text
stringlengths 181
1.69M
| label
stringclasses 11
values | num_pages
float64 1
502
| split
stringclasses 4
values |
---|---|---|---|
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 442
Datum akkoord 17 mei 2016
Publicatiedatum 18 mei 2016
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Van Lammeren (PvdD) van 8 april 2016
inzake kunstgras sportvelden en de plastic soep.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragensteller:
Op 27 februari 2016 stond in de Volkskrant het artikel Van kunstgras voetbalveld tot
plastic soep!“ waaruit blijkt dat er jaarlijks in Nederland door het gebruik van
kunstgras maar liefst één miljoen kilo plastic korrels in het milieu verdwijnen.
Kunstgras sportvelden, met name voetbalvelden, worden namelijk bedekt met een
strooisel van kunststof korreltjes, om ervoor te zorgen dat spelers beter over het veld
kunnen glijden. Deze korreltjes blijven echter niet op het sportveld liggen maar
verhuizen via sportkleding en schoenen naar de omgeving. Sportvelden zijn een bron
van microplastics door de slijtage van het kunstgras en via het rubbergranulaat (de
korreltjes) dat aan het veld wordt toegevoegd.
Volgens het artikel zouden er ook natuurvriendelijkere alternatieven zijn. Daarnaast
kunnen maatregelen genomen worden om de verspreiding van rubbergranulaat, dat
diverse schadelijke stoffen kan bevatten?, te verminderen. Voorbeelden hiervan zijn
het zorgen voor verharding tussen kunstgrasveld en kleedkamer, regelmatig
schoonvegen hiervan en het veegzand bij het restafval doen, en de drainage van het
veld scheiden van de afwatering van de rest van het terrein om zo het drainagewater
regelmatig te kunnen monitoren op verontreiniging. Sinds enkele jaren is er ook
geweven kunstgras beschikbaar waarvoor instrooikorrels niet meer nodig zijn.
Uit de antwoorden van het college op de schriftelijke vragen inzake plastic soep in
grachten van de fractie van de Partij voor de Dieren op 27 november 2015, blijkt dat
het college de ernst van de plastic soep inziet maar niet veel mogelijkheden ziet om
dit op gemeentelijk niveau aan te pakken (Gemeenteblad 2016, afd. 1, nr. 67).
Wat de fractie van de Partij voor de Dieren betreft zou het aanpakken van
de verspreiding van plastic via kunstgras een goede kans zijn om de
microplasticproblematiek ook op lokaal niveau te verminderen.
1 http:/lwww.volkskrant.nl/economie/van-kunstgras-voetbalveld-tot-plastic-soep—a4252579/
2 http://www.rivm.nl/Documenten en publicaties/Algemeen Actueel/Veelgestelde vragen/
Milieu Leefomgeving/Alle veelgestelde vragen over Rubbergranulaat
1
Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Demmer Te mei 2016 Schriftelijke vragen, vrijdag 8 april 2016
Gezien het vorenstaande heeft het lid Van Lammeren, namens de fractie van
de Partij voor de Dieren, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor
de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van
burgemeester en wethouders gesteld:
1. Hoeveel kunstgras sportvelden zijn er momenteel in Amsterdam in gebruik en
hoeveel velden zullen op korte termijn worden gerealiseerd?
Antwoord:
Op dit moment zijn in Amsterdam 135 officiële kunstgrasvelden in gebruik
(hockey/tennis/voetbal/korfbal). Daarnaast liggen in de openbare ruimte ongeveer
60 multifunctionele kunstgrasveldjes.
Op korte termijn (2017-1019) worden 13 nieuwe kunstgrasvelden gerealiseerd.
(Bron: gemeente Amsterdam, Sport en Bos/1B)
2. Met hoeveel kilo kunststofkorrels worden deze velden jaarlijks bijgevuld?
Antwoord:
Van de 135 kunstgrasvelden zijn er 63 ingestrooide (voetbal-)velden met een
SBR-rubber infill materiaal. Gemiddeld worden elk veld jaarlijks bijgevuld met
300 kg SBR rubber (de exacte hoeveelheid is afhankelijk van de ouderdom van
het veld). Totaal gaat het dus om ongeveer 20 ton.
(Bron: gemeente Amsterdam, Sport en Bos/1B)
3. Op hoeveel velden worden onbewerkte rubberen instrooikorrels gebruikt?
Op hoeveel velden wordt gebruikgemaakt van een alternatief, bijvoorbeeld korrels
van kurk? Graag een overzicht van de alternatieven en hoe vaak deze gebruikt
worden.
Antwoord:
Op ongeveer 50 van de 63 velden wordt onbewerkt SBR rubber gebruikt.
13 velden hebben een infill van gedeeltelijk omhulde (PU groen-gecoat) SBR als
infill-materiaal.
Binnen Amsterdam wordt op officiële velden geen gebruik gemaakt van
alternatieve infill-materialen (kurk/mixed infill/TPE of EPDM). Wel ligt er een veld
in de openbare ruimte (UEFA Court in Amsterdam Oost) waarbij gebruik is
gemaakt van kurk-infill.
(Bron: gemeente Amsterdam, Sport en Bos/1B)
2
Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R
Neeing ha Gemeenteblad
Datum 18 mei 2016 Schriftelijke vragen, vrijdag 8 april 2016
4. Deelt het college de zorgen van de fractie van de Partij voor de Dieren met
betrekking tot microplastics die vrijkomen bij slijtage van kunstgras en via
het rubbergranulaat dat aan sportvelden wordt toegevoegd?
Antwoord:
Een punt van zorg is dat een gedeelte van de rubberkorrels in het milieu rondom
de sportvelden terecht kan komen door onderhoud of harde wind. Het college is
van mening dat dit niet een reden is om geen nieuwe kunstgrasvelden meer aan
te leggen. Het college onderzoekt minder milieubelastende alternatieven voor
de huidige infill-methode (e.g. een dichtere vezelbezetting op de velden die
het rubber aanzienlijk beter vasthoudt dan de wat open oudere velden).
De marktontwikkelingen op het gebied van alternatieve infill wordt nauwlettend
gevolgd.
(Bron: gemeente Amsterdam, Sport en Bos/1B)
5. Is het bij het college bekend of er bij Amsterdamse verenigingen die kunstgras
sportvelden hebben maatregelen worden uitgevoerd om de verspreiding van
rubbergranulaat te voorkomen? Zo ja, graag de informatie hierover. Zo nee, welke
mogelijkheden heeft het college om verenigingen hiertoe te stimuleren en zo
de milieu-impact van de strooikorrels in hun velden te beperken?
Antwoord:
De gemeente Amsterdam is zelf eigenaar van de velden, niet de verenigingen.
Het college is voornemens in 2017 als proef enkele velden met bebording of
slagplanken “af te sluiten” van de omgeving zodat de infill of mieroslijpsel niet In
de (groene) omgeving kan verdwijnen. Een ander gedeelte (het grootste deel) van
het rubber en slijtmateriaal van de kunstgrasvezels wordt weggeblazen en
opgezogen mbv professionele kunstgras-onderhoudsmachines. Fijnstof, rubber
en organisch vuil wordt m.b.v. “‘veeg-stofzuigers” in wegwerpstofzakken
verzameld en verantwoord afgevoerd.
(Bron: gemeente Amsterdam, Sport en Bos/1B)
6. Zijn er in Amsterdam al sportvelden aangelegd met geweven kunstgras daarvoor
geen instrooikorrels meer nodig zijn? Zo nee, is het college bereid verenigingen te
stimuleren en eventueel te ondersteunen wanneer zij voor deze techniek willen
kiezen?
Antwoord:
Op sportpark IJburg (Diemerpark) is in 1999 een zgn. non-infill constructie
gerealiseerd. De non-infill constructies zijn echter (nog) niet FIFA goedgekeurd
waardoor geen officiële wedstrijden gespeeld mogen worden op deze
constructies. In Stadsdeel Oost is in 2000 een kunstgras geweven oefenveld
aangelegd. Dit veld heeft wel infill materiaal nodig. Het geweven materiaal heeft
geen invloed op het behouden / verliezen van de infill.
Wanneer infill-loze of andere systemen voorhanden zijn zal het college dit zeker
stimuleren.
(Bron: gemeente Amsterdam, Sport en Bos/1B)
3
Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Demmer Te mei 2018 Schriftelijke vragen, vrijdag 8 april 2016
7. Wat is het verschil in de kosten voor het aanleggen en onderhouden van een
sportveld van kunstgras of een veld van natuurgras, gerekend van
aanleg/productie tot vernieuwing?
KUNSTGRAS NATUURGRAS
Aanleg 500.000 50.000
Jaarlijks onderhoud 8.000 X 30 18.000 x 30
Renovatie na 10 jaar 230.000 10.000
Renovatie na 20 jaar 230.000 15.000
Per 30 jaar 1.200.000 615.000
Inkomsten 210.000 75.000
990.000 540.000
Per gebruiksuur 16,90 (1600 u píijjr) 60,00 (300 u pir.)
Renovatie na 30 jr. 350.000 50.000
(Prijzen exclusief btw en exclusief interne rentelasten)
(Bron: gemeente Amsterdam, Sport en Bos/1B)
8. In hoeverre is de noodzaak, meer uren gebruik te kunnen maken van de
sportvelden reden om te kiezen voor kunstgras?
Antwoord:
Veel Amsterdamse sportclubs hebben wachtlijsten. Door de groei van de stad
wordt de druk om velden vaker te gebruiken steeds groter. Vanwege de beperkte
ruimte voor de aanleg van nieuwe velden is het omzetten van natuurgrasvelden in
kunstgrasvelden een efficiënte manier om de Amsterdammer aan het sporten te
houden. Een kunstgrasveld kan 5 x zoveel gebruikt worden als een
natuurgrasveld.
(Bron: gemeente Amsterdam, Sport en Bos/1B)
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
4
| Schriftelijke Vraag | 4 | train |
X Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 539
Datum akkoord 18 augustus 2014
Publicatiedatum 20 augustus 2014
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid mevrouw M.D. Shahsavari-
Jansen van 27 mei 2014 inzake het verbeteren van de aanpak van de bestrijding van
mensenhandel naar aanleiding van een nieuw rapport van de Nationaal Rapporteur
Mensenhandel.
Aan de gemeenteraad
inleiding door vragenstelster.
In de week van 19 mei 2014 heeft de Nationaal Rapporteur Mensenhandel en
Seksueel Geweld (hierna te noemen: Rapporteur) tegen Kinderen een nieuw
cijfermatig rapport over mensenhandel aangeboden aan de heer Opstelten, minister
van Veiligheid en Justitie. Het rapport reikt nieuwe handvatten aan om kritisch te
kijken naar de inspanningen van organisaties die zich met de bestijding van
mensenhandel bezighouden en deze, waar mogelijk, te verbeteren!
Eén van de zaken waar de Rapporteur verbetering mogelijk acht is bij het aanpakken
van de totale criminele samenwerkingsverbanden achter een mensenhandelproces.
Ondanks dat daar in 38% van de onderzoeken zicht op is, lijken deze nog nauwelijks
te worden aangepakt.
Een ander punt is het aantal ontnemingen van financiële winsten die
mensenhandelaren maken. Van alle mensenhandelvonnissen in de periode 2010-
2012 is slechts twaalf keer (3%) sprake geweest van ontneming. De Rapporteur vindt
dit veel te weinig.
Een laatste verbeterpunt dat zij aanreikt in haar onderzoek is de zorg dat Afrikaanse
vrouwen uit beeld raken. De politie krijgt te maken met een groot aantal aangiften van
met name (West-)Afrikaanse mogelijke slachtoffers waarin weinig aanknopingspunten
voor verder onderzoek zitten en die vrijwel onmiddellijk worden geseponeerd.
Het gaat waarschijnlijk om rond de 200 aangiften. De rapporteur wijst erop dat het
ontbreken van deze aanknopingspunten echter niet hoeft te betekenen dat er geen
sprake kan zijn van mensenhandel.
Gezien het vorenstaande heeft vragenstelster op 27 mei 2014, namens de fractie van
het CDA, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van
Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en
wethouders gericht:
1 http://www.nationaalrapporteur.nl/actueel/nieuws/201 4/rapporteur-mensenhandel-creeer-meer-zicht-op-
netwerken-faciliteerders-en-geld.aspx?cp=63&cs=16790
1
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing Lao Gemeenteblad
Datum 20 augustus 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 27 mei 2014
1. Kan de burgemeester vanuit zijn verantwoordelijkheid voor de Amsterdamse
ketenpartners in de bestrijding van mensenhandel reageren op de drie
vorenstaande verbeterpunten die de Rapporteur aanreikt?
Hoe denkt de burgemeester vanuit zijn verantwoordelijkheden met de genoemde
verbeterpunten aan de slag te gaan?
Is hiervoor uitbreiding van de capaciteit van bijvoorbeeld het team mensenhandel
van de Amsterdamse politie noodzakelijk?
Zo ja, hoe denkt de burgemeester dat te kunnen realiseren?
Zo nee, waarom niet?
Zou meer bestuurlijke capaciteit vanuit de gemeente ook behulpzaam zijn?
Antwoord vraag 1:
De Nationaal Rapporteur geeft aan dat zij verbetering mogelijk acht bij het
aanpakken van de totale criminele samenwerkingsverbanden achter een
mensenhandelproces.
Deze aanbeveling wordt van harte onderschreven door het College. De aanpak
van mensenhandel dient niet slechts strafrechtelijk te geschieden, maar zowel
bestuursrechtelijk als fiscaal door het opwerpen van verschillende barrières.
Vanuit Amsterdam is er dan ook in de landelijke Task Force Mensenhandel
gepleit voor deze meer integrale benadering van mensenhandelonderzoeken,
zodat aandacht niet alleen uitgaat naar de uitbuiters maar ook naar de
faciliteerders.
De Nationale Rapporteur geeft aan dat het aantal ontnemingen van financiële
winsten die mensenhandelaren maken te weinig is.
Het klopt dat het aantal ontnemingen vooralsnog aan de lage kant ligt.
De Nationaal Rapporteur heeft kwalitatief onderzoek gedaan naar
71 opsporingsonderzoeken uit de periode 2008-2012. Het betreft de periode
2010-2012. Er zijn meerdere voorbeelden van recentere zaken waarin wel hoge
bedragen aan schadevergoeding zijn uitgekeerd. Zo is in de regio Noord-
Nederland vorig jaar door het Hof in een mensenhandelzaak een
schadevergoeding toegekend van 843.500 euro en heeft de rechtbank
Amsterdam in 2014 al in diverse mensenhandelzaken schadevergoedingen
toegekend, variërend tussen de 15.000 en 248.000 euro. Bij mensenhandel gaat
het de daders bij uitstek om geldelijk gewin. Uitgangspunt is dan ook dat een
financieel onderzoek een vast onderdeel vormt van het opsporingsonderzoek,
dan wel dat aan dossiers een financiële paragraaf wordt toegevoegd. Van de
Minister van Veiligheid en Justitie hebben wij vernomen dat hij met de politie en
het OM zal bespreken hoe deze ambitie nog beter gerealiseerd kan worden.
De Nationaal Rapporteur spreekt de haar zorg uit dat mogelijke (West-)Afrikaanse
slachtoffers van mensenhandel uit beeld raken, omdat er weinig
aanknopingspunten zijn voor verder onderzoek.
Het College herkent het beeld dat de Nationaal Rapporteur schetst. Dit onderwerp
krijgt dan ook aandacht op zowel nationaal en internationaal niveau. Binnen het
European Multidisciplinary Platform Against Crime Threats (EMPACT) project, is
Nigeria buiten de EU een belangrijk bronland voor slachtoffers van
mensenhandel. In het EMPACT-project werken 25 lidstaten en agentschappen
als Europol, Eurojust en Frontex operationeel samen tegen mensenhandel.
Vanuit Nederland participeert de Landelijk Eenheid van de Nationale Politie. De
samenwerking richt zich op verbetering van de informatie-uitwisseling via Europol,
2
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing Lao Gemeenteblad R
Datum 20 augustus 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 27 mei 2014
waardoor Europol meer en betere analyses kan leveren, het realiseren van een
toename van het aantal gezamenlijke opsporingsonderzoeken, bij voorkeur in de
vorm van Joint Investigation Teams (JIT's), en de ontneming van criminele
winsten. Op 11 juni 2014 heeft er op Europees niveau een actiedag
plaatsgevonden in het kader van de bestrijding van Nigeriaanse mensenhandel.
Gelijktijdig werden er in 13 EU-lidstaten controles gehouden die zouden kunnen
leiden tot informatie over of indicatoren van Nigeriaanse mensenhandel. In totaal
zijn er ongeveer 700 mensen gecontroleerd, ongeveer een zesde daarvan is
aangemerkt als potentieel slachtoffer. Rond de 30 mensen die werden
gecontroleerd hebben banden met criminele organisaties. In Nederland werden
7 prostituees gecontroleerd (overigens niet werkzaam in Amsterdam). Bij de
5 dames die werkten in de vergunde prostitutiebranche waren geen kenmerken
van slachtofferschap te herkennen, bij twee vrouwen die vanuit huis werkten zijn
er wel signalen van mensenhandel aangetroffen. Dit wordt thans nader
onderzocht. Daarnaast wordt het totale resultaat van de actiedag nog verwerkt
om te bezien welke vervolgacties moeten worden ondernomen.
Capaciteit
Gezamenlijk met het Openbaar Ministerie en de politie zijn doelstellingen en
prioriteiten vastgesteld in het Regionaal Veiligheidsplan 2012-2014. Dit plan is op
12 december 2011 vastgesteld in het Regionaal College. In dit plan wordt
expliciet aandacht besteed aan het onderwerp Mensenhandel. Momenteel wordt
de hand gelegd aan een nieuw Regionaal Veiligheidsplan voor de komende
periode 2015-2018, waarbij ook de aanbevelingen van de Nationaal Rapporteur
betrokken zullen worden. Afhankelijk van de keuzes die gemaakt zullen worden
zal bekeken worden of uitbreiding van capaciteit noodzakelijk is.
2. Is de burgemeester met de fractie van de CDA van mening dat het goed zou zijn
als Amsterdam, als ‘verantwoordelijke hoofdstad’, alle Nederlandse ketenpartners
in de bestrijding van mensenhandel en ook internationale ketenpartners, bij elkaar
zou brengen om te spreken over mogelijke verbeteringen in de bestrijding van
mensenhandel, mede naar aanleiding van dit rapport?
Zo ja, wanneer zou een dergelijke conferentie kunnen plaatsvinden?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord vraag 2:
Het klopt dat Amsterdam als hoofdstad een belangrijke positie inneemt op dit
dossier. Om deze reden is de gemeente Amsterdam in 2011 lid geworden van de
landelijk Task Force Mensenhandel. De Task Force Mensenhandel is in 2008
ingesteld door het ministerie van Veiligheid en Justitie en wordt voorgezeten door
de voorzitter van het College van procureurs-generaal. De Task Force staat voor
het steeds verder versterken van de integrale aanpak van mensenhandel. Dat
betekent: de strijd tegen mensenhandel zo breed mogelijk te voeren. Het gaat
hierbij om seksuele uitbuiting, arbeidsuitbuiting en overige vormen als
bijvoorbeeld gedwongen bedelarij én om het betrekken van zoveel mogelijk
partners bij de aanpak ervan. Die aanpak kan bestaan uit zorg, preventie,
bestuurlijke of strafrechtelijke aanpak op zowel nationaal als internationaal
niveau. De hoofdtaak van de Taskforce is het signaleren van knelpunten bij de
aanpak van mensenhandel en het aandragen van oplossingen.
3
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing Lao Gemeenteblad
Datum 20 augustus 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 27 mei 2014
Minister Opstelten van Veiligheid en Justitie heeft in maart 2014 besloten de Task
Force Mensenhandel een derde termijn te geven tot in ieder geval 2017.
De komende jaren wordt ook gewerkt aan verdere verbreding door onder meer de
(jeugd)zorg en strafrechtketen beter te verbinden bij de aanpak van
mensenhandel en loverboy-problematiek. In dit kader wordt — mede naar
aanleiding van een aanbeveling van de Nationaal Rapporteur Mensenhandel —
een nationaal verwijzingsmechanisme mensenhandel ontwikkeld.
Dit verwijzingsmechanisme moet slachtoffers en betrokken organisaties meer
inzicht geven in wie wat wanneer doet om slachtoffers te ondersteunen.
Daarnaast is in de Nota van Uitgangspunten Prostitutiebeleid 2012-2017 die In
december 2012 door de Raad is vastgesteld expliciet aandacht besteed aan het
internationale perspectief. De gemeente Amsterdam neemt vanaf 2012 deel aan
het Internationaal Mensenhandel Overleg dat door het ministerie van VenJ wordt
georganiseerd. In dit overleg vindt overleg plaats met ketenpartners die betrokken
zijn bij internationale projecten in de strijd tegen mensenhandel.
De gemeente Amsterdam heeft zelf van 2011-2013 namens Nederland en samen
met de Immigratie- en Naturalisatiedienst geparticipeerd in een EU-project gericht
op de ontwikkeling van trainingsmateriaal voor eerstelijns identificatie van
slachtoffers van mensenhandel. Op 12 juni 2014 is Amsterdam gastheer geweest
van de landelijke startbijeenkomst, gericht op de uitrol van het trainingsmateriaal.
Volgens het train-de-trainer principe zijn medewerkers van organisaties die lid zijn
van de Task Force Mensenhandel en van een aantal NGO's getraind om in hun
eigen organisaties trainingen te geven over het herkennen en melden van
mogelijke slachtoffers.
In april 2013 was de gemeente Amsterdam gastheer van een grote EU-
Mensenhandelconferentie, genaamd ‘Putting Rantsev into Practice’. Alle lidstaten
waren vertegenwoordigd evenals leden van de Europese Commissie.
Deze tweedaagse conferentie richtte zich op de multidisciplinaire aanpak van
mensenhandel. Thans wordt bekeken in hoeverre de gemeente Amsterdam zou
kunnen participeren in een EU-project gericht op het voorkomen van re-trafficking
van slachtoffers van mensenhandel in bronlanden. Hiervoor zal het College u op
een later tijstip nader informeren.
Zoals hierboven weergegeven is te zien dat de gemeente Amsterdam haar rol als
verantwoordelijke hoofdstad, zowel op nationaal als internationaal vlak, serieus
neemt.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
4
| Schriftelijke Vraag | 4 | train |
> Gemeente Amsterdam
% Stadsdeel West
Politieke Avond 16-04-2013
Aanvang: 19:30
Vergaderlocatie: Bos en Lommerplein 250
Tijd Raadzaal
19:30 Programma:
Het programma is georganiseerd door de griffie en de afdeling Ruimtelijke Ordening en Grondzaken, op verzoek
van het DB.
Doel:
Technische informatie aan raadsleden verstrekken, om hen bij te staan bij de voorbereiding op de
bestemmingsplannen die in juni in de Politieke Avonden zullen worden behandeld.
De avond is bestemd voor raadsleden. Bewoners kunnen vragen stellen of hun standpunt aan de raadsleden
kenbaar maken.
Daniel van Kesteren/Jorrit Jongbloed
19.30 uur - Opening door Henk Visser, afdelingsmanager: toelichting op de bedoeling van de avond
19.35 uur - Inleiding door Frank Arents, jurist ruimtelijke ordening
20.00 uur - Vragen van raadsleden en bewoners.
20.30 uur - Bestemmingsplannen bekijken en bespreken. Rondgang langs
* Rond de Graven
* In den Gulden Winckel
* Westergasfabriekterrein
+ Augustinuspoort
- Vragen van raadsleden en bewoners kunnen gesteld worden bij elk afzonderlijk bestemmingsplan
- Planning behandeling bestemmingsplannen op Politieke Avond
21.30 uur - Afronding en sluiting
Griffie stadsdeel West, tel: 020-2531714 e-mail: [email protected]; www.west.amsterdam.nl
de vergadering vindt plaats in het stadsdeelkantoor van West , Bos en Lommerplein 250, 1055 EK AMSTERDAM
bereikbaar met tram 7 en 14 en bus 15, 21, 80 en 82
Í
Agenda voor de bijeenkomst in de Raadzaal
Datum: dinsdag 16 april 2013
Aanvang: 19:30
Vergaderloca-
tie:
“Programma:’”
Het programma is georganiseerd door de griffie en de afdeling Ruimtelijke Ordening
en Grondzaken, op verzoek van het DB.
”Doel:”
Technische informatie aan raadsleden verstrekken, om hen bij te staan bij de voorbe-
reiding op de bestemmingsplannen die in juni in de Politieke Avonden zullen worden
behandeld.
De avond is bestemd voor raadsleden. Bewoners kunnen vragen stellen of hun stand-
punt aan de raadsleden kenbaar maken.
19.30 uur - Opening door Henk Visser, afdelingsmanager: toelichting op de bedoeling
van de avond
19.35 uur - Inleiding door Frank Arents, jurist ruimtelijke ordening
20.00 uur - Vragen van raadsleden en bewoners.
20.30 uur - Bestemmingsplannen bekijken en bespreken. Rondgang langs
+ Rond de Graven
* In den Gulden Winckel
* Westergasfabriekterrein
+ Augustinuspoort
- Vragen van raadsleden en bewoners kunnen gesteld worden bij elk afzonderlijk be-
stemmingsplan
- Planning behandeling bestemmingsplannen op Politieke Avond
21.30 uur - Afronding en sluiting
”Programma:’”
Het programma is georganiseerd door de griffie en de afdeling Ruimtelijke Ordening
en Grondzaken, op verzoek van het DB.
“Doel:
Technische informatie aan raadsleden verstrekken, om hen bij te staan bij de voorbe-
reiding op de bestemmingsplannen die in juni in de Politieke Avonden zullen worden
behandeld.
De avond is bestemd voor raadsleden. Bewoners kunnen vragen stellen of hun stand-
punt aan de raadsleden kenbaar maken.
19.30 uur - Opening door Henk Visser, afdelingsmanager: toelichting op de bedoeling
van de avond
19.35 uur - Inleiding door Frank Arents, jurist ruimtelijke ordening
20.00 uur - Vragen van raadsleden en bewoners.
20.30 uur - Bestemmingsplannen bekijken en bespreken. Rondgang langs
+ Rond de Graven
* In den Gulden Winckel
* Westergasfabriekterrein
+ Augustinuspoort
- Vragen van raadsleden en bewoners kunnen gesteld worden bij elk afzonderlijk be-
stemmingsplan
- Planning behandeling bestemmingsplannen op Politieke Avond
21.30 uur - Afronding en sluiting
Tekening - Plankaart Rond de Graven (pdf)
Tekening - Plankaart In den Gulden Winckel (pdf)
Tekening - Plankaart Westergasfabriekterrein (pdf)
Tekening - Plankaart Augustinuspoort (pdf)
Alf! ic hets rt Kk il
ij id ci ij nt ee ORRORE bi iN 8
| Se es Ee ls AU
I= EL weed
| EN a Ü3 |
: D Û ee <n ZZ À
3 ' B Í En ES en ne N ON LT
7 IN EN Gr vn Nn q
0 AN Se VN
Î Ek ef )à SON Se
sE Sr1T we
zi! A Á
Ei pn EZ 4 PA GE
} EN ES Dh P an Ee
DIe i } mj VI DRESS NES em: pari
A ME OO
ud RO ER SONS ER SON
n= Nee B CR ESD See
Ae En B
e ee B
ErtELH IN San, 4 EEEN Ne ZE
| Tg ES
SN EE
NZ ES
A Ze
or | 10 (an BERREEDEG (8 (9 nEaED: DN ENEN
- Ee HE? rd SD ERS Se EN 8 Cet:
NEDA
r — ss TE Nn
SSL NEEM
mie EET VER SSS ED
vereen RU Ess SI RSE EE
EE Er nm EE ij NS GL ZS |
| IP EEE Ee ie AE eN
eN ANG Ee
eN AERDEN EN Ne ee er
GEE 5 MANNS ee
í EE zaebnd si Sal), ORR ALS D 5 ZEN RE Eene AN
en p ZELE IER 2 SN KNS Erne k \
EES im Of RE es Se AN \ i ‚
EEH ASP RPR DAS \ _ EE
in da
0 Ee EIA EN a EN en
E EN Cd nk
HS Nt A ee
Zi Ee CE GERDA EE 0 IN en, Edd
| Se Sd € a Eee
EN DSN en
AE, ILS Pd AN ED, OE
ENE Jt EB rr NE
UE A5 IENS Dammen | Gt 3 le
EERS L IES Ld ik Ee
IAS SS Ad | 0 Ee
ANN EIN) es AN el
A A
ES EE) Lill d | Er 0 DEN ea
na eN
le ES Jd Ne A eN
A | he
ld dk ee
dn a Ee ' A
EL: ne
ens RR encen ET | Ar
Mm nt
nn WIC En 7
HEE Te (EEE En! |t ‚5
WI NE = oen (en, |
| em; el Ee ms )
sE ET : EE IE EEE
== NEE \{ |
cr | HO inmaangent een oe locane oleineerjn Ort Bid
/ / el
/) 1 f / Ee
nd B SE
Oh Ee
Ul
ij P
ANN | | ii
Si ese Ar
Pe | j
| E
NE id |
xx |H ORRONBEOE SOEREE £ - (AABBAHE 10 IE Hee £\: 5 BSN
ES
JA Ny WR
ESE ‚i B
5 ge Te) EA 4 | Á, Í 8 NS
NE BNS
EN SBN
ENE EEN A SENS
SEN EEEN Zn
ze eek A 5 \ 1 / Í ED Se
A ed DSS
En ESS
JN EW i | Ds
a C EN / ALAS
Oe NJ Áo
ne ab f Nd
zo Ce | ks
GE SD 4 EL Beens
Se Er
SN MN ETE
N/ He
5 | Es
Á Í, / E (FTA
| IE
#/ En
MUI Í IES AES
0E Ees 3
Ei bat 3
Dee 8
ùë 5
EgË a
werk 5
ir sE
5 Bist sl OQ
E > ZEE sl ©
8 5 Elleesjzieef @
md N ö 8 >
o
E U) 8 3 |, | -S
5 0 | slak: (el 2
2 ij | sis) WD
Ke) = E ef JE Ei ë 5
[u Ù = 5 55 SIE 5
Od 2 En: El8 sel OO
he aj 5 8 e 5
£ 8 2
VD mm e 8 — 8 5 <T
E Û ® © E 2 n
5 5 v 3 5 cc
<0 £ E ge 8 ©
5 c _—_
® 5 ö 5
LO En: 2 EES 8 G
2 8 x E A: & Û sj U
GC U) 8 8 5 & 5 s 838 ee 5 8
® 5 & 8 8 8 & 2a 5 5 ed El
© 8 5 & 5 @ v 6 CE 0 @ 2 GT 3 TC
Û ® 2e ET > X 0 0% 5 © ‘5 Zi ==
E © 8 2D 6 5 8e 5 EEEEE 5 IEN ie Bi E
8, Ee 8 5 8 © 5 ® 5 2 Ö 5 5 R % © SbZlelëlel 8185
ad g 5 EE 8 5 A Lex ® 5 Vv 2 8 8 & à SIAlEls ere 2
U © ® 6 2e 5 8 UE 2 8 55E EE 8 of IRAEAR SEE E
0) Lb DOOEsESRS 4 558 ‘chief 5
TD E
5 3 BE Sn [CS @
Em >l[s] s{ ll sf 2E: | 4 G 3 ®
zn | LE sl St alm 8, | DE ale) |E
HAS [ôt 4E Sla [SIE e®Er |al: & ea)
lt: ErSE EN | EI Si 5 sl 2
ë 8 È A à ú =l > 3
ee = 5
eN UE é
VAN SPILBERGENSTRAAT oe & ra s | 5 °
E 5 Re Ll B Ì
a a 9 Ui Lj 1e (
PTT &£ rd °
PEEEFEDS Oi SE 8 |
E Z ol 4
idd 0 Er | pe | 7
Tr self P | :
Orgel fl
Ooi Es5% ä ee
Sh DX Bal
Al LE 0
H BAARNANNAAN == 4 °
Ed gE T] SG
“ 5 ze | ze | 24 ze | 20 [19 za hoz ho 7 LE Ei «
5 Ephes '
. ven De en, :
oo ee oi Ki ed
5 Tr ze DE FE els B É
: * Ee Es Ei | )
EE | |
in: |
H Er | E :
A Fi U ë
el L Ee
D hd Lul
Ó 7
LA E a Ê 7
ene U 5 je y
LE © zi
Dm le S .
TT 0 . el Ilp
TT 5 k
© »
be 4
EE ij |
\ oe z hi
ze : \
„52 Hf
ALE °)
Ee U
gaz elk ie
ij TON n
S Es HEN
=S
1 / . &
í II rt
= BIN. 3 .
| Agenda | 9 | discard |
> Gemeente
Amsterdam
D Amendement
Datum raadsvergadering 8 november 2023
Ingekomen onder nummer 625
Status Verworpen
Onderwerp Amendement van de leden Martens en Burgers inzake Begroting 2024
Onderwerp
Voorgestelde mutaties uit de Begroting 2024 van de VVD overnemen in de Begroting 2024 Ge-
meente Amsterdam.
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over Begroting 2024.
Constaterende dat,
-_Het college op 28 september jl. haar begroting voor 2024 heeft gepresenteerd, die vanaf
2027 niet meer sluitend is.
Overwegende dat,
-__De VVD van mening is dat er andere keuzes gemaakt moeten, waar de gemeente zich in
eerste instantie moet richten op haar kerntaken en ten tweede de financiën dusdanig op
orde moet krijgen om de tekorten te voorkomen;
- Deze keuzes uiteen zijn gezet in de Begroting 2024 van de VVD.
Besluit:
Onderstaande mutaties, die nader worden toegelicht in de Begroting 2024 van de VVD, dienover-
eenkomstig te wijzigen in de Begroting 2024 Gemeente Amsterdam:
Investeringen (x 2mlIn). 2024 2025 | 2026 2027 \ Structu-
reel
Een vrije en veilige stad.
Extra handhavers (tot 100). 1,9 5,6 7,4 7,4 7,4
Opleiding extra jeugdboa's. 0,1 0 0 0 -
Aanpak explosies in woonwijken. 1 1 1 1 1
Extra middelen aanpak anti-LHBTIO+ geweld. 1 1 1 1 1
Extra middelen Programma tegen Seksuele Inti- 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5
midatie (SISG).
Verdubbeling subsidie Dierenambulance. 0,4 0,4 0,4 0,4 0,4
Gemeente Amsterdam Status Verworpen
Pagina 2 van 3
Extra geld naar stadsdelen ihkv 4 en 5 mei. 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1
Een leefbare en schone stad.
Extra middelen afval en reiniging. 25 25 25 25 25
Plaatsen doneerringen (1000). 0,4 0,03 ‘0,03 | 0,03 0,03
Aanleg 5 extra peuterbadjes in openbare ruimte. 3,75 0,3 0,3 0,3 0,3
Terugdraaien bezuinigen PMB/IB 2 5 10 10 10
Onderzoek zonnepanelen op het water. 1 0 0 0 -
Ontwikkelen van kennis en expertise isoleren. 2,5 0 0 0 -
Een gezonde en slimme stad.
Reserveringen voor zwembad op IJburg. 6 6 6 6 1
Inzet verhogen vaccinatiegraad. 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1
Extra middelen taalonderwijs. 0,6 0,6 0,6 0,6 0,6
Een betaalbare stad.
Verlagen afvalstoffenheffing met 10%. 16,8 168 168 216,8 16,8
Afschaffen reclamebelasting ondernemers. 5,5 5,5 5,5 6,1 6,1
Terugdraaien harmoniseren parkeertarieven. Li7 Li7 7 bi7 7
Verhoging inkomensnorm (150%) armoederege- 1,3 2 2,3 2,6 2,6
lingen gezinnen.
Totaal uitgaven. 744,65 74,63 821,73 82,63 77,63
Ombuigingen en opbrengsten (x1mln). 2024 | 2025 2026 ‘2027 \ Structu-
reel
Besparing ambtelijk apparaaten overheadkos- « 25 35 50 50 50
ten.
Verkoop gemeentelijk vastgoed. 10 10 10 10 -
Verkoop broedplaatsen. 5 5 5 5 -
Schrappen autoluw. 5,3 6,5 o o -
Behouden subsidietaakstelling vit coalitieak- 8,5 8,5 8,5 8,5 8,5
koord.
Subsidies langs subsidiekader. 10 15 20 25 30
Afbouwen subsidieregeling ongedocumenteer- 2 4 6 7 7
den.
Minder geld naar Amsterdam 750 jaar. 2,8 3,1 o o -
Stoppen voedselregistratie. 1 1,2 1 o -
Geen stadsdeelpanels. 0,35 \ 0,35 0,35 0,35 0,35
Beëindigen buurtbudgetten. 2,2 2,2 2,2 2,2 2,2
Geen burgerberaden. 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5
Afschaffen Brede Brugklasbonus. 0,6 0,6 0,6 0,6 0,6
Onttrekking Klimaatfonds tbv zonnepanalen 3,5 o o o -
en isolatie.
Besparing Programma Diversiteit en Inclusie. 0,5 0,5 1 1 1
Gemeente Amsterdam Status Verworpen
Pagina 3 van 3
Totaal inkomsten. 77,25 92,45 105,15 110,15 100,15
Indiener(s),
C. Martens-America
H.C. Burgers
| Motie | 3 | discard |
Van: Raadsadres
Verzonden: vrijdag 20 december 2019 15:55
Aan: Raadsadres
Onderwerp: Investering in elektrische laadinfrastructuur in parkeergarages in Buiksloterham
Raadsadres
Uw gegevens
Uw gegevens
Datum 24 december 2019
Naam
E-mail
Telefoonnummer
Uw bericht Geachte gemeenteraad,
De stad heeft grote ambities op het gebied van klimaat,
energietransitie en circulaire economie. De Buiksloterham is één van
de plekken in de stad waar deze ambities samenkomen. Ooit een
zwaar vervuilend industriegebied. Nu wordt hier een stadswijk
gebouwd waar wordt geëxperimenteerd met duurzaam
materiaalgebruik, smart grids, nieuwe vormen van mobiliteit,
hergebruik van regenwater, afval, etc. etc. Zelfs de EU heeft zich
verbonden aan de ambitie om de Buiksloterham één van de eerste
energieleverende woonwijken van Europa te laten zijn. Samen met 17
CPO-leden realiseren wij in de Buiksloterham een gemengd woon-
werk complex met een EPC van 0 (energieneutraal). Daarbij worden
we door de gemeente verplicht om hier maar liefst 24 (1)
parkeerplekken bij te bouwen. Veel van onze leden willen elektrisch
rijden op duurzame energie die lokaal is opgewekt in de wijk. Vanaf
2030 kunnen we in Amsterdam overigens alleen nog maar emissieloos
rijden. Dat betekent voor ons een forse investering in elektrische
laadinfrastructuur. Op straat wordt laadinfrastructuur bekostigd door de
gemeente. Doordat wij beschikken over een (verplicht te bouwen)
eigen parkeergarage komen wij niet in aanmerking voor een
parkeervergunning op straat. Is er manier waarop de gemeente kan
bijdragen aan de benodigde investering in elektrische
laadinfrastructuur in parkeergarages zoals die van ons? Ik verneem
graag uw antwoord.
Met vriendelijke groeten, Mede namens de leden van GO
Buiksloterham
Uw bijlage
Verzenden
Afhandeling
Referentienummer 9207-0245
| Raadsadres | 1 | train |
VN2021-022910 X Gemeente Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, AZ
Vebeid orde en Amsterdam Juridische Zaken, Communicatie, Raadsaangelegenheden, Preventie
D Jeugderiminaliteit, Vluchtelingen en Ongedocumenteerden, Handhaving
% en Toezicht
Voordracht voor de Commissie AZ van o2 september 2021
Ter bespreking en ter kennisneming
Portefeuille Openbare Orde en Veiligheid
Agendapunt 9
Datum besluit n.v.t.
Onderwerp
Raadsinformatiebrief stand van zaken acties en maatregelen drillrapgerelateerde problematiek
De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen van de raadsinformatiebrief over de stand van zaken acties en maatregelen
aangaande drillrapgerelateerde problematiek
Wettelijke grondslag
Artikel 180 van de Gemeentewet
Bestuurlijke achtergrond
In de commissie AZ is verschillende keren gesproken over het fenomeen drillrap en het
zorgwekkende geweld dat daar in sommige gevallen mee samenhangt. De burgemeester heeft de
raad geïnformeerd dat het onderzoek naar de Amsterdamse context van het fenomeen ‘drillrap’ is
gestart. De raad ontvangt de resultaten van het onderzoek na het zomerreces.
Met deze brief informeert de burgemeester de raad over de stand van zaken van de acties en
de maatregelen die op initiatief van de driehoek getroffen zijn aangaande drillrapgerelateerde
problematiek.
Reden bespreking
o.v.v. het lid Van den Heuvel
Uitkomsten extern advies
nvt.
Geheimhouding
nvt.
Uitgenodigde andere raadscommissies
nvt.
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
nee
Welke stukken treft v aan?
Gegenereerd: vl.l 1
VN2021-022910 % Gemeente Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid,
Openbare ordeen 9 Amsterdam In en .
velligheid % Juridische Zaken, Communicatie, Raadsaangelegenheden, Preventie
Jeugderiminaliteit, Vluchtelingen en Ongedocumenteerden, Handhaving
en Toezicht
Voordracht voor de Commissie AZ van o2 september 2021
Ter bespreking en ter kennisneming
AD2021-085502 Commissie AZ (a) Voordracht (pdf)
AD2021-085501 Raadsbrief Drillrapgerelateerde problematiek.pdf (pdf)
Ter Inzage
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
AcVZ/OOV, Annerieke Coenraads, 06 82767183, a.coenraads@&amsterdam.nl AcVZ/OOV, Christine
van Dijk, 06 39268595, [email protected]
Gegenereerd: vl.l 2
| Voordracht | 2 | discard |
Visie Binnengasthuisterrein Amsterdam | VOLBG
= f
TI NV
f en ICT La
OO a WE
ú if Ù EE BEE 6 ft Ús B | eed
Er er A5
sj | nn et er NNI
{ | he Á
| À Ed }
| Ö kh ú | il
Sí NTT OE KR0N f Ï
En
EER vreu nd he ie |
spaceë&matter | KZNA
januari 2021
Inleiding
De gemeente Amsterdam is in 2019 een participatieproces
gestart als onderdeel van de ontwikkeling van een masterplan
voor het BG- terrein en omgeving. Aanleiding is het beoogde
Universiteitskwartier (UK) dat de Universiteit van Amsterdam
(UVA) in dit gebied wil realiseren. Bij de start van dit proces zijn
er 10 afspraken gemaakt over het participatieproces en zijn
er 5 uitgangspunten voor het masterplan overeengekomen.
In dit kader heeft de Vereniging Openbaar en Leefbaar
Binnengasthuisterrein en omgeving (VOL BG e.o.) een visie
ontwikkeld op basis van inzichten die wij opgedaan hebben
met onze jarenlange praktische ervaring en inhoudelijke kennis
over het terrein in de stad. Om deze visie ruimtelijk kracht bij te
zetten, heeft VOL BG Space & Matter i.s.m. KZNA ingeschakeld
om met name de herontwikkelingen van de gebouwen BG3
en BG5 uit te werken. Hierbij vormen de voorgenoemde 5
uitgangspunten de rode draad:
-__1. Leefbaarheid en veiligheid
-__2, Duurzaamheid en groen
-___3. Historie en monumentaliteit
-__4. Identiteit
-__5. Bereikbaarheid en logistiek
De ruimtelijk vertaalde visie van VOL BG voor het
Binnengasthuisterrein voldoet in ieder geval aan:
-_De vijf uitgangspunten uit het participatieproces SE
- Voldoende draagvlak van de buurt WD
00
-__ Bijdrage aan verhogen van stedelijke kwaliteit Ts 7 LD
-_Het Programma van Eisen t.a.v. het aantal m2 {pd SIT 5
- Positieve aansluiting met directe omgeving en functies in Z = Lj Ö
de stad; SO 5,
A) je
ST
5 ,
Fr > Tr
LES
LT
SN,
27
Â5
en
Ur A
BG 5
Vi 7
Td
u 5 ve
dk
Universiteitskwartier (UK) met de SM
gebouwen BG 3 en BG5 Zo en
[| Gebouwen UvA AN
Do
2
Opgave
Strategisch masterplan
‘Een Strategisch Masterplan (SMP) is alleen geslaagd als het
kan rekenen op voldoende draagvlak van de buurt, als de
plannen een positieve aansluiting hebben met de directe
omgeving en functies in de stad en als de UvA haar Programma
van Eisen aanpast aan de draagkracht van het BG-terrein en
de onderwijs, onderzoek en administratieve functies verdeeld
worden over de Zuidelijke Burgwallen! (VOL BG e.o.)
De UvA en gemeente hebben een aantal ontwerpvarianten
gepresenteerd waarbij er een oplossingsrichting wordt
voorgesteld voor verdere uitwerking. De basisuitgangspunten
voor deze ontwerpvarianten zijn gevisualiseerd in het hiernaast
aangegeven schema, waarbij de uitgangspunten voor BG 3 en
BG5 als volgt zijn geformuleerd:
À:
°
o ©
: » À KD)
ES 0: Ey
u , \ Ann
0 & fx A
Ne ln RE
_®@ We aaf
SL 48
EN de
4,
ED «°
BG3 BG5
-__ Twee sferen, rustig en reuring; -__BG 5 een duidelijke entree geven;
-__ Klimaatadaptatie; -_ Kwalitatieve ruimte maken voor studenten tussen de twee
-__ Vergroening; belangrijkste entrees: UB en BG5;
- Historische structuren, aaneenschakeling van poorten, - _ Ruimte tussen UB en BG 5 vergroenen;
pleinen, stegen en hoven zichtbaar maken; -__ Stromen voetgangers en fietsers ter hoogte van de entree
-__ Stromen van bewoners, studenten en bezoekers goed naar de ondergrondse fietsenstalling beheersbaar maken.
geleiden; Aandacht in ontwerp voor de openbare ruimte;
- Shared space, met oplossing voor bewoners voor laden - _ Shared spaces voor voetgangers en fietsers;
en lossen; -__ Beleefbaarheid van monumentaliteit van BG5 behouden
-_ Fietsmogelijkheid behouden; en verbeteren in-/ exterieur;
- Functie BG3: Bestuur Faculteit Geesteswetenschappen, - _ Studentenstroom tussen BG5 en OMHP
onderwijsbalie FGw, exposure-/ontmoetingsvoorziening (Oudemanhuispoort) beheersen;
FGw/UvA. -___Poort naar OMHP beter zichtbaar maken; BG5 is het
onderwijshart van het Universiteitskwartier, met op de
begane grond het belangrijkste eten en drinken punt
binnen het UK.
Bron: Gemeente Amsterdam
3
Voor wat betreft de beide locaties worden er door UvA/
gemeente een verschillend aantal bebouwingsvoorstellen
gegeven zoals hiernaast schematisch weergegeven
door de gemeente. De UvA heeft een voorkeur voor de
oplossingsrichting waarbij er voor BG3 een nieuw gebouw in de
plaats van het Theo Boschgebouw wordt gerealiseerd. Daarbij
wijzigt de positie van het gebouw door het verder op het plein
te plaatsen en te draaien zodanig dat het evenwijdig aan een
van de gevels van het UB-gebouw staat. Voor BG5 wordt op de
binnenhof aan de Vendelstraat een paviljoenachtige structuur
gepositioneerd t.b.v. de realisatie van nieuwe collegezalen.
Daarbij blijft het hof een overdekt binnengebied.
Onderstaand een selectie oplossingsrichtingen voor BG3
en BG5 door Gemeente / UvA. Waarbij oplossingsrichting 4
gekozen is voor verdere uitwerking van het
Strategisch Masterplan
1. Theo Bosch-gebouw behouden 1. Voorkant dicht
MEA: Het paviljoen is architectonisch SIRK: Stedenbouwkundig is sloop te UvA: Uitgangspunt: programma twee
van belang en maakt deel uit van begrijpen. Programmatische en 2 grote collegezalen, verbinding
| het Rijksmonument. Behoudis cultuurhistorische onderbouwing twee vleugels van het monument,
L = derhalve het uitgangspunt. ontbreekt vooralsnog voor sloop. Re _ atrium om drukte in de gebouwen
/ 5 te houden. Een atriumdak om het
be RCE: Wegens het ontbreken van Buurt: _Oud- of nieuwbouw zijn beide atrium functioneel in te kunnen
4 À een goede argumentatie valt mogelijk, zolang de bebouwing zetten en de verduurzamingsopgave
/ sloop of transformatie van binnen de huidige rooilijn blijft. f te realiseren.
8 / het gebouw op dit moment niet
e te rechtvaardigen. Paviljoen
is onderdeel van het beschermde An:
Rijksmonument. Ë |
2. Nieuwbouw op min of meer dezelfde plek 2. Middenbouw slopen voor hof
ek Buurt: Oud- of nieuwbouw zijn beide Buurt: Meer buitenruimte als
mogelijk, zolang de bebouwing 2 compensatie voor UB en
binnen de huidige rooilijn blijft. realiseren van verblijfskwaliteit
L N tussen BG5 en UB. Voorkom
Tm overlast van studenten die door
gebrek aan ruimte tussen
UB en BG5 moeten uitwijken naar
de zelfbeheertuinen.
3. Nieuwbouw midden op het plein 3. Nieuw middendeel binnen de contouren van het bestemmingsplan
Onderzocht door UvA en R&D: Onderzocht door UvA en gemeente:
f Vanuit stedenbouwkundige oogpunt te 2 Voor beide partijen een suboptimale oplossing
| begrijpen
_ « Versterkt de historische structuur van : UvA: Nieuwbouw voor grote collegezalen.
Ge hoven, poorten en stegen. 7 5 Programma vraagt om meer ruimte.
) «_ Verbinding nieuwbouw met monument Door nieuwbouw transparant te
Ze nader onderzoeken. maken wordt geprobeerd het
d «_Sluit aan bij de twee sferen opzet. [ monument beleefbaarder te maken.
Buurt: SIRK: Rooilijnen aanhouden is te volgen
«Teveel opdeling openbare ruimte. vanuit programma, maar in het
« Bebouwing te dicht tegen de woningen. voorstel wordt nauwelijks ruimtelijke
«Minder zicht op de openbare ruimte. of monumentale winst geboekt en
| | daarmee wordt een kans gemist.
4. Nieuwbouw iets minder op het plein 4. Nieuw middendeel met ruimte tussen vleugels
R&D: __Nieuwbouwom dehistorische UvA: Nieuwbouw met voldoende ruimte MBA: __ Verbetering van huidige situatie R&D: __Doorroollijn t.o.v. de huidige
structuur van hoven, poorten en en uitstraling voor programma. 2 waarbij de monumentale situatie naar achteren te legg:
| stegen te verbeteren. Programma: Bestuur Faculteit paviljoenstructuur beter ontstaat meer openbare ruinr
On Nieuwbouw borduurt voort op Geesteswetenschappen (FGw) en ä afleesbaar wordt is het tussen UB en BG5.
ml) ruimtelijk structuur vóór onderwijsbalie FGw, exposure-f TE uitgangspunt.
- realisatie Theo Bosch-gebouw. ontmoetingsvoorziening FGvi/Uvé UvA: Nieuwbouw voor collegezaler
el Goede verbinding nieuwbouw RCE: Kans om te verbeteren via Rooilijn iets naar achteren.
met monument nader SIRK: Een nieuw volume geeft vorm aan [ nieuwbouw. Dit vraagt om Herkenbare en ruime entree (í
E onderzoeken Voldoende ruimte een verbeterde geleding en voldoende afstand tussen hoogte en breedte} en daarm
\ 5 tussen BG3 en BG5 maken in differentiatie van de openbare nieuwbouw en de vleugels. beter zicht op het monument.
PD verband met sociale veiligheid. ruimte. Enerzijds om het monument
dd beleefbaar te houden en
anderzijds om een kwalitatieve
buiten ruimte te creëren.
Bron: Gemeente Amsterdam
Binnengasthuisstraat 9 | Theo Bosch gebouw
BG3 bestaat uit twee bouwdelen, die beiden in een andere
tijd zijn gerealiseerd. Het meest historische gebouw, aan de
zijde van de Oudezijds Achterburgwal is het oorspronkelijke
Administratiegebouw uit 1916 ontworpen door J.M. van der
Meij. Het ovale gedeelte, gelegen op het Binnengasthuisplein
is de latere aanbouw van Theo Bosch uit 1995.
Het Administratiegebouw was verbonden met de voormalige Lo
Kinderkliniek, die gesloopt is en vervangen door het Theo Û/ en
Boschgebouw met een min of meer ovale plattegrond,
bestaande uit een kelder, een begane grond en twee 5) Lj
verdiepingen onder een plat dak. B 7)
De vloeren staan op pilaren waardoor er een open
plattegrond ontstaat. De oudbouw en de nieuwbouw zijn —=
met elkaar verbonden door een transparant tussenlid, waarin
een loopbrug de tweede verdieping van de nieuwbouw
verbindt met de oudbouw. Het interieur van de oudbouw en
de nieuwbouw heeft een vergelijkbare plattegrond en een
soortgelijke afwerking gekregen. Het nieuwbouwgedeelte
van het gebouw zoals we dat nu kennen is in grote lijnen nog
overeenkomstig met het ontwerp van Bosch.
Erfgoedvereniging Heemschut heeft het stadsdeel Centrum
gevraagd het Theo Boschgebouw, aan te wijzen als
gemeentelijk monument om te voorkomen dat het gebouw
wordt gesloopt.
Bron: https://www.heemschut.nl/nieuws/actueel/
bericht/heemschut-wil-monumentenstatus-voor-ge-
bouw-theo-bosch-op-binnengasthuisterrein-amster-
dam
er
Eler ï Ae A Ld
at ONT EMA, Ait jn /
Nl 50 RTE eren ET WLS
Kij | Het Jed à Ehh hp kg fn 8
ie ij mn HENE ij RA CORET
B oi 4 5 ek : e ki Ai Ì
ite ded A ik
EF LT [ wr Ni f, UR
8 Tj TS E ok Î Hi f
4 K Ì ij | 7 ii T
a EIT B nen bl fi ERI ,
ze 5 he added, 8) Wi br
d Ls le 7 ® p= ì EN ‚ Á KET
” | En 3 d: Mi
me" 7
Bron: www.volbg.nl
5
Binnengasthuisstraat 9 | Theo Bosch gebouw
rr ed een
we” A U UE
ld B 8
bn Í | em d
zn Î NRK DD Me IG
ij DE DE a Ii, RE:
nn | EIL DIAL TN doma
Ee ed 2 iN LA ES: Vans ES =s … e
= mmm HN nt U mr en Plint verlagen Vijf adressen
Naast de iconische uitstraling is het gebouw bij uitstek goed ramen rondom eveneens te verlagen tot op maaiveldniveau.
gepositioneerd in het stedenbouwkundig ensemble van Zo kunnen er vanuit alle toegangswegen entrees gerealiseerd
het Binnengasthuisterrein. Het verbindt zowel visueel als worden waardoor de begane grond van het gebouw een
in routing de Vendelstraat, Binnengasthuisstraat richting centrale lobby wordt voor met name de nieuwe bezoeker
Grimburgwal en de andere kant op, de Nieuwe Doelenstraat, aan het UvA terrein. De architectuur en stedenbouwkundige
het Turfdraagsterspad op het Binnengasthuisplein. Met name _ inpassing dragen enorm bij aan de kwaliteit en identiteit van
de ovale vorm en alzijdigheid van de gevelindeling maakt het het Binnengasthuisterrein. Dit betekent overigens niet dat het
gebouw herkenbaar vanuit alle hoeken. Juist om die reden één gebouw niet gemoderniseerd mag worden. Het plein fungeert
van de herkenbaarste gebouwen. Het zou dan ook bij uitstek dan als centraal ontmoetingspunt waarbij de westzijde groener
de functie kunnen vervullen van centraal informatiepunt van _ van karakter is en de ruimte rondom het Theo Boschgebouw
de UvA. Om dit te versterken en functioneel te maken wordt _ juist meer openbaar.
hier voorgesteld om de verhoogde betonnen plint, waaronder
momenteel een fietsenkelder gelegen is, te verlagen en de
GT |
ES / |
TS | |
\ N
An dr kN
e ) erpen \ N El
fi E 7 dln de EN EN, ne À N À al
d jn Le me en L \
_S Al SN de 1 TIE Dh \ 4d Á É
deine DAA ART De  A Á
Ko Ga & ani FH | NEA DS
EE NE EI H l EN LTN ee
Bl an LERS AS | | ob el | À Ds ien, pa
15) a Art U, b oi f ff 7 En Hie 5
VE nl ek Lb es deel A (nd U, d
0 ek ADI J SS Zl deden Oi ef 5 Î
MR OE ie: s Re
Ed RE A ONZ eN DE) Dee Send EE
KEE et Er DN EI E TI pe is Ie kk in er | iin @ ri
GT Cv Wig en oct Ss | Ie ER 1 ET Ea hf = sij Dm tie Sa 4 f B nr LL ELF | Ì Ine Ee Den EEL vd
7 í Pe Ik shab Eel Boh, Dans
ij N eg DEE ez mr GO Pe BP DP ZA EM eN | Wy
BS Ke et ND Ee | | en |
ZAT nen eN NN |I
Ee / Te men AU nn IN NTUV
cl NEEN
| NEA
6
Binnengasthuisstraat 9 | Theo Bosch gebouw
Een tweede ingreep is het los snijden van het Theo
Boschgebouw met het Administratiegebouw. Het losknippen
dient twee belangrijke doelen. Ten eerste wordt zo het
Theo Boschgebouw in plaats van aan het plein, op het
plein gepositioneerd. De ovale vorm komt nog meer tot
zijn recht en maakt het nog meer een paviljoen. Het plein
wordt er visueel groter van. Daarnaast vermindert het de nu Ó/ Li Û/ Li
onbeduidende en onveilige plekken rondom dit gebouw, met
name aan de achterzijde, tussen het administratiegebouw, DD LJ DD Ü
BG5 en de ‘steeg’ naar de Oudezijdsachterburgwal. Deze — CO
nogal onbeduidende openbare ruimte wordt relatief veel
gebruikt als passage , maar kent geen over- en of toezicht. Het — 5 CO
is er rommelig, niet ingericht, en leidt tot overlast. Om dit te
voorkomen wordt er voorgesteld de ‘steeg’ 's avonds dicht te nl A
zetten met een poort. Een fraai vormgegeven hekwerk houdt
de doorgang transparant en markeert de entree naar de
universiteitsgebouwen. Ook aan deze zijde wordt een toegang Los knippen Plein vergroten
tot het centrale informatiepunt gerealiseerd waardoor de
‘steeg’ functioneler wordt. Rondom glas versterkt de toezicht
mogelijkheden en in de avonden kan het licht dat van binnen
naar buiten straalt de veiligheid bevorderen. De gebouwen
van de UvA, het Administratiegebouw, de UB en het Theo
Boschgebouw worden zo allen herkenbaar in hun eigen kleur
en bouwperiode.
| |
ON ELAND
4 : | $
En
NN | fik Ei
| NAR }
KA Ki home des
Én ede q
| nld fe
LETTE EINKZI ESAT IA
RRT |
| | LOEIT Lo
HK
C | | lt Be EN | |
He Lr REAR
| EN 5 44 ONIEEN il 4
| EAF AT OEI ON OLAN
ELN En EI IEI CNE ENE
iN PA | Ken n= EM en
MS STEE ie ijz hed LN
(Af AME ENZ NIV A. nt ANN
est HENIN 15e TANT
(?, NN MAN KA DRE, / 5
en | ALI A | HAY | DE 3 / | ij
7
BG 3
Binnengasthuisstraat 9 | Theo Bosch gebouw
Leefbaarheid en veiligheid. Historie en monumentaliteit.
In principe wordt er weinig ingegrepen in dit gebied. Het Theo _ Het Theo Boschgebouw is dan wel geen monument, maar niet
Boschgebouw loskoppelen van het Administratiegebouw _ te min zeer iconisch voor deze plek. Het zou dan ook zonde zijn
is de kern. De relatief kleine ingreep zorgt onder meer met deze te vervangen voor iets nieuws. Het moderne karakter van
het verlagen van de plint voor een enorme kwaliteitsimpuls dit gebouw en de vorm versterken de monumentaliteit van de
aan dit gebied. Met name de steeg aan de ‘achterzijde’ omliggende bebouwing.
krijgt naast doorgangsroute ineens betekenis en wordt het
probleem van onveiligheid op deze plek hiermee opgelost. Identiteit.
De al bestaande vormgeving van het gebouw doet de rest. In alle opzichten is het Theo Boschgebouw een belangrijk
De herprogrammering van groen aan het plein zal eveneens _ knooppunt in het Binnengasthuisterrein. Dit is een kans voor
een kwaliteitsimpuls aan de leefbaarheid geven. Dit kan met de UvA om het Theo Boschgebouw in te zetten voor de
relatief weinig middelen gedaan worden. Bewoners, passanten _ branding van het gehele gebied. Een update in kleurstelling,
en bezoekers worden allen bediend. gevelopening en zonwering kunnen hier een positieve draai
aan geven. Een plein dat voor de (internationale) bezoeker
Duurzaamheid en groen. duidelijk herkenbaar en bereikbaar is, maar waar ook de
Qua duurzaamheid is er geen betere ingreep dan het niet- Amsterdammer haar plekvindt. Hetidee om centraliteit op deze
afbreken van het Theo Bosch gebouw. Hergebruik wordt plek te benadrukken versterkt de identiteit en herkenbaarheid
in de meeste gevallen geprefereerd, zeker als het om zo'n _ van het Binnengasthuisplein.
jong gebouw gaat. Het gebouw qua installatie, beglazing en
dergelijke naar de huidige standaarden brengen daar waar Bereikbaarheid en logistiek.
mogelijk lijkt voor de hand te liggen. De alzijdigheid van het gebouw maakt dat deze plek van alle
Het gebied blijft een plein en lijkt ook in de toekomst deze kanten te benaderen is als een ‘voorkant’. Zowel de route vanuit
functie te vervullen. Aandacht voor extra groen aan de westkant, _hetTurfdraagsterspad,deroute rondom vanuit de Grimburgwal,
daar waar het plein nu nog grotendeels verhard is, lijkt een de ‘steeg’ tussen het BG3 en BG5 gebouw, de doorgaande
eenvoudige ingreep die de leefbaarheid voor de bewoners routes door de Vendelstraat en Binnengasthuisstraat worden
maar ook bezoekers aan deze zijde vergroot. Extra aandacht verbonden op het plein door de geleidende ronding van
kan gericht worden op de beplanting die meer biodiversiteit het Theo Boschgebouw. Hierdoor ontstaat overzichtelijkheid
stimuleert, het huidige aanbod doet wat eenzijdig aan. waar voetgangers en fietsers zich op verschillende snelheden
verplaatsen.
I Kal 3 - 7:
| | ONES as
| | | | lb C DE
Ui Heien: (NEN Le E
dl LE s | B > Al Ì a
RL | le NR OOR
EN ij Ei Ja i Bi fh EE RAT Ü Ee
CED Ie KEN OO IN en
all Di OE Lil EA
& li SNN
SN
8
Vendelstraat 7
Langs de Vendelstraat is het gebouw BG5 tussen 1887 en 1890
oorspronkelijk gebouwd als nieuw Klinisch Ziekenhuis. Dit
is ontworpen in sobere neo-Hollandse Renaissancestijl door
de toenmalige assistent-stadsarchitect H. Leguyt volgens een
paviljoensysteem, in opdracht van het Gasthuisbestuur. Het
gebouw maakt deel uit van het complex Binnengasthuis, waar
vroeger meerdere klinieken op het terrein toe behoorden.
Het Binnengasthuis complex is van algemeen belang door
de cultuur- en medisch-historische waarde - het maakte
deel uit van de schaalvergroting en modernisering van oude
ziekenhuizen aan het eind van de 19e eeuw.
Het oorspronkelijke gebouw bestond uit twee lange vleugels, L cl Lj
waarbij de westelijke vleugel fungeerde als mannenkliniek; LT Sn
Dn Te . . ET
de oostelijke als vrouwenkliniek. De algemene voorzieningen Ll 57
waren gesitueerd in het verbindingsgebouw, waardoor het
geheel een U vorm kreeg. Het verbindingsgebouw had
aan de binnenplaats een ronde aanbouw, met daarin twee Le
collegezalen. TTY
Vendelstraa,
De eerste ingrijpende renovatie vond in 1968 plaats, toen het
gebouw een nieuwe vleugel van drie bouwlagen met een plat
dak er bij kreeg. Deze vleugel deelt de binnenplaats sindsdien
in tweeën. In 1988 werd BG5 het meest ingrijpend verbouwd,
de mensa vestigde zich in het gebouw en de binnenplaats
werd overdekt met een piramidevormige transparante erker.
Bron: https://campus.uva.nl/
universiteitskwartier/bg5/histo-
rie/historie-bg5.html
É gi es A re ES ah EE sdh p 1 a en Ee AR eN Ì ied 2 Mini 5 se En Rans Eea
bl OW Tee Ta IR ME El WES
Me ek el en bee Eren BEN „ Wig Pk, A EN in ed „4 e = DB en
MS EE EER en KEN ee a - Ie Ee En
De EE hadi Cn 7 AL aes Ee
IO ke EN en gadrs Ee
ELF Un ten EE Er mn ER
LL Dn et EEDE en NA ERA En
irt DE Rn DN nn
We OR NE ENA EE NE
La Ade. tE nt Ee B
4/ ed ste en EN | | de Re 5 dn | re Ee
9 Ee Rr en 3 À Dn 5 Sen nn
Sn ES Pen ee A B
dd dl nen eer OT en | En
fe Ae mn RN — BE 5 | | ed
ER JM eel el EE en 8 Rha ze _ Ee t Î Ee
ee A AME HDN Ee ne
pn en Pin SE ES EE
ES, nd nn En Ee: en
kN — En Een zen |
WENS if EAT hemme IL IFTT Ni Ne
fl ï Ee a ee 7
E Si E 3 IS
Ek dl | en nn WE A EE
Kit mmm k bi | Û | | | mf es En ders
S | B Ï AL en P bri } En Î
ei INE Ni 7 : 2
AE Nees z d | Ber dk 3 en
Ed Ee ETET NE EN EE me _
5 A EE en (5 a let ZE
me ee PAREN v/ Nl
: 5 en en E el 5 :
9
Vendelstraat 7
et
À VT ad
N À P eed _
Aan An Ln k NG SP” Aah Ee
ÂT et Âl nn ÂT Aak 4 a % D sz
EE PI sene Kie \; Ma EN
Ü / Ü Ú Pl Ee Je sb SEN
dn ed ded Emis WD # ED At
: DE ve Olen ro df RE
Ee OE ee
Ts ZJ) JD non Od nd 4 OE ien AE
Bestaand volume Mensa en erker Ruimte voor nieuw open- Ï re rhis A BONES Ne RS Id |
verwijderen baar groen en Ke a GTE mi dl RARE Le ne
Het bebouwingsvoorstel van BGB volgt in grote lijnen de in hetverticale volume van de met glas overdekte binnenruimte
oplossingsrichting die is gekozen door de UvA/ gemeente. van de voormalige mensa. Door het voorste deel van de mensa
Daarbij werden de volgende uitgangs-/ aandachtspunten als _ te slopen ontstaat er ruimte voor een openbaar en groen hof.
volgt geformuleerd. Dit biedt een welkome groene en ruimtelijke afwisseling in dit
smalle en stenige deel van het Binnengasthuisterrein en komt
-_ Nieuw middendeel met ruimte tussen de vleugels; het tegemoet aan de historische hovenstructuur. Hiermee
-__ Optimaliseren openbare ruimte en toegang; wordt niet alleen een plek gecreëerd waar studenten uit de
-__In het ontwerp wordt gekeken hoe de zichtbaarheid van UB en toevallige passanten kunnen ontspannen, maar vooral
het monument geoptimaliseerd kan worden door een markeert het bovendien de hoofdentrees van zowel de UB als
hogere begane grond te maken. het BG5 gebouw.
Anders dan weergegeven in het begeleidende schema van
UvA/ gemeente op pagina 3 wordt er in dit ruimtelijk voorstel
voor gekozen de gevelrooilijn terug te leggen tot daar waar de
huidige entreepartij en de piramide vormige glaspartij overgaat
EN
| ee \
| Oe Zadel
Ì | A De AN
Ì Bn 7 C Er 4 el
Kn
bete EO Cg KO B Ii de teen rn
BK OS Teli we CUTE 0 Le |
PO O0 Oe Nt nm Jan ZENNE el
k Uri ete bere H ae E En) 4 al B Le inr Eed
| | ES he nt ed
ee EC Een k | I ING Ee ivensiTe Amster DA IE 0 | |I Mai N
f e nt Nl ee Alam A eed ta
E kr A Tt hea ekek TD a Í& 13 A Wits kf AIEE zl bal DE rte (re AR
DN Eier bis Zl } pr EN ui 1 . Ji À Li ike / a EN NINE Zea Ni Zu ars Len
nti PSENINWO ljheg zl II ik NM, pa en SENA | /, PdL ES SS - A EA Wa
PNL | ES SN SABENA PDNN ZEN at] me 77] | WAR Ei
a As
10
Vendelstraat 7
De bestaande gevel en ‘glazen’ dak worden maximaal vooral een centraal en overdekt verkeersgebied dat het hart
transparant gerealiseerd waardoor de buitenruimte en vormt van de universiteitsgebouwen. Verbindingen tussen het
overdekte binnenruimte visueel in elkaar overlopen. overdekte binnenterrein, door het BG5 gebouw naar onder
Buitenmeubilair, plantenbakken en -vakken worden binnen en andere de Oudemanhuispoort en BG3 lijken dan ook voor de
buiten op elkaar afgestemd om de relatie verder te versterken. hand te liggen. Eventueel kan er extra volume boven op de
Achter de glazen pui wordt een volume geïntroduceerd ronde collegezalen gerealiseerd worden, bijvoorbeeld t.b.v.
waarin 600 m2 aan onder andere collegezalen gerealiseerd kantoorfuncties.
kunnen worden. Het volume ‘zweeft’ 4 meter boven het peil
en wordt los gehouden van de historische gevels van het BG5
gebouw. Met name de oude toegangspoorten en de ronde
collegezalen worden hierdoor goed zichtbaar. Eventuele
verbindingen met het historische gebouw kunnen door middel
van luchtbruggen gerealiseerd worden terwijl de begane
grond als plein beleefbaar blijft. Deze binnen- /buitenruimte
kan goed geprogrammeerd worden met horeca maar is ook
Â, Lj  Lj Bebouwdoppervlak
Begane grond:
Ll Ll totaal 690 m?
| J a) Volume verdiepingshoogte 4 m:
e “ totaal 700 m?(ex. bg)
Optopping collegezalen:
YS totaal 240 m?
DN, DJD Totaal toegevoegd:
. 1.630 m?
Nieuwe transparante gevel Introductie paviljoen
ä Be Am RR | \\ KE
== Ô | Kee Kn Á rt bn Ed
6 en ú BI SS
JE Bn au, d Pe ND E
NE mm a Eid ri
em NO Sur Te Á ll NN
en SS Zr
rra en ENE E
5 ane À De =S Kl ik Kl en On goed |
Ne eere enne OK Î ik dE ee en |
Te BE N Tehal LS LD Rele | EEE Lj Eb Sa d N
Le zl Ei EAR Eekelen
ret ee el v Oe md) HO ARE TT
2/5 ER en zr n dt Kee pe sld |
ef je En A 5 SN HIE mm PRN
ATD field f { lp
| geh EE )
11
BG 5
Vendelstraat 7
Leefbaarheid en veiligheid. deze ruimte teruggebracht. Echter, met inachtneming van
Door het toevoegen van groene openbare ruimte langs de de door de UvA gewenste collegezalen, wordt het nieuwe
Vendelstraat ontstaat er een rustmoment in deze drukke volume als paviljoen structuur in het atrium geplaatst. Het
doorgaande route. Het biedt een uitwijkmogelijkheid voor _ volume wordt vrij geplaatst van vloer en wanden, waardoor de
voetgangers, bezoekers van de UB en bewoners waar iedereen monumentale gevels en doorzichten teruggebracht worden.
met haar eigen snelheid passeert of verblijft. Het is van belang Het oude U-vorming binnenterrein kan op deze manier weer
dat dit nieuwe hof dan ook van voldoende afmeting is om aanschouwd worden.
bijvoorbeeld voldoende zonlicht in het hof te laten schijnen
voor een hogere verblijfskwaliteit en om overzichtelijkheid
te bieden m.b.t. veiligheid. Zo zijn er meerdere parameters _ Identiteit.
die verder onderzocht moeten worden om de uiteindelijke _ In samenhang met leefbaarheid en veiligheid biedt het hof bij
afmeting te bepalen van deze groene ontmoetingsplek. Op uitstek een mogelijkheid een nieuwe identiteit te realiseren.
pagina 12 is een kaart toegevoegd met betrekking tot de Voor de stad, maar vooral ook voor de UvA. Het programma
veiligheid en verrommeling in dit gebied. is hier vooral gericht op de studenten uit de UB, medewerkers
en andere gerichte bezoekers van de UvA. Zo is het van belang
Duurzaamheid en groen. dat in het overdekte gedeelte van het hof op de begane grond
Aan de buitenhof langs de Vendelstraat wordt het binnenterrein _ functies geprogrammeerd worden die hier passend bij zijn
ook groen gerealiseerd. Niet enkel om het overdekte deel en dat er nieuwe routes gerealiseerd worden door het BG5
visueel onderdeel uit te laten maken van het buitendeel maar gebouw heen naar de Oudemanhuispoort en BG3 gebouw.
ook om de leefbaarheid in deze met glas overdekte ruimte Hiermee ontstaat een centraal ontmoetingspunt binnen en
te verhogen. Het creëert schaduwplekken, en verkoelt in de _ buiten.
zomer, ververst de lucht, dempt geluid en verhoogd vooral
ook de visuele verblijfskwaliteit. Bereikbaarheid en logistiek.
Voor de hand ligt dat het toevoegen van een groen binnen- _ Hettoevoegen van een groen plein vergroot de bereikbaarheid
en buitenhof op deze plek een belangrijk onderdeel is van en logistiek van deze plek. Er ontstaat meer ruimte in de
dit thema. Qua energetische duurzaamheid bestaan er _Vendelstraat waardoor verschillende verkeersstromen elkaar
mogelijkheden om bijvoorbeeld de met glas overkapte ruimte gemakkelijker kunnen kruisen. Ook het toevoegen van
in te zetten als bijvoorbeeld warmtewisselaar. verbindingen vanuit het historische gedeelte van BG5 naar
overige universiteitsgebouwen zullen hier bijdragen aan de
Historie en monumentaliteit. interne ontsluiting en de verbindingen rondom de gebouwen
Het BG5 gebouw is in haar omvang nergens meer te ontlasten.
aanschouwen. Het gebouw is aan alle zijden ingekapseld met
aan de westzijde BG3 en de huidige Academische Club, aan
de noordkant de Oudemanhuispoort en aan de oostzijde de
relatief smalle doorsteek vanaf de Vendelstraat. De enige
mogelijkheid om de monumentaliteit, schaal en identiteit
van het BG5 gebouw terug te brengen is het heropenen van
het U-vormige binnenterrein aan de Vendelstraat. Door het
groene hof en de met glas overkapte binnenruimte wordt
BE Ee NE
EERS EE bl E !
Nr ze
EEE nn A Û
An mn emmen penn, í iN eee
En B 4 eh |
rt gf DN
en TE a U ij
en Ts SN en
Ee MP: a == IE
NP Ne An:
en en TR IN
12
Onderzoek sociale veiligheid
Het Binnengasthuisterrein en omgeving is een relatief komt vrij te staan in de openbaar toegankelijke ruimte. Het
rustig gebied ingeklemd tussen twee drukke toeristische aantal vieze en onveilige plekken zal aanzienlijk afnemen van
uitgaansgebieden. Op de Noordelijke Burgwallen vinden het 18 naar 10 of te wel met 44%. De Piramidezaal is in het voorstel
hoogste aantal criminele activiteiten van Amsterdam plaats. een zonnige (semi-) openbare hof van + 800 m2 waardoor de
Het Rembrandtsplein is populair en ook internationaal bekend. _Vendelstraat niet meer smal en overzichtelijk is. Door het aantal
De relatieve sociale veiligheid op en om het BG-terrein geeft rommelige en onoverzichtelijke plekken te verminderen, zal
ruimte aan divers gebruik waaronder spelen en prettig wonen, _ het gehele gebied er aantrekkelijker uitzien, gemakkelijker te
maar het multifunctionele gebruik bevordert op haar beurt beheren zijn en sociaal veiliger voor iedereen.
weer de sociale veiligheid.
Door de groepen uitgaanspubliek die in de avond en nacht
tussen de twee toeristische centra heen en weer gaan is het
gebied echter kwetsbaar.
Het waarborgen en verbeteren van de leefbaarheid en
veiligheid van de (semi-)openbare ruimte lijken lastig ruimtelijk
te vertalen. Maar ervaringen uit de dagelijkse en nachtelijke
praktijk in de buurt en in de meeste wereldsteden geven aan
dat overzichtelijkheid een positieve invloed heeft. Donkere find DAAT
hoeken, stille steegjes en visuele obstakels zorgen voor een ee MN A) LER
onveilig gevoel en nodigen uit tot crimineel, vervuilend en gE, TT D/E 7
ander ongewenst gedrag. Is het overzichtelijk, schoon, zonnig | is HT
of goed verlicht, dan voelen mensen zich prettig en kunnen tn El & °
ze eenvoudig de weg vinden. Het idee dat andere mensen : pe je Ä e / d
aanwezig zijn en, indien nodig, makkelijk om hulp gevraagd \ zÌ re In 2
kunnen worden is daarbij van groot belang. | RAS,
En  wal _&
5 ll, en
Op het BG-terrein vertaalt zich het bovenstaande in twee e 5 _
aspecten: het borgen van een heldere structuur en het de ‚ En
behouden van zicht van mensen, van voorbijgangers, He eN Pd
bewoners of beheerders van de UvA op de ruimte. Bewoners _N Ed /
hebben meestal een grotere betrokkenheid bij de openbare INS /
ruimte omdat zij samen 24 uur per dag, 7 dagen per week, s eg
en vele jaren achtereen aanwezig zijn. Een aantal leden van Î SEZ 8 4 Ë
VOL BG, waaronder Peter Veer, verrichtte een studie naar de
kwaliteit van de openbare ruimte rondom het BG-plein. Deze is Huidige situatie: # 2.400 m2 openbare ruimte met toezicht
. … . . . bewoners/sociaal veilig. £ 400 m2 zonder toezicht, onveilig.
ruimtelijk vertaald door de architecte Karin Elffers. Opvallend is X 18 vieze of onveilige plekken.
de onoverzichtelijke steeg tussen het ovale paviljoen van Theo
Bosch en BG 5 van £ 400 m2 met vele onveilige plekken.
De studie laat zien dat in het voorstel van VOL BG het oppervlak
overzichtelijke en veilige openbare ruimte groter wordt ten
opzichte van de bestaande situatie. Het Theo Bosch paviljoen
eN en
k $ ä 4
pr OD) / Ts
| MeT
hae AX Kl D
ei WN
EL Ei
Wens VOL BG voor plein en omgeving:
Meer zicht en 44% minder vieze plekken
Bron: VOL BG / Karin Elffers
13
Nawoord
Het samenbrengen van bewoners, bezoekers en gebruikers en
het introduceren van een nieuw programma is in dit historische
deel van de stad een complexe opgave en een langdurig
proces waarbij belangen zorgvuldig afgewogen dienen te
worden. De verscheidenheid aan gebouwen uit verschillende
perioden, afmeting en functie, waartussen de publieke ruimte
van de stad verweven is, verdient een holistische aanpak.
Waar de nieuwe Universiteitsbibliotheek het actieve studenten
karakter van het Universiteitskwartier representeert, verbeeldt
de Oudemanshuispoort juist het historische en formele
karakter van dit gebied. BG3 en BG5 liggen hier centraal
tussen waarbij BG3 het hedendaagse gezicht en internationale
ontvangstpunt is. BG5, en met name het U-vormige binnen-/
buitenplein, is het verkeersknooppunt van dit gebied. Niet
een obstakel waar omheen gelopen wordt, maar een plek
dat doorkruist en beleefd kan worden. Voor studenten en
medewerkers vanuit de Oudemanhuispoort tot in de UB, door
voorbijgaande fietsers in de Vendelstraat en buurtbewoners,
die, naast de studenten en toeristen, de alledaagse gebruikers
van dit gebied vormen.
Sf dl en Dn | Al
AS 7 /À 1 En bf RR
Nek nn OEE py
NS SE Sn, 5: ol En EEE Ángel LA B Es KE | 4 E, adh 4
NS id SWEN EE / AAL er EER / NE P DE 5)
me fem U Bar il | == Ï ij Bianl /
8 5 in iS li AE Henn En Pii —| De 7 /
SR | mn) ar AJM |
= ik A : \ VE NE EE: Sr kn Sd $ tene Td Í | A Ál
En _ / ut J 1% ii Ä SG í E 5 d es / EL) (al
ONS On Or ZE hie Ë ES
NN JT > ON Be 3 Te es © Be Re UNIC ded 7 ER OU ip
d B Keke SEEN bi j
14
Dankwoord
VOLBG
Dit plan had niet tot stand kunnen komen zonder de inbreng
van heel veel bewoners woonachtig op en rond het Binnen-
gasthuisterrein, de onvermoeibare inzet van een aantal buurt-
bewoners, het ter beschikking stellen van het basis 3D mod-
el door de UvA en het participatieproces gefaciliteerd door
Inbo. Ongetwijfeld zijn er nog meer mensen die bedankt
moeten worden voor hun, misschien minder zichtbare, maar
toch belangrijke bijdrage aan dit ontwerpvoorstel, bij deze.
Tenslotte willen we David Koezen van Space & Matter en
KZNA en zijn team hartelijk danken voor de bereidheid om
binnen relatief korte tijd met veel kundigheid en inlevingsver-
mogen zo'n mooie ruimtelijke vertaling te maken van de visie
van VOL BG e.o.
Op naar een leefbare, multifunctionele en veilige binnenstad!
Het bestuur van VOL BG e.o.
| B Koonurgu
E | TA
januari 2021
space&matter | KZNA
Johan van Hasseltkade 306 Damrak 233-2
1032 LP Amsterdam 1012 ZJ Amsterdam
www.spaceandmatter.nl www.kzna.nl
15
| Onderzoeksrapport | 15 | train |
VN2022-018428 deli iesi
Ruimte en > 4 Gemeente Tijdelijke Algemene Raadscommissie TAR
Duurzaamheid X Amsterdam
Voordracht voor de Tijdelijke Algemene Raadscommissie van 30 juni 2022
Ter bespreking en ter kennisneming
Portefeuille Ruimtelijke Ordening
Economische Zaken (23)
Agendapunt 55
Datum besluit College van B&W, d.d. 17 mei 2022
Onderwerp
Kennisnemen van de raadsinformatiebrief inzake Ruimtelijk afwegingskader “Flitsbezorging vanuit
Darkstores”
Kennis te nemen van de raadsinformatiebrief over het ruimtelijk afwegingskader “Flitsbezorging
vanuit darkstores” en in de bijlage het ruimtelijk afwegingskader “Flitsbezorging vanuit darkstores”,
met als belangrijkste onderdelen:
* Het college heeft het ruimtelijk afwegingskader vastgesteld, met behulp waarvan besloten
kan worden of een vestiging van een darkstore ruimtelijk inpasbaar is;
* Eentoelichting op de werking van het ruimtelijk afwegingskader, dat gebruikt wordt om
te bepalen of een darkstore of initiatief voor de vestiging van een nieuwe darkstore te
legaliseren is;
e Een kortetoelichting over de gebiedstypes die in het ruimtelijk afwegingskader zijn
opgenomen.
Wettelijke grondslag
Artikel 169 van de Gemeentewet
Bestuurlijke achtergrond
* Op 7juli 2021 zijn motie 439 en 440 dubbelaccent aangenomen;
e Op gjuni 2021 zijn raadsvragen van raadslid Bakker (205) ontvangen;
* Op 19 november 2021 zijn schriftelijke vragen van de raadsleden IJmker, Van Renssen en
Ernsting inzake overlast flitsbezorging (354) ontvangen;
* Op 21 december 2021 heeft het college ingestemd (VN2021-035847) met de uitwerking van
een oplossing voor het kunnen reguleren van flitsbezorgdiensten door:
a. het voorbereiden van en vaststellen van een paraplubestemmingsplan;
b. hetopstellen van een afwegingskader;
c. vooruitlopend op het bovenstaande met handhaven te starten daar waar dat noodzakelijk is.
* Op 26 januari 2022 heeft de gemeenteraad het voorbereidingsbesluit genomen, waarin een
nieuw paraplubestemmingsplan voor de regulering van darkstores wordt aangekondigd en
gedurende een jaar de vestiging van nieuwe darkstores niet mogelijk is;
* Op 17 meijl. heeft het college het ruimtelijk afwegingskader “flitsbezorging vanuit
darkstores” vastgesteld.
Reden bespreking
Gegenereerd: vl.16 1
VN2022-018428 9 Gemeente Tijdelijke Algemene Raadscommissie
Ruimte en % Amsterdam
Duurzaamheid %
Voordracht voor de Tijdelijke Algemene Raadscommissie van 30 juni 2022
Ter bespreking en ter kennisneming
n.v.t.
Uitkomsten extern advies
n.v.t.
Geheimhouding
n.v.t.
Uitgenodigde andere raadscommissies
n.v.t.
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
n.v.t.
Welke stukken treft v aan?
AD2022-058765 1. raadsinformatiebrief ruimtelijk afwegingskader definitief.pdf (pdf)
2. Vastgesteld Ruimtelijk afwegingskader flitsbezorging vanuit
AD2022-058766
darkstores.pdf (pdf)
AD2022-058666 | Tijdelijke Algemene Raadscommissie Voordracht (pdf)
Ter Inzage
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Hanneke Ederveen, [email protected], 06 38 16 03 98, Ruimte & Duurzaamheid
Gegenereerd: vl.16 2
| Voordracht | 2 | train |
Eon 0078 N% Gemeente Tijdelijke Algemene Raadscommissie TAR
Ontwikkeling X Amsterdam
Voordracht voor de Tijdelijke Algemene Raadscommissie van 30 juni 2022
Ter kennisneming
Portefeuille Grond en Ontwikkeling
Agendapunt 29
Datum besluit n.v.t.
Onderwerp
Kennisnemen van de afdoening van de motie 746, dd. 11 november 2021, van voormalige raadsleden
Boutkan (PvdA) en Naoum Néhmé (VVD) en zittend raadslid Van Renssen (GL) over behoud van de
maakindustrie op de NDSM Oost en betaalbare werkruimtes daarvoor
De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen van de raadsinformatiebrief over de afhandeling van motie 746, dd. 11 november
2021 van voormalig raadslid Boutkan (PvdA) c.s. over het behoud van de maakindustrie op de
NDSM-werf Oost en betaalbare werkruimtes daarvoor.
Wettelijke grondslag
Reglement van orde gemeenteraad en raadscommissies Amsterdam, Artikel 79 en 80.
Gemeentewet, artikel 169: het college van burgemeester en wethouders en elk van zijn leden
afzonderlijk zijn aan de Gemeenteraad verantwoording schuldig over het door het college gevoerde
bestuur (lid 2); zij geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de uitoefening van zijn taak nodig
heeft (lid 2).
Bestuurlijke achtergrond
Op 11 november 2021 heeft de raad bij de bespreking van de Haalbaarheidsstudie Vergroening en
Sport NDSM-werf Oost motie 74,6-2021 aangenomen van het raadslid Boutkan (PvdA) c.s. over het
behoud van de maakindustrie op de NDSM-werf Oost en betaalbare werkruimtes daarvoor, waarin
het college wordt gevraagd om:
* Zich maximaal in te spannen voor het behoud van de maakindustrie op de NDSM-werf Oost
en betaalbare ruimtes daarvoor;
* Over de voortgang regelmatig te rapporteren aan de raad.
Reden bespreking
n.v.t.
Uitkomsten extern advies
n.v.t.
Geheimhouding
n.v.t.
Uitgenodigde andere raadscommissies
Gegenereerd: vl.10 1
VN2022-007882 % Gemeente Tijdelijke Algemene Raadscommissie
Grond en % Amsterdam
Ontwikkeling %
Voordracht voor de Tijdelijke Algemene Raadscommissie van 30 juni 2022
Ter kennisneming
n.v.t.
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
Ja, Motie Boutkan (PvdA) c.s, nummer 746-2021.
Welke stukken treft v aan?
1. Motie 746.21 Boutkan c.s. behoud maakindustrie NDSM-werf Oost.pdf
AD2022-057995
(pdf)
AD2022-057994 2. Get.Raadsinfobrief afdoening motie 746. pdf (pdf)
AD2022-027340 Tijdelijke Algemene Raadscommissie Voordracht (pdf)
Ter Inzage
Registratienr. Naam
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Grond en Ontwikkeling, Jaap Gadella, j.gadella@amsterdam, 06 5252 4029
Gegenereerd: vl.10 2
| Voordracht | 2 | train |
X Gemeente Amsterdam J C
% Raadscommissie voor Onderwijs, Jeugd, Diversiteit en Integratie, Kunst en Cultuur,
Lokale Media en Monumenten
% Definitieve agenda, donderdag 2 februari 2017
Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie
voor Onderwijs, Jeugd, Diversiteit en Integratie, Kunst en Cultuur, Lokale Media en
Monumenten
Tijd 9.00 tot 12.30 uur
Locatie De Rooszaal, 0239
Algemeen
1 Opening
2 Mededelingen
3 Vaststellen agenda
4 Conceptverslag
5 Termijnagenda per portefeuille
6 _Tkn-lijst
7 _ Opening inhoudelijk gedeelte
8 _Inspreekhalfuur publiek
9 Actualiteiten en mededelingen
10 Rondvraag
Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de
vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn
slechts richtlijnen waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn.
Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien
verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda
staat. De vergaderingen en de verslaglegging daarvan zijn openbaar. Van deze vergaderingen worden geluids-
en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden op
internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl.
Voor algemene informatie: info @gemeenteraad.amsterdam.nl
1
Gemeente Amsterdam J C
Raadscommissie voor Onderwijs, Jeugd, Diversiteit en Integratie, Kunst en Cultuur, Lokale
Media en Monumenten
Definitieve agenda, donderdag 2 februari 2017
Kunst en Cultuur
11 Initiatiefvoorstel van het raadslid Duijndam (SP) van 26 augustus 2015 getiteld
Uitmarkt in Zuidoost Nr. BD2016-018853
Ter bespreking en voor kennisgeving aannemen
12 Bestuurlijke reactie op het Initiatiefvoorstel van raadslid Duijndam inzake de
Uitmarkt in Zuidoost Nr. BD2016-018/769
Ter bespreking en voor kennisgeving aannemen
13 Advies Amsterdamse Kunstraad inzake Amsterdam voor internationale
kunstenaars Nr. BD2016-018854
Ter bespreking en voor kennisgeving aannemen
14 Bestuurlijke reactie op advies Amsterdamse Kunstraad over Amsterdam voor
internationale kunstenaars Nr. BD201 7-000387
Ter bespreking en voor kennisgeving aannemen
15 Kunst en Cultuur in Cijfers 2016 Nr. BD2017-000856
Ter bespreking en voor kennisgeving aannemen
Onderwijs
16 Beantwoording mondelinge vragen van het lid Moorman van 18 januari 2016
inzake zwemles op scholen. Nr. BD201 7-000861
Ter bespreking en voor kennisgeving aannemen
17 Plan van aanpak lerarentekort Nr. BD2017-000602
Ter bespreking en voor kennisgeving aannemen
18 Initiatiefvoorstel van de raadsleden Timman (D66), Ten Bruggencate (D66) en
Moorman (PvdA) van 08 februari 2016 getiteld Jongerengemeenteraad Nr.
BD2017-000859
Ter bespreking en voor kennisgeving aannemen
Diversiteit
19 Bestuurlijke reactie raadsinitiatief Jongerengemeenteraad Nr. BD2017-000860
Ter bespreking en voor kennisgeving aannemen
20 Voortgangsrapportage Uitvoeringsplan Roze Agenda Nr. BD2016-017181
Ter bespreking en voor kennisgeving aannemen
Kunst en Cultuur
21 Reflectie Amsterdamse Kunstraad op Kunst en Cultuur in cijfers 2016 Nr.
BD2017-001295
Ter bespreking en voor kennisgeving aannemen
2
| Agenda | 2 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Raadsnotulen
Jaar 2021
Vergaderdatum 8 juli 2021
Publicatiedatum 8 september 2021
OPENBARE VERGADERING OP DONDERDAG 8 JULI 2021
Aanwezig: de leden mevrouw A.L. Bakker (PvdD), de heer N.T. Bakker (SP), de
heer Biemond (PvdA), mevrouw Bloemberg-lssa (PvdD), de heer Blom (GroenLinks), de
heer Boomsma (CDA), mevrouw Bosman (D66), de heer Boutkan (PvdA), de heer Van
Dantzig (D66), de heer Ernsting (GroenLinks), de heer Flentge (SP), mevrouw De Fockert
(GroenLinks), mevrouw De Graaff (D66), mevrouw De Grave-Verkerk (VVD), de heer
Groen (GroenLinks), mevrouw Grooten (GroenLinks), mevrouw IJmker (GroenLinks),
mevrouw De Jager (D66), mevrouw Kili, (DENK), de heer Kreuger (JA21), mevrouw Kuiper
(ChristenUnie), de heer Van Lammeren (Partij voor de Dieren), mevrouw Martens (VVD),
mevrouw Marttin (VVD), de heer Mbarki (PvdA), mevrouw Nadif (GroenLinks), mevrouw
Nanninga (JA21), mevrouw Naoum Néhmé (VVD), mevrouw Van Pijpen (GroenLinks),
mevrouw Van Renssen (GroenLinks), mevrouw Rooderkerk (D66), mevrouw Roosma
(GroenLinks), mevrouw La Rose (PvdA), de heer Van Schijndel (Forum voor Democratie),
de heer Schreuders (SP), mevrouw Van Soest (PvdO), de heer Taimounti (NIDA), mevrouw
Timman (D66), de heer Torn (VVD), de heer Veldhuyzen (BIJ1), de heer Vroege (D66), de
heer Warmerdam (D66) en de heer Yilmaz (DENK)
Afwezig: mevrouw Heinhuis (PvdA), mevrouw Poot (VVD)
Aanwezig: burgemeester mevrouw Halsema (Openbare Orde en Veiligheid,
Algemene Zaken, Integraal Veiligheidsbeleid, Juridische Zaken, Internationale
Samenwerking, Bestuursdienst, Regelgeving en Handhaving, Juridische Zaken,
Communicatie), de wethouders mevrouw Van Doorninck (Duurzaamheid en Circulaire
Economie, Ruimtelijke Ordening, Grondzaken en Energietransitie), de heer Everhardt
(Financiën, Economische Zaken, Lucht- en Zeevaart, Deelnemingen, Zuidas en
Marineterrein), de heer Groot Wassink (Diversiteit en Antidiscriminatiebeleid,
Democratisering (inclusief Bestuurlijk Stelsel), Coördinatie Bedrijfsvoering, Inkoop, Sociale
Zaken, Vluchtelingen en Ongedocumenteerden), mevrouw Kukenheim (Zorg, Jeugd(zorg),
Mbo-agenda, Beroepsonderwijs en Toeleiding Arbeidsmarkt, Preventie Jeugdcriminaliteit,
Sport en Recreatie, Ouderen), mevrouw Meliani (Kunst en Cultuur, Monumenten en
Erfgoed, ICT en Digitale Stad, Dienstverlening, Personeel en Organisatie en Gemeentelijk
Vastgoed), mevrouw Moorman (Onderwijs, Volwasseneneducatie, Laaggeletterdheid en
Inburgering, Voorschool, Kinderopvang en Naschoolse voorzieningen, Armoede en
Schuldhulpverlening) en de heer De Vries (Verkeer, Vervoer, Luchtkwaliteit en Water)
Afwezig:
Avondzitting op donderdag 8 juli 2021
Voorzitter: mevrouw F. Halsema, burgemeester
Plaatsvervangend voorzitter: de raadsleden de heer Torn
Raadsgriffier. mevrouw Houtman
Verslaglegging: mevrouw Smakman (Notuleerservice Nederland)
1
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 8 juli 2021 Raadsnotulen
Voorzitter: de heer Torn
De VOORZITTER heropent de vergadering om 19.30 uur.
1.
Algemeen deel
De VOORZITTER: Leden van de gemeenteraad, ik heropen de vergadering.
Dan gaan we beginnen met een kort administratief rondje voor het eventueel nog
intrekken — want dat is eigenlijk de enige optie — van moties en, of amendementen bij de
Voorjaarsnota. Zullen we gewoon de fracties even op grootte afgaan?
Mevrouw Roosma, niets? De heer Van Dantzig?
De heer VAN DANTZIG: Wij trekken motie 2021.401 in, want het is motie 2021.505
geworden.
De VOORZITTER: Dus motie 2021.401 is ingetrokken, omdat daar motie 2021.505
voor in de plaats is gekomen.
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen:
165° Motie van het lid De Graaff inzake het tekort van arbeidsparticipatie van
statushouders in de ouderenzorg, nr. 2021.505
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
-__samen met (ouderen) zorgorganisaties, onderwijsinstellingen en partijen die
statushouders in Amsterdam intensief kunnen begeleiden om de tafel te gaan
met het doel te kijken hoe zij structureel kunnen ondersteunen in het stimuleren
van arbeidsdeelname van statushouders in de zorgsector en specifiek
toegespitst op de ouderenzorg;
-__ tevens te inventariseren hoe extra kansen kunnen worden gecreëerd om meer
statushouders in de ouderenzorg aan te trekken, dit onder andere te richten op
bestaande samenwerking binnen en buiten de gemeente en te bekijken hoe dit
geïntegreerd kan worden in de Amsterdamse aanpak statushouders;
-__ hierover terug te rapporteren aan de raad.
De motie maakt deel uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER: ik kijk nog even rond. De VVD nog iets om in te trekken”?
Misschien kan ik gewoon maar even kijken. PvdA? Nee. Andere partijen? ‘Fracties’
moet ik natuurlijk zeggen. Kunt u nu uw hand opsteken. Nee. Dan is het administratieve
rondje bij deze afgerond en dan kan de stemlijst worden opgemaakt. Dat is altijd fijn.
De VOORZITTER: Dan gaan we door naar agendapunt — eigenlijk een soort
intermezzo. Namelijk, we hebben gisteren een nieuwe Ombudsman benoemd. Die gaat
starten per 1 september. Maar we zijn zelf niet meer voor 1 september als raad bijeen. Dat
betekent dat de Ombudsman ook nog in deze vergadering zal worden beëdigd. Daartoe
zou ik nu graag willen overgaan. Ik zou graag de raadsgriffier willen vragen om de heer
2
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 8 juli 2021 Raadsnotulen
Ramlal de raadszaal binnen te geleiden voor het afleggen van de belofte. Ik wil u vragen te
gaan staan.
Goedenavond, meneer Ramlal, komt u verder. Ik zal u zo dadelijk de tekst van de
belofte oplezen en wil ik graag vragen dat te bekrachtigen met de woorden: dat verklaar en
beloof ik. Dan zal ik nu de eed afnemen.
Ik verklaar dat ik om tot Ombudsman benoemd te worden rechtstreeks noch
middellijk onder welke naam of welk voorwendsel ook enige gift of gunst heb gegeven of
beloofd. Ik verklaar en beloof dat ik om iets in dit ambt te doen of te laten rechtstreeks noch
middellijk enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen. En ik verklaar
en beloof dat ik getrouw zal zijn aan de Grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en dat ik
mijn plichten als Ombudsman naar eer en geweten zal vervullen.
De heer RAMLAL: Dat verklaar en beloof ik.
De VOORZITTER: Dan bent u bij deze beëdigd. Van harte gefeliciteerd met uw
beëdiging. De bloemen worden thuis nagestuurd en die krijgt u dus nog.
[applaus]
De VOORZITTER: Ik stel voor dat we de vergadering een heel kort ogenblik
schorsen om op gepaste afstand de nieuwe Ombudsman te feliciteren.
De VOORZITTER schorst de vergadering.
De VOORZITTER heropent de vergadering.
59.
Vaststellen van het bestemmingsplan Zuidas-Woonbuurt Ravel VN2021-013166
De VOORZITTER: Daarvoor zijn tot op heden geen moties ingediend, voor zover
ik weet. Ja, wel, er is wel een motie ingediend.
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen:
166° Motie van de leden Boomsma, Kreuger en Marttin inzake het
bestemmingsplan Zuidas Woonbuurt Ravel (stuur in tender op realiseren parkeerplaatsen
voor bewoners), nr. 2021.630
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- Bij het uitschrijven van de tenders voor de ontwikkeling van bestemmingsplan
Zuidas Woonbuurt Ravel specifiek te sturen op het realiseren van voldoende
parkeerplaatsen voor bewoners, binnen de door de Parkeernota gestelde
bovengrens voor deze locatie, en tevens te sturen op het ondergronds
realiseren van deze parkeerplaatsen.
De motie maakt deel uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER: De heer Boomsma heeft ook als enige het woord gevraagd, dus
dat wil ik hem graag geven. U heeft daar nog een minuut de tijd voor, begrijp ik.
3
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 8 juli 2021 Raadsnotulen
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Boomsma.
De heer BOOMSMA: Ja, een minuut is niet nodig. Maar het is wel nodig dat deze
motie even wordt aangenomen. Want wat we hier gaan doen, is natuurlijk fantastisch:
woningen realiseren, speciaal voor gezinnen. Alleen er is geen minimumnorm voor
parkeerplaatsen voor bewoners. Dus het enige wat wij voorstellen, is om in de tender daar
dan toch wel op aan te sturen, omdat je anders een hele groep uitsluit, want heel veel
gezinnen hebben nou eenmaal die auto nog steeds nodig. Vandaar dat we dat op deze
manier hebben geprobeerd op te lossen.
De VOORZITTER: Dan zou ik graag het college het woord willen geven om in ieder
geval de motie te preadviseren. Is dat mevrouw Van Doorninck? De heer Everhardt. Ja.
Zuidas natuurlijk.
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Everhardt.
Wethouder EVERHARDT: Het is een logisch vervolg, deze motie, vanuit de
discussie in de commissie. Daarin heb ik ook aangegeven dat wij ons aan de Nota
Parkeernormen Auto houden, die u zelf heeft opgesteld. We werken niet met minimale
parkeernormen. Er is een verwijzing naar de parkeernorm waar hier geldt een maximum
van één. En daarmee ontraad ik deze motie.
De VOORZITTER: Ik kijk nog even rond. Geen behoefte aan een tweede termijn bij
de heer Boomsma. Nee. Hij heeft er ook eigenlijk geen spreektijd meer voor. Dus dat is
makkelijk.
De discussie wordt gesloten.
De VOORZITTER: Ik begreep dat het college nog op één motie bij de Voorjaarsnota
geen preadvies onverhoopt had gegeven. Dus ik zou graag wethouder Everhardt nog kort
het woord willen geven om dat alsnog te doen.
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Everhardt.
Wethouder EVERHARDT: Ja, met excuus voor deze omissie. Het gaat over motie
2021.583, behoud scheepswerf in Noord. Die motie lijkt heel erg op motie 1156 die op 30
september 2020 is aangenomen door een aantal van uw raadsleden. Die is ook
aangenomen. Die vraagt eigenlijk hetzelfde. Daarmee is deze motie, 2021.583, in de ogen
van het college overbodig en daarmee ontraden wij deze motie.
De discussie wordt gesloten.
60.
Instemmen met het volksinitiatief ‘Amsterdam heeft een keuze’ en daarmee vast te
stellen de Verordening op het toerisme in balans VN2021-018518
De VOORZITTER: Hiervoor zijn er, als ik het goed heb, geen moties ingediend. De
sprekers die in ieder geval namens de raad het woord hebben gevraagd zijn de heren
4
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 8 juli 2021 Raadsnotulen
Ernsting, Boutkan, Martens, de heer Bakker en de heer Boomsma en mevrouw De Jager
van D66 ook nog. Maar voordat ik daartoe overga, zou ik graag eerst de initiatiefnemer, de
heer Van Dijk, het woord willen geven om een korte toelichting te geven. Ik zie dat de heer
Van Dijk aanwezig is. Goedenavond, welkom.
U heeft het woord om in drie minuten het volksinitiatief toe te lichten.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Van Dijk.
De heer VAN DIJK: lets meer dan een jaar geleden kwam onze petitie online. Deze
is in korte tijd al door meer dan dertigduizend Amsterdammers ondertekend. Dertigduizend
Amsterdammers die aangaven niet terug te willen naar de situatie van voor de coronacrisis
toen Amsterdam overspoeld werd met toeristen. Vorige week in de commissievergadering
werd deze verordening, die hier nu voorligt, die uit deze petitie is gekomen, historisch
genoemd, omdat blijkbaar nog nooit bewoners een verordening hebben geschreven. Dat
wist ik niet. Ik hoop voornamelijk dat het historisch wordt genoemd om een andere reden,
namelijk dat de verordening wordt aangenomen en dat hiermee erkend wordt dat er een
grens is aan de groei van het toerisme en dat daarop gehandeld wordt. Want, volgens mij,
is iedereen het hier wel eens dat het toerisme uit de hand is gelopen en dat Amsterdam het
teveel op zijn beloop heeft gelaten. We kennen de beelden, de overvolle straten,
centrumbewoners die zich vervreemd voelen in de stad. Deze verordening kijkt op de lange
termijn naar toerisme en probeert verdere problemen te voorkomen door te kijken als er
bijvoorbeeld signaalwaarden worden overschreden om met extra maatregelen te komen.
We hebben de verordening vaak besproken. Ik ga er nog twee uit noemen, omdat
er hier, volgens mij, wat misverstanden over bestaan.
Ten eerste, stel dat er een signaalwaarde wordt overschreden en dat er een
beleidsnota komt om deze omlaag te krijgen. Dit is niet in beton gegoten. Er zijn nog steeds
drie maanden waar bewonersgroepen, een hotelindustrie, nog steeds met plannen kan
komen, hun visie kan delen, zodat er uiteindelijk een goed voorstel komt waar veel mensen
mee kunnen leven.
Ten tweede wil ik iets vertellen over de toeristenbelasting. Dit is een van de
maatregelen, een van de knoppen, waaraan gedraaid kan worden. Hier zijn veel
misverstanden over, maar laat ik er één zeggen. Het is niet zo dat door de
toeristenbelastingen Amsterdam niet meer inclusief kan worden, niet meer bereikbaar voor
de backpacker. Dit is omdat al de prijsverhogingen die er zijn gekomen, die komen allemaal
door de hotelstop. Toen liep het aanbod niet meer gelijk met de vraag. En ten tweede, door
een verhoging van de toeristenbelasting, die kan progressief gemaakt worden, die kan door
de hostels of de budgethotels ontzien worden.
Ik rond af. Deze verordening laat zien dat er veel meer mogelijk is om problemen
van overtoerisme aan te pakken dan nu wordt gedaan. Hopelijk ziet de raad dat ook zo en
durven ze deze stap te nemen. Dat was het. Als er nog vragen zijn, dan hoor ik het graag.
Bedankt.
De VOORZITTER: Dank u wel. Ik moet u helaas in die zin teleurstellen dat het
stellen van vragen op dit moment niet meer mogelijk is, omdat dat in de commissie al is
gebeurd. Ik wil u heel hartelijk bedanken voor uw toelichting. We gaan het nu als raad over
het volksinitiatief hebben.
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen:
5
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 8 juli 2021 Raadsnotulen
167° Motie van de leden Martens, Boomsma, Kreuger, Taimounti en Kuiper
inzake de verordening ‘toerisme in balans’ (beleidsnota's altijd na overleg met ondernemers
opstellen), nr. 2021.604
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- Eventuele beleidsnota's in de toekomst altijd op te stellen na overleg met
ondernemers en brancheorganisaties uit de sectoren die gerelateerd zijn aan
de bezoekerseconomie;
- In nota’s altijd aan te geven in hoeverre de input van deze organisaties is
verwerkt;
-__In nota's altijd in te gaan op de vraag welke gevolgen de voorgestelde
maatregelen hebben op de (bezoekers)economie, werkgelegenheid en de
voorzieningen in de stad.
De motie maakt deel uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Ernsting.
De heer ERNSTING: Amsterdam is een gastvrije stad en ook een stad die mensen
graag bezoeken, omdat het ook een unieke stad is. Ik denk dat het in het belang is van ons
allemaal, van bewoners, maar ook van de toeristische industrie, dat Amsterdam een
authentieke stad blijft die uniek is in de wereld en waar mensen graag ook op bezoek
komen, omdat die uniek is in de wereld. En daarom moeten we er met zijn allen voor waken
dat die stad verwordt tot alleen maar de volgende tourist trip of de plek zoals er al zoveel
andere zijn.
Daarom voeren wij hier ook vaak discussies over, over het toerisme in de stad en
over de enorme kracht die daarvanuit gaat, en hebben we ook veel bewoners gesproken,
die het hebben over de vervlakking van hun buurten, over gewone buurtwinkels die
verdwijnen en dat die stad alleen nog maar ten dienste lijkt te staan van die bezoeker. En
Amsterdam is zoveel meer. Dus ik heb het inderdaad vorige week in de commissie
historisch genoemd, zowel vanwege het feit dat inderdaad voor het eerst, naar ik heb
meegemaakt, bewoners zelf een verordening hebben geschreven, als dat wij voor het eerst
inderdaad gaan zeggen, er is inderdaad een eind aan die groei. In 1972 heeft de club van
Rome dat natuurlijk ook al een keer gezegd voor de economie in het algemeen: grenzen
aan de groei. Dat is ook zeker het geval, denk ik, voor de toeristische druk die een stad
aankan. Er is altijd een maximum.
Waar ligt die precies? Daar kun je natuurlijk lange debatten over voeren. Maar hier
is in ieder geval een formulering daarvoor gevonden. Ik vind het heel verstandig. Ik vind het
ook gebalanceerd, omdat er twee signaalwaarden zijn geformuleerd. Als het onder de
twaalf miljoen komt, dan moeten we aan de bak. Dan mogen we ook campagne voeren.
Dat is nu de situatie overigens. En daarom voeren we ook campagne om bezoekers uit te
nodigen naar de stad te komen. Bijvoorbeeld in het voorstel van de heer Vroege en mij en
anderen om LHBTI-toeristen uit te nodigen om er weer een bestemming van te maken die
interessant is voor die groep, maar ook anderen. De wethouder is daarmee bezig. Maar
ook aan de bovenkant is er een signaalwaarde geformuleerd. Als we de achttien miljoen
bezoekers overschrijden, de overnachtingen, dan moeten we aan de bak. Want dan is er
een maximum bereikt en dan moeten we beleid ontwikkelen, waarbij we zeggen, pas op de
plaats, genoeg is genoeg, we moeten weer die balans vinden. Het gaat uiteindelijk om die
balans.
6
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 8 juli 2021 Raadsnotulen
Ik dank de indieners van het voorstel en de bewoners die daar anderhalf jaar,
volgens mij, mee bezig zijn geweest, of in ieder geval ruim een jaar, voor hun
volhardendheid hierin. En het feit dat dat inderdaad wordt gesteund met dertigduizend
handtekeningen in een eerste fase van een volksinitiatief, dat is ook heel bijzonder.
Dank u wel, voorzitter, hier wil ik het bij laten.
De VOORZITTER: Dan zou ik graag het woord willen geven aan de volgende
spreker. Dat is de heer Boutkan, die zelfs zijn kopje koffie meeneemt, zie ik. Ik weet niet of
dat een voorspelling is voor een heel lange bijdrage, maar we gaan het zien.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Boutkan.
De heer BOUTKAN: Ja, dat moet je natuurlijk eigenlijk nooit doen, koffie
meenemen naar je spreekgestoelte, want je gaat er toch niet van koffiedrinken.
Mijn voorganger, de heer Ernsting, heeft natuurlijk ook al prachtige woorden
gezegd. Ik kan me daar volledig bij aansluiten. Maar ik vind het ook wel belangrijk om dit
punt ook vanuit de PvdA-fractie te markeren. Want praten over toerisme, met name praten
over leefbaarheid en balans in de stad, is iets waar we heel vaak bij stil hebben gestaan. Ik
denk dat het feit dat deze dertigduizend Amsterdammers echt in no time hun handtekening
hebben gezet onder ‘Amsterdam heeft een keuze’ dat ook heel veel betekend is. Wat dat
betreft inderdaad hulde aan de initiatiefnemers.
Ik was me er niet van bewust dat wij geen vragen mochten stellen, want dat had ik
anders graag gedaan. Want dan was natuurlijk een van mijn vragen geweest: hoe hebben
jullie dat nou ervaren, zo’n participatietraject? Staan jullie daar nou een beetje positief
tegenover? Want ik ben eigenlijk ook wel een beetje nieuwsgierig naar het antwoord, want
ik weet, is dat deze initiatiefnemers ongelofelijk hard hebben moeten werken om inderdaad
te krijgen wat er nu ligt, namelijk, een verordening. En een verordening is inderdaad iets
unieks. En dat is inderdaad historisch, zoals mijn collega dat ook zei.
Natuurlijk moeten we ook stilstaan bij het feit dat als we praten over leefbaarheid,
dan gaat het eigenlijk over de hele stad. Het gaat niet alleen over de binnenstad. Het gaat
over de hele stad. Van Noord tot Zuidoost, van Oost tot Nieuw-West en natuurlijk ook over
de binnenstad. Want de binnenstad is een hotspot. En de binnenstad, daar concentreert
zich heel veel. Maar we moeten het juist ook hebben over de hele stad en wat we ook willen
met de hele stad. Wat ik goed vind aan dit initiatief is dat het initiatief ruimte geeft aan de
ruimte aan de raad en aan het college — maar uiteindelijk aan de raad, want de raad is als
laatste aan het woord — om ook iets te vinden van, wat gaan we nou doen als we inderdaad
onder de twaalf miljoen overnachtingen komen? Of wat gaan we doen als we boven de
achttien miljoen overnachtingen komen? En dat is, denk ik, belangrijk.
Ik heb de vorige keer ook al gemarkeerd, er zijn wat ondernemers die zich afvragen:
worden wij nou niet buitenspel gezet? Ik denk van niet. Ik denk niet dat ondernemers
buitenspel worden gezet, want de raad gaat hier ook over. Het is belangrijk, denk ik, dat we
samen met bewoners, samen met ondernemers, ook aan een nieuw Amsterdam bouwen,
een ander Amsterdam bouwen. Ik denk dat we dat ook hebben ingezet met het Programma
Aanpak Binnenstad met de 88 mooie maatregelen.
Er zijn de afgelopen jaren natuurlijk ook belangrijke dingen gebeurd op het gebied
van toeristenbelasting. Er zijn belangrijke dingen gebeurd op het gebied van leefbaarheid.
