dit dossier. Om deze reden is de gemeente Amsterdam in 2011 lid geworden van de landelijk Task Force Mensenhandel. De Task Force Mensenhandel is in 2008 ingesteld door het ministerie van Veiligheid en Justitie en wordt voorgezeten door de voorzitter van het College van procureurs-generaal. De Task Force staat voor het steeds verder versterken van de integrale aanpak van mensenhandel. Dat betekent: de strijd tegen mensenhandel zo breed mogelijk te voeren. Het gaat hierbij om seksuele uitbuiting, arbeidsuitbuiting en overige vormen als bijvoorbeeld gedwongen bedelarij én om het betrekken van zoveel mogelijk partners bij de aanpak ervan. Die aanpak kan bestaan uit zorg, preventie, bestuurlijke of strafrechtelijke aanpak op zowel nationaal als internationaal niveau. De hoofdtaak van de Taskforce is het signaleren van knelpunten bij de aanpak van mensenhandel en het aandragen van oplossingen. 3 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing Lao Gemeenteblad Datum 20 augustus 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 27 mei 2014 Minister Opstelten van Veiligheid en Justitie heeft in maart 2014 besloten de Task Force Mensenhandel een derde termijn te geven tot in ieder geval 2017. De komende jaren wordt ook gewerkt aan verdere verbreding door onder meer de (jeugd)zorg en strafrechtketen beter te verbinden bij de aanpak van mensenhandel en loverboy-problematiek. In dit kader wordt — mede naar aanleiding van een aanbeveling van de Nationaal Rapporteur Mensenhandel — een nationaal verwijzingsmechanisme mensenhandel ontwikkeld. Dit verwijzingsmechanisme moet slachtoffers en betrokken organisaties meer inzicht geven in wie wat wanneer doet om slachtoffers te ondersteunen. Daarnaast is in de Nota van Uitgangspunten Prostitutiebeleid 2012-2017 die In december 2012 door de Raad is vastgesteld expliciet aandacht besteed aan het internationale perspectief. De gemeente Amsterdam neemt vanaf 2012 deel aan het Internationaal Mensenhandel Overleg dat door het ministerie van VenJ wordt georganiseerd. In dit overleg vindt overleg plaats met ketenpartners die betrokken zijn bij internationale projecten in de strijd tegen mensenhandel. De gemeente Amsterdam heeft zelf van 2011-2013 namens Nederland en samen met de Immigratie- en Naturalisatiedienst geparticipeerd in een EU-project gericht op de ontwikkeling van trainingsmateriaal voor eerstelijns identificatie van slachtoffers van mensenhandel. Op 12 juni 2014 is Amsterdam gastheer geweest van de landelijke startbijeenkomst, gericht op de uitrol van het trainingsmateriaal. Volgens het train-de-trainer principe zijn medewerkers van organisaties die lid zijn van de Task Force Mensenhandel en van een aantal NGO's getraind om in hun eigen organisaties trainingen te geven over het herkennen en melden van mogelijke slachtoffers. In april 2013 was de gemeente Amsterdam gastheer van een grote EU- Mensenhandelconferentie, genaamd ‘Putting Rantsev into Practice’. Alle lidstaten waren vertegenwoordigd evenals leden van de Europese Commissie. Deze tweedaagse conferentie richtte zich op de multidisciplinaire aanpak van mensenhandel. Thans wordt bekeken in hoeverre de gemeente Amsterdam zou kunnen participeren in een EU-project gericht op het voorkomen van re-trafficking van slachtoffers van mensenhandel in bronlanden. Hiervoor zal het College u op een later tijstip nader informeren. Zoals hierboven weergegeven is te zien dat de gemeente Amsterdam haar rol als verantwoordelijke hoofdstad, zowel op nationaal als internationaal vlak, serieus neemt. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 4
Schriftelijke Vraag
4
train
> Gemeente Amsterdam % Stadsdeel West Politieke Avond 16-04-2013 Aanvang: 19:30 Vergaderlocatie: Bos en Lommerplein 250 Tijd Raadzaal 19:30 Programma: Het programma is georganiseerd door de griffie en de afdeling Ruimtelijke Ordening en Grondzaken, op verzoek van het DB. Doel: Technische informatie aan raadsleden verstrekken, om hen bij te staan bij de voorbereiding op de bestemmingsplannen die in juni in de Politieke Avonden zullen worden behandeld. De avond is bestemd voor raadsleden. Bewoners kunnen vragen stellen of hun standpunt aan de raadsleden kenbaar maken. Daniel van Kesteren/Jorrit Jongbloed 19.30 uur - Opening door Henk Visser, afdelingsmanager: toelichting op de bedoeling van de avond 19.35 uur - Inleiding door Frank Arents, jurist ruimtelijke ordening 20.00 uur - Vragen van raadsleden en bewoners. 20.30 uur - Bestemmingsplannen bekijken en bespreken. Rondgang langs * Rond de Graven * In den Gulden Winckel * Westergasfabriekterrein + Augustinuspoort - Vragen van raadsleden en bewoners kunnen gesteld worden bij elk afzonderlijk bestemmingsplan - Planning behandeling bestemmingsplannen op Politieke Avond 21.30 uur - Afronding en sluiting Griffie stadsdeel West, tel: 020-2531714 e-mail: [email protected]; www.west.amsterdam.nl de vergadering vindt plaats in het stadsdeelkantoor van West , Bos en Lommerplein 250, 1055 EK AMSTERDAM bereikbaar met tram 7 en 14 en bus 15, 21, 80 en 82 Í Agenda voor de bijeenkomst in de Raadzaal Datum: dinsdag 16 april 2013 Aanvang: 19:30 Vergaderloca- tie: “Programma:’” Het programma is georganiseerd door de griffie en de afdeling Ruimtelijke Ordening en Grondzaken, op verzoek van het DB. ”Doel:” Technische informatie aan raadsleden verstrekken, om hen bij te staan bij de voorbe- reiding op de bestemmingsplannen die in juni in de Politieke Avonden zullen worden behandeld. De avond is bestemd voor raadsleden. Bewoners kunnen vragen stellen of hun stand- punt aan de raadsleden kenbaar maken. 19.30 uur - Opening door Henk Visser, afdelingsmanager: toelichting op de bedoeling van de avond 19.35 uur - Inleiding door Frank Arents, jurist ruimtelijke ordening 20.00 uur - Vragen van raadsleden en bewoners. 20.30 uur - Bestemmingsplannen bekijken en bespreken. Rondgang langs + Rond de Graven * In den Gulden Winckel * Westergasfabriekterrein + Augustinuspoort - Vragen van raadsleden en bewoners kunnen gesteld worden bij elk afzonderlijk be- stemmingsplan - Planning behandeling bestemmingsplannen op Politieke Avond 21.30 uur - Afronding en sluiting ”Programma:’” Het programma is georganiseerd door de griffie en de afdeling Ruimtelijke Ordening en Grondzaken, op verzoek van het DB. “Doel: Technische informatie aan raadsleden verstrekken, om hen bij te staan bij de voorbe- reiding op de bestemmingsplannen die in juni in de Politieke Avonden zullen worden behandeld. De avond is bestemd voor raadsleden. Bewoners kunnen vragen stellen of hun stand- punt aan de raadsleden kenbaar maken. 19.30 uur - Opening door Henk Visser, afdelingsmanager: toelichting op de bedoeling van de avond 19.35 uur - Inleiding door Frank Arents, jurist ruimtelijke ordening 20.00 uur - Vragen van raadsleden en bewoners. 20.30 uur - Bestemmingsplannen bekijken en bespreken. Rondgang langs + Rond de Graven * In den Gulden Winckel * Westergasfabriekterrein + Augustinuspoort - Vragen van raadsleden en bewoners kunnen gesteld worden bij elk afzonderlijk be- stemmingsplan - Planning behandeling bestemmingsplannen op Politieke Avond 21.30 uur - Afronding en sluiting Tekening - Plankaart Rond de Graven (pdf) Tekening - Plankaart In den Gulden Winckel (pdf) Tekening - Plankaart Westergasfabriekterrein (pdf) Tekening - Plankaart Augustinuspoort (pdf) Alf! ic hets rt Kk il ij id ci ij nt ee ORRORE bi iN 8 | Se es Ee ls AU I= EL weed | EN a Ü3 | : D Û ee <n ZZ À 3 ' B Í En ES en ne N ON LT 7 IN EN Gr vn Nn q 0 AN Se VN Î Ek ef )à SON Se sE Sr1T we zi! A Á Ei pn EZ 4 PA GE } EN ES Dh P an Ee DIe i } mj VI DRESS NES em: pari A ME OO ud RO ER SONS ER SON n= Nee B CR ESD See Ae En B e ee B ErtELH IN San, 4 EEEN Ne ZE | Tg ES SN EE NZ ES A Ze or | 10 (an BERREEDEG (8 (9 nEaED: DN ENEN - Ee HE? rd SD ERS Se EN 8 Cet: NEDA r — ss TE Nn SSL NEEM mie EET VER SSS ED vereen RU Ess SI RSE EE EE Er nm EE ij NS GL ZS | | IP EEE Ee ie AE eN eN ANG Ee eN AERDEN EN Ne ee er GEE 5 MANNS ee í EE zaebnd si Sal), ORR ALS D 5 ZEN RE Eene AN en p ZELE IER 2 SN KNS Erne k \ EES im Of RE es Se AN \ i ‚ EEH ASP RPR DAS \ _ EE in da 0 Ee EIA EN a EN en E EN Cd nk HS Nt A ee Zi Ee CE GERDA EE 0 IN en, Edd | Se Sd € a Eee EN DSN en AE, ILS Pd AN ED, OE ENE Jt EB rr NE UE A5 IENS Dammen | Gt 3 le EERS L IES Ld ik Ee IAS SS Ad | 0 Ee ANN EIN) es AN el A A ES EE) Lill d | Er 0 DEN ea na eN le ES Jd Ne A eN A | he ld dk ee dn a Ee ' A EL: ne ens RR encen ET | Ar Mm nt nn WIC En 7 HEE Te (EEE En! |t ‚5 WI NE = oen (en, | | em; el Ee ms ) sE ET : EE IE EEE == NEE \{ | cr | HO inmaangent een oe locane oleineerjn Ort Bid / / el /) 1 f / Ee nd B SE Oh Ee Ul ij P ANN | | ii Si ese Ar Pe | j | E NE id | xx |H ORRONBEOE SOEREE £ - (AABBAHE 10 IE Hee £\: 5 BSN ES JA Ny WR ESE ‚i B 5 ge Te) EA 4 | Á, Í 8 NS NE BNS EN SBN ENE EEN A SENS SEN EEEN Zn ze eek A 5 \ 1 / Í ED Se A ed DSS En ESS JN EW i | Ds a C EN / ALAS Oe NJ Áo ne ab f Nd zo Ce | ks GE SD 4 EL Beens Se Er SN MN ETE N/ He 5 | Es Á Í, / E (FTA | IE #/ En MUI Í IES AES 0E Ees 3 Ei bat 3 Dee 8 ùë 5 EgË a werk 5 ir sE 5 Bist sl OQ E > ZEE sl © 8 5 Elleesjzieef @ md N ö 8 > o E U) 8 3 |, | -S 5 0 | slak: (el 2 2 ij | sis) WD Ke) = E ef JE Ei ë 5 [u Ù = 5 55 SIE 5 Od 2 En: El8 sel OO he aj 5 8 e 5 £ 8 2 VD mm e 8 — 8 5 <T E Û ® © E 2 n 5 5 v 3 5 cc <0 £ E ge 8 © 5 c _—_ ® 5 ö 5 LO En: 2 EES 8 G 2 8 x E A: & Û sj U GC U) 8 8 5 & 5 s 838 ee 5 8 ® 5 & 8 8 8 & 2a 5 5 ed El © 8 5 & 5 @ v 6 CE 0 @ 2 GT 3 TC Û ® 2e ET > X 0 0% 5 © ‘5 Zi == E © 8 2D 6 5 8e 5 EEEEE 5 IEN ie Bi E 8, Ee 8 5 8 © 5 ® 5 2 Ö 5 5 R % © SbZlelëlel 8185 ad g 5 EE 8 5 A Lex ® 5 Vv 2 8 8 & à SIAlEls ere 2 U © ® 6 2e 5 8 UE 2 8 55E EE 8 of IRAEAR SEE E 0) Lb DOOEsESRS 4 558 ‘chief 5 TD E 5 3 BE Sn [CS @ Em >l[s] s{ ll sf 2E: | 4 G 3 ® zn | LE sl St alm 8, | DE ale) |E HAS [ôt 4E Sla [SIE e®Er |al: & ea) lt: ErSE EN | EI Si 5 sl 2 ë 8 È A à ú =l > 3 ee = 5 eN UE é VAN SPILBERGENSTRAAT oe & ra s | 5 ° E 5 Re Ll B Ì a a 9 Ui Lj 1e ( PTT &£ rd ° PEEEFEDS Oi SE 8 | E Z ol 4 idd 0 Er | pe | 7 Tr self P | : Orgel fl Ooi Es5% ä ee Sh DX Bal Al LE 0 H BAARNANNAAN == 4 ° Ed gE T] SG “ 5 ze | ze | 24 ze | 20 [19 za hoz ho 7 LE Ei « 5 Ephes ' . ven De en, : oo ee oi Ki ed 5 Tr ze DE FE els B É : * Ee Es Ei | ) EE | | in: | H Er | E : A Fi U ë el L Ee D hd Lul Ó 7 LA E a Ê 7 ene U 5 je y LE © zi Dm le S . TT 0 . el Ilp TT 5 k © » be 4 EE ij | \ oe z hi ze : \ „52 Hf ALE °) Ee U gaz elk ie ij TON n S Es HEN =S 1 / . & í II rt = BIN. 3 .
Agenda
9
discard
> Gemeente Amsterdam D Amendement Datum raadsvergadering 8 november 2023 Ingekomen onder nummer 625 Status Verworpen Onderwerp Amendement van de leden Martens en Burgers inzake Begroting 2024 Onderwerp Voorgestelde mutaties uit de Begroting 2024 van de VVD overnemen in de Begroting 2024 Ge- meente Amsterdam. Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De Raad, Gehoord de discussie over Begroting 2024. Constaterende dat, -_Het college op 28 september jl. haar begroting voor 2024 heeft gepresenteerd, die vanaf 2027 niet meer sluitend is. Overwegende dat, -__De VVD van mening is dat er andere keuzes gemaakt moeten, waar de gemeente zich in eerste instantie moet richten op haar kerntaken en ten tweede de financiën dusdanig op orde moet krijgen om de tekorten te voorkomen; - Deze keuzes uiteen zijn gezet in de Begroting 2024 van de VVD. Besluit: Onderstaande mutaties, die nader worden toegelicht in de Begroting 2024 van de VVD, dienover- eenkomstig te wijzigen in de Begroting 2024 Gemeente Amsterdam: Investeringen (x 2mlIn). 2024 2025 | 2026 2027 \ Structu- reel Een vrije en veilige stad. Extra handhavers (tot 100). 1,9 5,6 7,4 7,4 7,4 Opleiding extra jeugdboa's. 0,1 0 0 0 - Aanpak explosies in woonwijken. 1 1 1 1 1 Extra middelen aanpak anti-LHBTIO+ geweld. 1 1 1 1 1 Extra middelen Programma tegen Seksuele Inti- 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5 midatie (SISG). Verdubbeling subsidie Dierenambulance. 0,4 0,4 0,4 0,4 0,4 Gemeente Amsterdam Status Verworpen Pagina 2 van 3 Extra geld naar stadsdelen ihkv 4 en 5 mei. 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 Een leefbare en schone stad. Extra middelen afval en reiniging. 25 25 25 25 25 Plaatsen doneerringen (1000). 0,4 0,03 ‘0,03 | 0,03 0,03 Aanleg 5 extra peuterbadjes in openbare ruimte. 3,75 0,3 0,3 0,3 0,3 Terugdraaien bezuinigen PMB/IB 2 5 10 10 10 Onderzoek zonnepanelen op het water. 1 0 0 0 - Ontwikkelen van kennis en expertise isoleren. 2,5 0 0 0 - Een gezonde en slimme stad. Reserveringen voor zwembad op IJburg. 6 6 6 6 1 Inzet verhogen vaccinatiegraad. 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 Extra middelen taalonderwijs. 0,6 0,6 0,6 0,6 0,6 Een betaalbare stad. Verlagen afvalstoffenheffing met 10%. 16,8 168 168 216,8 16,8 Afschaffen reclamebelasting ondernemers. 5,5 5,5 5,5 6,1 6,1 Terugdraaien harmoniseren parkeertarieven. Li7 Li7 7 bi7 7 Verhoging inkomensnorm (150%) armoederege- 1,3 2 2,3 2,6 2,6 lingen gezinnen. Totaal uitgaven. 744,65 74,63 821,73 82,63 77,63 Ombuigingen en opbrengsten (x1mln). 2024 | 2025 2026 ‘2027 \ Structu- reel Besparing ambtelijk apparaaten overheadkos- « 25 35 50 50 50 ten. Verkoop gemeentelijk vastgoed. 10 10 10 10 - Verkoop broedplaatsen. 5 5 5 5 - Schrappen autoluw. 5,3 6,5 o o - Behouden subsidietaakstelling vit coalitieak- 8,5 8,5 8,5 8,5 8,5 koord. Subsidies langs subsidiekader. 10 15 20 25 30 Afbouwen subsidieregeling ongedocumenteer- 2 4 6 7 7 den. Minder geld naar Amsterdam 750 jaar. 2,8 3,1 o o - Stoppen voedselregistratie. 1 1,2 1 o - Geen stadsdeelpanels. 0,35 \ 0,35 0,35 0,35 0,35 Beëindigen buurtbudgetten. 2,2 2,2 2,2 2,2 2,2 Geen burgerberaden. 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5 Afschaffen Brede Brugklasbonus. 0,6 0,6 0,6 0,6 0,6 Onttrekking Klimaatfonds tbv zonnepanalen 3,5 o o o - en isolatie. Besparing Programma Diversiteit en Inclusie. 0,5 0,5 1 1 1 Gemeente Amsterdam Status Verworpen Pagina 3 van 3 Totaal inkomsten. 77,25 92,45 105,15 110,15 100,15 Indiener(s), C. Martens-America H.C. Burgers
Motie
3
discard
Van: Raadsadres Verzonden: vrijdag 20 december 2019 15:55 Aan: Raadsadres Onderwerp: Investering in elektrische laadinfrastructuur in parkeergarages in Buiksloterham Raadsadres Uw gegevens Uw gegevens Datum 24 december 2019 Naam E-mail Telefoonnummer Uw bericht Geachte gemeenteraad, De stad heeft grote ambities op het gebied van klimaat, energietransitie en circulaire economie. De Buiksloterham is één van de plekken in de stad waar deze ambities samenkomen. Ooit een zwaar vervuilend industriegebied. Nu wordt hier een stadswijk gebouwd waar wordt geëxperimenteerd met duurzaam materiaalgebruik, smart grids, nieuwe vormen van mobiliteit, hergebruik van regenwater, afval, etc. etc. Zelfs de EU heeft zich verbonden aan de ambitie om de Buiksloterham één van de eerste energieleverende woonwijken van Europa te laten zijn. Samen met 17 CPO-leden realiseren wij in de Buiksloterham een gemengd woon- werk complex met een EPC van 0 (energieneutraal). Daarbij worden we door de gemeente verplicht om hier maar liefst 24 (1) parkeerplekken bij te bouwen. Veel van onze leden willen elektrisch rijden op duurzame energie die lokaal is opgewekt in de wijk. Vanaf 2030 kunnen we in Amsterdam overigens alleen nog maar emissieloos rijden. Dat betekent voor ons een forse investering in elektrische laadinfrastructuur. Op straat wordt laadinfrastructuur bekostigd door de gemeente. Doordat wij beschikken over een (verplicht te bouwen) eigen parkeergarage komen wij niet in aanmerking voor een parkeervergunning op straat. Is er manier waarop de gemeente kan bijdragen aan de benodigde investering in elektrische laadinfrastructuur in parkeergarages zoals die van ons? Ik verneem graag uw antwoord. Met vriendelijke groeten, Mede namens de leden van GO Buiksloterham Uw bijlage Verzenden Afhandeling Referentienummer 9207-0245
Raadsadres
1
train
VN2021-022910 X Gemeente Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, AZ Vebeid orde en Amsterdam Juridische Zaken, Communicatie, Raadsaangelegenheden, Preventie D Jeugderiminaliteit, Vluchtelingen en Ongedocumenteerden, Handhaving % en Toezicht Voordracht voor de Commissie AZ van o2 september 2021 Ter bespreking en ter kennisneming Portefeuille Openbare Orde en Veiligheid Agendapunt 9 Datum besluit n.v.t. Onderwerp Raadsinformatiebrief stand van zaken acties en maatregelen drillrapgerelateerde problematiek De commissie wordt gevraagd Kennis te nemen van de raadsinformatiebrief over de stand van zaken acties en maatregelen aangaande drillrapgerelateerde problematiek Wettelijke grondslag Artikel 180 van de Gemeentewet Bestuurlijke achtergrond In de commissie AZ is verschillende keren gesproken over het fenomeen drillrap en het zorgwekkende geweld dat daar in sommige gevallen mee samenhangt. De burgemeester heeft de raad geïnformeerd dat het onderzoek naar de Amsterdamse context van het fenomeen ‘drillrap’ is gestart. De raad ontvangt de resultaten van het onderzoek na het zomerreces. Met deze brief informeert de burgemeester de raad over de stand van zaken van de acties en de maatregelen die op initiatief van de driehoek getroffen zijn aangaande drillrapgerelateerde problematiek. Reden bespreking o.v.v. het lid Van den Heuvel Uitkomsten extern advies nvt. Geheimhouding nvt. Uitgenodigde andere raadscommissies nvt. Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan? nee Welke stukken treft v aan? Gegenereerd: vl.l 1 VN2021-022910 % Gemeente Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Openbare ordeen 9 Amsterdam In en . velligheid % Juridische Zaken, Communicatie, Raadsaangelegenheden, Preventie Jeugderiminaliteit, Vluchtelingen en Ongedocumenteerden, Handhaving en Toezicht Voordracht voor de Commissie AZ van o2 september 2021 Ter bespreking en ter kennisneming AD2021-085502 Commissie AZ (a) Voordracht (pdf) AD2021-085501 Raadsbrief Drillrapgerelateerde problematiek.pdf (pdf) Ter Inzage Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) AcVZ/OOV, Annerieke Coenraads, 06 82767183, a.coenraads@&amsterdam.nl AcVZ/OOV, Christine van Dijk, 06 39268595, [email protected] Gegenereerd: vl.l 2
Voordracht
2
discard
Visie Binnengasthuisterrein Amsterdam | VOLBG = f TI NV f en ICT La OO a WE ú if Ù EE BEE 6 ft Ús B | eed Er er A5 sj | nn et er NNI { | he Á | À Ed } | Ö kh ú | il Sí NTT OE KR0N f Ï En EER vreu nd he ie | spaceë&matter | KZNA januari 2021 Inleiding De gemeente Amsterdam is in 2019 een participatieproces gestart als onderdeel van de ontwikkeling van een masterplan voor het BG- terrein en omgeving. Aanleiding is het beoogde Universiteitskwartier (UK) dat de Universiteit van Amsterdam (UVA) in dit gebied wil realiseren. Bij de start van dit proces zijn er 10 afspraken gemaakt over het participatieproces en zijn er 5 uitgangspunten voor het masterplan overeengekomen. In dit kader heeft de Vereniging Openbaar en Leefbaar Binnengasthuisterrein en omgeving (VOL BG e.o.) een visie ontwikkeld op basis van inzichten die wij opgedaan hebben met onze jarenlange praktische ervaring en inhoudelijke kennis over het terrein in de stad. Om deze visie ruimtelijk kracht bij te zetten, heeft VOL BG Space & Matter i.s.m. KZNA ingeschakeld om met name de herontwikkelingen van de gebouwen BG3 en BG5 uit te werken. Hierbij vormen de voorgenoemde 5 uitgangspunten de rode draad: -__1. Leefbaarheid en veiligheid -__2, Duurzaamheid en groen -___3. Historie en monumentaliteit -__4. Identiteit -__5. Bereikbaarheid en logistiek De ruimtelijk vertaalde visie van VOL BG voor het Binnengasthuisterrein voldoet in ieder geval aan: -_De vijf uitgangspunten uit het participatieproces SE - Voldoende draagvlak van de buurt WD 00 -__ Bijdrage aan verhogen van stedelijke kwaliteit Ts 7 LD -_Het Programma van Eisen t.a.v. het aantal m2 {pd SIT 5 - Positieve aansluiting met directe omgeving en functies in Z = Lj Ö de stad; SO 5, A) je ST 5 , Fr > Tr LES LT SN, 27 Â5 en Ur A BG 5 Vi 7 Td u 5 ve dk Universiteitskwartier (UK) met de SM gebouwen BG 3 en BG5 Zo en [| Gebouwen UvA AN Do 2 Opgave Strategisch masterplan ‘Een Strategisch Masterplan (SMP) is alleen geslaagd als het kan rekenen op voldoende draagvlak van de buurt, als de plannen een positieve aansluiting hebben met de directe omgeving en functies in de stad en als de UvA haar Programma van Eisen aanpast aan de draagkracht van het BG-terrein en de onderwijs, onderzoek en administratieve functies verdeeld worden over de Zuidelijke Burgwallen! (VOL BG e.o.) De UvA en gemeente hebben een aantal ontwerpvarianten gepresenteerd waarbij er een oplossingsrichting wordt voorgesteld voor verdere uitwerking. De basisuitgangspunten voor deze ontwerpvarianten zijn gevisualiseerd in het hiernaast aangegeven schema, waarbij de uitgangspunten voor BG 3 en BG5 als volgt zijn geformuleerd: À: ° o © : » À KD) ES 0: Ey u , \ Ann 0 & fx A Ne ln RE _®@ We aaf SL 48 EN de 4, ED «° BG3 BG5 -__ Twee sferen, rustig en reuring; -__BG 5 een duidelijke entree geven; -__ Klimaatadaptatie; -_ Kwalitatieve ruimte maken voor studenten tussen de twee -__ Vergroening; belangrijkste entrees: UB en BG5; - Historische structuren, aaneenschakeling van poorten, - _ Ruimte tussen UB en BG 5 vergroenen; pleinen, stegen en hoven zichtbaar maken; -__ Stromen voetgangers en fietsers ter hoogte van de entree -__ Stromen van bewoners, studenten en bezoekers goed naar de ondergrondse fietsenstalling beheersbaar maken. geleiden; Aandacht in ontwerp voor de openbare ruimte; - Shared space, met oplossing voor bewoners voor laden - _ Shared spaces voor voetgangers en fietsers; en lossen; -__ Beleefbaarheid van monumentaliteit van BG5 behouden -_ Fietsmogelijkheid behouden; en verbeteren in-/ exterieur; - Functie BG3: Bestuur Faculteit Geesteswetenschappen, - _ Studentenstroom tussen BG5 en OMHP onderwijsbalie FGw, exposure-/ontmoetingsvoorziening (Oudemanhuispoort) beheersen; FGw/UvA. -___Poort naar OMHP beter zichtbaar maken; BG5 is het onderwijshart van het Universiteitskwartier, met op de begane grond het belangrijkste eten en drinken punt binnen het UK. Bron: Gemeente Amsterdam 3 Voor wat betreft de beide locaties worden er door UvA/ gemeente een verschillend aantal bebouwingsvoorstellen gegeven zoals hiernaast schematisch weergegeven door de gemeente. De UvA heeft een voorkeur voor de oplossingsrichting waarbij er voor BG3 een nieuw gebouw in de plaats van het Theo Boschgebouw wordt gerealiseerd. Daarbij wijzigt de positie van het gebouw door het verder op het plein te plaatsen en te draaien zodanig dat het evenwijdig aan een van de gevels van het UB-gebouw staat. Voor BG5 wordt op de binnenhof aan de Vendelstraat een paviljoenachtige structuur gepositioneerd t.b.v. de realisatie van nieuwe collegezalen. Daarbij blijft het hof een overdekt binnengebied. Onderstaand een selectie oplossingsrichtingen voor BG3 en BG5 door Gemeente / UvA. Waarbij oplossingsrichting 4 gekozen is voor verdere uitwerking van het Strategisch Masterplan 1. Theo Bosch-gebouw behouden 1. Voorkant dicht MEA: Het paviljoen is architectonisch SIRK: Stedenbouwkundig is sloop te UvA: Uitgangspunt: programma twee van belang en maakt deel uit van begrijpen. Programmatische en 2 grote collegezalen, verbinding | het Rijksmonument. Behoudis cultuurhistorische onderbouwing twee vleugels van het monument, L = derhalve het uitgangspunt. ontbreekt vooralsnog voor sloop. Re _ atrium om drukte in de gebouwen / 5 te houden. Een atriumdak om het be RCE: Wegens het ontbreken van Buurt: _Oud- of nieuwbouw zijn beide atrium functioneel in te kunnen 4 À een goede argumentatie valt mogelijk, zolang de bebouwing zetten en de verduurzamingsopgave / sloop of transformatie van binnen de huidige rooilijn blijft. f te realiseren. 8 / het gebouw op dit moment niet e te rechtvaardigen. Paviljoen is onderdeel van het beschermde An: Rijksmonument. Ë | 2. Nieuwbouw op min of meer dezelfde plek 2. Middenbouw slopen voor hof ek Buurt: Oud- of nieuwbouw zijn beide Buurt: Meer buitenruimte als mogelijk, zolang de bebouwing 2 compensatie voor UB en binnen de huidige rooilijn blijft. realiseren van verblijfskwaliteit L N tussen BG5 en UB. Voorkom Tm overlast van studenten die door gebrek aan ruimte tussen UB en BG5 moeten uitwijken naar de zelfbeheertuinen. 3. Nieuwbouw midden op het plein 3. Nieuw middendeel binnen de contouren van het bestemmingsplan Onderzocht door UvA en R&D: Onderzocht door UvA en gemeente: f Vanuit stedenbouwkundige oogpunt te 2 Voor beide partijen een suboptimale oplossing | begrijpen _ « Versterkt de historische structuur van : UvA: Nieuwbouw voor grote collegezalen. Ge hoven, poorten en stegen. 7 5 Programma vraagt om meer ruimte. ) «_ Verbinding nieuwbouw met monument Door nieuwbouw transparant te Ze nader onderzoeken. maken wordt geprobeerd het d «_Sluit aan bij de twee sferen opzet. [ monument beleefbaarder te maken. Buurt: SIRK: Rooilijnen aanhouden is te volgen «Teveel opdeling openbare ruimte. vanuit programma, maar in het « Bebouwing te dicht tegen de woningen. voorstel wordt nauwelijks ruimtelijke «Minder zicht op de openbare ruimte. of monumentale winst geboekt en | | daarmee wordt een kans gemist. 4. Nieuwbouw iets minder op het plein 4. Nieuw middendeel met ruimte tussen vleugels R&D: __Nieuwbouwom dehistorische UvA: Nieuwbouw met voldoende ruimte MBA: __ Verbetering van huidige situatie R&D: __Doorroollijn t.o.v. de huidige structuur van hoven, poorten en en uitstraling voor programma. 2 waarbij de monumentale situatie naar achteren te legg: | stegen te verbeteren. Programma: Bestuur Faculteit paviljoenstructuur beter ontstaat meer openbare ruinr On Nieuwbouw borduurt voort op Geesteswetenschappen (FGw) en ä afleesbaar wordt is het tussen UB en BG5. ml) ruimtelijk structuur vóór onderwijsbalie FGw, exposure-f TE uitgangspunt. - realisatie Theo Bosch-gebouw. ontmoetingsvoorziening FGvi/Uvé UvA: Nieuwbouw voor collegezaler el Goede verbinding nieuwbouw RCE: Kans om te verbeteren via Rooilijn iets naar achteren. met monument nader SIRK: Een nieuw volume geeft vorm aan [ nieuwbouw. Dit vraagt om Herkenbare en ruime entree (í E onderzoeken Voldoende ruimte een verbeterde geleding en voldoende afstand tussen hoogte en breedte} en daarm \ 5 tussen BG3 en BG5 maken in differentiatie van de openbare nieuwbouw en de vleugels. beter zicht op het monument. PD verband met sociale veiligheid. ruimte. Enerzijds om het monument dd beleefbaar te houden en anderzijds om een kwalitatieve buiten ruimte te creëren. Bron: Gemeente Amsterdam Binnengasthuisstraat 9 | Theo Bosch gebouw BG3 bestaat uit twee bouwdelen, die beiden in een andere tijd zijn gerealiseerd. Het meest historische gebouw, aan de zijde van de Oudezijds Achterburgwal is het oorspronkelijke Administratiegebouw uit 1916 ontworpen door J.M. van der Meij. Het ovale gedeelte, gelegen op het Binnengasthuisplein is de latere aanbouw van Theo Bosch uit 1995. Het Administratiegebouw was verbonden met de voormalige Lo Kinderkliniek, die gesloopt is en vervangen door het Theo Û/ en Boschgebouw met een min of meer ovale plattegrond, bestaande uit een kelder, een begane grond en twee 5) Lj verdiepingen onder een plat dak. B 7) De vloeren staan op pilaren waardoor er een open plattegrond ontstaat. De oudbouw en de nieuwbouw zijn —= met elkaar verbonden door een transparant tussenlid, waarin een loopbrug de tweede verdieping van de nieuwbouw verbindt met de oudbouw. Het interieur van de oudbouw en de nieuwbouw heeft een vergelijkbare plattegrond en een soortgelijke afwerking gekregen. Het nieuwbouwgedeelte van het gebouw zoals we dat nu kennen is in grote lijnen nog overeenkomstig met het ontwerp van Bosch. Erfgoedvereniging Heemschut heeft het stadsdeel Centrum gevraagd het Theo Boschgebouw, aan te wijzen als gemeentelijk monument om te voorkomen dat het gebouw wordt gesloopt. Bron: https://www.heemschut.nl/nieuws/actueel/ bericht/heemschut-wil-monumentenstatus-voor-ge- bouw-theo-bosch-op-binnengasthuisterrein-amster- dam er Eler ï Ae A Ld at ONT EMA, Ait jn / Nl 50 RTE eren ET WLS Kij | Het Jed à Ehh hp kg fn 8 ie ij mn HENE ij RA CORET B oi 4 5 ek : e ki Ai Ì ite ded A ik EF LT [ wr Ni f, UR 8 Tj TS E ok Î Hi f 4 K Ì ij | 7 ii T a EIT B nen bl fi ERI , ze 5 he added, 8) Wi br d Ls le 7 ® p= ì EN ‚ Á KET ” | En 3 d: Mi me" 7 Bron: www.volbg.nl 5 Binnengasthuisstraat 9 | Theo Bosch gebouw rr ed een we” A U UE ld B 8 bn Í | em d zn Î NRK DD Me IG ij DE DE a Ii, RE: nn | EIL DIAL TN doma Ee ed 2 iN LA ES: Vans ES =s … e = mmm HN nt U mr en Plint verlagen Vijf adressen Naast de iconische uitstraling is het gebouw bij uitstek goed ramen rondom eveneens te verlagen tot op maaiveldniveau. gepositioneerd in het stedenbouwkundig ensemble van Zo kunnen er vanuit alle toegangswegen entrees gerealiseerd het Binnengasthuisterrein. Het verbindt zowel visueel als worden waardoor de begane grond van het gebouw een in routing de Vendelstraat, Binnengasthuisstraat richting centrale lobby wordt voor met name de nieuwe bezoeker Grimburgwal en de andere kant op, de Nieuwe Doelenstraat, aan het UvA terrein. De architectuur en stedenbouwkundige het Turfdraagsterspad op het Binnengasthuisplein. Met name _ inpassing dragen enorm bij aan de kwaliteit en identiteit van de ovale vorm en alzijdigheid van de gevelindeling maakt het het Binnengasthuisterrein. Dit betekent overigens niet dat het gebouw herkenbaar vanuit alle hoeken. Juist om die reden één gebouw niet gemoderniseerd mag worden. Het plein fungeert van de herkenbaarste gebouwen. Het zou dan ook bij uitstek dan als centraal ontmoetingspunt waarbij de westzijde groener de functie kunnen vervullen van centraal informatiepunt van _ van karakter is en de ruimte rondom het Theo Boschgebouw de UvA. Om dit te versterken en functioneel te maken wordt _ juist meer openbaar. hier voorgesteld om de verhoogde betonnen plint, waaronder momenteel een fietsenkelder gelegen is, te verlagen en de GT | ES / | TS | | \ N An dr kN e ) erpen \ N El fi E 7 dln de EN EN, ne À N À al d jn Le me en L \ _S Al SN de 1 TIE Dh \ 4d Á É deine DAA ART De  A Á Ko Ga & ani FH | NEA DS EE NE EI H l EN LTN ee Bl an LERS AS | | ob el | À Ds ien, pa 15) a Art U, b oi f ff 7 En Hie 5 VE nl ek Lb es deel A (nd U, d 0 ek ADI J SS Zl deden Oi ef 5 Î MR OE ie: s Re Ed RE A ONZ eN DE) Dee Send EE KEE et Er DN EI E TI pe is Ie kk in er | iin @ ri GT Cv Wig en oct Ss | Ie ER 1 ET Ea hf = sij Dm tie Sa 4 f B nr LL ELF | Ì Ine Ee Den EEL vd 7 í Pe Ik shab Eel Boh, Dans ij N eg DEE ez mr GO Pe BP DP ZA EM eN | Wy BS Ke et ND Ee | | en | ZAT nen eN NN |I Ee / Te men AU nn IN NTUV cl NEEN | NEA 6 Binnengasthuisstraat 9 | Theo Bosch gebouw Een tweede ingreep is het los snijden van het Theo Boschgebouw met het Administratiegebouw. Het losknippen dient twee belangrijke doelen. Ten eerste wordt zo het Theo Boschgebouw in plaats van aan het plein, op het plein gepositioneerd. De ovale vorm komt nog meer tot zijn recht en maakt het nog meer een paviljoen. Het plein wordt er visueel groter van. Daarnaast vermindert het de nu Ó/ Li Û/ Li onbeduidende en onveilige plekken rondom dit gebouw, met name aan de achterzijde, tussen het administratiegebouw, DD LJ DD Ü BG5 en de ‘steeg’ naar de Oudezijdsachterburgwal. Deze — CO nogal onbeduidende openbare ruimte wordt relatief veel gebruikt als passage , maar kent geen over- en of toezicht. Het — 5 CO is er rommelig, niet ingericht, en leidt tot overlast. Om dit te voorkomen wordt er voorgesteld de ‘steeg’ 's avonds dicht te nl A zetten met een poort. Een fraai vormgegeven hekwerk houdt de doorgang transparant en markeert de entree naar de universiteitsgebouwen. Ook aan deze zijde wordt een toegang Los knippen Plein vergroten tot het centrale informatiepunt gerealiseerd waardoor de ‘steeg’ functioneler wordt. Rondom glas versterkt de toezicht mogelijkheden en in de avonden kan het licht dat van binnen naar buiten straalt de veiligheid bevorderen. De gebouwen van de UvA, het Administratiegebouw, de UB en het Theo Boschgebouw worden zo allen herkenbaar in hun eigen kleur en bouwperiode. | | ON ELAND 4 : | $ En NN | fik Ei | NAR } KA Ki home des Én ede q | nld fe LETTE EINKZI ESAT IA RRT | | | LOEIT Lo HK C | | lt Be EN | | He Lr REAR | EN 5 44 ONIEEN il 4 | EAF AT OEI ON OLAN ELN En EI IEI CNE ENE iN PA | Ken n= EM en MS STEE ie ijz hed LN (Af AME ENZ NIV A. nt ANN est HENIN 15e TANT (?, NN MAN KA DRE, / 5 en | ALI A | HAY | DE 3 / | ij 7 BG 3 Binnengasthuisstraat 9 | Theo Bosch gebouw Leefbaarheid en veiligheid. Historie en monumentaliteit. In principe wordt er weinig ingegrepen in dit gebied. Het Theo _ Het Theo Boschgebouw is dan wel geen monument, maar niet Boschgebouw loskoppelen van het Administratiegebouw _ te min zeer iconisch voor deze plek. Het zou dan ook zonde zijn is de kern. De relatief kleine ingreep zorgt onder meer met deze te vervangen voor iets nieuws. Het moderne karakter van het verlagen van de plint voor een enorme kwaliteitsimpuls dit gebouw en de vorm versterken de monumentaliteit van de aan dit gebied. Met name de steeg aan de ‘achterzijde’ omliggende bebouwing. krijgt naast doorgangsroute ineens betekenis en wordt het probleem van onveiligheid op deze plek hiermee opgelost. Identiteit. De al bestaande vormgeving van het gebouw doet de rest. In alle opzichten is het Theo Boschgebouw een belangrijk De herprogrammering van groen aan het plein zal eveneens _ knooppunt in het Binnengasthuisterrein. Dit is een kans voor een kwaliteitsimpuls aan de leefbaarheid geven. Dit kan met de UvA om het Theo Boschgebouw in te zetten voor de relatief weinig middelen gedaan worden. Bewoners, passanten _ branding van het gehele gebied. Een update in kleurstelling, en bezoekers worden allen bediend. gevelopening en zonwering kunnen hier een positieve draai aan geven. Een plein dat voor de (internationale) bezoeker Duurzaamheid en groen. duidelijk herkenbaar en bereikbaar is, maar waar ook de Qua duurzaamheid is er geen betere ingreep dan het niet- Amsterdammer haar plekvindt. Hetidee om centraliteit op deze afbreken van het Theo Bosch gebouw. Hergebruik wordt plek te benadrukken versterkt de identiteit en herkenbaarheid in de meeste gevallen geprefereerd, zeker als het om zo'n _ van het Binnengasthuisplein. jong gebouw gaat. Het gebouw qua installatie, beglazing en dergelijke naar de huidige standaarden brengen daar waar Bereikbaarheid en logistiek. mogelijk lijkt voor de hand te liggen. De alzijdigheid van het gebouw maakt dat deze plek van alle Het gebied blijft een plein en lijkt ook in de toekomst deze kanten te benaderen is als een ‘voorkant’. Zowel de route vanuit functie te vervullen. Aandacht voor extra groen aan de westkant, _hetTurfdraagsterspad,deroute rondom vanuit de Grimburgwal, daar waar het plein nu nog grotendeels verhard is, lijkt een de ‘steeg’ tussen het BG3 en BG5 gebouw, de doorgaande eenvoudige ingreep die de leefbaarheid voor de bewoners routes door de Vendelstraat en Binnengasthuisstraat worden maar ook bezoekers aan deze zijde vergroot. Extra aandacht verbonden op het plein door de geleidende ronding van kan gericht worden op de beplanting die meer biodiversiteit het Theo Boschgebouw. Hierdoor ontstaat overzichtelijkheid stimuleert, het huidige aanbod doet wat eenzijdig aan. waar voetgangers en fietsers zich op verschillende snelheden verplaatsen. I Kal 3 - 7: | | ONES as | | | | lb C DE Ui Heien: (NEN Le E dl LE s | B > Al Ì a RL | le NR OOR EN ij Ei Ja i Bi fh EE RAT Ü Ee CED Ie KEN OO IN en all Di OE Lil EA & li SNN SN 8 Vendelstraat 7 Langs de Vendelstraat is het gebouw BG5 tussen 1887 en 1890 oorspronkelijk gebouwd als nieuw Klinisch Ziekenhuis. Dit is ontworpen in sobere neo-Hollandse Renaissancestijl door de toenmalige assistent-stadsarchitect H. Leguyt volgens een paviljoensysteem, in opdracht van het Gasthuisbestuur. Het gebouw maakt deel uit van het complex Binnengasthuis, waar vroeger meerdere klinieken op het terrein toe behoorden. Het Binnengasthuis complex is van algemeen belang door de cultuur- en medisch-historische waarde - het maakte deel uit van de schaalvergroting en modernisering van oude ziekenhuizen aan het eind van de 19e eeuw. Het oorspronkelijke gebouw bestond uit twee lange vleugels, L cl Lj waarbij de westelijke vleugel fungeerde als mannenkliniek; LT Sn Dn Te . . ET de oostelijke als vrouwenkliniek. De algemene voorzieningen Ll 57 waren gesitueerd in het verbindingsgebouw, waardoor het geheel een U vorm kreeg. Het verbindingsgebouw had aan de binnenplaats een ronde aanbouw, met daarin twee Le collegezalen. TTY Vendelstraa, De eerste ingrijpende renovatie vond in 1968 plaats, toen het gebouw een nieuwe vleugel van drie bouwlagen met een plat dak er bij kreeg. Deze vleugel deelt de binnenplaats sindsdien in tweeën. In 1988 werd BG5 het meest ingrijpend verbouwd, de mensa vestigde zich in het gebouw en de binnenplaats werd overdekt met een piramidevormige transparante erker. Bron: https://campus.uva.nl/ universiteitskwartier/bg5/histo- rie/historie-bg5.html É gi es A re ES ah EE sdh p 1 a en Ee AR eN Ì ied 2 Mini 5 se En Rans Eea bl OW Tee Ta IR ME El WES Me ek el en bee Eren BEN „ Wig Pk, A EN in ed „4 e = DB en MS EE EER en KEN ee a - Ie Ee En De EE hadi Cn 7 AL aes Ee IO ke EN en gadrs Ee ELF Un ten EE Er mn ER LL Dn et EEDE en NA ERA En irt DE Rn DN nn We OR NE ENA EE NE La Ade. tE nt Ee B 4/ ed ste en EN | | de Re 5 dn | re Ee 9 Ee Rr en 3 À Dn 5 Sen nn Sn ES Pen ee A B dd dl nen eer OT en | En fe Ae mn RN — BE 5 | | ed ER JM eel el EE en 8 Rha ze _ Ee t Î Ee ee A AME HDN Ee ne pn en Pin SE ES EE ES, nd nn En Ee: en kN — En Een zen | WENS if EAT hemme IL IFTT Ni Ne fl ï Ee a ee 7 E Si E 3 IS Ek dl | en nn WE A EE Kit mmm k bi | Û | | | mf es En ders S | B Ï AL en P bri } En Î ei INE Ni 7 : 2 AE Nees z d | Ber dk 3 en Ed Ee ETET NE EN EE me _ 5 A EE en (5 a let ZE me ee PAREN v/ Nl : 5 en en E el 5 : 9 Vendelstraat 7 et À VT ad N À P eed _ Aan An Ln k NG SP” Aah Ee ÂT et Âl nn ÂT Aak 4 a % D sz EE PI sene Kie \; Ma EN Ü / Ü Ú Pl Ee Je sb SEN dn ed ded Emis WD # ED At : DE ve Olen ro df RE Ee OE ee Ts ZJ) JD non Od nd 4 OE ien AE Bestaand volume Mensa en erker Ruimte voor nieuw open- Ï re rhis A BONES Ne RS Id | verwijderen baar groen en Ke a GTE mi dl RARE Le ne Het bebouwingsvoorstel van BGB volgt in grote lijnen de in hetverticale volume van de met glas overdekte binnenruimte oplossingsrichting die is gekozen door de UvA/ gemeente. van de voormalige mensa. Door het voorste deel van de mensa Daarbij werden de volgende uitgangs-/ aandachtspunten als _ te slopen ontstaat er ruimte voor een openbaar en groen hof. volgt geformuleerd. Dit biedt een welkome groene en ruimtelijke afwisseling in dit smalle en stenige deel van het Binnengasthuisterrein en komt -_ Nieuw middendeel met ruimte tussen de vleugels; het tegemoet aan de historische hovenstructuur. Hiermee -__ Optimaliseren openbare ruimte en toegang; wordt niet alleen een plek gecreëerd waar studenten uit de -__In het ontwerp wordt gekeken hoe de zichtbaarheid van UB en toevallige passanten kunnen ontspannen, maar vooral het monument geoptimaliseerd kan worden door een markeert het bovendien de hoofdentrees van zowel de UB als hogere begane grond te maken. het BG5 gebouw. Anders dan weergegeven in het begeleidende schema van UvA/ gemeente op pagina 3 wordt er in dit ruimtelijk voorstel voor gekozen de gevelrooilijn terug te leggen tot daar waar de huidige entreepartij en de piramide vormige glaspartij overgaat EN | ee \ | Oe Zadel Ì | A De AN Ì Bn 7 C Er 4 el Kn bete EO Cg KO B Ii de teen rn BK OS Teli we CUTE 0 Le | PO O0 Oe Nt nm Jan ZENNE el k Uri ete bere H ae E En) 4 al B Le inr Eed | | ES he nt ed ee EC Een k | I ING Ee ivensiTe Amster DA IE 0 | |I Mai N f e nt Nl ee Alam A eed ta E kr A Tt hea ekek TD a Í& 13 A Wits kf AIEE zl bal DE rte (re AR DN Eier bis Zl } pr EN ui 1 . Ji À Li ike / a EN NINE Zea Ni Zu ars Len nti PSENINWO ljheg zl II ik NM, pa en SENA | /, PdL ES SS - A EA Wa PNL | ES SN SABENA PDNN ZEN at] me 77] | WAR Ei a As 10 Vendelstraat 7 De bestaande gevel en ‘glazen’ dak worden maximaal vooral een centraal en overdekt verkeersgebied dat het hart transparant gerealiseerd waardoor de buitenruimte en vormt van de universiteitsgebouwen. Verbindingen tussen het overdekte binnenruimte visueel in elkaar overlopen. overdekte binnenterrein, door het BG5 gebouw naar onder Buitenmeubilair, plantenbakken en -vakken worden binnen en andere de Oudemanhuispoort en BG3 lijken dan ook voor de buiten op elkaar afgestemd om de relatie verder te versterken. hand te liggen. Eventueel kan er extra volume boven op de Achter de glazen pui wordt een volume geïntroduceerd ronde collegezalen gerealiseerd worden, bijvoorbeeld t.b.v. waarin 600 m2 aan onder andere collegezalen gerealiseerd kantoorfuncties. kunnen worden. Het volume ‘zweeft’ 4 meter boven het peil en wordt los gehouden van de historische gevels van het BG5 gebouw. Met name de oude toegangspoorten en de ronde collegezalen worden hierdoor goed zichtbaar. Eventuele verbindingen met het historische gebouw kunnen door middel van luchtbruggen gerealiseerd worden terwijl de begane grond als plein beleefbaar blijft. Deze binnen- /buitenruimte kan goed geprogrammeerd worden met horeca maar is ook Â, Lj  Lj Bebouwdoppervlak Begane grond: Ll Ll totaal 690 m? | J a) Volume verdiepingshoogte 4 m: e “ totaal 700 m?(ex. bg) Optopping collegezalen: YS totaal 240 m? DN, DJD Totaal toegevoegd: . 1.630 m? Nieuwe transparante gevel Introductie paviljoen ä Be Am RR | \\ KE == Ô | Kee Kn Á rt bn Ed 6 en ú BI SS JE Bn au, d Pe ND E NE mm a Eid ri em NO Sur Te Á ll NN en SS Zr rra en ENE E 5 ane À De =S Kl ik Kl en On goed | Ne eere enne OK Î ik dE ee en | Te BE N Tehal LS LD Rele | EEE Lj Eb Sa d N Le zl Ei EAR Eekelen ret ee el v Oe md) HO ARE TT 2/5 ER en zr n dt Kee pe sld | ef je En A 5 SN HIE mm PRN ATD field f { lp | geh EE ) 11 BG 5 Vendelstraat 7 Leefbaarheid en veiligheid. deze ruimte teruggebracht. Echter, met inachtneming van Door het toevoegen van groene openbare ruimte langs de de door de UvA gewenste collegezalen, wordt het nieuwe Vendelstraat ontstaat er een rustmoment in deze drukke volume als paviljoen structuur in het atrium geplaatst. Het doorgaande route. Het biedt een uitwijkmogelijkheid voor _ volume wordt vrij geplaatst van vloer en wanden, waardoor de voetgangers, bezoekers van de UB en bewoners waar iedereen monumentale gevels en doorzichten teruggebracht worden. met haar eigen snelheid passeert of verblijft. Het is van belang Het oude U-vorming binnenterrein kan op deze manier weer dat dit nieuwe hof dan ook van voldoende afmeting is om aanschouwd worden. bijvoorbeeld voldoende zonlicht in het hof te laten schijnen voor een hogere verblijfskwaliteit en om overzichtelijkheid te bieden m.b.t. veiligheid. Zo zijn er meerdere parameters _ Identiteit. die verder onderzocht moeten worden om de uiteindelijke _ In samenhang met leefbaarheid en veiligheid biedt het hof bij afmeting te bepalen van deze groene ontmoetingsplek. Op uitstek een mogelijkheid een nieuwe identiteit te realiseren. pagina 12 is een kaart toegevoegd met betrekking tot de Voor de stad, maar vooral ook voor de UvA. Het programma veiligheid en verrommeling in dit gebied. is hier vooral gericht op de studenten uit de UB, medewerkers en andere gerichte bezoekers van de UvA. Zo is het van belang Duurzaamheid en groen. dat in het overdekte gedeelte van het hof op de begane grond Aan de buitenhof langs de Vendelstraat wordt het binnenterrein _ functies geprogrammeerd worden die hier passend bij zijn ook groen gerealiseerd. Niet enkel om het overdekte deel en dat er nieuwe routes gerealiseerd worden door het BG5 visueel onderdeel uit te laten maken van het buitendeel maar gebouw heen naar de Oudemanhuispoort en BG3 gebouw. ook om de leefbaarheid in deze met glas overdekte ruimte Hiermee ontstaat een centraal ontmoetingspunt binnen en te verhogen. Het creëert schaduwplekken, en verkoelt in de _ buiten. zomer, ververst de lucht, dempt geluid en verhoogd vooral ook de visuele verblijfskwaliteit. Bereikbaarheid en logistiek. Voor de hand ligt dat het toevoegen van een groen binnen- _ Hettoevoegen van een groen plein vergroot de bereikbaarheid en buitenhof op deze plek een belangrijk onderdeel is van en logistiek van deze plek. Er ontstaat meer ruimte in de dit thema. Qua energetische duurzaamheid bestaan er _Vendelstraat waardoor verschillende verkeersstromen elkaar mogelijkheden om bijvoorbeeld de met glas overkapte ruimte gemakkelijker kunnen kruisen. Ook het toevoegen van in te zetten als bijvoorbeeld warmtewisselaar. verbindingen vanuit het historische gedeelte van BG5 naar overige universiteitsgebouwen zullen hier bijdragen aan de Historie en monumentaliteit. interne ontsluiting en de verbindingen rondom de gebouwen Het BG5 gebouw is in haar omvang nergens meer te ontlasten. aanschouwen. Het gebouw is aan alle zijden ingekapseld met aan de westzijde BG3 en de huidige Academische Club, aan de noordkant de Oudemanhuispoort en aan de oostzijde de relatief smalle doorsteek vanaf de Vendelstraat. De enige mogelijkheid om de monumentaliteit, schaal en identiteit van het BG5 gebouw terug te brengen is het heropenen van het U-vormige binnenterrein aan de Vendelstraat. Door het groene hof en de met glas overkapte binnenruimte wordt BE Ee NE EERS EE bl E ! Nr ze EEE nn A Û An mn emmen penn, í iN eee En B 4 eh | rt gf DN en TE a U ij en Ts SN en Ee MP: a == IE NP Ne An: en en TR IN 12 Onderzoek sociale veiligheid Het Binnengasthuisterrein en omgeving is een relatief komt vrij te staan in de openbaar toegankelijke ruimte. Het rustig gebied ingeklemd tussen twee drukke toeristische aantal vieze en onveilige plekken zal aanzienlijk afnemen van uitgaansgebieden. Op de Noordelijke Burgwallen vinden het 18 naar 10 of te wel met 44%. De Piramidezaal is in het voorstel hoogste aantal criminele activiteiten van Amsterdam plaats. een zonnige (semi-) openbare hof van + 800 m2 waardoor de Het Rembrandtsplein is populair en ook internationaal bekend. _Vendelstraat niet meer smal en overzichtelijk is. Door het aantal De relatieve sociale veiligheid op en om het BG-terrein geeft rommelige en onoverzichtelijke plekken te verminderen, zal ruimte aan divers gebruik waaronder spelen en prettig wonen, _ het gehele gebied er aantrekkelijker uitzien, gemakkelijker te maar het multifunctionele gebruik bevordert op haar beurt beheren zijn en sociaal veiliger voor iedereen. weer de sociale veiligheid. Door de groepen uitgaanspubliek die in de avond en nacht tussen de twee toeristische centra heen en weer gaan is het gebied echter kwetsbaar. Het waarborgen en verbeteren van de leefbaarheid en veiligheid van de (semi-)openbare ruimte lijken lastig ruimtelijk te vertalen. Maar ervaringen uit de dagelijkse en nachtelijke praktijk in de buurt en in de meeste wereldsteden geven aan dat overzichtelijkheid een positieve invloed heeft. Donkere find DAAT hoeken, stille steegjes en visuele obstakels zorgen voor een ee MN A) LER onveilig gevoel en nodigen uit tot crimineel, vervuilend en gE, TT D/E 7 ander ongewenst gedrag. Is het overzichtelijk, schoon, zonnig | is HT of goed verlicht, dan voelen mensen zich prettig en kunnen tn El & ° ze eenvoudig de weg vinden. Het idee dat andere mensen : pe je Ä e / d aanwezig zijn en, indien nodig, makkelijk om hulp gevraagd \ zÌ re In 2 kunnen worden is daarbij van groot belang. | RAS, En  wal _& 5 ll, en Op het BG-terrein vertaalt zich het bovenstaande in twee e 5 _ aspecten: het borgen van een heldere structuur en het de ‚ En behouden van zicht van mensen, van voorbijgangers, He eN Pd bewoners of beheerders van de UvA op de ruimte. Bewoners _N Ed / hebben meestal een grotere betrokkenheid bij de openbare INS / ruimte omdat zij samen 24 uur per dag, 7 dagen per week, s eg en vele jaren achtereen aanwezig zijn. Een aantal leden van Î SEZ 8 4 Ë VOL BG, waaronder Peter Veer, verrichtte een studie naar de kwaliteit van de openbare ruimte rondom het BG-plein. Deze is Huidige situatie: # 2.400 m2 openbare ruimte met toezicht . … . . . bewoners/sociaal veilig. £ 400 m2 zonder toezicht, onveilig. ruimtelijk vertaald door de architecte Karin Elffers. Opvallend is X 18 vieze of onveilige plekken. de onoverzichtelijke steeg tussen het ovale paviljoen van Theo Bosch en BG 5 van £ 400 m2 met vele onveilige plekken. De studie laat zien dat in het voorstel van VOL BG het oppervlak overzichtelijke en veilige openbare ruimte groter wordt ten opzichte van de bestaande situatie. Het Theo Bosch paviljoen eN en k $ ä 4 pr OD) / Ts | MeT hae AX Kl D ei WN EL Ei Wens VOL BG voor plein en omgeving: Meer zicht en 44% minder vieze plekken Bron: VOL BG / Karin Elffers 13 Nawoord Het samenbrengen van bewoners, bezoekers en gebruikers en het introduceren van een nieuw programma is in dit historische deel van de stad een complexe opgave en een langdurig proces waarbij belangen zorgvuldig afgewogen dienen te worden. De verscheidenheid aan gebouwen uit verschillende perioden, afmeting en functie, waartussen de publieke ruimte van de stad verweven is, verdient een holistische aanpak. Waar de nieuwe Universiteitsbibliotheek het actieve studenten karakter van het Universiteitskwartier representeert, verbeeldt de Oudemanshuispoort juist het historische en formele karakter van dit gebied. BG3 en BG5 liggen hier centraal tussen waarbij BG3 het hedendaagse gezicht en internationale ontvangstpunt is. BG5, en met name het U-vormige binnen-/ buitenplein, is het verkeersknooppunt van dit gebied. Niet een obstakel waar omheen gelopen wordt, maar een plek dat doorkruist en beleefd kan worden. Voor studenten en medewerkers vanuit de Oudemanhuispoort tot in de UB, door voorbijgaande fietsers in de Vendelstraat en buurtbewoners, die, naast de studenten en toeristen, de alledaagse gebruikers van dit gebied vormen. Sf dl en Dn | Al AS 7 /À 1 En bf RR Nek nn OEE py NS SE Sn, 5: ol En EEE Ángel LA B Es KE | 4 E, adh 4 NS id SWEN EE / AAL er EER / NE P DE 5) me fem U Bar il | == Ï ij Bianl / 8 5 in iS li AE Henn En Pii —| De 7 / SR | mn) ar AJM | = ik A : \ VE NE EE: Sr kn Sd $ tene Td Í | A Ál En _ / ut J 1% ii Ä SG í E 5 d es / EL) (al ONS On Or ZE hie Ë ES NN JT > ON Be 3 Te es © Be Re UNIC ded 7 ER OU ip d B Keke SEEN bi j 14 Dankwoord VOLBG Dit plan had niet tot stand kunnen komen zonder de inbreng van heel veel bewoners woonachtig op en rond het Binnen- gasthuisterrein, de onvermoeibare inzet van een aantal buurt- bewoners, het ter beschikking stellen van het basis 3D mod- el door de UvA en het participatieproces gefaciliteerd door Inbo. Ongetwijfeld zijn er nog meer mensen die bedankt moeten worden voor hun, misschien minder zichtbare, maar toch belangrijke bijdrage aan dit ontwerpvoorstel, bij deze. Tenslotte willen we David Koezen van Space & Matter en KZNA en zijn team hartelijk danken voor de bereidheid om binnen relatief korte tijd met veel kundigheid en inlevingsver- mogen zo'n mooie ruimtelijke vertaling te maken van de visie van VOL BG e.o. Op naar een leefbare, multifunctionele en veilige binnenstad! Het bestuur van VOL BG e.o. | B Koonurgu E | TA januari 2021 space&matter | KZNA Johan van Hasseltkade 306 Damrak 233-2 1032 LP Amsterdam 1012 ZJ Amsterdam www.spaceandmatter.nl www.kzna.nl 15
Onderzoeksrapport
15
train
VN2022-018428 deli iesi Ruimte en > 4 Gemeente Tijdelijke Algemene Raadscommissie TAR Duurzaamheid X Amsterdam Voordracht voor de Tijdelijke Algemene Raadscommissie van 30 juni 2022 Ter bespreking en ter kennisneming Portefeuille Ruimtelijke Ordening Economische Zaken (23) Agendapunt 55 Datum besluit College van B&W, d.d. 17 mei 2022 Onderwerp Kennisnemen van de raadsinformatiebrief inzake Ruimtelijk afwegingskader “Flitsbezorging vanuit Darkstores” Kennis te nemen van de raadsinformatiebrief over het ruimtelijk afwegingskader “Flitsbezorging vanuit darkstores” en in de bijlage het ruimtelijk afwegingskader “Flitsbezorging vanuit darkstores”, met als belangrijkste onderdelen: * Het college heeft het ruimtelijk afwegingskader vastgesteld, met behulp waarvan besloten kan worden of een vestiging van een darkstore ruimtelijk inpasbaar is; * Eentoelichting op de werking van het ruimtelijk afwegingskader, dat gebruikt wordt om te bepalen of een darkstore of initiatief voor de vestiging van een nieuwe darkstore te legaliseren is; e Een kortetoelichting over de gebiedstypes die in het ruimtelijk afwegingskader zijn opgenomen. Wettelijke grondslag Artikel 169 van de Gemeentewet Bestuurlijke achtergrond * Op 7juli 2021 zijn motie 439 en 440 dubbelaccent aangenomen; e Op gjuni 2021 zijn raadsvragen van raadslid Bakker (205) ontvangen; * Op 19 november 2021 zijn schriftelijke vragen van de raadsleden IJmker, Van Renssen en Ernsting inzake overlast flitsbezorging (354) ontvangen; * Op 21 december 2021 heeft het college ingestemd (VN2021-035847) met de uitwerking van een oplossing voor het kunnen reguleren van flitsbezorgdiensten door: a. het voorbereiden van en vaststellen van een paraplubestemmingsplan; b. hetopstellen van een afwegingskader; c. vooruitlopend op het bovenstaande met handhaven te starten daar waar dat noodzakelijk is. * Op 26 januari 2022 heeft de gemeenteraad het voorbereidingsbesluit genomen, waarin een nieuw paraplubestemmingsplan voor de regulering van darkstores wordt aangekondigd en gedurende een jaar de vestiging van nieuwe darkstores niet mogelijk is; * Op 17 meijl. heeft het college het ruimtelijk afwegingskader “flitsbezorging vanuit darkstores” vastgesteld. Reden bespreking Gegenereerd: vl.16 1 VN2022-018428 9 Gemeente Tijdelijke Algemene Raadscommissie Ruimte en % Amsterdam Duurzaamheid % Voordracht voor de Tijdelijke Algemene Raadscommissie van 30 juni 2022 Ter bespreking en ter kennisneming n.v.t. Uitkomsten extern advies n.v.t. Geheimhouding n.v.t. Uitgenodigde andere raadscommissies n.v.t. Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan? n.v.t. Welke stukken treft v aan? AD2022-058765 1. raadsinformatiebrief ruimtelijk afwegingskader definitief.pdf (pdf) 2. Vastgesteld Ruimtelijk afwegingskader flitsbezorging vanuit AD2022-058766 darkstores.pdf (pdf) AD2022-058666 | Tijdelijke Algemene Raadscommissie Voordracht (pdf) Ter Inzage Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Hanneke Ederveen, [email protected], 06 38 16 03 98, Ruimte & Duurzaamheid Gegenereerd: vl.16 2
Voordracht
2
train
Eon 0078 N% Gemeente Tijdelijke Algemene Raadscommissie TAR Ontwikkeling X Amsterdam Voordracht voor de Tijdelijke Algemene Raadscommissie van 30 juni 2022 Ter kennisneming Portefeuille Grond en Ontwikkeling Agendapunt 29 Datum besluit n.v.t. Onderwerp Kennisnemen van de afdoening van de motie 746, dd. 11 november 2021, van voormalige raadsleden Boutkan (PvdA) en Naoum Néhmé (VVD) en zittend raadslid Van Renssen (GL) over behoud van de maakindustrie op de NDSM Oost en betaalbare werkruimtes daarvoor De commissie wordt gevraagd Kennis te nemen van de raadsinformatiebrief over de afhandeling van motie 746, dd. 11 november 2021 van voormalig raadslid Boutkan (PvdA) c.s. over het behoud van de maakindustrie op de NDSM-werf Oost en betaalbare werkruimtes daarvoor. Wettelijke grondslag Reglement van orde gemeenteraad en raadscommissies Amsterdam, Artikel 79 en 80. Gemeentewet, artikel 169: het college van burgemeester en wethouders en elk van zijn leden afzonderlijk zijn aan de Gemeenteraad verantwoording schuldig over het door het college gevoerde bestuur (lid 2); zij geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de uitoefening van zijn taak nodig heeft (lid 2). Bestuurlijke achtergrond Op 11 november 2021 heeft de raad bij de bespreking van de Haalbaarheidsstudie Vergroening en Sport NDSM-werf Oost motie 74,6-2021 aangenomen van het raadslid Boutkan (PvdA) c.s. over het behoud van de maakindustrie op de NDSM-werf Oost en betaalbare werkruimtes daarvoor, waarin het college wordt gevraagd om: * Zich maximaal in te spannen voor het behoud van de maakindustrie op de NDSM-werf Oost en betaalbare ruimtes daarvoor; * Over de voortgang regelmatig te rapporteren aan de raad. Reden bespreking n.v.t. Uitkomsten extern advies n.v.t. Geheimhouding n.v.t. Uitgenodigde andere raadscommissies Gegenereerd: vl.10 1 VN2022-007882 % Gemeente Tijdelijke Algemene Raadscommissie Grond en % Amsterdam Ontwikkeling % Voordracht voor de Tijdelijke Algemene Raadscommissie van 30 juni 2022 Ter kennisneming n.v.t. Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan? Ja, Motie Boutkan (PvdA) c.s, nummer 746-2021. Welke stukken treft v aan? 1. Motie 746.21 Boutkan c.s. behoud maakindustrie NDSM-werf Oost.pdf AD2022-057995 (pdf) AD2022-057994 2. Get.Raadsinfobrief afdoening motie 746. pdf (pdf) AD2022-027340 Tijdelijke Algemene Raadscommissie Voordracht (pdf) Ter Inzage Registratienr. Naam Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Grond en Ontwikkeling, Jaap Gadella, j.gadella@amsterdam, 06 5252 4029 Gegenereerd: vl.10 2
Voordracht
2
train
X Gemeente Amsterdam J C % Raadscommissie voor Onderwijs, Jeugd, Diversiteit en Integratie, Kunst en Cultuur, Lokale Media en Monumenten % Definitieve agenda, donderdag 2 februari 2017 Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie voor Onderwijs, Jeugd, Diversiteit en Integratie, Kunst en Cultuur, Lokale Media en Monumenten Tijd 9.00 tot 12.30 uur Locatie De Rooszaal, 0239 Algemeen 1 Opening 2 Mededelingen 3 Vaststellen agenda 4 Conceptverslag 5 Termijnagenda per portefeuille 6 _Tkn-lijst 7 _ Opening inhoudelijk gedeelte 8 _Inspreekhalfuur publiek 9 Actualiteiten en mededelingen 10 Rondvraag Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn slechts richtlijnen waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn. Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda staat. De vergaderingen en de verslaglegging daarvan zijn openbaar. Van deze vergaderingen worden geluids- en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden op internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl. Voor algemene informatie: info @gemeenteraad.amsterdam.nl 1 Gemeente Amsterdam J C Raadscommissie voor Onderwijs, Jeugd, Diversiteit en Integratie, Kunst en Cultuur, Lokale Media en Monumenten Definitieve agenda, donderdag 2 februari 2017 Kunst en Cultuur 11 Initiatiefvoorstel van het raadslid Duijndam (SP) van 26 augustus 2015 getiteld Uitmarkt in Zuidoost Nr. BD2016-018853 Ter bespreking en voor kennisgeving aannemen 12 Bestuurlijke reactie op het Initiatiefvoorstel van raadslid Duijndam inzake de Uitmarkt in Zuidoost Nr. BD2016-018/769 Ter bespreking en voor kennisgeving aannemen 13 Advies Amsterdamse Kunstraad inzake Amsterdam voor internationale kunstenaars Nr. BD2016-018854 Ter bespreking en voor kennisgeving aannemen 14 Bestuurlijke reactie op advies Amsterdamse Kunstraad over Amsterdam voor internationale kunstenaars Nr. BD201 7-000387 Ter bespreking en voor kennisgeving aannemen 15 Kunst en Cultuur in Cijfers 2016 Nr. BD2017-000856 Ter bespreking en voor kennisgeving aannemen Onderwijs 16 Beantwoording mondelinge vragen van het lid Moorman van 18 januari 2016 inzake zwemles op scholen. Nr. BD201 7-000861 Ter bespreking en voor kennisgeving aannemen 17 Plan van aanpak lerarentekort Nr. BD2017-000602 Ter bespreking en voor kennisgeving aannemen 18 Initiatiefvoorstel van de raadsleden Timman (D66), Ten Bruggencate (D66) en Moorman (PvdA) van 08 februari 2016 getiteld Jongerengemeenteraad Nr. BD2017-000859 Ter bespreking en voor kennisgeving aannemen Diversiteit 19 Bestuurlijke reactie raadsinitiatief Jongerengemeenteraad Nr. BD2017-000860 Ter bespreking en voor kennisgeving aannemen 20 Voortgangsrapportage Uitvoeringsplan Roze Agenda Nr. BD2016-017181 Ter bespreking en voor kennisgeving aannemen Kunst en Cultuur 21 Reflectie Amsterdamse Kunstraad op Kunst en Cultuur in cijfers 2016 Nr. BD2017-001295 Ter bespreking en voor kennisgeving aannemen 2
Agenda
2
discard
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Raadsnotulen Jaar 2021 Vergaderdatum 8 juli 2021 Publicatiedatum 8 september 2021 OPENBARE VERGADERING OP DONDERDAG 8 JULI 2021 Aanwezig: de leden mevrouw A.L. Bakker (PvdD), de heer N.T. Bakker (SP), de heer Biemond (PvdA), mevrouw Bloemberg-lssa (PvdD), de heer Blom (GroenLinks), de heer Boomsma (CDA), mevrouw Bosman (D66), de heer Boutkan (PvdA), de heer Van Dantzig (D66), de heer Ernsting (GroenLinks), de heer Flentge (SP), mevrouw De Fockert (GroenLinks), mevrouw De Graaff (D66), mevrouw De Grave-Verkerk (VVD), de heer Groen (GroenLinks), mevrouw Grooten (GroenLinks), mevrouw IJmker (GroenLinks), mevrouw De Jager (D66), mevrouw Kili, (DENK), de heer Kreuger (JA21), mevrouw Kuiper (ChristenUnie), de heer Van Lammeren (Partij voor de Dieren), mevrouw Martens (VVD), mevrouw Marttin (VVD), de heer Mbarki (PvdA), mevrouw Nadif (GroenLinks), mevrouw Nanninga (JA21), mevrouw Naoum Néhmé (VVD), mevrouw Van Pijpen (GroenLinks), mevrouw Van Renssen (GroenLinks), mevrouw Rooderkerk (D66), mevrouw Roosma (GroenLinks), mevrouw La Rose (PvdA), de heer Van Schijndel (Forum voor Democratie), de heer Schreuders (SP), mevrouw Van Soest (PvdO), de heer Taimounti (NIDA), mevrouw Timman (D66), de heer Torn (VVD), de heer Veldhuyzen (BIJ1), de heer Vroege (D66), de heer Warmerdam (D66) en de heer Yilmaz (DENK) Afwezig: mevrouw Heinhuis (PvdA), mevrouw Poot (VVD) Aanwezig: burgemeester mevrouw Halsema (Openbare Orde en Veiligheid, Algemene Zaken, Integraal Veiligheidsbeleid, Juridische Zaken, Internationale Samenwerking, Bestuursdienst, Regelgeving en Handhaving, Juridische Zaken, Communicatie), de wethouders mevrouw Van Doorninck (Duurzaamheid en Circulaire Economie, Ruimtelijke Ordening, Grondzaken en Energietransitie), de heer Everhardt (Financiën, Economische Zaken, Lucht- en Zeevaart, Deelnemingen, Zuidas en Marineterrein), de heer Groot Wassink (Diversiteit en Antidiscriminatiebeleid, Democratisering (inclusief Bestuurlijk Stelsel), Coördinatie Bedrijfsvoering, Inkoop, Sociale Zaken, Vluchtelingen en Ongedocumenteerden), mevrouw Kukenheim (Zorg, Jeugd(zorg), Mbo-agenda, Beroepsonderwijs en Toeleiding Arbeidsmarkt, Preventie Jeugdcriminaliteit, Sport en Recreatie, Ouderen), mevrouw Meliani (Kunst en Cultuur, Monumenten en Erfgoed, ICT en Digitale Stad, Dienstverlening, Personeel en Organisatie en Gemeentelijk Vastgoed), mevrouw Moorman (Onderwijs, Volwasseneneducatie, Laaggeletterdheid en Inburgering, Voorschool, Kinderopvang en Naschoolse voorzieningen, Armoede en Schuldhulpverlening) en de heer De Vries (Verkeer, Vervoer, Luchtkwaliteit en Water) Afwezig: Avondzitting op donderdag 8 juli 2021 Voorzitter: mevrouw F. Halsema, burgemeester Plaatsvervangend voorzitter: de raadsleden de heer Torn Raadsgriffier. mevrouw Houtman Verslaglegging: mevrouw Smakman (Notuleerservice Nederland) 1 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Vergaderdatum 8 juli 2021 Raadsnotulen Voorzitter: de heer Torn De VOORZITTER heropent de vergadering om 19.30 uur. 1. Algemeen deel De VOORZITTER: Leden van de gemeenteraad, ik heropen de vergadering. Dan gaan we beginnen met een kort administratief rondje voor het eventueel nog intrekken — want dat is eigenlijk de enige optie — van moties en, of amendementen bij de Voorjaarsnota. Zullen we gewoon de fracties even op grootte afgaan? Mevrouw Roosma, niets? De heer Van Dantzig? De heer VAN DANTZIG: Wij trekken motie 2021.401 in, want het is motie 2021.505 geworden. De VOORZITTER: Dus motie 2021.401 is ingetrokken, omdat daar motie 2021.505 voor in de plaats is gekomen. De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen: 165° Motie van het lid De Graaff inzake het tekort van arbeidsparticipatie van statushouders in de ouderenzorg, nr. 2021.505 Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: -__samen met (ouderen) zorgorganisaties, onderwijsinstellingen en partijen die statushouders in Amsterdam intensief kunnen begeleiden om de tafel te gaan met het doel te kijken hoe zij structureel kunnen ondersteunen in het stimuleren van arbeidsdeelname van statushouders in de zorgsector en specifiek toegespitst op de ouderenzorg; -__ tevens te inventariseren hoe extra kansen kunnen worden gecreëerd om meer statushouders in de ouderenzorg aan te trekken, dit onder andere te richten op bestaande samenwerking binnen en buiten de gemeente en te bekijken hoe dit geïntegreerd kan worden in de Amsterdamse aanpak statushouders; -__ hierover terug te rapporteren aan de raad. De motie maakt deel uit van de beraadslaging. De VOORZITTER: ik kijk nog even rond. De VVD nog iets om in te trekken”? Misschien kan ik gewoon maar even kijken. PvdA? Nee. Andere partijen? ‘Fracties’ moet ik natuurlijk zeggen. Kunt u nu uw hand opsteken. Nee. Dan is het administratieve rondje bij deze afgerond en dan kan de stemlijst worden opgemaakt. Dat is altijd fijn. De VOORZITTER: Dan gaan we door naar agendapunt — eigenlijk een soort intermezzo. Namelijk, we hebben gisteren een nieuwe Ombudsman benoemd. Die gaat starten per 1 september. Maar we zijn zelf niet meer voor 1 september als raad bijeen. Dat betekent dat de Ombudsman ook nog in deze vergadering zal worden beëdigd. Daartoe zou ik nu graag willen overgaan. Ik zou graag de raadsgriffier willen vragen om de heer 2 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Vergaderdatum 8 juli 2021 Raadsnotulen Ramlal de raadszaal binnen te geleiden voor het afleggen van de belofte. Ik wil u vragen te gaan staan. Goedenavond, meneer Ramlal, komt u verder. Ik zal u zo dadelijk de tekst van de belofte oplezen en wil ik graag vragen dat te bekrachtigen met de woorden: dat verklaar en beloof ik. Dan zal ik nu de eed afnemen. Ik verklaar dat ik om tot Ombudsman benoemd te worden rechtstreeks noch middellijk onder welke naam of welk voorwendsel ook enige gift of gunst heb gegeven of beloofd. Ik verklaar en beloof dat ik om iets in dit ambt te doen of te laten rechtstreeks noch middellijk enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen. En ik verklaar en beloof dat ik getrouw zal zijn aan de Grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en dat ik mijn plichten als Ombudsman naar eer en geweten zal vervullen. De heer RAMLAL: Dat verklaar en beloof ik. De VOORZITTER: Dan bent u bij deze beëdigd. Van harte gefeliciteerd met uw beëdiging. De bloemen worden thuis nagestuurd en die krijgt u dus nog. [applaus] De VOORZITTER: Ik stel voor dat we de vergadering een heel kort ogenblik schorsen om op gepaste afstand de nieuwe Ombudsman te feliciteren. De VOORZITTER schorst de vergadering. De VOORZITTER heropent de vergadering. 59. Vaststellen van het bestemmingsplan Zuidas-Woonbuurt Ravel VN2021-013166 De VOORZITTER: Daarvoor zijn tot op heden geen moties ingediend, voor zover ik weet. Ja, wel, er is wel een motie ingediend. De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen: 166° Motie van de leden Boomsma, Kreuger en Marttin inzake het bestemmingsplan Zuidas Woonbuurt Ravel (stuur in tender op realiseren parkeerplaatsen voor bewoners), nr. 2021.630 Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - Bij het uitschrijven van de tenders voor de ontwikkeling van bestemmingsplan Zuidas Woonbuurt Ravel specifiek te sturen op het realiseren van voldoende parkeerplaatsen voor bewoners, binnen de door de Parkeernota gestelde bovengrens voor deze locatie, en tevens te sturen op het ondergronds realiseren van deze parkeerplaatsen. De motie maakt deel uit van de beraadslaging. De VOORZITTER: De heer Boomsma heeft ook als enige het woord gevraagd, dus dat wil ik hem graag geven. U heeft daar nog een minuut de tijd voor, begrijp ik. 3 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Vergaderdatum 8 juli 2021 Raadsnotulen De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Boomsma. De heer BOOMSMA: Ja, een minuut is niet nodig. Maar het is wel nodig dat deze motie even wordt aangenomen. Want wat we hier gaan doen, is natuurlijk fantastisch: woningen realiseren, speciaal voor gezinnen. Alleen er is geen minimumnorm voor parkeerplaatsen voor bewoners. Dus het enige wat wij voorstellen, is om in de tender daar dan toch wel op aan te sturen, omdat je anders een hele groep uitsluit, want heel veel gezinnen hebben nou eenmaal die auto nog steeds nodig. Vandaar dat we dat op deze manier hebben geprobeerd op te lossen. De VOORZITTER: Dan zou ik graag het college het woord willen geven om in ieder geval de motie te preadviseren. Is dat mevrouw Van Doorninck? De heer Everhardt. Ja. Zuidas natuurlijk. De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Everhardt. Wethouder EVERHARDT: Het is een logisch vervolg, deze motie, vanuit de discussie in de commissie. Daarin heb ik ook aangegeven dat wij ons aan de Nota Parkeernormen Auto houden, die u zelf heeft opgesteld. We werken niet met minimale parkeernormen. Er is een verwijzing naar de parkeernorm waar hier geldt een maximum van één. En daarmee ontraad ik deze motie. De VOORZITTER: Ik kijk nog even rond. Geen behoefte aan een tweede termijn bij de heer Boomsma. Nee. Hij heeft er ook eigenlijk geen spreektijd meer voor. Dus dat is makkelijk. De discussie wordt gesloten. De VOORZITTER: Ik begreep dat het college nog op één motie bij de Voorjaarsnota geen preadvies onverhoopt had gegeven. Dus ik zou graag wethouder Everhardt nog kort het woord willen geven om dat alsnog te doen. De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Everhardt. Wethouder EVERHARDT: Ja, met excuus voor deze omissie. Het gaat over motie 2021.583, behoud scheepswerf in Noord. Die motie lijkt heel erg op motie 1156 die op 30 september 2020 is aangenomen door een aantal van uw raadsleden. Die is ook aangenomen. Die vraagt eigenlijk hetzelfde. Daarmee is deze motie, 2021.583, in de ogen van het college overbodig en daarmee ontraden wij deze motie. De discussie wordt gesloten. 60. Instemmen met het volksinitiatief ‘Amsterdam heeft een keuze’ en daarmee vast te stellen de Verordening op het toerisme in balans VN2021-018518 De VOORZITTER: Hiervoor zijn er, als ik het goed heb, geen moties ingediend. De sprekers die in ieder geval namens de raad het woord hebben gevraagd zijn de heren 4 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Vergaderdatum 8 juli 2021 Raadsnotulen Ernsting, Boutkan, Martens, de heer Bakker en de heer Boomsma en mevrouw De Jager van D66 ook nog. Maar voordat ik daartoe overga, zou ik graag eerst de initiatiefnemer, de heer Van Dijk, het woord willen geven om een korte toelichting te geven. Ik zie dat de heer Van Dijk aanwezig is. Goedenavond, welkom. U heeft het woord om in drie minuten het volksinitiatief toe te lichten. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Van Dijk. De heer VAN DIJK: lets meer dan een jaar geleden kwam onze petitie online. Deze is in korte tijd al door meer dan dertigduizend Amsterdammers ondertekend. Dertigduizend Amsterdammers die aangaven niet terug te willen naar de situatie van voor de coronacrisis toen Amsterdam overspoeld werd met toeristen. Vorige week in de commissievergadering werd deze verordening, die hier nu voorligt, die uit deze petitie is gekomen, historisch genoemd, omdat blijkbaar nog nooit bewoners een verordening hebben geschreven. Dat wist ik niet. Ik hoop voornamelijk dat het historisch wordt genoemd om een andere reden, namelijk dat de verordening wordt aangenomen en dat hiermee erkend wordt dat er een grens is aan de groei van het toerisme en dat daarop gehandeld wordt. Want, volgens mij, is iedereen het hier wel eens dat het toerisme uit de hand is gelopen en dat Amsterdam het teveel op zijn beloop heeft gelaten. We kennen de beelden, de overvolle straten, centrumbewoners die zich vervreemd voelen in de stad. Deze verordening kijkt op de lange termijn naar toerisme en probeert verdere problemen te voorkomen door te kijken als er bijvoorbeeld signaalwaarden worden overschreden om met extra maatregelen te komen. We hebben de verordening vaak besproken. Ik ga er nog twee uit noemen, omdat er hier, volgens mij, wat misverstanden over bestaan. Ten eerste, stel dat er een signaalwaarde wordt overschreden en dat er een beleidsnota komt om deze omlaag te krijgen. Dit is niet in beton gegoten. Er zijn nog steeds drie maanden waar bewonersgroepen, een hotelindustrie, nog steeds met plannen kan komen, hun visie kan delen, zodat er uiteindelijk een goed voorstel komt waar veel mensen mee kunnen leven. Ten tweede wil ik iets vertellen over de toeristenbelasting. Dit is een van de maatregelen, een van de knoppen, waaraan gedraaid kan worden. Hier zijn veel misverstanden over, maar laat ik er één zeggen. Het is niet zo dat door de toeristenbelastingen Amsterdam niet meer inclusief kan worden, niet meer bereikbaar voor de backpacker. Dit is omdat al de prijsverhogingen die er zijn gekomen, die komen allemaal door de hotelstop. Toen liep het aanbod niet meer gelijk met de vraag. En ten tweede, door een verhoging van de toeristenbelasting, die kan progressief gemaakt worden, die kan door de hostels of de budgethotels ontzien worden. Ik rond af. Deze verordening laat zien dat er veel meer mogelijk is om problemen van overtoerisme aan te pakken dan nu wordt gedaan. Hopelijk ziet de raad dat ook zo en durven ze deze stap te nemen. Dat was het. Als er nog vragen zijn, dan hoor ik het graag. Bedankt. De VOORZITTER: Dank u wel. Ik moet u helaas in die zin teleurstellen dat het stellen van vragen op dit moment niet meer mogelijk is, omdat dat in de commissie al is gebeurd. Ik wil u heel hartelijk bedanken voor uw toelichting. We gaan het nu als raad over het volksinitiatief hebben. De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen: 5 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Vergaderdatum 8 juli 2021 Raadsnotulen 167° Motie van de leden Martens, Boomsma, Kreuger, Taimounti en Kuiper inzake de verordening ‘toerisme in balans’ (beleidsnota's altijd na overleg met ondernemers opstellen), nr. 2021.604 Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - Eventuele beleidsnota's in de toekomst altijd op te stellen na overleg met ondernemers en brancheorganisaties uit de sectoren die gerelateerd zijn aan de bezoekerseconomie; - In nota’s altijd aan te geven in hoeverre de input van deze organisaties is verwerkt; -__In nota's altijd in te gaan op de vraag welke gevolgen de voorgestelde maatregelen hebben op de (bezoekers)economie, werkgelegenheid en de voorzieningen in de stad. De motie maakt deel uit van de beraadslaging. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Ernsting. De heer ERNSTING: Amsterdam is een gastvrije stad en ook een stad die mensen graag bezoeken, omdat het ook een unieke stad is. Ik denk dat het in het belang is van ons allemaal, van bewoners, maar ook van de toeristische industrie, dat Amsterdam een authentieke stad blijft die uniek is in de wereld en waar mensen graag ook op bezoek komen, omdat die uniek is in de wereld. En daarom moeten we er met zijn allen voor waken dat die stad verwordt tot alleen maar de volgende tourist trip of de plek zoals er al zoveel andere zijn. Daarom voeren wij hier ook vaak discussies over, over het toerisme in de stad en over de enorme kracht die daarvanuit gaat, en hebben we ook veel bewoners gesproken, die het hebben over de vervlakking van hun buurten, over gewone buurtwinkels die verdwijnen en dat die stad alleen nog maar ten dienste lijkt te staan van die bezoeker. En Amsterdam is zoveel meer. Dus ik heb het inderdaad vorige week in de commissie historisch genoemd, zowel vanwege het feit dat inderdaad voor het eerst, naar ik heb meegemaakt, bewoners zelf een verordening hebben geschreven, als dat wij voor het eerst inderdaad gaan zeggen, er is inderdaad een eind aan die groei. In 1972 heeft de club van Rome dat natuurlijk ook al een keer gezegd voor de economie in het algemeen: grenzen aan de groei. Dat is ook zeker het geval, denk ik, voor de toeristische druk die een stad aankan. Er is altijd een maximum. Waar ligt die precies? Daar kun je natuurlijk lange debatten over voeren. Maar hier is in ieder geval een formulering daarvoor gevonden. Ik vind het heel verstandig. Ik vind het ook gebalanceerd, omdat er twee signaalwaarden zijn geformuleerd. Als het onder de twaalf miljoen komt, dan moeten we aan de bak. Dan mogen we ook campagne voeren. Dat is nu de situatie overigens. En daarom voeren we ook campagne om bezoekers uit te nodigen naar de stad te komen. Bijvoorbeeld in het voorstel van de heer Vroege en mij en anderen om LHBTI-toeristen uit te nodigen om er weer een bestemming van te maken die interessant is voor die groep, maar ook anderen. De wethouder is daarmee bezig. Maar ook aan de bovenkant is er een signaalwaarde geformuleerd. Als we de achttien miljoen bezoekers overschrijden, de overnachtingen, dan moeten we aan de bak. Want dan is er een maximum bereikt en dan moeten we beleid ontwikkelen, waarbij we zeggen, pas op de plaats, genoeg is genoeg, we moeten weer die balans vinden. Het gaat uiteindelijk om die balans. 6 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Vergaderdatum 8 juli 2021 Raadsnotulen Ik dank de indieners van het voorstel en de bewoners die daar anderhalf jaar, volgens mij, mee bezig zijn geweest, of in ieder geval ruim een jaar, voor hun volhardendheid hierin. En het feit dat dat inderdaad wordt gesteund met dertigduizend handtekeningen in een eerste fase van een volksinitiatief, dat is ook heel bijzonder. Dank u wel, voorzitter, hier wil ik het bij laten. De VOORZITTER: Dan zou ik graag het woord willen geven aan de volgende spreker. Dat is de heer Boutkan, die zelfs zijn kopje koffie meeneemt, zie ik. Ik weet niet of dat een voorspelling is voor een heel lange bijdrage, maar we gaan het zien. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Boutkan. De heer BOUTKAN: Ja, dat moet je natuurlijk eigenlijk nooit doen, koffie meenemen naar je spreekgestoelte, want je gaat er toch niet van koffiedrinken. Mijn voorganger, de heer Ernsting, heeft natuurlijk ook al prachtige woorden gezegd. Ik kan me daar volledig bij aansluiten. Maar ik vind het ook wel belangrijk om dit punt ook vanuit de PvdA-fractie te markeren. Want praten over toerisme, met name praten over leefbaarheid en balans in de stad, is iets waar we heel vaak bij stil hebben gestaan. Ik denk dat het feit dat deze dertigduizend Amsterdammers echt in no time hun handtekening hebben gezet onder ‘Amsterdam heeft een keuze’ dat ook heel veel betekend is. Wat dat betreft inderdaad hulde aan de initiatiefnemers. Ik was me er niet van bewust dat wij geen vragen mochten stellen, want dat had ik anders graag gedaan. Want dan was natuurlijk een van mijn vragen geweest: hoe hebben jullie dat nou ervaren, zo’n participatietraject? Staan jullie daar nou een beetje positief tegenover? Want ik ben eigenlijk ook wel een beetje nieuwsgierig naar het antwoord, want ik weet, is dat deze initiatiefnemers ongelofelijk hard hebben moeten werken om inderdaad te krijgen wat er nu ligt, namelijk, een verordening. En een verordening is inderdaad iets unieks. En dat is inderdaad historisch, zoals mijn collega dat ook zei. Natuurlijk moeten we ook stilstaan bij het feit dat als we praten over leefbaarheid, dan gaat het eigenlijk over de hele stad. Het gaat niet alleen over de binnenstad. Het gaat over de hele stad. Van Noord tot Zuidoost, van Oost tot Nieuw-West en natuurlijk ook over de binnenstad. Want de binnenstad is een hotspot. En de binnenstad, daar concentreert zich heel veel. Maar we moeten het juist ook hebben over de hele stad en wat we ook willen met de hele stad. Wat ik goed vind aan dit initiatief is dat het initiatief ruimte geeft aan de ruimte aan de raad en aan het college — maar uiteindelijk aan de raad, want de raad is als laatste aan het woord — om ook iets te vinden van, wat gaan we nou doen als we inderdaad onder de twaalf miljoen overnachtingen komen? Of wat gaan we doen als we boven de achttien miljoen overnachtingen komen? En dat is, denk ik, belangrijk. Ik heb de vorige keer ook al gemarkeerd, er zijn wat ondernemers die zich afvragen: worden wij nou niet buitenspel gezet? Ik denk van niet. Ik denk niet dat ondernemers buitenspel worden gezet, want de raad gaat hier ook over. Het is belangrijk, denk ik, dat we samen met bewoners, samen met ondernemers, ook aan een nieuw Amsterdam bouwen, een ander Amsterdam bouwen. Ik denk dat we dat ook hebben ingezet met het Programma Aanpak Binnenstad met de 88 mooie maatregelen. Er zijn de afgelopen jaren natuurlijk ook belangrijke dingen gebeurd op het gebied van toeristenbelasting. Er zijn belangrijke dingen gebeurd op het gebied van leefbaarheid. En daar moeten we mee doorgaan. Want, ik heb al vaker gezegd, bezoekers zijn welkom, maar niet tegen elke prijs. Mensen die naar deze stad willen komen voor een morele vakantie, die mogen wat mij betreft wegblijven. En als je kijkt naar de cijfers pre-corona, de 7 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Vergaderdatum 8 juli 2021 Raadsnotulen voorspellingen in 2030: 26 tot 30 miljoen bezoekers. Dat zijn gewoon aantallen die deze stad niet aankan. Het is te veel. En de leefbaarheid komt daarmee onder druk te staan. (Mevrouw MARTENS: Ik heb een vraag aan de heer Boutkan. Ik hoor hem zeggen, we hebben belangrijke stappen gemaakt op het gebied van toeristenbelasting. Dat vind ik vrij abstract klinken. Misschien kunt u daar wat verder toelichten wat u daar dan belangrijk vindt en wat die stap dan is geweest.) Wat we gedaan hebben, is dat we de toeristenbelasting verhoogd hebben in percentage, maar dat we ook van de toeristenbelastingsystematiek gezegd hebben dat je per nacht dat je hier verblijft ook een vast bedrag van drie euro moet betalen. Daarnaast hebben we ook gezegd dat mensen die op een camping willen staan een bedrag van een euro moeten betalen. Dus ik denk dat dat belangrijke elementen zijn. Er zijn niet zo heel veel steden die die elementen hebben. De toeristenbelasting is natuurlijk een belangrijke knop waar je aan kunt draaien. Wat ik me heel goed realiseer — want dat is, denk ik, ook een beetje de achterliggende vraag — is dat ondernemers behoefte hebben aan duidelijkheid. Want onduidelijkheid over toeristenbelasting is niet heel fijn. Dus ik hoop ook, stel dat we inderdaad straks boven de achttien miljoen komen en dat het college met een voorstel gaat komen over de toeristenbelasting, dat we inderdaad snel die duidelijkheid kunnen geven: wat gaat uiteindelijk de stad doen? (Mevrouw MARTENS: Ja, inderdaad. En ook dank voor het antwoord van de heer Boutkan. U gaat inderdaad de richting op waar ik me zorgen over maak in deze. Hoe strookt u het eventueel verhogen van de toeristenbelasting met de ambitie die de wethouder Economische Zaken heeft aangesproken om meer congressen aan te trekken, waarbij wij al weten dat de hoge toeristenbelasting in Amsterdam een reden is voor veel congressen, die wij willen aantrekken, om Amsterdam te mijden? Hoe ziet de Partij van de Arbeid dat?) Ik denk dat heel belangrijk is, dat is die voorspelbaarheid. Dus op het moment dat er hier een voorstel ligt vanuit het college en waar we dan als raad iets van vinden, dat we op een gegeven moment ook duidelijkheid geven. Gaat het inderdaad omhoog, de toeristenbelasting, of blijft het gelijk? Gaan we misschien werken aan andere vormen van differentiatie. Ik heb dat ook een van de initiatiefnemers horen zeggen. Want er zijn natuurlijk veel meer mogelijkheden wat je zou kunnen doen om aan die knop te draaien. (Mevrouw MARTENS: Ja, dan ben ik wel echt ontzettend benieuwd welke knoppen de heer Boutkan dan bedoelt. We geven het minste geld uit aan het aantrekken van congressen van veel Nederlandse steden, laat staan in Europa. We leggen opnieuw de knop ‘toeristenbelasting verhogen’ op tafel. We hebben al ervaren hoe het is als we onduidelijk beleid hanteren. Welke knop zou de Partij van de Arbeid willen aanwenden om te zorgen dat wij die congressen niet mis gaan lopen?) Ik vind dit toch niet helemaal fair. Mijn collega weet ook dat wij in de vorige collegeperiode grote moeite hadden met het afschaffen van de subsidie aan de organisatie — ProCongres heette die organisatie, volgens mij — een voorstel vanuit de coalitie waar de VVD deel van uitmaakte. Wij waren daar tegenstander van om dat geld weg te halen, omdat wij het nooit een slim idee vonden om op die congressenorganisatie te bezuinigen. Dus dan moet u nu niet aan mij vragen of in ieder geval zeggen dat u zich heel veel zorgen maakt daarover. Dat vind ik toch niet helemaal fair. Maar om antwoord te geven op uw vraag. Er zijn, volgens mij, heel veel knoppen waar je aan kan draaien. En toeristenbelasting, geld, financiële prikkels, is daar natuurlijk ook een belangrijke van. Maar er zijn natuurlijk ook meer knoppen waar je aan kunt draaien om iets te doen aan de stroom van toerisme. We 8 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Vergaderdatum 8 juli 2021 Raadsnotulen hebben al vaak gesproken ook over vakantievluchten en over het stimuleren van de hsl. We hebben vaak gesproken over imagocampagne, omdat we een ander type bezoeker willen met een ander type gedrag. En in die 88 maatregelen, waar het over hebben gehad in het Programma Aanpak Binnenstad, zitten volgens mij ook heel mooie knoppen in, die belangrijk zijn om die balans te herstellen, om leefbaarheid te herstellen en, denk ik, heel belangrijk, maar ook om vertrouwen van Amsterdammers te herstellen in wat we willen en wat we doen met deze stad. Want ik heb in de afgelopen jaren gemerkt dat veel vertrouwen, als het hierom gaat, weg is. En excuus voor het lange antwoord. (De heer VAN SCHIJNDEL: Er zijn best wel wat knopjes waar je aan kan draaien, maar de toeristenbelasting is verreweg het belangrijkste mechanisme: de prijsprikkel. Waarom zeggen we niet — bij ondernemerschap hoort veranderbaarheid, de bakens verzetten — ondernemers moeten maar leren leven met substantieel hogere toeristenbelasting de komende jaren? Ik ben dus voor een veel hogere toeristenbelasting dan thans geldt. Waarom spreekt de Partij van de Arbeid dat ook niet uit naar de bewoners?) Het is in ieder geval aardig om te horen dat u een heel ander standpunt heeft dan de VVD. Ik denk dat we de afgelopen periode juist hebben laten zien dat we niet bang zijn voor maatregelen over toeristenbelasting. Daar hebben we natuurlijk ook een afspraak over gemaakt in het coalitieakkoord. Maar het allerbelangrijkste is, denk ik, duidelijkheid en zekerheid. Als ik met hotelondernemers spreek, is dat eigenlijk een van de meest belangrijke dingen: wees duidelijk over wat je gaat doen in de toekomst met die toeristenbelasting. Dus zij moeten zich daarop kunnen voorbereiden. Ze hoeven het niet zelf te betalen, maar ze moeten wel hun systeem zodanig inregelen dat het goed werkt. Dus dat is, volgens mij, het allerbelangrijkste: duidelijkheid, zekerheid, rust. (De heer VAN SCHIJNDEL: Dus wijzigend het overheidsbeleid is gewoon een ondernemersrisico. Daar moet een ondernemer mee dealen. Je kan nu al aangeven dat de komende jaren de toeristenbelasting misschien uiteindelijk moet worden verdubbeld om het in de hand te houden. Waarom nu niet in het partijverkiezingsprogramma van Partij van de Arbeid dit aankondigen?) Dank voor uw advies. Ik zal uw advies doorgeleiden naar de Programmacommissie van de Partij van de Arbeid. Dan ben ik benieuwd wat ze daarmee gaan doen. Voorzitter, ik wil tot een afronding komen. Wat ik nog wil zeggen, is dat de hele systematiek die bedacht is ten aanzien van signaalwaarden en bandbreedtes door de initiatiefnemers, denk ik, heel goed is uitgevonden. Mijn collega heeft het ook al gezegd: bij ondergrenzen ga je stimuleren, bij bovengrenzen ga je afremmen. Ik denk dat de handtekeningen ook laten zien dat wij goed moeten luisteren naar de ideeën die onder Amsterdammers leven. Ik ga ervanuit dat de raad hier straks mee instemt. Dus wat dat betreft nu al felicitaties richting de initiatiefnemers en de dertigduizend Amsterdammers voor het feit dat ze hun handtekening hebben gezet onder deze mooie petitie. Dank u wel. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Martens. Mevrouw MARTENS: Ik wil beginnen met een dank aan de heer Boutkan dat hij nog even benadrukt, voorzitter, dat de VVD inhoudelijk een ander standpunt heeft dan Forum voor Democratie, want dat kan niet vaak genoeg op het pand staan, voorzitter. Laat ik beginnen. Het onderwerp drukte, bezoekers, binnenstad, is, denk ik, een onderwerp waar wij allemaal, elk raadslid, maar ook ik, een haat-liefdeverhouding mee hebben. ‘Haat’, omdat we allemaal klaar zijn met de stromen toeristen waar we met onze 9 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Vergaderdatum 8 juli 2021 Raadsnotulen fiets niet doorheen komen, om de kotsende mensen op je stoep en de rondrennende piemelpakken door de binnenstad. ‘Liefde’, omdat we ons ook allemaal realiseren dat wij die bezoekers nodig hebben om onze inkomsten op peil te houden en al die organisaties en instanties te kunnen onderhouden waar wij zo graag naartoe gaan. Het is ontzettend lastig. Maar ik denk dat we het er allemaal, ongeacht de politieke kleur, over eens zijn dat we niet meer toe willen naar waar we waren. Daarom wil ik de indieners ook ontzettend danken voor het ontzettend vele werk wat ze hebben verzet, want ik denk dat wij als raadsleden allemaal weten hoeveel werk het is en met de hulp die we hebben, laat staan dat je dat als passievolle Amsterdammer met liefde voor de stad doet. Laat ik gelijk beginnen met de nieuwe versie. Mijn fractie kan zich daar absoluut in vinden, voor 95 procent. De aanpassingen maken het mogelijk dat er een bandbreedte is, een ondergrens, een bovengrens. En ook wij realiseren ons dat er maatregelen nodig zijn. Mijn collega, Daan Wijnants, heeft al meerdere voorstellen gedaan — denk aan het ingezeteneneriterium — en daar zullen wij ons best voor blijven doen. Maar ik ga ook eerlijk mijn twijfels hier op tafel leggen. Volgens mij, staat iedereen hier normaal met een heel duidelijk verhaal dat we overtuigd zijn van ons eigen gelijk en weten wat we willen, en ik heb twijfels. Twijfels enerzijds, omdat ik weet dat we maatregelen moeten nemen. Anderzijds, omdat ik zie dat een aantal van deze punten niet overeenkomen met de ambities die onze wethouder Economische Zaken heeft om weer congressen aan te trekken. We kunnen niet alles doen. We kunnen niet een hotelstop doen, bezoekers buiten de deur willen houden, maar ook die congressen aantrekken. Want als we naar de cijfers kijken, dan doen we het niet zo goed. We zijn niet het meest populair, we zijn ontzettend duur. Zelfs Kopenhagen haalt ons inmiddels in met de meest geliefde congressenstad. Het is gewoon niet goed. En we hebben het geld wel nodig. Dat maakt dat ik het ontzettend moeilijk vind. Mijn grootste zorg werd al aangekaart door de heer Boutkan. Dat wil ik graag herhalen. Vorig jaar — ik herinner het me nog goed, 18 juni 2020 — was er een brief over dat er eventueel een stop zou komen op hotelovernachtingen en de gevolgen voor de boekingen van de congressen waren desastreus. Elke ondernemer was in paniek. Dan heb ik het niet over een ondernemer van een grote toeristenondernemer, dan heb ik het over de toeleveranciers, zoals de bakkers, de wasserettes, die afhankelijk zijn van die congressen. (De heer VAN SCHIJNDEL: Ik wil toch even gezegd hebben, dat ik het heel merkwaardig vind, de voorstelling van zaken, alsof het een competitie is tussen hoofdsteden in Europa. Dat is toch helemaal niet zo? Kijk naar je eigen situatie.) De VOORZITTER: Een korte interruptie, een korte vraag, een korte opmerking. (De heer VAN SCHIJNDEL: Kan mevrouw Martens het even bestuurskundig duiden?) Mevrouw MARTENS: Ja, voorzitter, peso's, geld, duku, we hebben het toch echt nodig om te zorgen dat we de rekeningen kunnen betalen. Dus ik zou de heer Van Schijndel er graag op willen wijzen dat we inkomsten nodig hebben en dat ik probeer mee te denken op zoek naar een manier hoe we dat zo goed mogelijk kunnen doen, waar de bewoners zo min mogelijk last van hebben, maar wel hun baan hebben. (De heer VAN SCHIJNDEL: Ja, duku is heel belangrijk, zeker voor de inkomsten van de stad. Maar dan kan je toch een heel duidelijk traject van verhoging van de toeristenbelasting neerleggen en dan krijg je hogere inkomsten voor jezelf als gemeente. Dat is een ding wat ook wat waard is.) 10 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Vergaderdatum 8 juli 2021 Raadsnotulen Ik heb niet heel erg veel behoefte om de heer Van Schijndel op dit moment een rekensom te laten zien, maar als het aantal congressen dat naar je stad komt dusdanig afneemt dat de inkomsten inmiddels niet meer zo hoog zijn als het teruglopende aantal congressen, dan verliezen we daar geld. En dat de heer Van Schijndel, voorzitter, dat risico wil nemen, dat is absoluut aan de partij Forum voor Democratie, maar de VVD plaatst daar haar vraagtekens bij. (De heer VAN SCHIJNDEL: Ja, ik vraag me toch echt af, wat hebt u toch met die congressensector? Waarom is die zo belangrijk? De gayscene kan je ook aantrekken of je kan andere, dus de cultuurminnende mensen aantrekken. Waarom?) Ik zat net even snel te denken, zal ik me laten verleiden tot een antwoord, ja of nee. Maar wat de heer Van Schijndel hier doet, voorzitter, is ontzettend gevaarlijk. Meneer Van Schijndel, het moet me toch wel even van het hart. U komt aanlopen, u oreert, u vertelt, via de voorzitter, zonder dat u een effectieve bijdrage levert, via de voorzitter, aan het op gang krijgen van onze economie. De Partij van de Arbeid, D66, GroenLinks, allemaal dienen we moties en amendementen in om ook weer de gay capital van de wereld te worden, voorzitter. Ik heb Forum voor Democratie nog niet één voorstel in zien dienen om te zorgen dat wij ook daadwerkelijk die veilige gay capital van de wereld kúnnen worden. Dus als we het hebben over het doen van voorstellen, dan verwacht ik, voorzitter, dat een partij als Forum voor Democratie met een dusdanig grote mond hier iedereen de maat te nemen, dat u ook daadwerkelijk met voorstellen komt. Even tot drie tellen, denk ik dan. Ik wil nogmaals de indieners ontzettend danken. Ik heb mijn twijfels eerlijk op tafel gelegd. Ik vind dat moeilijk. Wij vinden het belangrijk dat er duidelijke, langdurige communicatie komt, zodat die hotelsector daar ook werkelijk op voort kan borduren, zich op aan kan passen. Wij lezen het voorstel ook dat dat de bedoeling is en daarmee gaan we er ook vanuit en wachten we de avond af. Dank u wel, voorzitter. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer N.T. Bakker. De heer N.T. BAKKER: Het is dat ik geen spreektijd meer heb. De VOORZITTER: Die heeft geen spreektijd meer. De heer N.T. BAKKER: Ik zou graag willen meedoen aan dit debat. De VOORZITTER: Ja. Helaas. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Boomsma voor enkele seconden. De heer BOOMSMA: Ik kan me ook grotendeels aansluiten bij de woorden van de heer Ernsting. Amsterdam is uniek. En die schoonheid van de stad moeten we koesteren. Amsterdam is ook gastvrij. Maar Amsterdam is geen festivalterrein, geen strand op Ibiza en ook geen Venetië, en dat willen we ook graag zo houden in die zin. Ik sluit me ook aan bij de woorden van de heer Boutkan dat Amsterdam niet een plek is waar mensen naartoe moeten komen voor een morele vakantie, hoezeer ik ook zelf op dit moment wel behoefte heb aan een morele vakantie. Maar kortom, ik wil de initiatiefnemers danken voor het initiatief en ook feliciteren. Ik denk dat het echt fantastisch is wat ze hebben bereikt hiermee. Een voorbeeld, denk ik, 11 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Vergaderdatum 8 juli 2021 Raadsnotulen voor andere steden hoe bewoners ook van onderop initiatief kunnen nemen om hun stad eigenlijk terug te claimen tegen het massatoerisme. Dus, chapeau. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw De Jager. Mevrouw DE JAGER: Ik ga niet alle woorden herhalen, maar ik wil toch beginnen met het complimenteren van de initiatiefnemers. Nu mag er maar één aanwezig zijn vanavond vanwege de coronaregels. Er zitten er nog twee op een stoeltje buiten mee te kijken. Er was, volgens mij, nog een vierde die niet eens hier in het huis kon zijn. Maar jullie hebben met elkaar ontzettend veel werk verzet, ontzettend volhardend geweest. Er moest een uitvoeringstoets worden afgewacht en er is veel overleg geweest, maar het is er. En het lijkt het ook te gaan halen. Daar wil ik jullie graag mee complimenteren, want dat is, denk ik, echt uniek. Zoals al vaker is gezegd, het zoeken naar die balans hebben jullie ook geprobeerd te verwoorden, doordat het symmetrisch is, doordat het aan beide aandacht geeft. Eigenlijk zou ik het daar voor nu bij willen laten. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Van Lammeren. De heer VAN LAMMEREN: Ja, met een klein unicum: ondersteuning van een initiatief met dertigduizend in no time, dat zegt wel iets. Dat zegt ook iets over het gevoel van Amsterdammers die we als gemeenteraad nooit goed genoeg hebben opgepakt. We hebben hier wel heel veel discussie gehad. Ik geloof dat de heer Van der Laan het ooit tijdens zijn nieuwjaarsspeech voor het eerst opbracht, de stad in balans, maar dat uiteindelijk een coronacrisis en dertigduizend handtekeningen er ineens zomaar zijn. Daar moet de gemeenteraad zelf maar op reflecteren. Maar ik wil de initiatiefnemers bedanken, echt bedanken, voor het heel duidelijke signaal voor iets waar Partij voor de Dieren ook al lang voor pleit: er zijn grenzen aan de groei. Dat hoor ik ook andere partijen nu roepen. Dat is heel goed. Het middel van toeristenbelasting als sturingsmiddel vind ik persoonlijk ook wel een lastige, want anders probeer je op een gegeven moment uit de laatste toerist heel veel te knijpen. De vraag is welke middelen er nog effectiever zijn dan alleen maar die financiële prikkel, omdat je het ook betaalbaar wil houden. Internationale lijstjes heb ik wat minder mee, zeg ik meer richting de VVD. | don't care. Ik wil gewoon een heel mooie, open, gastvrije stad hebben, waar bewoners heel goed in kunnen wonen. En daar doet dit initiatief recht aan. Nogmaals, dank. Wij gaan zeker voor stemmen. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Van Schijndel. De heer VAN SCHIJNDEL: Ik doe het in één minuut. Ja, Van der Laan was eigenlijk de eerste die met dit thema kwam. Die heeft het toen ook weggehaald bij de toenmalige wethouder voor Economische Zaken, mevrouw Ollongren. Ik denk dat dat een heel goed voorbeeld is van dat je op een gegeven moment als politiek bestuur moet ingrijpen. Het is heel goed dat dit initiatief van de dertigduizend bewoners dat maar weer eens onderstreept, dat er grenzen zijn. Grenzen die betekenen dat je, volgens mij, niet met een beroep op hoogwaardige congresgangers eigenlijk, omdat je dan verder geen onderscheid kan maken, toch weer vrij baan geeft aan de hotellobby’s. Dus het stadsbestuur moet geen doorgeefluik zijn van die hotellobby. Dat is wezenlijk, denk ik. Daarom dank ik de initiatiefnemers voor deze goede actie. 12 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Vergaderdatum 8 juli 2021 Raadsnotulen De VOORZITTER: Volgens mij, bent u precies binnen de minuut gebleven, waarvoor dank. Dan zijn we, volgens mij, aan het einde gekomen van de eerste termijn. Het betreft ook een volksinitiatief, maar zijn niet echt vragen aan het college gesteld, maar er is wel een motie ingediend. De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Everhardt voor een preadvies. Wethouder EVERHARDT: Als u me toestaat, meneer de voorzitter, ook de complimenten vanuit het college richting de initiatiefnemers. Er is hard gewerkt. Een aantal van uw raadsleden hebben zich daar ook nog meer effort onder gezet en ook vanuit de ambtelijke ondersteuning is er in ieder geval hard aan gewerkt. Maar de complimenten zijn aan u en aan de mensen die buiten zitten, maar vooral ook de mensen in de stad. Belangrijk is op te merken dat er ook is gekeken naar een uitvoeringstoets. Dat heb ik net niet voorbij horen komen. En dat is gewoon mogelijk. Dus dat is ook belangrijk om met elkaar te constateren. Dan de motie, want daar vroeg u mij naar. Dan ga ik daar gelijk het preadvies op geven. Ik vind het van toegevoegde waarde, deze motie. Namelijk, inderdaad, zodra we zo’n signaalwaarde hebben bereikt aan de onderkant, maar ook aan de bovenkant, toch inderdaad met deze partijen ook gezamenlijk als college in overleg te gaan om dan vervolgens het voorstel naar u toe te brengen en dat u als raad in positie wordt gebracht om daar keuzes in te maken. Dus zeker geen bezwaar tegen aanneming van deze motie. (De heer ERNSTING: Is het niet zo dat wat er in die motie staat eigenlijk usual business is, dat we dat eigenlijk altijd doen bij beleidsnota's? Dat we ook een consultatieronde doen langs belanghebbenden en dat er wat dat betreft eigenlijk niet zo heel veel nieuws in die motie staat.) Dat is het goede gebruik, dus dat ben ik met GroenLinks eens. Wat we wel hebben geconstateerd ook in het debat in de commissie, is dat dit initiatief vanuit de inwoners zelf en inderdaad ook bij de commissiebehandeling waar in ieder geval een aantal partijen, waar de VVD nu specifiek naar verwijst in deze motie, niet op het allerlaatste moment hiervan op de hoogte zijn gesteld. Ik denk toch dat het goed is om met aanneming van deze verordening dat nog een keertje te onderstrepen. Dus vandaar dat ik geen bezwaar heb tegen aanneming van deze motie. (De heer BOUTKAN: Een beetje wel in de dezelfde lijn, want de vraag is natuurlijk: er zit drie maanden tussen, en die drie maanden kunnen natuurlijk gebruikt worden sowieso voor consultatie met wie dan ook. Hoe kijkt de wethouder daar dan tegenaan? En een ander punt is, is het dan ook niet gek om misschien nu al exclusief te zeggen, we gaan specifieke groepen ondernemers nu alvast voorrang geven om iets te vinden van het voorstel van het college?) Ik lees niet die exclusiviteit in ieder geval in deze motie. Zo is het, volgens mij, ook niet bedoeld door de indieners. En natuurlijk, die drie maanden zullen we zeker ook gebruiken om die gesprekken aan te gaan, niet alleen met deze groep. De VOORZITTER: Dan zijn we aan het einde gekomen van de eerste termijn. Ik heb het idee dat er geen behoefte is aan een tweede termijn. Dan wil ik de heer Van Dijk in het bijzonder bedanken voor het indienen van het volksinitiatief. We gaan zo dadelijk aan het eind van de vergadering over heel veel onderwerpen stemmen, waaronder over uw volksinitiatief. U kunt die stemming inderdaad via de livestream volgen. Dank u wel voor uw aanwezigheid. 13 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Vergaderdatum 8 juli 2021 Raadsnotulen De discussie wordt gesloten. 67. Afronding commissieactualiteit Actualiteit het salaris van de Carré top De VOORZITTER: Dat betreft één afronding, namelijk de actualiteit over het salaris van de Carré-top, zoals dat heet. En daarvoor heeft de heer N.T. Bakker, die geen spreektijd meer heeft, een motie ingediend. De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen: 168° Motie van de leden N.T. Bakker en Van Lammeren inzake exorbitante salariëring van de Carré directie, nr. 2021.532 Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: -__ Zijn rol als enige aandeelhouder van B.V. Exploitatie Maatschappij Carré aan te wenden om bij de eerst volgende gelegenheid zijn afkeur uit te spreken over het beloningsbeleid van Carré en er bij de Raad van Commissarissen op aan te dringen het beloningsbeleid te matigen. De motie maakt deel uit van de beraadslaging. De VOORZITTER: Ik denk dat de motie op zich wel voor zich spreekt. De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Everhardt voor een preadvies. Wethouder EVERHARDT: Het advies vanuit het college is dat wij deze ontraden. Ik zal dat even kort toelichten. Het college geeft natuurlijk al invulling aan ons aandeelhouderschap binnen de door de raad zelf vastgestelde kaders. Het beloningsbeleid van Carré zelf past binnen het gemeentelijke beloningsbeleid van de gemeente en dat bezoldigingsbeleid is inderdaad om die WNT-norm ook gewoon vastgesteld. Daarmee ontraden we deze motie. De VOORZITTER: Ja, dat is nou niet de bedoeling, meneer Bakker. De heer N.T. BAKKER: Een punt van orde. De VOORZITTER: Een punt van orde mag altijd, maar ik wil wel kritisch zijn of het ook een punt van orde is. De heer N.T. BAKKER: Natuurlijk. Dat begrijp ik heel goed. Dat is echt een fout van mij. Ik ben bij de aankondiging vergeten de heer Van Lammeren van Partij voor de Dieren te noemen als mede-indiener. Dat is echt een enorme fout. Dat is ook orde om je fouten te erkennen. 14 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Vergaderdatum 8 juli 2021 Raadsnotulen De VOORZITTER: Ja, dat is een enorme fout inderdaad. Dat is wel een punt van orde waard. Dat gaan we gewoon aanpassen op de site. Dat hoeft u niet verder meer aan te leveren. Dat is bij deze gecorrigeerd. En dan hebben we ook agendapunt 67 afgerond. De discussie wordt gesloten. De VOORZITTER: Daarmee zijn we door onze agenda heen en kunnen we zo dadelijk gaan stemmen. Ik begreep dat de stemlijst in principe klaar is. Misschien hebben de fracties misschien ook nog even de tijd nodig om zich een beetje klaar te maken voor de stemming. Dat is toch altijd een mentaal proces. Hoe lang heeft u nodig? Mevrouw Roosma kijk ik even aan. Mevrouw ROOSMA: Voorzitter, tien minuten. De VOORZITTER: Om 20.30 gaan we stemmen, zullen we dat doen? De VOORZITTER schorst de vergadering tot 20.30 uur. De VOORZITTER heropent de vergadering. De VOORZITTER: Aan de orde zijn de stemmingen. U heeft via de mail allemaal twee stemlijsten gekregen. Dat betreft allereerst de stemlijst met rode agendapunten, dus de agendapunten in rood en dan onder ieder agendapunt staan alle moties- Er zijn twee lijsten. Een met de agendapunten in rood en daaronder dan de moties en amendementen. En een aparte stemlijst voor alle moties en amendementen bij de Voorjaarsnota. Bij de Voorjaarsnota hebben we natuurlijk altijd het gebruik om eerst te stemmen over de moties en amendementen, en staan de moties en amendementen ook door elkaar heen op nummer, en dat we daarna gaan stemmen over de voordracht. Het wordt een behoorlijk lange zit voor ons en voor u, veel staan en zitten. Ik begreep dat de volgende leden op dit moment afwezig zijn: dat is allereerst mevrouw Poot van de VVD, ook mevrouw Heinhuis van de Partij van de Arbeid en mevrouw Kuiper is ook nu nog afwezig, maar ik heb het idee dat zij misschien zo nog wel binnen komt lopen. Ik begreep dat mevrouw Van Soest nog heel kort het woord wil om een motie in te trekken. Mevrouw VAN SOEST: Ja, voorzitter, ik wil nog even een motie intrekken: 2021.583. De VOORZITTER: Is dat bij de Voorjaarsnota, mevrouw Van Soest? Ja, ik heb het inmiddels gevonden. Mevrouw VAN SOEST: Ja. De VOORZITTER: Motie 2021.583 is bij deze alsnog ingetrokken. Mevrouw VAN SOEST: Ja, 2021.583. 15 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Vergaderdatum 8 juli 2021 Raadsnotulen De motie-Van Soest (nr. 2021.583) maakt geen deel meer uit van de beraadslaging. Mevrouw VAN SOEST: En nog een vraag. De VOORZITTER: Ja, zegt u het maar. Mevrouw VAN SOEST: Of u alle tijd wil nemen, want anders kan ik het niet meer volgen. De VOORZITTER: Ik neem altijd alle tijd, zodat u het in ieder geval kunt volgen. Dus motie 2021.583 is ingetrokken. Ik kijk nog even naar mevrouw Nanninga, zij wil ook nog een motie intrekken. Mevrouw NANNINGA: Dat klopt, voorzitter. Ik wil graag intrekken de motie 2021.631. De VOORZITTER: Dat is niet bij de Voorjaarsnota, denk ik. Mevrouw NANNINGA: Nee. De VOORZITTER: Bij welk agendapunt is het dan? Mevrouw NANNINGA: De Oost-Westlijn. Welk agendapunt? De Omgevingsvisie. De VOORZITTER: Bij de Omgevingsvisie. Dat is agendapunt 29, begrijp ik. Kunt u nog één keer nummer voor mij herhalen? Mevrouw NANNINGA: 2021.631 alstublieft. O, die is er al uit. De VOORZITTER: 2021.631, die staat er bij mij nog wel op. Dat is motie 2021.631 van het lid Kreuger inzake de Oost-Westlijn. Mevrouw NANNINGA: Dat klopt. De VOORZITTER: Die wordt bij deze ingetrokken. De motie-Kreuger (nr. 2021.631) maakt geen deel meer uit van de beraadslaging. Mevrouw NANNINGA: En ik had graag de motie bij Bestuurlijk stelsel, 2021.619- De wethouder had eigenlijk al gezegd, dat doen we eigenlijk al. Dus Taimounti en ik, de indieners, achten dat overbodig. Motie 2021.619 wil ik ook graag intrekken. De VOORZITTER: Motie 2021.619 accent betreft dat. Mevrouw NANNINGA: Accent. De VOORZITTER: En u bent de eerste indiener, dus u kunt hem intrekken. Dat is dan bij deze gebeurd. Mevrouw NANNINGA: Mede namens de heer Taimounti. 16 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Vergaderdatum 8 juli 2021 Raadsnotulen Mevrouw ROOSMA: Voorzitter, ik miste even welk agendapunt dat was. De VOORZITTER: Dat betreft agendapunt 4, Bestuurlijk stelsel. Daarbij is motie 2021.619 accent van mevrouw Nanninga en de heer Taimounti bij deze ingetrokken. De motie-Nanninga en Taimounti (nr. 2021.619 accent) maakt geen deel meer uit van de beraadslaging. De VOORZITTER: Mag ik stilte en rust in de zaal? Zijn er nog andere leden die eventueel een motie in willen trekken”? De heer VELDHUYZEN: Ik zou graag motie 2021.576 over zeggenschap bewoners over camera’s in willen trekken. De VOORZITTER: 2021.576, is dat bij de Voorjaarsnota? De heer VELDHUYZEN: Ja, dat is de Voorjaarsnota. De VOORZITTER: 2021.576, ik ga even kijken. Ja. De heer VELDHUYZEN: Ik wil daar wel nog meer mee doen, maar ik kom daar op een later punt op terug. De VOORZITTER: Ja, dat kan nu ook zeker niet. Maar hij is wel ingetrokken bij deze, 2021.576. De motie-Veldhuyzen (nr. 2021.576) maakt geen deel meer uit van de beraadslaging. De VOORZITTER: Anderen die nog een motie in willen trekken? Mevrouw Kuiper is inmiddels ook aanwezig. Goed, dan gaan we beginnen met de stemming. We doen het als volgt. Ik zal steeds het agendapunt opnoemen en dan vragen of er bij dat agendapunt stemverklaringen zijn. En dan vervolgens gaan we over dat onderwerp stemmen. Dus graag stemverklaringen steeds aan het begin van het betreffende agendapunt en zal ik daar ook de ruimte voor geven. Ik constateer dat op dit moment dus mevrouw Poot en mevrouw Heinhuis afwezig zijn. Dat betekent dat aan de stemming in principe 43 leden zullen deelnemen, tenzij er nog leden zijn die bij een bepaalde stemming niet deelnemen, maar dat merken we dan wel weer. Meneer Taimounti, wilt u nog iets zeggen”? De heer TAIMOUNTI: Een Klein puntje. Vanwege een operatie in mijn lies kan ik niet altijd staan en zitten, dus ik doe het als mevrouw Van Soest. De VOORZITTER: Dat vind ik wel een mooie. Ja, als u hem goed hoog de lucht in wilt houden, dan komt het helemaal goed. En mevrouw Van Soest doet het waarschijnlijk ook? Precies, ja, helemaal goed. Mooi. 17 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Vergaderdatum 8 juli 2021 Raadsnotulen 2. Interpellaties en actualiteiten a. Actualiteit van de leden Blom, Heinhuis, Rooderkerk en Schreuders inzake het lerarentekort De VOORZITTER: Dan zijn we, volgens mij, toe om te gaan stemmen over agendapunt 2a, de actualiteit inzake het lerarentekort. Daar zijn twee moties ingediend, waarover we gaan stemmen. Ik kijk of er nog leden zijn die behoefte hebben aan het afleggen van een stemverklaring. Dat is niet het geval. Aan de orde is de stemming over de motie-Marttin en Rooderkerk (nr. 2021.569). De motie-Marttin en Rooderkerk (nr. 2021.569) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Marttin en Rooderkerk (nr. 2021.569) is aangenomen met de stemmen van VVD, Forum voor Democratie, Partij van de Ouderen, CDA, ChristenUnie, D66, GroenLinks, JA21, denk, PvdA, BIJ1 en NIDA voor. Aan de orde is de stemming over de motie-Veldhuyzen (nr. 2021.570). De motie-Veldhuyzen (nr. 2021.570) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Veldhuyzen (nr. 2021.570) is verworpen met de stemmen van NIDA, BIJ1 en DENK voor. 3. Kennisnemen van de Voorjaarsnota 2021 en vaststellen enkele begrotingswijzigingen VN2021-017684 De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Roosma voor een stemverklaring. Mevrouw ROOSMA (stemverklaring): Allereerst een stemverklaring bij motie 2021.505. De overwegingen en constateringen in deze motie zijn niet gebaseerd op de feitelijke situatie in de ouderenzorg die op de werkvloer zeer divers is en al heel veel werk maakt van de instroom en begeleiding van statushouders. Vanuit dat perspectief vinden wij deze motie overbodig en zullen we tegen stemmen. Dan een stemverklaring bij motie 2021.328 en motie 2021.593, beide over de samenwerking Tel Aviv. Wij zullen tegen motie 2021.328 van DENK, BIJ1 en de SP stemmen, die voorstelt om de stedenband bij Tel Aviv te verbreken. Wij willen de samenwerking met Tel Aviv vooral inrichten op het gebied van mensenrechten, zoals op dit moment ook het geval is. We handhaven daarom onze motie 2021.593. we denken tegelijkertijd dat het goed is om in het najaar beter over de internationale samenwerking en de stedenband, stedenbanden in het algemeen, te spreken, omdat we dit soort uitgangspunten niet alleen zouden willen beperken tot Tel Aviv. 18 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Vergaderdatum 8 juli 2021 Raadsnotulen De VOORZITTER: Dat waren de stemverklaringen van de zijde van GroenLinks. Ik ga het even op grootte van fractie doen. D66 nog behoefte aan het afleggen van stemverklaringen? Dat is niet het geval. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Martens voor een stemverklaring. Mevrouw MARTENS (stemverklaring): Beginnende bij motie 2021.348. de VVD stemt tegen deze motie, omdat de VVD geen voorstander is van het discrimineren op woonplaats. Tevens is het Europees rechterlijk ook verboden om onderscheid te maken op woonplaats. Motie 2021.433 accent, snel invoeren woonplicht. De VVD is voorstander van een tijdelijke opkoopbescherming in tijden van woningnood. De VVD stemt echter tegen deze motie, omdat we niet geloven in een algemene maatregel voor alle delen van de stad. De VVD geeft geen voorkeur aan het invoeren van een tijdelijke opkoopbescherming in enkel kwetsbare wijken. Motie 2021.450, stoppen met het opheffen van parkeerplaatsen. Wij zijn voor het stoppen van autoluw en waar mogelijk kunnen er ook geschrapte parkeerplaatsen terugkomen. Alleen nu rücksichtslos alle parkeerplaatsen een-op-een terugplaatsen is kostentechnisch niet realistisch en ineffectief. Daarom stemt de VVD tegen. Motie 2021.602, investeer in een schone stad. Niet helemaal eens met de dekking, maar in onze tegenbegroting hebben wij een andere dekking voor deze investeringen in meer reiniging- en afvalhandhaving. Daarom stemt de VVD voor deze motie. Tot slot de voordracht zelf. De VVD stemt tegen de Voorjaarsnota. Hoewel er in de Voorjaarsnota vele punten staan die de VVD kan steunen, hebben we vorig jaar in onze eigen tegenbegroting radicaal andere keuzes gemaakt op het gebied van bijvoorbeeld woningbouw, parkeren, lokale lasten en de overheid. De VVD houdt vast aan deze keuzes. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Mbarki voor een stemverklaring. De heer MBARKI (stemverklaring): Ik begin met motie 3021.328. Daarin volg ik ook de toelichting die mevrouw Roosma heeft gegeven. We zijn tegen deze motie, omdat we tegen het beëindigen van de samenwerking zijn, maar we vinden het wel heel erg belangrijk dat de samenwerking vooral wordt georganiseerd rondom mensenrechten. Daarom dienden wij zelf ook een motie in. Dat was motie 2021.328. Dan gaan we naar motie 2021.500. Dat gaat over het blowverbod in de openbare ruimte, in ieder geval de binnenstad. We zijn voor nu tegen deze motie, omdat we zelf een voorstel ook hebben ingediend om ook te kijken naar bijvoorbeeld een blowverbod alleen gericht op toeristen. Volgens mij, is het nu te vroeg om voor deze motie te gaan stemmen, maar de discussie af te wachten die we na het reces gaan voeren. Dus vandaar dat we ook nu tegen zijn. Dat was het, voorzitter. Dank u wel. f De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Van Lammeren voor een stemverklaring. De heer VAN LAMMEREN (stemverklaring): Bij motie 2021.327, Amsterdam uitroepen tot anti-apartheidsstad. Dat zijn we al. Dat hoeven we niet elke keer te bekrachtigen. Dat doen we ook niet met TTIP vrij. Dus we zullen tegen stemmen, vanwege de overbodigheid, omdat we het al zijn. 19 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Vergaderdatum 8 juli 2021 Raadsnotulen De beëindiging van de samenwerking met Tel Aviv, motie 2021.328 zijn we voor, omdat we überhaupt tegen de stedenbanden zijn, omdat je verantwoordelijk wordt voor beleid van andere steden. En dat brengt een heleboel problemen met zich mee. In die trant zijn we tegen de andere moties over Tel Aviv. De VOORZITTER: Dan kijk ik naar de fractie van de SP. Heeft de fractie van de SP- Nee. Dan kijk ik even door naar — ik doe het toch even op fractiegrootte — dus dan de fractie van DENK. Nee. JA21 nog behoefte aan stemverklaringen? Zijn er nog andere fracties die behoefte hebben — ik kijk nu maar even algemeen — aan het afleggen van een stemverklaring? De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Taimounti voor een stemverklaring. De heer TAIMOUNTI (stemverklaring): Motie 2021.593. Ik noem het een halfbakken motie. We gaan proberen samen te werken op het gebied van mensenrechten, maar dat doen we gedeeltelijk met een overheidsorgaan wat dat elke dag eigenlijk met de voeten treedt. Dus ik vind het echt een belachelijke motie. Ik zou zeggen, stem gewoon een keer duidelijk en stem voor de motie van collega Yilmaz. Dus daar stem ik tegen. Dan heb ik nog een motie die ik echt gewoon niet snap: motie 2021.508. Ik vind het echt belangrijk dat we onze LHBTIQ+-community beschermen en veiligheid voor creëren. Als dat niet genoeg is en niet voldoende gebeurt, moeten we ons daar extra voor inzetten en alles eraan doen, maar om nou toerisme als een soort excuus te gebruiken om de veiligheid te creëren in deze stad vind ik een rare. En tegelijkertijd, we hebben drie jaar lang alle toeristen weggestuurd en weggejaagd en nu gaan we opeens bijzonder op basis van seksuele geaardheid een bepaalde groep toerisme hiernaartoe krijgen. Dat vind ik een heel rare motie. Dus daar stemmen we ook tegen. De VOORZITTER: Meneer Taimounti- Oké. Dank u wel. Een stemverklaring is een beetje ‘ik stem voor motie x, omdat’ of ‘ik stem tegen motie y‚, omdat’. Maar goed, we houden hem erin. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Veldhuyzen voor een stemverklaring. De heer VELDHUYZEN (stemverklaring): Ja, voor de Voorjaarsnota- O ja. Ondanks verschillende bezwaren tegen verschillende delen van de Voorjaarsnota en eigenlijk tegen de neoliberale lijn erachter gaat BIJ1 wel voor stemmen. Dat doen we vooral ook als waardering voor de inzet van het college, ook in deze crisistijd. De VOORZITTER: Anderen die nog een stemverklaring willen afleggen? Nee? Dan gaan we zo dadelijk beginnen met de stemming als iedereen daar klaar voor is. We hebben daarvoor dus deze stemlijst. Dat is dus meer de voorjaarsnotastemlijst. Die begint met motie 2021.302. Heeft iedereen de stemlijst voor zich? Mevrouw Van Soest, ben u ook zover? Ja, nou ja, ik dacht, ik vraag het even, omdat u het vroeg. Dan gaan we beginnen met stemmen. Aan de orde is de stemming over de motie-Van Dantzig, Naoum Néhmé en Boomsma (nr. 2021.302). 20 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Vergaderdatum 8 juli 2021 Raadsnotulen De motie-Van Dantzig, Naoum Néhmé en Boomsma (nr. 2021.302) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Van Dantzig, Naoum Néhmé en Boomsma (nr. 2021.302) is aangenomen met de stemmen van Partij voor de Dieren tegen. Aan de orde is de stemming over de motie-Van Dantzig en Poot (nr. 2021.303). De motie-Van Dantzig en Poot (nr. 2021.303) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Van Dantzig en Poot (nr. 2021.303) is aangenomen met de stemmen van Partij van de Ouderen en SP tegen. Aan de orde is de stemming over de motie-Van Soest en Khan (nr. 2021.307). De motie-Van Soest en Khan (nr. 2021.307) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Van Soest en Khan (nr. 2021.307) is verworpen met de stemmen van VVD, Forum voor Democratie, Partij van de Ouderen, CDA, CU, Partij voor de Dieren, JA21, DENK, BIJ1 en NIDA voor. Aan de orde is de stemming over de motie-Kuiper (nr. 2021.312). De motie-Kuiper (nr. 2021.312) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Kuiper (nr. 2021.312) is verworpen met de stemmen van Forum voor Democratie, CDA, ChristenUnie en Partij voor de Dieren voor. Aan de orde is de stemming over de motie-Kuiper (nr. 2021.313). De motie-Kuiper (nr. 2021.313) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Kuiper (nr. 2021.313) is verworpen met de stemmen van Forum voor Democratie, Partij van de Ouderen, CDA, ChristenUnie, Partij voor de Dieren, DENK, JA21 en NIDA voor. Aan de orde is de stemming over de motie-Kuiper (nr. 2021.314). De motie-Kuiper (nr. 2021.314) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Kuiper (nr. 2021.314) is verworpen met de stemmen van Forum voor Democratie, Partij van de Ouderen, CDA, ChristenUnie, Partij voor de Dieren en BIJ1 voor. Aan de orde is de stemming over de motie-Khan en Veldhuyzen (nr. 2021.327). De motie-Khan en Veldhuyzen (nr. 2021.327) wordt bij zitten en opstaan verworpen. 21 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Vergaderdatum 8 juli 2021 Raadsnotulen De VOORZITTER constateert dat de motie-Khan en Veldhuyzen (nr. 2021.327) is verworpen met de stemmen van DENK, BIJ1 en NIDA voor. Aan de orde is de stemming over de motie-Yilmaz, Veldhuyzen en Flentge (nr. 2021.328). De motie-Yilmaz, Veldhuyzen en Flentge (nr. 2021.328) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Yilmaz, Veldhuyzen en Flentge (nr. 2021.328) is verworpen met de stemmen van NIDA, BIJ1, DENK, SP en Partij voor de Dieren voor. Aan de orde is de stemming over de motie-Flentge (nr. 2021.333). De motie-Flentge (nr. 2021.333) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Flentge (nr. 2021.333) is verworpen met de stemmen van NIDA, PvdA, BIJ1, DENK, JA21, SP, Partij voor de Dieren, ChristenUnie en Forum voor Democratie voor. Aan de orde is de stemming over de motie-Ernsting, Van Dantzig, Mbarki en Flentge (nr. 2021.335). De motie-Ernsting, Van Dantzig, Mbarki en Flentge (nr. 2021.335) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Ernsting, Van Dantzig, Mbarki en Flentge (nr. 2021.335) is aangenomen met de stemmen van Forum voor Democratie, Partij van de Ouderen, CDA, VVD en JA21 tegen. Aan de orde is de stemming over de motie-Van Dantzig, Mbarki, Ernsting, Poot, Van Lammeren, Boomsma, Van Soest, Kuiper en Veldhuyzen (nr. 2021.339). De motie-Van Dantzig, Mbarki, Ernsting, Poot, Van Lammeren, Boomsma, Van Soest, Kuiper en Veldhuyzen (nr. 2021.339) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Van Dantzig, Mbarki, Ernsting, Poot, Van Lammeren, Boomsma, Van Soest, Kuiper en Veldhuyzen (nr. 2021.339) is aangenomen met de stemmen van SP tegen. Aan de orde is de stemming over de motie-Poot, Torn en Boomsma (nr. 2021.340). De motie-Poot, Torn en Boomsma (nr. 2021.340) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Poot, Torn en Boomsma (nr. 2021.340) is aangenomen met de stemmen van GroenLinks tegen. 22 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Vergaderdatum 8 juli 2021 Raadsnotulen Aan de orde is de stemming over de motie-Poot, Van Dantzig, Kuiper, Boomsma en Kreuger (nr. 2021.341). De motie-Poot, Van Dantzig, Kuiper, Boomsma en Kreuger (nr. 2021.341) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Poot, Van Dantzig, Kuiper, Boomsma en Kreuger (nr. 2021.341) is aangenomen met de stemmen van Forum voor Democratie, Partij van de Ouderen, CDA, VVD, ChristenUnie, D66, Partij voor de Dieren, JA21 en DENK voor. Aan de orde is de stemming over de motie-Poot en Boomsma (nr. 2021.342). De motie-Poot en Boomsma (nr. 2021.342) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Poot en Boomsma (nr. 2021.342) is verworpen met de stemmen van VVD, Forum voor Democratie, CDA, ChristenUnie en JA21 voor. Aan de orde is de stemming over de motie-Poot, Martens, Mbarki, Biemond en Boomsma (nr. 2021.343). De motie-Poot, Martens, Mbarki, Biemond en Boomsma (nr. 2021.343) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Poot, Martens, Mbarki, Biemond en Boomsma (nr. 2021.343) is verworpen met de stemmen van PvdA, DENK, JA21, ChristenUnie, CDA, VVD en Forum voor Democratie voor. Aan de orde is de sternming over de motie-Mbarki (nr. 2021.347). De motie-Mbarki (nr. 2021.347) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Mbarki (nr. 2021.347) is aangenomen met de stemmen van Partij van de Ouderen tegen. Aan de orde is de stemming over de motie-Mbarki (nr. 2021.348). De motie-Mbarki (nr. 2021.348) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Mbarki (nr. 2021.348) is aangenomen met de stemmen van CDA en VVD tegen. Aan de orde is de stemming over de motie-Veldhuyzen en Yilmaz (nr. 2021.355). De motie-Veldhuyzen en Yilmaz (nr. 2021.355) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Veldhuyzen en Yilmaz (nr. 2021.355) is verworpen met de stemmen van DENK, BIJ1 en NIDA voor. 23 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Vergaderdatum 8 juli 2021 Raadsnotulen Aan de orde is de stemming over de motie-Kreuger en Boomsma (nr. 2021.357). De motie-Kreuger en Boomsma (nr. 2021.357) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Kreuger en Boomsma (nr. 2021.357) is verworpen met de stemmen van Forum voor Democratie, CDA, ChristenUnie en JA21 voor. Aan de orde is de stemming over de motie-Kreuger en Naoum Néhmé (nr. 2021.358 accent). De motie-Kreuger en Naoum Néhmé (nr. 2021.358 accent) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Kreuger en Naoum Néhmé (nr. 2021.358 accent) is verworpen met de stemmen van VVD, Forum voor Democratie, CDA en JÂ21 voor. Aan de orde is de stemming over de motie-Kreuger en Poot (nr. 2021.359 accent). De motie-Kreuger en Poot (nr. 2021.359 accent) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Kreuger en Poot (nr. 2021.359 accent) is aangenomen met de stemmen van Partij van de Ouderen, Partij voor de Dieren en BIJ1 tegen. Aan de orde is de stemming over de motie-Kreuger, Poot en Boomsma (nr. 2021.360). De motie-Kreuger, Poot en Boomsma (nr. 2021.360) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Kreuger, Poot en Boomsma (nr. 2021.360) is verworpen met de stemmen van NIDA, DENK, JA21, VVD, CDA en Forum voor Democratie voor. Aan de orde is de stemming over de motie-Kreuger en Boomsma (nr. 2021.361). De motie-Kreuger en Boomsma (nr. 2021.361) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Kreuger en Boomsma (nr. 2021.361) is verworpen met de stemmen van DENK, JA21, VVD, ChristenUnie, CDA en Forum voor Democratie voor. Aan de orde is de stemming over de motie-Kreuger, Poot en Boomsma (nr. 2021.363). 24 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Vergaderdatum 8 juli 2021 Raadsnotulen De motie-Kreuger, Poot en Boomsma (nr. 2021.363) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Kreuger, Poot en Boomsma (nr. 2021.363) is verworpen met de stemmen van Forum voor Democratie, CDA, ChristenUnie, VVD en JA21 voor. Aan de orde is de stemming over de motie-Kreuger (nr. 2021.364). De motie-Kreuger (nr. 2021.364) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Kreuger (nr. 2021.364) is verworpen met de stemmen van Forum voor Democratie, CDA en JA21 voor. Aan de orde is de stemming over de motie-Nanninga en Boomsma (nr. 2021.365). De motie-Nanninga en Boomsma (nr. 2021.365) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Nanninga en Boomsma (nr. 2021.365) is verworpen met de stemmen van Partij van de Ouderen, Forum voor Democratie, CDA en JA21 voor. Aan de orde is de stemming over de motie-Boomsma, Poot en Nanninga (nr. 2021.366). De motie-Boomsma, Poot en Nanninga (nr. 2021.366) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Boomsma, Poot en Nanninga (nr. 2021.366) is verworpen met de stemmen van Forum voor Democratie, Partij van de Ouderen, CDA, VVD, ChristenUnie en JA21 voor. Aan de orde is de stemming over de motie-Boomsma en Nadif (nr. 2021.402 accent). De motie-Boomsma en Nadif (nr. 2021.402 accent) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Boomsma en Nadif (nr. 2021.402 accent) is aangenomen met de stemmen van NIDA tegen. Aan de orde is de stemming over de motie-De Fockert, Veldhuyzen, De Graaff, Schreuders en Yilmaz (nr. 2021.406). De motie-De Fockert, Veldhuyzen, De Graaff, Schreuders en Yilmaz (nr. 2021.406) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de motie-De Fockert, Veldhuyzen, De Graaff, Schreuders en Yilmaz (nr. 2021.406) met algemene stemmen is aangenomen. 25 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Vergaderdatum 8 juli 2021 Raadsnotulen Aan de orde is de stemming over de motie-Yilmaz (nr. 2021.407). De motie-Yilmaz (nr. 2021.407) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Yilmaz (nr. 2021.407) met algemene stemmen is aangenomen. Aan de orde is de stemming over de motie-Yilmaz (nr. 2021.408). De motie-Yilmaz (nr. 2021.408) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Yilmaz (nr. 2021.408) is verworpen met de stemmen van ChristenUnie, JA21, DENK, BIJ1, NIDA en Partij voor de Dieren voor. Aan de orde is de stemming over de motie-Yilmaz (nr. 2021.410 accent). De motie-Yilmaz (nr. 2021.410 accent) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Yilmaz (nr. 2021.410 accent) is verworpen met de stemmen van JA21, DENK, BIJ1 en NIDA voor. Aan de orde is de stemming over de motie-Kilig (nr. 2021.411). De motie-Kilig (nr. 2021.411) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Kilig (nr. 2021.411) is verworpen met de stemmen van DENK, BIJ1 en NIDA voor. Aan de orde is de stemming over de motie- Yilmaz (nr. 2021.412). De motie- Yilmaz (nr. 2021.412) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De VOORZITTER constateert dat de motie- Yilmaz (nr. 2021.412) is verworpen met de stemmen van JA21, ChristenUnie, DENK, BIJ1, NIDA en Forum voor Democratie voor. Aan de orde is de stemming over de motie-Yilmaz (nr. 2021.414). De motie-Yilmaz (nr. 2021.414) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Yilmaz (nr. 2021.414) is verworpen met de stemmen van ChristenUnie, DENK, BIJ1 en NIDA voor. Aan de orde is de stemming over de motie-Yilmaz (nr. 2021.415). De motie-Yilmaz (nr. 2021.415) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Yilmaz (nr. 2021.415) is verworpen met de stemmen van BIJ1, DENK, ChristenUnie, CDA en NIDA voor. 26 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Vergaderdatum 8 juli 2021 Raadsnotulen Aan de orde is de stemming over de motie-Yilmaz (nr. 2021.417). De motie-Yilmaz (nr. 2021.417) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Yilmaz (nr. 2021.417) is verworpen met de stemmen van DENK, BIJ1 en NIDA voor. Aan de orde is de stemming over de motie-A.L. Bakker (nr. 2021.420). De motie-A.L. Bakker (nr. 2021.420) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De VOORZITTER constateert dat de motie-A.L. Bakker (nr. 2021.420) is verworpen met de stemmen van ChristenUnie, Partij voor de Dieren, DENK en BIJ1 voor. Aan de orde is de stemming over het Amendement -A.L. Bakker (nr. 2021.421). Het Amendement -A.L. Bakker (nr. 2021.421) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De VOORZITTER constateert dat het Amendement-A.L. Bakker (nr. 2021.421) is verworpen met de stemmen van Partij van de Ouderen, ChristenUnie, Partij voor de Dieren en BIJ1 voor. Aan de orde is de stemming over de motie-Bloemberg-lssa (nr. 2021.422). De motie-Bloemberg-Issa (nr. 2021.422) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Bloemberg-Issa (nr. 2021.422) is verworpen met de stemmen van NIDA, BIJ1, Partij voor de Dieren en ChristenUnie voor. Aan de orde is de stemming over de motie-Bloemberg-lssa (nr. 2021.423). De motie-Bloemberg-Issa (nr. 2021.423) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Bloemberg-Issa (nr. 2021.423) is verworpen met de stemmen van Partij voor de Dieren, BIJ1 en NIDA voor. Aan de orde is de stemming over de motie-Bloemberg-lssa (nr. 2021.424). De motie-Bloemberg-Issa (nr. 2021.424) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Bloemberg-Issa (nr. 2021.424) is verworpen met de stemmen van Partij van de Ouderen, ChristenUnie, Partij voor de Dieren, DENK en BIJ1 voor. Aan de orde is de stemming over de motie-Bloemberg-lssa (nr. 2021.425). De motie-Bloemberg-Issa (nr. 2021.425) wordt bij zitten en opstaan verworpen. 27 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Vergaderdatum 8 juli 2021 Raadsnotulen De VOORZITTER constateert dat de motie-Bloemberg-Issa (nr. 2021.425) is verworpen met de stemmen van VVD, Forum voor Democratie, CDA, ChristenUnie, Partij voor de Dieren, BIJ1 en NIDA voor. Aan de orde is de stemming over de motie-Bloemberg-lssa (nr. 2021.426). De motie-Bloemberg-Issa (nr. 2021.426) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Bloemberg-lssa (nr. 2021.426) is met algemene stemmen aangenomen. Aan de orde is de stemming over de motie-A.L. Bakker (nr. 2021.427). De motie-A.L. Bakker (nr. 2021.427) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de motie-A.L. Bakker (nr. 2021.427) is met algemene stemmen aangenomen. Aan de orde is de stemming over de motie-Van Dantzig (nr. 2021.428). De motie-Van Dantzig (nr. 2021.428) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Van Dantzig (nr. 2021.428) is aangenomen met de stemmen van CDA en Partij van de Ouderen tegen. Aan de orde is de stemming over de motie-Van Dantzig en Kreuger (nr. 2021.429 accent). De motie-Van Dantzig en Kreuger (nr. 2021.429 accent) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Van Dantzig en Kreuger (nr. 2021.429 accent) is met algemene stemmen aangenomen. Aan de orde is de stemming over de motie-Flentge (nr. 2021.430). De motie-Flentge (nr. 2021.430) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Flentge (nr. 2021.430) is aangenomen met de stemmen van VVD tegen. Aan de orde is de stemming over de motie-N.T. Bakker (nr. 2021.432 accent). De motie-N.T. Bakker (nr. 2021.432 accent) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de motie-N.T. Bakker (nr. 2021.432 accent) is aangenomen met de stemmen van VVD en Partij van de Ouderen tegen. 28 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Vergaderdatum 8 juli 2021 Raadsnotulen Aan de orde is de stemming over de motie-Van Renssen, Mbarki, Rooderkerk en Flentge (nr. 2021.433 accent). De motie-Van Renssen, Mbarki, Rooderkerk en Flentge (nr. 2021.433 accent) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Van Renssen, Mbarki, Rooderkerk en Flentge (nr. 2021.433 accent) is aangenomen met de stemmen van Forum voor Democratie, VVD, CDA en NIDA tegen. Aan de orde is de stemming over de motie-Timman en Rooderkerk (nr. 2021.435). De motie-Timman en Rooderkerk (nr. 2021.435) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Timman en Rooderkerk (nr. 2021.435) is aangenomen met de stemmen van VVD, CDA, ChristenUnie, Forum voor Democratie, D66, JA21, DENK, PvdA en BIJ1 voor. Aan de orde is de sternming over de motie-IJmker (nr. 2021.437). De motie-IJmker (nr. 2021.437) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de motie-IJmker (nr. 2021.437) is met algemene stemmen aangenomen. Aan de orde is de stermming over de motie-IJmker (nr. 2021.438). De motie-IJmker (nr. 2021.438) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de motie-IJmker (nr. 2021.438) is met algemene stemmen aangenomen. Aan de orde is de stemming over de motie-IJmker (nr. 2021.439). De motie-IJmker (nr. 2021.439) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de motie-IJmker (nr. 2021.439) is aangenomen met de stemmen van VVD, D66 en JA21 tegen. Aan de orde is de stemming over de motie-IJmker (nr. 2021.440 accent accent). De motie-IJmker (nr. 2021.440 accent accent) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de motie-IJmker (nr. 2021.440 accent accent) is aangenomen met de stemmen van D66, VVD, JA21 en NIDA tegen. Aan de orde is de stemming over de motie-Yilmaz en Biemond (nr. 2021.441). 29 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Vergaderdatum 8 juli 2021 Raadsnotulen De motie-Yilmaz en Biemond (nr. 2021.441) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Yilmaz en Biemond (nr. 2021.441) is aangenomen met de stemmen van VVD en Partij van de Ouderen tegen. Aan de orde is de stemming over de motie-Kilig en La Rose (nr. 2021.442 accent). De motie-Kilig en La Rose (nr. 2021.442 accent) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Kilig en La Rose (nr. 2021.442 accent) is aangenomen met de stemmen van Partij van de Ouderen, ChristenUnie en VVD tegen. Aan de orde is de stemming over de motie-Yilmaz (nr. 2021.443 accent). De motie-Yilmaz (nr. 2021.443 accent) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Yilmaz (nr. 2021.443 accent) is aangenomen met de stemmen van JA21 en Partij van de Ouderen tegen. Aan de orde is de stemming over de motie-Kilig (nr. 2021.444). De motie-Kilig (nr. 2021.444) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Kilig (nr. 2021.444) is aangenomen met de stemmen van VVD, CDA, Forum voor Democratie, Partij van de Ouderen en JA21 tegen. Aan de orde is de stermming over de motie-Yilmaz (nr. 2021.448). De motie-Yilmaz (nr. 2021.448) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Yilmaz (nr. 2021.448) is verworpen met de stemmen van VVD, Forum voor Democratie, Partij van de Ouderen, CDA, ChristenUnie, Partij voor de Dieren, JA21, DENK, BIJ1 en NIDA voor. Aan de orde is de stermming over de motie-Yilmaz (nr. 2021.450). De motie-Yilmaz (nr. 2021.450) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Yilmaz (nr. 2021.450) is verworpen met de stemmen van JA21, DENK, BIJ1, NIDA en Partij van de Ouderen voor. Aan de orde is de sternming over de motie-Yilmaz (nr. 2021.451). De motie-Yilmaz (nr. 2021.451) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Yilmaz (nr. 2021.451) is verworpen met de stemmen van NIDA, BIJ1, DENK en Partij van de Ouderen voor. 30 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Vergaderdatum 8 juli 2021 Raadsnotulen Aan de orde is de stemming over de motie-Nadif (nr. 2021.453 accent). De motie-Nadif (nr. 2021.453 accent) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Nadif (nr. 2021.453 accent) is aangenomen met de stemmen van ChristenUnie en JA21 tegen. Aan de orde is de stemming over de motie-Naoum Néhmé (nr. 2021.456 accent). De motie-Naoum Néhmé (nr. 2021.456 accent) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Naoum Néhmé (nr. 2021.456 accent) is verworpen met de stemmen van VVD, Forum voor Democratie, CDA, ChristenUnie, Partij voor de Dieren, JA21 en DENK voor. Aan de orde is de stermming over de motie-Naoum Néhmé (nr. 2021.457). De motie-Naoum Néhmeé (nr. 2021.457) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Naoum Néhmé (nr. 2021.457) is verworpen met de stemmen van NIDA, DENK, JA21, Partij voor de Dieren, ChristenUnie, CDA, Partij van de Ouderen, Forum voor Democratie en VVD voor. Aan de orde is de stemming over de motie-Naoum Néhmé en Boomsma (nr. 2021.458). De motie-Naoum Néhmé en Boomsma (nr. 2021.458) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Naoum Néhmé en Boomsma (nr. 2021.458) is verworpen met de stemmen van VVD, Forum voor Democratie, Partij van de Ouderen, CDA, ChristenUnie, JA21, DENK en NIDA voor. Aan de orde is de stemming over de motie-Naoum Néhmé (nr. 2021.459). De motie-Naoum Néhmeé (nr. 2021.459) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Naoum Néhmé (nr. 2021.459) is verworpen met de stemmen van JA21, Partij voor de Dieren, ChristenUnie, CDA, Partij van de Ouderen, Forum voor Democratie en VVD voor. Aan de orde is de stemming over de motie-Boomsma (nr. 2021.463). De motie-Boomsma (nr. 2021.463) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Boomsma (nr. 2021.463) is verworpen met de stemmen van VVD, Forum voor Democratie, CDA, Partij voor de Dieren, JA21, DENK en BIJ1 voor. 31 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Vergaderdatum 8 juli 2021 Raadsnotulen Aan de orde is de stemming over de motie-Boomsma (nr. 2021.464). De motie-Boomsma (nr. 2021.464) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Boomsma (nr. 2021.464) is verworpen met de stemmen van JA21, ChristenUnie, CDA, Forum voor Democratie en VVD voor. Aan de orde is de stemming over de motie-Kuiper (nr. 2021.498). De motie-Kuiper (nr. 2021.498) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Kuiper (nr. 2021.498) is verworpen met de stemmen van VVD, Forum voor Democratie, CDA, ChristenUnie, Partij voor de Dieren, JA21 en DENK voor. Aan de orde is de stemming over de motie-De Grave-Verkerk (nr. 2021.499). De motie-De Grave-Verkerk (nr. 2021.499) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De VOORZITTER constateert dat de motie-De Grave-Verkerk (nr. 2021.499) is verworpen met de stemmen van NIDA, DENK, JA21, Partij voor de Dieren, ChristenUnie, CDA, Forum voor Democratie en VVD voor. Aan de orde is de stemming over de motie-Boomsma en Poot (nr. 2021.500). De motie-Boomsma en Poot (nr. 2021.500) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Boomsma en Poot (nr. 2021.500) is verworpen met de stemmen van Forum voor Democratie, CDA, VVD, ChristenUnie, JA21 en DENK voor. Aan de orde is de stemming over de motie-Marttin (nr. 2021.501). De motie-Marttin (nr. 2021.501) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Marttin (nr. 2021.501) is verworpen met de stemmen van VVD, CDA, Forum voor Democratie, ChristenUnie, JA21, DENK en NIDA voor. Aan de orde is de stemming over de motie-Bloemberg-lssa en Veldhuyzen (nr. 2021.503). De motie-Bloemberg-lssa en Veldhuyzen (nr. 2021.503) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Bloemberg-lssa en Veldhuyzen (nr. 2021.503) is verworpen met de stemmen van BIJ1, Partij voor de Dieren, ChristenUnie, CDA en Forum voor Democratie voor. 32 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Vergaderdatum 8 juli 2021 Raadsnotulen Aan de orde is de stemming over de motie-Bloemberg-lssa en Veldhuyzen (nr. 2021.504). De motie-Bloemberg-lssa en Veldhuyzen (nr. 2021.504) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Bloemberg-lssa en Veldhuyzen (nr. 2021.504) is verworpen met de stemmen van Forum voor Democratie, CDA, ChristenUnie, Partij voor de Dieren en BIJ1 voor. Aan de orde is de stemming over de motie-De Graaff (nr. 2021.505). De motie-De Graaff (nr. 2021.505) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de motie-De Graaff (nr. 2021.505) is aangenomen met de stemmen van GroenLinks en Partij van de Ouderen tegen. Aan de orde is de stemming over de motie-Naoum Néhmé (nr. 2021.506). De motie-Naoum Néhmeé (nr. 2021.506) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Naoum Néhmé (nr. 2021.506) is verworpen met de stemmen van JA21, VVD, CDA en Forum voor Democratie voor. Aan de orde is de stemming over de motie-Boomsma, Kuiper, Nanninga, Van Lammeren, Van Soest en Grooten (nr. 2021.507 accent). De motie-Boomsma, Kuiper, Nanninga, Van Lammeren, Van Soest en Grooten (nr. 2021.507 accent) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Boomsma, Kuiper, Nanninga, Van Lammeren, Van Soest en Grooten (nr. 2021.507 accent) is aangenomen met de stemmen van D66 tegen. Aan de orde is de stemming over de motie-Vroege, Boutkan, Martens en Ernsting (nr. 2021.508). De motie-Vroege, Boutkan, Martens en Ernsting (nr. 2021.508) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Vroege, Boutkan, Martens en Ernsting (nr. 2021.508) is aangenomen met de stemmen van GroenLinks, PvdA, BIJ1, D66, Partij voor de Dieren, ChristenUnie, VVD, CDA, Partij van de Ouderen en Forum voor Democratie voor. Aan de orde is de stemming over de motie-Vroege (nr. 2021.509). De motie-Vroege (nr. 2021.509) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. 33 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Vergaderdatum 8 juli 2021 Raadsnotulen De VOORZITTER constateert dat de motie-Vroege (nr. 2021.509) is aangenomen met de stemmen van VVD, CDA, ChristenUnie, Partij voor de Dieren, D66, JA21, DENK en NIDA voor. Aan de orde is de stemming over de motie-Vroege en Ernsting (nr. 2021.510). De motie-Vroege en Ernsting (nr. 2021.510) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Vroege en Ernsting (nr. 2021.510) is aangenomen met de stemmen van NIDA, PvdA, BIJ1, JA21, GroenLinks, D66, ChristenUnie, CDA en Forum voor Democratie voor. Aan de orde is de stemming over de motie-Nadif, De Jager, Biemond, N.T. Bakker, Taimounti, Kilig, Kuiper, Veldhuyzen en Martens (nr. 2021.511 accent accent). De motie-Nadif, De Jager, Biemond, N.T. Bakker, Taimounti, Kilig, Kuiper, Veldhuyzen en Martens (nr. 2021.511 accent accent) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Nadif, De Jager, Biemond, N.T. Bakker, Taimounti, Kilig, Kuiper, Veldhuyzen en Martens (nr. 2021.511 accent accent) is met algemene stemmen aangenomen. Aan de orde is de stemming over de motie-Van Lammeren (nr. 2021.512 accent). De motie-Van Lammeren (nr. 2021.512 accent) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Van Lammeren (nr. 2021.512 accent) is verworpen met de stemmen van ChristenUnie, Partij voor de Dieren, DENK, BIJ1 en NIDA voor. Aan de orde is de stemming over de motie-Van Lammeren (nr. 2021.513). De motie-Van Lammeren (nr. 2021.513) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Van Lammeren (nr. 2021.513) is met algemene stemmen aangenomen. Aan de orde is de stemming over de motie-van Lammeren (nr. 2021.514). De motie-van Lammeren (nr. 2021.514) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De VOORZITTER constateert dat de motie-van Lammeren (nr. 2021.514) is verworpen met de stemmen van VVD, Forum voor Democratie, CDA, ChristenUnie, Partij voor de Dieren, JA21, DENK, BIJ1 en NIDA voor. Aan de orde is de stemming over de motie-Van Lammeren (nr. 2021.515). 34 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Vergaderdatum 8 juli 2021 Raadsnotulen De motie-Van Lammeren (nr. 2021.515) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Van Lammeren (nr. 2021.515) is aangenomen met de stemmen van JA21 tegen. Aan de orde is de stemming over de motie-Flentge (nr. 2021.516). De motie-Flentge (nr. 2021.516) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Flentge (nr. 2021.516) is aangenomen met de stemmen van Partij voor de Dieren tegen. Aan de orde is de sternming over de motie-Yilmaz (nr. 2021.520). De motie-Yilmaz (nr. 2021.520) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Yilmaz (nr. 2021.520) is verworpen met de stemmen van NIDA, BIJ1, DENK en ChristenUnie voor. Aan de orde is de sternming over de motie-Yilmaz (nr. 2021.521). De motie-Yilmaz (nr. 2021.521) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Yilmaz (nr. 2021.521) is verworpen met de stemmen van Forum voor Democratie, CDA, ChristenUnie, Partij voor de Dieren, JA21, DENK, BIJ1 en NIDA voor. Aan de orde is de stermming over de motie-Yilmaz (nr. 2021.522). De motie-Yilmaz (nr. 2021.522) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Yilmaz (nr. 2021.522) is verworpen met de stemmen van ChristenUnie, Partij voor de Dieren, JA21, DENK, BIJ1 en NIDA voor. Aan de orde is de stemming over de motie-Yilmaz (nr. 2021.523). De motie-Yilmaz (nr. 2021.523) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Yilmaz (nr. 2021.523) is met algemene stemmen aangenomen. Aan de orde is de sternming over de motie-Yilmaz (nr. 2021.524). De motie-Yilmaz (nr. 2021.524) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Yilmaz (nr. 2021.524) is verworpen met de stemmen van Forum voor Democratie, CDA, ChristenUnie, JA21, DENK, BIJ1 en NIDA voor. 35 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Vergaderdatum 8 juli 2021 Raadsnotulen Aan de orde is de stemming over het amendement-Boomsma en Martens (nr. 2021.525). Het amendement-Boomsma en Martens (nr. 2021.525) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De VOORZITTER constateert dat het amendement-Boomsma en Martens (nr. 2021.525) is verworpen met de stemmen van VVD, Forum voor Democratie, CDA, ChristenUnie, JA21, DENK en NIDA voor. Aan de orde is de stemming over de motie-Marttin (nr. 2021.544). De motie-Marttin (nr. 2021.544) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Marttin (nr. 2021.544) is verworpen met de stemmen van VVD, Partij voor de Dieren, JA21, DENK en NIDA voor. Aan de orde is de stemming over de motie-A.L. Bakker, Boomsma, Veldhuyzen, Kilig, Kuiper en Nadif (nr. 2021.545). De motie-A.L. Bakker, Boomsma, Veldhuyzen, Kilig, Kuiper en Nadif (nr. 2021.545) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de motie-A.L. Bakker, Boomsma, Veldhuyzen, Kilig, Kuiper en Nadif (nr. 2021.545) is aangenomen met de stemmen van JA21 en Partij van de Ouderen tegen. Aan de orde is de stemming over de motie-Veldhuyzen, Kilig, Taimounti, Van Lammeren (nr. 2021.571). De motie-Veldhuyzen, Kilig, Taimounti, Van Lammeren (nr. 2021.571) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Veldhuyzen, Kilig, Taimounti, Van Lammeren (nr. 2021.571) is verworpen met de stemmen van BIJ1, DENK, Partij voor de Dieren, ChristenUnie en NIDA voor. Aan de orde is de stemming over de motie-Veldhuyzen, Kilig, Taimounti, De Fockert, Van Lammeren en Kuiper (nr. 2021.572). De motie-Veldhuyzen, Kilig, Taimounti, De Fockert, Van Lammeren en Kuiper (nr. 2021.572) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Veldhuyzen, Kilig, Taimounti, De Fockert, Van Lammeren en Kuiper (nr. 2021.572) is aangenomen met de stemmen van VVD, Partij van de Ouderen en JA21 tegen. Aan de orde is de stemming over de motie-Veldhuyzen (nr. 2021.574). De motie-Veldhuyzen (nr. 2021.574) wordt bij zitten en opstaan verworpen. 36 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Vergaderdatum 8 juli 2021 Raadsnotulen De VOORZITTER constateert dat de motie-Veldhuyzen (nr. 2021.574)is verworpen met de stemmen van NIDA, BIJ1, DENK, Partij voor de Dieren en ChristenUnie voor. Aan de orde is de stemming over de motie-Veldhuyzen, Taimounti en Yilmaz (nr. 2021.575). De motie-Veldhuyzen, Taimounti en Yilmaz (nr. 2021.575) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Veldhuyzen, Taimounti en Yilmaz (nr. 2021.575) is verworpen met de stemmen van NIDA, BIJ1, DENK, Partij voor de Dieren en ChristenUnie voor. Aan de orde is de stemming over de motie-Van Soest (nr. 2021.582). De motie-Van Soest (nr. 2021.582) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Van Soest (nr. 2021.582) is verworpen met de stemmen van VVD, Partij van de Ouderen, JA21, DENK, BIJ1, NIDA en Forum voor Democratie voor. Aan de orde is de stemming over de motie-Van Soest en Boomsma (nr. 2021.584). De motie-Van Soest en Boomsma (nr. 2021.584) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Van Soest en Boomsma (nr. 2021.584) is verworpen met de stemmen van Forum voor Democratie, Partij van de Ouderen, CDA, ChristenUnie, Partij voor de Dieren, JA21, DENK en BIJ1 voor. Aan de orde is de stemming over de motie-Van Soest (nr. 2021.585). De motie-Van Soest (nr. 2021.585) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Van Soest (nr. 2021.585) is verworpen met de stemmen van VVD, Forum voor Democratie, Partij van de Ouderen, CDA, Partij voor de Dieren, JA21, DENK, BIJ1 en NIDA voor. Aan de orde is de stemming over de motie-Van Soest (nr. 2021.586). De motie-Van Soest (nr. 2021.586) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Van Soest (nr. 2021.586) is verworpen met de stemmen van Partij van de Ouderen, ChristenUnie, DENK, BIJ1 en NIDA voor. De VOORZITTER: Ik heb begrepen dat voor motie 2021.588 dat de leden van de enquêtecommissie AEB geacht worden niet deel te hebben genomen aan de stemming. Dat is dan bij deze genoteerd. 37 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Vergaderdatum 8 juli 2021 Raadsnotulen Aan de orde is de stemming over de motie-Van Lammeren (nr. 2021.588). De motie-Van Lammeren (nr. 2021.588) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Van Lammeren (nr. 2021.588) is verworpen met de stemmen van ChristenUnie, Partij voor de Dieren (behoudens mevrouw A.L. Bakker), DENK, BIJ1 en NIDA voor. Aan de orde is de stemming over de motie-Ernsting en Vroege (nr. 2021.591). De motie-Ernsting en Vroege (nr. 2021.591) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Ernsting en Vroege (nr. 2021.591) is aangenomen met de stemmen van GroenLinks, SP, D66, Partij voor de Dieren, ChristenUnie en BIJ1 voor. Aan de orde is de stemming over het amendement-Boomsma en Van Soest (nr. 2021.592). Het amendement-Boomsma en Van Soest (nr. 2021.592) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De VOORZITTER constateert dat het amendement-Boomsma en Van Soest (nr. 2021.592) is verworpen met de stemmen van Partij van de Ouderen, Forum voor Democratie, CDA, ChristenUnie, Partij voor de Dieren en BIJ1 voor. Aan de orde is de stemming over de motie-Roosma en Mbarki (nr. 2021.593). De motie-Roosma en Mbarki (nr. 2021.593) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Roosma en Mbarki (nr. 2021.593) is verworpen met de stemmen van GroenLinks, PvdA, Partij voor de Dieren en ChristenUnie voor. Mevrouw KUIPER: Voorzitter, ik heb een fout gemaakt bij 2021.593. Ik wil aangetekend hebben dat ik geacht ben tegengestemd te hebben. De VOORZITTER: Uw stem was voor, maar er wordt in de notulen opgenomen dat u een stemfout heeft gemaakt en dat u tegen had willen stemmen. Mevrouw KUIPER: Ja. De heer VAN LAMMEREN: Voorzitter, hetzelfde. En het komt op de een of andere manier van de stemlijst af. Dus wij worden ook geacht bij 2021.593 te hebben tegen gestemd. De VOORZITTER: U heeft voor gestemd, maar u heeft een stemfout gemaakt. Die stemfout is bij deze ook in de notulen opgenomen. Goed. De motie was overigens verworpen, dus het maakt de stemming niet anders. 38 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Vergaderdatum 8 juli 2021 Raadsnotulen Aan de orde is de stemming over de motie-Boomsma en Naoum Néhmé (nr. 2021.598). De motie-Boomsma en Naoum Néhmeé (nr. 2021.598) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Boomsma en Naoum Néhmé (nr. 2021.598) is verworpen met de stemmen van VVD, CDA, Forum voor Democratie, Partij van de Ouderen, ChristenUnie, Partij voor de Dieren, JA21 en NIDA voor. Aan de orde is de stemming over de motie-Boomsma, Naoum Néhmé, Van Lammeren, Van Soest, Kuiper, Kilig en Van Schijndel (nr. 2021.599). De motie-Boomsma, Naoum Néhmé, Van Lammeren, Van Soest, Kuiper, Kili en Van Schijndel (nr. 2021.599) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Boomsma, Naoum Néhmé, Van Lammeren, Van Soest, Kuiper, Kilig en Van Schijndel (nr. 2021.599) is verworpen met de stemmen van VVD, Forum voor Democratie, CDA, ChristenUnie, Partij voor de Dieren, JA21, DENK en NIDA voor. Aan de orde is de stemming over het amendement-Boomsma (nr. 2021.600). Het amendement-Boomsma (nr. 2021.600) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De VOORZITTER constateert dat het amendement-Boomsma (nr. 2021.600) is verworpen met de stemmen van Forum voor Democratie, CDA, ChristenUnie, Partij voor de Dieren, JA21, DENK, BIJ1 en NIDA voor. Aan de orde is de stemming over de motie-Boomsma (nr. 2021.601). De motie-Boomsma (nr. 2021.601) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Boomsma (nr. 2021.601) is verworpen met de stemmen van VVD, Forum voor Democratie, CDA, ChristenUnie, Partij voor de Dieren, JA21, DENK, BIJ1 en NIDA voor. Aan de orde is de stemming over het amendement-Boomsma (nr. 2021.602). Het amendement-Boomsma (nr. 2021.602) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De VOORZITTER constateert dat het amendement-Boomsma (nr. 2021.602) is verworpen met de stemmen van VVD, Forum voor Democratie, CDA, ChristenUnie, Partij voor de Dieren, JA21 en DENK voor. Aan de orde is de stemming over de voordracht VN2021-017684. De voordracht VN2021-017684 wordt bij zitten en opstaan aangenomen. 39 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Vergaderdatum 8 juli 2021 Raadsnotulen De VOORZITTER constateert dat de voordracht VN2021-017684 met de stemmen van NIDA, DENK, JA21, Partij voor de Dieren, CDA, VVD, Forum voor Democratie en Partij van de Ouderen tegen is aangenomen. De voordracht wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder VN2021-017684 4. Instemmen met de verbetering van het bestuurlijk stelsel 2022 conform de Hoofdlijnennotitie VN2021-015830 De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Martens voor een stemverklaring. Mevrouw MARTENS (stemverklaring): Motie 2021.546 over het aantal zetels. De VVD verstaat de motie zo dat bij de verordening ook een maximum aantal leden wordt bepaald en stemt met dien verstande voor. Dan de voordracht agendapunt 4, bestuurlijks stelsel. De VVD stemt voor de voordracht, omdat de focus van een stadsdeelcommissie de komende periode in ieder geval gericht zal zijn op het ruimtelijk domein en gebiedsgericht werken, onverlet de uitgesproken zorgen van de VVD over overbelasting van de stadsdeelcommissie voor de overige, gelet ook op de insteek van de budgetneutrale uitvoering, van deze voordracht. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Nanninga voor een stemverklaring. Mevrouw NANNINGA (stemverklaring): Onze stemverklaring betreft zowel de voordracht als alle moties. We zijn â prio tegen het bestaan van stadsdelen of stadsdeelcommissies. Maar als die bestaan, willen we dat die ook armslag hebben en zo min mogelijk bemoeienis vanuit dit huis. Dus dat verklaart soms het stemgedrag wat een beetje contradictioneel lijkt, maar vandaar. Dat is de stemverklaring. De VOORZITTER: U maakt het wel spannend. Maar goed, we gaan het zien. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Veldhuyzen voor een stemverklaring. De heer VELDHUYZEN (stemverklaring): Absoluut geen ideale uitwerking, maar voor de situatie waar we in zitten en waar meerderheden voor zijn, is dit, volgens mij, wel het beste wat we kunnen Krijgen. Dus BIJ1 stemt daarom toch voor. Aan de orde is de stemming over het amendement-Biemond, Grooten, Vroege, Van Soest en Boomsma (nr. 2021.526). Het amendement-Biemond, Grooten, Vroege, Van Soest en Boomsma (nr. 2021.526) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat het amendement-Biemond, Grooten, Vroege, Van Soest en Boomsma (nr. 2021.526) is aangenomen met de stemmen van SP tegen. 40 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Vergaderdatum 8 juli 2021 Raadsnotulen Aan de orde is de stemming over het amendement-De Grave-Verkerk en Flentge (nr. 2021.542). Het amendement-De Grave-Verkerk en Flentge (nr. 2021.542) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De VOORZITTER constateert dat het amendement-De Grave-Verkerk en Flentge (nr. 2021.542) is verworpen met de stemmen van VVD, Partij voor de Dieren en SP voor. Aan de orde is de stemming over het amendement-Kuiper (nr. 2021.594). Het amendement-Kuiper (nr. 2021.594) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De VOORZITTER constateert dat het amendement-Kuiper (nr. 2021.594) is verworpen met de stemmen van ChristenUnie, Partij voor de Dieren, JA21, DENK en BIJ1 voor. Aan de orde is de stemming over de voordracht VN2021-015830. De voordracht VN2021-015830 wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de voordracht VN2021-015830 met de stemmen van VVD, Forum voor Democratie, Partij van de Ouderen, D66, ChristenUnie, GroenLinks, PvdA, DENK en BIJ1 voor is aangenomen. De voordracht wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. VN2021-015830, met inachtneming van de daarin als gevolg van aanneming van het amendement-Biemond, Grooten, Vroege, Van Soest en Boomsma (nr. 2021.526) aangebrachte wijzigingen. Aan de orde is de stemming over de motie-Vroege, Grooten, Biemond, Yilmaz en Van Soest (nr. 2021.535). De motie-Vroege, Grooten, Biemond, Yilmaz en Van Soest (nr. 2021.535) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Vroege, Grooten, Biemond, Yilmaz en Van Soest (nr. 2021.535) is aangenomen met de stemmen van Forum voor Democratie, Partij van de Ouderen, CDA, ChristenUnie, D66, GroenLinks, PvdA, DENK, BIJ1 en NIDA voor. Aan de orde is de stemming over de motie-Vroege, Biemond en Van Soest (nr. 2021.536). De motie-Vroege, Biemond en Van Soest (nr. 2021.536) wordt bij zitten en opstaan verworpen. 41 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Vergaderdatum 8 juli 2021 Raadsnotulen De VOORZITTER constateert dat de motie-Vroege, Biemond en Van Soest (nr. 2021.536) is verworpen met de stemmen van NIDA, PvdA, BIJ1, DENK, D66 en Partij van de Ouderen voor. Aan de orde is de stemming over de motie-Vroege, Grooten, Biemond, Van Soest en Boomsma (nr. 2021.537). De motie-Vroege, Grooten, Biemond, Van Soest en Boomsma (nr. 2021.537) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Vroege, Grooten, Biemond, Van Soest en Boomsma (nr. 2021.537) is aangenomen met de stemmen van VVD, Forum voor Democratie, Partij van de Ouderen, CDA, ChristenUnie, D66, Partij voor de Dieren, GroenLinks, DENK, PvdA, BIJ1 en NIDA voor. Aan de orde is de stemming over de motie-Vroege, Grooten, Biemond, Yilmaz en Van Soest (nr. 2021.538). De motie-Vroege, Grooten, Biemond, Yilmaz en Van Soest (nr. 2021.538) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Vroege, Grooten, Biemond, Yilmaz en Van Soest (nr. 2021.538) is aangenomen met de stemmen van Partij van de Ouderen, CDA, D66, Partij voor de Dieren, SP, GroenLinks, JA21, DENK, PvdA, BIJ en NIDA voor. Aan de orde is de stemming over de motie-De Grave-Verkerk (nr. 2021.539). De motie-De Grave-Verkerk (nr. 2021.539) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De VOORZITTER constateert dat de motie-De Grave-Verkerk (nr. 2021.539) is verworpen met de stemmen van VVD, Forum voor Democratie, Partij van de Ouderen, CDA, Partij voor de Dieren en DENK voor. Aan de orde is de stemming over de motie-De Grave-Verkerk (nr. 2021.540). De motie-De Grave-Verkerk (nr. 2021.540) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de motie-De Grave-Verkerk (nr. 2021.540) is met algemene stemmen aangenomen. Aan de orde is de stemming over de motie-De Grave-Verkerk (nr. 2021.541). De motie-De Grave-Verkerk (nr. 2021.541) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De VOORZITTER constateert dat de motie-De Grave-Verkerk (nr. 2021.541) is verworpen met de stemmen van VVD en ChristenUnie voor. Aan de orde is de stemming over de motie-De Grave-Verkerk en Grooten (nr. 2021.543). 42 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Vergaderdatum 8 juli 2021 Raadsnotulen De motie-De Grave-Verkerk en Grooten (nr. 2021.543) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de motie-De Grave-Verkerk en Grooten (nr. 2021.543) is aangenomen met de stemmen van JA21 en SP tegen. Aan de orde is de stemming over de motie-Grooten, Vroege, Biemond, Kuiper, Boomsma en Van Soest (nr. 2021.546). De motie-Grooten, Vroege, Biemond, Kuiper, Boomsma en Van Soest (nr. 2021.546) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Grooten, Vroege, Biemond, Kuiper, Boomsma en Van Soest (nr. 2021.546) is aangenomen met de stemmen van VVD, Forum voor Democratie, Partij van de Ouderen, CDA, ChristenUnie, Partij voor de Dieren, D66, GroenLinks, JA21 en PvdA voor. Aan de orde is de stemming over de motie-Grooten, Vroege, Biemond, Yilmaz, Kuiper en Van Soest (nr. 2021.547). De motie-Grooten, Vroege, Biemond, Yilmaz, Kuiper en Van Soest (nr. 2021.547) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Grooten, Vroege, Biemond, Yilmaz, Kuiper en Van Soest (nr. 2021.547) is aangenomen met de stemmen van JA21 tegen. Aan de orde is de stemming over de motie-Grooten, Vroege, Biemond, Yilmaz, Boomsma en Van Soest (nr. 2021.548). De motie-Grooten, Vroege, Biemond, Yilmaz, Boomsma en Van Soest (nr. 2021.548) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Grooten, Vroege, Biemond, Yilmaz, Boomsma en Van Soest (nr. 2021.548) is aangenomen met de stemmen van JA21 tegen. Aan de orde is de stemming over de motie-Biemond, Vroege, Grooten, Yilmaz en Van Soest (nr. 2021.549). De motie-Biemond, Vroege, Grooten, Yilmaz en Van Soest (nr. 2021.549) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Biemond, Vroege, Grooten, Yilmaz en Van Soest (nr. 2021.549) is aangenomen met de stemmen van SP, Partij voor de Dieren en JA21 tegen. Aan de orde is de stemming over de motie-De Grave-Verkerk (nr. 2021.595). De motie-De Grave-Verkerk (nr. 2021.595) wordt bij zitten en opstaan verworpen. 43 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Vergaderdatum 8 juli 2021 Raadsnotulen De VOORZITTER constateert dat de motie-De Grave-Verkerk (nr. 2021.595) is verworpen met de stemmen van VVD, CDA, Forum voor Democratie, Partij voor de Dieren, JA21, denk en NIDA voor. Aan de orde is de stemming over de motie-Yilmaz (nr. 2021.605). De motie-Yilmaz (nr. 2021.605) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Yilmaz (nr. 2021.605) is verworpen met de stemmen van Partij van de Ouderen, Partij voor de Dieren, JA21, DENK, BIJ1 en NIDA voor. 5. Vaststellen van de verordening op lokaal bestuur voor het stadsgebied Weesp en Driemond en overige regelingen voor de bestuurlijke fusie tussen Weesp en Amsterdam VN2021-016166 De VOORZITTER: Zijn er nog leden die behoefte hebben toevallig aan een stemverklaring? Eenmaal, andermaal. Nee, dat is niet het geval. Aan de orde is de stemming over de voordracht VN2021-016166. De voordracht VN2021-016166 wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de voordracht VN2021-016166 met de stemmen van JA21 tegen is aangenomen. De voordracht wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder VN2021-016166. 16. Beschikbaar stellen van een uitvoeringskrediet van 56,2 miljoen euro voor de renovatie van het Amsterdam Museum VN2021-014928 De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Nanninga voor een stemverklaring. Mevrouw NANNINGA (stemverklaring): Wij zullen voor dit uitvoeringskrediet stemmen met de aantekening dat we ons wel grote zorgen maken over woke ideologie die het Amsterdam Museum in haar greep heeft, onder meer door de term Gouden Eeuw voor onze trotse, fiere geschiedenis te willen afschaffen. We zullen toch voor stemmen en we hopen dat het geen teken voor de toekomst is, deze idioterie. De VOORZITTER: Ik kijk even rond. Geen andere stemverklaringen. Aan de orde is de stemming over de voordracht VN2021-014928. De voordracht VN2021-014928 wordt bij zitten en opstaan aangenomen. 44 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Vergaderdatum 8 juli 2021 Raadsnotulen De VOORZITTER constateert dat de voordracht VN2021-014928 met algemene stemmen is aangenomen. De voordracht wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder VN2021.014928 18. Kennisnemen van het rapport van de rekenkamer Afhandeling van meldingen openbare ruimte en het overnemen van de aanbevelingen VN2021-015535 De VOORZITTER: Ik begrijp dat de voordracht niet inhoudelijk is besproken. Is er behoefte aan een stemming of kan deze worden gehamerd? Meneer Bakker? Kan worden gehamerd? Dit punt is gehamerd. De voordracht wordt zonder discussie en hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder VN2021-015535. 19. Instemmen met het initiatiefvoorstel ‘Voorkom huiselijk geweld’ van het lid El Ksaihi en kennisnemen van de bestuurlijke reactie VN2021-013260 De VOORZITTER: Zijn er nog leden die er een stemverklaring over af willen leggen? Dat is niet het geval. Aan de orde is de stemming over de voordracht VN2021-013260. De voordracht VN2021-013260 wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de voordracht VN2021-013260 met algemene stemmen is aangenomen. De voordracht wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder VN2021-013260. De VOORZITTER: Dan feliciteer ik mevrouw El Ksaihi met aanname van haar initiatiefvoorstel. 21. Vaststellen van het plan van aanpak gezonde en kansrijke start VN2021-005989 De VOORZITTER: Daarvoor gaan we stemmen over de voordracht. Ik kijk of er nog toevallig behoefte is aan het afleggen van een stemverklaring. Dat is niet het geval. Aan de orde is de stemming over de voordracht VN2021-005989. 45 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Vergaderdatum 8 juli 2021 Raadsnotulen De voordracht VN2021-005989 wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de voordracht VN2021-005989 met algemene stemmen is aangenomen. De voordracht wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder VN2021-005989. 23. Vaststellen van de Toekomstvisie Sociaal Vervoer VN2021-015979 De VOORZITTER: We gaan stemmen over zowel de voordracht, als een ingediende motie. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Martens voor een stemverklaring. Mevrouw MARTENS (stemverklaring): De VVD ziet veel goede punten en is voorstander van het onder controle houden van de kosten van het aanvullend openbaar vervoer. De VVD stemt in met het voorstel met de opmerking dat we moeite hebben met de maximalisering van het aantal kilometers, omdat deze maatregel voor een kleine groep Amsterdammers onhandig hard geraakt wordt, terwijl de besparingen minimaal zijn. De VOORZITTER: Zijn er andere leden die behoefte hebben aan het afleggen van een stemverklaring? Dat is niet het geval Aan de orde is de stemming over de voordracht VN2021-015979. De voordracht VN2021-015979 wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de voordracht VN2021-015979 met de stemmen van CDA, Partij van de Ouderen, Forum voor Democratie en JA21 tegen is aangenomen. De voordracht wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder VN2021-015979. Aan de orde is de stemming over de motie-Boomsma (nr. 2021.618). De motie-Boomsma (nr. 2021.618) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Boomsma (nr. 2021.618) is verworpen met de stemmen van VVD, Forum voor Democratie, Partij van de Ouderen, CDA, ChristenUnie, Partij voor de Dieren, JA21, DENK, BIJ1 en NIDA voor. 24. Vaststellen van het Beleidsprogramma Aanpak Dakloosheid 2021-2025 ‘Een nieuwe start, samen op weg naar perspectief’ VN2021-013980 De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Martens voor een stemverklaring. 46 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Vergaderdatum 8 juli 2021 Raadsnotulen Mevrouw MARTENS (stemverklaring): We zullen voor stemmen, maar we willen wel graag de note plaatsen dat we ons zorgen maken over de opnieuw uitbreiding en daarmee de uitvoerbaarheid van een voorrangsregeling voor kwetsbare groepen bij het toewijzen van woningen. De VVD zou graag in gesprek gaan over de houdbaarheid van de huidige voorrangsregeling voor kwetsbare groepen en zullen hier dan ook op terugkomen. De VOORZITTER: Zijn er andere leden die een stemverklaring willen afleggen? Aan de orde is de stemming over de voordracht VN2021-013980. De voordracht VN2021-013980 wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de voordracht VN2021-013980 met algemene stemmen is aangenomen. De voordracht wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder VN2021-013980. Aan de orde is de stemming over de motie-Veldhuyzen (nr. 2021.579). De motie-Veldhuyzen (nr. 2021.579) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Veldhuyzen (nr. 2021.579) is verworpen met de stemmen van NIDA, BIJ1, DENK, Partij voor de Dieren en ChristenUnie voor. Aan de orde is de stemming over de motie-Kuiper (nr. 2021.597). De motie-Kuiper (nr. 2021.597) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Kuiper (nr. 2021.597) is verworpen met de stemmen van CDA, ChristenUnie, Partij voor de Dieren, DENK, BIJ1 en NIDA voor. Aan de orde is de stemming over de motie-Kuiper (nr. 2021.606). De motie-Kuiper (nr. 2021.606) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Kuiper (nr. 2021.606) is verworpen met de stemmen van NIDA, BIJ1, DENK, Partij voor de Dieren, ChristenUnie en CDA voor. Aan de orde is de stemming over de motie-Roosma en Veldhuyzen (nr. 2021.617). De motie-Roosma en Veldhuyzen (nr. 2021.617) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Roosma en Veldhuyzen (nr. 2021.617) is aangenomen met de stemmen van JA21 tegen. 47 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Vergaderdatum 8 juli 2021 Raadsnotulen 26. Instemmen met het initiatiefvoorstel ‘Voorkom eenzaamheid onder jongeren’ van het lid El Ksaihi en kennisnemen van de bestuurlijke reactie VN2020-030093 De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Van Soest voor een stemverklaring. Mevrouw VAN SOEST (stemverklaring): Wij zullen tegen dit initiatiefvoorstel stemmen, omdat het over jongeren gaat, maar de ouderen hebben precies hetzelfde. Dus als de ouderen toegevoegd waren, dan had ik geen probleem gehad, maar nu wel. Aan de orde is de stemming over de voordracht VN2020-030093. De voordracht VN2020-030093 wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de voordracht VN2020-030093 met de stemmen van Partij van de Ouderen tegen is aangenomen. De voordracht wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder VN2020-030093. De VOORZITTER: Ik mag mevrouw El Ksaihi dan ook wederom feliciteren met de aanname van haar initiatiefvoorstel. 28. Instemmen met het Strategisch Plan Sporten en Spelen in de Openbare Ruimte VN2021-012342 De VOORZITTER: Ik kijk even of er behoefte is aan het afleggen van een stemverklaring. Dat is, denk ik, niet het geval. Aan de orde is de stemming over de voordracht VN2021-012342. De voordracht VN2021-012342 wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de voordracht VN2021-012342 met algemene stemmen is aangenomen. De voordracht wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder VN2021-012342. Aan de orde is de stemming over de motie-Poot en Van Dantzig (nr. 2021.603). De motie-Poot en Van Dantzig (nr. 2021.603) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Poot en Van Dantzig (nr. 2021.603) is aangenomen met de stemmen van CDA en Partij voor de Dieren tegen. 48 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Vergaderdatum 8 juli 2021 Raadsnotulen 29. Vaststellen van de Omgevingsvisie Amsterdam 2050 ‘Een menselijke metropool’ VN2021-016730 De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Van Renssen voor een stemverklaring. Mevrouw VAN RENSSEN (stemverklaring): We hebben een stemverklaring bij 2021.633. Daar zullen we tegen stemmen. Sport is uiteraard heel belangrijk en er moeten voldoende sportterreinen zijn voor alle Amsterdammers, maar het midden van de ene wijk is niet altijd de gunstige plek voor de mensen in de aangrenzende wijken, die juist ook van die sportvoorzieningen gebruik moeten maken. Soms is de rand van de ene wijk het midden van twee wijken. Vandaar dat wij tegen zullen stemmen. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Yilmaz voor een stemverklaring. De heer YILMAZ (stemverklaring): Een stemverklaring namens collega Kili. Ondanks dat er goede punten in staan en dat onze motie over eeuwigdurend begraven verwerkt is in de visie stemmen we toch tegen. Op voor onze fractie cruciale punten wijkt de visie af van hoe wij de stad zouden willen zien. Aan de orde is de stemming over het amendement-Bloemberg-Ilssa, Kuiper en Veldhuyzen (nr. 2021.562). Het amendement-Bloemberg-Issa, Kuiper en Veldhuyzen (nr. 2021.562) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De VOORZITTER constateert dat het amendement-Bloemberg-lssa, Kuiper en Veldhuyzen (nr. 2021.562) is verworpen met de stemmen van ChristenUnie, Partij voor de Dieren, DENK, BIJ1, NIDA, Partij van de Ouderen en Forum voor Democratie voor. Aan de orde is de stemming over het amendement-Bloemberg-Issa (nr. 2021.563). Het amendement-Bloemberg-lssa (nr. 2021.563) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De VOORZITTER constateert dat het amendement-Bloemberg-Issa (nr. 2021.563) is verworpen met de stemmen van Forum voor Democratie, Partij van de Ouderen, ChristenUnie, Partij voor de Dieren en BIJ1 voor. Aan de orde is de stemming over het amendement-Bloemberg-Issa (nr. 2021.564). Het amendement-Bloemberg-lssa (nr. 2021.564) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De VOORZITTER constateert dat het amendement-Bloemberg-Issa (nr. 2021.564) is verworpen met de stemmen van BIJ1, Partij voor de Dieren, ChristenUnie, Partij van de Ouderen en Forum voor Democratie voor. 49 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Vergaderdatum 8 juli 2021 Raadsnotulen Aan de orde is de stemming over het amendement-Bloemberg-Issa (nr. 2021.565). Het amendement-Bloemberg-lssa (nr. 2021.565) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat het amendement-Bloemberg-Issa (nr. 2021.565) is aangenomen met de stemmen van NIDA, BIJ1, PvdA, DENK, GroenLinks, SP, Partij voor de Dieren, D66, ChristenUnie, CDA, Partij van de Ouderen en Forum voor Democratie voor. Aan de orde is de stemming over het amendement-Bloemberg-Issa (nr. 2021.566). Het amendement-Bloemberg-lssa (nr. 2021.566) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De VOORZITTER constateert dat het amendement-Bloemberg-Issa (nr. 2021.566) is verworpen met de stemmen van VVD, Forum voor Democratie, Partij van de Ouderen, CDA, ChristenUnie, Partij voor de Dieren en BIJ1 voor. Aan de orde is de stemming over het amendement-Bloemberg-Issa (nr. 2021.567). Het amendement-Bloemberg-lssa (nr. 2021.567) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De VOORZITTER constateert dat het amendement-Bloemberg-Issa (nr. 2021.567) is verworpen met de stemmen van Forum voor Democratie, Partij van de Ouderen, CDA, ChristenUnie, Partij voor de Dieren en BIJ1 voor. Aan de orde is de stemming over het amendement-Bloemberg-Issa (nr. 2021.568). Het amendement-Bloemberg-lssa (nr. 2021.568) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De VOORZITTER constateert dat het amendement-Bloemberg-Issa (nr. 2021.568) is verworpen met de stemmen van VVD, Forum voor Democratie, Partij van de Ouderen, CDA, ChristenUnie, Partij voor de Dieren en BIJ1 voor. Aan de orde is de stemming over het amendement-Van Renssen en Boutkan (nr. 2021.607). Het amendement-Van Renssen en Boutkan (nr. 2021.607) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat het amendement-Van Renssen en Boutkan (nr. 2021.607) is aangenomen met de stemmen van NIDA en DENK tegen. Aan de orde is de stemming over het amendement-Van Renssen en Boutkan (nr. 2021.608). Het amendement-Van Renssen en Boutkan (nr. 2021.608) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. 50 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Vergaderdatum 8 juli 2021 Raadsnotulen De VOORZITTER constateert dat het amendement-Van Renssen en Boutkan (nr. 2021.608) is aangenomen met de stemmen van ChristenUnie, Partij voor de Dieren, D66, SP, GroenLinks, PvdA en BIJ1 voor. Aan de orde is de stemming over het amendement-Van Renssen en N.T. Bakker (nr. 2021.609). Het amendement-Van Renssen en N.T. Bakker (nr. 2021.609) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat het amendement-Van Renssen en N.T. Bakker (nr. 2021.609) is aangenomen met de stemmen van Forum voor Democratie, Partij van de Ouderen, CDA, ChristenUnie, Partij voor de Dieren, D66, SP, GroenLinks, JA21, PvdA en BIJ1 voor. Aan de orde is de stemming over het amendement-Van Renssen, Boutkan en N.T. Bakker (nr. 2021.610). Het amendement-Van Renssen, Boutkan en N.T. Bakker (nr. 2021.610) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat het amendement-Van Renssen, Boutkan en N.T. Bakker (nr. 2021.610) is aangenomen met de stemmen van NIDA, CDA, Partij van de Ouderen en VVD tegen. Aan de orde is de stemming over het amendement-Boomsma en Naoum Néhmé (nr. 2021.623). Het amendement-Boomsma en Naoum Néhmé (nr. 2021.623) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De VOORZITTER constateert dat het amendement-Boomsma en Naoum Néhmé (nr. 2021.623) is verworpen met de stemmen van VVD, Forum voor Democratie, Partij van de Ouderen, CDA, ChristenUnie en JA21 voor. Aan de orde is de stemming over het amendement-Naoum Néhmé en Boomsma (nr. 2021.624). Het amendement-Naoum Néhmé en Boomsma (nr. 2021.624) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De VOORZITTER constateert dat het amendement-Naoum Néhmé en Boomsma (nr. 2021.624) is verworpen met de stemmen van VVD, Forum voor Democratie, Partij van de Ouderen, CDA, JA21 en DENK voor. Aan de orde is de stemming over het amendement-Naoum Néhmé (nr. 2021.625). Het amendement-Naoum Néhmé (nr. 2021.625) wordt bij zitten en opstaan verworpen. 51 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Vergaderdatum 8 juli 2021 Raadsnotulen De VOORZITTER constateert dat het amendement-Naoum Néhmé (nr. 2021.625) is verworpen met de stemmen van VVD, Forum voor Democratie en JA21 voor. Aan de orde is de stemming over het amendement-Naoum Néhmé en Boomsma (nr. 2021.626). Het amendement-Naoum Néhmé en Boomsma (nr. 2021.626) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De VOORZITTER constateert dat het amendement-Naoum Néhmé en Boomsma (nr. 2021.626) is verworpen met de stemmen van VVD, Forum voor Democratie, Partij van de Ouderen, CDA, ChristenUnie, JA21, DENK en NIDA voor. Aan de orde is de stemming over het amendement-Naoum Néhmé en Boomsma (nr. 2021.627). Het amendement-Naoum Néhmé en Boomsma (nr. 2021.627) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De VOORZITTER constateert dat het amendement-Naoum Néhmé en Boomsma (nr. 2021.627) is verworpen met de stemmen van VVD, Forum voor Democratie, Partij van de Ouderen, CDA, Partij voor de Dieren, JA21, denk en NIDA voor. Aan de orde is de stemming over het amendement-Kreuger (nr. 2021.632). Het amendement-Kreuger (nr. 2021.632) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat het amendement-Kreuger (nr. 2021.632) is aangenomen met de stemmen van VVD, Forum voor Democratie, Partij van de Ouderen, CDA, Partij voor de Dieren, D66, SP, JA21, DENK en NIDA voor. Aan de orde is de stemming over het amendement-Kuiper (nr. 2021.634). Het amendement-Kuiper (nr. 2021.634) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat het amendement-Kuiper (nr. 2021.634) is aangenomen met de stemmen van VVD, Partij van de Ouderen, ChristenUnie, D66, GroenLinks, PvdA, DENK en BIJ1 voor. Aan de orde is de stemming over de voordracht VN2021-016730. De voordracht VN2021-016730 wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de voordracht VN2021-016730 met de stemmen van ChristenUnie, D66, SP, GroenLinks, PvdA en BIJ voor is aangenomen. De voordracht wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. VN2021-016730, met inachtneming van de daarin als gevolg van aanneming van het amendement-Bloemberg-Issa (nr. 2021.565), 52 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Vergaderdatum 8 juli 2021 Raadsnotulen amendement-Van Renssen en Boutkan (nr. 2021.607), amendement-Van Renssen en Boutkan (nr. 2021.608), amendement-Van Renssen en N.T. Bakker (nr. 2021.609), amendement-Van Renssen, Boutkan en N.T. Bakker (nr. 2021.610), amendement-Kreuger (nr. 2021.632) en amendement-Kuiper (nr. 2021.634) aangebrachte wijzigingen. Aan de orde is de stemming over de motie-Bloemberg-lssa (nr. 2021.553). De motie-Bloemberg-Issa (nr. 2021.553) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Bloemberg-Issa (nr. 2021.553) is aangenomen met de stemmen van SP, JA21 en NIDA tegen. Aan de orde is de stemming over de motie-Bloemberg-lssa (nr. 2021.554). De motie-Bloemberg-Issa (nr. 2021.554) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Bloemberg-Issa (nr. 2021.554) is verworpen met de stemmen van Partij van de Ouderen, CDA, ChristenUnie, Partij voor de Dieren en BIJ1 voor. Aan de orde is de stemming over de motie-Bloemberg-lssa (nr. 2021.555). De motie-Bloemberg-Issa (nr. 2021.555) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Bloemberg-Issa (nr. 2021.555) is verworpen met de stemmen van Partij van de Ouderen, CDA, Forum voor Democratie, Partij voor de Dieren, SP, JA21 en BIJ1 voor. Aan de orde is de stemming over de motie-Bloemberg-lssa (nr. 2021.557). De motie-Bloemberg-Issa (nr. 2021.557) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Bloemberg-Issa (nr. 2021.557) is verworpen met de stemmen van Partij van de Ouderen, Partij voor de Dieren en BIJ1 voor. Aan de orde is de stemming over de motie-Bloemberg-lssa (nr. 2021.558). De motie-Bloemberg-Issa (nr. 2021.558) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Bloemberg-Issa (nr. 2021.558) is verworpen met de stemmen van ChristenUnie, Partij voor de Dieren, JA21, DENK en BIJ1 voor. Aan de orde is de stemming over de motie-Bloemberg-lssa, Van Renssen, N.T. Baker, Boutkan, De Jager, Naoum Néhmé, Veldhuyzen, Van Soest en Kuiper (nr. 2021.559). De motie-Bloemberg-lssa, Van Renssen, N.T. Baker, Boutkan, De Jager, Naoum Néhmé, Veldhuyzen, Van Soest en Kuiper (nr. 2021.559) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. 53 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Vergaderdatum 8 juli 2021 Raadsnotulen De VOORZITTER constateert dat de motie-Bloemberg-lssa, Van Renssen, N.T. Baker, Boutkan, De Jager, Naoum Néhmé, Veldhuyzen, Van Soest en Kuiper (nr. 2021.559) is met algemene stemmen aangenomen. Aan de orde is de stemming over de motie-Bloemberg-lssa (nr. 2021.560). De motie-Bloemberg-Issa (nr. 2021.560) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Bloemberg-lssa (nr. 2021.560) is aangenomen met de stemmen van VVD en NIDA tegen. Aan de orde is de stemming over de motie-Bloemberg-lssa, Van Renssen en N.T. Bakker (nr. 2021.561). De motie-Bloemberg-Issa, Van Renssen en N.T. Bakker (nr. 2021.561) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Bloemberg-lssa, Van Renssen en N.T. Bakker (nr. 2021.561) is verworpen met de stemmen van ChristenUnie, Partij voor de Dieren, SP en BIJA1 voor. Mevrouw ROOSMA: Voorzitter, we hebben een klein foutje. Bij de vorige stemming 2021.561 was de GroenLinks-fractie voor. De VOORZITTER: Ja, maar dat heeft u dus fout gestemd. Dus de motie was verworpen, maar dat wordt dan in de notulen opgenomen. Aan de orde is de stemming over de motie-Van Renssen, Nadif, Boutkan, N.T. Bakker en De Jager (nr. 2021.611). De motie-Van Renssen, Nadif, Boutkan, N.T. Bakker en De Jager (nr. 2021.611) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Van Renssen, Nadif, Boutkan, N.T. Bakker en De Jager (nr. 2021.611) is aangenomen met de stemmen van VVD, Forum voor Democratie, ChristenUnie, Partij voor de Dieren, D66, SP, GroenLinks, PvdA, BIJ1 en NIDA voor. Aan de orde is de stemming over de motie-Van Renssen en N.T. Bakker (nr. 2021.612). De motie-Van Renssen en N.T. Bakker (nr. 2021.612) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Van Renssen en N.T. Bakker (nr. 2021.612) is aangenomen met de stemmen van JA21 tegen. Aan de orde is de stemming over de motie-Van Renssen, Boutkan, N.T. Bakker en De Jager (nr. 2021.613). 54 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Vergaderdatum 8 juli 2021 Raadsnotulen De motie-Van Renssen, Boutkan, N.T. Bakker en De Jager (nr. 2021.613) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Van Renssen, Boutkan, N.T. Bakker en De Jager (nr. 2021.613) is aangenomen met de stemmen van JA21 tegen. Aan de orde is de stemming over de motie-Boutkan, Van Renssen en N.T. Bakker (nr. 2021.616). De motie-Boutkan, Van Renssen en N.T. Bakker (nr. 2021.616) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Boutkan, Van Renssen en N.T. Bakker (nr. 2021.616) is aangenomen met de stemmen van PvdA, BIJ1, DENK, GroenLinks, SP, Partij voor de Dieren, ChristenUnie en D66 voor. Aan de orde is de stemming over de motie-Naoum Néhmé en Boomsma (nr. 2021.628). De motie-Naoum Néhmé en Boomsma (nr. 2021.628) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Naoum Néhmé en Boomsma (nr. 2021.628) is verworpen met de stemmen van Partij van de Ouderen, CDA, VVD, ChristenUnie, Partij voor de Dieren, JA21, BIIJ1 en NIDA voor. Aan de orde is de stemming over de motie-Kreuger (nr. 2021.633). De motie-Kreuger (nr. 2021.633) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Kreuger (nr. 2021.633) is aangenomen met de stemmen van VVD, Forum voor Democratie, CDA, ChristenUnie, D66, SP, JA21, DENK, PvdA en NIDA voor. 30. Vaststellen van het bestemmingsplan Hamerstraatgebied, 1e herziening VN2021- 011375 De VOORZITTER: Wij stemmen allereerst, denk ik, over het amendement van de heer Boomsma. Ondanks dat deze als tweede op de stemlijst staat, gaan we eerst stemmen over amendement 629 en daarna over de voordracht. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Van Soest voor een stemverklaring. Mevrouw VAN SOEST (stemverklaring): Wij worden geacht tegen te hebben gestemd. 55 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Vergaderdatum 8 juli 2021 Raadsnotulen De VOORZITTER: Dan kunt u zo dadelijk gewoon tegen stemmen. Een stemverklaring is ‘ik ga zo tegen stemmen, omdat’. Mevrouw VAN SOEST (stemverklaring): Voorzitter, ik kan het uitgebreider maken. Ik vind de woningbouw in Noord te groot worden en op en in elkaar. Daarom stemmen wij tegen. De VOORZITTER: Dank u wel voor uw stemverklaring, mevrouw Van Soest. Zijn er verder geen leden meer van de raad die een stemverklaring willen afleggen bij dit agendapunt? Aan de orde is de stemming over het amendement-Boomsma (nr. 2021.629). Het amendement-Boomsma (nr. 2021.629) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De VOORZITTER constateert dat het amendement-Boomsma (nr. 2021.629) is verworpen met de stemmen van VVD, Forum voor Democratie, CDA, ChristenUnie, JA21 en DENK voor. Aan de orde is de stemming over de voordracht VN2021-011375. De voordracht VN2021-011375 wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de voordracht VN2021-011375 met de stemmen van NIDA en Partij van de Ouderen tegen is aangenomen. De voordracht wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder VN2021-011375. 32. Vaststellen van het bestemmingsplan “Kantoren met baliefunctie Centrum VN2021- 016205 De VOORZITTER: Daar heeft verder geen inhoudelijke bespreking over plaatsgevonden. Mijn vraag is dan ook, kan dit agendapunt worden gehamerd alsnog? Ja? Dit punt is gehamerd. De voordracht wordt zonder discussie en hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder VN2021-016205. 36. Instemmen met de conceptbrief met wensen en opvattingen over de tweede versie Verstedelijkingsconcept van de MRA Verstedelijkingsstrategie VN2021-013997 De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Martens voor een stemverklaring. 56 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Vergaderdatum 8 juli 2021 Raadsnotulen Mevrouw MARTENS (stemverklaring): Dat gaat over motie 2021.620, het anti- speculatiebeding. De VVD volgt het preadvies van de wethouder bij deze motie, die wijst op het feit dat hiervoor al landelijke wetgeving is en daarom niet lokaal geregeld zou moeten worden. Om deze reden stemt de VVD tegen. Motie 2021.622, de zelfwoonplicht. Wij geloven niet in het invoeren van een zelfwoonplicht in de gehele stad. We zien wel dat er maatregelen moeten worden genomen om deze oververhitte woningmarkt aan te pakken. De VVD is daarom voorstander van een tijdelijke opkoopbescherming in kwetsbare gebieden. De VOORZITTER: Zijn er nog andere leden die een stemverklaring willen afleggen? Dat is niet het geval. Aan de orde is de stemming over de voordracht VN2021-013997. De voordracht VN2021-013997 wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de voordracht VN2021-013997 met de stemmen van JA21 en Partij voor de Dieren tegen is aangenomen. De voordracht wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder VN2021-013997. Aan de orde is de stemming over de motie-Kreuger (nr. 2021.620). De motie-Kreuger (nr. 2021.620) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Kreuger (nr. 2021.620) is aangenomen met de stemmen van Partij van de Ouderen, CDA, ChristenUnie, Partij voor de Dieren, D66, SP, GroenLinks, JA21, DENK, PvdA, BIJ1 en NIDA voor. Aan de orde is de stemming over de motie-Kreuger (nr. 2021.621). De motie-Kreuger (nr. 2021.621) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Kreuger (nr. 2021.621) is verworpen met de stemmen van VVD. Forum voor Democratie, Partij van de Ouderen, CDA, ChristenUnie, JA21, DENK en NIDA voor. Aan de orde is de stemming over de motie-Kreuger (nr. 2021.622). De motie-Kreuger (nr. 2021.622) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Kreuger (nr. 2021.622) is aangenomen met de stemmen van Partij van de Ouderen, ChristenUnie, Partij voor de Dieren, D66, SP, JA21, GroenLinks, DENK, PvdA en BIJ1 voor. 37. Vaststellen van het Strategisch Masterplan Universiteitskwartier VN2021-016587 57 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Vergaderdatum 8 juli 2021 Raadsnotulen De VOORZITTER: We gaan stemmen over zowel de voordracht, als een aantal moties. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Martens voor een stemverklaring. Mevrouw MARTENS (stemverklaring): Het gaat over motie 2021.551, de genderscan. De titel van deze motie gaf ons wel de behoefte om even een stemverklaring te geven, want ondanks dat de naam niet iets is wat wij per definitie zien zitten, is de inhoud van de motie wel ontzettend sterk, omdat wij voorstander zijn van veiligheid voor alle vrouwen aan straat. Dus een tip aan de indienen: kies volgende keer een iets andere titel. De VOORZITTER: Ik zie de motie. Ook al is die laatste oproep eigenlijk, mevrouw Martens- Voor de volgende keer, de laatste oproep is eigenlijk geen onderdeel van de stemverklaring. Dat mag eigenlijk niet. Maar goed. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Bloemberg-lssa voor een stemverklaring. Mevrouw BLOEMBERG-ISSA (stemverklaring): Er is uitvoerig over dit punt gesproken. De heer Bakker van de SP heeft ook een motie ingediend om het plan tot nader order uit te stellen. Wij steunen die motie en wij zullen daarom op dit moment tegen de voordracht stemmen. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Van Soest voor een stemverklaring. Mevrouw VAN SOEST (stemverklaring): Ook wij zullen tegen de voordracht stemmen en voor de motie van de SP. De VOORZITTER: Dat is ook weer een stemaankondiging. Dat mag op zich ook, zo vlak voor het reces. Aan de orde is de stemming over de voordracht VN2021-016587. De voordracht VN2021-016587 wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de voordracht VN2021-016587 met de stemmen van Partij van de Ouderen, Partij voor de Dieren, SP en BIJ1 tegen is aangenomen. De voordracht wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder VN2021-016587. Aan de orde is de stemming over de motie-N.T. Bakker (nr. 2021.517). De motie-N.T. Bakker (nr. 2021.517) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De VOORZITTER constateert dat de motie-N.T. Bakker (nr. 2021.517) is verworpen met de stemmen van Partij van de Ouderen, ChristenUnie, Partij voor de Dieren, SP, JA21 en BIJ1 voor. 58 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Vergaderdatum 8 juli 2021 Raadsnotulen Aan de orde is de stemming over de motie-Warmerdam, De Fockert en Boutkan (nr. 2021.519). De motie-Warmerdam, De Fockert en Boutkan (nr. 2021.519) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Warmerdam, De Fockert en Boutkan (nr. 2021.519) is aangenomen met de stemmen van JA21, VVD en Partij van de Ouderen tegen. Aan de orde is de stemming over de motie-De Fockert, Bloemberg-lssa, Warmerdam en Boutkan (nr. 2021.550). De motie-De Fockert, Bloemberg-Issa, Warmerdam en Boutkan (nr. 2021.550) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de motie-De Fockert, Bloemberg-lssa, Warmerdam en Boutkan (nr. 2021.550) is aangenomen met de stemmen van CDA, Forum voor Democratie en JA21 tegen. Aan de orde is de stemming over de motie-De Fockert (nr. 2021.551). De motie-De Fockert (nr. 2021.551) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de motie-De Fockert (nr. 2021.551) is aangenomen met de stemmen van Partij van de Ouderen, SP en JA21 tegen. Aan de orde is de stemming over de motie-De Fockert en Warmerdam (nr. 2021.552). De motie-De Fockert en Warmerdam (nr. 2021.552) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de motie-De Fockert en Warmerdam (nr. 2021.552) is aangenomen met de stemmen van Partij van de Ouderen tegen. 39. Kennisnemen van de financiële jaarstukken van de recreatieschappen Twiske- Waterland, Spaarnwoude en Groengebied Amstelland en instemmen met de concept- zienswijzen VN2021-012914 De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Bloemberg-lssa voor een stemverklaring. Mevrouw BLOEMBERG-ISSA (stemverklaring): De Partij voor de Dieren vindt dat festivals of evenementen niet nodig zouden moeten zijn om de natuur te kunnen beheren. Daarom zullen we tegen stemmen. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Kuiper voor een stemverklaring. 59 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Vergaderdatum 8 juli 2021 Raadsnotulen Mevrouw KUIPER (stemverklaring): Voor ons geldt hetzelfde. We sluiten ons bij dezelfde stellingname aan. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Van Soest voor een stemverklaring. Mevrouw VAN SOEST (stemverklaring): Wij vinden dat er in het groen geen festivals thuishoren. Dus daarom zullen we tegen stemmen. De VOORZITTER: Dank voor deze duidelijke stemverklaring. Dat was een heel goede stemverklaring. In ieder geval niet qua inhoud, maar dit was een stemverklaring. Ik moet me helemaal- Het was een stemverklaring. Dank daarvoor. Ik moet me er verder niet over uitlaten. Aan de orde is de stemming over de voordracht VN2021-012914. De voordracht VN2021-012914 wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de voordracht VN2021-012914 met de stemmen van Partij van de Ouderen, ChristenUnie, Partij voor de Dieren en NIDA tegen is aangenomen. De voordracht wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder VN2021-012914. Aan de orde is de stemming over de motie-N.T. Bakker en Bloemberg-Issa (nr. 2021.518). De motie-N.T. Bakker en Bloemberg-lssa (nr. 2021.518) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De VOORZITTER constateert dat de motie-N.T. Bakker en Bloemberg-lssa (nr. 2021.518) is verworpen met de stemmen van NIDA, BIJ1, SP, DENK, Partij voor de Dieren, ChristenUnie, CDA en Partij van de Ouderen voor. 41. Instemmen met het toepassen van de Wet voorkeursrecht gemeenten op een deel van de locatie Willem Fenengastraat te Amsterdam (Kauwgomballenkwartier) VN2021- 015073 De VOORZITTER: Daar hebben we verder niet over gesproken. Dus de vraag is of dit gehamerd zou kunnen worden alsnog. Ja. Dit punt is gehamerd. De voordracht wordt zonder discussie en hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder VN2021-015073. 60 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Vergaderdatum 8 juli 2021 Raadsnotulen 44. (Gedeeltelijk) opheffen van geheimhouding op documenten inzake de totstandkoming van de vernieuwing van het erfpachtstelsel in de periode 2014 —2018 naar aanleiding van herbeoordeling in het kader van actief openbaar maken VN2021-017665 De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Van Schijndel voor een stemverklaring. De heer VAN SCHIJNDEL (stemverklaring): Ik zal voor stemmen met de aantekening dat ik van mening ben dat grotere ruimhartigheid betuigd moet worden bij openbaarmaking van stukken van grond en ontwikkeling. De VOORZITTER: Zijn er andere leden die behoefte hebben aan het afleggen van een stemverklaring? Dat is niet het geval. Aan de orde is de stemming over de voordracht VN2021-017665. De voordracht VN2021-017665 wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de voordracht VN2021-017665 met algemene stemmen is aangenomen. De voordracht wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder VN2021-017665. 47. Vaststellen van de Parkeerbelastingverordening 2021 in verband met het invoeren van betaald parkeren in Geuzenveld e.o. VN2021-015594 De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Van Soest voor een stemverklaring. Mevrouw VAN SOEST (stemverklaring): Wij vinden dat de lokale belastingen de pan uit rijzen en daar de parkeerbelasting er nog eens een keertje bovenop komt, stemmen wij tegen deze voordracht. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Martens voor een stemverklaring. Mevrouw MARTENS (stemverklaring): Wij vinden dit voorstel te rigoureus. Er zijn voor bewoners en bezoekers geen alternatieven. Daarom stemmen wij tegen betaald parkeren in Geuzenveld. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Veldhuyzen voor een stemverklaring. De heer VELDHUYZEN (stemverklaring): BIJ1 stemt nu voor, maar wel met de opmerking dat BIJ1 na het reces dus nog kritisch gaat kijken naar klimaatrechtvaardigheid. Dat heeft ook hiermee te maken. 61 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Vergaderdatum 8 juli 2021 Raadsnotulen De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Van Lammeren voor een stemverklaring. De heer VAN LAMMEREN (stemverklaring): Wij zullen voor de motie van het gratis parkeren op islamitische feestdagen stemmen. Nu zijn we helemaal tegen gratis parkeren, maar laten we dan ook maar gewoon Nederland gelijktrekken voor elk geloof. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Taimounti voor een stemverklaring. De heer TAIMOUNTI (stemverklaring): Wij zullen tegen dit voorstel stemmen, omdat het eigenlijk een verkapte vorm van een melkkoe is. Als we echt iets voor de buurtbewoners willen doen, dan beginnen we met het opknappen van de haltes aan de Johan Huizingalaan. Dat lijkt ons een beter voorstel. De VOORZITTER: Dan zie ik dat er verder geen behoefte meer is aan het afleggen van stemverklaringen. Aan de orde is de stemming over de voordracht VN2021-015594. De voordracht VN2021-015594 wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de voordracht VN2021-015594 met de stemmen van PvdA, BIJ1, GroenLinks, SP, Partij voor de Dieren en D66 voor is aangenomen. De voordracht wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder VN2021-015594. Aan de orde is de sternming over de motie-Yilmaz (nr. 2021.527). De motie-Yilmaz (nr. 2021.527) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Yilmaz (nr. 2021.527) is verworpen met de stemmen van DENK, JA21, NIDA en Partij van de Ouderen voor. Aan de orde is de stemming over de motie-Yilmaz (nr. 2021.528). De motie-Yilmaz (nr. 2021.528) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Yilmaz (nr. 2021.528) is verworpen met de stemmen van CDA, JA21, DENK, NIDA en Forum voor Democratie voor. Aan de orde is de stemming over de motie-Yilmaz (nr. 2021.529). De motie-Yilmaz (nr. 2021.529) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Yilmaz (nr. 2021.529) is verworpen met de stemmen van VVD, Partij van de Ouderen, DENK, BIJ1 en NIDA voor. Aan de orde is de stermming over de motie-Yilmaz (nr. 2021.530). 62 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Vergaderdatum 8 juli 2021 Raadsnotulen De motie-Yilmaz (nr. 2021.530) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Yilmaz (nr. 2021.530) is aangenomen met de stemmen van Partij voor de Dieren tegen. Aan de orde is de stemming over de motie-Yilmaz (nr. 2021.531). De motie-Yilmaz (nr. 2021.531) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Yilmaz (nr. 2021.531) is verworpen met de stemmen van ChristenUnie, DENK, BIJ1 en NIDA voor. Aan de orde is de stemming over de motie-Boomsma (nr. 2021.635). De motie-Boomsma (nr. 2021.635) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Boomsma (nr. 2021.635) is verworpen met de stemmen van Forum voor Democratie, Partij van de Ouderen, CDA, VVD, ChristenUnie, JA21, DENK en NIDA voor. Aan de orde is de sternming over de motie-Yilmaz (nr. 2021.636). De motie-Yilmaz (nr. 2021.636) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Yilmaz (nr. 2021.636) is verworpen met de stemmen van Partij van de Ouderen, Partij voor de Dieren, PvdA, DENK en NIDA voor. 54. Instemmen met het wijzigen van de Gemeenschappelijke Regeling Vervoerregio Amsterdam (VRA) en het uiten van wensen en bedenkingen bij het verwerven door de VRA en het creëren door het College van een prioriteitsaandeel in GVB Holding N.V. voor de VRA VN2021-015313 De VOORZITTER geeft het woord aan de heer N.T. Bakker voor een stemverklaring. De heer N.T. BAKKER (stemverklaring): Wij zijn voor dit voorstel, omdat we vinden dat publieke voorzieningen in publieke handen horen. Ook Amsterdams openbaar vervoer hoort in handen te zijn van Amsterdammers. Met dit besluit heeft de Vervoerregio juridisch voldoende zeggenschap over de marktbewerking buiten de deur te houden en ervoor te zorgen dat de Amsterdamse GVB het ov in de hoofdstad mag blijven verzorgen. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Martens voor een stemverklaring. Mevrouw MARTENS (stemverklaring): De wethouder heeft met zijn brief het nut en noodzaak van het prioriteitsaandeel voldoende toegelicht. We zullen dus voor stemmen. Maar we zullen wel nauwlettend het traject met betrekking tot de conversie Amsterdam blijven volgen. 63 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Vergaderdatum 8 juli 2021 Raadsnotulen De VOORZITTER: Ik kijk nog even rond. Zijn er andere leden die een stemverklaring willen afleggen over dit onderwerp? Dat is niet het geval. Aan de orde is de stemming over de voordracht VN2021-015313. De voordracht VN2021-015313 wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de voordracht VN2021-015313 met de stemmen van ChristenUnie, JA21 en BIJ1 tegen is aangenomen. De voordracht wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder VN2021-015313. 55. Uiten van wensen en bedenkingen inzake de uitplaatsing van gemeentelijke taken in het ov-domein VN2021-015359 De VOORZITTER: Is er behoefte aan het afleggen van een stemverklaring? Ja, we kijken even, moeten we er eigenlijk over stemmen? Dat kan, denk ik, geen kwaad. Ik heb ook wel het idee dat die misschien wel wordt aangenomen, dus dan is het ook- Ik zou willen vragen, zijn er leden die het woord willen over agendapunt 55? Ik zit even te kijken. Misschien, de heer Van Lammeren heeft wel gelijk. De heer VAN LAMMEREN: Het is een TKN, maar, volgens mij, beslispunt vier, daar twijfelde ik ook of het überhaupt stembaar is. Maar laten we dat een keer in het presidium bespreken. Dat is een ordepunt. De VOORZITTER: Welk agenda- De heer VAN LAMMEREN: Nee, het gaat namelijk over beslispunt vier. Maar daar moeten we het ook een keer in het presidium over hebben, want er staat ‘kennis te nemen van het besluit’ en dan wordt het erg onduidelijk. De VOORZITTER: De griffier en ik gaan heel even kijken of het in stemming worden gebracht. Dan hebben we direct even een informeel korte pauze. Wel graag op uw plaats blijven. De griffier en ik zijn tot de conclusie gekomen dat over agendapunt 55 niet gestemd hoeft te worden. Dat gaan we dan dus ook niet doen. 56. Instemmen met het gewijzigde initiatiefvoorstel Meer buurtstallingen voor de fiets van het lid Vroege en kennisnemen van de bestuurlijke reactie op het oorspronkelijke initiatiefvoorstel VN2021-011920 De VOORZITTER: Ik kijk nog even of er behoefte is aan het afleggen van een stemverklaring. Dat is niet het geval. 64 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Vergaderdatum 8 juli 2021 Raadsnotulen Aan de orde is de stemming over de voordracht VN2021-011920. De voordracht VN2021-011920 wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de voordracht VN2021-011920 met de stem van NIDA tegen is aangenomen. De voordracht wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder VN2021-011920. De VOORZITTER: Met de stem daartegen van de heer Taimounti is het gewijzigde initiatiefvoorstel van de heer Vroege aangenomen, waarmee ik hem ook hartelijk willen feliciteren. 59. Vaststellen van het bestemmingsplan Zuidas-Woonbuurt Ravel VN2021-013166 De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Naoum Néhmé voor een stemverklaring. Mevrouw NAOUM NÉHMEÉ (stemverklaring): De VVD stemt tegen deze voordracht, omdat hierin wordt afgeweken van het oorspronkelijke voorstel om 100 procent marktwoningen te bouwen. Het college laat hiermee een kans liggen, wat ons betreft, om 100 procent voor het middensegment te bouwen. Daarom zullen we tegen stemmen. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Veldhuyzen voor een stemverklaring. De heer VELDHUYZEN (stemverklaring): BIJ1 stemt tegen het bestemmingsplan, omdat 40 procent sociale huur te laag is tijdens een daklozencrisis. De VOORZITTER: Ik kijk even rond. Dan zijn er verder geen stemverklaringen. Aan de orde is de stemming over de voordracht VN2021-013166. De voordracht VN2021-013166 wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de voordracht VN2021-013166 met de stemmen van VVD, Forum voor Democratie, Partij van de Ouderen, JA21, DENK, BIJ1 en NIDA tegen is aangenomen. De voordracht wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder VN2021-013166. De heer MBARKI: Voorzitter, is dat de motie inzake beleidsnota's altijd na overleg met ondernemers op te stellen? 65 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Vergaderdatum 8 juli 2021 Raadsnotulen De VOORZITTER: Nee. Dit is de motie van de leden Boomsma, Kreuger en Marttin inzake stuur in tender op realiseren parkeerplaatsen voor bewoners. Die motie heeft nummer 2021.630. Het nummer staat er alleen niet bij. Aan de orde is de stemming over de motie-Boomsma, Kreuger en Marttin (nr. 2021.630). De motie-Boomsma, Kreuger en Marttin (nr. 2021.630) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Boomsma, Kreuger en Marttin (nr. 2021.630) is verworpen met de stemmen van VVD, Forum voor Democratie, Partij van de Ouderen, CDA, ChristenUnie, JA21, DENK en NIDA voor. 60. Instemmen met het volksinitiatief ‘Amsterdam heeft een keuze’ en daarmee vast te stellen de Verordening op het toerisme in balans VN2021-018518 De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Mbarki voor een stemverklaring. De heer MBARKI (stemverklaring): Wij zullen tegen de motie stemmen, omdat na het opstellen van nieuwe plannen om toerisme af te remmen of te stimuleren er voldoende ruimte en ook tijd voor inspraak met alle belanghebbenden, inclusief ondernemers en brancheorganisaties. Deze motie vraagt om eerder met deze groep om de tafel te gaan zitten en doet daarmee geen recht aan het uitgebalanceerde volksinitiatief. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Taimounti voor een stemverklaring. De heer TAIMOUNTI (stemverklaring): Wij zullen tegen het volksinitiatief stemmen, omdat ik vind dat de afgelopen jaren het centrum met name enorme klappen heeft gehad, de ondernemers klappen hebben gehad. We hebben gemerkt wat het betekent als de toeristen er niet meer zijn. We hebben nu keihard mensen nodig die hiernaartoe komen om geld uit te geven, zodat wij de ondernemers en de mensen die daarbij betrokken zijn, de werknemers, weer een kans op een normale baan kunnen geven. Dus daarom zullen we tegen stemmen. Alle toeristen zijn wat ons betreft welkom. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Veldhuyzen voor een stemverklaring. De heer VELDHUYZEN (stemverklaring): Had mijn collega het nou over zichzelf? De VOORZITTER: Nee, meneer Veldhuyzen, dat moet u echt niet doen. Het afleggen van een stemverklaring is het afleggen van een stemverklaring. De heer VELDHUYZEN (stemverklaring): BIJ1 stemt voor, maar de bovengrens van 20 miljoen is, wat ons betreft, wel te hoog. De VOORZITTER: Verder nog leden met een stemverklaring? Dat is niet het geval. 66 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Vergaderdatum 8 juli 2021 Raadsnotulen Aan de orde is de stemming over de voordracht VN2021-018518. De voordracht VN2021-018518 wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de voordracht VN2021-018518 met de stem van NIDA tegen is aangenomen. De voordracht wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder VN2021-018518. De VOORZITTER: Dan wil ik via deze weg ook de initiatiefnemers van het volksinitiatief feliciteren daarmee. Aan de orde is de stemming over de motie-Martens, Boomsma, Kreuger, Taimounti en Kuiper (nr. 2021.604). De motie-Martens, Boomsma, Kreuger, Taimounti en Kuiper (nr. 2021.604) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Martens, Boomsma, Kreuger, Taimounti en Kuiper (nr. 2021.604) is verworpen met de stemmen van VVD, Partij van de Ouderen, CDA, ChristenUnie, D66, JA21, DENK en NIDA voor. 61. Vaststellen van de financiële verordening 2022 VN2021-016738 De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Van Lammeren voor een stemverklaring. De heer VAN LAMMEREN (stemverklaring): De Financiële Verordening heeft voor- en nadelen. Wij zullen het voor - of tegen stemmen van deze voordracht laten afhangen van of motie-Torn wordt aangenomen. De VOORZITTER: Ik denk dat dat het amendement is, 2021.533. De heer VAN LAMMEREN: Excuus, amendement. Ja. De VOORZITTER: Ik kijk nog even rond of er andere leden zijn die behoefte hebben aan het afleggen van een stemverklaring. Dat is niet het geval. Aan de orde is de stemming over het amendement-Boomsma en Torn (nr. 2021.533). Het amendement-Boomsma en Torn (nr. 2021.533) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De VOORZITTER constateert dat het amendement-Boomsma en Torn (nr. 2021.533) is verworpen met de stemmen van VVD, Forum voor Democratie, Partij van de Ouderen, CDA, ChristenUnie, Partij voor de Dieren, JA21, DENK, BIJ en NIDA voor. 67 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Vergaderdatum 8 juli 2021 Raadsnotulen Aan de orde is de stemming over het amendement-Boomsma (nr. 2021.534). Het amendement-Boomsma (nr. 2021.534) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat het amendement-Boomsma (nr. 2021.534) is aangenomen met de stemmen van SP en PvdA tegen. Aan de orde is de stemming over de voordracht VN2021-016738. De voordracht VN2021-016738 wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de voordracht VN2021-016738 met de stemmen van VVD, Forum voor Democratie, Partij van de Ouderen, CDA, ChristenUnie, Partij voor de Dieren, JA21, DENK, BIJ1 en NIDA tegen is aangenomen. De voordracht wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. VN2021-016738, met inachtneming van de daarin als gevolg van aanneming van het amendement-Boomsma (nr. 2021.534) aangebrachte wijzigingen. Aan de orde is de stemming over de motie-Roosma, Van Dantzig, Biemond en Boomsma (nr. 2021.580). De motie-Roosma, Van Dantzig, Biemond en Boomsma (nr. 2021.580) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Roosma, Van Dantzig, Biemond en Boomsma (nr. 2021.580) is met algemene stemmen aangenomen. Aan de orde is de stemming over de motie-Roosma, Van Dantzig, Biemond en Boomsma (nr. 2021.581). De motie-Roosma, Van Dantzig, Biemond en Boomsma (nr. 2021.581) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Roosma, Van Dantzig, Biemond en Boomsma (nr. 2021.581) is aangenomen met de stemmen van VVD, Partij van de Ouderen, Partij voor de Dieren en NIDA tegen. 66. Bekrachtigen van de geheimhouding VN2021-017958 De VOORZITTER: Uit de lijst van de bekrachtiging wordt niet in stemming gebracht de documenten onder vijf, behorende bij voordracht VN2021-017664. Een goede voorbereiding is belangrijk. De voordracht is niet inhoudelijk besproken. Kan deze met de opmerking die ik zojuist maakte gehamerd worden? 68 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Vergaderdatum 8 juli 2021 Raadsnotulen Mevrouw NAOUM NEHMÉ: Het kan gehamerd worden. We gaan voor de voordracht stemmen, omdat de punten van de erfpacht, die u zojuist heeft genoemd, uit de voordracht worden gehaald. Oftewel, ze worden niet geheim verklaard. De VOORZITTER: Dan is die gehamerd met de opmerking die ik zojuist maakte. Dus gehamerd met de uitzondering van VN2021-017664. Dit punt is gehamerd. De voordracht wordt zonder discussie en hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder VN2021-017958. 67. Afronding commissieactualiteit De VOORZITTER: Dat betreft de ingediende motie door de heer Bakker, motie 2021.532. Is er nog behoefte aan het afleggen van een stemverklaring? Het is trouwens ‘Bakker en Van Lammeren’. Dat heb ik goed onthouden. Dat wordt ook nog verwerkt. Zijn er leden die daar nog een stemverklaring over willen afleggen? De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Mbarki voor een stemverklaring. De heer MBARKI (stemverklaring): Wij stemmen tegen de motie. Het gebrek aan transparantie bij het beloningsbeleid bij Carré heeft de PvdA eerder al aan de kaak gesteld. Deze beloning is in lijn met het gemeentelijk beleid, waar de indiener van deze motie zelf eerder mee heeft ingestemd. Daarom zijn we tegen. De VOORZITTER: Anderen een stemverklaring? Aan de orde is de stemming over de motie-N.T. Bakker (nr. 2021.532). De motie-N.T. Bakker (nr. 2021.532) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De VOORZITTER constateert dat de motie-N.T. Bakker (nr. 2021.532) is verworpen met de stemmen van NIDA, BIJ1, DENK, SP, Partij voor de Dieren, ChristenUnie en Partij van de Ouderen voor. 68. Verlenen van eervol ontslag aan de directeur Rekenkamer Metropool Amsterdam VN2021-017794 De VOORZITTER: Die is niet inhoudelijk besproken, maar dat komt omdat die vergeten was op de hamerlijst te zetten. Dus hij is ook nog niet gehamerd. Maar ik kijk even, kan deze alsnog gehamerd worden? Dat betreft agendapunt 68 en dat is het verlenen van eervol ontslag aan de directeur van de Rekenkamer Metropool Amsterdam. Dan is dat bij deze ook besloten. Dit punt is gehamerd. 69 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Vergaderdatum 8 juli 2021 Raadsnotulen De voordracht wordt zonder discussie en hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder VN2021-017794. De VOORZITTER: Dan zijn we aan het einde gekomen van deze stemmingen en daarmee ook aan de laatste raadsvergadering voor het zomerreces. Ik wil iedereen- Voordat ik iedereen gedag zeg, ga ik mevrouw Kuiper van de ChristenUnie eerst nog het woord geven. Mevrouw KUIPER: Ik zou ook heel graag vakantie willen, maar ik heb toch nog een fout gemaakt en ik zou daar graag even een aantekening van willen hebben. Dat betreft de motie over zwarte piet. Wij zijn ook niet dol op zwarte piet, maar we zijn het niet eens met deze motie. Ik heb daarover verkeerd gestemd. De VOORZITTER: Oké, dus u heeft per ongeluk voor de motie gestemd, zegt u? Per abuis, ja. Mevrouw KUIPER: Ja, en ik wil graag de aantekening dat ik tegen heb gestemd. De VOORZITTER: U heeft voor gestemd, maar dat u graag tegen had willen stemmen. Ja. In retrospectief. Dat is bij deze genoteerd. Ik zou graag alle leden van de gemeenteraad een zeer welgemeend en goed zomerreces willen wensen, in het bijzonder mevrouw Heinhuis die er op dit moment niet bij is, maar die voor het laatst bij ons is voordat zij met zwangerschapsverlof gaat. Wij wensen haar in het bijzonder al het goeds toe. Ik wens u een heel goed zomerreces toe en hoop u allen weer te zien in september. Dan gaan we weer verder. Ik sluit de vergadering. De VOORZITTER sluit de vergadering om 22.30 uur. 70 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Vergaderdatum 8 juli 2021 Raadsnotulen INDEX 2021.505 Motie van de leden De Graaff inzake het tekort van arbeidsparticipatie van statushouders in de ouderenzorg 2 2021.532 Motie van de leden N.T. Bakker en Van Lammeren inzake exorbitante salariëring van de Carré directie___ __14 2021.604 Motie van de leden Martens, Boomsma, Kreuger, Taimounti en Kuiper inzake de verordening ‘toerisme in balans’ (beleidsnota's altijd na overleg met ondernemers opstellen) B 2021.630 Motie van de leden Boomsma, Kreuger en Marttin inzake het bestemmingsplan Zuidas Woonbuurt Ravel (stuur in tender op realiseren parkeerplaatsen voor bewoners) 3 VN2021-013166 Vaststellen van het bestemmingsplan Zuidas-Woonbuurt Ravel __ 3 VN2021-018518 Instemmen met het volksinitiatief ‘Amsterdam heeft een keuze’ en daarmee vast te stellen de Verordening op het toerisme in balans 5 71