En daar moeten we mee doorgaan. Want, ik heb al vaker gezegd, bezoekers zijn welkom,
maar niet tegen elke prijs. Mensen die naar deze stad willen komen voor een morele
vakantie, die mogen wat mij betreft wegblijven. En als je kijkt naar de cijfers pre-corona, de
7
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 8 juli 2021 Raadsnotulen
voorspellingen in 2030: 26 tot 30 miljoen bezoekers. Dat zijn gewoon aantallen die deze
stad niet aankan. Het is te veel. En de leefbaarheid komt daarmee onder druk te staan.
(Mevrouw MARTENS: Ik heb een vraag aan de heer Boutkan. Ik hoor hem
zeggen, we hebben belangrijke stappen gemaakt op het gebied van
toeristenbelasting. Dat vind ik vrij abstract klinken. Misschien kunt u daar
wat verder toelichten wat u daar dan belangrijk vindt en wat die stap dan is
geweest.)
Wat we gedaan hebben, is dat we de toeristenbelasting verhoogd hebben in
percentage, maar dat we ook van de toeristenbelastingsystematiek gezegd hebben dat je
per nacht dat je hier verblijft ook een vast bedrag van drie euro moet betalen. Daarnaast
hebben we ook gezegd dat mensen die op een camping willen staan een bedrag van een
euro moeten betalen. Dus ik denk dat dat belangrijke elementen zijn. Er zijn niet zo heel
veel steden die die elementen hebben. De toeristenbelasting is natuurlijk een belangrijke
knop waar je aan kunt draaien. Wat ik me heel goed realiseer — want dat is, denk ik, ook
een beetje de achterliggende vraag — is dat ondernemers behoefte hebben aan
duidelijkheid. Want onduidelijkheid over toeristenbelasting is niet heel fijn. Dus ik hoop ook,
stel dat we inderdaad straks boven de achttien miljoen komen en dat het college met een
voorstel gaat komen over de toeristenbelasting, dat we inderdaad snel die duidelijkheid
kunnen geven: wat gaat uiteindelijk de stad doen?
(Mevrouw MARTENS: Ja, inderdaad. En ook dank voor het antwoord van
de heer Boutkan. U gaat inderdaad de richting op waar ik me zorgen over
maak in deze. Hoe strookt u het eventueel verhogen van de
toeristenbelasting met de ambitie die de wethouder Economische Zaken
heeft aangesproken om meer congressen aan te trekken, waarbij wij al
weten dat de hoge toeristenbelasting in Amsterdam een reden is voor veel
congressen, die wij willen aantrekken, om Amsterdam te mijden? Hoe ziet
de Partij van de Arbeid dat?)
Ik denk dat heel belangrijk is, dat is die voorspelbaarheid. Dus op het moment dat
er hier een voorstel ligt vanuit het college en waar we dan als raad iets van vinden, dat we
op een gegeven moment ook duidelijkheid geven. Gaat het inderdaad omhoog, de
toeristenbelasting, of blijft het gelijk? Gaan we misschien werken aan andere vormen van
differentiatie. Ik heb dat ook een van de initiatiefnemers horen zeggen. Want er zijn
natuurlijk veel meer mogelijkheden wat je zou kunnen doen om aan die knop te draaien.
(Mevrouw MARTENS: Ja, dan ben ik wel echt ontzettend benieuwd welke
knoppen de heer Boutkan dan bedoelt. We geven het minste geld uit aan
het aantrekken van congressen van veel Nederlandse steden, laat staan in
Europa. We leggen opnieuw de knop ‘toeristenbelasting verhogen’ op tafel.
We hebben al ervaren hoe het is als we onduidelijk beleid hanteren. Welke
knop zou de Partij van de Arbeid willen aanwenden om te zorgen dat wij
die congressen niet mis gaan lopen?)
Ik vind dit toch niet helemaal fair. Mijn collega weet ook dat wij in de vorige
collegeperiode grote moeite hadden met het afschaffen van de subsidie aan de organisatie
— ProCongres heette die organisatie, volgens mij — een voorstel vanuit de coalitie waar de
VVD deel van uitmaakte. Wij waren daar tegenstander van om dat geld weg te halen, omdat
wij het nooit een slim idee vonden om op die congressenorganisatie te bezuinigen. Dus dan
moet u nu niet aan mij vragen of in ieder geval zeggen dat u zich heel veel zorgen maakt
daarover. Dat vind ik toch niet helemaal fair. Maar om antwoord te geven op uw vraag. Er
zijn, volgens mij, heel veel knoppen waar je aan kan draaien. En toeristenbelasting, geld,
financiële prikkels, is daar natuurlijk ook een belangrijke van. Maar er zijn natuurlijk ook
meer knoppen waar je aan kunt draaien om iets te doen aan de stroom van toerisme. We
8
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 8 juli 2021 Raadsnotulen
hebben al vaak gesproken ook over vakantievluchten en over het stimuleren van de hsl.
We hebben vaak gesproken over imagocampagne, omdat we een ander type bezoeker
willen met een ander type gedrag. En in die 88 maatregelen, waar het over hebben gehad
in het Programma Aanpak Binnenstad, zitten volgens mij ook heel mooie knoppen in, die
belangrijk zijn om die balans te herstellen, om leefbaarheid te herstellen en, denk ik, heel
belangrijk, maar ook om vertrouwen van Amsterdammers te herstellen in wat we willen en
wat we doen met deze stad. Want ik heb in de afgelopen jaren gemerkt dat veel vertrouwen,
als het hierom gaat, weg is. En excuus voor het lange antwoord.
(De heer VAN SCHIJNDEL: Er zijn best wel wat knopjes waar je aan kan
draaien, maar de toeristenbelasting is verreweg het belangrijkste
mechanisme: de prijsprikkel. Waarom zeggen we niet — bij
ondernemerschap hoort veranderbaarheid, de bakens verzetten —
ondernemers moeten maar leren leven met substantieel hogere
toeristenbelasting de komende jaren? Ik ben dus voor een veel hogere
toeristenbelasting dan thans geldt. Waarom spreekt de Partij van de Arbeid
dat ook niet uit naar de bewoners?)
Het is in ieder geval aardig om te horen dat u een heel ander standpunt heeft dan
de VVD. Ik denk dat we de afgelopen periode juist hebben laten zien dat we niet bang zijn
voor maatregelen over toeristenbelasting. Daar hebben we natuurlijk ook een afspraak over
gemaakt in het coalitieakkoord. Maar het allerbelangrijkste is, denk ik, duidelijkheid en
zekerheid. Als ik met hotelondernemers spreek, is dat eigenlijk een van de meest
belangrijke dingen: wees duidelijk over wat je gaat doen in de toekomst met die
toeristenbelasting. Dus zij moeten zich daarop kunnen voorbereiden. Ze hoeven het niet
zelf te betalen, maar ze moeten wel hun systeem zodanig inregelen dat het goed werkt.
Dus dat is, volgens mij, het allerbelangrijkste: duidelijkheid, zekerheid, rust.
(De heer VAN SCHIJNDEL: Dus wijzigend het overheidsbeleid is gewoon
een ondernemersrisico. Daar moet een ondernemer mee dealen. Je kan
nu al aangeven dat de komende jaren de toeristenbelasting misschien
uiteindelijk moet worden verdubbeld om het in de hand te houden. Waarom
nu niet in het partijverkiezingsprogramma van Partij van de Arbeid dit
aankondigen?)
Dank voor uw advies. Ik zal uw advies doorgeleiden naar de Programmacommissie
van de Partij van de Arbeid. Dan ben ik benieuwd wat ze daarmee gaan doen.
Voorzitter, ik wil tot een afronding komen. Wat ik nog wil zeggen, is dat de hele
systematiek die bedacht is ten aanzien van signaalwaarden en bandbreedtes door de
initiatiefnemers, denk ik, heel goed is uitgevonden. Mijn collega heeft het ook al gezegd: bij
ondergrenzen ga je stimuleren, bij bovengrenzen ga je afremmen. Ik denk dat de
handtekeningen ook laten zien dat wij goed moeten luisteren naar de ideeën die onder
Amsterdammers leven. Ik ga ervanuit dat de raad hier straks mee instemt. Dus wat dat
betreft nu al felicitaties richting de initiatiefnemers en de dertigduizend Amsterdammers
voor het feit dat ze hun handtekening hebben gezet onder deze mooie petitie. Dank u wel.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Martens.
Mevrouw MARTENS: Ik wil beginnen met een dank aan de heer Boutkan dat hij
nog even benadrukt, voorzitter, dat de VVD inhoudelijk een ander standpunt heeft dan
Forum voor Democratie, want dat kan niet vaak genoeg op het pand staan, voorzitter.
Laat ik beginnen. Het onderwerp drukte, bezoekers, binnenstad, is, denk ik, een
onderwerp waar wij allemaal, elk raadslid, maar ook ik, een haat-liefdeverhouding mee
hebben. ‘Haat’, omdat we allemaal klaar zijn met de stromen toeristen waar we met onze
9
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 8 juli 2021 Raadsnotulen
fiets niet doorheen komen, om de kotsende mensen op je stoep en de rondrennende
piemelpakken door de binnenstad. ‘Liefde’, omdat we ons ook allemaal realiseren dat wij
die bezoekers nodig hebben om onze inkomsten op peil te houden en al die organisaties
en instanties te kunnen onderhouden waar wij zo graag naartoe gaan. Het is ontzettend
lastig. Maar ik denk dat we het er allemaal, ongeacht de politieke kleur, over eens zijn dat
we niet meer toe willen naar waar we waren. Daarom wil ik de indieners ook ontzettend
danken voor het ontzettend vele werk wat ze hebben verzet, want ik denk dat wij als
raadsleden allemaal weten hoeveel werk het is en met de hulp die we hebben, laat staan
dat je dat als passievolle Amsterdammer met liefde voor de stad doet.
Laat ik gelijk beginnen met de nieuwe versie. Mijn fractie kan zich daar absoluut in
vinden, voor 95 procent. De aanpassingen maken het mogelijk dat er een bandbreedte is,
een ondergrens, een bovengrens. En ook wij realiseren ons dat er maatregelen nodig zijn.
Mijn collega, Daan Wijnants, heeft al meerdere voorstellen gedaan — denk aan het
ingezeteneneriterium — en daar zullen wij ons best voor blijven doen.
Maar ik ga ook eerlijk mijn twijfels hier op tafel leggen. Volgens mij, staat iedereen
hier normaal met een heel duidelijk verhaal dat we overtuigd zijn van ons eigen gelijk en
weten wat we willen, en ik heb twijfels. Twijfels enerzijds, omdat ik weet dat we maatregelen
moeten nemen. Anderzijds, omdat ik zie dat een aantal van deze punten niet overeenkomen
met de ambities die onze wethouder Economische Zaken heeft om weer congressen aan
te trekken. We kunnen niet alles doen. We kunnen niet een hotelstop doen, bezoekers
buiten de deur willen houden, maar ook die congressen aantrekken. Want als we naar de
cijfers kijken, dan doen we het niet zo goed. We zijn niet het meest populair, we zijn
ontzettend duur. Zelfs Kopenhagen haalt ons inmiddels in met de meest geliefde
congressenstad. Het is gewoon niet goed. En we hebben het geld wel nodig. Dat maakt dat
ik het ontzettend moeilijk vind. Mijn grootste zorg werd al aangekaart door de heer Boutkan.
Dat wil ik graag herhalen. Vorig jaar — ik herinner het me nog goed, 18 juni 2020 — was er
een brief over dat er eventueel een stop zou komen op hotelovernachtingen en de gevolgen
voor de boekingen van de congressen waren desastreus. Elke ondernemer was in paniek.
Dan heb ik het niet over een ondernemer van een grote toeristenondernemer, dan heb ik
het over de toeleveranciers, zoals de bakkers, de wasserettes, die afhankelijk zijn van die
congressen.
(De heer VAN SCHIJNDEL: Ik wil toch even gezegd hebben, dat ik het heel
merkwaardig vind, de voorstelling van zaken, alsof het een competitie is
tussen hoofdsteden in Europa. Dat is toch helemaal niet zo? Kijk naar je
eigen situatie.)
De VOORZITTER: Een korte interruptie, een korte vraag, een korte opmerking.
(De heer VAN SCHIJNDEL: Kan mevrouw Martens het even
bestuurskundig duiden?)
Mevrouw MARTENS: Ja, voorzitter, peso's, geld, duku, we hebben het toch echt
nodig om te zorgen dat we de rekeningen kunnen betalen. Dus ik zou de heer Van Schijndel
er graag op willen wijzen dat we inkomsten nodig hebben en dat ik probeer mee te denken
op zoek naar een manier hoe we dat zo goed mogelijk kunnen doen, waar de bewoners zo
min mogelijk last van hebben, maar wel hun baan hebben.
(De heer VAN SCHIJNDEL: Ja, duku is heel belangrijk, zeker voor de
inkomsten van de stad. Maar dan kan je toch een heel duidelijk traject van
verhoging van de toeristenbelasting neerleggen en dan krijg je hogere
inkomsten voor jezelf als gemeente. Dat is een ding wat ook wat waard is.)
10
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 8 juli 2021 Raadsnotulen
Ik heb niet heel erg veel behoefte om de heer Van Schijndel op dit moment een
rekensom te laten zien, maar als het aantal congressen dat naar je stad komt dusdanig
afneemt dat de inkomsten inmiddels niet meer zo hoog zijn als het teruglopende aantal
congressen, dan verliezen we daar geld. En dat de heer Van Schijndel, voorzitter, dat risico
wil nemen, dat is absoluut aan de partij Forum voor Democratie, maar de VVD plaatst daar
haar vraagtekens bij.
(De heer VAN SCHIJNDEL: Ja, ik vraag me toch echt af, wat hebt u toch
met die congressensector? Waarom is die zo belangrijk? De gayscene kan
je ook aantrekken of je kan andere, dus de cultuurminnende mensen
aantrekken. Waarom?)
Ik zat net even snel te denken, zal ik me laten verleiden tot een antwoord, ja of nee.
Maar wat de heer Van Schijndel hier doet, voorzitter, is ontzettend gevaarlijk. Meneer Van
Schijndel, het moet me toch wel even van het hart. U komt aanlopen, u oreert, u vertelt, via
de voorzitter, zonder dat u een effectieve bijdrage levert, via de voorzitter, aan het op gang
krijgen van onze economie. De Partij van de Arbeid, D66, GroenLinks, allemaal dienen we
moties en amendementen in om ook weer de gay capital van de wereld te worden,
voorzitter. Ik heb Forum voor Democratie nog niet één voorstel in zien dienen om te zorgen
dat wij ook daadwerkelijk die veilige gay capital van de wereld kúnnen worden. Dus als we
het hebben over het doen van voorstellen, dan verwacht ik, voorzitter, dat een partij als
Forum voor Democratie met een dusdanig grote mond hier iedereen de maat te nemen, dat
u ook daadwerkelijk met voorstellen komt.
Even tot drie tellen, denk ik dan.
Ik wil nogmaals de indieners ontzettend danken. Ik heb mijn twijfels eerlijk op tafel
gelegd. Ik vind dat moeilijk. Wij vinden het belangrijk dat er duidelijke, langdurige
communicatie komt, zodat die hotelsector daar ook werkelijk op voort kan borduren, zich
op aan kan passen. Wij lezen het voorstel ook dat dat de bedoeling is en daarmee gaan we
er ook vanuit en wachten we de avond af. Dank u wel, voorzitter.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer N.T. Bakker.
De heer N.T. BAKKER: Het is dat ik geen spreektijd meer heb.
De VOORZITTER: Die heeft geen spreektijd meer.
De heer N.T. BAKKER: Ik zou graag willen meedoen aan dit debat.
De VOORZITTER: Ja. Helaas.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Boomsma voor enkele seconden.
De heer BOOMSMA: Ik kan me ook grotendeels aansluiten bij de woorden van de
heer Ernsting. Amsterdam is uniek. En die schoonheid van de stad moeten we koesteren.
Amsterdam is ook gastvrij. Maar Amsterdam is geen festivalterrein, geen strand op Ibiza en
ook geen Venetië, en dat willen we ook graag zo houden in die zin. Ik sluit me ook aan bij
de woorden van de heer Boutkan dat Amsterdam niet een plek is waar mensen naartoe
moeten komen voor een morele vakantie, hoezeer ik ook zelf op dit moment wel behoefte
heb aan een morele vakantie.
Maar kortom, ik wil de initiatiefnemers danken voor het initiatief en ook feliciteren.
Ik denk dat het echt fantastisch is wat ze hebben bereikt hiermee. Een voorbeeld, denk ik,
11
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 8 juli 2021 Raadsnotulen
voor andere steden hoe bewoners ook van onderop initiatief kunnen nemen om hun stad
eigenlijk terug te claimen tegen het massatoerisme. Dus, chapeau.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw De Jager.
Mevrouw DE JAGER: Ik ga niet alle woorden herhalen, maar ik wil toch beginnen
met het complimenteren van de initiatiefnemers. Nu mag er maar één aanwezig zijn
vanavond vanwege de coronaregels. Er zitten er nog twee op een stoeltje buiten mee te
kijken. Er was, volgens mij, nog een vierde die niet eens hier in het huis kon zijn. Maar jullie
hebben met elkaar ontzettend veel werk verzet, ontzettend volhardend geweest. Er moest
een uitvoeringstoets worden afgewacht en er is veel overleg geweest, maar het is er. En
het lijkt het ook te gaan halen. Daar wil ik jullie graag mee complimenteren, want dat is,
denk ik, echt uniek. Zoals al vaker is gezegd, het zoeken naar die balans hebben jullie ook
geprobeerd te verwoorden, doordat het symmetrisch is, doordat het aan beide aandacht
geeft.
Eigenlijk zou ik het daar voor nu bij willen laten.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Van Lammeren.
De heer VAN LAMMEREN: Ja, met een klein unicum: ondersteuning van een
initiatief met dertigduizend in no time, dat zegt wel iets. Dat zegt ook iets over het gevoel
van Amsterdammers die we als gemeenteraad nooit goed genoeg hebben opgepakt. We
hebben hier wel heel veel discussie gehad. Ik geloof dat de heer Van der Laan het ooit
tijdens zijn nieuwjaarsspeech voor het eerst opbracht, de stad in balans, maar dat
uiteindelijk een coronacrisis en dertigduizend handtekeningen er ineens zomaar zijn. Daar
moet de gemeenteraad zelf maar op reflecteren. Maar ik wil de initiatiefnemers bedanken,
echt bedanken, voor het heel duidelijke signaal voor iets waar Partij voor de Dieren ook al
lang voor pleit: er zijn grenzen aan de groei. Dat hoor ik ook andere partijen nu roepen. Dat
is heel goed.
Het middel van toeristenbelasting als sturingsmiddel vind ik persoonlijk ook wel een
lastige, want anders probeer je op een gegeven moment uit de laatste toerist heel veel te
knijpen. De vraag is welke middelen er nog effectiever zijn dan alleen maar die financiële
prikkel, omdat je het ook betaalbaar wil houden.
Internationale lijstjes heb ik wat minder mee, zeg ik meer richting de VVD. | don't
care. Ik wil gewoon een heel mooie, open, gastvrije stad hebben, waar bewoners heel goed
in kunnen wonen. En daar doet dit initiatief recht aan. Nogmaals, dank. Wij gaan zeker voor
stemmen.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Van Schijndel.
De heer VAN SCHIJNDEL: Ik doe het in één minuut. Ja, Van der Laan was eigenlijk
de eerste die met dit thema kwam. Die heeft het toen ook weggehaald bij de toenmalige
wethouder voor Economische Zaken, mevrouw Ollongren. Ik denk dat dat een heel goed
voorbeeld is van dat je op een gegeven moment als politiek bestuur moet ingrijpen. Het is
heel goed dat dit initiatief van de dertigduizend bewoners dat maar weer eens onderstreept,
dat er grenzen zijn. Grenzen die betekenen dat je, volgens mij, niet met een beroep op
hoogwaardige congresgangers eigenlijk, omdat je dan verder geen onderscheid kan
maken, toch weer vrij baan geeft aan de hotellobby’s. Dus het stadsbestuur moet geen
doorgeefluik zijn van die hotellobby. Dat is wezenlijk, denk ik. Daarom dank ik de
initiatiefnemers voor deze goede actie.
12
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 8 juli 2021 Raadsnotulen
De VOORZITTER: Volgens mij, bent u precies binnen de minuut gebleven,
waarvoor dank. Dan zijn we, volgens mij, aan het einde gekomen van de eerste termijn. Het
betreft ook een volksinitiatief, maar zijn niet echt vragen aan het college gesteld, maar er is
wel een motie ingediend.
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Everhardt voor een preadvies.
Wethouder EVERHARDT: Als u me toestaat, meneer de voorzitter, ook de
complimenten vanuit het college richting de initiatiefnemers. Er is hard gewerkt. Een aantal
van uw raadsleden hebben zich daar ook nog meer effort onder gezet en ook vanuit de
ambtelijke ondersteuning is er in ieder geval hard aan gewerkt. Maar de complimenten zijn
aan u en aan de mensen die buiten zitten, maar vooral ook de mensen in de stad.
Belangrijk is op te merken dat er ook is gekeken naar een uitvoeringstoets. Dat heb
ik net niet voorbij horen komen. En dat is gewoon mogelijk. Dus dat is ook belangrijk om
met elkaar te constateren.
Dan de motie, want daar vroeg u mij naar. Dan ga ik daar gelijk het preadvies op
geven. Ik vind het van toegevoegde waarde, deze motie. Namelijk, inderdaad, zodra we
zo’n signaalwaarde hebben bereikt aan de onderkant, maar ook aan de bovenkant, toch
inderdaad met deze partijen ook gezamenlijk als college in overleg te gaan om dan
vervolgens het voorstel naar u toe te brengen en dat u als raad in positie wordt gebracht
om daar keuzes in te maken. Dus zeker geen bezwaar tegen aanneming van deze motie.
(De heer ERNSTING: Is het niet zo dat wat er in die motie staat eigenlijk
usual business is, dat we dat eigenlijk altijd doen bij beleidsnota's? Dat we
ook een consultatieronde doen langs belanghebbenden en dat er wat dat
betreft eigenlijk niet zo heel veel nieuws in die motie staat.)
Dat is het goede gebruik, dus dat ben ik met GroenLinks eens. Wat we wel hebben
geconstateerd ook in het debat in de commissie, is dat dit initiatief vanuit de inwoners zelf
en inderdaad ook bij de commissiebehandeling waar in ieder geval een aantal partijen, waar
de VVD nu specifiek naar verwijst in deze motie, niet op het allerlaatste moment hiervan op
de hoogte zijn gesteld. Ik denk toch dat het goed is om met aanneming van deze
verordening dat nog een keertje te onderstrepen. Dus vandaar dat ik geen bezwaar heb
tegen aanneming van deze motie.
(De heer BOUTKAN: Een beetje wel in de dezelfde lijn, want de vraag is
natuurlijk: er zit drie maanden tussen, en die drie maanden kunnen
natuurlijk gebruikt worden sowieso voor consultatie met wie dan ook. Hoe
kijkt de wethouder daar dan tegenaan? En een ander punt is, is het dan
ook niet gek om misschien nu al exclusief te zeggen, we gaan specifieke
groepen ondernemers nu alvast voorrang geven om iets te vinden van het
voorstel van het college?)
Ik lees niet die exclusiviteit in ieder geval in deze motie. Zo is het, volgens mij, ook
niet bedoeld door de indieners. En natuurlijk, die drie maanden zullen we zeker ook
gebruiken om die gesprekken aan te gaan, niet alleen met deze groep.
De VOORZITTER: Dan zijn we aan het einde gekomen van de eerste termijn. Ik
heb het idee dat er geen behoefte is aan een tweede termijn.
Dan wil ik de heer Van Dijk in het bijzonder bedanken voor het indienen van het
volksinitiatief. We gaan zo dadelijk aan het eind van de vergadering over heel veel
onderwerpen stemmen, waaronder over uw volksinitiatief. U kunt die stemming inderdaad
via de livestream volgen. Dank u wel voor uw aanwezigheid.
13
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 8 juli 2021 Raadsnotulen
De discussie wordt gesloten.
67.
Afronding commissieactualiteit
Actualiteit het salaris van de Carré top
De VOORZITTER: Dat betreft één afronding, namelijk de actualiteit over het salaris
van de Carré-top, zoals dat heet. En daarvoor heeft de heer N.T. Bakker, die geen spreektijd
meer heeft, een motie ingediend.
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen:
168° Motie van de leden N.T. Bakker en Van Lammeren inzake exorbitante
salariëring van de Carré directie, nr. 2021.532
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
-__ Zijn rol als enige aandeelhouder van B.V. Exploitatie Maatschappij Carré aan
te wenden om bij de eerst volgende gelegenheid zijn afkeur uit te spreken over
het beloningsbeleid van Carré en er bij de Raad van Commissarissen op aan
te dringen het beloningsbeleid te matigen.
De motie maakt deel uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER: Ik denk dat de motie op zich wel voor zich spreekt.
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Everhardt voor een preadvies.
Wethouder EVERHARDT: Het advies vanuit het college is dat wij deze ontraden.
Ik zal dat even kort toelichten. Het college geeft natuurlijk al invulling aan ons
aandeelhouderschap binnen de door de raad zelf vastgestelde kaders. Het beloningsbeleid
van Carré zelf past binnen het gemeentelijke beloningsbeleid van de gemeente en dat
bezoldigingsbeleid is inderdaad om die WNT-norm ook gewoon vastgesteld. Daarmee
ontraden we deze motie.
De VOORZITTER: Ja, dat is nou niet de bedoeling, meneer Bakker.
De heer N.T. BAKKER: Een punt van orde.
De VOORZITTER: Een punt van orde mag altijd, maar ik wil wel kritisch zijn of het
ook een punt van orde is.
De heer N.T. BAKKER: Natuurlijk. Dat begrijp ik heel goed. Dat is echt een fout
van mij. Ik ben bij de aankondiging vergeten de heer Van Lammeren van Partij voor de
Dieren te noemen als mede-indiener. Dat is echt een enorme fout. Dat is ook orde om je
fouten te erkennen.
14
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 8 juli 2021 Raadsnotulen
De VOORZITTER: Ja, dat is een enorme fout inderdaad. Dat is wel een punt van
orde waard. Dat gaan we gewoon aanpassen op de site. Dat hoeft u niet verder meer aan
te leveren. Dat is bij deze gecorrigeerd.
En dan hebben we ook agendapunt 67 afgerond.
De discussie wordt gesloten.
De VOORZITTER: Daarmee zijn we door onze agenda heen en kunnen we zo
dadelijk gaan stemmen. Ik begreep dat de stemlijst in principe klaar is. Misschien hebben
de fracties misschien ook nog even de tijd nodig om zich een beetje klaar te maken voor de
stemming. Dat is toch altijd een mentaal proces. Hoe lang heeft u nodig? Mevrouw Roosma
kijk ik even aan.
Mevrouw ROOSMA: Voorzitter, tien minuten.
De VOORZITTER: Om 20.30 gaan we stemmen, zullen we dat doen?
De VOORZITTER schorst de vergadering tot 20.30 uur.
De VOORZITTER heropent de vergadering.
De VOORZITTER: Aan de orde zijn de stemmingen. U heeft via de mail allemaal
twee stemlijsten gekregen. Dat betreft allereerst de stemlijst met rode agendapunten, dus
de agendapunten in rood en dan onder ieder agendapunt staan alle moties-
Er zijn twee lijsten. Een met de agendapunten in rood en daaronder dan de moties
en amendementen. En een aparte stemlijst voor alle moties en amendementen bij de
Voorjaarsnota. Bij de Voorjaarsnota hebben we natuurlijk altijd het gebruik om eerst te
stemmen over de moties en amendementen, en staan de moties en amendementen ook
door elkaar heen op nummer, en dat we daarna gaan stemmen over de voordracht.
Het wordt een behoorlijk lange zit voor ons en voor u, veel staan en zitten.
Ik begreep dat de volgende leden op dit moment afwezig zijn: dat is allereerst
mevrouw Poot van de VVD, ook mevrouw Heinhuis van de Partij van de Arbeid en mevrouw
Kuiper is ook nu nog afwezig, maar ik heb het idee dat zij misschien zo nog wel binnen komt
lopen.
Ik begreep dat mevrouw Van Soest nog heel kort het woord wil om een motie in te
trekken.
Mevrouw VAN SOEST: Ja, voorzitter, ik wil nog even een motie intrekken:
2021.583.
De VOORZITTER: Is dat bij de Voorjaarsnota, mevrouw Van Soest?
Ja, ik heb het inmiddels gevonden.
Mevrouw VAN SOEST: Ja.
De VOORZITTER: Motie 2021.583 is bij deze alsnog ingetrokken.
Mevrouw VAN SOEST: Ja, 2021.583.
15
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 8 juli 2021 Raadsnotulen
De motie-Van Soest (nr. 2021.583) maakt geen deel meer uit van de beraadslaging.
Mevrouw VAN SOEST: En nog een vraag.
De VOORZITTER: Ja, zegt u het maar.
Mevrouw VAN SOEST: Of u alle tijd wil nemen, want anders kan ik het niet meer
volgen.
De VOORZITTER: Ik neem altijd alle tijd, zodat u het in ieder geval kunt volgen.
Dus motie 2021.583 is ingetrokken.
Ik kijk nog even naar mevrouw Nanninga, zij wil ook nog een motie intrekken.
Mevrouw NANNINGA: Dat klopt, voorzitter. Ik wil graag intrekken de motie
2021.631.
De VOORZITTER: Dat is niet bij de Voorjaarsnota, denk ik.
Mevrouw NANNINGA: Nee.
De VOORZITTER: Bij welk agendapunt is het dan?
Mevrouw NANNINGA: De Oost-Westlijn. Welk agendapunt? De Omgevingsvisie.
De VOORZITTER: Bij de Omgevingsvisie. Dat is agendapunt 29, begrijp ik. Kunt u
nog één keer nummer voor mij herhalen?
Mevrouw NANNINGA: 2021.631 alstublieft. O, die is er al uit.
De VOORZITTER: 2021.631, die staat er bij mij nog wel op. Dat is motie 2021.631
van het lid Kreuger inzake de Oost-Westlijn.
Mevrouw NANNINGA: Dat klopt.
De VOORZITTER: Die wordt bij deze ingetrokken.
De motie-Kreuger (nr. 2021.631) maakt geen deel meer uit van de beraadslaging.
Mevrouw NANNINGA: En ik had graag de motie bij Bestuurlijk stelsel, 2021.619-
De wethouder had eigenlijk al gezegd, dat doen we eigenlijk al. Dus Taimounti en ik, de
indieners, achten dat overbodig. Motie 2021.619 wil ik ook graag intrekken.
De VOORZITTER: Motie 2021.619 accent betreft dat.
Mevrouw NANNINGA: Accent.
De VOORZITTER: En u bent de eerste indiener, dus u kunt hem intrekken. Dat is
dan bij deze gebeurd.
Mevrouw NANNINGA: Mede namens de heer Taimounti.
16
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 8 juli 2021 Raadsnotulen
Mevrouw ROOSMA: Voorzitter, ik miste even welk agendapunt dat was.
De VOORZITTER: Dat betreft agendapunt 4, Bestuurlijk stelsel. Daarbij is motie
2021.619 accent van mevrouw Nanninga en de heer Taimounti bij deze ingetrokken.
De motie-Nanninga en Taimounti (nr. 2021.619 accent) maakt geen deel meer uit
van de beraadslaging.
De VOORZITTER: Mag ik stilte en rust in de zaal? Zijn er nog andere leden die
eventueel een motie in willen trekken”?
De heer VELDHUYZEN: Ik zou graag motie 2021.576 over zeggenschap bewoners
over camera’s in willen trekken.
De VOORZITTER: 2021.576, is dat bij de Voorjaarsnota?
De heer VELDHUYZEN: Ja, dat is de Voorjaarsnota.
De VOORZITTER: 2021.576, ik ga even kijken. Ja.
De heer VELDHUYZEN: Ik wil daar wel nog meer mee doen, maar ik kom daar op
een later punt op terug.
De VOORZITTER: Ja, dat kan nu ook zeker niet. Maar hij is wel ingetrokken bij
deze, 2021.576.
De motie-Veldhuyzen (nr. 2021.576) maakt geen deel meer uit van de
beraadslaging.
De VOORZITTER: Anderen die nog een motie in willen trekken?
Mevrouw Kuiper is inmiddels ook aanwezig.
Goed, dan gaan we beginnen met de stemming. We doen het als volgt. Ik zal steeds
het agendapunt opnoemen en dan vragen of er bij dat agendapunt stemverklaringen zijn.
En dan vervolgens gaan we over dat onderwerp stemmen. Dus graag stemverklaringen
steeds aan het begin van het betreffende agendapunt en zal ik daar ook de ruimte voor
geven.
Ik constateer dat op dit moment dus mevrouw Poot en mevrouw Heinhuis afwezig
zijn. Dat betekent dat aan de stemming in principe 43 leden zullen deelnemen, tenzij er nog
leden zijn die bij een bepaalde stemming niet deelnemen, maar dat merken we dan wel
weer.
Meneer Taimounti, wilt u nog iets zeggen”?
De heer TAIMOUNTI: Een Klein puntje. Vanwege een operatie in mijn lies kan ik
niet altijd staan en zitten, dus ik doe het als mevrouw Van Soest.
De VOORZITTER: Dat vind ik wel een mooie. Ja, als u hem goed hoog de lucht in
wilt houden, dan komt het helemaal goed. En mevrouw Van Soest doet het waarschijnlijk
ook? Precies, ja, helemaal goed. Mooi.
17
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 8 juli 2021 Raadsnotulen
2.
Interpellaties en actualiteiten
a.
Actualiteit van de leden Blom, Heinhuis, Rooderkerk en Schreuders inzake het
lerarentekort
De VOORZITTER: Dan zijn we, volgens mij, toe om te gaan stemmen over
agendapunt 2a, de actualiteit inzake het lerarentekort. Daar zijn twee moties ingediend,
waarover we gaan stemmen. Ik kijk of er nog leden zijn die behoefte hebben aan het
afleggen van een stemverklaring. Dat is niet het geval.
Aan de orde is de stemming over de motie-Marttin en Rooderkerk (nr. 2021.569).
De motie-Marttin en Rooderkerk (nr. 2021.569) wordt bij zitten en opstaan
aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Marttin en Rooderkerk (nr. 2021.569)
is aangenomen met de stemmen van VVD, Forum voor Democratie, Partij van de Ouderen,
CDA, ChristenUnie, D66, GroenLinks, JA21, denk, PvdA, BIJ1 en NIDA voor.
Aan de orde is de stemming over de motie-Veldhuyzen (nr. 2021.570).
De motie-Veldhuyzen (nr. 2021.570) wordt bij zitten en opstaan verworpen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Veldhuyzen (nr. 2021.570) is
verworpen met de stemmen van NIDA, BIJ1 en DENK voor.
3.
Kennisnemen van de Voorjaarsnota 2021 en vaststellen enkele
begrotingswijzigingen VN2021-017684
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Roosma voor een stemverklaring.
Mevrouw ROOSMA (stemverklaring): Allereerst een stemverklaring bij motie
2021.505. De overwegingen en constateringen in deze motie zijn niet gebaseerd op de
feitelijke situatie in de ouderenzorg die op de werkvloer zeer divers is en al heel veel werk
maakt van de instroom en begeleiding van statushouders. Vanuit dat perspectief vinden wij
deze motie overbodig en zullen we tegen stemmen.
Dan een stemverklaring bij motie 2021.328 en motie 2021.593, beide over de
samenwerking Tel Aviv. Wij zullen tegen motie 2021.328 van DENK, BIJ1 en de SP
stemmen, die voorstelt om de stedenband bij Tel Aviv te verbreken. Wij willen de
samenwerking met Tel Aviv vooral inrichten op het gebied van mensenrechten, zoals op dit
moment ook het geval is. We handhaven daarom onze motie 2021.593. we denken
tegelijkertijd dat het goed is om in het najaar beter over de internationale samenwerking en
de stedenband, stedenbanden in het algemeen, te spreken, omdat we dit soort
uitgangspunten niet alleen zouden willen beperken tot Tel Aviv.
18
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 8 juli 2021 Raadsnotulen
De VOORZITTER: Dat waren de stemverklaringen van de zijde van GroenLinks. Ik
ga het even op grootte van fractie doen. D66 nog behoefte aan het afleggen van
stemverklaringen? Dat is niet het geval.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Martens voor een stemverklaring.
Mevrouw MARTENS (stemverklaring): Beginnende bij motie 2021.348. de VVD
stemt tegen deze motie, omdat de VVD geen voorstander is van het discrimineren op
woonplaats. Tevens is het Europees rechterlijk ook verboden om onderscheid te maken op
woonplaats.
Motie 2021.433 accent, snel invoeren woonplicht. De VVD is voorstander van een
tijdelijke opkoopbescherming in tijden van woningnood. De VVD stemt echter tegen deze
motie, omdat we niet geloven in een algemene maatregel voor alle delen van de stad. De
VVD geeft geen voorkeur aan het invoeren van een tijdelijke opkoopbescherming in enkel
kwetsbare wijken.
Motie 2021.450, stoppen met het opheffen van parkeerplaatsen. Wij zijn voor het
stoppen van autoluw en waar mogelijk kunnen er ook geschrapte parkeerplaatsen
terugkomen. Alleen nu rücksichtslos alle parkeerplaatsen een-op-een terugplaatsen is
kostentechnisch niet realistisch en ineffectief. Daarom stemt de VVD tegen.
Motie 2021.602, investeer in een schone stad. Niet helemaal eens met de dekking,
maar in onze tegenbegroting hebben wij een andere dekking voor deze investeringen in
meer reiniging- en afvalhandhaving. Daarom stemt de VVD voor deze motie.
Tot slot de voordracht zelf. De VVD stemt tegen de Voorjaarsnota. Hoewel er in de
Voorjaarsnota vele punten staan die de VVD kan steunen, hebben we vorig jaar in onze
eigen tegenbegroting radicaal andere keuzes gemaakt op het gebied van bijvoorbeeld
woningbouw, parkeren, lokale lasten en de overheid. De VVD houdt vast aan deze keuzes.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Mbarki voor een stemverklaring.
De heer MBARKI (stemverklaring): Ik begin met motie 3021.328. Daarin volg ik ook
de toelichting die mevrouw Roosma heeft gegeven. We zijn tegen deze motie, omdat we
tegen het beëindigen van de samenwerking zijn, maar we vinden het wel heel erg belangrijk
dat de samenwerking vooral wordt georganiseerd rondom mensenrechten. Daarom
dienden wij zelf ook een motie in. Dat was motie 2021.328.
Dan gaan we naar motie 2021.500. Dat gaat over het blowverbod in de openbare
ruimte, in ieder geval de binnenstad. We zijn voor nu tegen deze motie, omdat we zelf een
voorstel ook hebben ingediend om ook te kijken naar bijvoorbeeld een blowverbod alleen
gericht op toeristen. Volgens mij, is het nu te vroeg om voor deze motie te gaan stemmen,
maar de discussie af te wachten die we na het reces gaan voeren. Dus vandaar dat we ook
nu tegen zijn.
Dat was het, voorzitter. Dank u wel.
f
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Van Lammeren voor een
stemverklaring.
De heer VAN LAMMEREN (stemverklaring): Bij motie 2021.327, Amsterdam
uitroepen tot anti-apartheidsstad. Dat zijn we al. Dat hoeven we niet elke keer te
bekrachtigen. Dat doen we ook niet met TTIP vrij. Dus we zullen tegen stemmen, vanwege
de overbodigheid, omdat we het al zijn.
19
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 8 juli 2021 Raadsnotulen
De beëindiging van de samenwerking met Tel Aviv, motie 2021.328 zijn we voor,
omdat we überhaupt tegen de stedenbanden zijn, omdat je verantwoordelijk wordt voor
beleid van andere steden. En dat brengt een heleboel problemen met zich mee. In die trant
zijn we tegen de andere moties over Tel Aviv.
De VOORZITTER: Dan kijk ik naar de fractie van de SP. Heeft de fractie van de
SP- Nee.
Dan kijk ik even door naar — ik doe het toch even op fractiegrootte — dus dan de
fractie van DENK. Nee. JA21 nog behoefte aan stemverklaringen? Zijn er nog andere
fracties die behoefte hebben — ik kijk nu maar even algemeen — aan het afleggen van een
stemverklaring?
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Taimounti voor een stemverklaring.
De heer TAIMOUNTI (stemverklaring): Motie 2021.593. Ik noem het een
halfbakken motie. We gaan proberen samen te werken op het gebied van mensenrechten,
maar dat doen we gedeeltelijk met een overheidsorgaan wat dat elke dag eigenlijk met de
voeten treedt. Dus ik vind het echt een belachelijke motie. Ik zou zeggen, stem gewoon een
keer duidelijk en stem voor de motie van collega Yilmaz. Dus daar stem ik tegen.
Dan heb ik nog een motie die ik echt gewoon niet snap: motie 2021.508. Ik vind het
echt belangrijk dat we onze LHBTIQ+-community beschermen en veiligheid voor creëren.
Als dat niet genoeg is en niet voldoende gebeurt, moeten we ons daar extra voor inzetten
en alles eraan doen, maar om nou toerisme als een soort excuus te gebruiken om de
veiligheid te creëren in deze stad vind ik een rare. En tegelijkertijd, we hebben drie jaar lang
alle toeristen weggestuurd en weggejaagd en nu gaan we opeens bijzonder op basis van
seksuele geaardheid een bepaalde groep toerisme hiernaartoe krijgen. Dat vind ik een heel
rare motie. Dus daar stemmen we ook tegen.
De VOORZITTER: Meneer Taimounti- Oké. Dank u wel. Een stemverklaring is een
beetje ‘ik stem voor motie x, omdat’ of ‘ik stem tegen motie y‚, omdat’. Maar goed, we houden
hem erin.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Veldhuyzen voor een
stemverklaring.
De heer VELDHUYZEN (stemverklaring): Ja, voor de Voorjaarsnota- O ja. Ondanks
verschillende bezwaren tegen verschillende delen van de Voorjaarsnota en eigenlijk tegen
de neoliberale lijn erachter gaat BIJ1 wel voor stemmen. Dat doen we vooral ook als
waardering voor de inzet van het college, ook in deze crisistijd.
De VOORZITTER: Anderen die nog een stemverklaring willen afleggen? Nee?
Dan gaan we zo dadelijk beginnen met de stemming als iedereen daar klaar voor
is. We hebben daarvoor dus deze stemlijst. Dat is dus meer de voorjaarsnotastemlijst. Die
begint met motie 2021.302. Heeft iedereen de stemlijst voor zich? Mevrouw Van Soest, ben
u ook zover? Ja, nou ja, ik dacht, ik vraag het even, omdat u het vroeg.
Dan gaan we beginnen met stemmen.
Aan de orde is de stemming over de motie-Van Dantzig, Naoum Néhmé en
Boomsma (nr. 2021.302).
20
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 8 juli 2021 Raadsnotulen
De motie-Van Dantzig, Naoum Néhmé en Boomsma (nr. 2021.302) wordt bij zitten
en opstaan aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Van Dantzig, Naoum Néhmé en
Boomsma (nr. 2021.302) is aangenomen met de stemmen van Partij voor de Dieren tegen.
Aan de orde is de stemming over de motie-Van Dantzig en Poot (nr. 2021.303).
De motie-Van Dantzig en Poot (nr. 2021.303) wordt bij zitten en opstaan
aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Van Dantzig en Poot (nr. 2021.303) is
aangenomen met de stemmen van Partij van de Ouderen en SP tegen.
Aan de orde is de stemming over de motie-Van Soest en Khan (nr. 2021.307).
De motie-Van Soest en Khan (nr. 2021.307) wordt bij zitten en opstaan verworpen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Van Soest en Khan (nr. 2021.307) is
verworpen met de stemmen van VVD, Forum voor Democratie, Partij van de Ouderen,
CDA, CU, Partij voor de Dieren, JA21, DENK, BIJ1 en NIDA voor.
Aan de orde is de stemming over de motie-Kuiper (nr. 2021.312).
De motie-Kuiper (nr. 2021.312) wordt bij zitten en opstaan verworpen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Kuiper (nr. 2021.312) is verworpen met
de stemmen van Forum voor Democratie, CDA, ChristenUnie en Partij voor de Dieren voor.
Aan de orde is de stemming over de motie-Kuiper (nr. 2021.313).
De motie-Kuiper (nr. 2021.313) wordt bij zitten en opstaan verworpen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Kuiper (nr. 2021.313) is verworpen met
de stemmen van Forum voor Democratie, Partij van de Ouderen, CDA, ChristenUnie, Partij
voor de Dieren, DENK, JA21 en NIDA voor.
Aan de orde is de stemming over de motie-Kuiper (nr. 2021.314).
De motie-Kuiper (nr. 2021.314) wordt bij zitten en opstaan verworpen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Kuiper (nr. 2021.314) is verworpen met
de stemmen van Forum voor Democratie, Partij van de Ouderen, CDA, ChristenUnie, Partij
voor de Dieren en BIJ1 voor.
Aan de orde is de stemming over de motie-Khan en Veldhuyzen (nr. 2021.327).
De motie-Khan en Veldhuyzen (nr. 2021.327) wordt bij zitten en opstaan
verworpen.
21
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 8 juli 2021 Raadsnotulen
De VOORZITTER constateert dat de motie-Khan en Veldhuyzen (nr. 2021.327) is
verworpen met de stemmen van DENK, BIJ1 en NIDA voor.
Aan de orde is de stemming over de motie-Yilmaz, Veldhuyzen en Flentge (nr.
2021.328).
De motie-Yilmaz, Veldhuyzen en Flentge (nr. 2021.328) wordt bij zitten en opstaan
verworpen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Yilmaz, Veldhuyzen en Flentge (nr.
2021.328) is verworpen met de stemmen van NIDA, BIJ1, DENK, SP en Partij voor de
Dieren voor.
Aan de orde is de stemming over de motie-Flentge (nr. 2021.333).
De motie-Flentge (nr. 2021.333) wordt bij zitten en opstaan verworpen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Flentge (nr. 2021.333) is verworpen
met de stemmen van NIDA, PvdA, BIJ1, DENK, JA21, SP, Partij voor de Dieren,
ChristenUnie en Forum voor Democratie voor.
Aan de orde is de stemming over de motie-Ernsting, Van Dantzig, Mbarki en
Flentge (nr. 2021.335).
De motie-Ernsting, Van Dantzig, Mbarki en Flentge (nr. 2021.335) wordt bij zitten
en opstaan aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Ernsting, Van Dantzig, Mbarki en
Flentge (nr. 2021.335) is aangenomen met de stemmen van Forum voor Democratie, Partij
van de Ouderen, CDA, VVD en JA21 tegen.
Aan de orde is de stemming over de motie-Van Dantzig, Mbarki, Ernsting, Poot,
Van Lammeren, Boomsma, Van Soest, Kuiper en Veldhuyzen (nr. 2021.339).
De motie-Van Dantzig, Mbarki, Ernsting, Poot, Van Lammeren, Boomsma, Van
Soest, Kuiper en Veldhuyzen (nr. 2021.339) wordt bij zitten en opstaan aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Van Dantzig, Mbarki, Ernsting, Poot,
Van Lammeren, Boomsma, Van Soest, Kuiper en Veldhuyzen (nr. 2021.339) is
aangenomen met de stemmen van SP tegen.
Aan de orde is de stemming over de motie-Poot, Torn en Boomsma (nr. 2021.340).
De motie-Poot, Torn en Boomsma (nr. 2021.340) wordt bij zitten en opstaan
aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Poot, Torn en Boomsma (nr. 2021.340)
is aangenomen met de stemmen van GroenLinks tegen.
22
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 8 juli 2021 Raadsnotulen
Aan de orde is de stemming over de motie-Poot, Van Dantzig, Kuiper, Boomsma
en Kreuger (nr. 2021.341).
De motie-Poot, Van Dantzig, Kuiper, Boomsma en Kreuger (nr. 2021.341) wordt bij
zitten en opstaan aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Poot, Van Dantzig, Kuiper, Boomsma
en Kreuger (nr. 2021.341) is aangenomen met de stemmen van Forum voor Democratie,
Partij van de Ouderen, CDA, VVD, ChristenUnie, D66, Partij voor de Dieren, JA21 en DENK
voor.
Aan de orde is de stemming over de motie-Poot en Boomsma (nr. 2021.342).
De motie-Poot en Boomsma (nr. 2021.342) wordt bij zitten en opstaan verworpen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Poot en Boomsma (nr. 2021.342) is
verworpen met de stemmen van VVD, Forum voor Democratie, CDA, ChristenUnie en JA21
voor.
Aan de orde is de stemming over de motie-Poot, Martens, Mbarki, Biemond en
Boomsma (nr. 2021.343).
De motie-Poot, Martens, Mbarki, Biemond en Boomsma (nr. 2021.343) wordt bij
zitten en opstaan verworpen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Poot, Martens, Mbarki, Biemond en
Boomsma (nr. 2021.343) is verworpen met de stemmen van PvdA, DENK, JA21,
ChristenUnie, CDA, VVD en Forum voor Democratie voor.
Aan de orde is de sternming over de motie-Mbarki (nr. 2021.347).
De motie-Mbarki (nr. 2021.347) wordt bij zitten en opstaan aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Mbarki (nr. 2021.347) is aangenomen
met de stemmen van Partij van de Ouderen tegen.
Aan de orde is de stemming over de motie-Mbarki (nr. 2021.348).
De motie-Mbarki (nr. 2021.348) wordt bij zitten en opstaan aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Mbarki (nr. 2021.348) is aangenomen
met de stemmen van CDA en VVD tegen.
Aan de orde is de stemming over de motie-Veldhuyzen en Yilmaz (nr. 2021.355).
De motie-Veldhuyzen en Yilmaz (nr. 2021.355) wordt bij zitten en opstaan
verworpen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Veldhuyzen en Yilmaz (nr. 2021.355)
is verworpen met de stemmen van DENK, BIJ1 en NIDA voor.
23
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 8 juli 2021 Raadsnotulen
Aan de orde is de stemming over de motie-Kreuger en Boomsma (nr. 2021.357).
De motie-Kreuger en Boomsma (nr. 2021.357) wordt bij zitten en opstaan
aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Kreuger en Boomsma (nr. 2021.357) is
verworpen met de stemmen van Forum voor Democratie, CDA, ChristenUnie en JA21 voor.
Aan de orde is de stemming over de motie-Kreuger en Naoum Néhmé (nr. 2021.358
accent).
De motie-Kreuger en Naoum Néhmé (nr. 2021.358 accent) wordt bij zitten en
opstaan verworpen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Kreuger en Naoum Néhmé (nr.
2021.358 accent) is verworpen met de stemmen van VVD, Forum voor Democratie, CDA
en JÂ21 voor.
Aan de orde is de stemming over de motie-Kreuger en Poot (nr. 2021.359 accent).
De motie-Kreuger en Poot (nr. 2021.359 accent) wordt bij zitten en opstaan
aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Kreuger en Poot (nr. 2021.359 accent)
is aangenomen met de stemmen van Partij van de Ouderen, Partij voor de Dieren en BIJ1
tegen.
Aan de orde is de stemming over de motie-Kreuger, Poot en Boomsma (nr.
2021.360).
De motie-Kreuger, Poot en Boomsma (nr. 2021.360) wordt bij zitten en opstaan
verworpen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Kreuger, Poot en Boomsma (nr.
2021.360) is verworpen met de stemmen van NIDA, DENK, JA21, VVD, CDA en Forum
voor Democratie voor.
Aan de orde is de stemming over de motie-Kreuger en Boomsma (nr. 2021.361).
De motie-Kreuger en Boomsma (nr. 2021.361) wordt bij zitten en opstaan
verworpen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Kreuger en Boomsma (nr. 2021.361) is
verworpen met de stemmen van DENK, JA21, VVD, ChristenUnie, CDA en Forum voor
Democratie voor.
Aan de orde is de stemming over de motie-Kreuger, Poot en Boomsma (nr.
2021.363).
24
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 8 juli 2021 Raadsnotulen
De motie-Kreuger, Poot en Boomsma (nr. 2021.363) wordt bij zitten en opstaan
verworpen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Kreuger, Poot en Boomsma (nr.
2021.363) is verworpen met de stemmen van Forum voor Democratie, CDA, ChristenUnie,
VVD en JA21 voor.
Aan de orde is de stemming over de motie-Kreuger (nr. 2021.364).
De motie-Kreuger (nr. 2021.364) wordt bij zitten en opstaan verworpen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Kreuger (nr. 2021.364) is verworpen
met de stemmen van Forum voor Democratie, CDA en JA21 voor.
Aan de orde is de stemming over de motie-Nanninga en Boomsma (nr. 2021.365).
De motie-Nanninga en Boomsma (nr. 2021.365) wordt bij zitten en opstaan
verworpen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Nanninga en Boomsma (nr. 2021.365)
is verworpen met de stemmen van Partij van de Ouderen, Forum voor Democratie, CDA en
JA21 voor.
Aan de orde is de stemming over de motie-Boomsma, Poot en Nanninga (nr.
2021.366).
De motie-Boomsma, Poot en Nanninga (nr. 2021.366) wordt bij zitten en opstaan
verworpen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Boomsma, Poot en Nanninga (nr.
2021.366) is verworpen met de stemmen van Forum voor Democratie, Partij van de
Ouderen, CDA, VVD, ChristenUnie en JA21 voor.
Aan de orde is de stemming over de motie-Boomsma en Nadif (nr. 2021.402
accent).
De motie-Boomsma en Nadif (nr. 2021.402 accent) wordt bij zitten en opstaan
aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Boomsma en Nadif (nr. 2021.402
accent) is aangenomen met de stemmen van NIDA tegen.
Aan de orde is de stemming over de motie-De Fockert, Veldhuyzen, De Graaff,
Schreuders en Yilmaz (nr. 2021.406).
De motie-De Fockert, Veldhuyzen, De Graaff, Schreuders en Yilmaz (nr. 2021.406)
wordt bij zitten en opstaan aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-De Fockert, Veldhuyzen, De Graaff,
Schreuders en Yilmaz (nr. 2021.406) met algemene stemmen is aangenomen.
25
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 8 juli 2021 Raadsnotulen
Aan de orde is de stemming over de motie-Yilmaz (nr. 2021.407).
De motie-Yilmaz (nr. 2021.407) wordt bij zitten en opstaan aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Yilmaz (nr. 2021.407) met algemene
stemmen is aangenomen.
Aan de orde is de stemming over de motie-Yilmaz (nr. 2021.408).
De motie-Yilmaz (nr. 2021.408) wordt bij zitten en opstaan verworpen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Yilmaz (nr. 2021.408) is verworpen met
de stemmen van ChristenUnie, JA21, DENK, BIJ1, NIDA en Partij voor de Dieren voor.
Aan de orde is de stemming over de motie-Yilmaz (nr. 2021.410 accent).
De motie-Yilmaz (nr. 2021.410 accent) wordt bij zitten en opstaan verworpen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Yilmaz (nr. 2021.410 accent) is
verworpen met de stemmen van JA21, DENK, BIJ1 en NIDA voor.
Aan de orde is de stemming over de motie-Kilig (nr. 2021.411).
De motie-Kilig (nr. 2021.411) wordt bij zitten en opstaan verworpen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Kilig (nr. 2021.411) is verworpen met
de stemmen van DENK, BIJ1 en NIDA voor.
Aan de orde is de stemming over de motie- Yilmaz (nr. 2021.412).
De motie- Yilmaz (nr. 2021.412) wordt bij zitten en opstaan verworpen.
De VOORZITTER constateert dat de motie- Yilmaz (nr. 2021.412) is verworpen met
de stemmen van JA21, ChristenUnie, DENK, BIJ1, NIDA en Forum voor Democratie voor.
Aan de orde is de stemming over de motie-Yilmaz (nr. 2021.414).
De motie-Yilmaz (nr. 2021.414) wordt bij zitten en opstaan verworpen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Yilmaz (nr. 2021.414) is verworpen met
de stemmen van ChristenUnie, DENK, BIJ1 en NIDA voor.
Aan de orde is de stemming over de motie-Yilmaz (nr. 2021.415).
De motie-Yilmaz (nr. 2021.415) wordt bij zitten en opstaan verworpen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Yilmaz (nr. 2021.415) is verworpen met
de stemmen van BIJ1, DENK, ChristenUnie, CDA en NIDA voor.
26
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 8 juli 2021 Raadsnotulen
Aan de orde is de stemming over de motie-Yilmaz (nr. 2021.417).
De motie-Yilmaz (nr. 2021.417) wordt bij zitten en opstaan verworpen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Yilmaz (nr. 2021.417) is verworpen met
de stemmen van DENK, BIJ1 en NIDA voor.
Aan de orde is de stemming over de motie-A.L. Bakker (nr. 2021.420).
De motie-A.L. Bakker (nr. 2021.420) wordt bij zitten en opstaan verworpen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-A.L. Bakker (nr. 2021.420) is verworpen
met de stemmen van ChristenUnie, Partij voor de Dieren, DENK en BIJ1 voor.
Aan de orde is de stemming over het Amendement -A.L. Bakker (nr. 2021.421).
Het Amendement -A.L. Bakker (nr. 2021.421) wordt bij zitten en opstaan
verworpen.
De VOORZITTER constateert dat het Amendement-A.L. Bakker (nr. 2021.421) is
verworpen met de stemmen van Partij van de Ouderen, ChristenUnie, Partij voor de Dieren
en BIJ1 voor.
Aan de orde is de stemming over de motie-Bloemberg-lssa (nr. 2021.422).
De motie-Bloemberg-Issa (nr. 2021.422) wordt bij zitten en opstaan verworpen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Bloemberg-Issa (nr. 2021.422) is
verworpen met de stemmen van NIDA, BIJ1, Partij voor de Dieren en ChristenUnie voor.
Aan de orde is de stemming over de motie-Bloemberg-lssa (nr. 2021.423).
De motie-Bloemberg-Issa (nr. 2021.423) wordt bij zitten en opstaan verworpen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Bloemberg-Issa (nr. 2021.423) is
verworpen met de stemmen van Partij voor de Dieren, BIJ1 en NIDA voor.
Aan de orde is de stemming over de motie-Bloemberg-lssa (nr. 2021.424).
De motie-Bloemberg-Issa (nr. 2021.424) wordt bij zitten en opstaan verworpen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Bloemberg-Issa (nr. 2021.424) is
verworpen met de stemmen van Partij van de Ouderen, ChristenUnie, Partij voor de Dieren,
DENK en BIJ1 voor.
Aan de orde is de stemming over de motie-Bloemberg-lssa (nr. 2021.425).
De motie-Bloemberg-Issa (nr. 2021.425) wordt bij zitten en opstaan verworpen.
27
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 8 juli 2021 Raadsnotulen
De VOORZITTER constateert dat de motie-Bloemberg-Issa (nr. 2021.425) is
verworpen met de stemmen van VVD, Forum voor Democratie, CDA, ChristenUnie, Partij
voor de Dieren, BIJ1 en NIDA voor.
Aan de orde is de stemming over de motie-Bloemberg-lssa (nr. 2021.426).
De motie-Bloemberg-Issa (nr. 2021.426) wordt bij zitten en opstaan aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Bloemberg-lssa (nr. 2021.426) is met
algemene stemmen aangenomen.
Aan de orde is de stemming over de motie-A.L. Bakker (nr. 2021.427).
De motie-A.L. Bakker (nr. 2021.427) wordt bij zitten en opstaan aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-A.L. Bakker (nr. 2021.427) is met
algemene stemmen aangenomen.
Aan de orde is de stemming over de motie-Van Dantzig (nr. 2021.428).
De motie-Van Dantzig (nr. 2021.428) wordt bij zitten en opstaan aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Van Dantzig (nr. 2021.428) is
aangenomen met de stemmen van CDA en Partij van de Ouderen tegen.
Aan de orde is de stemming over de motie-Van Dantzig en Kreuger (nr. 2021.429
accent).
De motie-Van Dantzig en Kreuger (nr. 2021.429 accent) wordt bij zitten en opstaan
aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Van Dantzig en Kreuger (nr. 2021.429
accent) is met algemene stemmen aangenomen.
Aan de orde is de stemming over de motie-Flentge (nr. 2021.430).
De motie-Flentge (nr. 2021.430) wordt bij zitten en opstaan aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Flentge (nr. 2021.430) is aangenomen
met de stemmen van VVD tegen.
Aan de orde is de stemming over de motie-N.T. Bakker (nr. 2021.432 accent).
De motie-N.T. Bakker (nr. 2021.432 accent) wordt bij zitten en opstaan
aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-N.T. Bakker (nr. 2021.432 accent) is
aangenomen met de stemmen van VVD en Partij van de Ouderen tegen.
28
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 8 juli 2021 Raadsnotulen
Aan de orde is de stemming over de motie-Van Renssen, Mbarki, Rooderkerk en
Flentge (nr. 2021.433 accent).
De motie-Van Renssen, Mbarki, Rooderkerk en Flentge (nr. 2021.433 accent)
wordt bij zitten en opstaan aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Van Renssen, Mbarki, Rooderkerk en
Flentge (nr. 2021.433 accent) is aangenomen met de stemmen van Forum voor
Democratie, VVD, CDA en NIDA tegen.
Aan de orde is de stemming over de motie-Timman en Rooderkerk (nr. 2021.435).
De motie-Timman en Rooderkerk (nr. 2021.435) wordt bij zitten en opstaan
aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Timman en Rooderkerk (nr. 2021.435)
is aangenomen met de stemmen van VVD, CDA, ChristenUnie, Forum voor Democratie,
D66, JA21, DENK, PvdA en BIJ1 voor.
Aan de orde is de sternming over de motie-IJmker (nr. 2021.437).
De motie-IJmker (nr. 2021.437) wordt bij zitten en opstaan aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-IJmker (nr. 2021.437) is met algemene
stemmen aangenomen.
Aan de orde is de stermming over de motie-IJmker (nr. 2021.438).
De motie-IJmker (nr. 2021.438) wordt bij zitten en opstaan aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-IJmker (nr. 2021.438) is met algemene
stemmen aangenomen.
Aan de orde is de stemming over de motie-IJmker (nr. 2021.439).
De motie-IJmker (nr. 2021.439) wordt bij zitten en opstaan aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-IJmker (nr. 2021.439) is aangenomen
met de stemmen van VVD, D66 en JA21 tegen.
Aan de orde is de stemming over de motie-IJmker (nr. 2021.440 accent accent).
De motie-IJmker (nr. 2021.440 accent accent) wordt bij zitten en opstaan
aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-IJmker (nr. 2021.440 accent accent) is
aangenomen met de stemmen van D66, VVD, JA21 en NIDA tegen.
Aan de orde is de stemming over de motie-Yilmaz en Biemond (nr. 2021.441).
29
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 8 juli 2021 Raadsnotulen
De motie-Yilmaz en Biemond (nr. 2021.441) wordt bij zitten en opstaan
aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Yilmaz en Biemond (nr. 2021.441) is
aangenomen met de stemmen van VVD en Partij van de Ouderen tegen.
Aan de orde is de stemming over de motie-Kilig en La Rose (nr. 2021.442 accent).
De motie-Kilig en La Rose (nr. 2021.442 accent) wordt bij zitten en opstaan
aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Kilig en La Rose (nr. 2021.442 accent)
is aangenomen met de stemmen van Partij van de Ouderen, ChristenUnie en VVD tegen.
Aan de orde is de stemming over de motie-Yilmaz (nr. 2021.443 accent).
De motie-Yilmaz (nr. 2021.443 accent) wordt bij zitten en opstaan aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Yilmaz (nr. 2021.443 accent) is
aangenomen met de stemmen van JA21 en Partij van de Ouderen tegen.
Aan de orde is de stemming over de motie-Kilig (nr. 2021.444).
De motie-Kilig (nr. 2021.444) wordt bij zitten en opstaan aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Kilig (nr. 2021.444) is aangenomen met
de stemmen van VVD, CDA, Forum voor Democratie, Partij van de Ouderen en JA21 tegen.
Aan de orde is de stermming over de motie-Yilmaz (nr. 2021.448).
De motie-Yilmaz (nr. 2021.448) wordt bij zitten en opstaan verworpen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Yilmaz (nr. 2021.448) is verworpen met
de stemmen van VVD, Forum voor Democratie, Partij van de Ouderen, CDA, ChristenUnie,
Partij voor de Dieren, JA21, DENK, BIJ1 en NIDA voor.
Aan de orde is de stermming over de motie-Yilmaz (nr. 2021.450).
De motie-Yilmaz (nr. 2021.450) wordt bij zitten en opstaan verworpen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Yilmaz (nr. 2021.450) is verworpen met
de stemmen van JA21, DENK, BIJ1, NIDA en Partij van de Ouderen voor.
Aan de orde is de sternming over de motie-Yilmaz (nr. 2021.451).
De motie-Yilmaz (nr. 2021.451) wordt bij zitten en opstaan verworpen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Yilmaz (nr. 2021.451) is verworpen met
de stemmen van NIDA, BIJ1, DENK en Partij van de Ouderen voor.
30
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 8 juli 2021 Raadsnotulen
Aan de orde is de stemming over de motie-Nadif (nr. 2021.453 accent).
De motie-Nadif (nr. 2021.453 accent) wordt bij zitten en opstaan aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Nadif (nr. 2021.453 accent) is
aangenomen met de stemmen van ChristenUnie en JA21 tegen.
Aan de orde is de stemming over de motie-Naoum Néhmé (nr. 2021.456 accent).
De motie-Naoum Néhmé (nr. 2021.456 accent) wordt bij zitten en opstaan
verworpen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Naoum Néhmé (nr. 2021.456 accent)
is verworpen met de stemmen van VVD, Forum voor Democratie, CDA, ChristenUnie, Partij
voor de Dieren, JA21 en DENK voor.
Aan de orde is de stermming over de motie-Naoum Néhmé (nr. 2021.457).
De motie-Naoum Néhmeé (nr. 2021.457) wordt bij zitten en opstaan verworpen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Naoum Néhmé (nr. 2021.457) is
verworpen met de stemmen van NIDA, DENK, JA21, Partij voor de Dieren, ChristenUnie,
CDA, Partij van de Ouderen, Forum voor Democratie en VVD voor.
Aan de orde is de stemming over de motie-Naoum Néhmé en Boomsma (nr.
2021.458).
De motie-Naoum Néhmé en Boomsma (nr. 2021.458) wordt bij zitten en opstaan
verworpen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Naoum Néhmé en Boomsma (nr.
2021.458) is verworpen met de stemmen van VVD, Forum voor Democratie, Partij van de
Ouderen, CDA, ChristenUnie, JA21, DENK en NIDA voor.
Aan de orde is de stemming over de motie-Naoum Néhmé (nr. 2021.459).
De motie-Naoum Néhmeé (nr. 2021.459) wordt bij zitten en opstaan verworpen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Naoum Néhmé (nr. 2021.459) is
verworpen met de stemmen van JA21, Partij voor de Dieren, ChristenUnie, CDA, Partij van
de Ouderen, Forum voor Democratie en VVD voor.
Aan de orde is de stemming over de motie-Boomsma (nr. 2021.463).
De motie-Boomsma (nr. 2021.463) wordt bij zitten en opstaan verworpen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Boomsma (nr. 2021.463) is verworpen
met de stemmen van VVD, Forum voor Democratie, CDA, Partij voor de Dieren, JA21,
DENK en BIJ1 voor.
31
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 8 juli 2021 Raadsnotulen
Aan de orde is de stemming over de motie-Boomsma (nr. 2021.464).
De motie-Boomsma (nr. 2021.464) wordt bij zitten en opstaan verworpen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Boomsma (nr. 2021.464) is verworpen
met de stemmen van JA21, ChristenUnie, CDA, Forum voor Democratie en VVD voor.
Aan de orde is de stemming over de motie-Kuiper (nr. 2021.498).
De motie-Kuiper (nr. 2021.498) wordt bij zitten en opstaan verworpen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Kuiper (nr. 2021.498) is verworpen met
de stemmen van VVD, Forum voor Democratie, CDA, ChristenUnie, Partij voor de Dieren,
JA21 en DENK voor.
Aan de orde is de stemming over de motie-De Grave-Verkerk (nr. 2021.499).
De motie-De Grave-Verkerk (nr. 2021.499) wordt bij zitten en opstaan verworpen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-De Grave-Verkerk (nr. 2021.499) is
verworpen met de stemmen van NIDA, DENK, JA21, Partij voor de Dieren, ChristenUnie,
CDA, Forum voor Democratie en VVD voor.
Aan de orde is de stemming over de motie-Boomsma en Poot (nr. 2021.500).
De motie-Boomsma en Poot (nr. 2021.500) wordt bij zitten en opstaan verworpen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Boomsma en Poot (nr. 2021.500) is
verworpen met de stemmen van Forum voor Democratie, CDA, VVD, ChristenUnie, JA21
en DENK voor.
Aan de orde is de stemming over de motie-Marttin (nr. 2021.501).
De motie-Marttin (nr. 2021.501) wordt bij zitten en opstaan verworpen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Marttin (nr. 2021.501) is verworpen met
de stemmen van VVD, CDA, Forum voor Democratie, ChristenUnie, JA21, DENK en NIDA
voor.
Aan de orde is de stemming over de motie-Bloemberg-lssa en Veldhuyzen (nr.
2021.503).
De motie-Bloemberg-lssa en Veldhuyzen (nr. 2021.503) wordt bij zitten en opstaan
verworpen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Bloemberg-lssa en Veldhuyzen (nr.
2021.503) is verworpen met de stemmen van BIJ1, Partij voor de Dieren, ChristenUnie,
CDA en Forum voor Democratie voor.
32
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 8 juli 2021 Raadsnotulen
Aan de orde is de stemming over de motie-Bloemberg-lssa en Veldhuyzen (nr.
2021.504).
De motie-Bloemberg-lssa en Veldhuyzen (nr. 2021.504) wordt bij zitten en opstaan
verworpen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Bloemberg-lssa en Veldhuyzen (nr.
2021.504) is verworpen met de stemmen van Forum voor Democratie, CDA, ChristenUnie,
Partij voor de Dieren en BIJ1 voor.
Aan de orde is de stemming over de motie-De Graaff (nr. 2021.505).
De motie-De Graaff (nr. 2021.505) wordt bij zitten en opstaan aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-De Graaff (nr. 2021.505) is
aangenomen met de stemmen van GroenLinks en Partij van de Ouderen tegen.
Aan de orde is de stemming over de motie-Naoum Néhmé (nr. 2021.506).
De motie-Naoum Néhmeé (nr. 2021.506) wordt bij zitten en opstaan verworpen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Naoum Néhmé (nr. 2021.506) is
verworpen met de stemmen van JA21, VVD, CDA en Forum voor Democratie voor.
Aan de orde is de stemming over de motie-Boomsma, Kuiper, Nanninga, Van
Lammeren, Van Soest en Grooten (nr. 2021.507 accent).
De motie-Boomsma, Kuiper, Nanninga, Van Lammeren, Van Soest en Grooten (nr.
2021.507 accent) wordt bij zitten en opstaan aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Boomsma, Kuiper, Nanninga, Van
Lammeren, Van Soest en Grooten (nr. 2021.507 accent) is aangenomen met de stemmen
van D66 tegen.
Aan de orde is de stemming over de motie-Vroege, Boutkan, Martens en Ernsting
(nr. 2021.508).
De motie-Vroege, Boutkan, Martens en Ernsting (nr. 2021.508) wordt bij zitten en
opstaan aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Vroege, Boutkan, Martens en Ernsting
(nr. 2021.508) is aangenomen met de stemmen van GroenLinks, PvdA, BIJ1, D66, Partij
voor de Dieren, ChristenUnie, VVD, CDA, Partij van de Ouderen en Forum voor Democratie
voor.
Aan de orde is de stemming over de motie-Vroege (nr. 2021.509).
De motie-Vroege (nr. 2021.509) wordt bij zitten en opstaan aangenomen.
33
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 8 juli 2021 Raadsnotulen
De VOORZITTER constateert dat de motie-Vroege (nr. 2021.509) is aangenomen
met de stemmen van VVD, CDA, ChristenUnie, Partij voor de Dieren, D66, JA21, DENK en
NIDA voor.
Aan de orde is de stemming over de motie-Vroege en Ernsting (nr. 2021.510).
De motie-Vroege en Ernsting (nr. 2021.510) wordt bij zitten en opstaan
aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Vroege en Ernsting (nr. 2021.510) is
aangenomen met de stemmen van NIDA, PvdA, BIJ1, JA21, GroenLinks, D66,
ChristenUnie, CDA en Forum voor Democratie voor.
Aan de orde is de stemming over de motie-Nadif, De Jager, Biemond, N.T. Bakker,
Taimounti, Kilig, Kuiper, Veldhuyzen en Martens (nr. 2021.511 accent accent).
De motie-Nadif, De Jager, Biemond, N.T. Bakker, Taimounti, Kilig, Kuiper,
Veldhuyzen en Martens (nr. 2021.511 accent accent) wordt bij zitten en opstaan
aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Nadif, De Jager, Biemond, N.T. Bakker,
Taimounti, Kilig, Kuiper, Veldhuyzen en Martens (nr. 2021.511 accent accent) is met
algemene stemmen aangenomen.
Aan de orde is de stemming over de motie-Van Lammeren (nr. 2021.512 accent).
De motie-Van Lammeren (nr. 2021.512 accent) wordt bij zitten en opstaan
verworpen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Van Lammeren (nr. 2021.512 accent)
is verworpen met de stemmen van ChristenUnie, Partij voor de Dieren, DENK, BIJ1 en
NIDA voor.
Aan de orde is de stemming over de motie-Van Lammeren (nr. 2021.513).
De motie-Van Lammeren (nr. 2021.513) wordt bij zitten en opstaan aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Van Lammeren (nr. 2021.513) is met
algemene stemmen aangenomen.
Aan de orde is de stemming over de motie-van Lammeren (nr. 2021.514).
De motie-van Lammeren (nr. 2021.514) wordt bij zitten en opstaan verworpen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-van Lammeren (nr. 2021.514) is
verworpen met de stemmen van VVD, Forum voor Democratie, CDA, ChristenUnie, Partij
voor de Dieren, JA21, DENK, BIJ1 en NIDA voor.
Aan de orde is de stemming over de motie-Van Lammeren (nr. 2021.515).
34
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 8 juli 2021 Raadsnotulen
De motie-Van Lammeren (nr. 2021.515) wordt bij zitten en opstaan aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Van Lammeren (nr. 2021.515) is
aangenomen met de stemmen van JA21 tegen.
Aan de orde is de stemming over de motie-Flentge (nr. 2021.516).
De motie-Flentge (nr. 2021.516) wordt bij zitten en opstaan aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Flentge (nr. 2021.516) is aangenomen
met de stemmen van Partij voor de Dieren tegen.
Aan de orde is de sternming over de motie-Yilmaz (nr. 2021.520).
De motie-Yilmaz (nr. 2021.520) wordt bij zitten en opstaan verworpen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Yilmaz (nr. 2021.520) is verworpen met
de stemmen van NIDA, BIJ1, DENK en ChristenUnie voor.
Aan de orde is de sternming over de motie-Yilmaz (nr. 2021.521).
De motie-Yilmaz (nr. 2021.521) wordt bij zitten en opstaan verworpen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Yilmaz (nr. 2021.521) is verworpen met
de stemmen van Forum voor Democratie, CDA, ChristenUnie, Partij voor de Dieren, JA21,
DENK, BIJ1 en NIDA voor.
Aan de orde is de stermming over de motie-Yilmaz (nr. 2021.522).
De motie-Yilmaz (nr. 2021.522) wordt bij zitten en opstaan verworpen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Yilmaz (nr. 2021.522) is verworpen met
de stemmen van ChristenUnie, Partij voor de Dieren, JA21, DENK, BIJ1 en NIDA voor.
Aan de orde is de stemming over de motie-Yilmaz (nr. 2021.523).
De motie-Yilmaz (nr. 2021.523) wordt bij zitten en opstaan aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Yilmaz (nr. 2021.523) is met algemene
stemmen aangenomen.
Aan de orde is de sternming over de motie-Yilmaz (nr. 2021.524).
De motie-Yilmaz (nr. 2021.524) wordt bij zitten en opstaan verworpen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Yilmaz (nr. 2021.524) is verworpen met
de stemmen van Forum voor Democratie, CDA, ChristenUnie, JA21, DENK, BIJ1 en NIDA
voor.
35
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 8 juli 2021 Raadsnotulen
Aan de orde is de stemming over het amendement-Boomsma en Martens (nr.
2021.525).
Het amendement-Boomsma en Martens (nr. 2021.525) wordt bij zitten en opstaan
verworpen.
De VOORZITTER constateert dat het amendement-Boomsma en Martens (nr.
2021.525) is verworpen met de stemmen van VVD, Forum voor Democratie, CDA,
ChristenUnie, JA21, DENK en NIDA voor.
Aan de orde is de stemming over de motie-Marttin (nr. 2021.544).
De motie-Marttin (nr. 2021.544) wordt bij zitten en opstaan verworpen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Marttin (nr. 2021.544) is verworpen met
de stemmen van VVD, Partij voor de Dieren, JA21, DENK en NIDA voor.
Aan de orde is de stemming over de motie-A.L. Bakker, Boomsma, Veldhuyzen,
Kilig, Kuiper en Nadif (nr. 2021.545).
De motie-A.L. Bakker, Boomsma, Veldhuyzen, Kilig, Kuiper en Nadif (nr. 2021.545)
wordt bij zitten en opstaan aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-A.L. Bakker, Boomsma, Veldhuyzen,
Kilig, Kuiper en Nadif (nr. 2021.545) is aangenomen met de stemmen van JA21 en Partij
van de Ouderen tegen.
Aan de orde is de stemming over de motie-Veldhuyzen, Kilig, Taimounti, Van
Lammeren (nr. 2021.571).
De motie-Veldhuyzen, Kilig, Taimounti, Van Lammeren (nr. 2021.571) wordt bij
zitten en opstaan verworpen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Veldhuyzen, Kilig, Taimounti, Van
Lammeren (nr. 2021.571) is verworpen met de stemmen van BIJ1, DENK, Partij voor de
Dieren, ChristenUnie en NIDA voor.
Aan de orde is de stemming over de motie-Veldhuyzen, Kilig, Taimounti, De
Fockert, Van Lammeren en Kuiper (nr. 2021.572).
De motie-Veldhuyzen, Kilig, Taimounti, De Fockert, Van Lammeren en Kuiper (nr.
2021.572) wordt bij zitten en opstaan aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Veldhuyzen, Kilig, Taimounti, De
Fockert, Van Lammeren en Kuiper (nr. 2021.572) is aangenomen met de stemmen van
VVD, Partij van de Ouderen en JA21 tegen.
Aan de orde is de stemming over de motie-Veldhuyzen (nr. 2021.574).
De motie-Veldhuyzen (nr. 2021.574) wordt bij zitten en opstaan verworpen.
36
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 8 juli 2021 Raadsnotulen
De VOORZITTER constateert dat de motie-Veldhuyzen (nr. 2021.574)is verworpen
met de stemmen van NIDA, BIJ1, DENK, Partij voor de Dieren en ChristenUnie voor.
Aan de orde is de stemming over de motie-Veldhuyzen, Taimounti en Yilmaz (nr.
2021.575).
De motie-Veldhuyzen, Taimounti en Yilmaz (nr. 2021.575) wordt bij zitten en
opstaan verworpen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Veldhuyzen, Taimounti en Yilmaz (nr.
2021.575) is verworpen met de stemmen van NIDA, BIJ1, DENK, Partij voor de Dieren en
ChristenUnie voor.
Aan de orde is de stemming over de motie-Van Soest (nr. 2021.582).
De motie-Van Soest (nr. 2021.582) wordt bij zitten en opstaan verworpen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Van Soest (nr. 2021.582) is verworpen
met de stemmen van VVD, Partij van de Ouderen, JA21, DENK, BIJ1, NIDA en Forum voor
Democratie voor.
Aan de orde is de stemming over de motie-Van Soest en Boomsma (nr. 2021.584).
De motie-Van Soest en Boomsma (nr. 2021.584) wordt bij zitten en opstaan
verworpen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Van Soest en Boomsma (nr. 2021.584)
is verworpen met de stemmen van Forum voor Democratie, Partij van de Ouderen, CDA,
ChristenUnie, Partij voor de Dieren, JA21, DENK en BIJ1 voor.
Aan de orde is de stemming over de motie-Van Soest (nr. 2021.585).
De motie-Van Soest (nr. 2021.585) wordt bij zitten en opstaan verworpen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Van Soest (nr. 2021.585) is verworpen
met de stemmen van VVD, Forum voor Democratie, Partij van de Ouderen, CDA, Partij voor
de Dieren, JA21, DENK, BIJ1 en NIDA voor.
Aan de orde is de stemming over de motie-Van Soest (nr. 2021.586).
De motie-Van Soest (nr. 2021.586) wordt bij zitten en opstaan verworpen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Van Soest (nr. 2021.586) is verworpen
met de stemmen van Partij van de Ouderen, ChristenUnie, DENK, BIJ1 en NIDA voor.
De VOORZITTER: Ik heb begrepen dat voor motie 2021.588 dat de leden van de
enquêtecommissie AEB geacht worden niet deel te hebben genomen aan de stemming.
Dat is dan bij deze genoteerd.
37
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 8 juli 2021 Raadsnotulen
Aan de orde is de stemming over de motie-Van Lammeren (nr. 2021.588).
De motie-Van Lammeren (nr. 2021.588) wordt bij zitten en opstaan verworpen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Van Lammeren (nr. 2021.588) is
verworpen met de stemmen van ChristenUnie, Partij voor de Dieren (behoudens mevrouw
A.L. Bakker), DENK, BIJ1 en NIDA voor.
Aan de orde is de stemming over de motie-Ernsting en Vroege (nr. 2021.591).
De motie-Ernsting en Vroege (nr. 2021.591) wordt bij zitten en opstaan
aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Ernsting en Vroege (nr. 2021.591) is
aangenomen met de stemmen van GroenLinks, SP, D66, Partij voor de Dieren,
ChristenUnie en BIJ1 voor.
Aan de orde is de stemming over het amendement-Boomsma en Van Soest (nr.
2021.592).
Het amendement-Boomsma en Van Soest (nr. 2021.592) wordt bij zitten en
opstaan verworpen.
De VOORZITTER constateert dat het amendement-Boomsma en Van Soest (nr.
2021.592) is verworpen met de stemmen van Partij van de Ouderen, Forum voor
Democratie, CDA, ChristenUnie, Partij voor de Dieren en BIJ1 voor.
Aan de orde is de stemming over de motie-Roosma en Mbarki (nr. 2021.593).
De motie-Roosma en Mbarki (nr. 2021.593) wordt bij zitten en opstaan verworpen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Roosma en Mbarki (nr. 2021.593) is
verworpen met de stemmen van GroenLinks, PvdA, Partij voor de Dieren en ChristenUnie
voor.
Mevrouw KUIPER: Voorzitter, ik heb een fout gemaakt bij 2021.593. Ik wil
aangetekend hebben dat ik geacht ben tegengestemd te hebben.
De VOORZITTER: Uw stem was voor, maar er wordt in de notulen opgenomen dat
u een stemfout heeft gemaakt en dat u tegen had willen stemmen.
Mevrouw KUIPER: Ja.
De heer VAN LAMMEREN: Voorzitter, hetzelfde. En het komt op de een of andere
manier van de stemlijst af. Dus wij worden ook geacht bij 2021.593 te hebben tegen
gestemd.
De VOORZITTER: U heeft voor gestemd, maar u heeft een stemfout gemaakt. Die
stemfout is bij deze ook in de notulen opgenomen. Goed. De motie was overigens
verworpen, dus het maakt de stemming niet anders.
38
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 8 juli 2021 Raadsnotulen
Aan de orde is de stemming over de motie-Boomsma en Naoum Néhmé (nr.
2021.598).
De motie-Boomsma en Naoum Néhmeé (nr. 2021.598) wordt bij zitten en opstaan
verworpen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Boomsma en Naoum Néhmé (nr.
2021.598) is verworpen met de stemmen van VVD, CDA, Forum voor Democratie, Partij
van de Ouderen, ChristenUnie, Partij voor de Dieren, JA21 en NIDA voor.
Aan de orde is de stemming over de motie-Boomsma, Naoum Néhmé, Van
Lammeren, Van Soest, Kuiper, Kilig en Van Schijndel (nr. 2021.599).
De motie-Boomsma, Naoum Néhmé, Van Lammeren, Van Soest, Kuiper, Kili en
Van Schijndel (nr. 2021.599) wordt bij zitten en opstaan verworpen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Boomsma, Naoum Néhmé, Van
Lammeren, Van Soest, Kuiper, Kilig en Van Schijndel (nr. 2021.599) is verworpen met de
stemmen van VVD, Forum voor Democratie, CDA, ChristenUnie, Partij voor de Dieren,
JA21, DENK en NIDA voor.
Aan de orde is de stemming over het amendement-Boomsma (nr. 2021.600).
Het amendement-Boomsma (nr. 2021.600) wordt bij zitten en opstaan verworpen.
De VOORZITTER constateert dat het amendement-Boomsma (nr. 2021.600) is
verworpen met de stemmen van Forum voor Democratie, CDA, ChristenUnie, Partij voor
de Dieren, JA21, DENK, BIJ1 en NIDA voor.
Aan de orde is de stemming over de motie-Boomsma (nr. 2021.601).
De motie-Boomsma (nr. 2021.601) wordt bij zitten en opstaan verworpen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Boomsma (nr. 2021.601) is verworpen
met de stemmen van VVD, Forum voor Democratie, CDA, ChristenUnie, Partij voor de
Dieren, JA21, DENK, BIJ1 en NIDA voor.
Aan de orde is de stemming over het amendement-Boomsma (nr. 2021.602).
Het amendement-Boomsma (nr. 2021.602) wordt bij zitten en opstaan verworpen.
De VOORZITTER constateert dat het amendement-Boomsma (nr. 2021.602) is
verworpen met de stemmen van VVD, Forum voor Democratie, CDA, ChristenUnie, Partij
voor de Dieren, JA21 en DENK voor.
Aan de orde is de stemming over de voordracht VN2021-017684.
De voordracht VN2021-017684 wordt bij zitten en opstaan aangenomen.
39
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 8 juli 2021 Raadsnotulen
De VOORZITTER constateert dat de voordracht VN2021-017684 met de stemmen
van NIDA, DENK, JA21, Partij voor de Dieren, CDA, VVD, Forum voor Democratie en Partij
van de Ouderen tegen is aangenomen.
De voordracht wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt
mitsdien het besluit, vermeld onder VN2021-017684
4.
Instemmen met de verbetering van het bestuurlijk stelsel 2022 conform de
Hoofdlijnennotitie VN2021-015830
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Martens voor een stemverklaring.
Mevrouw MARTENS (stemverklaring): Motie 2021.546 over het aantal zetels. De
VVD verstaat de motie zo dat bij de verordening ook een maximum aantal leden wordt
bepaald en stemt met dien verstande voor.
Dan de voordracht agendapunt 4, bestuurlijks stelsel. De VVD stemt voor de
voordracht, omdat de focus van een stadsdeelcommissie de komende periode in ieder
geval gericht zal zijn op het ruimtelijk domein en gebiedsgericht werken, onverlet de
uitgesproken zorgen van de VVD over overbelasting van de stadsdeelcommissie voor de
overige, gelet ook op de insteek van de budgetneutrale uitvoering, van deze voordracht.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Nanninga voor een
stemverklaring.
Mevrouw NANNINGA (stemverklaring): Onze stemverklaring betreft zowel de
voordracht als alle moties. We zijn â prio tegen het bestaan van stadsdelen of
stadsdeelcommissies. Maar als die bestaan, willen we dat die ook armslag hebben en zo
min mogelijk bemoeienis vanuit dit huis. Dus dat verklaart soms het stemgedrag wat een
beetje contradictioneel lijkt, maar vandaar. Dat is de stemverklaring.
De VOORZITTER: U maakt het wel spannend. Maar goed, we gaan het zien.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Veldhuyzen voor een
stemverklaring.
De heer VELDHUYZEN (stemverklaring): Absoluut geen ideale uitwerking, maar
voor de situatie waar we in zitten en waar meerderheden voor zijn, is dit, volgens mij, wel
het beste wat we kunnen Krijgen. Dus BIJ1 stemt daarom toch voor.
Aan de orde is de stemming over het amendement-Biemond, Grooten, Vroege, Van
Soest en Boomsma (nr. 2021.526).
Het amendement-Biemond, Grooten, Vroege, Van Soest en Boomsma (nr.
2021.526) wordt bij zitten en opstaan aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat het amendement-Biemond, Grooten, Vroege,
Van Soest en Boomsma (nr. 2021.526) is aangenomen met de stemmen van SP tegen.
40
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 8 juli 2021 Raadsnotulen
Aan de orde is de stemming over het amendement-De Grave-Verkerk en Flentge
(nr. 2021.542).
Het amendement-De Grave-Verkerk en Flentge (nr. 2021.542) wordt bij zitten en
opstaan verworpen.
De VOORZITTER constateert dat het amendement-De Grave-Verkerk en Flentge
(nr. 2021.542) is verworpen met de stemmen van VVD, Partij voor de Dieren en SP voor.
Aan de orde is de stemming over het amendement-Kuiper (nr. 2021.594).
Het amendement-Kuiper (nr. 2021.594) wordt bij zitten en opstaan verworpen.
De VOORZITTER constateert dat het amendement-Kuiper (nr. 2021.594) is
verworpen met de stemmen van ChristenUnie, Partij voor de Dieren, JA21, DENK en BIJ1
voor.
Aan de orde is de stemming over de voordracht VN2021-015830.
De voordracht VN2021-015830 wordt bij zitten en opstaan aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de voordracht VN2021-015830 met de stemmen
van VVD, Forum voor Democratie, Partij van de Ouderen, D66, ChristenUnie, GroenLinks,
PvdA, DENK en BIJ1 voor is aangenomen.
De voordracht wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt
mitsdien het besluit, vermeld onder nr. VN2021-015830, met inachtneming van de daarin
als gevolg van aanneming van het amendement-Biemond, Grooten, Vroege, Van Soest en
Boomsma (nr. 2021.526) aangebrachte wijzigingen.
Aan de orde is de stemming over de motie-Vroege, Grooten, Biemond, Yilmaz en
Van Soest (nr. 2021.535).
De motie-Vroege, Grooten, Biemond, Yilmaz en Van Soest (nr. 2021.535) wordt bij
zitten en opstaan aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Vroege, Grooten, Biemond, Yilmaz en
Van Soest (nr. 2021.535) is aangenomen met de stemmen van Forum voor Democratie,
Partij van de Ouderen, CDA, ChristenUnie, D66, GroenLinks, PvdA, DENK, BIJ1 en NIDA
voor.
Aan de orde is de stemming over de motie-Vroege, Biemond en Van Soest (nr.
2021.536).
De motie-Vroege, Biemond en Van Soest (nr. 2021.536) wordt bij zitten en opstaan
verworpen.
41
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 8 juli 2021 Raadsnotulen
De VOORZITTER constateert dat de motie-Vroege, Biemond en Van Soest (nr.
2021.536) is verworpen met de stemmen van NIDA, PvdA, BIJ1, DENK, D66 en Partij van
de Ouderen voor.
Aan de orde is de stemming over de motie-Vroege, Grooten, Biemond, Van Soest
en Boomsma (nr. 2021.537).
De motie-Vroege, Grooten, Biemond, Van Soest en Boomsma (nr. 2021.537) wordt
bij zitten en opstaan aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Vroege, Grooten, Biemond, Van Soest
en Boomsma (nr. 2021.537) is aangenomen met de stemmen van VVD, Forum voor
Democratie, Partij van de Ouderen, CDA, ChristenUnie, D66, Partij voor de Dieren,
GroenLinks, DENK, PvdA, BIJ1 en NIDA voor.
Aan de orde is de stemming over de motie-Vroege, Grooten, Biemond, Yilmaz en
Van Soest (nr. 2021.538).
De motie-Vroege, Grooten, Biemond, Yilmaz en Van Soest (nr. 2021.538) wordt bij
zitten en opstaan aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Vroege, Grooten, Biemond, Yilmaz en
Van Soest (nr. 2021.538) is aangenomen met de stemmen van Partij van de Ouderen, CDA,
D66, Partij voor de Dieren, SP, GroenLinks, JA21, DENK, PvdA, BIJ en NIDA voor.
Aan de orde is de stemming over de motie-De Grave-Verkerk (nr. 2021.539).
De motie-De Grave-Verkerk (nr. 2021.539) wordt bij zitten en opstaan verworpen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-De Grave-Verkerk (nr. 2021.539) is
verworpen met de stemmen van VVD, Forum voor Democratie, Partij van de Ouderen,
CDA, Partij voor de Dieren en DENK voor.
Aan de orde is de stemming over de motie-De Grave-Verkerk (nr. 2021.540).
De motie-De Grave-Verkerk (nr. 2021.540) wordt bij zitten en opstaan
aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-De Grave-Verkerk (nr. 2021.540) is met
algemene stemmen aangenomen.
Aan de orde is de stemming over de motie-De Grave-Verkerk (nr. 2021.541).
De motie-De Grave-Verkerk (nr. 2021.541) wordt bij zitten en opstaan verworpen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-De Grave-Verkerk (nr. 2021.541) is
verworpen met de stemmen van VVD en ChristenUnie voor.
Aan de orde is de stemming over de motie-De Grave-Verkerk en Grooten (nr.
2021.543).
42
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 8 juli 2021 Raadsnotulen
De motie-De Grave-Verkerk en Grooten (nr. 2021.543) wordt bij zitten en opstaan
aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-De Grave-Verkerk en Grooten (nr.
2021.543) is aangenomen met de stemmen van JA21 en SP tegen.
Aan de orde is de stemming over de motie-Grooten, Vroege, Biemond, Kuiper,
Boomsma en Van Soest (nr. 2021.546).
De motie-Grooten, Vroege, Biemond, Kuiper, Boomsma en Van Soest (nr.
2021.546) wordt bij zitten en opstaan aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Grooten, Vroege, Biemond, Kuiper,
Boomsma en Van Soest (nr. 2021.546) is aangenomen met de stemmen van VVD, Forum
voor Democratie, Partij van de Ouderen, CDA, ChristenUnie, Partij voor de Dieren, D66,
GroenLinks, JA21 en PvdA voor.
Aan de orde is de stemming over de motie-Grooten, Vroege, Biemond, Yilmaz,
Kuiper en Van Soest (nr. 2021.547).
De motie-Grooten, Vroege, Biemond, Yilmaz, Kuiper en Van Soest (nr. 2021.547)
wordt bij zitten en opstaan aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Grooten, Vroege, Biemond, Yilmaz,
Kuiper en Van Soest (nr. 2021.547) is aangenomen met de stemmen van JA21 tegen.
Aan de orde is de stemming over de motie-Grooten, Vroege, Biemond, Yilmaz,
Boomsma en Van Soest (nr. 2021.548).
De motie-Grooten, Vroege, Biemond, Yilmaz, Boomsma en Van Soest (nr.
2021.548) wordt bij zitten en opstaan aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Grooten, Vroege, Biemond, Yilmaz,
Boomsma en Van Soest (nr. 2021.548) is aangenomen met de stemmen van JA21 tegen.
Aan de orde is de stemming over de motie-Biemond, Vroege, Grooten, Yilmaz en
Van Soest (nr. 2021.549).
De motie-Biemond, Vroege, Grooten, Yilmaz en Van Soest (nr. 2021.549) wordt bij
zitten en opstaan aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Biemond, Vroege, Grooten, Yilmaz en
Van Soest (nr. 2021.549) is aangenomen met de stemmen van SP, Partij voor de Dieren
en JA21 tegen.
Aan de orde is de stemming over de motie-De Grave-Verkerk (nr. 2021.595).
De motie-De Grave-Verkerk (nr. 2021.595) wordt bij zitten en opstaan verworpen.
43
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 8 juli 2021 Raadsnotulen
De VOORZITTER constateert dat de motie-De Grave-Verkerk (nr. 2021.595) is
verworpen met de stemmen van VVD, CDA, Forum voor Democratie, Partij voor de Dieren,
JA21, denk en NIDA voor.
Aan de orde is de stemming over de motie-Yilmaz (nr. 2021.605).
De motie-Yilmaz (nr. 2021.605) wordt bij zitten en opstaan verworpen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Yilmaz (nr. 2021.605) is verworpen met
de stemmen van Partij van de Ouderen, Partij voor de Dieren, JA21, DENK, BIJ1 en NIDA
voor.
5.
Vaststellen van de verordening op lokaal bestuur voor het stadsgebied Weesp en
Driemond en overige regelingen voor de bestuurlijke fusie tussen Weesp en Amsterdam
VN2021-016166
De VOORZITTER: Zijn er nog leden die behoefte hebben toevallig aan een
stemverklaring? Eenmaal, andermaal. Nee, dat is niet het geval.
Aan de orde is de stemming over de voordracht VN2021-016166.
De voordracht VN2021-016166 wordt bij zitten en opstaan aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de voordracht VN2021-016166 met de stemmen
van JA21 tegen is aangenomen.
De voordracht wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt
mitsdien het besluit, vermeld onder VN2021-016166.
16.
Beschikbaar stellen van een uitvoeringskrediet van 56,2 miljoen euro voor de
renovatie van het Amsterdam Museum VN2021-014928
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Nanninga voor een
stemverklaring.
Mevrouw NANNINGA (stemverklaring): Wij zullen voor dit uitvoeringskrediet
stemmen met de aantekening dat we ons wel grote zorgen maken over woke ideologie die
het Amsterdam Museum in haar greep heeft, onder meer door de term Gouden Eeuw voor
onze trotse, fiere geschiedenis te willen afschaffen. We zullen toch voor stemmen en we
hopen dat het geen teken voor de toekomst is, deze idioterie.
De VOORZITTER: Ik kijk even rond. Geen andere stemverklaringen.
Aan de orde is de stemming over de voordracht VN2021-014928.
De voordracht VN2021-014928 wordt bij zitten en opstaan aangenomen.
44
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 8 juli 2021 Raadsnotulen
De VOORZITTER constateert dat de voordracht VN2021-014928 met algemene
stemmen is aangenomen.
De voordracht wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt
mitsdien het besluit, vermeld onder VN2021.014928
18.
Kennisnemen van het rapport van de rekenkamer Afhandeling van meldingen
openbare ruimte en het overnemen van de aanbevelingen VN2021-015535
De VOORZITTER: Ik begrijp dat de voordracht niet inhoudelijk is besproken. Is er
behoefte aan een stemming of kan deze worden gehamerd? Meneer Bakker? Kan worden
gehamerd?
Dit punt is gehamerd.
De voordracht wordt zonder discussie en hoofdelijke stemming goedgekeurd; de
raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder VN2021-015535.
19.
Instemmen met het initiatiefvoorstel ‘Voorkom huiselijk geweld’ van het lid El Ksaihi
en kennisnemen van de bestuurlijke reactie VN2021-013260
De VOORZITTER: Zijn er nog leden die er een stemverklaring over af willen
leggen? Dat is niet het geval.
Aan de orde is de stemming over de voordracht VN2021-013260.
De voordracht VN2021-013260 wordt bij zitten en opstaan aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de voordracht VN2021-013260 met algemene
stemmen is aangenomen.
De voordracht wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt
mitsdien het besluit, vermeld onder VN2021-013260.
De VOORZITTER: Dan feliciteer ik mevrouw El Ksaihi met aanname van haar
initiatiefvoorstel.
21.
Vaststellen van het plan van aanpak gezonde en kansrijke start VN2021-005989
De VOORZITTER: Daarvoor gaan we stemmen over de voordracht. Ik kijk of er nog
toevallig behoefte is aan het afleggen van een stemverklaring. Dat is niet het geval.
Aan de orde is de stemming over de voordracht VN2021-005989.
45
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 8 juli 2021 Raadsnotulen
De voordracht VN2021-005989 wordt bij zitten en opstaan aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de voordracht VN2021-005989 met algemene
stemmen is aangenomen.
De voordracht wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt
mitsdien het besluit, vermeld onder VN2021-005989.
23.
Vaststellen van de Toekomstvisie Sociaal Vervoer VN2021-015979
De VOORZITTER: We gaan stemmen over zowel de voordracht, als een
ingediende motie.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Martens voor een stemverklaring.
Mevrouw MARTENS (stemverklaring): De VVD ziet veel goede punten en is
voorstander van het onder controle houden van de kosten van het aanvullend openbaar
vervoer. De VVD stemt in met het voorstel met de opmerking dat we moeite hebben met de
maximalisering van het aantal kilometers, omdat deze maatregel voor een kleine groep
Amsterdammers onhandig hard geraakt wordt, terwijl de besparingen minimaal zijn.
De VOORZITTER: Zijn er andere leden die behoefte hebben aan het afleggen van
een stemverklaring? Dat is niet het geval
Aan de orde is de stemming over de voordracht VN2021-015979.
De voordracht VN2021-015979 wordt bij zitten en opstaan aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de voordracht VN2021-015979 met de stemmen
van CDA, Partij van de Ouderen, Forum voor Democratie en JA21 tegen is aangenomen.
De voordracht wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt
mitsdien het besluit, vermeld onder VN2021-015979.
Aan de orde is de stemming over de motie-Boomsma (nr. 2021.618).
De motie-Boomsma (nr. 2021.618) wordt bij zitten en opstaan verworpen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Boomsma (nr. 2021.618) is verworpen
met de stemmen van VVD, Forum voor Democratie, Partij van de Ouderen, CDA,
ChristenUnie, Partij voor de Dieren, JA21, DENK, BIJ1 en NIDA voor.
24.
Vaststellen van het Beleidsprogramma Aanpak Dakloosheid 2021-2025 ‘Een
nieuwe start, samen op weg naar perspectief’ VN2021-013980
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Martens voor een stemverklaring.
46
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 8 juli 2021 Raadsnotulen
Mevrouw MARTENS (stemverklaring): We zullen voor stemmen, maar we willen
wel graag de note plaatsen dat we ons zorgen maken over de opnieuw uitbreiding en
daarmee de uitvoerbaarheid van een voorrangsregeling voor kwetsbare groepen bij het
toewijzen van woningen. De VVD zou graag in gesprek gaan over de houdbaarheid van de
huidige voorrangsregeling voor kwetsbare groepen en zullen hier dan ook op terugkomen.
De VOORZITTER: Zijn er andere leden die een stemverklaring willen afleggen?
Aan de orde is de stemming over de voordracht VN2021-013980.
De voordracht VN2021-013980 wordt bij zitten en opstaan aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de voordracht VN2021-013980 met algemene
stemmen is aangenomen.
De voordracht wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt
mitsdien het besluit, vermeld onder VN2021-013980.
Aan de orde is de stemming over de motie-Veldhuyzen (nr. 2021.579).
De motie-Veldhuyzen (nr. 2021.579) wordt bij zitten en opstaan verworpen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Veldhuyzen (nr. 2021.579) is
verworpen met de stemmen van NIDA, BIJ1, DENK, Partij voor de Dieren en ChristenUnie
voor.
Aan de orde is de stemming over de motie-Kuiper (nr. 2021.597).
De motie-Kuiper (nr. 2021.597) wordt bij zitten en opstaan verworpen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Kuiper (nr. 2021.597) is verworpen met
de stemmen van CDA, ChristenUnie, Partij voor de Dieren, DENK, BIJ1 en NIDA voor.
Aan de orde is de stemming over de motie-Kuiper (nr. 2021.606).
De motie-Kuiper (nr. 2021.606) wordt bij zitten en opstaan verworpen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Kuiper (nr. 2021.606) is verworpen met
de stemmen van NIDA, BIJ1, DENK, Partij voor de Dieren, ChristenUnie en CDA voor.
Aan de orde is de stemming over de motie-Roosma en Veldhuyzen (nr. 2021.617).
De motie-Roosma en Veldhuyzen (nr. 2021.617) wordt bij zitten en opstaan
aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Roosma en Veldhuyzen (nr. 2021.617)
is aangenomen met de stemmen van JA21 tegen.
47
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 8 juli 2021 Raadsnotulen
26.
Instemmen met het initiatiefvoorstel ‘Voorkom eenzaamheid onder jongeren’ van
het lid El Ksaihi en kennisnemen van de bestuurlijke reactie VN2020-030093
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Van Soest voor een
stemverklaring.
Mevrouw VAN SOEST (stemverklaring): Wij zullen tegen dit initiatiefvoorstel
stemmen, omdat het over jongeren gaat, maar de ouderen hebben precies hetzelfde. Dus
als de ouderen toegevoegd waren, dan had ik geen probleem gehad, maar nu wel.
Aan de orde is de stemming over de voordracht VN2020-030093.
De voordracht VN2020-030093 wordt bij zitten en opstaan aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de voordracht VN2020-030093 met de stemmen
van Partij van de Ouderen tegen is aangenomen.
De voordracht wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt
mitsdien het besluit, vermeld onder VN2020-030093.
De VOORZITTER: Ik mag mevrouw El Ksaihi dan ook wederom feliciteren met de
aanname van haar initiatiefvoorstel.
28.
Instemmen met het Strategisch Plan Sporten en Spelen in de Openbare Ruimte
VN2021-012342
De VOORZITTER: Ik kijk even of er behoefte is aan het afleggen van een
stemverklaring. Dat is, denk ik, niet het geval.
Aan de orde is de stemming over de voordracht VN2021-012342.
De voordracht VN2021-012342 wordt bij zitten en opstaan aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de voordracht VN2021-012342 met algemene
stemmen is aangenomen.
De voordracht wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt
mitsdien het besluit, vermeld onder VN2021-012342.
Aan de orde is de stemming over de motie-Poot en Van Dantzig (nr. 2021.603).
De motie-Poot en Van Dantzig (nr. 2021.603) wordt bij zitten en opstaan
aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Poot en Van Dantzig (nr. 2021.603) is
aangenomen met de stemmen van CDA en Partij voor de Dieren tegen.
48
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 8 juli 2021 Raadsnotulen
29.
Vaststellen van de Omgevingsvisie Amsterdam 2050 ‘Een menselijke metropool’
VN2021-016730
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Van Renssen voor een
stemverklaring.
Mevrouw VAN RENSSEN (stemverklaring): We hebben een stemverklaring bij
2021.633. Daar zullen we tegen stemmen. Sport is uiteraard heel belangrijk en er moeten
voldoende sportterreinen zijn voor alle Amsterdammers, maar het midden van de ene wijk
is niet altijd de gunstige plek voor de mensen in de aangrenzende wijken, die juist ook van
die sportvoorzieningen gebruik moeten maken. Soms is de rand van de ene wijk het midden
van twee wijken. Vandaar dat wij tegen zullen stemmen.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Yilmaz voor een stemverklaring.
De heer YILMAZ (stemverklaring): Een stemverklaring namens collega Kili.
Ondanks dat er goede punten in staan en dat onze motie over eeuwigdurend begraven
verwerkt is in de visie stemmen we toch tegen. Op voor onze fractie cruciale punten wijkt
de visie af van hoe wij de stad zouden willen zien.
Aan de orde is de stemming over het amendement-Bloemberg-Ilssa, Kuiper en
Veldhuyzen (nr. 2021.562).
Het amendement-Bloemberg-Issa, Kuiper en Veldhuyzen (nr. 2021.562) wordt bij
zitten en opstaan verworpen.
De VOORZITTER constateert dat het amendement-Bloemberg-lssa, Kuiper en
Veldhuyzen (nr. 2021.562) is verworpen met de stemmen van ChristenUnie, Partij voor de
Dieren, DENK, BIJ1, NIDA, Partij van de Ouderen en Forum voor Democratie voor.
Aan de orde is de stemming over het amendement-Bloemberg-Issa (nr. 2021.563).
Het amendement-Bloemberg-lssa (nr. 2021.563) wordt bij zitten en opstaan
verworpen.
De VOORZITTER constateert dat het amendement-Bloemberg-Issa (nr. 2021.563)
is verworpen met de stemmen van Forum voor Democratie, Partij van de Ouderen,
ChristenUnie, Partij voor de Dieren en BIJ1 voor.
Aan de orde is de stemming over het amendement-Bloemberg-Issa (nr. 2021.564).
Het amendement-Bloemberg-lssa (nr. 2021.564) wordt bij zitten en opstaan
verworpen.
De VOORZITTER constateert dat het amendement-Bloemberg-Issa (nr. 2021.564)
is verworpen met de stemmen van BIJ1, Partij voor de Dieren, ChristenUnie, Partij van de
Ouderen en Forum voor Democratie voor.
49
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 8 juli 2021 Raadsnotulen
Aan de orde is de stemming over het amendement-Bloemberg-Issa (nr. 2021.565).
Het amendement-Bloemberg-lssa (nr. 2021.565) wordt bij zitten en opstaan
aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat het amendement-Bloemberg-Issa (nr. 2021.565)
is aangenomen met de stemmen van NIDA, BIJ1, PvdA, DENK, GroenLinks, SP, Partij voor
de Dieren, D66, ChristenUnie, CDA, Partij van de Ouderen en Forum voor Democratie voor.
Aan de orde is de stemming over het amendement-Bloemberg-Issa (nr. 2021.566).
Het amendement-Bloemberg-lssa (nr. 2021.566) wordt bij zitten en opstaan
verworpen.
De VOORZITTER constateert dat het amendement-Bloemberg-Issa (nr. 2021.566)
is verworpen met de stemmen van VVD, Forum voor Democratie, Partij van de Ouderen,
CDA, ChristenUnie, Partij voor de Dieren en BIJ1 voor.
Aan de orde is de stemming over het amendement-Bloemberg-Issa (nr. 2021.567).
Het amendement-Bloemberg-lssa (nr. 2021.567) wordt bij zitten en opstaan
verworpen.
De VOORZITTER constateert dat het amendement-Bloemberg-Issa (nr. 2021.567)
is verworpen met de stemmen van Forum voor Democratie, Partij van de Ouderen, CDA,
ChristenUnie, Partij voor de Dieren en BIJ1 voor.
Aan de orde is de stemming over het amendement-Bloemberg-Issa (nr. 2021.568).
Het amendement-Bloemberg-lssa (nr. 2021.568) wordt bij zitten en opstaan
verworpen.
De VOORZITTER constateert dat het amendement-Bloemberg-Issa (nr. 2021.568)
is verworpen met de stemmen van VVD, Forum voor Democratie, Partij van de Ouderen,
CDA, ChristenUnie, Partij voor de Dieren en BIJ1 voor.
Aan de orde is de stemming over het amendement-Van Renssen en Boutkan (nr.
2021.607).
Het amendement-Van Renssen en Boutkan (nr. 2021.607) wordt bij zitten en
opstaan aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat het amendement-Van Renssen en Boutkan (nr.
2021.607) is aangenomen met de stemmen van NIDA en DENK tegen.
Aan de orde is de stemming over het amendement-Van Renssen en Boutkan (nr.
2021.608).
Het amendement-Van Renssen en Boutkan (nr. 2021.608) wordt bij zitten en
opstaan aangenomen.
50
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 8 juli 2021 Raadsnotulen
De VOORZITTER constateert dat het amendement-Van Renssen en Boutkan (nr.
2021.608) is aangenomen met de stemmen van ChristenUnie, Partij voor de Dieren, D66,
SP, GroenLinks, PvdA en BIJ1 voor.
Aan de orde is de stemming over het amendement-Van Renssen en N.T. Bakker
(nr. 2021.609).
Het amendement-Van Renssen en N.T. Bakker (nr. 2021.609) wordt bij zitten en
opstaan aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat het amendement-Van Renssen en N.T. Bakker
(nr. 2021.609) is aangenomen met de stemmen van Forum voor Democratie, Partij van de
Ouderen, CDA, ChristenUnie, Partij voor de Dieren, D66, SP, GroenLinks, JA21, PvdA en
BIJ1 voor.
Aan de orde is de stemming over het amendement-Van Renssen, Boutkan en N.T.
Bakker (nr. 2021.610).
Het amendement-Van Renssen, Boutkan en N.T. Bakker (nr. 2021.610) wordt bij
zitten en opstaan aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat het amendement-Van Renssen, Boutkan en N.T.
Bakker (nr. 2021.610) is aangenomen met de stemmen van NIDA, CDA, Partij van de
Ouderen en VVD tegen.
Aan de orde is de stemming over het amendement-Boomsma en Naoum Néhmé
(nr. 2021.623).
Het amendement-Boomsma en Naoum Néhmé (nr. 2021.623) wordt bij zitten en
opstaan verworpen.
De VOORZITTER constateert dat het amendement-Boomsma en Naoum Néhmé
(nr. 2021.623) is verworpen met de stemmen van VVD, Forum voor Democratie, Partij van
de Ouderen, CDA, ChristenUnie en JA21 voor.
Aan de orde is de stemming over het amendement-Naoum Néhmé en Boomsma
(nr. 2021.624).
Het amendement-Naoum Néhmé en Boomsma (nr. 2021.624) wordt bij zitten en
opstaan verworpen.
De VOORZITTER constateert dat het amendement-Naoum Néhmé en Boomsma
(nr. 2021.624) is verworpen met de stemmen van VVD, Forum voor Democratie, Partij van
de Ouderen, CDA, JA21 en DENK voor.
Aan de orde is de stemming over het amendement-Naoum Néhmé (nr. 2021.625).
Het amendement-Naoum Néhmé (nr. 2021.625) wordt bij zitten en opstaan
verworpen.
51
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 8 juli 2021 Raadsnotulen
De VOORZITTER constateert dat het amendement-Naoum Néhmé (nr. 2021.625)
is verworpen met de stemmen van VVD, Forum voor Democratie en JA21 voor.
Aan de orde is de stemming over het amendement-Naoum Néhmé en Boomsma
(nr. 2021.626).
Het amendement-Naoum Néhmé en Boomsma (nr. 2021.626) wordt bij zitten en
opstaan verworpen.
De VOORZITTER constateert dat het amendement-Naoum Néhmé en Boomsma
(nr. 2021.626) is verworpen met de stemmen van VVD, Forum voor Democratie, Partij van
de Ouderen, CDA, ChristenUnie, JA21, DENK en NIDA voor.
Aan de orde is de stemming over het amendement-Naoum Néhmé en Boomsma
(nr. 2021.627).
Het amendement-Naoum Néhmé en Boomsma (nr. 2021.627) wordt bij zitten en
opstaan verworpen.
De VOORZITTER constateert dat het amendement-Naoum Néhmé en Boomsma
(nr. 2021.627) is verworpen met de stemmen van VVD, Forum voor Democratie, Partij van
de Ouderen, CDA, Partij voor de Dieren, JA21, denk en NIDA voor.
Aan de orde is de stemming over het amendement-Kreuger (nr. 2021.632).
Het amendement-Kreuger (nr. 2021.632) wordt bij zitten en opstaan aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat het amendement-Kreuger (nr. 2021.632) is
aangenomen met de stemmen van VVD, Forum voor Democratie, Partij van de Ouderen,
CDA, Partij voor de Dieren, D66, SP, JA21, DENK en NIDA voor.
Aan de orde is de stemming over het amendement-Kuiper (nr. 2021.634).
Het amendement-Kuiper (nr. 2021.634) wordt bij zitten en opstaan aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat het amendement-Kuiper (nr. 2021.634) is
aangenomen met de stemmen van VVD, Partij van de Ouderen, ChristenUnie, D66,
GroenLinks, PvdA, DENK en BIJ1 voor.
Aan de orde is de stemming over de voordracht VN2021-016730.
De voordracht VN2021-016730 wordt bij zitten en opstaan aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de voordracht VN2021-016730 met de stemmen
van ChristenUnie, D66, SP, GroenLinks, PvdA en BIJ voor is aangenomen.