Raadsnotulen
71
val
| Bas KART gm De RES men ik nt , ed Rn zeik kk Ze Re En hf £ NE À En , hs. É ek 2 Pi ki Se. WE de ie DE St A Ro Int, d Se B. ei B eCG dà a ge Eh) art ed ENT er 0 ne A DS Ee pf + TA Ee ng 4 & - EA k 5 / de hheet û je EE At, REEN Hi a KN vg RS hee di EO ala jk BN Re Tas AR 5 re EAP Ll ee er TE ADs erder, nie ee zl / PEA he ze Ze hie kre : ne de B REN B $ Pe Oe RS jn ke ig £ 4Á 0 En het \ 7 P Ales Ak Ce HS Dn SE a 3 adt MeeR AS 5) EN Ee Se Ie 5 SS CN ki ie RAF NE nt EE r En We RN 5 E N, bt bte EE St saps ni CAE EE Ee 10 ES: A EEE ze SCO NS ONE td AE ee 6 NR ie skf id dd de ahd B e lk id j Ke 5 NE gn Ek € EEE Ee 0E AE) zr Ee 5 ike 16 à enn ef an er f ê cl ES Tr REE arn RRS PE ik PA Et Ts A |E nn nT Pe are a 3 S Ee LN Reek AN a ek kf atd Ne 4 EER MEE AE ES , Sr a En & Be AE Een es 5 eN f TEE Be Ne ON fe en re a Ean en ej Rf KE Ee ER > \ es ij Pe ON. EE OE ee zie / ia en Ai k zis MT ME 7 HET TT Neb oen di En —_— ee EEE TE ann) SS WEE TE TRE wen e . À EE KA Tm ir Technische Adviescommissie Hoofdgroenstructuur (TAC) oktober 2022 cer OE A NE a REN: e En —_S WEN 8 EN en a WE ee PAR f MEIN TT lk mi vR. A ene Ct a ii AE KC NE N | k 2 Eeke. AE | Ws kn Krea Lid ekke de Te Lee ij 5 3 : mA Nie DES SE CE a OENE ONE Cs ) nd A RO ELO RA agen) DARI LR EROP re 1 Sr El Jen EE Bp Hal Oe ENE Oe: 1/ EE EN EE dn En Oi de Di 0 EL ril Le ne ed hed Re SE ; 4 ANA EE NO : Ë E sr tn PE eh eh kde ie Ke Be / Bn EE ne ie et, u 8 Gehl S a NE ze 5 - ee Informatie: [email protected] 06-23457013 www.amsterdam.nl/TAC Fotoverantwoording: Voorkant: Nelson Mandelapark foto’s: Frank Bakkum en Fotobank Gemeente Amsterdam, Meerjarenverslag - TAC 2022 Inhoudsopgave Voorwoord 1. Inleiding 5 2. Een terugblik 6 3. Een blik vooruit richting nieuwe Hoofdgroenstructuur 8 4. Vernieuwen 12 4. Bijlagen Gemeente Amsterdam Voorwoord Amsterdammers koesteren hun groene stad. En Amsterdam Met het oog op behoud en versterking van groen in de stad trekt ook velen van buiten aan, om te werken, om te wonen, _ dienen de verschillende belangen zorgvuldig tegen elkaar om een bezoekje te brengen of om vakantie te houden. Dat te worden afgewogen. De technische adviescommissie hoort bij de magneet die Amsterdam is. Hoofdgroenstructuur (TAC) doet hiervoor het voorwerk. De strijd om de ruimte speelt zich niet alleen af tussen Daarbij weet zij zich gesteund door het brede draagvlak ‘rood’ en ‘groen’. Ook binnen ‘groen’ is er onderlinge con- voor het groen in de stad bij de bewoners en gebruikers, currentie, bijvoorbeeld tussen het recreatieve belang en door support hiervoor binnen de ambtelijke diensten van het ecologische, tussen verpozing en verenigingssporten. de stadsdelen en de centrale stad en door het nieuwe Gelukkig komt er ook binnen de stad het nodige groen bij, Programakkoord waarmee het college blijft inzetten op denk bijvoorbeeld aan het Brasapark op het dek van de A9, verdere vergroening van wijken en buurten en versterken tussen het Gaasperpark en het Nelson Mandelapark. Een van de ecologische waarde van de stad. mooi voorbeeld van gestapelde functies, met een park als Dit meerjarenverslag biedt niet alleen een kijkje in de toplaag. Ook de herstructurering van oude bedrijventer- keuken van de TAC van de afgelopen periode, maar ook reinen biedt ruimte aan nieuwe parken. Op het voormalige een visie van de TAC op de Hoofdgroenstructuur in de Zuidergasfabriekterrein is Park Somerlust aan de Amstel nabije toekomst. al een hotspot en is het Bellavistapark aangelegd. Een getuigenis dat een verkleuring van groen naar rood als de wil er is wel degelijk omkeerbaar is: de stenen stad wordt groener. Het is aan de gemeente om te zorgen dat Amsterdam een groene stad blijft en dat het groen niet ten behoeve van ‘rode’ functies stukje bij beetje je wordt ingeleverd. De Dr. Marijke van Schendelen actualiteit van klimaatadaptatie en hittestress, de ongelijke Voorzitter Technische Adviescommissie impact daarvan op verschillende bewonersgroepen en de Hoofdgroenstructuur (TAC) kansenongelijkheid benadrukken dat nog eens. ik IN df a Eeken. ES RER JAR LA rr’ 8 & Z DS ‘ DLA Ie cre es © Bà ne Pee DN Meerjarenverslag - TAC 2022 1. Inleiding Soms doen we het anders. Dit jaarverslag gaat over meer dan één jaar, het is een jarenverslag. Achterin vindt u het overzicht van de advisering over 2020 en 2021. Maar we beginnen met een terug- en vooruitblik over iets langere tijd. Waarom? Omdat de Hoofdgroenstructuur van Amsterdam aan de vooravond van een vernieuwing staat — beleidsmatig met de vaststelling van een nieuw beleidskader eind 2022 - en het oude kader (Structuurvisie Amsterdam 2040) is opgevolgd door een nieuwe Omgevingsvisie Amsterdam 2050. Een Omgevingsvisie waarin rigoureus vergroenen als een van de vijf strategische keuzes is opgenomen. En omdat buiten, in de werkelijkheid van de stad, de nieuwe stedelijke opgaven ook een metamorfose van het stedelijk groen noodzakelijk maken. En daarmee kan samenhangen dat ook de TAC aan de vooravond staat van een nieuwe taakomschrijving. Status Hoofdgroenstructuur en Technische Besluiten B&W van een negatief advies af te wijken, dan Adviescommissie moet de afwijking voor instemming worden voorgelegd De Technische Adviescommissie (TAC) houdt zich bezig aan de gemeenteraad. met de Hoofdgroenstructuur van Amsterdam. Deze In de loop der jaren is een aantal beleidskaders toege- bestaat sinds 2003 en ligt verankerd in de Structuurvisie voegd, die beleid voor gebiedsdelen van de gemeente Amsterdam 2040 (2011): “de minimaal benodigde hoeveel- _ formuleren en daar “in de plaats komen’ van beleid dat in heid groen die Amsterdam wil borgen (…)”. Let op: minimaal de Structuurvisie is vastgelegd. Een voorbeeld hiervan is - groen - wil - borgen; minder mag niet, het moet groen het Beleidsvisie en toetskader Stadsrandpolder Waterland zijn. Als daarin soms chlorofyl verandert in steen, EN de TAC (2012). Ook zijn stukjes van de Hoofdgroenstructuur afge- acht dat inpasbaar, is het nog steeds groen. Er is aantasting snoept en zijn er bij realisatie van nieuw groen stukken aan als de verandering van groen in steen of verharding niet de Hoofdgroenstructuur toegevoegd. inpasbaar is, of als de omvang van de Hoofdgroenstructuur Binnen de Hoofdgroenstructuur vinden transformaties afneemt. Het is wat de Amsterdammers willen, en de plaats: de intensivering van de stad leidt ertoe dat exten- gemeente neemt zich voor het te beschermen: de sieve delen van de Hoofdgroenstructuur Hoofdgroenstructuur mag niet worden aangetast. Zijn er (e.g. struinnatuur) worden ontwikkeld tot intensievere plannen die de Hoofdgroenstructuur raken in afwijking (e.g. stadspark). Naast het Hoofdgroenstructuurbeleid is van het bestemmingsplan (straks omgevingsplan), dan nog ander ‘groen’ beleid gevormd en ruimtelijk gede- worden die door de gemeente ter toetsing voorgelegd finieerd, dat ruimtelijk en functioneel aansluit op de aan de TAC. Deze onafhankelijke, door de gemeenteraad Hoofdgroenstructuur (zoals de Groenvisie 2050 en de benoemde commissie heeft zich te houden aan de vastge- referentienorm groen voor gebiedsontwikkelingen). Ook legde criteria, en formuleert haar adviezen verder binnen waterbeleid raakt de Hoofdgroenstructuur. de interpretatieruimte die bestaat tussen de beleidsmatige doelstellingen van het Hoofdgroenstructuurbeleid en de Al met al was er, met de komst van de Omgevingsvisie, het ruimtelijke en functionele werkelijkheid van de aange- omgevingsplan en een nieuw coalitieakkoord, reden om de boden plannen. De TAC adviseert aan B&W of initiatieven oude Hoofdgroenstructuur te evalueren en te herijken. inpasbaar zijn in de Hoofdgroenstructuur. Gemeente Amsterdam 5 2. Een terugblik De TAC begon medio 2003. Sedertdien zijn de rand- Hoewel de TAC gebonden is aan een toetsende rol, vervult voorwaarden van de Hoofdgroenstructuur geleidelijk ze ook steeds meer een signalerende rol: de TAC neemt, gewijzigd en is ook een — lokaal, nationaal en internatio- omdat zij de ontwikkelingen rond het stedelijk groen in naal - politiek besef gegroeid van de veranderingen. De heel Amsterdam en langjarig overziet, tendensen waar die Hoofdgroenstructuur bewees zich als waardevol juri- in een andere context onzichtbaar blijven. Op basis daarvan disch planologisch instrument ruimschoots reden om neemt de TAC zo nu en dan de vrijheid zaken te adresseren. hem in 2011 te integreren in het beleidskader van de Zo geeft de TAC steeds vaker advies op concept beleids- Structuurvisie 2040. Initiatieven in de Hoofdgroenstructuur visies (denk aan de adviezen over: Koers2025; Agenda zijn frequent bespreekpunt in de raad(scommissie). Een Groen; Groenvisie 2050; Visie Openbare Ruimte; Nota verordening voor de taakstelling van de TAC is door de Duurzaam Landschap; Volkstuinenbeleid; Omgevingsvisie Gemeenteraad vastgesteld. De TAC werkt met een vast 2050; Cultuurhistorische verkenning binnentuinen; vijfwekelijks vergaderschema, dat te raadplegen is op de bestuursopdracht Vrije Ruimte; Windvisie en de Regionale website van de gemeente Amsterdam. Ook de adviezen Energie Strategie). Ook vroeg de TAC aandacht voor thema- worden daar gepubliceerd. tische opgaven (stadslandbouw; verhardingspercentages in relatie tot de sportopgave; kunstgras; energietransitie; De TAC toetst of initiatieven inpasbaar zijn in de druk op struinnatuur) via thematische adviezen, onze Hoofdgroenstructuur. Het advies kan positief, negatief jaarverslagen en bilateralen met de wethouder Ruimtelijke of positief onder voorwaarden zijn. Vertegenwoordigers Ordening en Portefeuillehouders bij de stadsdelen. namens B&W kunnen bij de TAC een advies dan wel pre- advies inwinnen, afhankelijk van het stadium waarin een initiatief zich bevindt. De statistieken laten zien dat het aandeel negatieve adviezen op jaarbasis in de loop der jaren is afgenomen (zie verder Hoofdstuk 3). Dat komt mede omdat de notie van het bestaan en belang van de Hoofdgroenstructuur en de rol van de TAC hierbij gelei- delijk aan onderdeel zijn geworden van het collectieve geheugen van Amsterdam. Ook worden plannen vaker dan voorheen in een vroeg stadium aan de TAC voorgelegd. Ge ld m Le À OK ) vp A k p Se 74 p s Se AA Bn, ro m b Ns Îe. a. in Mal We 7 gE nn ed. es Nl: eden | ine vò ke 5 e 5 Bà E 7 | Î $ A en ze A pe -” \ \ AAN km a N Ve CAE EEn Te Tet ZA Pf Geel zn & mi % d nà e 2002 6 Meerjarenverslag - TAC 2022 Wat werkte er goed aan de Hoofdgroenstructuur? Wat werkte er goed aan de TAC? e _ De erkenning van het stedelijk groen als een onmisbare « Een compacte onafhankelijke commissie van component van de stad, die kwetsbaar is en dus deskundigen, die live beraadslaagt. Soms is de richting bescherming behoeft. van het advies snel duidelijk, soms ontstaat het advies e De inbedding in een ruimtelijke Structuurvisie uit de gedachtewisseling. Verschillende disciplines van Amsterdam, die ook andere dan groene leveren evenzoveel invalshoeken; deelnemers zijn beleidsambities in zich heeft: een afgewogen en bereid die van de anderen toe te laten; de discussie integrale basis. leidt tot gezamenlijkheid. e _ De combinatie van visie en instrumentarium * _De continuïteit en kennisborging binnen de (toetsingscriteria) waardoor middelen en doel van adviescommissie, middels het getrapt inwerken en de bescherming van de Hoofdgroenstructuur steeds vervangen van TAC-leden. gekoppeld zijn. e _ De vijfwekelijkse frequentie van TAC-vergaderingen _ Het beschermingsmechanisme — wie de en mogelijkheid om in geval van spoed tussentijds te Hoofdgroenstructuur wil beschadigen, heeft een lange adviseren. weg voor zich. e _ De status van de adviezen — TAC adviezen worden e _ De beschermings- en ontwikkelconstructie: meestal opgevolgd (zie verder Hoofdstuk 3), zo beleidsintenties (bescherming en versterking) niet dan volgt afwijking pas na instemming door de en beleidsmaatregelen (toetsingscriteria) in de gemeenteraad. Structuurvisie en grondgebruiksregelingen in het e _ De duidelijke en feitelijke criteria; zij bakenen de bestemmingsplan, met niets daartussenin. adviesruimte af. Waar de feitelijke criteria (geen e _ De grote betrokkenheid bij dit instrument van zowel overnachting’) geen houvast bieden, zijn er in de politiek, media als de stad: iedereen heeft een mening criteria nog ‘interpretatiekompassen’ (draagt bij aan de over groen. bruikbaarheid van …. e _ Het ambtelijk voorwerk. Dat levert context die afzonderlijke leden van de commissie niet kunnen hebben; heeft weet van voorgaande adviezen (geheugen’), en vormt de trait d'union naar bestuurlijke en raads-overwegingen. e _Het ambtelijk nawerk: uitwerken van notulen en adviezen - niet in de laatste plaats omdat daardoor het werk voor de commissieleden beperkt blijft tot inhoudelijke zaken. | RE DA ‘ el) A € 5e % —%, Gt Á 4 EE A \ b et Ee Eee Ì ne de Ds Ne ta mn Keen #7 5 ze LS ee, ( 7 / r F e ob Z : " N / 2 | S " Jan, ia en 7 > EF == LS ae eN EPE a e Ni NEN vo ‘ PE ee ret è sekte et wi 4 CA eik én E maan de 5 5 \ EN p ‘ VN \ É ” 2011 2022 Gemeente Amsterdam 7 Wat werkte er niet goed aan de Hoofdgroenstructuur? On On e _ Het fenomeen ‘tijdelijkheid’: na afloop van tijdelijke * Te laat in de planvorming bij gebiedsontwikkeling komt aantasting van de Hoofdgroenstructuur wordt deze de notie van ligging in de Hoofdgroenstructuur naar aantasting veelal verlengd, dan wel opgevolgd door voren. Daardoor worden de beleidsuitgangspunten een andere tijdelijke aantasting (vaak op dezelfde van de Hoofdgroenstructuur en de criteria plaats). van inpasbaarheid soms weinig benut ter s e _ Hetgebrek aan visie bij de planindiener op de context versterking ven de Hoofdgroenstructuur in deze . … . gebiedsontwikkelingen. van het voornemen — zowel ruimtelijk, functioneel als in de tijd. Bijvoorbeeld een initiatief tot horeca in een park, waar al horeca is, , Wat werkte er niet goed aan de TAC? e _ Zicht op het fenomeen ‘koekoeksjong’, een kleine __Nietalle planmatige aanrakingen van de voorziening, die inpasbaar lijkt, maar bij succes Hoofdgroenstructuur in afwijking van een groeit, en dan uitbreidingsruimte nodig heeft, die niet bestemmingsplan werden als zodanig opgemerkt en inpasbaar is. aan de TAC voorgelegd — maar het aantal was gering. ° Omgang met de Provinciale Ruimte-voor- e Tegelijkertijd signaleert de TAC een gebrek aan Ruimteregeling, waarin hetzij aanvragers veel meer ambtelijke verkenning van wenselijkheid tot afwijking ruilbare bebouwing en verharding opvoeren dan van het Hoofdgroenstructuur bij initiatieven van volgens de regels inzetbaar is ter compensatie van particulieren. Dan wordt een TAC advies automatisch sloop, hetzij oncontroleerbare berekeningen opvoeren ingewonnen parallel aan andere toetsingsonderdelen, om de noodzaak van verdienbebouwing tegenover met als redenen: zelf geen idee hebben, de korte sloopverlies aan te tonen. Gevolg: meer bebouwing wettelijk afhandeltermijn van aanvragen, of het terug dan verdween. TAC advies gebruiken om de keuze voor afwijzing/ e _ Nazorg: er is geen zicht op de uitvoering van TAC overname te beargumenteren. adviezen. e Een enkele stadsdeelbestuurder zag de TAC als een e _ De neiging het maximum van de inpasbare aantasting extra hindermacht en sprak het voornemen uit deze van de Hoofdgroenstructuur (zoals verhardingsnormen) waar mogelijk te mijden. te hanteren, waardoor er per saldo steeds meer groen _ De te schamele wijze waarop sommige verdwijnt. organisatieonderdelen hun adviesvragen onderbouwen e Het veelal ontbreken van feitelijke informatie — zodat een advies wegens tekort aan informatie niet over de mate van verharding/bebouwing in de tot stand kan komen. Hoofdgroenstructuur bemoeilijkte de toetsbaarheid _ De planvertegenwoordigers die sommige van de maximale percentages. organisatieonderdelen naar de TAC-vergaderingen e _ Struinnatuur stiefmoederlijk te behandelen, door het zenden — soms nauwelijks op de hoogte van de inhoud om te zetten in intensievere vormen van groengebruik, en/of de context daarvan. of in te zetten als landingsplaats van voorzieningen die De adviessnelheid: indieners moeten soms lang elders moeilijk geplaatst kunnen worden. op hun advies wachten vanwege onvoldoende e _ Bij herstructurering van buurten en wijken de capaciteitsborging bij het ambtelijke secretariaat van maatschappelijke voorzieningen zo mogelijk over de de TAC. rand, i.c. in het groen worden geprojecteerd. Te vaak zien we nog oud denken: groter, uitbreiden. Ten koste van het groen. Rigoureus vergroenen kan alleen als alle functies zich aanpassen: indikken, herschikken. Ruimte maken voor het groen. Marijke van Schendelen 8 Meerjarenverslag - TAC 2022 3. Een blik vooruit richting nieuwe Hoofdgroenstructuur Het instrument Hoofdgroenstructuur is in 2003 uitgevonden en energietransitie). Maar veel blijft ook hetzelfde — de en heeft zo goed gewerkt dat in de Omgevingsvisie Amsterdammers blijven houden van hun groen in en om de Amsterdam 2050 de continuering wordt aangekondigd. stad. De goede werking blijkt ook uit de wijze waarop omge- gaan wordt met tijdelijke initiatieven, negatieve adviezen De transformatie, van oud naar nieuw of voorwaarden die gesteld worden en de beperkte Drie bewerkingen zijn nodig om de oude mate waarin sprake is van contrair gaan aan negatieve Hoofdgroenstructuur te transformeren tot een nieuwe: TAC-adviezen - 1) up-to-date maken, van kaart en groentypen - 2) passend maken voor de nieuwe opgaven De nieuwe Hoofdgroenstructuur borduurt dus voort op - 3) uitbreiding de oude — uiteraard rekening houdend met de veran- Het concept beleidskader Hoofdgroenstructuur (december deringen die in de context zijn opgetreden. Zo is niet 2021) geeft antwoorden op relevante vragen bij deze de Structuurvisie (Wet Ruimtelijke Ordening) het kader, drie noodzakelijke bewerkingen. In ons advies van 23 maar de Omgevingsvisie (Omgevingswet), met daarin februari 2022 gaven we een gedetailleerde reactie daarop. de strategische keuze van rigoureus vergroenen en het In algemene zin hebben we grote waardering voor het streefbeeld Hoofdgroenstructuur 2050. Het nieuwe concept beleidskader Hoofdgroenstructuur. Er spreekt een Hoofdgroenstructuurbeleid is hiervan een uitwerking grote zorgvuldigheid voor en kennis over het bestaande en zal volgens de beleidscyclus van samen stad maken Amsterdamse groen en een juist gevoel voor de dilemma’s vaker worden geactualiseerd. En de ruimtelijke opgaven en uitdagingen waar het groen in een verdichtende stad zijn deels geïntensiveerd (verdichting en transforma- voor staat. ties binnen de stad) en deels nieuw (klimaatadaptatie SEE TEE in A BR ETE … . 2%, ee ee zor ee ed Jen In de TAC-praktijk komen er soms projecten DE TE jn 8 voorbij, waarbij men zich eigenlijk pas in een te Re se Pi, pi ie 5 BEREN /aat stadium heeft gerealiseerd dat men in de LE ea ze RR a EE: 8 E Ì Á BEN Hoofdgroenstructuur bezig is. Llapwerk en excuses NR RE eg Ee il eN , 4d s iS ; BRESNN ven tijdsdruk voeren dan de boventoon. Des temeer DE EK. vn Tij. Sk a } B Je | K Î de dn kk vallen dan projecten op waar een ontwerper zich Se mar, al Ze enen à ER ht terdege van de Hoofdgroenstructuur en de kwaliteit EE RAR ie er EN jp BE se 5 van het groen bewust is geweest. En waar werkelijk en we GE maatwerk is geleverd ten aanzien van de kwets- dj, í ä BGN Ö baarheden van en beleidsintenties in het openbaar A groen. Als dat maatwerk dan ook nog met gepaste ANN ej oe BE . . . Der MEN en EO trots in een enthousiast verhaal en met veel liefde Ak Ge Re inn Ra ET pe ed voor de groene opdracht aan de TAC wordt gepre- B En en: ie lele ke senteerd, is de dag mooi. Dan zie je wat er moge- ee ere B a lijk is en hoe we gezamenlijk dat kwetsbare groen En EER ON BE Kunnen behouden. ae ie ee Ee Hee Se eN de Gn en En Wim Timmermans - Jan Vroegopsingel - TAC-advies EEDE ENE Sn TS 23 juni 2016 — groentype corridor Gemeente Amsterdam 9 Als het aan de TAC ligt…. Biodiversiteit Het ligt niet aan de TAC — maar de TAC neemt de vrij- Met de groentypen struinnatuur en corridor kent de heid haar visie te geven, omdat zij vanuit een jarenlange bestaande Hoofdgroenstructuur al een eigen waarde toe ervaring met de Hoofdgroenstructuur meent een gefun- aan de biodiversiteit, los van de gebruikswaarde voor de deerd beeld van de toekomstmogelijkheden voor een mens. Wel heeft de TAC met enige regelmaat moeten sig- Hoofdgroenstructuur te hebben. En de TAC houdt van de naleren dat juist de gebruiksdruk van de verdichtende stad groene stad Amsterdam, daar begint het mee. op deze groentypen effect heeft. Met de ambitie om een moet zijn Ons volledige TAC-advies bij het concept beleids- leefbare stad te zijn voor mens en dier en de strategische kader Hoofdgroenstructuur is te vinden op keuze in de Omgevingsvisie om rigoureus te vergroenen maps.amsterdam.nl/Hoofdgroenstructuur. In de kern gaat worden er mogelijkheden gecreëerd om de biodiversiteit het om de noodzaak van beschermen, verbinden, in de stad te vergroten, waar de wereldwijde trend juist versterken en vernieuwen. getuigt van een afname in een hoog tempo. Deze groen- waarde verdient in de nieuwe Hoofdgroenstructuur wat ons betreft stevige borging. Hiermee samenhangend, vragen 1. Beschermen we aandacht voor de wijze waarop de verplichte quick- scans flora en fauna veelvuldig worden ‘afgevinkt’, met Bescherming van de Hoofdgroenstructuur blijft nodig. verouderde rapporten die gebaseerd zijn op algemeen Veelzeggend is dat groen in een compacter wordende stad deskresearch in plaats van onderzoek ter plaatse. wel verandert in rood, maar rood wordt zelden meer groen. Al is een verkleuring van groen naar rood als de wil er is wel Flexibiliteit degelijk omkeerbaar, zie park Somerlust. Groen behoort Hoe kunnen we een Hoofdgroenstructuur ontwikkelen die niet zwak te zijn: het is niet alleen in toenemende mate we enerzijds beschermen (met een stevige planologisch- onmisbaar in de ‘oude’ functie, maar ook voor de klimaat- juridische status) en anderzijds ontwikkelen parallel aan de adaptatie, de waterberging en de luchtkwaliteit. Een syste- dynamiek in de stad? mische benadering van het groen in plaats van een secto- Het is misschien niet zo ingewikkeld als het lijkt. Elke rale behoort te leiden tot een passend instrumentarium, Hoofdgroenstructuur is een momentopname van gestolde noodzakelijk om het groen op lange termijn te waarborgen. opvattingen over wat een stad moet (moest) zijn; dat geldt Het betreft een integraal raamwerk en nog geen uitge- werkt plan. Niettemin vind ik het een goed voorbeeld van het inzetten van de TAC als adviesorgaan. De transformatie naar gemengd woon-werkgebied biedt enorm veel kansen mn voor het realiseren van een hoogwaardige groen- en eco- Zn EE i logische structuur. Er wordt zowel ingezet op nieuw groen, EE LN Ze jn als op het beter inrichten en gebruiken van op dit moment tn ke We Teseed hek onbenutte stukken restgroen. Ook het onderscheid in dees Ee d ee vier typen sportparken spreek me aan (supercompact, compact, stedelijk en landschappelijk). Misschien hebben we hier een goede blauwdruk te pakken over verschillende criteria voor verschillende typen sportparken. Ondanks de Le oe vaagheid lijkt de groenambitie groot, maar vonden we het | KE: Ee. 5 centrale park aan de kleine kant en roepen de ecologische aje eel OT verbindingen vragen op, met name die over water. Ik ben | & | benieuwd hoe dit verder gaat. Ik zou er nog wel eens een AE | À in 3 SE Ee | keer over verder willen praten. Fi Wd” B EE | 4 TG Emden AR: Sjef Janssen - Haven-Stad Integraal Raamwerk - TAC-advies zo 4 Ed Ei SER ok bn 21 september 2021- nog geen HGS ee em ed ao! 4 ED 10 Meerjarenverslag - TAC 2022 ook voor de andere samenstellende structuren. Daarin leg Routes je niet alleen vast wat er is en beschermenswaardig is, maar Daarvan zijn drie soorten: ook wat er nog niet is, maar komen moet en dan bescher- e _ Routes die de elementen van de Hoofdgroenstructuur menswaardig wordt (in de periode waarin het beleid met elkaar verbinden, werkzaam is). e _ Routes die de stedeling toegang geven tot de Een stad verandert niet uit zichzelf: wij doen de stad elementen van de Hoofdgroenstructuur, veranderen. Ten opzichte van de Hoofdgroenstructuur e Routes die de stedeling (langs of via de elementen van heeft verandering drie vormen: vernietiging (als de Hoofdgroenstructuur) vanuit de stenen stad naar Hoofdgroenstructuur-onderdeel, hieronder valt dus ook het buitengebied brengen. verkleining), transformatie (van karakter binnen de legenda van de Hoofdgroenstructuur), en uitbreiding. Alle drie Ze zijn alle drie even belangrijk. waarneembaar, beoordeelbaar en planbaar. Deze routes zijn er deels al, maar niet overal en niet com- Die verandering vindt niet ongemerkt plaats: er zijn steeds pleet: er ontbreken schakels. plannen. Als je blij bent met de voorgestelde verande- De routes moeten veilig, aantrekkelijk en overzichtelijk zijn. ringen in de Hoofdgroenstructuur: doorzetten — en omdat Onder aantrekkelijk valt ‘groen’, maar ook ‘ruim’ — routes we een democratie zijn: naar de raad. langs waterlopen bijvoorbeeld. We weten het al, we doen het al en we zijn er zelf bij. De TAC stelt voor deze routes onderdeel te maken van de nieuwe Hoofdgroenstructuur, in de vorm van bestaande Grootschalige herstructureringsopgaven bieden in die zin routes en topografisch vastgelegde ambities. Dat laatste ook kansen. De gevraagde flexibiliteit brengt de verplich- opdat voltooien van ontbrekende schakels niet door ting met zich mee om te investeren in een kwaliteitsimpuls andere stedelijke ontwikkelingen onmogelijk gemaakt in plaats van aantasting. We kunnen de factor tijd in deze wordt. Door deze ontbrekende schakels in kaart te niet genoeg benadrukken: groen heeft tijd nodig om zich brengen, worden de bijzondere opgaven ter verster- volledig te ontwikkelen en neemt met de tijd in waarde king van de Hoofdgroenstructuur zichtbaar: de stedelijke toe. Dat geldt voor alle groentypen. Behoeden van wat je acupunctuur. hebt op basis van lange termijnkennis van het groen en wijze van beheer zouden hierbij veel meer voorop moeten Water staan. De spelregel dat projecten in de eindsituatie moeten Een niet-gangbare maar wel toepasselijk definitie van land- resulteren in een kwalitatief betere Hoofdgroenstructuur schap in West-Nederland is: de verhouding tussen land en ondersteunen we, maar stelt ons onvoldoende gerust. Wat water. Voordeel van deze tegelijk brede en toegespitste ons betreft wordt via aanwijzing van zoekgebieden op de definitie is dat hij zowel geldig is voor ommeland als stad: kaart inzichtelijk gemaakt welke selectie van projecten ook in de stad ligt een landschap — en zo kan het water in voor deze flexibiliteitsregel in aanmerking komen. Op de stad gezien worden als de transformatie van het water deze wijze is de reikwijdte van de consequenties voor de dat er was voordat de stad er was. Kenmerken ervan zijn: Hoofdgroenstructuur te overzien. het zijn vooral doorgaande waterlopen, ze creëren ruimte in de stad, en ze sluiten aan op de waterlopen in het bui- tengebied. Het is al een netwerk. 2. Verbinden Dat zijn precies de kenmerken die wij verbinden aan de Voor de nieuwe Hoofdgroenstructuur ligt er de mogelijk- recreatieve routes in de stad en vanuit de stad naar buiten. heid deze te ontwikkelen van een inventaris van groene En dus is dit een kans: op slim gebruik van de waterruimte gebieden tot een recreatief en ecologisch stelsel, door de in de stad bij het traceren van het routestelsel in de nieuwe oude structuur van het distributieve stelsel te verrijken met Hoofdgroenstructuur. Daarnaast is ook het toenemend een stelsel van verbindingen. Daarmee wordt de structuur gebruik van het water relevant: varen, Zwemmen, oeverge- van ‘min of meer gelijkmatig verdeling van groene functies bruik — en dat in steeds schoner water. De Omgevingswet over de stad’ omgevormd tot een ruimtelijk netwerk. biedt mogelijkheden om buiten de officiële zwemlocaties Twee verbindingen springen daarbij in het oog: routes en faciliteiten te creëren - de verantwoordelijkheid ligt dan water. bij de zwemmer. Ook met oog op biodiversiteit is het de overgang van land naar water waar met de juiste natuurlijke inrichting een aantrekkelijk leefmilieu kan worden gemaakt. Gemeente Amsterdam 11 3. Versterken: ambitie en investeringen Uitbreiding van de Hoofdgroenstructuur met nieuwe (toe- Klimaatadaptatie komstige) onderdelen, het oplossen van knelpunten binnen _ Het belang van groen in het vraagstuk van klimaatadap- en de versterking van de bestaande Hoofdgroenstructuur tatie/ hittestress is groot, in het bijzonder gekoppeld aan houden de verplichting in daarvoor ook financiering te kansenongelijkheid en energiearmoede. Groen is koel. regelen. Voorwaarde daarbij is dat groen in het vroegste De impact van hittestress is fysiek ongelijk verdeeld over stadium van de ontwikkelopgaven wordt mee-ontworpen — _ de stad, maar zal ook sociaal-maatschappelijk ongelijk en tot onderdeel van de financieringsconstructies gemaakt. verdeeld worden over de stad. Waar een airco voor een individueel huishouden een oplossing kan brengen, kan Schoonheid energiearmoede dit voor een deel van de stedelingen Amsterdam is (hoe omstreden dat ook is) een toeristen- uitsluiten. De rol van groen en het gebruik van groen kan stad, en Amsterdammers houden van mooi. Met de ste- hierin een middelende rol spelen. Dit geldt op heel lokaal, delijke intensivering komt het kwaliteitsaspect naar de gebouw- en straatniveau, maar geldt ook voor de invloed voorgrond: de Hoofdgroenstructuur is een constructief die grotere groeneenheden, deel uitmakend van de element van een reusachtig en beeldschoon bouwwerk Hoofdgroenstructuur, kunnen hebben op het dempen van — Amsterdam — en is ook op zichzelf reusachtig en beeld- de hittestress. schoon. Deze groene ruimtelijke kwaliteit is deel van de nieuwe Hoofdgroenstructuur, verankerd in een analyse van die groene ruimtelijke kwaliteit: het landschap in en om de stad. Het In feite werd de TAC geconfronteerd met een voor- beeldig renovatie- en beheerplan voor een park dat in de jaren ‘70 is aangelegd en nu hoognodig aan renovatie fd toe was. Alle complimenten aan de opstellers van het B } plan. De basisopzet van het 70-jarenplan is gerespec- | e es El teerd. In feite wordt achterstallig onderhoud aangepakt : ä v (Es ED door bijvoorbeeld de oorspronkelijke zichtlijnen te A ON en 1 AN ie des ‚N herstellen en wordt het park ingericht voor de huidige ae Rt ls zoik RN 5. fl NN fl ü G ie) Ent [| î RE gesubsi, die bijvoorbeeld meer eisen stellen aan het ee en ie va 5 fietspadenstelsel. | En Ln EE Ean À ds HE cl De bebouwing wordt versterkt, de entrees worden Ie re " De WA 5 5 zichtbaar en meer toegankelijk gemaakt en de sociale d PEAAN EE - a —n as veiligheid voor alle gebruikers is een serieuze kwestie. si Pii Ji te Ee î e m 4 zh Dit blijkt onder meer door de Postjesweg over het park il Á ij NA ” ad Ge \ El heen, als onderdeel van het park te beschouwen en Oh | Blf di SMM, Leg door middel van een horecagelegenheid het park en de Bl f j " nn N We Postjesweg in de toekomst zo met elkaar te verbinden. p= B ee zer IN A a ì Marijke van Schendelen - Renovatie- en beheerplan van î | B e EN het Rembrandtpark. TAC-advies 21 januari 2021 — groen- Î Kn ä E type stadspark 12 Meerjarenverslag - TAC 2022 4. Vernieuwen Op enkele plekken in de stad wordt op basis van eerdere kringlooplandbouw, het tegengaan van bodemdaling en bestuurlijke besluitvorming door de TAC getoetst herstel van biodiversiteit in Waterland onderschrijven we aan gebiedspecifieke toetsingskaders. Aangezien op ten zeerste. Deze opgaven vragen richting toekomst vanuit enkele hiervan (Programma van eisen Tuinen van West, de ontwikkelgerichtheids-gedachte wel om concretere visie Zuidas en Masterplan Sloterplas) inmiddels actu- handreikingen in het Hoofdgroenstructuurbeleid om de eler beleid vigeert dat in overeenstemming is met het transitie ook daadwerkelijk op gang te brengen, naast een Hoofdgroenstructuurbeleid, geeft de TAC de voorkeur aan nieuwe balans tussen agrarische, natuur, landschappelijke toetsing aan het algemene Hoofdgroenstructuurbeleid. De en recreatieve doelstellingen. in het conceptbeleidskader Hoofdgroenstructuur toege- voegde gebiedspecifieke toetsingskaders voor het Martin Energietransitie Luther Kingpark en de Noorder IJplas vloeien voort uit de Er komt een omvangrijke opgave op Amsterdam af‚ waarvan daarin bij raadsbesluit belegde afspraken over planvorming we nu de impact nog moeilijk kunnen bevatten, maar in de Hoofdgroenstructuur. waarbij vroeg of laat ook naar de Hoofdgroenstructuur Daarnaast vragen opkomende thema's om een vernieuwde gekeken zal worden om ruimte te bieden. Daarbij zien visie op het groen en de Hoofdgroenstructuurgebieden. we deze opgave niet alleen als een bedreiging van de We lichten er een drietal uit. Hoofdgroenstructuur. Deze opgave biedt ook kansen, die benut kunnen worden als er bij inpassing aan twee Waterland voorwaarden kan worden voldaan. De eerste betreft het Gezien de (inter)nationale ontwikkelingen op dit vlak centraal stellen van de kwaliteit van het groen. De tweede vragen we specifieke aandacht voor een hernieuwde is dat opbrengsten voortvloeiend uit de energieopgave visie op het agrarisch landschap van Amsterdam en rechtstreeks ten goede komen aan het groen. Het verdien- omgeving. In de Omgevingsvisie Amsterdam 2050 is vermogen van het landschap kan er op deze wijze mee de wens opgevoerd om Waterland te transformeren tot worden versterkt. De inpassing van de energieopgave dient Amsterdam-Wetlands. Deze opgave wordt nu niet verder in samenhang te worden gebracht met de kwaliteit van het geadresseerd. Tegelijkertijd weten we dat het specifieke groen en de belangrijkste opgaven die daarmee samen- gebiedskader ‘Beleidsvisie en toetskader Stadsrandpolder hangen, zoals de veenweiden met bodemdaling, water- Waterland’ (2012) verouderd is gezien de lange termijn- peilen/ vernatting en openheid. Omdat de Amsterdamse opgaven die hier actueel zijn en de strijdigheid met de landschappen grote verschillen laten zien, is de opgave Provinciale Verordening. Inzet op de omschakeling naar in de zoekgebieden ook steeds anders; een generieke ME Daarin wordt een grote kwaliteitsimpuls op meerdere lm: St en Ee vlakken voor het Gaasperplaspark voorgesteld. Het plan : A Ee ú a ee stoft de oude kwaliteiten van het voormalige Floriadepark ik 4 Je af en integreert ze met nieuwe ingrepen. De kwaliteits- ® g impuls die wordt voorgesteld beperkt zich niet tot één an 5 aspect: zowel verbetering van de paden, versterking van en ä de natuurwaarden als het toevoegen van nieuwe func- ze EAA k ties wordt voorgesteld. Ook de suggestie van de TAC om 4 LE : Ns En Es ij het park een grotere dan alleen een buurtfunctie te laten 5 N kf Ì krijgen is in het Toekomstplan opgenomen. Het belang van k an dd DE in £ een dergelijk park voor de steeds dichter wordende stad nnn 5 wordt met dit Toekomstplan onderstreept. i Vincent Kompier - Toekomstplan Gaasperplas - TAC-advies j 25 januari 2021 — groentype stadspark Gemeente Amsterdam 13 opgave is te eenduidig om te kunnen beoordelen of ze ‘nee, tenzij principe’ voor realisatie van de sportopgave en in welke prioritering ze een bijdrage zouden moeten geeft richting aan de vraag in welke mate de sportopgave leveren aan de energieopgave. Dat vergt een nauwkeu- in de Hoofdgroenstructuur mag landen. De sportopgave riger analyse van de zoekgebieden en voortvloeiend is echter veel meer omvattend en vraagt om een totaal daaruit: een nauwkeuriger definiëring van de opgave indie andere manier van stad maken, waarin innovatieve duur- landschappen. zame concepten worden gestimuleerd en duidelijke keuzes Het ‘nee tenzij’ principe stelt de TAC richting verdere worden gemaakt over hoe we met normeringen van groen toekomst onvoldoende gerust. Het gaat om beeldbe- en sport in gebiedsontwikkelingen om willen gaan. palende elementen in grote aantallen. Een vooruitblik Nog te makkelijk worden deze opgaven uit projectge- op of, waar en onder welke voorwaarden elementen als bieden doorgeschoven naar de randen van de stad of naar grootschalige nutsvoorzieningen en zonneweides in de volgende ontwikkelfasen, waardoor de druk op de toppen Hoofdgroenstructuur zouden kunnen landen, kan waar- van de groene scheggen verder toeneemt. Zolang dit nog devol voorwerk zijn voor het moment dat deze voorzie- gebeurt, is de ambitie om het landschap open te houden ningen zich daadwerkelijk aandienen. en primair op natuur in te zetten niet houdbaar. Het zal om nog scherpere keuzes vragen, dan het intekenen van een Sportopgave sportopgave in de vorm van 6 zoeklocaties voor sport- De TAC beschouwt de sportparken als belangrijke schakels landschappen in de koppen van de scheggen. Dit is geen in het samenhangende netwerk van het groen in de stad. makkelijke opgave, maar wel een urgente, om te sturen op Maar de vraag is of de Hoofdgroenstructuur op de toename de kwalitatieve bijdrage die sport tegelijkertijd te bieden van sportparken berekend is, ook in relatie tot andere heeft aan de versterking van de Hoofdgroenstructuur. stedelijke opgaven. De drukte is overal en zal blijven. Zie Het parallelle spoor van intensiever gebruik van de bijvoorbeeld hoe commerciële sport in de openbare ruimte bestaande sportparken leidt tot extra verharding. Mogelijk is toegenomen. De vraag is hoe die druk zich verhoudt tot kan er meer gekeken worden naar groene verhardings- de verschillende functies in de Hoofdgroenstructuur. De typen. Dit vraagt om een actievere investering in sport- veranderlijkheid van sporttrends speelt daarin een rol. parken als groengebied (natuurontwikkeling van de Het geïntroduceerde 3 stappenplan als invulling van het randen). De wens tot intensivering staat op gespannen 5 4 ze Kunstwerk Meer en Vaart, de Meervaart, de hengelsport- srngin ee vereniging en het restaurant op het bolwerk. Alle met als be achtergrond dat voor een kostbaar stedelijk kunstwerk als de Sloterplas bij de betrokken bestuurders kennelijk geen De ; ia ann dins | helder beeld of heldere visie bestaat van wat daar in en k E Npe irri omheen de ontwikkelingsmogelijkheden zijn, wat je vooral À k A En niet moet doen, en wat de gevaren zijn die zo’n kunstwerk de e 8 En me ee k ee k EE Anders gezegd: dat ook daarvoor het instrument RE U BEEN | | | kenner ed Hoofdgroenstructuur is uitgevonden: om de op incidenten bd A Te Ze liel! PN RE Eens HN IE LE NEE Dat is wat werken in de TAC leuk en relevant maakt Ee Rob van Leeuwen — Meerder adviezen, vanaf 2019, omtrent Ss en de Sloterplas — Diversen — groentype stadspark ee en en 14 Meerjarenverslag - TAC 2022 voet met de wens tot toevoegen van openbare ruimte in gebruiksgroepen en de opgave om ze financieel dekkend de sportparken en het tegelijkertijd inpassen van formele en beheer(s)baar te houden. Veelal zijn ze onderdeel van sport. De kans bestaat dat de intensivering een dusdanige een groengebied en daarmee onlosmakelijk onderdeel vorm aanneemt van gebouwde voorzieningen, dat het de van de Hoofdgroenstructuur. Bekende voorbeelden ervan vraag oproept tot waar er nog sprake is van een groenvoor- _ zijn camping Vliegenbos en camping Zeeburg. We signa- ziening. Dat er grenzen zitten aan het meer toegankelijk leren in relatie tot de veranderende vraag en de zoektocht maken van dergelijke semiopenbare voorzieningen werd naar nieuwe verdienmodellen dat het seizoensgebonden bevestigd in het stedelijke traject met de volkstuinparken. kamperen met een tent op gras stapsgewijs plaats maakt Toch zijn daar flinke stappen gezet en is er nu duidelijk- voor (tijdelijke) varianten die met meer verharding (zoals heid over de verwachtingen vanuit de gemeente richting camperstandsplaatsen) en bebouwing (clamping/ logies- de volkstuinverenigingen. Een dergelijk traject zou deze concepten) gepaard gaan en vragen oproepen over de doelstelling richting Amsterdamse sportparken ook kracht mate van wenselijkheid ervan in de Hoofdgroenstructuur. bijzetten en meer inzicht geven in wat de pogingen daartoe in de afgelopen jaren al aan vruchten hebben afgeworpen. De TAC In dat kader vragen we ook aandacht voor de diversiteit Richting toekomst blijft het gemeentebestuur gebruik aan sportparken in de stad. Er zijn grote verschillen in ken- maken van de diensten en adviezen van de Technische merken en mogelijkheden tussen de twee uitersten vaneen Adviescommissie Hoofdgroenstructuur. Wel wordt parallel kleinschalig tennispark en een landschappelijk golfterrein. aan de introductie van de Omgevingswet onderzocht of en hoe de TAC geïntegreerd kan worden in de Commissie Stadscampings Omgevingskwaliteit, vanuit de wens tot meer integrale De meeste kampeerterreinen in Amsterdam kennen toetsing op ontwikkelingen in de stad. Op basis van onze een lange geschiedenis. Vandaag de dag zijn zij nog opgebouwde ervaring denkt de TAC in de voorbereiding steeds in trek, maar met veranderende behoeften en hiervan graag mee. ai - É Ld Er a el ie dn. k me : an | EN OO a „t mma nand. 5 am En. | wake Ei en neee ks en Eus N rn rik RD 5e £ aken CUM En 47 Wen ns a ee Ed 5 _ú OE jen rn Ten = ed Ti pi 5 On EN a Gemeente Amsterdam 15 B ee ijlagen Datum uitgaan Aanvraag TAC Stadsdeel advies Vorm advies Uitkomst Fietspad Abcouderstraatweg / Tafelbergweg Zuidoost 11-jan.-19 afhandeling door secretariaat Nelson Mandelapark stedenbouwkundig plan Zuidoost 23-jan.-19 preadvies neutraal Principenota Spieringhorn Nieuw-West 23-jan.-19 advies neutraal Waterskikabelbaan Stedelijk 23-jan.-19 preadvies negatief bestemmingsplan Heathrowstraat 10 -12 West 4-feb.-19 preadvies positief onder voorwaarde Camping Zeeburg - tijdelijke bouwweg verlenging vergunning Oost 4-feb.-19 afhandeling door secretariaat Darwinplantsoen - tijdelijke zorgvoorziening Oost 11-feb.-19 preadvies negatief Versterking Markermeerdijk - Durgerdam Noord 15-feb.-19 preadvies positief Kunstgras in de Hoofdgroenstructuur stedelijk 7-mrt.-19 advies positief Bestemmingsplan Ouderkerkerdijk 203 - 204 Oost 12-mrt.-19 advies positief Zwarte pad - ringvaart Haarlemmermeer Nieuw-West 20-mrt-19 advies positief Diemerzeedijk 27 horecabestemming Oost 20-mrt.-19 advies positief Mauritskade 61 aanpassing entree Oost 22-mrt.-19 afhandeling door secretariaat Ae Herz Bestemmingsplan Landelijk Noord - 3 adressen Noord A-apr.-19 advies positief Ringvaartsviaduct A4 tijdelijke voorzieningen Nieuw-West 7-mei-19 advies positief onder voorwaarden s Gravesandestraat 55 - Hotel Arena tijdelijke tent Oost 9-mei-19 afhandeling door secretariaat Gaasperplaspark conceptstructuurschets Zuid-oost 15-mei-19 preadvies neutraal Oude Haagseweg 51 romneyloods tijdelijk Nieuw-West 17-mei-19 advies negatief Westerpark portiersloge West 14-jun.-19 advies positief Westerpark zendmast West 21-jun.-19 advies negatief Ouderkerkerdijk 170 nieuwbouw woning Oost 4-jul.-19 preadvies positief onder voorwaarde Tennispark Kadoelen clubgebouw Noord 4-jul.-19 advies positief N200 Haarlemmervaart bruggen Nieuw-West 12-jul.-19 advies positief Bloemendalergouw 90 -92 sanering agr. bebouwing en nieuwbouw Noord 23-jul.-19 preadvies positief Voorlandpad 13 - tijdelijke seizoensgebonden blaashal Oost 23-jul.-19 preadvies positief onder voorwaarden Noorder IJplas toetsingskader ruimtelijke initiatieven Noord 23-jul.-19 preadvies neutraal Politiebureau sportpark Ookmeer Nieuw-West 2-aug.-19 preadvies negatief 5e herziening bestemmingsplan landelijk Noord - Liergouw mais Noord 12-aug.-19 advies negatief sportpark Middenmeer Radioweg 76 beheerderskantoor Oost 13-aug.-19 advies positief Landgoed Amsterdam - Tuinen van West Nieuw-West 20-aug.-19 preadvies negatief Groenvisie Stedelijk 9-sep.-19 advies neutraal BP Landelijk Noord - 6e herziening Durgerdammerdijk 138 Noord 27-sep.-19 advies positief Ouderkerkerdijk 170 woning aangepast plan Oost 27-sep.-19 advies positief Bestemmingsplan Barajasbuurt en omgeving Nieuw-West 10-okt-19 advies positief onder voorwaarde 16 Meerjarenverslag - TAC 2022 2 Overzicht TAC adviezen 2019 Datum uitgaan Aanvraag TAC Stadsdeel advies Vorm advies Uitkomst Heathrowstraat 10 - 12 Sloterdijk Nieuw-West 31-okt-19 afhandeling door secretariaat Sloterplas nieuwbouw Meervaart Nieuw-West 12-dec.-19 preadvies negatief Markermeerdijk depot Blijkmeer Noord 12-dec.-19 advies negatief Sportpark Goed Genoeg, tijdelijke huisvesting Zuid 13-dec.-19 afhandeling door secretariaat Gemeente Amsterdam 17 1 Datum uitgaan Aanvraag TAC Stadsdeel advies Vorm advies Uitkomst Waalenburgsingel Noord g-jan.-20 preadvies positief onder voorwaarde Nota duurzaam landschap Stedelijk 17-jan.-20 advies neutraal Sloterpark restaurant en terras Nieuw-West 25-jan.-20 preadvies negatief Zeeburgereiland sportpark sportheldenbuurt Oost 31-jan.-20 advies positief Nelson Mandelapark Zuidoost 7-feb.-20 preadvies positief onder voorwaarde Sloterdijk 2 Zuid - Rhônepark Nieuw-West 13-feb.-20 advies neutraal Abcouderstraatweg 79 horeca Zuidoost 13-feb.-20 advies positief Waalenburggroen voorlopig ontwerp Noord 13-feb.-20 advies positief Amsteldijk 316 Zuid 13-feb.-20 advies positief Bestemmingsplan Osdorperweg Westrandweg Nieuw-west 21-feb.-20 afhandeling door secretariaat Gebiedsvisie kop Amstelscheg Martin Luther King park e.o. Zuid 26-feb.-20 advies negatief Martin Luther King park uitbreiding tijdelijke school Zuid 26-feb.-20 advies negatief Beatrixpark functiewijziging kapel en convict Zuid 26-feb.-20 advies positief Valentijnkade 132 - uitbreiding clubhuis tennisvereniging Oost 26-feb.-20 advies positief onder voorwaarde Sportpark Spieringhorn AMHC Westerpark tijdelijke uitbreiding West 26-feb.-20 advies positief onder voorwaarde Zuider Ijdijk 24 uitbreiding woning Oost 13-mrt.-20 advies negatief Bestemmingsplan onbestemde vlekken Nieuw-West Nieuw-west 19-mrt.-20 afhandeling door secretariaat Ontwikkelperspectief Diemerscheg Oost 27-mrt.-20 preadvies neutraal Principenota herontwikkeling sportpark Spieringhorn West 15-mei-20 advies negatief Sportpark Buiksloterbanne nieuwbouw school Noord 22-mei-20 advies negatief Rieteiland Ijburg - steiger kanovereniging Oost 22-mei-20 afhandeling door secretariaat Lange Stammerdijk 18 graven en dempen water ivm kavelruil Zuidoost 9-jun.-20 afhandeling door secretariaat Artis Plantage Kerklaan 38 tijdelijke buitenbar Centrum 11-jun.-20 afhandeling door secretariaat Plantage Kerklaan 38 - Artis fietsenstalling Centrum 24-jun.-20 advies positief Haarlemmertrekvaart te waterlaat plaatsen maaiboten West 24-jun.-20 advies positief Sportpark Van Heenvlietlaan tijdelijke gymzalen AICS Zuid 26-jun.-20 preadvies negatief Durgerdammergouw 31a vervanging woning Noord 26-jun.-20 advies positief onder voorwaarde Bestemmingsplan tuindorp Oostzaan Noord 30-jun.-20 advies positief onder voorwaarden Uitbreiding AZC Willinklaan 3 Nieuw-West 13-jul.-20 advies negatief Spaklerweg herinrichting Oost 22-jul.-20 afhandeling door secretariaat Noorder IJ-plas Ruimtelijk toetsingskader Noord 20-aug.-20 advies negatief Markermeerdijk dijkversterking - tijdelijke werkstrook module 1 Noord 2-sep.-20 advies positief Gebiedsvisie Martin Luther King park e.o. Zuid 8-sep.-20 advies negatief Regionale Energie Strategie Noord-Holland Zuid Algemeen 29-sep.-20 advies neutraal Jaap Edenbaan tijdelijke loopbruggen Oost 30-sep.-20 afhandeling door secretariaat Stadsboerderij Kadoelenweg 221 Noord g-okt.-20 preadvies negatief Kadoelerbreek fietsverbinding Noord g-okt.-20 advies positief Kadoelerbreek watercompensatie Noord g-okt.-20 advies positief 18 Meerjarenverslag - TAC 2022 2 Datum uitgaan Aanvraag TAC Stadsdeel advies Vorm advies Uitkomst Lichtkunstwerk hoek Lelylaan/ Meer en Vaart Nieuw-west g-okt.-20 preadvies positief ondervoorwaarden Artis bibliotheek Plantage Middenlaan Centrum g-okt.-20 afhandeling door secretariaat Westergasfabriek gashouder West 20-okt-20 preadvies positief onder voorwaarde Sportpark de Weeren - herinrichting Noord 21-okt-20 preadvies positief onder voorwaarden Volkstuinen algemeen 26-okt-20 advies neutraal Groenvisie Algemeen 27-okt-20 advies neutraal Begraafplaats Zorgvlied tijdelijke tent Oost 28-okt-20 afhandeling door secretariaat Bestemmingsplan Sloterplas e.o 1e herziening Nieuw-West 6-nov.-20 afhandeling door secretariaat Sloterplas hengelsportvereniging Nieuw-West 10-nov.-20 advies negatief Zunderdorpergouw 24 woningsplitsing Noord 10-nov.-20 advies positief onder voorwaarde Amstelpark kiosk Zuid 13-nov.-20 advies positief Bosplan 2020 - 2030 Zuid 24-nov.-20 advies positief Buiteneiland Oost 3-dec.-20 advies neutraal Uitdammerdijk 40 -42 woning Noord 3-dec.-20 preadvies positief onder voorwaarden Vrije ruimte Algemeen 8-dec.-20 advies neutraal Zuidas Verdi investeringsnota deelplan 2 Zuid 8-dec.-20 advies positief Artis tijdelijke draaimolen Centrum 24-dec.-20 afhandeling door secretariaat Tuinen van West verkenning scenario's Lutkemeerkavels Nieuw-West 5-jan.-21 preadvies neutraal Wissellocaties woonboten Erasmuspark Admiralengracht West 12-jan.-21 advies negatief Wissellocaties woonboten Postjeswetering West 12-jan.-21 advies negatief Meidoornweg 85 herontwikkeling scholenlocatie Noord 13-jan.-21 preadvies negatief Bijlmerweide vogelopvang de Toevlucht Zuidoost 13-jan.-21 preadvies negatief Sloterdijk Centrum Plan openbare ruimte Nieuw-west 13-jan.-21 advies positief Kromwijkdreef 11 zelfstandige horeca Zuidoost 13-jan.-21 advies positief lichtmasten sportpark Middenmeer Oost 13-jan.-21 advies positief Monnikendammerplantsoen 12A vleermuizentoren Noord 13-jan.-21 advies positief onder voorwaarde Sportpark Kadoelen uitbreiding Noord 15-jan.-21 preadvies negatief De Mirandabad schetsontwerp Zuid 21-jan.-21 preadvies negatief Rembrandtpark renovatie- en beheerplan West 21-jan.-21 advies positief Golfbaan Hoge Dijk uitbreiding driving range Zuid-oost 21-jan.-21 advies positief Sportpark Multatuli aanleg tennisvelden Nieuw-West 21-jan.-21 preadvies positief Ringparkgebouw Rembrandtpark - terras en brugvlonder Nieuw-West 21-jan.-21 advies positief onder voorwaarde Toekomstplan Gaasperplas Zuid-oost 25-jan.-21 advies positief Ontwikkelstrategie landschapspark Oeverlanden - Sloten Nieuw-West 25-jan.-21 advies positief Diemerpark uitbreiding sportvelden Oost 28-jan.-21 preadvies negatief Gemeente Amsterdam 19 1 Datum uitgaan Aanvraag TAC Stadsdeel advies Vorm advies Uitkomst Sloterpark restaurant en terras Nieuw-West 25-jan.-21 preadvies negatief Park Somerlust - kiosk en toilet Oost 23-feb.-21 preadvies negatief Sportpark de Weeren hockeyvelden Noord 24-feb.-21 advies positief Omgevingsvisie 2050 Stedelijk 3-mrt.-21 advies neutraal Bestemmingsplan Bijlmersportcentrum e.o. Zuidoost 7-apr.-21 advies positief Brug over Ringvaart Haarlemmermeer Oude Haagseweg Nieuw-West 7-apr.-21 preadvies positief onder voorwaarden Plantage Middenlaan 47 Artis voormalige personeelswoning Centrum 14-apr.-21 afhandeling door secretariaat Zunderdorp tijdelijk depot en tijdelijke weg Noord 21-apr.-21 advies positief, onder voorwaarden Sportpark Ookmeer politiebureau Noord 6-mei-21 preadvies negatief Sportpark Zeeburgereiland containers Oost 19-mei-21 advies negatief Fizeaustraat 10 ballenhok sportpark Drieburg Oost 19-mei-21 advies positief Amsteldijk 316 sloop nieuwbouw villa Zuid 27-mei-21 afhandeling door secretariaat Westerpark tijdelijk kunstwerk/tentoonstellingsruimte West 28-mei-21 advies positief Artis Plantage Kerklaan 38 gebouw de Volharding renovatie/groot o1 Centrum 10-jun.-21 afhandeling door secretariaat Artis Plantage Middenlaan 45 bibliotheek voorzetramen Centrum 10-jun.-21 afhandeling door secretariaat Noorder Ijplas zuidelijke fietsroute Noord 2-jul.-21 advies positief Amsterdamse Bos kunstwerk tegenover Koenenkade 24 Zuid 7-jul.-21 afhandeling door secretariaat Poppendammergouw 28 melktaphokje Noord 8-jul.-21 afhandeling door secretariaat Padelkooi sportpark Sportheldenbuurt Oost 8-jul.-21 afhandeling door secretariaat Noorderpark - roeivereniging Noord 22-jul.-21 preadvies positief onder voorwaarden Sarphatipark model Palei voor Volksvlijt Zuid 27-jul.-21 afhandeling door secretariaat Boerderij Langerlust Zuidoost 20-aug.-21 preadvies negatief Park de Kuil - Bok de Korverweg Nieuw-West 20-aug.-21 advies positief onder voorwaarde Sportpark Only Friends tijdelijke tent evenement Noord 2-sep.-21 advies positief Herontwikkeling Jaap Edenbaan Oost 2-sep.-21 preadvies positief s Gravesandestraat 55 Oosterpark tijdelijke squashbaan Oost 7-sep.-21 advies negatief Schellingwouderdijk 220 sportpark Schellingwoude tijdelijke kleedr Noord 7-sep.-21 advies positief onder voorwaarde Valentijnkade 131A Jeugdland Oost 9-sep.-21 advies positief onder voorwaarde Haven-Stad Integraal Raamwerk West 21-sep.-21 preadvies positief Weteringplantsoen nieuwbouw speeltuingebouw Centrum 21-sep.-21 advies positief onder voorwaarde Oosterpark Mauritskade 57 hotel terras Oost 27-okt-21 advies negatief tijdelijke zendmast Wiedijkpark Nieuw-West 27-okt-21 advies negatief tijdelijke zendmast Linneausstraat 2c Oost 27-okt-21 advies positief Ridderbos schooltuin Nieuw-West 27-okt-21 preadvies positief onder voorwaarde Renovatie en uitbreiding Tropenhotel Oosterpark Oost 27-okt-21 preadvies positief onder voorwaarde Brug Haarlemmermeerringvaart HOV verbinding Nieuw-West 28-okt-21 preadvies positief Diemerpark sportvelden Oost 29-okt-21 preadvies negatief Sportpark Spieringhorn herontwikkeling Nieuw-West g-nov.-21 advies negatief COA tijdelijke opvang camping Zeeburg Oost 12-nov.-21 advies positief draaimolen wintermaanden dierentuin Artis Centrum 12-nov.-21 afhandeling door secretariaat Noorderpark tijdelijke minigolf Noord 23-nov.-21 advies negatief BP 9e herziening Landelijk Noord (Uitdammerdijk 40 en 42) Noord 22-dec.-21 afhandeling door secretariaat 20 Meerjarenverslag - TAC 2022 Positief of neutraal 28 20 20 16 25 26 24 41 22 Positief onder voorwaarde(n) 5 5 3 14 14 12 5 13 9 Negatief 12 7 7 12 12 2 9 19 12 Totaal 45 32 30 42 51 40 38 73 43 Preadvies 12 11 12 8 15 10 13 17 12 Definitief advies 33 21 18 34 36 30 25 58 31 Technische Adviescommissie Hoofdgroenstructuur Janine Caalders 1 oktober 2015 mei 2018 eervol ontslag sjef Jansen 1 oktober 2015 mei-18 mei-22 Rob van Leeuwen 1 oktober 2015 nov.-19 mei-23 Wim Timmermans 18 januari 2017 mei-20 mei-24 Marijke van Schendelen 3april 2013 jan-18 mei-21 mei-25 Vincent Kompier mei-18 mei-22 mei-26 1 eg 1 ETE AES En VTI s 3 nk „a F DEN LE RVE EEE er Tg kt 1 ie erk Í | 1 af EEn - ip si Nei) ANS ee Y i md E PT : 1 ef Sal gi 5 En : k En d re Gn f £S y „NSE Re | ne Î 4 | EN zE = yk Te ' Er Ht k * 4 J t en î / E xj # j oi Ô ti Pe 4 Í ee | Nl EN , EE q es “en | je in f j | j 3 SN ir r En \ 8 „vn | 4 p ERA Er OO | PE DS el De We > an Ke EE / Gn A TEN oe | / nil \ de AT] P Ten » * EE WN k | : ie N Ein: B: j Ee Cr a be î rd Bj ERE NOIRE VA ‚ SE Kap Er k À | LAM d Ee B 4 se _ L le ; 4 Ws ie Í u ES il a ) B. 35 P É à 5 BS, Pet d Gl NZ ] rde Kes, Na EN he Ee K) GN de 0 ee NE mm a rr “ re SE Sn, Vee re 5 AE p sr el ME ne EE) A Ô A Sk sl Ld EN e din : DNS 8 F mf / 3 / A: SS 4 / , kf Bed EP a dd Er „ Mr S A EN eN, 7 EED En U OR In, EE NE ED Vn TOK ht OR fn, Kaart adviezen 2020 en 2021 maps.amsterdam.nl/Hoofdgroenstructuur 22 Meerjarenverslag - TAC 2022 Bestuurlijke afwijkingen, tijdelijke initiatieven en evaluatie TAC-adviezen 1. Bestuurlijke afwijkingen De kracht van het instrument ligt in de grote waarde die bestuurlijk en maatschappelijk aan de Hoofdgroenstructuur en de TAC-adviezen wordt gehecht. Bijgevoegd overzicht van de afgelopen 10 jaar laat zien dat slechts sporadisch contrair is gegaan door B&W (met instemming van de gemeenteraad) aan een negatief/ onder voorwaarden TAC-advies vanuit een belang dat de Hoofdgroenstructuur overstijgt. Overzicht bestuurlijke afwijkingen TAC-adviezen Jaar Bestemmingsplan/betreffende locatie Toegestane functie/ groentype HGS T functie Guldenhof i 2013 Bestemmingsplan (Oudekerkerkerdijk 174) oevoegen ZOrgWOonTUREne SWEN NoT m stadsrandpolder Afwijking van div bestemmingsplannen . . . . Correctie Hoofdgroenstructuurbegrenzing (Zuidasdok / verbreding A10) Afwiikina 2° herziening Best . Toevoegen NME-centrum en woonfunctie (2+ wijkin erziening Bestemmingsplan 2014 | Ng IJ gp bedrijfswoning) irt bedrijfsbeëindiging in Landelijk Noord (Bloemendalergouw 49) stadsrandpolder 2015 Afwijking Bestemmingsplan de Aker Toevoegen bebouwingsmogelijkheid in tuinen in (Ringvaartdijk) corridor NN Tijdelijke afwijking van Bestemmingsplan Tijdelijk (10 jaar) toevoegen van woonfunctie Sportpark Ookmeer (Willinklaan 1-5) (AZC) op sportpark 2017 Tijdelijke afwijking Bestemmingsplan Tijdelijk toevoegen onderwijs functie t/m Rivierenbuurt (Martin Luther Kingpark) augustus 2020 in stadspark 2018 2019 EN Tijdelijke afwijking Bestemmingsplan Tijdelijk vergroten onderwijs functie t/m augustus Rivierenbuurt (Martin Luther Kingpark) 2022 in stadspark Afwijking 4° herziening Bestemmingsplan Toevoegen woonfunctie (4) irt Landelijk Noord (Durgerdammergouw 22/24) bedrijfsbeëindiging in stadsrandpolder T h functie bij all t 2021 Ruimtelijk toetsingskader Noorder IJplas oevoegen oreca une e IJ are en rees van Noorder IJplas in ruigtegebied/struinnatuur Afwijking 5° herziening Bestemmingsplan Landelijk Noord (ongenummerde percelen Continueren maisteelt in stadsrandpolder Liergouw) Afwijking Best i lan Brett WIJ m9 es emmingsp an me enzone Toevoegen alles in 1 school functie op sportpark (herontwikkeling Sportpark Spieringhorn Ond behoud toest Afwijking bestemmingsplan Gaasperdam neer voorbe OU gestaan Van 2022 5 u zorgwoonfunctie in bestaande bebouwing in (Provinciale weg 23 Boerderij Langerlust) stadsrandpolder Gemeente Amsterdam 23 2. Verlopen tijdelijke ontheffingen in de Hoofdgroenstructuur De TAC heeft tevens de taak om op basis van de opgaven van tijdelijke vergunningen in de Hoofdgroenstructuur, na te gaan of na verloop van de tijdelijke vrijstelling de bebouwing is verwijderd en de situatie in de oorspronkelijke toestand is hersteld. In 2019 t/m 2021 zijn de volgende tijdelijke vergunningen verlopen: Nieuw-West _ Ringvaartsviaduct A4 tijdelijke voorzieningen Noord Sportpark de Weeren - sportkantine Noord Tolhuistuin vier objecten Noord Sportpark Only Friends tijdelijke tent evenement Oost Flevopark - camping Oost ‘s Gravesandestraat 55 - Hotel Arena tijdelijke tent Oost Zeeburgereiland oostpunt tijdelijke ligplaatsen Oost Camping Zeeburg - tijdelijke bouwweg verlenging vergunning Oost Jaap Edenbaan tijdelijke loopbruggen West Erasmuspark overkapping en container West Westerpark tijdelijk kunstwerk/tentoonstellingsruimte Zuid Olympiaplein sport- en speluitleen Combiwell Zuid Sportpark Goed Genoeg, tijdelijke huisvesting Zuid Begraafplaats Zorgvlied tijdelijke tent In 1 geval is de tijdelijke ontheffing verlengd (ligplaatsen Zeeburgereiland). In 2 gevallen is of wordt er gelegaliseerd (Combiwel Olympiaplein en container Erasmuspark). In de andere gevallen is de tijdelijke situatie volgens de verstrekte informatie in de oorspronkelijke situatie hersteld. 3. Evaluatie opvolgen negatieve adviezen en positief onder voorwaarden Van de adviezen die in 2019 t/m 2021 een negatief advies of een positief advies onder voorwaarde(n) hebben gekregen, is bekeken of de voorwaarden zijn opgevolgd. In aanvulling hierop is gekeken naar voor 2019 afgegeven adviezen die in relatie tot eerdere jaarverslagen nog niet waren afgerond, en waarvoor het advies negatief was of positief onder voorwaarden. Op deze manier houdt de TAC een vinger aan de pols bij proces en planvorming. Geconstateerd kan worden dat: e In een beperkt aantal gevallen contrair zal worden gegaan aan het negatieve advies via een afwijkingsprocedure rich- ting B&W en raad; e In circa een derde van de overige gevallen is het initiatief stop gezet of aangepast conform de gestelde voorwaarden. e In 2/3 van de overige gevallen is een dergelijke conclusie nog niet te trekken omdat de initiatieven nog doorlopen. Deels is er sprake van voldoen aan de voorwaarden in de planvorming, maar is het project nog niet gerealiseerd. Deels zal uit de voortgang blijken of en hoe aan gestelde voorwaarden wordt voldaan. De evaluatie zal daarom blijven plaatsvinden. Op grond van deze evaluatie kan worden geconcludeerd dat er geen misstanden zijn, dat het instrument van de Hoofdgroenstructuur goed functioneert en dat het gerespecteerd wordt. 24 Meerjarenverslag - TAC 2022
Onderzoeksrapport
24
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2017 Afdeling 1 Nummer 157 Datum akkoord college van b&w van 28 februari 2017 Publicatiedatum 1 maart 2017 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het lid N.T. Bakker van 5 januari 2017 inzake een vergunningsaanvraag voor een hotel op de Nassaukade. Aan de gemeenteraad Toelichting door vragensteller: Op 4 januari 2017 publiceerde stadsdeel West een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor de Nassaukade 76H op de gemeentelijke website. Hierbij zou het gaan om het omzetten van 5 shortstay-vergunningen naar een hotelvergunning.' De Nassaukade ligt volgens de gebiedskaart voor het gemeentelijk overnachtingsbeleid in een gebied waar de gemeente geen nieuwe hotelontwikkeling toestaat. De gemeente verleent hier geen medewerking aan wijziging van de bestemming of vergunningverlening ten behoeve van hotels. Tevens staat het geplande hotel aan de Nassaukade niet op de door de gemeente op hun website beschikbaar gestelde Hotelmonitor (d.d. 1 juni 2016).° Gezien het vorenstaande heeft het lid N.T. Bakker, namens de fractie van de SP, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Ligt de beslissingsbevoegdheid voor het verstrekken van de omgevings- vergunning inzake Nassaukade 76H bij stadsdeel West of bij de centrale stad? Antwoord: Op grond van het bevoegdhedenregister (nr. B14) ligt de bevoegdheid voor het verstrekken van een omgevingsvergunning zoals deze is aangevraagd, bij de bestuurscommissie. Ter informatie meldt het college u dat de aanvraag inmiddels buiten behandeling is gesteld omdat de aanvrager onvoldoende gegevens heeft geleverd. De aanvraag voldoet niet aan de indieningsvereisten. In de reactie naar de aanvrager is ook aangegeven dat de vergunning niet verleend zal worden vanwege het Woonvoorraadbeleid waarvan het uitgangspunt is dat woningen niet gewijzigd worden tot hotelbestemming. ! https://www.amsterdam.nl/actueel/lokale/@ 1027038/aanvraag-6/ ? https://www.amsterdam.nl/ondernemen/horeca/horeca/hotelbeleid/ 3 https://www.amsterdam.nl/publish/pages/765955/hotelmonitor_stand_1_juni_2016.pdf 1 Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer Tart 2017 Schriftelijke vragen, donderdag 5 januari 2017 De aanvrager is inmiddels op de hoogte gesteld van het besluit namens het Algemeen Bestuur van Stadsdeel West om de aanvraag op basis van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht niet te behandelen. 2. Indien deze bevoegdheid bij het stadsdeel ligt: Voert de centrale stad een controle uit of stadsdelen bij het verstrekken van hotel-gerelateerde vergunningen zich houden aan de door het college opgestelde richtlijnen? Zo nee, waarom niet? Antwoord: De bevoegdheid is door het college gedelegeerd aan de bestuurscommissie. De bestuurscommissie verleent de vergunning conform het vigerende beleid. Het college voert geen tussentijdse controle uit, specifiek op hotels gerelateerde vergunningen. Er is wel regulier (twee keer per jaar) overleg over de hotelontwikkelingen in elk stadsdeel met de rve Economie in verband met actualisatie en realisatie van de lopende initiatieven op de hotelmonitor. Hierbij worden hotelinitiatieven die geen kans maken op grond van beleid en regelgeving reeds op voorhand gestuit. Bovendien is voor elk hotelinitiatief een advies van het team overnachtingsbeleid nodig. Op deze wijze houdt het college zicht op ontwikkelingen. 3. Hoeveel (voormalige) shortstay-panden hebben een legale hotelstatus (lees: hotelvergunning)? Bij hoeveel panden wordt hier daadwerkelijk gebruik van gemaakt? Antwoord: Navraag bij de stadsdelen (tot en met 2015 verantwoordelijk voor het beleid) leert dat er een situatie bekend is in stadsdeel Oost. Er zijn twee lopende zaken waarbij de verlening van de omgevingsvergunning door het stadsdeel is geweigerd. Hiertegen is bezwaar aangetekend. 4. Beoordeelt het college de aanvraag voor de hierboven genoemde omgevingsvergunning als conform het overnachtingsbeleid”? Graag een toelichting. Antwoord: In het stedelijk Woonvoorraadbeleid staat het uitgangspunt om geen woningen tot bestemming hotel te wijzigen. Er worden geen woningonttrekkingsvergunningen meer verleend tot wijziging in hotel. Toetsing aan het overnachtingsbeleid is derhalve niet aan de orde. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 2
Schriftelijke Vraag
2
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2017 Afdeling 1 Nummer 344 Datum akkoord 3 mei 2017 Publicatiedatum 4 mei 2017 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Boldewijn van 8 februari 2017 inzake de ongelukken met zogenaamde pollers. Aan de gemeenteraad Toelichting door vragensteller: In het televisieprogramma Kassa’ van 17 januari 2017 werd melding gemaakt van ongelukken, veroorzaakt door zogenaamde pollers. Een poller is een paal die door een elektrische of hydraulische aandrijving uit een wegdek omhoog wordt gestuurd en die dient om het autoverkeer te reguleren. Volgens Kassa levert een beweegbare paal in het wegdek een groot gevaar op voor de weggebruikers. Pollers kunnen zich bijvoorbeeld onder in de auto boren waardoor flinke schade ontstaat. De weggebruiker dient daarom voor dit gevaar te worden gewaarschuwd. De standaard voor het inrichten van de weg rondom en op de plaats van de fysieke afsluiting is de CROW? uitgave ‘Selectieve toegang en doseren’® publicatie 268. In bovengenoemde media is melding gemaakt van het groot aantal ongelukken met pollers, de letselschade bij de getroffen weggebruikers en de daarmee gepaard gaande leed. De fractie van de PvdA maakt zich daar zorgen over en heeft naar aanleiding daarvan de volgende vragen aan het college: Gezien het vorenstaande heeft het lid Boldewijn, namens de fractie van de PvdA, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Heeft het college ook kennisgenomen van de uitzending van Kassa? Antwoord: Ja. \ http://kassa.vara.nl/data/files/4055936793.pdf ? CROW is een non-profit kennispartner voor (decentrale) overheden, aannemers en adviesbureaus. 3 http://www.crow.nl/online-kennis-tools/kennismodule-verkeersmanagement 1 Jaar 2017 Gemeente Amsterdam Neng on Gemeenteblad R Datum 4 mei 2017 Schriftelijke vragen, woensdag 8 februari 2017 2. Kan het college aangeven of de ongelukken met pollers in Amsterdam geregistreerd worden? Antwoord: Ja, alle automatisch werkende pollers worden permanent gemonitord door middel van een centraal managementsysteem. Storingen (vanwege aanrijdingen) worden automatisch gesignaleerd waarop direct een reparateur naar de locatie gaat. 3. Indien ja, kan het college gespecificeerd aangeven over de afgelopen 3 jaar hoeveel van deze ongelukken er met pollers hebben plaatsgevonden, welk vervoermiddel daarbij betrokken was, welk schadebedrag daarmee gemoeid ging en of er sprake was van (ernstige})letselschade? Antwoord: Dat kan ten dele: het achterhalen van de gegevens over de hoogte van de schade indien bekend kost meer tijd. De aantallen incidenten zijn beschikbaar voor het afgelopen jaar (2016). stad schades betrokken | betrokken | betrokken bestelwagens/ overig (marktkarren aan pollers auto’s fietsers brommers- vrachtwagens enz.) totaal scooters 4 Ja Js jo jo js || os Je je Joe jo Je |s oe Js |7 jo jo Ja je | Niet alle stadsdelen hebben pollers. In 2016 waren de schades als volgt verdeeld over de stadsdelen: mood 0 mids |oo west 00 nieuwwest___ | 0 0 * Exclusief 20 stuks niet in beheer bij de gemeente Bij geen van de gevallen was sprake van letsel. De gemeente is niet aansprakelijk voor schade die ontstaat aan een voertuig dat beschadigd raakt bij het begaan van een overtreding, in dit geval het zonder ontheffing zich toegang verschaffen tot een voor de betreffende bestuurder met een poller afgesloten gebied. Daardoor is onbekend wat de schade is aan de betrokken vervoermiddelen. Zo mogelijk wordt de schade aan de poller verhaald op de veroorzaker ervan. 2 Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer es 2017 Schriftelijke vragen, woensdag 8 februari 2017 4. Kan het college aangeven wie de schade aan pollers, het voertuig en/of de weggebruiker heeft vergoed”? Antwoord: Indien de veroorzaker bekend is, wordt de schade verhaald via de gemeentelijke verzekeringsafdeling VZA. De oorzaak ligt altijd bij de wegebruiker die een gebodsbord negeerde of een manoeuvreerfout maakte. De gemeente vergoedt de schade aan voertuigen/ weggebruikers niet omdat ze niet aansprakelijk is voor schade die ontstaat bij het begaan van een overtreding (het zonder ontheffing zich toegang verschaffen tot een voor de betreffende bestuurder afgesloten gebied). Wie die schade wel vergoedt, is niet bekend bij de gemeente. 5. Kan het college aangeven of de weginrichting rond alle pollers voldoet aan de voorschriften van het CROW? Antwoord: Alle door de gemeente geïnstalleerde en beheerde pollers voldoen aan CROW- richtlijnen. In veel gevallen zijn er bovendien beveiligingslussen voor en na de paal, die het omhoogkomen ervan blokkeert als de lus een voertuig detecteert. Er is een verkeerslicht aanwezig dat uitsluitend op groen gaat voor de aangemelde auto. Zoals recent toegezegd wordt de signalering voor weggebruikers ter waarschuwing voor pollers-vezips waar nodig verbeterd. 6. Sommige gemeenten zoals Delft en Alkmaar maken geen gebruik meer van de pollers maar van camera’s met kentekenherkenning. Bestuurders die toch doorrijden krijgen dan een boete van 90 euro op de deurmat, maar zij zelf en hun voertuig blijven wel heel. Enkele andere gemeenten zijn bezig met een proef met kentekenherkenning. Volgens de gemeente Delft is het nieuwe systeem veiliger voor weggebruikers en goedkoper voor de gemeente dan de pollers. Wat vindt het college van deze aanpak en zou u dit ook in Amsterdam willen toepassen? Antwoord: Camerahandhaving is een interessant alternatief. Voordeel van camerabewaking is dat nagenoeg volledig geautomatiseerd boetes kunnen worden uitgedeeld aan overtreders en schade aan voertuigen van overtreders worden vermeden, nadeel is dat weggebruikers toch het gebied in kunnen rijden waar autoverkeer ongewenst is bijvoorbeeld vanwege veiligheid. Het college zal in het najaar 2017 de mogelijkheden voor camerahandhaving nader onderzoeken. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 3
Schriftelijke Vraag
3
discard
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Motie Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 162 Publicatiedatum 28 februari 2014 Ingekomen onder AD Ingekomen op donderdag 13 februari 2014 Behandeld op donderdag 13 februari 2014 Status Aangenomen Onderwerp Motie van het raadslid de heer Van Drooge inzake het onderzoek van de Rekenkamer, getiteld: ‘Reorganiseren in Amsterdam’ (inzicht in tijdelijk werk en ‘spookambtenaren’). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de voordracht van het presidium van 27 januari 2014 inzake het onderzoek van de Rekenkamer, getiteld: ‘Reorganiseren in Amsterdam! (Gemeenteblad afd. 1, nr. 101); Overwegende dat: — uithet onderzoek van de Rekenkamer blijkt dat boventallige ambtenaren regelmatig worden ingezet om tijdelijk werk te verrichten bij een andere dienst of een ander onderdeel van de gemeente. — de Rekenkamer constateert dat het college geen goed inzicht heeft in tijdelijke werkzaamheden van boventallige ambtenaren, — in de praktijk blijkt dat er tijdelijk werk bij een andere dienst of een ander onderdeel van de gemeente plaatsvindt, terwijl de loonbetaling blijft plaatsvinden door de oorspronkelijke dienst of de loonbetaling door de oorspronkelijke dienst wordt gecompenseerd; — door het fenomeen van deze zogenaamde ‘spookambtenaren’ (ambtenaren, in dienst bij dienst A en werkend bij dienst B) het inzicht in en de sturing op formatieplaatsen en budgetten verder wordt bemoeilijkt zowel voor het college als voor de raad, Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: — onderzoek te doen naar het fenomeen ‘spookambtenaren’ en de raad hierover te berichten; — tijdelijke werkzaamheden van boventallige ambtenaren alleen te laten plaatsvinden na goedkeuring door het college; — hierover te rapporteren bij de jaarrekening, de 4-maandsrapportage en de 8-maandsrapportage. Het lid van de gemeenteraad, Â.H. van Drooge 1
Motie
1
discard
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2020 Afdeling 1 Nummer 737 Datum indiening 1 mei 2020 Datum akkoord 17 juni 2020 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Poot inzake versterkte gebedsoproepen en de mogelijkheden tot regulering. Aan de gemeenteraad Toelichting door vragensteller: In november 2019 heeft de Blauwe Moskee in Nieuw-West de oproep tot het gebed versterkt afgespeeld. Op voorstel van de fractie van de VVD is diezelfde maand het afspelen van versterkte gebedsoproepen besproken in de gemeenteraad. Uit deze bespreking bleek onder andere dat zowel de burgemeester als de meeste partijen in de raad weinig enthousiast zijn over het afspelen van versterkte gebedsoproepen. De afgelopen weken hebben meerdere moskeeën ervoor gekozen om versterkte gebedsoproepen af te spelen. De coronacrisis, maar mogelijk ook de ramadan, lijken hiervoor een aanleiding te zijn. Versterkte gebedsoproepen lijken een structureler en meer permanent karakter te krijgen, dit terwijl er hiervoor geen draagvlak lijkt te zijn bij een overgrote meerderheid van de fracties in de raad. De fractie van de VVD wil daarom weten welke instrumenten en juridische mogelijkheden de gemeente heeft om het afspelen van versterkte gebedsoproepen te kunnen reguleren. Ook wil de fractie van de VVD weten of het college, gelet op de toename, regulering wenselijk vindt en haalbaar acht. Gezien het vorenstaande stelt ondergetekende, namens de fractie van de VVD, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen: 1. Weet het college welke moskeeën in de stad sinds november 2019 versterkte gebedsoproepen afspelen of hebben afgespeeld en met welke frequentie dit gebeurde/gebeurt? Zo ja, kan het college deze informatie delen? Zo nee, wil het college dit inventariseren en de uitkomsten hiervan delen met de raad? Antwoord: Het is niet duidelijk hoeveel moskeeën de gebedsoproep versterken, omdat dit voortdurend verandert. Een uitvraag bij de stadsdelen laat zien dat er ongeveer 15 a 20 moskeeën op vrijdagmiddag een versterkte oproep doen of hebben gedaan. Eén moskee, de Taibah-moskee in Zuidoost doet die vijf keer per dag. Naar eigen zeggen doen ze dit al 30 jaar lang. Er zijn in Amsterdam ongeveer 60 moskeeën. Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Neng Jaz Gemeenteblad Datum 17 juni 2020 Schriftelijke vragen, vrijdag 1 mei 2020 2. Hoe oordeelt het college over de toename van het aantal versterkt afgespeelde gebedsoproepen door moskeeën in de stad? In hoeverre verklaart het college deze toename door de coronacrisis en/of de ramadan? Antwoord: De toename is begonnen bij de Blauwe moskee die sinds eind 2019 de gebedsoproep versterkt laat klinken. Na het uitbreken van de Coronacrisis hebben meer moskeeën de versterkte gebedsoproep laten klinken. Sommige moskeeën of moskeekoepelorganisaties hebben aangegeven dat ze dit doen om de Amsterdammers een hart onder de riem te steken in deze moeilijke tijden. Eerder hebben verschillende kerken klokken geluid als blijk van solidariteit. Ook de Ramadan heeft een rol gespeeld. Aangezien vrijwel alle moskeeën in Amsterdam tijdens de Ramadan gesloten waren wilden sommige moskeeën met de versterkte gebedsoproep het contact met hun gelovige buurtbewoners versterken. In het licht van het beginsel van scheiding van kerk en staat is het voor het college niet passend om een oordeel te hebben over (de toename van} religieuze uitingen zoals de gebedsoproepen. Het is aan de moskeeën om te bepalen of ze dit al dan niet doen. Voor het college is wel van belang dat hierdoor geen onaanvaardbare overlast voor omwonenden ontstaat. 3. Zijn er bij de gemeente klachten van bewoners binnengekomen over het afspelen van versterkte gebedsoproepen door moskeeën? Zo ja, hoeveel en over welke locaties en in welke stadsdelen? Antwoord Ja er zijn klachten en brieven binnengekomen bij de gemeente en bij de politie. De klachten gaan over moskeeën in West, Nieuw West, Oost en Zuidoost. Sinds het begin van de Coronacrisis gaat het om meer dan 50 klachten, waarbij de helft voor rekening komt van Moskee Taibah in Zuidoost. 4. Duiden eventuele klachten over versterkte gebedsoproepen door moskeeën volgens het college op een aantasting van het woon- en leefklimaat? Antwoord De meeste klachten gaan over het geluidsniveau, maar vaak ook over het feit dat ze ongewild geconfronteerd worden met een religieuze uiting. De betrokken moskeeën zijn door de gemeente geïnformeerd over de klachten. Een aantal moskeeën is daarop gestopt met de gebedsoproep, andere moskeeën hebben het geluidsniveau of de frequentie beperkt. In sommige gevallen hebben de moskeeën en de indieners direct contact gehad en zijn er gesprekken gevoerd. 2 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Neng Jaz Gemeenteblad Datum 17 juni 2020 Schriftelijke vragen, vrijdag 1 mei 2020 5. Zijn er door de moskeeën waar een versterkte gebedsoproep is uitgevoerd bewonersbrieven verspreid en/of is er een andere vorm van communicatie richting omwonenden gedaan? Antwoord De meeste moskeeën hebben de omwonenden van te voren geïnformeerd, vaak middels een bewonersbrief die van deur tot deur verspreid is. Sommige moskeeën hebben het bericht ook via social media verspreid. Bij de Taibahmoskee was van te voren geen bewonersbrief verspreid omdat ze de gebedsoproep al vele jaren laten klinken. De recente stroom klachten hangt samen met de nieuwe geluidsinstallatie die meer op de buitenwereld gericht is en in eerste instantie behoorlijk luid stond afgesteld. Zoals gezegd heeft de betreffende moskee het geluidsniveau inmiddels beperkt. Er is ook een gesprek geweest met de bewonerscommissie van de naastgelegen huizen. 6. In het verleden zijn er vanuit de gemeente afspraken met moskeebesturen gemaakt over het niet afspelen van de gebedsoproep, bijvoorbeeld met de Westermoskee! Deze afspraken hadden echter geen juridische status en inmiddels is er door deze moskee afgeweken van deze afspraken. In hoeverre vindt het college dat het maken van zulke niet-bindende afspraken een effectieve en duurzame wijze is om gebedsoproepen te voorkomen of te beperken? Antwoord Op dit moment heeft de gemeente Amsterdam geen enkele wettelijke grond om te kunnen handhaven op de geluidsoverlast door klokgelui of gebedsoproepen — zie het juridisch kader dat hieronder staat beschreven. Daarom is het college aangewezen op overleg en informele afspraken tussen betrokkenen. Zoals bij vraag 4 is aangegeven heeft dit op vrijwel alle plekken tot aanpassing van het geluidsniveau of de frequentie geleid. Ook de Westermoskee is naar aanleiding van klachten van omwonenden gestopt met de versterkte gebedsoproep. Dit kan dus een werkbare weg zijn, maar garanties zijn er niet. Juridisch kader: De gebedsoproep is in Nederland zeer goed beschermd door wetgeving omdat dit raakt aan de vrijheid van godsdienst. In de grondwet is vastgelegd dat een ieder het recht heeft zijn godsdienst of levensovertuiging, individueel of in gemeenschap met anderen, vrij te belijden, behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet. In artikel 10 van de Wet openbare manifestaties (WOM) is aangegeven dat “klokgelui ter gelegenheid van godsdienstige en levensbeschouwelijke plechtigheden en lijkplechtigheden, alsmede oproepen tot het belijden van godsdienst of levensovertuiging, zijn toegestaan”. Tevens is hierin vastgelegd dat de gemeenteraad bevoegd is regels te stellen met betrekking tot de duur en het geluidsniveau. 1 https://amsterdam.raadsinformatie.nl/document/4604528/3/225 18 Schriftelijke%20vrage n%20Ruigrok%20inzake%20gebedsoproepen%20door%20Westermoskee 3 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam Neng Jaz Gemeenteblad R Datum 17 juni 2020 Schriftelijke vragen, vrijdag 1 mei 2020 De regels mogen echter niet zo ver gaan dat van het recht om op te roepen tot geloofsbelijdenis geen gebruik van betekenis meer overblijft. De gemeente heeft tot nu toe geen gebruik gemaakt van deze mogelijkheid om specifieke regels in de APV op te nemen. Binnen de milieuwetgeving wordt versterkt geluid (bv. muziekgeluid) in de regel altijd gereguleerd. Hierop zijn de geluidsvoorschriften van het Activiteitenbesluit milieubeheer dan ook van toepassing. In artikel 2.18, eerste lid, onder c van dit besluit is echter een uitzondering gemaakt voor geluid ten behoeve van godsdienstige of levensbeschouwelijke uitingen en daarom zijn de geluidsnormen van het Activiteitenbesluit hierop niet van toepassing. Gezien deze juridische situatie kan het college op dit moment niet handhavend optreden tegen het geluid van kerkklokken en gebedsoproepen. 7. Is het college van mening dat de recente toename van versterkte islamitische gebedsoproepen vraagt om richtlijnen en/of regulering? Zo ja, hoe zouden deze richtlijnen of regels er volgens het college uit moeten komen te zien? Zo nee, hoe verhoudt dit zich tot het eerdere standpunt, geuit door waarnemend burgemeester Van Aartsen, dat eventuele plannen van moskeebesturen om de gebedsoproep versterkt af te spelen zouden leiden tot een APV-wijziging om dit te reguleren?® Antwoord: Een speciaal APV-artikel betekent een vergaande inperking van religieuze uitingen, ongeacht signatuur. De regels zullen gelden voor zowel klokgelui als gebedsoproepen en kunnen consequenties hebben voor bestaande situaties, met name bij kerken. Het college is van mening dat een breed draagvlak in de raad noodzakelijk is om een dergelijk ingrijpend besluit voor te bereiden. 8. In het verleden heeft het college erfpacht ingezet als instrument om versterkte gebedsafspraken te voorkomen, namelijk door als grondeigenaar in het erfpachtcontract voorwaarden te stellen (geen versterkte gebedsoproep). Dit is gebeurd bij de Boven IJ-moskee en het college gaf destijds aan dit instrument ook in de toekomst bij gronduitgifte in te willen zetten. Is het college nog altijd voornemens om dit instrument in de toekomst opnieuw te zullen gebruiken? Zo ja, zijn er ontwikkelgebieden waar dit meegenomen wordt in de ruimtelijke planvorming? Zo nee, waarom niet? Antwoord: De oproep tot godsdienstuitoefening is grondwettelijk beschermd; de gemeenteraad kan in lokale regels (APV) beperkingen aan de gebedsoproep opleggen, maar kan 2 https://www.parool.nl/nieuws/eventuele-gebedsoproep-westermoskee-niet- tegengehouden-bb12e21b/ 4 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer 47 juni 2020 Schriftelijke vragen, vrijdag 1 mei 2020 niet overgaan tot een verbod. Het verbieden van de oproep tot gebed via de erfpachtbepalingen doorkruist derhalve de publiekrechtelijke bevoegdheid (regeling in de APV). Het opnemen van een dergelijke bepaling in de erfpachtovereenkomst zou daarmee door een rechter nietig kunnen worden bevonden. Het is dus niet mogelijk om in het erfpachtcontract een verbod tot oproep tot gebed vast te leggen. Wat wel mogelijk is om bij nieuwe gebouwen om het voornemen van het moskeebestuur om geen gebruik te maken van de versterkte oproep tot gebed wel te bevestigen in een begeleidende brief bij de optieovereenkomst en de erfpachtaanbieding. De intentie van de moskee wordt daarmee schriftelijk bevestigd. De juridische waarde is echter nihil wat betekent dat wanneer het moskeebestuur in de toekomst toch over wil gaan tot oproep tot gebed handhaving op basis van deze schriftelijke bevestiging, anders dan aanspreken van het bestuur, niet mogelijk is. 9. Wat verstaat het college onder een religieuze uiting van een gebedshuis? 10. Welke niet-religieuze boodschappen worden er zoal geuit door gebedshuizen? 11. Wat is — naar schatting — de verhouding tussen wel en niet religieuze uitingen? 12. Wisselt de verhouding tussen wel- en niet-religieuze uitingen per gebedshuis? 13. In hoeverre vindt het college dat gebedshuizen zelf mogen en kunnen bepalen wat wel/geen religieuze uitingen zijn? Antwoord op vraag 9 t/m 13: Het is niet eenduidig te zeggen wat wel en niet een religieuze uiting is. Het is primair aan de instelling zelf om dat te bepalen. Het is voor het college duidelijk dat de versterkte gebedsoproep van moskeeën wel als een religieuze uiting dient te worden gezien. 14. Wat vindt het college een wenselijke frequentie voor het uiten of afspelen van religieuze gebedsoproepen door gebedshuizen? Antwoord: Dat is op dit moment niet te zeggen. Belangrijkste uitgangspunt in deze is dat een versterkte gebedsoproep niet mag leiden tot een ernstige aantasting van het leefklimaat. 15. Zou een APV-wijziging enkel religieuze, enkel niet-religieuze of juist alleen zowel religieuze als —niet-religieuze uitingen kunnen beperken, qua duur, volume en frequentie? Graag een toelichting, in ieder geval uitgesplitst naar kerkklokken en versterkte gebedsoproepen. Antwoord: Het Artikel 10 van de Wet openbare manifestaties dat de grondslag zou vormen voor regels in de APV maakt geen onderscheid tussen klokgelui en oproepen tot gebed. 5 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer 47 juni 2020 Schriftelijke vragen, vrijdag 1 mei 2020 Die gelijkstelling werkt door in eventuele regels in de APV met betrekking tot duur en geluidsniveau van religieuze uitingen. De regels zullen dus zowel voor moskeeën als voor kerken gelden. 16. Hoe gaan andere grote steden in Nederland om met versterkte gebedsoproepen door moskeeën? Welke richtlijnen of regels zijn er in deze steden? En is er ambtelijk of politiek contact met deze steden over dit onderwerp? Antwoord Er is geen overzicht beschikbaar waarin staat aangegeven welke gemeenten speciale regels voor klokgelui en gebedsoproepen in de APV hebben opgenomen. Er is ambtelijk contact met verschillende gemeenten over de gebedsoproep. Sommige gemeenten noemen in hun toelichting op de APV het WOM-artikel 10, maar deze gemeenten hebben toch geen specifieke regels op dit punt. Van de G4 gemeenten heeft geen enkele gemeente regels voor klokgelui en de gebedsoproep in de APV. De gemeente Tilburg heeft wel een speciaal artikel in de APV opgenomen: “Het is verboden om van 23.00 uur tot 07.30 uur door middel van klokgelui dan wel op andere wijze op te roepen tot gebed, in de zin van artikel 10 Wet Openbare Manifestaties, met een geluidsniveau dat meer dan 10dB(A) ligt boven de normen uit het Besluit en meer dan 10 dB(A) boven het referentieniveau van de omgeving.” Dit APV-artikel is in 2009 getoetst door de rechter nadat een pastoor bezwaar had gemaakt tegen deze inperking. Volgens de rechtbank waren de beperkingen die de gemeente Tilburg in haar Algemene Plaatselijke Verordening (APV) aan het geluidsniveau van de kerkklok heeft gesteld, niet in strijd met (grond)wettelijke regels. 17. Bezit het college gegevens over het (gemiddelde) aantal decibel dat kerkklokken en versterkte islamitische gebedsoproepen produceren? Zo ja, zijn er significante verschillen? Zo nee, wil het college hier onderzoek naar doen? Antwoord Nee, het college bezit geen gegevens over het geluidsniveau van kerkklokken en versterkte islamitische gebedsoproepen. Zie verder antwoord op vraag 7. Zo nodig zal het college hier onderzoek naar verrichten. 18. Wat is volgens het college een maximaal aanvaardbaar aantal decibel dat een gebedshuis zou mogen produceren? Antwoord Zie antwoord 7 en 17. 6 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer 47 juni 2020 Schriftelijke vragen, vrijdag 1 mei 2020 Uit jurisprudentie over de Tilburgse APV-regels voor klokgelui en gebedsoproepen blijkt dat de Raad van State heeft geoordeeld dat voor wat betreft het toegestane geluidsniveau terecht aansluiting is gezocht bij het Activiteitenbesluit. 19. Onlangs is het Actieplan Geluid 2020-2023 vrijgegeven voor inspraak. Dit plan richt zich op geluidbronnen van weg- en railverkeer en luchtvaart, maar ook op overige geluidbronnen zoals horeca, evenementen, geluidsoverlast van buren en bouwlawaai. Gebedsoproepen zijn (nog) niet opgenomen in dit actieplan. Zou het college het wenselijk vinden om dit alsnog aan het actieplan toe te voegen als uit de inspraakronde blijkt dat bewoners dit punt missen in het actieplan”? Antwoord Het Actieplan Geluid geeft invulling aan de verplichtingen vanuit de Europese richtlijn omgevingslawaai en is gericht op het verstrekken van informatie over het huidige en voorgenomen geluidbeleid en daarbij vastgestelde maatregelen. Zoals aangegeven in het antwoord bij vraag 6 voorziet de milieuwetgeving niet in regulering van het geluid van de versterkte gebedsoproep. Daarmee valt dit onderwerp buiten de scope van het actieplan geluid. In de Nota van Beantwoording zal het college wel ingaan op de ontvangen inspraakreacties die betrekking hebben op gebedsoproepen voor kerken en moskeeën. 20. In het Actieplan wordt — naar mening van de fractie van de VVD — terecht gesteld dat geluidsoverlast niet alleen samenhangt met de geluidsbelasting uitgedrukt in het aantal decibel, maar ook in de geluidsbeleving. Deze beleving kan per persoon verschillen. Wil het college onderzoeken hoe Amsterdammers verschillende religieuze uitingen (zoals het luiden van kerkklokken of het afspelen van versterkte gebedsoproepen) en niet-religieuze uitingen (zoals tijdsaanduiding) beleven en beoordelen? Antwoord Zie antwoord 7 en 17. 21. Zou het college maatwerk wenselijk vinden als blijkt dat bepaalde uitingen tot meer of minder overlast onder bewoners blijken? Antwoord Zie antwoord 7 en 17. 22. Is het college bereid om extern juridisch advies in te winnen over de mate van gemeentelijke beleidsvrijheid die er bestaat in het begrenzen en reguleren van versterkte gebedsoproepen? Zo nee, waarom niet? Antwoord Zie antwoord 7 en 17. 7 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Neng Jaz Gemeenteblad ummer - =: . . Datum 17 juni 2020 Schriftelijke vragen, vrijdag 1 mei 2020 23. Welke andere stappen is het college voornemens te zetten in dit beleidsdossier? Antwoord Het college houdt de vinger aan de pols ten aanzien van mogelijke toekomstige klachten over overlast door klokgelui en gebedsoproepen. Zo nodig zal het college — net als nu - contact opnemen met de desbetreffende organisatie om de klachten over te brengen en hen vragen maatregelen te nemen. Het college is van mening dat een breed draagvlak in de raad noodzakelijk is om een dergelijk ingrijpend besluit van een APV-wijziging voor te bereiden. Burgemeester en wethouders van Amsterdam Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris 8
Schriftelijke Vraag
8
train
Geachte heer/mevrouw, Wilt u dit bericht daorzenden aan alle raadsleden? En aan de burgemeesters en wethouders? : | Landelijke wetgeving is zodanig ingericht dat vuurwerk 156 decibel mag | bedragen op twee meter afstand. Zie http://www. gezondheidsnet.nlfbeter-gehoor/vuurwerk-gevaarlijk-voor-gehoor Dit betekent acute gehoorbeschadiging! Zo juist staken onze buren . vuurwerk af, Een meisje van 3 jaar ging huilen en deed direct haar handen op haar oren. En ik kreeg last van piepende oren en oorpijn. Omdat landelijke wetgeving kennelijk te kort schiet en geen rekening . houdt met gehoorbeschadiging willen we u vragen: Bent u bereid om een APV te maken dat vuurwerk alleen op de door de gemeente aangewezen plekken kan worden afgestoken? En dus niet overal te pas en te onpas? Mensen kunnen er dan voor kiezen om deze plekken te gaan mijden, indien zij niet blootgesteld willen worden aan deze veel te harde knallen. Gehoorbeschermers bieden vaak geen afdoende bescherming tegen deze hoge waardes. Zulke harde geluiden moeten verboden worden om te verspreiden in de ether. Bovendien zorgt vuurwerk voor milieu vervuiling. Misschien voor een : KNO gunstig dat zij één consult moeten geven voor een gehoorbeschadiging waaraan zij hun eenmalig geld verdienen. Daarbij kan iemand levenslang krijgen doordat het gehoorbeschadigd is en een levenlang een pieptoon in je oren? De VVD is van mening dat schadelijke producten niet geweerd moeten worden. Kennelijk zien zij het belang niet ín dat er letselschade ontstaat aan het gehoor. : Groet EB htp://www.pleptonen.nl Meldpunt Schadelijk Geluid Indien de link niet werkt. BAARN - Rond de jaarwisseling zijn er veel vuurwerkslachtoffers te betreuren. Verwondingen die veel voorkomen zijn letsel aan de handen en ogen, maar de harde knallen kunnen ook je oren beschadigen. Na een flinke knal kun je last hebben van een piep of ruis in je oren. Meestal herstelt het gehoor zich vanzelf weer. Als het geluid te hard is of als je er vaker aan blootstaat, kan de schade blijvend zijn. 156 decibel Sinds 2006 mag legaal vuurwerk in Nederland maximaal 156 decibel ' produceren, gemeten op twee meter afstand. Dat is nog veel harder dan een rockeoncert (110dB), laag overvliegend vliegtuig (120 dB) of geweerschot (140 dB). Geluiden boven de 120 decibel kunnen direct tot blijvende schade leiden. . Milieu Gentraal schat dat jaarlijks 800 à 1600 mensen blijvende __gehoorschadeoplopen door de harde knallen van vuurwerk. __ Gehoorbescherming . Degene die:het vuurwerk afsteekt loopt het meeste risico, maar ookals … je vlakbij staat krijgen je oren het zwaar te verduren. Je kunt dus ' het beste op een veilige afstand blijven. Wil je toch zelf vuurwerk afsteken? Siervuurwerk maakt minder herrie dan knalvuurwerk. Ook kun je gehoorbescherming dragen. Wanneer gehoorbeschadiging? De vraag is wat onze oren aankunnen. Geluid wordt gemeten in decibels (dB). Grof gezegd kan langdurige blootstelling aan geluiden boven de 80 decibel al leiden tot hoorschade, al is dat meestal niet direct merkbaar. Geluiden boven de 120 decibel leiden direct tot blijvende schade. Maar welke activiteit levert nou hoeveel decibel op? Een overzicht: * Een vallend blad: 10 decibel * Gefluister: 30 decibel * Vagelgekwetter: 40 decibel * Geluiden in een gemiddelde woonwijk overdag: 50 decibel * Gesprek: 60 decibel « Doorsnee ruzie: 70 decibel * Cabine van een vliegtuig: 80 decibel * Langs een snelweg staan: 80 decibel * Gillen, grasmaaien, boren in een betonmuur: 90 decibel * Motorrijden: 95 decibel * Maximaal volume van een mp3-speler: 100 dectbel (let op: er zijn uitschieters naar 130 decibel!) « (te) Dicht bij een start- of landingsbaan staan: 100 decibel « Cirkelzaag: 105 decibel « Disco of roekconcert: 110 decibel * Pneumatische hamer: 120 decibel * Laag overvliegend vliegtuig: 120 decibel * Geweerschot: 140 decibel 120dB directe gehoorbeschadiging. Vuurwerk is 196dB op 2 meter afstand, waarvan elke 3dB het geluid een verdubbeling is. 36:3=12. Dus vuurwerk is 12 keer zo hard! Wellicht een idee dat je niet alleen gehoorbeschadiging gaat dragen maar ook een grote waterpistool waarmee je het vuurwerk gaat uitdoven zodat je niet doof wordt. Zie bijlage voor overzicht van volume en de schadelijkheid hiervan.
Raadsadres
2
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad x% Gemeenteblad % Motie Jaar 2015 Afdeling 1 Nummer 1332 Publicatiedatum 4 december 2015 Ingekomen onder AF Ingekomen op woensdag 25 november 2015 Behandeld op woensdag 25 november 2015 Status Verworpen Onderwerp Motie van het lid Shahsavari-Jansen inzake het initiatiefvoorstel “Naar een socialere bijstand in Amsterdam” (geen grotere rechtsongelijkheid en armoedeval door een regelluwe bijstand). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over het initiatiefvoorstel “Naar een socialere bijstand in Amsterdam” van de leden Groot Wassink en Nuijens (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1266). Overwegende dat: — het college ruimte ziet om op beperkte schaal te experimenteren met (een vorm van) regelluwe bijstand; — het bij een dergelijke pilot van groot belang is dat deze wetenschappelijk gefundeerd is en dat deze pilot niet leidt tot een grotere rechtsongelijkheid en armoedeval. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: bij het uitvoeren van een pilot/experiment met een vorm van regelluwe bijstand zorg te dragen dat een dergelijk(e) experiment/pilot wetenschappelijk gefundeerd is en niet leidt tot een grotere rechtsongelijkheid en armoedeval. Het lid van de gemeenteraad M.D. Shahsavari-Jansen 1
Motie
1
discard
Stadsdeelcommissie - gebied Indische Buurt, Oostelijk Havengebied Agenda Datum 11-01-2022 Aanvang 19:30 Locatie Digitaal [Link naar de virtuele MS Teams ruimte ] Algemeen 1 Opening en vaststelling agenda 2 Mededelingen 3 Vaststellen van het conceptverslag van de vergadering van 21 december 2021 4 Mededelingen van de ingekomen stukken 5 Het woord aan bewoners, ondernemers en instellingen Inhoudelijk 6 Verbreding fietspad Panamalaan Algemeen 7 Vooruitblik Doel bespreking: voorbespreken agenda komende vergaderingen en of agenda nog actueel is. 4/1: termijnagenda volgt 11 jan. 11/1: termijnagenda toegevoegd. 8 Rondvraag en sluiting Ingekomen stukken Insprekerslijst De definitieve lijst met insprekers wordt gepubliceerd op 11 januari Verslag Informatie Locatie en opnamen Dit overleg met de 4 stadsdeelcommissieleden en het dagelijks bestuur vindt vanwege covid-19 digitaal plaats. Van deze vergadering worden beeld- en geluidsopnamen gemaakt. De vergadering is achteraf terug te bekijken via deze pagina. Inspreken en daarvoor aanmelden Vanwege covid-19 is deze stadsdeelcommissievergadering niet fysiek en daarom zonder publiek. Inspreken kan live tijdens de digitale vergadering, of schriftelijk. Aanmelden om in te spreken - live of schriftelijk - kan tot uiterlijk 24 uur vóór de vergadering via het online aanmeldformulier: hitps://www.amsterdam.nl/@338353/inspreken-commissievergaderingen/.
Agenda
2
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2017 Afdeling 1 Nummer 1138 Datum indiening 11 juli 2017 Datum akkoord college van b&w van 26 september 2017 m.i.v. wijzigingen wijzigingen op 4 oktober 2017 akkoord Publicatiedatum 5 oktober 2017 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Torn inzake het plaatsen van ondergrondse afvalcontainers in de binnenstad. Aan de gemeenteraad Toelichting door vragensteller: Wie door de stad loopt en al het op straat zwervende afval in ogenschouw neemt vraagt het zich vaak af: Is dit nou mijn stad? Op 20 juni schreef Oscar Hammerstein in het Parool dat Amsterdam de smerigste stad van Europa is geworden. Het is moeilijk te zeggen of dit dieptepunt daadwerkelijk al is bereikt, maar wie ’s ochtends naar zijn of haar werk fietst en de straten bezaaid met afval ziet kan moeilijk ontkennen dat Amsterdam hard op weg is de vieste stad van Europa te worden. Met name in de dichtbevolkte en drukbezochte binnenstad is het afvalprobleem groot, terwijl juist de grachten bepalend zijn voor het (internationale) aanzien van Amsterdam. Veel zwerfafval in de binnenstad is afkomstig van aangeboden huisvuil dat in dit stadsdeel voornamelijk nog op straat ter inzameling wordt aangeboden. Veel van dit huisvuil belandt op straat, bijvoorbeeld omdat vuilniszakken niet goed worden afgesloten of omdat ze te zwaar zijn en openscheuren tijdens het inzamelen. Tot overmaat van ramp zijn er ook hongerige meeuwen en metaalverzamelaars die vuilniszakken openrijten en daarmee een enorme puinhoop achterlaten. De nadelen van het aanbieden van vuilnis op straat kunnen worden ondervangen door afval in te zamelen in ondergrondse afvalcontainers. Een bijkomend voordeel van deze containers is dat Amsterdammers niet meer afhankelijk zijn van een inzameldienstregeling, maar hun afval direct kwijt kunnen. Hierdoor zijn minder bewoners of bezoekers geneigd hun afval op straat te dumpen. Bovendien is het legen van ondergrondse afvalcontainers minder lichamelijk belastend, in tegenstelling tot het traditionele inzamelwerk. Hierdoor kunnen werknemers deze werkzaamheden tot op latere leeftijd blijven uitvoeren. De andere stadsdelen zijn inmiddels vrijwel geheel overgestapt naar ondergrondse inzameling, maar in de binnenstad stuit het plaatsen van ondergrondse afvalcontainers op een aantal uitdagingen. Zo is de ruimte voor de containers beperkt, zowel bovengronds als ondergronds. Vaak moeten er ondergrondse leidingen worden verlegd om de containers in te kunnen graven. Bovendien hebben de bomen langs de gracht wortelruimte nodig. ' http://www.parool.nl/opinie/oscar-hammerstein-amsterdam-stinkt-als-nooit-tevoren—a4501679/ 1 Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer Eben 2017 _ Schriftelijke vragen, dinsdag 11 juli 2017 Dit alles neemt niet weg dat het wel mogelijk is om ondergrondse containers aan te leggen in de binnenstad, zo heeft de VVD via ambtelijke weg vernomen. Er zijn al verschillende plekken waar binnenstadbewoners momenteel hun glas en oud papier ondergronds kunnen aanbieden.” Het aanleggen van ondergrondse containers in de binnenstad, en met name het creëren van ruimte hiervoor, leidt echter wel tot extra kosten. De VVD vindt het, gelet op de ernst van de huidige afvalproblematiek, belangrijk dat de gemeenteraad de afweging maakt of het plaatsen van extra ondergrondse containers in de binnenstad wenselijk is en of de kosten hiervan opwegen tegen de baten. De VVD wil daarom dat het college inventariseert op welke plekken er in het centrum ruimte is voor nieuwe ondergrondse afvalcontainers en op welke plekken deze ruimte gemaakt zou kunnen worden. Ook wil de VVD dat het college inzichtelijk maakt wat de aanleg van de containers naar verwachting zal gaan kosten. Gezien het vorenstaande heeft het lid Torn, namens de fractie van de VVD, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Wat zijn volgens het college de voornaamste bezwaren en obstakels dat er in het centrum (nog) geen ondergronds inzamelingssysteem is ingevoerd? Antwoord: In uw toelichting noemt u zelf al een aantal belangrijke bezwaren. De belangrijkste is het ruimtegebrek om (ondergronds) containers te plaatsten. Zowel bovengronds is schaarste, als ondergronds door boomwortels, kabels en leidingen. Containers nemen in de openbare ruimte een permanente plaats in. Met de zakinzameling wordt twee maal per week beslag gelegd op de openbare ruimte. Daarnaast kunnen ook de hoge kosten genoemd worden die invoering in het centrum met zich mee zou brengen. Het omleggen van kabels en leidingen is duur, en in het centrum zal dit op veel meer plaatsen nodig zijn dan in andere stadsdelen. Ondanks deze omstandigheden zet het college in op realisatie van nieuwe containers, om zo vervuiling effectiever tegen te kunnen gaan. 2. Zou het college het, los van de praktische bezwaren, wenselijk vinden als het hele centrum overstapt van straatinzameling naar ondergrondse inzameling? Antwoord: Het college werkt aan het opheffen van alle losse zakken/ straatinzameling in Amsterdam voor 2020. Dit doet het college in de eerste plaats om de serviceverlening te verbeteren; men kan op elk gewenst moment van zijn afval af. Ook zijn er arbotechnische voordelen; er hoeven geen losse vuilniszakken meer van straat getild te worden. Ook hoeft er niet meer per definitie overal twee keer per week geveegd te worden. EE https://kaart.amsterdam.nl/2?boundsfilter=52.375300,4.914808,52.365127,4.875526&types=1408,27 6,2340,277,279,518 2 Jaar 2017 Gemeente Amsterdam Neng Lize Gemeenteblad R Datum 5 oktober 2017 Schriftelijke vragen, dinsdag 11 juli 2017 Gezien de omstandigheden in (en het gebruik van) de openbare ruimte, zowel boven- als onder de grond valt niet uit te sluiten dat er plekken zijn waar ondergrondse containers niet of niet op korte termijn realistisch zijn. Daarom kijkt het college ook naar andere inzamelmethoden, zoals inpandige, oplossingen via de grachten of zelfs, indien nodig, deels verzonken of bovengrondse verzamelcontainers. Er wordt momenteel niet alleen huishoudelijk afval, maar ook bedrijfsafval in losse zakken aangeboden. De gemeente heeft bij bedrijfsafval niet automatisch de regie. Eind 2017 zal een aanpak voor bedrijfsafval aan de gemeenteraad worden aangeboden zal apart worden ingegaan op de losse bedrijfsafval zakken. 3. Wil het college inventariseren: a. op welke plekken er ruimte is of gemaakt kan worden voor ondergrondse afvalinzameling; b. in hoeverre de ondergrondse inzameling de traditionele straatinzameling in het centrum zou kunnen gaan vervangen; c. welke kosten het plaatsen van deze containers met zich meebrengt; d. hoe vaak en wanneer deze containers geleegd zullen moeten worden; e. wat het maandelijks of jaarlijks kost om deze containers te legen en hoe deze kosten zich verhouden tot de kosten van de traditionele straatinzameling; f. hoeveel tijd het naar verwachting in beslag neemt om de containers te plaatsen? Antwoord: Voor het einde van 2017 zal het college samen met stadsdelen West, Zuid, Oost en Centrum een voorstel voor de gemeenteraad opstellen waarin de consequenties geschetst worden. Ruimte beslag (parkeerplaatsen!?), kosten en termijnen waarop uitvoering mogelijk is, zullen daar onder meer aan de orde komen, alsmede de relatie die dit heeft met het inzamelen van bedrijfsafval. Indien de gemeenteraad zich kan vinden in het voorstel zullen in 2018 samen met stadsdelen en betrokkenen realisatieplannen worden opgesteld. Bij het opstellen van het voorstel wordt natuurlijk gebruik gemaakt van de ervaring die al is opgedaan met bijvoorbeeld de plaatsing van ondergrondse containers al geplaatst zijn, zoals op het Oosterdok, Westerdok, Funen, bij het Haarlemmerplein en die nu in voorbereiding is in het oostelijk deel van Centrum. Bij herinrichtingen van de openbare ruimte is het al staande praktijk om te bezien of er ruimte gemaakt kan worden voor containers. Zo zijn er op het Rokin al plaatsen gereserveerd waar later eventueel containers geplaatst kunnen worden. Op andere plaatsen is bij herinrichtingen al gebleken dat het niet mogelijk is, zoals op de Haarlemmer Houttuinen en in de Willemstraat. 4. Is het college het met de VVD eens dat ondergrondse inzameling met takelvrachtwagens arbo-technische voordelen heeft ten opzichte van de traditionele inzameling? Graag een toelichting. Antwoord: In Nederland is een aantal jaren geleden de zogenaamde P90 norm ingevoerd, waarmee de eis gesteld is dat minstens 90% van de mensen met zwaar werk de pensioengerechtigde leeftijd op een gezonde manier moeten kunnen halen. 3 Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R weing Lize Gemeenteblad mmer - -. . zr Datum 5 oktober 2017 Schriftelijke vragen, dinsdag 11 juli 2017 Daarmee is het gewicht dat dagelijks getild mag worden bij toenemen van de leeftijd beperkt. Het is nu gebruikelijk om mensen na hun 40°° ‘uit te laten stromen’ naar ander werk. Daarmee wordt voldaan aan een verbetering van de arbeidsomstandigheden die het zakken inzamelen met zich meebrengt. Het is zeker waar dat inzameling met ondergrondse containers ook betere arbeidsomstandigheden oplevert. Bij de ondergrondse inzameling hoeft niet getild te worden. Arbotechnisch doen zich dan andere problemen voor, zoals het veel vaker in en uit de wagen stappen, wat weer minder goed is voor de knieën. Maar dit is toch minder belastend dan het met veel herhaling tillen van zakken. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 4
Schriftelijke Vraag
4
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2019 Afdeling 1 Nummer 1500 Datum indiening 22 juli 2019 Datum akkoord 19 september 2019 Publicatiedatum 23 september 2019 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Bloemberg-lssa inzake de publicatie in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde waarin opnieuw zorgen over de veiligheid van kunstgraskorrels worden geuit. Aan de gemeenteraad Toelichting door vragenstelster: Vier wetenschappers hebben hun zorgen over rubbergranulaat-kunstgraskorrels geuit in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde (NTvG). Hierin beweren zij dat de onderzoeken van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) en de European Chemical Agency, waarin geconcludeerd werd dat de risico's verwaarloosbaar zijn, wetenschappelijke onnauwkeurigheden en omissies bevatten. Het risico kan hierdoor onderschat zijn. De samenvatting van het onderzoek is duidelijk: “Het is dus prematuur om te concluderen dat spelen op kunstgras met rubbergranulaat voor kinderen veilig is. De beslissing of sporten onder deze omstandigheden acceptabel is, ligt nu in eerste instantie bij de ouders. De Nederlandse overheid zou, conform het ECHA-advies, ouders moeten adviseren om hun kinderen hand- en mondcontact met dit granulaat zo veel mogelijk te vermijden.” Een van de onderzoekers zei tegen NRC? dat er strengere normen gehanteerd moeten worden op basis van nieuwe wetenschappelijke inzichten, en dat we moeten uitgaan van het voorzorgsprincipe voor kinderen als het gaat om dit soort stoffen. Het RIVM zou bovendien in het onderzoek geen rekening hebben gehouden met de extra gevoeligheid van kinderen voor kankerverwekkende PAKSs. Het Amsterdamse college heeft na aandringen van de fractie van de Partij voor de Dieren al aangegeven nieuwe kunstgrasvelden in te strooien met kurk, maar dat neemt niet weg dat er nog steeds tientallen velden met rubbergranulaat in Amsterdam liggen waar dagelijks kinderen op sporten. Gezien het vorenstaande heeft het lid Bloemberg-lssa, namens de fractie van de Partij voor de Dieren, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1 https://www.ntvg.nl/artikelen/rubbergranulaat-op-kunstgrasvelden ? https://www.nrc.nl/nieuws/2019/07/18/weer-twijfels-over-rubberkorrelrisicos-in-kunstgras- a3967527 1 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R weing e00 Gemeenteblad Datum 23 september 2019 Schriftelijke vragen, maandag 22 juli 2019 1. Heeft het college kennisgenomen van de artikelen in het NTvG en het NRC? Zo ja, hoe beoordeelt het college deze”? Antwoord: Het college heeft hiervan kennis genomen. In deze kwestie volgt het college de bevindingen en aanbevelingen van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). Het RIVM heeft in een reactie op het artikel in het NTvG aangegeven de bewering dat de onderzoeken voorbarige conclusies trekken over gezondheidsrisico’s, niet te delen. Het RIVM geeft aan dat de beweringen uit het artikel niet leiden tot nieuwe inzichten, en blijft bij het standpunt dat het risico voor de gezondheid van sporten op kunstgras sportvelden die zijn ingestrooid met rubbergranulaat, praktisch verwaarloosbaar is. Het sporten op deze sportvelden is verantwoord. 2. Hoeveel velden met rubbergranulaat zijn er op dit moment nog in Amsterdam? Antwoord: Momenteel zijn er 68 kunstgras sportvelden in Amsterdam (of in Amsterdams beheer) die zijn ingestrooid met rubber granulaatkorrels. 3. Watis de planning voor het vervangen van deze velden, en in welk jaar worden de laatste velden met rubbergranulaat vervangen? Antwoord: Alle kunstgras sportvelden die zijn ingestrooid met rubber granulaatkorrels worden gefaseerd vervangen door sportvelden met een alternatief en meer duurzaam infillmateriaal. Tot op heden passen wij natuurlijk kurk toe. Uitfasering is gestart in 2016, in 2026 worden de laatste sportvelden vervangen. Jaarlijks worden gemiddeld 7 sportvelden vervangen, de vervangingsopgave is afgestemd op de afschrijvingstermijn van deze sportvelden (het moment waarop een sportveld aan het eind van de levensduur is). 4. Is het mogelijk om in plaats van de gehele velden te vervangen, alleen het instrooimateriaal te vervangen? Zo ja, gebeurt dit al? Zo nee, waarom niet? Antwoord: Nee, dit is technisch niet uitvoerbaar. Dit geldt voor zowel het scheiden van de rubber granulaatkorrels van een bestaande kunstgrasmat, als het opnieuw inbrengen van een compleet nieuwe infillaag in de bestaande sportmat. 5. Is het college bereid om op basis van deze inzichten versnellende maatregelen te nemen om alle kunstgrasvelden met biologisch afbreekbaar materiaal in te strooien? Zo nee, waarom niet? Antwoord: De beweringen uit het artikel in het NTvG leiden niet tot nieuwe inzichten, het sporten op de sportvelden die zijn ingestrooid met rubber granulaatkorrels is verantwoord. Voor het nemen van versnelde maatregelen is geen aanleiding. 2 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R weing e00 Gemeenteblad ummer seat do: Datum 23 september 2019 Schriftelijke vragen, maandag 22 juli 2019 Burgemeester en wethouders van Amsterdam Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris 3
Schriftelijke Vraag
3
train
Gemeente Amsterdam 8 Gemeenteraad R % Definitieve raadsagenda, woensdag 19 en donderdag 20 december 2018 De burgemeester van Amsterdam nodigt de leden van de gemeenteraad uit voor de raadsvergadering. Datum en tijd woensdag 19 december 2018 13.00 uur en 19.30 uur donderdag 20 december 2018 13.00 uur. Locatie Raadzaal Algemeen 1 Mededelingen. 2 Vaststellen van de notulen van de raadsvergadering op 28 november 2018. 3 Vaststellen van de agenda. 4 Mededeling van de ingekomen stukken. 5 _Mondelingevragenuur. Benoemingen 6 Benoemen van een lid van de Rekeningencommissie. 7 _Benoemen van de functionaris Gegevensbescherming. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1354) Volwasseneneducatie, Laaggeletterdheid en Inburgering 8 Vaststellen van het beleidskader Taaloffensief 2019-2022. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1279) Duurzaamheid en Circulaire Economie 9 Instemmen met de verlenging en bijsturing van de inzet van de Versnellingsmiddelen Duurzaamheid. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1322) Ruimtelijke Ordening 10 Vaststellen van het bestemmingsplan en van het exploitatieplan Weespertrekvaart Oost. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1324) 1 Gemeente Amsterdam Gemeenteraad R Definitieve raadsagenda, woensdag 19 en donderdag 20 december 2018 11 Kennisnemen van het rapport “Grip op Westpoort Warmte” van de rekenkamer en het overnemen van de aanbevelingen. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1325) 12 Vaststellen van het bestemmingsplan Zeeburgerpad en welstandskader ‘Verstedelijkt havengebied’ (9a) voor het plangebied van het bestemmingsplan Zeeburgerpad. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1326) 13 Wijzigen van de Verordening op het lokaal bestuur in Amsterdam, toevoegen van kaart bijlage B. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1329) Grondzaken 14 Kennisnemen van de bestuurlijke reactie op motie nr. 2018-316, van de voormalige raadsleden Nuijens en Geenen inzake het uitwerken van meerdere scenario’s voor het behoud van (zoveel mogelijk van) de functie van zorgboerderij de Boterbloem. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1330) 15 Vaststellen van een investeringsbesluit en stedenbouwkundig plan Weespertrekvaart Oost en het beschikbaar stellen van een krediet. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1331) 16 Vaststellen van het aangepast warmteplan Sluisbuurt 2018. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1332) Zorg 17 Wijzigen van de Verordening maatschappelijke ondersteuning 2015. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1333) Water 18 Intrekken van de Verordening Binnenwatergeld Beroepsvaart 2018 en vaststellen van de Verordening Binnenwatergeld Beroepsvaart 2019. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1334) 19 Intrekken van de Verordening Binnenhavengeld Pleziervaart 2018 en vaststellen van de Verordening Binnenhavengeld Pleziervaart 2019. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1336) 20 Instemmen met een Uitvoeringskrediet van €20,45 miljoen voor de drinkwaterdistributie 2019. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1335) 21 Instemmen met een Uitvoeringskrediet van €22,15 miljoen voor de drinkwaterdistributie 2018. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1337) 2 Gemeente Amsterdam Gemeenteraad R Definitieve raadsagenda, woensdag 19 en donderdag 20 december 2018 Verkeer, Vervoer en Luchtkwaliteit 22 Wijzigen van de Parkeerverordening 2013. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1338) 23 Vaststellen van de Verordening Parkeerbelastingen 2019. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1355) 24 Vaststellen van het uitvoerings- en kredietbesluit voor de herinrichting van het kruispunt Marnixstraat — Elandsgracht. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1339) Dienstverlening 25 Wijzigen van de Verordening op de heffing en invordering van leges 2019 en de bijbehorende Legestabel 2019. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1340) Openbare Orde en Veiligheid 26 Wijzigen van de Algemene Plaatselijke Verordening, introductie van vergunningplicht voor bepaalde bedrijfsmatige activiteiten in bepaalde gebieden, straten, branches en panden. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1341) 27 Actualiteit van het lid Nanninga inzake de aanstaande ontruiming van het ADM-terrein. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1342) Financiën 28 Instemmen met de overheveling van de coalitieakkoordmiddelen en de doelenboom. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1346) 29 Wijzigen van de Verordening op de heffing en de invordering van belasting op roerende woon- en bedrijfsruimten 2007. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1347) 30 Wijzigen van de Verordening op de heffing en inning van onroerendezaakbelastingen 2007. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1348) Economische Zaken 31 Instemmen met het Investeringskader voor Economische Structuur- en Arbeidsmarktversterking 2019 — 2022. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1349) Onderwijs 32 Wijzigen van de Verordening op het lokaal onderwijsbeleid Amsterdam, bijlage 25 voorziening tegemoetkoming reiskosten. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1350) 33 Kennisnemen van het onderwijshuisvestingsprogramma 2019 primair onderwijs, voortgezet onderwijs en (voortgezet) speciaal onderwijs en instemmen met het beschikbaar stellen van kredieten. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1351) 3 Gemeente Amsterdam Gemeenteraad R Definitieve raadsagenda, woensdag 19 en donderdag 20 december 2018 34 Kennisnemen van de voortgangsrapportage Gezonde Schoolgebouwen 2015- 2018 en instemmen met het vervolgprogramma Gezonde Schoolgebouwen 2020- 2022 en beschikbaar stellen van kredieten. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1352) Bouwen en Wonen 35 Wijzigen van de Huisvestingsverordening Amsterdam 2016. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1353) Raadsaangelegenheden 36 Vaststellen van het programma van eisen voor de accountantscontrole 2019 inclusief het normenkader rechtmatigheid 2019. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1344) 3/ Vaststellen van het voorschot op de fractieondersteuning voor het eerste kwartaal van 2019. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1345) VERGADERING ACHTER GESLOTEN DEUREN Juridische Zaken 38 Bekrachtigen van de geheimhouding. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1343) Ruimtelijke Ordening 39 Geheim. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1323) 40 Geheim. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1327) 41 Geheim. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1328) 4 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Definitieve raadsagenda, woensdag 19 en donderdag 20 december 2018 Ingekomen stukken 1 Brief van A. Nanninga, fractievoorzitter van Forum voor Democratie, van 27 november 2018 inzake het terugtreden van het lid Nanninga als lid van en het voordragen van het duolid Berkhout als lid van de Rekeningencommissie. Voorgesteld wordt, deze brief te betrekken bij de behandeling van agendapunt 6, Benoemen van een lid van de Rekeningencommissie. 2 Raadsadres van de Stichting Museumhaven Amsterdam van 29 oktober 2018 inzake de inventarisatie van historische woonboten in Amsterdam. Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van de raadscommissie Kunst, Diversiteit en Democratisering. 3 Brieven van een burger in de periode 21 november — 3 december 2018 inzake de fraudezaak rondom de bouw van stadion ArenA. Voorgesteld wordt, deze brieven voor kennisgeving aan te nemen, onder verwijzing naar de brief van het college van burgemeester en wethouders van 8 augustus 2011, kenmerk nr. 2011/5273. 4 Raadsadres van het Mobiliteitsteam Weesperzijdebuurt van 25 november 2018 inzake de herinrichting van de Weesperzijde. Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van de raadscommissie Mobiliteit, Luchtkwaliteit en Duurzaamheid. 5 Raadsadres van de Fietsersbond Amsterdam van 26 november 2018 inzake de vaststelling van het Definitief Ontwerp van de Weesperzijde. Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van de raadscommissie Mobiliteit, Luchtkwaliteit en Duurzaamheid. 6 Raadsadres van een burger van 26 november 2018 inzake schending van mensenrechten, wetten en verdragen door de overheid. Voorgesteld wordt, dit raadsadres voor kennisgeving aan te nemen. 7 Brief van het college van burgemeester en wethouders van 27 november 2018 inzake de afhandeling van motie 760.18 van de leden Ceder c.s. over een ruimer kinderpardon. Voorgesteld wordt, de uitvoering van deze motie in de raadscommissie Algemene Zaken te bespreken en na goedkeuring de motie als uitgevoerd te beschouwen. 5 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Definitieve raadsagenda, woensdag 19 en donderdag 20 december 2018 8 Raadsadres van een burger van 28 november 2018 inzake de aanpak van de problematiek met het naast de vuilcontainers geplaatste afval. Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van de raadscommissie Wonen en Bouwen. 9 Raadsadres van de Nederlandse Beroepsvereniging voor Professionele Bewindvoerders van 28 november 2018 inzake beschermingsbewindvoering. Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van de raadscommissie Werk, Inkomen en Onderwijs. 10 Aanvullend raadsadres van een burger van 28 november 2018 op zijn raadsadres van 12 september 2018 inzake het verzoek om ontheffing in de milieuzones in Amsterdam voor de Honda Zoomer scooter. Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van de raadscommissie Mobiliteit, Luchtkwaliteit en Duurzaamheid. 11 Afschrift van een brief, gericht aan het college van burgemeester en wethouders, van een burger van 29 november 2018 inzake handhaving van Nederlandse normen en waarden in Amsterdam. Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van de burgemeester te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van de raadscommissie Algemene Zaken. 12 Raadsadres van een burger van 29 november 2018 inzake de uitspraken van burgemeester Halsema over handhaving van het boerkaverbod. Voorgesteld wordt, dit raadsadres in van de burgemeester te stellen om een reactie en een kopie van de reactie te sturen naar de leden van de raadscommissie Algemene Zaken. 13 Aanvullend raadsadres van een burger van 29 november 2018 op zijn raadsadres van 24 november 2018 inzake het verwijderen van de | amsterdam letters op het Museumplein in plaats van de aanpak van andere problemen in de stad. Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling. 6 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Definitieve raadsagenda, woensdag 19 en donderdag 20 december 2018 14 Afschrift van een brief van de Vereniging Vrienden van de Binnenstad, gericht aan de burgemeester, van 29 november 2018 inzake het verplaatsen van de prostitutie op de Wallen naar binnen. Voorgesteld wordt, deze brief in handen van burgemeester te stellen teneinde te betrekken bij de in te dienen voorstellen ter zake. 15 Raadsadres van een burger van 30 november 2018 inzake het verzoek om een buurthospice op het terrein van de Maria Sluisbuurt. Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van de raadscommissie Zorg, Jeugdsport en Sport. 16 Afschrift van een brief van het college van burgemeester en wethouders van Haaksbergen, gericht aan de heer Harbers, staatssecretaris van het Ministerie van Justitie en Veiligheid, van 30 november 2018 inzake de door de gemeenteraad van Haaksbergen aangenomen motie over het kinderpardon. Voorgesteld wordt, deze motie voor kennisgeving aan te nemen. 17 Raadsadres van een burger van 1 december 2018 inzake het aanbieden van banen in vaste dienst bij de gemeente Amsterdam. Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van de raadscommissie Kunst, Diversiteit en Democratisering. 18 Raadsadres van een burger van 3 december 2018 inzake de weggehaalde lamsterdam letters, een geweldig marketingtool voor de stad. Voorgesteld wordt, dit raadsadres voor kennisgeving aan te nemen. 19 Raadsadres van een burger van 4 december 2018 inzake het bespoedigen van de aanvraag voor een parkeervergunning. Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling. 20 Raadsadres van een burger van 4 december 2018 inzake het idee om meer sociale controle te laten uitvoeren op verkeersovertredingen. Voorgesteld wordt, de afhandeling over te laten aan de leden van de gemeenteraad. 7 Gemeente Amsterdam Gemeenteraad R Definitieve raadsagenda, woensdag 19 en donderdag 20 december 2018 21 Aanvullend raadsadres van een burger van 4 december 2018 op zijn raadsadres van 18 november 2018 inzake het project ‘Wunderline’, de spoorverbinding Amsterdam - Groningen - Bremen - Hamburg. Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van de raadscommissie Mobiliteit, Luchtkwaliteit en Duurzaamheid. 22 Raadsadres van een burger van 5 december 2018 inzake het gewijzigd parkeerbeleid in het Centrum en in Amsterdam-Noord. Voorgesteld wordt, dit raadsadres desgewenst te betrekken bij de behandeling van agendapunt 22, Wijzigen van de Parkeerverordening 2013, en van agendapunt 23, Vaststellen van de Verordening Parkeerbelastingen 2019. 23 Raadsadres van een burger van 5 december 2018 inzake de gevolgen van het nieuwe parkeerbeleid in Amsterdam-Noord. Voorgesteld wordt, dit raadsadres desgewenst te betrekken bij de behandeling van agendapunt 22, Wijzigen van de Parkeerverordening 2013, en van agendapunt 23, Vaststellen van de Verordening Parkeerbelastingen 2019. 24 Afschrift van een brief van de Stichting Breekbouw Mooibouw, gericht aan het college van burgemeester en wethouders, van 5 december 2018 inzake de herindeling van de gemeente Landsmeer. Voorgesteld wordt, deze brief in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de raadscommissie Kunst, Diversiteit en Democratisering. 8
Agenda
8
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2019 Afdeling 1 Nummer 490 Publicatiedatum 17 mei 2019 Ingekomen onder X Ingekomen op donderdag 9 mei 2019 Behandeld op donderdag 9 mei 2019 Status Verworpen Onderwerp Motie van het lid Martens inzake het Dierenwelzijnsbeleid in de periode 2019-2022 (Voorlichtingscampagne omgang met dieren) Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over het Dierenwelzijnsbeleid in de periode 2019-2022 Overwegende dat: - Jaarlijks ongeveer tien honden overlijden in auto's en tientallen op het nippertje worden gered; - Deze sterfgevallen te voorkomen zijn zodra eigenaren zich bewust zijn van de grote risico's van het achterlaten van dieren in auto's, met name in de zomermaanden; - Hier een belangrijke voorlichtingstaak ligt voor het college. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - Elk jaar in de maand mei een voorlichtingscampagne te organiseren waarbij Amsterdammers worden gewezen op de risico's en de gevaren van het achterlaten van honden in auto's; - De raad hiervoor een plan van aanpak te doen toekomen. Het lid van de gemeenteraad C. Martens A.L. Bakker 1
Motie
1
discard
X Gemeente Amsterdam R % Gemeenteraad % Amendement Jaar 2021 Nummer 173 Behandeld op 31 maart/1 april 2021 Status Aangenomen bij schriftelijke stemming op 6 april 2021 Onderwerp Amendement van het lid Kuiper inzake het Ruimtelijk Toetsingskader Noorder IJ-plas (zonnepanelen op water). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over het Ruimtelijk Toetsingskader Noorder IJ-plas. Constaterende dat: -— In het toetsingskader wordt verwezen naar de concept Regionale Energiestrategie (RES) als basis voor het beleid met betrekking tot de eventuele plaatsing van windturbines en zonnepanelen op water in het gebied; - Met betrekking tot zonnepanelen geldt dat in het toetsingskader, conform de concept RES, is aangegeven dat het college terughoudend is met het toepassen van zonnepanelen op water en in groengebieden en dat plaatsing in de omgeving van het Coenplein en langs de snelweg A10 en A8 prioriteit heeft. Overwegende dat: - De op 15 februari 2021 aangenomen motie van raadslid Ceder echter vraagt om in de RES de Noorder IJ-plas expliciet aan te wijzen als zoekgebied voor zon op water; - Deze motie nog niet is meegenomen in het voorliggende toetsingskader. Besluit: In de voordracht beslispunt 3 c met de huidige tekst: “Het toetsingskader bevestigt en verruimt het zoekgebied voor de plaatsing van windturbines en zonnepanelen conform het beleid en de doelstellingen die in de Windvisie 2012 en de Routekaart Amsterdam Klimaat Neutraal zijn vastgelegd. Daarbinnen kan nader onderzoek naar een veilige en landschappelijk ingepaste plaatsing van windturbines plaatsvinden.” Te wijzigen in: “Het toetsingskader bevestigt en verruimt het zoekgebied voor de plaatsing van windturbines en zonnepanelen conform het beleid en de doelstellingen die in de Windvisie 2012 en de Routekaart Amsterdam Klimaat Neutraal zijn vastgelegd. Daarbinnen kan nader onderzoek naar 1 een veilige en landschappelijk ingepaste plaatsing van windturbines plaatsvinden. Ook is de Noorder IJ-plas een zoekgebied voor zonnepanelen op water.” Op pagina 7 van bijlage 6 Ruimtelijk toetsingskader Noorder IJplas de huidige tekst: “In principe eerst langs de infrastructuurbundel van de rijkswegen, en in laatste instantie op de plas zelf die bij voorkeur een open karakter moet houden.” Te wijzigen in: “In principe eerst langs de infrastructuurbundel van de rijkswegen waarbij zonnepanelen op de plas zelf mogelijk zijn indien deze ruimtelijk en ecologisch goed inpasbaar zijn en voldoende ruimte beschikbaar blijft voor andere functies.” Op pagina 27 van bijlage 6 Ruimtelijk toetsingskader Noorder IJplas de huidige tekst: “In dit ruimtelijk kader wordt voorgesteld om met name deze zone in te zetten voor duurzame energiewinning, en pas in laatste instantie als klimaatdoelen niet elders kunnen worden gehaald op de plas zelf.” Te wijzigen in: “In dit ruimtelijk kader wordt voorgesteld om met name deze zone in te zetten voor duurzame energiewinning waarbij op de plas zelf zonnepanelen mogelijk zijn indien deze ruimtelijk en ecologisch goed inpasbaar zijn en voldoende ruimte beschikbaar blijft voor andere functies.” Het lid van de gemeenteraad T. Kuiper 2
Motie
2
discard
> Gemeente Amsterdam Motie Datum raadsvergadering 26 januari 2022 Ingekomen onder nummer 5 Status Aangenomen Onderwerp Motie van de leden Yilmaz en Boomsma inzake route richting s106 versneld verbeteren Onderwerp De route van Alpen/Ookmeerweg naar de s106 versneld te verbeteren. Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De Raad, Gehoord de discussie over instemmen met het voorkeursbesluit en vitvoeringsbudget voor het verkeersveilig maken van de Sloterweg West. Constaterende dat: — Bewoners van de Aker/Osdorp en het Dagelijks Bestuur van Nieuw-West aandringen op het verbeteren van de route Alpen/Ookmeerweg richting Lijnden (S106); — De verbetering aan de rotonde Lijnden reeds benoemd wordt in de aangenomen motie 84,2’ uit 2021, maar andere aanpassingen aan de weg die de doorstroom kan bevorderen (verbre- den weg en verbeteren van het kruispunt) daar ook onderdeel van moeten vitmaken. — Bewoners van de Aker/Osdorp en van Sloten/Nieuw-Sloten aandringen op het verbeteren van de route Plesmanlaan{/Johan Huizingalaan/Henk Sneevlietweg/Oude Haagseweg (5107). Overwegende dat: — Gelijktijdig met het prioriteren van de rotonde Lijnden ook andere aanpassingen aan de Plus- netten 5106 en S107 versneld opgepakt dienen te worden. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders — _ Andere verbeteringen aan de route Alpen/Ookmeerweg richting Lijnden (S106), zoals het ver- breden van de weg en het opknappen van het kruispunt, versneld aangepakt dienen te wor- den. Gemeente Amsterdam Status Aangenomen Pagina 2 van 2 — Verbeteringen aan de route Plesmanlaan, Johan Huizingalaan, Henk Sneevlietweg richting Azo en Oude Haagseweg richting A4 (S107), zoals het verbreden van de weg, versneld aange- pakt dienen te worden. Indieners N. Yilmaz D.T. Boomsma
Motie
2
discard
> < Gemeente Raadsinformatiebrief | Amsterdam Afdoening motie Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam Datum 6 december 2022 Portefeuille(s) Water/Haven/Ruimtelijke Ordening Portefeuillehouder(s): Van der Horst/Van Buren/Van Dantzig Behandeld door Ruimte&Duurzaamheid ([email protected]) Onderwerp Afdoening motie 1364 van het (voormalige) lid Nuijens (GL) Geachte leden van de gemeenteraad, In de vergadering van de gemeenteraad van 10 november 2016 heeft vw raad bij behandeling van de Begroting 2017 de Motie 1364 van het lid Nuijens (GL) aangenomen. Daarin wordt het college gevraagd om: 1. onderzoekte doen naar de economische kansen van het sluiten van de cruiseterminal aan het IJ dan wel het verplaatsen van de terminal naar buiten het Centrum; 2. de mogelijkheden te onderzoeken om de terminal op middellange te herbestemmen; 3. in samenhang met de evaluatie touringcarbeleid te onderzoeken of de cruiseterminal zich leent als touringcar-terminal zolang touringcars zich nog binnen de Ring mogen begeven; 4. de kansen te onderzoeken voor herbestemming van de terminal als rondvaarthaven voor alle Amsterdamse rondvaart*; 5. de mogelijkheden te onderzoeken voor het verplaatsen van een grote publiekstrekkende functie uit een druktegebied, zoals bijvoorbeeld Madame Tussauds, naar de voormalige cruiseterminal. Bij het opschonen van de termijnagenda bleek dat deze motie uit 2016 nog niet was afgehandeld. Hiervoor bieden wij onze excuses aan. Het zal u niet zijn ontgaan dat de meeste onderwerpen in de motie de volle aandacht hebben gehad in de voorgaande collegeperioden en bovendien al uitgevoerd en ingehaald door nieuwe ontwikkelingen . Puntsgewijs zullen wij u hierover informeren. Ad 1. Onderzoek naar het verplaatsen van de PTA cruiseterminal In de raadsinformatiebrief van 18 februari 2021 bent u geïnformeerd over het besluit van het college om op termijn nader onderzoek te gaan doen naar de haalbaarheid van het Westerhoofd in de Coenhaven als nieuwe locatie voor de PTA (zie hiervoor de brief van. wethouder Everhardt betreffende de toekomst van de PTA, d.d. 18 februari 2021, zoals opgenomen in de bijlagen). Aan dit besluit lag het advies van de commissie D’ Hooghe ten grondslag. Hierin is aangegeven dat op het moment van de realisatie van zowel de Westbrug als de voetgangerspassage bij CS, het oostelijk deel van het IJ niet meer toegankelijk is voor grote zeeschepen, en het IJ als maritieme toegangsweg moet worden afgeweerd. De PTA kan niet op de huidige locatie blijven. Uit verkennende onderzoeken naar mogelijke alternatieve locaties in het Noordzeekanaalgebied blijkt dat alleen de Coenhaven in aanmerking komt. De commissie D' Hooghe heeft op basis van deze verkennende onderzoeken, weliswaar buiten haar opdracht, Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 6 december 2022 Pagina 2 van 3 geadviseerd de PTA naar de Coenhaven te verplaatsen. Daarbij komt dat het ministerie van lenW en regionale partners hebben aangegeven groot belang te hechten aan het behoud van de zeecruise voor Amsterdam. Voorafgaand aan een verplaatsing van de PTA is vervolgonderzoek nodig naar alle financiële aspecten, inclusief de maatschappelijke kosten en baten en een bedrijfseconomische businesscase. Voorts is in een informatiebrief van 14 december 2021 de Beleidsnota 'Zeecruise op koers; Zeecruise in het Noordzeekanaalgebied’ aan u ter kennis gebracht, deze nota is opgenomen in de bijlagen. Op 10 februari 2022 is deze nota ter kennisname geagendeerd in de commissie FED. Deze nota is in het Bestuursplatform met de partners in het Noordzeekanaalgebied (NZKG) opgesteld met als doel de gezamenlijke betekenis van de zeecruise voor de stad en regio te onderzoeken. De nota beschrijft de onderzochte beleidsuitgangspunten voor duurzaamheid, economie en markt, ruimte en toerisme. Daarmee wordt aangegeven binnen welke vorm en omvang de zeecruise een welkome havenactiviteit kan blijven in het NZKG. De nota bevestigt de Coenhaven als voorkeurslocatie bij een verplaatsing van de PTA. Het college heeft op 21 december jl. de visie bezoekerseconomie 2035 vastgesteld. In het kader van de Verordening op toerisme in balans Amsterdam worden maatregelen tegen overtoerisme voorgesteld. Doel hiervan is om de dagbezoeken (artikel 4, van de Verordening) te reguleren. De te onderzoeken maatregelen zijn ook gericht op de zeecruise, omdat het aanbod is wat vraag faciliteert naar de stad te komen. Het in samenspraak met de regio vastgestelde zeecruisebeleid wordt vooralsnog voortgezet, maar in het licht van de verordening onderzoekt het college ook een verdere aanscherping van het zeecruisebeleid en het vastgestelde aantal aanlopen per jaar en verduurzaming van de sector. Het college gaat een verdere beperking van het aantal aanlopen voor de zeecruise onderzoeken. Ad 2 Onderzoek naar de mogelijkheid de PTA op middellange termijn te herbestemmen Er is een globale ambtelijke verkenning uitgevoerd naar de mogelijkheid van een gehele en gedeeltelijke herontwikkeling voor de locatie Veemkade. Op moment dat verplaatsing van de PTA in beeld is, zal in samenhang hiermee ook onderzoek worden ingesteld naar mogelijke herbestemming van de locatie van de huidige PTA. Ad 3. Onderzoek naar mogelijkheid de PTA terminal te gebruiken als touringcar terminal In de door de gemeenteraad op 30 september 2020 vastgestelde Agenda Touringcar 2020-2025 is als doel opgenomen om zware touringcars te weren binnen de S10o, teneinde overlast van zulke touringcars in het centrum te voorkomen. De De Ruijterkade Oost (DRKO) is — in het eveneens in deze raad vastgestelde Uitwerkingsplan Overstaplocaties — aangewezen als het toekomstige Transferpunt Touringcar Rondvaart (TTR), ter vervanging van de overstap touringcar — rondvaart die momenteel nog plaatsvindt aan de voorzijde van CS. Op de DRKO zijn straks 24, touringcarhalteerplekken beschikbaar, waarvan een aanzienlijk deel specifiek voor de overstap van touringcar op rondvaart en riviercruise. Het uiteindelijk succesvol functioneren van deze TTR is onderdeel van de evaluatie van de eerder genoemde Agenda Touringcar. Ad 4. Onderzoek naar herbestemming van de terminal als rondvaarthaven voor alle Amsterdamse rondvaart*; Bij een herbestemming van de PTA terminal wordt niet gedacht aan de rondvaartboten, maar aan het gebruik van de zeecruise aanlegplaats voor riviercruiseschepen. In het Uitwerkingsplan Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 6 december 2022 Pagina 3 van 3 Overstaplocaties is de DRKO — niet de PTA — aangewezen als de nieuwe TTR. Hier zijn straks drie modaliteiten aanwezig die onderling hun passagiers goed kunnen laten overstappen — touringcar, rondvaart en riviercruise. De Zouthaven is en blijft ook operationeel als TTR en als opstaplocatie voor de rondvaart. Aan de DRKO worden de ligplaatsen voor riviercruise en rondvaartboten en de halteerplaatsen voor touringcars optimaal ingericht voor een goede overstap. Op het moment dat de cruiseterminal geheel of gedeeltelijk kan worden herbestemd zal ook worden onderzocht of deze situatie kan worden geoptimaliseerd in combinatie met de te onderzoeken alternatieve mogelijkheden tot herbestemming. Ad 5. Onderzoeken voor het verplaatsen van een grote publiekstrekkende functie uit een druktegebied, zoals bijvoorbeeld Madame Tussauds, naar de voormalige cruiseterminal. Eris een globale verkenning gedaan naar herbestemming van de cruiseterminal. Op het moment dat de cruiseterminal geheel of gedeeltelijk kan worden herbestemd zal ook de mogelijkheid tot het verplaatsen van een publiektrekkende functie in het onderzoek worden meegenomen. Een herbestemming zal moeten passen binnen het vitvoeringsprogramma Aanpak Binnenstad en de Verordening houdende regels over Toerisme in Balans Amsterdam. Een verplaatsing van een attractie vit een buurt in het centrum waar de toeristische druk hoog is, kan de leefbaarheid daar verbeteren. Het college beschouwt de motie hiermee als afgehandeld. Met vriendelijke groet, Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam, Reinier van Dantzig Wethouder Woningbouw en Stedelijke Ontwikkeling Bijlagen 1. raadsinformatiebrief d.d. 18 februari 2021 van vml. Wethouder Everhardt betreffende de toekomst van de PTA, 2. raadsinformatiebrief d.d. 14 december 2021 de Beleidsnota ‘Zeecruise op koers; Zeecruise in het Noordzeekanaalgebied’ Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Brief
3
train
Aan de voorzitter en leden van de gemeenteraad Amsterdam je E . | Onderwerp: Lutkemeerpolder Voedselpark Amsterdam Warnsveld, 10 februari 2022 Geachte voorzitter, mijne dames en heren raadsleden, De Lutkemeerpolder is de laatste jaren al veel in de publiciteit geweest en eigenlijk ging het altijd over dezelfde kwestie: moeten we ook hier bedrijvigheid vestigen, of mag het gebied groen blijven voor stadslandbouw. Met de conservering van het bestemmingsplan in 2013 leek het pleit beslecht. De uitkomst van juridische procedures rond de milieuvergunning van Schiphol en de fijnstof en CO2 uitstootproblematiek maakten dat de polder in de achterliggende jaren groen bleef. Terwijl het besef alsmaar groter wordt dat verregaande maatregelen nodig zijn om de opwarming van de aarde tegen te gaan. We constateren dat veel overheden nu in een spagaat zitten. Plannen zijn gemaakt, er zijn toezeggingen gedaan, verandering gaat veel geld kosten en een streep zetten door een bedrijventerrein leidt tot een boekverlies van een aantal miljoenen. Visionair besturen vraagt om moed om het verlies te nemen, en er vervolgens iets van veel meer waarde voor terug krijgen: e Een groen verblijfsgebied, met ruimte voor wandeling, joggen en fietsen e Een plek vol educatieve mogelijkheden rond voedselteelt en bereiding e Een plek voor sociale cohesie, want welke achtergrond of etniciteit je ook hebt: eten doen we allemaal. En dus een plek die in het economische verkeer misschien niet het hoogste scoort, maar veel oplevert in kwaliteit van leven voor burgers. De initiatiefnemers van Voedselpark Amsterdam pleiten hier al langere tijd voor. Onze coöperatie heeft zich nu achter dit initiatief geschaard. En niet zonder reden: van onze 18.000 deelnemers wonen er bijna 2.000 in de stad Amsterdam. Nu beide initiatieven de handen ineen hebben geslagen is er voldoende financiële draagkracht om de gemeente een aanbod te doen de grond van de Lutkemeerpolder te kopen en zo te Land van Ons coöperatie ua [email protected] KVK 76028674 Rietgerweg 6 www.landvanons.nl BTW 8604.83.563.B.01 7231 PV Warnsveld NL13 INGB 0009 6308 19 blijven gebruiken voor stadslandbouw. Een aantrekkelijk uitltoopgebied voor + Amsterdam om kleinschalige initiatieven voor de teelt van groente, fruit, bloemen en ze ’ noten een plek te geven. Een groene ruimte die ook gebruikt kan worden voor 4 educatie aan jeugd en volwassenen. Met aandacht voor betaalbaar gezond voedsel, Ld waar elk talent en ondernemerschap welkom is, mits het ten dienste staat van het 7 beleefbaar maken van deze groene ruimte. Voorwaarde is dat de bestemming wordt Wo aangepast, zodat de groene initiatieven ook daadwerkelijk hun beslag kunnen krijgen. De teelt, verwerking en bereiding van voedsel versterkt het lokale ondernemerschap, mits de inwoners van de stad serieus worden genomen in hun initiatiefkracht, Dat is een belangrijke reden voor Land van Ons en Voedselpark Amsterdam om de grond te willen kopen van de gemeente. Met elkaar ergens eigenaar van zijn en dus medeverantwoordelijk, haalt het beste in mensen naar boven. En de coöperatieve gedachte verbindt mensen uit alle lagen met elkaar en dat is zeker voor een stad als Amsterdam met z'n enorme diversiteit (en eigenwijsheid) belangrijk. Het is nu het uur U voor deze polder. In het voorjaar gaan naar onze verwachting de graafmachines beginnen met het bouwrijp maken van de polder. Zonder dat er overigens, voor zover wij weten, al contracten zijn gesloten met bedrijven zijn die zich hier willen vestigen. Die werkzaamheden betekenen het einde van de cultuurhistorische en landschappelijke waarde van deze polder. In tegenstelling tot al het veen rond Amsterdam is deze polder met een klei-ondergrond wel uitermate geschikt voor hoogwaardige teelt van groenten, fruit en noten. Voor Amsterdammers, door Amsterdammers. Wij hopen dat we met dit voorstel uw interesse te hebben gewekt. Wij zijn ervan overtuigd dat burgers van Amsterdam graag uw mening over dit onderwerp van u vernemen en me rover van gedachten willen wisselen. Van onze kant zijn we graag bereid tot nadere toelichting en gesprekken hierover. Een gelijkluiddnde brief hebben wij gestuurd naar de partners van de gemeente Amsterdam in !SADC bv: Luchthaven Schiphol, Gemeente Haarlemmermeer en provincie Noord-Holland. Me eeste! hoogachting OO — 5 Z A, A | Í F. Remerie / ANRA Voorzitter bestuur Land van Ons coöperatie ua [email protected] KVK 76028674 Rietgerweg 6 www.landvanons.nl BTW 8604.83.563.B.01 7231 PV Warnsvald NL13 INGB 0009 6308 19 van Ons Colofon Land van Ons coöperatie … e Een burgerinitiatief gestart eind 2019 5 } : « De missie van Land van Ons is een kentering te bewerkstelligen in het * uitputten van grond en verdwijnen van plantaardig en dierlijk leven uit ons al landschap. Dit doen we vanuit het besef dat ons land en onze grond letterlijk ' de bodem is onder ons bestaan. En daarmee een tegenwicht en rustpunt is in ons hectische en op economische groei gerichte bestaan. e De visie van Land van Ons is dat het verwerven en daarna behouden van de juridische eigendom van (landbouw) grond een langjarige en daarmee duurzame aanpak is om onze missie te realiseren. « De coöperatie heeft inmiddels 18.000 aandeelhouders (individuele burgers, maar ook verenigingen, stichtingen en bedrijven « Lidmaatschap is voor iedereen financieel bereikbaar (omgerekend €10/jaar) * Eriseen verplichting om tenminste 1 m2 grond per jaar te kopen. « Besluiten worden genomen door de ALV (Algemene Ledenvergadering) * Elk lid/aandeelhouder heeft los van zijn of haar geldelijke inbreng 1 stem « De coöperatie had eind 2021 een balanstotaal van €12 miljoen. e De coöperatie draait op het talent van de aandeelhouders, die om niet wordt ingezet. * De coöperatie heeft een sluitende exploitatie zonder enige vorm van subsidies * Erzijn in de 2 jaar verdeeld over 7 provincies, 11 percelen grond aangekocht. e In Noord Holland hebben we een perceel in de Noordbeemster. * Voor elk perceel worden beheerplannen gemaakt. De verantwoordelijk ligt in hoge mate bij lokale “beheergroepen”. * In het eerste half jaar van 2022 worden percelen aangekocht in 4 van de nog ontbrekende provincies. « Focus rond de percelen ligt op: herstel van biodiversiteit, landschappelijke inpassing, biologische teelt, het telen van gewassen die en voor biodiversiteit en voor de verdienste van een boer interessant zijn, kennisverdieping, educatie, onderzoek en beleving van het landschap (waar mogelijk maken we percelen toegankelijk voor wandelaars). Land van Ons coöperatie ua [email protected] KVK 76028674 Rietgerweg 6 www.landvanons.nl BTW 8604.83.563.B.01 7231 PV Warnsveld NL13 INGB 0009 6308 19
Raadsadres
3
train
x Gemeente Amsterdam VV % Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting en Monumenten % Agenda, donderdag 18 juni 2009 Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting en Monumenten Tijd 09.00 tot 13.00 uur Locatie Boekmanzaal Van 09.00 uur tot 10.00 uur is er een besloten deel Algemeen 1 Opening 2 Mededelingen 3 Vaststelling agenda 4 _Rondvraag/ Tkn Verkeer, Vervoer en Infrastructuur 5 Rapport commissie Veerman “Bouwen aan verbinding” Nr. BD2009-003864. e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (Gemeenteraad d.d. 1 juli 2009) e _ Behandeling 1° termijn 6 Noord-Zuidlijn: herstart ontgraven stations Vijzelgracht en Rokin Nr. BD2009- 004455 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (Gemeenteraad d.d. 1 juli 2009) Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn slechts richtlijnen waaraan geen rechten zijn te ontlenen. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn. Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda staat. De vergaderingen zijn openbaar en hiervan worden geluids- en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden via internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl. Voor algemene informatie: info @raadsgriffie.amsterdam.nl 1 Gemeente Amsterdam VV Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting en Monumenten Agenda, donderdag 18 juni 2009 7 Noord-Zuidlijn: openbare 3e kwartaalverslag 2008 Nr. BD2009-004391 , _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e _Op verzoek van raadslid Bakker (SP) 8 Berichtgeving Het Parool vervoersprognoses NoordZuidlijn Nr. BD2009-004392 , _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e _Op verzoek van raadslid Bakker (SP) 9 Noord-Zuidlijn: Tussenadvies Commissie Veerman Nr. BD2009-004390 , _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e _Op verzoek van raadslid Bakker (SP) 10 Noord-Zuidlijn: Briefwisseling toenmalig projectdirecteur Geluk - voormalig wethouder Dales augustus 2002 Nr. BD2009-004389 , _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e _Op verzoek van raadslid Bakker (SP) 2
Agenda
2
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2020 Afdeling 1 Nummer 1236 Datum indiening 14 september 2020 Datum akkoord 2 november 2020 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Simons inzake de ontruiming van een kraakpand in Watergraafsmeer Aan de gemeenteraad Toelichting door vragensteller: Op zondag 23 augustus 2020 werd er in de middag een pand in Watergraafsmeer gekraakt. ATS bericht hierover dat het betreffende pand volgens omwonenden al zo’n anderhalf jaar leeg staat. Ook stelt de nieuwszender dat de politie in de middag niet overging tot ontruiming omdat er geen sprake was van heterdaad en de eigenaar geen aangifte had gegaan. Uiteindelijk gaat de politie volgens AT5 in de avond toch over tot ontruiming en worden er in totaal acht personen aangehouden. ! Tijdens de commissievergadering Algemene Zaken op 27 augustus 2020 stelde het duoraadslid Veldhuyzen hierover een aantal vragen aan de burgemeester. Naast de hierboven genoemde observaties van AT5, benadrukte het duoraadslid Veldhuyzen in zijn bijdrage dat er naast het openbreken van de deur geen vernielingen waren gepleegd en dat het opmerkelijk is dat er volgens de burgemeester niet genoeg politie is om de corona-regels te handhaven, maar er blijkbaar wel genoeg capaciteit is om Amsterdammers die actievoeren tegen leegstand in de cel te gooien. Het antwoord van de burgemeester op de vraag van het duoraadslid Veldhuyzen (“waarom is er overgegaan tot ontruiming?”) was uiterst opmerkelijk, aangezien de burgemeester aangaf dat er volgens het OM sprake was van heterdaad omdat er nog geen huisrecht gevestigd was. Dit antwoord is conflicteert echter met de berichtgeving van AT5, maar ook met uitspraken van de Officier van Dienst op locatie. De Officier van Dienst heeft namelijk mondeling richting de politiewoordvoerder van de krakers bevestigd dat er sprake was huisvrede, waarna hij weer van de locatie is vertrokken. Al met al wekt de situatie en de conflicterende communicatie vanuit de driehoek volgens verschillende betrokkenen de indruk dat er in dit geval sprake was van een illegale ontruiming. 1 htfps://www.at5.nl/artikelen/203987/acht-aanhoudingen-bij-ontruiming-gekraakt-winkeipand-watergraafsmeer Gezien het vorenstaande heeft het lid Simons, namens de fractie van Amsterdam BIJ, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer 1 ember 2020 Schriftelijke vragen, maandag 14 september 2020 1. Welke definitie van ‘heterdaad’ hanteert de Driehoek? Antwoord Of er sprake is van heterdaad is bepaald in artikel 128 wetboek van strafvordering. De officier van justitie bepaalt of er sprake is van een heterdaad kraaksituatie. 2. Is de interpretatie van deze term recent aan verandering onderhevig geweest? Zo ja, hoe? Antwoord Het optreden tegen kraken is eind 2019 aangescherpt zoals ook te lezen staat in de raadsbrief “aanpassingen kraak- en ontruimingsbeleid” van 10 december 2019. Voorheen werd in beginsel niet opgetreden in geval van heterdaad, maar eerst de feitelijke situatie uitgezocht. Door dit feiten onderzoek kon er vaker huisrecht ontstaan. Gelet op het feit dat er vandaag de dag minder sprake is van leegstand en om kraken (nog) minder aantrekkelijk te maken, wordt in geval van heterdaad voortaan direct opgetreden om te voorkomen dat er huisrecht wordt gevestigd. Het gehanteerde uitgangspunt is dat bij heterdaad, daar waar nog geen huisrecht is gevestigd, direct wordt opgetreden, tenzij het risico op escalatie reëel is. 3. Kan de burgemeester bevestigen dat de Driehoek stelt dat er in de betreffende situatie sprake was van ‘heterdaad’? Zo nee, op basis waarvan is er dan overgegaan tot ontruiming? Antwoord De officier van justitie heeft op dat moment bepaald dat er sprake was van heterdaad en dat het pand kon worden ontruimd. 4. Watis de reden dat er twee personen buiten het pand zijn gearresteerd? Antwoord Op last van de officier van justitie zijn die personen aangehouden die geen gehoor gaven aan de vordering van de politie het pand vrijwillig te verlaten. 5. Hoe wordt ervoor gezorgd dat de eigenaar van het betreffende pand het pand in gebruik gaat nemen in naleving met de bestemming, in tegenstelling tot het continueren van de leegstaand die voorafgaand aan de kraak is geconstateerd”? Antwoord Een eigenaar is zelf verantwoordelijk voor het gebruik van het pand. Panden waar de eigenaar geen concrete ingebruikname voor heeft worden niet ontruimd, tenzij er sprake is van een heterdaad situatie. Burgemeester en wethouders van Amsterdam Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris 2
Schriftelijke Vraag
2
discard
Termijnagenda van de Raadscommissie Welzijn en Onderwijs 2013 N.B.: Tijdige aanlevering is de verantwoordelijkheid van de desbetreffende ambtenaren c.q. sector en raadsleden(indien van toepassing) Het is in uw eigen belang de aanleverdata van stukken scherp in de gaten te houden 5 Meerjarenonderhoudsprogramma R. Rengelink Bespreken Herman november | scholen Bouwmeester PM Concept-verordening (VVE en toezicht- en R. Rengelink TK Anna Juffer handhavingsbeleid ( uitwerking hoger kader) PM Terugkijken op trede 1 zorg R. Rengelink bespreken Bart Siewe Nav commissie 13 juni PM Werkbezoek aan de Regenboog R. Rengelink Bart Siewe Verzoek in cie 13 juni, gepland voor november? PM Rapportage portefeuillehouder over uitvoering _{ R. Rengelink Bespreken Toezegging pfh 13/6 motie 950 (najaar) 20-09-2013 1
Agenda
1
train
x Gemeente Amsterdam FI N % Raadscommissie voor Financiën, Coördinatie 3d, Coördinatie Aanpak Subsidies, Aanpak Belastingen, Waterbeheer, Vastgoed, Inkoop en Personeel en Organisatie % Agenda, donderdag 29 september 2016 Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie voor Financiën, Coördinatie 3d, Coördinatie Aanpak Subsidies, Aanpak Belastingen, Waterbeheer, Vastgoed, Inkoop en Personeel en Organisatie Tijd 13:30 tot 17:00 uur Locatie De Rooszaal Algemeen 1 Opening procedureel gedeelte 2 Mededelingen 3 Vaststellen agenda 4 Conceptverslag van de openbare vergadering van de commissie Financiën (FIN) van 08.09.2016. e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier doorgegeven, commissieFIN @raadsgriffie.amsterdam.nl 5 Termijnagenda, per portefeuille 6 _TKN-lijst 7 _ Opening inhoudelijk gedeelte 8 _Inspreekhalfuur Publiek 9 Actualiteiten en mededelingen 10 Rondvraag Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn slechts richtlijnen waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn. Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda staat. De vergaderingen en de verslaglegging daarvan zijn openbaar. Van deze vergaderingen worden geluids- en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden op internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl. Voor algemene informatie: info @gemeenteraad.amsterdam.nl 1 Gemeente Amsterdam FI N Raadscommissie voor Financiën, Coördinatie 3d, Coördinatie Aanpak Subsidies, Aanpak Belastingen, Waterbeheer, Vastgoed, Inkoop en Personeel en Organisatie Agenda, donderdag 29 september 2016 Inkoop 11 Initiatiefvoorstel schoonmakers in gemeentelijke dienst Nr. BD2016-012827 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. Financiën 12 Programma beleidsdoorlichtingen (invulling derde aanbeveling raadsenquête) Nr. BD2016-012913 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Geagendeerd op verzoek van het lid Guldemond (D66). e Was TKN 4 in de vergadering van 08.09.2016. 13 0908 cie Resultaten WOZtoets 2015 Nr. BD2016-012225 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. Waterbeheer 14 Aanwijzen stadsdeelregelingen met betrekking tot water die van kracht blijven na 1 oktober 2016 Nr. BD2016-012158 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (Gemeenteraad d.d. 05.10.2016). 2
Agenda
2
train
VN2021-018351 Raadscommissie voor Financiën, Economische Zaken, Deelnemingen, Stadsdeel centrum % Gemeente Lucht- en Zeehaven, Duurzaamheid en Circulaire Economie F E D % Amsterdam Voordracht voor de Commissie FED van oa juli 2021 Ter advisering aan de raad Portefeuille Economische Zaken Agendapunt 9 Datum besluit College 22 juni College 22 juni Onderwerp Uitvoeringstoets op de concept-verordening ‘toerisme in balans’ naar aanleiding van het volksinitiatief ‘Amsterdam heeft een keuze’ De commissie wordt gevraagd 1. _Kenniste nemen van: a) De eerste herziening van de verordening “toerisme in balans’ d.d. maart 2021 naar aanleiding van de bespreking in de raadscommissie op 4 februari jl. zoals opgenomen in bijlage 2 b) De vitvoeringstoets door extern bureau Lysias over deze herziene verordening, zoals opgenomen in bijlage 2 c) De tweede herziene verordening “toerisme in balans’ d.d. 18 juni 2021 naar aanleiding van de uitvoeringstoets, zoals opgenomen in bijlage 3 d) De raad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht voor de Raad van 7/8 juli a.s. Wettelijke grondslag Artikel 160, eerste lid, onder b van de Gemeentewet: de bevoegdheid van het college om de beslissingen van de raad voor te bereiden en vit te voeren; Artikel 3, eerste lid, onder b van de Verordening op het burgerinitiatief, het volksinitiatief en het referendum: de bevoegdheid van de initiatief- en referendumcommissie om te adviseren of een volksinitiatief voldoet aan de vereisten uit artikel 9 tot en met 11 van de verordening; Artikel 9 tot en met 11 van de Verordening op het burgerinitiatief, het volksinitiatief en het referendum: de mogelijkheden voor kiesgerechtigde burgers om een volksinitiatief in te dienen. Bestuurlijke achtergrond Bestuurlijke achtergrond Op 7 juni 2020 maakten vier initiatiefnemers kenbaar dat zij het volksinitiatief ‘Amsterdam heeft een keuze’ wilden starten. Dit met als doel de balans tussen wonen, werken en recreëren in de stad te herstellen. Het volksinitiatief is op de website van de gemeente geplaatst en binnen twee dagen waren de vereiste 1.200 handtekeningen verzameld. Uiteindelijk zijn er meer dan 30.000 handtekeningen verzameld. De initiatief- en referendumcommissie heeft op grond van de referendumverordening advies uitgebracht en acht het initiatief ontvankelijk. Het volksinitiatief is vervat in een verordening. Belangrijk onderdeel van deze verordening is dat het college aan de raad rapporteert over het aantal toeristenovernachtingen en de toeristische draagkracht van elke wijk en dat het college binnen drie maanden een plan van aanpak presenteert om het aantal toeristenovernachtingen terug te brengen tot tussen de 10 en 14 miljoen en de toeristische draagkracht van wijken te verbeteren. Gegenereerd: vl.14 1 VN2021-018351 % Gemeente Raadscommissie voor Financiën, Economische Zaken, Deelnemingen, F E D Stadsdeel centrum % Amsterdam Lucht- en Zeehaven, Duurzaamheid en Circulaire Economie Voordracht voor de Commissie FED van oa juli 2021 Ter advisering aan de raad In de bestuurlijke reactie van het college op de eerste versie van de verordening is aangegeven dat het moet gaan over het totale aantal bezoekers en niet alleen de overnachtingen. Verder moet het aantal van 14 miljoen niet een harde grens zijn. De leefbaarheid moet beslissend zijn. Ad 1a eerste herziene verordening ‘toerisme in balans’ d.d. Op 4 februari 2021 is de verordening besproken in de raadscommissie FED (Financiën, Economische Zaken en Duurzaamheid). De raadscommissie heeft besloten dat de verordening nog niet klaar is voor bespreking in de raad en dat eerst verder met initiatiefnemers gesproken moet worden over op welke wijze zij de bandbreedte willen hanteren. Op grond daarvan hebben de initiatiefnemers een voorstel gedaan tot aanpassing van de verordening, waarbij dagbezoek is toegevoegd en termijnen zijn verruimd. Ad 1b. Uitvoeringstoets 'Verordening toerisme in balans! Op verzoek van het college is deze concept-verordening op uitvoerbaarheid getoetst. De belangrijkste uitkomsten zijn: * Algemene conclusie van de vitvoeringstoets is, dat de verordening juridisch/bestuurlijk en praktisch vitvoerbaar is, met een aantal kanttekeningen en mits deze op een beperkt aantal punten worden aangepast. e Juridische vitvoerbaarheid: e Uit de vitvoeringstoets blijkt dat om de verordening uit te kunnen voeren, het van belang is dat wordt aangesloten bij de beschikbaarheid van gegevens bij de gemeente en de definities die de gemeente hanteert. e De verordening beoogt dat de raad zich vastlegt om beleid aan te nemen indien het aantal toeristenovernachtingen buiten de bandbreedte valt. Aandachtspunt is dat hiermee het primaat van de raad is ingeperkt om invloed uit te oefenen op de inhoud van het beleid. e Bijhet reguleren van toerisme is het niet helder welke maatregelen in de toekomst mogelijk zijn. Alleen het reguleren van vakantieverhuur en toeristenbelasting worden benoemd, al het andere valt onder “overige relevante maatregelen”. Hierdoor kan een onevenwichtig beeld ontstaan waar het de aanpak van negatieve effecten van “overtoerisme” (zijnde buiten de bandbreedte) betreft. * Het reguleren van toeristische verhuur in woningen; het is mogelijk om vakantieverhuur te reguleren waar dat gevolgen heeft voor de leefbaarheid en de woningvoorraad, bijvoorbeeld via een buurtgericht verbod op vakantieverhuur. Aan de onderbouwing worden hoge eisen gesteld. Het overschrijden van een bandbreedte van het aantal toeristen in de stad als geheel, waar artikel 3 in de conceptverordening op ziet, is geen voldoende onderbouwing voor het verbieden van vakantieverhuur in een gebied. * Eriseen periode van ongeveer 2 jaar nodig om de onderbouwing van maatregelen up-to- date te brengen en houden met het onderzoek naar toeristische leefbaarheid in wijken en op basis daarvan eventueel de Huisvestingsverordening aan te passen. * Het verhogen van de toeristenbelasting is juridisch uitvoerbaar. De gemeente geniet de ruimte en bevoegdheid om belasting te heffen. e Praktische uitvoerbaarheid: In de artikelen 3.2, 4.2 en 6.2 is opgenomen dat het college binnen zes maanden na overschrijden van de bandbreedte een beleidsnota aanbiedt. Deze termijn voor het aanleveren van een beleidsnota is heel kort, zeker indien ook rekening wordt gehouden met afstemmingstrajecten. Binnen deze zes maanden neemt de procedurele aanlevertermijn aan de Raad al drie maanden in beslag. De inhoudelijke voorbereiding en het opstellen van de nota zou dan binnen drie maanden gerealiseerd moeten worden. Een termijn van zes maanden voor het opstellen van een beleidsnota kan slechts haalbaar zijn bij de twee concreet genoemde maatregelen in de verordening, zo wordt gesteld in de uitvoeringstoets: Gegenereerd: vl.14 2 VN2021-018351 % Gemeente Raadscommissie voor Financiën, Economische Zaken, Deelnemingen, F E D msterdam Stadsdeel centrum % Lucht- en Zeehaven, Duurzaamheid en Circulaire Economie Voordracht voor de Commissie FED van oa juli 2021 Ter advisering aan de raad e Regulering van toeristenovernachtingen in woningen; * Regulering met behulp van toeristenbelasting. Het betreft hier echter alleen een beleidsnota. Voor het verder reguleren van toeristenovernachtingen in woningen en de onderbouwing daarvan is in eerste instantie waarschijnlijk 2 jaar nodig. * Om verhoging van de toeristenbelasting als maatregel door te voeren, is minimaal 1,5 jaar nodig (inclusief de termijn van 6 maanden die genoemd wordt in het artikel). * Inde verordening wordt ook genoemd dat “overige maatregelen” ingezet kunnen worden. Deze zijn niet gespecificeerd en kunnen daarom niet op vitvoerbaarheid worden getoetst. Ad 1c. tweede herziene verordening op het ‘toerisme in balans’ d.d. 18 juni 2021 Op basis van de concept-uitvoeringstoets, besproken met de initiatiefnemers op 15 juni jl, hebben de initiatiefnemers de concept- verordening d.d. maart 2021 op onderdelen aangepast, waaronder de definities, het moment van informeren en de frequentie van informeren aan de raad. De kern van de verordening is dat het college de raad: * jaarlijks informeert vóór 1 juni over het aantal toeristenovernachtingen en dagbezoeken dat in het lopende en de twee daaropvolgende kalenderjaren wordt verwacht en het aantal toeristenovernachtingen en dagbezoeken dat in het voorafgaande kalenderjaar heeft plaatsgevonden. e tweejaarlijks informeert vóór 1 juni over de toeristische draagkracht per wijk. De bandbreedte wordt vastgesteld op 10 en 20 miljoen toeristenovernachtingen per jaar, waarbij respectievelijk 12 en 18 miljoen toeristenovernachtingen per jaar als signaalwaarden gelden (ín 2012 en 2019 waren er respectievelijk 20,5 en 21,8 overnachtingen van verblijfsbezoekers) De verordening stelt signaalwaarden vast tussen 12-18 miljoen per jaar. Zodra het aantal overnachtingen boven deze signaalwaarden valt, het aantal dagbezoeken te hoog is of de draagkracht in een wijk onder druk staat, roept de verordening het college op om binnen zes maanden een beleidsnota aan te bieden. De verordening schrijft voor dat, bij overschrijding van de signaalwaarden van toeristenovernachtingen, in deze nota door het college wordt ingegaan op regulering van vakantieverhuur in woningen en de toeristenbelasting. Ook geeft de verordening aan dat het college bij te veel dagbezoeken ingaat op de regulering van de vermakelijkhedenretributie. Zodra de toeristische draagkracht in een wijk onder druk staat, dient de nota een voorstel over het waarborgen van de toeristische draagkracht. De gevraagde beleidsnota omvat de wijze waarop het aantal overnachtingen binnen de bandbreedte wordt gebracht in de geprognotiseerde periode van drie jaar (m.a.w. er hoeft niet jaarlijks een beleidsnota te worden gemaakt, als het aantal overnachtingen boven de bandbreedte blijft vitkomen, gedurende deze drie geprognotiseerde jaren. Dit kan in de praktijk ook niet). Reden bespreking De verordening was op 4 februari 2021 nog niet klaar voor bespreking in de raad. De verordening is herzien, er is een uitvoeringstoets uitgevoerd en op basis daarvan is de verordening wederom herzien Uitkomsten extern advies Gegenereerd: vl.14 3 VN2021-018351 % Gemeente Raadscommissie voor Financiën, Economische Zaken, Deelnemingen, F E D msterdam Stadsdeel centrum % Lucht- en Zeehaven, Duurzaamheid en Circulaire Economie Voordracht voor de Commissie FED van oa juli 2021 Ter advisering aan de raad Uitvoeringstoets gedaan door Lysias Advies Geheimhouding nvt Uitgenodigde andere raadscommissies nvt Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan? nvt Welke stukken treft v aan? AD2021-067693 Bijlage 1 Verordening maart 2021.pdf (pdf) AD2021-067695 Bijlage 2 Uitvoeringstoets Toerisme in Balans. pdf (pdf) AD2021-067694 Bijlage 3 - Verordening op het toerisme in balans -18.06.2021.pdf (pdf) AD2021-067692 Commissie FED Voordracht (pdf) AD2021-068332 Verzoek nazending FED volksinitiatief.pdf (pdf) AD2021-067696 bijlage 4 raadsvoordracht 8 juli 2021. docx (mswa2) AD2021-067697 commissievoordracht 1 juli 2021 def. docx (msw22) Ter Inzage Registratienr. Naam Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Stadsdeel Centrum, Cora Doppenberg, [email protected], 06-20877148 Gegenereerd: vl.14 4
Voordracht
4
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad x% Gemeenteblad % Motie Jaar 2015 Afdeling 1 Nummer 1231 Publicatiedatum 13 november 2015 Ingekomen onder AV Ingekomen op donderdag 5 november 2015 Behandeld op donderdag 5 november 2015 Status Ingetrokken Onderwerp Motie van de leden Groot Wassink, Moorman, Peters, Van Lammeren en Shahsavari- Jansen inzake de toekomstige samenwerking met Tel Aviv en Ramallah (geen steun aan bezettingspolitiek en nederzettingenbeleid). Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de toekomstige samenwerking met Tel Aviv en Ramallah (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1177); Overwegende dat: — het college het voornemen heeft met Tel Aviv en Ramallah een samenwerking aan te gaan; — deze samenwerking vorm zal krijgen in verschillende samenwerkingsprojecten; — het college zich ‘niet wil verbinden aan het beleid van Israël’; — hetcollege ‘ver weg moet blijven van alles wat met nederzettingen te maken heeft’; — het college geen zaken wil doen met bedrijven die investeren in nederzettingen. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: dat Amsterdam geen uitvoer naar, invoer uit, of directe noch indirecte financiële betrekkingen met illegale nederzettingen op bezet Palestijns gebied zal onderhouden of op enige wijze zal faciliteren. De leden van de gemeenteraad B.R. Groot Wassink M. Moorman D W.S. Peters J.F.W. van Lammeren M.D. Shahsavari-Jansen 1
Motie
1
discard
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Motie Jaar 2020 Afdeling 1 Nummer 1633 Behandeld op 16 en 17 december 2020 Status Aangenomen bij schriftelijke stemming op 21 december 2020 Onderwerp Motie van de leden Kat, Groen, N.T. Bakker en Boutkan inzake Onderzoek beschikbaarheid ruimte Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Gemeentelijke Visie Haven 2020 — 2040 (GVH). Constaterende dat: - De Gemeentelijke Visie Haven (GVH) ambitieus is waar het gaat om circulaire economie, energietransitie, nautische havenfunctie én woonfunctie in de haven. Deze functies brengen allemaal ruimtevragen met zich mee. Zowel fysieke ruimte als milieuruimte:; -__In het verleden al veel onderzoeken zijn gedaan naar beschikbare ruimte en dat er een aantal grote onzekerheidsfactoren zoals de onvoorspelbaarheid van de transitie en de toekomstige vraag naar grond. -__ Ook in de komende jaren zal het Rijk als de regio NZKG (Noordzee kanaalgebied) verder onderzoek doen naar de ruimtebehoefte; - Kavels met hoge milieucategorie schaars zijn; Overwegende dat: -_ Het de vraag is hoe de ambities die er zijn met de haven kunnen worden gerealiseerd in het bestaande gebied; - Dit in relatie tot de intensivering van bestaande terreinen en afstemming met ruimte op terreinen in de MRA; Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: Een overzicht te maken van de reeds uitgevoerde onderzoeken die onder meer door het Rijk als de regio NZKG zijn uitgevoerd. Hierin is het belangrijk dat de gemeente Amsterdam in samenwerking met onafhankelijk experts aan deze onderzoeken gaat bijdragen en waar nodig de vertaling voor het eigen havengebied wordt gemaakt. 1 De leden van de gemeenteraad H. Kat R.J. Groen N.T. Bakker D.F. Boutkan 2
Motie
2
discard
x Gemeente Amsterdam Gemeenteraad x Motie aar 2021 Afdeling 1 Nummer 139 Behandeld op 10 maart 2021 Status Aangenomen bij schriftelijke stemming op 15 maart 2021 Onderwerp Motie van de leden Vroege, Grooten, Biemond, Yilmaz en Veldhuyzen inzake verruimen actief kiesrecht non-EU Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over evaluatierapport Bestuurlijk Stelsel en de mogelijke scenario’s uit het rapport van Necker en Naem. Constaterende dat: -— Amsterdam een internationale stad is; waar mensen met vele nationaliteiten wonen en werken -— Stadsdelen zich bezig houden met vele zaken in de directe leefomgeving van alle Amsterdammers Overwegende dat: - Onderdanen van andere lidstaten van de Europese Unie die in Nederland wonen onder dezelfde voorwaarden als Nederlanders actief kiesrecht en passief kiesrecht hebben voor de gemeenteraadsverkiezingen — Niet-Nederlanders die geen EU-burger zijn, mogen stemmen voor de gemeenteraad onder de voorwaarden dat zij een onafgebroken periode van 5 jaar legaal in Nederland en beschikte gedurende die tijd over een verblijfsdocument. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: Te onderzoeken en zo mogelijk een voorstel te doen om Amsterdammers die geen EU-burger zijn, korter dan 5 jaar maar legaal in Amsterdam verblijven, actief stemrecht te geven voor de verkiezingen van de stadsdeelcommissie in 2022. De leden van de gemeenteraad JSA. Vroege L. Grooten H.J.T. Biemond N. Yilmaz JA. Veldhuyzen 1
Motie
1
discard
Lijst met instellingen voor uitvraag WHN respons brief 3 eigen opgave boven WHN |inkomen boven november 2016 WHN (37 resascrolengroep ee | gemene Huipdiens Buitevelder he MOS ee amsterdam sinoniete ee | amsterdam west amen dering ee Amsterdams Marionetten hester ee | A gstojsconberr ee A getongervereniging Druggebruikers MDH pee | Bikoprdlent ee Bureteiertane Geige ee | centrate dorpervead ende Mood eee | enriseijke schoover amserden uid ee coöperztie huisartsen Amsterdam Goot uid vpe | ponsmskersAmsterdan ee | pe bokozemelbend ee | peoezondestad ee | pe meereart ee A pe regenboog Greep ee | eprieschdlen ee BYE Fim instituut ederend ee | ronds bizondere Noden Amsterd ee see oenandiegpten adviesraad Westerpark pee | aide amsterden ee A OO Pagina 1 van 15 Lijst met instellingen voor uitvraag WHN respons brief 3 eigen opgave boven WHN |inkomen boven november 2016 WHN (37 moge rimtestl ee | Interationel documentary FimtestivelAmsteren | je evgdtnester deken ee | Og anderboerderijbe ijmerseide pee | nderboerderjberjp ee andercentrum Moeders schot e T| anderereniging bean ee | egerdestes _ee | Momoude ee MOA ee Museum Het Rembrandts he Mwielscroot ansterdn ee | ep Lr Rosu wert eee nederandsThesterFestal/ Fingers ee A openbaar onderwijsaande amstel ee | ost noorderspeeltwin ee | oude kerk amsterdam (Sichingde) pee | polderheter ee | prins ternharduwrtonde ee ov knderreugd ee | redaywod ee Regionale seling voor Beschermd Wonen Kennemerland/Amstelanden de Meere Jee | rksetademie van beeldendensen pee | Pagina 2 van 15 Lijst met instellingen voor uitvraag WHN respons brief 3 eigen opgave boven WHN |inkomen boven november 2016 WHN (37 speeltwinde weg ee | EM ee siching aanpak Overiastmsterden eee | Pr siching aktie Gezondreid Gassperdamnenser pee | siching amsterdam EconomicBoerd pee | sichtng Amsterdamse werfen ee sichtng Avondadaagse Westerpark ee sichung Buemnewerkanserden ee sichtng de socte maascp —————e siching dierenhuipdienst Nederand pee | stcningooe ee stching educatieve ergeten eee | stchingtedieoog ee | sichting Hart voor de Natuur /natwurspeeltuin Het Woeste Westen |p je | siching soodsescholengemeenschaps80 pee | stching enpersersude ee | sichtng kerk Buurt Amsterdem oord ee A siching Kunsteducatie e Rode Loperop schol jp ee | siching eerwerkbedrfzuidoosysweersoe pee | stching wonie ee | sichtng muteuiweelcenvumde donne pee sichting onderwijs aan zieke Kinderen teamsterden jp ej Sichting Ontmoetingsruimte vooren door Ouderen inde Planvage Weesperbuurt. Je jee | stchingersne ee Pagina 3 van 15 Lijst met instellingen voor uitvraag WHN respons brief 3 eigen opgave boven WHN |inkomen boven november 2016 WHN (37 stching scharlaken oort Nedetend pee | EE siching scouting amsterden ee | stchingsemters ee | stching sporten and ee | sichtng sportsersee Amsterd ee sichingsoelenprgeet ee | siching rofetennisaccommodtie zuideramstel pee | stchngvi ee sichingvrouwerimtede at ee | A sicningwekomindestaderbwert pee | Sichting welzijn ooven in Amsterdenen ee string wereldse wijk ee | sichting werkgroep Vliegverkeer ijmermeer ee string wers ee | siching Wijeertrum vordean Gouden teel pee | stching woor ee | sichingzeebugzg ee | EN sezonie A tennisvereniging eres eee | MP me melde Boarjee ——ee| A mon ee vereniging Clentenbetang ansterder pee | vereniging Dierenopvangeentm Amsterd ee vesteefdeenpge ee | vezeismuseum Amsterda ee westegsstbriek ee | wijopbouwergsen oost ee | Woonbond kennis enadsiescerren pe DT Pagina 4 van 15 Lijst met instellingen voor uitvraag WHN respons brief 3 eigen opgave boven WHN |inkomen boven november 2016 WHN (37 A zorgboerderij ons vergen ee | pstecenum ansterden he re aznemer wedernd eN amsterdam Maret ee amsterdans andalsisch oes ee T| ansterdams Buuvrowen conse eN Amsterdams tondsvoorde nst ee | Amsterdams Grischaeier eN Amsterdams boosts eN amsterdamse Cictet en voekeyeub veriviavi he MEC ee LE A gadnusensauna dese eN Op PP ig Brothers Bij Ssters amste eN T| Bende ne awanedertnd ej golsnetvoorsteer ee LT Broanolterges ee A Buurten speetuinerenigng Ansterdon uid je DT guurverenigng cob wers eN eeppeleAmsterdan ee cet ziënnale Amsterd eN Centrum Beeldende kunstzuidoost Oe ni angamsterden ee crneseouderemvereigne rug eN anedans ee Pagina 5 van 15 Lijst met instellingen voor uitvraag WHN respons brief 3 eigen opgave boven WHN |inkomen boven november 2016 WHN (37 ras etebog ee onbiwel Amsterd ee | A cuturete stiching Nederndtukje eN eeste ponsprodueies Angora eN poppere dames ee bo Amsterdamse eugdremerscol eN T| pe Amsterdamse Monessoriseol eN bo appel ats ee pe bmanttebriek ee pe neuw Amsterd he pe newweter ee DePT ee pe roneensterj ee pe volsvond Amsterd eN A peursch Miederlandscher veren eN pierenesiel Amsterdam Nood/ osn je NT A pwesteistnd ee poodreard ee boven ougeremerenigng yr s0e eN taaie me Eagle Kindermser —__————e T| Bfevjmoederan ee Emil aanw Procestostertonds eN ran marokkaanse vereniging he reicttieprget ee tesivetcnemarte ej Pagina 6 van 15 Lijst met instellingen voor uitvraag WHN respons brief 3 eigen opgave boven WHN |inkomen boven november 2016 WHN (37 A ovenssche polktiniekoe wg ej We ruuroaaviesen ergere ee | Se nzo (gezondheidscenve Amsterdam zuidoost je DT fisch werkeentvum Amsterda ee | pam muis ee temyJuriens sting eN per oangpeles ee A ret wederndse rode is ee T| rotendrestal ee porusBoranss ee HUMAWITAS, Nederlandse vereniging voor meatschappelije densterleningensanfree | puurdersederatieAamsterden West eN T| ruurderserenigng anserden eN ruurdersvereniging Groot oost ee T| Oe ederkndeenegendeek eN is testwal Amsterd ee anven derploegsspropeerspeee eN eugdsporfonds Amsterd ee Ne dense kova so ons ooge ussenmeer Ve anger service Hotels oeate Gen je NT kinderboerderij de wert eN anderboerderj westerpark eN anderde se ee A anderopvang Netevieje eN Pagina 7 van 15 Lijst met instellingen voor uitvraag WHN respons brief 3 eigen opgave boven WHN |inkomen boven november 2016 WHN (37 uc Amsterdn ee onm mester rt ee A oonenberg oep ee ep ee leerorkest amsterdam ee leineoeban ee uberoa oodse Gemeente amsterden eN emnds ee wam sporeoechg ee [worokkaans Ouderen centrum (voo) eN T| marokkaanse Raad Amsterdam oost eN MO ee [Mugmetdegoudentnd eN museum Amsterdam Hoorde ee A Nechtgesen ee Nederands gazerstrsenble____________ eN T| nederondse vereniging tot descherming en Dieren je A OE Noorderkerkeoreeren eN A Nowhere A A open meters zuidoost {0 eN Or ouderengymnastiek Watergefsner ee | Pagina 8 van 15 Lijst met instellingen voor uitvraag WHN respons brief 3 eigen opgave boven WHN |inkomen boven november 2016 WHN (37 pietorm Gehandieepten zuidoos; Pozo eN podum Mogi ee pride proowerd ee publieke omroep amserdan eN OO ec sichting orgeenwe weerenden eN reptielenopvang Haarlenyzwaneoburg je NT A Roads ee rocvanamserden ee Rosj ee sogênnteintegtie eN samenisner steen) eN samen sterkvrouwen west eN T| OP samenwonen samerleen eN samponé muscprodetins eN scnooverenigng Wilensper eN T| semmisegeleidingamerpe ee sene mea Amsterd eN S20 ee scning inderboerderjde leeg eN Lr A sechtoferhuip Nedertnd eN T| sonichts ee speeltuin Newerdern eN speetuivereniging Dineyend eN speelwinvereniging Osta Bloementartier je DT speetuivereniging Tuindorp oosten eN spotopMaat ee A st gemengd lartormvanseworers ej Pagina 9 van 15 Lijst met instellingen voor uitvraag WHN respons brief 3 eigen opgave boven WHN |inkomen boven november 2016 WHN (37 LP Pe A siching 4/5 mei comité Amsterdam zuidoost je DT sichting Asc Onderwijs Amsterda eN sichting Aeivitetercenvum 55+ oe coenen eN stching averij veste | stching amine ee A siching amsterdamse Gezondreidscerte{s A6) je DT sscningaorees0 ee stchingagen ee siching a ee sichingaier eN pr stching de stching reders ee stching vernulpoost ee sicrting Buurboerderjons Genoegen eN sching auurtgroep Ontmoeting ouderen oan id je DT stching uurtmwseum ndische wert je NT sicrung Burweripleasen eN stchingeebo ee sichting cenvle Dierenambulance Amsterda je siching Chinese ouderen Chun Ph Amsterd je | stchingcomnect tatie ee | sichingde stoere stching de vierenegpel eN | EP siching de oase van de oosterpartburt je | A Pagina 10 van 15 Lijst met instellingen voor uitvraag WHN respons brief 3 eigen opgave boven WHN |inkomen boven november 2016 WHN (37 stchingoieeanget eN sichting bock wsterkongerenwerk(usoce) eN stching doen doer ee stching orivende acten eN T| sicrtng Duersdooroost eN stchingowasprodudties eN EN stching opemo Weij ee Er stchingraner ee stchingeenee ee sichtng vergiedes contents eN siching gperimentele weriplaes je T| A siching financieel beheer Wmo Adviesraad Amsterdam Zuidoost jee || stcning asresten eN A siching eert oroote schot eN T| A A sching Ghanese Gemeenschap Nederend(recoow) je TD A stching Gorden sports eN stching erosie sichting istoriseh chief Tundorpooseaan je siching Hogeschool van Amsterda ee stching Huis derne eN siching Huippost indische en dapper je | A stching oro knalden eN sicrung wter vevterpeellen eN stching wsterkspeetwinen eN stchingofo8zo ee Sichting instuur voor Mutieutuele Dienswertening SMD) je sching mtercutwrele vartipatieeninegte je DT A LP sichtngsongerenautwurfonds Amsterd je DT Pagina 11 van 15 Lijst met instellingen voor uitvraag WHN respons brief 3 eigen opgave boven WHN |inkomen boven november 2016 WHN (37 siching soods Maatschappelijk Werk je De see stcning Bae wee | sichting Kinderboerderij de Srohaim enter stoer je siching Kinderdagverbiserreuder je DT siching dessiekrondomde Kes ej A A siching Madi Amsterdam zuidoosten Denen je | Sichting manege paardrijden voor Gehendiapten Amsterdam zuidoost Jee | stching matte ee sicrting marokkaanse ouderensalon eN siching meer Bewegen voor ouderen je NT A stching meso ee sichtng museunwoning Tuindorp oosten eN siching vusicemoin eN stching Nederandse eN sichting Wederandse slamitische scrol eN stching sert eN nr siching onderwijst Niewerijd eN T| siching ontmoetingsruinte Ouderen tordean je | sscning onze speen eN sicrung oost inden rene siching openbare BilotmeekAmsterden je DT A siching vodumearners (oost) je NT sicrang resort amserden he stching erimair Onderwijszuidosst je | Sichting rojeten sveecomero eN siching promotie Marteime Tradities je DT siching tadio en Tlevkse Amsterdam zuidoost je | sicrung reenswinkerijmermeer eN stching ade ee stching samen namsterden ee | siching samenwonen samenleven je T| Pagina 12 van 15 Lijst met instellingen voor uitvraag WHN respons brief 3 eigen opgave boven WHN |inkomen boven november 2016 WHN (37 stchingsorasvat rt eN sicrtngschaakschoolindsche Burt eN stcningscrool seo eN Sichting socio Cutwreel centum Medetanderssscer Je | siching soul Rebel vovenent eN stching Pe A stching sunshine sociery____eT| stching meae eN A stching Topsport Amsterda eN LP stchingy ee siching vakentiedaglemp Apt ee | stchingverruisderen te sichting verzeker le Toekonst Amsterdam zuidoost je stching ucheïingenwerkansteletzeen je DT sichting voorkennisen sociale conse eN sichting vrouwen ontmoetingscentrum de sigpe sels je DT chin wetersportcentum Westerpark spaamdammerout je |T sing weeije wege stching wite Tulp Onderwijs eN stchingzmmeoese ee sichingzonnehuisgoep Amstelend je T| sichtng zorggroep Amsterdam 00 ee A sroc{siching Tunis Onderwijs cer) je | submarine chanel res amsterdan Marat ee EP mmegerBelene ee megen vj ee CP Pagina 13 van 15 Lijst met instellingen voor uitvraag WHN respons brief 3 eigen opgave boven WHN |inkomen boven november 2016 WHN (37 ruige vrouwerverenigng sieta eN reede vig ee A vaneesteremssean ee vergwerkamsterden ee A vereniging de oeveranden Bijen eN vereniging depiamide eN vereniging iepweter olet eN vereniging Kinderboerderij tanke je T| A vereniging onbeperkt oost eN vereniging ouderen Advies Read Amsterda zuidoost Je vereniging ouderen advies taad oost je T| vereniging sport communiy 00 eN vereniging vaders indische But ee T| vereniging vrienden van erkers eN vers aan Tafel maatijdserie fe | voedsevankomsterden he voreuwersteit Amsterd ee | A vrienden van instr scrreuder ee T| A weekend aaaderie eN wijonmoetingscenvum Butemelder be wijkcentrum de pij voorheen Wijkenvum cen) je TT A wmo aaviesraad amsterdam Woord je T| vogerestamserden ee LP zoraopengtoange OO je jj | Pagina 14 van 15 Lijst met instellingen voor uitvraag WHN respons brief 3 eigen opgave boven WHN |inkomen boven november 2016 WHN (37 instellingen) Visio geen uitvraag op basis van subsidiesoort (eenmalig) ja ja Reade geen uitvraag op basis van subsidiesoort (eenmalig) ja ja Altra, Stichting geen uitvraag op basis van subsidiesoort (eenmalig) nee ja Media College Amsterdam geen uitvraag op basis van subsidiesoort (eenmalig) nee ja vu geen uitvraag op basis van subsidiesoort (eenmalig) ja ja Wellantcollege MBO Houten geen uitvraag op basis van subsidiesoort (eenmalig) ja ja KNVB geen uitvraag op basis van subsidiesoort (eenmalig) nee ja Eigen Haard, Woonstichting geen uitvraag op basis van subsidiesoort (eenmalig) nee ja Rochdale Onderhoud BV geen uitvraag op basis van subsidiesoort (eenmalig) ja ja Stadgenoot, Stichting geen uitvraag op basis van subsidiesoort (eenmalig) ja ja Woningbouwvereniging de Alliantie geen uitvraag op basis van subsidiesoort (eenmalig) ja ja Woonzorg Nederland geen uitvraag op basis van subsidiesoort (eenmalig) ja ja Ymere, Stichting geen uitvraag op basis van subsidiesoort (eenmalig) ja ja Pagina 15 van 15
Schriftelijke Vraag
15
discard
> Gemeente Amsterdam % Stadsdeel Zuid Z Agenda van de openbare Commissie Dienstverlening, Financiën & Veiligheid van 9 november 2011 Vergaderdatum woensdag 9 november 2011 Tijd 20:00 - 23.00 Locatie Raadzaal President Kennedylaan 923 Voorzitter Mw. W. Pelt Griffier Mw. M. Hoogendoorn Technische vragen begroting Voorafgaand aan de vergadering is er van 19.30 - 20.00 uur, in de raads- zaal, gelegenheid tot het stellen van technische vragen over de begroting 1. Opening en vaststellen agenda 2. Mededelingen en vragen over actualiteiten aan het DB 3. Vaststellen verslag van de vergadering van 15 juni 2011 4. Toezeggingen en termijnagenda 5. Begroting Hierbij kan de halfjaarlijkse rapportage ICT worden besproken, meege- zonden als TK-stuk À (Voorbereiden besluitvorming) 6. Harmonisatie reserves en voorzieningen programmabegroting 2012 (Voorbereiden besluitvorming) 7. Kredietaanvraag ICT bestedingsplan (Voorbereiden besluitvorming) 8. BTW component (Voorbereiden besluitvorming) 9. Kredietaanvraag kunstgrasvoetbalveld sportpark Olympiaplein 1 Commissie Dienstverlening, Financiën & Veiligheid - woensdag 9 …. (Voorbereiden besluitvorming) 10. Kredietaanvraag combinatie kunstgrasmat voor Triaz van Heenvlietlaan (Voorbereiden besluitvorming) 11. Krediet klimaataanpassing werf van Heenvlietlaan (Voorbereiden besluitvorming) 12. Precario (Voorbereiden besluitvorming) 13. Legesverordening en tabel 2012 (Voorbereiden besluitvorming) 14. Afvalstoffenheffing (Voorbereiden besluitvorming) 15. Egalisatiereserve afvalstoffentarieven (Voorbereiden besluitvorming) 16. Verordening 212 en 213a (Voorbereiden besluitvorming) 17. Tarieven zwembaden (Voorbereiden besluitvorming) 18. Sluiting Ter kennisname stukken A. Tussenrapportage Bestedingsplan ICT B. Reactie DB onderzoek Rekenkamer C. Onderzoeksrapport Vastgoed http://www.rekenkamer.amsterdam.nl/page.ocl?pageid=13&id=180 D. De stand van zaken Verbeterplan Dienstverlening E. Leges splitsen sociale huurwoningen en rechtzaak Ymere F. Stand van zaken Veiligheidshuis en Top 600 aanpak G. Communicatieplan Zuid H. Aanpassing tarieven reclamebelasting |. _Garantstellingen en leningen J. Onderzoeksplannen doelmatigheidsonderzoek 2011 K. Ontwikkelingen Antwoord 2
Agenda
2
discard
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R x Gemeenteblad x Amendement Jaar 2020 Afdeling 1 Nummer 1409 Behandeld op 16 en 17 december 2020 Status Aangenomen bij schriftelijke stemming op 18 december 2020 Onderwerp Amendement van de leden Nadif, Bosman, Biemond, N.T. Bakker, Veldhuyzen en Ceder inzake het Verzetsmuseum Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Begroting 2021, Constaterende dat: -__ Het Verzetsmuseum Amsterdam verregaande plannen heeft voor de inrichting van een nieuwe afdeling koloniale overheersing en verzet Overwegende dat: -__Het Verzetsmuseum Amsterdam een kleine afdeling heeft over de Nederlandse Koloniën, maar deze afdeling te klein is om het verhaal compleet vertellen en ook te weinig ruimte herbergt voor groepsbezoek, voorzieningen voor mindervalide -_ Er naast ruimtegebrek in de huidige afdeling behoefte is aan permanente museale aandacht voor dit onderwerp. -__Het Verzetsmuseum Amsterdam deze plannen kan realiseren mits de Gemeente Amsterdam eenmalig €300.000 bijdraagt. Besluit: — Vanuit programma 4 Kunst, cultuur en erfgoed een eenmalige subsidie van € 300.000 aan het Verzetsmuseum Amsterdam te verstrekken voor de inrichting van een nieuwe afdeling koloniale overheersing en verzet in het verzetsmuseum Amsterdam. — Ditte dekken door op pagina 246 in programma 12 € 300.000 in mindering te brengen op de begrootte lasten voor de regeling maatschappelijk initiatief. — Alle andere tabellen en teksten in de begroting conform het bovenstaande aan te passen. De leden van de gemeenteraad |. Nadif A.M. Bosman H.J.T. Biemond N.T. Bakker J.A. Veldhuyzen D.G.M. Ceder 1
Motie
1
discard
Inhoudsopgave Agenda … ee Pe 2 Bezoekadres Gemeente Amsterdam Anton de Komplein 150 Stadsdeel Zuidoost 1102 CW Amsterdam Postbus 12491 1100 AL Amsterdam RAADSGRIFFIE telefoon 020 2525000 RAADSCOMMISSIE RUIMTELIJKE ONTWIKKELING, VERKEER EN BEHEER Ruimtelijke Ordening, Grondzaken, Milieu, Verkeer en Vervoer, Beheer Openbare Ruimte Voorzitter : mw. M. Eekhardt-Angna Commissiegriffier : dhr. C. ter Horst Griffie : mw. C.L. Hordijk Telefoon : 252.5023 AGENDA van de EXTRA OPENBARE VERGADERING van de raadscommissie op DONDERDAG 13 maart 2008 van 20.00 tot 21.45 uur in de raadzaal van het stadsdeelkantoor Zuidoost Punt onderwerp Tijdschema ALGEMEEN 20.00 — 20.05 uur A1. Opening en vaststelling agenda B. BESPREEKPUNTEN Ruimtelijke Ordening R1. Voorstel aanpassing Stedenbouwkundige Uitwerking Daalwijkdreefzone . de stadsdeelraad te adviseren in te stemmen met de concept-raadsvoordacht . vervolgbespreking van 6 maart 2008 Bijgevoegd. 20.05 — 21.00 uur Verkeer V1. Rapport dynamische modellering Bijlmerdreef . op verzoek VVD te bespreken . rapport, in uw bezit, zie t.k.n.-stukken cie 9-1-2008 . notitie portefeuillehouder RO, in uw bezit 21.00 — 21.30 uur C. PUNTEN VOOR EEN VOLGENDE VERGADERING T1. Termijnagenda . ter bespreking Bijgevoegd 21.30 — 21.35 uur D. RONDVRAAG 21.35 — 21.45 uur E. SLUITING 21.45 uur Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen zich tot en met de dag vóór de vergadering daarvoor aanmelden bij de Griffie. Dit kan per telefoon 020-252.5023 of per e-mail naar c.hordijk@zuidoost amsterdam.nl. De vermelde aanvangstijden zijn richttijden waaraan geen rechten zijn te ontlenen.
Agenda
2
train
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Motie Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 305 Publicatiedatum 4 april 2014 Ingekomen onder AS Ingekomen op donderdag 13 maart 2014 Behandeld op donderdag 13 maart 2014 Status Ingetrokken Onderwerp Motie van de raadsleden de heer Ivens, de heer Jager en de heer De Goede inzake het herstellen van privileges voor straatartiesten. Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over voordracht van het college van burgemeester en wethouders tot kennisnemen van de brief van de burgemeester van 20 januari 2014 inzake de evaluatie van het beleid straatmuzikanten en straatartiesten (Gemeenteblad afd. 1, nr. 197); Overwegende dat: — de in 2013 genomen inperkende maatregelen voor versterkte muziek tot doel hadden de overlast van versterkte muziek van straatmuzikanten tegen te gaan; — genoemde maatregelen echter tevens tot gevolg hadden, dat de zogenaamde vergunning met privileges voor straattheaterartiesten in 2013 niet langer werd verstrekt; — genoemde maatregelen daarmee een negatieve impact hebben op de mogelijkheden voor de straattheaterartiesten; — dit laatste nooit de bedoeling is geweest; — straattheaterartiesten, in al die jaren dat genoemde vergunning met privileges bestond, nooit voor overlast hebben gezorgd; — deze privileges onder andere inhielden: twee shows van 40 minuten per dag inclusief 7 minuten versterkte muziek; Constaterende dat: — het niet langer verstrekken van genoemde vergunning met bovengenoemde privileges voor straattheaterartiesten een onbedoeld effect is van de maatregelen tegen de overlast door straatmuzikanten; — de burgemeester in de vergadering vande raadscommissie voor Algemene Zaken c.a. op 29 augustus 2013 het volgende heeft gezegd: “datgene wat onbedoeld is, snel weer te laten stoppen”, 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteraad Nummer 305 Moti Datum _ 4 april 2014 otie Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: de genoemde vergunning met vorengenoemde privileges voor straatartiesten in ere te herstellen. De leden van de gemeenteraad, L.G.F. vens G. Jager M. de Goede 2
Motie
2
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Raadsactualiteit Jaar 2019 Vergaderdatum 13 en 14 februari 2019 Afdeling 1 Agendapunt 17A Nummer 139 Publicatiedatum 11 februari 2019 Onderwerp Actualiteit van het lid Simons inzake het neerschieten van een burger met 21 kogels Aan de gemeenteraad Op 6 februari 2019 is een burger dood geschoten d.m.v. 21 kogels. In een artikel van het Parool, gepubliceerd op 7 februari, wordt het volgende bekend gemaakt: “Op een zeker moment kwam de man op de agenten af, waarop die besloten hem neer te schieten. In totaal werden zo'n twintig schoten gelost, zo is te horen op video's van getuigen. De verdachte werd door politiekogels geraakt en overleed ter plaatse aan zijn verwondingen. Een passerende fietser raakte gewond aan zijn been en is naar het ziekenhuis overgebracht voor behandeling.” Link van artikel: https://www.parool.nl/amsterdam/man-31 -bij-dnb-wilde-mogelijk- dood-door-politiekogel-a4622821/ Reden van spoedeisendheid Het bovenmatige aantal kogels dat is gebruikt om de burger neer te schieten baart niet alleen BIJ1, maar ook Amsterdamse burgers ernstige zorgen. Deze gebeurtenis creëert een klimaat van onveiligheid - niet alleen door de duidelijk onnodig hoge hoeveelheid kogels die is afgevuurd, maar ook door de consequenties die dit heeft gehad voor omstanders: een fietsende voorbijganger is namelijk ook door een politiekogel kogel geraakt. De Amsterdamse burgers verdienen dan ook een spoedige verantwoording van het college over het toepassen van dit buitensporige en onnodige politiegeweld. Het lid van de gemeenteraad, S. Simons 4
Actualiteit
1
train
Bezoekadres Amstel 1 1011 PN Amsterdam Postbus 202 Sector OR/RM 1000 AE Amsterdam Afdeling Dienstverlening Telefoon 14 020 Fax 020 552 4433 www.centrum.amsterdam.nl Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam Hr. J. van Steenis Saffierstraat 39-III 1074 GK Amsterdam Datum Ons kenmerk Uw kenmerk Behandeld door H. Bokhove Rechtstreekse nummer _ 552.4438 Faxnummer 5524333 Bijlage Onderwerp Raadsadres Marktzaken Geachte heer Van Steenis, Naar aanleiding van de brief van 4 oktober jongstleden van onze stadsdeelsecretaris als reactie op een brief en een aantal mails van uw kant, heeft u op 27 oktober 2010 een reactie gestuurd naar de portefeuillenouder Marktzaken en de raadsgriffie. De raad heeft besloten de afdoening van deze brief, in samenhang met uw brief van 23 augustus 2010, uw aanvulling van 17 september 2010 en een eerdere aanvulling uit september 2010 in handen te stellen van het dagelijks bestuur. Op veel zaken is de stadsdeelsecretaris al in haar brief van 4 oktober 2010 ingegaan. Op de zaken die u meldt over Bureau Integriteit zullen wij niet ingaan. U heeft een reactie gehad van de directeur van het Bureau Integriteit. Als u daar nog vragen of opmerkingen over heeft verwijzen wij u naar Bureau Integriteit zelf. Bejegeningsklacht Wat betreft de bejegeningsklacht over het hoofd van de afdeling Marktzaken verwijzen wij naar de brief van 4 oktober 2010. Hierin is gesteld dat het hoofd Marktzaken in het gesprek op 10 augustus 2010 in aanwezigheid van het sectorhoofd Openbare Ruimte en het hoofd Dienstverlening Openbare Ruimte zijn excuses hierover heeft aangeboden. Wij zien op dit moment geen reden daar andere stappen aan toe te voegen. Voorts is in dat gesprek aan u gemeld dat de afspraken uit het gesprek niet in een afzonderlijk verslag zullen worden vastgelegd, maar meegenomen zullen worden in de afhandeling van uw eerdere brief en mails. Dit is in de brief van 4 oktober 2010 gebeurd. Stadsdeel Centrum is bereikbaar per tram lijnen 9 en 14 of metro lijnen 51, 53 en 54 halte Waterlooplein. Gemeente Amsterdam Stadsdeel Centrum Pagina 2 van 3 De Nieuwmarkt Het stadsdeel komt met een verbeterplan voor de antiekmarkt op de Nieuwmarkt dat voor het nieuwe marktzeizoen moet zijn uitgewerkt. We hebben aangegeven daar graag met ondernemers over in gesprek te gaan. U heeft aangegeven daar zelf niet bij betrokken te willen zijn. Uw bij brief en mail geuite ideeën zullen meegenomen worden. Wat betreft de door u genoemde brief van de heer Van der Pol van de afdeling Marktzaken van 29 september 2006 over het assortiment op de antiek- en curiosamarkt het volgende. In de brief staan goederen genoemd die niet op de antiekmarkt op de Nieuwmarkt mogen worden aangeboden. Deels is deze lijst duidelijk, maar staan daar ook zaken op die tot twijfel leiden. Het stadsdeel heeft zich het afgelopen seizoen in twijfelgevallen soepel opgesteld. Binnen deze soepele benadering is vervolgens het anciënniteitsprincipe uit artikel 3.9 uit de Verordening op de straathandel toegepast. Verder zijn op de Nieuwmarkt geen plaatsen gereserveerd als bedoeld in artikel 3.9.4. van de Verordening. Zoals hierboven geschetst gaan wij met de marktkooplieden in gesprek over verbeteringen voor het volgende seizoen. Wij zijn dit aan het voorbereiden en zijn van plan het met de kooplieden onder andere te hebben over: -_ de hoeveelheid marktkramen; -_het ruim van tevoren door de marktkooplieden laten inleveren van lijsten met te verkopen goederen en die binnen het stadsdeel te toetsen; -__de jaarlijkse indeling op een aparte avond voorafgaand aan het seizoen van de antiekmarkt. Dit is geen limitatieve opsomming. Inbreng van andere onderwerpen door marktkooplieden is uiteraard mogelijk en vinden wij wenselijk. De Waterloopleinmarkt. In het eerste kwartaal van 2010 zijn omissies geconstateerd bij het toewijzen van plaatsen op de markt op vrijdag en zaterdag. Handelaren die door de week al plaatsen hebben bezet hebben inderdaad voorrang op die dagen. Dit is, mede op basis van uw aanwijzingen, vervolgens juist toegepast. De Noordermarkt Er heeft een herindeling van de markt plaatsgevonden. Dit is volgens de gangbare procedure gebeurd, waarbij in de voorbereiding betrokkenen ook in de gelegenheid zijn gesteld hun zienswijze te geven. Het dagelijks bestuur heeft uiteindelijk een besluit genomen over de herindeling. Belanghebbenden die het niet eens zijn met de resultaten van de herindeling hebben het recht om bezwaar te maken. De bezwaartermijn liep tot 16 december 2010. De bezwaren zullen door het stadsdeel op de gebruikelijke manier worden behandeld. Ondeugdelijke kramen. Het stadsdeel heeft geconstateerd dat de deugdelijkheid van het materiaal van de kramen soms een ondergrens dreigt te bereiken. Het hoofd van de afdeling Marktzaken is met de kramenzetters in overleg over de vervanging van materiaal. 2 Gemeente Amsterdam Stadsdeel Centrum Pagina 3 van 3 Factureren. Het beter en sneller factureren blijkt nog steeds zeer arbeidsintensief te zijn. Naar onze mening duurt het nog steeds te lang voordat het stadsdeel facturen verstuurt naar de marktkooplieden. Dit moet in 2011 verbeteren. Voorlopig blijft het nodig de indelingsgegevens van de markt en de scangegevens nauwgezet met elkaar te vergelijken en te controleren waarvoor de benodigde capaciteit wordt ingezet. Daarnaast zullen we in 2011 starten met een onderzoek of er efficiëntere manieren zijn om te registreren wie op de markt staat en te factureren. Dat betekent dat samen met andere stadsdelen onderzoek naar andere geautomatiseerde verwerking zal moeten worden gedaan. Naar onze inschatting zal het gauw twee jaar in beslag nemen voordat dat operationeel kan zijn. Wij verwachten u hiermee voldoende te hebben ingelicht. Met vriendelijke groeten, Het dagelijks bestuur, Anneke Eurelings Jeanine van Pinxteren Secretaris Voorzitter 3
Raadsadres
3
train
X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2013 Afdeling 1 Nummer 171 Publicatiedatum 22 maart 2013 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid mevrouw C.J. Roodink van 24 januari 2013 inzake het volgen van de Code Goed Bestuur door schoolbesturen in het Amsterdamse basisonderwijs. Amsterdam, 18 maart 2013 Aan de gemeenteraad inleiding van vragenstelster. Uit onderzoek van de Rijksuniversiteit Groningen en de Erasmus Universiteit Rotterdam blijkt dat op basisscholen die volgens de Code Goed Bestuur werken leerlingen aanzienlijk beter presteren dan op scholen die de code niet volgen. / De gemiddelde cito-score van leerlingen op scholen die de code volgen ligt volgens het onderzoek drie tot vijf punten hoger. Dit zou komen doordat scholen die de code volgen meer aandacht besteden aan de deskundigheid van docenten, de kwaliteit van het onderwijs en duidelijke communicatie en verantwoording richting ouders. * In de Code Goed Bestuur (door de po-raad vastgesteld in 2010) staat onder meer hoe schoolbesturen verantwoording moeten afleggen over hun beleid. * Van 2010 tot 2012 is er sprake van een groei van 32% naar 64% waarin schoolbesturen de verantwoordingssystematiek hebben ingericht op de Code Goed Bestuur. * Volgens de PO-raad is het aantal schoolbesturen dat de Code Goed Bestuur volgt inmiddels zelfs 73%. ° De gemiddelde cito-eindscore in Amsterdam ligt in 2012 met 534,3 ruim een punt achter op het landelijke gemiddelde (535,6). ° In Amsterdam zijn volgens de onderwijsinspectie van de 208 basisscholen tien zwak en twee zeer zwak wat betreft de onderwijsprestaties en het leerproces. * Het onderzoek in opdracht van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO): ‘Functioneren van besturen’ (eindrapport september 2012). http://gion.gmw.eldoc.ub.rug.nl/FILES/root/201 2/BOPOfunctioneren/BOPOFunctioneren.pdf ? http://www. vosabb.nl/werkgevers-in-onderwijs/actueel/nieuws/item/artikel/leerlingen-doen-het-beter-onder- code-goed-bestuur/ 3 http://www.poraad.nl/sites/www.poraad.nl/files/book/bestand/code goed bestuur po website.pdf *http://gion.amw.eldoc.ub.rug.nl/FILE S/root/2012/BOPOfunctioneren/BOPOFunctioneren.pdf blz 59. 3 http://www .poraad.nl/content/primair-onderwijs-versterkt-bestuurlijke-kwaliteit ° Cijfers DMO 2012 1 Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Demmer Waart 2013 Schriftelijke vragen, donderdag 24 januari 2013 Gezien het vorenstaande heeft vragenstelster op 24 januari 2013, namens de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Is het college bekend met de onderzoeksresultaten uit het eindrapport: ‘Functioneren van besturen’ (september 2012)? Antwoord: Ja, daar is het College mee bekend. 2. Hoeveel schoolbesturen in het Amsterdamse basisonderwijs volgen de principes en verantwoordingssystematiek van de Code Goed Bestuur? Antwoord: De Inspectie voor het Onderwijs controleert bij haar jaarlijkse beoordeling van jaarverslagen van schoolbesturen ook de (mate van) naleving van de Code Goed Bestuur controleert. De Code gaat in op een aantal onderdelen van goed bestuur, waaronder ‘beloning van bestuurders en toezichthouders’. Hierover geven schoolbesturen aan dat er geen “excessieve situaties in het Amsterdamse PO zijn”. ls het gaat om de strikt formele scheiding tussen bestuur en toezicht, zoals de code voorschrijft, bevindt een aantal besturen zich nog in de overgangssituatie. Schoolbesturen zien daarin echter “geen risico's en meestal is dat in een managementstatuut nauwkeurig geregeld”. Ten slotte hebben veel schoolbesturen, naar eigen zeggen, de code opgenomen en vertaald in hun statuten en (strategische) beleidsplannen. 3. Hoeveel schoolbesturen met scholen in de KBA/verbeteraanpak werken volgens de Code Goed Bestuur? Antwoord: Zie het antwoord op vraag 2. 4. Deelt het college de mening van de D66-fractie dat het wenselijk zou zijn dat de Code Goed Bestuur in Amsterdam door alle schoolbesturen in het basisonderwijs wordt gehanteerd”? Antwoord: Ja, dat is wenselijk en dat wil de sector primair onderwijs zelf ook. Als gevolg van de Wet goed bestuur hebben schoolbesturen, verenigd in de landelijke PO-raad, de code zelf opgesteld en zijn ze zelf verantwoordelijk voor naleving ervan. Het College beschouwt de code als een even waardevolle als rechtmatige manier voor schoolbesturen om de Wet goed bestuur in de praktijk te brengen. Het College wil er op wijzen dat er niet direct een verband is tussen het hanteren van de Code en de leerresultaten van de leerlingen. Dat is niet terug te vinden in de onderzoeksresultaten zoals beschreven in ‘Functioneren van besturen’. De hogere Cito-scores van scholen die de code volgen, zijn gebaseerd op een zeer beperkt aantal scholen - op basis waarvan generalisaties niet mogelijk zijn. 2 Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Demmer Waart 2013 Schriftelijke vragen, donderdag 24 januari 2013 Andere factoren als de kwaliteit van de leerkrachten hebben een veel groter effect op de leerresultaten. Het College heeft overigens in het kader van de KBA geïnvesteerd in de kwaliteit van schoolbesturen en hun bestuurlijk vermogen middels de leergang ‘Opbrengstgericht besturen’. Schoolbesturen van 59% van de Amsterdamse basisscholen hebben aan deze leergang deelgenomen en hebben zodoende geleerd de genoemde randvoorwaarden voor goed onderwijs op hun scholen nóg beter te realiseren. 5. Is het college bereid hierover met het Breed Bestuurlijk Overleg (BBO) in gesprek te gaan”? Antwoord: Het College gaat op termijn graag het gesprek met het BBO aan over goed bestuur en sturen op kwaliteit. Het College is daarom verheugd dat de landelijke PO-raad het onderwerp ‘goed bestuur’ hoog op haar agenda heeft staan en diverse bijeenkomsten en workshops organiseert en handreikingen en andere informatie beschikbaar stelt. In navolging daarvan heeft het College vertrouwen in Amsterdamse schoolbesturen om, met behulp van de PO-raad, de ‘Code Goed Bestuur’ succesvol in te voeren. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 3
Schriftelijke Vraag
3
discard
Bezoekadres > Gemeente b mstel 1 Amste rdam 1011 PN Amsterdam Postbus 202 1000 AE Amsterdam Telefoon 14 020 > < amsterdam.nl Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam Aan Vereniging Vrienden van de Sloterplas Burgemeester Cramergracht 167 1064 AM Amsterdam Datum 25 maart 2021 Behandeld door Marije Schuurman, [email protected] Bijlage Raadsadres TA2021-000212 van 18 janvari 2021 Onderwerp Uw brief/mail van 18 januari 2021 over Voorstel stiltezone in het Sloterpark Geachte bestuur van Vereniging Vrienden van de Sloterplas Hartelijk dank voor vw brief d.d. 18 januari 2021 met uw voorstel aan de gemeenteraad. U bent gevraagd, via een oproep op internet, een voorstel te doen voor een stiltezone in het Sloterpark. In de Groenvisie 2020-2050 staat dat in parken stiltezones komen. Volgens u heeft het Sloterpark echter niet de maat (grootte) om in het park én versterkte muziek én stiltezones een plek te bieden. En concludeert u dat er, vanwege amendement 1663 (Van Pijpen Stilteplekken in parken 14-12-2020), gekozen moet worden voor stilte. U doet daarom een verzoek om versterkte muziek in Sloterpark te verbieden, zodat deze stiltezone gerealiseerd kan worden. Op a1 februari 2021 heeft de gemeenteraad mij gevraagd om uw brief te beantwoorden. In vw brief verwijst v naar de Groenvisie 2020-2050 (vastgesteld in december 2020). Hierin staat het toekomstbeeld voor het groen in de stad. In 2050 is in de stadsparken een goede balans tussen drukke en rustige delen gerealiseerd. In drukkere parken zijn stille gebieden en in parken komen stiltezones. Daarnaast is in de parken ruimte voor ecologie, sport, spelen, cultuur en evenementen. Een heel park aanwijzen voor 1 soort gebruik, is niet in lijn met het openbare karakter van het park. Parken zijn plekken in de stad waar veel mensen komen om te ontspannen, sporten en zingeving te zoeken. Dit gebeurt op verschillende manieren, ook bijvoorbeeld door het bezoeken van evenementen. Om dit goed te organiseren is er vastgesteld evenementenbeleid (maart 2018). In het Sloterpark ligt een evenemententerrein en deze is opgenomen in het evenementenbeleid. Het evenementenbeleid bevat locatieprofielen, waarin de voorwaarden voor het houden van evenementen zijn opgenomen. Dit verandert niet met de vaststelling van de Groenvisie. Een routebeschrijving vindt v op www.amsterdam.nl. Gemeente Amsterdam Datum 25 maart 2021 Kenmerk TA2021-000212 Pagina 2 van 2 Voor het uitvoeringsprogramma Groenvisie zijn we aan het onderzoeken waar en hoe stille plekken of stiltezones gerealiseerd kunnen worden. Denk hierbij aan minder paden, zones afscheiden met water, afscherming en een natuurlijke inrichting met planten. De oplossing zal per plek en park maatwerk zijn. Ook parken die een functie hebben in het kader van het stedelijk evenementenbeleid kunnen bij dit onderzoek betrokken worden. Duidelijk zal zijn dat een eventuele stilte functie in deze parken op de evenementendagen niet aan de orde zal zijn. Dit is dan echter tijdelijk en wordt van te voren aangekondigd. Voor het Sloterpark is voor het terrein rond de Natureluur een plan van aanpak opgesteld, dit is samen met de bewoners gedaan. Hierin is gekeken hoe het gebruik van het gebied beter ingericht kan worden, zodat dit een rustiger gebied gaat worden. Het is de bedoeling om hier een algemeen bord te plaatsen en een verbodsbord versterkte muziek toe te voegen. Ik vertrouw u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Mocht v nog vragen hebben dan kunt u contact opnemen via mailadres: [email protected] en Mendy Baumeister M.Baumeister@®amsterdam.nl (gebiedsmakelaar Sloterplas). Met vriendelijke groet, Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, Laurens Ivens Wethouder Openbare ruimte en Groen
Raadsadres
2
test
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Amendement Jaar 2015 Afdeling 1 Nummer 696 Publicatiedatum 7 augustus 2015 Ingekomen op 1 juli 2015 Ingekomen onder AG Behandeld op 2 juli 2015 Uitslag verworpen Onderwerp Amendement van het raadslid de heer Van Lammeren inzake de Voorjaarsnota 2015 (bezuiniging Artis ten goede aan dierenwelzijnsketen). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Voorjaarsnota 2015 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 379); Overwegende dat: — Artis dit jaar een subsidie ontving van € 4.753.700; — het college voornemens is om de komende jaren de subsidie op Artis te korten met in totaal € 1.000.000; — Artis meer subsidie per bezoeker ontvangt (€ 3,40) dan Blijdorp (€ 0,60) en Burgers Zoo (£ 0,00) terwijl de kaartprijzzen gelijk liggen; — de subsidie van Blijdorp (eenzelfde bezoekersaantal als Artis) in een paar jaar tijd is verminderd van € 4,8 miljoen naar € 0,8 miljoenin 2015; Constaterende dat: — alle Amsterdamse dierenwelzijnsorganisaties bij elkaar dit jaar een subsidie ontvingen van € 1.130.788; — het college op dierenwelzijn in de stad jaarlijks £ 100.000 wil bezuinigen (driemaal = £ 300.000). Besluit: op pagina 166 de volgende tekst te schrappen: 2016x1 2017x1 _2018x1 Bezuiniging ‘Dierenwelzijn € 100.000 € 100.000 Deze bezuiniging wordt ingevuld door de deels al eerder met de dierenambulance afgesproken afbouw van subsidie van € 339.000 en €273.000 per jaar. Het resterende deel van deze bezuinigingsopgave wordt gelegd bij de overige dierenwelzijnsorganisaties, na bespreking in de adviesraad dierenwelzijn. De subsidie bedraagt in totaal € 1.130.788’; 1 Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer 696 Amendement Datum 7 augustus 2015 op pagina 167 aan de volgende tekst: ‘Artis € 100000 €400.000 €500.000 £ 1.000.000 Artis ontvangt meer subsidie per bezoeker (€ 3,40) dan Blijdorp (£ 0,60) en Burgers Zoo (€ 0,00) terwijl de kaartprijzen gelijk liggen. De subsidie van Blijdorp (eenzelfde bezoekersaantal als Artis) is in een paar jaar tijd verminderd van € 4,8 miljoen naar € 0,8 miljoen in 2015. Na bezuiniging resteert € 3.753.700’, toe te voegen: ‘In 2016, 2017 en 2018 wordt jaarlijks € 100.000 ut de bezuiniging op Artis toegevoegd aan het budget voor dierenwelzijn, waardoor niet op dierenwelzijn bezuinigd hoeft te worden.’ Het lid van de gemeenteraad, J.F.W. van Lammeren 2
Motie
2
discard
> < Gemeente Amsterdam Motie Datum raadsvergadering gen 10 november 2022 Ingekomen onder nummer 34,8 Status Aangenomen Onderwerp Motie van de leden Broersen, Ahmadi, Khan, Rooderkerk, Krom en Kabamba inzake leesbaarheid van de begroting Onderwerp Leesbaarheid van de begroting Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De Raad, Gehoord de discussie over de Begroting 2023 Constaterende dat — 16% van de bevolking van de gemeente Amsterdam laaggeletterd is“; — Niet elke Amsterdammer het Nederlands machtig (genoeg) is en daardoor de begroting niet kan begrijpen; — Het taalgebruik van de begroting 2023 ver boven b1-niveau ligt; — Het college in haar coalitieakkoord de ambitie vit gemeentelijke communicatie naar burgers zoveel mogelijk op b1-niveau en in meerdere talen beschikbaar te stellen; — De begroting nu alleen beschikbaar is als pdf-document met bijlagen. Overwegende dat — Goede informatievoorziening voor al haar inwoners een basistaak van de gemeente is; — Het belangrijk is dat Amsterdammers kunnen begrijpen waar de gemeente geld aan uitgeeft en wat voor financiële keuzes er worden gemaakt; — Een webpagina meer mogelijkheden biedt voor linken, extra informatie, automatische vertaaltools etc.en daardoor beter toegankelijk is voor Amsterdammers; — Door de begroting toegankelijker te maken, de gemeente het mogelijk maakt voor scholen om de begroting te bespreken met leerlingen; 1 https://geletterdheidinzicht.nl/ ? Amsterdams Akkoord 2022, pg. 66. Gemeente Amsterdam Status Aangenomen Pagina 2 van 2 Verzoekt het college van burgemeester en wethouders Te onderzoeken of we de leesbaarheid van toekomstige begrotingen kunnen verbeteren door: — Een publieksversie los toe te voegen en deze versie beschikbaar te maken in het Engels en andere talen die door veel Amsterdammers worden gesproken; — Een korte video op de gemeentewebsite te plaatsen waarin wordt uitgelegd hoe je de begroting moet lezen en/of interpreteren; — De begroting als (interactieve) webpagina's beschikbaar te maken; — _ Organisaties zoals Stichting ABG3 in te schakelen om de begroting en webpagina's te testen op leesbaarheid en deze indien nodig te verbeteren. Indieners J. Broersen N. Ahmadi S.Y., Khan lì Rooderkerk J.M. Krom C.K.E. Kabamba 3 https://st-abc.nl/over-ons/diensten-abc/voorlichten-en-testen/testpanels/
Motie
2
discard
> Gemeente Amsterdam Motie Datum raadsvergadering 7 juni 2023 Ingekomen onder nummer 313 Status Verworpen Onderwerp Motie van het lid Hoogtanders inzake uitstellen invoering burgerberaad Onderwerp Stel de invoering van een burgerberaad uit tot de gemeente merkbare verbeteringen heeft door- gevoerd in de uitvoering van beleid. Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De Raad, Gehoord de discussie over het Vaststellen van het beleidskader burgerberaden. Constaterende dat, - Uit het jaarverslag 2022 van de ombudsman voor de Metropool Amsterdam en de kin- derombudsman blijkt dat inwoners van de stad zich niet gehoord voelen wanneer zij klachten indienen, een vraag stellen of een melding doen middels de reeds bestaande contactpunten van de gemeente Amsterdam; * -_ Uit meerdere rapporten van de ombudsman blijkt dat de inbreng van burgers en on- dernemers bij participatieprocessen stelselmatig wordt genegeerd of terzijde gescho- ven; - De rekenkamer in haar opvolgingsonderzoek uit 2023 constateert dat het college nog onvoldoende opvolging geeft aan de aanbevelingen die volgen vit haar onderzoeken en de raad onvoldoende handvatten biedt om dit te controleren; -_In het afgelopen jaar in debatten meermaals is gebleken dat het voor het college las- tig is om uitvoering te geven aan haar eigen beleid en/of de wensen van de raad; 1 https://www.ombudsmanmetropool.nl{/_files/ugd/e302a6_51e49b82a5c544e3bg217f5d71d59g52.pdf Gemeente Amsterdam Status Verworpen Pagina 2 van 2 Overwegende dat, -__Het vertrouwen van burgers in de overheid al een tijd daalt en dat dit mede wordt ver- oorzaakt door de ervaringen van Amsterdammers met de uitvoering van beleid; - Een burgerberaad als een boemerang kan terugkomen als er niets met de vitkomsten wordt gedaan waardoor het vertrouwen in de politiek nog verder daalt; -__ Beleid maken vaak niet het probleem is aangezien er vanuit de stad, het land, de re- gio, rekenkamers, ombudsman al een overschot aan beleids- en verbeterplannen is; -__Erin Nederland en in Amsterdam maar beperkte ruimte is om beleid uit te voeren en dat deze uitvoering al jaren onder druk staat; -_ Amsterdam pas klaar is voor een extra participatie instrument zoals een burgerbe- raad, als de stad zichtbare verbeteringen heeft doorgevoerd in de uitvoering van be- leid. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders De invoering van burgerberaden uit te stellen en er eerst voor te zorgen dat de gemeente haar kerntaken op orde heeft door vragen, meldingen of klachten van inwoners effectief op te pak- ken/af te handelen en de kwaliteit van uitvoerend beleid verbeterd is. Indiener(s), Y.F.W. Hoogtanders
Motie
2
discard
VN2023-000490 N% Gemeente Raadscommissie voor Woningbouw, Volkshuisvesting en Monumenten WV Wonen en Erfgoed % Amsterdam Voordracht voor de Commissie WV van 22 maart 2023 Ter kennisneming Portefeuille Volkshuisvesting Agendapunt 3 Datum besluit Nvt. Onderwerp Kennisnemen van de raadsinformatiebrief over de gevolgen van de nieuwe woonruimteverdeling voor economisch daklozen De commissie wordt gevraagd Kennis te nemen van de raadsinformatiebrief van wethouder Pels ter afdoening van de toezegging in de commissie WV van 16-11-2022 over de gevolgen van de nieuwe woonruimteverdeling voor economisch daklozen naar aanleiding van overleg met De Regenboog Groep. Wettelijke grondslag Artikel 160, eerste lid, onder a Gemeentewet: Het college is bevoegd om het dagelijks bestuur van de gemeente te voeren. Art 169 Gemeentewet: Het college van burgemeester en wethouders en elk van zijn leden afzonderlijk zijn aan de Gemeenteraad verantwoording schuldig over het door het college gevoerde bestuur (lid 1). Zij geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de uitoefening van zijn taak nodig heeft (lid 2). Zij geven de raad mondeling of schriftelijk de door een of meer leden gevraagde inlichtingen, tenzij het verstrekken ervan in strijd is met het openbaar belang (lid 3). Bestuurlijke achtergrond In de commissievergadering Wonen en Volkshuisvesting van 16 november 2022 heeft wethouder Pels naar aanleiding van vragen van het raadslid Van Renssen toegezegd om de raad te informeren over de gevolgen van de nieuwe woonruimteverdeling voor economisch daklozen naar aanleiding van het inspreken door De Regenboog Groep. Reden bespreking Nvt. Uitkomsten extern advies Nvt. Geheimhouding Nvt. Uitgenodigde andere raadscommissies Nvt. Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan? Gegenereerd: vl.27 1 VN2023-000490 9 Gemeente Raadscommissie vaor Woningbouw, Volkshuisvesting en Monumenten Wonen % Amsterdam % en Erfgoed Voordracht voor de Commissie WV van 22 maart 2023 Ter kennisneming Ter afdoening van toezegging TA2022-001118. Welke stukken treft v aan? AD2023-000771 Commissie WV Voordracht (pdf) AD2023-016599 raadsbrief toezegging terugkoppeling gesprek DRG.pdf (pdf) Ter Inzage Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Directie Wonen, Nynke Engelhard, 06-22878393, n.engenhard@&amsterdam.nl; Meike van Herk, 06-50174235, m.van.herk@®amsterdam.nl; Jeroen Montauban, 06-10675233, [email protected] Gegenereerd: vl.27 2
Voordracht
2
train
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2020 Afdeling 1 Nummer 884 Datum indiening 15 mei Datum akkoord 30 juni 2020 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Hammelburg inzake berichten dat studenten buiten moeten douchen in festivaldouches. Aan de gemeenteraad Toelichting door vragensteller: De fractie van D66 heeft zorgelijke berichten ontvangen van een groep studenten die huurt van Duwo op de Kees Broekmanstraat. Studenten hier schijnen, na wekenlang geen toegang tot warm water te hebben gehad, nu buiten te moeten douchen in festivaldouches. Gezien het vorenstaande heeft het lid Hammelburg, namens de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende vragen te stellen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Is het college bekend met deze casus, en zo ja, wat is de opvatting van het college over verhuurders die festivaldouches aan groepen huurders bieden als oplossing voor een probleem met warm water? Antwoord 1: Het college heeft kennis genomen van deze casus en vindt het zeer onwenselijk dat een deel van de studenten van het complex op de Kees Broekmanstraat voor een warme douche op dit moment zijn aangewezen op buitendouchecabines. 2. Vindt het college het wenselijk dat groepen studenten gebruik maken van festival douches, in deze tijden van Corona? Antwoord 2: Nee, dit is natuurlijk niet wenselijk. Navraag bij DUWO levert op dat DUWO voor het plaatsen van de buitendouchecabines, advies heeft gevraagd bij de afdeling Hygiëne van de GGD. De afdeling GGD Hygiëne heeft aangegeven, dat de gebruikers de douches goed schoon moeten houden en dat er voldoende schoonmaakmiddelen aanwezig moeten zijn. Aanvullend op het advies heeft DUWO gekozen voor professionele schoonmaak van de douchecabines na elke douchebeurt. 1 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Amer 30 juri 2020 Schriftelijke vragen, dinsdag 13 augustus 2019 3. Heeft het college contact gehad met DUWO om opheldering te vragen over deze gang van zaken? Antwoord 3: Ja. Het college heeft zowel contact gehad met DUWO als ook met de Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties (AFWC) om opheldering te vragen over deze gang van zaken. Het college heeft laten weten dat het deze oplossing zeer onwenselijk vindt en gaat ervan uit dat de situatie zo snel mogelijk wordt opgelost. DUWO geeft aan dat een deel van de reparatie en vervanging aan de te herstellen infrastructuur al heeft plaatsgevonden. Helaas is gebleken dat de toelevering van warm water nog steeds niet stabiel is. Er zijn appartementen die wel warm water hebben en appartementen zonder warm water. Maar ook dit beeld wisselt steeds en er is geen patroon te herleiden. Derhalve geeft DUWO aan dat er besloten is om de hoofdleiding in zijn geheel te vervangen en ook te verplaatsen binnen het complex. Omdat de bewoners niet zeker zijn van warm water in hun appartement en gezien de duur van de storing, heeft DUWO gemeend voor de huurders een extra tijdelijke voorziening beschikbaar te stellen in de vorm van buitendouchecabines. Het streven van DUWO was om half juni de werkzaamheden afgerond te hebben. De afgelopen weken is de gehele infrastructuur van de hoofdleiding vernieuwd. Ondanks alle inspanningen is de warmwatertoevoer in het gebouw helaas nog niet stabiel, zo blijkt uit de testen die gedaan zijn op 16 juni 2020. DUWO geeft aan dat de buitendouches voor de bewoners beschikbaar blijven totdat alle problemen zijn verholpen. DUWO geeft wel aan dat er tot nu toe slechts weinig gebruik van wordt gemaakt. 4. Is de oplossing die door DUWO is gekozen in het verleden ook door andere verhuurders van studentenwoningen aangeboden en zo ja, wat vindt het college daarvan? Antwoord 4: DUWO geeft aan ook bij andere renovatieprojecten gekozen te hebben voor deze optie. De Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties (AFWC) meldt dat andere corporaties niet voor deze oplossing kiezen. Ook is het college niet bekend met andere verhuurders die voor deze oplossing hebben gekozen. 5. Kunnen huurders bij dit soort gebreken aanspraak maken op huurverlaging of op compensatie anderszins? Antwoord 5: Ja, huurders kunnen aanspraak maken op huurverlaging. In dit specifieke geval zijn er inmiddels afspraken gemaakt tussen DUWO, huurders en de huurdersorganisatie over een compensatieregeling. Burgemeester en wethouders van Amsterdam Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris 2 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R a: B Gemeenteblad ummer err: . Datum 30 juni 2020 Schriftelijke vragen, dinsdag 13 augustus 2019 3
Schriftelijke Vraag
3
discard
x Gemeente Amsterdam Gemeenteraad % Gemeenteblad % Actualiteit voor de raadscommissie RO Jaar 2017 Afdeling * Nummer * Publicatiedatum * Onderwerp Actualiteit van het raadslid Dijk (/VD) inzake de uitspraken van wethouder Ivens rondom Haven-Stad Aan de Gemeenteraad Inleiding In verschillende media verscheen het bericht dat wethouder Ivens wil dat bedrijven in het gebied Haven-Stad versneld plaats gaan maken voor woningbouw. In het project Haven-Stad gelden langjarige afspraken en contracten met bedrijven. Bedrijven moeten kunnen rekenen op een betrouwbare overheid, die bestaande afspraken respecteert. Op termijn kan Haven- Stad ruimte bieden voor woningbouw, maar dit kan alleen gebeuren in balans met de rechtvaardige belangen van het bedrijfsleven en de daarmee gepaard gaande werkgelegenheid voor Amsterdammers. Reden bespreking en spoedeisendheid Indiener wil in gesprek met de wethouder RO, onder wiens verantwoordelijkheid Haven-Stad valt, en wethouder Ivens over zijn uitspraken in de media. Voor bedrijven en werknemers werkzaam in Haven-Stad is het van belang om snel duidelijkheid te krijgen over de inzet van de gemeente in dit gebied de komende jaren. Indiener acht de aanwezigheid van wethouder Ivens gedurende de behandeling van deze actualiteit noodzakelijk voor een goede behandeling. Het lid van de Gemeenteraad, T.W. Dijk 1
Actualiteit
1
train
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Motie Jaar 2013 Afdeling 1 Nummer 831 Publicatiedatum 16 oktober 2013 Ingekomen onder AZ Ingekomen op woensdag 2 oktober 2013 Behandeld op woensdag 2 oktober 2013 Status Verworpen Onderwerp Motie van het raadslid mevrouw Shahsavari-Jansen inzake de notitie ‘Naar een stedelijk toelatingsbeleid voor het basisonderwijs in Amsterdam’ (keuzevrijheid ouders als uitgangspunt). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 4 juni 2013 inzake de notitie van 23 mei 2013, getiteld: ‘Naar een stedelijk toelatingsbeleid voor het basisonderwijs in Amsterdam’ (Gemeenteblad afd. 1, nr. 624); Overwegende dat: — _ het van groot belang is dat de wensen van ouders voor het onderwijs voor hun kind het uitgangspunt zijn en dat de vrijheid om de beste school (onder andere kwaliteit, identiteit en pedagogische visie) voor hun kind te kiezen daarbij centraal staat; — de voorstellen die er nu liggen voor een stedelijk toelatingsbeleid daar in onvoldoende mate aan tegemoet komen, Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: — zorg te dragen dat in samenwerking met de schoolbesturen bij het verder uitwerken van een stedelijk toelatingsbeleid de keuzevrijheid voor ouders om de beste school (ondere andere kwaliteit, identiteit en pedagogische visie) voor hun kind te kiezen als uitgangspunt wordt genomen en dat er daarmee dus in voldoende mate plekken beschikbaar blijven op scholen buiten de eigen buurt; — zorg te dragen dat ouders in brede zin betrokken worden bij de totstandkoming van dit beleid; — zorg te dragen dat scholen die willen uitbreiden daartoe in staat worden gesteld; — _ schoolbesturen die zich niet willen conformeren aan een stedelijk toelatingsbeleid daarin vrij te laten. Het lid van de gemeenteraad, M.D. Shahsavari-Jansen 1
Motie
1
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2019 Afdeling 1 Nummer 1008 Datum indiening 20 december 2018 Datum akkoord 14 juni 2019 Publicatiedatum 14 juni 2019 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Hammelburg inzake de veiligheid rondom studentencomplexen. Aan de gemeenteraad Toelichting door vragensteller: De afgelopen weken zijn verschillende berichten in de kranten gekomen over veiligheidsincidenten rondom studentencomplexen. Zo werd een internationale studente in november ernstig mishandeld op het NSDM-terrein en werd — ook in november — een internationale student in de flat Daalwijk geschampt door een kogel terwijl ze op haar kamer zat. De incidenten hebben voor veel onrust gezorgd onder studenten en de vraag rijst hoe het met de veiligheid in en rondom studentencomplexen gesteld is. In 2016 bleek al uit een inventarisatie van ASVA dat het niet goed gesteld is met de veiligheid van veertien studentencomplexen in de stad. Naar aanleiding daarvan uitte de fractie van D66 haar zorgen en drong het college erop aan zelf de veiligheid bij studentencomplexen te onderzoeken. Dat onderzoek resulteerde in een aantal maatregelen: de gemeente zou op sommige plekken meer straatverlichting plaatsen, een campagne starten om studenten bewust te maken van inbraakrisico’s en op sommige plekken zouden camera’s worden opgehangen. De recente incidenten vragen om een kritische blik op de vraag of de reeds genomen maatregelen effectief genoeg zijn en welke stappen nog genomen kunnen worden. Gezien het vorenstaande heeft het lid Hammelburg, namens de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen gesteld: 1. Hoe monitort het college de veiligheid rondom studentencomplexen? Hoe waardeert het college de veiligheid op dit moment? Antwoord: Naar aanleiding van een aantal incidenten heeft de gemeente in 2016 een inventarisatie uitgevoerd naar de veiligheidssituatie op en rond studentencomplexen. De conclusie was destijds dat studentencomplexen zich qua veiligheid niet onderscheiden van reguliere woningcomplexen, maar dat wel Amsterdam verbetert veiligheid van drie studentencomplexen’, NUL20, 29 maart 2017 1 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Neng Joos Gemeenteblad Datum 14 juni 2019 Schriftelijke vragen, donderdag 20 december 2018 een aantal specifieke punten van invloed kan zijn op de veiligheid: de omgeving, het gedrag kenmerkend voor studenten, de hoge mutatiegraad en de doorgaans hoge concentratie van bewoning in een studentencomplex. Op een drietal complexen en hun omgeving, waar een combinatie van risicofactoren gepaard ging met een slechte buurtscore zijn acties uitgevoerd om het risico op incidenten te beperken. Om het onderwerp structureel onder de aandacht te houden is er een brede werkgroep samengesteld met medewerkers veiligheid en medewerkers wonen van de centrale stad, stadsdelen en buurgemeenten, de politie, de woningcorporaties, de onderwijsinstellingen en studentenorganisaties. Deze werkgroep komt twee keer per jaar bij elkaar, of vaker als daar aanleiding toe is. Verder is er een mailgroep waarin alle deelnemers partijen elkaar informeren over ontwikkelingen en waar zij hun vragen, zorgen of ideeën naar voren kunnen brengen. Het afgelopen jaar is op die manier aandacht geweest voor enkele studentencomplexen, onder andere naar aanleiding van de incidenten bij de complexen Daalwijk, Spinoza en NDSM. Gezien deze nieuwe incidenten en de meldingen bij het ASVA-meldpunt is het College van plan om opnieuw een inventarisatie naar de veiligheidssituatie bij alle complexen uit te voeren. 2. Neemt het college maatregelen wanneer blijkt dat de veiligheid verslechtert? Zo ja, welke maatregelen zijn dat, welke maatregelen heeft het college ook daadwerkelijk genomen en wat is tot nu toe het effect geweest van die maatregelen geweest? Antwoord: Zoals bij vraag 1 reeds vermeld zijn er in 2017 maatregelen genomen bij drie complexen. Het ging om praktische zaken zoals het repareren van deuren, het snoeien van bosschages en gevelcameratoezicht, maar ook om maatregelen gericht op het verbeteren van sociale cohesie tussen studenten onderling en het contact tussen studenten en de verantwoordelijke professionals. Ook is er geïnvesteerd in voorlichting onder andere over inbraakpreventie. Ook in 2019 zijn bij verschillende complexen aanvullende maatregelen genomen. Als uit de komende inventarisatie blijkt dat op bepaalde locaties (nieuwe) risicofactoren aanwezig zijn, dan zullen ter plaatse passende maatregelen worden genomen. Ook uitkomsten die vragen om een beleidsmatig antwoord op centraal niveau worden opgepakt. Zo zal er in de planning en ontwikkeling van nieuwe complexen meer aandacht komen voor de veiligheidsaspecten. 2 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Neng Joos Gemeenteblad Datum 14 juni 2019 Schriftelijke vragen, donderdag 20 december 2018 Toelichting door vragensteller: In het artikel van het Parool over het incident op het NDSM-werf is te lezen dat studenten al een jaar geleden contact opgenomen met het stadsdeel of er geen betere verlichting kan komen. Te lezen is: “Een stuk of zes, zeven lantaarnpalen werken niet. Maar het stadsdeel heeft de verlichting nooit gerepareerd.”®! In eerdere beantwoording van schriftelijke vragen van D66 gaf het college aan dat sommige fietspaden, zeker 's nachts, erg rustig zijn en lopen door groengebieden. Daarom zou het college gaan letten op verlichting, zichtlijnen en bosschages.®! 3. Is het college van mening dat er genoeg aandacht wordt geschonken aan werkende verlichting rondom studentencomplexen? Heeft het college scherp op welke plekken op dit moment onverlichte straten tot onvrede en onveilige gevoelens onder studenten leiden? Antwoord: Goede verlichting is belangrijk voor de sociale veiligheid. Dat heeft het college ook neergelegd in het Beleidsplan Verlichting uit 2017. Door de hele stad worden regelmatig schouwen georganiseerd waarbij ook aandacht is voor problemen met openbare verlichting. Kapotte verlichting wordt dan gerepareerd. Ook los van de schouwen kunnen burgers via een speciaal webformulier worden kapotte verlichtingen melden bij de gemeente. Bij spoedsituaties kan 14020 worden gebeld. Al deze maatregelen gelden ook voor de openbare ruimte rond de meeste studentencomplexen. Sommige complexen staan echter op eigen grond en is de verlichting de verantwoordelijkheid van de corporatie of eigenaar. In 2017 is bij een aantal studentencomplexen en de relevante fietsroutes een lichtschouw georganiseerd. Naar aanleiding daarvan is de verlichting aangepast en zijn bosschages gesnoeid. 4. Is het college van mening dat verbeterde veiligheid een extra reden is om de aanpak van gebrekkige straatverlichting tot prioriteit te maken? Op welke manier is het college voornemens dit (structurele) probleem aan te pakken? Antwoord: Zoals bij het antwoord op vraag 3 is aangegeven neemt het college de nodige maatregelen om de openbare verlichting goed te regelen en zodoende bij te dragen aan een goede sociale veiligheid. Er is op dit moment geen reden om aan te nemen dat hier structurele problemen bij zijn. Aandachtspunt blijven de transitiegebieden, waar sommige studentencomplexen in liggen. In de inventarisatie zal expliciet aandacht worden besteed aan de verlichting. Pl keila werd mishandeld bij NSDM-werf: ‘Ik dacht: dit overleef ik niet’, Parool 15 december 2018 B Schriftelijke vragen van de leden Van Dantzig en Verheul, 20 juli 2016 3 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam Neng Joos Gemeenteblad R Datum 14 juni 2019 Schriftelijke vragen, donderdag 20 december 2018 5. In 2016 stelde ASVA dat het op veertien studentencomplexen niet goed gesteld was met de veiligheid. Op hoeveel studentencomplexen is dit nu het geval? Valt het complex Daalwijk daar ook onder? Zo ja, welke extra maatregelen is het college voornemens te nemen op Daalwijk en op de andere studentencomplexen? Antwoord: De signalen van de ASVA waren indertijd mede aanleiding om de veiligheid op alle complexen te inventariseren. Zoals in het antwoord bij vraag 1 is aangegeven bleek dat er op drie plekken sprake was specifieke risico’s, die inmiddels zijn aangepakt. In het voorjaar 2019 heeft de ASVA het meldpunt opnieuw opengesteld en mede naar aanleiding daarvan wordt een nieuwe inventarisatie naar de veiligheidsaspecten van alle grotere studentencomplexen. Naar aanleiding van het schietincident bij Daalwijk is er een bewonersbijeenkomst georganiseerd waarbij de corporatie, politie, stadsdeel en onderwijsinstellingen aanwezig waren. Het schietincident heeft op geruime afstand van de flat plaatsgevonden. Het feit dat een kogel één van de bewoners in de woning heeft geraakt gebeurd, maar een noodlottig toeval. De corporatie heeft aangekondigd dat er een speciale ‘caretaker’ komt die nieuwe buitenlandse studenten begeleid en waar ze met hun zorgen of klachten terecht kunnen. 6. Hoe beoordeelt het college de opvatting van studenten in Daalwijk die stellen dat vrouwen daar niet zouden moeten gaan wonen omdat het te onveilig is? É! Antwoord: Criminaliteitscijfers in de D-buurt vertonen een dalende trend vanaf 2016. In de top 3 staan steevast diefstal fiets, diefstal van/uit auto, en overige diefstal. De buurt is niet onveiliger of veiliger dan omliggende buurten. Tussen de flats in de D-buurt is veel openbare ruimte. Dat kan onveilig aanvoelen, vooral in de stille uren. Er zijn inmiddels twee schouwen georganiseerd waarvan één in de donkere uren. Naar aanleiding daarvan zijn verschillende aanvullende maatregelen genomen en wordt onderzocht of gevelcameratoezicht haalbaar is. 7. Zijn de gebeurtenissen in Noord en in Zuidoost losstaande incidenten of constateert het college een fundamenteler probleem met de veiligheid rondom studentencomplexen? Antwoord: Zoals in de vorige antwoorden is aangegeven komt er een nieuwe stadsbrede inventarisatie van de veiligheid op studentencomplexen die ook meer inzicht biedt in de structurele situatie. (l Studenten Daalwijk bang: ‘Ik durf de deur niet uit’, Parool 9 december 2018 4 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer daon 2019 Schriftelijke vragen, donderdag 20 december 2018 8. Welke signalen krijgt het college vanuit de ASVA en andere studentenorganisaties over de veiligheid rondom studentencomplexen? Antwoord: De ASVA is onderdeel van de werkgroep Veiligheid Studentencomplexen en brengen daar ideeën en zorgen vanuit het perspectief van de studenten in. De meldingen uit 2019 die bij het ASVA-meldpunt zijn binnengekomen zijn door de ASVA gedeeld met de gemeente, politie en corporaties. Burgemeester en wethouders van Amsterdam Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris 5
Schriftelijke Vraag
5
train
Bestedingsplannen: A. Masterplan Zuidoost B. Nationaal Programma Samen Nieuw-West C. Aanpak Noord A. Bestedingsplan Masterplan Zuidoost Ambitie 1: Participatie en Inclusie interventie 1. Zuidoost is dé plek waar je experts vindt en expert kunt worden in ‘de inclusieve en diverse maatschappij van de 21e eeuw’. 2. Kinderen en jongeren van Zuidoost staan centraal. 3. De verbinding van kunst en cultuur, the gift of colour. 4, Doorlopend in gesprek met steeds meer mensen over het Masterplan. 5. Inrichten gezamenlijke communicatie Alliantie met Zuidoost, bondgenoten en partners en elkaar. Analyse Participatie & inclusie betekent bouwen aan een inclusieve samenleving waarbij iedereen ertoe doet. De basis hiervan ligt in community-based werken. De speerpunten uit het Masterplan zijn daarin leidend: community centraal, bottom-up werken, in co-creatie, multidisciplinair. Daarbij is het heel belangrijk het vertrouwen te vergroten tussen bewoners en vertegenwoordigers van instellingen/organisaties. Dat doen we om te beginnen door met elkaar in gesprek te gaan. We hebben aandacht voor mondige bewoners maar realiseren we ons ook dat het niet voor iedereen even gemakkelijk is om zich te laten horen of mee te doen. De kern is daarom om de bewoners in hun kracht te zetten en het eigenaarschap op de juiste plekken te beleggen. Activiteiten Investeren in versterken en professionaliseren van formele en informele bewonersorganisaties. Innovatieve inzet op groepen bewoners die onvoldoende kansen hebben om te participeren in de samenleving door het verbeteren van factoren die deze bewoners belemmeren om actief deel te nemen aan de samenleving, met name discriminatie, armoede en taalachterstand. In co-creatie met bewoners uitvoering geven aan doorbraken, acties en activiteiten, onder andere via de abcd-methodiek en ‘design- doing’. Inzet, ontwikkeling en ondersteuning innovatiecirkels. Extra inzet op de thema’s die worden aangeleverd en gekozen door de community's. Doelstelling en/__Inwoner zijn van Zuidoost betekent dat je in alle opzichten volwaardig, geaccepteerd en of streefwaarde gerespecteerd burger bent van Amsterdam. Alliantiepartners Bewoners stadsdeel Zuidoost, Woningbouwcoöperaties, Ondernemers van Amsterdam Zuidoost Vertegenwoordigers van de Arbeidsmarkt, Jeugdhulp, Onderwijs, Politie, Gemeente Amsterdam, Openbaar Ministerie, Rijk Programma Programma 6. Gezondheid, Zorg, Jeugd, Opvang en Diversiteit Uitvoerende Uitvoerend: Stadsdeel Zuid-Oost, democratisering, deelnemend OJZD directie Portefeuille Basisvoorzieningen Gemeentelijke De uitgaven voor 2023 zijn geraamd op € 1,38 min. bijdrage Ís er sprake van Nee co-financiering? 2 Ambitie 2: Wonen en Veiligheid interventie 1. Verstevigen en uitbreiden van Wijk Actieteams Veiligheid, waarbij de Hotspot aanpak wordt geïntegreerd. 2. Stroomlijnen aanpak drugshandel. 3. Interventiekracht vergroten (excessief) geweld. 4, Inzetten op maatwerk (preventie) in Zuidoost, huiselijk geluk, ouderbetrokkenheid (ism. ambitie 3), 5. Tweetal theaterproducties ism. community (Angry Young Men, Zwijgrecht) 6. Aanpakken Woonfraude. 1. Instroom bevorderen weerbaardere bewoners in ontwikkelbuurten en hotspot- locaties. 8. Extra investeringskracht t.b.v. leefbaarheid ontwikkelbuurten en hotspotlocaties. 9, Meer huisvesting voor jongeren uit Zuidoost in Zuidoost. 10. Bouwen voor de buurt. 11. Voorkomen toekomstige leefbaarheid- en veiligheidsproblematiek: bouwen flanken A9. 12. Kwaliteit en inrichting openbare ruimte. Analyse De Alliantiepartners erkennen het belang van multidisciplinaire samenwerking. Alleen samen kan de problematiek op het gebied van wonen, werk en veiligheid effectief worden aangepakt. Daarom gaan de Alliantiepartners met elkaar samenwerken, bij voorkeur vanuit één locatie, zichtbaar en aanspreekbaar, voor de bewoners. Partners zullen onder meer in de vorm van wijkactieteams zichtbaar zijn in de wijken. Op diverse locaties zullen onder meer ook gemeentelijke en maatschappelijke partners aanwezig zijn c.q. snel ingezet kunnen worden om bewoners te ondersteunen op diverse leefgebieden. Daarbij valt te denken aan wijkactieteams, buurtteams, armoedevoorzieningen, schuldhulp, hulp bij het vinden van werk, zorg voor jongeren; opleiding en begeleiding naar werk, verbinding met het zgn. familiepakket, etc. Hiervoor zijn binnen de verschillende ambities inspanningen opgenomen, die nadrukkelijk in gezamenlijkheid worden uitgevoerd. (zie ook ambities 3 en 4). De opzet en uitvoering hiervan zal een lerend proces zijn, waarbij gaandeweg knelpunten en verbeteringen doorgevoerd zullen worden. Op het gebied van wonen is het een uitdaging om het aanbod van regelingen en hulp aan te laten sluiten op de behoefte van de bewoners. De focus van het programmateam is daarom om nieuwe manieren te zoeken om deze informatie te delen, zodat bewoners er ook echt iets mee kunnen. Prioriteiten zijn o.m. de hotspotaanpak, Woonwinkel (gericht op doelgroep jongeren) en onderzoeken naar de behoeften van jongeren en jonge alleenstaande ouders, verlichting in de openbare ruimte, vve aanpak en Empowermentcentrum. Bij gebiedsontwikkeling helpt de focus van het Masterplan om meer woningen beschikbaar te maken voor mensen, met name jongeren, uit Zuidoost en in de plinten van Amstel Ill wordt gekeken naar het huisvesten van lokale ondernemers. Activiteiten e _Verduurzamen bestaande woningen, mede gericht op de aanpak energiearmoede en investeren in het versterken van lokale vve's. 3 e Door de participatie bij de aanpak openbare ruimte, zorgen voor aansluiting bij behoeften en wensen van bewoners, met als doel het verbeteren van de leefbaarheid. e Inzet, ontwikkeling en ondersteuning innovatiecirkels op gebied van wonen en veiligheid (o.m. Hart voor de Kbuurt, Passiepool) e _Doorontwikkeling WAT en Hotspotaanpak e Onderzoek woonwensen alleenstaande ouders/jonge ouders e Voortzetting en uitbreiding Woonwinkel e Ondersteuning co-creatie initiatieven tbv ontwikkeling flanken A9 e Ontwikkelen duurzame maatwerktrajecten e _Netwerkbijeenkomsten veiligheid e Ondersteunen en versterken informeel Expertise Netwerken, grassroots organisaties, ouderbetrokkenheid e _Zwijgrecht - filmproductie Doelstellingen/ _In Zuidoost opgroeien en wonen betekent dat je veilig en goed woont en over straat kunt of streefwaarde __gaan en dat je je eenvoudig fysiek kunt verplaatsen in een schoon, heel en veilige openbare ruimte. Alliantiepartners Bewoners stadsdeel Zuidoost, Woningbouwcoöperaties, Politie, Gemeente Amsterdam, Openbaar Ministerie, Rijk, Actiecentrum J&V, RIEC Programma Programma 8 Veiligheid Uitvoerende Uitvoerend: Stadsdeel Zuid-Oost directie Deelnemend: Wonen, OOV, J&V (stadsdeel), G&O, Vastgoed Portefeuille Amsterdam is een veilige en leefbare stad voor bewoners en bezoekers. Gemeentelijke De uitgaven voor 2023 zijn begroot op € 2,78 min. bijdrage Ísersprakevan __ Ja, externe financiering PMG € 1.030.000 co-financiering? Ambitie 3: Jeugd en Onderwijs interventie 1. Eénsamenhangende aanpak voor de leeftijd van min 9 maanden tot 6 jaar; 2. De ideale Zuidoost basisschool; 3. De overgang van basisonderwijs naar voortgezet onderwijs; 4. De ideale Zuidoost middelbare school; 5. De overgang van middelbare school naar vervolgonderwijs en werk; 6. Jongerenvoorzieningen bij de school en in de wijk. Analyse Voor de uitvoering van dit thema is een centrale rol weggelegd voor ouders en jongeren zelf; het belang van rolmodellen; een gezamenlijke pedagogische visie; taal als sleutel tot een succesvolle schoolcarrière. We hanteren hierbij een aantal uitgangspunten: e We werken gezamenlijk met alle betrokkenen aan deze ambities. Daarvoor zijn multidisciplinaire werkgroepen rond de thema's opgezet. e We werken evidence based, met education lab en andere specialisten zoeken we naar effectieve werkwijzen. 4 e Enhetcentrale uitgangspunt van het masterplan, we werken community based. Activiteiten Inzet op voldoende laagdrempelige kleinschalige voorzieningen die aansluiten bij de ontwikkeling van de buurt (o.a. langer thuis wonen ambulantisering zorg). Inzet op educatief partnerschap: burgers en bedrijven zijn betrokken bij leren en werken. Ouderbetrokkenheid is toegenomen op alle fronten, in de buurt en schoolomgeving. Onderadvisering schooladvies kinderen PO is afgenomen. De culturele sensitiviteit van leraren PO is gegroeid. Meer regie op ondersteuningsstructuur rondom scholen. Inzet op (mannelijke) rolmodellen. Lokale grassroots organisaties die onderwijsondersteuning aanbieden zijn uitgenodigd hun ondersteuning aan te laten sluiten bij de methodiek van scholen. ldentiteitsontwikkeling van kinderen en jongeren heeft een impuls gekregen. Hun perspectief op ontwikkelkansen is verbreed. Inzet, ontwikkeling en ondersteuning innovatiecirkels. Doelstellingen/ _In Zuidoost opgroeien en wonen betekent dat je alle kansen en mogelijkheden hebt om je te of streefwaarde ontwikkelen, te groeien en talenten te ontplooien. Alliantiepartners _ Bewoners stadsdeel Zuidoost, Vertegenwoordigers van de Arbeidsmarkt, Jeugdhulp, Onderwijs, Gemeente Amsterdam, Rijk, Scholen en schoolbesturen, okt. Programma Programma 6. Gezondheid, Zorg, Jeugd, Opvang en Diversiteit Uitvoerende Uitvoerend: Stadsdeel Zuid-Oost, Deelnemend: democratisering, ojzd directie Portefeuille Basisvoorzieningen Gemeentelijke De uitgaven voor 2023 zijn begroot op € 1,02 min. bijdrage Íser sprake van Nee co-financiering? Ambitie 4: Werk en Economie interventie 1. Ontwikkelen duurzame publiek-private samenwerking; 2. Meer jongeren <30 aan het werk of op school; 3. Opleidingstrajecten in combinatie met stage/werk in kansrijke sectoren (zgn. treintjes bouwen); 4, Werkgeversaanpak: 1 loket; 5. Soepele overgang (vervolg)onderwijs — Werk 6. Werk, aanpak armoede en schulden, als onderdeel van integrale buurtaanpak. Community Wealth Building. Analyse Zuidoost heeft een democratische lokale economie, waarin de belangen, behoeften, wensen en dromen van alle bewoners voorop staan. Zo veel mogelijk eigenaarschap van die bewoners en hun gemeenschappen over alle noodzakelijke (sociale, fysieke, economische, financiële en maatschappelijke) middelen zorgt voor een rechtvaardige verdeling van welvaart en welzijn. Vertrouwen, wederkerigheid, solidariteit en samenwerking staan centraal. We werken aan de hand van de principes van community wealth building samen met in de wijk verankerde organisaties aan nieuwe structuren met zo veel mogelijk eigenaarschap en zeggenschap voor bewoners in de nabijheid. We zetten hiervoor een infrastructuur op per wijk waar op een herkenbare plek in de wijk middels codesign de direct betrokkenen samen de koers voor de wijk uitzetten en de beschikbare middelen verdelen. Daarnaast zetten we in op duurzame impact; niet alleen instroom, maar ook duurzaam aan 5 het werk. Zuidoost Werkt is daarin een belangrijke partner. De pps samenwerking met de alliantie- en convenantpartners fungeert als vliegwiel voor de intensivering van de duurzame samenwerking op het gebied van werk en economie. Activiteiten -__Doorontwikkeling Zuidoost Werkt. -_Duurzame publiek-private samenwerking (in co-creatie met bewoners). -_Partnerconvenanten op Maat. -_Doorontwikkeling innovatiecirkel: Youth Academy Platform; structurele koppeling maken tussen het bedrijfsleven, jongerenorganisaties en jongeren d.m.v. een platform gericht op kennisdeling, inspiratie en verbinding. -_Samenwerking MP-Z0 City. -_ Ontwikkelen duurzame loopbaantrajecten. -__Bouw aan jouw Zuidoost/ Zuidoost Bouwt. -_ Uitvoering Techgrounds: Van zij-instroom naar werk. -_ Uitvoering innovatieve loopbaantrajecten tbv sector zorg/ onderwijs. -_ Versterken lokale economie en lokaal ondernemerschap (jonge startende ondernemers)/ bestaande aanbod beter laten aansluiten op de behoefte. -_ Community Wealth Building: community investeringsfonds -_ Infrastructuur voor Ondernemerschap ontwikkelingstraject/Acceleratie programma. -_Ondernemershubs als onderdeel van versterken lokaal verankerd ondernemerschap. - Versterken sociaal ondernemerschap (incl maatschappelijke organisatie diversificatie van inkomstenbron). -_ Versterken coöperatief ondernemen in kansrijke sectoren. -_ Incubator voor coöperatieve organisatievormen. -_ Lokaal Geld/2Ping voor vrijwilligerswerk inzetten. -_ Community Land Trust. -_Welzijnsdashboard doorontwikkelen en borgen. Doelstelling en/ _In Zuidoost zijn we trots op onze positie als economische toplocatie, op ons of streefwaarde ondernemerschap en creativiteit en investeren we wederkerig daarin en in werk voor onze inwoners. Alliantiepartners Bewoners stadsdeel Zuidoost, Ondernemers van Amsterdam Zuidoost, Vertegenwoordigers van de Arbeidsmarkt, Onderwijs, Gemeente Amsterdam, Rijk Programma Programma 3. Economie, Kunst, Cultuur en Erfgoed Uitvoerende Uitvoerend: Stadsdeel Zuid-Oost, Deelnemend: WPI, Economie directie Portefeuille Economie Gemeentelijke De uitgaven voor 2023 zijn begroot op € 1,93 min. bijdrage isersprakevan _ Ja, BAJZO/CWB: € 1.186.000 co-financiering? 6 B. Bestedingsplan Nationaal Programma Samen Nieuw-West Overkoepelende opgave: Community Wealth Building Interventie Bouwen aan een lokale economie Analyse In het (concept) Convenant Samen Nieuw-West wordt in het onderdeel Werk & Bestaanszekerheid gesteld dat het bieden van bestaanszekerheid onze hoofdopgave is. “Dat vraagt om sociaaleconomische structuren die passen bij de behoeften, dromen en belangen van alle bewoners van Nieuw-West en die zoveel mogelijk gezamenlijk eigenaarschap van bewoners behelzen. Deze democratische economie, onder meer gebaseerd op de principes van Community Wealth Building, maakt het mogelijk dat alle bewoners in Nieuw-West in 2040 aan het werk zijn in voldoende betaalde banen en dat kinderen in dat perspectief opgroeien.” Het Amsterdamse coalitieakkoord stelt op blz. 39: ‘Community Wealth Building krijgt nadrukkelijk een plaats in alle masterplannen en we onderzoeken hoe we de lokale economische infrastructuur meer ten gunste van de buurten kunnen laten komen.’ Community Wealth Building (CWB) is een actiegerichte, plaatsgebonden aanpak voor lokale economische ontwikkeling. CWB behoudt en leidt meer opbrengsten terug in de lokale economie. Door lokaal gecreëerde welvaart meer te behouden en te laten circuleren in lokale gemeenschappen, ontstaan meer kansen voor lokale bedrijvigheid, banen en carrièremogelijkheden, sociale inclusie en emancipatie en duurzame initiatieven. Er ligt daarbij een expliciete focus op het vergroten van de rol van bewoners en hun organisaties in het eigendom en beheer van bedrijfsmiddelen en welvaartscreatie, bijvoorbeeld door inclusieve bedrijfsmodellen als (werknemers)coöperaties. Bij CWB is een centrale rol weggelegd voor samenwerkende lokale ankerorganisaties: organisaties met een significante aanwezigheid en belang in de lokale gemeenschap, zoals overheidsorganisaties, onderwijs, zorginstellingen, woningcorporaties, sport- en cultuurvoorzieningen, wijkbedrijven, sociale ondernemingen en private bedrijven. Als grote werkgevers, inkopers van goederen en diensten en eigenaren van grond en bezit (zoals vastgoed), oefenen deze ankers een grote invloed uit op de lokale economie en de arbeidsmarkt. Activiteiten De inzet betreft vooral opstartkosten, met de bedoeling een multipliereffect te bewerkstelligen en een veelvoud aan investeringen te genereren door de inkoop en aanbesteding van alliantiepartners (inclusief gemeente) anders te richten, extra financieringsstromen richting Nieuw-West te organiseren en zelf te genereren inkomsten. De activiteiten voor 2023 die hier een eerste basis voor moeten leggen: 1. Inrichten projectteam CWB — voor strategievorming en coördinatie uitvoering 2. Businesscase ontwikkelen drie CWB-hubs in de wijken — voor aanjagen/versterken wijkgerichte initiatieven 3. Ontwikkelen (nieuwe) coöperatie bedrijven — in aansluiting op vraag bij ankerorganisaties 7 4, Doorlichten eigen inkoop alliantiepartners — vormen inkoopteam en analyseren welk deel landt in NW 5. Geldstromen verleggen naar Nieuw-West — uiterlijk eind 2023 één geldstroom verleggen per alliantiepartner 6. In kaart brengen extra kredietmogelijkheden coöperatieve bedrijvigheid — overzicht creëren en nieuwe voorstellen doen 7. Doorlichten eigen vastgoed van alliantiepartners voor CWB — inzichtelijk maken bestaande inzet vastgoed 8. Intensiveren gebruik bestaand vastgoed voor CWB — businesscase ontwikkelen beheerorganisatie vastgoedgebruik voor CWB Ontwikkelen recht van eerste koop — voor CWB initiatieven bij afstoten vastgoed onder alliantiepartners Doelstelling en/ 1. We formeren een domein overstijgende werkgroep met onder meer of streefwaarde vertegenwoordigers van ankerorganisaties en wijkinitiatieven om de CWB-strategie uit te werken, eerste stappen te zetten en de voortgang te bewaken. 2. We brengen in kaart welke activiteiten binnen onze eigen organisaties en in Nieuw- West als geheel Community Wealth Building ondersteunen onder de vijf pilaren en waar eventuele obstakels liggen. 3. We werven actief andere ankerorganisaties (zoals ziekenhuizen, onderwijsinstellingen, sport- en cultuurvoorzieningen en lokaal gewortelde bedrijven) om zich bij ons aan te sluiten. 4, We ontwikkelen een strategie gebaseerd op samenwerking op verschillende schaalniveaus en een actieplan voor de komende jaren, voorzien van concrete (organisatie)doelen en activiteiten. We laten eerste resultaten zien: de eerste coöperatieve bedrijven zijn eind 2023 operationeel; iedere alliantiepartner verlegt ten minste één financiële stroom naar Nieuw- West en we hebben businesscases voor drie wijkgerichte CWB-hubs Alliantiepartners _ Wordt aan gewerkt Programma Wordt aan gewerkt Uitvoerende Wordt aan gewerkt directie Portefeuille Wordt aan gewerkt Gemeentelijke De kosten voor 2023 zijn geraamd op € 1,54 miljoen en voor 2024 op € 2,2 miljoen. Dit is bijdrage ondermeer voor de inzet en opzet van CWB hubs en wijkcooperatieven (€ 0,4 min), coordinatie van wijkoverstijgende projecten (€ 0,3 min.) en doorgroeien en oprichten van wijkcoöperaties. Íser sprake van Nee co-financiering? 8 Opgave 1: Eigenaarschap, inclusie en democratie Interventie 1. Bouwen aan eigenaarschap van bewoners 2. Bijeenkomsten en communicatieplatform Analyse Het bestrijden van uitsluiting, discriminatie op kleur, gender, geaardheid, religie of afkomst en alle andere vormen van achterstelling, is absolute noodzaak. Wij zien de diversiteit van Nieuw-West als een kracht waar we trots op zijn, maar zien ook de uitdagingen die het met zich meebrengt. Voordat de kracht van diversiteit tot volle wasdom kan komen, liggen er nog flink wat uitdagingen. Inclusiviteit is niet iets van alleen overheden of maatschappelijke instituties. Juist op wijkniveau moeten we streven naar inclusieve gemeenschappen waarin de onderlinge solidariteit en sociale verbondenheid de scheidslijnen op het terrein van gender, kleur, afkomst, religie of geaardheid overstijgen. Democratie, het samen vormgeven van Nieuw-West, betekent ook dat iedereen vanuit zijn of haar expertise aan de opgave werkt door het delen van kennis, expertise en middelen. Dat vergt van ons allemaal dat wij met een open en eerlijke houding zoeken naar de beste oplossing die eigenbelang of organisatiebelang overstijgt. We werken toe naar een coöperatief model waar de alliantieleden deel van uitmaken, zodat middelen vrij inwisselbaar ten dienste worden gesteld aan bewoners/overheden/andere alliantieleden. Activiteiten Bouwen aan eigenaarschap van bewoners We werken samen met in de wijk verankerde organisaties aan nieuwe structuren met zo veel mogelijk eigenaarschap en zeggenschap voor bewoners en werknemers in de nabijheid. We zetten hiervoor een infrastructuur op per wijk waar op een herkenbare plek in de wijk middels codesign de directbetrokkenen samen de koers voor de wijk uitzetten en de beschikbare middelen verdelen. 1.Ondersteuning van het samenwerkingsverband Kracht van Nieuw-West; 2. Toetsingsmomenten met bewoners en om ze mee te laten ontwerpen en raadplegen buurtpanels; 3. Bijeenkomsten commons lab om praktijkvoorbeelden en expertise binnen te vliegen; 4. Huisvesting sociale netwerken: inventarisatie en ondersteuning vorming collectief beheerorganisatie buurtvoorzieningen, inclusief collectief reserveringssysteem; 5. Inclusieve democratische structuren: bewonerscollectieven, wijkcoöperaties en buurtplatforms ondersteunen en betalen voor deelname in overlegstructuren SNW, burgerpanel of andere vormen van inclusief mee ontwikkelen van uitvoeringsplan en daaruit volgende acties voor SNW, informeel werk ondersteunen en een ambassadeursnetwerk opbouwen en een monitor voor voortgang brede welvaart in één of meer wijken. 9 Bijeenkomsten en communicatieplatform 1. Het doorontwikkelen van de bestaande basis-huisstijl tot een volwassen huisstijl die bruikbaar is voor het programmateam én alle alliantiepartners, opgaveteams en werkgroepen; 2. Het doorontwikkelen van de bestaande basis-website tot een volwassen online platform voor ontmoeting, waar iedereen die betrokken is of wil zijn bij het programma, elkaar kan vinden, ontmoeten, informatie met elkaar delen en kan (laten) zien wat de resultaten zijn van het programma; 3. De productie van middelen (film, podcast, drukwerk en ander materiaal, artikelen, foto's, infographics) waarin we laten zien, horen, lezen wie er allemaal betrokken zijn bij het programma, wat zij doen, waarom en met welk resultaat. Met elkaar geeft dit een levendig, gevarieerd beeld van de ontwikkeling, de groei, de verandering. Doelstelling en/ 1. Het streven is eind 2023 in drie wijken netwerken actief te hebben. Daarnaast maken of streefwaarde we het mogelijk dat (georganiseerde) bewoners maximaal kunnen deelnemen binnen de structuren van Samen Nieuw West. 2. Ervoor te zorgen dat breder groepen in Nieuw West niet alleen worden geïnformeerd over het Masterplan en de uitwerking er van, maar ook worden geactiveerd om mee te doen, mee te praten en te beslissen. Alliantiepartners _ Kracht van Nieuw-West en We share coalitie Programma Programma 6. Gezondheid, Zorg, Jeugd, Opvang en Diversiteit en Programma B. Uitvoerende 1. Uitvoerend: Nog nader te bepalen, Deelnemend: stadsdeel OJZD/GGD/Sport directie 2. Uitvoerend: Directie bedrijfsvoering, afdeling communicatie, Deelnemend: Stadsdeel Nieuw-West Portefeuille Basisvoorzieningen en Dienstverlening/Inkoop en coördinatie bedrijfsvoering Gemeentelijke De kosten zijn voor 2023 geraamd op £ 0,82 min. en voor 2024 € 1,08 mln. bijdrage Ís er sprake van Nee co-financiering? Opgave 2: Veiligheid Interventie Opgave Veiligheid Analyse Het is de bedoeling dat we in Nieuw-West veilig over straat kunnen, wie of wat we ook zijn. Dat wij ons niet alleen persoonlijk veilig voelen, maar er op mogen vertrouwen dat ook de ander zorgdraagt voor onze veiligheid en een veilige leefomgeving, omdat we daar beide mee verbonden zijn. Daarbij zijn het creëren van veiligheid en het acteren op 10 onveiligheid twee kanten van dezelfde medaille, die ieder een andere focus en actie vragen. Activiteiten Hieruit volgen drie hoofdopgaven, uitgesplitst in subopgaven: 1. Verbondenheid, veerkracht en verdraagzaamheid van en tussen mensen, communities, wijken en instanties herstellen, ontwikkelen en waarderen. De neerwaartse spiraal van een gedragen norm wordt omgebouwd naar een opwaartse. a. Een veilige plek (de bestaande opgave doorbreken huiselijk geweld valt hieronder); b. Omgang met tegenslag en trauma (nieuw); c. Openheid en betrouwbaarheid (nieuw). 2. Criminele gedragingen en de kans om in de criminaliteit te raken drastisch verminderen en tegelijkertijd de mogelijkheid bieden om uit de criminaliteit te stappen. Dat zorgt voor de motivatie om te kunnen kiezen voor een andere manier van leven. a. Actief doorbreken criminele context; b. Doorbreken fysieke wijkstructuren die criminaliteit faciliteren (nieuw); c. Herstelgericht werken, dichtbij en snel; d. Aanpak huiselijk geweld en kindermishandeling. 3. Adequaat, proportioneel en zorgvuldig met elkaar reageren op onveilige situaties, nu en in de toekomst. a. Schaarste van personeel is de komende jaren aan de orde; b, Structurele innovatie op gebied van toekomstige trends en online Doelstelling en/_Om met elkaar aan een veilig Nieuw-West te werken zijn er drie hoofdopgaven: of streefwaarde 1. De eerste opgave is de verbondenheid, de veerkracht en de verdraagzaamheid van en tussen mensen, communities, wijken en instanties te herstellen, te ontwikkelen en te waarderen. De neerwaartse spiraal van een gedragen norm wordt omgebouwd naar een opwaartse; 2. De tweede opgave is om criminele gedragingen en de kans om in de criminaliteit te raken drastisch te verminderen en tegelijkertijd de mogelijkheid bieden om uit de criminaliteit te stappen. Dat zorgt voor de motivatie om te kunnen kiezen voor een andere manier van leven; 3. De derde opgave is om adequaat, proportioneel en zorgvuldig met elkaar te reageren op onveilige situaties, nu en in de toekomst. Alliantiepartners __ Openbaar Ministerie, Politie Programma Programma 8 Veiligheid Uitvoerende Uitvoerend: OOV, actiecentrum Veiligheid en Zorg directie Deelnemend: Stadsdeel Nieuw-West 11 Portefeuille Amsterdam is een veilige en leefbare stad voor bewoners en bezoekers. Gemeentelijke De bijdrage is geraamd op € 0,86 min in 2023 en € 1,18 min. in 2024. bijdrage Íser sprake van Voor het onderdeel doorbreken criminele context is cofinanciering van € 0,2 min in 2023 en € co-financíering? 0,3 min in 2024 beschikbaar. Opgave 3: Werk en bestaanszekerheid Interventie Banenplannen/Leerwerkbedrijven Analyse Amsterdam is een ‘global city’. Haar economie is wereldwijd vertakt en verankerd. Dat genereert grote rendementen. Helaas komt dat geld niet ten goede aan alle Amsterdammers en heeft het bovendien veel negatieve effecten zoals hoge huizenprijzen en klimaatschade. Grote groepen kunnen niet deelnemen en niet meeprofiteren. De ongelijkheid groeit in de stad. Deze tweedeling uit zich ook in een ruimtelijke scheiding: tussen de rijke delen van de stad en stadsdelen als Nieuw-West, en ook binnen Nieuw-West. Daar toont zich de achterkant van het wereldwijde economische systeem. Activiteiten We zetten in op werkgelegenheid, met name in de essentiële sectoren, in samenwerking met bedrijven, bewonersorganisaties en onderwijsinstellingen. Onder meer via banenplannen, met name in essentiële sectoren en in de duurzame hoek. Daarmee dragen we bij aan bestaanszekerheid via werk dat loont. Daarnaast vormen we een startcoalitie met gemeente en diverse ankerinstituties (zoals gemeente, ziekenhuizen, onderwijs, woningcorporaties en lokaal gewortelde bedrijven) met als doel door lokaal in te kopen via lokale geldrekeningen, het geld langer rond te laten gaan in Nieuw West en daardoor meer impact te genereren voor lokale ondernemers en bewoners. We analyseren de huidige situatie en de kansen en ontwikkelen een businesscase voor het lokale betaalsysteem in samenwerking met specialisten uit het veld. Doelstellingen/ _De mate waarin het economisch systeem voorziet in de essentiële behoeften — dus de of streefwaarde mate van bestaanszekerheid - kunnen wij omschrijven als brede welvaart. Wij meten daarop de vooruitgang in Nieuw-West. Alliantiepartners _ Ondernemersvereniging Westpoort, Social Trade Organisation (STRO). Programma Programma 3 Economie, Kunst, Cultuur en Erfgoed en Programma 7 Sociale zaken en Armoedebestrijding Uitvoerende Uitvoerend: WPI directie Deelnemend: stadsdeel Nieuw-West, EZ, Financiën Portefeuille Economische zaken, Werk en inkomen Gemeentelijke De gemeentelijke bijdrage aan is begroot op € 0,89 min in 2023 en € 1,63 min. in 2024. 12 bijdrage Íser sprake van Cofinanciering van een Europese subsidie van € 5 miljoen die gericht is op de jeugd en hoe zij co-financiering? _ via design hun ideale leefomgeving kunnen creëren met ook fysieke projecten/uitingen om uiteindelijk te komen tot het vormgeven van een inclusieve buurt waar jongeren in de lead zijn om hun toekomst vorm te geven. Bijdrage aan bovengenoemde interventie is € 0,15 min. Opgave 4: Wonen en leefomgeving interventie 1. _Ontwikkelbuurtgelden doorzetten 2. Opgave wonen en fysieke leefomgeving Analyse Ontwikkelbuurtgelden doorzetten: Sociale projecten die impact hebben maar waarvan de financiering stopt omdat de ontwikkelbuurtgelden zijn gestopt. Het gaat om ongeveer € 1 miljoen aan projecten die waardevol genoeg zijn om voort te zetten. Er moet nu naar financiële dekking worden gezocht in de sociale basis dan wel bij de directies. Vanuit het masterplan willen we voor twee jaar zorgen voor een financiering van € 300.000,- per jaar. Opgave wonen en fysieke leefomgeving: Voor veel bewoners van Nieuw-West biedt de woning op dit moment niet het veilige thuis dat geborgenheid biedt, een veilige plek om te leven, op te groeien en zich te ontplooien. Desinvesteringen en een eenzijdige focus op marktwerking in de woonsector hebben geleid tot verregaande segregatie met negatieve effecten op de leefbaarheid en veiligheid en kansen voor de jeugd tot gevolg. De invloed van bewoners was beperkt bij de vorming van programma en beleid en hun belangen waren tot nu toe vaak ondergeschikt. Activiteiten In alle buurten wordt intensiever samengewerkt vanuit integrale teams (gemeente, corporaties, wijkpartners en bewoners) om te zorgen dat we niet ieder afzonderlijk met hetzelfde bezig zijn of tegen elkaar in werken. Drie doorbraakteams zijn gestart met de volgende onderwerpen: 1. Een specifiek deel van de beschikbare nieuwbouwwoningen jaarlijks beschikbaar stellen voor woonstarters uit Nieuw-West; 2. Zorgen voor een doorlopende leeflijn en doorstroom naar een passende woning; 3. Zorgen voor een schone en veilige buurt en leefomgeving. Doelstellingen/ We moeten doen wat nodig is om ervoor te zorgen dat Nieuw-West voor iedereen met of streefwaarde een binding met Nieuw-West een fijne plek is om te wonen. Dat betekent dat er fijne woningen zijn, die passen bij je behoeften. En je hebt een omgeving die past bij jouw behoeften en die van je medebewoners. Hierin leeft men in verbondenheid. Een specifiek deel van de nieuwbouwwoningen beschikbaar stellen voor jongeren uit Nieuw- West. Meer doorstroom naar een passende woning voor ouderen en gezinnen. Alliantiepartners _ Stadsgenoot, Lieven de Key, Rochdale, Stichting Woon en Saaam zorg, Eigen Haard, 13 Alliantie, Ymere, Vesteda Programma Programma 6 Gezondheid, Zorg, Jeugd, Opvang en Diversiteit en Programma 1 Wonen Uitvoerende Stadsdeel Nieuw West en G&O directie Deelnemend: Wonen en Stadsbeheer Portefeuille Basisvoorzieningen, Wonen, Veiligheid en Afval Gemeentelijke 2023 en 2024 € 300.000 voor het doorzetten van activiteiten vanuit de ontwikkelbuurt bijdrage aanpak en € 0,46 min. in 2023 en € 0,74 min. in 2024 voor de opgave wonen en fysieke leefomgeving. Íser sprake van Nee co-financiering? Opgave 5: Kansen voor de jeugd interventie Randvoorwaarden op orde brengen voor het inzetten van formele en informele netwerken. Analyse Wie geboren wordt in Nieuw-West staat voor grote uitdagingen. De startpositie van kinderen verschilt enorm van leeftijdsgenoten in andere delen van de stad. Bij gelijk talent is hun perspectief aanzienlijk minder hoopvol en kansrijk. Waar je wieg staat, je afkomst en de sociaaleconomische status van het gezin waarin je opgroeit, heeft grote invloed op je perspectief en daarmee uiteindelijk op de aansluiting op de arbeidsmarkt en het volwassen leven. Toekomstige bestaanszekerheid is hierdoor allerminst zeker. En zo is de cirkel rond. We moeten zorgen dat de kinderen die nu geboren worden een goede en gezonde start kunnen maken, zodat we over 20 jaar een nieuwe generatie hebben en de cirkel doorbroken is, Elke investering in die richting betaald zichzelf in een veelvoud terug. Activiteiten Werkgroep 1: het jonge kind, kansrijke start: 1.1 Deze interdisciplinaire werkgroep doet, op zeer lokaal niveau, met formele en informele partijen, wat nodig is om moeilijk bereikbare gezinnen te bereiken en voorwaarden op orde te brengen. Er worden oplossingen voor problemen bedacht en uitgevoerd, aan de hand waarvan knelpunten in het systeem worden geïdentificeerd en aangekaart. Werkgroep 2: 12-uurs aanbod. Deze werkgroep zet een netwerk op waarin voor alle kinderen dagelijks 12 uur aanbod georganiseerd wordt, passend bij behoeften en interesse. Overtuiging is dat het mes aan twee kanten snijdt; meer ontwikkeltijd is verbetering van de kansen en bovendien minder tijd voor ongewenste vormen van vrijetijdsbesteding. Werkgroep 3: perspectief voor jongeren. Nader uit te werken interventies die in het teken staan van het bereiken van jongeren in de ‘oudere! doelgroep en te werken aan een veilig, kansrijk en betekenisvol perspectief. Deze werkgroep zal een domein overstijgend karakter hebben in samenwerking met veiligheid, wonen en werk. Doelstelling en/__ Voorwaarden op orde brengen (D, V, WB, WL) of streefwaarde Voor ieder kind moet gelden dat het in een veilige en gezonde omgeving geboren wordt en opgroeit. 14 De jeugd stimuleren in de ontwikkeling (D, V, WB, WL); ieder kind kent het eigen talent en interesses en wordt in staat gesteld dit te ontplooien. Een sluitend netwerk van professionele en informele actoren is opgezet; Elk kind komt tenminste die éne persoon tegen die weet te raken, een kanteling teweegbrengt, de ogen opent, kan bijsturen en inspireren. Perspectieven bieden en ontwikkelen (D, V, WB); Naar behoefte wordt een ontwikkelaanbod gezocht of ontwikkeld. Daarvoor is het scherpe oog van de opvoeders, pedagogen en professionals nodig, om te signaleren wat het kind nodig heeft, om het kind te laten zien wat het nog niet ziet en hierin te stimuleren. Jongeren hebben perspectief op werk en een passende woning. Alliantiepartners _ Schoolbesturen, buurtteams, ouder- en kindteams Amsterdam, Kinderopvang Programma Programma b Onderwijs en Programma 6 Gezondheid, Zorg, Jeugd Uitvoerende Stadsdeel Nieuw-West, OJZ, GGD, Sport directie Portefeuille Jeugd en Onderwijs Gemeentelijke Voor 2023 zijn de kosten geraamd op € 0,3 min en voor 2024 op € 0,4 min. bijdrage Íser sprake van Europese subsidie voor het inrichten van netwerken van € 150.000 in 2023 en 2024. co-financiering? 15 C. Bestedingsplan Aanpak Noord Pijler 1: Kansen voor de jeugd Interventie e _ Community aanpak voor ouders en kinderen 0 -4 jaar e Ondersteunen ouders op en rondom de school e Preventieve zichtbare inzet voor veilige wijken voor de jeugd e Uitbreiden van jongeren en meidenwerk Analyse In Noord groeit een te groot deel van de kinderen op in een achterstandspositie. In de Van der Pekbuurt, Bloemenbuurt, Vogelbuurt, Molenwijk en delen in de Waterlandpleinbuurt en de Banne groeit meer dan 1 op de 3 Kinderen op in een minimahuishouden. In Plan van Gool en De Kleine Wereld is dit zelfs 40% . Deze kinderen groeien op in gezinnen met een hogere kans op stress thuis, schulden en minder mogelijkheden voor talentontwikkeling. In de buurt zijn weinig positieve rolmodellen, maar wel de verleidingen van de straat. Daarbij zien we dat een te groot deel van de kinderen al met een taalachterstand aan de basisschool begint. Leerlingen uit deze buurten hebben vaker een lager schooladvies voor het voortgezet onderwijs dan kinderen uit andere buurten. Ook het percentage vroegtijdige schoolverlaters, zonder startkwalificatie, is hoger dan gemiddeld. Hun positie als volwassenen op de arbeidsmarkt en de woningmarkt zal kwetsbaarder zijn. En dit alles hangt weer samen met een eerdere slechtere gezondheid. De opgave waar we voor staan is om het patroon van intergenerationele kansenongelijkheid te doorbreken. Hierbij moeten we onszelf dwingen aan te sluiten bij de behoeftes van de kinderen, jongeren en hun ouders. En hen deelgenoot maken van de oplossingen Activiteiten Onderstaande interventies dragen bij aan de doelen van Aanpak Noord en deze pijler: Community aanpak voor ouders en kinderen Q -4 jaar e Extra community based ondersteuning voor ouders en kinderen -9 mnd - 4 jaar, inclusief ervaringsdeskundigen en extra taalaanbod ouders, gebaseerd op normbedrag van 500 euro op ingeschatte aantal doelgroepkinderen van 0-4 i.s.m. met programma Kansrijke Start (GGD). Ondersteunen ouders op en rondom de school © Ondersteuning van ouders op en rondom de school op het gebied van vragen over financiën, werk, taal, etc. Preventieve zichtbare inzet voor veilige wijken voor de jeugd. e Extra preventie op en om de straat en zichtbare inzet van straatcoaches in meerdere buurten. Uitbreiden van jongeren en meidenwerk e Inzet van jongerenwerkers, ambulante jongerenwerkers en jongerenwerkers op VO- scholen in meerdere buurten van Noord. Zeer nodig gezien de opgave m.b.t. jeugd. Doelstelling en/ Kinderen in Noord hebben dezelfde kansen als kinderen in andere buurten van Amsterdam. of streefwaarde Alliantiepartners __ Bewoners en bewonersorganisaties, bedrijven en ondernemers, sociale partners, onderwijs- & maatschappelijke instellingen, corporaties, gemeente Programma Programma b Onderwijs, Programma 6 Gezondheid, zorg, Jeugd, opvang en Diversiteit en 16 Programma 8 Veiligheid Uitvoerende Stadsdeel/programmateam directie Portefeuille Van der Horst Gemeentelijke De uitgaven voor 2023 zijn begroot op € 0,55 min. bijdrage Íser sprake van Nee co-financiering? Pijler 2: Kansrijke sociale buurten Interventie Krachtige buurten integraal: e _Buurtcoalities Sociale buurten integraal: e Verbeteren sociaaleconomische positie vrouwen en meiden Krachtige buurten: _Buurtcoöperatie 'Zilverberg' Kleine Wereld e Versterken zelfbeheer buurthuizen e _Buurtgerichte projecten met bewoners e Verminderen armoede en terugdringen schuldenproblematiek e Uitbreiden van community builders specifieke buurten e Inzetten van Achter de Voordeur aanpak/ Sociale Renovatie (onderdeel van Integrale Buurtaanpak zie Wonen) e Community Samendam en 101 Kinderen Banne Werk in de buurt: e _Groenmakers, Stagemakers Kunst en Cultuur in de buurt: e Culturele programmering en evenementen in buurtvoorzieningen door en voor bewoners. Analyse In veel buurten gaat kansenongelijkheid over van generatie op generatie. Dit ligt enerzijds aan factoren op het niveau van individuele huishoudens, zoals armoede en schuldenproblematiek. Maar ook factoren op buurtniveau kunnen bijdragen aan het vergroten van kansenongelijkheid. In veel buurten zien we dat het vertrouwen in de overheid, woningcorporaties en ook in formele partijen uit het sociaal domein weinig vertrouwen meer genieten van bewoners. Er bestaat een kloof tussen enerzijds de bewoners die te kampen hebben met vaak complexe problematiek en anderzijds de instituties die willen bijdragen aan maatschappelijke oplossingen. Door zorg te dragen voor meer toegankelijke buurtvoorzieningen, ondersteuning van communities en bewonersinitiatieven in de buurten, en aan te sluiten bij hun behoeftes kunnen we stap voor stap gezamenlijk werken aan de oplossingen. Bijvoorbeeld door betaald werk en opleidingen in de buurt te creëren voor buurtbewoners en jongeren. Zo kunnen zij niet alleen profiteren van de 17 transitie van Noord, maar kunnen we ook de tweedeling tussen bestaande en nieuwe wijken tegengaan. Activiteiten Onderstaande interventies dragen bij aan de doelen van Aanpak Noord en deze pijler: Buurtcoalities Start met buurtcoalities rondom het thema kansengelijkheid, deels in dezelfde buurten als de Integrale Buurtaanpak (zie pijlers 3. Wonen en 4. Openbare ruimte). Onderzoeken of aansluiting bij Community Wealth Building mogelijk is. Middelen zijn bedoeld voor proceskosten en uitvoering van activiteiten die bijdragen aan de door de buurtcoalitie vastgestelde opgaves. Verbeteren sociaaleconomische positie vrouwen en meiden Opzetten in co-creatie van een Noords vrouwencentrum: 30 k is bedoeld voor de opstart waarin we samen met het Noordse Vrouwennetwerk en andere vrouwenplatformen bouwen aan plekken voor vrouwen gericht op weerbaarheid, sociaaleconomische ontwikkeling, kinderopvang en taal. Ander budget is voor exploitatiekosten. Buurtcoöperatie ‘Zilverberg Kleine Wereld Deze zeer kwetsbare buurt van Noord had geen goede buurtvoorziening. Nu is ruimte beschikbaar gekomen waar bewoners een buurtcoöperatie willen starten. De idee is dat dit een plek wordt voor en door de buurt waar op termijn bewoners ook een baan werkervaring op kunnen doen bv klussen uitvoeren in opdracht van de woningcorporaties etc. Versterken zelfbeheer buurthuizen Professionele ondersteuning zelfbeheer buurthuizen in kwetsbare buurten en versterken buurtfunctie Buurtgerichte projecten met bewoners Integrale inzet van 2 projectleiders voor voortzetting projecten in De Kleine Wereld, De Banne, Mooimakers en proeftuin Buurtplatformrecht Verminderen armoede en terugdringen schuldenproblematiek Aansturing van de werkwijze 'De armen ineen": behoefte gestuurd werken voor en samen met bewoners, om de armoede- en schuldenproblematiek in specifieke buurten bottom-up terug te dringen met oplossingen die passen bij de behoefte van bewoners. Met zichtbaar extra inzet van WPI op participatie, werk en inkomensdienstverlening. Uitbreiden van communitybuilders specifieke buurten Inzet voor outreachende profs voor betere matching van informele zorg, formele zorg en welzijnsaanbod en het versterken van sociale cohesie en veiligheid in de buurt. Met oog voor benutting van lokaal talent en expertise. Inzetten van Achter de Voordeur aanpak/ Sociale Renovatie (onderdeel van Integrale Buurtaanpak zie pijler 3 Wonen) Flexibele inzet van ‘achter de voordeur’ aanpak in samenwerking met WPI, buurtteam en corporaties. Dit kan gekoppeld als “sociale renovatie” aan de renovatie/isolatie aanpak van de woningcorporaties, maar ook elders worden ingezet. Community Samendam en 101 Kinderen Banne 18 De Community aanpak Samendam, in de Waterlandpleinbuurt, ism INholland heeft als doel om vanuit de behoefte van bewoners een community op te bouwen volgens de nieuwe werkwijze. Uitbreiding van het initiatief * 101 kinderen’ in De Banne; bouwen van een community rondom gezinnen die in armoede leven. Groenmakers Bij groenprojecten in de buurt worden i.s.m. Amsterdam Werkt leerstages aangeboden en gezamenlijk met bewoners van kwetsbare buurten worden binnentuinen en plantsoenen opgeknapt Stagemakers Een publiek private samenwerking tussen lokale bedrijven zoals Kromhouthal, Holiday Inn en Bunk en de gemeente met aanhaking van kleinere bedrijven om kwetsbare bewoners te begeleiden naar en op te leiden voor werk in o.a. hospitality, beveiliging, parkeerwacht. Nu nog alleen in Oud-Noord, maar uitbreiding is gewenst. Culturele programmering en evenementen in buurtvoorzieningen door en voor bewoners Verhoging van budget voor kunst, cultuur & evenementen ten behoeve van buurtprogrammering en verbinding i.s.m. bewoners, o.a. in de nieuwe culturele buurtvoorzieningen. Doelstellingen/ _ 1. Vertrouwen in lokale overheid: Vertrouwen herstellen, bewoners aan zet of streefwaarde 2. Kansengelijkheid voor jongeren Alliantiepartners __ Bewoners en bewonersorganisaties, bedrijven en ondernemers, sociale partners, onderwijs- & maatschappelijke instellingen, corporaties, gemeente Programma Van der Horst Uitvoerende Stadsdeel/programmateam directie Portefeuille Basisvoorzieningen, Armoedebestrijding en Schuldhulpverlening, Zorg en Maatschappelijke ontwikkeling, Gemeentelijke De uitgaven zijn voor 2023 begroot op € 1,51 min. bijdrage Ís er sprake van Nog niet van toepassing co-financiering? Pijler 3: Wonen Interventie e Verbeteren vertrouwen tussen bewoners en corporaties e Integrale Buurtaanpak in specifieke buurten e Inhuren van expertise t.b.v. betrekken bewoners bij de onderwerpen Wonen en Huren Analyse Alle bewoners van Noord hebben recht op een prettige woon- en leefomgeving. De kwaliteit van de omvangrijke oudere woningvoorraad heeft een impuls nodig. Het verbeteren van de woonkwaliteit (renoveren sociale huurwoningen, isoleren en verduurzamen) en structureel beter samenwerken op buurtniveau met corporaties zijn daarom hoofdthema's van de 19 Aanpak Noord. Om energiearmoede tegen te gaan is het isolatieoffensief gestart, met maatregelen voor de korte en langere termijn. Activiteiten Onderstaande interventies dragen bij aan de doelen van Aanpak Noord en deze pijler: Verbeteren vertrouwen tussen bewoners en corporaties e _Opstart- en aanjaagbudget om kleine maatregelen mee uit te voeren n.a.v. plan van bewoners en huurkoepels Integrale Buurtaanpak in specifieke buurten Start met integrale aanpak in specifieke buurten, ter verbetering van de leefwereld in deze buurten: e Standaard aansluiten van een sociale aanpak op de voorbereidingen van een corporatie voor een renovatie e Standaard verbeteren van de openbare ruimte na het renovatieprogramma van de corporatie e Het gaat hier om proceskosten en werkbudget voor de aanpak. Inhuren van expertise t.b.v. betrekken bewoners bij de onderwerpen Wonen en Huren Inzet van Woon! in de specifieke wijken en andere deskundigen Doelstellingen/ Prettige woon- en leefomgeving en vertrouwen lokale overheid of streefwaarde e Impuls woningkwaliteit oudere woningvoorraad e Aanpak energiearmoede via het isolatieoffensief e Koppeling met Stedelijke Ontwikkeling e Duurzame en structurele samenwerking met corporaties op buurtniveau (synergie kwaliteitsimpuls woningen en openbare ruimte) e Verbeterde bewonersbetrokkenheid en bewonersondersteuning e Noordse uitwerking voor de Amsterdamse Aanpak Volkshuisvesting en prestatieafspraken met de corporaties Alliantiepartners _ Afvaardiging van woningcorporaties, Afvaardiging van directie Wonen, Bewoners, bewonersgroepen, huurdersvertegenwoordigers, maatschappelijke partners Programma Programma 1 Bouwen, wonen, duurzaamheid, Programma 2 Openbare ruimte, groen, water, vervoer, Programma 6 Gezondheid, zorg, Jeugd, opvang en Diversiteit Uitvoerende Stadsdeel/programmateam directie Portefeuille Van der Horst Gemeentelijke De uitgaven zijn voor 2023 begroot op € 0,35 min. bijdrage Íser sprake van Nee co-financiering? 20 Pijler 4: Openbare Ruimte Interventie e Versnelling van de fysieke opgave in de openbare ruimte e Uitvoeren van snelle acties in specifieke buurten e Actieprogramma fysiek Analyse De waardering voor de staat van onderhoud ligt in Noord onder het Amsterdamse gemiddelde, De ontevredenheid van bewoners over de slechte staat van de openbare ruimte is een belangrijke aanleiding geweest om Aanpak Noord te starten. De enorme opgave die er ligt om de achterstanden in de Noordse openbare ruimte weg te werken ten behoeve van een prettige woon- en leef- en woonomgeving is niet op te lossen met de coalitiemiddelen en de middelen die gereserveerd zijn vanuit de directies, Daar is veel meer budget voor nodig. In het bestedingsvoorstel hebben we ons daarom beperkt tot interventies om snelle acties in de openbare ruimte uit te kunnen voeren met zichtbaar resultaat. Daarnaast is vooral een doorbraak nodig in het organiseren van financiering om de achterstanden de komende 25 jaar op te lossen en vervolg te geven aan de overdrachtsnotitie ontwikkelbuurten (p.4 2a). Activiteiten Onderstaande interventies dragen bij aan de doelen van Aanpak Noord en deze pijler: Versnelling van de fysieke opgave in de openbare ruimte: Noord kent grote fysieke achterstanden en veel achterstallig onderhoud. Het vinden van financiering is noodzakelijk om deze achterstanden te kunnen wegwerken. Deze specifieke Noordse Opgave vergt toegewijde aandacht en meer inzicht. Het aantrekken van expertise helpt om dit voor elkaar te krijgen Uitvoeren snelle acties in specifieke buurten Snel (in 2023) opstarten en uitrollen van sociaal en fysieke interventies in specifieke buurten. Een inventarisatie is al gemaakt waarbij het grotendeels om fysieke interventies gaat die een groot draagvlak bij bewoners hebben. Zo kunnen we snel resultaat laten zien en vertrouwen van bewoners opbouwen. Actieprogramma fysiek Interventies n.a.v. signalen en plannen van bewoners, door: e Integrale aanpak in specifieke buurten e Schouwen gericht op leefbaarheid en verkeersveiligheid, verbetering verblijfskwaliteit en mobiliteit; e _Opkrikken onderhoudsniveau en andere snelle acties op voorspraak bewoners. Doelstellingen/ Prettige woon- en leefomgeving en vertrouwen lokale overheid of streefwaarde e Inlopen van onderhoudsachterstand in de openbare ruimte in bestaand Noord. e Kwaliteit openbare ruimte verhogen, qua inrichting en dagelijks beheer Alliantiepartners __ Bewoners en bewonersorganisaties, bedrijven en ondernemers, sociale partners, onderwijs- & maatschappelijke instellingen, corporaties, gemeente Programma Programma 2 Openbare ruimte, groen, water, vervoer Uitvoerende Stadsdeel/programmateam directie Portefeuille Van der Horst Gemeentelijke De uitgaven zijn voor 2023 begroot op € 0,66 min. 21 bijdrage Íser sprake van Nee co-financiering? Pijler 5: Stadsnatuur en groen interventie e Groene bewonersinitiatieven e Vergroten kennis stadsnatuur en groen e Behouden & beschermen groen e _Groencoördinator: samenwerken & bewonersbetrokkenheid e Versterken hoofdgroenstructuren Analyse Amsterdam wil een gezonde stad zijn. Een stad met schone lucht, die tegen hitte en regen kan. Een stad met natuur op loopafstand, natuur waar je doorheen kan lopen. Noord is nu nog het groenste stadsdeel. Door de bouwontwikkelingen in Noord wordt groen, zeker ook in de ogen van veel bewoners, nog belangrijker. Daarom komt er een groencoördinator, maken we beschikbare kennis over groen en stadsnatuur toegankelijk en gaan we de ecologische structuren en verbindingen versterken en beschermen. Activiteiten Onderstaande interventies dragen bij aan de doelen van Aanpak Noord en deze pijler: Groene bewonersinitiatieven e Initiatieven van bewoners rondom groen honoreren; dat zorgt voor verbetering en uitbreiding groen en het vergroten van de biodiversiteit. Vergroten kennis stadsnatuur en groen e Bewoners kunnen informatie over stadsnatuur & groen makkelijker vinden en beter begrijpen. Dit geldt voor beleidsdocumenten als de Omgevingsvisie en HGS, maar ook voor uitwerkingen als de Groenvisie, (nader toespitsen op Noord door) actualisatie van de Integrale Landschapskaart Noord en door toevoeging van de Ecologische kaart. e _Kapvergunningsaanvragen zijn online makkelijker vindbaar en beter leesbaar voor bewoners. e Bewoners zijn beter op de hoogte van de ins&outs van de groennorm n.a.v. een kennissessie, Behouden & beschermen groen Ecologische structuren versterken door inzichten uit ecologisch onderzoek uit te voeren. Denk hierbij aan ecologische barricades verwijderen, bv. door aanleg faunapassages! inrichtings- en beheermaatregelen t.b.v. bestaande biotopen! bestrijding invasieve soorten. Deze inzet wordt samen met bewoners geprioriteerd. Daarnaast nieuwe inzichten verwerven door nieuwe onderzoeken: e Ecologische onderzoeken scheggen o.l.v. of in nauwe samenwerking met bewoners t.b.v. kennisdeling deskundige bewoners en ambtenaren e Verlichtingsplan (vleermuizen/uilen) e Locaties voor uitbreiden natuurvriendelijke oevers, drijvend groen, fauna uittreedpassages, regenkolktrappetjes e Waterkwaliteit 22 e Stimuleren extensieve veeteelt en kringlooplandbouw/verlagen grondwaterstand weidevogels. e Zowel de concretisering/prioritering van de uitkomsten van de onderzoeken gebeurt met bewoners. e We maken bovendien een bomenkaart en een groene stratenkaart. Groencoördinator: Samenwerken & bewonersbetrokkenheid e _Groengroepen kunnen hun expertise optimaal inzetten, omdat een betaalde groencoördinator zorgt voor onderlinge afstemming en administratie. e Bewoners kunnen beter sturen op inzet van de gemeente, door het gezamenlijk prioriteren van kansen die voortkomen uit bv. de ecologische kaart. e Bewoners praten mee in een overlegstructuur rondom thema Groen. Versterken ecologische hoofdstructuren De 4 ecologische hoofdstructuren van Noord versterken (Waterlandse Zeedijk, Noordhollandsch Kanaalzone, Noordelijke IJ-oever, Landelijk Noord) door b.v.: e _Bomenplant-challenge met bewoners e _Scheggen verbinden t.b.v. Meeuwenlaan e _ Natuurwaarde bos versterken e Braakliggende terreinen tijdelijk vergroenen © _Omvormen biotopen e Aanleggen bijenlinten e onderzoeken en uitvoeren overkluizingen- historisch besef: paspoort en gebruiksaanwijzing opstellen voor de verschillende groene gebieden in Noord. Doelstellingen/ _ Prettige woon- en leefomgeving en vertrouwen lokale overheid of streefwaarde Alliantiepartners __In coalities met alle partners met lokale groengroepen (o.a. groene longen, voortuin van Noord, ANGSAW, vrienden van het Vliegenbos, vrienden van het Noorderpark, damesbende, stichting Vliegenbos, groene Noordmakers, flora4lif), maatschappelijke partners, directies, provincie, rijk, landschapsbeheerorganisaties en waterschap. Programma Programma 2 Openbare ruimte, groen, water, vervoer en Programma B Uitvoerende Stadsdeel/programmateam directie Portefeuille Van der Horst Gemeentelijke De uitgaven zijn voor 2023 begroot op € 0,43 min. bijdrage Íser sprake van Er loopt een onderzoek naar mogelijkheden van EU subsidies co-financiering? 23 Pijler 6: Buurteconomie Interventie e Versterken netwerk van ondernemers en opzetten bewonersbedrijven e Ondersteunen ondernemers Analyse Een sterke buurteconomie kan bijdragen aan een veilige woonomgeving en kansen voor bewoners (jong en oud) op werk. De positie van bestaande ondernemers moet worden versterkt, óók als zij vanwege de transformatie van bedrijventerreinen moeten verhuizen naar een nieuwe locatie. Een veilige woon- en werkomgeving betekent ook dat illegale en ondermijnende activiteiten worden aangepakt. Activiteiten Onderstaande interventies dragen bij aan de doelen van Aanpak Noord en deze pijler: Versterken netwerk van ondernemers en opzetten bewonersbedrijven: e Samenwerken met, en versterken van het ondernemersnetwerk in Noord t.b.v. maatschappelijke impact en sociaal ondernemen; het stimuleren van bewonersinitiatieven m.b.t. werk en buurteconomie; het opzetten van bewonersbedrijven en buurtbanen. Ondersteunen ondernemers: Het onderzoeken en uitwerken van verschillende scenario's m.b.v. ondernemers en andere betrokken partijen om het ondernemersklimaat de komende jaren te ondersteunen en te verbeteren, passend bij de transformatie van Noord. Een scenario zou kunnen zijn een exploitatiemaatschappij en een bedrijvenhotel. Doelstellingen/ _ Prettige woon- en leefomgeving, kansengelijkheid jeugd en vertrouwen in de lokale overheid of streefwaarde e Versterken positie bestaande ondernemers met specifieke aandacht voor ondernemers in transformatiegebieden e Ondernemerschap beter benutten voor de buurt e Meer werkgelegenheid voor Noorderlingen in Noord Alliantiepartners _ Bedrijven en ondernemers, bewoners en bewonersorganisaties, sociale partners, onderwijs- & maatschappelijke instellingen, corporaties, gemeente Programma Programma 3 Economie, Kunst, Cultuur en Erfgoed Uitvoerende Stadsdeel/programmateam directie Portefeuille Van der Horst Gemeentelijke De uitgaven zijn voor 2023 begroot op € 0,35 min. bijdrage Ís er sprake van Nee co-financiering? 24 Pijler 7: Bewonersbetrokkenheid interventie Monitoring, Evaluatie, communicatie en netwerkversterking: e Monitoren en evalueren van inzet Aanpak Noord e Herkenbare communicatie en netwerken Verbeteren participatie: e Ondersteunen van bewonersplatformen e _Toegankelijkere gemeentelijke informatie en verbeteren bewonersbetrokkenheid e _Bewonersvergoedingen voor inzet e Noordse podia voor debat en dialoog en faciliteren en verbinden van mensen die elke dag werken met bewonersorganisaties en groepen om hun ervaringen met elkaar te delen. Analyse Om de betrokkenheid van bewoners en ondernemers bij Aanpak Noord vanaf de start stevig te verankeren is een aantal zaken essentieel. In de eerste plaats de verzekering dat het bestuur, ontwikkelaars en andere partijen bewoners werkelijk bij de ontwikkelingen in de wijk betrekken en werken vanuit de ervaring en behoeftes van bewoners. In de tweede plaats dat bewoners gefaciliteerd worden, en tot slot de actieve inbreng van bewoners en ondernemers in de themateams van Aanpak Noord die sturen op de opgaven en doorbraken die er zijn binnen het thema. Voor het verbeteren van het vertrouwen in de lokale overheid is niet alleen de betrokkenheid van bewoners en ondernemers, maar ook het toegankelijk maken van informatie cruciaal. Activiteiten Onderstaande interventies dragen bij aan de doelen van Aanpak Noord en deze pijler: Monitoren en evalueren van inzet Aanpak Noord: e _Werkbudget om in plannen concreet meetbare indicatoren te koppelen aan doelstellingen en het uitvoeren van een bewonerseffectrapportage. Dit kan starten met een pilot bij Statenjachtstraat 598 om daarna uitgerold te worden. Herkenbare communicatie en netwerken: On- en offlinecommunicatie t.b.v: e _Netwerkversterking bewoners, ondernemers, partners e Vergroten herkenbaarheid van Aanpak Noord. Bijvoorbeeld: schriftelijke middelen, website, video's, borden in openbare ruimte, netwerkbijeenkomsten. Ondersteunen van bewonersplatformen: e _Huisvestings-, activiteiten- en ondersteuningsbudget voor verschillende bewonersplatformen. Uitwerken wat dit betekent voor de andere manier van werken door de gemeente. Toegankelijkere gemeentelijke informatie en verbeteren bewonersbetrokkenheid: Verbeteren van participatie door: e Training van professionals (door bewoners); e Toegankelijke overheidsinformatie/processen zowel on- als offline. Bv. m.b.t. zwerfvuil en -afval, vindbare (boomkap)vergunningen en subsidies met eenvoudig aanvraagproces; 25 e Betrekken van bewoners bij toegankelijkheid OR; e Inzetten op bewonerseffectrapportage(s) voor het realiseren van langdurige bewonersbetrokkenheid; e Beter borgen van continuïteit: historisch besef, warme overdracht, vaste gezichten. Bewonersvergoedingen voor inzet Toewerken en toepassen van een vergoedingensysteem voor bewoners, die deelnemen op uitnodiging van de gemeente aan gemeentelijke trajecten, co-creaties of andere overlegvormen. Noordse podia voor debat en dialoog Platform voor debat en dialoog, voor Noordse creatie en sociale innovatie. Een of meer Noordse podia waar gesprekken over de thema's en opgaven in Noord gevoerd kunnen worden, vanuit verschillende perspectieven en met de focus op het samenbrengen van mensen. Opgezet en uitgevoerd met, voor en door diverse bewoners(groepen). Doelstellingen/ _ Vertrouwen in de lokale overheid of streefwaarde Alliantiepartners _ Bedrijven en ondernemers, bewoners en bewonersorganisaties, sociale partners, onderwijs- & maatschappelijke instellingen, corporaties, gemeente Programma Programma B Bestuur en Organisatie Uitvoerende Stadsdeel/programmateam directie Portefeuille Van der Horst Gemeentelijke De uitgaven zijn voor 2023 begroot op € 0,64 min. bijdrage Íser sprake van Nee co-financiering? 26
Onderzoeksrapport
26
train
30 oktober 2018 Onderwerp: sluiting MC Slotervaart M; Woensdag 31/10 wordt er in de cie ZJS over het sluiten van het Slotenvaartziekenhuis vergaderd. Agendapunt 9. Actualiteiten. Graag had ik daar na toe willen gaan om wat te vertellen maar door mijn gezondheidstoestand is dit jammer genoeg niet mogelijk. daarom deze brief ik hoop dat U er notitie van neemt. Ik ben En 74 jaar en mijn vrouw 69 jaar wij vinden dat het Slotervaartziekenhuis open moet blijven wij wonen in Nieuw West en komen nu al 18 jaar samen in dit ziekenhuis. Diverse operaties gehad en altijd goed en vriendelijk behandeld dat dit zieken moet sluiten kunnen wij niet begrijpen, en zeker niet als ik kijk naar de gemeenteraad van Amsterdam Groenlinks, D66 ‚SP. PvdA deze partijen en de andere partijen staan voor de burgers dat zeggen ze altijd bij verkiezingen dan kunnen ze dat nu laten zien door Slotervaartziekenhuis weer rendabel te maken door een goed bestuur daar neer te zetten en de zorgverzekeraars er op aan spreken dat het niet alleen om geld gaat maar om de mensen die zij benadelen. Dat het fout is gegaan ligt zeken niet aan de artsen en personeel. Ik kan U verzekeren dat dit bij veel patienten stress geeft. Wij hopen op een doorstart en dat hopen veel burgers en personeel met ons. met vriendelijke groeten Graag reactie op deze mail b.v.dank
Raadsadres
1
test
x Gemeente Amsterdam R. % Gemeenteraad % Motie Jaar 2021 Nummer 115 Behandeld op 10 maart 2021 Status Aangenomen bij schriftelijke stemming op 15 maart 2021 Onderwerp Motie van de leden Ceder en Boomsma inzake hulporganisaties in erotisch centrum Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de nadere uitwerking van de scenario's raamprostitutie Wallen/Singel. Constaterende dat: — Het college de voorkeur geeft aan het openen van een erotisch centrum; — In dit erotisch centrum naast ruimte voor prostitutie ook plaats zou moeten worden geboden aan een breed scala aan voorzieningen waaronder horeca en entertainment; Overwegende dat: -— Erin het erotisch centrum ook plaats geboden zou moeten worden aan hulporganisaties die prostituees ondersteunen en helpen, eventueel met een uitstap. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: Bij een eventueel te openen erotisch centrum hierin ook ruimte te reserveren voor hulporganisaties. De leden van de gemeenteraad D.G.M. Ceder D.T. Boomsma 1
Motie
1
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Raadsactualiteit Jaar 2018 Vergaderdatum 24 en 25 januari 2018 Afdeling 1 Agendapunt 23A Nummer 41 Publicatiedatum 22 januari 2018 Onderwerp Actualiteit van de leden Ernsting en Vroege inzake uitlatingen van Gedeputeerde Staten inzake Sprong over het IJ. Aan de gemeenteraad In haar blog van 18 januari 2018 haalt Gedeputeerde mevr. Post (VVD) wederom hard en openlijk uit naar de plannen van Amsterdam om een brugverbinding over het IJ te realiseren. Plannen die volgens haar "haaks staan op de afspraken die alle colleges en gemeenteraden langs het Noordzeekanaal met elkaar hebben gemaakt”. In de Telegraaf van diezelfde ochtend worden dezelfde woorden gebruikt door de gedeputeerde. Opvallend is dat daarbij vele (drog)redeneringen worden gebezigd die in de eerdere besluitvorming rondom de Sprong over het IJ al uitgebreid zijn weerlegd. Zo zou de vergroting van de zeesluis een brug onmogelijk maken, zou een fietstunnel net zo goed zijn of zou ongehinderde doorvaart van 4 —laags containerschepen gegarandeerd moeten worden. Hoewel belangen van provincie en gemeente niet altijd synchroon lopen, zijn de herhaaldelijke verbale uithalen van uit het Provinciehuis opmerkelijk. Eerder hebben GroenLinks en D66 al aangegeven zich zorgen te maken over de relatie tussen gemeente en provincie in dit dossier. Openlijk over straat rollebollende bestuurders komen de voortgang van het proces niet ten goede. GroenLinks en D66 wil daarom van het college weten wat zij vinden van deze uitingen en wat het college heeft gedaan om de relatie met de Provincie in een rustig vaarwater te brengen. Wij hebben daarom de volgende vragen aan de wethouder: 1. Heeft het college kennis genomen van de blog en de publicaties in de telegraaf”? 2. Is het college vooraf geïnformeerd dat gedeputeerde staten met deze uitingen naar buiten zou komen? 3. Zo ja, wat heeft het college aan Gedeputeerde Staten laten weten in reactie daarop? Zo nee, wat vindt het college daarvan? 4. In welk kader en waarom heeft Gedeputeerde Staten het noodzakelijk geacht om op dit moment naar buiten te komen met dit standpunt? 5. Hoe beoordeelt het college de analogie “Een brug over het IJ is als een zebrapad over de A4”? 6. Hoe beoordeelt het college de koppeling die de gedeputeerde stelt te zien tussen de brugdiscussie en de vergrootte zeesluis? 7. Hoe beoordeelt het college de stelling dat het voorkeursbesluit “haaks staat op de afspraken die alle colleges en gemeenteraden langs het Noordzeekanaal met elkaar hebben gemaakt"? 8. Klopt het dat uit het voorkeursbesluit Sprong over het IJ bleek dat een fietsbrug een hogere vervoerswaarde heeft dat een fietstunnel? 1 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling Î Gemeenteblad Nummer 41 Raadsactualiteit Datum 22 januari aacsactuanel 2018 9. Heeft u de indruk dat de Gedeputeerde wel volledig is geïnformeerd over de voorkeursbesluiten van de gemeente Amsterdam en de onderliggende studies daarvan? 10. Wat is de actuele status van het onderzoek om 4 laags-containerschepen ongehinderde doorvaart te bieden in relatie tot de 26 bruggen over het Amsterdams Rijnkanaal die nog op de te lage hoogte liggen voor die soort megaschepen? 11. Wat gaat het college doen om de provincie mee te laten denken over een algemeen belang van de alle inwoners van Amsterdam en omliggende gemeente, in plaats van slechts een deelbelang van de economische sector te verdedigen? Reden van spoedeisendheid Het snel duidelijkheid bieden en waar mogelijk rechtzetten van onjuiste informatie vanuit Gedeputeerde Staten. De leden van de gemeenteraad Z.D. Ernsting J.S.A. Vroege 2
Actualiteit
2
train
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R x% Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2016 Afdeling 1 Nummer 1394 Datum akkoord 18 oktober 2016 Publicatiedatum 19 oktober 2016 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Kwint van 21 juni 2016 inzake de acties van de Brandweer voor een betere cao. Aan de gemeenteraad Toelichting door vragensteller: De Brandweer voert op dit moment actie voor een betere cao. Op het facebook van de Belangenvereniging Brandweer staat te lezen dat een brandweerman op 18 juni 2016 thuis bezocht is door de politie, vanwege zijn uitlatingen met betrekking tot op handen zijnde acties bij een raadsvergadering van Amstelveen een week eerder. Het Landelijk parket zou de politie daarom verzocht hebben. De brandweerman zou de uitlating hebben gedaan dat het land wat hem betrof “plat” gaat als het overleg tussen de bonden en VNG mislukt. De politie vroeg de brandweerman wat hij precies bedoeld had, welke acties de brandweer plande en de politie wilde dat hij namen van vakbondsmensen aan hen doorgaf. Op de site van de FNV vakbond staat te lezen dat de afgelopen week ook verschillende vakbondsleden thuis opgebeld zijn door de politie en uitgehoord over de actieplannen. Gezien het vorenstaande heeft het lid Kwint, namens de fractie van de SP, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Is het college het met de SP eens dat actievoeren een grondrecht is en dit grondrecht ook voor de brandweer geldt? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord 1: Ja, het recht op demonstratie is een grondrecht. Actievoeren door brandweerpersoneel mag binnen de kaders van de wet, de interne gedragscode van de brandweer, het handhaven van de paraatheid, en zonder anderen schade toe te brengen. Het college acht het onwenselijk als door actievoeren de hulpverlening aan burgers in het gedrang komt. 2. Is het college het met de SP eens dat een uitspraak als “wat mij betreft gaat Nederland plat” in deze context geen buitensporige uitdrukking is? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord 2: 1 Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R Neeing Loa Gemeenteblad Datum <datum onbekends Schriftelijke vragen, dinsdag 21 juni 2016 De vrijheid van meningsuiting in Amsterdam is bijkans heilig. Dit geldt voor iedereen. Wel dient een ieder zich aan de wet te houden. Het College kan niet beoordelen of er in dit geval sprake is van een buitensporige reactie omdat de uiting is gedaan in relatie tot de actie in Utrecht en de verstoring in Amstelveen. Als dít een losse opmerking betreft hoeft dit niet buitensporig te zijn, maar de context (bijvoorbeeld als er sprake is van een concrete oproep om de openbare orde te verstoren) kan maken dat een dergelijke opmerking anders wordt gewogen. 3. Zijn er meer Amsterdamse actievoerende brandweerlieden bezocht door de politie de afgelopen weken? Zo ja, wat was de reden om ook bij hen een huisbezoek af te leggen? Antwoord 3: Het college beschikt niet over deze informatie. In opdracht van de HOvJ Amsterdam of de burgemeester zijn geen huisbezoeken afgelegd. 4. Is het college het met de SP eens dat een huisbezoek van de politie naar aanleiding van uitlatingen bij een actie een intimiderend karakter heeft en dit middel om die reden met terughoudendheid moet worden toegepast? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord 4: Het handhaven van de openbare orde is een taak van de politie. Wanneer de politie signalen en/of informatie krijgt die kunnen duiden op mogelijke verstoring van de openbare orde, heeft de politie de verantwoordelijkheid deze te verifiëren c.q. te duiden. Ook als het gaat om cao-acties, maar uiteraard zonder afbreuk te doen aan het recht om collectief actie te voeren. Het actief contact opnemen door de politie met betrokkene(n) naar aanleiding van dergelijke signalen is daartoe een van de mogelijkheden en maakt deel uit van het normale politiewerk. Dergelijk contact kan onder meer plaatsvinden in de vorm van een huisbezoek of telefoongesprek en gebeurt onder verantwoordelijkheid van het gezag van de burgemeester. De politie-eenheid Amsterdam is overigens niet betrokken bij het huisbezoek aan de brandweerman in Schagen. 5. Heeft het huisbezoek aan de brandweerman te maken met het opbellen van de FNV-vakbondsleden door de politie? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord 5: De politie-eenheid Amsterdam is niet betrokken bij het huisbezoek aan de brandweerman in Schagen. Op verzoek van de politie-eenheid Midden-Nederland heeft het Hoofd Handhaven Netwerken van de politie-eenheid Amsterdam telefonisch contact opgenomen met de voorzitter van de ondernemingsraad van de brandweer Amsterdam- Amstelland. Doel van dit gesprek was verbinding leggen, nadere informatie krijgen over de aard van de acties en bovenal voorkomen dat twee hulpverlenende organisaties — politie en brandweer — “rollend over straat zouden gaan”. In dit gesprek heeft het Hoofd Handhaven Netwerken aan de voorzitter van 2 Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Demmer Ln onbekend Schriftelijke vragen, dinsdag 21 juni 2016 de ondernemingsraad gevraagd om contactgegevens of een contactpersoon bij het actiecomité, met als doel ín contact te komen met het actiecomité. De voorzitter van de ondernemingsraad heeft deze gegevens niet verstrekt met als toelichting dat de brandweer als één brandweerkorps actie voert en niet als individu, met het oog op eventuele individuele disciplinaire maatregelen. Het Hoofd Handhaven Netwerken gaf aan dit jammer te vinden maar tevens begrip te hebben voor dit standpunt. Het Hoofd Handhaven Netwerken heeft tevens aangegeven dat de voorzitter van de ondernemingsraad altijd contact kan opnemen als daar behoefte aan is. 6. Is het college het met de SP eens dat doordat de politie de in de inleiding genoemde brandweerman naar namen vroeg van vakbondsmensen het bezoek een extra intimiderend tintje kreeg? 7. Is het collet het met de SP eens dat dit huisbezoek eigenlijk niet plaats had moeten vinden? Zo nee, kan het college het antwoord toelichten? Zo ja, is het college bereid haar mening met betrekking tot dit huisbezoek door te geven aan het Landelijk Parket? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord 6 en 7: Het college betreurt het als burgers zich geïntimideerd voelen door (huis)bezoeken van de politie. Het afleggen van (huis)bezoeken en het zo nodig aanspreken van burgers op hun uitlatingen op bijvoorbeeld social media doet de politie in het kader van haar openbare orde taak. De crux hierbij is de mogelijke of daadwerkelijke verstoring van de openbare orde, niet de inhoud van de mening. Het staat een ieder vrij actie te voeren, mits de openbare orde niet wordt verstoord en er geen strafbare feiten worden gepleegd. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 3
Schriftelijke Vraag
3
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2018 Afdeling 1 Nummer 171 Publicatiedatum 21 februari 2018 Ingekomen onder T Ingekomen op woensdag 14 februari 2018 Behandeld op woensdag 14 februari 2018 Status Verworpen Onderwerp Motie van het lid Van Lammeren inzake het geluidbeleid Evenementen en de locatieprofielen (Gaasperpark Noord maximaal 3 dagen). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de beleidsregel “Geluid bij evenementen in Amsterdam”, de locatieprofielen voor evenementenlocaties en de richtlijn “Duurzaamheid Evenementen” in Amsterdam (Gemeenteblad afd. 1, nr. 130). Overwegende dat: - De Gaasperplas onder Natuurnetwerk Nederland valt en er rekening gehouden moet worden met de natuur: - Omwonenden overlast ervaren van met name de grote festivals aan de Noordoever:; - Er in het locatieprofiel ruimte geboden wordt voor zes evenementendagen voor grote (muziek)evenementen. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: Het aantal dagen dat er een festival met een geluidsbelasting van 75-85 dB(C) wordt toegestaan op locatie Gaasperplas Noord te beperken tot 3. Het lid van de gemeenteraad J.F.W. van Lammeren 1
Motie
1
discard
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Amendement Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 677 Publicatiedatum 8 oktober 2014 Ingekomen onder N Ingekomen op 1 oktober 2014 Behandeld op 1 oktober 2014 Status Aangenomen Onderwerp Amendement van de raadsleden de heer Van Osselaer, de heer Van der Ree en de heer N.T. Bakker inzake het wijzigen van het beleid voor gronduitgifte in erfpacht over het canonpercentage bij nieuwe gronduitgiften. Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 2 september 2014 inzake het wijzigen van het beleid voor gronduitgifte in erfpacht over het canonpercentage bij nieuwe gronduitgiften (Gemeenteblad afd. 1, nr. 640); Overwegende dat: — in het voorstel de veel gebruikte optie van het jaarlijks geïndexeerde canon verhoogd wordt van 2,33 procent naar 3,0% teneinde deze kostendekkend te maken; — voor de optie "10 jaar vast’ een ondergrens van 4% wordt voorgesteld voor het canonpercentage, dat fors hoger is dan nodig is om de kosten te dekken (Amsterdam leent voor 10 jaar voor circa 1,85%) en die tevens fors boven de vergelijkbare hypotheekrente ligt (circa 3%); — er dus een kans ligt om kostendekkend de Amsterdammer een aantrekkelijk alternatief te bieden voor de verhoogde jaarlijks geïndexeerde canon, Besluit: in ontwerpbesluit nr. 640 van 2014, de voordracht “Wijzigen van het beleid voor gronduitgifte inzake het canonpercentage bij nieuwe uitgiften”: — beslispunt 4 als volgt aan te passen: “Voor nieuwe gronduitgiften in erfpacht, voor de 10 jaar vaste canon een canonpercentage te hanteren samengesteld uit de rente op 10 jarige staatsobligaties, vermeerderd met een opslag voor de meerkosten die Amsterdam heeft bij het aantrekken van leningen boven de rente van staatsobligaties (maximaal 0,75 procentpunt) en een reële opslag voor risico en apparaatskosten (maximaal 0,25 procentpunt), passend binnen de systematiek van AB2000”; 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteraad Nummer 677 Amendement Datum 8 oktober 2014 — beslispunt 5 als volgt aan te passen: “Voor nieuwe gronduitgiften in erfpacht voor de 25 jaar vaste canon een canonpercentage te hanteren samengesteld uit het gemiddeld effectief rendement van vijf aflosbare staatsleningen met de langste resterende looptijd, vermeerderd met een opslag voor de meerkosten die Amsterdam heeft bij het aantrekken van leningen boven de rente van deze staatsobligaties en een vaste toeslag voor risico en apparaatskosten, passend binnen de systematiek van AB2000”. De leden van de gemeenteraad, J.P.D. van Osselaer D.A. van der Ree N.T. Bakker 2
Motie
2
discard
> Gemeente Amsterdam Motie Datum raadsvergadering 15 september 2021 Ingekomen onder nummer 654 Status Aangenomen Onderwerp Motie van de leden Marttin (VVD), Van Soest (PvdO) Vroege (D66), IJmker (GroenLinks), Kreuger (JA21), Veldhuyzen (Bla), N.T. Bakker (SP), Van Schijndel (FVD), Yilmaz (DENK), Van Lammeren (PvdD) en Miedema (PvdA) inzake bestrating Koninginneweg Onderwerp Rood glad asfalt op fietspad Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De Raad, Gehoord de discussie over het uitvoerings- en budgetbesluit herinrichting Koninginneweg Constaterende dat: — _Hetfietspad op de Koninginneweg onderdeel uitmaakt van het Hoofdnet fiets; — De Koninginneweg op de schop gaat, waarbij voor het fietspad het voornemen is te kiezen voor klinkers in plaats van (rood) asfalt. Overwegende dat: — de keuze voor klinkers met name voor oudere en kwetsbare fietsers oncomfortabel kan zijn, en dit niet strookt met het imago van Amsterdam als fietsstad voor jong en oud; — water tussen de voegen van klinkers kan gaan zitten en dit bij vorst kan bevriezen wat tot ge- vaarlijke situaties kan leiden; — _ klinkers het lastiger maakt om objecten op de fiets te vervoeren, hetgeen in de toekomst steeds vaker per (bak)fiets zal gebeuren; — klinkers sneller verzakken in vergelijking met asfalt, waardoor een slecht en oneffen wegdek kan ontstaan, zoals bijvoorbeeld terug is te zien op de Vijzelstraat; — met klinkers putdeksels niet mooi in het wegdek weggewerkt kunnen worden, waardoor hoogteverschillen en gevaarlijke situaties kunnen ontstaan, terwijl dit bij asfalt niet het geval is; Gemeente Amsterdam Status Aangenomen Pagina 2 van 2 — de onwenselijke situatie kan ontstaan dat fietsers de klinkers zouden kunnen gaan ontwijken door op de autoweg te gaan rijden, zeker als op termijn het fietspad met klinkers verslechterd; — _hetfietspad op de Willemsparkweg, in het verlengde van de Koninginneweg, wél met asfalt is, en het dus voor de continuïteit van de fietsroute belangrijk is dat dit bij de Koninginneweg ook gebeurt; — _ het Meerjarenplan Fiets op het Hoofdnet nadrukkelijk egale fietsroutes met asfalt voorstaat, en het voornemen met klinkers hier dus mee in strijd is; — _er momenteel op de Koninginneweg ook geen klinkers liggen, maar gewoon asfalt; — de wethouder Verkeer vlak voor het zomerreces 2021 heeft aangegeven de politieke discussie over asfalt of klinkers te willen voeren bij het voorliggende vitvoeringsbesluit. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders Bij de herinrichting van de Koninginneweg de fietsstrook uit te voeren in rood glad asfalt in plaats van klinkers, net als bijvoorbeeld op de aangrenzende Willemsparkweg. Indieners A.A.M. Marttin W. van Soest J.S.A. Vroege E. C. IJmker K.M. Kreuger J.A. Veldhuyzen N.T. Bakker A.H.J.W. van Schijndel N. Yilmaz J.F.W. van Lammeren A.J. Miedema
Motie
2
discard
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Motie Jaar 2020 Afdeling 1 Nummer 1012 Behandeld op 10 september Status ingetrokken Onderwerp Motie van het lid Bloemberg-Issa inzake de Regioaanpak Huiselijk Geweld en Kindermishandeling 2020-2024 (ervaringsdeskundigen over het meenemen van dieren naar opvanglocaties) Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Regioaanpak Huiselijk Geweld en Kindermishandeling 2020-2024 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 943). Constaterende dat: -__ uiteen rapport van de Universiteit Utrecht blijkt dat in de helft van de gevallen van huiselijk geweld er ook sprake is van dierenmishandeling; - daarnaast bij een constatering van dierenmishandeling de kans meer dan 30% is dat er sprake is van huiselijk geweld. Overwegende dat: -__een op de drie vrouwen hun vlucht uitstelt vanwege zorgen over de veiligheid van het dier. Spreekt uit dat: - het onacceptabel is wanneer mensen hun vlucht uit een situatie van huiselijk geweld uitstellen vanwege zorgen over hun dier(en) of onbekendheid met de mogelijkheden om huisdieren mee te nemen naar een opvang. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: In het voorgestelde kwalitatieve onderzoek uit de ‘Regioaanpak Huiselijk Geweld en Kindermishandeling’ bij ervaringsdeskundigen aandacht te besteden aan de bekendheid en waarde van het meenemen van dieren naar opvanglocaties. Het lid van de gemeenteraad J.F. Bloemberg-lssa 1
Motie
1
discard
> < Gemeente Amsterdam Stadsdeel Centrum x Publicaties Stadsdeelbestuur 2011 Stadsdeelraad Moties en amendementen 28 juni 2011 - 11 Ingediend onder nummer AN Amendement van De raadsleden Duijndam, Icke en Alexandrova (SP) Over Hanteren Lange termijn agenda Aan De stadsdeelraad Wij stellen voor dat de stadsdeelraad het volgende besluit neemt: De raad van stadsdeel Centrum, Constaterende dat: , dat inde Regeling Werkwijze 2011 de langetermijn-agenda niet meer wordt genoemd; overwegende dat: e voor goed bestuur niet alleen op korte termijn moet worden gepland; e een langetermijn-agenda een belangrijk hulpmiddel is om de grote lijnen te blijven zien; e om de inhoud van de vergadering te bewaken de lange termijnagenda ook door seniores besproken dient te worden en in de agendacommissie ingebracht; besluit: 1. Inde Regeling Werkwijze 2011 bij artikel 3 (Presidium) toe te voegen: g. opstellen van de (concept)langetermijn-agenda van de raad en commissies. 2. Tevens bij artikel 4 (Seniorenconvent) toe te voegen: d. mede voorbereiden van de (concept)langetermijn-agenda van de raad en commissies. Bovenstaand amendement is aangenomen. Ingediend onder nummer B Amendement van De raadsleden Duijndam, Icke en Alexandrova (SP) Over Actualiteit inclusief interpellaties en mondelinge vragen Aan De stadsdeelraad Wij stellen voor dat de stadsdeelraad het volgende besluit neemt: De raad van stadsdeel Centrum, Constaterende: e dat het “houden van een actualiteit” een goede toevoeging is aan de werkwijze; e dat in art. 35.7 van Regeling Werkwijze 2011 wordt gesproken over interpellatievragen, maar dat interpellatie daarin verder niet is geregeld; e dat volgens art. 155 lid 1 en 2 van de Gemeentewet het recht van mondelinge vragen en interpellatie geregeld moet worden; overwegende: Verschenen op 8 juli 2011 Pagina 2 van 3 Gemeente Amsterdam Stadsdeel Centrum e dat een actualiteit het niet mogelijk maakt om spoedeisende vragen om inlichtingen te stellen aan het dagelijks bestuur of de stadsdeelvoorzitter; e dat een actualiteit het niet mogelijk maakt om het dagelijks bestuur of de stadsdeelvoorzitter te bevragen over gevoerd bestuur; besluit: art. 35 Actualiteiten (inclusief interpellatie) als volgt te wijzigen: Artikel 35 Actualiteiten (inclusief interpellaties en mondelinge vragen) 1. Elk raadslid kan een actualiteit indienen over een onderwerp dat niet op de agenda staat; dit is een vast agendapunt aan het begin van de raadsvergadering. 2. De indiening wordt schriftelijk gedaan aan de raadsvoorzitter, in de regel uiterlijk om 16.00 uur een dag vóór de raadsvergadering. In naar het oordeel van de voorzitter spoedeisende gevallen, kan het verzoek worden gedaan op de dag van de vergadering tot uiterlijk 11.00 uur. 3. De indiener vermeldt kort en duidelijk het onderwerp en de vraagstelling. 4. De raadsvoorzitter toetst actualiteiten aan de volgende criteria: is het actueel en/of urgent — is het zwaarwegend — is het de meest effectieve manier om iets te weten te komen dan wel te bewerkstelligen — gaan we erover als stadsdeel. 5. De raadsvoorzitter toetst of interpellaties vragen zijn aan het dagelijks bestuur of aan de stadsdeelvoorzitter over het door deze gevoerd bestuur. 6. De raadsvoorzitter toetst of mondelinge vragen,.zwaarwegend politieke vragen zijn om inlichtingen aan het dagelijks bestuur of aan de stadsdeelvoorzitter, die niet elders gesteld kunnen worden. 7. Het dagelijks bestuur respectievelijk de voorzitter van het dagelijks bestuur reageren in de raadsvergadering en kunnen dit ook vooraf schriftelijk inbrengen. 8. De indiener en het (betrokken lid van het) dagelijks bestuur voeren niet meer dan twee keer het woord, de overige raadsleden niet meer dan één keer. 9. Interpellatievragen worden gepubliceerd in Publicaties Stadsdeelbestuur; in de notulen en/of de opname van de vergadering zijn de antwoorden te vinden bij het agendapunt Actualiteiten. Bovenstaand amendement is ingetrokken. Ingediend onder nummer B-1 Amendement van De raadsleden Duijndam, Icke en Alexandrova (SP) Over Actualiteit inclusief interpellaties en mondelinge vragen Aan De stadsdeelraad Wij stellen voor dat de stadsdeelraad het volgende besluit neemt: De raad van stadsdeel Centrum, Overwegende: e dat het “houden van een actualiteit” een goede toevoeging is aan de werkwijze; e dat in art. 35.7 van Regeling Werkwijze 2011 wordt gesproken over interpellatievragen, maar dat interpellatie daarin verder niet is geregeld en dat mondelinge vragen ook niet geregeld zijn; e dat volgens art. 155! lid 1 en 2 van de Gemeentewet het recht van mondelinge vragen en interpellatie geregeld moet worden; e dat de huidige formulering van het art. 35 4e lid suggereert dat de wettelijke mogelijkheden voor het stellen van mondelinge vragen en interpellaties ingeperkt lijken te worden; e dat de conceptformulering in art 35 4e lid tot misverstanden zou kunnen leiden; e dat het niet nodig is om de uitwerkingen van actualiteit, interpellaties en mondelinge vragen op te nemen in de werkwijze; 2 Pagina 3 van 3 Gemeente Amsterdam Stadsdeel Centrum e dat de raad (seniorenconvent) er zelf over gaat wat er onder actualiteit (inclusief interpellatie en mondelinge vragen) wordt verstaan en niet het presidium; e dat het derhalve verstandig is deze bepaling te schrappen zonder daarmee te zeggen dat de afspraken over actualiteiten, inclusief interpellaties en mondelinge vragen komen te vervallen maar dat het zich gaandeweg kan uitkristalliseren, besluit: art. 35 Actualiteiten (inclusief interpellatie) te noemen: 1. Artikel 35 Actualiteiten, (inclusief interpellaties en mondelinge vragen). 2. Lid 4. te schrappen (De raadsvoorzitter toetst actualiteiten aan de volgende criteria: is het actueel en/of urgent — is het zwaarwegend — is het de meest effectieve manier om iets te weten te komen dan wel te bewerkstelligen — gaan we erover als stadsdeel.) Bovenstaand amendement is aangenomen. De besluiten 1 en 2 zijn apart in stemming gebracht. Ingediend onder nummer C Amendement van De raadsleden Duijndam, Icke (SP), De Bruin (VVD) en Noyon (PvdA) Over Regeling op de Werkwijze Aan De stadsdeelraad Wij stellen voor dat de stadsdeelraad het volgende besluit neemt: De raad van stadsdeel Centrum, Constaterende: e dat in het presidium niet alle partijen zijn vertegenwoordigd en in het seniorenconvent wel; overwegende: e dat het wenselijk is dat de benoeming van een voorzitter de steun van de raadsleden heeft; e dat het wenselijk is om eventuele andere taken van voorzitters, zoals genoemd in art. 2.7.i van het concept, te laten vaststellen door een orgaan waarin alle partijen zijn vertegenwoordigd; besluit:: 1. Artikel 2.4 te wijzigen in: De raad kiest voor de raadscommissies vaste voorzitters uit de voorzitterspoule. De zittingsduur van de commissievoorzitters bedraagt een jaar en kan telkenmale met een jaar worden verlengd. De leden van de voorzitterspoule zijn elkaars vervangers. 2. Artikel 2.7.i te wijzigen in: andere taken die in een eventueel functieprofiel zijn opgenomen of hetgeen het seniorenconvent hem opdraagt. Bovenstaand amendement is aangenomen. De besluiten 1 en 2 zijn apart in stemming gebracht. 1 Artikel 155 1.Een lid van de raad kan het college of de burgemeester mondeling of schriftelijk vragen stellen. 2.Een lid van de raad kan de raad verlof vragen tot het houden van een interpellatie over een onderwerp dat niet staat vermeld op de agenda, bedoeld in artikel 19, tweede lid, om het college of de burgemeester hierover inlichtingen te vragen. De raad stelt hierover nadere regels. 3
Actualiteit
3
test
eed ze ze dn sn il | dit PS TP enk Ki en Ls On el EE si nd E rr 4 d \ Ve EN = et, DN a | Á N he Ì — te af 3 E Pel De NE E/ ik le n u me En ej a pe B 5 ad — - „ ER en, mm Alk _w … Ee En ed konten , jen í t Pen Ul . Ne - an jd En + Kad \ win, ha m ni am d Î Ln, Pi ed R 4 } / 8 Rr p ns N En À Committed to the Environment Inventarisatie aanvullend klimaatbeleid Amsterdam 2030 Dit rapport is geschreven door: Suzanne Breman, Maarten de Vries, Marianne Teng Met de inbreng van experts per sector: Jasper Schilling (gebouwde omgeving), Louis Leestemaker (mobiliteit), Chris Jongsma, Diederik Jaspers (industrie), Lucas van Cappellen (elektriciteit) Delft, CE Delft, januari 2023 Publicatienummer: 23.220443.014 Opdrachtgever: Gemeente Amsterdam Alle openbare publicaties van CE Delft zijn verkrijgbaar via www.ce.nl Meer informatie over de studie is te verkrijgen bij de projectleider Suzanne Breman (CE Delft) © copyright, CE Delft, Delft CE Delft Committed to the Environment CE Delft draagt met onafhankelijk onderzoek en advies bij aan een duurzame samenleving. Wij zijn toon- aangevend op het gebied van energie, transport en grondstoffen. Met onze kennis van techniek, beleid en economie helpen we overheden, NGO's en bedrijven structurele veranderingen te realiseren. Al meer dan 40 jaar werken betrokken en kundige medewerkers bij CE Delft om dit waar te maken. 1 220443 - Inventarisatie aanvullend klimaatbeleid - Januari 2023 (Q A 1 Inleiding 3 2 Stand van zaken klimaatbeleid Amsterdam 2030 4 2.1 Geraamde reductie voor 2030 is 48% (15-56%) ten opzichte van 1990 4 3 Naar 60% emissiereductie in 2030 6 3.1 Inleiding 6 3.2 Omvang aanvullende reductie 6 3.3 Raming en bandbreedte 7 4 Wat moet gebeuren om het doel te halen? 8 4.1 Inleiding 8 4,2 Quickscan in één oogopslag 8 4,3 Gebouwde omgeving 9 4,4 Mobiliteit 17 4,5 Haven en industrie 21 4,6 Elektriciteit 28 5 Conclusie 31 6 Literatuur 33 AN Update raming Amsterdam klimaatneutraal 35 A.1 Gebouwde omgeving 35 A.2 Mobiliteit 37 A.3 Haven en industrie 38 A.4 Elektriciteit 39 A.5 Conclusie 40 2 220443 - Inventarisatie aanvullend klimaatbeleid - Januari 2023 (Q A 1 Inleiding De gemeente Amsterdam heeft zich net als de Europese en landelijke overheid een ambi- tieus klimaatdoel gesteld voor 2030. In het Amsterdamse coalitieakkoord ’22-’26 ís het volgende opgenomen: ‘We blijven streven naar 60% reductie in 2030 en gaan door met de routekaart Klimaatneutraal.’ Uit de raming door CE Delft van het klimaatbeleid van Amsterdam(CE Delft, 2022c) blijkt echter dat de emissiereductie op basis van het huidige beleid onvoldoende is om dat doel te halen. Het nieuwe stadsbestuur ís zich ervan bewust dat er geen gemakkelijke maatregelen meer over zijn om het doelbereik te halen. Dat blijkt onder andere uit een studie van Berenschot (Berenschot, 2022). Daarom heeft de gemeente Amsterdam aan CE Delft gevraagd om te verkennen wat mogelijk ís om de klimaatdoelen alsnog te halen. Om met de aanvullende maatregelen te kunnen sturen op het doelbereik ís ook inzicht nodig in wat de huidige stand van zaken is. Begin 2022 hebben we de meest recente door- rekening van het klimaatbeleid van Amsterdam gedaan. Sindsdien zijn er veel ontwikke- lingen geweest in de landelijke politiek. Daarom hebben we als onderdeel van deze opdracht de CO‚-doorrekening geüpdatet aan de hand van de Klimaat- en Energieverkenning 2022 die op 1 november 2022 is gepubliceerd door PBL en enkele beleidsontwikkelingen ín Amsterdam zelf. Op basis van de geüpdatete raming doen we voorstellen voor maatregelen om het doel- bereik dichterbij te brengen. Dit zijn veelal ingewikkelde of ingrijpende maatregelen. 3 220443 - Inventarisatie aanvullend klimaatbeleid - Januari 2023 (Q A 2 Stand van zaken klimaatbeleid CE Delft voert een jaarlijkse update uit van een raming van de CO‚-uitstoot in 2030 in de gemeente Amsterdam. De meest recente jaarlijkse update was in februari 2022 (CE Delft, 2022c). In november 2022 is de Klimaat- en Energieverkenning (KEV) 2022 uitgekomen (PBL, 2022b). De KEV ligt aan de basis van de raming van de Amsterdamse CO7-uitstoot. In het kader van dit onderzoek is het van toegevoegde waarde om nu (ruim een half jaar na de jaarlijkse update) toch al een tussenupdate van de raming te doen. In deze update nemen we in principe alleen de nieuwe KEV 2022 mee. Daarin zijn ook de energieprijsscenario’s geüpdatet. Daarnaast nemen we enkele kleine updates in het beleid van de gemeente Amsterdam mee. Grotere nieuwe ambities (zoals het Isolatie-offensief) zijn hierin nog niet meegenomen. In lijn met het landelijk beleid ís de doelstelling van 55% aangepast naar een streven naar 60% CO‚-reductie ín 2030 ten opzichte van 1990. Met de gemeenteraads- verkiezingen in maart 2022 is de gemeente Amsterdam uitgebreid met Weesp. In de raming gaan we nog uit van de oude gemeentegrenzen en wordt Weesp dus niet meegenomen. 2.1 Geraamde reductie voor 2030 is 48% (15-56%) ten opzichte van 1990 Figuur 1 - Uitstoot in 1990 en 2019 en geraamde uitstoot ín 2025 en 2030 (kton COz-eq.) 5.000 +16% +6% 4,000 5 -6% -12% 45% 3.000 -48% 2.000 -56% n L | | 1990 2019 2025 2030 mmm 1990) mmm Gebouwde omgeving Mobiliteit ms Haven en Industrie mmm Elektriciteit —_— Doel 2030 (-60%) (la De raming voor 2030 komt uit op 1.980 kton CO;-emissies, dat komt overeen met een reductie van 48% ten opzichte van 1990, met een bandbreedte van 15 tot 56% reductie. In de raming ís een schatting gemaakt van de effecten van autonome ontwikkelingen, vast- gesteld en voorgenomen gemeentelijk beleid, en groei van de stad. De doelstelling van 60% reductie wordt volgens deze raming niet gehaald, ook niet in het meest optimistische scenario. 4 220443 - Inventarisatie aanvullend klimaatbeleid - Januari 2023 (Q A De resultaten van de raming zijn gunstiger dan in februari 2022 (nu 1.980 kton, toen 2.200 kton). Dit komt met name door een gunstigere emissiefactor voor elektriciteit in 2030, maar ook door een nieuwe lagere inschatting van de groei van datacenters. Ook ís ten op- zichte van de vorige raming de emissiefactor van warmtenetten lager vanwege afspraken tussen de gemeente en de warmtebedrijven. De COj-reductie die ín de raming is opgenomen, is geen zekerheid. Om die reductie te rea- liseren moeten de ín de planning opgenomen plannen van de gemeente Amsterdam ook uitgevoerd worden. In veel gevallen ís daarvoor nog een grote inspanning nodig en zijn er belemmeringen die nog opgelost moeten worden. De sterke reductie in de raming van de mobiliteitssector komt bijvoorbeeld door de plannen voor zero-emissiezones. Op dit moment is echter nog niet zeker of dit voor personenvervoer juridisch wel kan. Om 2030 te halen, moet dit echter wel op korte termijn ín gang worden gezet. Voor de elektrificatie van onder andere energie-intensieve industriële processen is netcongestie op dit moment een belangrijk knelpunt. Ook dat zal tijdig opgelost moeten worden om de raming te reali- seren. In Hoofdstuk 4 beschrijven we per sector wat er moet gebeuren om de raming te halen. 5 220443 - Inventarisatie aanvullend klimaatbeleid - Januari 2023 (Q A % issiereductie in 2030 3 Naar 60% emissiereductie in 3.1 Inleiding In dit hoofdstuk verkennen we in grote lijnen wat een CO,-emissiereductie van 60% in 2030, ten opzichte van 1990, voor Amsterdam zou betekenen. We geven daartoe aan wat de om- vang ís van de aanvullende emissiereductie die nodig ís ten opzichte van onze geüpdate raming. In Hoofdstuk 4 presenteren we vervolgens concrete maatregelen om die extra reductie ook daadwerkelijk te realiseren. 3.2 Omvang aanvullende reductie De emissies in het ijkjaar 1990 bedroegen 3.810 kton COz-eq. Voor reductie van 60% moeten de emissies in 2030, 1.524 kton bedragen. In Tabel 1 zijn de historische emissies voor 1990 en 2019, en de raming voor 2030 per sector weergegeven. Ook ís aangegeven hoeveel emissiereductie nog nodig is om ín 2030 op een restemissie van 1.524 kton uit te komen. Volgens de geüpdatete raming is de totale uitstoot in 2030 nog 1.980 kton met een band- breedte van 1.660 tot 3.240 kton. Ten opzichte van de raming moet er dus nog circa 460 kton extra worden gereduceerd om het streven van 60% reductie te halen. Ook dit getal kent een bandbreedte: van 140 tot 1.710 kton. Tabel 1 - Historische emissies van Amsterdam in 1990 en 2019 en raming inclusief bandbreedte voor 2030, în kton COz-eq. In de onderste rij van de tabel is voor 2030 aangegeven hoeveel extra emissiereductie nodig is ten opzichte van de raming om tot een restemissie van 1.524 kton uit te komen, corresponderend met 60% reductie ten opzichte van 1990 ARE raming min. max. |Totaleemissies | 3810| 4,436| 1.980| 1.660\ 3.240 Emissiereductie nodig voor -60% ten opzichte van 1990 Een extra emissiereductie van 460 kton, bovenop het beleid dat al in onze raming voor 2030 verwerkt ís, vereist aanvullende maatregelen met een groot potentieel en die op tijd uitgerold kunnen worden. In Tekstbox 1 ís ter illustratie een aantal voorbeelden opgenomen van waar een uitstoot van 460 kton CO,-eg. ongeveer mee overeenkomt. Dit is bedoeld om een gevoel te krijgen voor de orde van grootte van deze extra reductieopgave, niet als voorstellen voor concrete maatregelen. 6 220443 - Inventarisatie aanvullend klimaatbeleid - Januari 2023 (Q A Tekstbox 1 - Orde van grootte van de benodigde extra reductie ten opzichte van de raming om in 2030 op 60% emissiereductie ten opzichte van 1990 uit te komen Een jaarlijkse emissie van 460 kton CO2-eq. komt ongeveer overeen met: — _de uitstoot van ruim 225.000 huizen die met aardgas worden verwarmd, dat is ongeveer de helft van alle woningen in de gemeente Amsterdam; -— de totale uitstoot van personenauto's in de gemeente Amsterdam in 2019; — de totale emissies van de industrie, energie, afval en water in de gemeente Amsterdam in 2019. 3.3 Raming en bandbreedte De raming die in het vorige hoofdstuk is gepresenteerd ís een prognose van de resterende emissies als de beleidsplannen van Amsterdam worden uitgevoerd. Het is echter geen gegeven dat dit ook gerealiseerd wordt. Voor veel maatregelen moet er nog heel veel gebeuren om de emissiereducties daadwerkelijk te realiseren. Daarbij is het belangrijk dat de betreffende acties zo snel mogelijk ín gang worden gezet, zodat ze uiterlijk ín 2030 gerealiseerd zijn. In Hoofdstuk 4 gaan we verder ín op wat er moet gebeuren om de doelen voor 2030 te halen. Zoals hierboven al genoemd kent de raming een bandbreedte die te maken heeft met onzekerheid over de emissiereductie die behaald gaat worden. Naast de middenwaarde (waar we op duiden als we zonder verdere toelichting over ‘de raming’ spreken) is er een minimaal en een maximaal scenario. Het maximale scenario geeft een scenario weer waarin alles tegenzit, maar ook maat- regelen die nog niet 100% zeker zijn, niet doorgaan. Alleen het vastgestelde beleid zit daarin. De restemissies zijn in het maximale scenario dus hoog. In het minimale scenario zit alles mee en wordt het volledige effect meegenomen van zowel landelijk als Amsterdams vastgesteld en voorgenomen beleid. De middenwaarde geeft het meest realistische scenario weer en we gaan er dan ook vanuit dat er 460 kton nodig is om het doel van 60% reductie te halen. In Tabel 1 wordt duidelijk dat de bandbreedte fors is. Als het minimale scenario gereali- seerd zou worden ís er nog maar 140 kton extra reductie nodig om 60% reductie te halen ín 2030, ín plaats van 460 kton. Als het maximale scenario werkelijkheid wordt ís dat nog 1.710 kton. Uiteraard zou het goed zijn als de raming zich richting het minimale scenario zou ontwikkelen, want dan zijn er minder extra maatregelen nodig. Dat valt echter maar beperkt binnen de invloedssfeer van de gemeente. Bovendien is het halen van de raming zelf al een grote uitdaging, en zou de gemeente zich niet rijk moeten rekenen door te verwachten dat deze overtroffen zal worden. In de rest van dit rapport gaan we daarom uit van de middenwaarde van de raming. Enkele maatregelen die nu alleen ín het minimale scenario opgenomen zijn, zoals het bijmengen van groengas, nemen we daarom mee als extra maatregel om het doel te kunnen halen. 7 220443 - Inventarisatie aanvullend klimaatbeleid - Januari 2023 (Q A 4 Wat moet gebeuren om het doel te halen? 4.1 Inleiding In dit hoofdstuk beschrijven we per sector wat er aan inspanningen moet gebeuren om de doelen van Amsterdam te halen. We geven daarvoor eerst een algemene beschrijving van de sector en de uitdagingen voor verduurzaming, vervolgens beschrijven we wat er moet gebeuren om de raming te halen en wat de landelijke context ís en hoe die de mogelijkheid om de doelen te halen beïnvloedt. Ten slotte beschrijven we voor de betreffende sector een aantal aanvullende maatregelen die Amsterdam kan overwegen om het doelbereik dichterbij te brengen. We beginnen het hoofdstuk met een overzicht van de voorgestelde maatregelen in Paragraaf 4,2 4.2 Quickscan in één oogopslag Met inhoudelijke experts binnen CE Delft hebben we een longlist van beleidsmaatregelen opgesteld die een aandeel kunnen leveren aan de doelstelling voor 2030. Ideeën die door anderen zijn geopperd, zoals in het mini-burgerberaad (Mini-burgerberaad, 2021), en ook het rapport van Berenschot (Berenschot, 2022), hebben we meegenomen als inspiratiebron. Ook hebben we enkele maatregelen meegenomen die landelijk geagendeerd zijn, maar nog onvoldoende concreet waren om in de KEV mee te nemen. Waar relevant nemen we Europese context ook mee. In Europees verband wordt momenteel bijvoorbeeld besproken om ook negatieve emissies mee te laten tellen voor de doelstellingen. Uit de longlist hebben we tien maatregelen geselecteerd, waarvoor we in dit hoofdstuk een quickscan doen. Dit zijn maatregelen die relatief veel emissiereductie opleveren en waarvoor het denkbaar is dat ze voor 2030 gerealiseerd kunnen worden. In de lijst staan echter ook enkele maatregelen met een kleiner potentieel. Dat hebben we gedaan in de gebouwde omgeving (Maatregel 2 en 3} omdat de gemeente hier zelf direct invloed kan uitoefenen en er een belangrijk signaalfunctie en gevoel van urgentie van uitgaat. In de mobiliteitssector hebben we twee maatregelen meegenomen met een kleiner potentieel (Maatregel 5 en 6) als vangnet voor de maatregelen in de raming. Het potentieel van deze maatregelen ís namelijk veel groter als de uitstootvrije zone voor personenvervoer uit de raming, waarvan de juridische haalbaarheid nog niet zeker ís, niet wordt gerealiseerd. In Tabel 2 zijn de maatregelen die zijn geselecteerd voor de quickscan weergegeven inclusief het reductiepotentieel. In de sectorparagrafen hieronder komen de concrete acties die de gemeente Amsterdam kan nemen om de maatregel te realiseren en de mogelijke belemmeringen voor elk van de maatregelen uitgebreid aan bod. 8 220443 - Inventarisatie aanvullend klimaatbeleid - Januari 2023 (Q A Tabel 2 - Maatregelen quickscan, incl. inschatting reductiepotentieel schatting 6 _ | Pleiten voor 80 km/u op snelwegen Amsterdam (landelijke maatregel) |________________10kton| _8_| Andere CCS-projecten 400 kton | _9_| Faciliteren verduurzaming energie-intensieve industrie | nt We hebben in Tabel 2 bewust geen regel opgenomen met het totale reductiepotentieel van de quickscanmaatregelen, omdat het om meerdere redenen risicovol is om dit totaal als de uitkomst van ons onderzoek te presenteren. Ten eerste zijn alle door ons gepresenteerde maatregelen per definitie niet gemakkelijk, omdat ze anders al doorgevoerd waren. Dat maakt het niet waarschijnlijk dat al deze maatregelen daadwerkelijk zullen worden uitgevoerd. Tabel 2 is vooral bedoeld als indicatie voor wat er eventueel nog mogelijk ís. Ten tweede ís het reductiepotentieel vaak ook onzeker. Deze onzekerheid zit soms in het potentieel zelf (het is moeilijk ín te schatten hoeveel reductie de maatregel oplevert) en soms (ook) in de vraag of de maatregel überhaupt wel uitvoerbaar is. Ook vallen sommige maatregelen ín feite buiten het handelingsbereik van de gemeente, waardoor medewerking van andere partijen noodzakelijk is om de maatregel uit te voeren. Ondanks het ontbreken van een totale emissiereductie ontstaat uit Tabel 2 wel een beeld van de orde van grootte van de extra reducties die bereikt kunnen worden. Het valt op dat alleen Maatregel 7, het realiseren van CCS voor de volledige uitstoot van AEB, ruim voldoende zou zijn om de extra reductieopgave van 460 kton te halen. Alle andere maat- regelen blijven hier ver onder, waarbij met name het potentieel van het afvangen van bio- gene CO; uit andere installaties dan AEB (Maatregel 8) voor 2030 erg onzeker is en het potentieel van Maatregel 9 op dit moment nog niet kan worden bepaald. Als de twee maatregelen waarbij van CCS gebruik wordt gemaakt buiten beschouwing worden gelaten, zijn alle andere maatregelen samen uit Tabel 2 gezamenlijk nog niet voldoende om de noodzakelijke 460 kton emissiereductie in 2030 te behalen. Met de aanvullende maatregelen is het in principe dus mogelijk om de doelstelling te halen, hoewel dit zeer uitdagend is. Door de grote uitdagingen en onzekerheden van de individuele maatregelen, ís het verstandig om alle maatregelen verder te verkennen en niet alleen het minimale aantal maatregelen dat volgens de potentieelschatting nodig is om het doel te halen. 4.3 Gebouwde omgeving De sector Gebouwde Omgeving heeft in 2030 nog de grootste restemissies. Deze sector is een lastige sector om snelheid te maken met verduurzaming. Verduurzaming vereist ingrijpen ‘achter de voordeur’, waardoor ingegrepen wordt in de persoonlijke levenssfeer. ledere wijk en zelfs ieder huis/huishouden is anders, waardoor het lastig is om hier in één keer een grote slag te slaan, bovenop wat al ís meegenomen ín de raming. 9 220443 - Inventarisatie aanvullend klimaatbeleid - Januari 2023 (Q A In de Transitievisie Warmte (TVW) ís de ambitie uitgesproken om de gebouwde omgeving aardgasvrij te maken voor 2040 en stapsgewijs te verduurzamen voor 2050. In 2030 ís er echter nog maar een beperkt aandeel verduurzaamd. Momenteel ís de uitvoering van de plannen uit de TVW al vertraagd, en we verwachten dan ook niet dat het mogelijk is om te versnellen op de TVW, doordat deze aanpak nog pionieren is, en de werkwijze nog moet worden uitgevonden. Acht jaar ís daarbij een heel korte termijn. We adviseren dan ook om maximaal in te zetten op het behalen van de in de TVW aangekondigde plannen. Het ís daarom nodig dat in 2030 vooral stappen zijn gezet die het mogelijk maken om daar- na door te pakken richting 2050. Dat betekent dat de TVW verder wordt uitgewerkt in Buurtuitvoeringsplannen en dat de buurten van het gas af worden gehaald volgens het in de TVW geschetste tijdpad. Ook is het wenselijk dat er zoveel mogelijk no-regret technische opties genomen zijn. Isolatie is daarbij heel belangrijk. Met het isolatie-offensief dat Amsterdam recent heeft aangekondigd (College van B&W gemeente Amsterdam, 2022b) wordt daarin een belangrijke stap gezet. Het isolatieoffensief is nog niet meegenomen in de raming. Verdergaande verduurzaming in 2030 moet zo veel mogelijk gezocht worden ín collectieve oplossingen, omdat het aanvullende potentieel (bovenop de al bestaande plannen) voor oplossingen op woningniveau beperkt is. Bij collectieve oplossingen kan gedacht worden aan de versnelde verduurzaming van de bestaande stadsverwarmingsnetten of de bijmenging van groengas op het gasnet. Dit ís echter een grote uitdaging. Ook om het tempo te reali- seren dat nu is afgesproken, moet nog veel gebeuren. Het ís dan ook van groot belang om de projecten waar dit mee gerealiseerd kan worden zo snel mogelijk op te starten. lets wat wel relatief snel tot effect kan leiden is gedragsverandering. Gedrag ís lastig te beïnvloeden, maar wel de moeite waard om aandacht aan te besteden. In de ideale situatie is Amsterdam ín 2030 een stad waar zuinig met energie omgegaan wordt. De huidige hoge energieprijzen bieden daarvoor momentum. Energiebesparing leeft meer dan ooit. De uitdaging is om dit momentum vast te houden. Amsterdam werkt momenteel al aan de campagne ‘Ik zet ook de knop om’ met het Actienetwerk 15% GasTerug (Actienetwerk 15% GasTerug, 2022). (Actienetwerk 15% GasTerug, 2022). De door ons voorgestelde maatregel sluit hier goed bij aan. 4.3.1 Wat moet er gebeuren om de raming te halen Om de raming van de emissies, zoals geschetst in Hoofdstuk 3, te behalen ís het belangrijk dat al het beleid dat in deze raming zit wordt uitgevoerd. De volgende beleidsmaatregelen van gemeente Amsterdam zitten in deze raming opgenomen: — De Warmtemotor, Renovatie- en Isolatiemotor en de Vastgoedmotor. Dit is het belang- rijkste onderdeel in de raming. In de raming wordt de verduurzaming van 102.000 woningen meegenomen. Daarin is sinds begin 2022 al rekening gehouden met vertraging, waardoor de doelstellingen zijn verschoven van de periode 2030-2035 naar 2031-2036. Verdere vertraging leidt tot minder CO‚-reductie in de raming voor 2030 en is dus onwenselijk. Om de 102.000 woningen uit de raming op een warmtenet aan te sluiten moet nog veel gebeuren, zoals gesprekken met bewoners om draagvlak te verkrijgen, planvorming, vergunningenprocedures en aanleg. — De prestatieafspraken met de woningcorporaties die zijn gemaakt voor 2023. Om de raming te halen, moeten deze uiteraard worden nagekomen. Hier liggen echter ook mogelijkheden om verder te gaan dan de raming. De gemeente Amsterdam gaat binnenkort in gesprek met de woningcorporaties over vervolgafspraken. 10 220443 - Inventarisatie aanvullend klimaatbeleid - Januari 2023 (Q A — De verduurzaming van de warmtenetten volgens het tempo dat is opgenomen in afspraken met WPW en het convenant verduurzaming stadsverwarming Diemen (Gemeente Diemen et al., 2019). Daarvoor moet de geplande bioketel in Diemen worden gerealiseerd (dit is onzeker door een lopende rechtszaak, de centrale kan volgens het convenant vervangen worden door alternatieve duurzame warmteprojecten) plus 510 GWh aan aanvullende duurzame opwek, bijvoorbeeld met geothermie, aquathermie en restwarmte van datacenters. Daarvoor moet nog onderzocht worden welke opties mogelijk zijn, de projecten moeten worden opgezet, vergunningsprocedures doorlopen en daadwerkelijk gebouwd. — De uitvoering van de Routekaart verduurzaming van het zorgvastgoed (TNO, 2019). Dit is een landelijke routekaart. Om hier invulling aan te geven lopen er gesprekken tussen de gemeente Amsterdam en het Amsterdam UMC. Om de raming te kunnen halen moeten concrete afspraken worden gemaakt en uitgevoerd. 4,3.2 Landelijke context Het beleid voor de gebouwde omgeving staat niet op zichzelf, maar sluit aan op het Europese en landelijke beleid in de gebouwde omgeving. Daarbij is het met name relevant dat het rijk randvoorwaarden creëert. Daarnaast zijn er doelstellingen en normeringen op Europees niveau. Binnen het Fit for 55-pakket heeft de Europese Commissie een aantal voorstellen gedaan die raken aan de gebouwde omgeving. Zo komt er vermoedelijk een tweede Europese emissiehandelssysteem, dat geldt voor wegtransport en de gebouwde omgeving. Brandstofleveranciers die aan deze sectoren leveren moeten onder dit systeem rechten inleveren voor de uitstoot die door de geleverde brandstof veroorzaakt wordt. Daarnaast wordt de richtlijn betreffende de energieprestatie van gebouwen herzien. Nieuwe gebouwen moeten vanaf 2030 volledig emissievrij zijn, en voor bestaande gebouwen gaan minimum energieprestatie-eisen gelden. Ook stelt de Commissie een Europese harmonisatie van de energielabelclassificatie voor. Een belangrijke ontwikkeling vanuit het rijk ís dat gemeenten de bevoegdheid krijgen om wijken van het aardgas af te sluiten. De Wet gemeentelijke instrumenten (Wgiw) moet gemeenten deze bevoegdheid geven. De planning is dat de Waiw op 1 januari 2024 in werking treedt (Rijksoverheid, 2021). Een aandachtspunt is dat in het Klimaatakkoord (Rijksoverheid, 2019) een termijn van acht jaar is genoemd tussen het besluit van de gemeente om de aardgaslevering in een bepaalde wijk te stoppen en de daadwerkelijke overstap op een duurzaam alternatief. Ook staat in het Klimaatakkoord dat in 2022 zou worden bepaald (op basis van ervaringen in het Programma Aardgasvrije Wijken - PAW) of acht jaar inderdaad de beste termijn is. In oktober 2022 heeft minister Jetten aangekondigd dat in de Wet Collectieve Warmtevoor- ziening (WCW) wordt bepaald dat gemeenten alleen warmtebedrijven voor een nieuwe kavel kunnen aanwijzen waarbij de infrastructuur in handen is van een of meerdere publieke partijen of waarbij een of meerdere publieke partijen door een meerderheids- aandeel in het warmtebedrijf doorslaggevende zeggenschap hebben over de infrastructuur. De minister geeft zelf aan dat dit tot vertraging kan leiden en kiest daarom voor een ingroeiperiode van zeven jaar (Ministerie van EZK, 2022). Dit besluit heeft echter al de nodige onrust veroorzaakt in de markt, waardoor vertraging bij de aanleg van warmtenetten niet ondenkbaar ís. Ook Amsterdam kan daarmee te maken krijgen. Veel bestaand landelijk beleid is meegenomen in de KEV en zodoende ook in onze raming. Daarnaast ís er een aantal landelijke maatregelen aangekondigd die nog niet concreet genoeg zijn om mee te nemen in de ramingen. CE Delft heeft een studie uitgevoerd naar de effecten van de aangekondigde normering voor verwarmingsinstallaties, waardoor hybride 11 220443 - Inventarisatie aanvullend klimaatbeleid - Januari 2023 (Q A warmtepompen de norm worden (CE Delft, 2022b). Uit dat onderzoek blijkt dat veel woningen in Amsterdam waarschijnlijk onder de uitzonderingsgronden van de verplichting vallen. Hierdoor is de verwachte CO‚-reductie in 2030 beperkt. Ten slotte staat in het coalitieakkoord dat het kabinet een bijmengverplichting voor groengas in de gebouwde omgeving wil invoeren van 20%. Deze bijmengverplichting ís echter nog niet concreet uitgewerkt en ís zodoende niet meegenomen in de KEV. Als de bijmengverplichting er komt, heeft deze een aanzienlijke impact op de emissies van Amsterdam. In de raming voor Amsterdam is de bijmengverplichting alleen opgenomen in het minimale scenario, daarom pleiten we voor invoering van de bijmengverplichting ook als aanvullende maatregel in de volgende paragraaf. 4.3.3 Aanvullende maatregelen Hieronder beschrijven we vier aanvullende maatregelen om de gebouwde omgeving te verduurzamen: — versnelde verduurzaming van de warmtenetten; — convenant gedragsverandering utiliteit; — de helft van de huurwoningen naar Label C isoleren; — pleiten voor landelijke bijmengverplichting groengas. We brengen deze maatregelen verder in beeld omdat ze relatief veel COz-reductie realiseren of de maatregel een belangrijke signaalfunctie heeft (in geval van gedrags- verandering utiliteit en de helft van de huurwoningen naar label C isoleren). Daarnaast zien we de volgende opties: — hybride-offensief’: langs de deuren met concrete opties voor vervanging cv‚ ontzorgen; — ‘snelle maatregelen’-offensief: langs de deuren met tochtstrips, radiatorfolie en led- Lampen; — vve’s bijstaan met verduurzamingsplan; — 100% handhaven op energielabel kantoren; — verduurzamen schoolgebouwen; — verduurzaming eigen vastgoed gemeente; — het dichten van methaanlekken in het aardgasnetwerk. Deze opties zijn niet verder uitgewerkt in dit rapport, omdat het effect hiervan relatief beperkt is en/of de maatregelen een zeer (arbeids)intensieve inzet van de gemeente vergen. Maatregel 1: Versnelde verduurzaming van de warmtenetten Voor de verduurzaming van warmtenet Amsterdam-Oost/Zuid ís een convenant (Gemeente Diemen et al., 2019) afgesloten waarin ís vastgelegd dat wordt toegewerkt naar een 100% fossielvrij warmtenet in 2040 en een fossiel- en biomassavrij warmtenet in 2045. In het convenant is opgenomen dat in 2030 voor 510 GWh, 2035 voor 990 GWh en in 2040 voor 1800 GWh (100%) uit duurzame bronnen moet komen. In de raming rekenen we al met gedeeltelijke verduurzaming van de warmtenetten in 2030. WPW wordt al. voor meer dan 90% verduurzaamd. Een deel van de warmte is afkomstig van de Biomassa Energie Centrale (BEC) bij AEB en extra verduurzaming vindt plaats door toe- passing van CCS bij AEB (beiden opgenomen ín raming). Hier zijn weinig aanvullende maat- regelen mogelijk. 12 220443 - Inventarisatie aanvullend klimaatbeleid - Januari 2023 (Q A Amsterdam-Oost/Zuid wordt deels verduurzaamd als de biomassacentrale in Diemen in gebruik wordt genomen (hier is nog niet over besloten). In de raming ís de centrale alleen opgenomen in het minimale scenario. Inzetten op verdere verduurzaming van dit net kan mogelijk leiden tot extra emissiereductie in Amsterdam in 2030. Emissiereductie kan worden behaald door de realisatie van duurzame bronnen te versnellen ten opzichte van het convenant. Het gaat daarbij om geothermie-projecten en restwarmte- benutting van datacenters. Het is zeer uitdagend om deze realisatie te versnellen, omdat deze plannen voor extra warmteproductiecapaciteit die naar voren gehaald moeten worden eerst nog ontwikkeld moeten worden. Om versnelling te realiseren moeten er op korte termijn concrete plannen gemaakt worden voor aanvullende duurzame warmteprojecten, die vervolgens voor 2030 gerealiseerd moeten worden. Als de emissiefactor van beide warmtenetten ín 2030 in plaats van in 2040 teruggebracht kan worden naar O0 geeft dat een extra reductie van circa 73 kton. Dit betekent dat voor het warmtenet WPW een oplossing gevonden moet worden voor de laatste 10% niet- duurzame warmte. Voor het warmtenet Oost/Zuid betekent het dat de biomassacentrale in Diemen daadwerkelijk in gebruik moet worden genomen en dat bovendien 540 GWh van de duurzame opwekcapaciteit uit het convenant eerder dan gepland moet worden gereali- seerd, om te compenseren voor het aandeel aardgas dat nu nog voorzien wordt voor 2030. Als slechts een deel van de projecten naar voren gehaald wordt levert dat uiteraard ook maar een deel van de emissiereductie op. Actie Amsterdam De gemeente moet vooral ín gesprek gaan met de betrokken partijen om concrete afspraken te maken en de projecten faciliteren, bijvoorbeeld door tijdige vergunning- verlening. Mogelijke kosten en belemmeringen De productie van hernieuwbare warmte wordt in principe gesubsidieerd in de SDE++, Het is echter een risico dat een deel van de projecten buiten de boot vallen door budgetuitput- ting. Mogelijk kan de gemeente Amsterdam financieel ondersteunen in de projectontwikke- lingsfase. Gevolgen voor burgers en bedrijven Op korte termijn moeten er concrete plannen gemaakt worden voor projecten om duur- zame warmte te leveren. Daarin moet direct een verhoogde ambitie worden meegenomen. De partijen betrokken bij de verduurzaming van het warmtenet, met name Vattenfall, moeten de plannen versnellen. Daardoor heen speelt het besluit van minister Jetten dat warmtenetten ín publiek eigendom moeten komen, waardoor het speelveld voor Vattenfall verandert. Beschikbaarheid van personeel kan ook een knelpunt zijn. 13 220443 - Inventarisatie aanvullend klimaatbeleid - Januari 2023 (Q A Maatregel 2: Convenant gedragsverandering utiliteit Het afgelopen jaar ís duidelijk geworden dat gedragsverandering kan leiden tot een significante energiebesparing, als daarvoor de juiste prikkels aanwezig zijn!. In winkels, utiliteitsgebouwen en kantoren is nog veel potentieel om energie te besparen, bijvoorbeeld door het sluiten van winkeldeuren tijdens openingsuren, de verwarming een graad lager te zetten of het uitschakelen van de lampen en gevelverlichting als er niemand in het pand aanwezig is. Er ís nu soms aarzeling om dit soort maatregelen te nemen vanwege de vrees om minder zichtbaar te zijn of om minder gastvrij over te komen. Tegelijk is aangetoond dat het sluiten van winkeldeuren in feite niet leidt tot minder klandizie (Groenen, 2018). Er zijn in Amsterdam al verschillende initiatieven op dit gebied, zoals een bewustwordings- actie om winkeldeuren dicht te doen (Amsterdam, 2023) en een initiatief om het licht uit te doen in kantoorgebieden (Het Parool, 2022). Hoe meer kantoren of winkeliers meedoen met het nemen van dít soort besparingsmaatregelen, hoe minder (gepercipieerd) nadeel ze hiervan ondervinden, omdat het speelveld gelijk wordt getrokken. Daarom stellen we voor een convenant te sluiten met winkeliers, kantooreigenaren en utiliteiten, waarin deze zich committeren aan het nemen van een aantal concreet omschreven maatregelen. Ook de gemeente verbindt zich aan een aantal besparingsmaatregelen, bijvoorbeeld gasbesparing in de eigen gebouwen of het ’s nachts niet meer verlichten van monumenten. Een dergelijk convenant kan het beste gebiedsgericht worden uitgerold via verschillende deelconvenanten, bijvoorbeeld in verschillende winkelgebieden en op de Zuidas. Op die manier zitten de deelnemende partijen dicht bij elkaar en ís de kans het grootste op een ‘sneeuwbaleffect’, waarbij steeds meer partijen mee willen doen omdat de buren het ook doen. Op die manier ondervinden bijvoorbeeld winkeliers ook het minste nadeel van gesloten deuren, etc. Deelnemers aan het convenant kunnen voorzien worden van een keurmerk oid om duidelijk herkenbaar te zijn. Daarnaast kan evt. gedacht worden aan andere vormen van beloning. Zichtbaarheid van (deelname aan) het convenant ís belangrijk voor de signaalwerking. Het reductiepotentieel van deze maatregel ís vooraf relatief onzeker. Dit hangt af van de participatiegraad en van de gemiddelde reductie die de deelnemers kunnen bereiken. De raming voor de uitstoot in de commerciële dienstverlening, publieke dienstverlening en gemeentelijk vastgoed in 2030 is 213 kton uit aardgasgebruik en 123 kton uit elektriciteits- verbruik? voor Amsterdam als geheel. Als de convenanten per gebied worden uitgerold zal maar een deel van de kantoren en winkels worden bereikt. Ook zullen niet alle beoogde deelnemers daadwerkelijk meedoen. De reductie die bereikt kan worden hangt vervolgens af van de precieze maatregelen die in het convenant worden afgesproken. De verwarming een graad lager zetten levert ongeveer 6% gasbesparing op, het sluiten van winkeldeuren op koude dagen 32-42% op jaarbasis (Groenen, 2018). Deze laatste maatregel is minder van toepassing op kantoren. Als we ervan uitgaan dat 10% van de kantoren en winkeliers in de stad meedoet aan een convenant, en zij gemiddeld 10% besparen op gas en elektriciteit, dan komen we op een totale reductie van circa 3 kton. Zoals gezegd is de onzekerheid echter groot en kan de reductie ook significant hoger of lager uitvallen. Het directe effect van deze maatregel is daarmee beperkt. Toch heeft het een belangrijke signaalfunctie. Als inwoners zien dat er door de gemeente en bedrijven zuinig met energie wordt omgegaan, kan dat ook hun gedrag beïnvloeden. Î__Zie bijvoorbeeld (Nu.nl, 2022). Ì__Elektriciteitsverbruik valt in de raming niet onder de gebouwde omgeving, maar onder de sector elektriciteit. 14 220443 - Inventarisatie aanvullend klimaatbeleid - Januari 2023 (Q A Actie Amsterdam In gesprek gaan met winkeliers, utiliteiten en kantooreigenaren om de convenanten op te stellen en een zo groot mogelijke deelname te creëren. Inhoud van het convenant, inclusief de precieze maatregelen waaraan deelnemers zich committeren, dient in samenspraak met de beoogde deelnemers te worden vastgesteld. Mogelijke kosten en belemmeringen Beperkte directe kosten, eventueel een budget voor beloning voor deelname. Energie- besparende gedragsmaatregelen in vastgoed van de gemeente zorgt ook voor kosten- besparing. Wel veel inzet van de gemeente nodig om in gesprek te gaan met kantoren en winkeliers en tot de verschillende deelconvenanten te komen. Belemmering is met name een mogelijk beperkte deelname waardoor het reductie-effect van de maatregel klein ís ín relatie tot de inzet. Gevolgen voor burgers en bedrijven Burgers en bedrijven ondervinden geen directe gevolgen, maar zien dat de gemeente en andere deelnemers zich inzetten voor energiebesparing, en volgen dit mogelijk na. Maatregel 3: De helft van de huurwoningen naar Label C isoleren Zoals we aan het begin van dit hoofdstuk hebben aangegeven zijn de mogelijkheden om te versnellen op woningniveau beperkt. We zien daarvoor alleen mogelijkheden als er een gecoördineerde benadering is, waarbij een groot aantal woningen tegelijk wordt aangepakt. Dit kan bijvoorbeeld door afspraken te maken met woningcorporaties, die grote aantallen huurwoningen in beheer hebben. Voor deze maatregel kijken we naar het op grote schaal (verder) isoleren van huur- woningen. Isolatie valt al deels onder de plannen die mee zijn genomen in de raming. We kijken voor deze maatregel naar het additionele effect van inzetten op het isoleren van de helft van de Amsterdamse huurwoningen naar Label C. Hierbij worden verhuurders dus verplicht om woningen te laten isoleren voordat deze (opnieuw) verhuurd mogen worden. Door isolatie gaat het energieverbruik voor het verwarmen van woningen omlaag, wel komt er een extra elektriciteitsvraag voor koeling en ventilatie. Door zich te richten op Energielabel C kan de maatregel vooral bijdragen aan het wegwerken van de laagste energielabels (E-F-G). Verder isoleren (tot Label B of A) is ook mogelijk, maar relatief extra kostbaar. Uitgaande van het gemiddelde verbruik van huurwoningen verwachten we dat het isoleren van de helft van de Amsterdamse huurwoningen naar Label C een additionele CO‚-reductie kan opleveren van circa 6 kton. Hiervan is ongeveer 2 kton afkomstig van corporatie- woningen en 4 kton van particuliere huurwoningen. Als er specifiek geselecteerd wordt op de huurwoningen met de laagste energielabels kan de reductie hoger uitpakken, maar een goede kwantitatieve inschatting daarvan zou nader onderzoek vergen. Actie Amsterdam De gemeente Amsterdam kan niet zelf woningen isoleren. Het gaat bij deze maatregel dus om een sterke inzet op isolatie in samenwerking met relevante partijen. De gemeente zou afspraken kunnen maken met verhuurders om de te verhuren woningen te laten isoleren tot 15 220443 - Inventarisatie aanvullend klimaatbeleid - Januari 2023 (Q A Energielabel C. Deze groep valt uiteen in de corporaties, waarmee relatief gemakkelijk gesprekken gevoerd kunnen worden, en particuliere verhuurders, die moeilijker als groep bereikt kunnen worden. Mogelijke kosten en belemmeringen Aan de normering zelf zijn beperkte kosten verbonden. Indien de gemeente de verhuurders wil ondersteunen bij of verleiden tot isolatie door het geven van subsidies komen daar wel significante kosten bij kijken. Belemmeringen liggen vooral in het bereiken van de particuliere verhuurders en in het ontbreken van een juridische basis voor een verplichting op gemeentelijk niveau om huurwoningen naar Label C te isoleren. Een dergelijke verplichting zou alleen op landelijk niveau mogelijk zijn. De maatregel zou daarom de vorm moeten krijgen van (vrijwillige) afspraken, bijvoorbeeld binnen een convenant. Voor de woningcorporaties is dit denkbaar, voor de groep van particuliere verhuurders zeer uitdagend. De rijksoverheid heeft prestatieafspraken gemaakt met woningcorporaties om in 2028 alle E- F- en G-labels uit de sociale huurwoningen te laten verdwijnen (PBL, 2022b). Deze afspraken zijn niet in de raming opgenomen, en er ís dus geen dubbeltelling met deze maatregel, De prestatieafspraken hebben een andere scope dan de voorgestelde maatregel (alle sociale huur in plaats van de helft van alle woningen, label D blijft toegestaan, doel- jaar is 2028 in plaats van 2030). Als deze afspraken inderdaad worden uitgevoerd betekent dat dat een deel van de 2 kton reductie die met de corporatiewoningen gerealiseerd kan worden via deze maatregel ín 2030 vervalt, omdat deze al via de landelijke afspraken ís gerealiseerd. Hoe groot dit deel ís ís niet te zeggen zonder nadere analyse van de sociale woningvoorraad in Amsterdam, ten opzichte van de landelijke voorraad. Ook het tekort aan vakmensen kan een belemmering zijn, als verhuurders als gevolg van deze maatregel op hetzelfde moment een groot aantal woningen willen laten isoleren. Gevolgen voor burgers en bedrijven Huurders zullen meer wooncomfort krijgen en een lagere energierekening. Verhuurders (particulier en corporaties) zullen met hoge(re) kosten te maken krijgen. Maatregel 4: Pleiten voor bijmengen groengas (landelijke maatregel) In het landelijke coalitieakkoord ís opgenomen dat er een bijmengverplichting wordt opgenomen voor groengas. In 2030 moet 20% groengas worden bijgemengd ín de Gebouwde Omgeving. Omdat deze maatregel nog niet concreet ís uitgewerkt is deze niet meegenomen in de KEV 2022 en ook niet in de raming voor Amsterdam®. Amsterdam kan er bij het rijk voor pleiten om deze maatregel snel in te voeren. Dit zou een 20% daling van de emissie- factor van gas tot gevolg hebben, en een navenante emissiereductie op landelijk niveau. In Amsterdam leidt de aanname van 20% bijmenging groengas tot een emissiereductie van 174 kton in 2030 in de gebouwde omgeving. Actie Amsterdam Het invoeren van een bijmengverplichting voor groengas ligt buiten de invloedssfeer van de gemeente, hiervoor zou Amsterdam bij het rijk moeten lobbyen. 3__Maar wel in de bandbreedte van de raming, zie Bijlage A. 16 220443 - Inventarisatie aanvullend klimaatbeleid - Januari 2023 (Q A Wat wel binnen de eigen invloedsfeer ligt is bijmenging op het grondgebied van Amsterdam. Er zou bijvoorbeeld een installatie voor superkritische watervergassing® in het havengebied geplaatst kunnen worden. Echter, als het groengas vervolgens ín het landelijke gasnet wordt bijgemengd, wordt dit verrekend via de landelijke emissiefactor en kan dit niet aan Amsterdam worden toegekend. Mogelijke kosten en belemmeringen Er zijn geen directe kosten voor de gemeente. De doelstelling om 20% bijmenging van groengas te verplichten ín 2030 ís praktisch gezien echter uitdagend. CE Delft heeft laten zien dat, zelfs onder optimistische aannames over bijvoorbeeld de beschikbaarheid van biomassa en de ontwikkeltijd van vergassingstechnieken, er ín 2030 nauwelijks voldoende aanbod van groengas zal zijn om aan de verplichting te voldoen. (CE Delft, 2022a) De lobby van de gemeente zou daarmee niet zozeer gericht moeten zijn op het doorvoeren van de bijmengverplichting zelf, die immers al ín het coalitieakkoord staat, maar met name op aanvullend beleid om ervoor te zorgen dat de bijmengverplichting ook uitvoerbaar is. Gevolgen voor burgers en bedrijven Geen directe gevolgen, de eindgebruiker merkt niets van de bijmenging van groengas. 4,4 Mobiliteit Mobiliteit behelst alle verkeer, inclusief mobiele werktuigen en goederenvervoer over weg en het spoor, maar exclusief binnenvaart. Op landelijk niveau nemen de emissies van mobiliteit weinig af tot 2030. In de raming is voor Amsterdam echter een zeer sterke reductie van de emissies meegenomen. Dit komt met name door het Actieplan Schone Lucht, waarin uitstootvrije zones voor een groot deel van de stad zijn meegenomen. In de emissies voor mobiliteit is het wegverkeer in de stad zelf (dus het verkeer exclusief verkeer op snelwegen) dominant, gevolgd door wegverkeer op de snelwegen en mobiele werktuigen (zie Tabel 3). Binnen de categorie wegverkeer exclusief snelwegen komt verreweg de grootste uitstoot uit personenauto’s. Daarnaast hebben vrachtverkeer en bestelauto's een aanzienlijke impact. De impact van de autobussen en tweewielers is relatief klein. Tabel 3 - COz-emissies uit mobiliteit in Amsterdam in 2019, uitgesplitst naar type vervoer (Gemeente Amsterdam, 2022) | Emissie Amsterdam (kton CO,) 2019 Brandstofverbruik wegverkeer overige wegen (excl. snelwegen Brandstofverbruik wegverkeer snelwegen Brandstofverbruik mobiele werktuigen Brandstofverbruik recreatievaart Brandstofverbruik veren Brandstofverbruik railverkeer | 4 __Bij superkritische watervergassing worden natte reststromen zoals mest, groenafval en rioolslib geconverteerd in herbruikbare grondstoffen en duurzame energie, zoals waterstof en groengas. (Gasunie, 2022) 17 220443 - Inventarisatie aanvullend klimaatbeleid - Januari 2023 (Q A De uitstootvrije zone voor het vrachtverkeer is vastgelegd in de Uitvoeringsagenda Stadslogistiek en moet starten ín 2025. Hoewel dit nog verder moet worden uitgewerkt ín de praktijk is het goed haalbaar om stadslogistiek uitstootvrij te maken richting 2030. Voor personenvervoer heeft de gemeente Amsterdam de ambitie om in 2030 een uitstootvrije zone in te voeren. De uitstootvrije zones leiden tot vervanging van voertuigen op fossiele brandstoffen door elektrische voertuigen. Een deel van de emissies verschuift daarom naar de sector elektriciteit. De emissiefactor voor elektriciteit in 2030 is weliswaar laag, maar er ís ook veel concurrerende vraag naar elektriciteit. Andere grote restemissies zijn het verkeer op de snelweg en mobiele werktuigen. De gemeente Amsterdam gaat zelf niet over het verkeer op de snelweg, maar kan bij het rijk pleiten voor een verlaging van de maximum snelheid naar 80 km/uur, zoals nu op de A10-West al het geval ís, Een positief bij-effect daarvan is dat de stikstof- uitstoot ook omlaag gaat. Voor mobiele werktuigen geldt dat deze zo veel mogelijk vervangen moeten worden door uitstootvrije varianten. De uitdaging daarbij ís vooral de beschikbaarheid van elektrische mobiele werktuigen. Op dit moment ís het aanbod van elektrische landbouwwerktuigen en bouwmachines nog beperkt, maar de verwachting ís dat dit de komende jaren snel zal toenemen. 4.4.1 Wat moet er gebeuren om de raming te halen In de raming wordt uitgegaan van de integrale uitvoering van het Actieplan Schone Lucht. Dat betekent invoering van uitstootvrije zones voor verschillende voertuigtypes. De uitstootvrije zone voor vrachtverkeer moet starten in 2025. Dat ís haalbaar. De uitstootvrije zone voor personenvervoer die is gepland voor 2030 is een grotere uit- daging. Bij de invoering van een uitstootvrije zone wordt in het algemeen een overgangs- periode van meerdere jaren gehanteerd, waarin bewoners de zone nog in mogen met hun benzine- of dieselauto. Een uitstootvrije zone levert dan ook niet van de ene op de andere dag tot de maximale emissiereductie. Om de geraamde emissiereductie in 2030 te halen, moet zo snel mogelijk begonnen worden met communiceren over de zone richting bewoners. Een overgangsperiode zou dan bijvoorbeeld van 2025 tot 2030 kunnen lopen. Dit ís al een zeer korte overgangsperiode voor dit type beleid en dus behoorlijk ingrijpend voor Amsterdammers. Op dit moment is het echter nog onzeker of er een juridische grond- slag is om de uitstootvrijezone voor personenvervoer in te voeren. De kans van slagen van een emissievrijezone voor personenauto's kan verder worden vergroot door bijvoorbeeld aanschafsubsidies voor elektrische auto’s voor mensen met een laag inkomen of sloop- subsidies voor auto’s met een verbrandingsmotor. Daarnaast gaat de gemeente Amsterdam autoluw-beleid voeren, door op een groot deel van de wegen een maximum snelheid van 30 km/uur in te voeren. Ongeveer 12% van de wegen in Amsterdam wordt een zogenaamde GOW30, dit ís een gebiedsontsluitingsweg waar een maximum snelheid van 30 km/uur geldt in plaats van de tot nu toe gebruikelijke 50 km/uur. Per gereden km zullen de emissies met 10 tot 15% stijgen door 30 km/uur te rijden. De lagere snelheid werkt echter ook ontmoedigend voor autogebruik, waardoor het aantal gereden kilometers afneemt (Gemeente Amsterdam, 2021). In de raming is aangenomen dat het autoluw-beleid tegenwicht geeft tegen de autonome groei van de mobiliteitsvraag wat betreft personenauto’s en motoren. Op dit moment ís de overstap naar voornamelijk 30 km/uur nog niet doorgevoerd. Om de raming te halen moet dat wel tijdig gebeuren. 18 220443 - Inventarisatie aanvullend klimaatbeleid - Januari 2023 (Q A Door de uitstootvrijezones moet ook een groot deel van de mobiele werktuigen verduur- zamen. In de raming ís aangenomen dat 75% van de mobiele werktuigen elektrisch ís in 2030. Op dit moment is het aanbod van elektrische landbouwwerktuigen en bouwmachines nog beperkt, maar de verwachting ís dat dit de komende jaren snel zal toenemen. De vraag is of dat voldoende snel gaat om zoveel mobiele werktuigen in Amsterdam vervangen te hebben in 2030. De gemeente Amsterdam kan deze ontwikkeling aanjagen door bijvoor- beeld bij aanbestedingen elektrische mobiele werktuigen te vereisen. 4.4.2 Landelijke context Ook landelijk en in Europees verband wordt beleid gevoerd voor de verduurzaming van mobiliteit. De landelijke en Europese trend gaan echter veel langzamer dan de ambities van Amsterdam. In Europees verband geldt de bijmengverplichting van biogene brandstoffen. Deze is mee- genomen in de emissiefactor van brandstoffen in de raming. Daarnaast zijn er Europese normen voor CO-emissies voor verschillende categorieën voertuigen. Binnen het zogenoemde Fit for 55-pakket van de Commissie is kortgeleden vastgelegd dat in 2030 nieuwe personenauto’s 55% en bestelbussen 50% minder CO‚-emissies mogen hebben dan ín 2021. In 2035 mogen nieuwe personenauto’s en bestelbussen geen CO, meer uitstoten. Deze maatregelen zullen ook ín aanloop naar 2030 al een stimulerend effect hebben op de productie en verkoop van emissievrije auto’s. Het Kabinet heeft een maatregel aangekondigd die ‘Betalen naar gebruik’ heet (Staatsecretaris Fiscaliteit en Belastingdienst, 2022). Deze maatregel is nog niet concreet genoeg uitgewerkt om mee te nemen in de KEV, Dit is wel een maatregel die tot een substantiële vermindering van het aantal gereden auto- en bestelautokilometers kan leiden en het autoluw-beleid van Amsterdam verder zou kunnen ondersteunen. 4.4.3 Aanvullende maatregelen Hieronder beschrijven we twee aanvullende maatregelen om de mobiliteitssector te verduurzamen: — sterk inzetten op autoluw beleid; — pleit voor verlaging maximum snelheid naar 80 km/uur op de snelwegen op Amsterdams grondgebied. We brengen deze maatregelen hieronder verder ín beeld. We hebben in deze sector geen longlist met overige geïdentificeerde maatregelen, omdat veel maatregelen onderdeel kunnen vormen van de inzet op een autoluw Amsterdam. Maatregel 5: Sterke inzet op minder automobiliteit In de huidige raming wordt ervan uitgegaan dat de bestaande inzet op autoluw de groei van de stad (c.q. het verkeer) compenseert. Het idee achter deze maatregel is dat een versterkte inzet op autoluw of zelfs autovrij voor een netto daling van de emissies kan zorgen. In de raming ís al een sterke emissiereductie opgenomen voor mobiliteit, met name door de uitstootvrije zones. Dit zorgt vooral voor een verschuiving naar elektrisch vervoer. Om nog verdere stappen te maken richting 2030, is reductie van het aantal auto-km’s nodig. Dus niet zozeer andere, maar vooral minder mobiliteit. 19 220443 - Inventarisatie aanvullend klimaatbeleid - Januari 2023 (Q A Amsterdam heeft al plannen voor een autoluw-beleid, waarbij de maximumsnelheid op de meeste plekken 30 km/ uur wordt. Dit helpt om autogebruik te ontmoedigen. De gemeente kan autogebruik verder laten afnemen door: — (grotere) gebieden ín de stad autovrij te maken. — parkeerplekken op te heffen. — Strenger beleid te hanteren bij parkeervergunningen. — standaard het ‘auto te gast’- model te hanteren. — invoeren van een congestieheffing/cordonheffing. — verbeteren van ov, fiets en loopinfrastructuur. — park & bike faciliteiten aanleggen aan de rand van de stad (mogelijkheid voor bezoekers om zonder auto de stad in te gaan). Om te voorkomen dat de reistijd binnen de stad langer wordt ís inzet op betere infrastruc- tuur voor fiets en voetganger en beter ov een integraal onderdeel van deze maatregel. In de raming voor 2030 heeft het wegverkeer exclusief snelwegen nog 19 kton aan emissies. Wij schatten ín dat deze maatregel, als deze rigoureus wordt aangepakt, kan leiden tot circa 15-20% reductie van het aantal auto-km’s in de stad. Deze maatregel levert dan dus een reductie op van circa 3 kton. Daarnaast vindt er ook emissiereductie plaats in de sector Elektriciteit, doordat er ook minder elektrische auto’s rijden vanwege het autoluwe beleid. De emissies van elektrisch vervoer zijn in 2030 geraamd op 62 kton. Ongeveer de helft hiervan komt door wegverkeer op exclusief snelwegen. Ook ín dit geval leidt de maatregel tot naar schatting een afname van 15-20% van het aantal km in de stad. Het aandeel van de elektrische auto’s levert dus een reductie op van circa 7 kton. Het totale potentieel van deze maatregel is dus 10 kton. NB: bovenstaande berekeningen zijn gedaan op basis van de huidige raming, die uitgaat van een sterke reductie van de emissies als gevolg van de zero-emissiezones, Vandaar dat het aandeel van de elektrische auto’s in de emissiereductie zelfs groter ís dan dat van de auto’s met verbrandingsmotor, ondanks de veel lagere emissies per km van die eerste categorie. Als de uitvoering van de raming voor Mobiliteit tegenvalt en er nog meer fossiele auto-km’s gemaakt worden ín 2030, dan heeft deze additionele maatregel een veel groter effect in termen van CO‚-reductie. Actie Amsterdam Voor deze maatregel zijn veel afzonderlijke acties nodig op het gebied van verkeer, ruimte- lijke ordening en openbaar vervoer. De meeste vallen duidelijk binnen de bevoegdheid van de gemeente en betreffen een versnelling of uitbreiding van wat nu ook al mogelijk is, zoals het autovrij maken van gebieden of het opheffen van parkeerplekken. Mogelijke kosten en belemmeringen Het betreft vooral uitvoeringskosten en extra investeringen in infrastructuur en ov. Voor de congestieheffing geldt dat het nu juridisch niet mogelijk is om deze op gemeentelijk niveau in te voeren. De Gemeentewet staat dit niet toe (Verkeerskunde., 2022). Om op termijn een congestieheffing mogelijk te maken zou de gemeente bij het rijk kunnen vragen om aanpassing van de wetgeving. 20 220443 - Inventarisatie aanvullend klimaatbeleid - Januari 2023 (Q A Gevolgen voor burgers en bedrijven Burgers en bedrijven zullen veel van deze maatregel merken. De auto wordt actief ontmoedigd als vervoermiddel binnen de stad, en reizen met de auto levert een langere reistijd op. Daarentegen wordt vervoer met de fiets of het ov sneller en aantrekkelijker. Daarnaast heeft de maatregel een positief effect op de verkeersveiligheid en de luchtkwaliteit. Maatregel 6: Pleiten voor 80 km/u op snelwegen in Amsterdam Het grootste aandeel restemissies van mobiliteit in 2030 komt uit het brandstofverbruik van wegverkeer op de snelwegen binnen het grondgebied van de gemeente Amsterdam. De snelwegen vallen onder het Rijk, dus de gemeente gaat zelf niet over de maximum- snelheid. Amsterdam kan wel pleitevern, bij ondere andere ministerie lenW en Rijkswaterstaat, voor een verlaging van de maximumsnelheid. Dit ís ook gunstig voor andere emissies naar de lucht, zoals fijnstof en stikstof (NO). Volgens de raming bedragen de emissies van het verkeer op de snelwegen 130 kton ín 2030. Een snelheidsverlaging van 100 km/u naar 80 km/u leidt op korte termijn ongeveer tot 10% emissiereductie (CE Delft, 2009) De potentiële emissiereductie is dus maximaal circa 13 kton. De snelwegen binnen de gemeente Amsterdam zijn de A10, delen van de A5 en de A9 en een klein stukje van de A4. Op de A10 West geldt al 80 km/u, daarvoor hebben we nog niet gecorrigeerd. Met de inschatting dat dit maximaal een kwart is van de totale snelweglengte in Amsterdam komen we dan uit op circa 10 kton. Actie Amsterdam De maximumsnelheid op de snelwegen is niet direct binnen de invloedssfeer van de gemeente. De gemeente zal andere partijen hier van moeten overtuigen. Mogelijke kosten en belemmeringen Behalve de lobby-inzet geen directe kosten. Belemmeringen kunnen zitten in oppositie van bepaalde partijen. Gevolgen voor burgers en bedrijven Een lagere snelheid zorgt mogelijk voor iets langere reistijden. Een maximumsnelheid van 80 km/uur zorgt echter ook voor een betere doorstroming en daardoor mogelijk minder files. Een groot deel van de automobilisten waar dit effect op heeft komt van buiten Amsterdam. De maatregel leidt daarnaas tot positieve gezondheidseffecten bij omwonen- den, bijvoorbeeld door minder uitstoot van fijnstof. 4.5 Haven en industrie De uitstoot in haven en industrie kan ingedeeld worden ín industrie die onder het Europese emissiehandelssysteem (ETS) valt, de kleinere industrie en de scheepvaart. Voor de ETS-bedrijven geldt dat de prikkels om te verduurzamen met name op Europees en landelijk niveau gerealiseerd worden via de ETS-prijs en de CO‚-heffing. Deze bedrijven kunnen via energiebesparende maatregelen een (beperkte) emissiereductie realiseren, 21 220443 - Inventarisatie aanvullend klimaatbeleid - Januari 2023 (Q A maar om echt te verduurzamen moeten uiteindelijk de energie-intensieve productie- processen anders ingericht worden. Hiervoor bestaan verschillende opties, bijvoorbeeld elektrificatie, gebruik van biomassa of gebruik van waterstof. Het ombouwen van een productieproces heeft veel impact op de bedrijven. Sommige nieuwe technieken staan nog in de kinderschoenen, maar er is ook veel wél mogelijk met de huidige technieken. De hoge energieprijzen vormen, naast de CO‚-prijs, voor de industrie echter een steeds sterkere prikkel om te verduurzamen. Netcongestie vormt een belangrijk knelpunt voor elektrificatie van de industrie en dus voor significante emissiereductie. Om emissiereductie in de industrie te realiseren ís het vinden van oplossingen voor netcongestie dus prioriteit. Daarnaast ís de ontwikkeling van andere infrastructuur nodig, bijvoorbeeld warmte (en stoom)-infrastructuur, waterstofinfrastructuur en CO‚-infrastructuur. Voor kleinere industrie geldt dat er oog moet zijn voor energiebesparing en verduurzaming van verwarming bij MKB en industrie zónder energie-intensieve processen. Dit kan bij- voorbeeld via het gebruik van warmtepompen, die tot wel 90% emissiereductie kunnen opleveren door het gecombineerde effect van de 3-6 keer hogere efficiëntie van warmte- pompen en de in 2030 veel lagere emissiefactor van elektriciteit ten opzichte van die van gas. Haven en binnenvaart zijn ook onderdeel van deze sector. Daarvoor moet in ieder geval gebruik van walstroom toenemen, waarvoor netcongestie echter ook een belemmering kan vormen. Ook de schepen zelf zouden moeten verduurzamen. De beschikbaarheid van tankinfrastructuur en de hogere prijs van bijvoorbeeld waterstof ten opzichte van scheepsdiesel vormen op dit moment belemmeringen voor de verduurzaming van de binnenvaart. 4.5.1 Wat moet er gebeuren om de raming te halen Zoals gezegd is de prikkel om te verduurzamen voor de energie-intensieve industrie vooral afkomstig van Europese en landelijke instrumenten en van de hoge energieprijs. De verwachte ontwikkelingen van onder andere de ETS-prijs en de energieprijzen leiden tot een landelijke projectie voor de verduurzaming van de industrie in de KEV die we ín onze raming hebben overgenomen. Als gemeente heeft Amsterdam weinig invloed op deze projectie. Of de raming gehaald wordt, hangt daarom voor een belangrijk deel af van de mate waarin de verwachtingen van de KEV voor 2030 accuraat blijken te zijn. De enige Amsterdamse maatregel die ín de raming is meegenomen is de inzet van CCS bij het AEB voor 440 kton CO‚. Om de emissiereductie uit de raming te halen, is het dan ook belangrijk dat dit plan wordt uitgevoerd. Op het niveau van individuele bedrijven moeten er echter allerlei concrete beslissingen worden genomen over het verduurzamen van de energievoorziening en de productie- processen. Hierin kan de gemeente een belangrijke faciliterende rol spelen. Bestaande plannen en inventarisaties van wat er nodig ís, zoals in de CES voor het industriecluster Noordzeekanaalgebied, kunnen daarvoor nuttige uitgangspunten vormen. De grootste belemmering voor verduurzaming van de processen in de industrie en de haven (walstroom) is congestie op het elektriciteitsnet. De gemeente kan samen met de netbeheerders bekijken waar de prioriteiten gelegd moeten worden voor versterking van het elektriciteitsnet en welke tijdelijke oplossingen er mogelijk zijn. Naast elektriciteit is infrastructuur voor andere energiedragers (warmte, waterstof, CO,) vaak ook nog een ontbrekende factor. De gemeente heeft daarin een eigen rol (actieve informatievergaring voor wat er nodig is, medefinanciering van haalbaarheidsstudies, versnelling van 22 220443 - Inventarisatie aanvullend klimaatbeleid - Januari 2023 (Q A vergunningprocedures) maar zou ook actief bij andere overheden kunnen lobbyen, bijvoorbeeld voor het toekennen van MIEK-status aan infrastructuurprojecten. 4.5.2 Landelijke context Voor verduurzaming van de industrie is het belangrijkste beleid op Europees of landelijk niveau vormgegeven. Het ETS is daarbij het belangrijkste instrument. Dat stuurt echter op Europees niveau en niet lokaal. Het ís dus ín principe mogelijk dat het ETS voor 2030 geen effect heeft op de Amsterdamse emissies, omdat er elders in Europa goedkopere mogelijk- heden voor emissiereductie zijn. Andersom geldt ook dat extra emissiereductie bij de Amsterdamse ETS-bedrijven, die door de gemeente Amsterdam wordt gestimuleerd, op Europese schaal niet persé tot emissiereductie leidt, omdat het leidt tot meer emissie- ruimte voor andere Europese bedrijven. De Market Stability Reserve (MSR) verzwakt dit waterbedeffect, waardoor Amsterdamse maatregelen wel degelijk effect kunnen hebben, ook op Europese schaal. Het Europese beleid wordt momenteel in lijn gebracht met 55% emissiereductie in 2030 middels het Fit for 55-pakket. Hierin ís onder andere een verdere aanscherping van het ETS opgenomen, waardoor de ETS-prijs naar verwachting verder zal stijgen. Ook krijgt de industrie te maken met aangescherpte Europese eisen voor energiebesparing en doelstellingen voor het gebruik van groene waterstof. Landelijk bestaat er de CO-heffing, bovenop de ETS-prijs, voor de ETS-bedrijven, afvalver- brandingsinstallaties en uitstoters van lachgas (N,0). De vrijgestelde ruimte voor de CO,- heffing wordt geleidelijk kleiner. De energiebesparingsplicht onder de Wet milieubeheer gaat ook gelden voor ETS-bedrijven. In het verleden is handhaving van deze verplichting een uitdaging gebleken; de rijksover- heid wil de handhaving daarom versterken. Op gebied van de haven zijn er binnen Fit for 55 Europese eisen voorgesteld, bijvoorbeeld de verplichting om in 2025 minimaal één walstroominstallatie per binnenhaven’ beschikbaar te hebben en om in 2030 ín zeehavens 90% van de vraag naar walstroom voor bepaalde categorieën schepen te kunnen aanbieden. 4,5.3 Aanvullende maatregelen Hieronder beschrijven we drie aanvullende maatregelen voor de sector Haven & industrie: — CCS realiseren voor de totale uitstoot van de AEB (fossiel en biogeen); — overige CCS-projecten realiseren; — faciliteren verduurzaming energie-intensieve industrie. Daarnaast hebben we de volgende opties geïdentificeerd. Deze kunnen interessant zijn maar werken we in dít rapport niet verder uit vanwege hun geringe opbrengst en/of complexiteit in de uitvoering. — creatieve oplossingen voor als netcongestie elektrificatie belemmert, bijvoorbeeld tijdelijke plaatsing batterijen; — verplichte warmtepomp (+ zon op dak) voor bedrijfsverwarming kleinere bedrijven (zonder proceswarmte) (verplichting obv energiebesparingsplicht Wet milieubeheer); — verplicht gebruik walstroom bij aanleggen in haven (zie ook mobiliteit); — binnenvaart: laadinfra (batterijen, H‚) voorbereiden en convenanten sluiten met transportbedrijven voor inzet schone schepen; — uitkoopregeling visserij. 3 _Van het zogenoemde TEN-T kernnetwerk 23 220443 - Inventarisatie aanvullend klimaatbeleid - Januari 2023 (Q A Maatregel 7: CCS voor totale uitstoot AEB (fossiel en biogeen) Carbon capture and storage (CCS) geeft de mogelijkheid om in één keer grote hoeveelheden CO, te reduceren. Daarvoor is het wel vereist dat er een geconcentreerde puntbron van CO, is waar de CO, kan worden afgevangen. Het AEB vormt een zeer grote puntbron van CO; in Amsterdam. Er ís al een plan voor het toepassen van CCS bij het AEB. Daarvoor hebben we in de raming een emissiereductie van 440 kton opgenomen. In de raming ís aangenomen dat de hoeveelheid afval die verbrand wordt terug gaat naar het niveau van 2018. Door de plannen voor CCS verder uit te breiden, kan een aanzienlijke verdere reductie worden gerealiseerd. Het biogene deel van de emissies wordt als 0 geteld, maar door hier ook CCS op toe te passen kunnen de emissies als negatief geteld worden. De totale emissies van AEB (inclusief het biogene deel, maar exclusief warmte opwek uit de biomassacentrale) bedroegen ín 2018 circa 1,5 Mton. Daarvan ís circa 520 kton fossiel. De huidige plannen voor CCS bedragen 480 kton, iets meer dus dan wat ín onze raming is opgenomen. Hiervoor ís inmiddels SDE++-subsidie toegekend. Voor het inschatten van de additionele emissiereductie die bereikt kan worden door ook de overige emissies af te vangen gaan we uit van de recente totale emissies van AEB van ca. 1,2 Mton. Als we de geplande 480 kton voor CCS hiervan aftrekken blijft er 720 kton over. Omdat in de praktijk maximaal 90% van CO‚-emissies via CCS afgevangen kan worden gaan we uit van een poten- tieel voor additionele CCS van 650 kton. Dit betreft dan voor het grootste deel biogene koolstof en afvang leidt dus tot negatieve emissies. Uit de verkenning van Southpole (Southpole, 2022) komt een mogelijke schaal van 550 kton CCS, op basis van de bestaande plannen. Het potentieel om netto negatieve emissies af te vangen wordt geclassificeerd als veelbelovend voor 2030 en zeer veelbelovend voor 2050. Southpole doet echter geen uitspraken over de maximaal realiseerbare capaciteit in 2030. Amsterdam heeft als doel om het gebruik van nieuwe grondstoffen te halveren in 2030 en in 2050 een volledig circulaire stad te zijn. Omdat de hoeveelheid afval daardoor mogelijk afneemt wordt het als een bedrijfseconomisch risico gezien om voor alle huidige emissies van de afvalverbrandingsinstallaties van AEB in CCS te investeren. Een CCS-installatie wordt immers over een langere periode terugverdiend. Wel kan AEB ook voor de aanvullende CCS- installatie SDE++-subsidie aanvragen. Met SDE++ wordt de investering in vijftien jaar afgeschreven. Een CCS-installatie is dus bedrijfseconomisch zinvol als er voldoende afval verbrand wordt in vijftien jaar. Bovendien is în de Warmteleveringsovereenkomst tussen AEB en WPW vastgelegd dat AEB ten minste tot 2047 warmte levert aan WPW. Dat betekent dat er na 2030 nog meer dan vijftien jaar warmtevraag zal zijn. Of de circulaire ambities daadwerkelijk tot een significante reductie van afvalverbranding in Amsterdam in 2030 leidt is de vraag. In de raming is vooralsnog aangenomen dat de hoeveelheid afval die verbrand wordt teruggaat naar het niveau van 2018. Daar rekenen we dan ook mee in de potentieelinschatting van deze raming. In een studie van Rebel voor het ministerie van Infrastructuur en Milieu uit 2021 (Rebel, 2021) zijn verschillende scenario’s opgesteld voor de capaciteit van afvalverbranding en toevoer van huishoudelijk afval ín Nederland. Daarin is in twee van de vier scenario’s een bescheiden daling van de hoeveel- heid Nederlands restafval te zien richting 2030, Dat is een klein aandeel ten opzichte van de capaciteit die nu al wordt benut voor geïmporteerd afval. De hoeveelheid afval hangt dan ook vooral af van de vraag of de import van afval wordt teruggeschroefd. Rebel laat één scenario zien waarin 40% van de afvalverbrandingscapaciteit in NL niet wordt benut, één scenario waarin dit 25% is en twee scenario’s waarin alle capaciteit wordt benut, dus ook die van AEB. Als voor de volledige verbrandingslijn van AEB CCS wordt toegepast, ligt het voor de hand dat dit juist één van de centrales ís die wel wordt benut, ook bij afnemende 24 220443 - Inventarisatie aanvullend klimaatbeleid - Januari 2023 (Q A afvalstromen. Voor de doelen van 2030 kan het dus wel degelijk lonen om meer CCS toe te passen bij AEB, Actie Amsterdam De gemeente Amsterdam heeft AEB verkocht aan AVR en wacht alleen nog op goedkeuring van de ACM voordat de koop definitief is. Daarmee verliest ze de zeggenschap over AEB, De gemeente kan AEB stimuleren om meer CCS toe te passen door met ze in gesprek te gaan en de financiële belemmeringen weg te nemen. Dat kan zijn door het gat in de businesscase te dekken bovenop de SDE++. Een dergelijke subsidie moet echter wel goed verantwoord worden ín verband met Europese staatsteunregels. De steun kan eventueel afhankelijk gemaakt worden van de hoeveelheid afval, zodat alleen subsidie betaald wordt als er daadwerkelijk een tekort in de businesscase ontstaat door een te lage benutting van de capaciteit. Mogelijke kosten en belemmeringen Mogelijk ís het nodig dat de gemeente Amsterdam financieel bijspringt om de businesscase rond te maken. Het ís echter niet zeker dat dat nodig is. Een bepalende factor is wel het verkrijgen van SDE++-subsidie. Aanvullende CCS bij AEB zorgt in de CO‚-boekhouding van Amsterdam voor negatieve emissies. Negatieve emissies worden op dit moment nog niet meegeteld voor Europese en nationale doelstelling. Hier wordt echter wel over gesproken en naar verwachting zullen deze op termijn gaan meetellen (Simon, 2021). CCS bij biomassa- en verbrandings- installaties is echter al wel meegenomen in de SDE++ en daarom vormt het geen directe belemmering. Gevolgen voor burgers en bedrijven De impact op AEB van deze maatregel is groot. Er moet een zeer groot project gerealiseerd worden, aanvullend op de bestaande plannen, inclusief het regelen van investeringsbudget, vergunningen, en aansluiten op CO‚-infrastructuur. De OCAP-pijpleiding wordt ín het onder- zoek van Southpole geclassificeerd als veelbelovend voor 2030 en heeft een grote capaciteit (verwacht wordt een capaciteit van 2 Mton). Dit vraagt veel van AEB en succes is niet gega- randeerd. Anderzijds zit AEB al wel in het proces om een CCS-project te realiseren en heeft dus ervaring met de voorbereiding van een dergelijk project. Meer CO) afvangen zorgt volgens AEB voor een lagere warmteproductie dan waar nu vanuit gegaan wordt voor warmtelevering aan woningen en industrie. Er dient daarom gekeken te worden naar alternatieve duurzame bronnen voor het warmtenet WPW om de warmtepiek- vraag te kunnen blijven dekken. Maatregel 8: Andere CCS-projecten Naast CCS bij de afvalverbrandingsinstallaties van AEB, kan CCS ook op andere plekken worden toegepast. Als CCS bij de AEB wordt gerealiseerd, en de infrastructuur om de afgevangen CO; te transporteren en geologisch op te slaan eenmaal aanwezig is, is het relatief makkelijk om andere puntbronnen van CO, in de buurt van de AEB op deze infrastructuur aan te sluiten. CCS biedt de mogelijkheid om in één keer een grote CO,- reductie te realiseren. Met een aanzienlijke inspanning van Amsterdam is het mogelijk nog extra projecten te realiseren voor 2030. Dit gaat gedeeltelijk over afvangen van biogene CO), waardoor negatieve emissies ontstaan. 25 220443 - Inventarisatie aanvullend klimaatbeleid - Januari 2023 (Q A Southpole (Southpole, 2022) heeft potentiële bronnen ín beeld gebracht van biogene emissies, waar met CCS dus negatieve emissies gerealiseerd kunnen worden. Naast AEB zijn dat: — Cargill (40.000 ton/jaar, nu geen plannen, ‘less promising unless strongly incentivized’ } — Advanced Methanol Amsterdam (AMA) (‘less promising’ ín 2030, ‘promising’ in 2050: 116 kton CO,/ jaar); — Bio energy NL (‘not promising’ in 2030, ‘promising’ in 2050); — Waternet (85 kton CO,/jaar, ‘less promising’, stromen zijn te klein en te verdund). Southpole noemt een totaal potentieel van 900 kton/jaar inclusief AEB. Zonder AEB ís dat 420 kton. Voor 2030 zijn met name Cargill en in mindere mate AMA interessant om verder te verkennen. Daarvoor is waarschijnlijk wel een aanzienlijke (financiële) prikkel nodig vanuit de gemeente Amsterdam. Daarnaast kan CCS ook toegepast worden bij de biomassacentrale van AEB. Een schatting van de emissies op basis van de hoeveelheid snoeihout (110.000 ton snoeihout ín bmc (AEB, 2018) en een emissiefactor van 1,6 kg CO,/kg hout (NHK, 2018) ís circa 176 kton. Ook de CO; uit de nieuwe bio-LNG plant van Titan kan opgeslagen worden. Bij de productie van bio-LNG (vloeibaar) of bio-methaan (gas) uit biogas komt een vrijwel zuivere CO‚- stroom vrij, die meestal de atmosfeer in gaat. De huidige plannen van Titan zijn om deze CO; te hergebruiken in de glastuinbouw. (Offshore Energy, 2022) De CO‚-emissies bij Titan zijn vermoedelijk van de ordegrootte 100 kton/j. Tenslotte kunnen de emissies uit de waterzuivering nog beter in beeld gebracht worden. Er wordt al CO; afgevangen bij de groengasinstallatie ten behoeve van CCU, maar dit gaat om een beperkt volume van circa 11 kton (Waternet, 2022). Een groot deel van de emissies van een waterzuivering komt uit de aerobe zuivering, waarbij het meeste organisch materiaal uit het afvalwater door bacteriën wordt afgebroken (Perakí, 2019). Omdat dit uitsluitend biogene emissies betreft, worden deze niet meegeteld en daarom ook niet gerapporteerd. Het potentieel om deze emissies te voorkomen ís dus onbekend. Southpole schat het poten- tieel voor CCS bij waternet in 2030 in als 85 kton, maar geeft dat de kwalificatie ‘less- promising’. Op de langere termijn kan de techniek zich verder ontwikkelen en het poten- tieel toenemen tot de ordegrootte van 1 Mton/j. Omdat er nu geen prikkel bestaat om deze biogene emissies te voorkomen of af te vangen, is er ook weinig aandacht voor mogelijke technieken om dit te doen. De gemeente zou hier nader onderzoek naar kunnen (laten) doen. Er ís op dit moment te weinig feitelijke basis om aan deze aerobe emissies een concreet reductiepotentieel voor 2030 toe te kennen, maar gezien de omvang van de emissies kan dit reductiepotentieel op de lange termijn, en mogelijk ook al voor 2030, significant blijken zijn. De grote fossiele puntbronnen van CCS in Amsterdam zijn elektriciteitscentrales. Deze worden niet meegerekend met de emissies van Amsterdam. Bovendien is de toepassing van CCS bij elektriciteitscentrales omstreden. Wij zien niet direct grote industriële uitstoters in Amsterdam waar CCS voor de hand ligt. Bij een aantal grote uitstoters waar CCS zou kunnen worden toegepast, zijn er plannen om te elektrificeren. De bovengenoemde opties hebben per stuk een groot potentieel, maar het ís zeer uitdagend om ze te realiseren. We tellen de potentiëlen van de genoemde opties dan ook niet op om het potentieel van deze maatregel te bepalen, maar gaan er van uit dat één van deze projecten gerealiseerd kan worden vóór 2030. De kleinste projecten hebben een potentieel van circa 100 kton. Dat zien we dan ook als het minimaal haalbare potentieel van deze 26 220443 - Inventarisatie aanvullend klimaatbeleid - Januari 2023 (Q A maatregel. De onzekerheid bij dit potentieel ís echter groter dan bij de overige maatregelen. Actie Amsterdam Verken bij bovengenoemde installaties of CCS kan worden toegepast vóór 2030 en wat daarvoor nodig is. Ga het gesprek aan met de betreffende bedrijven. Mogelijke kosten en belemmeringen Voor deze installaties geldt hetzelfde als voor CCS bij AEB. Een randvoorwaarde voor CCS is het verkrijgen van SDE++, Negatieve emissies worden op dit moment niet meegeteld, maar hier zit beweging in. Gevolgen voor burgers en bedrijven Voor de betreffende bedrijven is de impact groot. Er moet een zeer groot project gerealiseerd worden, inclusief het regelen van investeringsbudget, vergunningen, zoeken van en aansluiten op CO‚-infrastructuur. In tegenstelling tot AEB, hebben deze bedrijven geen lopend traject om op voort te bouwen. Maatregel 9: Faciliteren verduurzaming energie-intensieve industrie De energie-intensieve industrie wordt gestimuleerd om te verduurzamen via financiele prikkels zoals de ETS-prijs en de CO;-heffing. De emissiereductie die voor deze sector in de raming ís opgenomen ís op deze instrumenten gebaseerd. Of deze reductie daadwerkelijk gerealiseerd wordt in Amsterdam hangt onder andere af van de vraag in hoeverre de indivi- duele bedrijven besluiten om voor 2030 hun productieprocessen te verduurzamen, wat weer afhangt van tal van andere aspecten. De gemeente kan de bedrijven stimuleren hiertoe over te gaan door het voeren van gesprekken over de opties en plannen van de bedrijven en het faciliteren van het verduurzamingsproces. Concreet kan Amsterdam vooral een rol spelen bij het realiseren van de benodigde infrastructuur (verzwaring elektriciteitsnetten, waterstofleiding, CO‚-transportleiding, stoomleiding, uitbreiding warmtenet): — bedrijven en netbeheerders informeren en bij elkaar brengen; — energiebesparingsonderzoeken initiëren; — vergunningsprocedures kort houden; — MIEK (Meerjarenprogramma Infrastructuur Energie en Klimaat)-projecten een officiële status geven; — negatieve emissies erkennen; — tijdig in kaart brengen van tracés (voor stoom, waterstof, CO, en restwarmte) door de port of Amsterdam; — het aanwenden van de aandeelhouderspositie van de gemeente. Of en in hoeverre deze faciliterende rol leidt tot concrete verduurzaming van energie- intensieve productieprocessen voor 2030 is op dit moment niet te zeggen. Hiertoe zou de gemeente afspraken moeten maken met de betreffende bedrijven. We kennen daarom geen reductiepotentieel toe aan deze maatregel. De maatregel moet vooral gezien worden als een manier om de emissiereductie uit de raming daadwerkelijk te halen en waar mogelijk te overtreffen. Wanneer er concrete afspraken gemaakt zijn met de bedrijven over hun verduurzamingsplannen kan het reductiepotentieel van deze maatregel voor 2030 worden ingeschat. 27 220443 - Inventarisatie aanvullend klimaatbeleid - Januari 2023 (Q A Actie Amsterdam De acties voor de gemeente zijn hierboven al genoemd. Deze zijn vooral faciliterend van aard en richten zich met name op het realiseren van de benodigde infrastructuur. Mogelijke kosten en belemmeringen Omdat de acties voor Amsterdam vooral faciliterend zijn, zijn de kosten beperkt tot onderzoeks- en apparaatskosten. Gevolgen voor burgers en bedrijven De betrokken bedrijven worden ondersteund ín de verduurzamingsplannen die ze hebben opgesteld. 4,6 Elektriciteit Onder deze sector valt al het finale elektriciteitsverbruik binnen Amsterdam. Omdat in de andere sectoren elektrificatie plaatsvindt om emissies te reduceren (warmtepompen, elektrische auto’s, elektrische boilers, etc.) neemt de totale elektriciteitsvraag toe. De landelijke emissiefactor, die gebruikt wordt om de emissies als gevolg van het elektricí- teitsverbruik vast te stellen, neemt echter richting 2030 sterk af. Daardoor nemen ook de emissies vanuit de sector elektriciteit netto af. Het eindbeeld voor de sector elektriciteit ís dat de landelijke elektriciteitsproductie geheel duurzaam wordt. In 2030 zal het echter nog niet zover zijn en is de emissiefactor nog >» 0. Aanvullende hernieuwbare elektriciteitsproductie in Amsterdam zelf draagt bij aan het verlagen van de landelijke emissiefactor, maar dit is een beperkt effect. De emissies vanuit deze sector kunnen vooral omlaag worden gebracht door in te zetten op grotere efficiëntie (bijvoorbeeld led-lampen, warmtepompen), energiebesparing en het weren van grote verbruikers (bijvoorbeeld datacenters). In het laatste geval ís er echter het reële risico dat deze grootverbruikers zich elders zullen vestigen, waardoor het in feite om verplaatsing van emissies en niet om daadwerkelijke emissiereductie gaat. 4,6.1 Wat moet er gebeuren om de raming te halen De landelijke emissiefactor voor elektriciteitsproductie is sterk bepalend voor de emissies van de sector elektriciteit. Deze wordt in de KEV ingeschat voor 2030 en in onze raming overgenomen. Of de raming gehaald wordt hangt daarom vooral af van de mate waarin de projecties in de KEV accuraat blijken te zijn. Voor het overige geldt dat als de raming in de sectoren Gebouwde omgeving, Industrie en Mobiliteit gehaald wordt, dit tot meer emissies in de sector Elektriciteit leidt dan wanneer de raming in die sectoren niet gehaald wordt. Er is daarom geen rationale om de emissies ín de sector Elektriciteit op zichzelf zo laag mogelijk te krijgen; de beleidsinzet dient vooral ín de andere sectoren plaats te vinden en de emissies binnen Elektriciteit reflecteren de uitkomst daarvan. Wel wordt er ín de raming een besparingspercentage van 1,0% per jaar aangenomen toegepast op woningen, diensten en bouwnijverheid. Dit wordt beschouwd als een autonome ontwikkeling, maar als de besparing hierbij achter zou blijven zou er aanvullend beleid gevoerd kunnen worden om de raming op dit punt te halen. Gezien de huidige energieprijzen lijkt 1,0% echter een conservatieve aanname voor autonome besparingen. 28 220443 - Inventarisatie aanvullend klimaatbeleid - Januari 2023 (Q A 4.6.2 Landelijke context Landelijk wordt er fors ingezet op met name uitbreiding van wind op zee. Mede hierdoor ís de projectie voor de emissiefactor voor elektriciteit voor 2030 afgenomen van 0,09 ka/kWh in de KEV 2021 (gebruikt voor onze vorige update) naar 0,07 ka/kWh in de KEV 2022 (verwerkt in de update voor dit project). Dat ís een significante verbetering die een groot deel van de extra emissiereductie in de raming verklaart. Vanwege de oorlog in Oekraïne, de hoge energieprijzen en de wens om onafhankelijk te worden van Russisch aardgas is er een landelijke campagne opgetuigd om energie, en dan met name aardgas, te besparen. Dit biedt een goede voedingsbodem om vergelijkbare initiatieven in Amsterdam op te zetten, zoals het door ons voorgestelde convenant (zie maatregel 2). 4.6.3 Aanvullende maatregelen Hieronder presenteren we één aanvullende maatregel voor de sector Elektriciteit: Onderzoek naar plannen datacenters. Het aanpakken van netcongestie ís daarnaast een belangrijke randvoorwaarde voor elektrificatie van grote delen van andere sectoren, zoals ook al in Paragraaf 4.5 aan de orde is gekomen. Verder hebben we de volgende opties voor maatregelen geïdentificeerd. Deze kunnen interessant zijn voor Amsterdam maar leveren relatief weinig emissiereductie op en/of nemen risico’s met zich mee. Het plaatsen van batterijen om lokaal tijdelijk netcongestie op te lossen heeft bijvoorbeeld het risico dat deze in een later stadium toch op het net aangesloten worden, wat juist tot meer netcongestie leidt: — Energiebesparing utiliteit en kantoren: lichten ’s nachts uit, deuren dicht, etc. Onderdeel van convenant, zie GO. — Zon op dak lokaal gebruiken om netcongestie tegen te gaan. — Apparaatjes die sluipverbruik meten uitdelen aan mkb en woningen. — Mogelijkheid om koelkast, etc. ín te ruilen voor zuiniger exemplaar voor minima. — Verplichte zon op dak voor bepaalde locaties, bijvoorbeeld parkeerplaatsen. — Batterijen plaatsen, slimme laadpalen, etc — Landelijk beleid: CO‚-normeringsverplichting voor elektriciteit. Maatregel 10: Onderzoek naar plannen datacenters We nemen ín de raming een groei ín het aantal datacenters mee van 318 MW ín 2030 (Gemeente Amsterdam, 2020), bovenop de bestaande datacenters. Dit betreft de aanvragen voor datacenters die op dit moment bij de gemeente Amsterdam liggen. Als deze aanvragen niet worden gehonoreerd scheelt dat dus 318 MW aan elektriciteitsverbruik in 2030. Dit komt overeen met een emissiereductie van circa 75 kton. Er is in Weesp ook een aanvraag voor een datacenter gedaan (College van B&W gemeente Amsterdam, 2022a). Het niet toestaan daarvan levert uiteraard ook een besparing op, maar in de rest van deze studie zijn de emissies van Weesp niet meegenomen. De extra potentiële reductie in Weesp van circa 8 kton kan dus niet afgezet worden tegen de 460 kton extra reductie die nodig is om de 60% te halen (zie Hoofdstuk 3}, omdat de emissies van Weesp hier niet bij betrokken zijn. 29 220443 - Inventarisatie aanvullend klimaatbeleid - Januari 2023 (Q A De datacenters die niet in Amsterdam terecht kunnen zullen waarschijnlijk elders in Nederland een locatie zoeken. De behoefte aan datacenters en de gunstige condities daarvoor in Nederland zullen immers niet veranderen. Dit betekent dat er de facto sprake is van verplaatsing van emissies en niet van emissiereductie. Geen nieuwe datacenters toestaan, heeft een relatie met Maatregel 1: versnelde verduurzaming van warmtenetten. In de huidige afspraken voor de verduurzaming van de warmtenetten wordt immers ook het gebruik maken van restwarmte van datacenters als één van de opties genoemd. Doordat er minder datacenters komen, is er ook minder restwarmte beschikbaar voor het warmtenet. Er ís echter wel voor 131 MW (stand van zaken 05-10-2020) aan bestaande datacentercapaciteit, die restwarmte zou kunnen leveren (Gemeente Amsterdam, 2020). In het warmtenet-convenant wordt niet gespecificeerd hoeveel warmte door datacenters geleverd kan worden en de warmte kan ook door andere duurzame opties worden gegenereerd. Daarom heeft dit geen impact op de potentieel- inschatting voor Maatregel 1. Actie Amsterdam De gemeente kan de bestaande en toekomstige aanvragen voor datacenters binnen de gemeentegrenzen afwijzen. Hier is echter wel een juridische grond voor nodig. De bestemmingsplannen moeten worden aangepast. Mogelijke kosten en belemmeringen Er kan schade ontstaan uit het wijzigen van de bestemmingsplannen. Bijvoorbeeld derving van inkomsten uit grondverkoop of erfpacht, of vertraging in andere bouwprojecten. Gevolgen voor burgers en bedrijven Doordat er geen datacenters meer bijkomen neemt de voorziene netcongestie af. De ruimte op het net komt echter niet automatisch beschikbaar voor andere bedrijven op het elektriciteitsnet. De ruimte komt alleen beschikbaar als het contract van het data- center met de netbeheerder wordt verbroken. 30 220443 - Inventarisatie aanvullend klimaatbeleid - Januari 2023 (Q A 5 Conclusie De gemeente Amsterdam streeft naar 60% reductie van broeikasgassen in 2030 ten opzichte van 1990. Uit de geüpdatete raming van het klimaatbeleid van Amsterdam blijkt echter dat de emissiereductie op basis van het huidige beleid onvoldoende ís om dat doel te halen. In deze studie hebben we aanvullende maatregelen geformuleerd die de gemeente Amsterdam zou kunnen nemen om het doel voor 2030 alsnog te realiseren. Dat vraagt echter een zeer grote inspanning, zowel om de plannen die al in de raming zijn opgenomen daadwerkelijk te realiseren als om genoeg aanvullende maatregelen te realiseren. De raming voor 2030 komt uit op 1.980 kton CO‚-emissies, dat komt overeen met een reductie van 48% ten opzichte van 1990, met een bandbreedte van 15 tot 56% reductie. De doelstelling van 60% reductie wordt volgens deze raming niet gehaald, ook niet ín het meest optimistische scenario. Het ís echter geen gegeven dat de emissiereductie die wel ín de raming is opgenomen ook gerealiseerd wordt. Voor veel maatregelen moet er nog heel veel gebeuren om de emissiereducties daadwerkelijk te realiseren. Daarbij is het belangrijk dat de betreffende acties zo snel mogelijk in gang worden gezet, zodat ze uiterlijk in 2030 gerealiseerd zijn. Het halen van de raming vraagt dan ook nog een grote inspanning van de gemeente Amsterdam en andere betrokken partijen. Ten opzichte van de raming moet nog 460 kton aanvullende emissiereductie gerealiseerd worden om het doel voor 2030 te halen. We hebben geïnventariseerd wat voor maatregelen er aanvullend nog mogelijk zijn om de emissies van Amsterdam te reduceren. Tabel 4 geeft een overzicht van tien mogelijke aanvullende maatregelen. Er is voldoende potentieel om het doel voor 2030 nog te halen, maar dit vraagt wel grote inspanningen waarbij de onze- kerheid over het daadwerkelijk slagen hoog ís. Voor de meeste maatregelen ís bovendien niet alleen een actie van de gemeente Amsterdam nodig, maar moeten juist ook andere partijen ín actie komen, zoals bedrijven en de rijksoverheid (ín geval van pleiten voor aanpassingen landelijk beleid). Het is dan ook aan te raden om meer maatregelen te nemen dan op basis van de potentieelinschatting nodig ís om ruimte te laten voor tegenvallers. Tabel 4 - Maatregelen quickscan, incl. inschatting reductiepotentieel. COz-eq. (schatting 6 _| Pleiten voor 80 km/u op snelwegen Amsterdam (landelijke maatregel) | ________10kton| _8_| Andere CCS-projecten 400 kton | _9_ | Faciliteren verduurzaming energie-intensieve industrie | ntb| De maatregelen op deze lijst zijn stuk voor stuk zeer uitdagend. Alle gemakkelijke maatregelen zijn immers al genomen. De meeste maatregelen hebben we geselecteerd omdat het potentieel relatief groot ís en ze daardoor een significante bijdrage kunnen 31 220443 - Inventarisatie aanvullend klimaatbeleid - Januari 2023 (Q A leveren aan het doelbereik. In de lijst staan echter ook enkele maatregelen met een kleiner potentieel, Dat hebben we gedaan in de gebouwde omgeving (Maatregel 2 en 3) omdat de gemeente hier zelf direct invloed kan uitoefenen en er een belangrijk signaalfunctie en gevoel van urgentie van uitgaat. In de mobiliteitssector hebben we twee maatregelen meegenomen met een kleiner potentieel (Maatregel 5 en 6) als vangnet voor de maat- regelen in de raming. Het potentieel van deze maatregelen ís namelijk veel groter als de uitstootvrije zone voor personenvervoer uit de raming, waarvan de juridische haalbaarheid nog niet zeker is, niet wordt gerealiseerd. Alleen Maatregel 7, het realiseren van CCS voor de totale uitstoot van AEB zou ruim vol- doende zou zijn om de extra reductieopgave van 460 kton te halen. Alle andere maat- regelen blijven hier ver onder, waarbij met name het potentieel van het afvangen van biogene CO; uit andere installaties dan de AEB (Maatregel 8) voor 2030 erg onzeker is en het potentieel van Maatregel 9 op dit moment nog niet kan worden bepaald. Als de maatregelen waarbij van CCS gebruik wordt gemaakt buiten beschouwing worden gelaten, zijn alle andere maatregelen samen uit Tabel 4 gezamenlijk nog niet voldoende om de noodzakelijke 460 kton emissiereductie in 2030 te behalen. We kunnen dus concluderen dat het nog mogelijk is om de doelstelling van 60% reductie in 2030 te realiseren. Het vergt echter nog grote inspanningen voor de maatregelen die al zijn opgenomen in de raming én voor het nemen van ingrijpende aanvullende maatregelen. We adviseren om alle maatregelen nader uit te werken, zodat de kans zo groot mogelijk is dat het doel uiteindelijk wordt gehaald. 32 220443 - Inventarisatie aanvullend klimaatbeleid - Januari 2023 (Q A . 6 Literatuur Actienetwerk 15% GasTerug, 2022 Actienetwerk 15% GasTerug [Online] https://ikzetookdeknopom.nl/ AEB, 2018 AEB Bio-energiecentrale [Online] https: //www.aebamsterdam.nl/mieuws/aeb- bio-energiecentrale-aeb-bec/. Amsterdam, G., 2023. Energie besparen? Doe mee met de actie!, https: //www.amsterdam.nl/ondernemen/nieuws/energie-besparen-doe-mee- actie/, Berenschot, 2022. De Amsterdamse klimaatambitie, Aanvullende maatregelen om te komen tot 55% CO2 -reductie in 2030. CE Delft, 2009. Langzamer is zuiniger : Verkenning van klimaatwinst van snelheidsverlaging op de snelweg, Delft: CE Delft. CE Delft, 2021. Monitor Amsterdam Klimaatneutraal : Effect van voorgenomen beleid op CO2-uitstoot - Update 2021, Delft: CE Delft. CE Delft, 2022a. Bijmengverplichting groen gas. Ontwerpopties en effectenanalyse, Delft: CE Delft. CE Delft, 2022b. Effect van normering hybride warmtepompen op Amsterdam, Delft: CE Delft. CE Delft, 2022c. Raming Amsterdam Klimaatneutraal : Effect van beleid op CO2-uitstoot (update 2022), Delft: CE Delft. Auteur, Jaar. Titel. Editie ed, Plaats van uitgave: Uitgever. College van B&W gemeente Amsterdam, 2022b. Raadsinformatiebrief Uitwerking van het isolatieoffensief, Gemeente Amsterdam, https: //amsterdam.raadsinformatie.nl/document/11985420/1/01+Raadsinformatie brief+uitwerking+van+het-+isolatieoffensief. Gasunie, 2022 Superkritische watervergassing [Online] https: //www.gasunie.nl/ projecten/superkritische-watervergassing. Gemeente Amsterdam, 2020. Amsterdam Duurzaam Digitaal: Vestigingsbeleid datacenters gemeente Amsterdam 2020-2030, Gemeente Amsterdam, 14 oktober 2020 https:/ /openresearch.amsterdam/nl/page/62735/vestigingsbeleid-datacenters- gemeente-amsterdam-2020-%E2%80%93-2030, Auteur, Jaar. Titel. 30 km/u in de stad. Editie ed. Plaats van uitgave: Uitgever. Gemeente Amsterdam, 2022 Dataset CO2 uitstoot Amsterdam [Online] https: / /onderzoek. amsterdam.nl/dataset/co-2-uitstoot-amsterdam. Gemeente Diemen, Gemeente Almere, Gemeente Amsterdam, Gemeente Weesp, Gemeente Gooise Meren, Provincie Noord Holland & Vattenfall, 2019. Convenant verduurzaming stadsverwarmingscentrale Diemen, https: //bestuur. gooisemeren.nl/fileadmin/news _import/1501018 Bijlage _bij_RM_- Convenant _Stadsverwarmingscentrale_ Diemen. pdf. Groenen, T., 2018. Nijmegen Warm Welkom : Onderzoek t.b.v. campagne 2018: Tessa Groenen Projectmanagement en advies | MVO | Recreatie & toerisme. Het Parool, 2022. Bedrijven op de Zuidas doen 's nachts de lichten uit, https: //www.parool.nl/amsterdam/bedrijven-op-de-zuidas-doen-s-nachts-de- lichten-uit-b63f1b8b/. Mini-burgerberaad, 2021. Een mini-burgerberaad over een maxi-vraagstuk: Amsterdam van 37% naar 55% CO; -reductie in 2030, Amsterdam: Gemeente Amsterdam. Ministerie van EZK, 2022. Wet collectieve warmtevoorziening, besluit infrastructuur in publieke handen, Rijksoverheid, https: //open.overheid.nl/repository/ronl- 8945a8cObcb7be54eae00d4d2bbb75763326f399/1/pdf/wet-collectieve- warmtevoorziening-besluit-infrastructuur-in-publieke-handen.pdf. 33 220443 - Inventarisatie aanvullend klimaatbeleid - Januari 2023 (Q A NHK, 2018. Factsheet CO; uitstoot van haarden en kachels in Nederland, https: //stichting- nhk.nl/wp-content/uploads/2018/12/1812-CO2-document-houtstook. pdf. Nu.nl, 2022 Gasverbruik in Nederland met tientallen procenten gedaald [Online] https: //www.nu.nl/economie/6224427/ gasverbruik-in-nederland-met-tientallen- procenten-gedaald. html. Offshore Energy, 2022 Port of Amsterdam to house world’s largest bio-LNG plant [Online] https: //www.offshore-energy.biz/ port-of-amsterdam-to-house-worlds-largest-bio- Ing-plant/. PBL, 2022a. Beleidsoverzicht en factsheets beleidsinstrumenten. Achtergronddocument bij de Klimaat- en Energieverkenning 2022, Den Haag: Planbureau voor de Leefomgeving (PBL). PBL, 2022b. Klimaat- en Energieverkenning (KEV) 2022, Den Haag: Planbureau voor de Leefomgeving (PBL). Peraki, L., 2019. Towards a climate-neutral wastewater treatment plant in Leeuwarden. PvdA, GroenLinks & D66, 2022. Amsterdams Akkoord 2022-2026, Amsterdam: Gemeente Amsterdam. Rebel, 2021. Actualisatie toekomstscenario’s voor afvalverbranding in Nederland. Rijksoverheid, 2019. Klimaatakkoord, Den Haag: Rijksoverheid. Rijksoverheid, 2021. Ontwerp memorie van toelichting: Wet van [datum] tot wijziging van de Omgevingswet en de Gaswet in verband met gemeentelijke instrumenten voor de warmtetransitie in de gebouwde omgeving (Wet gemeentelijke instrumenten warmtetransitie), Den Haag: Rijksoverheid. Simon, F., 2021. EU plans certification scheme for carbon dioxide removals, EURACTIV, 4 November 2021 https: //www.euractiv.com/section/energy-environment/news/eu- plans-certification-scheme-for-carbon-dioxide-removals/. Southpole, 2022. Quick scan on the carbon removal potential in the Amsterdam Metropolitan Area and the North Sea Canal area. Staatsecretaris Fiscaliteit en Belastingdienst, M. i. W., 2022. Kamerbrief over eerste hoofdlijnen Betalen naar Gebruik. TNO, 2019. Routekaart verduurzaming van het zorgvastgoed - ziekenhuizen: TNO Innovation for Life. Vattenfall, 2020. Stadswarmte-etiket 2020, https: //www.vattenfall.nl/media/consumenten/producten/stadsverwarming/co2- rapporten/vattenfall-stadswarmte-etiket-2020. pdf, Vattenfall, 2021. Stadswarmte-etiket 2021, https: //www.vattenfall.nl/media/consumenten/producten/stadsverwarming/co2- rapporten/vattenfall-warmte-etiket-stadswarmte-2021. pdf. Verkeerskunde., 2022 Geen landelijke kilometerheffing, wel een congestieheffing in Groot-Amsterdam [Online] https: //www.verkeerskunde.nl/blog/blog-geen- landelijke-kilometerheffing-wel-een-congestieheffing-in-groot-amsterdam. Waternet, 2022. Bouw groengasinstallatie, https: //www.waternet.nl/werkzaamheden/ bouw-groengasinstallatie/, 34 220443 - Inventarisatie aanvullend klimaatbeleid - Januari 2023 (Q A A Update raming Amsterdam klimaatneutraal CE Delft voert een jaarlijkse update uit van een raming van de CO‚-uitstoot in 2030 in de gemeente Amsterdam. De meest recente jaarlijkse update was in februari 2022 (CE Delft, 2022c). In november 2022 is de klimaat en energieverkenning (KEV) 2022 uitgekomen(PBL, 2022b). De KEV ligt aan de basis van de raming van de CO,-uitstoot. In het kader van dit onderzoek is het van toegevoegde waarde om nu (ruim een half jaar na de jaarlijkse update) toch al een tussenupdate van de raming te doen. In deze update nemen we ín principe alleen de update van de KEV mee, Daarnaast nemen we enkele kleine updates in het beleid van de gemeente Amsterdam mee. In lijn met het landelijk beleid is de doel- stelling van 55% aangepast naar een streven naar 60% CO‚-reductie in 2030 ten opzichte van 1990. In deze bijlage beschrijven we de wijzigingen ten opzichte van de raming gedaan in februari 2022. Voor de onderwerpen die we in hier niet beschrijven zijn de aannames gelijk gebleven aan de aannames in de versie van februari 2022. A1 Gebouwde omgeving Het transitiepad Gebouwde Omgeving behelst woningen, commerciële dienstverlening en publieke dienstverlening. We gaan hier in op het aardgasverbruik en warmtenetten. Elektriciteitsverbruik is opgenomen onder transitiepad Elektriciteit. Beleid en ontwikkelingen Verduurzaming warmtenetten Amsterdam kent twee grote warmtenetten, Westpoort Warmte en het warmtenet in Zuid en Oost. De gemiddelde emissiefactor van het warmtenet in 2021 was 21 kg/GJ (Vattenfall, 2021), tegen 26 ka/GJ ín 2020 (Vattenfall, 2020). De emissiefactor is gedaald door inzet van ondermeer biomassa voor de productie van warmte. Voor beide warmtenetten zijn ambities uitgesproken om de CO,-emisises ín 2040 lineair vanaf nu terug te brengen naar 0. Voor het warmtenet Noord en West zijn al bindende afspraken gemaakt. Voor het warmtenet Zuid en Oost zijn er nog geen bindende afspraken gemaakt. We nemen aan dat ín de raming het warmtenet Noord/West volledig verduur- zaamt richting 2040. In het minimale uitstoot scenario nemen we aan dat ook Zuid/Oost volledig verduurzaamt tot 2040. De emissiefactor voor warmte in 2030 komt daarmee uit op 19 (10-21) kg/GJ, tegen 23 ka/GJ in de raming van februari. Emissiefactor gas omhoog bijgesteld Volgens de KEV 2022 ís de emissiefactor van gas 56,4 kg/GJ in 2030. De geagendeerde maatregel ‘bijmengverplichting voor groengas in de gebouwde omgeving’ ís in de KEV 2022 niet toegekend aan de sector gebouwde omgeving, maar wel meegenomen ín de band- breedte (PBL, 2022b). De KEV gaat uit van O tot 0,4 miljard m? bijmenging, dit is beperkt in verhouding met de doelstelling van 1,6 miljard m? (20% van het gasverbruik in de gebouwde 6 poor een aanpassing in de verbruiken is deze emissiefactor hoger dan gerapporteerd in (CE Delft, 2022c). 35 220443 - Inventarisatie aanvullend klimaatbeleid - Januari 2023 (Q A omgeving). Omdat in de plannen geen voorziening is opgenomen om deze emissiereductie alleen te mogen toekennen aan de gebouwde omgeving, is in de KEV-bandbreedte de reductie naar rato van het gasgebruik verdeeld worden over alle eindverbruik sectoren in Nederland (PBL, 2022a). In de raming stellen we, in lijn met de KEV, de emissiefactor omhoog bij ten opzichte van de raming in februari 2022. Dit zorgt voor een kleine toename in de emissies uit aardgas ín de gebouwde omgeving ten opzicht van de raming in februari 2022. Ook nemen we in de raming, net als ín de KEV, de beperkte bijmenging ín het minimale scenario (minimale uitstoot) mee. Dit draagt beperkt bij de aan de totale daling aan emissies uit aardgas in alle sectoren in het minimale scenario. Afschaffing Amsterdamse BENG+ De scherpere Amsterdamse BENG-normen (BENG-+) zijn ín het coalitieakkoord afgeschaft (PvdA et al., 2022). Deze scherpere normen werden ín de raming niet meegenomen (CE Delft, 2021), de afschaffing heeft dus geen effect op de raming. Uitkomsten De emissies dalen 21% (14-33%) in 2030 ten opzichte van 2019, De emissies van Gebouwde Omgeving bedroegen 1.208 kton in 2019. Voor 2030 is 950 kton geraamd, met een bandbreedte van 810 tot 1.040 kton. In Tabel 5 zijn de resultaten weergegeven. De raming is gelijk aan de raming van de vorige versie, De emissies uit aardgas zijn toegenomen ten opzichte van de vorige raming, en de emissies van de warmtenetten zijn afgenomen. Deze effecten leiden netto tot geen verandering in de geraamde emissies voor de gebouwde omgeving in 2030. De reductie voorzien tussen 2019 en 2030 komt deels voort uit autonome ontwikkelingen (van 1.208 kton naar 1.060), deels uit gemeentelijk beleid (naar 940), waarna groei van de stad de uitstoot weer doet toenemen (naar 950 kton). Tabel 5 - COz-uitstoot Gebouwde Omgeving (kton COz-eq. per jaar)* 2019 | 2025 | 2030 | dienstverlening dienstverlening * Bandbreedte in ; Î hogere uitstoot geraamd nu dan vorige versie, | lagere uitstoot geraamd nu dan vorige versie, — geraamde uitstoot gelijk aan vorige versie. 36 220443 - Inventarisatie aanvullend klimaatbeleid - Januari 2023 (Q A A.2 Mobiliteit Beleid en ontwikkelingen Voor de mobiliteit is geen nieuw gemeentelijk beleid meegenomen ín deze update. De gemeente Amsterdam werkt momenteel aan een uitvoeringsagenda uitstootvrije mobili- teit, die medio 2023 wordt verwacht met actualisatie van ambities uit Actieplan Schone Lucht. Voor mobiliteit hebben we daarom ín deze raming alleen de prognoses van de KEV 2022 geüpdatet. In de KEV 2022 gaan de uitstoot van wegverkeer, mobiele werktuigen en mobiliteit ín het algemeen iets omlaag. Uitkomsten De emissies dalen 78% (43-79%) in 2030 ten opzichte van 2019. De emissies van Mobiliteit bedroegen 825 kton in 2019, Voor 2030 is 180 kton geraamd, met een bandbreedte van 170 tot 470 kton. De raming ís licht positiever dan de vorige versie van de raming (190 kton), met name door de licht positievere prognoses in de KEV 2022. De reductie voorzien tussen 2019 en 2030 komt deels voort uit autonome ontwikkelingen (van 825 naar 660 kton) en voor het overgrote deel uit de emissievrije zones (naar 180 kton), met een tot slot enige toename door groei van de stad (naar 185 kton). In Tabel 6 lijkt het alsof alle emissies per categorie gelijk blijven, maar alleen het totaal ís gedaald. Dit komt door afrondingen, de verschillen per categorie vallen weg bij het afronden op tientallen, maar tellen ín totaal wel op tot een emissiereductie die zichtbaar is in de afgeronde getallen. Tabel 6 - COz-uitstoot Mobiliteit (kton COz-eq. per jaar) * 2019 | 2025 | 2030 | excl. snelwegen snelwegen werktuigen | Brandstofverbruik railverkeer __ | 0 | > 00 | > 00 | [Totaal | 825 | | 620 540690 | | 4180 170-470 | * Bandbreedte in ; Î hogere uitstoot geraamd nu dan vorige versie, | lagere uitstoot geraamd nu dan vorige versie, — geraamde uitstoot gelijk aan vorige versie. 37 220443 - Inventarisatie aanvullend klimaatbeleid - Januari 2023 (Q A Â.3 Haven en industrie Beleid en ontwikkelingen Voor haven en industrie ís geen nieuw gemeentelijk beleid meegenomen ín deze update. We hebben alleen de prognoses van de KEV 2022 geüpdatet. In de KEV 2022 ís de uitstoot van de haven en industrie die onder het ETS systeem valt iets hoger dan in de KEV 2021, de uitstoot van industrie die niet onder het ETS systeem valt is iets lager, uitstoot uit bunkerbrandstoffen zijn iets hoger. De totale industrie heeft in de prognoses van de KEV 2022 een hogere uitstoot dan in de KEV 2021. Uitkomsten De emissies dalen met 48% (bandbreedte ís een stijging van 4% tot een daling van 60%) în 2030 ten opzichte van 1990. De emissies van Haven en Industrie bedroegen 716 kton in 2019. Voor 2030 is 370 kton geraamd, met een bandbreedte van 290 tot 750 kton. De raming is daarmee gelijk aan de vorige versie. Tabel 7 laat zien dat de emissies van het aardgasverbruik van de bouwnijverheid omlaag is gegaan ten opzichte van de vorige versie, maar dat de totale emissies gelijk zijn met de vorige versie, Dit komt doordat we afgeronde getallen laten zien. De daling in het aardgas- verbruik van de bouwnijverheid zie je niet terug in het afgeronde getal van de totale emissies. AEB heeft in 2019 deels stilgelegen en noteerde daardoor een lagere uitstoot. Dit was tijdelijk, maar de uitstoot zal niet geheel op het niveau van 2018 terugkomen, onder meer onder invloed van de CO‚-heffing. Net als in de raming van februari 2022, gaan we ervan uit dat, bij realisatie van CO-afvang, de hoeveelheid afval die verbrand wordt wel terug naar het niveau van 2018 gaat. Dit verklaart dat de emissies van AEB in 2025 hoger zijn dan in 2019, Tabel 7 - COz-uitstoot Haven en industrie (kton COz-eq. per jaar) * 2019 | 2025 | 2030 | | Aardgasverbruik bouwnijverheid |___9 | \ 9 7u | 7 69 | binnenvaart | Uitstoot overige broeikasgassen | 72 | + 80 7080 | — 60 5070 | * Bandbreedte in ; Î hogere uitstoot geraamd nu dan vorige versie, | lagere uitstoot geraamd nu dan vorige versie, — geraamde uitstoot gelijk aan vorige versie. 38 220443 - Inventarisatie aanvullend klimaatbeleid - Januari 2023 (Q A A.4 Elektriciteit Beleid en ontwikkelingen Verduurzaming van elektriciteit De emissiefactor van elektriciteit van het net zal afnemen. In KEV 2022 ís berekend dat de emissiefactor door onder meer het Klimaatakkoord zal dalen tot 0,19 kg/kWh in 2025 en 0,07 kg/kWh in 2030. Vorig jaar waren de prognoses respectievelijk 0,21 en 0,09 ka/kWh. Deze bijstelling heeft een positieve impact op de raming van de CO‚-emissies van Amsterdam. Minder groei datacenters Volgens het vestigingsbeleid van de gemeente Amsterdam is het extra gecontracteerd vermogen van bekende projecten 318 MW (Gemeente Amsterdam, 2020). De gemeente verwacht daar bovenop momenteel geen extra groei (behalve een mogelijke extra aanvraag in Weesp). In de raming gaan we er daarom vanuit dat tot 2030 nog 318 MW aan datacenters erbij komt. Dat is een stuk lager dan de groei waar in eerdere versies van de raming rekening mee was gehouden (ongeveer 500 MW). Wijziging in elektriciteitsverbruik volgens de KEV In de KEV 2022 zijn wat wijzigingen in de prognoses van het elektriciteitsverbruik in 2030 ten opzichte van de KEV 2021. Het elektriciteitsverbruik van woningen ís hoger ingeschat, het elektriciteitsverbruik van diensten, industrie en mobiliteit zijn lager ingeschat. Uitkomsten Daling van emissies 66% (28-71%) in 2030 ten opzichte van 2019. De emissies van transitie- pad Elektriciteit bedroegen 1.368 kton in 2019. Voor 2030 is 470 kton geraamd, met een bandbreedte van 400 tot 980 kton. De raming is gunstiger dan die van vorig jaar (700 kton). Dit komt door de bijstelling van de emissiefactor van elektriciteit en lagere inschatting voor de groei van datacenters. De belangrijkste factor in de voorziene daling tussen 2019 en 2030 is dan ook de schonere elektriciteitsproductie ín 2030 (van 1.688 naar 306 kton). Beleid van de stad zorgt voor een grotere elektriciteitsvraag ter vervanging van aardgas en brandstoffen (emissies naar 360 kton). Groei van de stad, met name datacenters, zorgt voor verdere toename van de elektriciteitsvraag en bijbehorende uitstoot (naar 470 kton). Tabel 8 - COz-uitstoot Elektriciteit (kton COz-eq. per jaar) * | 2019 | 205 | _____2030 | | Woningen | 39 | ‚490 woo | ‚ 80 70160 | Mobiliteit | | — 60 5070 | ‚ 60 6030 | Industrie | 4180 | ‚ 90 sono | ‚ 40 3070 | Bouwnijverheid | 3 |, 6 68 |, 2 24 | [Totaal | 41.368 | ‚ 4.060 ‘0001350 | ‚ 470 400-980 | * Bandbreedte in ; Î hogere uitstoot geraamd nu dan vorige versie, | lagere uitstoot geraamd nu dan vorige versie, — geraamde uitstoot gelijk aan vorige versie. 39 220443 - Inventarisatie aanvullend klimaatbeleid - Januari 2023 (Q A Â.5 Conclusie Geraamde reductie voor 2030 is 48% (15-56%) ten opzichte van 1990 Figuur 2 - uitstoot in 1990 en 2019 en geraamde uitstoot in 2025 en 2030 (kton COz-eq.) 5.000 +16% +6% 4.000 6% -12% 45% 3.000 -48% 2.000 -56% n L EEE | 1990 2019 2025 2030 mmm 1990 mmm Gebouwde omgeving Mobiliteit mes Haven en Industrie mmm Elektriciteit mmm Doel 2030 (-60%) (ls De raming voor 2030 komt uit op 1.980 kton CO,-emissies, dat komt overeen met een reductie van 48% ten opzichte van 1990, met een bandbreedte van 15 tot 56% reductie. In de raming ís een schatting gemaakt van de effecten van autonome ontwikkelingen, vastgesteld en voorgenomen gemeentelijk beleid, en groei van de stad. De doelstelling van 60% reductie wordt volgens deze raming niet gehaald, ook niet in het meest optimistische scenario. Minder emissies geraamd, maar hogere doelstelling In februari 2022 kwam de raming voor 2030 uit op 42% (12-58%) reductie ten opzichte van 1990. De nieuwe raming ís dus gunstiger wat betreft de emissies. Dit ís grotendeels toe te schrijven aan de lagere emissiefactor voor elektriciteit voorzien in de KEV en dat data- centers minder groeien richting 2030 dan in de vorige raming. De doelstelling is echter bijgesteld van 55% naar een streven naar 60% reductie in 2030 ten opzichte van 1990. Deze wordt volgens deze raming in geen enkel scenario behaald, terwijl in de vorige raming het doel van 55% wel werd gehaald in het meest optimistische scenario. 40 220443 - Inventarisatie aanvullend klimaatbeleid - Januari 2023 (Q A Tabel 9 - COz-uitstoot totaal (kton COz-eq. per jaar)* 2019 | 25 | ______2030 | _Kunstenaultwer | 24 | SS 40 wo |, 8 8u | luchtkwaliteit * Bandbreedte in ; Î hogere uitstoot geraamd nu dan vorige versie, | lagere uitstoot geraamd nu dan vorige versie, — geraamde uitstoot gelijk aan vorige versie. 41 220443 - Inventarisatie aanvullend klimaatbeleid - Januari 2023 (Q A
Onderzoeksrapport
42
train
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Schriftelijke vragen Jaar 2021 Nummer 111 Datum indiening 14 april 2020 Datum akkoord 12 april 2021 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het lid De Grave-Verkerk inzake de OBA-vestigingen in Zuid. Aan de gemeenteraad Toelichting door vragensteller: De huur van de huidige locatie van de OBA Buitenveldert aan de Willem van Weldammelaan blijkt door de OBA te zijn opgezegd. Dit zou verband houden met een voorgenomen relocatie medio 2021. De OBA heeft echter nog geen alternatieve locatie aangekondigd. Dit baart de bewoners die gebruikmaken van deze bibliotheek grote zorgen over de toekomst. De bewoners betwijfelen of er wel een andere locatie komt en of een alternatieve locatie even goed bereikbaar zal zijn. De OBA Buitenveldert is niet het enige filiaal in Zuid met een onzekere toekomst. Ook de huur van de locatie van de OBA Olympisch Kwartier aan de Laan der Hesperiden is per 1 juli 2020 opgezegd door OBA, zonder een nieuwe locatie op het oog. Onder bewoners ontstaat zorg dat buurtbibliotheken in stadsdeel Zuid opgeheven dan wel verplaatst worden om plaats te maken voor een eventuele OBA NEXT op de Zuidas. De fractie van de VVD verneemt graag of deze zorgen op realiteit van beleidsvoornemens berusten. Ook wil de fractie van de VVD weten in hoeverre het huidige beleid de bibliotheekvestigingen te spreiden in stadsdeel Zuid op losse schroeven is komen te staan. Gezien het vorenstaande heeft het lid De Grave-Verkerk, namens de fractie van de VVD, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Is het college bekend met de zorgen van de inwoners van stadsdeel Zuid ten aanzien van voorgenomen relocatie van tenminste twee vestigingen van OBA in dit stadsdeel? Antwoord: Ja, hier is het college mee bekend. In janvari 2020 is er een bijeenkomst geweest waarbij stadsdeelcommissie Zuid, buurtbewoners en de OBA hebben gesproken over de zoektocht naar een andere locatie voor de vestiging OBA Buitenveldert. Eind april 2020 heeft een dergelijke bijeenkomst, in digitale vorm, ook plaatsgevonden over de vestiging OBA Olympisch Kwartier. De gemeente Amsterdam heeft periodiek overleg met de OBA aangaande de huisvesting van hun buurtvestigingen. Wethouder Meliani heeft namens het college op 20 april 2020 een raadsadres beantwoord van bezorgde bewoners over de locaties OBA Olympisch Kwartier en OBA Buitenveldert. Deze beantwoording is 27 mei 2020 ter kennisname geagendeerd voor de commissie KDD en is besproken tijdens de commissie KDD op 17 juni 2020. 1 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam Nummer 211 Gemeenteraad R Datum 1a april 2023 Schriftelijke vragen, dinsdag 14 april 2020 2. Kanhetcollege een garantie geven dat er bij de nieuwe locaties van de OBA in Zuid rekening wordt gehouden met de bereikbaarheid via het OV, de centrale ligging en de bereikbaarheid voor minder mobiele bezoekers? Antwoord: Voor de OBA zijn bereikbaarheid met het openbaar vervoer en een centrale ligging belangrijke vitgangspunten. Daarnaast is de toegankelijkheid van de vestigingen voor minder mobiele bezoekers een wettelijke verplichting. Ook ten aanzien van de nieuwe locaties in Zuid zal de OBA hiermee rekening houden. 3. Is het college bekend met de verwachte datum van bekendmaking van de nieuwe locatie OBA Buitenveldert? Zo ja, vanaf welke datum zal deze nieuwe bibliotheek toegankelijk zijn voor bezoekers? Hoe en wanneer zullen de bezoekers en de leden van de bibliotheek hiervan op de hoogte worden gesteld? Antwoord: Inmiddels is bekend dat de prijs van het huidige huurcontract is verlaagd waardoor de OBA langer kan blijven. Er is nog geen nieuwe locatie bekend als alternatief voor buurtvestiging Buitenveldert. Zoals overal in de stad is het vinden van geschikte en betaalbare huisvesting complex. Zoals in de brief aan de gemeenteraad van 14 december 2020 is gecommuniceerd, wil het college voorkomen dat er ad hoc keuzes worden gemaakt door de OBA, door bijvoorbeeld op korte termijn huurcontracten op te zeggen en vestigingen te sluiten. Er wordt daarom gewerkt aan een integrale aanpak. Het plan voor deze integrale aanpak legt het college ter besluitvorming voor aan de raad in de eerste helft van 2021. Wanneer meer bekend is over een nieuwe locatie, ook in het geval van de nieuwe buurtvestiging Buitenveldert, zal de OBA via haar communicatiekanalen bezoekers en leden van de bibliotheek op de hoogte stellen. Dit gebeurt via de post en per mail. Ook zal er een bijeenkomst worden georganiseerd waarin belangstellenden hun wensen met betrekking tot de nieuwe vestiging kunnen meegeven. 4. In hoeverre is het mogelijk dat de huidige locatie wordt verbouwd naar een modernere en toegankelijke bibliotheek? Antwoord: De mogelijkheden voor verbouwing van de huidige locatie heeft de OBA in een eerdere fase onderzocht. Op basis daarvan heeft de OBA geconcludeerd dat de mogelijkheden te beperkt en te duur waren voor de functie zoals de OBA dat voor buurtvestigingen voor ogen heeft. De verlaging van de huurprijs van OBA Buitenveldert zorgt voor meer ruimte voor een bescheiden verbouwing / aanpassing van de huidige locatie. 5. Ondanks een groeiende behoefte van bibliotheekbezoekers aan inzet van online technologie voor lezen en audio, blijkt er bij de bezoekers en leden van de OBA Buitenveldert en de OBA Olympisch Kwartier (ook) een grote vraag te zijn naar “ouderwetse” boeken en studeervoorzieningen. In hoeverre zal deze vraag bij de nieuwe locaties gewaarborgd worden? 2 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam Nummer 211 Gemeenteraad R Datum 1a april 2023 Schriftelijke vragen, dinsdag 14 april 2020 Antwoord: Dit wordt volledig gewaarborgd. Het uitlenen van boeken tot de wettelijke kerntaken van de OBA. Daarnaast blijven ook de studeervoorzieningen hier aanwezig. 6. Heeft het college vernomen dat de bewoners van de stadionbuurt door middel van een advertentie op Funda.nl erachter moesten komen dat de OBA Olympische Kwartier al drie maanden ter verhuur werd aangeboden en zo vernamen dat de betreffende locatie zou verdwijnen? Antwoord: Ja, dit signaal heeft het college ontvangen. De afdeling Kunst en Cultuur is hierover het gesprek aangegaan met de OBA en er zijn afspraken gemaakt over de communicatie. De OBA gaat actiever communiceren met bewoners als het gaat om ontwikkelingen met betrekking tot de vestigingen. Daarbij informeert de OBA de gemeente over voorgenomen wijzigingen in het vestigingennetwerk en staat dit onderwerp bij de kwartaal-overleggen die Kunst en Cultuur voert met de OBA standaard op de agenda. 7. Met welke reden is deze beslissing vanuit de organisatie van de OBA niet naar de bezoekers en bewoners gecommuniceerd? Antwoord: De OBA heeft niet direct naar de bewoners uitgedaan omdat de intentie was tegelijkertijd meer informatie te delen over de nieuwe locaties. Dit duurde uiteindelijk langer dan de OBA had voorzien. Zoals beschreven in het antwoord op vraag 6 gaat de OBA actiever communiceren met bewoners over ontwikkelingen met betrekking tot vestigingen. 8. Komter een alternatieve locatie voor de OBA Olympische Kwartier? Zo ja, hoe en wanneer wordt dit naar de bewoners gecommuniceerd? Zal hierbij rekening worden gehouden met de behoeftes van de bezoekers voor de vormgeving van deze buurtbibliotheek? Antwoord: De OBA zoekt naar een alternatieve locatie voor de OBA Olympisch Kwartier in hetzelfde gebied. De OBA is, samen met de gemeente Amsterdam, bezig met het herijken van het vestigingen netwerk. Wanneer er een geschikte locatie wordt gevonden betrekt de OBA de buurtbewoners bij het proces om mee te denken over hoe de nieuwe locatie eruit komt te zien en wat hierbij belangrijk is. De OBA zal hiervoor een bijeenkomst organiseren. Inmiddels is de OBA met de verhuurder van de huidige locatie in gesprek om de huidige vestiging te verkleinen en minder ma te huren. 9. Wordter met het opheffen van de OBA in de Stadionbuurt en met de verhuizing van de OBA in Buitenveldert voorgesorteerd op de toekomstplannen voor OBA NEXT? Graag een toelichting. Antwoord: Nee, dat is niet het geval. Het opzeggen van de huurcontracten van deze buurtvestigingen stond los van de ontwikkeling van OBA Next. De OBA heeft besloten om niet op de huidige locaties te blijven omdat de mogelijkheden en ligging niet voldoen aan de ambities die de OBA heeft ten aanzien van haar buurtvestigingen en 3 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Nummer 211 \ Gemeenteraad Datum 12 apr 2021 Schriftelijke vragen, dinsdag 14 april 2020 omdat de huurkosten (te) hoog zijn. Daarnaast is in de motie Vink, waarin wordt verzocht om de mogelijkheden en de haalbaarheid te verkennen van een nieuwe vestiging van de OBA op de Zuidas, als vitgangspunt opgenomen dat een Zuidas- vestiging niet leidt tot het sluiten van enige andere OBA-vestiging of afname van de dienstverlening bij andere vestigingen. 10. Kan het college toezeggen dat de eventuele komst van OBA Next niet ten koste gaat van of leidt tot de verdwijning van buurtbibliotheken in de omgeving? Antwoord: Zoals in het antwoord op vraag gis te lezen heeft de motie Vink als vitgangspunt dat een Zuidas-vestiging niet leidt tot het sluiten van enige andere OBA-vestiging of afname van de dienstverlening bij andere vestigingen. Zoals in de beantwoording op vraag 8 is terug te lezen wordt er momenteel een integraal plan opgesteld waarbij er wordt gekeken hoe de OBA de aangekondigde bezuinigingen vanaf 2025 vorm gaat geven. Burgemeester en wethouders van Amsterdam Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris 4
Schriftelijke Vraag
4
train
Gemeente © x Dienstverlening: 2022 in vogelvlucht A m ste rd a Mm Vanaf 7 juni werken 6 Stadsloketten niet meer op afspraak maar op inloop. En vanaf 31 oktober werkt alleen Stadsloket Weesp nog op afspraak. 2x ezp Stadsloket esp Contact Center Amsterdam (CCA) EEB Hiervoor komt de Amsterdammer langs EZB Voor deze vragen belt de Amsterdammer 14 020 . ed Parkeervergunning mmm 1) Kes eSs enten mmm: | bewoners mn Rijbewijs eenen Melding Openbare Ruimte (MOR) Burgerzaken ED ep Eerste inschrijving mmm Eerste inschrijving KE Energietoeslag À mmm GEKEE) Belasting/heffing particulier mmm eeen mm (LEED (combi, riool, afvalstoffen, etc) mn nd KEER oekraïne OE Parkeerbon nn (VX) ee Akte Burgerlijke Stand GLD Hesen Sen ED mm CED x1.000 0 20 40 60 80 100 120 140 160 180 200 x1.000 0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100 110 EAB Online EFB Dit regelt de Amsterdammer zelf online Afspraken stadsloket mmm) / DS ned Afspraak Stadsbank VEN lening Verhuizing doorgeven == nn END Bedrijfsvergunning mmm parkeren mmm Contactformulier mmm Aanvraag uittreksel BRP d KE | KE EED ienstverlening N nd 36-194 } Ontheffing RVV/TVM x1.000 0 20 40 60 80 100 120 140 160 180 200 220 Mijn Amsterdam* EFB Deze gepersonaliseerde gegevens zoekt de Amsterdammer op Persoonlijke gegevens ee Staps mmm ad Burgerzaken mmm Parkeren x1.000 0 20 40 60 80 100 120 140 160 180 200 220 240 260 280 300 Mijn Amsterdam* Elte lo EFB Via Mijn Amsterdam doorverbinden Belastingen el Smartphone Amsterdam.nl mmm ae u Mijn Parkeervergunning ‘mmm Amsterdam Mijn Subsidies mmm 2022 mm Desktop Mijn Erfpacht mmm (54%) x1.000 0 20 40 60 80 100 120 140 160 180 200 220 240 260 280 300 * Door een verbeterde meetmethode zijn de cijfers niet te vergelijken met voorgaande jaren. es Ï LK) Bam > Gemeente In alles wat we doen zetten wa de Amsterdammer centraal. We zorgen at onze dienstverlening persoonlijk, Amsterdam _ aar onze arenstver ijk ” eenvoudig en toegankelijk is. md = ® Klant- CES-score 2021 2022 2021 2022 tevredenheid (1-5)* s Meldingen Openbare Ruimte 408.106 372.518 1, Telefoon 1.670.116 1.534.816 © © id - Online EENES PPN @ © Bezoeken 24.869.825 K 26.533.283 | Û Amsterdam.nl Pagina's bezocht VNKUK TVD CCVE NVZ kn Balie 400.166 GIVA © © Lin} Oa Webcare 103.033 103.766 © ® Mijn Û Amsterdam** GD EE Wachttijden Stadsloket Wachttijden CCA Nog te maken met corona en het op afspraak werken tot 7 juni 2022 . Gemiddeld door- * De Customer Effort Score (CES) laat zien hoe gemakkelijk een klant het vindt om een vraag of probleem Inloop Afspraak Gemiddelde . ED opgelost te krijgen. Het percentage geeft aan hoeveel procent van de Amsterdammers het gemakkelijk min.” dagen** wachttijd verbind percentage vindt om een antwoord te krijgen op hun vraag of iets te regelen bij de Gemeente Amsterdam. ** Door een verbeterde meetmethode zijn de cijfers niet te vergelijken met voorgaande jaren. | EB “eerden Burgerlijke Stand GEB Belastingen 0:01:15 5% g IM O:O1:44 In 2022 zijn er 2.505 klachten binnengekomen waarbij de Sociaal loket GEB GB Directie Dienstverlening het verantwoordelijke organisatiedeel was. hank De meeste klachten gingen over procedures, doorlooptijden en Vergunningen GD Engels @MRelonsy, informatieverstrekking. - - Financieel pe Immigratie END CMEND …- GEE Na 10 weken (4%) Staat nog open (1%) innen ele 0:01:09 10 weken Financiën 0:01:20 Klachten: ‚ afhandeling Nationalterten EMD parkeren (EERE Registratie Niet- Ad Bi GB CCA totaal 0:01:22 innen Ingezetenen (RNI) 3 weken (67%) * Tijd tussen gearriveerd zijn op het Stadsloket en geholpen worden aan de balie. * Tijd tussen het moment van plannen en de afspraak op het Stadsloket. Stadsloket Weesp werkt nog op afspraak. “** Het doorverbindpercentage geeft de mate van zelfstandig afhandelen van een call weer.