De voordracht wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt
mitsdien het besluit, vermeld onder nr. VN2021-016730, met inachtneming van de daarin
als gevolg van aanneming van het amendement-Bloemberg-Issa (nr. 2021.565),
52
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 8 juli 2021 Raadsnotulen
amendement-Van Renssen en Boutkan (nr. 2021.607), amendement-Van Renssen en
Boutkan (nr. 2021.608), amendement-Van Renssen en N.T. Bakker (nr. 2021.609),
amendement-Van Renssen, Boutkan en N.T. Bakker (nr. 2021.610), amendement-Kreuger
(nr. 2021.632) en amendement-Kuiper (nr. 2021.634) aangebrachte wijzigingen.
Aan de orde is de stemming over de motie-Bloemberg-lssa (nr. 2021.553).
De motie-Bloemberg-Issa (nr. 2021.553) wordt bij zitten en opstaan aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Bloemberg-Issa (nr. 2021.553) is
aangenomen met de stemmen van SP, JA21 en NIDA tegen.
Aan de orde is de stemming over de motie-Bloemberg-lssa (nr. 2021.554).
De motie-Bloemberg-Issa (nr. 2021.554) wordt bij zitten en opstaan verworpen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Bloemberg-Issa (nr. 2021.554) is
verworpen met de stemmen van Partij van de Ouderen, CDA, ChristenUnie, Partij voor de
Dieren en BIJ1 voor.
Aan de orde is de stemming over de motie-Bloemberg-lssa (nr. 2021.555).
De motie-Bloemberg-Issa (nr. 2021.555) wordt bij zitten en opstaan verworpen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Bloemberg-Issa (nr. 2021.555) is
verworpen met de stemmen van Partij van de Ouderen, CDA, Forum voor Democratie, Partij
voor de Dieren, SP, JA21 en BIJ1 voor.
Aan de orde is de stemming over de motie-Bloemberg-lssa (nr. 2021.557).
De motie-Bloemberg-Issa (nr. 2021.557) wordt bij zitten en opstaan verworpen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Bloemberg-Issa (nr. 2021.557) is
verworpen met de stemmen van Partij van de Ouderen, Partij voor de Dieren en BIJ1 voor.
Aan de orde is de stemming over de motie-Bloemberg-lssa (nr. 2021.558).
De motie-Bloemberg-Issa (nr. 2021.558) wordt bij zitten en opstaan verworpen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Bloemberg-Issa (nr. 2021.558) is
verworpen met de stemmen van ChristenUnie, Partij voor de Dieren, JA21, DENK en BIJ1
voor.
Aan de orde is de stemming over de motie-Bloemberg-lssa, Van Renssen, N.T.
Baker, Boutkan, De Jager, Naoum Néhmé, Veldhuyzen, Van Soest en Kuiper (nr.
2021.559).
De motie-Bloemberg-lssa, Van Renssen, N.T. Baker, Boutkan, De Jager, Naoum
Néhmé, Veldhuyzen, Van Soest en Kuiper (nr. 2021.559) wordt bij zitten en opstaan
aangenomen.
53
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 8 juli 2021 Raadsnotulen
De VOORZITTER constateert dat de motie-Bloemberg-lssa, Van Renssen, N.T.
Baker, Boutkan, De Jager, Naoum Néhmé, Veldhuyzen, Van Soest en Kuiper (nr.
2021.559) is met algemene stemmen aangenomen.
Aan de orde is de stemming over de motie-Bloemberg-lssa (nr. 2021.560).
De motie-Bloemberg-Issa (nr. 2021.560) wordt bij zitten en opstaan aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Bloemberg-lssa (nr. 2021.560) is
aangenomen met de stemmen van VVD en NIDA tegen.
Aan de orde is de stemming over de motie-Bloemberg-lssa, Van Renssen en N.T.
Bakker (nr. 2021.561).
De motie-Bloemberg-Issa, Van Renssen en N.T. Bakker (nr. 2021.561) wordt bij
zitten en opstaan verworpen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Bloemberg-lssa, Van Renssen en N.T.
Bakker (nr. 2021.561) is verworpen met de stemmen van ChristenUnie, Partij voor de
Dieren, SP en BIJA1 voor.
Mevrouw ROOSMA: Voorzitter, we hebben een klein foutje. Bij de vorige stemming
2021.561 was de GroenLinks-fractie voor.
De VOORZITTER: Ja, maar dat heeft u dus fout gestemd. Dus de motie was
verworpen, maar dat wordt dan in de notulen opgenomen.
Aan de orde is de stemming over de motie-Van Renssen, Nadif, Boutkan, N.T.
Bakker en De Jager (nr. 2021.611).
De motie-Van Renssen, Nadif, Boutkan, N.T. Bakker en De Jager (nr. 2021.611)
wordt bij zitten en opstaan aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Van Renssen, Nadif, Boutkan, N.T.
Bakker en De Jager (nr. 2021.611) is aangenomen met de stemmen van VVD, Forum voor
Democratie, ChristenUnie, Partij voor de Dieren, D66, SP, GroenLinks, PvdA, BIJ1 en NIDA
voor.
Aan de orde is de stemming over de motie-Van Renssen en N.T. Bakker (nr.
2021.612).
De motie-Van Renssen en N.T. Bakker (nr. 2021.612) wordt bij zitten en opstaan
aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Van Renssen en N.T. Bakker (nr.
2021.612) is aangenomen met de stemmen van JA21 tegen.
Aan de orde is de stemming over de motie-Van Renssen, Boutkan, N.T. Bakker en
De Jager (nr. 2021.613).
54
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 8 juli 2021 Raadsnotulen
De motie-Van Renssen, Boutkan, N.T. Bakker en De Jager (nr. 2021.613) wordt bij
zitten en opstaan aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Van Renssen, Boutkan, N.T. Bakker en
De Jager (nr. 2021.613) is aangenomen met de stemmen van JA21 tegen.
Aan de orde is de stemming over de motie-Boutkan, Van Renssen en N.T. Bakker
(nr. 2021.616).
De motie-Boutkan, Van Renssen en N.T. Bakker (nr. 2021.616) wordt bij zitten en
opstaan aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Boutkan, Van Renssen en N.T. Bakker
(nr. 2021.616) is aangenomen met de stemmen van PvdA, BIJ1, DENK, GroenLinks, SP,
Partij voor de Dieren, ChristenUnie en D66 voor.
Aan de orde is de stemming over de motie-Naoum Néhmé en Boomsma (nr.
2021.628).
De motie-Naoum Néhmé en Boomsma (nr. 2021.628) wordt bij zitten en opstaan
verworpen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Naoum Néhmé en Boomsma (nr.
2021.628) is verworpen met de stemmen van Partij van de Ouderen, CDA, VVD,
ChristenUnie, Partij voor de Dieren, JA21, BIIJ1 en NIDA voor.
Aan de orde is de stemming over de motie-Kreuger (nr. 2021.633).
De motie-Kreuger (nr. 2021.633) wordt bij zitten en opstaan aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Kreuger (nr. 2021.633) is aangenomen
met de stemmen van VVD, Forum voor Democratie, CDA, ChristenUnie, D66, SP, JA21,
DENK, PvdA en NIDA voor.
30.
Vaststellen van het bestemmingsplan Hamerstraatgebied, 1e herziening VN2021-
011375
De VOORZITTER: Wij stemmen allereerst, denk ik, over het amendement van de
heer Boomsma. Ondanks dat deze als tweede op de stemlijst staat, gaan we eerst stemmen
over amendement 629 en daarna over de voordracht.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Van Soest voor een
stemverklaring.
Mevrouw VAN SOEST (stemverklaring): Wij worden geacht tegen te hebben
gestemd.
55
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 8 juli 2021 Raadsnotulen
De VOORZITTER: Dan kunt u zo dadelijk gewoon tegen stemmen. Een
stemverklaring is ‘ik ga zo tegen stemmen, omdat’.
Mevrouw VAN SOEST (stemverklaring): Voorzitter, ik kan het uitgebreider maken.
Ik vind de woningbouw in Noord te groot worden en op en in elkaar. Daarom stemmen wij
tegen.
De VOORZITTER: Dank u wel voor uw stemverklaring, mevrouw Van Soest. Zijn
er verder geen leden meer van de raad die een stemverklaring willen afleggen bij dit
agendapunt?
Aan de orde is de stemming over het amendement-Boomsma (nr. 2021.629).
Het amendement-Boomsma (nr. 2021.629) wordt bij zitten en opstaan verworpen.
De VOORZITTER constateert dat het amendement-Boomsma (nr. 2021.629) is
verworpen met de stemmen van VVD, Forum voor Democratie, CDA, ChristenUnie, JA21
en DENK voor.
Aan de orde is de stemming over de voordracht VN2021-011375.
De voordracht VN2021-011375 wordt bij zitten en opstaan aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de voordracht VN2021-011375 met de stemmen
van NIDA en Partij van de Ouderen tegen is aangenomen.
De voordracht wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt
mitsdien het besluit, vermeld onder VN2021-011375.
32.
Vaststellen van het bestemmingsplan “Kantoren met baliefunctie Centrum VN2021-
016205
De VOORZITTER: Daar heeft verder geen inhoudelijke bespreking over
plaatsgevonden. Mijn vraag is dan ook, kan dit agendapunt worden gehamerd alsnog? Ja?
Dit punt is gehamerd.
De voordracht wordt zonder discussie en hoofdelijke stemming goedgekeurd; de
raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder VN2021-016205.
36.
Instemmen met de conceptbrief met wensen en opvattingen over de tweede versie
Verstedelijkingsconcept van de MRA Verstedelijkingsstrategie VN2021-013997
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Martens voor een stemverklaring.
56
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 8 juli 2021 Raadsnotulen
Mevrouw MARTENS (stemverklaring): Dat gaat over motie 2021.620, het anti-
speculatiebeding. De VVD volgt het preadvies van de wethouder bij deze motie, die wijst
op het feit dat hiervoor al landelijke wetgeving is en daarom niet lokaal geregeld zou moeten
worden. Om deze reden stemt de VVD tegen.
Motie 2021.622, de zelfwoonplicht. Wij geloven niet in het invoeren van een
zelfwoonplicht in de gehele stad. We zien wel dat er maatregelen moeten worden genomen
om deze oververhitte woningmarkt aan te pakken. De VVD is daarom voorstander van een
tijdelijke opkoopbescherming in kwetsbare gebieden.
De VOORZITTER: Zijn er nog andere leden die een stemverklaring willen
afleggen? Dat is niet het geval.
Aan de orde is de stemming over de voordracht VN2021-013997.
De voordracht VN2021-013997 wordt bij zitten en opstaan aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de voordracht VN2021-013997 met de stemmen
van JA21 en Partij voor de Dieren tegen is aangenomen.
De voordracht wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt
mitsdien het besluit, vermeld onder VN2021-013997.
Aan de orde is de stemming over de motie-Kreuger (nr. 2021.620).
De motie-Kreuger (nr. 2021.620) wordt bij zitten en opstaan aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Kreuger (nr. 2021.620) is aangenomen
met de stemmen van Partij van de Ouderen, CDA, ChristenUnie, Partij voor de Dieren, D66,
SP, GroenLinks, JA21, DENK, PvdA, BIJ1 en NIDA voor.
Aan de orde is de stemming over de motie-Kreuger (nr. 2021.621).
De motie-Kreuger (nr. 2021.621) wordt bij zitten en opstaan verworpen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Kreuger (nr. 2021.621) is verworpen
met de stemmen van VVD. Forum voor Democratie, Partij van de Ouderen, CDA,
ChristenUnie, JA21, DENK en NIDA voor.
Aan de orde is de stemming over de motie-Kreuger (nr. 2021.622).
De motie-Kreuger (nr. 2021.622) wordt bij zitten en opstaan aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Kreuger (nr. 2021.622) is aangenomen
met de stemmen van Partij van de Ouderen, ChristenUnie, Partij voor de Dieren, D66, SP,
JA21, GroenLinks, DENK, PvdA en BIJ1 voor.
37.
Vaststellen van het Strategisch Masterplan Universiteitskwartier VN2021-016587
57
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 8 juli 2021 Raadsnotulen
De VOORZITTER: We gaan stemmen over zowel de voordracht, als een aantal
moties.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Martens voor een stemverklaring.
Mevrouw MARTENS (stemverklaring): Het gaat over motie 2021.551, de
genderscan. De titel van deze motie gaf ons wel de behoefte om even een stemverklaring
te geven, want ondanks dat de naam niet iets is wat wij per definitie zien zitten, is de inhoud
van de motie wel ontzettend sterk, omdat wij voorstander zijn van veiligheid voor alle
vrouwen aan straat. Dus een tip aan de indienen: kies volgende keer een iets andere titel.
De VOORZITTER: Ik zie de motie. Ook al is die laatste oproep eigenlijk, mevrouw
Martens- Voor de volgende keer, de laatste oproep is eigenlijk geen onderdeel van de
stemverklaring. Dat mag eigenlijk niet. Maar goed.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Bloemberg-lssa voor een
stemverklaring.
Mevrouw BLOEMBERG-ISSA (stemverklaring): Er is uitvoerig over dit punt
gesproken. De heer Bakker van de SP heeft ook een motie ingediend om het plan tot nader
order uit te stellen. Wij steunen die motie en wij zullen daarom op dit moment tegen de
voordracht stemmen.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Van Soest voor een
stemverklaring.
Mevrouw VAN SOEST (stemverklaring): Ook wij zullen tegen de voordracht
stemmen en voor de motie van de SP.
De VOORZITTER: Dat is ook weer een stemaankondiging. Dat mag op zich ook,
zo vlak voor het reces.
Aan de orde is de stemming over de voordracht VN2021-016587.
De voordracht VN2021-016587 wordt bij zitten en opstaan aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de voordracht VN2021-016587 met de stemmen
van Partij van de Ouderen, Partij voor de Dieren, SP en BIJ1 tegen is aangenomen.
De voordracht wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt
mitsdien het besluit, vermeld onder VN2021-016587.
Aan de orde is de stemming over de motie-N.T. Bakker (nr. 2021.517).
De motie-N.T. Bakker (nr. 2021.517) wordt bij zitten en opstaan verworpen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-N.T. Bakker (nr. 2021.517) is
verworpen met de stemmen van Partij van de Ouderen, ChristenUnie, Partij voor de Dieren,
SP, JA21 en BIJ1 voor.
58
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 8 juli 2021 Raadsnotulen
Aan de orde is de stemming over de motie-Warmerdam, De Fockert en Boutkan
(nr. 2021.519).
De motie-Warmerdam, De Fockert en Boutkan (nr. 2021.519) wordt bij zitten en
opstaan aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Warmerdam, De Fockert en Boutkan
(nr. 2021.519) is aangenomen met de stemmen van JA21, VVD en Partij van de Ouderen
tegen.
Aan de orde is de stemming over de motie-De Fockert, Bloemberg-lssa,
Warmerdam en Boutkan (nr. 2021.550).
De motie-De Fockert, Bloemberg-Issa, Warmerdam en Boutkan (nr. 2021.550)
wordt bij zitten en opstaan aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-De Fockert, Bloemberg-lssa,
Warmerdam en Boutkan (nr. 2021.550) is aangenomen met de stemmen van CDA, Forum
voor Democratie en JA21 tegen.
Aan de orde is de stemming over de motie-De Fockert (nr. 2021.551).
De motie-De Fockert (nr. 2021.551) wordt bij zitten en opstaan aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-De Fockert (nr. 2021.551) is
aangenomen met de stemmen van Partij van de Ouderen, SP en JA21 tegen.
Aan de orde is de stemming over de motie-De Fockert en Warmerdam (nr.
2021.552).
De motie-De Fockert en Warmerdam (nr. 2021.552) wordt bij zitten en opstaan
aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-De Fockert en Warmerdam (nr.
2021.552) is aangenomen met de stemmen van Partij van de Ouderen tegen.
39.
Kennisnemen van de financiële jaarstukken van de recreatieschappen Twiske-
Waterland, Spaarnwoude en Groengebied Amstelland en instemmen met de concept-
zienswijzen VN2021-012914
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Bloemberg-lssa voor een
stemverklaring.
Mevrouw BLOEMBERG-ISSA (stemverklaring): De Partij voor de Dieren vindt dat
festivals of evenementen niet nodig zouden moeten zijn om de natuur te kunnen beheren.
Daarom zullen we tegen stemmen.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Kuiper voor een stemverklaring.
59
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 8 juli 2021 Raadsnotulen
Mevrouw KUIPER (stemverklaring): Voor ons geldt hetzelfde. We sluiten ons bij
dezelfde stellingname aan.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Van Soest voor een
stemverklaring.
Mevrouw VAN SOEST (stemverklaring): Wij vinden dat er in het groen geen
festivals thuishoren. Dus daarom zullen we tegen stemmen.
De VOORZITTER: Dank voor deze duidelijke stemverklaring. Dat was een heel
goede stemverklaring. In ieder geval niet qua inhoud, maar dit was een stemverklaring. Ik
moet me helemaal- Het was een stemverklaring. Dank daarvoor. Ik moet me er verder niet
over uitlaten.
Aan de orde is de stemming over de voordracht VN2021-012914.
De voordracht VN2021-012914 wordt bij zitten en opstaan aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de voordracht VN2021-012914 met de stemmen
van Partij van de Ouderen, ChristenUnie, Partij voor de Dieren en NIDA tegen is
aangenomen.
De voordracht wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt
mitsdien het besluit, vermeld onder VN2021-012914.
Aan de orde is de stemming over de motie-N.T. Bakker en Bloemberg-Issa (nr.
2021.518).
De motie-N.T. Bakker en Bloemberg-lssa (nr. 2021.518) wordt bij zitten en opstaan
verworpen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-N.T. Bakker en Bloemberg-lssa (nr.
2021.518) is verworpen met de stemmen van NIDA, BIJ1, SP, DENK, Partij voor de Dieren,
ChristenUnie, CDA en Partij van de Ouderen voor.
41.
Instemmen met het toepassen van de Wet voorkeursrecht gemeenten op een deel
van de locatie Willem Fenengastraat te Amsterdam (Kauwgomballenkwartier) VN2021-
015073
De VOORZITTER: Daar hebben we verder niet over gesproken. Dus de vraag is of
dit gehamerd zou kunnen worden alsnog. Ja.
Dit punt is gehamerd.
De voordracht wordt zonder discussie en hoofdelijke stemming goedgekeurd; de
raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder VN2021-015073.
60
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 8 juli 2021 Raadsnotulen
44.
(Gedeeltelijk) opheffen van geheimhouding op documenten inzake de
totstandkoming van de vernieuwing van het erfpachtstelsel in de periode 2014 —2018 naar
aanleiding van herbeoordeling in het kader van actief openbaar maken VN2021-017665
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Van Schijndel voor een
stemverklaring.
De heer VAN SCHIJNDEL (stemverklaring): Ik zal voor stemmen met de
aantekening dat ik van mening ben dat grotere ruimhartigheid betuigd moet worden bij
openbaarmaking van stukken van grond en ontwikkeling.
De VOORZITTER: Zijn er andere leden die behoefte hebben aan het afleggen van een
stemverklaring? Dat is niet het geval.
Aan de orde is de stemming over de voordracht VN2021-017665.
De voordracht VN2021-017665 wordt bij zitten en opstaan aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de voordracht VN2021-017665 met algemene
stemmen is aangenomen.
De voordracht wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt
mitsdien het besluit, vermeld onder VN2021-017665.
47.
Vaststellen van de Parkeerbelastingverordening 2021 in verband met het invoeren
van betaald parkeren in Geuzenveld e.o. VN2021-015594
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Van Soest voor een
stemverklaring.
Mevrouw VAN SOEST (stemverklaring): Wij vinden dat de lokale belastingen de
pan uit rijzen en daar de parkeerbelasting er nog eens een keertje bovenop komt, stemmen
wij tegen deze voordracht.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Martens voor een stemverklaring.
Mevrouw MARTENS (stemverklaring): Wij vinden dit voorstel te rigoureus. Er zijn
voor bewoners en bezoekers geen alternatieven. Daarom stemmen wij tegen betaald
parkeren in Geuzenveld.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Veldhuyzen voor een
stemverklaring.
De heer VELDHUYZEN (stemverklaring): BIJ1 stemt nu voor, maar wel met de
opmerking dat BIJ1 na het reces dus nog kritisch gaat kijken naar klimaatrechtvaardigheid.
Dat heeft ook hiermee te maken.
61
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 8 juli 2021 Raadsnotulen
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Van Lammeren voor een
stemverklaring.
De heer VAN LAMMEREN (stemverklaring): Wij zullen voor de motie van het gratis
parkeren op islamitische feestdagen stemmen. Nu zijn we helemaal tegen gratis parkeren,
maar laten we dan ook maar gewoon Nederland gelijktrekken voor elk geloof.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Taimounti voor een stemverklaring.
De heer TAIMOUNTI (stemverklaring): Wij zullen tegen dit voorstel stemmen,
omdat het eigenlijk een verkapte vorm van een melkkoe is. Als we echt iets voor de
buurtbewoners willen doen, dan beginnen we met het opknappen van de haltes aan de
Johan Huizingalaan. Dat lijkt ons een beter voorstel.
De VOORZITTER: Dan zie ik dat er verder geen behoefte meer is aan het afleggen
van stemverklaringen.
Aan de orde is de stemming over de voordracht VN2021-015594.
De voordracht VN2021-015594 wordt bij zitten en opstaan aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de voordracht VN2021-015594 met de stemmen
van PvdA, BIJ1, GroenLinks, SP, Partij voor de Dieren en D66 voor is aangenomen.
De voordracht wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt
mitsdien het besluit, vermeld onder VN2021-015594.
Aan de orde is de sternming over de motie-Yilmaz (nr. 2021.527).
De motie-Yilmaz (nr. 2021.527) wordt bij zitten en opstaan verworpen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Yilmaz (nr. 2021.527) is verworpen met
de stemmen van DENK, JA21, NIDA en Partij van de Ouderen voor.
Aan de orde is de stemming over de motie-Yilmaz (nr. 2021.528).
De motie-Yilmaz (nr. 2021.528) wordt bij zitten en opstaan verworpen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Yilmaz (nr. 2021.528) is verworpen met
de stemmen van CDA, JA21, DENK, NIDA en Forum voor Democratie voor.
Aan de orde is de stemming over de motie-Yilmaz (nr. 2021.529).
De motie-Yilmaz (nr. 2021.529) wordt bij zitten en opstaan verworpen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Yilmaz (nr. 2021.529) is verworpen met
de stemmen van VVD, Partij van de Ouderen, DENK, BIJ1 en NIDA voor.
Aan de orde is de stermming over de motie-Yilmaz (nr. 2021.530).
62
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 8 juli 2021 Raadsnotulen
De motie-Yilmaz (nr. 2021.530) wordt bij zitten en opstaan aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Yilmaz (nr. 2021.530) is aangenomen
met de stemmen van Partij voor de Dieren tegen.
Aan de orde is de stemming over de motie-Yilmaz (nr. 2021.531).
De motie-Yilmaz (nr. 2021.531) wordt bij zitten en opstaan verworpen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Yilmaz (nr. 2021.531) is verworpen met
de stemmen van ChristenUnie, DENK, BIJ1 en NIDA voor.
Aan de orde is de stemming over de motie-Boomsma (nr. 2021.635).
De motie-Boomsma (nr. 2021.635) wordt bij zitten en opstaan verworpen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Boomsma (nr. 2021.635) is verworpen
met de stemmen van Forum voor Democratie, Partij van de Ouderen, CDA, VVD,
ChristenUnie, JA21, DENK en NIDA voor.
Aan de orde is de sternming over de motie-Yilmaz (nr. 2021.636).
De motie-Yilmaz (nr. 2021.636) wordt bij zitten en opstaan verworpen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Yilmaz (nr. 2021.636) is verworpen met
de stemmen van Partij van de Ouderen, Partij voor de Dieren, PvdA, DENK en NIDA voor.
54.
Instemmen met het wijzigen van de Gemeenschappelijke Regeling Vervoerregio
Amsterdam (VRA) en het uiten van wensen en bedenkingen bij het verwerven door de VRA
en het creëren door het College van een prioriteitsaandeel in GVB Holding N.V. voor de
VRA VN2021-015313
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer N.T. Bakker voor een
stemverklaring.
De heer N.T. BAKKER (stemverklaring): Wij zijn voor dit voorstel, omdat we vinden
dat publieke voorzieningen in publieke handen horen. Ook Amsterdams openbaar vervoer
hoort in handen te zijn van Amsterdammers. Met dit besluit heeft de Vervoerregio juridisch
voldoende zeggenschap over de marktbewerking buiten de deur te houden en ervoor te
zorgen dat de Amsterdamse GVB het ov in de hoofdstad mag blijven verzorgen.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Martens voor een stemverklaring.
Mevrouw MARTENS (stemverklaring): De wethouder heeft met zijn brief het nut en
noodzaak van het prioriteitsaandeel voldoende toegelicht. We zullen dus voor stemmen.
Maar we zullen wel nauwlettend het traject met betrekking tot de conversie Amsterdam
blijven volgen.
63
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 8 juli 2021 Raadsnotulen
De VOORZITTER: Ik kijk nog even rond. Zijn er andere leden die een
stemverklaring willen afleggen over dit onderwerp? Dat is niet het geval.
Aan de orde is de stemming over de voordracht VN2021-015313.
De voordracht VN2021-015313 wordt bij zitten en opstaan aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de voordracht VN2021-015313 met de stemmen
van ChristenUnie, JA21 en BIJ1 tegen is aangenomen.
De voordracht wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt
mitsdien het besluit, vermeld onder VN2021-015313.
55.
Uiten van wensen en bedenkingen inzake de uitplaatsing van gemeentelijke taken
in het ov-domein VN2021-015359
De VOORZITTER: Is er behoefte aan het afleggen van een stemverklaring?
Ja, we kijken even, moeten we er eigenlijk over stemmen? Dat kan, denk ik, geen
kwaad. Ik heb ook wel het idee dat die misschien wel wordt aangenomen, dus dan is het
ook-
Ik zou willen vragen, zijn er leden die het woord willen over agendapunt 55?
Ik zit even te kijken. Misschien, de heer Van Lammeren heeft wel gelijk.
De heer VAN LAMMEREN: Het is een TKN, maar, volgens mij, beslispunt vier,
daar twijfelde ik ook of het überhaupt stembaar is. Maar laten we dat een keer in het
presidium bespreken. Dat is een ordepunt.
De VOORZITTER: Welk agenda-
De heer VAN LAMMEREN: Nee, het gaat namelijk over beslispunt vier. Maar daar
moeten we het ook een keer in het presidium over hebben, want er staat ‘kennis te nemen
van het besluit’ en dan wordt het erg onduidelijk.
De VOORZITTER: De griffier en ik gaan heel even kijken of het in stemming worden
gebracht. Dan hebben we direct even een informeel korte pauze. Wel graag op uw plaats
blijven.
De griffier en ik zijn tot de conclusie gekomen dat over agendapunt 55 niet gestemd
hoeft te worden. Dat gaan we dan dus ook niet doen.
56.
Instemmen met het gewijzigde initiatiefvoorstel Meer buurtstallingen voor de fiets
van het lid Vroege en kennisnemen van de bestuurlijke reactie op het oorspronkelijke
initiatiefvoorstel VN2021-011920
De VOORZITTER: Ik kijk nog even of er behoefte is aan het afleggen van een
stemverklaring. Dat is niet het geval.
64
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 8 juli 2021 Raadsnotulen
Aan de orde is de stemming over de voordracht VN2021-011920.
De voordracht VN2021-011920 wordt bij zitten en opstaan aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de voordracht VN2021-011920 met de stem van
NIDA tegen is aangenomen.
De voordracht wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt
mitsdien het besluit, vermeld onder VN2021-011920.
De VOORZITTER: Met de stem daartegen van de heer Taimounti is het gewijzigde
initiatiefvoorstel van de heer Vroege aangenomen, waarmee ik hem ook hartelijk willen
feliciteren.
59.
Vaststellen van het bestemmingsplan Zuidas-Woonbuurt Ravel VN2021-013166
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Naoum Néhmé voor een
stemverklaring.
Mevrouw NAOUM NÉHMEÉ (stemverklaring): De VVD stemt tegen deze voordracht,
omdat hierin wordt afgeweken van het oorspronkelijke voorstel om 100 procent
marktwoningen te bouwen. Het college laat hiermee een kans liggen, wat ons betreft, om
100 procent voor het middensegment te bouwen. Daarom zullen we tegen stemmen.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Veldhuyzen voor een
stemverklaring.
De heer VELDHUYZEN (stemverklaring): BIJ1 stemt tegen het bestemmingsplan,
omdat 40 procent sociale huur te laag is tijdens een daklozencrisis.
De VOORZITTER: Ik kijk even rond. Dan zijn er verder geen stemverklaringen.
Aan de orde is de stemming over de voordracht VN2021-013166.
De voordracht VN2021-013166 wordt bij zitten en opstaan aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de voordracht VN2021-013166 met de stemmen
van VVD, Forum voor Democratie, Partij van de Ouderen, JA21, DENK, BIJ1 en NIDA tegen
is aangenomen.
De voordracht wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt
mitsdien het besluit, vermeld onder VN2021-013166.
De heer MBARKI: Voorzitter, is dat de motie inzake beleidsnota's altijd na overleg
met ondernemers op te stellen?
65
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 8 juli 2021 Raadsnotulen
De VOORZITTER: Nee. Dit is de motie van de leden Boomsma, Kreuger en Marttin
inzake stuur in tender op realiseren parkeerplaatsen voor bewoners. Die motie heeft
nummer 2021.630. Het nummer staat er alleen niet bij.
Aan de orde is de stemming over de motie-Boomsma, Kreuger en Marttin (nr.
2021.630).
De motie-Boomsma, Kreuger en Marttin (nr. 2021.630) wordt bij zitten en opstaan
verworpen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Boomsma, Kreuger en Marttin (nr.
2021.630) is verworpen met de stemmen van VVD, Forum voor Democratie, Partij van de
Ouderen, CDA, ChristenUnie, JA21, DENK en NIDA voor.
60.
Instemmen met het volksinitiatief ‘Amsterdam heeft een keuze’ en daarmee vast te
stellen de Verordening op het toerisme in balans VN2021-018518
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Mbarki voor een stemverklaring.
De heer MBARKI (stemverklaring): Wij zullen tegen de motie stemmen, omdat na
het opstellen van nieuwe plannen om toerisme af te remmen of te stimuleren er voldoende
ruimte en ook tijd voor inspraak met alle belanghebbenden, inclusief ondernemers en
brancheorganisaties. Deze motie vraagt om eerder met deze groep om de tafel te gaan
zitten en doet daarmee geen recht aan het uitgebalanceerde volksinitiatief.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Taimounti voor een stemverklaring.
De heer TAIMOUNTI (stemverklaring): Wij zullen tegen het volksinitiatief stemmen,
omdat ik vind dat de afgelopen jaren het centrum met name enorme klappen heeft gehad,
de ondernemers klappen hebben gehad. We hebben gemerkt wat het betekent als de
toeristen er niet meer zijn. We hebben nu keihard mensen nodig die hiernaartoe komen om
geld uit te geven, zodat wij de ondernemers en de mensen die daarbij betrokken zijn, de
werknemers, weer een kans op een normale baan kunnen geven. Dus daarom zullen we
tegen stemmen. Alle toeristen zijn wat ons betreft welkom.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Veldhuyzen voor een
stemverklaring.
De heer VELDHUYZEN (stemverklaring): Had mijn collega het nou over zichzelf?
De VOORZITTER: Nee, meneer Veldhuyzen, dat moet u echt niet doen. Het
afleggen van een stemverklaring is het afleggen van een stemverklaring.
De heer VELDHUYZEN (stemverklaring): BIJ1 stemt voor, maar de bovengrens
van 20 miljoen is, wat ons betreft, wel te hoog.
De VOORZITTER: Verder nog leden met een stemverklaring? Dat is niet het geval.
66
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 8 juli 2021 Raadsnotulen
Aan de orde is de stemming over de voordracht VN2021-018518.
De voordracht VN2021-018518 wordt bij zitten en opstaan aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de voordracht VN2021-018518 met de stem van
NIDA tegen is aangenomen.
De voordracht wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt
mitsdien het besluit, vermeld onder VN2021-018518.
De VOORZITTER: Dan wil ik via deze weg ook de initiatiefnemers van het
volksinitiatief feliciteren daarmee.
Aan de orde is de stemming over de motie-Martens, Boomsma, Kreuger, Taimounti
en Kuiper (nr. 2021.604).
De motie-Martens, Boomsma, Kreuger, Taimounti en Kuiper (nr. 2021.604) wordt
bij zitten en opstaan verworpen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Martens, Boomsma, Kreuger,
Taimounti en Kuiper (nr. 2021.604) is verworpen met de stemmen van VVD, Partij van de
Ouderen, CDA, ChristenUnie, D66, JA21, DENK en NIDA voor.
61.
Vaststellen van de financiële verordening 2022 VN2021-016738
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Van Lammeren voor een
stemverklaring.
De heer VAN LAMMEREN (stemverklaring): De Financiële Verordening heeft voor-
en nadelen. Wij zullen het voor - of tegen stemmen van deze voordracht laten afhangen
van of motie-Torn wordt aangenomen.
De VOORZITTER: Ik denk dat dat het amendement is, 2021.533.
De heer VAN LAMMEREN: Excuus, amendement. Ja.
De VOORZITTER: Ik kijk nog even rond of er andere leden zijn die behoefte hebben
aan het afleggen van een stemverklaring. Dat is niet het geval.
Aan de orde is de stemming over het amendement-Boomsma en Torn (nr.
2021.533).
Het amendement-Boomsma en Torn (nr. 2021.533) wordt bij zitten en opstaan
verworpen.
De VOORZITTER constateert dat het amendement-Boomsma en Torn (nr.
2021.533) is verworpen met de stemmen van VVD, Forum voor Democratie, Partij van de
Ouderen, CDA, ChristenUnie, Partij voor de Dieren, JA21, DENK, BIJ en NIDA voor.
67
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 8 juli 2021 Raadsnotulen
Aan de orde is de stemming over het amendement-Boomsma (nr. 2021.534).
Het amendement-Boomsma (nr. 2021.534) wordt bij zitten en opstaan
aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat het amendement-Boomsma (nr. 2021.534) is
aangenomen met de stemmen van SP en PvdA tegen.
Aan de orde is de stemming over de voordracht VN2021-016738.
De voordracht VN2021-016738 wordt bij zitten en opstaan aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de voordracht VN2021-016738 met de stemmen
van VVD, Forum voor Democratie, Partij van de Ouderen, CDA, ChristenUnie, Partij voor
de Dieren, JA21, DENK, BIJ1 en NIDA tegen is aangenomen.
De voordracht wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt
mitsdien het besluit, vermeld onder nr. VN2021-016738, met inachtneming van de daarin
als gevolg van aanneming van het amendement-Boomsma (nr. 2021.534) aangebrachte
wijzigingen.
Aan de orde is de stemming over de motie-Roosma, Van Dantzig, Biemond en
Boomsma (nr. 2021.580).
De motie-Roosma, Van Dantzig, Biemond en Boomsma (nr. 2021.580) wordt bij
zitten en opstaan aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Roosma, Van Dantzig, Biemond en
Boomsma (nr. 2021.580) is met algemene stemmen aangenomen.
Aan de orde is de stemming over de motie-Roosma, Van Dantzig, Biemond en
Boomsma (nr. 2021.581).
De motie-Roosma, Van Dantzig, Biemond en Boomsma (nr. 2021.581) wordt bij
zitten en opstaan aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Roosma, Van Dantzig, Biemond en
Boomsma (nr. 2021.581) is aangenomen met de stemmen van VVD, Partij van de Ouderen,
Partij voor de Dieren en NIDA tegen.
66.
Bekrachtigen van de geheimhouding VN2021-017958
De VOORZITTER: Uit de lijst van de bekrachtiging wordt niet in stemming gebracht
de documenten onder vijf, behorende bij voordracht VN2021-017664. Een goede
voorbereiding is belangrijk. De voordracht is niet inhoudelijk besproken. Kan deze met de
opmerking die ik zojuist maakte gehamerd worden?
68
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 8 juli 2021 Raadsnotulen
Mevrouw NAOUM NEHMÉ: Het kan gehamerd worden. We gaan voor de
voordracht stemmen, omdat de punten van de erfpacht, die u zojuist heeft genoemd, uit de
voordracht worden gehaald. Oftewel, ze worden niet geheim verklaard.
De VOORZITTER: Dan is die gehamerd met de opmerking die ik zojuist maakte.
Dus gehamerd met de uitzondering van VN2021-017664.
Dit punt is gehamerd.
De voordracht wordt zonder discussie en hoofdelijke stemming goedgekeurd; de
raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder VN2021-017958.
67.
Afronding commissieactualiteit
De VOORZITTER: Dat betreft de ingediende motie door de heer Bakker, motie
2021.532. Is er nog behoefte aan het afleggen van een stemverklaring? Het is trouwens
‘Bakker en Van Lammeren’. Dat heb ik goed onthouden. Dat wordt ook nog verwerkt. Zijn
er leden die daar nog een stemverklaring over willen afleggen?
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Mbarki voor een stemverklaring.
De heer MBARKI (stemverklaring): Wij stemmen tegen de motie. Het gebrek aan
transparantie bij het beloningsbeleid bij Carré heeft de PvdA eerder al aan de kaak gesteld.
Deze beloning is in lijn met het gemeentelijk beleid, waar de indiener van deze motie zelf
eerder mee heeft ingestemd. Daarom zijn we tegen.
De VOORZITTER: Anderen een stemverklaring?
Aan de orde is de stemming over de motie-N.T. Bakker (nr. 2021.532).
De motie-N.T. Bakker (nr. 2021.532) wordt bij zitten en opstaan verworpen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-N.T. Bakker (nr. 2021.532) is
verworpen met de stemmen van NIDA, BIJ1, DENK, SP, Partij voor de Dieren, ChristenUnie
en Partij van de Ouderen voor.
68.
Verlenen van eervol ontslag aan de directeur Rekenkamer Metropool Amsterdam
VN2021-017794
De VOORZITTER: Die is niet inhoudelijk besproken, maar dat komt omdat die
vergeten was op de hamerlijst te zetten. Dus hij is ook nog niet gehamerd. Maar ik kijk even,
kan deze alsnog gehamerd worden? Dat betreft agendapunt 68 en dat is het verlenen van
eervol ontslag aan de directeur van de Rekenkamer Metropool Amsterdam. Dan is dat bij
deze ook besloten.
Dit punt is gehamerd.
69
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 8 juli 2021 Raadsnotulen
De voordracht wordt zonder discussie en hoofdelijke stemming goedgekeurd; de
raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder VN2021-017794.
De VOORZITTER: Dan zijn we aan het einde gekomen van deze stemmingen en
daarmee ook aan de laatste raadsvergadering voor het zomerreces. Ik wil iedereen-
Voordat ik iedereen gedag zeg, ga ik mevrouw Kuiper van de ChristenUnie eerst
nog het woord geven.
Mevrouw KUIPER: Ik zou ook heel graag vakantie willen, maar ik heb toch nog een
fout gemaakt en ik zou daar graag even een aantekening van willen hebben. Dat betreft de
motie over zwarte piet. Wij zijn ook niet dol op zwarte piet, maar we zijn het niet eens met
deze motie. Ik heb daarover verkeerd gestemd.
De VOORZITTER: Oké, dus u heeft per ongeluk voor de motie gestemd, zegt u?
Per abuis, ja.
Mevrouw KUIPER: Ja, en ik wil graag de aantekening dat ik tegen heb gestemd.
De VOORZITTER: U heeft voor gestemd, maar dat u graag tegen had willen
stemmen. Ja. In retrospectief. Dat is bij deze genoteerd.
Ik zou graag alle leden van de gemeenteraad een zeer welgemeend en goed
zomerreces willen wensen, in het bijzonder mevrouw Heinhuis die er op dit moment niet bij
is, maar die voor het laatst bij ons is voordat zij met zwangerschapsverlof gaat. Wij wensen
haar in het bijzonder al het goeds toe. Ik wens u een heel goed zomerreces toe en hoop u
allen weer te zien in september. Dan gaan we weer verder. Ik sluit de vergadering.
De VOORZITTER sluit de vergadering om 22.30 uur.
70
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 8 juli 2021 Raadsnotulen
INDEX
2021.505 Motie van de leden De Graaff inzake het tekort van arbeidsparticipatie van
statushouders in de ouderenzorg 2
2021.532 Motie van de leden N.T. Bakker en Van Lammeren inzake exorbitante salariëring
van de Carré directie___ __14
2021.604 Motie van de leden Martens, Boomsma, Kreuger, Taimounti en Kuiper inzake
de verordening ‘toerisme in balans’ (beleidsnota's altijd na overleg met ondernemers
opstellen) B
2021.630 Motie van de leden Boomsma, Kreuger en Marttin inzake het bestemmingsplan
Zuidas Woonbuurt Ravel (stuur in tender op realiseren parkeerplaatsen voor bewoners)
3
VN2021-013166 Vaststellen van het bestemmingsplan Zuidas-Woonbuurt Ravel __ 3
VN2021-018518 Instemmen met het volksinitiatief ‘Amsterdam heeft een keuze’ en
daarmee vast te stellen de Verordening op het toerisme in balans 5
71
| Raadsnotulen | 71 | val |
|
Bas KART gm De
RES men ik
nt ,
ed
Rn zeik kk Ze
Re
En
hf £
NE À
En , hs. É ek 2
Pi ki Se. WE
de ie DE
St A Ro Int, d Se
B. ei B
eCG dà a ge Eh) art
ed ENT er 0
ne A
DS Ee pf + TA Ee
ng 4 & - EA k
5 / de hheet û
je EE At, REEN Hi
a KN vg RS hee
di EO ala jk BN Re Tas
AR 5 re EAP
Ll ee er TE ADs erder, nie
ee zl / PEA
he ze Ze hie kre : ne
de B REN B $ Pe Oe RS
jn ke ig £ 4Á 0 En het \ 7 P Ales Ak Ce HS
Dn SE a 3 adt MeeR AS 5) EN Ee Se Ie
5 SS CN ki ie RAF NE nt EE r En We RN 5 E N, bt bte EE St saps
ni CAE EE Ee 10 ES: A EEE ze SCO NS ONE td AE ee
6 NR ie skf id dd de ahd B
e lk id j Ke 5 NE gn Ek € EEE Ee 0E AE) zr Ee 5 ike 16 à enn ef an er f ê
cl ES Tr REE arn RRS PE ik PA Et Ts A |E
nn nT Pe are a 3 S Ee LN Reek AN a ek kf atd Ne
4 EER MEE AE ES , Sr a En & Be AE Een es 5 eN
f TEE Be Ne ON fe en re a Ean en ej Rf
KE Ee ER > \ es ij Pe ON. EE OE ee zie
/ ia en Ai k zis MT ME 7 HET TT Neb oen di En
—_— ee
EEE TE ann) SS WEE TE TRE wen e . À
EE KA Tm ir
Technische Adviescommissie Hoofdgroenstructuur (TAC)
oktober 2022
cer OE A NE a REN:
e En —_S WEN
8 EN en a WE ee
PAR f MEIN TT lk mi vR. A ene Ct
a ii AE KC NE
N | k 2 Eeke. AE | Ws kn Krea Lid ekke de Te Lee
ij 5 3 : mA Nie DES SE CE a OENE ONE
Cs ) nd A RO ELO RA agen) DARI LR EROP re
1 Sr El Jen EE Bp Hal Oe
ENE Oe: 1/ EE EN EE dn En
Oi de Di 0 EL ril Le ne ed hed Re SE ;
4 ANA EE NO : Ë E sr tn PE eh eh kde
ie Ke Be / Bn EE ne ie et, u 8 Gehl S a NE ze 5 - ee
Informatie:
[email protected]
06-23457013
www.amsterdam.nl/TAC
Fotoverantwoording:
Voorkant: Nelson Mandelapark
foto’s: Frank Bakkum en Fotobank Gemeente Amsterdam,
Meerjarenverslag - TAC 2022
Inhoudsopgave
Voorwoord
1. Inleiding 5
2. Een terugblik 6
3. Een blik vooruit richting nieuwe Hoofdgroenstructuur 8
4. Vernieuwen 12
4. Bijlagen
Gemeente Amsterdam
Voorwoord
Amsterdammers koesteren hun groene stad. En Amsterdam Met het oog op behoud en versterking van groen in de stad
trekt ook velen van buiten aan, om te werken, om te wonen, _ dienen de verschillende belangen zorgvuldig tegen elkaar
om een bezoekje te brengen of om vakantie te houden. Dat te worden afgewogen. De technische adviescommissie
hoort bij de magneet die Amsterdam is. Hoofdgroenstructuur (TAC) doet hiervoor het voorwerk.
De strijd om de ruimte speelt zich niet alleen af tussen Daarbij weet zij zich gesteund door het brede draagvlak
‘rood’ en ‘groen’. Ook binnen ‘groen’ is er onderlinge con- voor het groen in de stad bij de bewoners en gebruikers,
currentie, bijvoorbeeld tussen het recreatieve belang en door support hiervoor binnen de ambtelijke diensten van
het ecologische, tussen verpozing en verenigingssporten. de stadsdelen en de centrale stad en door het nieuwe
Gelukkig komt er ook binnen de stad het nodige groen bij, Programakkoord waarmee het college blijft inzetten op
denk bijvoorbeeld aan het Brasapark op het dek van de A9, verdere vergroening van wijken en buurten en versterken
tussen het Gaasperpark en het Nelson Mandelapark. Een van de ecologische waarde van de stad.
mooi voorbeeld van gestapelde functies, met een park als Dit meerjarenverslag biedt niet alleen een kijkje in de
toplaag. Ook de herstructurering van oude bedrijventer- keuken van de TAC van de afgelopen periode, maar ook
reinen biedt ruimte aan nieuwe parken. Op het voormalige een visie van de TAC op de Hoofdgroenstructuur in de
Zuidergasfabriekterrein is Park Somerlust aan de Amstel nabije toekomst.
al een hotspot en is het Bellavistapark aangelegd. Een
getuigenis dat een verkleuring van groen naar rood als de
wil er is wel degelijk omkeerbaar is: de stenen stad wordt
groener.
Het is aan de gemeente om te zorgen dat Amsterdam een
groene stad blijft en dat het groen niet ten behoeve van
‘rode’ functies stukje bij beetje je wordt ingeleverd. De Dr. Marijke van Schendelen
actualiteit van klimaatadaptatie en hittestress, de ongelijke Voorzitter Technische Adviescommissie
impact daarvan op verschillende bewonersgroepen en de Hoofdgroenstructuur (TAC)
kansenongelijkheid benadrukken dat nog eens.
ik IN
df a
Eeken. ES
RER JAR
LA rr’ 8 & Z DS
‘ DLA Ie cre es ©
Bà
ne Pee DN
Meerjarenverslag - TAC 2022
1. Inleiding
Soms doen we het anders. Dit jaarverslag gaat over meer dan één jaar, het is een jarenverslag. Achterin vindt u
het overzicht van de advisering over 2020 en 2021. Maar we beginnen met een terug- en vooruitblik over iets
langere tijd. Waarom? Omdat de Hoofdgroenstructuur van Amsterdam aan de vooravond van een vernieuwing
staat — beleidsmatig met de vaststelling van een nieuw beleidskader eind 2022 - en het oude kader (Structuurvisie
Amsterdam 2040) is opgevolgd door een nieuwe Omgevingsvisie Amsterdam 2050. Een Omgevingsvisie waarin
rigoureus vergroenen als een van de vijf strategische keuzes is opgenomen. En omdat buiten, in de werkelijkheid
van de stad, de nieuwe stedelijke opgaven ook een metamorfose van het stedelijk groen noodzakelijk maken. En
daarmee kan samenhangen dat ook de TAC aan de vooravond staat van een nieuwe taakomschrijving.
Status Hoofdgroenstructuur en Technische Besluiten B&W van een negatief advies af te wijken, dan
Adviescommissie moet de afwijking voor instemming worden voorgelegd
De Technische Adviescommissie (TAC) houdt zich bezig aan de gemeenteraad.
met de Hoofdgroenstructuur van Amsterdam. Deze In de loop der jaren is een aantal beleidskaders toege-
bestaat sinds 2003 en ligt verankerd in de Structuurvisie voegd, die beleid voor gebiedsdelen van de gemeente
Amsterdam 2040 (2011): “de minimaal benodigde hoeveel- _ formuleren en daar “in de plaats komen’ van beleid dat in
heid groen die Amsterdam wil borgen (…)”. Let op: minimaal de Structuurvisie is vastgelegd. Een voorbeeld hiervan is
- groen - wil - borgen; minder mag niet, het moet groen het Beleidsvisie en toetskader Stadsrandpolder Waterland
zijn. Als daarin soms chlorofyl verandert in steen, EN de TAC (2012). Ook zijn stukjes van de Hoofdgroenstructuur afge-
acht dat inpasbaar, is het nog steeds groen. Er is aantasting snoept en zijn er bij realisatie van nieuw groen stukken aan
als de verandering van groen in steen of verharding niet de Hoofdgroenstructuur toegevoegd.
inpasbaar is, of als de omvang van de Hoofdgroenstructuur Binnen de Hoofdgroenstructuur vinden transformaties
afneemt. Het is wat de Amsterdammers willen, en de plaats: de intensivering van de stad leidt ertoe dat exten-
gemeente neemt zich voor het te beschermen: de sieve delen van de Hoofdgroenstructuur
Hoofdgroenstructuur mag niet worden aangetast. Zijn er (e.g. struinnatuur) worden ontwikkeld tot intensievere
plannen die de Hoofdgroenstructuur raken in afwijking (e.g. stadspark). Naast het Hoofdgroenstructuurbeleid is
van het bestemmingsplan (straks omgevingsplan), dan nog ander ‘groen’ beleid gevormd en ruimtelijk gede-
worden die door de gemeente ter toetsing voorgelegd finieerd, dat ruimtelijk en functioneel aansluit op de
aan de TAC. Deze onafhankelijke, door de gemeenteraad Hoofdgroenstructuur (zoals de Groenvisie 2050 en de
benoemde commissie heeft zich te houden aan de vastge- referentienorm groen voor gebiedsontwikkelingen). Ook
legde criteria, en formuleert haar adviezen verder binnen waterbeleid raakt de Hoofdgroenstructuur.
de interpretatieruimte die bestaat tussen de beleidsmatige
doelstellingen van het Hoofdgroenstructuurbeleid en de Al met al was er, met de komst van de Omgevingsvisie, het
ruimtelijke en functionele werkelijkheid van de aange- omgevingsplan en een nieuw coalitieakkoord, reden om de
boden plannen. De TAC adviseert aan B&W of initiatieven oude Hoofdgroenstructuur te evalueren en te herijken.
inpasbaar zijn in de Hoofdgroenstructuur.
Gemeente Amsterdam 5
2. Een terugblik
De TAC begon medio 2003. Sedertdien zijn de rand- Hoewel de TAC gebonden is aan een toetsende rol, vervult
voorwaarden van de Hoofdgroenstructuur geleidelijk ze ook steeds meer een signalerende rol: de TAC neemt,
gewijzigd en is ook een — lokaal, nationaal en internatio- omdat zij de ontwikkelingen rond het stedelijk groen in
naal - politiek besef gegroeid van de veranderingen. De heel Amsterdam en langjarig overziet, tendensen waar die
Hoofdgroenstructuur bewees zich als waardevol juri- in een andere context onzichtbaar blijven. Op basis daarvan
disch planologisch instrument ruimschoots reden om neemt de TAC zo nu en dan de vrijheid zaken te adresseren.
hem in 2011 te integreren in het beleidskader van de Zo geeft de TAC steeds vaker advies op concept beleids-
Structuurvisie 2040. Initiatieven in de Hoofdgroenstructuur visies (denk aan de adviezen over: Koers2025; Agenda
zijn frequent bespreekpunt in de raad(scommissie). Een Groen; Groenvisie 2050; Visie Openbare Ruimte; Nota
verordening voor de taakstelling van de TAC is door de Duurzaam Landschap; Volkstuinenbeleid; Omgevingsvisie
Gemeenteraad vastgesteld. De TAC werkt met een vast 2050; Cultuurhistorische verkenning binnentuinen;
vijfwekelijks vergaderschema, dat te raadplegen is op de bestuursopdracht Vrije Ruimte; Windvisie en de Regionale
website van de gemeente Amsterdam. Ook de adviezen Energie Strategie). Ook vroeg de TAC aandacht voor thema-
worden daar gepubliceerd. tische opgaven (stadslandbouw; verhardingspercentages
in relatie tot de sportopgave; kunstgras; energietransitie;
De TAC toetst of initiatieven inpasbaar zijn in de druk op struinnatuur) via thematische adviezen, onze
Hoofdgroenstructuur. Het advies kan positief, negatief jaarverslagen en bilateralen met de wethouder Ruimtelijke
of positief onder voorwaarden zijn. Vertegenwoordigers Ordening en Portefeuillehouders bij de stadsdelen.
namens B&W kunnen bij de TAC een advies dan wel pre-
advies inwinnen, afhankelijk van het stadium waarin een
initiatief zich bevindt. De statistieken laten zien dat het
aandeel negatieve adviezen op jaarbasis in de loop der
jaren is afgenomen (zie verder Hoofdstuk 3). Dat komt
mede omdat de notie van het bestaan en belang van de
Hoofdgroenstructuur en de rol van de TAC hierbij gelei-
delijk aan onderdeel zijn geworden van het collectieve
geheugen van Amsterdam. Ook worden plannen vaker dan
voorheen in een vroeg stadium aan de TAC voorgelegd.
Ge ld m Le À OK )
vp A k p Se 74 p
s Se AA Bn,
ro m b Ns Îe. a.
in Mal We 7 gE nn
ed. es Nl:
eden | ine
vò ke 5 e 5 Bà E 7 | Î $
A en ze A pe -”
\ \ AAN
km a N Ve
CAE EEn
Te Tet ZA Pf Geel
zn & mi
% d
nà
e 2002
6 Meerjarenverslag - TAC 2022
Wat werkte er goed aan de Hoofdgroenstructuur? Wat werkte er goed aan de TAC?
e _ De erkenning van het stedelijk groen als een onmisbare « Een compacte onafhankelijke commissie van
component van de stad, die kwetsbaar is en dus deskundigen, die live beraadslaagt. Soms is de richting
bescherming behoeft. van het advies snel duidelijk, soms ontstaat het advies
e De inbedding in een ruimtelijke Structuurvisie uit de gedachtewisseling. Verschillende disciplines
van Amsterdam, die ook andere dan groene leveren evenzoveel invalshoeken; deelnemers zijn
beleidsambities in zich heeft: een afgewogen en bereid die van de anderen toe te laten; de discussie
integrale basis. leidt tot gezamenlijkheid.
e _ De combinatie van visie en instrumentarium * _De continuïteit en kennisborging binnen de
(toetsingscriteria) waardoor middelen en doel van adviescommissie, middels het getrapt inwerken en
de bescherming van de Hoofdgroenstructuur steeds vervangen van TAC-leden.
gekoppeld zijn. e _ De vijfwekelijkse frequentie van TAC-vergaderingen
_ Het beschermingsmechanisme — wie de en mogelijkheid om in geval van spoed tussentijds te
Hoofdgroenstructuur wil beschadigen, heeft een lange adviseren.
weg voor zich. e _ De status van de adviezen — TAC adviezen worden
e _ De beschermings- en ontwikkelconstructie: meestal opgevolgd (zie verder Hoofdstuk 3), zo
beleidsintenties (bescherming en versterking) niet dan volgt afwijking pas na instemming door de
en beleidsmaatregelen (toetsingscriteria) in de gemeenteraad.
Structuurvisie en grondgebruiksregelingen in het e _ De duidelijke en feitelijke criteria; zij bakenen de
bestemmingsplan, met niets daartussenin. adviesruimte af. Waar de feitelijke criteria (geen
e _ De grote betrokkenheid bij dit instrument van zowel overnachting’) geen houvast bieden, zijn er in de
politiek, media als de stad: iedereen heeft een mening criteria nog ‘interpretatiekompassen’ (draagt bij aan de
over groen. bruikbaarheid van ….
e _ Het ambtelijk voorwerk. Dat levert context die
afzonderlijke leden van de commissie niet kunnen
hebben; heeft weet van voorgaande adviezen
(geheugen’), en vormt de trait d'union naar
bestuurlijke en raads-overwegingen.
e _Het ambtelijk nawerk: uitwerken van notulen en
adviezen - niet in de laatste plaats omdat daardoor
het werk voor de commissieleden beperkt blijft tot
inhoudelijke zaken.
| RE DA
‘ el) A € 5e %
—%, Gt Á
4 EE A
\ b et Ee Eee Ì ne de Ds
Ne ta mn Keen
#7 5 ze LS ee,
( 7 / r F e ob Z : " N /
2 | S " Jan, ia en 7 > EF == LS ae
eN EPE a
e Ni NEN
vo ‘ PE ee
ret è sekte et wi
4 CA eik én
E maan de 5 5
\ EN
p ‘
VN \
É
” 2011 2022
Gemeente Amsterdam 7
Wat werkte er niet goed aan de Hoofdgroenstructuur? On On
e _ Het fenomeen ‘tijdelijkheid’: na afloop van tijdelijke * Te laat in de planvorming bij gebiedsontwikkeling komt
aantasting van de Hoofdgroenstructuur wordt deze de notie van ligging in de Hoofdgroenstructuur naar
aantasting veelal verlengd, dan wel opgevolgd door voren. Daardoor worden de beleidsuitgangspunten
een andere tijdelijke aantasting (vaak op dezelfde van de Hoofdgroenstructuur en de criteria
plaats). van inpasbaarheid soms weinig benut ter s
e _ Hetgebrek aan visie bij de planindiener op de context versterking ven de Hoofdgroenstructuur in deze
. … . gebiedsontwikkelingen.
van het voornemen — zowel ruimtelijk, functioneel als
in de tijd. Bijvoorbeeld een initiatief tot horeca in een
park, waar al horeca is, , Wat werkte er niet goed aan de TAC?
e _ Zicht op het fenomeen ‘koekoeksjong’, een kleine __Nietalle planmatige aanrakingen van de
voorziening, die inpasbaar lijkt, maar bij succes Hoofdgroenstructuur in afwijking van een
groeit, en dan uitbreidingsruimte nodig heeft, die niet bestemmingsplan werden als zodanig opgemerkt en
inpasbaar is. aan de TAC voorgelegd — maar het aantal was gering.
° Omgang met de Provinciale Ruimte-voor- e Tegelijkertijd signaleert de TAC een gebrek aan
Ruimteregeling, waarin hetzij aanvragers veel meer ambtelijke verkenning van wenselijkheid tot afwijking
ruilbare bebouwing en verharding opvoeren dan van het Hoofdgroenstructuur bij initiatieven van
volgens de regels inzetbaar is ter compensatie van particulieren. Dan wordt een TAC advies automatisch
sloop, hetzij oncontroleerbare berekeningen opvoeren ingewonnen parallel aan andere toetsingsonderdelen,
om de noodzaak van verdienbebouwing tegenover met als redenen: zelf geen idee hebben, de korte
sloopverlies aan te tonen. Gevolg: meer bebouwing wettelijk afhandeltermijn van aanvragen, of het
terug dan verdween. TAC advies gebruiken om de keuze voor afwijzing/
e _ Nazorg: er is geen zicht op de uitvoering van TAC overname te beargumenteren.
adviezen. e Een enkele stadsdeelbestuurder zag de TAC als een
e _ De neiging het maximum van de inpasbare aantasting extra hindermacht en sprak het voornemen uit deze
van de Hoofdgroenstructuur (zoals verhardingsnormen) waar mogelijk te mijden.
te hanteren, waardoor er per saldo steeds meer groen _ De te schamele wijze waarop sommige
verdwijnt. organisatieonderdelen hun adviesvragen onderbouwen
e Het veelal ontbreken van feitelijke informatie — zodat een advies wegens tekort aan informatie niet
over de mate van verharding/bebouwing in de tot stand kan komen.
Hoofdgroenstructuur bemoeilijkte de toetsbaarheid _ De planvertegenwoordigers die sommige
van de maximale percentages. organisatieonderdelen naar de TAC-vergaderingen
e _ Struinnatuur stiefmoederlijk te behandelen, door het zenden — soms nauwelijks op de hoogte van de inhoud
om te zetten in intensievere vormen van groengebruik, en/of de context daarvan.
of in te zetten als landingsplaats van voorzieningen die De adviessnelheid: indieners moeten soms lang
elders moeilijk geplaatst kunnen worden. op hun advies wachten vanwege onvoldoende
e _ Bij herstructurering van buurten en wijken de capaciteitsborging bij het ambtelijke secretariaat van
maatschappelijke voorzieningen zo mogelijk over de de TAC.
rand, i.c. in het groen worden geprojecteerd.
Te vaak zien we nog oud denken: groter, uitbreiden. Ten koste van het
groen. Rigoureus vergroenen kan alleen als alle functies zich aanpassen:
indikken, herschikken. Ruimte maken voor het groen.
Marijke van Schendelen
8 Meerjarenverslag - TAC 2022
3. Een blik vooruit richting nieuwe Hoofdgroenstructuur
Het instrument Hoofdgroenstructuur is in 2003 uitgevonden en energietransitie). Maar veel blijft ook hetzelfde — de
en heeft zo goed gewerkt dat in de Omgevingsvisie Amsterdammers blijven houden van hun groen in en om de
Amsterdam 2050 de continuering wordt aangekondigd. stad.
De goede werking blijkt ook uit de wijze waarop omge-
gaan wordt met tijdelijke initiatieven, negatieve adviezen De transformatie, van oud naar nieuw
of voorwaarden die gesteld worden en de beperkte Drie bewerkingen zijn nodig om de oude
mate waarin sprake is van contrair gaan aan negatieve Hoofdgroenstructuur te transformeren tot een nieuwe:
TAC-adviezen - 1) up-to-date maken, van kaart en groentypen
- 2) passend maken voor de nieuwe opgaven
De nieuwe Hoofdgroenstructuur borduurt dus voort op - 3) uitbreiding
de oude — uiteraard rekening houdend met de veran- Het concept beleidskader Hoofdgroenstructuur (december
deringen die in de context zijn opgetreden. Zo is niet 2021) geeft antwoorden op relevante vragen bij deze
de Structuurvisie (Wet Ruimtelijke Ordening) het kader, drie noodzakelijke bewerkingen. In ons advies van 23
maar de Omgevingsvisie (Omgevingswet), met daarin februari 2022 gaven we een gedetailleerde reactie daarop.
de strategische keuze van rigoureus vergroenen en het In algemene zin hebben we grote waardering voor het
streefbeeld Hoofdgroenstructuur 2050. Het nieuwe concept beleidskader Hoofdgroenstructuur. Er spreekt een
Hoofdgroenstructuurbeleid is hiervan een uitwerking grote zorgvuldigheid voor en kennis over het bestaande
en zal volgens de beleidscyclus van samen stad maken Amsterdamse groen en een juist gevoel voor de dilemma’s
vaker worden geactualiseerd. En de ruimtelijke opgaven en uitdagingen waar het groen in een verdichtende stad
zijn deels geïntensiveerd (verdichting en transforma- voor staat.
ties binnen de stad) en deels nieuw (klimaatadaptatie
SEE TEE in A BR ETE … .
2%, ee ee zor ee ed Jen In de TAC-praktijk komen er soms projecten
DE TE jn 8 voorbij, waarbij men zich eigenlijk pas in een te
Re se Pi, pi ie 5 BEREN /aat stadium heeft gerealiseerd dat men in de
LE ea ze RR a EE: 8 E Ì Á BEN Hoofdgroenstructuur bezig is. Llapwerk en excuses
NR RE eg Ee il eN , 4d s iS ; BRESNN ven tijdsdruk voeren dan de boventoon. Des temeer
DE EK. vn Tij. Sk a } B Je | K Î de dn kk vallen dan projecten op waar een ontwerper zich
Se mar, al Ze enen à ER ht terdege van de Hoofdgroenstructuur en de kwaliteit
EE RAR ie er EN jp BE se 5 van het groen bewust is geweest. En waar werkelijk
en we GE maatwerk is geleverd ten aanzien van de kwets-
dj, í ä BGN Ö baarheden van en beleidsintenties in het openbaar
A groen. Als dat maatwerk dan ook nog met gepaste
ANN ej oe BE . . .
Der MEN en EO trots in een enthousiast verhaal en met veel liefde
Ak Ge Re inn Ra ET pe ed voor de groene opdracht aan de TAC wordt gepre-
B En en: ie lele ke senteerd, is de dag mooi. Dan zie je wat er moge-
ee ere B a lijk is en hoe we gezamenlijk dat kwetsbare groen
En EER ON BE Kunnen behouden.
ae ie ee Ee Hee Se eN de Gn en En Wim Timmermans - Jan Vroegopsingel - TAC-advies
EEDE ENE Sn TS 23 juni 2016 — groentype corridor
Gemeente Amsterdam 9
Als het aan de TAC ligt…. Biodiversiteit
Het ligt niet aan de TAC — maar de TAC neemt de vrij- Met de groentypen struinnatuur en corridor kent de
heid haar visie te geven, omdat zij vanuit een jarenlange bestaande Hoofdgroenstructuur al een eigen waarde toe
ervaring met de Hoofdgroenstructuur meent een gefun- aan de biodiversiteit, los van de gebruikswaarde voor de
deerd beeld van de toekomstmogelijkheden voor een mens. Wel heeft de TAC met enige regelmaat moeten sig-
Hoofdgroenstructuur te hebben. En de TAC houdt van de naleren dat juist de gebruiksdruk van de verdichtende stad
groene stad Amsterdam, daar begint het mee. op deze groentypen effect heeft. Met de ambitie om een
moet zijn Ons volledige TAC-advies bij het concept beleids- leefbare stad te zijn voor mens en dier en de strategische
kader Hoofdgroenstructuur is te vinden op keuze in de Omgevingsvisie om rigoureus te vergroenen
maps.amsterdam.nl/Hoofdgroenstructuur. In de kern gaat worden er mogelijkheden gecreëerd om de biodiversiteit
het om de noodzaak van beschermen, verbinden, in de stad te vergroten, waar de wereldwijde trend juist
versterken en vernieuwen. getuigt van een afname in een hoog tempo. Deze groen-
waarde verdient in de nieuwe Hoofdgroenstructuur wat ons
betreft stevige borging. Hiermee samenhangend, vragen
1. Beschermen we aandacht voor de wijze waarop de verplichte quick-
scans flora en fauna veelvuldig worden ‘afgevinkt’, met
Bescherming van de Hoofdgroenstructuur blijft nodig. verouderde rapporten die gebaseerd zijn op algemeen
Veelzeggend is dat groen in een compacter wordende stad deskresearch in plaats van onderzoek ter plaatse.
wel verandert in rood, maar rood wordt zelden meer groen.
Al is een verkleuring van groen naar rood als de wil er is wel Flexibiliteit
degelijk omkeerbaar, zie park Somerlust. Groen behoort Hoe kunnen we een Hoofdgroenstructuur ontwikkelen die
niet zwak te zijn: het is niet alleen in toenemende mate we enerzijds beschermen (met een stevige planologisch-
onmisbaar in de ‘oude’ functie, maar ook voor de klimaat- juridische status) en anderzijds ontwikkelen parallel aan de
adaptatie, de waterberging en de luchtkwaliteit. Een syste- dynamiek in de stad?
mische benadering van het groen in plaats van een secto- Het is misschien niet zo ingewikkeld als het lijkt. Elke
rale behoort te leiden tot een passend instrumentarium, Hoofdgroenstructuur is een momentopname van gestolde
noodzakelijk om het groen op lange termijn te waarborgen. opvattingen over wat een stad moet (moest) zijn; dat geldt
Het betreft een integraal raamwerk en nog geen uitge-
werkt plan. Niettemin vind ik het een goed voorbeeld van
het inzetten van de TAC als adviesorgaan. De transformatie
naar gemengd woon-werkgebied biedt enorm veel kansen mn
voor het realiseren van een hoogwaardige groen- en eco- Zn EE i
logische structuur. Er wordt zowel ingezet op nieuw groen, EE LN Ze jn
als op het beter inrichten en gebruiken van op dit moment tn ke We Teseed hek
onbenutte stukken restgroen. Ook het onderscheid in dees Ee d ee
vier typen sportparken spreek me aan (supercompact,
compact, stedelijk en landschappelijk). Misschien hebben
we hier een goede blauwdruk te pakken over verschillende
criteria voor verschillende typen sportparken. Ondanks de Le oe
vaagheid lijkt de groenambitie groot, maar vonden we het | KE: Ee. 5
centrale park aan de kleine kant en roepen de ecologische aje eel OT
verbindingen vragen op, met name die over water. Ik ben | & |
benieuwd hoe dit verder gaat. Ik zou er nog wel eens een AE | À in 3 SE Ee |
keer over verder willen praten. Fi Wd” B EE | 4 TG
Emden AR:
Sjef Janssen - Haven-Stad Integraal Raamwerk - TAC-advies zo 4 Ed Ei SER ok bn
21 september 2021- nog geen HGS ee em ed ao! 4 ED
10 Meerjarenverslag - TAC 2022
ook voor de andere samenstellende structuren. Daarin leg Routes
je niet alleen vast wat er is en beschermenswaardig is, maar Daarvan zijn drie soorten:
ook wat er nog niet is, maar komen moet en dan bescher- e _ Routes die de elementen van de Hoofdgroenstructuur
menswaardig wordt (in de periode waarin het beleid met elkaar verbinden,
werkzaam is). e _ Routes die de stedeling toegang geven tot de
Een stad verandert niet uit zichzelf: wij doen de stad elementen van de Hoofdgroenstructuur,
veranderen. Ten opzichte van de Hoofdgroenstructuur e Routes die de stedeling (langs of via de elementen van
heeft verandering drie vormen: vernietiging (als de Hoofdgroenstructuur) vanuit de stenen stad naar
Hoofdgroenstructuur-onderdeel, hieronder valt dus ook het buitengebied brengen.
verkleining), transformatie (van karakter binnen de legenda
van de Hoofdgroenstructuur), en uitbreiding. Alle drie Ze zijn alle drie even belangrijk.
waarneembaar, beoordeelbaar en planbaar. Deze routes zijn er deels al, maar niet overal en niet com-
Die verandering vindt niet ongemerkt plaats: er zijn steeds pleet: er ontbreken schakels.
plannen. Als je blij bent met de voorgestelde verande- De routes moeten veilig, aantrekkelijk en overzichtelijk zijn.
ringen in de Hoofdgroenstructuur: doorzetten — en omdat Onder aantrekkelijk valt ‘groen’, maar ook ‘ruim’ — routes
we een democratie zijn: naar de raad. langs waterlopen bijvoorbeeld.
We weten het al, we doen het al en we zijn er zelf bij. De TAC stelt voor deze routes onderdeel te maken van de
nieuwe Hoofdgroenstructuur, in de vorm van bestaande
Grootschalige herstructureringsopgaven bieden in die zin routes en topografisch vastgelegde ambities. Dat laatste
ook kansen. De gevraagde flexibiliteit brengt de verplich- opdat voltooien van ontbrekende schakels niet door
ting met zich mee om te investeren in een kwaliteitsimpuls andere stedelijke ontwikkelingen onmogelijk gemaakt
in plaats van aantasting. We kunnen de factor tijd in deze wordt. Door deze ontbrekende schakels in kaart te
niet genoeg benadrukken: groen heeft tijd nodig om zich brengen, worden de bijzondere opgaven ter verster-
volledig te ontwikkelen en neemt met de tijd in waarde king van de Hoofdgroenstructuur zichtbaar: de stedelijke
toe. Dat geldt voor alle groentypen. Behoeden van wat je acupunctuur.
hebt op basis van lange termijnkennis van het groen en
wijze van beheer zouden hierbij veel meer voorop moeten Water
staan. De spelregel dat projecten in de eindsituatie moeten Een niet-gangbare maar wel toepasselijk definitie van land-
resulteren in een kwalitatief betere Hoofdgroenstructuur schap in West-Nederland is: de verhouding tussen land en
ondersteunen we, maar stelt ons onvoldoende gerust. Wat water. Voordeel van deze tegelijk brede en toegespitste
ons betreft wordt via aanwijzing van zoekgebieden op de definitie is dat hij zowel geldig is voor ommeland als stad:
kaart inzichtelijk gemaakt welke selectie van projecten ook in de stad ligt een landschap — en zo kan het water in
voor deze flexibiliteitsregel in aanmerking komen. Op de stad gezien worden als de transformatie van het water
deze wijze is de reikwijdte van de consequenties voor de dat er was voordat de stad er was. Kenmerken ervan zijn:
Hoofdgroenstructuur te overzien. het zijn vooral doorgaande waterlopen, ze creëren ruimte
in de stad, en ze sluiten aan op de waterlopen in het bui-
tengebied. Het is al een netwerk.
2. Verbinden Dat zijn precies de kenmerken die wij verbinden aan de
Voor de nieuwe Hoofdgroenstructuur ligt er de mogelijk- recreatieve routes in de stad en vanuit de stad naar buiten.
heid deze te ontwikkelen van een inventaris van groene En dus is dit een kans: op slim gebruik van de waterruimte
gebieden tot een recreatief en ecologisch stelsel, door de in de stad bij het traceren van het routestelsel in de nieuwe
oude structuur van het distributieve stelsel te verrijken met Hoofdgroenstructuur. Daarnaast is ook het toenemend
een stelsel van verbindingen. Daarmee wordt de structuur gebruik van het water relevant: varen, Zwemmen, oeverge-
van ‘min of meer gelijkmatig verdeling van groene functies bruik — en dat in steeds schoner water. De Omgevingswet
over de stad’ omgevormd tot een ruimtelijk netwerk. biedt mogelijkheden om buiten de officiële zwemlocaties
Twee verbindingen springen daarbij in het oog: routes en faciliteiten te creëren - de verantwoordelijkheid ligt dan
water. bij de zwemmer. Ook met oog op biodiversiteit is het de
overgang van land naar water waar met de juiste natuurlijke
inrichting een aantrekkelijk leefmilieu kan worden gemaakt.
Gemeente Amsterdam 11
3. Versterken: ambitie en investeringen
Uitbreiding van de Hoofdgroenstructuur met nieuwe (toe- Klimaatadaptatie
komstige) onderdelen, het oplossen van knelpunten binnen _ Het belang van groen in het vraagstuk van klimaatadap-
en de versterking van de bestaande Hoofdgroenstructuur tatie/ hittestress is groot, in het bijzonder gekoppeld aan
houden de verplichting in daarvoor ook financiering te kansenongelijkheid en energiearmoede. Groen is koel.
regelen. Voorwaarde daarbij is dat groen in het vroegste De impact van hittestress is fysiek ongelijk verdeeld over
stadium van de ontwikkelopgaven wordt mee-ontworpen — _ de stad, maar zal ook sociaal-maatschappelijk ongelijk
en tot onderdeel van de financieringsconstructies gemaakt. verdeeld worden over de stad. Waar een airco voor een
individueel huishouden een oplossing kan brengen, kan
Schoonheid energiearmoede dit voor een deel van de stedelingen
Amsterdam is (hoe omstreden dat ook is) een toeristen- uitsluiten. De rol van groen en het gebruik van groen kan
stad, en Amsterdammers houden van mooi. Met de ste- hierin een middelende rol spelen. Dit geldt op heel lokaal,
delijke intensivering komt het kwaliteitsaspect naar de gebouw- en straatniveau, maar geldt ook voor de invloed
voorgrond: de Hoofdgroenstructuur is een constructief die grotere groeneenheden, deel uitmakend van de
element van een reusachtig en beeldschoon bouwwerk Hoofdgroenstructuur, kunnen hebben op het dempen van
— Amsterdam — en is ook op zichzelf reusachtig en beeld- de hittestress.
schoon. Deze groene ruimtelijke kwaliteit is deel van de
nieuwe Hoofdgroenstructuur, verankerd in een analyse van
die groene ruimtelijke kwaliteit: het landschap in en om de
stad.
Het In feite werd de TAC geconfronteerd met een voor-
beeldig renovatie- en beheerplan voor een park dat in
de jaren ‘70 is aangelegd en nu hoognodig aan renovatie
fd toe was. Alle complimenten aan de opstellers van het
B } plan. De basisopzet van het 70-jarenplan is gerespec-
| e es El teerd. In feite wordt achterstallig onderhoud aangepakt
: ä v (Es ED door bijvoorbeeld de oorspronkelijke zichtlijnen te
A ON en 1 AN ie des ‚N herstellen en wordt het park ingericht voor de huidige
ae Rt ls zoik RN 5. fl NN fl
ü G ie) Ent [| î RE gesubsi, die bijvoorbeeld meer eisen stellen aan het
ee en ie va 5 fietspadenstelsel.
| En Ln EE Ean À ds HE cl De bebouwing wordt versterkt, de entrees worden
Ie re " De WA 5 5 zichtbaar en meer toegankelijk gemaakt en de sociale
d PEAAN EE - a —n as veiligheid voor alle gebruikers is een serieuze kwestie.
si Pii Ji te Ee î e m 4 zh Dit blijkt onder meer door de Postjesweg over het park
il Á ij NA ” ad Ge \ El heen, als onderdeel van het park te beschouwen en
Oh | Blf di SMM, Leg door middel van een horecagelegenheid het park en de
Bl f j " nn N We Postjesweg in de toekomst zo met elkaar te verbinden.
p= B ee zer IN A a ì Marijke van Schendelen - Renovatie- en beheerplan van
î | B e EN het Rembrandtpark. TAC-advies 21 januari 2021 — groen-
Î Kn ä E type stadspark
12 Meerjarenverslag - TAC 2022
4. Vernieuwen
Op enkele plekken in de stad wordt op basis van eerdere kringlooplandbouw, het tegengaan van bodemdaling en
bestuurlijke besluitvorming door de TAC getoetst herstel van biodiversiteit in Waterland onderschrijven we
aan gebiedspecifieke toetsingskaders. Aangezien op ten zeerste. Deze opgaven vragen richting toekomst vanuit
enkele hiervan (Programma van eisen Tuinen van West, de ontwikkelgerichtheids-gedachte wel om concretere
visie Zuidas en Masterplan Sloterplas) inmiddels actu- handreikingen in het Hoofdgroenstructuurbeleid om de
eler beleid vigeert dat in overeenstemming is met het transitie ook daadwerkelijk op gang te brengen, naast een
Hoofdgroenstructuurbeleid, geeft de TAC de voorkeur aan nieuwe balans tussen agrarische, natuur, landschappelijke
toetsing aan het algemene Hoofdgroenstructuurbeleid. De en recreatieve doelstellingen.
in het conceptbeleidskader Hoofdgroenstructuur toege-
voegde gebiedspecifieke toetsingskaders voor het Martin Energietransitie
Luther Kingpark en de Noorder IJplas vloeien voort uit de Er komt een omvangrijke opgave op Amsterdam af‚ waarvan
daarin bij raadsbesluit belegde afspraken over planvorming we nu de impact nog moeilijk kunnen bevatten, maar
in de Hoofdgroenstructuur. waarbij vroeg of laat ook naar de Hoofdgroenstructuur
Daarnaast vragen opkomende thema's om een vernieuwde gekeken zal worden om ruimte te bieden. Daarbij zien
visie op het groen en de Hoofdgroenstructuurgebieden. we deze opgave niet alleen als een bedreiging van de
We lichten er een drietal uit. Hoofdgroenstructuur. Deze opgave biedt ook kansen,
die benut kunnen worden als er bij inpassing aan twee
Waterland voorwaarden kan worden voldaan. De eerste betreft het
Gezien de (inter)nationale ontwikkelingen op dit vlak centraal stellen van de kwaliteit van het groen. De tweede
vragen we specifieke aandacht voor een hernieuwde is dat opbrengsten voortvloeiend uit de energieopgave
visie op het agrarisch landschap van Amsterdam en rechtstreeks ten goede komen aan het groen. Het verdien-
omgeving. In de Omgevingsvisie Amsterdam 2050 is vermogen van het landschap kan er op deze wijze mee
de wens opgevoerd om Waterland te transformeren tot worden versterkt. De inpassing van de energieopgave dient
Amsterdam-Wetlands. Deze opgave wordt nu niet verder in samenhang te worden gebracht met de kwaliteit van het
geadresseerd. Tegelijkertijd weten we dat het specifieke groen en de belangrijkste opgaven die daarmee samen-
gebiedskader ‘Beleidsvisie en toetskader Stadsrandpolder hangen, zoals de veenweiden met bodemdaling, water-
Waterland’ (2012) verouderd is gezien de lange termijn- peilen/ vernatting en openheid. Omdat de Amsterdamse
opgaven die hier actueel zijn en de strijdigheid met de landschappen grote verschillen laten zien, is de opgave
Provinciale Verordening. Inzet op de omschakeling naar in de zoekgebieden ook steeds anders; een generieke
ME Daarin wordt een grote kwaliteitsimpuls op meerdere
lm: St en Ee vlakken voor het Gaasperplaspark voorgesteld. Het plan
: A Ee ú a ee stoft de oude kwaliteiten van het voormalige Floriadepark
ik 4 Je af en integreert ze met nieuwe ingrepen. De kwaliteits-
® g impuls die wordt voorgesteld beperkt zich niet tot één
an 5 aspect: zowel verbetering van de paden, versterking van
en ä de natuurwaarden als het toevoegen van nieuwe func-
ze EAA k ties wordt voorgesteld. Ook de suggestie van de TAC om
4 LE : Ns En Es ij het park een grotere dan alleen een buurtfunctie te laten
5 N kf Ì krijgen is in het Toekomstplan opgenomen. Het belang van
k an dd DE in £ een dergelijk park voor de steeds dichter wordende stad
nnn 5 wordt met dit Toekomstplan onderstreept.
i Vincent Kompier - Toekomstplan Gaasperplas - TAC-advies
j 25 januari 2021 — groentype stadspark
Gemeente Amsterdam 13
opgave is te eenduidig om te kunnen beoordelen of ze ‘nee, tenzij principe’ voor realisatie van de sportopgave
en in welke prioritering ze een bijdrage zouden moeten geeft richting aan de vraag in welke mate de sportopgave
leveren aan de energieopgave. Dat vergt een nauwkeu- in de Hoofdgroenstructuur mag landen. De sportopgave
riger analyse van de zoekgebieden en voortvloeiend is echter veel meer omvattend en vraagt om een totaal
daaruit: een nauwkeuriger definiëring van de opgave indie andere manier van stad maken, waarin innovatieve duur-
landschappen. zame concepten worden gestimuleerd en duidelijke keuzes
Het ‘nee tenzij’ principe stelt de TAC richting verdere worden gemaakt over hoe we met normeringen van groen
toekomst onvoldoende gerust. Het gaat om beeldbe- en sport in gebiedsontwikkelingen om willen gaan.
palende elementen in grote aantallen. Een vooruitblik Nog te makkelijk worden deze opgaven uit projectge-
op of, waar en onder welke voorwaarden elementen als bieden doorgeschoven naar de randen van de stad of naar
grootschalige nutsvoorzieningen en zonneweides in de volgende ontwikkelfasen, waardoor de druk op de toppen
Hoofdgroenstructuur zouden kunnen landen, kan waar- van de groene scheggen verder toeneemt. Zolang dit nog
devol voorwerk zijn voor het moment dat deze voorzie- gebeurt, is de ambitie om het landschap open te houden
ningen zich daadwerkelijk aandienen. en primair op natuur in te zetten niet houdbaar. Het zal om
nog scherpere keuzes vragen, dan het intekenen van een
Sportopgave sportopgave in de vorm van 6 zoeklocaties voor sport-
De TAC beschouwt de sportparken als belangrijke schakels landschappen in de koppen van de scheggen. Dit is geen
in het samenhangende netwerk van het groen in de stad. makkelijke opgave, maar wel een urgente, om te sturen op
Maar de vraag is of de Hoofdgroenstructuur op de toename de kwalitatieve bijdrage die sport tegelijkertijd te bieden
van sportparken berekend is, ook in relatie tot andere heeft aan de versterking van de Hoofdgroenstructuur.
stedelijke opgaven. De drukte is overal en zal blijven. Zie Het parallelle spoor van intensiever gebruik van de
bijvoorbeeld hoe commerciële sport in de openbare ruimte bestaande sportparken leidt tot extra verharding. Mogelijk
is toegenomen. De vraag is hoe die druk zich verhoudt tot kan er meer gekeken worden naar groene verhardings-
de verschillende functies in de Hoofdgroenstructuur. De typen. Dit vraagt om een actievere investering in sport-
veranderlijkheid van sporttrends speelt daarin een rol. parken als groengebied (natuurontwikkeling van de
Het geïntroduceerde 3 stappenplan als invulling van het randen). De wens tot intensivering staat op gespannen
5 4 ze
Kunstwerk Meer en Vaart, de Meervaart, de hengelsport- srngin ee
vereniging en het restaurant op het bolwerk. Alle met als be
achtergrond dat voor een kostbaar stedelijk kunstwerk als
de Sloterplas bij de betrokken bestuurders kennelijk geen De ; ia ann dins |
helder beeld of heldere visie bestaat van wat daar in en k E Npe irri
omheen de ontwikkelingsmogelijkheden zijn, wat je vooral À k A En
niet moet doen, en wat de gevaren zijn die zo’n kunstwerk de e 8 En me ee k ee k EE
Anders gezegd: dat ook daarvoor het instrument RE U BEEN | | | kenner ed
Hoofdgroenstructuur is uitgevonden: om de op incidenten bd A Te Ze liel! PN RE Eens HN IE LE NEE
Dat is wat werken in de TAC leuk en relevant maakt Ee
Rob van Leeuwen — Meerder adviezen, vanaf 2019, omtrent Ss en
de Sloterplas — Diversen — groentype stadspark ee
en en
14 Meerjarenverslag - TAC 2022
voet met de wens tot toevoegen van openbare ruimte in gebruiksgroepen en de opgave om ze financieel dekkend
de sportparken en het tegelijkertijd inpassen van formele en beheer(s)baar te houden. Veelal zijn ze onderdeel van
sport. De kans bestaat dat de intensivering een dusdanige een groengebied en daarmee onlosmakelijk onderdeel
vorm aanneemt van gebouwde voorzieningen, dat het de van de Hoofdgroenstructuur. Bekende voorbeelden ervan
vraag oproept tot waar er nog sprake is van een groenvoor- _ zijn camping Vliegenbos en camping Zeeburg. We signa-
ziening. Dat er grenzen zitten aan het meer toegankelijk leren in relatie tot de veranderende vraag en de zoektocht
maken van dergelijke semiopenbare voorzieningen werd naar nieuwe verdienmodellen dat het seizoensgebonden
bevestigd in het stedelijke traject met de volkstuinparken. kamperen met een tent op gras stapsgewijs plaats maakt
Toch zijn daar flinke stappen gezet en is er nu duidelijk- voor (tijdelijke) varianten die met meer verharding (zoals
heid over de verwachtingen vanuit de gemeente richting camperstandsplaatsen) en bebouwing (clamping/ logies-
de volkstuinverenigingen. Een dergelijk traject zou deze concepten) gepaard gaan en vragen oproepen over de
doelstelling richting Amsterdamse sportparken ook kracht mate van wenselijkheid ervan in de Hoofdgroenstructuur.
bijzetten en meer inzicht geven in wat de pogingen daartoe
in de afgelopen jaren al aan vruchten hebben afgeworpen. De TAC
In dat kader vragen we ook aandacht voor de diversiteit Richting toekomst blijft het gemeentebestuur gebruik
aan sportparken in de stad. Er zijn grote verschillen in ken- maken van de diensten en adviezen van de Technische
merken en mogelijkheden tussen de twee uitersten vaneen Adviescommissie Hoofdgroenstructuur. Wel wordt parallel
kleinschalig tennispark en een landschappelijk golfterrein. aan de introductie van de Omgevingswet onderzocht of
en hoe de TAC geïntegreerd kan worden in de Commissie
Stadscampings Omgevingskwaliteit, vanuit de wens tot meer integrale
De meeste kampeerterreinen in Amsterdam kennen toetsing op ontwikkelingen in de stad. Op basis van onze
een lange geschiedenis. Vandaag de dag zijn zij nog opgebouwde ervaring denkt de TAC in de voorbereiding
steeds in trek, maar met veranderende behoeften en hiervan graag mee.
ai -
É
Ld Er a el ie dn. k me :
an | EN OO a „t mma
nand. 5 am En. | wake Ei en neee ks en Eus N rn rik RD 5e
£ aken CUM En 47 Wen ns a ee Ed 5 _ú OE jen rn Ten = ed Ti pi
5 On EN a
Gemeente Amsterdam 15
B ee
ijlagen
Datum uitgaan
Aanvraag TAC Stadsdeel advies Vorm advies Uitkomst
Fietspad Abcouderstraatweg / Tafelbergweg Zuidoost 11-jan.-19 afhandeling door secretariaat
Nelson Mandelapark stedenbouwkundig plan Zuidoost 23-jan.-19 preadvies neutraal
Principenota Spieringhorn Nieuw-West 23-jan.-19 advies neutraal
Waterskikabelbaan Stedelijk 23-jan.-19 preadvies negatief
bestemmingsplan Heathrowstraat 10 -12 West 4-feb.-19 preadvies positief onder voorwaarde
Camping Zeeburg - tijdelijke bouwweg verlenging vergunning Oost 4-feb.-19 afhandeling door secretariaat
Darwinplantsoen - tijdelijke zorgvoorziening Oost 11-feb.-19 preadvies negatief
Versterking Markermeerdijk - Durgerdam Noord 15-feb.-19 preadvies positief
Kunstgras in de Hoofdgroenstructuur stedelijk 7-mrt.-19 advies positief
Bestemmingsplan Ouderkerkerdijk 203 - 204 Oost 12-mrt.-19 advies positief
Zwarte pad - ringvaart Haarlemmermeer Nieuw-West 20-mrt-19 advies positief
Diemerzeedijk 27 horecabestemming Oost 20-mrt.-19 advies positief
Mauritskade 61 aanpassing entree Oost 22-mrt.-19 afhandeling door secretariaat
Ae Herz Bestemmingsplan Landelijk Noord - 3 adressen Noord A-apr.-19 advies positief
Ringvaartsviaduct A4 tijdelijke voorzieningen Nieuw-West 7-mei-19 advies positief onder voorwaarden
s Gravesandestraat 55 - Hotel Arena tijdelijke tent Oost 9-mei-19 afhandeling door secretariaat
Gaasperplaspark conceptstructuurschets Zuid-oost 15-mei-19 preadvies neutraal
Oude Haagseweg 51 romneyloods tijdelijk Nieuw-West 17-mei-19 advies negatief
Westerpark portiersloge West 14-jun.-19 advies positief
Westerpark zendmast West 21-jun.-19 advies negatief
Ouderkerkerdijk 170 nieuwbouw woning Oost 4-jul.-19 preadvies positief onder voorwaarde
Tennispark Kadoelen clubgebouw Noord 4-jul.-19 advies positief
N200 Haarlemmervaart bruggen Nieuw-West 12-jul.-19 advies positief
Bloemendalergouw 90 -92 sanering agr. bebouwing en nieuwbouw Noord 23-jul.-19 preadvies positief
Voorlandpad 13 - tijdelijke seizoensgebonden blaashal Oost 23-jul.-19 preadvies positief onder voorwaarden
Noorder IJplas toetsingskader ruimtelijke initiatieven Noord 23-jul.-19 preadvies neutraal
Politiebureau sportpark Ookmeer Nieuw-West 2-aug.-19 preadvies negatief
5e herziening bestemmingsplan landelijk Noord - Liergouw mais Noord 12-aug.-19 advies negatief
sportpark Middenmeer Radioweg 76 beheerderskantoor Oost 13-aug.-19 advies positief
Landgoed Amsterdam - Tuinen van West Nieuw-West 20-aug.-19 preadvies negatief
Groenvisie Stedelijk 9-sep.-19 advies neutraal
BP Landelijk Noord - 6e herziening Durgerdammerdijk 138 Noord 27-sep.-19 advies positief
Ouderkerkerdijk 170 woning aangepast plan Oost 27-sep.-19 advies positief
Bestemmingsplan Barajasbuurt en omgeving Nieuw-West 10-okt-19 advies positief onder voorwaarde
16 Meerjarenverslag - TAC 2022
2
Overzicht TAC adviezen 2019
Datum uitgaan
Aanvraag TAC Stadsdeel advies Vorm advies Uitkomst
Heathrowstraat 10 - 12 Sloterdijk Nieuw-West 31-okt-19 afhandeling door secretariaat
Sloterplas nieuwbouw Meervaart Nieuw-West 12-dec.-19 preadvies negatief
Markermeerdijk depot Blijkmeer Noord 12-dec.-19 advies negatief
Sportpark Goed Genoeg, tijdelijke huisvesting Zuid 13-dec.-19 afhandeling door secretariaat
Gemeente Amsterdam 17
1
Datum uitgaan
Aanvraag TAC Stadsdeel advies Vorm advies Uitkomst
Waalenburgsingel Noord g-jan.-20 preadvies positief onder voorwaarde
Nota duurzaam landschap Stedelijk 17-jan.-20 advies neutraal
Sloterpark restaurant en terras Nieuw-West 25-jan.-20 preadvies negatief
Zeeburgereiland sportpark sportheldenbuurt Oost 31-jan.-20 advies positief
Nelson Mandelapark Zuidoost 7-feb.-20 preadvies positief onder voorwaarde
Sloterdijk 2 Zuid - Rhônepark Nieuw-West 13-feb.-20 advies neutraal
Abcouderstraatweg 79 horeca Zuidoost 13-feb.-20 advies positief
Waalenburggroen voorlopig ontwerp Noord 13-feb.-20 advies positief
Amsteldijk 316 Zuid 13-feb.-20 advies positief
Bestemmingsplan Osdorperweg Westrandweg Nieuw-west 21-feb.-20 afhandeling door secretariaat
Gebiedsvisie kop Amstelscheg Martin Luther King park e.o. Zuid 26-feb.-20 advies negatief
Martin Luther King park uitbreiding tijdelijke school Zuid 26-feb.-20 advies negatief
Beatrixpark functiewijziging kapel en convict Zuid 26-feb.-20 advies positief
Valentijnkade 132 - uitbreiding clubhuis tennisvereniging Oost 26-feb.-20 advies positief onder voorwaarde
Sportpark Spieringhorn AMHC Westerpark tijdelijke uitbreiding West 26-feb.-20 advies positief onder voorwaarde
Zuider Ijdijk 24 uitbreiding woning Oost 13-mrt.-20 advies negatief
Bestemmingsplan onbestemde vlekken Nieuw-West Nieuw-west 19-mrt.-20 afhandeling door secretariaat
Ontwikkelperspectief Diemerscheg Oost 27-mrt.-20 preadvies neutraal
Principenota herontwikkeling sportpark Spieringhorn West 15-mei-20 advies negatief
Sportpark Buiksloterbanne nieuwbouw school Noord 22-mei-20 advies negatief
Rieteiland Ijburg - steiger kanovereniging Oost 22-mei-20 afhandeling door secretariaat
Lange Stammerdijk 18 graven en dempen water ivm kavelruil Zuidoost 9-jun.-20 afhandeling door secretariaat
Artis Plantage Kerklaan 38 tijdelijke buitenbar Centrum 11-jun.-20 afhandeling door secretariaat
Plantage Kerklaan 38 - Artis fietsenstalling Centrum 24-jun.-20 advies positief
Haarlemmertrekvaart te waterlaat plaatsen maaiboten West 24-jun.-20 advies positief
Sportpark Van Heenvlietlaan tijdelijke gymzalen AICS Zuid 26-jun.-20 preadvies negatief
Durgerdammergouw 31a vervanging woning Noord 26-jun.-20 advies positief onder voorwaarde
Bestemmingsplan tuindorp Oostzaan Noord 30-jun.-20 advies positief onder voorwaarden
Uitbreiding AZC Willinklaan 3 Nieuw-West 13-jul.-20 advies negatief
Spaklerweg herinrichting Oost 22-jul.-20 afhandeling door secretariaat
Noorder IJ-plas Ruimtelijk toetsingskader Noord 20-aug.-20 advies negatief
Markermeerdijk dijkversterking - tijdelijke werkstrook module 1 Noord 2-sep.-20 advies positief
Gebiedsvisie Martin Luther King park e.o. Zuid 8-sep.-20 advies negatief
Regionale Energie Strategie Noord-Holland Zuid Algemeen 29-sep.-20 advies neutraal
Jaap Edenbaan tijdelijke loopbruggen Oost 30-sep.-20 afhandeling door secretariaat
Stadsboerderij Kadoelenweg 221 Noord g-okt.-20 preadvies negatief
Kadoelerbreek fietsverbinding Noord g-okt.-20 advies positief
Kadoelerbreek watercompensatie Noord g-okt.-20 advies positief
18 Meerjarenverslag - TAC 2022
2
Datum uitgaan
Aanvraag TAC Stadsdeel advies Vorm advies Uitkomst
Lichtkunstwerk hoek Lelylaan/ Meer en Vaart Nieuw-west g-okt.-20 preadvies positief ondervoorwaarden
Artis bibliotheek Plantage Middenlaan Centrum g-okt.-20 afhandeling door secretariaat
Westergasfabriek gashouder West 20-okt-20 preadvies positief onder voorwaarde
Sportpark de Weeren - herinrichting Noord 21-okt-20 preadvies positief onder voorwaarden
Volkstuinen algemeen 26-okt-20 advies neutraal
Groenvisie Algemeen 27-okt-20 advies neutraal
Begraafplaats Zorgvlied tijdelijke tent Oost 28-okt-20 afhandeling door secretariaat
Bestemmingsplan Sloterplas e.o 1e herziening Nieuw-West 6-nov.-20 afhandeling door secretariaat
Sloterplas hengelsportvereniging Nieuw-West 10-nov.-20 advies negatief
Zunderdorpergouw 24 woningsplitsing Noord 10-nov.-20 advies positief onder voorwaarde
Amstelpark kiosk Zuid 13-nov.-20 advies positief
Bosplan 2020 - 2030 Zuid 24-nov.-20 advies positief
Buiteneiland Oost 3-dec.-20 advies neutraal
Uitdammerdijk 40 -42 woning Noord 3-dec.-20 preadvies positief onder voorwaarden
Vrije ruimte Algemeen 8-dec.-20 advies neutraal
Zuidas Verdi investeringsnota deelplan 2 Zuid 8-dec.-20 advies positief
Artis tijdelijke draaimolen Centrum 24-dec.-20 afhandeling door secretariaat
Tuinen van West verkenning scenario's Lutkemeerkavels Nieuw-West 5-jan.-21 preadvies neutraal
Wissellocaties woonboten Erasmuspark Admiralengracht West 12-jan.-21 advies negatief
Wissellocaties woonboten Postjeswetering West 12-jan.-21 advies negatief
Meidoornweg 85 herontwikkeling scholenlocatie Noord 13-jan.-21 preadvies negatief
Bijlmerweide vogelopvang de Toevlucht Zuidoost 13-jan.-21 preadvies negatief
Sloterdijk Centrum Plan openbare ruimte Nieuw-west 13-jan.-21 advies positief
Kromwijkdreef 11 zelfstandige horeca Zuidoost 13-jan.-21 advies positief
lichtmasten sportpark Middenmeer Oost 13-jan.-21 advies positief
Monnikendammerplantsoen 12A vleermuizentoren Noord 13-jan.-21 advies positief onder voorwaarde
Sportpark Kadoelen uitbreiding Noord 15-jan.-21 preadvies negatief
De Mirandabad schetsontwerp Zuid 21-jan.-21 preadvies negatief
Rembrandtpark renovatie- en beheerplan West 21-jan.-21 advies positief
Golfbaan Hoge Dijk uitbreiding driving range Zuid-oost 21-jan.-21 advies positief
Sportpark Multatuli aanleg tennisvelden Nieuw-West 21-jan.-21 preadvies positief
Ringparkgebouw Rembrandtpark - terras en brugvlonder Nieuw-West 21-jan.-21 advies positief onder voorwaarde
Toekomstplan Gaasperplas Zuid-oost 25-jan.-21 advies positief
Ontwikkelstrategie landschapspark Oeverlanden - Sloten Nieuw-West 25-jan.-21 advies positief
Diemerpark uitbreiding sportvelden Oost 28-jan.-21 preadvies negatief
Gemeente Amsterdam 19
1
Datum uitgaan
Aanvraag TAC Stadsdeel advies Vorm advies Uitkomst
Sloterpark restaurant en terras Nieuw-West 25-jan.-21 preadvies negatief
Park Somerlust - kiosk en toilet Oost 23-feb.-21 preadvies negatief
Sportpark de Weeren hockeyvelden Noord 24-feb.-21 advies positief
Omgevingsvisie 2050 Stedelijk 3-mrt.-21 advies neutraal
Bestemmingsplan Bijlmersportcentrum e.o. Zuidoost 7-apr.-21 advies positief
Brug over Ringvaart Haarlemmermeer Oude Haagseweg Nieuw-West 7-apr.-21 preadvies positief onder voorwaarden
Plantage Middenlaan 47 Artis voormalige personeelswoning Centrum 14-apr.-21 afhandeling door secretariaat
Zunderdorp tijdelijk depot en tijdelijke weg Noord 21-apr.-21 advies positief, onder voorwaarden
Sportpark Ookmeer politiebureau Noord 6-mei-21 preadvies negatief
Sportpark Zeeburgereiland containers Oost 19-mei-21 advies negatief
Fizeaustraat 10 ballenhok sportpark Drieburg Oost 19-mei-21 advies positief
Amsteldijk 316 sloop nieuwbouw villa Zuid 27-mei-21 afhandeling door secretariaat
Westerpark tijdelijk kunstwerk/tentoonstellingsruimte West 28-mei-21 advies positief
Artis Plantage Kerklaan 38 gebouw de Volharding renovatie/groot o1 Centrum 10-jun.-21 afhandeling door secretariaat
Artis Plantage Middenlaan 45 bibliotheek voorzetramen Centrum 10-jun.-21 afhandeling door secretariaat
Noorder Ijplas zuidelijke fietsroute Noord 2-jul.-21 advies positief
Amsterdamse Bos kunstwerk tegenover Koenenkade 24 Zuid 7-jul.-21 afhandeling door secretariaat
Poppendammergouw 28 melktaphokje Noord 8-jul.-21 afhandeling door secretariaat
Padelkooi sportpark Sportheldenbuurt Oost 8-jul.-21 afhandeling door secretariaat
Noorderpark - roeivereniging Noord 22-jul.-21 preadvies positief onder voorwaarden
Sarphatipark model Palei voor Volksvlijt Zuid 27-jul.-21 afhandeling door secretariaat
Boerderij Langerlust Zuidoost 20-aug.-21 preadvies negatief
Park de Kuil - Bok de Korverweg Nieuw-West 20-aug.-21 advies positief onder voorwaarde
Sportpark Only Friends tijdelijke tent evenement Noord 2-sep.-21 advies positief
Herontwikkeling Jaap Edenbaan Oost 2-sep.-21 preadvies positief
s Gravesandestraat 55 Oosterpark tijdelijke squashbaan Oost 7-sep.-21 advies negatief
Schellingwouderdijk 220 sportpark Schellingwoude tijdelijke kleedr Noord 7-sep.-21 advies positief onder voorwaarde
Valentijnkade 131A Jeugdland Oost 9-sep.-21 advies positief onder voorwaarde
Haven-Stad Integraal Raamwerk West 21-sep.-21 preadvies positief
Weteringplantsoen nieuwbouw speeltuingebouw Centrum 21-sep.-21 advies positief onder voorwaarde
Oosterpark Mauritskade 57 hotel terras Oost 27-okt-21 advies negatief
tijdelijke zendmast Wiedijkpark Nieuw-West 27-okt-21 advies negatief
tijdelijke zendmast Linneausstraat 2c Oost 27-okt-21 advies positief
Ridderbos schooltuin Nieuw-West 27-okt-21 preadvies positief onder voorwaarde
Renovatie en uitbreiding Tropenhotel Oosterpark Oost 27-okt-21 preadvies positief onder voorwaarde
Brug Haarlemmermeerringvaart HOV verbinding Nieuw-West 28-okt-21 preadvies positief
Diemerpark sportvelden Oost 29-okt-21 preadvies negatief
Sportpark Spieringhorn herontwikkeling Nieuw-West g-nov.-21 advies negatief
COA tijdelijke opvang camping Zeeburg Oost 12-nov.-21 advies positief
draaimolen wintermaanden dierentuin Artis Centrum 12-nov.-21 afhandeling door secretariaat
Noorderpark tijdelijke minigolf Noord 23-nov.-21 advies negatief
BP 9e herziening Landelijk Noord (Uitdammerdijk 40 en 42) Noord 22-dec.-21 afhandeling door secretariaat
20 Meerjarenverslag - TAC 2022
Positief of neutraal 28 20 20 16 25 26 24 41 22
Positief onder voorwaarde(n) 5 5 3 14 14 12 5 13 9
Negatief 12 7 7 12 12 2 9 19 12
Totaal 45 32 30 42 51 40 38 73 43
Preadvies 12 11 12 8 15 10 13 17 12
Definitief advies 33 21 18 34 36 30 25 58 31
Technische Adviescommissie Hoofdgroenstructuur
Janine Caalders 1 oktober 2015 mei 2018 eervol ontslag
sjef Jansen 1 oktober 2015 mei-18 mei-22
Rob van Leeuwen 1 oktober 2015 nov.-19 mei-23
Wim Timmermans 18 januari 2017 mei-20 mei-24
Marijke van Schendelen 3april 2013 jan-18 mei-21 mei-25
Vincent Kompier mei-18 mei-22 mei-26
1 eg 1 ETE AES En VTI s 3 nk „a F
DEN LE RVE EEE er Tg
kt 1 ie erk Í | 1 af EEn - ip
si Nei) ANS ee
Y i md E PT :
1 ef Sal gi 5
En : k En d re
Gn f £S y
„NSE Re | ne Î 4 |
EN zE = yk Te ' Er Ht k * 4 J
t en î / E xj # j oi Ô
ti Pe 4 Í ee | Nl EN ,
EE q es “en
| je in f j | j 3 SN ir r En
\ 8 „vn | 4 p ERA Er OO
| PE DS el De We > an
Ke EE / Gn A TEN oe
| / nil \ de AT] P Ten » * EE WN
k | : ie N Ein: B: j Ee Cr a be î rd
Bj ERE NOIRE VA ‚ SE
Kap Er k À | LAM d Ee B 4 se _ L le ; 4 Ws ie
Í u ES il a ) B. 35 P É à 5 BS, Pet d Gl
NZ ] rde Kes, Na EN he Ee K) GN de
0 ee NE mm a rr “ re SE Sn, Vee
re 5 AE p sr el ME ne EE) A Ô A Sk sl
Ld EN e din : DNS 8 F mf / 3 / A: SS 4 / , kf
Bed EP a dd Er „ Mr S A EN eN, 7
EED En U OR In,
EE NE ED Vn TOK ht OR fn,
Kaart adviezen 2020 en 2021
maps.amsterdam.nl/Hoofdgroenstructuur
22 Meerjarenverslag - TAC 2022
Bestuurlijke afwijkingen, tijdelijke initiatieven en evaluatie TAC-adviezen
1. Bestuurlijke afwijkingen
De kracht van het instrument ligt in de grote waarde die bestuurlijk en maatschappelijk aan de Hoofdgroenstructuur en
de TAC-adviezen wordt gehecht. Bijgevoegd overzicht van de afgelopen 10 jaar laat zien dat slechts sporadisch contrair is
gegaan door B&W (met instemming van de gemeenteraad) aan een negatief/ onder voorwaarden TAC-advies vanuit een
belang dat de Hoofdgroenstructuur overstijgt.
Overzicht bestuurlijke afwijkingen TAC-adviezen
Jaar Bestemmingsplan/betreffende locatie Toegestane functie/ groentype HGS
T functie Guldenhof i
2013 Bestemmingsplan (Oudekerkerkerdijk 174) oevoegen ZOrgWOonTUREne SWEN NoT m
stadsrandpolder
Afwijking van div bestemmingsplannen . .
. . Correctie Hoofdgroenstructuurbegrenzing
(Zuidasdok / verbreding A10)
Afwiikina 2° herziening Best . Toevoegen NME-centrum en woonfunctie (2+
wijkin erziening Bestemmingsplan
2014 | Ng IJ gp bedrijfswoning) irt bedrijfsbeëindiging in
Landelijk Noord (Bloemendalergouw 49)
stadsrandpolder
2015 Afwijking Bestemmingsplan de Aker Toevoegen bebouwingsmogelijkheid in tuinen in
(Ringvaartdijk) corridor
NN Tijdelijke afwijking van Bestemmingsplan Tijdelijk (10 jaar) toevoegen van woonfunctie
Sportpark Ookmeer (Willinklaan 1-5) (AZC) op sportpark
2017 Tijdelijke afwijking Bestemmingsplan Tijdelijk toevoegen onderwijs functie t/m
Rivierenbuurt (Martin Luther Kingpark) augustus 2020 in stadspark
2018
2019
EN Tijdelijke afwijking Bestemmingsplan Tijdelijk vergroten onderwijs functie t/m augustus
Rivierenbuurt (Martin Luther Kingpark) 2022 in stadspark
Afwijking 4° herziening Bestemmingsplan Toevoegen woonfunctie (4) irt
Landelijk Noord (Durgerdammergouw 22/24) bedrijfsbeëindiging in stadsrandpolder
T h functie bij all t
2021 Ruimtelijk toetsingskader Noorder IJplas oevoegen oreca une e IJ are en rees van
Noorder IJplas in ruigtegebied/struinnatuur
Afwijking 5° herziening Bestemmingsplan
Landelijk Noord (ongenummerde percelen Continueren maisteelt in stadsrandpolder
Liergouw)
Afwijking Best i lan Brett
WIJ m9 es emmingsp an me enzone Toevoegen alles in 1 school functie op sportpark
(herontwikkeling Sportpark Spieringhorn
Ond behoud toest
Afwijking bestemmingsplan Gaasperdam neer voorbe OU gestaan Van
2022 5 u zorgwoonfunctie in bestaande bebouwing in
(Provinciale weg 23 Boerderij Langerlust)
stadsrandpolder
Gemeente Amsterdam 23
2. Verlopen tijdelijke ontheffingen in de Hoofdgroenstructuur
De TAC heeft tevens de taak om op basis van de opgaven van tijdelijke vergunningen in de Hoofdgroenstructuur, na te
gaan of na verloop van de tijdelijke vrijstelling de bebouwing is verwijderd en de situatie in de oorspronkelijke toestand is
hersteld.
In 2019 t/m 2021 zijn de volgende tijdelijke vergunningen verlopen:
Nieuw-West _ Ringvaartsviaduct A4 tijdelijke voorzieningen
Noord Sportpark de Weeren - sportkantine
Noord Tolhuistuin vier objecten
Noord Sportpark Only Friends tijdelijke tent evenement
Oost Flevopark - camping
Oost ‘s Gravesandestraat 55 - Hotel Arena tijdelijke tent
Oost Zeeburgereiland oostpunt tijdelijke ligplaatsen
Oost Camping Zeeburg - tijdelijke bouwweg verlenging vergunning
Oost Jaap Edenbaan tijdelijke loopbruggen
West Erasmuspark overkapping en container
West Westerpark tijdelijk kunstwerk/tentoonstellingsruimte
Zuid Olympiaplein sport- en speluitleen Combiwell
Zuid Sportpark Goed Genoeg, tijdelijke huisvesting
Zuid Begraafplaats Zorgvlied tijdelijke tent
In 1 geval is de tijdelijke ontheffing verlengd (ligplaatsen Zeeburgereiland). In 2 gevallen is of wordt er gelegaliseerd
(Combiwel Olympiaplein en container Erasmuspark). In de andere gevallen is de tijdelijke situatie volgens de verstrekte
informatie in de oorspronkelijke situatie hersteld.
3. Evaluatie opvolgen negatieve adviezen en positief onder voorwaarden
Van de adviezen die in 2019 t/m 2021 een negatief advies of een positief advies onder voorwaarde(n) hebben gekregen,
is bekeken of de voorwaarden zijn opgevolgd. In aanvulling hierop is gekeken naar voor 2019 afgegeven adviezen
die in relatie tot eerdere jaarverslagen nog niet waren afgerond, en waarvoor het advies negatief was of positief onder
voorwaarden.
Op deze manier houdt de TAC een vinger aan de pols bij proces en planvorming. Geconstateerd kan worden dat:
e In een beperkt aantal gevallen contrair zal worden gegaan aan het negatieve advies via een afwijkingsprocedure rich-
ting B&W en raad;
e In circa een derde van de overige gevallen is het initiatief stop gezet of aangepast conform de gestelde voorwaarden.
e In 2/3 van de overige gevallen is een dergelijke conclusie nog niet te trekken omdat de initiatieven nog doorlopen.
Deels is er sprake van voldoen aan de voorwaarden in de planvorming, maar is het project nog niet gerealiseerd.
Deels zal uit de voortgang blijken of en hoe aan gestelde voorwaarden wordt voldaan. De evaluatie zal daarom blijven
plaatsvinden.
Op grond van deze evaluatie kan worden geconcludeerd dat er geen misstanden zijn, dat het instrument van de
Hoofdgroenstructuur goed functioneert en dat het gerespecteerd wordt.
24 Meerjarenverslag - TAC 2022
| Onderzoeksrapport | 24 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2017
Afdeling 1
Nummer 157
Datum akkoord college van b&w van 28 februari 2017
Publicatiedatum 1 maart 2017
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid N.T. Bakker van 5 januari 2017 inzake
een vergunningsaanvraag voor een hotel op de Nassaukade.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragensteller:
Op 4 januari 2017 publiceerde stadsdeel West een aanvraag voor een
omgevingsvergunning voor de Nassaukade 76H op de gemeentelijke website.
Hierbij zou het gaan om het omzetten van 5 shortstay-vergunningen naar een
hotelvergunning.' De Nassaukade ligt volgens de gebiedskaart voor het gemeentelijk
overnachtingsbeleid in een gebied waar de gemeente geen nieuwe hotelontwikkeling
toestaat. De gemeente verleent hier geen medewerking aan wijziging van
de bestemming of vergunningverlening ten behoeve van hotels. Tevens staat
het geplande hotel aan de Nassaukade niet op de door de gemeente op hun website
beschikbaar gestelde Hotelmonitor (d.d. 1 juni 2016).°
Gezien het vorenstaande heeft het lid N.T. Bakker, namens de fractie van de SP,
op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam,
de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders
gesteld:
1. Ligt de beslissingsbevoegdheid voor het verstrekken van de omgevings-
vergunning inzake Nassaukade 76H bij stadsdeel West of bij de centrale stad?
Antwoord:
Op grond van het bevoegdhedenregister (nr. B14) ligt de bevoegdheid voor het
verstrekken van een omgevingsvergunning zoals deze is aangevraagd, bij de
bestuurscommissie.
Ter informatie meldt het college u dat de aanvraag inmiddels buiten behandeling
is gesteld omdat de aanvrager onvoldoende gegevens heeft geleverd.
De aanvraag voldoet niet aan de indieningsvereisten. In de reactie naar
de aanvrager is ook aangegeven dat de vergunning niet verleend zal worden
vanwege het Woonvoorraadbeleid waarvan het uitgangspunt is dat woningen niet
gewijzigd worden tot hotelbestemming.
! https://www.amsterdam.nl/actueel/lokale/@ 1027038/aanvraag-6/
? https://www.amsterdam.nl/ondernemen/horeca/horeca/hotelbeleid/
3 https://www.amsterdam.nl/publish/pages/765955/hotelmonitor_stand_1_juni_2016.pdf
1
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer Tart 2017 Schriftelijke vragen, donderdag 5 januari 2017
De aanvrager is inmiddels op de hoogte gesteld van het besluit namens het
Algemeen Bestuur van Stadsdeel West om de aanvraag op basis van artikel 4:5
van de Algemene wet bestuursrecht niet te behandelen.
2. Indien deze bevoegdheid bij het stadsdeel ligt: Voert de centrale stad een
controle uit of stadsdelen bij het verstrekken van hotel-gerelateerde vergunningen
zich houden aan de door het college opgestelde richtlijnen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord:
De bevoegdheid is door het college gedelegeerd aan de bestuurscommissie.
De bestuurscommissie verleent de vergunning conform het vigerende beleid.
Het college voert geen tussentijdse controle uit, specifiek op hotels gerelateerde
vergunningen. Er is wel regulier (twee keer per jaar) overleg over de
hotelontwikkelingen in elk stadsdeel met de rve Economie in verband met
actualisatie en realisatie van de lopende initiatieven op de hotelmonitor. Hierbij
worden hotelinitiatieven die geen kans maken op grond van beleid en regelgeving
reeds op voorhand gestuit. Bovendien is voor elk hotelinitiatief een advies van het
team overnachtingsbeleid nodig. Op deze wijze houdt het college zicht op
ontwikkelingen.
3. Hoeveel (voormalige) shortstay-panden hebben een legale hotelstatus (lees:
hotelvergunning)? Bij hoeveel panden wordt hier daadwerkelijk gebruik van
gemaakt?
Antwoord:
Navraag bij de stadsdelen (tot en met 2015 verantwoordelijk voor het beleid) leert
dat er een situatie bekend is in stadsdeel Oost. Er zijn twee lopende zaken
waarbij de verlening van de omgevingsvergunning door het stadsdeel is
geweigerd. Hiertegen is bezwaar aangetekend.
4. Beoordeelt het college de aanvraag voor de hierboven genoemde
omgevingsvergunning als conform het overnachtingsbeleid”?
Graag een toelichting.
Antwoord:
In het stedelijk Woonvoorraadbeleid staat het uitgangspunt om geen woningen tot
bestemming hotel te wijzigen. Er worden geen woningonttrekkingsvergunningen
meer verleend tot wijziging in hotel. Toetsing aan het overnachtingsbeleid is
derhalve niet aan de orde.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
2
| Schriftelijke Vraag | 2 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2017
Afdeling 1
Nummer 344
Datum akkoord 3 mei 2017
Publicatiedatum 4 mei 2017
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Boldewijn van 8 februari 2017 inzake
de ongelukken met zogenaamde pollers.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragensteller:
In het televisieprogramma Kassa’ van 17 januari 2017 werd melding gemaakt van
ongelukken, veroorzaakt door zogenaamde pollers. Een poller is een paal die door
een elektrische of hydraulische aandrijving uit een wegdek omhoog wordt gestuurd en
die dient om het autoverkeer te reguleren.
Volgens Kassa levert een beweegbare paal in het wegdek een groot gevaar op voor
de weggebruikers. Pollers kunnen zich bijvoorbeeld onder in de auto boren waardoor
flinke schade ontstaat. De weggebruiker dient daarom voor dit gevaar te worden
gewaarschuwd. De standaard voor het inrichten van de weg rondom en op de plaats
van de fysieke afsluiting is de CROW? uitgave ‘Selectieve toegang en doseren’®
publicatie 268.
In bovengenoemde media is melding gemaakt van het groot aantal ongelukken met
pollers, de letselschade bij de getroffen weggebruikers en de daarmee gepaard
gaande leed. De fractie van de PvdA maakt zich daar zorgen over en heeft naar
aanleiding daarvan de volgende vragen aan het college:
Gezien het vorenstaande heeft het lid Boldewijn, namens de fractie van de PvdA,
op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam,
de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders
gesteld:
1. Heeft het college ook kennisgenomen van de uitzending van Kassa?
Antwoord:
Ja.
\ http://kassa.vara.nl/data/files/4055936793.pdf
? CROW is een non-profit kennispartner voor (decentrale) overheden, aannemers en
adviesbureaus.
3 http://www.crow.nl/online-kennis-tools/kennismodule-verkeersmanagement
1
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam
Neng on Gemeenteblad R
Datum 4 mei 2017 Schriftelijke vragen, woensdag 8 februari 2017
2. Kan het college aangeven of de ongelukken met pollers in Amsterdam
geregistreerd worden?
Antwoord:
Ja, alle automatisch werkende pollers worden permanent gemonitord door middel
van een centraal managementsysteem. Storingen (vanwege aanrijdingen) worden
automatisch gesignaleerd waarop direct een reparateur naar de locatie gaat.
3. Indien ja, kan het college gespecificeerd aangeven over de afgelopen 3 jaar
hoeveel van deze ongelukken er met pollers hebben plaatsgevonden, welk
vervoermiddel daarbij betrokken was, welk schadebedrag daarmee gemoeid ging
en of er sprake was van (ernstige})letselschade?
Antwoord:
Dat kan ten dele: het achterhalen van de gegevens over de hoogte van
de schade indien bekend kost meer tijd.
De aantallen incidenten zijn beschikbaar voor het afgelopen jaar (2016).
stad schades betrokken | betrokken | betrokken bestelwagens/ overig (marktkarren
aan pollers auto’s fietsers brommers- vrachtwagens enz.)
totaal scooters
4 Ja Js jo jo js ||
os Je je Joe jo Je |s
oe Js |7 jo jo Ja je |
Niet alle stadsdelen hebben pollers. In 2016 waren de schades als volgt verdeeld
over de stadsdelen:
mood 0
mids |oo
west 00
nieuwwest___ | 0 0
* Exclusief 20 stuks niet in beheer bij de gemeente
Bij geen van de gevallen was sprake van letsel.
De gemeente is niet aansprakelijk voor schade die ontstaat aan een voertuig dat
beschadigd raakt bij het begaan van een overtreding, in dit geval het zonder
ontheffing zich toegang verschaffen tot een voor de betreffende bestuurder met
een poller afgesloten gebied. Daardoor is onbekend wat de schade is aan de
betrokken vervoermiddelen.
Zo mogelijk wordt de schade aan de poller verhaald op de veroorzaker ervan.
2
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer es 2017 Schriftelijke vragen, woensdag 8 februari 2017
4. Kan het college aangeven wie de schade aan pollers, het voertuig en/of
de weggebruiker heeft vergoed”?
Antwoord:
Indien de veroorzaker bekend is, wordt de schade verhaald via de gemeentelijke
verzekeringsafdeling VZA. De oorzaak ligt altijd bij de wegebruiker die een
gebodsbord negeerde of een manoeuvreerfout maakte. De gemeente vergoedt
de schade aan voertuigen/ weggebruikers niet omdat ze niet aansprakelijk is voor
schade die ontstaat bij het begaan van een overtreding (het zonder ontheffing
zich toegang verschaffen tot een voor de betreffende bestuurder afgesloten
gebied). Wie die schade wel vergoedt, is niet bekend bij de gemeente.
5. Kan het college aangeven of de weginrichting rond alle pollers voldoet aan de
voorschriften van het CROW?
Antwoord:
Alle door de gemeente geïnstalleerde en beheerde pollers voldoen aan CROW-
richtlijnen. In veel gevallen zijn er bovendien beveiligingslussen voor en na de
paal, die het omhoogkomen ervan blokkeert als de lus een voertuig detecteert.
Er is een verkeerslicht aanwezig dat uitsluitend op groen gaat voor de
aangemelde auto. Zoals recent toegezegd wordt de signalering voor
weggebruikers ter waarschuwing voor pollers-vezips waar nodig verbeterd.
6. Sommige gemeenten zoals Delft en Alkmaar maken geen gebruik meer van de
pollers maar van camera’s met kentekenherkenning. Bestuurders die toch
doorrijden krijgen dan een boete van 90 euro op de deurmat, maar zij zelf en hun
voertuig blijven wel heel. Enkele andere gemeenten zijn bezig met een proef met
kentekenherkenning. Volgens de gemeente Delft is het nieuwe systeem veiliger
voor weggebruikers en goedkoper voor de gemeente dan de pollers. Wat vindt
het college van deze aanpak en zou u dit ook in Amsterdam willen toepassen?
Antwoord:
Camerahandhaving is een interessant alternatief. Voordeel van camerabewaking
is dat nagenoeg volledig geautomatiseerd boetes kunnen worden uitgedeeld aan
overtreders en schade aan voertuigen van overtreders worden vermeden, nadeel
is dat weggebruikers toch het gebied in kunnen rijden waar autoverkeer
ongewenst is bijvoorbeeld vanwege veiligheid. Het college zal in het najaar 2017
de mogelijkheden voor camerahandhaving nader onderzoeken.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
3
| Schriftelijke Vraag | 3 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 162
Publicatiedatum 28 februari 2014
Ingekomen onder AD
Ingekomen op donderdag 13 februari 2014
Behandeld op donderdag 13 februari 2014
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van het raadslid de heer Van Drooge inzake het onderzoek van
de Rekenkamer, getiteld: ‘Reorganiseren in Amsterdam’ (inzicht in tijdelijk werk
en ‘spookambtenaren’).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de voordracht van het presidium van 27 januari 2014
inzake het onderzoek van de Rekenkamer, getiteld: ‘Reorganiseren in Amsterdam!
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 101);
Overwegende dat:
— uithet onderzoek van de Rekenkamer blijkt dat boventallige ambtenaren
regelmatig worden ingezet om tijdelijk werk te verrichten bij een andere dienst of
een ander onderdeel van de gemeente.
— de Rekenkamer constateert dat het college geen goed inzicht heeft in tijdelijke
werkzaamheden van boventallige ambtenaren,
— in de praktijk blijkt dat er tijdelijk werk bij een andere dienst of een ander onderdeel
van de gemeente plaatsvindt, terwijl de loonbetaling blijft plaatsvinden door de
oorspronkelijke dienst of de loonbetaling door de oorspronkelijke dienst wordt
gecompenseerd;
— door het fenomeen van deze zogenaamde ‘spookambtenaren’ (ambtenaren,
in dienst bij dienst A en werkend bij dienst B) het inzicht in en de sturing op
formatieplaatsen en budgetten verder wordt bemoeilijkt zowel voor het college
als voor de raad,
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— onderzoek te doen naar het fenomeen ‘spookambtenaren’ en de raad hierover te
berichten;
— tijdelijke werkzaamheden van boventallige ambtenaren alleen te laten plaatsvinden
na goedkeuring door het college;
— hierover te rapporteren bij de jaarrekening, de 4-maandsrapportage en
de 8-maandsrapportage.
Het lid van de gemeenteraad,
Â.H. van Drooge
1
| Motie | 1 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2020
Afdeling 1
Nummer 737
Datum indiening 1 mei 2020
Datum akkoord 17 juni 2020
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Poot inzake versterkte gebedsoproepen
en de mogelijkheden tot regulering.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragensteller:
In november 2019 heeft de Blauwe Moskee in Nieuw-West de oproep tot het gebed
versterkt afgespeeld. Op voorstel van de fractie van de VVD is diezelfde maand het
afspelen van versterkte gebedsoproepen besproken in de gemeenteraad. Uit deze
bespreking bleek onder andere dat zowel de burgemeester als de meeste partijen in
de raad weinig enthousiast zijn over het afspelen van versterkte gebedsoproepen.
De afgelopen weken hebben meerdere moskeeën ervoor gekozen om versterkte
gebedsoproepen af te spelen. De coronacrisis, maar mogelijk ook de ramadan, lijken
hiervoor een aanleiding te zijn. Versterkte gebedsoproepen lijken een structureler en
meer permanent karakter te krijgen, dit terwijl er hiervoor geen draagvlak lijkt te zijn
bij een overgrote meerderheid van de fracties in de raad.
De fractie van de VVD wil daarom weten welke instrumenten en juridische
mogelijkheden de gemeente heeft om het afspelen van versterkte gebedsoproepen te
kunnen reguleren. Ook wil de fractie van de VVD weten of het college, gelet op de
toename, regulering wenselijk vindt en haalbaar acht.
Gezien het vorenstaande stelt ondergetekende, namens de fractie van de VVD, op
grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de
volgende schriftelijke vragen:
1. Weet het college welke moskeeën in de stad sinds november 2019 versterkte
gebedsoproepen afspelen of hebben afgespeeld en met welke frequentie dit
gebeurde/gebeurt? Zo ja, kan het college deze informatie delen? Zo nee, wil het
college dit inventariseren en de uitkomsten hiervan delen met de raad?
Antwoord:
Het is niet duidelijk hoeveel moskeeën de gebedsoproep versterken, omdat dit
voortdurend verandert. Een uitvraag bij de stadsdelen laat zien dat er ongeveer 15 a
20 moskeeën op vrijdagmiddag een versterkte oproep doen of hebben gedaan. Eén
moskee, de Taibah-moskee in Zuidoost doet die vijf keer per dag. Naar eigen zeggen
doen ze dit al 30 jaar lang. Er zijn in Amsterdam ongeveer 60 moskeeën.
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Neng Jaz Gemeenteblad
Datum 17 juni 2020 Schriftelijke vragen, vrijdag 1 mei 2020
2. Hoe oordeelt het college over de toename van het aantal versterkt afgespeelde
gebedsoproepen door moskeeën in de stad? In hoeverre verklaart het college
deze toename door de coronacrisis en/of de ramadan?
Antwoord:
De toename is begonnen bij de Blauwe moskee die sinds eind 2019 de
gebedsoproep versterkt laat klinken. Na het uitbreken van de Coronacrisis hebben
meer moskeeën de versterkte gebedsoproep laten klinken. Sommige moskeeën of
moskeekoepelorganisaties hebben aangegeven dat ze dit doen om de
Amsterdammers een hart onder de riem te steken in deze moeilijke tijden. Eerder
hebben verschillende kerken klokken geluid als blijk van solidariteit. Ook de Ramadan
heeft een rol gespeeld. Aangezien vrijwel alle moskeeën in Amsterdam tijdens de
Ramadan gesloten waren wilden sommige moskeeën met de versterkte
gebedsoproep het contact met hun gelovige buurtbewoners versterken.
In het licht van het beginsel van scheiding van kerk en staat is het voor het college
niet passend om een oordeel te hebben over (de toename van} religieuze uitingen
zoals de gebedsoproepen. Het is aan de moskeeën om te bepalen of ze dit al dan
niet doen. Voor het college is wel van belang dat hierdoor geen onaanvaardbare
overlast voor omwonenden ontstaat.
3. Zijn er bij de gemeente klachten van bewoners binnengekomen over het afspelen
van versterkte gebedsoproepen door moskeeën? Zo ja, hoeveel en over welke
locaties en in welke stadsdelen?
Antwoord
Ja er zijn klachten en brieven binnengekomen bij de gemeente en bij de politie. De
klachten gaan over moskeeën in West, Nieuw West, Oost en Zuidoost. Sinds het
begin van de Coronacrisis gaat het om meer dan 50 klachten, waarbij de helft voor
rekening komt van Moskee Taibah in Zuidoost.
4. Duiden eventuele klachten over versterkte gebedsoproepen door moskeeën
volgens het college op een aantasting van het woon- en leefklimaat?
Antwoord
De meeste klachten gaan over het geluidsniveau, maar vaak ook over het feit dat ze
ongewild geconfronteerd worden met een religieuze uiting. De betrokken moskeeën
zijn door de gemeente geïnformeerd over de klachten. Een aantal moskeeën is
daarop gestopt met de gebedsoproep, andere moskeeën hebben het geluidsniveau of
de frequentie beperkt. In sommige gevallen hebben de moskeeën en de indieners
direct contact gehad en zijn er gesprekken gevoerd.
2
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Neng Jaz Gemeenteblad
Datum 17 juni 2020 Schriftelijke vragen, vrijdag 1 mei 2020
5. Zijn er door de moskeeën waar een versterkte gebedsoproep is uitgevoerd
bewonersbrieven verspreid en/of is er een andere vorm van communicatie
richting omwonenden gedaan?
Antwoord
De meeste moskeeën hebben de omwonenden van te voren geïnformeerd, vaak
middels een bewonersbrief die van deur tot deur verspreid is. Sommige moskeeën
hebben het bericht ook via social media verspreid. Bij de Taibahmoskee was van te
voren geen bewonersbrief verspreid omdat ze de gebedsoproep al vele jaren laten
klinken. De recente stroom klachten hangt samen met de nieuwe geluidsinstallatie die
meer op de buitenwereld gericht is en in eerste instantie behoorlijk luid stond
afgesteld. Zoals gezegd heeft de betreffende moskee het geluidsniveau inmiddels
beperkt. Er is ook een gesprek geweest met de bewonerscommissie van de
naastgelegen huizen.
6. In het verleden zijn er vanuit de gemeente afspraken met moskeebesturen
gemaakt over het niet afspelen van de gebedsoproep, bijvoorbeeld met de
Westermoskee! Deze afspraken hadden echter geen juridische status en
inmiddels is er door deze moskee afgeweken van deze afspraken. In hoeverre
vindt het college dat het maken van zulke niet-bindende afspraken een effectieve
en duurzame wijze is om gebedsoproepen te voorkomen of te beperken?
Antwoord
Op dit moment heeft de gemeente Amsterdam geen enkele wettelijke grond om te
kunnen handhaven op de geluidsoverlast door klokgelui of gebedsoproepen — zie het
juridisch kader dat hieronder staat beschreven. Daarom is het college aangewezen
op overleg en informele afspraken tussen betrokkenen. Zoals bij vraag 4 is
aangegeven heeft dit op vrijwel alle plekken tot aanpassing van het geluidsniveau of
de frequentie geleid. Ook de Westermoskee is naar aanleiding van klachten van
omwonenden gestopt met de versterkte gebedsoproep. Dit kan dus een werkbare
weg zijn, maar garanties zijn er niet.
Juridisch kader:
De gebedsoproep is in Nederland zeer goed beschermd door wetgeving omdat dit
raakt aan de vrijheid van godsdienst. In de grondwet is vastgelegd dat een ieder het
recht heeft zijn godsdienst of levensovertuiging, individueel of in gemeenschap met
anderen, vrij te belijden, behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet.
In artikel 10 van de Wet openbare manifestaties (WOM) is aangegeven dat “klokgelui
ter gelegenheid van godsdienstige en levensbeschouwelijke plechtigheden en
lijkplechtigheden, alsmede oproepen tot het belijden van godsdienst of
levensovertuiging, zijn toegestaan”. Tevens is hierin vastgelegd dat de gemeenteraad
bevoegd is regels te stellen met betrekking tot de duur en het geluidsniveau.
1
https://amsterdam.raadsinformatie.nl/document/4604528/3/225 18 Schriftelijke%20vrage
n%20Ruigrok%20inzake%20gebedsoproepen%20door%20Westermoskee
3
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Neng Jaz Gemeenteblad R
Datum 17 juni 2020 Schriftelijke vragen, vrijdag 1 mei 2020
De regels mogen echter niet zo ver gaan dat van het recht om op te roepen tot
geloofsbelijdenis geen gebruik van betekenis meer overblijft. De gemeente heeft tot
nu toe geen gebruik gemaakt van deze mogelijkheid om specifieke regels in de APV
op te nemen.
Binnen de milieuwetgeving wordt versterkt geluid (bv. muziekgeluid) in de regel altijd
gereguleerd. Hierop zijn de geluidsvoorschriften van het Activiteitenbesluit
milieubeheer dan ook van toepassing. In artikel 2.18, eerste lid, onder c van dit besluit
is echter een uitzondering gemaakt voor geluid ten behoeve van godsdienstige of
levensbeschouwelijke uitingen en daarom zijn de geluidsnormen van het
Activiteitenbesluit hierop niet van toepassing.
Gezien deze juridische situatie kan het college op dit moment niet handhavend
optreden tegen het geluid van kerkklokken en gebedsoproepen.
7. Is het college van mening dat de recente toename van versterkte islamitische
gebedsoproepen vraagt om richtlijnen en/of regulering? Zo ja, hoe zouden deze
richtlijnen of regels er volgens het college uit moeten komen te zien? Zo nee, hoe
verhoudt dit zich tot het eerdere standpunt, geuit door waarnemend burgemeester
Van Aartsen, dat eventuele plannen van moskeebesturen om de gebedsoproep
versterkt af te spelen zouden leiden tot een APV-wijziging om dit te reguleren?®
Antwoord:
Een speciaal APV-artikel betekent een vergaande inperking van religieuze uitingen,
ongeacht signatuur. De regels zullen gelden voor zowel klokgelui als
gebedsoproepen en kunnen consequenties hebben voor bestaande situaties, met
name bij kerken.
Het college is van mening dat een breed draagvlak in de raad noodzakelijk is om een
dergelijk ingrijpend besluit voor te bereiden.
8. In het verleden heeft het college erfpacht ingezet als instrument om versterkte
gebedsafspraken te voorkomen, namelijk door als grondeigenaar in het
erfpachtcontract voorwaarden te stellen (geen versterkte gebedsoproep). Dit is
gebeurd bij de Boven IJ-moskee en het college gaf destijds aan dit instrument ook
in de toekomst bij gronduitgifte in te willen zetten. Is het college nog altijd
voornemens om dit instrument in de toekomst opnieuw te zullen gebruiken? Zo ja,
zijn er ontwikkelgebieden waar dit meegenomen wordt in de ruimtelijke
planvorming? Zo nee, waarom niet?
Antwoord:
De oproep tot godsdienstuitoefening is grondwettelijk beschermd; de gemeenteraad
kan in lokale regels (APV) beperkingen aan de gebedsoproep opleggen, maar kan
2 https://www.parool.nl/nieuws/eventuele-gebedsoproep-westermoskee-niet-
tegengehouden-bb12e21b/
4
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer 47 juni 2020 Schriftelijke vragen, vrijdag 1 mei 2020
niet overgaan tot een verbod. Het verbieden van de oproep tot gebed via de
erfpachtbepalingen doorkruist derhalve de publiekrechtelijke bevoegdheid (regeling in
de APV). Het opnemen van een dergelijke bepaling in de erfpachtovereenkomst zou
daarmee door een rechter nietig kunnen worden bevonden.
Het is dus niet mogelijk om in het erfpachtcontract een verbod tot oproep tot gebed
vast te leggen. Wat wel mogelijk is om bij nieuwe gebouwen om het voornemen van
het moskeebestuur om geen gebruik te maken van de versterkte oproep tot gebed
wel te bevestigen in een begeleidende brief bij de optieovereenkomst en de
erfpachtaanbieding. De intentie van de moskee wordt daarmee schriftelijk bevestigd.
De juridische waarde is echter nihil wat betekent dat wanneer het moskeebestuur in
de toekomst toch over wil gaan tot oproep tot gebed handhaving op basis van deze
schriftelijke bevestiging, anders dan aanspreken van het bestuur, niet mogelijk is.
9. Wat verstaat het college onder een religieuze uiting van een gebedshuis?
10. Welke niet-religieuze boodschappen worden er zoal geuit door gebedshuizen?
11. Wat is — naar schatting — de verhouding tussen wel en niet religieuze uitingen?
12. Wisselt de verhouding tussen wel- en niet-religieuze uitingen per gebedshuis?
13. In hoeverre vindt het college dat gebedshuizen zelf mogen en kunnen bepalen
wat wel/geen religieuze uitingen zijn?
Antwoord op vraag 9 t/m 13:
Het is niet eenduidig te zeggen wat wel en niet een religieuze uiting is. Het is primair
aan de instelling zelf om dat te bepalen. Het is voor het college duidelijk dat de
versterkte gebedsoproep van moskeeën wel als een religieuze uiting dient te worden
gezien.
14. Wat vindt het college een wenselijke frequentie voor het uiten of afspelen van
religieuze gebedsoproepen door gebedshuizen?
Antwoord:
Dat is op dit moment niet te zeggen. Belangrijkste uitgangspunt in deze is dat een
versterkte gebedsoproep niet mag leiden tot een ernstige aantasting van het
leefklimaat.
15. Zou een APV-wijziging enkel religieuze, enkel niet-religieuze of juist alleen zowel
religieuze als —niet-religieuze uitingen kunnen beperken, qua duur, volume en
frequentie? Graag een toelichting, in ieder geval uitgesplitst naar kerkklokken en
versterkte gebedsoproepen.
Antwoord:
Het Artikel 10 van de Wet openbare manifestaties dat de grondslag zou vormen voor
regels in de APV maakt geen onderscheid tussen klokgelui en oproepen tot gebed.
5
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer 47 juni 2020 Schriftelijke vragen, vrijdag 1 mei 2020
Die gelijkstelling werkt door in eventuele regels in de APV met betrekking tot duur en
geluidsniveau van religieuze uitingen. De regels zullen dus zowel voor moskeeën als
voor kerken gelden.
16. Hoe gaan andere grote steden in Nederland om met versterkte gebedsoproepen
door moskeeën? Welke richtlijnen of regels zijn er in deze steden? En is er
ambtelijk of politiek contact met deze steden over dit onderwerp?
Antwoord
Er is geen overzicht beschikbaar waarin staat aangegeven welke gemeenten speciale
regels voor klokgelui en gebedsoproepen in de APV hebben opgenomen. Er is
ambtelijk contact met verschillende gemeenten over de gebedsoproep. Sommige
gemeenten noemen in hun toelichting op de APV het WOM-artikel 10, maar deze
gemeenten hebben toch geen specifieke regels op dit punt. Van de G4 gemeenten
heeft geen enkele gemeente regels voor klokgelui en de gebedsoproep in de APV.
De gemeente Tilburg heeft wel een speciaal artikel in de APV opgenomen: “Het is
verboden om van 23.00 uur tot 07.30 uur door middel van klokgelui dan wel op
andere wijze op te roepen tot gebed, in de zin van artikel 10 Wet Openbare
Manifestaties, met een geluidsniveau dat meer dan 10dB(A) ligt boven de normen uit
het Besluit en meer dan 10 dB(A) boven het referentieniveau van de omgeving.”
Dit APV-artikel is in 2009 getoetst door de rechter nadat een pastoor bezwaar had
gemaakt tegen deze inperking. Volgens de rechtbank waren de beperkingen die de
gemeente Tilburg in haar Algemene Plaatselijke Verordening (APV) aan het
geluidsniveau van de kerkklok heeft gesteld, niet in strijd met (grond)wettelijke regels.
17. Bezit het college gegevens over het (gemiddelde) aantal decibel dat kerkklokken
en versterkte islamitische gebedsoproepen produceren? Zo ja, zijn er significante
verschillen? Zo nee, wil het college hier onderzoek naar doen?
Antwoord
Nee, het college bezit geen gegevens over het geluidsniveau van kerkklokken en
versterkte islamitische gebedsoproepen.
Zie verder antwoord op vraag 7. Zo nodig zal het college hier onderzoek naar
verrichten.
18. Wat is volgens het college een maximaal aanvaardbaar aantal decibel dat een
gebedshuis zou mogen produceren?
Antwoord
Zie antwoord 7 en 17.
6
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer 47 juni 2020 Schriftelijke vragen, vrijdag 1 mei 2020
Uit jurisprudentie over de Tilburgse APV-regels voor klokgelui en gebedsoproepen
blijkt dat de Raad van State heeft geoordeeld dat voor wat betreft het toegestane
geluidsniveau terecht aansluiting is gezocht bij het Activiteitenbesluit.
19. Onlangs is het Actieplan Geluid 2020-2023 vrijgegeven voor inspraak. Dit plan
richt zich op geluidbronnen van weg- en railverkeer en luchtvaart, maar ook op
overige geluidbronnen zoals horeca, evenementen, geluidsoverlast van buren en
bouwlawaai. Gebedsoproepen zijn (nog) niet opgenomen in dit actieplan. Zou het
college het wenselijk vinden om dit alsnog aan het actieplan toe te voegen als uit
de inspraakronde blijkt dat bewoners dit punt missen in het actieplan”?
Antwoord
Het Actieplan Geluid geeft invulling aan de verplichtingen vanuit de Europese richtlijn
omgevingslawaai en is gericht op het verstrekken van informatie over het huidige en
voorgenomen geluidbeleid en daarbij vastgestelde maatregelen. Zoals aangegeven in
het antwoord bij vraag 6 voorziet de milieuwetgeving niet in regulering van het geluid
van de versterkte gebedsoproep. Daarmee valt dit onderwerp buiten de scope van
het actieplan geluid. In de Nota van Beantwoording zal het college wel ingaan op de
ontvangen inspraakreacties die betrekking hebben op gebedsoproepen voor kerken
en moskeeën.
20. In het Actieplan wordt — naar mening van de fractie van de VVD — terecht gesteld
dat geluidsoverlast niet alleen samenhangt met de geluidsbelasting uitgedrukt in
het aantal decibel, maar ook in de geluidsbeleving. Deze beleving kan per
persoon verschillen. Wil het college onderzoeken hoe Amsterdammers
verschillende religieuze uitingen (zoals het luiden van kerkklokken of het afspelen
van versterkte gebedsoproepen) en niet-religieuze uitingen (zoals tijdsaanduiding)
beleven en beoordelen?
Antwoord
Zie antwoord 7 en 17.
21. Zou het college maatwerk wenselijk vinden als blijkt dat bepaalde uitingen tot
meer of minder overlast onder bewoners blijken?
Antwoord
Zie antwoord 7 en 17.
22. Is het college bereid om extern juridisch advies in te winnen over de mate van
gemeentelijke beleidsvrijheid die er bestaat in het begrenzen en reguleren van
versterkte gebedsoproepen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord
Zie antwoord 7 en 17.
7
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Neng Jaz Gemeenteblad
ummer - =: . .
Datum 17 juni 2020 Schriftelijke vragen, vrijdag 1 mei 2020
23. Welke andere stappen is het college voornemens te zetten in dit beleidsdossier?
Antwoord
Het college houdt de vinger aan de pols ten aanzien van mogelijke toekomstige
klachten over overlast door klokgelui en gebedsoproepen. Zo nodig zal het college —
net als nu - contact opnemen met de desbetreffende organisatie om de klachten over
te brengen en hen vragen maatregelen te nemen.
Het college is van mening dat een breed draagvlak in de raad noodzakelijk is om een
dergelijk ingrijpend besluit van een APV-wijziging voor te bereiden.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris
8
| Schriftelijke Vraag | 8 | train |
Geachte heer/mevrouw,
Wilt u dit bericht daorzenden aan alle raadsleden? En aan de
burgemeesters en wethouders? : |
Landelijke wetgeving is zodanig ingericht dat vuurwerk 156 decibel mag |
bedragen op twee meter afstand. Zie
http://www. gezondheidsnet.nlfbeter-gehoor/vuurwerk-gevaarlijk-voor-gehoor
Dit betekent acute gehoorbeschadiging! Zo juist staken onze buren .
vuurwerk af, Een meisje van 3 jaar ging huilen en deed direct haar
handen op haar oren. En ik kreeg last van piepende oren en oorpijn.
Omdat landelijke wetgeving kennelijk te kort schiet en geen rekening .
houdt met gehoorbeschadiging willen we u vragen: Bent u bereid om een
APV te maken dat vuurwerk alleen op de door de gemeente aangewezen
plekken kan worden afgestoken? En dus niet overal te pas en te onpas?
Mensen kunnen er dan voor kiezen om deze plekken te gaan mijden,
indien zij niet blootgesteld willen worden aan deze veel te harde
knallen. Gehoorbeschermers bieden vaak geen afdoende bescherming tegen
deze hoge waardes. Zulke harde geluiden moeten verboden worden om te
verspreiden in de ether.
Bovendien zorgt vuurwerk voor milieu vervuiling. Misschien voor een :
KNO gunstig dat zij één consult moeten geven voor een
gehoorbeschadiging waaraan zij hun eenmalig geld verdienen. Daarbij
kan iemand levenslang krijgen doordat het gehoorbeschadigd is en een
levenlang een pieptoon in je oren?
De VVD is van mening dat schadelijke producten niet geweerd moeten
worden. Kennelijk zien zij het belang niet ín dat er letselschade
ontstaat aan het gehoor. :
Groet EB
htp://www.pleptonen.nl
Meldpunt Schadelijk Geluid
Indien de link niet werkt.
BAARN - Rond de jaarwisseling zijn er veel vuurwerkslachtoffers te
betreuren. Verwondingen die veel voorkomen zijn letsel aan de handen
en ogen, maar de harde knallen kunnen ook je oren beschadigen.
Na een flinke knal kun je last hebben van een piep of ruis in je oren.
Meestal herstelt het gehoor zich vanzelf weer. Als het geluid te hard
is of als je er vaker aan blootstaat, kan de schade blijvend zijn.
156 decibel
Sinds 2006 mag legaal vuurwerk in Nederland maximaal 156 decibel '
produceren, gemeten op twee meter afstand. Dat is nog veel harder dan
een rockeoncert (110dB), laag overvliegend vliegtuig (120 dB) of
geweerschot (140 dB). Geluiden boven de 120 decibel kunnen direct tot
blijvende schade leiden. .
Milieu Gentraal schat dat jaarlijks 800 à 1600 mensen blijvende
__gehoorschadeoplopen door de harde knallen van vuurwerk.
__ Gehoorbescherming .
Degene die:het vuurwerk afsteekt loopt het meeste risico, maar ookals …
je vlakbij staat krijgen je oren het zwaar te verduren. Je kunt dus '
het beste op een veilige afstand blijven. Wil je toch zelf vuurwerk
afsteken? Siervuurwerk maakt minder herrie dan knalvuurwerk. Ook kun
je gehoorbescherming dragen.
Wanneer gehoorbeschadiging?
De vraag is wat onze oren aankunnen. Geluid wordt gemeten in decibels
(dB). Grof gezegd kan langdurige blootstelling aan geluiden boven de
80 decibel al leiden tot hoorschade, al is dat meestal niet direct
merkbaar. Geluiden boven de 120 decibel leiden direct tot blijvende
schade. Maar welke activiteit levert nou hoeveel decibel op? Een
overzicht:
* Een vallend blad: 10 decibel
* Gefluister: 30 decibel
* Vagelgekwetter: 40 decibel
* Geluiden in een gemiddelde woonwijk overdag: 50 decibel
* Gesprek: 60 decibel
« Doorsnee ruzie: 70 decibel
* Cabine van een vliegtuig: 80 decibel
* Langs een snelweg staan: 80 decibel
* Gillen, grasmaaien, boren in een betonmuur: 90 decibel
* Motorrijden: 95 decibel
* Maximaal volume van een mp3-speler: 100 dectbel (let op: er zijn
uitschieters naar 130 decibel!)
« (te) Dicht bij een start- of landingsbaan staan: 100 decibel
« Cirkelzaag: 105 decibel
« Disco of roekconcert: 110 decibel
* Pneumatische hamer: 120 decibel
* Laag overvliegend vliegtuig: 120 decibel
* Geweerschot: 140 decibel
120dB directe gehoorbeschadiging. Vuurwerk is 196dB op 2 meter
afstand, waarvan elke 3dB het geluid een verdubbeling is. 36:3=12. Dus
vuurwerk is 12 keer zo hard! Wellicht een idee dat je niet alleen
gehoorbeschadiging gaat dragen maar ook een grote waterpistool waarmee
je het vuurwerk gaat uitdoven zodat je niet doof wordt. Zie bijlage
voor overzicht van volume en de schadelijkheid hiervan.
| Raadsadres | 2 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
x% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2015
Afdeling 1
Nummer 1332
Publicatiedatum 4 december 2015
Ingekomen onder AF
Ingekomen op woensdag 25 november 2015
Behandeld op woensdag 25 november 2015
Status Verworpen
Onderwerp
Motie van het lid Shahsavari-Jansen inzake het initiatiefvoorstel “Naar een socialere
bijstand in Amsterdam” (geen grotere rechtsongelijkheid en armoedeval door een
regelluwe bijstand).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over het initiatiefvoorstel “Naar een socialere bijstand in
Amsterdam” van de leden Groot Wassink en Nuijens (Gemeenteblad afd. 1,
nr. 1266).
Overwegende dat:
— het college ruimte ziet om op beperkte schaal te experimenteren met (een vorm
van) regelluwe bijstand;
— het bij een dergelijke pilot van groot belang is dat deze wetenschappelijk
gefundeerd is en dat deze pilot niet leidt tot een grotere rechtsongelijkheid en
armoedeval.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
bij het uitvoeren van een pilot/experiment met een vorm van regelluwe bijstand zorg
te dragen dat een dergelijk(e) experiment/pilot wetenschappelijk gefundeerd is en niet
leidt tot een grotere rechtsongelijkheid en armoedeval.
Het lid van de gemeenteraad
M.D. Shahsavari-Jansen
1
| Motie | 1 | discard |
Stadsdeelcommissie - gebied Indische Buurt, Oostelijk Havengebied
Agenda
Datum 11-01-2022
Aanvang 19:30
Locatie Digitaal
[Link naar de virtuele MS Teams ruimte ]
Algemeen
1 Opening en vaststelling agenda
2 Mededelingen
3 Vaststellen van het conceptverslag van de vergadering van 21 december 2021
4 Mededelingen van de ingekomen stukken
5 Het woord aan bewoners, ondernemers en instellingen
Inhoudelijk
6 Verbreding fietspad Panamalaan
Algemeen
7 Vooruitblik
Doel bespreking: voorbespreken agenda komende vergaderingen en of agenda nog actueel is.
4/1: termijnagenda volgt 11 jan.
11/1: termijnagenda toegevoegd.
8 Rondvraag en sluiting
Ingekomen stukken
Insprekerslijst
De definitieve lijst met insprekers wordt gepubliceerd op 11 januari
Verslag
Informatie
Locatie en opnamen
Dit overleg met de 4 stadsdeelcommissieleden en het dagelijks bestuur vindt vanwege covid-19 digitaal plaats.
Van deze vergadering worden beeld- en geluidsopnamen gemaakt. De vergadering is achteraf terug te bekijken
via deze pagina.
Inspreken en daarvoor aanmelden
Vanwege covid-19 is deze stadsdeelcommissievergadering niet fysiek en daarom zonder publiek. Inspreken kan
live tijdens de digitale vergadering, of schriftelijk.
Aanmelden om in te spreken - live of schriftelijk - kan tot uiterlijk 24 uur vóór de vergadering via het online
aanmeldformulier: hitps://www.amsterdam.nl/@338353/inspreken-commissievergaderingen/.
| Agenda | 2 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2017
Afdeling 1
Nummer 1138
Datum indiening 11 juli 2017
Datum akkoord college van b&w van 26 september 2017 m.i.v. wijzigingen
wijzigingen op 4 oktober 2017 akkoord
Publicatiedatum 5 oktober 2017
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Torn inzake het plaatsen van
ondergrondse afvalcontainers in de binnenstad.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragensteller:
Wie door de stad loopt en al het op straat zwervende afval in ogenschouw neemt
vraagt het zich vaak af: Is dit nou mijn stad? Op 20 juni schreef Oscar Hammerstein
in het Parool dat Amsterdam de smerigste stad van Europa is geworden. Het is
moeilijk te zeggen of dit dieptepunt daadwerkelijk al is bereikt, maar wie ’s ochtends
naar zijn of haar werk fietst en de straten bezaaid met afval ziet kan moeilijk
ontkennen dat Amsterdam hard op weg is de vieste stad van Europa te worden.
Met name in de dichtbevolkte en drukbezochte binnenstad is het afvalprobleem groot,
terwijl juist de grachten bepalend zijn voor het (internationale) aanzien van
Amsterdam. Veel zwerfafval in de binnenstad is afkomstig van aangeboden huisvuil
dat in dit stadsdeel voornamelijk nog op straat ter inzameling wordt aangeboden. Veel
van dit huisvuil belandt op straat, bijvoorbeeld omdat vuilniszakken niet goed worden
afgesloten of omdat ze te zwaar zijn en openscheuren tijdens het inzamelen. Tot
overmaat van ramp zijn er ook hongerige meeuwen en metaalverzamelaars die
vuilniszakken openrijten en daarmee een enorme puinhoop achterlaten.
De nadelen van het aanbieden van vuilnis op straat kunnen worden ondervangen
door afval in te zamelen in ondergrondse afvalcontainers. Een bijkomend voordeel
van deze containers is dat Amsterdammers niet meer afhankelijk zijn van een
inzameldienstregeling, maar hun afval direct kwijt kunnen. Hierdoor zijn minder
bewoners of bezoekers geneigd hun afval op straat te dumpen. Bovendien is het
legen van ondergrondse afvalcontainers minder lichamelijk belastend, in tegenstelling
tot het traditionele inzamelwerk. Hierdoor kunnen werknemers deze werkzaamheden
tot op latere leeftijd blijven uitvoeren.
De andere stadsdelen zijn inmiddels vrijwel geheel overgestapt naar ondergrondse
inzameling, maar in de binnenstad stuit het plaatsen van ondergrondse
afvalcontainers op een aantal uitdagingen. Zo is de ruimte voor de containers
beperkt, zowel bovengronds als ondergronds. Vaak moeten er ondergrondse
leidingen worden verlegd om de containers in te kunnen graven. Bovendien hebben
de bomen langs de gracht wortelruimte nodig.
' http://www.parool.nl/opinie/oscar-hammerstein-amsterdam-stinkt-als-nooit-tevoren—a4501679/
1
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer Eben 2017 _ Schriftelijke vragen, dinsdag 11 juli 2017
Dit alles neemt niet weg dat het wel mogelijk is om ondergrondse containers aan te
leggen in de binnenstad, zo heeft de VVD via ambtelijke weg vernomen. Er zijn al
verschillende plekken waar binnenstadbewoners momenteel hun glas en oud papier
ondergronds kunnen aanbieden.” Het aanleggen van ondergrondse containers in de
binnenstad, en met name het creëren van ruimte hiervoor, leidt echter wel tot extra
kosten.
De VVD vindt het, gelet op de ernst van de huidige afvalproblematiek, belangrijk dat
de gemeenteraad de afweging maakt of het plaatsen van extra ondergrondse
containers in de binnenstad wenselijk is en of de kosten hiervan opwegen tegen de
baten. De VVD wil daarom dat het college inventariseert op welke plekken er in het
centrum ruimte is voor nieuwe ondergrondse afvalcontainers en op welke plekken
deze ruimte gemaakt zou kunnen worden. Ook wil de VVD dat het college inzichtelijk
maakt wat de aanleg van de containers naar verwachting zal gaan kosten.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Torn, namens de fractie van de VVD, op grond
van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende
schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld:
1. Wat zijn volgens het college de voornaamste bezwaren en obstakels dat er in
het centrum (nog) geen ondergronds inzamelingssysteem is ingevoerd?
Antwoord:
In uw toelichting noemt u zelf al een aantal belangrijke bezwaren. De belangrijkste
is het ruimtegebrek om (ondergronds) containers te plaatsten. Zowel bovengronds
is schaarste, als ondergronds door boomwortels, kabels en leidingen. Containers
nemen in de openbare ruimte een permanente plaats in. Met de zakinzameling
wordt twee maal per week beslag gelegd op de openbare ruimte. Daarnaast
kunnen ook de hoge kosten genoemd worden die invoering in het centrum met
zich mee zou brengen. Het omleggen van kabels en leidingen is duur, en in het
centrum zal dit op veel meer plaatsen nodig zijn dan in andere stadsdelen.
Ondanks deze omstandigheden zet het college in op realisatie van nieuwe
containers, om zo vervuiling effectiever tegen te kunnen gaan.
2. Zou het college het, los van de praktische bezwaren, wenselijk vinden als het hele
centrum overstapt van straatinzameling naar ondergrondse inzameling?
Antwoord:
Het college werkt aan het opheffen van alle losse zakken/ straatinzameling in
Amsterdam voor 2020. Dit doet het college in de eerste plaats om de
serviceverlening te verbeteren; men kan op elk gewenst moment van zijn afval af.
Ook zijn er arbotechnische voordelen; er hoeven geen losse vuilniszakken meer
van straat getild te worden. Ook hoeft er niet meer per definitie overal twee keer
per week geveegd te worden.
EE
https://kaart.amsterdam.nl/2?boundsfilter=52.375300,4.914808,52.365127,4.875526&types=1408,27
6,2340,277,279,518
2
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam
Neng Lize Gemeenteblad R
Datum 5 oktober 2017 Schriftelijke vragen, dinsdag 11 juli 2017
Gezien de omstandigheden in (en het gebruik van) de openbare ruimte, zowel
boven- als onder de grond valt niet uit te sluiten dat er plekken zijn waar
ondergrondse containers niet of niet op korte termijn realistisch zijn. Daarom kijkt
het college ook naar andere inzamelmethoden, zoals inpandige, oplossingen via
de grachten of zelfs, indien nodig, deels verzonken of bovengrondse
verzamelcontainers.
Er wordt momenteel niet alleen huishoudelijk afval, maar ook bedrijfsafval in losse
zakken aangeboden. De gemeente heeft bij bedrijfsafval niet automatisch de regie.
Eind 2017 zal een aanpak voor bedrijfsafval aan de gemeenteraad worden
aangeboden zal apart worden ingegaan op de losse bedrijfsafval zakken.
3. Wil het college inventariseren:
a. op welke plekken er ruimte is of gemaakt kan worden voor ondergrondse
afvalinzameling;
b. in hoeverre de ondergrondse inzameling de traditionele straatinzameling in
het centrum zou kunnen gaan vervangen;
c. welke kosten het plaatsen van deze containers met zich meebrengt;
d. hoe vaak en wanneer deze containers geleegd zullen moeten worden;
e. wat het maandelijks of jaarlijks kost om deze containers te legen en hoe deze
kosten zich verhouden tot de kosten van de traditionele straatinzameling;
f. hoeveel tijd het naar verwachting in beslag neemt om de containers te
plaatsen?
Antwoord:
Voor het einde van 2017 zal het college samen met stadsdelen West, Zuid, Oost
en Centrum een voorstel voor de gemeenteraad opstellen waarin de
consequenties geschetst worden. Ruimte beslag (parkeerplaatsen!?), kosten en
termijnen waarop uitvoering mogelijk is, zullen daar onder meer aan de orde
komen, alsmede de relatie die dit heeft met het inzamelen van bedrijfsafval.
Indien de gemeenteraad zich kan vinden in het voorstel zullen in 2018 samen met
stadsdelen en betrokkenen realisatieplannen worden opgesteld.
Bij het opstellen van het voorstel wordt natuurlijk gebruik gemaakt van de ervaring
die al is opgedaan met bijvoorbeeld de plaatsing van ondergrondse containers al
geplaatst zijn, zoals op het Oosterdok, Westerdok, Funen, bij het Haarlemmerplein
en die nu in voorbereiding is in het oostelijk deel van Centrum. Bij herinrichtingen
van de openbare ruimte is het al staande praktijk om te bezien of er ruimte
gemaakt kan worden voor containers. Zo zijn er op het Rokin al plaatsen
gereserveerd waar later eventueel containers geplaatst kunnen worden.
Op andere plaatsen is bij herinrichtingen al gebleken dat het niet mogelijk is,
zoals op de Haarlemmer Houttuinen en in de Willemstraat.
4. Is het college het met de VVD eens dat ondergrondse inzameling met
takelvrachtwagens arbo-technische voordelen heeft ten opzichte van
de traditionele inzameling? Graag een toelichting.
Antwoord:
In Nederland is een aantal jaren geleden de zogenaamde P90 norm ingevoerd,
waarmee de eis gesteld is dat minstens 90% van de mensen met zwaar werk de
pensioengerechtigde leeftijd op een gezonde manier moeten kunnen halen.
3
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
weing Lize Gemeenteblad
mmer - -. . zr
Datum 5 oktober 2017 Schriftelijke vragen, dinsdag 11 juli 2017
Daarmee is het gewicht dat dagelijks getild mag worden bij toenemen van de
leeftijd beperkt. Het is nu gebruikelijk om mensen na hun 40°° ‘uit te laten stromen’
naar ander werk. Daarmee wordt voldaan aan een verbetering van de
arbeidsomstandigheden die het zakken inzamelen met zich meebrengt. Het is
zeker waar dat inzameling met ondergrondse containers ook betere
arbeidsomstandigheden oplevert. Bij de ondergrondse inzameling hoeft niet getild
te worden. Arbotechnisch doen zich dan andere problemen voor, zoals het veel
vaker in en uit de wagen stappen, wat weer minder goed is voor de knieën.
Maar dit is toch minder belastend dan het met veel herhaling tillen van zakken.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
4
| Schriftelijke Vraag | 4 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2019
Afdeling 1
Nummer 1500
Datum indiening 22 juli 2019
Datum akkoord 19 september 2019
Publicatiedatum 23 september 2019
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Bloemberg-lssa inzake de publicatie in
het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde waarin opnieuw zorgen over de
veiligheid van kunstgraskorrels worden geuit.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragenstelster:
Vier wetenschappers hebben hun zorgen over rubbergranulaat-kunstgraskorrels geuit
in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde (NTvG). Hierin beweren zij dat de
onderzoeken van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) en de
European Chemical Agency, waarin geconcludeerd werd dat de risico's
verwaarloosbaar zijn, wetenschappelijke onnauwkeurigheden en omissies bevatten.
Het risico kan hierdoor onderschat zijn. De samenvatting van het onderzoek is
duidelijk:
“Het is dus prematuur om te concluderen dat spelen op kunstgras met
rubbergranulaat voor kinderen veilig is. De beslissing of sporten onder deze
omstandigheden acceptabel is, ligt nu in eerste instantie bij de ouders. De
Nederlandse overheid zou, conform het ECHA-advies, ouders moeten adviseren om
hun kinderen hand- en mondcontact met dit granulaat zo veel mogelijk te vermijden.”
Een van de onderzoekers zei tegen NRC? dat er strengere normen gehanteerd
moeten worden op basis van nieuwe wetenschappelijke inzichten, en dat we moeten
uitgaan van het voorzorgsprincipe voor kinderen als het gaat om dit soort stoffen. Het
RIVM zou bovendien in het onderzoek geen rekening hebben gehouden met de extra
gevoeligheid van kinderen voor kankerverwekkende PAKSs.
Het Amsterdamse college heeft na aandringen van de fractie van de Partij voor de
Dieren al aangegeven nieuwe kunstgrasvelden in te strooien met kurk, maar dat
neemt niet weg dat er nog steeds tientallen velden met rubbergranulaat in Amsterdam
liggen waar dagelijks kinderen op sporten.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Bloemberg-lssa, namens de fractie van
de Partij voor de Dieren, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor
de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van
burgemeester en wethouders gesteld:
1 https://www.ntvg.nl/artikelen/rubbergranulaat-op-kunstgrasvelden
? https://www.nrc.nl/nieuws/2019/07/18/weer-twijfels-over-rubberkorrelrisicos-in-kunstgras-
a3967527
1
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
weing e00 Gemeenteblad
Datum 23 september 2019 Schriftelijke vragen, maandag 22 juli 2019
1. Heeft het college kennisgenomen van de artikelen in het NTvG en het NRC?
Zo ja, hoe beoordeelt het college deze”?
Antwoord:
Het college heeft hiervan kennis genomen. In deze kwestie volgt het college de
bevindingen en aanbevelingen van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en
Milieu (RIVM). Het RIVM heeft in een reactie op het artikel in het NTvG
aangegeven de bewering dat de onderzoeken voorbarige conclusies trekken over
gezondheidsrisico’s, niet te delen. Het RIVM geeft aan dat de beweringen uit het
artikel niet leiden tot nieuwe inzichten, en blijft bij het standpunt dat het risico voor
de gezondheid van sporten op kunstgras sportvelden die zijn ingestrooid met
rubbergranulaat, praktisch verwaarloosbaar is. Het sporten op deze sportvelden is
verantwoord.
2. Hoeveel velden met rubbergranulaat zijn er op dit moment nog in Amsterdam?
Antwoord:
Momenteel zijn er 68 kunstgras sportvelden in Amsterdam (of in Amsterdams
beheer) die zijn ingestrooid met rubber granulaatkorrels.
3. Watis de planning voor het vervangen van deze velden, en in welk jaar worden
de laatste velden met rubbergranulaat vervangen?
Antwoord:
Alle kunstgras sportvelden die zijn ingestrooid met rubber granulaatkorrels
worden gefaseerd vervangen door sportvelden met een alternatief en meer
duurzaam infillmateriaal. Tot op heden passen wij natuurlijk kurk toe. Uitfasering
is gestart in 2016, in 2026 worden de laatste sportvelden vervangen. Jaarlijks
worden gemiddeld 7 sportvelden vervangen, de vervangingsopgave is afgestemd
op de afschrijvingstermijn van deze sportvelden (het moment waarop een
sportveld aan het eind van de levensduur is).
4. Is het mogelijk om in plaats van de gehele velden te vervangen, alleen het
instrooimateriaal te vervangen? Zo ja, gebeurt dit al? Zo nee, waarom niet?
Antwoord:
Nee, dit is technisch niet uitvoerbaar. Dit geldt voor zowel het scheiden van de
rubber granulaatkorrels van een bestaande kunstgrasmat, als het opnieuw
inbrengen van een compleet nieuwe infillaag in de bestaande sportmat.
5. Is het college bereid om op basis van deze inzichten versnellende maatregelen te
nemen om alle kunstgrasvelden met biologisch afbreekbaar materiaal in te
strooien? Zo nee, waarom niet?
Antwoord:
De beweringen uit het artikel in het NTvG leiden niet tot nieuwe inzichten,
het sporten op de sportvelden die zijn ingestrooid met rubber granulaatkorrels is
verantwoord. Voor het nemen van versnelde maatregelen is geen aanleiding.
2
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
weing e00 Gemeenteblad
ummer seat do:
Datum 23 september 2019 Schriftelijke vragen, maandag 22 juli 2019
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris
3
| Schriftelijke Vraag | 3 | train |
Gemeente Amsterdam
8 Gemeenteraad R
% Definitieve raadsagenda,
woensdag 19 en donderdag 20 december 2018
De burgemeester van Amsterdam nodigt de leden van de gemeenteraad uit voor de
raadsvergadering.
Datum en tijd woensdag 19 december 2018 13.00 uur en 19.30 uur
donderdag 20 december 2018 13.00 uur.
Locatie Raadzaal
Algemeen
1 Mededelingen.
2 Vaststellen van de notulen van de raadsvergadering op 28 november 2018.
3 Vaststellen van de agenda.
4 Mededeling van de ingekomen stukken.
5 _Mondelingevragenuur.
Benoemingen
6 Benoemen van een lid van de Rekeningencommissie.
7 _Benoemen van de functionaris Gegevensbescherming.
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 1354)
Volwasseneneducatie, Laaggeletterdheid en Inburgering
8 Vaststellen van het beleidskader Taaloffensief 2019-2022.
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 1279)
Duurzaamheid en Circulaire Economie
9 Instemmen met de verlenging en bijsturing van de inzet van de
Versnellingsmiddelen Duurzaamheid. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1322)
Ruimtelijke Ordening
10 Vaststellen van het bestemmingsplan en van het exploitatieplan
Weespertrekvaart Oost. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1324)
1
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad R
Definitieve raadsagenda, woensdag 19 en donderdag 20 december 2018
11 Kennisnemen van het rapport “Grip op Westpoort Warmte” van de rekenkamer
en het overnemen van de aanbevelingen. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1325)
12 Vaststellen van het bestemmingsplan Zeeburgerpad en welstandskader
‘Verstedelijkt havengebied’ (9a) voor het plangebied van het bestemmingsplan
Zeeburgerpad. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1326)
13 Wijzigen van de Verordening op het lokaal bestuur in Amsterdam, toevoegen van
kaart bijlage B. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1329)
Grondzaken
14 Kennisnemen van de bestuurlijke reactie op motie nr. 2018-316, van de
voormalige raadsleden Nuijens en Geenen inzake het uitwerken van meerdere
scenario’s voor het behoud van (zoveel mogelijk van) de functie van
zorgboerderij de Boterbloem. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1330)
15 Vaststellen van een investeringsbesluit en stedenbouwkundig plan
Weespertrekvaart Oost en het beschikbaar stellen van een krediet.
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 1331)
16 Vaststellen van het aangepast warmteplan Sluisbuurt 2018.
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 1332)
Zorg
17 Wijzigen van de Verordening maatschappelijke ondersteuning 2015.
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 1333)
Water
18 Intrekken van de Verordening Binnenwatergeld Beroepsvaart 2018 en vaststellen
van de Verordening Binnenwatergeld Beroepsvaart 2019.
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 1334)
19 Intrekken van de Verordening Binnenhavengeld Pleziervaart 2018 en vaststellen
van de Verordening Binnenhavengeld Pleziervaart 2019.
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 1336)
20 Instemmen met een Uitvoeringskrediet van €20,45 miljoen voor de
drinkwaterdistributie 2019. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1335)
21 Instemmen met een Uitvoeringskrediet van €22,15 miljoen voor de
drinkwaterdistributie 2018. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1337)
2
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad R
Definitieve raadsagenda, woensdag 19 en donderdag 20 december 2018
Verkeer, Vervoer en Luchtkwaliteit
22 Wijzigen van de Parkeerverordening 2013. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1338)
23 Vaststellen van de Verordening Parkeerbelastingen 2019.
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 1355)
24 Vaststellen van het uitvoerings- en kredietbesluit voor de herinrichting van het
kruispunt Marnixstraat — Elandsgracht. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1339)
Dienstverlening
25 Wijzigen van de Verordening op de heffing en invordering van leges 2019 en de
bijbehorende Legestabel 2019. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1340)
Openbare Orde en Veiligheid
26 Wijzigen van de Algemene Plaatselijke Verordening, introductie van
vergunningplicht voor bepaalde bedrijfsmatige activiteiten in bepaalde gebieden,
straten, branches en panden. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1341)
27 Actualiteit van het lid Nanninga inzake de aanstaande ontruiming van het
ADM-terrein. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1342)
Financiën
28 Instemmen met de overheveling van de coalitieakkoordmiddelen en de
doelenboom. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1346)
29 Wijzigen van de Verordening op de heffing en de invordering van belasting op
roerende woon- en bedrijfsruimten 2007. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1347)
30 Wijzigen van de Verordening op de heffing en inning van
onroerendezaakbelastingen 2007. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1348)
Economische Zaken
31 Instemmen met het Investeringskader voor Economische Structuur- en
Arbeidsmarktversterking 2019 — 2022. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1349)
Onderwijs
32 Wijzigen van de Verordening op het lokaal onderwijsbeleid Amsterdam, bijlage 25
voorziening tegemoetkoming reiskosten. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1350)
33 Kennisnemen van het onderwijshuisvestingsprogramma 2019 primair onderwijs,
voortgezet onderwijs en (voortgezet) speciaal onderwijs en instemmen met het
beschikbaar stellen van kredieten. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1351)
3
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad R
Definitieve raadsagenda, woensdag 19 en donderdag 20 december 2018
34 Kennisnemen van de voortgangsrapportage Gezonde Schoolgebouwen 2015-
2018 en instemmen met het vervolgprogramma Gezonde Schoolgebouwen 2020-
2022 en beschikbaar stellen van kredieten. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1352)
Bouwen en Wonen
35 Wijzigen van de Huisvestingsverordening Amsterdam 2016.
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 1353)
Raadsaangelegenheden
36 Vaststellen van het programma van eisen voor de accountantscontrole 2019
inclusief het normenkader rechtmatigheid 2019. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1344)
3/ Vaststellen van het voorschot op de fractieondersteuning voor het eerste kwartaal
van 2019. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1345)
VERGADERING ACHTER GESLOTEN DEUREN
Juridische Zaken
38 Bekrachtigen van de geheimhouding. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1343)
Ruimtelijke Ordening
39 Geheim. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1323)
40 Geheim. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1327)
41 Geheim. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1328)
4
Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Definitieve raadsagenda, woensdag 19 en donderdag 20 december 2018
Ingekomen stukken
1 Brief van A. Nanninga, fractievoorzitter van Forum voor Democratie, van
27 november 2018 inzake het terugtreden van het lid Nanninga als lid van en
het voordragen van het duolid Berkhout als lid van de Rekeningencommissie.
Voorgesteld wordt, deze brief te betrekken bij de behandeling van agendapunt 6,
Benoemen van een lid van de Rekeningencommissie.
2 Raadsadres van de Stichting Museumhaven Amsterdam van 29 oktober 2018
inzake de inventarisatie van historische woonboten in Amsterdam.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester
en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen
naar de leden van de raadscommissie Kunst, Diversiteit en Democratisering.
3 Brieven van een burger in de periode 21 november — 3 december 2018 inzake
de fraudezaak rondom de bouw van stadion ArenA.
Voorgesteld wordt, deze brieven voor kennisgeving aan te nemen, onder
verwijzing naar de brief van het college van burgemeester en wethouders
van 8 augustus 2011, kenmerk nr. 2011/5273.
4 Raadsadres van het Mobiliteitsteam Weesperzijdebuurt van 25 november 2018
inzake de herinrichting van de Weesperzijde.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester
en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen
naar de leden van de raadscommissie Mobiliteit, Luchtkwaliteit en Duurzaamheid.
5 Raadsadres van de Fietsersbond Amsterdam van 26 november 2018 inzake
de vaststelling van het Definitief Ontwerp van de Weesperzijde.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester
en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen
naar de leden van de raadscommissie Mobiliteit, Luchtkwaliteit en Duurzaamheid.
6 Raadsadres van een burger van 26 november 2018 inzake schending van
mensenrechten, wetten en verdragen door de overheid.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres voor kennisgeving aan te nemen.
7 Brief van het college van burgemeester en wethouders van 27 november 2018
inzake de afhandeling van motie 760.18 van de leden Ceder c.s. over een ruimer
kinderpardon.
Voorgesteld wordt, de uitvoering van deze motie in de raadscommissie Algemene
Zaken te bespreken en na goedkeuring de motie als uitgevoerd te beschouwen.
5
Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Definitieve raadsagenda, woensdag 19 en donderdag 20 december 2018
8 Raadsadres van een burger van 28 november 2018 inzake de aanpak van
de problematiek met het naast de vuilcontainers geplaatste afval.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester
en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen
naar de leden van de raadscommissie Wonen en Bouwen.
9 Raadsadres van de Nederlandse Beroepsvereniging voor Professionele
Bewindvoerders van 28 november 2018 inzake beschermingsbewindvoering.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester
en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen
naar de leden van de raadscommissie Werk, Inkomen en Onderwijs.
10 Aanvullend raadsadres van een burger van 28 november 2018 op zijn
raadsadres van 12 september 2018 inzake het verzoek om ontheffing in
de milieuzones in Amsterdam voor de Honda Zoomer scooter.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester
en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen
naar de leden van de raadscommissie Mobiliteit, Luchtkwaliteit en Duurzaamheid.
11 Afschrift van een brief, gericht aan het college van burgemeester en wethouders,
van een burger van 29 november 2018 inzake handhaving van Nederlandse
normen en waarden in Amsterdam.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van de burgemeester te stellen
ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van
de raadscommissie Algemene Zaken.
12 Raadsadres van een burger van 29 november 2018 inzake de uitspraken van
burgemeester Halsema over handhaving van het boerkaverbod.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in van de burgemeester te stellen om
een reactie en een kopie van de reactie te sturen naar de leden van
de raadscommissie Algemene Zaken.
13 Aanvullend raadsadres van een burger van 29 november 2018 op zijn
raadsadres van 24 november 2018 inzake het verwijderen van de | amsterdam
letters op het Museumplein in plaats van de aanpak van andere problemen in
de stad.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester
en wethouders te stellen ter afhandeling.
6
Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Definitieve raadsagenda, woensdag 19 en donderdag 20 december 2018
14 Afschrift van een brief van de Vereniging Vrienden van de Binnenstad, gericht
aan de burgemeester, van 29 november 2018 inzake het verplaatsen van
de prostitutie op de Wallen naar binnen.
Voorgesteld wordt, deze brief in handen van burgemeester te stellen teneinde te
betrekken bij de in te dienen voorstellen ter zake.
15 Raadsadres van een burger van 30 november 2018 inzake het verzoek om
een buurthospice op het terrein van de Maria Sluisbuurt.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester
en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen
naar de leden van de raadscommissie Zorg, Jeugdsport en Sport.
16 Afschrift van een brief van het college van burgemeester en wethouders van
Haaksbergen, gericht aan de heer Harbers, staatssecretaris van het Ministerie
van Justitie en Veiligheid, van 30 november 2018 inzake de door de
gemeenteraad van Haaksbergen aangenomen motie over het kinderpardon.
Voorgesteld wordt, deze motie voor kennisgeving aan te nemen.
17 Raadsadres van een burger van 1 december 2018 inzake het aanbieden van
banen in vaste dienst bij de gemeente Amsterdam.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester
en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen
naar de leden van de raadscommissie Kunst, Diversiteit en Democratisering.
18 Raadsadres van een burger van 3 december 2018 inzake de weggehaalde
lamsterdam letters, een geweldig marketingtool voor de stad.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres voor kennisgeving aan te nemen.
19 Raadsadres van een burger van 4 december 2018 inzake het bespoedigen van
de aanvraag voor een parkeervergunning.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester
en wethouders te stellen ter afhandeling.
20 Raadsadres van een burger van 4 december 2018 inzake het idee om meer
sociale controle te laten uitvoeren op verkeersovertredingen.
Voorgesteld wordt, de afhandeling over te laten aan de leden van
de gemeenteraad.
7
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad R
Definitieve raadsagenda, woensdag 19 en donderdag 20 december 2018
21 Aanvullend raadsadres van een burger van 4 december 2018 op zijn raadsadres
van 18 november 2018 inzake het project ‘Wunderline’, de spoorverbinding
Amsterdam - Groningen - Bremen - Hamburg.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester
en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen
naar de leden van de raadscommissie Mobiliteit, Luchtkwaliteit en Duurzaamheid.
22 Raadsadres van een burger van 5 december 2018 inzake het gewijzigd
parkeerbeleid in het Centrum en in Amsterdam-Noord.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres desgewenst te betrekken bij de behandeling
van agendapunt 22, Wijzigen van de Parkeerverordening 2013, en van
agendapunt 23, Vaststellen van de Verordening Parkeerbelastingen 2019.
23 Raadsadres van een burger van 5 december 2018 inzake de gevolgen van
het nieuwe parkeerbeleid in Amsterdam-Noord.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres desgewenst te betrekken bij de behandeling
van agendapunt 22, Wijzigen van de Parkeerverordening 2013, en van
agendapunt 23, Vaststellen van de Verordening Parkeerbelastingen 2019.
24 Afschrift van een brief van de Stichting Breekbouw Mooibouw, gericht aan
het college van burgemeester en wethouders, van 5 december 2018 inzake
de herindeling van de gemeente Landsmeer.
Voorgesteld wordt, deze brief in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen
naar de raadscommissie Kunst, Diversiteit en Democratisering.
8
| Agenda | 8 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2019
Afdeling 1
Nummer 490
Publicatiedatum 17 mei 2019
Ingekomen onder X
Ingekomen op donderdag 9 mei 2019
Behandeld op donderdag 9 mei 2019
Status Verworpen
Onderwerp
Motie van het lid Martens inzake het Dierenwelzijnsbeleid in de periode 2019-2022
(Voorlichtingscampagne omgang met dieren)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over het Dierenwelzijnsbeleid in de periode 2019-2022
Overwegende dat:
- Jaarlijks ongeveer tien honden overlijden in auto's en tientallen op het nippertje
worden gered;
- Deze sterfgevallen te voorkomen zijn zodra eigenaren zich bewust zijn van de grote
risico's van het achterlaten van dieren in auto's, met name in de zomermaanden;
- Hier een belangrijke voorlichtingstaak ligt voor het college.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- Elk jaar in de maand mei een voorlichtingscampagne te organiseren waarbij
Amsterdammers worden gewezen op de risico's en de gevaren van het achterlaten
van honden in auto's;
- De raad hiervoor een plan van aanpak te doen toekomen.
Het lid van de gemeenteraad
C. Martens
A.L. Bakker
1
| Motie | 1 | discard |
X Gemeente Amsterdam R
% Gemeenteraad
% Amendement
Jaar 2021
Nummer 173
Behandeld op 31 maart/1 april 2021
Status Aangenomen bij schriftelijke stemming op 6 april 2021
Onderwerp
Amendement van het lid Kuiper inzake het Ruimtelijk Toetsingskader
Noorder IJ-plas (zonnepanelen op water).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over het Ruimtelijk Toetsingskader Noorder IJ-plas.
Constaterende dat:
-— In het toetsingskader wordt verwezen naar de concept Regionale
Energiestrategie (RES) als basis voor het beleid met betrekking tot de
eventuele plaatsing van windturbines en zonnepanelen op water in het
gebied;
- Met betrekking tot zonnepanelen geldt dat in het toetsingskader,
conform de concept RES, is aangegeven dat het college terughoudend
is met het toepassen van zonnepanelen op water en in groengebieden
en dat plaatsing in de omgeving van het Coenplein en langs de snelweg
A10 en A8 prioriteit heeft.
Overwegende dat:
- De op 15 februari 2021 aangenomen motie van raadslid Ceder echter
vraagt om in de RES de Noorder IJ-plas expliciet aan te wijzen als
zoekgebied voor zon op water;
- Deze motie nog niet is meegenomen in het voorliggende
toetsingskader.
Besluit:
In de voordracht beslispunt 3 c met de huidige tekst:
“Het toetsingskader bevestigt en verruimt het zoekgebied voor de
plaatsing van windturbines en zonnepanelen conform het beleid en de
doelstellingen die in de Windvisie 2012 en de Routekaart Amsterdam
Klimaat Neutraal zijn vastgelegd. Daarbinnen kan nader onderzoek naar
een veilige en landschappelijk ingepaste plaatsing van windturbines
plaatsvinden.”
Te wijzigen in:
“Het toetsingskader bevestigt en verruimt het zoekgebied voor de
plaatsing van windturbines en zonnepanelen conform het beleid en de
doelstellingen die in de Windvisie 2012 en de Routekaart Amsterdam
Klimaat Neutraal zijn vastgelegd. Daarbinnen kan nader onderzoek naar
1
een veilige en landschappelijk ingepaste plaatsing van windturbines
plaatsvinden. Ook is de Noorder IJ-plas een zoekgebied voor zonnepanelen
op water.”
Op pagina 7 van bijlage 6 Ruimtelijk toetsingskader Noorder IJplas de
huidige tekst:
“In principe eerst langs de infrastructuurbundel van de rijkswegen, en in
laatste instantie op de plas zelf die bij voorkeur een open karakter moet
houden.”
Te wijzigen in:
“In principe eerst langs de infrastructuurbundel van de rijkswegen waarbij
zonnepanelen op de plas zelf mogelijk zijn indien deze ruimtelijk en
ecologisch goed inpasbaar zijn en voldoende ruimte beschikbaar blijft voor
andere functies.”
Op pagina 27 van bijlage 6 Ruimtelijk toetsingskader Noorder IJplas de
huidige tekst:
“In dit ruimtelijk kader wordt voorgesteld om met name deze zone in te
zetten voor duurzame energiewinning, en pas in laatste instantie als
klimaatdoelen niet elders kunnen worden gehaald op de plas zelf.”
Te wijzigen in:
“In dit ruimtelijk kader wordt voorgesteld om met name deze zone in te
zetten voor duurzame energiewinning waarbij op de plas zelf
zonnepanelen mogelijk zijn indien deze ruimtelijk en ecologisch goed
inpasbaar zijn en voldoende ruimte beschikbaar blijft voor andere
functies.”
Het lid van de gemeenteraad
T. Kuiper
2
| Motie | 2 | discard |
> Gemeente
Amsterdam
Motie
Datum raadsvergadering 26 januari 2022
Ingekomen onder nummer 5
Status Aangenomen
Onderwerp Motie van de leden Yilmaz en Boomsma inzake route richting s106
versneld verbeteren
Onderwerp
De route van Alpen/Ookmeerweg naar de s106 versneld te verbeteren.
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over instemmen met het voorkeursbesluit en vitvoeringsbudget voor het
verkeersveilig maken van de Sloterweg West.
Constaterende dat:
— Bewoners van de Aker/Osdorp en het Dagelijks Bestuur van Nieuw-West aandringen op het
verbeteren van de route Alpen/Ookmeerweg richting Lijnden (S106);
— De verbetering aan de rotonde Lijnden reeds benoemd wordt in de aangenomen motie 84,2’
uit 2021, maar andere aanpassingen aan de weg die de doorstroom kan bevorderen (verbre-
den weg en verbeteren van het kruispunt) daar ook onderdeel van moeten vitmaken.
— Bewoners van de Aker/Osdorp en van Sloten/Nieuw-Sloten aandringen op het verbeteren van
de route Plesmanlaan{/Johan Huizingalaan/Henk Sneevlietweg/Oude Haagseweg (5107).
Overwegende dat:
— Gelijktijdig met het prioriteren van de rotonde Lijnden ook andere aanpassingen aan de Plus-
netten 5106 en S107 versneld opgepakt dienen te worden.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders
— _ Andere verbeteringen aan de route Alpen/Ookmeerweg richting Lijnden (S106), zoals het ver-
breden van de weg en het opknappen van het kruispunt, versneld aangepakt dienen te wor-
den.
Gemeente Amsterdam Status Aangenomen
Pagina 2 van 2
— Verbeteringen aan de route Plesmanlaan, Johan Huizingalaan, Henk Sneevlietweg richting
Azo en Oude Haagseweg richting A4 (S107), zoals het verbreden van de weg, versneld aange-
pakt dienen te worden.
Indieners
N. Yilmaz
D.T. Boomsma
| Motie | 2 | discard |
> < Gemeente Raadsinformatiebrief
| Amsterdam Afdoening motie
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 6 december 2022
Portefeuille(s) Water/Haven/Ruimtelijke Ordening
Portefeuillehouder(s): Van der Horst/Van Buren/Van Dantzig
Behandeld door Ruimte&Duurzaamheid ([email protected])
Onderwerp Afdoening motie 1364 van het (voormalige) lid Nuijens (GL)
Geachte leden van de gemeenteraad,
In de vergadering van de gemeenteraad van 10 november 2016 heeft vw raad bij behandeling van
de Begroting 2017 de Motie 1364 van het lid Nuijens (GL) aangenomen.
Daarin wordt het college gevraagd om:
1. onderzoekte doen naar de economische kansen van het sluiten van de cruiseterminal aan het
IJ dan wel het verplaatsen van de terminal naar buiten het Centrum;
2. de mogelijkheden te onderzoeken om de terminal op middellange te herbestemmen;
3. in samenhang met de evaluatie touringcarbeleid te onderzoeken of de cruiseterminal zich
leent als touringcar-terminal zolang touringcars zich nog binnen de Ring mogen begeven;
4. de kansen te onderzoeken voor herbestemming van de terminal als rondvaarthaven voor alle
Amsterdamse rondvaart*;
5. de mogelijkheden te onderzoeken voor het verplaatsen van een grote publiekstrekkende
functie uit een druktegebied, zoals bijvoorbeeld Madame Tussauds, naar de voormalige
cruiseterminal.
Bij het opschonen van de termijnagenda bleek dat deze motie uit 2016 nog niet was afgehandeld.
Hiervoor bieden wij onze excuses aan. Het zal u niet zijn ontgaan dat de meeste onderwerpen in de
motie de volle aandacht hebben gehad in de voorgaande collegeperioden en bovendien al
uitgevoerd en ingehaald door nieuwe ontwikkelingen . Puntsgewijs zullen wij u hierover
informeren.
Ad 1. Onderzoek naar het verplaatsen van de PTA cruiseterminal
In de raadsinformatiebrief van 18 februari 2021 bent u geïnformeerd over het besluit van
het college om op termijn nader onderzoek te gaan doen naar de haalbaarheid van het
Westerhoofd in de Coenhaven als nieuwe locatie voor de PTA (zie hiervoor de brief van.
wethouder Everhardt betreffende de toekomst van de PTA, d.d. 18 februari 2021, zoals
opgenomen in de bijlagen). Aan dit besluit lag het advies van de commissie D’ Hooghe ten
grondslag. Hierin is aangegeven dat op het moment van de realisatie van zowel de Westbrug als
de voetgangerspassage bij CS, het oostelijk deel van het IJ niet meer toegankelijk is voor grote
zeeschepen, en het IJ als maritieme toegangsweg moet worden afgeweerd. De PTA kan niet op de
huidige locatie blijven. Uit verkennende onderzoeken naar mogelijke alternatieve locaties in het
Noordzeekanaalgebied blijkt dat alleen de Coenhaven in aanmerking komt. De commissie D'
Hooghe heeft op basis van deze verkennende onderzoeken, weliswaar buiten haar opdracht,
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 6 december 2022
Pagina 2 van 3
geadviseerd de PTA naar de Coenhaven te verplaatsen. Daarbij komt dat het ministerie van lenW
en regionale partners hebben aangegeven groot belang te hechten aan het behoud van de
zeecruise voor Amsterdam. Voorafgaand aan een verplaatsing van de PTA is vervolgonderzoek
nodig naar alle financiële aspecten, inclusief de maatschappelijke kosten en baten en een
bedrijfseconomische businesscase.
Voorts is in een informatiebrief van 14 december 2021 de Beleidsnota 'Zeecruise op koers;
Zeecruise in het Noordzeekanaalgebied’ aan u ter kennis gebracht, deze nota is opgenomen in de
bijlagen. Op 10 februari 2022 is deze nota ter kennisname geagendeerd in de commissie FED.
Deze nota is in het Bestuursplatform met de partners in het Noordzeekanaalgebied (NZKG)
opgesteld met als doel de gezamenlijke betekenis van de zeecruise voor de stad en regio te
onderzoeken. De nota beschrijft de onderzochte beleidsuitgangspunten voor duurzaamheid,
economie en markt, ruimte en toerisme. Daarmee wordt aangegeven binnen welke vorm en
omvang de zeecruise een welkome havenactiviteit kan blijven in het NZKG. De nota bevestigt de
Coenhaven als voorkeurslocatie bij een verplaatsing van de PTA.
Het college heeft op 21 december jl. de visie bezoekerseconomie 2035 vastgesteld. In het kader
van de Verordening op toerisme in balans Amsterdam worden maatregelen tegen overtoerisme
voorgesteld. Doel hiervan is om de dagbezoeken (artikel 4, van de Verordening) te reguleren. De te
onderzoeken maatregelen zijn ook gericht op de zeecruise, omdat het aanbod is wat vraag
faciliteert naar de stad te komen. Het in samenspraak met de regio vastgestelde zeecruisebeleid
wordt vooralsnog voortgezet, maar in het licht van de verordening onderzoekt het college ook een
verdere aanscherping van het zeecruisebeleid en het vastgestelde aantal aanlopen per jaar en
verduurzaming van de sector. Het college gaat een verdere beperking van het aantal aanlopen
voor de zeecruise onderzoeken.
Ad 2 Onderzoek naar de mogelijkheid de PTA op middellange termijn te herbestemmen
Er is een globale ambtelijke verkenning uitgevoerd naar de mogelijkheid van een gehele en
gedeeltelijke herontwikkeling voor de locatie Veemkade. Op moment dat verplaatsing van de PTA
in beeld is, zal in samenhang hiermee ook onderzoek worden ingesteld naar mogelijke
herbestemming van de locatie van de huidige PTA.
Ad 3. Onderzoek naar mogelijkheid de PTA terminal te gebruiken als touringcar terminal
In de door de gemeenteraad op 30 september 2020 vastgestelde Agenda Touringcar 2020-2025 is
als doel opgenomen om zware touringcars te weren binnen de S10o, teneinde overlast van zulke
touringcars in het centrum te voorkomen. De De Ruijterkade Oost (DRKO) is — in het eveneens in
deze raad vastgestelde Uitwerkingsplan Overstaplocaties — aangewezen als het toekomstige
Transferpunt Touringcar Rondvaart (TTR), ter vervanging van de overstap touringcar — rondvaart
die momenteel nog plaatsvindt aan de voorzijde van CS. Op de DRKO zijn straks 24,
touringcarhalteerplekken beschikbaar, waarvan een aanzienlijk deel specifiek voor de overstap
van touringcar op rondvaart en riviercruise. Het uiteindelijk succesvol functioneren van deze TTR is
onderdeel van de evaluatie van de eerder genoemde Agenda Touringcar.
Ad 4. Onderzoek naar herbestemming van de terminal als rondvaarthaven voor alle
Amsterdamse rondvaart*;
Bij een herbestemming van de PTA terminal wordt niet gedacht aan de rondvaartboten, maar aan
het gebruik van de zeecruise aanlegplaats voor riviercruiseschepen. In het Uitwerkingsplan
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 6 december 2022
Pagina 3 van 3
Overstaplocaties is de DRKO — niet de PTA — aangewezen als de nieuwe TTR. Hier zijn straks drie
modaliteiten aanwezig die onderling hun passagiers goed kunnen laten overstappen — touringcar,
rondvaart en riviercruise. De Zouthaven is en blijft ook operationeel als TTR en als opstaplocatie
voor de rondvaart.
Aan de DRKO worden de ligplaatsen voor riviercruise en rondvaartboten en de halteerplaatsen
voor touringcars optimaal ingericht voor een goede overstap. Op het moment dat de
cruiseterminal geheel of gedeeltelijk kan worden herbestemd zal ook worden onderzocht of deze
situatie kan worden geoptimaliseerd in combinatie met de te onderzoeken alternatieve
mogelijkheden tot herbestemming.
Ad 5. Onderzoeken voor het verplaatsen van een grote publiekstrekkende functie uit een
druktegebied, zoals bijvoorbeeld Madame Tussauds, naar de voormalige cruiseterminal.
Eris een globale verkenning gedaan naar herbestemming van de cruiseterminal. Op het moment
dat de cruiseterminal geheel of gedeeltelijk kan worden herbestemd zal ook de mogelijkheid tot
het verplaatsen van een publiektrekkende functie in het onderzoek worden meegenomen. Een
herbestemming zal moeten passen binnen het vitvoeringsprogramma Aanpak Binnenstad en de
Verordening houdende regels over Toerisme in Balans Amsterdam. Een verplaatsing van een
attractie vit een buurt in het centrum waar de toeristische druk hoog is, kan de leefbaarheid daar
verbeteren.
Het college beschouwt de motie hiermee als afgehandeld.
Met vriendelijke groet,
Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam,
Reinier van Dantzig
Wethouder Woningbouw en Stedelijke Ontwikkeling
Bijlagen
1. raadsinformatiebrief d.d. 18 februari 2021 van vml. Wethouder Everhardt betreffende de
toekomst van de PTA,
2. raadsinformatiebrief d.d. 14 december 2021 de Beleidsnota ‘Zeecruise op koers; Zeecruise in het
Noordzeekanaalgebied’
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Brief | 3 | train |
Aan de voorzitter en leden van de gemeenteraad Amsterdam
je
E
. |
Onderwerp: Lutkemeerpolder Voedselpark Amsterdam
Warnsveld, 10 februari 2022
Geachte voorzitter, mijne dames en heren raadsleden,
De Lutkemeerpolder is de laatste jaren al veel in de publiciteit geweest en eigenlijk
ging het altijd over dezelfde kwestie: moeten we ook hier bedrijvigheid vestigen, of
mag het gebied groen blijven voor stadslandbouw. Met de conservering van het
bestemmingsplan in 2013 leek het pleit beslecht. De uitkomst van juridische
procedures rond de milieuvergunning van Schiphol en de fijnstof en CO2
uitstootproblematiek maakten dat de polder in de achterliggende jaren groen bleef.
Terwijl het besef alsmaar groter wordt dat verregaande maatregelen nodig zijn om de
opwarming van de aarde tegen te gaan.
We constateren dat veel overheden nu in een spagaat zitten. Plannen zijn gemaakt, er
zijn toezeggingen gedaan, verandering gaat veel geld kosten en een streep zetten
door een bedrijventerrein leidt tot een boekverlies van een aantal miljoenen.
Visionair besturen vraagt om moed om het verlies te nemen, en er vervolgens iets van
veel meer waarde voor terug krijgen:
e Een groen verblijfsgebied, met ruimte voor wandeling, joggen en fietsen
e Een plek vol educatieve mogelijkheden rond voedselteelt en bereiding
e Een plek voor sociale cohesie, want welke achtergrond of etniciteit je ook hebt:
eten doen we allemaal.
En dus een plek die in het economische verkeer misschien niet het hoogste scoort,
maar veel oplevert in kwaliteit van leven voor burgers.
De initiatiefnemers van Voedselpark Amsterdam pleiten hier al langere tijd voor. Onze
coöperatie heeft zich nu achter dit initiatief geschaard. En niet zonder reden: van onze
18.000 deelnemers wonen er bijna 2.000 in de stad Amsterdam. Nu beide initiatieven
de handen ineen hebben geslagen is er voldoende financiële draagkracht om de
gemeente een aanbod te doen de grond van de Lutkemeerpolder te kopen en zo te
Land van Ons coöperatie ua [email protected] KVK 76028674
Rietgerweg 6 www.landvanons.nl BTW 8604.83.563.B.01
7231 PV Warnsveld NL13 INGB 0009 6308 19
blijven gebruiken voor stadslandbouw. Een aantrekkelijk uitltoopgebied voor +
Amsterdam om kleinschalige initiatieven voor de teelt van groente, fruit, bloemen en ze ’
noten een plek te geven. Een groene ruimte die ook gebruikt kan worden voor 4
educatie aan jeugd en volwassenen. Met aandacht voor betaalbaar gezond voedsel, Ld
waar elk talent en ondernemerschap welkom is, mits het ten dienste staat van het 7
beleefbaar maken van deze groene ruimte. Voorwaarde is dat de bestemming wordt Wo
aangepast, zodat de groene initiatieven ook daadwerkelijk hun beslag kunnen krijgen.
De teelt, verwerking en bereiding van voedsel versterkt het lokale ondernemerschap,
mits de inwoners van de stad serieus worden genomen in hun initiatiefkracht, Dat is
een belangrijke reden voor Land van Ons en Voedselpark Amsterdam om de grond te
willen kopen van de gemeente. Met elkaar ergens eigenaar van zijn en dus
medeverantwoordelijk, haalt het beste in mensen naar boven. En de coöperatieve
gedachte verbindt mensen uit alle lagen met elkaar en dat is zeker voor een stad als
Amsterdam met z'n enorme diversiteit (en eigenwijsheid) belangrijk.
Het is nu het uur U voor deze polder. In het voorjaar gaan naar onze verwachting de
graafmachines beginnen met het bouwrijp maken van de polder. Zonder dat er
overigens, voor zover wij weten, al contracten zijn gesloten met bedrijven zijn die zich
hier willen vestigen. Die werkzaamheden betekenen het einde van de
cultuurhistorische en landschappelijke waarde van deze polder. In tegenstelling tot al
het veen rond Amsterdam is deze polder met een klei-ondergrond wel uitermate
geschikt voor hoogwaardige teelt van groenten, fruit en noten. Voor Amsterdammers,
door Amsterdammers.
Wij hopen dat we met dit voorstel uw interesse te hebben gewekt. Wij zijn ervan
overtuigd dat burgers van Amsterdam graag uw mening over dit onderwerp van u
vernemen en me rover van gedachten willen wisselen. Van onze kant zijn we
graag bereid tot nadere toelichting en gesprekken hierover.
Een gelijkluiddnde brief hebben wij gestuurd naar de partners van de gemeente
Amsterdam in !SADC bv: Luchthaven Schiphol, Gemeente Haarlemmermeer en
provincie Noord-Holland.
Me eeste! hoogachting OO — 5
Z A,
A | Í
F. Remerie / ANRA
Voorzitter bestuur
Land van Ons coöperatie ua [email protected] KVK 76028674
Rietgerweg 6 www.landvanons.nl BTW 8604.83.563.B.01
7231 PV Warnsvald NL13 INGB 0009 6308 19
van
Ons
Colofon Land van Ons coöperatie …
e Een burgerinitiatief gestart eind 2019 5 } :
« De missie van Land van Ons is een kentering te bewerkstelligen in het *
uitputten van grond en verdwijnen van plantaardig en dierlijk leven uit ons al
landschap. Dit doen we vanuit het besef dat ons land en onze grond letterlijk '
de bodem is onder ons bestaan. En daarmee een tegenwicht en rustpunt is in
ons hectische en op economische groei gerichte bestaan.
e De visie van Land van Ons is dat het verwerven en daarna behouden van de
juridische eigendom van (landbouw) grond een langjarige en daarmee
duurzame aanpak is om onze missie te realiseren.
« De coöperatie heeft inmiddels 18.000 aandeelhouders (individuele burgers,
maar ook verenigingen, stichtingen en bedrijven
« Lidmaatschap is voor iedereen financieel bereikbaar (omgerekend €10/jaar)
* Eriseen verplichting om tenminste 1 m2 grond per jaar te kopen.
« Besluiten worden genomen door de ALV (Algemene Ledenvergadering)
* Elk lid/aandeelhouder heeft los van zijn of haar geldelijke inbreng 1 stem
« De coöperatie had eind 2021 een balanstotaal van €12 miljoen.
e De coöperatie draait op het talent van de aandeelhouders, die om niet wordt
ingezet.
* De coöperatie heeft een sluitende exploitatie zonder enige vorm van subsidies
* Erzijn in de 2 jaar verdeeld over 7 provincies, 11 percelen grond aangekocht.
e In Noord Holland hebben we een perceel in de Noordbeemster.
* Voor elk perceel worden beheerplannen gemaakt. De verantwoordelijk ligt in
hoge mate bij lokale “beheergroepen”.
* In het eerste half jaar van 2022 worden percelen aangekocht in 4 van de nog
ontbrekende provincies.
« Focus rond de percelen ligt op: herstel van biodiversiteit, landschappelijke
inpassing, biologische teelt, het telen van gewassen die en voor biodiversiteit
en voor de verdienste van een boer interessant zijn, kennisverdieping,
educatie, onderzoek en beleving van het landschap (waar mogelijk maken we
percelen toegankelijk voor wandelaars).
Land van Ons coöperatie ua [email protected] KVK 76028674
Rietgerweg 6 www.landvanons.nl BTW 8604.83.563.B.01
7231 PV Warnsveld NL13 INGB 0009 6308 19
| Raadsadres | 3 | train |
x Gemeente Amsterdam VV
% Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening,
Volkshuisvesting en Monumenten
% Agenda, donderdag 18 juni 2009
Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie
voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting en
Monumenten
Tijd 09.00 tot 13.00 uur
Locatie Boekmanzaal
Van 09.00 uur tot 10.00 uur is er een besloten deel
Algemeen
1 Opening
2 Mededelingen
3 Vaststelling agenda
4 _Rondvraag/ Tkn
Verkeer, Vervoer en Infrastructuur
5 Rapport commissie Veerman “Bouwen aan verbinding” Nr. BD2009-003864.
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 1 juli 2009)
e _ Behandeling 1° termijn
6 Noord-Zuidlijn: herstart ontgraven stations Vijzelgracht en Rokin Nr. BD2009-
004455
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 1 juli 2009)
Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de
vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn
slechts richtlijnen waaraan geen rechten zijn te ontlenen. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn.
Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien
verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda
staat. De vergaderingen zijn openbaar en hiervan worden geluids- en beeldregistraties gemaakt.
De agenda van de raadscommissie is ook te vinden via internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl.
Voor algemene informatie: info @raadsgriffie.amsterdam.nl
1
Gemeente Amsterdam VV
Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting
en Monumenten
Agenda, donderdag 18 juni 2009
7 Noord-Zuidlijn: openbare 3e kwartaalverslag 2008 Nr. BD2009-004391
, _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e _Op verzoek van raadslid Bakker (SP)
8 Berichtgeving Het Parool vervoersprognoses NoordZuidlijn Nr. BD2009-004392
, _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e _Op verzoek van raadslid Bakker (SP)
9 Noord-Zuidlijn: Tussenadvies Commissie Veerman Nr. BD2009-004390
, _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e _Op verzoek van raadslid Bakker (SP)
10 Noord-Zuidlijn: Briefwisseling toenmalig projectdirecteur Geluk - voormalig
wethouder Dales augustus 2002 Nr. BD2009-004389
, _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e _Op verzoek van raadslid Bakker (SP)
2
| Agenda | 2 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2020
Afdeling 1
Nummer 1236
Datum indiening 14 september 2020
Datum akkoord 2 november 2020
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Simons inzake de ontruiming van een
kraakpand in Watergraafsmeer
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragensteller:
Op zondag 23 augustus 2020 werd er in de middag een pand in Watergraafsmeer
gekraakt. ATS bericht hierover dat het betreffende pand volgens omwonenden al zo’n
anderhalf jaar leeg staat. Ook stelt de nieuwszender dat de politie in de middag niet
overging tot ontruiming omdat er geen sprake was van heterdaad en de eigenaar
geen aangifte had gegaan. Uiteindelijk gaat de politie volgens AT5 in de avond toch
over tot ontruiming en worden er in totaal acht personen aangehouden. !
Tijdens de commissievergadering Algemene Zaken op 27 augustus 2020 stelde het
duoraadslid Veldhuyzen hierover een aantal vragen aan de burgemeester. Naast de
hierboven genoemde observaties van AT5, benadrukte het duoraadslid Veldhuyzen in
zijn bijdrage dat er naast het openbreken van de deur geen vernielingen waren
gepleegd en dat het opmerkelijk is dat er volgens de burgemeester niet genoeg politie
is om de corona-regels te handhaven, maar er blijkbaar wel genoeg capaciteit is om
Amsterdammers die actievoeren tegen leegstand in de cel te gooien.
Het antwoord van de burgemeester op de vraag van het duoraadslid Veldhuyzen
(“waarom is er overgegaan tot ontruiming?”) was uiterst opmerkelijk, aangezien de
burgemeester aangaf dat er volgens het OM sprake was van heterdaad omdat er nog
geen huisrecht gevestigd was.
Dit antwoord is conflicteert echter met de berichtgeving van AT5, maar ook met
uitspraken van de Officier van Dienst op locatie. De Officier van Dienst heeft namelijk
mondeling richting de politiewoordvoerder van de krakers bevestigd dat er sprake
was huisvrede, waarna hij weer van de locatie is vertrokken. Al met al wekt de situatie
en de conflicterende communicatie vanuit de driehoek volgens verschillende
betrokkenen de indruk dat er in dit geval sprake was van een illegale ontruiming.
1 htfps://www.at5.nl/artikelen/203987/acht-aanhoudingen-bij-ontruiming-gekraakt-winkeipand-watergraafsmeer
Gezien het vorenstaande heeft het lid Simons, namens de fractie van Amsterdam
BIJ, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van
Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en
wethouders gesteld:
1
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer 1 ember 2020 Schriftelijke vragen, maandag 14 september 2020
1. Welke definitie van ‘heterdaad’ hanteert de Driehoek?
Antwoord
Of er sprake is van heterdaad is bepaald in artikel 128 wetboek van
strafvordering. De officier van justitie bepaalt of er sprake is van een heterdaad
kraaksituatie.
2. Is de interpretatie van deze term recent aan verandering onderhevig geweest?
Zo ja, hoe?
Antwoord
Het optreden tegen kraken is eind 2019 aangescherpt zoals ook te lezen staat in
de raadsbrief “aanpassingen kraak- en ontruimingsbeleid” van 10 december
2019. Voorheen werd in beginsel niet opgetreden in geval van heterdaad, maar
eerst de feitelijke situatie uitgezocht. Door dit feiten onderzoek kon er vaker
huisrecht ontstaan. Gelet op het feit dat er vandaag de dag minder sprake is van
leegstand en om kraken (nog) minder aantrekkelijk te maken, wordt in geval van
heterdaad voortaan direct opgetreden om te voorkomen dat er huisrecht wordt
gevestigd. Het gehanteerde uitgangspunt is dat bij heterdaad, daar waar nog
geen huisrecht is gevestigd, direct wordt opgetreden, tenzij het risico op escalatie
reëel is.
3. Kan de burgemeester bevestigen dat de Driehoek stelt dat er in de betreffende
situatie sprake was van ‘heterdaad’? Zo nee, op basis waarvan is er dan
overgegaan tot ontruiming?
Antwoord
De officier van justitie heeft op dat moment bepaald dat er sprake was van
heterdaad en dat het pand kon worden ontruimd.
4. Watis de reden dat er twee personen buiten het pand zijn gearresteerd?
Antwoord
Op last van de officier van justitie zijn die personen aangehouden die geen
gehoor gaven aan de vordering van de politie het pand vrijwillig te verlaten.
5. Hoe wordt ervoor gezorgd dat de eigenaar van het betreffende pand het pand in
gebruik gaat nemen in naleving met de bestemming, in tegenstelling tot het
continueren van de leegstaand die voorafgaand aan de kraak is geconstateerd”?
Antwoord
Een eigenaar is zelf verantwoordelijk voor het gebruik van het pand. Panden waar
de eigenaar geen concrete ingebruikname voor heeft worden niet ontruimd, tenzij
er sprake is van een heterdaad situatie.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris
2
| Schriftelijke Vraag | 2 | discard |
Termijnagenda van de Raadscommissie Welzijn en Onderwijs
2013
N.B.: Tijdige aanlevering is de verantwoordelijkheid van de desbetreffende ambtenaren c.q. sector en raadsleden(indien van
toepassing)
Het is in uw eigen belang de aanleverdata van stukken scherp in de gaten te houden
5 Meerjarenonderhoudsprogramma R. Rengelink Bespreken Herman
november | scholen Bouwmeester
PM Concept-verordening (VVE en toezicht- en R. Rengelink TK Anna Juffer
handhavingsbeleid ( uitwerking hoger kader)
PM Terugkijken op trede 1 zorg R. Rengelink bespreken Bart Siewe Nav commissie 13
juni
PM Werkbezoek aan de Regenboog R. Rengelink Bart Siewe Verzoek in cie 13
juni, gepland voor
november?
PM Rapportage portefeuillehouder over uitvoering _{ R. Rengelink Bespreken Toezegging pfh 13/6
motie 950 (najaar)
20-09-2013 1
| Agenda | 1 | train |
x Gemeente Amsterdam FI N
% Raadscommissie voor Financiën, Coördinatie 3d, Coördinatie Aanpak Subsidies,
Aanpak Belastingen, Waterbeheer, Vastgoed, Inkoop en Personeel en Organisatie
% Agenda, donderdag 29 september 2016
Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie
voor Financiën, Coördinatie 3d, Coördinatie Aanpak Subsidies, Aanpak Belastingen,
Waterbeheer, Vastgoed, Inkoop en Personeel en Organisatie
Tijd 13:30 tot 17:00 uur
Locatie De Rooszaal
Algemeen
1 Opening procedureel gedeelte
2 Mededelingen
3 Vaststellen agenda
4 Conceptverslag van de openbare vergadering van de commissie Financiën (FIN)
van 08.09.2016.
e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier
doorgegeven, commissieFIN @raadsgriffie.amsterdam.nl
5 Termijnagenda, per portefeuille
6 _TKN-lijst
7 _ Opening inhoudelijk gedeelte
8 _Inspreekhalfuur Publiek
9 Actualiteiten en mededelingen
10 Rondvraag
Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de
vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn
slechts richtlijnen waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn.
Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien
verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda
staat. De vergaderingen en de verslaglegging daarvan zijn openbaar. Van deze vergaderingen worden geluids-
en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden op
internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl.
Voor algemene informatie: info @gemeenteraad.amsterdam.nl
1
Gemeente Amsterdam FI N
Raadscommissie voor Financiën, Coördinatie 3d, Coördinatie Aanpak Subsidies, Aanpak
Belastingen, Waterbeheer, Vastgoed, Inkoop en Personeel en Organisatie
Agenda, donderdag 29 september 2016
Inkoop
11 Initiatiefvoorstel schoonmakers in gemeentelijke dienst Nr. BD2016-012827
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
Financiën
12 Programma beleidsdoorlichtingen (invulling derde aanbeveling raadsenquête) Nr.
BD2016-012913
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van het lid Guldemond (D66).
e Was TKN 4 in de vergadering van 08.09.2016.
13 0908 cie Resultaten WOZtoets 2015 Nr. BD2016-012225
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
Waterbeheer
14 Aanwijzen stadsdeelregelingen met betrekking tot water die van kracht blijven na
1 oktober 2016 Nr. BD2016-012158
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 05.10.2016).
2
| Agenda | 2 | train |
VN2021-018351 Raadscommissie voor Financiën, Economische Zaken, Deelnemingen,
Stadsdeel centrum % Gemeente Lucht- en Zeehaven, Duurzaamheid en Circulaire Economie F E D
% Amsterdam
Voordracht voor de Commissie FED van oa juli 2021
Ter advisering aan de raad
Portefeuille Economische Zaken
Agendapunt 9
Datum besluit College 22 juni College 22 juni
Onderwerp
Uitvoeringstoets op de concept-verordening ‘toerisme in balans’ naar aanleiding van het
volksinitiatief ‘Amsterdam heeft een keuze’
De commissie wordt gevraagd
1. _Kenniste nemen van:
a) De eerste herziening van de verordening “toerisme in balans’ d.d. maart 2021 naar aanleiding van
de bespreking in de raadscommissie op 4 februari jl. zoals opgenomen in bijlage 2
b) De vitvoeringstoets door extern bureau Lysias over deze herziene verordening, zoals opgenomen
in bijlage 2
c) De tweede herziene verordening “toerisme in balans’ d.d. 18 juni 2021 naar aanleiding van de
uitvoeringstoets, zoals opgenomen in bijlage 3
d) De raad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht voor de Raad van 7/8 juli a.s.
Wettelijke grondslag
Artikel 160, eerste lid, onder b van de Gemeentewet: de bevoegdheid van het college om de
beslissingen van de raad voor te bereiden en vit te voeren;
Artikel 3, eerste lid, onder b van de Verordening op het burgerinitiatief, het volksinitiatief en het
referendum: de bevoegdheid van de initiatief- en referendumcommissie om te adviseren of een
volksinitiatief voldoet aan de vereisten uit artikel 9 tot en met 11 van de verordening;
Artikel 9 tot en met 11 van de Verordening op het burgerinitiatief, het volksinitiatief en het
referendum: de mogelijkheden voor kiesgerechtigde burgers om een volksinitiatief in te dienen.
Bestuurlijke achtergrond
Bestuurlijke achtergrond
Op 7 juni 2020 maakten vier initiatiefnemers kenbaar dat zij het volksinitiatief ‘Amsterdam heeft
een keuze’ wilden starten. Dit met als doel de balans tussen wonen, werken en recreëren in de
stad te herstellen. Het volksinitiatief is op de website van de gemeente geplaatst en binnen twee
dagen waren de vereiste 1.200 handtekeningen verzameld. Uiteindelijk zijn er meer dan 30.000
handtekeningen verzameld.
De initiatief- en referendumcommissie heeft op grond van de referendumverordening advies
uitgebracht en acht het initiatief ontvankelijk.
Het volksinitiatief is vervat in een verordening. Belangrijk onderdeel van deze verordening is dat
het college aan de raad rapporteert over het aantal toeristenovernachtingen en de toeristische
draagkracht van elke wijk en dat het college binnen drie maanden een plan van aanpak presenteert
om het aantal toeristenovernachtingen terug te brengen tot tussen de 10 en 14 miljoen en de
toeristische draagkracht van wijken te verbeteren.
Gegenereerd: vl.14 1
VN2021-018351 % Gemeente Raadscommissie voor Financiën, Economische Zaken, Deelnemingen, F E D
Stadsdeel centrum % Amsterdam Lucht- en Zeehaven, Duurzaamheid en Circulaire Economie
Voordracht voor de Commissie FED van oa juli 2021
Ter advisering aan de raad
In de bestuurlijke reactie van het college op de eerste versie van de verordening is aangegeven dat
het moet gaan over het totale aantal bezoekers en niet alleen de overnachtingen. Verder moet het
aantal van 14 miljoen niet een harde grens zijn. De leefbaarheid moet beslissend zijn.
Ad 1a eerste herziene verordening ‘toerisme in balans’ d.d.
Op 4 februari 2021 is de verordening besproken in de raadscommissie FED (Financiën, Economische
Zaken en Duurzaamheid). De raadscommissie heeft besloten dat de verordening nog niet klaar is
voor bespreking in de raad en dat eerst verder met initiatiefnemers gesproken moet worden over op
welke wijze zij de bandbreedte willen hanteren. Op grond daarvan hebben de initiatiefnemers een
voorstel gedaan tot aanpassing van de verordening, waarbij dagbezoek is toegevoegd en termijnen
zijn verruimd.
Ad 1b. Uitvoeringstoets 'Verordening toerisme in balans!
Op verzoek van het college is deze concept-verordening op uitvoerbaarheid getoetst. De
belangrijkste uitkomsten zijn:
* Algemene conclusie van de vitvoeringstoets is, dat de verordening juridisch/bestuurlijk en
praktisch vitvoerbaar is, met een aantal kanttekeningen en mits deze op een beperkt aantal
punten worden aangepast.
e Juridische vitvoerbaarheid:
e Uit de vitvoeringstoets blijkt dat om de verordening uit te kunnen voeren, het van belang
is dat wordt aangesloten bij de beschikbaarheid van gegevens bij de gemeente en de
definities die de gemeente hanteert.
e De verordening beoogt dat de raad zich vastlegt om beleid aan te nemen indien het aantal
toeristenovernachtingen buiten de bandbreedte valt. Aandachtspunt is dat hiermee het
primaat van de raad is ingeperkt om invloed uit te oefenen op de inhoud van het beleid.
e Bijhet reguleren van toerisme is het niet helder welke maatregelen in de toekomst
mogelijk zijn. Alleen het reguleren van vakantieverhuur en toeristenbelasting worden
benoemd, al het andere valt onder “overige relevante maatregelen”. Hierdoor kan
een onevenwichtig beeld ontstaan waar het de aanpak van negatieve effecten van
“overtoerisme” (zijnde buiten de bandbreedte) betreft.
* Het reguleren van toeristische verhuur in woningen; het is mogelijk om vakantieverhuur
te reguleren waar dat gevolgen heeft voor de leefbaarheid en de woningvoorraad,
bijvoorbeeld via een buurtgericht verbod op vakantieverhuur. Aan de onderbouwing
worden hoge eisen gesteld. Het overschrijden van een bandbreedte van het aantal
toeristen in de stad als geheel, waar artikel 3 in de conceptverordening op ziet, is geen
voldoende onderbouwing voor het verbieden van vakantieverhuur in een gebied.
* Eriseen periode van ongeveer 2 jaar nodig om de onderbouwing van maatregelen up-to-
date te brengen en houden met het onderzoek naar toeristische leefbaarheid in wijken en
op basis daarvan eventueel de Huisvestingsverordening aan te passen.
* Het verhogen van de toeristenbelasting is juridisch uitvoerbaar. De gemeente geniet de
ruimte en bevoegdheid om belasting te heffen.
e Praktische uitvoerbaarheid: In de artikelen 3.2, 4.2 en 6.2 is opgenomen dat het college binnen
zes maanden na overschrijden van de bandbreedte een beleidsnota aanbiedt.
Deze termijn voor het aanleveren van een beleidsnota is heel kort, zeker indien ook rekening
wordt gehouden met afstemmingstrajecten. Binnen deze zes maanden neemt de procedurele
aanlevertermijn aan de Raad al drie maanden in beslag. De inhoudelijke voorbereiding en het
opstellen van de nota zou dan binnen drie maanden gerealiseerd moeten worden. Een termijn van
zes maanden voor het opstellen van een beleidsnota kan slechts haalbaar zijn bij de twee concreet
genoemde maatregelen in de verordening, zo wordt gesteld in de uitvoeringstoets:
Gegenereerd: vl.14 2
VN2021-018351 % Gemeente Raadscommissie voor Financiën, Economische Zaken, Deelnemingen, F E D
msterdam
Stadsdeel centrum % Lucht- en Zeehaven, Duurzaamheid en Circulaire Economie
Voordracht voor de Commissie FED van oa juli 2021
Ter advisering aan de raad
e Regulering van toeristenovernachtingen in woningen;
* Regulering met behulp van toeristenbelasting.
Het betreft hier echter alleen een beleidsnota. Voor het verder reguleren van
toeristenovernachtingen in woningen en de onderbouwing daarvan is in eerste instantie
waarschijnlijk 2 jaar nodig.
* Om verhoging van de toeristenbelasting als maatregel door te voeren, is minimaal 1,5 jaar
nodig (inclusief de termijn van 6 maanden die genoemd wordt in het artikel).
* Inde verordening wordt ook genoemd dat “overige maatregelen” ingezet kunnen worden.
Deze zijn niet gespecificeerd en kunnen daarom niet op vitvoerbaarheid worden getoetst.
Ad 1c. tweede herziene verordening op het ‘toerisme in balans’ d.d. 18 juni 2021
Op basis van de concept-uitvoeringstoets, besproken met de initiatiefnemers op 15 juni jl, hebben
de initiatiefnemers de concept- verordening d.d. maart 2021 op onderdelen aangepast, waaronder
de definities, het moment van informeren en de frequentie van informeren aan de raad.
De kern van de verordening is dat het college de raad:
* jaarlijks informeert vóór 1 juni over het aantal toeristenovernachtingen en dagbezoeken
dat in het lopende en de twee daaropvolgende kalenderjaren wordt verwacht en het
aantal toeristenovernachtingen en dagbezoeken dat in het voorafgaande kalenderjaar heeft
plaatsgevonden.
e tweejaarlijks informeert vóór 1 juni over de toeristische draagkracht per wijk.
De bandbreedte wordt vastgesteld op 10 en 20 miljoen toeristenovernachtingen per jaar, waarbij
respectievelijk 12 en 18 miljoen toeristenovernachtingen per jaar als signaalwaarden gelden (ín 2012
en 2019 waren er respectievelijk 20,5 en 21,8 overnachtingen van verblijfsbezoekers)
De verordening stelt signaalwaarden vast tussen 12-18 miljoen per jaar. Zodra het aantal
overnachtingen boven deze signaalwaarden valt, het aantal dagbezoeken te hoog is of de
draagkracht in een wijk onder druk staat, roept de verordening het college op om binnen zes
maanden een beleidsnota aan te bieden.
De verordening schrijft voor dat, bij overschrijding van de signaalwaarden van
toeristenovernachtingen, in deze nota door het college wordt ingegaan op regulering van
vakantieverhuur in woningen en de toeristenbelasting. Ook geeft de verordening aan dat het
college bij te veel dagbezoeken ingaat op de regulering van de vermakelijkhedenretributie. Zodra
de toeristische draagkracht in een wijk onder druk staat, dient de nota een voorstel over het
waarborgen van de toeristische draagkracht.
De gevraagde beleidsnota omvat de wijze waarop het aantal overnachtingen binnen de
bandbreedte wordt gebracht in de geprognotiseerde periode van drie jaar (m.a.w. er hoeft niet
jaarlijks een beleidsnota te worden gemaakt, als het aantal overnachtingen boven de bandbreedte blijft
vitkomen, gedurende deze drie geprognotiseerde jaren. Dit kan in de praktijk ook niet).
Reden bespreking
De verordening was op 4 februari 2021 nog niet klaar voor bespreking in de raad. De verordening
is herzien, er is een uitvoeringstoets uitgevoerd en op basis daarvan is de verordening wederom
herzien
Uitkomsten extern advies
Gegenereerd: vl.14 3
VN2021-018351 % Gemeente Raadscommissie voor Financiën, Economische Zaken, Deelnemingen, F E D
msterdam
Stadsdeel centrum % Lucht- en Zeehaven, Duurzaamheid en Circulaire Economie
Voordracht voor de Commissie FED van oa juli 2021
Ter advisering aan de raad
Uitvoeringstoets gedaan door Lysias Advies
Geheimhouding
nvt
Uitgenodigde andere raadscommissies
nvt
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
nvt
Welke stukken treft v aan?
AD2021-067693 Bijlage 1 Verordening maart 2021.pdf (pdf)
AD2021-067695 Bijlage 2 Uitvoeringstoets Toerisme in Balans. pdf (pdf)
AD2021-067694 Bijlage 3 - Verordening op het toerisme in balans -18.06.2021.pdf (pdf)
AD2021-067692 Commissie FED Voordracht (pdf)
AD2021-068332 Verzoek nazending FED volksinitiatief.pdf (pdf)
AD2021-067696 bijlage 4 raadsvoordracht 8 juli 2021. docx (mswa2)
AD2021-067697 commissievoordracht 1 juli 2021 def. docx (msw22)
Ter Inzage
Registratienr. Naam
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Stadsdeel Centrum, Cora Doppenberg, [email protected], 06-20877148
Gegenereerd: vl.14 4
| Voordracht | 4 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
x% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2015
Afdeling 1
Nummer 1231
Publicatiedatum 13 november 2015
Ingekomen onder AV
Ingekomen op donderdag 5 november 2015
Behandeld op donderdag 5 november 2015
Status Ingetrokken
Onderwerp
Motie van de leden Groot Wassink, Moorman, Peters, Van Lammeren en Shahsavari-
Jansen inzake de toekomstige samenwerking met Tel Aviv en Ramallah (geen steun
aan bezettingspolitiek en nederzettingenbeleid).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de toekomstige samenwerking met Tel Aviv en Ramallah
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 1177);
Overwegende dat:
— het college het voornemen heeft met Tel Aviv en Ramallah een samenwerking
aan te gaan;
— deze samenwerking vorm zal krijgen in verschillende samenwerkingsprojecten;
— het college zich ‘niet wil verbinden aan het beleid van Israël’;
— hetcollege ‘ver weg moet blijven van alles wat met nederzettingen te maken
heeft’;
— het college geen zaken wil doen met bedrijven die investeren in nederzettingen.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
dat Amsterdam geen uitvoer naar, invoer uit, of directe noch indirecte financiële
betrekkingen met illegale nederzettingen op bezet Palestijns gebied zal onderhouden
of op enige wijze zal faciliteren.
De leden van de gemeenteraad
B.R. Groot Wassink
M. Moorman
D W.S. Peters
J.F.W. van Lammeren
M.D. Shahsavari-Jansen
1
| Motie | 1 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Motie
Jaar 2020
Afdeling 1
Nummer 1633
Behandeld op 16 en 17 december 2020
Status Aangenomen bij schriftelijke stemming op 21 december 2020
Onderwerp
Motie van de leden Kat, Groen, N.T. Bakker en Boutkan inzake Onderzoek
beschikbaarheid ruimte
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Gemeentelijke Visie Haven 2020 — 2040 (GVH).
Constaterende dat:
- De Gemeentelijke Visie Haven (GVH) ambitieus is waar het gaat om
circulaire economie, energietransitie, nautische havenfunctie én
woonfunctie in de haven. Deze functies brengen allemaal ruimtevragen
met zich mee. Zowel fysieke ruimte als milieuruimte:;
-__In het verleden al veel onderzoeken zijn gedaan naar beschikbare
ruimte en dat er een aantal grote onzekerheidsfactoren zoals de
onvoorspelbaarheid van de transitie en de toekomstige vraag naar
grond.
-__ Ook in de komende jaren zal het Rijk als de regio NZKG (Noordzee
kanaalgebied) verder onderzoek doen naar de ruimtebehoefte;
- Kavels met hoge milieucategorie schaars zijn;
Overwegende dat:
-_ Het de vraag is hoe de ambities die er zijn met de haven kunnen
worden gerealiseerd in het bestaande gebied;
- Dit in relatie tot de intensivering van bestaande terreinen en
afstemming met ruimte op terreinen in de MRA;
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
Een overzicht te maken van de reeds uitgevoerde onderzoeken die onder meer
door het Rijk als de regio NZKG zijn uitgevoerd. Hierin is het belangrijk dat de
gemeente Amsterdam in samenwerking met onafhankelijk experts aan deze
onderzoeken gaat bijdragen en waar nodig de vertaling voor het eigen
havengebied wordt gemaakt.