Onderzoeksrapport
3
train
D Gemeente Amsterdam VV % Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting en Monumenten % Agenda, woensdag 26 maart 2008 Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting en Monumenten Tijd 13.00 tot 17.00 uur Locatie 0239 Algemeen 1 Opening 2 Mededelingen 3 Vaststelling agenda 4 Vragenhalfuur publiek 5 Actualiteiten 6 Conceptverslag van de openbare vergadering van de Raadscommissie VV d.d. 5 maart 2008 (openbare deel) e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier doorgegeven, commissie VV @raadsgriffie. amsterdam.nl Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn slechts richtlijnen waaraan geen rechten zijn te ontlenen. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn. Voor degenen die gebruik willen maken van het “vragenhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda staat. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden via internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl. Voor algemene informatie: info @raadsgriffie.amsterdam.nl 1 Gemeente Amsterdam VV Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting en Monumenten Agenda, woensdag 26 maart 2008 7 Openstaande toezeggingen e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. 8 Termijnagenda e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. 9 Rondvraag Dienstverlening 10 Presentatie Antwoord Nr. BD2008-001142 e Presentatie wordt gegeven door de heer B. Verleg Volkshuisvesting 11 5% Regeling: beantwoording schriftelijke vragen mw. Willemse Nr. BD2008- 001565 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Geagendeerd op verzoek van mevrouw Willemse (PvdA), de heer Bakker (SP) en de heer Van der Meer (Groenlinks) Verkeer, Vervoer en Infrastructuur 12 Stadhouderskade; motie Nijman c.s. Nr. BD2008-001564 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e De heer Nijman c.s. en de heer Olij zijn hiervoor uitgenodigd. 2 Gemeente Amsterdam VV Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting en Monumenten Agenda, woensdag 26 maart 2008 13 Evaluatie autovrije zondag 2007 en vaststelling autovrije zondag 21 september 2008: Gezond Bewegen in een Schone Stad Nr. BD2008-001534 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. 14 Vaststelling Subsidieverordening verwerving belanghebbendenvergunning taxichauffeurs Nr. BD2008-001280 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (raad op 2 april 2008). e Geagendeerd onder voorbehoud van bespreking in het college van B&W op 18 maart 2008. 15 Beschikbaar stellen van een aanvullend krediet ‘Tunnelwerk 2008 ten behoeve van spoorvervanging en tunnelveiligheidsmaatregelen in de metro Oostlijntunnel Nr. BD2008-000557 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (raad op 23 april 2008). 3
Agenda
3
discard
> Gemeente Amsterdam D Motie Datum raadsvergadering 19 en 20 juli 2023 Ingekomen onder nummer 249 Status Aangenomen Onderwerp Motie van de leden Boomsma en Wijnants inzake de Voorjaarsnota 2023 (Trainingshal Jaap Eden) Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De Raad, Gehoord de discussie over Voorjaarsnota 2023. Overwegende dat, - In de Voorjaarsnota wordt aangegeven “het college kiest ervoor om de volgende projecten niet (met gemeentelijke middelen) te doen: trainingshal Jaap Edenbaan (….); - Deze keuze uiteindelijk bij de gemeenteraad ligt die over het budgetrecht beschikt; - door voorgenomen nieuwe veiligheidseisen van de Internationale Schaats Unie (ISU) voor topsport het belang van deze trainingshal voor de Nederlandse schaatsbond (KNSB) vol- gens de Jaap Eden Baan aanzienlijk is toegenomen omdat alleen in deze trainingshal een speciale luchtboarding mogelijk zou zijn; - Er veel vraag is naar het gebruik van de trainingshal, en de ruimte op dit moment te be- perkt is om aan die vraag te voldoen; - De Jaap Eden zaak aangeeft in gesprek te gaan met mogelijke particuliere sponsoren om een bijdrage te leveren aan de nieuwe hal en vraagt om daar meer tijd voor te krijgen; - Het, zonder nu enige toezeggingen te doen, kan bijdragen aan deze gesprekken als de ge- meente niet nu al definitief zou besluiten om op geen enkele manier te willen bijdragen aan deze voorziening; Verzoekt het college van burgemeester en wethouders In overleg te gaan met de Jaap Eden Baan om over de mogelijkheden om door bijdragen van parti- culiere sponsoren op termijn toch een nieuwe trainingshal te realiseren Indiener(s), D.T. Boomsma D.P.B. Wijnants
Motie
1
train
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Definitieve raadsagenda, woensdag 16 maart 2011 De burgemeester van Amsterdam nodigt de leden van de gemeenteraad uit voor de raadsvergadering. Datum en tijd woensdag 16 maart 2011 13.00 uur en 19.30 uur Locatie Raadzaal Algemeen 1 Mededelingen. 2 Onderzoek van de geloofsbrieven en installatie van het nieuw benoemde raadslid de heer T.P. Treumann (Red Amsterdam). 3 Onderzoek van de ingezonden bescheiden en installatie van het voorgestelde duoraadslid de heer I.R. Evans-Knaup (Red Amsterdam). 4 Notulen van de raadsvergadering op 16 februari 2011. 5 Vaststelling van de agenda. 6 Mededeling van de ingekomen stukken. 7 _Mondelingevragenuur. Raadsaangelegenheden 8 Benoeming van een raadslid en van duoraadsleden in raadscommissies. 9 Voordracht van het presidium van de gemeenteraad tot intrekken van de verordening op de rekeningencommissie 2003 en vaststellen van de verordening op de rekeningencommissie 2011. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 210) 10 Voordracht van het presidium van de gemeenteraad tot intrekken van de controleverordening 2004 en vaststellen van de controleverordening 2011. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 211) 11 Voordracht van het presidium van de gemeenteraad tot vaststellen van de verordening op de auditcommissie 2011. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 212) 1 Gemeente Amsterdam Gemeenteraad R Definitieve raadsagenda, woensdag 16 maart 2011 Economische Zaken 12 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 15 februari 2011 tot instemmen met de uitwerking van de inzet van de amendementsmiddelen ten behoeve van een overgangsregeling voor ondernemershuizen. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 213) Werk, Inkomen en Participatie 13 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders tot kennisnemen van het besluit van het college van burgemeester en wethouders van 16 november 2010 tot het vaststellen van beleidsregels bij de Afstemmingsverordening Inkomensvoorzieningen in verband met het meewerken aan een noodzakelijke behandeling. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 201) Wijkaanpak en Stedenbeleid 14 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 15 februari 2011 tot akkoord gaan met het bestedingsvoorstel voor 2011 inzake de verdeling van middelen uit de Decentralisatie Uitkeringen in het kader van het stedenbeleid in 2011. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 202) Zorg en Welzijn 15 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 16 november 2010 tot vaststellen van de Amsterdamse vertaling van de tweede fase van het Plan van Aanpak Maatschappelijke Opvang van G4 en Rijk. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 203) Ruimtelijke Ordening 16 Herstemming over amendement BG van de raadsleden de heer Manuel en mevrouw Combrink (Gemeenteblad nr. 156), motie CG van de raadsleden de heer Van Lammeren en mevrouw Van Roemburg (Gemeenteblad nr. 182) en motie CL van het raadslid de heer Van Lammeren (Gemeenteblad nr. 187) bij de in de raadsvergadering van 16 februari 2010 behandelde voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 12 oktober 2010 tot vaststellen van de structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch sterk en duurzaam. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 56) N.B. Reeds in uw bezit. 17 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 8 februari 2011 tot vaststellen van het bestemmingsplan Westrandweg-2° Coentunnel. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 204) 18 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 8 februari 2011 tot vaststellen van het voorbereidingsbesluit ArenAPoort West. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 205) 2 Gemeente Amsterdam Gemeenteraad R Definitieve raadsagenda, woensdag 16 maart 2011 19 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 8 februari 2011 tot vaststellen van het bestemmingsplan VUmc (Vrije Universiteit medisch centrum) CCA (Cancer Center Amsterdam). (Gemeenteblad afd. 1, nr. 206) Grondzaken 20 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 18 januari 2011 tot intrekken en opnieuw vaststellen van het aankoopbeleid inzake bloot- eigendom. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 208) Verkeer, Vervoer en Infrastructuur 21 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 15 februari 2011 tot vaststellen van een verordening tot wijziging van de verordening op de stadsdelen. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 209) 3 Gemeente Amsterdam Gemeenteraad R Definitieve raadsagenda, woensdag 16 maart 2011 Ingekomen stukken 1 Brief van mevrouw N. Frijda, namens de fractie van Red Amsterdam van 10 februari 2011 inzake het voordragen van het duoraadslid de heer B. Klatser als lid van de raadscommissie Verkeer, Vervoer en Infrastructuur (inclusief NoordZuidlijn en Luchtkwaliteit). Voorgesteld wordt, deze brief te betrekken bij de behandeling van agendapunt 8. 2 Brief van mevrouw N. Frijda, namens de fractie van Red Amsterdam van 10 februari 2011 inzake het voordragen van de heer R. Evens-Knaup als duoraadslid en als lid van de raadscommissie Werk, Inkomen en Participatie, Diversiteit en Integratie, Inburgering, Armoede en Programma Maatschappelijke Investeringen, de raadscommissie Ruimtelijke Ordening, Bouwen en Wonen, Grondzaken, Klimaat en energie, Openbare Ruimte en Groen, Zeehaven en Westpoort, Volkshuisvesting, Wijkaanpak en Stedenbeleid en en de raadscommissie Onderwijs, Jeugdzaken, Zorg en Welzijn, Sport en Recreatie, Kunst en Cultuur, Monumenten en Lokale Media. Voorgesteld wordt, deze brief te betrekken bij de behandeling van de agendapunten 3 en 8. 3 Brief van mevrouw N. Frijda, namens de fractie van Red Amsterdam van 1 maart 2011 inzake het verzoek tot het verlenen van eervol ontslag aan mevrouw N. Verweij als duoraadslid van de fractie van Red Amsterdam en beëindiging van het lidmaatschap van de raadscommissie Onderwijs, Jeugdzaken, Zorg en Welzijn, Sport en Recreatie, Kunst en Cultuur, Monumenten en Lokale Media en de raadscommissie Werk, Inkomen en Participatie, Diversiteit en Integratie, Inburgering, Armoede en Programma Maatschappelijke Investeringen. Voorgesteld wordt, deze brief voor kennisgeving aan te nemen. 4 Brief van mevrouw N. Frijda, namens de fractie van Red Amsterdam van 1 maart 2011 inzake het verzoek tot benoeming van de heer P. Treumann als lid van de raadscommissie Algemene Zaken, Financiën, Openbare Orde en Veiligheid, Juridische Zaken, Bestuurlijk Stelsel, Project 1012, Regelgeving en Handhaving, Raadsaangelegenheden en Communicatie, de raadscommissie Ruimtelijke Ordening, Bouwen en Wonen, Grondzaken, Klimaat en energie, Openbare Ruimte en Groen, Zeehaven en Westpoort, Volkshuisvesting, Wijkaanpak en Stedenbeleid, de raadscommissie Verkeer, Vervoer en Infrastructuur (inclusief Noord-Zuidlijn en Luchtkwaliteit), de raadscommissie Onderwijs, Jeugdzaken, Zorg en Welzijn, Sport en Recreatie, Kunst en Cultuur, Monumenten en Lokale Media en de Rekeningencommissie. Voorgesteld wordt, deze brief te betrekken bij de behandeling van agendapunt 8. 4 Gemeente Amsterdam Gemeenteraad R Definitieve raadsagenda, woensdag 16 maart 2011 5 Brief van de heer F. Ossel, wethouder Openbare Ruimte en Groen van 17 februari 2011 inzake uitvoering motie nr. 450 van 2008 van heer Geurts inzake Programma van Eisen Tuinen van West - duurzaamheid. Voorgesteld wordt, de raadscommissie Ruimtelijke Ordening, Bouwen en Wonen, Grondzaken, Klimaat en energie, Openbare Ruimte en Groen, Zeehaven en Westpoort, Volkshuisvesting, Wijkaanpak en Stedenbeleid kennis te laten nemen van de uitvoering van deze motie en na goedkeuring de motie als uitgevoerd te beschouwen. 6 Brief van de heer E. van de Burg, wethouder Dierenwelzijn van 11 februari 2011 inzake uitvoering motie nr. 696 van 2010 van de heer Van Lammeren inzake Geef BOA's de ruimte 3 - Stichting Imperator - deel 2. Voorgesteld wordt, de raadscommissie Economische Zaken, Bedrijfsvoering en Inkoop, Bedrijven en Deelnemingen, Personeel en Organisatie, Dienstverlening, Luchthaven, ICT, Dierenwelzijn en Waterbeheer kennis te laten nemen van de uitvoering van deze motie en na goedkeuring de motie als uitgevoerd te beschouwen. 7 Brief van de heer E. van der Burg wethouder Zorg en Welzijn van 17 februari 2011 inzake uitvoering motie nr. 829 van mevrouw Van der Pligt, mevrouw Ulichki en mevrouw Burke inzake eigen bijdrage voor verblijf in maatschappelijke opvang en vrouwenopvang in Amsterdam. Voorgesteld wordt, de raadscommissie Onderwijs, Jeugdzaken, Zorg en Welzijn, Sport en Recreatie, Kunst en Cultuur, Monumenten en Lokale Media kennis te laten nemen van de uitvoering van deze motie en na goedkeuring de motie als uitgevoerd te beschouwen. 8 Brief van de heer M. van Poelgeest, wethouder Klimaat en Energie van 28 februari 2011 inzake stand van zaken afhandeling motie nr. 872 van 2010 van mevrouw Van Roemburg inzake duurzame inkoop grond-, weg- en waterbouw. Voorgesteld wordt, de uitvoering van de motie in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen teneinde het te betrekken bij de door hen in te dienen voorstellen terzake. 9 Brief van de heer M. van Poelgeest, wethouder Ruimtelijke Ordening en Grondzaken van 2 maart 2011 inzake de bestuurlijke reactie op motie nr. 780 van 2009 van de heer J.L. Bakker inzake tijdelijke jongeren- en studentenhuisvesting op de Zuidas. Voorgesteld wordt, de raadscommissie Ruimtelijke Ordening, Bouwen en Wonen, Grondzaken, Klimaat en energie, Openbare Ruimte en Groen, Zeehaven en Westpoort, Volkshuisvesting, Wijkaanpak en Stedenbeleid kennis te laten nemen van de uitvoering van deze motie en na goedkeuring de motie als uitgevoerd te beschouwen. 5 Gemeente Amsterdam Gemeenteraad R Definitieve raadsagenda, woensdag 16 maart 2011 10 Ledenbrief VNG van 6 februari 2011 inzake onderhandelingen Bestuursakkoord. Voorgesteld wordt, deze brief voor kennisgeving aan te nemen. 11 Ledenbrief VNG van 10 februari 2011 inzake bedragen leerlingenvervoer voor het schooljaar 2011-2012. Voorgesteld wordt, deze brief voor kennisgeving aan te nemen. 12 Ledenbrief VNG van 18 februari 2011 inzake het Beleidsplan 2011-2014. Voorgesteld wordt, deze brief voor kennisgeving aan te nemen. 13 Ledenbrief VNG van 3 maart 2011 inzake recente ontwikkelingen op het gebied van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Voorgesteld wordt, deze brief in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afdoening. 14 Raadsadres van een burger van 18 februari 2011 inzake brandveiligheid van woningen langs traject NoordZuidlijn. Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afdoening en een afschrift van het antwoord te zenden aan de leden van de raadscommissie voor Verkeer en Vervoer en Infrastructuur (inclusief NoordZuidlijn en Luchtkwaliteit). 15 Raadsadres van een burger van 17 februari 2011 inzake de SEZO stichting, eerste lijnhulp. in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afdoening. 16 Schrijven van de heer ing. A.H.J. Dijkzeul, plaatsvervangend directeur Bestuurlijke en Juridische Zaken, namens de minister van Infrastructuur en Milieu, van 8 februari 2011 inzake kennisgeving (voor)ontwerp van het onteigeningsbesluit/onteigeningsplan Kop Weespertrekvaart. Voorgesteld wordt, dit schrijven in handen te stellen van het college van burgemeester en wethouders ter afdoening met inachtneming van het raadsbesluit van 17 november 2010, nr. 219/470. 17 Schrijven van de heer drs. A. Joustra, secretaris van de Stadsregio Amsterdam, van 22 februari 2011 inzake de notitie ‘de Stadsregio Amsterdam en het regeerakkoord’ over de toekomst van de bestuurlijke samenwerking. Voorgesteld wordt, dit schrijven in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen teneinde het te betrekken bij de door hen in te dienen voorstellen terzake. 6 Gemeente Amsterdam Gemeenteraad R Definitieve raadsagenda, woensdag 16 maart 2011 18 Raadsadres van mevrouw mr. L. Brasz, secretaris van het dagelijks bestuur van stadsdeel Amsterdam-Noord, van 14 februari 2011 inzake de Poort van Waterland. Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen teneinde het te betrekken bij de door hen in te dienen voorstellen terzake. 19 Raadsadres van de heer drs. M. Ribbens, directeur van MKB Amsterdam, van 28 februari 2011 inzake de meerijvariant op het Damrak in het kader van het bestemmingsplan Rokin. Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen teneinde het te betrekken bij de door hen in te dienen voorstellen terzake. 20 Raadsadres van een burger van 14 februari 2011 inzake de verhoging van het binnenhavengeld. Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afdoening en een afschrift van het antwoord te zenden aan de leden van de raadscommissie voor Economische Zaken, Bedrijfsvoering en Inkoop, Bedrijven en Deelnemingen, Personeel en Organisatie, Dienstverlening, Luchthaven, ICT, Dierenwelzijn en Waterbeheer. 21 Raadsadres van een burger van 17 februari 2011 inzake het verzoek om financiële ondersteuning als gevolg van handelswijze Cition en Waternet. Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afdoening en een afschrift van het antwoord te zenden aan de leden van de raadscommissie voor Werk, Inkomen en Participatie, Diversiteit en Integratie, Inburgering, Armoede, Programma Maatschappelijke Investeringen. 22 Raadsadres van een burger van 13 februari 2011 inzake geluidsoverlast tijdens evenementen, met name op koninginnedag. Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afdoening en een afschrift van het antwoord te zenden aan de leden van de raadscommissie voor Algemene Zaken, Financiën, Openbare Orde en Veiligheid, Juridische Zaken, Bestuurlijk Stelsel, Project 1012, Regelgeving en Handhaving, Raadsaangelegenheden, Communicatie. 23 Raadsadres van een burger van 10 februari 2011 inzake de ijshuur van de Jaap Edenhal. Voorgesteld wordt, dit raadsadres voor kennisgeving aan te nemen. 7 Gemeente Amsterdam Gemeenteraad R Definitieve raadsagenda, woensdag 16 maart 2011 24 Raadsadres van mevrouw C. Govaert, bureaumanager van Amsterdam City, van 11 februari 2011 inzake de herinrichting van de De Rode Loper en het Stationsplein. Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen teneinde het te betrekken bij de door hen in te dienen voorstellen terzake. 25 Raadsadres van de heer J. van Dijk, directeur van Coöperatie ParkeerService U.ÀA. van 8 februari 2011 inzake het uitvoeren van parkeertaken. Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afdoening en een afschrift van het antwoord te zenden aan de leden van de raadscommissie voor Verkeer en Vervoer en Infrastructuur (inclusief NoordZuidlijn en Luchtkwaliteit). 26 Raadsadres van mevrouw W. van Toorn, namens de bewonersgroepen Gerard Doubuurt, Voetboogstraat, Hooj/Jordaan, Leidse in Last en Amstelveld van 18 februari 2011 inzake de reactie op het plan voor het vrijgeven van de openings- en sluitingstijden van de horecagelegenheden. Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen teneinde het te betrekken bij de door hen in te dienen voorstellen terzake. 27 Raadsadres van een burger van 14 februari 2011 inzake de funderings- problematiek in Amsterdam. Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afdoening en een afschrift van het antwoord te zenden aan de leden van de raadscommissie voor Economische Zaken, Bedrijfsvoering en Inkoop, Bedrijven en Deelnemingen, Personeel en Organisatie, Dienstverlening, Luchthaven, ICT, Dierenwelzijn, Waterbeheer. 8
Agenda
8
train
VN2022-018580 Tijdelijke Algemene Raadscommissie Facilitair Bureau x Gemeente Jee 9 TAR % Amsterdam Voordracht voor de Tijdelijke Algemene Raadscommissie van 30 juni 2022 Ter bespreking en ter kennisneming Portefeuille Duurzaamheid en Circulaire Economie Agendapunt 49 Datum besluit College van B&W 19 april 2022 Onderwerp Kennisnemen van de Verduurzamingsrapportage 2022 over de voortgang op de Uitvoeringsagenda Duurzame Organisatie 2020 - 2030 De commissie wordt gevraagd Kennis te nemen van het besluit van het college van B&W van 19 april jl. om: 1. In te stemmen met de Verduurzamingsrapportage 2022 (bijlage) over de voortgang van de Uitvoeringsagenda Duurzame Organisatie 2020 — 2030. 2. Kennis te nemen van de resultaten van de vijf klimaatdoelen voor Amsterdam, verdeeld over de vier domeinen medewerkers, bedrijfsvoering, gebouwen en openbare ruimte. De belangrijkste zijn: e Een verlaging van de CO2-voetafdruk met 33% ten opzichte van 2018 en 13% minder ten opzichte van 2020. e Een verlaging van de Energievoetafdruk met 11% minder energieverbruik sinds 2018 en 1% minder verbruik ten opzichte van 2020. e De strategische inzet van inkoop als instrument om duurzaamheidsdoelstellingen te realiseren. e De start met materiaalstroomanalyse in het kader van de circulariteit. e Stimuleren van meer hergebruik door Taskforce Materiaalpaspoorten. e De groei van het ambassadeursnetwerk waardoor steeds vaker mogelijkheden in plaats van belemmeringen worden gezien. 3. Kennis te nemen van de belangrijkste geleerde lessen en de vervolgstappen. De belangrijkste geleerde lessen zijn: e Belang van data: meer specifieke en nauwkeurige cijfers nodig om te kunnen bepalen waar we staan en waar we de meeste impact kunnen maken. e Beweging naar een nieuwe duurzame organisatiestructuur door directies heen: We moeten op een andere manier werken en zitten nog vast in de manier waarop we de huidige organisatie georganiseerd hebben. « Nieuwe normaal: hybride werken is onderdeel van ons ‘nieuwe normaal’. Laat dit als inspiratie dienen om het duurzaam handelen ook als onderdeel van het ‘nieuwe normaal’ te zien. De belangrijkste vervolgstappen zijn: * Opbouw van een data-infrastructuur ter ondersteuning aan de realisatie van de klimaatdoelen. « Herijken van de maatregelen van de verduurzamingsopgave. Gegenereerd: vl.l1 1 VN2022-018580 % Gemeente Tijdelijke Algemene Raadscommissie Facilitair Bureau % Amsterdam Jee 9 TAR % Voordracht voor de Tijdelijke Algemene Raadscommissie van 30 juni 2022 Ter bespreking en ter kennisneming e Verdere verduurzaming van gemeentelijk vastgoed met focus op het energiezuinig maken van de panden met het grootste energieverbruik en CO2-uitstoot, zoals de panden in eigen gebruik. e Intensivering aanpak energieverbruik van en in onze panden, zoals energiezuinige inregeling van onze installaties en apparaten en het verlagen van de temperatuur. e Meer gedragsinterventies, kennisdeel- en leersessies en aansluiten op verschillende campagnes, zoals de week zonder vlees & zuivel. Wettelijke grondslag Artikel 169 van de Gemeentewet Lid 2: Het college van burgemeester en wethouders en elk van zijn leden afzonderlijk zijn aan de raad verantwoording schuldig over het door het college gevoerde bestuur. Lid 2: Zij geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de vitoefening van zijn taak nodig heeft. Lid 3: Zij geven de raad mondeling of schriftelijk de door een of meer leden gevraagde inlichtingen, tenzij het verstrekken ervan in strijd is met het openbaar belang. Bestuurlijke achtergrond De Uitvoeringsagenda Duurzame Organisatie 2020-2030 is 3 maart 2020 door het college vastgesteld. In deze vitvoeringsagenda worden de beleidsambities vit de Routekaart Amsterdam Klimaatneutraal (22 april 2020), Amsterdam Circulair (2o mei 2020), Strategie Klimaatadaptatie (11 februari 2020) vertaald naar de opgave voor de eigen organisatie en geconcretiseerd door maatregelen te benoemen. Over de voortgang van de uit te voeren maatregelen en het realiseren van de klimaatdoelen wordt jaarlijks verslag gedaan, conform de afspraak met de raad. Reden bespreking Nvt. Uitkomsten extern advies Nvt. Geheimhouding Nvt. Uitgenodigde andere raadscommissies Nvt. Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan? Nee. Welke stukken treft v aan? Gegenereerd: vl.l1 2 VN2022-018580 % Gemeente Tijdelijke Algemene Raadscommissie Facilitair Bureau % Amsterdam % Voordracht voor de Tijdelijke Algemene Raadscommissie van 30 juni 2022 Ter bespreking en ter kennisneming AD2022-059183 2022-04-19 Verduurzamingsrapportage 2022.pdf (pdf) 2022-05-19 Getekende raadsinformatiebrief verduurzamingsrapportage AD2022-059182 2022 DEF.pdf (pdf) AD2022-059184 Tijdelijke Algemene Raadscommissie (2) Voordracht (pdf) Ter Inzage Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Directie Facilitair Bureau/Green Office, Johanna Lagarde, 06-12847931, jlagarde @amsterdam.nl en Daan Heijnis, 06-23094055, [email protected] Gegenereerd: vl.l1 3
Voordracht
3
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2019 Afdeling 1 Nummer 1855 Datum indiening 25 september 2019 Datum akkoord 5 november 2019 Publicatiedatum 6 november 2019 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Poot inzake een kraak aan de Amstel. Aan de gemeenteraad Toelichting door vragenstelster: De Telegraaf berichtte op 25 september 2019 over een pand aan de Amstel dat zou zijn gekraakt. Op het pand is een spandoek te lezen met de tekst: “Kraken gaat door.” De fractie van de VVD wil dat het voorkomen en bestrijden van kraken een prioriteit wordt, aangezien kraken overlast en een sterk gevoel van onrechtvaardigheid met zich meebrengt voor omwonenden en voor Amsterdammers die op een legale manier een woning zoeken. Gezien het vorenstaande heeft het lid Poot, namens de fractie van de VVD, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Watis er bekend over de personen die dit pand hebben gekraakt? Antwoord Dat zij sinds 22 september 2019 een pand hebben gekraakt. 2. Worden deze personen verdacht van huisvredebreuk of inbraak”? Antwoord Er is aangifte gedaan van huisvredebreuk. 3. Welke bestemming heeft het pand? Antwoord Woonbestemming. 4. Heeft de eigenaar van het desbetreffende pand aangifte gedaan? Antwoord Ja. 1 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer KE ember 2019 Schriftelijke vragen, woensdag 25 september 2019 5. Heeft het OM een ontruimingsbevel opgesteld voor dit pand? Zo ja, hoe is er gereageerd door de krakers op dit bevel? Antwoord Nee, de eigenaar is een civiele procedure gestart. 6. Op welke termijn zal het pand worden ontruimd? Antwoord De civiele rechter heeft bepaald dat de krakers uiterlijk 20 oktober het pand dienden te verlaten. Het pand is retour eigenaar. 7. Zijn er meldingen bekend van overlast in de buurt door de groep krakers, bij omwonenden of ondernemingen in de omgeving? Antwoord Nee, er zijn geen meldingen bekend. 8. Is er door politie of het college contact geweest met omwonenden of personen die in de buurt werken? Zo ja, wat is er besproken? Zo nee, waarom niet? Antwoord De politie in de wijk staat altijd in contact met de buurt en houdt een vinger aan de pols, ook in geval er een pand gekraakt wordt. In het geval er sprake is van overlast kan men zich wenden tot de politie en/ of de gemeente. 9. Zijn er afspraken gemaakt door de politie met de krakers? Zo ja, welke? Antwoord Nee, kraken is strafbaar. Burgemeester en wethouders van Amsterdam Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris 2
Schriftelijke Vraag
2
train
Het Stadsdeelnieuws De ee de je úws 5 arl KS en Nota van bevindingen uit art. 213a- onderzoek naar de doeltreffendheid van de eigen stadsdeelkrant in Stadsdeel Centrum Bestuur & Management Consultants september 2008 mr. drs. N.M. (Noor) Lourens Projectnummer: 023010 HET STADSDEELNIEUWS INHOUD SAMENVATTING 0.1 Inleiding 4 0.2 Uitkomsten en conclusies 4 HOOFDSTUK 1 _ INLEIDING 6 1.1 Aanleiding en opdracht 6 1.2 Doelmatigheid en doeltreffendheid (213a) in Stadsdeel Centrum 6 1.3 Het Stadsdeelnieuws 7 1.4 Doelstelling en vraagstelling 8 1.5 Reikwijdte onderzoek 9 1.6 Methodieken/werkwijze 9 1.7 Validiteit 10 1.8 Kernbegrippen 10 1.9 Leeswijzer 11 HOOFDSTUK 2 HET STADSDEELNIEUWS 12 2.1 Inleiding 12 2.2 Geschiedenis en aanleiding oprichting Stadsdeelnieuws 12 2.3 Doelstellingen 13 2.4 Het Stadsdeelnieuws 18 2.5 Beleidskader 23 2.6 Objectieve bereik: verspreiding/bezorging 25 HOOFDSTUK 3 HET LEZERSONDERZOEK EN DE RESULTATEN 27 3.1 Inleiding 27 3.2 Normenkader 27 3.3 Hetlezersonderzoek 28 3.4 Resultaten lezersonderzoek 29 HOOFDSTUK 4 CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN 38 4.1 Inleiding 38 4.2 Doeltreffendheid per doelstelling 38 4.3 Algemeen beeld doeltreffendheid 43 4.4 Aandachtspunten voor verbetering en aanbevelingen 44 HETSTADSDEELNEUWS HOOFDSTUK 5 AFSLUITING 50 5.1 Opvolging van het onderzoek 50 BIJLAGENBUNDEL BIJLAGE 1 LIJST MET GERAADPLEEGDE DOCUMENTEN EN GEÏNTERVIEWDE PERSONEN BIJLAGE 2 OPDRACHTFORMULERING EN ONDERZOEKSOPZET BIJLAGE 3 NORMENKADER BIJLAGE 4 ENQUÊTE STADSDEELNIEUWS 3/88 HET STADSDEELNIEUWS Samenvatting 0.1 Inleiding In 2005 is het Stadsdeelnieuws geïntroduceerd door het Stadsdeel Centrum als eigen stadsdeelkrant. Daarvoor werd het nieuws van het stadsdeel grotendeels ‘versnipperd’ verspreid via diverse schriftelijke communicatie-instrumenten. Belangrijke doelen van de eigen stadsdeelkrant lagen dan ook in bundeling en stroomlijning van de informatiestromen. Dat betekende eenduidig, betrouwbaar, volledig en herkenbaar de informatie beschikbaar stellen aan de doelgroepen, te weten burgers, ondernemers en instellingen. In het kader van art. 213a Gemeentewet is in dit onderzoek is getracht de doeltreffendheid van het instrument Stadsdeelnieuws op hiervoor genoemde doelen in kaart te brengen en de verbetering ten opzichte van de situatie daarvoor te analyseren. Dit onderzoek heeft plaatsgevonden aan de hand van een lezersonderzoek in de vorm van een internetenquête, gesprekken met betrokken ambtenaren en uitvoerig deskresearch. 0.2 Uitkomsten en conclusies Doeltreffendheid Op basis van het 213a-onderzoek kan worden geconcludeerd dat het Stadsdeelnieuws overwegend doeltreffend te noemen is en dat er tevens een belangrijke verbeterslag is gerealiseerd ten opzichte van de situatie die daarvoor bestond. Niet alleen kan worden geconstateerd dat het Stadsdeelnieuws op veel van de doelstellingen voldoende scoort, maar ook dat juist op de doelen die sterk samenhingen met de redenen voor oprichting (aanleiding): eenduidigheid en herkenbaarheid van de informatievoorziening, de krant zeer doeltreffend te noemen is. Bovendien is gebleken dat de krant door de lezers zeer positief wordt beoordeeld als instrument om de betrokkenheid en bekendheid van het stadsdeel bij hen te vergroten. Juist dit aspect van de krant, dat kan worden geplaatst in een breder streven van de gemeente om dichter bij haar burgers te staan en deze open, transparant tegemoet te treden, staat in Amsterdam hoog in het vaandel en wordt niet alleen via het Stadsdeelnieuws uitgedragen. Deze betrokkenheid vormt daarom een doel waaraan veel waarde mag worden toegekend en de positieve resultaten op dit punt leveren een grote bijdrage aan de gehele doeltreffendheid van de krant. Dit ondanks het feit dat op het gebied van het vergroten van deze betrokkenheid via de het Stadsdeelnieuws nog wel verbeteringen denkbaar zijn. Met een overall rapportcijfer van een 6,7 scoort het Stadsdeelnieuws voldoende bij zijn lezers. Verbeterpunten en aanbevelingen Binnen dit algemeen positieve beeld zijn er echter ook enkele kritische kanttekeningen te plaatsen. Op bepaalde onderdelen scoort de krant namelijk minder goed. Meest opvallend daarin is de objectiviteit of integriteit van de informatieverschaffing. Hiervan vinden de lezers dat dit onvoldoende aanwezig is. Hoewel het Stadsdeelnieuws ook niet pretendeert (absoluut) objectief te zijn - en in dat opzicht qua doeltreffendheid dus ook niet faalt — is duidelijk geworden dat de lezers dit wel verwachten (informatiekrant), waarmee zij het ‘propagandistisch’ gehalte van de krant op onderdelen te groot vinden en van oordeel zijn dat een 4/88 HET STADSDEELNIEUWS moderne overheid de burger meer centraal moet stellen dan zichzelf. In dat kader zou men ook graag meer informatie willen lezen die meer aansluit bij hun eigen belang of situatie (gerichtheid en volledigheid). Voor de politieke herkenbaarheid - en meer in het algemeen voor de gehele raadspagina (pagina 4)- geldt eigenlijk een gelijksoortige conclusie. De doelen van de raadspagina (profilering, uitdragen van het dualisme en de doelen daarvan) worden niet bereikt, maar ook hier zien wij dat de afwijkende verwachting van de lezer daarbij een belangrijke rol in speelt. Men wil informatie over besluiten en vergaderingen en kan de politieke meningen en opvattingen (politieke herkenbaarheid) die ook op deze pagina worden gegeven daardoor niet in het juiste perspectief plaatsen. Eigenlijk geldt voor beide onderdelen: objectiviteit en politieke herkenbaarheid, dat er een heroverweging dient plaats te vinden. Belangrijkste aanbeveling in dit verband is dan ook dat er in het licht van de uitkomsten van dit onderzoek een evaluatie dient plaats te vinden van deze doelen (objectiviteit, integriteit, profilering, herkenbaarheid en betrokkenheid) door het stadsdeel, waarbij een afweging dient te worden gemaakt tussen die oorspronkelijke doelen en belangen van het stadsdeel en de negatieve beeldvorming die daardoor is ontstaan bij de lezer. Een en ander dient gecombineerd te worden met de gevonden afwijkende behoeftes van de doelgroep (belangen van burger en ondernemer). Concrete aanbevelingen op dit vlak hebben deels betrekking op de inhoud van de krant: andere informatie, maar ook op de omvang: uitbreiding van de krant met meer wijk-/doelgroepennieuws, vormgeving: minder en ander soort fotomateriaal en tenslotte de indeling van de krant: meer gerichte informatie naar voren, bestuursinformatie naar achteren. Buiten deze algemene thema’s is geconcludeerd dat met name de pagina met bekendmakingen (pagina 2) aan een facelift toe is qua vormgeving, omdat deze als ‘rommelig’ en onoverzichtelijk is beoordeeld. Tot slot bleek ook uit dit onderzoek - hoewel niet in de doeltreffendheidstoets meegenomen - dat de bezorging van de krant een kritische succesfactor is en blijft. Ondanks de inspanningen die het stadsdeel reeds op dit vlak heeft gedaan, blijft dit een kritiekpunt dat de meningsvorming over de inhoud ook (negatief) beïnvloedt. Conclusie is daar continu op te blijven investeren en andere vormen van distributie nog breder onder de aandacht te brengen (webabonnement et cetera). besloten worden ten behoeve van vervolgonderzoek gebruik te maken van de lezers/doelgroep, dan kan een dergelijk bericht gelijktijdig worden gebruikt om tot participatie op te roepen. 5/88 HET STADSDEELNIEUWS Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 _ Aanleiding en opdracht Op grond van de duale Gemeentewet heeft het dagelijks bestuur (DB) een onderzoeksplicht. Artikel 213a Gemeentewet stelt dat het DB periodiek de doelmatigheid en doeltreffendheid van het beleid dient te onderzoeken. In dit kader stelt het DB van het Stadsdeel Centrum jaarlijks een onderzoeksplan op, waarin de onderwerpen voor dergelijk 213a onderzoek worden vastgesteld. Een van de onderwerpen uit het onderzoeksplan van 2007 was het doeltreffendheid- onderzoek naar de eigen stadsdeelkrant: het Stadsdeelnieuws. Aan BMC (Bestuur & Management Consultants) is de opdracht gegeven dit onderzoek (in afstemming met het stadsdeel) uit te voeren. Conform het onderzoeksplan van het DB en de keuzes van het stadsdeel, heeft dit onderzoek inzake het Stadsdeelnieuws zich beperkt tot de doeltreffendheid van de inhoud van de krant. Het onderzoek is uitgevoerd in de periode oktober 2007 tot en met april 2008 en conform de ‘Werkwijze evaluatie” (tot en met fase V) van het stadsdeel. Het diende te resulteren in een nota met bevindingen en zo mogelijk aanbevelingen. Een oordeel op hoofdlijnen over de doeltreffendheid van het Stadsdeelnieuws moet hieruit kunnen worden afgeleid. 1.2 Doelmatigheid en doeltreffendheid (213a) in Stadsdeel Centrum De onderzoeksplicht van het bestuur, zoals deze geformuleerd is artikel 213a Gemeentewet, komt voort uit de dualisering van het gemeentebestuur. Het ligt dan ook in de bedoeling van de wetgever het bestuur met dergelijk onderzoek zijn eigen rol te laten vervullen en deze te versterken door de opbrengsten uit het onderzoek te benutten. Dit lerende karakter staat ook in het Stadsdeel Centrum voorop. Dit komt tot uitdrukking in de vaste werkwijze die men hanteert voor dit soort onderzoeken: de werkwijze evaluatie dagelijks bestuur. Dit 213a-handvest’ tracht de benodigde vertrouwensbasis te creëren door helderheid te geven aan alle betrokkenen over de doelen en verloop van doelmatigheid- en doeltreffendheidonderzoek binnen het stadsdeel. Elk 213a-onderzoek verloopt volgens de volgende fasen: (Onderzoeksplan) (Opdracht- (Onderzoeksopzet) formulering) (Concept-nota van (Onderzoeksrapport) (Verbeterplan) bevindingen) (Eindrapportage db) } Werkwijze evaluatie dagelijks bestuur, Stadsdeel Centrum, d.d. 13 februari 2007. 6/88 HET STADSDEELNIEUWS Dit onderzoek is derhalve volgens deze werkwijze en filosofie uitgevoerd. Dat houdt ook in dat niet (alleen) gefocust is op succes- en faalfactoren, maar dat getracht is het algemene beeld van de doeltreffendheid in beeld te brengen en daarbij met name punten voor verbetering bloot te leggen. Dit rapport met bevindingen is het eindresultaat van fase IV en V: Uitvoering en Wederhoor. 1.3 Het Stadsdeelnieuws Waarom dit onderzoek? Het DB selecteert de onderzoeksonderwerpen op basis van meerdere criteria. Selectie hangt samen met de te verwachten risico’s voor ondoeltreffendheid, de bestuurlijke relevantie, in gang gezette verbeteringen of andere onderzoeken en relevante financiële of organisatorische belangen. De aanleiding om een onderzoek te doen naar de doeltreffendheid van het Stadsdeelnieuws ligt in meerdere factoren. Ten eerste is de eigen stadsdeelkrant een relatief nieuw communicatie-instrument. Voor 2005 werd het stadsdeelnieuws ‘versnipperd’ verspreid via verschillende instrumenten en methoden. Het Stadsdeelnieuws diende dit te bundelen. Na enkele jaren wordt het daarom wenselijk geacht dit instrument ter verbetering te evalueren. Daarnaast is het Stadsdeelnieuws politiek-bestuurlijk, maar ook bij de doelgroep regelmatig onderwerp van gesprek. Hoewel het dan vaak gaat om de bezorging, is ook de krant zelf, als instrument van raad en bestuur om te communiceren met de maatschappij, een onderwerp met een groot bestuurlijk belang. Dit belang kan immers geplaatst worden binnen het algemene streven van de overheid om ‘dicht(er) bij de maatschappij’ te staan en deze daartoe open, transparant en betrouwbaar te informeren en tegemoet te treden. Communicatie, waar het stadsdeel onder andere via de krant uitdrukking aan geeft, vormt een belangrijke pijler in de verwezenlijking van dit streven. Onderzoeksprobleem Bestuur en politiek willen dus graag in contact staan met burgers, instellingen en ondernemers door hen voldoende actuele en transparante informatie te verschaffen. Naast andere vormen van communicatie (bijvoorbeeld mondeling of digitaal) doen zij dit schriftelijk in de vorm van een stadsdeelkrant. Behoudens hoge uitzonderingen geldt dat voor schriftelijk informeren de stadsdeelkrant hét middel is, dat geldt sowieso voor wettelijke bekendmakingen. Met de eigen stadsdeelkrant werd dus beoogd de verschillende schriftelijke communicatiestromen te bundelen en het geheel aan informatie eenduidig, betrouwbaar, volledig en herkenbaar aan de doelgroep (burger, ondernemer en instelling) beschikbaar te stellen. Naast deze toegevoegde waarde diende het Stadsdeelnieuws in het algemeen bij te dragen aan een intensivering en verbetering van de communicatie en een hogere betrokkenheid van de doelgroep bij het bestuur en de politiek (participatie). 7/88 HET STADSDEELNIEUWS Hoewel er inmiddels meerdere onderzoeken zijn gedaan naar het objectieve bereik van de krant (bezorging), is nog weinig informatie beschikbaar over het subjectieve bereik, oftewel de ontvangst bij de doelgroep op basis van inhoud. De mate waarin vooraf geformuleerde doelstellingen van het Stadsdeelnieuws bereikt worden, is grotendeels onbekend. Dit onderzoek is daarom gericht op deze doeltreffendheid en richt zich op doelstellingen die betrekking hebben op inhoud en vormgeving. 1.4 Doelstelling en vraagstelling In het onderzoeksplan 2007 van het DB luidt de onderzoeksvraag als volgt: ‘Voldoet het instrument van een eigen stadsdeelkrant aan de verwachtingen? Met andere woorden: levert dit instrument een meerwaarde op voor het stadsdeel? Dit onderzoek betreft met name de doeltreffendheid en daarmee is de vraag aan de orde hoe bewoners en ondernemers een eigen stadsdeelkrant ervaren.’ Op basis daarvan is de doelstelling van het onderzoek geformuleerd: Het verschaffen van inzicht in het beleid (doelstellingen/verwachtingen) inzake Het Stadsdeelnieuws, teneinde op hoofdlijnen een oordeel te geven over de externe doeltreffendheid ervan en op onderdelen aanbevelingen te doen voor verbeteringen (of vervolgonderzoek). Daartoe moet onderstaande vraagstelling worden beantwoord: Welke doelstellingen en verwachtingen liggen aan het Stadsdeelnieuws ten grondslag (toen en nu) en hoe kan het Stadsdeelnieuws - na het in kaart brengen van een waardering op die punten door de externe doelgroep - worden beoordeeld in het kader van doeltreffendheid? Het onderzoek is derhalve drieledig van karakter: 1. Descriptief (beschrijvend): wat zijn de doelstellingen en verwachtingen aangaande de stadsdeelkrant? 2. Toetsend: in hoeverre worden de doelstellingen bereikt? 3. Prescriptief (aanbevelend): hoe kan de doeltreffendheid eventueel worden vergroot? Dit is vertaald naar de onderstaande deelvragen: I Descriptief 1. Wat zijn de achtergronden van het besluit tot de oprichting van de eigen stadsdeelkrant, welke verwachtingen en veronderstellingen speelden daarbij een rol? 2. Welke doelstellingen (en de wijze hoe dit te bereiken) zijn expliciet geformuleerd voor de uitgave van de eigen stadsdeelkrant? Il Toetsend 3. Hoe kunnen de doelstellingen worden vertaald naar indicatoren waarop de externe doelgroep (met name bewoners en ondernemers) zijn waardering kan uitspreken? 4. Hoe kan naar aanleiding van het inzicht in de waardering van de externe doelgroep de doeltreffendheid van het Stadsdeelnieuws worden beoordeeld? UI Prescriptief 5. Welke aanbevelingen of vervolgvragen vloeien uit het onderzoek voort? 8/88 HET STADSDEELNIEUWS 1.5 Reikwijdte onderzoek Met het bovenstaande wordt ook de afbakening van het onderzoek duidelijk. Ten eerste richt het onderzoek zich alleen op de doeltreffendheid en niet op de doelmatigheid. Daarbij wordt de nadruk gelegd op het oordeel van de externe doelgroep, de krant heeft immers ook interne klanten zoals medewerkers, het bestuur en de raad. Binnen die doelgroep heeft het stadsdeel bovendien aangegeven de focus te willen leggen op de bewoners en ondernemers als belangrijkste adressanten. Belangrijkste afbakening ligt echter in het feit dat dit onderzoek gaat over het oordeel over de inhoud en vormgeving van de krant, dat wil zeggen het subjectieve bereik. Ontegenzeggelijk is het objectieve bereik van het Stadsdeelnieuws: oplage, verspreiding en daadwerkelijke ontvangst de belangrijkste voorwaarde daarvoor, dat wordt echter in dit onderzoek niet meegenomen/getoetst. Gezien de situatie rondom de verspreiding wordt er echter op onderdelen wel aandacht aan besteed. Zie ook paragraaf 2.6. Ten slotte zal toetsing van doeltreffendheid plaatsvinden op interne doelstellingen, dat wil zeggen die het stadsdeel zichzelf gesteld heeft. Figuur 1.1 Afbakening onderzoek Stadsdeelkrant Interne dimensie: Externe dimensie: stadsdeel zelf doelgroep Objectieve bereik: Subjectieve bereik: bezorging inhoud Externe doelstellingen Interne doelstellingen & verwachtingen & verwachtingen 1.6 Methodieken/werkwijze Uitgaande van de lerende doelstelling is in dit onderzoek gebruik gemaakt van onderzoeksmethoden die de betrokkenheid van belanghebbenden borgen. Er is gewerkt met een combinatie van onderzoeksinstrumenten (triangulatie). 9/88 HET STADSDEELNIEUWS Ten behoeve van de analyse van de doelstellingen/verwachtingen en het werkproces van het Stadsdeelnieuws zijn allereerst gesprekken gevoerd met direct betrokkenen (hoofd communicatie/hoofdredacteur, eindredacteur, raadsvoorlichter, hoofd en medewerkers Concernstaf). Teneinde daarnaast een goed beeld te krijgen van het (beleidskader is een groot aantal documenten ter beschikking gesteld, op grond waarvan deskresearch heeft plaatsgevonden. Op basis van deze analyse is een normenkader opgesteld voor toetsing. Dit normenkader had als functie de doelstellingen die werden getoetst vast te stellen en objectiviteit te borgen in de toetsing van de doeltreffendheid daarvan. Het lezersonderzoek heeft plaatsgevonden door middel van een internetenquête, aangevuld met schriftelijke vragenlijsten voor mensen die geen beschikking hebben over internet. Aan de lezers is een groot aantal vragen voorgelegd. Deze vragen zijn gebaseerd op het geïnventariseerde kader en met name de bestaande doelstellingen en verwachtingen. Dit tegen de achtergrond van het opgestelde normenkader voor het doeltreffendheidsonderzoek. In hoofdstuk 3 zal het lezersonderzoek nader worden toegelicht. Stuurgroep Ter begeleiding van het onderzoek is een interne stuurgroep ingesteld, die in alle fasen van het onderzoeksproces is betrokken. Deze stuurgroep bestond uit het hoofd communicatie, de eindredacteur van het Stadsdeelnieuws, de raadsvoorlichter en twee beleidsadviseurs van de afdeling Concernstaf. Tijdens het onderzoek heeft er intensieve afstemming plaatsgevonden met de stuurgroep. De leden zijn betrokken in de opzet, inhoud en afbakening van het onderzoek. Tevens hebben zij meegedacht over de inzet en vormen van de onderzoeksinstrumenten en de inhoud daarvan. Tenslotte zijn zij op de hoogte gesteld van voorlopige resultaten en uitkomsten van het onderzoek. 1.7 _Validiteit In dit onderzoek wordt overwegend gebruik gemaakt van kwalitatieve gegevens. Die zijn vooral opgebouwd uit woorden en niet uit cijfers. Validiteit heeft betrekking op de waarde of geldigheid van de verzamelde gegevens en de resultaten (conclusies en aanbevelingen) van het onderzoek. Er moet echter een onderscheid worden gemaakt tussen interne en externe validiteit. Externe validiteit gaat over de mate waarin de uitkomsten kunnen worden gegeneraliseerd. Interne validiteit heeft betrekking op de kwaliteit van de gevolgtrekking. In dit onderzoek wordt de validiteit daarom geborgd doordat gegevens uit verschillende bronnen zijn gebruikt, consistentie is betracht in de keten van bewijsvoering en argumentatie en informanten zijn geconfronteerd met de resultaten (terugkoppeling). 1.8 Kernbegrippen In deze rapportage herkennen wij enkele centrale begrippen. In het onderzoek zijn deze als volgt gedefinieerd: 10/88 „HETSTADSDEELNEUWS * De gemeente: de gemeente Amsterdam. ® Het stadsdeel: het Stadsdeel Centrum. ® Het onderzoek: het onderzoek naar de doeltreffendheid van het Stadsdeelnieuws in het kader van artikel 213a Gemeentewet. De (stadsdeelkrant: de eigen stadsdeelkrant van het Stadsdeel Centrum, oftewel het Stadsdeelnieuws. * _Doeltreffendheid: de mate waarin de met de oprichting van de eigen stadsdeelkrant gestelde doelen bereikt worden en toe te schrijven zijn aan het daartoe gevoerde beleid inzake het Stadsdeelnieuws. Effectiviteit is synoniem. * _ Communicatie: naar algemeen taalgebruik wordt in dit onderzoek met het begrip communicatie bedoeld ‘het uitwisselen van informatie’. Bij overheidscommunicatie vindt de uitwisseling specifiek plaats tussen overheid (stadsdeel) en de samenleving (burger, ondernemer, instelling, vereniging et cetera). * _Communicatie-instrument: een middel dat communicatie mogelijk maakt. Het Stadsdeelnieuws valt in de categorie schriftelijke communicatie-instrumenten. * De doelgroep: de groep waarop het communicatie-instrument, Het Stadsdeelnieuws, extern gericht is. Binnen deze doelgroep bevinden zich diverse subgroepen. In dit onderzoek ligt de nadruk op bewoners en ondernemers. 1.9 Leeswijzer Dit rapport is het integrale product van alle fasen die in het onderzoek zijn doorlopen. Het bevat de analyse van het instrument Stadsdeelnieuws, de doelstellingen en het beleidskader, gecombineerd met de input uit de diverse gesprekken. Hoofdstuk 2 bevat de schets van het Stadsdeelnieuws die daar het resultaat van is. Tegen deze achtergrond worden aansluitend de uitkomsten uit het lezersonderzoek gepresenteerd. In hoofdstuk 3 wordt allereerst het onderzoek nader toegelicht, het normenkader geïntroduceerd en de resultaten per deelonderwerp uiteengezet. Op grond daarvan worden in hoofdstuk 4 aansluitend conclusies getrokken over de doeltreffendheid per deelonderwerp en het Stadsdeelnieuws als totaal. Deze analyse is de resultante van de confrontatie van het normenkader met het beeld zoals dat uit het onderzoek naar voren is gekomen. Vervolgens worden er enkele aandachtspunten opgesomd voor verbetering, met bijbehorende aanbevelingen ter vergroting van de doeltreffendheid. In het laatste hoofdstuk worden tenslotte enkele handreikingen gegeven voor het vervolg op dit onderzoek. 11/88 HET STADSDEELNIEUWS Hoofdstuk 2 Het Stadsdeelnieuws 21 Inleiding Om de doeltreffendheid van de stadsdeelkrant te beoordelen, dienen in kaart te worden gebracht welke doelstellingen (impliciet en expliciet) met de oprichting van de krant zijn beoogd en welke verwachtingen er bestonden van het communicatie- instrument. Tevens is het belangrijk zicht te krijgen op het kader waarbinnen het Stadsdeelnieuws en zijn doelstellingen kunnen worden geplaatst. In dit hoofdstuk worden dit kader en de achtergronden van het Stadsdeelnieuws derhalve geschetst. Aldus worden antwoorden gegeven op de eerste twee deelvragen van dit onderzoek. Hierbij wordt ingegaan op de geschiedenis van het Stadsdeelnieuws en aanleiding van de oprichting, de doelstellingen en verwachtingen, een beschrijving van het instrument stadsdeelkrant (opzet, formule, werkwijze en organisatie) en het gemeentelijke beleidskader. Deze schets is het resultaat van uitvoerig deskresearch, gecombineerd met de uitkomsten uit gesprekken met direct betrokkenen. 22 Geschiedenis en aanleiding oprichting Stadsdeelnieuws Het Stadsdeelnieuws is in 2005 opgericht, maar ook daarvoor informeerde het stadsdeel de verschillende groepen al via schriftelijke communicatievormen. Voor de introductie van het Stadsdeelnieuws produceerde het stadsdeel vier keer per jaar het blad ‘De Stad In’, dat daarvoor ‘Stadsdeel Nieuws’ heette. Daarnaast werden er per jaar ongeveer 200 bewonersbrieven verspreid en incidenteel ook nieuwsbrieven bij bijzondere projecten (zo’n tien per jaar). De samenstelling van het huis-aan-huis blad De Stad In, werd verzorgd door de afdeling Communicatie. De verschillende bewonersbrieven werden opgesteld en verstuurd vanuit de verschillende sectoren en afdelingen. De officiële bekendmakingen werden op dat moment gepubliceerd in de centrumeditie van het Amsterdams Stadsblad, waarin elke week een paginagrote advertentie werd gevuld. Hier werd ook andere informatie in opgenomen, gecoördineerd door het Voorlichtingsloket. Soms werden ook advertenties gepubliceerd in Het Parool en/of andere landelijke dagbladen. In deze situatie was de informatievoorziening vanuit het stadsdeel dus zeer versnipperd. Via verschillende kanalen werden verschillende instrumenten gebruikt, met uiteenlopende inhoud en gericht op verschillende doelgroepen. In deze werkwijzen en middelen werd een gebrek aan eenduidigheid en integraliteit ervaren, bovendien was het niet echt ‘eigen’ nu de berichten in het Amsterdams Stadsblad samen met informatie uit andere stadsdelen werd gepresenteerd. Uit een lezersonderzoek bleek bovendien dat men vond dat Stadsdeel Nieuws/De Stad In te weinig nieuws bevatte (vandaar ook de naamswijziging) en dat de frequentie van verschijnen sowieso te laag werd bevonden om echt goed geïnformeerd te zijn. 2 voor een lijst met geraadpleegde documenten wordt verwezen naar de bijlagen. 12/88 HET STADSDEELNIEUWS Er kwam wel duidelijk naar voren dat de doelgroep veel waarde hechtte aan actuele informatie over en van het stadsdeel en dus graag en goed geïnformeerd wilden worden.® Tegen deze achtergrond ontstond dan ook wens om de informatiestroom te bundelen. Gezocht werd naar een wijze om voor de doelgroep een constante en herkenbare factor te creëren in de informatievoorziening. Een wekelijks huis-aan- huis informatieblad werd daarvoor als beste middel gezien. Dit werd ook ingegeven door de ervaringen van stadsdeel Oud-Zuid, die op dat moment al een wekelijkse stadsdeelkrant had. Die kennis en ervaring is gebruikt om het concept voor de stadsdeelkrant centrum dan ook verder te ontwikkelen. Onder de nieuwe naam Stadsdeelnieuws werd de eigen stadsdeelkrant van het centrum in december 2005 gelanceerd. Het instrument verving daarmee zoveel mogelijk periodieke en incidentele uitgaven zoals in ieder geval de advertenties in het Amsterdams Stadsblad, bewonersbrieven en nieuwsbrieven. 2.3 Doelstellingen Met de oprichting van het Stadsdeelnieuws werd zo geprobeerd een algemeen en eenduidig platform te creëren vanuit het stadsdeel om bewoners en ondernemers te bereiken en daarnaast in rubrieken wijkgerichte en doelgroepgerichte informatie te verstrekken.“ Concrete doelen zoals het stadsdeel ze heeft geformuleerd zijn: 1. Voldoen aan de wettelijke informatieplicht. 2. Actualiteit: het geven van actuele informatie/aanhaken bij nieuws. 3. Betrouwbaarheid: - Het blad moet elke week (op een vaste dag) op elk adres in het centrum op de mat liggen. - De lezer moet er op kunnen rekenen dat de inhoud correct is. 4. Eenduidigheid: de stadsdeelinformatie wordt zoveel mogelijk op één wijze en langs één kanaal naar buiten gebracht. 5. Gerichtheid: het geven van informatie over de eigen wijk of doelgroep. 6. Volledigheid: het geven van informatie over het gehele stadsdeel. 7. Herkenbaarheid: het door uniformiteit creëren van een eigen gezicht van het stadsdeel waar het de informatievoorziening betreft. 8. Efficiency: de informatie wordt op één plek verzameld en naar buiten gebracht. 9. Communicatief: het verbeteren en intensiveren van de communicatie tussen stadsdeel en doelgroepen. 10. Participatie: het bevorderen van de betrokkenheid van bewoners en ondernemers bij stadsdeel en bestuur. $ Nota De Stad In, wekelijks informatieblad van stadsdeel Amsterdam-Centrun’, november 2004. * Startnotitie ‘Stadsdeelkrant Amsterdam-Centrum’, 2005. 3 Samengestelde lijst uit de diverse beleidsdocumenten. 13/88 HET STADSDEELNIEUWS Analyse van deze doelstellingen toont dat er sprake is van een mix van bestaande en nieuwe doelstellingen, met externe en interne gerichtheid, specifiek of met een meer algemeen/integraal karakter, met betrekking tot het objectieve of subjectieve bereik en tenslotte gericht op de vorm en/of inhoud. Uit het onderzoek komen tenslotte aanvullende elementen en impliciete doelen naar voren. Om richting te krijgen in en inhoud te geven aan de toetsing worden de doelstellingen daarom nader beschouwd en geordend. 1. Bestaande - nieuwe doelstellingen Een onderscheid moet worden aangebracht in doelstellingen die in het algemeen gelden voor de communicatie van het stadsdeel (en daarom -deels- ook al golden voor de communicatie vóór het Stadsdeelnieuws) en doelstellingen die meer specifiek samenhangen met de introductie van een nieuw medium en de toegevoegde waarde daarvan. Feitelijk is dan slechts een deel van de doelen als ‘nieuw’ te beschouwen. Het voldoen aan de wettelijke informatieplicht gebeurde ook al in de oude situatie, waarin ook gestreefd werd naar betrouwbare informatievoorziening en verschillende doelgroepen gericht en volledig geïnformeerd werden over het stadsdeel, een bepaalde wijk of een bepaalde gebeurtenis. Ook kan niet worden ontkend dat met de bestaande middelen al getracht werd de communicatie te verbeteren en meer betrokkenheid te bereiken. Actualiteit, eenduidigheid, herkenbaarheid en efficiency (of doelmatigheid) zijn echter duidelijk doelstellingen die samenhangen met de introductie van het nieuwe medium en de meerwaarde daarvan. Ook de combinatie van gerichtheid én volledigheid in een instrument is aan te merken als een vernieuwend element. Deze doelen worden ook door betrokkenen be- en genoemd als belangrijkste voordelen/verbeteringen ten opzichte van de oude situatie. Waarbij de eenduidigheid de meest herkenbare is, omdat het stroomlijnen en bundelen van de informatiestroom de kern van het nieuwe medium/werkwijze is en de grootste verandering in vorm en inhoud van communicatie. Zo bezien vormt de eenduidigheid doel én middel (of randvoorwaarde) waaruit de andere doelstellingen bereikt kunnen worden en dan gaat het met name ook om de doelen die wellicht niet ‘nieuw’ zijn, maar waarop het Stadsdeelnieuws een extra impuls diende te geven. Nóg beter voldoen aan de wettelijke plicht, nóg betrouwbaardere informatievoorziening, nóg betere communicatie en nóg meer betrokkenheid. Het stroomlijnen en bundelen van de informatiestroom was dus geen doel op zich, maar er was een beoogde toegevoegde waarde aan verbonden, zowel naar buiten, als naar binnen (doelmatigheid). 2. Instrument - inhoud Bovenstaande heeft ook betrekking op het feit dat sommige doelen zich specifiek richten op de vorm en wijze van communiceren (instrument zelf) of veeleer op de inhoud daarvan. In de doelstellingen loopt gerichtheid op communicatievorm/wijze en op de inhoud door elkaar heen. Sommige doelstellingen richten zich specifiek op een van beide, andere hebben beide elementen in zich. Op basis van de gegeven doelstellingen kan het volgende overzicht worden gemaakt: 14/88 HET STADSDEELNIEUWS Figuur 2.1 Overzicht doelstellingen instrument - inhoud __Doelstelling | instrument | _____ Inhoud | ed informatieplicht Actualiteit * Frequentie X * Karakter nieuws X Betrouwbaarheid * Bezorging X * Feitelijke correctheid X __Eendudigpeg | | _Geromed || Herkenbaar | feng || Zoals hierna zal blijken, zijn er enkele aanvullingen te geven op de doelstellingen, deze hebben ook gevolgen voor dit overzicht. Onder ‘betrouwbaarheid’ valt ook de betrouwbaarheid van de bezorging. Daarmee richt deze doelstelling zich (deels) dus expliciet op het objectieve bereik van de krant. Ook betrokkenen gaven aan dat met de eigen stadsdeelkrant een verbeterslag op dit punt beoogd werd, zeker gezien het feit dat in de oude situatie de bezorging van het Amsterdams Stadsblad te wensen overliet. Ook de doelstelling ‘actualiteit’ draagt een dergelijk onderdeel in zich, hieronder wordt namelijk ook de frequentie van de krant (wekelijks) begrepen. Deze doelstellingen onderscheiden zich daarom van de overige doelstellingen nu deze zich veeleer richten op de inhoud en de vorm van het Stadsdeelnieuws en niet zozeer op de bezorging. Uiteraard geldt voor al deze doelstellingen dat zij niet kunnen worden bereikt indien de krant niet feitelijk ontvangen wordt door de doelgroep. Zoals echter eerder toegelicht (8 1.5) wordt de objectieve doeltreffendheid niet getoetst in dit onderzoek. 3. Extern - interne doelen Alleen de doelstelling efficiency heeft een zuiver intern karakter. De formulering van het doel doet vermoeden dat het zich alleen richt op het niveau van gegevens- verzameling (werkprocessen). Onder die efficiency moet echter ook een bezuinigingscomponent worden begrepen. Het stadsdeel beoogde met de bundeling namelijk ook een niet onbelangrijk kostenvoordeel te behalen, bijvoorbeeld door de kosten voor het Amsterdams Stadsblad uit te sparen en eigen advertentie-inkomsten te genereren. $ Ook het doel ‘eenduidigheid’ heeft een intern aspect, zeker zoals het stadsdeel het geformuleerd heeft, namelijk op het gebied van werkprocessen: informatie wordt op één wijze verzameld en naar buiten gebracht. Hoewel die werkwijze ook een doel is dat gerealiseerd moet worden, ligt het effect van de doelstelling uiteindelijk in de externe sfeer: eenduidige informatiestroom richting de doelgroep. 15/88 HET STADSDEELNIEUWS Hoewel deze aanvulling van de doelstelling noodzakelijk is, wordt tegelijkertijd opgemerkt dat dit onderzoek zich richt op doeltreffendheid en deze interne doelstelling dus niet wordt getoetst. 4. Hoofddoel - subdoel Vrijwel alle doelstellingen richten zich specifiek op een duidelijk te onderscheiden facet van het stadsdeelblad en zijn zo ook aan te merken als eigen (sub)doel. Eerder werd al opgemerkt dat eenduidigheid wel is te identificeren als meer algemeen, zijnde een randvoorwaarde om andere doelen te bereiken of versterken. Deze doelstelling bevat echter zo de kern van de stadsdeelkrant dat het te beschouwen is als een hoofddoel. Dit onderscheid wil trouwens niet zeggen dat subdoelen minder belangrijk zijn, maar meer om het verschil in reikwijdte weer te geven. Er is echter nog een doel dat is aan te merken als een integrale doelstelling, te weten ‘communicatief’. Het verbeteren en intensiveren van de communicatie zit namelijk in alle onderdelen die benoemd zijn in de doelstellingen. Door resultaten te boeken op die onderdelen, zal de communicatie in zijn geheel intensiveren/ verbeteren. Deze doelstelling wordt daarom ook als overkoepelend beschouwd, waarop een oordeel kan worden geveld op grond van de doeltreffendheid op de andere onderdelen. 5. Expliciet - impliciet (aanvullingen) Het Stadsdeelnieuws is ten eerste een informatieblad, dat betekent dat informeren de logische hoofddoelstelling is waaronder alle andere doelstellingen ressorteren. Hoewel dit wellicht in de doelstelling ‘communicatief’ gelezen moet worden, bevat deze doelstelling toch meer dan alleen de hoofddoelstelling van de krant. Daarom is het goed om deze apart neer te zetten. De doelstelling ‘eenduidigheid’ richt zich in de gebruikte bewoordingen met name op de bundeling van de informatiestroom en dus op de wijze waarop het nieuws naar buiten wordt gebracht. Belangrijk element, dat deels ook raakt aan herkenbaarheid, is echter ook dat het stadsdeel met de krant beoogde eenduidige beeldvorming te bereiken, het gaat dus ook over de inhoud. Een ander aanvullend element zit in de doelstelling ‘herkenbaarheid’. Ook deze doelstelling richt zich in de gekozen bewoordingen met name op het instrument zelf, dat onderscheidend vermogen moet hebben, zodat het door de doelgroep herkend wordt. Een andere dimensie in deze doelstelling is echter de herkenbaarheid van de stadsdeelraad en het stadsdeelbestuur en hun werk, rol en positie binnen het stadsdeel. Vanuit die overwegingen is de krant bijvoorbeeld ook bewust vormgegeven naar de duale verhoudingen: ieder heeft een eigen pagina. Door echter het bestuurlijke en politieke nieuws op deze manier te bundelen, worden lezers in staat gesteld de verbinding en/of tegenstellingen te ontdekken en te vergelijken. Voor wat betreft de stadsdeelraad diende de eigen stadsdeelkrant ook bij te dragen aan de politieke herkenbaarheid van de verschillende fracties, niet alleen door de raadspagina een aparte pagina te maken, maar ook door via uiteenlopende wijzen (interviews/columns/inhoudelijke artikelen) de verschillende opvattingen/ideologieën van partijen weer te geven. 16/88 HET STADSDEELNIEUWS In het verlengde van deze herkenbaarheid stuitten wij op een belangrijk ander element van de krant, namelijk de (positieve) promotie of PR van het stadsdeel. Uit het onderzoek komt naar voren dat Stadsdeelnieuws ook als middel wordt gezien om het (relatief jonge) stadsdeel zogezegd ‘op de kaart te zetten’. Promotie is dan het stelselmatig op een positieve manier onder de aandacht brengen van de gemeente en haar (beleids)producten. Het doel is doorgaans een gunstig klimaat te scheppen voor ontwikkelingen die een gemeente belangrijk acht. Het doel van PR is enerzijds het vergroten van de naamsbekendheid van de gemeente en anderzijds het ontwikkelen van een gewenst imago. Dat vindt niet plaats op persoonlijk of sectoraal niveau, maar om het stadsdeel als geheel. Promotie/PR moet dan ook niet worden verward met propaganda, waarbij het gaat om systematische werkzaamheid om aanhangers te winnen voor zekere principes. Dit kan een reden zijn waarom promotie/PR niet expliciet geformuleerd is als doel. Aldus wordt het totaal van doelstellingen duidelijk alsmede hun karakteristiek. Het bovenstaande is samengevat in onderstaande tabel. Figuur 2.2 Totaaloverzicht doelstellingen Stadsdeelnieuws GE ne Vorm-inhoud dr Hoofddoel- nieuw extern subdoel Actualiteit nieuw extern subdoel * Tijdigheid - vorm én inhoud * Nieuwswaarde - inhoud * Eigentijdsheid - vorm én inhoud Betrouwbaarheid bestaand extern subdoel * Bezorging - vorm (obj. bereik) * Inhoudelijke correctheid - inhoud * Objectiviteit en integriteit - inhoud Eenduidigheid nieuw extern hoofddoel - Eén vorm/wijze - vorm - Eenduidige beeldvorming - inhoud volledigheid én nieuw Herkenbaarheid/profilering nieuw extern subdoel * Instrument - vorm * Rol/positie deelraad/ - vorm én inhoud deelbestuur (dualisme) * Politieke herkenbaarheid - vorm én inhoud Efficiency nieuw intern subdoel * Werkwijze intern - vorm » Kostenvoordeel - vorm * Frequentie » Kwantiteit 17/88 HET STADSDEELNIEUWS De ‘rangorde’ in doelstellingen laat zich vervolgens schetsen in een doelenboom. Figuur 2.3 Doelenboom Stadsdeelnieuws N | HET STADSDEELNIEUWS | ON Hoofddoel INFORMEREN Centraal middel (én doel) EENDUIDIGHEID IN VORM EN INHOUD Verbeteren en intensiveren communicatie Versterken Vernieuwen (bestaande doelstellingen) (toegevoegde waarde) informatieplicht Herkenbaarheid/ TE Gerichtheid én Participatie/ betrokkenheid 24 Het Stadsdeelnieuws Nu duidelijk is welke doelstellingen met de introductie van het nieuwe communicatie- middel werden beoogd, resteert de vraag op welke wijze deze bereikt dienden te worden. Om hier inzicht in te krijgen, wordt het instrument stadsdeelnieuws nader beschreven, waarbij inhoud, doelgroep, vorm, formule en organisatie en werkwijze aan de orde komen. 18/88 HET STADSDEELNIEUWS 24.1 Het communicatie-instrument Het Stadsdeelnieuws is het informatieblad van het Stadsdeel Centrum, dat wekelijks huis-aan-huis in het stadsdeel wordt bezorgd. De krant heeft een oplage van 65.500 stuks en verschijnt 52 keer per jaar. Naast de papieren versie als hét gedrukte medium van het stadsdeel, bestaat de digitale versie in combinatie met de website als alternatief. De mogelijkheid bestaat om te abonneren op een webabonnement, abonnees krijgen de krant dan wekelijks per e-mail opgestuurd. Tenslotte zijn er enkele vaste afhaalpunten, zoals wijk- en buurtcentra, Albert Heijn en enkele andere organisaties. 24.2 Inhoud Gezien het hoofddoel informeren bestaat ten minste 50% van de krant uit mededelingen, bekendmakingen, wegwijs- en bereikbaarheidsinformatie, agenda's. Daarnaast is er ruimte voor nieuws vanuit het stadsdeelbestuur en de stadsdeel- raad, artikelen over een actueel onderwerp en daarnaast wijk-, doelgroep- of projectgerichte informatie. Daarmee wordt de lezer dus geïnformeerd over (voorgenomen) activiteiten van het stadsdeel, belangrijke beleidszaken en andere aan het stadsdeel gerelateerde onderwerpen. Indien daar aanleiding toe is, worden ook meningen van de doelgroep weergegeven in de vorm van interviews, columns en/of ingezonden brieven. 24.3 Doelgroep De doelgroep van de krant kan worden onderverdeeld in een aantal groepen: * _ Binnenstadbewoners. * Ondernemers die in de binnenstad gevestigd zijn. * _Instellingen/verenigingen/stichtingen. * Relaties (structureel). * Geïnteresseerden (incidenteel, bijvoorbeeld toeristen). Zowel uit gesprekken als uit de diverse beleidsnotities komt echter naar voren dat de bewoners en ondernemers van het stadsdeel, tezamen als belangrijkste doelgroep worden beschouwd. Opvallend is dat in een eerste beleidsnotitie met name ook wordt gefocust op jongeren in de leeftijd van 10 tot 13 jaar.” Het Stadsdeelnieuws zou zich expliciet moeten richten op deze groep. Niet alleen door voor hen relevant nieuws op te nemen, maar ook door ze op ‘speelse wijze’ kennis te laten maken met de manier waarop het stadsdeel bestuurd wordt. In latere notities wordt deze focus echter niet teruggevonden, ook in de gesprekken is dit niet naar voren gekomen. 2.4.4 Vorm De krant bestaat uit vier pagina’s op weekendformaat, full-color druk conform huisstijl vormgegeven. Er wordt een verhouding tekst-beeld nagestreefd van 80-20%. Een aantal keren per jaar verschijnt er een speciale editie rondom een specifiek onderwerp/thema, project of evenement (Burgerjaarverslag, begroting, sport, maatschappelijke dienstverlening). De krant heeft dan de dubbele omvang. 7 Beleidsnotitie ‘De Stad In’ Wekelijks informatieblad van stadsdeel Amsterdam-Centrum, november 2004. In dat kader wordt ook gesproken van een ‘De Stad In Junior’, deze is echter in een later plan komen te vervallen. 19/88 HET STADSDEELNIEUWS Omwille van de toegankelijkheid, eenduidigheid en herkenbaarheid heeft het Stadsdeelnieuws een vaste indeling. Pagina 1 Stadsdeel: nieuws uit het dagelijks bestuur en actualiteiten. Pagina 2 Bekendmakingen: bekendmakingen, vergunningen, verkeersbesluiten, bestemmingsplannen, overige kennisgevingen. Pagina 3 Wijkinformatie: nieuws, mededelingen (bereikbaarheidsinformatie), aankondigingen, uitnodigingen en projecten. Pagina 4 Stadsdeelraad: agenda's, aankondigingen, besluiten, spreekuren, nieuws/artikelen, interviews. Het nieuws uit het dagelijks bestuur en de stadsdeelraad bevindt zich dus op aparte pagina’s. De raad heeft haar eigen pagina. Dit is een bewuste keuze geweest om het duale karakter van bestuur duidelijker weer te geven. De vormgeving dient zo bij te dragen aan de doelstelling herkenbaarheid van politiek en bestuur. Niet alleen in de indeling, maar ook in de opmaak wordt zo veel mogelijk een vast stramien gehanteerd. Figuur 2.4 Indeling en uiterlijk Stadsdeelnieuws Pagina 1 Stadsdeel Pagina 2 Bekendmakingen Cc Zn men Pagina 3 Wijkinformatie Pagina 4 Stadsdeelraad re ee nn Tee mm 20/88 HET STADSDEELNIEUWS 24.5 Formule Er zijn enkele uitgangspunten voor de inhoud en samenstelling van de krant. Deze dienen bij te dragen aan het bereiken van de doelstellingen. De krant wordt gemaakt volgens journalistieke principes. Het Stadsdeelnieuws is echter geen onafhankelijk medium. Het conformeert zich aan de missie van het Stadsdeel Centrum, binnen dat kader wordt er gewerkt volgens journalistieke uitgangspunten, welke volgens de redactie zijn®: * Begrijpelijke presentatie van onderwerpen. * Het geven van een overzicht van actuele activiteiten gemixed met onderwerpen, aanpakken en schrijfstijlen die de doelgroep aanspreken. * De hoofdredacteur en medewerkers zijn in die zin onpartijdig dat zij -waar nodig- wederhoor toepassen en alle relevante meningen aan bod laten komen. Er wordt een neutrale toon gehanteerd in de berichtgeving. * De krant is het medium van het gehele stadsdeel, dat wil zeggen dat naast informatie/meningen van het DB en de stadsdeelraad, ook medewerkers van de organisatie aan het woord kunnen komen (bijvoorbeeld over uitvoering- activiteiten). * Feiten en meningen zijn duidelijk van elkaar te onderscheiden en duidelijk is wie ‘afzender’ is van het bericht. Aanvullend daarop worden (vergelijkbaar met doelstellingen) leesbaarheid, aantrekkelijkheid en toegankelijkheid voor lezers met zeer verschillende achtergronden genoemd als de belangrijkste uitgangspunten voor de redactie- formule. Het Stadsdeelnieuws dient de doelgroep bovendien op integere wijze te benaderen: de informatie moet betrouwbaar, realistisch en waar nodig kritisch zijn en het is helder geschreven en aantrekkelijk vormgegeven. Afwisseling op inhoud en voldoende beeldmateriaal dienen daaraan bij te dragen. Uit de gesprekken blijkt bovendien dat de redactie de combinatie gedrukt medium met verwijzingen naar internet veelvuldig hanteert om aan de eventueel gewenste diepgang van lezers tegemoet te komen. Op die manier worden de artikelen niet te lang of onbegrijpelijk, waardoor de uitgangspunten behartigd blijven. Voor de wekelijkse samenstelling van de krant worden wettelijke verplichting, tijdigheid en actualiteit aangeduid als de criteria die toegepast worden. Tenslotte wordt in het Stadsdeelnieuws alle informatie gebundeld die tot dat moment afzonderlijk werd gepubliceerd. Eenduidigheid en herkenbaarheid brengen met zich mee dat de krant hét gedrukte medium is van het stadsdeel. Exclusiviteit is dus ook een belangrijk uitgangspunt van de formule. Tegelijkertijd wordt echter duidelijk dat bij hoge uitzondering wel gebruik gemaakt kan worden van aanvullende middelen. Als duidelijk is dat publicatie via de stadsdeelkrant niet aan het doel beantwoordt of daaraan voorbijschiet, dan zijn andere gedrukte uitgaven mogelijk. 8 Afgeleid uit: beleidsnotitie ‘De Stad In’ Wekelijks informatieblad van stadsdeel Amsterdam-Centrum, november 2004 en Startnotitie ‘Stadsdeelkrant Amsterdam-Centrum’, 2005. 21/88 HET STADSDEELNIEUWS Het stadsdeel formuleert een aantal criteria: * Informatie die uitsluitend gericht is op een zeer beperkte doelgroep. * Uitvoerige inspraakprocedures bij grote projecten. * Informatie die ook van belang is voor mensen buiten het stadsdeel. * Een wettelijke verplichting om breder te verspreiden. De horecanieuwsbrief is een schriftelijk communicatiemiddel dat bijvoorbeeld is blijven bestaan gezien de specifieke informatie die het verstrekt en de omvang van de doelgroep. Ook folders en ander voorlichtingsmateriaal zijn niet vervangen door de stadsdeelkrant. 2.4.6 Organisatie/werkwijze Stadsdeelnieuws is een product van de afdeling Communicatie en heeft een eigen redactie. Deze bestaat naast de hoofdredacteur (hoofd Communicatie), uit de eindredacteur, de communicatieadviseurs, de raadsvoorlichter en de eindredacteur internet. De hoofdredacteur is eindverantwoordelijke voor het blad. De eindredacteur stelt de krant wekelijks samen en werkt daarbij samen met de producent (Movement). Laatstgenoemde levert ook een redacteur/tekstschrijver voor het blad. De raadsvoorlichter is verantwoordelijk voor de inhoud van raadspagina. De werkwijze voor samenstelling is vastgelegd in de Startnotitie Stadsdeelkrant Amsterdam-Cetrum. Een officieel redactiestatuut ontbreekt echter. De redactie vergadert wekelijks. Voor de algehele werkwijze geldt dat de eindredacteur het aanspreekpunt is voor alle berichtgeving in de krant. Hij/zij houdt een planningsoverzicht bij, waarin de inhoud van de krant voor een aantal nummers wordt gepland (dit geldt niet voor de ‘verplichte’ informatie). Aanlevering daarvoor van redactionele artikelen kan vanuit verschillende kanten komen, een DB-besluit, een raadsbesluit, een project of actuele ontwikkelingen (nieuws). Vanuit de voorgestane werkwijze® hebben de communicatieadviseurs daarin een sturende taak en stemmen eventuele onderwerpen af met de eindredacteur ten behoeve van de planning. Ook voor wat betreft de bekendmakingen is de eindredacteur het centrale punt (voorheen was dat het Voorlichtingsloket), hij redigeert dit enlevert de kopij aan bij de producent. Voor de werkwijze geldt dat de beschikbare ruimte de begrenzing vormt voor de omvang van de te publiceren berichten, bekendmakingen met een publicatieplicht (zoals vergunningen) hebben daarbij voorrang. Per week wordt een vaste cyclus doorlopen met harde deadlines voor aanlevering, c.q. oplevering. Deze cyclus bevat concrete taken per dag, belangrijke momenten zijn de vergaderdag van de redactie (maandag), de schrijf- en redigeerdag (woensdag) en de uiteindelijke deadline, donderdag 12.00 uur. ®__Startnotitie ‘Stadsdeelkrant Amsterdam-Centrum’, 2005. Ö_yoor een gedetailleerd inzicht in de activiteiten en planning per dag wordt verwezen naar de Startnotitie (zie noot 8), p. 6. 22/88 HET STADSDEELNIEUWS 25 Beleidskader De doelstellingen van het Stadsdeelnieuws zijn niet (geheel) op zichzelf staand. Zij kunnen geplaatst worden tegen de achtergrond van het bredere beleidskader van het Stadsdeel Centrum of van de gemeente Amsterdam als geheel. Ten behoeve van de doeltreffendheidtoetsing is het daarom goed om dit kader te schetsen. 2.5.1 Bestuursstijl, Programakkoord, Programmabegroting 2008 Het dagelijks bestuur van het Stadsdeel Centrum heeft als belangrijk uitgangspunt dat er openheid en transparantie wordt nagestreefd, met veel aandacht voor burgers, ondernemers en gebruikers. Dit is vastgelegd in de Bestuursstijf) Met deze ‘nieuwe’ bestuursstijl participeert het bestuur op de mondige burger, die helderheid en duidelijk eist van de overheid. Communicatie is een belangrijk instrument voor het dagelijks bestuur en de organisatie om deze bestuurstijl te realiseren de doelstellingen van het Programakkoord? (PAK) effectiever te bereiken. Uit het PAK worden doelstellingen van het stadsdeel duidelijk, op het gebied van communicatie worden deze met name teruggevonden in het Programma Bestuur. In verband met het communicatiebeleid zijn de belangrijkste nagestreefde doelen/maatschappelijke effecten’®: * Het bereiken van een breder draagvlak voor het stadsdeel. * Meer samenwerking met bewoners en ondernemers. Het eerste moet vorm krijgen door onder andere zorg te dragen voor een goede verstandhouding met de burger, centrale stad en de stadsdelen. Meer samenwerking wil het stadsdeel bereiken door de communicatie te verbeteren, te streven naar direct contact tussen burger, raad en bestuur, samen met burgers en ondernemers visie en beleid te ontwikkelen en interactieve beleidsvormen in te zetten. Zowel de Bestuursstijl, het PAK, als de Programmabegroting 2008 geven aan dat communicatie niet het enige instrument is dat hiertoe wordt ingezet. In relatie tot het Stadsdeelnieuws moet uiteraard worden opgemerkt dat het instrument communicatie hier alle vormen van communicatie omvat, dus niet alleen schriftelijke. Het Stadsdeelnieuws is slechts een van de instrumenten in het totale communicatie- arsenaal. 25.2 Nota uitgangspunten communicatiebeleid 2004 Ten behoeve van het communicatiebeleid beschikt het stadsdeel over een nota van uitgangspunten.“ Hierin wordt duidelijk gesteld dat als gevolg van de dualisering bestuur en deelraad ieder hun eigen verantwoordelijkheid hebben voor communicatie vanuit beide organen. Daarbij delen zij echter gemeenschappelijke opvattingen over communicatie met dezelfde doelgroep. u Bestuurstijl Amsterdam-Centrum, 2002. B Meetbaar programakkoord voor stadsdeel Amsterdam-Centrum 2006-2010, 2006. 5 Gemeente Amsterdam, Programmabegroting 2008 Stadsdeel Centrum , 2007. & Nota van uitgangspunten voor het communicatiebeleid van het stadsdeel Amsterdam-Centrum, juni 2004. 23/88 HET STADSDEELNIEUWS Daarbij verbinden zij zich door de ‘stijl van Amsterdam’ te volgen en een actieve, open en integere wijze van communiceren (afgeleid van besturen), die zich uit in helder en beknopt taalgebruik. Doelstellingen van communicatie die ondermeer worden genoemd in de nota: * Bijdragen aan een goede relatie tussen het stadsdeel en bewoners, ondernemers en bezoekers van de binnenstad. * Het informeren over het voorgenomen of gevoerde beleid. « Het bijdragen aan effectiviteit van bestuur en handhaving. Het vergroten van zowel de toegankelijkheid van de stadsdeelraad, als het stadsdeelbestuur. * Het bijdragen aan de politieke en volksvertegenwoordigende profilering van het stadsdeelbestuur en het dagelijks bestuur. Beide organen zullen zich daartoe bedienen van een mix aan instrumenten, zoals persconferenties, spreekuren, interviews, internet, televisie, maar ook eigen folders en het Stadsdeelnieuws. 25.3 Beleidsplan communicatie 2007-2010 Dit beleidsplan’ geeft invulling aan de doelstellingen zoals die door bestuur en raad zijn bepaald in bovenstaande kaders. Hierin wordt het communicatiebeleid allereerst geplaatst tegen de ontstaansgeschiedenis van het stadsdeel. Aldus wordt duidelijk dat het Stadsdeel Centrum een grote opgave vindt in het bewijzen van zijn bestaansrecht, bij het referendum in 2001 heeft een meerderheid immers tegen komst van het stadsdeel gestemd. '° Inmiddels is de steun voor het stadsdeel echter toegenomen.’ In 2005 vindt 22% van de bewoners dat het stadsdeel goed functioneert. Dit neemt echter niet weg dat vragen over draagvlak en bevordering daarvan door middel van communicatie in belangrijke mate worden beïnvloed door deze achtergrond en de spagaat waarin het bestuur zich dikwijls bevindt in relatie tot het stadsbestuur waarmee zij haar verantwoordelijkheid voor de binnenstad deelt en het soms tegenstrijdige wensenpakket van de bewoners. In het kader van dit onderzoek is dit in ieder geval ook een belangrijke notie voor het waarderen van de uitkomsten. Conform de bestuurlijke kaders (PAK) noemt het beleidsplan als belangrijkste doelstellingen het verbreden van draagvlak bij en verbeteren van samenwerking met bewoners en ondernemers. Als meetbare doelstellingen uit de Programmabegroting worden genoemd het functioneren van het bestuur (streefpercentage 2008: 35% vindt dat goed) en tevredenheid over samenwerking. Het communicatiebeleid wordt onderscheiden in: * _Publieksinformatie en dienstverlening. * Ontmoeting en overleg met bewoners, ondernemers en bezoekers. * _Persbeleid. * Public Relationsbeleid. 5 Beleidsplan communicatie Stadsdeel Amsterdam-Centrum 2007-2010, september 2007. 16 Omdat het benodigde opkomstpercentage echter niet gehaald werd, is de uitkomst ongeldig verklaard. Onderzoek uit 2004 geeft aan dat nog ‘slechts’ 40% van de binnenstadbewoners tegen instelling van het stadsdeel is, tegen 79% van de stemmers bij het referendum. 24/88 HET STADSDEELNIEUWS Het Stadsdeelnieuws valt onder eerstgenoemde onderdeel, dat dus expliciet het verband legt tussen informeren en dienstverlening. Adequate communicatie over beleid en dienstverlening wordt daarbij gezien als integraal onderdeel van het stadsdeelbeleid. Eigen media te weten de stadsdeelkrant en de website dienen naast over beleid ook te informeren over dienstverlening. Het ontwikkelen en investeren op eigen media is een natuurlijk gevolg van de doelstelling om sterker in te zetten op uitwisseling van informatie. Als relevante meetbare doelstellingen voor publiekscommunicatie worden genoemd: , De ambitie is om de naamsbekendheid te vergroten tot 90%, het bereik (bezorging) tot 85% en de waardering op dienstverlening 0,5 hoger. * Erworden geen of zo weinig mogelijk folders of andere publicaties anders dan de krant, website en bewonersbrieven gemaakt. 2.5.4 Visuele huisstijl In het kader van het streven naar eenduidigheid en herkenbaarheid van het Stadsdeelnieuws is het tenslotte relevant om te refereren aan de Amsterdamse huisstijl, of de Stijl van Amsterdam. Deze huisstijl is ondersteunend aan de (doelstellingen van) gemeentelijke communicatie en is ontstaan vanuit de wens een transparante en herkenbare overheid te realiseren door middel van één beeldmerk. Identiteit en gedrag zijn de kern daarvan en het belangrijkste doel van de visuele huisstijl is derhalve uitdrukking geven hieraan en dus aan de belangrijkste waarden van de organisatie: activiteit, openheid en integriteit. Binnen de ‘concernhuisstijl heeft elk stadsdeel zijn eigen variatie, welke stadsdelen ook afzonderlijk herkenbaar maakt en onderscheidend. Zoals eerder vermeld wordt het Stadsdeelnieuws vormgegeven volgens de huisstijl, die daarbij dient bij te dragen aan de herkenbaarheid (eigen gezicht van stadsdeelcommunicatie). Figuur 2.5 Visuele huisstijl Amsterdam en Stadsdeel Centrum 26 Objectieve bereik: verspreiding/bezorging De reikwijdte van het onderzoek strekt zich zoals gezegd niet uit tot het objectieve bereik van de krant, oftewel de daadwerkelijke ontvangst - met verspreiding/ bezorging als essentiële schakel - bij de doelgroep. In verband met het kader waarin wij de onderzoeksresultaten moeten plaatsen dient hier echter toch kort bij te worden stilgestaan. 1 Nota ‘De Stijl van Amsterdam, Over de helft, hoe verder en hoe in stand te houden, 2005. 25/88 HET STADSDEELNIEUWS Zowel uit de beleidsanalyse, als uit gesprekken met betrokkenen komt namelijk naar voren dat de verspreiding en bezorging wordt gezien als kritische succesfactor voor het Stadsdeelnieuws. Tegelijkertijd is men zich ervan bewust dat dit ook de meest kwetsbare schakel in het proces rondom de krant. De bezorging is namelijk een (aanhoudend) probleem. De gemiddelde bezorgingsgraad is 75%, terwijl 100% het uitgangspunt is en de eis aan de distributeur minimaal 90%.'° Over de bezorging/ontvangst komen dan ook regelmatig klachten binnen en zijn in het verleden diverse malen raadsvragen gesteld. Ondanks het monitoren van de bezorging, het wisselen van distributeur en maatregelen om deze kwetsbaarheid te compenseren (digitale beschikbaarheid, afhaalpunten et cetera) blijft de bezorging punt van kritiek vanuit doelgroep en politiek. Voor 2008 heeft het stadsdeel zich ten doel gesteld om te komen tot een bezorgingsgraad van 85%, om in 2010 te komen tot een bezorgingsgraad van 90%.” De achtergrond rondom de bezorging is van belang aangezien het onderscheid tussen objectief en subjectief bereik zoals dat in dit onderzoek gehanteerd wordt, voor de doelgroep minder helder zal zijn. Zeker in de beleving. Het is daarom niet uit te sluiten dat oordelen over de inhoud mede beïnvloed worden door de ervaringen/ meningen die de doelgroep heeft over de bezorging/ontvangst. p Beleidsplan communicatie Stadsdeel Amsterdam-Centrum 2007-2010, 2007. 2 [dem noot 19. 26/88 HET STADSDEELNIEUWS Hoofdstuk 3 Het lezersonderzoek en de resultaten 31 Inleiding De analyse van het instrument Stadsdeelnieuws uit het vorige hoofdstuk heeft de basis gevormd voor de kern van dit 213a-onderzoek: het lezersonderzoek. In dit hoofdstuk worden de methodieken die daarbij zijn gebruikt nader toegelicht en verantwoord. Tevens worden de resultaten gepresenteerd. Daarmee geven wij inzicht in het vraagstuk hoe de doelgroep het Stadsdeelnieuws op de diverse doelstellingen en in het algemeen waardeert. Voordat echter de uitkomsten worden gegeven, staan wij eerst stil bij het normenkader. 32 Normenkader Ter structurering van het onderzoek, maar ook om de toetsing te objectiveren, is aan de hand van de in hoofdstuk 2 gegeven analyse - en in nauw overleg met de stuurgroep - een normenkader opgesteld. Dit normenkader maakt duidelijk welke doelstellingen zijn onderzocht en aan welke eisen, c.q. normen deze zouden moeten voldoen in het kader van doeltreffendheid. Om te komen tot een dergelijke referentie zijn per doel de volgende vragen beantwoord: * Op welke wijze kan deze doelstelling worden verankerd/vastgelegd (inbedding)? * Op welke wijze wordt de doelstelling in de praktijk nagestreefd (toepassing)? * Wanneer is de doelstelling gerealiseerd, gewenste situatie bereikt (werking)? , Wat zijn de daadwerkelijke effecten in de praktijk (resultaten)? Omwille van de overzichtelijkheid is een indeling gemaakt naar (primaire) gerichtheid op inhoud en vorm, zoals de doelstellingen door het stadsdeel geformuleerd zijn. In het normenkader zijn de volgende doelstellingen uitgewerkt: Figuur 3.1 Overzicht doelstellingen normenkader inhoud Vorm 1. Actualiteit 1. Eenduidigheid 2. Betrouwbaarheid 2. Herkenbaarheid 3. Gerichtheid 3. Intensiteit en diversiteit 4, Volledigheid 5. Participatie In hoofdstuk 4 zal de inhoud van het normenkader worden geconfronteerd met de uitkomsten van het onderzoek. Het normenkader is opgenomen in de bijlagen. Dit referentiekader is echter ook het uitgangspunt geweest voor het ontwerpen van het lezersonderzoek. 27/88 HET STADSDEELNIEUWS 3.3 Hetlezersonderzoek 3.3.1 Verantwoording Zoals in paragraaf 1.6 al is toegelicht, is het lezersonderzoek uitgevoerd in de vorm van een internetenquête (en vragenlijsten voor niet-internetters). Zo kon namelijk een grote groep potentiële respondenten worden bereikt, die op een laagdrempelige, moderne (en eventueel anonieme) wijze een aanzienlijk aantal vragen kon worden gesteld. Aanvankelijk werd een aanvulling hierop beoogd in de vorm van dieptegesprekken met enkele lezers, of zogenaamde ‘rondetafels’ met een groep lezers.® Naar aanleiding van de analyse van het beleidskader, de gesprekken met betrokkenen en de resultaten van de enquête (met name ook de input uit de open vragen), in relatie tot de diepgang en doorlooptijd van dit onderzoek heeft de stuurgroep echter besloten hier van af te zien. 3.3.2 De internetenquête Hoewel het 213a-onderzoek zich primair richtte op doeltreffendheid bij bewoners en ondernemers is het online vragenformulier opengesteld voor de gehele doelgroep van de stadsdeelkrant. Omdat cijfers over de werkelijke lezersgroep ontbreken is voor de potentiële populatie van het lezersonderzoek uitgegaan van het aantal inwoners boven de leeftijd van 12 (90% van alle inwoners), gecombineerd met de oplage van de krant, waarmee men uitkomt op zo’n 70.000 potentiële lezers. Via het Stadsdeelnieuws zelf en via de site van Stadsdeel Centrum is de enquête aangekondigd, met toelichting van het doel en inhoud van het onderzoek. Ook zijn bezoekers van de raad geattendeerd en is lezers zonder internet de mogelijkheid geboden om een schriftelijke versie in te vullen. Tenslotte zijn internetabonnees via de mail op de hoogte gesteld. De enquête bestond uit totaal 53 vragen, met enkele subvragen. Naast enkele algemene vragen zijn vragen de vragen gericht geformuleerd op de doelstellingen van het blad, waarbij wederom een onderscheid naar vorm en inhoud is gemaakt. Conform het normenkader waren de vragen opgedeeld naar de thema’s: inhoud Vorm * Actualiteit * Eenduidigheid * Betrouwbaarheid * Herkenbaarheid * Gerichtheid * Toegankelijkheid * Volledigheid * Intensiteit en diversiteit * Betrokkenheid Daarnaast werden aan het eind enkele algemene beoordelingsvragen gesteld, waarbij de respondent ook werd verzocht een vergelijking te maken met de situatie vóór de oprichting van de stadsdeelkrant. Om enig inzicht te krijgen in redenen waarom mensen de krant niet lezen, was ook een gedeelte opgenomen voor respondenten die aangaven de krant niet te lezen. U Verwezen zij naar de opdrachtformulering (vastgesteld door het db op 13 november 2007) en onderzoeksopzet voor dit 213a-onderzoek, opgenomen in de bijlagen. 28/88 HET STADSDEELNIEUWS Er is gebruik gemaakt van een combinatie van gesloten en open vragen. Om waarderingen in beeld te krijgen is gewerkt met stellingen en het toekennen van waardeoordelen (goed-voldoende-slecht et cetera) en cijfers. De enquête is opgenomen in de bijlagen. 3.3.3 Respons De enquête is vier weken online geweest. Het totaal aantal respondenten dat de enquête heeft ingevuld is 167. Niet elke respondent heeft echter elke vraag beantwoord of de enquête afgemaakt. 67 respondenten hebben de vragenlijst in zijn geheel beantwoord, 97 respondenten hebben een deel van de vragen ingevuld. Het aantal invullers per vraag varieert derhalve. De laatste vragen van de enquête zijn gemiddeld nog door zo’n 90 mensen ingevuld. Deze respons is onvoldoende om te kunnen spreken van een representatieve steekproef. Zoals echter eerder aangegeven is dit een kwalitatief onderzoek (zie S 1.7). Voor dit kwalitatief georiënteerde onderzoek is door zowel door de onderzoeker als door de stuurgroep geoordeeld dat de uitkomsten van de enquête een voldoende bruikbaar beeld geven voor analyse. De gegeneraliseerde conclusies dienen echter wel tegen deze achtergrond te worden gelezen. 34 Resultaten lezersonderzoek In deze paragraaf worden de resultaten kort en bondig uiteen gezet. 3.4.1 Algemeen Het grootste gedeelte van de respondenten bestond uit bewoners, ongeveer 81%, ondernemers maakten slechts 3,2% uit van het totaal. Zoals de onderstaande figuur toont is er ook nog een deel ‘overig’. Dit zijn mensen die zich naast ‘inwoner’ ook geclassificeerd hebben als bijvoorbeeld lid van de stadsdeelraad, oud-bewoner van de binnenstad of medewerker van het stadsdeel (deze laatste zijn er overigens slechts twee). Figuur 3.2 Respondenten lezersonderzoek Respondenten B ondernemers instelling B vereniging/stichting WE overig Het overgrote deel van de respondenten geeft aan het Stadsdeelnieuws te kennen, 86% en nog eens 13% kent de krant ‘een beetje’. Een ruime meerderheid leest het blad wekelijks (64%), een derde geeft te kennen het blad soms te lezen. Respondenten die het blad altijd of soms lezen geven aan dit meestal grotendeels te 2 Dit aantal wordt mede veroorzaakt door het feit dat het systeem ook de ‘testers’ telt, die regelmatig tijdens het onderzoek de enquête hebben gecontroleerd. 29/88 HET STADSDEELNIEUWS doen, al lezen ook veel mensen alleen de artikelen die hen interesseren. De papieren versie is daarbij nog steeds het meest gelezen exemplaar (63%, tegen 19% voor de internetversie). Sommigen maken echter ook gebruik van beide vormen. Belangrijkste reden om de krant te lezen is voor de meeste lezers het volgen van het algemene nieuws over het stadsdeel (ruim 34%), ook een groot aantal lezers is echter geïnteresseerd in de bekendmakingen en wijknieuws (beide 21%). Niet lezers De enkele respondenten die aangegeven hebben de krant niet te lezen geven aan dat zij de internetversie ook niet lezen (60%). Een gedeelte van hen geeft dan ook aan geheel verstoken te zijn van de informatie van het stadsdeel, zo’n 40%. Een even groot gedeelte geeft echter aan dat de meeste informatie hen via andere wegen bereikt, met via andere media of internet. Belangrijkste reden om de krant niet te lezen wordt gevonden in het feit dat men ‘m niet ontvangt. Ook de kwaliteit van de berichtgeving en de vormgeving van de krant worden genoemd als oorzaken, waarbij deze lezers aangeven dat zij de gemeentelijke informatie voor de introductie van het Stadsdeelnieuws wel lazen. Het aanpassen van de inhoud scoort dan ook het hoogst onder de niet-lezers (50%) als men vraagt wat er zou moeten veranderen aan het blad om dit wel te lezen. Zij laten echter geen concrete aanbevelingen achter. Betere bezorging zou daar volgens respondenten ook aan bijdragen. 3.4.2 Inhoud Stadsdeelnieuws Actualiteit Over de actualiteit van de krant is men overwegend positief. 52% is het overwegend eens met de stelling dat de informatie in het Stadsdeelnieuws actueel is en nog eens 28% is het er helemaal mee eens. Over de ‘eigentijdsheid’ (passend bij de manier waarop overheid en burger tegenwoordig met elkaar omgaan) is men gematigd positief, 41% vindt het eigentijdse karakter overwegend aanwezig, maar ook bijna een derde deel van respondenten vindt dat overwegend niet het geval. 30/88 HET STADSDEELNIEUWS Het oordeel op de actualiteit is goed (47%) tot voldoende (32%). Actualiteit Actualiteit Waardering 50 40 7 \ 35 | B actueel 30 | ) M overwegend actueel 25 [7 meen niet actueel 20 n u 15 zol Ld S- Zeer goed Goed Voldoende Matig Slecht Betrouwbaarheid Op het onderscheid tussen feiten en meningen verkrijgen wij een genuanceerd beeld: de helft van de respondenten is overwegend van oordeel dat dit onderscheid helder is, terwijl ook een aanzienlijk deel (28%) vindt dat dit overwegend niet het geval is. Hetzelfde beeld geldt voor de vraag of men vindt dat de feiten kloppen, al is een iets groter gedeelte hierover positief. Bijna 80% vindt dat de informatie consistent is, dat wil zeggen dat men eerder vastgesteld beleid kan herkennen en informatie zich niet tegen spreekt. Oordeel: goed In zijn totaliteit wordt het Stadsdeelnieuws op betrouwbaarheid echter beoordeeld als goed tot voldoende (samen 83%). 11 procent vindt de krant op dit onderdeel matig. Betrouwbaarheid onderscheid feiten en meningen Waardering > 5 II LS B Gerichtheid De helft van de respondenten is het overwegend eens met de stelling dat de informatie aanspreekt vanuit zijn/haar belang, echter ook 32% is het daarmee overwegend oneens. Op de vraag of er voldoende informatie over de wijk/leefomgeving wordt verstrekt is men overwegend negatief, een kleine meerderheid is het hier overwegend niet tot helemaal niet mee eens. Oordeel: voldoende 31/88 HET STADSDEELNIEUWS Het oordeel op gerichtheid is voldoende tot goed, maar ook 18% beoordeelt het Stadsdeelnieuws hierop als matig. Gerichtheid Bijdrage Stadsdeelnieuws aan Waardering volledigheid en gerichtheid 45 40 35 \ 5 ® bijdragend 30 B overwegend 25 _ \ bijdragend ‚ 20 | overwegend niet p bijdragend 154 B niet bijdragend 10} 4 ij PP D- Zeer goed Goed Voldoende Matig Slecht Volledigheid Een meerderheid (51%) van de lezers vindt dat de krant overwegend voldoende informatie verschaft over het stadsdeel als geheel, ruim een derde is het daar echter overwegend mee oneens. Op de vraag naar de mate waarin de indeling van de krant bijdraagt aan de volledigheid én gerichtheid van de krant is men positief (18% helemaal mee eens, 49% overwegend mee eens). Oordeel: goed Overall scoort de volledigheid goed tot voldoende, 17,5% vindt de krant op dit punt matig. Volledigheid Hoeveelheid informatie over Waardering wijk/leefomgeving 40 354 | 30 E voldoende 25 | overwegend 15 Le onvoldoende e Ns B onvoldoende 10 Zeer goed Goed Voldoende Matig Slecht Betrokkenheid De helft van de respondenten maakt wel eens gebruik van participatiemogelijk- heden, de andere helft niet. Een ruime meerderheid geeft aan zich meer bij het beleid van het stadsdeel betrokken te voelen door het Stadsdeelnieuws (totaal 62%). Tegelijkertijd geven zij echter ook aan dat zij als gevolg van de introductie van het Stadsdeelnieuws niet meer gebruik zijn gaan maken van participatiemogelijk- heden. 32/88 HET STADSDEELNIEUWS Wel geeft meer dan de helft van de respondenten aan dat het door de krant voor hen duidelijker is geworden wat het stadsdeelbestuur en -raad doen en wat hun mening is over bepaalde onderwerpen. Dat geldt overigens niet voor de herkenbaar- heid van de politieke partijen en hun verschillende standpunten, ruim 60% is overwegend van mening dat dit door de krant niet is verduidelijkt. Een kleine 38% vindt echter ook dat de politieke herkenbaarheid overwegend wel verbeterd is. Oordeel: goed Het oordeel over de krant als instrument tot het vergroten van betrokkenheid en herkenbaarheid is goed tot voldoende. 10% vindt het Stadsdeelnieuws een slecht instrument hiervoor. Betrokkenheid Waardering Bijdrage Stadsdeelnieuws aan betrokkenheid doelgroep bij stadsdeel 40 = meer betrokken 25 LZ AD B overwegend meer 20 | 7 betrokken # N overwegend niet 15 meer betrokken 7 B niet meer betrokken 10 | sp | 0 PP Zeer goed Goed Voldoende Matig Slecht 3.4.3 Vorm Stadsdeelnieuws Eenduidigheid Het overgrote deel geeft te kennen dat zij vinden dat de informatie uit het stadsdeel op één duidelijke manier tot hen komt door middel van het Stadsdeelnieuws, bijna 70%. Een ongeveer even groot percentage geeft ook aan de krant te zien als het belangrijkste communicatiemiddel van het stadsdeel. Op eenduidigheid wordt het Stadsdeelnieuws beoordeeld tot zeer goed tot goed (samen ruim 50%), nog eens 24 procent vindt de krant op dit onderdeel voldoende. Eenduidigheid Waardering Eenduidigheid communicatie via Stadsdeelnieuws 45 40 _ 35 n eenduidig 30 B overwegend 25 m eenduidig 204 | Cnduido || tst B niet eenduidig 10 sr oe D P Zeer goed Goed Voldoende Matig Slecht 33/88 HET STADSDEELNIEUWS Bijna 90% van de respondenten geeft aan de krant meteen te herkennen tussen de andere post, het overgrote merendeel vindt ook dat het Stadsdeelnieuws door zijn uiterlijk duidelijk te herkennen is als gemeentecommunicatie (78%). Daarnaast is bijna elke respondent (meer dan 90%) de mening toegedaan dat de vaste indeling van de krant bijdraagt aan de herkenbaarheid/toegankelijkheid. Men weet meteen waar men moet zijn voor bepaalde informatie. 24% van de respondenten beoordeelt het blad op de herkenbaarheid ervan dan ook als zeer goed en 52% met goed. Herkenbaarheid Bijdrage indeling krant aan Waardering herkenbaarheid 40 35 30 B bijdragend 25 pl IN waas | eo Srssange me [|_25 B niet bijdragend 10 | Zeergoed Goed Voldoende Matig Slecht Toegankelijkheid (vormgeving en taal) Een grote meerderheid van de respondenten vindt dat de vormgeving van de krant past bij overheidscommunicatie (ruim 85%). Men vindt het Stadsdeelnieuws overwegend overzichtelijk. Op aantrekkelijkheid is het beeld diffuus, ruim een derde vindt de krant overwegend onaantrekkelijk, maar een meerderheid vindt het stadsdeelblad (overwegend) aantrekkelijk. Ook voor de balans beeld en tekst geldt dit, al vindt ook 60% van de respondenten dit overwegend een goede balans. Het taalgebruik wordt als passend gezien bij overheidscommunicatie, bijna 90% van de respondenten is deze mening toegedaan. De leesbaarheid wordt ook als voldoende beschouwd, al is er ook 15% van de respondenten die de leesbaarheid als overwegend te moeilijk beschouwen. Ruim een derde vindt de artikelen in de krant overwegend te kort, bijna 50% vindt de lengte van de artikelen echter goed. 34/88 HET STADSDEELNIEUWS De toegankelijkheid als geheel (vormgeving en taal) van het Stadsdeelnieuws wordt door 41% beoordeeld als goed en met 34% als voldoende. Toegankelijkheid (vormgeving & taal) Waardering Aantrekkelijkheid Stadsdeelnieuws 45 | 40 in 35 C E aantrekkelijk 30 7 B overwegend 25 aantrekkelijk Pd 4 overwegend 20 [ A onaantrekkelijk 15 À B onaantrekkelijk 4 10 ‚a 5 Zeer goed Goed Voldoende Matig Slecht Intensiteit en diversiteit De frequentie van de informatieverstrekking via het Stadsdeelnieuws, oftewel de intensiteit, wordt door de respondenten voor het overgrote gedeelte als goed ervaren (bijna 75%). Op de vraag of de hoeveelheid informatie in de krant voldoet, geeft echter een meerderheid (56%) te kennen dit niet voldoet aan hun behoefte. Gaat het om de breedte van onderwerpen en afwisseling (diversiteit) dan zegt bijna 40% dat de krant op dat gebied niet voldoet, echter een zelfde percentage geeft te kennen dat dit overwegend wel voldoet. Communicatie: kwantiteit en diversiteit Behoeftebevrediging hoeveelheid Behoeftebevrediging diversiteit van informatie informatie E voorziet in behoefte E voorziet in behoefte mn, B voorziet N B voorziet overwegend in overwegend in behoefte behoefte voorziet voorziet overwegend niet in Ne / overwegend niet in behoefte behoefte B voorziet niet in B voorziet niet in behoefte behoefte 3.4.4 Algemeen beeld Stadsdeelnieuws Algemeen oordeel over kwaliteit en verbetering De algemene kwaliteit het Stadsdeelnieuws beoordelen de respondenten bij meerderheid als goed (39%) en voldoende (35%). Een klein aantal noemt de kwaliteit matig (17%) tot slecht (4%). Op de vraag of de krant voldoet aan de wensen en behoeften inzake de informatiebehoefte van de respondenten, komt een genuanceerder beeld naar voren. De meerderheid (zo'n 75%) zegt weliswaar dat het stadsblad voldoende voorziet in hun behoefte aan informatie vanuit het stadsdeel, maar ook zo'n vierde deel zegt zij dit als matig beoordeelt. 35/88 HET STADSDEELNIEUWS De introductie van het Stadsdeelnieuws wordt echter wel gezien als een verbetering ten opzichte van de situatie van informatievoorziening daarvoor. Ruim 37% vindt dat de situatie daardoor veel verbeterd is, nog eens 36 procent vindt het een tamelijke verbetering. Een klein gedeelte oordeelt dat de introductie van het blad geen verbetering is (17%). Het gemiddelde rapportcijfer dat respondenten de krant geven komt uit op een 6,7. Het grootste gedeelte vindt de stadsdeelnieuws een 7 (35%), waard en 21% kent een 8 toe er zijn zelfs enkele negens gegeven. Zo'n kleine 20% beoordeelt de krant met een onvoldoende (cijfer 3 tot en met 5). Algemene kwaliteit en verbetering Waardering Verbetering Stadsdeelnieuws t.o.v. situatie verleden 40 35-17 Í 30 25 k À E geen verbetering 20} N N erbetering 15 pr veel verbetering zo Á Nae/ EB nvt/ weet niet _D D- Zeer goed Goed Voldoende Matig Slecht Succes- en verbeterpunten Op de vraag op welke aspecten (doelstellingen) het Stadsdeelnieuws het beste presteert komen de herkenbaarheid en toegankelijkheid van het communicatie- instrument naar voren als succespunten. Het onderdeel dat de doelgroep het meest waardeert, is in ruime meerderheid het wijknieuws (pagina 4), gevolgd door het algemene nieuws/bestuursinformatie (voorpagina). Daartegenover staat dat de volledigheid en actualiteit volgens de respondenten aspecten die bij verbetering het meeste aandacht behoeven, gevolgd door betrouwbaarheid en betrokkenheid. Het onderdeel raadsinformatie van de krant (pagina 4) kan volgens de lezers het meest verbeterd worden: met 30% scoort dit onderdeel het hoogst. Echter ook de bekendmakingen (pagina 2) en wijkinformatie (pagina 3) worden veel genoemd, ieder scoort zo'n 24%. 3.4.5 Anders nog wat nieuws… ? De respondenten zijn middels open vragen in de gelegenheid gesteld opmerkingen/ aanbevelingen te geven over het Stadsdeelnieuws. Ongeveer 75% heeft gebruik gemaakt van deze mogelijkheid, wat betekent dat er veel reacties zijn binnengekomen. Tot slot van dit hoofdstuk een korte samenvatting daarvan:® 5 Omdat het hier gaat om een analyse van open vragen en geen exacte percentages in kaart kunnen worden gebracht, wordt gewerkt met kwalitatieve termen als ‘een deel’, ‘enkelen’, ‘sommigen’, ‘veel’ et cetera. 36/88 HET STADSDEELNIEUWS Bezorging Ondanks de nadrukkelijke mededeling dat het onderzoek zich richtte op de inhoud van de krant hebben veel respondenten toch hun kritiek/bezorgdheid geuit over de bezorging van het blad. Evenals het stadsdeel geven zij aan dat ze de ontvangst van het blad als eerste voorwaarde zien om het tot een succes te maken. Enkele respondenten geven te kennen dat hun oordeel over de inhoud mede wordt beïnvloed door de onbetrouwbare bezorging. Betrouwbaarheid/betrokkenheid Veel reacties zijn ook binnengekomen over de betrouwbaarheid of het informatieve gehalte van de krant. Een deel van de respondenten vindt het blad op onderdelen propagandistisch en te weinig objectief. Vaak wordt dit ook gerelateerd aan de hoeveelheid foto's die worden afgebeeld van de stadsdeelbestuurders, dit vormt voor velen een ergernis. Men geeft ook aan dat men dit niet vindt passen bij een moderne overheid en het karakter van de krant, die toch met name informatief zou moeten zijn. Een moderne overheid (en bestuur) zou zich niet moeten plaatsen op de voorgrond, maar juist de burger centraal moeten stellen, aldus sommige respondenten. Door sommigen wordt het blad hierdoor ervaren als louter huisblad van het bestuur, waardoor zij zich eerder op afstand voelen met het stadsdeel dan erbij betrokken. In dit verband wordt ook de politieke profilering opgemerkt op de raadspagina. Volgens enkele lezers zou de raadspagina niet moeten dienen voor politieke herkenbaarheid, maar zouden de politieke partijen zelf hun ‘propaganda’ moeten verzorgen. De raadspagina zou alleen moeten dienen voor informatie over commissie- en -raadsvergaderingen, besluitvorming en inspraakavonden. Volledigheid: kwantiteit en diversiteit Over de hoeveelheid/samenstelling van de informatie in het blad worden ook veel opmerkingen gemaakt. Een aanzienlijk deel van de respondenten geeft aan dat de informatievoorziening wel wat meer zou mogen zijn, waarbij het met name gaat om actualiteiten en bewonersnieuws. Men geeft tevens te kennen dat men graag aankondiging van beleidsvoornemens/concrete activiteiten van het stadsdeel zou zien, waarover vervolgens opvolgend over wordt geïnformeerd. Men wil inzicht krijgen in consistentie van beleid en bestuur (beleidsafspraken/-voornemens in relatie tot activiteiten en resultaten). Statische informatie (grafieken/tabellen/ infographics met bestuursinformatie en getallen) zou daarbij kunnen ondersteunen volgens sommigen. Bekendmakingen Hoewel volgens sommigen de ruimte voor de bekendmakingen gebruikt zou moeten worden voor ander nieuws, levert het onderdeel bekendmakingen een stroom aan reacties op over hoe deze zijn vormgegeven en gerangschikt. Deze pagina wordt als ‘rommelig’ en moeilijk leesbaar ervaren. Ook de tijdigheid van de bekendmakingen; aanvragen/ aankondigingen en vergaderingen is een punt van kritiek. 37/88 HET STADSDEELNIEUWS Hoofdstuk 4 Conclusies en aanbevelingen 41 Inleiding Nu de uitkomsten van het lezersonderzoek zijn geschetst kan de doeltreffendheid van het Stadsdeelnieuws in kaart worden gebracht. Doeltreffendheid is eerder geformuleerd als de mate waarin met (de oprichting van) het Stadsdeelnieuws de gestelde doelen bereikt worden en mede toe te schrijven zijn de krant zelf of het beleid dat daaraan ten grondslag ligt. Er moet met andere woorden een duidelijk causaal verband zijn. Overheidsbeleid, of -instrumentarium, is doeltreffend als de getroffen overheidsmaatregelen de gewenste effecten hebben in de maatschappij.” In de beoordeling van de doeltreffendheid van het Stadsdeelnieuws wordt derhalve gekeken naar de mate waarin het gewenste effect bereikt wordt. Door - mede aan de hand van het normenkader - dit eerst na te lopen op de verschillende aspecten/(sub)doelstellingen van de krant (8 4.2), wordt vervolgens een algemeen beeld geschetst van de doeltreffendheid van het Stadsdeelnieuws (8 4.3). Op basis van de conclusies worden aansluitend enkele aanbevelingen geformuleerd. 42 Doeltreffendheid per doelstelling Actualiteit Met deze doelstelling beoogde men met het Stadsdeelnieuws actuele informatie te verstrekken. Onder andere door meer en vaker informatie te verstrekken dan voorheen en de tijdigheid van bekendmakingen/agenda’s te borgen. Uit het onderzoek blijkt dat de doelgroep de krant voldoende actueel vindt en dit aspect wordt dan ook als goed gewaardeerd. Al zou een enkeling ook graag zien dat wettelijke bekendmakingen eerder werden aangekondigd. Aanvullend komt echter ook naar voren dat lezers graag informatie met meer ‘nieuwswaarde’ (actualiteiten) zouden willen lezen, in plaats van actualiteit in de zin van tijdige bekendmaking van bijvoorbeeld wettelijke bekendmakingen en agenda's. Daarmee lijkt men overigens vooral te doelen op meer nieuws op wijk- en burger/ondernemerniveau. Ook zou men meer aankondigingen willen zien in de vorm van actuele beleidsvoornemens/- activiteiten (toekomstgerichtheid). Naar aanleiding van de analyse is aan de actualiteit ook de dimensie ‘eigentijdsheid’ van de informatieverstrekking toegevoegd en dit aspect wordt minder positief beoordeeld door de doelgroep. Dat heeft niet alleen te maken met inhoud, maar ook met de vorm(geving), zo komt uit het onderzoek naar voren. Lezers geven aan dat zij de wijze van beeldgebruik en het soort activiteiten en nieuws dat door de krant wordt gegeven op onderdelen niet vinden passen bij de wijze waarop een moderne overheid zijn burgers tegemoet zou moeten treden. De gemeente zou zichzelf minder op de voorgrond moeten plaatsen en meer de burger/ondernemer centraal moeten stellen. hal Algemene Rekenkamer, Handleiding Normen en begrippen, Den Haag, 2005, p. 10. 38/88 HET STADSDEELNIEUWS Ook zou berichtgeving in dat geval minder moeten gaan over activiteiten van bestuurders (ceremonieel), maar eerder over achtergronden en afwegingen van beleid. Taalgebruik en samenstelling vindt men in dit geval overigens wel passend voor overheidscommunicatie. In dit verband moeten wij ook de aanbeveling van de respondenten lezen om bij verbetering met name ook te concentreren op de actualiteit. Op deze wijze hangt dit sterk samen met het andere punt dat aanwijzen: de volledigheid. Het gaat om meer informatie met voor de doelgroep relevante nieuwswaarde vanuit een ander perspectief (burger/ondernemer). Dergelijke informatievoorziening wordt dan ook passender gevonden bij de moderne verhouding tussen overheid-burger. Hoewel het gewenste effect op het gebied van actualiteit deels bereikt wordt (formele actualiteit), is de doeltreffendheid vanuit de nieuwswaarde en de ‘eigentijdsheid’ van het Stadsdeelnieuws niet optimaal te noemen. Betrouwbaarheid De betrouwbaarheid van de informatievoorziening in het Stadsdeelnieuws is belangrijk onderwerp van kritiek zo blijkt uit het onderzoek. Ook hier is er een tweezijdig beeld. Een onderscheid moet worden aangebracht tussen feitelijke correctheid of de consistentie van informatieverstrekking en de objectiviteit of integriteit van die informatie. Op het eerste onderdeel geven lezers te kennen dat zij het Stadsdeelnieuws goed waarderen: de feiten (met name ook agenda's en mededelingen) kloppen volgens hen over het algemeen en de informatie spreekt zichzelf doorgaans niet tegen. Bij de objectiviteit van de informatie die gepresenteerd wordt als ‘feit’ zetten velen echter vraagtekens, daardoor wordt het onderscheid tussen feiten en meningen voor een deel van de doelgroep lastiger. Daar komt bij dat het profilerende karakter van de krant voor bestuur en raad door een deel van de lezers wordt ervaren als propagandistisch. Het gaat hier weliswaar niet om een meerderheid van de lezers, maar wel om een terugkerend signaal en misschien wel het belangrijkste punt van kritiek (zo bleek met name ook uit de open reacties). Deze kritische lezers vinden het verkondigen van meningen en standpunten van bestuurders en politici niet passen bij het doel van de krant dat volgens hen louter informeren is. Voor de profilering van het bestuur blijkt met name het veelvuldige gebruik van beeldmateriaal van hen in de krant in belangrijke mate afbreuk te doen bij de lezers aan de ervaring van objectiviteit en integere nieuwsverschaffing. Over de raad komt dit aspect niet naar voren, maar worden meer in het algemeen vraagtekens gezet bij het gebruiken van de stadsdeelkrant voor het verkondigen van politieke standpunten. Ook voor de betrouwbaarheid geldt derhalve dat de gewenste effecten slechts deels bereikt worden. De objectiviteit en integriteit van het Stadsdeelnieuws blijkt afgaande op reacties van de lezers zelfs een van de belangrijkste kritiekpunten. Daarbij moet echter de kanttekening worden gemaakt dat hoewel het stadsdeel zich tot doel heeft gesteld betrouwbaar en integer te zijn én de doelgroep dit schijnbaar ook volledig verlangt, het Stadsdeelnieuws niet bedoeld was en is als een onafhankelijk medium. Het conformeert zich immers aan het beleid van het bestuur en de raad. Binnen dit kader worden de journalistieke kaders weliswaar behartigd, maar de vraag is in hoeverre totale objectiviteit en integriteit worden nagestreefd. 39/88 HET STADSDEELNIEUWS De redactieformule (zie 8 2.4.5) geeft aan dat men in ieder geval een neutrale toon nastreeft, door wederhoor alle relevante meningen aan bod wil laten komen en zich niet alleen wil focussen op de twee belangrijkste organen van de gemeente: bestuur en raad. Het onderzoek geeft in ieder geval belangrijke aanwijzingen dat men op die doelstellingen niet voldoende slaagt. Gerichtheid én volledigheid Gerichtheid betekent dat de krant voldoende informatie wil geven die verschillende doelgroepen en wijken aanspreekt en in hun behoefte voorziet. Volledigheid doelt op het streven ook voldoende stadsdeelbrede informatie te willen verstrekken. Door deze twee doelen samen te noemen, geeft het stadsdeel aan hierin de juiste balans te willen. Dit wil men bereiken door een evenwichtige samenstelling van de krant, onder andere ondersteund door de vaste indeling van het blad die de verhoudingen moet borgen. Het algemene beeld is dat men in principe wel vindt dat de krant voldoende tegemoet komt aan de behoefte die vanuit het specifieke belang van de lezer (bewoner of ondernemer). Daarin is schijnbaar een goed evenwicht gevonden tussen de verschillende doelgroepen. Gaat het echter om de informatie-behoefte vanuit de fysieke situatie (leefomgeving) dan wordt te kennen gegeven dat het Stadsdeelnieuws hierin overwegend níet voorziet. Binnen de bestaande omvang van de krant zou men graag meer nieuws willen over de wijk en onderwerpen die de directe leefomgeving treffen en minder over het stadsdeel als geheel. Aldus wordt volledigheid genoemd als aandachtspunt voor verbetering. Wij zien daar een duidelijke relatie met de eerdere constatering inzake het perspectief waaruit bericht wordt (afzender), dat volgens de lezers te weinig vanuit burger/ondernemer is (zie ook onder ‘actualiteit’). Indien men de doeltreffendheid op dit punt zou willen vergroten, kan de bestaande indeling van de krant gehandhaafd blijven, want de lezers beoordelen de krant zeer positief waar het gaat om de bijdrage daarvan van een evenwichtige informatieverstrekking. Voor wat betreft de gerichtheid en volledigheid aangaande de verschillende doelgroepen is het Stadsdeelnieuws overtuigend doeltreffend. De doeltreffendheid betreffende het evenwicht tussen stadsdeelbreed nieuws en wijkinformatie en nieuws over onderwerpen die de directe leefomgeving van lezers raken zou kunnen worden vergroot. Betrokkenheid Het vergroten van de betrokkenheid bij het (beleid van het) stadsdeel is een doelstelling van de krant die verband houdt met hogere doelen van het stadsdeel(bestuur), zoals die ook worden uitgedragen bijvoorbeeld in de Stijl van Amsterdam. Het open en actief tegemoet treden van de maatschappij en het verkleinen van de afstand tussen het stadsdeel en zijn inwoners zijn algemene doelstellingen van het stadsdeel. Het Stadsdeelnieuws is daar slechts één van de vele middelen in, maar streeft dit wel na. Daarbij wordt overigens specifiek de relatie gelegd met participatie en het vergroten van deelname daaraan. Op dit laatste punt blijkt de krant niet doeltreffend. Lezers geven aan dat zij door de komst van het stadsdeelblad niet méér gebruik zijn gaan maken van actieve participatiemogelijkheden. Opvallend, aangezien men wel aangeeft dat het 40/88 HET STADSDEELNIEUWS Stadsdeelnieuws de betrokkenheid bij en bekendheid van het stadsdeel en haar organen (bestuur en raad) significant heeft vergroot. Alleen de politieke herkenbaarheid binnen de stadsdeelraad is niet vergroot. Wij zien dus dat het blad op dit onderdeel goed presteert en dat het een doeltreffend middel is gebleken voor het stadsdeel om de betrokkenheid te vergroten. In hoofdstuk 3 werd duidelijk dat desalniettemin ook een relatief groot gedeelte de krant als middel om betrokkenheid en bekendheid ook als slecht beoordeeld. Dit kan worden verklaard door de opvattingen over de betrouwbaarheid en objectiviteit van de krant. Lezers die hierop kritiek hebben geven ook te kennen dat dit hun betrokkenheid bij het stadsdeel schaadt. Eenduidigheid Het bundelen van de bestaande informatiestromen door de introductie van één exclusief communicatie-instrument voor schriftelijk informeren over algemeen nieuws is eerder gerangschikt als een hoofddoelstelling van het blad (zie figuur 2.3). Dit strekt zich namelijk uit over vorm én inhoud, een eenduidig instrument en eenduidige beeldvorming en wordt door betrokkenen als eerste genoemd als aanleiding en doel van het blad. Eenduidige beeldvorming is daarom reeds besproken onder betrouwbaarheid, waar wij bij de doelgroep de consistentie van informatieverstrekking hebben getoetst. Op eenduidige inhoud in de zin van feitelijke correctheid en het tegensprekende gehalte scoorde het blad goed. Op de eenduidigheid in de zin van het onderscheid tussen feiten en meningen bleek de krant minder doeltreffend. Dat wil zeggen dat men als lezer vindt dat er nog te vaak zaken als ‘feit’ worden gepresenteerd, terwijl zij dit eerder als mening beschouwen. Voor wat betreft de eenduidige vorm echter kan op basis van het onderzoek geconcludeerd worden dat het Stadsdeelnieuws hierin zeer doeltreffend is. De doelgroep ziet het instrument als duidelijk en uniform en beschouwt het inderdaad als het belangrijkste algemene communicatiemiddel van het stadsdeel. In die opzet is de krant dus geslaagd. Herkenbaarheid Een aspect dat met het bovenstaande nauw samenhangt is de herkenbaarheid van het instrument, dit ondersteunt immers de eenduidigheid van het blad in de vorm en wijze. Anderzijds ondersteunt de uniformiteit de herkenbaarheid. Op basis van het onderzoek moeten wij concluderen dat het stadsdeel goed geslaagd is in het creëren van een eigen gezicht in de communicatie, aangezien de herkenbaarheid van de krant bijna 90% scoort onder de lezers en dit onderdeel gewaardeerd wordt met goed tot zeer goed. Bovendien blijkt uit de resultaten dat de indeling van de krant bijdraagt hieraan. Toegankelijkheid De herkenbaarheid wordt deels ook beïnvloed door de vormgeving en het taalgebruik van het Stadsdeelnieuws. Daarnaast is deze toegankelijkheid geformuleerd als aparte doelstelling voor het blad. Toegankelijkheid in de zin van het bedienen van verschillende doelgroepen met verschillende achtergronden is reeds aan de orde gekomen onder gerichtheid en volledigheid. Daaruit bleek dat de inhoudelijke toegankelijkheid op dat punt (bedienen verschillende belangen) aanwezig is. 41/88 HET STADSDEELNIEUWS Ook het beeld inzake de toegankelijkheid qua vorm en wijze van communiceren is in het algemeen positief, men beoordeelt dit ook als een van de punten waarop de krant als beste presteert. Men vindt de krant overzichtelijk en leesbaar en de stijl qua taalgebruik en vormgeving passend voor overheidscommunicatie. De aantrekkelijkheid van de krant wordt echter negatief beïnvloed door kritische oordelen over het beeldgebruik, dat zoals eerder al is toegelicht niet altijd even op prijs wordt gesteld. Ook zou men soms wat meer achtergrondinformatie willen en dus langere artikelen willen, c.q. de ruimte die door beeldmateriaal wordt ingenomen willen opvullen met tekst. Dit heeft ook betrekking op het doel volledigheid. Ondanks deze opmerkingen kan toch geconcludeerd worden dat de krant op dit onderdeel als overwegend doeltreffend aan te merken is. Intensiteit van communicatie: kwantiteit en diversiteit Aangaande de intensiteit van de informatievoorziening via het Stadsdeelnieuws kan tenslotte worden geconcludeerd dat het beeld van doeltreffendheid ook tweeledig is. Duidelijk is dat de frequentie van de krant (wekelijks) voorziet in de behoefte om regelmatig geïnformeerd te worden door het stadsdeel. Bij het vraagstuk kwantiteit stuitten wij echter weer op de aspecten die eerder bij volledigheid en gerichtheid ook aan het licht zijn gekomen: de wens van de doelgroep is meer informatie te krijgen, maar ook gevarieerder. 42/88 HET STADSDEELNIEUWS 43 Algemeen beeld doeltreffendheid Bovenstaande conclusies inzake de doeltreffendheid per doelstelling levert het volgende totaalbeeld op: Figuur 4.1 Overzicht doeltreffendheid per doelstelling Stadsdeelnieuws Doeltreffendheid as + rbe B Ee INHOUD Actualiteit | + Tijdigheid A + Nieuwswaarde A | + Eigentjdsheid Betrouwbaarheid | * Inhoudelijke correctheid * Objectiviteit en integriteit EE EN Gerichtheid en volledigheid |___On + Balans doelgroepen (belang) |______ | * Balans stadsdeel-wijken EE EN (situatie) | Betrokkenheid DO + Bevorderen participatie | * Algemene bekendheid! LL | betrokkenheid DO » Politieke herkenbaarheid A Eenduidigheid | « Eén vormiwijze | “Eenduidige beeldvorming | _____ | || | Toegankelijkheid | * Vormgeving en taalgebruik | | - Aantrekkelijkheid nn nn Communicatie (intense) |_________ + Frequentie | - Kwantiteit nn nn Maken wij de balans op naar aanleiding van dit overzicht, dan kunnen we concluderen dat het Stadsdeelnieuws over het geheel genomen doeltreffend te noemen is. Het gewenste effect bij de doelgroep wordt immers op het merendeel van de doelstellingen bereikt. Dit beeld wordt bevestigd door het algemene oordeel dat de lezers hebben gegeven over de krant, de kwaliteit daarvan wordt immers als goed tot voldoende beoordeeld. 43/88 HET STADSDEELNIEUWS De introductie van het eigen stadsdeelblad is op basis van dit onderzoek bovendien aan te merken als een behoorlijke verbetering ten opzichte van de situatie die daarvoor bestond. Niet alleen zeggen de lezers expliciet dat de krant een grote tot tamelijke verbetering is, dit wordt ondersteund door het feit dat het Stadsdeelnieuws met name op eenduidigheid in vorm en herkenbaarheid van communicatie zeer doeltreffend te noemen is. Deze twee doelen zijn immers sterk verbonden met de aanleidingen voor het eigen stadsdeelblad en de kern van het instrument: bundeling en stroomlijning. Dit was primair de verbeterslag die het stadsdeel voor ogen stond en juist op deze punten sorteert de krant effect. Tevens wordt op een meer algemene, belangrijke doelstelling die het stadsdeel op velerlei wijze nastreeft: het vergroten van bekendheid van en betrokkenheid bij het stadsdeel, een zeer goed resultaat geboekt als het gaat om de bijdrage die de stadsdeelkrant daaraan levert. Dit los van het feit of de gewenste betrokkenheid (op andere onderdelen scoort de krant immers minder goed) bereikt is, het instrument blijkt hierin wel een effectief middel om dit wellicht verder uit te bouwen. Hoewel daar niet specifiek op getoetst is, blijkt uit het onderzoek ook dat de introductie van de digitale versie van de krant, gekoppeld aan het internet- abonnement, door de doelgroep als verdergaande verbetering in de informatie- voorziening ervaren wordt. Zeker in relatie tot de bezorgingsproblematiek vergroot dit de toegankelijk en dit instrument wordt door een groot deel van lezers dan ook gewaardeerd. Een gemiddeld rapportcijfer van een 6,7 is ruim voldoende te noemen. Zeker nu de meerderheid zelfs een 7 of 8 toekent. Dat betekent echter niet dat er geen belangrijke aandachtspunten zijn voor verbetering. Op een deel van de doelstellingen is het Stadsdeelnieuws immers maar gedeeltelijk of zelfs helemaal niet doeltreffend. In de volgende paragraaf worden enkele speerpunten geformuleerd, inclusief aanbevelingen. 44 Aandachtspunten voor verbetering en aanbevelingen Perspectief en algemene aanbeveling Het onderzoek heeft plaatsgevonden in een min of meer ‘geïsoleerde’ setting. Dat wil zeggen dat (ex post) is getoetst op bestaande doelstellingen en vanuit de situatie zoals die bij aanvang van het onderzoek geldend was. Vanuit dat kader zijn ook de aandachtspunten/aanbevelingen geformuleerd. Inmiddels heeft er echter een wisseling van eindredacteur plaatsgevonden en heeft de ontwikkeling van het Stadsdeelnieuws ten tijde van het onderzoek niet stil gestaan. Op dit moment zijn, of worden inmiddels al veranderingen/verbeteringen in het Stadsdeelnieuws doorgevoerd. Hierdoor kan het zijn dat sommige (onderdelen) van aanbevelingen reeds worden opgepakt of zijn doorgevoerd. Daarnaast plaatst de omvang van het aantal reacties op het lezersonderzoek de aanbevelingen in een breder perspectief. Hoewel vanwege het kwalitatieve karakter de omvang van het lezersonderzoek van ondergeschikt belang was aan de inhoud daarvan (zie ook 8 3.3.3) is de verkregen respons op zichzelf, in relatie tot de potentiële lezersgroep, ook als een resultaat van het onderzoek te beschouwen. Het geeft namelijk een belangrijk signaal af dat in relatie tot de aanbevelingen tweeledig kan worden geïnterpreteerd. 44/88 HET STADSDEELNIEUWS Enerzijds zou men (positief) kunnen stellen dat kritiek en commentaar voor een groot deel kunnen worden genuanceerd nu de meeste lezers geen aanleiding hebben gezien om hun mening te geven over de krant en wellicht dus ook niet veel op te merken hebben. Anderzijds kan het ook negatief begrepen worden als een teken dat de krant weinig mensen echt interesseert en dat het overgrote deel van de inwoners/ondernemers zich niet betrokken voelt bij de krant, of ‘m niet leest. In dat geval moeten de positieve resultaten uit dit onderzoek worden genuanceerd. Op basis van dit onderzoek kunnen hierover geen betrouwbare uitspraken worden gedaan, dat was ook niet het streven. Tegen de achtergrond van het lerende en verbeterende karakter van het 213a-onderzoek zou het echter wel een interessante vervolgvraag kunnen zijn om zo de resultaten te verdiepen en aldus een nog gerichter verbeterplan te kunnen opstellen en prioriteiten daarin te stellen. Het daadwerkelijke bereik van de krant zou daartoe diepgaander moeten worden onderzocht. Dit is dan ook een algemene aanbeveling naar aanleiding van dit onderzoek: Aanbeveling 1 Breng aanvullend op dit onderzoek (op korte of lange termijn, kwantitatief of kwalitatief) het daadwerkelijke bereik van de krant in kaart onder de gehele doelgroep (inwoners, ondernemers en instellingen, lezers en niet-lezers). Niet alleen kunnen zo de conclusies/ aanbevelingen uit dit onderzoek in breder perspectief worden geplaatst en levert het wellicht aanvullende inzichten op, dergelijke informatie is ook zeer bruikbaar voor de monitoring van de verbetering (nulmeting). Concrete aanbevelingen per onderwerp Dit onderzoek geeft bovendien aanleiding tot het formuleren van enkele specifieke aandachtspunten en aanbevelingen. Deze worden in het onderstaande per doelstelling behandeld, waarbij aspecten van inhoud en vormgeving samenlopen. Actualiteit, gerichtheid en volledigheid Op het gebied van actualiteit zijn nieuwswaarde en een moderne wijze van communiceren met de burger aandachtspunten. Vanuit het perspectief van lezer zou de nieuwswaarde kunnen worden vergroot door meer informatie op te nemen die hen direct aanspreekt: op wijk-, burger- en ondernemerniveau. Dit heeft dus ook betrekking op gerichtheid en volledigheid. Voor algemeen bestuurs- en raadsnieuws hechten lezers waarde aan toekomstvisie, zodat zij zicht krijgen op wat er te gebeuren staat en niet zozeer wat er op dat moment gebeurt. Het is niet uitgesloten dat lezers zich daardoor meer betrokken voelen (bijvoorbeeld ook om te participeren) dan wanneer zij alleen maar lezen over uitvoering/resultaat van vastgesteld beleid. 45/88 HET STADSDEELNIEUWS Aanbevelingen 2 * _ Evalueer de berichtgeving/informatie in het onderdeel wijkinformatie, verken de mogelijkheden om meer nieuws op te nemen dat dichter bij het belang/leefomgeving van de lezer ligt, hen aanspreekt (bijvoorbeeld in plaats van agenda's en bereikbaarheidsinformatie). ® _ Besteed in berichtgeving uit bestuur en raad meer aandacht aan informatie/onderwerpen welke inzicht geeft in toekomstvisie/actuele beleidsvoornemens, of zorg voor evenwichtigheid tussen actuele gebeurtenissen en toekomstgerelateerde onderwerpen. Veranker dit in de werkwijze (of wellicht zelfs vormgeving: 1 artikel meer toekomstgericht) door als redactie/communicatieadviseurs daar actief op te scannen, planning voor te maken. Hebben wij het over het Stadsdeelnieuws als uiting van eigentijdse overheids- communicatie dan valt er ook nog wat te verbeteren. De lezer interpreteert ‘modern’ als het centraal stellen van de onderdanen in plaats van met name het bestuur (en in mindere mate de raad). Op inhoud betekent dat meer informatie welke binnen hun belang ligt (gerichtheid: wat zij moeten/willen weten) en vanuit hun perspectief: de burger/ondernemer aan het woord. Maar ook de vormgeving kan hier wat betekenen: minder beeldmateriaal van bestuur/politiek, meer van de stad en de mensen, bijvoorbeeld op persoonlijk of wijkniveau. De indeling van de krant speelt ook een belangrijke rol, de eerste pagina geeft immers het nieuws vanuit het bestuur, ‘pas’ op pagina drie volgt nieuws over de wijk of voor de doelgroep. Aanbevelingen 3 ® _ Wees kritisch in het beeldgebruik, zowel qua hoeveelheid als soort, met name op de voorpagina. Betracht enige terughoudendheid in het gebruik van fotomateriaal van bestuurders/politici en het soort beeldmateriaal (ceremonieel). Besteed aandacht aan beeldgebruik dat meer persoonlijk en/of wijkgericht is. ® _ Naast de evaluatie van pagina wijkinformatie (aanbevelingen 2): verken de algemene mogelijkheden om kwalitatief en kwantitatief (omvang van de krant, balans tekst-beeld) meer gerichte informatie voor de doelgroep op te nemen en de mogelijkheden om hen ook daadwerkelijk aan het woord te laten (hoor- wederhoor). * _ Heroverweeg de vaste indeling van de krant en neem bijvoorbeeld meer gerichte informatie voor de doelgroep op de voorpagina op en verplaats onderdelen van het bestuursnieuws naar een andere pagina. Betrouwbaarheid Zoals gezegd is de objectiviteit of integriteit van de informatieverschaffing een belangrijk kritiekpunt. Los van het feit dat gehele objectiviteit/neutraliteit ook niet het doel is van de krant, is het wel een belangrijk punt van aandacht nu de lezer dit schijnbaar wel verwacht en het beeld van ‘propaganda’ aanwezig is. Het evenwicht tussen doelstellingen van profilering en de feitelijke ervaring bij de lezers verdient daarom hernieuwde afweging. Deels heeft het ook te maken met vormgeving en het gebruik van beeldmateriaal. 46/88 HET STADSDEELNIEUWS Aanbevelingen 4 ® _ Evalueer de doelen van de krant kritisch in het licht van de uitkomsten van dit onderzoek. Voer daarover ook de discussie met politiek en bestuur. In hoeverre wegen profilering en herkenbaarheid op tegen beeld van de lezers inzake betrouwbaarheid en de afbreuk die dat doet aan de betrokkenheid? Inventariseer naar aanleiding van de uitkomsten van deze evaluatie de mogelijkheden op inhoud en vormgeving om binnen de doelstellingen de gewenste objectiviteit/neutraliteit uit te stralen. ® _ Veranker de gevonden instrumenten in de werkwijze en/of vormgeving. Hierbij kan gedacht worden aan het redactiestatuut, een kritische meelezer die op taalgebruik/inhoud toetst, richtlijnen voor beeldgebruik, periodieke evaluatie et cetera. In dit kader wordt meegegeven: © _ Wederom: wees kritisch in het beeldgebruik (zie aanbevelingen 3). ® _ Pas ‘hoor en wederhoor’ ook daadwerkelijk toe, zowel intern als extern. In dit verband is een rubriek waarbij lezers hun mening ergens over kunnen geven aan te raden. ® _ Zorg voor de juiste balans tussen bestuurs- en wijk/doelgroepinformatie, zowel qua hoeveelheid als qua de indeling (zie aanbevelingen 3). ® _ Neem met enige regelmaat statische bestuursinformatie op (cijfers/tabellen), separaat of ter ondersteuning van een bericht. Niet alleen draagt dit resultaatgerichtheid uit, het heeft ook een meer neutraal karakter. ® Laat zo nuen dan - op laagdrempelige wijze - onafhankelijke deskundigen aan het woord ter ondersteuning van een bericht. Betrokkenheid Hoewel het Stadsdeelnieuws als instrument om de betrokkenheid te vergroten doeltreffend is gebleken, bleek tegelijkertijd dat de betrokkenheid nog niet optimaal te noemen is. Deels hangt dit samen met de constateringen op het gebied van betrouwbaarheid. De aanbevelingen op dat vlak gelden dan ook onverkort voor de betrokkenheid, onderliggende aanname is dat wanneer de prestaties op betrouwbaarheid worden vergroot, de betrokkenheid bij het Stadsdeel Centrum ook zal vergroten. Enkele onderdelen van betrokkenheid verdienen echter bijzondere aandacht: de bijdrage van het Stadsdeelnieuws aan participatie en de politieke herkenbaarheid. Voor wat betreft de participatie is ontegenzeggelijk duidelijk geworden dat de krant daar geen bijdrage aan levert. Blijft deze doelstelling onverkort geldig, dan zal moeten worden nagedacht hoe dit wel kan worden gerealiseerd. Voor wat betreft de politieke herkenbaarheid ligt het ingewikkelder. Hier heeft de krant geen bijdrage aan geleverd. Dit was weliswaar het doel van de krant (alsmede het versterken van het dualistisch stelsel), maar de lezer ziet dit anders: men wil vooral informatie en geen ‘propaganda’, dat kunnen politieke partijen via hun eigen middelen doen. Dat de politieke herkenbaarheid een belangrijk aandachtspunt is, blijkt ook uit het feit dat de raadspagina volgens de lezers de meeste aandacht behoeft voor verbetering, die mening vloeit vooral voort uit het andere beeld dat zij hebben bij het verstrekken van raadsinformatie. Dat betekent dus dat ook hier een nieuwe afweging dient te worden gemaakt tussen doelen van het stadsdeel met de krant (profilering, versterken dualisme) en het beeld dat daardoor is ontstaan bij de lezer (‘propaganda’) en de andere behoefte die zij hebben (alleen informatie). 47/88 HET STADSDEELNIEUWS Aanbevelingen 5 ® Evalueer de doelen politieke herkenbaarheid (profilering) en versterken dualisme kritisch in het licht van de uitkomsten van dit onderzoek. Voer daarover ook de discussie met politiek en bestuur. In hoeverre wegen herkenbaarheid/profilering en dualisme op tegen beeld van de lezers inzake betrouwbaarheid (propaganda) en hun behoefte (informatie)? ® _ Maak ten behoeve van deze evaluatie ook een goede inschatting van de doelgroep: in hoeverre wensen zij politieke herkenbaarheid, kunnen zij dit herkennen, kunnen zij dualisme herkennen of zien zij de overheid als geheel, in hoeverre kunnen zij het verschil aanbrengen tussen semi-objectieve bestuursinformatie en nadrukkelijk bedoelde politiek getinte meningsvorming bij de raadsinformatie (werkt dat verwarrend?, welke invloed heeft dat ook op de rest van de krant als dat zo is?). Met andere woorden: welke doelen zijn reëel? * _ Naar aanleiding van de evaluatie van de doelen: bekijk kritisch de inhoud en vormgeving van de raadspagina (bij voorkeur in samenwerking met raadsleden) en verken de mogelijkheden tot verbetering op de (eventueel herijkte) doelen. ® _ Evalueer de wijze waarop via het Stadsdeelnieuws de deelname aan participatie getracht is te vergroten en inventariseer mogelijkheden om dit te verbeteren. Daarnaast noemen wij nog twee aparte punten, die zich niet zozeer richten op inhoud, maar eerder technisch van aard zijn. Bekendmakingen Hoewel op de inhoud van de bekendmakingen niet veel aan te merken is (veelal op basis van juridische verplichtingen), geldt het tegenovergestelde voor de vormgeving van deze pagina. Uit het onderzoek komt duidelijk naar voren dat deze verbetering behoeft. Aanbevelingen 6 ® Evalueer pagina 2 van het Stadsdeelnieuws ‘Bekendmakingen’ kritisch op vormgeving en inventariseer de mogelijkheden om dit te verbeteren. ® Verken de mogelijkheden om sommige berichten nog tijdiger te publiceren ® _ Heroverweeg de plek van de ‘Bekendmakingen’ in de krant, gezien de opmerkingen die in het kader van actualiteit/gerichtheid en betrouwbaarheid zijn gemaakt (zie aanbevelingen 2, 3 en 4), verdient het aanbeveling om de ‘formaliteiten’ misschien naar achteren te plaatsen en de wijkinformatie naar voren. In dit kader van de vormgeving wordt meegegeven: ® __Heroverweeg de rangschikking van berichten, dit kan bijvoorbeeld op alfabet per straatnaam, wijk of thema. Bezorging Zoals ook weer uit dit onderzoek blijkt, blijft de bezorging van het Stadsdeelnieuws een kritische succesfactor. Zoals een respondent het verwoordde: ‘Je kunt nog zo’n mooi krantje maken, maar als die niet of slecht bezorgd wordt, heb je er niets aan’. Dit is echter bekend bij het stadsdeel en er worden veel acties ondernomen om de bezorging te verbeteren. Wij benadrukken echter dat zolang de bezorging niet op bevredigend peil is, dit ook de meningsvorming over de inhoud zal blijven beïnvloeden. 48/88 HET STADSDEELNIEUWS Geconstateerd wordt wel dat de aanvulling met een internetversie en webabonnement en de distributie via winkels en andere afhaalpunten een belangrijke impuls hebben gegeven op het objectieve bereik en dat dit ook wordt gewaardeerd. Al blijkt ook nog wel uit de reacties dat er mensen zijn die dit nog niet weten. Tenslotte is geconstateerd dat er diverse beleidskaders en richtlijnen zijn rondom het Stadsdeelnieuws (zie 8 2.4 en 2.5). Opvallend is echter dat een actueel en specifiek kader met uitgangspunten, regels en werkwijzen bijvoorbeeld in de vorm van een redactiestatuut ontbreekt. Daarom een laatste aanbeveling: 49/88 HET STADSDEELNIEUWS Hoofdstuk 5 Afsluiting Aan het begin van dit rapport is een samenvatting gegeven van de belangrijkste conclusies en aanbevelingen. Dit afsluitende hoofdstuk beperkt zich dan ook tot een vooruitblik naar de opvolging van het onderzoek. 51 Opvolging van het onderzoek Conform de Werkwijze evaluatie’ zal dit rapport besproken worden in het MTC en het dagelijks bestuur (Fase VI Meningsvorming) en zal er een verbeterplan worden opgesteld (Fase Vl en VII Rapportage). Ten behoeve van deze fasen adviseren wij de stuurgroep een centrale rol te laten behouden, die vervolgens in gezamenlijkheid verkennen hoe de conclusies geïnterpreteerd worden, welke verbeteracties noodzakelijk worden geacht en op welke wijze deze het beste vorm te geven zijn. Hiervoor werd reeds de aanbeveling gegeven om nader onderzoek te doen naar de lezersgroep. In het kader van het inventariseren van verbetermogelijkheden lijkt het ons ook aanbevelingswaardig om de eerder overwogen ‘rondetafels’ alsnog te arrangeren met lezers, bijvoorbeeld één met ondernemers en één met burgers. In dit licht zien wij ook een rol weggelegd voor bijvoorbeeld communicatiedeskundigen (intern/extern), die in de vorm van een expertmeeting de conclusies en aanbevelingen wellicht kunnen verdiepen en verbreden. Hierbij kan overwogen worden om ook voor de toekomst een soort van ‘klantenraad/toetsgroep’ in stand te houden om de verbeteringen/ontwikkelingen van het blad te monitoren. Meer in het algemeen adviseren wij de resultaten van het onderzoek breed intern en extern (via website/Stadsdeelnieuws) te communiceren. Successen kunnen worden uitgedragen, knelpunten gedeeld en vervolgstappen worden aangekondigd. Mocht besloten worden ten behoeve van vervolgonderzoek gebruik te maken van de lezers/doelgroep, dan kan een dergelijk bericht gelijktijdig worden gebruikt om tot participatie op te roepen. 50/88 HET STADSDEELNIEUWS Bijlage 1 Lijst met geraadpleegde documenten en geïnterviewde personen Lijst met documenten 1. Werkwijze evaluatie dagelijks bestuur, Stadsdeel Centrum, d.d 13 februari 2007. 2. Onderzoeksplan 2007 Doelmatigheid en Doeltreffendheid art. 213a GW, Stadsdeel Centrum, d.d. 14 november 2006. 3. Nota ‘De Stad In, wekelijks informatieblad van stadsdeel Amsterdam-Centrum, Stadsdeel Centrum, november 2004. 4. Startnotitie ‘Stadsdeelkrant Amsterdam Centrum’, Stadsdeel Centrum, 2005. 5. Strategisch communicatie-adviesrapport ‘Amsterdam Centrum staat centraal, lees het in stadsdeelnieuws!, resultaten uit een stageonderzoek, Stadsdeel Centrum, juni 2007. 6. Bestuursstijl Amsterdam-Gentrum, Stadsdeel Centrum, 2002. 7. Meetbaar programakkoord voor stadsdeel Amsterdam-Gentrum 2006-2010, Stadsdeel Centrum, 2006. 8. Programmabegroting 2008, Stadsdeel Centrum, 2007. 9. Nota van uitgangspunten voor het communicatiebeleid van het stadsdeel Amsterdam-Centrum, Stadsdeel Centrum, juni 2004. 10. Beleidsplan communicatie Stadsdeel Amsterdam-Centrum 2007-2010, Stadsdeel Centrum, september 2007. 11. Nota ‘De Stijl van Amsterdam, Over de helft, hoe verder en hoe in stand te houden, Gemeente Amsterdam, 2005. 12. Raadsvragen inzake verspreiding Stadsdeelnieuws d.d. 6 juli 2006 en beantwoording vragen dagelijks bestuur d.d. 5 december 2006. 13. Diverse commissieverslagen Algemene Zaken. 14. Diverse onderzoeken inzake bezorging van het Stadsdeelnieuws. 15. Redactiestatuut internetsite Amsterdam-Centrum, Stadsdeel Centrum, datum onbekend. 16. Redactiestatuut Stadsdeelkrant Amsterdam Oud-Zuid, Stadsdeel Oud-Zuid, 2004. 17. Memo ‘Nieuwe regels bewonersbrieven en advertenties’, Stadsdeel Centrum, 2005. Lijst met geïnterviewde personen De heer M. Maten Hoofd Communicatie De heer R. Van de Belt Eindredacteur Stadsdeelnieuws (inmiddels uit dienst) De heer E. Corveleijn Raadsvoorlichter De heer R. Elhorst Hoofd Concerncontrol 51/88 HET STADSDEELNIEUWS Leden Stuurgroep De heer M. Maten Hoofd Communicatie De heer R. Van de Belt Eindredacteur Stadsdeelnieuws (inmiddels uit dienst) Mevrouw S. Van Loenen Eindredacteur Stadsdeelnieuws De heer E. Corveleijn Raadsvoorlichter De heer F. Van der Helm Senior beleidsmedewerker Concernstaf De heer B. Bonnet Beleidsmedewerker Concernstaf (inmiddels werkzaam bij andere dienst) 52/88 Bijlage 2 Opdrachtformulering en onderzoeksopzet HET STADSDEELNIEUWS vastgesteld in db > Gemeente Amsterdam d.d. 13 november 2007 Stadsdeel Centrum x% Stafafdeling Concerncontrol Opdrachtformulering Onderzoek in het kader van artikel 213a van de Gemeentewet naar het ‘Stadsdeelnieuws’ 54/88 HET STADSDEELNIEUWS Vastgesteld in db Gemeente Amsterdam d.d. 13 november 2007 Stadsdeel Centrum Opdrachtformulering Inhoud 1 Inleiding 3 2 Waarom dit onderzoek? 5 3 Het Stadsdeelnieuws 6 3.1 Geschiedenis van de eigen stadsdeelkrant 6 3.2 Het Stadsdeelnieuws 6 3.3 Organisatie en verantwoordelijkheid 8 4 Onderzoekskader 9 4.1 Doelstelling van het onderzoek 9 4.2 Probleemstelling 10 4.3 Onderzoeksvragen 10 4.4 Afbakening 11 5 Taakverdeling en planning 12 5.1 Taakverdeling 12 5.2 Planning 12 55/88 HET STADSDEELNIEUWS Vastgesteld in db Gemeente Amsterdam d.d. 13 november 2007 Stadsdeel Centrum Opdrachtformulering 1 Inleiding De ‘nieuwe’ gemeentewet kent een onderzoeksplicht voor het dagelijks bestuur (hierna ‘db’) van een gemeenten. Ingevolge artikel 213a dient het db de doelmatigheid en doeltreffendheid van het beleid te onderzoeken. Deze onderzoeksplicht, voortkomend uit het duale bestel, is met name bedoeld voor het bestuur om zijn eigen rol in te vervullen en deze te versterken en daartoe de opbrengsten uit dergelijke onderzoeken te gebruiken. In dat kader stelt het db jaarlijks een onderzoeksplan op. Aan de hand van enkele vaststaande criteria zijn in dit plan de onderwerpen/thema’s bepaald die object zijn van een 213a-onderzoek. Eén van de onderwerpen in onderzoeksplan voor 2007 is het onderwerp ‘eigen stadsdeelkrant ’. Conform de Werkwijze evaluatie dagelijks bestuur” (hierna ‘de werkwijze’) is elk onderzoeksproces aangaande de doelmatigheid en doeltreffendheid opgeknipt in verschillende fasen: |. Selectie Il. Start onderzoek Il. Voorbereiding (Onderzoeksplan) (Opdracht- (Onderzoeksopzet) formulering) IV. Uitvoering V. Wederhoor VI. Meningsvorming (Concept-nota van (Onderzoeksrapport) (Verbeterplan) bevindingen) VI. Rapportage VII. Monitoring (Eindrapportage db) De werkwijze bevat naast de algemene kaders en richtlijnen voor 213a-onderzoek ook een uitwerking van de verschillende fasen (zie intranet). Dit document is het eindproduct van de tweede fase: “start onderzoek” en bevat aldus de opdrachtformulering. In dit geval gaat het om de opdrachtformulering voor een onderzoek naar de doeltreffendheid van de eigen stadsdeelkrant, het Stadsdeelnieuws. 56/88 HET STADSDEELNIEUWS De werkwijze vereist dat in de opdrachtformulering tenminste aandacht wordt besteed aan: * Verantwoording van de onderwerpkeuze * _ De beschrijving in vogelvlucht van het onderwerp * Het onderzoekskader, met aandacht voor: a. doelstelling van het onderzoek b. probleemstelling en onderzoeksvragen c. afbakening van het onderzoek Nadat in dit document derhalve allereerst de vragen worden beantwoord waarom er besloten is tot een onderzoek naar de eigen stadsdeelkrant (verantwoording) en waar het dan feitelijk over gaat en op welk terrein men zich hiermee begeeft (beschrijving), wordt tenslotte ingegaan op het onderzoekskader: wat wordt onderzocht en wat ook niet (afbakening), wat willen we bereiken (doelstelling) en welke vragen dienen daarbij beantwoord te worden (probleemstelling en deelvragen). 57/88 HET STADSDEELNIEUWS Vastgesteld in db Gemeente Amsterdam d.d. 13 november 2007 Stadsdeel Centrum Opdrachtformulering 2 Waarom dit onderzoek”? Dit onderzoek is een logisch uitvloeisel van het onderzoeksplan 2007, daarin is het onderzoek naar de eigen stadsdeelkrant opgenomen als een van vier onderzoeken die in 2007 zullen worden uitgevoerd. Zoals in daar toegelicht: “Eigen stadsdeelkrant” Voldoet het instrument van een eigen stadsdeelkrant aan de verwachtingen? Met andere woorden: levert dit instrument een meerwaarde op voor het stadsdeel? Dit onderzoek betreft met name de doeltreffendheid en daarmee is de vraag aan de orde hoe bewoners en ondernemers een eigen stadsdeelkrant ervaren. Gezien de criteria die worden gehanteerd om onderzoeksonderwerpen te selecteren hangt de keuze voor dit onderwerp sowieso samen met de te verwachten risico's voor ondoeltreffendheid, de bestuurlijke relevantie, in gang gezette verbeteringen of andere onderzoeken en de financiële of organisatorische belangen die ermee gemoeid zijn. Meer concreet toepassend op het onderwerp stadsdeelkrant kan worden vastgesteld dat er meerdere overwegingen een rol hebben gespeeld in de selectie van dit onderwerp. Ten eerste is het instrument van de eigen stadsdeelkrant betrekkelijk nieuw. Voor de invoering/het gebruik ervan werd het gemeentenieuws ‘versnipperd’ verspreid via verschillende instrumenten en methoden. De eigen stadsdeelkrant diende het nieuws te bundelen. Nu men inmiddels bezig is aan de derde jaargang wordt dit een goed tijdstip geacht om het instrument te evalueren (dus: in gang gezette verbetering monitoren). Daarnaast is het Stadsdeelnieuws zowel op ambtelijk en bestuurlijk niveau onderwerp van gesprek. Hoewel daarbij met name de bezorging -en dus het feitelijk ontvangen van informatie- vaak onder de aandacht wordt gebracht, is ook het instrument als zodanig, als middel van het bestuur om te communiceren met de burgers, een onderwerp dat zich kenmerkt door een groot bestuurlijk belang. Het bestuurlijke belang kan in een breder kader worden bezien van de algemene wens van overheden om ‘dicht(er) bij de maatschappij’ te staan en hen daartoe open, transparant en betrouwbaar te informeren en tegemoet te treden. De doeltreffendheid van het Stadsdeelnieuws, als onderdeel van de algemene overheidscommunicatie die (mede) uiting moet geven aan die algemene doelstelling van het verkleinen van de afstand tussen burger en overheid, is daarom zeer relevant. Hoewel tenslotte niet ontkend kan worden dat er met de eigen stadsdeelkrant ook financiële en organisatorische belangen gemoeid zijn, zoals de bundeling van mensen en middelen, moet geconstateerd worden in de selectie heeft gelegen op het belang van externe doeltreffendheid en niet zozeer de interne doelmatigheid. 58/88 HET STADSDEELNIEUWS Vastgesteld in db Gemeente Amsterdam d.d. 13 november 2007 Stadsdeel Centrum Opdrachtformulering 3. Het Stadsdeelnieuws Dit hoofdstuk is het resultaat van een eerste verkenning van het onderzoeksonderwerp en - gebied Het Stadsdeelnieuws. Allereerst wordt kort de geschiedenis beschreven, waarin een korte schets van de aanloop wordt gegeven. Daarna wordt dieper ingezoomd op het communicatie-instrument Stadsdeelnieuws, daarbij komen de doelen aan bod, de formule die gehanteerd wordt en de vorm. Tot slot lichten we de organisatie en verantwoordelijkheden kort toe. 3.1 Geschiedenis van de eigen stadsdeelkrant Het voldoende en duidelijk informeren van de mensen is in Amsterdam een groot goed. Voordat de eigen stadsdeelkrant in beeld kwam kende men daarom reeds een lange traditie van ‘papieren’ communicatie, dat wil zeggen berichtgeving via kranten of brieven. Deze kranten en brieven waren deels van de gemeente zelf, maar deels ook van externen (Amsterdams Stadsblad). Met het gebruik van verschillende methoden werd informatie vanuit het stadsdeel echter grotendeels ‘versnipperd’ gepubliceerd. Informatie voor bewoners, instellingen en bedrijven werd periodiek en incidenteel verspreid via uitgaven als: - de wekelijkse advertenties in het Amsterdams Stadsblad; - bewonersbrieven; - nieuwsbrieven. In deze werkwijzen en middelen werd echter een gebrek aan eenduidigheid en integraliteit ervaren, bovendien was het niet echt ‘eigen’ nu berichten daar samen met informatie uit andere stadsdelen werd gepresenteerd. Vandaar dat het stadsdeel Centrum in december 2005 heeft besloten om wekelijks een eigen gedrukte huis-aan-huis krant uit te brengen. Aldus werd voor bewoners en ondernemers een constante en herkenbare factor gecreëerd in de informatievoorziening: elke week op maandag valt hij in de bus. Voor het stadsdeel is het een platform om ondernemers en bewoners te bereiken en daarnaast in rubrieken wijkgerichte en doelgroepgerichte informatie te verstrekken. 3.2 Het Stadsdeelnieuws Het Stadsdeelnieuws, zoals de eigen stadsdeelkrant later gedoopt werd, is derhalve de stadsdeelkrant voor het centrum van Amsterdam. De krant kent een oplage 65.500 stuks en wordt dus wekelijks huis aan huis verspreid. Daarnaast bestaat de mogelijkheid de krant per e-mail te ontvangen of via de website van het stadsdeel te downloaden. Sinds enige tijd wordt de krant ook verspreid via wijk- en buurtcentra en winkels (Albert Heijn). Naast dat de krant gebruikt wordt om verplichte bekendmakingen inzake vergunningen, bestemmingsplannen et cetera te publiceren, bevat het raadsinformatie, nieuws uit het 59/88 HET STADSDEELNIEUWS Vastgesteld in db Gemeente Amsterdam d.d. 13 november 2007 Stadsdeel Centrum Opdrachtformulering stadsdeel, een culturele agenda en nodigt het burgers uit tot diverse manieren van interactieve beleidsvorming (betrokkenheid). De doelen Bij de start werden de volgende concrete doelen geformuleerd die met de uitgave van de eigen stadsdeelkrant: 1. Voldoen aan de wettelijke informatieplicht; 2. Actualiteit: het geven van actuele informatie; 3. Betrouwbaarheid: - het blad moet elke week (op een vaste dag) op elk adres in Centrum op de mat liggen; - de lezer moet er op kunnen rekenen dat de inhoud correct is; 4. Eenduidigheid: de stadsdeel informatie wordt zoveel mogelijk op één wijze en langs één kanaal naar buiten gebracht; 5. Gerichtheid én volledigheid: informatie over de eigen wijk of doelgroep, daarnaast informatie over het gehele stadsdeel; 6. Herkenbaarheid: door uniformiteit krijgt het stadsdeel een eigen gezicht waar het de informatievoorziening betreft; 7. Efficiency: de informatie wordt op één plek verzameld en naar buiten gebracht; 8. Communicatief: het verbeteren en intensiveren van de communicatie tussen stadsdeel en doelgroepen. 9. Participatie: de betrokkenheid van bewoners en ondernemers bij stadsdeel en bestuur bevorderen. Eenduidigheid, herkenbaarheid, gerichtheid en volledigheid brengen met zich mee dat de stadsdeelkrant dus het belangrijkste gedrukte medium van het stadsdeel is. Het is dé manier voor het bestuur en de politiek om met burgers, ondernemers en instellingen te communiceren via papier. Echter, als duidelijk is dat communicatie via publicatie in de stadsdeelkrant niet aan het doel beantwoordt, worden soms andere middelen gebruikt. Dergelijke uitzonderingen zijn alleen denkbaar bij een beperkte doelgroep, grote projecten, onderwerpen die meer stadsbreed zijn of er tot een bredere verspreiding verplicht wordt per wet. 60/88 HET STADSDEELNIEUWS Vastgesteld in db Gemeente Amsterdam d.d. 13 november 2007 Stadsdeel Centrum Opdrachtformulering De formule Hoofddoel = INFORMEREN > informatieblad Huis-aan-huis voldoen aan wettelijke plichten en termijnen X rond terinzagelegging/inspraak eb Wekelijkse verspreiding ontsluiten bestuurs- en raadsinformatie X >» Geen onafhankelijk medium duaal bestel X == . Aparte rubrieken bestuur en raad + Leesbaarheid + Aantrekkelijkheid + Brede toegankelijkheid Het Stadsdeelnieuws De vorm De krant bestaat uit vier pagina’s in huisstijl op weekendformaat, full colourdruk op 100% gerecycleerd papier. Een aantal keren per jaar wordt de krant in dubbele omvang uitgebracht, de vier extra pagina's bevatten een special over een specifiek onderwerp, een project of een evenement. 3.3 Organisatie en verantwoordelijkheid Het Stadsdeelnieuws is een product van de Afdeling Communicatie. Het hoofd Communicatie is hoofdredacteur. De eindredacteur heeft de taak de krant wekelijks samen te stellen en werkt daarbij samen met de producent (Movement). De griffier is verantwoordelijk voor het onderdeel dat de raadsinformatie betreft. Communicatie valt binnen de portefeuille van de stadsdeelvoorzitter mevr. Iping. 61/88 HET STADSDEELNIEUWS Vastgesteld in db Gemeente Amsterdam d.d. 13 november 2007 Stadsdeel Centrum Opdrachtformulering 4 Onderzoekskader Wat willen we bereiken met dit onderzoek en hoe gaan we dat doen, wat wordt onderzocht en wat niet? Deze vragen worden beantwoord in dit hoofdstuk. Kortom: de onderzoeksopdracht wordt uitgewerkt en ingekaderd. Nadat de doelstelling van het onderzoek wordt geformuleerd, presenteren wij de vraagstelling, of probleemstelling. Daarop volgend worden de deelvragen uiteengezet die tot beantwoording van de probleemstelling moeten leiden. Tot slot wordt de reikwijdte van het onderzoek toegelicht. 4.1 Doelstelling van het onderzoek De onderzoeken in het kader van artikel 213a van de Gemeentewet kunnen zich richten op zowel doelmatigheid als doeltreffendheid van beleid. Er schuilt echter een groot verschil tussen beiden. Een onderzoek naar doeltreffendheid gaat over de vragen wat de doelstellingen van een beleidsterrein zijn en inhouden, wat de achterliggende probleemanalyse is en de daarbij behorende veronderstellingen, of de doelstellingen adequaat zijn geformuleerd, of de doelstellingen worden gehaald en, zo niet, wat daarvan de reden is en zo ja, in hoeverre deze bereikt worden door het beleid. Een onderzoek naar doelmatigheid richt zich primair op de verhouding tussen kosten en baten en hoe zij zich verdelen over de verschillende groepen die door het beleid geraakt worden. Daarbij gaat het om vragen welke middelen er worden ingezet, of deze worden ingezet waarvoor ze zijn bedoeld etc. In het onderzoeksplan 2007 van het dagelijks bestuur geeft voor dit onderzoek reeds duidelijkheid. Het onderzoek dient te toetsen of voldaan wordt aan de verwachtingen (=doelstellingen) die men er vooraf van had. Nu daar ook een efficiencydoel in zat (besparing door het bundelen van de diverse communicatiebudgetten en informatiestroom) zou men daar nog doelmatigheid onder kunnen begrijpen. Echter nu dit door het db verfijnd wordt naar de vraag hoe bewoners en ondernemers de eigen stadsdeelkrant ervaren, wordt duidelijk dat doelmatigheid buiten beschouwing dient te worden gelaten en met name de doeltreffendheid in kaart moet worden gebracht. Ook de gesprekken met betrokkenen bevestigen de keuze voor doeltreffendheid. Voor hen gaat het daarbij om een onderzoek naar het ‘echte’ bereik van de krant, waarbij het natuurlijk gaat om de doelstellingen op het gebied van communicatie (volledigheid, eenduidigheid, betrouwbaarheid etc.) en niet aan de efficiencykant. Het onderzoek moet derhalve leiden tot een oordeel op hoofdlijnen over doeltreffendheid van Het Stadsdeelnieuws. Daarbij gaat het met name om de externe benadering (van buiten naar binnen) dus de doeltreffendheid bij de doelgroep: bewoners, instellingen en ondernemers. 62/88 HET STADSDEELNIEUWS Vastgesteld in db Gemeente Amsterdam d.d. 13 november 2007 Stadsdeel Centrum Opdrachtformulering Nu uit de algemene bedoeling van de wetgever en ook uit de werkwijze kan worden begrepen dat 213a-onderzoek zich in het stadsdeel met name dient te kenmerken door een lerend karakter, wordt niet gestreefd naar normatieve oordelen, maar naar verbeterpunten op basis van analyse. Van belang is te benadrukken dat dit onderzoek geen antwoord gaat geven op alle vragen, daarvoor ontbreekt de vereiste doorlooptijd en de daarmee samenhangende mogelijkheid tot diepgang. Wel zal het op basis van analyse een helder beeld presenteren van de doeltreffendheid van het communicatie-instrument op grond waarvan gerichte acties/maatregelen kunnen worden genomen om deze te verbeteren. Over de breedte van het onderzoek: - __hetricht zich op alleen op de doeltreffendheid van het Stadsdeelnieuws en probeert zo de ‘meerwaarde’ te evalueren en de waardering in kaart te brengen, zo gaat het in op de vraag welke doelstellingen met de introductie van het stadsdeelnieuws zijn gesteld, en welke doelstellingen nu gelden, in hoeverre deze zijn gerealiseerd en in hoeverre dit voortvloeit uit het beleid inzake de stadskrant; - __ het richt zich daarmee primair op een evaluatie bij alle relevante externe partijen (burgers, ondernemers en instellingen) Vanuit dit kader is de doelstelling van het onderzoek: het verschaffen van inzicht in het beleid (doelstellingen/verwachtingen) inzake Het Stadsdeelnieuws, teneinde op hoofdlijnen een oordeel te geven over de externe doeltreffendheid ervan en op onderdelen aanbevelingen te doen voor verbeteringen (of vervolgonderzoek). 4.2 Probleemstelling De centrale vraag in het onderzoek, ofwel de probleemstelling, ligt in het verlengde van de doelstelling die hiervoor werd geformuleerd en luidt als volgt: Welke doelstellingen en verwachtingen liggen aan het Stadsdeelnieuws ten grondslag (toen en nu) en hoe kan het Stadsdeelnieuws -na het in kaart brengen van een waardering op die punten door de externe doelgroep- worden beoordeeld in het kader van doeltreffendheid? 4.3 Onderzoeksvragen Ten behoeve van de beantwoording van de probleemstelling wordt gewerkt met een aantal onderzoeksvragen. Voor dit onderzoek naar de doeltreffendheid van het Stadsdeelnieuws luiden de onderzoeksvragen: 1. Wat zijn de achtergronden van het besluit tot de oprichting van de eigen stadsdeelkrant, welke verwachtingen en veronderstellingen speelden daarbij een rol? 63/88 HET STADSDEELNIEUWS Vastgesteld in db Gemeente Amsterdam d.d. 13 november 2007 Stadsdeel Centrum Opdrachtformulering 2. Welke doelstellingen (en de wijze hoe dit te bereiken) zijn expliciet geformuleerd voor de uitgave van de eigen stadsdeelkrant? 3. Hoe kunnen de doelstellingen worden vertaalde naar indicatoren waarop de externe doelgroep (w.o. met name de bewoners en ondernemers) zijn waardering kan uitspreken? 4. Hoe kan naar aanleiding van het inzicht in de waardering van de externe doelgroep de doeltreffendheid van het Stadsdeelnieuws worden beoordeeld? 5. Welke aanbevelingen om de doeltreffendheid te verhogen vloeien uit het onderzoek voort? 4.4 Afbakening Een belangrijke afbakening in dit onderzoek is de focus op de externe klant, waar de krant ook primair voor bedoeld is. Het Stadsdeelnieuws kent namelijk ook interne klanten: het bestuur, de stadsdeelraad en de verschillende sectoren/afdelingen. Hoewel dit deels aan de orde zal komen wat zij vinden van de doeltreffendheid, wordt dit in principe buiten beschouwing gelaten. Tijdens de voorgesprekken kwam bovendien naar voren dat de bezorging van de eigen stadsdeelkrant een belangrijk aandachtspunt is. Hierbij gaat het om het feitelijke bereik van de krant (komt deze ook daadwerkelijk aan bij een ieder). Omdat de bezorging reeds enige malen in de belangstelling heeft gestaan, zijn op dit vlak meerdere onderzoeken uitgevoerd. Hoewel de bezorging een eerste vereiste is in de doeltreffendheid van de krant, is toch besloten dit buiten beschouwing te laten. Daar gaat het namelijk niet om als we het hebben over het hebben over de beoordeling van de inhoud, waar we ons in dit onderzoek op richten. Een ander belangrijk element in de afbakening is de reikwijdte en de diepgang. Gerealiseerd moet worden dat de doelgroep van het Stadsdeelnieuws groot is. De doorlooptijd van het onderzoek en de verwerkingstijd die beschikbaar is noopt tot beperken van de reikwijdte waar het gaat om het bevragen van de doelgroep. Daarnaast betekent dit ook dat in het onderzoek weliswaar de doelgroep op elementen diepgaand zal worden bevraagd, maar dat het oordeel over doeltreffendheid en de aanbevelingen zich zullen beperken tot hoofdlijnen. Voor een grootschalig en zeer diepgaand onderzoek is immers meer tijd en mankracht vereist. Het onderzoek zal betrekking hebben op de periode eind 2005 tot heden. 64/88 HET STADSDEELNIEUWS Vastgesteld in db Gemeente Amsterdam d.d. 13 november 2007 Stadsdeel Centrum Opdrachtformulering 9 Taakverdeling en planning 5.1 Taakverdeling Het bestuurlijk en ambtelijk opdrachtgever- en nemerschap is geregeld in De werkwijze. Conform die werkwijze is het db bestuurlijk opdrachtgever voor het onderzoek. Bestuurlijk trekker is de portefeuillenouder Financiën. Het MT is ambtelijk opdrachtgever. Ambtelijk opdrachtnemer is de concerncontroller. Na vaststelling van deze opdrachtformulering door het db beslist de concerncontroller wie hij het onderzoek laat uitvoeren. Het onderzoek kan intern, door de afdeling Planning & Control worden uitgevoerd of door een externe onderzoeker. 5.2 Planning Na vaststelling van deze opdrachtformulering gaat de onderzoeker een onderzoeksopzet maken. Daarin komt ook de planning en gedetailleerde taakverdeling aan de orde. De onderzoeksopzet wordt ter kennisname aangeboden aan het MT. 65/88 HET STADSDEELNIEUWS x Gemeente Amsterdam Stadsdeel Centrum > < Stafafdeling Concerncontrol Onderzoeksopzet Onderzoek in het kader van artikel 213a Gemeentewet naar de doeltreffendheid van het ‘Stadsdeelnieuws’ 66/88 HET STADSDEELNIEUWS Gemeente Amsterdam Stadsdeel Centrum Onderzoeksopzet 213a-onderzoek ‘Stadsdeelnieuws’ Inhoud 1 Inleiding 3 2 Onderzoeksopzet 4 2.1 Onderzoeksprobleem 4 2.2 Opdracht, vraagstelling en doelstelling 4 2.3 Deelvragen en normenkader 5 2.4 Begrippen 7 2.5 Aanpak 8 2.6 Methodieken 9 2.7 Validiteit 11 2.8 Planning en taakverdeling 11 2.9 Resultaat 13 67/88 HET STADSDEELNIEUWS Gemeente Amsterdam Stadsdeel Centrum Onderzoeksopzet 213a-onderzoek ‘Stadsdeelnieuws’ 1 Inleiding Inmiddels is het onderzoek naar de doeltreffendheid van het Stadsdeelnieuws gestart. Dit onderzoek wordt uitgevoerd in het kader van artikel 213a van de Gemeentewet en vindt daarom plaats conform de “Werkwijze evaluatie dagelijks bestuur”. Dat betekent dat het doeltreffendheidsonderzoek is opgedeeld in onderstaande fasen: IV. Uitvoering V. Wederhoor VI. Meningsvorming (Concept-nota van (Onderzoeksrapport) (Verbeterplan) bevindingen) VII. Rapportage VII Monitoring (Eindrapportage db) Naar aanleiding van de vaststelling van de opdrachtformulering voor dit onderzoek door het DB (fase II) is deze verder geconcretiseerd. Dit document is daar het resultaat van en het eindproduct van de derde fase: “voorbereiding” en bevat aldus de onderzoeksopzet. Deze opzet dient als leidraad voor de daadwerkelijke uitvoering van het onderzoek (fase IV) en bevat de volgende onderdelen: * Een schets van het onderzoeksprobleem (2.1) * De opdracht, vraagstelling en doelstelling (2.2) * De deelvragen en een eerste aanzet voor het normenkader (2.3) * Enkele kernbegrippen (2.4) * De beoogde aanpak (2.5) * De te gebruiken onderzoeksmethodieken (2.6) * De validiteit van het onderzoek (2.7) * De beoogde planning en bijbehorende taakverdeling (2.8) * Enten slotte een schets van de opzet van de eindrapportage (2.9) 68/88 HET STADSDEELNIEUWS Gemeente Amsterdam Stadsdeel Centrum Onderzoeksopzet 213a-onderzoek ‘Stadsdeelnieuws’ 2 Onderzoeksopzet 2.1 Onderzoeksprobleem De gemeente Amsterdam, meer specifiek het stadsdeel Centrum, moet voldoen aan haar wettelijke informatieplicht inzake de besluitvorming. Daarnaast willen bestuur en politiek graag in contact staan met burgers, instellingen en ondernemers door hen voldoende actuele en transparante informatie te verschaffen over hetgeen zij mee bezig zijn. Naast andere vormen van communicatie (bijvoorbeeld mondeling of digitaal) doen zij dit schriftelijk in de vorm van een stadsdeelkrant. Behoudens hoge uitzonderingen geldt dat voor schriftelijk informeren de stadsdeelkrant hét middel is, dat geldt sowieso voor wettelijke bekendmakingen. De stadsdeelkrant is opgericht in 2005 en verving daarmee verschillende andere schriftelijke communicatie-instrumenten (bewonersbrieven, nieuwsbrieven en advertenties in het Stadsblad). Met de eigen stadsdeelkrant werd beoogd de verschillende schriftelijke communicatiestromen te bundelen en het geheel aan informatie eenduidig, betrouwbaar, volledig en herkenbaar aan de doelgroep (burger, ondernemer en instelling) beschikbaar te stellen. Naast de toegevoegde waarde voortvloeiend uit bundeling, diende de eigen stadsdeelkrant bij te dragen aan een intensivering en verbetering van de communicatie in het algemeen en een hogere betrokkenheid van de doelgroep bij bestuur en politiek (participatie). Inmiddels kent het Stadsdeelnieuws zijn derde jaargang. Hoewel er inmiddels meerdere onderzoeken zijn gedaan naar het objectieve bereik van de krant (bezorging), is nog weinig informatie beschikbaar over het subjectieve bereik, oftewel de ontvangst bij de doelgroep op basis van inhoud. De mate waarin vooraf geformuleerde doelstellingen bereikt worden is daarmee grotendeels nog onbekend. In dit onderzoek concentreren wij ons derhalve op deze doeltreffendheid, waarbij vanuit de (extern gerichte) doelstellingen de waardering van de doelgroep centraal staat. 2.2 Opdracht, vraagstelling en doelstelling Opdracht Het Onderzoeksplan 2007 van het dagelijks bestuur geeft de opdracht tot het uitvoeren van een onderzoek naar de stadsdeelkrant in het kader van artikel 213a Gemeentewet, daar worden de vragen als volgt geformuleerd: “Eigen stadsdeelkrant” Voldoet het instrument van een eigen stadsdeelkrant aan de verwachtingen? Met andere woorden: levert dit instrument een meerwaarde op voor het stadsdeel? Dit onderzoek betreft met name de doeltreffendheid en daarmee is de vraag aan de orde hoe bewoners en ondernemers een eigen stadsdeelkrant ervaren. 69/88 HET STADSDEELNIEUWS Gemeente Amsterdam Stadsdeel Centrum Onderzoeksopzet 213a-onderzoek ‘Stadsdeelnieuws’ In de opdrachtformulering zijn deze vragen verfijnd naar een centrale vraagstelling en doelstelling. De volgende uitgangspunten zijn daarbij gehanteerd: - het onderzoek richt zich op alleen op de doeltreffendheid van het Stadsdeelnieuws; -__ het onderzoek is extern gericht. Doelstelling Met de opdracht, enkele voorbereidende gesprekken en de uitgangspunten als basis, is de volgende doelstelling vastgesteld: Het verschaffen van inzicht in het beleid (doelstellingen/ verwachtingen) inzake Het Stadsdeelnieuws, teneinde op hoofdlijnen een oordeel te geven over de externe doeltreffendheid ervan en op onderdelen aanbevelingen te doen voor verbeteringen (of vervolgonderzoek). Probleemstelling Om deze doelstelling te bereiken moet de volgende centrale vraag worden beantwoord, oftewel de probleemstelling: Welke doelstellingen en verwachtingen liggen aan het Stadsdeelnieuws ten grondslag (toen en nu) en hoe kan het Stadsdeelnieuws -na het in kaart brengen van een waardering op die punten door de externe doelgroep- worden beoordeeld in het kader van doeltreffendheid? Het onderzoek heeft daarom een drieledig karakter: e _Descriptief (beschrijvend): wat zijn de doelstellingen en verwachtingen aangaande de stadsdeelkrant; * _ Toetsend: in hoeverre worden de doelstellingen bereikt; e _Prescriptief (aanbevelend): hoe kan de doeltreffendheid eventueel worden vergroot. 2.3 Deelvragen en normenkader Om de centrale vraagstelling te beantwoorden zijn enkele deelvragen opgesteld. Analoog aan de probleemstelling hebben deze ook betrekking op de drie karakters van het onderzoek: 70/88 HET STADSDEELNIEUWS Gemeente Amsterdam Stadsdeel Centrum Onderzoeksopzet 213a-onderzoek ‘Stadsdeelnieuws’ I Descriptief 1. Wat zijn de achtergronden van het besluit tot de oprichting van de eigen stadsdeelkrant, welke verwachtingen en veronderstellingen speelden daarbij een rol? 2. Welke doelstellingen (en de wijze hoe dit te bereiken) zijn expliciet geformuleerd voor de uitgave van de eigen stadsdeelkrant? II Toetsend 3. Hoe kunnen de doelstellingen worden vertaald naar indicatoren waarop de externe doelgroep (m.n. bewoners en ondernemers) zijn waardering kan uitspreken? 4. Hoe kan naar aanleiding van het inzicht in de waardering van de externe doelgroep de doeltreffendheid van het Stadsdeelnieuws worden beoordeeld? Ul Prescriptief 5. Welke aanbevelingen of vervolgvragen vloeien uit het onderzoek voort? Normenkader (indicatoren) In het algemeen heeft het normenkader de functie duidelijk te maken welke aspecten van een onderzoeksobject worden onderzocht en aan welke eisen (c.q. normen) deze zouden moeten voldoen. Dat geeft helderheid bij aanvang van het onderzoek en waarborgt de objectiviteit. De doelstelling, probleemstelling en de deelvragen hebben hiermee al een deel van het normenkader vastgesteld, dat wil zeggen de afbakening: * Het Stadsdeelnieuws e _ Achtergronden/problemen/veronderstellingen/beleid * _ Doelstellingen: verleden/heden e Externe doeltreffendheid * Doelgroep: nadruk op subgroepen bewoners en ondernemers Doeltreffend betekent ‘het gestelde doel bereikend’, de vraag is wanneer dat op de onderzochte aspecten het geval is, wanneer is het doel bereikt? Voor wat betreft het toetsende gedeelte van het onderzoek moet het kader derhalve worden verfijnd naar een set indicatoren (normen) op grond waarvan de onderzoeker de doeltreffendheid per doelstelling kan toetsen. Op dit moment zijn de doelstellingen echter nog niet geheel in kaart gebracht. Duidelijk is wel dat in ieder geval op de volgende punten normen moeten worden ontwikkeld: 1. Actualiteit 2. Betrouwbaarheid 3. Eenduidigheid 4. Gerichtheid 5. Volledigheid 6. Herkenbaarheid 1. Participatie 71/88 HET STADSDEELNIEUWS Gemeente Amsterdam Stadsdeel Centrum Onderzoeksopzet 213a-onderzoek ‘Stadsdeelnieuws’ Per thema, de aanvullende analyse zal nog eventueel andere thema's aan moeten reiken, kunnen vervolgens een aantal concrete vragen of toetspunten in kaart worden gebracht. Dit dient te gebeuren aan de hand van het beantwoorden van dezelfde centrale vragen: * _Op welke wijze kan deze doelstelling worden verankerd/vastgelegd? (Inbedding) * _Op welke wijze wordt de doelstelling in de praktijk nagestreefd? (Toepassing) e Wanneer is de doelstelling gerealiseerd, oftewel de gewenste situatie bereikt? (Werking) e Wat zijn de daadwerkelijke effecten: hoe meten we dat? (Resultaten) De daadwerkelijke uitwerking van het normenkader vindt plaats in de volgende fase (zie ook deelvraag 4). 2.4 Begrippen Voor de duidelijkheid worden enkele veelgebruikte begrippen hieronder uiteen gezet. e De gemeente De gemeente Amsterdam. * Het stadsdeel Het stadsdeel Amsterdam-Centrum. e Het onderzoek Het onderzoek naar de doeltreffendheid van Het Stadsdeelnieuws in het kader van artikel 213a Gemeentewet (doelmatigheid en doeltreffendheid van het dagelijks bestuur). * _ De stadsdeelkrant De eigen stadsdeelkrant van het stadsdeel Amsterdam-Centrum, oftewel Het Stadsdeelnieuws. e _Doeltreffendheid De mate waarin de met de oprichting van de eigen stadsdeelkrant gestelde doelen bereikt worden en toe te schrijven zijn aan het daartoe gevoerde beleid inzake Het Stadsdeelnieuws. * _ Communicatie De literatuur geeft talloze definities van communicatie. Naar algemeen taalgebruik wordt in dit onderzoek met het begrip communicatie echter bedoeld ‘het uitwisselen van informatie’. Nu we het hier hebben over overheidscommunicatie vindt de uitwisseling in dit kader specifiek plaats tussen het stadsdeel en de samenleving (burger, ondernemer, instelling, vereniging etc.) Binnen het stadsdeel is communicatie een beleidsinstrument voor het dagelijks bestuur en de organisatie als geheel om een open en transparante bestuurstijl te realiseren en de doelstellingen van het Programakkoord (PAK) effectiever te bereiken. 72/88 HET STADSDEELNIEUWS Gemeente Amsterdam Stadsdeel Centrum Onderzoeksopzet 213a-onderzoek ‘Stadsdeelnieuws’ e _Communicatie-instrument Een middel dat communicatie mogelijk maakt. Het Stadsdeelnieuws valt in de categorie schriftelijke communicatie-instrumenten. e De doelgroep Hieronder wordt verstaan de groep waarop het communicatie-instrument, Het Stadsdeelnieuws, extern gericht is. Binnen deze doelgroep bevinden zich diverse subgroepen. In dit onderzoek ligt de nadruk op bewoners en ondernemers. 2.5 Aanpak Met het vaststellen van de opdrachtformulering en deze onderzoeksopzet is de voorbereiding afgerond. De uitvoering van het onderzoek vindt gefaseerd plaats. FASE 1 VERKENNING & KADER: deskresearch / analyse / normenkader Op basis van de verkregen documenten en aanvullende gesprekken wordt het kader van het communicatie-instrument Het Stadsdeelnieuws geanalyseerd. Deze analyse dient ertoe de achtergronden in beeld te brengen en vragen te beantwoorden als: wat was de aanleiding tot het oprichten van een eigen stadsdeelkrant (problemen), wat waren/zijn de doelstellingen, wat waren/zijn de verwachtingen, wat is het bredere beleidskader? Op welke punten is men tevreden en wat kan volgens betrokkenen beter? In deze fase wordt aandacht besteed aan diverse perspectieven en behoeften van politiek, bestuur, organisatie. Deels gebaseerd op de informatie verkregen uit deze analyse en deels op algemene theorie uit de bestuurskunde en communicatiewetenschap wordt vervolgens het hiervoor genoemde normenkader ontwikkeld voor toetsing van de doeltreffendheid van het communicatie- instrument bij de doelgroep. FASE 2 UITVOERING: lezersonderzoek In deze fase vindt het onderzoek plaats bij de doelgroep. Belangrijkste vraag: hoe wordt het Stadsdeelnieuws ervaren en gewaardeerd? De lezer komt aan het woord. Naast dat de doelgroep (focus op bewoners en ondernemers) uitgenodigd wordt om zijn mening te geven over het blad (gerichte bevraging op het normenkader), wordt in deze fase tevens getracht inzicht te krijgen in huidige behoeften van de lezer en wordt het geven van ideeën en tips gestimuleerd. Het lerend karakter staat immers voorop. Deze fase is dus niet alleen toetsend, maar ook verkennend. Hoofdinstrument dat in deze fase wordt gebruikt is de internetenquête. Hierin krijgen de lezers een set vragen voorgelegd die betrekking hebben op de doelstellingen. Indien dit nuttig en noodzakelijk wordt geacht (en mogelijk is qua tijd en inzet) worden aan de hand van de uitkomsten van de enquête enkele stakeholders van de twee belangrijkste subgroepen: bewoners en ondernemers, uitgenodigd om de uitkomsten te verdiepen in een diepte- interview of rondetafelgesprek. 73/88 HET STADSDEELNIEUWS Gemeente Amsterdam Stadsdeel Centrum Onderzoeksopzet 213a-onderzoek ‘Stadsdeelnieuws’ FASE 3 ANALYSE Il & RAPPORTAGE: analyse / conclusies / aanbevelingen De onderzoeksgegevens uit de voorgaande fasen worden in deze fase verwerkt. Hiertoe zal de verkregen informatie in integraal verband worden geanalyseerd en samengebracht. Op grond van de verdiepende analyse zullen vervolgens conclusies kunnen worden geformuleerd over de doeltreffendheid, waarbij zowel de successen als de punten voor verbetering aan de orde zullen komen. In aanvulling daarop zullen aanbevelingen worden opgesteld. Ook hiervoor geldt dat deze betrekking zullen hebben op het doorzetten van elementen die naar tevredenheid lopen en daarnaast concrete punten voor verbetering zullen bevatten. FASE 4 WEDERHOOR & EINDRAPPORTAGE: bespreking /aanpassen In deze laatste fase wordt de conceptrapportage besproken met alle intern -en zo mogelijk- extern betrokkenen. De bespreking dient zo breed mogelijk te worden georganiseerd, omdat dit de herkenbaarheid van het eindrapport en de uitvoerbaarheid daarvan doet toenemen. Aan de hand van de eventuele opmerkingen en aanvullingen wordt vervolgens de eindrapportage opgesteld. 2.6 Methodieken In dit onderzoek is sprake van triangulatie. Dat wil zeggen dat er van meerdere instrumenten van onderzoek gebruik wordt gemaakt om de betrouwbaarheid en bruikbaarheid van de onderzoeksresultaten te vergroten. Deze instrumenten zijn geselecteerd op grond van mate waarin zij relevante gegevens kunnen opleveren. De volgende methodieken worden gebruikt: Fase | 1. Deskresearch De volgende documenten worden gebruikt: e, Werkwijze evaluatie dagelijks bestuur * _Onderzoeksplan 2007 Doelmatigheid en Doeltreffendheid art. 213a Gemeentewet e _Meetbaar programakkoord 2006-2010 e _Programmabegroting 2008 e De Stad In, Wekelijks informatieblad van stadsdeel Amsterdam Centrum e, Beleidsplan communicatie Stadsdeel Amsterdam-Centrum 2007-2010 e _ Startdocument ‘Stadsdeelkrant Amsterdam-Centrum’ e Strategisch communicatie-adviesrapport ‘Amsterdam centrum staat centraal, lees het in Stadsdeelnieuws’ e _ Huisstijl Amsterdam diverse documenten via www.stijlweb.amsterdam.nl e Diverse documenten (redactiestatuut) stadsdeelkrant Oud-Zuid * _Commissieverslagen * Raadsvragen e Diverse onderzoeken bezorging 74/88 HET STADSDEELNIEUWS Gemeente Amsterdam Stadsdeel Centrum Onderzoeksopzet 213a-onderzoek ‘Stadsdeelnieuws’ 2. Interviews Er worden vraaggesprekken gevoerd met interne belanghebbenden. Het gaat hier om half- gestructureerde gesprekken waarbij gebruik wordt gemaakt van open vragen over dezelfde onderwerpen. Te interviewen personen: * _Het hoofd Afdeling Communicatie: dhr. M. Maten * De eindredacteur Stadsdeelnieuws: dhr. R. van de Belt * _ Het hoofd Concerncontrol: dhr. R. Elhorst e _De raadsvoorlichter: dhr. E. Corveleijn Fase II 1. Internetenquête Het primaire lezersonderzoek wordt uitgevoerd middels een internetenquête. Dat betekent dat er een aantal vragen worden voorgelegd aan de lezers van Het Stadsdeelnieuws door een vragenformulier op te nemen op internet. De vragen zijn afgeleid van de doelstellingen en het normenkader. Deze enquête wordt breed aangekondigd in het Stadsdeelnieuws zelf, op de website en wellicht via de nieuwsbrief. De populatie van deze enquête bestaat uit de doelgroep als geheel, waarbij wel de focus ligt op bewoners en ondernemers. De vragen zullen echter wel een zekere algemeenheid moeten hebben. Afhankelijk van de technische mogelijkheden wordt gebruik gemaakt van gesloten en open vragen. Onderzocht zal worden of er gewerkt kan worden met het toekennen van cijfers of waarderingen (goed, voldoende, matig, onvoldoende etc). Het aantal vragen zal qua invultijd niet meer dan 15 a 20 minuten in beslag nemen. De enquête zal uiterlijk twee weken op internet in te vullen zijn. 2. Interviews Indien nuttig en noodzakelijk geacht worden er aanvullend enkele diepte-interviews afgenomen met vertegenwoordigers van de sub-doelgroepen bewoners en ondernemers. Hier wordt gebruik gemaakt van half-gestructureerde (groeps)gesprekken waarbij open vragen worden gebruikt over dezelfde onderwerpen. Er wordt gericht bevraagd op het normenkader en meer open vragen gesteld ivm. suggestie en ideeën. Fase Ill en IV 1. Kwalitatieve analyse 2. Kwantitatieve analyse De methodieken vormen aldus een combinatie van kwalitatieve en kwantitatieve data- verzameling. Dat betekent dat er in de fasen III en IV ook een gecombineerde analyse van deze gegevens zal plaatsvinden: deels van woorden en meningen om antwoorden te vinden op de ‘hoe’ en ‘waarom’ vragen en deels van ‘cijfers’ om op sommige onderdelen uitkomsten te kunnen objectiveren en generaliseren en zo conclusies en aanbevelingen te kunnen verbreden. De combinatie van onderzoeksmethodieken maakt duidelijk dat wij dit onderzoek kunnen typeren als een ‘case-survey” een mix van een gevalsstudie, waarin een onderwerp in zijn context kwalitatief wordt beschreven, en een enquête, die aanvullend wordt gebruikt om op basis van de kwalitatieve gegevens een kwantitatieve datamix op te bouwen. 75/88 HET STADSDEELNIEUWS Gemeente Amsterdam Stadsdeel Centrum Onderzoeksopzet 213a-onderzoek ‘Stadsdeelnieuws’ 2.7 Validiteit In dit onderzoek wordt overwegend gebruik gemaakt van kwalitatieve gegevens. Die zijn vooral opgebouwd uit woorden en niet uit cijfers. Validiteit heeft betrekking op de waarde of geldigheid van de verzamelde gegevens en de resultaten (conclusies en aanbevelingen) van het onderzoek. Er moet echter een onderscheid worden gemaakt tussen interne en externe validiteit. Externe validiteit gaat over de mate waarin de uitkomsten kunnen worden gegeneraliseerd, oftewel ook gelden voor andere gevallen dan deze. Interne validiteit heeft betrekking op de mate waarin met zekerheid kan worden aangenomen dat een interventie X leidt tot een verandering in Y en dat deze verandering niet door andere oorzaken wordt bepaald. Met andere woorden: het gaat om de kwaliteit van de gevolgtrekking. De opzet en omvang van dit onderzoek zijn naar alle waarschijnlijkheid onvoldoende om te kunnen spreken van een extern valide onderzoek, de interne validiteit van het onderzoek wordt echter gewaarborgd door gegevens uit verschillende bronnen te putten, consistent te zijn in de keten van bewijsvoering en argumentatie en informanten te confronteren met de resultaten (terugkoppeling). 2.8 Planning en taakverdeling Het onderzoek is reeds gestart. Doelstelling is het onderzoek eerste kwartaal 2008 af te ronden. De planning en taakverdeling is als volgt: Werkzaamheden per fase Betrokkenen | Week | Deskresearch/analyse beschikbare documenten/interne | - Onderzoeker Week 45 gesprekken betrokkenen (3 aanvullende interne - Geïnterviewden Week 46 interviews) (intern) Opstellen algemeen kader (achtergronden) onderzoek Week 46 Ontwikkelen normenkader - Onderzoeker Week 47 - Communicatie- medewerker Bijeenkomst met betrokkenen voor bespreking eerste - Stuurgroep Week resultaten en normenkader 47/48 Aanpassen normenkader en opstellen vragenlijst voor - Onderzoeker Week internetenguête 49/50 Rondsturen en becommentariëren vragenlijst stuurgroep | - Afdeling Week 50 concerncontrol - Stuurgroep Opstellen definitieve vragenlijst internetenquête Week 51 76/88 HET STADSDEELNIEUWS Gemeente Amsterdam Stadsdeel Centrum Onderzoeksopzet 213a-onderzoek ‘Stadsdeelnieuws’ Lezersonderzoek: = _Operationaliseren internetenquête - Redactie Week 2 o Aankondigen Stadsdeelnieuws o Werkend op internet - Afdeling Week Concerncontrol 2/3/4 o Administratieve verwerking gegevens - Medewerker Week 3/4 Stadsdeel = Inhoudelijke analyse gegevens internetenquête | - Onderzoeker Week 4/5 = Voorbereiden, uitvoeren en verwerken Logistiek & Week 5/6 rondetafelgesprek(ken): 2 maal verwerking: - Medewerker Week 8 stadsdeel Inhoud: Week 7/8 - Onderzoeker FASE 3 ANALYSE II & RAPPORTAGE PE Conceptrapportage opstellen met inleiding, beschrijving - Onderzoeker Week 9 en onderzoeksresultaten, nog geen conclusies en Week 10 aanbevelingen. Week 11 (deels) FASE 4 WEDERHOOR & EINDRAPPORTAGE CL Wederhoor w.b. bevindingen. Toevoegen conclusies en | - Stuurgroep Week aanbevelingen. Afronden eindrapport ten behoeve van - Onderzoeker 11/12 doorgeleiding binnen stadsdeel. - Afdeling Concerncontrol 77/88 HET STADSDEELNIEUWS Stuurgroep Tijdens het onderzoeksproces zijn er enkele terugkoppelingsmomenten ingebouwd met intern betrokken. Dit vergroot niet alleen de betrokkenheid bij het onderzoek, tevens zal de herkenbaarheid van de eindrapportage worden vergroot waardoor het draagvlak voor implementatie toeneemt. Dergelijke afstemming en terugkoppeling speelt dus een belangrijke rol bij de eerder genoemde interne validiteit. Om met alle intern betrokken partijen te kunnen afstemmen, dient de stuurgroep te worden samengesteld uit (vertegenwoordigers van): * _De afdeling Concerncontrol: de heren Van der Helm en Bonnet * _De afdeling Communicatie: de heren Maten en Van de Belt e De griffie: de heer Corveleijn 2.9 Resultaat De resultaten van het onderzoek worden neergelegd in een rapport. Deze rapportage heeft de volgende opzet: Hoofdstuk 1 Inleiding (aanleiding, verantwoording,opzet en uitvoering) Hoofdstuk 2 Het Stadsdeelnieuws (achtergronden, beleidskader) Hoofdstuk 3 Onderzoeksresultaten (internetenquête en diepteinterviewss) Hoofdstuk 4 Conclusies en aanbevelingen (oordeel doeltreffendheid) Hoofdstuk 5 Afsluiting (spiegel en venster’) 78/88 HET STADSDEELNIEUWS Bijlage 3 Normenkader Inleiding In het kader van art. 213a van de Gemeentewet doet het stadsdeel Amsterdam- Centrum onderzoek naar de doeltreffendheid van de eigen gemeentekrant: het Stadsdeelnieuws. Ter structurering van dit onderzoek en om tot een goede en toetsbare beoordeling te komen is voor dit onderzoek een normenkader opgesteld als referentiekader. Bij het opstellen van dit normenkader is gebruik gemaakt van de beschikbaar gestelde documenten, de ervaring en het inzicht van de onderzoeker en de betrokkenen van het Stadsdeel en eerdere vergelijkbare onderzoeken die BMC heeft uitgevoerd. Doelstellingen Het normenkader gaat uit van de doelstellingen zoals deze uit de diverse beleidsdocumenten naar voren zijn gekomen, aangevuld met informatie uit de gesprekken die zijn gevoerd met betrokkenen. Hoewel sterk samenhangend kan voor doeltreffendheid?” een onderscheid worden gemaakt tussen doelstellingen op inhoud: de daadwerkelijke informatieoverdracht en vorm: het communicatie- instrument zelf. Inhoud: 1) Actualiteit 2) Betrouwbaarheid 3) Gerichtheid 4) Volledigheid 5) Participatie Vorm: 1) Eenduidigheid 2) Herkenbaarheid 3) Intensiteit en diversiteit De doelstellingen gelden integraal voor de verschillende onderdelen van het Stadsdeelnieuws, te weten: 1. Stadsdeel (nieuws uit stadsdeelbestuur, actualiteiten en belangrijke besluiten). 2. Wijkinformatie (nieuws, activiteiten, agenda, bereikbaarheid). 3. Bekendmakingen (wettelijke informatieplicht). 4. Stadsdeelraad (raadsinformatie). en de twee belangrijkste doelgroepen: a. Burgers (bewoners) b. Ondernemers 5 pe doelmatigheidsdoelstellingen worden gezien de reikwijdte van dit 213a-onderzoek buiten beschouwing gelaten. 79/88 HET STADSDEELNIEUWS Per doelstelling worden telkens vier indicatoren onderscheiden: 1. De inbedding: op welke wijze wordt/kan deze doelstelling verankerd/vastgelegd? 2. De toepassing: op welke wijze wordt de doelstelling in de praktijk nagestreefd? 3. De werking: wanneer is de doelstelling gerealiseerd (gewenste situatie)? 4. De daadwerkelijke effecten en resultaten: hoe meten wij dat? Per indicator is een aantal concrete vragen of toetspunten uitgewerkt die de feitelijke situatie beschrijven of meten. [De inhoud * _ Actualiteit Inbedding * _ Eris een vast planningsschema voor aanlevering van informatie en artikelen. * Eris een meer gedetailleerd inhoudelijk planningsoverzicht voor de kortere termijn (eerstkomende weken). * _ Het besef heerst bij betrokkenen dat actualiteit van informatie een toegevoegde waarde heeft. * _ Betrokkenen herkennen informatie met nieuwswaarde en laten dit zien in hun handelen (direct betrokkenen redactieleden en communicatieadviseurs, maar ook medewerkers geven bijvoorbeeld ‘tips’ door). Toepassing . Het planningsschema en planningsoverzicht zijn breed gecommuniceerd en bekend bij de betrokkenen. . De planningen worden daadwerkelijk toegepast en nageleefd. . Er wordt actief gescand op actuele informatie door de redactie en de communicatie- adviseurs, zowel op korte als op lange termijn. Werking . Informatie wordt intern op tijd aangeleverd. . Wettelijke bekendmakingen vinden op tijd plaats. . De informatie in de krant heeft betrekking op gebeurtenissen die niet ouder zijn dan 1 week of kondigt gebeurtenissen aan die binnen 2 weken staan te gebeuren. . De informatie en de wijze waarop dat gepresenteerd wordt past binnen de tijdsgeest, moderne verhouding overheid-burger. Resultaten/ . De doelgroep ervaart de inhoud van de krant als actueel en up-to-date (bij de tijd). effecten . In hoeverre wordt de verstrekte informatie in het Stadsdeelnieuws (bestuur, bekendmakingen, wijkinfo en raadsinfo) door de bewoner en ondernemer herkend en gewaardeerd als: . Actueel: betrekking hebbend op actuele gebeurtenissen. . Eigentijds: passend bij de tijdsgeest, moderne verhoudingen overheid-burger. 80/88 HET STADSDEELNIEUWS * _ Betrouwbaarheid Het Stadsdeelnieuws is geen onafhankelijk medium: het conformeert zich aan het beleid van het dagelijks bestuur en de stadsdeelraad. Binnen dit kader wordt de krant volgens journalistieke principes ingevuld. Inbedding * _ Waarborgen voor de journalistieke principes binnen het gegeven kader zijn neergelegd in een redactiestatuut. * _ De journalistieke principes zijn uitgewerkt in richtlijnen voor de medewerkers om de betrouwbaarheid te garanderen. Toepassing . Er wordt alleen gebruik gemaakt van betrouwbare (interne/externe) bronnen. . De feiten worden door de redactie gecheckt. . Binnen het gegeven kader wordt er daadwerkelijk gewerkt conform de journalistieke principes. Werking . De inhoud is op alle onderdelen vrij van inhoudelijke fouten (spel en taalfouten dus niet meegerekend). . De feiten kloppen. . De informatie is in lijn met het gevoerde beleid van het stadsdeel als geheel. . Daar waar de krant meningen bevat is het duidelijk dat het om opinie gaat. De meningen bevatten geen feitelijke onjuistheden. . Indien het voor de betrouwbaarheid noodzakelijk wordt geacht worden in opiniërende stukken zowel voor- als tegenstanders van plannen/besluiten aan het woord gelaten. . De gepresenteerde informatie is integer: respectvol en realistisch, toezeggingen worden nagekomen. Resultaten/ De doelgroep ervaart de inhoud van de krant als betrouwbaar. effecten In hoeverre wordt de verstrekte informatie in het Stadsdeelnieuws (bestuur, bekendmakingen, wijkinfo en raadsinfo) door de bewoner en ondernemer herkend en gewaardeerd als: a. Inhoudelijk en feitelijk juist? b. Overeenkomend met vastgesteld beleid van het stadsdeel? c. Goed onderscheidbaar naar feiten en meningen? d. Integer: respectvol en realistisch, toezeggingen worden nagekomen? 81/88 HET STADSDEELNIEUWS Inbedding * _De opzet/indeling (rubrieken/pagina's) van de krant voorziet in een evenwichtige gerichtheid op de verschillende doelgroepen. * _De opzet/indeling (rubrieken/pagina's) van de krant voorziet in een evenwichtige gerichtheid op de verschillende wijken in relatie tot het stadsdeel als geheel. * _ Het redactiestatuut of andere richtlijnen voorzien in een handreiking voor een goede balans in de gerichtheid. * _ De betrokkenen zijn zich bewust van het belang en de toegevoegde waarde van gerichtheid van informatie en de juiste verhoudingen daarin. Toepassing * _ De opzet/indeling (rubrieken/pagina's) van de krant met de verschillende gerichtheden wordt ten alle tijde gehandhaafd. * _ De redactie van het Stadsdeelnieuws draagt binnen de opzet/indelingen (rubrieken/ pagina’s) zorg voor de juiste balans in de gerichtheid van de informatie, zowel waar het gaat om doelgroep als waar het gaat wijken/leefomgeving. Werking * _ De inhoud van het Stadsdeelnieuws heeft op alle onderdelen in voldoende mate betrekking op de verschillende wijken en leefomgevingen in het stadsdeel. * _ De inhoud van het Stadsdeelnieuws heeft op alle onderdelen in voldoende mate betrekking op de verschillende posities die men kan hebben binnen het stadsdeel: bewoner!/ ondernemer/vereniging/instelling. Resultaten/ De doelgroep ervaart de inhoud van de krant als gericht. effecten In hoeverre wordt de verstrekte informatie in het Stadsdeelnieuws (bestuur, bekendmakingen, wijkinfo en raadsinfo) door de bewoner en ondernemer herkend en gewaardeerd als: a. Belangrijk voor de eigen fysieke omgeving. b. Belangrijk voor de eigen persoonlijke omgeving (positie/situatie). c. Interessant voor de eigen fysieke omgeving. d. Interessant voor de eigen persoonlijke omgeving (positie/situatie). 82/88 HET STADSDEELNIEUWS Inbedding * _ De opzet/indeling (rubrieken/pagina's) van de krant voorziet naast gerichtheid ook in integraliteit van informatie, dat wil zeggen informatieverschaffing over stadsdeelbrede aangelegenheden. * _De opzet/indeling (rubrieken/pagina’s) van de krant in combinatie met de frequentie van uitgave - wekelijks - voorzien tenslotte in de volledigheid van informatie, zowel waar het gaat om gerichtheid (doelgroep/wijk) als stadsdeelbreed (integraliteit). * _ Het redactiestatuut of andere richtlijnen voorzien in een handreiking voor een goede balans in de gerichtheid en volledigheid. * _ De betrokkenen zijn zich bewust van het belang en de toegevoegde waarde van volledigheid van informatie. Toepassing . De opzet/indeling (rubrieken/pagina's) van de krant met de verschillende gerichtheden en de basis voor volledigheid wordt ten alle tijde gehandhaafd. . De redactie van het Stadsdeelnieuws draagt binnen de opzet/indelingen (rubrieken/ pagina’s) zorg voor de juiste balans in de gerichtheid van de informatie en volledigheid, integraliteit. Werking * _ Binnen de verschillende onderdelen wordt naast (doelgroep- of wijk)gerichte informatie en artikelen ook aandacht besteed aan stadsdeelbrede nieuws/ontwikkelingen/plannen/ besluiten. * _In de gerichte informatie wordt in voldoende mate uitdrukking gegeven aan het stadsdeelbrede karakter van de (doelgroep- of wijk)gerichte informatie. * _ De doelgroep is niet alleen voldoende geïnformeerd over hun eigen omgeving en positie, maar ook over alles wat het stadsdeel als geheel aangaat. * _ De doelgroep kan de eigen tot hen gerichte informatie plaatsen binnen de bredere beleidskaders van het stadsdeel (herkenning). Resultaten/ De doelgroep ervaart de inhoud van de krant als volledig (integraal en voldoende). effecten In hoeverre wordt de verstrekte informatie in het Stadsdeelnieuws (bestuur, bekendmakingen, wijkinfo en raadsinfo) door de bewoner en ondernemer herkend en gewaardeerd als: a. Gemeentebreed: inhoud met een specifiek gemeentebreed karakter? b. Integraal: gerichte informatie binnen kaders van gemeentebreed beleid? c. Voldoende: combinatie gericht en integraal? 83/88 HET STADSDEELNIEUWS Inbedding * _ Door de informatieverstrekking via de krant (inhoud en hoeveelheid) wordt in het algemeen bijgedragen aan de randvoorwaarden voor participatie: bekendheid met en betrokkenheid bij het gemeentelijk beleid. * _De opzet/indeling (rubrieken/pagina's) van de krant voorziet in de mogelijkheid algemene participatiemogelijkheden onder de aandacht te brengen (inspraak/interactieve beleidsvorming et cetera) en hiertoe uit te nodigen. * Indien participatiemogelijkheden aanwezig zijn voor een bepaald thema/onderwerp wordt vanuit inhoudelijke artikelen daarover specifiek aandacht geschonken hieraan. * _ Ambities en doelen om burgers nauw te betrekken bij beleidsvorming en uitvoering zijn vastgelegd in een breder gemeentelijk beleidskader (participatiebeleid). * _ Bij de redactie, maar ook breder (politiek, bestuur & ambtelijke organisatie) heerst het besef dat participatie belangrijke toegevoegde waarden heeft namelijk draagvlak, democratische legitimiteit en kwaliteitsverbetering. Toepassing . Burgers worden via het Stadsdeelnieuws goed, breed en regelmatig geïnformeerd. . De opzet/indeling (rubrieken/pagina's) van de krant met de aandacht voor participatie wordt ten alle tijde gehandhaafd. . In inhoudelijke artikelen over onderwerpen/thema'’s waar participatie of interactieve beleidsvorming aan de orde is wordt daar aandacht aan geschonken (evt. met verwijzing naar internet). . Vanuit het bredere beleidskader van participatiebevordering wordt participatie breed ingezet binnen alle beleidsfasen (van besluitvorming tot uitvoering), is er voldoende instrumentarium aanwezig en worden burgers optimaal gefaciliteerd. . Er is afstemming tussen de redactie en de betrokkenen van participatie en/of de beleids- afdelingen. Werking . De doelgroep beschikt (mede) via het Stadsdeelnieuws over voldoende en voor hem relevante informatie en voelt zich meer betrokken bij en bekend met het gemeentelijk beleid. . De doelgroep is (mede) via het Stadsdeelnieuws op de hoogte van de diverse participatiemogelijkheden en de wijze waarop hij daar gebruik van kan maken. . De doelgroep voelt zich (mede) via het Stadsdeelnieuws meer uitgenodigd tot participatie. . De deelname aan participatie is toegenomen. Resultaten/ De doelgroep ervaart de inhoud van de krant als een bijdrage aan de bekendheid en betrokkenheid bij het effecten gemeentelijk beleid en een uitnodiging tot participatie en interactieve beleidsvorming. In hoeverre wordt de verstrekte informatie in het Stadsdeelnieuws (bestuur, bekendmakingen, wijkinfo en raadsinfo) door de bewoner en ondernemer herkend en gewaardeerd als: a. Een bijdrage aan de bekendheid van het gemeentelijk beleid, bestuur en politiek? b. Een bijdrage aan de betrokkenheid bij het gemeentelijk beleid, bestuur en politiek? c.__Een stimulans tot participatie en interactieve beleidsvorming? 84/88 HET STADSDEELNIEUWS Il De vorm Inbedding * _Het communicatiebeleid en in aanvulling daarop het beleidsplan voor de stadsdeelkrant en het redactiestatuut gaan uit van 1 primair schriftelijk communicatie-instrument: het Stadsdeelnieuws. * _ Er zijn (beleids)regels gesteld met criteria voor uitzonderingsgevallen waarin gebruik mag worden gemaakt van een ander schriftelijk communicatie-instrument dan het Stadsdeelnieuws. * _ De gehele organisatie is zich bewust van het belang en de toegevoegde waarde van een eenduidige wijze van communiceren. Toepassing * _ Het uitgangspunt van eenduidigheid en de regels daarover zijn breed gecommuniceerd binnen de organisatie. * _ Dit uitgangspunt en de regels daarover worden binnen de organisatie nageleefd. * _ Er wordt slechts in daadwerkelijke uitzonderingsgevallen gebruik gemaakt van een ander schriftelijk communicatie-instrument. * _ Op de regels voor eenduidigheid en uitzonderingen daarop wordt toegezien en de regels worden ten allen tijde gehandhaafd. Werking * _ De doelgroep ontvangt alle informatie afkomstig van het Stadsdeel behoudens hoge uitzonderingen via één wijze: schriftelijk. * _ De doelgroep ontvangt alle schriftelijke informatie afkomstig van het Stadsdeel behoudens hoge uitzonderingen via één kanaal: het Stadsdeelnieuws. * Erzijn geen andere schriftelijke communicatie-instrumenten in omloop. * _ Om daadwerkelijk goed op hoofdlijnen geïnformeerd (zowel voor wat betreft leefomgeving als informatie voor subdoelgroep) te zijn, hoeft de doelgroep over het algemeen alleen het Stadsdeelnieuws te lezen. * _ De doelgroep herkent derhalve de focus van het Stadsdeel om informatieverschaffing via de schriftelijke vorm en de exclusiviteit van het Stadsdeelnieuws daarin als middel. Resultaten/ De doelgroep ervaart de schriftelijke communicatie van het Stadsdeel als eenduidig. effecten In hoeverre wordt de communicatie van het Stadsdeel door middel van de eigen stadsdeelkrant door de bewoner en ondernemer herkend en gewaardeerd als: a. DE wijze: in de informatieverschaffing ligt de nadruk op schriftelijke communicatie? b. HET kanaal: in de schriftelijke communicatie is het Stadsdeelnieuws het middel? 85/88 HET STADSDEELNIEUWS Inbedding * Eris een herkenbare gemeentelijke huisstijl, die is vastgelegd in beleid (kader) en richtlijnen/regels ter toepassing daarvan. * _ Binnen de gemeentelijke huisstijl is er een herkenbare stadsdeel-huisstijl, die is vastgelegd in beleid (kader) en richtlijnen/regels ter toepassing daarvan. * _Het gebruik van de huisstijl is verankerd in het redactiestatuut. * _ Buiten toepassing van de huisstijlelementen heeft de krant een uniforme (altijd dezelfde) opzet/indeling, uiterlijk (lay-out/beeldgebruik) en (waar mogelijk) taalgebruik. * _ De huisstijl en de wijze waarop deze moet worden toegepast is zeer goed bekend bij de redactie en de vormgevers, zij zijn ook overtuigd van het belang en de toegevoegde waarde van de herkenbaarheid van informatieverschaffing. Toepassing * _ De huisstijl en de regels/richtlijnen voor toepassing daarvan worden consequent in de praktijk toegepast. * _ Qua uiterlijk en lay-out wordt daadwerkelijk uniformiteit nagestreefd: de krant heeft daadwerkelijk altijd dezelfde opzet/indeling, het beeldgebruik en taalgebruik wordt zoveel mogelijk geüniformeerd. Werking * _ De huisstijl van de gemeente en het Stadsdeel wordt als zodanig herkend door de doelgroep. De doelgroep herkent het communicatiemiddel als overheids-/gemeente- communicatie. * _ Door de uniformiteit krijgt de informatievoorziening van het Stadsdeel een ‘eigen gezicht’, dit zorgt voor een onderscheidend vermogen: de doelgroep herkent het Stadsdeelnieuws als de informatiekrant van het eigen stadsdeel en kan het onderscheiden van gemeentebrede informatieverstrekking. * _ Door de uniformiteit in opzet/indeling, beeld- en taalgebruik conform de huisstijl zal de wijze van informatieverstrekking overkomen als toegankelijk, begrijpelijk en daarmee ‘vertrouwd’. Resultaten/ De doelgroep ervaart de schriftelijke communicatie van het Stadsdeel als herkenbaar. effecten In hoeverre wordt de communicatie van het Stadsdeel door middel van de eigen stadsdeelkrant door de bewoner en ondernemer herkend en gewaardeerd als: a. Overheidscommunicatie? b. Stadsdeelcommunicatie? c. Uniform: volgens een herkenbare huisstijl? d. Uniform: in beeld- en taalgebruik”? 86/88 HET STADSDEELNIEUWS onderwerpen. Inbedding * _ De frequentie van uitgave voorziet in een intensivering van de schriftelijke informatieverstrekking. * _ De omvang van het communicatie-instrument geeft mogelijkheid tot het verstrekken van meer schriftelijke informatie per keer. * _ De wijze van opzetindeling van het communicatie-instrument zorgt ervoor dat informatie breder wordt verschaft (meer onderwerpen, meer diversiteit). Toepassing * _ Het verstrekken van informatie via de schriftelijke wijze gebeurt inderdaad vaker dan voorheen. * _ De hoeveelheid informatie die tot de doelgroep komt op schriftelijke wijze is meer dan voorheen. * _ Het scala aan informatie is breder dan voorheen, de diversiteit aan onderwerpen is daadwerkelijk groter. Werking * In vergelijking tot de eerdere situatie ontvangt de doelgroep vaker informatie via de schriftelijke wijze (frequentie). * _In vergelijking tot de eerdere situatie ontvangt de doelgroep meer informatie via de schriftelijke wijze (hoeveelheid). * _In vergelijking tot de eerdere situatie ontvangt de doelgroep bredere informatie (diversiteit). * _ De frequentie, hoeveelheid en diversiteit van de schriftelijke informatie voorziet in de behoeften van de doelgroep. * _ De doelgroep ervaart een verbetering in de frequentie, omvang en samenstelling van informatie en herkent de intensivering van de schriftelijke communicatie. Resultaten/ De doelgroep ervaart de schriftelijke communicatie van het Stadsdeel als intensief en divers en effecten als een verbetering op die punten ten opzichte van de situatie voorheen. In hoeverre wordt de communicatie van het Stadsdeel door middel van de eigen stadsdeelkrant door de bewoner en ondernemer herkend en gewaardeerd als: a. Intensief: vaak genoeg, voldoende en divers? b. Een verbetering in intensiteit en diversiteit ten opzichte van het verleden? 87/88 Bijlage 4 Enquête Stadsdeelnieuws
Actualiteit
88
val
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad x% Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2015 Afdeling 1 Nummer 1206 Datum akkoord 5 november 2015 Publicatiedatum 6 november 2015 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid mevrouw D. Timman van 24 september 2015 inzake de beveiliging van e-mailverkeer over kinderen. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstelster. In de Volkskrant van 23 september 2015 gaven psychologen aan dat veel gemeenten zich niet houden aan regels voor veilig e-mailverkeer’. Psychologen en psychotherapeuten zouden regelmatig gevraagd worden vertrouwelijke informatie te versturen via gewone onbeveiligde emailadressen. Een jeugdpsycholoog in de regio Amsterdam schat dat een op de vijf ouders inmiddels kiest zorg zelf te betalen om te voorkomen dat gegevens over hun kind bij de gemeente belandt. De fractie van D66, maar ook andere fracties, hebben eerder aandacht gevraagd voor de bescherming van persoonsgegevens in de jeugdhulp. De zorg en hulp aan kinderen is natuurlijk hoofdzaak binnen de decentralisatie maar dat betekent niet dat de privacy van kinderen in gevaar mag komen. Volgens het College Bescherming Persoonsgegevens is versleuteling van gevoelige gegevens altijd noodzakelijk. Het beveiligd communicatiesysteem voor berichtenverkeer met zorgverleners zou echter nog niet functioneren in alle gemeenten. Gezien het vorenstaande heeft vragenstelster op 24 september 2015, namens de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Herkent het college de signalen over niet versleutelde gegevensoverdrachten In de jeugdhulp? Antwoord: Het signaal is bekend. In Amsterdam zijn we hierover regelmatig in overleg met de sector. Ook met de Regionale Vereniging van Vrijgevestigde Psychologen en Psychotherapeuten (RVVP), de (zelfstandige) Amsterdamse regio afdeling van de LVVP. Zij vertegenwoordigen een groot deel van de lokale vrijgevestigde aanbieders. Vanuit deze hoek horen wij tot op heden geen signalen dat ambtenaren onnodig informatie over de gezondheid van burgers vragen, daar heb ik expliciet navraag naar laten doen. Ook vanuit de Huisartsen, bijvoorbeeld de Huisartsenkring Amsterdam, hebben we geen signalen van deze aard 1 http://www.volkskrant.nl/binnenland/-gemeenten-schenden-privacy-kinderen-met-psychische- problemen—a4147729/?hash=6038b2144917451d970C54b420e10fbed149746c 1 Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R Neeing Looe Gemeenteblad Datum 6 november 2015 Schriftelijke vragen, donderdag 24 september 2015 binnengekregen. Er is, ook over dit onderwerp, op verschillende momenten en met verschillende aanbieders, gesproken. Onder andere vrijgevestigde aanbieders van jeugdhulp en hun vertegenwoordiging, de RVVP. 2. In hoeverre zijn privacyprotocollen verspreid onder medewerkers in de gemeente en in hoeverre worden deze nageleefd? Antwoord: Alleen professionals van de gecontracteerde instellingen binnen de Ouder- en Kindteams werken met gegevens uit de inhoudelijke dossiers van cliënten. Deze zijn bekend met de privacyprotocollen, welke ook in nauw overleg met de sector(vertegenwoordigers) zijn opgesteld en vastgesteld. Cliënten/ouders worden geïnformeerd over de manier waarop er met hun gegevens wordt omgegaan. Gemeenteambtenaren zijn derhalve in principe niet betrokken bij inhoudelijke dossiers. Er zijn enkele bijzondere routes waarbij er een uitzondering geldt. Het gaat bij de uitzonderingsroutes om heel uiteenlopende taken, waarbij betrokkenheid van de gemeenteambtenaren noodzakelijk is voor uitvoering van de publieke taak. Wat er precies wordt gedeeld is daarom ook per proces verschillend. Het gaat echter niet om zorginhoudelijke beoordeling, maar om het al- dan niet financieren van hulp op basis van advies van betrokken professionals. In alle gevallen wordt uitsluitend de minimaal vereiste informatie gedeeld (verwerkt, in de zin van de wet). Betrokkenen zijn op de hoogte of in persoon betrokken wanneer dat mogelijk is (bij crisis lukt dat bijvoorbeeld soms niet). Bij het verwerken van de gegevens worden de nodige organisatorische en technische maatregelen genomen om verkeerd gebruik van gegevens te voorkomen. In de Privacyschouw Jeugd worden de uitzonderingen die met enige regelmaat voorkomen zoveel mogelijk meegenomen. En er kunnen zich op termijn nieuwe situaties voordoen. Dan wordt de dossierhouder privacy betrokken, wanneer de betreffende ambtenaar daartoe aanleiding ziet. Het is bovendien de verwachting dat processen in het stelsel zich nog ontwikkelen, waardoor de aandacht voor privacy een structureel onderdeel wordt bij het inrichten en aanpassen van processen waarin persoonsgegevens worden verwerkt. 3. Kan het college een inschatting geven van het aantal ouders dat zelf de zorg voor hun kinderen betaalt om inmenging van de gemeente te voorkomen? Antwoord: Buiten de media heeft de gemeente daarover geen signalen ontvangen van ouders en instellingen. Ook vanuit het Amsterdamse Jeugdplatform, dat de gemeente gevraagd en ongevraagd adviseert, zijn zulke signalen niet gekomen. 4. In hoeverre functioneert het communicatiesysteem voor berichtenverkeer ‘het Gemeentelijk Gegevensknooppunt’ en wordt dit systeem regelmatig gebruikt? Antwoord: Het gegevensknooppunt GGK is een landelijke voorziening, die enerzijds aansluit op de ICT van de aanbieders van jeugdhulp (instellingen en praktijken) en anderzijds op de ICT van de gemeentelijke back offices. Het wordt gebruikt om 2 Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Demmer Ke ember 2015 Schriftelijke vragen, donderdag 24 september 2015 landelijk gestandaardiseerde berichten tussen deze partijen uit te wisselen. Het werkt al sinds april, maar nog niet alle berichten worden ondersteund Bij gemeenten is de mate van aansluiting wisselend en datzelfde geldt voor de aanbieders van jeugdhulp. Naast de technische aansluiting moet ook het proces voor het verwerken van de berichten zijn ingericht en ook daar is de situatie verschillend. Voor Amsterdam weten we dat de factuurberichten nu ook echt kunnen worden ontvangen en verwerkt en dat gebeurt ook. Maar we blijven er scherp op dat in de andere schakels nog steeds haperingen mogelijk zijn, die tot verstoring van het berichtenverkeer kunnen leiden. Een zorg is dat dit niet altijd wordt opgemerkt en dan is het zaak om als keten te opereren en te voorkomen dat berichten in het ongerede raken. Op 28 september waren er 72 Amsterdamse zorgaanbieders die in totaal 463 facturen voor jeugdhulp hadden ingediend. Dagelijks worden de ontvangen facturen verwerkt door de Backoffice Jeugd. Het gebruik van het berichtenverkeer via het GGK neemt gestaag toe, omdat er steeds meer hulptrajecten worden afgerond en dat voor een zorgaanbieder een moment is om te factureren. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 3
Schriftelijke Vraag
3
discard
Termijnagenda Commissie Samenleving tbv 6 december 2011 was wordt TB/ Onderwerp Datum Datum Datum Bevoegd | TK | Opmerkingen Cie * Cie ** raad heid MN SK Analyse leerlingprognose t/o onderwijshuisvesting: samen 04-10-11 | 10-01-12 TK met plaatsing/aanname beleid aug/sept SK Decentralisatie Jeugdgezondheidszorg 08-03-11 | 10-01-12 TB | Verlaat ivm stedelijke planning. Indien stuk nie: g memo met stand van zaken tkn. Amsterdams Jongerenwerk nieuwe stijl 07-06-11 | 10-01-12 | Stedelijke besluitvorming uitgesteld SK Strategisch beleidsplan Openbaar Onderwijs aan de Amstel | 10-01-12 2011 — 2015 Jong Amsterdam Il / In de buurt naar school in Zuid 10-01-12 Oe Vernieuwd Welzijn Huizen van de Wijk 31-01-12 LD Notitie armoede/Voedselbank 07-06-11 | 31-01-12 | 1° kw 2012 Nota Sport in Zuid 01-11-11 | 06-03-12 | ________ [Raad | | 1
Agenda
1
discard
X Gemeente Amsterdam R % Gemeenteraad Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 602 Datum akkoord 2 september 2014 Publicatiedatum 5 september 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw A.M. Bosman en de heer M.E. van den Heuvel van 5 augustus 2014 inzake zonnepanelen op monumentale panden. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstellers. Het college heeft de ambitie om in 2020 het aandeel duurzaam opgewekte energie binnen Amsterdam met 20% te laten toenemen. Zonne-energie is een belangrijke bron daarvoor. Eerder is de doelstelling vastgelegd om in 2020 160 MW zonnestroom per jaar op te wekken binnen de gemeente Amsterdam. Voor 2040 is het streefcijfer 1000 MW. Zonne-energie is een belangrijke manier voor bewoners en ondernemers om zelf voor hun elektriciteitsvoorziening te zorgen. Dat is goed voor het milieu, de energierekening en de onafhankelijkheid van Amsterdam ten opzichte van onberekenbare buitenlandse energieproducenten. Amsterdam heeft naast de ruim 8500 rijks- en gemeentelijke monumenten, ook een toenemend aantal beschermde stads- en dorpsgezichten. Het hele centrum van Amsterdam is sinds 1999 beschermd stadsgezicht en de grachtengordel behoort sinds 2010 tot het UNESCO werelderfgoed. De fractie van D66 vindt het belangrijk dat deze historische waarde wordt beschermd zodat Amsterdammers en latere generaties er nog volop van kunnen genieten en leren. De fractie van D66 kiest ook voor een schone, groene en gezonde stad. Het is van belang dat de gemeente ruimte geeft aan initiatieven die bijdragen aan nieuwe oplossingen van duurzaamheid, waarbij we openstaan kijken voor het aanpassen van geldende (verouderde) regels die verduurzaming in de weg staan, zonder dat de authenticiteit van monumenten wordt aangetast. Nu heeft de fractie van D66 begrepen dat de gemeente Amsterdam samen met De Groene Grachten, Stadsherstel en Search een pilot is gestart om zonnepanelen te plaatsen op de schuine kap van Pakhuis de Zwijger onder de naam: ‘Zon op de Zwijger’. Het betreft een zogenaamd sheddak (‘zaagtandendak’), dat een zichtlocatie is. Hieruit volgt waarschijnlijk een prijsvraag voor de aanbesteding die moet aantonen welke partij het beste zonnepanelen op een monument kan plaatsen. Dit project is benoemd als ‘pilot om uit te vinden of zonnepanelen op een monument passend zijn, in relatie tot mogelijke technische gevolgen voor het dak door aanhechting van de panelen of verstoring van het monumentale ‘daklandschap’ door het aangezicht van zonnepanelen, omdat dat er nu eenmaal anders uitziet dan dat het daklandschap eruit zag in de 17° eeuw. 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing op Gemeenteblad Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 Dit is niet het eerste monument met zonnepanelen. Sinds september 2013 liggen er zonnepanelen op het (platte) dak van de Amstelkerk. Volgens de website van Stadsherstel, die de energie van de zonnepanelen gebruikt voor het eigen kantoor dat gevestigd is in dit rijksmonument, is de vergunning verleend nadat met foto's van een proefopstelling was aangetoond dat het monument met deze ‘reversibele toepassing’ geen schade op zou lopen. Ook zijn er (slechts) een klein aantal grachtenpanden die met trekken en sleuren een vergunning kregen om zonnepanelen op hun dak te mogen plaatsen, om zodoende hun eigen elektriciteit op te kunnen wekken. Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 5 augustus 2014, beiden namens de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Wat is het effect geweest van de — inmiddels afgeronde — pilot ‘Zon op de Amstelkerk’ voor zonne-energie op andere monumenten met een plat dak en in Amsterdam? Antwoord: Als onderdeel van het initiatief Groene Grachten, in 2012 gestart door Wubbo Ockels en erop gericht om energiemaatregelen in monumentale panden te promoten, is door Stadsherstel een viertal zonnepanelen aangebracht op de Amstelkerk. Voor NV Stadsherstel betrof de Amstelkerk een eerste project waarin zij zonnepanelen heeft aangebracht op een monumentaal pand. Deze panelen zijn aangebracht op een plat dak en wel binnen de kaders van de Welstandsnota. Leerdoel: uitvinden of het technisch mogelijk (ja) en rendabel is (nee, door de lage elektriciteitsprijs die Stadsherstel betaalt omdat zij grootverbruiker is, en de te betalen leges à 1050 euro). Het effect is dat er nu 4 panelen liggen op dit monument, en dat Stadsherstel inzicht heeft gekregen in de mogelijkheden (maatwerk) voor het aanbrengen van zonnepanelen op monumenten en de business case daarvan. Er zijn overigens meer (maar niet veel) voorbeelden van monumentale panden in de stad waarop door bewoners reeds zonnepanelen zijn aangebracht. Hiervoor is een vergunning nodig van het betreffende stadsdeel. De betrokkenheid van de gemeente bij dit project van Stichting de Groene Grachten en Stadsherstel was overigens beperkt. Bureau Monumenten en Archeologie (BMA) en programmabureau Klimaat en Energie waren inhoudelijk (advies, meedenken) betrokken bij het initiatief, het stadsdeel heeft de vergunning afgegeven. 2 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing op Gemeenteblad R Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 2. Klopt het dat de gemeente Amsterdam (de Dienst Ruimtelijke Ordening en het Bureau Monumenten & Archeologie) zich heeft aangesloten bij De Groene Grachten, Stadsherstel, Stadsdeel Oost, Pakhuis de Zwijger en Search en bezig is met de nieuwe pilot ‘Zon op de Zwijger’? Wat is de huidige status van dit project en wat is de tijdsplanning van deze pilot (inclusief moment van afronding)? Antwoord: Ja. Genoemde partijen hebben gezamenlijk de pilot ‘Zon op de Zwijger’ in voorbereiding. Dit project is geïnitieerd door De Groene Grachten. Het project sluit aan bij de Amsterdamse Zonvisie ‘Burgers en Bedrijven gaan voor de zon!’ (zie ook het antwoord op vraag 3). In dit project wordt onderzocht welke mogelijkheden ‘innovatieve zonnetechnologie’ (bijvoorbeeld: andere type zonnecellen, kleur en bevestigingstechnieken) biedt voor het aanbrengen van zonnepanelen op een monumentaal dak, én hoe dit zich verhoudt tot de geldende regels. Dit project onderscheidt zich van het eerdere project van Stadsherstel in de mate van ‘innovativiteit van de technologie die gebruikt zal worden. In het eerste project werd nog gebruik gemaakt van standaard zonnepanelen. In het nieuwe project op de Zwijger gaat men op zoek naar de meest innovatieve zon-oplossing voor dit monumentale pand. Het project is als volgt opgebouwd: 1. allereerst wordt (op dit moment) de haalbaarheid onderzocht (technisch, financieel, juridisch) voor het aanbrengen van zonnepanelen op Pakhuis de Zwijger (eigendom NV Stadsherstel); 2. op basis van dit onderzoek zal NV Stadsherstel een beslissing nemen om haar dak wel of niet ter beschikking te stellen; 3. indien zij akkoord gaat zal de markt in de vorm van een prijsvraag uitgedaagd worden om met haar ‘beste’ systeem te komen; 4. het zonnesysteem van de beste inzending zal door Stadsherstel worden uitgevoerd, onder voorbehoud van een positieve vergunningsbeschikking. Volgens planning wordt de prijsvraag dit najaar bekend gemaakt (indien Stadsherstel positief beslist; stap 2) en wordt het winnende systeem (beoordeling door jury in november/december) begin 2015 geïnstalleerd. De gemeente (BMA en Programmabureau Klimaat en Energie) is als adviseur bij dit project betrokken. De Groene Grachten is project trekker. Uiteindelijke installatie van het innovatieve zonnesysteem (als de prijsvraag daadwerkelijk wordt uitgeschreven en er een goede inzending komt, die binnen de wettelijke kaders past) wordt door Stadsherstel geregeld en gedekt. Stadsherstel vraagt daar mogelijk financiering voor aan in de laatste tender van het Amsterdams Investeringsfonds. 3 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing op Gemeenteblad R Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 3. Deelt het college de mening van de fractie van D66 over het belang van verduurzaming en eventueel aanpassen van regels om nieuwe oplossingen van duurzaamheid mogelijk te maken? Zo ja, welke leerpunten zijn/worden opgesteld ten aanzien van de pilot voor het sheddak van Pakhuis de Zwijger? En welke leerpunten waren opgesteld voor het platte dak van de Amstelkerk? Zo nee, waarom niet en hoe denkt het college dan de ambitie zoals geformuleerd in de Zonvisie 2013 te halen? Antwoord: Het College onderschrijft de mening van de fractie van D66 dat verduurzaming van de bestaande stad van groot belang is en onderstreept dat in het coalitieakkoord ‘Amsterdam is van iedereen’. Zij werkt o.a. aan de doelstelling dat in 2020 20% meer duurzame energie wordt geproduceerd dan nu het geval is. Zonne-energie in de bestaande stad draagt daar aan bij. Om dit te realiseren kan het nodig zijn om bestaande regels aan te passen, of met het Rijk in gesprek te gaan wanneer de bevoegdheid niet bij de gemeente ligt. Aanpassing van regels kan bijvoorbeeld nodig zijn in de situatie waarin regels, maatschappelijke wensen, en toegenomen mogelijkheden door nieuwe (technologische}oplossingen, niet meer met elkaar in overeenstemming zijn. In het collegeprogramma is daarover afgesproken dat “we de regels voor het duurzaam aanpassen van gebouwen [gaan] versimpelen, bijvoorbeeld op het gebied van de teruglevering van energie en het gezamenlijk gebruik van daken voor zonnepanelen”. Daarbij dient het college uiteraard wel te opereren binnen de kaders van de landelijke wet- en regelgeving. Het College is daarnaast van mening dat de energietransitie alleen plaatsvindt als duurzaamheidsprojecten schaal krijgen. Daarvoor is het van belang dat wordt gewerkt aan opschaalbaarheid en kopieerbaarheid van oplossingen. De leerpunten die de pilot ‘Zon op de Zwijger’ op zal leveren zijn: — voorbeeldfunctie: onderzoeken en laten zien hoe een nieuwe zonnetechnologie mogelijk is op een monumentaal dak, waar dat met conventionele panelen niet haalbaar/wenselijk is; — kennisontwikkeling (bij overheid en markt) ten aanzien van technische mogelijkheden van zonne-energie; — onderzoeken hoe het vigerende welstandskader zich verhoudt tot innovatieve zon technologieën. Deze leerpunten zijn vooraf besproken met de projectpartners. Voor het project Amstelkerk waren geen leerpunten geformuleerd vanuit de gemeente, omdat de betrokkenheid beperkt was. Het pilotproject Zon op de Zwijger levert input voor het evalueren van de regels en draagt bij aan de uitvoering van het deel van de Zonvisie dat daarover gaat. In de Zonvisie zijn 8 programmalijnen opgenomen waarlangs de gemeente de toepassing van zonne-energie door burgers en bedrijven stimuleert. In lijn 7 (activiteit # 21) is opgenomen dat regelgeving periodiek tegen het licht wordt gehouden om te zien of deze (nog) in lijn is met de stand der techniek op het gebied van o.a. zonnesystemen. 4 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing op Gemeenteblad Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 4. Onder welke criteria zou het college de resultaten van de pilot “Zon op de Zwijger’ als een succes beoordelen? Wanneer vindt die beoordeling plaats en welke Amsterdamse stakeholders zijn hierbij betrokken? Antwoord: Het project ‘Zon op de Zwijger’ wordt als succes beschouwd als: 1. de prijsvraag een inzending oplevert die een goede technische oplossing biedt voor dit specifieke monumentale dak. Een goede technische oplossing is een oplossing die aansluit bij de eisen van de pandeigenaar (stadsherstel), betaalbaar is, en die aanvaardbaar is vanuit esthetisch en historisch oogpunt en valt binnen de kaders van Welstand en Monumenten; 2. het project bijdraagt aan het vinden van een oplossing voor het aanbrengen van zonnesystemen op andere monumentale panden, nu of in de toekomst. Dit is geen hard criterium, omdat de bijdrage van één project aan een bredere maatschappelijke ontwikkeling moeilijk te meten is. Amsterdam wil echter duurzame koploper zijn, en daar hoort ook bij dat er ruimte wordt gemaakt voor innovatie; 3. het project daarnaast input levert voor de periodieke herijking van de regels conform de Zonvisie (zie het antwoord op vraag 3). De beoogde planning: zie het antwoord op vraag 2. De betrokken stakeholders zijn: — De Groene Grachten; — NV Stadsherstel; — de gemeente Amsterdam (DRO, BMA, stadsdeel Centrum); — Uuurders van Pakhuis de Zwijger (via Stadsherstel); — Search. 5. Is het college van plan een vervolg te maken op het Amsterdamse duurzaamheidsprogramma 2011-2014, en indien dat het geval is, overeenkomstig het coalitieakkoord (blz. 27), de ambitie ten aanzien van lokale zonne-energie uit de Zonvisie conform het initiatiefvoorstel van het voormalig raadslid de heer Manuel en de resultaten van de ‘pilots’ op Pakhuis de Zwijger en de Amstelkerk daarin aandacht te besteden aan het verduurzamen van monumenten? Antwoord: Het College stelt eind dit jaar een Agenda Duurzaamheid vast. Het verduurzamen van monumenten, deregulering en de ambitie van de Zonvisie zullen in deze agenda worden meegenomen. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 5 X Gemeente Amsterdam R % Gemeenteraad Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 602 Datum akkoord 2 september 2014 Publicatiedatum 5 september 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw A.M. Bosman en de heer M.E. van den Heuvel van 5 augustus 2014 inzake zonnepanelen op monumentale panden. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstellers. Het college heeft de ambitie om in 2020 het aandeel duurzaam opgewekte energie binnen Amsterdam met 20% te laten toenemen. Zonne-energie is een belangrijke bron daarvoor. Eerder is de doelstelling vastgelegd om in 2020 160 MW zonnestroom per jaar op te wekken binnen de gemeente Amsterdam. Voor 2040 is het streefcijfer 1000 MW. Zonne-energie is een belangrijke manier voor bewoners en ondernemers om zelf voor hun elektriciteitsvoorziening te zorgen. Dat is goed voor het milieu, de energierekening en de onafhankelijkheid van Amsterdam ten opzichte van onberekenbare buitenlandse energieproducenten. Amsterdam heeft naast de ruim 8500 rijks- en gemeentelijke monumenten, ook een toenemend aantal beschermde stads- en dorpsgezichten. Het hele centrum van Amsterdam is sinds 1999 beschermd stadsgezicht en de grachtengordel behoort sinds 2010 tot het UNESCO werelderfgoed. De fractie van D66 vindt het belangrijk dat deze historische waarde wordt beschermd zodat Amsterdammers en latere generaties er nog volop van kunnen genieten en leren. De fractie van D66 kiest ook voor een schone, groene en gezonde stad. Het is van belang dat de gemeente ruimte geeft aan initiatieven die bijdragen aan nieuwe oplossingen van duurzaamheid, waarbij we openstaan kijken voor het aanpassen van geldende (verouderde) regels die verduurzaming in de weg staan, zonder dat de authenticiteit van monumenten wordt aangetast. Nu heeft de fractie van D66 begrepen dat de gemeente Amsterdam samen met De Groene Grachten, Stadsherstel en Search een pilot is gestart om zonnepanelen te plaatsen op de schuine kap van Pakhuis de Zwijger onder de naam: ‘Zon op de Zwijger’. Het betreft een zogenaamd sheddak (‘zaagtandendak’), dat een zichtlocatie is. Hieruit volgt waarschijnlijk een prijsvraag voor de aanbesteding die moet aantonen welke partij het beste zonnepanelen op een monument kan plaatsen. Dit project is benoemd als ‘pilot om uit te vinden of zonnepanelen op een monument passend zijn, in relatie tot mogelijke technische gevolgen voor het dak door aanhechting van de panelen of verstoring van het monumentale ‘daklandschap’ door het aangezicht van zonnepanelen, omdat dat er nu eenmaal anders uitziet dan dat het daklandschap eruit zag in de 17° eeuw. 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing op Gemeenteblad Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 Dit is niet het eerste monument met zonnepanelen. Sinds september 2013 liggen er zonnepanelen op het (platte) dak van de Amstelkerk. Volgens de website van Stadsherstel, die de energie van de zonnepanelen gebruikt voor het eigen kantoor dat gevestigd is in dit rijksmonument, is de vergunning verleend nadat met foto's van een proefopstelling was aangetoond dat het monument met deze ‘reversibele toepassing’ geen schade op zou lopen. Ook zijn er (slechts) een klein aantal grachtenpanden die met trekken en sleuren een vergunning kregen om zonnepanelen op hun dak te mogen plaatsen, om zodoende hun eigen elektriciteit op te kunnen wekken. Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 5 augustus 2014, beiden namens de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Wat is het effect geweest van de — inmiddels afgeronde — pilot ‘Zon op de Amstelkerk’ voor zonne-energie op andere monumenten met een plat dak en in Amsterdam? Antwoord: Als onderdeel van het initiatief Groene Grachten, in 2012 gestart door Wubbo Ockels en erop gericht om energiemaatregelen in monumentale panden te promoten, is door Stadsherstel een viertal zonnepanelen aangebracht op de Amstelkerk. Voor NV Stadsherstel betrof de Amstelkerk een eerste project waarin zij zonnepanelen heeft aangebracht op een monumentaal pand. Deze panelen zijn aangebracht op een plat dak en wel binnen de kaders van de Welstandsnota. Leerdoel: uitvinden of het technisch mogelijk (ja) en rendabel is (nee, door de lage elektriciteitsprijs die Stadsherstel betaalt omdat zij grootverbruiker is, en de te betalen leges à 1050 euro). Het effect is dat er nu 4 panelen liggen op dit monument, en dat Stadsherstel inzicht heeft gekregen in de mogelijkheden (maatwerk) voor het aanbrengen van zonnepanelen op monumenten en de business case daarvan. Er zijn overigens meer (maar niet veel) voorbeelden van monumentale panden in de stad waarop door bewoners reeds zonnepanelen zijn aangebracht. Hiervoor is een vergunning nodig van het betreffende stadsdeel. De betrokkenheid van de gemeente bij dit project van Stichting de Groene Grachten en Stadsherstel was overigens beperkt. Bureau Monumenten en Archeologie (BMA) en programmabureau Klimaat en Energie waren inhoudelijk (advies, meedenken) betrokken bij het initiatief, het stadsdeel heeft de vergunning afgegeven. 2 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing op Gemeenteblad R Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 2. Klopt het dat de gemeente Amsterdam (de Dienst Ruimtelijke Ordening en het Bureau Monumenten & Archeologie) zich heeft aangesloten bij De Groene Grachten, Stadsherstel, Stadsdeel Oost, Pakhuis de Zwijger en Search en bezig is met de nieuwe pilot ‘Zon op de Zwijger’? Wat is de huidige status van dit project en wat is de tijdsplanning van deze pilot (inclusief moment van afronding)? Antwoord: Ja. Genoemde partijen hebben gezamenlijk de pilot ‘Zon op de Zwijger’ in voorbereiding. Dit project is geïnitieerd door De Groene Grachten. Het project sluit aan bij de Amsterdamse Zonvisie ‘Burgers en Bedrijven gaan voor de zon!’ (zie ook het antwoord op vraag 3). In dit project wordt onderzocht welke mogelijkheden ‘innovatieve zonnetechnologie’ (bijvoorbeeld: andere type zonnecellen, kleur en bevestigingstechnieken) biedt voor het aanbrengen van zonnepanelen op een monumentaal dak, én hoe dit zich verhoudt tot de geldende regels. Dit project onderscheidt zich van het eerdere project van Stadsherstel in de mate van ‘innovativiteit van de technologie die gebruikt zal worden. In het eerste project werd nog gebruik gemaakt van standaard zonnepanelen. In het nieuwe project op de Zwijger gaat men op zoek naar de meest innovatieve zon-oplossing voor dit monumentale pand. Het project is als volgt opgebouwd: 1. allereerst wordt (op dit moment) de haalbaarheid onderzocht (technisch, financieel, juridisch) voor het aanbrengen van zonnepanelen op Pakhuis de Zwijger (eigendom NV Stadsherstel); 2. op basis van dit onderzoek zal NV Stadsherstel een beslissing nemen om haar dak wel of niet ter beschikking te stellen; 3. indien zij akkoord gaat zal de markt in de vorm van een prijsvraag uitgedaagd worden om met haar ‘beste’ systeem te komen; 4. het zonnesysteem van de beste inzending zal door Stadsherstel worden uitgevoerd, onder voorbehoud van een positieve vergunningsbeschikking. Volgens planning wordt de prijsvraag dit najaar bekend gemaakt (indien Stadsherstel positief beslist; stap 2) en wordt het winnende systeem (beoordeling door jury in november/december) begin 2015 geïnstalleerd. De gemeente (BMA en Programmabureau Klimaat en Energie) is als adviseur bij dit project betrokken. De Groene Grachten is project trekker. Uiteindelijke installatie van het innovatieve zonnesysteem (als de prijsvraag daadwerkelijk wordt uitgeschreven en er een goede inzending komt, die binnen de wettelijke kaders past) wordt door Stadsherstel geregeld en gedekt. Stadsherstel vraagt daar mogelijk financiering voor aan in de laatste tender van het Amsterdams Investeringsfonds. 3 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing op Gemeenteblad R Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 3. Deelt het college de mening van de fractie van D66 over het belang van verduurzaming en eventueel aanpassen van regels om nieuwe oplossingen van duurzaamheid mogelijk te maken? Zo ja, welke leerpunten zijn/worden opgesteld ten aanzien van de pilot voor het sheddak van Pakhuis de Zwijger? En welke leerpunten waren opgesteld voor het platte dak van de Amstelkerk? Zo nee, waarom niet en hoe denkt het college dan de ambitie zoals geformuleerd in de Zonvisie 2013 te halen? Antwoord: Het College onderschrijft de mening van de fractie van D66 dat verduurzaming van de bestaande stad van groot belang is en onderstreept dat in het coalitieakkoord ‘Amsterdam is van iedereen’. Zij werkt o.a. aan de doelstelling dat in 2020 20% meer duurzame energie wordt geproduceerd dan nu het geval is. Zonne-energie in de bestaande stad draagt daar aan bij. Om dit te realiseren kan het nodig zijn om bestaande regels aan te passen, of met het Rijk in gesprek te gaan wanneer de bevoegdheid niet bij de gemeente ligt. Aanpassing van regels kan bijvoorbeeld nodig zijn in de situatie waarin regels, maatschappelijke wensen, en toegenomen mogelijkheden door nieuwe (technologische}oplossingen, niet meer met elkaar in overeenstemming zijn. In het collegeprogramma is daarover afgesproken dat “we de regels voor het duurzaam aanpassen van gebouwen [gaan] versimpelen, bijvoorbeeld op het gebied van de teruglevering van energie en het gezamenlijk gebruik van daken voor zonnepanelen”. Daarbij dient het college uiteraard wel te opereren binnen de kaders van de landelijke wet- en regelgeving. Het College is daarnaast van mening dat de energietransitie alleen plaatsvindt als duurzaamheidsprojecten schaal krijgen. Daarvoor is het van belang dat wordt gewerkt aan opschaalbaarheid en kopieerbaarheid van oplossingen. De leerpunten die de pilot ‘Zon op de Zwijger’ op zal leveren zijn: — voorbeeldfunctie: onderzoeken en laten zien hoe een nieuwe zonnetechnologie mogelijk is op een monumentaal dak, waar dat met conventionele panelen niet haalbaar/wenselijk is; — kennisontwikkeling (bij overheid en markt) ten aanzien van technische mogelijkheden van zonne-energie; — onderzoeken hoe het vigerende welstandskader zich verhoudt tot innovatieve zon technologieën. Deze leerpunten zijn vooraf besproken met de projectpartners. Voor het project Amstelkerk waren geen leerpunten geformuleerd vanuit de gemeente, omdat de betrokkenheid beperkt was. Het pilotproject Zon op de Zwijger levert input voor het evalueren van de regels en draagt bij aan de uitvoering van het deel van de Zonvisie dat daarover gaat. In de Zonvisie zijn 8 programmalijnen opgenomen waarlangs de gemeente de toepassing van zonne-energie door burgers en bedrijven stimuleert. In lijn 7 (activiteit # 21) is opgenomen dat regelgeving periodiek tegen het licht wordt gehouden om te zien of deze (nog) in lijn is met de stand der techniek op het gebied van o.a. zonnesystemen. 4 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing op Gemeenteblad Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 4. Onder welke criteria zou het college de resultaten van de pilot “Zon op de Zwijger’ als een succes beoordelen? Wanneer vindt die beoordeling plaats en welke Amsterdamse stakeholders zijn hierbij betrokken? Antwoord: Het project ‘Zon op de Zwijger’ wordt als succes beschouwd als: 1. de prijsvraag een inzending oplevert die een goede technische oplossing biedt voor dit specifieke monumentale dak. Een goede technische oplossing is een oplossing die aansluit bij de eisen van de pandeigenaar (stadsherstel), betaalbaar is, en die aanvaardbaar is vanuit esthetisch en historisch oogpunt en valt binnen de kaders van Welstand en Monumenten; 2. het project bijdraagt aan het vinden van een oplossing voor het aanbrengen van zonnesystemen op andere monumentale panden, nu of in de toekomst. Dit is geen hard criterium, omdat de bijdrage van één project aan een bredere maatschappelijke ontwikkeling moeilijk te meten is. Amsterdam wil echter duurzame koploper zijn, en daar hoort ook bij dat er ruimte wordt gemaakt voor innovatie; 3. het project daarnaast input levert voor de periodieke herijking van de regels conform de Zonvisie (zie het antwoord op vraag 3). De beoogde planning: zie het antwoord op vraag 2. De betrokken stakeholders zijn: — De Groene Grachten; — NV Stadsherstel; — de gemeente Amsterdam (DRO, BMA, stadsdeel Centrum); — Uuurders van Pakhuis de Zwijger (via Stadsherstel); — Search. 5. Is het college van plan een vervolg te maken op het Amsterdamse duurzaamheidsprogramma 2011-2014, en indien dat het geval is, overeenkomstig het coalitieakkoord (blz. 27), de ambitie ten aanzien van lokale zonne-energie uit de Zonvisie conform het initiatiefvoorstel van het voormalig raadslid de heer Manuel en de resultaten van de ‘pilots’ op Pakhuis de Zwijger en de Amstelkerk daarin aandacht te besteden aan het verduurzamen van monumenten? Antwoord: Het College stelt eind dit jaar een Agenda Duurzaamheid vast. Het verduurzamen van monumenten, deregulering en de ambitie van de Zonvisie zullen in deze agenda worden meegenomen. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 5 X Gemeente Amsterdam R % Gemeenteraad Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 602 Datum akkoord 2 september 2014 Publicatiedatum 5 september 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw A.M. Bosman en de heer M.E. van den Heuvel van 5 augustus 2014 inzake zonnepanelen op monumentale panden. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstellers. Het college heeft de ambitie om in 2020 het aandeel duurzaam opgewekte energie binnen Amsterdam met 20% te laten toenemen. Zonne-energie is een belangrijke bron daarvoor. Eerder is de doelstelling vastgelegd om in 2020 160 MW zonnestroom per jaar op te wekken binnen de gemeente Amsterdam. Voor 2040 is het streefcijfer 1000 MW. Zonne-energie is een belangrijke manier voor bewoners en ondernemers om zelf voor hun elektriciteitsvoorziening te zorgen. Dat is goed voor het milieu, de energierekening en de onafhankelijkheid van Amsterdam ten opzichte van onberekenbare buitenlandse energieproducenten. Amsterdam heeft naast de ruim 8500 rijks- en gemeentelijke monumenten, ook een toenemend aantal beschermde stads- en dorpsgezichten. Het hele centrum van Amsterdam is sinds 1999 beschermd stadsgezicht en de grachtengordel behoort sinds 2010 tot het UNESCO werelderfgoed. De fractie van D66 vindt het belangrijk dat deze historische waarde wordt beschermd zodat Amsterdammers en latere generaties er nog volop van kunnen genieten en leren. De fractie van D66 kiest ook voor een schone, groene en gezonde stad. Het is van belang dat de gemeente ruimte geeft aan initiatieven die bijdragen aan nieuwe oplossingen van duurzaamheid, waarbij we openstaan kijken voor het aanpassen van geldende (verouderde) regels die verduurzaming in de weg staan, zonder dat de authenticiteit van monumenten wordt aangetast. Nu heeft de fractie van D66 begrepen dat de gemeente Amsterdam samen met De Groene Grachten, Stadsherstel en Search een pilot is gestart om zonnepanelen te plaatsen op de schuine kap van Pakhuis de Zwijger onder de naam: ‘Zon op de Zwijger’. Het betreft een zogenaamd sheddak (‘zaagtandendak’), dat een zichtlocatie is. Hieruit volgt waarschijnlijk een prijsvraag voor de aanbesteding die moet aantonen welke partij het beste zonnepanelen op een monument kan plaatsen. Dit project is benoemd als ‘pilot om uit te vinden of zonnepanelen op een monument passend zijn, in relatie tot mogelijke technische gevolgen voor het dak door aanhechting van de panelen of verstoring van het monumentale ‘daklandschap’ door het aangezicht van zonnepanelen, omdat dat er nu eenmaal anders uitziet dan dat het daklandschap eruit zag in de 17° eeuw. 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing op Gemeenteblad Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 Dit is niet het eerste monument met zonnepanelen. Sinds september 2013 liggen er zonnepanelen op het (platte) dak van de Amstelkerk. Volgens de website van Stadsherstel, die de energie van de zonnepanelen gebruikt voor het eigen kantoor dat gevestigd is in dit rijksmonument, is de vergunning verleend nadat met foto's van een proefopstelling was aangetoond dat het monument met deze ‘reversibele toepassing’ geen schade op zou lopen. Ook zijn er (slechts) een klein aantal grachtenpanden die met trekken en sleuren een vergunning kregen om zonnepanelen op hun dak te mogen plaatsen, om zodoende hun eigen elektriciteit op te kunnen wekken. Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 5 augustus 2014, beiden namens de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Wat is het effect geweest van de — inmiddels afgeronde — pilot ‘Zon op de Amstelkerk’ voor zonne-energie op andere monumenten met een plat dak en in Amsterdam? Antwoord: Als onderdeel van het initiatief Groene Grachten, in 2012 gestart door Wubbo Ockels en erop gericht om energiemaatregelen in monumentale panden te promoten, is door Stadsherstel een viertal zonnepanelen aangebracht op de Amstelkerk. Voor NV Stadsherstel betrof de Amstelkerk een eerste project waarin zij zonnepanelen heeft aangebracht op een monumentaal pand. Deze panelen zijn aangebracht op een plat dak en wel binnen de kaders van de Welstandsnota. Leerdoel: uitvinden of het technisch mogelijk (ja) en rendabel is (nee, door de lage elektriciteitsprijs die Stadsherstel betaalt omdat zij grootverbruiker is, en de te betalen leges à 1050 euro). Het effect is dat er nu 4 panelen liggen op dit monument, en dat Stadsherstel inzicht heeft gekregen in de mogelijkheden (maatwerk) voor het aanbrengen van zonnepanelen op monumenten en de business case daarvan. Er zijn overigens meer (maar niet veel) voorbeelden van monumentale panden in de stad waarop door bewoners reeds zonnepanelen zijn aangebracht. Hiervoor is een vergunning nodig van het betreffende stadsdeel. De betrokkenheid van de gemeente bij dit project van Stichting de Groene Grachten en Stadsherstel was overigens beperkt. Bureau Monumenten en Archeologie (BMA) en programmabureau Klimaat en Energie waren inhoudelijk (advies, meedenken) betrokken bij het initiatief, het stadsdeel heeft de vergunning afgegeven. 2 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing op Gemeenteblad R Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 2. Klopt het dat de gemeente Amsterdam (de Dienst Ruimtelijke Ordening en het Bureau Monumenten & Archeologie) zich heeft aangesloten bij De Groene Grachten, Stadsherstel, Stadsdeel Oost, Pakhuis de Zwijger en Search en bezig is met de nieuwe pilot ‘Zon op de Zwijger’? Wat is de huidige status van dit project en wat is de tijdsplanning van deze pilot (inclusief moment van afronding)? Antwoord: Ja. Genoemde partijen hebben gezamenlijk de pilot ‘Zon op de Zwijger’ in voorbereiding. Dit project is geïnitieerd door De Groene Grachten. Het project sluit aan bij de Amsterdamse Zonvisie ‘Burgers en Bedrijven gaan voor de zon!’ (zie ook het antwoord op vraag 3). In dit project wordt onderzocht welke mogelijkheden ‘innovatieve zonnetechnologie’ (bijvoorbeeld: andere type zonnecellen, kleur en bevestigingstechnieken) biedt voor het aanbrengen van zonnepanelen op een monumentaal dak, én hoe dit zich verhoudt tot de geldende regels. Dit project onderscheidt zich van het eerdere project van Stadsherstel in de mate van ‘innovativiteit van de technologie die gebruikt zal worden. In het eerste project werd nog gebruik gemaakt van standaard zonnepanelen. In het nieuwe project op de Zwijger gaat men op zoek naar de meest innovatieve zon-oplossing voor dit monumentale pand. Het project is als volgt opgebouwd: 1. allereerst wordt (op dit moment) de haalbaarheid onderzocht (technisch, financieel, juridisch) voor het aanbrengen van zonnepanelen op Pakhuis de Zwijger (eigendom NV Stadsherstel); 2. op basis van dit onderzoek zal NV Stadsherstel een beslissing nemen om haar dak wel of niet ter beschikking te stellen; 3. indien zij akkoord gaat zal de markt in de vorm van een prijsvraag uitgedaagd worden om met haar ‘beste’ systeem te komen; 4. het zonnesysteem van de beste inzending zal door Stadsherstel worden uitgevoerd, onder voorbehoud van een positieve vergunningsbeschikking. Volgens planning wordt de prijsvraag dit najaar bekend gemaakt (indien Stadsherstel positief beslist; stap 2) en wordt het winnende systeem (beoordeling door jury in november/december) begin 2015 geïnstalleerd. De gemeente (BMA en Programmabureau Klimaat en Energie) is als adviseur bij dit project betrokken. De Groene Grachten is project trekker. Uiteindelijke installatie van het innovatieve zonnesysteem (als de prijsvraag daadwerkelijk wordt uitgeschreven en er een goede inzending komt, die binnen de wettelijke kaders past) wordt door Stadsherstel geregeld en gedekt. Stadsherstel vraagt daar mogelijk financiering voor aan in de laatste tender van het Amsterdams Investeringsfonds. 3 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing op Gemeenteblad R Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 3. Deelt het college de mening van de fractie van D66 over het belang van verduurzaming en eventueel aanpassen van regels om nieuwe oplossingen van duurzaamheid mogelijk te maken? Zo ja, welke leerpunten zijn/worden opgesteld ten aanzien van de pilot voor het sheddak van Pakhuis de Zwijger? En welke leerpunten waren opgesteld voor het platte dak van de Amstelkerk? Zo nee, waarom niet en hoe denkt het college dan de ambitie zoals geformuleerd in de Zonvisie 2013 te halen? Antwoord: Het College onderschrijft de mening van de fractie van D66 dat verduurzaming van de bestaande stad van groot belang is en onderstreept dat in het coalitieakkoord ‘Amsterdam is van iedereen’. Zij werkt o.a. aan de doelstelling dat in 2020 20% meer duurzame energie wordt geproduceerd dan nu het geval is. Zonne-energie in de bestaande stad draagt daar aan bij. Om dit te realiseren kan het nodig zijn om bestaande regels aan te passen, of met het Rijk in gesprek te gaan wanneer de bevoegdheid niet bij de gemeente ligt. Aanpassing van regels kan bijvoorbeeld nodig zijn in de situatie waarin regels, maatschappelijke wensen, en toegenomen mogelijkheden door nieuwe (technologische}oplossingen, niet meer met elkaar in overeenstemming zijn. In het collegeprogramma is daarover afgesproken dat “we de regels voor het duurzaam aanpassen van gebouwen [gaan] versimpelen, bijvoorbeeld op het gebied van de teruglevering van energie en het gezamenlijk gebruik van daken voor zonnepanelen”. Daarbij dient het college uiteraard wel te opereren binnen de kaders van de landelijke wet- en regelgeving. Het College is daarnaast van mening dat de energietransitie alleen plaatsvindt als duurzaamheidsprojecten schaal krijgen. Daarvoor is het van belang dat wordt gewerkt aan opschaalbaarheid en kopieerbaarheid van oplossingen. De leerpunten die de pilot ‘Zon op de Zwijger’ op zal leveren zijn: — voorbeeldfunctie: onderzoeken en laten zien hoe een nieuwe zonnetechnologie mogelijk is op een monumentaal dak, waar dat met conventionele panelen niet haalbaar/wenselijk is; — kennisontwikkeling (bij overheid en markt) ten aanzien van technische mogelijkheden van zonne-energie; — onderzoeken hoe het vigerende welstandskader zich verhoudt tot innovatieve zon technologieën. Deze leerpunten zijn vooraf besproken met de projectpartners. Voor het project Amstelkerk waren geen leerpunten geformuleerd vanuit de gemeente, omdat de betrokkenheid beperkt was. Het pilotproject Zon op de Zwijger levert input voor het evalueren van de regels en draagt bij aan de uitvoering van het deel van de Zonvisie dat daarover gaat. In de Zonvisie zijn 8 programmalijnen opgenomen waarlangs de gemeente de toepassing van zonne-energie door burgers en bedrijven stimuleert. In lijn 7 (activiteit # 21) is opgenomen dat regelgeving periodiek tegen het licht wordt gehouden om te zien of deze (nog) in lijn is met de stand der techniek op het gebied van o.a. zonnesystemen. 4 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing op Gemeenteblad Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 4. Onder welke criteria zou het college de resultaten van de pilot “Zon op de Zwijger’ als een succes beoordelen? Wanneer vindt die beoordeling plaats en welke Amsterdamse stakeholders zijn hierbij betrokken? Antwoord: Het project ‘Zon op de Zwijger’ wordt als succes beschouwd als: 1. de prijsvraag een inzending oplevert die een goede technische oplossing biedt voor dit specifieke monumentale dak. Een goede technische oplossing is een oplossing die aansluit bij de eisen van de pandeigenaar (stadsherstel), betaalbaar is, en die aanvaardbaar is vanuit esthetisch en historisch oogpunt en valt binnen de kaders van Welstand en Monumenten; 2. het project bijdraagt aan het vinden van een oplossing voor het aanbrengen van zonnesystemen op andere monumentale panden, nu of in de toekomst. Dit is geen hard criterium, omdat de bijdrage van één project aan een bredere maatschappelijke ontwikkeling moeilijk te meten is. Amsterdam wil echter duurzame koploper zijn, en daar hoort ook bij dat er ruimte wordt gemaakt voor innovatie; 3. het project daarnaast input levert voor de periodieke herijking van de regels conform de Zonvisie (zie het antwoord op vraag 3). De beoogde planning: zie het antwoord op vraag 2. De betrokken stakeholders zijn: — De Groene Grachten; — NV Stadsherstel; — de gemeente Amsterdam (DRO, BMA, stadsdeel Centrum); — Uuurders van Pakhuis de Zwijger (via Stadsherstel); — Search. 5. Is het college van plan een vervolg te maken op het Amsterdamse duurzaamheidsprogramma 2011-2014, en indien dat het geval is, overeenkomstig het coalitieakkoord (blz. 27), de ambitie ten aanzien van lokale zonne-energie uit de Zonvisie conform het initiatiefvoorstel van het voormalig raadslid de heer Manuel en de resultaten van de ‘pilots’ op Pakhuis de Zwijger en de Amstelkerk daarin aandacht te besteden aan het verduurzamen van monumenten? Antwoord: Het College stelt eind dit jaar een Agenda Duurzaamheid vast. Het verduurzamen van monumenten, deregulering en de ambitie van de Zonvisie zullen in deze agenda worden meegenomen. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 5 X Gemeente Amsterdam R % Gemeenteraad Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 602 Datum akkoord 2 september 2014 Publicatiedatum 5 september 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw A.M. Bosman en de heer M.E. van den Heuvel van 5 augustus 2014 inzake zonnepanelen op monumentale panden. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstellers. Het college heeft de ambitie om in 2020 het aandeel duurzaam opgewekte energie binnen Amsterdam met 20% te laten toenemen. Zonne-energie is een belangrijke bron daarvoor. Eerder is de doelstelling vastgelegd om in 2020 160 MW zonnestroom per jaar op te wekken binnen de gemeente Amsterdam. Voor 2040 is het streefcijfer 1000 MW. Zonne-energie is een belangrijke manier voor bewoners en ondernemers om zelf voor hun elektriciteitsvoorziening te zorgen. Dat is goed voor het milieu, de energierekening en de onafhankelijkheid van Amsterdam ten opzichte van onberekenbare buitenlandse energieproducenten. Amsterdam heeft naast de ruim 8500 rijks- en gemeentelijke monumenten, ook een toenemend aantal beschermde stads- en dorpsgezichten. Het hele centrum van Amsterdam is sinds 1999 beschermd stadsgezicht en de grachtengordel behoort sinds 2010 tot het UNESCO werelderfgoed. De fractie van D66 vindt het belangrijk dat deze historische waarde wordt beschermd zodat Amsterdammers en latere generaties er nog volop van kunnen genieten en leren. De fractie van D66 kiest ook voor een schone, groene en gezonde stad. Het is van belang dat de gemeente ruimte geeft aan initiatieven die bijdragen aan nieuwe oplossingen van duurzaamheid, waarbij we openstaan kijken voor het aanpassen van geldende (verouderde) regels die verduurzaming in de weg staan, zonder dat de authenticiteit van monumenten wordt aangetast. Nu heeft de fractie van D66 begrepen dat de gemeente Amsterdam samen met De Groene Grachten, Stadsherstel en Search een pilot is gestart om zonnepanelen te plaatsen op de schuine kap van Pakhuis de Zwijger onder de naam: ‘Zon op de Zwijger’. Het betreft een zogenaamd sheddak (‘zaagtandendak’), dat een zichtlocatie is. Hieruit volgt waarschijnlijk een prijsvraag voor de aanbesteding die moet aantonen welke partij het beste zonnepanelen op een monument kan plaatsen. Dit project is benoemd als ‘pilot om uit te vinden of zonnepanelen op een monument passend zijn, in relatie tot mogelijke technische gevolgen voor het dak door aanhechting van de panelen of verstoring van het monumentale ‘daklandschap’ door het aangezicht van zonnepanelen, omdat dat er nu eenmaal anders uitziet dan dat het daklandschap eruit zag in de 17° eeuw. 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing op Gemeenteblad Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 Dit is niet het eerste monument met zonnepanelen. Sinds september 2013 liggen er zonnepanelen op het (platte) dak van de Amstelkerk. Volgens de website van Stadsherstel, die de energie van de zonnepanelen gebruikt voor het eigen kantoor dat gevestigd is in dit rijksmonument, is de vergunning verleend nadat met foto's van een proefopstelling was aangetoond dat het monument met deze ‘reversibele toepassing’ geen schade op zou lopen. Ook zijn er (slechts) een klein aantal grachtenpanden die met trekken en sleuren een vergunning kregen om zonnepanelen op hun dak te mogen plaatsen, om zodoende hun eigen elektriciteit op te kunnen wekken. Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 5 augustus 2014, beiden namens de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Wat is het effect geweest van de — inmiddels afgeronde — pilot ‘Zon op de Amstelkerk’ voor zonne-energie op andere monumenten met een plat dak en in Amsterdam? Antwoord: Als onderdeel van het initiatief Groene Grachten, in 2012 gestart door Wubbo Ockels en erop gericht om energiemaatregelen in monumentale panden te promoten, is door Stadsherstel een viertal zonnepanelen aangebracht op de Amstelkerk. Voor NV Stadsherstel betrof de Amstelkerk een eerste project waarin zij zonnepanelen heeft aangebracht op een monumentaal pand. Deze panelen zijn aangebracht op een plat dak en wel binnen de kaders van de Welstandsnota. Leerdoel: uitvinden of het technisch mogelijk (ja) en rendabel is (nee, door de lage elektriciteitsprijs die Stadsherstel betaalt omdat zij grootverbruiker is, en de te betalen leges à 1050 euro). Het effect is dat er nu 4 panelen liggen op dit monument, en dat Stadsherstel inzicht heeft gekregen in de mogelijkheden (maatwerk) voor het aanbrengen van zonnepanelen op monumenten en de business case daarvan. Er zijn overigens meer (maar niet veel) voorbeelden van monumentale panden in de stad waarop door bewoners reeds zonnepanelen zijn aangebracht. Hiervoor is een vergunning nodig van het betreffende stadsdeel. De betrokkenheid van de gemeente bij dit project van Stichting de Groene Grachten en Stadsherstel was overigens beperkt. Bureau Monumenten en Archeologie (BMA) en programmabureau Klimaat en Energie waren inhoudelijk (advies, meedenken) betrokken bij het initiatief, het stadsdeel heeft de vergunning afgegeven. 2 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing op Gemeenteblad R Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 2. Klopt het dat de gemeente Amsterdam (de Dienst Ruimtelijke Ordening en het Bureau Monumenten & Archeologie) zich heeft aangesloten bij De Groene Grachten, Stadsherstel, Stadsdeel Oost, Pakhuis de Zwijger en Search en bezig is met de nieuwe pilot ‘Zon op de Zwijger’? Wat is de huidige status van dit project en wat is de tijdsplanning van deze pilot (inclusief moment van afronding)? Antwoord: Ja. Genoemde partijen hebben gezamenlijk de pilot ‘Zon op de Zwijger’ in voorbereiding. Dit project is geïnitieerd door De Groene Grachten. Het project sluit aan bij de Amsterdamse Zonvisie ‘Burgers en Bedrijven gaan voor de zon!’ (zie ook het antwoord op vraag 3). In dit project wordt onderzocht welke mogelijkheden ‘innovatieve zonnetechnologie’ (bijvoorbeeld: andere type zonnecellen, kleur en bevestigingstechnieken) biedt voor het aanbrengen van zonnepanelen op een monumentaal dak, én hoe dit zich verhoudt tot de geldende regels. Dit project onderscheidt zich van het eerdere project van Stadsherstel in de mate van ‘innovativiteit van de technologie die gebruikt zal worden. In het eerste project werd nog gebruik gemaakt van standaard zonnepanelen. In het nieuwe project op de Zwijger gaat men op zoek naar de meest innovatieve zon-oplossing voor dit monumentale pand. Het project is als volgt opgebouwd: 1. allereerst wordt (op dit moment) de haalbaarheid onderzocht (technisch, financieel, juridisch) voor het aanbrengen van zonnepanelen op Pakhuis de Zwijger (eigendom NV Stadsherstel); 2. op basis van dit onderzoek zal NV Stadsherstel een beslissing nemen om haar dak wel of niet ter beschikking te stellen; 3. indien zij akkoord gaat zal de markt in de vorm van een prijsvraag uitgedaagd worden om met haar ‘beste’ systeem te komen; 4. het zonnesysteem van de beste inzending zal door Stadsherstel worden uitgevoerd, onder voorbehoud van een positieve vergunningsbeschikking. Volgens planning wordt de prijsvraag dit najaar bekend gemaakt (indien Stadsherstel positief beslist; stap 2) en wordt het winnende systeem (beoordeling door jury in november/december) begin 2015 geïnstalleerd. De gemeente (BMA en Programmabureau Klimaat en Energie) is als adviseur bij dit project betrokken. De Groene Grachten is project trekker. Uiteindelijke installatie van het innovatieve zonnesysteem (als de prijsvraag daadwerkelijk wordt uitgeschreven en er een goede inzending komt, die binnen de wettelijke kaders past) wordt door Stadsherstel geregeld en gedekt. Stadsherstel vraagt daar mogelijk financiering voor aan in de laatste tender van het Amsterdams Investeringsfonds. 3 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing op Gemeenteblad R Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 3. Deelt het college de mening van de fractie van D66 over het belang van verduurzaming en eventueel aanpassen van regels om nieuwe oplossingen van duurzaamheid mogelijk te maken? Zo ja, welke leerpunten zijn/worden opgesteld ten aanzien van de pilot voor het sheddak van Pakhuis de Zwijger? En welke leerpunten waren opgesteld voor het platte dak van de Amstelkerk? Zo nee, waarom niet en hoe denkt het college dan de ambitie zoals geformuleerd in de Zonvisie 2013 te halen? Antwoord: Het College onderschrijft de mening van de fractie van D66 dat verduurzaming van de bestaande stad van groot belang is en onderstreept dat in het coalitieakkoord ‘Amsterdam is van iedereen’. Zij werkt o.a. aan de doelstelling dat in 2020 20% meer duurzame energie wordt geproduceerd dan nu het geval is. Zonne-energie in de bestaande stad draagt daar aan bij. Om dit te realiseren kan het nodig zijn om bestaande regels aan te passen, of met het Rijk in gesprek te gaan wanneer de bevoegdheid niet bij de gemeente ligt. Aanpassing van regels kan bijvoorbeeld nodig zijn in de situatie waarin regels, maatschappelijke wensen, en toegenomen mogelijkheden door nieuwe (technologische}oplossingen, niet meer met elkaar in overeenstemming zijn. In het collegeprogramma is daarover afgesproken dat “we de regels voor het duurzaam aanpassen van gebouwen [gaan] versimpelen, bijvoorbeeld op het gebied van de teruglevering van energie en het gezamenlijk gebruik van daken voor zonnepanelen”. Daarbij dient het college uiteraard wel te opereren binnen de kaders van de landelijke wet- en regelgeving. Het College is daarnaast van mening dat de energietransitie alleen plaatsvindt als duurzaamheidsprojecten schaal krijgen. Daarvoor is het van belang dat wordt gewerkt aan opschaalbaarheid en kopieerbaarheid van oplossingen. De leerpunten die de pilot ‘Zon op de Zwijger’ op zal leveren zijn: — voorbeeldfunctie: onderzoeken en laten zien hoe een nieuwe zonnetechnologie mogelijk is op een monumentaal dak, waar dat met conventionele panelen niet haalbaar/wenselijk is; — kennisontwikkeling (bij overheid en markt) ten aanzien van technische mogelijkheden van zonne-energie; — onderzoeken hoe het vigerende welstandskader zich verhoudt tot innovatieve zon technologieën. Deze leerpunten zijn vooraf besproken met de projectpartners. Voor het project Amstelkerk waren geen leerpunten geformuleerd vanuit de gemeente, omdat de betrokkenheid beperkt was. Het pilotproject Zon op de Zwijger levert input voor het evalueren van de regels en draagt bij aan de uitvoering van het deel van de Zonvisie dat daarover gaat. In de Zonvisie zijn 8 programmalijnen opgenomen waarlangs de gemeente de toepassing van zonne-energie door burgers en bedrijven stimuleert. In lijn 7 (activiteit # 21) is opgenomen dat regelgeving periodiek tegen het licht wordt gehouden om te zien of deze (nog) in lijn is met de stand der techniek op het gebied van o.a. zonnesystemen. 4 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing op Gemeenteblad Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 4. Onder welke criteria zou het college de resultaten van de pilot “Zon op de Zwijger’ als een succes beoordelen? Wanneer vindt die beoordeling plaats en welke Amsterdamse stakeholders zijn hierbij betrokken? Antwoord: Het project ‘Zon op de Zwijger’ wordt als succes beschouwd als: 1. de prijsvraag een inzending oplevert die een goede technische oplossing biedt voor dit specifieke monumentale dak. Een goede technische oplossing is een oplossing die aansluit bij de eisen van de pandeigenaar (stadsherstel), betaalbaar is, en die aanvaardbaar is vanuit esthetisch en historisch oogpunt en valt binnen de kaders van Welstand en Monumenten; 2. het project bijdraagt aan het vinden van een oplossing voor het aanbrengen van zonnesystemen op andere monumentale panden, nu of in de toekomst. Dit is geen hard criterium, omdat de bijdrage van één project aan een bredere maatschappelijke ontwikkeling moeilijk te meten is. Amsterdam wil echter duurzame koploper zijn, en daar hoort ook bij dat er ruimte wordt gemaakt voor innovatie; 3. het project daarnaast input levert voor de periodieke herijking van de regels conform de Zonvisie (zie het antwoord op vraag 3). De beoogde planning: zie het antwoord op vraag 2. De betrokken stakeholders zijn: — De Groene Grachten; — NV Stadsherstel; — de gemeente Amsterdam (DRO, BMA, stadsdeel Centrum); — Uuurders van Pakhuis de Zwijger (via Stadsherstel); — Search. 5. Is het college van plan een vervolg te maken op het Amsterdamse duurzaamheidsprogramma 2011-2014, en indien dat het geval is, overeenkomstig het coalitieakkoord (blz. 27), de ambitie ten aanzien van lokale zonne-energie uit de Zonvisie conform het initiatiefvoorstel van het voormalig raadslid de heer Manuel en de resultaten van de ‘pilots’ op Pakhuis de Zwijger en de Amstelkerk daarin aandacht te besteden aan het verduurzamen van monumenten? Antwoord: Het College stelt eind dit jaar een Agenda Duurzaamheid vast. Het verduurzamen van monumenten, deregulering en de ambitie van de Zonvisie zullen in deze agenda worden meegenomen. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 5 X Gemeente Amsterdam R % Gemeenteraad Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 602 Datum akkoord 2 september 2014 Publicatiedatum 5 september 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw A.M. Bosman en de heer M.E. van den Heuvel van 5 augustus 2014 inzake zonnepanelen op monumentale panden. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstellers. Het college heeft de ambitie om in 2020 het aandeel duurzaam opgewekte energie binnen Amsterdam met 20% te laten toenemen. Zonne-energie is een belangrijke bron daarvoor. Eerder is de doelstelling vastgelegd om in 2020 160 MW zonnestroom per jaar op te wekken binnen de gemeente Amsterdam. Voor 2040 is het streefcijfer 1000 MW. Zonne-energie is een belangrijke manier voor bewoners en ondernemers om zelf voor hun elektriciteitsvoorziening te zorgen. Dat is goed voor het milieu, de energierekening en de onafhankelijkheid van Amsterdam ten opzichte van onberekenbare buitenlandse energieproducenten. Amsterdam heeft naast de ruim 8500 rijks- en gemeentelijke monumenten, ook een toenemend aantal beschermde stads- en dorpsgezichten. Het hele centrum van Amsterdam is sinds 1999 beschermd stadsgezicht en de grachtengordel behoort sinds 2010 tot het UNESCO werelderfgoed. De fractie van D66 vindt het belangrijk dat deze historische waarde wordt beschermd zodat Amsterdammers en latere generaties er nog volop van kunnen genieten en leren. De fractie van D66 kiest ook voor een schone, groene en gezonde stad. Het is van belang dat de gemeente ruimte geeft aan initiatieven die bijdragen aan nieuwe oplossingen van duurzaamheid, waarbij we openstaan kijken voor het aanpassen van geldende (verouderde) regels die verduurzaming in de weg staan, zonder dat de authenticiteit van monumenten wordt aangetast. Nu heeft de fractie van D66 begrepen dat de gemeente Amsterdam samen met De Groene Grachten, Stadsherstel en Search een pilot is gestart om zonnepanelen te plaatsen op de schuine kap van Pakhuis de Zwijger onder de naam: ‘Zon op de Zwijger’. Het betreft een zogenaamd sheddak (‘zaagtandendak’), dat een zichtlocatie is. Hieruit volgt waarschijnlijk een prijsvraag voor de aanbesteding die moet aantonen welke partij het beste zonnepanelen op een monument kan plaatsen. Dit project is benoemd als ‘pilot om uit te vinden of zonnepanelen op een monument passend zijn, in relatie tot mogelijke technische gevolgen voor het dak door aanhechting van de panelen of verstoring van het monumentale ‘daklandschap’ door het aangezicht van zonnepanelen, omdat dat er nu eenmaal anders uitziet dan dat het daklandschap eruit zag in de 17° eeuw. 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing op Gemeenteblad Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 Dit is niet het eerste monument met zonnepanelen. Sinds september 2013 liggen er zonnepanelen op het (platte) dak van de Amstelkerk. Volgens de website van Stadsherstel, die de energie van de zonnepanelen gebruikt voor het eigen kantoor dat gevestigd is in dit rijksmonument, is de vergunning verleend nadat met foto's van een proefopstelling was aangetoond dat het monument met deze ‘reversibele toepassing’ geen schade op zou lopen. Ook zijn er (slechts) een klein aantal grachtenpanden die met trekken en sleuren een vergunning kregen om zonnepanelen op hun dak te mogen plaatsen, om zodoende hun eigen elektriciteit op te kunnen wekken. Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 5 augustus 2014, beiden namens de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Wat is het effect geweest van de — inmiddels afgeronde — pilot ‘Zon op de Amstelkerk’ voor zonne-energie op andere monumenten met een plat dak en in Amsterdam? Antwoord: Als onderdeel van het initiatief Groene Grachten, in 2012 gestart door Wubbo Ockels en erop gericht om energiemaatregelen in monumentale panden te promoten, is door Stadsherstel een viertal zonnepanelen aangebracht op de Amstelkerk. Voor NV Stadsherstel betrof de Amstelkerk een eerste project waarin zij zonnepanelen heeft aangebracht op een monumentaal pand. Deze panelen zijn aangebracht op een plat dak en wel binnen de kaders van de Welstandsnota. Leerdoel: uitvinden of het technisch mogelijk (ja) en rendabel is (nee, door de lage elektriciteitsprijs die Stadsherstel betaalt omdat zij grootverbruiker is, en de te betalen leges à 1050 euro). Het effect is dat er nu 4 panelen liggen op dit monument, en dat Stadsherstel inzicht heeft gekregen in de mogelijkheden (maatwerk) voor het aanbrengen van zonnepanelen op monumenten en de business case daarvan. Er zijn overigens meer (maar niet veel) voorbeelden van monumentale panden in de stad waarop door bewoners reeds zonnepanelen zijn aangebracht. Hiervoor is een vergunning nodig van het betreffende stadsdeel. De betrokkenheid van de gemeente bij dit project van Stichting de Groene Grachten en Stadsherstel was overigens beperkt. Bureau Monumenten en Archeologie (BMA) en programmabureau Klimaat en Energie waren inhoudelijk (advies, meedenken) betrokken bij het initiatief, het stadsdeel heeft de vergunning afgegeven. 2 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing op Gemeenteblad R Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 2. Klopt het dat de gemeente Amsterdam (de Dienst Ruimtelijke Ordening en het Bureau Monumenten & Archeologie) zich heeft aangesloten bij De Groene Grachten, Stadsherstel, Stadsdeel Oost, Pakhuis de Zwijger en Search en bezig is met de nieuwe pilot ‘Zon op de Zwijger’? Wat is de huidige status van dit project en wat is de tijdsplanning van deze pilot (inclusief moment van afronding)? Antwoord: Ja. Genoemde partijen hebben gezamenlijk de pilot ‘Zon op de Zwijger’ in voorbereiding. Dit project is geïnitieerd door De Groene Grachten. Het project sluit aan bij de Amsterdamse Zonvisie ‘Burgers en Bedrijven gaan voor de zon!’ (zie ook het antwoord op vraag 3). In dit project wordt onderzocht welke mogelijkheden ‘innovatieve zonnetechnologie’ (bijvoorbeeld: andere type zonnecellen, kleur en bevestigingstechnieken) biedt voor het aanbrengen van zonnepanelen op een monumentaal dak, én hoe dit zich verhoudt tot de geldende regels. Dit project onderscheidt zich van het eerdere project van Stadsherstel in de mate van ‘innovativiteit van de technologie die gebruikt zal worden. In het eerste project werd nog gebruik gemaakt van standaard zonnepanelen. In het nieuwe project op de Zwijger gaat men op zoek naar de meest innovatieve zon-oplossing voor dit monumentale pand. Het project is als volgt opgebouwd: 1. allereerst wordt (op dit moment) de haalbaarheid onderzocht (technisch, financieel, juridisch) voor het aanbrengen van zonnepanelen op Pakhuis de Zwijger (eigendom NV Stadsherstel); 2. op basis van dit onderzoek zal NV Stadsherstel een beslissing nemen om haar dak wel of niet ter beschikking te stellen; 3. indien zij akkoord gaat zal de markt in de vorm van een prijsvraag uitgedaagd worden om met haar ‘beste’ systeem te komen; 4. het zonnesysteem van de beste inzending zal door Stadsherstel worden uitgevoerd, onder voorbehoud van een positieve vergunningsbeschikking. Volgens planning wordt de prijsvraag dit najaar bekend gemaakt (indien Stadsherstel positief beslist; stap 2) en wordt het winnende systeem (beoordeling door jury in november/december) begin 2015 geïnstalleerd. De gemeente (BMA en Programmabureau Klimaat en Energie) is als adviseur bij dit project betrokken. De Groene Grachten is project trekker. Uiteindelijke installatie van het innovatieve zonnesysteem (als de prijsvraag daadwerkelijk wordt uitgeschreven en er een goede inzending komt, die binnen de wettelijke kaders past) wordt door Stadsherstel geregeld en gedekt. Stadsherstel vraagt daar mogelijk financiering voor aan in de laatste tender van het Amsterdams Investeringsfonds. 3 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing op Gemeenteblad R Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 3. Deelt het college de mening van de fractie van D66 over het belang van verduurzaming en eventueel aanpassen van regels om nieuwe oplossingen van duurzaamheid mogelijk te maken? Zo ja, welke leerpunten zijn/worden opgesteld ten aanzien van de pilot voor het sheddak van Pakhuis de Zwijger? En welke leerpunten waren opgesteld voor het platte dak van de Amstelkerk? Zo nee, waarom niet en hoe denkt het college dan de ambitie zoals geformuleerd in de Zonvisie 2013 te halen? Antwoord: Het College onderschrijft de mening van de fractie van D66 dat verduurzaming van de bestaande stad van groot belang is en onderstreept dat in het coalitieakkoord ‘Amsterdam is van iedereen’. Zij werkt o.a. aan de doelstelling dat in 2020 20% meer duurzame energie wordt geproduceerd dan nu het geval is. Zonne-energie in de bestaande stad draagt daar aan bij. Om dit te realiseren kan het nodig zijn om bestaande regels aan te passen, of met het Rijk in gesprek te gaan wanneer de bevoegdheid niet bij de gemeente ligt. Aanpassing van regels kan bijvoorbeeld nodig zijn in de situatie waarin regels, maatschappelijke wensen, en toegenomen mogelijkheden door nieuwe (technologische}oplossingen, niet meer met elkaar in overeenstemming zijn. In het collegeprogramma is daarover afgesproken dat “we de regels voor het duurzaam aanpassen van gebouwen [gaan] versimpelen, bijvoorbeeld op het gebied van de teruglevering van energie en het gezamenlijk gebruik van daken voor zonnepanelen”. Daarbij dient het college uiteraard wel te opereren binnen de kaders van de landelijke wet- en regelgeving. Het College is daarnaast van mening dat de energietransitie alleen plaatsvindt als duurzaamheidsprojecten schaal krijgen. Daarvoor is het van belang dat wordt gewerkt aan opschaalbaarheid en kopieerbaarheid van oplossingen. De leerpunten die de pilot ‘Zon op de Zwijger’ op zal leveren zijn: — voorbeeldfunctie: onderzoeken en laten zien hoe een nieuwe zonnetechnologie mogelijk is op een monumentaal dak, waar dat met conventionele panelen niet haalbaar/wenselijk is; — kennisontwikkeling (bij overheid en markt) ten aanzien van technische mogelijkheden van zonne-energie; — onderzoeken hoe het vigerende welstandskader zich verhoudt tot innovatieve zon technologieën. Deze leerpunten zijn vooraf besproken met de projectpartners. Voor het project Amstelkerk waren geen leerpunten geformuleerd vanuit de gemeente, omdat de betrokkenheid beperkt was. Het pilotproject Zon op de Zwijger levert input voor het evalueren van de regels en draagt bij aan de uitvoering van het deel van de Zonvisie dat daarover gaat. In de Zonvisie zijn 8 programmalijnen opgenomen waarlangs de gemeente de toepassing van zonne-energie door burgers en bedrijven stimuleert. In lijn 7 (activiteit # 21) is opgenomen dat regelgeving periodiek tegen het licht wordt gehouden om te zien of deze (nog) in lijn is met de stand der techniek op het gebied van o.a. zonnesystemen. 4 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing op Gemeenteblad Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 4. Onder welke criteria zou het college de resultaten van de pilot “Zon op de Zwijger’ als een succes beoordelen? Wanneer vindt die beoordeling plaats en welke Amsterdamse stakeholders zijn hierbij betrokken? Antwoord: Het project ‘Zon op de Zwijger’ wordt als succes beschouwd als: 1. de prijsvraag een inzending oplevert die een goede technische oplossing biedt voor dit specifieke monumentale dak. Een goede technische oplossing is een oplossing die aansluit bij de eisen van de pandeigenaar (stadsherstel), betaalbaar is, en die aanvaardbaar is vanuit esthetisch en historisch oogpunt en valt binnen de kaders van Welstand en Monumenten; 2. het project bijdraagt aan het vinden van een oplossing voor het aanbrengen van zonnesystemen op andere monumentale panden, nu of in de toekomst. Dit is geen hard criterium, omdat de bijdrage van één project aan een bredere maatschappelijke ontwikkeling moeilijk te meten is. Amsterdam wil echter duurzame koploper zijn, en daar hoort ook bij dat er ruimte wordt gemaakt voor innovatie; 3. het project daarnaast input levert voor de periodieke herijking van de regels conform de Zonvisie (zie het antwoord op vraag 3). De beoogde planning: zie het antwoord op vraag 2. De betrokken stakeholders zijn: — De Groene Grachten; — NV Stadsherstel; — de gemeente Amsterdam (DRO, BMA, stadsdeel Centrum); — Uuurders van Pakhuis de Zwijger (via Stadsherstel); — Search. 5. Is het college van plan een vervolg te maken op het Amsterdamse duurzaamheidsprogramma 2011-2014, en indien dat het geval is, overeenkomstig het coalitieakkoord (blz. 27), de ambitie ten aanzien van lokale zonne-energie uit de Zonvisie conform het initiatiefvoorstel van het voormalig raadslid de heer Manuel en de resultaten van de ‘pilots’ op Pakhuis de Zwijger en de Amstelkerk daarin aandacht te besteden aan het verduurzamen van monumenten? Antwoord: Het College stelt eind dit jaar een Agenda Duurzaamheid vast. Het verduurzamen van monumenten, deregulering en de ambitie van de Zonvisie zullen in deze agenda worden meegenomen. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 5 X Gemeente Amsterdam R % Gemeenteraad Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 602 Datum akkoord 2 september 2014 Publicatiedatum 5 september 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw A.M. Bosman en de heer M.E. van den Heuvel van 5 augustus 2014 inzake zonnepanelen op monumentale panden. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstellers. Het college heeft de ambitie om in 2020 het aandeel duurzaam opgewekte energie binnen Amsterdam met 20% te laten toenemen. Zonne-energie is een belangrijke bron daarvoor. Eerder is de doelstelling vastgelegd om in 2020 160 MW zonnestroom per jaar op te wekken binnen de gemeente Amsterdam. Voor 2040 is het streefcijfer 1000 MW. Zonne-energie is een belangrijke manier voor bewoners en ondernemers om zelf voor hun elektriciteitsvoorziening te zorgen. Dat is goed voor het milieu, de energierekening en de onafhankelijkheid van Amsterdam ten opzichte van onberekenbare buitenlandse energieproducenten. Amsterdam heeft naast de ruim 8500 rijks- en gemeentelijke monumenten, ook een toenemend aantal beschermde stads- en dorpsgezichten. Het hele centrum van Amsterdam is sinds 1999 beschermd stadsgezicht en de grachtengordel behoort sinds 2010 tot het UNESCO werelderfgoed. De fractie van D66 vindt het belangrijk dat deze historische waarde wordt beschermd zodat Amsterdammers en latere generaties er nog volop van kunnen genieten en leren. De fractie van D66 kiest ook voor een schone, groene en gezonde stad. Het is van belang dat de gemeente ruimte geeft aan initiatieven die bijdragen aan nieuwe oplossingen van duurzaamheid, waarbij we openstaan kijken voor het aanpassen van geldende (verouderde) regels die verduurzaming in de weg staan, zonder dat de authenticiteit van monumenten wordt aangetast. Nu heeft de fractie van D66 begrepen dat de gemeente Amsterdam samen met De Groene Grachten, Stadsherstel en Search een pilot is gestart om zonnepanelen te plaatsen op de schuine kap van Pakhuis de Zwijger onder de naam: ‘Zon op de Zwijger’. Het betreft een zogenaamd sheddak (‘zaagtandendak’), dat een zichtlocatie is. Hieruit volgt waarschijnlijk een prijsvraag voor de aanbesteding die moet aantonen welke partij het beste zonnepanelen op een monument kan plaatsen. Dit project is benoemd als ‘pilot om uit te vinden of zonnepanelen op een monument passend zijn, in relatie tot mogelijke technische gevolgen voor het dak door aanhechting van de panelen of verstoring van het monumentale ‘daklandschap’ door het aangezicht van zonnepanelen, omdat dat er nu eenmaal anders uitziet dan dat het daklandschap eruit zag in de 17° eeuw. 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing op Gemeenteblad Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 Dit is niet het eerste monument met zonnepanelen. Sinds september 2013 liggen er zonnepanelen op het (platte) dak van de Amstelkerk. Volgens de website van Stadsherstel, die de energie van de zonnepanelen gebruikt voor het eigen kantoor dat gevestigd is in dit rijksmonument, is de vergunning verleend nadat met foto's van een proefopstelling was aangetoond dat het monument met deze ‘reversibele toepassing’ geen schade op zou lopen. Ook zijn er (slechts) een klein aantal grachtenpanden die met trekken en sleuren een vergunning kregen om zonnepanelen op hun dak te mogen plaatsen, om zodoende hun eigen elektriciteit op te kunnen wekken. Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 5 augustus 2014, beiden namens de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Wat is het effect geweest van de — inmiddels afgeronde — pilot ‘Zon op de Amstelkerk’ voor zonne-energie op andere monumenten met een plat dak en in Amsterdam? Antwoord: Als onderdeel van het initiatief Groene Grachten, in 2012 gestart door Wubbo Ockels en erop gericht om energiemaatregelen in monumentale panden te promoten, is door Stadsherstel een viertal zonnepanelen aangebracht op de Amstelkerk. Voor NV Stadsherstel betrof de Amstelkerk een eerste project waarin zij zonnepanelen heeft aangebracht op een monumentaal pand. Deze panelen zijn aangebracht op een plat dak en wel binnen de kaders van de Welstandsnota. Leerdoel: uitvinden of het technisch mogelijk (ja) en rendabel is (nee, door de lage elektriciteitsprijs die Stadsherstel betaalt omdat zij grootverbruiker is, en de te betalen leges à 1050 euro). Het effect is dat er nu 4 panelen liggen op dit monument, en dat Stadsherstel inzicht heeft gekregen in de mogelijkheden (maatwerk) voor het aanbrengen van zonnepanelen op monumenten en de business case daarvan. Er zijn overigens meer (maar niet veel) voorbeelden van monumentale panden in de stad waarop door bewoners reeds zonnepanelen zijn aangebracht. Hiervoor is een vergunning nodig van het betreffende stadsdeel. De betrokkenheid van de gemeente bij dit project van Stichting de Groene Grachten en Stadsherstel was overigens beperkt. Bureau Monumenten en Archeologie (BMA) en programmabureau Klimaat en Energie waren inhoudelijk (advies, meedenken) betrokken bij het initiatief, het stadsdeel heeft de vergunning afgegeven. 2 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing op Gemeenteblad R Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 2. Klopt het dat de gemeente Amsterdam (de Dienst Ruimtelijke Ordening en het Bureau Monumenten & Archeologie) zich heeft aangesloten bij De Groene Grachten, Stadsherstel, Stadsdeel Oost, Pakhuis de Zwijger en Search en bezig is met de nieuwe pilot ‘Zon op de Zwijger’? Wat is de huidige status van dit project en wat is de tijdsplanning van deze pilot (inclusief moment van afronding)? Antwoord: Ja. Genoemde partijen hebben gezamenlijk de pilot ‘Zon op de Zwijger’ in voorbereiding. Dit project is geïnitieerd door De Groene Grachten. Het project sluit aan bij de Amsterdamse Zonvisie ‘Burgers en Bedrijven gaan voor de zon!’ (zie ook het antwoord op vraag 3). In dit project wordt onderzocht welke mogelijkheden ‘innovatieve zonnetechnologie’ (bijvoorbeeld: andere type zonnecellen, kleur en bevestigingstechnieken) biedt voor het aanbrengen van zonnepanelen op een monumentaal dak, én hoe dit zich verhoudt tot de geldende regels. Dit project onderscheidt zich van het eerdere project van Stadsherstel in de mate van ‘innovativiteit van de technologie die gebruikt zal worden. In het eerste project werd nog gebruik gemaakt van standaard zonnepanelen. In het nieuwe project op de Zwijger gaat men op zoek naar de meest innovatieve zon-oplossing voor dit monumentale pand. Het project is als volgt opgebouwd: 1. allereerst wordt (op dit moment) de haalbaarheid onderzocht (technisch, financieel, juridisch) voor het aanbrengen van zonnepanelen op Pakhuis de Zwijger (eigendom NV Stadsherstel); 2. op basis van dit onderzoek zal NV Stadsherstel een beslissing nemen om haar dak wel of niet ter beschikking te stellen; 3. indien zij akkoord gaat zal de markt in de vorm van een prijsvraag uitgedaagd worden om met haar ‘beste’ systeem te komen; 4. het zonnesysteem van de beste inzending zal door Stadsherstel worden uitgevoerd, onder voorbehoud van een positieve vergunningsbeschikking. Volgens planning wordt de prijsvraag dit najaar bekend gemaakt (indien Stadsherstel positief beslist; stap 2) en wordt het winnende systeem (beoordeling door jury in november/december) begin 2015 geïnstalleerd. De gemeente (BMA en Programmabureau Klimaat en Energie) is als adviseur bij dit project betrokken. De Groene Grachten is project trekker. Uiteindelijke installatie van het innovatieve zonnesysteem (als de prijsvraag daadwerkelijk wordt uitgeschreven en er een goede inzending komt, die binnen de wettelijke kaders past) wordt door Stadsherstel geregeld en gedekt. Stadsherstel vraagt daar mogelijk financiering voor aan in de laatste tender van het Amsterdams Investeringsfonds. 3 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing op Gemeenteblad R Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 3. Deelt het college de mening van de fractie van D66 over het belang van verduurzaming en eventueel aanpassen van regels om nieuwe oplossingen van duurzaamheid mogelijk te maken? Zo ja, welke leerpunten zijn/worden opgesteld ten aanzien van de pilot voor het sheddak van Pakhuis de Zwijger? En welke leerpunten waren opgesteld voor het platte dak van de Amstelkerk? Zo nee, waarom niet en hoe denkt het college dan de ambitie zoals geformuleerd in de Zonvisie 2013 te halen? Antwoord: Het College onderschrijft de mening van de fractie van D66 dat verduurzaming van de bestaande stad van groot belang is en onderstreept dat in het coalitieakkoord ‘Amsterdam is van iedereen’. Zij werkt o.a. aan de doelstelling dat in 2020 20% meer duurzame energie wordt geproduceerd dan nu het geval is. Zonne-energie in de bestaande stad draagt daar aan bij. Om dit te realiseren kan het nodig zijn om bestaande regels aan te passen, of met het Rijk in gesprek te gaan wanneer de bevoegdheid niet bij de gemeente ligt. Aanpassing van regels kan bijvoorbeeld nodig zijn in de situatie waarin regels, maatschappelijke wensen, en toegenomen mogelijkheden door nieuwe (technologische}oplossingen, niet meer met elkaar in overeenstemming zijn. In het collegeprogramma is daarover afgesproken dat “we de regels voor het duurzaam aanpassen van gebouwen [gaan] versimpelen, bijvoorbeeld op het gebied van de teruglevering van energie en het gezamenlijk gebruik van daken voor zonnepanelen”. Daarbij dient het college uiteraard wel te opereren binnen de kaders van de landelijke wet- en regelgeving. Het College is daarnaast van mening dat de energietransitie alleen plaatsvindt als duurzaamheidsprojecten schaal krijgen. Daarvoor is het van belang dat wordt gewerkt aan opschaalbaarheid en kopieerbaarheid van oplossingen. De leerpunten die de pilot ‘Zon op de Zwijger’ op zal leveren zijn: — voorbeeldfunctie: onderzoeken en laten zien hoe een nieuwe zonnetechnologie mogelijk is op een monumentaal dak, waar dat met conventionele panelen niet haalbaar/wenselijk is; — kennisontwikkeling (bij overheid en markt) ten aanzien van technische mogelijkheden van zonne-energie; — onderzoeken hoe het vigerende welstandskader zich verhoudt tot innovatieve zon technologieën. Deze leerpunten zijn vooraf besproken met de projectpartners. Voor het project Amstelkerk waren geen leerpunten geformuleerd vanuit de gemeente, omdat de betrokkenheid beperkt was. Het pilotproject Zon op de Zwijger levert input voor het evalueren van de regels en draagt bij aan de uitvoering van het deel van de Zonvisie dat daarover gaat. In de Zonvisie zijn 8 programmalijnen opgenomen waarlangs de gemeente de toepassing van zonne-energie door burgers en bedrijven stimuleert. In lijn 7 (activiteit # 21) is opgenomen dat regelgeving periodiek tegen het licht wordt gehouden om te zien of deze (nog) in lijn is met de stand der techniek op het gebied van o.a. zonnesystemen. 4 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing op Gemeenteblad Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 4. Onder welke criteria zou het college de resultaten van de pilot “Zon op de Zwijger’ als een succes beoordelen? Wanneer vindt die beoordeling plaats en welke Amsterdamse stakeholders zijn hierbij betrokken? Antwoord: Het project ‘Zon op de Zwijger’ wordt als succes beschouwd als: 1. de prijsvraag een inzending oplevert die een goede technische oplossing biedt voor dit specifieke monumentale dak. Een goede technische oplossing is een oplossing die aansluit bij de eisen van de pandeigenaar (stadsherstel), betaalbaar is, en die aanvaardbaar is vanuit esthetisch en historisch oogpunt en valt binnen de kaders van Welstand en Monumenten; 2. het project bijdraagt aan het vinden van een oplossing voor het aanbrengen van zonnesystemen op andere monumentale panden, nu of in de toekomst. Dit is geen hard criterium, omdat de bijdrage van één project aan een bredere maatschappelijke ontwikkeling moeilijk te meten is. Amsterdam wil echter duurzame koploper zijn, en daar hoort ook bij dat er ruimte wordt gemaakt voor innovatie; 3. het project daarnaast input levert voor de periodieke herijking van de regels conform de Zonvisie (zie het antwoord op vraag 3). De beoogde planning: zie het antwoord op vraag 2. De betrokken stakeholders zijn: — De Groene Grachten; — NV Stadsherstel; — de gemeente Amsterdam (DRO, BMA, stadsdeel Centrum); — Uuurders van Pakhuis de Zwijger (via Stadsherstel); — Search. 5. Is het college van plan een vervolg te maken op het Amsterdamse duurzaamheidsprogramma 2011-2014, en indien dat het geval is, overeenkomstig het coalitieakkoord (blz. 27), de ambitie ten aanzien van lokale zonne-energie uit de Zonvisie conform het initiatiefvoorstel van het voormalig raadslid de heer Manuel en de resultaten van de ‘pilots’ op Pakhuis de Zwijger en de Amstelkerk daarin aandacht te besteden aan het verduurzamen van monumenten? Antwoord: Het College stelt eind dit jaar een Agenda Duurzaamheid vast. Het verduurzamen van monumenten, deregulering en de ambitie van de Zonvisie zullen in deze agenda worden meegenomen. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 5 X Gemeente Amsterdam R % Gemeenteraad Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 602 Datum akkoord 2 september 2014 Publicatiedatum 5 september 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw A.M. Bosman en de heer M.E. van den Heuvel van 5 augustus 2014 inzake zonnepanelen op monumentale panden. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstellers. Het college heeft de ambitie om in 2020 het aandeel duurzaam opgewekte energie binnen Amsterdam met 20% te laten toenemen. Zonne-energie is een belangrijke bron daarvoor. Eerder is de doelstelling vastgelegd om in 2020 160 MW zonnestroom per jaar op te wekken binnen de gemeente Amsterdam. Voor 2040 is het streefcijfer 1000 MW. Zonne-energie is een belangrijke manier voor bewoners en ondernemers om zelf voor hun elektriciteitsvoorziening te zorgen. Dat is goed voor het milieu, de energierekening en de onafhankelijkheid van Amsterdam ten opzichte van onberekenbare buitenlandse energieproducenten. Amsterdam heeft naast de ruim 8500 rijks- en gemeentelijke monumenten, ook een toenemend aantal beschermde stads- en dorpsgezichten. Het hele centrum van Amsterdam is sinds 1999 beschermd stadsgezicht en de grachtengordel behoort sinds 2010 tot het UNESCO werelderfgoed. De fractie van D66 vindt het belangrijk dat deze historische waarde wordt beschermd zodat Amsterdammers en latere generaties er nog volop van kunnen genieten en leren. De fractie van D66 kiest ook voor een schone, groene en gezonde stad. Het is van belang dat de gemeente ruimte geeft aan initiatieven die bijdragen aan nieuwe oplossingen van duurzaamheid, waarbij we openstaan kijken voor het aanpassen van geldende (verouderde) regels die verduurzaming in de weg staan, zonder dat de authenticiteit van monumenten wordt aangetast. Nu heeft de fractie van D66 begrepen dat de gemeente Amsterdam samen met De Groene Grachten, Stadsherstel en Search een pilot is gestart om zonnepanelen te plaatsen op de schuine kap van Pakhuis de Zwijger onder de naam: ‘Zon op de Zwijger’. Het betreft een zogenaamd sheddak (‘zaagtandendak’), dat een zichtlocatie is. Hieruit volgt waarschijnlijk een prijsvraag voor de aanbesteding die moet aantonen welke partij het beste zonnepanelen op een monument kan plaatsen. Dit project is benoemd als ‘pilot om uit te vinden of zonnepanelen op een monument passend zijn, in relatie tot mogelijke technische gevolgen voor het dak door aanhechting van de panelen of verstoring van het monumentale ‘daklandschap’ door het aangezicht van zonnepanelen, omdat dat er nu eenmaal anders uitziet dan dat het daklandschap eruit zag in de 17° eeuw. 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing op Gemeenteblad Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 Dit is niet het eerste monument met zonnepanelen. Sinds september 2013 liggen er zonnepanelen op het (platte) dak van de Amstelkerk. Volgens de website van Stadsherstel, die de energie van de zonnepanelen gebruikt voor het eigen kantoor dat gevestigd is in dit rijksmonument, is de vergunning verleend nadat met foto's van een proefopstelling was aangetoond dat het monument met deze ‘reversibele toepassing’ geen schade op zou lopen. Ook zijn er (slechts) een klein aantal grachtenpanden die met trekken en sleuren een vergunning kregen om zonnepanelen op hun dak te mogen plaatsen, om zodoende hun eigen elektriciteit op te kunnen wekken. Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 5 augustus 2014, beiden namens de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Wat is het effect geweest van de — inmiddels afgeronde — pilot ‘Zon op de Amstelkerk’ voor zonne-energie op andere monumenten met een plat dak en in Amsterdam? Antwoord: Als onderdeel van het initiatief Groene Grachten, in 2012 gestart door Wubbo Ockels en erop gericht om energiemaatregelen in monumentale panden te promoten, is door Stadsherstel een viertal zonnepanelen aangebracht op de Amstelkerk. Voor NV Stadsherstel betrof de Amstelkerk een eerste project waarin zij zonnepanelen heeft aangebracht op een monumentaal pand. Deze panelen zijn aangebracht op een plat dak en wel binnen de kaders van de Welstandsnota. Leerdoel: uitvinden of het technisch mogelijk (ja) en rendabel is (nee, door de lage elektriciteitsprijs die Stadsherstel betaalt omdat zij grootverbruiker is, en de te betalen leges à 1050 euro). Het effect is dat er nu 4 panelen liggen op dit monument, en dat Stadsherstel inzicht heeft gekregen in de mogelijkheden (maatwerk) voor het aanbrengen van zonnepanelen op monumenten en de business case daarvan. Er zijn overigens meer (maar niet veel) voorbeelden van monumentale panden in de stad waarop door bewoners reeds zonnepanelen zijn aangebracht. Hiervoor is een vergunning nodig van het betreffende stadsdeel. De betrokkenheid van de gemeente bij dit project van Stichting de Groene Grachten en Stadsherstel was overigens beperkt. Bureau Monumenten en Archeologie (BMA) en programmabureau Klimaat en Energie waren inhoudelijk (advies, meedenken) betrokken bij het initiatief, het stadsdeel heeft de vergunning afgegeven. 2 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing op Gemeenteblad R Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 2. Klopt het dat de gemeente Amsterdam (de Dienst Ruimtelijke Ordening en het Bureau Monumenten & Archeologie) zich heeft aangesloten bij De Groene Grachten, Stadsherstel, Stadsdeel Oost, Pakhuis de Zwijger en Search en bezig is met de nieuwe pilot ‘Zon op de Zwijger’? Wat is de huidige status van dit project en wat is de tijdsplanning van deze pilot (inclusief moment van afronding)? Antwoord: Ja. Genoemde partijen hebben gezamenlijk de pilot ‘Zon op de Zwijger’ in voorbereiding. Dit project is geïnitieerd door De Groene Grachten. Het project sluit aan bij de Amsterdamse Zonvisie ‘Burgers en Bedrijven gaan voor de zon!’ (zie ook het antwoord op vraag 3). In dit project wordt onderzocht welke mogelijkheden ‘innovatieve zonnetechnologie’ (bijvoorbeeld: andere type zonnecellen, kleur en bevestigingstechnieken) biedt voor het aanbrengen van zonnepanelen op een monumentaal dak, én hoe dit zich verhoudt tot de geldende regels. Dit project onderscheidt zich van het eerdere project van Stadsherstel in de mate van ‘innovativiteit van de technologie die gebruikt zal worden. In het eerste project werd nog gebruik gemaakt van standaard zonnepanelen. In het nieuwe project op de Zwijger gaat men op zoek naar de meest innovatieve zon-oplossing voor dit monumentale pand. Het project is als volgt opgebouwd: 1. allereerst wordt (op dit moment) de haalbaarheid onderzocht (technisch, financieel, juridisch) voor het aanbrengen van zonnepanelen op Pakhuis de Zwijger (eigendom NV Stadsherstel); 2. op basis van dit onderzoek zal NV Stadsherstel een beslissing nemen om haar dak wel of niet ter beschikking te stellen; 3. indien zij akkoord gaat zal de markt in de vorm van een prijsvraag uitgedaagd worden om met haar ‘beste’ systeem te komen; 4. het zonnesysteem van de beste inzending zal door Stadsherstel worden uitgevoerd, onder voorbehoud van een positieve vergunningsbeschikking. Volgens planning wordt de prijsvraag dit najaar bekend gemaakt (indien Stadsherstel positief beslist; stap 2) en wordt het winnende systeem (beoordeling door jury in november/december) begin 2015 geïnstalleerd. De gemeente (BMA en Programmabureau Klimaat en Energie) is als adviseur bij dit project betrokken. De Groene Grachten is project trekker. Uiteindelijke installatie van het innovatieve zonnesysteem (als de prijsvraag daadwerkelijk wordt uitgeschreven en er een goede inzending komt, die binnen de wettelijke kaders past) wordt door Stadsherstel geregeld en gedekt. Stadsherstel vraagt daar mogelijk financiering voor aan in de laatste tender van het Amsterdams Investeringsfonds. 3 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing op Gemeenteblad R Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 3. Deelt het college de mening van de fractie van D66 over het belang van verduurzaming en eventueel aanpassen van regels om nieuwe oplossingen van duurzaamheid mogelijk te maken? Zo ja, welke leerpunten zijn/worden opgesteld ten aanzien van de pilot voor het sheddak van Pakhuis de Zwijger? En welke leerpunten waren opgesteld voor het platte dak van de Amstelkerk? Zo nee, waarom niet en hoe denkt het college dan de ambitie zoals geformuleerd in de Zonvisie 2013 te halen? Antwoord: Het College onderschrijft de mening van de fractie van D66 dat verduurzaming van de bestaande stad van groot belang is en onderstreept dat in het coalitieakkoord ‘Amsterdam is van iedereen’. Zij werkt o.a. aan de doelstelling dat in 2020 20% meer duurzame energie wordt geproduceerd dan nu het geval is. Zonne-energie in de bestaande stad draagt daar aan bij. Om dit te realiseren kan het nodig zijn om bestaande regels aan te passen, of met het Rijk in gesprek te gaan wanneer de bevoegdheid niet bij de gemeente ligt. Aanpassing van regels kan bijvoorbeeld nodig zijn in de situatie waarin regels, maatschappelijke wensen, en toegenomen mogelijkheden door nieuwe (technologische}oplossingen, niet meer met elkaar in overeenstemming zijn. In het collegeprogramma is daarover afgesproken dat “we de regels voor het duurzaam aanpassen van gebouwen [gaan] versimpelen, bijvoorbeeld op het gebied van de teruglevering van energie en het gezamenlijk gebruik van daken voor zonnepanelen”. Daarbij dient het college uiteraard wel te opereren binnen de kaders van de landelijke wet- en regelgeving. Het College is daarnaast van mening dat de energietransitie alleen plaatsvindt als duurzaamheidsprojecten schaal krijgen. Daarvoor is het van belang dat wordt gewerkt aan opschaalbaarheid en kopieerbaarheid van oplossingen. De leerpunten die de pilot ‘Zon op de Zwijger’ op zal leveren zijn: — voorbeeldfunctie: onderzoeken en laten zien hoe een nieuwe zonnetechnologie mogelijk is op een monumentaal dak, waar dat met conventionele panelen niet haalbaar/wenselijk is; — kennisontwikkeling (bij overheid en markt) ten aanzien van technische mogelijkheden van zonne-energie; — onderzoeken hoe het vigerende welstandskader zich verhoudt tot innovatieve zon technologieën. Deze leerpunten zijn vooraf besproken met de projectpartners. Voor het project Amstelkerk waren geen leerpunten geformuleerd vanuit de gemeente, omdat de betrokkenheid beperkt was. Het pilotproject Zon op de Zwijger levert input voor het evalueren van de regels en draagt bij aan de uitvoering van het deel van de Zonvisie dat daarover gaat. In de Zonvisie zijn 8 programmalijnen opgenomen waarlangs de gemeente de toepassing van zonne-energie door burgers en bedrijven stimuleert. In lijn 7 (activiteit # 21) is opgenomen dat regelgeving periodiek tegen het licht wordt gehouden om te zien of deze (nog) in lijn is met de stand der techniek op het gebied van o.a. zonnesystemen. 4 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing op Gemeenteblad Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 4. Onder welke criteria zou het college de resultaten van de pilot “Zon op de Zwijger’ als een succes beoordelen? Wanneer vindt die beoordeling plaats en welke Amsterdamse stakeholders zijn hierbij betrokken? Antwoord: Het project ‘Zon op de Zwijger’ wordt als succes beschouwd als: 1. de prijsvraag een inzending oplevert die een goede technische oplossing biedt voor dit specifieke monumentale dak. Een goede technische oplossing is een oplossing die aansluit bij de eisen van de pandeigenaar (stadsherstel), betaalbaar is, en die aanvaardbaar is vanuit esthetisch en historisch oogpunt en valt binnen de kaders van Welstand en Monumenten; 2. het project bijdraagt aan het vinden van een oplossing voor het aanbrengen van zonnesystemen op andere monumentale panden, nu of in de toekomst. Dit is geen hard criterium, omdat de bijdrage van één project aan een bredere maatschappelijke ontwikkeling moeilijk te meten is. Amsterdam wil echter duurzame koploper zijn, en daar hoort ook bij dat er ruimte wordt gemaakt voor innovatie; 3. het project daarnaast input levert voor de periodieke herijking van de regels conform de Zonvisie (zie het antwoord op vraag 3). De beoogde planning: zie het antwoord op vraag 2. De betrokken stakeholders zijn: — De Groene Grachten; — NV Stadsherstel; — de gemeente Amsterdam (DRO, BMA, stadsdeel Centrum); — Uuurders van Pakhuis de Zwijger (via Stadsherstel); — Search. 5. Is het college van plan een vervolg te maken op het Amsterdamse duurzaamheidsprogramma 2011-2014, en indien dat het geval is, overeenkomstig het coalitieakkoord (blz. 27), de ambitie ten aanzien van lokale zonne-energie uit de Zonvisie conform het initiatiefvoorstel van het voormalig raadslid de heer Manuel en de resultaten van de ‘pilots’ op Pakhuis de Zwijger en de Amstelkerk daarin aandacht te besteden aan het verduurzamen van monumenten? Antwoord: Het College stelt eind dit jaar een Agenda Duurzaamheid vast. Het verduurzamen van monumenten, deregulering en de ambitie van de Zonvisie zullen in deze agenda worden meegenomen. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 5 X Gemeente Amsterdam R % Gemeenteraad Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 602 Datum akkoord 2 september 2014 Publicatiedatum 5 september 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw A.M. Bosman en de heer M.E. van den Heuvel van 5 augustus 2014 inzake zonnepanelen op monumentale panden. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstellers. Het college heeft de ambitie om in 2020 het aandeel duurzaam opgewekte energie binnen Amsterdam met 20% te laten toenemen. Zonne-energie is een belangrijke bron daarvoor. Eerder is de doelstelling vastgelegd om in 2020 160 MW zonnestroom per jaar op te wekken binnen de gemeente Amsterdam. Voor 2040 is het streefcijfer 1000 MW. Zonne-energie is een belangrijke manier voor bewoners en ondernemers om zelf voor hun elektriciteitsvoorziening te zorgen. Dat is goed voor het milieu, de energierekening en de onafhankelijkheid van Amsterdam ten opzichte van onberekenbare buitenlandse energieproducenten. Amsterdam heeft naast de ruim 8500 rijks- en gemeentelijke monumenten, ook een toenemend aantal beschermde stads- en dorpsgezichten. Het hele centrum van Amsterdam is sinds 1999 beschermd stadsgezicht en de grachtengordel behoort sinds 2010 tot het UNESCO werelderfgoed. De fractie van D66 vindt het belangrijk dat deze historische waarde wordt beschermd zodat Amsterdammers en latere generaties er nog volop van kunnen genieten en leren. De fractie van D66 kiest ook voor een schone, groene en gezonde stad. Het is van belang dat de gemeente ruimte geeft aan initiatieven die bijdragen aan nieuwe oplossingen van duurzaamheid, waarbij we openstaan kijken voor het aanpassen van geldende (verouderde) regels die verduurzaming in de weg staan, zonder dat de authenticiteit van monumenten wordt aangetast. Nu heeft de fractie van D66 begrepen dat de gemeente Amsterdam samen met De Groene Grachten, Stadsherstel en Search een pilot is gestart om zonnepanelen te plaatsen op de schuine kap van Pakhuis de Zwijger onder de naam: ‘Zon op de Zwijger’. Het betreft een zogenaamd sheddak (‘zaagtandendak’), dat een zichtlocatie is. Hieruit volgt waarschijnlijk een prijsvraag voor de aanbesteding die moet aantonen welke partij het beste zonnepanelen op een monument kan plaatsen. Dit project is benoemd als ‘pilot om uit te vinden of zonnepanelen op een monument passend zijn, in relatie tot mogelijke technische gevolgen voor het dak door aanhechting van de panelen of verstoring van het monumentale ‘daklandschap’ door het aangezicht van zonnepanelen, omdat dat er nu eenmaal anders uitziet dan dat het daklandschap eruit zag in de 17° eeuw. 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing op Gemeenteblad Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 Dit is niet het eerste monument met zonnepanelen. Sinds september 2013 liggen er zonnepanelen op het (platte) dak van de Amstelkerk. Volgens de website van Stadsherstel, die de energie van de zonnepanelen gebruikt voor het eigen kantoor dat gevestigd is in dit rijksmonument, is de vergunning verleend nadat met foto's van een proefopstelling was aangetoond dat het monument met deze ‘reversibele toepassing’ geen schade op zou lopen. Ook zijn er (slechts) een klein aantal grachtenpanden die met trekken en sleuren een vergunning kregen om zonnepanelen op hun dak te mogen plaatsen, om zodoende hun eigen elektriciteit op te kunnen wekken. Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 5 augustus 2014, beiden namens de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Wat is het effect geweest van de — inmiddels afgeronde — pilot ‘Zon op de Amstelkerk’ voor zonne-energie op andere monumenten met een plat dak en in Amsterdam? Antwoord: Als onderdeel van het initiatief Groene Grachten, in 2012 gestart door Wubbo Ockels en erop gericht om energiemaatregelen in monumentale panden te promoten, is door Stadsherstel een viertal zonnepanelen aangebracht op de Amstelkerk. Voor NV Stadsherstel betrof de Amstelkerk een eerste project waarin zij zonnepanelen heeft aangebracht op een monumentaal pand. Deze panelen zijn aangebracht op een plat dak en wel binnen de kaders van de Welstandsnota. Leerdoel: uitvinden of het technisch mogelijk (ja) en rendabel is (nee, door de lage elektriciteitsprijs die Stadsherstel betaalt omdat zij grootverbruiker is, en de te betalen leges à 1050 euro). Het effect is dat er nu 4 panelen liggen op dit monument, en dat Stadsherstel inzicht heeft gekregen in de mogelijkheden (maatwerk) voor het aanbrengen van zonnepanelen op monumenten en de business case daarvan. Er zijn overigens meer (maar niet veel) voorbeelden van monumentale panden in de stad waarop door bewoners reeds zonnepanelen zijn aangebracht. Hiervoor is een vergunning nodig van het betreffende stadsdeel. De betrokkenheid van de gemeente bij dit project van Stichting de Groene Grachten en Stadsherstel was overigens beperkt. Bureau Monumenten en Archeologie (BMA) en programmabureau Klimaat en Energie waren inhoudelijk (advies, meedenken) betrokken bij het initiatief, het stadsdeel heeft de vergunning afgegeven. 2 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing op Gemeenteblad R Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 2. Klopt het dat de gemeente Amsterdam (de Dienst Ruimtelijke Ordening en het Bureau Monumenten & Archeologie) zich heeft aangesloten bij De Groene Grachten, Stadsherstel, Stadsdeel Oost, Pakhuis de Zwijger en Search en bezig is met de nieuwe pilot ‘Zon op de Zwijger’? Wat is de huidige status van dit project en wat is de tijdsplanning van deze pilot (inclusief moment van afronding)? Antwoord: Ja. Genoemde partijen hebben gezamenlijk de pilot ‘Zon op de Zwijger’ in voorbereiding. Dit project is geïnitieerd door De Groene Grachten. Het project sluit aan bij de Amsterdamse Zonvisie ‘Burgers en Bedrijven gaan voor de zon!’ (zie ook het antwoord op vraag 3). In dit project wordt onderzocht welke mogelijkheden ‘innovatieve zonnetechnologie’ (bijvoorbeeld: andere type zonnecellen, kleur en bevestigingstechnieken) biedt voor het aanbrengen van zonnepanelen op een monumentaal dak, én hoe dit zich verhoudt tot de geldende regels. Dit project onderscheidt zich van het eerdere project van Stadsherstel in de mate van ‘innovativiteit van de technologie die gebruikt zal worden. In het eerste project werd nog gebruik gemaakt van standaard zonnepanelen. In het nieuwe project op de Zwijger gaat men op zoek naar de meest innovatieve zon-oplossing voor dit monumentale pand. Het project is als volgt opgebouwd: 1. allereerst wordt (op dit moment) de haalbaarheid onderzocht (technisch, financieel, juridisch) voor het aanbrengen van zonnepanelen op Pakhuis de Zwijger (eigendom NV Stadsherstel); 2. op basis van dit onderzoek zal NV Stadsherstel een beslissing nemen om haar dak wel of niet ter beschikking te stellen; 3. indien zij akkoord gaat zal de markt in de vorm van een prijsvraag uitgedaagd worden om met haar ‘beste’ systeem te komen; 4. het zonnesysteem van de beste inzending zal door Stadsherstel worden uitgevoerd, onder voorbehoud van een positieve vergunningsbeschikking. Volgens planning wordt de prijsvraag dit najaar bekend gemaakt (indien Stadsherstel positief beslist; stap 2) en wordt het winnende systeem (beoordeling door jury in november/december) begin 2015 geïnstalleerd. De gemeente (BMA en Programmabureau Klimaat en Energie) is als adviseur bij dit project betrokken. De Groene Grachten is project trekker. Uiteindelijke installatie van het innovatieve zonnesysteem (als de prijsvraag daadwerkelijk wordt uitgeschreven en er een goede inzending komt, die binnen de wettelijke kaders past) wordt door Stadsherstel geregeld en gedekt. Stadsherstel vraagt daar mogelijk financiering voor aan in de laatste tender van het Amsterdams Investeringsfonds. 3 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing op Gemeenteblad R Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 3. Deelt het college de mening van de fractie van D66 over het belang van verduurzaming en eventueel aanpassen van regels om nieuwe oplossingen van duurzaamheid mogelijk te maken? Zo ja, welke leerpunten zijn/worden opgesteld ten aanzien van de pilot voor het sheddak van Pakhuis de Zwijger? En welke leerpunten waren opgesteld voor het platte dak van de Amstelkerk? Zo nee, waarom niet en hoe denkt het college dan de ambitie zoals geformuleerd in de Zonvisie 2013 te halen? Antwoord: Het College onderschrijft de mening van de fractie van D66 dat verduurzaming van de bestaande stad van groot belang is en onderstreept dat in het coalitieakkoord ‘Amsterdam is van iedereen’. Zij werkt o.a. aan de doelstelling dat in 2020 20% meer duurzame energie wordt geproduceerd dan nu het geval is. Zonne-energie in de bestaande stad draagt daar aan bij. Om dit te realiseren kan het nodig zijn om bestaande regels aan te passen, of met het Rijk in gesprek te gaan wanneer de bevoegdheid niet bij de gemeente ligt. Aanpassing van regels kan bijvoorbeeld nodig zijn in de situatie waarin regels, maatschappelijke wensen, en toegenomen mogelijkheden door nieuwe (technologische}oplossingen, niet meer met elkaar in overeenstemming zijn. In het collegeprogramma is daarover afgesproken dat “we de regels voor het duurzaam aanpassen van gebouwen [gaan] versimpelen, bijvoorbeeld op het gebied van de teruglevering van energie en het gezamenlijk gebruik van daken voor zonnepanelen”. Daarbij dient het college uiteraard wel te opereren binnen de kaders van de landelijke wet- en regelgeving. Het College is daarnaast van mening dat de energietransitie alleen plaatsvindt als duurzaamheidsprojecten schaal krijgen. Daarvoor is het van belang dat wordt gewerkt aan opschaalbaarheid en kopieerbaarheid van oplossingen. De leerpunten die de pilot ‘Zon op de Zwijger’ op zal leveren zijn: — voorbeeldfunctie: onderzoeken en laten zien hoe een nieuwe zonnetechnologie mogelijk is op een monumentaal dak, waar dat met conventionele panelen niet haalbaar/wenselijk is; — kennisontwikkeling (bij overheid en markt) ten aanzien van technische mogelijkheden van zonne-energie; — onderzoeken hoe het vigerende welstandskader zich verhoudt tot innovatieve zon technologieën. Deze leerpunten zijn vooraf besproken met de projectpartners. Voor het project Amstelkerk waren geen leerpunten geformuleerd vanuit de gemeente, omdat de betrokkenheid beperkt was. Het pilotproject Zon op de Zwijger levert input voor het evalueren van de regels en draagt bij aan de uitvoering van het deel van de Zonvisie dat daarover gaat. In de Zonvisie zijn 8 programmalijnen opgenomen waarlangs de gemeente de toepassing van zonne-energie door burgers en bedrijven stimuleert. In lijn 7 (activiteit # 21) is opgenomen dat regelgeving periodiek tegen het licht wordt gehouden om te zien of deze (nog) in lijn is met de stand der techniek op het gebied van o.a. zonnesystemen. 4 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing op Gemeenteblad Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 4. Onder welke criteria zou het college de resultaten van de pilot “Zon op de Zwijger’ als een succes beoordelen? Wanneer vindt die beoordeling plaats en welke Amsterdamse stakeholders zijn hierbij betrokken? Antwoord: Het project ‘Zon op de Zwijger’ wordt als succes beschouwd als: 1. de prijsvraag een inzending oplevert die een goede technische oplossing biedt voor dit specifieke monumentale dak. Een goede technische oplossing is een oplossing die aansluit bij de eisen van de pandeigenaar (stadsherstel), betaalbaar is, en die aanvaardbaar is vanuit esthetisch en historisch oogpunt en valt binnen de kaders van Welstand en Monumenten; 2. het project bijdraagt aan het vinden van een oplossing voor het aanbrengen van zonnesystemen op andere monumentale panden, nu of in de toekomst. Dit is geen hard criterium, omdat de bijdrage van één project aan een bredere maatschappelijke ontwikkeling moeilijk te meten is. Amsterdam wil echter duurzame koploper zijn, en daar hoort ook bij dat er ruimte wordt gemaakt voor innovatie; 3. het project daarnaast input levert voor de periodieke herijking van de regels conform de Zonvisie (zie het antwoord op vraag 3). De beoogde planning: zie het antwoord op vraag 2. De betrokken stakeholders zijn: — De Groene Grachten; — NV Stadsherstel; — de gemeente Amsterdam (DRO, BMA, stadsdeel Centrum); — Uuurders van Pakhuis de Zwijger (via Stadsherstel); — Search. 5. Is het college van plan een vervolg te maken op het Amsterdamse duurzaamheidsprogramma 2011-2014, en indien dat het geval is, overeenkomstig het coalitieakkoord (blz. 27), de ambitie ten aanzien van lokale zonne-energie uit de Zonvisie conform het initiatiefvoorstel van het voormalig raadslid de heer Manuel en de resultaten van de ‘pilots’ op Pakhuis de Zwijger en de Amstelkerk daarin aandacht te besteden aan het verduurzamen van monumenten? Antwoord: Het College stelt eind dit jaar een Agenda Duurzaamheid vast. Het verduurzamen van monumenten, deregulering en de ambitie van de Zonvisie zullen in deze agenda worden meegenomen. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 5 X Gemeente Amsterdam R % Gemeenteraad Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 602 Datum akkoord 2 september 2014 Publicatiedatum 5 september 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw A.M. Bosman en de heer M.E. van den Heuvel van 5 augustus 2014 inzake zonnepanelen op monumentale panden. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstellers. Het college heeft de ambitie om in 2020 het aandeel duurzaam opgewekte energie binnen Amsterdam met 20% te laten toenemen. Zonne-energie is een belangrijke bron daarvoor. Eerder is de doelstelling vastgelegd om in 2020 160 MW zonnestroom per jaar op te wekken binnen de gemeente Amsterdam. Voor 2040 is het streefcijfer 1000 MW. Zonne-energie is een belangrijke manier voor bewoners en ondernemers om zelf voor hun elektriciteitsvoorziening te zorgen. Dat is goed voor het milieu, de energierekening en de onafhankelijkheid van Amsterdam ten opzichte van onberekenbare buitenlandse energieproducenten. Amsterdam heeft naast de ruim 8500 rijks- en gemeentelijke monumenten, ook een toenemend aantal beschermde stads- en dorpsgezichten. Het hele centrum van Amsterdam is sinds 1999 beschermd stadsgezicht en de grachtengordel behoort sinds 2010 tot het UNESCO werelderfgoed. De fractie van D66 vindt het belangrijk dat deze historische waarde wordt beschermd zodat Amsterdammers en latere generaties er nog volop van kunnen genieten en leren. De fractie van D66 kiest ook voor een schone, groene en gezonde stad. Het is van belang dat de gemeente ruimte geeft aan initiatieven die bijdragen aan nieuwe oplossingen van duurzaamheid, waarbij we openstaan kijken voor het aanpassen van geldende (verouderde) regels die verduurzaming in de weg staan, zonder dat de authenticiteit van monumenten wordt aangetast. Nu heeft de fractie van D66 begrepen dat de gemeente Amsterdam samen met De Groene Grachten, Stadsherstel en Search een pilot is gestart om zonnepanelen te plaatsen op de schuine kap van Pakhuis de Zwijger onder de naam: ‘Zon op de Zwijger’. Het betreft een zogenaamd sheddak (‘zaagtandendak’), dat een zichtlocatie is. Hieruit volgt waarschijnlijk een prijsvraag voor de aanbesteding die moet aantonen welke partij het beste zonnepanelen op een monument kan plaatsen. Dit project is benoemd als ‘pilot om uit te vinden of zonnepanelen op een monument passend zijn, in relatie tot mogelijke technische gevolgen voor het dak door aanhechting van de panelen of verstoring van het monumentale ‘daklandschap’ door het aangezicht van zonnepanelen, omdat dat er nu eenmaal anders uitziet dan dat het daklandschap eruit zag in de 17° eeuw. 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing op Gemeenteblad Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 Dit is niet het eerste monument met zonnepanelen. Sinds september 2013 liggen er zonnepanelen op het (platte) dak van de Amstelkerk. Volgens de website van Stadsherstel, die de energie van de zonnepanelen gebruikt voor het eigen kantoor dat gevestigd is in dit rijksmonument, is de vergunning verleend nadat met foto's van een proefopstelling was aangetoond dat het monument met deze ‘reversibele toepassing’ geen schade op zou lopen. Ook zijn er (slechts) een klein aantal grachtenpanden die met trekken en sleuren een vergunning kregen om zonnepanelen op hun dak te mogen plaatsen, om zodoende hun eigen elektriciteit op te kunnen wekken. Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 5 augustus 2014, beiden namens de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Wat is het effect geweest van de — inmiddels afgeronde — pilot ‘Zon op de Amstelkerk’ voor zonne-energie op andere monumenten met een plat dak en in Amsterdam? Antwoord: Als onderdeel van het initiatief Groene Grachten, in 2012 gestart door Wubbo Ockels en erop gericht om energiemaatregelen in monumentale panden te promoten, is door Stadsherstel een viertal zonnepanelen aangebracht op de Amstelkerk. Voor NV Stadsherstel betrof de Amstelkerk een eerste project waarin zij zonnepanelen heeft aangebracht op een monumentaal pand. Deze panelen zijn aangebracht op een plat dak en wel binnen de kaders van de Welstandsnota. Leerdoel: uitvinden of het technisch mogelijk (ja) en rendabel is (nee, door de lage elektriciteitsprijs die Stadsherstel betaalt omdat zij grootverbruiker is, en de te betalen leges à 1050 euro). Het effect is dat er nu 4 panelen liggen op dit monument, en dat Stadsherstel inzicht heeft gekregen in de mogelijkheden (maatwerk) voor het aanbrengen van zonnepanelen op monumenten en de business case daarvan. Er zijn overigens meer (maar niet veel) voorbeelden van monumentale panden in de stad waarop door bewoners reeds zonnepanelen zijn aangebracht. Hiervoor is een vergunning nodig van het betreffende stadsdeel. De betrokkenheid van de gemeente bij dit project van Stichting de Groene Grachten en Stadsherstel was overigens beperkt. Bureau Monumenten en Archeologie (BMA) en programmabureau Klimaat en Energie waren inhoudelijk (advies, meedenken) betrokken bij het initiatief, het stadsdeel heeft de vergunning afgegeven. 2 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing op Gemeenteblad R Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 2. Klopt het dat de gemeente Amsterdam (de Dienst Ruimtelijke Ordening en het Bureau Monumenten & Archeologie) zich heeft aangesloten bij De Groene Grachten, Stadsherstel, Stadsdeel Oost, Pakhuis de Zwijger en Search en bezig is met de nieuwe pilot ‘Zon op de Zwijger’? Wat is de huidige status van dit project en wat is de tijdsplanning van deze pilot (inclusief moment van afronding)? Antwoord: Ja. Genoemde partijen hebben gezamenlijk de pilot ‘Zon op de Zwijger’ in voorbereiding. Dit project is geïnitieerd door De Groene Grachten. Het project sluit aan bij de Amsterdamse Zonvisie ‘Burgers en Bedrijven gaan voor de zon!’ (zie ook het antwoord op vraag 3). In dit project wordt onderzocht welke mogelijkheden ‘innovatieve zonnetechnologie’ (bijvoorbeeld: andere type zonnecellen, kleur en bevestigingstechnieken) biedt voor het aanbrengen van zonnepanelen op een monumentaal dak, én hoe dit zich verhoudt tot de geldende regels. Dit project onderscheidt zich van het eerdere project van Stadsherstel in de mate van ‘innovativiteit van de technologie die gebruikt zal worden. In het eerste project werd nog gebruik gemaakt van standaard zonnepanelen. In het nieuwe project op de Zwijger gaat men op zoek naar de meest innovatieve zon-oplossing voor dit monumentale pand. Het project is als volgt opgebouwd: 1. allereerst wordt (op dit moment) de haalbaarheid onderzocht (technisch, financieel, juridisch) voor het aanbrengen van zonnepanelen op Pakhuis de Zwijger (eigendom NV Stadsherstel); 2. op basis van dit onderzoek zal NV Stadsherstel een beslissing nemen om haar dak wel of niet ter beschikking te stellen; 3. indien zij akkoord gaat zal de markt in de vorm van een prijsvraag uitgedaagd worden om met haar ‘beste’ systeem te komen; 4. het zonnesysteem van de beste inzending zal door Stadsherstel worden uitgevoerd, onder voorbehoud van een positieve vergunningsbeschikking. Volgens planning wordt de prijsvraag dit najaar bekend gemaakt (indien Stadsherstel positief beslist; stap 2) en wordt het winnende systeem (beoordeling door jury in november/december) begin 2015 geïnstalleerd. De gemeente (BMA en Programmabureau Klimaat en Energie) is als adviseur bij dit project betrokken. De Groene Grachten is project trekker. Uiteindelijke installatie van het innovatieve zonnesysteem (als de prijsvraag daadwerkelijk wordt uitgeschreven en er een goede inzending komt, die binnen de wettelijke kaders past) wordt door Stadsherstel geregeld en gedekt. Stadsherstel vraagt daar mogelijk financiering voor aan in de laatste tender van het Amsterdams Investeringsfonds. 3 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing op Gemeenteblad R Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 3. Deelt het college de mening van de fractie van D66 over het belang van verduurzaming en eventueel aanpassen van regels om nieuwe oplossingen van duurzaamheid mogelijk te maken? Zo ja, welke leerpunten zijn/worden opgesteld ten aanzien van de pilot voor het sheddak van Pakhuis de Zwijger? En welke leerpunten waren opgesteld voor het platte dak van de Amstelkerk? Zo nee, waarom niet en hoe denkt het college dan de ambitie zoals geformuleerd in de Zonvisie 2013 te halen? Antwoord: Het College onderschrijft de mening van de fractie van D66 dat verduurzaming van de bestaande stad van groot belang is en onderstreept dat in het coalitieakkoord ‘Amsterdam is van iedereen’. Zij werkt o.a. aan de doelstelling dat in 2020 20% meer duurzame energie wordt geproduceerd dan nu het geval is. Zonne-energie in de bestaande stad draagt daar aan bij. Om dit te realiseren kan het nodig zijn om bestaande regels aan te passen, of met het Rijk in gesprek te gaan wanneer de bevoegdheid niet bij de gemeente ligt. Aanpassing van regels kan bijvoorbeeld nodig zijn in de situatie waarin regels, maatschappelijke wensen, en toegenomen mogelijkheden door nieuwe (technologische}oplossingen, niet meer met elkaar in overeenstemming zijn. In het collegeprogramma is daarover afgesproken dat “we de regels voor het duurzaam aanpassen van gebouwen [gaan] versimpelen, bijvoorbeeld op het gebied van de teruglevering van energie en het gezamenlijk gebruik van daken voor zonnepanelen”. Daarbij dient het college uiteraard wel te opereren binnen de kaders van de landelijke wet- en regelgeving. Het College is daarnaast van mening dat de energietransitie alleen plaatsvindt als duurzaamheidsprojecten schaal krijgen. Daarvoor is het van belang dat wordt gewerkt aan opschaalbaarheid en kopieerbaarheid van oplossingen. De leerpunten die de pilot ‘Zon op de Zwijger’ op zal leveren zijn: — voorbeeldfunctie: onderzoeken en laten zien hoe een nieuwe zonnetechnologie mogelijk is op een monumentaal dak, waar dat met conventionele panelen niet haalbaar/wenselijk is; — kennisontwikkeling (bij overheid en markt) ten aanzien van technische mogelijkheden van zonne-energie; — onderzoeken hoe het vigerende welstandskader zich verhoudt tot innovatieve zon technologieën. Deze leerpunten zijn vooraf besproken met de projectpartners. Voor het project Amstelkerk waren geen leerpunten geformuleerd vanuit de gemeente, omdat de betrokkenheid beperkt was. Het pilotproject Zon op de Zwijger levert input voor het evalueren van de regels en draagt bij aan de uitvoering van het deel van de Zonvisie dat daarover gaat. In de Zonvisie zijn 8 programmalijnen opgenomen waarlangs de gemeente de toepassing van zonne-energie door burgers en bedrijven stimuleert. In lijn 7 (activiteit # 21) is opgenomen dat regelgeving periodiek tegen het licht wordt gehouden om te zien of deze (nog) in lijn is met de stand der techniek op het gebied van o.a. zonnesystemen. 4 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing op Gemeenteblad Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 4. Onder welke criteria zou het college de resultaten van de pilot “Zon op de Zwijger’ als een succes beoordelen? Wanneer vindt die beoordeling plaats en welke Amsterdamse stakeholders zijn hierbij betrokken? Antwoord: Het project ‘Zon op de Zwijger’ wordt als succes beschouwd als: 1. de prijsvraag een inzending oplevert die een goede technische oplossing biedt voor dit specifieke monumentale dak. Een goede technische oplossing is een oplossing die aansluit bij de eisen van de pandeigenaar (stadsherstel), betaalbaar is, en die aanvaardbaar is vanuit esthetisch en historisch oogpunt en valt binnen de kaders van Welstand en Monumenten; 2. het project bijdraagt aan het vinden van een oplossing voor het aanbrengen van zonnesystemen op andere monumentale panden, nu of in de toekomst. Dit is geen hard criterium, omdat de bijdrage van één project aan een bredere maatschappelijke ontwikkeling moeilijk te meten is. Amsterdam wil echter duurzame koploper zijn, en daar hoort ook bij dat er ruimte wordt gemaakt voor innovatie; 3. het project daarnaast input levert voor de periodieke herijking van de regels conform de Zonvisie (zie het antwoord op vraag 3). De beoogde planning: zie het antwoord op vraag 2. De betrokken stakeholders zijn: — De Groene Grachten; — NV Stadsherstel; — de gemeente Amsterdam (DRO, BMA, stadsdeel Centrum); — Uuurders van Pakhuis de Zwijger (via Stadsherstel); — Search. 5. Is het college van plan een vervolg te maken op het Amsterdamse duurzaamheidsprogramma 2011-2014, en indien dat het geval is, overeenkomstig het coalitieakkoord (blz. 27), de ambitie ten aanzien van lokale zonne-energie uit de Zonvisie conform het initiatiefvoorstel van het voormalig raadslid de heer Manuel en de resultaten van de ‘pilots’ op Pakhuis de Zwijger en de Amstelkerk daarin aandacht te besteden aan het verduurzamen van monumenten? Antwoord: Het College stelt eind dit jaar een Agenda Duurzaamheid vast. Het verduurzamen van monumenten, deregulering en de ambitie van de Zonvisie zullen in deze agenda worden meegenomen. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 5 X Gemeente Amsterdam R % Gemeenteraad Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 602 Datum akkoord 2 september 2014 Publicatiedatum 5 september 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw A.M. Bosman en de heer M.E. van den Heuvel van 5 augustus 2014 inzake zonnepanelen op monumentale panden. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstellers. Het college heeft de ambitie om in 2020 het aandeel duurzaam opgewekte energie binnen Amsterdam met 20% te laten toenemen. Zonne-energie is een belangrijke bron daarvoor. Eerder is de doelstelling vastgelegd om in 2020 160 MW zonnestroom per jaar op te wekken binnen de gemeente Amsterdam. Voor 2040 is het streefcijfer 1000 MW. Zonne-energie is een belangrijke manier voor bewoners en ondernemers om zelf voor hun elektriciteitsvoorziening te zorgen. Dat is goed voor het milieu, de energierekening en de onafhankelijkheid van Amsterdam ten opzichte van onberekenbare buitenlandse energieproducenten. Amsterdam heeft naast de ruim 8500 rijks- en gemeentelijke monumenten, ook een toenemend aantal beschermde stads- en dorpsgezichten. Het hele centrum van Amsterdam is sinds 1999 beschermd stadsgezicht en de grachtengordel behoort sinds 2010 tot het UNESCO werelderfgoed. De fractie van D66 vindt het belangrijk dat deze historische waarde wordt beschermd zodat Amsterdammers en latere generaties er nog volop van kunnen genieten en leren. De fractie van D66 kiest ook voor een schone, groene en gezonde stad. Het is van belang dat de gemeente ruimte geeft aan initiatieven die bijdragen aan nieuwe oplossingen van duurzaamheid, waarbij we openstaan kijken voor het aanpassen van geldende (verouderde) regels die verduurzaming in de weg staan, zonder dat de authenticiteit van monumenten wordt aangetast. Nu heeft de fractie van D66 begrepen dat de gemeente Amsterdam samen met De Groene Grachten, Stadsherstel en Search een pilot is gestart om zonnepanelen te plaatsen op de schuine kap van Pakhuis de Zwijger onder de naam: ‘Zon op de Zwijger’. Het betreft een zogenaamd sheddak (‘zaagtandendak’), dat een zichtlocatie is. Hieruit volgt waarschijnlijk een prijsvraag voor de aanbesteding die moet aantonen welke partij het beste zonnepanelen op een monument kan plaatsen. Dit project is benoemd als ‘pilot om uit te vinden of zonnepanelen op een monument passend zijn, in relatie tot mogelijke technische gevolgen voor het dak door aanhechting van de panelen of verstoring van het monumentale ‘daklandschap’ door het aangezicht van zonnepanelen, omdat dat er nu eenmaal anders uitziet dan dat het daklandschap eruit zag in de 17° eeuw. 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing op Gemeenteblad Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 Dit is niet het eerste monument met zonnepanelen. Sinds september 2013 liggen er zonnepanelen op het (platte) dak van de Amstelkerk. Volgens de website van Stadsherstel, die de energie van de zonnepanelen gebruikt voor het eigen kantoor dat gevestigd is in dit rijksmonument, is de vergunning verleend nadat met foto's van een proefopstelling was aangetoond dat het monument met deze ‘reversibele toepassing’ geen schade op zou lopen. Ook zijn er (slechts) een klein aantal grachtenpanden die met trekken en sleuren een vergunning kregen om zonnepanelen op hun dak te mogen plaatsen, om zodoende hun eigen elektriciteit op te kunnen wekken. Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 5 augustus 2014, beiden namens de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Wat is het effect geweest van de — inmiddels afgeronde — pilot ‘Zon op de Amstelkerk’ voor zonne-energie op andere monumenten met een plat dak en in Amsterdam? Antwoord: Als onderdeel van het initiatief Groene Grachten, in 2012 gestart door Wubbo Ockels en erop gericht om energiemaatregelen in monumentale panden te promoten, is door Stadsherstel een viertal zonnepanelen aangebracht op de Amstelkerk. Voor NV Stadsherstel betrof de Amstelkerk een eerste project waarin zij zonnepanelen heeft aangebracht op een monumentaal pand. Deze panelen zijn aangebracht op een plat dak en wel binnen de kaders van de Welstandsnota. Leerdoel: uitvinden of het technisch mogelijk (ja) en rendabel is (nee, door de lage elektriciteitsprijs die Stadsherstel betaalt omdat zij grootverbruiker is, en de te betalen leges à 1050 euro). Het effect is dat er nu 4 panelen liggen op dit monument, en dat Stadsherstel inzicht heeft gekregen in de mogelijkheden (maatwerk) voor het aanbrengen van zonnepanelen op monumenten en de business case daarvan. Er zijn overigens meer (maar niet veel) voorbeelden van monumentale panden in de stad waarop door bewoners reeds zonnepanelen zijn aangebracht. Hiervoor is een vergunning nodig van het betreffende stadsdeel. De betrokkenheid van de gemeente bij dit project van Stichting de Groene Grachten en Stadsherstel was overigens beperkt. Bureau Monumenten en Archeologie (BMA) en programmabureau Klimaat en Energie waren inhoudelijk (advies, meedenken) betrokken bij het initiatief, het stadsdeel heeft de vergunning afgegeven. 2 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing op Gemeenteblad R Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 2. Klopt het dat de gemeente Amsterdam (de Dienst Ruimtelijke Ordening en het Bureau Monumenten & Archeologie) zich heeft aangesloten bij De Groene Grachten, Stadsherstel, Stadsdeel Oost, Pakhuis de Zwijger en Search en bezig is met de nieuwe pilot ‘Zon op de Zwijger’? Wat is de huidige status van dit project en wat is de tijdsplanning van deze pilot (inclusief moment van afronding)? Antwoord: Ja. Genoemde partijen hebben gezamenlijk de pilot ‘Zon op de Zwijger’ in voorbereiding. Dit project is geïnitieerd door De Groene Grachten. Het project sluit aan bij de Amsterdamse Zonvisie ‘Burgers en Bedrijven gaan voor de zon!’ (zie ook het antwoord op vraag 3). In dit project wordt onderzocht welke mogelijkheden ‘innovatieve zonnetechnologie’ (bijvoorbeeld: andere type zonnecellen, kleur en bevestigingstechnieken) biedt voor het aanbrengen van zonnepanelen op een monumentaal dak, én hoe dit zich verhoudt tot de geldende regels. Dit project onderscheidt zich van het eerdere project van Stadsherstel in de mate van ‘innovativiteit van de technologie die gebruikt zal worden. In het eerste project werd nog gebruik gemaakt van standaard zonnepanelen. In het nieuwe project op de Zwijger gaat men op zoek naar de meest innovatieve zon-oplossing voor dit monumentale pand. Het project is als volgt opgebouwd: 1. allereerst wordt (op dit moment) de haalbaarheid onderzocht (technisch, financieel, juridisch) voor het aanbrengen van zonnepanelen op Pakhuis de Zwijger (eigendom NV Stadsherstel); 2. op basis van dit onderzoek zal NV Stadsherstel een beslissing nemen om haar dak wel of niet ter beschikking te stellen; 3. indien zij akkoord gaat zal de markt in de vorm van een prijsvraag uitgedaagd worden om met haar ‘beste’ systeem te komen; 4. het zonnesysteem van de beste inzending zal door Stadsherstel worden uitgevoerd, onder voorbehoud van een positieve vergunningsbeschikking. Volgens planning wordt de prijsvraag dit najaar bekend gemaakt (indien Stadsherstel positief beslist; stap 2) en wordt het winnende systeem (beoordeling door jury in november/december) begin 2015 geïnstalleerd. De gemeente (BMA en Programmabureau Klimaat en Energie) is als adviseur bij dit project betrokken. De Groene Grachten is project trekker. Uiteindelijke installatie van het innovatieve zonnesysteem (als de prijsvraag daadwerkelijk wordt uitgeschreven en er een goede inzending komt, die binnen de wettelijke kaders past) wordt door Stadsherstel geregeld en gedekt. Stadsherstel vraagt daar mogelijk financiering voor aan in de laatste tender van het Amsterdams Investeringsfonds. 3 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing op Gemeenteblad R Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 3. Deelt het college de mening van de fractie van D66 over het belang van verduurzaming en eventueel aanpassen van regels om nieuwe oplossingen van duurzaamheid mogelijk te maken? Zo ja, welke leerpunten zijn/worden opgesteld ten aanzien van de pilot voor het sheddak van Pakhuis de Zwijger? En welke leerpunten waren opgesteld voor het platte dak van de Amstelkerk? Zo nee, waarom niet en hoe denkt het college dan de ambitie zoals geformuleerd in de Zonvisie 2013 te halen? Antwoord: Het College onderschrijft de mening van de fractie van D66 dat verduurzaming van de bestaande stad van groot belang is en onderstreept dat in het coalitieakkoord ‘Amsterdam is van iedereen’. Zij werkt o.a. aan de doelstelling dat in 2020 20% meer duurzame energie wordt geproduceerd dan nu het geval is. Zonne-energie in de bestaande stad draagt daar aan bij. Om dit te realiseren kan het nodig zijn om bestaande regels aan te passen, of met het Rijk in gesprek te gaan wanneer de bevoegdheid niet bij de gemeente ligt. Aanpassing van regels kan bijvoorbeeld nodig zijn in de situatie waarin regels, maatschappelijke wensen, en toegenomen mogelijkheden door nieuwe (technologische}oplossingen, niet meer met elkaar in overeenstemming zijn. In het collegeprogramma is daarover afgesproken dat “we de regels voor het duurzaam aanpassen van gebouwen [gaan] versimpelen, bijvoorbeeld op het gebied van de teruglevering van energie en het gezamenlijk gebruik van daken voor zonnepanelen”. Daarbij dient het college uiteraard wel te opereren binnen de kaders van de landelijke wet- en regelgeving. Het College is daarnaast van mening dat de energietransitie alleen plaatsvindt als duurzaamheidsprojecten schaal krijgen. Daarvoor is het van belang dat wordt gewerkt aan opschaalbaarheid en kopieerbaarheid van oplossingen. De leerpunten die de pilot ‘Zon op de Zwijger’ op zal leveren zijn: — voorbeeldfunctie: onderzoeken en laten zien hoe een nieuwe zonnetechnologie mogelijk is op een monumentaal dak, waar dat met conventionele panelen niet haalbaar/wenselijk is; — kennisontwikkeling (bij overheid en markt) ten aanzien van technische mogelijkheden van zonne-energie; — onderzoeken hoe het vigerende welstandskader zich verhoudt tot innovatieve zon technologieën. Deze leerpunten zijn vooraf besproken met de projectpartners. Voor het project Amstelkerk waren geen leerpunten geformuleerd vanuit de gemeente, omdat de betrokkenheid beperkt was. Het pilotproject Zon op de Zwijger levert input voor het evalueren van de regels en draagt bij aan de uitvoering van het deel van de Zonvisie dat daarover gaat. In de Zonvisie zijn 8 programmalijnen opgenomen waarlangs de gemeente de toepassing van zonne-energie door burgers en bedrijven stimuleert. In lijn 7 (activiteit # 21) is opgenomen dat regelgeving periodiek tegen het licht wordt gehouden om te zien of deze (nog) in lijn is met de stand der techniek op het gebied van o.a. zonnesystemen. 4 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing op Gemeenteblad Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 4. Onder welke criteria zou het college de resultaten van de pilot “Zon op de Zwijger’ als een succes beoordelen? Wanneer vindt die beoordeling plaats en welke Amsterdamse stakeholders zijn hierbij betrokken? Antwoord: Het project ‘Zon op de Zwijger’ wordt als succes beschouwd als: 1. de prijsvraag een inzending oplevert die een goede technische oplossing biedt voor dit specifieke monumentale dak. Een goede technische oplossing is een oplossing die aansluit bij de eisen van de pandeigenaar (stadsherstel), betaalbaar is, en die aanvaardbaar is vanuit esthetisch en historisch oogpunt en valt binnen de kaders van Welstand en Monumenten; 2. het project bijdraagt aan het vinden van een oplossing voor het aanbrengen van zonnesystemen op andere monumentale panden, nu of in de toekomst. Dit is geen hard criterium, omdat de bijdrage van één project aan een bredere maatschappelijke ontwikkeling moeilijk te meten is. Amsterdam wil echter duurzame koploper zijn, en daar hoort ook bij dat er ruimte wordt gemaakt voor innovatie; 3. het project daarnaast input levert voor de periodieke herijking van de regels conform de Zonvisie (zie het antwoord op vraag 3). De beoogde planning: zie het antwoord op vraag 2. De betrokken stakeholders zijn: — De Groene Grachten; — NV Stadsherstel; — de gemeente Amsterdam (DRO, BMA, stadsdeel Centrum); — Uuurders van Pakhuis de Zwijger (via Stadsherstel); — Search. 5. Is het college van plan een vervolg te maken op het Amsterdamse duurzaamheidsprogramma 2011-2014, en indien dat het geval is, overeenkomstig het coalitieakkoord (blz. 27), de ambitie ten aanzien van lokale zonne-energie uit de Zonvisie conform het initiatiefvoorstel van het voormalig raadslid de heer Manuel en de resultaten van de ‘pilots’ op Pakhuis de Zwijger en de Amstelkerk daarin aandacht te besteden aan het verduurzamen van monumenten? Antwoord: Het College stelt eind dit jaar een Agenda Duurzaamheid vast. Het verduurzamen van monumenten, deregulering en de ambitie van de Zonvisie zullen in deze agenda worden meegenomen. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 5 X Gemeente Amsterdam R % Gemeenteraad Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 602 Datum akkoord 2 september 2014 Publicatiedatum 5 september 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw A.M. Bosman en de heer M.E. van den Heuvel van 5 augustus 2014 inzake zonnepanelen op monumentale panden. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstellers. Het college heeft de ambitie om in 2020 het aandeel duurzaam opgewekte energie binnen Amsterdam met 20% te laten toenemen. Zonne-energie is een belangrijke bron daarvoor. Eerder is de doelstelling vastgelegd om in 2020 160 MW zonnestroom per jaar op te wekken binnen de gemeente Amsterdam. Voor 2040 is het streefcijfer 1000 MW. Zonne-energie is een belangrijke manier voor bewoners en ondernemers om zelf voor hun elektriciteitsvoorziening te zorgen. Dat is goed voor het milieu, de energierekening en de onafhankelijkheid van Amsterdam ten opzichte van onberekenbare buitenlandse energieproducenten. Amsterdam heeft naast de ruim 8500 rijks- en gemeentelijke monumenten, ook een toenemend aantal beschermde stads- en dorpsgezichten. Het hele centrum van Amsterdam is sinds 1999 beschermd stadsgezicht en de grachtengordel behoort sinds 2010 tot het UNESCO werelderfgoed. De fractie van D66 vindt het belangrijk dat deze historische waarde wordt beschermd zodat Amsterdammers en latere generaties er nog volop van kunnen genieten en leren. De fractie van D66 kiest ook voor een schone, groene en gezonde stad. Het is van belang dat de gemeente ruimte geeft aan initiatieven die bijdragen aan nieuwe oplossingen van duurzaamheid, waarbij we openstaan kijken voor het aanpassen van geldende (verouderde) regels die verduurzaming in de weg staan, zonder dat de authenticiteit van monumenten wordt aangetast. Nu heeft de fractie van D66 begrepen dat de gemeente Amsterdam samen met De Groene Grachten, Stadsherstel en Search een pilot is gestart om zonnepanelen te plaatsen op de schuine kap van Pakhuis de Zwijger onder de naam: ‘Zon op de Zwijger’. Het betreft een zogenaamd sheddak (‘zaagtandendak’), dat een zichtlocatie is. Hieruit volgt waarschijnlijk een prijsvraag voor de aanbesteding die moet aantonen welke partij het beste zonnepanelen op een monument kan plaatsen. Dit project is benoemd als ‘pilot om uit te vinden of zonnepanelen op een monument passend zijn, in relatie tot mogelijke technische gevolgen voor het dak door aanhechting van de panelen of verstoring van het monumentale ‘daklandschap’ door het aangezicht van zonnepanelen, omdat dat er nu eenmaal anders uitziet dan dat het daklandschap eruit zag in de 17° eeuw. 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing op Gemeenteblad Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 Dit is niet het eerste monument met zonnepanelen. Sinds september 2013 liggen er zonnepanelen op het (platte) dak van de Amstelkerk. Volgens de website van Stadsherstel, die de energie van de zonnepanelen gebruikt voor het eigen kantoor dat gevestigd is in dit rijksmonument, is de vergunning verleend nadat met foto's van een proefopstelling was aangetoond dat het monument met deze ‘reversibele toepassing’ geen schade op zou lopen. Ook zijn er (slechts) een klein aantal grachtenpanden die met trekken en sleuren een vergunning kregen om zonnepanelen op hun dak te mogen plaatsen, om zodoende hun eigen elektriciteit op te kunnen wekken. Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 5 augustus 2014, beiden namens de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Wat is het effect geweest van de — inmiddels afgeronde — pilot ‘Zon op de Amstelkerk’ voor zonne-energie op andere monumenten met een plat dak en in Amsterdam? Antwoord: Als onderdeel van het initiatief Groene Grachten, in 2012 gestart door Wubbo Ockels en erop gericht om energiemaatregelen in monumentale panden te promoten, is door Stadsherstel een viertal zonnepanelen aangebracht op de Amstelkerk. Voor NV Stadsherstel betrof de Amstelkerk een eerste project waarin zij zonnepanelen heeft aangebracht op een monumentaal pand. Deze panelen zijn aangebracht op een plat dak en wel binnen de kaders van de Welstandsnota. Leerdoel: uitvinden of het technisch mogelijk (ja) en rendabel is (nee, door de lage elektriciteitsprijs die Stadsherstel betaalt omdat zij grootverbruiker is, en de te betalen leges à 1050 euro). Het effect is dat er nu 4 panelen liggen op dit monument, en dat Stadsherstel inzicht heeft gekregen in de mogelijkheden (maatwerk) voor het aanbrengen van zonnepanelen op monumenten en de business case daarvan. Er zijn overigens meer (maar niet veel) voorbeelden van monumentale panden in de stad waarop door bewoners reeds zonnepanelen zijn aangebracht. Hiervoor is een vergunning nodig van het betreffende stadsdeel. De betrokkenheid van de gemeente bij dit project van Stichting de Groene Grachten en Stadsherstel was overigens beperkt. Bureau Monumenten en Archeologie (BMA) en programmabureau Klimaat en Energie waren inhoudelijk (advies, meedenken) betrokken bij het initiatief, het stadsdeel heeft de vergunning afgegeven. 2 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing op Gemeenteblad R Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 2. Klopt het dat de gemeente Amsterdam (de Dienst Ruimtelijke Ordening en het Bureau Monumenten & Archeologie) zich heeft aangesloten bij De Groene Grachten, Stadsherstel, Stadsdeel Oost, Pakhuis de Zwijger en Search en bezig is met de nieuwe pilot ‘Zon op de Zwijger’? Wat is de huidige status van dit project en wat is de tijdsplanning van deze pilot (inclusief moment van afronding)? Antwoord: Ja. Genoemde partijen hebben gezamenlijk de pilot ‘Zon op de Zwijger’ in voorbereiding. Dit project is geïnitieerd door De Groene Grachten. Het project sluit aan bij de Amsterdamse Zonvisie ‘Burgers en Bedrijven gaan voor de zon!’ (zie ook het antwoord op vraag 3). In dit project wordt onderzocht welke mogelijkheden ‘innovatieve zonnetechnologie’ (bijvoorbeeld: andere type zonnecellen, kleur en bevestigingstechnieken) biedt voor het aanbrengen van zonnepanelen op een monumentaal dak, én hoe dit zich verhoudt tot de geldende regels. Dit project onderscheidt zich van het eerdere project van Stadsherstel in de mate van ‘innovativiteit van de technologie die gebruikt zal worden. In het eerste project werd nog gebruik gemaakt van standaard zonnepanelen. In het nieuwe project op de Zwijger gaat men op zoek naar de meest innovatieve zon-oplossing voor dit monumentale pand. Het project is als volgt opgebouwd: 1. allereerst wordt (op dit moment) de haalbaarheid onderzocht (technisch, financieel, juridisch) voor het aanbrengen van zonnepanelen op Pakhuis de Zwijger (eigendom NV Stadsherstel); 2. op basis van dit onderzoek zal NV Stadsherstel een beslissing nemen om haar dak wel of niet ter beschikking te stellen; 3. indien zij akkoord gaat zal de markt in de vorm van een prijsvraag uitgedaagd worden om met haar ‘beste’ systeem te komen; 4. het zonnesysteem van de beste inzending zal door Stadsherstel worden uitgevoerd, onder voorbehoud van een positieve vergunningsbeschikking. Volgens planning wordt de prijsvraag dit najaar bekend gemaakt (indien Stadsherstel positief beslist; stap 2) en wordt het winnende systeem (beoordeling door jury in november/december) begin 2015 geïnstalleerd. De gemeente (BMA en Programmabureau Klimaat en Energie) is als adviseur bij dit project betrokken. De Groene Grachten is project trekker. Uiteindelijke installatie van het innovatieve zonnesysteem (als de prijsvraag daadwerkelijk wordt uitgeschreven en er een goede inzending komt, die binnen de wettelijke kaders past) wordt door Stadsherstel geregeld en gedekt. Stadsherstel vraagt daar mogelijk financiering voor aan in de laatste tender van het Amsterdams Investeringsfonds. 3 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing op Gemeenteblad R Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 3. Deelt het college de mening van de fractie van D66 over het belang van verduurzaming en eventueel aanpassen van regels om nieuwe oplossingen van duurzaamheid mogelijk te maken? Zo ja, welke leerpunten zijn/worden opgesteld ten aanzien van de pilot voor het sheddak van Pakhuis de Zwijger? En welke leerpunten waren opgesteld voor het platte dak van de Amstelkerk? Zo nee, waarom niet en hoe denkt het college dan de ambitie zoals geformuleerd in de Zonvisie 2013 te halen? Antwoord: Het College onderschrijft de mening van de fractie van D66 dat verduurzaming van de bestaande stad van groot belang is en onderstreept dat in het coalitieakkoord ‘Amsterdam is van iedereen’. Zij werkt o.a. aan de doelstelling dat in 2020 20% meer duurzame energie wordt geproduceerd dan nu het geval is. Zonne-energie in de bestaande stad draagt daar aan bij. Om dit te realiseren kan het nodig zijn om bestaande regels aan te passen, of met het Rijk in gesprek te gaan wanneer de bevoegdheid niet bij de gemeente ligt. Aanpassing van regels kan bijvoorbeeld nodig zijn in de situatie waarin regels, maatschappelijke wensen, en toegenomen mogelijkheden door nieuwe (technologische}oplossingen, niet meer met elkaar in overeenstemming zijn. In het collegeprogramma is daarover afgesproken dat “we de regels voor het duurzaam aanpassen van gebouwen [gaan] versimpelen, bijvoorbeeld op het gebied van de teruglevering van energie en het gezamenlijk gebruik van daken voor zonnepanelen”. Daarbij dient het college uiteraard wel te opereren binnen de kaders van de landelijke wet- en regelgeving. Het College is daarnaast van mening dat de energietransitie alleen plaatsvindt als duurzaamheidsprojecten schaal krijgen. Daarvoor is het van belang dat wordt gewerkt aan opschaalbaarheid en kopieerbaarheid van oplossingen. De leerpunten die de pilot ‘Zon op de Zwijger’ op zal leveren zijn: — voorbeeldfunctie: onderzoeken en laten zien hoe een nieuwe zonnetechnologie mogelijk is op een monumentaal dak, waar dat met conventionele panelen niet haalbaar/wenselijk is; — kennisontwikkeling (bij overheid en markt) ten aanzien van technische mogelijkheden van zonne-energie; — onderzoeken hoe het vigerende welstandskader zich verhoudt tot innovatieve zon technologieën. Deze leerpunten zijn vooraf besproken met de projectpartners. Voor het project Amstelkerk waren geen leerpunten geformuleerd vanuit de gemeente, omdat de betrokkenheid beperkt was. Het pilotproject Zon op de Zwijger levert input voor het evalueren van de regels en draagt bij aan de uitvoering van het deel van de Zonvisie dat daarover gaat. In de Zonvisie zijn 8 programmalijnen opgenomen waarlangs de gemeente de toepassing van zonne-energie door burgers en bedrijven stimuleert. In lijn 7 (activiteit # 21) is opgenomen dat regelgeving periodiek tegen het licht wordt gehouden om te zien of deze (nog) in lijn is met de stand der techniek op het gebied van o.a. zonnesystemen. 4 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing op Gemeenteblad Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 4. Onder welke criteria zou het college de resultaten van de pilot “Zon op de Zwijger’ als een succes beoordelen? Wanneer vindt die beoordeling plaats en welke Amsterdamse stakeholders zijn hierbij betrokken? Antwoord: Het project ‘Zon op de Zwijger’ wordt als succes beschouwd als: 1. de prijsvraag een inzending oplevert die een goede technische oplossing biedt voor dit specifieke monumentale dak. Een goede technische oplossing is een oplossing die aansluit bij de eisen van de pandeigenaar (stadsherstel), betaalbaar is, en die aanvaardbaar is vanuit esthetisch en historisch oogpunt en valt binnen de kaders van Welstand en Monumenten; 2. het project bijdraagt aan het vinden van een oplossing voor het aanbrengen van zonnesystemen op andere monumentale panden, nu of in de toekomst. Dit is geen hard criterium, omdat de bijdrage van één project aan een bredere maatschappelijke ontwikkeling moeilijk te meten is. Amsterdam wil echter duurzame koploper zijn, en daar hoort ook bij dat er ruimte wordt gemaakt voor innovatie; 3. het project daarnaast input levert voor de periodieke herijking van de regels conform de Zonvisie (zie het antwoord op vraag 3). De beoogde planning: zie het antwoord op vraag 2. De betrokken stakeholders zijn: — De Groene Grachten; — NV Stadsherstel; — de gemeente Amsterdam (DRO, BMA, stadsdeel Centrum); — Uuurders van Pakhuis de Zwijger (via Stadsherstel); — Search. 5. Is het college van plan een vervolg te maken op het Amsterdamse duurzaamheidsprogramma 2011-2014, en indien dat het geval is, overeenkomstig het coalitieakkoord (blz. 27), de ambitie ten aanzien van lokale zonne-energie uit de Zonvisie conform het initiatiefvoorstel van het voormalig raadslid de heer Manuel en de resultaten van de ‘pilots’ op Pakhuis de Zwijger en de Amstelkerk daarin aandacht te besteden aan het verduurzamen van monumenten? Antwoord: Het College stelt eind dit jaar een Agenda Duurzaamheid vast. Het verduurzamen van monumenten, deregulering en de ambitie van de Zonvisie zullen in deze agenda worden meegenomen. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 5 X Gemeente Amsterdam R % Gemeenteraad Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 602 Datum akkoord 2 september 2014 Publicatiedatum 5 september 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw A.M. Bosman en de heer M.E. van den Heuvel van 5 augustus 2014 inzake zonnepanelen op monumentale panden. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstellers. Het college heeft de ambitie om in 2020 het aandeel duurzaam opgewekte energie binnen Amsterdam met 20% te laten toenemen. Zonne-energie is een belangrijke bron daarvoor. Eerder is de doelstelling vastgelegd om in 2020 160 MW zonnestroom per jaar op te wekken binnen de gemeente Amsterdam. Voor 2040 is het streefcijfer 1000 MW. Zonne-energie is een belangrijke manier voor bewoners en ondernemers om zelf voor hun elektriciteitsvoorziening te zorgen. Dat is goed voor het milieu, de energierekening en de onafhankelijkheid van Amsterdam ten opzichte van onberekenbare buitenlandse energieproducenten. Amsterdam heeft naast de ruim 8500 rijks- en gemeentelijke monumenten, ook een toenemend aantal beschermde stads- en dorpsgezichten. Het hele centrum van Amsterdam is sinds 1999 beschermd stadsgezicht en de grachtengordel behoort sinds 2010 tot het UNESCO werelderfgoed. De fractie van D66 vindt het belangrijk dat deze historische waarde wordt beschermd zodat Amsterdammers en latere generaties er nog volop van kunnen genieten en leren. De fractie van D66 kiest ook voor een schone, groene en gezonde stad. Het is van belang dat de gemeente ruimte geeft aan initiatieven die bijdragen aan nieuwe oplossingen van duurzaamheid, waarbij we openstaan kijken voor het aanpassen van geldende (verouderde) regels die verduurzaming in de weg staan, zonder dat de authenticiteit van monumenten wordt aangetast. Nu heeft de fractie van D66 begrepen dat de gemeente Amsterdam samen met De Groene Grachten, Stadsherstel en Search een pilot is gestart om zonnepanelen te plaatsen op de schuine kap van Pakhuis de Zwijger onder de naam: ‘Zon op de Zwijger’. Het betreft een zogenaamd sheddak (‘zaagtandendak’), dat een zichtlocatie is. Hieruit volgt waarschijnlijk een prijsvraag voor de aanbesteding die moet aantonen welke partij het beste zonnepanelen op een monument kan plaatsen. Dit project is benoemd als ‘pilot om uit te vinden of zonnepanelen op een monument passend zijn, in relatie tot mogelijke technische gevolgen voor het dak door aanhechting van de panelen of verstoring van het monumentale ‘daklandschap’ door het aangezicht van zonnepanelen, omdat dat er nu eenmaal anders uitziet dan dat het daklandschap eruit zag in de 17° eeuw. 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing op Gemeenteblad Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 Dit is niet het eerste monument met zonnepanelen. Sinds september 2013 liggen er zonnepanelen op het (platte) dak van de Amstelkerk. Volgens de website van Stadsherstel, die de energie van de zonnepanelen gebruikt voor het eigen kantoor dat gevestigd is in dit rijksmonument, is de vergunning verleend nadat met foto's van een proefopstelling was aangetoond dat het monument met deze ‘reversibele toepassing’ geen schade op zou lopen. Ook zijn er (slechts) een klein aantal grachtenpanden die met trekken en sleuren een vergunning kregen om zonnepanelen op hun dak te mogen plaatsen, om zodoende hun eigen elektriciteit op te kunnen wekken. Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 5 augustus 2014, beiden namens de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Wat is het effect geweest van de — inmiddels afgeronde — pilot ‘Zon op de Amstelkerk’ voor zonne-energie op andere monumenten met een plat dak en in Amsterdam? Antwoord: Als onderdeel van het initiatief Groene Grachten, in 2012 gestart door Wubbo Ockels en erop gericht om energiemaatregelen in monumentale panden te promoten, is door Stadsherstel een viertal zonnepanelen aangebracht op de Amstelkerk. Voor NV Stadsherstel betrof de Amstelkerk een eerste project waarin zij zonnepanelen heeft aangebracht op een monumentaal pand. Deze panelen zijn aangebracht op een plat dak en wel binnen de kaders van de Welstandsnota. Leerdoel: uitvinden of het technisch mogelijk (ja) en rendabel is (nee, door de lage elektriciteitsprijs die Stadsherstel betaalt omdat zij grootverbruiker is, en de te betalen leges à 1050 euro). Het effect is dat er nu 4 panelen liggen op dit monument, en dat Stadsherstel inzicht heeft gekregen in de mogelijkheden (maatwerk) voor het aanbrengen van zonnepanelen op monumenten en de business case daarvan. Er zijn overigens meer (maar niet veel) voorbeelden van monumentale panden in de stad waarop door bewoners reeds zonnepanelen zijn aangebracht. Hiervoor is een vergunning nodig van het betreffende stadsdeel. De betrokkenheid van de gemeente bij dit project van Stichting de Groene Grachten en Stadsherstel was overigens beperkt. Bureau Monumenten en Archeologie (BMA) en programmabureau Klimaat en Energie waren inhoudelijk (advies, meedenken) betrokken bij het initiatief, het stadsdeel heeft de vergunning afgegeven. 2 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing op Gemeenteblad R Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 2. Klopt het dat de gemeente Amsterdam (de Dienst Ruimtelijke Ordening en het Bureau Monumenten & Archeologie) zich heeft aangesloten bij De Groene Grachten, Stadsherstel, Stadsdeel Oost, Pakhuis de Zwijger en Search en bezig is met de nieuwe pilot ‘Zon op de Zwijger’? Wat is de huidige status van dit project en wat is de tijdsplanning van deze pilot (inclusief moment van afronding)? Antwoord: Ja. Genoemde partijen hebben gezamenlijk de pilot ‘Zon op de Zwijger’ in voorbereiding. Dit project is geïnitieerd door De Groene Grachten. Het project sluit aan bij de Amsterdamse Zonvisie ‘Burgers en Bedrijven gaan voor de zon!’ (zie ook het antwoord op vraag 3). In dit project wordt onderzocht welke mogelijkheden ‘innovatieve zonnetechnologie’ (bijvoorbeeld: andere type zonnecellen, kleur en bevestigingstechnieken) biedt voor het aanbrengen van zonnepanelen op een monumentaal dak, én hoe dit zich verhoudt tot de geldende regels. Dit project onderscheidt zich van het eerdere project van Stadsherstel in de mate van ‘innovativiteit van de technologie die gebruikt zal worden. In het eerste project werd nog gebruik gemaakt van standaard zonnepanelen. In het nieuwe project op de Zwijger gaat men op zoek naar de meest innovatieve zon-oplossing voor dit monumentale pand. Het project is als volgt opgebouwd: 1. allereerst wordt (op dit moment) de haalbaarheid onderzocht (technisch, financieel, juridisch) voor het aanbrengen van zonnepanelen op Pakhuis de Zwijger (eigendom NV Stadsherstel); 2. op basis van dit onderzoek zal NV Stadsherstel een beslissing nemen om haar dak wel of niet ter beschikking te stellen; 3. indien zij akkoord gaat zal de markt in de vorm van een prijsvraag uitgedaagd worden om met haar ‘beste’ systeem te komen; 4. het zonnesysteem van de beste inzending zal door Stadsherstel worden uitgevoerd, onder voorbehoud van een positieve vergunningsbeschikking. Volgens planning wordt de prijsvraag dit najaar bekend gemaakt (indien Stadsherstel positief beslist; stap 2) en wordt het winnende systeem (beoordeling door jury in november/december) begin 2015 geïnstalleerd. De gemeente (BMA en Programmabureau Klimaat en Energie) is als adviseur bij dit project betrokken. De Groene Grachten is project trekker. Uiteindelijke installatie van het innovatieve zonnesysteem (als de prijsvraag daadwerkelijk wordt uitgeschreven en er een goede inzending komt, die binnen de wettelijke kaders past) wordt door Stadsherstel geregeld en gedekt. Stadsherstel vraagt daar mogelijk financiering voor aan in de laatste tender van het Amsterdams Investeringsfonds. 3 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing op Gemeenteblad R Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 3. Deelt het college de mening van de fractie van D66 over het belang van verduurzaming en eventueel aanpassen van regels om nieuwe oplossingen van duurzaamheid mogelijk te maken? Zo ja, welke leerpunten zijn/worden opgesteld ten aanzien van de pilot voor het sheddak van Pakhuis de Zwijger? En welke leerpunten waren opgesteld voor het platte dak van de Amstelkerk? Zo nee, waarom niet en hoe denkt het college dan de ambitie zoals geformuleerd in de Zonvisie 2013 te halen? Antwoord: Het College onderschrijft de mening van de fractie van D66 dat verduurzaming van de bestaande stad van groot belang is en onderstreept dat in het coalitieakkoord ‘Amsterdam is van iedereen’. Zij werkt o.a. aan de doelstelling dat in 2020 20% meer duurzame energie wordt geproduceerd dan nu het geval is. Zonne-energie in de bestaande stad draagt daar aan bij. Om dit te realiseren kan het nodig zijn om bestaande regels aan te passen, of met het Rijk in gesprek te gaan wanneer de bevoegdheid niet bij de gemeente ligt. Aanpassing van regels kan bijvoorbeeld nodig zijn in de situatie waarin regels, maatschappelijke wensen, en toegenomen mogelijkheden door nieuwe (technologische}oplossingen, niet meer met elkaar in overeenstemming zijn. In het collegeprogramma is daarover afgesproken dat “we de regels voor het duurzaam aanpassen van gebouwen [gaan] versimpelen, bijvoorbeeld op het gebied van de teruglevering van energie en het gezamenlijk gebruik van daken voor zonnepanelen”. Daarbij dient het college uiteraard wel te opereren binnen de kaders van de landelijke wet- en regelgeving. Het College is daarnaast van mening dat de energietransitie alleen plaatsvindt als duurzaamheidsprojecten schaal krijgen. Daarvoor is het van belang dat wordt gewerkt aan opschaalbaarheid en kopieerbaarheid van oplossingen. De leerpunten die de pilot ‘Zon op de Zwijger’ op zal leveren zijn: — voorbeeldfunctie: onderzoeken en laten zien hoe een nieuwe zonnetechnologie mogelijk is op een monumentaal dak, waar dat met conventionele panelen niet haalbaar/wenselijk is; — kennisontwikkeling (bij overheid en markt) ten aanzien van technische mogelijkheden van zonne-energie; — onderzoeken hoe het vigerende welstandskader zich verhoudt tot innovatieve zon technologieën. Deze leerpunten zijn vooraf besproken met de projectpartners. Voor het project Amstelkerk waren geen leerpunten geformuleerd vanuit de gemeente, omdat de betrokkenheid beperkt was. Het pilotproject Zon op de Zwijger levert input voor het evalueren van de regels en draagt bij aan de uitvoering van het deel van de Zonvisie dat daarover gaat. In de Zonvisie zijn 8 programmalijnen opgenomen waarlangs de gemeente de toepassing van zonne-energie door burgers en bedrijven stimuleert. In lijn 7 (activiteit # 21) is opgenomen dat regelgeving periodiek tegen het licht wordt gehouden om te zien of deze (nog) in lijn is met de stand der techniek op het gebied van o.a. zonnesystemen. 4 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing op Gemeenteblad Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 4. Onder welke criteria zou het college de resultaten van de pilot “Zon op de Zwijger’ als een succes beoordelen? Wanneer vindt die beoordeling plaats en welke Amsterdamse stakeholders zijn hierbij betrokken? Antwoord: Het project ‘Zon op de Zwijger’ wordt als succes beschouwd als: 1. de prijsvraag een inzending oplevert die een goede technische oplossing biedt voor dit specifieke monumentale dak. Een goede technische oplossing is een oplossing die aansluit bij de eisen van de pandeigenaar (stadsherstel), betaalbaar is, en die aanvaardbaar is vanuit esthetisch en historisch oogpunt en valt binnen de kaders van Welstand en Monumenten; 2. het project bijdraagt aan het vinden van een oplossing voor het aanbrengen van zonnesystemen op andere monumentale panden, nu of in de toekomst. Dit is geen hard criterium, omdat de bijdrage van één project aan een bredere maatschappelijke ontwikkeling moeilijk te meten is. Amsterdam wil echter duurzame koploper zijn, en daar hoort ook bij dat er ruimte wordt gemaakt voor innovatie; 3. het project daarnaast input levert voor de periodieke herijking van de regels conform de Zonvisie (zie het antwoord op vraag 3). De beoogde planning: zie het antwoord op vraag 2. De betrokken stakeholders zijn: — De Groene Grachten; — NV Stadsherstel; — de gemeente Amsterdam (DRO, BMA, stadsdeel Centrum); — Uuurders van Pakhuis de Zwijger (via Stadsherstel); — Search. 5. Is het college van plan een vervolg te maken op het Amsterdamse duurzaamheidsprogramma 2011-2014, en indien dat het geval is, overeenkomstig het coalitieakkoord (blz. 27), de ambitie ten aanzien van lokale zonne-energie uit de Zonvisie conform het initiatiefvoorstel van het voormalig raadslid de heer Manuel en de resultaten van de ‘pilots’ op Pakhuis de Zwijger en de Amstelkerk daarin aandacht te besteden aan het verduurzamen van monumenten? Antwoord: Het College stelt eind dit jaar een Agenda Duurzaamheid vast. Het verduurzamen van monumenten, deregulering en de ambitie van de Zonvisie zullen in deze agenda worden meegenomen. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 5 X Gemeente Amsterdam R % Gemeenteraad Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 602 Datum akkoord 2 september 2014 Publicatiedatum 5 september 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw A.M. Bosman en de heer M.E. van den Heuvel van 5 augustus 2014 inzake zonnepanelen op monumentale panden. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstellers. Het college heeft de ambitie om in 2020 het aandeel duurzaam opgewekte energie binnen Amsterdam met 20% te laten toenemen. Zonne-energie is een belangrijke bron daarvoor. Eerder is de doelstelling vastgelegd om in 2020 160 MW zonnestroom per jaar op te wekken binnen de gemeente Amsterdam. Voor 2040 is het streefcijfer 1000 MW. Zonne-energie is een belangrijke manier voor bewoners en ondernemers om zelf voor hun elektriciteitsvoorziening te zorgen. Dat is goed voor het milieu, de energierekening en de onafhankelijkheid van Amsterdam ten opzichte van onberekenbare buitenlandse energieproducenten. Amsterdam heeft naast de ruim 8500 rijks- en gemeentelijke monumenten, ook een toenemend aantal beschermde stads- en dorpsgezichten. Het hele centrum van Amsterdam is sinds 1999 beschermd stadsgezicht en de grachtengordel behoort sinds 2010 tot het UNESCO werelderfgoed. De fractie van D66 vindt het belangrijk dat deze historische waarde wordt beschermd zodat Amsterdammers en latere generaties er nog volop van kunnen genieten en leren. De fractie van D66 kiest ook voor een schone, groene en gezonde stad. Het is van belang dat de gemeente ruimte geeft aan initiatieven die bijdragen aan nieuwe oplossingen van duurzaamheid, waarbij we openstaan kijken voor het aanpassen van geldende (verouderde) regels die verduurzaming in de weg staan, zonder dat de authenticiteit van monumenten wordt aangetast. Nu heeft de fractie van D66 begrepen dat de gemeente Amsterdam samen met De Groene Grachten, Stadsherstel en Search een pilot is gestart om zonnepanelen te plaatsen op de schuine kap van Pakhuis de Zwijger onder de naam: ‘Zon op de Zwijger’. Het betreft een zogenaamd sheddak (‘zaagtandendak’), dat een zichtlocatie is. Hieruit volgt waarschijnlijk een prijsvraag voor de aanbesteding die moet aantonen welke partij het beste zonnepanelen op een monument kan plaatsen. Dit project is benoemd als ‘pilot om uit te vinden of zonnepanelen op een monument passend zijn, in relatie tot mogelijke technische gevolgen voor het dak door aanhechting van de panelen of verstoring van het monumentale ‘daklandschap’ door het aangezicht van zonnepanelen, omdat dat er nu eenmaal anders uitziet dan dat het daklandschap eruit zag in de 17° eeuw. 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing op Gemeenteblad Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 Dit is niet het eerste monument met zonnepanelen. Sinds september 2013 liggen er zonnepanelen op het (platte) dak van de Amstelkerk. Volgens de website van Stadsherstel, die de energie van de zonnepanelen gebruikt voor het eigen kantoor dat gevestigd is in dit rijksmonument, is de vergunning verleend nadat met foto's van een proefopstelling was aangetoond dat het monument met deze ‘reversibele toepassing’ geen schade op zou lopen. Ook zijn er (slechts) een klein aantal grachtenpanden die met trekken en sleuren een vergunning kregen om zonnepanelen op hun dak te mogen plaatsen, om zodoende hun eigen elektriciteit op te kunnen wekken. Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 5 augustus 2014, beiden namens de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Wat is het effect geweest van de — inmiddels afgeronde — pilot ‘Zon op de Amstelkerk’ voor zonne-energie op andere monumenten met een plat dak en in Amsterdam? Antwoord: Als onderdeel van het initiatief Groene Grachten, in 2012 gestart door Wubbo Ockels en erop gericht om energiemaatregelen in monumentale panden te promoten, is door Stadsherstel een viertal zonnepanelen aangebracht op de Amstelkerk. Voor NV Stadsherstel betrof de Amstelkerk een eerste project waarin zij zonnepanelen heeft aangebracht op een monumentaal pand. Deze panelen zijn aangebracht op een plat dak en wel binnen de kaders van de Welstandsnota. Leerdoel: uitvinden of het technisch mogelijk (ja) en rendabel is (nee, door de lage elektriciteitsprijs die Stadsherstel betaalt omdat zij grootverbruiker is, en de te betalen leges à 1050 euro). Het effect is dat er nu 4 panelen liggen op dit monument, en dat Stadsherstel inzicht heeft gekregen in de mogelijkheden (maatwerk) voor het aanbrengen van zonnepanelen op monumenten en de business case daarvan. Er zijn overigens meer (maar niet veel) voorbeelden van monumentale panden in de stad waarop door bewoners reeds zonnepanelen zijn aangebracht. Hiervoor is een vergunning nodig van het betreffende stadsdeel. De betrokkenheid van de gemeente bij dit project van Stichting de Groene Grachten en Stadsherstel was overigens beperkt. Bureau Monumenten en Archeologie (BMA) en programmabureau Klimaat en Energie waren inhoudelijk (advies, meedenken) betrokken bij het initiatief, het stadsdeel heeft de vergunning afgegeven. 2 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing op Gemeenteblad R Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 2. Klopt het dat de gemeente Amsterdam (de Dienst Ruimtelijke Ordening en het Bureau Monumenten & Archeologie) zich heeft aangesloten bij De Groene Grachten, Stadsherstel, Stadsdeel Oost, Pakhuis de Zwijger en Search en bezig is met de nieuwe pilot ‘Zon op de Zwijger’? Wat is de huidige status van dit project en wat is de tijdsplanning van deze pilot (inclusief moment van afronding)? Antwoord: Ja. Genoemde partijen hebben gezamenlijk de pilot ‘Zon op de Zwijger’ in voorbereiding. Dit project is geïnitieerd door De Groene Grachten. Het project sluit aan bij de Amsterdamse Zonvisie ‘Burgers en Bedrijven gaan voor de zon!’ (zie ook het antwoord op vraag 3). In dit project wordt onderzocht welke mogelijkheden ‘innovatieve zonnetechnologie’ (bijvoorbeeld: andere type zonnecellen, kleur en bevestigingstechnieken) biedt voor het aanbrengen van zonnepanelen op een monumentaal dak, én hoe dit zich verhoudt tot de geldende regels. Dit project onderscheidt zich van het eerdere project van Stadsherstel in de mate van ‘innovativiteit van de technologie die gebruikt zal worden. In het eerste project werd nog gebruik gemaakt van standaard zonnepanelen. In het nieuwe project op de Zwijger gaat men op zoek naar de meest innovatieve zon-oplossing voor dit monumentale pand. Het project is als volgt opgebouwd: 1. allereerst wordt (op dit moment) de haalbaarheid onderzocht (technisch, financieel, juridisch) voor het aanbrengen van zonnepanelen op Pakhuis de Zwijger (eigendom NV Stadsherstel); 2. op basis van dit onderzoek zal NV Stadsherstel een beslissing nemen om haar dak wel of niet ter beschikking te stellen; 3. indien zij akkoord gaat zal de markt in de vorm van een prijsvraag uitgedaagd worden om met haar ‘beste’ systeem te komen; 4. het zonnesysteem van de beste inzending zal door Stadsherstel worden uitgevoerd, onder voorbehoud van een positieve vergunningsbeschikking. Volgens planning wordt de prijsvraag dit najaar bekend gemaakt (indien Stadsherstel positief beslist; stap 2) en wordt het winnende systeem (beoordeling door jury in november/december) begin 2015 geïnstalleerd. De gemeente (BMA en Programmabureau Klimaat en Energie) is als adviseur bij dit project betrokken. De Groene Grachten is project trekker. Uiteindelijke installatie van het innovatieve zonnesysteem (als de prijsvraag daadwerkelijk wordt uitgeschreven en er een goede inzending komt, die binnen de wettelijke kaders past) wordt door Stadsherstel geregeld en gedekt. Stadsherstel vraagt daar mogelijk financiering voor aan in de laatste tender van het Amsterdams Investeringsfonds. 3 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing op Gemeenteblad R Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 3. Deelt het college de mening van de fractie van D66 over het belang van verduurzaming en eventueel aanpassen van regels om nieuwe oplossingen van duurzaamheid mogelijk te maken? Zo ja, welke leerpunten zijn/worden opgesteld ten aanzien van de pilot voor het sheddak van Pakhuis de Zwijger? En welke leerpunten waren opgesteld voor het platte dak van de Amstelkerk? Zo nee, waarom niet en hoe denkt het college dan de ambitie zoals geformuleerd in de Zonvisie 2013 te halen? Antwoord: Het College onderschrijft de mening van de fractie van D66 dat verduurzaming van de bestaande stad van groot belang is en onderstreept dat in het coalitieakkoord ‘Amsterdam is van iedereen’. Zij werkt o.a. aan de doelstelling dat in 2020 20% meer duurzame energie wordt geproduceerd dan nu het geval is. Zonne-energie in de bestaande stad draagt daar aan bij. Om dit te realiseren kan het nodig zijn om bestaande regels aan te passen, of met het Rijk in gesprek te gaan wanneer de bevoegdheid niet bij de gemeente ligt. Aanpassing van regels kan bijvoorbeeld nodig zijn in de situatie waarin regels, maatschappelijke wensen, en toegenomen mogelijkheden door nieuwe (technologische}oplossingen, niet meer met elkaar in overeenstemming zijn. In het collegeprogramma is daarover afgesproken dat “we de regels voor het duurzaam aanpassen van gebouwen [gaan] versimpelen, bijvoorbeeld op het gebied van de teruglevering van energie en het gezamenlijk gebruik van daken voor zonnepanelen”. Daarbij dient het college uiteraard wel te opereren binnen de kaders van de landelijke wet- en regelgeving. Het College is daarnaast van mening dat de energietransitie alleen plaatsvindt als duurzaamheidsprojecten schaal krijgen. Daarvoor is het van belang dat wordt gewerkt aan opschaalbaarheid en kopieerbaarheid van oplossingen. De leerpunten die de pilot ‘Zon op de Zwijger’ op zal leveren zijn: — voorbeeldfunctie: onderzoeken en laten zien hoe een nieuwe zonnetechnologie mogelijk is op een monumentaal dak, waar dat met conventionele panelen niet haalbaar/wenselijk is; — kennisontwikkeling (bij overheid en markt) ten aanzien van technische mogelijkheden van zonne-energie; — onderzoeken hoe het vigerende welstandskader zich verhoudt tot innovatieve zon technologieën. Deze leerpunten zijn vooraf besproken met de projectpartners. Voor het project Amstelkerk waren geen leerpunten geformuleerd vanuit de gemeente, omdat de betrokkenheid beperkt was. Het pilotproject Zon op de Zwijger levert input voor het evalueren van de regels en draagt bij aan de uitvoering van het deel van de Zonvisie dat daarover gaat. In de Zonvisie zijn 8 programmalijnen opgenomen waarlangs de gemeente de toepassing van zonne-energie door burgers en bedrijven stimuleert. In lijn 7 (activiteit # 21) is opgenomen dat regelgeving periodiek tegen het licht wordt gehouden om te zien of deze (nog) in lijn is met de stand der techniek op het gebied van o.a. zonnesystemen. 4 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing op Gemeenteblad Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 4. Onder welke criteria zou het college de resultaten van de pilot “Zon op de Zwijger’ als een succes beoordelen? Wanneer vindt die beoordeling plaats en welke Amsterdamse stakeholders zijn hierbij betrokken? Antwoord: Het project ‘Zon op de Zwijger’ wordt als succes beschouwd als: 1. de prijsvraag een inzending oplevert die een goede technische oplossing biedt voor dit specifieke monumentale dak. Een goede technische oplossing is een oplossing die aansluit bij de eisen van de pandeigenaar (stadsherstel), betaalbaar is, en die aanvaardbaar is vanuit esthetisch en historisch oogpunt en valt binnen de kaders van Welstand en Monumenten; 2. het project bijdraagt aan het vinden van een oplossing voor het aanbrengen van zonnesystemen op andere monumentale panden, nu of in de toekomst. Dit is geen hard criterium, omdat de bijdrage van één project aan een bredere maatschappelijke ontwikkeling moeilijk te meten is. Amsterdam wil echter duurzame koploper zijn, en daar hoort ook bij dat er ruimte wordt gemaakt voor innovatie; 3. het project daarnaast input levert voor de periodieke herijking van de regels conform de Zonvisie (zie het antwoord op vraag 3). De beoogde planning: zie het antwoord op vraag 2. De betrokken stakeholders zijn: — De Groene Grachten; — NV Stadsherstel; — de gemeente Amsterdam (DRO, BMA, stadsdeel Centrum); — Uuurders van Pakhuis de Zwijger (via Stadsherstel); — Search. 5. Is het college van plan een vervolg te maken op het Amsterdamse duurzaamheidsprogramma 2011-2014, en indien dat het geval is, overeenkomstig het coalitieakkoord (blz. 27), de ambitie ten aanzien van lokale zonne-energie uit de Zonvisie conform het initiatiefvoorstel van het voormalig raadslid de heer Manuel en de resultaten van de ‘pilots’ op Pakhuis de Zwijger en de Amstelkerk daarin aandacht te besteden aan het verduurzamen van monumenten? Antwoord: Het College stelt eind dit jaar een Agenda Duurzaamheid vast. Het verduurzamen van monumenten, deregulering en de ambitie van de Zonvisie zullen in deze agenda worden meegenomen. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 5 X Gemeente Amsterdam R % Gemeenteraad Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 602 Datum akkoord 2 september 2014 Publicatiedatum 5 september 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw A.M. Bosman en de heer M.E. van den Heuvel van 5 augustus 2014 inzake zonnepanelen op monumentale panden. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstellers. Het college heeft de ambitie om in 2020 het aandeel duurzaam opgewekte energie binnen Amsterdam met 20% te laten toenemen. Zonne-energie is een belangrijke bron daarvoor. Eerder is de doelstelling vastgelegd om in 2020 160 MW zonnestroom per jaar op te wekken binnen de gemeente Amsterdam. Voor 2040 is het streefcijfer 1000 MW. Zonne-energie is een belangrijke manier voor bewoners en ondernemers om zelf voor hun elektriciteitsvoorziening te zorgen. Dat is goed voor het milieu, de energierekening en de onafhankelijkheid van Amsterdam ten opzichte van onberekenbare buitenlandse energieproducenten. Amsterdam heeft naast de ruim 8500 rijks- en gemeentelijke monumenten, ook een toenemend aantal beschermde stads- en dorpsgezichten. Het hele centrum van Amsterdam is sinds 1999 beschermd stadsgezicht en de grachtengordel behoort sinds 2010 tot het UNESCO werelderfgoed. De fractie van D66 vindt het belangrijk dat deze historische waarde wordt beschermd zodat Amsterdammers en latere generaties er nog volop van kunnen genieten en leren. De fractie van D66 kiest ook voor een schone, groene en gezonde stad. Het is van belang dat de gemeente ruimte geeft aan initiatieven die bijdragen aan nieuwe oplossingen van duurzaamheid, waarbij we openstaan kijken voor het aanpassen van geldende (verouderde) regels die verduurzaming in de weg staan, zonder dat de authenticiteit van monumenten wordt aangetast. Nu heeft de fractie van D66 begrepen dat de gemeente Amsterdam samen met De Groene Grachten, Stadsherstel en Search een pilot is gestart om zonnepanelen te plaatsen op de schuine kap van Pakhuis de Zwijger onder de naam: ‘Zon op de Zwijger’. Het betreft een zogenaamd sheddak (‘zaagtandendak’), dat een zichtlocatie is. Hieruit volgt waarschijnlijk een prijsvraag voor de aanbesteding die moet aantonen welke partij het beste zonnepanelen op een monument kan plaatsen. Dit project is benoemd als ‘pilot om uit te vinden of zonnepanelen op een monument passend zijn, in relatie tot mogelijke technische gevolgen voor het dak door aanhechting van de panelen of verstoring van het monumentale ‘daklandschap’ door het aangezicht van zonnepanelen, omdat dat er nu eenmaal anders uitziet dan dat het daklandschap eruit zag in de 17° eeuw. 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing op Gemeenteblad Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 Dit is niet het eerste monument met zonnepanelen. Sinds september 2013 liggen er zonnepanelen op het (platte) dak van de Amstelkerk. Volgens de website van Stadsherstel, die de energie van de zonnepanelen gebruikt voor het eigen kantoor dat gevestigd is in dit rijksmonument, is de vergunning verleend nadat met foto's van een proefopstelling was aangetoond dat het monument met deze ‘reversibele toepassing’ geen schade op zou lopen. Ook zijn er (slechts) een klein aantal grachtenpanden die met trekken en sleuren een vergunning kregen om zonnepanelen op hun dak te mogen plaatsen, om zodoende hun eigen elektriciteit op te kunnen wekken. Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 5 augustus 2014, beiden namens de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Wat is het effect geweest van de — inmiddels afgeronde — pilot ‘Zon op de Amstelkerk’ voor zonne-energie op andere monumenten met een plat dak en in Amsterdam? Antwoord: Als onderdeel van het initiatief Groene Grachten, in 2012 gestart door Wubbo Ockels en erop gericht om energiemaatregelen in monumentale panden te promoten, is door Stadsherstel een viertal zonnepanelen aangebracht op de Amstelkerk. Voor NV Stadsherstel betrof de Amstelkerk een eerste project waarin zij zonnepanelen heeft aangebracht op een monumentaal pand. Deze panelen zijn aangebracht op een plat dak en wel binnen de kaders van de Welstandsnota. Leerdoel: uitvinden of het technisch mogelijk (ja) en rendabel is (nee, door de lage elektriciteitsprijs die Stadsherstel betaalt omdat zij grootverbruiker is, en de te betalen leges à 1050 euro). Het effect is dat er nu 4 panelen liggen op dit monument, en dat Stadsherstel inzicht heeft gekregen in de mogelijkheden (maatwerk) voor het aanbrengen van zonnepanelen op monumenten en de business case daarvan. Er zijn overigens meer (maar niet veel) voorbeelden van monumentale panden in de stad waarop door bewoners reeds zonnepanelen zijn aangebracht. Hiervoor is een vergunning nodig van het betreffende stadsdeel. De betrokkenheid van de gemeente bij dit project van Stichting de Groene Grachten en Stadsherstel was overigens beperkt. Bureau Monumenten en Archeologie (BMA) en programmabureau Klimaat en Energie waren inhoudelijk (advies, meedenken) betrokken bij het initiatief, het stadsdeel heeft de vergunning afgegeven. 2 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing op Gemeenteblad R Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 2. Klopt het dat de gemeente Amsterdam (de Dienst Ruimtelijke Ordening en het Bureau Monumenten & Archeologie) zich heeft aangesloten bij De Groene Grachten, Stadsherstel, Stadsdeel Oost, Pakhuis de Zwijger en Search en bezig is met de nieuwe pilot ‘Zon op de Zwijger’? Wat is de huidige status van dit project en wat is de tijdsplanning van deze pilot (inclusief moment van afronding)? Antwoord: Ja. Genoemde partijen hebben gezamenlijk de pilot ‘Zon op de Zwijger’ in voorbereiding. Dit project is geïnitieerd door De Groene Grachten. Het project sluit aan bij de Amsterdamse Zonvisie ‘Burgers en Bedrijven gaan voor de zon!’ (zie ook het antwoord op vraag 3). In dit project wordt onderzocht welke mogelijkheden ‘innovatieve zonnetechnologie’ (bijvoorbeeld: andere type zonnecellen, kleur en bevestigingstechnieken) biedt voor het aanbrengen van zonnepanelen op een monumentaal dak, én hoe dit zich verhoudt tot de geldende regels. Dit project onderscheidt zich van het eerdere project van Stadsherstel in de mate van ‘innovativiteit van de technologie die gebruikt zal worden. In het eerste project werd nog gebruik gemaakt van standaard zonnepanelen. In het nieuwe project op de Zwijger gaat men op zoek naar de meest innovatieve zon-oplossing voor dit monumentale pand. Het project is als volgt opgebouwd: 1. allereerst wordt (op dit moment) de haalbaarheid onderzocht (technisch, financieel, juridisch) voor het aanbrengen van zonnepanelen op Pakhuis de Zwijger (eigendom NV Stadsherstel); 2. op basis van dit onderzoek zal NV Stadsherstel een beslissing nemen om haar dak wel of niet ter beschikking te stellen; 3. indien zij akkoord gaat zal de markt in de vorm van een prijsvraag uitgedaagd worden om met haar ‘beste’ systeem te komen; 4. het zonnesysteem van de beste inzending zal door Stadsherstel worden uitgevoerd, onder voorbehoud van een positieve vergunningsbeschikking. Volgens planning wordt de prijsvraag dit najaar bekend gemaakt (indien Stadsherstel positief beslist; stap 2) en wordt het winnende systeem (beoordeling door jury in november/december) begin 2015 geïnstalleerd. De gemeente (BMA en Programmabureau Klimaat en Energie) is als adviseur bij dit project betrokken. De Groene Grachten is project trekker. Uiteindelijke installatie van het innovatieve zonnesysteem (als de prijsvraag daadwerkelijk wordt uitgeschreven en er een goede inzending komt, die binnen de wettelijke kaders past) wordt door Stadsherstel geregeld en gedekt. Stadsherstel vraagt daar mogelijk financiering voor aan in de laatste tender van het Amsterdams Investeringsfonds. 3 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing op Gemeenteblad R Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 3. Deelt het college de mening van de fractie van D66 over het belang van verduurzaming en eventueel aanpassen van regels om nieuwe oplossingen van duurzaamheid mogelijk te maken? Zo ja, welke leerpunten zijn/worden opgesteld ten aanzien van de pilot voor het sheddak van Pakhuis de Zwijger? En welke leerpunten waren opgesteld voor het platte dak van de Amstelkerk? Zo nee, waarom niet en hoe denkt het college dan de ambitie zoals geformuleerd in de Zonvisie 2013 te halen? Antwoord: Het College onderschrijft de mening van de fractie van D66 dat verduurzaming van de bestaande stad van groot belang is en onderstreept dat in het coalitieakkoord ‘Amsterdam is van iedereen’. Zij werkt o.a. aan de doelstelling dat in 2020 20% meer duurzame energie wordt geproduceerd dan nu het geval is. Zonne-energie in de bestaande stad draagt daar aan bij. Om dit te realiseren kan het nodig zijn om bestaande regels aan te passen, of met het Rijk in gesprek te gaan wanneer de bevoegdheid niet bij de gemeente ligt. Aanpassing van regels kan bijvoorbeeld nodig zijn in de situatie waarin regels, maatschappelijke wensen, en toegenomen mogelijkheden door nieuwe (technologische}oplossingen, niet meer met elkaar in overeenstemming zijn. In het collegeprogramma is daarover afgesproken dat “we de regels voor het duurzaam aanpassen van gebouwen [gaan] versimpelen, bijvoorbeeld op het gebied van de teruglevering van energie en het gezamenlijk gebruik van daken voor zonnepanelen”. Daarbij dient het college uiteraard wel te opereren binnen de kaders van de landelijke wet- en regelgeving. Het College is daarnaast van mening dat de energietransitie alleen plaatsvindt als duurzaamheidsprojecten schaal krijgen. Daarvoor is het van belang dat wordt gewerkt aan opschaalbaarheid en kopieerbaarheid van oplossingen. De leerpunten die de pilot ‘Zon op de Zwijger’ op zal leveren zijn: — voorbeeldfunctie: onderzoeken en laten zien hoe een nieuwe zonnetechnologie mogelijk is op een monumentaal dak, waar dat met conventionele panelen niet haalbaar/wenselijk is; — kennisontwikkeling (bij overheid en markt) ten aanzien van technische mogelijkheden van zonne-energie; — onderzoeken hoe het vigerende welstandskader zich verhoudt tot innovatieve zon technologieën. Deze leerpunten zijn vooraf besproken met de projectpartners. Voor het project Amstelkerk waren geen leerpunten geformuleerd vanuit de gemeente, omdat de betrokkenheid beperkt was. Het pilotproject Zon op de Zwijger levert input voor het evalueren van de regels en draagt bij aan de uitvoering van het deel van de Zonvisie dat daarover gaat. In de Zonvisie zijn 8 programmalijnen opgenomen waarlangs de gemeente de toepassing van zonne-energie door burgers en bedrijven stimuleert. In lijn 7 (activiteit # 21) is opgenomen dat regelgeving periodiek tegen het licht wordt gehouden om te zien of deze (nog) in lijn is met de stand der techniek op het gebied van o.a. zonnesystemen. 4 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing op Gemeenteblad Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 4. Onder welke criteria zou het college de resultaten van de pilot “Zon op de Zwijger’ als een succes beoordelen? Wanneer vindt die beoordeling plaats en welke Amsterdamse stakeholders zijn hierbij betrokken? Antwoord: Het project ‘Zon op de Zwijger’ wordt als succes beschouwd als: 1. de prijsvraag een inzending oplevert die een goede technische oplossing biedt voor dit specifieke monumentale dak. Een goede technische oplossing is een oplossing die aansluit bij de eisen van de pandeigenaar (stadsherstel), betaalbaar is, en die aanvaardbaar is vanuit esthetisch en historisch oogpunt en valt binnen de kaders van Welstand en Monumenten; 2. het project bijdraagt aan het vinden van een oplossing voor het aanbrengen van zonnesystemen op andere monumentale panden, nu of in de toekomst. Dit is geen hard criterium, omdat de bijdrage van één project aan een bredere maatschappelijke ontwikkeling moeilijk te meten is. Amsterdam wil echter duurzame koploper zijn, en daar hoort ook bij dat er ruimte wordt gemaakt voor innovatie; 3. het project daarnaast input levert voor de periodieke herijking van de regels conform de Zonvisie (zie het antwoord op vraag 3). De beoogde planning: zie het antwoord op vraag 2. De betrokken stakeholders zijn: — De Groene Grachten; — NV Stadsherstel; — de gemeente Amsterdam (DRO, BMA, stadsdeel Centrum); — Uuurders van Pakhuis de Zwijger (via Stadsherstel); — Search. 5. Is het college van plan een vervolg te maken op het Amsterdamse duurzaamheidsprogramma 2011-2014, en indien dat het geval is, overeenkomstig het coalitieakkoord (blz. 27), de ambitie ten aanzien van lokale zonne-energie uit de Zonvisie conform het initiatiefvoorstel van het voormalig raadslid de heer Manuel en de resultaten van de ‘pilots’ op Pakhuis de Zwijger en de Amstelkerk daarin aandacht te besteden aan het verduurzamen van monumenten? Antwoord: Het College stelt eind dit jaar een Agenda Duurzaamheid vast. Het verduurzamen van monumenten, deregulering en de ambitie van de Zonvisie zullen in deze agenda worden meegenomen. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 5 X Gemeente Amsterdam R % Gemeenteraad Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 602 Datum akkoord 2 september 2014 Publicatiedatum 5 september 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw A.M. Bosman en de heer M.E. van den Heuvel van 5 augustus 2014 inzake zonnepanelen op monumentale panden. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstellers. Het college heeft de ambitie om in 2020 het aandeel duurzaam opgewekte energie binnen Amsterdam met 20% te laten toenemen. Zonne-energie is een belangrijke bron daarvoor. Eerder is de doelstelling vastgelegd om in 2020 160 MW zonnestroom per jaar op te wekken binnen de gemeente Amsterdam. Voor 2040 is het streefcijfer 1000 MW. Zonne-energie is een belangrijke manier voor bewoners en ondernemers om zelf voor hun elektriciteitsvoorziening te zorgen. Dat is goed voor het milieu, de energierekening en de onafhankelijkheid van Amsterdam ten opzichte van onberekenbare buitenlandse energieproducenten. Amsterdam heeft naast de ruim 8500 rijks- en gemeentelijke monumenten, ook een toenemend aantal beschermde stads- en dorpsgezichten. Het hele centrum van Amsterdam is sinds 1999 beschermd stadsgezicht en de grachtengordel behoort sinds 2010 tot het UNESCO werelderfgoed. De fractie van D66 vindt het belangrijk dat deze historische waarde wordt beschermd zodat Amsterdammers en latere generaties er nog volop van kunnen genieten en leren. De fractie van D66 kiest ook voor een schone, groene en gezonde stad. Het is van belang dat de gemeente ruimte geeft aan initiatieven die bijdragen aan nieuwe oplossingen van duurzaamheid, waarbij we openstaan kijken voor het aanpassen van geldende (verouderde) regels die verduurzaming in de weg staan, zonder dat de authenticiteit van monumenten wordt aangetast. Nu heeft de fractie van D66 begrepen dat de gemeente Amsterdam samen met De Groene Grachten, Stadsherstel en Search een pilot is gestart om zonnepanelen te plaatsen op de schuine kap van Pakhuis de Zwijger onder de naam: ‘Zon op de Zwijger’. Het betreft een zogenaamd sheddak (‘zaagtandendak’), dat een zichtlocatie is. Hieruit volgt waarschijnlijk een prijsvraag voor de aanbesteding die moet aantonen welke partij het beste zonnepanelen op een monument kan plaatsen. Dit project is benoemd als ‘pilot om uit te vinden of zonnepanelen op een monument passend zijn, in relatie tot mogelijke technische gevolgen voor het dak door aanhechting van de panelen of verstoring van het monumentale ‘daklandschap’ door het aangezicht van zonnepanelen, omdat dat er nu eenmaal anders uitziet dan dat het daklandschap eruit zag in de 17° eeuw. 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing op Gemeenteblad Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 Dit is niet het eerste monument met zonnepanelen. Sinds september 2013 liggen er zonnepanelen op het (platte) dak van de Amstelkerk. Volgens de website van Stadsherstel, die de energie van de zonnepanelen gebruikt voor het eigen kantoor dat gevestigd is in dit rijksmonument, is de vergunning verleend nadat met foto's van een proefopstelling was aangetoond dat het monument met deze ‘reversibele toepassing’ geen schade op zou lopen. Ook zijn er (slechts) een klein aantal grachtenpanden die met trekken en sleuren een vergunning kregen om zonnepanelen op hun dak te mogen plaatsen, om zodoende hun eigen elektriciteit op te kunnen wekken. Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 5 augustus 2014, beiden namens de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Wat is het effect geweest van de — inmiddels afgeronde — pilot ‘Zon op de Amstelkerk’ voor zonne-energie op andere monumenten met een plat dak en in Amsterdam? Antwoord: Als onderdeel van het initiatief Groene Grachten, in 2012 gestart door Wubbo Ockels en erop gericht om energiemaatregelen in monumentale panden te promoten, is door Stadsherstel een viertal zonnepanelen aangebracht op de Amstelkerk. Voor NV Stadsherstel betrof de Amstelkerk een eerste project waarin zij zonnepanelen heeft aangebracht op een monumentaal pand. Deze panelen zijn aangebracht op een plat dak en wel binnen de kaders van de Welstandsnota. Leerdoel: uitvinden of het technisch mogelijk (ja) en rendabel is (nee, door de lage elektriciteitsprijs die Stadsherstel betaalt omdat zij grootverbruiker is, en de te betalen leges à 1050 euro). Het effect is dat er nu 4 panelen liggen op dit monument, en dat Stadsherstel inzicht heeft gekregen in de mogelijkheden (maatwerk) voor het aanbrengen van zonnepanelen op monumenten en de business case daarvan. Er zijn overigens meer (maar niet veel) voorbeelden van monumentale panden in de stad waarop door bewoners reeds zonnepanelen zijn aangebracht. Hiervoor is een vergunning nodig van het betreffende stadsdeel. De betrokkenheid van de gemeente bij dit project van Stichting de Groene Grachten en Stadsherstel was overigens beperkt. Bureau Monumenten en Archeologie (BMA) en programmabureau Klimaat en Energie waren inhoudelijk (advies, meedenken) betrokken bij het initiatief, het stadsdeel heeft de vergunning afgegeven. 2 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing op Gemeenteblad R Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 2. Klopt het dat de gemeente Amsterdam (de Dienst Ruimtelijke Ordening en het Bureau Monumenten & Archeologie) zich heeft aangesloten bij De Groene Grachten, Stadsherstel, Stadsdeel Oost, Pakhuis de Zwijger en Search en bezig is met de nieuwe pilot ‘Zon op de Zwijger’? Wat is de huidige status van dit project en wat is de tijdsplanning van deze pilot (inclusief moment van afronding)? Antwoord: Ja. Genoemde partijen hebben gezamenlijk de pilot ‘Zon op de Zwijger’ in voorbereiding. Dit project is geïnitieerd door De Groene Grachten. Het project sluit aan bij de Amsterdamse Zonvisie ‘Burgers en Bedrijven gaan voor de zon!’ (zie ook het antwoord op vraag 3). In dit project wordt onderzocht welke mogelijkheden ‘innovatieve zonnetechnologie’ (bijvoorbeeld: andere type zonnecellen, kleur en bevestigingstechnieken) biedt voor het aanbrengen van zonnepanelen op een monumentaal dak, én hoe dit zich verhoudt tot de geldende regels. Dit project onderscheidt zich van het eerdere project van Stadsherstel in de mate van ‘innovativiteit van de technologie die gebruikt zal worden. In het eerste project werd nog gebruik gemaakt van standaard zonnepanelen. In het nieuwe project op de Zwijger gaat men op zoek naar de meest innovatieve zon-oplossing voor dit monumentale pand. Het project is als volgt opgebouwd: 1. allereerst wordt (op dit moment) de haalbaarheid onderzocht (technisch, financieel, juridisch) voor het aanbrengen van zonnepanelen op Pakhuis de Zwijger (eigendom NV Stadsherstel); 2. op basis van dit onderzoek zal NV Stadsherstel een beslissing nemen om haar dak wel of niet ter beschikking te stellen; 3. indien zij akkoord gaat zal de markt in de vorm van een prijsvraag uitgedaagd worden om met haar ‘beste’ systeem te komen; 4. het zonnesysteem van de beste inzending zal door Stadsherstel worden uitgevoerd, onder voorbehoud van een positieve vergunningsbeschikking. Volgens planning wordt de prijsvraag dit najaar bekend gemaakt (indien Stadsherstel positief beslist; stap 2) en wordt het winnende systeem (beoordeling door jury in november/december) begin 2015 geïnstalleerd. De gemeente (BMA en Programmabureau Klimaat en Energie) is als adviseur bij dit project betrokken. De Groene Grachten is project trekker. Uiteindelijke installatie van het innovatieve zonnesysteem (als de prijsvraag daadwerkelijk wordt uitgeschreven en er een goede inzending komt, die binnen de wettelijke kaders past) wordt door Stadsherstel geregeld en gedekt. Stadsherstel vraagt daar mogelijk financiering voor aan in de laatste tender van het Amsterdams Investeringsfonds. 3 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing op Gemeenteblad R Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 3. Deelt het college de mening van de fractie van D66 over het belang van verduurzaming en eventueel aanpassen van regels om nieuwe oplossingen van duurzaamheid mogelijk te maken? Zo ja, welke leerpunten zijn/worden opgesteld ten aanzien van de pilot voor het sheddak van Pakhuis de Zwijger? En welke leerpunten waren opgesteld voor het platte dak van de Amstelkerk? Zo nee, waarom niet en hoe denkt het college dan de ambitie zoals geformuleerd in de Zonvisie 2013 te halen? Antwoord: Het College onderschrijft de mening van de fractie van D66 dat verduurzaming van de bestaande stad van groot belang is en onderstreept dat in het coalitieakkoord ‘Amsterdam is van iedereen’. Zij werkt o.a. aan de doelstelling dat in 2020 20% meer duurzame energie wordt geproduceerd dan nu het geval is. Zonne-energie in de bestaande stad draagt daar aan bij. Om dit te realiseren kan het nodig zijn om bestaande regels aan te passen, of met het Rijk in gesprek te gaan wanneer de bevoegdheid niet bij de gemeente ligt. Aanpassing van regels kan bijvoorbeeld nodig zijn in de situatie waarin regels, maatschappelijke wensen, en toegenomen mogelijkheden door nieuwe (technologische}oplossingen, niet meer met elkaar in overeenstemming zijn. In het collegeprogramma is daarover afgesproken dat “we de regels voor het duurzaam aanpassen van gebouwen [gaan] versimpelen, bijvoorbeeld op het gebied van de teruglevering van energie en het gezamenlijk gebruik van daken voor zonnepanelen”. Daarbij dient het college uiteraard wel te opereren binnen de kaders van de landelijke wet- en regelgeving. Het College is daarnaast van mening dat de energietransitie alleen plaatsvindt als duurzaamheidsprojecten schaal krijgen. Daarvoor is het van belang dat wordt gewerkt aan opschaalbaarheid en kopieerbaarheid van oplossingen. De leerpunten die de pilot ‘Zon op de Zwijger’ op zal leveren zijn: — voorbeeldfunctie: onderzoeken en laten zien hoe een nieuwe zonnetechnologie mogelijk is op een monumentaal dak, waar dat met conventionele panelen niet haalbaar/wenselijk is; — kennisontwikkeling (bij overheid en markt) ten aanzien van technische mogelijkheden van zonne-energie; — onderzoeken hoe het vigerende welstandskader zich verhoudt tot innovatieve zon technologieën. Deze leerpunten zijn vooraf besproken met de projectpartners. Voor het project Amstelkerk waren geen leerpunten geformuleerd vanuit de gemeente, omdat de betrokkenheid beperkt was. Het pilotproject Zon op de Zwijger levert input voor het evalueren van de regels en draagt bij aan de uitvoering van het deel van de Zonvisie dat daarover gaat. In de Zonvisie zijn 8 programmalijnen opgenomen waarlangs de gemeente de toepassing van zonne-energie door burgers en bedrijven stimuleert. In lijn 7 (activiteit # 21) is opgenomen dat regelgeving periodiek tegen het licht wordt gehouden om te zien of deze (nog) in lijn is met de stand der techniek op het gebied van o.a. zonnesystemen. 4 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing op Gemeenteblad Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 4. Onder welke criteria zou het college de resultaten van de pilot “Zon op de Zwijger’ als een succes beoordelen? Wanneer vindt die beoordeling plaats en welke Amsterdamse stakeholders zijn hierbij betrokken? Antwoord: Het project ‘Zon op de Zwijger’ wordt als succes beschouwd als: 1. de prijsvraag een inzending oplevert die een goede technische oplossing biedt voor dit specifieke monumentale dak. Een goede technische oplossing is een oplossing die aansluit bij de eisen van de pandeigenaar (stadsherstel), betaalbaar is, en die aanvaardbaar is vanuit esthetisch en historisch oogpunt en valt binnen de kaders van Welstand en Monumenten; 2. het project bijdraagt aan het vinden van een oplossing voor het aanbrengen van zonnesystemen op andere monumentale panden, nu of in de toekomst. Dit is geen hard criterium, omdat de bijdrage van één project aan een bredere maatschappelijke ontwikkeling moeilijk te meten is. Amsterdam wil echter duurzame koploper zijn, en daar hoort ook bij dat er ruimte wordt gemaakt voor innovatie; 3. het project daarnaast input levert voor de periodieke herijking van de regels conform de Zonvisie (zie het antwoord op vraag 3). De beoogde planning: zie het antwoord op vraag 2. De betrokken stakeholders zijn: — De Groene Grachten; — NV Stadsherstel; — de gemeente Amsterdam (DRO, BMA, stadsdeel Centrum); — Uuurders van Pakhuis de Zwijger (via Stadsherstel); — Search. 5. Is het college van plan een vervolg te maken op het Amsterdamse duurzaamheidsprogramma 2011-2014, en indien dat het geval is, overeenkomstig het coalitieakkoord (blz. 27), de ambitie ten aanzien van lokale zonne-energie uit de Zonvisie conform het initiatiefvoorstel van het voormalig raadslid de heer Manuel en de resultaten van de ‘pilots’ op Pakhuis de Zwijger en de Amstelkerk daarin aandacht te besteden aan het verduurzamen van monumenten? Antwoord: Het College stelt eind dit jaar een Agenda Duurzaamheid vast. Het verduurzamen van monumenten, deregulering en de ambitie van de Zonvisie zullen in deze agenda worden meegenomen. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 5 X Gemeente Amsterdam R % Gemeenteraad Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 602 Datum akkoord 2 september 2014 Publicatiedatum 5 september 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw A.M. Bosman en de heer M.E. van den Heuvel van 5 augustus 2014 inzake zonnepanelen op monumentale panden. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstellers. Het college heeft de ambitie om in 2020 het aandeel duurzaam opgewekte energie binnen Amsterdam met 20% te laten toenemen. Zonne-energie is een belangrijke bron daarvoor. Eerder is de doelstelling vastgelegd om in 2020 160 MW zonnestroom per jaar op te wekken binnen de gemeente Amsterdam. Voor 2040 is het streefcijfer 1000 MW. Zonne-energie is een belangrijke manier voor bewoners en ondernemers om zelf voor hun elektriciteitsvoorziening te zorgen. Dat is goed voor het milieu, de energierekening en de onafhankelijkheid van Amsterdam ten opzichte van onberekenbare buitenlandse energieproducenten. Amsterdam heeft naast de ruim 8500 rijks- en gemeentelijke monumenten, ook een toenemend aantal beschermde stads- en dorpsgezichten. Het hele centrum van Amsterdam is sinds 1999 beschermd stadsgezicht en de grachtengordel behoort sinds 2010 tot het UNESCO werelderfgoed. De fractie van D66 vindt het belangrijk dat deze historische waarde wordt beschermd zodat Amsterdammers en latere generaties er nog volop van kunnen genieten en leren. De fractie van D66 kiest ook voor een schone, groene en gezonde stad. Het is van belang dat de gemeente ruimte geeft aan initiatieven die bijdragen aan nieuwe oplossingen van duurzaamheid, waarbij we openstaan kijken voor het aanpassen van geldende (verouderde) regels die verduurzaming in de weg staan, zonder dat de authenticiteit van monumenten wordt aangetast. Nu heeft de fractie van D66 begrepen dat de gemeente Amsterdam samen met De Groene Grachten, Stadsherstel en Search een pilot is gestart om zonnepanelen te plaatsen op de schuine kap van Pakhuis de Zwijger onder de naam: ‘Zon op de Zwijger’. Het betreft een zogenaamd sheddak (‘zaagtandendak’), dat een zichtlocatie is. Hieruit volgt waarschijnlijk een prijsvraag voor de aanbesteding die moet aantonen welke partij het beste zonnepanelen op een monument kan plaatsen. Dit project is benoemd als ‘pilot om uit te vinden of zonnepanelen op een monument passend zijn, in relatie tot mogelijke technische gevolgen voor het dak door aanhechting van de panelen of verstoring van het monumentale ‘daklandschap’ door het aangezicht van zonnepanelen, omdat dat er nu eenmaal anders uitziet dan dat het daklandschap eruit zag in de 17° eeuw. 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing op Gemeenteblad Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 Dit is niet het eerste monument met zonnepanelen. Sinds september 2013 liggen er zonnepanelen op het (platte) dak van de Amstelkerk. Volgens de website van Stadsherstel, die de energie van de zonnepanelen gebruikt voor het eigen kantoor dat gevestigd is in dit rijksmonument, is de vergunning verleend nadat met foto's van een proefopstelling was aangetoond dat het monument met deze ‘reversibele toepassing’ geen schade op zou lopen. Ook zijn er (slechts) een klein aantal grachtenpanden die met trekken en sleuren een vergunning kregen om zonnepanelen op hun dak te mogen plaatsen, om zodoende hun eigen elektriciteit op te kunnen wekken. Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 5 augustus 2014, beiden namens de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Wat is het effect geweest van de — inmiddels afgeronde — pilot ‘Zon op de Amstelkerk’ voor zonne-energie op andere monumenten met een plat dak en in Amsterdam? Antwoord: Als onderdeel van het initiatief Groene Grachten, in 2012 gestart door Wubbo Ockels en erop gericht om energiemaatregelen in monumentale panden te promoten, is door Stadsherstel een viertal zonnepanelen aangebracht op de Amstelkerk. Voor NV Stadsherstel betrof de Amstelkerk een eerste project waarin zij zonnepanelen heeft aangebracht op een monumentaal pand. Deze panelen zijn aangebracht op een plat dak en wel binnen de kaders van de Welstandsnota. Leerdoel: uitvinden of het technisch mogelijk (ja) en rendabel is (nee, door de lage elektriciteitsprijs die Stadsherstel betaalt omdat zij grootverbruiker is, en de te betalen leges à 1050 euro). Het effect is dat er nu 4 panelen liggen op dit monument, en dat Stadsherstel inzicht heeft gekregen in de mogelijkheden (maatwerk) voor het aanbrengen van zonnepanelen op monumenten en de business case daarvan. Er zijn overigens meer (maar niet veel) voorbeelden van monumentale panden in de stad waarop door bewoners reeds zonnepanelen zijn aangebracht. Hiervoor is een vergunning nodig van het betreffende stadsdeel. De betrokkenheid van de gemeente bij dit project van Stichting de Groene Grachten en Stadsherstel was overigens beperkt. Bureau Monumenten en Archeologie (BMA) en programmabureau Klimaat en Energie waren inhoudelijk (advies, meedenken) betrokken bij het initiatief, het stadsdeel heeft de vergunning afgegeven. 2 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing op Gemeenteblad R Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 2. Klopt het dat de gemeente Amsterdam (de Dienst Ruimtelijke Ordening en het Bureau Monumenten & Archeologie) zich heeft aangesloten bij De Groene Grachten, Stadsherstel, Stadsdeel Oost, Pakhuis de Zwijger en Search en bezig is met de nieuwe pilot ‘Zon op de Zwijger’? Wat is de huidige status van dit project en wat is de tijdsplanning van deze pilot (inclusief moment van afronding)? Antwoord: Ja. Genoemde partijen hebben gezamenlijk de pilot ‘Zon op de Zwijger’ in voorbereiding. Dit project is geïnitieerd door De Groene Grachten. Het project sluit aan bij de Amsterdamse Zonvisie ‘Burgers en Bedrijven gaan voor de zon!’ (zie ook het antwoord op vraag 3). In dit project wordt onderzocht welke mogelijkheden ‘innovatieve zonnetechnologie’ (bijvoorbeeld: andere type zonnecellen, kleur en bevestigingstechnieken) biedt voor het aanbrengen van zonnepanelen op een monumentaal dak, én hoe dit zich verhoudt tot de geldende regels. Dit project onderscheidt zich van het eerdere project van Stadsherstel in de mate van ‘innovativiteit van de technologie die gebruikt zal worden. In het eerste project werd nog gebruik gemaakt van standaard zonnepanelen. In het nieuwe project op de Zwijger gaat men op zoek naar de meest innovatieve zon-oplossing voor dit monumentale pand. Het project is als volgt opgebouwd: 1. allereerst wordt (op dit moment) de haalbaarheid onderzocht (technisch, financieel, juridisch) voor het aanbrengen van zonnepanelen op Pakhuis de Zwijger (eigendom NV Stadsherstel); 2. op basis van dit onderzoek zal NV Stadsherstel een beslissing nemen om haar dak wel of niet ter beschikking te stellen; 3. indien zij akkoord gaat zal de markt in de vorm van een prijsvraag uitgedaagd worden om met haar ‘beste’ systeem te komen; 4. het zonnesysteem van de beste inzending zal door Stadsherstel worden uitgevoerd, onder voorbehoud van een positieve vergunningsbeschikking. Volgens planning wordt de prijsvraag dit najaar bekend gemaakt (indien Stadsherstel positief beslist; stap 2) en wordt het winnende systeem (beoordeling door jury in november/december) begin 2015 geïnstalleerd. De gemeente (BMA en Programmabureau Klimaat en Energie) is als adviseur bij dit project betrokken. De Groene Grachten is project trekker. Uiteindelijke installatie van het innovatieve zonnesysteem (als de prijsvraag daadwerkelijk wordt uitgeschreven en er een goede inzending komt, die binnen de wettelijke kaders past) wordt door Stadsherstel geregeld en gedekt. Stadsherstel vraagt daar mogelijk financiering voor aan in de laatste tender van het Amsterdams Investeringsfonds. 3 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing op Gemeenteblad R Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 3. Deelt het college de mening van de fractie van D66 over het belang van verduurzaming en eventueel aanpassen van regels om nieuwe oplossingen van duurzaamheid mogelijk te maken? Zo ja, welke leerpunten zijn/worden opgesteld ten aanzien van de pilot voor het sheddak van Pakhuis de Zwijger? En welke leerpunten waren opgesteld voor het platte dak van de Amstelkerk? Zo nee, waarom niet en hoe denkt het college dan de ambitie zoals geformuleerd in de Zonvisie 2013 te halen? Antwoord: Het College onderschrijft de mening van de fractie van D66 dat verduurzaming van de bestaande stad van groot belang is en onderstreept dat in het coalitieakkoord ‘Amsterdam is van iedereen’. Zij werkt o.a. aan de doelstelling dat in 2020 20% meer duurzame energie wordt geproduceerd dan nu het geval is. Zonne-energie in de bestaande stad draagt daar aan bij. Om dit te realiseren kan het nodig zijn om bestaande regels aan te passen, of met het Rijk in gesprek te gaan wanneer de bevoegdheid niet bij de gemeente ligt. Aanpassing van regels kan bijvoorbeeld nodig zijn in de situatie waarin regels, maatschappelijke wensen, en toegenomen mogelijkheden door nieuwe (technologische}oplossingen, niet meer met elkaar in overeenstemming zijn. In het collegeprogramma is daarover afgesproken dat “we de regels voor het duurzaam aanpassen van gebouwen [gaan] versimpelen, bijvoorbeeld op het gebied van de teruglevering van energie en het gezamenlijk gebruik van daken voor zonnepanelen”. Daarbij dient het college uiteraard wel te opereren binnen de kaders van de landelijke wet- en regelgeving. Het College is daarnaast van mening dat de energietransitie alleen plaatsvindt als duurzaamheidsprojecten schaal krijgen. Daarvoor is het van belang dat wordt gewerkt aan opschaalbaarheid en kopieerbaarheid van oplossingen. De leerpunten die de pilot ‘Zon op de Zwijger’ op zal leveren zijn: — voorbeeldfunctie: onderzoeken en laten zien hoe een nieuwe zonnetechnologie mogelijk is op een monumentaal dak, waar dat met conventionele panelen niet haalbaar/wenselijk is; — kennisontwikkeling (bij overheid en markt) ten aanzien van technische mogelijkheden van zonne-energie; — onderzoeken hoe het vigerende welstandskader zich verhoudt tot innovatieve zon technologieën. Deze leerpunten zijn vooraf besproken met de projectpartners. Voor het project Amstelkerk waren geen leerpunten geformuleerd vanuit de gemeente, omdat de betrokkenheid beperkt was. Het pilotproject Zon op de Zwijger levert input voor het evalueren van de regels en draagt bij aan de uitvoering van het deel van de Zonvisie dat daarover gaat. In de Zonvisie zijn 8 programmalijnen opgenomen waarlangs de gemeente de toepassing van zonne-energie door burgers en bedrijven stimuleert. In lijn 7 (activiteit # 21) is opgenomen dat regelgeving periodiek tegen het licht wordt gehouden om te zien of deze (nog) in lijn is met de stand der techniek op het gebied van o.a. zonnesystemen. 4 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing op Gemeenteblad Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 4. Onder welke criteria zou het college de resultaten van de pilot “Zon op de Zwijger’ als een succes beoordelen? Wanneer vindt die beoordeling plaats en welke Amsterdamse stakeholders zijn hierbij betrokken? Antwoord: Het project ‘Zon op de Zwijger’ wordt als succes beschouwd als: 1. de prijsvraag een inzending oplevert die een goede technische oplossing biedt voor dit specifieke monumentale dak. Een goede technische oplossing is een oplossing die aansluit bij de eisen van de pandeigenaar (stadsherstel), betaalbaar is, en die aanvaardbaar is vanuit esthetisch en historisch oogpunt en valt binnen de kaders van Welstand en Monumenten; 2. het project bijdraagt aan het vinden van een oplossing voor het aanbrengen van zonnesystemen op andere monumentale panden, nu of in de toekomst. Dit is geen hard criterium, omdat de bijdrage van één project aan een bredere maatschappelijke ontwikkeling moeilijk te meten is. Amsterdam wil echter duurzame koploper zijn, en daar hoort ook bij dat er ruimte wordt gemaakt voor innovatie; 3. het project daarnaast input levert voor de periodieke herijking van de regels conform de Zonvisie (zie het antwoord op vraag 3). De beoogde planning: zie het antwoord op vraag 2. De betrokken stakeholders zijn: — De Groene Grachten; — NV Stadsherstel; — de gemeente Amsterdam (DRO, BMA, stadsdeel Centrum); — Uuurders van Pakhuis de Zwijger (via Stadsherstel); — Search. 5. Is het college van plan een vervolg te maken op het Amsterdamse duurzaamheidsprogramma 2011-2014, en indien dat het geval is, overeenkomstig het coalitieakkoord (blz. 27), de ambitie ten aanzien van lokale zonne-energie uit de Zonvisie conform het initiatiefvoorstel van het voormalig raadslid de heer Manuel en de resultaten van de ‘pilots’ op Pakhuis de Zwijger en de Amstelkerk daarin aandacht te besteden aan het verduurzamen van monumenten? Antwoord: Het College stelt eind dit jaar een Agenda Duurzaamheid vast. Het verduurzamen van monumenten, deregulering en de ambitie van de Zonvisie zullen in deze agenda worden meegenomen. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 5 X Gemeente Amsterdam R % Gemeenteraad Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 602 Datum akkoord 2 september 2014 Publicatiedatum 5 september 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw A.M. Bosman en de heer M.E. van den Heuvel van 5 augustus 2014 inzake zonnepanelen op monumentale panden. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstellers. Het college heeft de ambitie om in 2020 het aandeel duurzaam opgewekte energie binnen Amsterdam met 20% te laten toenemen. Zonne-energie is een belangrijke bron daarvoor. Eerder is de doelstelling vastgelegd om in 2020 160 MW zonnestroom per jaar op te wekken binnen de gemeente Amsterdam. Voor 2040 is het streefcijfer 1000 MW. Zonne-energie is een belangrijke manier voor bewoners en ondernemers om zelf voor hun elektriciteitsvoorziening te zorgen. Dat is goed voor het milieu, de energierekening en de onafhankelijkheid van Amsterdam ten opzichte van onberekenbare buitenlandse energieproducenten. Amsterdam heeft naast de ruim 8500 rijks- en gemeentelijke monumenten, ook een toenemend aantal beschermde stads- en dorpsgezichten. Het hele centrum van Amsterdam is sinds 1999 beschermd stadsgezicht en de grachtengordel behoort sinds 2010 tot het UNESCO werelderfgoed. De fractie van D66 vindt het belangrijk dat deze historische waarde wordt beschermd zodat Amsterdammers en latere generaties er nog volop van kunnen genieten en leren. De fractie van D66 kiest ook voor een schone, groene en gezonde stad. Het is van belang dat de gemeente ruimte geeft aan initiatieven die bijdragen aan nieuwe oplossingen van duurzaamheid, waarbij we openstaan kijken voor het aanpassen van geldende (verouderde) regels die verduurzaming in de weg staan, zonder dat de authenticiteit van monumenten wordt aangetast. Nu heeft de fractie van D66 begrepen dat de gemeente Amsterdam samen met De Groene Grachten, Stadsherstel en Search een pilot is gestart om zonnepanelen te plaatsen op de schuine kap van Pakhuis de Zwijger onder de naam: ‘Zon op de Zwijger’. Het betreft een zogenaamd sheddak (‘zaagtandendak’), dat een zichtlocatie is. Hieruit volgt waarschijnlijk een prijsvraag voor de aanbesteding die moet aantonen welke partij het beste zonnepanelen op een monument kan plaatsen. Dit project is benoemd als ‘pilot om uit te vinden of zonnepanelen op een monument passend zijn, in relatie tot mogelijke technische gevolgen voor het dak door aanhechting van de panelen of verstoring van het monumentale ‘daklandschap’ door het aangezicht van zonnepanelen, omdat dat er nu eenmaal anders uitziet dan dat het daklandschap eruit zag in de 17° eeuw. 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing op Gemeenteblad Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 Dit is niet het eerste monument met zonnepanelen. Sinds september 2013 liggen er zonnepanelen op het (platte) dak van de Amstelkerk. Volgens de website van Stadsherstel, die de energie van de zonnepanelen gebruikt voor het eigen kantoor dat gevestigd is in dit rijksmonument, is de vergunning verleend nadat met foto's van een proefopstelling was aangetoond dat het monument met deze ‘reversibele toepassing’ geen schade op zou lopen. Ook zijn er (slechts) een klein aantal grachtenpanden die met trekken en sleuren een vergunning kregen om zonnepanelen op hun dak te mogen plaatsen, om zodoende hun eigen elektriciteit op te kunnen wekken. Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 5 augustus 2014, beiden namens de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Wat is het effect geweest van de — inmiddels afgeronde — pilot ‘Zon op de Amstelkerk’ voor zonne-energie op andere monumenten met een plat dak en in Amsterdam? Antwoord: Als onderdeel van het initiatief Groene Grachten, in 2012 gestart door Wubbo Ockels en erop gericht om energiemaatregelen in monumentale panden te promoten, is door Stadsherstel een viertal zonnepanelen aangebracht op de Amstelkerk. Voor NV Stadsherstel betrof de Amstelkerk een eerste project waarin zij zonnepanelen heeft aangebracht op een monumentaal pand. Deze panelen zijn aangebracht op een plat dak en wel binnen de kaders van de Welstandsnota. Leerdoel: uitvinden of het technisch mogelijk (ja) en rendabel is (nee, door de lage elektriciteitsprijs die Stadsherstel betaalt omdat zij grootverbruiker is, en de te betalen leges à 1050 euro). Het effect is dat er nu 4 panelen liggen op dit monument, en dat Stadsherstel inzicht heeft gekregen in de mogelijkheden (maatwerk) voor het aanbrengen van zonnepanelen op monumenten en de business case daarvan. Er zijn overigens meer (maar niet veel) voorbeelden van monumentale panden in de stad waarop door bewoners reeds zonnepanelen zijn aangebracht. Hiervoor is een vergunning nodig van het betreffende stadsdeel. De betrokkenheid van de gemeente bij dit project van Stichting de Groene Grachten en Stadsherstel was overigens beperkt. Bureau Monumenten en Archeologie (BMA) en programmabureau Klimaat en Energie waren inhoudelijk (advies, meedenken) betrokken bij het initiatief, het stadsdeel heeft de vergunning afgegeven. 2 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing op Gemeenteblad R Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 2. Klopt het dat de gemeente Amsterdam (de Dienst Ruimtelijke Ordening en het Bureau Monumenten & Archeologie) zich heeft aangesloten bij De Groene Grachten, Stadsherstel, Stadsdeel Oost, Pakhuis de Zwijger en Search en bezig is met de nieuwe pilot ‘Zon op de Zwijger’? Wat is de huidige status van dit project en wat is de tijdsplanning van deze pilot (inclusief moment van afronding)? Antwoord: Ja. Genoemde partijen hebben gezamenlijk de pilot ‘Zon op de Zwijger’ in voorbereiding. Dit project is geïnitieerd door De Groene Grachten. Het project sluit aan bij de Amsterdamse Zonvisie ‘Burgers en Bedrijven gaan voor de zon!’ (zie ook het antwoord op vraag 3). In dit project wordt onderzocht welke mogelijkheden ‘innovatieve zonnetechnologie’ (bijvoorbeeld: andere type zonnecellen, kleur en bevestigingstechnieken) biedt voor het aanbrengen van zonnepanelen op een monumentaal dak, én hoe dit zich verhoudt tot de geldende regels. Dit project onderscheidt zich van het eerdere project van Stadsherstel in de mate van ‘innovativiteit van de technologie die gebruikt zal worden. In het eerste project werd nog gebruik gemaakt van standaard zonnepanelen. In het nieuwe project op de Zwijger gaat men op zoek naar de meest innovatieve zon-oplossing voor dit monumentale pand. Het project is als volgt opgebouwd: 1. allereerst wordt (op dit moment) de haalbaarheid onderzocht (technisch, financieel, juridisch) voor het aanbrengen van zonnepanelen op Pakhuis de Zwijger (eigendom NV Stadsherstel); 2. op basis van dit onderzoek zal NV Stadsherstel een beslissing nemen om haar dak wel of niet ter beschikking te stellen; 3. indien zij akkoord gaat zal de markt in de vorm van een prijsvraag uitgedaagd worden om met haar ‘beste’ systeem te komen; 4. het zonnesysteem van de beste inzending zal door Stadsherstel worden uitgevoerd, onder voorbehoud van een positieve vergunningsbeschikking. Volgens planning wordt de prijsvraag dit najaar bekend gemaakt (indien Stadsherstel positief beslist; stap 2) en wordt het winnende systeem (beoordeling door jury in november/december) begin 2015 geïnstalleerd. De gemeente (BMA en Programmabureau Klimaat en Energie) is als adviseur bij dit project betrokken. De Groene Grachten is project trekker. Uiteindelijke installatie van het innovatieve zonnesysteem (als de prijsvraag daadwerkelijk wordt uitgeschreven en er een goede inzending komt, die binnen de wettelijke kaders past) wordt door Stadsherstel geregeld en gedekt. Stadsherstel vraagt daar mogelijk financiering voor aan in de laatste tender van het Amsterdams Investeringsfonds. 3 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing op Gemeenteblad R Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 3. Deelt het college de mening van de fractie van D66 over het belang van verduurzaming en eventueel aanpassen van regels om nieuwe oplossingen van duurzaamheid mogelijk te maken? Zo ja, welke leerpunten zijn/worden opgesteld ten aanzien van de pilot voor het sheddak van Pakhuis de Zwijger? En welke leerpunten waren opgesteld voor het platte dak van de Amstelkerk? Zo nee, waarom niet en hoe denkt het college dan de ambitie zoals geformuleerd in de Zonvisie 2013 te halen? Antwoord: Het College onderschrijft de mening van de fractie van D66 dat verduurzaming van de bestaande stad van groot belang is en onderstreept dat in het coalitieakkoord ‘Amsterdam is van iedereen’. Zij werkt o.a. aan de doelstelling dat in 2020 20% meer duurzame energie wordt geproduceerd dan nu het geval is. Zonne-energie in de bestaande stad draagt daar aan bij. Om dit te realiseren kan het nodig zijn om bestaande regels aan te passen, of met het Rijk in gesprek te gaan wanneer de bevoegdheid niet bij de gemeente ligt. Aanpassing van regels kan bijvoorbeeld nodig zijn in de situatie waarin regels, maatschappelijke wensen, en toegenomen mogelijkheden door nieuwe (technologische}oplossingen, niet meer met elkaar in overeenstemming zijn. In het collegeprogramma is daarover afgesproken dat “we de regels voor het duurzaam aanpassen van gebouwen [gaan] versimpelen, bijvoorbeeld op het gebied van de teruglevering van energie en het gezamenlijk gebruik van daken voor zonnepanelen”. Daarbij dient het college uiteraard wel te opereren binnen de kaders van de landelijke wet- en regelgeving. Het College is daarnaast van mening dat de energietransitie alleen plaatsvindt als duurzaamheidsprojecten schaal krijgen. Daarvoor is het van belang dat wordt gewerkt aan opschaalbaarheid en kopieerbaarheid van oplossingen. De leerpunten die de pilot ‘Zon op de Zwijger’ op zal leveren zijn: — voorbeeldfunctie: onderzoeken en laten zien hoe een nieuwe zonnetechnologie mogelijk is op een monumentaal dak, waar dat met conventionele panelen niet haalbaar/wenselijk is; — kennisontwikkeling (bij overheid en markt) ten aanzien van technische mogelijkheden van zonne-energie; — onderzoeken hoe het vigerende welstandskader zich verhoudt tot innovatieve zon technologieën. Deze leerpunten zijn vooraf besproken met de projectpartners. Voor het project Amstelkerk waren geen leerpunten geformuleerd vanuit de gemeente, omdat de betrokkenheid beperkt was. Het pilotproject Zon op de Zwijger levert input voor het evalueren van de regels en draagt bij aan de uitvoering van het deel van de Zonvisie dat daarover gaat. In de Zonvisie zijn 8 programmalijnen opgenomen waarlangs de gemeente de toepassing van zonne-energie door burgers en bedrijven stimuleert. In lijn 7 (activiteit # 21) is opgenomen dat regelgeving periodiek tegen het licht wordt gehouden om te zien of deze (nog) in lijn is met de stand der techniek op het gebied van o.a. zonnesystemen. 4 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing op Gemeenteblad Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 4. Onder welke criteria zou het college de resultaten van de pilot “Zon op de Zwijger’ als een succes beoordelen? Wanneer vindt die beoordeling plaats en welke Amsterdamse stakeholders zijn hierbij betrokken? Antwoord: Het project ‘Zon op de Zwijger’ wordt als succes beschouwd als: 1. de prijsvraag een inzending oplevert die een goede technische oplossing biedt voor dit specifieke monumentale dak. Een goede technische oplossing is een oplossing die aansluit bij de eisen van de pandeigenaar (stadsherstel), betaalbaar is, en die aanvaardbaar is vanuit esthetisch en historisch oogpunt en valt binnen de kaders van Welstand en Monumenten; 2. het project bijdraagt aan het vinden van een oplossing voor het aanbrengen van zonnesystemen op andere monumentale panden, nu of in de toekomst. Dit is geen hard criterium, omdat de bijdrage van één project aan een bredere maatschappelijke ontwikkeling moeilijk te meten is. Amsterdam wil echter duurzame koploper zijn, en daar hoort ook bij dat er ruimte wordt gemaakt voor innovatie; 3. het project daarnaast input levert voor de periodieke herijking van de regels conform de Zonvisie (zie het antwoord op vraag 3). De beoogde planning: zie het antwoord op vraag 2. De betrokken stakeholders zijn: — De Groene Grachten; — NV Stadsherstel; — de gemeente Amsterdam (DRO, BMA, stadsdeel Centrum); — Uuurders van Pakhuis de Zwijger (via Stadsherstel); — Search. 5. Is het college van plan een vervolg te maken op het Amsterdamse duurzaamheidsprogramma 2011-2014, en indien dat het geval is, overeenkomstig het coalitieakkoord (blz. 27), de ambitie ten aanzien van lokale zonne-energie uit de Zonvisie conform het initiatiefvoorstel van het voormalig raadslid de heer Manuel en de resultaten van de ‘pilots’ op Pakhuis de Zwijger en de Amstelkerk daarin aandacht te besteden aan het verduurzamen van monumenten? Antwoord: Het College stelt eind dit jaar een Agenda Duurzaamheid vast. Het verduurzamen van monumenten, deregulering en de ambitie van de Zonvisie zullen in deze agenda worden meegenomen. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 5 X Gemeente Amsterdam R % Gemeenteraad Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 602 Datum akkoord 2 september 2014 Publicatiedatum 5 september 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw A.M. Bosman en de heer M.E. van den Heuvel van 5 augustus 2014 inzake zonnepanelen op monumentale panden. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstellers. Het college heeft de ambitie om in 2020 het aandeel duurzaam opgewekte energie binnen Amsterdam met 20% te laten toenemen. Zonne-energie is een belangrijke bron daarvoor. Eerder is de doelstelling vastgelegd om in 2020 160 MW zonnestroom per jaar op te wekken binnen de gemeente Amsterdam. Voor 2040 is het streefcijfer 1000 MW. Zonne-energie is een belangrijke manier voor bewoners en ondernemers om zelf voor hun elektriciteitsvoorziening te zorgen. Dat is goed voor het milieu, de energierekening en de onafhankelijkheid van Amsterdam ten opzichte van onberekenbare buitenlandse energieproducenten. Amsterdam heeft naast de ruim 8500 rijks- en gemeentelijke monumenten, ook een toenemend aantal beschermde stads- en dorpsgezichten. Het hele centrum van Amsterdam is sinds 1999 beschermd stadsgezicht en de grachtengordel behoort sinds 2010 tot het UNESCO werelderfgoed. De fractie van D66 vindt het belangrijk dat deze historische waarde wordt beschermd zodat Amsterdammers en latere generaties er nog volop van kunnen genieten en leren. De fractie van D66 kiest ook voor een schone, groene en gezonde stad. Het is van belang dat de gemeente ruimte geeft aan initiatieven die bijdragen aan nieuwe oplossingen van duurzaamheid, waarbij we openstaan kijken voor het aanpassen van geldende (verouderde) regels die verduurzaming in de weg staan, zonder dat de authenticiteit van monumenten wordt aangetast. Nu heeft de fractie van D66 begrepen dat de gemeente Amsterdam samen met De Groene Grachten, Stadsherstel en Search een pilot is gestart om zonnepanelen te plaatsen op de schuine kap van Pakhuis de Zwijger onder de naam: ‘Zon op de Zwijger’. Het betreft een zogenaamd sheddak (‘zaagtandendak’), dat een zichtlocatie is. Hieruit volgt waarschijnlijk een prijsvraag voor de aanbesteding die moet aantonen welke partij het beste zonnepanelen op een monument kan plaatsen. Dit project is benoemd als ‘pilot om uit te vinden of zonnepanelen op een monument passend zijn, in relatie tot mogelijke technische gevolgen voor het dak door aanhechting van de panelen of verstoring van het monumentale ‘daklandschap’ door het aangezicht van zonnepanelen, omdat dat er nu eenmaal anders uitziet dan dat het daklandschap eruit zag in de 17° eeuw. 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing op Gemeenteblad Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 Dit is niet het eerste monument met zonnepanelen. Sinds september 2013 liggen er zonnepanelen op het (platte) dak van de Amstelkerk. Volgens de website van Stadsherstel, die de energie van de zonnepanelen gebruikt voor het eigen kantoor dat gevestigd is in dit rijksmonument, is de vergunning verleend nadat met foto's van een proefopstelling was aangetoond dat het monument met deze ‘reversibele toepassing’ geen schade op zou lopen. Ook zijn er (slechts) een klein aantal grachtenpanden die met trekken en sleuren een vergunning kregen om zonnepanelen op hun dak te mogen plaatsen, om zodoende hun eigen elektriciteit op te kunnen wekken. Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 5 augustus 2014, beiden namens de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Wat is het effect geweest van de — inmiddels afgeronde — pilot ‘Zon op de Amstelkerk’ voor zonne-energie op andere monumenten met een plat dak en in Amsterdam? Antwoord: Als onderdeel van het initiatief Groene Grachten, in 2012 gestart door Wubbo Ockels en erop gericht om energiemaatregelen in monumentale panden te promoten, is door Stadsherstel een viertal zonnepanelen aangebracht op de Amstelkerk. Voor NV Stadsherstel betrof de Amstelkerk een eerste project waarin zij zonnepanelen heeft aangebracht op een monumentaal pand. Deze panelen zijn aangebracht op een plat dak en wel binnen de kaders van de Welstandsnota. Leerdoel: uitvinden of het technisch mogelijk (ja) en rendabel is (nee, door de lage elektriciteitsprijs die Stadsherstel betaalt omdat zij grootverbruiker is, en de te betalen leges à 1050 euro). Het effect is dat er nu 4 panelen liggen op dit monument, en dat Stadsherstel inzicht heeft gekregen in de mogelijkheden (maatwerk) voor het aanbrengen van zonnepanelen op monumenten en de business case daarvan. Er zijn overigens meer (maar niet veel) voorbeelden van monumentale panden in de stad waarop door bewoners reeds zonnepanelen zijn aangebracht. Hiervoor is een vergunning nodig van het betreffende stadsdeel. De betrokkenheid van de gemeente bij dit project van Stichting de Groene Grachten en Stadsherstel was overigens beperkt. Bureau Monumenten en Archeologie (BMA) en programmabureau Klimaat en Energie waren inhoudelijk (advies, meedenken) betrokken bij het initiatief, het stadsdeel heeft de vergunning afgegeven. 2 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing op Gemeenteblad R Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 2. Klopt het dat de gemeente Amsterdam (de Dienst Ruimtelijke Ordening en het Bureau Monumenten & Archeologie) zich heeft aangesloten bij De Groene Grachten, Stadsherstel, Stadsdeel Oost, Pakhuis de Zwijger en Search en bezig is met de nieuwe pilot ‘Zon op de Zwijger’? Wat is de huidige status van dit project en wat is de tijdsplanning van deze pilot (inclusief moment van afronding)? Antwoord: Ja. Genoemde partijen hebben gezamenlijk de pilot ‘Zon op de Zwijger’ in voorbereiding. Dit project is geïnitieerd door De Groene Grachten. Het project sluit aan bij de Amsterdamse Zonvisie ‘Burgers en Bedrijven gaan voor de zon!’ (zie ook het antwoord op vraag 3). In dit project wordt onderzocht welke mogelijkheden ‘innovatieve zonnetechnologie’ (bijvoorbeeld: andere type zonnecellen, kleur en bevestigingstechnieken) biedt voor het aanbrengen van zonnepanelen op een monumentaal dak, én hoe dit zich verhoudt tot de geldende regels. Dit project onderscheidt zich van het eerdere project van Stadsherstel in de mate van ‘innovativiteit van de technologie die gebruikt zal worden. In het eerste project werd nog gebruik gemaakt van standaard zonnepanelen. In het nieuwe project op de Zwijger gaat men op zoek naar de meest innovatieve zon-oplossing voor dit monumentale pand. Het project is als volgt opgebouwd: 1. allereerst wordt (op dit moment) de haalbaarheid onderzocht (technisch, financieel, juridisch) voor het aanbrengen van zonnepanelen op Pakhuis de Zwijger (eigendom NV Stadsherstel); 2. op basis van dit onderzoek zal NV Stadsherstel een beslissing nemen om haar dak wel of niet ter beschikking te stellen; 3. indien zij akkoord gaat zal de markt in de vorm van een prijsvraag uitgedaagd worden om met haar ‘beste’ systeem te komen; 4. het zonnesysteem van de beste inzending zal door Stadsherstel worden uitgevoerd, onder voorbehoud van een positieve vergunningsbeschikking. Volgens planning wordt de prijsvraag dit najaar bekend gemaakt (indien Stadsherstel positief beslist; stap 2) en wordt het winnende systeem (beoordeling door jury in november/december) begin 2015 geïnstalleerd. De gemeente (BMA en Programmabureau Klimaat en Energie) is als adviseur bij dit project betrokken. De Groene Grachten is project trekker. Uiteindelijke installatie van het innovatieve zonnesysteem (als de prijsvraag daadwerkelijk wordt uitgeschreven en er een goede inzending komt, die binnen de wettelijke kaders past) wordt door Stadsherstel geregeld en gedekt. Stadsherstel vraagt daar mogelijk financiering voor aan in de laatste tender van het Amsterdams Investeringsfonds. 3 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing op Gemeenteblad R Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 3. Deelt het college de mening van de fractie van D66 over het belang van verduurzaming en eventueel aanpassen van regels om nieuwe oplossingen van duurzaamheid mogelijk te maken? Zo ja, welke leerpunten zijn/worden opgesteld ten aanzien van de pilot voor het sheddak van Pakhuis de Zwijger? En welke leerpunten waren opgesteld voor het platte dak van de Amstelkerk? Zo nee, waarom niet en hoe denkt het college dan de ambitie zoals geformuleerd in de Zonvisie 2013 te halen? Antwoord: Het College onderschrijft de mening van de fractie van D66 dat verduurzaming van de bestaande stad van groot belang is en onderstreept dat in het coalitieakkoord ‘Amsterdam is van iedereen’. Zij werkt o.a. aan de doelstelling dat in 2020 20% meer duurzame energie wordt geproduceerd dan nu het geval is. Zonne-energie in de bestaande stad draagt daar aan bij. Om dit te realiseren kan het nodig zijn om bestaande regels aan te passen, of met het Rijk in gesprek te gaan wanneer de bevoegdheid niet bij de gemeente ligt. Aanpassing van regels kan bijvoorbeeld nodig zijn in de situatie waarin regels, maatschappelijke wensen, en toegenomen mogelijkheden door nieuwe (technologische}oplossingen, niet meer met elkaar in overeenstemming zijn. In het collegeprogramma is daarover afgesproken dat “we de regels voor het duurzaam aanpassen van gebouwen [gaan] versimpelen, bijvoorbeeld op het gebied van de teruglevering van energie en het gezamenlijk gebruik van daken voor zonnepanelen”. Daarbij dient het college uiteraard wel te opereren binnen de kaders van de landelijke wet- en regelgeving. Het College is daarnaast van mening dat de energietransitie alleen plaatsvindt als duurzaamheidsprojecten schaal krijgen. Daarvoor is het van belang dat wordt gewerkt aan opschaalbaarheid en kopieerbaarheid van oplossingen. De leerpunten die de pilot ‘Zon op de Zwijger’ op zal leveren zijn: — voorbeeldfunctie: onderzoeken en laten zien hoe een nieuwe zonnetechnologie mogelijk is op een monumentaal dak, waar dat met conventionele panelen niet haalbaar/wenselijk is; — kennisontwikkeling (bij overheid en markt) ten aanzien van technische mogelijkheden van zonne-energie; — onderzoeken hoe het vigerende welstandskader zich verhoudt tot innovatieve zon technologieën. Deze leerpunten zijn vooraf besproken met de projectpartners. Voor het project Amstelkerk waren geen leerpunten geformuleerd vanuit de gemeente, omdat de betrokkenheid beperkt was. Het pilotproject Zon op de Zwijger levert input voor het evalueren van de regels en draagt bij aan de uitvoering van het deel van de Zonvisie dat daarover gaat. In de Zonvisie zijn 8 programmalijnen opgenomen waarlangs de gemeente de toepassing van zonne-energie door burgers en bedrijven stimuleert. In lijn 7 (activiteit # 21) is opgenomen dat regelgeving periodiek tegen het licht wordt gehouden om te zien of deze (nog) in lijn is met de stand der techniek op het gebied van o.a. zonnesystemen. 4 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing op Gemeenteblad Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 4. Onder welke criteria zou het college de resultaten van de pilot “Zon op de Zwijger’ als een succes beoordelen? Wanneer vindt die beoordeling plaats en welke Amsterdamse stakeholders zijn hierbij betrokken? Antwoord: Het project ‘Zon op de Zwijger’ wordt als succes beschouwd als: 1. de prijsvraag een inzending oplevert die een goede technische oplossing biedt voor dit specifieke monumentale dak. Een goede technische oplossing is een oplossing die aansluit bij de eisen van de pandeigenaar (stadsherstel), betaalbaar is, en die aanvaardbaar is vanuit esthetisch en historisch oogpunt en valt binnen de kaders van Welstand en Monumenten; 2. het project bijdraagt aan het vinden van een oplossing voor het aanbrengen van zonnesystemen op andere monumentale panden, nu of in de toekomst. Dit is geen hard criterium, omdat de bijdrage van één project aan een bredere maatschappelijke ontwikkeling moeilijk te meten is. Amsterdam wil echter duurzame koploper zijn, en daar hoort ook bij dat er ruimte wordt gemaakt voor innovatie; 3. het project daarnaast input levert voor de periodieke herijking van de regels conform de Zonvisie (zie het antwoord op vraag 3). De beoogde planning: zie het antwoord op vraag 2. De betrokken stakeholders zijn: — De Groene Grachten; — NV Stadsherstel; — de gemeente Amsterdam (DRO, BMA, stadsdeel Centrum); — Uuurders van Pakhuis de Zwijger (via Stadsherstel); — Search. 5. Is het college van plan een vervolg te maken op het Amsterdamse duurzaamheidsprogramma 2011-2014, en indien dat het geval is, overeenkomstig het coalitieakkoord (blz. 27), de ambitie ten aanzien van lokale zonne-energie uit de Zonvisie conform het initiatiefvoorstel van het voormalig raadslid de heer Manuel en de resultaten van de ‘pilots’ op Pakhuis de Zwijger en de Amstelkerk daarin aandacht te besteden aan het verduurzamen van monumenten? Antwoord: Het College stelt eind dit jaar een Agenda Duurzaamheid vast. Het verduurzamen van monumenten, deregulering en de ambitie van de Zonvisie zullen in deze agenda worden meegenomen. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 5 X Gemeente Amsterdam R % Gemeenteraad Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 602 Datum akkoord 2 september 2014 Publicatiedatum 5 september 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw A.M. Bosman en de heer M.E. van den Heuvel van 5 augustus 2014 inzake zonnepanelen op monumentale panden. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstellers. Het college heeft de ambitie om in 2020 het aandeel duurzaam opgewekte energie binnen Amsterdam met 20% te laten toenemen. Zonne-energie is een belangrijke bron daarvoor. Eerder is de doelstelling vastgelegd om in 2020 160 MW zonnestroom per jaar op te wekken binnen de gemeente Amsterdam. Voor 2040 is het streefcijfer 1000 MW. Zonne-energie is een belangrijke manier voor bewoners en ondernemers om zelf voor hun elektriciteitsvoorziening te zorgen. Dat is goed voor het milieu, de energierekening en de onafhankelijkheid van Amsterdam ten opzichte van onberekenbare buitenlandse energieproducenten. Amsterdam heeft naast de ruim 8500 rijks- en gemeentelijke monumenten, ook een toenemend aantal beschermde stads- en dorpsgezichten. Het hele centrum van Amsterdam is sinds 1999 beschermd stadsgezicht en de grachtengordel behoort sinds 2010 tot het UNESCO werelderfgoed. De fractie van D66 vindt het belangrijk dat deze historische waarde wordt beschermd zodat Amsterdammers en latere generaties er nog volop van kunnen genieten en leren. De fractie van D66 kiest ook voor een schone, groene en gezonde stad. Het is van belang dat de gemeente ruimte geeft aan initiatieven die bijdragen aan nieuwe oplossingen van duurzaamheid, waarbij we openstaan kijken voor het aanpassen van geldende (verouderde) regels die verduurzaming in de weg staan, zonder dat de authenticiteit van monumenten wordt aangetast. Nu heeft de fractie van D66 begrepen dat de gemeente Amsterdam samen met De Groene Grachten, Stadsherstel en Search een pilot is gestart om zonnepanelen te plaatsen op de schuine kap van Pakhuis de Zwijger onder de naam: ‘Zon op de Zwijger’. Het betreft een zogenaamd sheddak (‘zaagtandendak’), dat een zichtlocatie is. Hieruit volgt waarschijnlijk een prijsvraag voor de aanbesteding die moet aantonen welke partij het beste zonnepanelen op een monument kan plaatsen. Dit project is benoemd als ‘pilot om uit te vinden of zonnepanelen op een monument passend zijn, in relatie tot mogelijke technische gevolgen voor het dak door aanhechting van de panelen of verstoring van het monumentale ‘daklandschap’ door het aangezicht van zonnepanelen, omdat dat er nu eenmaal anders uitziet dan dat het daklandschap eruit zag in de 17° eeuw. 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing op Gemeenteblad Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 Dit is niet het eerste monument met zonnepanelen. Sinds september 2013 liggen er zonnepanelen op het (platte) dak van de Amstelkerk. Volgens de website van Stadsherstel, die de energie van de zonnepanelen gebruikt voor het eigen kantoor dat gevestigd is in dit rijksmonument, is de vergunning verleend nadat met foto's van een proefopstelling was aangetoond dat het monument met deze ‘reversibele toepassing’ geen schade op zou lopen. Ook zijn er (slechts) een klein aantal grachtenpanden die met trekken en sleuren een vergunning kregen om zonnepanelen op hun dak te mogen plaatsen, om zodoende hun eigen elektriciteit op te kunnen wekken. Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 5 augustus 2014, beiden namens de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Wat is het effect geweest van de — inmiddels afgeronde — pilot ‘Zon op de Amstelkerk’ voor zonne-energie op andere monumenten met een plat dak en in Amsterdam? Antwoord: Als onderdeel van het initiatief Groene Grachten, in 2012 gestart door Wubbo Ockels en erop gericht om energiemaatregelen in monumentale panden te promoten, is door Stadsherstel een viertal zonnepanelen aangebracht op de Amstelkerk. Voor NV Stadsherstel betrof de Amstelkerk een eerste project waarin zij zonnepanelen heeft aangebracht op een monumentaal pand. Deze panelen zijn aangebracht op een plat dak en wel binnen de kaders van de Welstandsnota. Leerdoel: uitvinden of het technisch mogelijk (ja) en rendabel is (nee, door de lage elektriciteitsprijs die Stadsherstel betaalt omdat zij grootverbruiker is, en de te betalen leges à 1050 euro). Het effect is dat er nu 4 panelen liggen op dit monument, en dat Stadsherstel inzicht heeft gekregen in de mogelijkheden (maatwerk) voor het aanbrengen van zonnepanelen op monumenten en de business case daarvan. Er zijn overigens meer (maar niet veel) voorbeelden van monumentale panden in de stad waarop door bewoners reeds zonnepanelen zijn aangebracht. Hiervoor is een vergunning nodig van het betreffende stadsdeel. De betrokkenheid van de gemeente bij dit project van Stichting de Groene Grachten en Stadsherstel was overigens beperkt. Bureau Monumenten en Archeologie (BMA) en programmabureau Klimaat en Energie waren inhoudelijk (advies, meedenken) betrokken bij het initiatief, het stadsdeel heeft de vergunning afgegeven. 2 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing op Gemeenteblad R Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 2. Klopt het dat de gemeente Amsterdam (de Dienst Ruimtelijke Ordening en het Bureau Monumenten & Archeologie) zich heeft aangesloten bij De Groene Grachten, Stadsherstel, Stadsdeel Oost, Pakhuis de Zwijger en Search en bezig is met de nieuwe pilot ‘Zon op de Zwijger’? Wat is de huidige status van dit project en wat is de tijdsplanning van deze pilot (inclusief moment van afronding)? Antwoord: Ja. Genoemde partijen hebben gezamenlijk de pilot ‘Zon op de Zwijger’ in voorbereiding. Dit project is geïnitieerd door De Groene Grachten. Het project sluit aan bij de Amsterdamse Zonvisie ‘Burgers en Bedrijven gaan voor de zon!’ (zie ook het antwoord op vraag 3). In dit project wordt onderzocht welke mogelijkheden ‘innovatieve zonnetechnologie’ (bijvoorbeeld: andere type zonnecellen, kleur en bevestigingstechnieken) biedt voor het aanbrengen van zonnepanelen op een monumentaal dak, én hoe dit zich verhoudt tot de geldende regels. Dit project onderscheidt zich van het eerdere project van Stadsherstel in de mate van ‘innovativiteit van de technologie die gebruikt zal worden. In het eerste project werd nog gebruik gemaakt van standaard zonnepanelen. In het nieuwe project op de Zwijger gaat men op zoek naar de meest innovatieve zon-oplossing voor dit monumentale pand. Het project is als volgt opgebouwd: 1. allereerst wordt (op dit moment) de haalbaarheid onderzocht (technisch, financieel, juridisch) voor het aanbrengen van zonnepanelen op Pakhuis de Zwijger (eigendom NV Stadsherstel); 2. op basis van dit onderzoek zal NV Stadsherstel een beslissing nemen om haar dak wel of niet ter beschikking te stellen; 3. indien zij akkoord gaat zal de markt in de vorm van een prijsvraag uitgedaagd worden om met haar ‘beste’ systeem te komen; 4. het zonnesysteem van de beste inzending zal door Stadsherstel worden uitgevoerd, onder voorbehoud van een positieve vergunningsbeschikking. Volgens planning wordt de prijsvraag dit najaar bekend gemaakt (indien Stadsherstel positief beslist; stap 2) en wordt het winnende systeem (beoordeling door jury in november/december) begin 2015 geïnstalleerd. De gemeente (BMA en Programmabureau Klimaat en Energie) is als adviseur bij dit project betrokken. De Groene Grachten is project trekker. Uiteindelijke installatie van het innovatieve zonnesysteem (als de prijsvraag daadwerkelijk wordt uitgeschreven en er een goede inzending komt, die binnen de wettelijke kaders past) wordt door Stadsherstel geregeld en gedekt. Stadsherstel vraagt daar mogelijk financiering voor aan in de laatste tender van het Amsterdams Investeringsfonds. 3 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing op Gemeenteblad R Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 3. Deelt het college de mening van de fractie van D66 over het belang van verduurzaming en eventueel aanpassen van regels om nieuwe oplossingen van duurzaamheid mogelijk te maken? Zo ja, welke leerpunten zijn/worden opgesteld ten aanzien van de pilot voor het sheddak van Pakhuis de Zwijger? En welke leerpunten waren opgesteld voor het platte dak van de Amstelkerk? Zo nee, waarom niet en hoe denkt het college dan de ambitie zoals geformuleerd in de Zonvisie 2013 te halen? Antwoord: Het College onderschrijft de mening van de fractie van D66 dat verduurzaming van de bestaande stad van groot belang is en onderstreept dat in het coalitieakkoord ‘Amsterdam is van iedereen’. Zij werkt o.a. aan de doelstelling dat in 2020 20% meer duurzame energie wordt geproduceerd dan nu het geval is. Zonne-energie in de bestaande stad draagt daar aan bij. Om dit te realiseren kan het nodig zijn om bestaande regels aan te passen, of met het Rijk in gesprek te gaan wanneer de bevoegdheid niet bij de gemeente ligt. Aanpassing van regels kan bijvoorbeeld nodig zijn in de situatie waarin regels, maatschappelijke wensen, en toegenomen mogelijkheden door nieuwe (technologische}oplossingen, niet meer met elkaar in overeenstemming zijn. In het collegeprogramma is daarover afgesproken dat “we de regels voor het duurzaam aanpassen van gebouwen [gaan] versimpelen, bijvoorbeeld op het gebied van de teruglevering van energie en het gezamenlijk gebruik van daken voor zonnepanelen”. Daarbij dient het college uiteraard wel te opereren binnen de kaders van de landelijke wet- en regelgeving. Het College is daarnaast van mening dat de energietransitie alleen plaatsvindt als duurzaamheidsprojecten schaal krijgen. Daarvoor is het van belang dat wordt gewerkt aan opschaalbaarheid en kopieerbaarheid van oplossingen. De leerpunten die de pilot ‘Zon op de Zwijger’ op zal leveren zijn: — voorbeeldfunctie: onderzoeken en laten zien hoe een nieuwe zonnetechnologie mogelijk is op een monumentaal dak, waar dat met conventionele panelen niet haalbaar/wenselijk is; — kennisontwikkeling (bij overheid en markt) ten aanzien van technische mogelijkheden van zonne-energie; — onderzoeken hoe het vigerende welstandskader zich verhoudt tot innovatieve zon technologieën. Deze leerpunten zijn vooraf besproken met de projectpartners. Voor het project Amstelkerk waren geen leerpunten geformuleerd vanuit de gemeente, omdat de betrokkenheid beperkt was. Het pilotproject Zon op de Zwijger levert input voor het evalueren van de regels en draagt bij aan de uitvoering van het deel van de Zonvisie dat daarover gaat. In de Zonvisie zijn 8 programmalijnen opgenomen waarlangs de gemeente de toepassing van zonne-energie door burgers en bedrijven stimuleert. In lijn 7 (activiteit # 21) is opgenomen dat regelgeving periodiek tegen het licht wordt gehouden om te zien of deze (nog) in lijn is met de stand der techniek op het gebied van o.a. zonnesystemen. 4 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing op Gemeenteblad Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 4. Onder welke criteria zou het college de resultaten van de pilot “Zon op de Zwijger’ als een succes beoordelen? Wanneer vindt die beoordeling plaats en welke Amsterdamse stakeholders zijn hierbij betrokken? Antwoord: Het project ‘Zon op de Zwijger’ wordt als succes beschouwd als: 1. de prijsvraag een inzending oplevert die een goede technische oplossing biedt voor dit specifieke monumentale dak. Een goede technische oplossing is een oplossing die aansluit bij de eisen van de pandeigenaar (stadsherstel), betaalbaar is, en die aanvaardbaar is vanuit esthetisch en historisch oogpunt en valt binnen de kaders van Welstand en Monumenten; 2. het project bijdraagt aan het vinden van een oplossing voor het aanbrengen van zonnesystemen op andere monumentale panden, nu of in de toekomst. Dit is geen hard criterium, omdat de bijdrage van één project aan een bredere maatschappelijke ontwikkeling moeilijk te meten is. Amsterdam wil echter duurzame koploper zijn, en daar hoort ook bij dat er ruimte wordt gemaakt voor innovatie; 3. het project daarnaast input levert voor de periodieke herijking van de regels conform de Zonvisie (zie het antwoord op vraag 3). De beoogde planning: zie het antwoord op vraag 2. De betrokken stakeholders zijn: — De Groene Grachten; — NV Stadsherstel; — de gemeente Amsterdam (DRO, BMA, stadsdeel Centrum); — Uuurders van Pakhuis de Zwijger (via Stadsherstel); — Search. 5. Is het college van plan een vervolg te maken op het Amsterdamse duurzaamheidsprogramma 2011-2014, en indien dat het geval is, overeenkomstig het coalitieakkoord (blz. 27), de ambitie ten aanzien van lokale zonne-energie uit de Zonvisie conform het initiatiefvoorstel van het voormalig raadslid de heer Manuel en de resultaten van de ‘pilots’ op Pakhuis de Zwijger en de Amstelkerk daarin aandacht te besteden aan het verduurzamen van monumenten? Antwoord: Het College stelt eind dit jaar een Agenda Duurzaamheid vast. Het verduurzamen van monumenten, deregulering en de ambitie van de Zonvisie zullen in deze agenda worden meegenomen. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 5 X Gemeente Amsterdam R % Gemeenteraad Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 602 Datum akkoord 2 september 2014 Publicatiedatum 5 september 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw A.M. Bosman en de heer M.E. van den Heuvel van 5 augustus 2014 inzake zonnepanelen op monumentale panden. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstellers. Het college heeft de ambitie om in 2020 het aandeel duurzaam opgewekte energie binnen Amsterdam met 20% te laten toenemen. Zonne-energie is een belangrijke bron daarvoor. Eerder is de doelstelling vastgelegd om in 2020 160 MW zonnestroom per jaar op te wekken binnen de gemeente Amsterdam. Voor 2040 is het streefcijfer 1000 MW. Zonne-energie is een belangrijke manier voor bewoners en ondernemers om zelf voor hun elektriciteitsvoorziening te zorgen. Dat is goed voor het milieu, de energierekening en de onafhankelijkheid van Amsterdam ten opzichte van onberekenbare buitenlandse energieproducenten. Amsterdam heeft naast de ruim 8500 rijks- en gemeentelijke monumenten, ook een toenemend aantal beschermde stads- en dorpsgezichten. Het hele centrum van Amsterdam is sinds 1999 beschermd stadsgezicht en de grachtengordel behoort sinds 2010 tot het UNESCO werelderfgoed. De fractie van D66 vindt het belangrijk dat deze historische waarde wordt beschermd zodat Amsterdammers en latere generaties er nog volop van kunnen genieten en leren. De fractie van D66 kiest ook voor een schone, groene en gezonde stad. Het is van belang dat de gemeente ruimte geeft aan initiatieven die bijdragen aan nieuwe oplossingen van duurzaamheid, waarbij we openstaan kijken voor het aanpassen van geldende (verouderde) regels die verduurzaming in de weg staan, zonder dat de authenticiteit van monumenten wordt aangetast. Nu heeft de fractie van D66 begrepen dat de gemeente Amsterdam samen met De Groene Grachten, Stadsherstel en Search een pilot is gestart om zonnepanelen te plaatsen op de schuine kap van Pakhuis de Zwijger onder de naam: ‘Zon op de Zwijger’. Het betreft een zogenaamd sheddak (‘zaagtandendak’), dat een zichtlocatie is. Hieruit volgt waarschijnlijk een prijsvraag voor de aanbesteding die moet aantonen welke partij het beste zonnepanelen op een monument kan plaatsen. Dit project is benoemd als ‘pilot om uit te vinden of zonnepanelen op een monument passend zijn, in relatie tot mogelijke technische gevolgen voor het dak door aanhechting van de panelen of verstoring van het monumentale ‘daklandschap’ door het aangezicht van zonnepanelen, omdat dat er nu eenmaal anders uitziet dan dat het daklandschap eruit zag in de 17° eeuw. 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing op Gemeenteblad Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 Dit is niet het eerste monument met zonnepanelen. Sinds september 2013 liggen er zonnepanelen op het (platte) dak van de Amstelkerk. Volgens de website van Stadsherstel, die de energie van de zonnepanelen gebruikt voor het eigen kantoor dat gevestigd is in dit rijksmonument, is de vergunning verleend nadat met foto's van een proefopstelling was aangetoond dat het monument met deze ‘reversibele toepassing’ geen schade op zou lopen. Ook zijn er (slechts) een klein aantal grachtenpanden die met trekken en sleuren een vergunning kregen om zonnepanelen op hun dak te mogen plaatsen, om zodoende hun eigen elektriciteit op te kunnen wekken. Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 5 augustus 2014, beiden namens de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Wat is het effect geweest van de — inmiddels afgeronde — pilot ‘Zon op de Amstelkerk’ voor zonne-energie op andere monumenten met een plat dak en in Amsterdam? Antwoord: Als onderdeel van het initiatief Groene Grachten, in 2012 gestart door Wubbo Ockels en erop gericht om energiemaatregelen in monumentale panden te promoten, is door Stadsherstel een viertal zonnepanelen aangebracht op de Amstelkerk. Voor NV Stadsherstel betrof de Amstelkerk een eerste project waarin zij zonnepanelen heeft aangebracht op een monumentaal pand. Deze panelen zijn aangebracht op een plat dak en wel binnen de kaders van de Welstandsnota. Leerdoel: uitvinden of het technisch mogelijk (ja) en rendabel is (nee, door de lage elektriciteitsprijs die Stadsherstel betaalt omdat zij grootverbruiker is, en de te betalen leges à 1050 euro). Het effect is dat er nu 4 panelen liggen op dit monument, en dat Stadsherstel inzicht heeft gekregen in de mogelijkheden (maatwerk) voor het aanbrengen van zonnepanelen op monumenten en de business case daarvan. Er zijn overigens meer (maar niet veel) voorbeelden van monumentale panden in de stad waarop door bewoners reeds zonnepanelen zijn aangebracht. Hiervoor is een vergunning nodig van het betreffende stadsdeel. De betrokkenheid van de gemeente bij dit project van Stichting de Groene Grachten en Stadsherstel was overigens beperkt. Bureau Monumenten en Archeologie (BMA) en programmabureau Klimaat en Energie waren inhoudelijk (advies, meedenken) betrokken bij het initiatief, het stadsdeel heeft de vergunning afgegeven. 2 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing op Gemeenteblad R Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 2. Klopt het dat de gemeente Amsterdam (de Dienst Ruimtelijke Ordening en het Bureau Monumenten & Archeologie) zich heeft aangesloten bij De Groene Grachten, Stadsherstel, Stadsdeel Oost, Pakhuis de Zwijger en Search en bezig is met de nieuwe pilot ‘Zon op de Zwijger’? Wat is de huidige status van dit project en wat is de tijdsplanning van deze pilot (inclusief moment van afronding)? Antwoord: Ja. Genoemde partijen hebben gezamenlijk de pilot ‘Zon op de Zwijger’ in voorbereiding. Dit project is geïnitieerd door De Groene Grachten. Het project sluit aan bij de Amsterdamse Zonvisie ‘Burgers en Bedrijven gaan voor de zon!’ (zie ook het antwoord op vraag 3). In dit project wordt onderzocht welke mogelijkheden ‘innovatieve zonnetechnologie’ (bijvoorbeeld: andere type zonnecellen, kleur en bevestigingstechnieken) biedt voor het aanbrengen van zonnepanelen op een monumentaal dak, én hoe dit zich verhoudt tot de geldende regels. Dit project onderscheidt zich van het eerdere project van Stadsherstel in de mate van ‘innovativiteit van de technologie die gebruikt zal worden. In het eerste project werd nog gebruik gemaakt van standaard zonnepanelen. In het nieuwe project op de Zwijger gaat men op zoek naar de meest innovatieve zon-oplossing voor dit monumentale pand. Het project is als volgt opgebouwd: 1. allereerst wordt (op dit moment) de haalbaarheid onderzocht (technisch, financieel, juridisch) voor het aanbrengen van zonnepanelen op Pakhuis de Zwijger (eigendom NV Stadsherstel); 2. op basis van dit onderzoek zal NV Stadsherstel een beslissing nemen om haar dak wel of niet ter beschikking te stellen; 3. indien zij akkoord gaat zal de markt in de vorm van een prijsvraag uitgedaagd worden om met haar ‘beste’ systeem te komen; 4. het zonnesysteem van de beste inzending zal door Stadsherstel worden uitgevoerd, onder voorbehoud van een positieve vergunningsbeschikking. Volgens planning wordt de prijsvraag dit najaar bekend gemaakt (indien Stadsherstel positief beslist; stap 2) en wordt het winnende systeem (beoordeling door jury in november/december) begin 2015 geïnstalleerd. De gemeente (BMA en Programmabureau Klimaat en Energie) is als adviseur bij dit project betrokken. De Groene Grachten is project trekker. Uiteindelijke installatie van het innovatieve zonnesysteem (als de prijsvraag daadwerkelijk wordt uitgeschreven en er een goede inzending komt, die binnen de wettelijke kaders past) wordt door Stadsherstel geregeld en gedekt. Stadsherstel vraagt daar mogelijk financiering voor aan in de laatste tender van het Amsterdams Investeringsfonds. 3 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing op Gemeenteblad R Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 3. Deelt het college de mening van de fractie van D66 over het belang van verduurzaming en eventueel aanpassen van regels om nieuwe oplossingen van duurzaamheid mogelijk te maken? Zo ja, welke leerpunten zijn/worden opgesteld ten aanzien van de pilot voor het sheddak van Pakhuis de Zwijger? En welke leerpunten waren opgesteld voor het platte dak van de Amstelkerk? Zo nee, waarom niet en hoe denkt het college dan de ambitie zoals geformuleerd in de Zonvisie 2013 te halen? Antwoord: Het College onderschrijft de mening van de fractie van D66 dat verduurzaming van de bestaande stad van groot belang is en onderstreept dat in het coalitieakkoord ‘Amsterdam is van iedereen’. Zij werkt o.a. aan de doelstelling dat in 2020 20% meer duurzame energie wordt geproduceerd dan nu het geval is. Zonne-energie in de bestaande stad draagt daar aan bij. Om dit te realiseren kan het nodig zijn om bestaande regels aan te passen, of met het Rijk in gesprek te gaan wanneer de bevoegdheid niet bij de gemeente ligt. Aanpassing van regels kan bijvoorbeeld nodig zijn in de situatie waarin regels, maatschappelijke wensen, en toegenomen mogelijkheden door nieuwe (technologische}oplossingen, niet meer met elkaar in overeenstemming zijn. In het collegeprogramma is daarover afgesproken dat “we de regels voor het duurzaam aanpassen van gebouwen [gaan] versimpelen, bijvoorbeeld op het gebied van de teruglevering van energie en het gezamenlijk gebruik van daken voor zonnepanelen”. Daarbij dient het college uiteraard wel te opereren binnen de kaders van de landelijke wet- en regelgeving. Het College is daarnaast van mening dat de energietransitie alleen plaatsvindt als duurzaamheidsprojecten schaal krijgen. Daarvoor is het van belang dat wordt gewerkt aan opschaalbaarheid en kopieerbaarheid van oplossingen. De leerpunten die de pilot ‘Zon op de Zwijger’ op zal leveren zijn: — voorbeeldfunctie: onderzoeken en laten zien hoe een nieuwe zonnetechnologie mogelijk is op een monumentaal dak, waar dat met conventionele panelen niet haalbaar/wenselijk is; — kennisontwikkeling (bij overheid en markt) ten aanzien van technische mogelijkheden van zonne-energie; — onderzoeken hoe het vigerende welstandskader zich verhoudt tot innovatieve zon technologieën. Deze leerpunten zijn vooraf besproken met de projectpartners. Voor het project Amstelkerk waren geen leerpunten geformuleerd vanuit de gemeente, omdat de betrokkenheid beperkt was. Het pilotproject Zon op de Zwijger levert input voor het evalueren van de regels en draagt bij aan de uitvoering van het deel van de Zonvisie dat daarover gaat. In de Zonvisie zijn 8 programmalijnen opgenomen waarlangs de gemeente de toepassing van zonne-energie door burgers en bedrijven stimuleert. In lijn 7 (activiteit # 21) is opgenomen dat regelgeving periodiek tegen het licht wordt gehouden om te zien of deze (nog) in lijn is met de stand der techniek op het gebied van o.a. zonnesystemen. 4 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing op Gemeenteblad Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 4. Onder welke criteria zou het college de resultaten van de pilot “Zon op de Zwijger’ als een succes beoordelen? Wanneer vindt die beoordeling plaats en welke Amsterdamse stakeholders zijn hierbij betrokken? Antwoord: Het project ‘Zon op de Zwijger’ wordt als succes beschouwd als: 1. de prijsvraag een inzending oplevert die een goede technische oplossing biedt voor dit specifieke monumentale dak. Een goede technische oplossing is een oplossing die aansluit bij de eisen van de pandeigenaar (stadsherstel), betaalbaar is, en die aanvaardbaar is vanuit esthetisch en historisch oogpunt en valt binnen de kaders van Welstand en Monumenten; 2. het project bijdraagt aan het vinden van een oplossing voor het aanbrengen van zonnesystemen op andere monumentale panden, nu of in de toekomst. Dit is geen hard criterium, omdat de bijdrage van één project aan een bredere maatschappelijke ontwikkeling moeilijk te meten is. Amsterdam wil echter duurzame koploper zijn, en daar hoort ook bij dat er ruimte wordt gemaakt voor innovatie; 3. het project daarnaast input levert voor de periodieke herijking van de regels conform de Zonvisie (zie het antwoord op vraag 3). De beoogde planning: zie het antwoord op vraag 2. De betrokken stakeholders zijn: — De Groene Grachten; — NV Stadsherstel; — de gemeente Amsterdam (DRO, BMA, stadsdeel Centrum); — Uuurders van Pakhuis de Zwijger (via Stadsherstel); — Search. 5. Is het college van plan een vervolg te maken op het Amsterdamse duurzaamheidsprogramma 2011-2014, en indien dat het geval is, overeenkomstig het coalitieakkoord (blz. 27), de ambitie ten aanzien van lokale zonne-energie uit de Zonvisie conform het initiatiefvoorstel van het voormalig raadslid de heer Manuel en de resultaten van de ‘pilots’ op Pakhuis de Zwijger en de Amstelkerk daarin aandacht te besteden aan het verduurzamen van monumenten? Antwoord: Het College stelt eind dit jaar een Agenda Duurzaamheid vast. Het verduurzamen van monumenten, deregulering en de ambitie van de Zonvisie zullen in deze agenda worden meegenomen. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 5 X Gemeente Amsterdam R % Gemeenteraad Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 602 Datum akkoord 2 september 2014 Publicatiedatum 5 september 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw A.M. Bosman en de heer M.E. van den Heuvel van 5 augustus 2014 inzake zonnepanelen op monumentale panden. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstellers. Het college heeft de ambitie om in 2020 het aandeel duurzaam opgewekte energie binnen Amsterdam met 20% te laten toenemen. Zonne-energie is een belangrijke bron daarvoor. Eerder is de doelstelling vastgelegd om in 2020 160 MW zonnestroom per jaar op te wekken binnen de gemeente Amsterdam. Voor 2040 is het streefcijfer 1000 MW. Zonne-energie is een belangrijke manier voor bewoners en ondernemers om zelf voor hun elektriciteitsvoorziening te zorgen. Dat is goed voor het milieu, de energierekening en de onafhankelijkheid van Amsterdam ten opzichte van onberekenbare buitenlandse energieproducenten. Amsterdam heeft naast de ruim 8500 rijks- en gemeentelijke monumenten, ook een toenemend aantal beschermde stads- en dorpsgezichten. Het hele centrum van Amsterdam is sinds 1999 beschermd stadsgezicht en de grachtengordel behoort sinds 2010 tot het UNESCO werelderfgoed. De fractie van D66 vindt het belangrijk dat deze historische waarde wordt beschermd zodat Amsterdammers en latere generaties er nog volop van kunnen genieten en leren. De fractie van D66 kiest ook voor een schone, groene en gezonde stad. Het is van belang dat de gemeente ruimte geeft aan initiatieven die bijdragen aan nieuwe oplossingen van duurzaamheid, waarbij we openstaan kijken voor het aanpassen van geldende (verouderde) regels die verduurzaming in de weg staan, zonder dat de authenticiteit van monumenten wordt aangetast. Nu heeft de fractie van D66 begrepen dat de gemeente Amsterdam samen met De Groene Grachten, Stadsherstel en Search een pilot is gestart om zonnepanelen te plaatsen op de schuine kap van Pakhuis de Zwijger onder de naam: ‘Zon op de Zwijger’. Het betreft een zogenaamd sheddak (‘zaagtandendak’), dat een zichtlocatie is. Hieruit volgt waarschijnlijk een prijsvraag voor de aanbesteding die moet aantonen welke partij het beste zonnepanelen op een monument kan plaatsen. Dit project is benoemd als ‘pilot om uit te vinden of zonnepanelen op een monument passend zijn, in relatie tot mogelijke technische gevolgen voor het dak door aanhechting van de panelen of verstoring van het monumentale ‘daklandschap’ door het aangezicht van zonnepanelen, omdat dat er nu eenmaal anders uitziet dan dat het daklandschap eruit zag in de 17° eeuw. 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing op Gemeenteblad Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 Dit is niet het eerste monument met zonnepanelen. Sinds september 2013 liggen er zonnepanelen op het (platte) dak van de Amstelkerk. Volgens de website van Stadsherstel, die de energie van de zonnepanelen gebruikt voor het eigen kantoor dat gevestigd is in dit rijksmonument, is de vergunning verleend nadat met foto's van een proefopstelling was aangetoond dat het monument met deze ‘reversibele toepassing’ geen schade op zou lopen. Ook zijn er (slechts) een klein aantal grachtenpanden die met trekken en sleuren een vergunning kregen om zonnepanelen op hun dak te mogen plaatsen, om zodoende hun eigen elektriciteit op te kunnen wekken. Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 5 augustus 2014, beiden namens de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Wat is het effect geweest van de — inmiddels afgeronde — pilot ‘Zon op de Amstelkerk’ voor zonne-energie op andere monumenten met een plat dak en in Amsterdam? Antwoord: Als onderdeel van het initiatief Groene Grachten, in 2012 gestart door Wubbo Ockels en erop gericht om energiemaatregelen in monumentale panden te promoten, is door Stadsherstel een viertal zonnepanelen aangebracht op de Amstelkerk. Voor NV Stadsherstel betrof de Amstelkerk een eerste project waarin zij zonnepanelen heeft aangebracht op een monumentaal pand. Deze panelen zijn aangebracht op een plat dak en wel binnen de kaders van de Welstandsnota. Leerdoel: uitvinden of het technisch mogelijk (ja) en rendabel is (nee, door de lage elektriciteitsprijs die Stadsherstel betaalt omdat zij grootverbruiker is, en de te betalen leges à 1050 euro). Het effect is dat er nu 4 panelen liggen op dit monument, en dat Stadsherstel inzicht heeft gekregen in de mogelijkheden (maatwerk) voor het aanbrengen van zonnepanelen op monumenten en de business case daarvan. Er zijn overigens meer (maar niet veel) voorbeelden van monumentale panden in de stad waarop door bewoners reeds zonnepanelen zijn aangebracht. Hiervoor is een vergunning nodig van het betreffende stadsdeel. De betrokkenheid van de gemeente bij dit project van Stichting de Groene Grachten en Stadsherstel was overigens beperkt. Bureau Monumenten en Archeologie (BMA) en programmabureau Klimaat en Energie waren inhoudelijk (advies, meedenken) betrokken bij het initiatief, het stadsdeel heeft de vergunning afgegeven. 2 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing op Gemeenteblad R Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 2. Klopt het dat de gemeente Amsterdam (de Dienst Ruimtelijke Ordening en het Bureau Monumenten & Archeologie) zich heeft aangesloten bij De Groene Grachten, Stadsherstel, Stadsdeel Oost, Pakhuis de Zwijger en Search en bezig is met de nieuwe pilot ‘Zon op de Zwijger’? Wat is de huidige status van dit project en wat is de tijdsplanning van deze pilot (inclusief moment van afronding)? Antwoord: Ja. Genoemde partijen hebben gezamenlijk de pilot ‘Zon op de Zwijger’ in voorbereiding. Dit project is geïnitieerd door De Groene Grachten. Het project sluit aan bij de Amsterdamse Zonvisie ‘Burgers en Bedrijven gaan voor de zon!’ (zie ook het antwoord op vraag 3). In dit project wordt onderzocht welke mogelijkheden ‘innovatieve zonnetechnologie’ (bijvoorbeeld: andere type zonnecellen, kleur en bevestigingstechnieken) biedt voor het aanbrengen van zonnepanelen op een monumentaal dak, én hoe dit zich verhoudt tot de geldende regels. Dit project onderscheidt zich van het eerdere project van Stadsherstel in de mate van ‘innovativiteit van de technologie die gebruikt zal worden. In het eerste project werd nog gebruik gemaakt van standaard zonnepanelen. In het nieuwe project op de Zwijger gaat men op zoek naar de meest innovatieve zon-oplossing voor dit monumentale pand. Het project is als volgt opgebouwd: 1. allereerst wordt (op dit moment) de haalbaarheid onderzocht (technisch, financieel, juridisch) voor het aanbrengen van zonnepanelen op Pakhuis de Zwijger (eigendom NV Stadsherstel); 2. op basis van dit onderzoek zal NV Stadsherstel een beslissing nemen om haar dak wel of niet ter beschikking te stellen; 3. indien zij akkoord gaat zal de markt in de vorm van een prijsvraag uitgedaagd worden om met haar ‘beste’ systeem te komen; 4. het zonnesysteem van de beste inzending zal door Stadsherstel worden uitgevoerd, onder voorbehoud van een positieve vergunningsbeschikking. Volgens planning wordt de prijsvraag dit najaar bekend gemaakt (indien Stadsherstel positief beslist; stap 2) en wordt het winnende systeem (beoordeling door jury in november/december) begin 2015 geïnstalleerd. De gemeente (BMA en Programmabureau Klimaat en Energie) is als adviseur bij dit project betrokken. De Groene Grachten is project trekker. Uiteindelijke installatie van het innovatieve zonnesysteem (als de prijsvraag daadwerkelijk wordt uitgeschreven en er een goede inzending komt, die binnen de wettelijke kaders past) wordt door Stadsherstel geregeld en gedekt. Stadsherstel vraagt daar mogelijk financiering voor aan in de laatste tender van het Amsterdams Investeringsfonds. 3 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing op Gemeenteblad R Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 3. Deelt het college de mening van de fractie van D66 over het belang van verduurzaming en eventueel aanpassen van regels om nieuwe oplossingen van duurzaamheid mogelijk te maken? Zo ja, welke leerpunten zijn/worden opgesteld ten aanzien van de pilot voor het sheddak van Pakhuis de Zwijger? En welke leerpunten waren opgesteld voor het platte dak van de Amstelkerk? Zo nee, waarom niet en hoe denkt het college dan de ambitie zoals geformuleerd in de Zonvisie 2013 te halen? Antwoord: Het College onderschrijft de mening van de fractie van D66 dat verduurzaming van de bestaande stad van groot belang is en onderstreept dat in het coalitieakkoord ‘Amsterdam is van iedereen’. Zij werkt o.a. aan de doelstelling dat in 2020 20% meer duurzame energie wordt geproduceerd dan nu het geval is. Zonne-energie in de bestaande stad draagt daar aan bij. Om dit te realiseren kan het nodig zijn om bestaande regels aan te passen, of met het Rijk in gesprek te gaan wanneer de bevoegdheid niet bij de gemeente ligt. Aanpassing van regels kan bijvoorbeeld nodig zijn in de situatie waarin regels, maatschappelijke wensen, en toegenomen mogelijkheden door nieuwe (technologische}oplossingen, niet meer met elkaar in overeenstemming zijn. In het collegeprogramma is daarover afgesproken dat “we de regels voor het duurzaam aanpassen van gebouwen [gaan] versimpelen, bijvoorbeeld op het gebied van de teruglevering van energie en het gezamenlijk gebruik van daken voor zonnepanelen”. Daarbij dient het college uiteraard wel te opereren binnen de kaders van de landelijke wet- en regelgeving. Het College is daarnaast van mening dat de energietransitie alleen plaatsvindt als duurzaamheidsprojecten schaal krijgen. Daarvoor is het van belang dat wordt gewerkt aan opschaalbaarheid en kopieerbaarheid van oplossingen. De leerpunten die de pilot ‘Zon op de Zwijger’ op zal leveren zijn: — voorbeeldfunctie: onderzoeken en laten zien hoe een nieuwe zonnetechnologie mogelijk is op een monumentaal dak, waar dat met conventionele panelen niet haalbaar/wenselijk is; — kennisontwikkeling (bij overheid en markt) ten aanzien van technische mogelijkheden van zonne-energie; — onderzoeken hoe het vigerende welstandskader zich verhoudt tot innovatieve zon technologieën. Deze leerpunten zijn vooraf besproken met de projectpartners. Voor het project Amstelkerk waren geen leerpunten geformuleerd vanuit de gemeente, omdat de betrokkenheid beperkt was. Het pilotproject Zon op de Zwijger levert input voor het evalueren van de regels en draagt bij aan de uitvoering van het deel van de Zonvisie dat daarover gaat. In de Zonvisie zijn 8 programmalijnen opgenomen waarlangs de gemeente de toepassing van zonne-energie door burgers en bedrijven stimuleert. In lijn 7 (activiteit # 21) is opgenomen dat regelgeving periodiek tegen het licht wordt gehouden om te zien of deze (nog) in lijn is met de stand der techniek op het gebied van o.a. zonnesystemen. 4 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing op Gemeenteblad Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 4. Onder welke criteria zou het college de resultaten van de pilot “Zon op de Zwijger’ als een succes beoordelen? Wanneer vindt die beoordeling plaats en welke Amsterdamse stakeholders zijn hierbij betrokken? Antwoord: Het project ‘Zon op de Zwijger’ wordt als succes beschouwd als: 1. de prijsvraag een inzending oplevert die een goede technische oplossing biedt voor dit specifieke monumentale dak. Een goede technische oplossing is een oplossing die aansluit bij de eisen van de pandeigenaar (stadsherstel), betaalbaar is, en die aanvaardbaar is vanuit esthetisch en historisch oogpunt en valt binnen de kaders van Welstand en Monumenten; 2. het project bijdraagt aan het vinden van een oplossing voor het aanbrengen van zonnesystemen op andere monumentale panden, nu of in de toekomst. Dit is geen hard criterium, omdat de bijdrage van één project aan een bredere maatschappelijke ontwikkeling moeilijk te meten is. Amsterdam wil echter duurzame koploper zijn, en daar hoort ook bij dat er ruimte wordt gemaakt voor innovatie; 3. het project daarnaast input levert voor de periodieke herijking van de regels conform de Zonvisie (zie het antwoord op vraag 3). De beoogde planning: zie het antwoord op vraag 2. De betrokken stakeholders zijn: — De Groene Grachten; — NV Stadsherstel; — de gemeente Amsterdam (DRO, BMA, stadsdeel Centrum); — Uuurders van Pakhuis de Zwijger (via Stadsherstel); — Search. 5. Is het college van plan een vervolg te maken op het Amsterdamse duurzaamheidsprogramma 2011-2014, en indien dat het geval is, overeenkomstig het coalitieakkoord (blz. 27), de ambitie ten aanzien van lokale zonne-energie uit de Zonvisie conform het initiatiefvoorstel van het voormalig raadslid de heer Manuel en de resultaten van de ‘pilots’ op Pakhuis de Zwijger en de Amstelkerk daarin aandacht te besteden aan het verduurzamen van monumenten? Antwoord: Het College stelt eind dit jaar een Agenda Duurzaamheid vast. Het verduurzamen van monumenten, deregulering en de ambitie van de Zonvisie zullen in deze agenda worden meegenomen. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 5 X Gemeente Amsterdam R % Gemeenteraad Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 602 Datum akkoord 2 september 2014 Publicatiedatum 5 september 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw A.M. Bosman en de heer M.E. van den Heuvel van 5 augustus 2014 inzake zonnepanelen op monumentale panden. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstellers. Het college heeft de ambitie om in 2020 het aandeel duurzaam opgewekte energie binnen Amsterdam met 20% te laten toenemen. Zonne-energie is een belangrijke bron daarvoor. Eerder is de doelstelling vastgelegd om in 2020 160 MW zonnestroom per jaar op te wekken binnen de gemeente Amsterdam. Voor 2040 is het streefcijfer 1000 MW. Zonne-energie is een belangrijke manier voor bewoners en ondernemers om zelf voor hun elektriciteitsvoorziening te zorgen. Dat is goed voor het milieu, de energierekening en de onafhankelijkheid van Amsterdam ten opzichte van onberekenbare buitenlandse energieproducenten. Amsterdam heeft naast de ruim 8500 rijks- en gemeentelijke monumenten, ook een toenemend aantal beschermde stads- en dorpsgezichten. Het hele centrum van Amsterdam is sinds 1999 beschermd stadsgezicht en de grachtengordel behoort sinds 2010 tot het UNESCO werelderfgoed. De fractie van D66 vindt het belangrijk dat deze historische waarde wordt beschermd zodat Amsterdammers en latere generaties er nog volop van kunnen genieten en leren. De fractie van D66 kiest ook voor een schone, groene en gezonde stad. Het is van belang dat de gemeente ruimte geeft aan initiatieven die bijdragen aan nieuwe oplossingen van duurzaamheid, waarbij we openstaan kijken voor het aanpassen van geldende (verouderde) regels die verduurzaming in de weg staan, zonder dat de authenticiteit van monumenten wordt aangetast. Nu heeft de fractie van D66 begrepen dat de gemeente Amsterdam samen met De Groene Grachten, Stadsherstel en Search een pilot is gestart om zonnepanelen te plaatsen op de schuine kap van Pakhuis de Zwijger onder de naam: ‘Zon op de Zwijger’. Het betreft een zogenaamd sheddak (‘zaagtandendak’), dat een zichtlocatie is. Hieruit volgt waarschijnlijk een prijsvraag voor de aanbesteding die moet aantonen welke partij het beste zonnepanelen op een monument kan plaatsen. Dit project is benoemd als ‘pilot om uit te vinden of zonnepanelen op een monument passend zijn, in relatie tot mogelijke technische gevolgen voor het dak door aanhechting van de panelen of verstoring van het monumentale ‘daklandschap’ door het aangezicht van zonnepanelen, omdat dat er nu eenmaal anders uitziet dan dat het daklandschap eruit zag in de 17° eeuw. 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing op Gemeenteblad Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 Dit is niet het eerste monument met zonnepanelen. Sinds september 2013 liggen er zonnepanelen op het (platte) dak van de Amstelkerk. Volgens de website van Stadsherstel, die de energie van de zonnepanelen gebruikt voor het eigen kantoor dat gevestigd is in dit rijksmonument, is de vergunning verleend nadat met foto's van een proefopstelling was aangetoond dat het monument met deze ‘reversibele toepassing’ geen schade op zou lopen. Ook zijn er (slechts) een klein aantal grachtenpanden die met trekken en sleuren een vergunning kregen om zonnepanelen op hun dak te mogen plaatsen, om zodoende hun eigen elektriciteit op te kunnen wekken. Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 5 augustus 2014, beiden namens de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Wat is het effect geweest van de — inmiddels afgeronde — pilot ‘Zon op de Amstelkerk’ voor zonne-energie op andere monumenten met een plat dak en in Amsterdam? Antwoord: Als onderdeel van het initiatief Groene Grachten, in 2012 gestart door Wubbo Ockels en erop gericht om energiemaatregelen in monumentale panden te promoten, is door Stadsherstel een viertal zonnepanelen aangebracht op de Amstelkerk. Voor NV Stadsherstel betrof de Amstelkerk een eerste project waarin zij zonnepanelen heeft aangebracht op een monumentaal pand. Deze panelen zijn aangebracht op een plat dak en wel binnen de kaders van de Welstandsnota. Leerdoel: uitvinden of het technisch mogelijk (ja) en rendabel is (nee, door de lage elektriciteitsprijs die Stadsherstel betaalt omdat zij grootverbruiker is, en de te betalen leges à 1050 euro). Het effect is dat er nu 4 panelen liggen op dit monument, en dat Stadsherstel inzicht heeft gekregen in de mogelijkheden (maatwerk) voor het aanbrengen van zonnepanelen op monumenten en de business case daarvan. Er zijn overigens meer (maar niet veel) voorbeelden van monumentale panden in de stad waarop door bewoners reeds zonnepanelen zijn aangebracht. Hiervoor is een vergunning nodig van het betreffende stadsdeel. De betrokkenheid van de gemeente bij dit project van Stichting de Groene Grachten en Stadsherstel was overigens beperkt. Bureau Monumenten en Archeologie (BMA) en programmabureau Klimaat en Energie waren inhoudelijk (advies, meedenken) betrokken bij het initiatief, het stadsdeel heeft de vergunning afgegeven. 2 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing op Gemeenteblad R Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 2. Klopt het dat de gemeente Amsterdam (de Dienst Ruimtelijke Ordening en het Bureau Monumenten & Archeologie) zich heeft aangesloten bij De Groene Grachten, Stadsherstel, Stadsdeel Oost, Pakhuis de Zwijger en Search en bezig is met de nieuwe pilot ‘Zon op de Zwijger’? Wat is de huidige status van dit project en wat is de tijdsplanning van deze pilot (inclusief moment van afronding)? Antwoord: Ja. Genoemde partijen hebben gezamenlijk de pilot ‘Zon op de Zwijger’ in voorbereiding. Dit project is geïnitieerd door De Groene Grachten. Het project sluit aan bij de Amsterdamse Zonvisie ‘Burgers en Bedrijven gaan voor de zon!’ (zie ook het antwoord op vraag 3). In dit project wordt onderzocht welke mogelijkheden ‘innovatieve zonnetechnologie’ (bijvoorbeeld: andere type zonnecellen, kleur en bevestigingstechnieken) biedt voor het aanbrengen van zonnepanelen op een monumentaal dak, én hoe dit zich verhoudt tot de geldende regels. Dit project onderscheidt zich van het eerdere project van Stadsherstel in de mate van ‘innovativiteit van de technologie die gebruikt zal worden. In het eerste project werd nog gebruik gemaakt van standaard zonnepanelen. In het nieuwe project op de Zwijger gaat men op zoek naar de meest innovatieve zon-oplossing voor dit monumentale pand. Het project is als volgt opgebouwd: 1. allereerst wordt (op dit moment) de haalbaarheid onderzocht (technisch, financieel, juridisch) voor het aanbrengen van zonnepanelen op Pakhuis de Zwijger (eigendom NV Stadsherstel); 2. op basis van dit onderzoek zal NV Stadsherstel een beslissing nemen om haar dak wel of niet ter beschikking te stellen; 3. indien zij akkoord gaat zal de markt in de vorm van een prijsvraag uitgedaagd worden om met haar ‘beste’ systeem te komen; 4. het zonnesysteem van de beste inzending zal door Stadsherstel worden uitgevoerd, onder voorbehoud van een positieve vergunningsbeschikking. Volgens planning wordt de prijsvraag dit najaar bekend gemaakt (indien Stadsherstel positief beslist; stap 2) en wordt het winnende systeem (beoordeling door jury in november/december) begin 2015 geïnstalleerd. De gemeente (BMA en Programmabureau Klimaat en Energie) is als adviseur bij dit project betrokken. De Groene Grachten is project trekker. Uiteindelijke installatie van het innovatieve zonnesysteem (als de prijsvraag daadwerkelijk wordt uitgeschreven en er een goede inzending komt, die binnen de wettelijke kaders past) wordt door Stadsherstel geregeld en gedekt. Stadsherstel vraagt daar mogelijk financiering voor aan in de laatste tender van het Amsterdams Investeringsfonds. 3 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing op Gemeenteblad R Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 3. Deelt het college de mening van de fractie van D66 over het belang van verduurzaming en eventueel aanpassen van regels om nieuwe oplossingen van duurzaamheid mogelijk te maken? Zo ja, welke leerpunten zijn/worden opgesteld ten aanzien van de pilot voor het sheddak van Pakhuis de Zwijger? En welke leerpunten waren opgesteld voor het platte dak van de Amstelkerk? Zo nee, waarom niet en hoe denkt het college dan de ambitie zoals geformuleerd in de Zonvisie 2013 te halen? Antwoord: Het College onderschrijft de mening van de fractie van D66 dat verduurzaming van de bestaande stad van groot belang is en onderstreept dat in het coalitieakkoord ‘Amsterdam is van iedereen’. Zij werkt o.a. aan de doelstelling dat in 2020 20% meer duurzame energie wordt geproduceerd dan nu het geval is. Zonne-energie in de bestaande stad draagt daar aan bij. Om dit te realiseren kan het nodig zijn om bestaande regels aan te passen, of met het Rijk in gesprek te gaan wanneer de bevoegdheid niet bij de gemeente ligt. Aanpassing van regels kan bijvoorbeeld nodig zijn in de situatie waarin regels, maatschappelijke wensen, en toegenomen mogelijkheden door nieuwe (technologische}oplossingen, niet meer met elkaar in overeenstemming zijn. In het collegeprogramma is daarover afgesproken dat “we de regels voor het duurzaam aanpassen van gebouwen [gaan] versimpelen, bijvoorbeeld op het gebied van de teruglevering van energie en het gezamenlijk gebruik van daken voor zonnepanelen”. Daarbij dient het college uiteraard wel te opereren binnen de kaders van de landelijke wet- en regelgeving. Het College is daarnaast van mening dat de energietransitie alleen plaatsvindt als duurzaamheidsprojecten schaal krijgen. Daarvoor is het van belang dat wordt gewerkt aan opschaalbaarheid en kopieerbaarheid van oplossingen. De leerpunten die de pilot ‘Zon op de Zwijger’ op zal leveren zijn: — voorbeeldfunctie: onderzoeken en laten zien hoe een nieuwe zonnetechnologie mogelijk is op een monumentaal dak, waar dat met conventionele panelen niet haalbaar/wenselijk is; — kennisontwikkeling (bij overheid en markt) ten aanzien van technische mogelijkheden van zonne-energie; — onderzoeken hoe het vigerende welstandskader zich verhoudt tot innovatieve zon technologieën. Deze leerpunten zijn vooraf besproken met de projectpartners. Voor het project Amstelkerk waren geen leerpunten geformuleerd vanuit de gemeente, omdat de betrokkenheid beperkt was. Het pilotproject Zon op de Zwijger levert input voor het evalueren van de regels en draagt bij aan de uitvoering van het deel van de Zonvisie dat daarover gaat. In de Zonvisie zijn 8 programmalijnen opgenomen waarlangs de gemeente de toepassing van zonne-energie door burgers en bedrijven stimuleert. In lijn 7 (activiteit # 21) is opgenomen dat regelgeving periodiek tegen het licht wordt gehouden om te zien of deze (nog) in lijn is met de stand der techniek op het gebied van o.a. zonnesystemen. 4 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing op Gemeenteblad Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 4. Onder welke criteria zou het college de resultaten van de pilot “Zon op de Zwijger’ als een succes beoordelen? Wanneer vindt die beoordeling plaats en welke Amsterdamse stakeholders zijn hierbij betrokken? Antwoord: Het project ‘Zon op de Zwijger’ wordt als succes beschouwd als: 1. de prijsvraag een inzending oplevert die een goede technische oplossing biedt voor dit specifieke monumentale dak. Een goede technische oplossing is een oplossing die aansluit bij de eisen van de pandeigenaar (stadsherstel), betaalbaar is, en die aanvaardbaar is vanuit esthetisch en historisch oogpunt en valt binnen de kaders van Welstand en Monumenten; 2. het project bijdraagt aan het vinden van een oplossing voor het aanbrengen van zonnesystemen op andere monumentale panden, nu of in de toekomst. Dit is geen hard criterium, omdat de bijdrage van één project aan een bredere maatschappelijke ontwikkeling moeilijk te meten is. Amsterdam wil echter duurzame koploper zijn, en daar hoort ook bij dat er ruimte wordt gemaakt voor innovatie; 3. het project daarnaast input levert voor de periodieke herijking van de regels conform de Zonvisie (zie het antwoord op vraag 3). De beoogde planning: zie het antwoord op vraag 2. De betrokken stakeholders zijn: — De Groene Grachten; — NV Stadsherstel; — de gemeente Amsterdam (DRO, BMA, stadsdeel Centrum); — Uuurders van Pakhuis de Zwijger (via Stadsherstel); — Search. 5. Is het college van plan een vervolg te maken op het Amsterdamse duurzaamheidsprogramma 2011-2014, en indien dat het geval is, overeenkomstig het coalitieakkoord (blz. 27), de ambitie ten aanzien van lokale zonne-energie uit de Zonvisie conform het initiatiefvoorstel van het voormalig raadslid de heer Manuel en de resultaten van de ‘pilots’ op Pakhuis de Zwijger en de Amstelkerk daarin aandacht te besteden aan het verduurzamen van monumenten? Antwoord: Het College stelt eind dit jaar een Agenda Duurzaamheid vast. Het verduurzamen van monumenten, deregulering en de ambitie van de Zonvisie zullen in deze agenda worden meegenomen. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 5 X Gemeente Amsterdam R % Gemeenteraad Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 602 Datum akkoord 2 september 2014 Publicatiedatum 5 september 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw A.M. Bosman en de heer M.E. van den Heuvel van 5 augustus 2014 inzake zonnepanelen op monumentale panden. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstellers. Het college heeft de ambitie om in 2020 het aandeel duurzaam opgewekte energie binnen Amsterdam met 20% te laten toenemen. Zonne-energie is een belangrijke bron daarvoor. Eerder is de doelstelling vastgelegd om in 2020 160 MW zonnestroom per jaar op te wekken binnen de gemeente Amsterdam. Voor 2040 is het streefcijfer 1000 MW. Zonne-energie is een belangrijke manier voor bewoners en ondernemers om zelf voor hun elektriciteitsvoorziening te zorgen. Dat is goed voor het milieu, de energierekening en de onafhankelijkheid van Amsterdam ten opzichte van onberekenbare buitenlandse energieproducenten. Amsterdam heeft naast de ruim 8500 rijks- en gemeentelijke monumenten, ook een toenemend aantal beschermde stads- en dorpsgezichten. Het hele centrum van Amsterdam is sinds 1999 beschermd stadsgezicht en de grachtengordel behoort sinds 2010 tot het UNESCO werelderfgoed. De fractie van D66 vindt het belangrijk dat deze historische waarde wordt beschermd zodat Amsterdammers en latere generaties er nog volop van kunnen genieten en leren. De fractie van D66 kiest ook voor een schone, groene en gezonde stad. Het is van belang dat de gemeente ruimte geeft aan initiatieven die bijdragen aan nieuwe oplossingen van duurzaamheid, waarbij we openstaan kijken voor het aanpassen van geldende (verouderde) regels die verduurzaming in de weg staan, zonder dat de authenticiteit van monumenten wordt aangetast. Nu heeft de fractie van D66 begrepen dat de gemeente Amsterdam samen met De Groene Grachten, Stadsherstel en Search een pilot is gestart om zonnepanelen te plaatsen op de schuine kap van Pakhuis de Zwijger onder de naam: ‘Zon op de Zwijger’. Het betreft een zogenaamd sheddak (‘zaagtandendak’), dat een zichtlocatie is. Hieruit volgt waarschijnlijk een prijsvraag voor de aanbesteding die moet aantonen welke partij het beste zonnepanelen op een monument kan plaatsen. Dit project is benoemd als ‘pilot om uit te vinden of zonnepanelen op een monument passend zijn, in relatie tot mogelijke technische gevolgen voor het dak door aanhechting van de panelen of verstoring van het monumentale ‘daklandschap’ door het aangezicht van zonnepanelen, omdat dat er nu eenmaal anders uitziet dan dat het daklandschap eruit zag in de 17° eeuw. 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing op Gemeenteblad Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 Dit is niet het eerste monument met zonnepanelen. Sinds september 2013 liggen er zonnepanelen op het (platte) dak van de Amstelkerk. Volgens de website van Stadsherstel, die de energie van de zonnepanelen gebruikt voor het eigen kantoor dat gevestigd is in dit rijksmonument, is de vergunning verleend nadat met foto's van een proefopstelling was aangetoond dat het monument met deze ‘reversibele toepassing’ geen schade op zou lopen. Ook zijn er (slechts) een klein aantal grachtenpanden die met trekken en sleuren een vergunning kregen om zonnepanelen op hun dak te mogen plaatsen, om zodoende hun eigen elektriciteit op te kunnen wekken. Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 5 augustus 2014, beiden namens de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Wat is het effect geweest van de — inmiddels afgeronde — pilot ‘Zon op de Amstelkerk’ voor zonne-energie op andere monumenten met een plat dak en in Amsterdam? Antwoord: Als onderdeel van het initiatief Groene Grachten, in 2012 gestart door Wubbo Ockels en erop gericht om energiemaatregelen in monumentale panden te promoten, is door Stadsherstel een viertal zonnepanelen aangebracht op de Amstelkerk. Voor NV Stadsherstel betrof de Amstelkerk een eerste project waarin zij zonnepanelen heeft aangebracht op een monumentaal pand. Deze panelen zijn aangebracht op een plat dak en wel binnen de kaders van de Welstandsnota. Leerdoel: uitvinden of het technisch mogelijk (ja) en rendabel is (nee, door de lage elektriciteitsprijs die Stadsherstel betaalt omdat zij grootverbruiker is, en de te betalen leges à 1050 euro). Het effect is dat er nu 4 panelen liggen op dit monument, en dat Stadsherstel inzicht heeft gekregen in de mogelijkheden (maatwerk) voor het aanbrengen van zonnepanelen op monumenten en de business case daarvan. Er zijn overigens meer (maar niet veel) voorbeelden van monumentale panden in de stad waarop door bewoners reeds zonnepanelen zijn aangebracht. Hiervoor is een vergunning nodig van het betreffende stadsdeel. De betrokkenheid van de gemeente bij dit project van Stichting de Groene Grachten en Stadsherstel was overigens beperkt. Bureau Monumenten en Archeologie (BMA) en programmabureau Klimaat en Energie waren inhoudelijk (advies, meedenken) betrokken bij het initiatief, het stadsdeel heeft de vergunning afgegeven. 2 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing op Gemeenteblad R Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 2. Klopt het dat de gemeente Amsterdam (de Dienst Ruimtelijke Ordening en het Bureau Monumenten & Archeologie) zich heeft aangesloten bij De Groene Grachten, Stadsherstel, Stadsdeel Oost, Pakhuis de Zwijger en Search en bezig is met de nieuwe pilot ‘Zon op de Zwijger’? Wat is de huidige status van dit project en wat is de tijdsplanning van deze pilot (inclusief moment van afronding)? Antwoord: Ja. Genoemde partijen hebben gezamenlijk de pilot ‘Zon op de Zwijger’ in voorbereiding. Dit project is geïnitieerd door De Groene Grachten. Het project sluit aan bij de Amsterdamse Zonvisie ‘Burgers en Bedrijven gaan voor de zon!’ (zie ook het antwoord op vraag 3). In dit project wordt onderzocht welke mogelijkheden ‘innovatieve zonnetechnologie’ (bijvoorbeeld: andere type zonnecellen, kleur en bevestigingstechnieken) biedt voor het aanbrengen van zonnepanelen op een monumentaal dak, én hoe dit zich verhoudt tot de geldende regels. Dit project onderscheidt zich van het eerdere project van Stadsherstel in de mate van ‘innovativiteit van de technologie die gebruikt zal worden. In het eerste project werd nog gebruik gemaakt van standaard zonnepanelen. In het nieuwe project op de Zwijger gaat men op zoek naar de meest innovatieve zon-oplossing voor dit monumentale pand. Het project is als volgt opgebouwd: 1. allereerst wordt (op dit moment) de haalbaarheid onderzocht (technisch, financieel, juridisch) voor het aanbrengen van zonnepanelen op Pakhuis de Zwijger (eigendom NV Stadsherstel); 2. op basis van dit onderzoek zal NV Stadsherstel een beslissing nemen om haar dak wel of niet ter beschikking te stellen; 3. indien zij akkoord gaat zal de markt in de vorm van een prijsvraag uitgedaagd worden om met haar ‘beste’ systeem te komen; 4. het zonnesysteem van de beste inzending zal door Stadsherstel worden uitgevoerd, onder voorbehoud van een positieve vergunningsbeschikking. Volgens planning wordt de prijsvraag dit najaar bekend gemaakt (indien Stadsherstel positief beslist; stap 2) en wordt het winnende systeem (beoordeling door jury in november/december) begin 2015 geïnstalleerd. De gemeente (BMA en Programmabureau Klimaat en Energie) is als adviseur bij dit project betrokken. De Groene Grachten is project trekker. Uiteindelijke installatie van het innovatieve zonnesysteem (als de prijsvraag daadwerkelijk wordt uitgeschreven en er een goede inzending komt, die binnen de wettelijke kaders past) wordt door Stadsherstel geregeld en gedekt. Stadsherstel vraagt daar mogelijk financiering voor aan in de laatste tender van het Amsterdams Investeringsfonds. 3 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing op Gemeenteblad R Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 3. Deelt het college de mening van de fractie van D66 over het belang van verduurzaming en eventueel aanpassen van regels om nieuwe oplossingen van duurzaamheid mogelijk te maken? Zo ja, welke leerpunten zijn/worden opgesteld ten aanzien van de pilot voor het sheddak van Pakhuis de Zwijger? En welke leerpunten waren opgesteld voor het platte dak van de Amstelkerk? Zo nee, waarom niet en hoe denkt het college dan de ambitie zoals geformuleerd in de Zonvisie 2013 te halen? Antwoord: Het College onderschrijft de mening van de fractie van D66 dat verduurzaming van de bestaande stad van groot belang is en onderstreept dat in het coalitieakkoord ‘Amsterdam is van iedereen’. Zij werkt o.a. aan de doelstelling dat in 2020 20% meer duurzame energie wordt geproduceerd dan nu het geval is. Zonne-energie in de bestaande stad draagt daar aan bij. Om dit te realiseren kan het nodig zijn om bestaande regels aan te passen, of met het Rijk in gesprek te gaan wanneer de bevoegdheid niet bij de gemeente ligt. Aanpassing van regels kan bijvoorbeeld nodig zijn in de situatie waarin regels, maatschappelijke wensen, en toegenomen mogelijkheden door nieuwe (technologische}oplossingen, niet meer met elkaar in overeenstemming zijn. In het collegeprogramma is daarover afgesproken dat “we de regels voor het duurzaam aanpassen van gebouwen [gaan] versimpelen, bijvoorbeeld op het gebied van de teruglevering van energie en het gezamenlijk gebruik van daken voor zonnepanelen”. Daarbij dient het college uiteraard wel te opereren binnen de kaders van de landelijke wet- en regelgeving. Het College is daarnaast van mening dat de energietransitie alleen plaatsvindt als duurzaamheidsprojecten schaal krijgen. Daarvoor is het van belang dat wordt gewerkt aan opschaalbaarheid en kopieerbaarheid van oplossingen. De leerpunten die de pilot ‘Zon op de Zwijger’ op zal leveren zijn: — voorbeeldfunctie: onderzoeken en laten zien hoe een nieuwe zonnetechnologie mogelijk is op een monumentaal dak, waar dat met conventionele panelen niet haalbaar/wenselijk is; — kennisontwikkeling (bij overheid en markt) ten aanzien van technische mogelijkheden van zonne-energie; — onderzoeken hoe het vigerende welstandskader zich verhoudt tot innovatieve zon technologieën. Deze leerpunten zijn vooraf besproken met de projectpartners. Voor het project Amstelkerk waren geen leerpunten geformuleerd vanuit de gemeente, omdat de betrokkenheid beperkt was. Het pilotproject Zon op de Zwijger levert input voor het evalueren van de regels en draagt bij aan de uitvoering van het deel van de Zonvisie dat daarover gaat. In de Zonvisie zijn 8 programmalijnen opgenomen waarlangs de gemeente de toepassing van zonne-energie door burgers en bedrijven stimuleert. In lijn 7 (activiteit # 21) is opgenomen dat regelgeving periodiek tegen het licht wordt gehouden om te zien of deze (nog) in lijn is met de stand der techniek op het gebied van o.a. zonnesystemen. 4 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing op Gemeenteblad Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 4. Onder welke criteria zou het college de resultaten van de pilot “Zon op de Zwijger’ als een succes beoordelen? Wanneer vindt die beoordeling plaats en welke Amsterdamse stakeholders zijn hierbij betrokken? Antwoord: Het project ‘Zon op de Zwijger’ wordt als succes beschouwd als: 1. de prijsvraag een inzending oplevert die een goede technische oplossing biedt voor dit specifieke monumentale dak. Een goede technische oplossing is een oplossing die aansluit bij de eisen van de pandeigenaar (stadsherstel), betaalbaar is, en die aanvaardbaar is vanuit esthetisch en historisch oogpunt en valt binnen de kaders van Welstand en Monumenten; 2. het project bijdraagt aan het vinden van een oplossing voor het aanbrengen van zonnesystemen op andere monumentale panden, nu of in de toekomst. Dit is geen hard criterium, omdat de bijdrage van één project aan een bredere maatschappelijke ontwikkeling moeilijk te meten is. Amsterdam wil echter duurzame koploper zijn, en daar hoort ook bij dat er ruimte wordt gemaakt voor innovatie; 3. het project daarnaast input levert voor de periodieke herijking van de regels conform de Zonvisie (zie het antwoord op vraag 3). De beoogde planning: zie het antwoord op vraag 2. De betrokken stakeholders zijn: — De Groene Grachten; — NV Stadsherstel; — de gemeente Amsterdam (DRO, BMA, stadsdeel Centrum); — Uuurders van Pakhuis de Zwijger (via Stadsherstel); — Search. 5. Is het college van plan een vervolg te maken op het Amsterdamse duurzaamheidsprogramma 2011-2014, en indien dat het geval is, overeenkomstig het coalitieakkoord (blz. 27), de ambitie ten aanzien van lokale zonne-energie uit de Zonvisie conform het initiatiefvoorstel van het voormalig raadslid de heer Manuel en de resultaten van de ‘pilots’ op Pakhuis de Zwijger en de Amstelkerk daarin aandacht te besteden aan het verduurzamen van monumenten? Antwoord: Het College stelt eind dit jaar een Agenda Duurzaamheid vast. Het verduurzamen van monumenten, deregulering en de ambitie van de Zonvisie zullen in deze agenda worden meegenomen. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 5 X Gemeente Amsterdam R % Gemeenteraad Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 602 Datum akkoord 2 september 2014 Publicatiedatum 5 september 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw A.M. Bosman en de heer M.E. van den Heuvel van 5 augustus 2014 inzake zonnepanelen op monumentale panden. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstellers. Het college heeft de ambitie om in 2020 het aandeel duurzaam opgewekte energie binnen Amsterdam met 20% te laten toenemen. Zonne-energie is een belangrijke bron daarvoor. Eerder is de doelstelling vastgelegd om in 2020 160 MW zonnestroom per jaar op te wekken binnen de gemeente Amsterdam. Voor 2040 is het streefcijfer 1000 MW. Zonne-energie is een belangrijke manier voor bewoners en ondernemers om zelf voor hun elektriciteitsvoorziening te zorgen. Dat is goed voor het milieu, de energierekening en de onafhankelijkheid van Amsterdam ten opzichte van onberekenbare buitenlandse energieproducenten. Amsterdam heeft naast de ruim 8500 rijks- en gemeentelijke monumenten, ook een toenemend aantal beschermde stads- en dorpsgezichten. Het hele centrum van Amsterdam is sinds 1999 beschermd stadsgezicht en de grachtengordel behoort sinds 2010 tot het UNESCO werelderfgoed. De fractie van D66 vindt het belangrijk dat deze historische waarde wordt beschermd zodat Amsterdammers en latere generaties er nog volop van kunnen genieten en leren. De fractie van D66 kiest ook voor een schone, groene en gezonde stad. Het is van belang dat de gemeente ruimte geeft aan initiatieven die bijdragen aan nieuwe oplossingen van duurzaamheid, waarbij we openstaan kijken voor het aanpassen van geldende (verouderde) regels die verduurzaming in de weg staan, zonder dat de authenticiteit van monumenten wordt aangetast. Nu heeft de fractie van D66 begrepen dat de gemeente Amsterdam samen met De Groene Grachten, Stadsherstel en Search een pilot is gestart om zonnepanelen te plaatsen op de schuine kap van Pakhuis de Zwijger onder de naam: ‘Zon op de Zwijger’. Het betreft een zogenaamd sheddak (‘zaagtandendak’), dat een zichtlocatie is. Hieruit volgt waarschijnlijk een prijsvraag voor de aanbesteding die moet aantonen welke partij het beste zonnepanelen op een monument kan plaatsen. Dit project is benoemd als ‘pilot om uit te vinden of zonnepanelen op een monument passend zijn, in relatie tot mogelijke technische gevolgen voor het dak door aanhechting van de panelen of verstoring van het monumentale ‘daklandschap’ door het aangezicht van zonnepanelen, omdat dat er nu eenmaal anders uitziet dan dat het daklandschap eruit zag in de 17° eeuw. 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing op Gemeenteblad Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 Dit is niet het eerste monument met zonnepanelen. Sinds september 2013 liggen er zonnepanelen op het (platte) dak van de Amstelkerk. Volgens de website van Stadsherstel, die de energie van de zonnepanelen gebruikt voor het eigen kantoor dat gevestigd is in dit rijksmonument, is de vergunning verleend nadat met foto's van een proefopstelling was aangetoond dat het monument met deze ‘reversibele toepassing’ geen schade op zou lopen. Ook zijn er (slechts) een klein aantal grachtenpanden die met trekken en sleuren een vergunning kregen om zonnepanelen op hun dak te mogen plaatsen, om zodoende hun eigen elektriciteit op te kunnen wekken. Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 5 augustus 2014, beiden namens de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Wat is het effect geweest van de — inmiddels afgeronde — pilot ‘Zon op de Amstelkerk’ voor zonne-energie op andere monumenten met een plat dak en in Amsterdam? Antwoord: Als onderdeel van het initiatief Groene Grachten, in 2012 gestart door Wubbo Ockels en erop gericht om energiemaatregelen in monumentale panden te promoten, is door Stadsherstel een viertal zonnepanelen aangebracht op de Amstelkerk. Voor NV Stadsherstel betrof de Amstelkerk een eerste project waarin zij zonnepanelen heeft aangebracht op een monumentaal pand. Deze panelen zijn aangebracht op een plat dak en wel binnen de kaders van de Welstandsnota. Leerdoel: uitvinden of het technisch mogelijk (ja) en rendabel is (nee, door de lage elektriciteitsprijs die Stadsherstel betaalt omdat zij grootverbruiker is, en de te betalen leges à 1050 euro). Het effect is dat er nu 4 panelen liggen op dit monument, en dat Stadsherstel inzicht heeft gekregen in de mogelijkheden (maatwerk) voor het aanbrengen van zonnepanelen op monumenten en de business case daarvan. Er zijn overigens meer (maar niet veel) voorbeelden van monumentale panden in de stad waarop door bewoners reeds zonnepanelen zijn aangebracht. Hiervoor is een vergunning nodig van het betreffende stadsdeel. De betrokkenheid van de gemeente bij dit project van Stichting de Groene Grachten en Stadsherstel was overigens beperkt. Bureau Monumenten en Archeologie (BMA) en programmabureau Klimaat en Energie waren inhoudelijk (advies, meedenken) betrokken bij het initiatief, het stadsdeel heeft de vergunning afgegeven. 