1
De leden van de gemeenteraad
H. Kat
R.J. Groen
N.T. Bakker
D.F. Boutkan
2
| Motie | 2 | discard |
x Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
x Motie
aar 2021
Afdeling 1
Nummer 139
Behandeld op 10 maart 2021
Status Aangenomen bij schriftelijke stemming op 15 maart 2021
Onderwerp
Motie van de leden Vroege, Grooten, Biemond, Yilmaz en Veldhuyzen
inzake verruimen actief kiesrecht non-EU
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over evaluatierapport Bestuurlijk Stelsel en de
mogelijke scenario’s uit het rapport van Necker en Naem.
Constaterende dat:
-— Amsterdam een internationale stad is; waar mensen met vele
nationaliteiten wonen en werken
-— Stadsdelen zich bezig houden met vele zaken in de directe
leefomgeving van alle Amsterdammers
Overwegende dat:
- Onderdanen van andere lidstaten van de Europese Unie die in
Nederland wonen onder dezelfde voorwaarden als Nederlanders
actief kiesrecht en passief kiesrecht hebben voor de
gemeenteraadsverkiezingen
— Niet-Nederlanders die geen EU-burger zijn, mogen stemmen voor de
gemeenteraad onder de voorwaarden dat zij een onafgebroken
periode van 5 jaar legaal in Nederland en beschikte gedurende die
tijd over een verblijfsdocument.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
Te onderzoeken en zo mogelijk een voorstel te doen om Amsterdammers
die geen EU-burger zijn, korter dan 5 jaar maar legaal in Amsterdam
verblijven, actief stemrecht te geven voor de verkiezingen van de
stadsdeelcommissie in 2022.
De leden van de gemeenteraad
JSA. Vroege
L. Grooten
H.J.T. Biemond
N. Yilmaz
JA. Veldhuyzen
1
| Motie | 1 | discard |
Lijst met instellingen voor uitvraag WHN respons brief 3 eigen opgave boven WHN |inkomen boven
november 2016 WHN (37
resascrolengroep ee |
gemene Huipdiens Buitevelder he
MOS ee
amsterdam sinoniete ee |
amsterdam west amen dering ee
Amsterdams Marionetten hester ee |
A
gstojsconberr ee
A
getongervereniging Druggebruikers MDH pee |
Bikoprdlent ee
Bureteiertane Geige ee |
centrate dorpervead ende Mood eee |
enriseijke schoover amserden uid ee
coöperztie huisartsen Amsterdam Goot uid vpe |
ponsmskersAmsterdan ee |
pe bokozemelbend ee |
peoezondestad ee |
pe meereart ee
A
pe regenboog Greep ee |
eprieschdlen ee
BYE Fim instituut ederend ee |
ronds bizondere Noden Amsterd ee
see
oenandiegpten adviesraad Westerpark pee |
aide amsterden ee
A
OO
Pagina 1 van 15
Lijst met instellingen voor uitvraag WHN respons brief 3 eigen opgave boven WHN |inkomen boven
november 2016 WHN (37
moge rimtestl ee |
Interationel documentary FimtestivelAmsteren | je
evgdtnester deken ee |
Og
anderboerderijbe ijmerseide pee |
nderboerderjberjp ee
andercentrum Moeders schot e T|
anderereniging bean ee |
egerdestes _ee |
Momoude ee
MOA ee
Museum Het Rembrandts he
Mwielscroot ansterdn ee |
ep
Lr
Rosu wert eee
nederandsThesterFestal/ Fingers ee
A
openbaar onderwijsaande amstel ee |
ost noorderspeeltwin ee |
oude kerk amsterdam (Sichingde) pee |
polderheter ee |
prins ternharduwrtonde ee
ov knderreugd ee |
redaywod ee
Regionale seling voor Beschermd Wonen Kennemerland/Amstelanden de Meere Jee |
rksetademie van beeldendensen pee |
Pagina 2 van 15
Lijst met instellingen voor uitvraag WHN respons brief 3 eigen opgave boven WHN |inkomen boven
november 2016 WHN (37
speeltwinde weg ee |
EM ee
siching aanpak Overiastmsterden eee |
Pr
siching aktie Gezondreid Gassperdamnenser pee |
siching amsterdam EconomicBoerd pee |
sichtng Amsterdamse werfen ee
sichtng Avondadaagse Westerpark ee
sichung Buemnewerkanserden ee
sichtng de socte maascp —————e
siching dierenhuipdienst Nederand pee |
stcningooe ee
stching educatieve ergeten eee |
stchingtedieoog ee |
sichting Hart voor de Natuur /natwurspeeltuin Het Woeste Westen |p je |
siching soodsescholengemeenschaps80 pee |
stching enpersersude ee |
sichtng kerk Buurt Amsterdem oord ee
A
siching Kunsteducatie e Rode Loperop schol jp ee |
siching eerwerkbedrfzuidoosysweersoe pee |
stching wonie ee |
sichtng muteuiweelcenvumde donne pee
sichting onderwijs aan zieke Kinderen teamsterden jp ej
Sichting Ontmoetingsruimte vooren door Ouderen inde Planvage Weesperbuurt. Je jee |
stchingersne ee
Pagina 3 van 15
Lijst met instellingen voor uitvraag WHN respons brief 3 eigen opgave boven WHN |inkomen boven
november 2016 WHN (37
stching scharlaken oort Nedetend pee |
EE
siching scouting amsterden ee |
stchingsemters ee |
stching sporten and ee |
sichtng sportsersee Amsterd ee
sichingsoelenprgeet ee |
siching rofetennisaccommodtie zuideramstel pee |
stchngvi ee
sichingvrouwerimtede at ee |
A
sicningwekomindestaderbwert pee |
Sichting welzijn ooven in Amsterdenen ee
string wereldse wijk ee |
sichting werkgroep Vliegverkeer ijmermeer ee
string wers ee |
siching Wijeertrum vordean Gouden teel pee |
stching woor ee |
sichingzeebugzg ee |
EN
sezonie
A
tennisvereniging eres eee |
MP
me melde Boarjee ——ee|
A
mon ee
vereniging Clentenbetang ansterder pee |
vereniging Dierenopvangeentm Amsterd ee
vesteefdeenpge ee |
vezeismuseum Amsterda ee
westegsstbriek ee |
wijopbouwergsen oost ee |
Woonbond kennis enadsiescerren pe DT
Pagina 4 van 15
Lijst met instellingen voor uitvraag WHN respons brief 3 eigen opgave boven WHN |inkomen boven
november 2016 WHN (37
A
zorgboerderij ons vergen ee |
pstecenum ansterden he
re
aznemer wedernd eN
amsterdam Maret ee
amsterdans andalsisch oes ee T|
ansterdams Buuvrowen conse eN
Amsterdams tondsvoorde nst ee |
Amsterdams Grischaeier eN
Amsterdams boosts eN
amsterdamse Cictet en voekeyeub veriviavi he
MEC ee
LE
A
gadnusensauna dese eN
Op
PP
ig Brothers Bij Ssters amste eN T|
Bende
ne awanedertnd ej
golsnetvoorsteer ee
LT
Broanolterges ee
A
Buurten speetuinerenigng Ansterdon uid je DT
guurverenigng cob wers eN
eeppeleAmsterdan ee
cet ziënnale Amsterd eN
Centrum Beeldende kunstzuidoost Oe
ni angamsterden ee
crneseouderemvereigne rug eN
anedans ee
Pagina 5 van 15
Lijst met instellingen voor uitvraag WHN respons brief 3 eigen opgave boven WHN |inkomen boven
november 2016 WHN (37
ras etebog ee
onbiwel Amsterd ee |
A
cuturete stiching Nederndtukje eN
eeste
ponsprodueies Angora eN
poppere dames ee
bo Amsterdamse eugdremerscol eN T|
pe Amsterdamse Monessoriseol eN
bo appel ats ee
pe bmanttebriek ee
pe neuw Amsterd he
pe newweter ee
DePT ee
pe roneensterj ee
pe volsvond Amsterd eN
A
peursch Miederlandscher veren eN
pierenesiel Amsterdam Nood/ osn je NT
A
pwesteistnd ee
poodreard ee
boven ougeremerenigng yr s0e eN
taaie me Eagle Kindermser —__————e T|
Bfevjmoederan ee
Emil aanw Procestostertonds eN
ran marokkaanse vereniging he
reicttieprget ee
tesivetcnemarte ej
Pagina 6 van 15
Lijst met instellingen voor uitvraag WHN respons brief 3 eigen opgave boven WHN |inkomen boven
november 2016 WHN (37
A
ovenssche polktiniekoe wg ej
We
ruuroaaviesen ergere ee |
Se
nzo (gezondheidscenve Amsterdam zuidoost je DT
fisch werkeentvum Amsterda ee |
pam muis ee
temyJuriens sting eN
per oangpeles ee
A
ret wederndse rode is ee T|
rotendrestal ee
porusBoranss ee
HUMAWITAS, Nederlandse vereniging voor meatschappelije densterleningensanfree |
puurdersederatieAamsterden West eN T|
ruurderserenigng anserden eN
ruurdersvereniging Groot oost ee T|
Oe
ederkndeenegendeek eN
is testwal Amsterd ee
anven derploegsspropeerspeee eN
eugdsporfonds Amsterd ee
Ne
dense
kova so ons ooge ussenmeer Ve
anger service Hotels oeate Gen je NT
kinderboerderij de wert eN
anderboerderj westerpark eN
anderde se ee
A
anderopvang Netevieje eN
Pagina 7 van 15
Lijst met instellingen voor uitvraag WHN respons brief 3 eigen opgave boven WHN |inkomen boven
november 2016 WHN (37
uc Amsterdn ee
onm mester rt ee
A
oonenberg oep ee
ep ee
leerorkest amsterdam ee
leineoeban ee
uberoa oodse Gemeente amsterden eN
emnds ee
wam sporeoechg ee
[worokkaans Ouderen centrum (voo) eN T|
marokkaanse Raad Amsterdam oost eN
MO ee
[Mugmetdegoudentnd eN
museum Amsterdam Hoorde
ee
A
Nechtgesen ee
Nederands gazerstrsenble____________ eN T|
nederondse vereniging tot descherming en Dieren je
A
OE
Noorderkerkeoreeren eN
A
Nowhere
A
A
open meters zuidoost {0 eN
Or
ouderengymnastiek Watergefsner ee |
Pagina 8 van 15
Lijst met instellingen voor uitvraag WHN respons brief 3 eigen opgave boven WHN |inkomen boven
november 2016 WHN (37
pietorm Gehandieepten zuidoos; Pozo eN
podum Mogi ee
pride proowerd ee
publieke omroep amserdan eN
OO
ec sichting orgeenwe weerenden eN
reptielenopvang Haarlenyzwaneoburg je NT
A
Roads ee
rocvanamserden ee
Rosj ee
sogênnteintegtie eN
samenisner steen) eN
samen sterkvrouwen west eN T|
OP
samenwonen samerleen eN
samponé muscprodetins eN
scnooverenigng Wilensper eN T|
semmisegeleidingamerpe ee
sene mea Amsterd eN
S20 ee
scning inderboerderjde leeg eN
Lr
A
sechtoferhuip Nedertnd eN T|
sonichts ee
speeltuin Newerdern eN
speetuivereniging Dineyend eN
speelwinvereniging Osta Bloementartier je DT
speetuivereniging Tuindorp oosten eN
spotopMaat ee
A
st gemengd lartormvanseworers ej
Pagina 9 van 15
Lijst met instellingen voor uitvraag WHN respons brief 3 eigen opgave boven WHN |inkomen boven
november 2016 WHN (37
LP
Pe A
siching 4/5 mei comité Amsterdam zuidoost je DT
sichting Asc Onderwijs Amsterda eN
sichting Aeivitetercenvum 55+ oe coenen eN
stching averij veste |
stching amine ee
A
siching amsterdamse Gezondreidscerte{s A6) je DT
sscningaorees0 ee
stchingagen ee
siching a ee
sichingaier eN
pr
stching de
stching reders ee
stching vernulpoost ee
sicrting Buurboerderjons Genoegen eN
sching auurtgroep Ontmoeting ouderen oan id je DT
stching uurtmwseum ndische wert je NT
sicrung Burweripleasen eN
stchingeebo ee
sichting cenvle Dierenambulance Amsterda je
siching Chinese ouderen Chun Ph Amsterd je |
stchingcomnect tatie ee |
sichingde stoere
stching de vierenegpel eN |
EP
siching de oase van de oosterpartburt je |
A
Pagina 10 van 15
Lijst met instellingen voor uitvraag WHN respons brief 3 eigen opgave boven WHN |inkomen boven
november 2016 WHN (37
stchingoieeanget eN
sichting bock wsterkongerenwerk(usoce) eN
stching doen doer ee
stching orivende acten eN T|
sicrtng Duersdooroost eN
stchingowasprodudties eN
EN
stching opemo Weij ee
Er
stchingraner ee
stchingeenee ee
sichtng vergiedes contents eN
siching gperimentele weriplaes je T|
A
siching financieel beheer Wmo Adviesraad Amsterdam Zuidoost jee ||
stcning asresten eN
A
siching eert oroote schot eN T|
A A
sching Ghanese Gemeenschap Nederend(recoow) je TD
A
stching Gorden sports eN
stching erosie
sichting istoriseh chief Tundorpooseaan je
siching Hogeschool van Amsterda ee
stching Huis derne eN
siching Huippost indische en dapper je |
A
stching oro knalden eN
sicrung wter vevterpeellen eN
stching wsterkspeetwinen eN
stchingofo8zo ee
Sichting instuur voor Mutieutuele Dienswertening SMD) je
sching mtercutwrele vartipatieeninegte je DT
A
LP
sichtngsongerenautwurfonds Amsterd je DT
Pagina 11 van 15
Lijst met instellingen voor uitvraag WHN respons brief 3 eigen opgave boven WHN |inkomen boven
november 2016 WHN (37
siching soods Maatschappelijk Werk je De
see
stcning Bae wee |
sichting Kinderboerderij de Srohaim enter stoer je
siching Kinderdagverbiserreuder je DT
siching dessiekrondomde Kes ej
A
A
siching Madi Amsterdam zuidoosten Denen je |
Sichting manege paardrijden voor Gehendiapten Amsterdam zuidoost Jee |
stching matte ee
sicrting marokkaanse ouderensalon eN
siching meer Bewegen voor ouderen je NT
A
stching meso ee
sichtng museunwoning Tuindorp oosten eN
siching vusicemoin eN
stching Nederandse eN
sichting Wederandse slamitische scrol eN
stching sert eN
nr
siching onderwijst Niewerijd eN T|
siching ontmoetingsruinte Ouderen tordean je |
sscning onze speen eN
sicrung oost inden rene
siching openbare BilotmeekAmsterden je DT
A
siching vodumearners (oost) je NT
sicrang resort amserden he
stching erimair Onderwijszuidosst je |
Sichting rojeten sveecomero eN
siching promotie Marteime Tradities je DT
siching tadio en Tlevkse Amsterdam zuidoost je |
sicrung reenswinkerijmermeer eN
stching ade ee
stching samen namsterden ee |
siching samenwonen samenleven je T|
Pagina 12 van 15
Lijst met instellingen voor uitvraag WHN respons brief 3 eigen opgave boven WHN |inkomen boven
november 2016 WHN (37
stchingsorasvat rt eN
sicrtngschaakschoolindsche Burt eN
stcningscrool seo eN
Sichting socio Cutwreel centum Medetanderssscer Je |
siching soul Rebel vovenent eN
stching Pe
A
stching sunshine sociery____eT|
stching meae eN
A
stching Topsport Amsterda eN
LP
stchingy ee
siching vakentiedaglemp Apt ee |
stchingverruisderen te
sichting verzeker le Toekonst Amsterdam zuidoost je
stching ucheïingenwerkansteletzeen je DT
sichting voorkennisen sociale conse eN
sichting vrouwen ontmoetingscentrum de sigpe sels je DT
chin wetersportcentum Westerpark spaamdammerout je |T
sing weeije wege
stching wite Tulp Onderwijs eN
stchingzmmeoese ee
sichingzonnehuisgoep Amstelend je T|
sichtng zorggroep Amsterdam 00 ee
A
sroc{siching Tunis Onderwijs cer) je |
submarine chanel
res amsterdan Marat ee
EP
mmegerBelene ee
megen vj ee
CP
Pagina 13 van 15
Lijst met instellingen voor uitvraag WHN respons brief 3 eigen opgave boven WHN |inkomen boven
november 2016 WHN (37
ruige vrouwerverenigng sieta eN
reede vig ee
A
vaneesteremssean ee
vergwerkamsterden ee
A
vereniging de oeveranden Bijen eN
vereniging depiamide eN
vereniging iepweter olet eN
vereniging Kinderboerderij tanke je T|
A
vereniging onbeperkt oost eN
vereniging ouderen Advies Read Amsterda zuidoost Je
vereniging ouderen advies taad oost je T|
vereniging sport communiy 00 eN
vereniging vaders indische But ee T|
vereniging vrienden van erkers eN
vers aan Tafel maatijdserie fe |
voedsevankomsterden he
voreuwersteit Amsterd ee |
A
vrienden van instr scrreuder ee T|
A
weekend aaaderie eN
wijonmoetingscenvum Butemelder be
wijkcentrum de pij voorheen Wijkenvum cen) je TT
A
wmo aaviesraad amsterdam Woord je T|
vogerestamserden ee
LP
zoraopengtoange OO je jj |
Pagina 14 van 15
Lijst met instellingen voor uitvraag WHN respons brief 3 eigen opgave boven WHN |inkomen boven
november 2016 WHN (37
instellingen)
Visio
geen uitvraag op basis
van subsidiesoort
(eenmalig) ja ja
Reade
geen uitvraag op basis
van subsidiesoort
(eenmalig) ja ja
Altra, Stichting
geen uitvraag op basis
van subsidiesoort
(eenmalig) nee ja
Media College Amsterdam
geen uitvraag op basis
van subsidiesoort
(eenmalig) nee ja
vu
geen uitvraag op basis
van subsidiesoort
(eenmalig) ja ja
Wellantcollege MBO Houten
geen uitvraag op basis
van subsidiesoort
(eenmalig) ja ja
KNVB
geen uitvraag op basis
van subsidiesoort
(eenmalig) nee ja
Eigen Haard, Woonstichting
geen uitvraag op basis
van subsidiesoort
(eenmalig) nee ja
Rochdale Onderhoud BV
geen uitvraag op basis
van subsidiesoort
(eenmalig) ja ja
Stadgenoot, Stichting
geen uitvraag op basis
van subsidiesoort
(eenmalig) ja ja
Woningbouwvereniging de Alliantie
geen uitvraag op basis
van subsidiesoort
(eenmalig) ja ja
Woonzorg Nederland
geen uitvraag op basis
van subsidiesoort
(eenmalig) ja ja
Ymere, Stichting
geen uitvraag op basis
van subsidiesoort
(eenmalig) ja ja
Pagina 15 van 15
| Schriftelijke Vraag | 15 | discard |
> Gemeente Amsterdam
% Stadsdeel Zuid
Z
Agenda van de openbare Commissie
Dienstverlening, Financiën & Veiligheid
van 9 november 2011
Vergaderdatum woensdag 9 november 2011
Tijd 20:00 - 23.00
Locatie Raadzaal President Kennedylaan 923
Voorzitter Mw. W. Pelt
Griffier Mw. M. Hoogendoorn
Technische vragen begroting
Voorafgaand aan de vergadering is er van 19.30 - 20.00 uur, in de raads-
zaal, gelegenheid tot het stellen van technische vragen over de begroting
1. Opening en vaststellen agenda
2. Mededelingen en vragen over actualiteiten aan het DB
3. Vaststellen verslag van de vergadering van 15 juni 2011
4. Toezeggingen en termijnagenda
5. Begroting
Hierbij kan de halfjaarlijkse rapportage ICT worden besproken, meege-
zonden als TK-stuk À
(Voorbereiden besluitvorming)
6. Harmonisatie reserves en voorzieningen programmabegroting 2012
(Voorbereiden besluitvorming)
7. Kredietaanvraag ICT bestedingsplan
(Voorbereiden besluitvorming)
8. BTW component
(Voorbereiden besluitvorming)
9. Kredietaanvraag kunstgrasvoetbalveld sportpark Olympiaplein
1
Commissie Dienstverlening, Financiën & Veiligheid - woensdag 9 ….
(Voorbereiden besluitvorming)
10. Kredietaanvraag combinatie kunstgrasmat voor Triaz van Heenvlietlaan
(Voorbereiden besluitvorming)
11. Krediet klimaataanpassing werf van Heenvlietlaan
(Voorbereiden besluitvorming)
12. Precario
(Voorbereiden besluitvorming)
13. Legesverordening en tabel 2012
(Voorbereiden besluitvorming)
14. Afvalstoffenheffing
(Voorbereiden besluitvorming)
15. Egalisatiereserve afvalstoffentarieven
(Voorbereiden besluitvorming)
16. Verordening 212 en 213a
(Voorbereiden besluitvorming)
17. Tarieven zwembaden
(Voorbereiden besluitvorming)
18. Sluiting
Ter kennisname stukken
A. Tussenrapportage Bestedingsplan ICT
B. Reactie DB onderzoek Rekenkamer
C. Onderzoeksrapport Vastgoed
http://www.rekenkamer.amsterdam.nl/page.ocl?pageid=13&id=180
D. De stand van zaken Verbeterplan Dienstverlening
E. Leges splitsen sociale huurwoningen en rechtzaak Ymere
F. Stand van zaken Veiligheidshuis en Top 600 aanpak
G. Communicatieplan Zuid
H. Aanpassing tarieven reclamebelasting
|. _Garantstellingen en leningen
J. Onderzoeksplannen doelmatigheidsonderzoek 2011
K. Ontwikkelingen Antwoord
2
| Agenda | 2 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
x Gemeenteblad
x Amendement
Jaar 2020
Afdeling 1
Nummer 1409
Behandeld op 16 en 17 december 2020
Status Aangenomen bij schriftelijke stemming op 18 december 2020
Onderwerp
Amendement van de leden Nadif, Bosman, Biemond, N.T. Bakker, Veldhuyzen en
Ceder inzake het Verzetsmuseum
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Begroting 2021,
Constaterende dat:
-__ Het Verzetsmuseum Amsterdam verregaande plannen heeft voor de inrichting
van een nieuwe afdeling koloniale overheersing en verzet
Overwegende dat:
-__Het Verzetsmuseum Amsterdam een kleine afdeling heeft over de Nederlandse
Koloniën, maar deze afdeling te klein is om het verhaal compleet vertellen en ook
te weinig ruimte herbergt voor groepsbezoek, voorzieningen voor mindervalide
-_ Er naast ruimtegebrek in de huidige afdeling behoefte is aan permanente
museale aandacht voor dit onderwerp.
-__Het Verzetsmuseum Amsterdam deze plannen kan realiseren mits de Gemeente
Amsterdam eenmalig €300.000 bijdraagt.
Besluit:
— Vanuit programma 4 Kunst, cultuur en erfgoed een eenmalige subsidie van
€ 300.000 aan het Verzetsmuseum Amsterdam te verstrekken voor de inrichting
van een nieuwe afdeling koloniale overheersing en verzet in het verzetsmuseum
Amsterdam.
— Ditte dekken door op pagina 246 in programma 12 € 300.000 in mindering te
brengen op de begrootte lasten voor de regeling maatschappelijk initiatief.
— Alle andere tabellen en teksten in de begroting conform het bovenstaande aan te
passen.
De leden van de gemeenteraad
|. Nadif
A.M. Bosman
H.J.T. Biemond
N.T. Bakker
J.A. Veldhuyzen
D.G.M. Ceder
1
| Motie | 1 | discard |
Inhoudsopgave
Agenda … ee Pe 2
Bezoekadres Gemeente Amsterdam
Anton de Komplein 150 Stadsdeel Zuidoost
1102 CW Amsterdam
Postbus 12491
1100 AL Amsterdam RAADSGRIFFIE
telefoon 020 2525000
RAADSCOMMISSIE RUIMTELIJKE ONTWIKKELING, VERKEER EN BEHEER
Ruimtelijke Ordening, Grondzaken, Milieu, Verkeer en Vervoer, Beheer Openbare Ruimte
Voorzitter : mw. M. Eekhardt-Angna
Commissiegriffier : dhr. C. ter Horst
Griffie : mw. C.L. Hordijk
Telefoon : 252.5023
AGENDA van de EXTRA OPENBARE VERGADERING van de raadscommissie op DONDERDAG
13 maart 2008 van 20.00 tot 21.45 uur in de raadzaal van het stadsdeelkantoor Zuidoost
Punt onderwerp Tijdschema
ALGEMEEN 20.00 — 20.05 uur
A1. Opening en vaststelling agenda
B. BESPREEKPUNTEN
Ruimtelijke Ordening
R1. Voorstel aanpassing Stedenbouwkundige Uitwerking Daalwijkdreefzone
. de stadsdeelraad te adviseren in te stemmen met de concept-raadsvoordacht
. vervolgbespreking van 6 maart 2008
Bijgevoegd. 20.05 — 21.00 uur
Verkeer
V1. Rapport dynamische modellering Bijlmerdreef
. op verzoek VVD te bespreken
. rapport, in uw bezit, zie t.k.n.-stukken cie 9-1-2008
. notitie portefeuillehouder RO, in uw bezit 21.00 — 21.30 uur
C. PUNTEN VOOR EEN VOLGENDE VERGADERING
T1. Termijnagenda
. ter bespreking
Bijgevoegd 21.30 — 21.35 uur
D. RONDVRAAG 21.35 — 21.45 uur
E. SLUITING 21.45 uur
Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen zich tot en met de dag vóór de vergadering daarvoor
aanmelden bij de Griffie. Dit kan per telefoon 020-252.5023 of per e-mail naar c.hordijk@zuidoost amsterdam.nl. De vermelde
aanvangstijden zijn richttijden waaraan geen rechten zijn te ontlenen.
| Agenda | 2 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 305
Publicatiedatum 4 april 2014
Ingekomen onder AS
Ingekomen op donderdag 13 maart 2014
Behandeld op donderdag 13 maart 2014
Status Ingetrokken
Onderwerp
Motie van de raadsleden de heer Ivens, de heer Jager en de heer De Goede inzake
het herstellen van privileges voor straatartiesten.
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over voordracht van het college van burgemeester en
wethouders tot kennisnemen van de brief van de burgemeester van 20 januari 2014
inzake de evaluatie van het beleid straatmuzikanten en straatartiesten
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 197);
Overwegende dat:
— de in 2013 genomen inperkende maatregelen voor versterkte muziek tot doel
hadden de overlast van versterkte muziek van straatmuzikanten tegen te gaan;
— genoemde maatregelen echter tevens tot gevolg hadden, dat de zogenaamde
vergunning met privileges voor straattheaterartiesten in 2013 niet langer werd
verstrekt;
— genoemde maatregelen daarmee een negatieve impact hebben op de
mogelijkheden voor de straattheaterartiesten;
— dit laatste nooit de bedoeling is geweest;
— straattheaterartiesten, in al die jaren dat genoemde vergunning met privileges
bestond, nooit voor overlast hebben gezorgd;
— deze privileges onder andere inhielden: twee shows van 40 minuten per dag
inclusief 7 minuten versterkte muziek;
Constaterende dat:
— het niet langer verstrekken van genoemde vergunning met bovengenoemde
privileges voor straattheaterartiesten een onbedoeld effect is van de maatregelen
tegen de overlast door straatmuzikanten;
— de burgemeester in de vergadering vande raadscommissie voor Algemene Zaken
c.a. op 29 augustus 2013 het volgende heeft gezegd: “datgene wat onbedoeld is,
snel weer te laten stoppen”,
1
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteraad
Nummer 305 Moti
Datum _ 4 april 2014 otie
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
de genoemde vergunning met vorengenoemde privileges voor straatartiesten in ere te
herstellen.
De leden van de gemeenteraad,
L.G.F. vens
G. Jager
M. de Goede
2
| Motie | 2 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Raadsactualiteit
Jaar 2019 Vergaderdatum 13 en 14 februari 2019
Afdeling 1 Agendapunt 17A
Nummer 139
Publicatiedatum 11 februari 2019
Onderwerp
Actualiteit van het lid Simons inzake het neerschieten van een burger met 21 kogels
Aan de gemeenteraad
Op 6 februari 2019 is een burger dood geschoten d.m.v. 21 kogels. In een artikel van
het Parool, gepubliceerd op 7 februari, wordt het volgende bekend gemaakt:
“Op een zeker moment kwam de man op de agenten af, waarop die besloten hem
neer te schieten. In totaal werden zo'n twintig schoten gelost, zo is te horen op video's
van getuigen.
De verdachte werd door politiekogels geraakt en overleed ter plaatse aan zijn
verwondingen. Een passerende fietser raakte gewond aan zijn been en is naar het
ziekenhuis overgebracht voor behandeling.”
Link van artikel: https://www.parool.nl/amsterdam/man-31 -bij-dnb-wilde-mogelijk-
dood-door-politiekogel-a4622821/
Reden van spoedeisendheid
Het bovenmatige aantal kogels dat is gebruikt om de burger neer te schieten baart
niet alleen BIJ1, maar ook Amsterdamse burgers ernstige zorgen. Deze gebeurtenis
creëert een klimaat van onveiligheid - niet alleen door de duidelijk onnodig hoge
hoeveelheid kogels die is afgevuurd, maar ook door de consequenties die dit heeft
gehad voor omstanders: een fietsende voorbijganger is namelijk ook door een
politiekogel kogel geraakt. De Amsterdamse burgers verdienen dan ook een spoedige
verantwoording van het college over het toepassen van dit buitensporige en onnodige
politiegeweld.
Het lid van de gemeenteraad,
S. Simons
4
| Actualiteit | 1 | train |
Bezoekadres
Amstel 1
1011 PN Amsterdam
Postbus 202 Sector OR/RM
1000 AE Amsterdam Afdeling Dienstverlening
Telefoon 14 020
Fax 020 552 4433
www.centrum.amsterdam.nl Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam
Hr. J. van Steenis
Saffierstraat 39-III
1074 GK Amsterdam
Datum
Ons kenmerk
Uw kenmerk
Behandeld door H. Bokhove
Rechtstreekse nummer _ 552.4438
Faxnummer 5524333
Bijlage
Onderwerp Raadsadres Marktzaken
Geachte heer Van Steenis,
Naar aanleiding van de brief van 4 oktober jongstleden van onze stadsdeelsecretaris als
reactie op een brief en een aantal mails van uw kant, heeft u op 27 oktober 2010 een
reactie gestuurd naar de portefeuillenouder Marktzaken en de raadsgriffie.
De raad heeft besloten de afdoening van deze brief, in samenhang met uw brief van 23
augustus 2010, uw aanvulling van 17 september 2010 en een eerdere aanvulling uit
september 2010 in handen te stellen van het dagelijks bestuur.
Op veel zaken is de stadsdeelsecretaris al in haar brief van 4 oktober 2010 ingegaan.
Op de zaken die u meldt over Bureau Integriteit zullen wij niet ingaan. U heeft een reactie
gehad van de directeur van het Bureau Integriteit. Als u daar nog vragen of opmerkingen
over heeft verwijzen wij u naar Bureau Integriteit zelf.
Bejegeningsklacht
Wat betreft de bejegeningsklacht over het hoofd van de afdeling Marktzaken verwijzen wij
naar de brief van 4 oktober 2010. Hierin is gesteld dat het hoofd Marktzaken in het gesprek
op 10 augustus 2010 in aanwezigheid van het sectorhoofd Openbare Ruimte en het hoofd
Dienstverlening Openbare Ruimte zijn excuses hierover heeft aangeboden.
Wij zien op dit moment geen reden daar andere stappen aan toe te voegen.
Voorts is in dat gesprek aan u gemeld dat de afspraken uit het gesprek niet in een
afzonderlijk verslag zullen worden vastgelegd, maar meegenomen zullen worden in de
afhandeling van uw eerdere brief en mails. Dit is in de brief van 4 oktober 2010 gebeurd.
Stadsdeel Centrum is bereikbaar per tram lijnen 9 en 14 of metro lijnen 51, 53 en 54 halte Waterlooplein.
Gemeente Amsterdam
Stadsdeel Centrum
Pagina 2 van 3
De Nieuwmarkt
Het stadsdeel komt met een verbeterplan voor de antiekmarkt op de Nieuwmarkt dat voor
het nieuwe marktzeizoen moet zijn uitgewerkt. We hebben aangegeven daar graag met
ondernemers over in gesprek te gaan. U heeft aangegeven daar zelf niet bij betrokken te
willen zijn. Uw bij brief en mail geuite ideeën zullen meegenomen worden.
Wat betreft de door u genoemde brief van de heer Van der Pol van de afdeling Marktzaken
van 29 september 2006 over het assortiment op de antiek- en curiosamarkt het volgende.
In de brief staan goederen genoemd die niet op de antiekmarkt op de Nieuwmarkt mogen
worden aangeboden. Deels is deze lijst duidelijk, maar staan daar ook zaken op die tot
twijfel leiden.
Het stadsdeel heeft zich het afgelopen seizoen in twijfelgevallen soepel opgesteld.
Binnen deze soepele benadering is vervolgens het anciënniteitsprincipe uit artikel 3.9 uit de
Verordening op de straathandel toegepast. Verder zijn op de Nieuwmarkt geen plaatsen
gereserveerd als bedoeld in artikel 3.9.4. van de Verordening.
Zoals hierboven geschetst gaan wij met de marktkooplieden in gesprek over verbeteringen
voor het volgende seizoen.
Wij zijn dit aan het voorbereiden en zijn van plan het met de kooplieden onder andere te
hebben over:
-_ de hoeveelheid marktkramen;
-_het ruim van tevoren door de marktkooplieden laten inleveren van lijsten met te
verkopen goederen en die binnen het stadsdeel te toetsen;
-__de jaarlijkse indeling op een aparte avond voorafgaand aan het seizoen van de
antiekmarkt.
Dit is geen limitatieve opsomming. Inbreng van andere onderwerpen door marktkooplieden
is uiteraard mogelijk en vinden wij wenselijk.
De Waterloopleinmarkt.
In het eerste kwartaal van 2010 zijn omissies geconstateerd bij het toewijzen van plaatsen
op de markt op vrijdag en zaterdag. Handelaren die door de week al plaatsen hebben bezet
hebben inderdaad voorrang op die dagen. Dit is, mede op basis van uw aanwijzingen,
vervolgens juist toegepast.
De Noordermarkt
Er heeft een herindeling van de markt plaatsgevonden. Dit is volgens de gangbare
procedure gebeurd, waarbij in de voorbereiding betrokkenen ook in de gelegenheid zijn
gesteld hun zienswijze te geven. Het dagelijks bestuur heeft uiteindelijk een besluit
genomen over de herindeling. Belanghebbenden die het niet eens zijn met de resultaten
van de herindeling hebben het recht om bezwaar te maken. De bezwaartermijn liep tot 16
december 2010. De bezwaren zullen door het stadsdeel op de gebruikelijke manier worden
behandeld.
Ondeugdelijke kramen.
Het stadsdeel heeft geconstateerd dat de deugdelijkheid van het materiaal van de kramen
soms een ondergrens dreigt te bereiken. Het hoofd van de afdeling Marktzaken is met de
kramenzetters in overleg over de vervanging van materiaal.
2
Gemeente Amsterdam
Stadsdeel Centrum
Pagina 3 van 3
Factureren.
Het beter en sneller factureren blijkt nog steeds zeer arbeidsintensief te zijn. Naar onze
mening duurt het nog steeds te lang voordat het stadsdeel facturen verstuurt naar de
marktkooplieden. Dit moet in 2011 verbeteren.
Voorlopig blijft het nodig de indelingsgegevens van de markt en de scangegevens
nauwgezet met elkaar te vergelijken en te controleren waarvoor de benodigde capaciteit
wordt ingezet.
Daarnaast zullen we in 2011 starten met een onderzoek of er efficiëntere manieren zijn om
te registreren wie op de markt staat en te factureren. Dat betekent dat samen met andere
stadsdelen onderzoek naar andere geautomatiseerde verwerking zal moeten worden
gedaan. Naar onze inschatting zal het gauw twee jaar in beslag nemen voordat dat
operationeel kan zijn.
Wij verwachten u hiermee voldoende te hebben ingelicht.
Met vriendelijke groeten,
Het dagelijks bestuur,
Anneke Eurelings Jeanine van Pinxteren
Secretaris Voorzitter
3
| Raadsadres | 3 | train |
X Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2013
Afdeling 1
Nummer 171
Publicatiedatum 22 maart 2013
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid mevrouw C.J. Roodink van
24 januari 2013 inzake het volgen van de Code Goed Bestuur door schoolbesturen
in het Amsterdamse basisonderwijs.
Amsterdam, 18 maart 2013
Aan de gemeenteraad
inleiding van vragenstelster.
Uit onderzoek van de Rijksuniversiteit Groningen en de Erasmus Universiteit
Rotterdam blijkt dat op basisscholen die volgens de Code Goed Bestuur werken
leerlingen aanzienlijk beter presteren dan op scholen die de code niet volgen. /
De gemiddelde cito-score van leerlingen op scholen die de code volgen ligt volgens
het onderzoek drie tot vijf punten hoger. Dit zou komen doordat scholen die de code
volgen meer aandacht besteden aan de deskundigheid van docenten, de kwaliteit van
het onderwijs en duidelijke communicatie en verantwoording richting ouders. *
In de Code Goed Bestuur (door de po-raad vastgesteld in 2010) staat onder meer
hoe schoolbesturen verantwoording moeten afleggen over hun beleid. * Van 2010 tot
2012 is er sprake van een groei van 32% naar 64% waarin schoolbesturen de
verantwoordingssystematiek hebben ingericht op de Code Goed Bestuur. * Volgens
de PO-raad is het aantal schoolbesturen dat de Code Goed Bestuur volgt inmiddels
zelfs 73%. °
De gemiddelde cito-eindscore in Amsterdam ligt in 2012 met 534,3 ruim een punt
achter op het landelijke gemiddelde (535,6). ° In Amsterdam zijn volgens de
onderwijsinspectie van de 208 basisscholen tien zwak en twee zeer zwak wat betreft
de onderwijsprestaties en het leerproces.
* Het onderzoek in opdracht van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO):
‘Functioneren van besturen’ (eindrapport september 2012).
http://gion.gmw.eldoc.ub.rug.nl/FILES/root/201 2/BOPOfunctioneren/BOPOFunctioneren.pdf
? http://www. vosabb.nl/werkgevers-in-onderwijs/actueel/nieuws/item/artikel/leerlingen-doen-het-beter-onder-
code-goed-bestuur/
3 http://www.poraad.nl/sites/www.poraad.nl/files/book/bestand/code goed bestuur po website.pdf
*http://gion.amw.eldoc.ub.rug.nl/FILE S/root/2012/BOPOfunctioneren/BOPOFunctioneren.pdf blz 59.
3 http://www .poraad.nl/content/primair-onderwijs-versterkt-bestuurlijke-kwaliteit
° Cijfers DMO 2012
1
Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Demmer Waart 2013 Schriftelijke vragen, donderdag 24 januari 2013
Gezien het vorenstaande heeft vragenstelster op 24 januari 2013, namens de fractie
van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van
Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en
wethouders gericht:
1. Is het college bekend met de onderzoeksresultaten uit het eindrapport:
‘Functioneren van besturen’ (september 2012)?
Antwoord:
Ja, daar is het College mee bekend.
2. Hoeveel schoolbesturen in het Amsterdamse basisonderwijs volgen de principes
en verantwoordingssystematiek van de Code Goed Bestuur?
Antwoord:
De Inspectie voor het Onderwijs controleert bij haar jaarlijkse beoordeling van
jaarverslagen van schoolbesturen ook de (mate van) naleving van de Code Goed
Bestuur controleert.
De Code gaat in op een aantal onderdelen van goed bestuur, waaronder
‘beloning van bestuurders en toezichthouders’. Hierover geven schoolbesturen
aan dat er geen “excessieve situaties in het Amsterdamse PO zijn”. ls het gaat
om de strikt formele scheiding tussen bestuur en toezicht, zoals de code
voorschrijft, bevindt een aantal besturen zich nog in de overgangssituatie.
Schoolbesturen zien daarin echter “geen risico's en meestal is dat in een
managementstatuut nauwkeurig geregeld”. Ten slotte hebben veel
schoolbesturen, naar eigen zeggen, de code opgenomen en vertaald in hun
statuten en (strategische) beleidsplannen.
3. Hoeveel schoolbesturen met scholen in de KBA/verbeteraanpak werken volgens
de Code Goed Bestuur?
Antwoord:
Zie het antwoord op vraag 2.
4. Deelt het college de mening van de D66-fractie dat het wenselijk zou zijn dat de
Code Goed Bestuur in Amsterdam door alle schoolbesturen in het basisonderwijs
wordt gehanteerd”?
Antwoord:
Ja, dat is wenselijk en dat wil de sector primair onderwijs zelf ook. Als gevolg van
de Wet goed bestuur hebben schoolbesturen, verenigd in de landelijke PO-raad,
de code zelf opgesteld en zijn ze zelf verantwoordelijk voor naleving ervan. Het
College beschouwt de code als een even waardevolle als rechtmatige manier
voor schoolbesturen om de Wet goed bestuur in de praktijk te brengen.
Het College wil er op wijzen dat er niet direct een verband is tussen het hanteren
van de Code en de leerresultaten van de leerlingen. Dat is niet terug te vinden in
de onderzoeksresultaten zoals beschreven in ‘Functioneren van besturen’.
De hogere Cito-scores van scholen die de code volgen, zijn gebaseerd op een
zeer beperkt aantal scholen - op basis waarvan generalisaties niet mogelijk zijn.
2
Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Demmer Waart 2013 Schriftelijke vragen, donderdag 24 januari 2013
Andere factoren als de kwaliteit van de leerkrachten hebben een veel groter effect
op de leerresultaten.
Het College heeft overigens in het kader van de KBA geïnvesteerd in de kwaliteit
van schoolbesturen en hun bestuurlijk vermogen middels de leergang
‘Opbrengstgericht besturen’. Schoolbesturen van 59% van de Amsterdamse
basisscholen hebben aan deze leergang deelgenomen en hebben zodoende
geleerd de genoemde randvoorwaarden voor goed onderwijs op hun scholen nóg
beter te realiseren.
5. Is het college bereid hierover met het Breed Bestuurlijk Overleg (BBO) in gesprek
te gaan”?
Antwoord:
Het College gaat op termijn graag het gesprek met het BBO aan over goed
bestuur en sturen op kwaliteit. Het College is daarom verheugd dat de landelijke
PO-raad het onderwerp ‘goed bestuur’ hoog op haar agenda heeft staan en
diverse bijeenkomsten en workshops organiseert en handreikingen en andere
informatie beschikbaar stelt. In navolging daarvan heeft het College vertrouwen in
Amsterdamse schoolbesturen om, met behulp van de PO-raad, de ‘Code Goed
Bestuur’ succesvol in te voeren.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
3
| Schriftelijke Vraag | 3 | discard |
Bezoekadres
> Gemeente b
mstel 1
Amste rdam 1011 PN Amsterdam
Postbus 202
1000 AE Amsterdam
Telefoon 14 020
> < amsterdam.nl
Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam
Aan Vereniging Vrienden van de Sloterplas
Burgemeester Cramergracht 167
1064 AM Amsterdam
Datum 25 maart 2021
Behandeld door Marije Schuurman, [email protected]
Bijlage Raadsadres TA2021-000212 van 18 janvari 2021
Onderwerp Uw brief/mail van 18 januari 2021 over Voorstel stiltezone in het Sloterpark
Geachte bestuur van Vereniging Vrienden van de Sloterplas
Hartelijk dank voor vw brief d.d. 18 januari 2021 met uw voorstel aan de gemeenteraad.
U bent gevraagd, via een oproep op internet, een voorstel te doen voor een stiltezone in het
Sloterpark. In de Groenvisie 2020-2050 staat dat in parken stiltezones komen. Volgens u heeft het
Sloterpark echter niet de maat (grootte) om in het park én versterkte muziek én stiltezones een
plek te bieden. En concludeert u dat er, vanwege amendement 1663 (Van Pijpen Stilteplekken in
parken 14-12-2020), gekozen moet worden voor stilte. U doet daarom een verzoek om versterkte
muziek in Sloterpark te verbieden, zodat deze stiltezone gerealiseerd kan worden.
Op a1 februari 2021 heeft de gemeenteraad mij gevraagd om uw brief te beantwoorden.
In vw brief verwijst v naar de Groenvisie 2020-2050 (vastgesteld in december 2020). Hierin staat
het toekomstbeeld voor het groen in de stad. In 2050 is in de stadsparken een goede balans tussen
drukke en rustige delen gerealiseerd. In drukkere parken zijn stille gebieden en in parken komen
stiltezones. Daarnaast is in de parken ruimte voor ecologie, sport, spelen, cultuur en
evenementen. Een heel park aanwijzen voor 1 soort gebruik, is niet in lijn met het openbare
karakter van het park.
Parken zijn plekken in de stad waar veel mensen komen om te ontspannen, sporten en zingeving
te zoeken. Dit gebeurt op verschillende manieren, ook bijvoorbeeld door het bezoeken van
evenementen. Om dit goed te organiseren is er vastgesteld evenementenbeleid (maart 2018). In
het Sloterpark ligt een evenemententerrein en deze is opgenomen in het evenementenbeleid.
Het evenementenbeleid bevat locatieprofielen, waarin de voorwaarden voor het houden van
evenementen zijn opgenomen. Dit verandert niet met de vaststelling van de Groenvisie.
Een routebeschrijving vindt v op www.amsterdam.nl.
Gemeente Amsterdam Datum 25 maart 2021
Kenmerk TA2021-000212
Pagina 2 van 2
Voor het uitvoeringsprogramma Groenvisie zijn we aan het onderzoeken waar en hoe stille
plekken of stiltezones gerealiseerd kunnen worden. Denk hierbij aan minder paden, zones
afscheiden met water, afscherming en een natuurlijke inrichting met planten. De oplossing zal per
plek en park maatwerk zijn. Ook parken die een functie hebben in het kader van het stedelijk
evenementenbeleid kunnen bij dit onderzoek betrokken worden. Duidelijk zal zijn dat een
eventuele stilte functie in deze parken op de evenementendagen niet aan de orde zal zijn. Dit is
dan echter tijdelijk en wordt van te voren aangekondigd.
Voor het Sloterpark is voor het terrein rond de Natureluur een plan van aanpak opgesteld, dit is
samen met de bewoners gedaan. Hierin is gekeken hoe het gebruik van het gebied beter ingericht
kan worden, zodat dit een rustiger gebied gaat worden. Het is de bedoeling om hier een algemeen
bord te plaatsen en een verbodsbord versterkte muziek toe te voegen.
Ik vertrouw u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Mocht v nog vragen hebben dan kunt u
contact opnemen via mailadres: [email protected] en Mendy Baumeister
M.Baumeister@®amsterdam.nl (gebiedsmakelaar Sloterplas).
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
Laurens Ivens
Wethouder Openbare ruimte en Groen
| Raadsadres | 2 | test |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Amendement
Jaar 2015
Afdeling 1
Nummer 696
Publicatiedatum 7 augustus 2015
Ingekomen op 1 juli 2015
Ingekomen onder AG
Behandeld op 2 juli 2015
Uitslag verworpen
Onderwerp
Amendement van het raadslid de heer Van Lammeren inzake de Voorjaarsnota 2015
(bezuiniging Artis ten goede aan dierenwelzijnsketen).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Voorjaarsnota 2015 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 379);
Overwegende dat:
— Artis dit jaar een subsidie ontving van € 4.753.700;
— het college voornemens is om de komende jaren de subsidie op Artis te korten
met in totaal € 1.000.000;
— Artis meer subsidie per bezoeker ontvangt (€ 3,40) dan Blijdorp (€ 0,60) en
Burgers Zoo (£ 0,00) terwijl de kaartprijzzen gelijk liggen;
— de subsidie van Blijdorp (eenzelfde bezoekersaantal als Artis) in een paar jaar tijd
is verminderd van € 4,8 miljoen naar € 0,8 miljoenin 2015;
Constaterende dat:
— alle Amsterdamse dierenwelzijnsorganisaties bij elkaar dit jaar een subsidie
ontvingen van € 1.130.788;
— het college op dierenwelzijn in de stad jaarlijks £ 100.000 wil bezuinigen
(driemaal = £ 300.000).
Besluit:
op pagina 166 de volgende tekst te schrappen:
2016x1 2017x1 _2018x1 Bezuiniging
‘Dierenwelzijn € 100.000 € 100.000
Deze bezuiniging wordt ingevuld door de deels al eerder met de dierenambulance
afgesproken afbouw van subsidie van € 339.000 en €273.000 per jaar. Het
resterende deel van deze bezuinigingsopgave wordt gelegd bij de overige
dierenwelzijnsorganisaties, na bespreking in de adviesraad dierenwelzijn. De subsidie
bedraagt in totaal € 1.130.788’;
1
Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer 696 Amendement
Datum 7 augustus 2015
op pagina 167 aan de volgende tekst:
‘Artis € 100000 €400.000 €500.000 £ 1.000.000
Artis ontvangt meer subsidie per bezoeker (€ 3,40) dan Blijdorp (£ 0,60) en Burgers
Zoo (€ 0,00) terwijl de kaartprijzen gelijk liggen. De subsidie van Blijdorp (eenzelfde
bezoekersaantal als Artis) is in een paar jaar tijd verminderd van € 4,8 miljoen naar
€ 0,8 miljoen in 2015. Na bezuiniging resteert € 3.753.700’,
toe te voegen:
‘In 2016, 2017 en 2018 wordt jaarlijks € 100.000 ut de bezuiniging op Artis
toegevoegd aan het budget voor dierenwelzijn, waardoor niet op dierenwelzijn
bezuinigd hoeft te worden.’
Het lid van de gemeenteraad,
J.F.W. van Lammeren
2
| Motie | 2 | discard |
> < Gemeente
Amsterdam
Motie
Datum raadsvergadering gen 10 november 2022
Ingekomen onder nummer 34,8
Status Aangenomen
Onderwerp Motie van de leden Broersen, Ahmadi, Khan, Rooderkerk, Krom en
Kabamba inzake leesbaarheid van de begroting
Onderwerp
Leesbaarheid van de begroting
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over de Begroting 2023
Constaterende dat
— 16% van de bevolking van de gemeente Amsterdam laaggeletterd is“;
— Niet elke Amsterdammer het Nederlands machtig (genoeg) is en daardoor de begroting niet
kan begrijpen;
— Het taalgebruik van de begroting 2023 ver boven b1-niveau ligt;
— Het college in haar coalitieakkoord de ambitie vit gemeentelijke communicatie naar burgers
zoveel mogelijk op b1-niveau en in meerdere talen beschikbaar te stellen;
— De begroting nu alleen beschikbaar is als pdf-document met bijlagen.
Overwegende dat
— Goede informatievoorziening voor al haar inwoners een basistaak van de gemeente is;
— Het belangrijk is dat Amsterdammers kunnen begrijpen waar de gemeente geld aan uitgeeft
en wat voor financiële keuzes er worden gemaakt;
— Een webpagina meer mogelijkheden biedt voor linken, extra informatie, automatische
vertaaltools etc.en daardoor beter toegankelijk is voor Amsterdammers;
— Door de begroting toegankelijker te maken, de gemeente het mogelijk maakt voor scholen
om de begroting te bespreken met leerlingen;
1 https://geletterdheidinzicht.nl/
? Amsterdams Akkoord 2022, pg. 66.
Gemeente Amsterdam Status Aangenomen
Pagina 2 van 2
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders
Te onderzoeken of we de leesbaarheid van toekomstige begrotingen kunnen verbeteren door:
— Een publieksversie los toe te voegen en deze versie beschikbaar te maken in het Engels en
andere talen die door veel Amsterdammers worden gesproken;
— Een korte video op de gemeentewebsite te plaatsen waarin wordt uitgelegd hoe je de
begroting moet lezen en/of interpreteren;
— De begroting als (interactieve) webpagina's beschikbaar te maken;
— _ Organisaties zoals Stichting ABG3 in te schakelen om de begroting en webpagina's te testen
op leesbaarheid en deze indien nodig te verbeteren.
Indieners
J. Broersen
N. Ahmadi
S.Y., Khan
lì Rooderkerk
J.M. Krom
C.K.E. Kabamba
3 https://st-abc.nl/over-ons/diensten-abc/voorlichten-en-testen/testpanels/
| Motie | 2 | discard |
> Gemeente
Amsterdam
Motie
Datum raadsvergadering 7 juni 2023
Ingekomen onder nummer 313
Status Verworpen
Onderwerp Motie van het lid Hoogtanders inzake uitstellen invoering burgerberaad
Onderwerp
Stel de invoering van een burgerberaad uit tot de gemeente merkbare verbeteringen heeft door-
gevoerd in de uitvoering van beleid.
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over het Vaststellen van het beleidskader burgerberaden.
Constaterende dat,
- Uit het jaarverslag 2022 van de ombudsman voor de Metropool Amsterdam en de kin-
derombudsman blijkt dat inwoners van de stad zich niet gehoord voelen wanneer zij
klachten indienen, een vraag stellen of een melding doen middels de reeds bestaande
contactpunten van de gemeente Amsterdam; *
-_ Uit meerdere rapporten van de ombudsman blijkt dat de inbreng van burgers en on-
dernemers bij participatieprocessen stelselmatig wordt genegeerd of terzijde gescho-
ven;
- De rekenkamer in haar opvolgingsonderzoek uit 2023 constateert dat het college nog
onvoldoende opvolging geeft aan de aanbevelingen die volgen vit haar onderzoeken
en de raad onvoldoende handvatten biedt om dit te controleren;
-_In het afgelopen jaar in debatten meermaals is gebleken dat het voor het college las-
tig is om uitvoering te geven aan haar eigen beleid en/of de wensen van de raad;
1 https://www.ombudsmanmetropool.nl{/_files/ugd/e302a6_51e49b82a5c544e3bg217f5d71d59g52.pdf
Gemeente Amsterdam Status Verworpen
Pagina 2 van 2
Overwegende dat,
-__Het vertrouwen van burgers in de overheid al een tijd daalt en dat dit mede wordt ver-
oorzaakt door de ervaringen van Amsterdammers met de uitvoering van beleid;
- Een burgerberaad als een boemerang kan terugkomen als er niets met de vitkomsten
wordt gedaan waardoor het vertrouwen in de politiek nog verder daalt;
-__ Beleid maken vaak niet het probleem is aangezien er vanuit de stad, het land, de re-
gio, rekenkamers, ombudsman al een overschot aan beleids- en verbeterplannen is;
-__Erin Nederland en in Amsterdam maar beperkte ruimte is om beleid uit te voeren en
dat deze uitvoering al jaren onder druk staat;
-_ Amsterdam pas klaar is voor een extra participatie instrument zoals een burgerbe-
raad, als de stad zichtbare verbeteringen heeft doorgevoerd in de uitvoering van be-
leid.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders
De invoering van burgerberaden uit te stellen en er eerst voor te zorgen dat de gemeente haar
kerntaken op orde heeft door vragen, meldingen of klachten van inwoners effectief op te pak-
ken/af te handelen en de kwaliteit van uitvoerend beleid verbeterd is.
Indiener(s),
Y.F.W. Hoogtanders
| Motie | 2 | discard |
VN2023-000490 N% Gemeente Raadscommissie voor Woningbouw, Volkshuisvesting en Monumenten WV
Wonen en Erfgoed
% Amsterdam
Voordracht voor de Commissie WV van 22 maart 2023
Ter kennisneming
Portefeuille Volkshuisvesting
Agendapunt 3
Datum besluit Nvt.
Onderwerp
Kennisnemen van de raadsinformatiebrief over de gevolgen van de nieuwe woonruimteverdeling
voor economisch daklozen
De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen van de raadsinformatiebrief van wethouder Pels ter afdoening van de toezegging
in de commissie WV van 16-11-2022 over de gevolgen van de nieuwe woonruimteverdeling voor
economisch daklozen naar aanleiding van overleg met De Regenboog Groep.
Wettelijke grondslag
Artikel 160, eerste lid, onder a Gemeentewet: Het college is bevoegd om het dagelijks bestuur van
de gemeente te voeren.
Art 169 Gemeentewet: Het college van burgemeester en wethouders en elk van zijn leden
afzonderlijk zijn aan de Gemeenteraad verantwoording schuldig over het door het college gevoerde
bestuur (lid 1). Zij geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de uitoefening van zijn taak
nodig heeft (lid 2). Zij geven de raad mondeling of schriftelijk de door een of meer leden gevraagde
inlichtingen, tenzij het verstrekken ervan in strijd is met het openbaar belang (lid 3).
Bestuurlijke achtergrond
In de commissievergadering Wonen en Volkshuisvesting van 16 november 2022 heeft wethouder
Pels naar aanleiding van vragen van het raadslid Van Renssen toegezegd om de raad te informeren
over de gevolgen van de nieuwe woonruimteverdeling voor economisch daklozen naar aanleiding
van het inspreken door De Regenboog Groep.
Reden bespreking
Nvt.
Uitkomsten extern advies
Nvt.
Geheimhouding
Nvt.
Uitgenodigde andere raadscommissies
Nvt.
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
Gegenereerd: vl.27 1
VN2023-000490 9 Gemeente Raadscommissie vaor Woningbouw, Volkshuisvesting en Monumenten
Wonen % Amsterdam
% en Erfgoed
Voordracht voor de Commissie WV van 22 maart 2023
Ter kennisneming
Ter afdoening van toezegging TA2022-001118.
Welke stukken treft v aan?
AD2023-000771 Commissie WV Voordracht (pdf)
AD2023-016599 raadsbrief toezegging terugkoppeling gesprek DRG.pdf (pdf)
Ter Inzage
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Directie Wonen, Nynke Engelhard, 06-22878393, n.engenhard@&amsterdam.nl; Meike
van Herk, 06-50174235, m.van.herk@®amsterdam.nl; Jeroen Montauban, 06-10675233,
[email protected]
Gegenereerd: vl.27 2
| Voordracht | 2 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2020
Afdeling 1
Nummer 884
Datum indiening 15 mei
Datum akkoord 30 juni 2020
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Hammelburg inzake berichten dat
studenten buiten moeten douchen in festivaldouches.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragensteller:
De fractie van D66 heeft zorgelijke berichten ontvangen van een groep studenten die
huurt van Duwo op de Kees Broekmanstraat. Studenten hier schijnen, na wekenlang
geen toegang tot warm water te hebben gehad, nu buiten te moeten douchen in
festivaldouches.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Hammelburg, namens de fractie van D66, op
grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de
volgende vragen te stellen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld:
1. Is het college bekend met deze casus, en zo ja, wat is de opvatting van
het college over verhuurders die festivaldouches aan groepen huurders
bieden als oplossing voor een probleem met warm water?
Antwoord 1:
Het college heeft kennis genomen van deze casus en vindt het zeer onwenselijk
dat een deel van de studenten van het complex op de Kees Broekmanstraat voor
een warme douche op dit moment zijn aangewezen op buitendouchecabines.
2. Vindt het college het wenselijk dat groepen studenten gebruik maken van
festival douches, in deze tijden van Corona?
Antwoord 2:
Nee, dit is natuurlijk niet wenselijk. Navraag bij DUWO levert op dat DUWO voor het
plaatsen van de buitendouchecabines, advies heeft gevraagd bij de afdeling Hygiëne
van de GGD. De afdeling GGD Hygiëne heeft aangegeven, dat de gebruikers de
douches goed schoon moeten houden en dat er voldoende schoonmaakmiddelen
aanwezig moeten zijn. Aanvullend op het advies heeft DUWO gekozen voor
professionele schoonmaak van de douchecabines na elke douchebeurt.
1
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Amer 30 juri 2020 Schriftelijke vragen, dinsdag 13 augustus 2019
3. Heeft het college contact gehad met DUWO om opheldering te vragen
over deze gang van zaken?
Antwoord 3:
Ja. Het college heeft zowel contact gehad met DUWO als ook met de
Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties (AFWC) om opheldering te
vragen over deze gang van zaken. Het college heeft laten weten dat het deze
oplossing zeer onwenselijk vindt en gaat ervan uit dat de situatie zo snel mogelijk
wordt opgelost. DUWO geeft aan dat een deel van de reparatie en vervanging
aan de te herstellen infrastructuur al heeft plaatsgevonden. Helaas is gebleken
dat de toelevering van warm water nog steeds niet stabiel is. Er zijn
appartementen die wel warm water hebben en appartementen zonder warm
water. Maar ook dit beeld wisselt steeds en er is geen patroon te herleiden.
Derhalve geeft DUWO aan dat er besloten is om de hoofdleiding in zijn geheel te
vervangen en ook te verplaatsen binnen het complex. Omdat de bewoners niet
zeker zijn van warm water in hun appartement en gezien de duur van de storing,
heeft DUWO gemeend voor de huurders een extra tijdelijke voorziening
beschikbaar te stellen in de vorm van buitendouchecabines.
Het streven van DUWO was om half juni de werkzaamheden afgerond te hebben.
De afgelopen weken is de gehele infrastructuur van de hoofdleiding vernieuwd.
Ondanks alle inspanningen is de warmwatertoevoer in het gebouw helaas nog
niet stabiel, zo blijkt uit de testen die gedaan zijn op 16 juni 2020. DUWO geeft
aan dat de buitendouches voor de bewoners beschikbaar blijven totdat alle
problemen zijn verholpen. DUWO geeft wel aan dat er tot nu toe slechts weinig
gebruik van wordt gemaakt.
4. Is de oplossing die door DUWO is gekozen in het verleden ook door
andere verhuurders van studentenwoningen aangeboden en zo ja, wat
vindt het college daarvan?
Antwoord 4:
DUWO geeft aan ook bij andere renovatieprojecten gekozen te hebben voor deze
optie. De Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties (AFWC) meldt dat
andere corporaties niet voor deze oplossing kiezen. Ook is het college niet
bekend met andere verhuurders die voor deze oplossing hebben gekozen.
5. Kunnen huurders bij dit soort gebreken aanspraak maken op
huurverlaging of op compensatie anderszins?
Antwoord 5:
Ja, huurders kunnen aanspraak maken op huurverlaging. In dit specifieke geval
zijn er inmiddels afspraken gemaakt tussen DUWO, huurders en de
huurdersorganisatie over een compensatieregeling.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris
2
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
a: B Gemeenteblad
ummer err: .
Datum 30 juni 2020 Schriftelijke vragen, dinsdag 13 augustus 2019
3
| Schriftelijke Vraag | 3 | discard |
x Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Actualiteit voor de raadscommissie RO
Jaar 2017
Afdeling *
Nummer *
Publicatiedatum *
Onderwerp
Actualiteit van het raadslid Dijk (/VD) inzake de uitspraken van wethouder Ivens rondom
Haven-Stad
Aan de Gemeenteraad
Inleiding
In verschillende media verscheen het bericht dat wethouder Ivens wil dat bedrijven in het
gebied Haven-Stad versneld plaats gaan maken voor woningbouw. In het project Haven-Stad
gelden langjarige afspraken en contracten met bedrijven. Bedrijven moeten kunnen rekenen
op een betrouwbare overheid, die bestaande afspraken respecteert. Op termijn kan Haven-
Stad ruimte bieden voor woningbouw, maar dit kan alleen gebeuren in balans met de
rechtvaardige belangen van het bedrijfsleven en de daarmee gepaard gaande
werkgelegenheid voor Amsterdammers.
Reden bespreking en spoedeisendheid
Indiener wil in gesprek met de wethouder RO, onder wiens verantwoordelijkheid Haven-Stad
valt, en wethouder Ivens over zijn uitspraken in de media. Voor bedrijven en werknemers
werkzaam in Haven-Stad is het van belang om snel duidelijkheid te krijgen over de inzet van
de gemeente in dit gebied de komende jaren.
Indiener acht de aanwezigheid van wethouder Ivens gedurende de behandeling van deze
actualiteit noodzakelijk voor een goede behandeling.
Het lid van de Gemeenteraad,
T.W. Dijk
1
| Actualiteit | 1 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2013
Afdeling 1
Nummer 831
Publicatiedatum 16 oktober 2013
Ingekomen onder AZ
Ingekomen op woensdag 2 oktober 2013
Behandeld op woensdag 2 oktober 2013
Status Verworpen
Onderwerp
Motie van het raadslid mevrouw Shahsavari-Jansen inzake de notitie
‘Naar een stedelijk toelatingsbeleid voor het basisonderwijs in Amsterdam’
(keuzevrijheid ouders als uitgangspunt).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de voordracht van het college van burgemeester en
wethouders van 4 juni 2013 inzake de notitie van 23 mei 2013, getiteld: ‘Naar een
stedelijk toelatingsbeleid voor het basisonderwijs in Amsterdam’ (Gemeenteblad
afd. 1, nr. 624);
Overwegende dat:
— _ het van groot belang is dat de wensen van ouders voor het onderwijs voor hun
kind het uitgangspunt zijn en dat de vrijheid om de beste school (onder andere
kwaliteit, identiteit en pedagogische visie) voor hun kind te kiezen daarbij centraal
staat;
— de voorstellen die er nu liggen voor een stedelijk toelatingsbeleid daar in
onvoldoende mate aan tegemoet komen,
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— zorg te dragen dat in samenwerking met de schoolbesturen bij het verder
uitwerken van een stedelijk toelatingsbeleid de keuzevrijheid voor ouders om de
beste school (ondere andere kwaliteit, identiteit en pedagogische visie) voor hun
kind te kiezen als uitgangspunt wordt genomen en dat er daarmee dus in
voldoende mate plekken beschikbaar blijven op scholen buiten de eigen buurt;
— zorg te dragen dat ouders in brede zin betrokken worden bij de totstandkoming
van dit beleid;
— zorg te dragen dat scholen die willen uitbreiden daartoe in staat worden gesteld;
— _ schoolbesturen die zich niet willen conformeren aan een stedelijk toelatingsbeleid
daarin vrij te laten.
Het lid van de gemeenteraad,
M.D. Shahsavari-Jansen
1
| Motie | 1 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2019
Afdeling 1
Nummer 1008
Datum indiening 20 december 2018
Datum akkoord 14 juni 2019
Publicatiedatum 14 juni 2019
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Hammelburg inzake de veiligheid
rondom studentencomplexen.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragensteller:
De afgelopen weken zijn verschillende berichten in de kranten gekomen over
veiligheidsincidenten rondom studentencomplexen. Zo werd een internationale
studente in november ernstig mishandeld op het NSDM-terrein en werd — ook in
november — een internationale student in de flat Daalwijk geschampt door een kogel
terwijl ze op haar kamer zat. De incidenten hebben voor veel onrust gezorgd onder
studenten en de vraag rijst hoe het met de veiligheid in en rondom
studentencomplexen gesteld is.
In 2016 bleek al uit een inventarisatie van ASVA dat het niet goed gesteld is met de
veiligheid van veertien studentencomplexen in de stad. Naar aanleiding daarvan uitte
de fractie van D66 haar zorgen en drong het college erop aan zelf de veiligheid bij
studentencomplexen te onderzoeken. Dat onderzoek resulteerde in een aantal
maatregelen: de gemeente zou op sommige plekken meer straatverlichting plaatsen,
een campagne starten om studenten bewust te maken van inbraakrisico’s en op
sommige plekken zouden camera’s worden opgehangen.
De recente incidenten vragen om een kritische blik op de vraag of de reeds genomen
maatregelen effectief genoeg zijn en welke stappen nog genomen kunnen worden.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Hammelburg, namens de fractie van D66,
op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de
volgende schriftelijke vragen gesteld:
1. Hoe monitort het college de veiligheid rondom studentencomplexen? Hoe
waardeert het college de veiligheid op dit moment?
Antwoord:
Naar aanleiding van een aantal incidenten heeft de gemeente in 2016 een
inventarisatie uitgevoerd naar de veiligheidssituatie op en rond
studentencomplexen. De conclusie was destijds dat studentencomplexen zich
qua veiligheid niet onderscheiden van reguliere woningcomplexen, maar dat wel
Amsterdam verbetert veiligheid van drie studentencomplexen’, NUL20, 29 maart 2017
1
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Neng Joos Gemeenteblad
Datum 14 juni 2019 Schriftelijke vragen, donderdag 20 december 2018
een aantal specifieke punten van invloed kan zijn op de veiligheid: de omgeving,
het gedrag kenmerkend voor studenten, de hoge mutatiegraad en de doorgaans
hoge concentratie van bewoning in een studentencomplex. Op een drietal
complexen en hun omgeving, waar een combinatie van risicofactoren gepaard
ging met een slechte buurtscore zijn acties uitgevoerd om het risico op incidenten
te beperken.
Om het onderwerp structureel onder de aandacht te houden is er een brede
werkgroep samengesteld met medewerkers veiligheid en medewerkers wonen
van de centrale stad, stadsdelen en buurgemeenten, de politie, de
woningcorporaties, de onderwijsinstellingen en studentenorganisaties. Deze
werkgroep komt twee keer per jaar bij elkaar, of vaker als daar aanleiding toe is.
Verder is er een mailgroep waarin alle deelnemers partijen elkaar informeren over
ontwikkelingen en waar zij hun vragen, zorgen of ideeën naar voren kunnen
brengen.
Het afgelopen jaar is op die manier aandacht geweest voor enkele
studentencomplexen, onder andere naar aanleiding van de incidenten bij de
complexen Daalwijk, Spinoza en NDSM.
Gezien deze nieuwe incidenten en de meldingen bij het ASVA-meldpunt is het
College van plan om opnieuw een inventarisatie naar de veiligheidssituatie bij alle
complexen uit te voeren.
2. Neemt het college maatregelen wanneer blijkt dat de veiligheid verslechtert? Zo
ja, welke maatregelen zijn dat, welke maatregelen heeft het college ook
daadwerkelijk genomen en wat is tot nu toe het effect geweest van die
maatregelen geweest?
Antwoord:
Zoals bij vraag 1 reeds vermeld zijn er in 2017 maatregelen genomen bij drie
complexen. Het ging om praktische zaken zoals het repareren van deuren, het
snoeien van bosschages en gevelcameratoezicht, maar ook om maatregelen
gericht op het verbeteren van sociale cohesie tussen studenten onderling en het
contact tussen studenten en de verantwoordelijke professionals. Ook is er
geïnvesteerd in voorlichting onder andere over inbraakpreventie. Ook in 2019 zijn
bij verschillende complexen aanvullende maatregelen genomen.
Als uit de komende inventarisatie blijkt dat op bepaalde locaties (nieuwe)
risicofactoren aanwezig zijn, dan zullen ter plaatse passende maatregelen worden
genomen. Ook uitkomsten die vragen om een beleidsmatig antwoord op centraal
niveau worden opgepakt. Zo zal er in de planning en ontwikkeling van nieuwe
complexen meer aandacht komen voor de veiligheidsaspecten.
2
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Neng Joos Gemeenteblad
Datum 14 juni 2019 Schriftelijke vragen, donderdag 20 december 2018
Toelichting door vragensteller:
In het artikel van het Parool over het incident op het NDSM-werf is te lezen dat
studenten al een jaar geleden contact opgenomen met het stadsdeel of er geen
betere verlichting kan komen. Te lezen is: “Een stuk of zes, zeven lantaarnpalen
werken niet. Maar het stadsdeel heeft de verlichting nooit gerepareerd.”®! In eerdere
beantwoording van schriftelijke vragen van D66 gaf het college aan dat sommige
fietspaden, zeker 's nachts, erg rustig zijn en lopen door groengebieden. Daarom zou
het college gaan letten op verlichting, zichtlijnen en bosschages.®!
3. Is het college van mening dat er genoeg aandacht wordt geschonken aan
werkende verlichting rondom studentencomplexen? Heeft het college scherp op
welke plekken op dit moment onverlichte straten tot onvrede en onveilige
gevoelens onder studenten leiden?
Antwoord:
Goede verlichting is belangrijk voor de sociale veiligheid. Dat heeft het college
ook neergelegd in het Beleidsplan Verlichting uit 2017. Door de hele stad worden
regelmatig schouwen georganiseerd waarbij ook aandacht is voor problemen met
openbare verlichting. Kapotte verlichting wordt dan gerepareerd. Ook los van de
schouwen kunnen burgers via een speciaal webformulier worden kapotte
verlichtingen melden bij de gemeente. Bij spoedsituaties kan 14020 worden
gebeld.
Al deze maatregelen gelden ook voor de openbare ruimte rond de meeste
studentencomplexen. Sommige complexen staan echter op eigen grond en is de
verlichting de verantwoordelijkheid van de corporatie of eigenaar.
In 2017 is bij een aantal studentencomplexen en de relevante fietsroutes een
lichtschouw georganiseerd. Naar aanleiding daarvan is de verlichting aangepast
en zijn bosschages gesnoeid.
4. Is het college van mening dat verbeterde veiligheid een extra reden is om de
aanpak van gebrekkige straatverlichting tot prioriteit te maken? Op welke manier
is het college voornemens dit (structurele) probleem aan te pakken?
Antwoord:
Zoals bij het antwoord op vraag 3 is aangegeven neemt het college de nodige
maatregelen om de openbare verlichting goed te regelen en zodoende bij te
dragen aan een goede sociale veiligheid. Er is op dit moment geen reden om aan
te nemen dat hier structurele problemen bij zijn. Aandachtspunt blijven de
transitiegebieden, waar sommige studentencomplexen in liggen. In de
inventarisatie zal expliciet aandacht worden besteed aan de verlichting.
Pl keila werd mishandeld bij NSDM-werf: ‘Ik dacht: dit overleef ik niet’, Parool 15
december 2018
B Schriftelijke vragen van de leden Van Dantzig en Verheul, 20 juli 2016
3
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam
Neng Joos Gemeenteblad R
Datum 14 juni 2019 Schriftelijke vragen, donderdag 20 december 2018
5. In 2016 stelde ASVA dat het op veertien studentencomplexen niet goed gesteld
was met de veiligheid. Op hoeveel studentencomplexen is dit nu het geval? Valt
het complex Daalwijk daar ook onder? Zo ja, welke extra maatregelen is het
college voornemens te nemen op Daalwijk en op de andere
studentencomplexen?
Antwoord:
De signalen van de ASVA waren indertijd mede aanleiding om de veiligheid op
alle complexen te inventariseren. Zoals in het antwoord bij vraag 1 is aangegeven
bleek dat er op drie plekken sprake was specifieke risico’s, die inmiddels zijn
aangepakt. In het voorjaar 2019 heeft de ASVA het meldpunt opnieuw
opengesteld en mede naar aanleiding daarvan wordt een nieuwe inventarisatie
naar de veiligheidsaspecten van alle grotere studentencomplexen.
Naar aanleiding van het schietincident bij Daalwijk is er een bewonersbijeenkomst
georganiseerd waarbij de corporatie, politie, stadsdeel en onderwijsinstellingen
aanwezig waren. Het schietincident heeft op geruime afstand van de flat
plaatsgevonden. Het feit dat een kogel één van de bewoners in de woning heeft
geraakt gebeurd, maar een noodlottig toeval. De corporatie heeft aangekondigd
dat er een speciale ‘caretaker’ komt die nieuwe buitenlandse studenten begeleid
en waar ze met hun zorgen of klachten terecht kunnen.
6. Hoe beoordeelt het college de opvatting van studenten in Daalwijk die stellen dat
vrouwen daar niet zouden moeten gaan wonen omdat het te onveilig is? É!
Antwoord:
Criminaliteitscijfers in de D-buurt vertonen een dalende trend vanaf 2016. In de
top 3 staan steevast diefstal fiets, diefstal van/uit auto, en overige diefstal. De
buurt is niet onveiliger of veiliger dan omliggende buurten. Tussen de flats in de
D-buurt is veel openbare ruimte. Dat kan onveilig aanvoelen, vooral in de stille
uren. Er zijn inmiddels twee schouwen georganiseerd waarvan één in de donkere
uren. Naar aanleiding daarvan zijn verschillende aanvullende maatregelen
genomen en wordt onderzocht of gevelcameratoezicht haalbaar is.
7. Zijn de gebeurtenissen in Noord en in Zuidoost losstaande incidenten of
constateert het college een fundamenteler probleem met de veiligheid rondom
studentencomplexen?
Antwoord:
Zoals in de vorige antwoorden is aangegeven komt er een nieuwe stadsbrede
inventarisatie van de veiligheid op studentencomplexen die ook meer inzicht biedt
in de structurele situatie.
(l Studenten Daalwijk bang: ‘Ik durf de deur niet uit’, Parool 9 december 2018
4
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer daon 2019 Schriftelijke vragen, donderdag 20 december 2018
8. Welke signalen krijgt het college vanuit de ASVA en andere
studentenorganisaties over de veiligheid rondom studentencomplexen?
Antwoord:
De ASVA is onderdeel van de werkgroep Veiligheid Studentencomplexen en
brengen daar ideeën en zorgen vanuit het perspectief van de studenten in. De
meldingen uit 2019 die bij het ASVA-meldpunt zijn binnengekomen zijn door de
ASVA gedeeld met de gemeente, politie en corporaties.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris
5
| Schriftelijke Vraag | 5 | train |
Bestedingsplannen:
A. Masterplan Zuidoost
B. Nationaal Programma Samen Nieuw-West
C. Aanpak Noord
A. Bestedingsplan Masterplan Zuidoost
Ambitie 1: Participatie en Inclusie
interventie 1. Zuidoost is dé plek waar je experts vindt en expert kunt worden in ‘de inclusieve en
diverse maatschappij van de 21e eeuw’.
2. Kinderen en jongeren van Zuidoost staan centraal.
3. De verbinding van kunst en cultuur, the gift of colour.
4, Doorlopend in gesprek met steeds meer mensen over het Masterplan.
5. Inrichten gezamenlijke communicatie Alliantie met Zuidoost, bondgenoten en partners
en elkaar.
Analyse Participatie & inclusie betekent bouwen aan een inclusieve samenleving waarbij iedereen
ertoe doet. De basis hiervan ligt in community-based werken. De speerpunten uit het
Masterplan zijn daarin leidend: community centraal, bottom-up werken, in co-creatie,
multidisciplinair. Daarbij is het heel belangrijk het vertrouwen te vergroten tussen bewoners
en vertegenwoordigers van instellingen/organisaties. Dat doen we om te beginnen door met
elkaar in gesprek te gaan. We hebben aandacht voor mondige bewoners maar realiseren we
ons ook dat het niet voor iedereen even gemakkelijk is om zich te laten horen of mee te
doen. De kern is daarom om de bewoners in hun kracht te zetten en het eigenaarschap op de
juiste plekken te beleggen.
Activiteiten Investeren in versterken en professionaliseren van formele en informele
bewonersorganisaties. Innovatieve inzet op groepen bewoners die onvoldoende kansen
hebben om te participeren in de samenleving door het verbeteren van factoren die deze
bewoners belemmeren om actief deel te nemen aan de samenleving, met name
discriminatie, armoede en taalachterstand. In co-creatie met bewoners uitvoering geven
aan doorbraken, acties en activiteiten, onder andere via de abcd-methodiek en ‘design-
doing’. Inzet, ontwikkeling en ondersteuning innovatiecirkels. Extra inzet op de thema’s
die worden aangeleverd en gekozen door de community's.
Doelstelling en/__Inwoner zijn van Zuidoost betekent dat je in alle opzichten volwaardig, geaccepteerd en
of streefwaarde gerespecteerd burger bent van Amsterdam.
Alliantiepartners Bewoners stadsdeel Zuidoost, Woningbouwcoöperaties, Ondernemers van Amsterdam
Zuidoost Vertegenwoordigers van de Arbeidsmarkt, Jeugdhulp, Onderwijs, Politie,
Gemeente Amsterdam, Openbaar Ministerie, Rijk
Programma Programma 6. Gezondheid, Zorg, Jeugd, Opvang en Diversiteit
Uitvoerende Uitvoerend: Stadsdeel Zuid-Oost, democratisering, deelnemend OJZD
directie
Portefeuille Basisvoorzieningen
Gemeentelijke De uitgaven voor 2023 zijn geraamd op € 1,38 min.
bijdrage
Ís er sprake van Nee
co-financiering?
2
Ambitie 2: Wonen en Veiligheid
interventie 1. Verstevigen en uitbreiden van Wijk Actieteams Veiligheid, waarbij de Hotspot
aanpak wordt geïntegreerd.
2. Stroomlijnen aanpak drugshandel.
3. Interventiekracht vergroten (excessief) geweld.
4, Inzetten op maatwerk (preventie) in Zuidoost, huiselijk geluk, ouderbetrokkenheid
(ism. ambitie 3),
5. Tweetal theaterproducties ism. community (Angry Young Men, Zwijgrecht)
6. Aanpakken Woonfraude.
1. Instroom bevorderen weerbaardere bewoners in ontwikkelbuurten en hotspot-
locaties.
8. Extra investeringskracht t.b.v. leefbaarheid ontwikkelbuurten en hotspotlocaties.
9, Meer huisvesting voor jongeren uit Zuidoost in Zuidoost.
10. Bouwen voor de buurt.
11. Voorkomen toekomstige leefbaarheid- en veiligheidsproblematiek: bouwen flanken
A9.
12. Kwaliteit en inrichting openbare ruimte.
Analyse De Alliantiepartners erkennen het belang van multidisciplinaire samenwerking. Alleen
samen kan de problematiek op het gebied van wonen, werk en veiligheid effectief
worden aangepakt. Daarom gaan de Alliantiepartners met elkaar samenwerken, bij
voorkeur vanuit één locatie, zichtbaar en aanspreekbaar, voor de bewoners. Partners
zullen onder meer in de vorm van wijkactieteams zichtbaar zijn in de wijken. Op diverse
locaties zullen onder meer ook gemeentelijke en maatschappelijke partners aanwezig zijn
c.q. snel ingezet kunnen worden om bewoners te ondersteunen op diverse leefgebieden.
Daarbij valt te denken aan wijkactieteams, buurtteams, armoedevoorzieningen,
schuldhulp, hulp bij het vinden van werk, zorg voor jongeren; opleiding en begeleiding
naar werk, verbinding met het zgn. familiepakket, etc. Hiervoor zijn binnen de
verschillende ambities inspanningen opgenomen, die nadrukkelijk in gezamenlijkheid
worden uitgevoerd. (zie ook ambities 3 en 4). De opzet en uitvoering hiervan zal een
lerend proces zijn, waarbij gaandeweg knelpunten en verbeteringen doorgevoerd zullen
worden. Op het gebied van wonen is het een uitdaging om het aanbod van regelingen en
hulp aan te laten sluiten op de behoefte van de bewoners. De focus van het
programmateam is daarom om nieuwe manieren te zoeken om deze informatie te delen,
zodat bewoners er ook echt iets mee kunnen. Prioriteiten zijn o.m. de hotspotaanpak,
Woonwinkel (gericht op doelgroep jongeren) en onderzoeken naar de behoeften van
jongeren en jonge alleenstaande ouders, verlichting in de openbare ruimte, vve aanpak
en Empowermentcentrum. Bij gebiedsontwikkeling helpt de focus van het Masterplan
om meer woningen beschikbaar te maken voor mensen, met name jongeren, uit
Zuidoost en in de plinten van Amstel Ill wordt gekeken naar het huisvesten van lokale
ondernemers.
Activiteiten e _Verduurzamen bestaande woningen, mede gericht op de aanpak energiearmoede en
investeren in het versterken van lokale vve's.
3
e Door de participatie bij de aanpak openbare ruimte, zorgen voor aansluiting bij
behoeften en wensen van bewoners, met als doel het verbeteren van de leefbaarheid.
e Inzet, ontwikkeling en ondersteuning innovatiecirkels op gebied van wonen en veiligheid
(o.m. Hart voor de Kbuurt, Passiepool)
e _Doorontwikkeling WAT en Hotspotaanpak
e Onderzoek woonwensen alleenstaande ouders/jonge ouders
e Voortzetting en uitbreiding Woonwinkel
e Ondersteuning co-creatie initiatieven tbv ontwikkeling flanken A9
e Ontwikkelen duurzame maatwerktrajecten
e _Netwerkbijeenkomsten veiligheid
e Ondersteunen en versterken informeel Expertise Netwerken, grassroots organisaties,
ouderbetrokkenheid
e _Zwijgrecht - filmproductie
Doelstellingen/ _In Zuidoost opgroeien en wonen betekent dat je veilig en goed woont en over straat kunt
of streefwaarde __gaan en dat je je eenvoudig fysiek kunt verplaatsen in een schoon, heel en veilige openbare
ruimte.
Alliantiepartners Bewoners stadsdeel Zuidoost, Woningbouwcoöperaties, Politie, Gemeente Amsterdam,
Openbaar Ministerie, Rijk, Actiecentrum J&V, RIEC
Programma Programma 8 Veiligheid
Uitvoerende Uitvoerend: Stadsdeel Zuid-Oost
directie Deelnemend: Wonen, OOV, J&V (stadsdeel), G&O, Vastgoed
Portefeuille Amsterdam is een veilige en leefbare stad voor bewoners en bezoekers.
Gemeentelijke De uitgaven voor 2023 zijn begroot op € 2,78 min.
bijdrage
Ísersprakevan __ Ja, externe financiering PMG € 1.030.000
co-financiering?
Ambitie 3: Jeugd en Onderwijs
interventie 1. Eénsamenhangende aanpak voor de leeftijd van min 9 maanden tot 6 jaar;
2. De ideale Zuidoost basisschool;
3. De overgang van basisonderwijs naar voortgezet onderwijs;
4. De ideale Zuidoost middelbare school;
5. De overgang van middelbare school naar vervolgonderwijs en werk;
6. Jongerenvoorzieningen bij de school en in de wijk.
Analyse Voor de uitvoering van dit thema is een centrale rol weggelegd voor ouders en jongeren zelf;
het belang van rolmodellen; een gezamenlijke pedagogische visie; taal als sleutel tot een
succesvolle schoolcarrière.
We hanteren hierbij een aantal uitgangspunten:
e We werken gezamenlijk met alle betrokkenen aan deze ambities. Daarvoor zijn
multidisciplinaire werkgroepen rond de thema's opgezet.
e We werken evidence based, met education lab en andere specialisten zoeken we
naar effectieve werkwijzen.
4
e Enhetcentrale uitgangspunt van het masterplan, we werken community based.
Activiteiten Inzet op voldoende laagdrempelige kleinschalige voorzieningen die aansluiten bij de
ontwikkeling van de buurt (o.a. langer thuis wonen ambulantisering zorg). Inzet op educatief
partnerschap: burgers en bedrijven zijn betrokken bij leren en werken. Ouderbetrokkenheid
is toegenomen op alle fronten, in de buurt en schoolomgeving. Onderadvisering
schooladvies kinderen PO is afgenomen. De culturele sensitiviteit van leraren PO is gegroeid.
Meer regie op ondersteuningsstructuur rondom scholen. Inzet op (mannelijke) rolmodellen.
Lokale grassroots organisaties die onderwijsondersteuning aanbieden zijn uitgenodigd hun
ondersteuning aan te laten sluiten bij de methodiek van scholen. ldentiteitsontwikkeling van
kinderen en jongeren heeft een impuls gekregen. Hun perspectief op ontwikkelkansen is
verbreed. Inzet, ontwikkeling en ondersteuning innovatiecirkels.
Doelstellingen/ _In Zuidoost opgroeien en wonen betekent dat je alle kansen en mogelijkheden hebt om je te
of streefwaarde ontwikkelen, te groeien en talenten te ontplooien.
Alliantiepartners _ Bewoners stadsdeel Zuidoost, Vertegenwoordigers van de Arbeidsmarkt, Jeugdhulp,
Onderwijs, Gemeente Amsterdam, Rijk, Scholen en schoolbesturen, okt.
Programma Programma 6. Gezondheid, Zorg, Jeugd, Opvang en Diversiteit
Uitvoerende Uitvoerend: Stadsdeel Zuid-Oost, Deelnemend: democratisering, ojzd
directie
Portefeuille Basisvoorzieningen
Gemeentelijke De uitgaven voor 2023 zijn begroot op € 1,02 min.
bijdrage
Íser sprake van Nee
co-financiering?
Ambitie 4: Werk en Economie
interventie 1. Ontwikkelen duurzame publiek-private samenwerking;
2. Meer jongeren <30 aan het werk of op school;
3. Opleidingstrajecten in combinatie met stage/werk in kansrijke sectoren (zgn.
treintjes bouwen);
4, Werkgeversaanpak: 1 loket;
5. Soepele overgang (vervolg)onderwijs — Werk
6. Werk, aanpak armoede en schulden, als onderdeel van integrale buurtaanpak.
Community Wealth Building.
Analyse Zuidoost heeft een democratische lokale economie, waarin de belangen, behoeften, wensen
en dromen van alle bewoners voorop staan. Zo veel mogelijk eigenaarschap van die
bewoners en hun gemeenschappen over alle noodzakelijke (sociale, fysieke, economische,
financiële en maatschappelijke) middelen zorgt voor een rechtvaardige verdeling van
welvaart en welzijn. Vertrouwen, wederkerigheid, solidariteit en samenwerking staan
centraal. We werken aan de hand van de principes van community wealth building samen
met in de wijk verankerde organisaties aan nieuwe structuren met zo veel mogelijk
eigenaarschap en zeggenschap voor bewoners in de nabijheid. We zetten hiervoor een
infrastructuur op per wijk waar op een herkenbare plek in de wijk middels codesign de direct
betrokkenen samen de koers voor de wijk uitzetten en de beschikbare middelen verdelen.
Daarnaast zetten we in op duurzame impact; niet alleen instroom, maar ook duurzaam aan
5
het werk. Zuidoost Werkt is daarin een belangrijke partner. De pps samenwerking met de
alliantie- en convenantpartners fungeert als vliegwiel voor de intensivering van de duurzame
samenwerking op het gebied van werk en economie.
Activiteiten -__Doorontwikkeling Zuidoost Werkt.
-_Duurzame publiek-private samenwerking (in co-creatie met bewoners).
-_Partnerconvenanten op Maat.
-_Doorontwikkeling innovatiecirkel: Youth Academy Platform; structurele koppeling
maken tussen het bedrijfsleven, jongerenorganisaties en jongeren d.m.v. een platform
gericht op kennisdeling, inspiratie en verbinding.
-_Samenwerking MP-Z0 City.
-_ Ontwikkelen duurzame loopbaantrajecten.
-__Bouw aan jouw Zuidoost/ Zuidoost Bouwt.
-_ Uitvoering Techgrounds: Van zij-instroom naar werk.
-_ Uitvoering innovatieve loopbaantrajecten tbv sector zorg/ onderwijs.
-_ Versterken lokale economie en lokaal ondernemerschap (jonge startende ondernemers)/
bestaande aanbod beter laten aansluiten op de behoefte.
-_ Community Wealth Building: community investeringsfonds
-_ Infrastructuur voor Ondernemerschap ontwikkelingstraject/Acceleratie programma.
-_Ondernemershubs als onderdeel van versterken lokaal verankerd ondernemerschap.
- Versterken sociaal ondernemerschap (incl maatschappelijke organisatie diversificatie van
inkomstenbron).
-_ Versterken coöperatief ondernemen in kansrijke sectoren.
-_ Incubator voor coöperatieve organisatievormen.
-_ Lokaal Geld/2Ping voor vrijwilligerswerk inzetten.
-_ Community Land Trust.
-_Welzijnsdashboard doorontwikkelen en borgen.
Doelstelling en/ _In Zuidoost zijn we trots op onze positie als economische toplocatie, op ons
of streefwaarde ondernemerschap en creativiteit en investeren we wederkerig daarin en in werk voor onze
inwoners.
Alliantiepartners Bewoners stadsdeel Zuidoost, Ondernemers van Amsterdam Zuidoost, Vertegenwoordigers
van de Arbeidsmarkt, Onderwijs, Gemeente Amsterdam, Rijk
Programma Programma 3. Economie, Kunst, Cultuur en Erfgoed
Uitvoerende Uitvoerend: Stadsdeel Zuid-Oost, Deelnemend: WPI, Economie
directie
Portefeuille Economie
Gemeentelijke De uitgaven voor 2023 zijn begroot op € 1,93 min.
bijdrage
isersprakevan _ Ja, BAJZO/CWB: € 1.186.000
co-financiering?
6
B. Bestedingsplan Nationaal Programma Samen Nieuw-West
Overkoepelende opgave: Community Wealth Building
Interventie Bouwen aan een lokale economie
Analyse In het (concept) Convenant Samen Nieuw-West wordt in het onderdeel Werk &
Bestaanszekerheid gesteld dat het bieden van bestaanszekerheid onze hoofdopgave is.
“Dat vraagt om sociaaleconomische structuren die passen bij de behoeften, dromen en
belangen van alle bewoners van Nieuw-West en die zoveel mogelijk gezamenlijk
eigenaarschap van bewoners behelzen. Deze democratische economie, onder meer
gebaseerd op de principes van Community Wealth Building, maakt het mogelijk dat alle
bewoners in Nieuw-West in 2040 aan het werk zijn in voldoende betaalde banen en dat
kinderen in dat perspectief opgroeien.”
Het Amsterdamse coalitieakkoord stelt op blz. 39: ‘Community Wealth Building krijgt
nadrukkelijk een plaats in alle masterplannen en we onderzoeken hoe we de lokale
economische infrastructuur meer ten gunste van de buurten kunnen laten komen.’
Community Wealth Building (CWB) is een actiegerichte, plaatsgebonden aanpak voor lokale
economische ontwikkeling. CWB behoudt en leidt meer opbrengsten terug in de lokale
economie. Door lokaal gecreëerde welvaart meer te behouden en te laten circuleren in lokale
gemeenschappen, ontstaan meer kansen voor lokale bedrijvigheid, banen en
carrièremogelijkheden, sociale inclusie en emancipatie en duurzame initiatieven. Er ligt
daarbij een expliciete focus op het vergroten van de rol van bewoners en hun organisaties in
het eigendom en beheer van bedrijfsmiddelen en welvaartscreatie, bijvoorbeeld door
inclusieve bedrijfsmodellen als (werknemers)coöperaties.
Bij CWB is een centrale rol weggelegd voor samenwerkende lokale ankerorganisaties:
organisaties met een significante aanwezigheid en belang in de lokale gemeenschap, zoals
overheidsorganisaties, onderwijs, zorginstellingen, woningcorporaties, sport- en
cultuurvoorzieningen, wijkbedrijven, sociale ondernemingen en private bedrijven. Als grote
werkgevers, inkopers van goederen en diensten en eigenaren van grond en bezit (zoals
vastgoed), oefenen deze ankers een grote invloed uit op de lokale economie en de
arbeidsmarkt.
Activiteiten De inzet betreft vooral opstartkosten, met de bedoeling een multipliereffect te
bewerkstelligen en een veelvoud aan investeringen te genereren door de inkoop en
aanbesteding van alliantiepartners (inclusief gemeente) anders te richten, extra
financieringsstromen richting Nieuw-West te organiseren en zelf te genereren
inkomsten. De activiteiten voor 2023 die hier een eerste basis voor moeten leggen:
1. Inrichten projectteam CWB — voor strategievorming en coördinatie uitvoering
2. Businesscase ontwikkelen drie CWB-hubs in de wijken — voor
aanjagen/versterken wijkgerichte initiatieven
3. Ontwikkelen (nieuwe) coöperatie bedrijven — in aansluiting op vraag bij
ankerorganisaties
7
4, Doorlichten eigen inkoop alliantiepartners — vormen inkoopteam en analyseren
welk deel landt in NW
5. Geldstromen verleggen naar Nieuw-West — uiterlijk eind 2023 één geldstroom
verleggen per alliantiepartner
6. In kaart brengen extra kredietmogelijkheden coöperatieve bedrijvigheid —
overzicht creëren en nieuwe voorstellen doen
7. Doorlichten eigen vastgoed van alliantiepartners voor CWB — inzichtelijk maken
bestaande inzet vastgoed
8. Intensiveren gebruik bestaand vastgoed voor CWB — businesscase ontwikkelen
beheerorganisatie vastgoedgebruik voor CWB
Ontwikkelen recht van eerste koop — voor CWB initiatieven bij afstoten vastgoed onder
alliantiepartners
Doelstelling en/ 1. We formeren een domein overstijgende werkgroep met onder meer
of streefwaarde vertegenwoordigers van ankerorganisaties en wijkinitiatieven om de CWB-strategie
uit te werken, eerste stappen te zetten en de voortgang te bewaken.
2. We brengen in kaart welke activiteiten binnen onze eigen organisaties en in Nieuw-
West als geheel Community Wealth Building ondersteunen onder de vijf pilaren en
waar eventuele obstakels liggen.
3. We werven actief andere ankerorganisaties (zoals ziekenhuizen,
onderwijsinstellingen, sport- en cultuurvoorzieningen en lokaal gewortelde
bedrijven) om zich bij ons aan te sluiten.
4, We ontwikkelen een strategie gebaseerd op samenwerking op verschillende
schaalniveaus en een actieplan voor de komende jaren, voorzien van concrete
(organisatie)doelen en activiteiten.
We laten eerste resultaten zien: de eerste coöperatieve bedrijven zijn eind 2023
operationeel; iedere alliantiepartner verlegt ten minste één financiële stroom naar Nieuw-
West en we hebben businesscases voor drie wijkgerichte CWB-hubs
Alliantiepartners _ Wordt aan gewerkt
Programma Wordt aan gewerkt
Uitvoerende Wordt aan gewerkt
directie
Portefeuille Wordt aan gewerkt
Gemeentelijke De kosten voor 2023 zijn geraamd op € 1,54 miljoen en voor 2024 op € 2,2 miljoen. Dit is
bijdrage ondermeer voor de inzet en opzet van CWB hubs en wijkcooperatieven (€ 0,4 min),
coordinatie van wijkoverstijgende projecten (€ 0,3 min.) en doorgroeien en oprichten van
wijkcoöperaties.
Íser sprake van Nee
co-financiering?
8
Opgave 1: Eigenaarschap, inclusie en democratie
Interventie 1. Bouwen aan eigenaarschap van bewoners
2. Bijeenkomsten en communicatieplatform
Analyse Het bestrijden van uitsluiting, discriminatie op kleur, gender, geaardheid, religie of
afkomst en alle andere vormen van achterstelling, is absolute noodzaak. Wij zien de
diversiteit van Nieuw-West als een kracht waar we trots op zijn, maar zien ook de
uitdagingen die het met zich meebrengt. Voordat de kracht van diversiteit tot volle
wasdom kan komen, liggen er nog flink wat uitdagingen.
Inclusiviteit is niet iets van alleen overheden of maatschappelijke instituties. Juist op
wijkniveau moeten we streven naar inclusieve gemeenschappen waarin de onderlinge
solidariteit en sociale verbondenheid de scheidslijnen op het terrein van gender, kleur,
afkomst, religie of geaardheid overstijgen.
Democratie, het samen vormgeven van Nieuw-West, betekent ook dat iedereen vanuit zijn
of haar expertise aan de opgave werkt door het delen van kennis, expertise en middelen. Dat
vergt van ons allemaal dat wij met een open en eerlijke houding zoeken naar de beste
oplossing die eigenbelang of organisatiebelang overstijgt. We werken toe naar een
coöperatief model waar de alliantieleden deel van uitmaken, zodat middelen vrij
inwisselbaar ten dienste worden gesteld aan bewoners/overheden/andere alliantieleden.
Activiteiten Bouwen aan eigenaarschap van bewoners
We werken samen met in de wijk verankerde organisaties aan nieuwe structuren met zo
veel mogelijk eigenaarschap en zeggenschap voor bewoners en werknemers in de
nabijheid. We zetten hiervoor een infrastructuur op per wijk waar op een herkenbare
plek in de wijk middels codesign de directbetrokkenen samen de koers voor de wijk
uitzetten en de beschikbare middelen verdelen.
1.Ondersteuning van het samenwerkingsverband Kracht van Nieuw-West;
2. Toetsingsmomenten met bewoners en om ze mee te laten ontwerpen en raadplegen
buurtpanels;
3. Bijeenkomsten commons lab om praktijkvoorbeelden en expertise binnen te vliegen;
4. Huisvesting sociale netwerken: inventarisatie en ondersteuning vorming collectief
beheerorganisatie buurtvoorzieningen, inclusief collectief reserveringssysteem;
5. Inclusieve democratische structuren: bewonerscollectieven, wijkcoöperaties en
buurtplatforms ondersteunen en betalen voor deelname in overlegstructuren SNW,
burgerpanel of andere vormen van inclusief mee ontwikkelen van uitvoeringsplan en
daaruit volgende acties voor SNW, informeel werk ondersteunen en een
ambassadeursnetwerk opbouwen en een monitor voor voortgang brede welvaart in één
of meer wijken.
9
Bijeenkomsten en communicatieplatform
1. Het doorontwikkelen van de bestaande basis-huisstijl tot een volwassen huisstijl die
bruikbaar is voor het programmateam én alle alliantiepartners, opgaveteams en
werkgroepen;
2. Het doorontwikkelen van de bestaande basis-website tot een volwassen online
platform voor ontmoeting, waar iedereen die betrokken is of wil zijn bij het programma,
elkaar kan vinden, ontmoeten, informatie met elkaar delen en kan (laten) zien wat de
resultaten zijn van het programma;
3. De productie van middelen (film, podcast, drukwerk en ander materiaal, artikelen,
foto's, infographics) waarin we laten zien, horen, lezen wie er allemaal betrokken zijn bij
het programma, wat zij doen, waarom en met welk resultaat. Met elkaar geeft dit een
levendig, gevarieerd beeld van de ontwikkeling, de groei, de verandering.
Doelstelling en/ 1. Het streven is eind 2023 in drie wijken netwerken actief te hebben. Daarnaast maken
of streefwaarde we het mogelijk dat (georganiseerde) bewoners maximaal kunnen deelnemen
binnen de structuren van Samen Nieuw West.
2. Ervoor te zorgen dat breder groepen in Nieuw West niet alleen worden
geïnformeerd over het Masterplan en de uitwerking er van, maar ook worden
geactiveerd om mee te doen, mee te praten en te beslissen.
Alliantiepartners _ Kracht van Nieuw-West en We share coalitie
Programma Programma 6. Gezondheid, Zorg, Jeugd, Opvang en Diversiteit en Programma B.
Uitvoerende 1. Uitvoerend: Nog nader te bepalen, Deelnemend: stadsdeel OJZD/GGD/Sport
directie
2. Uitvoerend: Directie bedrijfsvoering, afdeling communicatie, Deelnemend:
Stadsdeel Nieuw-West
Portefeuille Basisvoorzieningen en Dienstverlening/Inkoop en coördinatie bedrijfsvoering
Gemeentelijke De kosten zijn voor 2023 geraamd op £ 0,82 min. en voor 2024 € 1,08 mln.
bijdrage
Ís er sprake van Nee
co-financiering?
Opgave 2: Veiligheid
Interventie Opgave Veiligheid
Analyse Het is de bedoeling dat we in Nieuw-West veilig over straat kunnen, wie of wat we ook
zijn. Dat wij ons niet alleen persoonlijk veilig voelen, maar er op mogen vertrouwen dat
ook de ander zorgdraagt voor onze veiligheid en een veilige leefomgeving, omdat we
daar beide mee verbonden zijn. Daarbij zijn het creëren van veiligheid en het acteren op
10
onveiligheid twee kanten van dezelfde medaille, die ieder een andere focus en actie
vragen.
Activiteiten Hieruit volgen drie hoofdopgaven, uitgesplitst in subopgaven:
1. Verbondenheid, veerkracht en verdraagzaamheid van en tussen mensen,
communities, wijken en instanties herstellen, ontwikkelen en waarderen. De
neerwaartse spiraal van een gedragen norm wordt omgebouwd naar een opwaartse.
a. Een veilige plek (de bestaande opgave doorbreken huiselijk geweld valt
hieronder);
b. Omgang met tegenslag en trauma (nieuw);
c. Openheid en betrouwbaarheid (nieuw).
2. Criminele gedragingen en de kans om in de criminaliteit te raken drastisch
verminderen en tegelijkertijd de mogelijkheid bieden om uit de criminaliteit te
stappen. Dat zorgt voor de motivatie om te kunnen kiezen voor een andere manier
van leven.
a. Actief doorbreken criminele context;
b. Doorbreken fysieke wijkstructuren die criminaliteit faciliteren (nieuw);
c. Herstelgericht werken, dichtbij en snel;
d. Aanpak huiselijk geweld en kindermishandeling.
3. Adequaat, proportioneel en zorgvuldig met elkaar reageren op onveilige situaties,
nu en in de toekomst.
a. Schaarste van personeel is de komende jaren aan de orde;
b, Structurele innovatie op gebied van toekomstige trends en online
Doelstelling en/_Om met elkaar aan een veilig Nieuw-West te werken zijn er drie hoofdopgaven:
of streefwaarde
1. De eerste opgave is de verbondenheid, de veerkracht en de verdraagzaamheid van en
tussen mensen, communities, wijken en instanties te herstellen, te ontwikkelen en te
waarderen. De neerwaartse spiraal van een gedragen norm wordt omgebouwd naar een
opwaartse;
2. De tweede opgave is om criminele gedragingen en de kans om in de criminaliteit te raken
drastisch te verminderen en tegelijkertijd de mogelijkheid bieden om uit de criminaliteit te
stappen. Dat zorgt voor de motivatie om te kunnen kiezen voor een andere manier van
leven;
3. De derde opgave is om adequaat, proportioneel en zorgvuldig met elkaar te reageren op
onveilige situaties, nu en in de toekomst.
Alliantiepartners __ Openbaar Ministerie, Politie
Programma Programma 8 Veiligheid
Uitvoerende Uitvoerend: OOV, actiecentrum Veiligheid en Zorg
directie
Deelnemend: Stadsdeel Nieuw-West
11
Portefeuille Amsterdam is een veilige en leefbare stad voor bewoners en bezoekers.
Gemeentelijke De bijdrage is geraamd op € 0,86 min in 2023 en € 1,18 min. in 2024.
bijdrage
Íser sprake van Voor het onderdeel doorbreken criminele context is cofinanciering van € 0,2 min in 2023 en €
co-financíering? 0,3 min in 2024 beschikbaar.
Opgave 3: Werk en bestaanszekerheid
Interventie Banenplannen/Leerwerkbedrijven
Analyse Amsterdam is een ‘global city’. Haar economie is wereldwijd vertakt en verankerd. Dat
genereert grote rendementen. Helaas komt dat geld niet ten goede aan alle
Amsterdammers en heeft het bovendien veel negatieve effecten zoals hoge
huizenprijzen en klimaatschade. Grote groepen kunnen niet deelnemen en niet
meeprofiteren. De ongelijkheid groeit in de stad. Deze tweedeling uit zich ook in een
ruimtelijke scheiding: tussen de rijke delen van de stad en stadsdelen als Nieuw-West, en
ook binnen Nieuw-West. Daar toont zich de achterkant van het wereldwijde
economische systeem.
Activiteiten We zetten in op werkgelegenheid, met name in de essentiële sectoren, in samenwerking
met bedrijven, bewonersorganisaties en onderwijsinstellingen. Onder meer via
banenplannen, met name in essentiële sectoren en in de duurzame hoek. Daarmee
dragen we bij aan bestaanszekerheid via werk dat loont.
Daarnaast vormen we een startcoalitie met gemeente en diverse ankerinstituties (zoals
gemeente, ziekenhuizen, onderwijs, woningcorporaties en lokaal gewortelde bedrijven)
met als doel door lokaal in te kopen via lokale geldrekeningen, het geld langer rond te
laten gaan in Nieuw West en daardoor meer impact te genereren voor lokale
ondernemers en bewoners. We analyseren de huidige situatie en de kansen en
ontwikkelen een businesscase voor het lokale betaalsysteem in samenwerking met
specialisten uit het veld.
Doelstellingen/ _De mate waarin het economisch systeem voorziet in de essentiële behoeften — dus de
of streefwaarde mate van bestaanszekerheid - kunnen wij omschrijven als brede welvaart. Wij meten
daarop de vooruitgang in Nieuw-West.
Alliantiepartners _ Ondernemersvereniging Westpoort, Social Trade Organisation (STRO).
Programma Programma 3 Economie, Kunst, Cultuur en Erfgoed en Programma 7 Sociale zaken en
Armoedebestrijding
Uitvoerende Uitvoerend: WPI
directie
Deelnemend: stadsdeel Nieuw-West, EZ, Financiën
Portefeuille Economische zaken, Werk en inkomen
Gemeentelijke De gemeentelijke bijdrage aan is begroot op € 0,89 min in 2023 en € 1,63 min. in 2024.
12
bijdrage
Íser sprake van Cofinanciering van een Europese subsidie van € 5 miljoen die gericht is op de jeugd en hoe zij
co-financiering? _ via design hun ideale leefomgeving kunnen creëren met ook fysieke projecten/uitingen om
uiteindelijk te komen tot het vormgeven van een inclusieve buurt waar jongeren in de lead
zijn om hun toekomst vorm te geven. Bijdrage aan bovengenoemde interventie is € 0,15 min.
Opgave 4: Wonen en leefomgeving
interventie 1. _Ontwikkelbuurtgelden doorzetten
2. Opgave wonen en fysieke leefomgeving
Analyse Ontwikkelbuurtgelden doorzetten: Sociale projecten die impact hebben maar waarvan
de financiering stopt omdat de ontwikkelbuurtgelden zijn gestopt. Het gaat om ongeveer
€ 1 miljoen aan projecten die waardevol genoeg zijn om voort te zetten. Er moet nu naar
financiële dekking worden gezocht in de sociale basis dan wel bij de directies. Vanuit het
masterplan willen we voor twee jaar zorgen voor een financiering van € 300.000,- per
jaar.
Opgave wonen en fysieke leefomgeving: Voor veel bewoners van Nieuw-West biedt de
woning op dit moment niet het veilige thuis dat geborgenheid biedt, een veilige plek om
te leven, op te groeien en zich te ontplooien. Desinvesteringen en een eenzijdige focus
op marktwerking in de woonsector hebben geleid tot verregaande segregatie met
negatieve effecten op de leefbaarheid en veiligheid en kansen voor de jeugd tot gevolg.
De invloed van bewoners was beperkt bij de vorming van programma en beleid en hun
belangen waren tot nu toe vaak ondergeschikt.
Activiteiten In alle buurten wordt intensiever samengewerkt vanuit integrale teams (gemeente,
corporaties, wijkpartners en bewoners) om te zorgen dat we niet ieder afzonderlijk met
hetzelfde bezig zijn of tegen elkaar in werken.
Drie doorbraakteams zijn gestart met de volgende onderwerpen:
1. Een specifiek deel van de beschikbare nieuwbouwwoningen jaarlijks beschikbaar
stellen voor woonstarters uit Nieuw-West;
2. Zorgen voor een doorlopende leeflijn en doorstroom naar een passende woning;
3. Zorgen voor een schone en veilige buurt en leefomgeving.
Doelstellingen/ We moeten doen wat nodig is om ervoor te zorgen dat Nieuw-West voor iedereen met
of streefwaarde een binding met Nieuw-West een fijne plek is om te wonen. Dat betekent dat er fijne
woningen zijn, die passen bij je behoeften. En je hebt een omgeving die past bij jouw
behoeften en die van je medebewoners. Hierin leeft men in verbondenheid.
Een specifiek deel van de nieuwbouwwoningen beschikbaar stellen voor jongeren uit Nieuw-
West. Meer doorstroom naar een passende woning voor ouderen en gezinnen.
Alliantiepartners _ Stadsgenoot, Lieven de Key, Rochdale, Stichting Woon en Saaam zorg, Eigen Haard,
13
Alliantie, Ymere, Vesteda
Programma Programma 6 Gezondheid, Zorg, Jeugd, Opvang en Diversiteit en Programma 1 Wonen
Uitvoerende Stadsdeel Nieuw West en G&O
directie
Deelnemend: Wonen en Stadsbeheer
Portefeuille Basisvoorzieningen, Wonen, Veiligheid en Afval
Gemeentelijke 2023 en 2024 € 300.000 voor het doorzetten van activiteiten vanuit de ontwikkelbuurt
bijdrage aanpak en € 0,46 min. in 2023 en € 0,74 min. in 2024 voor de opgave wonen en fysieke
leefomgeving.
Íser sprake van Nee
co-financiering?
Opgave 5: Kansen voor de jeugd
interventie Randvoorwaarden op orde brengen voor het inzetten van formele en informele netwerken.
Analyse Wie geboren wordt in Nieuw-West staat voor grote uitdagingen. De startpositie van
kinderen verschilt enorm van leeftijdsgenoten in andere delen van de stad. Bij gelijk talent is
hun perspectief aanzienlijk minder hoopvol en kansrijk. Waar je wieg staat, je afkomst en de
sociaaleconomische status van het gezin waarin je opgroeit, heeft grote invloed op je
perspectief en daarmee uiteindelijk op de aansluiting op de arbeidsmarkt en het volwassen
leven. Toekomstige bestaanszekerheid is hierdoor allerminst zeker. En zo is de cirkel rond.
We moeten zorgen dat de kinderen die nu geboren worden een goede en gezonde start
kunnen maken, zodat we over 20 jaar een nieuwe generatie hebben en de cirkel doorbroken
is, Elke investering in die richting betaald zichzelf in een veelvoud terug.
Activiteiten Werkgroep 1: het jonge kind, kansrijke start: 1.1 Deze interdisciplinaire werkgroep doet, op
zeer lokaal niveau, met formele en informele partijen, wat nodig is om moeilijk bereikbare
gezinnen te bereiken en voorwaarden op orde te brengen. Er worden oplossingen voor
problemen bedacht en uitgevoerd, aan de hand waarvan knelpunten in het systeem worden
geïdentificeerd en aangekaart.
Werkgroep 2: 12-uurs aanbod. Deze werkgroep zet een netwerk op waarin voor alle kinderen
dagelijks 12 uur aanbod georganiseerd wordt, passend bij behoeften en interesse.
Overtuiging is dat het mes aan twee kanten snijdt; meer ontwikkeltijd is verbetering van de
kansen en bovendien minder tijd voor ongewenste vormen van vrijetijdsbesteding.
Werkgroep 3: perspectief voor jongeren. Nader uit te werken interventies die in het teken
staan van het bereiken van jongeren in de ‘oudere! doelgroep en te werken aan een veilig,
kansrijk en betekenisvol perspectief. Deze werkgroep zal een domein overstijgend karakter
hebben in samenwerking met veiligheid, wonen en werk.
Doelstelling en/__ Voorwaarden op orde brengen (D, V, WB, WL)
of streefwaarde
Voor ieder kind moet gelden dat het in een veilige en gezonde omgeving geboren wordt en
opgroeit.
14
De jeugd stimuleren in de ontwikkeling (D, V, WB, WL); ieder kind kent het eigen talent en
interesses en wordt in staat gesteld dit te ontplooien.
Een sluitend netwerk van professionele en informele actoren is opgezet; Elk kind komt
tenminste die éne persoon tegen die weet te raken, een kanteling teweegbrengt, de ogen
opent, kan bijsturen en inspireren.
Perspectieven bieden en ontwikkelen (D, V, WB);
Naar behoefte wordt een ontwikkelaanbod gezocht of ontwikkeld. Daarvoor is het scherpe
oog van de opvoeders, pedagogen en professionals nodig, om te signaleren wat het kind
nodig heeft, om het kind te laten zien wat het nog niet ziet en hierin te stimuleren.
Jongeren hebben perspectief op werk en een passende woning.
Alliantiepartners _ Schoolbesturen, buurtteams, ouder- en kindteams Amsterdam, Kinderopvang
Programma Programma b Onderwijs en Programma 6 Gezondheid, Zorg, Jeugd
Uitvoerende Stadsdeel Nieuw-West, OJZ, GGD, Sport
directie
Portefeuille Jeugd en Onderwijs
Gemeentelijke Voor 2023 zijn de kosten geraamd op € 0,3 min en voor 2024 op € 0,4 min.
bijdrage
Íser sprake van Europese subsidie voor het inrichten van netwerken van € 150.000 in 2023 en 2024.
co-financiering?
15
C. Bestedingsplan Aanpak Noord
Pijler 1: Kansen voor de jeugd
Interventie e _ Community aanpak voor ouders en kinderen 0 -4 jaar
e Ondersteunen ouders op en rondom de school
e Preventieve zichtbare inzet voor veilige wijken voor de jeugd
e Uitbreiden van jongeren en meidenwerk
Analyse In Noord groeit een te groot deel van de kinderen op in een achterstandspositie. In de Van
der Pekbuurt, Bloemenbuurt, Vogelbuurt, Molenwijk en delen in de Waterlandpleinbuurt en
de Banne groeit meer dan 1 op de 3 Kinderen op in een minimahuishouden. In Plan van Gool
en De Kleine Wereld is dit zelfs 40% . Deze kinderen groeien op in gezinnen met een hogere
kans op stress thuis, schulden en minder mogelijkheden voor talentontwikkeling. In de buurt
zijn weinig positieve rolmodellen, maar wel de verleidingen van de straat. Daarbij zien we
dat een te groot deel van de kinderen al met een taalachterstand aan de basisschool begint.
Leerlingen uit deze buurten hebben vaker een lager schooladvies voor het voortgezet
onderwijs dan kinderen uit andere buurten. Ook het percentage vroegtijdige schoolverlaters,
zonder startkwalificatie, is hoger dan gemiddeld. Hun positie als volwassenen op de
arbeidsmarkt en de woningmarkt zal kwetsbaarder zijn. En dit alles hangt weer samen met
een eerdere slechtere gezondheid.
De opgave waar we voor staan is om het patroon van intergenerationele kansenongelijkheid
te doorbreken. Hierbij moeten we onszelf dwingen aan te sluiten bij de behoeftes van de
kinderen, jongeren en hun ouders. En hen deelgenoot maken van de oplossingen
Activiteiten Onderstaande interventies dragen bij aan de doelen van Aanpak Noord en deze pijler:
Community aanpak voor ouders en kinderen Q -4 jaar
e Extra community based ondersteuning voor ouders en kinderen -9 mnd - 4 jaar, inclusief
ervaringsdeskundigen en extra taalaanbod ouders, gebaseerd op normbedrag van 500
euro op ingeschatte aantal doelgroepkinderen van 0-4 i.s.m. met programma Kansrijke
Start (GGD).
Ondersteunen ouders op en rondom de school
© Ondersteuning van ouders op en rondom de school op het gebied van vragen over
financiën, werk, taal, etc.
Preventieve zichtbare inzet voor veilige wijken voor de jeugd.
e Extra preventie op en om de straat en zichtbare inzet van straatcoaches in meerdere
buurten.
Uitbreiden van jongeren en meidenwerk
e Inzet van jongerenwerkers, ambulante jongerenwerkers en jongerenwerkers op VO-
scholen in meerdere buurten van Noord. Zeer nodig gezien de opgave m.b.t. jeugd.
Doelstelling en/ Kinderen in Noord hebben dezelfde kansen als kinderen in andere buurten van Amsterdam.
of streefwaarde
Alliantiepartners __ Bewoners en bewonersorganisaties, bedrijven en ondernemers, sociale partners, onderwijs-
& maatschappelijke instellingen, corporaties, gemeente
Programma Programma b Onderwijs, Programma 6 Gezondheid, zorg, Jeugd, opvang en Diversiteit en
16
Programma 8 Veiligheid
Uitvoerende Stadsdeel/programmateam
directie
Portefeuille Van der Horst
Gemeentelijke De uitgaven voor 2023 zijn begroot op € 0,55 min.
bijdrage
Íser sprake van Nee
co-financiering?
Pijler 2: Kansrijke sociale buurten
Interventie Krachtige buurten integraal:
e _Buurtcoalities
Sociale buurten integraal:
e Verbeteren sociaaleconomische positie vrouwen en meiden
Krachtige buurten:
_Buurtcoöperatie 'Zilverberg' Kleine Wereld
e Versterken zelfbeheer buurthuizen
e _Buurtgerichte projecten met bewoners
e Verminderen armoede en terugdringen schuldenproblematiek
e Uitbreiden van community builders specifieke buurten
e Inzetten van Achter de Voordeur aanpak/ Sociale Renovatie (onderdeel van Integrale
Buurtaanpak zie Wonen)
e Community Samendam en 101 Kinderen Banne
Werk in de buurt:
e _Groenmakers, Stagemakers
Kunst en Cultuur in de buurt:
e Culturele programmering en evenementen in buurtvoorzieningen door en voor
bewoners.
Analyse In veel buurten gaat kansenongelijkheid over van generatie op generatie. Dit ligt enerzijds
aan factoren op het niveau van individuele huishoudens, zoals armoede en
schuldenproblematiek. Maar ook factoren op buurtniveau kunnen bijdragen aan het
vergroten van kansenongelijkheid. In veel buurten zien we dat het vertrouwen in de
overheid, woningcorporaties en ook in formele partijen uit het sociaal domein weinig
vertrouwen meer genieten van bewoners. Er bestaat een kloof tussen enerzijds de bewoners
die te kampen hebben met vaak complexe problematiek en anderzijds de instituties die
willen bijdragen aan maatschappelijke oplossingen. Door zorg te dragen voor meer
toegankelijke buurtvoorzieningen, ondersteuning van communities en bewonersinitiatieven
in de buurten, en aan te sluiten bij hun behoeftes kunnen we stap voor stap gezamenlijk
werken aan de oplossingen. Bijvoorbeeld door betaald werk en opleidingen in de buurt te
creëren voor buurtbewoners en jongeren. Zo kunnen zij niet alleen profiteren van de
17
transitie van Noord, maar kunnen we ook de tweedeling tussen bestaande en nieuwe wijken
tegengaan.
Activiteiten Onderstaande interventies dragen bij aan de doelen van Aanpak Noord en deze pijler:
Buurtcoalities
Start met buurtcoalities rondom het thema kansengelijkheid, deels in dezelfde buurten als
de Integrale Buurtaanpak (zie pijlers 3. Wonen en 4. Openbare ruimte). Onderzoeken of
aansluiting bij Community Wealth Building mogelijk is. Middelen zijn bedoeld voor
proceskosten en uitvoering van activiteiten die bijdragen aan de door de buurtcoalitie
vastgestelde opgaves.
Verbeteren sociaaleconomische positie vrouwen en meiden
Opzetten in co-creatie van een Noords vrouwencentrum: 30 k is bedoeld voor de opstart
waarin we samen met het Noordse Vrouwennetwerk en andere vrouwenplatformen bouwen
aan plekken voor vrouwen gericht op weerbaarheid, sociaaleconomische ontwikkeling,
kinderopvang en taal. Ander budget is voor exploitatiekosten.
Buurtcoöperatie ‘Zilverberg Kleine Wereld
Deze zeer kwetsbare buurt van Noord had geen goede buurtvoorziening. Nu is ruimte
beschikbaar gekomen waar bewoners een buurtcoöperatie willen starten. De idee is dat dit
een plek wordt voor en door de buurt waar op termijn bewoners ook een baan werkervaring
op kunnen doen bv klussen uitvoeren in opdracht van de woningcorporaties etc.
Versterken zelfbeheer buurthuizen
Professionele ondersteuning zelfbeheer buurthuizen in kwetsbare buurten en versterken
buurtfunctie
Buurtgerichte projecten met bewoners
Integrale inzet van 2 projectleiders voor voortzetting projecten in De Kleine Wereld, De
Banne, Mooimakers en proeftuin Buurtplatformrecht
Verminderen armoede en terugdringen schuldenproblematiek
Aansturing van de werkwijze 'De armen ineen": behoefte gestuurd werken voor en samen
met bewoners, om de armoede- en schuldenproblematiek in specifieke buurten bottom-up
terug te dringen met oplossingen die passen bij de behoefte van bewoners. Met zichtbaar
extra inzet van WPI op participatie, werk en inkomensdienstverlening.
Uitbreiden van communitybuilders specifieke buurten
Inzet voor outreachende profs voor betere matching van informele zorg, formele zorg en
welzijnsaanbod en het versterken van sociale cohesie en veiligheid in de buurt. Met oog voor
benutting van lokaal talent en expertise.
Inzetten van Achter de Voordeur aanpak/ Sociale Renovatie (onderdeel van Integrale
Buurtaanpak zie pijler 3 Wonen)
Flexibele inzet van ‘achter de voordeur’ aanpak in samenwerking met WPI, buurtteam en
corporaties. Dit kan gekoppeld als “sociale renovatie” aan de renovatie/isolatie aanpak van
de woningcorporaties, maar ook elders worden ingezet.
Community Samendam en 101 Kinderen Banne
18
De Community aanpak Samendam, in de Waterlandpleinbuurt, ism INholland heeft als doel
om vanuit de behoefte van bewoners een community op te bouwen volgens de nieuwe
werkwijze. Uitbreiding van het initiatief * 101 kinderen’ in De Banne; bouwen van een
community rondom gezinnen die in armoede leven.
Groenmakers
Bij groenprojecten in de buurt worden i.s.m. Amsterdam Werkt leerstages aangeboden en
gezamenlijk met bewoners van kwetsbare buurten worden binnentuinen en plantsoenen
opgeknapt
Stagemakers
Een publiek private samenwerking tussen lokale bedrijven zoals Kromhouthal, Holiday Inn
en Bunk en de gemeente met aanhaking van kleinere bedrijven om kwetsbare bewoners te
begeleiden naar en op te leiden voor werk in o.a. hospitality, beveiliging, parkeerwacht. Nu
nog alleen in Oud-Noord, maar uitbreiding is gewenst.
Culturele programmering en evenementen in buurtvoorzieningen door en voor bewoners
Verhoging van budget voor kunst, cultuur & evenementen ten behoeve van
buurtprogrammering en verbinding i.s.m. bewoners, o.a. in de nieuwe culturele
buurtvoorzieningen.
Doelstellingen/ _ 1. Vertrouwen in lokale overheid: Vertrouwen herstellen, bewoners aan zet
of streefwaarde
2. Kansengelijkheid voor jongeren
Alliantiepartners __ Bewoners en bewonersorganisaties, bedrijven en ondernemers, sociale partners, onderwijs-
& maatschappelijke instellingen, corporaties, gemeente
Programma Van der Horst
Uitvoerende Stadsdeel/programmateam
directie
Portefeuille Basisvoorzieningen, Armoedebestrijding en Schuldhulpverlening, Zorg en Maatschappelijke
ontwikkeling,
Gemeentelijke De uitgaven zijn voor 2023 begroot op € 1,51 min.
bijdrage
Ís er sprake van Nog niet van toepassing
co-financiering?
Pijler 3: Wonen
Interventie e Verbeteren vertrouwen tussen bewoners en corporaties
e Integrale Buurtaanpak in specifieke buurten
e Inhuren van expertise t.b.v. betrekken bewoners bij de onderwerpen Wonen en Huren
Analyse Alle bewoners van Noord hebben recht op een prettige woon- en leefomgeving. De kwaliteit
van de omvangrijke oudere woningvoorraad heeft een impuls nodig. Het verbeteren van de
woonkwaliteit (renoveren sociale huurwoningen, isoleren en verduurzamen) en structureel
beter samenwerken op buurtniveau met corporaties zijn daarom hoofdthema's van de
19
Aanpak Noord. Om energiearmoede tegen te gaan is het isolatieoffensief gestart, met
maatregelen voor de korte en langere termijn.
Activiteiten Onderstaande interventies dragen bij aan de doelen van Aanpak Noord en deze pijler:
Verbeteren vertrouwen tussen bewoners en corporaties
e _Opstart- en aanjaagbudget om kleine maatregelen mee uit te voeren n.a.v. plan van
bewoners en huurkoepels
Integrale Buurtaanpak in specifieke buurten
Start met integrale aanpak in specifieke buurten, ter verbetering van de leefwereld in deze
buurten:
e Standaard aansluiten van een sociale aanpak op de voorbereidingen van een corporatie
voor een renovatie
e Standaard verbeteren van de openbare ruimte na het renovatieprogramma van de
corporatie
e Het gaat hier om proceskosten en werkbudget voor de aanpak.
Inhuren van expertise t.b.v. betrekken bewoners bij de onderwerpen Wonen en Huren
Inzet van Woon! in de specifieke wijken en andere deskundigen
Doelstellingen/ Prettige woon- en leefomgeving en vertrouwen lokale overheid
of streefwaarde
e Impuls woningkwaliteit oudere woningvoorraad
e Aanpak energiearmoede via het isolatieoffensief
e Koppeling met Stedelijke Ontwikkeling
e Duurzame en structurele samenwerking met corporaties op buurtniveau (synergie
kwaliteitsimpuls woningen en openbare ruimte)
e Verbeterde bewonersbetrokkenheid en bewonersondersteuning
e Noordse uitwerking voor de Amsterdamse Aanpak Volkshuisvesting en
prestatieafspraken met de corporaties
Alliantiepartners _ Afvaardiging van woningcorporaties, Afvaardiging van directie Wonen, Bewoners,
bewonersgroepen, huurdersvertegenwoordigers, maatschappelijke partners
Programma Programma 1 Bouwen, wonen, duurzaamheid, Programma 2 Openbare ruimte, groen,
water, vervoer, Programma 6 Gezondheid, zorg, Jeugd, opvang en Diversiteit
Uitvoerende Stadsdeel/programmateam
directie
Portefeuille Van der Horst
Gemeentelijke De uitgaven zijn voor 2023 begroot op € 0,35 min.
bijdrage
Íser sprake van Nee
co-financiering?
20
Pijler 4: Openbare Ruimte
Interventie e Versnelling van de fysieke opgave in de openbare ruimte
e Uitvoeren van snelle acties in specifieke buurten
e Actieprogramma fysiek
Analyse De waardering voor de staat van onderhoud ligt in Noord onder het Amsterdamse
gemiddelde, De ontevredenheid van bewoners over de slechte staat van de openbare ruimte
is een belangrijke aanleiding geweest om Aanpak Noord te starten.
De enorme opgave die er ligt om de achterstanden in de Noordse openbare ruimte weg te
werken ten behoeve van een prettige woon- en leef- en woonomgeving is niet op te lossen
met de coalitiemiddelen en de middelen die gereserveerd zijn vanuit de directies, Daar is
veel meer budget voor nodig. In het bestedingsvoorstel hebben we ons daarom beperkt tot
interventies om snelle acties in de openbare ruimte uit te kunnen voeren met zichtbaar
resultaat. Daarnaast is vooral een doorbraak nodig in het organiseren van financiering om de
achterstanden de komende 25 jaar op te lossen en vervolg te geven aan de
overdrachtsnotitie ontwikkelbuurten (p.4 2a).
Activiteiten Onderstaande interventies dragen bij aan de doelen van Aanpak Noord en deze pijler:
Versnelling van de fysieke opgave in de openbare ruimte:
Noord kent grote fysieke achterstanden en veel achterstallig onderhoud. Het vinden van
financiering is noodzakelijk om deze achterstanden te kunnen wegwerken. Deze specifieke
Noordse Opgave vergt toegewijde aandacht en meer inzicht. Het aantrekken van expertise
helpt om dit voor elkaar te krijgen
Uitvoeren snelle acties in specifieke buurten
Snel (in 2023) opstarten en uitrollen van sociaal en fysieke interventies in specifieke buurten.
Een inventarisatie is al gemaakt waarbij het grotendeels om fysieke interventies gaat die een
groot draagvlak bij bewoners hebben. Zo kunnen we snel resultaat laten zien en vertrouwen
van bewoners opbouwen.
Actieprogramma fysiek
Interventies n.a.v. signalen en plannen van bewoners, door:
e Integrale aanpak in specifieke buurten
e Schouwen gericht op leefbaarheid en verkeersveiligheid, verbetering verblijfskwaliteit
en mobiliteit;
e _Opkrikken onderhoudsniveau en andere snelle acties op voorspraak bewoners.
Doelstellingen/ Prettige woon- en leefomgeving en vertrouwen lokale overheid
of streefwaarde
e Inlopen van onderhoudsachterstand in de openbare ruimte in bestaand Noord.
e Kwaliteit openbare ruimte verhogen, qua inrichting en dagelijks beheer
Alliantiepartners __ Bewoners en bewonersorganisaties, bedrijven en ondernemers, sociale partners, onderwijs-
& maatschappelijke instellingen, corporaties, gemeente
Programma Programma 2 Openbare ruimte, groen, water, vervoer
Uitvoerende Stadsdeel/programmateam
directie
Portefeuille Van der Horst
Gemeentelijke De uitgaven zijn voor 2023 begroot op € 0,66 min.
21
bijdrage
Íser sprake van Nee
co-financiering?
Pijler 5: Stadsnatuur en groen
interventie e Groene bewonersinitiatieven
e Vergroten kennis stadsnatuur en groen
e Behouden & beschermen groen
e _Groencoördinator: samenwerken & bewonersbetrokkenheid
e Versterken hoofdgroenstructuren
Analyse Amsterdam wil een gezonde stad zijn. Een stad met schone lucht, die tegen hitte en regen
kan. Een stad met natuur op loopafstand, natuur waar je doorheen kan lopen. Noord is nu
nog het groenste stadsdeel. Door de bouwontwikkelingen in Noord wordt groen, zeker ook
in de ogen van veel bewoners, nog belangrijker. Daarom komt er een groencoördinator,
maken we beschikbare kennis over groen en stadsnatuur toegankelijk en gaan we de
ecologische structuren en verbindingen versterken en beschermen.
Activiteiten Onderstaande interventies dragen bij aan de doelen van Aanpak Noord en deze pijler:
Groene bewonersinitiatieven
e Initiatieven van bewoners rondom groen honoreren; dat zorgt voor verbetering en
uitbreiding groen en het vergroten van de biodiversiteit.
Vergroten kennis stadsnatuur en groen
e Bewoners kunnen informatie over stadsnatuur & groen makkelijker vinden en beter
begrijpen. Dit geldt voor beleidsdocumenten als de Omgevingsvisie en HGS, maar ook
voor uitwerkingen als de Groenvisie, (nader toespitsen op Noord door) actualisatie van
de Integrale Landschapskaart Noord en door toevoeging van de Ecologische kaart.
e _Kapvergunningsaanvragen zijn online makkelijker vindbaar en beter leesbaar voor
bewoners.
e Bewoners zijn beter op de hoogte van de ins&outs van de groennorm n.a.v. een
kennissessie,
Behouden & beschermen groen
Ecologische structuren versterken door inzichten uit ecologisch onderzoek uit te voeren.
Denk hierbij aan ecologische barricades verwijderen, bv. door aanleg faunapassages!
inrichtings- en beheermaatregelen t.b.v. bestaande biotopen! bestrijding invasieve
soorten. Deze inzet wordt samen met bewoners geprioriteerd. Daarnaast nieuwe
inzichten verwerven door nieuwe onderzoeken:
e Ecologische onderzoeken scheggen o.l.v. of in nauwe samenwerking met
bewoners t.b.v. kennisdeling deskundige bewoners en ambtenaren
e Verlichtingsplan (vleermuizen/uilen)
e Locaties voor uitbreiden natuurvriendelijke oevers, drijvend groen, fauna
uittreedpassages, regenkolktrappetjes
e Waterkwaliteit
22
e Stimuleren extensieve veeteelt en kringlooplandbouw/verlagen
grondwaterstand weidevogels.
e Zowel de concretisering/prioritering van de uitkomsten van de onderzoeken
gebeurt met bewoners.
e We maken bovendien een bomenkaart en een groene stratenkaart.
Groencoördinator: Samenwerken & bewonersbetrokkenheid
e _Groengroepen kunnen hun expertise optimaal inzetten, omdat een betaalde
groencoördinator zorgt voor onderlinge afstemming en administratie.
e Bewoners kunnen beter sturen op inzet van de gemeente, door het gezamenlijk
prioriteren van kansen die voortkomen uit bv. de ecologische kaart.
e Bewoners praten mee in een overlegstructuur rondom thema Groen.
Versterken ecologische hoofdstructuren
De 4 ecologische hoofdstructuren van Noord versterken (Waterlandse Zeedijk,
Noordhollandsch Kanaalzone, Noordelijke IJ-oever, Landelijk Noord) door b.v.:
e _Bomenplant-challenge met bewoners
e _Scheggen verbinden t.b.v. Meeuwenlaan
e _ Natuurwaarde bos versterken
e Braakliggende terreinen tijdelijk vergroenen
© _Omvormen biotopen
e Aanleggen bijenlinten
e onderzoeken en uitvoeren overkluizingen- historisch besef: paspoort en
gebruiksaanwijzing opstellen voor de verschillende groene gebieden in Noord.
Doelstellingen/ _ Prettige woon- en leefomgeving en vertrouwen lokale overheid
of streefwaarde
Alliantiepartners __In coalities met alle partners met lokale groengroepen (o.a. groene longen, voortuin van
Noord, ANGSAW, vrienden van het Vliegenbos, vrienden van het Noorderpark,
damesbende, stichting Vliegenbos, groene Noordmakers, flora4lif), maatschappelijke
partners, directies, provincie, rijk, landschapsbeheerorganisaties en waterschap.
Programma Programma 2 Openbare ruimte, groen, water, vervoer en Programma B
Uitvoerende Stadsdeel/programmateam
directie
Portefeuille Van der Horst
Gemeentelijke De uitgaven zijn voor 2023 begroot op € 0,43 min.
bijdrage
Íser sprake van Er loopt een onderzoek naar mogelijkheden van EU subsidies
co-financiering?
23
Pijler 6: Buurteconomie
Interventie e Versterken netwerk van ondernemers en opzetten bewonersbedrijven
e Ondersteunen ondernemers
Analyse Een sterke buurteconomie kan bijdragen aan een veilige woonomgeving en kansen voor
bewoners (jong en oud) op werk. De positie van bestaande ondernemers moet worden
versterkt, óók als zij vanwege de transformatie van bedrijventerreinen moeten verhuizen
naar een nieuwe locatie. Een veilige woon- en werkomgeving betekent ook dat illegale en
ondermijnende activiteiten worden aangepakt.
Activiteiten Onderstaande interventies dragen bij aan de doelen van Aanpak Noord en deze pijler:
Versterken netwerk van ondernemers en opzetten bewonersbedrijven:
e Samenwerken met, en versterken van het ondernemersnetwerk in Noord t.b.v.
maatschappelijke impact en sociaal ondernemen; het stimuleren van
bewonersinitiatieven m.b.t. werk en buurteconomie; het opzetten van
bewonersbedrijven en buurtbanen.
Ondersteunen ondernemers:
Het onderzoeken en uitwerken van verschillende scenario's m.b.v. ondernemers en andere
betrokken partijen om het ondernemersklimaat de komende jaren te ondersteunen en te
verbeteren, passend bij de transformatie van Noord. Een scenario zou kunnen zijn een
exploitatiemaatschappij en een bedrijvenhotel.
Doelstellingen/ _ Prettige woon- en leefomgeving, kansengelijkheid jeugd en vertrouwen in de lokale overheid
of streefwaarde
e Versterken positie bestaande ondernemers met specifieke aandacht voor ondernemers
in transformatiegebieden
e Ondernemerschap beter benutten voor de buurt
e Meer werkgelegenheid voor Noorderlingen in Noord
Alliantiepartners _ Bedrijven en ondernemers, bewoners en bewonersorganisaties, sociale partners, onderwijs-
& maatschappelijke instellingen, corporaties, gemeente
Programma Programma 3 Economie, Kunst, Cultuur en Erfgoed
Uitvoerende Stadsdeel/programmateam
directie
Portefeuille Van der Horst
Gemeentelijke De uitgaven zijn voor 2023 begroot op € 0,35 min.
bijdrage
Ís er sprake van Nee
co-financiering?
24
Pijler 7: Bewonersbetrokkenheid
interventie Monitoring, Evaluatie, communicatie en netwerkversterking:
e Monitoren en evalueren van inzet Aanpak Noord
e Herkenbare communicatie en netwerken
Verbeteren participatie:
e Ondersteunen van bewonersplatformen
e _Toegankelijkere gemeentelijke informatie en verbeteren bewonersbetrokkenheid
e _Bewonersvergoedingen voor inzet
e Noordse podia voor debat en dialoog en faciliteren en verbinden van mensen die elke
dag werken met bewonersorganisaties en groepen om hun ervaringen met elkaar te
delen.
Analyse Om de betrokkenheid van bewoners en ondernemers bij Aanpak Noord vanaf de start stevig
te verankeren is een aantal zaken essentieel. In de eerste plaats de verzekering dat het
bestuur, ontwikkelaars en andere partijen bewoners werkelijk bij de ontwikkelingen in de
wijk betrekken en werken vanuit de ervaring en behoeftes van bewoners. In de tweede plaats
dat bewoners gefaciliteerd worden, en tot slot de actieve inbreng van bewoners en
ondernemers in de themateams van Aanpak Noord die sturen op de opgaven en doorbraken
die er zijn binnen het thema.
Voor het verbeteren van het vertrouwen in de lokale overheid is niet alleen de betrokkenheid
van bewoners en ondernemers, maar ook het toegankelijk maken van informatie cruciaal.
Activiteiten Onderstaande interventies dragen bij aan de doelen van Aanpak Noord en deze pijler:
Monitoren en evalueren van inzet Aanpak Noord:
e _Werkbudget om in plannen concreet meetbare indicatoren te koppelen aan
doelstellingen en het uitvoeren van een bewonerseffectrapportage. Dit kan starten met
een pilot bij Statenjachtstraat 598 om daarna uitgerold te worden.
Herkenbare communicatie en netwerken:
On- en offlinecommunicatie t.b.v:
e _Netwerkversterking bewoners, ondernemers, partners
e Vergroten herkenbaarheid van Aanpak Noord. Bijvoorbeeld: schriftelijke middelen,
website, video's, borden in openbare ruimte, netwerkbijeenkomsten.
Ondersteunen van bewonersplatformen:
e _Huisvestings-, activiteiten- en ondersteuningsbudget voor verschillende
bewonersplatformen. Uitwerken wat dit betekent voor de andere manier van werken
door de gemeente.
Toegankelijkere gemeentelijke informatie en verbeteren bewonersbetrokkenheid:
Verbeteren van participatie door:
e Training van professionals (door bewoners);
e Toegankelijke overheidsinformatie/processen zowel on- als offline. Bv. m.b.t. zwerfvuil
en -afval, vindbare (boomkap)vergunningen en subsidies met eenvoudig
aanvraagproces;
25
e Betrekken van bewoners bij toegankelijkheid OR;
e Inzetten op bewonerseffectrapportage(s) voor het realiseren van langdurige
bewonersbetrokkenheid;
e Beter borgen van continuïteit: historisch besef, warme overdracht, vaste gezichten.
Bewonersvergoedingen voor inzet
Toewerken en toepassen van een vergoedingensysteem voor bewoners, die deelnemen op
uitnodiging van de gemeente aan gemeentelijke trajecten, co-creaties of andere
overlegvormen.
Noordse podia voor debat en dialoog
Platform voor debat en dialoog, voor Noordse creatie en sociale innovatie. Een of meer
Noordse podia waar gesprekken over de thema's en opgaven in Noord gevoerd kunnen
worden, vanuit verschillende perspectieven en met de focus op het samenbrengen van
mensen. Opgezet en uitgevoerd met, voor en door diverse bewoners(groepen).
Doelstellingen/ _ Vertrouwen in de lokale overheid
of streefwaarde
Alliantiepartners _ Bedrijven en ondernemers, bewoners en bewonersorganisaties, sociale partners, onderwijs-
& maatschappelijke instellingen, corporaties, gemeente
Programma Programma B Bestuur en Organisatie
Uitvoerende Stadsdeel/programmateam
directie
Portefeuille Van der Horst
Gemeentelijke De uitgaven zijn voor 2023 begroot op € 0,64 min.
bijdrage
Íser sprake van Nee
co-financiering?
26
| Onderzoeksrapport | 26 | train |
30 oktober 2018
Onderwerp: sluiting MC Slotervaart
M; Woensdag 31/10 wordt er in de cie ZJS over het sluiten van het
Slotenvaartziekenhuis vergaderd.
Agendapunt 9.
Actualiteiten.
Graag had ik daar na toe willen gaan om wat te vertellen maar door mijn
gezondheidstoestand is dit jammer genoeg niet mogelijk.
daarom deze brief ik hoop dat U er notitie van neemt.
Ik ben En 74 jaar en mijn vrouw 69 jaar wij vinden dat het Slotervaartziekenhuis
open moet blijven wij wonen in Nieuw West
en komen nu al 18 jaar samen in dit ziekenhuis.
Diverse operaties gehad en altijd goed en vriendelijk behandeld dat dit zieken moet
sluiten kunnen wij niet begrijpen,
en zeker niet als ik kijk naar de gemeenteraad van Amsterdam Groenlinks, D66 ‚SP.
PvdA deze partijen
en de andere partijen staan voor de burgers dat zeggen ze altijd bij verkiezingen dan
kunnen ze dat nu laten zien
door Slotervaartziekenhuis weer rendabel te maken door een goed bestuur daar neer
te zetten en de zorgverzekeraars er op aan spreken
dat het niet alleen om geld gaat maar om de mensen die zij benadelen.
Dat het fout is gegaan ligt zeken niet aan de artsen en personeel.
Ik kan U verzekeren dat dit bij veel patienten stress geeft.
Wij hopen op een doorstart en dat hopen veel burgers en personeel met ons.
met vriendelijke groeten
Graag reactie op deze mail b.v.dank
| Raadsadres | 1 | test |
x Gemeente Amsterdam R.
% Gemeenteraad
% Motie
Jaar 2021
Nummer 115
Behandeld op 10 maart 2021
Status Aangenomen bij schriftelijke stemming op 15 maart 2021
Onderwerp
Motie van de leden Ceder en Boomsma inzake hulporganisaties in erotisch
centrum
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de nadere uitwerking van de scenario's
raamprostitutie Wallen/Singel.
Constaterende dat:
— Het college de voorkeur geeft aan het openen van een erotisch
centrum;
— In dit erotisch centrum naast ruimte voor prostitutie ook plaats zou
moeten worden geboden aan een breed scala aan voorzieningen
waaronder horeca en entertainment;
Overwegende dat:
-— Erin het erotisch centrum ook plaats geboden zou moeten worden aan
hulporganisaties die prostituees ondersteunen en helpen, eventueel
met een uitstap.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
Bij een eventueel te openen erotisch centrum hierin ook ruimte te
reserveren voor hulporganisaties.
De leden van de gemeenteraad
D.G.M. Ceder
D.T. Boomsma
1
| Motie | 1 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Raadsactualiteit
Jaar 2018 Vergaderdatum 24 en 25 januari 2018
Afdeling 1 Agendapunt 23A
Nummer 41
Publicatiedatum 22 januari 2018
Onderwerp
Actualiteit van de leden Ernsting en Vroege inzake uitlatingen van Gedeputeerde
Staten inzake Sprong over het IJ.
Aan de gemeenteraad
In haar blog van 18 januari 2018 haalt Gedeputeerde mevr. Post (VVD) wederom
hard en openlijk uit naar de plannen van Amsterdam om een brugverbinding over het
IJ te realiseren. Plannen die volgens haar "haaks staan op de afspraken die alle
colleges en gemeenteraden langs het Noordzeekanaal met elkaar hebben gemaakt”.
In de Telegraaf van diezelfde ochtend worden dezelfde woorden gebruikt door de
gedeputeerde. Opvallend is dat daarbij vele (drog)redeneringen worden gebezigd die
in de eerdere besluitvorming rondom de Sprong over het IJ al uitgebreid zijn
weerlegd. Zo zou de vergroting van de zeesluis een brug onmogelijk maken, zou een
fietstunnel net zo goed zijn of zou ongehinderde doorvaart van 4 —laags
containerschepen gegarandeerd moeten worden.
Hoewel belangen van provincie en gemeente niet altijd synchroon lopen, zijn de
herhaaldelijke verbale uithalen van uit het Provinciehuis opmerkelijk. Eerder hebben
GroenLinks en D66 al aangegeven zich zorgen te maken over de relatie tussen
gemeente en provincie in dit dossier. Openlijk over straat rollebollende bestuurders
komen de voortgang van het proces niet ten goede.
GroenLinks en D66 wil daarom van het college weten wat zij vinden van deze
uitingen en wat het college heeft gedaan om de relatie met de Provincie in een rustig
vaarwater te brengen. Wij hebben daarom de volgende vragen aan de wethouder:
1. Heeft het college kennis genomen van de blog en de publicaties in de telegraaf”?
2. Is het college vooraf geïnformeerd dat gedeputeerde staten met deze uitingen naar
buiten zou komen?
3. Zo ja, wat heeft het college aan Gedeputeerde Staten laten weten in reactie
daarop? Zo nee, wat vindt het college daarvan?
4. In welk kader en waarom heeft Gedeputeerde Staten het noodzakelijk geacht om
op dit moment naar buiten te komen met dit standpunt?
5. Hoe beoordeelt het college de analogie “Een brug over het IJ is als een zebrapad
over de A4”?
6. Hoe beoordeelt het college de koppeling die de gedeputeerde stelt te zien tussen
de brugdiscussie en de vergrootte zeesluis?
7. Hoe beoordeelt het college de stelling dat het voorkeursbesluit “haaks staat op de
afspraken die alle colleges en gemeenteraden langs het Noordzeekanaal met elkaar
hebben gemaakt"?
8. Klopt het dat uit het voorkeursbesluit Sprong over het IJ bleek dat een fietsbrug
een hogere vervoerswaarde heeft dat een fietstunnel?
1
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling Î Gemeenteblad
Nummer 41 Raadsactualiteit
Datum 22 januari aacsactuanel
2018
9. Heeft u de indruk dat de Gedeputeerde wel volledig is geïnformeerd over de
voorkeursbesluiten van de gemeente Amsterdam en de onderliggende studies
daarvan?
10. Wat is de actuele status van het onderzoek om 4 laags-containerschepen
ongehinderde doorvaart te bieden in relatie tot de 26 bruggen over het Amsterdams
Rijnkanaal die nog op de te lage hoogte liggen voor die soort megaschepen?
11. Wat gaat het college doen om de provincie mee te laten denken over een
algemeen belang van de alle inwoners van Amsterdam en omliggende gemeente, in
plaats van slechts een deelbelang van de economische sector te verdedigen?
Reden van spoedeisendheid
Het snel duidelijkheid bieden en waar mogelijk rechtzetten van onjuiste informatie
vanuit Gedeputeerde Staten.
De leden van de gemeenteraad
Z.D. Ernsting
J.S.A. Vroege
2
| Actualiteit | 2 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
x% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 1394
Datum akkoord 18 oktober 2016
Publicatiedatum 19 oktober 2016
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Kwint van 21 juni 2016 inzake de acties
van de Brandweer voor een betere cao.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragensteller:
De Brandweer voert op dit moment actie voor een betere cao. Op het facebook van
de Belangenvereniging Brandweer staat te lezen dat een brandweerman op 18 juni
2016 thuis bezocht is door de politie, vanwege zijn uitlatingen met betrekking tot op
handen zijnde acties bij een raadsvergadering van Amstelveen een week eerder. Het
Landelijk parket zou de politie daarom verzocht hebben. De brandweerman zou de
uitlating hebben gedaan dat het land wat hem betrof “plat” gaat als het overleg
tussen de bonden en VNG mislukt. De politie vroeg de brandweerman wat hij precies
bedoeld had, welke acties de brandweer plande en de politie wilde dat hij namen van
vakbondsmensen aan hen doorgaf.
Op de site van de FNV vakbond staat te lezen dat de afgelopen week ook
verschillende vakbondsleden thuis opgebeld zijn door de politie en uitgehoord over de
actieplannen.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Kwint, namens de fractie van de SP, op grond
van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende
schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld:
1. Is het college het met de SP eens dat actievoeren een grondrecht is en dit
grondrecht ook voor de brandweer geldt? Kan het college het antwoord
toelichten?
Antwoord 1:
Ja, het recht op demonstratie is een grondrecht. Actievoeren door
brandweerpersoneel mag binnen de kaders van de wet, de interne gedragscode
van de brandweer, het handhaven van de paraatheid, en zonder anderen schade
toe te brengen. Het college acht het onwenselijk als door actievoeren de
hulpverlening aan burgers in het gedrang komt.
2. Is het college het met de SP eens dat een uitspraak als “wat mij betreft gaat
Nederland plat” in deze context geen buitensporige uitdrukking is? Kan het
college het antwoord toelichten?
Antwoord 2:
1
Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R
Neeing Loa Gemeenteblad
Datum <datum onbekends Schriftelijke vragen, dinsdag 21 juni 2016
De vrijheid van meningsuiting in Amsterdam is bijkans heilig. Dit geldt voor
iedereen. Wel dient een ieder zich aan de wet te houden. Het College kan niet
beoordelen of er in dit geval sprake is van een buitensporige reactie omdat de
uiting is gedaan in relatie tot de actie in Utrecht en de verstoring in Amstelveen.
Als dít een losse opmerking betreft hoeft dit niet buitensporig te zijn, maar de
context (bijvoorbeeld als er sprake is van een concrete oproep om de openbare
orde te verstoren) kan maken dat een dergelijke opmerking anders wordt
gewogen.
3. Zijn er meer Amsterdamse actievoerende brandweerlieden bezocht door de
politie de afgelopen weken? Zo ja, wat was de reden om ook bij hen een
huisbezoek af te leggen?
Antwoord 3:
Het college beschikt niet over deze informatie. In opdracht van de HOvJ
Amsterdam of de burgemeester zijn geen huisbezoeken afgelegd.
4. Is het college het met de SP eens dat een huisbezoek van de politie naar
aanleiding van uitlatingen bij een actie een intimiderend karakter heeft en dit
middel om die reden met terughoudendheid moet worden toegepast? Kan het
college het antwoord toelichten?
Antwoord 4:
Het handhaven van de openbare orde is een taak van de politie. Wanneer de
politie signalen en/of informatie krijgt die kunnen duiden op mogelijke verstoring
van de openbare orde, heeft de politie de verantwoordelijkheid deze te verifiëren
c.q. te duiden. Ook als het gaat om cao-acties, maar uiteraard zonder afbreuk te
doen aan het recht om collectief actie te voeren.
Het actief contact opnemen door de politie met betrokkene(n) naar aanleiding van
dergelijke signalen is daartoe een van de mogelijkheden en maakt deel uit van
het normale politiewerk. Dergelijk contact kan onder meer plaatsvinden in de
vorm van een huisbezoek of telefoongesprek en gebeurt onder
verantwoordelijkheid van het gezag van de burgemeester. De politie-eenheid
Amsterdam is overigens niet betrokken bij het huisbezoek aan de brandweerman
in Schagen.
5. Heeft het huisbezoek aan de brandweerman te maken met het opbellen van de
FNV-vakbondsleden door de politie? Kan het college het antwoord toelichten?
Antwoord 5:
De politie-eenheid Amsterdam is niet betrokken bij het huisbezoek aan de
brandweerman in Schagen.
Op verzoek van de politie-eenheid Midden-Nederland heeft het Hoofd Handhaven
Netwerken van de politie-eenheid Amsterdam telefonisch contact opgenomen met
de voorzitter van de ondernemingsraad van de brandweer Amsterdam-
Amstelland. Doel van dit gesprek was verbinding leggen, nadere informatie
krijgen over de aard van de acties en bovenal voorkomen dat twee
hulpverlenende organisaties — politie en brandweer — “rollend over straat zouden
gaan”. In dit gesprek heeft het Hoofd Handhaven Netwerken aan de voorzitter van
2
Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Demmer Ln onbekend Schriftelijke vragen, dinsdag 21 juni 2016
de ondernemingsraad gevraagd om contactgegevens of een contactpersoon bij
het actiecomité, met als doel ín contact te komen met het actiecomité. De
voorzitter van de ondernemingsraad heeft deze gegevens niet verstrekt met als
toelichting dat de brandweer als één brandweerkorps actie voert en niet als
individu, met het oog op eventuele individuele disciplinaire maatregelen. Het
Hoofd Handhaven Netwerken gaf aan dit jammer te vinden maar tevens begrip te
hebben voor dit standpunt. Het Hoofd Handhaven Netwerken heeft tevens
aangegeven dat de voorzitter van de ondernemingsraad altijd contact kan
opnemen als daar behoefte aan is.
6. Is het college het met de SP eens dat doordat de politie de in de inleiding
genoemde brandweerman naar namen vroeg van vakbondsmensen het bezoek
een extra intimiderend tintje kreeg?
7. Is het collet het met de SP eens dat dit huisbezoek eigenlijk niet plaats had
moeten vinden? Zo nee, kan het college het antwoord toelichten? Zo ja, is het
college bereid haar mening met betrekking tot dit huisbezoek door te geven aan
het Landelijk Parket? Kan het college het antwoord toelichten?
Antwoord 6 en 7:
Het college betreurt het als burgers zich geïntimideerd voelen door
(huis)bezoeken van de politie. Het afleggen van (huis)bezoeken en het zo nodig
aanspreken van burgers op hun uitlatingen op bijvoorbeeld social media doet de
politie in het kader van haar openbare orde taak. De crux hierbij is de mogelijke of
daadwerkelijke verstoring van de openbare orde, niet de inhoud van de mening.
Het staat een ieder vrij actie te voeren, mits de openbare orde niet wordt
verstoord en er geen strafbare feiten worden gepleegd.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
3
| Schriftelijke Vraag | 3 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2018
Afdeling 1
Nummer 171
Publicatiedatum 21 februari 2018
Ingekomen onder T
Ingekomen op woensdag 14 februari 2018
Behandeld op woensdag 14 februari 2018
Status Verworpen
Onderwerp
Motie van het lid Van Lammeren inzake het geluidbeleid Evenementen en
de locatieprofielen (Gaasperpark Noord maximaal 3 dagen).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de beleidsregel “Geluid bij evenementen in Amsterdam”,
de locatieprofielen voor evenementenlocaties en de richtlijn “Duurzaamheid
Evenementen” in Amsterdam (Gemeenteblad afd. 1, nr. 130).
Overwegende dat:
- De Gaasperplas onder Natuurnetwerk Nederland valt en er rekening gehouden
moet worden met de natuur:
- Omwonenden overlast ervaren van met name de grote festivals aan de Noordoever:;
- Er in het locatieprofiel ruimte geboden wordt voor zes evenementendagen voor
grote (muziek)evenementen.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
Het aantal dagen dat er een festival met een geluidsbelasting van 75-85 dB(C) wordt
toegestaan op locatie Gaasperplas Noord te beperken tot 3.
Het lid van de gemeenteraad
J.F.W. van Lammeren
1
| Motie | 1 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Amendement
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 677
Publicatiedatum 8 oktober 2014
Ingekomen onder N
Ingekomen op 1 oktober 2014
Behandeld op 1 oktober 2014
Status Aangenomen
Onderwerp
Amendement van de raadsleden de heer Van Osselaer, de heer Van der Ree en
de heer N.T. Bakker inzake het wijzigen van het beleid voor gronduitgifte in erfpacht
over het canonpercentage bij nieuwe gronduitgiften.
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over voordracht van het college van burgemeester en
wethouders van 2 september 2014 inzake het wijzigen van het beleid voor
gronduitgifte in erfpacht over het canonpercentage bij nieuwe gronduitgiften
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 640);
Overwegende dat:
— in het voorstel de veel gebruikte optie van het jaarlijks geïndexeerde canon
verhoogd wordt van 2,33 procent naar 3,0% teneinde deze kostendekkend te
maken;
— voor de optie "10 jaar vast’ een ondergrens van 4% wordt voorgesteld voor het
canonpercentage, dat fors hoger is dan nodig is om de kosten te dekken
(Amsterdam leent voor 10 jaar voor circa 1,85%) en die tevens fors boven de
vergelijkbare hypotheekrente ligt (circa 3%);
— er dus een kans ligt om kostendekkend de Amsterdammer een aantrekkelijk
alternatief te bieden voor de verhoogde jaarlijks geïndexeerde canon,
Besluit:
in ontwerpbesluit nr. 640 van 2014, de voordracht “Wijzigen van het beleid voor
gronduitgifte inzake het canonpercentage bij nieuwe uitgiften”:
— beslispunt 4 als volgt aan te passen: “Voor nieuwe gronduitgiften in erfpacht, voor
de 10 jaar vaste canon een canonpercentage te hanteren samengesteld uit de
rente op 10 jarige staatsobligaties, vermeerderd met een opslag voor de
meerkosten die Amsterdam heeft bij het aantrekken van leningen boven de rente
van staatsobligaties (maximaal 0,75 procentpunt) en een reële opslag voor risico
en apparaatskosten (maximaal 0,25 procentpunt), passend binnen de systematiek
van AB2000”;
1
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteraad
Nummer 677 Amendement
Datum 8 oktober 2014
— beslispunt 5 als volgt aan te passen: “Voor nieuwe gronduitgiften in erfpacht voor
de 25 jaar vaste canon een canonpercentage te hanteren samengesteld uit het
gemiddeld effectief rendement van vijf aflosbare staatsleningen met de langste
resterende looptijd, vermeerderd met een opslag voor de meerkosten die
Amsterdam heeft bij het aantrekken van leningen boven de rente van deze
staatsobligaties en een vaste toeslag voor risico en apparaatskosten, passend
binnen de systematiek van AB2000”.
De leden van de gemeenteraad,
J.P.D. van Osselaer
D.A. van der Ree
N.T. Bakker
2
| Motie | 2 | discard |
> Gemeente
Amsterdam
Motie
Datum raadsvergadering 15 september 2021
Ingekomen onder nummer 654
Status Aangenomen
Onderwerp Motie van de leden Marttin (VVD), Van Soest (PvdO) Vroege (D66), IJmker
(GroenLinks), Kreuger (JA21), Veldhuyzen (Bla), N.T. Bakker (SP), Van
Schijndel (FVD), Yilmaz (DENK), Van Lammeren (PvdD) en Miedema
(PvdA) inzake bestrating Koninginneweg
Onderwerp
Rood glad asfalt op fietspad
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over het uitvoerings- en budgetbesluit herinrichting Koninginneweg
Constaterende dat:
— _Hetfietspad op de Koninginneweg onderdeel uitmaakt van het Hoofdnet fiets;
— De Koninginneweg op de schop gaat, waarbij voor het fietspad het voornemen is te kiezen
voor klinkers in plaats van (rood) asfalt.
Overwegende dat:
— de keuze voor klinkers met name voor oudere en kwetsbare fietsers oncomfortabel kan zijn,
en dit niet strookt met het imago van Amsterdam als fietsstad voor jong en oud;
— water tussen de voegen van klinkers kan gaan zitten en dit bij vorst kan bevriezen wat tot ge-
vaarlijke situaties kan leiden;
— _ klinkers het lastiger maakt om objecten op de fiets te vervoeren, hetgeen in de toekomst
steeds vaker per (bak)fiets zal gebeuren;
— klinkers sneller verzakken in vergelijking met asfalt, waardoor een slecht en oneffen wegdek
kan ontstaan, zoals bijvoorbeeld terug is te zien op de Vijzelstraat;
— met klinkers putdeksels niet mooi in het wegdek weggewerkt kunnen worden, waardoor
hoogteverschillen en gevaarlijke situaties kunnen ontstaan, terwijl dit bij asfalt niet het geval
is;
Gemeente Amsterdam Status Aangenomen
Pagina 2 van 2
— de onwenselijke situatie kan ontstaan dat fietsers de klinkers zouden kunnen gaan ontwijken
door op de autoweg te gaan rijden, zeker als op termijn het fietspad met klinkers verslechterd;
— _hetfietspad op de Willemsparkweg, in het verlengde van de Koninginneweg, wél met asfalt is,
en het dus voor de continuïteit van de fietsroute belangrijk is dat dit bij de Koninginneweg ook
gebeurt;
— _ het Meerjarenplan Fiets op het Hoofdnet nadrukkelijk egale fietsroutes met asfalt voorstaat,
en het voornemen met klinkers hier dus mee in strijd is;
— _er momenteel op de Koninginneweg ook geen klinkers liggen, maar gewoon asfalt;
— de wethouder Verkeer vlak voor het zomerreces 2021 heeft aangegeven de politieke discussie
over asfalt of klinkers te willen voeren bij het voorliggende vitvoeringsbesluit.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders
Bij de herinrichting van de Koninginneweg de fietsstrook uit te voeren in rood glad asfalt in plaats
van klinkers, net als bijvoorbeeld op de aangrenzende Willemsparkweg.
Indieners
A.A.M. Marttin
W. van Soest
J.S.A. Vroege
E. C. IJmker
K.M. Kreuger
J.A. Veldhuyzen
N.T. Bakker
A.H.J.W. van Schijndel
N. Yilmaz
J.F.W. van Lammeren
A.J. Miedema
| Motie | 2 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2020
Afdeling 1
Nummer 1012
Behandeld op 10 september
Status ingetrokken
Onderwerp
Motie van het lid Bloemberg-Issa inzake de Regioaanpak Huiselijk Geweld en
Kindermishandeling 2020-2024 (ervaringsdeskundigen over het meenemen van
dieren naar opvanglocaties)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Regioaanpak Huiselijk Geweld en Kindermishandeling
2020-2024 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 943).
Constaterende dat:
-__ uiteen rapport van de Universiteit Utrecht blijkt dat in de helft van de gevallen
van huiselijk geweld er ook sprake is van dierenmishandeling;
- daarnaast bij een constatering van dierenmishandeling de kans meer dan
30% is dat er sprake is van huiselijk geweld.
Overwegende dat:
-__een op de drie vrouwen hun vlucht uitstelt vanwege zorgen over de veiligheid
van het dier.
Spreekt uit dat:
- het onacceptabel is wanneer mensen hun vlucht uit een situatie van huiselijk
geweld uitstellen vanwege zorgen over hun dier(en) of onbekendheid met de
mogelijkheden om huisdieren mee te nemen naar een opvang.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
In het voorgestelde kwalitatieve onderzoek uit de ‘Regioaanpak Huiselijk Geweld en
Kindermishandeling’ bij ervaringsdeskundigen aandacht te besteden aan de
bekendheid en waarde van het meenemen van dieren naar opvanglocaties.
Het lid van de gemeenteraad
J.F. Bloemberg-lssa
1
| Motie | 1 | discard |
> < Gemeente Amsterdam
Stadsdeel Centrum
x Publicaties Stadsdeelbestuur 2011
Stadsdeelraad
Moties en amendementen
28 juni 2011 - 11
Ingediend onder nummer AN
Amendement van De raadsleden Duijndam, Icke en Alexandrova (SP)
Over Hanteren Lange termijn agenda
Aan De stadsdeelraad
Wij stellen voor dat de stadsdeelraad het volgende besluit neemt:
De raad van stadsdeel Centrum,
Constaterende dat:
, dat inde Regeling Werkwijze 2011 de langetermijn-agenda niet meer wordt genoemd;
overwegende dat:
e voor goed bestuur niet alleen op korte termijn moet worden gepland;
e een langetermijn-agenda een belangrijk hulpmiddel is om de grote lijnen te blijven zien;
e om de inhoud van de vergadering te bewaken de lange termijnagenda ook door seniores
besproken dient te worden en in de agendacommissie ingebracht;
besluit:
1. Inde Regeling Werkwijze 2011 bij artikel 3 (Presidium) toe te voegen:
g. opstellen van de (concept)langetermijn-agenda van de raad en commissies.
2. Tevens bij artikel 4 (Seniorenconvent) toe te voegen:
d. mede voorbereiden van de (concept)langetermijn-agenda van de raad en commissies.
Bovenstaand amendement is aangenomen.
Ingediend onder nummer B
Amendement van De raadsleden Duijndam, Icke en Alexandrova (SP)
Over Actualiteit inclusief interpellaties en mondelinge vragen
Aan De stadsdeelraad
Wij stellen voor dat de stadsdeelraad het volgende besluit neemt:
De raad van stadsdeel Centrum,
Constaterende:
e dat het “houden van een actualiteit” een goede toevoeging is aan de werkwijze;
e dat in art. 35.7 van Regeling Werkwijze 2011 wordt gesproken over interpellatievragen, maar dat
interpellatie daarin verder niet is geregeld;
e dat volgens art. 155 lid 1 en 2 van de Gemeentewet het recht van mondelinge vragen en
interpellatie geregeld moet worden;
overwegende:
Verschenen op 8 juli 2011
Pagina 2 van 3 Gemeente Amsterdam
Stadsdeel Centrum
e dat een actualiteit het niet mogelijk maakt om spoedeisende vragen om inlichtingen te stellen aan
het dagelijks bestuur of de stadsdeelvoorzitter;
e dat een actualiteit het niet mogelijk maakt om het dagelijks bestuur of de stadsdeelvoorzitter te
bevragen over gevoerd bestuur;
besluit:
art. 35 Actualiteiten (inclusief interpellatie) als volgt te wijzigen:
Artikel 35 Actualiteiten (inclusief interpellaties en mondelinge vragen)
1. Elk raadslid kan een actualiteit indienen over een onderwerp dat niet op de agenda staat; dit is
een vast agendapunt aan het begin van de raadsvergadering.
2. De indiening wordt schriftelijk gedaan aan de raadsvoorzitter, in de regel uiterlijk om 16.00 uur een
dag vóór de raadsvergadering. In naar het oordeel van de voorzitter spoedeisende gevallen, kan
het verzoek worden gedaan op de dag van de vergadering tot uiterlijk 11.00 uur.
3. De indiener vermeldt kort en duidelijk het onderwerp en de vraagstelling.
4. De raadsvoorzitter toetst actualiteiten aan de volgende criteria: is het actueel en/of urgent — is het
zwaarwegend — is het de meest effectieve manier om iets te weten te komen dan wel te
bewerkstelligen — gaan we erover als stadsdeel.
5. De raadsvoorzitter toetst of interpellaties vragen zijn aan het dagelijks bestuur of aan de
stadsdeelvoorzitter over het door deze gevoerd bestuur.
6. De raadsvoorzitter toetst of mondelinge vragen,.zwaarwegend politieke vragen zijn om inlichtingen
aan het dagelijks bestuur of aan de stadsdeelvoorzitter, die niet elders gesteld kunnen worden.
7. Het dagelijks bestuur respectievelijk de voorzitter van het dagelijks bestuur reageren in de
raadsvergadering en kunnen dit ook vooraf schriftelijk inbrengen.
8. De indiener en het (betrokken lid van het) dagelijks bestuur voeren niet meer dan twee keer het
woord, de overige raadsleden niet meer dan één keer.
9. Interpellatievragen worden gepubliceerd in Publicaties Stadsdeelbestuur; in de notulen en/of de
opname van de vergadering zijn de antwoorden te vinden bij het agendapunt Actualiteiten.
Bovenstaand amendement is ingetrokken.
Ingediend onder nummer B-1
Amendement van De raadsleden Duijndam, Icke en Alexandrova (SP)
Over Actualiteit inclusief interpellaties en mondelinge vragen
Aan De stadsdeelraad
Wij stellen voor dat de stadsdeelraad het volgende besluit neemt:
De raad van stadsdeel Centrum,
Overwegende:
e dat het “houden van een actualiteit” een goede toevoeging is aan de werkwijze;
e dat in art. 35.7 van Regeling Werkwijze 2011 wordt gesproken over interpellatievragen, maar dat
interpellatie daarin verder niet is geregeld en dat mondelinge vragen ook niet geregeld zijn;
e dat volgens art. 155! lid 1 en 2 van de Gemeentewet het recht van mondelinge vragen en
interpellatie geregeld moet worden;
e dat de huidige formulering van het art. 35 4e lid suggereert dat de wettelijke mogelijkheden voor
het stellen van mondelinge vragen en interpellaties ingeperkt lijken te worden;
e dat de conceptformulering in art 35 4e lid tot misverstanden zou kunnen leiden;
e dat het niet nodig is om de uitwerkingen van actualiteit, interpellaties en mondelinge vragen op te
nemen in de werkwijze;
2
Pagina 3 van 3 Gemeente Amsterdam
Stadsdeel Centrum
e dat de raad (seniorenconvent) er zelf over gaat wat er onder actualiteit (inclusief interpellatie en
mondelinge vragen) wordt verstaan en niet het presidium;
e dat het derhalve verstandig is deze bepaling te schrappen zonder daarmee te zeggen dat de
afspraken over actualiteiten, inclusief interpellaties en mondelinge vragen komen te vervallen
maar dat het zich gaandeweg kan uitkristalliseren,
besluit:
art. 35 Actualiteiten (inclusief interpellatie) te noemen:
1. Artikel 35 Actualiteiten, (inclusief interpellaties en mondelinge vragen).
2. Lid 4. te schrappen (De raadsvoorzitter toetst actualiteiten aan de volgende criteria: is het actueel
en/of urgent — is het zwaarwegend — is het de meest effectieve manier om iets te weten te komen
dan wel te bewerkstelligen — gaan we erover als stadsdeel.)
Bovenstaand amendement is aangenomen.
De besluiten 1 en 2 zijn apart in stemming gebracht.
Ingediend onder nummer C
Amendement van De raadsleden Duijndam, Icke (SP), De Bruin (VVD) en Noyon (PvdA)
Over Regeling op de Werkwijze
Aan De stadsdeelraad
Wij stellen voor dat de stadsdeelraad het volgende besluit neemt:
De raad van stadsdeel Centrum,
Constaterende:
e dat in het presidium niet alle partijen zijn vertegenwoordigd en in het seniorenconvent wel;
overwegende:
e dat het wenselijk is dat de benoeming van een voorzitter de steun van de raadsleden heeft;
e dat het wenselijk is om eventuele andere taken van voorzitters, zoals genoemd in art. 2.7.i van het
concept, te laten vaststellen door een orgaan waarin alle partijen zijn vertegenwoordigd;
besluit::
1. Artikel 2.4 te wijzigen in:
De raad kiest voor de raadscommissies vaste voorzitters uit de voorzitterspoule. De zittingsduur van
de commissievoorzitters bedraagt een jaar en kan telkenmale met een jaar worden verlengd. De
leden van de voorzitterspoule zijn elkaars vervangers.
2. Artikel 2.7.i te wijzigen in:
andere taken die in een eventueel functieprofiel zijn opgenomen of hetgeen het seniorenconvent hem
opdraagt.
Bovenstaand amendement is aangenomen.
De besluiten 1 en 2 zijn apart in stemming gebracht.
1 Artikel 155
1.Een lid van de raad kan het college of de burgemeester mondeling of schriftelijk vragen stellen.
2.Een lid van de raad kan de raad verlof vragen tot het houden van een interpellatie over een onderwerp dat niet staat vermeld op de agenda, bedoeld in artikel 19, tweede lid, om het
college of de burgemeester hierover inlichtingen te vragen. De raad stelt hierover nadere regels.
3
| Actualiteit | 3 | test |
eed ze ze dn sn il |
dit PS TP
enk
Ki en Ls On
el EE si nd E rr 4 d \ Ve EN =
et, DN a | Á N
he Ì — te af 3 E Pel De
NE E/ ik le n u me En
ej a pe B 5 ad — -
„ ER en,
mm Alk _w
… Ee En
ed konten , jen
í t Pen Ul .
Ne - an jd En + Kad
\ win, ha m
ni am d Î Ln, Pi ed
R 4 } /
8 Rr
p ns
N En
À
Committed to the Environment
Inventarisatie aanvullend
klimaatbeleid
Amsterdam 2030
Dit rapport is geschreven door:
Suzanne Breman, Maarten de Vries, Marianne Teng
Met de inbreng van experts per sector: Jasper Schilling (gebouwde omgeving), Louis Leestemaker (mobiliteit),
Chris Jongsma, Diederik Jaspers (industrie), Lucas van Cappellen (elektriciteit)
Delft, CE Delft, januari 2023
Publicatienummer: 23.220443.014
Opdrachtgever: Gemeente Amsterdam
Alle openbare publicaties van CE Delft zijn verkrijgbaar via www.ce.nl
Meer informatie over de studie is te verkrijgen bij de projectleider Suzanne Breman (CE Delft)
© copyright, CE Delft, Delft
CE Delft
Committed to the Environment
CE Delft draagt met onafhankelijk onderzoek en advies bij aan een duurzame samenleving. Wij zijn toon-
aangevend op het gebied van energie, transport en grondstoffen. Met onze kennis van techniek, beleid en
economie helpen we overheden, NGO's en bedrijven structurele veranderingen te realiseren. Al meer dan
40 jaar werken betrokken en kundige medewerkers bij CE Delft om dit waar te maken.
1 220443 - Inventarisatie aanvullend klimaatbeleid - Januari 2023 (Q A
1 Inleiding 3
2 Stand van zaken klimaatbeleid Amsterdam 2030 4
2.1 Geraamde reductie voor 2030 is 48% (15-56%) ten opzichte van 1990 4
3 Naar 60% emissiereductie in 2030 6
3.1 Inleiding 6
3.2 Omvang aanvullende reductie 6
3.3 Raming en bandbreedte 7
4 Wat moet gebeuren om het doel te halen? 8
4.1 Inleiding 8
4,2 Quickscan in één oogopslag 8
4,3 Gebouwde omgeving 9
4,4 Mobiliteit 17
4,5 Haven en industrie 21
4,6 Elektriciteit 28
5 Conclusie 31
6 Literatuur 33
AN Update raming Amsterdam klimaatneutraal 35
A.1 Gebouwde omgeving 35
A.2 Mobiliteit 37
A.3 Haven en industrie 38
A.4 Elektriciteit 39
A.5 Conclusie 40
2 220443 - Inventarisatie aanvullend klimaatbeleid - Januari 2023 (Q A
1 Inleiding
De gemeente Amsterdam heeft zich net als de Europese en landelijke overheid een ambi-
tieus klimaatdoel gesteld voor 2030. In het Amsterdamse coalitieakkoord ’22-’26 ís het
volgende opgenomen: ‘We blijven streven naar 60% reductie in 2030 en gaan door met de
routekaart Klimaatneutraal.’ Uit de raming door CE Delft van het klimaatbeleid van
Amsterdam(CE Delft, 2022c) blijkt echter dat de emissiereductie op basis van het huidige
beleid onvoldoende is om dat doel te halen.
Het nieuwe stadsbestuur ís zich ervan bewust dat er geen gemakkelijke maatregelen meer
over zijn om het doelbereik te halen. Dat blijkt onder andere uit een studie van Berenschot
(Berenschot, 2022). Daarom heeft de gemeente Amsterdam aan CE Delft gevraagd om te
verkennen wat mogelijk ís om de klimaatdoelen alsnog te halen.
Om met de aanvullende maatregelen te kunnen sturen op het doelbereik ís ook inzicht
nodig in wat de huidige stand van zaken is. Begin 2022 hebben we de meest recente door-
rekening van het klimaatbeleid van Amsterdam gedaan. Sindsdien zijn er veel ontwikke-
lingen geweest in de landelijke politiek. Daarom hebben we als onderdeel van deze
opdracht de CO‚-doorrekening geüpdatet aan de hand van de Klimaat- en Energieverkenning
2022 die op 1 november 2022 is gepubliceerd door PBL en enkele beleidsontwikkelingen ín
Amsterdam zelf.
Op basis van de geüpdatete raming doen we voorstellen voor maatregelen om het doel-
bereik dichterbij te brengen. Dit zijn veelal ingewikkelde of ingrijpende maatregelen.
3 220443 - Inventarisatie aanvullend klimaatbeleid - Januari 2023 (Q A
2 Stand van zaken klimaatbeleid
CE Delft voert een jaarlijkse update uit van een raming van de CO‚-uitstoot in 2030 in de
gemeente Amsterdam. De meest recente jaarlijkse update was in februari 2022 (CE Delft,
2022c). In november 2022 is de Klimaat- en Energieverkenning (KEV) 2022 uitgekomen (PBL,
2022b). De KEV ligt aan de basis van de raming van de Amsterdamse CO7-uitstoot. In het
kader van dit onderzoek is het van toegevoegde waarde om nu (ruim een half jaar na de
jaarlijkse update) toch al een tussenupdate van de raming te doen. In deze update nemen
we in principe alleen de nieuwe KEV 2022 mee. Daarin zijn ook de energieprijsscenario’s
geüpdatet. Daarnaast nemen we enkele kleine updates in het beleid van de gemeente
Amsterdam mee. Grotere nieuwe ambities (zoals het Isolatie-offensief) zijn hierin nog niet
meegenomen. In lijn met het landelijk beleid ís de doelstelling van 55% aangepast naar een
streven naar 60% CO‚-reductie ín 2030 ten opzichte van 1990. Met de gemeenteraads-
verkiezingen in maart 2022 is de gemeente Amsterdam uitgebreid met Weesp. In de raming
gaan we nog uit van de oude gemeentegrenzen en wordt Weesp dus niet meegenomen.
2.1 Geraamde reductie voor 2030 is 48% (15-56%) ten opzichte van 1990
Figuur 1 - Uitstoot in 1990 en 2019 en geraamde uitstoot ín 2025 en 2030 (kton COz-eq.)
5.000
+16%
+6%
4,000 5 -6%
-12% 45%
3.000
-48%
2.000 -56%
n L | |
1990 2019 2025 2030
mmm 1990) mmm Gebouwde omgeving Mobiliteit
ms Haven en Industrie mmm Elektriciteit —_— Doel 2030 (-60%) (la
De raming voor 2030 komt uit op 1.980 kton CO;-emissies, dat komt overeen met een
reductie van 48% ten opzichte van 1990, met een bandbreedte van 15 tot 56% reductie.
In de raming ís een schatting gemaakt van de effecten van autonome ontwikkelingen, vast-
gesteld en voorgenomen gemeentelijk beleid, en groei van de stad. De doelstelling van 60%
reductie wordt volgens deze raming niet gehaald, ook niet in het meest optimistische
scenario.
4 220443 - Inventarisatie aanvullend klimaatbeleid - Januari 2023 (Q A
De resultaten van de raming zijn gunstiger dan in februari 2022 (nu 1.980 kton, toen 2.200
kton). Dit komt met name door een gunstigere emissiefactor voor elektriciteit in 2030,
maar ook door een nieuwe lagere inschatting van de groei van datacenters. Ook ís ten op-
zichte van de vorige raming de emissiefactor van warmtenetten lager vanwege afspraken
tussen de gemeente en de warmtebedrijven.
De COj-reductie die ín de raming is opgenomen, is geen zekerheid. Om die reductie te rea-
liseren moeten de ín de planning opgenomen plannen van de gemeente Amsterdam ook
uitgevoerd worden. In veel gevallen ís daarvoor nog een grote inspanning nodig en zijn er
belemmeringen die nog opgelost moeten worden. De sterke reductie in de raming van de
mobiliteitssector komt bijvoorbeeld door de plannen voor zero-emissiezones. Op dit
moment is echter nog niet zeker of dit voor personenvervoer juridisch wel kan. Om 2030 te
halen, moet dit echter wel op korte termijn ín gang worden gezet. Voor de elektrificatie
van onder andere energie-intensieve industriële processen is netcongestie op dit moment
een belangrijk knelpunt. Ook dat zal tijdig opgelost moeten worden om de raming te reali-
seren. In Hoofdstuk 4 beschrijven we per sector wat er moet gebeuren om de raming te
halen.
5 220443 - Inventarisatie aanvullend klimaatbeleid - Januari 2023 (Q A
% issiereductie in 2030
3 Naar 60% emissiereductie in
3.1 Inleiding
In dit hoofdstuk verkennen we in grote lijnen wat een CO,-emissiereductie van 60% in 2030,
ten opzichte van 1990, voor Amsterdam zou betekenen. We geven daartoe aan wat de om-
vang ís van de aanvullende emissiereductie die nodig ís ten opzichte van onze geüpdate
raming. In Hoofdstuk 4 presenteren we vervolgens concrete maatregelen om die extra
reductie ook daadwerkelijk te realiseren.
3.2 Omvang aanvullende reductie
De emissies in het ijkjaar 1990 bedroegen 3.810 kton COz-eq. Voor reductie van 60% moeten
de emissies in 2030, 1.524 kton bedragen. In Tabel 1 zijn de historische emissies voor 1990
en 2019, en de raming voor 2030 per sector weergegeven. Ook ís aangegeven hoeveel
emissiereductie nog nodig is om ín 2030 op een restemissie van 1.524 kton uit te komen.
Volgens de geüpdatete raming is de totale uitstoot in 2030 nog 1.980 kton met een band-
breedte van 1.660 tot 3.240 kton. Ten opzichte van de raming moet er dus nog circa 460
kton extra worden gereduceerd om het streven van 60% reductie te halen. Ook dit getal
kent een bandbreedte: van 140 tot 1.710 kton.
Tabel 1 - Historische emissies van Amsterdam in 1990 en 2019 en raming inclusief bandbreedte voor 2030,
în kton COz-eq. In de onderste rij van de tabel is voor 2030 aangegeven hoeveel extra emissiereductie nodig is
ten opzichte van de raming om tot een restemissie van 1.524 kton uit te komen, corresponderend met 60%
reductie ten opzichte van 1990
ARE
raming min. max.
|Totaleemissies | 3810| 4,436| 1.980| 1.660\ 3.240
Emissiereductie nodig voor -60% ten opzichte van 1990
Een extra emissiereductie van 460 kton, bovenop het beleid dat al in onze raming voor 2030
verwerkt ís, vereist aanvullende maatregelen met een groot potentieel en die op tijd
uitgerold kunnen worden. In Tekstbox 1 ís ter illustratie een aantal voorbeelden opgenomen
van waar een uitstoot van 460 kton CO,-eg. ongeveer mee overeenkomt. Dit is bedoeld om
een gevoel te krijgen voor de orde van grootte van deze extra reductieopgave, niet als
voorstellen voor concrete maatregelen.
6 220443 - Inventarisatie aanvullend klimaatbeleid - Januari 2023 (Q A
Tekstbox 1 - Orde van grootte van de benodigde extra reductie ten opzichte van de raming om in 2030 op 60%
emissiereductie ten opzichte van 1990 uit te komen
Een jaarlijkse emissie van 460 kton CO2-eq. komt ongeveer overeen met:
— _de uitstoot van ruim 225.000 huizen die met aardgas worden verwarmd, dat is ongeveer de helft van alle
woningen in de gemeente Amsterdam;
-— de totale uitstoot van personenauto's in de gemeente Amsterdam in 2019;
— de totale emissies van de industrie, energie, afval en water in de gemeente Amsterdam in 2019.
3.3 Raming en bandbreedte
De raming die in het vorige hoofdstuk is gepresenteerd ís een prognose van de resterende
emissies als de beleidsplannen van Amsterdam worden uitgevoerd. Het is echter geen
gegeven dat dit ook gerealiseerd wordt. Voor veel maatregelen moet er nog heel veel
gebeuren om de emissiereducties daadwerkelijk te realiseren. Daarbij is het belangrijk dat
de betreffende acties zo snel mogelijk ín gang worden gezet, zodat ze uiterlijk ín 2030
gerealiseerd zijn. In Hoofdstuk 4 gaan we verder ín op wat er moet gebeuren om de doelen
voor 2030 te halen.
Zoals hierboven al genoemd kent de raming een bandbreedte die te maken heeft met
onzekerheid over de emissiereductie die behaald gaat worden. Naast de middenwaarde
(waar we op duiden als we zonder verdere toelichting over ‘de raming’ spreken) is er een
minimaal en een maximaal scenario.
Het maximale scenario geeft een scenario weer waarin alles tegenzit, maar ook maat-
regelen die nog niet 100% zeker zijn, niet doorgaan. Alleen het vastgestelde beleid zit
daarin. De restemissies zijn in het maximale scenario dus hoog.
In het minimale scenario zit alles mee en wordt het volledige effect meegenomen van zowel
landelijk als Amsterdams vastgesteld en voorgenomen beleid. De middenwaarde geeft het
meest realistische scenario weer en we gaan er dan ook vanuit dat er 460 kton nodig is om
het doel van 60% reductie te halen.
In Tabel 1 wordt duidelijk dat de bandbreedte fors is. Als het minimale scenario gereali-
seerd zou worden ís er nog maar 140 kton extra reductie nodig om 60% reductie te halen ín
2030, ín plaats van 460 kton. Als het maximale scenario werkelijkheid wordt ís dat nog
1.710 kton. Uiteraard zou het goed zijn als de raming zich richting het minimale scenario
zou ontwikkelen, want dan zijn er minder extra maatregelen nodig. Dat valt echter maar
beperkt binnen de invloedssfeer van de gemeente. Bovendien is het halen van de raming
zelf al een grote uitdaging, en zou de gemeente zich niet rijk moeten rekenen door te
verwachten dat deze overtroffen zal worden. In de rest van dit rapport gaan we daarom uit
van de middenwaarde van de raming. Enkele maatregelen die nu alleen ín het minimale
scenario opgenomen zijn, zoals het bijmengen van groengas, nemen we daarom mee als
extra maatregel om het doel te kunnen halen.
7 220443 - Inventarisatie aanvullend klimaatbeleid - Januari 2023 (Q A
4 Wat moet gebeuren om het doel
te halen?
4.1 Inleiding
In dit hoofdstuk beschrijven we per sector wat er aan inspanningen moet gebeuren om de
doelen van Amsterdam te halen. We geven daarvoor eerst een algemene beschrijving van de
sector en de uitdagingen voor verduurzaming, vervolgens beschrijven we wat er moet
gebeuren om de raming te halen en wat de landelijke context ís en hoe die de mogelijkheid
om de doelen te halen beïnvloedt. Ten slotte beschrijven we voor de betreffende sector
een aantal aanvullende maatregelen die Amsterdam kan overwegen om het doelbereik
dichterbij te brengen. We beginnen het hoofdstuk met een overzicht van de voorgestelde
maatregelen in Paragraaf 4,2
4.2 Quickscan in één oogopslag
Met inhoudelijke experts binnen CE Delft hebben we een longlist van beleidsmaatregelen
opgesteld die een aandeel kunnen leveren aan de doelstelling voor 2030. Ideeën die door
anderen zijn geopperd, zoals in het mini-burgerberaad (Mini-burgerberaad, 2021), en ook
het rapport van Berenschot (Berenschot, 2022), hebben we meegenomen als inspiratiebron.
Ook hebben we enkele maatregelen meegenomen die landelijk geagendeerd zijn, maar nog
onvoldoende concreet waren om in de KEV mee te nemen. Waar relevant nemen we
Europese context ook mee. In Europees verband wordt momenteel bijvoorbeeld besproken
om ook negatieve emissies mee te laten tellen voor de doelstellingen.
Uit de longlist hebben we tien maatregelen geselecteerd, waarvoor we in dit hoofdstuk een
quickscan doen. Dit zijn maatregelen die relatief veel emissiereductie opleveren en
waarvoor het denkbaar is dat ze voor 2030 gerealiseerd kunnen worden. In de lijst staan
echter ook enkele maatregelen met een kleiner potentieel. Dat hebben we gedaan in de
gebouwde omgeving (Maatregel 2 en 3} omdat de gemeente hier zelf direct invloed kan
uitoefenen en er een belangrijk signaalfunctie en gevoel van urgentie van uitgaat. In de
mobiliteitssector hebben we twee maatregelen meegenomen met een kleiner potentieel
(Maatregel 5 en 6) als vangnet voor de maatregelen in de raming. Het potentieel van deze
maatregelen ís namelijk veel groter als de uitstootvrije zone voor personenvervoer uit de
raming, waarvan de juridische haalbaarheid nog niet zeker ís, niet wordt gerealiseerd.
In Tabel 2 zijn de maatregelen die zijn geselecteerd voor de quickscan weergegeven
inclusief het reductiepotentieel. In de sectorparagrafen hieronder komen de concrete acties
die de gemeente Amsterdam kan nemen om de maatregel te realiseren en de mogelijke
belemmeringen voor elk van de maatregelen uitgebreid aan bod.
8 220443 - Inventarisatie aanvullend klimaatbeleid - Januari 2023 (Q A
Tabel 2 - Maatregelen quickscan, incl. inschatting reductiepotentieel
schatting
6 _ | Pleiten voor 80 km/u op snelwegen Amsterdam (landelijke maatregel) |________________10kton|
_8_| Andere CCS-projecten 400 kton |
_9_| Faciliteren verduurzaming energie-intensieve industrie | nt
We hebben in Tabel 2 bewust geen regel opgenomen met het totale reductiepotentieel van
de quickscanmaatregelen, omdat het om meerdere redenen risicovol is om dit totaal als de
uitkomst van ons onderzoek te presenteren. Ten eerste zijn alle door ons gepresenteerde
maatregelen per definitie niet gemakkelijk, omdat ze anders al doorgevoerd waren. Dat
maakt het niet waarschijnlijk dat al deze maatregelen daadwerkelijk zullen worden
uitgevoerd. Tabel 2 is vooral bedoeld als indicatie voor wat er eventueel nog mogelijk ís.
Ten tweede ís het reductiepotentieel vaak ook onzeker. Deze onzekerheid zit soms in het
potentieel zelf (het is moeilijk ín te schatten hoeveel reductie de maatregel oplevert) en
soms (ook) in de vraag of de maatregel überhaupt wel uitvoerbaar is. Ook vallen sommige
maatregelen ín feite buiten het handelingsbereik van de gemeente, waardoor medewerking
van andere partijen noodzakelijk is om de maatregel uit te voeren.
Ondanks het ontbreken van een totale emissiereductie ontstaat uit Tabel 2 wel een beeld
van de orde van grootte van de extra reducties die bereikt kunnen worden. Het valt op dat
alleen Maatregel 7, het realiseren van CCS voor de volledige uitstoot van AEB, ruim
voldoende zou zijn om de extra reductieopgave van 460 kton te halen. Alle andere maat-
regelen blijven hier ver onder, waarbij met name het potentieel van het afvangen van bio-
gene CO; uit andere installaties dan AEB (Maatregel 8) voor 2030 erg onzeker is en het
potentieel van Maatregel 9 op dit moment nog niet kan worden bepaald. Als de twee
maatregelen waarbij van CCS gebruik wordt gemaakt buiten beschouwing worden gelaten,
zijn alle andere maatregelen samen uit Tabel 2 gezamenlijk nog niet voldoende om de
noodzakelijke 460 kton emissiereductie in 2030 te behalen.
Met de aanvullende maatregelen is het in principe dus mogelijk om de doelstelling te halen,
hoewel dit zeer uitdagend is. Door de grote uitdagingen en onzekerheden van de individuele
maatregelen, ís het verstandig om alle maatregelen verder te verkennen en niet alleen het
minimale aantal maatregelen dat volgens de potentieelschatting nodig is om het doel te
halen.
4.3 Gebouwde omgeving
De sector Gebouwde Omgeving heeft in 2030 nog de grootste restemissies. Deze sector is
een lastige sector om snelheid te maken met verduurzaming. Verduurzaming vereist
ingrijpen ‘achter de voordeur’, waardoor ingegrepen wordt in de persoonlijke levenssfeer.
ledere wijk en zelfs ieder huis/huishouden is anders, waardoor het lastig is om hier in één
keer een grote slag te slaan, bovenop wat al ís meegenomen ín de raming.
9 220443 - Inventarisatie aanvullend klimaatbeleid - Januari 2023 (Q A
In de Transitievisie Warmte (TVW) ís de ambitie uitgesproken om de gebouwde omgeving
aardgasvrij te maken voor 2040 en stapsgewijs te verduurzamen voor 2050. In 2030 ís er
echter nog maar een beperkt aandeel verduurzaamd. Momenteel ís de uitvoering van de
plannen uit de TVW al vertraagd, en we verwachten dan ook niet dat het mogelijk is om te
versnellen op de TVW, doordat deze aanpak nog pionieren is, en de werkwijze nog moet
worden uitgevonden. Acht jaar ís daarbij een heel korte termijn.
We adviseren dan ook om maximaal in te zetten op het behalen van de in de TVW
aangekondigde plannen.
Het ís daarom nodig dat in 2030 vooral stappen zijn gezet die het mogelijk maken om daar-
na door te pakken richting 2050. Dat betekent dat de TVW verder wordt uitgewerkt in
Buurtuitvoeringsplannen en dat de buurten van het gas af worden gehaald volgens het in de
TVW geschetste tijdpad. Ook is het wenselijk dat er zoveel mogelijk no-regret technische
opties genomen zijn. Isolatie is daarbij heel belangrijk. Met het isolatie-offensief dat
Amsterdam recent heeft aangekondigd (College van B&W gemeente Amsterdam, 2022b)
wordt daarin een belangrijke stap gezet. Het isolatieoffensief is nog niet meegenomen in de
raming.
Verdergaande verduurzaming in 2030 moet zo veel mogelijk gezocht worden ín collectieve
oplossingen, omdat het aanvullende potentieel (bovenop de al bestaande plannen) voor
oplossingen op woningniveau beperkt is. Bij collectieve oplossingen kan gedacht worden aan
de versnelde verduurzaming van de bestaande stadsverwarmingsnetten of de bijmenging
van groengas op het gasnet. Dit ís echter een grote uitdaging. Ook om het tempo te reali-
seren dat nu is afgesproken, moet nog veel gebeuren. Het ís dan ook van groot belang om
de projecten waar dit mee gerealiseerd kan worden zo snel mogelijk op te starten.
lets wat wel relatief snel tot effect kan leiden is gedragsverandering. Gedrag ís lastig te
beïnvloeden, maar wel de moeite waard om aandacht aan te besteden. In de ideale situatie
is Amsterdam ín 2030 een stad waar zuinig met energie omgegaan wordt. De huidige hoge
energieprijzen bieden daarvoor momentum. Energiebesparing leeft meer dan ooit.
De uitdaging is om dit momentum vast te houden. Amsterdam werkt momenteel al aan de
campagne ‘Ik zet ook de knop om’ met het Actienetwerk 15% GasTerug (Actienetwerk 15%
GasTerug, 2022). (Actienetwerk 15% GasTerug, 2022). De door ons voorgestelde maatregel
sluit hier goed bij aan.
4.3.1 Wat moet er gebeuren om de raming te halen
Om de raming van de emissies, zoals geschetst in Hoofdstuk 3, te behalen ís het belangrijk
dat al het beleid dat in deze raming zit wordt uitgevoerd. De volgende beleidsmaatregelen
van gemeente Amsterdam zitten in deze raming opgenomen:
— De Warmtemotor, Renovatie- en Isolatiemotor en de Vastgoedmotor. Dit is het belang-
rijkste onderdeel in de raming. In de raming wordt de verduurzaming van 102.000
woningen meegenomen. Daarin is sinds begin 2022 al rekening gehouden met vertraging,
waardoor de doelstellingen zijn verschoven van de periode 2030-2035 naar 2031-2036.
Verdere vertraging leidt tot minder CO‚-reductie in de raming voor 2030 en is dus
onwenselijk. Om de 102.000 woningen uit de raming op een warmtenet aan te sluiten
moet nog veel gebeuren, zoals gesprekken met bewoners om draagvlak te verkrijgen,
planvorming, vergunningenprocedures en aanleg.
— De prestatieafspraken met de woningcorporaties die zijn gemaakt voor 2023. Om de
raming te halen, moeten deze uiteraard worden nagekomen. Hier liggen echter ook
mogelijkheden om verder te gaan dan de raming. De gemeente Amsterdam gaat
binnenkort in gesprek met de woningcorporaties over vervolgafspraken.
10 220443 - Inventarisatie aanvullend klimaatbeleid - Januari 2023 (Q A
— De verduurzaming van de warmtenetten volgens het tempo dat is opgenomen in
afspraken met WPW en het convenant verduurzaming stadsverwarming Diemen
(Gemeente Diemen et al., 2019). Daarvoor moet de geplande bioketel in Diemen
worden gerealiseerd (dit is onzeker door een lopende rechtszaak, de centrale kan
volgens het convenant vervangen worden door alternatieve duurzame warmteprojecten)
plus 510 GWh aan aanvullende duurzame opwek, bijvoorbeeld met geothermie,
aquathermie en restwarmte van datacenters. Daarvoor moet nog onderzocht worden
welke opties mogelijk zijn, de projecten moeten worden opgezet,
vergunningsprocedures doorlopen en daadwerkelijk gebouwd.
— De uitvoering van de Routekaart verduurzaming van het zorgvastgoed (TNO, 2019). Dit is
een landelijke routekaart. Om hier invulling aan te geven lopen er gesprekken tussen de
gemeente Amsterdam en het Amsterdam UMC. Om de raming te kunnen halen moeten
concrete afspraken worden gemaakt en uitgevoerd.
4,3.2 Landelijke context
Het beleid voor de gebouwde omgeving staat niet op zichzelf, maar sluit aan op het
Europese en landelijke beleid in de gebouwde omgeving. Daarbij is het met name relevant
dat het rijk randvoorwaarden creëert. Daarnaast zijn er doelstellingen en normeringen op
Europees niveau. Binnen het Fit for 55-pakket heeft de Europese Commissie een aantal
voorstellen gedaan die raken aan de gebouwde omgeving. Zo komt er vermoedelijk een
tweede Europese emissiehandelssysteem, dat geldt voor wegtransport en de gebouwde
omgeving. Brandstofleveranciers die aan deze sectoren leveren moeten onder dit systeem
rechten inleveren voor de uitstoot die door de geleverde brandstof veroorzaakt wordt.
Daarnaast wordt de richtlijn betreffende de energieprestatie van gebouwen herzien.
Nieuwe gebouwen moeten vanaf 2030 volledig emissievrij zijn, en voor bestaande gebouwen
gaan minimum energieprestatie-eisen gelden. Ook stelt de Commissie een Europese
harmonisatie van de energielabelclassificatie voor.
Een belangrijke ontwikkeling vanuit het rijk ís dat gemeenten de bevoegdheid krijgen om
wijken van het aardgas af te sluiten. De Wet gemeentelijke instrumenten (Wgiw) moet
gemeenten deze bevoegdheid geven. De planning is dat de Waiw op 1 januari 2024 in
werking treedt (Rijksoverheid, 2021). Een aandachtspunt is dat in het Klimaatakkoord
(Rijksoverheid, 2019) een termijn van acht jaar is genoemd tussen het besluit van de
gemeente om de aardgaslevering in een bepaalde wijk te stoppen en de daadwerkelijke
overstap op een duurzaam alternatief. Ook staat in het Klimaatakkoord dat in 2022 zou
worden bepaald (op basis van ervaringen in het Programma Aardgasvrije Wijken - PAW) of
acht jaar inderdaad de beste termijn is.
In oktober 2022 heeft minister Jetten aangekondigd dat in de Wet Collectieve Warmtevoor-
ziening (WCW) wordt bepaald dat gemeenten alleen warmtebedrijven voor een nieuwe
kavel kunnen aanwijzen waarbij de infrastructuur in handen is van een of meerdere
publieke partijen of waarbij een of meerdere publieke partijen door een meerderheids-
aandeel in het warmtebedrijf doorslaggevende zeggenschap hebben over de infrastructuur.
De minister geeft zelf aan dat dit tot vertraging kan leiden en kiest daarom voor een
ingroeiperiode van zeven jaar (Ministerie van EZK, 2022). Dit besluit heeft echter al de
nodige onrust veroorzaakt in de markt, waardoor vertraging bij de aanleg van warmtenetten
niet ondenkbaar ís. Ook Amsterdam kan daarmee te maken krijgen.
Veel bestaand landelijk beleid is meegenomen in de KEV en zodoende ook in onze raming.
Daarnaast ís er een aantal landelijke maatregelen aangekondigd die nog niet concreet
genoeg zijn om mee te nemen in de ramingen. CE Delft heeft een studie uitgevoerd naar de
effecten van de aangekondigde normering voor verwarmingsinstallaties, waardoor hybride
11 220443 - Inventarisatie aanvullend klimaatbeleid - Januari 2023 (Q A
warmtepompen de norm worden (CE Delft, 2022b). Uit dat onderzoek blijkt dat veel
woningen in Amsterdam waarschijnlijk onder de uitzonderingsgronden van de verplichting
vallen. Hierdoor is de verwachte CO‚-reductie in 2030 beperkt.
Ten slotte staat in het coalitieakkoord dat het kabinet een bijmengverplichting voor
groengas in de gebouwde omgeving wil invoeren van 20%. Deze bijmengverplichting ís
echter nog niet concreet uitgewerkt en ís zodoende niet meegenomen in de KEV. Als de
bijmengverplichting er komt, heeft deze een aanzienlijke impact op de emissies van
Amsterdam. In de raming voor Amsterdam is de bijmengverplichting alleen opgenomen in
het minimale scenario, daarom pleiten we voor invoering van de bijmengverplichting ook
als aanvullende maatregel in de volgende paragraaf.
4.3.3 Aanvullende maatregelen
Hieronder beschrijven we vier aanvullende maatregelen om de gebouwde omgeving te
verduurzamen:
— versnelde verduurzaming van de warmtenetten;
— convenant gedragsverandering utiliteit;
— de helft van de huurwoningen naar Label C isoleren;
— pleiten voor landelijke bijmengverplichting groengas.
We brengen deze maatregelen verder in beeld omdat ze relatief veel COz-reductie
realiseren of de maatregel een belangrijke signaalfunctie heeft (in geval van gedrags-
verandering utiliteit en de helft van de huurwoningen naar label C isoleren).
Daarnaast zien we de volgende opties:
— hybride-offensief’: langs de deuren met concrete opties voor vervanging cv‚ ontzorgen;
— ‘snelle maatregelen’-offensief: langs de deuren met tochtstrips, radiatorfolie en led-
Lampen;
— vve’s bijstaan met verduurzamingsplan;
— 100% handhaven op energielabel kantoren;
— verduurzamen schoolgebouwen;
— verduurzaming eigen vastgoed gemeente;
— het dichten van methaanlekken in het aardgasnetwerk.
Deze opties zijn niet verder uitgewerkt in dit rapport, omdat het effect hiervan relatief
beperkt is en/of de maatregelen een zeer (arbeids)intensieve inzet van de gemeente
vergen.
Maatregel 1: Versnelde verduurzaming van de warmtenetten
Voor de verduurzaming van warmtenet Amsterdam-Oost/Zuid ís een convenant (Gemeente
Diemen et al., 2019) afgesloten waarin ís vastgelegd dat wordt toegewerkt naar een 100%
fossielvrij warmtenet in 2040 en een fossiel- en biomassavrij warmtenet in 2045.
In het convenant is opgenomen dat in 2030 voor 510 GWh, 2035 voor 990 GWh en in 2040
voor 1800 GWh (100%) uit duurzame bronnen moet komen.
In de raming rekenen we al met gedeeltelijke verduurzaming van de warmtenetten in 2030.
WPW wordt al. voor meer dan 90% verduurzaamd. Een deel van de warmte is afkomstig van
de Biomassa Energie Centrale (BEC) bij AEB en extra verduurzaming vindt plaats door toe-
passing van CCS bij AEB (beiden opgenomen ín raming). Hier zijn weinig aanvullende maat-
regelen mogelijk.
12 220443 - Inventarisatie aanvullend klimaatbeleid - Januari 2023 (Q A
Amsterdam-Oost/Zuid wordt deels verduurzaamd als de biomassacentrale in Diemen in
gebruik wordt genomen (hier is nog niet over besloten). In de raming ís de centrale alleen
opgenomen in het minimale scenario. Inzetten op verdere verduurzaming van dit net kan
mogelijk leiden tot extra emissiereductie in Amsterdam in 2030.
Emissiereductie kan worden behaald door de realisatie van duurzame bronnen te versnellen
ten opzichte van het convenant. Het gaat daarbij om geothermie-projecten en restwarmte-
benutting van datacenters. Het is zeer uitdagend om deze realisatie te versnellen, omdat
deze plannen voor extra warmteproductiecapaciteit die naar voren gehaald moeten worden
eerst nog ontwikkeld moeten worden. Om versnelling te realiseren moeten er op korte
termijn concrete plannen gemaakt worden voor aanvullende duurzame warmteprojecten,
die vervolgens voor 2030 gerealiseerd moeten worden.
Als de emissiefactor van beide warmtenetten ín 2030 in plaats van in 2040 teruggebracht
kan worden naar O0 geeft dat een extra reductie van circa 73 kton. Dit betekent dat voor
het warmtenet WPW een oplossing gevonden moet worden voor de laatste 10% niet-
duurzame warmte. Voor het warmtenet Oost/Zuid betekent het dat de biomassacentrale in
Diemen daadwerkelijk in gebruik moet worden genomen en dat bovendien 540 GWh van de
duurzame opwekcapaciteit uit het convenant eerder dan gepland moet worden gereali-
seerd, om te compenseren voor het aandeel aardgas dat nu nog voorzien wordt voor 2030.
Als slechts een deel van de projecten naar voren gehaald wordt levert dat uiteraard ook
maar een deel van de emissiereductie op.
Actie Amsterdam
De gemeente moet vooral ín gesprek gaan met de betrokken partijen om concrete
afspraken te maken en de projecten faciliteren, bijvoorbeeld door tijdige vergunning-
verlening.
Mogelijke kosten en belemmeringen
De productie van hernieuwbare warmte wordt in principe gesubsidieerd in de SDE++, Het is
echter een risico dat een deel van de projecten buiten de boot vallen door budgetuitput-
ting. Mogelijk kan de gemeente Amsterdam financieel ondersteunen in de projectontwikke-
lingsfase.
Gevolgen voor burgers en bedrijven
Op korte termijn moeten er concrete plannen gemaakt worden voor projecten om duur-
zame warmte te leveren. Daarin moet direct een verhoogde ambitie worden meegenomen.
De partijen betrokken bij de verduurzaming van het warmtenet, met name Vattenfall,
moeten de plannen versnellen. Daardoor heen speelt het besluit van minister Jetten dat
warmtenetten ín publiek eigendom moeten komen, waardoor het speelveld voor Vattenfall
verandert. Beschikbaarheid van personeel kan ook een knelpunt zijn.
13 220443 - Inventarisatie aanvullend klimaatbeleid - Januari 2023 (Q A
Maatregel 2: Convenant gedragsverandering utiliteit
Het afgelopen jaar ís duidelijk geworden dat gedragsverandering kan leiden tot een
significante energiebesparing, als daarvoor de juiste prikkels aanwezig zijn!. In winkels,
utiliteitsgebouwen en kantoren is nog veel potentieel om energie te besparen, bijvoorbeeld
door het sluiten van winkeldeuren tijdens openingsuren, de verwarming een graad lager te
zetten of het uitschakelen van de lampen en gevelverlichting als er niemand in het pand
aanwezig is. Er ís nu soms aarzeling om dit soort maatregelen te nemen vanwege de vrees
om minder zichtbaar te zijn of om minder gastvrij over te komen. Tegelijk is aangetoond
dat het sluiten van winkeldeuren in feite niet leidt tot minder klandizie (Groenen, 2018).
Er zijn in Amsterdam al verschillende initiatieven op dit gebied, zoals een bewustwordings-
actie om winkeldeuren dicht te doen (Amsterdam, 2023) en een initiatief om het licht uit te
doen in kantoorgebieden (Het Parool, 2022). Hoe meer kantoren of winkeliers meedoen met
het nemen van dít soort besparingsmaatregelen, hoe minder (gepercipieerd) nadeel ze
hiervan ondervinden, omdat het speelveld gelijk wordt getrokken. Daarom stellen we voor
een convenant te sluiten met winkeliers, kantooreigenaren en utiliteiten, waarin deze zich
committeren aan het nemen van een aantal concreet omschreven maatregelen. Ook de
gemeente verbindt zich aan een aantal besparingsmaatregelen, bijvoorbeeld gasbesparing
in de eigen gebouwen of het ’s nachts niet meer verlichten van monumenten.
Een dergelijk convenant kan het beste gebiedsgericht worden uitgerold via verschillende
deelconvenanten, bijvoorbeeld in verschillende winkelgebieden en op de Zuidas. Op die
manier zitten de deelnemende partijen dicht bij elkaar en ís de kans het grootste op een
‘sneeuwbaleffect’, waarbij steeds meer partijen mee willen doen omdat de buren het ook
doen. Op die manier ondervinden bijvoorbeeld winkeliers ook het minste nadeel van
gesloten deuren, etc.
Deelnemers aan het convenant kunnen voorzien worden van een keurmerk oid om duidelijk
herkenbaar te zijn. Daarnaast kan evt. gedacht worden aan andere vormen van beloning.
Zichtbaarheid van (deelname aan) het convenant ís belangrijk voor de signaalwerking.
Het reductiepotentieel van deze maatregel ís vooraf relatief onzeker. Dit hangt af van de
participatiegraad en van de gemiddelde reductie die de deelnemers kunnen bereiken.
De raming voor de uitstoot in de commerciële dienstverlening, publieke dienstverlening en
gemeentelijk vastgoed in 2030 is 213 kton uit aardgasgebruik en 123 kton uit elektriciteits-
verbruik? voor Amsterdam als geheel. Als de convenanten per gebied worden uitgerold zal
maar een deel van de kantoren en winkels worden bereikt. Ook zullen niet alle beoogde
deelnemers daadwerkelijk meedoen. De reductie die bereikt kan worden hangt vervolgens
af van de precieze maatregelen die in het convenant worden afgesproken. De verwarming
een graad lager zetten levert ongeveer 6% gasbesparing op, het sluiten van winkeldeuren op
koude dagen 32-42% op jaarbasis (Groenen, 2018). Deze laatste maatregel is minder van
toepassing op kantoren. Als we ervan uitgaan dat 10% van de kantoren en winkeliers in de
stad meedoet aan een convenant, en zij gemiddeld 10% besparen op gas en elektriciteit,
dan komen we op een totale reductie van circa 3 kton. Zoals gezegd is de onzekerheid
echter groot en kan de reductie ook significant hoger of lager uitvallen.
Het directe effect van deze maatregel is daarmee beperkt. Toch heeft het een belangrijke
signaalfunctie. Als inwoners zien dat er door de gemeente en bedrijven zuinig met energie
wordt omgegaan, kan dat ook hun gedrag beïnvloeden.
Î__Zie bijvoorbeeld (Nu.nl, 2022).
Ì__Elektriciteitsverbruik valt in de raming niet onder de gebouwde omgeving, maar onder de sector elektriciteit.
14 220443 - Inventarisatie aanvullend klimaatbeleid - Januari 2023 (Q A
Actie Amsterdam
In gesprek gaan met winkeliers, utiliteiten en kantooreigenaren om de convenanten op te
stellen en een zo groot mogelijke deelname te creëren. Inhoud van het convenant, inclusief
de precieze maatregelen waaraan deelnemers zich committeren, dient in samenspraak met
de beoogde deelnemers te worden vastgesteld.
Mogelijke kosten en belemmeringen
Beperkte directe kosten, eventueel een budget voor beloning voor deelname. Energie-
besparende gedragsmaatregelen in vastgoed van de gemeente zorgt ook voor kosten-
besparing.
Wel veel inzet van de gemeente nodig om in gesprek te gaan met kantoren en winkeliers en
tot de verschillende deelconvenanten te komen. Belemmering is met name een mogelijk
beperkte deelname waardoor het reductie-effect van de maatregel klein ís ín relatie tot de
inzet.
Gevolgen voor burgers en bedrijven
Burgers en bedrijven ondervinden geen directe gevolgen, maar zien dat de gemeente en
andere deelnemers zich inzetten voor energiebesparing, en volgen dit mogelijk na.
Maatregel 3: De helft van de huurwoningen naar Label C isoleren
Zoals we aan het begin van dit hoofdstuk hebben aangegeven zijn de mogelijkheden om te
versnellen op woningniveau beperkt. We zien daarvoor alleen mogelijkheden als er een
gecoördineerde benadering is, waarbij een groot aantal woningen tegelijk wordt aangepakt.
Dit kan bijvoorbeeld door afspraken te maken met woningcorporaties, die grote aantallen
huurwoningen in beheer hebben.
Voor deze maatregel kijken we naar het op grote schaal (verder) isoleren van huur-
woningen. Isolatie valt al deels onder de plannen die mee zijn genomen in de raming.
We kijken voor deze maatregel naar het additionele effect van inzetten op het isoleren van
de helft van de Amsterdamse huurwoningen naar Label C. Hierbij worden verhuurders dus
verplicht om woningen te laten isoleren voordat deze (opnieuw) verhuurd mogen worden.
Door isolatie gaat het energieverbruik voor het verwarmen van woningen omlaag, wel komt
er een extra elektriciteitsvraag voor koeling en ventilatie. Door zich te richten op
Energielabel C kan de maatregel vooral bijdragen aan het wegwerken van de laagste
energielabels (E-F-G). Verder isoleren (tot Label B of A) is ook mogelijk, maar relatief extra
kostbaar.
Uitgaande van het gemiddelde verbruik van huurwoningen verwachten we dat het isoleren
van de helft van de Amsterdamse huurwoningen naar Label C een additionele CO‚-reductie
kan opleveren van circa 6 kton. Hiervan is ongeveer 2 kton afkomstig van corporatie-
woningen en 4 kton van particuliere huurwoningen. Als er specifiek geselecteerd wordt op
de huurwoningen met de laagste energielabels kan de reductie hoger uitpakken, maar een
goede kwantitatieve inschatting daarvan zou nader onderzoek vergen.
Actie Amsterdam
De gemeente Amsterdam kan niet zelf woningen isoleren. Het gaat bij deze maatregel dus
om een sterke inzet op isolatie in samenwerking met relevante partijen. De gemeente zou
afspraken kunnen maken met verhuurders om de te verhuren woningen te laten isoleren tot
15 220443 - Inventarisatie aanvullend klimaatbeleid - Januari 2023 (Q A
Energielabel C. Deze groep valt uiteen in de corporaties, waarmee relatief gemakkelijk
gesprekken gevoerd kunnen worden, en particuliere verhuurders, die moeilijker als groep
bereikt kunnen worden.
Mogelijke kosten en belemmeringen
Aan de normering zelf zijn beperkte kosten verbonden. Indien de gemeente de verhuurders
wil ondersteunen bij of verleiden tot isolatie door het geven van subsidies komen daar wel
significante kosten bij kijken.
Belemmeringen liggen vooral in het bereiken van de particuliere verhuurders en in het
ontbreken van een juridische basis voor een verplichting op gemeentelijk niveau om
huurwoningen naar Label C te isoleren. Een dergelijke verplichting zou alleen op landelijk
niveau mogelijk zijn. De maatregel zou daarom de vorm moeten krijgen van (vrijwillige)
afspraken, bijvoorbeeld binnen een convenant. Voor de woningcorporaties is dit denkbaar,
voor de groep van particuliere verhuurders zeer uitdagend.
De rijksoverheid heeft prestatieafspraken gemaakt met woningcorporaties om in 2028 alle
E- F- en G-labels uit de sociale huurwoningen te laten verdwijnen (PBL, 2022b).
Deze afspraken zijn niet in de raming opgenomen, en er ís dus geen dubbeltelling met deze
maatregel, De prestatieafspraken hebben een andere scope dan de voorgestelde maatregel
(alle sociale huur in plaats van de helft van alle woningen, label D blijft toegestaan, doel-
jaar is 2028 in plaats van 2030). Als deze afspraken inderdaad worden uitgevoerd betekent
dat dat een deel van de 2 kton reductie die met de corporatiewoningen gerealiseerd kan
worden via deze maatregel ín 2030 vervalt, omdat deze al via de landelijke afspraken ís
gerealiseerd. Hoe groot dit deel ís ís niet te zeggen zonder nadere analyse van de sociale
woningvoorraad in Amsterdam, ten opzichte van de landelijke voorraad.
Ook het tekort aan vakmensen kan een belemmering zijn, als verhuurders als gevolg van
deze maatregel op hetzelfde moment een groot aantal woningen willen laten isoleren.
Gevolgen voor burgers en bedrijven
Huurders zullen meer wooncomfort krijgen en een lagere energierekening. Verhuurders
(particulier en corporaties) zullen met hoge(re) kosten te maken krijgen.
Maatregel 4: Pleiten voor bijmengen groengas (landelijke maatregel)
In het landelijke coalitieakkoord ís opgenomen dat er een bijmengverplichting wordt
opgenomen voor groengas. In 2030 moet 20% groengas worden bijgemengd ín de Gebouwde
Omgeving. Omdat deze maatregel nog niet concreet ís uitgewerkt is deze niet meegenomen
in de KEV 2022 en ook niet in de raming voor Amsterdam®. Amsterdam kan er bij het rijk
voor pleiten om deze maatregel snel in te voeren. Dit zou een 20% daling van de emissie-
factor van gas tot gevolg hebben, en een navenante emissiereductie op landelijk niveau.
In Amsterdam leidt de aanname van 20% bijmenging groengas tot een emissiereductie van
174 kton in 2030 in de gebouwde omgeving.
Actie Amsterdam
Het invoeren van een bijmengverplichting voor groengas ligt buiten de invloedssfeer van de
gemeente, hiervoor zou Amsterdam bij het rijk moeten lobbyen.
3__Maar wel in de bandbreedte van de raming, zie Bijlage A.
16 220443 - Inventarisatie aanvullend klimaatbeleid - Januari 2023 (Q A
Wat wel binnen de eigen invloedsfeer ligt is bijmenging op het grondgebied van Amsterdam.
Er zou bijvoorbeeld een installatie voor superkritische watervergassing® in het havengebied
geplaatst kunnen worden. Echter, als het groengas vervolgens ín het landelijke gasnet
wordt bijgemengd, wordt dit verrekend via de landelijke emissiefactor en kan dit niet aan
Amsterdam worden toegekend.
Mogelijke kosten en belemmeringen
Er zijn geen directe kosten voor de gemeente. De doelstelling om 20% bijmenging van
groengas te verplichten ín 2030 ís praktisch gezien echter uitdagend. CE Delft heeft laten
zien dat, zelfs onder optimistische aannames over bijvoorbeeld de beschikbaarheid van
biomassa en de ontwikkeltijd van vergassingstechnieken, er ín 2030 nauwelijks voldoende
aanbod van groengas zal zijn om aan de verplichting te voldoen. (CE Delft, 2022a) De lobby
van de gemeente zou daarmee niet zozeer gericht moeten zijn op het doorvoeren van de
bijmengverplichting zelf, die immers al ín het coalitieakkoord staat, maar met name op
aanvullend beleid om ervoor te zorgen dat de bijmengverplichting ook uitvoerbaar is.
Gevolgen voor burgers en bedrijven
Geen directe gevolgen, de eindgebruiker merkt niets van de bijmenging van groengas.
4,4 Mobiliteit
Mobiliteit behelst alle verkeer, inclusief mobiele werktuigen en goederenvervoer over weg
en het spoor, maar exclusief binnenvaart. Op landelijk niveau nemen de emissies van
mobiliteit weinig af tot 2030. In de raming is voor Amsterdam echter een zeer sterke
reductie van de emissies meegenomen. Dit komt met name door het Actieplan Schone
Lucht, waarin uitstootvrije zones voor een groot deel van de stad zijn meegenomen.
In de emissies voor mobiliteit is het wegverkeer in de stad zelf (dus het verkeer exclusief
verkeer op snelwegen) dominant, gevolgd door wegverkeer op de snelwegen en mobiele
werktuigen (zie Tabel 3). Binnen de categorie wegverkeer exclusief snelwegen komt
verreweg de grootste uitstoot uit personenauto’s. Daarnaast hebben vrachtverkeer en
bestelauto's een aanzienlijke impact. De impact van de autobussen en tweewielers is
relatief klein.
Tabel 3 - COz-emissies uit mobiliteit in Amsterdam in 2019, uitgesplitst naar type vervoer (Gemeente
Amsterdam, 2022)
| Emissie Amsterdam (kton CO,) 2019
Brandstofverbruik wegverkeer overige wegen (excl. snelwegen
Brandstofverbruik wegverkeer snelwegen
Brandstofverbruik mobiele werktuigen
Brandstofverbruik recreatievaart
Brandstofverbruik veren
Brandstofverbruik railverkeer |
4 __Bij superkritische watervergassing worden natte reststromen zoals mest, groenafval en rioolslib geconverteerd
in herbruikbare grondstoffen en duurzame energie, zoals waterstof en groengas. (Gasunie, 2022)
17 220443 - Inventarisatie aanvullend klimaatbeleid - Januari 2023 (Q A
De uitstootvrije zone voor het vrachtverkeer is vastgelegd in de Uitvoeringsagenda
Stadslogistiek en moet starten ín 2025. Hoewel dit nog verder moet worden uitgewerkt ín
de praktijk is het goed haalbaar om stadslogistiek uitstootvrij te maken richting 2030.
Voor personenvervoer heeft de gemeente Amsterdam de ambitie om in 2030 een
uitstootvrije zone in te voeren. De uitstootvrije zones leiden tot vervanging van voertuigen
op fossiele brandstoffen door elektrische voertuigen. Een deel van de emissies verschuift
daarom naar de sector elektriciteit. De emissiefactor voor elektriciteit in 2030 is weliswaar
laag, maar er ís ook veel concurrerende vraag naar elektriciteit.
Andere grote restemissies zijn het verkeer op de snelweg en mobiele werktuigen.
De gemeente Amsterdam gaat zelf niet over het verkeer op de snelweg, maar kan bij het
rijk pleiten voor een verlaging van de maximum snelheid naar 80 km/uur, zoals nu op de
A10-West al het geval ís, Een positief bij-effect daarvan is dat de stikstof- uitstoot ook
omlaag gaat.
Voor mobiele werktuigen geldt dat deze zo veel mogelijk vervangen moeten worden door
uitstootvrije varianten. De uitdaging daarbij ís vooral de beschikbaarheid van elektrische
mobiele werktuigen. Op dit moment ís het aanbod van elektrische landbouwwerktuigen en
bouwmachines nog beperkt, maar de verwachting ís dat dit de komende jaren snel zal
toenemen.
4.4.1 Wat moet er gebeuren om de raming te halen
In de raming wordt uitgegaan van de integrale uitvoering van het Actieplan Schone Lucht.
Dat betekent invoering van uitstootvrije zones voor verschillende voertuigtypes.
De uitstootvrije zone voor vrachtverkeer moet starten in 2025. Dat ís haalbaar.
De uitstootvrije zone voor personenvervoer die is gepland voor 2030 is een grotere uit-
daging. Bij de invoering van een uitstootvrije zone wordt in het algemeen een overgangs-
periode van meerdere jaren gehanteerd, waarin bewoners de zone nog in mogen met hun
benzine- of dieselauto. Een uitstootvrije zone levert dan ook niet van de ene op de andere
dag tot de maximale emissiereductie. Om de geraamde emissiereductie in 2030 te halen,
moet zo snel mogelijk begonnen worden met communiceren over de zone richting
bewoners. Een overgangsperiode zou dan bijvoorbeeld van 2025 tot 2030 kunnen lopen.
Dit ís al een zeer korte overgangsperiode voor dit type beleid en dus behoorlijk ingrijpend
voor Amsterdammers. Op dit moment is het echter nog onzeker of er een juridische grond-
slag is om de uitstootvrijezone voor personenvervoer in te voeren. De kans van slagen van
een emissievrijezone voor personenauto's kan verder worden vergroot door bijvoorbeeld
aanschafsubsidies voor elektrische auto’s voor mensen met een laag inkomen of sloop-
subsidies voor auto’s met een verbrandingsmotor.
Daarnaast gaat de gemeente Amsterdam autoluw-beleid voeren, door op een groot deel van
de wegen een maximum snelheid van 30 km/uur in te voeren. Ongeveer 12% van de wegen
in Amsterdam wordt een zogenaamde GOW30, dit ís een gebiedsontsluitingsweg waar een
maximum snelheid van 30 km/uur geldt in plaats van de tot nu toe gebruikelijke 50 km/uur.
Per gereden km zullen de emissies met 10 tot 15% stijgen door 30 km/uur te rijden.
De lagere snelheid werkt echter ook ontmoedigend voor autogebruik, waardoor het aantal
gereden kilometers afneemt (Gemeente Amsterdam, 2021). In de raming is aangenomen dat
het autoluw-beleid tegenwicht geeft tegen de autonome groei van de mobiliteitsvraag wat
betreft personenauto’s en motoren. Op dit moment ís de overstap naar voornamelijk
30 km/uur nog niet doorgevoerd. Om de raming te halen moet dat wel tijdig gebeuren.
18 220443 - Inventarisatie aanvullend klimaatbeleid - Januari 2023 (Q A
Door de uitstootvrijezones moet ook een groot deel van de mobiele werktuigen verduur-
zamen. In de raming ís aangenomen dat 75% van de mobiele werktuigen elektrisch ís in
2030. Op dit moment is het aanbod van elektrische landbouwwerktuigen en bouwmachines
nog beperkt, maar de verwachting ís dat dit de komende jaren snel zal toenemen. De vraag
is of dat voldoende snel gaat om zoveel mobiele werktuigen in Amsterdam vervangen te
hebben in 2030. De gemeente Amsterdam kan deze ontwikkeling aanjagen door bijvoor-
beeld bij aanbestedingen elektrische mobiele werktuigen te vereisen.
4.4.2 Landelijke context
Ook landelijk en in Europees verband wordt beleid gevoerd voor de verduurzaming van
mobiliteit. De landelijke en Europese trend gaan echter veel langzamer dan de ambities van
Amsterdam.
In Europees verband geldt de bijmengverplichting van biogene brandstoffen. Deze is mee-
genomen in de emissiefactor van brandstoffen in de raming. Daarnaast zijn er Europese
normen voor CO-emissies voor verschillende categorieën voertuigen. Binnen het
zogenoemde Fit for 55-pakket van de Commissie is kortgeleden vastgelegd dat in 2030
nieuwe personenauto’s 55% en bestelbussen 50% minder CO‚-emissies mogen hebben dan ín
2021. In 2035 mogen nieuwe personenauto’s en bestelbussen geen CO, meer uitstoten. Deze
maatregelen zullen ook ín aanloop naar 2030 al een stimulerend effect hebben op de
productie en verkoop van emissievrije auto’s.
Het Kabinet heeft een maatregel aangekondigd die ‘Betalen naar gebruik’ heet
(Staatsecretaris Fiscaliteit en Belastingdienst, 2022). Deze maatregel is nog niet concreet
genoeg uitgewerkt om mee te nemen in de KEV, Dit is wel een maatregel die tot een
substantiële vermindering van het aantal gereden auto- en bestelautokilometers kan leiden
en het autoluw-beleid van Amsterdam verder zou kunnen ondersteunen.
4.4.3 Aanvullende maatregelen
Hieronder beschrijven we twee aanvullende maatregelen om de mobiliteitssector te
verduurzamen:
— sterk inzetten op autoluw beleid;
— pleit voor verlaging maximum snelheid naar 80 km/uur op de snelwegen op Amsterdams
grondgebied.
We brengen deze maatregelen hieronder verder ín beeld.
We hebben in deze sector geen longlist met overige geïdentificeerde maatregelen, omdat
veel maatregelen onderdeel kunnen vormen van de inzet op een autoluw Amsterdam.