2 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing op Gemeenteblad R Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 2. Klopt het dat de gemeente Amsterdam (de Dienst Ruimtelijke Ordening en het Bureau Monumenten & Archeologie) zich heeft aangesloten bij De Groene Grachten, Stadsherstel, Stadsdeel Oost, Pakhuis de Zwijger en Search en bezig is met de nieuwe pilot ‘Zon op de Zwijger’? Wat is de huidige status van dit project en wat is de tijdsplanning van deze pilot (inclusief moment van afronding)? Antwoord: Ja. Genoemde partijen hebben gezamenlijk de pilot ‘Zon op de Zwijger’ in voorbereiding. Dit project is geïnitieerd door De Groene Grachten. Het project sluit aan bij de Amsterdamse Zonvisie ‘Burgers en Bedrijven gaan voor de zon!’ (zie ook het antwoord op vraag 3). In dit project wordt onderzocht welke mogelijkheden ‘innovatieve zonnetechnologie’ (bijvoorbeeld: andere type zonnecellen, kleur en bevestigingstechnieken) biedt voor het aanbrengen van zonnepanelen op een monumentaal dak, én hoe dit zich verhoudt tot de geldende regels. Dit project onderscheidt zich van het eerdere project van Stadsherstel in de mate van ‘innovativiteit van de technologie die gebruikt zal worden. In het eerste project werd nog gebruik gemaakt van standaard zonnepanelen. In het nieuwe project op de Zwijger gaat men op zoek naar de meest innovatieve zon-oplossing voor dit monumentale pand. Het project is als volgt opgebouwd: 1. allereerst wordt (op dit moment) de haalbaarheid onderzocht (technisch, financieel, juridisch) voor het aanbrengen van zonnepanelen op Pakhuis de Zwijger (eigendom NV Stadsherstel); 2. op basis van dit onderzoek zal NV Stadsherstel een beslissing nemen om haar dak wel of niet ter beschikking te stellen; 3. indien zij akkoord gaat zal de markt in de vorm van een prijsvraag uitgedaagd worden om met haar ‘beste’ systeem te komen; 4. het zonnesysteem van de beste inzending zal door Stadsherstel worden uitgevoerd, onder voorbehoud van een positieve vergunningsbeschikking. Volgens planning wordt de prijsvraag dit najaar bekend gemaakt (indien Stadsherstel positief beslist; stap 2) en wordt het winnende systeem (beoordeling door jury in november/december) begin 2015 geïnstalleerd. De gemeente (BMA en Programmabureau Klimaat en Energie) is als adviseur bij dit project betrokken. De Groene Grachten is project trekker. Uiteindelijke installatie van het innovatieve zonnesysteem (als de prijsvraag daadwerkelijk wordt uitgeschreven en er een goede inzending komt, die binnen de wettelijke kaders past) wordt door Stadsherstel geregeld en gedekt. Stadsherstel vraagt daar mogelijk financiering voor aan in de laatste tender van het Amsterdams Investeringsfonds. 3 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing op Gemeenteblad R Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 3. Deelt het college de mening van de fractie van D66 over het belang van verduurzaming en eventueel aanpassen van regels om nieuwe oplossingen van duurzaamheid mogelijk te maken? Zo ja, welke leerpunten zijn/worden opgesteld ten aanzien van de pilot voor het sheddak van Pakhuis de Zwijger? En welke leerpunten waren opgesteld voor het platte dak van de Amstelkerk? Zo nee, waarom niet en hoe denkt het college dan de ambitie zoals geformuleerd in de Zonvisie 2013 te halen? Antwoord: Het College onderschrijft de mening van de fractie van D66 dat verduurzaming van de bestaande stad van groot belang is en onderstreept dat in het coalitieakkoord ‘Amsterdam is van iedereen’. Zij werkt o.a. aan de doelstelling dat in 2020 20% meer duurzame energie wordt geproduceerd dan nu het geval is. Zonne-energie in de bestaande stad draagt daar aan bij. Om dit te realiseren kan het nodig zijn om bestaande regels aan te passen, of met het Rijk in gesprek te gaan wanneer de bevoegdheid niet bij de gemeente ligt. Aanpassing van regels kan bijvoorbeeld nodig zijn in de situatie waarin regels, maatschappelijke wensen, en toegenomen mogelijkheden door nieuwe (technologische}oplossingen, niet meer met elkaar in overeenstemming zijn. In het collegeprogramma is daarover afgesproken dat “we de regels voor het duurzaam aanpassen van gebouwen [gaan] versimpelen, bijvoorbeeld op het gebied van de teruglevering van energie en het gezamenlijk gebruik van daken voor zonnepanelen”. Daarbij dient het college uiteraard wel te opereren binnen de kaders van de landelijke wet- en regelgeving. Het College is daarnaast van mening dat de energietransitie alleen plaatsvindt als duurzaamheidsprojecten schaal krijgen. Daarvoor is het van belang dat wordt gewerkt aan opschaalbaarheid en kopieerbaarheid van oplossingen. De leerpunten die de pilot ‘Zon op de Zwijger’ op zal leveren zijn: — voorbeeldfunctie: onderzoeken en laten zien hoe een nieuwe zonnetechnologie mogelijk is op een monumentaal dak, waar dat met conventionele panelen niet haalbaar/wenselijk is; — kennisontwikkeling (bij overheid en markt) ten aanzien van technische mogelijkheden van zonne-energie; — onderzoeken hoe het vigerende welstandskader zich verhoudt tot innovatieve zon technologieën. Deze leerpunten zijn vooraf besproken met de projectpartners. Voor het project Amstelkerk waren geen leerpunten geformuleerd vanuit de gemeente, omdat de betrokkenheid beperkt was. Het pilotproject Zon op de Zwijger levert input voor het evalueren van de regels en draagt bij aan de uitvoering van het deel van de Zonvisie dat daarover gaat. In de Zonvisie zijn 8 programmalijnen opgenomen waarlangs de gemeente de toepassing van zonne-energie door burgers en bedrijven stimuleert. In lijn 7 (activiteit # 21) is opgenomen dat regelgeving periodiek tegen het licht wordt gehouden om te zien of deze (nog) in lijn is met de stand der techniek op het gebied van o.a. zonnesystemen. 4 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing op Gemeenteblad Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 4. Onder welke criteria zou het college de resultaten van de pilot “Zon op de Zwijger’ als een succes beoordelen? Wanneer vindt die beoordeling plaats en welke Amsterdamse stakeholders zijn hierbij betrokken? Antwoord: Het project ‘Zon op de Zwijger’ wordt als succes beschouwd als: 1. de prijsvraag een inzending oplevert die een goede technische oplossing biedt voor dit specifieke monumentale dak. Een goede technische oplossing is een oplossing die aansluit bij de eisen van de pandeigenaar (stadsherstel), betaalbaar is, en die aanvaardbaar is vanuit esthetisch en historisch oogpunt en valt binnen de kaders van Welstand en Monumenten; 2. het project bijdraagt aan het vinden van een oplossing voor het aanbrengen van zonnesystemen op andere monumentale panden, nu of in de toekomst. Dit is geen hard criterium, omdat de bijdrage van één project aan een bredere maatschappelijke ontwikkeling moeilijk te meten is. Amsterdam wil echter duurzame koploper zijn, en daar hoort ook bij dat er ruimte wordt gemaakt voor innovatie; 3. het project daarnaast input levert voor de periodieke herijking van de regels conform de Zonvisie (zie het antwoord op vraag 3). De beoogde planning: zie het antwoord op vraag 2. De betrokken stakeholders zijn: — De Groene Grachten; — NV Stadsherstel; — de gemeente Amsterdam (DRO, BMA, stadsdeel Centrum); — Uuurders van Pakhuis de Zwijger (via Stadsherstel); — Search. 5. Is het college van plan een vervolg te maken op het Amsterdamse duurzaamheidsprogramma 2011-2014, en indien dat het geval is, overeenkomstig het coalitieakkoord (blz. 27), de ambitie ten aanzien van lokale zonne-energie uit de Zonvisie conform het initiatiefvoorstel van het voormalig raadslid de heer Manuel en de resultaten van de ‘pilots’ op Pakhuis de Zwijger en de Amstelkerk daarin aandacht te besteden aan het verduurzamen van monumenten? Antwoord: Het College stelt eind dit jaar een Agenda Duurzaamheid vast. Het verduurzamen van monumenten, deregulering en de ambitie van de Zonvisie zullen in deze agenda worden meegenomen. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 5 X Gemeente Amsterdam R % Gemeenteraad Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 602 Datum akkoord 2 september 2014 Publicatiedatum 5 september 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw A.M. Bosman en de heer M.E. van den Heuvel van 5 augustus 2014 inzake zonnepanelen op monumentale panden. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstellers. Het college heeft de ambitie om in 2020 het aandeel duurzaam opgewekte energie binnen Amsterdam met 20% te laten toenemen. Zonne-energie is een belangrijke bron daarvoor. Eerder is de doelstelling vastgelegd om in 2020 160 MW zonnestroom per jaar op te wekken binnen de gemeente Amsterdam. Voor 2040 is het streefcijfer 1000 MW. Zonne-energie is een belangrijke manier voor bewoners en ondernemers om zelf voor hun elektriciteitsvoorziening te zorgen. Dat is goed voor het milieu, de energierekening en de onafhankelijkheid van Amsterdam ten opzichte van onberekenbare buitenlandse energieproducenten. Amsterdam heeft naast de ruim 8500 rijks- en gemeentelijke monumenten, ook een toenemend aantal beschermde stads- en dorpsgezichten. Het hele centrum van Amsterdam is sinds 1999 beschermd stadsgezicht en de grachtengordel behoort sinds 2010 tot het UNESCO werelderfgoed. De fractie van D66 vindt het belangrijk dat deze historische waarde wordt beschermd zodat Amsterdammers en latere generaties er nog volop van kunnen genieten en leren. De fractie van D66 kiest ook voor een schone, groene en gezonde stad. Het is van belang dat de gemeente ruimte geeft aan initiatieven die bijdragen aan nieuwe oplossingen van duurzaamheid, waarbij we openstaan kijken voor het aanpassen van geldende (verouderde) regels die verduurzaming in de weg staan, zonder dat de authenticiteit van monumenten wordt aangetast. Nu heeft de fractie van D66 begrepen dat de gemeente Amsterdam samen met De Groene Grachten, Stadsherstel en Search een pilot is gestart om zonnepanelen te plaatsen op de schuine kap van Pakhuis de Zwijger onder de naam: ‘Zon op de Zwijger’. Het betreft een zogenaamd sheddak (‘zaagtandendak’), dat een zichtlocatie is. Hieruit volgt waarschijnlijk een prijsvraag voor de aanbesteding die moet aantonen welke partij het beste zonnepanelen op een monument kan plaatsen. Dit project is benoemd als ‘pilot om uit te vinden of zonnepanelen op een monument passend zijn, in relatie tot mogelijke technische gevolgen voor het dak door aanhechting van de panelen of verstoring van het monumentale ‘daklandschap’ door het aangezicht van zonnepanelen, omdat dat er nu eenmaal anders uitziet dan dat het daklandschap eruit zag in de 17° eeuw. 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing op Gemeenteblad Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 Dit is niet het eerste monument met zonnepanelen. Sinds september 2013 liggen er zonnepanelen op het (platte) dak van de Amstelkerk. Volgens de website van Stadsherstel, die de energie van de zonnepanelen gebruikt voor het eigen kantoor dat gevestigd is in dit rijksmonument, is de vergunning verleend nadat met foto's van een proefopstelling was aangetoond dat het monument met deze ‘reversibele toepassing’ geen schade op zou lopen. Ook zijn er (slechts) een klein aantal grachtenpanden die met trekken en sleuren een vergunning kregen om zonnepanelen op hun dak te mogen plaatsen, om zodoende hun eigen elektriciteit op te kunnen wekken. Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 5 augustus 2014, beiden namens de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Wat is het effect geweest van de — inmiddels afgeronde — pilot ‘Zon op de Amstelkerk’ voor zonne-energie op andere monumenten met een plat dak en in Amsterdam? Antwoord: Als onderdeel van het initiatief Groene Grachten, in 2012 gestart door Wubbo Ockels en erop gericht om energiemaatregelen in monumentale panden te promoten, is door Stadsherstel een viertal zonnepanelen aangebracht op de Amstelkerk. Voor NV Stadsherstel betrof de Amstelkerk een eerste project waarin zij zonnepanelen heeft aangebracht op een monumentaal pand. Deze panelen zijn aangebracht op een plat dak en wel binnen de kaders van de Welstandsnota. Leerdoel: uitvinden of het technisch mogelijk (ja) en rendabel is (nee, door de lage elektriciteitsprijs die Stadsherstel betaalt omdat zij grootverbruiker is, en de te betalen leges à 1050 euro). Het effect is dat er nu 4 panelen liggen op dit monument, en dat Stadsherstel inzicht heeft gekregen in de mogelijkheden (maatwerk) voor het aanbrengen van zonnepanelen op monumenten en de business case daarvan. Er zijn overigens meer (maar niet veel) voorbeelden van monumentale panden in de stad waarop door bewoners reeds zonnepanelen zijn aangebracht. Hiervoor is een vergunning nodig van het betreffende stadsdeel. De betrokkenheid van de gemeente bij dit project van Stichting de Groene Grachten en Stadsherstel was overigens beperkt. Bureau Monumenten en Archeologie (BMA) en programmabureau Klimaat en Energie waren inhoudelijk (advies, meedenken) betrokken bij het initiatief, het stadsdeel heeft de vergunning afgegeven. 2 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing op Gemeenteblad R Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 2. Klopt het dat de gemeente Amsterdam (de Dienst Ruimtelijke Ordening en het Bureau Monumenten & Archeologie) zich heeft aangesloten bij De Groene Grachten, Stadsherstel, Stadsdeel Oost, Pakhuis de Zwijger en Search en bezig is met de nieuwe pilot ‘Zon op de Zwijger’? Wat is de huidige status van dit project en wat is de tijdsplanning van deze pilot (inclusief moment van afronding)? Antwoord: Ja. Genoemde partijen hebben gezamenlijk de pilot ‘Zon op de Zwijger’ in voorbereiding. Dit project is geïnitieerd door De Groene Grachten. Het project sluit aan bij de Amsterdamse Zonvisie ‘Burgers en Bedrijven gaan voor de zon!’ (zie ook het antwoord op vraag 3). In dit project wordt onderzocht welke mogelijkheden ‘innovatieve zonnetechnologie’ (bijvoorbeeld: andere type zonnecellen, kleur en bevestigingstechnieken) biedt voor het aanbrengen van zonnepanelen op een monumentaal dak, én hoe dit zich verhoudt tot de geldende regels. Dit project onderscheidt zich van het eerdere project van Stadsherstel in de mate van ‘innovativiteit van de technologie die gebruikt zal worden. In het eerste project werd nog gebruik gemaakt van standaard zonnepanelen. In het nieuwe project op de Zwijger gaat men op zoek naar de meest innovatieve zon-oplossing voor dit monumentale pand. Het project is als volgt opgebouwd: 1. allereerst wordt (op dit moment) de haalbaarheid onderzocht (technisch, financieel, juridisch) voor het aanbrengen van zonnepanelen op Pakhuis de Zwijger (eigendom NV Stadsherstel); 2. op basis van dit onderzoek zal NV Stadsherstel een beslissing nemen om haar dak wel of niet ter beschikking te stellen; 3. indien zij akkoord gaat zal de markt in de vorm van een prijsvraag uitgedaagd worden om met haar ‘beste’ systeem te komen; 4. het zonnesysteem van de beste inzending zal door Stadsherstel worden uitgevoerd, onder voorbehoud van een positieve vergunningsbeschikking. Volgens planning wordt de prijsvraag dit najaar bekend gemaakt (indien Stadsherstel positief beslist; stap 2) en wordt het winnende systeem (beoordeling door jury in november/december) begin 2015 geïnstalleerd. De gemeente (BMA en Programmabureau Klimaat en Energie) is als adviseur bij dit project betrokken. De Groene Grachten is project trekker. Uiteindelijke installatie van het innovatieve zonnesysteem (als de prijsvraag daadwerkelijk wordt uitgeschreven en er een goede inzending komt, die binnen de wettelijke kaders past) wordt door Stadsherstel geregeld en gedekt. Stadsherstel vraagt daar mogelijk financiering voor aan in de laatste tender van het Amsterdams Investeringsfonds. 3 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing op Gemeenteblad R Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 3. Deelt het college de mening van de fractie van D66 over het belang van verduurzaming en eventueel aanpassen van regels om nieuwe oplossingen van duurzaamheid mogelijk te maken? Zo ja, welke leerpunten zijn/worden opgesteld ten aanzien van de pilot voor het sheddak van Pakhuis de Zwijger? En welke leerpunten waren opgesteld voor het platte dak van de Amstelkerk? Zo nee, waarom niet en hoe denkt het college dan de ambitie zoals geformuleerd in de Zonvisie 2013 te halen? Antwoord: Het College onderschrijft de mening van de fractie van D66 dat verduurzaming van de bestaande stad van groot belang is en onderstreept dat in het coalitieakkoord ‘Amsterdam is van iedereen’. Zij werkt o.a. aan de doelstelling dat in 2020 20% meer duurzame energie wordt geproduceerd dan nu het geval is. Zonne-energie in de bestaande stad draagt daar aan bij. Om dit te realiseren kan het nodig zijn om bestaande regels aan te passen, of met het Rijk in gesprek te gaan wanneer de bevoegdheid niet bij de gemeente ligt. Aanpassing van regels kan bijvoorbeeld nodig zijn in de situatie waarin regels, maatschappelijke wensen, en toegenomen mogelijkheden door nieuwe (technologische}oplossingen, niet meer met elkaar in overeenstemming zijn. In het collegeprogramma is daarover afgesproken dat “we de regels voor het duurzaam aanpassen van gebouwen [gaan] versimpelen, bijvoorbeeld op het gebied van de teruglevering van energie en het gezamenlijk gebruik van daken voor zonnepanelen”. Daarbij dient het college uiteraard wel te opereren binnen de kaders van de landelijke wet- en regelgeving. Het College is daarnaast van mening dat de energietransitie alleen plaatsvindt als duurzaamheidsprojecten schaal krijgen. Daarvoor is het van belang dat wordt gewerkt aan opschaalbaarheid en kopieerbaarheid van oplossingen. De leerpunten die de pilot ‘Zon op de Zwijger’ op zal leveren zijn: — voorbeeldfunctie: onderzoeken en laten zien hoe een nieuwe zonnetechnologie mogelijk is op een monumentaal dak, waar dat met conventionele panelen niet haalbaar/wenselijk is; — kennisontwikkeling (bij overheid en markt) ten aanzien van technische mogelijkheden van zonne-energie; — onderzoeken hoe het vigerende welstandskader zich verhoudt tot innovatieve zon technologieën. Deze leerpunten zijn vooraf besproken met de projectpartners. Voor het project Amstelkerk waren geen leerpunten geformuleerd vanuit de gemeente, omdat de betrokkenheid beperkt was. Het pilotproject Zon op de Zwijger levert input voor het evalueren van de regels en draagt bij aan de uitvoering van het deel van de Zonvisie dat daarover gaat. In de Zonvisie zijn 8 programmalijnen opgenomen waarlangs de gemeente de toepassing van zonne-energie door burgers en bedrijven stimuleert. In lijn 7 (activiteit # 21) is opgenomen dat regelgeving periodiek tegen het licht wordt gehouden om te zien of deze (nog) in lijn is met de stand der techniek op het gebied van o.a. zonnesystemen. 4 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing op Gemeenteblad Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 4. Onder welke criteria zou het college de resultaten van de pilot “Zon op de Zwijger’ als een succes beoordelen? Wanneer vindt die beoordeling plaats en welke Amsterdamse stakeholders zijn hierbij betrokken? Antwoord: Het project ‘Zon op de Zwijger’ wordt als succes beschouwd als: 1. de prijsvraag een inzending oplevert die een goede technische oplossing biedt voor dit specifieke monumentale dak. Een goede technische oplossing is een oplossing die aansluit bij de eisen van de pandeigenaar (stadsherstel), betaalbaar is, en die aanvaardbaar is vanuit esthetisch en historisch oogpunt en valt binnen de kaders van Welstand en Monumenten; 2. het project bijdraagt aan het vinden van een oplossing voor het aanbrengen van zonnesystemen op andere monumentale panden, nu of in de toekomst. Dit is geen hard criterium, omdat de bijdrage van één project aan een bredere maatschappelijke ontwikkeling moeilijk te meten is. Amsterdam wil echter duurzame koploper zijn, en daar hoort ook bij dat er ruimte wordt gemaakt voor innovatie; 3. het project daarnaast input levert voor de periodieke herijking van de regels conform de Zonvisie (zie het antwoord op vraag 3). De beoogde planning: zie het antwoord op vraag 2. De betrokken stakeholders zijn: — De Groene Grachten; — NV Stadsherstel; — de gemeente Amsterdam (DRO, BMA, stadsdeel Centrum); — Uuurders van Pakhuis de Zwijger (via Stadsherstel); — Search. 5. Is het college van plan een vervolg te maken op het Amsterdamse duurzaamheidsprogramma 2011-2014, en indien dat het geval is, overeenkomstig het coalitieakkoord (blz. 27), de ambitie ten aanzien van lokale zonne-energie uit de Zonvisie conform het initiatiefvoorstel van het voormalig raadslid de heer Manuel en de resultaten van de ‘pilots’ op Pakhuis de Zwijger en de Amstelkerk daarin aandacht te besteden aan het verduurzamen van monumenten? Antwoord: Het College stelt eind dit jaar een Agenda Duurzaamheid vast. Het verduurzamen van monumenten, deregulering en de ambitie van de Zonvisie zullen in deze agenda worden meegenomen. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 5 X Gemeente Amsterdam R % Gemeenteraad Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 602 Datum akkoord 2 september 2014 Publicatiedatum 5 september 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw A.M. Bosman en de heer M.E. van den Heuvel van 5 augustus 2014 inzake zonnepanelen op monumentale panden. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstellers. Het college heeft de ambitie om in 2020 het aandeel duurzaam opgewekte energie binnen Amsterdam met 20% te laten toenemen. Zonne-energie is een belangrijke bron daarvoor. Eerder is de doelstelling vastgelegd om in 2020 160 MW zonnestroom per jaar op te wekken binnen de gemeente Amsterdam. Voor 2040 is het streefcijfer 1000 MW. Zonne-energie is een belangrijke manier voor bewoners en ondernemers om zelf voor hun elektriciteitsvoorziening te zorgen. Dat is goed voor het milieu, de energierekening en de onafhankelijkheid van Amsterdam ten opzichte van onberekenbare buitenlandse energieproducenten. Amsterdam heeft naast de ruim 8500 rijks- en gemeentelijke monumenten, ook een toenemend aantal beschermde stads- en dorpsgezichten. Het hele centrum van Amsterdam is sinds 1999 beschermd stadsgezicht en de grachtengordel behoort sinds 2010 tot het UNESCO werelderfgoed. De fractie van D66 vindt het belangrijk dat deze historische waarde wordt beschermd zodat Amsterdammers en latere generaties er nog volop van kunnen genieten en leren. De fractie van D66 kiest ook voor een schone, groene en gezonde stad. Het is van belang dat de gemeente ruimte geeft aan initiatieven die bijdragen aan nieuwe oplossingen van duurzaamheid, waarbij we openstaan kijken voor het aanpassen van geldende (verouderde) regels die verduurzaming in de weg staan, zonder dat de authenticiteit van monumenten wordt aangetast. Nu heeft de fractie van D66 begrepen dat de gemeente Amsterdam samen met De Groene Grachten, Stadsherstel en Search een pilot is gestart om zonnepanelen te plaatsen op de schuine kap van Pakhuis de Zwijger onder de naam: ‘Zon op de Zwijger’. Het betreft een zogenaamd sheddak (‘zaagtandendak’), dat een zichtlocatie is. Hieruit volgt waarschijnlijk een prijsvraag voor de aanbesteding die moet aantonen welke partij het beste zonnepanelen op een monument kan plaatsen. Dit project is benoemd als ‘pilot om uit te vinden of zonnepanelen op een monument passend zijn, in relatie tot mogelijke technische gevolgen voor het dak door aanhechting van de panelen of verstoring van het monumentale ‘daklandschap’ door het aangezicht van zonnepanelen, omdat dat er nu eenmaal anders uitziet dan dat het daklandschap eruit zag in de 17° eeuw. 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing op Gemeenteblad Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 Dit is niet het eerste monument met zonnepanelen. Sinds september 2013 liggen er zonnepanelen op het (platte) dak van de Amstelkerk. Volgens de website van Stadsherstel, die de energie van de zonnepanelen gebruikt voor het eigen kantoor dat gevestigd is in dit rijksmonument, is de vergunning verleend nadat met foto's van een proefopstelling was aangetoond dat het monument met deze ‘reversibele toepassing’ geen schade op zou lopen. Ook zijn er (slechts) een klein aantal grachtenpanden die met trekken en sleuren een vergunning kregen om zonnepanelen op hun dak te mogen plaatsen, om zodoende hun eigen elektriciteit op te kunnen wekken. Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 5 augustus 2014, beiden namens de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Wat is het effect geweest van de — inmiddels afgeronde — pilot ‘Zon op de Amstelkerk’ voor zonne-energie op andere monumenten met een plat dak en in Amsterdam? Antwoord: Als onderdeel van het initiatief Groene Grachten, in 2012 gestart door Wubbo Ockels en erop gericht om energiemaatregelen in monumentale panden te promoten, is door Stadsherstel een viertal zonnepanelen aangebracht op de Amstelkerk. Voor NV Stadsherstel betrof de Amstelkerk een eerste project waarin zij zonnepanelen heeft aangebracht op een monumentaal pand. Deze panelen zijn aangebracht op een plat dak en wel binnen de kaders van de Welstandsnota. Leerdoel: uitvinden of het technisch mogelijk (ja) en rendabel is (nee, door de lage elektriciteitsprijs die Stadsherstel betaalt omdat zij grootverbruiker is, en de te betalen leges à 1050 euro). Het effect is dat er nu 4 panelen liggen op dit monument, en dat Stadsherstel inzicht heeft gekregen in de mogelijkheden (maatwerk) voor het aanbrengen van zonnepanelen op monumenten en de business case daarvan. Er zijn overigens meer (maar niet veel) voorbeelden van monumentale panden in de stad waarop door bewoners reeds zonnepanelen zijn aangebracht. Hiervoor is een vergunning nodig van het betreffende stadsdeel. De betrokkenheid van de gemeente bij dit project van Stichting de Groene Grachten en Stadsherstel was overigens beperkt. Bureau Monumenten en Archeologie (BMA) en programmabureau Klimaat en Energie waren inhoudelijk (advies, meedenken) betrokken bij het initiatief, het stadsdeel heeft de vergunning afgegeven. 2 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing op Gemeenteblad R Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 2. Klopt het dat de gemeente Amsterdam (de Dienst Ruimtelijke Ordening en het Bureau Monumenten & Archeologie) zich heeft aangesloten bij De Groene Grachten, Stadsherstel, Stadsdeel Oost, Pakhuis de Zwijger en Search en bezig is met de nieuwe pilot ‘Zon op de Zwijger’? Wat is de huidige status van dit project en wat is de tijdsplanning van deze pilot (inclusief moment van afronding)? Antwoord: Ja. Genoemde partijen hebben gezamenlijk de pilot ‘Zon op de Zwijger’ in voorbereiding. Dit project is geïnitieerd door De Groene Grachten. Het project sluit aan bij de Amsterdamse Zonvisie ‘Burgers en Bedrijven gaan voor de zon!’ (zie ook het antwoord op vraag 3). In dit project wordt onderzocht welke mogelijkheden ‘innovatieve zonnetechnologie’ (bijvoorbeeld: andere type zonnecellen, kleur en bevestigingstechnieken) biedt voor het aanbrengen van zonnepanelen op een monumentaal dak, én hoe dit zich verhoudt tot de geldende regels. Dit project onderscheidt zich van het eerdere project van Stadsherstel in de mate van ‘innovativiteit van de technologie die gebruikt zal worden. In het eerste project werd nog gebruik gemaakt van standaard zonnepanelen. In het nieuwe project op de Zwijger gaat men op zoek naar de meest innovatieve zon-oplossing voor dit monumentale pand. Het project is als volgt opgebouwd: 1. allereerst wordt (op dit moment) de haalbaarheid onderzocht (technisch, financieel, juridisch) voor het aanbrengen van zonnepanelen op Pakhuis de Zwijger (eigendom NV Stadsherstel); 2. op basis van dit onderzoek zal NV Stadsherstel een beslissing nemen om haar dak wel of niet ter beschikking te stellen; 3. indien zij akkoord gaat zal de markt in de vorm van een prijsvraag uitgedaagd worden om met haar ‘beste’ systeem te komen; 4. het zonnesysteem van de beste inzending zal door Stadsherstel worden uitgevoerd, onder voorbehoud van een positieve vergunningsbeschikking. Volgens planning wordt de prijsvraag dit najaar bekend gemaakt (indien Stadsherstel positief beslist; stap 2) en wordt het winnende systeem (beoordeling door jury in november/december) begin 2015 geïnstalleerd. De gemeente (BMA en Programmabureau Klimaat en Energie) is als adviseur bij dit project betrokken. De Groene Grachten is project trekker. Uiteindelijke installatie van het innovatieve zonnesysteem (als de prijsvraag daadwerkelijk wordt uitgeschreven en er een goede inzending komt, die binnen de wettelijke kaders past) wordt door Stadsherstel geregeld en gedekt. Stadsherstel vraagt daar mogelijk financiering voor aan in de laatste tender van het Amsterdams Investeringsfonds. 3 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing op Gemeenteblad R Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 3. Deelt het college de mening van de fractie van D66 over het belang van verduurzaming en eventueel aanpassen van regels om nieuwe oplossingen van duurzaamheid mogelijk te maken? Zo ja, welke leerpunten zijn/worden opgesteld ten aanzien van de pilot voor het sheddak van Pakhuis de Zwijger? En welke leerpunten waren opgesteld voor het platte dak van de Amstelkerk? Zo nee, waarom niet en hoe denkt het college dan de ambitie zoals geformuleerd in de Zonvisie 2013 te halen? Antwoord: Het College onderschrijft de mening van de fractie van D66 dat verduurzaming van de bestaande stad van groot belang is en onderstreept dat in het coalitieakkoord ‘Amsterdam is van iedereen’. Zij werkt o.a. aan de doelstelling dat in 2020 20% meer duurzame energie wordt geproduceerd dan nu het geval is. Zonne-energie in de bestaande stad draagt daar aan bij. Om dit te realiseren kan het nodig zijn om bestaande regels aan te passen, of met het Rijk in gesprek te gaan wanneer de bevoegdheid niet bij de gemeente ligt. Aanpassing van regels kan bijvoorbeeld nodig zijn in de situatie waarin regels, maatschappelijke wensen, en toegenomen mogelijkheden door nieuwe (technologische}oplossingen, niet meer met elkaar in overeenstemming zijn. In het collegeprogramma is daarover afgesproken dat “we de regels voor het duurzaam aanpassen van gebouwen [gaan] versimpelen, bijvoorbeeld op het gebied van de teruglevering van energie en het gezamenlijk gebruik van daken voor zonnepanelen”. Daarbij dient het college uiteraard wel te opereren binnen de kaders van de landelijke wet- en regelgeving. Het College is daarnaast van mening dat de energietransitie alleen plaatsvindt als duurzaamheidsprojecten schaal krijgen. Daarvoor is het van belang dat wordt gewerkt aan opschaalbaarheid en kopieerbaarheid van oplossingen. De leerpunten die de pilot ‘Zon op de Zwijger’ op zal leveren zijn: — voorbeeldfunctie: onderzoeken en laten zien hoe een nieuwe zonnetechnologie mogelijk is op een monumentaal dak, waar dat met conventionele panelen niet haalbaar/wenselijk is; — kennisontwikkeling (bij overheid en markt) ten aanzien van technische mogelijkheden van zonne-energie; — onderzoeken hoe het vigerende welstandskader zich verhoudt tot innovatieve zon technologieën. Deze leerpunten zijn vooraf besproken met de projectpartners. Voor het project Amstelkerk waren geen leerpunten geformuleerd vanuit de gemeente, omdat de betrokkenheid beperkt was. Het pilotproject Zon op de Zwijger levert input voor het evalueren van de regels en draagt bij aan de uitvoering van het deel van de Zonvisie dat daarover gaat. In de Zonvisie zijn 8 programmalijnen opgenomen waarlangs de gemeente de toepassing van zonne-energie door burgers en bedrijven stimuleert. In lijn 7 (activiteit # 21) is opgenomen dat regelgeving periodiek tegen het licht wordt gehouden om te zien of deze (nog) in lijn is met de stand der techniek op het gebied van o.a. zonnesystemen. 4 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing op Gemeenteblad Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 4. Onder welke criteria zou het college de resultaten van de pilot “Zon op de Zwijger’ als een succes beoordelen? Wanneer vindt die beoordeling plaats en welke Amsterdamse stakeholders zijn hierbij betrokken? Antwoord: Het project ‘Zon op de Zwijger’ wordt als succes beschouwd als: 1. de prijsvraag een inzending oplevert die een goede technische oplossing biedt voor dit specifieke monumentale dak. Een goede technische oplossing is een oplossing die aansluit bij de eisen van de pandeigenaar (stadsherstel), betaalbaar is, en die aanvaardbaar is vanuit esthetisch en historisch oogpunt en valt binnen de kaders van Welstand en Monumenten; 2. het project bijdraagt aan het vinden van een oplossing voor het aanbrengen van zonnesystemen op andere monumentale panden, nu of in de toekomst. Dit is geen hard criterium, omdat de bijdrage van één project aan een bredere maatschappelijke ontwikkeling moeilijk te meten is. Amsterdam wil echter duurzame koploper zijn, en daar hoort ook bij dat er ruimte wordt gemaakt voor innovatie; 3. het project daarnaast input levert voor de periodieke herijking van de regels conform de Zonvisie (zie het antwoord op vraag 3). De beoogde planning: zie het antwoord op vraag 2. De betrokken stakeholders zijn: — De Groene Grachten; — NV Stadsherstel; — de gemeente Amsterdam (DRO, BMA, stadsdeel Centrum); — Uuurders van Pakhuis de Zwijger (via Stadsherstel); — Search. 5. Is het college van plan een vervolg te maken op het Amsterdamse duurzaamheidsprogramma 2011-2014, en indien dat het geval is, overeenkomstig het coalitieakkoord (blz. 27), de ambitie ten aanzien van lokale zonne-energie uit de Zonvisie conform het initiatiefvoorstel van het voormalig raadslid de heer Manuel en de resultaten van de ‘pilots’ op Pakhuis de Zwijger en de Amstelkerk daarin aandacht te besteden aan het verduurzamen van monumenten? Antwoord: Het College stelt eind dit jaar een Agenda Duurzaamheid vast. Het verduurzamen van monumenten, deregulering en de ambitie van de Zonvisie zullen in deze agenda worden meegenomen. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 5 X Gemeente Amsterdam R % Gemeenteraad Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 602 Datum akkoord 2 september 2014 Publicatiedatum 5 september 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw A.M. Bosman en de heer M.E. van den Heuvel van 5 augustus 2014 inzake zonnepanelen op monumentale panden. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstellers. Het college heeft de ambitie om in 2020 het aandeel duurzaam opgewekte energie binnen Amsterdam met 20% te laten toenemen. Zonne-energie is een belangrijke bron daarvoor. Eerder is de doelstelling vastgelegd om in 2020 160 MW zonnestroom per jaar op te wekken binnen de gemeente Amsterdam. Voor 2040 is het streefcijfer 1000 MW. Zonne-energie is een belangrijke manier voor bewoners en ondernemers om zelf voor hun elektriciteitsvoorziening te zorgen. Dat is goed voor het milieu, de energierekening en de onafhankelijkheid van Amsterdam ten opzichte van onberekenbare buitenlandse energieproducenten. Amsterdam heeft naast de ruim 8500 rijks- en gemeentelijke monumenten, ook een toenemend aantal beschermde stads- en dorpsgezichten. Het hele centrum van Amsterdam is sinds 1999 beschermd stadsgezicht en de grachtengordel behoort sinds 2010 tot het UNESCO werelderfgoed. De fractie van D66 vindt het belangrijk dat deze historische waarde wordt beschermd zodat Amsterdammers en latere generaties er nog volop van kunnen genieten en leren. De fractie van D66 kiest ook voor een schone, groene en gezonde stad. Het is van belang dat de gemeente ruimte geeft aan initiatieven die bijdragen aan nieuwe oplossingen van duurzaamheid, waarbij we openstaan kijken voor het aanpassen van geldende (verouderde) regels die verduurzaming in de weg staan, zonder dat de authenticiteit van monumenten wordt aangetast. Nu heeft de fractie van D66 begrepen dat de gemeente Amsterdam samen met De Groene Grachten, Stadsherstel en Search een pilot is gestart om zonnepanelen te plaatsen op de schuine kap van Pakhuis de Zwijger onder de naam: ‘Zon op de Zwijger’. Het betreft een zogenaamd sheddak (‘zaagtandendak’), dat een zichtlocatie is. Hieruit volgt waarschijnlijk een prijsvraag voor de aanbesteding die moet aantonen welke partij het beste zonnepanelen op een monument kan plaatsen. Dit project is benoemd als ‘pilot om uit te vinden of zonnepanelen op een monument passend zijn, in relatie tot mogelijke technische gevolgen voor het dak door aanhechting van de panelen of verstoring van het monumentale ‘daklandschap’ door het aangezicht van zonnepanelen, omdat dat er nu eenmaal anders uitziet dan dat het daklandschap eruit zag in de 17° eeuw. 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing op Gemeenteblad Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 Dit is niet het eerste monument met zonnepanelen. Sinds september 2013 liggen er zonnepanelen op het (platte) dak van de Amstelkerk. Volgens de website van Stadsherstel, die de energie van de zonnepanelen gebruikt voor het eigen kantoor dat gevestigd is in dit rijksmonument, is de vergunning verleend nadat met foto's van een proefopstelling was aangetoond dat het monument met deze ‘reversibele toepassing’ geen schade op zou lopen. Ook zijn er (slechts) een klein aantal grachtenpanden die met trekken en sleuren een vergunning kregen om zonnepanelen op hun dak te mogen plaatsen, om zodoende hun eigen elektriciteit op te kunnen wekken. Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 5 augustus 2014, beiden namens de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Wat is het effect geweest van de — inmiddels afgeronde — pilot ‘Zon op de Amstelkerk’ voor zonne-energie op andere monumenten met een plat dak en in Amsterdam? Antwoord: Als onderdeel van het initiatief Groene Grachten, in 2012 gestart door Wubbo Ockels en erop gericht om energiemaatregelen in monumentale panden te promoten, is door Stadsherstel een viertal zonnepanelen aangebracht op de Amstelkerk. Voor NV Stadsherstel betrof de Amstelkerk een eerste project waarin zij zonnepanelen heeft aangebracht op een monumentaal pand. Deze panelen zijn aangebracht op een plat dak en wel binnen de kaders van de Welstandsnota. Leerdoel: uitvinden of het technisch mogelijk (ja) en rendabel is (nee, door de lage elektriciteitsprijs die Stadsherstel betaalt omdat zij grootverbruiker is, en de te betalen leges à 1050 euro). Het effect is dat er nu 4 panelen liggen op dit monument, en dat Stadsherstel inzicht heeft gekregen in de mogelijkheden (maatwerk) voor het aanbrengen van zonnepanelen op monumenten en de business case daarvan. Er zijn overigens meer (maar niet veel) voorbeelden van monumentale panden in de stad waarop door bewoners reeds zonnepanelen zijn aangebracht. Hiervoor is een vergunning nodig van het betreffende stadsdeel. De betrokkenheid van de gemeente bij dit project van Stichting de Groene Grachten en Stadsherstel was overigens beperkt. Bureau Monumenten en Archeologie (BMA) en programmabureau Klimaat en Energie waren inhoudelijk (advies, meedenken) betrokken bij het initiatief, het stadsdeel heeft de vergunning afgegeven. 2 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing op Gemeenteblad R Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 2. Klopt het dat de gemeente Amsterdam (de Dienst Ruimtelijke Ordening en het Bureau Monumenten & Archeologie) zich heeft aangesloten bij De Groene Grachten, Stadsherstel, Stadsdeel Oost, Pakhuis de Zwijger en Search en bezig is met de nieuwe pilot ‘Zon op de Zwijger’? Wat is de huidige status van dit project en wat is de tijdsplanning van deze pilot (inclusief moment van afronding)? Antwoord: Ja. Genoemde partijen hebben gezamenlijk de pilot ‘Zon op de Zwijger’ in voorbereiding. Dit project is geïnitieerd door De Groene Grachten. Het project sluit aan bij de Amsterdamse Zonvisie ‘Burgers en Bedrijven gaan voor de zon!’ (zie ook het antwoord op vraag 3). In dit project wordt onderzocht welke mogelijkheden ‘innovatieve zonnetechnologie’ (bijvoorbeeld: andere type zonnecellen, kleur en bevestigingstechnieken) biedt voor het aanbrengen van zonnepanelen op een monumentaal dak, én hoe dit zich verhoudt tot de geldende regels. Dit project onderscheidt zich van het eerdere project van Stadsherstel in de mate van ‘innovativiteit van de technologie die gebruikt zal worden. In het eerste project werd nog gebruik gemaakt van standaard zonnepanelen. In het nieuwe project op de Zwijger gaat men op zoek naar de meest innovatieve zon-oplossing voor dit monumentale pand. Het project is als volgt opgebouwd: 1. allereerst wordt (op dit moment) de haalbaarheid onderzocht (technisch, financieel, juridisch) voor het aanbrengen van zonnepanelen op Pakhuis de Zwijger (eigendom NV Stadsherstel); 2. op basis van dit onderzoek zal NV Stadsherstel een beslissing nemen om haar dak wel of niet ter beschikking te stellen; 3. indien zij akkoord gaat zal de markt in de vorm van een prijsvraag uitgedaagd worden om met haar ‘beste’ systeem te komen; 4. het zonnesysteem van de beste inzending zal door Stadsherstel worden uitgevoerd, onder voorbehoud van een positieve vergunningsbeschikking. Volgens planning wordt de prijsvraag dit najaar bekend gemaakt (indien Stadsherstel positief beslist; stap 2) en wordt het winnende systeem (beoordeling door jury in november/december) begin 2015 geïnstalleerd. De gemeente (BMA en Programmabureau Klimaat en Energie) is als adviseur bij dit project betrokken. De Groene Grachten is project trekker. Uiteindelijke installatie van het innovatieve zonnesysteem (als de prijsvraag daadwerkelijk wordt uitgeschreven en er een goede inzending komt, die binnen de wettelijke kaders past) wordt door Stadsherstel geregeld en gedekt. Stadsherstel vraagt daar mogelijk financiering voor aan in de laatste tender van het Amsterdams Investeringsfonds. 3 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing op Gemeenteblad R Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 3. Deelt het college de mening van de fractie van D66 over het belang van verduurzaming en eventueel aanpassen van regels om nieuwe oplossingen van duurzaamheid mogelijk te maken? Zo ja, welke leerpunten zijn/worden opgesteld ten aanzien van de pilot voor het sheddak van Pakhuis de Zwijger? En welke leerpunten waren opgesteld voor het platte dak van de Amstelkerk? Zo nee, waarom niet en hoe denkt het college dan de ambitie zoals geformuleerd in de Zonvisie 2013 te halen? Antwoord: Het College onderschrijft de mening van de fractie van D66 dat verduurzaming van de bestaande stad van groot belang is en onderstreept dat in het coalitieakkoord ‘Amsterdam is van iedereen’. Zij werkt o.a. aan de doelstelling dat in 2020 20% meer duurzame energie wordt geproduceerd dan nu het geval is. Zonne-energie in de bestaande stad draagt daar aan bij. Om dit te realiseren kan het nodig zijn om bestaande regels aan te passen, of met het Rijk in gesprek te gaan wanneer de bevoegdheid niet bij de gemeente ligt. Aanpassing van regels kan bijvoorbeeld nodig zijn in de situatie waarin regels, maatschappelijke wensen, en toegenomen mogelijkheden door nieuwe (technologische}oplossingen, niet meer met elkaar in overeenstemming zijn. In het collegeprogramma is daarover afgesproken dat “we de regels voor het duurzaam aanpassen van gebouwen [gaan] versimpelen, bijvoorbeeld op het gebied van de teruglevering van energie en het gezamenlijk gebruik van daken voor zonnepanelen”. Daarbij dient het college uiteraard wel te opereren binnen de kaders van de landelijke wet- en regelgeving. Het College is daarnaast van mening dat de energietransitie alleen plaatsvindt als duurzaamheidsprojecten schaal krijgen. Daarvoor is het van belang dat wordt gewerkt aan opschaalbaarheid en kopieerbaarheid van oplossingen. De leerpunten die de pilot ‘Zon op de Zwijger’ op zal leveren zijn: — voorbeeldfunctie: onderzoeken en laten zien hoe een nieuwe zonnetechnologie mogelijk is op een monumentaal dak, waar dat met conventionele panelen niet haalbaar/wenselijk is; — kennisontwikkeling (bij overheid en markt) ten aanzien van technische mogelijkheden van zonne-energie; — onderzoeken hoe het vigerende welstandskader zich verhoudt tot innovatieve zon technologieën. Deze leerpunten zijn vooraf besproken met de projectpartners. Voor het project Amstelkerk waren geen leerpunten geformuleerd vanuit de gemeente, omdat de betrokkenheid beperkt was. Het pilotproject Zon op de Zwijger levert input voor het evalueren van de regels en draagt bij aan de uitvoering van het deel van de Zonvisie dat daarover gaat. In de Zonvisie zijn 8 programmalijnen opgenomen waarlangs de gemeente de toepassing van zonne-energie door burgers en bedrijven stimuleert. In lijn 7 (activiteit # 21) is opgenomen dat regelgeving periodiek tegen het licht wordt gehouden om te zien of deze (nog) in lijn is met de stand der techniek op het gebied van o.a. zonnesystemen. 4 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing op Gemeenteblad Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 4. Onder welke criteria zou het college de resultaten van de pilot “Zon op de Zwijger’ als een succes beoordelen? Wanneer vindt die beoordeling plaats en welke Amsterdamse stakeholders zijn hierbij betrokken? Antwoord: Het project ‘Zon op de Zwijger’ wordt als succes beschouwd als: 1. de prijsvraag een inzending oplevert die een goede technische oplossing biedt voor dit specifieke monumentale dak. Een goede technische oplossing is een oplossing die aansluit bij de eisen van de pandeigenaar (stadsherstel), betaalbaar is, en die aanvaardbaar is vanuit esthetisch en historisch oogpunt en valt binnen de kaders van Welstand en Monumenten; 2. het project bijdraagt aan het vinden van een oplossing voor het aanbrengen van zonnesystemen op andere monumentale panden, nu of in de toekomst. Dit is geen hard criterium, omdat de bijdrage van één project aan een bredere maatschappelijke ontwikkeling moeilijk te meten is. Amsterdam wil echter duurzame koploper zijn, en daar hoort ook bij dat er ruimte wordt gemaakt voor innovatie; 3. het project daarnaast input levert voor de periodieke herijking van de regels conform de Zonvisie (zie het antwoord op vraag 3). De beoogde planning: zie het antwoord op vraag 2. De betrokken stakeholders zijn: — De Groene Grachten; — NV Stadsherstel; — de gemeente Amsterdam (DRO, BMA, stadsdeel Centrum); — Uuurders van Pakhuis de Zwijger (via Stadsherstel); — Search. 5. Is het college van plan een vervolg te maken op het Amsterdamse duurzaamheidsprogramma 2011-2014, en indien dat het geval is, overeenkomstig het coalitieakkoord (blz. 27), de ambitie ten aanzien van lokale zonne-energie uit de Zonvisie conform het initiatiefvoorstel van het voormalig raadslid de heer Manuel en de resultaten van de ‘pilots’ op Pakhuis de Zwijger en de Amstelkerk daarin aandacht te besteden aan het verduurzamen van monumenten? Antwoord: Het College stelt eind dit jaar een Agenda Duurzaamheid vast. Het verduurzamen van monumenten, deregulering en de ambitie van de Zonvisie zullen in deze agenda worden meegenomen. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 5 X Gemeente Amsterdam R % Gemeenteraad Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 602 Datum akkoord 2 september 2014 Publicatiedatum 5 september 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw A.M. Bosman en de heer M.E. van den Heuvel van 5 augustus 2014 inzake zonnepanelen op monumentale panden. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstellers. Het college heeft de ambitie om in 2020 het aandeel duurzaam opgewekte energie binnen Amsterdam met 20% te laten toenemen. Zonne-energie is een belangrijke bron daarvoor. Eerder is de doelstelling vastgelegd om in 2020 160 MW zonnestroom per jaar op te wekken binnen de gemeente Amsterdam. Voor 2040 is het streefcijfer 1000 MW. Zonne-energie is een belangrijke manier voor bewoners en ondernemers om zelf voor hun elektriciteitsvoorziening te zorgen. Dat is goed voor het milieu, de energierekening en de onafhankelijkheid van Amsterdam ten opzichte van onberekenbare buitenlandse energieproducenten. Amsterdam heeft naast de ruim 8500 rijks- en gemeentelijke monumenten, ook een toenemend aantal beschermde stads- en dorpsgezichten. Het hele centrum van Amsterdam is sinds 1999 beschermd stadsgezicht en de grachtengordel behoort sinds 2010 tot het UNESCO werelderfgoed. De fractie van D66 vindt het belangrijk dat deze historische waarde wordt beschermd zodat Amsterdammers en latere generaties er nog volop van kunnen genieten en leren. De fractie van D66 kiest ook voor een schone, groene en gezonde stad. Het is van belang dat de gemeente ruimte geeft aan initiatieven die bijdragen aan nieuwe oplossingen van duurzaamheid, waarbij we openstaan kijken voor het aanpassen van geldende (verouderde) regels die verduurzaming in de weg staan, zonder dat de authenticiteit van monumenten wordt aangetast. Nu heeft de fractie van D66 begrepen dat de gemeente Amsterdam samen met De Groene Grachten, Stadsherstel en Search een pilot is gestart om zonnepanelen te plaatsen op de schuine kap van Pakhuis de Zwijger onder de naam: ‘Zon op de Zwijger’. Het betreft een zogenaamd sheddak (‘zaagtandendak’), dat een zichtlocatie is. Hieruit volgt waarschijnlijk een prijsvraag voor de aanbesteding die moet aantonen welke partij het beste zonnepanelen op een monument kan plaatsen. Dit project is benoemd als ‘pilot om uit te vinden of zonnepanelen op een monument passend zijn, in relatie tot mogelijke technische gevolgen voor het dak door aanhechting van de panelen of verstoring van het monumentale ‘daklandschap’ door het aangezicht van zonnepanelen, omdat dat er nu eenmaal anders uitziet dan dat het daklandschap eruit zag in de 17° eeuw. 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing op Gemeenteblad Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 Dit is niet het eerste monument met zonnepanelen. Sinds september 2013 liggen er zonnepanelen op het (platte) dak van de Amstelkerk. Volgens de website van Stadsherstel, die de energie van de zonnepanelen gebruikt voor het eigen kantoor dat gevestigd is in dit rijksmonument, is de vergunning verleend nadat met foto's van een proefopstelling was aangetoond dat het monument met deze ‘reversibele toepassing’ geen schade op zou lopen. Ook zijn er (slechts) een klein aantal grachtenpanden die met trekken en sleuren een vergunning kregen om zonnepanelen op hun dak te mogen plaatsen, om zodoende hun eigen elektriciteit op te kunnen wekken. Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 5 augustus 2014, beiden namens de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Wat is het effect geweest van de — inmiddels afgeronde — pilot ‘Zon op de Amstelkerk’ voor zonne-energie op andere monumenten met een plat dak en in Amsterdam? Antwoord: Als onderdeel van het initiatief Groene Grachten, in 2012 gestart door Wubbo Ockels en erop gericht om energiemaatregelen in monumentale panden te promoten, is door Stadsherstel een viertal zonnepanelen aangebracht op de Amstelkerk. Voor NV Stadsherstel betrof de Amstelkerk een eerste project waarin zij zonnepanelen heeft aangebracht op een monumentaal pand. Deze panelen zijn aangebracht op een plat dak en wel binnen de kaders van de Welstandsnota. Leerdoel: uitvinden of het technisch mogelijk (ja) en rendabel is (nee, door de lage elektriciteitsprijs die Stadsherstel betaalt omdat zij grootverbruiker is, en de te betalen leges à 1050 euro). Het effect is dat er nu 4 panelen liggen op dit monument, en dat Stadsherstel inzicht heeft gekregen in de mogelijkheden (maatwerk) voor het aanbrengen van zonnepanelen op monumenten en de business case daarvan. Er zijn overigens meer (maar niet veel) voorbeelden van monumentale panden in de stad waarop door bewoners reeds zonnepanelen zijn aangebracht. Hiervoor is een vergunning nodig van het betreffende stadsdeel. De betrokkenheid van de gemeente bij dit project van Stichting de Groene Grachten en Stadsherstel was overigens beperkt. Bureau Monumenten en Archeologie (BMA) en programmabureau Klimaat en Energie waren inhoudelijk (advies, meedenken) betrokken bij het initiatief, het stadsdeel heeft de vergunning afgegeven. 2 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing op Gemeenteblad R Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 2. Klopt het dat de gemeente Amsterdam (de Dienst Ruimtelijke Ordening en het Bureau Monumenten & Archeologie) zich heeft aangesloten bij De Groene Grachten, Stadsherstel, Stadsdeel Oost, Pakhuis de Zwijger en Search en bezig is met de nieuwe pilot ‘Zon op de Zwijger’? Wat is de huidige status van dit project en wat is de tijdsplanning van deze pilot (inclusief moment van afronding)? Antwoord: Ja. Genoemde partijen hebben gezamenlijk de pilot ‘Zon op de Zwijger’ in voorbereiding. Dit project is geïnitieerd door De Groene Grachten. Het project sluit aan bij de Amsterdamse Zonvisie ‘Burgers en Bedrijven gaan voor de zon!’ (zie ook het antwoord op vraag 3). In dit project wordt onderzocht welke mogelijkheden ‘innovatieve zonnetechnologie’ (bijvoorbeeld: andere type zonnecellen, kleur en bevestigingstechnieken) biedt voor het aanbrengen van zonnepanelen op een monumentaal dak, én hoe dit zich verhoudt tot de geldende regels. Dit project onderscheidt zich van het eerdere project van Stadsherstel in de mate van ‘innovativiteit van de technologie die gebruikt zal worden. In het eerste project werd nog gebruik gemaakt van standaard zonnepanelen. In het nieuwe project op de Zwijger gaat men op zoek naar de meest innovatieve zon-oplossing voor dit monumentale pand. Het project is als volgt opgebouwd: 1. allereerst wordt (op dit moment) de haalbaarheid onderzocht (technisch, financieel, juridisch) voor het aanbrengen van zonnepanelen op Pakhuis de Zwijger (eigendom NV Stadsherstel); 2. op basis van dit onderzoek zal NV Stadsherstel een beslissing nemen om haar dak wel of niet ter beschikking te stellen; 3. indien zij akkoord gaat zal de markt in de vorm van een prijsvraag uitgedaagd worden om met haar ‘beste’ systeem te komen; 4. het zonnesysteem van de beste inzending zal door Stadsherstel worden uitgevoerd, onder voorbehoud van een positieve vergunningsbeschikking. Volgens planning wordt de prijsvraag dit najaar bekend gemaakt (indien Stadsherstel positief beslist; stap 2) en wordt het winnende systeem (beoordeling door jury in november/december) begin 2015 geïnstalleerd. De gemeente (BMA en Programmabureau Klimaat en Energie) is als adviseur bij dit project betrokken. De Groene Grachten is project trekker. Uiteindelijke installatie van het innovatieve zonnesysteem (als de prijsvraag daadwerkelijk wordt uitgeschreven en er een goede inzending komt, die binnen de wettelijke kaders past) wordt door Stadsherstel geregeld en gedekt. Stadsherstel vraagt daar mogelijk financiering voor aan in de laatste tender van het Amsterdams Investeringsfonds. 3 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing op Gemeenteblad R Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 3. Deelt het college de mening van de fractie van D66 over het belang van verduurzaming en eventueel aanpassen van regels om nieuwe oplossingen van duurzaamheid mogelijk te maken? Zo ja, welke leerpunten zijn/worden opgesteld ten aanzien van de pilot voor het sheddak van Pakhuis de Zwijger? En welke leerpunten waren opgesteld voor het platte dak van de Amstelkerk? Zo nee, waarom niet en hoe denkt het college dan de ambitie zoals geformuleerd in de Zonvisie 2013 te halen? Antwoord: Het College onderschrijft de mening van de fractie van D66 dat verduurzaming van de bestaande stad van groot belang is en onderstreept dat in het coalitieakkoord ‘Amsterdam is van iedereen’. Zij werkt o.a. aan de doelstelling dat in 2020 20% meer duurzame energie wordt geproduceerd dan nu het geval is. Zonne-energie in de bestaande stad draagt daar aan bij. Om dit te realiseren kan het nodig zijn om bestaande regels aan te passen, of met het Rijk in gesprek te gaan wanneer de bevoegdheid niet bij de gemeente ligt. Aanpassing van regels kan bijvoorbeeld nodig zijn in de situatie waarin regels, maatschappelijke wensen, en toegenomen mogelijkheden door nieuwe (technologische}oplossingen, niet meer met elkaar in overeenstemming zijn. In het collegeprogramma is daarover afgesproken dat “we de regels voor het duurzaam aanpassen van gebouwen [gaan] versimpelen, bijvoorbeeld op het gebied van de teruglevering van energie en het gezamenlijk gebruik van daken voor zonnepanelen”. Daarbij dient het college uiteraard wel te opereren binnen de kaders van de landelijke wet- en regelgeving. Het College is daarnaast van mening dat de energietransitie alleen plaatsvindt als duurzaamheidsprojecten schaal krijgen. Daarvoor is het van belang dat wordt gewerkt aan opschaalbaarheid en kopieerbaarheid van oplossingen. De leerpunten die de pilot ‘Zon op de Zwijger’ op zal leveren zijn: — voorbeeldfunctie: onderzoeken en laten zien hoe een nieuwe zonnetechnologie mogelijk is op een monumentaal dak, waar dat met conventionele panelen niet haalbaar/wenselijk is; — kennisontwikkeling (bij overheid en markt) ten aanzien van technische mogelijkheden van zonne-energie; — onderzoeken hoe het vigerende welstandskader zich verhoudt tot innovatieve zon technologieën. Deze leerpunten zijn vooraf besproken met de projectpartners. Voor het project Amstelkerk waren geen leerpunten geformuleerd vanuit de gemeente, omdat de betrokkenheid beperkt was. Het pilotproject Zon op de Zwijger levert input voor het evalueren van de regels en draagt bij aan de uitvoering van het deel van de Zonvisie dat daarover gaat. In de Zonvisie zijn 8 programmalijnen opgenomen waarlangs de gemeente de toepassing van zonne-energie door burgers en bedrijven stimuleert. In lijn 7 (activiteit # 21) is opgenomen dat regelgeving periodiek tegen het licht wordt gehouden om te zien of deze (nog) in lijn is met de stand der techniek op het gebied van o.a. zonnesystemen. 4 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing op Gemeenteblad Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 4. Onder welke criteria zou het college de resultaten van de pilot “Zon op de Zwijger’ als een succes beoordelen? Wanneer vindt die beoordeling plaats en welke Amsterdamse stakeholders zijn hierbij betrokken? Antwoord: Het project ‘Zon op de Zwijger’ wordt als succes beschouwd als: 1. de prijsvraag een inzending oplevert die een goede technische oplossing biedt voor dit specifieke monumentale dak. Een goede technische oplossing is een oplossing die aansluit bij de eisen van de pandeigenaar (stadsherstel), betaalbaar is, en die aanvaardbaar is vanuit esthetisch en historisch oogpunt en valt binnen de kaders van Welstand en Monumenten; 2. het project bijdraagt aan het vinden van een oplossing voor het aanbrengen van zonnesystemen op andere monumentale panden, nu of in de toekomst. Dit is geen hard criterium, omdat de bijdrage van één project aan een bredere maatschappelijke ontwikkeling moeilijk te meten is. Amsterdam wil echter duurzame koploper zijn, en daar hoort ook bij dat er ruimte wordt gemaakt voor innovatie; 3. het project daarnaast input levert voor de periodieke herijking van de regels conform de Zonvisie (zie het antwoord op vraag 3). De beoogde planning: zie het antwoord op vraag 2. De betrokken stakeholders zijn: — De Groene Grachten; — NV Stadsherstel; — de gemeente Amsterdam (DRO, BMA, stadsdeel Centrum); — Uuurders van Pakhuis de Zwijger (via Stadsherstel); — Search. 5. Is het college van plan een vervolg te maken op het Amsterdamse duurzaamheidsprogramma 2011-2014, en indien dat het geval is, overeenkomstig het coalitieakkoord (blz. 27), de ambitie ten aanzien van lokale zonne-energie uit de Zonvisie conform het initiatiefvoorstel van het voormalig raadslid de heer Manuel en de resultaten van de ‘pilots’ op Pakhuis de Zwijger en de Amstelkerk daarin aandacht te besteden aan het verduurzamen van monumenten? Antwoord: Het College stelt eind dit jaar een Agenda Duurzaamheid vast. Het verduurzamen van monumenten, deregulering en de ambitie van de Zonvisie zullen in deze agenda worden meegenomen. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 5 X Gemeente Amsterdam R % Gemeenteraad Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 602 Datum akkoord 2 september 2014 Publicatiedatum 5 september 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw A.M. Bosman en de heer M.E. van den Heuvel van 5 augustus 2014 inzake zonnepanelen op monumentale panden. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstellers. Het college heeft de ambitie om in 2020 het aandeel duurzaam opgewekte energie binnen Amsterdam met 20% te laten toenemen. Zonne-energie is een belangrijke bron daarvoor. Eerder is de doelstelling vastgelegd om in 2020 160 MW zonnestroom per jaar op te wekken binnen de gemeente Amsterdam. Voor 2040 is het streefcijfer 1000 MW. Zonne-energie is een belangrijke manier voor bewoners en ondernemers om zelf voor hun elektriciteitsvoorziening te zorgen. Dat is goed voor het milieu, de energierekening en de onafhankelijkheid van Amsterdam ten opzichte van onberekenbare buitenlandse energieproducenten. Amsterdam heeft naast de ruim 8500 rijks- en gemeentelijke monumenten, ook een toenemend aantal beschermde stads- en dorpsgezichten. Het hele centrum van Amsterdam is sinds 1999 beschermd stadsgezicht en de grachtengordel behoort sinds 2010 tot het UNESCO werelderfgoed. De fractie van D66 vindt het belangrijk dat deze historische waarde wordt beschermd zodat Amsterdammers en latere generaties er nog volop van kunnen genieten en leren. De fractie van D66 kiest ook voor een schone, groene en gezonde stad. Het is van belang dat de gemeente ruimte geeft aan initiatieven die bijdragen aan nieuwe oplossingen van duurzaamheid, waarbij we openstaan kijken voor het aanpassen van geldende (verouderde) regels die verduurzaming in de weg staan, zonder dat de authenticiteit van monumenten wordt aangetast. Nu heeft de fractie van D66 begrepen dat de gemeente Amsterdam samen met De Groene Grachten, Stadsherstel en Search een pilot is gestart om zonnepanelen te plaatsen op de schuine kap van Pakhuis de Zwijger onder de naam: ‘Zon op de Zwijger’. Het betreft een zogenaamd sheddak (‘zaagtandendak’), dat een zichtlocatie is. Hieruit volgt waarschijnlijk een prijsvraag voor de aanbesteding die moet aantonen welke partij het beste zonnepanelen op een monument kan plaatsen. Dit project is benoemd als ‘pilot om uit te vinden of zonnepanelen op een monument passend zijn, in relatie tot mogelijke technische gevolgen voor het dak door aanhechting van de panelen of verstoring van het monumentale ‘daklandschap’ door het aangezicht van zonnepanelen, omdat dat er nu eenmaal anders uitziet dan dat het daklandschap eruit zag in de 17° eeuw. 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing op Gemeenteblad Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 Dit is niet het eerste monument met zonnepanelen. Sinds september 2013 liggen er zonnepanelen op het (platte) dak van de Amstelkerk. Volgens de website van Stadsherstel, die de energie van de zonnepanelen gebruikt voor het eigen kantoor dat gevestigd is in dit rijksmonument, is de vergunning verleend nadat met foto's van een proefopstelling was aangetoond dat het monument met deze ‘reversibele toepassing’ geen schade op zou lopen. Ook zijn er (slechts) een klein aantal grachtenpanden die met trekken en sleuren een vergunning kregen om zonnepanelen op hun dak te mogen plaatsen, om zodoende hun eigen elektriciteit op te kunnen wekken. Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 5 augustus 2014, beiden namens de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Wat is het effect geweest van de — inmiddels afgeronde — pilot ‘Zon op de Amstelkerk’ voor zonne-energie op andere monumenten met een plat dak en in Amsterdam? Antwoord: Als onderdeel van het initiatief Groene Grachten, in 2012 gestart door Wubbo Ockels en erop gericht om energiemaatregelen in monumentale panden te promoten, is door Stadsherstel een viertal zonnepanelen aangebracht op de Amstelkerk. Voor NV Stadsherstel betrof de Amstelkerk een eerste project waarin zij zonnepanelen heeft aangebracht op een monumentaal pand. Deze panelen zijn aangebracht op een plat dak en wel binnen de kaders van de Welstandsnota. Leerdoel: uitvinden of het technisch mogelijk (ja) en rendabel is (nee, door de lage elektriciteitsprijs die Stadsherstel betaalt omdat zij grootverbruiker is, en de te betalen leges à 1050 euro). Het effect is dat er nu 4 panelen liggen op dit monument, en dat Stadsherstel inzicht heeft gekregen in de mogelijkheden (maatwerk) voor het aanbrengen van zonnepanelen op monumenten en de business case daarvan. Er zijn overigens meer (maar niet veel) voorbeelden van monumentale panden in de stad waarop door bewoners reeds zonnepanelen zijn aangebracht. Hiervoor is een vergunning nodig van het betreffende stadsdeel. De betrokkenheid van de gemeente bij dit project van Stichting de Groene Grachten en Stadsherstel was overigens beperkt. Bureau Monumenten en Archeologie (BMA) en programmabureau Klimaat en Energie waren inhoudelijk (advies, meedenken) betrokken bij het initiatief, het stadsdeel heeft de vergunning afgegeven. 2 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing op Gemeenteblad R Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 2. Klopt het dat de gemeente Amsterdam (de Dienst Ruimtelijke Ordening en het Bureau Monumenten & Archeologie) zich heeft aangesloten bij De Groene Grachten, Stadsherstel, Stadsdeel Oost, Pakhuis de Zwijger en Search en bezig is met de nieuwe pilot ‘Zon op de Zwijger’? Wat is de huidige status van dit project en wat is de tijdsplanning van deze pilot (inclusief moment van afronding)? Antwoord: Ja. Genoemde partijen hebben gezamenlijk de pilot ‘Zon op de Zwijger’ in voorbereiding. Dit project is geïnitieerd door De Groene Grachten. Het project sluit aan bij de Amsterdamse Zonvisie ‘Burgers en Bedrijven gaan voor de zon!’ (zie ook het antwoord op vraag 3). In dit project wordt onderzocht welke mogelijkheden ‘innovatieve zonnetechnologie’ (bijvoorbeeld: andere type zonnecellen, kleur en bevestigingstechnieken) biedt voor het aanbrengen van zonnepanelen op een monumentaal dak, én hoe dit zich verhoudt tot de geldende regels. Dit project onderscheidt zich van het eerdere project van Stadsherstel in de mate van ‘innovativiteit van de technologie die gebruikt zal worden. In het eerste project werd nog gebruik gemaakt van standaard zonnepanelen. In het nieuwe project op de Zwijger gaat men op zoek naar de meest innovatieve zon-oplossing voor dit monumentale pand. Het project is als volgt opgebouwd: 1. allereerst wordt (op dit moment) de haalbaarheid onderzocht (technisch, financieel, juridisch) voor het aanbrengen van zonnepanelen op Pakhuis de Zwijger (eigendom NV Stadsherstel); 2. op basis van dit onderzoek zal NV Stadsherstel een beslissing nemen om haar dak wel of niet ter beschikking te stellen; 3. indien zij akkoord gaat zal de markt in de vorm van een prijsvraag uitgedaagd worden om met haar ‘beste’ systeem te komen; 4. het zonnesysteem van de beste inzending zal door Stadsherstel worden uitgevoerd, onder voorbehoud van een positieve vergunningsbeschikking. Volgens planning wordt de prijsvraag dit najaar bekend gemaakt (indien Stadsherstel positief beslist; stap 2) en wordt het winnende systeem (beoordeling door jury in november/december) begin 2015 geïnstalleerd. De gemeente (BMA en Programmabureau Klimaat en Energie) is als adviseur bij dit project betrokken. De Groene Grachten is project trekker. Uiteindelijke installatie van het innovatieve zonnesysteem (als de prijsvraag daadwerkelijk wordt uitgeschreven en er een goede inzending komt, die binnen de wettelijke kaders past) wordt door Stadsherstel geregeld en gedekt. Stadsherstel vraagt daar mogelijk financiering voor aan in de laatste tender van het Amsterdams Investeringsfonds. 3 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing op Gemeenteblad R Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 3. Deelt het college de mening van de fractie van D66 over het belang van verduurzaming en eventueel aanpassen van regels om nieuwe oplossingen van duurzaamheid mogelijk te maken? Zo ja, welke leerpunten zijn/worden opgesteld ten aanzien van de pilot voor het sheddak van Pakhuis de Zwijger? En welke leerpunten waren opgesteld voor het platte dak van de Amstelkerk? Zo nee, waarom niet en hoe denkt het college dan de ambitie zoals geformuleerd in de Zonvisie 2013 te halen? Antwoord: Het College onderschrijft de mening van de fractie van D66 dat verduurzaming van de bestaande stad van groot belang is en onderstreept dat in het coalitieakkoord ‘Amsterdam is van iedereen’. Zij werkt o.a. aan de doelstelling dat in 2020 20% meer duurzame energie wordt geproduceerd dan nu het geval is. Zonne-energie in de bestaande stad draagt daar aan bij. Om dit te realiseren kan het nodig zijn om bestaande regels aan te passen, of met het Rijk in gesprek te gaan wanneer de bevoegdheid niet bij de gemeente ligt. Aanpassing van regels kan bijvoorbeeld nodig zijn in de situatie waarin regels, maatschappelijke wensen, en toegenomen mogelijkheden door nieuwe (technologische}oplossingen, niet meer met elkaar in overeenstemming zijn. In het collegeprogramma is daarover afgesproken dat “we de regels voor het duurzaam aanpassen van gebouwen [gaan] versimpelen, bijvoorbeeld op het gebied van de teruglevering van energie en het gezamenlijk gebruik van daken voor zonnepanelen”. Daarbij dient het college uiteraard wel te opereren binnen de kaders van de landelijke wet- en regelgeving. Het College is daarnaast van mening dat de energietransitie alleen plaatsvindt als duurzaamheidsprojecten schaal krijgen. Daarvoor is het van belang dat wordt gewerkt aan opschaalbaarheid en kopieerbaarheid van oplossingen. De leerpunten die de pilot ‘Zon op de Zwijger’ op zal leveren zijn: — voorbeeldfunctie: onderzoeken en laten zien hoe een nieuwe zonnetechnologie mogelijk is op een monumentaal dak, waar dat met conventionele panelen niet haalbaar/wenselijk is; — kennisontwikkeling (bij overheid en markt) ten aanzien van technische mogelijkheden van zonne-energie; — onderzoeken hoe het vigerende welstandskader zich verhoudt tot innovatieve zon technologieën. Deze leerpunten zijn vooraf besproken met de projectpartners. Voor het project Amstelkerk waren geen leerpunten geformuleerd vanuit de gemeente, omdat de betrokkenheid beperkt was. Het pilotproject Zon op de Zwijger levert input voor het evalueren van de regels en draagt bij aan de uitvoering van het deel van de Zonvisie dat daarover gaat. In de Zonvisie zijn 8 programmalijnen opgenomen waarlangs de gemeente de toepassing van zonne-energie door burgers en bedrijven stimuleert. In lijn 7 (activiteit # 21) is opgenomen dat regelgeving periodiek tegen het licht wordt gehouden om te zien of deze (nog) in lijn is met de stand der techniek op het gebied van o.a. zonnesystemen. 4 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing op Gemeenteblad Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 4. Onder welke criteria zou het college de resultaten van de pilot “Zon op de Zwijger’ als een succes beoordelen? Wanneer vindt die beoordeling plaats en welke Amsterdamse stakeholders zijn hierbij betrokken? Antwoord: Het project ‘Zon op de Zwijger’ wordt als succes beschouwd als: 1. de prijsvraag een inzending oplevert die een goede technische oplossing biedt voor dit specifieke monumentale dak. Een goede technische oplossing is een oplossing die aansluit bij de eisen van de pandeigenaar (stadsherstel), betaalbaar is, en die aanvaardbaar is vanuit esthetisch en historisch oogpunt en valt binnen de kaders van Welstand en Monumenten; 2. het project bijdraagt aan het vinden van een oplossing voor het aanbrengen van zonnesystemen op andere monumentale panden, nu of in de toekomst. Dit is geen hard criterium, omdat de bijdrage van één project aan een bredere maatschappelijke ontwikkeling moeilijk te meten is. Amsterdam wil echter duurzame koploper zijn, en daar hoort ook bij dat er ruimte wordt gemaakt voor innovatie; 3. het project daarnaast input levert voor de periodieke herijking van de regels conform de Zonvisie (zie het antwoord op vraag 3). De beoogde planning: zie het antwoord op vraag 2. De betrokken stakeholders zijn: — De Groene Grachten; — NV Stadsherstel; — de gemeente Amsterdam (DRO, BMA, stadsdeel Centrum); — Uuurders van Pakhuis de Zwijger (via Stadsherstel); — Search. 5. Is het college van plan een vervolg te maken op het Amsterdamse duurzaamheidsprogramma 2011-2014, en indien dat het geval is, overeenkomstig het coalitieakkoord (blz. 27), de ambitie ten aanzien van lokale zonne-energie uit de Zonvisie conform het initiatiefvoorstel van het voormalig raadslid de heer Manuel en de resultaten van de ‘pilots’ op Pakhuis de Zwijger en de Amstelkerk daarin aandacht te besteden aan het verduurzamen van monumenten? Antwoord: Het College stelt eind dit jaar een Agenda Duurzaamheid vast. Het verduurzamen van monumenten, deregulering en de ambitie van de Zonvisie zullen in deze agenda worden meegenomen. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 5 X Gemeente Amsterdam R % Gemeenteraad Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 602 Datum akkoord 2 september 2014 Publicatiedatum 5 september 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw A.M. Bosman en de heer M.E. van den Heuvel van 5 augustus 2014 inzake zonnepanelen op monumentale panden. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstellers. Het college heeft de ambitie om in 2020 het aandeel duurzaam opgewekte energie binnen Amsterdam met 20% te laten toenemen. Zonne-energie is een belangrijke bron daarvoor. Eerder is de doelstelling vastgelegd om in 2020 160 MW zonnestroom per jaar op te wekken binnen de gemeente Amsterdam. Voor 2040 is het streefcijfer 1000 MW. Zonne-energie is een belangrijke manier voor bewoners en ondernemers om zelf voor hun elektriciteitsvoorziening te zorgen. Dat is goed voor het milieu, de energierekening en de onafhankelijkheid van Amsterdam ten opzichte van onberekenbare buitenlandse energieproducenten. Amsterdam heeft naast de ruim 8500 rijks- en gemeentelijke monumenten, ook een toenemend aantal beschermde stads- en dorpsgezichten. Het hele centrum van Amsterdam is sinds 1999 beschermd stadsgezicht en de grachtengordel behoort sinds 2010 tot het UNESCO werelderfgoed. De fractie van D66 vindt het belangrijk dat deze historische waarde wordt beschermd zodat Amsterdammers en latere generaties er nog volop van kunnen genieten en leren. De fractie van D66 kiest ook voor een schone, groene en gezonde stad. Het is van belang dat de gemeente ruimte geeft aan initiatieven die bijdragen aan nieuwe oplossingen van duurzaamheid, waarbij we openstaan kijken voor het aanpassen van geldende (verouderde) regels die verduurzaming in de weg staan, zonder dat de authenticiteit van monumenten wordt aangetast. Nu heeft de fractie van D66 begrepen dat de gemeente Amsterdam samen met De Groene Grachten, Stadsherstel en Search een pilot is gestart om zonnepanelen te plaatsen op de schuine kap van Pakhuis de Zwijger onder de naam: ‘Zon op de Zwijger’. Het betreft een zogenaamd sheddak (‘zaagtandendak’), dat een zichtlocatie is. Hieruit volgt waarschijnlijk een prijsvraag voor de aanbesteding die moet aantonen welke partij het beste zonnepanelen op een monument kan plaatsen. Dit project is benoemd als ‘pilot om uit te vinden of zonnepanelen op een monument passend zijn, in relatie tot mogelijke technische gevolgen voor het dak door aanhechting van de panelen of verstoring van het monumentale ‘daklandschap’ door het aangezicht van zonnepanelen, omdat dat er nu eenmaal anders uitziet dan dat het daklandschap eruit zag in de 17° eeuw. 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing op Gemeenteblad Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 Dit is niet het eerste monument met zonnepanelen. Sinds september 2013 liggen er zonnepanelen op het (platte) dak van de Amstelkerk. Volgens de website van Stadsherstel, die de energie van de zonnepanelen gebruikt voor het eigen kantoor dat gevestigd is in dit rijksmonument, is de vergunning verleend nadat met foto's van een proefopstelling was aangetoond dat het monument met deze ‘reversibele toepassing’ geen schade op zou lopen. Ook zijn er (slechts) een klein aantal grachtenpanden die met trekken en sleuren een vergunning kregen om zonnepanelen op hun dak te mogen plaatsen, om zodoende hun eigen elektriciteit op te kunnen wekken. Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 5 augustus 2014, beiden namens de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Wat is het effect geweest van de — inmiddels afgeronde — pilot ‘Zon op de Amstelkerk’ voor zonne-energie op andere monumenten met een plat dak en in Amsterdam? Antwoord: Als onderdeel van het initiatief Groene Grachten, in 2012 gestart door Wubbo Ockels en erop gericht om energiemaatregelen in monumentale panden te promoten, is door Stadsherstel een viertal zonnepanelen aangebracht op de Amstelkerk. Voor NV Stadsherstel betrof de Amstelkerk een eerste project waarin zij zonnepanelen heeft aangebracht op een monumentaal pand. Deze panelen zijn aangebracht op een plat dak en wel binnen de kaders van de Welstandsnota. Leerdoel: uitvinden of het technisch mogelijk (ja) en rendabel is (nee, door de lage elektriciteitsprijs die Stadsherstel betaalt omdat zij grootverbruiker is, en de te betalen leges à 1050 euro). Het effect is dat er nu 4 panelen liggen op dit monument, en dat Stadsherstel inzicht heeft gekregen in de mogelijkheden (maatwerk) voor het aanbrengen van zonnepanelen op monumenten en de business case daarvan. Er zijn overigens meer (maar niet veel) voorbeelden van monumentale panden in de stad waarop door bewoners reeds zonnepanelen zijn aangebracht. Hiervoor is een vergunning nodig van het betreffende stadsdeel. De betrokkenheid van de gemeente bij dit project van Stichting de Groene Grachten en Stadsherstel was overigens beperkt. Bureau Monumenten en Archeologie (BMA) en programmabureau Klimaat en Energie waren inhoudelijk (advies, meedenken) betrokken bij het initiatief, het stadsdeel heeft de vergunning afgegeven. 2 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing op Gemeenteblad R Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 2. Klopt het dat de gemeente Amsterdam (de Dienst Ruimtelijke Ordening en het Bureau Monumenten & Archeologie) zich heeft aangesloten bij De Groene Grachten, Stadsherstel, Stadsdeel Oost, Pakhuis de Zwijger en Search en bezig is met de nieuwe pilot ‘Zon op de Zwijger’? Wat is de huidige status van dit project en wat is de tijdsplanning van deze pilot (inclusief moment van afronding)? Antwoord: Ja. Genoemde partijen hebben gezamenlijk de pilot ‘Zon op de Zwijger’ in voorbereiding. Dit project is geïnitieerd door De Groene Grachten. Het project sluit aan bij de Amsterdamse Zonvisie ‘Burgers en Bedrijven gaan voor de zon!’ (zie ook het antwoord op vraag 3). In dit project wordt onderzocht welke mogelijkheden ‘innovatieve zonnetechnologie’ (bijvoorbeeld: andere type zonnecellen, kleur en bevestigingstechnieken) biedt voor het aanbrengen van zonnepanelen op een monumentaal dak, én hoe dit zich verhoudt tot de geldende regels. Dit project onderscheidt zich van het eerdere project van Stadsherstel in de mate van ‘innovativiteit van de technologie die gebruikt zal worden. In het eerste project werd nog gebruik gemaakt van standaard zonnepanelen. In het nieuwe project op de Zwijger gaat men op zoek naar de meest innovatieve zon-oplossing voor dit monumentale pand. Het project is als volgt opgebouwd: 1. allereerst wordt (op dit moment) de haalbaarheid onderzocht (technisch, financieel, juridisch) voor het aanbrengen van zonnepanelen op Pakhuis de Zwijger (eigendom NV Stadsherstel); 2. op basis van dit onderzoek zal NV Stadsherstel een beslissing nemen om haar dak wel of niet ter beschikking te stellen; 3. indien zij akkoord gaat zal de markt in de vorm van een prijsvraag uitgedaagd worden om met haar ‘beste’ systeem te komen; 4. het zonnesysteem van de beste inzending zal door Stadsherstel worden uitgevoerd, onder voorbehoud van een positieve vergunningsbeschikking. Volgens planning wordt de prijsvraag dit najaar bekend gemaakt (indien Stadsherstel positief beslist; stap 2) en wordt het winnende systeem (beoordeling door jury in november/december) begin 2015 geïnstalleerd. De gemeente (BMA en Programmabureau Klimaat en Energie) is als adviseur bij dit project betrokken. De Groene Grachten is project trekker. Uiteindelijke installatie van het innovatieve zonnesysteem (als de prijsvraag daadwerkelijk wordt uitgeschreven en er een goede inzending komt, die binnen de wettelijke kaders past) wordt door Stadsherstel geregeld en gedekt. Stadsherstel vraagt daar mogelijk financiering voor aan in de laatste tender van het Amsterdams Investeringsfonds. 3 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing op Gemeenteblad R Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 3. Deelt het college de mening van de fractie van D66 over het belang van verduurzaming en eventueel aanpassen van regels om nieuwe oplossingen van duurzaamheid mogelijk te maken? Zo ja, welke leerpunten zijn/worden opgesteld ten aanzien van de pilot voor het sheddak van Pakhuis de Zwijger? En welke leerpunten waren opgesteld voor het platte dak van de Amstelkerk? Zo nee, waarom niet en hoe denkt het college dan de ambitie zoals geformuleerd in de Zonvisie 2013 te halen? Antwoord: Het College onderschrijft de mening van de fractie van D66 dat verduurzaming van de bestaande stad van groot belang is en onderstreept dat in het coalitieakkoord ‘Amsterdam is van iedereen’. Zij werkt o.a. aan de doelstelling dat in 2020 20% meer duurzame energie wordt geproduceerd dan nu het geval is. Zonne-energie in de bestaande stad draagt daar aan bij. Om dit te realiseren kan het nodig zijn om bestaande regels aan te passen, of met het Rijk in gesprek te gaan wanneer de bevoegdheid niet bij de gemeente ligt. Aanpassing van regels kan bijvoorbeeld nodig zijn in de situatie waarin regels, maatschappelijke wensen, en toegenomen mogelijkheden door nieuwe (technologische}oplossingen, niet meer met elkaar in overeenstemming zijn. In het collegeprogramma is daarover afgesproken dat “we de regels voor het duurzaam aanpassen van gebouwen [gaan] versimpelen, bijvoorbeeld op het gebied van de teruglevering van energie en het gezamenlijk gebruik van daken voor zonnepanelen”. Daarbij dient het college uiteraard wel te opereren binnen de kaders van de landelijke wet- en regelgeving. Het College is daarnaast van mening dat de energietransitie alleen plaatsvindt als duurzaamheidsprojecten schaal krijgen. Daarvoor is het van belang dat wordt gewerkt aan opschaalbaarheid en kopieerbaarheid van oplossingen. De leerpunten die de pilot ‘Zon op de Zwijger’ op zal leveren zijn: — voorbeeldfunctie: onderzoeken en laten zien hoe een nieuwe zonnetechnologie mogelijk is op een monumentaal dak, waar dat met conventionele panelen niet haalbaar/wenselijk is; — kennisontwikkeling (bij overheid en markt) ten aanzien van technische mogelijkheden van zonne-energie; — onderzoeken hoe het vigerende welstandskader zich verhoudt tot innovatieve zon technologieën. Deze leerpunten zijn vooraf besproken met de projectpartners. Voor het project Amstelkerk waren geen leerpunten geformuleerd vanuit de gemeente, omdat de betrokkenheid beperkt was. Het pilotproject Zon op de Zwijger levert input voor het evalueren van de regels en draagt bij aan de uitvoering van het deel van de Zonvisie dat daarover gaat. In de Zonvisie zijn 8 programmalijnen opgenomen waarlangs de gemeente de toepassing van zonne-energie door burgers en bedrijven stimuleert. In lijn 7 (activiteit # 21) is opgenomen dat regelgeving periodiek tegen het licht wordt gehouden om te zien of deze (nog) in lijn is met de stand der techniek op het gebied van o.a. zonnesystemen. 4 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing op Gemeenteblad Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 4. Onder welke criteria zou het college de resultaten van de pilot “Zon op de Zwijger’ als een succes beoordelen? Wanneer vindt die beoordeling plaats en welke Amsterdamse stakeholders zijn hierbij betrokken? Antwoord: Het project ‘Zon op de Zwijger’ wordt als succes beschouwd als: 1. de prijsvraag een inzending oplevert die een goede technische oplossing biedt voor dit specifieke monumentale dak. Een goede technische oplossing is een oplossing die aansluit bij de eisen van de pandeigenaar (stadsherstel), betaalbaar is, en die aanvaardbaar is vanuit esthetisch en historisch oogpunt en valt binnen de kaders van Welstand en Monumenten; 2. het project bijdraagt aan het vinden van een oplossing voor het aanbrengen van zonnesystemen op andere monumentale panden, nu of in de toekomst. Dit is geen hard criterium, omdat de bijdrage van één project aan een bredere maatschappelijke ontwikkeling moeilijk te meten is. Amsterdam wil echter duurzame koploper zijn, en daar hoort ook bij dat er ruimte wordt gemaakt voor innovatie; 3. het project daarnaast input levert voor de periodieke herijking van de regels conform de Zonvisie (zie het antwoord op vraag 3). De beoogde planning: zie het antwoord op vraag 2. De betrokken stakeholders zijn: — De Groene Grachten; — NV Stadsherstel; — de gemeente Amsterdam (DRO, BMA, stadsdeel Centrum); — Uuurders van Pakhuis de Zwijger (via Stadsherstel); — Search. 5. Is het college van plan een vervolg te maken op het Amsterdamse duurzaamheidsprogramma 2011-2014, en indien dat het geval is, overeenkomstig het coalitieakkoord (blz. 27), de ambitie ten aanzien van lokale zonne-energie uit de Zonvisie conform het initiatiefvoorstel van het voormalig raadslid de heer Manuel en de resultaten van de ‘pilots’ op Pakhuis de Zwijger en de Amstelkerk daarin aandacht te besteden aan het verduurzamen van monumenten? Antwoord: Het College stelt eind dit jaar een Agenda Duurzaamheid vast. Het verduurzamen van monumenten, deregulering en de ambitie van de Zonvisie zullen in deze agenda worden meegenomen. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 5 X Gemeente Amsterdam R % Gemeenteraad Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 602 Datum akkoord 2 september 2014 Publicatiedatum 5 september 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw A.M. Bosman en de heer M.E. van den Heuvel van 5 augustus 2014 inzake zonnepanelen op monumentale panden. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstellers. Het college heeft de ambitie om in 2020 het aandeel duurzaam opgewekte energie binnen Amsterdam met 20% te laten toenemen. Zonne-energie is een belangrijke bron daarvoor. Eerder is de doelstelling vastgelegd om in 2020 160 MW zonnestroom per jaar op te wekken binnen de gemeente Amsterdam. Voor 2040 is het streefcijfer 1000 MW. Zonne-energie is een belangrijke manier voor bewoners en ondernemers om zelf voor hun elektriciteitsvoorziening te zorgen. Dat is goed voor het milieu, de energierekening en de onafhankelijkheid van Amsterdam ten opzichte van onberekenbare buitenlandse energieproducenten. Amsterdam heeft naast de ruim 8500 rijks- en gemeentelijke monumenten, ook een toenemend aantal beschermde stads- en dorpsgezichten. Het hele centrum van Amsterdam is sinds 1999 beschermd stadsgezicht en de grachtengordel behoort sinds 2010 tot het UNESCO werelderfgoed. De fractie van D66 vindt het belangrijk dat deze historische waarde wordt beschermd zodat Amsterdammers en latere generaties er nog volop van kunnen genieten en leren. De fractie van D66 kiest ook voor een schone, groene en gezonde stad. Het is van belang dat de gemeente ruimte geeft aan initiatieven die bijdragen aan nieuwe oplossingen van duurzaamheid, waarbij we openstaan kijken voor het aanpassen van geldende (verouderde) regels die verduurzaming in de weg staan, zonder dat de authenticiteit van monumenten wordt aangetast. Nu heeft de fractie van D66 begrepen dat de gemeente Amsterdam samen met De Groene Grachten, Stadsherstel en Search een pilot is gestart om zonnepanelen te plaatsen op de schuine kap van Pakhuis de Zwijger onder de naam: ‘Zon op de Zwijger’. Het betreft een zogenaamd sheddak (‘zaagtandendak’), dat een zichtlocatie is. Hieruit volgt waarschijnlijk een prijsvraag voor de aanbesteding die moet aantonen welke partij het beste zonnepanelen op een monument kan plaatsen. Dit project is benoemd als ‘pilot om uit te vinden of zonnepanelen op een monument passend zijn, in relatie tot mogelijke technische gevolgen voor het dak door aanhechting van de panelen of verstoring van het monumentale ‘daklandschap’ door het aangezicht van zonnepanelen, omdat dat er nu eenmaal anders uitziet dan dat het daklandschap eruit zag in de 17° eeuw. 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing op Gemeenteblad Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 Dit is niet het eerste monument met zonnepanelen. Sinds september 2013 liggen er zonnepanelen op het (platte) dak van de Amstelkerk. Volgens de website van Stadsherstel, die de energie van de zonnepanelen gebruikt voor het eigen kantoor dat gevestigd is in dit rijksmonument, is de vergunning verleend nadat met foto's van een proefopstelling was aangetoond dat het monument met deze ‘reversibele toepassing’ geen schade op zou lopen. Ook zijn er (slechts) een klein aantal grachtenpanden die met trekken en sleuren een vergunning kregen om zonnepanelen op hun dak te mogen plaatsen, om zodoende hun eigen elektriciteit op te kunnen wekken. Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 5 augustus 2014, beiden namens de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Wat is het effect geweest van de — inmiddels afgeronde — pilot ‘Zon op de Amstelkerk’ voor zonne-energie op andere monumenten met een plat dak en in Amsterdam? Antwoord: Als onderdeel van het initiatief Groene Grachten, in 2012 gestart door Wubbo Ockels en erop gericht om energiemaatregelen in monumentale panden te promoten, is door Stadsherstel een viertal zonnepanelen aangebracht op de Amstelkerk. Voor NV Stadsherstel betrof de Amstelkerk een eerste project waarin zij zonnepanelen heeft aangebracht op een monumentaal pand. Deze panelen zijn aangebracht op een plat dak en wel binnen de kaders van de Welstandsnota. Leerdoel: uitvinden of het technisch mogelijk (ja) en rendabel is (nee, door de lage elektriciteitsprijs die Stadsherstel betaalt omdat zij grootverbruiker is, en de te betalen leges à 1050 euro). Het effect is dat er nu 4 panelen liggen op dit monument, en dat Stadsherstel inzicht heeft gekregen in de mogelijkheden (maatwerk) voor het aanbrengen van zonnepanelen op monumenten en de business case daarvan. Er zijn overigens meer (maar niet veel) voorbeelden van monumentale panden in de stad waarop door bewoners reeds zonnepanelen zijn aangebracht. Hiervoor is een vergunning nodig van het betreffende stadsdeel. De betrokkenheid van de gemeente bij dit project van Stichting de Groene Grachten en Stadsherstel was overigens beperkt. Bureau Monumenten en Archeologie (BMA) en programmabureau Klimaat en Energie waren inhoudelijk (advies, meedenken) betrokken bij het initiatief, het stadsdeel heeft de vergunning afgegeven. 2 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing op Gemeenteblad R Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 2. Klopt het dat de gemeente Amsterdam (de Dienst Ruimtelijke Ordening en het Bureau Monumenten & Archeologie) zich heeft aangesloten bij De Groene Grachten, Stadsherstel, Stadsdeel Oost, Pakhuis de Zwijger en Search en bezig is met de nieuwe pilot ‘Zon op de Zwijger’? Wat is de huidige status van dit project en wat is de tijdsplanning van deze pilot (inclusief moment van afronding)? Antwoord: Ja. Genoemde partijen hebben gezamenlijk de pilot ‘Zon op de Zwijger’ in voorbereiding. Dit project is geïnitieerd door De Groene Grachten. Het project sluit aan bij de Amsterdamse Zonvisie ‘Burgers en Bedrijven gaan voor de zon!’ (zie ook het antwoord op vraag 3). In dit project wordt onderzocht welke mogelijkheden ‘innovatieve zonnetechnologie’ (bijvoorbeeld: andere type zonnecellen, kleur en bevestigingstechnieken) biedt voor het aanbrengen van zonnepanelen op een monumentaal dak, én hoe dit zich verhoudt tot de geldende regels. Dit project onderscheidt zich van het eerdere project van Stadsherstel in de mate van ‘innovativiteit van de technologie die gebruikt zal worden. In het eerste project werd nog gebruik gemaakt van standaard zonnepanelen. In het nieuwe project op de Zwijger gaat men op zoek naar de meest innovatieve zon-oplossing voor dit monumentale pand. Het project is als volgt opgebouwd: 1. allereerst wordt (op dit moment) de haalbaarheid onderzocht (technisch, financieel, juridisch) voor het aanbrengen van zonnepanelen op Pakhuis de Zwijger (eigendom NV Stadsherstel); 2. op basis van dit onderzoek zal NV Stadsherstel een beslissing nemen om haar dak wel of niet ter beschikking te stellen; 3. indien zij akkoord gaat zal de markt in de vorm van een prijsvraag uitgedaagd worden om met haar ‘beste’ systeem te komen; 4. het zonnesysteem van de beste inzending zal door Stadsherstel worden uitgevoerd, onder voorbehoud van een positieve vergunningsbeschikking. Volgens planning wordt de prijsvraag dit najaar bekend gemaakt (indien Stadsherstel positief beslist; stap 2) en wordt het winnende systeem (beoordeling door jury in november/december) begin 2015 geïnstalleerd. De gemeente (BMA en Programmabureau Klimaat en Energie) is als adviseur bij dit project betrokken. De Groene Grachten is project trekker. Uiteindelijke installatie van het innovatieve zonnesysteem (als de prijsvraag daadwerkelijk wordt uitgeschreven en er een goede inzending komt, die binnen de wettelijke kaders past) wordt door Stadsherstel geregeld en gedekt. Stadsherstel vraagt daar mogelijk financiering voor aan in de laatste tender van het Amsterdams Investeringsfonds. 3 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing op Gemeenteblad R Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 3. Deelt het college de mening van de fractie van D66 over het belang van verduurzaming en eventueel aanpassen van regels om nieuwe oplossingen van duurzaamheid mogelijk te maken? Zo ja, welke leerpunten zijn/worden opgesteld ten aanzien van de pilot voor het sheddak van Pakhuis de Zwijger? En welke leerpunten waren opgesteld voor het platte dak van de Amstelkerk? Zo nee, waarom niet en hoe denkt het college dan de ambitie zoals geformuleerd in de Zonvisie 2013 te halen? Antwoord: Het College onderschrijft de mening van de fractie van D66 dat verduurzaming van de bestaande stad van groot belang is en onderstreept dat in het coalitieakkoord ‘Amsterdam is van iedereen’. Zij werkt o.a. aan de doelstelling dat in 2020 20% meer duurzame energie wordt geproduceerd dan nu het geval is. Zonne-energie in de bestaande stad draagt daar aan bij. Om dit te realiseren kan het nodig zijn om bestaande regels aan te passen, of met het Rijk in gesprek te gaan wanneer de bevoegdheid niet bij de gemeente ligt. Aanpassing van regels kan bijvoorbeeld nodig zijn in de situatie waarin regels, maatschappelijke wensen, en toegenomen mogelijkheden door nieuwe (technologische}oplossingen, niet meer met elkaar in overeenstemming zijn. In het collegeprogramma is daarover afgesproken dat “we de regels voor het duurzaam aanpassen van gebouwen [gaan] versimpelen, bijvoorbeeld op het gebied van de teruglevering van energie en het gezamenlijk gebruik van daken voor zonnepanelen”. Daarbij dient het college uiteraard wel te opereren binnen de kaders van de landelijke wet- en regelgeving. Het College is daarnaast van mening dat de energietransitie alleen plaatsvindt als duurzaamheidsprojecten schaal krijgen. Daarvoor is het van belang dat wordt gewerkt aan opschaalbaarheid en kopieerbaarheid van oplossingen. De leerpunten die de pilot ‘Zon op de Zwijger’ op zal leveren zijn: — voorbeeldfunctie: onderzoeken en laten zien hoe een nieuwe zonnetechnologie mogelijk is op een monumentaal dak, waar dat met conventionele panelen niet haalbaar/wenselijk is; — kennisontwikkeling (bij overheid en markt) ten aanzien van technische mogelijkheden van zonne-energie; — onderzoeken hoe het vigerende welstandskader zich verhoudt tot innovatieve zon technologieën. Deze leerpunten zijn vooraf besproken met de projectpartners. Voor het project Amstelkerk waren geen leerpunten geformuleerd vanuit de gemeente, omdat de betrokkenheid beperkt was. Het pilotproject Zon op de Zwijger levert input voor het evalueren van de regels en draagt bij aan de uitvoering van het deel van de Zonvisie dat daarover gaat. In de Zonvisie zijn 8 programmalijnen opgenomen waarlangs de gemeente de toepassing van zonne-energie door burgers en bedrijven stimuleert. In lijn 7 (activiteit # 21) is opgenomen dat regelgeving periodiek tegen het licht wordt gehouden om te zien of deze (nog) in lijn is met de stand der techniek op het gebied van o.a. zonnesystemen. 4 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing op Gemeenteblad Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 4. Onder welke criteria zou het college de resultaten van de pilot “Zon op de Zwijger’ als een succes beoordelen? Wanneer vindt die beoordeling plaats en welke Amsterdamse stakeholders zijn hierbij betrokken? Antwoord: Het project ‘Zon op de Zwijger’ wordt als succes beschouwd als: 1. de prijsvraag een inzending oplevert die een goede technische oplossing biedt voor dit specifieke monumentale dak. Een goede technische oplossing is een oplossing die aansluit bij de eisen van de pandeigenaar (stadsherstel), betaalbaar is, en die aanvaardbaar is vanuit esthetisch en historisch oogpunt en valt binnen de kaders van Welstand en Monumenten; 2. het project bijdraagt aan het vinden van een oplossing voor het aanbrengen van zonnesystemen op andere monumentale panden, nu of in de toekomst. Dit is geen hard criterium, omdat de bijdrage van één project aan een bredere maatschappelijke ontwikkeling moeilijk te meten is. Amsterdam wil echter duurzame koploper zijn, en daar hoort ook bij dat er ruimte wordt gemaakt voor innovatie; 3. het project daarnaast input levert voor de periodieke herijking van de regels conform de Zonvisie (zie het antwoord op vraag 3). De beoogde planning: zie het antwoord op vraag 2. De betrokken stakeholders zijn: — De Groene Grachten; — NV Stadsherstel; — de gemeente Amsterdam (DRO, BMA, stadsdeel Centrum); — Uuurders van Pakhuis de Zwijger (via Stadsherstel); — Search. 5. Is het college van plan een vervolg te maken op het Amsterdamse duurzaamheidsprogramma 2011-2014, en indien dat het geval is, overeenkomstig het coalitieakkoord (blz. 27), de ambitie ten aanzien van lokale zonne-energie uit de Zonvisie conform het initiatiefvoorstel van het voormalig raadslid de heer Manuel en de resultaten van de ‘pilots’ op Pakhuis de Zwijger en de Amstelkerk daarin aandacht te besteden aan het verduurzamen van monumenten? Antwoord: Het College stelt eind dit jaar een Agenda Duurzaamheid vast. Het verduurzamen van monumenten, deregulering en de ambitie van de Zonvisie zullen in deze agenda worden meegenomen. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 5 X Gemeente Amsterdam R % Gemeenteraad Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 602 Datum akkoord 2 september 2014 Publicatiedatum 5 september 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw A.M. Bosman en de heer M.E. van den Heuvel van 5 augustus 2014 inzake zonnepanelen op monumentale panden. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstellers. Het college heeft de ambitie om in 2020 het aandeel duurzaam opgewekte energie binnen Amsterdam met 20% te laten toenemen. Zonne-energie is een belangrijke bron daarvoor. Eerder is de doelstelling vastgelegd om in 2020 160 MW zonnestroom per jaar op te wekken binnen de gemeente Amsterdam. Voor 2040 is het streefcijfer 1000 MW. Zonne-energie is een belangrijke manier voor bewoners en ondernemers om zelf voor hun elektriciteitsvoorziening te zorgen. Dat is goed voor het milieu, de energierekening en de onafhankelijkheid van Amsterdam ten opzichte van onberekenbare buitenlandse energieproducenten. Amsterdam heeft naast de ruim 8500 rijks- en gemeentelijke monumenten, ook een toenemend aantal beschermde stads- en dorpsgezichten. Het hele centrum van Amsterdam is sinds 1999 beschermd stadsgezicht en de grachtengordel behoort sinds 2010 tot het UNESCO werelderfgoed. De fractie van D66 vindt het belangrijk dat deze historische waarde wordt beschermd zodat Amsterdammers en latere generaties er nog volop van kunnen genieten en leren. De fractie van D66 kiest ook voor een schone, groene en gezonde stad. Het is van belang dat de gemeente ruimte geeft aan initiatieven die bijdragen aan nieuwe oplossingen van duurzaamheid, waarbij we openstaan kijken voor het aanpassen van geldende (verouderde) regels die verduurzaming in de weg staan, zonder dat de authenticiteit van monumenten wordt aangetast. Nu heeft de fractie van D66 begrepen dat de gemeente Amsterdam samen met De Groene Grachten, Stadsherstel en Search een pilot is gestart om zonnepanelen te plaatsen op de schuine kap van Pakhuis de Zwijger onder de naam: ‘Zon op de Zwijger’. Het betreft een zogenaamd sheddak (‘zaagtandendak’), dat een zichtlocatie is. Hieruit volgt waarschijnlijk een prijsvraag voor de aanbesteding die moet aantonen welke partij het beste zonnepanelen op een monument kan plaatsen. Dit project is benoemd als ‘pilot om uit te vinden of zonnepanelen op een monument passend zijn, in relatie tot mogelijke technische gevolgen voor het dak door aanhechting van de panelen of verstoring van het monumentale ‘daklandschap’ door het aangezicht van zonnepanelen, omdat dat er nu eenmaal anders uitziet dan dat het daklandschap eruit zag in de 17° eeuw. 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing op Gemeenteblad Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 Dit is niet het eerste monument met zonnepanelen. Sinds september 2013 liggen er zonnepanelen op het (platte) dak van de Amstelkerk. Volgens de website van Stadsherstel, die de energie van de zonnepanelen gebruikt voor het eigen kantoor dat gevestigd is in dit rijksmonument, is de vergunning verleend nadat met foto's van een proefopstelling was aangetoond dat het monument met deze ‘reversibele toepassing’ geen schade op zou lopen. Ook zijn er (slechts) een klein aantal grachtenpanden die met trekken en sleuren een vergunning kregen om zonnepanelen op hun dak te mogen plaatsen, om zodoende hun eigen elektriciteit op te kunnen wekken. Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 5 augustus 2014, beiden namens de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Wat is het effect geweest van de — inmiddels afgeronde — pilot ‘Zon op de Amstelkerk’ voor zonne-energie op andere monumenten met een plat dak en in Amsterdam? Antwoord: Als onderdeel van het initiatief Groene Grachten, in 2012 gestart door Wubbo Ockels en erop gericht om energiemaatregelen in monumentale panden te promoten, is door Stadsherstel een viertal zonnepanelen aangebracht op de Amstelkerk. Voor NV Stadsherstel betrof de Amstelkerk een eerste project waarin zij zonnepanelen heeft aangebracht op een monumentaal pand. Deze panelen zijn aangebracht op een plat dak en wel binnen de kaders van de Welstandsnota. Leerdoel: uitvinden of het technisch mogelijk (ja) en rendabel is (nee, door de lage elektriciteitsprijs die Stadsherstel betaalt omdat zij grootverbruiker is, en de te betalen leges à 1050 euro). Het effect is dat er nu 4 panelen liggen op dit monument, en dat Stadsherstel inzicht heeft gekregen in de mogelijkheden (maatwerk) voor het aanbrengen van zonnepanelen op monumenten en de business case daarvan. Er zijn overigens meer (maar niet veel) voorbeelden van monumentale panden in de stad waarop door bewoners reeds zonnepanelen zijn aangebracht. Hiervoor is een vergunning nodig van het betreffende stadsdeel. De betrokkenheid van de gemeente bij dit project van Stichting de Groene Grachten en Stadsherstel was overigens beperkt. Bureau Monumenten en Archeologie (BMA) en programmabureau Klimaat en Energie waren inhoudelijk (advies, meedenken) betrokken bij het initiatief, het stadsdeel heeft de vergunning afgegeven. 2 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing op Gemeenteblad R Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 2. Klopt het dat de gemeente Amsterdam (de Dienst Ruimtelijke Ordening en het Bureau Monumenten & Archeologie) zich heeft aangesloten bij De Groene Grachten, Stadsherstel, Stadsdeel Oost, Pakhuis de Zwijger en Search en bezig is met de nieuwe pilot ‘Zon op de Zwijger’? Wat is de huidige status van dit project en wat is de tijdsplanning van deze pilot (inclusief moment van afronding)? Antwoord: Ja. Genoemde partijen hebben gezamenlijk de pilot ‘Zon op de Zwijger’ in voorbereiding. Dit project is geïnitieerd door De Groene Grachten. Het project sluit aan bij de Amsterdamse Zonvisie ‘Burgers en Bedrijven gaan voor de zon!’ (zie ook het antwoord op vraag 3). In dit project wordt onderzocht welke mogelijkheden ‘innovatieve zonnetechnologie’ (bijvoorbeeld: andere type zonnecellen, kleur en bevestigingstechnieken) biedt voor het aanbrengen van zonnepanelen op een monumentaal dak, én hoe dit zich verhoudt tot de geldende regels. Dit project onderscheidt zich van het eerdere project van Stadsherstel in de mate van ‘innovativiteit van de technologie die gebruikt zal worden. In het eerste project werd nog gebruik gemaakt van standaard zonnepanelen. In het nieuwe project op de Zwijger gaat men op zoek naar de meest innovatieve zon-oplossing voor dit monumentale pand. Het project is als volgt opgebouwd: 1. allereerst wordt (op dit moment) de haalbaarheid onderzocht (technisch, financieel, juridisch) voor het aanbrengen van zonnepanelen op Pakhuis de Zwijger (eigendom NV Stadsherstel); 2. op basis van dit onderzoek zal NV Stadsherstel een beslissing nemen om haar dak wel of niet ter beschikking te stellen; 3. indien zij akkoord gaat zal de markt in de vorm van een prijsvraag uitgedaagd worden om met haar ‘beste’ systeem te komen; 4. het zonnesysteem van de beste inzending zal door Stadsherstel worden uitgevoerd, onder voorbehoud van een positieve vergunningsbeschikking. Volgens planning wordt de prijsvraag dit najaar bekend gemaakt (indien Stadsherstel positief beslist; stap 2) en wordt het winnende systeem (beoordeling door jury in november/december) begin 2015 geïnstalleerd. De gemeente (BMA en Programmabureau Klimaat en Energie) is als adviseur bij dit project betrokken. De Groene Grachten is project trekker. Uiteindelijke installatie van het innovatieve zonnesysteem (als de prijsvraag daadwerkelijk wordt uitgeschreven en er een goede inzending komt, die binnen de wettelijke kaders past) wordt door Stadsherstel geregeld en gedekt. Stadsherstel vraagt daar mogelijk financiering voor aan in de laatste tender van het Amsterdams Investeringsfonds. 3 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing op Gemeenteblad R Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 3. Deelt het college de mening van de fractie van D66 over het belang van verduurzaming en eventueel aanpassen van regels om nieuwe oplossingen van duurzaamheid mogelijk te maken? Zo ja, welke leerpunten zijn/worden opgesteld ten aanzien van de pilot voor het sheddak van Pakhuis de Zwijger? En welke leerpunten waren opgesteld voor het platte dak van de Amstelkerk? Zo nee, waarom niet en hoe denkt het college dan de ambitie zoals geformuleerd in de Zonvisie 2013 te halen? Antwoord: Het College onderschrijft de mening van de fractie van D66 dat verduurzaming van de bestaande stad van groot belang is en onderstreept dat in het coalitieakkoord ‘Amsterdam is van iedereen’. Zij werkt o.a. aan de doelstelling dat in 2020 20% meer duurzame energie wordt geproduceerd dan nu het geval is. Zonne-energie in de bestaande stad draagt daar aan bij. Om dit te realiseren kan het nodig zijn om bestaande regels aan te passen, of met het Rijk in gesprek te gaan wanneer de bevoegdheid niet bij de gemeente ligt. Aanpassing van regels kan bijvoorbeeld nodig zijn in de situatie waarin regels, maatschappelijke wensen, en toegenomen mogelijkheden door nieuwe (technologische}oplossingen, niet meer met elkaar in overeenstemming zijn. In het collegeprogramma is daarover afgesproken dat “we de regels voor het duurzaam aanpassen van gebouwen [gaan] versimpelen, bijvoorbeeld op het gebied van de teruglevering van energie en het gezamenlijk gebruik van daken voor zonnepanelen”. Daarbij dient het college uiteraard wel te opereren binnen de kaders van de landelijke wet- en regelgeving. Het College is daarnaast van mening dat de energietransitie alleen plaatsvindt als duurzaamheidsprojecten schaal krijgen. Daarvoor is het van belang dat wordt gewerkt aan opschaalbaarheid en kopieerbaarheid van oplossingen. De leerpunten die de pilot ‘Zon op de Zwijger’ op zal leveren zijn: — voorbeeldfunctie: onderzoeken en laten zien hoe een nieuwe zonnetechnologie mogelijk is op een monumentaal dak, waar dat met conventionele panelen niet haalbaar/wenselijk is; — kennisontwikkeling (bij overheid en markt) ten aanzien van technische mogelijkheden van zonne-energie; — onderzoeken hoe het vigerende welstandskader zich verhoudt tot innovatieve zon technologieën. Deze leerpunten zijn vooraf besproken met de projectpartners. Voor het project Amstelkerk waren geen leerpunten geformuleerd vanuit de gemeente, omdat de betrokkenheid beperkt was. Het pilotproject Zon op de Zwijger levert input voor het evalueren van de regels en draagt bij aan de uitvoering van het deel van de Zonvisie dat daarover gaat. In de Zonvisie zijn 8 programmalijnen opgenomen waarlangs de gemeente de toepassing van zonne-energie door burgers en bedrijven stimuleert. In lijn 7 (activiteit # 21) is opgenomen dat regelgeving periodiek tegen het licht wordt gehouden om te zien of deze (nog) in lijn is met de stand der techniek op het gebied van o.a. zonnesystemen. 4 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing op Gemeenteblad Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 4. Onder welke criteria zou het college de resultaten van de pilot “Zon op de Zwijger’ als een succes beoordelen? Wanneer vindt die beoordeling plaats en welke Amsterdamse stakeholders zijn hierbij betrokken? Antwoord: Het project ‘Zon op de Zwijger’ wordt als succes beschouwd als: 1. de prijsvraag een inzending oplevert die een goede technische oplossing biedt voor dit specifieke monumentale dak. Een goede technische oplossing is een oplossing die aansluit bij de eisen van de pandeigenaar (stadsherstel), betaalbaar is, en die aanvaardbaar is vanuit esthetisch en historisch oogpunt en valt binnen de kaders van Welstand en Monumenten; 2. het project bijdraagt aan het vinden van een oplossing voor het aanbrengen van zonnesystemen op andere monumentale panden, nu of in de toekomst. Dit is geen hard criterium, omdat de bijdrage van één project aan een bredere maatschappelijke ontwikkeling moeilijk te meten is. Amsterdam wil echter duurzame koploper zijn, en daar hoort ook bij dat er ruimte wordt gemaakt voor innovatie; 3. het project daarnaast input levert voor de periodieke herijking van de regels conform de Zonvisie (zie het antwoord op vraag 3). De beoogde planning: zie het antwoord op vraag 2. De betrokken stakeholders zijn: — De Groene Grachten; — NV Stadsherstel; — de gemeente Amsterdam (DRO, BMA, stadsdeel Centrum); — Uuurders van Pakhuis de Zwijger (via Stadsherstel); — Search. 5. Is het college van plan een vervolg te maken op het Amsterdamse duurzaamheidsprogramma 2011-2014, en indien dat het geval is, overeenkomstig het coalitieakkoord (blz. 27), de ambitie ten aanzien van lokale zonne-energie uit de Zonvisie conform het initiatiefvoorstel van het voormalig raadslid de heer Manuel en de resultaten van de ‘pilots’ op Pakhuis de Zwijger en de Amstelkerk daarin aandacht te besteden aan het verduurzamen van monumenten? Antwoord: Het College stelt eind dit jaar een Agenda Duurzaamheid vast. Het verduurzamen van monumenten, deregulering en de ambitie van de Zonvisie zullen in deze agenda worden meegenomen. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 5 X Gemeente Amsterdam R % Gemeenteraad Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 602 Datum akkoord 2 september 2014 Publicatiedatum 5 september 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw A.M. Bosman en de heer M.E. van den Heuvel van 5 augustus 2014 inzake zonnepanelen op monumentale panden. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstellers. Het college heeft de ambitie om in 2020 het aandeel duurzaam opgewekte energie binnen Amsterdam met 20% te laten toenemen. Zonne-energie is een belangrijke bron daarvoor. Eerder is de doelstelling vastgelegd om in 2020 160 MW zonnestroom per jaar op te wekken binnen de gemeente Amsterdam. Voor 2040 is het streefcijfer 1000 MW. Zonne-energie is een belangrijke manier voor bewoners en ondernemers om zelf voor hun elektriciteitsvoorziening te zorgen. Dat is goed voor het milieu, de energierekening en de onafhankelijkheid van Amsterdam ten opzichte van onberekenbare buitenlandse energieproducenten. Amsterdam heeft naast de ruim 8500 rijks- en gemeentelijke monumenten, ook een toenemend aantal beschermde stads- en dorpsgezichten. Het hele centrum van Amsterdam is sinds 1999 beschermd stadsgezicht en de grachtengordel behoort sinds 2010 tot het UNESCO werelderfgoed. De fractie van D66 vindt het belangrijk dat deze historische waarde wordt beschermd zodat Amsterdammers en latere generaties er nog volop van kunnen genieten en leren. De fractie van D66 kiest ook voor een schone, groene en gezonde stad. Het is van belang dat de gemeente ruimte geeft aan initiatieven die bijdragen aan nieuwe oplossingen van duurzaamheid, waarbij we openstaan kijken voor het aanpassen van geldende (verouderde) regels die verduurzaming in de weg staan, zonder dat de authenticiteit van monumenten wordt aangetast. Nu heeft de fractie van D66 begrepen dat de gemeente Amsterdam samen met De Groene Grachten, Stadsherstel en Search een pilot is gestart om zonnepanelen te plaatsen op de schuine kap van Pakhuis de Zwijger onder de naam: ‘Zon op de Zwijger’. Het betreft een zogenaamd sheddak (‘zaagtandendak’), dat een zichtlocatie is. Hieruit volgt waarschijnlijk een prijsvraag voor de aanbesteding die moet aantonen welke partij het beste zonnepanelen op een monument kan plaatsen. Dit project is benoemd als ‘pilot om uit te vinden of zonnepanelen op een monument passend zijn, in relatie tot mogelijke technische gevolgen voor het dak door aanhechting van de panelen of verstoring van het monumentale ‘daklandschap’ door het aangezicht van zonnepanelen, omdat dat er nu eenmaal anders uitziet dan dat het daklandschap eruit zag in de 17° eeuw. 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing op Gemeenteblad Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 Dit is niet het eerste monument met zonnepanelen. Sinds september 2013 liggen er zonnepanelen op het (platte) dak van de Amstelkerk. Volgens de website van Stadsherstel, die de energie van de zonnepanelen gebruikt voor het eigen kantoor dat gevestigd is in dit rijksmonument, is de vergunning verleend nadat met foto's van een proefopstelling was aangetoond dat het monument met deze ‘reversibele toepassing’ geen schade op zou lopen. Ook zijn er (slechts) een klein aantal grachtenpanden die met trekken en sleuren een vergunning kregen om zonnepanelen op hun dak te mogen plaatsen, om zodoende hun eigen elektriciteit op te kunnen wekken. Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 5 augustus 2014, beiden namens de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Wat is het effect geweest van de — inmiddels afgeronde — pilot ‘Zon op de Amstelkerk’ voor zonne-energie op andere monumenten met een plat dak en in Amsterdam? Antwoord: Als onderdeel van het initiatief Groene Grachten, in 2012 gestart door Wubbo Ockels en erop gericht om energiemaatregelen in monumentale panden te promoten, is door Stadsherstel een viertal zonnepanelen aangebracht op de Amstelkerk. Voor NV Stadsherstel betrof de Amstelkerk een eerste project waarin zij zonnepanelen heeft aangebracht op een monumentaal pand. Deze panelen zijn aangebracht op een plat dak en wel binnen de kaders van de Welstandsnota. Leerdoel: uitvinden of het technisch mogelijk (ja) en rendabel is (nee, door de lage elektriciteitsprijs die Stadsherstel betaalt omdat zij grootverbruiker is, en de te betalen leges à 1050 euro). Het effect is dat er nu 4 panelen liggen op dit monument, en dat Stadsherstel inzicht heeft gekregen in de mogelijkheden (maatwerk) voor het aanbrengen van zonnepanelen op monumenten en de business case daarvan. Er zijn overigens meer (maar niet veel) voorbeelden van monumentale panden in de stad waarop door bewoners reeds zonnepanelen zijn aangebracht. Hiervoor is een vergunning nodig van het betreffende stadsdeel. De betrokkenheid van de gemeente bij dit project van Stichting de Groene Grachten en Stadsherstel was overigens beperkt. Bureau Monumenten en Archeologie (BMA) en programmabureau Klimaat en Energie waren inhoudelijk (advies, meedenken) betrokken bij het initiatief, het stadsdeel heeft de vergunning afgegeven. 2 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing op Gemeenteblad R Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 2. Klopt het dat de gemeente Amsterdam (de Dienst Ruimtelijke Ordening en het Bureau Monumenten & Archeologie) zich heeft aangesloten bij De Groene Grachten, Stadsherstel, Stadsdeel Oost, Pakhuis de Zwijger en Search en bezig is met de nieuwe pilot ‘Zon op de Zwijger’? Wat is de huidige status van dit project en wat is de tijdsplanning van deze pilot (inclusief moment van afronding)? Antwoord: Ja. Genoemde partijen hebben gezamenlijk de pilot ‘Zon op de Zwijger’ in voorbereiding. Dit project is geïnitieerd door De Groene Grachten. Het project sluit aan bij de Amsterdamse Zonvisie ‘Burgers en Bedrijven gaan voor de zon!’ (zie ook het antwoord op vraag 3). In dit project wordt onderzocht welke mogelijkheden ‘innovatieve zonnetechnologie’ (bijvoorbeeld: andere type zonnecellen, kleur en bevestigingstechnieken) biedt voor het aanbrengen van zonnepanelen op een monumentaal dak, én hoe dit zich verhoudt tot de geldende regels. Dit project onderscheidt zich van het eerdere project van Stadsherstel in de mate van ‘innovativiteit van de technologie die gebruikt zal worden. In het eerste project werd nog gebruik gemaakt van standaard zonnepanelen. In het nieuwe project op de Zwijger gaat men op zoek naar de meest innovatieve zon-oplossing voor dit monumentale pand. Het project is als volgt opgebouwd: 1. allereerst wordt (op dit moment) de haalbaarheid onderzocht (technisch, financieel, juridisch) voor het aanbrengen van zonnepanelen op Pakhuis de Zwijger (eigendom NV Stadsherstel); 2. op basis van dit onderzoek zal NV Stadsherstel een beslissing nemen om haar dak wel of niet ter beschikking te stellen; 3. indien zij akkoord gaat zal de markt in de vorm van een prijsvraag uitgedaagd worden om met haar ‘beste’ systeem te komen; 4. het zonnesysteem van de beste inzending zal door Stadsherstel worden uitgevoerd, onder voorbehoud van een positieve vergunningsbeschikking. Volgens planning wordt de prijsvraag dit najaar bekend gemaakt (indien Stadsherstel positief beslist; stap 2) en wordt het winnende systeem (beoordeling door jury in november/december) begin 2015 geïnstalleerd. De gemeente (BMA en Programmabureau Klimaat en Energie) is als adviseur bij dit project betrokken. De Groene Grachten is project trekker. Uiteindelijke installatie van het innovatieve zonnesysteem (als de prijsvraag daadwerkelijk wordt uitgeschreven en er een goede inzending komt, die binnen de wettelijke kaders past) wordt door Stadsherstel geregeld en gedekt. Stadsherstel vraagt daar mogelijk financiering voor aan in de laatste tender van het Amsterdams Investeringsfonds. 3 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing op Gemeenteblad R Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 3. Deelt het college de mening van de fractie van D66 over het belang van verduurzaming en eventueel aanpassen van regels om nieuwe oplossingen van duurzaamheid mogelijk te maken? Zo ja, welke leerpunten zijn/worden opgesteld ten aanzien van de pilot voor het sheddak van Pakhuis de Zwijger? En welke leerpunten waren opgesteld voor het platte dak van de Amstelkerk? Zo nee, waarom niet en hoe denkt het college dan de ambitie zoals geformuleerd in de Zonvisie 2013 te halen? Antwoord: Het College onderschrijft de mening van de fractie van D66 dat verduurzaming van de bestaande stad van groot belang is en onderstreept dat in het coalitieakkoord ‘Amsterdam is van iedereen’. Zij werkt o.a. aan de doelstelling dat in 2020 20% meer duurzame energie wordt geproduceerd dan nu het geval is. Zonne-energie in de bestaande stad draagt daar aan bij. Om dit te realiseren kan het nodig zijn om bestaande regels aan te passen, of met het Rijk in gesprek te gaan wanneer de bevoegdheid niet bij de gemeente ligt. Aanpassing van regels kan bijvoorbeeld nodig zijn in de situatie waarin regels, maatschappelijke wensen, en toegenomen mogelijkheden door nieuwe (technologische}oplossingen, niet meer met elkaar in overeenstemming zijn. In het collegeprogramma is daarover afgesproken dat “we de regels voor het duurzaam aanpassen van gebouwen [gaan] versimpelen, bijvoorbeeld op het gebied van de teruglevering van energie en het gezamenlijk gebruik van daken voor zonnepanelen”. Daarbij dient het college uiteraard wel te opereren binnen de kaders van de landelijke wet- en regelgeving. Het College is daarnaast van mening dat de energietransitie alleen plaatsvindt als duurzaamheidsprojecten schaal krijgen. Daarvoor is het van belang dat wordt gewerkt aan opschaalbaarheid en kopieerbaarheid van oplossingen. De leerpunten die de pilot ‘Zon op de Zwijger’ op zal leveren zijn: — voorbeeldfunctie: onderzoeken en laten zien hoe een nieuwe zonnetechnologie mogelijk is op een monumentaal dak, waar dat met conventionele panelen niet haalbaar/wenselijk is; — kennisontwikkeling (bij overheid en markt) ten aanzien van technische mogelijkheden van zonne-energie; — onderzoeken hoe het vigerende welstandskader zich verhoudt tot innovatieve zon technologieën. Deze leerpunten zijn vooraf besproken met de projectpartners. Voor het project Amstelkerk waren geen leerpunten geformuleerd vanuit de gemeente, omdat de betrokkenheid beperkt was. Het pilotproject Zon op de Zwijger levert input voor het evalueren van de regels en draagt bij aan de uitvoering van het deel van de Zonvisie dat daarover gaat. In de Zonvisie zijn 8 programmalijnen opgenomen waarlangs de gemeente de toepassing van zonne-energie door burgers en bedrijven stimuleert. In lijn 7 (activiteit # 21) is opgenomen dat regelgeving periodiek tegen het licht wordt gehouden om te zien of deze (nog) in lijn is met de stand der techniek op het gebied van o.a. zonnesystemen. 4 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing op Gemeenteblad Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 4. Onder welke criteria zou het college de resultaten van de pilot “Zon op de Zwijger’ als een succes beoordelen? Wanneer vindt die beoordeling plaats en welke Amsterdamse stakeholders zijn hierbij betrokken? Antwoord: Het project ‘Zon op de Zwijger’ wordt als succes beschouwd als: 1. de prijsvraag een inzending oplevert die een goede technische oplossing biedt voor dit specifieke monumentale dak. Een goede technische oplossing is een oplossing die aansluit bij de eisen van de pandeigenaar (stadsherstel), betaalbaar is, en die aanvaardbaar is vanuit esthetisch en historisch oogpunt en valt binnen de kaders van Welstand en Monumenten; 2. het project bijdraagt aan het vinden van een oplossing voor het aanbrengen van zonnesystemen op andere monumentale panden, nu of in de toekomst. Dit is geen hard criterium, omdat de bijdrage van één project aan een bredere maatschappelijke ontwikkeling moeilijk te meten is. Amsterdam wil echter duurzame koploper zijn, en daar hoort ook bij dat er ruimte wordt gemaakt voor innovatie; 3. het project daarnaast input levert voor de periodieke herijking van de regels conform de Zonvisie (zie het antwoord op vraag 3). De beoogde planning: zie het antwoord op vraag 2. De betrokken stakeholders zijn: — De Groene Grachten; — NV Stadsherstel; — de gemeente Amsterdam (DRO, BMA, stadsdeel Centrum); — Uuurders van Pakhuis de Zwijger (via Stadsherstel); — Search. 5. Is het college van plan een vervolg te maken op het Amsterdamse duurzaamheidsprogramma 2011-2014, en indien dat het geval is, overeenkomstig het coalitieakkoord (blz. 27), de ambitie ten aanzien van lokale zonne-energie uit de Zonvisie conform het initiatiefvoorstel van het voormalig raadslid de heer Manuel en de resultaten van de ‘pilots’ op Pakhuis de Zwijger en de Amstelkerk daarin aandacht te besteden aan het verduurzamen van monumenten? Antwoord: Het College stelt eind dit jaar een Agenda Duurzaamheid vast. Het verduurzamen van monumenten, deregulering en de ambitie van de Zonvisie zullen in deze agenda worden meegenomen. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 5 X Gemeente Amsterdam R % Gemeenteraad Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 602 Datum akkoord 2 september 2014 Publicatiedatum 5 september 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw A.M. Bosman en de heer M.E. van den Heuvel van 5 augustus 2014 inzake zonnepanelen op monumentale panden. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstellers. Het college heeft de ambitie om in 2020 het aandeel duurzaam opgewekte energie binnen Amsterdam met 20% te laten toenemen. Zonne-energie is een belangrijke bron daarvoor. Eerder is de doelstelling vastgelegd om in 2020 160 MW zonnestroom per jaar op te wekken binnen de gemeente Amsterdam. Voor 2040 is het streefcijfer 1000 MW. Zonne-energie is een belangrijke manier voor bewoners en ondernemers om zelf voor hun elektriciteitsvoorziening te zorgen. Dat is goed voor het milieu, de energierekening en de onafhankelijkheid van Amsterdam ten opzichte van onberekenbare buitenlandse energieproducenten. Amsterdam heeft naast de ruim 8500 rijks- en gemeentelijke monumenten, ook een toenemend aantal beschermde stads- en dorpsgezichten. Het hele centrum van Amsterdam is sinds 1999 beschermd stadsgezicht en de grachtengordel behoort sinds 2010 tot het UNESCO werelderfgoed. De fractie van D66 vindt het belangrijk dat deze historische waarde wordt beschermd zodat Amsterdammers en latere generaties er nog volop van kunnen genieten en leren. De fractie van D66 kiest ook voor een schone, groene en gezonde stad. Het is van belang dat de gemeente ruimte geeft aan initiatieven die bijdragen aan nieuwe oplossingen van duurzaamheid, waarbij we openstaan kijken voor het aanpassen van geldende (verouderde) regels die verduurzaming in de weg staan, zonder dat de authenticiteit van monumenten wordt aangetast. Nu heeft de fractie van D66 begrepen dat de gemeente Amsterdam samen met De Groene Grachten, Stadsherstel en Search een pilot is gestart om zonnepanelen te plaatsen op de schuine kap van Pakhuis de Zwijger onder de naam: ‘Zon op de Zwijger’. Het betreft een zogenaamd sheddak (‘zaagtandendak’), dat een zichtlocatie is. Hieruit volgt waarschijnlijk een prijsvraag voor de aanbesteding die moet aantonen welke partij het beste zonnepanelen op een monument kan plaatsen. Dit project is benoemd als ‘pilot om uit te vinden of zonnepanelen op een monument passend zijn, in relatie tot mogelijke technische gevolgen voor het dak door aanhechting van de panelen of verstoring van het monumentale ‘daklandschap’ door het aangezicht van zonnepanelen, omdat dat er nu eenmaal anders uitziet dan dat het daklandschap eruit zag in de 17° eeuw. 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing op Gemeenteblad Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 Dit is niet het eerste monument met zonnepanelen. Sinds september 2013 liggen er zonnepanelen op het (platte) dak van de Amstelkerk. Volgens de website van Stadsherstel, die de energie van de zonnepanelen gebruikt voor het eigen kantoor dat gevestigd is in dit rijksmonument, is de vergunning verleend nadat met foto's van een proefopstelling was aangetoond dat het monument met deze ‘reversibele toepassing’ geen schade op zou lopen. Ook zijn er (slechts) een klein aantal grachtenpanden die met trekken en sleuren een vergunning kregen om zonnepanelen op hun dak te mogen plaatsen, om zodoende hun eigen elektriciteit op te kunnen wekken. Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 5 augustus 2014, beiden namens de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Wat is het effect geweest van de — inmiddels afgeronde — pilot ‘Zon op de Amstelkerk’ voor zonne-energie op andere monumenten met een plat dak en in Amsterdam? Antwoord: Als onderdeel van het initiatief Groene Grachten, in 2012 gestart door Wubbo Ockels en erop gericht om energiemaatregelen in monumentale panden te promoten, is door Stadsherstel een viertal zonnepanelen aangebracht op de Amstelkerk. Voor NV Stadsherstel betrof de Amstelkerk een eerste project waarin zij zonnepanelen heeft aangebracht op een monumentaal pand. Deze panelen zijn aangebracht op een plat dak en wel binnen de kaders van de Welstandsnota. Leerdoel: uitvinden of het technisch mogelijk (ja) en rendabel is (nee, door de lage elektriciteitsprijs die Stadsherstel betaalt omdat zij grootverbruiker is, en de te betalen leges à 1050 euro). Het effect is dat er nu 4 panelen liggen op dit monument, en dat Stadsherstel inzicht heeft gekregen in de mogelijkheden (maatwerk) voor het aanbrengen van zonnepanelen op monumenten en de business case daarvan. Er zijn overigens meer (maar niet veel) voorbeelden van monumentale panden in de stad waarop door bewoners reeds zonnepanelen zijn aangebracht. Hiervoor is een vergunning nodig van het betreffende stadsdeel. De betrokkenheid van de gemeente bij dit project van Stichting de Groene Grachten en Stadsherstel was overigens beperkt. Bureau Monumenten en Archeologie (BMA) en programmabureau Klimaat en Energie waren inhoudelijk (advies, meedenken) betrokken bij het initiatief, het stadsdeel heeft de vergunning afgegeven. 2 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing op Gemeenteblad R Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 2. Klopt het dat de gemeente Amsterdam (de Dienst Ruimtelijke Ordening en het Bureau Monumenten & Archeologie) zich heeft aangesloten bij De Groene Grachten, Stadsherstel, Stadsdeel Oost, Pakhuis de Zwijger en Search en bezig is met de nieuwe pilot ‘Zon op de Zwijger’? Wat is de huidige status van dit project en wat is de tijdsplanning van deze pilot (inclusief moment van afronding)? Antwoord: Ja. Genoemde partijen hebben gezamenlijk de pilot ‘Zon op de Zwijger’ in voorbereiding. Dit project is geïnitieerd door De Groene Grachten. Het project sluit aan bij de Amsterdamse Zonvisie ‘Burgers en Bedrijven gaan voor de zon!’ (zie ook het antwoord op vraag 3). In dit project wordt onderzocht welke mogelijkheden ‘innovatieve zonnetechnologie’ (bijvoorbeeld: andere type zonnecellen, kleur en bevestigingstechnieken) biedt voor het aanbrengen van zonnepanelen op een monumentaal dak, én hoe dit zich verhoudt tot de geldende regels. Dit project onderscheidt zich van het eerdere project van Stadsherstel in de mate van ‘innovativiteit van de technologie die gebruikt zal worden. In het eerste project werd nog gebruik gemaakt van standaard zonnepanelen. In het nieuwe project op de Zwijger gaat men op zoek naar de meest innovatieve zon-oplossing voor dit monumentale pand. Het project is als volgt opgebouwd: 1. allereerst wordt (op dit moment) de haalbaarheid onderzocht (technisch, financieel, juridisch) voor het aanbrengen van zonnepanelen op Pakhuis de Zwijger (eigendom NV Stadsherstel); 2. op basis van dit onderzoek zal NV Stadsherstel een beslissing nemen om haar dak wel of niet ter beschikking te stellen; 3. indien zij akkoord gaat zal de markt in de vorm van een prijsvraag uitgedaagd worden om met haar ‘beste’ systeem te komen; 4. het zonnesysteem van de beste inzending zal door Stadsherstel worden uitgevoerd, onder voorbehoud van een positieve vergunningsbeschikking. Volgens planning wordt de prijsvraag dit najaar bekend gemaakt (indien Stadsherstel positief beslist; stap 2) en wordt het winnende systeem (beoordeling door jury in november/december) begin 2015 geïnstalleerd. De gemeente (BMA en Programmabureau Klimaat en Energie) is als adviseur bij dit project betrokken. De Groene Grachten is project trekker. Uiteindelijke installatie van het innovatieve zonnesysteem (als de prijsvraag daadwerkelijk wordt uitgeschreven en er een goede inzending komt, die binnen de wettelijke kaders past) wordt door Stadsherstel geregeld en gedekt. Stadsherstel vraagt daar mogelijk financiering voor aan in de laatste tender van het Amsterdams Investeringsfonds. 3 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing op Gemeenteblad R Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 3. Deelt het college de mening van de fractie van D66 over het belang van verduurzaming en eventueel aanpassen van regels om nieuwe oplossingen van duurzaamheid mogelijk te maken? Zo ja, welke leerpunten zijn/worden opgesteld ten aanzien van de pilot voor het sheddak van Pakhuis de Zwijger? En welke leerpunten waren opgesteld voor het platte dak van de Amstelkerk? Zo nee, waarom niet en hoe denkt het college dan de ambitie zoals geformuleerd in de Zonvisie 2013 te halen? Antwoord: Het College onderschrijft de mening van de fractie van D66 dat verduurzaming van de bestaande stad van groot belang is en onderstreept dat in het coalitieakkoord ‘Amsterdam is van iedereen’. Zij werkt o.a. aan de doelstelling dat in 2020 20% meer duurzame energie wordt geproduceerd dan nu het geval is. Zonne-energie in de bestaande stad draagt daar aan bij. Om dit te realiseren kan het nodig zijn om bestaande regels aan te passen, of met het Rijk in gesprek te gaan wanneer de bevoegdheid niet bij de gemeente ligt. Aanpassing van regels kan bijvoorbeeld nodig zijn in de situatie waarin regels, maatschappelijke wensen, en toegenomen mogelijkheden door nieuwe (technologische}oplossingen, niet meer met elkaar in overeenstemming zijn. In het collegeprogramma is daarover afgesproken dat “we de regels voor het duurzaam aanpassen van gebouwen [gaan] versimpelen, bijvoorbeeld op het gebied van de teruglevering van energie en het gezamenlijk gebruik van daken voor zonnepanelen”. Daarbij dient het college uiteraard wel te opereren binnen de kaders van de landelijke wet- en regelgeving. Het College is daarnaast van mening dat de energietransitie alleen plaatsvindt als duurzaamheidsprojecten schaal krijgen. Daarvoor is het van belang dat wordt gewerkt aan opschaalbaarheid en kopieerbaarheid van oplossingen. De leerpunten die de pilot ‘Zon op de Zwijger’ op zal leveren zijn: — voorbeeldfunctie: onderzoeken en laten zien hoe een nieuwe zonnetechnologie mogelijk is op een monumentaal dak, waar dat met conventionele panelen niet haalbaar/wenselijk is; — kennisontwikkeling (bij overheid en markt) ten aanzien van technische mogelijkheden van zonne-energie; — onderzoeken hoe het vigerende welstandskader zich verhoudt tot innovatieve zon technologieën. Deze leerpunten zijn vooraf besproken met de projectpartners. Voor het project Amstelkerk waren geen leerpunten geformuleerd vanuit de gemeente, omdat de betrokkenheid beperkt was. Het pilotproject Zon op de Zwijger levert input voor het evalueren van de regels en draagt bij aan de uitvoering van het deel van de Zonvisie dat daarover gaat. In de Zonvisie zijn 8 programmalijnen opgenomen waarlangs de gemeente de toepassing van zonne-energie door burgers en bedrijven stimuleert. In lijn 7 (activiteit # 21) is opgenomen dat regelgeving periodiek tegen het licht wordt gehouden om te zien of deze (nog) in lijn is met de stand der techniek op het gebied van o.a. zonnesystemen. 4 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing op Gemeenteblad Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 4. Onder welke criteria zou het college de resultaten van de pilot “Zon op de Zwijger’ als een succes beoordelen? Wanneer vindt die beoordeling plaats en welke Amsterdamse stakeholders zijn hierbij betrokken? Antwoord: Het project ‘Zon op de Zwijger’ wordt als succes beschouwd als: 1. de prijsvraag een inzending oplevert die een goede technische oplossing biedt voor dit specifieke monumentale dak. Een goede technische oplossing is een oplossing die aansluit bij de eisen van de pandeigenaar (stadsherstel), betaalbaar is, en die aanvaardbaar is vanuit esthetisch en historisch oogpunt en valt binnen de kaders van Welstand en Monumenten; 2. het project bijdraagt aan het vinden van een oplossing voor het aanbrengen van zonnesystemen op andere monumentale panden, nu of in de toekomst. Dit is geen hard criterium, omdat de bijdrage van één project aan een bredere maatschappelijke ontwikkeling moeilijk te meten is. Amsterdam wil echter duurzame koploper zijn, en daar hoort ook bij dat er ruimte wordt gemaakt voor innovatie; 3. het project daarnaast input levert voor de periodieke herijking van de regels conform de Zonvisie (zie het antwoord op vraag 3). De beoogde planning: zie het antwoord op vraag 2. De betrokken stakeholders zijn: — De Groene Grachten; — NV Stadsherstel; — de gemeente Amsterdam (DRO, BMA, stadsdeel Centrum); — Uuurders van Pakhuis de Zwijger (via Stadsherstel); — Search. 5. Is het college van plan een vervolg te maken op het Amsterdamse duurzaamheidsprogramma 2011-2014, en indien dat het geval is, overeenkomstig het coalitieakkoord (blz. 27), de ambitie ten aanzien van lokale zonne-energie uit de Zonvisie conform het initiatiefvoorstel van het voormalig raadslid de heer Manuel en de resultaten van de ‘pilots’ op Pakhuis de Zwijger en de Amstelkerk daarin aandacht te besteden aan het verduurzamen van monumenten? Antwoord: Het College stelt eind dit jaar een Agenda Duurzaamheid vast. Het verduurzamen van monumenten, deregulering en de ambitie van de Zonvisie zullen in deze agenda worden meegenomen. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 5 X Gemeente Amsterdam R % Gemeenteraad Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 602 Datum akkoord 2 september 2014 Publicatiedatum 5 september 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw A.M. Bosman en de heer M.E. van den Heuvel van 5 augustus 2014 inzake zonnepanelen op monumentale panden. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstellers. Het college heeft de ambitie om in 2020 het aandeel duurzaam opgewekte energie binnen Amsterdam met 20% te laten toenemen. Zonne-energie is een belangrijke bron daarvoor. Eerder is de doelstelling vastgelegd om in 2020 160 MW zonnestroom per jaar op te wekken binnen de gemeente Amsterdam. Voor 2040 is het streefcijfer 1000 MW. Zonne-energie is een belangrijke manier voor bewoners en ondernemers om zelf voor hun elektriciteitsvoorziening te zorgen. Dat is goed voor het milieu, de energierekening en de onafhankelijkheid van Amsterdam ten opzichte van onberekenbare buitenlandse energieproducenten. Amsterdam heeft naast de ruim 8500 rijks- en gemeentelijke monumenten, ook een toenemend aantal beschermde stads- en dorpsgezichten. Het hele centrum van Amsterdam is sinds 1999 beschermd stadsgezicht en de grachtengordel behoort sinds 2010 tot het UNESCO werelderfgoed. De fractie van D66 vindt het belangrijk dat deze historische waarde wordt beschermd zodat Amsterdammers en latere generaties er nog volop van kunnen genieten en leren. De fractie van D66 kiest ook voor een schone, groene en gezonde stad. Het is van belang dat de gemeente ruimte geeft aan initiatieven die bijdragen aan nieuwe oplossingen van duurzaamheid, waarbij we openstaan kijken voor het aanpassen van geldende (verouderde) regels die verduurzaming in de weg staan, zonder dat de authenticiteit van monumenten wordt aangetast. Nu heeft de fractie van D66 begrepen dat de gemeente Amsterdam samen met De Groene Grachten, Stadsherstel en Search een pilot is gestart om zonnepanelen te plaatsen op de schuine kap van Pakhuis de Zwijger onder de naam: ‘Zon op de Zwijger’. Het betreft een zogenaamd sheddak (‘zaagtandendak’), dat een zichtlocatie is. Hieruit volgt waarschijnlijk een prijsvraag voor de aanbesteding die moet aantonen welke partij het beste zonnepanelen op een monument kan plaatsen. Dit project is benoemd als ‘pilot om uit te vinden of zonnepanelen op een monument passend zijn, in relatie tot mogelijke technische gevolgen voor het dak door aanhechting van de panelen of verstoring van het monumentale ‘daklandschap’ door het aangezicht van zonnepanelen, omdat dat er nu eenmaal anders uitziet dan dat het daklandschap eruit zag in de 17° eeuw. 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing op Gemeenteblad Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 Dit is niet het eerste monument met zonnepanelen. Sinds september 2013 liggen er zonnepanelen op het (platte) dak van de Amstelkerk. Volgens de website van Stadsherstel, die de energie van de zonnepanelen gebruikt voor het eigen kantoor dat gevestigd is in dit rijksmonument, is de vergunning verleend nadat met foto's van een proefopstelling was aangetoond dat het monument met deze ‘reversibele toepassing’ geen schade op zou lopen. Ook zijn er (slechts) een klein aantal grachtenpanden die met trekken en sleuren een vergunning kregen om zonnepanelen op hun dak te mogen plaatsen, om zodoende hun eigen elektriciteit op te kunnen wekken. Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 5 augustus 2014, beiden namens de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Wat is het effect geweest van de — inmiddels afgeronde — pilot ‘Zon op de Amstelkerk’ voor zonne-energie op andere monumenten met een plat dak en in Amsterdam? Antwoord: Als onderdeel van het initiatief Groene Grachten, in 2012 gestart door Wubbo Ockels en erop gericht om energiemaatregelen in monumentale panden te promoten, is door Stadsherstel een viertal zonnepanelen aangebracht op de Amstelkerk. Voor NV Stadsherstel betrof de Amstelkerk een eerste project waarin zij zonnepanelen heeft aangebracht op een monumentaal pand. Deze panelen zijn aangebracht op een plat dak en wel binnen de kaders van de Welstandsnota. Leerdoel: uitvinden of het technisch mogelijk (ja) en rendabel is (nee, door de lage elektriciteitsprijs die Stadsherstel betaalt omdat zij grootverbruiker is, en de te betalen leges à 1050 euro). Het effect is dat er nu 4 panelen liggen op dit monument, en dat Stadsherstel inzicht heeft gekregen in de mogelijkheden (maatwerk) voor het aanbrengen van zonnepanelen op monumenten en de business case daarvan. Er zijn overigens meer (maar niet veel) voorbeelden van monumentale panden in de stad waarop door bewoners reeds zonnepanelen zijn aangebracht. Hiervoor is een vergunning nodig van het betreffende stadsdeel. De betrokkenheid van de gemeente bij dit project van Stichting de Groene Grachten en Stadsherstel was overigens beperkt. Bureau Monumenten en Archeologie (BMA) en programmabureau Klimaat en Energie waren inhoudelijk (advies, meedenken) betrokken bij het initiatief, het stadsdeel heeft de vergunning afgegeven. 2 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing op Gemeenteblad R Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 2. Klopt het dat de gemeente Amsterdam (de Dienst Ruimtelijke Ordening en het Bureau Monumenten & Archeologie) zich heeft aangesloten bij De Groene Grachten, Stadsherstel, Stadsdeel Oost, Pakhuis de Zwijger en Search en bezig is met de nieuwe pilot ‘Zon op de Zwijger’? Wat is de huidige status van dit project en wat is de tijdsplanning van deze pilot (inclusief moment van afronding)? Antwoord: Ja. Genoemde partijen hebben gezamenlijk de pilot ‘Zon op de Zwijger’ in voorbereiding. Dit project is geïnitieerd door De Groene Grachten. Het project sluit aan bij de Amsterdamse Zonvisie ‘Burgers en Bedrijven gaan voor de zon!’ (zie ook het antwoord op vraag 3). In dit project wordt onderzocht welke mogelijkheden ‘innovatieve zonnetechnologie’ (bijvoorbeeld: andere type zonnecellen, kleur en bevestigingstechnieken) biedt voor het aanbrengen van zonnepanelen op een monumentaal dak, én hoe dit zich verhoudt tot de geldende regels. Dit project onderscheidt zich van het eerdere project van Stadsherstel in de mate van ‘innovativiteit van de technologie die gebruikt zal worden. In het eerste project werd nog gebruik gemaakt van standaard zonnepanelen. In het nieuwe project op de Zwijger gaat men op zoek naar de meest innovatieve zon-oplossing voor dit monumentale pand. Het project is als volgt opgebouwd: 1. allereerst wordt (op dit moment) de haalbaarheid onderzocht (technisch, financieel, juridisch) voor het aanbrengen van zonnepanelen op Pakhuis de Zwijger (eigendom NV Stadsherstel); 2. op basis van dit onderzoek zal NV Stadsherstel een beslissing nemen om haar dak wel of niet ter beschikking te stellen; 3. indien zij akkoord gaat zal de markt in de vorm van een prijsvraag uitgedaagd worden om met haar ‘beste’ systeem te komen; 4. het zonnesysteem van de beste inzending zal door Stadsherstel worden uitgevoerd, onder voorbehoud van een positieve vergunningsbeschikking. Volgens planning wordt de prijsvraag dit najaar bekend gemaakt (indien Stadsherstel positief beslist; stap 2) en wordt het winnende systeem (beoordeling door jury in november/december) begin 2015 geïnstalleerd. De gemeente (BMA en Programmabureau Klimaat en Energie) is als adviseur bij dit project betrokken. De Groene Grachten is project trekker. Uiteindelijke installatie van het innovatieve zonnesysteem (als de prijsvraag daadwerkelijk wordt uitgeschreven en er een goede inzending komt, die binnen de wettelijke kaders past) wordt door Stadsherstel geregeld en gedekt. Stadsherstel vraagt daar mogelijk financiering voor aan in de laatste tender van het Amsterdams Investeringsfonds. 3 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing op Gemeenteblad R Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 3. Deelt het college de mening van de fractie van D66 over het belang van verduurzaming en eventueel aanpassen van regels om nieuwe oplossingen van duurzaamheid mogelijk te maken? Zo ja, welke leerpunten zijn/worden opgesteld ten aanzien van de pilot voor het sheddak van Pakhuis de Zwijger? En welke leerpunten waren opgesteld voor het platte dak van de Amstelkerk? Zo nee, waarom niet en hoe denkt het college dan de ambitie zoals geformuleerd in de Zonvisie 2013 te halen? Antwoord: Het College onderschrijft de mening van de fractie van D66 dat verduurzaming van de bestaande stad van groot belang is en onderstreept dat in het coalitieakkoord ‘Amsterdam is van iedereen’. Zij werkt o.a. aan de doelstelling dat in 2020 20% meer duurzame energie wordt geproduceerd dan nu het geval is. Zonne-energie in de bestaande stad draagt daar aan bij. Om dit te realiseren kan het nodig zijn om bestaande regels aan te passen, of met het Rijk in gesprek te gaan wanneer de bevoegdheid niet bij de gemeente ligt. Aanpassing van regels kan bijvoorbeeld nodig zijn in de situatie waarin regels, maatschappelijke wensen, en toegenomen mogelijkheden door nieuwe (technologische}oplossingen, niet meer met elkaar in overeenstemming zijn. In het collegeprogramma is daarover afgesproken dat “we de regels voor het duurzaam aanpassen van gebouwen [gaan] versimpelen, bijvoorbeeld op het gebied van de teruglevering van energie en het gezamenlijk gebruik van daken voor zonnepanelen”. Daarbij dient het college uiteraard wel te opereren binnen de kaders van de landelijke wet- en regelgeving. Het College is daarnaast van mening dat de energietransitie alleen plaatsvindt als duurzaamheidsprojecten schaal krijgen. Daarvoor is het van belang dat wordt gewerkt aan opschaalbaarheid en kopieerbaarheid van oplossingen. De leerpunten die de pilot ‘Zon op de Zwijger’ op zal leveren zijn: — voorbeeldfunctie: onderzoeken en laten zien hoe een nieuwe zonnetechnologie mogelijk is op een monumentaal dak, waar dat met conventionele panelen niet haalbaar/wenselijk is; — kennisontwikkeling (bij overheid en markt) ten aanzien van technische mogelijkheden van zonne-energie; — onderzoeken hoe het vigerende welstandskader zich verhoudt tot innovatieve zon technologieën. Deze leerpunten zijn vooraf besproken met de projectpartners. Voor het project Amstelkerk waren geen leerpunten geformuleerd vanuit de gemeente, omdat de betrokkenheid beperkt was. Het pilotproject Zon op de Zwijger levert input voor het evalueren van de regels en draagt bij aan de uitvoering van het deel van de Zonvisie dat daarover gaat. In de Zonvisie zijn 8 programmalijnen opgenomen waarlangs de gemeente de toepassing van zonne-energie door burgers en bedrijven stimuleert. In lijn 7 (activiteit # 21) is opgenomen dat regelgeving periodiek tegen het licht wordt gehouden om te zien of deze (nog) in lijn is met de stand der techniek op het gebied van o.a. zonnesystemen. 4 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing op Gemeenteblad Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 4. Onder welke criteria zou het college de resultaten van de pilot “Zon op de Zwijger’ als een succes beoordelen? Wanneer vindt die beoordeling plaats en welke Amsterdamse stakeholders zijn hierbij betrokken? Antwoord: Het project ‘Zon op de Zwijger’ wordt als succes beschouwd als: 1. de prijsvraag een inzending oplevert die een goede technische oplossing biedt voor dit specifieke monumentale dak. Een goede technische oplossing is een oplossing die aansluit bij de eisen van de pandeigenaar (stadsherstel), betaalbaar is, en die aanvaardbaar is vanuit esthetisch en historisch oogpunt en valt binnen de kaders van Welstand en Monumenten; 2. het project bijdraagt aan het vinden van een oplossing voor het aanbrengen van zonnesystemen op andere monumentale panden, nu of in de toekomst. Dit is geen hard criterium, omdat de bijdrage van één project aan een bredere maatschappelijke ontwikkeling moeilijk te meten is. Amsterdam wil echter duurzame koploper zijn, en daar hoort ook bij dat er ruimte wordt gemaakt voor innovatie; 3. het project daarnaast input levert voor de periodieke herijking van de regels conform de Zonvisie (zie het antwoord op vraag 3). De beoogde planning: zie het antwoord op vraag 2. De betrokken stakeholders zijn: — De Groene Grachten; — NV Stadsherstel; — de gemeente Amsterdam (DRO, BMA, stadsdeel Centrum); — Uuurders van Pakhuis de Zwijger (via Stadsherstel); — Search. 5. Is het college van plan een vervolg te maken op het Amsterdamse duurzaamheidsprogramma 2011-2014, en indien dat het geval is, overeenkomstig het coalitieakkoord (blz. 27), de ambitie ten aanzien van lokale zonne-energie uit de Zonvisie conform het initiatiefvoorstel van het voormalig raadslid de heer Manuel en de resultaten van de ‘pilots’ op Pakhuis de Zwijger en de Amstelkerk daarin aandacht te besteden aan het verduurzamen van monumenten? Antwoord: Het College stelt eind dit jaar een Agenda Duurzaamheid vast. Het verduurzamen van monumenten, deregulering en de ambitie van de Zonvisie zullen in deze agenda worden meegenomen. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 5 X Gemeente Amsterdam R % Gemeenteraad Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 602 Datum akkoord 2 september 2014 Publicatiedatum 5 september 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw A.M. Bosman en de heer M.E. van den Heuvel van 5 augustus 2014 inzake zonnepanelen op monumentale panden. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstellers. Het college heeft de ambitie om in 2020 het aandeel duurzaam opgewekte energie binnen Amsterdam met 20% te laten toenemen. Zonne-energie is een belangrijke bron daarvoor. Eerder is de doelstelling vastgelegd om in 2020 160 MW zonnestroom per jaar op te wekken binnen de gemeente Amsterdam. Voor 2040 is het streefcijfer 1000 MW. Zonne-energie is een belangrijke manier voor bewoners en ondernemers om zelf voor hun elektriciteitsvoorziening te zorgen. Dat is goed voor het milieu, de energierekening en de onafhankelijkheid van Amsterdam ten opzichte van onberekenbare buitenlandse energieproducenten. Amsterdam heeft naast de ruim 8500 rijks- en gemeentelijke monumenten, ook een toenemend aantal beschermde stads- en dorpsgezichten. Het hele centrum van Amsterdam is sinds 1999 beschermd stadsgezicht en de grachtengordel behoort sinds 2010 tot het UNESCO werelderfgoed. De fractie van D66 vindt het belangrijk dat deze historische waarde wordt beschermd zodat Amsterdammers en latere generaties er nog volop van kunnen genieten en leren. De fractie van D66 kiest ook voor een schone, groene en gezonde stad. Het is van belang dat de gemeente ruimte geeft aan initiatieven die bijdragen aan nieuwe oplossingen van duurzaamheid, waarbij we openstaan kijken voor het aanpassen van geldende (verouderde) regels die verduurzaming in de weg staan, zonder dat de authenticiteit van monumenten wordt aangetast. Nu heeft de fractie van D66 begrepen dat de gemeente Amsterdam samen met De Groene Grachten, Stadsherstel en Search een pilot is gestart om zonnepanelen te plaatsen op de schuine kap van Pakhuis de Zwijger onder de naam: ‘Zon op de Zwijger’. Het betreft een zogenaamd sheddak (‘zaagtandendak’), dat een zichtlocatie is. Hieruit volgt waarschijnlijk een prijsvraag voor de aanbesteding die moet aantonen welke partij het beste zonnepanelen op een monument kan plaatsen. Dit project is benoemd als ‘pilot om uit te vinden of zonnepanelen op een monument passend zijn, in relatie tot mogelijke technische gevolgen voor het dak door aanhechting van de panelen of verstoring van het monumentale ‘daklandschap’ door het aangezicht van zonnepanelen, omdat dat er nu eenmaal anders uitziet dan dat het daklandschap eruit zag in de 17° eeuw. 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing op Gemeenteblad Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 Dit is niet het eerste monument met zonnepanelen. Sinds september 2013 liggen er zonnepanelen op het (platte) dak van de Amstelkerk. Volgens de website van Stadsherstel, die de energie van de zonnepanelen gebruikt voor het eigen kantoor dat gevestigd is in dit rijksmonument, is de vergunning verleend nadat met foto's van een proefopstelling was aangetoond dat het monument met deze ‘reversibele toepassing’ geen schade op zou lopen. Ook zijn er (slechts) een klein aantal grachtenpanden die met trekken en sleuren een vergunning kregen om zonnepanelen op hun dak te mogen plaatsen, om zodoende hun eigen elektriciteit op te kunnen wekken. Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 5 augustus 2014, beiden namens de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Wat is het effect geweest van de — inmiddels afgeronde — pilot ‘Zon op de Amstelkerk’ voor zonne-energie op andere monumenten met een plat dak en in Amsterdam? Antwoord: Als onderdeel van het initiatief Groene Grachten, in 2012 gestart door Wubbo Ockels en erop gericht om energiemaatregelen in monumentale panden te promoten, is door Stadsherstel een viertal zonnepanelen aangebracht op de Amstelkerk. Voor NV Stadsherstel betrof de Amstelkerk een eerste project waarin zij zonnepanelen heeft aangebracht op een monumentaal pand. Deze panelen zijn aangebracht op een plat dak en wel binnen de kaders van de Welstandsnota. Leerdoel: uitvinden of het technisch mogelijk (ja) en rendabel is (nee, door de lage elektriciteitsprijs die Stadsherstel betaalt omdat zij grootverbruiker is, en de te betalen leges à 1050 euro). Het effect is dat er nu 4 panelen liggen op dit monument, en dat Stadsherstel inzicht heeft gekregen in de mogelijkheden (maatwerk) voor het aanbrengen van zonnepanelen op monumenten en de business case daarvan. Er zijn overigens meer (maar niet veel) voorbeelden van monumentale panden in de stad waarop door bewoners reeds zonnepanelen zijn aangebracht. Hiervoor is een vergunning nodig van het betreffende stadsdeel. De betrokkenheid van de gemeente bij dit project van Stichting de Groene Grachten en Stadsherstel was overigens beperkt. Bureau Monumenten en Archeologie (BMA) en programmabureau Klimaat en Energie waren inhoudelijk (advies, meedenken) betrokken bij het initiatief, het stadsdeel heeft de vergunning afgegeven. 2 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing op Gemeenteblad R Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 2. Klopt het dat de gemeente Amsterdam (de Dienst Ruimtelijke Ordening en het Bureau Monumenten & Archeologie) zich heeft aangesloten bij De Groene Grachten, Stadsherstel, Stadsdeel Oost, Pakhuis de Zwijger en Search en bezig is met de nieuwe pilot ‘Zon op de Zwijger’? Wat is de huidige status van dit project en wat is de tijdsplanning van deze pilot (inclusief moment van afronding)? Antwoord: Ja. Genoemde partijen hebben gezamenlijk de pilot ‘Zon op de Zwijger’ in voorbereiding. Dit project is geïnitieerd door De Groene Grachten. Het project sluit aan bij de Amsterdamse Zonvisie ‘Burgers en Bedrijven gaan voor de zon!’ (zie ook het antwoord op vraag 3). In dit project wordt onderzocht welke mogelijkheden ‘innovatieve zonnetechnologie’ (bijvoorbeeld: andere type zonnecellen, kleur en bevestigingstechnieken) biedt voor het aanbrengen van zonnepanelen op een monumentaal dak, én hoe dit zich verhoudt tot de geldende regels. Dit project onderscheidt zich van het eerdere project van Stadsherstel in de mate van ‘innovativiteit van de technologie die gebruikt zal worden. In het eerste project werd nog gebruik gemaakt van standaard zonnepanelen. In het nieuwe project op de Zwijger gaat men op zoek naar de meest innovatieve zon-oplossing voor dit monumentale pand. Het project is als volgt opgebouwd: 1. allereerst wordt (op dit moment) de haalbaarheid onderzocht (technisch, financieel, juridisch) voor het aanbrengen van zonnepanelen op Pakhuis de Zwijger (eigendom NV Stadsherstel); 2. op basis van dit onderzoek zal NV Stadsherstel een beslissing nemen om haar dak wel of niet ter beschikking te stellen; 3. indien zij akkoord gaat zal de markt in de vorm van een prijsvraag uitgedaagd worden om met haar ‘beste’ systeem te komen; 4. het zonnesysteem van de beste inzending zal door Stadsherstel worden uitgevoerd, onder voorbehoud van een positieve vergunningsbeschikking. Volgens planning wordt de prijsvraag dit najaar bekend gemaakt (indien Stadsherstel positief beslist; stap 2) en wordt het winnende systeem (beoordeling door jury in november/december) begin 2015 geïnstalleerd. De gemeente (BMA en Programmabureau Klimaat en Energie) is als adviseur bij dit project betrokken. De Groene Grachten is project trekker. Uiteindelijke installatie van het innovatieve zonnesysteem (als de prijsvraag daadwerkelijk wordt uitgeschreven en er een goede inzending komt, die binnen de wettelijke kaders past) wordt door Stadsherstel geregeld en gedekt. Stadsherstel vraagt daar mogelijk financiering voor aan in de laatste tender van het Amsterdams Investeringsfonds. 3 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing op Gemeenteblad R Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 3. Deelt het college de mening van de fractie van D66 over het belang van verduurzaming en eventueel aanpassen van regels om nieuwe oplossingen van duurzaamheid mogelijk te maken? Zo ja, welke leerpunten zijn/worden opgesteld ten aanzien van de pilot voor het sheddak van Pakhuis de Zwijger? En welke leerpunten waren opgesteld voor het platte dak van de Amstelkerk? Zo nee, waarom niet en hoe denkt het college dan de ambitie zoals geformuleerd in de Zonvisie 2013 te halen? Antwoord: Het College onderschrijft de mening van de fractie van D66 dat verduurzaming van de bestaande stad van groot belang is en onderstreept dat in het coalitieakkoord ‘Amsterdam is van iedereen’. Zij werkt o.a. aan de doelstelling dat in 2020 20% meer duurzame energie wordt geproduceerd dan nu het geval is. Zonne-energie in de bestaande stad draagt daar aan bij. Om dit te realiseren kan het nodig zijn om bestaande regels aan te passen, of met het Rijk in gesprek te gaan wanneer de bevoegdheid niet bij de gemeente ligt. Aanpassing van regels kan bijvoorbeeld nodig zijn in de situatie waarin regels, maatschappelijke wensen, en toegenomen mogelijkheden door nieuwe (technologische}oplossingen, niet meer met elkaar in overeenstemming zijn. In het collegeprogramma is daarover afgesproken dat “we de regels voor het duurzaam aanpassen van gebouwen [gaan] versimpelen, bijvoorbeeld op het gebied van de teruglevering van energie en het gezamenlijk gebruik van daken voor zonnepanelen”. Daarbij dient het college uiteraard wel te opereren binnen de kaders van de landelijke wet- en regelgeving. Het College is daarnaast van mening dat de energietransitie alleen plaatsvindt als duurzaamheidsprojecten schaal krijgen. Daarvoor is het van belang dat wordt gewerkt aan opschaalbaarheid en kopieerbaarheid van oplossingen. De leerpunten die de pilot ‘Zon op de Zwijger’ op zal leveren zijn: — voorbeeldfunctie: onderzoeken en laten zien hoe een nieuwe zonnetechnologie mogelijk is op een monumentaal dak, waar dat met conventionele panelen niet haalbaar/wenselijk is; — kennisontwikkeling (bij overheid en markt) ten aanzien van technische mogelijkheden van zonne-energie; — onderzoeken hoe het vigerende welstandskader zich verhoudt tot innovatieve zon technologieën. Deze leerpunten zijn vooraf besproken met de projectpartners. Voor het project Amstelkerk waren geen leerpunten geformuleerd vanuit de gemeente, omdat de betrokkenheid beperkt was. Het pilotproject Zon op de Zwijger levert input voor het evalueren van de regels en draagt bij aan de uitvoering van het deel van de Zonvisie dat daarover gaat. In de Zonvisie zijn 8 programmalijnen opgenomen waarlangs de gemeente de toepassing van zonne-energie door burgers en bedrijven stimuleert. In lijn 7 (activiteit # 21) is opgenomen dat regelgeving periodiek tegen het licht wordt gehouden om te zien of deze (nog) in lijn is met de stand der techniek op het gebied van o.a. zonnesystemen. 4 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing op Gemeenteblad Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 4. Onder welke criteria zou het college de resultaten van de pilot “Zon op de Zwijger’ als een succes beoordelen? Wanneer vindt die beoordeling plaats en welke Amsterdamse stakeholders zijn hierbij betrokken? Antwoord: Het project ‘Zon op de Zwijger’ wordt als succes beschouwd als: 1. de prijsvraag een inzending oplevert die een goede technische oplossing biedt voor dit specifieke monumentale dak. Een goede technische oplossing is een oplossing die aansluit bij de eisen van de pandeigenaar (stadsherstel), betaalbaar is, en die aanvaardbaar is vanuit esthetisch en historisch oogpunt en valt binnen de kaders van Welstand en Monumenten; 2. het project bijdraagt aan het vinden van een oplossing voor het aanbrengen van zonnesystemen op andere monumentale panden, nu of in de toekomst. Dit is geen hard criterium, omdat de bijdrage van één project aan een bredere maatschappelijke ontwikkeling moeilijk te meten is. Amsterdam wil echter duurzame koploper zijn, en daar hoort ook bij dat er ruimte wordt gemaakt voor innovatie; 3. het project daarnaast input levert voor de periodieke herijking van de regels conform de Zonvisie (zie het antwoord op vraag 3). De beoogde planning: zie het antwoord op vraag 2. De betrokken stakeholders zijn: — De Groene Grachten; — NV Stadsherstel; — de gemeente Amsterdam (DRO, BMA, stadsdeel Centrum); — Uuurders van Pakhuis de Zwijger (via Stadsherstel); — Search. 5. Is het college van plan een vervolg te maken op het Amsterdamse duurzaamheidsprogramma 2011-2014, en indien dat het geval is, overeenkomstig het coalitieakkoord (blz. 27), de ambitie ten aanzien van lokale zonne-energie uit de Zonvisie conform het initiatiefvoorstel van het voormalig raadslid de heer Manuel en de resultaten van de ‘pilots’ op Pakhuis de Zwijger en de Amstelkerk daarin aandacht te besteden aan het verduurzamen van monumenten? Antwoord: Het College stelt eind dit jaar een Agenda Duurzaamheid vast. Het verduurzamen van monumenten, deregulering en de ambitie van de Zonvisie zullen in deze agenda worden meegenomen. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 5 X Gemeente Amsterdam R % Gemeenteraad Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 602 Datum akkoord 2 september 2014 Publicatiedatum 5 september 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw A.M. Bosman en de heer M.E. van den Heuvel van 5 augustus 2014 inzake zonnepanelen op monumentale panden. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstellers. Het college heeft de ambitie om in 2020 het aandeel duurzaam opgewekte energie binnen Amsterdam met 20% te laten toenemen. Zonne-energie is een belangrijke bron daarvoor. Eerder is de doelstelling vastgelegd om in 2020 160 MW zonnestroom per jaar op te wekken binnen de gemeente Amsterdam. Voor 2040 is het streefcijfer 1000 MW. Zonne-energie is een belangrijke manier voor bewoners en ondernemers om zelf voor hun elektriciteitsvoorziening te zorgen. Dat is goed voor het milieu, de energierekening en de onafhankelijkheid van Amsterdam ten opzichte van onberekenbare buitenlandse energieproducenten. Amsterdam heeft naast de ruim 8500 rijks- en gemeentelijke monumenten, ook een toenemend aantal beschermde stads- en dorpsgezichten. Het hele centrum van Amsterdam is sinds 1999 beschermd stadsgezicht en de grachtengordel behoort sinds 2010 tot het UNESCO werelderfgoed. De fractie van D66 vindt het belangrijk dat deze historische waarde wordt beschermd zodat Amsterdammers en latere generaties er nog volop van kunnen genieten en leren. De fractie van D66 kiest ook voor een schone, groene en gezonde stad. Het is van belang dat de gemeente ruimte geeft aan initiatieven die bijdragen aan nieuwe oplossingen van duurzaamheid, waarbij we openstaan kijken voor het aanpassen van geldende (verouderde) regels die verduurzaming in de weg staan, zonder dat de authenticiteit van monumenten wordt aangetast. Nu heeft de fractie van D66 begrepen dat de gemeente Amsterdam samen met De Groene Grachten, Stadsherstel en Search een pilot is gestart om zonnepanelen te plaatsen op de schuine kap van Pakhuis de Zwijger onder de naam: ‘Zon op de Zwijger’. Het betreft een zogenaamd sheddak (‘zaagtandendak’), dat een zichtlocatie is. Hieruit volgt waarschijnlijk een prijsvraag voor de aanbesteding die moet aantonen welke partij het beste zonnepanelen op een monument kan plaatsen. Dit project is benoemd als ‘pilot om uit te vinden of zonnepanelen op een monument passend zijn, in relatie tot mogelijke technische gevolgen voor het dak door aanhechting van de panelen of verstoring van het monumentale ‘daklandschap’ door het aangezicht van zonnepanelen, omdat dat er nu eenmaal anders uitziet dan dat het daklandschap eruit zag in de 17° eeuw. 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing op Gemeenteblad Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 Dit is niet het eerste monument met zonnepanelen. Sinds september 2013 liggen er zonnepanelen op het (platte) dak van de Amstelkerk. Volgens de website van Stadsherstel, die de energie van de zonnepanelen gebruikt voor het eigen kantoor dat gevestigd is in dit rijksmonument, is de vergunning verleend nadat met foto's van een proefopstelling was aangetoond dat het monument met deze ‘reversibele toepassing’ geen schade op zou lopen. Ook zijn er (slechts) een klein aantal grachtenpanden die met trekken en sleuren een vergunning kregen om zonnepanelen op hun dak te mogen plaatsen, om zodoende hun eigen elektriciteit op te kunnen wekken. Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 5 augustus 2014, beiden namens de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Wat is het effect geweest van de — inmiddels afgeronde — pilot ‘Zon op de Amstelkerk’ voor zonne-energie op andere monumenten met een plat dak en in Amsterdam? Antwoord: Als onderdeel van het initiatief Groene Grachten, in 2012 gestart door Wubbo Ockels en erop gericht om energiemaatregelen in monumentale panden te promoten, is door Stadsherstel een viertal zonnepanelen aangebracht op de Amstelkerk. Voor NV Stadsherstel betrof de Amstelkerk een eerste project waarin zij zonnepanelen heeft aangebracht op een monumentaal pand. Deze panelen zijn aangebracht op een plat dak en wel binnen de kaders van de Welstandsnota. Leerdoel: uitvinden of het technisch mogelijk (ja) en rendabel is (nee, door de lage elektriciteitsprijs die Stadsherstel betaalt omdat zij grootverbruiker is, en de te betalen leges à 1050 euro). Het effect is dat er nu 4 panelen liggen op dit monument, en dat Stadsherstel inzicht heeft gekregen in de mogelijkheden (maatwerk) voor het aanbrengen van zonnepanelen op monumenten en de business case daarvan. Er zijn overigens meer (maar niet veel) voorbeelden van monumentale panden in de stad waarop door bewoners reeds zonnepanelen zijn aangebracht. Hiervoor is een vergunning nodig van het betreffende stadsdeel. De betrokkenheid van de gemeente bij dit project van Stichting de Groene Grachten en Stadsherstel was overigens beperkt. Bureau Monumenten en Archeologie (BMA) en programmabureau Klimaat en Energie waren inhoudelijk (advies, meedenken) betrokken bij het initiatief, het stadsdeel heeft de vergunning afgegeven. 2 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing op Gemeenteblad R Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 2. Klopt het dat de gemeente Amsterdam (de Dienst Ruimtelijke Ordening en het Bureau Monumenten & Archeologie) zich heeft aangesloten bij De Groene Grachten, Stadsherstel, Stadsdeel Oost, Pakhuis de Zwijger en Search en bezig is met de nieuwe pilot ‘Zon op de Zwijger’? Wat is de huidige status van dit project en wat is de tijdsplanning van deze pilot (inclusief moment van afronding)? Antwoord: Ja. Genoemde partijen hebben gezamenlijk de pilot ‘Zon op de Zwijger’ in voorbereiding. Dit project is geïnitieerd door De Groene Grachten. Het project sluit aan bij de Amsterdamse Zonvisie ‘Burgers en Bedrijven gaan voor de zon!’ (zie ook het antwoord op vraag 3). In dit project wordt onderzocht welke mogelijkheden ‘innovatieve zonnetechnologie’ (bijvoorbeeld: andere type zonnecellen, kleur en bevestigingstechnieken) biedt voor het aanbrengen van zonnepanelen op een monumentaal dak, én hoe dit zich verhoudt tot de geldende regels. Dit project onderscheidt zich van het eerdere project van Stadsherstel in de mate van ‘innovativiteit van de technologie die gebruikt zal worden. In het eerste project werd nog gebruik gemaakt van standaard zonnepanelen. In het nieuwe project op de Zwijger gaat men op zoek naar de meest innovatieve zon-oplossing voor dit monumentale pand. Het project is als volgt opgebouwd: 1. allereerst wordt (op dit moment) de haalbaarheid onderzocht (technisch, financieel, juridisch) voor het aanbrengen van zonnepanelen op Pakhuis de Zwijger (eigendom NV Stadsherstel); 2. op basis van dit onderzoek zal NV Stadsherstel een beslissing nemen om haar dak wel of niet ter beschikking te stellen; 3. indien zij akkoord gaat zal de markt in de vorm van een prijsvraag uitgedaagd worden om met haar ‘beste’ systeem te komen; 4. het zonnesysteem van de beste inzending zal door Stadsherstel worden uitgevoerd, onder voorbehoud van een positieve vergunningsbeschikking. Volgens planning wordt de prijsvraag dit najaar bekend gemaakt (indien Stadsherstel positief beslist; stap 2) en wordt het winnende systeem (beoordeling door jury in november/december) begin 2015 geïnstalleerd. De gemeente (BMA en Programmabureau Klimaat en Energie) is als adviseur bij dit project betrokken. De Groene Grachten is project trekker. Uiteindelijke installatie van het innovatieve zonnesysteem (als de prijsvraag daadwerkelijk wordt uitgeschreven en er een goede inzending komt, die binnen de wettelijke kaders past) wordt door Stadsherstel geregeld en gedekt. Stadsherstel vraagt daar mogelijk financiering voor aan in de laatste tender van het Amsterdams Investeringsfonds. 3 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing op Gemeenteblad R Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 3. Deelt het college de mening van de fractie van D66 over het belang van verduurzaming en eventueel aanpassen van regels om nieuwe oplossingen van duurzaamheid mogelijk te maken? Zo ja, welke leerpunten zijn/worden opgesteld ten aanzien van de pilot voor het sheddak van Pakhuis de Zwijger? En welke leerpunten waren opgesteld voor het platte dak van de Amstelkerk? Zo nee, waarom niet en hoe denkt het college dan de ambitie zoals geformuleerd in de Zonvisie 2013 te halen? Antwoord: Het College onderschrijft de mening van de fractie van D66 dat verduurzaming van de bestaande stad van groot belang is en onderstreept dat in het coalitieakkoord ‘Amsterdam is van iedereen’. Zij werkt o.a. aan de doelstelling dat in 2020 20% meer duurzame energie wordt geproduceerd dan nu het geval is. Zonne-energie in de bestaande stad draagt daar aan bij. Om dit te realiseren kan het nodig zijn om bestaande regels aan te passen, of met het Rijk in gesprek te gaan wanneer de bevoegdheid niet bij de gemeente ligt. Aanpassing van regels kan bijvoorbeeld nodig zijn in de situatie waarin regels, maatschappelijke wensen, en toegenomen mogelijkheden door nieuwe (technologische}oplossingen, niet meer met elkaar in overeenstemming zijn. In het collegeprogramma is daarover afgesproken dat “we de regels voor het duurzaam aanpassen van gebouwen [gaan] versimpelen, bijvoorbeeld op het gebied van de teruglevering van energie en het gezamenlijk gebruik van daken voor zonnepanelen”. Daarbij dient het college uiteraard wel te opereren binnen de kaders van de landelijke wet- en regelgeving. Het College is daarnaast van mening dat de energietransitie alleen plaatsvindt als duurzaamheidsprojecten schaal krijgen. Daarvoor is het van belang dat wordt gewerkt aan opschaalbaarheid en kopieerbaarheid van oplossingen. De leerpunten die de pilot ‘Zon op de Zwijger’ op zal leveren zijn: — voorbeeldfunctie: onderzoeken en laten zien hoe een nieuwe zonnetechnologie mogelijk is op een monumentaal dak, waar dat met conventionele panelen niet haalbaar/wenselijk is; — kennisontwikkeling (bij overheid en markt) ten aanzien van technische mogelijkheden van zonne-energie; — onderzoeken hoe het vigerende welstandskader zich verhoudt tot innovatieve zon technologieën. Deze leerpunten zijn vooraf besproken met de projectpartners. Voor het project Amstelkerk waren geen leerpunten geformuleerd vanuit de gemeente, omdat de betrokkenheid beperkt was. Het pilotproject Zon op de Zwijger levert input voor het evalueren van de regels en draagt bij aan de uitvoering van het deel van de Zonvisie dat daarover gaat. In de Zonvisie zijn 8 programmalijnen opgenomen waarlangs de gemeente de toepassing van zonne-energie door burgers en bedrijven stimuleert. In lijn 7 (activiteit # 21) is opgenomen dat regelgeving periodiek tegen het licht wordt gehouden om te zien of deze (nog) in lijn is met de stand der techniek op het gebied van o.a. zonnesystemen. 4 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing op Gemeenteblad Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 4. Onder welke criteria zou het college de resultaten van de pilot “Zon op de Zwijger’ als een succes beoordelen? Wanneer vindt die beoordeling plaats en welke Amsterdamse stakeholders zijn hierbij betrokken? Antwoord: Het project ‘Zon op de Zwijger’ wordt als succes beschouwd als: 1. de prijsvraag een inzending oplevert die een goede technische oplossing biedt voor dit specifieke monumentale dak. Een goede technische oplossing is een oplossing die aansluit bij de eisen van de pandeigenaar (stadsherstel), betaalbaar is, en die aanvaardbaar is vanuit esthetisch en historisch oogpunt en valt binnen de kaders van Welstand en Monumenten; 2. het project bijdraagt aan het vinden van een oplossing voor het aanbrengen van zonnesystemen op andere monumentale panden, nu of in de toekomst. Dit is geen hard criterium, omdat de bijdrage van één project aan een bredere maatschappelijke ontwikkeling moeilijk te meten is. Amsterdam wil echter duurzame koploper zijn, en daar hoort ook bij dat er ruimte wordt gemaakt voor innovatie; 3. het project daarnaast input levert voor de periodieke herijking van de regels conform de Zonvisie (zie het antwoord op vraag 3). De beoogde planning: zie het antwoord op vraag 2. De betrokken stakeholders zijn: — De Groene Grachten; — NV Stadsherstel; — de gemeente Amsterdam (DRO, BMA, stadsdeel Centrum); — Uuurders van Pakhuis de Zwijger (via Stadsherstel); — Search. 5. Is het college van plan een vervolg te maken op het Amsterdamse duurzaamheidsprogramma 2011-2014, en indien dat het geval is, overeenkomstig het coalitieakkoord (blz. 27), de ambitie ten aanzien van lokale zonne-energie uit de Zonvisie conform het initiatiefvoorstel van het voormalig raadslid de heer Manuel en de resultaten van de ‘pilots’ op Pakhuis de Zwijger en de Amstelkerk daarin aandacht te besteden aan het verduurzamen van monumenten? Antwoord: Het College stelt eind dit jaar een Agenda Duurzaamheid vast. Het verduurzamen van monumenten, deregulering en de ambitie van de Zonvisie zullen in deze agenda worden meegenomen. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 5 X Gemeente Amsterdam R % Gemeenteraad Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 602 Datum akkoord 2 september 2014 Publicatiedatum 5 september 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw A.M. Bosman en de heer M.E. van den Heuvel van 5 augustus 2014 inzake zonnepanelen op monumentale panden. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstellers. Het college heeft de ambitie om in 2020 het aandeel duurzaam opgewekte energie binnen Amsterdam met 20% te laten toenemen. Zonne-energie is een belangrijke bron daarvoor. Eerder is de doelstelling vastgelegd om in 2020 160 MW zonnestroom per jaar op te wekken binnen de gemeente Amsterdam. Voor 2040 is het streefcijfer 1000 MW. Zonne-energie is een belangrijke manier voor bewoners en ondernemers om zelf voor hun elektriciteitsvoorziening te zorgen. Dat is goed voor het milieu, de energierekening en de onafhankelijkheid van Amsterdam ten opzichte van onberekenbare buitenlandse energieproducenten. Amsterdam heeft naast de ruim 8500 rijks- en gemeentelijke monumenten, ook een toenemend aantal beschermde stads- en dorpsgezichten. Het hele centrum van Amsterdam is sinds 1999 beschermd stadsgezicht en de grachtengordel behoort sinds 2010 tot het UNESCO werelderfgoed. De fractie van D66 vindt het belangrijk dat deze historische waarde wordt beschermd zodat Amsterdammers en latere generaties er nog volop van kunnen genieten en leren. De fractie van D66 kiest ook voor een schone, groene en gezonde stad. Het is van belang dat de gemeente ruimte geeft aan initiatieven die bijdragen aan nieuwe oplossingen van duurzaamheid, waarbij we openstaan kijken voor het aanpassen van geldende (verouderde) regels die verduurzaming in de weg staan, zonder dat de authenticiteit van monumenten wordt aangetast. Nu heeft de fractie van D66 begrepen dat de gemeente Amsterdam samen met De Groene Grachten, Stadsherstel en Search een pilot is gestart om zonnepanelen te plaatsen op de schuine kap van Pakhuis de Zwijger onder de naam: ‘Zon op de Zwijger’. Het betreft een zogenaamd sheddak (‘zaagtandendak’), dat een zichtlocatie is. Hieruit volgt waarschijnlijk een prijsvraag voor de aanbesteding die moet aantonen welke partij het beste zonnepanelen op een monument kan plaatsen. Dit project is benoemd als ‘pilot om uit te vinden of zonnepanelen op een monument passend zijn, in relatie tot mogelijke technische gevolgen voor het dak door aanhechting van de panelen of verstoring van het monumentale ‘daklandschap’ door het aangezicht van zonnepanelen, omdat dat er nu eenmaal anders uitziet dan dat het daklandschap eruit zag in de 17° eeuw. 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing op Gemeenteblad Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 Dit is niet het eerste monument met zonnepanelen. Sinds september 2013 liggen er zonnepanelen op het (platte) dak van de Amstelkerk. Volgens de website van Stadsherstel, die de energie van de zonnepanelen gebruikt voor het eigen kantoor dat gevestigd is in dit rijksmonument, is de vergunning verleend nadat met foto's van een proefopstelling was aangetoond dat het monument met deze ‘reversibele toepassing’ geen schade op zou lopen. Ook zijn er (slechts) een klein aantal grachtenpanden die met trekken en sleuren een vergunning kregen om zonnepanelen op hun dak te mogen plaatsen, om zodoende hun eigen elektriciteit op te kunnen wekken. Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 5 augustus 2014, beiden namens de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Wat is het effect geweest van de — inmiddels afgeronde — pilot ‘Zon op de Amstelkerk’ voor zonne-energie op andere monumenten met een plat dak en in Amsterdam? Antwoord: Als onderdeel van het initiatief Groene Grachten, in 2012 gestart door Wubbo Ockels en erop gericht om energiemaatregelen in monumentale panden te promoten, is door Stadsherstel een viertal zonnepanelen aangebracht op de Amstelkerk. Voor NV Stadsherstel betrof de Amstelkerk een eerste project waarin zij zonnepanelen heeft aangebracht op een monumentaal pand. Deze panelen zijn aangebracht op een plat dak en wel binnen de kaders van de Welstandsnota. Leerdoel: uitvinden of het technisch mogelijk (ja) en rendabel is (nee, door de lage elektriciteitsprijs die Stadsherstel betaalt omdat zij grootverbruiker is, en de te betalen leges à 1050 euro). Het effect is dat er nu 4 panelen liggen op dit monument, en dat Stadsherstel inzicht heeft gekregen in de mogelijkheden (maatwerk) voor het aanbrengen van zonnepanelen op monumenten en de business case daarvan. Er zijn overigens meer (maar niet veel) voorbeelden van monumentale panden in de stad waarop door bewoners reeds zonnepanelen zijn aangebracht. Hiervoor is een vergunning nodig van het betreffende stadsdeel. De betrokkenheid van de gemeente bij dit project van Stichting de Groene Grachten en Stadsherstel was overigens beperkt. Bureau Monumenten en Archeologie (BMA) en programmabureau Klimaat en Energie waren inhoudelijk (advies, meedenken) betrokken bij het initiatief, het stadsdeel heeft de vergunning afgegeven. 2 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing op Gemeenteblad R Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 2. Klopt het dat de gemeente Amsterdam (de Dienst Ruimtelijke Ordening en het Bureau Monumenten & Archeologie) zich heeft aangesloten bij De Groene Grachten, Stadsherstel, Stadsdeel Oost, Pakhuis de Zwijger en Search en bezig is met de nieuwe pilot ‘Zon op de Zwijger’? Wat is de huidige status van dit project en wat is de tijdsplanning van deze pilot (inclusief moment van afronding)? Antwoord: Ja. Genoemde partijen hebben gezamenlijk de pilot ‘Zon op de Zwijger’ in voorbereiding. Dit project is geïnitieerd door De Groene Grachten. Het project sluit aan bij de Amsterdamse Zonvisie ‘Burgers en Bedrijven gaan voor de zon!’ (zie ook het antwoord op vraag 3). In dit project wordt onderzocht welke mogelijkheden ‘innovatieve zonnetechnologie’ (bijvoorbeeld: andere type zonnecellen, kleur en bevestigingstechnieken) biedt voor het aanbrengen van zonnepanelen op een monumentaal dak, én hoe dit zich verhoudt tot de geldende regels. Dit project onderscheidt zich van het eerdere project van Stadsherstel in de mate van ‘innovativiteit van de technologie die gebruikt zal worden. In het eerste project werd nog gebruik gemaakt van standaard zonnepanelen. In het nieuwe project op de Zwijger gaat men op zoek naar de meest innovatieve zon-oplossing voor dit monumentale pand. Het project is als volgt opgebouwd: 1. allereerst wordt (op dit moment) de haalbaarheid onderzocht (technisch, financieel, juridisch) voor het aanbrengen van zonnepanelen op Pakhuis de Zwijger (eigendom NV Stadsherstel); 2. op basis van dit onderzoek zal NV Stadsherstel een beslissing nemen om haar dak wel of niet ter beschikking te stellen; 3. indien zij akkoord gaat zal de markt in de vorm van een prijsvraag uitgedaagd worden om met haar ‘beste’ systeem te komen; 4. het zonnesysteem van de beste inzending zal door Stadsherstel worden uitgevoerd, onder voorbehoud van een positieve vergunningsbeschikking. Volgens planning wordt de prijsvraag dit najaar bekend gemaakt (indien Stadsherstel positief beslist; stap 2) en wordt het winnende systeem (beoordeling door jury in november/december) begin 2015 geïnstalleerd. De gemeente (BMA en Programmabureau Klimaat en Energie) is als adviseur bij dit project betrokken. De Groene Grachten is project trekker. Uiteindelijke installatie van het innovatieve zonnesysteem (als de prijsvraag daadwerkelijk wordt uitgeschreven en er een goede inzending komt, die binnen de wettelijke kaders past) wordt door Stadsherstel geregeld en gedekt. Stadsherstel vraagt daar mogelijk financiering voor aan in de laatste tender van het Amsterdams Investeringsfonds. 3 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing op Gemeenteblad R Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 3. Deelt het college de mening van de fractie van D66 over het belang van verduurzaming en eventueel aanpassen van regels om nieuwe oplossingen van duurzaamheid mogelijk te maken? Zo ja, welke leerpunten zijn/worden opgesteld ten aanzien van de pilot voor het sheddak van Pakhuis de Zwijger? En welke leerpunten waren opgesteld voor het platte dak van de Amstelkerk? Zo nee, waarom niet en hoe denkt het college dan de ambitie zoals geformuleerd in de Zonvisie 2013 te halen? Antwoord: Het College onderschrijft de mening van de fractie van D66 dat verduurzaming van de bestaande stad van groot belang is en onderstreept dat in het coalitieakkoord ‘Amsterdam is van iedereen’. Zij werkt o.a. aan de doelstelling dat in 2020 20% meer duurzame energie wordt geproduceerd dan nu het geval is. Zonne-energie in de bestaande stad draagt daar aan bij. Om dit te realiseren kan het nodig zijn om bestaande regels aan te passen, of met het Rijk in gesprek te gaan wanneer de bevoegdheid niet bij de gemeente ligt. Aanpassing van regels kan bijvoorbeeld nodig zijn in de situatie waarin regels, maatschappelijke wensen, en toegenomen mogelijkheden door nieuwe (technologische}oplossingen, niet meer met elkaar in overeenstemming zijn. In het collegeprogramma is daarover afgesproken dat “we de regels voor het duurzaam aanpassen van gebouwen [gaan] versimpelen, bijvoorbeeld op het gebied van de teruglevering van energie en het gezamenlijk gebruik van daken voor zonnepanelen”. Daarbij dient het college uiteraard wel te opereren binnen de kaders van de landelijke wet- en regelgeving. Het College is daarnaast van mening dat de energietransitie alleen plaatsvindt als duurzaamheidsprojecten schaal krijgen. Daarvoor is het van belang dat wordt gewerkt aan opschaalbaarheid en kopieerbaarheid van oplossingen. De leerpunten die de pilot ‘Zon op de Zwijger’ op zal leveren zijn: — voorbeeldfunctie: onderzoeken en laten zien hoe een nieuwe zonnetechnologie mogelijk is op een monumentaal dak, waar dat met conventionele panelen niet haalbaar/wenselijk is; — kennisontwikkeling (bij overheid en markt) ten aanzien van technische mogelijkheden van zonne-energie; — onderzoeken hoe het vigerende welstandskader zich verhoudt tot innovatieve zon technologieën. Deze leerpunten zijn vooraf besproken met de projectpartners. Voor het project Amstelkerk waren geen leerpunten geformuleerd vanuit de gemeente, omdat de betrokkenheid beperkt was. Het pilotproject Zon op de Zwijger levert input voor het evalueren van de regels en draagt bij aan de uitvoering van het deel van de Zonvisie dat daarover gaat. In de Zonvisie zijn 8 programmalijnen opgenomen waarlangs de gemeente de toepassing van zonne-energie door burgers en bedrijven stimuleert. In lijn 7 (activiteit # 21) is opgenomen dat regelgeving periodiek tegen het licht wordt gehouden om te zien of deze (nog) in lijn is met de stand der techniek op het gebied van o.a. zonnesystemen. 4 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing op Gemeenteblad Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 4. Onder welke criteria zou het college de resultaten van de pilot “Zon op de Zwijger’ als een succes beoordelen? Wanneer vindt die beoordeling plaats en welke Amsterdamse stakeholders zijn hierbij betrokken? Antwoord: Het project ‘Zon op de Zwijger’ wordt als succes beschouwd als: 1. de prijsvraag een inzending oplevert die een goede technische oplossing biedt voor dit specifieke monumentale dak. Een goede technische oplossing is een oplossing die aansluit bij de eisen van de pandeigenaar (stadsherstel), betaalbaar is, en die aanvaardbaar is vanuit esthetisch en historisch oogpunt en valt binnen de kaders van Welstand en Monumenten; 2. het project bijdraagt aan het vinden van een oplossing voor het aanbrengen van zonnesystemen op andere monumentale panden, nu of in de toekomst. Dit is geen hard criterium, omdat de bijdrage van één project aan een bredere maatschappelijke ontwikkeling moeilijk te meten is. Amsterdam wil echter duurzame koploper zijn, en daar hoort ook bij dat er ruimte wordt gemaakt voor innovatie; 3. het project daarnaast input levert voor de periodieke herijking van de regels conform de Zonvisie (zie het antwoord op vraag 3). De beoogde planning: zie het antwoord op vraag 2. De betrokken stakeholders zijn: — De Groene Grachten; — NV Stadsherstel; — de gemeente Amsterdam (DRO, BMA, stadsdeel Centrum); — Uuurders van Pakhuis de Zwijger (via Stadsherstel); — Search. 5. Is het college van plan een vervolg te maken op het Amsterdamse duurzaamheidsprogramma 2011-2014, en indien dat het geval is, overeenkomstig het coalitieakkoord (blz. 27), de ambitie ten aanzien van lokale zonne-energie uit de Zonvisie conform het initiatiefvoorstel van het voormalig raadslid de heer Manuel en de resultaten van de ‘pilots’ op Pakhuis de Zwijger en de Amstelkerk daarin aandacht te besteden aan het verduurzamen van monumenten? Antwoord: Het College stelt eind dit jaar een Agenda Duurzaamheid vast. Het verduurzamen van monumenten, deregulering en de ambitie van de Zonvisie zullen in deze agenda worden meegenomen. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 5 X Gemeente Amsterdam R % Gemeenteraad Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 602 Datum akkoord 2 september 2014 Publicatiedatum 5 september 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw A.M. Bosman en de heer M.E. van den Heuvel van 5 augustus 2014 inzake zonnepanelen op monumentale panden. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstellers. Het college heeft de ambitie om in 2020 het aandeel duurzaam opgewekte energie binnen Amsterdam met 20% te laten toenemen. Zonne-energie is een belangrijke bron daarvoor. Eerder is de doelstelling vastgelegd om in 2020 160 MW zonnestroom per jaar op te wekken binnen de gemeente Amsterdam. Voor 2040 is het streefcijfer 1000 MW. Zonne-energie is een belangrijke manier voor bewoners en ondernemers om zelf voor hun elektriciteitsvoorziening te zorgen. Dat is goed voor het milieu, de energierekening en de onafhankelijkheid van Amsterdam ten opzichte van onberekenbare buitenlandse energieproducenten. Amsterdam heeft naast de ruim 8500 rijks- en gemeentelijke monumenten, ook een toenemend aantal beschermde stads- en dorpsgezichten. Het hele centrum van Amsterdam is sinds 1999 beschermd stadsgezicht en de grachtengordel behoort sinds 2010 tot het UNESCO werelderfgoed. De fractie van D66 vindt het belangrijk dat deze historische waarde wordt beschermd zodat Amsterdammers en latere generaties er nog volop van kunnen genieten en leren. De fractie van D66 kiest ook voor een schone, groene en gezonde stad. Het is van belang dat de gemeente ruimte geeft aan initiatieven die bijdragen aan nieuwe oplossingen van duurzaamheid, waarbij we openstaan kijken voor het aanpassen van geldende (verouderde) regels die verduurzaming in de weg staan, zonder dat de authenticiteit van monumenten wordt aangetast. Nu heeft de fractie van D66 begrepen dat de gemeente Amsterdam samen met De Groene Grachten, Stadsherstel en Search een pilot is gestart om zonnepanelen te plaatsen op de schuine kap van Pakhuis de Zwijger onder de naam: ‘Zon op de Zwijger’. Het betreft een zogenaamd sheddak (‘zaagtandendak’), dat een zichtlocatie is. Hieruit volgt waarschijnlijk een prijsvraag voor de aanbesteding die moet aantonen welke partij het beste zonnepanelen op een monument kan plaatsen. Dit project is benoemd als ‘pilot om uit te vinden of zonnepanelen op een monument passend zijn, in relatie tot mogelijke technische gevolgen voor het dak door aanhechting van de panelen of verstoring van het monumentale ‘daklandschap’ door het aangezicht van zonnepanelen, omdat dat er nu eenmaal anders uitziet dan dat het daklandschap eruit zag in de 17° eeuw. 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing op Gemeenteblad Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 Dit is niet het eerste monument met zonnepanelen. Sinds september 2013 liggen er zonnepanelen op het (platte) dak van de Amstelkerk. Volgens de website van Stadsherstel, die de energie van de zonnepanelen gebruikt voor het eigen kantoor dat gevestigd is in dit rijksmonument, is de vergunning verleend nadat met foto's van een proefopstelling was aangetoond dat het monument met deze ‘reversibele toepassing’ geen schade op zou lopen. Ook zijn er (slechts) een klein aantal grachtenpanden die met trekken en sleuren een vergunning kregen om zonnepanelen op hun dak te mogen plaatsen, om zodoende hun eigen elektriciteit op te kunnen wekken. Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 5 augustus 2014, beiden namens de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Wat is het effect geweest van de — inmiddels afgeronde — pilot ‘Zon op de Amstelkerk’ voor zonne-energie op andere monumenten met een plat dak en in Amsterdam? Antwoord: Als onderdeel van het initiatief Groene Grachten, in 2012 gestart door Wubbo Ockels en erop gericht om energiemaatregelen in monumentale panden te promoten, is door Stadsherstel een viertal zonnepanelen aangebracht op de Amstelkerk. Voor NV Stadsherstel betrof de Amstelkerk een eerste project waarin zij zonnepanelen heeft aangebracht op een monumentaal pand. Deze panelen zijn aangebracht op een plat dak en wel binnen de kaders van de Welstandsnota. Leerdoel: uitvinden of het technisch mogelijk (ja) en rendabel is (nee, door de lage elektriciteitsprijs die Stadsherstel betaalt omdat zij grootverbruiker is, en de te betalen leges à 1050 euro). Het effect is dat er nu 4 panelen liggen op dit monument, en dat Stadsherstel inzicht heeft gekregen in de mogelijkheden (maatwerk) voor het aanbrengen van zonnepanelen op monumenten en de business case daarvan. Er zijn overigens meer (maar niet veel) voorbeelden van monumentale panden in de stad waarop door bewoners reeds zonnepanelen zijn aangebracht. Hiervoor is een vergunning nodig van het betreffende stadsdeel. De betrokkenheid van de gemeente bij dit project van Stichting de Groene Grachten en Stadsherstel was overigens beperkt. Bureau Monumenten en Archeologie (BMA) en programmabureau Klimaat en Energie waren inhoudelijk (advies, meedenken) betrokken bij het initiatief, het stadsdeel heeft de vergunning afgegeven. 2 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing op Gemeenteblad R Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 2. Klopt het dat de gemeente Amsterdam (de Dienst Ruimtelijke Ordening en het Bureau Monumenten & Archeologie) zich heeft aangesloten bij De Groene Grachten, Stadsherstel, Stadsdeel Oost, Pakhuis de Zwijger en Search en bezig is met de nieuwe pilot ‘Zon op de Zwijger’? Wat is de huidige status van dit project en wat is de tijdsplanning van deze pilot (inclusief moment van afronding)? Antwoord: Ja. Genoemde partijen hebben gezamenlijk de pilot ‘Zon op de Zwijger’ in voorbereiding. Dit project is geïnitieerd door De Groene Grachten. Het project sluit aan bij de Amsterdamse Zonvisie ‘Burgers en Bedrijven gaan voor de zon!’ (zie ook het antwoord op vraag 3). In dit project wordt onderzocht welke mogelijkheden ‘innovatieve zonnetechnologie’ (bijvoorbeeld: andere type zonnecellen, kleur en bevestigingstechnieken) biedt voor het aanbrengen van zonnepanelen op een monumentaal dak, én hoe dit zich verhoudt tot de geldende regels. Dit project onderscheidt zich van het eerdere project van Stadsherstel in de mate van ‘innovativiteit van de technologie die gebruikt zal worden. In het eerste project werd nog gebruik gemaakt van standaard zonnepanelen. In het nieuwe project op de Zwijger gaat men op zoek naar de meest innovatieve zon-oplossing voor dit monumentale pand. Het project is als volgt opgebouwd: 1. allereerst wordt (op dit moment) de haalbaarheid onderzocht (technisch, financieel, juridisch) voor het aanbrengen van zonnepanelen op Pakhuis de Zwijger (eigendom NV Stadsherstel); 2. op basis van dit onderzoek zal NV Stadsherstel een beslissing nemen om haar dak wel of niet ter beschikking te stellen; 3. indien zij akkoord gaat zal de markt in de vorm van een prijsvraag uitgedaagd worden om met haar ‘beste’ systeem te komen; 4. het zonnesysteem van de beste inzending zal door Stadsherstel worden uitgevoerd, onder voorbehoud van een positieve vergunningsbeschikking. Volgens planning wordt de prijsvraag dit najaar bekend gemaakt (indien Stadsherstel positief beslist; stap 2) en wordt het winnende systeem (beoordeling door jury in november/december) begin 2015 geïnstalleerd. De gemeente (BMA en Programmabureau Klimaat en Energie) is als adviseur bij dit project betrokken. De Groene Grachten is project trekker. Uiteindelijke installatie van het innovatieve zonnesysteem (als de prijsvraag daadwerkelijk wordt uitgeschreven en er een goede inzending komt, die binnen de wettelijke kaders past) wordt door Stadsherstel geregeld en gedekt. Stadsherstel vraagt daar mogelijk financiering voor aan in de laatste tender van het Amsterdams Investeringsfonds. 3 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing op Gemeenteblad R Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 3. Deelt het college de mening van de fractie van D66 over het belang van verduurzaming en eventueel aanpassen van regels om nieuwe oplossingen van duurzaamheid mogelijk te maken? Zo ja, welke leerpunten zijn/worden opgesteld ten aanzien van de pilot voor het sheddak van Pakhuis de Zwijger? En welke leerpunten waren opgesteld voor het platte dak van de Amstelkerk? Zo nee, waarom niet en hoe denkt het college dan de ambitie zoals geformuleerd in de Zonvisie 2013 te halen? Antwoord: Het College onderschrijft de mening van de fractie van D66 dat verduurzaming van de bestaande stad van groot belang is en onderstreept dat in het coalitieakkoord ‘Amsterdam is van iedereen’. Zij werkt o.a. aan de doelstelling dat in 2020 20% meer duurzame energie wordt geproduceerd dan nu het geval is. Zonne-energie in de bestaande stad draagt daar aan bij. Om dit te realiseren kan het nodig zijn om bestaande regels aan te passen, of met het Rijk in gesprek te gaan wanneer de bevoegdheid niet bij de gemeente ligt. Aanpassing van regels kan bijvoorbeeld nodig zijn in de situatie waarin regels, maatschappelijke wensen, en toegenomen mogelijkheden door nieuwe (technologische}oplossingen, niet meer met elkaar in overeenstemming zijn. In het collegeprogramma is daarover afgesproken dat “we de regels voor het duurzaam aanpassen van gebouwen [gaan] versimpelen, bijvoorbeeld op het gebied van de teruglevering van energie en het gezamenlijk gebruik van daken voor zonnepanelen”. Daarbij dient het college uiteraard wel te opereren binnen de kaders van de landelijke wet- en regelgeving. Het College is daarnaast van mening dat de energietransitie alleen plaatsvindt als duurzaamheidsprojecten schaal krijgen. Daarvoor is het van belang dat wordt gewerkt aan opschaalbaarheid en kopieerbaarheid van oplossingen. De leerpunten die de pilot ‘Zon op de Zwijger’ op zal leveren zijn: — voorbeeldfunctie: onderzoeken en laten zien hoe een nieuwe zonnetechnologie mogelijk is op een monumentaal dak, waar dat met conventionele panelen niet haalbaar/wenselijk is; — kennisontwikkeling (bij overheid en markt) ten aanzien van technische mogelijkheden van zonne-energie; — onderzoeken hoe het vigerende welstandskader zich verhoudt tot innovatieve zon technologieën. Deze leerpunten zijn vooraf besproken met de projectpartners. Voor het project Amstelkerk waren geen leerpunten geformuleerd vanuit de gemeente, omdat de betrokkenheid beperkt was. Het pilotproject Zon op de Zwijger levert input voor het evalueren van de regels en draagt bij aan de uitvoering van het deel van de Zonvisie dat daarover gaat. In de Zonvisie zijn 8 programmalijnen opgenomen waarlangs de gemeente de toepassing van zonne-energie door burgers en bedrijven stimuleert. In lijn 7 (activiteit # 21) is opgenomen dat regelgeving periodiek tegen het licht wordt gehouden om te zien of deze (nog) in lijn is met de stand der techniek op het gebied van o.a. zonnesystemen. 4 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing op Gemeenteblad Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 4. Onder welke criteria zou het college de resultaten van de pilot “Zon op de Zwijger’ als een succes beoordelen? Wanneer vindt die beoordeling plaats en welke Amsterdamse stakeholders zijn hierbij betrokken? Antwoord: Het project ‘Zon op de Zwijger’ wordt als succes beschouwd als: 1. de prijsvraag een inzending oplevert die een goede technische oplossing biedt voor dit specifieke monumentale dak. Een goede technische oplossing is een oplossing die aansluit bij de eisen van de pandeigenaar (stadsherstel), betaalbaar is, en die aanvaardbaar is vanuit esthetisch en historisch oogpunt en valt binnen de kaders van Welstand en Monumenten; 2. het project bijdraagt aan het vinden van een oplossing voor het aanbrengen van zonnesystemen op andere monumentale panden, nu of in de toekomst. Dit is geen hard criterium, omdat de bijdrage van één project aan een bredere maatschappelijke ontwikkeling moeilijk te meten is. Amsterdam wil echter duurzame koploper zijn, en daar hoort ook bij dat er ruimte wordt gemaakt voor innovatie; 3. het project daarnaast input levert voor de periodieke herijking van de regels conform de Zonvisie (zie het antwoord op vraag 3). De beoogde planning: zie het antwoord op vraag 2. De betrokken stakeholders zijn: — De Groene Grachten; — NV Stadsherstel; — de gemeente Amsterdam (DRO, BMA, stadsdeel Centrum); — Uuurders van Pakhuis de Zwijger (via Stadsherstel); — Search. 5. Is het college van plan een vervolg te maken op het Amsterdamse duurzaamheidsprogramma 2011-2014, en indien dat het geval is, overeenkomstig het coalitieakkoord (blz. 27), de ambitie ten aanzien van lokale zonne-energie uit de Zonvisie conform het initiatiefvoorstel van het voormalig raadslid de heer Manuel en de resultaten van de ‘pilots’ op Pakhuis de Zwijger en de Amstelkerk daarin aandacht te besteden aan het verduurzamen van monumenten? Antwoord: Het College stelt eind dit jaar een Agenda Duurzaamheid vast. Het verduurzamen van monumenten, deregulering en de ambitie van de Zonvisie zullen in deze agenda worden meegenomen. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 5 X Gemeente Amsterdam R % Gemeenteraad Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 602 Datum akkoord 2 september 2014 Publicatiedatum 5 september 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw A.M. Bosman en de heer M.E. van den Heuvel van 5 augustus 2014 inzake zonnepanelen op monumentale panden. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstellers. Het college heeft de ambitie om in 2020 het aandeel duurzaam opgewekte energie binnen Amsterdam met 20% te laten toenemen. Zonne-energie is een belangrijke bron daarvoor. Eerder is de doelstelling vastgelegd om in 2020 160 MW zonnestroom per jaar op te wekken binnen de gemeente Amsterdam. Voor 2040 is het streefcijfer 1000 MW. Zonne-energie is een belangrijke manier voor bewoners en ondernemers om zelf voor hun elektriciteitsvoorziening te zorgen. Dat is goed voor het milieu, de energierekening en de onafhankelijkheid van Amsterdam ten opzichte van onberekenbare buitenlandse energieproducenten. Amsterdam heeft naast de ruim 8500 rijks- en gemeentelijke monumenten, ook een toenemend aantal beschermde stads- en dorpsgezichten. Het hele centrum van Amsterdam is sinds 1999 beschermd stadsgezicht en de grachtengordel behoort sinds 2010 tot het UNESCO werelderfgoed. De fractie van D66 vindt het belangrijk dat deze historische waarde wordt beschermd zodat Amsterdammers en latere generaties er nog volop van kunnen genieten en leren. De fractie van D66 kiest ook voor een schone, groene en gezonde stad. Het is van belang dat de gemeente ruimte geeft aan initiatieven die bijdragen aan nieuwe oplossingen van duurzaamheid, waarbij we openstaan kijken voor het aanpassen van geldende (verouderde) regels die verduurzaming in de weg staan, zonder dat de authenticiteit van monumenten wordt aangetast. Nu heeft de fractie van D66 begrepen dat de gemeente Amsterdam samen met De Groene Grachten, Stadsherstel en Search een pilot is gestart om zonnepanelen te plaatsen op de schuine kap van Pakhuis de Zwijger onder de naam: ‘Zon op de Zwijger’. Het betreft een zogenaamd sheddak (‘zaagtandendak’), dat een zichtlocatie is. Hieruit volgt waarschijnlijk een prijsvraag voor de aanbesteding die moet aantonen welke partij het beste zonnepanelen op een monument kan plaatsen. Dit project is benoemd als ‘pilot om uit te vinden of zonnepanelen op een monument passend zijn, in relatie tot mogelijke technische gevolgen voor het dak door aanhechting van de panelen of verstoring van het monumentale ‘daklandschap’ door het aangezicht van zonnepanelen, omdat dat er nu eenmaal anders uitziet dan dat het daklandschap eruit zag in de 17° eeuw. 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing op Gemeenteblad Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 Dit is niet het eerste monument met zonnepanelen. Sinds september 2013 liggen er zonnepanelen op het (platte) dak van de Amstelkerk. Volgens de website van Stadsherstel, die de energie van de zonnepanelen gebruikt voor het eigen kantoor dat gevestigd is in dit rijksmonument, is de vergunning verleend nadat met foto's van een proefopstelling was aangetoond dat het monument met deze ‘reversibele toepassing’ geen schade op zou lopen. Ook zijn er (slechts) een klein aantal grachtenpanden die met trekken en sleuren een vergunning kregen om zonnepanelen op hun dak te mogen plaatsen, om zodoende hun eigen elektriciteit op te kunnen wekken. Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 5 augustus 2014, beiden namens de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Wat is het effect geweest van de — inmiddels afgeronde — pilot ‘Zon op de Amstelkerk’ voor zonne-energie op andere monumenten met een plat dak en in Amsterdam? Antwoord: Als onderdeel van het initiatief Groene Grachten, in 2012 gestart door Wubbo Ockels en erop gericht om energiemaatregelen in monumentale panden te promoten, is door Stadsherstel een viertal zonnepanelen aangebracht op de Amstelkerk. Voor NV Stadsherstel betrof de Amstelkerk een eerste project waarin zij zonnepanelen heeft aangebracht op een monumentaal pand. Deze panelen zijn aangebracht op een plat dak en wel binnen de kaders van de Welstandsnota. Leerdoel: uitvinden of het technisch mogelijk (ja) en rendabel is (nee, door de lage elektriciteitsprijs die Stadsherstel betaalt omdat zij grootverbruiker is, en de te betalen leges à 1050 euro). Het effect is dat er nu 4 panelen liggen op dit monument, en dat Stadsherstel inzicht heeft gekregen in de mogelijkheden (maatwerk) voor het aanbrengen van zonnepanelen op monumenten en de business case daarvan. Er zijn overigens meer (maar niet veel) voorbeelden van monumentale panden in de stad waarop door bewoners reeds zonnepanelen zijn aangebracht. Hiervoor is een vergunning nodig van het betreffende stadsdeel. De betrokkenheid van de gemeente bij dit project van Stichting de Groene Grachten en Stadsherstel was overigens beperkt. Bureau Monumenten en Archeologie (BMA) en programmabureau Klimaat en Energie waren inhoudelijk (advies, meedenken) betrokken bij het initiatief, het stadsdeel heeft de vergunning afgegeven. 2 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing op Gemeenteblad R Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 2. Klopt het dat de gemeente Amsterdam (de Dienst Ruimtelijke Ordening en het Bureau Monumenten & Archeologie) zich heeft aangesloten bij De Groene Grachten, Stadsherstel, Stadsdeel Oost, Pakhuis de Zwijger en Search en bezig is met de nieuwe pilot ‘Zon op de Zwijger’? Wat is de huidige status van dit project en wat is de tijdsplanning van deze pilot (inclusief moment van afronding)? Antwoord: Ja. Genoemde partijen hebben gezamenlijk de pilot ‘Zon op de Zwijger’ in voorbereiding. Dit project is geïnitieerd door De Groene Grachten. Het project sluit aan bij de Amsterdamse Zonvisie ‘Burgers en Bedrijven gaan voor de zon!’ (zie ook het antwoord op vraag 3). In dit project wordt onderzocht welke mogelijkheden ‘innovatieve zonnetechnologie’ (bijvoorbeeld: andere type zonnecellen, kleur en bevestigingstechnieken) biedt voor het aanbrengen van zonnepanelen op een monumentaal dak, én hoe dit zich verhoudt tot de geldende regels. Dit project onderscheidt zich van het eerdere project van Stadsherstel in de mate van ‘innovativiteit van de technologie die gebruikt zal worden. In het eerste project werd nog gebruik gemaakt van standaard zonnepanelen. In het nieuwe project op de Zwijger gaat men op zoek naar de meest innovatieve zon-oplossing voor dit monumentale pand. Het project is als volgt opgebouwd: 1. allereerst wordt (op dit moment) de haalbaarheid onderzocht (technisch, financieel, juridisch) voor het aanbrengen van zonnepanelen op Pakhuis de Zwijger (eigendom NV Stadsherstel); 2. op basis van dit onderzoek zal NV Stadsherstel een beslissing nemen om haar dak wel of niet ter beschikking te stellen; 3. indien zij akkoord gaat zal de markt in de vorm van een prijsvraag uitgedaagd worden om met haar ‘beste’ systeem te komen; 4. het zonnesysteem van de beste inzending zal door Stadsherstel worden uitgevoerd, onder voorbehoud van een positieve vergunningsbeschikking. Volgens planning wordt de prijsvraag dit najaar bekend gemaakt (indien Stadsherstel positief beslist; stap 2) en wordt het winnende systeem (beoordeling door jury in november/december) begin 2015 geïnstalleerd. De gemeente (BMA en Programmabureau Klimaat en Energie) is als adviseur bij dit project betrokken. De Groene Grachten is project trekker. Uiteindelijke installatie van het innovatieve zonnesysteem (als de prijsvraag daadwerkelijk wordt uitgeschreven en er een goede inzending komt, die binnen de wettelijke kaders past) wordt door Stadsherstel geregeld en gedekt. Stadsherstel vraagt daar mogelijk financiering voor aan in de laatste tender van het Amsterdams Investeringsfonds. 3 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing op Gemeenteblad R Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 3. Deelt het college de mening van de fractie van D66 over het belang van verduurzaming en eventueel aanpassen van regels om nieuwe oplossingen van duurzaamheid mogelijk te maken? Zo ja, welke leerpunten zijn/worden opgesteld ten aanzien van de pilot voor het sheddak van Pakhuis de Zwijger? En welke leerpunten waren opgesteld voor het platte dak van de Amstelkerk? Zo nee, waarom niet en hoe denkt het college dan de ambitie zoals geformuleerd in de Zonvisie 2013 te halen? Antwoord: Het College onderschrijft de mening van de fractie van D66 dat verduurzaming van de bestaande stad van groot belang is en onderstreept dat in het coalitieakkoord ‘Amsterdam is van iedereen’. Zij werkt o.a. aan de doelstelling dat in 2020 20% meer duurzame energie wordt geproduceerd dan nu het geval is. Zonne-energie in de bestaande stad draagt daar aan bij. Om dit te realiseren kan het nodig zijn om bestaande regels aan te passen, of met het Rijk in gesprek te gaan wanneer de bevoegdheid niet bij de gemeente ligt. Aanpassing van regels kan bijvoorbeeld nodig zijn in de situatie waarin regels, maatschappelijke wensen, en toegenomen mogelijkheden door nieuwe (technologische}oplossingen, niet meer met elkaar in overeenstemming zijn. In het collegeprogramma is daarover afgesproken dat “we de regels voor het duurzaam aanpassen van gebouwen [gaan] versimpelen, bijvoorbeeld op het gebied van de teruglevering van energie en het gezamenlijk gebruik van daken voor zonnepanelen”. Daarbij dient het college uiteraard wel te opereren binnen de kaders van de landelijke wet- en regelgeving. Het College is daarnaast van mening dat de energietransitie alleen plaatsvindt als duurzaamheidsprojecten schaal krijgen. Daarvoor is het van belang dat wordt gewerkt aan opschaalbaarheid en kopieerbaarheid van oplossingen. De leerpunten die de pilot ‘Zon op de Zwijger’ op zal leveren zijn: — voorbeeldfunctie: onderzoeken en laten zien hoe een nieuwe zonnetechnologie mogelijk is op een monumentaal dak, waar dat met conventionele panelen niet haalbaar/wenselijk is; — kennisontwikkeling (bij overheid en markt) ten aanzien van technische mogelijkheden van zonne-energie; — onderzoeken hoe het vigerende welstandskader zich verhoudt tot innovatieve zon technologieën. Deze leerpunten zijn vooraf besproken met de projectpartners. Voor het project Amstelkerk waren geen leerpunten geformuleerd vanuit de gemeente, omdat de betrokkenheid beperkt was. Het pilotproject Zon op de Zwijger levert input voor het evalueren van de regels en draagt bij aan de uitvoering van het deel van de Zonvisie dat daarover gaat. In de Zonvisie zijn 8 programmalijnen opgenomen waarlangs de gemeente de toepassing van zonne-energie door burgers en bedrijven stimuleert. In lijn 7 (activiteit # 21) is opgenomen dat regelgeving periodiek tegen het licht wordt gehouden om te zien of deze (nog) in lijn is met de stand der techniek op het gebied van o.a. zonnesystemen. 4 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing op Gemeenteblad Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 4. Onder welke criteria zou het college de resultaten van de pilot “Zon op de Zwijger’ als een succes beoordelen? Wanneer vindt die beoordeling plaats en welke Amsterdamse stakeholders zijn hierbij betrokken? Antwoord: Het project ‘Zon op de Zwijger’ wordt als succes beschouwd als: 1. de prijsvraag een inzending oplevert die een goede technische oplossing biedt voor dit specifieke monumentale dak. Een goede technische oplossing is een oplossing die aansluit bij de eisen van de pandeigenaar (stadsherstel), betaalbaar is, en die aanvaardbaar is vanuit esthetisch en historisch oogpunt en valt binnen de kaders van Welstand en Monumenten; 2. het project bijdraagt aan het vinden van een oplossing voor het aanbrengen van zonnesystemen op andere monumentale panden, nu of in de toekomst. Dit is geen hard criterium, omdat de bijdrage van één project aan een bredere maatschappelijke ontwikkeling moeilijk te meten is. Amsterdam wil echter duurzame koploper zijn, en daar hoort ook bij dat er ruimte wordt gemaakt voor innovatie; 3. het project daarnaast input levert voor de periodieke herijking van de regels conform de Zonvisie (zie het antwoord op vraag 3). De beoogde planning: zie het antwoord op vraag 2. De betrokken stakeholders zijn: — De Groene Grachten; — NV Stadsherstel; — de gemeente Amsterdam (DRO, BMA, stadsdeel Centrum); — Uuurders van Pakhuis de Zwijger (via Stadsherstel); — Search. 5. Is het college van plan een vervolg te maken op het Amsterdamse duurzaamheidsprogramma 2011-2014, en indien dat het geval is, overeenkomstig het coalitieakkoord (blz. 27), de ambitie ten aanzien van lokale zonne-energie uit de Zonvisie conform het initiatiefvoorstel van het voormalig raadslid de heer Manuel en de resultaten van de ‘pilots’ op Pakhuis de Zwijger en de Amstelkerk daarin aandacht te besteden aan het verduurzamen van monumenten? Antwoord: Het College stelt eind dit jaar een Agenda Duurzaamheid vast. Het verduurzamen van monumenten, deregulering en de ambitie van de Zonvisie zullen in deze agenda worden meegenomen. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 5 X Gemeente Amsterdam R % Gemeenteraad Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 602 Datum akkoord 2 september 2014 Publicatiedatum 5 september 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw A.M. Bosman en de heer M.E. van den Heuvel van 5 augustus 2014 inzake zonnepanelen op monumentale panden. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstellers. Het college heeft de ambitie om in 2020 het aandeel duurzaam opgewekte energie binnen Amsterdam met 20% te laten toenemen. Zonne-energie is een belangrijke bron daarvoor. Eerder is de doelstelling vastgelegd om in 2020 160 MW zonnestroom per jaar op te wekken binnen de gemeente Amsterdam. Voor 2040 is het streefcijfer 1000 MW. Zonne-energie is een belangrijke manier voor bewoners en ondernemers om zelf voor hun elektriciteitsvoorziening te zorgen. Dat is goed voor het milieu, de energierekening en de onafhankelijkheid van Amsterdam ten opzichte van onberekenbare buitenlandse energieproducenten. Amsterdam heeft naast de ruim 8500 rijks- en gemeentelijke monumenten, ook een toenemend aantal beschermde stads- en dorpsgezichten. Het hele centrum van Amsterdam is sinds 1999 beschermd stadsgezicht en de grachtengordel behoort sinds 2010 tot het UNESCO werelderfgoed. De fractie van D66 vindt het belangrijk dat deze historische waarde wordt beschermd zodat Amsterdammers en latere generaties er nog volop van kunnen genieten en leren. De fractie van D66 kiest ook voor een schone, groene en gezonde stad. Het is van belang dat de gemeente ruimte geeft aan initiatieven die bijdragen aan nieuwe oplossingen van duurzaamheid, waarbij we openstaan kijken voor het aanpassen van geldende (verouderde) regels die verduurzaming in de weg staan, zonder dat de authenticiteit van monumenten wordt aangetast. Nu heeft de fractie van D66 begrepen dat de gemeente Amsterdam samen met De Groene Grachten, Stadsherstel en Search een pilot is gestart om zonnepanelen te plaatsen op de schuine kap van Pakhuis de Zwijger onder de naam: ‘Zon op de Zwijger’. Het betreft een zogenaamd sheddak (‘zaagtandendak’), dat een zichtlocatie is. Hieruit volgt waarschijnlijk een prijsvraag voor de aanbesteding die moet aantonen welke partij het beste zonnepanelen op een monument kan plaatsen. Dit project is benoemd als ‘pilot om uit te vinden of zonnepanelen op een monument passend zijn, in relatie tot mogelijke technische gevolgen voor het dak door aanhechting van de panelen of verstoring van het monumentale ‘daklandschap’ door het aangezicht van zonnepanelen, omdat dat er nu eenmaal anders uitziet dan dat het daklandschap eruit zag in de 17° eeuw. 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing op Gemeenteblad Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 Dit is niet het eerste monument met zonnepanelen. Sinds september 2013 liggen er zonnepanelen op het (platte) dak van de Amstelkerk. Volgens de website van Stadsherstel, die de energie van de zonnepanelen gebruikt voor het eigen kantoor dat gevestigd is in dit rijksmonument, is de vergunning verleend nadat met foto's van een proefopstelling was aangetoond dat het monument met deze ‘reversibele toepassing’ geen schade op zou lopen. Ook zijn er (slechts) een klein aantal grachtenpanden die met trekken en sleuren een vergunning kregen om zonnepanelen op hun dak te mogen plaatsen, om zodoende hun eigen elektriciteit op te kunnen wekken. Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 5 augustus 2014, beiden namens de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Wat is het effect geweest van de — inmiddels afgeronde — pilot ‘Zon op de Amstelkerk’ voor zonne-energie op andere monumenten met een plat dak en in Amsterdam? Antwoord: Als onderdeel van het initiatief Groene Grachten, in 2012 gestart door Wubbo Ockels en erop gericht om energiemaatregelen in monumentale panden te promoten, is door Stadsherstel een viertal zonnepanelen aangebracht op de Amstelkerk. Voor NV Stadsherstel betrof de Amstelkerk een eerste project waarin zij zonnepanelen heeft aangebracht op een monumentaal pand. Deze panelen zijn aangebracht op een plat dak en wel binnen de kaders van de Welstandsnota. Leerdoel: uitvinden of het technisch mogelijk (ja) en rendabel is (nee, door de lage elektriciteitsprijs die Stadsherstel betaalt omdat zij grootverbruiker is, en de te betalen leges à 1050 euro). Het effect is dat er nu 4 panelen liggen op dit monument, en dat Stadsherstel inzicht heeft gekregen in de mogelijkheden (maatwerk) voor het aanbrengen van zonnepanelen op monumenten en de business case daarvan. Er zijn overigens meer (maar niet veel) voorbeelden van monumentale panden in de stad waarop door bewoners reeds zonnepanelen zijn aangebracht. Hiervoor is een vergunning nodig van het betreffende stadsdeel. De betrokkenheid van de gemeente bij dit project van Stichting de Groene Grachten en Stadsherstel was overigens beperkt. Bureau Monumenten en Archeologie (BMA) en programmabureau Klimaat en Energie waren inhoudelijk (advies, meedenken) betrokken bij het initiatief, het stadsdeel heeft de vergunning afgegeven. 2 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing op Gemeenteblad R Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 2. Klopt het dat de gemeente Amsterdam (de Dienst Ruimtelijke Ordening en het Bureau Monumenten & Archeologie) zich heeft aangesloten bij De Groene Grachten, Stadsherstel, Stadsdeel Oost, Pakhuis de Zwijger en Search en bezig is met de nieuwe pilot ‘Zon op de Zwijger’? Wat is de huidige status van dit project en wat is de tijdsplanning van deze pilot (inclusief moment van afronding)? Antwoord: Ja. Genoemde partijen hebben gezamenlijk de pilot ‘Zon op de Zwijger’ in voorbereiding. Dit project is geïnitieerd door De Groene Grachten. Het project sluit aan bij de Amsterdamse Zonvisie ‘Burgers en Bedrijven gaan voor de zon!’ (zie ook het antwoord op vraag 3). In dit project wordt onderzocht welke mogelijkheden ‘innovatieve zonnetechnologie’ (bijvoorbeeld: andere type zonnecellen, kleur en bevestigingstechnieken) biedt voor het aanbrengen van zonnepanelen op een monumentaal dak, én hoe dit zich verhoudt tot de geldende regels. Dit project onderscheidt zich van het eerdere project van Stadsherstel in de mate van ‘innovativiteit van de technologie die gebruikt zal worden. In het eerste project werd nog gebruik gemaakt van standaard zonnepanelen. In het nieuwe project op de Zwijger gaat men op zoek naar de meest innovatieve zon-oplossing voor dit monumentale pand. Het project is als volgt opgebouwd: 1. allereerst wordt (op dit moment) de haalbaarheid onderzocht (technisch, financieel, juridisch) voor het aanbrengen van zonnepanelen op Pakhuis de Zwijger (eigendom NV Stadsherstel); 2. op basis van dit onderzoek zal NV Stadsherstel een beslissing nemen om haar dak wel of niet ter beschikking te stellen; 3. indien zij akkoord gaat zal de markt in de vorm van een prijsvraag uitgedaagd worden om met haar ‘beste’ systeem te komen; 4. het zonnesysteem van de beste inzending zal door Stadsherstel worden uitgevoerd, onder voorbehoud van een positieve vergunningsbeschikking. Volgens planning wordt de prijsvraag dit najaar bekend gemaakt (indien Stadsherstel positief beslist; stap 2) en wordt het winnende systeem (beoordeling door jury in november/december) begin 2015 geïnstalleerd. De gemeente (BMA en Programmabureau Klimaat en Energie) is als adviseur bij dit project betrokken. De Groene Grachten is project trekker. Uiteindelijke installatie van het innovatieve zonnesysteem (als de prijsvraag daadwerkelijk wordt uitgeschreven en er een goede inzending komt, die binnen de wettelijke kaders past) wordt door Stadsherstel geregeld en gedekt. Stadsherstel vraagt daar mogelijk financiering voor aan in de laatste tender van het Amsterdams Investeringsfonds. 3 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing op Gemeenteblad R Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 3. Deelt het college de mening van de fractie van D66 over het belang van verduurzaming en eventueel aanpassen van regels om nieuwe oplossingen van duurzaamheid mogelijk te maken? Zo ja, welke leerpunten zijn/worden opgesteld ten aanzien van de pilot voor het sheddak van Pakhuis de Zwijger? En welke leerpunten waren opgesteld voor het platte dak van de Amstelkerk? Zo nee, waarom niet en hoe denkt het college dan de ambitie zoals geformuleerd in de Zonvisie 2013 te halen? Antwoord: Het College onderschrijft de mening van de fractie van D66 dat verduurzaming van de bestaande stad van groot belang is en onderstreept dat in het coalitieakkoord ‘Amsterdam is van iedereen’. Zij werkt o.a. aan de doelstelling dat in 2020 20% meer duurzame energie wordt geproduceerd dan nu het geval is. Zonne-energie in de bestaande stad draagt daar aan bij. Om dit te realiseren kan het nodig zijn om bestaande regels aan te passen, of met het Rijk in gesprek te gaan wanneer de bevoegdheid niet bij de gemeente ligt. Aanpassing van regels kan bijvoorbeeld nodig zijn in de situatie waarin regels, maatschappelijke wensen, en toegenomen mogelijkheden door nieuwe (technologische}oplossingen, niet meer met elkaar in overeenstemming zijn. In het collegeprogramma is daarover afgesproken dat “we de regels voor het duurzaam aanpassen van gebouwen [gaan] versimpelen, bijvoorbeeld op het gebied van de teruglevering van energie en het gezamenlijk gebruik van daken voor zonnepanelen”. Daarbij dient het college uiteraard wel te opereren binnen de kaders van de landelijke wet- en regelgeving. Het College is daarnaast van mening dat de energietransitie alleen plaatsvindt als duurzaamheidsprojecten schaal krijgen. Daarvoor is het van belang dat wordt gewerkt aan opschaalbaarheid en kopieerbaarheid van oplossingen. De leerpunten die de pilot ‘Zon op de Zwijger’ op zal leveren zijn: — voorbeeldfunctie: onderzoeken en laten zien hoe een nieuwe zonnetechnologie mogelijk is op een monumentaal dak, waar dat met conventionele panelen niet haalbaar/wenselijk is; — kennisontwikkeling (bij overheid en markt) ten aanzien van technische mogelijkheden van zonne-energie; — onderzoeken hoe het vigerende welstandskader zich verhoudt tot innovatieve zon technologieën. Deze leerpunten zijn vooraf besproken met de projectpartners. Voor het project Amstelkerk waren geen leerpunten geformuleerd vanuit de gemeente, omdat de betrokkenheid beperkt was. Het pilotproject Zon op de Zwijger levert input voor het evalueren van de regels en draagt bij aan de uitvoering van het deel van de Zonvisie dat daarover gaat. In de Zonvisie zijn 8 programmalijnen opgenomen waarlangs de gemeente de toepassing van zonne-energie door burgers en bedrijven stimuleert. In lijn 7 (activiteit # 21) is opgenomen dat regelgeving periodiek tegen het licht wordt gehouden om te zien of deze (nog) in lijn is met de stand der techniek op het gebied van o.a. zonnesystemen. 4 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing op Gemeenteblad Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 4. Onder welke criteria zou het college de resultaten van de pilot “Zon op de Zwijger’ als een succes beoordelen? Wanneer vindt die beoordeling plaats en welke Amsterdamse stakeholders zijn hierbij betrokken? Antwoord: Het project ‘Zon op de Zwijger’ wordt als succes beschouwd als: 1. de prijsvraag een inzending oplevert die een goede technische oplossing biedt voor dit specifieke monumentale dak. Een goede technische oplossing is een oplossing die aansluit bij de eisen van de pandeigenaar (stadsherstel), betaalbaar is, en die aanvaardbaar is vanuit esthetisch en historisch oogpunt en valt binnen de kaders van Welstand en Monumenten; 2. het project bijdraagt aan het vinden van een oplossing voor het aanbrengen van zonnesystemen op andere monumentale panden, nu of in de toekomst. Dit is geen hard criterium, omdat de bijdrage van één project aan een bredere maatschappelijke ontwikkeling moeilijk te meten is. Amsterdam wil echter duurzame koploper zijn, en daar hoort ook bij dat er ruimte wordt gemaakt voor innovatie; 3. het project daarnaast input levert voor de periodieke herijking van de regels conform de Zonvisie (zie het antwoord op vraag 3). De beoogde planning: zie het antwoord op vraag 2. De betrokken stakeholders zijn: — De Groene Grachten; — NV Stadsherstel; — de gemeente Amsterdam (DRO, BMA, stadsdeel Centrum); — Uuurders van Pakhuis de Zwijger (via Stadsherstel); — Search. 5. Is het college van plan een vervolg te maken op het Amsterdamse duurzaamheidsprogramma 2011-2014, en indien dat het geval is, overeenkomstig het coalitieakkoord (blz. 27), de ambitie ten aanzien van lokale zonne-energie uit de Zonvisie conform het initiatiefvoorstel van het voormalig raadslid de heer Manuel en de resultaten van de ‘pilots’ op Pakhuis de Zwijger en de Amstelkerk daarin aandacht te besteden aan het verduurzamen van monumenten? Antwoord: Het College stelt eind dit jaar een Agenda Duurzaamheid vast. Het verduurzamen van monumenten, deregulering en de ambitie van de Zonvisie zullen in deze agenda worden meegenomen. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 5 X Gemeente Amsterdam R % Gemeenteraad Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 602 Datum akkoord 2 september 2014 Publicatiedatum 5 september 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw A.M. Bosman en de heer M.E. van den Heuvel van 5 augustus 2014 inzake zonnepanelen op monumentale panden. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstellers. Het college heeft de ambitie om in 2020 het aandeel duurzaam opgewekte energie binnen Amsterdam met 20% te laten toenemen. Zonne-energie is een belangrijke bron daarvoor. Eerder is de doelstelling vastgelegd om in 2020 160 MW zonnestroom per jaar op te wekken binnen de gemeente Amsterdam. Voor 2040 is het streefcijfer 1000 MW. Zonne-energie is een belangrijke manier voor bewoners en ondernemers om zelf voor hun elektriciteitsvoorziening te zorgen. Dat is goed voor het milieu, de energierekening en de onafhankelijkheid van Amsterdam ten opzichte van onberekenbare buitenlandse energieproducenten. Amsterdam heeft naast de ruim 8500 rijks- en gemeentelijke monumenten, ook een toenemend aantal beschermde stads- en dorpsgezichten. Het hele centrum van Amsterdam is sinds 1999 beschermd stadsgezicht en de grachtengordel behoort sinds 2010 tot het UNESCO werelderfgoed. De fractie van D66 vindt het belangrijk dat deze historische waarde wordt beschermd zodat Amsterdammers en latere generaties er nog volop van kunnen genieten en leren. De fractie van D66 kiest ook voor een schone, groene en gezonde stad. Het is van belang dat de gemeente ruimte geeft aan initiatieven die bijdragen aan nieuwe oplossingen van duurzaamheid, waarbij we openstaan kijken voor het aanpassen van geldende (verouderde) regels die verduurzaming in de weg staan, zonder dat de authenticiteit van monumenten wordt aangetast. Nu heeft de fractie van D66 begrepen dat de gemeente Amsterdam samen met De Groene Grachten, Stadsherstel en Search een pilot is gestart om zonnepanelen te plaatsen op de schuine kap van Pakhuis de Zwijger onder de naam: ‘Zon op de Zwijger’. Het betreft een zogenaamd sheddak (‘zaagtandendak’), dat een zichtlocatie is. Hieruit volgt waarschijnlijk een prijsvraag voor de aanbesteding die moet aantonen welke partij het beste zonnepanelen op een monument kan plaatsen. Dit project is benoemd als ‘pilot om uit te vinden of zonnepanelen op een monument passend zijn, in relatie tot mogelijke technische gevolgen voor het dak door aanhechting van de panelen of verstoring van het monumentale ‘daklandschap’ door het aangezicht van zonnepanelen, omdat dat er nu eenmaal anders uitziet dan dat het daklandschap eruit zag in de 17° eeuw. 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing op Gemeenteblad Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 Dit is niet het eerste monument met zonnepanelen. Sinds september 2013 liggen er zonnepanelen op het (platte) dak van de Amstelkerk. Volgens de website van Stadsherstel, die de energie van de zonnepanelen gebruikt voor het eigen kantoor dat gevestigd is in dit rijksmonument, is de vergunning verleend nadat met foto's van een proefopstelling was aangetoond dat het monument met deze ‘reversibele toepassing’ geen schade op zou lopen. Ook zijn er (slechts) een klein aantal grachtenpanden die met trekken en sleuren een vergunning kregen om zonnepanelen op hun dak te mogen plaatsen, om zodoende hun eigen elektriciteit op te kunnen wekken. Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 5 augustus 2014, beiden namens de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Wat is het effect geweest van de — inmiddels afgeronde — pilot ‘Zon op de Amstelkerk’ voor zonne-energie op andere monumenten met een plat dak en in Amsterdam? Antwoord: Als onderdeel van het initiatief Groene Grachten, in 2012 gestart door Wubbo Ockels en erop gericht om energiemaatregelen in monumentale panden te promoten, is door Stadsherstel een viertal zonnepanelen aangebracht op de Amstelkerk. Voor NV Stadsherstel betrof de Amstelkerk een eerste project waarin zij zonnepanelen heeft aangebracht op een monumentaal pand. Deze panelen zijn aangebracht op een plat dak en wel binnen de kaders van de Welstandsnota. Leerdoel: uitvinden of het technisch mogelijk (ja) en rendabel is (nee, door de lage elektriciteitsprijs die Stadsherstel betaalt omdat zij grootverbruiker is, en de te betalen leges à 1050 euro). Het effect is dat er nu 4 panelen liggen op dit monument, en dat Stadsherstel inzicht heeft gekregen in de mogelijkheden (maatwerk) voor het aanbrengen van zonnepanelen op monumenten en de business case daarvan. Er zijn overigens meer (maar niet veel) voorbeelden van monumentale panden in de stad waarop door bewoners reeds zonnepanelen zijn aangebracht. Hiervoor is een vergunning nodig van het betreffende stadsdeel. De betrokkenheid van de gemeente bij dit project van Stichting de Groene Grachten en Stadsherstel was overigens beperkt. Bureau Monumenten en Archeologie (BMA) en programmabureau Klimaat en Energie waren inhoudelijk (advies, meedenken) betrokken bij het initiatief, het stadsdeel heeft de vergunning afgegeven. 2 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing op Gemeenteblad R Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 2. Klopt het dat de gemeente Amsterdam (de Dienst Ruimtelijke Ordening en het Bureau Monumenten & Archeologie) zich heeft aangesloten bij De Groene Grachten, Stadsherstel, Stadsdeel Oost, Pakhuis de Zwijger en Search en bezig is met de nieuwe pilot ‘Zon op de Zwijger’? Wat is de huidige status van dit project en wat is de tijdsplanning van deze pilot (inclusief moment van afronding)? Antwoord: Ja. Genoemde partijen hebben gezamenlijk de pilot ‘Zon op de Zwijger’ in voorbereiding. Dit project is geïnitieerd door De Groene Grachten. Het project sluit aan bij de Amsterdamse Zonvisie ‘Burgers en Bedrijven gaan voor de zon!’ (zie ook het antwoord op vraag 3). In dit project wordt onderzocht welke mogelijkheden ‘innovatieve zonnetechnologie’ (bijvoorbeeld: andere type zonnecellen, kleur en bevestigingstechnieken) biedt voor het aanbrengen van zonnepanelen op een monumentaal dak, én hoe dit zich verhoudt tot de geldende regels. Dit project onderscheidt zich van het eerdere project van Stadsherstel in de mate van ‘innovativiteit van de technologie die gebruikt zal worden. In het eerste project werd nog gebruik gemaakt van standaard zonnepanelen. In het nieuwe project op de Zwijger gaat men op zoek naar de meest innovatieve zon-oplossing voor dit monumentale pand. Het project is als volgt opgebouwd: 1. allereerst wordt (op dit moment) de haalbaarheid onderzocht (technisch, financieel, juridisch) voor het aanbrengen van zonnepanelen op Pakhuis de Zwijger (eigendom NV Stadsherstel); 2. op basis van dit onderzoek zal NV Stadsherstel een beslissing nemen om haar dak wel of niet ter beschikking te stellen; 3. indien zij akkoord gaat zal de markt in de vorm van een prijsvraag uitgedaagd worden om met haar ‘beste’ systeem te komen; 4. het zonnesysteem van de beste inzending zal door Stadsherstel worden uitgevoerd, onder voorbehoud van een positieve vergunningsbeschikking. Volgens planning wordt de prijsvraag dit najaar bekend gemaakt (indien Stadsherstel positief beslist; stap 2) en wordt het winnende systeem (beoordeling door jury in november/december) begin 2015 geïnstalleerd. De gemeente (BMA en Programmabureau Klimaat en Energie) is als adviseur bij dit project betrokken. De Groene Grachten is project trekker. Uiteindelijke installatie van het innovatieve zonnesysteem (als de prijsvraag daadwerkelijk wordt uitgeschreven en er een goede inzending komt, die binnen de wettelijke kaders past) wordt door Stadsherstel geregeld en gedekt. Stadsherstel vraagt daar mogelijk financiering voor aan in de laatste tender van het Amsterdams Investeringsfonds. 3 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing op Gemeenteblad R Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 3. Deelt het college de mening van de fractie van D66 over het belang van verduurzaming en eventueel aanpassen van regels om nieuwe oplossingen van duurzaamheid mogelijk te maken? Zo ja, welke leerpunten zijn/worden opgesteld ten aanzien van de pilot voor het sheddak van Pakhuis de Zwijger? En welke leerpunten waren opgesteld voor het platte dak van de Amstelkerk? Zo nee, waarom niet en hoe denkt het college dan de ambitie zoals geformuleerd in de Zonvisie 2013 te halen? Antwoord: Het College onderschrijft de mening van de fractie van D66 dat verduurzaming van de bestaande stad van groot belang is en onderstreept dat in het coalitieakkoord ‘Amsterdam is van iedereen’. Zij werkt o.a. aan de doelstelling dat in 2020 20% meer duurzame energie wordt geproduceerd dan nu het geval is. Zonne-energie in de bestaande stad draagt daar aan bij. Om dit te realiseren kan het nodig zijn om bestaande regels aan te passen, of met het Rijk in gesprek te gaan wanneer de bevoegdheid niet bij de gemeente ligt. Aanpassing van regels kan bijvoorbeeld nodig zijn in de situatie waarin regels, maatschappelijke wensen, en toegenomen mogelijkheden door nieuwe (technologische}oplossingen, niet meer met elkaar in overeenstemming zijn. In het collegeprogramma is daarover afgesproken dat “we de regels voor het duurzaam aanpassen van gebouwen [gaan] versimpelen, bijvoorbeeld op het gebied van de teruglevering van energie en het gezamenlijk gebruik van daken voor zonnepanelen”. Daarbij dient het college uiteraard wel te opereren binnen de kaders van de landelijke wet- en regelgeving. Het College is daarnaast van mening dat de energietransitie alleen plaatsvindt als duurzaamheidsprojecten schaal krijgen. Daarvoor is het van belang dat wordt gewerkt aan opschaalbaarheid en kopieerbaarheid van oplossingen. De leerpunten die de pilot ‘Zon op de Zwijger’ op zal leveren zijn: — voorbeeldfunctie: onderzoeken en laten zien hoe een nieuwe zonnetechnologie mogelijk is op een monumentaal dak, waar dat met conventionele panelen niet haalbaar/wenselijk is; — kennisontwikkeling (bij overheid en markt) ten aanzien van technische mogelijkheden van zonne-energie; — onderzoeken hoe het vigerende welstandskader zich verhoudt tot innovatieve zon technologieën. Deze leerpunten zijn vooraf besproken met de projectpartners. Voor het project Amstelkerk waren geen leerpunten geformuleerd vanuit de gemeente, omdat de betrokkenheid beperkt was. Het pilotproject Zon op de Zwijger levert input voor het evalueren van de regels en draagt bij aan de uitvoering van het deel van de Zonvisie dat daarover gaat. In de Zonvisie zijn 8 programmalijnen opgenomen waarlangs de gemeente de toepassing van zonne-energie door burgers en bedrijven stimuleert. In lijn 7 (activiteit # 21) is opgenomen dat regelgeving periodiek tegen het licht wordt gehouden om te zien of deze (nog) in lijn is met de stand der techniek op het gebied van o.a. zonnesystemen. 4 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing op Gemeenteblad Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 4. Onder welke criteria zou het college de resultaten van de pilot “Zon op de Zwijger’ als een succes beoordelen? Wanneer vindt die beoordeling plaats en welke Amsterdamse stakeholders zijn hierbij betrokken? Antwoord: Het project ‘Zon op de Zwijger’ wordt als succes beschouwd als: 1. de prijsvraag een inzending oplevert die een goede technische oplossing biedt voor dit specifieke monumentale dak. Een goede technische oplossing is een oplossing die aansluit bij de eisen van de pandeigenaar (stadsherstel), betaalbaar is, en die aanvaardbaar is vanuit esthetisch en historisch oogpunt en valt binnen de kaders van Welstand en Monumenten; 2. het project bijdraagt aan het vinden van een oplossing voor het aanbrengen van zonnesystemen op andere monumentale panden, nu of in de toekomst. Dit is geen hard criterium, omdat de bijdrage van één project aan een bredere maatschappelijke ontwikkeling moeilijk te meten is. Amsterdam wil echter duurzame koploper zijn, en daar hoort ook bij dat er ruimte wordt gemaakt voor innovatie; 3. het project daarnaast input levert voor de periodieke herijking van de regels conform de Zonvisie (zie het antwoord op vraag 3). De beoogde planning: zie het antwoord op vraag 2. De betrokken stakeholders zijn: — De Groene Grachten; — NV Stadsherstel; — de gemeente Amsterdam (DRO, BMA, stadsdeel Centrum); — Uuurders van Pakhuis de Zwijger (via Stadsherstel); — Search. 5. Is het college van plan een vervolg te maken op het Amsterdamse duurzaamheidsprogramma 2011-2014, en indien dat het geval is, overeenkomstig het coalitieakkoord (blz. 27), de ambitie ten aanzien van lokale zonne-energie uit de Zonvisie conform het initiatiefvoorstel van het voormalig raadslid de heer Manuel en de resultaten van de ‘pilots’ op Pakhuis de Zwijger en de Amstelkerk daarin aandacht te besteden aan het verduurzamen van monumenten? Antwoord: Het College stelt eind dit jaar een Agenda Duurzaamheid vast. Het verduurzamen van monumenten, deregulering en de ambitie van de Zonvisie zullen in deze agenda worden meegenomen. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 5 X Gemeente Amsterdam R % Gemeenteraad Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 602 Datum akkoord 2 september 2014 Publicatiedatum 5 september 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw A.M. Bosman en de heer M.E. van den Heuvel van 5 augustus 2014 inzake zonnepanelen op monumentale panden. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstellers. Het college heeft de ambitie om in 2020 het aandeel duurzaam opgewekte energie binnen Amsterdam met 20% te laten toenemen. Zonne-energie is een belangrijke bron daarvoor. Eerder is de doelstelling vastgelegd om in 2020 160 MW zonnestroom per jaar op te wekken binnen de gemeente Amsterdam. Voor 2040 is het streefcijfer 1000 MW. Zonne-energie is een belangrijke manier voor bewoners en ondernemers om zelf voor hun elektriciteitsvoorziening te zorgen. Dat is goed voor het milieu, de energierekening en de onafhankelijkheid van Amsterdam ten opzichte van onberekenbare buitenlandse energieproducenten. Amsterdam heeft naast de ruim 8500 rijks- en gemeentelijke monumenten, ook een toenemend aantal beschermde stads- en dorpsgezichten. Het hele centrum van Amsterdam is sinds 1999 beschermd stadsgezicht en de grachtengordel behoort sinds 2010 tot het UNESCO werelderfgoed. De fractie van D66 vindt het belangrijk dat deze historische waarde wordt beschermd zodat Amsterdammers en latere generaties er nog volop van kunnen genieten en leren. De fractie van D66 kiest ook voor een schone, groene en gezonde stad. Het is van belang dat de gemeente ruimte geeft aan initiatieven die bijdragen aan nieuwe oplossingen van duurzaamheid, waarbij we openstaan kijken voor het aanpassen van geldende (verouderde) regels die verduurzaming in de weg staan, zonder dat de authenticiteit van monumenten wordt aangetast. Nu heeft de fractie van D66 begrepen dat de gemeente Amsterdam samen met De Groene Grachten, Stadsherstel en Search een pilot is gestart om zonnepanelen te plaatsen op de schuine kap van Pakhuis de Zwijger onder de naam: ‘Zon op de Zwijger’. Het betreft een zogenaamd sheddak (‘zaagtandendak’), dat een zichtlocatie is. Hieruit volgt waarschijnlijk een prijsvraag voor de aanbesteding die moet aantonen welke partij het beste zonnepanelen op een monument kan plaatsen. Dit project is benoemd als ‘pilot om uit te vinden of zonnepanelen op een monument passend zijn, in relatie tot mogelijke technische gevolgen voor het dak door aanhechting van de panelen of verstoring van het monumentale ‘daklandschap’ door het aangezicht van zonnepanelen, omdat dat er nu eenmaal anders uitziet dan dat het daklandschap eruit zag in de 17° eeuw. 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing op Gemeenteblad Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 Dit is niet het eerste monument met zonnepanelen. Sinds september 2013 liggen er zonnepanelen op het (platte) dak van de Amstelkerk. Volgens de website van Stadsherstel, die de energie van de zonnepanelen gebruikt voor het eigen kantoor dat gevestigd is in dit rijksmonument, is de vergunning verleend nadat met foto's van een proefopstelling was aangetoond dat het monument met deze ‘reversibele toepassing’ geen schade op zou lopen. Ook zijn er (slechts) een klein aantal grachtenpanden die met trekken en sleuren een vergunning kregen om zonnepanelen op hun dak te mogen plaatsen, om zodoende hun eigen elektriciteit op te kunnen wekken. Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 5 augustus 2014, beiden namens de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Wat is het effect geweest van de — inmiddels afgeronde — pilot ‘Zon op de Amstelkerk’ voor zonne-energie op andere monumenten met een plat dak en in Amsterdam? Antwoord: Als onderdeel van het initiatief Groene Grachten, in 2012 gestart door Wubbo Ockels en erop gericht om energiemaatregelen in monumentale panden te promoten, is door Stadsherstel een viertal zonnepanelen aangebracht op de Amstelkerk. Voor NV Stadsherstel betrof de Amstelkerk een eerste project waarin zij zonnepanelen heeft aangebracht op een monumentaal pand. Deze panelen zijn aangebracht op een plat dak en wel binnen de kaders van de Welstandsnota. Leerdoel: uitvinden of het technisch mogelijk (ja) en rendabel is (nee, door de lage elektriciteitsprijs die Stadsherstel betaalt omdat zij grootverbruiker is, en de te betalen leges à 1050 euro). Het effect is dat er nu 4 panelen liggen op dit monument, en dat Stadsherstel inzicht heeft gekregen in de mogelijkheden (maatwerk) voor het aanbrengen van zonnepanelen op monumenten en de business case daarvan. Er zijn overigens meer (maar niet veel) voorbeelden van monumentale panden in de stad waarop door bewoners reeds zonnepanelen zijn aangebracht. Hiervoor is een vergunning nodig van het betreffende stadsdeel. De betrokkenheid van de gemeente bij dit project van Stichting de Groene Grachten en Stadsherstel was overigens beperkt. Bureau Monumenten en Archeologie (BMA) en programmabureau Klimaat en Energie waren inhoudelijk (advies, meedenken) betrokken bij het initiatief, het stadsdeel heeft de vergunning afgegeven. 2 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing op Gemeenteblad R Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 2. Klopt het dat de gemeente Amsterdam (de Dienst Ruimtelijke Ordening en het Bureau Monumenten & Archeologie) zich heeft aangesloten bij De Groene Grachten, Stadsherstel, Stadsdeel Oost, Pakhuis de Zwijger en Search en bezig is met de nieuwe pilot ‘Zon op de Zwijger’? Wat is de huidige status van dit project en wat is de tijdsplanning van deze pilot (inclusief moment van afronding)? Antwoord: Ja. Genoemde partijen hebben gezamenlijk de pilot ‘Zon op de Zwijger’ in voorbereiding. Dit project is geïnitieerd door De Groene Grachten. Het project sluit aan bij de Amsterdamse Zonvisie ‘Burgers en Bedrijven gaan voor de zon!’ (zie ook het antwoord op vraag 3). In dit project wordt onderzocht welke mogelijkheden ‘innovatieve zonnetechnologie’ (bijvoorbeeld: andere type zonnecellen, kleur en bevestigingstechnieken) biedt voor het aanbrengen van zonnepanelen op een monumentaal dak, én hoe dit zich verhoudt tot de geldende regels. Dit project onderscheidt zich van het eerdere project van Stadsherstel in de mate van ‘innovativiteit van de technologie die gebruikt zal worden. In het eerste project werd nog gebruik gemaakt van standaard zonnepanelen. In het nieuwe project op de Zwijger gaat men op zoek naar de meest innovatieve zon-oplossing voor dit monumentale pand. Het project is als volgt opgebouwd: 1. allereerst wordt (op dit moment) de haalbaarheid onderzocht (technisch, financieel, juridisch) voor het aanbrengen van zonnepanelen op Pakhuis de Zwijger (eigendom NV Stadsherstel); 2. op basis van dit onderzoek zal NV Stadsherstel een beslissing nemen om haar dak wel of niet ter beschikking te stellen; 3. indien zij akkoord gaat zal de markt in de vorm van een prijsvraag uitgedaagd worden om met haar ‘beste’ systeem te komen; 4. het zonnesysteem van de beste inzending zal door Stadsherstel worden uitgevoerd, onder voorbehoud van een positieve vergunningsbeschikking. Volgens planning wordt de prijsvraag dit najaar bekend gemaakt (indien Stadsherstel positief beslist; stap 2) en wordt het winnende systeem (beoordeling door jury in november/december) begin 2015 geïnstalleerd. De gemeente (BMA en Programmabureau Klimaat en Energie) is als adviseur bij dit project betrokken. De Groene Grachten is project trekker. Uiteindelijke installatie van het innovatieve zonnesysteem (als de prijsvraag daadwerkelijk wordt uitgeschreven en er een goede inzending komt, die binnen de wettelijke kaders past) wordt door Stadsherstel geregeld en gedekt. Stadsherstel vraagt daar mogelijk financiering voor aan in de laatste tender van het Amsterdams Investeringsfonds. 3 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing op Gemeenteblad R Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 3. Deelt het college de mening van de fractie van D66 over het belang van verduurzaming en eventueel aanpassen van regels om nieuwe oplossingen van duurzaamheid mogelijk te maken? Zo ja, welke leerpunten zijn/worden opgesteld ten aanzien van de pilot voor het sheddak van Pakhuis de Zwijger? En welke leerpunten waren opgesteld voor het platte dak van de Amstelkerk? Zo nee, waarom niet en hoe denkt het college dan de ambitie zoals geformuleerd in de Zonvisie 2013 te halen? Antwoord: Het College onderschrijft de mening van de fractie van D66 dat verduurzaming van de bestaande stad van groot belang is en onderstreept dat in het coalitieakkoord ‘Amsterdam is van iedereen’. Zij werkt o.a. aan de doelstelling dat in 2020 20% meer duurzame energie wordt geproduceerd dan nu het geval is. Zonne-energie in de bestaande stad draagt daar aan bij. Om dit te realiseren kan het nodig zijn om bestaande regels aan te passen, of met het Rijk in gesprek te gaan wanneer de bevoegdheid niet bij de gemeente ligt. Aanpassing van regels kan bijvoorbeeld nodig zijn in de situatie waarin regels, maatschappelijke wensen, en toegenomen mogelijkheden door nieuwe (technologische}oplossingen, niet meer met elkaar in overeenstemming zijn. In het collegeprogramma is daarover afgesproken dat “we de regels voor het duurzaam aanpassen van gebouwen [gaan] versimpelen, bijvoorbeeld op het gebied van de teruglevering van energie en het gezamenlijk gebruik van daken voor zonnepanelen”. Daarbij dient het college uiteraard wel te opereren binnen de kaders van de landelijke wet- en regelgeving. Het College is daarnaast van mening dat de energietransitie alleen plaatsvindt als duurzaamheidsprojecten schaal krijgen. Daarvoor is het van belang dat wordt gewerkt aan opschaalbaarheid en kopieerbaarheid van oplossingen. De leerpunten die de pilot ‘Zon op de Zwijger’ op zal leveren zijn: — voorbeeldfunctie: onderzoeken en laten zien hoe een nieuwe zonnetechnologie mogelijk is op een monumentaal dak, waar dat met conventionele panelen niet haalbaar/wenselijk is; — kennisontwikkeling (bij overheid en markt) ten aanzien van technische mogelijkheden van zonne-energie; — onderzoeken hoe het vigerende welstandskader zich verhoudt tot innovatieve zon technologieën. Deze leerpunten zijn vooraf besproken met de projectpartners. Voor het project Amstelkerk waren geen leerpunten geformuleerd vanuit de gemeente, omdat de betrokkenheid beperkt was. Het pilotproject Zon op de Zwijger levert input voor het evalueren van de regels en draagt bij aan de uitvoering van het deel van de Zonvisie dat daarover gaat. In de Zonvisie zijn 8 programmalijnen opgenomen waarlangs de gemeente de toepassing van zonne-energie door burgers en bedrijven stimuleert. In lijn 7 (activiteit # 21) is opgenomen dat regelgeving periodiek tegen het licht wordt gehouden om te zien of deze (nog) in lijn is met de stand der techniek op het gebied van o.a. zonnesystemen. 4 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing op Gemeenteblad Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 4. Onder welke criteria zou het college de resultaten van de pilot “Zon op de Zwijger’ als een succes beoordelen? Wanneer vindt die beoordeling plaats en welke Amsterdamse stakeholders zijn hierbij betrokken? Antwoord: Het project ‘Zon op de Zwijger’ wordt als succes beschouwd als: 1. de prijsvraag een inzending oplevert die een goede technische oplossing biedt voor dit specifieke monumentale dak. Een goede technische oplossing is een oplossing die aansluit bij de eisen van de pandeigenaar (stadsherstel), betaalbaar is, en die aanvaardbaar is vanuit esthetisch en historisch oogpunt en valt binnen de kaders van Welstand en Monumenten; 2. het project bijdraagt aan het vinden van een oplossing voor het aanbrengen van zonnesystemen op andere monumentale panden, nu of in de toekomst. Dit is geen hard criterium, omdat de bijdrage van één project aan een bredere maatschappelijke ontwikkeling moeilijk te meten is. Amsterdam wil echter duurzame koploper zijn, en daar hoort ook bij dat er ruimte wordt gemaakt voor innovatie; 3. het project daarnaast input levert voor de periodieke herijking van de regels conform de Zonvisie (zie het antwoord op vraag 3). De beoogde planning: zie het antwoord op vraag 2. De betrokken stakeholders zijn: — De Groene Grachten; — NV Stadsherstel; — de gemeente Amsterdam (DRO, BMA, stadsdeel Centrum); — Uuurders van Pakhuis de Zwijger (via Stadsherstel); — Search. 5. Is het college van plan een vervolg te maken op het Amsterdamse duurzaamheidsprogramma 2011-2014, en indien dat het geval is, overeenkomstig het coalitieakkoord (blz. 27), de ambitie ten aanzien van lokale zonne-energie uit de Zonvisie conform het initiatiefvoorstel van het voormalig raadslid de heer Manuel en de resultaten van de ‘pilots’ op Pakhuis de Zwijger en de Amstelkerk daarin aandacht te besteden aan het verduurzamen van monumenten? Antwoord: Het College stelt eind dit jaar een Agenda Duurzaamheid vast. Het verduurzamen van monumenten, deregulering en de ambitie van de Zonvisie zullen in deze agenda worden meegenomen. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 5 X Gemeente Amsterdam R % Gemeenteraad Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 602 Datum akkoord 2 september 2014 Publicatiedatum 5 september 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw A.M. Bosman en de heer M.E. van den Heuvel van 5 augustus 2014 inzake zonnepanelen op monumentale panden. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstellers. Het college heeft de ambitie om in 2020 het aandeel duurzaam opgewekte energie binnen Amsterdam met 20% te laten toenemen. Zonne-energie is een belangrijke bron daarvoor. Eerder is de doelstelling vastgelegd om in 2020 160 MW zonnestroom per jaar op te wekken binnen de gemeente Amsterdam. Voor 2040 is het streefcijfer 1000 MW. Zonne-energie is een belangrijke manier voor bewoners en ondernemers om zelf voor hun elektriciteitsvoorziening te zorgen. Dat is goed voor het milieu, de energierekening en de onafhankelijkheid van Amsterdam ten opzichte van onberekenbare buitenlandse energieproducenten. Amsterdam heeft naast de ruim 8500 rijks- en gemeentelijke monumenten, ook een toenemend aantal beschermde stads- en dorpsgezichten. Het hele centrum van Amsterdam is sinds 1999 beschermd stadsgezicht en de grachtengordel behoort sinds 2010 tot het UNESCO werelderfgoed. De fractie van D66 vindt het belangrijk dat deze historische waarde wordt beschermd zodat Amsterdammers en latere generaties er nog volop van kunnen genieten en leren. De fractie van D66 kiest ook voor een schone, groene en gezonde stad. Het is van belang dat de gemeente ruimte geeft aan initiatieven die bijdragen aan nieuwe oplossingen van duurzaamheid, waarbij we openstaan kijken voor het aanpassen van geldende (verouderde) regels die verduurzaming in de weg staan, zonder dat de authenticiteit van monumenten wordt aangetast. Nu heeft de fractie van D66 begrepen dat de gemeente Amsterdam samen met De Groene Grachten, Stadsherstel en Search een pilot is gestart om zonnepanelen te plaatsen op de schuine kap van Pakhuis de Zwijger onder de naam: ‘Zon op de Zwijger’. Het betreft een zogenaamd sheddak (‘zaagtandendak’), dat een zichtlocatie is. Hieruit volgt waarschijnlijk een prijsvraag voor de aanbesteding die moet aantonen welke partij het beste zonnepanelen op een monument kan plaatsen. Dit project is benoemd als ‘pilot om uit te vinden of zonnepanelen op een monument passend zijn, in relatie tot mogelijke technische gevolgen voor het dak door aanhechting van de panelen of verstoring van het monumentale ‘daklandschap’ door het aangezicht van zonnepanelen, omdat dat er nu eenmaal anders uitziet dan dat het daklandschap eruit zag in de 17° eeuw. 