Maatregel 5: Sterke inzet op minder automobiliteit
In de huidige raming wordt ervan uitgegaan dat de bestaande inzet op autoluw de groei van
de stad (c.q. het verkeer) compenseert. Het idee achter deze maatregel is dat een
versterkte inzet op autoluw of zelfs autovrij voor een netto daling van de emissies kan
zorgen.
In de raming ís al een sterke emissiereductie opgenomen voor mobiliteit, met name door de
uitstootvrije zones. Dit zorgt vooral voor een verschuiving naar elektrisch vervoer. Om nog
verdere stappen te maken richting 2030, is reductie van het aantal auto-km’s nodig.
Dus niet zozeer andere, maar vooral minder mobiliteit.
19 220443 - Inventarisatie aanvullend klimaatbeleid - Januari 2023 (Q A
Amsterdam heeft al plannen voor een autoluw-beleid, waarbij de maximumsnelheid op de
meeste plekken 30 km/ uur wordt. Dit helpt om autogebruik te ontmoedigen. De gemeente
kan autogebruik verder laten afnemen door:
— (grotere) gebieden ín de stad autovrij te maken.
— parkeerplekken op te heffen.
— Strenger beleid te hanteren bij parkeervergunningen.
— standaard het ‘auto te gast’- model te hanteren.
— invoeren van een congestieheffing/cordonheffing.
— verbeteren van ov, fiets en loopinfrastructuur.
— park & bike faciliteiten aanleggen aan de rand van de stad (mogelijkheid voor bezoekers
om zonder auto de stad in te gaan).
Om te voorkomen dat de reistijd binnen de stad langer wordt ís inzet op betere infrastruc-
tuur voor fiets en voetganger en beter ov een integraal onderdeel van deze maatregel.
In de raming voor 2030 heeft het wegverkeer exclusief snelwegen nog 19 kton aan emissies.
Wij schatten ín dat deze maatregel, als deze rigoureus wordt aangepakt, kan leiden tot
circa 15-20% reductie van het aantal auto-km’s in de stad. Deze maatregel levert dan dus
een reductie op van circa 3 kton.
Daarnaast vindt er ook emissiereductie plaats in de sector Elektriciteit, doordat er ook
minder elektrische auto’s rijden vanwege het autoluwe beleid. De emissies van elektrisch
vervoer zijn in 2030 geraamd op 62 kton. Ongeveer de helft hiervan komt door wegverkeer
op exclusief snelwegen. Ook ín dit geval leidt de maatregel tot naar schatting een afname
van 15-20% van het aantal km in de stad. Het aandeel van de elektrische auto’s levert dus
een reductie op van circa 7 kton.
Het totale potentieel van deze maatregel is dus 10 kton.
NB: bovenstaande berekeningen zijn gedaan op basis van de huidige raming, die uitgaat van
een sterke reductie van de emissies als gevolg van de zero-emissiezones, Vandaar dat het
aandeel van de elektrische auto’s in de emissiereductie zelfs groter ís dan dat van de auto’s
met verbrandingsmotor, ondanks de veel lagere emissies per km van die eerste categorie.
Als de uitvoering van de raming voor Mobiliteit tegenvalt en er nog meer fossiele auto-km’s
gemaakt worden ín 2030, dan heeft deze additionele maatregel een veel groter effect in
termen van CO‚-reductie.
Actie Amsterdam
Voor deze maatregel zijn veel afzonderlijke acties nodig op het gebied van verkeer, ruimte-
lijke ordening en openbaar vervoer. De meeste vallen duidelijk binnen de bevoegdheid van
de gemeente en betreffen een versnelling of uitbreiding van wat nu ook al mogelijk is, zoals
het autovrij maken van gebieden of het opheffen van parkeerplekken.
Mogelijke kosten en belemmeringen
Het betreft vooral uitvoeringskosten en extra investeringen in infrastructuur en ov. Voor de
congestieheffing geldt dat het nu juridisch niet mogelijk is om deze op gemeentelijk niveau
in te voeren. De Gemeentewet staat dit niet toe (Verkeerskunde., 2022). Om op termijn
een congestieheffing mogelijk te maken zou de gemeente bij het rijk kunnen vragen om
aanpassing van de wetgeving.
20 220443 - Inventarisatie aanvullend klimaatbeleid - Januari 2023 (Q A
Gevolgen voor burgers en bedrijven
Burgers en bedrijven zullen veel van deze maatregel merken. De auto wordt actief
ontmoedigd als vervoermiddel binnen de stad, en reizen met de auto levert een langere
reistijd op. Daarentegen wordt vervoer met de fiets of het ov sneller en aantrekkelijker.
Daarnaast heeft de maatregel een positief effect op de verkeersveiligheid en de
luchtkwaliteit.
Maatregel 6: Pleiten voor 80 km/u op snelwegen in Amsterdam
Het grootste aandeel restemissies van mobiliteit in 2030 komt uit het brandstofverbruik van
wegverkeer op de snelwegen binnen het grondgebied van de gemeente Amsterdam.
De snelwegen vallen onder het Rijk, dus de gemeente gaat zelf niet over de maximum-
snelheid. Amsterdam kan wel pleitevern, bij ondere andere ministerie lenW en
Rijkswaterstaat, voor een verlaging van de maximumsnelheid. Dit ís ook gunstig voor andere
emissies naar de lucht, zoals fijnstof en stikstof (NO).
Volgens de raming bedragen de emissies van het verkeer op de snelwegen 130 kton ín 2030.
Een snelheidsverlaging van 100 km/u naar 80 km/u leidt op korte termijn ongeveer tot 10%
emissiereductie (CE Delft, 2009) De potentiële emissiereductie is dus maximaal circa
13 kton.
De snelwegen binnen de gemeente Amsterdam zijn de A10, delen van de A5 en de A9 en
een klein stukje van de A4. Op de A10 West geldt al 80 km/u, daarvoor hebben we nog niet
gecorrigeerd. Met de inschatting dat dit maximaal een kwart is van de totale snelweglengte
in Amsterdam komen we dan uit op circa 10 kton.
Actie Amsterdam
De maximumsnelheid op de snelwegen is niet direct binnen de invloedssfeer van de
gemeente. De gemeente zal andere partijen hier van moeten overtuigen.
Mogelijke kosten en belemmeringen
Behalve de lobby-inzet geen directe kosten. Belemmeringen kunnen zitten in oppositie van
bepaalde partijen.
Gevolgen voor burgers en bedrijven
Een lagere snelheid zorgt mogelijk voor iets langere reistijden. Een maximumsnelheid van
80 km/uur zorgt echter ook voor een betere doorstroming en daardoor mogelijk minder
files. Een groot deel van de automobilisten waar dit effect op heeft komt van buiten
Amsterdam. De maatregel leidt daarnaas tot positieve gezondheidseffecten bij omwonen-
den, bijvoorbeeld door minder uitstoot van fijnstof.
4.5 Haven en industrie
De uitstoot in haven en industrie kan ingedeeld worden ín industrie die onder het Europese
emissiehandelssysteem (ETS) valt, de kleinere industrie en de scheepvaart.
Voor de ETS-bedrijven geldt dat de prikkels om te verduurzamen met name op Europees en
landelijk niveau gerealiseerd worden via de ETS-prijs en de CO‚-heffing. Deze bedrijven
kunnen via energiebesparende maatregelen een (beperkte) emissiereductie realiseren,
21 220443 - Inventarisatie aanvullend klimaatbeleid - Januari 2023 (Q A
maar om echt te verduurzamen moeten uiteindelijk de energie-intensieve productie-
processen anders ingericht worden. Hiervoor bestaan verschillende opties, bijvoorbeeld
elektrificatie, gebruik van biomassa of gebruik van waterstof. Het ombouwen van een
productieproces heeft veel impact op de bedrijven. Sommige nieuwe technieken staan nog
in de kinderschoenen, maar er is ook veel wél mogelijk met de huidige technieken. De hoge
energieprijzen vormen, naast de CO‚-prijs, voor de industrie echter een steeds sterkere
prikkel om te verduurzamen. Netcongestie vormt een belangrijk knelpunt voor elektrificatie
van de industrie en dus voor significante emissiereductie. Om emissiereductie in de
industrie te realiseren ís het vinden van oplossingen voor netcongestie dus prioriteit.
Daarnaast ís de ontwikkeling van andere infrastructuur nodig, bijvoorbeeld warmte (en
stoom)-infrastructuur, waterstofinfrastructuur en CO‚-infrastructuur.
Voor kleinere industrie geldt dat er oog moet zijn voor energiebesparing en verduurzaming
van verwarming bij MKB en industrie zónder energie-intensieve processen. Dit kan bij-
voorbeeld via het gebruik van warmtepompen, die tot wel 90% emissiereductie kunnen
opleveren door het gecombineerde effect van de 3-6 keer hogere efficiëntie van warmte-
pompen en de in 2030 veel lagere emissiefactor van elektriciteit ten opzichte van die van
gas.
Haven en binnenvaart zijn ook onderdeel van deze sector. Daarvoor moet in ieder geval
gebruik van walstroom toenemen, waarvoor netcongestie echter ook een belemmering kan
vormen. Ook de schepen zelf zouden moeten verduurzamen. De beschikbaarheid van
tankinfrastructuur en de hogere prijs van bijvoorbeeld waterstof ten opzichte van
scheepsdiesel vormen op dit moment belemmeringen voor de verduurzaming van de
binnenvaart.
4.5.1 Wat moet er gebeuren om de raming te halen
Zoals gezegd is de prikkel om te verduurzamen voor de energie-intensieve industrie vooral
afkomstig van Europese en landelijke instrumenten en van de hoge energieprijs.
De verwachte ontwikkelingen van onder andere de ETS-prijs en de energieprijzen leiden tot
een landelijke projectie voor de verduurzaming van de industrie in de KEV die we ín onze
raming hebben overgenomen. Als gemeente heeft Amsterdam weinig invloed op deze
projectie. Of de raming gehaald wordt, hangt daarom voor een belangrijk deel af van de
mate waarin de verwachtingen van de KEV voor 2030 accuraat blijken te zijn. De enige
Amsterdamse maatregel die ín de raming is meegenomen is de inzet van CCS bij het AEB
voor 440 kton CO‚. Om de emissiereductie uit de raming te halen, is het dan ook belangrijk
dat dit plan wordt uitgevoerd.
Op het niveau van individuele bedrijven moeten er echter allerlei concrete beslissingen
worden genomen over het verduurzamen van de energievoorziening en de productie-
processen. Hierin kan de gemeente een belangrijke faciliterende rol spelen. Bestaande
plannen en inventarisaties van wat er nodig ís, zoals in de CES voor het industriecluster
Noordzeekanaalgebied, kunnen daarvoor nuttige uitgangspunten vormen.
De grootste belemmering voor verduurzaming van de processen in de industrie en de haven
(walstroom) is congestie op het elektriciteitsnet. De gemeente kan samen met de
netbeheerders bekijken waar de prioriteiten gelegd moeten worden voor versterking van
het elektriciteitsnet en welke tijdelijke oplossingen er mogelijk zijn. Naast elektriciteit is
infrastructuur voor andere energiedragers (warmte, waterstof, CO,) vaak ook nog een
ontbrekende factor. De gemeente heeft daarin een eigen rol (actieve informatievergaring
voor wat er nodig is, medefinanciering van haalbaarheidsstudies, versnelling van
22 220443 - Inventarisatie aanvullend klimaatbeleid - Januari 2023 (Q A
vergunningprocedures) maar zou ook actief bij andere overheden kunnen lobbyen,
bijvoorbeeld voor het toekennen van MIEK-status aan infrastructuurprojecten.
4.5.2 Landelijke context
Voor verduurzaming van de industrie is het belangrijkste beleid op Europees of landelijk
niveau vormgegeven. Het ETS is daarbij het belangrijkste instrument. Dat stuurt echter op
Europees niveau en niet lokaal. Het ís dus ín principe mogelijk dat het ETS voor 2030 geen
effect heeft op de Amsterdamse emissies, omdat er elders in Europa goedkopere mogelijk-
heden voor emissiereductie zijn. Andersom geldt ook dat extra emissiereductie bij de
Amsterdamse ETS-bedrijven, die door de gemeente Amsterdam wordt gestimuleerd, op
Europese schaal niet persé tot emissiereductie leidt, omdat het leidt tot meer emissie-
ruimte voor andere Europese bedrijven. De Market Stability Reserve (MSR) verzwakt dit
waterbedeffect, waardoor Amsterdamse maatregelen wel degelijk effect kunnen hebben,
ook op Europese schaal.
Het Europese beleid wordt momenteel in lijn gebracht met 55% emissiereductie in 2030
middels het Fit for 55-pakket. Hierin ís onder andere een verdere aanscherping van het ETS
opgenomen, waardoor de ETS-prijs naar verwachting verder zal stijgen. Ook krijgt de
industrie te maken met aangescherpte Europese eisen voor energiebesparing en
doelstellingen voor het gebruik van groene waterstof.
Landelijk bestaat er de CO-heffing, bovenop de ETS-prijs, voor de ETS-bedrijven, afvalver-
brandingsinstallaties en uitstoters van lachgas (N,0). De vrijgestelde ruimte voor de CO,-
heffing wordt geleidelijk kleiner.
De energiebesparingsplicht onder de Wet milieubeheer gaat ook gelden voor ETS-bedrijven.
In het verleden is handhaving van deze verplichting een uitdaging gebleken; de rijksover-
heid wil de handhaving daarom versterken.
Op gebied van de haven zijn er binnen Fit for 55 Europese eisen voorgesteld, bijvoorbeeld
de verplichting om in 2025 minimaal één walstroominstallatie per binnenhaven’ beschikbaar
te hebben en om in 2030 ín zeehavens 90% van de vraag naar walstroom voor bepaalde
categorieën schepen te kunnen aanbieden.
4,5.3 Aanvullende maatregelen
Hieronder beschrijven we drie aanvullende maatregelen voor de sector Haven & industrie:
— CCS realiseren voor de totale uitstoot van de AEB (fossiel en biogeen);
— overige CCS-projecten realiseren;
— faciliteren verduurzaming energie-intensieve industrie.
Daarnaast hebben we de volgende opties geïdentificeerd. Deze kunnen interessant zijn
maar werken we in dít rapport niet verder uit vanwege hun geringe opbrengst en/of
complexiteit in de uitvoering.
— creatieve oplossingen voor als netcongestie elektrificatie belemmert, bijvoorbeeld
tijdelijke plaatsing batterijen;
— verplichte warmtepomp (+ zon op dak) voor bedrijfsverwarming kleinere bedrijven
(zonder proceswarmte) (verplichting obv energiebesparingsplicht Wet milieubeheer);
— verplicht gebruik walstroom bij aanleggen in haven (zie ook mobiliteit);
— binnenvaart: laadinfra (batterijen, H‚) voorbereiden en convenanten sluiten met
transportbedrijven voor inzet schone schepen;
— uitkoopregeling visserij.
3 _Van het zogenoemde TEN-T kernnetwerk
23 220443 - Inventarisatie aanvullend klimaatbeleid - Januari 2023 (Q A
Maatregel 7: CCS voor totale uitstoot AEB (fossiel en biogeen)
Carbon capture and storage (CCS) geeft de mogelijkheid om in één keer grote hoeveelheden
CO, te reduceren. Daarvoor is het wel vereist dat er een geconcentreerde puntbron van CO,
is waar de CO, kan worden afgevangen.
Het AEB vormt een zeer grote puntbron van CO; in Amsterdam. Er ís al een plan voor het
toepassen van CCS bij het AEB. Daarvoor hebben we in de raming een emissiereductie van
440 kton opgenomen. In de raming ís aangenomen dat de hoeveelheid afval die verbrand
wordt terug gaat naar het niveau van 2018.
Door de plannen voor CCS verder uit te breiden, kan een aanzienlijke verdere reductie
worden gerealiseerd. Het biogene deel van de emissies wordt als 0 geteld, maar door hier
ook CCS op toe te passen kunnen de emissies als negatief geteld worden.
De totale emissies van AEB (inclusief het biogene deel, maar exclusief warmte opwek uit de
biomassacentrale) bedroegen ín 2018 circa 1,5 Mton. Daarvan ís circa 520 kton fossiel.
De huidige plannen voor CCS bedragen 480 kton, iets meer dus dan wat ín onze raming is
opgenomen. Hiervoor ís inmiddels SDE++-subsidie toegekend. Voor het inschatten van de
additionele emissiereductie die bereikt kan worden door ook de overige emissies af te
vangen gaan we uit van de recente totale emissies van AEB van ca. 1,2 Mton. Als we de
geplande 480 kton voor CCS hiervan aftrekken blijft er 720 kton over. Omdat in de praktijk
maximaal 90% van CO‚-emissies via CCS afgevangen kan worden gaan we uit van een poten-
tieel voor additionele CCS van 650 kton. Dit betreft dan voor het grootste deel biogene
koolstof en afvang leidt dus tot negatieve emissies.
Uit de verkenning van Southpole (Southpole, 2022) komt een mogelijke schaal van 550 kton
CCS, op basis van de bestaande plannen. Het potentieel om netto negatieve emissies af te
vangen wordt geclassificeerd als veelbelovend voor 2030 en zeer veelbelovend voor 2050.
Southpole doet echter geen uitspraken over de maximaal realiseerbare capaciteit in 2030.
Amsterdam heeft als doel om het gebruik van nieuwe grondstoffen te halveren in 2030 en in
2050 een volledig circulaire stad te zijn. Omdat de hoeveelheid afval daardoor mogelijk
afneemt wordt het als een bedrijfseconomisch risico gezien om voor alle huidige emissies
van de afvalverbrandingsinstallaties van AEB in CCS te investeren. Een CCS-installatie wordt
immers over een langere periode terugverdiend. Wel kan AEB ook voor de aanvullende CCS-
installatie SDE++-subsidie aanvragen. Met SDE++ wordt de investering in vijftien jaar
afgeschreven. Een CCS-installatie is dus bedrijfseconomisch zinvol als er voldoende afval
verbrand wordt in vijftien jaar. Bovendien is în de Warmteleveringsovereenkomst tussen
AEB en WPW vastgelegd dat AEB ten minste tot 2047 warmte levert aan WPW. Dat betekent
dat er na 2030 nog meer dan vijftien jaar warmtevraag zal zijn.
Of de circulaire ambities daadwerkelijk tot een significante reductie van afvalverbranding
in Amsterdam in 2030 leidt is de vraag. In de raming is vooralsnog aangenomen dat de
hoeveelheid afval die verbrand wordt teruggaat naar het niveau van 2018. Daar rekenen we
dan ook mee in de potentieelinschatting van deze raming. In een studie van Rebel voor het
ministerie van Infrastructuur en Milieu uit 2021 (Rebel, 2021) zijn verschillende scenario’s
opgesteld voor de capaciteit van afvalverbranding en toevoer van huishoudelijk afval ín
Nederland. Daarin is in twee van de vier scenario’s een bescheiden daling van de hoeveel-
heid Nederlands restafval te zien richting 2030, Dat is een klein aandeel ten opzichte van de
capaciteit die nu al wordt benut voor geïmporteerd afval. De hoeveelheid afval hangt dan
ook vooral af van de vraag of de import van afval wordt teruggeschroefd. Rebel laat één
scenario zien waarin 40% van de afvalverbrandingscapaciteit in NL niet wordt benut, één
scenario waarin dit 25% is en twee scenario’s waarin alle capaciteit wordt benut, dus ook
die van AEB. Als voor de volledige verbrandingslijn van AEB CCS wordt toegepast, ligt het
voor de hand dat dit juist één van de centrales ís die wel wordt benut, ook bij afnemende
24 220443 - Inventarisatie aanvullend klimaatbeleid - Januari 2023 (Q A
afvalstromen. Voor de doelen van 2030 kan het dus wel degelijk lonen om meer CCS toe te
passen bij AEB,
Actie Amsterdam
De gemeente Amsterdam heeft AEB verkocht aan AVR en wacht alleen nog op goedkeuring
van de ACM voordat de koop definitief is. Daarmee verliest ze de zeggenschap over AEB,
De gemeente kan AEB stimuleren om meer CCS toe te passen door met ze in gesprek te
gaan en de financiële belemmeringen weg te nemen. Dat kan zijn door het gat in de
businesscase te dekken bovenop de SDE++. Een dergelijke subsidie moet echter wel goed
verantwoord worden ín verband met Europese staatsteunregels. De steun kan eventueel
afhankelijk gemaakt worden van de hoeveelheid afval, zodat alleen subsidie betaald wordt
als er daadwerkelijk een tekort in de businesscase ontstaat door een te lage benutting van
de capaciteit.
Mogelijke kosten en belemmeringen
Mogelijk ís het nodig dat de gemeente Amsterdam financieel bijspringt om de businesscase
rond te maken. Het ís echter niet zeker dat dat nodig is. Een bepalende factor is wel het
verkrijgen van SDE++-subsidie.
Aanvullende CCS bij AEB zorgt in de CO‚-boekhouding van Amsterdam voor negatieve
emissies. Negatieve emissies worden op dit moment nog niet meegeteld voor Europese en
nationale doelstelling. Hier wordt echter wel over gesproken en naar verwachting zullen
deze op termijn gaan meetellen (Simon, 2021). CCS bij biomassa- en verbrandings-
installaties is echter al wel meegenomen in de SDE++ en daarom vormt het geen directe
belemmering.
Gevolgen voor burgers en bedrijven
De impact op AEB van deze maatregel is groot. Er moet een zeer groot project gerealiseerd
worden, aanvullend op de bestaande plannen, inclusief het regelen van investeringsbudget,
vergunningen, en aansluiten op CO‚-infrastructuur. De OCAP-pijpleiding wordt ín het onder-
zoek van Southpole geclassificeerd als veelbelovend voor 2030 en heeft een grote capaciteit
(verwacht wordt een capaciteit van 2 Mton). Dit vraagt veel van AEB en succes is niet gega-
randeerd. Anderzijds zit AEB al wel in het proces om een CCS-project te realiseren en heeft
dus ervaring met de voorbereiding van een dergelijk project.
Meer CO) afvangen zorgt volgens AEB voor een lagere warmteproductie dan waar nu vanuit
gegaan wordt voor warmtelevering aan woningen en industrie. Er dient daarom gekeken te
worden naar alternatieve duurzame bronnen voor het warmtenet WPW om de warmtepiek-
vraag te kunnen blijven dekken.
Maatregel 8: Andere CCS-projecten
Naast CCS bij de afvalverbrandingsinstallaties van AEB, kan CCS ook op andere plekken
worden toegepast. Als CCS bij de AEB wordt gerealiseerd, en de infrastructuur om de
afgevangen CO; te transporteren en geologisch op te slaan eenmaal aanwezig is, is het
relatief makkelijk om andere puntbronnen van CO, in de buurt van de AEB op deze
infrastructuur aan te sluiten. CCS biedt de mogelijkheid om in één keer een grote CO,-
reductie te realiseren. Met een aanzienlijke inspanning van Amsterdam is het mogelijk nog
extra projecten te realiseren voor 2030. Dit gaat gedeeltelijk over afvangen van biogene
CO), waardoor negatieve emissies ontstaan.
25 220443 - Inventarisatie aanvullend klimaatbeleid - Januari 2023 (Q A
Southpole (Southpole, 2022) heeft potentiële bronnen ín beeld gebracht van biogene
emissies, waar met CCS dus negatieve emissies gerealiseerd kunnen worden. Naast AEB zijn
dat:
— Cargill (40.000 ton/jaar, nu geen plannen, ‘less promising unless strongly incentivized’ }
— Advanced Methanol Amsterdam (AMA) (‘less promising’ ín 2030, ‘promising’ in 2050: 116
kton CO,/ jaar);
— Bio energy NL (‘not promising’ in 2030, ‘promising’ in 2050);
— Waternet (85 kton CO,/jaar, ‘less promising’, stromen zijn te klein en te verdund).
Southpole noemt een totaal potentieel van 900 kton/jaar inclusief AEB. Zonder AEB ís dat
420 kton. Voor 2030 zijn met name Cargill en in mindere mate AMA interessant om verder
te verkennen. Daarvoor is waarschijnlijk wel een aanzienlijke (financiële) prikkel nodig
vanuit de gemeente Amsterdam.
Daarnaast kan CCS ook toegepast worden bij de biomassacentrale van AEB. Een schatting
van de emissies op basis van de hoeveelheid snoeihout (110.000 ton snoeihout ín bmc (AEB,
2018) en een emissiefactor van 1,6 kg CO,/kg hout (NHK, 2018) ís circa 176 kton.
Ook de CO; uit de nieuwe bio-LNG plant van Titan kan opgeslagen worden. Bij de productie
van bio-LNG (vloeibaar) of bio-methaan (gas) uit biogas komt een vrijwel zuivere CO‚-
stroom vrij, die meestal de atmosfeer in gaat. De huidige plannen van Titan zijn om deze
CO; te hergebruiken in de glastuinbouw. (Offshore Energy, 2022) De CO‚-emissies bij Titan
zijn vermoedelijk van de ordegrootte 100 kton/j.
Tenslotte kunnen de emissies uit de waterzuivering nog beter in beeld gebracht worden. Er
wordt al CO; afgevangen bij de groengasinstallatie ten behoeve van CCU, maar dit gaat om
een beperkt volume van circa 11 kton (Waternet, 2022). Een groot deel van de emissies van
een waterzuivering komt uit de aerobe zuivering, waarbij het meeste organisch materiaal
uit het afvalwater door bacteriën wordt afgebroken (Perakí, 2019). Omdat dit uitsluitend
biogene emissies betreft, worden deze niet meegeteld en daarom ook niet gerapporteerd.
Het potentieel om deze emissies te voorkomen ís dus onbekend. Southpole schat het poten-
tieel voor CCS bij waternet in 2030 in als 85 kton, maar geeft dat de kwalificatie ‘less-
promising’. Op de langere termijn kan de techniek zich verder ontwikkelen en het poten-
tieel toenemen tot de ordegrootte van 1 Mton/j. Omdat er nu geen prikkel bestaat om deze
biogene emissies te voorkomen of af te vangen, is er ook weinig aandacht voor mogelijke
technieken om dit te doen. De gemeente zou hier nader onderzoek naar kunnen (laten)
doen. Er ís op dit moment te weinig feitelijke basis om aan deze aerobe emissies een
concreet reductiepotentieel voor 2030 toe te kennen, maar gezien de omvang van de
emissies kan dit reductiepotentieel op de lange termijn, en mogelijk ook al voor 2030,
significant blijken zijn.
De grote fossiele puntbronnen van CCS in Amsterdam zijn elektriciteitscentrales. Deze
worden niet meegerekend met de emissies van Amsterdam. Bovendien is de toepassing van
CCS bij elektriciteitscentrales omstreden. Wij zien niet direct grote industriële uitstoters in
Amsterdam waar CCS voor de hand ligt. Bij een aantal grote uitstoters waar CCS zou kunnen
worden toegepast, zijn er plannen om te elektrificeren.
De bovengenoemde opties hebben per stuk een groot potentieel, maar het ís zeer uitdagend
om ze te realiseren. We tellen de potentiëlen van de genoemde opties dan ook niet op om
het potentieel van deze maatregel te bepalen, maar gaan er van uit dat één van deze
projecten gerealiseerd kan worden vóór 2030. De kleinste projecten hebben een potentieel
van circa 100 kton. Dat zien we dan ook als het minimaal haalbare potentieel van deze
26 220443 - Inventarisatie aanvullend klimaatbeleid - Januari 2023 (Q A
maatregel. De onzekerheid bij dit potentieel ís echter groter dan bij de overige
maatregelen.
Actie Amsterdam
Verken bij bovengenoemde installaties of CCS kan worden toegepast vóór 2030 en wat
daarvoor nodig is. Ga het gesprek aan met de betreffende bedrijven.
Mogelijke kosten en belemmeringen
Voor deze installaties geldt hetzelfde als voor CCS bij AEB. Een randvoorwaarde voor CCS is
het verkrijgen van SDE++, Negatieve emissies worden op dit moment niet meegeteld, maar
hier zit beweging in.
Gevolgen voor burgers en bedrijven
Voor de betreffende bedrijven is de impact groot. Er moet een zeer groot project
gerealiseerd worden, inclusief het regelen van investeringsbudget, vergunningen, zoeken
van en aansluiten op CO‚-infrastructuur. In tegenstelling tot AEB, hebben deze bedrijven
geen lopend traject om op voort te bouwen.
Maatregel 9: Faciliteren verduurzaming energie-intensieve industrie
De energie-intensieve industrie wordt gestimuleerd om te verduurzamen via financiele
prikkels zoals de ETS-prijs en de CO;-heffing. De emissiereductie die voor deze sector in de
raming ís opgenomen ís op deze instrumenten gebaseerd. Of deze reductie daadwerkelijk
gerealiseerd wordt in Amsterdam hangt onder andere af van de vraag in hoeverre de indivi-
duele bedrijven besluiten om voor 2030 hun productieprocessen te verduurzamen, wat weer
afhangt van tal van andere aspecten. De gemeente kan de bedrijven stimuleren hiertoe
over te gaan door het voeren van gesprekken over de opties en plannen van de bedrijven en
het faciliteren van het verduurzamingsproces. Concreet kan Amsterdam vooral een rol
spelen bij het realiseren van de benodigde infrastructuur (verzwaring elektriciteitsnetten,
waterstofleiding, CO‚-transportleiding, stoomleiding, uitbreiding warmtenet):
— bedrijven en netbeheerders informeren en bij elkaar brengen;
— energiebesparingsonderzoeken initiëren;
— vergunningsprocedures kort houden;
— MIEK (Meerjarenprogramma Infrastructuur Energie en Klimaat)-projecten een officiële
status geven;
— negatieve emissies erkennen;
— tijdig in kaart brengen van tracés (voor stoom, waterstof, CO, en restwarmte) door de
port of Amsterdam;
— het aanwenden van de aandeelhouderspositie van de gemeente.
Of en in hoeverre deze faciliterende rol leidt tot concrete verduurzaming van energie-
intensieve productieprocessen voor 2030 is op dit moment niet te zeggen. Hiertoe zou de
gemeente afspraken moeten maken met de betreffende bedrijven. We kennen daarom geen
reductiepotentieel toe aan deze maatregel. De maatregel moet vooral gezien worden als
een manier om de emissiereductie uit de raming daadwerkelijk te halen en waar mogelijk
te overtreffen. Wanneer er concrete afspraken gemaakt zijn met de bedrijven over hun
verduurzamingsplannen kan het reductiepotentieel van deze maatregel voor 2030 worden
ingeschat.
27 220443 - Inventarisatie aanvullend klimaatbeleid - Januari 2023 (Q A
Actie Amsterdam
De acties voor de gemeente zijn hierboven al genoemd. Deze zijn vooral faciliterend van
aard en richten zich met name op het realiseren van de benodigde infrastructuur.
Mogelijke kosten en belemmeringen
Omdat de acties voor Amsterdam vooral faciliterend zijn, zijn de kosten beperkt tot
onderzoeks- en apparaatskosten.
Gevolgen voor burgers en bedrijven
De betrokken bedrijven worden ondersteund ín de verduurzamingsplannen die ze hebben
opgesteld.
4,6 Elektriciteit
Onder deze sector valt al het finale elektriciteitsverbruik binnen Amsterdam. Omdat in de
andere sectoren elektrificatie plaatsvindt om emissies te reduceren (warmtepompen,
elektrische auto’s, elektrische boilers, etc.) neemt de totale elektriciteitsvraag toe.
De landelijke emissiefactor, die gebruikt wordt om de emissies als gevolg van het elektricí-
teitsverbruik vast te stellen, neemt echter richting 2030 sterk af. Daardoor nemen ook de
emissies vanuit de sector elektriciteit netto af.
Het eindbeeld voor de sector elektriciteit ís dat de landelijke elektriciteitsproductie geheel
duurzaam wordt. In 2030 zal het echter nog niet zover zijn en is de emissiefactor nog >» 0.
Aanvullende hernieuwbare elektriciteitsproductie in Amsterdam zelf draagt bij aan het
verlagen van de landelijke emissiefactor, maar dit is een beperkt effect. De emissies vanuit
deze sector kunnen vooral omlaag worden gebracht door in te zetten op grotere efficiëntie
(bijvoorbeeld led-lampen, warmtepompen), energiebesparing en het weren van grote
verbruikers (bijvoorbeeld datacenters). In het laatste geval ís er echter het reële risico dat
deze grootverbruikers zich elders zullen vestigen, waardoor het in feite om verplaatsing van
emissies en niet om daadwerkelijke emissiereductie gaat.
4,6.1 Wat moet er gebeuren om de raming te halen
De landelijke emissiefactor voor elektriciteitsproductie is sterk bepalend voor de emissies
van de sector elektriciteit. Deze wordt in de KEV ingeschat voor 2030 en in onze raming
overgenomen. Of de raming gehaald wordt hangt daarom vooral af van de mate waarin de
projecties in de KEV accuraat blijken te zijn.
Voor het overige geldt dat als de raming in de sectoren Gebouwde omgeving, Industrie en
Mobiliteit gehaald wordt, dit tot meer emissies in de sector Elektriciteit leidt dan wanneer
de raming in die sectoren niet gehaald wordt. Er is daarom geen rationale om de emissies ín
de sector Elektriciteit op zichzelf zo laag mogelijk te krijgen; de beleidsinzet dient vooral ín
de andere sectoren plaats te vinden en de emissies binnen Elektriciteit reflecteren de
uitkomst daarvan.
Wel wordt er ín de raming een besparingspercentage van 1,0% per jaar aangenomen
toegepast op woningen, diensten en bouwnijverheid. Dit wordt beschouwd als een
autonome ontwikkeling, maar als de besparing hierbij achter zou blijven zou er aanvullend
beleid gevoerd kunnen worden om de raming op dit punt te halen. Gezien de huidige
energieprijzen lijkt 1,0% echter een conservatieve aanname voor autonome besparingen.
28 220443 - Inventarisatie aanvullend klimaatbeleid - Januari 2023 (Q A
4.6.2 Landelijke context
Landelijk wordt er fors ingezet op met name uitbreiding van wind op zee. Mede hierdoor ís
de projectie voor de emissiefactor voor elektriciteit voor 2030 afgenomen van 0,09 ka/kWh
in de KEV 2021 (gebruikt voor onze vorige update) naar 0,07 ka/kWh in de KEV 2022
(verwerkt in de update voor dit project). Dat ís een significante verbetering die een groot
deel van de extra emissiereductie in de raming verklaart.
Vanwege de oorlog in Oekraïne, de hoge energieprijzen en de wens om onafhankelijk te
worden van Russisch aardgas is er een landelijke campagne opgetuigd om energie, en dan
met name aardgas, te besparen. Dit biedt een goede voedingsbodem om vergelijkbare
initiatieven in Amsterdam op te zetten, zoals het door ons voorgestelde convenant (zie
maatregel 2).
4.6.3 Aanvullende maatregelen
Hieronder presenteren we één aanvullende maatregel voor de sector Elektriciteit:
Onderzoek naar plannen datacenters.
Het aanpakken van netcongestie ís daarnaast een belangrijke randvoorwaarde voor
elektrificatie van grote delen van andere sectoren, zoals ook al in Paragraaf 4.5 aan de orde
is gekomen.
Verder hebben we de volgende opties voor maatregelen geïdentificeerd. Deze kunnen
interessant zijn voor Amsterdam maar leveren relatief weinig emissiereductie op en/of
nemen risico’s met zich mee. Het plaatsen van batterijen om lokaal tijdelijk netcongestie
op te lossen heeft bijvoorbeeld het risico dat deze in een later stadium toch op het net
aangesloten worden, wat juist tot meer netcongestie leidt:
— Energiebesparing utiliteit en kantoren: lichten ’s nachts uit, deuren dicht, etc.
Onderdeel van convenant, zie GO.
— Zon op dak lokaal gebruiken om netcongestie tegen te gaan.
— Apparaatjes die sluipverbruik meten uitdelen aan mkb en woningen.
— Mogelijkheid om koelkast, etc. ín te ruilen voor zuiniger exemplaar voor minima.
— Verplichte zon op dak voor bepaalde locaties, bijvoorbeeld parkeerplaatsen.
— Batterijen plaatsen, slimme laadpalen, etc
— Landelijk beleid: CO‚-normeringsverplichting voor elektriciteit.
Maatregel 10: Onderzoek naar plannen datacenters
We nemen ín de raming een groei ín het aantal datacenters mee van 318 MW ín 2030
(Gemeente Amsterdam, 2020), bovenop de bestaande datacenters. Dit betreft de aanvragen
voor datacenters die op dit moment bij de gemeente Amsterdam liggen. Als deze aanvragen
niet worden gehonoreerd scheelt dat dus 318 MW aan elektriciteitsverbruik in 2030. Dit
komt overeen met een emissiereductie van circa 75 kton.
Er is in Weesp ook een aanvraag voor een datacenter gedaan (College van B&W gemeente
Amsterdam, 2022a). Het niet toestaan daarvan levert uiteraard ook een besparing op, maar
in de rest van deze studie zijn de emissies van Weesp niet meegenomen. De extra
potentiële reductie in Weesp van circa 8 kton kan dus niet afgezet worden tegen de
460 kton extra reductie die nodig is om de 60% te halen (zie Hoofdstuk 3}, omdat de
emissies van Weesp hier niet bij betrokken zijn.
29 220443 - Inventarisatie aanvullend klimaatbeleid - Januari 2023 (Q A
De datacenters die niet in Amsterdam terecht kunnen zullen waarschijnlijk elders in
Nederland een locatie zoeken. De behoefte aan datacenters en de gunstige condities
daarvoor in Nederland zullen immers niet veranderen. Dit betekent dat er de facto sprake is
van verplaatsing van emissies en niet van emissiereductie.
Geen nieuwe datacenters toestaan, heeft een relatie met Maatregel 1: versnelde
verduurzaming van warmtenetten. In de huidige afspraken voor de verduurzaming van de
warmtenetten wordt immers ook het gebruik maken van restwarmte van datacenters als
één van de opties genoemd. Doordat er minder datacenters komen, is er ook minder
restwarmte beschikbaar voor het warmtenet. Er ís echter wel voor 131 MW (stand van zaken
05-10-2020) aan bestaande datacentercapaciteit, die restwarmte zou kunnen leveren
(Gemeente Amsterdam, 2020). In het warmtenet-convenant wordt niet gespecificeerd
hoeveel warmte door datacenters geleverd kan worden en de warmte kan ook door andere
duurzame opties worden gegenereerd. Daarom heeft dit geen impact op de potentieel-
inschatting voor Maatregel 1.
Actie Amsterdam
De gemeente kan de bestaande en toekomstige aanvragen voor datacenters binnen de
gemeentegrenzen afwijzen. Hier is echter wel een juridische grond voor nodig.
De bestemmingsplannen moeten worden aangepast.
Mogelijke kosten en belemmeringen
Er kan schade ontstaan uit het wijzigen van de bestemmingsplannen. Bijvoorbeeld derving
van inkomsten uit grondverkoop of erfpacht, of vertraging in andere bouwprojecten.
Gevolgen voor burgers en bedrijven
Doordat er geen datacenters meer bijkomen neemt de voorziene netcongestie af.
De ruimte op het net komt echter niet automatisch beschikbaar voor andere bedrijven op
het elektriciteitsnet. De ruimte komt alleen beschikbaar als het contract van het data-
center met de netbeheerder wordt verbroken.
30 220443 - Inventarisatie aanvullend klimaatbeleid - Januari 2023 (Q A
5 Conclusie
De gemeente Amsterdam streeft naar 60% reductie van broeikasgassen in 2030 ten opzichte
van 1990. Uit de geüpdatete raming van het klimaatbeleid van Amsterdam blijkt echter dat
de emissiereductie op basis van het huidige beleid onvoldoende ís om dat doel te halen.
In deze studie hebben we aanvullende maatregelen geformuleerd die de gemeente
Amsterdam zou kunnen nemen om het doel voor 2030 alsnog te realiseren. Dat vraagt
echter een zeer grote inspanning, zowel om de plannen die al in de raming zijn opgenomen
daadwerkelijk te realiseren als om genoeg aanvullende maatregelen te realiseren.
De raming voor 2030 komt uit op 1.980 kton CO‚-emissies, dat komt overeen met een
reductie van 48% ten opzichte van 1990, met een bandbreedte van 15 tot 56% reductie.
De doelstelling van 60% reductie wordt volgens deze raming niet gehaald, ook niet ín het
meest optimistische scenario. Het ís echter geen gegeven dat de emissiereductie die wel ín
de raming is opgenomen ook gerealiseerd wordt. Voor veel maatregelen moet er nog heel
veel gebeuren om de emissiereducties daadwerkelijk te realiseren. Daarbij is het belangrijk
dat de betreffende acties zo snel mogelijk in gang worden gezet, zodat ze uiterlijk in 2030
gerealiseerd zijn. Het halen van de raming vraagt dan ook nog een grote inspanning van de
gemeente Amsterdam en andere betrokken partijen.
Ten opzichte van de raming moet nog 460 kton aanvullende emissiereductie gerealiseerd
worden om het doel voor 2030 te halen. We hebben geïnventariseerd wat voor maatregelen
er aanvullend nog mogelijk zijn om de emissies van Amsterdam te reduceren. Tabel 4 geeft
een overzicht van tien mogelijke aanvullende maatregelen. Er is voldoende potentieel om
het doel voor 2030 nog te halen, maar dit vraagt wel grote inspanningen waarbij de onze-
kerheid over het daadwerkelijk slagen hoog ís. Voor de meeste maatregelen ís bovendien
niet alleen een actie van de gemeente Amsterdam nodig, maar moeten juist ook andere
partijen ín actie komen, zoals bedrijven en de rijksoverheid (ín geval van pleiten voor
aanpassingen landelijk beleid). Het is dan ook aan te raden om meer maatregelen te nemen
dan op basis van de potentieelinschatting nodig ís om ruimte te laten voor tegenvallers.
Tabel 4 - Maatregelen quickscan, incl. inschatting reductiepotentieel.
COz-eq. (schatting
6 _| Pleiten voor 80 km/u op snelwegen Amsterdam (landelijke maatregel) | ________10kton|
_8_| Andere CCS-projecten 400 kton |
_9_ | Faciliteren verduurzaming energie-intensieve industrie | ntb|
De maatregelen op deze lijst zijn stuk voor stuk zeer uitdagend. Alle gemakkelijke
maatregelen zijn immers al genomen. De meeste maatregelen hebben we geselecteerd
omdat het potentieel relatief groot ís en ze daardoor een significante bijdrage kunnen
31 220443 - Inventarisatie aanvullend klimaatbeleid - Januari 2023 (Q A
leveren aan het doelbereik. In de lijst staan echter ook enkele maatregelen met een kleiner
potentieel, Dat hebben we gedaan in de gebouwde omgeving (Maatregel 2 en 3) omdat de
gemeente hier zelf direct invloed kan uitoefenen en er een belangrijk signaalfunctie en
gevoel van urgentie van uitgaat. In de mobiliteitssector hebben we twee maatregelen
meegenomen met een kleiner potentieel (Maatregel 5 en 6) als vangnet voor de maat-
regelen in de raming. Het potentieel van deze maatregelen ís namelijk veel groter als de
uitstootvrije zone voor personenvervoer uit de raming, waarvan de juridische haalbaarheid
nog niet zeker is, niet wordt gerealiseerd.
Alleen Maatregel 7, het realiseren van CCS voor de totale uitstoot van AEB zou ruim vol-
doende zou zijn om de extra reductieopgave van 460 kton te halen. Alle andere maat-
regelen blijven hier ver onder, waarbij met name het potentieel van het afvangen van
biogene CO; uit andere installaties dan de AEB (Maatregel 8) voor 2030 erg onzeker is en het
potentieel van Maatregel 9 op dit moment nog niet kan worden bepaald.
Als de maatregelen waarbij van CCS gebruik wordt gemaakt buiten beschouwing worden
gelaten, zijn alle andere maatregelen samen uit Tabel 4 gezamenlijk nog niet voldoende om
de noodzakelijke 460 kton emissiereductie in 2030 te behalen.
We kunnen dus concluderen dat het nog mogelijk is om de doelstelling van 60% reductie in
2030 te realiseren. Het vergt echter nog grote inspanningen voor de maatregelen die al zijn
opgenomen in de raming én voor het nemen van ingrijpende aanvullende maatregelen.
We adviseren om alle maatregelen nader uit te werken, zodat de kans zo groot mogelijk is
dat het doel uiteindelijk wordt gehaald.
32 220443 - Inventarisatie aanvullend klimaatbeleid - Januari 2023 (Q A
.
6 Literatuur
Actienetwerk 15% GasTerug, 2022 Actienetwerk 15% GasTerug [Online]
https://ikzetookdeknopom.nl/
AEB, 2018 AEB Bio-energiecentrale [Online] https: //www.aebamsterdam.nl/mieuws/aeb-
bio-energiecentrale-aeb-bec/.
Amsterdam, G., 2023. Energie besparen? Doe mee met de actie!,
https: //www.amsterdam.nl/ondernemen/nieuws/energie-besparen-doe-mee-
actie/,
Berenschot, 2022. De Amsterdamse klimaatambitie, Aanvullende maatregelen om te
komen tot 55% CO2
-reductie in 2030.
CE Delft, 2009. Langzamer is zuiniger : Verkenning van klimaatwinst van snelheidsverlaging
op de snelweg, Delft: CE Delft.
CE Delft, 2021. Monitor Amsterdam Klimaatneutraal : Effect van voorgenomen beleid op
CO2-uitstoot - Update 2021, Delft: CE Delft.
CE Delft, 2022a. Bijmengverplichting groen gas. Ontwerpopties en effectenanalyse, Delft:
CE Delft.
CE Delft, 2022b. Effect van normering hybride warmtepompen op Amsterdam, Delft: CE
Delft.
CE Delft, 2022c. Raming Amsterdam Klimaatneutraal : Effect van beleid op CO2-uitstoot
(update 2022), Delft: CE Delft.
Auteur, Jaar. Titel. Editie ed, Plaats van uitgave: Uitgever.
College van B&W gemeente Amsterdam, 2022b. Raadsinformatiebrief Uitwerking van het
isolatieoffensief, Gemeente Amsterdam,
https: //amsterdam.raadsinformatie.nl/document/11985420/1/01+Raadsinformatie
brief+uitwerking+van+het-+isolatieoffensief.
Gasunie, 2022 Superkritische watervergassing [Online]
https: //www.gasunie.nl/ projecten/superkritische-watervergassing.
Gemeente Amsterdam, 2020. Amsterdam Duurzaam Digitaal: Vestigingsbeleid datacenters
gemeente Amsterdam 2020-2030, Gemeente Amsterdam, 14 oktober 2020
https:/ /openresearch.amsterdam/nl/page/62735/vestigingsbeleid-datacenters-
gemeente-amsterdam-2020-%E2%80%93-2030,
Auteur, Jaar. Titel. 30 km/u in de stad. Editie ed. Plaats van uitgave: Uitgever.
Gemeente Amsterdam, 2022 Dataset CO2 uitstoot Amsterdam [Online]
https: / /onderzoek. amsterdam.nl/dataset/co-2-uitstoot-amsterdam.
Gemeente Diemen, Gemeente Almere, Gemeente Amsterdam, Gemeente Weesp,
Gemeente Gooise Meren, Provincie Noord Holland & Vattenfall, 2019. Convenant
verduurzaming stadsverwarmingscentrale Diemen,
https: //bestuur. gooisemeren.nl/fileadmin/news _import/1501018 Bijlage _bij_RM_-
Convenant _Stadsverwarmingscentrale_ Diemen. pdf.
Groenen, T., 2018. Nijmegen Warm Welkom : Onderzoek t.b.v. campagne 2018: Tessa
Groenen Projectmanagement en advies | MVO | Recreatie & toerisme.
Het Parool, 2022. Bedrijven op de Zuidas doen 's nachts de lichten uit,
https: //www.parool.nl/amsterdam/bedrijven-op-de-zuidas-doen-s-nachts-de-
lichten-uit-b63f1b8b/.
Mini-burgerberaad, 2021. Een mini-burgerberaad over een maxi-vraagstuk: Amsterdam van
37% naar 55% CO; -reductie in 2030, Amsterdam: Gemeente Amsterdam.
Ministerie van EZK, 2022. Wet collectieve warmtevoorziening, besluit infrastructuur in
publieke handen, Rijksoverheid, https: //open.overheid.nl/repository/ronl-
8945a8cObcb7be54eae00d4d2bbb75763326f399/1/pdf/wet-collectieve-
warmtevoorziening-besluit-infrastructuur-in-publieke-handen.pdf.
33 220443 - Inventarisatie aanvullend klimaatbeleid - Januari 2023 (Q A
NHK, 2018. Factsheet CO; uitstoot van haarden en kachels in Nederland, https: //stichting-
nhk.nl/wp-content/uploads/2018/12/1812-CO2-document-houtstook. pdf.
Nu.nl, 2022 Gasverbruik in Nederland met tientallen procenten gedaald [Online]
https: //www.nu.nl/economie/6224427/ gasverbruik-in-nederland-met-tientallen-
procenten-gedaald. html.
Offshore Energy, 2022 Port of Amsterdam to house world’s largest bio-LNG plant [Online]
https: //www.offshore-energy.biz/ port-of-amsterdam-to-house-worlds-largest-bio-
Ing-plant/.
PBL, 2022a. Beleidsoverzicht en factsheets beleidsinstrumenten. Achtergronddocument bij
de Klimaat- en Energieverkenning 2022, Den Haag: Planbureau voor de
Leefomgeving (PBL).
PBL, 2022b. Klimaat- en Energieverkenning (KEV) 2022, Den Haag: Planbureau voor de
Leefomgeving (PBL).
Peraki, L., 2019. Towards a climate-neutral wastewater treatment plant in Leeuwarden.
PvdA, GroenLinks & D66, 2022. Amsterdams Akkoord 2022-2026, Amsterdam: Gemeente
Amsterdam.
Rebel, 2021. Actualisatie toekomstscenario’s voor afvalverbranding in Nederland.
Rijksoverheid, 2019. Klimaatakkoord, Den Haag: Rijksoverheid.
Rijksoverheid, 2021. Ontwerp memorie van toelichting: Wet van [datum] tot wijziging van
de Omgevingswet en de Gaswet in verband met gemeentelijke instrumenten voor
de warmtetransitie in de gebouwde omgeving (Wet gemeentelijke instrumenten
warmtetransitie), Den Haag: Rijksoverheid.
Simon, F., 2021. EU plans certification scheme for carbon dioxide removals, EURACTIV, 4
November 2021 https: //www.euractiv.com/section/energy-environment/news/eu-
plans-certification-scheme-for-carbon-dioxide-removals/.
Southpole, 2022. Quick scan on the carbon removal potential in the Amsterdam
Metropolitan Area and the North Sea Canal area.
Staatsecretaris Fiscaliteit en Belastingdienst, M. i. W., 2022. Kamerbrief over eerste
hoofdlijnen Betalen naar Gebruik.
TNO, 2019. Routekaart verduurzaming van het zorgvastgoed - ziekenhuizen: TNO
Innovation for Life.
Vattenfall, 2020. Stadswarmte-etiket 2020,
https: //www.vattenfall.nl/media/consumenten/producten/stadsverwarming/co2-
rapporten/vattenfall-stadswarmte-etiket-2020. pdf,
Vattenfall, 2021. Stadswarmte-etiket 2021,
https: //www.vattenfall.nl/media/consumenten/producten/stadsverwarming/co2-
rapporten/vattenfall-warmte-etiket-stadswarmte-2021. pdf.
Verkeerskunde., 2022 Geen landelijke kilometerheffing, wel een congestieheffing in
Groot-Amsterdam [Online] https: //www.verkeerskunde.nl/blog/blog-geen-
landelijke-kilometerheffing-wel-een-congestieheffing-in-groot-amsterdam.
Waternet, 2022. Bouw groengasinstallatie,
https: //www.waternet.nl/werkzaamheden/ bouw-groengasinstallatie/,
34 220443 - Inventarisatie aanvullend klimaatbeleid - Januari 2023 (Q A
A Update raming Amsterdam
klimaatneutraal
CE Delft voert een jaarlijkse update uit van een raming van de CO‚-uitstoot in 2030 in de
gemeente Amsterdam. De meest recente jaarlijkse update was in februari 2022 (CE Delft,
2022c). In november 2022 is de klimaat en energieverkenning (KEV) 2022 uitgekomen(PBL,
2022b). De KEV ligt aan de basis van de raming van de CO,-uitstoot. In het kader van dit
onderzoek is het van toegevoegde waarde om nu (ruim een half jaar na de jaarlijkse
update) toch al een tussenupdate van de raming te doen. In deze update nemen we ín
principe alleen de update van de KEV mee, Daarnaast nemen we enkele kleine updates in
het beleid van de gemeente Amsterdam mee. In lijn met het landelijk beleid is de doel-
stelling van 55% aangepast naar een streven naar 60% CO‚-reductie in 2030 ten opzichte van
1990. In deze bijlage beschrijven we de wijzigingen ten opzichte van de raming gedaan in
februari 2022. Voor de onderwerpen die we in hier niet beschrijven zijn de aannames gelijk
gebleven aan de aannames in de versie van februari 2022.
A1 Gebouwde omgeving
Het transitiepad Gebouwde Omgeving behelst woningen, commerciële dienstverlening en
publieke dienstverlening. We gaan hier in op het aardgasverbruik en warmtenetten.
Elektriciteitsverbruik is opgenomen onder transitiepad Elektriciteit.
Beleid en ontwikkelingen
Verduurzaming warmtenetten
Amsterdam kent twee grote warmtenetten, Westpoort Warmte en het warmtenet in Zuid en
Oost. De gemiddelde emissiefactor van het warmtenet in 2021 was 21 kg/GJ (Vattenfall,
2021), tegen 26 ka/GJ ín 2020 (Vattenfall, 2020). De emissiefactor is gedaald door inzet van
ondermeer biomassa voor de productie van warmte.
Voor beide warmtenetten zijn ambities uitgesproken om de CO,-emisises ín 2040 lineair
vanaf nu terug te brengen naar 0. Voor het warmtenet Noord en West zijn al bindende
afspraken gemaakt. Voor het warmtenet Zuid en Oost zijn er nog geen bindende afspraken
gemaakt. We nemen aan dat ín de raming het warmtenet Noord/West volledig verduur-
zaamt richting 2040. In het minimale uitstoot scenario nemen we aan dat ook Zuid/Oost
volledig verduurzaamt tot 2040. De emissiefactor voor warmte in 2030 komt daarmee uit op
19 (10-21) kg/GJ, tegen 23 ka/GJ in de raming van februari.
Emissiefactor gas omhoog bijgesteld
Volgens de KEV 2022 ís de emissiefactor van gas 56,4 kg/GJ in 2030. De geagendeerde
maatregel ‘bijmengverplichting voor groengas in de gebouwde omgeving’ ís in de KEV 2022
niet toegekend aan de sector gebouwde omgeving, maar wel meegenomen ín de band-
breedte (PBL, 2022b). De KEV gaat uit van O tot 0,4 miljard m? bijmenging, dit is beperkt in
verhouding met de doelstelling van 1,6 miljard m? (20% van het gasverbruik in de gebouwde
6 poor een aanpassing in de verbruiken is deze emissiefactor hoger dan gerapporteerd in (CE Delft, 2022c).
35 220443 - Inventarisatie aanvullend klimaatbeleid - Januari 2023 (Q A
omgeving). Omdat in de plannen geen voorziening is opgenomen om deze emissiereductie
alleen te mogen toekennen aan de gebouwde omgeving, is in de KEV-bandbreedte de
reductie naar rato van het gasgebruik verdeeld worden over alle eindverbruik sectoren in
Nederland (PBL, 2022a).
In de raming stellen we, in lijn met de KEV, de emissiefactor omhoog bij ten opzichte van
de raming in februari 2022. Dit zorgt voor een kleine toename in de emissies uit aardgas ín
de gebouwde omgeving ten opzicht van de raming in februari 2022. Ook nemen we in de
raming, net als ín de KEV, de beperkte bijmenging ín het minimale scenario (minimale
uitstoot) mee. Dit draagt beperkt bij de aan de totale daling aan emissies uit aardgas in alle
sectoren in het minimale scenario.
Afschaffing Amsterdamse BENG+
De scherpere Amsterdamse BENG-normen (BENG-+) zijn ín het coalitieakkoord afgeschaft
(PvdA et al., 2022). Deze scherpere normen werden ín de raming niet meegenomen
(CE Delft, 2021), de afschaffing heeft dus geen effect op de raming.
Uitkomsten
De emissies dalen 21% (14-33%) in 2030 ten opzichte van 2019, De emissies van Gebouwde
Omgeving bedroegen 1.208 kton in 2019. Voor 2030 is 950 kton geraamd, met een
bandbreedte van 810 tot 1.040 kton. In Tabel 5 zijn de resultaten weergegeven.
De raming is gelijk aan de raming van de vorige versie, De emissies uit aardgas zijn
toegenomen ten opzichte van de vorige raming, en de emissies van de warmtenetten zijn
afgenomen. Deze effecten leiden netto tot geen verandering in de geraamde emissies voor
de gebouwde omgeving in 2030. De reductie voorzien tussen 2019 en 2030 komt deels voort
uit autonome ontwikkelingen (van 1.208 kton naar 1.060), deels uit gemeentelijk beleid
(naar 940), waarna groei van de stad de uitstoot weer doet toenemen (naar 950 kton).
Tabel 5 - COz-uitstoot Gebouwde Omgeving (kton COz-eq. per jaar)*
2019 | 2025 | 2030 |
dienstverlening
dienstverlening
* Bandbreedte in ; Î hogere uitstoot geraamd nu dan vorige versie, | lagere uitstoot geraamd nu dan vorige
versie, — geraamde uitstoot gelijk aan vorige versie.
36 220443 - Inventarisatie aanvullend klimaatbeleid - Januari 2023 (Q A
A.2 Mobiliteit
Beleid en ontwikkelingen
Voor de mobiliteit is geen nieuw gemeentelijk beleid meegenomen ín deze update.
De gemeente Amsterdam werkt momenteel aan een uitvoeringsagenda uitstootvrije mobili-
teit, die medio 2023 wordt verwacht met actualisatie van ambities uit Actieplan Schone
Lucht. Voor mobiliteit hebben we daarom ín deze raming alleen de prognoses van de KEV
2022 geüpdatet. In de KEV 2022 gaan de uitstoot van wegverkeer, mobiele werktuigen en
mobiliteit ín het algemeen iets omlaag.
Uitkomsten
De emissies dalen 78% (43-79%) in 2030 ten opzichte van 2019. De emissies van Mobiliteit
bedroegen 825 kton in 2019, Voor 2030 is 180 kton geraamd, met een bandbreedte van 170
tot 470 kton. De raming ís licht positiever dan de vorige versie van de raming (190 kton),
met name door de licht positievere prognoses in de KEV 2022.
De reductie voorzien tussen 2019 en 2030 komt deels voort uit autonome ontwikkelingen
(van 825 naar 660 kton) en voor het overgrote deel uit de emissievrije zones (naar 180
kton), met een tot slot enige toename door groei van de stad (naar 185 kton).
In Tabel 6 lijkt het alsof alle emissies per categorie gelijk blijven, maar alleen het totaal ís
gedaald. Dit komt door afrondingen, de verschillen per categorie vallen weg bij het
afronden op tientallen, maar tellen ín totaal wel op tot een emissiereductie die zichtbaar is
in de afgeronde getallen.
Tabel 6 - COz-uitstoot Mobiliteit (kton COz-eq. per jaar) *
2019 | 2025 | 2030 |
excl. snelwegen
snelwegen
werktuigen
| Brandstofverbruik railverkeer __ | 0 | > 00 | > 00 |
[Totaal | 825 | | 620 540690 | | 4180 170-470 |
* Bandbreedte in ; Î hogere uitstoot geraamd nu dan vorige versie, | lagere uitstoot geraamd nu dan vorige
versie, — geraamde uitstoot gelijk aan vorige versie.
37 220443 - Inventarisatie aanvullend klimaatbeleid - Januari 2023 (Q A
Â.3 Haven en industrie
Beleid en ontwikkelingen
Voor haven en industrie ís geen nieuw gemeentelijk beleid meegenomen ín deze update.
We hebben alleen de prognoses van de KEV 2022 geüpdatet. In de KEV 2022 ís de uitstoot
van de haven en industrie die onder het ETS systeem valt iets hoger dan in de KEV 2021, de
uitstoot van industrie die niet onder het ETS systeem valt is iets lager, uitstoot uit
bunkerbrandstoffen zijn iets hoger. De totale industrie heeft in de prognoses van de KEV
2022 een hogere uitstoot dan in de KEV 2021.
Uitkomsten
De emissies dalen met 48% (bandbreedte ís een stijging van 4% tot een daling van 60%) în
2030 ten opzichte van 1990. De emissies van Haven en Industrie bedroegen 716 kton in
2019. Voor 2030 is 370 kton geraamd, met een bandbreedte van 290 tot 750 kton.
De raming is daarmee gelijk aan de vorige versie.
Tabel 7 laat zien dat de emissies van het aardgasverbruik van de bouwnijverheid omlaag is
gegaan ten opzichte van de vorige versie, maar dat de totale emissies gelijk zijn met de
vorige versie, Dit komt doordat we afgeronde getallen laten zien. De daling in het aardgas-
verbruik van de bouwnijverheid zie je niet terug in het afgeronde getal van de totale
emissies.
AEB heeft in 2019 deels stilgelegen en noteerde daardoor een lagere uitstoot. Dit was
tijdelijk, maar de uitstoot zal niet geheel op het niveau van 2018 terugkomen, onder meer
onder invloed van de CO‚-heffing. Net als in de raming van februari 2022, gaan we ervan
uit dat, bij realisatie van CO-afvang, de hoeveelheid afval die verbrand wordt wel terug
naar het niveau van 2018 gaat. Dit verklaart dat de emissies van AEB in 2025 hoger zijn dan
in 2019,
Tabel 7 - COz-uitstoot Haven en industrie (kton COz-eq. per jaar) *
2019 | 2025 | 2030 |
| Aardgasverbruik bouwnijverheid |___9 | \ 9 7u | 7 69 |
binnenvaart
| Uitstoot overige broeikasgassen | 72 | + 80 7080 | — 60 5070 |
* Bandbreedte in ; Î hogere uitstoot geraamd nu dan vorige versie, | lagere uitstoot geraamd nu dan vorige
versie, — geraamde uitstoot gelijk aan vorige versie.
38 220443 - Inventarisatie aanvullend klimaatbeleid - Januari 2023 (Q A
A.4 Elektriciteit
Beleid en ontwikkelingen
Verduurzaming van elektriciteit
De emissiefactor van elektriciteit van het net zal afnemen. In KEV 2022 ís berekend dat de
emissiefactor door onder meer het Klimaatakkoord zal dalen tot 0,19 kg/kWh in 2025 en
0,07 kg/kWh in 2030. Vorig jaar waren de prognoses respectievelijk 0,21 en 0,09 ka/kWh.
Deze bijstelling heeft een positieve impact op de raming van de CO‚-emissies van
Amsterdam.
Minder groei datacenters
Volgens het vestigingsbeleid van de gemeente Amsterdam is het extra gecontracteerd
vermogen van bekende projecten 318 MW (Gemeente Amsterdam, 2020). De gemeente
verwacht daar bovenop momenteel geen extra groei (behalve een mogelijke extra aanvraag
in Weesp). In de raming gaan we er daarom vanuit dat tot 2030 nog 318 MW aan datacenters
erbij komt. Dat is een stuk lager dan de groei waar in eerdere versies van de raming
rekening mee was gehouden (ongeveer 500 MW).
Wijziging in elektriciteitsverbruik volgens de KEV
In de KEV 2022 zijn wat wijzigingen in de prognoses van het elektriciteitsverbruik in 2030
ten opzichte van de KEV 2021. Het elektriciteitsverbruik van woningen ís hoger ingeschat,
het elektriciteitsverbruik van diensten, industrie en mobiliteit zijn lager ingeschat.
Uitkomsten
Daling van emissies 66% (28-71%) in 2030 ten opzichte van 2019. De emissies van transitie-
pad Elektriciteit bedroegen 1.368 kton in 2019. Voor 2030 is 470 kton geraamd, met een
bandbreedte van 400 tot 980 kton. De raming is gunstiger dan die van vorig jaar (700 kton).
Dit komt door de bijstelling van de emissiefactor van elektriciteit en lagere inschatting voor
de groei van datacenters. De belangrijkste factor in de voorziene daling tussen 2019 en
2030 is dan ook de schonere elektriciteitsproductie ín 2030 (van 1.688 naar 306 kton).
Beleid van de stad zorgt voor een grotere elektriciteitsvraag ter vervanging van aardgas en
brandstoffen (emissies naar 360 kton). Groei van de stad, met name datacenters, zorgt voor
verdere toename van de elektriciteitsvraag en bijbehorende uitstoot (naar 470 kton).
Tabel 8 - COz-uitstoot Elektriciteit (kton COz-eq. per jaar) *
| 2019 | 205 | _____2030 |
| Woningen | 39 | ‚490 woo | ‚ 80 70160 |
Mobiliteit | | — 60 5070 | ‚ 60 6030 |
Industrie | 4180 | ‚ 90 sono | ‚ 40 3070 |
Bouwnijverheid | 3 |, 6 68 |, 2 24 |
[Totaal | 41.368 | ‚ 4.060 ‘0001350 | ‚ 470 400-980 |
* Bandbreedte in ; Î hogere uitstoot geraamd nu dan vorige versie, | lagere uitstoot geraamd nu dan vorige
versie, — geraamde uitstoot gelijk aan vorige versie.
39 220443 - Inventarisatie aanvullend klimaatbeleid - Januari 2023 (Q A
Â.5 Conclusie
Geraamde reductie voor 2030 is 48% (15-56%) ten opzichte van 1990
Figuur 2 - uitstoot in 1990 en 2019 en geraamde uitstoot in 2025 en 2030 (kton COz-eq.)
5.000
+16%
+6%
4.000 6%
-12% 45%
3.000
-48%
2.000 -56%
n L EEE |
1990 2019 2025 2030
mmm 1990 mmm Gebouwde omgeving Mobiliteit
mes Haven en Industrie mmm Elektriciteit mmm Doel 2030 (-60%) (ls
De raming voor 2030 komt uit op 1.980 kton CO,-emissies, dat komt overeen met een
reductie van 48% ten opzichte van 1990, met een bandbreedte van 15 tot 56% reductie.
In de raming ís een schatting gemaakt van de effecten van autonome ontwikkelingen,
vastgesteld en voorgenomen gemeentelijk beleid, en groei van de stad. De doelstelling van
60% reductie wordt volgens deze raming niet gehaald, ook niet in het meest optimistische
scenario.
Minder emissies geraamd, maar hogere doelstelling
In februari 2022 kwam de raming voor 2030 uit op 42% (12-58%) reductie ten opzichte van
1990. De nieuwe raming ís dus gunstiger wat betreft de emissies. Dit ís grotendeels toe te
schrijven aan de lagere emissiefactor voor elektriciteit voorzien in de KEV en dat data-
centers minder groeien richting 2030 dan in de vorige raming. De doelstelling is echter
bijgesteld van 55% naar een streven naar 60% reductie in 2030 ten opzichte van 1990. Deze
wordt volgens deze raming in geen enkel scenario behaald, terwijl in de vorige raming het
doel van 55% wel werd gehaald in het meest optimistische scenario.
40 220443 - Inventarisatie aanvullend klimaatbeleid - Januari 2023 (Q A
Tabel 9 - COz-uitstoot totaal (kton COz-eq. per jaar)*
2019 | 25 | ______2030 |
_Kunstenaultwer | 24 | SS 40 wo |, 8 8u |
luchtkwaliteit
* Bandbreedte in ; Î hogere uitstoot geraamd nu dan vorige versie, | lagere uitstoot geraamd nu dan vorige
versie, — geraamde uitstoot gelijk aan vorige versie.
41 220443 - Inventarisatie aanvullend klimaatbeleid - Januari 2023 (Q A
| Onderzoeksrapport | 42 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Schriftelijke vragen
Jaar 2021
Nummer 111
Datum indiening 14 april 2020
Datum akkoord 12 april 2021
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid De Grave-Verkerk inzake de OBA-vestigingen
in Zuid.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragensteller:
De huur van de huidige locatie van de OBA Buitenveldert aan de Willem van Weldammelaan
blijkt door de OBA te zijn opgezegd. Dit zou verband houden met een voorgenomen
relocatie medio 2021. De OBA heeft echter nog geen alternatieve locatie aangekondigd. Dit
baart de bewoners die gebruikmaken van deze bibliotheek grote zorgen over de toekomst.
De bewoners betwijfelen of er wel een andere locatie komt en of een alternatieve locatie
even goed bereikbaar zal zijn.
De OBA Buitenveldert is niet het enige filiaal in Zuid met een onzekere toekomst. Ook de
huur van de locatie van de OBA Olympisch Kwartier aan de Laan der Hesperiden is per 1 juli
2020 opgezegd door OBA, zonder een nieuwe locatie op het oog.
Onder bewoners ontstaat zorg dat buurtbibliotheken in stadsdeel Zuid opgeheven dan wel
verplaatst worden om plaats te maken voor een eventuele OBA NEXT op de Zuidas. De
fractie van de VVD verneemt graag of deze zorgen op realiteit van beleidsvoornemens
berusten. Ook wil de fractie van de VVD weten in hoeverre het huidige beleid de
bibliotheekvestigingen te spreiden in stadsdeel Zuid op losse schroeven is komen te staan.
Gezien het vorenstaande heeft het lid De Grave-Verkerk, namens de fractie van de VVD,
op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende
schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld:
1. Is het college bekend met de zorgen van de inwoners van stadsdeel Zuid ten aanzien van
voorgenomen relocatie van tenminste twee vestigingen van OBA in dit stadsdeel?
Antwoord:
Ja, hier is het college mee bekend. In janvari 2020 is er een bijeenkomst geweest waarbij
stadsdeelcommissie Zuid, buurtbewoners en de OBA hebben gesproken over de
zoektocht naar een andere locatie voor de vestiging OBA Buitenveldert. Eind april 2020
heeft een dergelijke bijeenkomst, in digitale vorm, ook plaatsgevonden over de
vestiging OBA Olympisch Kwartier. De gemeente Amsterdam heeft periodiek overleg
met de OBA aangaande de huisvesting van hun buurtvestigingen.
Wethouder Meliani heeft namens het college op 20 april 2020 een raadsadres
beantwoord van bezorgde bewoners over de locaties OBA Olympisch Kwartier en OBA
Buitenveldert. Deze beantwoording is 27 mei 2020 ter kennisname geagendeerd voor de
commissie KDD en is besproken tijdens de commissie KDD op 17 juni 2020.
1
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam
Nummer 211 Gemeenteraad R
Datum 1a april 2023 Schriftelijke vragen, dinsdag 14 april 2020
2. Kanhetcollege een garantie geven dat er bij de nieuwe locaties van de OBA in Zuid
rekening wordt gehouden met de bereikbaarheid via het OV, de centrale ligging en de
bereikbaarheid voor minder mobiele bezoekers?
Antwoord:
Voor de OBA zijn bereikbaarheid met het openbaar vervoer en een centrale ligging
belangrijke vitgangspunten. Daarnaast is de toegankelijkheid van de vestigingen voor
minder mobiele bezoekers een wettelijke verplichting. Ook ten aanzien van de nieuwe
locaties in Zuid zal de OBA hiermee rekening houden.
3. Is het college bekend met de verwachte datum van bekendmaking van de nieuwe locatie
OBA Buitenveldert? Zo ja, vanaf welke datum zal deze nieuwe bibliotheek toegankelijk
zijn voor bezoekers? Hoe en wanneer zullen de bezoekers en de leden van de bibliotheek
hiervan op de hoogte worden gesteld?
Antwoord:
Inmiddels is bekend dat de prijs van het huidige huurcontract is verlaagd waardoor de
OBA langer kan blijven. Er is nog geen nieuwe locatie bekend als alternatief voor
buurtvestiging Buitenveldert. Zoals overal in de stad is het vinden van geschikte en
betaalbare huisvesting complex. Zoals in de brief aan de gemeenteraad van 14
december 2020 is gecommuniceerd, wil het college voorkomen dat er ad hoc keuzes
worden gemaakt door de OBA, door bijvoorbeeld op korte termijn huurcontracten op te
zeggen en vestigingen te sluiten. Er wordt daarom gewerkt aan een integrale aanpak.
Het plan voor deze integrale aanpak legt het college ter besluitvorming voor aan de raad
in de eerste helft van 2021.
Wanneer meer bekend is over een nieuwe locatie, ook in het geval van de nieuwe
buurtvestiging Buitenveldert, zal de OBA via haar communicatiekanalen bezoekers en
leden van de bibliotheek op de hoogte stellen. Dit gebeurt via de post en per mail. Ook
zal er een bijeenkomst worden georganiseerd waarin belangstellenden hun wensen met
betrekking tot de nieuwe vestiging kunnen meegeven.
4. In hoeverre is het mogelijk dat de huidige locatie wordt verbouwd naar een modernere
en toegankelijke bibliotheek?
Antwoord:
De mogelijkheden voor verbouwing van de huidige locatie heeft de OBA in een eerdere
fase onderzocht. Op basis daarvan heeft de OBA geconcludeerd dat de mogelijkheden
te beperkt en te duur waren voor de functie zoals de OBA dat voor buurtvestigingen
voor ogen heeft. De verlaging van de huurprijs van OBA Buitenveldert zorgt voor meer
ruimte voor een bescheiden verbouwing / aanpassing van de huidige locatie.
5. Ondanks een groeiende behoefte van bibliotheekbezoekers aan inzet van online
technologie voor lezen en audio, blijkt er bij de bezoekers en leden van de OBA
Buitenveldert en de OBA Olympisch Kwartier (ook) een grote vraag te zijn naar
“ouderwetse” boeken en studeervoorzieningen. In hoeverre zal deze vraag bij de nieuwe
locaties gewaarborgd worden?
2
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam
Nummer 211 Gemeenteraad R
Datum 1a april 2023 Schriftelijke vragen, dinsdag 14 april 2020
Antwoord:
Dit wordt volledig gewaarborgd. Het uitlenen van boeken tot de wettelijke kerntaken
van de OBA. Daarnaast blijven ook de studeervoorzieningen hier aanwezig.
6. Heeft het college vernomen dat de bewoners van de stadionbuurt door middel van een
advertentie op Funda.nl erachter moesten komen dat de OBA Olympische Kwartier al
drie maanden ter verhuur werd aangeboden en zo vernamen dat de betreffende locatie
zou verdwijnen?
Antwoord:
Ja, dit signaal heeft het college ontvangen. De afdeling Kunst en Cultuur is hierover het
gesprek aangegaan met de OBA en er zijn afspraken gemaakt over de communicatie.
De OBA gaat actiever communiceren met bewoners als het gaat om ontwikkelingen
met betrekking tot de vestigingen. Daarbij informeert de OBA de gemeente over
voorgenomen wijzigingen in het vestigingennetwerk en staat dit onderwerp bij de
kwartaal-overleggen die Kunst en Cultuur voert met de OBA standaard op de agenda.
7. Met welke reden is deze beslissing vanuit de organisatie van de OBA niet naar de
bezoekers en bewoners gecommuniceerd?
Antwoord:
De OBA heeft niet direct naar de bewoners uitgedaan omdat de intentie was
tegelijkertijd meer informatie te delen over de nieuwe locaties. Dit duurde uiteindelijk
langer dan de OBA had voorzien. Zoals beschreven in het antwoord op vraag 6 gaat de
OBA actiever communiceren met bewoners over ontwikkelingen met betrekking tot
vestigingen.
8. Komter een alternatieve locatie voor de OBA Olympische Kwartier? Zo ja, hoe en
wanneer wordt dit naar de bewoners gecommuniceerd? Zal hierbij rekening worden
gehouden met de behoeftes van de bezoekers voor de vormgeving van deze
buurtbibliotheek?
Antwoord:
De OBA zoekt naar een alternatieve locatie voor de OBA Olympisch Kwartier in
hetzelfde gebied. De OBA is, samen met de gemeente Amsterdam, bezig met het
herijken van het vestigingen netwerk. Wanneer er een geschikte locatie wordt gevonden
betrekt de OBA de buurtbewoners bij het proces om mee te denken over hoe de nieuwe
locatie eruit komt te zien en wat hierbij belangrijk is. De OBA zal hiervoor een
bijeenkomst organiseren. Inmiddels is de OBA met de verhuurder van de huidige locatie
in gesprek om de huidige vestiging te verkleinen en minder ma te huren.
9. Wordter met het opheffen van de OBA in de Stadionbuurt en met de verhuizing van de
OBA in Buitenveldert voorgesorteerd op de toekomstplannen voor OBA NEXT? Graag
een toelichting.
Antwoord:
Nee, dat is niet het geval. Het opzeggen van de huurcontracten van deze
buurtvestigingen stond los van de ontwikkeling van OBA Next. De OBA heeft besloten
om niet op de huidige locaties te blijven omdat de mogelijkheden en ligging niet
voldoen aan de ambities die de OBA heeft ten aanzien van haar buurtvestigingen en
3
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Nummer 211 \ Gemeenteraad
Datum 12 apr 2021 Schriftelijke vragen, dinsdag 14 april 2020
omdat de huurkosten (te) hoog zijn. Daarnaast is in de motie Vink, waarin wordt
verzocht om de mogelijkheden en de haalbaarheid te verkennen van een nieuwe
vestiging van de OBA op de Zuidas, als vitgangspunt opgenomen dat een Zuidas-
vestiging niet leidt tot het sluiten van enige andere OBA-vestiging of afname van de
dienstverlening bij andere vestigingen.
10. Kan het college toezeggen dat de eventuele komst van OBA Next niet ten koste gaat
van of leidt tot de verdwijning van buurtbibliotheken in de omgeving?
Antwoord:
Zoals in het antwoord op vraag gis te lezen heeft de motie Vink als vitgangspunt dat
een Zuidas-vestiging niet leidt tot het sluiten van enige andere OBA-vestiging of afname
van de dienstverlening bij andere vestigingen. Zoals in de beantwoording op vraag 8 is
terug te lezen wordt er momenteel een integraal plan opgesteld waarbij er wordt
gekeken hoe de OBA de aangekondigde bezuinigingen vanaf 2025 vorm gaat geven.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris
4
| Schriftelijke Vraag | 4 | train |
Gemeente
©
x Dienstverlening: 2022 in vogelvlucht
A m ste rd a Mm Vanaf 7 juni werken 6 Stadsloketten niet meer op afspraak maar op inloop.
En vanaf 31 oktober werkt alleen Stadsloket Weesp nog op afspraak.
2x ezp Stadsloket esp Contact Center Amsterdam (CCA)
EEB Hiervoor komt de Amsterdammer langs EZB Voor deze vragen belt de Amsterdammer 14 020
. ed Parkeervergunning mmm 1)
Kes eSs enten mmm: | bewoners mn
Rijbewijs eenen Melding Openbare Ruimte (MOR)
Burgerzaken ED ep Eerste inschrijving mmm
Eerste inschrijving KE Energietoeslag
À mmm GEKEE) Belasting/heffing particulier mmm
eeen mm (LEED (combi, riool, afvalstoffen, etc) mn
nd
KEER oekraïne OE Parkeerbon nn (VX)
ee
Akte Burgerlijke Stand GLD Hesen Sen ED
mm CED
x1.000 0 20 40 60 80 100 120 140 160 180 200 x1.000 0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100 110
EAB Online
EFB Dit regelt de Amsterdammer zelf online
Afspraken stadsloket mmm) / DS
ned
Afspraak Stadsbank
VEN lening
Verhuizing doorgeven ==
nn END
Bedrijfsvergunning mmm
parkeren mmm
Contactformulier
mmm
Aanvraag uittreksel BRP d KE | KE
EED ienstverlening
N nd 36-194 }
Ontheffing RVV/TVM
x1.000 0 20 40 60 80 100 120 140 160 180 200 220
Mijn Amsterdam*
EFB Deze gepersonaliseerde gegevens zoekt de Amsterdammer op
Persoonlijke gegevens ee
Staps mmm
ad
Burgerzaken mmm
Parkeren
x1.000 0 20 40 60 80 100 120 140 160 180 200 220 240 260 280 300
Mijn Amsterdam* Elte
lo
EFB Via Mijn Amsterdam doorverbinden
Belastingen el
Smartphone
Amsterdam.nl mmm ae u
Mijn
Parkeervergunning ‘mmm Amsterdam
Mijn Subsidies mmm 2022 mm
Desktop
Mijn Erfpacht mmm (54%)
x1.000 0 20 40 60 80 100 120 140 160 180 200 220 240 260 280 300
* Door een verbeterde meetmethode zijn de cijfers niet te vergelijken met voorgaande jaren.
es Ï LK)
Bam
> Gemeente In alles wat we doen zetten wa de
Amsterdammer centraal. We zorgen
at onze dienstverlening persoonlijk,
Amsterdam _ aar onze arenstver ijk ”
eenvoudig en toegankelijk is.
md
=
®
Klant- CES-score
2021 2022 2021 2022 tevredenheid (1-5)*
s Meldingen Openbare Ruimte 408.106 372.518 1, Telefoon 1.670.116 1.534.816 © ©
id
- Online EENES PPN @ ©
Bezoeken 24.869.825 K 26.533.283
|
Û Amsterdam.nl Pagina's bezocht VNKUK TVD CCVE NVZ kn Balie 400.166 GIVA © ©
Lin}
Oa Webcare 103.033 103.766 © ®
Mijn
Û Amsterdam** GD EE
Wachttijden Stadsloket Wachttijden CCA
Nog te maken met corona en het op afspraak werken tot 7 juni 2022
. Gemiddeld door- * De Customer Effort Score (CES) laat zien hoe gemakkelijk een klant het vindt om een vraag of probleem
Inloop Afspraak Gemiddelde . ED opgelost te krijgen. Het percentage geeft aan hoeveel procent van de Amsterdammers het gemakkelijk
min.” dagen** wachttijd verbind percentage vindt om een antwoord te krijgen op hun vraag of iets te regelen bij de Gemeente Amsterdam.
** Door een verbeterde meetmethode zijn de cijfers niet te vergelijken met voorgaande jaren.
| EB “eerden
Burgerlijke Stand GEB Belastingen 0:01:15 5% g
IM O:O1:44 In 2022 zijn er 2.505 klachten binnengekomen waarbij de
Sociaal loket GEB GB Directie Dienstverlening het verantwoordelijke organisatiedeel was.
hank De meeste klachten gingen over procedures, doorlooptijden en
Vergunningen GD Engels @MRelonsy, informatieverstrekking.
- - Financieel pe
Immigratie END CMEND …- GEE Na 10 weken (4%)
Staat nog open (1%)
innen
ele 0:01:09 10 weken
Financiën 0:01:20 Klachten:
‚ afhandeling
Nationalterten EMD parkeren (EERE
Registratie Niet- Ad Bi
GB CCA totaal 0:01:22 innen
Ingezetenen (RNI) 3 weken
(67%)
* Tijd tussen gearriveerd zijn op het Stadsloket en geholpen worden aan de balie.
* Tijd tussen het moment van plannen en de afspraak op het Stadsloket.
Stadsloket Weesp werkt nog op afspraak.
“** Het doorverbindpercentage geeft de mate van zelfstandig afhandelen van een call weer.
| Onderzoeksrapport | 3 | train |
D Gemeente Amsterdam VV
% Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening,
Volkshuisvesting en Monumenten
% Agenda, woensdag 26 maart 2008
Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie
voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting en
Monumenten
Tijd 13.00 tot 17.00 uur
Locatie 0239
Algemeen
1 Opening
2 Mededelingen
3 Vaststelling agenda
4 Vragenhalfuur publiek
5 Actualiteiten
6 Conceptverslag van de openbare vergadering van de Raadscommissie VV
d.d. 5 maart 2008 (openbare deel)
e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier
doorgegeven, commissie VV @raadsgriffie. amsterdam.nl
Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de
vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn
slechts richtlijnen waaraan geen rechten zijn te ontlenen. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn.
Voor degenen die gebruik willen maken van het “vragenhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien verstande
dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda staat.
De agenda van de raadscommissie is ook te vinden via internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl.
Voor algemene informatie: info @raadsgriffie.amsterdam.nl
1
Gemeente Amsterdam VV
Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting
en Monumenten
Agenda, woensdag 26 maart 2008
7 Openstaande toezeggingen
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
8 Termijnagenda
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
9 Rondvraag
Dienstverlening
10 Presentatie Antwoord Nr. BD2008-001142
e Presentatie wordt gegeven door de heer B. Verleg
Volkshuisvesting
11 5% Regeling: beantwoording schriftelijke vragen mw. Willemse Nr. BD2008-
001565
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van mevrouw Willemse (PvdA), de heer Bakker
(SP) en de heer Van der Meer (Groenlinks)
Verkeer, Vervoer en Infrastructuur
12 Stadhouderskade; motie Nijman c.s. Nr. BD2008-001564
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e De heer Nijman c.s. en de heer Olij zijn hiervoor uitgenodigd.
2
Gemeente Amsterdam VV
Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting
en Monumenten
Agenda, woensdag 26 maart 2008
13 Evaluatie autovrije zondag 2007 en vaststelling autovrije zondag 21 september
2008: Gezond Bewegen in een Schone Stad Nr. BD2008-001534
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
14 Vaststelling Subsidieverordening verwerving belanghebbendenvergunning
taxichauffeurs Nr. BD2008-001280
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (raad
op 2 april 2008).
e Geagendeerd onder voorbehoud van bespreking in het college van B&W op
18 maart 2008.
15 Beschikbaar stellen van een aanvullend krediet ‘Tunnelwerk 2008 ten behoeve
van spoorvervanging en tunnelveiligheidsmaatregelen in de metro Oostlijntunnel
Nr. BD2008-000557
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (raad
op 23 april 2008).
3
| Agenda | 3 | discard |
> Gemeente
Amsterdam
D Motie
Datum raadsvergadering 19 en 20 juli 2023
Ingekomen onder nummer 249
Status Aangenomen
Onderwerp Motie van de leden Boomsma en Wijnants inzake de Voorjaarsnota 2023
(Trainingshal Jaap Eden)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over Voorjaarsnota 2023.
Overwegende dat,
- In de Voorjaarsnota wordt aangegeven “het college kiest ervoor om de volgende projecten
niet (met gemeentelijke middelen) te doen: trainingshal Jaap Edenbaan (….);
- Deze keuze uiteindelijk bij de gemeenteraad ligt die over het budgetrecht beschikt;
- door voorgenomen nieuwe veiligheidseisen van de Internationale Schaats Unie (ISU) voor
topsport het belang van deze trainingshal voor de Nederlandse schaatsbond (KNSB) vol-
gens de Jaap Eden Baan aanzienlijk is toegenomen omdat alleen in deze trainingshal een
speciale luchtboarding mogelijk zou zijn;
- Er veel vraag is naar het gebruik van de trainingshal, en de ruimte op dit moment te be-
perkt is om aan die vraag te voldoen;
- De Jaap Eden zaak aangeeft in gesprek te gaan met mogelijke particuliere sponsoren om
een bijdrage te leveren aan de nieuwe hal en vraagt om daar meer tijd voor te krijgen;
- Het, zonder nu enige toezeggingen te doen, kan bijdragen aan deze gesprekken als de ge-
meente niet nu al definitief zou besluiten om op geen enkele manier te willen bijdragen
aan deze voorziening;
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders
In overleg te gaan met de Jaap Eden Baan om over de mogelijkheden om door bijdragen van parti-
culiere sponsoren op termijn toch een nieuwe trainingshal te realiseren
Indiener(s),
D.T. Boomsma
D.P.B. Wijnants
| Motie | 1 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Definitieve raadsagenda, woensdag 16 maart 2011
De burgemeester van Amsterdam nodigt de leden van de gemeenteraad uit voor de
raadsvergadering.
Datum en tijd woensdag 16 maart 2011 13.00 uur en 19.30 uur
Locatie Raadzaal
Algemeen
1 Mededelingen.
2 Onderzoek van de geloofsbrieven en installatie van het nieuw benoemde raadslid
de heer T.P. Treumann (Red Amsterdam).
3 Onderzoek van de ingezonden bescheiden en installatie van het voorgestelde
duoraadslid de heer I.R. Evans-Knaup (Red Amsterdam).
4 Notulen van de raadsvergadering op 16 februari 2011.
5 Vaststelling van de agenda.
6 Mededeling van de ingekomen stukken.
7 _Mondelingevragenuur.
Raadsaangelegenheden
8 Benoeming van een raadslid en van duoraadsleden in raadscommissies.
9 Voordracht van het presidium van de gemeenteraad tot intrekken van de
verordening op de rekeningencommissie 2003 en vaststellen van de verordening
op de rekeningencommissie 2011. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 210)
10 Voordracht van het presidium van de gemeenteraad tot intrekken van de
controleverordening 2004 en vaststellen van de controleverordening 2011.
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 211)
11 Voordracht van het presidium van de gemeenteraad tot vaststellen van de
verordening op de auditcommissie 2011. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 212)
1
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad R
Definitieve raadsagenda, woensdag 16 maart 2011
Economische Zaken
12 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 15 februari
2011 tot instemmen met de uitwerking van de inzet van de
amendementsmiddelen ten behoeve van een overgangsregeling voor
ondernemershuizen. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 213)
Werk, Inkomen en Participatie
13 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders tot kennisnemen
van het besluit van het college van burgemeester en wethouders van
16 november 2010 tot het vaststellen van beleidsregels bij de
Afstemmingsverordening Inkomensvoorzieningen in verband met het meewerken
aan een noodzakelijke behandeling. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 201)
Wijkaanpak en Stedenbeleid
14 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 15 februari
2011 tot akkoord gaan met het bestedingsvoorstel voor 2011 inzake de verdeling
van middelen uit de Decentralisatie Uitkeringen in het kader van het stedenbeleid
in 2011. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 202)
Zorg en Welzijn
15 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 16 november
2010 tot vaststellen van de Amsterdamse vertaling van de tweede fase van het
Plan van Aanpak Maatschappelijke Opvang van G4 en Rijk. (Gemeenteblad
afd. 1, nr. 203)
Ruimtelijke Ordening
16 Herstemming over amendement BG van de raadsleden de heer Manuel en
mevrouw Combrink (Gemeenteblad nr. 156), motie CG van de raadsleden de
heer Van Lammeren en mevrouw Van Roemburg (Gemeenteblad
nr. 182) en motie CL van het raadslid de heer Van Lammeren (Gemeenteblad nr.
187) bij de in de raadsvergadering van 16 februari 2010 behandelde voordracht
van het college van burgemeester en wethouders van 12 oktober 2010 tot
vaststellen van de structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch sterk en
duurzaam. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 56)
N.B. Reeds in uw bezit.
17 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 8 februari 2011
tot vaststellen van het bestemmingsplan Westrandweg-2° Coentunnel.
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 204)
18 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 8 februari 2011
tot vaststellen van het voorbereidingsbesluit ArenAPoort West. (Gemeenteblad
afd. 1, nr. 205)
2
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad R
Definitieve raadsagenda, woensdag 16 maart 2011
19 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 8 februari 2011
tot vaststellen van het bestemmingsplan VUmc (Vrije Universiteit medisch
centrum) CCA (Cancer Center Amsterdam). (Gemeenteblad afd. 1, nr. 206)
Grondzaken
20 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 18 januari 2011
tot intrekken en opnieuw vaststellen van het aankoopbeleid inzake bloot-
eigendom. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 208)
Verkeer, Vervoer en Infrastructuur
21 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 15 februari
2011 tot vaststellen van een verordening tot wijziging van de verordening op de
stadsdelen. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 209)
3
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad R
Definitieve raadsagenda, woensdag 16 maart 2011
Ingekomen stukken
1 Brief van mevrouw N. Frijda, namens de fractie van Red Amsterdam van
10 februari 2011 inzake het voordragen van het duoraadslid de heer B. Klatser
als lid van de raadscommissie Verkeer, Vervoer en Infrastructuur (inclusief
NoordZuidlijn en Luchtkwaliteit).
Voorgesteld wordt, deze brief te betrekken bij de behandeling van agendapunt 8.
2 Brief van mevrouw N. Frijda, namens de fractie van Red Amsterdam van
10 februari 2011 inzake het voordragen van de heer R. Evens-Knaup als
duoraadslid en als lid van de raadscommissie Werk, Inkomen en Participatie,
Diversiteit en Integratie, Inburgering, Armoede en Programma Maatschappelijke
Investeringen, de raadscommissie Ruimtelijke Ordening, Bouwen en Wonen,
Grondzaken, Klimaat en energie, Openbare Ruimte en Groen, Zeehaven en
Westpoort, Volkshuisvesting, Wijkaanpak en Stedenbeleid en en de
raadscommissie Onderwijs, Jeugdzaken, Zorg en Welzijn, Sport en Recreatie,
Kunst en Cultuur, Monumenten en Lokale Media.
Voorgesteld wordt, deze brief te betrekken bij de behandeling van de
agendapunten 3 en 8.
3 Brief van mevrouw N. Frijda, namens de fractie van Red Amsterdam van 1 maart
2011 inzake het verzoek tot het verlenen van eervol ontslag aan mevrouw
N. Verweij als duoraadslid van de fractie van Red Amsterdam en beëindiging van
het lidmaatschap van de raadscommissie Onderwijs, Jeugdzaken, Zorg en
Welzijn, Sport en Recreatie, Kunst en Cultuur, Monumenten en Lokale Media en
de raadscommissie Werk, Inkomen en Participatie, Diversiteit en Integratie,
Inburgering, Armoede en Programma Maatschappelijke Investeringen.
Voorgesteld wordt, deze brief voor kennisgeving aan te nemen.
4 Brief van mevrouw N. Frijda, namens de fractie van Red Amsterdam van 1 maart
2011 inzake het verzoek tot benoeming van de heer P. Treumann als lid van de
raadscommissie Algemene Zaken, Financiën, Openbare Orde en Veiligheid,
Juridische Zaken, Bestuurlijk Stelsel, Project 1012, Regelgeving en Handhaving,
Raadsaangelegenheden en Communicatie, de raadscommissie Ruimtelijke
Ordening, Bouwen en Wonen, Grondzaken, Klimaat en energie, Openbare
Ruimte en Groen, Zeehaven en Westpoort, Volkshuisvesting, Wijkaanpak en
Stedenbeleid, de raadscommissie Verkeer, Vervoer en Infrastructuur (inclusief
Noord-Zuidlijn en Luchtkwaliteit), de raadscommissie Onderwijs, Jeugdzaken,
Zorg en Welzijn, Sport en Recreatie, Kunst en Cultuur, Monumenten en Lokale
Media en de Rekeningencommissie.
Voorgesteld wordt, deze brief te betrekken bij de behandeling van agendapunt 8.
4
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad R
Definitieve raadsagenda, woensdag 16 maart 2011
5 Brief van de heer F. Ossel, wethouder Openbare Ruimte en Groen van
17 februari 2011 inzake uitvoering motie nr. 450 van 2008 van heer Geurts
inzake Programma van Eisen Tuinen van West - duurzaamheid.
Voorgesteld wordt, de raadscommissie Ruimtelijke Ordening, Bouwen en Wonen,
Grondzaken, Klimaat en energie, Openbare Ruimte en Groen, Zeehaven en
Westpoort, Volkshuisvesting, Wijkaanpak en Stedenbeleid kennis te laten nemen
van de uitvoering van deze motie en na goedkeuring de motie als uitgevoerd te
beschouwen.
6 Brief van de heer E. van de Burg, wethouder Dierenwelzijn van 11 februari 2011
inzake uitvoering motie nr. 696 van 2010 van de heer Van Lammeren inzake
Geef BOA's de ruimte 3 - Stichting Imperator - deel 2.
Voorgesteld wordt, de raadscommissie Economische Zaken, Bedrijfsvoering en
Inkoop, Bedrijven en Deelnemingen, Personeel en Organisatie, Dienstverlening,
Luchthaven, ICT, Dierenwelzijn en Waterbeheer kennis te laten nemen van de
uitvoering van deze motie en na goedkeuring de motie als uitgevoerd te
beschouwen.
7 Brief van de heer E. van der Burg wethouder Zorg en Welzijn van 17 februari
2011 inzake uitvoering motie nr. 829 van mevrouw Van der Pligt, mevrouw
Ulichki en mevrouw Burke inzake eigen bijdrage voor verblijf in maatschappelijke
opvang en vrouwenopvang in Amsterdam.
Voorgesteld wordt, de raadscommissie Onderwijs, Jeugdzaken, Zorg en Welzijn,
Sport en Recreatie, Kunst en Cultuur, Monumenten en Lokale Media kennis te
laten nemen van de uitvoering van deze motie en na goedkeuring de motie als
uitgevoerd te beschouwen.
8 Brief van de heer M. van Poelgeest, wethouder Klimaat en Energie van
28 februari 2011 inzake stand van zaken afhandeling motie nr. 872 van 2010 van
mevrouw Van Roemburg inzake duurzame inkoop grond-, weg- en waterbouw.
Voorgesteld wordt, de uitvoering van de motie in handen van het college van
burgemeester en wethouders te stellen teneinde het te betrekken bij de door hen
in te dienen voorstellen terzake.
9 Brief van de heer M. van Poelgeest, wethouder Ruimtelijke Ordening en
Grondzaken van 2 maart 2011 inzake de bestuurlijke reactie op motie nr. 780 van
2009 van de heer J.L. Bakker inzake tijdelijke jongeren- en studentenhuisvesting
op de Zuidas.
Voorgesteld wordt, de raadscommissie Ruimtelijke Ordening, Bouwen en Wonen,
Grondzaken, Klimaat en energie, Openbare Ruimte en Groen, Zeehaven en
Westpoort, Volkshuisvesting, Wijkaanpak en Stedenbeleid kennis te laten nemen
van de uitvoering van deze motie en na goedkeuring de motie als uitgevoerd te
beschouwen.
5
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad R
Definitieve raadsagenda, woensdag 16 maart 2011
10 Ledenbrief VNG van 6 februari 2011 inzake onderhandelingen Bestuursakkoord.
Voorgesteld wordt, deze brief voor kennisgeving aan te nemen.
11 Ledenbrief VNG van 10 februari 2011 inzake bedragen leerlingenvervoer voor het
schooljaar 2011-2012.
Voorgesteld wordt, deze brief voor kennisgeving aan te nemen.
12 Ledenbrief VNG van 18 februari 2011 inzake het Beleidsplan 2011-2014.
Voorgesteld wordt, deze brief voor kennisgeving aan te nemen.
13 Ledenbrief VNG van 3 maart 2011 inzake recente ontwikkelingen op het gebied
van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.
Voorgesteld wordt, deze brief in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afdoening.
14 Raadsadres van een burger van 18 februari 2011 inzake brandveiligheid van
woningen langs traject NoordZuidlijn.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester
en wethouders te stellen ter afdoening en een afschrift van het antwoord te
zenden aan de leden van de raadscommissie voor Verkeer en Vervoer en
Infrastructuur (inclusief NoordZuidlijn en Luchtkwaliteit).
15 Raadsadres van een burger van 17 februari 2011 inzake de SEZO stichting,
eerste lijnhulp.
in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter
afdoening.
16 Schrijven van de heer ing. A.H.J. Dijkzeul, plaatsvervangend directeur
Bestuurlijke en Juridische Zaken, namens de minister van Infrastructuur en
Milieu, van 8 februari 2011 inzake kennisgeving (voor)ontwerp van het
onteigeningsbesluit/onteigeningsplan Kop Weespertrekvaart.
Voorgesteld wordt, dit schrijven in handen te stellen van het college van
burgemeester en wethouders ter afdoening met inachtneming van het
raadsbesluit van 17 november 2010, nr. 219/470.
17 Schrijven van de heer drs. A. Joustra, secretaris van de Stadsregio Amsterdam,
van 22 februari 2011 inzake de notitie ‘de Stadsregio Amsterdam en het
regeerakkoord’ over de toekomst van de bestuurlijke samenwerking.
Voorgesteld wordt, dit schrijven in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen teneinde het te betrekken bij de door hen in te dienen
voorstellen terzake.
6
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad R
Definitieve raadsagenda, woensdag 16 maart 2011
18 Raadsadres van mevrouw mr. L. Brasz, secretaris van het dagelijks bestuur van
stadsdeel Amsterdam-Noord, van 14 februari 2011 inzake de Poort van
Waterland.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester
en wethouders te stellen teneinde het te betrekken bij de door hen in te dienen
voorstellen terzake.
19 Raadsadres van de heer drs. M. Ribbens, directeur van MKB Amsterdam, van
28 februari 2011 inzake de meerijvariant op het Damrak in het kader van het
bestemmingsplan Rokin.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester
en wethouders te stellen teneinde het te betrekken bij de door hen in te dienen
voorstellen terzake.
20 Raadsadres van een burger van 14 februari 2011 inzake de verhoging van het
binnenhavengeld.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester
en wethouders te stellen ter afdoening en een afschrift van het antwoord te
zenden aan de leden van de raadscommissie voor Economische Zaken,
Bedrijfsvoering en Inkoop, Bedrijven en Deelnemingen, Personeel en
Organisatie, Dienstverlening, Luchthaven, ICT, Dierenwelzijn en Waterbeheer.
21 Raadsadres van een burger van 17 februari 2011 inzake het verzoek om
financiële ondersteuning als gevolg van handelswijze Cition en Waternet.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester
en wethouders te stellen ter afdoening en een afschrift van het antwoord te
zenden aan de leden van de raadscommissie voor Werk, Inkomen en
Participatie, Diversiteit en Integratie, Inburgering, Armoede, Programma
Maatschappelijke Investeringen.
22 Raadsadres van een burger van 13 februari 2011 inzake geluidsoverlast tijdens
evenementen, met name op koninginnedag.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester
en wethouders te stellen ter afdoening en een afschrift van het antwoord te
zenden aan de leden van de raadscommissie voor Algemene Zaken, Financiën,
Openbare Orde en Veiligheid, Juridische Zaken, Bestuurlijk Stelsel, Project 1012,
Regelgeving en Handhaving, Raadsaangelegenheden, Communicatie.
23 Raadsadres van een burger van 10 februari 2011 inzake de ijshuur van de Jaap
Edenhal.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres voor kennisgeving aan te nemen.
7
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad R
Definitieve raadsagenda, woensdag 16 maart 2011
24 Raadsadres van mevrouw C. Govaert, bureaumanager van Amsterdam City, van
11 februari 2011 inzake de herinrichting van de De Rode Loper en het
Stationsplein.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester
en wethouders te stellen teneinde het te betrekken bij de door hen in te dienen
voorstellen terzake.
25 Raadsadres van de heer J. van Dijk, directeur van Coöperatie ParkeerService
U.ÀA. van 8 februari 2011 inzake het uitvoeren van parkeertaken.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester
en wethouders te stellen ter afdoening en een afschrift van het antwoord te
zenden aan de leden van de raadscommissie voor Verkeer en Vervoer en
Infrastructuur (inclusief NoordZuidlijn en Luchtkwaliteit).
26 Raadsadres van mevrouw W. van Toorn, namens de bewonersgroepen Gerard
Doubuurt, Voetboogstraat, Hooj/Jordaan, Leidse in Last en Amstelveld van
18 februari 2011 inzake de reactie op het plan voor het vrijgeven van de
openings- en sluitingstijden van de horecagelegenheden.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester
en wethouders te stellen teneinde het te betrekken bij de door hen in te dienen
voorstellen terzake.
27 Raadsadres van een burger van 14 februari 2011 inzake de funderings-
problematiek in Amsterdam.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester
en wethouders te stellen ter afdoening en een afschrift van het antwoord te
zenden aan de leden van de raadscommissie voor Economische Zaken,
Bedrijfsvoering en Inkoop, Bedrijven en Deelnemingen, Personeel en
Organisatie, Dienstverlening, Luchthaven, ICT, Dierenwelzijn, Waterbeheer.
8
| Agenda | 8 | train |
VN2022-018580 Tijdelijke Algemene Raadscommissie
Facilitair Bureau x Gemeente Jee 9 TAR
% Amsterdam
Voordracht voor de Tijdelijke Algemene Raadscommissie van 30 juni 2022
Ter bespreking en ter kennisneming
Portefeuille Duurzaamheid en Circulaire Economie
Agendapunt 49
Datum besluit College van B&W 19 april 2022
Onderwerp
Kennisnemen van de Verduurzamingsrapportage 2022 over de voortgang op de Uitvoeringsagenda
Duurzame Organisatie 2020 - 2030
De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen van het besluit van het college van B&W van 19 april jl. om:
1. In te stemmen met de Verduurzamingsrapportage 2022 (bijlage) over de voortgang van de
Uitvoeringsagenda Duurzame Organisatie 2020 — 2030.
2. Kennis te nemen van de resultaten van de vijf klimaatdoelen voor Amsterdam, verdeeld over de
vier domeinen medewerkers, bedrijfsvoering, gebouwen en openbare ruimte. De belangrijkste zijn:
e Een verlaging van de CO2-voetafdruk met 33% ten opzichte van 2018 en 13% minder ten opzichte
van 2020.
e Een verlaging van de Energievoetafdruk met 11% minder energieverbruik sinds 2018 en 1% minder
verbruik ten opzichte van 2020.
e De strategische inzet van inkoop als instrument om duurzaamheidsdoelstellingen te realiseren.
e De start met materiaalstroomanalyse in het kader van de circulariteit.
e Stimuleren van meer hergebruik door Taskforce Materiaalpaspoorten.
e De groei van het ambassadeursnetwerk waardoor steeds vaker mogelijkheden in plaats van
belemmeringen worden gezien.
3. Kennis te nemen van de belangrijkste geleerde lessen en de vervolgstappen.
De belangrijkste geleerde lessen zijn:
e Belang van data: meer specifieke en nauwkeurige cijfers nodig om te kunnen bepalen waar we
staan en waar we de meeste impact kunnen maken.
e Beweging naar een nieuwe duurzame organisatiestructuur door directies heen: We moeten
op een andere manier werken en zitten nog vast in de manier waarop we de huidige organisatie
georganiseerd hebben.
« Nieuwe normaal: hybride werken is onderdeel van ons ‘nieuwe normaal’. Laat dit als inspiratie
dienen om het duurzaam handelen ook als onderdeel van het ‘nieuwe normaal’ te zien.
De belangrijkste vervolgstappen zijn:
* Opbouw van een data-infrastructuur ter ondersteuning aan de realisatie van de klimaatdoelen.
« Herijken van de maatregelen van de verduurzamingsopgave.
Gegenereerd: vl.l1 1
VN2022-018580 % Gemeente Tijdelijke Algemene Raadscommissie
Facilitair Bureau % Amsterdam Jee 9 TAR
%
Voordracht voor de Tijdelijke Algemene Raadscommissie van 30 juni 2022
Ter bespreking en ter kennisneming
e Verdere verduurzaming van gemeentelijk vastgoed met focus op het energiezuinig maken van de
panden met het grootste energieverbruik en CO2-uitstoot, zoals de panden in eigen gebruik.
e Intensivering aanpak energieverbruik van en in onze panden, zoals energiezuinige inregeling van
onze installaties en apparaten en het verlagen van de temperatuur.
e Meer gedragsinterventies, kennisdeel- en leersessies en aansluiten op verschillende campagnes,
zoals de week zonder vlees & zuivel.
Wettelijke grondslag
Artikel 169 van de Gemeentewet
Lid 2: Het college van burgemeester en wethouders en elk van zijn leden afzonderlijk zijn aan de raad
verantwoording schuldig over het door het college gevoerde bestuur.
Lid 2: Zij geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de vitoefening van zijn taak nodig heeft.
Lid 3: Zij geven de raad mondeling of schriftelijk de door een of meer leden gevraagde inlichtingen,
tenzij het verstrekken ervan in strijd is met het openbaar belang.
Bestuurlijke achtergrond
De Uitvoeringsagenda Duurzame Organisatie 2020-2030 is 3 maart 2020 door het college
vastgesteld. In deze vitvoeringsagenda worden de beleidsambities vit de Routekaart Amsterdam
Klimaatneutraal (22 april 2020), Amsterdam Circulair (2o mei 2020), Strategie Klimaatadaptatie
(11 februari 2020) vertaald naar de opgave voor de eigen organisatie en geconcretiseerd door
maatregelen te benoemen. Over de voortgang van de uit te voeren maatregelen en het realiseren
van de klimaatdoelen wordt jaarlijks verslag gedaan, conform de afspraak met de raad.
Reden bespreking
Nvt.
Uitkomsten extern advies
Nvt.
Geheimhouding
Nvt.
Uitgenodigde andere raadscommissies
Nvt.
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
Nee.
Welke stukken treft v aan?
Gegenereerd: vl.l1 2
VN2022-018580 % Gemeente Tijdelijke Algemene Raadscommissie
Facilitair Bureau % Amsterdam
%
Voordracht voor de Tijdelijke Algemene Raadscommissie van 30 juni 2022
Ter bespreking en ter kennisneming
AD2022-059183 2022-04-19 Verduurzamingsrapportage 2022.pdf (pdf)
2022-05-19 Getekende raadsinformatiebrief verduurzamingsrapportage
AD2022-059182
2022 DEF.pdf (pdf)
AD2022-059184 Tijdelijke Algemene Raadscommissie (2) Voordracht (pdf)
Ter Inzage
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Directie Facilitair Bureau/Green Office, Johanna Lagarde, 06-12847931, jlagarde @amsterdam.nl en
Daan Heijnis, 06-23094055, [email protected]
Gegenereerd: vl.l1 3
| Voordracht | 3 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2019
Afdeling 1
Nummer 1855
Datum indiening 25 september 2019
Datum akkoord 5 november 2019
Publicatiedatum 6 november 2019
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Poot inzake een kraak aan de Amstel.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragenstelster:
De Telegraaf berichtte op 25 september 2019 over een pand aan de Amstel dat zou
zijn gekraakt. Op het pand is een spandoek te lezen met de tekst: “Kraken gaat door.”
De fractie van de VVD wil dat het voorkomen en bestrijden van kraken een prioriteit
wordt, aangezien kraken overlast en een sterk gevoel van onrechtvaardigheid met
zich meebrengt voor omwonenden en voor Amsterdammers die op een legale manier
een woning zoeken.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Poot, namens de fractie van de VVD, op grond
van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende
schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld:
1. Watis er bekend over de personen die dit pand hebben gekraakt?
Antwoord
Dat zij sinds 22 september 2019 een pand hebben gekraakt.
2. Worden deze personen verdacht van huisvredebreuk of inbraak”?
Antwoord
Er is aangifte gedaan van huisvredebreuk.
3. Welke bestemming heeft het pand?
Antwoord
Woonbestemming.
4. Heeft de eigenaar van het desbetreffende pand aangifte gedaan?
Antwoord
Ja.
1
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer KE ember 2019 Schriftelijke vragen, woensdag 25 september 2019
5. Heeft het OM een ontruimingsbevel opgesteld voor dit pand? Zo ja, hoe is er
gereageerd door de krakers op dit bevel?
Antwoord
Nee, de eigenaar is een civiele procedure gestart.
6. Op welke termijn zal het pand worden ontruimd?
Antwoord
De civiele rechter heeft bepaald dat de krakers uiterlijk 20 oktober het pand
dienden te verlaten. Het pand is retour eigenaar.
7. Zijn er meldingen bekend van overlast in de buurt door de groep krakers,
bij omwonenden of ondernemingen in de omgeving?
Antwoord
Nee, er zijn geen meldingen bekend.
8. Is er door politie of het college contact geweest met omwonenden of personen die
in de buurt werken? Zo ja, wat is er besproken? Zo nee, waarom niet?
Antwoord
De politie in de wijk staat altijd in contact met de buurt en houdt een vinger aan de
pols, ook in geval er een pand gekraakt wordt. In het geval er sprake is van
overlast kan men zich wenden tot de politie en/ of de gemeente.
9. Zijn er afspraken gemaakt door de politie met de krakers? Zo ja, welke?
Antwoord
Nee, kraken is strafbaar.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris
2
| Schriftelijke Vraag | 2 | train |
Het Stadsdeelnieuws
De ee de je úws
5 arl KS
en
Nota van bevindingen uit art. 213a-
onderzoek naar de doeltreffendheid van
de eigen stadsdeelkrant in Stadsdeel
Centrum
Bestuur & Management Consultants
september 2008
mr. drs. N.M. (Noor) Lourens
Projectnummer: 023010
HET STADSDEELNIEUWS
INHOUD
SAMENVATTING
0.1 Inleiding 4
0.2 Uitkomsten en conclusies 4
HOOFDSTUK 1 _ INLEIDING 6
1.1 Aanleiding en opdracht 6
1.2 Doelmatigheid en doeltreffendheid (213a) in Stadsdeel Centrum 6
1.3 Het Stadsdeelnieuws 7
1.4 Doelstelling en vraagstelling 8
1.5 Reikwijdte onderzoek 9
1.6 Methodieken/werkwijze 9
1.7 Validiteit 10
1.8 Kernbegrippen 10
1.9 Leeswijzer 11
HOOFDSTUK 2 HET STADSDEELNIEUWS 12
2.1 Inleiding 12
2.2 Geschiedenis en aanleiding oprichting Stadsdeelnieuws 12
2.3 Doelstellingen 13
2.4 Het Stadsdeelnieuws 18
2.5 Beleidskader 23
2.6 Objectieve bereik: verspreiding/bezorging 25
HOOFDSTUK 3 HET LEZERSONDERZOEK EN DE RESULTATEN 27
3.1 Inleiding 27
3.2 Normenkader 27
3.3 Hetlezersonderzoek 28
3.4 Resultaten lezersonderzoek 29
HOOFDSTUK 4 CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN 38
4.1 Inleiding 38
4.2 Doeltreffendheid per doelstelling 38
4.3 Algemeen beeld doeltreffendheid 43
4.4 Aandachtspunten voor verbetering en aanbevelingen 44
HETSTADSDEELNEUWS
HOOFDSTUK 5 AFSLUITING 50
5.1 Opvolging van het onderzoek 50
BIJLAGENBUNDEL
BIJLAGE 1 LIJST MET GERAADPLEEGDE DOCUMENTEN EN GEÏNTERVIEWDE
PERSONEN
BIJLAGE 2 OPDRACHTFORMULERING EN ONDERZOEKSOPZET
BIJLAGE 3 NORMENKADER
BIJLAGE 4 ENQUÊTE STADSDEELNIEUWS
3/88
HET STADSDEELNIEUWS
Samenvatting
0.1 Inleiding
In 2005 is het Stadsdeelnieuws geïntroduceerd door het Stadsdeel Centrum als
eigen stadsdeelkrant. Daarvoor werd het nieuws van het stadsdeel grotendeels
‘versnipperd’ verspreid via diverse schriftelijke communicatie-instrumenten.
Belangrijke doelen van de eigen stadsdeelkrant lagen dan ook in bundeling en
stroomlijning van de informatiestromen. Dat betekende eenduidig, betrouwbaar,
volledig en herkenbaar de informatie beschikbaar stellen aan de doelgroepen, te
weten burgers, ondernemers en instellingen. In het kader van art. 213a
Gemeentewet is in dit onderzoek is getracht de doeltreffendheid van het instrument
Stadsdeelnieuws op hiervoor genoemde doelen in kaart te brengen en de
verbetering ten opzichte van de situatie daarvoor te analyseren. Dit onderzoek heeft
plaatsgevonden aan de hand van een lezersonderzoek in de vorm van een
internetenquête, gesprekken met betrokken ambtenaren en uitvoerig deskresearch.