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing op Gemeenteblad Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 Dit is niet het eerste monument met zonnepanelen. Sinds september 2013 liggen er zonnepanelen op het (platte) dak van de Amstelkerk. Volgens de website van Stadsherstel, die de energie van de zonnepanelen gebruikt voor het eigen kantoor dat gevestigd is in dit rijksmonument, is de vergunning verleend nadat met foto's van een proefopstelling was aangetoond dat het monument met deze ‘reversibele toepassing’ geen schade op zou lopen. Ook zijn er (slechts) een klein aantal grachtenpanden die met trekken en sleuren een vergunning kregen om zonnepanelen op hun dak te mogen plaatsen, om zodoende hun eigen elektriciteit op te kunnen wekken. Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 5 augustus 2014, beiden namens de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Wat is het effect geweest van de — inmiddels afgeronde — pilot ‘Zon op de Amstelkerk’ voor zonne-energie op andere monumenten met een plat dak en in Amsterdam? Antwoord: Als onderdeel van het initiatief Groene Grachten, in 2012 gestart door Wubbo Ockels en erop gericht om energiemaatregelen in monumentale panden te promoten, is door Stadsherstel een viertal zonnepanelen aangebracht op de Amstelkerk. Voor NV Stadsherstel betrof de Amstelkerk een eerste project waarin zij zonnepanelen heeft aangebracht op een monumentaal pand. Deze panelen zijn aangebracht op een plat dak en wel binnen de kaders van de Welstandsnota. Leerdoel: uitvinden of het technisch mogelijk (ja) en rendabel is (nee, door de lage elektriciteitsprijs die Stadsherstel betaalt omdat zij grootverbruiker is, en de te betalen leges à 1050 euro). Het effect is dat er nu 4 panelen liggen op dit monument, en dat Stadsherstel inzicht heeft gekregen in de mogelijkheden (maatwerk) voor het aanbrengen van zonnepanelen op monumenten en de business case daarvan. Er zijn overigens meer (maar niet veel) voorbeelden van monumentale panden in de stad waarop door bewoners reeds zonnepanelen zijn aangebracht. Hiervoor is een vergunning nodig van het betreffende stadsdeel. De betrokkenheid van de gemeente bij dit project van Stichting de Groene Grachten en Stadsherstel was overigens beperkt. Bureau Monumenten en Archeologie (BMA) en programmabureau Klimaat en Energie waren inhoudelijk (advies, meedenken) betrokken bij het initiatief, het stadsdeel heeft de vergunning afgegeven. 2 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing op Gemeenteblad R Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 2. Klopt het dat de gemeente Amsterdam (de Dienst Ruimtelijke Ordening en het Bureau Monumenten & Archeologie) zich heeft aangesloten bij De Groene Grachten, Stadsherstel, Stadsdeel Oost, Pakhuis de Zwijger en Search en bezig is met de nieuwe pilot ‘Zon op de Zwijger’? Wat is de huidige status van dit project en wat is de tijdsplanning van deze pilot (inclusief moment van afronding)? Antwoord: Ja. Genoemde partijen hebben gezamenlijk de pilot ‘Zon op de Zwijger’ in voorbereiding. Dit project is geïnitieerd door De Groene Grachten. Het project sluit aan bij de Amsterdamse Zonvisie ‘Burgers en Bedrijven gaan voor de zon!’ (zie ook het antwoord op vraag 3). In dit project wordt onderzocht welke mogelijkheden ‘innovatieve zonnetechnologie’ (bijvoorbeeld: andere type zonnecellen, kleur en bevestigingstechnieken) biedt voor het aanbrengen van zonnepanelen op een monumentaal dak, én hoe dit zich verhoudt tot de geldende regels. Dit project onderscheidt zich van het eerdere project van Stadsherstel in de mate van ‘innovativiteit van de technologie die gebruikt zal worden. In het eerste project werd nog gebruik gemaakt van standaard zonnepanelen. In het nieuwe project op de Zwijger gaat men op zoek naar de meest innovatieve zon-oplossing voor dit monumentale pand. Het project is als volgt opgebouwd: 1. allereerst wordt (op dit moment) de haalbaarheid onderzocht (technisch, financieel, juridisch) voor het aanbrengen van zonnepanelen op Pakhuis de Zwijger (eigendom NV Stadsherstel); 2. op basis van dit onderzoek zal NV Stadsherstel een beslissing nemen om haar dak wel of niet ter beschikking te stellen; 3. indien zij akkoord gaat zal de markt in de vorm van een prijsvraag uitgedaagd worden om met haar ‘beste’ systeem te komen; 4. het zonnesysteem van de beste inzending zal door Stadsherstel worden uitgevoerd, onder voorbehoud van een positieve vergunningsbeschikking. Volgens planning wordt de prijsvraag dit najaar bekend gemaakt (indien Stadsherstel positief beslist; stap 2) en wordt het winnende systeem (beoordeling door jury in november/december) begin 2015 geïnstalleerd. De gemeente (BMA en Programmabureau Klimaat en Energie) is als adviseur bij dit project betrokken. De Groene Grachten is project trekker. Uiteindelijke installatie van het innovatieve zonnesysteem (als de prijsvraag daadwerkelijk wordt uitgeschreven en er een goede inzending komt, die binnen de wettelijke kaders past) wordt door Stadsherstel geregeld en gedekt. Stadsherstel vraagt daar mogelijk financiering voor aan in de laatste tender van het Amsterdams Investeringsfonds. 3 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing op Gemeenteblad R Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 3. Deelt het college de mening van de fractie van D66 over het belang van verduurzaming en eventueel aanpassen van regels om nieuwe oplossingen van duurzaamheid mogelijk te maken? Zo ja, welke leerpunten zijn/worden opgesteld ten aanzien van de pilot voor het sheddak van Pakhuis de Zwijger? En welke leerpunten waren opgesteld voor het platte dak van de Amstelkerk? Zo nee, waarom niet en hoe denkt het college dan de ambitie zoals geformuleerd in de Zonvisie 2013 te halen? Antwoord: Het College onderschrijft de mening van de fractie van D66 dat verduurzaming van de bestaande stad van groot belang is en onderstreept dat in het coalitieakkoord ‘Amsterdam is van iedereen’. Zij werkt o.a. aan de doelstelling dat in 2020 20% meer duurzame energie wordt geproduceerd dan nu het geval is. Zonne-energie in de bestaande stad draagt daar aan bij. Om dit te realiseren kan het nodig zijn om bestaande regels aan te passen, of met het Rijk in gesprek te gaan wanneer de bevoegdheid niet bij de gemeente ligt. Aanpassing van regels kan bijvoorbeeld nodig zijn in de situatie waarin regels, maatschappelijke wensen, en toegenomen mogelijkheden door nieuwe (technologische}oplossingen, niet meer met elkaar in overeenstemming zijn. In het collegeprogramma is daarover afgesproken dat “we de regels voor het duurzaam aanpassen van gebouwen [gaan] versimpelen, bijvoorbeeld op het gebied van de teruglevering van energie en het gezamenlijk gebruik van daken voor zonnepanelen”. Daarbij dient het college uiteraard wel te opereren binnen de kaders van de landelijke wet- en regelgeving. Het College is daarnaast van mening dat de energietransitie alleen plaatsvindt als duurzaamheidsprojecten schaal krijgen. Daarvoor is het van belang dat wordt gewerkt aan opschaalbaarheid en kopieerbaarheid van oplossingen. De leerpunten die de pilot ‘Zon op de Zwijger’ op zal leveren zijn: — voorbeeldfunctie: onderzoeken en laten zien hoe een nieuwe zonnetechnologie mogelijk is op een monumentaal dak, waar dat met conventionele panelen niet haalbaar/wenselijk is; — kennisontwikkeling (bij overheid en markt) ten aanzien van technische mogelijkheden van zonne-energie; — onderzoeken hoe het vigerende welstandskader zich verhoudt tot innovatieve zon technologieën. Deze leerpunten zijn vooraf besproken met de projectpartners. Voor het project Amstelkerk waren geen leerpunten geformuleerd vanuit de gemeente, omdat de betrokkenheid beperkt was. Het pilotproject Zon op de Zwijger levert input voor het evalueren van de regels en draagt bij aan de uitvoering van het deel van de Zonvisie dat daarover gaat. In de Zonvisie zijn 8 programmalijnen opgenomen waarlangs de gemeente de toepassing van zonne-energie door burgers en bedrijven stimuleert. In lijn 7 (activiteit # 21) is opgenomen dat regelgeving periodiek tegen het licht wordt gehouden om te zien of deze (nog) in lijn is met de stand der techniek op het gebied van o.a. zonnesystemen. 4 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing op Gemeenteblad Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 4. Onder welke criteria zou het college de resultaten van de pilot “Zon op de Zwijger’ als een succes beoordelen? Wanneer vindt die beoordeling plaats en welke Amsterdamse stakeholders zijn hierbij betrokken? Antwoord: Het project ‘Zon op de Zwijger’ wordt als succes beschouwd als: 1. de prijsvraag een inzending oplevert die een goede technische oplossing biedt voor dit specifieke monumentale dak. Een goede technische oplossing is een oplossing die aansluit bij de eisen van de pandeigenaar (stadsherstel), betaalbaar is, en die aanvaardbaar is vanuit esthetisch en historisch oogpunt en valt binnen de kaders van Welstand en Monumenten; 2. het project bijdraagt aan het vinden van een oplossing voor het aanbrengen van zonnesystemen op andere monumentale panden, nu of in de toekomst. Dit is geen hard criterium, omdat de bijdrage van één project aan een bredere maatschappelijke ontwikkeling moeilijk te meten is. Amsterdam wil echter duurzame koploper zijn, en daar hoort ook bij dat er ruimte wordt gemaakt voor innovatie; 3. het project daarnaast input levert voor de periodieke herijking van de regels conform de Zonvisie (zie het antwoord op vraag 3). De beoogde planning: zie het antwoord op vraag 2. De betrokken stakeholders zijn: — De Groene Grachten; — NV Stadsherstel; — de gemeente Amsterdam (DRO, BMA, stadsdeel Centrum); — Uuurders van Pakhuis de Zwijger (via Stadsherstel); — Search. 5. Is het college van plan een vervolg te maken op het Amsterdamse duurzaamheidsprogramma 2011-2014, en indien dat het geval is, overeenkomstig het coalitieakkoord (blz. 27), de ambitie ten aanzien van lokale zonne-energie uit de Zonvisie conform het initiatiefvoorstel van het voormalig raadslid de heer Manuel en de resultaten van de ‘pilots’ op Pakhuis de Zwijger en de Amstelkerk daarin aandacht te besteden aan het verduurzamen van monumenten? Antwoord: Het College stelt eind dit jaar een Agenda Duurzaamheid vast. Het verduurzamen van monumenten, deregulering en de ambitie van de Zonvisie zullen in deze agenda worden meegenomen. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 5 X Gemeente Amsterdam R % Gemeenteraad Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 602 Datum akkoord 2 september 2014 Publicatiedatum 5 september 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw A.M. Bosman en de heer M.E. van den Heuvel van 5 augustus 2014 inzake zonnepanelen op monumentale panden. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstellers. Het college heeft de ambitie om in 2020 het aandeel duurzaam opgewekte energie binnen Amsterdam met 20% te laten toenemen. Zonne-energie is een belangrijke bron daarvoor. Eerder is de doelstelling vastgelegd om in 2020 160 MW zonnestroom per jaar op te wekken binnen de gemeente Amsterdam. Voor 2040 is het streefcijfer 1000 MW. Zonne-energie is een belangrijke manier voor bewoners en ondernemers om zelf voor hun elektriciteitsvoorziening te zorgen. Dat is goed voor het milieu, de energierekening en de onafhankelijkheid van Amsterdam ten opzichte van onberekenbare buitenlandse energieproducenten. Amsterdam heeft naast de ruim 8500 rijks- en gemeentelijke monumenten, ook een toenemend aantal beschermde stads- en dorpsgezichten. Het hele centrum van Amsterdam is sinds 1999 beschermd stadsgezicht en de grachtengordel behoort sinds 2010 tot het UNESCO werelderfgoed. De fractie van D66 vindt het belangrijk dat deze historische waarde wordt beschermd zodat Amsterdammers en latere generaties er nog volop van kunnen genieten en leren. De fractie van D66 kiest ook voor een schone, groene en gezonde stad. Het is van belang dat de gemeente ruimte geeft aan initiatieven die bijdragen aan nieuwe oplossingen van duurzaamheid, waarbij we openstaan kijken voor het aanpassen van geldende (verouderde) regels die verduurzaming in de weg staan, zonder dat de authenticiteit van monumenten wordt aangetast. Nu heeft de fractie van D66 begrepen dat de gemeente Amsterdam samen met De Groene Grachten, Stadsherstel en Search een pilot is gestart om zonnepanelen te plaatsen op de schuine kap van Pakhuis de Zwijger onder de naam: ‘Zon op de Zwijger’. Het betreft een zogenaamd sheddak (‘zaagtandendak’), dat een zichtlocatie is. Hieruit volgt waarschijnlijk een prijsvraag voor de aanbesteding die moet aantonen welke partij het beste zonnepanelen op een monument kan plaatsen. Dit project is benoemd als ‘pilot om uit te vinden of zonnepanelen op een monument passend zijn, in relatie tot mogelijke technische gevolgen voor het dak door aanhechting van de panelen of verstoring van het monumentale ‘daklandschap’ door het aangezicht van zonnepanelen, omdat dat er nu eenmaal anders uitziet dan dat het daklandschap eruit zag in de 17° eeuw. 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing op Gemeenteblad Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 Dit is niet het eerste monument met zonnepanelen. Sinds september 2013 liggen er zonnepanelen op het (platte) dak van de Amstelkerk. Volgens de website van Stadsherstel, die de energie van de zonnepanelen gebruikt voor het eigen kantoor dat gevestigd is in dit rijksmonument, is de vergunning verleend nadat met foto's van een proefopstelling was aangetoond dat het monument met deze ‘reversibele toepassing’ geen schade op zou lopen. Ook zijn er (slechts) een klein aantal grachtenpanden die met trekken en sleuren een vergunning kregen om zonnepanelen op hun dak te mogen plaatsen, om zodoende hun eigen elektriciteit op te kunnen wekken. Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 5 augustus 2014, beiden namens de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Wat is het effect geweest van de — inmiddels afgeronde — pilot ‘Zon op de Amstelkerk’ voor zonne-energie op andere monumenten met een plat dak en in Amsterdam? Antwoord: Als onderdeel van het initiatief Groene Grachten, in 2012 gestart door Wubbo Ockels en erop gericht om energiemaatregelen in monumentale panden te promoten, is door Stadsherstel een viertal zonnepanelen aangebracht op de Amstelkerk. Voor NV Stadsherstel betrof de Amstelkerk een eerste project waarin zij zonnepanelen heeft aangebracht op een monumentaal pand. Deze panelen zijn aangebracht op een plat dak en wel binnen de kaders van de Welstandsnota. Leerdoel: uitvinden of het technisch mogelijk (ja) en rendabel is (nee, door de lage elektriciteitsprijs die Stadsherstel betaalt omdat zij grootverbruiker is, en de te betalen leges à 1050 euro). Het effect is dat er nu 4 panelen liggen op dit monument, en dat Stadsherstel inzicht heeft gekregen in de mogelijkheden (maatwerk) voor het aanbrengen van zonnepanelen op monumenten en de business case daarvan. Er zijn overigens meer (maar niet veel) voorbeelden van monumentale panden in de stad waarop door bewoners reeds zonnepanelen zijn aangebracht. Hiervoor is een vergunning nodig van het betreffende stadsdeel. De betrokkenheid van de gemeente bij dit project van Stichting de Groene Grachten en Stadsherstel was overigens beperkt. Bureau Monumenten en Archeologie (BMA) en programmabureau Klimaat en Energie waren inhoudelijk (advies, meedenken) betrokken bij het initiatief, het stadsdeel heeft de vergunning afgegeven. 2 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing op Gemeenteblad R Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 2. Klopt het dat de gemeente Amsterdam (de Dienst Ruimtelijke Ordening en het Bureau Monumenten & Archeologie) zich heeft aangesloten bij De Groene Grachten, Stadsherstel, Stadsdeel Oost, Pakhuis de Zwijger en Search en bezig is met de nieuwe pilot ‘Zon op de Zwijger’? Wat is de huidige status van dit project en wat is de tijdsplanning van deze pilot (inclusief moment van afronding)? Antwoord: Ja. Genoemde partijen hebben gezamenlijk de pilot ‘Zon op de Zwijger’ in voorbereiding. Dit project is geïnitieerd door De Groene Grachten. Het project sluit aan bij de Amsterdamse Zonvisie ‘Burgers en Bedrijven gaan voor de zon!’ (zie ook het antwoord op vraag 3). In dit project wordt onderzocht welke mogelijkheden ‘innovatieve zonnetechnologie’ (bijvoorbeeld: andere type zonnecellen, kleur en bevestigingstechnieken) biedt voor het aanbrengen van zonnepanelen op een monumentaal dak, én hoe dit zich verhoudt tot de geldende regels. Dit project onderscheidt zich van het eerdere project van Stadsherstel in de mate van ‘innovativiteit van de technologie die gebruikt zal worden. In het eerste project werd nog gebruik gemaakt van standaard zonnepanelen. In het nieuwe project op de Zwijger gaat men op zoek naar de meest innovatieve zon-oplossing voor dit monumentale pand. Het project is als volgt opgebouwd: 1. allereerst wordt (op dit moment) de haalbaarheid onderzocht (technisch, financieel, juridisch) voor het aanbrengen van zonnepanelen op Pakhuis de Zwijger (eigendom NV Stadsherstel); 2. op basis van dit onderzoek zal NV Stadsherstel een beslissing nemen om haar dak wel of niet ter beschikking te stellen; 3. indien zij akkoord gaat zal de markt in de vorm van een prijsvraag uitgedaagd worden om met haar ‘beste’ systeem te komen; 4. het zonnesysteem van de beste inzending zal door Stadsherstel worden uitgevoerd, onder voorbehoud van een positieve vergunningsbeschikking. Volgens planning wordt de prijsvraag dit najaar bekend gemaakt (indien Stadsherstel positief beslist; stap 2) en wordt het winnende systeem (beoordeling door jury in november/december) begin 2015 geïnstalleerd. De gemeente (BMA en Programmabureau Klimaat en Energie) is als adviseur bij dit project betrokken. De Groene Grachten is project trekker. Uiteindelijke installatie van het innovatieve zonnesysteem (als de prijsvraag daadwerkelijk wordt uitgeschreven en er een goede inzending komt, die binnen de wettelijke kaders past) wordt door Stadsherstel geregeld en gedekt. Stadsherstel vraagt daar mogelijk financiering voor aan in de laatste tender van het Amsterdams Investeringsfonds. 3 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing op Gemeenteblad R Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 3. Deelt het college de mening van de fractie van D66 over het belang van verduurzaming en eventueel aanpassen van regels om nieuwe oplossingen van duurzaamheid mogelijk te maken? Zo ja, welke leerpunten zijn/worden opgesteld ten aanzien van de pilot voor het sheddak van Pakhuis de Zwijger? En welke leerpunten waren opgesteld voor het platte dak van de Amstelkerk? Zo nee, waarom niet en hoe denkt het college dan de ambitie zoals geformuleerd in de Zonvisie 2013 te halen? Antwoord: Het College onderschrijft de mening van de fractie van D66 dat verduurzaming van de bestaande stad van groot belang is en onderstreept dat in het coalitieakkoord ‘Amsterdam is van iedereen’. Zij werkt o.a. aan de doelstelling dat in 2020 20% meer duurzame energie wordt geproduceerd dan nu het geval is. Zonne-energie in de bestaande stad draagt daar aan bij. Om dit te realiseren kan het nodig zijn om bestaande regels aan te passen, of met het Rijk in gesprek te gaan wanneer de bevoegdheid niet bij de gemeente ligt. Aanpassing van regels kan bijvoorbeeld nodig zijn in de situatie waarin regels, maatschappelijke wensen, en toegenomen mogelijkheden door nieuwe (technologische}oplossingen, niet meer met elkaar in overeenstemming zijn. In het collegeprogramma is daarover afgesproken dat “we de regels voor het duurzaam aanpassen van gebouwen [gaan] versimpelen, bijvoorbeeld op het gebied van de teruglevering van energie en het gezamenlijk gebruik van daken voor zonnepanelen”. Daarbij dient het college uiteraard wel te opereren binnen de kaders van de landelijke wet- en regelgeving. Het College is daarnaast van mening dat de energietransitie alleen plaatsvindt als duurzaamheidsprojecten schaal krijgen. Daarvoor is het van belang dat wordt gewerkt aan opschaalbaarheid en kopieerbaarheid van oplossingen. De leerpunten die de pilot ‘Zon op de Zwijger’ op zal leveren zijn: — voorbeeldfunctie: onderzoeken en laten zien hoe een nieuwe zonnetechnologie mogelijk is op een monumentaal dak, waar dat met conventionele panelen niet haalbaar/wenselijk is; — kennisontwikkeling (bij overheid en markt) ten aanzien van technische mogelijkheden van zonne-energie; — onderzoeken hoe het vigerende welstandskader zich verhoudt tot innovatieve zon technologieën. Deze leerpunten zijn vooraf besproken met de projectpartners. Voor het project Amstelkerk waren geen leerpunten geformuleerd vanuit de gemeente, omdat de betrokkenheid beperkt was. Het pilotproject Zon op de Zwijger levert input voor het evalueren van de regels en draagt bij aan de uitvoering van het deel van de Zonvisie dat daarover gaat. In de Zonvisie zijn 8 programmalijnen opgenomen waarlangs de gemeente de toepassing van zonne-energie door burgers en bedrijven stimuleert. In lijn 7 (activiteit # 21) is opgenomen dat regelgeving periodiek tegen het licht wordt gehouden om te zien of deze (nog) in lijn is met de stand der techniek op het gebied van o.a. zonnesystemen. 4 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing op Gemeenteblad Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 4. Onder welke criteria zou het college de resultaten van de pilot “Zon op de Zwijger’ als een succes beoordelen? Wanneer vindt die beoordeling plaats en welke Amsterdamse stakeholders zijn hierbij betrokken? Antwoord: Het project ‘Zon op de Zwijger’ wordt als succes beschouwd als: 1. de prijsvraag een inzending oplevert die een goede technische oplossing biedt voor dit specifieke monumentale dak. Een goede technische oplossing is een oplossing die aansluit bij de eisen van de pandeigenaar (stadsherstel), betaalbaar is, en die aanvaardbaar is vanuit esthetisch en historisch oogpunt en valt binnen de kaders van Welstand en Monumenten; 2. het project bijdraagt aan het vinden van een oplossing voor het aanbrengen van zonnesystemen op andere monumentale panden, nu of in de toekomst. Dit is geen hard criterium, omdat de bijdrage van één project aan een bredere maatschappelijke ontwikkeling moeilijk te meten is. Amsterdam wil echter duurzame koploper zijn, en daar hoort ook bij dat er ruimte wordt gemaakt voor innovatie; 3. het project daarnaast input levert voor de periodieke herijking van de regels conform de Zonvisie (zie het antwoord op vraag 3). De beoogde planning: zie het antwoord op vraag 2. De betrokken stakeholders zijn: — De Groene Grachten; — NV Stadsherstel; — de gemeente Amsterdam (DRO, BMA, stadsdeel Centrum); — Uuurders van Pakhuis de Zwijger (via Stadsherstel); — Search. 5. Is het college van plan een vervolg te maken op het Amsterdamse duurzaamheidsprogramma 2011-2014, en indien dat het geval is, overeenkomstig het coalitieakkoord (blz. 27), de ambitie ten aanzien van lokale zonne-energie uit de Zonvisie conform het initiatiefvoorstel van het voormalig raadslid de heer Manuel en de resultaten van de ‘pilots’ op Pakhuis de Zwijger en de Amstelkerk daarin aandacht te besteden aan het verduurzamen van monumenten? Antwoord: Het College stelt eind dit jaar een Agenda Duurzaamheid vast. Het verduurzamen van monumenten, deregulering en de ambitie van de Zonvisie zullen in deze agenda worden meegenomen. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 5 X Gemeente Amsterdam R % Gemeenteraad Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 602 Datum akkoord 2 september 2014 Publicatiedatum 5 september 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw A.M. Bosman en de heer M.E. van den Heuvel van 5 augustus 2014 inzake zonnepanelen op monumentale panden. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstellers. Het college heeft de ambitie om in 2020 het aandeel duurzaam opgewekte energie binnen Amsterdam met 20% te laten toenemen. Zonne-energie is een belangrijke bron daarvoor. Eerder is de doelstelling vastgelegd om in 2020 160 MW zonnestroom per jaar op te wekken binnen de gemeente Amsterdam. Voor 2040 is het streefcijfer 1000 MW. Zonne-energie is een belangrijke manier voor bewoners en ondernemers om zelf voor hun elektriciteitsvoorziening te zorgen. Dat is goed voor het milieu, de energierekening en de onafhankelijkheid van Amsterdam ten opzichte van onberekenbare buitenlandse energieproducenten. Amsterdam heeft naast de ruim 8500 rijks- en gemeentelijke monumenten, ook een toenemend aantal beschermde stads- en dorpsgezichten. Het hele centrum van Amsterdam is sinds 1999 beschermd stadsgezicht en de grachtengordel behoort sinds 2010 tot het UNESCO werelderfgoed. De fractie van D66 vindt het belangrijk dat deze historische waarde wordt beschermd zodat Amsterdammers en latere generaties er nog volop van kunnen genieten en leren. De fractie van D66 kiest ook voor een schone, groene en gezonde stad. Het is van belang dat de gemeente ruimte geeft aan initiatieven die bijdragen aan nieuwe oplossingen van duurzaamheid, waarbij we openstaan kijken voor het aanpassen van geldende (verouderde) regels die verduurzaming in de weg staan, zonder dat de authenticiteit van monumenten wordt aangetast. Nu heeft de fractie van D66 begrepen dat de gemeente Amsterdam samen met De Groene Grachten, Stadsherstel en Search een pilot is gestart om zonnepanelen te plaatsen op de schuine kap van Pakhuis de Zwijger onder de naam: ‘Zon op de Zwijger’. Het betreft een zogenaamd sheddak (‘zaagtandendak’), dat een zichtlocatie is. Hieruit volgt waarschijnlijk een prijsvraag voor de aanbesteding die moet aantonen welke partij het beste zonnepanelen op een monument kan plaatsen. Dit project is benoemd als ‘pilot om uit te vinden of zonnepanelen op een monument passend zijn, in relatie tot mogelijke technische gevolgen voor het dak door aanhechting van de panelen of verstoring van het monumentale ‘daklandschap’ door het aangezicht van zonnepanelen, omdat dat er nu eenmaal anders uitziet dan dat het daklandschap eruit zag in de 17° eeuw. 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing op Gemeenteblad Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 Dit is niet het eerste monument met zonnepanelen. Sinds september 2013 liggen er zonnepanelen op het (platte) dak van de Amstelkerk. Volgens de website van Stadsherstel, die de energie van de zonnepanelen gebruikt voor het eigen kantoor dat gevestigd is in dit rijksmonument, is de vergunning verleend nadat met foto's van een proefopstelling was aangetoond dat het monument met deze ‘reversibele toepassing’ geen schade op zou lopen. Ook zijn er (slechts) een klein aantal grachtenpanden die met trekken en sleuren een vergunning kregen om zonnepanelen op hun dak te mogen plaatsen, om zodoende hun eigen elektriciteit op te kunnen wekken. Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 5 augustus 2014, beiden namens de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Wat is het effect geweest van de — inmiddels afgeronde — pilot ‘Zon op de Amstelkerk’ voor zonne-energie op andere monumenten met een plat dak en in Amsterdam? Antwoord: Als onderdeel van het initiatief Groene Grachten, in 2012 gestart door Wubbo Ockels en erop gericht om energiemaatregelen in monumentale panden te promoten, is door Stadsherstel een viertal zonnepanelen aangebracht op de Amstelkerk. Voor NV Stadsherstel betrof de Amstelkerk een eerste project waarin zij zonnepanelen heeft aangebracht op een monumentaal pand. Deze panelen zijn aangebracht op een plat dak en wel binnen de kaders van de Welstandsnota. Leerdoel: uitvinden of het technisch mogelijk (ja) en rendabel is (nee, door de lage elektriciteitsprijs die Stadsherstel betaalt omdat zij grootverbruiker is, en de te betalen leges à 1050 euro). Het effect is dat er nu 4 panelen liggen op dit monument, en dat Stadsherstel inzicht heeft gekregen in de mogelijkheden (maatwerk) voor het aanbrengen van zonnepanelen op monumenten en de business case daarvan. Er zijn overigens meer (maar niet veel) voorbeelden van monumentale panden in de stad waarop door bewoners reeds zonnepanelen zijn aangebracht. Hiervoor is een vergunning nodig van het betreffende stadsdeel. De betrokkenheid van de gemeente bij dit project van Stichting de Groene Grachten en Stadsherstel was overigens beperkt. Bureau Monumenten en Archeologie (BMA) en programmabureau Klimaat en Energie waren inhoudelijk (advies, meedenken) betrokken bij het initiatief, het stadsdeel heeft de vergunning afgegeven. 2 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing op Gemeenteblad R Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 2. Klopt het dat de gemeente Amsterdam (de Dienst Ruimtelijke Ordening en het Bureau Monumenten & Archeologie) zich heeft aangesloten bij De Groene Grachten, Stadsherstel, Stadsdeel Oost, Pakhuis de Zwijger en Search en bezig is met de nieuwe pilot ‘Zon op de Zwijger’? Wat is de huidige status van dit project en wat is de tijdsplanning van deze pilot (inclusief moment van afronding)? Antwoord: Ja. Genoemde partijen hebben gezamenlijk de pilot ‘Zon op de Zwijger’ in voorbereiding. Dit project is geïnitieerd door De Groene Grachten. Het project sluit aan bij de Amsterdamse Zonvisie ‘Burgers en Bedrijven gaan voor de zon!’ (zie ook het antwoord op vraag 3). In dit project wordt onderzocht welke mogelijkheden ‘innovatieve zonnetechnologie’ (bijvoorbeeld: andere type zonnecellen, kleur en bevestigingstechnieken) biedt voor het aanbrengen van zonnepanelen op een monumentaal dak, én hoe dit zich verhoudt tot de geldende regels. Dit project onderscheidt zich van het eerdere project van Stadsherstel in de mate van ‘innovativiteit van de technologie die gebruikt zal worden. In het eerste project werd nog gebruik gemaakt van standaard zonnepanelen. In het nieuwe project op de Zwijger gaat men op zoek naar de meest innovatieve zon-oplossing voor dit monumentale pand. Het project is als volgt opgebouwd: 1. allereerst wordt (op dit moment) de haalbaarheid onderzocht (technisch, financieel, juridisch) voor het aanbrengen van zonnepanelen op Pakhuis de Zwijger (eigendom NV Stadsherstel); 2. op basis van dit onderzoek zal NV Stadsherstel een beslissing nemen om haar dak wel of niet ter beschikking te stellen; 3. indien zij akkoord gaat zal de markt in de vorm van een prijsvraag uitgedaagd worden om met haar ‘beste’ systeem te komen; 4. het zonnesysteem van de beste inzending zal door Stadsherstel worden uitgevoerd, onder voorbehoud van een positieve vergunningsbeschikking. Volgens planning wordt de prijsvraag dit najaar bekend gemaakt (indien Stadsherstel positief beslist; stap 2) en wordt het winnende systeem (beoordeling door jury in november/december) begin 2015 geïnstalleerd. De gemeente (BMA en Programmabureau Klimaat en Energie) is als adviseur bij dit project betrokken. De Groene Grachten is project trekker. Uiteindelijke installatie van het innovatieve zonnesysteem (als de prijsvraag daadwerkelijk wordt uitgeschreven en er een goede inzending komt, die binnen de wettelijke kaders past) wordt door Stadsherstel geregeld en gedekt. Stadsherstel vraagt daar mogelijk financiering voor aan in de laatste tender van het Amsterdams Investeringsfonds. 3 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing op Gemeenteblad R Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 3. Deelt het college de mening van de fractie van D66 over het belang van verduurzaming en eventueel aanpassen van regels om nieuwe oplossingen van duurzaamheid mogelijk te maken? Zo ja, welke leerpunten zijn/worden opgesteld ten aanzien van de pilot voor het sheddak van Pakhuis de Zwijger? En welke leerpunten waren opgesteld voor het platte dak van de Amstelkerk? Zo nee, waarom niet en hoe denkt het college dan de ambitie zoals geformuleerd in de Zonvisie 2013 te halen? Antwoord: Het College onderschrijft de mening van de fractie van D66 dat verduurzaming van de bestaande stad van groot belang is en onderstreept dat in het coalitieakkoord ‘Amsterdam is van iedereen’. Zij werkt o.a. aan de doelstelling dat in 2020 20% meer duurzame energie wordt geproduceerd dan nu het geval is. Zonne-energie in de bestaande stad draagt daar aan bij. Om dit te realiseren kan het nodig zijn om bestaande regels aan te passen, of met het Rijk in gesprek te gaan wanneer de bevoegdheid niet bij de gemeente ligt. Aanpassing van regels kan bijvoorbeeld nodig zijn in de situatie waarin regels, maatschappelijke wensen, en toegenomen mogelijkheden door nieuwe (technologische}oplossingen, niet meer met elkaar in overeenstemming zijn. In het collegeprogramma is daarover afgesproken dat “we de regels voor het duurzaam aanpassen van gebouwen [gaan] versimpelen, bijvoorbeeld op het gebied van de teruglevering van energie en het gezamenlijk gebruik van daken voor zonnepanelen”. Daarbij dient het college uiteraard wel te opereren binnen de kaders van de landelijke wet- en regelgeving. Het College is daarnaast van mening dat de energietransitie alleen plaatsvindt als duurzaamheidsprojecten schaal krijgen. Daarvoor is het van belang dat wordt gewerkt aan opschaalbaarheid en kopieerbaarheid van oplossingen. De leerpunten die de pilot ‘Zon op de Zwijger’ op zal leveren zijn: — voorbeeldfunctie: onderzoeken en laten zien hoe een nieuwe zonnetechnologie mogelijk is op een monumentaal dak, waar dat met conventionele panelen niet haalbaar/wenselijk is; — kennisontwikkeling (bij overheid en markt) ten aanzien van technische mogelijkheden van zonne-energie; — onderzoeken hoe het vigerende welstandskader zich verhoudt tot innovatieve zon technologieën. Deze leerpunten zijn vooraf besproken met de projectpartners. Voor het project Amstelkerk waren geen leerpunten geformuleerd vanuit de gemeente, omdat de betrokkenheid beperkt was. Het pilotproject Zon op de Zwijger levert input voor het evalueren van de regels en draagt bij aan de uitvoering van het deel van de Zonvisie dat daarover gaat. In de Zonvisie zijn 8 programmalijnen opgenomen waarlangs de gemeente de toepassing van zonne-energie door burgers en bedrijven stimuleert. In lijn 7 (activiteit # 21) is opgenomen dat regelgeving periodiek tegen het licht wordt gehouden om te zien of deze (nog) in lijn is met de stand der techniek op het gebied van o.a. zonnesystemen. 4 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing op Gemeenteblad Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 4. Onder welke criteria zou het college de resultaten van de pilot “Zon op de Zwijger’ als een succes beoordelen? Wanneer vindt die beoordeling plaats en welke Amsterdamse stakeholders zijn hierbij betrokken? Antwoord: Het project ‘Zon op de Zwijger’ wordt als succes beschouwd als: 1. de prijsvraag een inzending oplevert die een goede technische oplossing biedt voor dit specifieke monumentale dak. Een goede technische oplossing is een oplossing die aansluit bij de eisen van de pandeigenaar (stadsherstel), betaalbaar is, en die aanvaardbaar is vanuit esthetisch en historisch oogpunt en valt binnen de kaders van Welstand en Monumenten; 2. het project bijdraagt aan het vinden van een oplossing voor het aanbrengen van zonnesystemen op andere monumentale panden, nu of in de toekomst. Dit is geen hard criterium, omdat de bijdrage van één project aan een bredere maatschappelijke ontwikkeling moeilijk te meten is. Amsterdam wil echter duurzame koploper zijn, en daar hoort ook bij dat er ruimte wordt gemaakt voor innovatie; 3. het project daarnaast input levert voor de periodieke herijking van de regels conform de Zonvisie (zie het antwoord op vraag 3). De beoogde planning: zie het antwoord op vraag 2. De betrokken stakeholders zijn: — De Groene Grachten; — NV Stadsherstel; — de gemeente Amsterdam (DRO, BMA, stadsdeel Centrum); — Uuurders van Pakhuis de Zwijger (via Stadsherstel); — Search. 5. Is het college van plan een vervolg te maken op het Amsterdamse duurzaamheidsprogramma 2011-2014, en indien dat het geval is, overeenkomstig het coalitieakkoord (blz. 27), de ambitie ten aanzien van lokale zonne-energie uit de Zonvisie conform het initiatiefvoorstel van het voormalig raadslid de heer Manuel en de resultaten van de ‘pilots’ op Pakhuis de Zwijger en de Amstelkerk daarin aandacht te besteden aan het verduurzamen van monumenten? Antwoord: Het College stelt eind dit jaar een Agenda Duurzaamheid vast. Het verduurzamen van monumenten, deregulering en de ambitie van de Zonvisie zullen in deze agenda worden meegenomen. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 5 X Gemeente Amsterdam R % Gemeenteraad Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 602 Datum akkoord 2 september 2014 Publicatiedatum 5 september 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw A.M. Bosman en de heer M.E. van den Heuvel van 5 augustus 2014 inzake zonnepanelen op monumentale panden. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstellers. Het college heeft de ambitie om in 2020 het aandeel duurzaam opgewekte energie binnen Amsterdam met 20% te laten toenemen. Zonne-energie is een belangrijke bron daarvoor. Eerder is de doelstelling vastgelegd om in 2020 160 MW zonnestroom per jaar op te wekken binnen de gemeente Amsterdam. Voor 2040 is het streefcijfer 1000 MW. Zonne-energie is een belangrijke manier voor bewoners en ondernemers om zelf voor hun elektriciteitsvoorziening te zorgen. Dat is goed voor het milieu, de energierekening en de onafhankelijkheid van Amsterdam ten opzichte van onberekenbare buitenlandse energieproducenten. Amsterdam heeft naast de ruim 8500 rijks- en gemeentelijke monumenten, ook een toenemend aantal beschermde stads- en dorpsgezichten. Het hele centrum van Amsterdam is sinds 1999 beschermd stadsgezicht en de grachtengordel behoort sinds 2010 tot het UNESCO werelderfgoed. De fractie van D66 vindt het belangrijk dat deze historische waarde wordt beschermd zodat Amsterdammers en latere generaties er nog volop van kunnen genieten en leren. De fractie van D66 kiest ook voor een schone, groene en gezonde stad. Het is van belang dat de gemeente ruimte geeft aan initiatieven die bijdragen aan nieuwe oplossingen van duurzaamheid, waarbij we openstaan kijken voor het aanpassen van geldende (verouderde) regels die verduurzaming in de weg staan, zonder dat de authenticiteit van monumenten wordt aangetast. Nu heeft de fractie van D66 begrepen dat de gemeente Amsterdam samen met De Groene Grachten, Stadsherstel en Search een pilot is gestart om zonnepanelen te plaatsen op de schuine kap van Pakhuis de Zwijger onder de naam: ‘Zon op de Zwijger’. Het betreft een zogenaamd sheddak (‘zaagtandendak’), dat een zichtlocatie is. Hieruit volgt waarschijnlijk een prijsvraag voor de aanbesteding die moet aantonen welke partij het beste zonnepanelen op een monument kan plaatsen. Dit project is benoemd als ‘pilot om uit te vinden of zonnepanelen op een monument passend zijn, in relatie tot mogelijke technische gevolgen voor het dak door aanhechting van de panelen of verstoring van het monumentale ‘daklandschap’ door het aangezicht van zonnepanelen, omdat dat er nu eenmaal anders uitziet dan dat het daklandschap eruit zag in de 17° eeuw. 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing op Gemeenteblad Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 Dit is niet het eerste monument met zonnepanelen. Sinds september 2013 liggen er zonnepanelen op het (platte) dak van de Amstelkerk. Volgens de website van Stadsherstel, die de energie van de zonnepanelen gebruikt voor het eigen kantoor dat gevestigd is in dit rijksmonument, is de vergunning verleend nadat met foto's van een proefopstelling was aangetoond dat het monument met deze ‘reversibele toepassing’ geen schade op zou lopen. Ook zijn er (slechts) een klein aantal grachtenpanden die met trekken en sleuren een vergunning kregen om zonnepanelen op hun dak te mogen plaatsen, om zodoende hun eigen elektriciteit op te kunnen wekken. Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 5 augustus 2014, beiden namens de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Wat is het effect geweest van de — inmiddels afgeronde — pilot ‘Zon op de Amstelkerk’ voor zonne-energie op andere monumenten met een plat dak en in Amsterdam? Antwoord: Als onderdeel van het initiatief Groene Grachten, in 2012 gestart door Wubbo Ockels en erop gericht om energiemaatregelen in monumentale panden te promoten, is door Stadsherstel een viertal zonnepanelen aangebracht op de Amstelkerk. Voor NV Stadsherstel betrof de Amstelkerk een eerste project waarin zij zonnepanelen heeft aangebracht op een monumentaal pand. Deze panelen zijn aangebracht op een plat dak en wel binnen de kaders van de Welstandsnota. Leerdoel: uitvinden of het technisch mogelijk (ja) en rendabel is (nee, door de lage elektriciteitsprijs die Stadsherstel betaalt omdat zij grootverbruiker is, en de te betalen leges à 1050 euro). Het effect is dat er nu 4 panelen liggen op dit monument, en dat Stadsherstel inzicht heeft gekregen in de mogelijkheden (maatwerk) voor het aanbrengen van zonnepanelen op monumenten en de business case daarvan. Er zijn overigens meer (maar niet veel) voorbeelden van monumentale panden in de stad waarop door bewoners reeds zonnepanelen zijn aangebracht. Hiervoor is een vergunning nodig van het betreffende stadsdeel. De betrokkenheid van de gemeente bij dit project van Stichting de Groene Grachten en Stadsherstel was overigens beperkt. Bureau Monumenten en Archeologie (BMA) en programmabureau Klimaat en Energie waren inhoudelijk (advies, meedenken) betrokken bij het initiatief, het stadsdeel heeft de vergunning afgegeven. 2 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing op Gemeenteblad R Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 2. Klopt het dat de gemeente Amsterdam (de Dienst Ruimtelijke Ordening en het Bureau Monumenten & Archeologie) zich heeft aangesloten bij De Groene Grachten, Stadsherstel, Stadsdeel Oost, Pakhuis de Zwijger en Search en bezig is met de nieuwe pilot ‘Zon op de Zwijger’? Wat is de huidige status van dit project en wat is de tijdsplanning van deze pilot (inclusief moment van afronding)? Antwoord: Ja. Genoemde partijen hebben gezamenlijk de pilot ‘Zon op de Zwijger’ in voorbereiding. Dit project is geïnitieerd door De Groene Grachten. Het project sluit aan bij de Amsterdamse Zonvisie ‘Burgers en Bedrijven gaan voor de zon!’ (zie ook het antwoord op vraag 3). In dit project wordt onderzocht welke mogelijkheden ‘innovatieve zonnetechnologie’ (bijvoorbeeld: andere type zonnecellen, kleur en bevestigingstechnieken) biedt voor het aanbrengen van zonnepanelen op een monumentaal dak, én hoe dit zich verhoudt tot de geldende regels. Dit project onderscheidt zich van het eerdere project van Stadsherstel in de mate van ‘innovativiteit van de technologie die gebruikt zal worden. In het eerste project werd nog gebruik gemaakt van standaard zonnepanelen. In het nieuwe project op de Zwijger gaat men op zoek naar de meest innovatieve zon-oplossing voor dit monumentale pand. Het project is als volgt opgebouwd: 1. allereerst wordt (op dit moment) de haalbaarheid onderzocht (technisch, financieel, juridisch) voor het aanbrengen van zonnepanelen op Pakhuis de Zwijger (eigendom NV Stadsherstel); 2. op basis van dit onderzoek zal NV Stadsherstel een beslissing nemen om haar dak wel of niet ter beschikking te stellen; 3. indien zij akkoord gaat zal de markt in de vorm van een prijsvraag uitgedaagd worden om met haar ‘beste’ systeem te komen; 4. het zonnesysteem van de beste inzending zal door Stadsherstel worden uitgevoerd, onder voorbehoud van een positieve vergunningsbeschikking. Volgens planning wordt de prijsvraag dit najaar bekend gemaakt (indien Stadsherstel positief beslist; stap 2) en wordt het winnende systeem (beoordeling door jury in november/december) begin 2015 geïnstalleerd. De gemeente (BMA en Programmabureau Klimaat en Energie) is als adviseur bij dit project betrokken. De Groene Grachten is project trekker. Uiteindelijke installatie van het innovatieve zonnesysteem (als de prijsvraag daadwerkelijk wordt uitgeschreven en er een goede inzending komt, die binnen de wettelijke kaders past) wordt door Stadsherstel geregeld en gedekt. Stadsherstel vraagt daar mogelijk financiering voor aan in de laatste tender van het Amsterdams Investeringsfonds. 3 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing op Gemeenteblad R Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 3. Deelt het college de mening van de fractie van D66 over het belang van verduurzaming en eventueel aanpassen van regels om nieuwe oplossingen van duurzaamheid mogelijk te maken? Zo ja, welke leerpunten zijn/worden opgesteld ten aanzien van de pilot voor het sheddak van Pakhuis de Zwijger? En welke leerpunten waren opgesteld voor het platte dak van de Amstelkerk? Zo nee, waarom niet en hoe denkt het college dan de ambitie zoals geformuleerd in de Zonvisie 2013 te halen? Antwoord: Het College onderschrijft de mening van de fractie van D66 dat verduurzaming van de bestaande stad van groot belang is en onderstreept dat in het coalitieakkoord ‘Amsterdam is van iedereen’. Zij werkt o.a. aan de doelstelling dat in 2020 20% meer duurzame energie wordt geproduceerd dan nu het geval is. Zonne-energie in de bestaande stad draagt daar aan bij. Om dit te realiseren kan het nodig zijn om bestaande regels aan te passen, of met het Rijk in gesprek te gaan wanneer de bevoegdheid niet bij de gemeente ligt. Aanpassing van regels kan bijvoorbeeld nodig zijn in de situatie waarin regels, maatschappelijke wensen, en toegenomen mogelijkheden door nieuwe (technologische}oplossingen, niet meer met elkaar in overeenstemming zijn. In het collegeprogramma is daarover afgesproken dat “we de regels voor het duurzaam aanpassen van gebouwen [gaan] versimpelen, bijvoorbeeld op het gebied van de teruglevering van energie en het gezamenlijk gebruik van daken voor zonnepanelen”. Daarbij dient het college uiteraard wel te opereren binnen de kaders van de landelijke wet- en regelgeving. Het College is daarnaast van mening dat de energietransitie alleen plaatsvindt als duurzaamheidsprojecten schaal krijgen. Daarvoor is het van belang dat wordt gewerkt aan opschaalbaarheid en kopieerbaarheid van oplossingen. De leerpunten die de pilot ‘Zon op de Zwijger’ op zal leveren zijn: — voorbeeldfunctie: onderzoeken en laten zien hoe een nieuwe zonnetechnologie mogelijk is op een monumentaal dak, waar dat met conventionele panelen niet haalbaar/wenselijk is; — kennisontwikkeling (bij overheid en markt) ten aanzien van technische mogelijkheden van zonne-energie; — onderzoeken hoe het vigerende welstandskader zich verhoudt tot innovatieve zon technologieën. Deze leerpunten zijn vooraf besproken met de projectpartners. Voor het project Amstelkerk waren geen leerpunten geformuleerd vanuit de gemeente, omdat de betrokkenheid beperkt was. Het pilotproject Zon op de Zwijger levert input voor het evalueren van de regels en draagt bij aan de uitvoering van het deel van de Zonvisie dat daarover gaat. In de Zonvisie zijn 8 programmalijnen opgenomen waarlangs de gemeente de toepassing van zonne-energie door burgers en bedrijven stimuleert. In lijn 7 (activiteit # 21) is opgenomen dat regelgeving periodiek tegen het licht wordt gehouden om te zien of deze (nog) in lijn is met de stand der techniek op het gebied van o.a. zonnesystemen. 4 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing op Gemeenteblad Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 4. Onder welke criteria zou het college de resultaten van de pilot “Zon op de Zwijger’ als een succes beoordelen? Wanneer vindt die beoordeling plaats en welke Amsterdamse stakeholders zijn hierbij betrokken? Antwoord: Het project ‘Zon op de Zwijger’ wordt als succes beschouwd als: 1. de prijsvraag een inzending oplevert die een goede technische oplossing biedt voor dit specifieke monumentale dak. Een goede technische oplossing is een oplossing die aansluit bij de eisen van de pandeigenaar (stadsherstel), betaalbaar is, en die aanvaardbaar is vanuit esthetisch en historisch oogpunt en valt binnen de kaders van Welstand en Monumenten; 2. het project bijdraagt aan het vinden van een oplossing voor het aanbrengen van zonnesystemen op andere monumentale panden, nu of in de toekomst. Dit is geen hard criterium, omdat de bijdrage van één project aan een bredere maatschappelijke ontwikkeling moeilijk te meten is. Amsterdam wil echter duurzame koploper zijn, en daar hoort ook bij dat er ruimte wordt gemaakt voor innovatie; 3. het project daarnaast input levert voor de periodieke herijking van de regels conform de Zonvisie (zie het antwoord op vraag 3). De beoogde planning: zie het antwoord op vraag 2. De betrokken stakeholders zijn: — De Groene Grachten; — NV Stadsherstel; — de gemeente Amsterdam (DRO, BMA, stadsdeel Centrum); — Uuurders van Pakhuis de Zwijger (via Stadsherstel); — Search. 5. Is het college van plan een vervolg te maken op het Amsterdamse duurzaamheidsprogramma 2011-2014, en indien dat het geval is, overeenkomstig het coalitieakkoord (blz. 27), de ambitie ten aanzien van lokale zonne-energie uit de Zonvisie conform het initiatiefvoorstel van het voormalig raadslid de heer Manuel en de resultaten van de ‘pilots’ op Pakhuis de Zwijger en de Amstelkerk daarin aandacht te besteden aan het verduurzamen van monumenten? Antwoord: Het College stelt eind dit jaar een Agenda Duurzaamheid vast. Het verduurzamen van monumenten, deregulering en de ambitie van de Zonvisie zullen in deze agenda worden meegenomen. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 5 X Gemeente Amsterdam R % Gemeenteraad Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 602 Datum akkoord 2 september 2014 Publicatiedatum 5 september 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw A.M. Bosman en de heer M.E. van den Heuvel van 5 augustus 2014 inzake zonnepanelen op monumentale panden. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstellers. Het college heeft de ambitie om in 2020 het aandeel duurzaam opgewekte energie binnen Amsterdam met 20% te laten toenemen. Zonne-energie is een belangrijke bron daarvoor. Eerder is de doelstelling vastgelegd om in 2020 160 MW zonnestroom per jaar op te wekken binnen de gemeente Amsterdam. Voor 2040 is het streefcijfer 1000 MW. Zonne-energie is een belangrijke manier voor bewoners en ondernemers om zelf voor hun elektriciteitsvoorziening te zorgen. Dat is goed voor het milieu, de energierekening en de onafhankelijkheid van Amsterdam ten opzichte van onberekenbare buitenlandse energieproducenten. Amsterdam heeft naast de ruim 8500 rijks- en gemeentelijke monumenten, ook een toenemend aantal beschermde stads- en dorpsgezichten. Het hele centrum van Amsterdam is sinds 1999 beschermd stadsgezicht en de grachtengordel behoort sinds 2010 tot het UNESCO werelderfgoed. De fractie van D66 vindt het belangrijk dat deze historische waarde wordt beschermd zodat Amsterdammers en latere generaties er nog volop van kunnen genieten en leren. De fractie van D66 kiest ook voor een schone, groene en gezonde stad. Het is van belang dat de gemeente ruimte geeft aan initiatieven die bijdragen aan nieuwe oplossingen van duurzaamheid, waarbij we openstaan kijken voor het aanpassen van geldende (verouderde) regels die verduurzaming in de weg staan, zonder dat de authenticiteit van monumenten wordt aangetast. Nu heeft de fractie van D66 begrepen dat de gemeente Amsterdam samen met De Groene Grachten, Stadsherstel en Search een pilot is gestart om zonnepanelen te plaatsen op de schuine kap van Pakhuis de Zwijger onder de naam: ‘Zon op de Zwijger’. Het betreft een zogenaamd sheddak (‘zaagtandendak’), dat een zichtlocatie is. Hieruit volgt waarschijnlijk een prijsvraag voor de aanbesteding die moet aantonen welke partij het beste zonnepanelen op een monument kan plaatsen. Dit project is benoemd als ‘pilot om uit te vinden of zonnepanelen op een monument passend zijn, in relatie tot mogelijke technische gevolgen voor het dak door aanhechting van de panelen of verstoring van het monumentale ‘daklandschap’ door het aangezicht van zonnepanelen, omdat dat er nu eenmaal anders uitziet dan dat het daklandschap eruit zag in de 17° eeuw. 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing op Gemeenteblad Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 Dit is niet het eerste monument met zonnepanelen. Sinds september 2013 liggen er zonnepanelen op het (platte) dak van de Amstelkerk. Volgens de website van Stadsherstel, die de energie van de zonnepanelen gebruikt voor het eigen kantoor dat gevestigd is in dit rijksmonument, is de vergunning verleend nadat met foto's van een proefopstelling was aangetoond dat het monument met deze ‘reversibele toepassing’ geen schade op zou lopen. Ook zijn er (slechts) een klein aantal grachtenpanden die met trekken en sleuren een vergunning kregen om zonnepanelen op hun dak te mogen plaatsen, om zodoende hun eigen elektriciteit op te kunnen wekken. Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 5 augustus 2014, beiden namens de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Wat is het effect geweest van de — inmiddels afgeronde — pilot ‘Zon op de Amstelkerk’ voor zonne-energie op andere monumenten met een plat dak en in Amsterdam? Antwoord: Als onderdeel van het initiatief Groene Grachten, in 2012 gestart door Wubbo Ockels en erop gericht om energiemaatregelen in monumentale panden te promoten, is door Stadsherstel een viertal zonnepanelen aangebracht op de Amstelkerk. Voor NV Stadsherstel betrof de Amstelkerk een eerste project waarin zij zonnepanelen heeft aangebracht op een monumentaal pand. Deze panelen zijn aangebracht op een plat dak en wel binnen de kaders van de Welstandsnota. Leerdoel: uitvinden of het technisch mogelijk (ja) en rendabel is (nee, door de lage elektriciteitsprijs die Stadsherstel betaalt omdat zij grootverbruiker is, en de te betalen leges à 1050 euro). Het effect is dat er nu 4 panelen liggen op dit monument, en dat Stadsherstel inzicht heeft gekregen in de mogelijkheden (maatwerk) voor het aanbrengen van zonnepanelen op monumenten en de business case daarvan. Er zijn overigens meer (maar niet veel) voorbeelden van monumentale panden in de stad waarop door bewoners reeds zonnepanelen zijn aangebracht. Hiervoor is een vergunning nodig van het betreffende stadsdeel. De betrokkenheid van de gemeente bij dit project van Stichting de Groene Grachten en Stadsherstel was overigens beperkt. Bureau Monumenten en Archeologie (BMA) en programmabureau Klimaat en Energie waren inhoudelijk (advies, meedenken) betrokken bij het initiatief, het stadsdeel heeft de vergunning afgegeven. 2 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing op Gemeenteblad R Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 2. Klopt het dat de gemeente Amsterdam (de Dienst Ruimtelijke Ordening en het Bureau Monumenten & Archeologie) zich heeft aangesloten bij De Groene Grachten, Stadsherstel, Stadsdeel Oost, Pakhuis de Zwijger en Search en bezig is met de nieuwe pilot ‘Zon op de Zwijger’? Wat is de huidige status van dit project en wat is de tijdsplanning van deze pilot (inclusief moment van afronding)? Antwoord: Ja. Genoemde partijen hebben gezamenlijk de pilot ‘Zon op de Zwijger’ in voorbereiding. Dit project is geïnitieerd door De Groene Grachten. Het project sluit aan bij de Amsterdamse Zonvisie ‘Burgers en Bedrijven gaan voor de zon!’ (zie ook het antwoord op vraag 3). In dit project wordt onderzocht welke mogelijkheden ‘innovatieve zonnetechnologie’ (bijvoorbeeld: andere type zonnecellen, kleur en bevestigingstechnieken) biedt voor het aanbrengen van zonnepanelen op een monumentaal dak, én hoe dit zich verhoudt tot de geldende regels. Dit project onderscheidt zich van het eerdere project van Stadsherstel in de mate van ‘innovativiteit van de technologie die gebruikt zal worden. In het eerste project werd nog gebruik gemaakt van standaard zonnepanelen. In het nieuwe project op de Zwijger gaat men op zoek naar de meest innovatieve zon-oplossing voor dit monumentale pand. Het project is als volgt opgebouwd: 1. allereerst wordt (op dit moment) de haalbaarheid onderzocht (technisch, financieel, juridisch) voor het aanbrengen van zonnepanelen op Pakhuis de Zwijger (eigendom NV Stadsherstel); 2. op basis van dit onderzoek zal NV Stadsherstel een beslissing nemen om haar dak wel of niet ter beschikking te stellen; 3. indien zij akkoord gaat zal de markt in de vorm van een prijsvraag uitgedaagd worden om met haar ‘beste’ systeem te komen; 4. het zonnesysteem van de beste inzending zal door Stadsherstel worden uitgevoerd, onder voorbehoud van een positieve vergunningsbeschikking. Volgens planning wordt de prijsvraag dit najaar bekend gemaakt (indien Stadsherstel positief beslist; stap 2) en wordt het winnende systeem (beoordeling door jury in november/december) begin 2015 geïnstalleerd. De gemeente (BMA en Programmabureau Klimaat en Energie) is als adviseur bij dit project betrokken. De Groene Grachten is project trekker. Uiteindelijke installatie van het innovatieve zonnesysteem (als de prijsvraag daadwerkelijk wordt uitgeschreven en er een goede inzending komt, die binnen de wettelijke kaders past) wordt door Stadsherstel geregeld en gedekt. Stadsherstel vraagt daar mogelijk financiering voor aan in de laatste tender van het Amsterdams Investeringsfonds. 3 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing op Gemeenteblad R Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 3. Deelt het college de mening van de fractie van D66 over het belang van verduurzaming en eventueel aanpassen van regels om nieuwe oplossingen van duurzaamheid mogelijk te maken? Zo ja, welke leerpunten zijn/worden opgesteld ten aanzien van de pilot voor het sheddak van Pakhuis de Zwijger? En welke leerpunten waren opgesteld voor het platte dak van de Amstelkerk? Zo nee, waarom niet en hoe denkt het college dan de ambitie zoals geformuleerd in de Zonvisie 2013 te halen? Antwoord: Het College onderschrijft de mening van de fractie van D66 dat verduurzaming van de bestaande stad van groot belang is en onderstreept dat in het coalitieakkoord ‘Amsterdam is van iedereen’. Zij werkt o.a. aan de doelstelling dat in 2020 20% meer duurzame energie wordt geproduceerd dan nu het geval is. Zonne-energie in de bestaande stad draagt daar aan bij. Om dit te realiseren kan het nodig zijn om bestaande regels aan te passen, of met het Rijk in gesprek te gaan wanneer de bevoegdheid niet bij de gemeente ligt. Aanpassing van regels kan bijvoorbeeld nodig zijn in de situatie waarin regels, maatschappelijke wensen, en toegenomen mogelijkheden door nieuwe (technologische}oplossingen, niet meer met elkaar in overeenstemming zijn. In het collegeprogramma is daarover afgesproken dat “we de regels voor het duurzaam aanpassen van gebouwen [gaan] versimpelen, bijvoorbeeld op het gebied van de teruglevering van energie en het gezamenlijk gebruik van daken voor zonnepanelen”. Daarbij dient het college uiteraard wel te opereren binnen de kaders van de landelijke wet- en regelgeving. Het College is daarnaast van mening dat de energietransitie alleen plaatsvindt als duurzaamheidsprojecten schaal krijgen. Daarvoor is het van belang dat wordt gewerkt aan opschaalbaarheid en kopieerbaarheid van oplossingen. De leerpunten die de pilot ‘Zon op de Zwijger’ op zal leveren zijn: — voorbeeldfunctie: onderzoeken en laten zien hoe een nieuwe zonnetechnologie mogelijk is op een monumentaal dak, waar dat met conventionele panelen niet haalbaar/wenselijk is; — kennisontwikkeling (bij overheid en markt) ten aanzien van technische mogelijkheden van zonne-energie; — onderzoeken hoe het vigerende welstandskader zich verhoudt tot innovatieve zon technologieën. Deze leerpunten zijn vooraf besproken met de projectpartners. Voor het project Amstelkerk waren geen leerpunten geformuleerd vanuit de gemeente, omdat de betrokkenheid beperkt was. Het pilotproject Zon op de Zwijger levert input voor het evalueren van de regels en draagt bij aan de uitvoering van het deel van de Zonvisie dat daarover gaat. In de Zonvisie zijn 8 programmalijnen opgenomen waarlangs de gemeente de toepassing van zonne-energie door burgers en bedrijven stimuleert. In lijn 7 (activiteit # 21) is opgenomen dat regelgeving periodiek tegen het licht wordt gehouden om te zien of deze (nog) in lijn is met de stand der techniek op het gebied van o.a. zonnesystemen. 4 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing op Gemeenteblad Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 4. Onder welke criteria zou het college de resultaten van de pilot “Zon op de Zwijger’ als een succes beoordelen? Wanneer vindt die beoordeling plaats en welke Amsterdamse stakeholders zijn hierbij betrokken? Antwoord: Het project ‘Zon op de Zwijger’ wordt als succes beschouwd als: 1. de prijsvraag een inzending oplevert die een goede technische oplossing biedt voor dit specifieke monumentale dak. Een goede technische oplossing is een oplossing die aansluit bij de eisen van de pandeigenaar (stadsherstel), betaalbaar is, en die aanvaardbaar is vanuit esthetisch en historisch oogpunt en valt binnen de kaders van Welstand en Monumenten; 2. het project bijdraagt aan het vinden van een oplossing voor het aanbrengen van zonnesystemen op andere monumentale panden, nu of in de toekomst. Dit is geen hard criterium, omdat de bijdrage van één project aan een bredere maatschappelijke ontwikkeling moeilijk te meten is. Amsterdam wil echter duurzame koploper zijn, en daar hoort ook bij dat er ruimte wordt gemaakt voor innovatie; 3. het project daarnaast input levert voor de periodieke herijking van de regels conform de Zonvisie (zie het antwoord op vraag 3). De beoogde planning: zie het antwoord op vraag 2. De betrokken stakeholders zijn: — De Groene Grachten; — NV Stadsherstel; — de gemeente Amsterdam (DRO, BMA, stadsdeel Centrum); — Uuurders van Pakhuis de Zwijger (via Stadsherstel); — Search. 5. Is het college van plan een vervolg te maken op het Amsterdamse duurzaamheidsprogramma 2011-2014, en indien dat het geval is, overeenkomstig het coalitieakkoord (blz. 27), de ambitie ten aanzien van lokale zonne-energie uit de Zonvisie conform het initiatiefvoorstel van het voormalig raadslid de heer Manuel en de resultaten van de ‘pilots’ op Pakhuis de Zwijger en de Amstelkerk daarin aandacht te besteden aan het verduurzamen van monumenten? Antwoord: Het College stelt eind dit jaar een Agenda Duurzaamheid vast. Het verduurzamen van monumenten, deregulering en de ambitie van de Zonvisie zullen in deze agenda worden meegenomen. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 5 X Gemeente Amsterdam R % Gemeenteraad Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 602 Datum akkoord 2 september 2014 Publicatiedatum 5 september 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw A.M. Bosman en de heer M.E. van den Heuvel van 5 augustus 2014 inzake zonnepanelen op monumentale panden. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstellers. Het college heeft de ambitie om in 2020 het aandeel duurzaam opgewekte energie binnen Amsterdam met 20% te laten toenemen. Zonne-energie is een belangrijke bron daarvoor. Eerder is de doelstelling vastgelegd om in 2020 160 MW zonnestroom per jaar op te wekken binnen de gemeente Amsterdam. Voor 2040 is het streefcijfer 1000 MW. Zonne-energie is een belangrijke manier voor bewoners en ondernemers om zelf voor hun elektriciteitsvoorziening te zorgen. Dat is goed voor het milieu, de energierekening en de onafhankelijkheid van Amsterdam ten opzichte van onberekenbare buitenlandse energieproducenten. Amsterdam heeft naast de ruim 8500 rijks- en gemeentelijke monumenten, ook een toenemend aantal beschermde stads- en dorpsgezichten. Het hele centrum van Amsterdam is sinds 1999 beschermd stadsgezicht en de grachtengordel behoort sinds 2010 tot het UNESCO werelderfgoed. De fractie van D66 vindt het belangrijk dat deze historische waarde wordt beschermd zodat Amsterdammers en latere generaties er nog volop van kunnen genieten en leren. De fractie van D66 kiest ook voor een schone, groene en gezonde stad. Het is van belang dat de gemeente ruimte geeft aan initiatieven die bijdragen aan nieuwe oplossingen van duurzaamheid, waarbij we openstaan kijken voor het aanpassen van geldende (verouderde) regels die verduurzaming in de weg staan, zonder dat de authenticiteit van monumenten wordt aangetast. Nu heeft de fractie van D66 begrepen dat de gemeente Amsterdam samen met De Groene Grachten, Stadsherstel en Search een pilot is gestart om zonnepanelen te plaatsen op de schuine kap van Pakhuis de Zwijger onder de naam: ‘Zon op de Zwijger’. Het betreft een zogenaamd sheddak (‘zaagtandendak’), dat een zichtlocatie is. Hieruit volgt waarschijnlijk een prijsvraag voor de aanbesteding die moet aantonen welke partij het beste zonnepanelen op een monument kan plaatsen. Dit project is benoemd als ‘pilot om uit te vinden of zonnepanelen op een monument passend zijn, in relatie tot mogelijke technische gevolgen voor het dak door aanhechting van de panelen of verstoring van het monumentale ‘daklandschap’ door het aangezicht van zonnepanelen, omdat dat er nu eenmaal anders uitziet dan dat het daklandschap eruit zag in de 17° eeuw. 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing op Gemeenteblad Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 Dit is niet het eerste monument met zonnepanelen. Sinds september 2013 liggen er zonnepanelen op het (platte) dak van de Amstelkerk. Volgens de website van Stadsherstel, die de energie van de zonnepanelen gebruikt voor het eigen kantoor dat gevestigd is in dit rijksmonument, is de vergunning verleend nadat met foto's van een proefopstelling was aangetoond dat het monument met deze ‘reversibele toepassing’ geen schade op zou lopen. Ook zijn er (slechts) een klein aantal grachtenpanden die met trekken en sleuren een vergunning kregen om zonnepanelen op hun dak te mogen plaatsen, om zodoende hun eigen elektriciteit op te kunnen wekken. Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 5 augustus 2014, beiden namens de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Wat is het effect geweest van de — inmiddels afgeronde — pilot ‘Zon op de Amstelkerk’ voor zonne-energie op andere monumenten met een plat dak en in Amsterdam? Antwoord: Als onderdeel van het initiatief Groene Grachten, in 2012 gestart door Wubbo Ockels en erop gericht om energiemaatregelen in monumentale panden te promoten, is door Stadsherstel een viertal zonnepanelen aangebracht op de Amstelkerk. Voor NV Stadsherstel betrof de Amstelkerk een eerste project waarin zij zonnepanelen heeft aangebracht op een monumentaal pand. Deze panelen zijn aangebracht op een plat dak en wel binnen de kaders van de Welstandsnota. Leerdoel: uitvinden of het technisch mogelijk (ja) en rendabel is (nee, door de lage elektriciteitsprijs die Stadsherstel betaalt omdat zij grootverbruiker is, en de te betalen leges à 1050 euro). Het effect is dat er nu 4 panelen liggen op dit monument, en dat Stadsherstel inzicht heeft gekregen in de mogelijkheden (maatwerk) voor het aanbrengen van zonnepanelen op monumenten en de business case daarvan. Er zijn overigens meer (maar niet veel) voorbeelden van monumentale panden in de stad waarop door bewoners reeds zonnepanelen zijn aangebracht. Hiervoor is een vergunning nodig van het betreffende stadsdeel. De betrokkenheid van de gemeente bij dit project van Stichting de Groene Grachten en Stadsherstel was overigens beperkt. Bureau Monumenten en Archeologie (BMA) en programmabureau Klimaat en Energie waren inhoudelijk (advies, meedenken) betrokken bij het initiatief, het stadsdeel heeft de vergunning afgegeven. 2 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing op Gemeenteblad R Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 2. Klopt het dat de gemeente Amsterdam (de Dienst Ruimtelijke Ordening en het Bureau Monumenten & Archeologie) zich heeft aangesloten bij De Groene Grachten, Stadsherstel, Stadsdeel Oost, Pakhuis de Zwijger en Search en bezig is met de nieuwe pilot ‘Zon op de Zwijger’? Wat is de huidige status van dit project en wat is de tijdsplanning van deze pilot (inclusief moment van afronding)? Antwoord: Ja. Genoemde partijen hebben gezamenlijk de pilot ‘Zon op de Zwijger’ in voorbereiding. Dit project is geïnitieerd door De Groene Grachten. Het project sluit aan bij de Amsterdamse Zonvisie ‘Burgers en Bedrijven gaan voor de zon!’ (zie ook het antwoord op vraag 3). In dit project wordt onderzocht welke mogelijkheden ‘innovatieve zonnetechnologie’ (bijvoorbeeld: andere type zonnecellen, kleur en bevestigingstechnieken) biedt voor het aanbrengen van zonnepanelen op een monumentaal dak, én hoe dit zich verhoudt tot de geldende regels. Dit project onderscheidt zich van het eerdere project van Stadsherstel in de mate van ‘innovativiteit van de technologie die gebruikt zal worden. In het eerste project werd nog gebruik gemaakt van standaard zonnepanelen. In het nieuwe project op de Zwijger gaat men op zoek naar de meest innovatieve zon-oplossing voor dit monumentale pand. Het project is als volgt opgebouwd: 1. allereerst wordt (op dit moment) de haalbaarheid onderzocht (technisch, financieel, juridisch) voor het aanbrengen van zonnepanelen op Pakhuis de Zwijger (eigendom NV Stadsherstel); 2. op basis van dit onderzoek zal NV Stadsherstel een beslissing nemen om haar dak wel of niet ter beschikking te stellen; 3. indien zij akkoord gaat zal de markt in de vorm van een prijsvraag uitgedaagd worden om met haar ‘beste’ systeem te komen; 4. het zonnesysteem van de beste inzending zal door Stadsherstel worden uitgevoerd, onder voorbehoud van een positieve vergunningsbeschikking. Volgens planning wordt de prijsvraag dit najaar bekend gemaakt (indien Stadsherstel positief beslist; stap 2) en wordt het winnende systeem (beoordeling door jury in november/december) begin 2015 geïnstalleerd. De gemeente (BMA en Programmabureau Klimaat en Energie) is als adviseur bij dit project betrokken. De Groene Grachten is project trekker. Uiteindelijke installatie van het innovatieve zonnesysteem (als de prijsvraag daadwerkelijk wordt uitgeschreven en er een goede inzending komt, die binnen de wettelijke kaders past) wordt door Stadsherstel geregeld en gedekt. Stadsherstel vraagt daar mogelijk financiering voor aan in de laatste tender van het Amsterdams Investeringsfonds. 3 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing op Gemeenteblad R Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 3. Deelt het college de mening van de fractie van D66 over het belang van verduurzaming en eventueel aanpassen van regels om nieuwe oplossingen van duurzaamheid mogelijk te maken? Zo ja, welke leerpunten zijn/worden opgesteld ten aanzien van de pilot voor het sheddak van Pakhuis de Zwijger? En welke leerpunten waren opgesteld voor het platte dak van de Amstelkerk? Zo nee, waarom niet en hoe denkt het college dan de ambitie zoals geformuleerd in de Zonvisie 2013 te halen? Antwoord: Het College onderschrijft de mening van de fractie van D66 dat verduurzaming van de bestaande stad van groot belang is en onderstreept dat in het coalitieakkoord ‘Amsterdam is van iedereen’. Zij werkt o.a. aan de doelstelling dat in 2020 20% meer duurzame energie wordt geproduceerd dan nu het geval is. Zonne-energie in de bestaande stad draagt daar aan bij. Om dit te realiseren kan het nodig zijn om bestaande regels aan te passen, of met het Rijk in gesprek te gaan wanneer de bevoegdheid niet bij de gemeente ligt. Aanpassing van regels kan bijvoorbeeld nodig zijn in de situatie waarin regels, maatschappelijke wensen, en toegenomen mogelijkheden door nieuwe (technologische}oplossingen, niet meer met elkaar in overeenstemming zijn. In het collegeprogramma is daarover afgesproken dat “we de regels voor het duurzaam aanpassen van gebouwen [gaan] versimpelen, bijvoorbeeld op het gebied van de teruglevering van energie en het gezamenlijk gebruik van daken voor zonnepanelen”. Daarbij dient het college uiteraard wel te opereren binnen de kaders van de landelijke wet- en regelgeving. Het College is daarnaast van mening dat de energietransitie alleen plaatsvindt als duurzaamheidsprojecten schaal krijgen. Daarvoor is het van belang dat wordt gewerkt aan opschaalbaarheid en kopieerbaarheid van oplossingen. De leerpunten die de pilot ‘Zon op de Zwijger’ op zal leveren zijn: — voorbeeldfunctie: onderzoeken en laten zien hoe een nieuwe zonnetechnologie mogelijk is op een monumentaal dak, waar dat met conventionele panelen niet haalbaar/wenselijk is; — kennisontwikkeling (bij overheid en markt) ten aanzien van technische mogelijkheden van zonne-energie; — onderzoeken hoe het vigerende welstandskader zich verhoudt tot innovatieve zon technologieën. Deze leerpunten zijn vooraf besproken met de projectpartners. Voor het project Amstelkerk waren geen leerpunten geformuleerd vanuit de gemeente, omdat de betrokkenheid beperkt was. Het pilotproject Zon op de Zwijger levert input voor het evalueren van de regels en draagt bij aan de uitvoering van het deel van de Zonvisie dat daarover gaat. In de Zonvisie zijn 8 programmalijnen opgenomen waarlangs de gemeente de toepassing van zonne-energie door burgers en bedrijven stimuleert. In lijn 7 (activiteit # 21) is opgenomen dat regelgeving periodiek tegen het licht wordt gehouden om te zien of deze (nog) in lijn is met de stand der techniek op het gebied van o.a. zonnesystemen. 4 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing op Gemeenteblad Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 4. Onder welke criteria zou het college de resultaten van de pilot “Zon op de Zwijger’ als een succes beoordelen? Wanneer vindt die beoordeling plaats en welke Amsterdamse stakeholders zijn hierbij betrokken? Antwoord: Het project ‘Zon op de Zwijger’ wordt als succes beschouwd als: 1. de prijsvraag een inzending oplevert die een goede technische oplossing biedt voor dit specifieke monumentale dak. Een goede technische oplossing is een oplossing die aansluit bij de eisen van de pandeigenaar (stadsherstel), betaalbaar is, en die aanvaardbaar is vanuit esthetisch en historisch oogpunt en valt binnen de kaders van Welstand en Monumenten; 2. het project bijdraagt aan het vinden van een oplossing voor het aanbrengen van zonnesystemen op andere monumentale panden, nu of in de toekomst. Dit is geen hard criterium, omdat de bijdrage van één project aan een bredere maatschappelijke ontwikkeling moeilijk te meten is. Amsterdam wil echter duurzame koploper zijn, en daar hoort ook bij dat er ruimte wordt gemaakt voor innovatie; 3. het project daarnaast input levert voor de periodieke herijking van de regels conform de Zonvisie (zie het antwoord op vraag 3). De beoogde planning: zie het antwoord op vraag 2. De betrokken stakeholders zijn: — De Groene Grachten; — NV Stadsherstel; — de gemeente Amsterdam (DRO, BMA, stadsdeel Centrum); — Uuurders van Pakhuis de Zwijger (via Stadsherstel); — Search. 5. Is het college van plan een vervolg te maken op het Amsterdamse duurzaamheidsprogramma 2011-2014, en indien dat het geval is, overeenkomstig het coalitieakkoord (blz. 27), de ambitie ten aanzien van lokale zonne-energie uit de Zonvisie conform het initiatiefvoorstel van het voormalig raadslid de heer Manuel en de resultaten van de ‘pilots’ op Pakhuis de Zwijger en de Amstelkerk daarin aandacht te besteden aan het verduurzamen van monumenten? Antwoord: Het College stelt eind dit jaar een Agenda Duurzaamheid vast. Het verduurzamen van monumenten, deregulering en de ambitie van de Zonvisie zullen in deze agenda worden meegenomen. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 5 X Gemeente Amsterdam R % Gemeenteraad Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 602 Datum akkoord 2 september 2014 Publicatiedatum 5 september 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw A.M. Bosman en de heer M.E. van den Heuvel van 5 augustus 2014 inzake zonnepanelen op monumentale panden. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstellers. Het college heeft de ambitie om in 2020 het aandeel duurzaam opgewekte energie binnen Amsterdam met 20% te laten toenemen. Zonne-energie is een belangrijke bron daarvoor. Eerder is de doelstelling vastgelegd om in 2020 160 MW zonnestroom per jaar op te wekken binnen de gemeente Amsterdam. Voor 2040 is het streefcijfer 1000 MW. Zonne-energie is een belangrijke manier voor bewoners en ondernemers om zelf voor hun elektriciteitsvoorziening te zorgen. Dat is goed voor het milieu, de energierekening en de onafhankelijkheid van Amsterdam ten opzichte van onberekenbare buitenlandse energieproducenten. Amsterdam heeft naast de ruim 8500 rijks- en gemeentelijke monumenten, ook een toenemend aantal beschermde stads- en dorpsgezichten. Het hele centrum van Amsterdam is sinds 1999 beschermd stadsgezicht en de grachtengordel behoort sinds 2010 tot het UNESCO werelderfgoed. De fractie van D66 vindt het belangrijk dat deze historische waarde wordt beschermd zodat Amsterdammers en latere generaties er nog volop van kunnen genieten en leren. De fractie van D66 kiest ook voor een schone, groene en gezonde stad. Het is van belang dat de gemeente ruimte geeft aan initiatieven die bijdragen aan nieuwe oplossingen van duurzaamheid, waarbij we openstaan kijken voor het aanpassen van geldende (verouderde) regels die verduurzaming in de weg staan, zonder dat de authenticiteit van monumenten wordt aangetast. Nu heeft de fractie van D66 begrepen dat de gemeente Amsterdam samen met De Groene Grachten, Stadsherstel en Search een pilot is gestart om zonnepanelen te plaatsen op de schuine kap van Pakhuis de Zwijger onder de naam: ‘Zon op de Zwijger’. Het betreft een zogenaamd sheddak (‘zaagtandendak’), dat een zichtlocatie is. Hieruit volgt waarschijnlijk een prijsvraag voor de aanbesteding die moet aantonen welke partij het beste zonnepanelen op een monument kan plaatsen. Dit project is benoemd als ‘pilot om uit te vinden of zonnepanelen op een monument passend zijn, in relatie tot mogelijke technische gevolgen voor het dak door aanhechting van de panelen of verstoring van het monumentale ‘daklandschap’ door het aangezicht van zonnepanelen, omdat dat er nu eenmaal anders uitziet dan dat het daklandschap eruit zag in de 17° eeuw. 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing op Gemeenteblad Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 Dit is niet het eerste monument met zonnepanelen. Sinds september 2013 liggen er zonnepanelen op het (platte) dak van de Amstelkerk. Volgens de website van Stadsherstel, die de energie van de zonnepanelen gebruikt voor het eigen kantoor dat gevestigd is in dit rijksmonument, is de vergunning verleend nadat met foto's van een proefopstelling was aangetoond dat het monument met deze ‘reversibele toepassing’ geen schade op zou lopen. Ook zijn er (slechts) een klein aantal grachtenpanden die met trekken en sleuren een vergunning kregen om zonnepanelen op hun dak te mogen plaatsen, om zodoende hun eigen elektriciteit op te kunnen wekken. Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 5 augustus 2014, beiden namens de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Wat is het effect geweest van de — inmiddels afgeronde — pilot ‘Zon op de Amstelkerk’ voor zonne-energie op andere monumenten met een plat dak en in Amsterdam? Antwoord: Als onderdeel van het initiatief Groene Grachten, in 2012 gestart door Wubbo Ockels en erop gericht om energiemaatregelen in monumentale panden te promoten, is door Stadsherstel een viertal zonnepanelen aangebracht op de Amstelkerk. Voor NV Stadsherstel betrof de Amstelkerk een eerste project waarin zij zonnepanelen heeft aangebracht op een monumentaal pand. Deze panelen zijn aangebracht op een plat dak en wel binnen de kaders van de Welstandsnota. Leerdoel: uitvinden of het technisch mogelijk (ja) en rendabel is (nee, door de lage elektriciteitsprijs die Stadsherstel betaalt omdat zij grootverbruiker is, en de te betalen leges à 1050 euro). Het effect is dat er nu 4 panelen liggen op dit monument, en dat Stadsherstel inzicht heeft gekregen in de mogelijkheden (maatwerk) voor het aanbrengen van zonnepanelen op monumenten en de business case daarvan. Er zijn overigens meer (maar niet veel) voorbeelden van monumentale panden in de stad waarop door bewoners reeds zonnepanelen zijn aangebracht. Hiervoor is een vergunning nodig van het betreffende stadsdeel. De betrokkenheid van de gemeente bij dit project van Stichting de Groene Grachten en Stadsherstel was overigens beperkt. Bureau Monumenten en Archeologie (BMA) en programmabureau Klimaat en Energie waren inhoudelijk (advies, meedenken) betrokken bij het initiatief, het stadsdeel heeft de vergunning afgegeven. 2 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing op Gemeenteblad R Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 2. Klopt het dat de gemeente Amsterdam (de Dienst Ruimtelijke Ordening en het Bureau Monumenten & Archeologie) zich heeft aangesloten bij De Groene Grachten, Stadsherstel, Stadsdeel Oost, Pakhuis de Zwijger en Search en bezig is met de nieuwe pilot ‘Zon op de Zwijger’? Wat is de huidige status van dit project en wat is de tijdsplanning van deze pilot (inclusief moment van afronding)? Antwoord: Ja. Genoemde partijen hebben gezamenlijk de pilot ‘Zon op de Zwijger’ in voorbereiding. Dit project is geïnitieerd door De Groene Grachten. Het project sluit aan bij de Amsterdamse Zonvisie ‘Burgers en Bedrijven gaan voor de zon!’ (zie ook het antwoord op vraag 3). In dit project wordt onderzocht welke mogelijkheden ‘innovatieve zonnetechnologie’ (bijvoorbeeld: andere type zonnecellen, kleur en bevestigingstechnieken) biedt voor het aanbrengen van zonnepanelen op een monumentaal dak, én hoe dit zich verhoudt tot de geldende regels. Dit project onderscheidt zich van het eerdere project van Stadsherstel in de mate van ‘innovativiteit van de technologie die gebruikt zal worden. In het eerste project werd nog gebruik gemaakt van standaard zonnepanelen. In het nieuwe project op de Zwijger gaat men op zoek naar de meest innovatieve zon-oplossing voor dit monumentale pand. Het project is als volgt opgebouwd: 1. allereerst wordt (op dit moment) de haalbaarheid onderzocht (technisch, financieel, juridisch) voor het aanbrengen van zonnepanelen op Pakhuis de Zwijger (eigendom NV Stadsherstel); 2. op basis van dit onderzoek zal NV Stadsherstel een beslissing nemen om haar dak wel of niet ter beschikking te stellen; 3. indien zij akkoord gaat zal de markt in de vorm van een prijsvraag uitgedaagd worden om met haar ‘beste’ systeem te komen; 4. het zonnesysteem van de beste inzending zal door Stadsherstel worden uitgevoerd, onder voorbehoud van een positieve vergunningsbeschikking. Volgens planning wordt de prijsvraag dit najaar bekend gemaakt (indien Stadsherstel positief beslist; stap 2) en wordt het winnende systeem (beoordeling door jury in november/december) begin 2015 geïnstalleerd. De gemeente (BMA en Programmabureau Klimaat en Energie) is als adviseur bij dit project betrokken. De Groene Grachten is project trekker. Uiteindelijke installatie van het innovatieve zonnesysteem (als de prijsvraag daadwerkelijk wordt uitgeschreven en er een goede inzending komt, die binnen de wettelijke kaders past) wordt door Stadsherstel geregeld en gedekt. Stadsherstel vraagt daar mogelijk financiering voor aan in de laatste tender van het Amsterdams Investeringsfonds. 3 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing op Gemeenteblad R Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 3. Deelt het college de mening van de fractie van D66 over het belang van verduurzaming en eventueel aanpassen van regels om nieuwe oplossingen van duurzaamheid mogelijk te maken? Zo ja, welke leerpunten zijn/worden opgesteld ten aanzien van de pilot voor het sheddak van Pakhuis de Zwijger? En welke leerpunten waren opgesteld voor het platte dak van de Amstelkerk? Zo nee, waarom niet en hoe denkt het college dan de ambitie zoals geformuleerd in de Zonvisie 2013 te halen? Antwoord: Het College onderschrijft de mening van de fractie van D66 dat verduurzaming van de bestaande stad van groot belang is en onderstreept dat in het coalitieakkoord ‘Amsterdam is van iedereen’. Zij werkt o.a. aan de doelstelling dat in 2020 20% meer duurzame energie wordt geproduceerd dan nu het geval is. Zonne-energie in de bestaande stad draagt daar aan bij. Om dit te realiseren kan het nodig zijn om bestaande regels aan te passen, of met het Rijk in gesprek te gaan wanneer de bevoegdheid niet bij de gemeente ligt. Aanpassing van regels kan bijvoorbeeld nodig zijn in de situatie waarin regels, maatschappelijke wensen, en toegenomen mogelijkheden door nieuwe (technologische}oplossingen, niet meer met elkaar in overeenstemming zijn. In het collegeprogramma is daarover afgesproken dat “we de regels voor het duurzaam aanpassen van gebouwen [gaan] versimpelen, bijvoorbeeld op het gebied van de teruglevering van energie en het gezamenlijk gebruik van daken voor zonnepanelen”. Daarbij dient het college uiteraard wel te opereren binnen de kaders van de landelijke wet- en regelgeving. Het College is daarnaast van mening dat de energietransitie alleen plaatsvindt als duurzaamheidsprojecten schaal krijgen. Daarvoor is het van belang dat wordt gewerkt aan opschaalbaarheid en kopieerbaarheid van oplossingen. De leerpunten die de pilot ‘Zon op de Zwijger’ op zal leveren zijn: — voorbeeldfunctie: onderzoeken en laten zien hoe een nieuwe zonnetechnologie mogelijk is op een monumentaal dak, waar dat met conventionele panelen niet haalbaar/wenselijk is; — kennisontwikkeling (bij overheid en markt) ten aanzien van technische mogelijkheden van zonne-energie; — onderzoeken hoe het vigerende welstandskader zich verhoudt tot innovatieve zon technologieën. Deze leerpunten zijn vooraf besproken met de projectpartners. Voor het project Amstelkerk waren geen leerpunten geformuleerd vanuit de gemeente, omdat de betrokkenheid beperkt was. Het pilotproject Zon op de Zwijger levert input voor het evalueren van de regels en draagt bij aan de uitvoering van het deel van de Zonvisie dat daarover gaat. In de Zonvisie zijn 8 programmalijnen opgenomen waarlangs de gemeente de toepassing van zonne-energie door burgers en bedrijven stimuleert. In lijn 7 (activiteit # 21) is opgenomen dat regelgeving periodiek tegen het licht wordt gehouden om te zien of deze (nog) in lijn is met de stand der techniek op het gebied van o.a. zonnesystemen. 4 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing op Gemeenteblad Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 4. Onder welke criteria zou het college de resultaten van de pilot “Zon op de Zwijger’ als een succes beoordelen? Wanneer vindt die beoordeling plaats en welke Amsterdamse stakeholders zijn hierbij betrokken? Antwoord: Het project ‘Zon op de Zwijger’ wordt als succes beschouwd als: 1. de prijsvraag een inzending oplevert die een goede technische oplossing biedt voor dit specifieke monumentale dak. Een goede technische oplossing is een oplossing die aansluit bij de eisen van de pandeigenaar (stadsherstel), betaalbaar is, en die aanvaardbaar is vanuit esthetisch en historisch oogpunt en valt binnen de kaders van Welstand en Monumenten; 2. het project bijdraagt aan het vinden van een oplossing voor het aanbrengen van zonnesystemen op andere monumentale panden, nu of in de toekomst. Dit is geen hard criterium, omdat de bijdrage van één project aan een bredere maatschappelijke ontwikkeling moeilijk te meten is. Amsterdam wil echter duurzame koploper zijn, en daar hoort ook bij dat er ruimte wordt gemaakt voor innovatie; 3. het project daarnaast input levert voor de periodieke herijking van de regels conform de Zonvisie (zie het antwoord op vraag 3). De beoogde planning: zie het antwoord op vraag 2. De betrokken stakeholders zijn: — De Groene Grachten; — NV Stadsherstel; — de gemeente Amsterdam (DRO, BMA, stadsdeel Centrum); — Uuurders van Pakhuis de Zwijger (via Stadsherstel); — Search. 5. Is het college van plan een vervolg te maken op het Amsterdamse duurzaamheidsprogramma 2011-2014, en indien dat het geval is, overeenkomstig het coalitieakkoord (blz. 27), de ambitie ten aanzien van lokale zonne-energie uit de Zonvisie conform het initiatiefvoorstel van het voormalig raadslid de heer Manuel en de resultaten van de ‘pilots’ op Pakhuis de Zwijger en de Amstelkerk daarin aandacht te besteden aan het verduurzamen van monumenten? Antwoord: Het College stelt eind dit jaar een Agenda Duurzaamheid vast. Het verduurzamen van monumenten, deregulering en de ambitie van de Zonvisie zullen in deze agenda worden meegenomen. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 5 X Gemeente Amsterdam R % Gemeenteraad Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 602 Datum akkoord 2 september 2014 Publicatiedatum 5 september 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw A.M. Bosman en de heer M.E. van den Heuvel van 5 augustus 2014 inzake zonnepanelen op monumentale panden. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstellers. Het college heeft de ambitie om in 2020 het aandeel duurzaam opgewekte energie binnen Amsterdam met 20% te laten toenemen. Zonne-energie is een belangrijke bron daarvoor. Eerder is de doelstelling vastgelegd om in 2020 160 MW zonnestroom per jaar op te wekken binnen de gemeente Amsterdam. Voor 2040 is het streefcijfer 1000 MW. Zonne-energie is een belangrijke manier voor bewoners en ondernemers om zelf voor hun elektriciteitsvoorziening te zorgen. Dat is goed voor het milieu, de energierekening en de onafhankelijkheid van Amsterdam ten opzichte van onberekenbare buitenlandse energieproducenten. Amsterdam heeft naast de ruim 8500 rijks- en gemeentelijke monumenten, ook een toenemend aantal beschermde stads- en dorpsgezichten. Het hele centrum van Amsterdam is sinds 1999 beschermd stadsgezicht en de grachtengordel behoort sinds 2010 tot het UNESCO werelderfgoed. De fractie van D66 vindt het belangrijk dat deze historische waarde wordt beschermd zodat Amsterdammers en latere generaties er nog volop van kunnen genieten en leren. De fractie van D66 kiest ook voor een schone, groene en gezonde stad. Het is van belang dat de gemeente ruimte geeft aan initiatieven die bijdragen aan nieuwe oplossingen van duurzaamheid, waarbij we openstaan kijken voor het aanpassen van geldende (verouderde) regels die verduurzaming in de weg staan, zonder dat de authenticiteit van monumenten wordt aangetast. Nu heeft de fractie van D66 begrepen dat de gemeente Amsterdam samen met De Groene Grachten, Stadsherstel en Search een pilot is gestart om zonnepanelen te plaatsen op de schuine kap van Pakhuis de Zwijger onder de naam: ‘Zon op de Zwijger’. Het betreft een zogenaamd sheddak (‘zaagtandendak’), dat een zichtlocatie is. Hieruit volgt waarschijnlijk een prijsvraag voor de aanbesteding die moet aantonen welke partij het beste zonnepanelen op een monument kan plaatsen. Dit project is benoemd als ‘pilot om uit te vinden of zonnepanelen op een monument passend zijn, in relatie tot mogelijke technische gevolgen voor het dak door aanhechting van de panelen of verstoring van het monumentale ‘daklandschap’ door het aangezicht van zonnepanelen, omdat dat er nu eenmaal anders uitziet dan dat het daklandschap eruit zag in de 17° eeuw. 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing op Gemeenteblad Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 Dit is niet het eerste monument met zonnepanelen. Sinds september 2013 liggen er zonnepanelen op het (platte) dak van de Amstelkerk. Volgens de website van Stadsherstel, die de energie van de zonnepanelen gebruikt voor het eigen kantoor dat gevestigd is in dit rijksmonument, is de vergunning verleend nadat met foto's van een proefopstelling was aangetoond dat het monument met deze ‘reversibele toepassing’ geen schade op zou lopen. Ook zijn er (slechts) een klein aantal grachtenpanden die met trekken en sleuren een vergunning kregen om zonnepanelen op hun dak te mogen plaatsen, om zodoende hun eigen elektriciteit op te kunnen wekken. Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 5 augustus 2014, beiden namens de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Wat is het effect geweest van de — inmiddels afgeronde — pilot ‘Zon op de Amstelkerk’ voor zonne-energie op andere monumenten met een plat dak en in Amsterdam? Antwoord: Als onderdeel van het initiatief Groene Grachten, in 2012 gestart door Wubbo Ockels en erop gericht om energiemaatregelen in monumentale panden te promoten, is door Stadsherstel een viertal zonnepanelen aangebracht op de Amstelkerk. Voor NV Stadsherstel betrof de Amstelkerk een eerste project waarin zij zonnepanelen heeft aangebracht op een monumentaal pand. Deze panelen zijn aangebracht op een plat dak en wel binnen de kaders van de Welstandsnota. Leerdoel: uitvinden of het technisch mogelijk (ja) en rendabel is (nee, door de lage elektriciteitsprijs die Stadsherstel betaalt omdat zij grootverbruiker is, en de te betalen leges à 1050 euro). Het effect is dat er nu 4 panelen liggen op dit monument, en dat Stadsherstel inzicht heeft gekregen in de mogelijkheden (maatwerk) voor het aanbrengen van zonnepanelen op monumenten en de business case daarvan. Er zijn overigens meer (maar niet veel) voorbeelden van monumentale panden in de stad waarop door bewoners reeds zonnepanelen zijn aangebracht. Hiervoor is een vergunning nodig van het betreffende stadsdeel. De betrokkenheid van de gemeente bij dit project van Stichting de Groene Grachten en Stadsherstel was overigens beperkt. Bureau Monumenten en Archeologie (BMA) en programmabureau Klimaat en Energie waren inhoudelijk (advies, meedenken) betrokken bij het initiatief, het stadsdeel heeft de vergunning afgegeven. 2 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing op Gemeenteblad R Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 2. Klopt het dat de gemeente Amsterdam (de Dienst Ruimtelijke Ordening en het Bureau Monumenten & Archeologie) zich heeft aangesloten bij De Groene Grachten, Stadsherstel, Stadsdeel Oost, Pakhuis de Zwijger en Search en bezig is met de nieuwe pilot ‘Zon op de Zwijger’? Wat is de huidige status van dit project en wat is de tijdsplanning van deze pilot (inclusief moment van afronding)? Antwoord: Ja. Genoemde partijen hebben gezamenlijk de pilot ‘Zon op de Zwijger’ in voorbereiding. Dit project is geïnitieerd door De Groene Grachten. Het project sluit aan bij de Amsterdamse Zonvisie ‘Burgers en Bedrijven gaan voor de zon!’ (zie ook het antwoord op vraag 3). In dit project wordt onderzocht welke mogelijkheden ‘innovatieve zonnetechnologie’ (bijvoorbeeld: andere type zonnecellen, kleur en bevestigingstechnieken) biedt voor het aanbrengen van zonnepanelen op een monumentaal dak, én hoe dit zich verhoudt tot de geldende regels. Dit project onderscheidt zich van het eerdere project van Stadsherstel in de mate van ‘innovativiteit van de technologie die gebruikt zal worden. In het eerste project werd nog gebruik gemaakt van standaard zonnepanelen. In het nieuwe project op de Zwijger gaat men op zoek naar de meest innovatieve zon-oplossing voor dit monumentale pand. Het project is als volgt opgebouwd: 1. allereerst wordt (op dit moment) de haalbaarheid onderzocht (technisch, financieel, juridisch) voor het aanbrengen van zonnepanelen op Pakhuis de Zwijger (eigendom NV Stadsherstel); 2. op basis van dit onderzoek zal NV Stadsherstel een beslissing nemen om haar dak wel of niet ter beschikking te stellen; 3. indien zij akkoord gaat zal de markt in de vorm van een prijsvraag uitgedaagd worden om met haar ‘beste’ systeem te komen; 4. het zonnesysteem van de beste inzending zal door Stadsherstel worden uitgevoerd, onder voorbehoud van een positieve vergunningsbeschikking. Volgens planning wordt de prijsvraag dit najaar bekend gemaakt (indien Stadsherstel positief beslist; stap 2) en wordt het winnende systeem (beoordeling door jury in november/december) begin 2015 geïnstalleerd. De gemeente (BMA en Programmabureau Klimaat en Energie) is als adviseur bij dit project betrokken. De Groene Grachten is project trekker. Uiteindelijke installatie van het innovatieve zonnesysteem (als de prijsvraag daadwerkelijk wordt uitgeschreven en er een goede inzending komt, die binnen de wettelijke kaders past) wordt door Stadsherstel geregeld en gedekt. Stadsherstel vraagt daar mogelijk financiering voor aan in de laatste tender van het Amsterdams Investeringsfonds. 3 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing op Gemeenteblad R Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 3. Deelt het college de mening van de fractie van D66 over het belang van verduurzaming en eventueel aanpassen van regels om nieuwe oplossingen van duurzaamheid mogelijk te maken? Zo ja, welke leerpunten zijn/worden opgesteld ten aanzien van de pilot voor het sheddak van Pakhuis de Zwijger? En welke leerpunten waren opgesteld voor het platte dak van de Amstelkerk? Zo nee, waarom niet en hoe denkt het college dan de ambitie zoals geformuleerd in de Zonvisie 2013 te halen? Antwoord: Het College onderschrijft de mening van de fractie van D66 dat verduurzaming van de bestaande stad van groot belang is en onderstreept dat in het coalitieakkoord ‘Amsterdam is van iedereen’. Zij werkt o.a. aan de doelstelling dat in 2020 20% meer duurzame energie wordt geproduceerd dan nu het geval is. Zonne-energie in de bestaande stad draagt daar aan bij. Om dit te realiseren kan het nodig zijn om bestaande regels aan te passen, of met het Rijk in gesprek te gaan wanneer de bevoegdheid niet bij de gemeente ligt. Aanpassing van regels kan bijvoorbeeld nodig zijn in de situatie waarin regels, maatschappelijke wensen, en toegenomen mogelijkheden door nieuwe (technologische}oplossingen, niet meer met elkaar in overeenstemming zijn. In het collegeprogramma is daarover afgesproken dat “we de regels voor het duurzaam aanpassen van gebouwen [gaan] versimpelen, bijvoorbeeld op het gebied van de teruglevering van energie en het gezamenlijk gebruik van daken voor zonnepanelen”. Daarbij dient het college uiteraard wel te opereren binnen de kaders van de landelijke wet- en regelgeving. Het College is daarnaast van mening dat de energietransitie alleen plaatsvindt als duurzaamheidsprojecten schaal krijgen. Daarvoor is het van belang dat wordt gewerkt aan opschaalbaarheid en kopieerbaarheid van oplossingen. De leerpunten die de pilot ‘Zon op de Zwijger’ op zal leveren zijn: — voorbeeldfunctie: onderzoeken en laten zien hoe een nieuwe zonnetechnologie mogelijk is op een monumentaal dak, waar dat met conventionele panelen niet haalbaar/wenselijk is; — kennisontwikkeling (bij overheid en markt) ten aanzien van technische mogelijkheden van zonne-energie; — onderzoeken hoe het vigerende welstandskader zich verhoudt tot innovatieve zon technologieën. Deze leerpunten zijn vooraf besproken met de projectpartners. Voor het project Amstelkerk waren geen leerpunten geformuleerd vanuit de gemeente, omdat de betrokkenheid beperkt was. Het pilotproject Zon op de Zwijger levert input voor het evalueren van de regels en draagt bij aan de uitvoering van het deel van de Zonvisie dat daarover gaat. In de Zonvisie zijn 8 programmalijnen opgenomen waarlangs de gemeente de toepassing van zonne-energie door burgers en bedrijven stimuleert. In lijn 7 (activiteit # 21) is opgenomen dat regelgeving periodiek tegen het licht wordt gehouden om te zien of deze (nog) in lijn is met de stand der techniek op het gebied van o.a. zonnesystemen. 4 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing op Gemeenteblad Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 4. Onder welke criteria zou het college de resultaten van de pilot “Zon op de Zwijger’ als een succes beoordelen? Wanneer vindt die beoordeling plaats en welke Amsterdamse stakeholders zijn hierbij betrokken? Antwoord: Het project ‘Zon op de Zwijger’ wordt als succes beschouwd als: 1. de prijsvraag een inzending oplevert die een goede technische oplossing biedt voor dit specifieke monumentale dak. Een goede technische oplossing is een oplossing die aansluit bij de eisen van de pandeigenaar (stadsherstel), betaalbaar is, en die aanvaardbaar is vanuit esthetisch en historisch oogpunt en valt binnen de kaders van Welstand en Monumenten; 2. het project bijdraagt aan het vinden van een oplossing voor het aanbrengen van zonnesystemen op andere monumentale panden, nu of in de toekomst. Dit is geen hard criterium, omdat de bijdrage van één project aan een bredere maatschappelijke ontwikkeling moeilijk te meten is. Amsterdam wil echter duurzame koploper zijn, en daar hoort ook bij dat er ruimte wordt gemaakt voor innovatie; 3. het project daarnaast input levert voor de periodieke herijking van de regels conform de Zonvisie (zie het antwoord op vraag 3). De beoogde planning: zie het antwoord op vraag 2. De betrokken stakeholders zijn: — De Groene Grachten; — NV Stadsherstel; — de gemeente Amsterdam (DRO, BMA, stadsdeel Centrum); — Uuurders van Pakhuis de Zwijger (via Stadsherstel); — Search. 5. Is het college van plan een vervolg te maken op het Amsterdamse duurzaamheidsprogramma 2011-2014, en indien dat het geval is, overeenkomstig het coalitieakkoord (blz. 27), de ambitie ten aanzien van lokale zonne-energie uit de Zonvisie conform het initiatiefvoorstel van het voormalig raadslid de heer Manuel en de resultaten van de ‘pilots’ op Pakhuis de Zwijger en de Amstelkerk daarin aandacht te besteden aan het verduurzamen van monumenten? Antwoord: Het College stelt eind dit jaar een Agenda Duurzaamheid vast. Het verduurzamen van monumenten, deregulering en de ambitie van de Zonvisie zullen in deze agenda worden meegenomen. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 5 X Gemeente Amsterdam R % Gemeenteraad Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 602 Datum akkoord 2 september 2014 Publicatiedatum 5 september 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw A.M. Bosman en de heer M.E. van den Heuvel van 5 augustus 2014 inzake zonnepanelen op monumentale panden. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstellers. Het college heeft de ambitie om in 2020 het aandeel duurzaam opgewekte energie binnen Amsterdam met 20% te laten toenemen. Zonne-energie is een belangrijke bron daarvoor. Eerder is de doelstelling vastgelegd om in 2020 160 MW zonnestroom per jaar op te wekken binnen de gemeente Amsterdam. Voor 2040 is het streefcijfer 1000 MW. Zonne-energie is een belangrijke manier voor bewoners en ondernemers om zelf voor hun elektriciteitsvoorziening te zorgen. Dat is goed voor het milieu, de energierekening en de onafhankelijkheid van Amsterdam ten opzichte van onberekenbare buitenlandse energieproducenten. Amsterdam heeft naast de ruim 8500 rijks- en gemeentelijke monumenten, ook een toenemend aantal beschermde stads- en dorpsgezichten. Het hele centrum van Amsterdam is sinds 1999 beschermd stadsgezicht en de grachtengordel behoort sinds 2010 tot het UNESCO werelderfgoed. De fractie van D66 vindt het belangrijk dat deze historische waarde wordt beschermd zodat Amsterdammers en latere generaties er nog volop van kunnen genieten en leren. De fractie van D66 kiest ook voor een schone, groene en gezonde stad. Het is van belang dat de gemeente ruimte geeft aan initiatieven die bijdragen aan nieuwe oplossingen van duurzaamheid, waarbij we openstaan kijken voor het aanpassen van geldende (verouderde) regels die verduurzaming in de weg staan, zonder dat de authenticiteit van monumenten wordt aangetast. Nu heeft de fractie van D66 begrepen dat de gemeente Amsterdam samen met De Groene Grachten, Stadsherstel en Search een pilot is gestart om zonnepanelen te plaatsen op de schuine kap van Pakhuis de Zwijger onder de naam: ‘Zon op de Zwijger’. Het betreft een zogenaamd sheddak (‘zaagtandendak’), dat een zichtlocatie is. Hieruit volgt waarschijnlijk een prijsvraag voor de aanbesteding die moet aantonen welke partij het beste zonnepanelen op een monument kan plaatsen. Dit project is benoemd als ‘pilot om uit te vinden of zonnepanelen op een monument passend zijn, in relatie tot mogelijke technische gevolgen voor het dak door aanhechting van de panelen of verstoring van het monumentale ‘daklandschap’ door het aangezicht van zonnepanelen, omdat dat er nu eenmaal anders uitziet dan dat het daklandschap eruit zag in de 17° eeuw. 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing op Gemeenteblad Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 Dit is niet het eerste monument met zonnepanelen. Sinds september 2013 liggen er zonnepanelen op het (platte) dak van de Amstelkerk. Volgens de website van Stadsherstel, die de energie van de zonnepanelen gebruikt voor het eigen kantoor dat gevestigd is in dit rijksmonument, is de vergunning verleend nadat met foto's van een proefopstelling was aangetoond dat het monument met deze ‘reversibele toepassing’ geen schade op zou lopen. Ook zijn er (slechts) een klein aantal grachtenpanden die met trekken en sleuren een vergunning kregen om zonnepanelen op hun dak te mogen plaatsen, om zodoende hun eigen elektriciteit op te kunnen wekken. Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 5 augustus 2014, beiden namens de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Wat is het effect geweest van de — inmiddels afgeronde — pilot ‘Zon op de Amstelkerk’ voor zonne-energie op andere monumenten met een plat dak en in Amsterdam? Antwoord: Als onderdeel van het initiatief Groene Grachten, in 2012 gestart door Wubbo Ockels en erop gericht om energiemaatregelen in monumentale panden te promoten, is door Stadsherstel een viertal zonnepanelen aangebracht op de Amstelkerk. Voor NV Stadsherstel betrof de Amstelkerk een eerste project waarin zij zonnepanelen heeft aangebracht op een monumentaal pand. Deze panelen zijn aangebracht op een plat dak en wel binnen de kaders van de Welstandsnota. Leerdoel: uitvinden of het technisch mogelijk (ja) en rendabel is (nee, door de lage elektriciteitsprijs die Stadsherstel betaalt omdat zij grootverbruiker is, en de te betalen leges à 1050 euro). Het effect is dat er nu 4 panelen liggen op dit monument, en dat Stadsherstel inzicht heeft gekregen in de mogelijkheden (maatwerk) voor het aanbrengen van zonnepanelen op monumenten en de business case daarvan. Er zijn overigens meer (maar niet veel) voorbeelden van monumentale panden in de stad waarop door bewoners reeds zonnepanelen zijn aangebracht. Hiervoor is een vergunning nodig van het betreffende stadsdeel. De betrokkenheid van de gemeente bij dit project van Stichting de Groene Grachten en Stadsherstel was overigens beperkt. Bureau Monumenten en Archeologie (BMA) en programmabureau Klimaat en Energie waren inhoudelijk (advies, meedenken) betrokken bij het initiatief, het stadsdeel heeft de vergunning afgegeven. 2 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing op Gemeenteblad R Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 2. Klopt het dat de gemeente Amsterdam (de Dienst Ruimtelijke Ordening en het Bureau Monumenten & Archeologie) zich heeft aangesloten bij De Groene Grachten, Stadsherstel, Stadsdeel Oost, Pakhuis de Zwijger en Search en bezig is met de nieuwe pilot ‘Zon op de Zwijger’? Wat is de huidige status van dit project en wat is de tijdsplanning van deze pilot (inclusief moment van afronding)? Antwoord: Ja. Genoemde partijen hebben gezamenlijk de pilot ‘Zon op de Zwijger’ in voorbereiding. Dit project is geïnitieerd door De Groene Grachten. Het project sluit aan bij de Amsterdamse Zonvisie ‘Burgers en Bedrijven gaan voor de zon!’ (zie ook het antwoord op vraag 3). In dit project wordt onderzocht welke mogelijkheden ‘innovatieve zonnetechnologie’ (bijvoorbeeld: andere type zonnecellen, kleur en bevestigingstechnieken) biedt voor het aanbrengen van zonnepanelen op een monumentaal dak, én hoe dit zich verhoudt tot de geldende regels. Dit project onderscheidt zich van het eerdere project van Stadsherstel in de mate van ‘innovativiteit van de technologie die gebruikt zal worden. In het eerste project werd nog gebruik gemaakt van standaard zonnepanelen. In het nieuwe project op de Zwijger gaat men op zoek naar de meest innovatieve zon-oplossing voor dit monumentale pand. Het project is als volgt opgebouwd: 1. allereerst wordt (op dit moment) de haalbaarheid onderzocht (technisch, financieel, juridisch) voor het aanbrengen van zonnepanelen op Pakhuis de Zwijger (eigendom NV Stadsherstel); 2. op basis van dit onderzoek zal NV Stadsherstel een beslissing nemen om haar dak wel of niet ter beschikking te stellen; 3. indien zij akkoord gaat zal de markt in de vorm van een prijsvraag uitgedaagd worden om met haar ‘beste’ systeem te komen; 4. het zonnesysteem van de beste inzending zal door Stadsherstel worden uitgevoerd, onder voorbehoud van een positieve vergunningsbeschikking. Volgens planning wordt de prijsvraag dit najaar bekend gemaakt (indien Stadsherstel positief beslist; stap 2) en wordt het winnende systeem (beoordeling door jury in november/december) begin 2015 geïnstalleerd. De gemeente (BMA en Programmabureau Klimaat en Energie) is als adviseur bij dit project betrokken. De Groene Grachten is project trekker. Uiteindelijke installatie van het innovatieve zonnesysteem (als de prijsvraag daadwerkelijk wordt uitgeschreven en er een goede inzending komt, die binnen de wettelijke kaders past) wordt door Stadsherstel geregeld en gedekt. Stadsherstel vraagt daar mogelijk financiering voor aan in de laatste tender van het Amsterdams Investeringsfonds. 3 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing op Gemeenteblad R Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 3. Deelt het college de mening van de fractie van D66 over het belang van verduurzaming en eventueel aanpassen van regels om nieuwe oplossingen van duurzaamheid mogelijk te maken? Zo ja, welke leerpunten zijn/worden opgesteld ten aanzien van de pilot voor het sheddak van Pakhuis de Zwijger? En welke leerpunten waren opgesteld voor het platte dak van de Amstelkerk? Zo nee, waarom niet en hoe denkt het college dan de ambitie zoals geformuleerd in de Zonvisie 2013 te halen? Antwoord: Het College onderschrijft de mening van de fractie van D66 dat verduurzaming van de bestaande stad van groot belang is en onderstreept dat in het coalitieakkoord ‘Amsterdam is van iedereen’. Zij werkt o.a. aan de doelstelling dat in 2020 20% meer duurzame energie wordt geproduceerd dan nu het geval is. Zonne-energie in de bestaande stad draagt daar aan bij. Om dit te realiseren kan het nodig zijn om bestaande regels aan te passen, of met het Rijk in gesprek te gaan wanneer de bevoegdheid niet bij de gemeente ligt. Aanpassing van regels kan bijvoorbeeld nodig zijn in de situatie waarin regels, maatschappelijke wensen, en toegenomen mogelijkheden door nieuwe (technologische}oplossingen, niet meer met elkaar in overeenstemming zijn. In het collegeprogramma is daarover afgesproken dat “we de regels voor het duurzaam aanpassen van gebouwen [gaan] versimpelen, bijvoorbeeld op het gebied van de teruglevering van energie en het gezamenlijk gebruik van daken voor zonnepanelen”. Daarbij dient het college uiteraard wel te opereren binnen de kaders van de landelijke wet- en regelgeving. Het College is daarnaast van mening dat de energietransitie alleen plaatsvindt als duurzaamheidsprojecten schaal krijgen. Daarvoor is het van belang dat wordt gewerkt aan opschaalbaarheid en kopieerbaarheid van oplossingen. De leerpunten die de pilot ‘Zon op de Zwijger’ op zal leveren zijn: — voorbeeldfunctie: onderzoeken en laten zien hoe een nieuwe zonnetechnologie mogelijk is op een monumentaal dak, waar dat met conventionele panelen niet haalbaar/wenselijk is; — kennisontwikkeling (bij overheid en markt) ten aanzien van technische mogelijkheden van zonne-energie; — onderzoeken hoe het vigerende welstandskader zich verhoudt tot innovatieve zon technologieën. Deze leerpunten zijn vooraf besproken met de projectpartners. Voor het project Amstelkerk waren geen leerpunten geformuleerd vanuit de gemeente, omdat de betrokkenheid beperkt was. Het pilotproject Zon op de Zwijger levert input voor het evalueren van de regels en draagt bij aan de uitvoering van het deel van de Zonvisie dat daarover gaat. In de Zonvisie zijn 8 programmalijnen opgenomen waarlangs de gemeente de toepassing van zonne-energie door burgers en bedrijven stimuleert. In lijn 7 (activiteit # 21) is opgenomen dat regelgeving periodiek tegen het licht wordt gehouden om te zien of deze (nog) in lijn is met de stand der techniek op het gebied van o.a. zonnesystemen. 4 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing op Gemeenteblad Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 4. Onder welke criteria zou het college de resultaten van de pilot “Zon op de Zwijger’ als een succes beoordelen? Wanneer vindt die beoordeling plaats en welke Amsterdamse stakeholders zijn hierbij betrokken? Antwoord: Het project ‘Zon op de Zwijger’ wordt als succes beschouwd als: 1. de prijsvraag een inzending oplevert die een goede technische oplossing biedt voor dit specifieke monumentale dak. Een goede technische oplossing is een oplossing die aansluit bij de eisen van de pandeigenaar (stadsherstel), betaalbaar is, en die aanvaardbaar is vanuit esthetisch en historisch oogpunt en valt binnen de kaders van Welstand en Monumenten; 2. het project bijdraagt aan het vinden van een oplossing voor het aanbrengen van zonnesystemen op andere monumentale panden, nu of in de toekomst. Dit is geen hard criterium, omdat de bijdrage van één project aan een bredere maatschappelijke ontwikkeling moeilijk te meten is. Amsterdam wil echter duurzame koploper zijn, en daar hoort ook bij dat er ruimte wordt gemaakt voor innovatie; 3. het project daarnaast input levert voor de periodieke herijking van de regels conform de Zonvisie (zie het antwoord op vraag 3). De beoogde planning: zie het antwoord op vraag 2. De betrokken stakeholders zijn: — De Groene Grachten; — NV Stadsherstel; — de gemeente Amsterdam (DRO, BMA, stadsdeel Centrum); — Uuurders van Pakhuis de Zwijger (via Stadsherstel); — Search. 5. Is het college van plan een vervolg te maken op het Amsterdamse duurzaamheidsprogramma 2011-2014, en indien dat het geval is, overeenkomstig het coalitieakkoord (blz. 27), de ambitie ten aanzien van lokale zonne-energie uit de Zonvisie conform het initiatiefvoorstel van het voormalig raadslid de heer Manuel en de resultaten van de ‘pilots’ op Pakhuis de Zwijger en de Amstelkerk daarin aandacht te besteden aan het verduurzamen van monumenten? Antwoord: Het College stelt eind dit jaar een Agenda Duurzaamheid vast. Het verduurzamen van monumenten, deregulering en de ambitie van de Zonvisie zullen in deze agenda worden meegenomen. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 5 X Gemeente Amsterdam R % Gemeenteraad Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 602 Datum akkoord 2 september 2014 Publicatiedatum 5 september 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw A.M. Bosman en de heer M.E. van den Heuvel van 5 augustus 2014 inzake zonnepanelen op monumentale panden. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstellers. Het college heeft de ambitie om in 2020 het aandeel duurzaam opgewekte energie binnen Amsterdam met 20% te laten toenemen. Zonne-energie is een belangrijke bron daarvoor. Eerder is de doelstelling vastgelegd om in 2020 160 MW zonnestroom per jaar op te wekken binnen de gemeente Amsterdam. Voor 2040 is het streefcijfer 1000 MW. Zonne-energie is een belangrijke manier voor bewoners en ondernemers om zelf voor hun elektriciteitsvoorziening te zorgen. Dat is goed voor het milieu, de energierekening en de onafhankelijkheid van Amsterdam ten opzichte van onberekenbare buitenlandse energieproducenten. Amsterdam heeft naast de ruim 8500 rijks- en gemeentelijke monumenten, ook een toenemend aantal beschermde stads- en dorpsgezichten. Het hele centrum van Amsterdam is sinds 1999 beschermd stadsgezicht en de grachtengordel behoort sinds 2010 tot het UNESCO werelderfgoed. De fractie van D66 vindt het belangrijk dat deze historische waarde wordt beschermd zodat Amsterdammers en latere generaties er nog volop van kunnen genieten en leren. De fractie van D66 kiest ook voor een schone, groene en gezonde stad. Het is van belang dat de gemeente ruimte geeft aan initiatieven die bijdragen aan nieuwe oplossingen van duurzaamheid, waarbij we openstaan kijken voor het aanpassen van geldende (verouderde) regels die verduurzaming in de weg staan, zonder dat de authenticiteit van monumenten wordt aangetast. Nu heeft de fractie van D66 begrepen dat de gemeente Amsterdam samen met De Groene Grachten, Stadsherstel en Search een pilot is gestart om zonnepanelen te plaatsen op de schuine kap van Pakhuis de Zwijger onder de naam: ‘Zon op de Zwijger’. Het betreft een zogenaamd sheddak (‘zaagtandendak’), dat een zichtlocatie is. Hieruit volgt waarschijnlijk een prijsvraag voor de aanbesteding die moet aantonen welke partij het beste zonnepanelen op een monument kan plaatsen. Dit project is benoemd als ‘pilot om uit te vinden of zonnepanelen op een monument passend zijn, in relatie tot mogelijke technische gevolgen voor het dak door aanhechting van de panelen of verstoring van het monumentale ‘daklandschap’ door het aangezicht van zonnepanelen, omdat dat er nu eenmaal anders uitziet dan dat het daklandschap eruit zag in de 17° eeuw. 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing op Gemeenteblad Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 Dit is niet het eerste monument met zonnepanelen. Sinds september 2013 liggen er zonnepanelen op het (platte) dak van de Amstelkerk. Volgens de website van Stadsherstel, die de energie van de zonnepanelen gebruikt voor het eigen kantoor dat gevestigd is in dit rijksmonument, is de vergunning verleend nadat met foto's van een proefopstelling was aangetoond dat het monument met deze ‘reversibele toepassing’ geen schade op zou lopen. Ook zijn er (slechts) een klein aantal grachtenpanden die met trekken en sleuren een vergunning kregen om zonnepanelen op hun dak te mogen plaatsen, om zodoende hun eigen elektriciteit op te kunnen wekken. Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 5 augustus 2014, beiden namens de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Wat is het effect geweest van de — inmiddels afgeronde — pilot ‘Zon op de Amstelkerk’ voor zonne-energie op andere monumenten met een plat dak en in Amsterdam? Antwoord: Als onderdeel van het initiatief Groene Grachten, in 2012 gestart door Wubbo Ockels en erop gericht om energiemaatregelen in monumentale panden te promoten, is door Stadsherstel een viertal zonnepanelen aangebracht op de Amstelkerk. Voor NV Stadsherstel betrof de Amstelkerk een eerste project waarin zij zonnepanelen heeft aangebracht op een monumentaal pand. Deze panelen zijn aangebracht op een plat dak en wel binnen de kaders van de Welstandsnota. Leerdoel: uitvinden of het technisch mogelijk (ja) en rendabel is (nee, door de lage elektriciteitsprijs die Stadsherstel betaalt omdat zij grootverbruiker is, en de te betalen leges à 1050 euro). Het effect is dat er nu 4 panelen liggen op dit monument, en dat Stadsherstel inzicht heeft gekregen in de mogelijkheden (maatwerk) voor het aanbrengen van zonnepanelen op monumenten en de business case daarvan. Er zijn overigens meer (maar niet veel) voorbeelden van monumentale panden in de stad waarop door bewoners reeds zonnepanelen zijn aangebracht. Hiervoor is een vergunning nodig van het betreffende stadsdeel. De betrokkenheid van de gemeente bij dit project van Stichting de Groene Grachten en Stadsherstel was overigens beperkt. Bureau Monumenten en Archeologie (BMA) en programmabureau Klimaat en Energie waren inhoudelijk (advies, meedenken) betrokken bij het initiatief, het stadsdeel heeft de vergunning afgegeven. 2 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing op Gemeenteblad R Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 2. Klopt het dat de gemeente Amsterdam (de Dienst Ruimtelijke Ordening en het Bureau Monumenten & Archeologie) zich heeft aangesloten bij De Groene Grachten, Stadsherstel, Stadsdeel Oost, Pakhuis de Zwijger en Search en bezig is met de nieuwe pilot ‘Zon op de Zwijger’? Wat is de huidige status van dit project en wat is de tijdsplanning van deze pilot (inclusief moment van afronding)? Antwoord: Ja. Genoemde partijen hebben gezamenlijk de pilot ‘Zon op de Zwijger’ in voorbereiding. Dit project is geïnitieerd door De Groene Grachten. Het project sluit aan bij de Amsterdamse Zonvisie ‘Burgers en Bedrijven gaan voor de zon!’ (zie ook het antwoord op vraag 3). In dit project wordt onderzocht welke mogelijkheden ‘innovatieve zonnetechnologie’ (bijvoorbeeld: andere type zonnecellen, kleur en bevestigingstechnieken) biedt voor het aanbrengen van zonnepanelen op een monumentaal dak, én hoe dit zich verhoudt tot de geldende regels. Dit project onderscheidt zich van het eerdere project van Stadsherstel in de mate van ‘innovativiteit van de technologie die gebruikt zal worden. In het eerste project werd nog gebruik gemaakt van standaard zonnepanelen. In het nieuwe project op de Zwijger gaat men op zoek naar de meest innovatieve zon-oplossing voor dit monumentale pand. Het project is als volgt opgebouwd: 1. allereerst wordt (op dit moment) de haalbaarheid onderzocht (technisch, financieel, juridisch) voor het aanbrengen van zonnepanelen op Pakhuis de Zwijger (eigendom NV Stadsherstel); 2. op basis van dit onderzoek zal NV Stadsherstel een beslissing nemen om haar dak wel of niet ter beschikking te stellen; 3. indien zij akkoord gaat zal de markt in de vorm van een prijsvraag uitgedaagd worden om met haar ‘beste’ systeem te komen; 4. het zonnesysteem van de beste inzending zal door Stadsherstel worden uitgevoerd, onder voorbehoud van een positieve vergunningsbeschikking. Volgens planning wordt de prijsvraag dit najaar bekend gemaakt (indien Stadsherstel positief beslist; stap 2) en wordt het winnende systeem (beoordeling door jury in november/december) begin 2015 geïnstalleerd. De gemeente (BMA en Programmabureau Klimaat en Energie) is als adviseur bij dit project betrokken. De Groene Grachten is project trekker. Uiteindelijke installatie van het innovatieve zonnesysteem (als de prijsvraag daadwerkelijk wordt uitgeschreven en er een goede inzending komt, die binnen de wettelijke kaders past) wordt door Stadsherstel geregeld en gedekt. Stadsherstel vraagt daar mogelijk financiering voor aan in de laatste tender van het Amsterdams Investeringsfonds. 3 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing op Gemeenteblad R Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 3. Deelt het college de mening van de fractie van D66 over het belang van verduurzaming en eventueel aanpassen van regels om nieuwe oplossingen van duurzaamheid mogelijk te maken? Zo ja, welke leerpunten zijn/worden opgesteld ten aanzien van de pilot voor het sheddak van Pakhuis de Zwijger? En welke leerpunten waren opgesteld voor het platte dak van de Amstelkerk? Zo nee, waarom niet en hoe denkt het college dan de ambitie zoals geformuleerd in de Zonvisie 2013 te halen? Antwoord: Het College onderschrijft de mening van de fractie van D66 dat verduurzaming van de bestaande stad van groot belang is en onderstreept dat in het coalitieakkoord ‘Amsterdam is van iedereen’. Zij werkt o.a. aan de doelstelling dat in 2020 20% meer duurzame energie wordt geproduceerd dan nu het geval is. Zonne-energie in de bestaande stad draagt daar aan bij. Om dit te realiseren kan het nodig zijn om bestaande regels aan te passen, of met het Rijk in gesprek te gaan wanneer de bevoegdheid niet bij de gemeente ligt. Aanpassing van regels kan bijvoorbeeld nodig zijn in de situatie waarin regels, maatschappelijke wensen, en toegenomen mogelijkheden door nieuwe (technologische}oplossingen, niet meer met elkaar in overeenstemming zijn. In het collegeprogramma is daarover afgesproken dat “we de regels voor het duurzaam aanpassen van gebouwen [gaan] versimpelen, bijvoorbeeld op het gebied van de teruglevering van energie en het gezamenlijk gebruik van daken voor zonnepanelen”. Daarbij dient het college uiteraard wel te opereren binnen de kaders van de landelijke wet- en regelgeving. Het College is daarnaast van mening dat de energietransitie alleen plaatsvindt als duurzaamheidsprojecten schaal krijgen. Daarvoor is het van belang dat wordt gewerkt aan opschaalbaarheid en kopieerbaarheid van oplossingen. De leerpunten die de pilot ‘Zon op de Zwijger’ op zal leveren zijn: — voorbeeldfunctie: onderzoeken en laten zien hoe een nieuwe zonnetechnologie mogelijk is op een monumentaal dak, waar dat met conventionele panelen niet haalbaar/wenselijk is; — kennisontwikkeling (bij overheid en markt) ten aanzien van technische mogelijkheden van zonne-energie; — onderzoeken hoe het vigerende welstandskader zich verhoudt tot innovatieve zon technologieën. Deze leerpunten zijn vooraf besproken met de projectpartners. Voor het project Amstelkerk waren geen leerpunten geformuleerd vanuit de gemeente, omdat de betrokkenheid beperkt was. Het pilotproject Zon op de Zwijger levert input voor het evalueren van de regels en draagt bij aan de uitvoering van het deel van de Zonvisie dat daarover gaat. In de Zonvisie zijn 8 programmalijnen opgenomen waarlangs de gemeente de toepassing van zonne-energie door burgers en bedrijven stimuleert. In lijn 7 (activiteit # 21) is opgenomen dat regelgeving periodiek tegen het licht wordt gehouden om te zien of deze (nog) in lijn is met de stand der techniek op het gebied van o.a. zonnesystemen. 4 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing op Gemeenteblad Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 4. Onder welke criteria zou het college de resultaten van de pilot “Zon op de Zwijger’ als een succes beoordelen? Wanneer vindt die beoordeling plaats en welke Amsterdamse stakeholders zijn hierbij betrokken? Antwoord: Het project ‘Zon op de Zwijger’ wordt als succes beschouwd als: 1. de prijsvraag een inzending oplevert die een goede technische oplossing biedt voor dit specifieke monumentale dak. Een goede technische oplossing is een oplossing die aansluit bij de eisen van de pandeigenaar (stadsherstel), betaalbaar is, en die aanvaardbaar is vanuit esthetisch en historisch oogpunt en valt binnen de kaders van Welstand en Monumenten; 2. het project bijdraagt aan het vinden van een oplossing voor het aanbrengen van zonnesystemen op andere monumentale panden, nu of in de toekomst. Dit is geen hard criterium, omdat de bijdrage van één project aan een bredere maatschappelijke ontwikkeling moeilijk te meten is. Amsterdam wil echter duurzame koploper zijn, en daar hoort ook bij dat er ruimte wordt gemaakt voor innovatie; 3. het project daarnaast input levert voor de periodieke herijking van de regels conform de Zonvisie (zie het antwoord op vraag 3). De beoogde planning: zie het antwoord op vraag 2. De betrokken stakeholders zijn: — De Groene Grachten; — NV Stadsherstel; — de gemeente Amsterdam (DRO, BMA, stadsdeel Centrum); — Uuurders van Pakhuis de Zwijger (via Stadsherstel); — Search. 5. Is het college van plan een vervolg te maken op het Amsterdamse duurzaamheidsprogramma 2011-2014, en indien dat het geval is, overeenkomstig het coalitieakkoord (blz. 27), de ambitie ten aanzien van lokale zonne-energie uit de Zonvisie conform het initiatiefvoorstel van het voormalig raadslid de heer Manuel en de resultaten van de ‘pilots’ op Pakhuis de Zwijger en de Amstelkerk daarin aandacht te besteden aan het verduurzamen van monumenten? Antwoord: Het College stelt eind dit jaar een Agenda Duurzaamheid vast. Het verduurzamen van monumenten, deregulering en de ambitie van de Zonvisie zullen in deze agenda worden meegenomen. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 5 X Gemeente Amsterdam R % Gemeenteraad Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 602 Datum akkoord 2 september 2014 Publicatiedatum 5 september 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw A.M. Bosman en de heer M.E. van den Heuvel van 5 augustus 2014 inzake zonnepanelen op monumentale panden. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstellers. Het college heeft de ambitie om in 2020 het aandeel duurzaam opgewekte energie binnen Amsterdam met 20% te laten toenemen. Zonne-energie is een belangrijke bron daarvoor. Eerder is de doelstelling vastgelegd om in 2020 160 MW zonnestroom per jaar op te wekken binnen de gemeente Amsterdam. Voor 2040 is het streefcijfer 1000 MW. Zonne-energie is een belangrijke manier voor bewoners en ondernemers om zelf voor hun elektriciteitsvoorziening te zorgen. Dat is goed voor het milieu, de energierekening en de onafhankelijkheid van Amsterdam ten opzichte van onberekenbare buitenlandse energieproducenten. Amsterdam heeft naast de ruim 8500 rijks- en gemeentelijke monumenten, ook een toenemend aantal beschermde stads- en dorpsgezichten. Het hele centrum van Amsterdam is sinds 1999 beschermd stadsgezicht en de grachtengordel behoort sinds 2010 tot het UNESCO werelderfgoed. De fractie van D66 vindt het belangrijk dat deze historische waarde wordt beschermd zodat Amsterdammers en latere generaties er nog volop van kunnen genieten en leren. De fractie van D66 kiest ook voor een schone, groene en gezonde stad. Het is van belang dat de gemeente ruimte geeft aan initiatieven die bijdragen aan nieuwe oplossingen van duurzaamheid, waarbij we openstaan kijken voor het aanpassen van geldende (verouderde) regels die verduurzaming in de weg staan, zonder dat de authenticiteit van monumenten wordt aangetast. Nu heeft de fractie van D66 begrepen dat de gemeente Amsterdam samen met De Groene Grachten, Stadsherstel en Search een pilot is gestart om zonnepanelen te plaatsen op de schuine kap van Pakhuis de Zwijger onder de naam: ‘Zon op de Zwijger’. Het betreft een zogenaamd sheddak (‘zaagtandendak’), dat een zichtlocatie is. Hieruit volgt waarschijnlijk een prijsvraag voor de aanbesteding die moet aantonen welke partij het beste zonnepanelen op een monument kan plaatsen. Dit project is benoemd als ‘pilot om uit te vinden of zonnepanelen op een monument passend zijn, in relatie tot mogelijke technische gevolgen voor het dak door aanhechting van de panelen of verstoring van het monumentale ‘daklandschap’ door het aangezicht van zonnepanelen, omdat dat er nu eenmaal anders uitziet dan dat het daklandschap eruit zag in de 17° eeuw. 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing op Gemeenteblad Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 Dit is niet het eerste monument met zonnepanelen. Sinds september 2013 liggen er zonnepanelen op het (platte) dak van de Amstelkerk. Volgens de website van Stadsherstel, die de energie van de zonnepanelen gebruikt voor het eigen kantoor dat gevestigd is in dit rijksmonument, is de vergunning verleend nadat met foto's van een proefopstelling was aangetoond dat het monument met deze ‘reversibele toepassing’ geen schade op zou lopen. Ook zijn er (slechts) een klein aantal grachtenpanden die met trekken en sleuren een vergunning kregen om zonnepanelen op hun dak te mogen plaatsen, om zodoende hun eigen elektriciteit op te kunnen wekken. Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 5 augustus 2014, beiden namens de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Wat is het effect geweest van de — inmiddels afgeronde — pilot ‘Zon op de Amstelkerk’ voor zonne-energie op andere monumenten met een plat dak en in Amsterdam? Antwoord: Als onderdeel van het initiatief Groene Grachten, in 2012 gestart door Wubbo Ockels en erop gericht om energiemaatregelen in monumentale panden te promoten, is door Stadsherstel een viertal zonnepanelen aangebracht op de Amstelkerk. Voor NV Stadsherstel betrof de Amstelkerk een eerste project waarin zij zonnepanelen heeft aangebracht op een monumentaal pand. Deze panelen zijn aangebracht op een plat dak en wel binnen de kaders van de Welstandsnota. Leerdoel: uitvinden of het technisch mogelijk (ja) en rendabel is (nee, door de lage elektriciteitsprijs die Stadsherstel betaalt omdat zij grootverbruiker is, en de te betalen leges à 1050 euro). Het effect is dat er nu 4 panelen liggen op dit monument, en dat Stadsherstel inzicht heeft gekregen in de mogelijkheden (maatwerk) voor het aanbrengen van zonnepanelen op monumenten en de business case daarvan. Er zijn overigens meer (maar niet veel) voorbeelden van monumentale panden in de stad waarop door bewoners reeds zonnepanelen zijn aangebracht. Hiervoor is een vergunning nodig van het betreffende stadsdeel. De betrokkenheid van de gemeente bij dit project van Stichting de Groene Grachten en Stadsherstel was overigens beperkt. Bureau Monumenten en Archeologie (BMA) en programmabureau Klimaat en Energie waren inhoudelijk (advies, meedenken) betrokken bij het initiatief, het stadsdeel heeft de vergunning afgegeven. 2 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing op Gemeenteblad R Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 2. Klopt het dat de gemeente Amsterdam (de Dienst Ruimtelijke Ordening en het Bureau Monumenten & Archeologie) zich heeft aangesloten bij De Groene Grachten, Stadsherstel, Stadsdeel Oost, Pakhuis de Zwijger en Search en bezig is met de nieuwe pilot ‘Zon op de Zwijger’? Wat is de huidige status van dit project en wat is de tijdsplanning van deze pilot (inclusief moment van afronding)? Antwoord: Ja. Genoemde partijen hebben gezamenlijk de pilot ‘Zon op de Zwijger’ in voorbereiding. Dit project is geïnitieerd door De Groene Grachten. Het project sluit aan bij de Amsterdamse Zonvisie ‘Burgers en Bedrijven gaan voor de zon!’ (zie ook het antwoord op vraag 3). In dit project wordt onderzocht welke mogelijkheden ‘innovatieve zonnetechnologie’ (bijvoorbeeld: andere type zonnecellen, kleur en bevestigingstechnieken) biedt voor het aanbrengen van zonnepanelen op een monumentaal dak, én hoe dit zich verhoudt tot de geldende regels. Dit project onderscheidt zich van het eerdere project van Stadsherstel in de mate van ‘innovativiteit van de technologie die gebruikt zal worden. In het eerste project werd nog gebruik gemaakt van standaard zonnepanelen. In het nieuwe project op de Zwijger gaat men op zoek naar de meest innovatieve zon-oplossing voor dit monumentale pand. Het project is als volgt opgebouwd: 1. allereerst wordt (op dit moment) de haalbaarheid onderzocht (technisch, financieel, juridisch) voor het aanbrengen van zonnepanelen op Pakhuis de Zwijger (eigendom NV Stadsherstel); 2. op basis van dit onderzoek zal NV Stadsherstel een beslissing nemen om haar dak wel of niet ter beschikking te stellen; 3. indien zij akkoord gaat zal de markt in de vorm van een prijsvraag uitgedaagd worden om met haar ‘beste’ systeem te komen; 4. het zonnesysteem van de beste inzending zal door Stadsherstel worden uitgevoerd, onder voorbehoud van een positieve vergunningsbeschikking. Volgens planning wordt de prijsvraag dit najaar bekend gemaakt (indien Stadsherstel positief beslist; stap 2) en wordt het winnende systeem (beoordeling door jury in november/december) begin 2015 geïnstalleerd. De gemeente (BMA en Programmabureau Klimaat en Energie) is als adviseur bij dit project betrokken. De Groene Grachten is project trekker. Uiteindelijke installatie van het innovatieve zonnesysteem (als de prijsvraag daadwerkelijk wordt uitgeschreven en er een goede inzending komt, die binnen de wettelijke kaders past) wordt door Stadsherstel geregeld en gedekt. Stadsherstel vraagt daar mogelijk financiering voor aan in de laatste tender van het Amsterdams Investeringsfonds. 3 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing op Gemeenteblad R Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 3. Deelt het college de mening van de fractie van D66 over het belang van verduurzaming en eventueel aanpassen van regels om nieuwe oplossingen van duurzaamheid mogelijk te maken? Zo ja, welke leerpunten zijn/worden opgesteld ten aanzien van de pilot voor het sheddak van Pakhuis de Zwijger? En welke leerpunten waren opgesteld voor het platte dak van de Amstelkerk? Zo nee, waarom niet en hoe denkt het college dan de ambitie zoals geformuleerd in de Zonvisie 2013 te halen? Antwoord: Het College onderschrijft de mening van de fractie van D66 dat verduurzaming van de bestaande stad van groot belang is en onderstreept dat in het coalitieakkoord ‘Amsterdam is van iedereen’. Zij werkt o.a. aan de doelstelling dat in 2020 20% meer duurzame energie wordt geproduceerd dan nu het geval is. Zonne-energie in de bestaande stad draagt daar aan bij. Om dit te realiseren kan het nodig zijn om bestaande regels aan te passen, of met het Rijk in gesprek te gaan wanneer de bevoegdheid niet bij de gemeente ligt. Aanpassing van regels kan bijvoorbeeld nodig zijn in de situatie waarin regels, maatschappelijke wensen, en toegenomen mogelijkheden door nieuwe (technologische}oplossingen, niet meer met elkaar in overeenstemming zijn. In het collegeprogramma is daarover afgesproken dat “we de regels voor het duurzaam aanpassen van gebouwen [gaan] versimpelen, bijvoorbeeld op het gebied van de teruglevering van energie en het gezamenlijk gebruik van daken voor zonnepanelen”. Daarbij dient het college uiteraard wel te opereren binnen de kaders van de landelijke wet- en regelgeving. Het College is daarnaast van mening dat de energietransitie alleen plaatsvindt als duurzaamheidsprojecten schaal krijgen. Daarvoor is het van belang dat wordt gewerkt aan opschaalbaarheid en kopieerbaarheid van oplossingen. De leerpunten die de pilot ‘Zon op de Zwijger’ op zal leveren zijn: — voorbeeldfunctie: onderzoeken en laten zien hoe een nieuwe zonnetechnologie mogelijk is op een monumentaal dak, waar dat met conventionele panelen niet haalbaar/wenselijk is; — kennisontwikkeling (bij overheid en markt) ten aanzien van technische mogelijkheden van zonne-energie; — onderzoeken hoe het vigerende welstandskader zich verhoudt tot innovatieve zon technologieën. Deze leerpunten zijn vooraf besproken met de projectpartners. Voor het project Amstelkerk waren geen leerpunten geformuleerd vanuit de gemeente, omdat de betrokkenheid beperkt was. Het pilotproject Zon op de Zwijger levert input voor het evalueren van de regels en draagt bij aan de uitvoering van het deel van de Zonvisie dat daarover gaat. In de Zonvisie zijn 8 programmalijnen opgenomen waarlangs de gemeente de toepassing van zonne-energie door burgers en bedrijven stimuleert. In lijn 7 (activiteit # 21) is opgenomen dat regelgeving periodiek tegen het licht wordt gehouden om te zien of deze (nog) in lijn is met de stand der techniek op het gebied van o.a. zonnesystemen. 4 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing op Gemeenteblad Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 4. Onder welke criteria zou het college de resultaten van de pilot “Zon op de Zwijger’ als een succes beoordelen? Wanneer vindt die beoordeling plaats en welke Amsterdamse stakeholders zijn hierbij betrokken? Antwoord: Het project ‘Zon op de Zwijger’ wordt als succes beschouwd als: 1. de prijsvraag een inzending oplevert die een goede technische oplossing biedt voor dit specifieke monumentale dak. Een goede technische oplossing is een oplossing die aansluit bij de eisen van de pandeigenaar (stadsherstel), betaalbaar is, en die aanvaardbaar is vanuit esthetisch en historisch oogpunt en valt binnen de kaders van Welstand en Monumenten; 2. het project bijdraagt aan het vinden van een oplossing voor het aanbrengen van zonnesystemen op andere monumentale panden, nu of in de toekomst. Dit is geen hard criterium, omdat de bijdrage van één project aan een bredere maatschappelijke ontwikkeling moeilijk te meten is. Amsterdam wil echter duurzame koploper zijn, en daar hoort ook bij dat er ruimte wordt gemaakt voor innovatie; 3. het project daarnaast input levert voor de periodieke herijking van de regels conform de Zonvisie (zie het antwoord op vraag 3). De beoogde planning: zie het antwoord op vraag 2. De betrokken stakeholders zijn: — De Groene Grachten; — NV Stadsherstel; — de gemeente Amsterdam (DRO, BMA, stadsdeel Centrum); — Uuurders van Pakhuis de Zwijger (via Stadsherstel); — Search. 5. Is het college van plan een vervolg te maken op het Amsterdamse duurzaamheidsprogramma 2011-2014, en indien dat het geval is, overeenkomstig het coalitieakkoord (blz. 27), de ambitie ten aanzien van lokale zonne-energie uit de Zonvisie conform het initiatiefvoorstel van het voormalig raadslid de heer Manuel en de resultaten van de ‘pilots’ op Pakhuis de Zwijger en de Amstelkerk daarin aandacht te besteden aan het verduurzamen van monumenten? Antwoord: Het College stelt eind dit jaar een Agenda Duurzaamheid vast. Het verduurzamen van monumenten, deregulering en de ambitie van de Zonvisie zullen in deze agenda worden meegenomen. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 5 X Gemeente Amsterdam R % Gemeenteraad Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 602 Datum akkoord 2 september 2014 Publicatiedatum 5 september 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw A.M. Bosman en de heer M.E. van den Heuvel van 5 augustus 2014 inzake zonnepanelen op monumentale panden. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstellers. Het college heeft de ambitie om in 2020 het aandeel duurzaam opgewekte energie binnen Amsterdam met 20% te laten toenemen. Zonne-energie is een belangrijke bron daarvoor. Eerder is de doelstelling vastgelegd om in 2020 160 MW zonnestroom per jaar op te wekken binnen de gemeente Amsterdam. Voor 2040 is het streefcijfer 1000 MW. Zonne-energie is een belangrijke manier voor bewoners en ondernemers om zelf voor hun elektriciteitsvoorziening te zorgen. Dat is goed voor het milieu, de energierekening en de onafhankelijkheid van Amsterdam ten opzichte van onberekenbare buitenlandse energieproducenten. Amsterdam heeft naast de ruim 8500 rijks- en gemeentelijke monumenten, ook een toenemend aantal beschermde stads- en dorpsgezichten. Het hele centrum van Amsterdam is sinds 1999 beschermd stadsgezicht en de grachtengordel behoort sinds 2010 tot het UNESCO werelderfgoed. De fractie van D66 vindt het belangrijk dat deze historische waarde wordt beschermd zodat Amsterdammers en latere generaties er nog volop van kunnen genieten en leren. De fractie van D66 kiest ook voor een schone, groene en gezonde stad. Het is van belang dat de gemeente ruimte geeft aan initiatieven die bijdragen aan nieuwe oplossingen van duurzaamheid, waarbij we openstaan kijken voor het aanpassen van geldende (verouderde) regels die verduurzaming in de weg staan, zonder dat de authenticiteit van monumenten wordt aangetast. Nu heeft de fractie van D66 begrepen dat de gemeente Amsterdam samen met De Groene Grachten, Stadsherstel en Search een pilot is gestart om zonnepanelen te plaatsen op de schuine kap van Pakhuis de Zwijger onder de naam: ‘Zon op de Zwijger’. Het betreft een zogenaamd sheddak (‘zaagtandendak’), dat een zichtlocatie is. Hieruit volgt waarschijnlijk een prijsvraag voor de aanbesteding die moet aantonen welke partij het beste zonnepanelen op een monument kan plaatsen. Dit project is benoemd als ‘pilot om uit te vinden of zonnepanelen op een monument passend zijn, in relatie tot mogelijke technische gevolgen voor het dak door aanhechting van de panelen of verstoring van het monumentale ‘daklandschap’ door het aangezicht van zonnepanelen, omdat dat er nu eenmaal anders uitziet dan dat het daklandschap eruit zag in de 17° eeuw. 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing op Gemeenteblad Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 Dit is niet het eerste monument met zonnepanelen. Sinds september 2013 liggen er zonnepanelen op het (platte) dak van de Amstelkerk. Volgens de website van Stadsherstel, die de energie van de zonnepanelen gebruikt voor het eigen kantoor dat gevestigd is in dit rijksmonument, is de vergunning verleend nadat met foto's van een proefopstelling was aangetoond dat het monument met deze ‘reversibele toepassing’ geen schade op zou lopen. Ook zijn er (slechts) een klein aantal grachtenpanden die met trekken en sleuren een vergunning kregen om zonnepanelen op hun dak te mogen plaatsen, om zodoende hun eigen elektriciteit op te kunnen wekken. Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 5 augustus 2014, beiden namens de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Wat is het effect geweest van de — inmiddels afgeronde — pilot ‘Zon op de Amstelkerk’ voor zonne-energie op andere monumenten met een plat dak en in Amsterdam? Antwoord: Als onderdeel van het initiatief Groene Grachten, in 2012 gestart door Wubbo Ockels en erop gericht om energiemaatregelen in monumentale panden te promoten, is door Stadsherstel een viertal zonnepanelen aangebracht op de Amstelkerk. Voor NV Stadsherstel betrof de Amstelkerk een eerste project waarin zij zonnepanelen heeft aangebracht op een monumentaal pand. Deze panelen zijn aangebracht op een plat dak en wel binnen de kaders van de Welstandsnota. Leerdoel: uitvinden of het technisch mogelijk (ja) en rendabel is (nee, door de lage elektriciteitsprijs die Stadsherstel betaalt omdat zij grootverbruiker is, en de te betalen leges à 1050 euro). Het effect is dat er nu 4 panelen liggen op dit monument, en dat Stadsherstel inzicht heeft gekregen in de mogelijkheden (maatwerk) voor het aanbrengen van zonnepanelen op monumenten en de business case daarvan. Er zijn overigens meer (maar niet veel) voorbeelden van monumentale panden in de stad waarop door bewoners reeds zonnepanelen zijn aangebracht. Hiervoor is een vergunning nodig van het betreffende stadsdeel. De betrokkenheid van de gemeente bij dit project van Stichting de Groene Grachten en Stadsherstel was overigens beperkt. Bureau Monumenten en Archeologie (BMA) en programmabureau Klimaat en Energie waren inhoudelijk (advies, meedenken) betrokken bij het initiatief, het stadsdeel heeft de vergunning afgegeven. 2 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing op Gemeenteblad R Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 2. Klopt het dat de gemeente Amsterdam (de Dienst Ruimtelijke Ordening en het Bureau Monumenten & Archeologie) zich heeft aangesloten bij De Groene Grachten, Stadsherstel, Stadsdeel Oost, Pakhuis de Zwijger en Search en bezig is met de nieuwe pilot ‘Zon op de Zwijger’? Wat is de huidige status van dit project en wat is de tijdsplanning van deze pilot (inclusief moment van afronding)? Antwoord: Ja. Genoemde partijen hebben gezamenlijk de pilot ‘Zon op de Zwijger’ in voorbereiding. Dit project is geïnitieerd door De Groene Grachten. Het project sluit aan bij de Amsterdamse Zonvisie ‘Burgers en Bedrijven gaan voor de zon!’ (zie ook het antwoord op vraag 3). In dit project wordt onderzocht welke mogelijkheden ‘innovatieve zonnetechnologie’ (bijvoorbeeld: andere type zonnecellen, kleur en bevestigingstechnieken) biedt voor het aanbrengen van zonnepanelen op een monumentaal dak, én hoe dit zich verhoudt tot de geldende regels. Dit project onderscheidt zich van het eerdere project van Stadsherstel in de mate van ‘innovativiteit van de technologie die gebruikt zal worden. In het eerste project werd nog gebruik gemaakt van standaard zonnepanelen. In het nieuwe project op de Zwijger gaat men op zoek naar de meest innovatieve zon-oplossing voor dit monumentale pand. Het project is als volgt opgebouwd: 1. allereerst wordt (op dit moment) de haalbaarheid onderzocht (technisch, financieel, juridisch) voor het aanbrengen van zonnepanelen op Pakhuis de Zwijger (eigendom NV Stadsherstel); 2. op basis van dit onderzoek zal NV Stadsherstel een beslissing nemen om haar dak wel of niet ter beschikking te stellen; 3. indien zij akkoord gaat zal de markt in de vorm van een prijsvraag uitgedaagd worden om met haar ‘beste’ systeem te komen; 4. het zonnesysteem van de beste inzending zal door Stadsherstel worden uitgevoerd, onder voorbehoud van een positieve vergunningsbeschikking. Volgens planning wordt de prijsvraag dit najaar bekend gemaakt (indien Stadsherstel positief beslist; stap 2) en wordt het winnende systeem (beoordeling door jury in november/december) begin 2015 geïnstalleerd. De gemeente (BMA en Programmabureau Klimaat en Energie) is als adviseur bij dit project betrokken. De Groene Grachten is project trekker. Uiteindelijke installatie van het innovatieve zonnesysteem (als de prijsvraag daadwerkelijk wordt uitgeschreven en er een goede inzending komt, die binnen de wettelijke kaders past) wordt door Stadsherstel geregeld en gedekt. Stadsherstel vraagt daar mogelijk financiering voor aan in de laatste tender van het Amsterdams Investeringsfonds. 3 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing op Gemeenteblad R Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 3. Deelt het college de mening van de fractie van D66 over het belang van verduurzaming en eventueel aanpassen van regels om nieuwe oplossingen van duurzaamheid mogelijk te maken? Zo ja, welke leerpunten zijn/worden opgesteld ten aanzien van de pilot voor het sheddak van Pakhuis de Zwijger? En welke leerpunten waren opgesteld voor het platte dak van de Amstelkerk? Zo nee, waarom niet en hoe denkt het college dan de ambitie zoals geformuleerd in de Zonvisie 2013 te halen? Antwoord: Het College onderschrijft de mening van de fractie van D66 dat verduurzaming van de bestaande stad van groot belang is en onderstreept dat in het coalitieakkoord ‘Amsterdam is van iedereen’. Zij werkt o.a. aan de doelstelling dat in 2020 20% meer duurzame energie wordt geproduceerd dan nu het geval is. Zonne-energie in de bestaande stad draagt daar aan bij. Om dit te realiseren kan het nodig zijn om bestaande regels aan te passen, of met het Rijk in gesprek te gaan wanneer de bevoegdheid niet bij de gemeente ligt. Aanpassing van regels kan bijvoorbeeld nodig zijn in de situatie waarin regels, maatschappelijke wensen, en toegenomen mogelijkheden door nieuwe (technologische}oplossingen, niet meer met elkaar in overeenstemming zijn. In het collegeprogramma is daarover afgesproken dat “we de regels voor het duurzaam aanpassen van gebouwen [gaan] versimpelen, bijvoorbeeld op het gebied van de teruglevering van energie en het gezamenlijk gebruik van daken voor zonnepanelen”. Daarbij dient het college uiteraard wel te opereren binnen de kaders van de landelijke wet- en regelgeving. Het College is daarnaast van mening dat de energietransitie alleen plaatsvindt als duurzaamheidsprojecten schaal krijgen. Daarvoor is het van belang dat wordt gewerkt aan opschaalbaarheid en kopieerbaarheid van oplossingen. De leerpunten die de pilot ‘Zon op de Zwijger’ op zal leveren zijn: — voorbeeldfunctie: onderzoeken en laten zien hoe een nieuwe zonnetechnologie mogelijk is op een monumentaal dak, waar dat met conventionele panelen niet haalbaar/wenselijk is; — kennisontwikkeling (bij overheid en markt) ten aanzien van technische mogelijkheden van zonne-energie; — onderzoeken hoe het vigerende welstandskader zich verhoudt tot innovatieve zon technologieën. Deze leerpunten zijn vooraf besproken met de projectpartners. Voor het project Amstelkerk waren geen leerpunten geformuleerd vanuit de gemeente, omdat de betrokkenheid beperkt was. Het pilotproject Zon op de Zwijger levert input voor het evalueren van de regels en draagt bij aan de uitvoering van het deel van de Zonvisie dat daarover gaat. In de Zonvisie zijn 8 programmalijnen opgenomen waarlangs de gemeente de toepassing van zonne-energie door burgers en bedrijven stimuleert. In lijn 7 (activiteit # 21) is opgenomen dat regelgeving periodiek tegen het licht wordt gehouden om te zien of deze (nog) in lijn is met de stand der techniek op het gebied van o.a. zonnesystemen. 4 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing op Gemeenteblad Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 4. Onder welke criteria zou het college de resultaten van de pilot “Zon op de Zwijger’ als een succes beoordelen? Wanneer vindt die beoordeling plaats en welke Amsterdamse stakeholders zijn hierbij betrokken? Antwoord: Het project ‘Zon op de Zwijger’ wordt als succes beschouwd als: 1. de prijsvraag een inzending oplevert die een goede technische oplossing biedt voor dit specifieke monumentale dak. Een goede technische oplossing is een oplossing die aansluit bij de eisen van de pandeigenaar (stadsherstel), betaalbaar is, en die aanvaardbaar is vanuit esthetisch en historisch oogpunt en valt binnen de kaders van Welstand en Monumenten; 2. het project bijdraagt aan het vinden van een oplossing voor het aanbrengen van zonnesystemen op andere monumentale panden, nu of in de toekomst. Dit is geen hard criterium, omdat de bijdrage van één project aan een bredere maatschappelijke ontwikkeling moeilijk te meten is. Amsterdam wil echter duurzame koploper zijn, en daar hoort ook bij dat er ruimte wordt gemaakt voor innovatie; 3. het project daarnaast input levert voor de periodieke herijking van de regels conform de Zonvisie (zie het antwoord op vraag 3). De beoogde planning: zie het antwoord op vraag 2. De betrokken stakeholders zijn: — De Groene Grachten; — NV Stadsherstel; — de gemeente Amsterdam (DRO, BMA, stadsdeel Centrum); — Uuurders van Pakhuis de Zwijger (via Stadsherstel); — Search. 5. Is het college van plan een vervolg te maken op het Amsterdamse duurzaamheidsprogramma 2011-2014, en indien dat het geval is, overeenkomstig het coalitieakkoord (blz. 27), de ambitie ten aanzien van lokale zonne-energie uit de Zonvisie conform het initiatiefvoorstel van het voormalig raadslid de heer Manuel en de resultaten van de ‘pilots’ op Pakhuis de Zwijger en de Amstelkerk daarin aandacht te besteden aan het verduurzamen van monumenten? Antwoord: Het College stelt eind dit jaar een Agenda Duurzaamheid vast. Het verduurzamen van monumenten, deregulering en de ambitie van de Zonvisie zullen in deze agenda worden meegenomen. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 5 X Gemeente Amsterdam R % Gemeenteraad Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 602 Datum akkoord 2 september 2014 Publicatiedatum 5 september 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw A.M. Bosman en de heer M.E. van den Heuvel van 5 augustus 2014 inzake zonnepanelen op monumentale panden. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstellers. Het college heeft de ambitie om in 2020 het aandeel duurzaam opgewekte energie binnen Amsterdam met 20% te laten toenemen. Zonne-energie is een belangrijke bron daarvoor. Eerder is de doelstelling vastgelegd om in 2020 160 MW zonnestroom per jaar op te wekken binnen de gemeente Amsterdam. Voor 2040 is het streefcijfer 1000 MW. Zonne-energie is een belangrijke manier voor bewoners en ondernemers om zelf voor hun elektriciteitsvoorziening te zorgen. Dat is goed voor het milieu, de energierekening en de onafhankelijkheid van Amsterdam ten opzichte van onberekenbare buitenlandse energieproducenten. Amsterdam heeft naast de ruim 8500 rijks- en gemeentelijke monumenten, ook een toenemend aantal beschermde stads- en dorpsgezichten. Het hele centrum van Amsterdam is sinds 1999 beschermd stadsgezicht en de grachtengordel behoort sinds 2010 tot het UNESCO werelderfgoed. De fractie van D66 vindt het belangrijk dat deze historische waarde wordt beschermd zodat Amsterdammers en latere generaties er nog volop van kunnen genieten en leren. De fractie van D66 kiest ook voor een schone, groene en gezonde stad. Het is van belang dat de gemeente ruimte geeft aan initiatieven die bijdragen aan nieuwe oplossingen van duurzaamheid, waarbij we openstaan kijken voor het aanpassen van geldende (verouderde) regels die verduurzaming in de weg staan, zonder dat de authenticiteit van monumenten wordt aangetast. Nu heeft de fractie van D66 begrepen dat de gemeente Amsterdam samen met De Groene Grachten, Stadsherstel en Search een pilot is gestart om zonnepanelen te plaatsen op de schuine kap van Pakhuis de Zwijger onder de naam: ‘Zon op de Zwijger’. Het betreft een zogenaamd sheddak (‘zaagtandendak’), dat een zichtlocatie is. Hieruit volgt waarschijnlijk een prijsvraag voor de aanbesteding die moet aantonen welke partij het beste zonnepanelen op een monument kan plaatsen. Dit project is benoemd als ‘pilot om uit te vinden of zonnepanelen op een monument passend zijn, in relatie tot mogelijke technische gevolgen voor het dak door aanhechting van de panelen of verstoring van het monumentale ‘daklandschap’ door het aangezicht van zonnepanelen, omdat dat er nu eenmaal anders uitziet dan dat het daklandschap eruit zag in de 17° eeuw. 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing op Gemeenteblad Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 Dit is niet het eerste monument met zonnepanelen. Sinds september 2013 liggen er zonnepanelen op het (platte) dak van de Amstelkerk. Volgens de website van Stadsherstel, die de energie van de zonnepanelen gebruikt voor het eigen kantoor dat gevestigd is in dit rijksmonument, is de vergunning verleend nadat met foto's van een proefopstelling was aangetoond dat het monument met deze ‘reversibele toepassing’ geen schade op zou lopen. Ook zijn er (slechts) een klein aantal grachtenpanden die met trekken en sleuren een vergunning kregen om zonnepanelen op hun dak te mogen plaatsen, om zodoende hun eigen elektriciteit op te kunnen wekken. Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 5 augustus 2014, beiden namens de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Wat is het effect geweest van de — inmiddels afgeronde — pilot ‘Zon op de Amstelkerk’ voor zonne-energie op andere monumenten met een plat dak en in Amsterdam? Antwoord: Als onderdeel van het initiatief Groene Grachten, in 2012 gestart door Wubbo Ockels en erop gericht om energiemaatregelen in monumentale panden te promoten, is door Stadsherstel een viertal zonnepanelen aangebracht op de Amstelkerk. Voor NV Stadsherstel betrof de Amstelkerk een eerste project waarin zij zonnepanelen heeft aangebracht op een monumentaal pand. Deze panelen zijn aangebracht op een plat dak en wel binnen de kaders van de Welstandsnota. Leerdoel: uitvinden of het technisch mogelijk (ja) en rendabel is (nee, door de lage elektriciteitsprijs die Stadsherstel betaalt omdat zij grootverbruiker is, en de te betalen leges à 1050 euro). Het effect is dat er nu 4 panelen liggen op dit monument, en dat Stadsherstel inzicht heeft gekregen in de mogelijkheden (maatwerk) voor het aanbrengen van zonnepanelen op monumenten en de business case daarvan. Er zijn overigens meer (maar niet veel) voorbeelden van monumentale panden in de stad waarop door bewoners reeds zonnepanelen zijn aangebracht. Hiervoor is een vergunning nodig van het betreffende stadsdeel. De betrokkenheid van de gemeente bij dit project van Stichting de Groene Grachten en Stadsherstel was overigens beperkt. Bureau Monumenten en Archeologie (BMA) en programmabureau Klimaat en Energie waren inhoudelijk (advies, meedenken) betrokken bij het initiatief, het stadsdeel heeft de vergunning afgegeven. 2 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing op Gemeenteblad R Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 2. Klopt het dat de gemeente Amsterdam (de Dienst Ruimtelijke Ordening en het Bureau Monumenten & Archeologie) zich heeft aangesloten bij De Groene Grachten, Stadsherstel, Stadsdeel Oost, Pakhuis de Zwijger en Search en bezig is met de nieuwe pilot ‘Zon op de Zwijger’? Wat is de huidige status van dit project en wat is de tijdsplanning van deze pilot (inclusief moment van afronding)? Antwoord: Ja. Genoemde partijen hebben gezamenlijk de pilot ‘Zon op de Zwijger’ in voorbereiding. Dit project is geïnitieerd door De Groene Grachten. Het project sluit aan bij de Amsterdamse Zonvisie ‘Burgers en Bedrijven gaan voor de zon!’ (zie ook het antwoord op vraag 3). In dit project wordt onderzocht welke mogelijkheden ‘innovatieve zonnetechnologie’ (bijvoorbeeld: andere type zonnecellen, kleur en bevestigingstechnieken) biedt voor het aanbrengen van zonnepanelen op een monumentaal dak, én hoe dit zich verhoudt tot de geldende regels. Dit project onderscheidt zich van het eerdere project van Stadsherstel in de mate van ‘innovativiteit van de technologie die gebruikt zal worden. In het eerste project werd nog gebruik gemaakt van standaard zonnepanelen. In het nieuwe project op de Zwijger gaat men op zoek naar de meest innovatieve zon-oplossing voor dit monumentale pand. Het project is als volgt opgebouwd: 1. allereerst wordt (op dit moment) de haalbaarheid onderzocht (technisch, financieel, juridisch) voor het aanbrengen van zonnepanelen op Pakhuis de Zwijger (eigendom NV Stadsherstel); 2. op basis van dit onderzoek zal NV Stadsherstel een beslissing nemen om haar dak wel of niet ter beschikking te stellen; 3. indien zij akkoord gaat zal de markt in de vorm van een prijsvraag uitgedaagd worden om met haar ‘beste’ systeem te komen; 4. het zonnesysteem van de beste inzending zal door Stadsherstel worden uitgevoerd, onder voorbehoud van een positieve vergunningsbeschikking. Volgens planning wordt de prijsvraag dit najaar bekend gemaakt (indien Stadsherstel positief beslist; stap 2) en wordt het winnende systeem (beoordeling door jury in november/december) begin 2015 geïnstalleerd. De gemeente (BMA en Programmabureau Klimaat en Energie) is als adviseur bij dit project betrokken. De Groene Grachten is project trekker. Uiteindelijke installatie van het innovatieve zonnesysteem (als de prijsvraag daadwerkelijk wordt uitgeschreven en er een goede inzending komt, die binnen de wettelijke kaders past) wordt door Stadsherstel geregeld en gedekt. Stadsherstel vraagt daar mogelijk financiering voor aan in de laatste tender van het Amsterdams Investeringsfonds. 3 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing op Gemeenteblad R Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 3. Deelt het college de mening van de fractie van D66 over het belang van verduurzaming en eventueel aanpassen van regels om nieuwe oplossingen van duurzaamheid mogelijk te maken? Zo ja, welke leerpunten zijn/worden opgesteld ten aanzien van de pilot voor het sheddak van Pakhuis de Zwijger? En welke leerpunten waren opgesteld voor het platte dak van de Amstelkerk? Zo nee, waarom niet en hoe denkt het college dan de ambitie zoals geformuleerd in de Zonvisie 2013 te halen? Antwoord: Het College onderschrijft de mening van de fractie van D66 dat verduurzaming van de bestaande stad van groot belang is en onderstreept dat in het coalitieakkoord ‘Amsterdam is van iedereen’. Zij werkt o.a. aan de doelstelling dat in 2020 20% meer duurzame energie wordt geproduceerd dan nu het geval is. Zonne-energie in de bestaande stad draagt daar aan bij. Om dit te realiseren kan het nodig zijn om bestaande regels aan te passen, of met het Rijk in gesprek te gaan wanneer de bevoegdheid niet bij de gemeente ligt. Aanpassing van regels kan bijvoorbeeld nodig zijn in de situatie waarin regels, maatschappelijke wensen, en toegenomen mogelijkheden door nieuwe (technologische}oplossingen, niet meer met elkaar in overeenstemming zijn. In het collegeprogramma is daarover afgesproken dat “we de regels voor het duurzaam aanpassen van gebouwen [gaan] versimpelen, bijvoorbeeld op het gebied van de teruglevering van energie en het gezamenlijk gebruik van daken voor zonnepanelen”. Daarbij dient het college uiteraard wel te opereren binnen de kaders van de landelijke wet- en regelgeving. Het College is daarnaast van mening dat de energietransitie alleen plaatsvindt als duurzaamheidsprojecten schaal krijgen. Daarvoor is het van belang dat wordt gewerkt aan opschaalbaarheid en kopieerbaarheid van oplossingen. De leerpunten die de pilot ‘Zon op de Zwijger’ op zal leveren zijn: — voorbeeldfunctie: onderzoeken en laten zien hoe een nieuwe zonnetechnologie mogelijk is op een monumentaal dak, waar dat met conventionele panelen niet haalbaar/wenselijk is; — kennisontwikkeling (bij overheid en markt) ten aanzien van technische mogelijkheden van zonne-energie; — onderzoeken hoe het vigerende welstandskader zich verhoudt tot innovatieve zon technologieën. Deze leerpunten zijn vooraf besproken met de projectpartners. Voor het project Amstelkerk waren geen leerpunten geformuleerd vanuit de gemeente, omdat de betrokkenheid beperkt was. Het pilotproject Zon op de Zwijger levert input voor het evalueren van de regels en draagt bij aan de uitvoering van het deel van de Zonvisie dat daarover gaat. In de Zonvisie zijn 8 programmalijnen opgenomen waarlangs de gemeente de toepassing van zonne-energie door burgers en bedrijven stimuleert. In lijn 7 (activiteit # 21) is opgenomen dat regelgeving periodiek tegen het licht wordt gehouden om te zien of deze (nog) in lijn is met de stand der techniek op het gebied van o.a. zonnesystemen. 4 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing op Gemeenteblad Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 4. Onder welke criteria zou het college de resultaten van de pilot “Zon op de Zwijger’ als een succes beoordelen? Wanneer vindt die beoordeling plaats en welke Amsterdamse stakeholders zijn hierbij betrokken? Antwoord: Het project ‘Zon op de Zwijger’ wordt als succes beschouwd als: 1. de prijsvraag een inzending oplevert die een goede technische oplossing biedt voor dit specifieke monumentale dak. Een goede technische oplossing is een oplossing die aansluit bij de eisen van de pandeigenaar (stadsherstel), betaalbaar is, en die aanvaardbaar is vanuit esthetisch en historisch oogpunt en valt binnen de kaders van Welstand en Monumenten; 2. het project bijdraagt aan het vinden van een oplossing voor het aanbrengen van zonnesystemen op andere monumentale panden, nu of in de toekomst. Dit is geen hard criterium, omdat de bijdrage van één project aan een bredere maatschappelijke ontwikkeling moeilijk te meten is. Amsterdam wil echter duurzame koploper zijn, en daar hoort ook bij dat er ruimte wordt gemaakt voor innovatie; 3. het project daarnaast input levert voor de periodieke herijking van de regels conform de Zonvisie (zie het antwoord op vraag 3). De beoogde planning: zie het antwoord op vraag 2. De betrokken stakeholders zijn: — De Groene Grachten; — NV Stadsherstel; — de gemeente Amsterdam (DRO, BMA, stadsdeel Centrum); — Uuurders van Pakhuis de Zwijger (via Stadsherstel); — Search. 5. Is het college van plan een vervolg te maken op het Amsterdamse duurzaamheidsprogramma 2011-2014, en indien dat het geval is, overeenkomstig het coalitieakkoord (blz. 27), de ambitie ten aanzien van lokale zonne-energie uit de Zonvisie conform het initiatiefvoorstel van het voormalig raadslid de heer Manuel en de resultaten van de ‘pilots’ op Pakhuis de Zwijger en de Amstelkerk daarin aandacht te besteden aan het verduurzamen van monumenten? Antwoord: Het College stelt eind dit jaar een Agenda Duurzaamheid vast. Het verduurzamen van monumenten, deregulering en de ambitie van de Zonvisie zullen in deze agenda worden meegenomen. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 5 X Gemeente Amsterdam R % Gemeenteraad Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 602 Datum akkoord 2 september 2014 Publicatiedatum 5 september 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw A.M. Bosman en de heer M.E. van den Heuvel van 5 augustus 2014 inzake zonnepanelen op monumentale panden. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstellers. Het college heeft de ambitie om in 2020 het aandeel duurzaam opgewekte energie binnen Amsterdam met 20% te laten toenemen. Zonne-energie is een belangrijke bron daarvoor. Eerder is de doelstelling vastgelegd om in 2020 160 MW zonnestroom per jaar op te wekken binnen de gemeente Amsterdam. Voor 2040 is het streefcijfer 1000 MW. Zonne-energie is een belangrijke manier voor bewoners en ondernemers om zelf voor hun elektriciteitsvoorziening te zorgen. Dat is goed voor het milieu, de energierekening en de onafhankelijkheid van Amsterdam ten opzichte van onberekenbare buitenlandse energieproducenten. Amsterdam heeft naast de ruim 8500 rijks- en gemeentelijke monumenten, ook een toenemend aantal beschermde stads- en dorpsgezichten. Het hele centrum van Amsterdam is sinds 1999 beschermd stadsgezicht en de grachtengordel behoort sinds 2010 tot het UNESCO werelderfgoed. De fractie van D66 vindt het belangrijk dat deze historische waarde wordt beschermd zodat Amsterdammers en latere generaties er nog volop van kunnen genieten en leren. De fractie van D66 kiest ook voor een schone, groene en gezonde stad. Het is van belang dat de gemeente ruimte geeft aan initiatieven die bijdragen aan nieuwe oplossingen van duurzaamheid, waarbij we openstaan kijken voor het aanpassen van geldende (verouderde) regels die verduurzaming in de weg staan, zonder dat de authenticiteit van monumenten wordt aangetast. Nu heeft de fractie van D66 begrepen dat de gemeente Amsterdam samen met De Groene Grachten, Stadsherstel en Search een pilot is gestart om zonnepanelen te plaatsen op de schuine kap van Pakhuis de Zwijger onder de naam: ‘Zon op de Zwijger’. Het betreft een zogenaamd sheddak (‘zaagtandendak’), dat een zichtlocatie is. Hieruit volgt waarschijnlijk een prijsvraag voor de aanbesteding die moet aantonen welke partij het beste zonnepanelen op een monument kan plaatsen. Dit project is benoemd als ‘pilot om uit te vinden of zonnepanelen op een monument passend zijn, in relatie tot mogelijke technische gevolgen voor het dak door aanhechting van de panelen of verstoring van het monumentale ‘daklandschap’ door het aangezicht van zonnepanelen, omdat dat er nu eenmaal anders uitziet dan dat het daklandschap eruit zag in de 17° eeuw. 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing op Gemeenteblad Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 Dit is niet het eerste monument met zonnepanelen. Sinds september 2013 liggen er zonnepanelen op het (platte) dak van de Amstelkerk. Volgens de website van Stadsherstel, die de energie van de zonnepanelen gebruikt voor het eigen kantoor dat gevestigd is in dit rijksmonument, is de vergunning verleend nadat met foto's van een proefopstelling was aangetoond dat het monument met deze ‘reversibele toepassing’ geen schade op zou lopen. Ook zijn er (slechts) een klein aantal grachtenpanden die met trekken en sleuren een vergunning kregen om zonnepanelen op hun dak te mogen plaatsen, om zodoende hun eigen elektriciteit op te kunnen wekken. Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 5 augustus 2014, beiden namens de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Wat is het effect geweest van de — inmiddels afgeronde — pilot ‘Zon op de Amstelkerk’ voor zonne-energie op andere monumenten met een plat dak en in Amsterdam? Antwoord: Als onderdeel van het initiatief Groene Grachten, in 2012 gestart door Wubbo Ockels en erop gericht om energiemaatregelen in monumentale panden te promoten, is door Stadsherstel een viertal zonnepanelen aangebracht op de Amstelkerk. Voor NV Stadsherstel betrof de Amstelkerk een eerste project waarin zij zonnepanelen heeft aangebracht op een monumentaal pand. Deze panelen zijn aangebracht op een plat dak en wel binnen de kaders van de Welstandsnota. Leerdoel: uitvinden of het technisch mogelijk (ja) en rendabel is (nee, door de lage elektriciteitsprijs die Stadsherstel betaalt omdat zij grootverbruiker is, en de te betalen leges à 1050 euro). Het effect is dat er nu 4 panelen liggen op dit monument, en dat Stadsherstel inzicht heeft gekregen in de mogelijkheden (maatwerk) voor het aanbrengen van zonnepanelen op monumenten en de business case daarvan. Er zijn overigens meer (maar niet veel) voorbeelden van monumentale panden in de stad waarop door bewoners reeds zonnepanelen zijn aangebracht. Hiervoor is een vergunning nodig van het betreffende stadsdeel. De betrokkenheid van de gemeente bij dit project van Stichting de Groene Grachten en Stadsherstel was overigens beperkt. Bureau Monumenten en Archeologie (BMA) en programmabureau Klimaat en Energie waren inhoudelijk (advies, meedenken) betrokken bij het initiatief, het stadsdeel heeft de vergunning afgegeven. 2 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing op Gemeenteblad R Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 2. Klopt het dat de gemeente Amsterdam (de Dienst Ruimtelijke Ordening en het Bureau Monumenten & Archeologie) zich heeft aangesloten bij De Groene Grachten, Stadsherstel, Stadsdeel Oost, Pakhuis de Zwijger en Search en bezig is met de nieuwe pilot ‘Zon op de Zwijger’? Wat is de huidige status van dit project en wat is de tijdsplanning van deze pilot (inclusief moment van afronding)? Antwoord: Ja. Genoemde partijen hebben gezamenlijk de pilot ‘Zon op de Zwijger’ in voorbereiding. Dit project is geïnitieerd door De Groene Grachten. Het project sluit aan bij de Amsterdamse Zonvisie ‘Burgers en Bedrijven gaan voor de zon!’ (zie ook het antwoord op vraag 3). In dit project wordt onderzocht welke mogelijkheden ‘innovatieve zonnetechnologie’ (bijvoorbeeld: andere type zonnecellen, kleur en bevestigingstechnieken) biedt voor het aanbrengen van zonnepanelen op een monumentaal dak, én hoe dit zich verhoudt tot de geldende regels. Dit project onderscheidt zich van het eerdere project van Stadsherstel in de mate van ‘innovativiteit van de technologie die gebruikt zal worden. In het eerste project werd nog gebruik gemaakt van standaard zonnepanelen. In het nieuwe project op de Zwijger gaat men op zoek naar de meest innovatieve zon-oplossing voor dit monumentale pand. Het project is als volgt opgebouwd: 1. allereerst wordt (op dit moment) de haalbaarheid onderzocht (technisch, financieel, juridisch) voor het aanbrengen van zonnepanelen op Pakhuis de Zwijger (eigendom NV Stadsherstel); 2. op basis van dit onderzoek zal NV Stadsherstel een beslissing nemen om haar dak wel of niet ter beschikking te stellen; 3. indien zij akkoord gaat zal de markt in de vorm van een prijsvraag uitgedaagd worden om met haar ‘beste’ systeem te komen; 4. het zonnesysteem van de beste inzending zal door Stadsherstel worden uitgevoerd, onder voorbehoud van een positieve vergunningsbeschikking. Volgens planning wordt de prijsvraag dit najaar bekend gemaakt (indien Stadsherstel positief beslist; stap 2) en wordt het winnende systeem (beoordeling door jury in november/december) begin 2015 geïnstalleerd. De gemeente (BMA en Programmabureau Klimaat en Energie) is als adviseur bij dit project betrokken. De Groene Grachten is project trekker. Uiteindelijke installatie van het innovatieve zonnesysteem (als de prijsvraag daadwerkelijk wordt uitgeschreven en er een goede inzending komt, die binnen de wettelijke kaders past) wordt door Stadsherstel geregeld en gedekt. Stadsherstel vraagt daar mogelijk financiering voor aan in de laatste tender van het Amsterdams Investeringsfonds. 3 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing op Gemeenteblad R Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 3. Deelt het college de mening van de fractie van D66 over het belang van verduurzaming en eventueel aanpassen van regels om nieuwe oplossingen van duurzaamheid mogelijk te maken? Zo ja, welke leerpunten zijn/worden opgesteld ten aanzien van de pilot voor het sheddak van Pakhuis de Zwijger? En welke leerpunten waren opgesteld voor het platte dak van de Amstelkerk? Zo nee, waarom niet en hoe denkt het college dan de ambitie zoals geformuleerd in de Zonvisie 2013 te halen? Antwoord: Het College onderschrijft de mening van de fractie van D66 dat verduurzaming van de bestaande stad van groot belang is en onderstreept dat in het coalitieakkoord ‘Amsterdam is van iedereen’. Zij werkt o.a. aan de doelstelling dat in 2020 20% meer duurzame energie wordt geproduceerd dan nu het geval is. Zonne-energie in de bestaande stad draagt daar aan bij. Om dit te realiseren kan het nodig zijn om bestaande regels aan te passen, of met het Rijk in gesprek te gaan wanneer de bevoegdheid niet bij de gemeente ligt. Aanpassing van regels kan bijvoorbeeld nodig zijn in de situatie waarin regels, maatschappelijke wensen, en toegenomen mogelijkheden door nieuwe (technologische}oplossingen, niet meer met elkaar in overeenstemming zijn. In het collegeprogramma is daarover afgesproken dat “we de regels voor het duurzaam aanpassen van gebouwen [gaan] versimpelen, bijvoorbeeld op het gebied van de teruglevering van energie en het gezamenlijk gebruik van daken voor zonnepanelen”. Daarbij dient het college uiteraard wel te opereren binnen de kaders van de landelijke wet- en regelgeving. Het College is daarnaast van mening dat de energietransitie alleen plaatsvindt als duurzaamheidsprojecten schaal krijgen. Daarvoor is het van belang dat wordt gewerkt aan opschaalbaarheid en kopieerbaarheid van oplossingen. De leerpunten die de pilot ‘Zon op de Zwijger’ op zal leveren zijn: — voorbeeldfunctie: onderzoeken en laten zien hoe een nieuwe zonnetechnologie mogelijk is op een monumentaal dak, waar dat met conventionele panelen niet haalbaar/wenselijk is; — kennisontwikkeling (bij overheid en markt) ten aanzien van technische mogelijkheden van zonne-energie; — onderzoeken hoe het vigerende welstandskader zich verhoudt tot innovatieve zon technologieën. Deze leerpunten zijn vooraf besproken met de projectpartners. Voor het project Amstelkerk waren geen leerpunten geformuleerd vanuit de gemeente, omdat de betrokkenheid beperkt was. Het pilotproject Zon op de Zwijger levert input voor het evalueren van de regels en draagt bij aan de uitvoering van het deel van de Zonvisie dat daarover gaat. In de Zonvisie zijn 8 programmalijnen opgenomen waarlangs de gemeente de toepassing van zonne-energie door burgers en bedrijven stimuleert. In lijn 7 (activiteit # 21) is opgenomen dat regelgeving periodiek tegen het licht wordt gehouden om te zien of deze (nog) in lijn is met de stand der techniek op het gebied van o.a. zonnesystemen. 4 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing op Gemeenteblad Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 4. Onder welke criteria zou het college de resultaten van de pilot “Zon op de Zwijger’ als een succes beoordelen? Wanneer vindt die beoordeling plaats en welke Amsterdamse stakeholders zijn hierbij betrokken? Antwoord: Het project ‘Zon op de Zwijger’ wordt als succes beschouwd als: 1. de prijsvraag een inzending oplevert die een goede technische oplossing biedt voor dit specifieke monumentale dak. Een goede technische oplossing is een oplossing die aansluit bij de eisen van de pandeigenaar (stadsherstel), betaalbaar is, en die aanvaardbaar is vanuit esthetisch en historisch oogpunt en valt binnen de kaders van Welstand en Monumenten; 2. het project bijdraagt aan het vinden van een oplossing voor het aanbrengen van zonnesystemen op andere monumentale panden, nu of in de toekomst. Dit is geen hard criterium, omdat de bijdrage van één project aan een bredere maatschappelijke ontwikkeling moeilijk te meten is. Amsterdam wil echter duurzame koploper zijn, en daar hoort ook bij dat er ruimte wordt gemaakt voor innovatie; 3. het project daarnaast input levert voor de periodieke herijking van de regels conform de Zonvisie (zie het antwoord op vraag 3). De beoogde planning: zie het antwoord op vraag 2. De betrokken stakeholders zijn: — De Groene Grachten; — NV Stadsherstel; — de gemeente Amsterdam (DRO, BMA, stadsdeel Centrum); — Uuurders van Pakhuis de Zwijger (via Stadsherstel); — Search. 5. Is het college van plan een vervolg te maken op het Amsterdamse duurzaamheidsprogramma 2011-2014, en indien dat het geval is, overeenkomstig het coalitieakkoord (blz. 27), de ambitie ten aanzien van lokale zonne-energie uit de Zonvisie conform het initiatiefvoorstel van het voormalig raadslid de heer Manuel en de resultaten van de ‘pilots’ op Pakhuis de Zwijger en de Amstelkerk daarin aandacht te besteden aan het verduurzamen van monumenten? Antwoord: Het College stelt eind dit jaar een Agenda Duurzaamheid vast. Het verduurzamen van monumenten, deregulering en de ambitie van de Zonvisie zullen in deze agenda worden meegenomen. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 5 X Gemeente Amsterdam R % Gemeenteraad Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 602 Datum akkoord 2 september 2014 Publicatiedatum 5 september 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw A.M. Bosman en de heer M.E. van den Heuvel van 5 augustus 2014 inzake zonnepanelen op monumentale panden. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstellers. Het college heeft de ambitie om in 2020 het aandeel duurzaam opgewekte energie binnen Amsterdam met 20% te laten toenemen. Zonne-energie is een belangrijke bron daarvoor. Eerder is de doelstelling vastgelegd om in 2020 160 MW zonnestroom per jaar op te wekken binnen de gemeente Amsterdam. Voor 2040 is het streefcijfer 1000 MW. Zonne-energie is een belangrijke manier voor bewoners en ondernemers om zelf voor hun elektriciteitsvoorziening te zorgen. Dat is goed voor het milieu, de energierekening en de onafhankelijkheid van Amsterdam ten opzichte van onberekenbare buitenlandse energieproducenten. Amsterdam heeft naast de ruim 8500 rijks- en gemeentelijke monumenten, ook een toenemend aantal beschermde stads- en dorpsgezichten. Het hele centrum van Amsterdam is sinds 1999 beschermd stadsgezicht en de grachtengordel behoort sinds 2010 tot het UNESCO werelderfgoed. De fractie van D66 vindt het belangrijk dat deze historische waarde wordt beschermd zodat Amsterdammers en latere generaties er nog volop van kunnen genieten en leren. De fractie van D66 kiest ook voor een schone, groene en gezonde stad. Het is van belang dat de gemeente ruimte geeft aan initiatieven die bijdragen aan nieuwe oplossingen van duurzaamheid, waarbij we openstaan kijken voor het aanpassen van geldende (verouderde) regels die verduurzaming in de weg staan, zonder dat de authenticiteit van monumenten wordt aangetast. Nu heeft de fractie van D66 begrepen dat de gemeente Amsterdam samen met De Groene Grachten, Stadsherstel en Search een pilot is gestart om zonnepanelen te plaatsen op de schuine kap van Pakhuis de Zwijger onder de naam: ‘Zon op de Zwijger’. Het betreft een zogenaamd sheddak (‘zaagtandendak’), dat een zichtlocatie is. Hieruit volgt waarschijnlijk een prijsvraag voor de aanbesteding die moet aantonen welke partij het beste zonnepanelen op een monument kan plaatsen. Dit project is benoemd als ‘pilot om uit te vinden of zonnepanelen op een monument passend zijn, in relatie tot mogelijke technische gevolgen voor het dak door aanhechting van de panelen of verstoring van het monumentale ‘daklandschap’ door het aangezicht van zonnepanelen, omdat dat er nu eenmaal anders uitziet dan dat het daklandschap eruit zag in de 17° eeuw. 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing op Gemeenteblad Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 Dit is niet het eerste monument met zonnepanelen. Sinds september 2013 liggen er zonnepanelen op het (platte) dak van de Amstelkerk. Volgens de website van Stadsherstel, die de energie van de zonnepanelen gebruikt voor het eigen kantoor dat gevestigd is in dit rijksmonument, is de vergunning verleend nadat met foto's van een proefopstelling was aangetoond dat het monument met deze ‘reversibele toepassing’ geen schade op zou lopen. Ook zijn er (slechts) een klein aantal grachtenpanden die met trekken en sleuren een vergunning kregen om zonnepanelen op hun dak te mogen plaatsen, om zodoende hun eigen elektriciteit op te kunnen wekken. Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 5 augustus 2014, beiden namens de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Wat is het effect geweest van de — inmiddels afgeronde — pilot ‘Zon op de Amstelkerk’ voor zonne-energie op andere monumenten met een plat dak en in Amsterdam? Antwoord: Als onderdeel van het initiatief Groene Grachten, in 2012 gestart door Wubbo Ockels en erop gericht om energiemaatregelen in monumentale panden te promoten, is door Stadsherstel een viertal zonnepanelen aangebracht op de Amstelkerk. Voor NV Stadsherstel betrof de Amstelkerk een eerste project waarin zij zonnepanelen heeft aangebracht op een monumentaal pand. Deze panelen zijn aangebracht op een plat dak en wel binnen de kaders van de Welstandsnota. Leerdoel: uitvinden of het technisch mogelijk (ja) en rendabel is (nee, door de lage elektriciteitsprijs die Stadsherstel betaalt omdat zij grootverbruiker is, en de te betalen leges à 1050 euro). Het effect is dat er nu 4 panelen liggen op dit monument, en dat Stadsherstel inzicht heeft gekregen in de mogelijkheden (maatwerk) voor het aanbrengen van zonnepanelen op monumenten en de business case daarvan. Er zijn overigens meer (maar niet veel) voorbeelden van monumentale panden in de stad waarop door bewoners reeds zonnepanelen zijn aangebracht. Hiervoor is een vergunning nodig van het betreffende stadsdeel. De betrokkenheid van de gemeente bij dit project van Stichting de Groene Grachten en Stadsherstel was overigens beperkt. Bureau Monumenten en Archeologie (BMA) en programmabureau Klimaat en Energie waren inhoudelijk (advies, meedenken) betrokken bij het initiatief, het stadsdeel heeft de vergunning afgegeven. 2 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing op Gemeenteblad R Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 2. Klopt het dat de gemeente Amsterdam (de Dienst Ruimtelijke Ordening en het Bureau Monumenten & Archeologie) zich heeft aangesloten bij De Groene Grachten, Stadsherstel, Stadsdeel Oost, Pakhuis de Zwijger en Search en bezig is met de nieuwe pilot ‘Zon op de Zwijger’? Wat is de huidige status van dit project en wat is de tijdsplanning van deze pilot (inclusief moment van afronding)? Antwoord: Ja. Genoemde partijen hebben gezamenlijk de pilot ‘Zon op de Zwijger’ in voorbereiding. Dit project is geïnitieerd door De Groene Grachten. Het project sluit aan bij de Amsterdamse Zonvisie ‘Burgers en Bedrijven gaan voor de zon!’ (zie ook het antwoord op vraag 3). In dit project wordt onderzocht welke mogelijkheden ‘innovatieve zonnetechnologie’ (bijvoorbeeld: andere type zonnecellen, kleur en bevestigingstechnieken) biedt voor het aanbrengen van zonnepanelen op een monumentaal dak, én hoe dit zich verhoudt tot de geldende regels. Dit project onderscheidt zich van het eerdere project van Stadsherstel in de mate van ‘innovativiteit van de technologie die gebruikt zal worden. In het eerste project werd nog gebruik gemaakt van standaard zonnepanelen. In het nieuwe project op de Zwijger gaat men op zoek naar de meest innovatieve zon-oplossing voor dit monumentale pand. Het project is als volgt opgebouwd: 1. allereerst wordt (op dit moment) de haalbaarheid onderzocht (technisch, financieel, juridisch) voor het aanbrengen van zonnepanelen op Pakhuis de Zwijger (eigendom NV Stadsherstel); 2. op basis van dit onderzoek zal NV Stadsherstel een beslissing nemen om haar dak wel of niet ter beschikking te stellen; 3. indien zij akkoord gaat zal de markt in de vorm van een prijsvraag uitgedaagd worden om met haar ‘beste’ systeem te komen; 4. het zonnesysteem van de beste inzending zal door Stadsherstel worden uitgevoerd, onder voorbehoud van een positieve vergunningsbeschikking. Volgens planning wordt de prijsvraag dit najaar bekend gemaakt (indien Stadsherstel positief beslist; stap 2) en wordt het winnende systeem (beoordeling door jury in november/december) begin 2015 geïnstalleerd. De gemeente (BMA en Programmabureau Klimaat en Energie) is als adviseur bij dit project betrokken. De Groene Grachten is project trekker. Uiteindelijke installatie van het innovatieve zonnesysteem (als de prijsvraag daadwerkelijk wordt uitgeschreven en er een goede inzending komt, die binnen de wettelijke kaders past) wordt door Stadsherstel geregeld en gedekt. Stadsherstel vraagt daar mogelijk financiering voor aan in de laatste tender van het Amsterdams Investeringsfonds. 3 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing op Gemeenteblad R Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 3. Deelt het college de mening van de fractie van D66 over het belang van verduurzaming en eventueel aanpassen van regels om nieuwe oplossingen van duurzaamheid mogelijk te maken? Zo ja, welke leerpunten zijn/worden opgesteld ten aanzien van de pilot voor het sheddak van Pakhuis de Zwijger? En welke leerpunten waren opgesteld voor het platte dak van de Amstelkerk? Zo nee, waarom niet en hoe denkt het college dan de ambitie zoals geformuleerd in de Zonvisie 2013 te halen? Antwoord: Het College onderschrijft de mening van de fractie van D66 dat verduurzaming van de bestaande stad van groot belang is en onderstreept dat in het coalitieakkoord ‘Amsterdam is van iedereen’. Zij werkt o.a. aan de doelstelling dat in 2020 20% meer duurzame energie wordt geproduceerd dan nu het geval is. Zonne-energie in de bestaande stad draagt daar aan bij. Om dit te realiseren kan het nodig zijn om bestaande regels aan te passen, of met het Rijk in gesprek te gaan wanneer de bevoegdheid niet bij de gemeente ligt. Aanpassing van regels kan bijvoorbeeld nodig zijn in de situatie waarin regels, maatschappelijke wensen, en toegenomen mogelijkheden door nieuwe (technologische}oplossingen, niet meer met elkaar in overeenstemming zijn. In het collegeprogramma is daarover afgesproken dat “we de regels voor het duurzaam aanpassen van gebouwen [gaan] versimpelen, bijvoorbeeld op het gebied van de teruglevering van energie en het gezamenlijk gebruik van daken voor zonnepanelen”. Daarbij dient het college uiteraard wel te opereren binnen de kaders van de landelijke wet- en regelgeving. Het College is daarnaast van mening dat de energietransitie alleen plaatsvindt als duurzaamheidsprojecten schaal krijgen. Daarvoor is het van belang dat wordt gewerkt aan opschaalbaarheid en kopieerbaarheid van oplossingen. De leerpunten die de pilot ‘Zon op de Zwijger’ op zal leveren zijn: — voorbeeldfunctie: onderzoeken en laten zien hoe een nieuwe zonnetechnologie mogelijk is op een monumentaal dak, waar dat met conventionele panelen niet haalbaar/wenselijk is; — kennisontwikkeling (bij overheid en markt) ten aanzien van technische mogelijkheden van zonne-energie; — onderzoeken hoe het vigerende welstandskader zich verhoudt tot innovatieve zon technologieën. Deze leerpunten zijn vooraf besproken met de projectpartners. Voor het project Amstelkerk waren geen leerpunten geformuleerd vanuit de gemeente, omdat de betrokkenheid beperkt was. Het pilotproject Zon op de Zwijger levert input voor het evalueren van de regels en draagt bij aan de uitvoering van het deel van de Zonvisie dat daarover gaat. In de Zonvisie zijn 8 programmalijnen opgenomen waarlangs de gemeente de toepassing van zonne-energie door burgers en bedrijven stimuleert. In lijn 7 (activiteit # 21) is opgenomen dat regelgeving periodiek tegen het licht wordt gehouden om te zien of deze (nog) in lijn is met de stand der techniek op het gebied van o.a. zonnesystemen. 4 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing op Gemeenteblad Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 4. Onder welke criteria zou het college de resultaten van de pilot “Zon op de Zwijger’ als een succes beoordelen? Wanneer vindt die beoordeling plaats en welke Amsterdamse stakeholders zijn hierbij betrokken? Antwoord: Het project ‘Zon op de Zwijger’ wordt als succes beschouwd als: 1. de prijsvraag een inzending oplevert die een goede technische oplossing biedt voor dit specifieke monumentale dak. Een goede technische oplossing is een oplossing die aansluit bij de eisen van de pandeigenaar (stadsherstel), betaalbaar is, en die aanvaardbaar is vanuit esthetisch en historisch oogpunt en valt binnen de kaders van Welstand en Monumenten; 2. het project bijdraagt aan het vinden van een oplossing voor het aanbrengen van zonnesystemen op andere monumentale panden, nu of in de toekomst. Dit is geen hard criterium, omdat de bijdrage van één project aan een bredere maatschappelijke ontwikkeling moeilijk te meten is. Amsterdam wil echter duurzame koploper zijn, en daar hoort ook bij dat er ruimte wordt gemaakt voor innovatie; 3. het project daarnaast input levert voor de periodieke herijking van de regels conform de Zonvisie (zie het antwoord op vraag 3). De beoogde planning: zie het antwoord op vraag 2. De betrokken stakeholders zijn: — De Groene Grachten; — NV Stadsherstel; — de gemeente Amsterdam (DRO, BMA, stadsdeel Centrum); — Uuurders van Pakhuis de Zwijger (via Stadsherstel); — Search. 5. Is het college van plan een vervolg te maken op het Amsterdamse duurzaamheidsprogramma 2011-2014, en indien dat het geval is, overeenkomstig het coalitieakkoord (blz. 27), de ambitie ten aanzien van lokale zonne-energie uit de Zonvisie conform het initiatiefvoorstel van het voormalig raadslid de heer Manuel en de resultaten van de ‘pilots’ op Pakhuis de Zwijger en de Amstelkerk daarin aandacht te besteden aan het verduurzamen van monumenten? Antwoord: Het College stelt eind dit jaar een Agenda Duurzaamheid vast. Het verduurzamen van monumenten, deregulering en de ambitie van de Zonvisie zullen in deze agenda worden meegenomen. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 5 X Gemeente Amsterdam R % Gemeenteraad Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 602 Datum akkoord 2 september 2014 Publicatiedatum 5 september 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw A.M. Bosman en de heer M.E. van den Heuvel van 5 augustus 2014 inzake zonnepanelen op monumentale panden. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstellers. Het college heeft de ambitie om in 2020 het aandeel duurzaam opgewekte energie binnen Amsterdam met 20% te laten toenemen. Zonne-energie is een belangrijke bron daarvoor. Eerder is de doelstelling vastgelegd om in 2020 160 MW zonnestroom per jaar op te wekken binnen de gemeente Amsterdam. Voor 2040 is het streefcijfer 1000 MW. Zonne-energie is een belangrijke manier voor bewoners en ondernemers om zelf voor hun elektriciteitsvoorziening te zorgen. Dat is goed voor het milieu, de energierekening en de onafhankelijkheid van Amsterdam ten opzichte van onberekenbare buitenlandse energieproducenten. Amsterdam heeft naast de ruim 8500 rijks- en gemeentelijke monumenten, ook een toenemend aantal beschermde stads- en dorpsgezichten. Het hele centrum van Amsterdam is sinds 1999 beschermd stadsgezicht en de grachtengordel behoort sinds 2010 tot het UNESCO werelderfgoed. De fractie van D66 vindt het belangrijk dat deze historische waarde wordt beschermd zodat Amsterdammers en latere generaties er nog volop van kunnen genieten en leren. De fractie van D66 kiest ook voor een schone, groene en gezonde stad. Het is van belang dat de gemeente ruimte geeft aan initiatieven die bijdragen aan nieuwe oplossingen van duurzaamheid, waarbij we openstaan kijken voor het aanpassen van geldende (verouderde) regels die verduurzaming in de weg staan, zonder dat de authenticiteit van monumenten wordt aangetast. Nu heeft de fractie van D66 begrepen dat de gemeente Amsterdam samen met De Groene Grachten, Stadsherstel en Search een pilot is gestart om zonnepanelen te plaatsen op de schuine kap van Pakhuis de Zwijger onder de naam: ‘Zon op de Zwijger’. Het betreft een zogenaamd sheddak (‘zaagtandendak’), dat een zichtlocatie is. Hieruit volgt waarschijnlijk een prijsvraag voor de aanbesteding die moet aantonen welke partij het beste zonnepanelen op een monument kan plaatsen. Dit project is benoemd als ‘pilot om uit te vinden of zonnepanelen op een monument passend zijn, in relatie tot mogelijke technische gevolgen voor het dak door aanhechting van de panelen of verstoring van het monumentale ‘daklandschap’ door het aangezicht van zonnepanelen, omdat dat er nu eenmaal anders uitziet dan dat het daklandschap eruit zag in de 17° eeuw. 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing op Gemeenteblad Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 Dit is niet het eerste monument met zonnepanelen. Sinds september 2013 liggen er zonnepanelen op het (platte) dak van de Amstelkerk. Volgens de website van Stadsherstel, die de energie van de zonnepanelen gebruikt voor het eigen kantoor dat gevestigd is in dit rijksmonument, is de vergunning verleend nadat met foto's van een proefopstelling was aangetoond dat het monument met deze ‘reversibele toepassing’ geen schade op zou lopen. Ook zijn er (slechts) een klein aantal grachtenpanden die met trekken en sleuren een vergunning kregen om zonnepanelen op hun dak te mogen plaatsen, om zodoende hun eigen elektriciteit op te kunnen wekken. Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 5 augustus 2014, beiden namens de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Wat is het effect geweest van de — inmiddels afgeronde — pilot ‘Zon op de Amstelkerk’ voor zonne-energie op andere monumenten met een plat dak en in Amsterdam? Antwoord: Als onderdeel van het initiatief Groene Grachten, in 2012 gestart door Wubbo Ockels en erop gericht om energiemaatregelen in monumentale panden te promoten, is door Stadsherstel een viertal zonnepanelen aangebracht op de Amstelkerk. Voor NV Stadsherstel betrof de Amstelkerk een eerste project waarin zij zonnepanelen heeft aangebracht op een monumentaal pand. Deze panelen zijn aangebracht op een plat dak en wel binnen de kaders van de Welstandsnota. Leerdoel: uitvinden of het technisch mogelijk (ja) en rendabel is (nee, door de lage elektriciteitsprijs die Stadsherstel betaalt omdat zij grootverbruiker is, en de te betalen leges à 1050 euro). Het effect is dat er nu 4 panelen liggen op dit monument, en dat Stadsherstel inzicht heeft gekregen in de mogelijkheden (maatwerk) voor het aanbrengen van zonnepanelen op monumenten en de business case daarvan. Er zijn overigens meer (maar niet veel) voorbeelden van monumentale panden in de stad waarop door bewoners reeds zonnepanelen zijn aangebracht. Hiervoor is een vergunning nodig van het betreffende stadsdeel. De betrokkenheid van de gemeente bij dit project van Stichting de Groene Grachten en Stadsherstel was overigens beperkt. Bureau Monumenten en Archeologie (BMA) en programmabureau Klimaat en Energie waren inhoudelijk (advies, meedenken) betrokken bij het initiatief, het stadsdeel heeft de vergunning afgegeven. 2 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing op Gemeenteblad R Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 2. Klopt het dat de gemeente Amsterdam (de Dienst Ruimtelijke Ordening en het Bureau Monumenten & Archeologie) zich heeft aangesloten bij De Groene Grachten, Stadsherstel, Stadsdeel Oost, Pakhuis de Zwijger en Search en bezig is met de nieuwe pilot ‘Zon op de Zwijger’? Wat is de huidige status van dit project en wat is de tijdsplanning van deze pilot (inclusief moment van afronding)? Antwoord: Ja. Genoemde partijen hebben gezamenlijk de pilot ‘Zon op de Zwijger’ in voorbereiding. Dit project is geïnitieerd door De Groene Grachten. Het project sluit aan bij de Amsterdamse Zonvisie ‘Burgers en Bedrijven gaan voor de zon!’ (zie ook het antwoord op vraag 3). In dit project wordt onderzocht welke mogelijkheden ‘innovatieve zonnetechnologie’ (bijvoorbeeld: andere type zonnecellen, kleur en bevestigingstechnieken) biedt voor het aanbrengen van zonnepanelen op een monumentaal dak, én hoe dit zich verhoudt tot de geldende regels. Dit project onderscheidt zich van het eerdere project van Stadsherstel in de mate van ‘innovativiteit van de technologie die gebruikt zal worden. In het eerste project werd nog gebruik gemaakt van standaard zonnepanelen. In het nieuwe project op de Zwijger gaat men op zoek naar de meest innovatieve zon-oplossing voor dit monumentale pand. Het project is als volgt opgebouwd: 1. allereerst wordt (op dit moment) de haalbaarheid onderzocht (technisch, financieel, juridisch) voor het aanbrengen van zonnepanelen op Pakhuis de Zwijger (eigendom NV Stadsherstel); 2. op basis van dit onderzoek zal NV Stadsherstel een beslissing nemen om haar dak wel of niet ter beschikking te stellen; 3. indien zij akkoord gaat zal de markt in de vorm van een prijsvraag uitgedaagd worden om met haar ‘beste’ systeem te komen; 4. het zonnesysteem van de beste inzending zal door Stadsherstel worden uitgevoerd, onder voorbehoud van een positieve vergunningsbeschikking. Volgens planning wordt de prijsvraag dit najaar bekend gemaakt (indien Stadsherstel positief beslist; stap 2) en wordt het winnende systeem (beoordeling door jury in november/december) begin 2015 geïnstalleerd. De gemeente (BMA en Programmabureau Klimaat en Energie) is als adviseur bij dit project betrokken. De Groene Grachten is project trekker. Uiteindelijke installatie van het innovatieve zonnesysteem (als de prijsvraag daadwerkelijk wordt uitgeschreven en er een goede inzending komt, die binnen de wettelijke kaders past) wordt door Stadsherstel geregeld en gedekt. Stadsherstel vraagt daar mogelijk financiering voor aan in de laatste tender van het Amsterdams Investeringsfonds. 3 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing op Gemeenteblad R Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 3. Deelt het college de mening van de fractie van D66 over het belang van verduurzaming en eventueel aanpassen van regels om nieuwe oplossingen van duurzaamheid mogelijk te maken? Zo ja, welke leerpunten zijn/worden opgesteld ten aanzien van de pilot voor het sheddak van Pakhuis de Zwijger? En welke leerpunten waren opgesteld voor het platte dak van de Amstelkerk? Zo nee, waarom niet en hoe denkt het college dan de ambitie zoals geformuleerd in de Zonvisie 2013 te halen? Antwoord: Het College onderschrijft de mening van de fractie van D66 dat verduurzaming van de bestaande stad van groot belang is en onderstreept dat in het coalitieakkoord ‘Amsterdam is van iedereen’. Zij werkt o.a. aan de doelstelling dat in 2020 20% meer duurzame energie wordt geproduceerd dan nu het geval is. Zonne-energie in de bestaande stad draagt daar aan bij. Om dit te realiseren kan het nodig zijn om bestaande regels aan te passen, of met het Rijk in gesprek te gaan wanneer de bevoegdheid niet bij de gemeente ligt. Aanpassing van regels kan bijvoorbeeld nodig zijn in de situatie waarin regels, maatschappelijke wensen, en toegenomen mogelijkheden door nieuwe (technologische}oplossingen, niet meer met elkaar in overeenstemming zijn. In het collegeprogramma is daarover afgesproken dat “we de regels voor het duurzaam aanpassen van gebouwen [gaan] versimpelen, bijvoorbeeld op het gebied van de teruglevering van energie en het gezamenlijk gebruik van daken voor zonnepanelen”. Daarbij dient het college uiteraard wel te opereren binnen de kaders van de landelijke wet- en regelgeving. Het College is daarnaast van mening dat de energietransitie alleen plaatsvindt als duurzaamheidsprojecten schaal krijgen. Daarvoor is het van belang dat wordt gewerkt aan opschaalbaarheid en kopieerbaarheid van oplossingen. De leerpunten die de pilot ‘Zon op de Zwijger’ op zal leveren zijn: — voorbeeldfunctie: onderzoeken en laten zien hoe een nieuwe zonnetechnologie mogelijk is op een monumentaal dak, waar dat met conventionele panelen niet haalbaar/wenselijk is; — kennisontwikkeling (bij overheid en markt) ten aanzien van technische mogelijkheden van zonne-energie; — onderzoeken hoe het vigerende welstandskader zich verhoudt tot innovatieve zon technologieën. Deze leerpunten zijn vooraf besproken met de projectpartners. Voor het project Amstelkerk waren geen leerpunten geformuleerd vanuit de gemeente, omdat de betrokkenheid beperkt was. Het pilotproject Zon op de Zwijger levert input voor het evalueren van de regels en draagt bij aan de uitvoering van het deel van de Zonvisie dat daarover gaat. In de Zonvisie zijn 8 programmalijnen opgenomen waarlangs de gemeente de toepassing van zonne-energie door burgers en bedrijven stimuleert. In lijn 7 (activiteit # 21) is opgenomen dat regelgeving periodiek tegen het licht wordt gehouden om te zien of deze (nog) in lijn is met de stand der techniek op het gebied van o.a. zonnesystemen. 4 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing op Gemeenteblad Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 4. Onder welke criteria zou het college de resultaten van de pilot “Zon op de Zwijger’ als een succes beoordelen? Wanneer vindt die beoordeling plaats en welke Amsterdamse stakeholders zijn hierbij betrokken? Antwoord: Het project ‘Zon op de Zwijger’ wordt als succes beschouwd als: 1. de prijsvraag een inzending oplevert die een goede technische oplossing biedt voor dit specifieke monumentale dak. Een goede technische oplossing is een oplossing die aansluit bij de eisen van de pandeigenaar (stadsherstel), betaalbaar is, en die aanvaardbaar is vanuit esthetisch en historisch oogpunt en valt binnen de kaders van Welstand en Monumenten; 2. het project bijdraagt aan het vinden van een oplossing voor het aanbrengen van zonnesystemen op andere monumentale panden, nu of in de toekomst. Dit is geen hard criterium, omdat de bijdrage van één project aan een bredere maatschappelijke ontwikkeling moeilijk te meten is. Amsterdam wil echter duurzame koploper zijn, en daar hoort ook bij dat er ruimte wordt gemaakt voor innovatie; 3. het project daarnaast input levert voor de periodieke herijking van de regels conform de Zonvisie (zie het antwoord op vraag 3). De beoogde planning: zie het antwoord op vraag 2. De betrokken stakeholders zijn: — De Groene Grachten; — NV Stadsherstel; — de gemeente Amsterdam (DRO, BMA, stadsdeel Centrum); — Uuurders van Pakhuis de Zwijger (via Stadsherstel); — Search. 5. Is het college van plan een vervolg te maken op het Amsterdamse duurzaamheidsprogramma 2011-2014, en indien dat het geval is, overeenkomstig het coalitieakkoord (blz. 27), de ambitie ten aanzien van lokale zonne-energie uit de Zonvisie conform het initiatiefvoorstel van het voormalig raadslid de heer Manuel en de resultaten van de ‘pilots’ op Pakhuis de Zwijger en de Amstelkerk daarin aandacht te besteden aan het verduurzamen van monumenten? Antwoord: Het College stelt eind dit jaar een Agenda Duurzaamheid vast. Het verduurzamen van monumenten, deregulering en de ambitie van de Zonvisie zullen in deze agenda worden meegenomen. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 5 X Gemeente Amsterdam R % Gemeenteraad Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 602 Datum akkoord 2 september 2014 Publicatiedatum 5 september 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw A.M. Bosman en de heer M.E. van den Heuvel van 5 augustus 2014 inzake zonnepanelen op monumentale panden. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstellers. Het college heeft de ambitie om in 2020 het aandeel duurzaam opgewekte energie binnen Amsterdam met 20% te laten toenemen. Zonne-energie is een belangrijke bron daarvoor. Eerder is de doelstelling vastgelegd om in 2020 160 MW zonnestroom per jaar op te wekken binnen de gemeente Amsterdam. Voor 2040 is het streefcijfer 1000 MW. Zonne-energie is een belangrijke manier voor bewoners en ondernemers om zelf voor hun elektriciteitsvoorziening te zorgen. Dat is goed voor het milieu, de energierekening en de onafhankelijkheid van Amsterdam ten opzichte van onberekenbare buitenlandse energieproducenten. Amsterdam heeft naast de ruim 8500 rijks- en gemeentelijke monumenten, ook een toenemend aantal beschermde stads- en dorpsgezichten. Het hele centrum van Amsterdam is sinds 1999 beschermd stadsgezicht en de grachtengordel behoort sinds 2010 tot het UNESCO werelderfgoed. De fractie van D66 vindt het belangrijk dat deze historische waarde wordt beschermd zodat Amsterdammers en latere generaties er nog volop van kunnen genieten en leren. De fractie van D66 kiest ook voor een schone, groene en gezonde stad. Het is van belang dat de gemeente ruimte geeft aan initiatieven die bijdragen aan nieuwe oplossingen van duurzaamheid, waarbij we openstaan kijken voor het aanpassen van geldende (verouderde) regels die verduurzaming in de weg staan, zonder dat de authenticiteit van monumenten wordt aangetast. Nu heeft de fractie van D66 begrepen dat de gemeente Amsterdam samen met De Groene Grachten, Stadsherstel en Search een pilot is gestart om zonnepanelen te plaatsen op de schuine kap van Pakhuis de Zwijger onder de naam: ‘Zon op de Zwijger’. Het betreft een zogenaamd sheddak (‘zaagtandendak’), dat een zichtlocatie is. Hieruit volgt waarschijnlijk een prijsvraag voor de aanbesteding die moet aantonen welke partij het beste zonnepanelen op een monument kan plaatsen. Dit project is benoemd als ‘pilot om uit te vinden of zonnepanelen op een monument passend zijn, in relatie tot mogelijke technische gevolgen voor het dak door aanhechting van de panelen of verstoring van het monumentale ‘daklandschap’ door het aangezicht van zonnepanelen, omdat dat er nu eenmaal anders uitziet dan dat het daklandschap eruit zag in de 17° eeuw. 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing op Gemeenteblad Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 Dit is niet het eerste monument met zonnepanelen. Sinds september 2013 liggen er zonnepanelen op het (platte) dak van de Amstelkerk. Volgens de website van Stadsherstel, die de energie van de zonnepanelen gebruikt voor het eigen kantoor dat gevestigd is in dit rijksmonument, is de vergunning verleend nadat met foto's van een proefopstelling was aangetoond dat het monument met deze ‘reversibele toepassing’ geen schade op zou lopen. Ook zijn er (slechts) een klein aantal grachtenpanden die met trekken en sleuren een vergunning kregen om zonnepanelen op hun dak te mogen plaatsen, om zodoende hun eigen elektriciteit op te kunnen wekken. Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 5 augustus 2014, beiden namens de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Wat is het effect geweest van de — inmiddels afgeronde — pilot ‘Zon op de Amstelkerk’ voor zonne-energie op andere monumenten met een plat dak en in Amsterdam? Antwoord: Als onderdeel van het initiatief Groene Grachten, in 2012 gestart door Wubbo Ockels en erop gericht om energiemaatregelen in monumentale panden te promoten, is door Stadsherstel een viertal zonnepanelen aangebracht op de Amstelkerk. Voor NV Stadsherstel betrof de Amstelkerk een eerste project waarin zij zonnepanelen heeft aangebracht op een monumentaal pand. Deze panelen zijn aangebracht op een plat dak en wel binnen de kaders van de Welstandsnota. Leerdoel: uitvinden of het technisch mogelijk (ja) en rendabel is (nee, door de lage elektriciteitsprijs die Stadsherstel betaalt omdat zij grootverbruiker is, en de te betalen leges à 1050 euro). Het effect is dat er nu 4 panelen liggen op dit monument, en dat Stadsherstel inzicht heeft gekregen in de mogelijkheden (maatwerk) voor het aanbrengen van zonnepanelen op monumenten en de business case daarvan. Er zijn overigens meer (maar niet veel) voorbeelden van monumentale panden in de stad waarop door bewoners reeds zonnepanelen zijn aangebracht. Hiervoor is een vergunning nodig van het betreffende stadsdeel. De betrokkenheid van de gemeente bij dit project van Stichting de Groene Grachten en Stadsherstel was overigens beperkt. Bureau Monumenten en Archeologie (BMA) en programmabureau Klimaat en Energie waren inhoudelijk (advies, meedenken) betrokken bij het initiatief, het stadsdeel heeft de vergunning afgegeven. 2 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing op Gemeenteblad R Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 2. Klopt het dat de gemeente Amsterdam (de Dienst Ruimtelijke Ordening en het Bureau Monumenten & Archeologie) zich heeft aangesloten bij De Groene Grachten, Stadsherstel, Stadsdeel Oost, Pakhuis de Zwijger en Search en bezig is met de nieuwe pilot ‘Zon op de Zwijger’? Wat is de huidige status van dit project en wat is de tijdsplanning van deze pilot (inclusief moment van afronding)? Antwoord: Ja. Genoemde partijen hebben gezamenlijk de pilot ‘Zon op de Zwijger’ in voorbereiding. Dit project is geïnitieerd door De Groene Grachten. Het project sluit aan bij de Amsterdamse Zonvisie ‘Burgers en Bedrijven gaan voor de zon!’ (zie ook het antwoord op vraag 3). In dit project wordt onderzocht welke mogelijkheden ‘innovatieve zonnetechnologie’ (bijvoorbeeld: andere type zonnecellen, kleur en bevestigingstechnieken) biedt voor het aanbrengen van zonnepanelen op een monumentaal dak, én hoe dit zich verhoudt tot de geldende regels. Dit project onderscheidt zich van het eerdere project van Stadsherstel in de mate van ‘innovativiteit van de technologie die gebruikt zal worden. In het eerste project werd nog gebruik gemaakt van standaard zonnepanelen. In het nieuwe project op de Zwijger gaat men op zoek naar de meest innovatieve zon-oplossing voor dit monumentale pand. Het project is als volgt opgebouwd: 1. allereerst wordt (op dit moment) de haalbaarheid onderzocht (technisch, financieel, juridisch) voor het aanbrengen van zonnepanelen op Pakhuis de Zwijger (eigendom NV Stadsherstel); 2. op basis van dit onderzoek zal NV Stadsherstel een beslissing nemen om haar dak wel of niet ter beschikking te stellen; 3. indien zij akkoord gaat zal de markt in de vorm van een prijsvraag uitgedaagd worden om met haar ‘beste’ systeem te komen; 4. het zonnesysteem van de beste inzending zal door Stadsherstel worden uitgevoerd, onder voorbehoud van een positieve vergunningsbeschikking. Volgens planning wordt de prijsvraag dit najaar bekend gemaakt (indien Stadsherstel positief beslist; stap 2) en wordt het winnende systeem (beoordeling door jury in november/december) begin 2015 geïnstalleerd. De gemeente (BMA en Programmabureau Klimaat en Energie) is als adviseur bij dit project betrokken. De Groene Grachten is project trekker. Uiteindelijke installatie van het innovatieve zonnesysteem (als de prijsvraag daadwerkelijk wordt uitgeschreven en er een goede inzending komt, die binnen de wettelijke kaders past) wordt door Stadsherstel geregeld en gedekt. Stadsherstel vraagt daar mogelijk financiering voor aan in de laatste tender van het Amsterdams Investeringsfonds. 3 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing op Gemeenteblad R Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 3. Deelt het college de mening van de fractie van D66 over het belang van verduurzaming en eventueel aanpassen van regels om nieuwe oplossingen van duurzaamheid mogelijk te maken? Zo ja, welke leerpunten zijn/worden opgesteld ten aanzien van de pilot voor het sheddak van Pakhuis de Zwijger? En welke leerpunten waren opgesteld voor het platte dak van de Amstelkerk? Zo nee, waarom niet en hoe denkt het college dan de ambitie zoals geformuleerd in de Zonvisie 2013 te halen? Antwoord: Het College onderschrijft de mening van de fractie van D66 dat verduurzaming van de bestaande stad van groot belang is en onderstreept dat in het coalitieakkoord ‘Amsterdam is van iedereen’. Zij werkt o.a. aan de doelstelling dat in 2020 20% meer duurzame energie wordt geproduceerd dan nu het geval is. Zonne-energie in de bestaande stad draagt daar aan bij. Om dit te realiseren kan het nodig zijn om bestaande regels aan te passen, of met het Rijk in gesprek te gaan wanneer de bevoegdheid niet bij de gemeente ligt. Aanpassing van regels kan bijvoorbeeld nodig zijn in de situatie waarin regels, maatschappelijke wensen, en toegenomen mogelijkheden door nieuwe (technologische}oplossingen, niet meer met elkaar in overeenstemming zijn. In het collegeprogramma is daarover afgesproken dat “we de regels voor het duurzaam aanpassen van gebouwen [gaan] versimpelen, bijvoorbeeld op het gebied van de teruglevering van energie en het gezamenlijk gebruik van daken voor zonnepanelen”. Daarbij dient het college uiteraard wel te opereren binnen de kaders van de landelijke wet- en regelgeving. Het College is daarnaast van mening dat de energietransitie alleen plaatsvindt als duurzaamheidsprojecten schaal krijgen. Daarvoor is het van belang dat wordt gewerkt aan opschaalbaarheid en kopieerbaarheid van oplossingen. De leerpunten die de pilot ‘Zon op de Zwijger’ op zal leveren zijn: — voorbeeldfunctie: onderzoeken en laten zien hoe een nieuwe zonnetechnologie mogelijk is op een monumentaal dak, waar dat met conventionele panelen niet haalbaar/wenselijk is; — kennisontwikkeling (bij overheid en markt) ten aanzien van technische mogelijkheden van zonne-energie; — onderzoeken hoe het vigerende welstandskader zich verhoudt tot innovatieve zon technologieën. Deze leerpunten zijn vooraf besproken met de projectpartners. Voor het project Amstelkerk waren geen leerpunten geformuleerd vanuit de gemeente, omdat de betrokkenheid beperkt was. Het pilotproject Zon op de Zwijger levert input voor het evalueren van de regels en draagt bij aan de uitvoering van het deel van de Zonvisie dat daarover gaat. In de Zonvisie zijn 8 programmalijnen opgenomen waarlangs de gemeente de toepassing van zonne-energie door burgers en bedrijven stimuleert. In lijn 7 (activiteit # 21) is opgenomen dat regelgeving periodiek tegen het licht wordt gehouden om te zien of deze (nog) in lijn is met de stand der techniek op het gebied van o.a. zonnesystemen. 4 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing op Gemeenteblad Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 4. Onder welke criteria zou het college de resultaten van de pilot “Zon op de Zwijger’ als een succes beoordelen? Wanneer vindt die beoordeling plaats en welke Amsterdamse stakeholders zijn hierbij betrokken? Antwoord: Het project ‘Zon op de Zwijger’ wordt als succes beschouwd als: 1. de prijsvraag een inzending oplevert die een goede technische oplossing biedt voor dit specifieke monumentale dak. Een goede technische oplossing is een oplossing die aansluit bij de eisen van de pandeigenaar (stadsherstel), betaalbaar is, en die aanvaardbaar is vanuit esthetisch en historisch oogpunt en valt binnen de kaders van Welstand en Monumenten; 2. het project bijdraagt aan het vinden van een oplossing voor het aanbrengen van zonnesystemen op andere monumentale panden, nu of in de toekomst. Dit is geen hard criterium, omdat de bijdrage van één project aan een bredere maatschappelijke ontwikkeling moeilijk te meten is. Amsterdam wil echter duurzame koploper zijn, en daar hoort ook bij dat er ruimte wordt gemaakt voor innovatie; 3. het project daarnaast input levert voor de periodieke herijking van de regels conform de Zonvisie (zie het antwoord op vraag 3). De beoogde planning: zie het antwoord op vraag 2. De betrokken stakeholders zijn: — De Groene Grachten; — NV Stadsherstel; — de gemeente Amsterdam (DRO, BMA, stadsdeel Centrum); — Uuurders van Pakhuis de Zwijger (via Stadsherstel); — Search. 5. Is het college van plan een vervolg te maken op het Amsterdamse duurzaamheidsprogramma 2011-2014, en indien dat het geval is, overeenkomstig het coalitieakkoord (blz. 27), de ambitie ten aanzien van lokale zonne-energie uit de Zonvisie conform het initiatiefvoorstel van het voormalig raadslid de heer Manuel en de resultaten van de ‘pilots’ op Pakhuis de Zwijger en de Amstelkerk daarin aandacht te besteden aan het verduurzamen van monumenten? Antwoord: Het College stelt eind dit jaar een Agenda Duurzaamheid vast. Het verduurzamen van monumenten, deregulering en de ambitie van de Zonvisie zullen in deze agenda worden meegenomen. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 5 X Gemeente Amsterdam R % Gemeenteraad Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 602 Datum akkoord 2 september 2014 Publicatiedatum 5 september 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw A.M. Bosman en de heer M.E. van den Heuvel van 5 augustus 2014 inzake zonnepanelen op monumentale panden. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstellers. Het college heeft de ambitie om in 2020 het aandeel duurzaam opgewekte energie binnen Amsterdam met 20% te laten toenemen. Zonne-energie is een belangrijke bron daarvoor. Eerder is de doelstelling vastgelegd om in 2020 160 MW zonnestroom per jaar op te wekken binnen de gemeente Amsterdam. Voor 2040 is het streefcijfer 1000 MW. Zonne-energie is een belangrijke manier voor bewoners en ondernemers om zelf voor hun elektriciteitsvoorziening te zorgen. Dat is goed voor het milieu, de energierekening en de onafhankelijkheid van Amsterdam ten opzichte van onberekenbare buitenlandse energieproducenten. Amsterdam heeft naast de ruim 8500 rijks- en gemeentelijke monumenten, ook een toenemend aantal beschermde stads- en dorpsgezichten. Het hele centrum van Amsterdam is sinds 1999 beschermd stadsgezicht en de grachtengordel behoort sinds 2010 tot het UNESCO werelderfgoed. De fractie van D66 vindt het belangrijk dat deze historische waarde wordt beschermd zodat Amsterdammers en latere generaties er nog volop van kunnen genieten en leren. De fractie van D66 kiest ook voor een schone, groene en gezonde stad. Het is van belang dat de gemeente ruimte geeft aan initiatieven die bijdragen aan nieuwe oplossingen van duurzaamheid, waarbij we openstaan kijken voor het aanpassen van geldende (verouderde) regels die verduurzaming in de weg staan, zonder dat de authenticiteit van monumenten wordt aangetast. Nu heeft de fractie van D66 begrepen dat de gemeente Amsterdam samen met De Groene Grachten, Stadsherstel en Search een pilot is gestart om zonnepanelen te plaatsen op de schuine kap van Pakhuis de Zwijger onder de naam: ‘Zon op de Zwijger’. Het betreft een zogenaamd sheddak (‘zaagtandendak’), dat een zichtlocatie is. Hieruit volgt waarschijnlijk een prijsvraag voor de aanbesteding die moet aantonen welke partij het beste zonnepanelen op een monument kan plaatsen. Dit project is benoemd als ‘pilot om uit te vinden of zonnepanelen op een monument passend zijn, in relatie tot mogelijke technische gevolgen voor het dak door aanhechting van de panelen of verstoring van het monumentale ‘daklandschap’ door het aangezicht van zonnepanelen, omdat dat er nu eenmaal anders uitziet dan dat het daklandschap eruit zag in de 17° eeuw. 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing op Gemeenteblad Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 Dit is niet het eerste monument met zonnepanelen. Sinds september 2013 liggen er zonnepanelen op het (platte) dak van de Amstelkerk. Volgens de website van Stadsherstel, die de energie van de zonnepanelen gebruikt voor het eigen kantoor dat gevestigd is in dit rijksmonument, is de vergunning verleend nadat met foto's van een proefopstelling was aangetoond dat het monument met deze ‘reversibele toepassing’ geen schade op zou lopen. Ook zijn er (slechts) een klein aantal grachtenpanden die met trekken en sleuren een vergunning kregen om zonnepanelen op hun dak te mogen plaatsen, om zodoende hun eigen elektriciteit op te kunnen wekken. Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 5 augustus 2014, beiden namens de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Wat is het effect geweest van de — inmiddels afgeronde — pilot ‘Zon op de Amstelkerk’ voor zonne-energie op andere monumenten met een plat dak en in Amsterdam? Antwoord: Als onderdeel van het initiatief Groene Grachten, in 2012 gestart door Wubbo Ockels en erop gericht om energiemaatregelen in monumentale panden te promoten, is door Stadsherstel een viertal zonnepanelen aangebracht op de Amstelkerk. Voor NV Stadsherstel betrof de Amstelkerk een eerste project waarin zij zonnepanelen heeft aangebracht op een monumentaal pand. Deze panelen zijn aangebracht op een plat dak en wel binnen de kaders van de Welstandsnota. Leerdoel: uitvinden of het technisch mogelijk (ja) en rendabel is (nee, door de lage elektriciteitsprijs die Stadsherstel betaalt omdat zij grootverbruiker is, en de te betalen leges à 1050 euro). Het effect is dat er nu 4 panelen liggen op dit monument, en dat Stadsherstel inzicht heeft gekregen in de mogelijkheden (maatwerk) voor het aanbrengen van zonnepanelen op monumenten en de business case daarvan. Er zijn overigens meer (maar niet veel) voorbeelden van monumentale panden in de stad waarop door bewoners reeds zonnepanelen zijn aangebracht. Hiervoor is een vergunning nodig van het betreffende stadsdeel. De betrokkenheid van de gemeente bij dit project van Stichting de Groene Grachten en Stadsherstel was overigens beperkt. Bureau Monumenten en Archeologie (BMA) en programmabureau Klimaat en Energie waren inhoudelijk (advies, meedenken) betrokken bij het initiatief, het stadsdeel heeft de vergunning afgegeven. 2 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing op Gemeenteblad R Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 2. Klopt het dat de gemeente Amsterdam (de Dienst Ruimtelijke Ordening en het Bureau Monumenten & Archeologie) zich heeft aangesloten bij De Groene Grachten, Stadsherstel, Stadsdeel Oost, Pakhuis de Zwijger en Search en bezig is met de nieuwe pilot ‘Zon op de Zwijger’? Wat is de huidige status van dit project en wat is de tijdsplanning van deze pilot (inclusief moment van afronding)? Antwoord: Ja. Genoemde partijen hebben gezamenlijk de pilot ‘Zon op de Zwijger’ in voorbereiding. Dit project is geïnitieerd door De Groene Grachten. Het project sluit aan bij de Amsterdamse Zonvisie ‘Burgers en Bedrijven gaan voor de zon!’ (zie ook het antwoord op vraag 3). In dit project wordt onderzocht welke mogelijkheden ‘innovatieve zonnetechnologie’ (bijvoorbeeld: andere type zonnecellen, kleur en bevestigingstechnieken) biedt voor het aanbrengen van zonnepanelen op een monumentaal dak, én hoe dit zich verhoudt tot de geldende regels. Dit project onderscheidt zich van het eerdere project van Stadsherstel in de mate van ‘innovativiteit van de technologie die gebruikt zal worden. In het eerste project werd nog gebruik gemaakt van standaard zonnepanelen. In het nieuwe project op de Zwijger gaat men op zoek naar de meest innovatieve zon-oplossing voor dit monumentale pand. Het project is als volgt opgebouwd: 1. allereerst wordt (op dit moment) de haalbaarheid onderzocht (technisch, financieel, juridisch) voor het aanbrengen van zonnepanelen op Pakhuis de Zwijger (eigendom NV Stadsherstel); 2. op basis van dit onderzoek zal NV Stadsherstel een beslissing nemen om haar dak wel of niet ter beschikking te stellen; 3. indien zij akkoord gaat zal de markt in de vorm van een prijsvraag uitgedaagd worden om met haar ‘beste’ systeem te komen; 4. het zonnesysteem van de beste inzending zal door Stadsherstel worden uitgevoerd, onder voorbehoud van een positieve vergunningsbeschikking. Volgens planning wordt de prijsvraag dit najaar bekend gemaakt (indien Stadsherstel positief beslist; stap 2) en wordt het winnende systeem (beoordeling door jury in november/december) begin 2015 geïnstalleerd. De gemeente (BMA en Programmabureau Klimaat en Energie) is als adviseur bij dit project betrokken. De Groene Grachten is project trekker. Uiteindelijke installatie van het innovatieve zonnesysteem (als de prijsvraag daadwerkelijk wordt uitgeschreven en er een goede inzending komt, die binnen de wettelijke kaders past) wordt door Stadsherstel geregeld en gedekt. Stadsherstel vraagt daar mogelijk financiering voor aan in de laatste tender van het Amsterdams Investeringsfonds. 3 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing op Gemeenteblad R Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 3. Deelt het college de mening van de fractie van D66 over het belang van verduurzaming en eventueel aanpassen van regels om nieuwe oplossingen van duurzaamheid mogelijk te maken? Zo ja, welke leerpunten zijn/worden opgesteld ten aanzien van de pilot voor het sheddak van Pakhuis de Zwijger? En welke leerpunten waren opgesteld voor het platte dak van de Amstelkerk? Zo nee, waarom niet en hoe denkt het college dan de ambitie zoals geformuleerd in de Zonvisie 2013 te halen? Antwoord: Het College onderschrijft de mening van de fractie van D66 dat verduurzaming van de bestaande stad van groot belang is en onderstreept dat in het coalitieakkoord ‘Amsterdam is van iedereen’. Zij werkt o.a. aan de doelstelling dat in 2020 20% meer duurzame energie wordt geproduceerd dan nu het geval is. Zonne-energie in de bestaande stad draagt daar aan bij. Om dit te realiseren kan het nodig zijn om bestaande regels aan te passen, of met het Rijk in gesprek te gaan wanneer de bevoegdheid niet bij de gemeente ligt. Aanpassing van regels kan bijvoorbeeld nodig zijn in de situatie waarin regels, maatschappelijke wensen, en toegenomen mogelijkheden door nieuwe (technologische}oplossingen, niet meer met elkaar in overeenstemming zijn. In het collegeprogramma is daarover afgesproken dat “we de regels voor het duurzaam aanpassen van gebouwen [gaan] versimpelen, bijvoorbeeld op het gebied van de teruglevering van energie en het gezamenlijk gebruik van daken voor zonnepanelen”. Daarbij dient het college uiteraard wel te opereren binnen de kaders van de landelijke wet- en regelgeving. Het College is daarnaast van mening dat de energietransitie alleen plaatsvindt als duurzaamheidsprojecten schaal krijgen. Daarvoor is het van belang dat wordt gewerkt aan opschaalbaarheid en kopieerbaarheid van oplossingen. De leerpunten die de pilot ‘Zon op de Zwijger’ op zal leveren zijn: — voorbeeldfunctie: onderzoeken en laten zien hoe een nieuwe zonnetechnologie mogelijk is op een monumentaal dak, waar dat met conventionele panelen niet haalbaar/wenselijk is; — kennisontwikkeling (bij overheid en markt) ten aanzien van technische mogelijkheden van zonne-energie; — onderzoeken hoe het vigerende welstandskader zich verhoudt tot innovatieve zon technologieën. Deze leerpunten zijn vooraf besproken met de projectpartners. Voor het project Amstelkerk waren geen leerpunten geformuleerd vanuit de gemeente, omdat de betrokkenheid beperkt was. Het pilotproject Zon op de Zwijger levert input voor het evalueren van de regels en draagt bij aan de uitvoering van het deel van de Zonvisie dat daarover gaat. In de Zonvisie zijn 8 programmalijnen opgenomen waarlangs de gemeente de toepassing van zonne-energie door burgers en bedrijven stimuleert. In lijn 7 (activiteit # 21) is opgenomen dat regelgeving periodiek tegen het licht wordt gehouden om te zien of deze (nog) in lijn is met de stand der techniek op het gebied van o.a. zonnesystemen. 4 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing op Gemeenteblad Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 4. Onder welke criteria zou het college de resultaten van de pilot “Zon op de Zwijger’ als een succes beoordelen? Wanneer vindt die beoordeling plaats en welke Amsterdamse stakeholders zijn hierbij betrokken? Antwoord: Het project ‘Zon op de Zwijger’ wordt als succes beschouwd als: 1. de prijsvraag een inzending oplevert die een goede technische oplossing biedt voor dit specifieke monumentale dak. Een goede technische oplossing is een oplossing die aansluit bij de eisen van de pandeigenaar (stadsherstel), betaalbaar is, en die aanvaardbaar is vanuit esthetisch en historisch oogpunt en valt binnen de kaders van Welstand en Monumenten; 2. het project bijdraagt aan het vinden van een oplossing voor het aanbrengen van zonnesystemen op andere monumentale panden, nu of in de toekomst. Dit is geen hard criterium, omdat de bijdrage van één project aan een bredere maatschappelijke ontwikkeling moeilijk te meten is. Amsterdam wil echter duurzame koploper zijn, en daar hoort ook bij dat er ruimte wordt gemaakt voor innovatie; 3. het project daarnaast input levert voor de periodieke herijking van de regels conform de Zonvisie (zie het antwoord op vraag 3). De beoogde planning: zie het antwoord op vraag 2. De betrokken stakeholders zijn: — De Groene Grachten; — NV Stadsherstel; — de gemeente Amsterdam (DRO, BMA, stadsdeel Centrum); — Uuurders van Pakhuis de Zwijger (via Stadsherstel); — Search. 5. Is het college van plan een vervolg te maken op het Amsterdamse duurzaamheidsprogramma 2011-2014, en indien dat het geval is, overeenkomstig het coalitieakkoord (blz. 27), de ambitie ten aanzien van lokale zonne-energie uit de Zonvisie conform het initiatiefvoorstel van het voormalig raadslid de heer Manuel en de resultaten van de ‘pilots’ op Pakhuis de Zwijger en de Amstelkerk daarin aandacht te besteden aan het verduurzamen van monumenten? Antwoord: Het College stelt eind dit jaar een Agenda Duurzaamheid vast. Het verduurzamen van monumenten, deregulering en de ambitie van de Zonvisie zullen in deze agenda worden meegenomen. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 5 X Gemeente Amsterdam R % Gemeenteraad Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 602 Datum akkoord 2 september 2014 Publicatiedatum 5 september 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw A.M. Bosman en de heer M.E. van den Heuvel van 5 augustus 2014 inzake zonnepanelen op monumentale panden. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstellers. Het college heeft de ambitie om in 2020 het aandeel duurzaam opgewekte energie binnen Amsterdam met 20% te laten toenemen. Zonne-energie is een belangrijke bron daarvoor. Eerder is de doelstelling vastgelegd om in 2020 160 MW zonnestroom per jaar op te wekken binnen de gemeente Amsterdam. Voor 2040 is het streefcijfer 1000 MW. Zonne-energie is een belangrijke manier voor bewoners en ondernemers om zelf voor hun elektriciteitsvoorziening te zorgen. Dat is goed voor het milieu, de energierekening en de onafhankelijkheid van Amsterdam ten opzichte van onberekenbare buitenlandse energieproducenten. Amsterdam heeft naast de ruim 8500 rijks- en gemeentelijke monumenten, ook een toenemend aantal beschermde stads- en dorpsgezichten. Het hele centrum van Amsterdam is sinds 1999 beschermd stadsgezicht en de grachtengordel behoort sinds 2010 tot het UNESCO werelderfgoed. De fractie van D66 vindt het belangrijk dat deze historische waarde wordt beschermd zodat Amsterdammers en latere generaties er nog volop van kunnen genieten en leren. De fractie van D66 kiest ook voor een schone, groene en gezonde stad. Het is van belang dat de gemeente ruimte geeft aan initiatieven die bijdragen aan nieuwe oplossingen van duurzaamheid, waarbij we openstaan kijken voor het aanpassen van geldende (verouderde) regels die verduurzaming in de weg staan, zonder dat de authenticiteit van monumenten wordt aangetast. Nu heeft de fractie van D66 begrepen dat de gemeente Amsterdam samen met De Groene Grachten, Stadsherstel en Search een pilot is gestart om zonnepanelen te plaatsen op de schuine kap van Pakhuis de Zwijger onder de naam: ‘Zon op de Zwijger’. Het betreft een zogenaamd sheddak (‘zaagtandendak’), dat een zichtlocatie is. Hieruit volgt waarschijnlijk een prijsvraag voor de aanbesteding die moet aantonen welke partij het beste zonnepanelen op een monument kan plaatsen. Dit project is benoemd als ‘pilot om uit te vinden of zonnepanelen op een monument passend zijn, in relatie tot mogelijke technische gevolgen voor het dak door aanhechting van de panelen of verstoring van het monumentale ‘daklandschap’ door het aangezicht van zonnepanelen, omdat dat er nu eenmaal anders uitziet dan dat het daklandschap eruit zag in de 17° eeuw. 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing op Gemeenteblad Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 Dit is niet het eerste monument met zonnepanelen. Sinds september 2013 liggen er zonnepanelen op het (platte) dak van de Amstelkerk. Volgens de website van Stadsherstel, die de energie van de zonnepanelen gebruikt voor het eigen kantoor dat gevestigd is in dit rijksmonument, is de vergunning verleend nadat met foto's van een proefopstelling was aangetoond dat het monument met deze ‘reversibele toepassing’ geen schade op zou lopen. Ook zijn er (slechts) een klein aantal grachtenpanden die met trekken en sleuren een vergunning kregen om zonnepanelen op hun dak te mogen plaatsen, om zodoende hun eigen elektriciteit op te kunnen wekken. Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 5 augustus 2014, beiden namens de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Wat is het effect geweest van de — inmiddels afgeronde — pilot ‘Zon op de Amstelkerk’ voor zonne-energie op andere monumenten met een plat dak en in Amsterdam? Antwoord: Als onderdeel van het initiatief Groene Grachten, in 2012 gestart door Wubbo Ockels en erop gericht om energiemaatregelen in monumentale panden te promoten, is door Stadsherstel een viertal zonnepanelen aangebracht op de Amstelkerk. Voor NV Stadsherstel betrof de Amstelkerk een eerste project waarin zij zonnepanelen heeft aangebracht op een monumentaal pand. Deze panelen zijn aangebracht op een plat dak en wel binnen de kaders van de Welstandsnota. Leerdoel: uitvinden of het technisch mogelijk (ja) en rendabel is (nee, door de lage elektriciteitsprijs die Stadsherstel betaalt omdat zij grootverbruiker is, en de te betalen leges à 1050 euro). Het effect is dat er nu 4 panelen liggen op dit monument, en dat Stadsherstel inzicht heeft gekregen in de mogelijkheden (maatwerk) voor het aanbrengen van zonnepanelen op monumenten en de business case daarvan. Er zijn overigens meer (maar niet veel) voorbeelden van monumentale panden in de stad waarop door bewoners reeds zonnepanelen zijn aangebracht. Hiervoor is een vergunning nodig van het betreffende stadsdeel. De betrokkenheid van de gemeente bij dit project van Stichting de Groene Grachten en Stadsherstel was overigens beperkt. Bureau Monumenten en Archeologie (BMA) en programmabureau Klimaat en Energie waren inhoudelijk (advies, meedenken) betrokken bij het initiatief, het stadsdeel heeft de vergunning afgegeven. 2 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing op Gemeenteblad R Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 2. Klopt het dat de gemeente Amsterdam (de Dienst Ruimtelijke Ordening en het Bureau Monumenten & Archeologie) zich heeft aangesloten bij De Groene Grachten, Stadsherstel, Stadsdeel Oost, Pakhuis de Zwijger en Search en bezig is met de nieuwe pilot ‘Zon op de Zwijger’? Wat is de huidige status van dit project en wat is de tijdsplanning van deze pilot (inclusief moment van afronding)? Antwoord: Ja. Genoemde partijen hebben gezamenlijk de pilot ‘Zon op de Zwijger’ in voorbereiding. Dit project is geïnitieerd door De Groene Grachten. Het project sluit aan bij de Amsterdamse Zonvisie ‘Burgers en Bedrijven gaan voor de zon!’ (zie ook het antwoord op vraag 3). In dit project wordt onderzocht welke mogelijkheden ‘innovatieve zonnetechnologie’ (bijvoorbeeld: andere type zonnecellen, kleur en bevestigingstechnieken) biedt voor het aanbrengen van zonnepanelen op een monumentaal dak, én hoe dit zich verhoudt tot de geldende regels. Dit project onderscheidt zich van het eerdere project van Stadsherstel in de mate van ‘innovativiteit van de technologie die gebruikt zal worden. In het eerste project werd nog gebruik gemaakt van standaard zonnepanelen. In het nieuwe project op de Zwijger gaat men op zoek naar de meest innovatieve zon-oplossing voor dit monumentale pand. Het project is als volgt opgebouwd: 1. allereerst wordt (op dit moment) de haalbaarheid onderzocht (technisch, financieel, juridisch) voor het aanbrengen van zonnepanelen op Pakhuis de Zwijger (eigendom NV Stadsherstel); 2. op basis van dit onderzoek zal NV Stadsherstel een beslissing nemen om haar dak wel of niet ter beschikking te stellen; 3. indien zij akkoord gaat zal de markt in de vorm van een prijsvraag uitgedaagd worden om met haar ‘beste’ systeem te komen; 4. het zonnesysteem van de beste inzending zal door Stadsherstel worden uitgevoerd, onder voorbehoud van een positieve vergunningsbeschikking. Volgens planning wordt de prijsvraag dit najaar bekend gemaakt (indien Stadsherstel positief beslist; stap 2) en wordt het winnende systeem (beoordeling door jury in november/december) begin 2015 geïnstalleerd. De gemeente (BMA en Programmabureau Klimaat en Energie) is als adviseur bij dit project betrokken. De Groene Grachten is project trekker. Uiteindelijke installatie van het innovatieve zonnesysteem (als de prijsvraag daadwerkelijk wordt uitgeschreven en er een goede inzending komt, die binnen de wettelijke kaders past) wordt door Stadsherstel geregeld en gedekt. Stadsherstel vraagt daar mogelijk financiering voor aan in de laatste tender van het Amsterdams Investeringsfonds. 3 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing op Gemeenteblad R Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 3. Deelt het college de mening van de fractie van D66 over het belang van verduurzaming en eventueel aanpassen van regels om nieuwe oplossingen van duurzaamheid mogelijk te maken? Zo ja, welke leerpunten zijn/worden opgesteld ten aanzien van de pilot voor het sheddak van Pakhuis de Zwijger? En welke leerpunten waren opgesteld voor het platte dak van de Amstelkerk? Zo nee, waarom niet en hoe denkt het college dan de ambitie zoals geformuleerd in de Zonvisie 2013 te halen? Antwoord: Het College onderschrijft de mening van de fractie van D66 dat verduurzaming van de bestaande stad van groot belang is en onderstreept dat in het coalitieakkoord ‘Amsterdam is van iedereen’. Zij werkt o.a. aan de doelstelling dat in 2020 20% meer duurzame energie wordt geproduceerd dan nu het geval is. Zonne-energie in de bestaande stad draagt daar aan bij. Om dit te realiseren kan het nodig zijn om bestaande regels aan te passen, of met het Rijk in gesprek te gaan wanneer de bevoegdheid niet bij de gemeente ligt. Aanpassing van regels kan bijvoorbeeld nodig zijn in de situatie waarin regels, maatschappelijke wensen, en toegenomen mogelijkheden door nieuwe (technologische}oplossingen, niet meer met elkaar in overeenstemming zijn. In het collegeprogramma is daarover afgesproken dat “we de regels voor het duurzaam aanpassen van gebouwen [gaan] versimpelen, bijvoorbeeld op het gebied van de teruglevering van energie en het gezamenlijk gebruik van daken voor zonnepanelen”. Daarbij dient het college uiteraard wel te opereren binnen de kaders van de landelijke wet- en regelgeving. Het College is daarnaast van mening dat de energietransitie alleen plaatsvindt als duurzaamheidsprojecten schaal krijgen. Daarvoor is het van belang dat wordt gewerkt aan opschaalbaarheid en kopieerbaarheid van oplossingen. De leerpunten die de pilot ‘Zon op de Zwijger’ op zal leveren zijn: — voorbeeldfunctie: onderzoeken en laten zien hoe een nieuwe zonnetechnologie mogelijk is op een monumentaal dak, waar dat met conventionele panelen niet haalbaar/wenselijk is; — kennisontwikkeling (bij overheid en markt) ten aanzien van technische mogelijkheden van zonne-energie; — onderzoeken hoe het vigerende welstandskader zich verhoudt tot innovatieve zon technologieën. Deze leerpunten zijn vooraf besproken met de projectpartners. Voor het project Amstelkerk waren geen leerpunten geformuleerd vanuit de gemeente, omdat de betrokkenheid beperkt was. Het pilotproject Zon op de Zwijger levert input voor het evalueren van de regels en draagt bij aan de uitvoering van het deel van de Zonvisie dat daarover gaat. In de Zonvisie zijn 8 programmalijnen opgenomen waarlangs de gemeente de toepassing van zonne-energie door burgers en bedrijven stimuleert. In lijn 7 (activiteit # 21) is opgenomen dat regelgeving periodiek tegen het licht wordt gehouden om te zien of deze (nog) in lijn is met de stand der techniek op het gebied van o.a. zonnesystemen. 4 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing op Gemeenteblad Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 4. Onder welke criteria zou het college de resultaten van de pilot “Zon op de Zwijger’ als een succes beoordelen? Wanneer vindt die beoordeling plaats en welke Amsterdamse stakeholders zijn hierbij betrokken? Antwoord: Het project ‘Zon op de Zwijger’ wordt als succes beschouwd als: 1. de prijsvraag een inzending oplevert die een goede technische oplossing biedt voor dit specifieke monumentale dak. Een goede technische oplossing is een oplossing die aansluit bij de eisen van de pandeigenaar (stadsherstel), betaalbaar is, en die aanvaardbaar is vanuit esthetisch en historisch oogpunt en valt binnen de kaders van Welstand en Monumenten; 2. het project bijdraagt aan het vinden van een oplossing voor het aanbrengen van zonnesystemen op andere monumentale panden, nu of in de toekomst. Dit is geen hard criterium, omdat de bijdrage van één project aan een bredere maatschappelijke ontwikkeling moeilijk te meten is. Amsterdam wil echter duurzame koploper zijn, en daar hoort ook bij dat er ruimte wordt gemaakt voor innovatie; 3. het project daarnaast input levert voor de periodieke herijking van de regels conform de Zonvisie (zie het antwoord op vraag 3). De beoogde planning: zie het antwoord op vraag 2. De betrokken stakeholders zijn: — De Groene Grachten; — NV Stadsherstel; — de gemeente Amsterdam (DRO, BMA, stadsdeel Centrum); — Uuurders van Pakhuis de Zwijger (via Stadsherstel); — Search. 5. Is het college van plan een vervolg te maken op het Amsterdamse duurzaamheidsprogramma 2011-2014, en indien dat het geval is, overeenkomstig het coalitieakkoord (blz. 27), de ambitie ten aanzien van lokale zonne-energie uit de Zonvisie conform het initiatiefvoorstel van het voormalig raadslid de heer Manuel en de resultaten van de ‘pilots’ op Pakhuis de Zwijger en de Amstelkerk daarin aandacht te besteden aan het verduurzamen van monumenten? Antwoord: Het College stelt eind dit jaar een Agenda Duurzaamheid vast. Het verduurzamen van monumenten, deregulering en de ambitie van de Zonvisie zullen in deze agenda worden meegenomen. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 5 X Gemeente Amsterdam R % Gemeenteraad Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 602 Datum akkoord 2 september 2014 Publicatiedatum 5 september 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw A.M. Bosman en de heer M.E. van den Heuvel van 5 augustus 2014 inzake zonnepanelen op monumentale panden. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstellers. Het college heeft de ambitie om in 2020 het aandeel duurzaam opgewekte energie binnen Amsterdam met 20% te laten toenemen. Zonne-energie is een belangrijke bron daarvoor. Eerder is de doelstelling vastgelegd om in 2020 160 MW zonnestroom per jaar op te wekken binnen de gemeente Amsterdam. Voor 2040 is het streefcijfer 1000 MW. Zonne-energie is een belangrijke manier voor bewoners en ondernemers om zelf voor hun elektriciteitsvoorziening te zorgen. Dat is goed voor het milieu, de energierekening en de onafhankelijkheid van Amsterdam ten opzichte van onberekenbare buitenlandse energieproducenten. Amsterdam heeft naast de ruim 8500 rijks- en gemeentelijke monumenten, ook een toenemend aantal beschermde stads- en dorpsgezichten. Het hele centrum van Amsterdam is sinds 1999 beschermd stadsgezicht en de grachtengordel behoort sinds 2010 tot het UNESCO werelderfgoed. De fractie van D66 vindt het belangrijk dat deze historische waarde wordt beschermd zodat Amsterdammers en latere generaties er nog volop van kunnen genieten en leren. De fractie van D66 kiest ook voor een schone, groene en gezonde stad. Het is van belang dat de gemeente ruimte geeft aan initiatieven die bijdragen aan nieuwe oplossingen van duurzaamheid, waarbij we openstaan kijken voor het aanpassen van geldende (verouderde) regels die verduurzaming in de weg staan, zonder dat de authenticiteit van monumenten wordt aangetast. Nu heeft de fractie van D66 begrepen dat de gemeente Amsterdam samen met De Groene Grachten, Stadsherstel en Search een pilot is gestart om zonnepanelen te plaatsen op de schuine kap van Pakhuis de Zwijger onder de naam: ‘Zon op de Zwijger’. Het betreft een zogenaamd sheddak (‘zaagtandendak’), dat een zichtlocatie is. Hieruit volgt waarschijnlijk een prijsvraag voor de aanbesteding die moet aantonen welke partij het beste zonnepanelen op een monument kan plaatsen. Dit project is benoemd als ‘pilot om uit te vinden of zonnepanelen op een monument passend zijn, in relatie tot mogelijke technische gevolgen voor het dak door aanhechting van de panelen of verstoring van het monumentale ‘daklandschap’ door het aangezicht van zonnepanelen, omdat dat er nu eenmaal anders uitziet dan dat het daklandschap eruit zag in de 17° eeuw. 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing op Gemeenteblad Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 Dit is niet het eerste monument met zonnepanelen. Sinds september 2013 liggen er zonnepanelen op het (platte) dak van de Amstelkerk. Volgens de website van Stadsherstel, die de energie van de zonnepanelen gebruikt voor het eigen kantoor dat gevestigd is in dit rijksmonument, is de vergunning verleend nadat met foto's van een proefopstelling was aangetoond dat het monument met deze ‘reversibele toepassing’ geen schade op zou lopen. Ook zijn er (slechts) een klein aantal grachtenpanden die met trekken en sleuren een vergunning kregen om zonnepanelen op hun dak te mogen plaatsen, om zodoende hun eigen elektriciteit op te kunnen wekken. Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 5 augustus 2014, beiden namens de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Wat is het effect geweest van de — inmiddels afgeronde — pilot ‘Zon op de Amstelkerk’ voor zonne-energie op andere monumenten met een plat dak en in Amsterdam? Antwoord: Als onderdeel van het initiatief Groene Grachten, in 2012 gestart door Wubbo Ockels en erop gericht om energiemaatregelen in monumentale panden te promoten, is door Stadsherstel een viertal zonnepanelen aangebracht op de Amstelkerk. Voor NV Stadsherstel betrof de Amstelkerk een eerste project waarin zij zonnepanelen heeft aangebracht op een monumentaal pand. Deze panelen zijn aangebracht op een plat dak en wel binnen de kaders van de Welstandsnota. Leerdoel: uitvinden of het technisch mogelijk (ja) en rendabel is (nee, door de lage elektriciteitsprijs die Stadsherstel betaalt omdat zij grootverbruiker is, en de te betalen leges à 1050 euro). Het effect is dat er nu 4 panelen liggen op dit monument, en dat Stadsherstel inzicht heeft gekregen in de mogelijkheden (maatwerk) voor het aanbrengen van zonnepanelen op monumenten en de business case daarvan. Er zijn overigens meer (maar niet veel) voorbeelden van monumentale panden in de stad waarop door bewoners reeds zonnepanelen zijn aangebracht. Hiervoor is een vergunning nodig van het betreffende stadsdeel. De betrokkenheid van de gemeente bij dit project van Stichting de Groene Grachten en Stadsherstel was overigens beperkt. Bureau Monumenten en Archeologie (BMA) en programmabureau Klimaat en Energie waren inhoudelijk (advies, meedenken) betrokken bij het initiatief, het stadsdeel heeft de vergunning afgegeven. 2 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing op Gemeenteblad R Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 2. Klopt het dat de gemeente Amsterdam (de Dienst Ruimtelijke Ordening en het Bureau Monumenten & Archeologie) zich heeft aangesloten bij De Groene Grachten, Stadsherstel, Stadsdeel Oost, Pakhuis de Zwijger en Search en bezig is met de nieuwe pilot ‘Zon op de Zwijger’? Wat is de huidige status van dit project en wat is de tijdsplanning van deze pilot (inclusief moment van afronding)? Antwoord: Ja. Genoemde partijen hebben gezamenlijk de pilot ‘Zon op de Zwijger’ in voorbereiding. Dit project is geïnitieerd door De Groene Grachten. Het project sluit aan bij de Amsterdamse Zonvisie ‘Burgers en Bedrijven gaan voor de zon!’ (zie ook het antwoord op vraag 3). In dit project wordt onderzocht welke mogelijkheden ‘innovatieve zonnetechnologie’ (bijvoorbeeld: andere type zonnecellen, kleur en bevestigingstechnieken) biedt voor het aanbrengen van zonnepanelen op een monumentaal dak, én hoe dit zich verhoudt tot de geldende regels. Dit project onderscheidt zich van het eerdere project van Stadsherstel in de mate van ‘innovativiteit van de technologie die gebruikt zal worden. In het eerste project werd nog gebruik gemaakt van standaard zonnepanelen. In het nieuwe project op de Zwijger gaat men op zoek naar de meest innovatieve zon-oplossing voor dit monumentale pand. Het project is als volgt opgebouwd: 1. allereerst wordt (op dit moment) de haalbaarheid onderzocht (technisch, financieel, juridisch) voor het aanbrengen van zonnepanelen op Pakhuis de Zwijger (eigendom NV Stadsherstel); 2. op basis van dit onderzoek zal NV Stadsherstel een beslissing nemen om haar dak wel of niet ter beschikking te stellen; 3. indien zij akkoord gaat zal de markt in de vorm van een prijsvraag uitgedaagd worden om met haar ‘beste’ systeem te komen; 4. het zonnesysteem van de beste inzending zal door Stadsherstel worden uitgevoerd, onder voorbehoud van een positieve vergunningsbeschikking. Volgens planning wordt de prijsvraag dit najaar bekend gemaakt (indien Stadsherstel positief beslist; stap 2) en wordt het winnende systeem (beoordeling door jury in november/december) begin 2015 geïnstalleerd. De gemeente (BMA en Programmabureau Klimaat en Energie) is als adviseur bij dit project betrokken. De Groene Grachten is project trekker. Uiteindelijke installatie van het innovatieve zonnesysteem (als de prijsvraag daadwerkelijk wordt uitgeschreven en er een goede inzending komt, die binnen de wettelijke kaders past) wordt door Stadsherstel geregeld en gedekt. Stadsherstel vraagt daar mogelijk financiering voor aan in de laatste tender van het Amsterdams Investeringsfonds. 3 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing op Gemeenteblad R Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 3. Deelt het college de mening van de fractie van D66 over het belang van verduurzaming en eventueel aanpassen van regels om nieuwe oplossingen van duurzaamheid mogelijk te maken? Zo ja, welke leerpunten zijn/worden opgesteld ten aanzien van de pilot voor het sheddak van Pakhuis de Zwijger? En welke leerpunten waren opgesteld voor het platte dak van de Amstelkerk? Zo nee, waarom niet en hoe denkt het college dan de ambitie zoals geformuleerd in de Zonvisie 2013 te halen? Antwoord: Het College onderschrijft de mening van de fractie van D66 dat verduurzaming van de bestaande stad van groot belang is en onderstreept dat in het coalitieakkoord ‘Amsterdam is van iedereen’. Zij werkt o.a. aan de doelstelling dat in 2020 20% meer duurzame energie wordt geproduceerd dan nu het geval is. Zonne-energie in de bestaande stad draagt daar aan bij. Om dit te realiseren kan het nodig zijn om bestaande regels aan te passen, of met het Rijk in gesprek te gaan wanneer de bevoegdheid niet bij de gemeente ligt. Aanpassing van regels kan bijvoorbeeld nodig zijn in de situatie waarin regels, maatschappelijke wensen, en toegenomen mogelijkheden door nieuwe (technologische}oplossingen, niet meer met elkaar in overeenstemming zijn. In het collegeprogramma is daarover afgesproken dat “we de regels voor het duurzaam aanpassen van gebouwen [gaan] versimpelen, bijvoorbeeld op het gebied van de teruglevering van energie en het gezamenlijk gebruik van daken voor zonnepanelen”. Daarbij dient het college uiteraard wel te opereren binnen de kaders van de landelijke wet- en regelgeving. Het College is daarnaast van mening dat de energietransitie alleen plaatsvindt als duurzaamheidsprojecten schaal krijgen. Daarvoor is het van belang dat wordt gewerkt aan opschaalbaarheid en kopieerbaarheid van oplossingen. De leerpunten die de pilot ‘Zon op de Zwijger’ op zal leveren zijn: — voorbeeldfunctie: onderzoeken en laten zien hoe een nieuwe zonnetechnologie mogelijk is op een monumentaal dak, waar dat met conventionele panelen niet haalbaar/wenselijk is; — kennisontwikkeling (bij overheid en markt) ten aanzien van technische mogelijkheden van zonne-energie; — onderzoeken hoe het vigerende welstandskader zich verhoudt tot innovatieve zon technologieën. Deze leerpunten zijn vooraf besproken met de projectpartners. Voor het project Amstelkerk waren geen leerpunten geformuleerd vanuit de gemeente, omdat de betrokkenheid beperkt was. Het pilotproject Zon op de Zwijger levert input voor het evalueren van de regels en draagt bij aan de uitvoering van het deel van de Zonvisie dat daarover gaat. In de Zonvisie zijn 8 programmalijnen opgenomen waarlangs de gemeente de toepassing van zonne-energie door burgers en bedrijven stimuleert. In lijn 7 (activiteit # 21) is opgenomen dat regelgeving periodiek tegen het licht wordt gehouden om te zien of deze (nog) in lijn is met de stand der techniek op het gebied van o.a. zonnesystemen. 4 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing op Gemeenteblad Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 4. Onder welke criteria zou het college de resultaten van de pilot “Zon op de Zwijger’ als een succes beoordelen? Wanneer vindt die beoordeling plaats en welke Amsterdamse stakeholders zijn hierbij betrokken? Antwoord: Het project ‘Zon op de Zwijger’ wordt als succes beschouwd als: 1. de prijsvraag een inzending oplevert die een goede technische oplossing biedt voor dit specifieke monumentale dak. Een goede technische oplossing is een oplossing die aansluit bij de eisen van de pandeigenaar (stadsherstel), betaalbaar is, en die aanvaardbaar is vanuit esthetisch en historisch oogpunt en valt binnen de kaders van Welstand en Monumenten; 2. het project bijdraagt aan het vinden van een oplossing voor het aanbrengen van zonnesystemen op andere monumentale panden, nu of in de toekomst. Dit is geen hard criterium, omdat de bijdrage van één project aan een bredere maatschappelijke ontwikkeling moeilijk te meten is. Amsterdam wil echter duurzame koploper zijn, en daar hoort ook bij dat er ruimte wordt gemaakt voor innovatie; 3. het project daarnaast input levert voor de periodieke herijking van de regels conform de Zonvisie (zie het antwoord op vraag 3). De beoogde planning: zie het antwoord op vraag 2. De betrokken stakeholders zijn: — De Groene Grachten; — NV Stadsherstel; — de gemeente Amsterdam (DRO, BMA, stadsdeel Centrum); — Uuurders van Pakhuis de Zwijger (via Stadsherstel); — Search. 5. Is het college van plan een vervolg te maken op het Amsterdamse duurzaamheidsprogramma 2011-2014, en indien dat het geval is, overeenkomstig het coalitieakkoord (blz. 27), de ambitie ten aanzien van lokale zonne-energie uit de Zonvisie conform het initiatiefvoorstel van het voormalig raadslid de heer Manuel en de resultaten van de ‘pilots’ op Pakhuis de Zwijger en de Amstelkerk daarin aandacht te besteden aan het verduurzamen van monumenten? Antwoord: Het College stelt eind dit jaar een Agenda Duurzaamheid vast. Het verduurzamen van monumenten, deregulering en de ambitie van de Zonvisie zullen in deze agenda worden meegenomen. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 5 X Gemeente Amsterdam R % Gemeenteraad Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 602 Datum akkoord 2 september 2014 Publicatiedatum 5 september 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw A.M. Bosman en de heer M.E. van den Heuvel van 5 augustus 2014 inzake zonnepanelen op monumentale panden. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstellers. Het college heeft de ambitie om in 2020 het aandeel duurzaam opgewekte energie binnen Amsterdam met 20% te laten toenemen. Zonne-energie is een belangrijke bron daarvoor. Eerder is de doelstelling vastgelegd om in 2020 160 MW zonnestroom per jaar op te wekken binnen de gemeente Amsterdam. Voor 2040 is het streefcijfer 1000 MW. Zonne-energie is een belangrijke manier voor bewoners en ondernemers om zelf voor hun elektriciteitsvoorziening te zorgen. Dat is goed voor het milieu, de energierekening en de onafhankelijkheid van Amsterdam ten opzichte van onberekenbare buitenlandse energieproducenten. Amsterdam heeft naast de ruim 8500 rijks- en gemeentelijke monumenten, ook een toenemend aantal beschermde stads- en dorpsgezichten. Het hele centrum van Amsterdam is sinds 1999 beschermd stadsgezicht en de grachtengordel behoort sinds 2010 tot het UNESCO werelderfgoed. De fractie van D66 vindt het belangrijk dat deze historische waarde wordt beschermd zodat Amsterdammers en latere generaties er nog volop van kunnen genieten en leren. De fractie van D66 kiest ook voor een schone, groene en gezonde stad. Het is van belang dat de gemeente ruimte geeft aan initiatieven die bijdragen aan nieuwe oplossingen van duurzaamheid, waarbij we openstaan kijken voor het aanpassen van geldende (verouderde) regels die verduurzaming in de weg staan, zonder dat de authenticiteit van monumenten wordt aangetast. Nu heeft de fractie van D66 begrepen dat de gemeente Amsterdam samen met De Groene Grachten, Stadsherstel en Search een pilot is gestart om zonnepanelen te plaatsen op de schuine kap van Pakhuis de Zwijger onder de naam: ‘Zon op de Zwijger’. Het betreft een zogenaamd sheddak (‘zaagtandendak’), dat een zichtlocatie is. Hieruit volgt waarschijnlijk een prijsvraag voor de aanbesteding die moet aantonen welke partij het beste zonnepanelen op een monument kan plaatsen. Dit project is benoemd als ‘pilot om uit te vinden of zonnepanelen op een monument passend zijn, in relatie tot mogelijke technische gevolgen voor het dak door aanhechting van de panelen of verstoring van het monumentale ‘daklandschap’ door het aangezicht van zonnepanelen, omdat dat er nu eenmaal anders uitziet dan dat het daklandschap eruit zag in de 17° eeuw. 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing op Gemeenteblad Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 Dit is niet het eerste monument met zonnepanelen. Sinds september 2013 liggen er zonnepanelen op het (platte) dak van de Amstelkerk. Volgens de website van Stadsherstel, die de energie van de zonnepanelen gebruikt voor het eigen kantoor dat gevestigd is in dit rijksmonument, is de vergunning verleend nadat met foto's van een proefopstelling was aangetoond dat het monument met deze ‘reversibele toepassing’ geen schade op zou lopen. Ook zijn er (slechts) een klein aantal grachtenpanden die met trekken en sleuren een vergunning kregen om zonnepanelen op hun dak te mogen plaatsen, om zodoende hun eigen elektriciteit op te kunnen wekken. Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 5 augustus 2014, beiden namens de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Wat is het effect geweest van de — inmiddels afgeronde — pilot ‘Zon op de Amstelkerk’ voor zonne-energie op andere monumenten met een plat dak en in Amsterdam? Antwoord: Als onderdeel van het initiatief Groene Grachten, in 2012 gestart door Wubbo Ockels en erop gericht om energiemaatregelen in monumentale panden te promoten, is door Stadsherstel een viertal zonnepanelen aangebracht op de Amstelkerk. Voor NV Stadsherstel betrof de Amstelkerk een eerste project waarin zij zonnepanelen heeft aangebracht op een monumentaal pand. Deze panelen zijn aangebracht op een plat dak en wel binnen de kaders van de Welstandsnota. Leerdoel: uitvinden of het technisch mogelijk (ja) en rendabel is (nee, door de lage elektriciteitsprijs die Stadsherstel betaalt omdat zij grootverbruiker is, en de te betalen leges à 1050 euro). Het effect is dat er nu 4 panelen liggen op dit monument, en dat Stadsherstel inzicht heeft gekregen in de mogelijkheden (maatwerk) voor het aanbrengen van zonnepanelen op monumenten en de business case daarvan. Er zijn overigens meer (maar niet veel) voorbeelden van monumentale panden in de stad waarop door bewoners reeds zonnepanelen zijn aangebracht. Hiervoor is een vergunning nodig van het betreffende stadsdeel. De betrokkenheid van de gemeente bij dit project van Stichting de Groene Grachten en Stadsherstel was overigens beperkt. Bureau Monumenten en Archeologie (BMA) en programmabureau Klimaat en Energie waren inhoudelijk (advies, meedenken) betrokken bij het initiatief, het stadsdeel heeft de vergunning afgegeven. 2 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing op Gemeenteblad R Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 2. Klopt het dat de gemeente Amsterdam (de Dienst Ruimtelijke Ordening en het Bureau Monumenten & Archeologie) zich heeft aangesloten bij De Groene Grachten, Stadsherstel, Stadsdeel Oost, Pakhuis de Zwijger en Search en bezig is met de nieuwe pilot ‘Zon op de Zwijger’? Wat is de huidige status van dit project en wat is de tijdsplanning van deze pilot (inclusief moment van afronding)? Antwoord: Ja. Genoemde partijen hebben gezamenlijk de pilot ‘Zon op de Zwijger’ in voorbereiding. Dit project is geïnitieerd door De Groene Grachten. Het project sluit aan bij de Amsterdamse Zonvisie ‘Burgers en Bedrijven gaan voor de zon!’ (zie ook het antwoord op vraag 3). In dit project wordt onderzocht welke mogelijkheden ‘innovatieve zonnetechnologie’ (bijvoorbeeld: andere type zonnecellen, kleur en bevestigingstechnieken) biedt voor het aanbrengen van zonnepanelen op een monumentaal dak, én hoe dit zich verhoudt tot de geldende regels. Dit project onderscheidt zich van het eerdere project van Stadsherstel in de mate van ‘innovativiteit van de technologie die gebruikt zal worden. In het eerste project werd nog gebruik gemaakt van standaard zonnepanelen. In het nieuwe project op de Zwijger gaat men op zoek naar de meest innovatieve zon-oplossing voor dit monumentale pand. Het project is als volgt opgebouwd: 1. allereerst wordt (op dit moment) de haalbaarheid onderzocht (technisch, financieel, juridisch) voor het aanbrengen van zonnepanelen op Pakhuis de Zwijger (eigendom NV Stadsherstel); 2. op basis van dit onderzoek zal NV Stadsherstel een beslissing nemen om haar dak wel of niet ter beschikking te stellen; 3. indien zij akkoord gaat zal de markt in de vorm van een prijsvraag uitgedaagd worden om met haar ‘beste’ systeem te komen; 4. het zonnesysteem van de beste inzending zal door Stadsherstel worden uitgevoerd, onder voorbehoud van een positieve vergunningsbeschikking. Volgens planning wordt de prijsvraag dit najaar bekend gemaakt (indien Stadsherstel positief beslist; stap 2) en wordt het winnende systeem (beoordeling door jury in november/december) begin 2015 geïnstalleerd. De gemeente (BMA en Programmabureau Klimaat en Energie) is als adviseur bij dit project betrokken. De Groene Grachten is project trekker. Uiteindelijke installatie van het innovatieve zonnesysteem (als de prijsvraag daadwerkelijk wordt uitgeschreven en er een goede inzending komt, die binnen de wettelijke kaders past) wordt door Stadsherstel geregeld en gedekt. Stadsherstel vraagt daar mogelijk financiering voor aan in de laatste tender van het Amsterdams Investeringsfonds. 3 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing op Gemeenteblad R Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 3. Deelt het college de mening van de fractie van D66 over het belang van verduurzaming en eventueel aanpassen van regels om nieuwe oplossingen van duurzaamheid mogelijk te maken? Zo ja, welke leerpunten zijn/worden opgesteld ten aanzien van de pilot voor het sheddak van Pakhuis de Zwijger? En welke leerpunten waren opgesteld voor het platte dak van de Amstelkerk? Zo nee, waarom niet en hoe denkt het college dan de ambitie zoals geformuleerd in de Zonvisie 2013 te halen? Antwoord: Het College onderschrijft de mening van de fractie van D66 dat verduurzaming van de bestaande stad van groot belang is en onderstreept dat in het coalitieakkoord ‘Amsterdam is van iedereen’. Zij werkt o.a. aan de doelstelling dat in 2020 20% meer duurzame energie wordt geproduceerd dan nu het geval is. Zonne-energie in de bestaande stad draagt daar aan bij. Om dit te realiseren kan het nodig zijn om bestaande regels aan te passen, of met het Rijk in gesprek te gaan wanneer de bevoegdheid niet bij de gemeente ligt. Aanpassing van regels kan bijvoorbeeld nodig zijn in de situatie waarin regels, maatschappelijke wensen, en toegenomen mogelijkheden door nieuwe (technologische}oplossingen, niet meer met elkaar in overeenstemming zijn. In het collegeprogramma is daarover afgesproken dat “we de regels voor het duurzaam aanpassen van gebouwen [gaan] versimpelen, bijvoorbeeld op het gebied van de teruglevering van energie en het gezamenlijk gebruik van daken voor zonnepanelen”. Daarbij dient het college uiteraard wel te opereren binnen de kaders van de landelijke wet- en regelgeving. Het College is daarnaast van mening dat de energietransitie alleen plaatsvindt als duurzaamheidsprojecten schaal krijgen. Daarvoor is het van belang dat wordt gewerkt aan opschaalbaarheid en kopieerbaarheid van oplossingen. De leerpunten die de pilot ‘Zon op de Zwijger’ op zal leveren zijn: — voorbeeldfunctie: onderzoeken en laten zien hoe een nieuwe zonnetechnologie mogelijk is op een monumentaal dak, waar dat met conventionele panelen niet haalbaar/wenselijk is; — kennisontwikkeling (bij overheid en markt) ten aanzien van technische mogelijkheden van zonne-energie; — onderzoeken hoe het vigerende welstandskader zich verhoudt tot innovatieve zon technologieën. Deze leerpunten zijn vooraf besproken met de projectpartners. Voor het project Amstelkerk waren geen leerpunten geformuleerd vanuit de gemeente, omdat de betrokkenheid beperkt was. Het pilotproject Zon op de Zwijger levert input voor het evalueren van de regels en draagt bij aan de uitvoering van het deel van de Zonvisie dat daarover gaat. In de Zonvisie zijn 8 programmalijnen opgenomen waarlangs de gemeente de toepassing van zonne-energie door burgers en bedrijven stimuleert. In lijn 7 (activiteit # 21) is opgenomen dat regelgeving periodiek tegen het licht wordt gehouden om te zien of deze (nog) in lijn is met de stand der techniek op het gebied van o.a. zonnesystemen. 4 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing op Gemeenteblad Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 4. Onder welke criteria zou het college de resultaten van de pilot “Zon op de Zwijger’ als een succes beoordelen? Wanneer vindt die beoordeling plaats en welke Amsterdamse stakeholders zijn hierbij betrokken? Antwoord: Het project ‘Zon op de Zwijger’ wordt als succes beschouwd als: 1. de prijsvraag een inzending oplevert die een goede technische oplossing biedt voor dit specifieke monumentale dak. Een goede technische oplossing is een oplossing die aansluit bij de eisen van de pandeigenaar (stadsherstel), betaalbaar is, en die aanvaardbaar is vanuit esthetisch en historisch oogpunt en valt binnen de kaders van Welstand en Monumenten; 2. het project bijdraagt aan het vinden van een oplossing voor het aanbrengen van zonnesystemen op andere monumentale panden, nu of in de toekomst. Dit is geen hard criterium, omdat de bijdrage van één project aan een bredere maatschappelijke ontwikkeling moeilijk te meten is. Amsterdam wil echter duurzame koploper zijn, en daar hoort ook bij dat er ruimte wordt gemaakt voor innovatie; 3. het project daarnaast input levert voor de periodieke herijking van de regels conform de Zonvisie (zie het antwoord op vraag 3). De beoogde planning: zie het antwoord op vraag 2. De betrokken stakeholders zijn: — De Groene Grachten; — NV Stadsherstel; — de gemeente Amsterdam (DRO, BMA, stadsdeel Centrum); — Uuurders van Pakhuis de Zwijger (via Stadsherstel); — Search. 5. Is het college van plan een vervolg te maken op het Amsterdamse duurzaamheidsprogramma 2011-2014, en indien dat het geval is, overeenkomstig het coalitieakkoord (blz. 27), de ambitie ten aanzien van lokale zonne-energie uit de Zonvisie conform het initiatiefvoorstel van het voormalig raadslid de heer Manuel en de resultaten van de ‘pilots’ op Pakhuis de Zwijger en de Amstelkerk daarin aandacht te besteden aan het verduurzamen van monumenten? Antwoord: Het College stelt eind dit jaar een Agenda Duurzaamheid vast. Het verduurzamen van monumenten, deregulering en de ambitie van de Zonvisie zullen in deze agenda worden meegenomen. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 5 X Gemeente Amsterdam R % Gemeenteraad Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 602 Datum akkoord 2 september 2014 Publicatiedatum 5 september 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw A.M. Bosman en de heer M.E. van den Heuvel van 5 augustus 2014 inzake zonnepanelen op monumentale panden. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstellers. Het college heeft de ambitie om in 2020 het aandeel duurzaam opgewekte energie binnen Amsterdam met 20% te laten toenemen. Zonne-energie is een belangrijke bron daarvoor. Eerder is de doelstelling vastgelegd om in 2020 160 MW zonnestroom per jaar op te wekken binnen de gemeente Amsterdam. Voor 2040 is het streefcijfer 1000 MW. Zonne-energie is een belangrijke manier voor bewoners en ondernemers om zelf voor hun elektriciteitsvoorziening te zorgen. Dat is goed voor het milieu, de energierekening en de onafhankelijkheid van Amsterdam ten opzichte van onberekenbare buitenlandse energieproducenten. Amsterdam heeft naast de ruim 8500 rijks- en gemeentelijke monumenten, ook een toenemend aantal beschermde stads- en dorpsgezichten. Het hele centrum van Amsterdam is sinds 1999 beschermd stadsgezicht en de grachtengordel behoort sinds 2010 tot het UNESCO werelderfgoed. De fractie van D66 vindt het belangrijk dat deze historische waarde wordt beschermd zodat Amsterdammers en latere generaties er nog volop van kunnen genieten en leren. De fractie van D66 kiest ook voor een schone, groene en gezonde stad. Het is van belang dat de gemeente ruimte geeft aan initiatieven die bijdragen aan nieuwe oplossingen van duurzaamheid, waarbij we openstaan kijken voor het aanpassen van geldende (verouderde) regels die verduurzaming in de weg staan, zonder dat de authenticiteit van monumenten wordt aangetast. Nu heeft de fractie van D66 begrepen dat de gemeente Amsterdam samen met De Groene Grachten, Stadsherstel en Search een pilot is gestart om zonnepanelen te plaatsen op de schuine kap van Pakhuis de Zwijger onder de naam: ‘Zon op de Zwijger’. Het betreft een zogenaamd sheddak (‘zaagtandendak’), dat een zichtlocatie is. Hieruit volgt waarschijnlijk een prijsvraag voor de aanbesteding die moet aantonen welke partij het beste zonnepanelen op een monument kan plaatsen. Dit project is benoemd als ‘pilot om uit te vinden of zonnepanelen op een monument passend zijn, in relatie tot mogelijke technische gevolgen voor het dak door aanhechting van de panelen of verstoring van het monumentale ‘daklandschap’ door het aangezicht van zonnepanelen, omdat dat er nu eenmaal anders uitziet dan dat het daklandschap eruit zag in de 17° eeuw. 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing op Gemeenteblad Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 Dit is niet het eerste monument met zonnepanelen. Sinds september 2013 liggen er zonnepanelen op het (platte) dak van de Amstelkerk. Volgens de website van Stadsherstel, die de energie van de zonnepanelen gebruikt voor het eigen kantoor dat gevestigd is in dit rijksmonument, is de vergunning verleend nadat met foto's van een proefopstelling was aangetoond dat het monument met deze ‘reversibele toepassing’ geen schade op zou lopen. Ook zijn er (slechts) een klein aantal grachtenpanden die met trekken en sleuren een vergunning kregen om zonnepanelen op hun dak te mogen plaatsen, om zodoende hun eigen elektriciteit op te kunnen wekken. Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 5 augustus 2014, beiden namens de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Wat is het effect geweest van de — inmiddels afgeronde — pilot ‘Zon op de Amstelkerk’ voor zonne-energie op andere monumenten met een plat dak en in Amsterdam? Antwoord: Als onderdeel van het initiatief Groene Grachten, in 2012 gestart door Wubbo Ockels en erop gericht om energiemaatregelen in monumentale panden te promoten, is door Stadsherstel een viertal zonnepanelen aangebracht op de Amstelkerk. Voor NV Stadsherstel betrof de Amstelkerk een eerste project waarin zij zonnepanelen heeft aangebracht op een monumentaal pand. Deze panelen zijn aangebracht op een plat dak en wel binnen de kaders van de Welstandsnota. Leerdoel: uitvinden of het technisch mogelijk (ja) en rendabel is (nee, door de lage elektriciteitsprijs die Stadsherstel betaalt omdat zij grootverbruiker is, en de te betalen leges à 1050 euro). Het effect is dat er nu 4 panelen liggen op dit monument, en dat Stadsherstel inzicht heeft gekregen in de mogelijkheden (maatwerk) voor het aanbrengen van zonnepanelen op monumenten en de business case daarvan. Er zijn overigens meer (maar niet veel) voorbeelden van monumentale panden in de stad waarop door bewoners reeds zonnepanelen zijn aangebracht. Hiervoor is een vergunning nodig van het betreffende stadsdeel. De betrokkenheid van de gemeente bij dit project van Stichting de Groene Grachten en Stadsherstel was overigens beperkt. Bureau Monumenten en Archeologie (BMA) en programmabureau Klimaat en Energie waren inhoudelijk (advies, meedenken) betrokken bij het initiatief, het stadsdeel heeft de vergunning afgegeven. 2 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing op Gemeenteblad R Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 2. Klopt het dat de gemeente Amsterdam (de Dienst Ruimtelijke Ordening en het Bureau Monumenten & Archeologie) zich heeft aangesloten bij De Groene Grachten, Stadsherstel, Stadsdeel Oost, Pakhuis de Zwijger en Search en bezig is met de nieuwe pilot ‘Zon op de Zwijger’? Wat is de huidige status van dit project en wat is de tijdsplanning van deze pilot (inclusief moment van afronding)? Antwoord: Ja. Genoemde partijen hebben gezamenlijk de pilot ‘Zon op de Zwijger’ in voorbereiding. Dit project is geïnitieerd door De Groene Grachten. Het project sluit aan bij de Amsterdamse Zonvisie ‘Burgers en Bedrijven gaan voor de zon!’ (zie ook het antwoord op vraag 3). In dit project wordt onderzocht welke mogelijkheden ‘innovatieve zonnetechnologie’ (bijvoorbeeld: andere type zonnecellen, kleur en bevestigingstechnieken) biedt voor het aanbrengen van zonnepanelen op een monumentaal dak, én hoe dit zich verhoudt tot de geldende regels. Dit project onderscheidt zich van het eerdere project van Stadsherstel in de mate van ‘innovativiteit van de technologie die gebruikt zal worden. In het eerste project werd nog gebruik gemaakt van standaard zonnepanelen. In het nieuwe project op de Zwijger gaat men op zoek naar de meest innovatieve zon-oplossing voor dit monumentale pand. Het project is als volgt opgebouwd: 1. allereerst wordt (op dit moment) de haalbaarheid onderzocht (technisch, financieel, juridisch) voor het aanbrengen van zonnepanelen op Pakhuis de Zwijger (eigendom NV Stadsherstel); 2. op basis van dit onderzoek zal NV Stadsherstel een beslissing nemen om haar dak wel of niet ter beschikking te stellen; 3. indien zij akkoord gaat zal de markt in de vorm van een prijsvraag uitgedaagd worden om met haar ‘beste’ systeem te komen; 4. het zonnesysteem van de beste inzending zal door Stadsherstel worden uitgevoerd, onder voorbehoud van een positieve vergunningsbeschikking. Volgens planning wordt de prijsvraag dit najaar bekend gemaakt (indien Stadsherstel positief beslist; stap 2) en wordt het winnende systeem (beoordeling door jury in november/december) begin 2015 geïnstalleerd. De gemeente (BMA en Programmabureau Klimaat en Energie) is als adviseur bij dit project betrokken. De Groene Grachten is project trekker. Uiteindelijke installatie van het innovatieve zonnesysteem (als de prijsvraag daadwerkelijk wordt uitgeschreven en er een goede inzending komt, die binnen de wettelijke kaders past) wordt door Stadsherstel geregeld en gedekt. Stadsherstel vraagt daar mogelijk financiering voor aan in de laatste tender van het Amsterdams Investeringsfonds. 3 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing op Gemeenteblad R Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 3. Deelt het college de mening van de fractie van D66 over het belang van verduurzaming en eventueel aanpassen van regels om nieuwe oplossingen van duurzaamheid mogelijk te maken? Zo ja, welke leerpunten zijn/worden opgesteld ten aanzien van de pilot voor het sheddak van Pakhuis de Zwijger? En welke leerpunten waren opgesteld voor het platte dak van de Amstelkerk? Zo nee, waarom niet en hoe denkt het college dan de ambitie zoals geformuleerd in de Zonvisie 2013 te halen? Antwoord: Het College onderschrijft de mening van de fractie van D66 dat verduurzaming van de bestaande stad van groot belang is en onderstreept dat in het coalitieakkoord ‘Amsterdam is van iedereen’. Zij werkt o.a. aan de doelstelling dat in 2020 20% meer duurzame energie wordt geproduceerd dan nu het geval is. Zonne-energie in de bestaande stad draagt daar aan bij. Om dit te realiseren kan het nodig zijn om bestaande regels aan te passen, of met het Rijk in gesprek te gaan wanneer de bevoegdheid niet bij de gemeente ligt. Aanpassing van regels kan bijvoorbeeld nodig zijn in de situatie waarin regels, maatschappelijke wensen, en toegenomen mogelijkheden door nieuwe (technologische}oplossingen, niet meer met elkaar in overeenstemming zijn. In het collegeprogramma is daarover afgesproken dat “we de regels voor het duurzaam aanpassen van gebouwen [gaan] versimpelen, bijvoorbeeld op het gebied van de teruglevering van energie en het gezamenlijk gebruik van daken voor zonnepanelen”. Daarbij dient het college uiteraard wel te opereren binnen de kaders van de landelijke wet- en regelgeving. Het College is daarnaast van mening dat de energietransitie alleen plaatsvindt als duurzaamheidsprojecten schaal krijgen. Daarvoor is het van belang dat wordt gewerkt aan opschaalbaarheid en kopieerbaarheid van oplossingen. De leerpunten die de pilot ‘Zon op de Zwijger’ op zal leveren zijn: — voorbeeldfunctie: onderzoeken en laten zien hoe een nieuwe zonnetechnologie mogelijk is op een monumentaal dak, waar dat met conventionele panelen niet haalbaar/wenselijk is; — kennisontwikkeling (bij overheid en markt) ten aanzien van technische mogelijkheden van zonne-energie; — onderzoeken hoe het vigerende welstandskader zich verhoudt tot innovatieve zon technologieën. Deze leerpunten zijn vooraf besproken met de projectpartners. Voor het project Amstelkerk waren geen leerpunten geformuleerd vanuit de gemeente, omdat de betrokkenheid beperkt was. Het pilotproject Zon op de Zwijger levert input voor het evalueren van de regels en draagt bij aan de uitvoering van het deel van de Zonvisie dat daarover gaat. In de Zonvisie zijn 8 programmalijnen opgenomen waarlangs de gemeente de toepassing van zonne-energie door burgers en bedrijven stimuleert. In lijn 7 (activiteit # 21) is opgenomen dat regelgeving periodiek tegen het licht wordt gehouden om te zien of deze (nog) in lijn is met de stand der techniek op het gebied van o.a. zonnesystemen. 4 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing op Gemeenteblad Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 4. Onder welke criteria zou het college de resultaten van de pilot “Zon op de Zwijger’ als een succes beoordelen? Wanneer vindt die beoordeling plaats en welke Amsterdamse stakeholders zijn hierbij betrokken? Antwoord: Het project ‘Zon op de Zwijger’ wordt als succes beschouwd als: 1. de prijsvraag een inzending oplevert die een goede technische oplossing biedt voor dit specifieke monumentale dak. Een goede technische oplossing is een oplossing die aansluit bij de eisen van de pandeigenaar (stadsherstel), betaalbaar is, en die aanvaardbaar is vanuit esthetisch en historisch oogpunt en valt binnen de kaders van Welstand en Monumenten; 2. het project bijdraagt aan het vinden van een oplossing voor het aanbrengen van zonnesystemen op andere monumentale panden, nu of in de toekomst. Dit is geen hard criterium, omdat de bijdrage van één project aan een bredere maatschappelijke ontwikkeling moeilijk te meten is. Amsterdam wil echter duurzame koploper zijn, en daar hoort ook bij dat er ruimte wordt gemaakt voor innovatie; 3. het project daarnaast input levert voor de periodieke herijking van de regels conform de Zonvisie (zie het antwoord op vraag 3). De beoogde planning: zie het antwoord op vraag 2. De betrokken stakeholders zijn: — De Groene Grachten; — NV Stadsherstel; — de gemeente Amsterdam (DRO, BMA, stadsdeel Centrum); — Uuurders van Pakhuis de Zwijger (via Stadsherstel); — Search. 5. Is het college van plan een vervolg te maken op het Amsterdamse duurzaamheidsprogramma 2011-2014, en indien dat het geval is, overeenkomstig het coalitieakkoord (blz. 27), de ambitie ten aanzien van lokale zonne-energie uit de Zonvisie conform het initiatiefvoorstel van het voormalig raadslid de heer Manuel en de resultaten van de ‘pilots’ op Pakhuis de Zwijger en de Amstelkerk daarin aandacht te besteden aan het verduurzamen van monumenten? Antwoord: Het College stelt eind dit jaar een Agenda Duurzaamheid vast. Het verduurzamen van monumenten, deregulering en de ambitie van de Zonvisie zullen in deze agenda worden meegenomen. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 5 X Gemeente Amsterdam R % Gemeenteraad Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 602 Datum akkoord 2 september 2014 Publicatiedatum 5 september 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw A.M. Bosman en de heer M.E. van den Heuvel van 5 augustus 2014 inzake zonnepanelen op monumentale panden. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstellers. Het college heeft de ambitie om in 2020 het aandeel duurzaam opgewekte energie binnen Amsterdam met 20% te laten toenemen. Zonne-energie is een belangrijke bron daarvoor. Eerder is de doelstelling vastgelegd om in 2020 160 MW zonnestroom per jaar op te wekken binnen de gemeente Amsterdam. Voor 2040 is het streefcijfer 1000 MW. Zonne-energie is een belangrijke manier voor bewoners en ondernemers om zelf voor hun elektriciteitsvoorziening te zorgen. Dat is goed voor het milieu, de energierekening en de onafhankelijkheid van Amsterdam ten opzichte van onberekenbare buitenlandse energieproducenten. Amsterdam heeft naast de ruim 8500 rijks- en gemeentelijke monumenten, ook een toenemend aantal beschermde stads- en dorpsgezichten. Het hele centrum van Amsterdam is sinds 1999 beschermd stadsgezicht en de grachtengordel behoort sinds 2010 tot het UNESCO werelderfgoed. De fractie van D66 vindt het belangrijk dat deze historische waarde wordt beschermd zodat Amsterdammers en latere generaties er nog volop van kunnen genieten en leren. De fractie van D66 kiest ook voor een schone, groene en gezonde stad. Het is van belang dat de gemeente ruimte geeft aan initiatieven die bijdragen aan nieuwe oplossingen van duurzaamheid, waarbij we openstaan kijken voor het aanpassen van geldende (verouderde) regels die verduurzaming in de weg staan, zonder dat de authenticiteit van monumenten wordt aangetast. Nu heeft de fractie van D66 begrepen dat de gemeente Amsterdam samen met De Groene Grachten, Stadsherstel en Search een pilot is gestart om zonnepanelen te plaatsen op de schuine kap van Pakhuis de Zwijger onder de naam: ‘Zon op de Zwijger’. Het betreft een zogenaamd sheddak (‘zaagtandendak’), dat een zichtlocatie is. Hieruit volgt waarschijnlijk een prijsvraag voor de aanbesteding die moet aantonen welke partij het beste zonnepanelen op een monument kan plaatsen. Dit project is benoemd als ‘pilot om uit te vinden of zonnepanelen op een monument passend zijn, in relatie tot mogelijke technische gevolgen voor het dak door aanhechting van de panelen of verstoring van het monumentale ‘daklandschap’ door het aangezicht van zonnepanelen, omdat dat er nu eenmaal anders uitziet dan dat het daklandschap eruit zag in de 17° eeuw. 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing op Gemeenteblad Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 Dit is niet het eerste monument met zonnepanelen. Sinds september 2013 liggen er zonnepanelen op het (platte) dak van de Amstelkerk. Volgens de website van Stadsherstel, die de energie van de zonnepanelen gebruikt voor het eigen kantoor dat gevestigd is in dit rijksmonument, is de vergunning verleend nadat met foto's van een proefopstelling was aangetoond dat het monument met deze ‘reversibele toepassing’ geen schade op zou lopen. Ook zijn er (slechts) een klein aantal grachtenpanden die met trekken en sleuren een vergunning kregen om zonnepanelen op hun dak te mogen plaatsen, om zodoende hun eigen elektriciteit op te kunnen wekken. Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 5 augustus 2014, beiden namens de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Wat is het effect geweest van de — inmiddels afgeronde — pilot ‘Zon op de Amstelkerk’ voor zonne-energie op andere monumenten met een plat dak en in Amsterdam? Antwoord: Als onderdeel van het initiatief Groene Grachten, in 2012 gestart door Wubbo Ockels en erop gericht om energiemaatregelen in monumentale panden te promoten, is door Stadsherstel een viertal zonnepanelen aangebracht op de Amstelkerk. Voor NV Stadsherstel betrof de Amstelkerk een eerste project waarin zij zonnepanelen heeft aangebracht op een monumentaal pand. Deze panelen zijn aangebracht op een plat dak en wel binnen de kaders van de Welstandsnota. Leerdoel: uitvinden of het technisch mogelijk (ja) en rendabel is (nee, door de lage elektriciteitsprijs die Stadsherstel betaalt omdat zij grootverbruiker is, en de te betalen leges à 1050 euro). Het effect is dat er nu 4 panelen liggen op dit monument, en dat Stadsherstel inzicht heeft gekregen in de mogelijkheden (maatwerk) voor het aanbrengen van zonnepanelen op monumenten en de business case daarvan. Er zijn overigens meer (maar niet veel) voorbeelden van monumentale panden in de stad waarop door bewoners reeds zonnepanelen zijn aangebracht. Hiervoor is een vergunning nodig van het betreffende stadsdeel. De betrokkenheid van de gemeente bij dit project van Stichting de Groene Grachten en Stadsherstel was overigens beperkt. Bureau Monumenten en Archeologie (BMA) en programmabureau Klimaat en Energie waren inhoudelijk (advies, meedenken) betrokken bij het initiatief, het stadsdeel heeft de vergunning afgegeven. 2 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing op Gemeenteblad R Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 2. Klopt het dat de gemeente Amsterdam (de Dienst Ruimtelijke Ordening en het Bureau Monumenten & Archeologie) zich heeft aangesloten bij De Groene Grachten, Stadsherstel, Stadsdeel Oost, Pakhuis de Zwijger en Search en bezig is met de nieuwe pilot ‘Zon op de Zwijger’? Wat is de huidige status van dit project en wat is de tijdsplanning van deze pilot (inclusief moment van afronding)? Antwoord: Ja. Genoemde partijen hebben gezamenlijk de pilot ‘Zon op de Zwijger’ in voorbereiding. Dit project is geïnitieerd door De Groene Grachten. Het project sluit aan bij de Amsterdamse Zonvisie ‘Burgers en Bedrijven gaan voor de zon!’ (zie ook het antwoord op vraag 3). In dit project wordt onderzocht welke mogelijkheden ‘innovatieve zonnetechnologie’ (bijvoorbeeld: andere type zonnecellen, kleur en bevestigingstechnieken) biedt voor het aanbrengen van zonnepanelen op een monumentaal dak, én hoe dit zich verhoudt tot de geldende regels. Dit project onderscheidt zich van het eerdere project van Stadsherstel in de mate van ‘innovativiteit van de technologie die gebruikt zal worden. In het eerste project werd nog gebruik gemaakt van standaard zonnepanelen. In het nieuwe project op de Zwijger gaat men op zoek naar de meest innovatieve zon-oplossing voor dit monumentale pand. Het project is als volgt opgebouwd: 1. allereerst wordt (op dit moment) de haalbaarheid onderzocht (technisch, financieel, juridisch) voor het aanbrengen van zonnepanelen op Pakhuis de Zwijger (eigendom NV Stadsherstel); 2. op basis van dit onderzoek zal NV Stadsherstel een beslissing nemen om haar dak wel of niet ter beschikking te stellen; 3. indien zij akkoord gaat zal de markt in de vorm van een prijsvraag uitgedaagd worden om met haar ‘beste’ systeem te komen; 4. het zonnesysteem van de beste inzending zal door Stadsherstel worden uitgevoerd, onder voorbehoud van een positieve vergunningsbeschikking. Volgens planning wordt de prijsvraag dit najaar bekend gemaakt (indien Stadsherstel positief beslist; stap 2) en wordt het winnende systeem (beoordeling door jury in november/december) begin 2015 geïnstalleerd. De gemeente (BMA en Programmabureau Klimaat en Energie) is als adviseur bij dit project betrokken. De Groene Grachten is project trekker. Uiteindelijke installatie van het innovatieve zonnesysteem (als de prijsvraag daadwerkelijk wordt uitgeschreven en er een goede inzending komt, die binnen de wettelijke kaders past) wordt door Stadsherstel geregeld en gedekt. Stadsherstel vraagt daar mogelijk financiering voor aan in de laatste tender van het Amsterdams Investeringsfonds. 3 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing op Gemeenteblad R Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 3. Deelt het college de mening van de fractie van D66 over het belang van verduurzaming en eventueel aanpassen van regels om nieuwe oplossingen van duurzaamheid mogelijk te maken? Zo ja, welke leerpunten zijn/worden opgesteld ten aanzien van de pilot voor het sheddak van Pakhuis de Zwijger? En welke leerpunten waren opgesteld voor het platte dak van de Amstelkerk? Zo nee, waarom niet en hoe denkt het college dan de ambitie zoals geformuleerd in de Zonvisie 2013 te halen? Antwoord: Het College onderschrijft de mening van de fractie van D66 dat verduurzaming van de bestaande stad van groot belang is en onderstreept dat in het coalitieakkoord ‘Amsterdam is van iedereen’. Zij werkt o.a. aan de doelstelling dat in 2020 20% meer duurzame energie wordt geproduceerd dan nu het geval is. Zonne-energie in de bestaande stad draagt daar aan bij. Om dit te realiseren kan het nodig zijn om bestaande regels aan te passen, of met het Rijk in gesprek te gaan wanneer de bevoegdheid niet bij de gemeente ligt. Aanpassing van regels kan bijvoorbeeld nodig zijn in de situatie waarin regels, maatschappelijke wensen, en toegenomen mogelijkheden door nieuwe (technologische}oplossingen, niet meer met elkaar in overeenstemming zijn. In het collegeprogramma is daarover afgesproken dat “we de regels voor het duurzaam aanpassen van gebouwen [gaan] versimpelen, bijvoorbeeld op het gebied van de teruglevering van energie en het gezamenlijk gebruik van daken voor zonnepanelen”. Daarbij dient het college uiteraard wel te opereren binnen de kaders van de landelijke wet- en regelgeving. Het College is daarnaast van mening dat de energietransitie alleen plaatsvindt als duurzaamheidsprojecten schaal krijgen. Daarvoor is het van belang dat wordt gewerkt aan opschaalbaarheid en kopieerbaarheid van oplossingen. De leerpunten die de pilot ‘Zon op de Zwijger’ op zal leveren zijn: — voorbeeldfunctie: onderzoeken en laten zien hoe een nieuwe zonnetechnologie mogelijk is op een monumentaal dak, waar dat met conventionele panelen niet haalbaar/wenselijk is; — kennisontwikkeling (bij overheid en markt) ten aanzien van technische mogelijkheden van zonne-energie; — onderzoeken hoe het vigerende welstandskader zich verhoudt tot innovatieve zon technologieën. Deze leerpunten zijn vooraf besproken met de projectpartners. Voor het project Amstelkerk waren geen leerpunten geformuleerd vanuit de gemeente, omdat de betrokkenheid beperkt was. Het pilotproject Zon op de Zwijger levert input voor het evalueren van de regels en draagt bij aan de uitvoering van het deel van de Zonvisie dat daarover gaat. In de Zonvisie zijn 8 programmalijnen opgenomen waarlangs de gemeente de toepassing van zonne-energie door burgers en bedrijven stimuleert. In lijn 7 (activiteit # 21) is opgenomen dat regelgeving periodiek tegen het licht wordt gehouden om te zien of deze (nog) in lijn is met de stand der techniek op het gebied van o.a. zonnesystemen. 4 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing op Gemeenteblad Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 4. Onder welke criteria zou het college de resultaten van de pilot “Zon op de Zwijger’ als een succes beoordelen? Wanneer vindt die beoordeling plaats en welke Amsterdamse stakeholders zijn hierbij betrokken? Antwoord: Het project ‘Zon op de Zwijger’ wordt als succes beschouwd als: 1. de prijsvraag een inzending oplevert die een goede technische oplossing biedt voor dit specifieke monumentale dak. Een goede technische oplossing is een oplossing die aansluit bij de eisen van de pandeigenaar (stadsherstel), betaalbaar is, en die aanvaardbaar is vanuit esthetisch en historisch oogpunt en valt binnen de kaders van Welstand en Monumenten; 2. het project bijdraagt aan het vinden van een oplossing voor het aanbrengen van zonnesystemen op andere monumentale panden, nu of in de toekomst. Dit is geen hard criterium, omdat de bijdrage van één project aan een bredere maatschappelijke ontwikkeling moeilijk te meten is. Amsterdam wil echter duurzame koploper zijn, en daar hoort ook bij dat er ruimte wordt gemaakt voor innovatie; 3. het project daarnaast input levert voor de periodieke herijking van de regels conform de Zonvisie (zie het antwoord op vraag 3). De beoogde planning: zie het antwoord op vraag 2. De betrokken stakeholders zijn: — De Groene Grachten; — NV Stadsherstel; — de gemeente Amsterdam (DRO, BMA, stadsdeel Centrum); — Uuurders van Pakhuis de Zwijger (via Stadsherstel); — Search. 5. Is het college van plan een vervolg te maken op het Amsterdamse duurzaamheidsprogramma 2011-2014, en indien dat het geval is, overeenkomstig het coalitieakkoord (blz. 27), de ambitie ten aanzien van lokale zonne-energie uit de Zonvisie conform het initiatiefvoorstel van het voormalig raadslid de heer Manuel en de resultaten van de ‘pilots’ op Pakhuis de Zwijger en de Amstelkerk daarin aandacht te besteden aan het verduurzamen van monumenten? Antwoord: Het College stelt eind dit jaar een Agenda Duurzaamheid vast. Het verduurzamen van monumenten, deregulering en de ambitie van de Zonvisie zullen in deze agenda worden meegenomen. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 5 X Gemeente Amsterdam R % Gemeenteraad Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 602 Datum akkoord 2 september 2014 Publicatiedatum 5 september 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw A.M. Bosman en de heer M.E. van den Heuvel van 5 augustus 2014 inzake zonnepanelen op monumentale panden. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstellers. Het college heeft de ambitie om in 2020 het aandeel duurzaam opgewekte energie binnen Amsterdam met 20% te laten toenemen. Zonne-energie is een belangrijke bron daarvoor. Eerder is de doelstelling vastgelegd om in 2020 160 MW zonnestroom per jaar op te wekken binnen de gemeente Amsterdam. Voor 2040 is het streefcijfer 1000 MW. Zonne-energie is een belangrijke manier voor bewoners en ondernemers om zelf voor hun elektriciteitsvoorziening te zorgen. Dat is goed voor het milieu, de energierekening en de onafhankelijkheid van Amsterdam ten opzichte van onberekenbare buitenlandse energieproducenten. Amsterdam heeft naast de ruim 8500 rijks- en gemeentelijke monumenten, ook een toenemend aantal beschermde stads- en dorpsgezichten. Het hele centrum van Amsterdam is sinds 1999 beschermd stadsgezicht en de grachtengordel behoort sinds 2010 tot het UNESCO werelderfgoed. De fractie van D66 vindt het belangrijk dat deze historische waarde wordt beschermd zodat Amsterdammers en latere generaties er nog volop van kunnen genieten en leren. De fractie van D66 kiest ook voor een schone, groene en gezonde stad. Het is van belang dat de gemeente ruimte geeft aan initiatieven die bijdragen aan nieuwe oplossingen van duurzaamheid, waarbij we openstaan kijken voor het aanpassen van geldende (verouderde) regels die verduurzaming in de weg staan, zonder dat de authenticiteit van monumenten wordt aangetast. Nu heeft de fractie van D66 begrepen dat de gemeente Amsterdam samen met De Groene Grachten, Stadsherstel en Search een pilot is gestart om zonnepanelen te plaatsen op de schuine kap van Pakhuis de Zwijger onder de naam: ‘Zon op de Zwijger’. Het betreft een zogenaamd sheddak (‘zaagtandendak’), dat een zichtlocatie is. Hieruit volgt waarschijnlijk een prijsvraag voor de aanbesteding die moet aantonen welke partij het beste zonnepanelen op een monument kan plaatsen. Dit project is benoemd als ‘pilot om uit te vinden of zonnepanelen op een monument passend zijn, in relatie tot mogelijke technische gevolgen voor het dak door aanhechting van de panelen of verstoring van het monumentale ‘daklandschap’ door het aangezicht van zonnepanelen, omdat dat er nu eenmaal anders uitziet dan dat het daklandschap eruit zag in de 17° eeuw. 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing op Gemeenteblad Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 Dit is niet het eerste monument met zonnepanelen. Sinds september 2013 liggen er zonnepanelen op het (platte) dak van de Amstelkerk. Volgens de website van Stadsherstel, die de energie van de zonnepanelen gebruikt voor het eigen kantoor dat gevestigd is in dit rijksmonument, is de vergunning verleend nadat met foto's van een proefopstelling was aangetoond dat het monument met deze ‘reversibele toepassing’ geen schade op zou lopen. Ook zijn er (slechts) een klein aantal grachtenpanden die met trekken en sleuren een vergunning kregen om zonnepanelen op hun dak te mogen plaatsen, om zodoende hun eigen elektriciteit op te kunnen wekken. Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 5 augustus 2014, beiden namens de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Wat is het effect geweest van de — inmiddels afgeronde — pilot ‘Zon op de Amstelkerk’ voor zonne-energie op andere monumenten met een plat dak en in Amsterdam? Antwoord: Als onderdeel van het initiatief Groene Grachten, in 2012 gestart door Wubbo Ockels en erop gericht om energiemaatregelen in monumentale panden te promoten, is door Stadsherstel een viertal zonnepanelen aangebracht op de Amstelkerk. Voor NV Stadsherstel betrof de Amstelkerk een eerste project waarin zij zonnepanelen heeft aangebracht op een monumentaal pand. Deze panelen zijn aangebracht op een plat dak en wel binnen de kaders van de Welstandsnota. Leerdoel: uitvinden of het technisch mogelijk (ja) en rendabel is (nee, door de lage elektriciteitsprijs die Stadsherstel betaalt omdat zij grootverbruiker is, en de te betalen leges à 1050 euro). Het effect is dat er nu 4 panelen liggen op dit monument, en dat Stadsherstel inzicht heeft gekregen in de mogelijkheden (maatwerk) voor het aanbrengen van zonnepanelen op monumenten en de business case daarvan. Er zijn overigens meer (maar niet veel) voorbeelden van monumentale panden in de stad waarop door bewoners reeds zonnepanelen zijn aangebracht. Hiervoor is een vergunning nodig van het betreffende stadsdeel. De betrokkenheid van de gemeente bij dit project van Stichting de Groene Grachten en Stadsherstel was overigens beperkt. Bureau Monumenten en Archeologie (BMA) en programmabureau Klimaat en Energie waren inhoudelijk (advies, meedenken) betrokken bij het initiatief, het stadsdeel heeft de vergunning afgegeven. 2 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing op Gemeenteblad R Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 2. Klopt het dat de gemeente Amsterdam (de Dienst Ruimtelijke Ordening en het Bureau Monumenten & Archeologie) zich heeft aangesloten bij De Groene Grachten, Stadsherstel, Stadsdeel Oost, Pakhuis de Zwijger en Search en bezig is met de nieuwe pilot ‘Zon op de Zwijger’? Wat is de huidige status van dit project en wat is de tijdsplanning van deze pilot (inclusief moment van afronding)? Antwoord: Ja. Genoemde partijen hebben gezamenlijk de pilot ‘Zon op de Zwijger’ in voorbereiding. Dit project is geïnitieerd door De Groene Grachten. Het project sluit aan bij de Amsterdamse Zonvisie ‘Burgers en Bedrijven gaan voor de zon!’ (zie ook het antwoord op vraag 3). In dit project wordt onderzocht welke mogelijkheden ‘innovatieve zonnetechnologie’ (bijvoorbeeld: andere type zonnecellen, kleur en bevestigingstechnieken) biedt voor het aanbrengen van zonnepanelen op een monumentaal dak, én hoe dit zich verhoudt tot de geldende regels. Dit project onderscheidt zich van het eerdere project van Stadsherstel in de mate van ‘innovativiteit van de technologie die gebruikt zal worden. In het eerste project werd nog gebruik gemaakt van standaard zonnepanelen. In het nieuwe project op de Zwijger gaat men op zoek naar de meest innovatieve zon-oplossing voor dit monumentale pand. Het project is als volgt opgebouwd: 1. allereerst wordt (op dit moment) de haalbaarheid onderzocht (technisch, financieel, juridisch) voor het aanbrengen van zonnepanelen op Pakhuis de Zwijger (eigendom NV Stadsherstel); 2. op basis van dit onderzoek zal NV Stadsherstel een beslissing nemen om haar dak wel of niet ter beschikking te stellen; 3. indien zij akkoord gaat zal de markt in de vorm van een prijsvraag uitgedaagd worden om met haar ‘beste’ systeem te komen; 4. het zonnesysteem van de beste inzending zal door Stadsherstel worden uitgevoerd, onder voorbehoud van een positieve vergunningsbeschikking. Volgens planning wordt de prijsvraag dit najaar bekend gemaakt (indien Stadsherstel positief beslist; stap 2) en wordt het winnende systeem (beoordeling door jury in november/december) begin 2015 geïnstalleerd. De gemeente (BMA en Programmabureau Klimaat en Energie) is als adviseur bij dit project betrokken. De Groene Grachten is project trekker. Uiteindelijke installatie van het innovatieve zonnesysteem (als de prijsvraag daadwerkelijk wordt uitgeschreven en er een goede inzending komt, die binnen de wettelijke kaders past) wordt door Stadsherstel geregeld en gedekt. Stadsherstel vraagt daar mogelijk financiering voor aan in de laatste tender van het Amsterdams Investeringsfonds. 3 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing op Gemeenteblad R Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 3. Deelt het college de mening van de fractie van D66 over het belang van verduurzaming en eventueel aanpassen van regels om nieuwe oplossingen van duurzaamheid mogelijk te maken? Zo ja, welke leerpunten zijn/worden opgesteld ten aanzien van de pilot voor het sheddak van Pakhuis de Zwijger? En welke leerpunten waren opgesteld voor het platte dak van de Amstelkerk? Zo nee, waarom niet en hoe denkt het college dan de ambitie zoals geformuleerd in de Zonvisie 2013 te halen? Antwoord: Het College onderschrijft de mening van de fractie van D66 dat verduurzaming van de bestaande stad van groot belang is en onderstreept dat in het coalitieakkoord ‘Amsterdam is van iedereen’. Zij werkt o.a. aan de doelstelling dat in 2020 20% meer duurzame energie wordt geproduceerd dan nu het geval is. Zonne-energie in de bestaande stad draagt daar aan bij. Om dit te realiseren kan het nodig zijn om bestaande regels aan te passen, of met het Rijk in gesprek te gaan wanneer de bevoegdheid niet bij de gemeente ligt. Aanpassing van regels kan bijvoorbeeld nodig zijn in de situatie waarin regels, maatschappelijke wensen, en toegenomen mogelijkheden door nieuwe (technologische}oplossingen, niet meer met elkaar in overeenstemming zijn. In het collegeprogramma is daarover afgesproken dat “we de regels voor het duurzaam aanpassen van gebouwen [gaan] versimpelen, bijvoorbeeld op het gebied van de teruglevering van energie en het gezamenlijk gebruik van daken voor zonnepanelen”. Daarbij dient het college uiteraard wel te opereren binnen de kaders van de landelijke wet- en regelgeving. Het College is daarnaast van mening dat de energietransitie alleen plaatsvindt als duurzaamheidsprojecten schaal krijgen. Daarvoor is het van belang dat wordt gewerkt aan opschaalbaarheid en kopieerbaarheid van oplossingen. De leerpunten die de pilot ‘Zon op de Zwijger’ op zal leveren zijn: — voorbeeldfunctie: onderzoeken en laten zien hoe een nieuwe zonnetechnologie mogelijk is op een monumentaal dak, waar dat met conventionele panelen niet haalbaar/wenselijk is; — kennisontwikkeling (bij overheid en markt) ten aanzien van technische mogelijkheden van zonne-energie; — onderzoeken hoe het vigerende welstandskader zich verhoudt tot innovatieve zon technologieën. Deze leerpunten zijn vooraf besproken met de projectpartners. Voor het project Amstelkerk waren geen leerpunten geformuleerd vanuit de gemeente, omdat de betrokkenheid beperkt was. Het pilotproject Zon op de Zwijger levert input voor het evalueren van de regels en draagt bij aan de uitvoering van het deel van de Zonvisie dat daarover gaat. In de Zonvisie zijn 8 programmalijnen opgenomen waarlangs de gemeente de toepassing van zonne-energie door burgers en bedrijven stimuleert. In lijn 7 (activiteit # 21) is opgenomen dat regelgeving periodiek tegen het licht wordt gehouden om te zien of deze (nog) in lijn is met de stand der techniek op het gebied van o.a. zonnesystemen. 4 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing op Gemeenteblad Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 4. Onder welke criteria zou het college de resultaten van de pilot “Zon op de Zwijger’ als een succes beoordelen? Wanneer vindt die beoordeling plaats en welke Amsterdamse stakeholders zijn hierbij betrokken? Antwoord: Het project ‘Zon op de Zwijger’ wordt als succes beschouwd als: 1. de prijsvraag een inzending oplevert die een goede technische oplossing biedt voor dit specifieke monumentale dak. Een goede technische oplossing is een oplossing die aansluit bij de eisen van de pandeigenaar (stadsherstel), betaalbaar is, en die aanvaardbaar is vanuit esthetisch en historisch oogpunt en valt binnen de kaders van Welstand en Monumenten; 2. het project bijdraagt aan het vinden van een oplossing voor het aanbrengen van zonnesystemen op andere monumentale panden, nu of in de toekomst. Dit is geen hard criterium, omdat de bijdrage van één project aan een bredere maatschappelijke ontwikkeling moeilijk te meten is. Amsterdam wil echter duurzame koploper zijn, en daar hoort ook bij dat er ruimte wordt gemaakt voor innovatie; 3. het project daarnaast input levert voor de periodieke herijking van de regels conform de Zonvisie (zie het antwoord op vraag 3). De beoogde planning: zie het antwoord op vraag 2. De betrokken stakeholders zijn: — De Groene Grachten; — NV Stadsherstel; — de gemeente Amsterdam (DRO, BMA, stadsdeel Centrum); — Uuurders van Pakhuis de Zwijger (via Stadsherstel); — Search. 5. Is het college van plan een vervolg te maken op het Amsterdamse duurzaamheidsprogramma 2011-2014, en indien dat het geval is, overeenkomstig het coalitieakkoord (blz. 27), de ambitie ten aanzien van lokale zonne-energie uit de Zonvisie conform het initiatiefvoorstel van het voormalig raadslid de heer Manuel en de resultaten van de ‘pilots’ op Pakhuis de Zwijger en de Amstelkerk daarin aandacht te besteden aan het verduurzamen van monumenten? Antwoord: Het College stelt eind dit jaar een Agenda Duurzaamheid vast. Het verduurzamen van monumenten, deregulering en de ambitie van de Zonvisie zullen in deze agenda worden meegenomen. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 5 X Gemeente Amsterdam R % Gemeenteraad Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 602 Datum akkoord 2 september 2014 Publicatiedatum 5 september 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw A.M. Bosman en de heer M.E. van den Heuvel van 5 augustus 2014 inzake zonnepanelen op monumentale panden. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstellers. Het college heeft de ambitie om in 2020 het aandeel duurzaam opgewekte energie binnen Amsterdam met 20% te laten toenemen. Zonne-energie is een belangrijke bron daarvoor. Eerder is de doelstelling vastgelegd om in 2020 160 MW zonnestroom per jaar op te wekken binnen de gemeente Amsterdam. Voor 2040 is het streefcijfer 1000 MW. Zonne-energie is een belangrijke manier voor bewoners en ondernemers om zelf voor hun elektriciteitsvoorziening te zorgen. Dat is goed voor het milieu, de energierekening en de onafhankelijkheid van Amsterdam ten opzichte van onberekenbare buitenlandse energieproducenten. Amsterdam heeft naast de ruim 8500 rijks- en gemeentelijke monumenten, ook een toenemend aantal beschermde stads- en dorpsgezichten. Het hele centrum van Amsterdam is sinds 1999 beschermd stadsgezicht en de grachtengordel behoort sinds 2010 tot het UNESCO werelderfgoed. De fractie van D66 vindt het belangrijk dat deze historische waarde wordt beschermd zodat Amsterdammers en latere generaties er nog volop van kunnen genieten en leren. De fractie van D66 kiest ook voor een schone, groene en gezonde stad. Het is van belang dat de gemeente ruimte geeft aan initiatieven die bijdragen aan nieuwe oplossingen van duurzaamheid, waarbij we openstaan kijken voor het aanpassen van geldende (verouderde) regels die verduurzaming in de weg staan, zonder dat de authenticiteit van monumenten wordt aangetast. Nu heeft de fractie van D66 begrepen dat de gemeente Amsterdam samen met De Groene Grachten, Stadsherstel en Search een pilot is gestart om zonnepanelen te plaatsen op de schuine kap van Pakhuis de Zwijger onder de naam: ‘Zon op de Zwijger’. Het betreft een zogenaamd sheddak (‘zaagtandendak’), dat een zichtlocatie is. Hieruit volgt waarschijnlijk een prijsvraag voor de aanbesteding die moet aantonen welke partij het beste zonnepanelen op een monument kan plaatsen. Dit project is benoemd als ‘pilot om uit te vinden of zonnepanelen op een monument passend zijn, in relatie tot mogelijke technische gevolgen voor het dak door aanhechting van de panelen of verstoring van het monumentale ‘daklandschap’ door het aangezicht van zonnepanelen, omdat dat er nu eenmaal anders uitziet dan dat het daklandschap eruit zag in de 17° eeuw. 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing op Gemeenteblad Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 Dit is niet het eerste monument met zonnepanelen. Sinds september 2013 liggen er zonnepanelen op het (platte) dak van de Amstelkerk. Volgens de website van Stadsherstel, die de energie van de zonnepanelen gebruikt voor het eigen kantoor dat gevestigd is in dit rijksmonument, is de vergunning verleend nadat met foto's van een proefopstelling was aangetoond dat het monument met deze ‘reversibele toepassing’ geen schade op zou lopen. Ook zijn er (slechts) een klein aantal grachtenpanden die met trekken en sleuren een vergunning kregen om zonnepanelen op hun dak te mogen plaatsen, om zodoende hun eigen elektriciteit op te kunnen wekken. Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 5 augustus 2014, beiden namens de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Wat is het effect geweest van de — inmiddels afgeronde — pilot ‘Zon op de Amstelkerk’ voor zonne-energie op andere monumenten met een plat dak en in Amsterdam? Antwoord: Als onderdeel van het initiatief Groene Grachten, in 2012 gestart door Wubbo Ockels en erop gericht om energiemaatregelen in monumentale panden te promoten, is door Stadsherstel een viertal zonnepanelen aangebracht op de Amstelkerk. Voor NV Stadsherstel betrof de Amstelkerk een eerste project waarin zij zonnepanelen heeft aangebracht op een monumentaal pand. Deze panelen zijn aangebracht op een plat dak en wel binnen de kaders van de Welstandsnota. Leerdoel: uitvinden of het technisch mogelijk (ja) en rendabel is (nee, door de lage elektriciteitsprijs die Stadsherstel betaalt omdat zij grootverbruiker is, en de te betalen leges à 1050 euro). Het effect is dat er nu 4 panelen liggen op dit monument, en dat Stadsherstel inzicht heeft gekregen in de mogelijkheden (maatwerk) voor het aanbrengen van zonnepanelen op monumenten en de business case daarvan. Er zijn overigens meer (maar niet veel) voorbeelden van monumentale panden in de stad waarop door bewoners reeds zonnepanelen zijn aangebracht. Hiervoor is een vergunning nodig van het betreffende stadsdeel. De betrokkenheid van de gemeente bij dit project van Stichting de Groene Grachten en Stadsherstel was overigens beperkt. Bureau Monumenten en Archeologie (BMA) en programmabureau Klimaat en Energie waren inhoudelijk (advies, meedenken) betrokken bij het initiatief, het stadsdeel heeft de vergunning afgegeven. 2 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing op Gemeenteblad R Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 2. Klopt het dat de gemeente Amsterdam (de Dienst Ruimtelijke Ordening en het Bureau Monumenten & Archeologie) zich heeft aangesloten bij De Groene Grachten, Stadsherstel, Stadsdeel Oost, Pakhuis de Zwijger en Search en bezig is met de nieuwe pilot ‘Zon op de Zwijger’? Wat is de huidige status van dit project en wat is de tijdsplanning van deze pilot (inclusief moment van afronding)? Antwoord: Ja. Genoemde partijen hebben gezamenlijk de pilot ‘Zon op de Zwijger’ in voorbereiding. Dit project is geïnitieerd door De Groene Grachten. Het project sluit aan bij de Amsterdamse Zonvisie ‘Burgers en Bedrijven gaan voor de zon!’ (zie ook het antwoord op vraag 3). In dit project wordt onderzocht welke mogelijkheden ‘innovatieve zonnetechnologie’ (bijvoorbeeld: andere type zonnecellen, kleur en bevestigingstechnieken) biedt voor het aanbrengen van zonnepanelen op een monumentaal dak, én hoe dit zich verhoudt tot de geldende regels. Dit project onderscheidt zich van het eerdere project van Stadsherstel in de mate van ‘innovativiteit van de technologie die gebruikt zal worden. In het eerste project werd nog gebruik gemaakt van standaard zonnepanelen. In het nieuwe project op de Zwijger gaat men op zoek naar de meest innovatieve zon-oplossing voor dit monumentale pand. Het project is als volgt opgebouwd: 1. allereerst wordt (op dit moment) de haalbaarheid onderzocht (technisch, financieel, juridisch) voor het aanbrengen van zonnepanelen op Pakhuis de Zwijger (eigendom NV Stadsherstel); 2. op basis van dit onderzoek zal NV Stadsherstel een beslissing nemen om haar dak wel of niet ter beschikking te stellen; 3. indien zij akkoord gaat zal de markt in de vorm van een prijsvraag uitgedaagd worden om met haar ‘beste’ systeem te komen; 4. het zonnesysteem van de beste inzending zal door Stadsherstel worden uitgevoerd, onder voorbehoud van een positieve vergunningsbeschikking. Volgens planning wordt de prijsvraag dit najaar bekend gemaakt (indien Stadsherstel positief beslist; stap 2) en wordt het winnende systeem (beoordeling door jury in november/december) begin 2015 geïnstalleerd. De gemeente (BMA en Programmabureau Klimaat en Energie) is als adviseur bij dit project betrokken. De Groene Grachten is project trekker. Uiteindelijke installatie van het innovatieve zonnesysteem (als de prijsvraag daadwerkelijk wordt uitgeschreven en er een goede inzending komt, die binnen de wettelijke kaders past) wordt door Stadsherstel geregeld en gedekt. Stadsherstel vraagt daar mogelijk financiering voor aan in de laatste tender van het Amsterdams Investeringsfonds. 3 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing op Gemeenteblad R Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 3. Deelt het college de mening van de fractie van D66 over het belang van verduurzaming en eventueel aanpassen van regels om nieuwe oplossingen van duurzaamheid mogelijk te maken? Zo ja, welke leerpunten zijn/worden opgesteld ten aanzien van de pilot voor het sheddak van Pakhuis de Zwijger? En welke leerpunten waren opgesteld voor het platte dak van de Amstelkerk? Zo nee, waarom niet en hoe denkt het college dan de ambitie zoals geformuleerd in de Zonvisie 2013 te halen? Antwoord: Het College onderschrijft de mening van de fractie van D66 dat verduurzaming van de bestaande stad van groot belang is en onderstreept dat in het coalitieakkoord ‘Amsterdam is van iedereen’. Zij werkt o.a. aan de doelstelling dat in 2020 20% meer duurzame energie wordt geproduceerd dan nu het geval is. Zonne-energie in de bestaande stad draagt daar aan bij. Om dit te realiseren kan het nodig zijn om bestaande regels aan te passen, of met het Rijk in gesprek te gaan wanneer de bevoegdheid niet bij de gemeente ligt. Aanpassing van regels kan bijvoorbeeld nodig zijn in de situatie waarin regels, maatschappelijke wensen, en toegenomen mogelijkheden door nieuwe (technologische}oplossingen, niet meer met elkaar in overeenstemming zijn. In het collegeprogramma is daarover afgesproken dat “we de regels voor het duurzaam aanpassen van gebouwen [gaan] versimpelen, bijvoorbeeld op het gebied van de teruglevering van energie en het gezamenlijk gebruik van daken voor zonnepanelen”. Daarbij dient het college uiteraard wel te opereren binnen de kaders van de landelijke wet- en regelgeving. Het College is daarnaast van mening dat de energietransitie alleen plaatsvindt als duurzaamheidsprojecten schaal krijgen. Daarvoor is het van belang dat wordt gewerkt aan opschaalbaarheid en kopieerbaarheid van oplossingen. De leerpunten die de pilot ‘Zon op de Zwijger’ op zal leveren zijn: — voorbeeldfunctie: onderzoeken en laten zien hoe een nieuwe zonnetechnologie mogelijk is op een monumentaal dak, waar dat met conventionele panelen niet haalbaar/wenselijk is; — kennisontwikkeling (bij overheid en markt) ten aanzien van technische mogelijkheden van zonne-energie; — onderzoeken hoe het vigerende welstandskader zich verhoudt tot innovatieve zon technologieën. Deze leerpunten zijn vooraf besproken met de projectpartners. Voor het project Amstelkerk waren geen leerpunten geformuleerd vanuit de gemeente, omdat de betrokkenheid beperkt was. Het pilotproject Zon op de Zwijger levert input voor het evalueren van de regels en draagt bij aan de uitvoering van het deel van de Zonvisie dat daarover gaat. In de Zonvisie zijn 8 programmalijnen opgenomen waarlangs de gemeente de toepassing van zonne-energie door burgers en bedrijven stimuleert. In lijn 7 (activiteit # 21) is opgenomen dat regelgeving periodiek tegen het licht wordt gehouden om te zien of deze (nog) in lijn is met de stand der techniek op het gebied van o.a. zonnesystemen. 4 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing op Gemeenteblad Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 4. Onder welke criteria zou het college de resultaten van de pilot “Zon op de Zwijger’ als een succes beoordelen? Wanneer vindt die beoordeling plaats en welke Amsterdamse stakeholders zijn hierbij betrokken? Antwoord: Het project ‘Zon op de Zwijger’ wordt als succes beschouwd als: 1. de prijsvraag een inzending oplevert die een goede technische oplossing biedt voor dit specifieke monumentale dak. Een goede technische oplossing is een oplossing die aansluit bij de eisen van de pandeigenaar (stadsherstel), betaalbaar is, en die aanvaardbaar is vanuit esthetisch en historisch oogpunt en valt binnen de kaders van Welstand en Monumenten; 2. het project bijdraagt aan het vinden van een oplossing voor het aanbrengen van zonnesystemen op andere monumentale panden, nu of in de toekomst. Dit is geen hard criterium, omdat de bijdrage van één project aan een bredere maatschappelijke ontwikkeling moeilijk te meten is. Amsterdam wil echter duurzame koploper zijn, en daar hoort ook bij dat er ruimte wordt gemaakt voor innovatie; 3. het project daarnaast input levert voor de periodieke herijking van de regels conform de Zonvisie (zie het antwoord op vraag 3). De beoogde planning: zie het antwoord op vraag 2. De betrokken stakeholders zijn: — De Groene Grachten; — NV Stadsherstel; — de gemeente Amsterdam (DRO, BMA, stadsdeel Centrum); — Uuurders van Pakhuis de Zwijger (via Stadsherstel); — Search. 5. Is het college van plan een vervolg te maken op het Amsterdamse duurzaamheidsprogramma 2011-2014, en indien dat het geval is, overeenkomstig het coalitieakkoord (blz. 27), de ambitie ten aanzien van lokale zonne-energie uit de Zonvisie conform het initiatiefvoorstel van het voormalig raadslid de heer Manuel en de resultaten van de ‘pilots’ op Pakhuis de Zwijger en de Amstelkerk daarin aandacht te besteden aan het verduurzamen van monumenten? Antwoord: Het College stelt eind dit jaar een Agenda Duurzaamheid vast. Het verduurzamen van monumenten, deregulering en de ambitie van de Zonvisie zullen in deze agenda worden meegenomen. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 5 X Gemeente Amsterdam R % Gemeenteraad Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 602 Datum akkoord 2 september 2014 Publicatiedatum 5 september 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw A.M. Bosman en de heer M.E. van den Heuvel van 5 augustus 2014 inzake zonnepanelen op monumentale panden. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstellers. Het college heeft de ambitie om in 2020 het aandeel duurzaam opgewekte energie binnen Amsterdam met 20% te laten toenemen. Zonne-energie is een belangrijke bron daarvoor. Eerder is de doelstelling vastgelegd om in 2020 160 MW zonnestroom per jaar op te wekken binnen de gemeente Amsterdam. Voor 2040 is het streefcijfer 1000 MW. Zonne-energie is een belangrijke manier voor bewoners en ondernemers om zelf voor hun elektriciteitsvoorziening te zorgen. Dat is goed voor het milieu, de energierekening en de onafhankelijkheid van Amsterdam ten opzichte van onberekenbare buitenlandse energieproducenten. Amsterdam heeft naast de ruim 8500 rijks- en gemeentelijke monumenten, ook een toenemend aantal beschermde stads- en dorpsgezichten. Het hele centrum van Amsterdam is sinds 1999 beschermd stadsgezicht en de grachtengordel behoort sinds 2010 tot het UNESCO werelderfgoed. De fractie van D66 vindt het belangrijk dat deze historische waarde wordt beschermd zodat Amsterdammers en latere generaties er nog volop van kunnen genieten en leren. De fractie van D66 kiest ook voor een schone, groene en gezonde stad. Het is van belang dat de gemeente ruimte geeft aan initiatieven die bijdragen aan nieuwe oplossingen van duurzaamheid, waarbij we openstaan kijken voor het aanpassen van geldende (verouderde) regels die verduurzaming in de weg staan, zonder dat de authenticiteit van monumenten wordt aangetast. Nu heeft de fractie van D66 begrepen dat de gemeente Amsterdam samen met De Groene Grachten, Stadsherstel en Search een pilot is gestart om zonnepanelen te plaatsen op de schuine kap van Pakhuis de Zwijger onder de naam: ‘Zon op de Zwijger’. Het betreft een zogenaamd sheddak (‘zaagtandendak’), dat een zichtlocatie is. Hieruit volgt waarschijnlijk een prijsvraag voor de aanbesteding die moet aantonen welke partij het beste zonnepanelen op een monument kan plaatsen. Dit project is benoemd als ‘pilot om uit te vinden of zonnepanelen op een monument passend zijn, in relatie tot mogelijke technische gevolgen voor het dak door aanhechting van de panelen of verstoring van het monumentale ‘daklandschap’ door het aangezicht van zonnepanelen, omdat dat er nu eenmaal anders uitziet dan dat het daklandschap eruit zag in de 17° eeuw. 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing op Gemeenteblad Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 Dit is niet het eerste monument met zonnepanelen. Sinds september 2013 liggen er zonnepanelen op het (platte) dak van de Amstelkerk. Volgens de website van Stadsherstel, die de energie van de zonnepanelen gebruikt voor het eigen kantoor dat gevestigd is in dit rijksmonument, is de vergunning verleend nadat met foto's van een proefopstelling was aangetoond dat het monument met deze ‘reversibele toepassing’ geen schade op zou lopen. Ook zijn er (slechts) een klein aantal grachtenpanden die met trekken en sleuren een vergunning kregen om zonnepanelen op hun dak te mogen plaatsen, om zodoende hun eigen elektriciteit op te kunnen wekken. Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 5 augustus 2014, beiden namens de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Wat is het effect geweest van de — inmiddels afgeronde — pilot ‘Zon op de Amstelkerk’ voor zonne-energie op andere monumenten met een plat dak en in Amsterdam? Antwoord: Als onderdeel van het initiatief Groene Grachten, in 2012 gestart door Wubbo Ockels en erop gericht om energiemaatregelen in monumentale panden te promoten, is door Stadsherstel een viertal zonnepanelen aangebracht op de Amstelkerk. Voor NV Stadsherstel betrof de Amstelkerk een eerste project waarin zij zonnepanelen heeft aangebracht op een monumentaal pand. Deze panelen zijn aangebracht op een plat dak en wel binnen de kaders van de Welstandsnota. Leerdoel: uitvinden of het technisch mogelijk (ja) en rendabel is (nee, door de lage elektriciteitsprijs die Stadsherstel betaalt omdat zij grootverbruiker is, en de te betalen leges à 1050 euro). Het effect is dat er nu 4 panelen liggen op dit monument, en dat Stadsherstel inzicht heeft gekregen in de mogelijkheden (maatwerk) voor het aanbrengen van zonnepanelen op monumenten en de business case daarvan. Er zijn overigens meer (maar niet veel) voorbeelden van monumentale panden in de stad waarop door bewoners reeds zonnepanelen zijn aangebracht. Hiervoor is een vergunning nodig van het betreffende stadsdeel. De betrokkenheid van de gemeente bij dit project van Stichting de Groene Grachten en Stadsherstel was overigens beperkt. Bureau Monumenten en Archeologie (BMA) en programmabureau Klimaat en Energie waren inhoudelijk (advies, meedenken) betrokken bij het initiatief, het stadsdeel heeft de vergunning afgegeven. 2 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing op Gemeenteblad R Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 2. Klopt het dat de gemeente Amsterdam (de Dienst Ruimtelijke Ordening en het Bureau Monumenten & Archeologie) zich heeft aangesloten bij De Groene Grachten, Stadsherstel, Stadsdeel Oost, Pakhuis de Zwijger en Search en bezig is met de nieuwe pilot ‘Zon op de Zwijger’? Wat is de huidige status van dit project en wat is de tijdsplanning van deze pilot (inclusief moment van afronding)? Antwoord: Ja. Genoemde partijen hebben gezamenlijk de pilot ‘Zon op de Zwijger’ in voorbereiding. Dit project is geïnitieerd door De Groene Grachten. Het project sluit aan bij de Amsterdamse Zonvisie ‘Burgers en Bedrijven gaan voor de zon!’ (zie ook het antwoord op vraag 3). In dit project wordt onderzocht welke mogelijkheden ‘innovatieve zonnetechnologie’ (bijvoorbeeld: andere type zonnecellen, kleur en bevestigingstechnieken) biedt voor het aanbrengen van zonnepanelen op een monumentaal dak, én hoe dit zich verhoudt tot de geldende regels. Dit project onderscheidt zich van het eerdere project van Stadsherstel in de mate van ‘innovativiteit van de technologie die gebruikt zal worden. In het eerste project werd nog gebruik gemaakt van standaard zonnepanelen. In het nieuwe project op de Zwijger gaat men op zoek naar de meest innovatieve zon-oplossing voor dit monumentale pand. Het project is als volgt opgebouwd: 1. allereerst wordt (op dit moment) de haalbaarheid onderzocht (technisch, financieel, juridisch) voor het aanbrengen van zonnepanelen op Pakhuis de Zwijger (eigendom NV Stadsherstel); 2. op basis van dit onderzoek zal NV Stadsherstel een beslissing nemen om haar dak wel of niet ter beschikking te stellen; 3. indien zij akkoord gaat zal de markt in de vorm van een prijsvraag uitgedaagd worden om met haar ‘beste’ systeem te komen; 4. het zonnesysteem van de beste inzending zal door Stadsherstel worden uitgevoerd, onder voorbehoud van een positieve vergunningsbeschikking. Volgens planning wordt de prijsvraag dit najaar bekend gemaakt (indien Stadsherstel positief beslist; stap 2) en wordt het winnende systeem (beoordeling door jury in november/december) begin 2015 geïnstalleerd. De gemeente (BMA en Programmabureau Klimaat en Energie) is als adviseur bij dit project betrokken. De Groene Grachten is project trekker. Uiteindelijke installatie van het innovatieve zonnesysteem (als de prijsvraag daadwerkelijk wordt uitgeschreven en er een goede inzending komt, die binnen de wettelijke kaders past) wordt door Stadsherstel geregeld en gedekt. Stadsherstel vraagt daar mogelijk financiering voor aan in de laatste tender van het Amsterdams Investeringsfonds. 3 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing op Gemeenteblad R Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 3. Deelt het college de mening van de fractie van D66 over het belang van verduurzaming en eventueel aanpassen van regels om nieuwe oplossingen van duurzaamheid mogelijk te maken? Zo ja, welke leerpunten zijn/worden opgesteld ten aanzien van de pilot voor het sheddak van Pakhuis de Zwijger? En welke leerpunten waren opgesteld voor het platte dak van de Amstelkerk? Zo nee, waarom niet en hoe denkt het college dan de ambitie zoals geformuleerd in de Zonvisie 2013 te halen? Antwoord: Het College onderschrijft de mening van de fractie van D66 dat verduurzaming van de bestaande stad van groot belang is en onderstreept dat in het coalitieakkoord ‘Amsterdam is van iedereen’. Zij werkt o.a. aan de doelstelling dat in 2020 20% meer duurzame energie wordt geproduceerd dan nu het geval is. Zonne-energie in de bestaande stad draagt daar aan bij. Om dit te realiseren kan het nodig zijn om bestaande regels aan te passen, of met het Rijk in gesprek te gaan wanneer de bevoegdheid niet bij de gemeente ligt. Aanpassing van regels kan bijvoorbeeld nodig zijn in de situatie waarin regels, maatschappelijke wensen, en toegenomen mogelijkheden door nieuwe (technologische}oplossingen, niet meer met elkaar in overeenstemming zijn. In het collegeprogramma is daarover afgesproken dat “we de regels voor het duurzaam aanpassen van gebouwen [gaan] versimpelen, bijvoorbeeld op het gebied van de teruglevering van energie en het gezamenlijk gebruik van daken voor zonnepanelen”. Daarbij dient het college uiteraard wel te opereren binnen de kaders van de landelijke wet- en regelgeving. Het College is daarnaast van mening dat de energietransitie alleen plaatsvindt als duurzaamheidsprojecten schaal krijgen. Daarvoor is het van belang dat wordt gewerkt aan opschaalbaarheid en kopieerbaarheid van oplossingen. De leerpunten die de pilot ‘Zon op de Zwijger’ op zal leveren zijn: — voorbeeldfunctie: onderzoeken en laten zien hoe een nieuwe zonnetechnologie mogelijk is op een monumentaal dak, waar dat met conventionele panelen niet haalbaar/wenselijk is; — kennisontwikkeling (bij overheid en markt) ten aanzien van technische mogelijkheden van zonne-energie; — onderzoeken hoe het vigerende welstandskader zich verhoudt tot innovatieve zon technologieën. Deze leerpunten zijn vooraf besproken met de projectpartners. Voor het project Amstelkerk waren geen leerpunten geformuleerd vanuit de gemeente, omdat de betrokkenheid beperkt was. Het pilotproject Zon op de Zwijger levert input voor het evalueren van de regels en draagt bij aan de uitvoering van het deel van de Zonvisie dat daarover gaat. In de Zonvisie zijn 8 programmalijnen opgenomen waarlangs de gemeente de toepassing van zonne-energie door burgers en bedrijven stimuleert. In lijn 7 (activiteit # 21) is opgenomen dat regelgeving periodiek tegen het licht wordt gehouden om te zien of deze (nog) in lijn is met de stand der techniek op het gebied van o.a. zonnesystemen. 4 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing op Gemeenteblad Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 4. Onder welke criteria zou het college de resultaten van de pilot “Zon op de Zwijger’ als een succes beoordelen? Wanneer vindt die beoordeling plaats en welke Amsterdamse stakeholders zijn hierbij betrokken? Antwoord: Het project ‘Zon op de Zwijger’ wordt als succes beschouwd als: 1. de prijsvraag een inzending oplevert die een goede technische oplossing biedt voor dit specifieke monumentale dak. Een goede technische oplossing is een oplossing die aansluit bij de eisen van de pandeigenaar (stadsherstel), betaalbaar is, en die aanvaardbaar is vanuit esthetisch en historisch oogpunt en valt binnen de kaders van Welstand en Monumenten; 2. het project bijdraagt aan het vinden van een oplossing voor het aanbrengen van zonnesystemen op andere monumentale panden, nu of in de toekomst. Dit is geen hard criterium, omdat de bijdrage van één project aan een bredere maatschappelijke ontwikkeling moeilijk te meten is. Amsterdam wil echter duurzame koploper zijn, en daar hoort ook bij dat er ruimte wordt gemaakt voor innovatie; 3. het project daarnaast input levert voor de periodieke herijking van de regels conform de Zonvisie (zie het antwoord op vraag 3). De beoogde planning: zie het antwoord op vraag 2. De betrokken stakeholders zijn: — De Groene Grachten; — NV Stadsherstel; — de gemeente Amsterdam (DRO, BMA, stadsdeel Centrum); — Uuurders van Pakhuis de Zwijger (via Stadsherstel); — Search. 5. Is het college van plan een vervolg te maken op het Amsterdamse duurzaamheidsprogramma 2011-2014, en indien dat het geval is, overeenkomstig het coalitieakkoord (blz. 27), de ambitie ten aanzien van lokale zonne-energie uit de Zonvisie conform het initiatiefvoorstel van het voormalig raadslid de heer Manuel en de resultaten van de ‘pilots’ op Pakhuis de Zwijger en de Amstelkerk daarin aandacht te besteden aan het verduurzamen van monumenten? Antwoord: Het College stelt eind dit jaar een Agenda Duurzaamheid vast. Het verduurzamen van monumenten, deregulering en de ambitie van de Zonvisie zullen in deze agenda worden meegenomen. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 5 X Gemeente Amsterdam R % Gemeenteraad Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 602 Datum akkoord 2 september 2014 Publicatiedatum 5 september 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw A.M. Bosman en de heer M.E. van den Heuvel van 5 augustus 2014 inzake zonnepanelen op monumentale panden. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstellers. Het college heeft de ambitie om in 2020 het aandeel duurzaam opgewekte energie binnen Amsterdam met 20% te laten toenemen. Zonne-energie is een belangrijke bron daarvoor. Eerder is de doelstelling vastgelegd om in 2020 160 MW zonnestroom per jaar op te wekken binnen de gemeente Amsterdam. Voor 2040 is het streefcijfer 1000 MW. Zonne-energie is een belangrijke manier voor bewoners en ondernemers om zelf voor hun elektriciteitsvoorziening te zorgen. Dat is goed voor het milieu, de energierekening en de onafhankelijkheid van Amsterdam ten opzichte van onberekenbare buitenlandse energieproducenten. Amsterdam heeft naast de ruim 8500 rijks- en gemeentelijke monumenten, ook een toenemend aantal beschermde stads- en dorpsgezichten. Het hele centrum van Amsterdam is sinds 1999 beschermd stadsgezicht en de grachtengordel behoort sinds 2010 tot het UNESCO werelderfgoed. De fractie van D66 vindt het belangrijk dat deze historische waarde wordt beschermd zodat Amsterdammers en latere generaties er nog volop van kunnen genieten en leren. De fractie van D66 kiest ook voor een schone, groene en gezonde stad. Het is van belang dat de gemeente ruimte geeft aan initiatieven die bijdragen aan nieuwe oplossingen van duurzaamheid, waarbij we openstaan kijken voor het aanpassen van geldende (verouderde) regels die verduurzaming in de weg staan, zonder dat de authenticiteit van monumenten wordt aangetast. Nu heeft de fractie van D66 begrepen dat de gemeente Amsterdam samen met De Groene Grachten, Stadsherstel en Search een pilot is gestart om zonnepanelen te plaatsen op de schuine kap van Pakhuis de Zwijger onder de naam: ‘Zon op de Zwijger’. Het betreft een zogenaamd sheddak (‘zaagtandendak’), dat een zichtlocatie is. Hieruit volgt waarschijnlijk een prijsvraag voor de aanbesteding die moet aantonen welke partij het beste zonnepanelen op een monument kan plaatsen. Dit project is benoemd als ‘pilot om uit te vinden of zonnepanelen op een monument passend zijn, in relatie tot mogelijke technische gevolgen voor het dak door aanhechting van de panelen of verstoring van het monumentale ‘daklandschap’ door het aangezicht van zonnepanelen, omdat dat er nu eenmaal anders uitziet dan dat het daklandschap eruit zag in de 17° eeuw. 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing op Gemeenteblad Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 Dit is niet het eerste monument met zonnepanelen. Sinds september 2013 liggen er zonnepanelen op het (platte) dak van de Amstelkerk. Volgens de website van Stadsherstel, die de energie van de zonnepanelen gebruikt voor het eigen kantoor dat gevestigd is in dit rijksmonument, is de vergunning verleend nadat met foto's van een proefopstelling was aangetoond dat het monument met deze ‘reversibele toepassing’ geen schade op zou lopen. Ook zijn er (slechts) een klein aantal grachtenpanden die met trekken en sleuren een vergunning kregen om zonnepanelen op hun dak te mogen plaatsen, om zodoende hun eigen elektriciteit op te kunnen wekken. Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 5 augustus 2014, beiden namens de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Wat is het effect geweest van de — inmiddels afgeronde — pilot ‘Zon op de Amstelkerk’ voor zonne-energie op andere monumenten met een plat dak en in Amsterdam? Antwoord: Als onderdeel van het initiatief Groene Grachten, in 2012 gestart door Wubbo Ockels en erop gericht om energiemaatregelen in monumentale panden te promoten, is door Stadsherstel een viertal zonnepanelen aangebracht op de Amstelkerk. Voor NV Stadsherstel betrof de Amstelkerk een eerste project waarin zij zonnepanelen heeft aangebracht op een monumentaal pand. Deze panelen zijn aangebracht op een plat dak en wel binnen de kaders van de Welstandsnota. Leerdoel: uitvinden of het technisch mogelijk (ja) en rendabel is (nee, door de lage elektriciteitsprijs die Stadsherstel betaalt omdat zij grootverbruiker is, en de te betalen leges à 1050 euro). Het effect is dat er nu 4 panelen liggen op dit monument, en dat Stadsherstel inzicht heeft gekregen in de mogelijkheden (maatwerk) voor het aanbrengen van zonnepanelen op monumenten en de business case daarvan. Er zijn overigens meer (maar niet veel) voorbeelden van monumentale panden in de stad waarop door bewoners reeds zonnepanelen zijn aangebracht. Hiervoor is een vergunning nodig van het betreffende stadsdeel. De betrokkenheid van de gemeente bij dit project van Stichting de Groene Grachten en Stadsherstel was overigens beperkt. Bureau Monumenten en Archeologie (BMA) en programmabureau Klimaat en Energie waren inhoudelijk (advies, meedenken) betrokken bij het initiatief, het stadsdeel heeft de vergunning afgegeven. 2 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing op Gemeenteblad R Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 2. Klopt het dat de gemeente Amsterdam (de Dienst Ruimtelijke Ordening en het Bureau Monumenten & Archeologie) zich heeft aangesloten bij De Groene Grachten, Stadsherstel, Stadsdeel Oost, Pakhuis de Zwijger en Search en bezig is met de nieuwe pilot ‘Zon op de Zwijger’? Wat is de huidige status van dit project en wat is de tijdsplanning van deze pilot (inclusief moment van afronding)? Antwoord: Ja. Genoemde partijen hebben gezamenlijk de pilot ‘Zon op de Zwijger’ in voorbereiding. Dit project is geïnitieerd door De Groene Grachten. Het project sluit aan bij de Amsterdamse Zonvisie ‘Burgers en Bedrijven gaan voor de zon!’ (zie ook het antwoord op vraag 3). In dit project wordt onderzocht welke mogelijkheden ‘innovatieve zonnetechnologie’ (bijvoorbeeld: andere type zonnecellen, kleur en bevestigingstechnieken) biedt voor het aanbrengen van zonnepanelen op een monumentaal dak, én hoe dit zich verhoudt tot de geldende regels. Dit project onderscheidt zich van het eerdere project van Stadsherstel in de mate van ‘innovativiteit van de technologie die gebruikt zal worden. In het eerste project werd nog gebruik gemaakt van standaard zonnepanelen. In het nieuwe project op de Zwijger gaat men op zoek naar de meest innovatieve zon-oplossing voor dit monumentale pand. Het project is als volgt opgebouwd: 1. allereerst wordt (op dit moment) de haalbaarheid onderzocht (technisch, financieel, juridisch) voor het aanbrengen van zonnepanelen op Pakhuis de Zwijger (eigendom NV Stadsherstel); 2. op basis van dit onderzoek zal NV Stadsherstel een beslissing nemen om haar dak wel of niet ter beschikking te stellen; 3. indien zij akkoord gaat zal de markt in de vorm van een prijsvraag uitgedaagd worden om met haar ‘beste’ systeem te komen; 4. het zonnesysteem van de beste inzending zal door Stadsherstel worden uitgevoerd, onder voorbehoud van een positieve vergunningsbeschikking. Volgens planning wordt de prijsvraag dit najaar bekend gemaakt (indien Stadsherstel positief beslist; stap 2) en wordt het winnende systeem (beoordeling door jury in november/december) begin 2015 geïnstalleerd. De gemeente (BMA en Programmabureau Klimaat en Energie) is als adviseur bij dit project betrokken. De Groene Grachten is project trekker. Uiteindelijke installatie van het innovatieve zonnesysteem (als de prijsvraag daadwerkelijk wordt uitgeschreven en er een goede inzending komt, die binnen de wettelijke kaders past) wordt door Stadsherstel geregeld en gedekt. Stadsherstel vraagt daar mogelijk financiering voor aan in de laatste tender van het Amsterdams Investeringsfonds. 3 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing op Gemeenteblad R Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 3. Deelt het college de mening van de fractie van D66 over het belang van verduurzaming en eventueel aanpassen van regels om nieuwe oplossingen van duurzaamheid mogelijk te maken? Zo ja, welke leerpunten zijn/worden opgesteld ten aanzien van de pilot voor het sheddak van Pakhuis de Zwijger? En welke leerpunten waren opgesteld voor het platte dak van de Amstelkerk? Zo nee, waarom niet en hoe denkt het college dan de ambitie zoals geformuleerd in de Zonvisie 2013 te halen? Antwoord: Het College onderschrijft de mening van de fractie van D66 dat verduurzaming van de bestaande stad van groot belang is en onderstreept dat in het coalitieakkoord ‘Amsterdam is van iedereen’. Zij werkt o.a. aan de doelstelling dat in 2020 20% meer duurzame energie wordt geproduceerd dan nu het geval is. Zonne-energie in de bestaande stad draagt daar aan bij. Om dit te realiseren kan het nodig zijn om bestaande regels aan te passen, of met het Rijk in gesprek te gaan wanneer de bevoegdheid niet bij de gemeente ligt. Aanpassing van regels kan bijvoorbeeld nodig zijn in de situatie waarin regels, maatschappelijke wensen, en toegenomen mogelijkheden door nieuwe (technologische}oplossingen, niet meer met elkaar in overeenstemming zijn. In het collegeprogramma is daarover afgesproken dat “we de regels voor het duurzaam aanpassen van gebouwen [gaan] versimpelen, bijvoorbeeld op het gebied van de teruglevering van energie en het gezamenlijk gebruik van daken voor zonnepanelen”. Daarbij dient het college uiteraard wel te opereren binnen de kaders van de landelijke wet- en regelgeving. Het College is daarnaast van mening dat de energietransitie alleen plaatsvindt als duurzaamheidsprojecten schaal krijgen. Daarvoor is het van belang dat wordt gewerkt aan opschaalbaarheid en kopieerbaarheid van oplossingen. De leerpunten die de pilot ‘Zon op de Zwijger’ op zal leveren zijn: — voorbeeldfunctie: onderzoeken en laten zien hoe een nieuwe zonnetechnologie mogelijk is op een monumentaal dak, waar dat met conventionele panelen niet haalbaar/wenselijk is; — kennisontwikkeling (bij overheid en markt) ten aanzien van technische mogelijkheden van zonne-energie; — onderzoeken hoe het vigerende welstandskader zich verhoudt tot innovatieve zon technologieën. Deze leerpunten zijn vooraf besproken met de projectpartners. Voor het project Amstelkerk waren geen leerpunten geformuleerd vanuit de gemeente, omdat de betrokkenheid beperkt was. Het pilotproject Zon op de Zwijger levert input voor het evalueren van de regels en draagt bij aan de uitvoering van het deel van de Zonvisie dat daarover gaat. In de Zonvisie zijn 8 programmalijnen opgenomen waarlangs de gemeente de toepassing van zonne-energie door burgers en bedrijven stimuleert. In lijn 7 (activiteit # 21) is opgenomen dat regelgeving periodiek tegen het licht wordt gehouden om te zien of deze (nog) in lijn is met de stand der techniek op het gebied van o.a. zonnesystemen. 4 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing op Gemeenteblad Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014 4. Onder welke criteria zou het college de resultaten van de pilot “Zon op de Zwijger’ als een succes beoordelen? Wanneer vindt die beoordeling plaats en welke Amsterdamse stakeholders zijn hierbij betrokken? Antwoord: Het project ‘Zon op de Zwijger’ wordt als succes beschouwd als: 1. de prijsvraag een inzending oplevert die een goede technische oplossing biedt voor dit specifieke monumentale dak. Een goede technische oplossing is een oplossing die aansluit bij de eisen van de pandeigenaar (stadsherstel), betaalbaar is, en die aanvaardbaar is vanuit esthetisch en historisch oogpunt en valt binnen de kaders van Welstand en Monumenten; 2. het project bijdraagt aan het vinden van een oplossing voor het aanbrengen van zonnesystemen op andere monumentale panden, nu of in de toekomst. Dit is geen hard criterium, omdat de bijdrage van één project aan een bredere maatschappelijke ontwikkeling moeilijk te meten is. Amsterdam wil echter duurzame koploper zijn, en daar hoort ook bij dat er ruimte wordt gemaakt voor innovatie; 3. het project daarnaast input levert voor de periodieke herijking van de regels conform de Zonvisie (zie het antwoord op vraag 3). De beoogde planning: zie het antwoord op vraag 2. De betrokken stakeholders zijn: — De Groene Grachten; — NV Stadsherstel; — de gemeente Amsterdam (DRO, BMA, stadsdeel Centrum); — Uuurders van Pakhuis de Zwijger (via Stadsherstel); — Search. 5. Is het college van plan een vervolg te maken op het Amsterdamse duurzaamheidsprogramma 2011-2014, en indien dat het geval is, overeenkomstig het coalitieakkoord (blz. 27), de ambitie ten aanzien van lokale zonne-energie uit de Zonvisie conform het initiatiefvoorstel van het voormalig raadslid de heer Manuel en de resultaten van de ‘pilots’ op Pakhuis de Zwijger en de Amstelkerk daarin aandacht te besteden aan het verduurzamen van monumenten? Antwoord: Het College stelt eind dit jaar een Agenda Duurzaamheid vast. Het verduurzamen van monumenten, deregulering en de ambitie van de Zonvisie zullen in deze agenda worden meegenomen. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 5
Schriftelijke Vraag
350
val
Stadsdeelcommissie - in pleno Agenda Datum 06-07-2021 Aanvang 19:30 Locatie Oranje-Vrijstaatplein 2 Algemeen 1 Opening en vaststelling agenda 2 Mededelingen 3 Vaststellen van het conceptverslag van de vergadering van 8 juni 2021 4 Mededelingen van de ingekomen stukken 5 Het woord aan bewoners, ondernemers en instellingen Inhoudelijk 6 Afvalcontainer voedselbank en andere maatschappelijke organisaties 7 Verkeerssituatie Panamalaan 8 Beleidskader Participatie 9 Wijzigingsvoorstellen Huisvestingsverordening per 1 januari 2022 5/7: Ongevraagd advies van het lid B. van Vliet (Méérbelangen) toegevoegd. 29/6: Adviesaanvraagformulier met conceptadvies DB akkoord onder voorbehoud wijzigingen DB. Voor collegebesluit dient te worden ingelogd. 10 Knowledge Mile Park: vergroening Belgiëpark en Cygnusplein 6/7: Beantwoording toegevoegd na verduidelijkende vragen van het lid Vanhellemont. Algemeen 2 11 Nieuws uit de gebieden Doel: kort met de stadsdeelcommissie delen wat er, buiten wat geagendeerd staat op deze vergadering, zoal speelt in de gebieden 12 Rondvraag en sluiting Ingekomen stukken 1 Bericht met bijlagen van burger over alternatief voorstel hondenlosloopplan Diemerpark Voorgesteld wordt, dít bericht met bijlagen voor kennisgeving aan te nemen en desgewenst te betrekken bij het inspreken bij agendapunt 5. Insprekerslijst Verslag Informatie Locatie en opnamen Dit overleg met de stadsdeelcommissie en het dagelijks bestuur vindt plaats in de Raadzaal van het stadsdeelkantoor. De vergaderingen zijn openbaar toegankelijk, na aanmelding via [email protected]. Van de vergaderingen worden beeld- en geluidsopnamen gemaakt. De vergaderingen zijn daarmee live te volgen en achteraf terug te bekijken via deze pagina. Inspreken en daarvoor aanmelden Inspreken kan live tijdens de fysiek vergadering, of schriftelijk. Aanmelden om in te spreken - live of schriftelijk - kan tot uiterlijk 24 uur voor de vergadering via het online aanmeldformulier: hitps://www.amsterdam.nl/@338353/inspreken-commissievergaderingen/
Agenda
2
train
x Gemeente Amsterdam R % Gemeenteraad Gemeenteblad % Motie Jaar 2019 Afdeling 1 Nummer 2137 Ingekomen onder BH Ingekomen op donderdag 19 december 2019 Behandeld op donderdag 19 december 2019 Status Verworpen Onderwerp Motie van de leden Boomsma, Van Soest, Naoum Néhmé, Bloemberg-lssa, Ceder, Kilig en Van Schijndel inzake het onderzoek naar Canonherziening einde tijdvak en Verlengde afkoop erfpacht van de rekenkamer en het overnemen van de aanbevelingen (Overweeg begin 2020 nieuwe stappen) Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over het onderzoek naar Canonherziening einde tijdvak en Verlengde afkoop erfpacht van de rekenkamer en het overnemen van de aanbevelingen (Gemeenteblad afd. 1, nr. 2034). Overwegende dat: — de rekenkamer constateert dat berekening van de canon en de afkoopsom voor erfpachters slechts beperkt begrijpelijk en controleerbaar is, en dat deze na 31 december nog minder voorspelbaar wordt en tevens dat een aantal keuzemogelijkheden onderbelicht is gebleven i.e. de mogelijkheid om de canon vast te klikken en vervolgens later alsnog af te kopen wat ook vooral voor mensen die niet over financiering beschikken een verstandige optie kan zijn; — de gemeente dit slechts enkele weken voor de deadline heeft aangepast; — er mede hierdoor bij een groot aantal erfpachters misverstanden bestaan; — in de 2-meting naar de effectiviteit van de communicatiecampagne staat dat zelfs binnen de gekozen groep 45 procent niet op de hoogte was van de verschillende overstapmogelijkheden, waarbij de klik+later afkoop nog niet eens was gemeten; — erfpachters onder hoge tijdsdruk staan, erfpacht sowieso al uiterst complex is; — de keuze voor een van de overstapopties of om niet over te stappen een van de meest ingrijpende financiële beslissingen is waar mensen mee te maken krijgen; — de overstapregeling geplaagd wordt door problemen en onvolledige dossiers en veel mensen nog geen inzicht kunnen krijgen in wat overstap voor hen betekent; — _ het niet eerlijk is dat juist mensen in de meer betaalbare woningen, die minder vermogend zijn en minder toegang hebben tot financieel advies, mogelijk na het verstrijken nog geen goed zicht hebben gehad op de consequenties, 1 Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: — Begin 2020 onderzoek te doen naar de vraag hoeveel erfpachters nog niet zijn overgestapt en daarbij tevens te vragen wat daarbij hun overwegingen waren, en in hoeverre zij op de hoogte waren van de mogelijke (financiële) consequenties daarvan. — Op grond daarvan de beslissing te nemen om die mensen die nog niet zijn overgestapt alsnog een kans te geven om een overstapsaanvraag te doen op grond van de voorwaarden die golden voor 1 januari 2020. De leden van de gemeenteraad D.T. Boomsma W. van Soest H. Naoum Néhmé J.F. Bloemberg-lssa D.G.M. Ceder A. Kilig A.H.J.W. van Schijndel 2
Motie
2
discard
ween002220 N% Gemeente Raadscommissie voor Sociale Zaken, Armoede en Schuldhulpverlening, WI O erk, Participatie " : Onderwijs, Voorschool Kinderopvang en Naschoolse Voorzieningen, en Inkomen % Amsterdam j p g 9 Volwasseneneducatie Laaggeletterdheid en Inburgering Voordracht voor de Commissie WIO van o8 december 2021 Ter kennisneming Portefeuille Sociale Zaken Agendapunt 8 Datum besluit Nvt. Onderwerp Voortgangsbrief aanbevelingen ACAM voor de Tozo uitvoering De commissie wordt gevraagd Kennis te nemen van de voortgangsbrief naar aanleiding van aanbevelelingen ACAM en rekeningencomissie betreffende de Tozo uitvoering Wettelijke grondslag Gemeentewet, artikel 169: het college van burgemeester en wethouders en elk van zijn leden afzonderlijk zijn aan de Gemeenteraad verantwoording schuldig over het door het college gevoerde bestuur (lid 1); zij geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de uitoefening van zijn taak nodig heeft (lid 2). Zij geven de raad mondeling of schriftelijk de door een of meer leden gevraagde inlichtingen, tenzij het verstrekken ervan in strijd is met het openbaar belang (lid 3). Bestuurlijke achtergrond In het verslag van de rekeningencommissie en/of het Accountantsverslag bij het Jaarverslag 2020 is de volgende aanbeveling opgenomen: Om een efficiënt en effectief M&O (Misbruik en Oneigenlijk gebruik) beleid te bereiken adviseren wij op een meer gestructureerde wijze en gemotiveerd keuzes en afwegingen te beschrijven, daar een uitvoeringsplan aan te koppelen en die te laten vaststellen door de raad of het college. Het college heeft bij de bestuurlijke reactie op het verslag van de Rekeningencommissie/ het Accountantsverslag 2020 aangegeven dat deze aanbeveling wordt opgevolgd. In deze voortgangsbrief wordt de voortgang van deze aanbeveling behandeld. Reden bespreking Uitkomsten extern advies N.v.t Geheimhouding Nvt. Uitgenodigde andere raadscommissies Nvt. Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan? Welke stukken treft v aan? Gegenereerd: vl.l1 1 VN2021-032220 % Gemeente Raadscommissie voor Sociale Zaken, Armoede en Schuldhulpverlening, Werk, Participatie 9 Amsterdam - Onderwijs, Voorschool Kinderopvang en Naschoolse Voorzieningen, en Inkomen % Volwasseneneducatie Laaggeletterdheid en Inburgering Voordracht voor de Commissie WIO van 08 december 2021 Ter kennisneming BRIEF Voortgangsbrief aanbevelingen Rekeningencommissie en ACAM AD2021-124335 Tozo.pdf (pdf) AD2021-123392 Commissie WIO Voordracht (pdf) Ter Inzage Registratienr. Naam Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Beleid WPI, Niels de Loos, 06-1346 1158, n.de.loos@®amsterdam.nl Gegenereerd: vl.l1 2
Voordracht
2
test
> < Gemeente Raadsinformatiebrief Amsterdam Aan: De leden van de commissie Werk, Inkomen en Onderwijs Datum 2 maart 2021 Behandeld door Directie Inkomen, Merel Louter, [email protected] Onderwerp Amsterdamse ondersteuning bij hersteloperatie toeslagenaffaire en reactie op motie 1429 van de leden Taimounti cs. getiteld Begroting 2021 - zichtbaarheidscampagne om gedupeerden van de toeslagenaffaire te bereiken en motie 1430 van de leden Flentge cs. getiteld Begroting 2021 - vergoeding van 750 euro inzake toeslagenaffaire Geachte commissieleden, Amsterdamse gedupeerden van de toeslagenaffaire kunnen rekenen op ondersteuning van de gemeente Amsterdam bij de hersteloperatie. Het college leeft mee met de gezinnen die vaak jarenlang geleden hebben onder de gevolgen van de onterechte fraudejacht en het keiharde invorderingsbeleid van de Rijksbelastingdienst/Toeslagen bij de kinderopvangtoeslag. Ook de gemeenteraad heeft in het afgelopen jaar zijn nauwe betrokkenheid bij de ouders getoond. Uit de schriftelijke vragen van bijna alle fracties sprak uw zorg en raadsleden zelf boden ouders een luisterend oor en een doorverwijzing naar de juiste hulp. In de brief van 3 februari 2021 ‘Hersteloperatie toeslagenaffaire’ heeft het college v geïnformeerd dat wij, na lang aandringen bij het Rijk, toegang hebben gekregen tot gegevens van gedupeerde Amsterdamse ouders om contact met ze op te kunnen nemen. Ook lieten wij weten dat de gemeente Amsterdam openstaande schulden van gedupeerden wil schrappen. Inmiddels zijn we in de week van 22februari jl. gestart met het benaderen van Amsterdamse ouders. In deze brief informeren wij u hoe wij vorm gegeven hebben aan deze aanpak. Daarnaast heeft vw raad bij de bespreking van de Begroting 2021 twee moties over het bereiken en ondersteunen van gedupeerden aangenomen. In deze brief geven wij aan hoe het college uitvoering geeft aan deze moties en hoe het college vorm geeft aan de ondersteuning van gedupeerde ouders. Het bereiken van Amsterdamse gedupeerden In de raadsvergadering van 16 en 17 december heeft uw raad, bij de bespreking van de Begroting 2021, motie 14,29 van de leden Taimounti cs. aangenomen getiteld ‘zichtbaarheidscampagne om gedupeerden van de toeslagenaffaire te bereiken’ waarin het college gevraagd wordt om: Een grootschalige zichtbaarheidscampagne op te zetten om Amsterdamse gedupeerden van de toeslagenaffaire te bereiken, te informeren en speciaal voor hen een apart fysiek loket en apart telefoonnummer op te zetten. Het college voert deze motie uit door alle Amsterdamse gedupeerde ouders, die zich gemeld hebben bij de Rijksbelastingdienst/Toeslagen actief en persoonlijk te benaderen met het Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 2 maart 2021 Pagina 2 van 6 ondersteuningsaanbod van de gemeente. In totaal zijn 2.323 ouders aan de gemeente doorgegeven (stand per25 februari 2021). Het gaat hierbij om alle ouders die zich gemeld hebben, zonder dat de Rijksbelastingdienst/Toeslagen in alle gevallen al heeft gecontroleerd of de ouder als gedupeerde wordt aangemerkt. De maatschappelijk dienstverleners (hierna: MaDi’s) hebben de contactgegevens van deze groep ouders ontvangen en zijn in de week van 22 februari van start gegaan met het benaderen van ouders. Het staat ouders vrij om al dan niet in te gaan op het hulpaanbod. Er zijn ouders die ondanks de harde terugvorderingen van de Rijksbelastingdienst/Toeslagen het hoofd boven water hebben weten te houden en nu alleen wachten op compensatie en herstel vanuit de Rijksbelastingdienst. Maar ouders die als gevolg van deze toeslagenaffaire in grotere problemen zijn geraakt, hebben de aanvullende ondersteuning vanuit de gemeente vaak hard nodig. We realiseren ons dat ouders wantrouwend kunnen zijn naar een overheidspartij. Ook ouders die onze ondersteuning goed kunnen gebruiken. Daarom informeren we hen niet alleen direct en persoonlijk, maar geven we op verschillende manieren zichtbaarheid aan het ondersteuningsaanbod. Via lokale media heeft het college, samen met de Ombudsman Metropoolregio Amsterdam, ouders opgeroepen zich te melden. Ook op de website? wijzen we ouders op de mogelijkheid zich niet bij ons, maar bij de ombudsman of bij BOinK (Belangenvereniging Ouders in Kinderopvang) te melden. Daarnaast zet het college in op communicatie via intermediairs. Zij kunnen ouders informeren vanuit een bestaand contact en/of een vertrouwde positie. Het college heeft diverse intermediairs en organisaties in de stad gevraagd om alert te zijn op mogelijke gedupeerde ouders en hen te motiveren om zich te melden of positief te reageren op het hulpaanbod. Zij helpen bijvoorbeeld met het delen en verspreiden van sociale media berichten in hun netwerk. Aanpak ondersteuning gedupeerden De gemeente biedt gedupeerden aanvullende ondersteuning in de hersteloperatie van de Rijksbelastingdienst/Toeslagen op vijf leefgebieden: schuldhulpverlening, wonen, zorg, gezin en werk. Waar de hersteloperatie van de Rijksbelastingdienst/Toeslagen gericht is op het bieden van financiële compensatie, zijn gemeenten aan zet om ondersteuning te bieden bij de brede hulpvraag van de ouder. Dit hebben de VNG en de Rijksbelastingdienst/Toeslagen op 28 september 2020 afgesproken, na een pilot in Amsterdam, Rotterdam en Tilburg. Gemeenten hebben eind 2020 een financiële bijdrage ontvangen van het Ministerie van Financiën die bedoeld is voor de ondersteuning bij alle hulpvragen die voortkomen uit de toeslagenaffaire. Op basis van het aantal gedupeerde ouders heeft Amsterdam €890.000,- ontvangen. De begeleiding van ouders gebeurt vanuit een samenwerking tussen gemeente en de MaDi’s in de stad en is als volgt ingericht: 1 https: //www.amsterdam.nl/werk-inkomen/pak-je-kans/hulp-geldproblemen/hulp-gedupeerden- toeslagenaffaire/ Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 2 maart 2021 Pagina 3 van 6 e Het benaderen van gedupeerde ouders gebeurt door de Vroeg Eropaf Teams van de MaDi’s. Zij leggen het eerste contact telefonisch waar mogelijk, of via een brief in combinatie met deurbezoek; e Wanneer ouders aangeven dat zij gemeentelijke ondersteuning willen, bieden alle MaDi’s ‘warm casemanagement’: vaste contactpersonen en casemanagers die ouders kunnen begeleiden en ondersteunen. Op basis van de behoefte en vragen wordt hulp georganiseerd; e Eriseenescalatieplatform via een gemeentelijk Doorbraakteam. Als sprake is van zeer complexe en/of meervoudige problematiek dan kan de MaDi het Doorbraakteam inschakelen. De MaDi blijft daarbij de expertise op schuldhulpverlening bieden; e De afdeling Armoedebestrijding biedt de MaDi’s tenslotte een aanspreekpunt voor signalen, vragen en knelpunten in het proces en zaken waar ouders tegenaan kunnen lopen, zoals bij voorzieningen of bijzondere bijstand. Het gaat hierbij om het organiseren van maatwerk of voorrang met de mogelijkheid om van regels af te wijken waar dat nodig is. Het vitgangspunt is om de ondersteuning vanuit bestaande regels en voorzieningen te organiseren, waar dit kan en past. Amsterdam biedt een breed scala aan ondersteuningsmogelijkheden voor kwetsbare groepen in onze stad. Wat de aanpak voor gedupeerde ouders bijzonder maakt, is vooral de manier van benaderen en contact maken. Basisprincipes in de gezamenlijke aanpak zijn een vriendelijke bejegening, een luisterend oor en naast de ouder gaan staan. Dit is erg belangrijk voor veel ouders, die alle vertrouwen in de overheid kwijt zijn geraakt en soms zelfs ronduit getraumatiseerd zijn. De dienstverlening aan ouders moet daarom goed op orde zijn. Tot 1 februari 2021 waren 66 ouders bekend bij de MaDi’s. Nu de gemeente de gegevens van gedupeerde ouders heeft ontvangen van de Belastingdienst en daarmee grotere aantallen ouders kan bereiken en ondersteunen, hebben we de dienstverlening verstevigd. Vanaf begin februari werken de MaDi’s samen in één gespecialiseerd stedelijk team, van waaruit de vaste casemanagers opereren. Ook is er per 15 februari een nieuw telefoonnummer actief dat door dit team beheerd wordt. Zo krijgen ouders direct contact met een medewerker die begrip heeft voor hun specifieke situatie. De fysieke loketten van de MaDi’s zijn op afspraak open en bereikbaar, ook voor deze groep Amsterdammers. Op deze manier gaat het college te werk. Daarbij monitoren we doorlopend of de aanpak tegemoet komt aan de behoefte van ouders, of dat er aanpassingen nodig zijn. Ons doel is om zoveel mogelijk gedupeerde ouders te bereiken met ons ondersteuningsaanbod. En ervoor te zorgen dat ouders de draad weer op kunnen pakken. Met de voorgaande beschrijving van de wijze waarop het college het bereiken van en de ondersteuning aan ouders vorm geeft, beschouwt het college motie 14,29 van de raadsleden Taimounti, Heinhuvis en Boomsma inzake de Begroting 2021 (zichtbaarheidscampagne om gedupeerden van de toeslagenaffaire te bereiken) als afgehandeld. Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 2 maart 2021 Pagina 4 van 6 Een schone lei Voor een goede uitvoering van het principe ‘naast de ouder staan’ is het bij ouders met schulden heel belangrijk dat de schuldhulpverlener goede informatie krijgt van de Rijksbelastingdienst/Toeslagen. Wij streven naar een goed werkende driehoek van hulpverlener, persoonlijk zaakbehandelaar van de Belastingdienst en ouder. Duidelijkheid vanuit de Rijksbelastingdienst/Toeslagen over de oplossing voor ouders met schulden is essentieel om ouders te helpen om de draad weer op te kunnen pakken. Dit is ook heel belangrijk voor een goede uitvoering van ons ondersteuningsaanbod. Want zonder oplossing voor hun schulden, kunnen ouders niet verder. Met het wegstrepen van schulden door overheidsschuldeisers zijn veel ouders niet voldoende geholpen. De gemeente Amsterdam wil zijn vorderingen schrappen, maar het wegstrepen van gemeentelijke- en andere publieke vorderingen moet nadrukkelijk onderdeel uitmaken van een totaalpakket, waarin ook openstaande vorderingen van private schuldeisers worden weggenomen. Alleen dan kunnen ouders krijgen wat zij nodig hebben: een schone lei. De Tweede Kamer heeft op 11 februari jl. een amendement aangenomen van de leden Lodders en Van Weyenberg?. Daarin is geregeld dat er een afkoelingsperiode komt, een zogeheten tijdelijk moratorium. Dit biedt ouders een adempauze waarin private schuldeisers geen oude schulden kunnen innen. In deze periode van een jaar kunnen de schulden van de ouder geregeld worden. Dit amendement creëert rust op de korte termijn, maar voor definitieve duidelijkheid voor ouders is de uitwerking door de Rijksbelastingdienst/Toeslagen van een regeling voor schulden, onverminderd belangrijk. Er moet een regeling komen die uitsluit dat (al dan niet private) schuldeisers na de afkoelingsperiode met separate claims komen. Het college blijft er — ook in VNG verband — op aandringen dat het kabinet dit regelt op korte termijn. En via de NVVK denken wij actief mee over oplossingen die ouders met schulden echt kunnen helpen. Eind 2020 werd ook al duidelijk dat het bij de uitbetaling van compensatie aan mensen met schulden niet vanzelf spreekt dat zij de beschikking krijgen over dit bedrag. Naar aanleiding van een motie in de Tweede Kamer keerde de Rijksbelastingdienst/Toeslagen alle ouders die zich als gedupeerde gemeld hadden, een vergoeding van € 750 uit als genoegdoening voor het lange wachten, uit te betalen voor kerst. De staatssecretaris gaf daarbij aan dat zij in gesprek is gegaan met bewindvoerdersorganisaties om het doel en speciale karakter van deze regeling onder de aandacht te brengen.f! Daarop hebben brancheverenigingen voor bewindsvoerders en schuldhulpverleners, en het landelijk overlegorgaan voor rechters-commissaris in faillissementen (Recofa), bekend gemaakt aan hun achterban dat deze tegemoetkoming volledig terecht moet komen bij de ouder, en niet bij eventuele schuldeisers?! * https://www.tweedekamer.nl/kamerstukken/detail?id=2021202736&did=2021Do598g El https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2020/11/03/kamerbrief-over-de- hersteloperatie-kinderopvangtoeslag Bl https:/fwww.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2020/12/o4fvierde-voortgangsrapportage- kinderopvangtoeslag Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 2 maart 2021 Pagina 5 van 6 In de raadsvergadering van 16 en 17 december heeft uw raad, bij de bespreking van de Begroting 2021, motie 1430 van de leden Flentge cs. aangenomen getiteld ‘vergoeding van 750 euro inzake toeslagenaffaire’ waarin het college gevraagd wordt om: - De 75o euro die gedupeerde ouders van de toeslagenaffaire ontvangen op geen enkele manier te verrekenen met gemeentelijke uitkeringen of (kwijtschelding van) belastingen; -__Bewindvoerders, die op enigerlei wijze samenwerken met de gemeente Amsterdam erop te wijzen dat ook gedupeerde ouders in de schuldsanering deze 750 euro op hun rekening moeten krijgen. Het college heeft deze motie uitgevoerd door te onderzoeken wat we vanuit Amsterdam konden doen, in aanvulling op de acties van de staatssecretaris, om te zorgen dat gedupeerden zelf over deze ‘kerstvergoeding’ konden beschikken. We hebben hierop de volgende acties ondernomen: -__ het college heeft begin december 2020 gezorgd dat deze kerstvergoeding niet wordt verrekend met lopende uitkeringen, vooruitlopend op bericht in de Staatscourant in december 2020 met een uitbreiding van de reeds opgenomen vrijlating voor het recht op algemene bijstand in de Regeling Participatiewet, IOAW en IOAZ voor deze kerstvergoeding; -__ het college laat de kerstvergoeding, vanaf het moment van ontvangst, 4 jaar lang buiten beschouwing bij de berekening van het toegestane vermogen om in aanmerking te komen voor kwijtschelding van gemeentelijke belastingen; -_ het college heeft interne en externe organisaties voor budgetbeheer laten weten dat deze tegemoetkoming volledig terecht moet komen bij de ouder, en niet bij eventuele schuldeisers. Hiermee beschouwt het college motie 1430 van de raadsleden Flentge, Boomsma, Roosma, van Dantzig en Taimounti inzake de Begroting 2021 (vergoeding van 750 euro inzake toeslagenaffaire) als afgehandeld. Tot slot Het college spant zich in om Amsterdamse ouders zo goed mogelijk te ondersteunen in de hersteloperatie van de Rijksbelastingdienst/Toeslagen. We benaderen ouders actief en geven daarnaast zichtbaarheid aan de mogelijkheden voor ondersteuning via de intermediairs in de stad. Tegelijkertijd maken we ons zorgen over de knelpunten die er nog liggen voor ouders met schulden. Onze ondersteuning aan deze groep wordt gehinderd doordat zij nog met veel onduidelijkheid leven. Wij blijven erop aandringen dat het kabinet zorgt voor een totaaloplossing voor deze groep op een zo kort mogelijke termijn. Na het onrecht dat hen is aangedaan, is het nu Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 2 maart 2021 Pagina 6 van 6 de hoogste tijd dat zij de draad weer op kunnen pakken met een schone lei en perspectief op de toekomst. Ik hoop v hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Met vriendelijke groet, Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, Rutger Groot Wassink Wethouder Sociale Zaken Marjolein Moorman Wethouder Onderwijs, Armoede en Inburgering
Motie
6
discard
en z 4 == — je E = hail zl gt ke: EE mm nT Eet ee Gan amet rl e en Te en À er in nn a! ere ein nn ee d rd etn d amen NE AE ie EE een Vi Ei ze mnd nn e MA el ee En Es bemin HER. a GA rl ie dae ln pr: Et Es Pi Ld mr 5 ME en Shar" == tn Ee Ka EE pd Ee : = ke Per RE derkad nd Ii} ‚gn nn Mall rr tam. hi u WE mnrif B en 2 ait me = ne À bee tt a en ee ren HED en EE ren En ES IEN dine „ved EEN En Ad mt tn 5 RD in en, hen 5 gede z à mm ne Rt í jd EJ al Ee deed Ee Ji miek aa & ns WS Ed, «Pe ve zer Eee fr jar aint ETT ee en De Se \ ent md Es EE ek RE, pm ge / 4 mmm ne hat kn, Bi RE Hie ie, en Of Jt ® gaat groe 5 Er En Ne es pm nd OE zj al U Men Mr Get ener ni EN k pan a EN Ie en sj 4 ze rine Eet i  ene dT , Pp Ô (ls te pj - Ie wan Ten eN een EN j PE B Pk Ee en ed Ni En Mme mms; RE: pr Nn == PS ee Ed OE _ cn ne EN En ee de nn Ee REE SS ne EE eeen dE ad 7 ES pl nk hem mn Nt en D, Ô Zi Od > Ere EE Eli de di = ae a IE en AA ERE zie | ce tn A A 5 RP oe dk di E zi = E | EE == 5 TN N 5 Ir ee! Bred 4 rs $ end ot ae Ere 2 ans pi: A en eee RE Pa a EEE À A eN kn in DE EE, en, a red B en: la B eeen eh Te wan a En et Î e Kem je DE te Tj Nee: > Zen A apres ra Ne: ERLE a. —— en ns mm 2 == En nen N jn ri n a ek 5 jl ij RN en hai be EEn E 65 ei EE En EEEN a Er 5 Ak e t NO A Ren ier" Ee € he la Vias E 3 IN os ke a Li É k „N hen! & MN 4 he EELORR Om e Principenota Bedrijvenstrook Amstel III (concept) Ruimtelijke & programmatische opgaven voor een economisch gezonde en circulaire toekomst 15 november 2021 Ö Í re Ì zie CE | in A ee Na EE | is Ei | B BN pen er ps men Ae FE An 7 pn Be iel EN 5 Nn en al Za Eren r a Voorwoord Marieke van Doorninck: Dirk de Jager: Wethouder Ruimtelijke Ontwikkeling en Duurzaamheid: lid dagelijks bestuur stadsdeel Zuidoost o.a. portefeuilles Duur- zaamheid en circulaire Economie en Ruimtelijke Ordening In onze tijd zijn belangrijke dingen aan de hand. De toe naar een andere visie op werkgebieden in onze stad. Wat we zien is dat veel in beweging gaat komen, onder Zuidoost, waarbij de En bestaande fossiele en op groei gebaseerde economie Die visie moeten we samen, met alle stakeholders, andere door de snel veranderende digitale economie. focus juist op kansen voor gee } zal plaats maken voor een meer sociale, duurzame en maken. Door actief te handelen kunnen we dat in goede jongeren ligt. 1d Nd circulaire economie. Deze nieuwe economie vraagt om banen leiden. Denk alleen al aan nieuwe vormen van Waar de bedrijvenstrook E ruimte en die moeten we als stad creëren. Wat daarbij Onze stedelijke werkgebieden mogen wat mij betreft stadsdistributie. Niet meer ieder voor zich met een nu voornamelijk hangt j 9 belangrijk is om te realiseren is dat met de groei van de veel meer onderdeel zijn van de rest van de stad. Hier in vrachtwagen de stad in, maar hubs waar “the last mile” aan de bereikbaarheid „4 d stad er sowieso meer ruimte nodig is voor bedrijvigheid; Zuidoost, een stadsdeel wat ontworpen is op basis van zo veel mogelijk met kleine elektrische voertuigen gaat via de snelwegen en N juist voor die bedrijvigheid die de stad doet draaien. functiescheiding, kunnen we met de ontwikkelingen, of per vracht- of bakfiets. Zuidoost is daar bij uitstek “losgezongen is van de Pora Zonder bedrijven lopen processen in de stad vast. Denk zoals beschreven in deze principenota, in ruimtelijk de plek voor, vanwege zijn fantastische infrastructuur. stad'”, kan dit gebied zich aan toeleveranciers, opslag, overslag, diensten en data. -maar ook in sociaal opzicht- grote stappen zetten om de Vanuit eigenaren en ontwikkelaars merken we dat door ontwikkelen naar een veel intensiever, dynamischer Nabijheid tot die stad is en blijft daarbij heel belangrijk. westkant van het spoor met de Bijlmer en Gaasperdam er nu interesse is voor deze opgave en zien we dat en Mijn stelling is dat de leefbaarheid van onze mooie stad echt goed met elkaar te verbinden. sommige partijen de mogelijkheid hebben om schaal te duurzaam stuk stad, een trots en aantrekkelijk onderdeel zelfs voor een groot deel afhankelijk is van bedrijven die maken. Dan maken we echt serieus werk om die nieuwe van Zuidoost gelegen aan onze mooie Amstelscheg. vaak op de achtergrond Waarom nu? Dat is simpel: de timing is optimaal. Het economie vorm te geven. verzorgen dat de stad bedrijventerrein loopt goed, dit is juist de tijd om over kan draaien. Die ruimte een transitie te gaan nadenken Proactief, in plaats Ik zie echt hele grote kansen voor Zuidoost. Een krachtig En ontstaat niet vanzelf maar van achteraf proberen problemen te verhelpen. Met stadsdeel wat de wind nu ook stevig mee heeft. Het 5 y kan wel gemaakt worden de bedrijvenstrook Amstel II kan Amsterdam zelfs het is belangrijk dat ook goed wordt omgegaan met de door veel slimmer en voortouw nemen om nieuwe prototypes voor gestapelde belangen van ondernemers en huurders in het gebied. # compacter om te gaan bedrijvigheid te ontwikkelen voor de duurzame economie Ik zie namelijk ook dat we met deze ontwikkelingen met de ruimte dan we nu in de stad. Om dit proces op gang te brengen nemen we meer kansen kunnen bieden aan extra werkgelegenheid, doen. Kortom. we moeten nu een princivebesluit. endragen we op die manier ook bij aan het Masterplan | t woont, werkt en ligt a de A Zuidoost M > an de Mstelsche 9 od „Ie … Bo DEE d | [zE one en G0 Cs E B r 5 LRT rd art) Pe ) sl e®el Ii En Jo DOOL 09 POP GOSOODTOP ODIS 0 HOE" bOVDTH Eooboodnt Obec oee DO e-000 0 PIED ODO GE SE DS he B a ds NN Nel El 9 N$ = ES Kp HE ‚ B TGE | Äz Er A LEEG { K 1 principenota bedrijvenstrook Amstel Ill | 15 november 2021 principenota bedrijvenstrook Amstel III | 15 november 2021 2 Inhoudsopgave EF - . . . . Gm ng 2 1. Inleiding, aanleiding en urgentie 5 NE pe BR ey Ee En. . . Ege Sie ks Ken nn 2. Bestaande situatie 7 an: Pazz eeN en krk CE ee oe en EE nr ater a ere ES mn 2.1 Globale beschrijving bestaande situatie 7 SR A ET Nm a nn el EEN peek 2.2 Huidig bestemmingsplan 7 EE asen en Bene — EME ene nt eN ra 2.3 Beleid 9 Ri Ee B ee rr NN ee zE Tare Ei) EN en a nn zee en 3. Ambitie en opgaven voor het plangebied 11 VIIE | B Bel 3.1 Ambitie 12 OO „ 3.2 Programmatische opgave 13 IE Rn Te ef | Ne 3.3 Ruimtelijke opgave 14 Le Ee S ee ee _& eN kP NER ie za 3.4 Duurzaamheidsopgave 22 { En zet Emms | ee en 4 A ; N . . enn RN geen SN n AN : 3.5 Toekomstperspectief per deelgebied 23 ke mei ee Ei KN TE en Tm ff NN A en Ae Î EE ROR EE ET ; er , en « . . ZF ke 1 is En À 8 de hb. _Ontwikkelstrategie en proces 25 El Ee NE „1 Ontwikkelstrategie 2 nn EE - BE en A A \ 4 ‚ 9 5 Re Ed ee” 8 - . ’ 4.2 Risicoverkenning 25 Pe Mi Bd AR, 2 4 A EN 4.3 Proces 26 Û Pr en mend AND EN as DP hehehe t tl Liebe eo” kf ’ _ a ee GN Kk, 5. _ Planningen financiën 27 0 e . Sh en ee : ® \ 5.1 Planning 27 ES ne Nn Dn eek. : KS ì 5.2 Financiën 27 nn en 4 ° wd en kde se 6. Onderzoeksvragen voor vervolgfase 28 SEEN de KE Nd : % ns  JE BE Re Ae tE 17 a = 5 zi = sn . en pe en : Colofon Principenota Bedrijvenstrook Amstel III (concept) 15 november 2021 © Gemeente Amsterdam X% Gemeente % Amsterdam 3 principenota bedrijvenstrook Amstel Ill | 15 november 2021 principenota bedrijvenstrook Amstel III | 15 november 2021 4 1. Inleiding, aanleiding en urgentie De bedrijvenstrook Amstel III biedt ruimte aan veel stads- * _De omgeving verandert. De bedrijvenstrook Amstel Sr  S “e verzorgende bedrijven en is het enige grootschalige II ligt naast Bullewijk en het Paasheuvelweggebied | Ten, | à bedrijventerrein aan de Zuidoostkant van de stad. Deze welke gaan transformeren van een kantoorgebied En EN RN KA % principenota brengt de opgave, kansen, belemmerin- naar een gemengde stadswijk. Hierdoor komt aan J ll ij NEN GAN A N genen risico's voor dit gebied in kaart. Het doel van een de oostzijde een gemengd hoogstedelijk woon- en 2 MENSN NN Es 4 JN ) principenota en het bijbehorende principebesluit is om werkgebied met kantoren en 10.000 - 15.000 wonin- AE Amstelkwartier alten 5 alles afwegende te beoordelen of het wenselijk is voor de gen, en komt de bedrijvenstrook steeds meer in een : iz PN ie mk HE gemeente Amsterdam om een project te starten. stedelijke context te liggen. / Mi | L # El X N e _De markt ontwikkelt zich. Eris duidelijk een schaal- | md mn | Ze : In een principenota worden de mogelijkheden, vergroting zichtbaar met regionale distributiebe- \ en | U wenselijkheid en de richting van een ruimtelijke ontwik- drijven / bedrijfshallen van meer dan 10.000 m2. Aan == — keling in een gebied beschreven. Dit in het besef dat de de ander kant is er een menging van bedrijfsterrein- vdm el C $ grond hier in erfpacht is vitgegeven en dat transforma- en zichtbaar waar de productie juist kleiner wordt ETE 1 tie altijd in samenspraak en co-creatie zal gaan met erf- en vakmanschap is gewenst, in nabijheid van de As TE Positie in Amsterdam pachters en op het terrein gevestigde bedrijven. De tijd- woonomgeving. Bedrijvenstrook Amstel Ill zal steeds BN s El worp | shorizon hierbij is globaal tot 2050. De opgave wordt in meer een positie krijgen in de tussenschaal, waar El | | ij B lsstksks TT \ } i kaart gebracht en voor de vervolgfase worden voorstellen kleine en middelgrote bedrijven de stedelijke em 2 A neh Dn, , gedaan. Voor dit principebesluit is gekozen om een in een conglomeratie Amsterdam kunnen bedienen. Ln EN GE S/0g „0 compact stuk op hoofdlijnen aan die opdracht te voldoen. * _Erligteengrote duurzaamheidsopgave voor de stad | Heren ZN he ki en dus ook voor bedrijven. De landelijke duurzaam- ett e 7 vo Arbo DS In de volgende fase zal een project- en investerings- heidsopgave is dat in 2050 voor energie, warmte en \ ea Nieuwe Kern — fe ; S besluit worden voorbereid waarin ook de economische koeling alleen gebruik wordt gemaakt van duurzame ee, tide d î ks 4 haalbaarheid nader is onderzocht. Dit wordt dan voorge- bronnen, dat (vracht)auto's geen vieze lucht uitsto- F5 ze aj d | Ë t | 4) legd aan de gemeenteraad samen met een exploitatiebe- ten, dat er eigenlijk geen afval meer bestaat en dat k kl | ‚ | gn. l 7 groting. grondstoffen steeds opnieuw worden gebruikt. De me =y | | IE EN 45 bedrijventerreinen spelen een belangrijke rol in de IE Í kr ; £ Van Er zijn een aantal aanleidingen om op dit moment in de energietransitie. Het energieverbruik op de Beven Ei Fx 7 | net k tijd na te denken over de toekomst van de bedrijven- bedrijventerreinen is groot dus hier kan veel winst be- Ametellit sj Arenapoort 5 = ae $ strook Amstel III: haald worden. Tegelijkertijd zijn het ook de bedrijven dt Eart Ee (es e id k f EN 4. die zich vaak op een bedrijventerrein vestigen, zoals ri ek de Nn Positie in Amsterdam zuidoost * Amsterdam groeit. Eris een grote behoefte aan de installatiebedrijven en aannemers, die nodig zijn Ë nn | woningen, kantoren en bedrijfsruimte. Dit stuwt de om de transitie in de stad verder vorm te geven. Denk AE | | 1 vastgoedprijzen omhoog en veel bedrijvigheid verp- aan het isoleren van gebouwen, het installeren van FH | Ii K laatst zich daardoor steeds meer naar de randen van warmtepompen, etc. Ook zal het bedrijventerrein 108 hectare ISH | ME Im de stad en de regio. De productiebanen en laagdrem- stappen moeten zetten op het gebied van klimaatad- Amstel Il pelige ontplooiings-mogelijkheden liggen daardoor aptatie en natuurinclusiviteit. k | | _ steeds vaker buiten de stad. Voor een stukadoor of * _Enerisinteresse vanuit de markt. Ten minste één Sm ze = reparatie van je auto moet je vaker in de regio zijn. partij met aanzienlijk belang in het gebied heeft je Ln Ne Amsterdam stevent af op een tekort van minimaal aangegeven te willen investeren in het gebied, om zo Kantorenstrook | ce} 150 ha. bedrijfsruimte in 2040. Er moet met de groei bij te dragen aan een gebied waar meer bedrijvigheid Amstel III Í| iN Tr Land | juist in de stad ook meer betaalbare ruimte geboden kan plaatsvinden op een duurzame manier. Transformatiegebied! > mm | worden voor ondernemerschap en werkgelegenheid. pn a \ —… _ Gaasperdam Eén van de manieren om meer bedrijfsruimte te real- iseren is het (veel) intensiever gebruiken van | bedrijventerreinen. Het gebied rond de bedrijvenstrook is volop in ontwikkeling Positie in Amstel III 5 principenota bedrijvenstrook Amstel Ill | 15 november 2021 principenota bedrijvenstrook Amstel III | 15 november 2021 6 2. Bestaande situatie 2.1 Globale beschrijving bestaande situatie AN De bedrijvenstrook Amstel Ill is een 108 ha groot was niet van belang. Zo grenzen op verschillende plek- AN bedrijventerrein dat is ontwikkeld vanaf de jaren 60/70. ken achterkanten van loodsen aan de openbare ruimte. DE NIEUWE KERN ARENAPOORT Nr BIJLMER/ARENA Het gebied wordt aan de noordkant begrenst door de Verder zijn veel grote parkeerterreinen in de openlucht ce Burgemeester Stramanweg, aan de westkant door de A2 omheind door hekwerken. De openbare ruimte zelf is FE at ut be én de Amstelscheg, aan de Zuidkant door de Meiberg- functioneel en eenvoudig van opzet. Het gebied is sterk gn ke k AN dreef en aan de oostkant door de Holterbergweg. georiënteerd op autobereikbaarheid: rijwegen zijn royaal, Sr s AN maar vaak ontbreken trottoirs of fietspaden. MS E: AN Het terrein is volledig vitgegeven in erfpacht. Het ge- 7 ' NN bied is gericht op optimale (vracht-) autobereikbaarheid. 2.2 Huidig bestemmingsplan 8 5 A BULLEWIJK De bedrijvenstrook Amstel III staat er goed voor: schoon, In het bestemmingsplan dat onherroepelijk is geworden & à BULLEWIJK XN heel, veilig en weinig leegstand. In 2019 is gestart met het in 2015 is extra ruimte gereserveerd voor bedrijvigheid. Se s AN vergroenen van de openbare ruimte en er zijn parkeervak- Hierbij is onderbouwd wat intensivering van de huidige e k NX ken gemaakt. Er is momenteel circa 370.000 m? bvo aan bebouwing betekent ten opzichte van de omgeving. Uit 5 5, \ bedrijfsruimte. De bedrijvenstrook heeft voorname- de onderzoeken blijkt dat verdichting niet per se leidt tot tn „6 Nh lijk een stadsverzorgend karakter met veel groothandels, een toename van verkeer ten opzichte van de autonome X Re X autobranche, logistiek, datacentra, perifere detailhandel situatie. Het ziet er naar uit dat een mogelijke verdicht- 4 1e N en een aantal maakbedrijven, zoals meubelmakers, mo- ing geen onoplosbare effecten heeft op milieu aspecten " 0 N deateliers of drukkerijen. Er is weinig zware industrie. De zoals lucht en geluid. Dat moet in de volgende fase verder nn 4 N verhouding tussen bedrijfsruimte en andere economische onderzocht worden. NN 5 XN en maatschappelijke functies is 70%/30%. In het gebied onsen, E PAASHEUVEL- \ STA werken ruim 9.600 mensen. Het vigerende bestemmingsplan richt zich uitsluitend op de 8 WEGGEBIED \ het mogelijk maken van bedrijfsfuncties en voorziet dus ANSTEESGHES ® 7 EN Ne In Amstel Il zijn de afgelopen jaren veel datacenters geen verdergaande verdichting met ook andere functies À Ee k neergestreken. Amstel IIlis, net als Science Park, een dan bedrijven rond de Arenapoort (zie hoofdstuk 3). Bij / E À hyperconnectiviteitscluster. Deze hyperconnectiviteit een afwijking van het vigerende bestemmingsplan zal dus ke + ondersteunt Amsterdam om aantrekkelijk te blijven voor ook opnieuw bekeken moeten worden wat o.a. de gevol- 4 Ee AUMC techbedrijven, een belangrijke groeisector. Het blijkt ook gen voor de mobiliteit zijn in het gebied. % 2 ses een aantrekkelijke vestigingsplaats voor de medische GS bedrijven en laboratoria, een andere groeisector. De bedrijvenstrook heeft een eenvoudige functionele uit- Al straling. Bij de aanleg en bebouwing lag de focus op be- reikbaarheid en betaalbaarheid. De ruimtelijke kwaliteit Plangrens Bedrijvenstrook Amstel III Bedrijvenstrook Amstel III ee EN > Erenemoppemake 0 zo8Ha. Bedrijvenstrategie 2020 ” - r et he , Ee Be a E ES di #4 Totaal BVO 543-098 m2 BAG 01-01-2021 B an 5 ä 3 Se B : had eo EL ä Í Leegstand 4% 2017 Mae Il El Ne ke Ge È eek vi Ed nn mu en IE u u ih se nen hi he =n Werkgelegenheid 2013 - 2021 1.580 Arra 2021 En EE NN " 5 pe —rû « EE we EAS Een Typisch beeld van bebouwing en terreinen 7 principenota bedrijvenstrook Amstel Ill | 15 november 2021 principenota bedrijvenstrook Amstel III | 15 november 2021 8 2.3 Beleid Amsterdam kent veel beleid op allerlei onderwerpen. Hi- torenstrategie” (2017) en het “Kantorenplan” (2019-2024) Zuidoost waar het fijn is om te wonen en werken. Het mogelijkheden voor werk te vergroten voor inwoners uit eronder gaan we in op een aantal voor de bedrijvenstrook voor om nieuwe kantoren voornamelijk te ontwikkelen op masterplan richt zich specifiek op jongeren om hun Zuidoost, betaalbare bedrijfsruimte te realiseren voor relevante beleidsopgaven: locaties die goed bereikbaar zijn met het OV- en/of in een perspectief duurzaam te verbeteren. Ook duurzame ondernemers uit de wijk, ruimte te bieden aan gewenste gebied waar ook gewoond wordt. verbetering van de veiligheid en de leefbaarheid zijn voorzieningen en het gebied aantrekkelijker in te richten. Omgevingsvisie belangrijke ambities. De ontwikkeling van de bedrijven- De bedrijvenstrook zorgt nu al voor veel werkgelegenheid De “Omgevingsvisie 2050, een menselijke metropool” Amsterdam Duurzaam Digitaal strook kan aan deze ambities bijdragen door o.a. de voor inwoners uit Zuidoost. gaat vit van groei van de Amsterdam aan de hand van vijf Het recent vastgestelde datacenterbeleid strategische keuzes: meerkernige ontwikkeling, groeien “Amsterdam Duurzaam Digitaal (2020)” laat geen nieuwe _ _ _ ee _ _ — ki] En — ME FF Ri P 8 4 IS Rn he ON 2 he Ed 3 ke : er binnen grenzen, duurzaam en gezond bewegen, datacenters meer toe in Amstel Ill. Onder voorwaarden B hel Se pe Teef ek if ken Ee: Nies A Tennnnnn boen iin a u oi pe Si, 7 rigoureus vergroenen en samen stadmaken. zijn eventuele uitbreidingen of verplaatsingen wel / Á En lek Kn i bn An A NN 4 En En. / In de Omgevingsvisie is een belangrijke opgave om mogelijk. Ket" 3 NU REE Pe ps ne eN ed | ‚ Aen A OO am OS Ee, voldoende productieve bedrijvigheid te behouden en re- E Eb ES we he E # Í ) Kan Ao A 5 ea en PE ed B ee nl Na aliseren. De stad kiest ervoor te bouwen binnen de stads- Agenda Autoluw Fran # tk En  Ean En nT ) Ld - . …. . . U en Hens En ne Er er er + dn % ns d grenzen en dit betekent verdichten van bedrijventerrein- De agenda “Autoluw” (2020) laat zien dat de stad te 1, PSS ee an /, Ne (d ; ee zn he dek en en combineren met andere (economische) functies. De maken krijgt met grotere mobiliteitsstromen voor zowel en KL IE \ han al d Cr Pen Ei L Î Bn ë e ES h E Ee N | } ek Omgevingsvisie geeft aan dat bedrijvenstrook Amstel III goederen als personen. Tegelijkertijd vraagt de stedelijke Î | Me Me N nn | A | El OO " Ô ä E ket en Te dar ER zap 7 kansen biedt voor grootschalige intensivering met gesta- maat van Amsterdam om kleinere, lichtere en efficiënte Î F DNC 2 el La Bee ae er | ” ” . . . | ik ú Kk. he 5 re ne WE FA WEE AN % | pelde bedrijfsgebouwen, om zo meer bedrijven een plek voertuigen. De komende jaren vraagt dit om meer ON han 5 ed ge ne ne dS En dz ete a ta ie « À Î bs te bieden. Om de intensivering te stimuleren kan als ge- logische schakelpunten voor overstap en overslag, zoge- he en MRE B + ee Ee A i Edd _ En - = Ne ge NW A A / El bied specifieke oplossing een klein deel van het terrein naamde hubs. De bedrijvenstrook is in beeld als kansrijke 1 es | Wei KC Á EN E / | (grenzend aan en aanvullend op Arenapoort) op termijn locatie voor de overslag van goederen, een logistieke hub. LN De) dn er & ol ns ee ER 2 8 B, Po @ | Ln | Pae O4 N Ae En doorontwikkelen naar een gemengd stedelijk gebied. Hier Pa’ Vee N Ae | oe) Be se er A d wordt de ontwikkeling van kennisintensieve bedrijvig- Energievoorziening NT er me en nn En Er a ke rs kn fe, A ijk, mits di nT EO MN ZA CPR de K Bt heid en eventueel wonen mogelijk, mits dit geen nega- Amsterdam kent daarnaast een aantal grote opgaven die Nd kh KA EN 3 Ae en ek ea rs NN an Le hi B « ' N E k Kk er E Ne en s 5 EN “rang bj 4 = tief effect heeft op de logistieke en productieve functies afhankelijk zijn van een goed functionerende en toekom- Ki ke Ë SENS Rs Ee NS en dn kl h \ Í } in de andere delen van de bedrijvenstrook. Het toevoe- stbestendige elektriciteitsvoorziening en juist die sta- FE £ ed N he en, ë rr IC Cel A 1 Al ; Ae \ N Ee. z he A gen van wonen kan niet plaatsvinden zonder dat er eerst biele elektriciteitsvoorziening staat door de snelle groei er. Ed - a | \\ zen AL eh :: & EN en Er B pIE EN Oe _ - - Et zi ki TN EO deel ne km een verdichting met bedrijfsruimte op het bedrijventer- van Amsterdam en de toename van het energieverbruik Wi ee A ee WT Kaf ke del Pi Ì rein plaatsvindt, waarbij er per saldo meer bedrijfsruimte onder druk. Het realiseren van voldoende onderstations a ES % ee Bd \ Re, ml t f ö 5 A pn 8 0 Í ik ai Le, n ë ir komt. Het nabijgelegen ArenAPoort zal uitgroeien tot een is hierin van belang. De themastudie “Elektriciteit” (2021) ee en mn en A eN Em gr "| # grootstedelijk stadscentra met bijbehorende aantrek- laat zien dat Amsterdam 10 tot 20 nieuwe locaties voor IE f he ed ke B aegdhenee” | | | ‘ Û | EE eN enen ; kingskracht. onderstations nodig heeft en 10 tot 20 bestaande onder- 4 N | Pe Biene Je . Í | stations moet uitbreiden. Ook in Zuidoost zijn nieuwe 8 L NN er Ne a EN Ì | Stedelijk bedrijven- en kantorenbeleid onderstations nodig. hr Ek , KE L Met de bedrijvenstrategie “Amsterdam Duurzaam Pro li NE ï EN ductief” (2020) was de lijn van verdichting op bestaande Duurzaamheid Ee A 7 B in OS 4 Ï í Kn TN Í ii bedrijventerreinen al ingezet. Met de verwachte behoe- Naast bovenstaand beleid zet Amsterdam stevig in op du- | i | = \ | h fte aan bedrijfsruimte en de transformatieopgave van de urzaamheid. Hierin wordt gestuurd op duurzame energie, b Se En | bedrijventerreinen veelal binnen de ring loopt het tekort de circulaire economie, vergroening en biodiversiteit en Omgevingsvisie Amsterdam 2050 (uitsnede Amsterdam zuidoost) aan bedrijfsruimte op naar minimaal 150 hectare in 2040. klimaatadaptatie. In de Bedrijvenstrategie 2020-2030 (2020) is één van de actielijnen dan ook om voldoende bedrijfsruimte te Sociaal beleid blijven realiseren het stevig intensiveren van o.a. de In 2021 is gestart met het “Masterplan Zuidoost” met als bedrijvenstrook Amstel II. Amsterdam kiest er in de “Kan- doel een veilig, dynamisch, divers, sterk en zelfbewust g principenota bedrijvenstrook Amstel Ill | 15 november 2021 principenota bedrijvenstrook Amstel Ill | 15 november 2021 10 3. Ambitie en opgaven voor het plangebied “ E o 3.1 Ambitie EE : Voor het goed functioneren van de verdichtende stad is E: 1 5 8 de bedrijvenstrook in Zuidoost blijvend van essentieel be- he 5 5 u lang. Het bedrijventerrein is niet alleen relevant voor de ns E / we eN werkgelegenheid die het biedt, maar het vormt (samen Nd B, © LN met Westpoort) ook het “kloppend hart” van de stad. 0 STATION STRANDVLIET A @ Amsterdam groeit hard en zal dat naar verwachting ook a blijven doen. Gegeven de tekorten aan ruimte voor E bedrijven in de MRA, neemt de noodzaak voor stadsver- eN zorgende bedrijven en stadslogistiek ín de stad alleen ee maar toe. Amsterdam kiest er daarom voor om samen B IN STATION BIJLMER/ARENA met de ondernemers, het gebied gaande weg te verdi- Ne et À @O chten, te moderniseren en te verduurzamen. Door slim ke A No te schuiven en te verdichten kan er bovendien ook ruimte en ee ad \ De gemaakt worden om een belangrijke bijdrage te leveren Ke / PS Û IN ee aan de versterking van Arenapoort; dit terwijl er per saldo bg F N N ‚ meer bedrijfsruimte bijkomt dan dat er nu is. br vS Ss Pi 0 5 SNN De ambitie is een voorbeeldontwikkeling te zijn, om een 5, } AN | N A e- a} nieuwe normaal te stellen door verregaand te gaan sta- B, / A ® WEE pelen. Deze intensieve “werklocatie van de toekomst” ú Di a 5 e N doet zich niet onder voor andere (populaire) delen van B SAS AN zee eo ps de stad, is dynamisch (24/7), draagt bij aan de circulaire B en p “ N Wee Á B ed economie en biedt ruimtelijke kwaliteit in de openbare er \ ‘ À Pal KA $ ns Le ruimte en gebouwen. De bedrijvenstrook is in 2050 een ej eva N AN “ Ve $ Cg echt stuk Zuidoost, waar je graag komt en waar onderne- B „ie! Pes SEN ve ' mers duurzaam aan de slag zijn en waar er bovendien Legenda 4 PE > ee RS ® KN ie, blijvend oog is voor het bieden van kansen voor Zuidoost- s „) an es it, ATION,HOLENDRECHT ers. L_ | __Bedrijvenstrook ed te 24 A or 0 [EE] _ Woon/werkgebied Arenapoort eet B Á N N eN ° vensee | aanstructuren 7 ee 4 Nee Ke \ mn Versterking straatwanden F | _ GÒ Ld 4 meeer __ Hoofdstraten /stadslanen Ee ' ANN ENGS \ 5 Interne route logistiek en vrachtverkeer We k. ja _ WE \ te <> Plusnet fiets ee \ À se en k 4 \ <--> Mogelijke fietsverbindingen A sl ® \ (SE) Bestaande verbinding x je EN CE) Toekomstige verbinding N à ) Te onderzoeken verbinding \ Ee eee Recreatieve route DA EN en ke Bijzondere entreegebieden os menen zer | mogelijke vermindering barierrewerking A2 pe (omgevingsvisie 2050) — N 11 principenota bedrijvenstrook Amstel Ill | 15 november 2021 principenota bedrijvenstrook Amstel III | 15 november 2021 12 3.2 Programmatische opgave 3.3 Ruimtelijke opgave Amstel Ill biedt ruimte aan bedrijvigheid en PDV die goed gebruiken. Een deel van de economie verschu- Als we naar de toekomst van de bedrijvenstrook kijken zij deel van vit maakt. De aansluiting naar het centrum via (nog) niet samen gaan met wonen en geeft ruimte aan ift steeds meer naar online. Dat brengt nieuwe uitdag- zien we door de oogharen een verregaand verdicht en de Holterbergweg is ook sterk verbeterd. Deze volgende experiment en is flexibel. Er is nog veel onzeker hoe ingen mee als het gaat om distributie over de stad. Er veel bruisender gebied waar er overdag en s'avonds veel opgaven worden gesteld om bij die toekomst te komen. de “Economie van morgen” zich gaat ontwikkelen. wordt daarom ook onderzocht welke mogelijkheden activiteit is. Het gebied is beter verbonden, groener en is Daarom is het belangrijk, als stad, om voor verschil- er zijn voor een of meerdere logistieke hubs in de veel meer onderdeel van de stad en het landschap waar lende vestigingsmilieus te zorgen waar verschillen- bedrijvenstrook. Op die manier zouden goederen cen- de type bedrijvigheid goed in gedijen. De programma- traal verzameld kunnen worden en vervolgens op een tische ambitie voor 2050 is om in het gebied minimaal schone manier uitgeleverd kunnen worden (last mile- 1,5 keer zoveel m2 bedrijfsruimte te hebben als er nu oplossingen) aanwezig is. Door ook een aantal aanvullende functies man zoals kantoren en andere economische en maatschap- Juist in Amsterdam Zuidoost waar er behoefte is aan S NN pelijke functies aan het gebied toe te voegen, wordt banen voor praktisch opgeleide mensen zijn veel NN het gebied een echt onderdeel van de stad. De huid- bedrijven in de bedrijvenstrook Amstel III nu al St ige verhouding van 70% bedrijvigheid en 30% aan an- belangrijke werkgevers. Uitgangspunt voor deze 4 \ EN dere economische/maatschappelijke functies mag bij ontwikkeling is dan ook dat de zittende ondernemers 1} ve deze verdichtingsopgave verschuiven, maar de bedri- in het gebied kunnen blijven. Maar de strook kan hier ij / att A\\ jvenfunctie blijft voor grote delen van het gebied dom- nog meer waarde toevoegen. Er ligt een opgave om on k AN inant. Uitzondering hierbij is het gebied aangrenzend de bedrijfsruimte betaalbaar te houden en om ruimte 1) On à N N aan ArenApoort. De aanvullende functies moeten een te bieden aan de lokale economie van Zuidoost (1Zui- Kk Hf Pl \N meerwaarde bieden aan de bedrijfsactiviteiten en/of doost). De verwachting is dat er minimaal een verdub- Bi Ie Ô kh het bedrijventerrein. Bij slopen van bestaande bedri- beling van het aantal arbeidsplaatsen gaat plaatsvin- Tm l \ jfsruimte en het realiseren van het aanvullende pro- den (van 9.600 naar 20.000 arbeidsplaatsen). nl / K ed À gramma moet ook telkens minimaal 150% aan bedri- 4 a \ NN jfsprogramma worden teruggebracht of ontwikkeld. In de verdichtende stad zien we dat de claim op de , $ \ Voor het deelgebied grenzend aan ArenaPoort (deel- ruimte steeds groter wordt. Tegelijkertijd moet de stad W/ N gebied A op de kaart) geldt een andere programmer- ook ruimte blijven bieden voor allerlei zaken die ook di al AN ing. Hier wordt de ontwikkeling van kennisintensieve meekomen met die groei. De bedrijvenstrook is een : / 5 DP N bedrijvigheid en eventueel wonen mogelijk, mits dit logische plek om te onderzoeken of grote // In h. \N geen negatief ruimtevragers, zoals bijvoorbeeld een onderstation, / Pee \ effect heeft op de logistieke en productieve functies in te passen zijn in ontwikkelingen in het gebied. In de Î ) lee \ in de andere delen van de bedrijvenstrook. Het bieden traditie van Zuidoost kunnen hier bijzondere objecten É/ „ \ van ruimte voor Artificial Intelligence, gezien de van worden gemaakt. hk / Xt ligging aan de AMS-IX, lijkt hier kansrijk. Het Jy We A toevoegen van wonen kan niet plaatsvinden zonder Ook ruimte voor de ondergrond is belangrijk. Er ligt Ee \\ dat er eerst een verdichting met bedrijfsruimte op het een kans in het versterken van de uitstekende da- NN bedrijventerrein plaatsvindt, waarbij er per saldo meer ta-infrastructuur en het verder uitbreiden van het \ bedrijfsruimte komt. warmtenetwerk. Om dit samen op te pakken met an- N \ dere opgaves in het gebied, zoals waterberging, kan AN In de groeiende stad, is het steeds belangrijker om aangesloten worden op de integrale ontwerpmethode AN met name te zorgen voor ruimte voor bedrijven die Openbare Ruimte die door de gemeente is ontwik- NN stadsverzorgend zijn en waarvoor het belangrijk is om keld. De deelgebieden verschillen onderling sterk. 45 dicht bij hun klanten in de stad zitten. Denk daarbij Paragraaf 3.5 schetst per deelgebied een toekomst- aan loodgieters en monteurs. Ook bedrijven die perspectief vanaf een indicatief programma per deel- Amstelscheg rolt vit en bindt zich beter met de stad kunnen helpen bij de energietransitie kan de stad gebied. {LS ÍJ_ verdichting Holterbergweg Uitrol Amstelscheg Invloed Arenapoort & Alll 13 principenota bedrijvenstrook Amstel Ill | 15 november 2021 principenota bedrijvenstrook Amstel III | 15 november 2021 14 Bereikbaarheid versterken en complementeren Betere verbindingen met de omgeving In deze principenota blijft de bereikbaarheid over de weg Aanvullend is het verbeteren van de bereikbaarheid per In ruimtelijk opzicht is de bedrijvenstrook nu een naar oostkant vormt de bedrijvenstrook bovendien een bar- nog altijd een belangrijke prioriteit. Er worden bovendien bus een belangrijk vitgangspunt. Hierin wordt gezocht binnen gericht gebied en uitsluitend gericht op de om- rière naar de Amstelscheg. Door het verplaatsen van de kansen gezien om de Lemelerbergweg en Snijdersberg- naar de mogelijkheid om de bestaande buslijnen over de liggende snelwegen. Dat het gebied aan een van de moo- bestaande busroutes naar de Holterbergweg ontstaat er weg te verbinden en tegelijk vrachtverkeer van de Holter- Holterbergweg te laten lopen. Dit is in lijn met de ambitie iste landschappen van de Metropoolregio ligt of hoort bij ook een evenwichtige spreiding van het OV. bergweg af te halen. Dit zal in een vervolgfase nader om van de Hondsrugweg een parkstrook te maken. het bruisende Amsterdam Zuidoost wordt niet ervaren. onderzocht moeten worden. Voor de toekomstige gemengde woon/werkwijk aan de AS AN Ee Nea KE me KN Ne it " SN 5 SN NS [EZ __« AMSTERDAM AN Ô ne \ C\\\, * ZAANSTAD 5, k AN Sn \ S NEN BIJLMER CENTRAAL / E Ne ne \ NN . ï ih - an e Wen | LOO) sharión surMerRARENA | * METRO | ia ni Í js | De Nt | ne al 5 OON en. O E / IJ Ne ! 5 2 AN A \ …\ ie Pe A ee / PON N ES eN Ee An GE / == B / N NAK 5 ’ e ENA “ ( Á D AA zá Le Ng \ en iN AAS e / N C EN < Rn ee ZN Dy SPA \ Nh \ EEn Ne N ee 2E \\ k \ SN en \ je ef \ A Peron BULLEWIJK \ \5 EN, B \ en BULLEWIJK bie N NX Ee 5 AN Ae \ Seen NS a \ ï \ A AN B v \ \ 5 s — Nr B Fr NN | N \ ih Dl \ \A \ Nn N Ni / \ N «ALMERE VA N B A N \ NN B - GRONINGEN ke NA. ‘ 1 Ne ENDE NET » HENGELO \ \N 5 EE Ay we A9 AA \ nn Ne Son A \ es \ NA Nr 2 ES \ EN \ NA À À ZN x \ Ns en if Ak EN Ee | : dl Ni Se \ ee AN \ NN AN EN \ \\ IS n Sk \ \ AN 5 / RN ‘ \ Ns Se Ee zi NN Se he NN 2, / eN \ \ \ \N eN \ | AN SN \ 8, / Á Neede \ \ NE n 5 Ee te k N eN A Es Ë %, / 8 B hire En N A Mi be \ ZAAN EET 5 N NS AP ZA ( IN eN En | zi \ % 5 de (MID) STATION HOLENDRECHT \ IN lf \ STATION HOLENDRECHT 1 9 hi \ et 5 Ok el | \ IA \ N Í pj Tr “e TREIN il À DS \ : CK AN St / NN 8 aus NN \ N22 BN \ * METRO \ NO “ Ne / DAN \ AK \ kN BE / NIA N \ ke os 7 bn KOPPELING LEMELERBERGWEG 7 NA ed 4 He SNIJDERSBERGWEG AN effe NN % 5 \ \ Ke N An AN IN \ AN Ô S AN | JONS \ N en nn NZ\ A EN Ô \ | EE : Ne TS AN \ « AMSTELVEEN Dn \N h\ \ \ * SCHIPHOL Ee \Ne#) | NN A * HAARLEM NN i J \_N __N \ A Hi AN NN Kaart Automobiliteit OV-netwerk (em) Doorsteek Lemelerbergweg el bergweg 24 Aansluiting rijkswegen nn Buslijnen © Toekomstige bushalte LA Bereikcirkel bus & metro (300 m.) II Te onderzoeken verbinding Holter- | Hoofdontsluitingsweg DD Interne route vrachtverkeer mm» Verlegging buslijn Holterbergweg © Bestaande bushalte “TET Bereikcirkel trein (6oo m.) 15 principenota bedrijvenstrook Amstel Ill | 15 november 2021 principenota bedrijvenstrook Amstel III | 15 november 2021 16 Ee El es one ee, 5 za Sk ge Ne d Ee ; 2 en, & %, oo e „Le A er ps ech he ie Er 5 Ee F Be Ds \\À gE Es os Pd we Ee „en Zed ein Ns _e t Dof Od hi rt A A ed … k er Nh OUDERKERKERPLAS s A A N N Fietsnetwerk Amstel IIl met kansen voor nieuwe verbindingen Bestaand grid van Amstel IIl (2020) mm) Bestaande overbrugging/tunnel em) Toekomstige overbrugging/tunnel Ge) Mogelijke overbrugging{tunnel een Laanstructuren LT] Buurten en Belangrijke buurt- wijkrand <> Plusnet fiets «>» Toekomstige fietsverbindingen <d---)p Mogelijke fietsverbindingen Fietsbereikbaarheid Beter aansluiten op het stedelijk grid Amsterdam wil echter ook een stad zijn waar de fiets, In het gebied liggen er diverse kansen om fiets- en voet- Waar elders in de stad wegen en straten juist overgan- stadsstraat, die goed oversteekbaar is, waar ruimte is lopen en OV voor de hand liggende keuzes zijn. gangersverbindingen toe te voegen. Ook kunnen er gen vormen tussen bijvoorbeeld buurten, vormen de om- voor langzaam verkeer en aantrekkelijke voorkanten van Hoewel bedrijventerreinen als deze het nu nog moeten recreatieve routes worden toegevoegd richting de Am- liggende wegen rond het bedrijventerrein nu op ver- gebouwen zijn. Zo wordt de bedrijvenstrook al veel meer hebben van goede autobereikbaarheid, wordt de bereik- stelscheg waardoor het landschap ook voor de bewoners schillende punten fysieke en mentale barrières. De een samenhangend gebied met de stedelijke omgeving. baarheid per fiets, lopend of per bus ook steeds van zuidoost steeds dichterbij komt liggen. Holterbergweg is daarbij door de intensieve verkeers- De Hoogoorddreef, de Karspeldreef en Meibergdreef vor- belangrijker. Er zullen steeds meer werknemers en be- functie op dit moment zo’n barrière. De weg is moeilijk men op de schaal van Zuidoost in de oostwestrichting de zoekers zijn die een bestemming in het gebied hebben, oversteekbaar en heeft nu geen voorkanten van gebou- belangrijkste koppelingen. Dit zijn nu nog vooral auto- die niet beschikken over een auto of per OV willen reizen. wen naar de weg gericht. De ambitie is om de Holter- verbindingen maar in de toekomst zullen deze met de te Zeker wanneer het aandeel stedelijke functies zal toene- berweg op termijn om te vormen tot een verbindende verwachten groei van Zuidoost steeds meer transforme- men. 17 principenota bedrijvenstrook Amstel Ill | 15 november 2021 principenota bedrijvenstrook Amstel III | 15 november 2021 18 \\ “NE ee Ke ZN St Á CC 8 Pp - A e - Jes il H kr im iN | Ì | 5 el Eid ei NA A Se ne, Ra WINN . A NN „7 sE en = NS Dn | =d bas; el wet N N \ PA en En ie LE eG \ ss iN EEK „ - aak EE nr Te ha 4 mn, er Mi ai EN \ Zn if 5 Ek 5 A k 4 „Ì 7 ge B kh B s ’ De ian ee en in DA \\N DS PN, e En af \ z 5 5 es Dn En gp \ ke Huidige situatie langs de Holterbergweg A, he ( kh FE Ne B. A 5 CRN E dT Ag Ie EN DO et AA 1 Á,) Ig Tj ns Kk vs IL AO Ü r Mogelijk beeld toekomstig grid er ham TS WE er AL del alm ij 8 m 5 is dere gn pi nn | | Hen A , ml WET | Ei |W E | dh en (1/1 Versterking straatwanden nl Aanheling hoofdstr. / stadslanen ee se ee El h CI ee En u ren naar stedelijke straten of -lanen. Er ligt een verschillende delen van het terrein tamelijk grofmazig. gn ing he belangrijke kans om deze ontwikkeling door te zetten op In een nieuwe stedenbouwkundige opzet ligt het voor de ar het bedrijventerrein. Dit betekent onder meer iets voor hand om waar de mogelijkheden zich voordoen, het grid / AN het positioneren en programmeren van gebouwen aan fijnmaziger te maken. Hierdoor ontstaan enerzijds meer deze straten. Een gekoppelde Lemelerberweg-Snijder- mogelijkheden om meer bedrijven een adres aan een De Holterbergweg als aantrekkelijke laan zal de verschillende deelgebieden binnen Amstel Ill aan elkaar hechten. bergweg kan als nieuwe attractieve (groene) straat bin- straat te geven, maar anderzijds ontstaan hierdoor ook nen het bedrijventerrein gaan fungeren. In aanvulling hi- meer routes voor met name langzaam verkeer. Het ste- Verdichten met meer kwaliteit erop liggen er kansen om voor nieuwe verbindingen delijk grid sluit op die manier ook duidelijker aan op de Door verdichting op terreinen en door in te zetten op bedrijventerrein ontstaan. Het is daarbij logisch om ook tussen de bedrijvenstrook en de toekomstige gemengde stedelijke omgeving. Nader te onderzoeken verbindingen meer gestapelde bedrijfsgebouwen, in combinatie met meer te gaan sturen op de gewenste kwaliteit van de woon- en werkwijk aan de oostkant van de Holterberg- kunnen zijn de koppeling Karspeldreef/Hessenbergweg een menging met andere stedelijke functies, zal er in de (nieuwe) gebouwen. weg. Het stedelijk grid van de bedrijvenstrook is, waar- met Lemelerwegweg (1) of de koppeling Paasheuvelweg- loop van de tijd een veel stedelijker beeld van het schijnlijk door de pragmatische manier van uitgeven, in Stekkenbergweg (2). 19 principenota bedrijvenstrook Amstel Ill | 15 november 2021 principenota bedrijvenstrook Amstel Ill | 15 november 2021 20 3.4 Duurzaamheidsopgave Amsterdam gebruikt de zogenoemde Donut Economie op het gebruik van restwarmte van de aanwezige om de duurzaamheidsopgave verder vorm te geven. bedrijven waaronder datacenters. Voor het overige deel 3 De Donut Economie is een model waarbij economische wordt gebruik gemaakt van duurzame bronnen. ee welvaartsgroei kan plaatsvinden zonder dat ecologische k we grenzen overschreden worden. Simpel gezegd is het doel Klimaatadaptie s Re we om de behoefte van iedereen te realiseren binnen de De bedrijvenstrook moet ook zoveel mogelijk %, Be Da draagkracht van de Aarde. klimaatbestendig worden, waarbij voldoende regenwater EA %, get î nk vastgehouden, hergebruikt en anders vertraagd C \ Net” Pa De Het vitgangspunt van de Donut Economie is dat door afgevoerd wordt. Ook wordt het gebied beter bestand \ 2 Ne, 5 0 N ht dingen te doen en uit te proberen, stappen gezet kunnen tegen hitte, droogte en de gevolgen van eventuele ve A At À eN Sears ee, worden naar een sociaal en ecologisch betere overstromingen. 8 % Nate N ze samenleving. Bedrijventerreinen zijn in de circulaire Ë 5 % 4 À economie onmisbaar. Samen met de stakeholders Voor het gebied streven we naar een groene en \ va id moeten we gaan experimenten om zo een beeld te natuurinclusieve invulling. Dit zorgt mede voor een \ ie En de A krijgen op welke manier er een aantoonbare bijdrage gezonde en prettige verblijfssfeer, zowel voor mens als en dan se à, b AN kan worden geleverd aan de ecologische en sociale dier. re be doelstellingen. Voor dit gebied ligt voor de hand om te v// % ve ER kijken naar de rol van de recycling- en maakindustrie en Flexibel bouwen An & 8 Ne R, stadslogistiek op het terrein en de uitbreiding hiervan en We zien steeds sneller verschuivingen in de economie. K NS het circulair bouwen en gebruiken van de gebouwen. De toekomstige behoeften worden daarmee ook A Se steeds minder makkelijk te voorspellen. Om hierop % Circulair: bouwen, materialen en gebruik te anticiperen moet de nieuwe bebouwing in de De strategie “Amsterdam Circulair” voorziet dat in 2030 bedrijvenstrook zo veel mogelijk flexibel van opzet zijn en N\ 50% van de primaire materialen hergebruikt worden en in de tijd ruimte bieden voor uiteenlopende bedrijven en \ wil in 2050 een circulaire stad zijn waarin waardevolle andere (ondergeschikte) functies. materialen en grondstoffen hergebruikt worden in plaats En van afval zijn. Dit is al van toepassing bij het ontwerp, de bouw en zeker bij het gebruik. De ontwikkeling van de / recycling- en maakindustrie creëert grote kansen voor | werkgelegenheid. Structuurkaart duurzaamheid en ecologie Duurzame mobiliteit Auto- en vrachtverkeer wordt steeds verder eveveee __ [aanstructuren EE Hoofdgroen netwerk Ecologische verbinding “geëlektrificeerd” en zwaar verkeer moet worden vermeden. De bedrijvenstrook Amstel Ill is uitermate Sterkere groen/blauwe verbindingen goed gesitueerd voor de functie van stadsdistributie, met De Molenwetering en de groenzone langs de A2 vormen bied en de biodiversiteit te vergroten. Dit komt niet alleen innovatieve concepten en schone logistieke bedrijvigheid. de belangrijkste landschappelijke structuren. Deze kun- de biodiversiteit ten goede maar het zorgt ook voor meer Slimme (schone) logistiek hoort bij een bedrijventerrein nen nog meer natuurlijke en recreatieve waarde ruimte voor klimaat adaptieve maatregelen en recreatie. van de toekomst. krijgen. Door deze te koppelen met andere landschappeli- De ambitie is om op deze plek de stad beter met het land- jke structuren in de verschillende windrichtingen ontstaat schap te verbinden door de barriërevorming van de A2 te Duurzame energie en aardgasvrij een groen raamwerk op de schaal van Zuidoost. Ook verminderen. Op dat moment wordt het landschap van de De ontwikkeling van de bedrijvenstrook dient te voorzien liggen er, bij herontwikkeling van (deel-) gebieden, kans- Amstelscheg pas echt goed bereikbaar en toegankelijk. in de maximale benutting van energie opwekking die op en om ook meer groen toe te voegen tussen in het ge- het bedrijventerrein plaatsvindt. Dat wil zeggen inzetten 21 principenota bedrijvenstrook Amstel Ill | 15 november 2021 principenota bedrijvenstrook Amstel III | 15 november 2021 22 3.5 Toekomstperspectief per deelgebied In de bedrijvenstrook onderscheiden we verschillende Ontwikkelingen in de autobranche zorgen ervoor dat er PS N À 5) deelgebieden die allen hun eigen dynamiek kennen. slimmer gebruik kan worden gemaakt van de ruimte en er \ 2021 © E ruimte vrijkomt voor de circulaire economie. Hier zou in Deelgebied 1 Holterbergweg AN 2030 het eerste mobiliteitswarenhuis kunnen staan waar mm Bedrijven mm vooreen De Holterbergweg is de entree van de bedrijvenstrook en | verschillende automerken in een gestapeld bedrijfs- mm Kantoren Overig ontwikkelt zich in de toekomst gaandeweg naar een stad- A‘ \ gebouw services verlenen. TA Datacenters slaan. Het deelgebied wat direct grenst aan de Holter- dé Programma verdeling deelgebied 4 bergweg zorgt voor een natuurlijke overgang tussen Are- ma Bedrijven en worn NN DN napoort en de woonwerkwijk Amstel III, en de circulaire mmm Kantoren == Voorzieningen BR 207 2050 Deelgebied 5: Muntbergweg werkgebieden aan de westzijde langs de A2. De betaal- El Datacenters © \q Door de toenemende dichtheid en komst van bewoners bare bedrijfshallen aan de zuidkant van dit deelgebied Programma verdeling deelgebied 1 N in het gebied kan ook de Muntbergweg doorgroeien naar vullen zich met stadsdistributie en andere stadsverzor- _ enen MM Datacenters een stadsstraat met levendige functies in de plint. De lig- gende services. Deelgebied 2: Strook Noord langs de A2 ging nabij het innovatiedistrict rond het AMC zorgt ervoor In 2020 heeft dit gebied al het eerste gestapelde Programma verdeling deelgebied 2 dat ook gerelateerde bedrijfsfuncties zich hier vestigen. Aan de noordkant ontwikkelt hier in de toekomst een ge- bedrijfsgebouw voor stadsdistributie en dit gaat zich ver- Ook deze plek levert met een logistieke hub een bied met kennisintensieve bedrijvigheid en wonen aan- der uitbreiden waardoor dit gebied een belangrijke rol Deelgebied 3: Laarderhoogtweg belangrijke bijdrage aan de toelevering van goederen aan vullend op ArenApoort. Functiemenging en een hoge di- krijgt in de bevoorrading van de stad. Geen groot- Publieksvoorzieningen en grote datacenters wisselen de stad en zorgt ervoor dat de stad goed functioneert. chtheid zijn hier logisch vanwege de afstand tot het schalige distributiecentra, maar stadshubs waar elkaar af in dit gebied. De bedrijvenstrook blijft ook in de treinstation, de metro en de nieuwe woonwerkwijken verschillende bedrijven gebruik maken van de loading toekomst een belangrijk hyper-connectiviteitscluster voor ArenApoort en Amstel III. docks, met vrachtwagens aankomen en met volle de metropoolregio Amsterdam. De publieke s Al elektrische busjes of fietsen naar de eindgebruiker ver- voorzieningen in de plint van de gebouwen of in los- 2021 { 2050 trekken. Het delen van faciliteiten is normaal geworden. staande gebouwen zorgen tezamen met vestigingen voor \ creatieve industrie die direct van de hyperconnectiviteit mm Bedrijven mm Soort gebruik kunnen maken voor een aantrekkelijke entree in mmm Kantoren == Perifere detailhandel Zuidoost langs de Ag. A Datacenters Programma verdeling deelgebied 5 ei „== ===> Holterbergweg (- ) O mm Bedrijven EA Datacenters Strook noord langs de A2 « —” mm Kantoren Voorzieningen „7 => Laarderhoogtweg Programma verdeling deelgebied 3 24 Deelgebied 4: Strook Zuid langs de A2 Amsterdammers weten deze locatie te vinden voor al hun za en se bouw, woon en klusplannen. Wanneer je je huis wil verdu- urzamen is dit de plek om je te oriënteren op de verschil- REN lend mogelijkheden en met virtual reality je verbouwplannen werkelijkheid zien worden. En op maat kan met 3D-printing ter plekke je specifieke product ge- maakt worden. Naast het kopen van nieuwe producten, AN kan je hier ook je producten laten repareren. Het gebied verdicht en wordt levendiger doordat er veel meer te Deelgebieden bedrijvenstrook doen is. 23 principenota bedrijvenstrook Amstel Ill | 15 november 2021 principenota bedrijvenstrook Amstel III | 15 november 2021 24 4. Ontwikkelstrategie en proces 4.1 Ontwikkelstrategie Investeringen in infrastructuur Consultatie, participatie en communicatie Gezien de grootte van het plangebied en de dynamiek afspraken zullen verschillende exit-momenten worden De plannen vragen ingrijpende aanpassingen of In september 2021 is er met een aantal stakeholders in de verschillende deelgebieden zal de ontwikkeling afgesproken. Dit zijn momenten wanneer een van verzwaringen van de infrastructuur zoals het aanpakken waaronder ZuidOostCity, Wooden City, BOVAG, Dutch gefaseerd plaatsvinden. Na het vaststellen van de beide partijen vit de ontwikkeling kunnen stappen. van de Holterbergweg of het realiseren van een Data Association en één van de eigenaren binnen het principenota wordt er gestart met het opstellen van Een daarvan is bijvoorbeeld als de ontwikkelaar onderstation. In de privaatrechtelijke afspraken wordt PDV-cluster, gesproken over het voornemen om hierte een projectnota voor deelgebied 1 & 3. Er wordt in zich niet aan de voorwaarde houdt om voldoende opgenomen dat de initiatiefnemer hier ruimte en budget starten met een gebiedsontwikkeling. In de gesprekken samenwerking met de marktpartijen die grote posities gestapelde bedrijfsruimte te realiseren. voor moet reserveren. is kort het toekomstbeeld dat de gemeente heeft op het hebben in beide gebieden gestart met het maken gebied geschetst waar de omgevingsvisie “Een Menselijke van een ruimtelijk raamwerk dat in de projectnota In deelgebied 3 is al enkele jaren geleden gestart met Volatiliteit markt Metropool” een belangrijk vitgangspunt voor is. Ook zijn opgenomen wordt. De relatie met de rest van het de ontwikkeling van een datacenter en Er liggen kansen om in het noordelijke deel een de eerste ideeën van de marktpartij voor deelgebied 1 bedrijventerrein zal hierin een belangrijk onderdeel maatschappelijke voorzieningen door Equinix. Dit techcluster te realiseren. De techwereld is echter gedeeld. zijn. Om goed aan te sluiten op de dynamiek van project wordt voortgezet en ingebed in het ruimtelijk behoorlijk volatiel. In de fase van de projectnota zal het transformatieproces is de verwachting dat delen raamwerk. Andere deelgebieden zullen in principe dan ook samen met de initiatiefnemer gewerkt worden Dit leverde de volgende input op voor de volgende van het project op korte termijn in uitvoering kunnen na deelgebied 1 en 3 aan de orde komen. Indien aan een toekomstbestendig model waarin flexibiliteit, projectfase: worden genomen door marktpartijen, terwijl er nog een marktpartij vit deelgebied 2, 4 of 5 met een functiemenging en fasering een belangrijke rol spelen e _Hetidee om het bedrijventerrein te verduurzamen te geen investeringsbesluit genomen is. In de vervolgfase initiatief komt, zal het projectteam beoordelen of verdichten is positief ontvangen zal onderzocht worden op welke manier dit past in de een uitzondering op dit vitgangspunt van toepassing Verregaande samenwerking met één partij. * _ Hierbij wordt wel gezegd dat het belangrijk is om in plaberum systematiek. Evt. kan er voor worden is. Verdichtingsplannen voor bedrijfsruimte binnen De gemeente kiest voor de 1e fase voor een verregaande de vervolgfase de hoge ambities die de gemeente gekozen om alsnog de project- en investeringsbesluit bestemmingsplan blijven gewoon mogelijk. samenwerking met één partij waarbij een groot deel van heeft te toetsen op haalbaarheid te combineren. het werk door de initiatiefnemer uitgewerkt gaat worden. * Het betrekken van de ondernemers in het gebied bij In Amstel II is al ruime ervaring opgedaan met de 4.2 Risicoverkenning Dit vraagt extra aandacht voor het democratisch proces. de plannen is een ander belangrijk aandachtspunt transformatie van bestaand verstedelijkt gebied. Hier De risicoverkenning richt zich op deelgebied 1 Een maatregel kan zijn om het ontwerp-omgevingsplan * Inde planvorming moet daarbij aandacht zijn voor wordt getransformeerd in een situatie waarbij alle aangezien hier in de volgende fase gestart wordt. Een samen met het investeringsbesluit te laten vaststellen. fasering en betaalbaarheid voor stadsverzorgende gronden reeds in erfpacht zijn vitgegeven. Er worden globale en voorlopige verkenning levert het volgende bedrijvigheid waarbij bestaande ondernemers zich in overeenkomsten (afsprakenbrieven) gesloten met de beeld op: Beperkte beschikbaarheid energie het gebied kunnen herhuisvesten. erfpachters om tot transformatie te komen van een Door de snelle groei en verduurzaming is er krapte op monofunctioneel programma naar een gemengd pro- Programma het elektriciteitsnet in de regio en kan in sommige delen In deelgebied 1 zal er in co-creatie met de markt gramma. In Amstel Ill wordt het bewijs geleverd dat De aandacht van de initiatiefnemer kan zich richten de energievoorziening niet gegarandeerd worden. aan de verder planvorming gewerkt worden. Ook de gemeente en markt samen kunnen optrekken en in op de kantoren en woningen in de ontwikkeling, Er zal vroegtijdig in beeld worden gebracht wat de andere stakeholders in het gebied zoals erfpachters, korte tijd tot een kwalitatieve hoogwaardige ontwik- de bedrijfsruimte wordt niet gerealiseerd. Om energievraag is voor het programma en op welke manier bedrijfseigenaren en bewoners zullen ook de gelegenheid keling en grote bouwproductie kunnen komen. dit te voorkomen zal er een volgordelijkheid hierin voorzien wordt. Het uitgangspunt is natuurlijk om krijgen hun wensen en aandachtspunten voor de Daarbij wordt het leeuwendeel van de investeringen worden afgesproken in de contracten wat betreft de energievraag zo klein mogelijk te houden door o.a. toekomst van het gebied in te brengen. Uitgangspunt is door de markt gedaan. Dat maakt dat de marktparti- planontwikkeling. Dus eerst de bedrijfsruimte, daarna isolatie, innovatieve technieken etc. dat de zittende ondernemers zich kunnen herhuisvesten jen ook het tempo bepalen waarin de ontwikkelingen de woningen en kantoren. Dit sluit ook aan bij de op het bedrijventerrein. Aandachtspunt is wel dat plaatsvinden, de gemeente is daar volgend in. schuifpuzzel om in het gebied gevestigde bedrijven te 4.3 Proces het initiatief niet bij de gemeente ligt, maar bij de Deze situatie dient zich nu ook aan in Deelgebied 1 behouden. Ook moet er in de fase van de projectnota Bestuurlijk opdrachtgever is wethouder voor de marktpartijen met grondpositie in het gebied die van het bedrijventerrein Amstel II. Eén partij (Wooden een flexibel ruimtelijk raamwerk worden ontwikkeld Ruimtelijke Ordening namens het college van bereid zijn te investeren. De gemeente is kaderstellend, City) heeft een grondpositie weten te verwerven waar ontwikkelingen aan getoetst worden. B&W. Ambtelijk verantwoordelijk is in de huidige toetsend aan dat kader en verantwoordelijk voor een ter grootte van 30 hectare. De intentie is om met verkenningsfase de directeur Ruimte en Duurzaamheid. goede ruimtelijke ordening. deze partij een afsprakenbrief af te sluiten voor de Schaalgrootte Na het nemen van het principebesluit gaat het transformatie van dit gebied. Wooden City zal daarbij Door de schaalgrootte, dynamiek en belangen die opdrachtgeverschap over naar de directeur Grond en In het proces zal de gemeente informeren, communiceren verantwoordelijk gehouden worden voor het opstellen spelen in het project kan de druk op de gemeente Ontwikkeling. Verantwoordelijk voor de dagelijkse en inspireren. Een goede communicatie over het van een ruimtelijk raamwerk, die in samenspraak worden opgevoerd. Het ontwikkelen van een gebied aansturing van het project is de projectmanager planproces en de planning is belangrijk om de met het projectteam van de gemeente zal worden van 30 ha in samenwerking met de markt vraagt ste- bedrijvenstrook Amstel Ill, die wordt bijgestaan door verwachtingen van partijen realistisch te houden. opgesteld. Ook zullen de benodigde onderzoeken vig opdrachtgeverschap en een team dat bij de opgave een projectteam waarin alle relevante sectoren zijn door de initiatiefnemer worden uitgevoerd. Bij de past. vertegenwoordigd. 25 principenota bedrijvenstrook Amstel Ill | 15 november 2021 principenota bedrijvenstrook Amstel III | 15 november 2021 26 5. Planning en financiën 6. Onderzoeksvragen voor vervolgfase 5.1 Planning Met het nemen van een principebesluit over de In financiële zin is de tijdshorizon voor deze ontwikkeling In dit hoofdstuk worden de onderzoeksvragen benoemd napoort verbeterd worden? gebiedsontwikkeling wordt de verkenningsfase in eerste instantie 10 jaar. In deze periode zullen grote die voor het opstellen van een projectnota voor deel- e _ Welke milieuzones liggen op het gebied? afgesloten. Gezien de grootte van het gebied en de stappen gezet kunnen worden in deelgebied 1 en 3. De gebied 183 relevant zijn. De andere deelgebieden zul- * _Hoe gaan we om met geluidshinder er windklimaat? verschillende dynamieken per deelgebied zal het financiële verkenning beperkt zich dan ook tot deze len in een latere fase volgen. Echter is het al wel relevant e _Met welke trends in mobiliteit moeten we in het totale gebied gefaseerd ontwikkeld worden. Er wordt twee deelgebieden. Een eventuele verkeerskundige om voor deelgebied 4&5 te gaan onderzoeken welke rol ontwerp van de openbare ruimte rekening houden? gestart met deelgebied 1 & 3 met het onderzoek naar afwaardering en ruimtelijke opwaardering van de de overheid wil gaan spelen bij het realiseren van een lo- e Een visie op (de gevels en) het daklandschap, hoe de haalbaarheid. In de projectnota wordt onder meer Az valt niet binnen deze periode van 10 jaar, maar gistieke hub. Dit onderzoek wordt parallel aan het opstel- verhouden de verschillende ruimtevragers op het dak de gewenste ruimtelijke structuur van het gebied is een vergezicht voor 2050, overgenomen uit de len van de projectnota opgestart. (zonnepanelen, waterberging, georganiseerde sport vastgelegd en de verdere ontwikkelstrategie bepaald. Omgevingsvisie 2050. In de grondexploitatie zal wel en groen) zich tot elkaar? Gestreefd wordt naar oplevering van de projectnota voor bij elk project een voorziening ‘bijdrage A2’ worden Mobiliteit: * _Op welke manier willen wij kwaliteit gaan benaderen, deelgebied 1 & 3 in 2022. getroffen, zodat uiteindelijk alle projecten die in de e Wat zijn effecten van deze planontwikkeling op het wat is de rol van “schoonheid”? Bedrijvenstrook gerealiseerd worden, en die uiteindelijk verkeersnetwerk en het OV? Om te voorkomen dat het gebied moet worden bevroren zullen profiteren van een ingreep in de A2, daar ook * _Hoe kunnen we de OV bereikbaarheid verbeteren? Programma: in afwachting van volgende gemeentelijke besluiten financieel aan zullen hebben bijgedragen. e _ Voldoet de huidige ontsluiting van het gebied voor e _Watis werkelijk de potentie van distributie/last mile worden private initiatieven zoveel mogelijk ondersteund autoverkeer bij verdichting/intensivering? Of dient voor dit bedrijventerrein. Aan welke locaties kunnen wanneer deze aansluiten op de principes in deze nota Eris een bestaande grondexploitatie voor dit gebied: er, mede in relatie tot de ontwikkelingen in Are- we denken en wat zijn de vormen van (compacte) op- en bij het stedelijk beleid. Indien juridisch planologisch de grondexploitatie restplan Bedrijvenstrook Amstel III nApoort en kantorenstrook Amstel IIl aanpassingen lossingen? Wat is het programma van eisen voor lo- mogelijk kan er in de beginfase gewerkt worden met Bij de Projectnota zal de oude grondexploitatie worden te komen? gistieke hubs in deze strook? projectafwijkingsbesluiten. Gezien de omvang van het afgesloten en worden vervangen door een nieuwe. De * _Watlevert het doortrekken van de Lemelerbergweg * _ Hoeveel ruimte is er voor het toevoegen van kennis- totale gebied wordt uitgegaan van een grondexploitatie grondexploitaitie behelst de gehele bedrijvenstrook wat op voor de verkeersdoorstroming? intensieve bedrijvigheid aansluitend en aanvullend met een looptijd van 10 jaar. ruimte geeft om ook initiatieven buiten deelgebied 1 &3 * _Watiser nodig om voldoende ruimte te creëren voor op ArenApoort en welke condities zijn hiervoor rand- adequaat te behandelen. langzaam verkeer? voorwaardelijk? 5.2 Financiën e _ Wat zijn de kansen voor het ontwikkelen van een Al- De transformatie van een bedrijventerrein (met een FSI Duurzaamheid: cluster op deze plek en wat is hier voor nodig? van 0,5) naar meer verdicht stedelijk gebied moet per e _Hoe kunnen we de circulaire ambitie verder uitwerk- e _ Wat zijn de mogelijkheden voor het realiseren van saldo een positief grondexploitatie resultaat kunnen en samen met de stakeholders? labruimte in deze strook en hoe verhoudt dit zich tot opleveren. Een groot deel van de infrastructuur (openbaar e _Op welke manier kan het toevoegen van functies andere medische clusters in de stad en regio? vervoer, wegennet, kabels en leidingen etc) is verder al bijdragen aan het verbeteren van de energiebalans in e _ Welke mengvormen tussen bedrijven en andere aanwezig. Aan de andere kant is de redundantie in de het gebied? economische functies kunnen hier goed werken, in infrastructuur al ingezet ten behoeve van de projecten * _Hoe ziet de energiebehoefte van het toekomstig pro- combinatie met de financiële haalbaarheid? in Amstel Ill Kantorenstrook en Arenapoort West. Uit gramma eruit met duurzaamheid als vitgangspunt? e _ Welke condities zijn nodig om het PDV cluster te het Mobiliteitsplan Zuidoost blijkt dat als gevolg van e _ Hoe kan voorzien worden in de gewenste energiebe- transformeren naar een plek met meer beleving? deze projecten er al ingrijpende maatregelen zullen hoefte? * _ Hoeveel en wat voor type woningen kunnen in de worden getroffen voor verbetering van het fiets-, OV- en * _ Welke bijdrage kan dit gebied leveren aan de pro- toekomst in het noordelijk deel gerealiseerd worden autonetwerk. De toevoeging van nieuwe, grootschalige gramma's autoluw en schone lucht? en wat vraagt dit van de ruimtelijke inrichting en pro- projecten, zoals de transformatie van dit gebied, zal grammatische invulling van het gebied? opnieuw een capaciteitsvraagstuk opleveren. Ruimtelijk: * _ Op welke manier maken we hier een complete stad Een ander aandachtspunt is de financiele haalbaarheid. In e Welke FSlis gewenst en wat is het maximale laadver- en kan er voldaan worden aan de referentienormen het vervolgtraject zal onderzocht worden op welke wijze mogen van het gebied? bij het realiseren van woningen? het stapelen van bedrijfsruimte financieel haalbaar is en * _Hoe past deze ontwikkeling in de stedelijke context? * _ Op welke manier kunnen we grote ruimtevragers als welke voorwaarden hiervoor gelden. Op welke manier maken we de verbinding met de een onderstation in de ontwikkelingen meenemen? Amstelscheg? e _ Welke rol kan onderwijs spelen in het versterken van * _Hoe kan de oversteekbaarheid van de Holterbergweg de verbinding met Zuidoost en het realiseren van en de aansluiting met het centrum, Amstel Ill en Are- meer werkgelegenheid voor mensen uit Zuidoost? 27 principenota bedrijvenstrook Amstel Ill | 15 november 2021 principenota bedrijvenstrook Amstel III | 15 november 2021 28 7. Principebesluit Het college van burgemeester en wethouders besluit: 7. Intestemmen met het opleggen van Financiën: * _Hoe zorgt de gemeente ervoor dat de geheimhouding op de financiële bijlage (bijlage * _Hetrealiseren van gestapelde bedrijfsgebouwen ruimtelijke kwaliteit in relatie tot de financiële 1. Kennis te nemen van de principenota 2) op grond van artikel 55, eerste lid van de is innovatief en complex. Op welke manier haalbaarheid voldoende geborgd is in alle fases uit Bedrijvenstrook Amstel Ill, waarin de aanleiding, Gemeentewet. Dit in verband met de belangen kunnen er functionele en financieel haalbare het plaberum? urgentie, mogelijkheden en wenselijkheid van genoemd in artikel 10, tweede lid, onder b van de gestapelde bedrijfsgebouwen worden gerealiseerd e _Watis de beste aanpak en rolverdeling tussen gebiedsontwikkeling voor dit gebied worden Wet openbaarheid van bestuur. De geheimhouding en hoe verhoudt dit zich tot de residuele marktpartij en gemeente? verkend en de bestaande sitwatie wordt beschreven. op bijlage 2 loopt af twee jaar na afsluiting van de grondprijssystematiek waarin projecten afzonderlijk * _Hoe zorgen we voor een juiste fasering zodat de grondexploitatie, maar uiterlijk op 31 december van elkaar worden beschouwd? bestaande ondernemers in één keer door kunnen 2. Kenniste nemen van de geheime financiële bijlage 2035. verhuizen naar de nieuwe bedrijfshallen? die inzicht geeft in de verwachte opbrengt en Proces * _Op welke manier kan Artificial Intelligence ons helpen investeringsbehoefte. Reden spoed * __Watis de minimale schaalgrootte van een in de ruimtelijke planning? nvt. ontwikkeling in deelgebied 1? 3. Intestemmen met het Principebesluit e Welke rol wil de gemeente spelen bij het realiseren Bedrijvenstrook Amstel III waarvan de hoofdpunten Kernboodschap van een logistieke hub in deelgebied 4? zijn: De Bedrijvenstrook Amstel Ill biedt kansen om a. ruimte creëren voor circulaire bedrijven en het stedelijk bedrijventerrein van de toekomst te gebouwen; worden, waar meer ruimte komt voor banen en b. de hoogstedelijke kern van ArenApoort te ondernemerschap, waar duurzaamheid centraal staat versterken met een gemengd programma van en waar productieve en kennisintensieve bedrijvigheid wonen, werken en voorzieningen; een plek vinden. Het terrein wordt verdicht en c. krachtige fysieke en sociale verbindingen te verduurzaamd met de ambitie om op 150% van het maken met de omliggende gebieden in de huidige metrage aan bedrijfsruimte uit te komen. Nieuwe Kern (Ouderamstel) en stadsdeel De bedrijfsruimte wordt gestapeld, waarmee ruimte Zuidoost; gecreëerd wordt voor uitbreiding van de hoogstedelijke d. het vormen van een poort van Zuidoost naar de kern Arenapoort met wonen, werken en voorzieningen. Amstelscheg. Het college heeft het principebesluit vastgesteld waarin de aanleiding, de mogelijkheden en wenselijkheid van 4. De ambtelijke projectorganisatie Amstel III gebiedsontwikkeling is verkend. bedrijvenstrook (in opdracht van directie Grond en Ontwikkeling) de opdracht te geven de Bestuurlijke achtergrond programmatische en ruimtelijke ambities verder uit De omgevingsvisie Amsterdam 2050 is op 8 juli 2021 te werken naar een Projectbesluit. door de raad vastgesteld. Met het principebesluit Bedrijvenstrook Amstel III wordt hier vitvoering aan 5. Inte stemmen met de begrote proceskosten en gegeven. hiervoor € 0,85 miljoen beschikbaar te stellen middels het restplan bedrijvenstrook Amstel Bestuurlijke prioriteit Ien deze te activeren binnen het regime van Nvt. het Vereveningsfonds (GREX 503.86 Restplan Bedrijvenstrook). Wettelijke grondslag Artikel 160 Gemeentewet. 6. Intestemmen met bijvoegde Raadsinformatiebrief 1. Hetcollege is in ieder geval bevoegd: waarin de raad geïnformeerd wordt over het besluit a. Het dagelijks bestuur van de gemeente te van het college om het Principebesluit vast te voeren, voor zover niet bij of krachtens de wet stellen. de raad of de burgemeester hiermee is belast. 29 principenota bedrijvenstrook Amstel Ill | 15 november 2021 principenota bedrijvenstrook Amstel III | 15 november 2021 30 Artikel 169 Gemeentewet: Uit de diverse scenario’s die in het kader van gezien de ligging aan de digitale infrastructuur Ad 5. intestemmen met de begrote proceskosten 1. Het college en elk van zijn leden afzonderlijk zijn de principenota zijn opgesteld, blijkt dat de AMS-IX, lijkt hier kansrijk. Het toevoegen van en hiervoor € 0,85 min beschikbaar te stellen aan de raad verantwoording schuldig over het door opbrengsten sterk toenemen met de toevoeging wonen kan niet plaatsvinden zonder dat er middels het restplan bedrijvenstrook Amstel het college gevoerde bestuur. van kantoren en woningen. Uitgangspunt hierbij eerst een verdichting met bedrijfsruimte op het llen deze te activeren binnen het regime van 2. Zijgeven de raad alle inlichtingen die de raad voor blijft dat minimaal 150% aan bedrijfsprogramma bedrijventerrein plaatsvindt, waarbij er per saldo het Vereveningsfonds. (GREX 503.86 Restplan de uitoefening van zijn taak nodig heeft. wordt teruggebracht of ontwikkeld. meer bedrijfsruimte komt. Bedrijvenstrook). Artikel 55, eerste lid van de Gemeente jo. Artikel 10, Ad 3. intestemmen met het Principebesluit Ad 3c. Krachtige fysieke en sociale verbindingen te De bedrijvenstrook Amstel III heeft nog een tweede lid, onder b van de Wet openbaarheid van Bedrijvenstrook Amstel IIl voor het vervolgproces voor maken met de omliggende gebieden in de Nieuwe grondexploitatie, die bij het Investeringsbesluit (als bestuur. de ontwikkeling van de, waarvan de hoofdpunten Kern (Ouderamstel) en Zuidoost. er een nieuwe grondexploitatie wordt geopend) zal Opleggen van geheimhouding wanneer zodanige zijn: Verbeteringen van de fysieke infrastructuur worden afgesloten. belangen in het geding zijn dat deze zich verzetten zullen noodzakelijk zijn in alle windrichtingen. tegen het belang van openbaarmaking. Ad 3a. Ruimte creëren voor circulaire bedrijven en Het betreft hier het fiets- en OV netwerk, Ad 6. Inte stemmen met bijvoegde Raadsinformatiebrief gebouwen. een ‘missing link’ in het wegennet, de waarin de raad geïnformeerd wordt over het besluit Onderbouwing besluit In de groeiende stad, is het steeds belangrijker oversteekbaarheid van de Holterbergweg en van het college om het Principebesluit vast te stellen. Ad 2. Kennis te nemen van de principenota om met name te zorgen voor ruimte voor de aansluiting op het Arenapoortgebied en het Bedrijvenstrook Amstel Ill, waarin de aanleiding, bedrijven die stadsverzorgend zijn en waarvoor oostelijke deel van Amstel IIL, Deze ontwikkeling Aan de hand van de raadsinformatiebrief en urgentie, mogelijkheden en wenselijkheid van het belangrijk is om dicht bij hun klanten in de kan bijdragen aan de sociale verbindingen de principenota wordt de commissie FEZ en gebiedsontwikkeling voor dit gebied worden verkend stad zitten. Ook bedrijven die een rol kunnen (1Zuidoost) door o.a. de mogelijkheden voor RO geïnformeerd over de verkenningsfase en en de bestaande situatie wordt beschreven. spelen bij de energietransitie kan de stad werk te vergroten voor inwoners uit Zuidoost, de start van de volgende PLABERUM fase: het goed gebruiken. De programmatische ambitie betaalbare bedrijfsruimte ondernemers projectbesluit. In een principenota worden de mogelijkheden, voor 2050 is om in het gebied op minimaal 1,5 uit de wijk, ruimte te bieden aan gewenste wenselijkheid en de richting van een ruimtelijke keer zoveel m2 bedrijfsruimte vit te komen. voorzieningen en het gebied aantrekkelijker in Ad 7. Íntestemmen met het opleggen van geheimhouding ontwikkeling in een gebied beschreven. De Door ook een aantal aanvullende functies te richten. op de financiële bijlage (bijlage 2) op grond van artikel tijdshorizon hierbij is globaal tot 2050. De opgave zoals kantoren en andere economische en 55, eerste lid van de Gemeentewet. Dit in verband wordt in kaart gebracht en voor de vervolgfase maatschappelijke functies aan het gebied toe te Ad 3d. Het vormen van de poort van Zuidoost naar de met de belangen genoemd in artikel zo, tweede lid, worden voorstellen gedaan. Voor dit principebesluit voegen, wordt het gebied een echt onderdeel Amstelscheg. onder b van de Wet openbaarheid van bestuur. De is gekozen om een in een compact stuk op van de stad en verbetert naar verwachting ook De Molenwetering en de groenzone langs geheimhouding op bijlage 2 loopt af twee jaar na hoofdlijnen aan die opdracht te voldoen. de financiële haalbaarheid van de ontwikkeling. de A2 vormen belangrijke landschappelijke afsluiting van de grondexploitatie, maar uiterlijk op 31 De bedrijvenfunctie blijft voor grote delen van structuren. Deze kunnen nog meer natuurlijke december 2035. In de volgende fase wordt een projectbesluit het gebied dominant. De marktpartij die positie en recreatieve waarde krijgen. voorbereid voor deelgebied 1 &3 waarin heeft in deelgebied 1 heeft als vitgangspunt De ambitie is om op deze plek de stad beter In principe zijn alle stukken openbaar tenzij er ook de economische haalbaarheid nader is dat gebouwen zoveel als mogelijk in houtbouw met het landschap te verbinden door de belangen aanwezig zijn die zwaarder wegen dan onderzocht. Dit projectbesluit wordt voorgelegd worden gerealiseerd. barriêrevorming van de A2 te verminderen. het belang van openbaarmaking. In casu kan de aan de gemeenteraad samen met een openbaarmaking van de financiële bijlage de exploitatiebegroting. Ad 3b. De hoogstedelijke kern van ArenApoort te Ad 4. De projectorganisatie Amstel Ill bedrijvenstrook (in gemeentelijke positie bij onderhandeling schaden. versterken met een gemengd programma van opdracht van directie Grond en Ontwikkeling) te Dit belang wordt geacht zwaarder te wegen dan Ad 2. Kennis te nemen van de geheime financiële bijlage wonen, werken en voorzieningen. belasten met de vitwerking van de programmatische het algemeen belang van openbaarmaking. De die inzicht geeft in de verwachte opbrengt en Voor het gebied grenzend aan ArenApoort en ruimtelijke ambities naar een Projectbesluit. geheimhouding op bijlage 2 loopt af twee jaar na investeringsbehoefte. geldt een andere programmering. Hier wordt de afsluiting van de grondexploitatie, maar uiterlijk op ontwikkeling van kennisintensieve bedrijvigheid Conform het PLABERUM vormt het Principebesluit 31 december 2035. De financiële verkenning geeft inzicht in het en wonen mogelijk, mits dit geen negatief effect het eerste besluit in een gebiedsontwikkeling en is beoogde programma, de verwachte opbrengst, de heeft op de logistieke en productieve functies het Projectbesluit het volgende besluit dat aan het investeringsbehoefte, de fasering en de risico's. in de andere delen van de bedrijvenstrook. Het College zal worden voorgelegd. Uitgangspunt is een positief grondexploitatiesaldo. bieden van ruimte voor Artificial Intelligence, 31 principenota bedrijvenstrook Amstel Ill | 15 november 2021 principenota bedrijvenstrook Amstel III | 15 november 2021 32 Overige toelichting Externe consultaties hebben plaatsgevonden met onder De risicoverkenning: bedrijven eerst meer de publiek-private gebiedsorganisatie Zuidoost Het voornaamste risico is dat op het bedrijventerrein City, brancheorganisaties (zoals Dutch Datacenter gevestigde bedrijven verdrongen worden door andere Association, BOVAG) en diverse marktpartijen en functies. Door hier in de beginfase duidelijke afspraken erfpachters. over te maken is de verwachting dat dit voorkomen kan worden. Marktpartijen krijgen de voorwaarde mee dat Financiële onderbouwing 150% aan bedrijfsruimte oppervlak moet terugkeren Uitgangspunt is een positief grondexploitatiesaldo. Uit in het gebied. Daarbij zal telkens eerst (gestapelde) de diverse scenario’s die in het kader van de principenota bedrijfsruimte moeten worden gerealiseerd, alvorens zijn berekend, blijkt dat de opbrengsten sterk toenemen andere functies een plek kunnen krijgen. met de toevoeging van kantoren en woningen. Uitgangspunt hierbij blijft dat minimaal 150% aan De ontwikkelstrategie: de baat gaat voor de kost uit bedrijfsprogramma wordt teruggebracht of ontwikkeld. De gemeente zal in principe geen actieve grondpolitiek voeren maar samenwerken met marktpartijen die Communicatie posities hebben op erfpachtgronden in het gebied. De Opnemen in de te publiceren besluitenlijst gemeente zal een grondexploitatie opzetten, die ervan Informeren van de commissie RO & FEZ via een uitgaat dat er in de eerste jaren van de ontwikkeling Raadsinformatiebrief uitsluitend sprake zal zijn van proceskosten. Kosten van uitvoering, zoals inrichting van openbare ruimte Documenten en aanpassing van infrastructuur, zullen pas gemaakt Principenota Bedrijvenstrook Amstel III worden nadat opbrengsten van heruitgifte van de GEHEIM financiële bijlage bedrijvenstrook Amstel III erfpacht verkregen zijn. Commissievoordracht FEZ Commissievoordracht RO De planning en het proces: plaberum versus transfor- Raadsinformatiebrief matiedynamiek Na het nemen van het voorliggende principebesluit zal Behandelend Ambtenaar: (in samenwerking met de marktpartijen die een grote Tamara Smit posities hebben in deelgebied 1 en 3) gestart worden Projectmanager (PMB) met een ruimtelijk raamwerk dat opgenomen wordt [email protected] in fase 2 van het plaberum, de projectnota, zo nodig 06 5252 4004 gecombineerd met fase 3 het investeringsbesluit. Zodoende is bij deze principenota alvast een zorgvuldige financiële verkenning gevoegd. Participatie Met de portefeuillehouder RO van stadsdeel Zuidoost is gesproken over de principenota. De genoemde aandachtspunten richten zich met name op het vervolg en zullen in de uitwerking van het projectbesluit worden meegenomen. Het Dagelijks Bestuur wordt in de projectfase nauw betrokken en zal om advies worden gevraagd. Binnen de gemeente is er tevens gesproken met adviseurs uit de diverse directies EZ, R&D, G&O en is ook advies gevraagd aan het team Ruimte voor de Stad en expertiseteam Economie. 33 principenota bedrijvenstrook Amstel Ill | 15 november 2021 principenota bedrijvenstrook Amstel III | 15 november 2021 34
Onderzoeksrapport
19
train
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R Gemeenteblad % Amendement Jaar 2016 Afdeling 1 Nummer 542 Publicatiedatum 3 juni 2016 Ingekomen op 1 juni 2016 Ingekomen onder F Te behandelen op 13/14 juli 2016 Onderwerp Amendement van het lid Moorman inzake de Voorjaarsnota 2016 (bouwen, bouwen, bouwen). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Voorjaarsnota 2016 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 449); Constaterende dat: — het college nog geen nieuwe woonvisie heeft opgesteld; — wonen in Amsterdam 2015 (WiA) toont dat de reductie van sociale huurwoningen zo hard gaat, het streefcijfer van minimaal 187.000 sociale huurwoningen (voorjaarsnota pag. } waarschijnlijk in 2019 al gehaald wordt; — het aandeel sociale huurwoningen in 8 wijken reeds onder de 35% is gezakt; — het college voornemens is het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting, met een reserve van € 125 miljoen, op te heffen, zonder concrete plannen voor het bouwen van meer sociale huurwoningen. Voorts constaterende dat: — het in december 2014 door de gemeenteraad vastgestelde 'Actieplan Woningbouw’ stelt: “Het college streeft naar de uitbreiding van de voorraad middeldure huurwoningen”. De gemeenteraad bij de begroting van 2016 streefcijfers heeft opgenomen voor de realisatie van nieuwe middeldure huurwoningen, te weten 800 in 2016, 900 in 2017 en 1000 woningen in 2018 en 2019 (tezamen een ambitie van 3700 woningen); — het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) in de ‘Quickscan ontwikkelingen vraag en aanbod geliberaliseerde huurwoningen’ , op basis van cijfers van het Nibud, laat zien dat voor huishoudens met een inkomen tussen de € 38.000 en € 43.000 maximaal € 790 aan huur per maand betalen kunnen betalen en deze woningen nauwelijks beschikbaar zijn; — hetzelfde onderzoek aantoont dat huishoudens met een inkomen tussen de € 43.000 en € 54.750 maximaal € 950 per maand kunnen betalen. Ook dat is minder dan de gemiddelde huurprijs van vrijkomende huurwoningen (€ 1.100); — het beleid van het college thans marktvolgend is waarbij de omvang van middeldure huurwoningen bepaald wordt door rendementseisen van marktpartijen hetgeen resulteert in kleine middenhuur woningen die niet geschikt zijn voor grotere huishoudens met een inkomen tussen € 38.000 en € 54.000; 1 Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer 542 . Amendement Datum 3 juni 2016 — het scheiden van DAEB en niet-DAEB activiteiten er toe heeft geleid dat corporaties substantieel minder tot geen woningen meer zullen bouwen in het middeldure huursegment; — de gemeente thans met ontwikkelaars en beleggers meestal een uitpondtermijn termijn hanteert van 15 jaar. Van mening dat: — het geheel aan deze urgente uitdagingen niet voldoende tot uiting komt in de voorliggende Voorjaarsnota of een actuele woonvisie; — Amsterdam, gezien haar grondeigendom en aantrekkingskracht, in een unieke positie is om juist een marktsturend grond- en ontwikkelbeleid te voeren teneinde zowel middeldure huurwoningen te bouwen als het verlies van sociale huurwoningen te compenseren; — met het instrument van grondprijs, afspraken te maken zijn met marktpartijen voor de bouw van middeldure huurwoningen, die langdurig kunnen worden aangeboden in het huursegment tussen € 710 en €950; — de reserves van het stimuleringsfonds volkshuisvesting, bij een ontvlechting daarvan, zo veel mogelijk aangewend moeten worden voor de bouw van sociale huurwoningen. Besluit: 1. de 3 alinea's van het deel 'Stedelijk ontwikkeling en wonen’ uit paragraaf 1.2 van de Voorjaarsnota 2016 op pagina 23, te schrappen; 2. het onder 1 vermelde te vervangen door de volgende passage: “De woningmarkt in Amsterdam staat onder druk. De stad groeit met meer dan tienduizend inwoners per jaar. Anders dan in eerdere decennia willen meer Amsterdammers, waaronder gezinnen, hun wooncarriêre in de stad voortzetten. De stad heeft een grote aantrekkingskracht op studenten, starters en internationals. De huisvestingsopgave voor statushouders is een uitdaging die het gemeentebestuur eensgezind omarmt. De uitgestelde verhuisbehoefte uit de crisis zorgt bij de huidige aantrekkende economie voor een toename van verkopen en stijging van verkoopprijzen in de koopsector. Al deze ontwikkelingen zorgen voor een toenemende druk op de beschikbaarheid en betaalbaarheid in alle segmenten van de Amsterdamse woningmarkt. Om te voorkomen dat tekorten in de beschikbaarheid van woningen zullen leiden tot onaanvaardbare koop- of huurprijzen of verdere reductie van de betaalbare woningen, zal voor alle segmenten meer gebouwd moeten worden. Het verhogen van de bouwambitie evenals het versnellen van en het selecteren, ontwikkelen en aanbieden van bouwlocaties is dan ook een opgave die door het hele gemeentebestuur als urgent wordt ervaren. Gezien de omvang van de bouwopgave wordt in de woonvisie, die het college voor de begroting 2017 zal voordragen, en bij de verdere uitwerking van Koers 2015 uitgaan van een bouwopgave van 7500 woningen die jaarlijks in aanbouw worden genomen. Dit betekent een verhoging van 50% ten opzichte van de bouwambitie uit het coalitieakkoord. 2 Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer 542 . Amendement Datum 3 juni 2016 Met Koers 2025 wordt ook gekeken naar noodzakelijke investeringen in bereikbaarheid, groen, openbare ruimte en maatschappelijke accommodaties. Hiermee is Koers 2025 een integrale ontwikkelstrategie voor de middellange termijn. De opgave is om nieuwe bouwlocaties te vinden en transformatie te stimuleren. Dit betekent ook dat grote voorinvesteringen mogelijk noodzakelijk zijn. Om deze nieuwe opgave financieel verantwoord te kunnen uitvoeren, wordt ook gewerkt aan een nieuw financieel stelsel voor de gebiedsontwikkeling. Speciale opgave die in het kader van Ruimte voor de Stad wordt opgepakt is Sprong over het IJ waarin de gemeente de mogelijkheden en randvoorwaarden voor het verbeteren van de IJ-oeververbindingen verregaand verkent. Voor de voorbereiding is in 2017 € 1,4 miljoen beschikbaar. Om de bouw van nieuwe woningen op peil te houden blijven extra inspanningen nodig. Het gemeentebestuur zal de komende jaren geconfronteerd worden met lastige keuzes om tot 2025 meer dan 50.000 woningen te realiseren. De ambitie voor transformaties zal worden bijgesteld naar minimaa1150.000 m2 per jaar. Kiezen voor verdichting kan een keuze betekenen voor sloop/nieuwbouw. Het gemeentebestuur zal de komende jaren veel moeten investeren in communicatie en participatie om haar verantwoordelijkheid te nemen voor het creëren van voldoende draagvlak en het mogelijk maken van de groei van de stad, de herontwikkeling en transformatie die daarbij ingezet kunnen worden en de veranderingen die bewoners daardoor zullen ervaren in hun wijken en straten. Om de bouw van middenhuur te stimuleren en langdurig betaalbaar te houden zal het college bij de woonvisie voorstellen doen over de condities waartegen tenders voor de bouw van huurwoningen zullen worden vormgegeven. Hierbij wordt gestreefd om in het verder te realiseren woningprogramma tot 2019 ten aanzien van de bouw van middenhuur uit te gaan van: * 40% van de te bouwen woningen met een middenhuur langdurig een huurprijs zal hebben onder de € 800; * 40% van de te bouwen woningen een oppervlakte heeft van meer dan 70 m2; e het college komt bij de begroting 2017 met een voorstel over het inzetten van grondprijskortingen voor het stimuleren van de bouw van middeldure huurwoningen. Om de voorraad middeldure huurwoningen, indien mogelijk gemaakt door het accepteren van een lagere grondopbrengst, langdurig beschikbaar te houden als betaalbare middenhuur, wordt de uitpondtermijn verlengd. In het coalitieakkoord, gesloten juni 2014, is verzekerd dat ook op termijn voldoende woningen zijn voor Amsterdammers die een sociale huurwoning nodig hebben. Er moeten daartoe voldoende woningen zijn voor huishoudens met een inkomen onder de sociale huurgrens van 34.700 euro. (prijspeil 2013). Op het moment van sluiten van het coalitieakkoord waren dat 187.000 Amsterdamse huishoudens. Het aantal Amsterdamse huishoudens met een inkomen onder de sociale huurgrens is thans (2015) 214.300. Een bijstelling van het dynamisch evenwicht van 162.000 sociale huurwoningen (uit het streefminimum van 187.000 afgeleid) is nodig en zal worden verwerkt in de woonvisie en de uitvoering van de afspraken met de corporaties. Hierbij moet worden opgemerkt dat huishoudens met een inkomen tussen € 34.911 en € 38.950 (2015), ondanks de constatering 3 Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer 542 A d t Datum _ 3 juni 2016 mendemen dat deze groep niet terecht kan op de Amsterdamse koopmarkt of in de vrije sector, niet wordt meegerekend omdat het coalitieakkoord uitgaat van een inkomensgrens van € 34.700 (2013). De reserves van het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting (€ 125 mln.) worden ingezet om versneld meer sociale huurwoningen te bouwen. Met de corporaties worden afspraken gemaakt hoe de reserves zo spoedig mogelijk worden ontvlecht en kunnen worden gebruikt om tot 2020, aanvullend op de 2000 woningen uit het coalitieakkoord, 5000 woningen te bouwen. Het college komt in de woonvisie en in de uitwerking van koers 2025 met een uitwerking van de inzet van deze middelen. Er wordt met de corporaties expliciet gekeken naar de mogelijkheden van transformatie en getemporiseerde of uitgestelde (stadsvernieuwings-)plannen. Zelfbouw wordt verder gestimuleerd waarbij het college streeft naar een kavelaanbod van 500 individuele kavels en 50 CPO's per jaar. Gelijktijdig worden maatregelen genomen om speculatie en verdringing van zelfbouwers door ontwikkelaars te voorkomen; 3. alle relevante tekstpassages en tabellen overeenkomstig aan te passen. Het lid van de gemeenteraad M. Moorman 4
Motie
4
discard
commissiegebonden actualiteit BNW81 voor de vergadering van 8 december 2011 Dat het kabinet voornemens is om de politieke top van de stadsdelen af te schaffen staat vast. Het wetsontwerp ligt nu bij de Tweede Kamer. Wethouder Van Es heeft echter een tijdje geleden kenbaar gemaakt dat zij í7 november aan de stadsdelen/dagelijkse besturen/stadsdeelraden zou mededelen of Amsterdam zich daarbij neerlegt, of dat Amsterdam gaat zoeken naar ontsnappingswegen door de raden in de vorm van 'bestuurscommissies' in de een of andere vorm te laten voortbestaan. Veel moest toen nog worden uitgewerkt. Welke omvang krijgen die raden, als ze er al komen? Komen er dan weer fusies of splitsingen? Hoe worden ze gekozen, als ze al gekozen worden? Wat worden hun bevoegdheden? Nemen ze besluiten of adviseren ze slechts? Kiezen ze een ‘eigen’ DB of krijgen ze te maken met een wethouder in het stadhuis die een deel van Amsterdam onder zijn of haar hoede krijgt? Enz. enz. enz. Vraag: november is voorbij en inmiddels is de eerste week van december ook al verstreken. Heeft het DB al meer zicht gekregen op wat het stadhuis in deze kwestie aan het doen is? En wanneer worden de stadsdeelraden daarover geïnformeerd? Is daar nu al meer over bekend? De fractie van BNW81
Actualiteit
1
train
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Motie Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 139 Publicatiedatum 28 februari 2014 Ingekomen onder H Ingekomen op woensdag 12 februari 2014 Behandeld op woensdag 12 februari 2014 Status Aangenomen Onderwerp Motie van de raadsleden de heer Molenaar en de heer Bouwmeester inzake het uitvoeringsbesluit Rokin inzake het uitvoeringsbesluit Rokin (realiseren 500 extra inpandige of ondergrondse fietsparkeerplekken binnen of direct grenzend aan het plangebied). Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 17 december 2013 tot vaststellen van het uitvoeringsbesluit Rokin op basis van het definitief ontwerp, onderdeel van de Rode Loper (Gemeenteblad afd. 1, nr. 46); Overwegende dat: — de Rode Loper en omgeving vanwege de toenemende druk op de openbare ruimte zoveel als mogelijk gevrijwaard dient te blijven van geparkeerde (brom)fietsen op het maaiveld; — de capaciteitsbehoefte aan (brom)fietsparkeervoorzieningen 220 hoger ligt dan het aantal opgenomen voorzieningen; — _ hiervoor een reservelocatie op het maaiveld langs het natte Damrak wordt voorgesteld, die ten koste gaat van de wandelpromenade, Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: — het maximale te doen om 500 extra inpandige of ondergrondse fietsparkeerplekken te realiseren binnen of direct grenzend aan het plangebied; — daarbij te betrekken de mogelijkheden om: e de geplande fietsvoorziening in metrostation Rokin (250 plekken) uit te breiden; e de geplande parkeergarage deels voor (brom)fietsen te bestemmen; e in onderhandeling te treden met de marktpartijen die betrokken zijn met de herontwikkeling van Fortis tot warenhuis; 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteraad Nummer 139 Moti Datum _ 28februari2014 “otie e op, in of aan het water van het Rokin een innovatieve duurzame (brom-) fietsparkeervoorziening te realiseren; — de raad vóór 1 januari 2015 te informeren over de resultaten. De leden van de gemeenteraad, F.M. Molenaar G.J. Bouwmeester 2
Motie
2
discard
Laad Al PT: o | Bestuursdienst Amsterdam Directie : S | \ Datum in:\G Ao -2013 Î Reg.nr. ‘Zom -63Ul _ Class. nr.: a Vereniging voor | Beh. ambt: {| ontwikkelaars & bouwondernemers ANCS | van BM / Weth: Pöstadiee LJ] ter kennisname Postbus 620 (ter verdere beh. 2270 AP Voorburg CL] om advies Secretariaat | 1 Huize Middenburg Gemeente Amsterdam Do Westeinde 28 T.a.v. De gemeenteraad LH 2275 AE Voorburg te GE ramen (jo) Gone, 1000 AE AMSTERDAM Fax (o7o) 387 63 26 E-mail [email protected] Internet www.nvb-bouw.nl | Datum: Ons kenmerk: Uw kenmerk: | 15 oktober 2013 CvR/hg/071 - es Ce Onderwerp: Bankgaranties É Geachte gemeenteraad, eN Uit onderzoek van ABF research (Primos 2013) blijkt, dat in Nederland tot in de Mm 8 | periode 2012- 2022 behoefte is aan ongeveer 580.000 nieuwe woningen. Ook aan | 7 Q nieuwe schoolgebouwen en bijvoorbeeld vastgoed voor zorginsteilingen is nog ki {| ) steeds behoefte. Bij de invulling van deze vraag spelen de MKB ondernemers | ij / samen met de gemeente een belangrijke rol. Het teruglopen van de hoeveelheid Ee \ i beschikbaar kapitaal maakt het ontwikkelen en bouwen van projecten moelijker. à De MKB bedrijven en gemeenten zullen elkaar nodig hebben, om de komende jaren in deze bouwopgave te kunnen voorzien. | Helaas bereiken ons, NVB Vereniging voor ontwikkelaars & bouwondernemers, de laatste maanden steeds meer geluiden van onze leden, dat het nu juist hun E- eigen gemeentes zijn die, vaak onbedoeld, hen in financiële problemen brengen, | zonder dat dit nodig is. Dit zit als volgt. Gemeentes vragen steeds vaker zwaarder wordende zekerheden van EP, bouwondernemers, zoals hoge (bank)garanties en onvoorwaardelijke bereidheidverklaringen. Hoewel het op zich begrijpelijk is dat gemeenten in deze erisistijden geen onnodig financieel risico willen lopen met hun projecten, is het laten stellen van dit soort zware zekerheden dikwijls niet nodig. Bovendien verhoogt het de kosten en beperkt het de liquiditeit, waardoor gemeentes deze bouwbedrijven onbedoeld vleugellam maken. Op deze manier werkt het vragen van zekerheden dus contraproductief. Zoals bekend is kapitaal in deze tijden steeds lastiger te krijgen, en op deze manier wordt nu juist het kapitaal dat nog wel beschikbaar is ‘op de reservebank’ geplaatst, waardoor het niet elders geïnvesteerd kan worden. Er zijn betere alternatieven beschikbaar dan het eenvoudigweg vasthouden aan | strenge zekerheden, die de ondernemer bovendien niet in de knel brengen. Denk hierbij bijvoorbeeld maar aan de mogelijkheid om de ondernemer een Bank MeesPierson NV 25.76.22.713 De leden van NVB ondernemen activiteiten in de sectoren woningbouw en commercieel vastgoed. Rabobank 1276.58.998 Als vereniging van toonaangevende bedrijven stemt NVB de ledenservice volledig af op de Postbank 11505 projectontwikkeling en alles wat daarmee samenhangt. Vereniging voor ontwikkelaars & bouwondernemers | hypotheekrecht af te laten geven op de onverkochte voorraad, in plaats van een garantie. | Maar ook bedrijven met wie al een contract gesloten is, zoals bijvoorbeeld een exploitatieovereenkomst, willen dat zij in staat gesteld worden om door te gaan met de voorbereidingen van een volgende klus. U kunt de ondernemers bijvoorbeeld helpen door in zo’n geval de bankgarantie te wijzigen, deze weg te halen bij de werkmaatschappij en te verplaatsen naar een moedermaatschappij, of door de ondernemer bijvoorbeeld een concerngarantie te laten afgeven. Wij willen u daarom vragen te rade te gaan of binnen uw eigen gemeente ook | strenge eisen gesteld worden, of die scherpe eisen altijd wel nodig zijn en of er alternatieven voorhanden zijn, die dezelfde veiligheid aan de gemeente verzekeren, maar die niet zo verlammend en verstikkend uitpakken voor het | MKB-bedrijfsleven. Vaak blijken er dan in de praktijk genoeg mogelijkheden beschikbaar en leert de ervaring dat een ‘simpele’ afbouwgarantie, zoals ook verzekeraar Woningborg deze kan leveren, voldoende zekerheid geeft en aanmerkelijk meer ruimte biedt aan het bedrijfsleven en de werkgelegenheid Treed ook in overleg met de ondernemers in kwestie. In samenspraak is er vaak meer mogelijk dan gedacht, waarbij er niemand slechter van hoeft te worden. Het zou fijn zijn als overheid en bedrijfsleven gezamenlijk de enorme uitdagingen die er liggen op het vlak van huisvesting, stedelijke vernieuwing en | duurzaamheid kunnen aanpakken. | Met vriendelijke groet, NVB Vereniging voor ontwikkelaars & bouwondernemers | Tan 4 B al Ze | Johan Groen | Voorzitter /
Raadsadres
2
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Amendement Jaar 2015 Afdeling 1 Nummer 1447 Publicatiedatum 24 december 2015 Ingekomen onder AC Ingekomen op donderdag 17 december 2015 Behandeld op donderdag 17 december 2015 Status Aangenomen Onderwerp Amendement van de leden Groen en Guldemond inzake het Gemeentelijk Rioleringsplan Amsterdam 2016-2021 (een doelstelling ten aanzien van het terugwinnen van fosfaat uit rioolslib). Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over het Gemeentelijk Rioleringsplan Amsterdam 2016-2021 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1397). Constaterende dat: — fosfaat een essentiële grondstof is voor de voedselvoorziening in de wereld, en dat de voorraad eindig is en naar verwachting ergens tussen 2035 en 2050 uitgeput raakt; — het dus noodzakelijk is om zoveel mogelijk fosfaat terug te winnen en dat rioolslib een belangrijke bron van fosfaat is of kan zijn; — Amsterdam in samenwerking met AGV en Waternet thans fosfaat terugwint uit rioolslib in de vorm van struviet; — _struviet-technologie maar een derde van de fosfaat uit rioolslib terugwint, en dat andere technologieën bestaan en in ontwikkeling zijn die een veel groter aandeel fosfaat kunnen terugwinnen. Overwegende dat: — Waterschap AGV verantwoordelijk is voor de zuivering van rioolslib; — daarentegen in het rioolplan in algemene zin het voornemen geformuleerd staat om grondstoffen terug te winnen uit rioolslib, en experimenten worden aangekondigd met decentrale zuivering (onder verantwoordelijkheid van de gemeente Amsterdam); — Amsterdam en AGV gezamenlijk opdrachtgever van Waternet zijn, ook met het doel de waterzuivering integraal aan te kunnen pakken. Besluit: in het Rioleringsplan een doelstelling ten aanzien van fosfaat op te nemen: — bij taken stedelijk afvalwater in lopende tekst (p 20) toevoegen na: ‘energie- inhoud beter te kunnen benutten! => ‘en fosfaat zoveel mogelijk terug te winnen’; 1 Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteraad Nummer 1447 A d t Datum 24 december 2015 mendemen — bij Thema's strategisch onderzoek (p 27) bij ‘Energie en grondstoffen uit water’ lopende tekst aanpassen: “Onderzoek hoe afvalwater optimaal kan worden benut voor terugwinning van energie en grondstoffen (fosfaat alsmede andere nutriënten), onder andere door de verwerking van GE-afval en alternatieve sanitatie”. De leden van de gemeenteraad RJ. Groen PV. Guldemond 2
Motie
2
discard
> < Gemeente Raadsinformatiebrief Amsterdam Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam Datum 18 januari 2022 Portefeuille(s) Verkeer vervoer en luchtkwaliteit Portefeuillehouder(s): Egbert J. de Vries Behandeld door Verkeer en Openbare Ruimte (bestuurlijke. [email protected]) Onderwerp Logistieke Strategie Geachte leden van de gemeenteraad, Met veel genoegen bied ik v de Logistieke Strategie aan, waarmee het college op 18 januari 2022 heeft ingestemd. In deze brief neem ik u graag mee in de logistieke opgave. Stedelijke logistiek, zoals bijvoorbeeld bouw, bevoorrading en afvalinzameling is cruciaal voor een leefbare en aantrekkelijke stad, vergelijkbaar met een nutsvoorziening. Tegelijkertijd is de logistieke voetafdruk groot. Amsterdam groeit en de logistieke stromen zullen alleen maar toenemen. Er is dringend één integrale aanpak nodig op het gebied van logistiek om de stad bereikbaar, leefbaar en voor iedereen toegankelijk te houden. We vragen veel van de logistieke sector om hun voetafdruk te verkleinen terwijl de stad kan blijven functioneren. In de Logistieke Strategie introduceren we een manier van werken waarmee we als gemeente in staat zijn beter te sturen op de balans tussen goede bevoorrading en minimaliseren van de impact. Dat doen we integraal en samen met de logistieke sector. Meer integrale sturing nodig Logistiek is noodzakelijk voor het dagelijks leven, de economie en de ontwikkeling van Amsterdam. Het is de bloedsomloop van de stad. Maar logistiek neemt veel ruimte in en heeft een grote impact op de verkeersveiligheid, luchtkwaliteit, leefbaarheid en bereikbaarheid. Het gemeentelijk beleid is tot nu toe redelijk versnipperd en vooral gericht op het beperken van vervoersbewegingen, het verminderen van lokale overlast en het weren van specifieke voertuigen op specifieke plekken. Bijvoorbeeld met lokale gewichts-, lengte- en breedtebeperkingen in stadsdelen en het instellen van venstertijden of een inrijdverbod voor vrachtverkeer. Daarnaast zijn er de Milieuzone en de in 2021 aangescherpte Zone zwaar verkeer binnen het centrum. Lokale sturing om overlast tegen te gaan, voldoet niet meer. Amsterdam groeit en de ruimte in de stad wordt steeds intensiever gebruikt. We maken een inhaalslag in het herstel en onderhoud van de bruggen en kademuren. En de gemeente wil schoner, lichter, verkeersveiliger en efficiënter vervoer. Met de Logistieke Strategie als basis gaan we actiever sturen op deze doelstellingen, vanuit een duidelijke visie, samen met de logistieke sector en met meer kennis. Passende ruimte voor logistiek Partijen vit de logistieke ketens staan aan de vooravond van grote veranderingen in de manier waarop ze werken. Uitstootvrije belevering, globalisering, platformeconomie en digitalisering vragen forse investeringen in voer- en vaartuigen, nieuwe werkwijzen en bedrijfsvoering. Hierdoor Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 18 janvari 2022 Pagina 2 van 3 veranderen de logistieke stromen. Daarnaast is er ruimte nodig om te innoveren en te experimenteren met nieuwe voer- en vaartuigen en bedrijfsprocessen om de logistiek slimmer te organiseren. En zijn er voorzieningen als laadinfrastructuur en hubs ten behoeve van overslag nodig om de transitie te faciliteren. Om gemeentelijke ambities en doelstellingen ten aanzien van leefbaarheid, verduurzaming en luchtkwaliteit ook op het gebied van logistiek te realiseren is een andere, meer gecoördineerde aanpak van de gemeente noodzakelijk. Veel meer samen, met alle voor de logistiek relevante interne en externe partijen. Zo gaan we samen werken aan de balans tussen de ruimte die logistiek nodig heeft voor optimale bevoorrading en het minimaliseren van de gevolgen voor de stad. Dit noemen we passende ruimte. Hierbij horen meer ruimte voor transport over water, investeren in logistieke hubs, anders omgaan met laden en lossen, venstertijden en het slim organiseren van de benodigde laadinfrastructuur. Wat passende ruimte is, verschilt per gebied. Een autoluwe wijk heeft andere kansen en uitdagingen dan een winkelstraat aan een hoofdweg. Waarom nu? De markt vraagt de gemeente om duidelijkheid over de regels voor de komende 5 tot 10 jaar. De doorlooptermijn bij het aanschaffen van een nieuw wagenpark is 1 à 2 jaar. De afschrijftermijn van voertuigen is nog veel langer. De angst om te investeren in voer- en vaartuigen die straks misschien de stad niet meer in mogen werkt verlammend. Sommige bedrijven vinden dat de gemeente tegenstrijdige eisen stelt. Zo zijn elektrische vrachtwagens zwaarder en leidt lichter rijden tot meer ritten. En de gemeente beperkt juist zwaar verkeer en wil een autoluwe stad worden met schone lucht. Over de gemeentelijke eisen en regels willen we als gemeente helderheid bieden. Logistieke Strategie De logistieke Strategie bundelt en bekrachtigt vastgesteld beleid, in samenhang en vanuit het perspectief van logistiek. We brengen de basis op orde, zodat we beter kunnen sturen op logistieke stromen en infrastructuur. Voor de samenwerking met de logistieke sector is in juni 2021 het platform Logistiek o20 gestart. Met het doel samenwerking, kennisuitwisseling en innovatie te stimuleren. Bij het opstellen van de strategie hebben we gebruik gemaakt van inspraaktrajecten over autoluw, zone zwaar verkeer, varen en luchtkwaliteit. Daarnaast hebben we de logistieke strategie afgestemd met de 32 stakeholders van Logistiek o20. De Logistieke Strategie heeft vier speerpunten: a. Duidelijkheid bieden aan het bedrijfsleven. Daarmee kunnen bedrijven de benodigde stappen zetten om aan de gemeentelijke eisen te voldoen. Deze duidelijkheid bestaat uit het in samenhang bekrachtigen van de eerder vastgestelde doelstellingen en ambities. Deze spreken elkaar niet tegen, ze stapelen alleen, waardoor er naarmate je de stad verder inrijdt steeds meer eisen gesteld worden. Waar gaat het dan over? Streven naar nul verkeersdoden, uitstootvrij in 2030, Zone zwaar verkeer in het centrum. En we gaan extra sturen op efficiënte logistiek in de vorm van zo min mogelijk onnodige voertuigbewegingen. b. Onderzoek en kaders voor passende ruimte voor logistiek. We gebruiken ervaringen die we opdoen in de dagelijkse praktijk om keuzes te maken voor Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 18 janvari 2022 Pagina 3 van 3 passende ruimte voor logistiek. Denk daarbij aan: een afwegingskader om te kiezen voor transport over weg of water; een leidraad voor logistieke vraagstukken bij herinrichtingen of gebiedsontwikkeling; een integraal plan van aanpak voor de bouwlogistiek; of onderzoek naar de benodigde ruimte voor logistiek afgezet tegen bijvoorbeeld aantallen inwoners en voorzieningen. c. Kennis, leren en aanpassen. We moeten investeren in kennis vanuit de praktijk, onderzoek en dataverzameling. Wat is de voetafdruk van logistiek? En hoe kunnen we daar in verschillende typen buurten op sturen? Hoe kunnen we logistiek voldoende ruimte geven om de stad leefbaar en aantrekkelijk te houden? En hoe voorkomen we dat de ruimte die logistiek nodig heeft ten koste gaat van een leefbare en aantrekkelijke stad? d. We doen het samen. Lichte, schone, veilige en efficiënte logistiek vraagt om een goed functionerende samenwerking met en binnen de logistieke ketens. Zowel binnen de gemeente als daarbuiten. We zien een centrale rol voor platform Logistiek o20, dat we in de zomer van 2021 hebben opgezet. En we willen graag vooroplopen in de samenwerking met andere steden, bijvoorbeeld in G4-en MRA verband. De Logistieke Strategie benoemt de thema’s die we verder gaan uitwerken. Dat doen we samen met de relevante gemeenteprogramma’s en stakeholders in de logistieke ketens. Een centrale rol is hierbij weggelegd voor het programma Logistiek. Dat doet nu nog vooral dienst als oliemannetje tussen de verschillende partijen. De beperkte omvang van het programma is echter niet toereikend voor de centrale, meer sturende rol die nodig is. Voor 2022 zijn middelen beschikbaar om de benodigde doorstart toch te maken en de (integrale) basis op orde te brengen op het gebied van de gemeentelijke kennis over de logistiek, de communicatie, het stakeholdermanagement en de monitoring. In 2022 zal worden gewerkt aan een uitvoeringsplan voor 2023 en verder waarover het nieuwe college zal beslissen. Het is nu zaak echt werk te gaan maken van de al vastgestelde eisen en de al enige jaren door de markt gevraagde duidelijkheid. Hiervoor legt de Logistieke Strategie de basis. Ik ga ervan uit dat u de Logistieke Strategie met aandacht leest. Met vriendelijke groet, Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, | Egbert J. de Vries Wethouder Verkeer en Vervoer, Water en Luchtkwaliteit Bijlage: Logistieke Strategie Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Brief
3
train
Nummer _BD2017-012472 x Gemeente Amsterdam FI N Directie directie middelen Raadscommissie voor Financiën, Coördinatie Aanpak Subsidies, Aanpak Dienst ie belaetingen % Belastingen, Waterbeheer, Vastgoed, Inkoop en Personeel en Organisatie % Ter bespreking en ter kennisneming voor de commissievergadering van 19 oktober 2017 Portefeuille 14 Agendapunt 18 Datum besluit B&W N.v.t. Onderwerp Vervolgplanning Vernieuwing Informatievoorziening Belastingen (VIB). De commissie wordt gevraagd kennis te nemen van De brief van de wethouder Financiën over de vervolgplanning mbt. de overgang van Belastingen naar de nieuwe informatievoorziening. Wettelijke grondslag Artikel 169 GW. Bestuurlijke achtergrond Bij de bespreking van het programma Vernieuwing Informatievoorziening Belastingen (VIB) in de commissievergadering van 14 juli 2017 is toegezegd dat de commissie in oktober wordt geïnformeerd over de voortgang van het programma. In de commissievergadering van 21 september 2017 is toegezegd dat de commissie wordt geïnformeerd over de overgang van Belastingen naar de nieuwe informatievoorziening als het besluit hierover begin oktober is genomen. In de bijgevoegde brief wordt gemeld dat de commissie naar verwachting na de collegevergadering van 17 oktober 2017 wordt geïnformeerd over de overgang van Belastingen naar de nieuwe informatievoorziening. Reden bespreking Gezien het belang en de actualiteit van het onderwerp. Uitkomsten extern advies N.v.t. Geheimhouding N.v.t. Uitgenodigde andere raadscommissies N.v.t. Stukken Meegestuurd De brief van de wethouder Financiën over de vervolgplanning VIB. Ter inzage gelegd Nvt. Behandelend ambtenaar (naam, telefoonnummer en e-mailadres) 1 Portefeuille 14 Gemeente Amsterdam Fl N Agendapunt 18 Raadscommissie voor Financiën, Coördinatie Aanpak Subsidies, Aanpak Belastingen, Waterbeheer, Vastgoed, Inkoop en Personeel en Organisatie Ter bespreking en ter kennisneming voor de commissievergadering van 19 oktober 2017 Mario van Tilburg, 06-22321342, m.tilburg @amsterdam.nl 2
Actualiteit
2
train
> Gemeente Amsterdam Motie Datum raadsvergadering 5 april 2023 Ingekomen onder nummer 137 Status Ingetrokken Onderwerp Motie van het lid Wijnants inzake onderzoek naar sensoren bij blauwe zone Onderwerp Onderzoek blauwe zone met sensor Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De Raad, Gehoord de discussie over Wijzigen van de Verordening Parkeerbelastingen 2023 en Parkeerveror- dening 2013, Constaterende dat, -_ Gemeente Amstelveen op diverse blauwe zone-parkeerplaatsen digitale sensoren heeft geplaatst die de parkeerduur van voertuigen nauwkeurig meten en bij overschrijding van de maximale parkeerduur een signaal stuurt naar handhaving om ter plekke te komen en om een bon uit te schrijven; -__ Door de sensoren het niet meer mogelijk is om de blauwe schijf illegaal bij te draaien zon- der consequenties; -__Door de sensoren de handhavers vaker ter plekke zijn, waardoor zij een beter zicht heb- ben op het parkeergedrag en de mensen die de sensor proberen te ondermijnen (door de auto van de plaats af te halen en opnieuw te parkeren) hierdoor evengoed betrapt en be- boet worden. Overwegende dat, -__ Stadsdelen Noord, Oost, Zuid, Nieuw-West en Zuidoost allen meerdere gebieden kennen waar een blauwe zone geldt; -__De drukte in de stad toeneemt, wat eveneens geldt voor de parkeerdruk; -__Stadsdeel Zuid adviseert dat het afschaffen van de blauwe zone resulteert in mogelijk ne- gatieve gevolgen voor winkeliers en in de reactie van het college deze gevolgen ook be- trekking hebben op stadsdelen Nieuw-West en Zuidoost. Gemeente Amsterdam Status Ingetrokken Pagina 2 van 2 Verzoekt het college van burgemeester en wethouders Een onderzoek te doen naar de mogelijkheid om sensoren te installeren bij blauwe zones die de parkeerduur meet en zo doende de handhaving voorziet van instrumenten om parkeerders die de maximum parkeerduur overschrijden aan te pakken. Indiener, D.P.B. Wijnants
Motie
2
discard
Gesprek vertegenwoordigers WOOR (Stichting Welzijn, Ontmoeting en Ondersteuning Rivierenbuurt) met leden stadsdeelcommissie Zuid, wijk De Pijp-Rivierenbuurt, woensdag 27 oktober 2021 van 19.30 tot 20.30u, Huis van de Wijk Rijnstraat 115 1 Voorstelrondje 2 Agenda 3 Stadsdeelcommissie Zuid / smaldeel De Pijp-Rivierenbuurt: wat doet de sdc, blik op de toekomst na 16 maart 2022 4 WOOR: wat doet WOOR, en wat zijn de knelpunten?; activiteiten en knelpunten spiegelen aan gebiedsagenda en gebiedsplan 5 Reactie sdc en discussie 6 Rondvraag en sluiting
Agenda
1
train
% Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad x% Gemeenteblad X motie Jaar 2020 Afdeling 1 Nummer 1436 Behandeld op 16 en 17 december 2020 Status Ingetrokken en vervangen door 1436 accent Onderwerp Motie van het lid El Ksaihi inzake de Begroting 2021 (Stalkingalarm tegen femicide) Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Begroting 2021. Constaterende dat: — _ In Nederland iedere 10 dagen een vrouw wordt vermoord; — _ Femicide in Nederland naar verhouding vaker voorkomt dan in Italië of Frankrijk; — _ Het vaak voorkomt dat femicide vooraf is gegaan door een melding of aangifte van stalking door het slachtoffer. Overwegende dat: — _In Gent vorig jaar een proef is gestart met een stalkingalarm waarbij slachtoffers van levensbedreigende stalking door ex-partners altijd en overal met een druk op de knop de politie live kunnen laten meeluisteren en daarmee die politie in staat kunnen stellen mensen te sturen naar de exacte locatie. — Een paar maanden later 10 vrouwen waren aangesloten op het systeem en de politie 9 keer was uitgerukt. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: Te onderzoeken of een stalkingalarm, zoals dat is getest in Gent, femicide in Amsterdam kan voorkomen. Het lid van de gemeenteraad Y. el Ksaihi 1
Motie
1
discard
> < Gemeente Raadsinformatiebrief Amsterdam Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam Datum 23 mei 2023 Portefeuille(s) Verkeer, Vervoer, Luchtkwaliteit, Openbare Ruimte en Groen Portefeuillehouder(s): Melanie van der Horst Behandeld door VR&OR (bestuurlijke.zaken. [email protected]) Onderwerp Stand van zaken project Onderdoorgang Mac Gillavrylaan Geachte leden van de gemeenteraad, Hierbij informeer ik v over de stand van zaken van het project Onderdoorgang Mac Gillavrylaan. Het project heeft betrekking op de bouw van een onderdoorgang bij de Mac Gillavrylaan (waardoor Amsterdam Science Park direct wordt verbonden met de afrit van de Azo bij Watergraafsmeer) én de aanpassing van de Kruislaanonderdoorgang (afsluiten voor autoverkeer). Met de bouw van de onderdoorgang zou de Middenweg, de Kruislaan en het Galileiplantsoen worden ontlast en daarmee veiliger worden voor fietsers en voetgangers. Tevens zou Amsterdam Science Park beter bereikbaar worden. In september 2020 heeft uw raad een voorbereidingskrediet beschikbaar gesteld voor het project. In de afgelopen jaren heeft de projectorganisatie samen met ProRail gewerkt aan een ontwerp voor de onderdoorgang ter hoogte van het Voorlandpad. Begin 2023 is duidelijk geworden dat de kosten voor de onderdoorgang fors hoger zijn dan in september 2020 werd geraamd. Destijds is rekening gehouden met een investering van €35 min, de meest recente raming gaat vit van € 71 min. Door de beperkte middelen is er geen ruimte voor deze extra investering. Daarom is het wenselijk om onderzoek te doen naar betaalbare andere maatregelen om de verkeersituatie in de Watergraafsmeer en bij de Kruislaanonderdoorgang te verbeteren. Door middel van een netwerkstudie en daarnaast onderzoek naar mogelijke mitigerende maatregelen willen we nagaan hoe de verkeersdrukte en verkeersveiligheid op de Middenweg, de Kruislaan, de Kruislaanonderdoorgang en het Galileiplantsoen kan worden verbeterd. Deze studies zullen de komende periode worden uitgevoerd. Wij verwachten begin 2024 een voorstel aan de raad te doen over deze maatregelen als alternatief voor de onderdoorgang. De stakeholders zijn op de hoogte gebracht van de stand van zaken van het project en zullen ook bij bovengenoemd onderzoek worden betrokken. Wij verwachten u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Met vriendelijke groet, Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, Ad. ws Melanie van der Horst Wethouder Verkeer, Vervoer, Luchtkwaliteit, Openbare Ruimte en Groen
Brief
1
test
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Amendement Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 296 Publicatiedatum 4 april 2014 Ingekomen onder AL Ingekomen op donderdag 13 maart 2014 Behandeld op donderdag 13 maart 2014 Status Aangenomen Onderwerp Amendement van de raadsleden de heer Evans-Knaup, de heer Van Lammeren en de heer Schimmelpennink inzake de Bijzondere Subsidieverordening Stimulering Schone Rondvaart. Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 11 februari 2014 tot intrekken van de subsidieregeling Stimulering schone rondvaart en vaststellen van de Bijzondere Subsidieverordening Stimulering Schone Rondvaart (Gemeenteblad afd. 1, nr. 201); Constaterende dat: — de gemeenteraad de nota Varen heeft vastgesteld; — in deze nota de Fase 3B uitstootnorm de minimumnorm is geworden; Overwegende dat: — deze subsidie bedoeld is om de branche te stimuleren tot verdere verschoning en niet slechts te voldoen aan een minimumnorm; — de investeringen in zero-emissie hoger zijn dan in fosiele aandrijving, Besluit: 1. Fase 3B investeringen niet langer te subsidiëren en daarom in ontwerpbesluit nr. 201 van 2014: — de volgende artikelonderdelen te schrappen: e artikel 8.1 A; e artikel 8.2.C; e artikel 8.2.D; e artikel 11.2; — tevens de bedragen in de volgende artikelen te verhogen tot: e artikel 8.2.A > € 40.000; e artikel 8.2.B > € 20.000; e artikel8.2.E>€ 2.000; 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer 296 A d é Datum _ 4 april 2014 mendemen — artikel 3, lid 2, te vervangen door: 3.2 het college kan subsidie verlenen voor: a. het vervangen van een bestaande CCR2-motor of van een lagere norm, door een nieuwe zero-emissie motor. b. het aanbrengen van een nieuwe zero-emissie motor op een nieuwe rondvaartboot, ter vervanging van een bestaande (oude) (vergunde) boot met een CCR2-motor of van een lagere norm c. en het plaatsen van een oplaadpunt door een erkend installateur voor het opladen van zero-emissie motor; — toe te voegen aan artikel 10 een lid f‚, luidende: “f. Vergunningen verstrekt op basis van uitstootvrije voorwaarden zijn uitgesloten”; 2. daar, waar nodig, de nummering aan te passen opdat deze na het schrappen van artikelen weer doorloopt en de toelichting aan te passen conform het onder beslispunt 1 vermelde. De leden van de gemeenteraad, LR. Evans-Knaup J.F.W. van Lammeren L.M.H. Schimmelpennink 2
Motie
2
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2020 Afdeling 1 Nummer 1587 Datum indiening 9 november 2020 Datum akkoord 30 november 2020 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Boutkan inzake arbeidsuitbuiting bij Amsterdams restaurant 'Saravana Bhavan' Aan de gemeenteraad Toelichting door vragensteller: Zaterdag 7 november 2020 stond er een uitgebreid onderzoeksartikel onder de kop ‘Ze wilden in Nederland werken, ze wisten alleen niet dat ze uitgebuit zouden worden’ in Het Parool. Het gaat over arbeidsuitbuiting bij het Amsterdamse restaurant ‘Saravana Bhavan’ aan de Stadhouderskade. Het restaurant is onderdeel van een populaire Indiase keten en heeft volgens de krant tijdelijk de deuren gesloten na uitbuiting van het personeel. Sinds kort is de keuken weer open voor bezorg- en afhaalmaaltijden. In het artikel komen een aantal zeer schrijnende situaties van medewerkers naar voren. De uitbuiting bestaat onder andere uit het innemen van het paspoort en betaalpassen en het onder valse voorwendselen hier naartoe halen van medewerkers uit India onder de kennismigrantenregeling. Medewerkers moesten extreem lange dagen maken en kregen volgens Het Parool circa € 700 per maand. Hierdoor worden zij volkomen afhankelijk gemaakt van hun werkgever en de medewerkers waren vaak niet of gebrekkig op de hoogte van hun rechten en plichten. De Inspectie SZW heeft controles uitgevoerd en er loopt op dit moment nog een onderzoek. Het restaurant was al sinds eind 2019 gesloten. De fractie van de PvdA Amsterdam heeft al eerder aandacht gevraagd voor arbeidsuitbuiting in Amsterdam en maakt zich grote zorgen omdat dit hardnekkige fenomeen steeds weer opnieuw opduikt. Arbeidsuitbuiting van — vaak kwetsbare — medewerkers moet hard bestreden worden. Uit de expertsessie die op verzoek van ons heeft plaatsgevonden, bleek onder meer dat arbeidsuitbuiting zelden op zichzelf staat en dat er ook vaak andere misstanden zijn. Gezien het vorenstaande heeft het lid Boutkan, namens de fractie van PvdA Amsterdam, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Heeft het college kennisgenomen van het artikel in Het Parool? Klopt de aanname in het artikel dat er arbeidsuitbuiting bij dit restaurant heeft plaatsgevonden en indien dit het geval is, kan het college aangeven welke stappen zij gaat zetten om arbeidsuitbuiting in de toekomst bij dit bedrijf te voorkomen? 1 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam Neng ae7 Gemeenteblad R Datum 30 november 2020 Schriftelijke vragen, maandag 9 november 2020 Antwoord: Het college heeft kennisgenomen van het artikel in Het Parool. Op het moment van het opstellen van dit antwoord is het strafrechtelijk onderzoek van de Inspectie SZW nog niet afgerond. Een rechter heeft zich dus ook nog niet uitgesproken over de vraag of er in dit restaurant daadwerkelijk (en bewezen) sprake is geweest van arbeidsuitbuiting. Om misstanden bij dit bedrijf in de toekomst te voorkomen is het proces van het reguliere vergunningentraject relevant, waarbij gekeken wordt of de nieuwe exploitanten voldoen aan de gestelde eisen. Hierbij kan worden gedacht aan het levensgedrag en de bedrijfsvoering van de exploitant en leidinggevende. Daaraan gekoppeld loopt ook een Bibob-onderzoek. De uitkomsten van een dergelijk onderzoek kunnen ertoe leiden dat een aangevraagde (exploitatie}vergunning niet wordt verstrekt of verlengd. Voorts ligt er een primaire verantwoordelijkheid bij de Inspectie SZW om te controleren op arbeidsomstandigheden. De Inspectie heeft de onderneming al tweemaal gecontroleerd. Naar verwachting zullen zij ook de (nieuwe) onderneming controleren en bij constatering van misstanden sanctioneren. Hierbij beschikt de Inspectie, naast het opleggen van boetes, over de bevoegdheid een onderneming voor een bepaalde tijd stil te leggen. 2. Kan het college aangeven wat de rol van Amsterdam is geweest in deze situatie nadat arbeidsuitbuiting is geconstateerd? Te denken valt aan de opvang van slachtoffers. Bijvoorbeeld door het aanbieden van juridisch advies, opvangen middels noodhuisvesting en eventuele hulp bij het repatriëren? Antwoord: Vijf van de zes slachtoffers zijn opgevangen bij het Amsterdams Coördinatiepunt Mensenhandel (ACM) van HVO-Querido. Binnen het opvangtraject is aan hen de zogenoemde B8-regeling aangeboden en is een advocaat geregeld met wie zij meerdere gesprekken hebben gevoerd. Tevens hebben zij ‘leefgeld’ ontvangen. Uiteindelijk zijn zij door de Inspectie SZW als getuige gehoord omdat zij om meerdere redenen geen aangifte wensten te doen. Vervolgens zijn zij teruggekeerd naar India met behulp van de International Organization for Migration (IOM). Na hun terugkeer hebben zij nog een toegekende uitkering ontvangen. Ook is de casus geagendeerd en besproken in de RIEC-werkgroep mensenhandel en met het stadsdeel Zuid. Voor meer informatie over het RIEG zie het antwoord op vraag 7. De meest relevante ketenpartners zijn uiteindelijk betrokken (geweest) bij de interventie. 2 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Neng ae7 Gemeenteblad Datum 30 november 2020 Schriftelijke vragen, maandag 9 november 2020 3. Wat zorgelijk is, is dat de nieuwe ondernemers zich hebben ingeschreven bij de Kamer van Koophandel om een soort doorstart te maken onder dezelfde naam. Klopt het dat dit juridisch mogelijk is, ondanks het lopende onderzoek vanuit ISZW? Antwoord: Het is voor eenieder mogelijk om zich te registreren bij de Kamer van Koophandel, ook om een bedrijf te registreren onder dezelfde naam. Bij een overname van een horecabedrijf is het voor het nieuwe bedrijf mogelijk om tijdelijk te exploiteren op de vergunning van het vorige horecabedrijf, mits het nieuwe horecabedrijf binnen vier weken een nieuwe vergunning aanvraagt en er geen zwaarwegende feiten of omstandigheden zijn die zich tegen het van kracht blijven van de exploitatievergunning verzetten. In deze casus wordt door de nieuwe ondernemer geen gebruik gemaakt van de vergunning van de eerdere onderneming, maar heeft het bedrijf een voorlopige toestemming ontvangen te exploiteren in afwachting van zijn aanvraag. Die toestemming is gegeven omdat op dit moment geen sprake lijkt te zijn van zwaarwegende feiten of omstandigheden die zich daartegen verzetten. Bij het reguliere vergunningentraject wordt gekeken of het nieuwe horecabedrijf voldoet aan de gestelde eisen, zoals het levensgedrag en de bedrijfsvoering van de exploitant en leidinggevende. Daaraan gekoppeld loopt ook een Bibob- onderzoek. 4. Volgens Het Parool ligt er op dit moment een exploitatievergunning van het restaurant ter beoordeling bij de gemeente. Klopt dit? Indien ja, hoe kan het dat dit bedrijf nu blijkbaar opereert zonder vergunning en toch een keuken kan exploiteren”? Antwoord: De vergunningaanvraag is momenteel in behandeling. Zie verder de beantwoording bij vraag 3. 5. Op welke manier zijn eventuele veroordelingen van invloed op een besluit op een — toekomstige — aanvraag voor exploitatie? Is dit bijvoorbeeld een weigeringsgrond? Indien dit niet het geval is, is de gemeente bereid dit op te gaan nemen als weigeringsgrond? BIBOB Antwoord: Er is een aantal gronden waarop een exploitatievergunning horecabedrijf en een drank- en horecawetvergunning geweigerd kan worden, waarbij ook het levensgedrag van de exploitant of leidinggevende van het horecabedrijf wordt betrokken. Ook worden deze horecavergunningen getoetst op grond van de Wet Bibob, waarbij niet alleen naar de exploitant wordt gekeken, maar ook naar zijn/haar zakelijke relaties. 3 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Neng ae7 Gemeenteblad Datum 30 november 2020 Schriftelijke vragen, maandag 9 november 2020 6. In de horeca geldt het three-strikes-and-you're-out-principe, met andere woorden bij drie overtredingen van bijvoorbeeld overlast kan de vergunning tijdelijk worden ingetrokken. Is het college bereid om na te denken om bij een veroordeling voor arbeidsuitbuiting per direct de exploitatievergunning in te trekken dan wel op te schorten? Indien nee, waarom niet? Antwoord: Hier wordt gedoeld op de handhavingsstrategie waarin staat opgenomen hoe overtredingen van de APV en de Drank- en Horecawet (DHW) worden gesanctioneerd bij horecagelegenheden. Na een aantal (vier of vijf} overtredingen - steeds binnen een jaar - kan de vergunning worden ingetrokken. Arbeidsuitbuiting is niet een overtreding in de zin van de APV of de DHW. Een eventuele veroordeling voor arbeidsuitbuiting kan wel een rol spelen bij het intrekken of weigeren van de exploitatievergunning op grond van criteria voor bedrijfsvoering of levensgedrag. 7. Is het college van plan om naar aanleiding van deze casus haar beleid voor bestrijding van arbeidsuitbuiting aan te passen, dan wel andere afspraken te maken met betrokken instanties, zoals Inspectie SZW, RIEG, FIOD? Antwoord: Tijdens de commissie AZ van 5 december 2019 is een brief toegezegd met daarin de ‘Amsterdamse aanpak mensenhandel’. Deze is op 26 november 2020 aan de raad verzonden. Daarin is zeer uitgebreid opgenomen welke activiteiten de gemeente onderneemt om mensenhandel, waaronder arbeidsuitbuiting, te voorkomen en te bestrijden. Onderdeel van de aanpak is de ketensamenwerking in RIEC-verband. In de RIEC-werkgroep Mensenhandel worden signalen en casus besproken om te komen tot integrale interventies waarmee barrières worden opgeworpen tegen mensenhandel en mensensmokkel in de regio. De interventies kunnen zowel bestaan uit financiële, bestuurlijke als strafrechtelijke interventies of een combinatie hiervan. In de werkgroep participeren meerdere ketenpartners, waaronder de Inspectie SZW. In de hiervoor genoemde brief is tevens te lezen dat de gemeente inzet op het realiseren van een daadkrachtiger RIEC-werkgroep mensenhandel en dat wordt ingezet op intensivering van de samenwerking met de Inspectie SZW. Ten slotte wijst het college op de tweejarige pilot ‘positieverbetering arbeidsmigranten’ (ter uitvoering van motie 1258 Meldpunt misstanden buitenlandse werknemers). De pilot gaat in 2021 van start en behelst het versterken van de positie van arbeidsmigranten in Amsterdam door middel van informatievoorziening, outreach, ondersteuning en het aankaarten van systemische knelpunten. Het doen van meldingen en indienen van klachten maakt eveneens onderdeel uit van de opdracht. Deze pilot kan dus een vindplaats zijn van vermoedens van arbeidsuitbuiting, waarna de juiste route kan worden bewandeld en waar nodig gelijk actie kan worden ondernomen. 4 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer wd vember 2020 Schriftelijke vragen, maandag 9 november 2020 8. Kan het college iets zeggen over de mate waarin arbeidsuitbuiting voorkomt in de Amsterdamse horeca? Antwoord: Slachtoffers van mensenhandel doen niet snel uit zichzelf aangifte, bijvoorbeeld omdat ze bang zijn voor represailles of zichzelf helemaal niet als slachtoffer zien. Er is bij mensenhandel dus sprake van een ‘haaldelict': de aangifte moet als het ware ‘gehaald’ worden. Een relatief groot deel van mensenhandel blijft echter onder de radar, het dark number. Desalniettemin zijn er enkele voorbeelden bekend van arbeidsuitbuiting in de horeca. De door de gemeente aangestelde zorgcoördinator ziet daarbij ook veel grensgevallen die nu vanuit slachtofferperspectief ‘ernstige benadeling’ worden genoemd. Er is dan nog geen sprake van mensenhandel (arbeidsuitbuiting), maar de situatie is wel ernstiger dan ‘slecht werkgeverschap’. Veel van deze slachtoffers willen niet met de Inspectie SZW praten uit angst voor het verliezen van hun baan en/of huisvesting. In het geval van ongedocumenteerde werknemers, bestaat vaak ook de vrees dat de werkgever de politie inschakelt en zij het land uit worden gezet. Ook gebeurt het vaak dat zij zichzelf niet zien als slachtoffer en blijken veel slachtoffers loyaal te zijn richting hun werkgever. Burgemeester en wethouders van Amsterdam Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris 5
Schriftelijke Vraag
5
discard
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Schriftelijke vragen Jaar 2021 Afdeling 1 Nummer SV 48 Datum indiening 28 januari 2021 Datum akkoord 23 februari 2021 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het lid A.L. Bakker inzake de bomenkap en herplant van sprietjes in de Frederik Hendrikstraat Aan de gemeenteraad Toelichting door vragensteller: In 2019 is de hele Frederik Hendrikstraat in het kader van een herinrichting kaalgekapt en na ruim anderhalf jaar staan er nu vervangende exemplaren in de grond. De fractie van de Partij voor de Dieren had graag opgelucht en blij op dit nieuws willen reageren, maar is daarentegen verontrust over de iele twijgjes die nu in het straatbeeld zijn verschenen. Er wordt al tijden beloofd dat herplant bestaat vit bomen met een zo groot mogelijke stamomtrek en dat we dus niet alleen maar sprietjes terugkrijgen. Het lijkt er echter op dat de oude dikke bomen toch slechts vervangen zijn door jonge magere exemplaren. Een duidelijke foto is te vinden in een bericht op Twitter. Vragensteller vraagt zich af of de herplant in dit geval wel correct is uitgevoerd. Gezien het vorenstaande heeft het lid AL. Bakker, namens de fractie van de Partij voor de Dieren, op grond van artikel 84 van het Reglement van orde gemeenteraad en raadscommissies Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: Namens het dagelijks bestuur van stadsdeel West hierbij de beantwoording op gestelde schriftelijke vragen: 1. Hoeveel en welke soort bomen, met wat voor omtrek en leeftijd zijn er precies gekapt in de Frederik Hendrikstraat? Antwoord In totaal zijn er 73 bomen gekapt. Het betrof watercypressen en 1 iep met een stamomtrek van 80 tot 120 cm. De bomen waren in 1992 geplant. 2. Hoeveel bomen en welke soort, met wat voor omtrek en leeftijd zijn er precies herplant na de kap van de bomen in de Frederik Hendrikstraat? Antwoord Aantal: In de Frederik Hendrikstraat zijn 56 bomen herplant. (Zie antwoord vraag 3 voor herplant van de overige gekapte bomen). Eris bewust gekozen om in deze straat minder bomen terug te planten dan er stonden, omdat de oude bomen te weinig ruimte hadden om te kunnen groeien. De nieuwe bomen hebben meer (onder- en bovengrondse) ruimte om tot volle wasdom te kunnen groeien. De nieuwe locatie van de bomen heeft nu een brede strook van gemiddeld 2,50 m tussen de parkeerplaatsen in plaats van de voormalige ruimte van 80 cm breed tussen het fietspad en de parkeerstrook. 1 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Nummer SV48 Gemeenteraad Datum 23 februari 2021 Schriftelijke vragen Deze grotere boomvakken en investering in optimale groeiplaats zorgen ervoor dat de bomen een grotere kroonbreedte kunnen ontwikkelen. Dit levert op termijn een groener straatbeeld met mogelijkheid tot meer CO2 opslag, en er zal meer (regen)water worden opgevangen. Voor deze wijze van herplant in de Frederik Hendrikstraat heeft participatie plaatsgevonden. Naar aanleiding van de publicatie van de kapvergunning werd één bezwaar ontvangen. Soort: De nieuwe bomen zijn van het type Ulmus ‘Dodoens’ Omtrek en leeftijd: Bij kwekers werd gezocht naar bomen met een twee keer zo grote omtrekmaat (30-35 cm in plaats van 20-25 cm) dan standaard in Amsterdam wordt geplant. Daarbij werd echter wel als belangrijke kwaliteitseis meegegeven dat de bomen op eigen wortels worden gekweekt om instabiliteit in de toekomst te voorkomen. In de raadsbrief van 29 oktober 2020 over omgewaaide bomen tijdens de storm hebben we u geïnformeerd over dit instabiliteitsprobleem bij bomen. Door strenge eisen te stellen aan de wijze waarop iepen worden opgekweekt zijn we verzekerd van gezond groeiende wortels en sterk opgroeiende bomen. De gecombineerde eisen van omtrekmaat en extra kwaliteitseis in de kweekvorm bleek niet eenvoudig. De hoge grondwaterstand in de Frederik Hendrikstraat zorgt ervoor dat de bomen minder diep kunnen wortelen. Bij aanplant van de nieuwe bomen moet daarom rekening gehouden worden met de kluithoogte. Hoe groter de aanplantmaat, hoe dikker de kluithoogte. De kluit mag nooit in aanraking komen met het grondwater, omdat de wortels dan gaan rotten en de boom afsterft. De hoogte van het grondwater bepaalt dus de maximale aanplantmaat in een wijk of straat. De conclusie was dat geen enkele boomkweker de voorgestelde aanplantmaat in combinatie met de kwaliteitseisen kon leveren. Daarop is besloten vast te houden aan wens van de bewoners om wel deze bijzondere iepensoort toe te passen, maar in een kleinere aanplantmaat. De huidige bomen zijn in 2012 gestekt en opgekweekt en twee jaar geleden bij de boomkweker vastgelegd. Door twee extreem droge seizoenen met hoge temperaturen is de groei van de bomen sterk achter gebleven, waardoor de bomen niet de verwachtte stamomtrek van 30 tot 35 cm hebben gehaald. De bomen variëren in stamomtrek tussen de 20 en 26 centimeter. Overigens is dit nog steeds de standaard aanplantmaat die in Amsterdam wordt toegepast. Om de groei te stimuleren is extra geïnvesteerd in de groeiplaats. Naast de grondverbetering, beluchting en drainage is gekozen voor een drukverdelende constructie, waardoor de boom veel meer ruimte heeft om een goed wortelpakket te vormen en daarmee sneller kan groeien en een langere levensduur zal hebben. 3. Hoe verhoudt de herplant zich tot de voorgeschreven richtlijnen van herplant vanuit de Bomenverordening? Antwoord Volgens de Bomenverordening geldt het principe van 1 op 1 herplant, waarbij gestreefd wordt naar het meest haalbare resultaat. In de Frederik Hendrikstraat is gecompenseerd met de aantallen bomen die voldoende ondergrondse groeirvimte hebben om tot volwaardige bomen vit te kunnen groeien. Hiervoor zijn extra investeringen gedaan in de ondergrondse groeiplaats. Er zijn in de Frederik Hendrikstraat 56 bomen herplant en 16 extra bomen in de directe omgeving (Fagelbuurt) en 2 in het Westerpark. Inclusief een optimale inrichting van de groeiplaats voldoet het college aan de herplantplicht. 2 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Nummer 2e Gemeenteraad Datum 23 februari 2021 Schriftelijke vragen 4. Is het aantal bomen (jonge sprietjes) dat herplant is in de Frederik Hendrikstraat volgens het college voldoende? Zo ja, graag een toelichting. Zo nee, zullen er nog extra bomen worden herplant, op deze locatie of in andere delen van de stad? Antwoord Ja, de bomen hebben een diktemaat die algemeen in Amsterdam worden geplant. Door te investeren in optimale groeiomstandigheden ontwikkelen de bomen zich zeer krachtig. Eris alles aan gedaan om bomen zo te laten groeien dat in een recordtempo een groen straatbeeld ontstaat met boomkronen die breed uitgroeien. 5. Iser naar aanleiding van de kap in de Frederik Hendrikstraat een storting gedaan in het gemeentelijk herplantfonds? Zo ja, welk bedrag is er gestort? Antwoord Er is voldaan aan de herplantplicht dus een storting in het gemeentelijk herplantfonds was niet aan de orde. Burgemeester en wethouders van Amsterdam Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris https:/ftwitter.com/NicovanGog/status/1339463237054640130 3
Schriftelijke Vraag
3
train
X Gemeente Gemeenteraad RAAD % Amsterdam Motie Datum raadsvergadering 11 november 2021 Ingekomen onder nummer 794 Status Verworpen Onderwerp Motie van het lid Kreuger inzake het Vaststellen van de Binnenhavengeldverordening Pleziervaart 2022 (Right to challenge) Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De Raad, gehoord de beraadslaging over het Vaststellen van de Binnenhavengeldverordening Pleziervaart 2022, constaterende dat: -__ het college een doorvaartvignet wil invoeren voor pleziervaart; -__de kosten hiervoor aanvankelijk 20 euro zouden zijn; -__ het college hiervoor uiteindelijk ,o euro wil doorrekenen, overwegend dat: -__dit een gigantisch verschil is; -_ het optuigen van een dergelijk systeem voor minder dan 4o euro per vignet mogelijk moet zijn, Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: De invoer van het doorvaartvignet met één jaar uit te stellen en in dit jaar een ‘right to challenge’ te organiseren, waarbij bedrijven de mogelijkheid krijgen een goedkoper doorvaartvignetten-systeem op poten te zetten. Indiener K.M. Kreuger
Motie
1
discard
> Gemeente Amsterdam Amendement Datum raadsvergadering 1juni2022 Ingekomen onder nummer 234 Status Verworpen Onderwerp Amendement van het lid Koyuncu inzake het coalitieakkoord 2022-2026 Onderwerp Betere consideratie voor burgers van buurgemeenten Aan de gemeenteraad Ondergetekende(n) hebben de eer voor te stellen: De Raad, Gehoord de discussie over het coalitieakkoord 2022-2026 “Amsterdams Akkoord” Overwegende dat: -_ Draagvlak immens belangrijk is voor een succesvolle energietransitie; -_ Ervaringen uit het verleden hebben laten zien dat participatie met buurtbewoners die net over de gemeentegrens wonen het draagval enorm kan stagneren. Besluit: In hoofdstuk 2 “Een duurzame toekomst” onder de paragraaf “Duurzaamheid” op pagina 42 de ali- nea “Windenergie maakt een cruciaal deel vit van de energiemix. We willen het potentieel aanwind- energie in Amsterdam benutten zonder dat hierdoor onaanvaardbare gezondheidsrisico’s ont- staan of de natuur teveel wordt belast.” Te vervangen door: “Windenergie maakt een cruciaal deel vit van de energiemix. We willen het potentieel aanwind- energie in Amsterdam benutten zonder dat hierdoor onaanvaardbare gezondheidsrisico’s ont- staan of de natuur teveel wordt belast. Daarbij houden we rekening met draagvlak onder de be- woners van buurgemeenten die vlakbij de gemeentegrens wonen.” Gemeente Amsterdam Status Verworpen Pagina 2 van 2 Indiener(s), S. Koyuncu (DENK)
Motie
2
train
> Gemeente Amsterdam Actualiteit voor de raadsvergadering van 26 mei 2021 Van Van Pijpen, Warmerdam en Kilig Datum 22 mei 2021 Portefeuille Zorg Agendapunt 2ÀÂ Onderwerp Verhoging van de vaccinatiegraad voor COVID-19 onder Amsterdammers, in het bijzonder zij met een migratie-achtergrond Aan de gemeenteraad Met grootschalige vaccinaties gaan we momenteel de Corona pandemie te lijf. De boodschap is dat iedereen voor 1 juli in ieder geval 1 prik moet kunnen krijgen van één van de vaccins. Uit het Helius onderzoek zoals we dat in de dagmail van 19 mei jl. toegezonden kregen blijkt dat bij veel Amsterdammers met een migratieachtergrond de bereidheid om zich te laten vaccineren nog laag is. Te laag wat ons betreft. Het vaccin beschermt tegen de ziekte waar juist ook, zoals blijkt vit hetzelfde onderzoek, Amsterdammers met een migratie-achtergrond zwaar onder te lij- den hebben. Vaccins geven een hoge mate van bescherming tegen COVID-19 en hoe meer mensen gevacci- neerd zijn hoe groter de kans op het minimaliseren van de rondgang van het virus. De verhoging van de vaccinatiegraad onder Amsterdammers in Z'n algemeenheid en met een mi- gratie-achtergrond in het bijzonder is dus extreem belangrijk. De wethouder schrijft in de begeleidende brief bij het onderzoek, en opgenomen in de bijlage, over de wijze waarop de Gemeente de vaccinatiegraad wil gaan verhogen. Daarbij zijn wij als Amsterdam, als het gaat om de vaccinatie-strategie en de aanlevering van vac- cins ook gebonden aan het beleid van de Rijksoverheid. De indieners van deze actualiteit zijn van menig dat ook de Gemeenteraad hierover op korte ter- mijn dient te spreken om het belang van een hoge vaccinatiegraad te onderstrepen en met elkaar en het College van gedachten te wisselen over alle mogelijke maatregelen om dat te bereiken. Reden van spoedeisendheid De vaccinatiecampagne is momenteel in volle gang om te bereiken dat voor 1 juli 2021 iedereen die dat wil minimaal één prik heeft ontvangen. Het is dan ook nu het moment om hierover te spre- ken om niet achter de feiten aan te (hoeven) lopen.
Actualiteit
1
train
X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2015 Afdeling 1 Nummer 503 Publicatiedatum 26 juni 2015 Ingekomen op 25 juni 2015 Ingekomen in raadscommissie ZS Te behandelen op 1/2 juli 2015 Onderwerp Motie van het raadslid de mevrouw Van Soest inzake de Voorjaarsnota 2015 (budget voor ouderenbeleid). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Voorjaarsnota 2015 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 379); Constaterende dat: — het Amsterdamse college van burgemeester en wethouders voornemens is om budgettaire ombuigingen te doen gedurende de termijn van dit college; — hiervoor subsidies te korten en in te zetten voor nieuw beleid; — het college een aanvraag heeft gedaan bij de WHO voor het Age Friendly City programma; — de wethouder Ouderenbeleid meermalen in debatten heeft aangegeven dat hij wethouder is zonder budget en daarom beleid specifiek voor ouderen niet of onvoldoende kan uitvoeren; Overwegende dat: — de Partij van de Ouderen mogelijkheden ziet tot ombuiging van kosten voor het sluiten van bordelen in het 1012-gebied, naar nieuw beleid voor ouderen; — voor een actief ouderenbeleid en om inhoud te geven aan de aanvraag voor een Age Friendly City is budget noodzakelijk voor het doen van onderzoek, het delen van kennis en het uitvoeren van plannen op onder anderen de volgende gebieden: o ouderenwerkloosheid; o ouderenmishandeling; o ouderen(her)huisvesting; o transitie van verpleeghuis naar zorg aan huis; o de dementievriendelijke stad. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: budget toe te wijzen voor het realiseren van een ouderenvriendelijke stad (Age Friendly City) en de benodigde gelden hiervoor te vinden in het budget dat is gereserveerd voor het opkopen van bordelen. Het lid van de gemeenteraad, W. van Soest 1 2
Motie
2
discard
x Gemeente Besluit van de vergadering van het Algemeen Bestuur van X Amsterdam 24 november 2015 X Oost Jaar 2015 Registratienummer Z-14-04427 | INT-15-06740 Onderwerp: Actualisatie mandaatregister Algemeen Bestuur Het Algemeen Bestuur van de Bestuurscommissie Oost, Gezien het voorstel van het Dagelijks Bestuur d.d. 27 oktober 2015 Overwegende dat: -__ het huidige mandaatregister behorend bij het Mandaatbesluit van het Algemeen Bestuur stadsdeel Oost is verouderd en behoefte is aan een actualisatie; Gelet op: -_ Hoofdstuk zo, Algemene wet bestuursrecht; -__de Verordening op de bestuurscommissies; -__het Mandaatbesluit van het Algemeen Bestuur stadsdeel Oost d.d. 27 maart 2014; -_ het besluit van het College d.d.17 juni 2015; -__ het besluit van het College d.d. 29 september 2015. Besluit: 1. Het mandaatregister behorend bij het Mandaatbesluit van het Algemeen Bestuur stadsdeel Oost te vervangen voor het bijgevoegd (geactualiseerde) mandaatregister, dat deel vitmaakt van dit besluit; 2. Dat dit besluit een dag na bekendmaking in werking treedt. Het algemeen bestuur van de Bestuurscommissie Oost Liane Pielanen, Ivar Manvel, secretaris voorzitter Afschrift: xZOO1F777EFRC# 1
Besluit
1
test
> Gemeente Amsterdam D Motie Datum raadsvergadering 10 mei 2023 Ingekomen onder nummer 214 Status Aangenomen Onderwerp Motie van de leden Runderkamp, Broersen en Wehkamp inzake uitbreiden pilot Dynamische Schooldag Onderwerp Uitbreiden pilot Dynamische Schooldag Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De Raad, Gehoord de discussie over Gezond leven makkelijker maken. Constaterende dat: -_in Amsterdam 60% van de kinderen de richtlijn van 60 minuten matige tot intensieve in- spanning per dag niet haalt; -__ bewegen essentieel is voor de ontwikkeling van kinderen; -_ bewegen maakt dat leerlingen meer ontspannen en gefocust in de klas zitten; -__ onderzoek laat zien dat meer bewegen niet ten koste gaat van schoolprestaties, maar juist zorgt voor een betere concentratie. Overwegende dat: -_de introductie van de ‘Dynamische Schooldag’ ervoor zorgt dat leerlingen door de vak- leerkracht bewegingsonderwijs worden gestimuleerd om op meerdere momenten van de dag te bewegen; -_de ‘Dynamische Schooldag’ bijdraagt aan het behalen van de richtlijn van 60 minuten ma- tige tot intensieve inspanning per dag; -_de invulling van de pilot ‘Dynamische Schooldag’ aan de scholen zelf is, net als de deel- name hieraan; -_Een passieve levensstijl voor kinderen ernstige gevolgen heeft voor de gezondheid van kinderen op de korte- en lange termijn, zoals een grotere kans op diabetes en hart- en vaatziekten. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders -_de pilot ‘Dynamische Schooldag’ vit te rollen naar scholen in de rest van Amsterdam, in eerste instantie scholen in de stadsdelen waar de ‘beweegparticipatie' het laagste is (Nieuw-West, Noord en Zuidoost). Gemeente Amsterdam Status Aangenomen Pagina 2 van 2 Indiener(s), L.P. Runderkamp J. Broersen J. Wehkamp
Motie
2
train
X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2013 Afdeling 1 Nummer 872 Publicatiedatum 11 oktober 2013 Ingekomen op 9 oktober 2013 Ingekomen in raadscommissie BWK Te behandelen op 6/7 november 2013 Onderwerp Motie van het raadslid de heer Weevers inzake de begroting voor 2014 (aanwending van de middelen in het energieakkoord voor Amsterdam). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de begroting voor 2014; Overwegende dat: — ereen energieakkoord is afgesloten tussen het rijk en diverse actoren, waaronder de woningcorporaties; — erin het kader van dit energieakkoord € 400 miljoen beschikbaar is; — de woningcorporaties in dit akkoord op zich hebben genomen hun woningvoorraad in 2020 gemiddeld het energielabel B heeft; Draagt het college van burgemeester en wethouders op: harde afspraken te maken met de Amsterdamse woningcorporaties om de gelden van het energieakkoord ook in Amsterdam in te zetten en de doelstelling van het duurzaam maken van hun woningen ook in deze stad voor de Amsterdamse huurders waar te maken. Het lid van de gemeenteraad, J.H. Weevers 1
Motie
1
test