0.2 Uitkomsten en conclusies
Doeltreffendheid
Op basis van het 213a-onderzoek kan worden geconcludeerd dat het
Stadsdeelnieuws overwegend doeltreffend te noemen is en dat er tevens een
belangrijke verbeterslag is gerealiseerd ten opzichte van de situatie die daarvoor
bestond. Niet alleen kan worden geconstateerd dat het Stadsdeelnieuws op veel van
de doelstellingen voldoende scoort, maar ook dat juist op de doelen die sterk
samenhingen met de redenen voor oprichting (aanleiding): eenduidigheid en
herkenbaarheid van de informatievoorziening, de krant zeer doeltreffend te noemen
is. Bovendien is gebleken dat de krant door de lezers zeer positief wordt beoordeeld
als instrument om de betrokkenheid en bekendheid van het stadsdeel bij hen te
vergroten. Juist dit aspect van de krant, dat kan worden geplaatst in een breder
streven van de gemeente om dichter bij haar burgers te staan en deze open,
transparant tegemoet te treden, staat in Amsterdam hoog in het vaandel en wordt
niet alleen via het Stadsdeelnieuws uitgedragen. Deze betrokkenheid vormt daarom
een doel waaraan veel waarde mag worden toegekend en de positieve resultaten op
dit punt leveren een grote bijdrage aan de gehele doeltreffendheid van de krant. Dit
ondanks het feit dat op het gebied van het vergroten van deze betrokkenheid via de
het Stadsdeelnieuws nog wel verbeteringen denkbaar zijn.
Met een overall rapportcijfer van een 6,7 scoort het Stadsdeelnieuws voldoende bij
zijn lezers.
Verbeterpunten en aanbevelingen
Binnen dit algemeen positieve beeld zijn er echter ook enkele kritische
kanttekeningen te plaatsen. Op bepaalde onderdelen scoort de krant namelijk
minder goed. Meest opvallend daarin is de objectiviteit of integriteit van de
informatieverschaffing. Hiervan vinden de lezers dat dit onvoldoende aanwezig is.
Hoewel het Stadsdeelnieuws ook niet pretendeert (absoluut) objectief te zijn - en in
dat opzicht qua doeltreffendheid dus ook niet faalt — is duidelijk geworden dat de
lezers dit wel verwachten (informatiekrant), waarmee zij het ‘propagandistisch’
gehalte van de krant op onderdelen te groot vinden en van oordeel zijn dat een
4/88
HET STADSDEELNIEUWS
moderne overheid de burger meer centraal moet stellen dan zichzelf. In dat kader
zou men ook graag meer informatie willen lezen die meer aansluit bij hun eigen
belang of situatie (gerichtheid en volledigheid).
Voor de politieke herkenbaarheid - en meer in het algemeen voor de gehele
raadspagina (pagina 4)- geldt eigenlijk een gelijksoortige conclusie. De doelen van
de raadspagina (profilering, uitdragen van het dualisme en de doelen daarvan)
worden niet bereikt, maar ook hier zien wij dat de afwijkende verwachting van de
lezer daarbij een belangrijke rol in speelt. Men wil informatie over besluiten en
vergaderingen en kan de politieke meningen en opvattingen (politieke
herkenbaarheid) die ook op deze pagina worden gegeven daardoor niet in het juiste
perspectief plaatsen.
Eigenlijk geldt voor beide onderdelen: objectiviteit en politieke herkenbaarheid, dat
er een heroverweging dient plaats te vinden. Belangrijkste aanbeveling in dit
verband is dan ook dat er in het licht van de uitkomsten van dit onderzoek een
evaluatie dient plaats te vinden van deze doelen (objectiviteit, integriteit, profilering,
herkenbaarheid en betrokkenheid) door het stadsdeel, waarbij een afweging dient te
worden gemaakt tussen die oorspronkelijke doelen en belangen van het stadsdeel
en de negatieve beeldvorming die daardoor is ontstaan bij de lezer. Een en ander
dient gecombineerd te worden met de gevonden afwijkende behoeftes van de
doelgroep (belangen van burger en ondernemer). Concrete aanbevelingen op dit
vlak hebben deels betrekking op de inhoud van de krant: andere informatie, maar
ook op de omvang: uitbreiding van de krant met meer wijk-/doelgroepennieuws,
vormgeving: minder en ander soort fotomateriaal en tenslotte de indeling van de
krant: meer gerichte informatie naar voren, bestuursinformatie naar achteren.
Buiten deze algemene thema’s is geconcludeerd dat met name de pagina met
bekendmakingen (pagina 2) aan een facelift toe is qua vormgeving, omdat deze als
‘rommelig’ en onoverzichtelijk is beoordeeld.
Tot slot bleek ook uit dit onderzoek - hoewel niet in de doeltreffendheidstoets
meegenomen - dat de bezorging van de krant een kritische succesfactor is en blijft.
Ondanks de inspanningen die het stadsdeel reeds op dit vlak heeft gedaan, blijft dit
een kritiekpunt dat de meningsvorming over de inhoud ook (negatief) beïnvloedt.
Conclusie is daar continu op te blijven investeren en andere vormen van distributie
nog breder onder de aandacht te brengen (webabonnement et cetera).
besloten worden ten behoeve van vervolgonderzoek gebruik te maken van de
lezers/doelgroep, dan kan een dergelijk bericht gelijktijdig worden gebruikt om tot
participatie op te roepen.
5/88
HET STADSDEELNIEUWS
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 _ Aanleiding en opdracht
Op grond van de duale Gemeentewet heeft het dagelijks bestuur (DB) een
onderzoeksplicht. Artikel 213a Gemeentewet stelt dat het DB periodiek de
doelmatigheid en doeltreffendheid van het beleid dient te onderzoeken.
In dit kader stelt het DB van het Stadsdeel Centrum jaarlijks een onderzoeksplan op,
waarin de onderwerpen voor dergelijk 213a onderzoek worden vastgesteld. Een van
de onderwerpen uit het onderzoeksplan van 2007 was het doeltreffendheid-
onderzoek naar de eigen stadsdeelkrant: het Stadsdeelnieuws.
Aan BMC (Bestuur & Management Consultants) is de opdracht gegeven dit
onderzoek (in afstemming met het stadsdeel) uit te voeren. Conform het
onderzoeksplan van het DB en de keuzes van het stadsdeel, heeft dit onderzoek
inzake het Stadsdeelnieuws zich beperkt tot de doeltreffendheid van de inhoud van
de krant. Het onderzoek is uitgevoerd in de periode oktober 2007 tot en met april
2008 en conform de ‘Werkwijze evaluatie” (tot en met fase V) van het stadsdeel.
Het diende te resulteren in een nota met bevindingen en zo mogelijk aanbevelingen.
Een oordeel op hoofdlijnen over de doeltreffendheid van het Stadsdeelnieuws moet
hieruit kunnen worden afgeleid.
1.2 Doelmatigheid en doeltreffendheid (213a) in Stadsdeel Centrum
De onderzoeksplicht van het bestuur, zoals deze geformuleerd is artikel 213a
Gemeentewet, komt voort uit de dualisering van het gemeentebestuur. Het ligt dan
ook in de bedoeling van de wetgever het bestuur met dergelijk onderzoek zijn eigen
rol te laten vervullen en deze te versterken door de opbrengsten uit het onderzoek te
benutten.
Dit lerende karakter staat ook in het Stadsdeel Centrum voorop. Dit komt tot
uitdrukking in de vaste werkwijze die men hanteert voor dit soort onderzoeken: de
werkwijze evaluatie dagelijks bestuur. Dit 213a-handvest’ tracht de benodigde
vertrouwensbasis te creëren door helderheid te geven aan alle betrokkenen over de
doelen en verloop van doelmatigheid- en doeltreffendheidonderzoek binnen het
stadsdeel. Elk 213a-onderzoek verloopt volgens de volgende fasen:
(Onderzoeksplan) (Opdracht- (Onderzoeksopzet)
formulering)
(Concept-nota van (Onderzoeksrapport) (Verbeterplan)
bevindingen)
(Eindrapportage db)
} Werkwijze evaluatie dagelijks bestuur, Stadsdeel Centrum, d.d. 13 februari 2007.
6/88
HET STADSDEELNIEUWS
Dit onderzoek is derhalve volgens deze werkwijze en filosofie uitgevoerd. Dat houdt
ook in dat niet (alleen) gefocust is op succes- en faalfactoren, maar dat getracht is
het algemene beeld van de doeltreffendheid in beeld te brengen en daarbij met
name punten voor verbetering bloot te leggen.
Dit rapport met bevindingen is het eindresultaat van fase IV en V: Uitvoering en
Wederhoor.
1.3 Het Stadsdeelnieuws
Waarom dit onderzoek?
Het DB selecteert de onderzoeksonderwerpen op basis van meerdere criteria.
Selectie hangt samen met de te verwachten risico’s voor ondoeltreffendheid, de
bestuurlijke relevantie, in gang gezette verbeteringen of andere onderzoeken en
relevante financiële of organisatorische belangen.
De aanleiding om een onderzoek te doen naar de doeltreffendheid van het
Stadsdeelnieuws ligt in meerdere factoren. Ten eerste is de eigen stadsdeelkrant
een relatief nieuw communicatie-instrument. Voor 2005 werd het stadsdeelnieuws
‘versnipperd’ verspreid via verschillende instrumenten en methoden. Het
Stadsdeelnieuws diende dit te bundelen. Na enkele jaren wordt het daarom
wenselijk geacht dit instrument ter verbetering te evalueren.
Daarnaast is het Stadsdeelnieuws politiek-bestuurlijk, maar ook bij de doelgroep
regelmatig onderwerp van gesprek. Hoewel het dan vaak gaat om de bezorging, is
ook de krant zelf, als instrument van raad en bestuur om te communiceren met de
maatschappij, een onderwerp met een groot bestuurlijk belang. Dit belang kan
immers geplaatst worden binnen het algemene streven van de overheid om
‘dicht(er) bij de maatschappij’ te staan en deze daartoe open, transparant en
betrouwbaar te informeren en tegemoet te treden. Communicatie, waar het
stadsdeel onder andere via de krant uitdrukking aan geeft, vormt een belangrijke
pijler in de verwezenlijking van dit streven.
Onderzoeksprobleem
Bestuur en politiek willen dus graag in contact staan met burgers, instellingen en
ondernemers door hen voldoende actuele en transparante informatie te verschaffen.
Naast andere vormen van communicatie (bijvoorbeeld mondeling of digitaal) doen zij
dit schriftelijk in de vorm van een stadsdeelkrant. Behoudens hoge uitzonderingen
geldt dat voor schriftelijk informeren de stadsdeelkrant hét middel is, dat geldt
sowieso voor wettelijke bekendmakingen.
Met de eigen stadsdeelkrant werd dus beoogd de verschillende schriftelijke
communicatiestromen te bundelen en het geheel aan informatie eenduidig,
betrouwbaar, volledig en herkenbaar aan de doelgroep (burger, ondernemer en
instelling) beschikbaar te stellen. Naast deze toegevoegde waarde diende het
Stadsdeelnieuws in het algemeen bij te dragen aan een intensivering en verbetering
van de communicatie en een hogere betrokkenheid van de doelgroep bij het bestuur
en de politiek (participatie).
7/88
HET STADSDEELNIEUWS
Hoewel er inmiddels meerdere onderzoeken zijn gedaan naar het objectieve bereik
van de krant (bezorging), is nog weinig informatie beschikbaar over het subjectieve
bereik, oftewel de ontvangst bij de doelgroep op basis van inhoud. De mate waarin
vooraf geformuleerde doelstellingen van het Stadsdeelnieuws bereikt worden, is
grotendeels onbekend. Dit onderzoek is daarom gericht op deze doeltreffendheid en
richt zich op doelstellingen die betrekking hebben op inhoud en vormgeving.
1.4 Doelstelling en vraagstelling
In het onderzoeksplan 2007 van het DB luidt de onderzoeksvraag als volgt:
‘Voldoet het instrument van een eigen stadsdeelkrant aan de verwachtingen? Met andere
woorden: levert dit instrument een meerwaarde op voor het stadsdeel?
Dit onderzoek betreft met name de doeltreffendheid en daarmee is de vraag aan de orde hoe
bewoners en ondernemers een eigen stadsdeelkrant ervaren.’
Op basis daarvan is de doelstelling van het onderzoek geformuleerd:
Het verschaffen van inzicht in het beleid (doelstellingen/verwachtingen) inzake Het
Stadsdeelnieuws, teneinde op hoofdlijnen een oordeel te geven over de externe
doeltreffendheid ervan en op onderdelen aanbevelingen te doen voor verbeteringen (of
vervolgonderzoek).
Daartoe moet onderstaande vraagstelling worden beantwoord:
Welke doelstellingen en verwachtingen liggen aan het Stadsdeelnieuws ten grondslag (toen en
nu) en hoe kan het Stadsdeelnieuws - na het in kaart brengen van een waardering op die
punten door de externe doelgroep - worden beoordeeld in het kader van doeltreffendheid?
Het onderzoek is derhalve drieledig van karakter:
1. Descriptief (beschrijvend): wat zijn de doelstellingen en verwachtingen
aangaande de stadsdeelkrant?
2. Toetsend: in hoeverre worden de doelstellingen bereikt?
3. Prescriptief (aanbevelend): hoe kan de doeltreffendheid eventueel worden
vergroot?
Dit is vertaald naar de onderstaande deelvragen:
I Descriptief
1. Wat zijn de achtergronden van het besluit tot de oprichting van de eigen stadsdeelkrant,
welke verwachtingen en veronderstellingen speelden daarbij een rol?
2. Welke doelstellingen (en de wijze hoe dit te bereiken) zijn expliciet geformuleerd voor de
uitgave van de eigen stadsdeelkrant?
Il Toetsend
3. Hoe kunnen de doelstellingen worden vertaald naar indicatoren waarop de externe
doelgroep (met name bewoners en ondernemers) zijn waardering kan uitspreken?
4. Hoe kan naar aanleiding van het inzicht in de waardering van de externe doelgroep de
doeltreffendheid van het Stadsdeelnieuws worden beoordeeld?
UI Prescriptief
5. Welke aanbevelingen of vervolgvragen vloeien uit het onderzoek voort?
8/88
HET STADSDEELNIEUWS
1.5 Reikwijdte onderzoek
Met het bovenstaande wordt ook de afbakening van het onderzoek duidelijk. Ten
eerste richt het onderzoek zich alleen op de doeltreffendheid en niet op de
doelmatigheid. Daarbij wordt de nadruk gelegd op het oordeel van de externe
doelgroep, de krant heeft immers ook interne klanten zoals medewerkers, het
bestuur en de raad. Binnen die doelgroep heeft het stadsdeel bovendien
aangegeven de focus te willen leggen op de bewoners en ondernemers als
belangrijkste adressanten.
Belangrijkste afbakening ligt echter in het feit dat dit onderzoek gaat over het
oordeel over de inhoud en vormgeving van de krant, dat wil zeggen het subjectieve
bereik. Ontegenzeggelijk is het objectieve bereik van het Stadsdeelnieuws: oplage,
verspreiding en daadwerkelijke ontvangst de belangrijkste voorwaarde daarvoor, dat
wordt echter in dit onderzoek niet meegenomen/getoetst. Gezien de situatie rondom
de verspreiding wordt er echter op onderdelen wel aandacht aan besteed. Zie ook
paragraaf 2.6.
Ten slotte zal toetsing van doeltreffendheid plaatsvinden op interne doelstellingen,
dat wil zeggen die het stadsdeel zichzelf gesteld heeft.
Figuur 1.1 Afbakening onderzoek Stadsdeelkrant
Interne dimensie: Externe dimensie:
stadsdeel zelf doelgroep
Objectieve bereik: Subjectieve bereik:
bezorging inhoud
Externe doelstellingen Interne doelstellingen
& verwachtingen & verwachtingen
1.6 Methodieken/werkwijze
Uitgaande van de lerende doelstelling is in dit onderzoek gebruik gemaakt van
onderzoeksmethoden die de betrokkenheid van belanghebbenden borgen. Er is
gewerkt met een combinatie van onderzoeksinstrumenten (triangulatie).
9/88
HET STADSDEELNIEUWS
Ten behoeve van de analyse van de doelstellingen/verwachtingen en het
werkproces van het Stadsdeelnieuws zijn allereerst gesprekken gevoerd met direct
betrokkenen (hoofd communicatie/hoofdredacteur, eindredacteur, raadsvoorlichter,
hoofd en medewerkers Concernstaf). Teneinde daarnaast een goed beeld te krijgen
van het (beleidskader is een groot aantal documenten ter beschikking gesteld, op
grond waarvan deskresearch heeft plaatsgevonden.
Op basis van deze analyse is een normenkader opgesteld voor toetsing. Dit
normenkader had als functie de doelstellingen die werden getoetst vast te stellen en
objectiviteit te borgen in de toetsing van de doeltreffendheid daarvan.
Het lezersonderzoek heeft plaatsgevonden door middel van een internetenquête,
aangevuld met schriftelijke vragenlijsten voor mensen die geen beschikking hebben
over internet. Aan de lezers is een groot aantal vragen voorgelegd. Deze vragen zijn
gebaseerd op het geïnventariseerde kader en met name de bestaande
doelstellingen en verwachtingen. Dit tegen de achtergrond van het opgestelde
normenkader voor het doeltreffendheidsonderzoek.
In hoofdstuk 3 zal het lezersonderzoek nader worden toegelicht.
Stuurgroep
Ter begeleiding van het onderzoek is een interne stuurgroep ingesteld, die in alle
fasen van het onderzoeksproces is betrokken. Deze stuurgroep bestond uit het
hoofd communicatie, de eindredacteur van het Stadsdeelnieuws, de raadsvoorlichter
en twee beleidsadviseurs van de afdeling Concernstaf. Tijdens het onderzoek heeft
er intensieve afstemming plaatsgevonden met de stuurgroep. De leden zijn
betrokken in de opzet, inhoud en afbakening van het onderzoek. Tevens hebben zij
meegedacht over de inzet en vormen van de onderzoeksinstrumenten en de inhoud
daarvan. Tenslotte zijn zij op de hoogte gesteld van voorlopige resultaten en
uitkomsten van het onderzoek.
1.7 _Validiteit
In dit onderzoek wordt overwegend gebruik gemaakt van kwalitatieve gegevens. Die
zijn vooral opgebouwd uit woorden en niet uit cijfers. Validiteit heeft betrekking op de
waarde of geldigheid van de verzamelde gegevens en de resultaten (conclusies en
aanbevelingen) van het onderzoek. Er moet echter een onderscheid worden
gemaakt tussen interne en externe validiteit.
Externe validiteit gaat over de mate waarin de uitkomsten kunnen worden
gegeneraliseerd. Interne validiteit heeft betrekking op de kwaliteit van de
gevolgtrekking. In dit onderzoek wordt de validiteit daarom geborgd doordat
gegevens uit verschillende bronnen zijn gebruikt, consistentie is betracht in de keten
van bewijsvoering en argumentatie en informanten zijn geconfronteerd met de
resultaten (terugkoppeling).
1.8 Kernbegrippen
In deze rapportage herkennen wij enkele centrale begrippen. In het onderzoek zijn
deze als volgt gedefinieerd:
10/88
„HETSTADSDEELNEUWS
* De gemeente: de gemeente Amsterdam.
® Het stadsdeel: het Stadsdeel Centrum.
® Het onderzoek: het onderzoek naar de doeltreffendheid van het Stadsdeelnieuws in het kader
van artikel 213a Gemeentewet.
De (stadsdeelkrant: de eigen stadsdeelkrant van het Stadsdeel Centrum, oftewel het
Stadsdeelnieuws.
* _Doeltreffendheid: de mate waarin de met de oprichting van de eigen stadsdeelkrant gestelde
doelen bereikt worden en toe te schrijven zijn aan het daartoe gevoerde beleid inzake het
Stadsdeelnieuws. Effectiviteit is synoniem.
* _ Communicatie: naar algemeen taalgebruik wordt in dit onderzoek met het begrip communicatie
bedoeld ‘het uitwisselen van informatie’. Bij overheidscommunicatie vindt de uitwisseling
specifiek plaats tussen overheid (stadsdeel) en de samenleving (burger, ondernemer, instelling,
vereniging et cetera).
* _Communicatie-instrument: een middel dat communicatie mogelijk maakt. Het Stadsdeelnieuws
valt in de categorie schriftelijke communicatie-instrumenten.
* De doelgroep: de groep waarop het communicatie-instrument, Het Stadsdeelnieuws, extern
gericht is. Binnen deze doelgroep bevinden zich diverse subgroepen. In dit onderzoek ligt de
nadruk op bewoners en ondernemers.
1.9 Leeswijzer
Dit rapport is het integrale product van alle fasen die in het onderzoek zijn
doorlopen. Het bevat de analyse van het instrument Stadsdeelnieuws, de
doelstellingen en het beleidskader, gecombineerd met de input uit de diverse
gesprekken. Hoofdstuk 2 bevat de schets van het Stadsdeelnieuws die daar het
resultaat van is.
Tegen deze achtergrond worden aansluitend de uitkomsten uit het lezersonderzoek
gepresenteerd. In hoofdstuk 3 wordt allereerst het onderzoek nader toegelicht, het
normenkader geïntroduceerd en de resultaten per deelonderwerp uiteengezet.
Op grond daarvan worden in hoofdstuk 4 aansluitend conclusies getrokken over de
doeltreffendheid per deelonderwerp en het Stadsdeelnieuws als totaal. Deze
analyse is de resultante van de confrontatie van het normenkader met het beeld
zoals dat uit het onderzoek naar voren is gekomen. Vervolgens worden er enkele
aandachtspunten opgesomd voor verbetering, met bijbehorende aanbevelingen ter
vergroting van de doeltreffendheid.
In het laatste hoofdstuk worden tenslotte enkele handreikingen gegeven voor het
vervolg op dit onderzoek.
11/88
HET STADSDEELNIEUWS
Hoofdstuk 2
Het Stadsdeelnieuws
21 Inleiding
Om de doeltreffendheid van de stadsdeelkrant te beoordelen, dienen in kaart te
worden gebracht welke doelstellingen (impliciet en expliciet) met de oprichting van
de krant zijn beoogd en welke verwachtingen er bestonden van het communicatie-
instrument. Tevens is het belangrijk zicht te krijgen op het kader waarbinnen het
Stadsdeelnieuws en zijn doelstellingen kunnen worden geplaatst. In dit hoofdstuk
worden dit kader en de achtergronden van het Stadsdeelnieuws derhalve geschetst.
Aldus worden antwoorden gegeven op de eerste twee deelvragen van dit
onderzoek. Hierbij wordt ingegaan op de geschiedenis van het Stadsdeelnieuws en
aanleiding van de oprichting, de doelstellingen en verwachtingen, een beschrijving
van het instrument stadsdeelkrant (opzet, formule, werkwijze en organisatie) en het
gemeentelijke beleidskader.
Deze schets is het resultaat van uitvoerig deskresearch, gecombineerd met de
uitkomsten uit gesprekken met direct betrokkenen.
22 Geschiedenis en aanleiding oprichting Stadsdeelnieuws
Het Stadsdeelnieuws is in 2005 opgericht, maar ook daarvoor informeerde het
stadsdeel de verschillende groepen al via schriftelijke communicatievormen.
Voor de introductie van het Stadsdeelnieuws produceerde het stadsdeel vier keer
per jaar het blad ‘De Stad In’, dat daarvoor ‘Stadsdeel Nieuws’ heette. Daarnaast
werden er per jaar ongeveer 200 bewonersbrieven verspreid en incidenteel ook
nieuwsbrieven bij bijzondere projecten (zo’n tien per jaar). De samenstelling van het
huis-aan-huis blad De Stad In, werd verzorgd door de afdeling Communicatie. De
verschillende bewonersbrieven werden opgesteld en verstuurd vanuit de
verschillende sectoren en afdelingen. De officiële bekendmakingen werden op dat
moment gepubliceerd in de centrumeditie van het Amsterdams Stadsblad, waarin
elke week een paginagrote advertentie werd gevuld. Hier werd ook andere
informatie in opgenomen, gecoördineerd door het Voorlichtingsloket. Soms werden
ook advertenties gepubliceerd in Het Parool en/of andere landelijke dagbladen.
In deze situatie was de informatievoorziening vanuit het stadsdeel dus zeer
versnipperd. Via verschillende kanalen werden verschillende instrumenten gebruikt,
met uiteenlopende inhoud en gericht op verschillende doelgroepen. In deze
werkwijzen en middelen werd een gebrek aan eenduidigheid en integraliteit ervaren,
bovendien was het niet echt ‘eigen’ nu de berichten in het Amsterdams Stadsblad
samen met informatie uit andere stadsdelen werd gepresenteerd.
Uit een lezersonderzoek bleek bovendien dat men vond dat Stadsdeel Nieuws/De
Stad In te weinig nieuws bevatte (vandaar ook de naamswijziging) en dat de
frequentie van verschijnen sowieso te laag werd bevonden om echt goed
geïnformeerd te zijn.
2 voor een lijst met geraadpleegde documenten wordt verwezen naar de bijlagen.
12/88
HET STADSDEELNIEUWS
Er kwam wel duidelijk naar voren dat de doelgroep veel waarde hechtte aan actuele
informatie over en van het stadsdeel en dus graag en goed geïnformeerd wilden
worden.®
Tegen deze achtergrond ontstond dan ook wens om de informatiestroom te
bundelen. Gezocht werd naar een wijze om voor de doelgroep een constante en
herkenbare factor te creëren in de informatievoorziening. Een wekelijks huis-aan-
huis informatieblad werd daarvoor als beste middel gezien. Dit werd ook ingegeven
door de ervaringen van stadsdeel Oud-Zuid, die op dat moment al een wekelijkse
stadsdeelkrant had. Die kennis en ervaring is gebruikt om het concept voor de
stadsdeelkrant centrum dan ook verder te ontwikkelen.
Onder de nieuwe naam Stadsdeelnieuws werd de eigen stadsdeelkrant van het
centrum in december 2005 gelanceerd. Het instrument verving daarmee zoveel
mogelijk periodieke en incidentele uitgaven zoals in ieder geval de advertenties in
het Amsterdams Stadsblad, bewonersbrieven en nieuwsbrieven.
2.3 Doelstellingen
Met de oprichting van het Stadsdeelnieuws werd zo geprobeerd een algemeen en
eenduidig platform te creëren vanuit het stadsdeel om bewoners en ondernemers te
bereiken en daarnaast in rubrieken wijkgerichte en doelgroepgerichte informatie te
verstrekken.“ Concrete doelen zoals het stadsdeel ze heeft geformuleerd zijn:
1. Voldoen aan de wettelijke informatieplicht.
2. Actualiteit: het geven van actuele informatie/aanhaken bij nieuws.
3. Betrouwbaarheid:
- Het blad moet elke week (op een vaste dag) op elk adres in het centrum op de mat liggen.
- De lezer moet er op kunnen rekenen dat de inhoud correct is.
4. Eenduidigheid: de stadsdeelinformatie wordt zoveel mogelijk op één wijze en langs één
kanaal naar buiten gebracht.
5. Gerichtheid: het geven van informatie over de eigen wijk of doelgroep.
6. Volledigheid: het geven van informatie over het gehele stadsdeel.
7. Herkenbaarheid: het door uniformiteit creëren van een eigen gezicht van het stadsdeel waar
het de informatievoorziening betreft.
8. Efficiency: de informatie wordt op één plek verzameld en naar buiten gebracht.
9. Communicatief: het verbeteren en intensiveren van de communicatie tussen stadsdeel en
doelgroepen.
10. Participatie: het bevorderen van de betrokkenheid van bewoners en ondernemers bij
stadsdeel en bestuur.
$ Nota De Stad In, wekelijks informatieblad van stadsdeel Amsterdam-Centrun’, november 2004.
* Startnotitie ‘Stadsdeelkrant Amsterdam-Centrum’, 2005.
3 Samengestelde lijst uit de diverse beleidsdocumenten.
13/88
HET STADSDEELNIEUWS
Analyse van deze doelstellingen toont dat er sprake is van een mix van bestaande
en nieuwe doelstellingen, met externe en interne gerichtheid, specifiek of met een
meer algemeen/integraal karakter, met betrekking tot het objectieve of subjectieve
bereik en tenslotte gericht op de vorm en/of inhoud. Uit het onderzoek komen
tenslotte aanvullende elementen en impliciete doelen naar voren.
Om richting te krijgen in en inhoud te geven aan de toetsing worden de
doelstellingen daarom nader beschouwd en geordend.
1. Bestaande - nieuwe doelstellingen
Een onderscheid moet worden aangebracht in doelstellingen die in het algemeen
gelden voor de communicatie van het stadsdeel (en daarom -deels- ook al golden
voor de communicatie vóór het Stadsdeelnieuws) en doelstellingen die meer
specifiek samenhangen met de introductie van een nieuw medium en de
toegevoegde waarde daarvan.
Feitelijk is dan slechts een deel van de doelen als ‘nieuw’ te beschouwen. Het
voldoen aan de wettelijke informatieplicht gebeurde ook al in de oude situatie,
waarin ook gestreefd werd naar betrouwbare informatievoorziening en verschillende
doelgroepen gericht en volledig geïnformeerd werden over het stadsdeel, een
bepaalde wijk of een bepaalde gebeurtenis. Ook kan niet worden ontkend dat met
de bestaande middelen al getracht werd de communicatie te verbeteren en meer
betrokkenheid te bereiken.
Actualiteit, eenduidigheid, herkenbaarheid en efficiency (of doelmatigheid) zijn
echter duidelijk doelstellingen die samenhangen met de introductie van het nieuwe
medium en de meerwaarde daarvan. Ook de combinatie van gerichtheid én
volledigheid in een instrument is aan te merken als een vernieuwend element.
Deze doelen worden ook door betrokkenen be- en genoemd als belangrijkste
voordelen/verbeteringen ten opzichte van de oude situatie. Waarbij de
eenduidigheid de meest herkenbare is, omdat het stroomlijnen en bundelen van de
informatiestroom de kern van het nieuwe medium/werkwijze is en de grootste
verandering in vorm en inhoud van communicatie. Zo bezien vormt de eenduidigheid
doel én middel (of randvoorwaarde) waaruit de andere doelstellingen bereikt kunnen
worden en dan gaat het met name ook om de doelen die wellicht niet ‘nieuw’ zijn,
maar waarop het Stadsdeelnieuws een extra impuls diende te geven. Nóg beter
voldoen aan de wettelijke plicht, nóg betrouwbaardere informatievoorziening, nóg
betere communicatie en nóg meer betrokkenheid.
Het stroomlijnen en bundelen van de informatiestroom was dus geen doel op zich,
maar er was een beoogde toegevoegde waarde aan verbonden, zowel naar buiten,
als naar binnen (doelmatigheid).
2. Instrument - inhoud
Bovenstaande heeft ook betrekking op het feit dat sommige doelen zich specifiek
richten op de vorm en wijze van communiceren (instrument zelf) of veeleer op de
inhoud daarvan. In de doelstellingen loopt gerichtheid op communicatievorm/wijze
en op de inhoud door elkaar heen. Sommige doelstellingen richten zich specifiek op
een van beide, andere hebben beide elementen in zich. Op basis van de gegeven
doelstellingen kan het volgende overzicht worden gemaakt:
14/88
HET STADSDEELNIEUWS
Figuur 2.1 Overzicht doelstellingen instrument - inhoud
__Doelstelling | instrument | _____ Inhoud |
ed
informatieplicht
Actualiteit
* Frequentie X
* Karakter nieuws X
Betrouwbaarheid
* Bezorging X
* Feitelijke correctheid X
__Eendudigpeg | |
_Geromed ||
Herkenbaar |
feng ||
Zoals hierna zal blijken, zijn er enkele aanvullingen te geven op de doelstellingen,
deze hebben ook gevolgen voor dit overzicht.
Onder ‘betrouwbaarheid’ valt ook de betrouwbaarheid van de bezorging. Daarmee
richt deze doelstelling zich (deels) dus expliciet op het objectieve bereik van de
krant. Ook betrokkenen gaven aan dat met de eigen stadsdeelkrant een
verbeterslag op dit punt beoogd werd, zeker gezien het feit dat in de oude situatie de
bezorging van het Amsterdams Stadsblad te wensen overliet. Ook de doelstelling
‘actualiteit’ draagt een dergelijk onderdeel in zich, hieronder wordt namelijk ook de
frequentie van de krant (wekelijks) begrepen.
Deze doelstellingen onderscheiden zich daarom van de overige doelstellingen nu
deze zich veeleer richten op de inhoud en de vorm van het Stadsdeelnieuws en niet
zozeer op de bezorging. Uiteraard geldt voor al deze doelstellingen dat zij niet
kunnen worden bereikt indien de krant niet feitelijk ontvangen wordt door de
doelgroep. Zoals echter eerder toegelicht (8 1.5) wordt de objectieve
doeltreffendheid niet getoetst in dit onderzoek.
3. Extern - interne doelen
Alleen de doelstelling efficiency heeft een zuiver intern karakter. De formulering van
het doel doet vermoeden dat het zich alleen richt op het niveau van gegevens-
verzameling (werkprocessen). Onder die efficiency moet echter ook een
bezuinigingscomponent worden begrepen. Het stadsdeel beoogde met de bundeling
namelijk ook een niet onbelangrijk kostenvoordeel te behalen, bijvoorbeeld door de
kosten voor het Amsterdams Stadsblad uit te sparen en eigen advertentie-inkomsten
te genereren.
$ Ook het doel ‘eenduidigheid’ heeft een intern aspect, zeker zoals het stadsdeel het geformuleerd heeft, namelijk
op het gebied van werkprocessen: informatie wordt op één wijze verzameld en naar buiten gebracht. Hoewel die
werkwijze ook een doel is dat gerealiseerd moet worden, ligt het effect van de doelstelling uiteindelijk in de externe
sfeer: eenduidige informatiestroom richting de doelgroep.
15/88
HET STADSDEELNIEUWS
Hoewel deze aanvulling van de doelstelling noodzakelijk is, wordt tegelijkertijd
opgemerkt dat dit onderzoek zich richt op doeltreffendheid en deze interne
doelstelling dus niet wordt getoetst.
4. Hoofddoel - subdoel
Vrijwel alle doelstellingen richten zich specifiek op een duidelijk te onderscheiden
facet van het stadsdeelblad en zijn zo ook aan te merken als eigen (sub)doel.
Eerder werd al opgemerkt dat eenduidigheid wel is te identificeren als meer
algemeen, zijnde een randvoorwaarde om andere doelen te bereiken of versterken.
Deze doelstelling bevat echter zo de kern van de stadsdeelkrant dat het te
beschouwen is als een hoofddoel. Dit onderscheid wil trouwens niet zeggen dat
subdoelen minder belangrijk zijn, maar meer om het verschil in reikwijdte weer te
geven. Er is echter nog een doel dat is aan te merken als een integrale doelstelling,
te weten ‘communicatief’. Het verbeteren en intensiveren van de communicatie zit
namelijk in alle onderdelen die benoemd zijn in de doelstellingen. Door resultaten te
boeken op die onderdelen, zal de communicatie in zijn geheel intensiveren/
verbeteren. Deze doelstelling wordt daarom ook als overkoepelend beschouwd,
waarop een oordeel kan worden geveld op grond van de doeltreffendheid op de
andere onderdelen.
5. Expliciet - impliciet (aanvullingen)
Het Stadsdeelnieuws is ten eerste een informatieblad, dat betekent dat informeren
de logische hoofddoelstelling is waaronder alle andere doelstellingen ressorteren.
Hoewel dit wellicht in de doelstelling ‘communicatief’ gelezen moet worden, bevat
deze doelstelling toch meer dan alleen de hoofddoelstelling van de krant. Daarom is
het goed om deze apart neer te zetten.
De doelstelling ‘eenduidigheid’ richt zich in de gebruikte bewoordingen met name op
de bundeling van de informatiestroom en dus op de wijze waarop het nieuws naar
buiten wordt gebracht. Belangrijk element, dat deels ook raakt aan herkenbaarheid,
is echter ook dat het stadsdeel met de krant beoogde eenduidige beeldvorming te
bereiken, het gaat dus ook over de inhoud.
Een ander aanvullend element zit in de doelstelling ‘herkenbaarheid’. Ook deze
doelstelling richt zich in de gekozen bewoordingen met name op het instrument zelf,
dat onderscheidend vermogen moet hebben, zodat het door de doelgroep herkend
wordt. Een andere dimensie in deze doelstelling is echter de herkenbaarheid van de
stadsdeelraad en het stadsdeelbestuur en hun werk, rol en positie binnen het
stadsdeel. Vanuit die overwegingen is de krant bijvoorbeeld ook bewust
vormgegeven naar de duale verhoudingen: ieder heeft een eigen pagina. Door
echter het bestuurlijke en politieke nieuws op deze manier te bundelen, worden
lezers in staat gesteld de verbinding en/of tegenstellingen te ontdekken en te
vergelijken.
Voor wat betreft de stadsdeelraad diende de eigen stadsdeelkrant ook bij te dragen
aan de politieke herkenbaarheid van de verschillende fracties, niet alleen door de
raadspagina een aparte pagina te maken, maar ook door via uiteenlopende wijzen
(interviews/columns/inhoudelijke artikelen) de verschillende opvattingen/ideologieën
van partijen weer te geven.
16/88
HET STADSDEELNIEUWS
In het verlengde van deze herkenbaarheid stuitten wij op een belangrijk ander
element van de krant, namelijk de (positieve) promotie of PR van het stadsdeel.
Uit het onderzoek komt naar voren dat Stadsdeelnieuws ook als middel wordt gezien
om het (relatief jonge) stadsdeel zogezegd ‘op de kaart te zetten’.
Promotie is dan het stelselmatig op een positieve manier onder de aandacht
brengen van de gemeente en haar (beleids)producten. Het doel is doorgaans een
gunstig klimaat te scheppen voor ontwikkelingen die een gemeente belangrijk acht.
Het doel van PR is enerzijds het vergroten van de naamsbekendheid van de
gemeente en anderzijds het ontwikkelen van een gewenst imago. Dat vindt niet
plaats op persoonlijk of sectoraal niveau, maar om het stadsdeel als geheel.
Promotie/PR moet dan ook niet worden verward met propaganda, waarbij het gaat
om systematische werkzaamheid om aanhangers te winnen voor zekere principes.
Dit kan een reden zijn waarom promotie/PR niet expliciet geformuleerd is als doel.
Aldus wordt het totaal van doelstellingen duidelijk alsmede hun karakteristiek. Het
bovenstaande is samengevat in onderstaande tabel.
Figuur 2.2 Totaaloverzicht doelstellingen Stadsdeelnieuws
GE ne Vorm-inhoud dr Hoofddoel-
nieuw extern subdoel
Actualiteit nieuw extern subdoel
* Tijdigheid - vorm én inhoud
* Nieuwswaarde - inhoud
* Eigentijdsheid - vorm én inhoud
Betrouwbaarheid bestaand extern subdoel
* Bezorging - vorm (obj. bereik)
* Inhoudelijke correctheid - inhoud
* Objectiviteit en integriteit - inhoud
Eenduidigheid nieuw extern hoofddoel
- Eén vorm/wijze - vorm
- Eenduidige beeldvorming - inhoud
volledigheid én nieuw
Herkenbaarheid/profilering nieuw extern subdoel
* Instrument - vorm
* Rol/positie deelraad/ - vorm én inhoud
deelbestuur (dualisme)
* Politieke herkenbaarheid - vorm én inhoud
Efficiency nieuw intern subdoel
* Werkwijze intern - vorm
» Kostenvoordeel - vorm
* Frequentie
» Kwantiteit
17/88
HET STADSDEELNIEUWS
De ‘rangorde’ in doelstellingen laat zich vervolgens schetsen in een doelenboom.
Figuur 2.3 Doelenboom Stadsdeelnieuws
N
| HET STADSDEELNIEUWS |
ON
Hoofddoel
INFORMEREN
Centraal middel (én doel)
EENDUIDIGHEID IN VORM EN INHOUD
Verbeteren en intensiveren communicatie
Versterken Vernieuwen
(bestaande doelstellingen) (toegevoegde waarde)
informatieplicht
Herkenbaarheid/
TE
Gerichtheid én
Participatie/
betrokkenheid
24 Het Stadsdeelnieuws
Nu duidelijk is welke doelstellingen met de introductie van het nieuwe communicatie-
middel werden beoogd, resteert de vraag op welke wijze deze bereikt dienden te
worden. Om hier inzicht in te krijgen, wordt het instrument stadsdeelnieuws nader
beschreven, waarbij inhoud, doelgroep, vorm, formule en organisatie en werkwijze
aan de orde komen.
18/88
HET STADSDEELNIEUWS
24.1 Het communicatie-instrument
Het Stadsdeelnieuws is het informatieblad van het Stadsdeel Centrum, dat wekelijks
huis-aan-huis in het stadsdeel wordt bezorgd. De krant heeft een oplage van 65.500
stuks en verschijnt 52 keer per jaar.
Naast de papieren versie als hét gedrukte medium van het stadsdeel, bestaat de
digitale versie in combinatie met de website als alternatief. De mogelijkheid bestaat
om te abonneren op een webabonnement, abonnees krijgen de krant dan wekelijks
per e-mail opgestuurd. Tenslotte zijn er enkele vaste afhaalpunten, zoals wijk- en
buurtcentra, Albert Heijn en enkele andere organisaties.
24.2 Inhoud
Gezien het hoofddoel informeren bestaat ten minste 50% van de krant uit
mededelingen, bekendmakingen, wegwijs- en bereikbaarheidsinformatie, agenda's.
Daarnaast is er ruimte voor nieuws vanuit het stadsdeelbestuur en de stadsdeel-
raad, artikelen over een actueel onderwerp en daarnaast wijk-, doelgroep- of
projectgerichte informatie. Daarmee wordt de lezer dus geïnformeerd over
(voorgenomen) activiteiten van het stadsdeel, belangrijke beleidszaken en andere
aan het stadsdeel gerelateerde onderwerpen.
Indien daar aanleiding toe is, worden ook meningen van de doelgroep weergegeven
in de vorm van interviews, columns en/of ingezonden brieven.
24.3 Doelgroep
De doelgroep van de krant kan worden onderverdeeld in een aantal groepen:
* _ Binnenstadbewoners.
* Ondernemers die in de binnenstad gevestigd zijn.
* _Instellingen/verenigingen/stichtingen.
* Relaties (structureel).
* Geïnteresseerden (incidenteel, bijvoorbeeld toeristen).
Zowel uit gesprekken als uit de diverse beleidsnotities komt echter naar voren dat de
bewoners en ondernemers van het stadsdeel, tezamen als belangrijkste doelgroep
worden beschouwd. Opvallend is dat in een eerste beleidsnotitie met name ook
wordt gefocust op jongeren in de leeftijd van 10 tot 13 jaar.” Het Stadsdeelnieuws
zou zich expliciet moeten richten op deze groep. Niet alleen door voor hen relevant
nieuws op te nemen, maar ook door ze op ‘speelse wijze’ kennis te laten maken met
de manier waarop het stadsdeel bestuurd wordt. In latere notities wordt deze focus
echter niet teruggevonden, ook in de gesprekken is dit niet naar voren gekomen.
2.4.4 Vorm
De krant bestaat uit vier pagina’s op weekendformaat, full-color druk conform
huisstijl vormgegeven. Er wordt een verhouding tekst-beeld nagestreefd van
80-20%. Een aantal keren per jaar verschijnt er een speciale editie rondom een
specifiek onderwerp/thema, project of evenement (Burgerjaarverslag, begroting,
sport, maatschappelijke dienstverlening). De krant heeft dan de dubbele omvang.
7 Beleidsnotitie ‘De Stad In’ Wekelijks informatieblad van stadsdeel Amsterdam-Centrum, november 2004. In dat
kader wordt ook gesproken van een ‘De Stad In Junior’, deze is echter in een later plan komen te vervallen.
19/88
HET STADSDEELNIEUWS
Omwille van de toegankelijkheid, eenduidigheid en herkenbaarheid heeft het
Stadsdeelnieuws een vaste indeling.
Pagina 1 Stadsdeel: nieuws uit het dagelijks bestuur en actualiteiten.
Pagina 2 Bekendmakingen: bekendmakingen, vergunningen,
verkeersbesluiten, bestemmingsplannen, overige kennisgevingen.
Pagina 3 Wijkinformatie: nieuws, mededelingen (bereikbaarheidsinformatie),
aankondigingen, uitnodigingen en projecten.
Pagina 4 Stadsdeelraad: agenda's, aankondigingen, besluiten, spreekuren,
nieuws/artikelen, interviews.
Het nieuws uit het dagelijks bestuur en de stadsdeelraad bevindt zich dus op aparte
pagina’s. De raad heeft haar eigen pagina. Dit is een bewuste keuze geweest om
het duale karakter van bestuur duidelijker weer te geven. De vormgeving dient zo bij
te dragen aan de doelstelling herkenbaarheid van politiek en bestuur.
Niet alleen in de indeling, maar ook in de opmaak wordt zo veel mogelijk een vast
stramien gehanteerd.
Figuur 2.4 Indeling en uiterlijk Stadsdeelnieuws
Pagina 1 Stadsdeel Pagina 2 Bekendmakingen
Cc Zn men
Pagina 3 Wijkinformatie Pagina 4 Stadsdeelraad
re ee nn
Tee mm
20/88
HET STADSDEELNIEUWS
24.5 Formule
Er zijn enkele uitgangspunten voor de inhoud en samenstelling van de krant. Deze
dienen bij te dragen aan het bereiken van de doelstellingen.
De krant wordt gemaakt volgens journalistieke principes. Het Stadsdeelnieuws is
echter geen onafhankelijk medium. Het conformeert zich aan de missie van het
Stadsdeel Centrum, binnen dat kader wordt er gewerkt volgens journalistieke
uitgangspunten, welke volgens de redactie zijn®:
* Begrijpelijke presentatie van onderwerpen.
* Het geven van een overzicht van actuele activiteiten gemixed met onderwerpen,
aanpakken en schrijfstijlen die de doelgroep aanspreken.
* De hoofdredacteur en medewerkers zijn in die zin onpartijdig dat zij -waar nodig-
wederhoor toepassen en alle relevante meningen aan bod laten komen. Er wordt
een neutrale toon gehanteerd in de berichtgeving.
* De krant is het medium van het gehele stadsdeel, dat wil zeggen dat naast
informatie/meningen van het DB en de stadsdeelraad, ook medewerkers van
de organisatie aan het woord kunnen komen (bijvoorbeeld over uitvoering-
activiteiten).
* Feiten en meningen zijn duidelijk van elkaar te onderscheiden en duidelijk is wie
‘afzender’ is van het bericht.
Aanvullend daarop worden (vergelijkbaar met doelstellingen) leesbaarheid,
aantrekkelijkheid en toegankelijkheid voor lezers met zeer verschillende
achtergronden genoemd als de belangrijkste uitgangspunten voor de redactie-
formule. Het Stadsdeelnieuws dient de doelgroep bovendien op integere wijze te
benaderen: de informatie moet betrouwbaar, realistisch en waar nodig kritisch zijn
en het is helder geschreven en aantrekkelijk vormgegeven. Afwisseling op inhoud en
voldoende beeldmateriaal dienen daaraan bij te dragen.
Uit de gesprekken blijkt bovendien dat de redactie de combinatie gedrukt medium
met verwijzingen naar internet veelvuldig hanteert om aan de eventueel gewenste
diepgang van lezers tegemoet te komen. Op die manier worden de artikelen niet te
lang of onbegrijpelijk, waardoor de uitgangspunten behartigd blijven.
Voor de wekelijkse samenstelling van de krant worden wettelijke verplichting,
tijdigheid en actualiteit aangeduid als de criteria die toegepast worden.
Tenslotte wordt in het Stadsdeelnieuws alle informatie gebundeld die tot dat moment
afzonderlijk werd gepubliceerd. Eenduidigheid en herkenbaarheid brengen met zich
mee dat de krant hét gedrukte medium is van het stadsdeel. Exclusiviteit is dus ook
een belangrijk uitgangspunt van de formule.
Tegelijkertijd wordt echter duidelijk dat bij hoge uitzondering wel gebruik gemaakt
kan worden van aanvullende middelen. Als duidelijk is dat publicatie via de
stadsdeelkrant niet aan het doel beantwoordt of daaraan voorbijschiet, dan zijn
andere gedrukte uitgaven mogelijk.
8 Afgeleid uit: beleidsnotitie ‘De Stad In’ Wekelijks informatieblad van stadsdeel Amsterdam-Centrum, november
2004 en Startnotitie ‘Stadsdeelkrant Amsterdam-Centrum’, 2005.
21/88
HET STADSDEELNIEUWS
Het stadsdeel formuleert een aantal criteria:
* Informatie die uitsluitend gericht is op een zeer beperkte doelgroep.
* Uitvoerige inspraakprocedures bij grote projecten.
* Informatie die ook van belang is voor mensen buiten het stadsdeel.
* Een wettelijke verplichting om breder te verspreiden.
De horecanieuwsbrief is een schriftelijk communicatiemiddel dat bijvoorbeeld is
blijven bestaan gezien de specifieke informatie die het verstrekt en de omvang van
de doelgroep. Ook folders en ander voorlichtingsmateriaal zijn niet vervangen door
de stadsdeelkrant.
2.4.6 Organisatie/werkwijze
Stadsdeelnieuws is een product van de afdeling Communicatie en heeft een eigen
redactie. Deze bestaat naast de hoofdredacteur (hoofd Communicatie), uit de
eindredacteur, de communicatieadviseurs, de raadsvoorlichter en de eindredacteur
internet. De hoofdredacteur is eindverantwoordelijke voor het blad. De eindredacteur
stelt de krant wekelijks samen en werkt daarbij samen met de producent
(Movement). Laatstgenoemde levert ook een redacteur/tekstschrijver voor het blad.
De raadsvoorlichter is verantwoordelijk voor de inhoud van raadspagina.
De werkwijze voor samenstelling is vastgelegd in de Startnotitie Stadsdeelkrant
Amsterdam-Cetrum. Een officieel redactiestatuut ontbreekt echter. De redactie
vergadert wekelijks. Voor de algehele werkwijze geldt dat de eindredacteur het
aanspreekpunt is voor alle berichtgeving in de krant. Hij/zij houdt een
planningsoverzicht bij, waarin de inhoud van de krant voor een aantal nummers
wordt gepland (dit geldt niet voor de ‘verplichte’ informatie). Aanlevering daarvoor
van redactionele artikelen kan vanuit verschillende kanten komen, een DB-besluit,
een raadsbesluit, een project of actuele ontwikkelingen (nieuws). Vanuit de
voorgestane werkwijze® hebben de communicatieadviseurs daarin een sturende
taak en stemmen eventuele onderwerpen af met de eindredacteur ten behoeve van
de planning.
Ook voor wat betreft de bekendmakingen is de eindredacteur het centrale punt
(voorheen was dat het Voorlichtingsloket), hij redigeert dit enlevert de kopij aan bij
de producent. Voor de werkwijze geldt dat de beschikbare ruimte de begrenzing
vormt voor de omvang van de te publiceren berichten, bekendmakingen met een
publicatieplicht (zoals vergunningen) hebben daarbij voorrang.
Per week wordt een vaste cyclus doorlopen met harde deadlines voor aanlevering,
c.q. oplevering. Deze cyclus bevat concrete taken per dag, belangrijke momenten
zijn de vergaderdag van de redactie (maandag), de schrijf- en redigeerdag
(woensdag) en de uiteindelijke deadline, donderdag 12.00 uur.
®__Startnotitie ‘Stadsdeelkrant Amsterdam-Centrum’, 2005.
Ö_yoor een gedetailleerd inzicht in de activiteiten en planning per dag wordt verwezen naar de Startnotitie
(zie noot 8), p. 6.
22/88
HET STADSDEELNIEUWS
25 Beleidskader
De doelstellingen van het Stadsdeelnieuws zijn niet (geheel) op zichzelf staand. Zij
kunnen geplaatst worden tegen de achtergrond van het bredere beleidskader van
het Stadsdeel Centrum of van de gemeente Amsterdam als geheel. Ten behoeve
van de doeltreffendheidtoetsing is het daarom goed om dit kader te schetsen.
2.5.1 Bestuursstijl, Programakkoord, Programmabegroting 2008
Het dagelijks bestuur van het Stadsdeel Centrum heeft als belangrijk uitgangspunt
dat er openheid en transparantie wordt nagestreefd, met veel aandacht voor
burgers, ondernemers en gebruikers. Dit is vastgelegd in de Bestuursstijf) Met deze
‘nieuwe’ bestuursstijl participeert het bestuur op de mondige burger, die helderheid
en duidelijk eist van de overheid.
Communicatie is een belangrijk instrument voor het dagelijks bestuur en de
organisatie om deze bestuurstijl te realiseren de doelstellingen van het
Programakkoord? (PAK) effectiever te bereiken.
Uit het PAK worden doelstellingen van het stadsdeel duidelijk, op het gebied van
communicatie worden deze met name teruggevonden in het Programma Bestuur.
In verband met het communicatiebeleid zijn de belangrijkste nagestreefde
doelen/maatschappelijke effecten’®:
* Het bereiken van een breder draagvlak voor het stadsdeel.
* Meer samenwerking met bewoners en ondernemers.
Het eerste moet vorm krijgen door onder andere zorg te dragen voor een
goede verstandhouding met de burger, centrale stad en de stadsdelen. Meer
samenwerking wil het stadsdeel bereiken door de communicatie te verbeteren, te
streven naar direct contact tussen burger, raad en bestuur, samen met burgers en
ondernemers visie en beleid te ontwikkelen en interactieve beleidsvormen in te
zetten.
Zowel de Bestuursstijl, het PAK, als de Programmabegroting 2008 geven aan dat
communicatie niet het enige instrument is dat hiertoe wordt ingezet. In relatie tot
het Stadsdeelnieuws moet uiteraard worden opgemerkt dat het instrument
communicatie hier alle vormen van communicatie omvat, dus niet alleen schriftelijke.
Het Stadsdeelnieuws is slechts een van de instrumenten in het totale communicatie-
arsenaal.
25.2 Nota uitgangspunten communicatiebeleid 2004
Ten behoeve van het communicatiebeleid beschikt het stadsdeel over een nota van
uitgangspunten.“ Hierin wordt duidelijk gesteld dat als gevolg van de dualisering
bestuur en deelraad ieder hun eigen verantwoordelijkheid hebben voor
communicatie vanuit beide organen. Daarbij delen zij echter gemeenschappelijke
opvattingen over communicatie met dezelfde doelgroep.
u Bestuurstijl Amsterdam-Centrum, 2002.
B Meetbaar programakkoord voor stadsdeel Amsterdam-Centrum 2006-2010, 2006.
5 Gemeente Amsterdam, Programmabegroting 2008 Stadsdeel Centrum , 2007.
& Nota van uitgangspunten voor het communicatiebeleid van het stadsdeel Amsterdam-Centrum, juni 2004.
23/88
HET STADSDEELNIEUWS
Daarbij verbinden zij zich door de ‘stijl van Amsterdam’ te volgen en een actieve,
open en integere wijze van communiceren (afgeleid van besturen), die zich uit in
helder en beknopt taalgebruik. Doelstellingen van communicatie die ondermeer
worden genoemd in de nota:
* Bijdragen aan een goede relatie tussen het stadsdeel en bewoners,
ondernemers en bezoekers van de binnenstad.
* Het informeren over het voorgenomen of gevoerde beleid.
« Het bijdragen aan effectiviteit van bestuur en handhaving.
Het vergroten van zowel de toegankelijkheid van de stadsdeelraad, als het
stadsdeelbestuur.
* Het bijdragen aan de politieke en volksvertegenwoordigende profilering van het
stadsdeelbestuur en het dagelijks bestuur.
Beide organen zullen zich daartoe bedienen van een mix aan instrumenten, zoals
persconferenties, spreekuren, interviews, internet, televisie, maar ook eigen folders
en het Stadsdeelnieuws.
25.3 Beleidsplan communicatie 2007-2010
Dit beleidsplan’ geeft invulling aan de doelstellingen zoals die door bestuur en raad
zijn bepaald in bovenstaande kaders. Hierin wordt het communicatiebeleid allereerst
geplaatst tegen de ontstaansgeschiedenis van het stadsdeel. Aldus wordt duidelijk
dat het Stadsdeel Centrum een grote opgave vindt in het bewijzen van zijn
bestaansrecht, bij het referendum in 2001 heeft een meerderheid immers tegen
komst van het stadsdeel gestemd. '° Inmiddels is de steun voor het stadsdeel echter
toegenomen.’ In 2005 vindt 22% van de bewoners dat het stadsdeel goed
functioneert. Dit neemt echter niet weg dat vragen over draagvlak en bevordering
daarvan door middel van communicatie in belangrijke mate worden beïnvloed door
deze achtergrond en de spagaat waarin het bestuur zich dikwijls bevindt in relatie tot
het stadsbestuur waarmee zij haar verantwoordelijkheid voor de binnenstad deelt en
het soms tegenstrijdige wensenpakket van de bewoners.
In het kader van dit onderzoek is dit in ieder geval ook een belangrijke notie voor het
waarderen van de uitkomsten.
Conform de bestuurlijke kaders (PAK) noemt het beleidsplan als belangrijkste
doelstellingen het verbreden van draagvlak bij en verbeteren van samenwerking met
bewoners en ondernemers. Als meetbare doelstellingen uit de Programmabegroting
worden genoemd het functioneren van het bestuur (streefpercentage 2008: 35%
vindt dat goed) en tevredenheid over samenwerking.
Het communicatiebeleid wordt onderscheiden in:
* _Publieksinformatie en dienstverlening.
* Ontmoeting en overleg met bewoners, ondernemers en bezoekers.
* _Persbeleid.
* Public Relationsbeleid.
5 Beleidsplan communicatie Stadsdeel Amsterdam-Centrum 2007-2010, september 2007.
16 Omdat het benodigde opkomstpercentage echter niet gehaald werd, is de uitkomst ongeldig verklaard.
Onderzoek uit 2004 geeft aan dat nog ‘slechts’ 40% van de binnenstadbewoners tegen instelling van het
stadsdeel is, tegen 79% van de stemmers bij het referendum.
24/88
HET STADSDEELNIEUWS
Het Stadsdeelnieuws valt onder eerstgenoemde onderdeel, dat dus expliciet het
verband legt tussen informeren en dienstverlening. Adequate communicatie over
beleid en dienstverlening wordt daarbij gezien als integraal onderdeel van het
stadsdeelbeleid. Eigen media te weten de stadsdeelkrant en de website dienen
naast over beleid ook te informeren over dienstverlening. Het ontwikkelen en
investeren op eigen media is een natuurlijk gevolg van de doelstelling om sterker in
te zetten op uitwisseling van informatie.
Als relevante meetbare doelstellingen voor publiekscommunicatie worden genoemd:
, De ambitie is om de naamsbekendheid te vergroten tot 90%, het bereik
(bezorging) tot 85% en de waardering op dienstverlening 0,5 hoger.
* Erworden geen of zo weinig mogelijk folders of andere publicaties anders dan
de krant, website en bewonersbrieven gemaakt.
2.5.4 Visuele huisstijl
In het kader van het streven naar eenduidigheid en herkenbaarheid van het
Stadsdeelnieuws is het tenslotte relevant om te refereren aan de Amsterdamse
huisstijl, of de Stijl van Amsterdam. Deze huisstijl is ondersteunend aan de
(doelstellingen van) gemeentelijke communicatie en is ontstaan vanuit de wens een
transparante en herkenbare overheid te realiseren door middel van één beeldmerk.
Identiteit en gedrag zijn de kern daarvan en het belangrijkste doel van de visuele
huisstijl is derhalve uitdrukking geven hieraan en dus aan de belangrijkste waarden
van de organisatie: activiteit, openheid en integriteit.
Binnen de ‘concernhuisstijl heeft elk stadsdeel zijn eigen variatie, welke stadsdelen
ook afzonderlijk herkenbaar maakt en onderscheidend.
Zoals eerder vermeld wordt het Stadsdeelnieuws vormgegeven volgens de huisstijl,
die daarbij dient bij te dragen aan de herkenbaarheid (eigen gezicht van
stadsdeelcommunicatie).
Figuur 2.5 Visuele huisstijl Amsterdam en Stadsdeel Centrum
26 Objectieve bereik: verspreiding/bezorging
De reikwijdte van het onderzoek strekt zich zoals gezegd niet uit tot het objectieve
bereik van de krant, oftewel de daadwerkelijke ontvangst - met verspreiding/
bezorging als essentiële schakel - bij de doelgroep. In verband met het kader
waarin wij de onderzoeksresultaten moeten plaatsen dient hier echter toch kort bij te
worden stilgestaan.
1 Nota ‘De Stijl van Amsterdam, Over de helft, hoe verder en hoe in stand te houden, 2005.
25/88
HET STADSDEELNIEUWS
Zowel uit de beleidsanalyse, als uit gesprekken met betrokkenen komt namelijk naar
voren dat de verspreiding en bezorging wordt gezien als kritische succesfactor voor
het Stadsdeelnieuws. Tegelijkertijd is men zich ervan bewust dat dit ook de meest
kwetsbare schakel in het proces rondom de krant. De bezorging is namelijk een
(aanhoudend) probleem. De gemiddelde bezorgingsgraad is 75%, terwijl 100% het
uitgangspunt is en de eis aan de distributeur minimaal 90%.'° Over de
bezorging/ontvangst komen dan ook regelmatig klachten binnen en zijn in het
verleden diverse malen raadsvragen gesteld. Ondanks het monitoren van de
bezorging, het wisselen van distributeur en maatregelen om deze kwetsbaarheid te
compenseren (digitale beschikbaarheid, afhaalpunten et cetera) blijft de bezorging
punt van kritiek vanuit doelgroep en politiek. Voor 2008 heeft het stadsdeel zich ten
doel gesteld om te komen tot een bezorgingsgraad van 85%, om in 2010 te komen
tot een bezorgingsgraad van 90%.”
De achtergrond rondom de bezorging is van belang aangezien het onderscheid
tussen objectief en subjectief bereik zoals dat in dit onderzoek gehanteerd wordt,
voor de doelgroep minder helder zal zijn. Zeker in de beleving. Het is daarom niet uit
te sluiten dat oordelen over de inhoud mede beïnvloed worden door de ervaringen/
meningen die de doelgroep heeft over de bezorging/ontvangst.
p Beleidsplan communicatie Stadsdeel Amsterdam-Centrum 2007-2010, 2007.
2 [dem noot 19.
26/88
HET STADSDEELNIEUWS
Hoofdstuk 3
Het lezersonderzoek en de resultaten
31 Inleiding
De analyse van het instrument Stadsdeelnieuws uit het vorige hoofdstuk heeft de
basis gevormd voor de kern van dit 213a-onderzoek: het lezersonderzoek. In dit
hoofdstuk worden de methodieken die daarbij zijn gebruikt nader toegelicht en
verantwoord. Tevens worden de resultaten gepresenteerd. Daarmee geven wij
inzicht in het vraagstuk hoe de doelgroep het Stadsdeelnieuws op de diverse
doelstellingen en in het algemeen waardeert. Voordat echter de uitkomsten worden
gegeven, staan wij eerst stil bij het normenkader.
32 Normenkader
Ter structurering van het onderzoek, maar ook om de toetsing te objectiveren, is aan
de hand van de in hoofdstuk 2 gegeven analyse - en in nauw overleg met de
stuurgroep - een normenkader opgesteld. Dit normenkader maakt duidelijk welke
doelstellingen zijn onderzocht en aan welke eisen, c.q. normen deze zouden moeten
voldoen in het kader van doeltreffendheid. Om te komen tot een dergelijke referentie
zijn per doel de volgende vragen beantwoord:
* Op welke wijze kan deze doelstelling worden verankerd/vastgelegd
(inbedding)?
* Op welke wijze wordt de doelstelling in de praktijk nagestreefd (toepassing)?
* Wanneer is de doelstelling gerealiseerd, gewenste situatie bereikt (werking)?
, Wat zijn de daadwerkelijke effecten in de praktijk (resultaten)?
Omwille van de overzichtelijkheid is een indeling gemaakt naar (primaire)
gerichtheid op inhoud en vorm, zoals de doelstellingen door het stadsdeel
geformuleerd zijn. In het normenkader zijn de volgende doelstellingen uitgewerkt:
Figuur 3.1 Overzicht doelstellingen normenkader
inhoud Vorm
1. Actualiteit 1. Eenduidigheid
2. Betrouwbaarheid 2. Herkenbaarheid
3. Gerichtheid 3. Intensiteit en diversiteit
4, Volledigheid
5. Participatie
In hoofdstuk 4 zal de inhoud van het normenkader worden geconfronteerd met de
uitkomsten van het onderzoek. Het normenkader is opgenomen in de bijlagen. Dit
referentiekader is echter ook het uitgangspunt geweest voor het ontwerpen van het
lezersonderzoek.
27/88
HET STADSDEELNIEUWS
3.3 Hetlezersonderzoek
3.3.1 Verantwoording
Zoals in paragraaf 1.6 al is toegelicht, is het lezersonderzoek uitgevoerd in de vorm
van een internetenquête (en vragenlijsten voor niet-internetters). Zo kon namelijk
een grote groep potentiële respondenten worden bereikt, die op een
laagdrempelige, moderne (en eventueel anonieme) wijze een aanzienlijk aantal
vragen kon worden gesteld. Aanvankelijk werd een aanvulling hierop beoogd in de
vorm van dieptegesprekken met enkele lezers, of zogenaamde ‘rondetafels’ met een
groep lezers.® Naar aanleiding van de analyse van het beleidskader, de gesprekken
met betrokkenen en de resultaten van de enquête (met name ook de input uit de
open vragen), in relatie tot de diepgang en doorlooptijd van dit onderzoek heeft de
stuurgroep echter besloten hier van af te zien.
3.3.2 De internetenquête
Hoewel het 213a-onderzoek zich primair richtte op doeltreffendheid bij bewoners en
ondernemers is het online vragenformulier opengesteld voor de gehele doelgroep
van de stadsdeelkrant. Omdat cijfers over de werkelijke lezersgroep ontbreken is
voor de potentiële populatie van het lezersonderzoek uitgegaan van het aantal
inwoners boven de leeftijd van 12 (90% van alle inwoners), gecombineerd met de
oplage van de krant, waarmee men uitkomt op zo’n 70.000 potentiële lezers. Via het
Stadsdeelnieuws zelf en via de site van Stadsdeel Centrum is de enquête
aangekondigd, met toelichting van het doel en inhoud van het onderzoek. Ook zijn
bezoekers van de raad geattendeerd en is lezers zonder internet de mogelijkheid
geboden om een schriftelijke versie in te vullen. Tenslotte zijn internetabonnees via
de mail op de hoogte gesteld.
De enquête bestond uit totaal 53 vragen, met enkele subvragen. Naast enkele
algemene vragen zijn vragen de vragen gericht geformuleerd op de doelstellingen
van het blad, waarbij wederom een onderscheid naar vorm en inhoud is gemaakt.
Conform het normenkader waren de vragen opgedeeld naar de thema’s:
inhoud Vorm
* Actualiteit * Eenduidigheid
* Betrouwbaarheid * Herkenbaarheid
* Gerichtheid * Toegankelijkheid
* Volledigheid * Intensiteit en diversiteit
* Betrokkenheid
Daarnaast werden aan het eind enkele algemene beoordelingsvragen gesteld,
waarbij de respondent ook werd verzocht een vergelijking te maken met de situatie
vóór de oprichting van de stadsdeelkrant. Om enig inzicht te krijgen in redenen
waarom mensen de krant niet lezen, was ook een gedeelte opgenomen voor
respondenten die aangaven de krant niet te lezen.
U Verwezen zij naar de opdrachtformulering (vastgesteld door het db op 13 november 2007) en onderzoeksopzet
voor dit 213a-onderzoek, opgenomen in de bijlagen.
28/88
HET STADSDEELNIEUWS
Er is gebruik gemaakt van een combinatie van gesloten en open vragen.
Om waarderingen in beeld te krijgen is gewerkt met stellingen en het toekennen van
waardeoordelen (goed-voldoende-slecht et cetera) en cijfers.
De enquête is opgenomen in de bijlagen.
3.3.3 Respons
De enquête is vier weken online geweest. Het totaal aantal respondenten dat de
enquête heeft ingevuld is 167. Niet elke respondent heeft echter elke vraag
beantwoord of de enquête afgemaakt. 67 respondenten hebben de vragenlijst in zijn
geheel beantwoord, 97 respondenten hebben een deel van de vragen ingevuld.
Het aantal invullers per vraag varieert derhalve. De laatste vragen van de enquête
zijn gemiddeld nog door zo’n 90 mensen ingevuld.
Deze respons is onvoldoende om te kunnen spreken van een representatieve
steekproef. Zoals echter eerder aangegeven is dit een kwalitatief onderzoek (zie
S 1.7). Voor dit kwalitatief georiënteerde onderzoek is door zowel door de
onderzoeker als door de stuurgroep geoordeeld dat de uitkomsten van de enquête
een voldoende bruikbaar beeld geven voor analyse. De gegeneraliseerde conclusies
dienen echter wel tegen deze achtergrond te worden gelezen.
34 Resultaten lezersonderzoek
In deze paragraaf worden de resultaten kort en bondig uiteen gezet.
3.4.1 Algemeen
Het grootste gedeelte van de respondenten bestond uit bewoners, ongeveer 81%,
ondernemers maakten slechts 3,2% uit van het totaal.
Zoals de onderstaande figuur toont is er ook nog een deel ‘overig’. Dit zijn mensen
die zich naast ‘inwoner’ ook geclassificeerd hebben als bijvoorbeeld lid van de
stadsdeelraad, oud-bewoner van de binnenstad of medewerker van het stadsdeel
(deze laatste zijn er overigens slechts twee).
Figuur 3.2 Respondenten lezersonderzoek
Respondenten
B ondernemers
instelling
B vereniging/stichting
WE overig
Het overgrote deel van de respondenten geeft aan het Stadsdeelnieuws te kennen,
86% en nog eens 13% kent de krant ‘een beetje’. Een ruime meerderheid leest het
blad wekelijks (64%), een derde geeft te kennen het blad soms te lezen.
Respondenten die het blad altijd of soms lezen geven aan dit meestal grotendeels te
2 Dit aantal wordt mede veroorzaakt door het feit dat het systeem ook de ‘testers’ telt, die regelmatig tijdens het
onderzoek de enquête hebben gecontroleerd.
29/88
HET STADSDEELNIEUWS
doen, al lezen ook veel mensen alleen de artikelen die hen interesseren. De
papieren versie is daarbij nog steeds het meest gelezen exemplaar (63%, tegen
19% voor de internetversie). Sommigen maken echter ook gebruik van beide
vormen.
Belangrijkste reden om de krant te lezen is voor de meeste lezers het volgen van het
algemene nieuws over het stadsdeel (ruim 34%), ook een groot aantal lezers is echter
geïnteresseerd in de bekendmakingen en wijknieuws (beide 21%).
Niet lezers
De enkele respondenten die aangegeven hebben de krant niet te lezen geven aan
dat zij de internetversie ook niet lezen (60%). Een gedeelte van hen geeft dan ook
aan geheel verstoken te zijn van de informatie van het stadsdeel, zo’n 40%. Een
even groot gedeelte geeft echter aan dat de meeste informatie hen via andere
wegen bereikt, met via andere media of internet.
Belangrijkste reden om de krant niet te lezen wordt gevonden in het feit dat men ‘m
niet ontvangt. Ook de kwaliteit van de berichtgeving en de vormgeving van de krant
worden genoemd als oorzaken, waarbij deze lezers aangeven dat zij de
gemeentelijke informatie voor de introductie van het Stadsdeelnieuws wel lazen.
Het aanpassen van de inhoud scoort dan ook het hoogst onder de niet-lezers (50%)
als men vraagt wat er zou moeten veranderen aan het blad om dit wel te lezen. Zij
laten echter geen concrete aanbevelingen achter. Betere bezorging zou daar
volgens respondenten ook aan bijdragen.
3.4.2 Inhoud Stadsdeelnieuws
Actualiteit
Over de actualiteit van de krant is men overwegend positief. 52% is het overwegend
eens met de stelling dat de informatie in het Stadsdeelnieuws actueel is en nog eens
28% is het er helemaal mee eens. Over de ‘eigentijdsheid’ (passend bij de manier
waarop overheid en burger tegenwoordig met elkaar omgaan) is men gematigd
positief, 41% vindt het eigentijdse karakter overwegend aanwezig, maar ook bijna
een derde deel van respondenten vindt dat overwegend niet het geval.
30/88
HET STADSDEELNIEUWS
Het oordeel op de actualiteit is goed (47%) tot voldoende (32%).
Actualiteit
Actualiteit Waardering
50
40 7
\ 35 |
B actueel 30 | )
M overwegend actueel 25 [7
meen niet actueel 20 n
u 15
zol
Ld S-
Zeer goed Goed Voldoende Matig Slecht
Betrouwbaarheid
Op het onderscheid tussen feiten en meningen verkrijgen wij een genuanceerd
beeld: de helft van de respondenten is overwegend van oordeel dat dit onderscheid
helder is, terwijl ook een aanzienlijk deel (28%) vindt dat dit overwegend niet het
geval is. Hetzelfde beeld geldt voor de vraag of men vindt dat de feiten kloppen, al is
een iets groter gedeelte hierover positief. Bijna 80% vindt dat de informatie
consistent is, dat wil zeggen dat men eerder vastgesteld beleid kan herkennen en
informatie zich niet tegen spreekt.
Oordeel: goed
In zijn totaliteit wordt het Stadsdeelnieuws op betrouwbaarheid echter beoordeeld
als goed tot voldoende (samen 83%). 11 procent vindt de krant op dit onderdeel
matig.
Betrouwbaarheid
onderscheid feiten en meningen Waardering
> 5 II
LS B
Gerichtheid
De helft van de respondenten is het overwegend eens met de stelling dat de
informatie aanspreekt vanuit zijn/haar belang, echter ook 32% is het daarmee
overwegend oneens. Op de vraag of er voldoende informatie over de
wijk/leefomgeving wordt verstrekt is men overwegend negatief, een kleine
meerderheid is het hier overwegend niet tot helemaal niet mee eens.
Oordeel: voldoende
31/88
HET STADSDEELNIEUWS
Het oordeel op gerichtheid is voldoende tot goed, maar ook 18% beoordeelt het
Stadsdeelnieuws hierop als matig.
Gerichtheid
Bijdrage Stadsdeelnieuws aan Waardering
volledigheid en gerichtheid
45
40
35
\ 5 ® bijdragend 30
B overwegend 25 _
\ bijdragend ‚ 20 |
overwegend niet p
bijdragend 154
B niet bijdragend 10} 4 ij
PP D-
Zeer goed Goed Voldoende Matig Slecht
Volledigheid
Een meerderheid (51%) van de lezers vindt dat de krant overwegend voldoende
informatie verschaft over het stadsdeel als geheel, ruim een derde is het daar echter
overwegend mee oneens. Op de vraag naar de mate waarin de indeling van de
krant bijdraagt aan de volledigheid én gerichtheid van de krant is men positief (18%
helemaal mee eens, 49% overwegend mee eens).
Oordeel: goed
Overall scoort de volledigheid goed tot voldoende, 17,5% vindt de krant op dit punt
matig.
Volledigheid
Hoeveelheid informatie over Waardering
wijk/leefomgeving
40
354 |
30
E voldoende 25 |
overwegend 15 Le
onvoldoende e
Ns B onvoldoende 10
Zeer goed Goed Voldoende Matig Slecht
Betrokkenheid
De helft van de respondenten maakt wel eens gebruik van participatiemogelijk-
heden, de andere helft niet. Een ruime meerderheid geeft aan zich meer bij het
beleid van het stadsdeel betrokken te voelen door het Stadsdeelnieuws (totaal
62%). Tegelijkertijd geven zij echter ook aan dat zij als gevolg van de introductie van
het Stadsdeelnieuws niet meer gebruik zijn gaan maken van participatiemogelijk-
heden.
32/88
HET STADSDEELNIEUWS
Wel geeft meer dan de helft van de respondenten aan dat het door de krant voor
hen duidelijker is geworden wat het stadsdeelbestuur en -raad doen en wat hun
mening is over bepaalde onderwerpen. Dat geldt overigens niet voor de herkenbaar-
heid van de politieke partijen en hun verschillende standpunten, ruim 60% is
overwegend van mening dat dit door de krant niet is verduidelijkt. Een kleine 38%
vindt echter ook dat de politieke herkenbaarheid overwegend wel verbeterd is.
Oordeel: goed
Het oordeel over de krant als instrument tot het vergroten van betrokkenheid en
herkenbaarheid is goed tot voldoende. 10% vindt het Stadsdeelnieuws een slecht
instrument hiervoor.
Betrokkenheid
Waardering
Bijdrage Stadsdeelnieuws aan
betrokkenheid doelgroep bij stadsdeel 40
= meer betrokken 25 LZ
AD B overwegend meer 20 | 7
betrokken #
N overwegend niet 15
meer betrokken 7
B niet meer betrokken 10 |
sp |
0 PP
Zeer goed Goed Voldoende Matig Slecht
3.4.3 Vorm Stadsdeelnieuws
Eenduidigheid
Het overgrote deel geeft te kennen dat zij vinden dat de informatie uit het stadsdeel
op één duidelijke manier tot hen komt door middel van het Stadsdeelnieuws, bijna
70%. Een ongeveer even groot percentage geeft ook aan de krant te zien als het
belangrijkste communicatiemiddel van het stadsdeel.
Op eenduidigheid wordt het Stadsdeelnieuws beoordeeld tot zeer goed tot goed (samen
ruim 50%), nog eens 24 procent vindt de krant op dit onderdeel voldoende.
Eenduidigheid
Waardering
Eenduidigheid communicatie via
Stadsdeelnieuws
45
40 _
35 n
eenduidig 30
B overwegend 25 m
eenduidig 204 |
Cnduido || tst
B niet eenduidig 10
sr
oe D P
Zeer goed Goed Voldoende Matig Slecht
33/88
HET STADSDEELNIEUWS
Bijna 90% van de respondenten geeft aan de krant meteen te herkennen tussen de
andere post, het overgrote merendeel vindt ook dat het Stadsdeelnieuws door zijn
uiterlijk duidelijk te herkennen is als gemeentecommunicatie (78%). Daarnaast is
bijna elke respondent (meer dan 90%) de mening toegedaan dat de vaste indeling
van de krant bijdraagt aan de herkenbaarheid/toegankelijkheid. Men weet meteen
waar men moet zijn voor bepaalde informatie.
24% van de respondenten beoordeelt het blad op de herkenbaarheid ervan dan ook als
zeer goed en 52% met goed.
Herkenbaarheid
Bijdrage indeling krant aan Waardering
herkenbaarheid
40
35
30
B bijdragend 25 pl
IN waas | eo
Srssange me [|_25
B niet bijdragend 10 |
Zeergoed Goed Voldoende Matig Slecht
Toegankelijkheid (vormgeving en taal)
Een grote meerderheid van de respondenten vindt dat de vormgeving van de krant
past bij overheidscommunicatie (ruim 85%). Men vindt het Stadsdeelnieuws
overwegend overzichtelijk. Op aantrekkelijkheid is het beeld diffuus, ruim een derde
vindt de krant overwegend onaantrekkelijk, maar een meerderheid vindt het
stadsdeelblad (overwegend) aantrekkelijk. Ook voor de balans beeld en tekst geldt
dit, al vindt ook 60% van de respondenten dit overwegend een goede balans.
Het taalgebruik wordt als passend gezien bij overheidscommunicatie, bijna 90% van
de respondenten is deze mening toegedaan. De leesbaarheid wordt ook als
voldoende beschouwd, al is er ook 15% van de respondenten die de leesbaarheid
als overwegend te moeilijk beschouwen. Ruim een derde vindt de artikelen in de
krant overwegend te kort, bijna 50% vindt de lengte van de artikelen echter goed.
34/88
HET STADSDEELNIEUWS
De toegankelijkheid als geheel (vormgeving en taal) van het Stadsdeelnieuws wordt
door 41% beoordeeld als goed en met 34% als voldoende.
Toegankelijkheid (vormgeving & taal)
Waardering
Aantrekkelijkheid Stadsdeelnieuws
45 |
40 in
35 C
E aantrekkelijk 30 7
B overwegend 25
aantrekkelijk Pd
4 overwegend 20 [ A
onaantrekkelijk 15 À
B onaantrekkelijk 4
10
‚a 5
Zeer goed Goed Voldoende Matig Slecht
Intensiteit en diversiteit
De frequentie van de informatieverstrekking via het Stadsdeelnieuws, oftewel de
intensiteit, wordt door de respondenten voor het overgrote gedeelte als goed
ervaren (bijna 75%). Op de vraag of de hoeveelheid informatie in de krant voldoet,
geeft echter een meerderheid (56%) te kennen dit niet voldoet aan hun behoefte.
Gaat het om de breedte van onderwerpen en afwisseling (diversiteit) dan zegt bijna
40% dat de krant op dat gebied niet voldoet, echter een zelfde percentage geeft te
kennen dat dit overwegend wel voldoet.
Communicatie: kwantiteit en diversiteit
Behoeftebevrediging hoeveelheid Behoeftebevrediging diversiteit van
informatie informatie
E voorziet in behoefte E voorziet in behoefte
mn, B voorziet N B voorziet
overwegend in overwegend in
behoefte behoefte
voorziet voorziet
overwegend niet in Ne / overwegend niet in
behoefte behoefte
B voorziet niet in B voorziet niet in
behoefte behoefte
3.4.4 Algemeen beeld Stadsdeelnieuws
Algemeen oordeel over kwaliteit en verbetering
De algemene kwaliteit het Stadsdeelnieuws beoordelen de respondenten bij
meerderheid als goed (39%) en voldoende (35%). Een klein aantal noemt de
kwaliteit matig (17%) tot slecht (4%). Op de vraag of de krant voldoet aan de
wensen en behoeften inzake de informatiebehoefte van de respondenten, komt een
genuanceerder beeld naar voren. De meerderheid (zo'n 75%) zegt weliswaar dat het
stadsblad voldoende voorziet in hun behoefte aan informatie vanuit het stadsdeel,
maar ook zo'n vierde deel zegt zij dit als matig beoordeelt.
35/88
HET STADSDEELNIEUWS
De introductie van het Stadsdeelnieuws wordt echter wel gezien als een verbetering
ten opzichte van de situatie van informatievoorziening daarvoor. Ruim 37% vindt dat
de situatie daardoor veel verbeterd is, nog eens 36 procent vindt het een tamelijke
verbetering. Een klein gedeelte oordeelt dat de introductie van het blad geen
verbetering is (17%).
Het gemiddelde rapportcijfer dat respondenten de krant geven komt uit op een 6,7.
Het grootste gedeelte vindt de stadsdeelnieuws een 7 (35%), waard en 21% kent
een 8 toe er zijn zelfs enkele negens gegeven. Zo'n kleine 20% beoordeelt de krant
met een onvoldoende (cijfer 3 tot en met 5).
Algemene kwaliteit en verbetering
Waardering Verbetering Stadsdeelnieuws t.o.v.
situatie verleden
40
35-17 Í
30
25 k À E geen verbetering
20} N N erbetering
15 pr veel verbetering
zo Á Nae/ EB nvt/ weet niet
_D D-
Zeer goed Goed Voldoende Matig Slecht
Succes- en verbeterpunten
Op de vraag op welke aspecten (doelstellingen) het Stadsdeelnieuws het beste
presteert komen de herkenbaarheid en toegankelijkheid van het communicatie-
instrument naar voren als succespunten. Het onderdeel dat de doelgroep het meest
waardeert, is in ruime meerderheid het wijknieuws (pagina 4), gevolgd door het
algemene nieuws/bestuursinformatie (voorpagina).
Daartegenover staat dat de volledigheid en actualiteit volgens de respondenten
aspecten die bij verbetering het meeste aandacht behoeven, gevolgd door
betrouwbaarheid en betrokkenheid. Het onderdeel raadsinformatie van de krant
(pagina 4) kan volgens de lezers het meest verbeterd worden: met 30% scoort dit
onderdeel het hoogst. Echter ook de bekendmakingen (pagina 2) en wijkinformatie
(pagina 3) worden veel genoemd, ieder scoort zo'n 24%.
3.4.5 Anders nog wat nieuws… ?
De respondenten zijn middels open vragen in de gelegenheid gesteld opmerkingen/
aanbevelingen te geven over het Stadsdeelnieuws. Ongeveer 75% heeft gebruik
gemaakt van deze mogelijkheid, wat betekent dat er veel reacties zijn
binnengekomen. Tot slot van dit hoofdstuk een korte samenvatting daarvan:®
5 Omdat het hier gaat om een analyse van open vragen en geen exacte percentages in kaart kunnen worden
gebracht, wordt gewerkt met kwalitatieve termen als ‘een deel’, ‘enkelen’, ‘sommigen’, ‘veel’ et cetera.
36/88
HET STADSDEELNIEUWS
Bezorging
Ondanks de nadrukkelijke mededeling dat het onderzoek zich richtte op de inhoud
van de krant hebben veel respondenten toch hun kritiek/bezorgdheid geuit over de
bezorging van het blad. Evenals het stadsdeel geven zij aan dat ze de ontvangst
van het blad als eerste voorwaarde zien om het tot een succes te maken. Enkele
respondenten geven te kennen dat hun oordeel over de inhoud mede wordt
beïnvloed door de onbetrouwbare bezorging.
Betrouwbaarheid/betrokkenheid
Veel reacties zijn ook binnengekomen over de betrouwbaarheid of het informatieve
gehalte van de krant. Een deel van de respondenten vindt het blad op onderdelen
propagandistisch en te weinig objectief. Vaak wordt dit ook gerelateerd aan de
hoeveelheid foto's die worden afgebeeld van de stadsdeelbestuurders, dit vormt
voor velen een ergernis. Men geeft ook aan dat men dit niet vindt passen bij een
moderne overheid en het karakter van de krant, die toch met name informatief zou
moeten zijn. Een moderne overheid (en bestuur) zou zich niet moeten plaatsen op
de voorgrond, maar juist de burger centraal moeten stellen, aldus sommige
respondenten. Door sommigen wordt het blad hierdoor ervaren als louter huisblad
van het bestuur, waardoor zij zich eerder op afstand voelen met het stadsdeel dan
erbij betrokken. In dit verband wordt ook de politieke profilering opgemerkt op de
raadspagina. Volgens enkele lezers zou de raadspagina niet moeten dienen voor
politieke herkenbaarheid, maar zouden de politieke partijen zelf hun ‘propaganda’
moeten verzorgen. De raadspagina zou alleen moeten dienen voor informatie over
commissie- en -raadsvergaderingen, besluitvorming en inspraakavonden.
Volledigheid: kwantiteit en diversiteit
Over de hoeveelheid/samenstelling van de informatie in het blad worden ook veel
opmerkingen gemaakt. Een aanzienlijk deel van de respondenten geeft aan dat de
informatievoorziening wel wat meer zou mogen zijn, waarbij het met name gaat om
actualiteiten en bewonersnieuws. Men geeft tevens te kennen dat men graag
aankondiging van beleidsvoornemens/concrete activiteiten van het stadsdeel zou
zien, waarover vervolgens opvolgend over wordt geïnformeerd. Men wil inzicht
krijgen in consistentie van beleid en bestuur (beleidsafspraken/-voornemens in
relatie tot activiteiten en resultaten). Statische informatie (grafieken/tabellen/
infographics met bestuursinformatie en getallen) zou daarbij kunnen ondersteunen
volgens sommigen.
Bekendmakingen
Hoewel volgens sommigen de ruimte voor de bekendmakingen gebruikt zou moeten
worden voor ander nieuws, levert het onderdeel bekendmakingen een stroom aan
reacties op over hoe deze zijn vormgegeven en gerangschikt. Deze pagina wordt als
‘rommelig’ en moeilijk leesbaar ervaren. Ook de tijdigheid van de bekendmakingen;
aanvragen/ aankondigingen en vergaderingen is een punt van kritiek.
37/88
HET STADSDEELNIEUWS
Hoofdstuk 4
Conclusies en aanbevelingen
41 Inleiding
Nu de uitkomsten van het lezersonderzoek zijn geschetst kan de doeltreffendheid
van het Stadsdeelnieuws in kaart worden gebracht. Doeltreffendheid is eerder
geformuleerd als de mate waarin met (de oprichting van) het Stadsdeelnieuws de
gestelde doelen bereikt worden en mede toe te schrijven zijn de krant zelf of het
beleid dat daaraan ten grondslag ligt. Er moet met andere woorden een duidelijk
causaal verband zijn. Overheidsbeleid, of -instrumentarium, is doeltreffend als de
getroffen overheidsmaatregelen de gewenste effecten hebben in de maatschappij.”
In de beoordeling van de doeltreffendheid van het Stadsdeelnieuws wordt derhalve
gekeken naar de mate waarin het gewenste effect bereikt wordt.
Door - mede aan de hand van het normenkader - dit eerst na te lopen op de
verschillende aspecten/(sub)doelstellingen van de krant (8 4.2), wordt vervolgens
een algemeen beeld geschetst van de doeltreffendheid van het Stadsdeelnieuws
(8 4.3). Op basis van de conclusies worden aansluitend enkele aanbevelingen
geformuleerd.
42 Doeltreffendheid per doelstelling
Actualiteit
Met deze doelstelling beoogde men met het Stadsdeelnieuws actuele informatie te
verstrekken. Onder andere door meer en vaker informatie te verstrekken dan
voorheen en de tijdigheid van bekendmakingen/agenda’s te borgen.
Uit het onderzoek blijkt dat de doelgroep de krant voldoende actueel vindt en dit
aspect wordt dan ook als goed gewaardeerd. Al zou een enkeling ook graag zien dat
wettelijke bekendmakingen eerder werden aangekondigd. Aanvullend komt echter
ook naar voren dat lezers graag informatie met meer ‘nieuwswaarde’ (actualiteiten)
zouden willen lezen, in plaats van actualiteit in de zin van tijdige bekendmaking van
bijvoorbeeld wettelijke bekendmakingen en agenda's. Daarmee lijkt men overigens
vooral te doelen op meer nieuws op wijk- en burger/ondernemerniveau. Ook zou
men meer aankondigingen willen zien in de vorm van actuele beleidsvoornemens/-
activiteiten (toekomstgerichtheid).
Naar aanleiding van de analyse is aan de actualiteit ook de dimensie ‘eigentijdsheid’
van de informatieverstrekking toegevoegd en dit aspect wordt minder positief
beoordeeld door de doelgroep. Dat heeft niet alleen te maken met inhoud, maar ook
met de vorm(geving), zo komt uit het onderzoek naar voren. Lezers geven aan dat
zij de wijze van beeldgebruik en het soort activiteiten en nieuws dat door de krant
wordt gegeven op onderdelen niet vinden passen bij de wijze waarop een moderne
overheid zijn burgers tegemoet zou moeten treden. De gemeente zou zichzelf
minder op de voorgrond moeten plaatsen en meer de burger/ondernemer centraal
moeten stellen.
hal Algemene Rekenkamer, Handleiding Normen en begrippen, Den Haag, 2005, p. 10.
38/88
HET STADSDEELNIEUWS
Ook zou berichtgeving in dat geval minder moeten gaan over activiteiten van
bestuurders (ceremonieel), maar eerder over achtergronden en afwegingen van
beleid. Taalgebruik en samenstelling vindt men in dit geval overigens wel passend
voor overheidscommunicatie.
In dit verband moeten wij ook de aanbeveling van de respondenten lezen om bij
verbetering met name ook te concentreren op de actualiteit. Op deze wijze hangt dit
sterk samen met het andere punt dat aanwijzen: de volledigheid. Het gaat om meer
informatie met voor de doelgroep relevante nieuwswaarde vanuit een ander
perspectief (burger/ondernemer). Dergelijke informatievoorziening wordt dan ook
passender gevonden bij de moderne verhouding tussen overheid-burger.
Hoewel het gewenste effect op het gebied van actualiteit deels bereikt wordt
(formele actualiteit), is de doeltreffendheid vanuit de nieuwswaarde en de
‘eigentijdsheid’ van het Stadsdeelnieuws niet optimaal te noemen.
Betrouwbaarheid
De betrouwbaarheid van de informatievoorziening in het Stadsdeelnieuws is
belangrijk onderwerp van kritiek zo blijkt uit het onderzoek. Ook hier is er een
tweezijdig beeld. Een onderscheid moet worden aangebracht tussen feitelijke
correctheid of de consistentie van informatieverstrekking en de objectiviteit of
integriteit van die informatie.
Op het eerste onderdeel geven lezers te kennen dat zij het Stadsdeelnieuws goed
waarderen: de feiten (met name ook agenda's en mededelingen) kloppen volgens
hen over het algemeen en de informatie spreekt zichzelf doorgaans niet tegen. Bij
de objectiviteit van de informatie die gepresenteerd wordt als ‘feit’ zetten velen
echter vraagtekens, daardoor wordt het onderscheid tussen feiten en meningen voor
een deel van de doelgroep lastiger. Daar komt bij dat het profilerende karakter van
de krant voor bestuur en raad door een deel van de lezers wordt ervaren als
propagandistisch. Het gaat hier weliswaar niet om een meerderheid van de lezers,
maar wel om een terugkerend signaal en misschien wel het belangrijkste punt van
kritiek (zo bleek met name ook uit de open reacties). Deze kritische lezers vinden
het verkondigen van meningen en standpunten van bestuurders en politici niet
passen bij het doel van de krant dat volgens hen louter informeren is. Voor de
profilering van het bestuur blijkt met name het veelvuldige gebruik van
beeldmateriaal van hen in de krant in belangrijke mate afbreuk te doen bij de lezers
aan de ervaring van objectiviteit en integere nieuwsverschaffing. Over de raad komt
dit aspect niet naar voren, maar worden meer in het algemeen vraagtekens gezet bij
het gebruiken van de stadsdeelkrant voor het verkondigen van politieke
standpunten.
Ook voor de betrouwbaarheid geldt derhalve dat de gewenste effecten slechts deels
bereikt worden. De objectiviteit en integriteit van het Stadsdeelnieuws blijkt afgaande
op reacties van de lezers zelfs een van de belangrijkste kritiekpunten. Daarbij moet
echter de kanttekening worden gemaakt dat hoewel het stadsdeel zich tot doel heeft
gesteld betrouwbaar en integer te zijn én de doelgroep dit schijnbaar ook volledig
verlangt, het Stadsdeelnieuws niet bedoeld was en is als een onafhankelijk medium.
Het conformeert zich immers aan het beleid van het bestuur en de raad. Binnen dit
kader worden de journalistieke kaders weliswaar behartigd, maar de vraag is in
hoeverre totale objectiviteit en integriteit worden nagestreefd.
39/88
HET STADSDEELNIEUWS
De redactieformule (zie 8 2.4.5) geeft aan dat men in ieder geval een neutrale toon
nastreeft, door wederhoor alle relevante meningen aan bod wil laten komen en zich
niet alleen wil focussen op de twee belangrijkste organen van de gemeente: bestuur
en raad. Het onderzoek geeft in ieder geval belangrijke aanwijzingen dat men op die
doelstellingen niet voldoende slaagt.
Gerichtheid én volledigheid
Gerichtheid betekent dat de krant voldoende informatie wil geven die verschillende
doelgroepen en wijken aanspreekt en in hun behoefte voorziet. Volledigheid doelt op
het streven ook voldoende stadsdeelbrede informatie te willen verstrekken. Door
deze twee doelen samen te noemen, geeft het stadsdeel aan hierin de juiste balans
te willen. Dit wil men bereiken door een evenwichtige samenstelling van de krant,
onder andere ondersteund door de vaste indeling van het blad die de verhoudingen
moet borgen.
Het algemene beeld is dat men in principe wel vindt dat de krant voldoende
tegemoet komt aan de behoefte die vanuit het specifieke belang van de lezer
(bewoner of ondernemer). Daarin is schijnbaar een goed evenwicht gevonden
tussen de verschillende doelgroepen. Gaat het echter om de informatie-behoefte
vanuit de fysieke situatie (leefomgeving) dan wordt te kennen gegeven dat het
Stadsdeelnieuws hierin overwegend níet voorziet. Binnen de bestaande omvang van
de krant zou men graag meer nieuws willen over de wijk en onderwerpen die de
directe leefomgeving treffen en minder over het stadsdeel als geheel. Aldus wordt
volledigheid genoemd als aandachtspunt voor verbetering.
Wij zien daar een duidelijke relatie met de eerdere constatering inzake het
perspectief waaruit bericht wordt (afzender), dat volgens de lezers te weinig vanuit
burger/ondernemer is (zie ook onder ‘actualiteit’). Indien men de doeltreffendheid op
dit punt zou willen vergroten, kan de bestaande indeling van de krant gehandhaafd
blijven, want de lezers beoordelen de krant zeer positief waar het gaat om de
bijdrage daarvan van een evenwichtige informatieverstrekking.
Voor wat betreft de gerichtheid en volledigheid aangaande de verschillende
doelgroepen is het Stadsdeelnieuws overtuigend doeltreffend. De doeltreffendheid
betreffende het evenwicht tussen stadsdeelbreed nieuws en wijkinformatie en
nieuws over onderwerpen die de directe leefomgeving van lezers raken zou kunnen
worden vergroot.
Betrokkenheid
Het vergroten van de betrokkenheid bij het (beleid van het) stadsdeel is een
doelstelling van de krant die verband houdt met hogere doelen van het
stadsdeel(bestuur), zoals die ook worden uitgedragen bijvoorbeeld in de Stijl van
Amsterdam. Het open en actief tegemoet treden van de maatschappij en het
verkleinen van de afstand tussen het stadsdeel en zijn inwoners zijn algemene
doelstellingen van het stadsdeel. Het Stadsdeelnieuws is daar slechts één van de
vele middelen in, maar streeft dit wel na. Daarbij wordt overigens specifiek de relatie
gelegd met participatie en het vergroten van deelname daaraan.
Op dit laatste punt blijkt de krant niet doeltreffend. Lezers geven aan dat zij door
de komst van het stadsdeelblad niet méér gebruik zijn gaan maken van actieve
participatiemogelijkheden. Opvallend, aangezien men wel aangeeft dat het
40/88
HET STADSDEELNIEUWS
Stadsdeelnieuws de betrokkenheid bij en bekendheid van het stadsdeel en haar
organen (bestuur en raad) significant heeft vergroot. Alleen de politieke
herkenbaarheid binnen de stadsdeelraad is niet vergroot.
Wij zien dus dat het blad op dit onderdeel goed presteert en dat het een doeltreffend
middel is gebleken voor het stadsdeel om de betrokkenheid te vergroten. In
hoofdstuk 3 werd duidelijk dat desalniettemin ook een relatief groot gedeelte de
krant als middel om betrokkenheid en bekendheid ook als slecht beoordeeld. Dit kan
worden verklaard door de opvattingen over de betrouwbaarheid en objectiviteit van
de krant. Lezers die hierop kritiek hebben geven ook te kennen dat dit hun
betrokkenheid bij het stadsdeel schaadt.
Eenduidigheid
Het bundelen van de bestaande informatiestromen door de introductie van één
exclusief communicatie-instrument voor schriftelijk informeren over algemeen
nieuws is eerder gerangschikt als een hoofddoelstelling van het blad (zie figuur 2.3).
Dit strekt zich namelijk uit over vorm én inhoud, een eenduidig instrument en
eenduidige beeldvorming en wordt door betrokkenen als eerste genoemd als
aanleiding en doel van het blad.
Eenduidige beeldvorming is daarom reeds besproken onder betrouwbaarheid, waar
wij bij de doelgroep de consistentie van informatieverstrekking hebben getoetst. Op
eenduidige inhoud in de zin van feitelijke correctheid en het tegensprekende gehalte
scoorde het blad goed. Op de eenduidigheid in de zin van het onderscheid tussen
feiten en meningen bleek de krant minder doeltreffend. Dat wil zeggen dat men als
lezer vindt dat er nog te vaak zaken als ‘feit’ worden gepresenteerd, terwijl zij dit
eerder als mening beschouwen.
Voor wat betreft de eenduidige vorm echter kan op basis van het onderzoek
geconcludeerd worden dat het Stadsdeelnieuws hierin zeer doeltreffend is. De
doelgroep ziet het instrument als duidelijk en uniform en beschouwt het inderdaad
als het belangrijkste algemene communicatiemiddel van het stadsdeel. In die opzet
is de krant dus geslaagd.
Herkenbaarheid
Een aspect dat met het bovenstaande nauw samenhangt is de herkenbaarheid van
het instrument, dit ondersteunt immers de eenduidigheid van het blad in de vorm en
wijze. Anderzijds ondersteunt de uniformiteit de herkenbaarheid.
Op basis van het onderzoek moeten wij concluderen dat het stadsdeel goed
geslaagd is in het creëren van een eigen gezicht in de communicatie, aangezien
de herkenbaarheid van de krant bijna 90% scoort onder de lezers en dit onderdeel
gewaardeerd wordt met goed tot zeer goed. Bovendien blijkt uit de resultaten dat de
indeling van de krant bijdraagt hieraan.
Toegankelijkheid
De herkenbaarheid wordt deels ook beïnvloed door de vormgeving en het
taalgebruik van het Stadsdeelnieuws. Daarnaast is deze toegankelijkheid
geformuleerd als aparte doelstelling voor het blad.
Toegankelijkheid in de zin van het bedienen van verschillende doelgroepen met
verschillende achtergronden is reeds aan de orde gekomen onder gerichtheid en
volledigheid. Daaruit bleek dat de inhoudelijke toegankelijkheid op dat punt
(bedienen verschillende belangen) aanwezig is.
41/88
HET STADSDEELNIEUWS
Ook het beeld inzake de toegankelijkheid qua vorm en wijze van communiceren is in
het algemeen positief, men beoordeelt dit ook als een van de punten waarop
de krant als beste presteert. Men vindt de krant overzichtelijk en leesbaar en de stijl
qua taalgebruik en vormgeving passend voor overheidscommunicatie. De
aantrekkelijkheid van de krant wordt echter negatief beïnvloed door kritische
oordelen over het beeldgebruik, dat zoals eerder al is toegelicht niet altijd even op
prijs wordt gesteld. Ook zou men soms wat meer achtergrondinformatie willen en
dus langere artikelen willen, c.q. de ruimte die door beeldmateriaal wordt ingenomen
willen opvullen met tekst. Dit heeft ook betrekking op het doel volledigheid.
Ondanks deze opmerkingen kan toch geconcludeerd worden dat de krant op dit
onderdeel als overwegend doeltreffend aan te merken is.
Intensiteit van communicatie: kwantiteit en diversiteit
Aangaande de intensiteit van de informatievoorziening via het Stadsdeelnieuws kan
tenslotte worden geconcludeerd dat het beeld van doeltreffendheid ook tweeledig is.
Duidelijk is dat de frequentie van de krant (wekelijks) voorziet in de behoefte om
regelmatig geïnformeerd te worden door het stadsdeel. Bij het vraagstuk kwantiteit
stuitten wij echter weer op de aspecten die eerder bij volledigheid en gerichtheid ook
aan het licht zijn gekomen: de wens van de doelgroep is meer informatie te krijgen,
maar ook gevarieerder.
42/88
HET STADSDEELNIEUWS
43 Algemeen beeld doeltreffendheid
Bovenstaande conclusies inzake de doeltreffendheid per doelstelling levert het
volgende totaalbeeld op:
Figuur 4.1 Overzicht doeltreffendheid per doelstelling Stadsdeelnieuws
Doeltreffendheid as + rbe B Ee
INHOUD
Actualiteit |
+ Tijdigheid A
+ Nieuwswaarde A |
+ Eigentjdsheid
Betrouwbaarheid |
* Inhoudelijke correctheid
* Objectiviteit en integriteit EE EN
Gerichtheid en volledigheid |___On
+ Balans doelgroepen (belang) |______ |
* Balans stadsdeel-wijken EE EN
(situatie) |
Betrokkenheid DO
+ Bevorderen participatie |
* Algemene bekendheid! LL |
betrokkenheid DO
» Politieke herkenbaarheid A
Eenduidigheid |
« Eén vormiwijze |
“Eenduidige beeldvorming | _____ | || |
Toegankelijkheid |
* Vormgeving en taalgebruik | |
- Aantrekkelijkheid nn nn
Communicatie (intense) |_________
+ Frequentie |
- Kwantiteit nn nn
Maken wij de balans op naar aanleiding van dit overzicht, dan kunnen we
concluderen dat het Stadsdeelnieuws over het geheel genomen doeltreffend te
noemen is. Het gewenste effect bij de doelgroep wordt immers op het merendeel
van de doelstellingen bereikt. Dit beeld wordt bevestigd door het algemene oordeel
dat de lezers hebben gegeven over de krant, de kwaliteit daarvan wordt immers als
goed tot voldoende beoordeeld.
43/88
HET STADSDEELNIEUWS
De introductie van het eigen stadsdeelblad is op basis van dit onderzoek bovendien
aan te merken als een behoorlijke verbetering ten opzichte van de situatie die
daarvoor bestond. Niet alleen zeggen de lezers expliciet dat de krant een grote tot
tamelijke verbetering is, dit wordt ondersteund door het feit dat het Stadsdeelnieuws
met name op eenduidigheid in vorm en herkenbaarheid van communicatie zeer
doeltreffend te noemen is. Deze twee doelen zijn immers sterk verbonden met de
aanleidingen voor het eigen stadsdeelblad en de kern van het instrument: bundeling
en stroomlijning. Dit was primair de verbeterslag die het stadsdeel voor ogen stond
en juist op deze punten sorteert de krant effect. Tevens wordt op een meer
algemene, belangrijke doelstelling die het stadsdeel op velerlei wijze nastreeft: het
vergroten van bekendheid van en betrokkenheid bij het stadsdeel, een zeer goed
resultaat geboekt als het gaat om de bijdrage die de stadsdeelkrant daaraan levert.
Dit los van het feit of de gewenste betrokkenheid (op andere onderdelen scoort de
krant immers minder goed) bereikt is, het instrument blijkt hierin wel een effectief
middel om dit wellicht verder uit te bouwen.
Hoewel daar niet specifiek op getoetst is, blijkt uit het onderzoek ook dat de
introductie van de digitale versie van de krant, gekoppeld aan het internet-
abonnement, door de doelgroep als verdergaande verbetering in de informatie-
voorziening ervaren wordt. Zeker in relatie tot de bezorgingsproblematiek vergroot
dit de toegankelijk en dit instrument wordt door een groot deel van lezers dan ook
gewaardeerd.
Een gemiddeld rapportcijfer van een 6,7 is ruim voldoende te noemen. Zeker nu de
meerderheid zelfs een 7 of 8 toekent.
Dat betekent echter niet dat er geen belangrijke aandachtspunten zijn voor
verbetering. Op een deel van de doelstellingen is het Stadsdeelnieuws immers maar
gedeeltelijk of zelfs helemaal niet doeltreffend. In de volgende paragraaf worden
enkele speerpunten geformuleerd, inclusief aanbevelingen.
44 Aandachtspunten voor verbetering en aanbevelingen
Perspectief en algemene aanbeveling
Het onderzoek heeft plaatsgevonden in een min of meer ‘geïsoleerde’ setting. Dat
wil zeggen dat (ex post) is getoetst op bestaande doelstellingen en vanuit de situatie
zoals die bij aanvang van het onderzoek geldend was. Vanuit dat kader zijn ook de
aandachtspunten/aanbevelingen geformuleerd. Inmiddels heeft er echter een
wisseling van eindredacteur plaatsgevonden en heeft de ontwikkeling van het
Stadsdeelnieuws ten tijde van het onderzoek niet stil gestaan. Op dit moment zijn, of
worden inmiddels al veranderingen/verbeteringen in het Stadsdeelnieuws
doorgevoerd. Hierdoor kan het zijn dat sommige (onderdelen) van aanbevelingen
reeds worden opgepakt of zijn doorgevoerd.
Daarnaast plaatst de omvang van het aantal reacties op het lezersonderzoek de
aanbevelingen in een breder perspectief. Hoewel vanwege het kwalitatieve karakter
de omvang van het lezersonderzoek van ondergeschikt belang was aan de inhoud
daarvan (zie ook 8 3.3.3) is de verkregen respons op zichzelf, in relatie tot de
potentiële lezersgroep, ook als een resultaat van het onderzoek te beschouwen. Het
geeft namelijk een belangrijk signaal af dat in relatie tot de aanbevelingen tweeledig
kan worden geïnterpreteerd.
44/88
HET STADSDEELNIEUWS
Enerzijds zou men (positief) kunnen stellen dat kritiek en commentaar voor een
groot deel kunnen worden genuanceerd nu de meeste lezers geen aanleiding
hebben gezien om hun mening te geven over de krant en wellicht dus ook niet veel
op te merken hebben. Anderzijds kan het ook negatief begrepen worden als een
teken dat de krant weinig mensen echt interesseert en dat het overgrote deel van de
inwoners/ondernemers zich niet betrokken voelt bij de krant, of ‘m niet leest. In dat
geval moeten de positieve resultaten uit dit onderzoek worden genuanceerd.
Op basis van dit onderzoek kunnen hierover geen betrouwbare uitspraken worden
gedaan, dat was ook niet het streven. Tegen de achtergrond van het lerende en
verbeterende karakter van het 213a-onderzoek zou het echter wel een interessante
vervolgvraag kunnen zijn om zo de resultaten te verdiepen en aldus een nog
gerichter verbeterplan te kunnen opstellen en prioriteiten daarin te stellen. Het
daadwerkelijke bereik van de krant zou daartoe diepgaander moeten worden
onderzocht. Dit is dan ook een algemene aanbeveling naar aanleiding van dit
onderzoek:
Aanbeveling 1
Breng aanvullend op dit onderzoek (op korte of lange termijn, kwantitatief of kwalitatief) het daadwerkelijke
bereik van de krant in kaart onder de gehele doelgroep (inwoners, ondernemers en instellingen, lezers en
niet-lezers). Niet alleen kunnen zo de conclusies/ aanbevelingen uit dit onderzoek in breder perspectief
worden geplaatst en levert het wellicht aanvullende inzichten op, dergelijke informatie is ook zeer bruikbaar
voor de monitoring van de verbetering (nulmeting).
Concrete aanbevelingen per onderwerp
Dit onderzoek geeft bovendien aanleiding tot het formuleren van enkele specifieke
aandachtspunten en aanbevelingen. Deze worden in het onderstaande per
doelstelling behandeld, waarbij aspecten van inhoud en vormgeving samenlopen.
Actualiteit, gerichtheid en volledigheid
Op het gebied van actualiteit zijn nieuwswaarde en een moderne wijze van
communiceren met de burger aandachtspunten. Vanuit het perspectief van lezer zou
de nieuwswaarde kunnen worden vergroot door meer informatie op te nemen die
hen direct aanspreekt: op wijk-, burger- en ondernemerniveau. Dit heeft dus ook
betrekking op gerichtheid en volledigheid. Voor algemeen bestuurs- en raadsnieuws
hechten lezers waarde aan toekomstvisie, zodat zij zicht krijgen op wat er te
gebeuren staat en niet zozeer wat er op dat moment gebeurt. Het is niet uitgesloten
dat lezers zich daardoor meer betrokken voelen (bijvoorbeeld ook om te
participeren) dan wanneer zij alleen maar lezen over uitvoering/resultaat van
vastgesteld beleid.
45/88
HET STADSDEELNIEUWS
Aanbevelingen 2
* _ Evalueer de berichtgeving/informatie in het onderdeel wijkinformatie, verken de mogelijkheden om
meer nieuws op te nemen dat dichter bij het belang/leefomgeving van de lezer ligt, hen aanspreekt
(bijvoorbeeld in plaats van agenda's en bereikbaarheidsinformatie).
® _ Besteed in berichtgeving uit bestuur en raad meer aandacht aan informatie/onderwerpen welke inzicht
geeft in toekomstvisie/actuele beleidsvoornemens, of zorg voor evenwichtigheid tussen actuele
gebeurtenissen en toekomstgerelateerde onderwerpen. Veranker dit in de werkwijze (of wellicht zelfs
vormgeving: 1 artikel meer toekomstgericht) door als redactie/communicatieadviseurs daar actief op te
scannen, planning voor te maken.
Hebben wij het over het Stadsdeelnieuws als uiting van eigentijdse overheids-
communicatie dan valt er ook nog wat te verbeteren. De lezer interpreteert ‘modern’
als het centraal stellen van de onderdanen in plaats van met name het bestuur (en
in mindere mate de raad). Op inhoud betekent dat meer informatie welke binnen hun
belang ligt (gerichtheid: wat zij moeten/willen weten) en vanuit hun perspectief: de
burger/ondernemer aan het woord. Maar ook de vormgeving kan hier wat
betekenen: minder beeldmateriaal van bestuur/politiek, meer van de stad en de
mensen, bijvoorbeeld op persoonlijk of wijkniveau. De indeling van de krant speelt
ook een belangrijke rol, de eerste pagina geeft immers het nieuws vanuit het
bestuur, ‘pas’ op pagina drie volgt nieuws over de wijk of voor de doelgroep.
Aanbevelingen 3
® _ Wees kritisch in het beeldgebruik, zowel qua hoeveelheid als soort, met name op de voorpagina.
Betracht enige terughoudendheid in het gebruik van fotomateriaal van bestuurders/politici en het soort
beeldmateriaal (ceremonieel). Besteed aandacht aan beeldgebruik dat meer persoonlijk en/of
wijkgericht is.
® _ Naast de evaluatie van pagina wijkinformatie (aanbevelingen 2): verken de algemene mogelijkheden
om kwalitatief en kwantitatief (omvang van de krant, balans tekst-beeld) meer gerichte informatie voor
de doelgroep op te nemen en de mogelijkheden om hen ook daadwerkelijk aan het woord te laten
(hoor- wederhoor).
* _ Heroverweeg de vaste indeling van de krant en neem bijvoorbeeld meer gerichte informatie voor de
doelgroep op de voorpagina op en verplaats onderdelen van het bestuursnieuws naar een andere
pagina.
Betrouwbaarheid
Zoals gezegd is de objectiviteit of integriteit van de informatieverschaffing een
belangrijk kritiekpunt. Los van het feit dat gehele objectiviteit/neutraliteit ook niet het
doel is van de krant, is het wel een belangrijk punt van aandacht nu de lezer dit
schijnbaar wel verwacht en het beeld van ‘propaganda’ aanwezig is. Het evenwicht
tussen doelstellingen van profilering en de feitelijke ervaring bij de lezers verdient
daarom hernieuwde afweging. Deels heeft het ook te maken met vormgeving en het
gebruik van beeldmateriaal.
46/88
HET STADSDEELNIEUWS
Aanbevelingen 4
® _ Evalueer de doelen van de krant kritisch in het licht van de uitkomsten van dit onderzoek. Voer
daarover ook de discussie met politiek en bestuur. In hoeverre wegen profilering en herkenbaarheid
op tegen beeld van de lezers inzake betrouwbaarheid en de afbreuk die dat doet aan de
betrokkenheid? Inventariseer naar aanleiding van de uitkomsten van deze evaluatie de mogelijkheden
op inhoud en vormgeving om binnen de doelstellingen de gewenste objectiviteit/neutraliteit uit te
stralen.
® _ Veranker de gevonden instrumenten in de werkwijze en/of vormgeving. Hierbij kan gedacht worden
aan het redactiestatuut, een kritische meelezer die op taalgebruik/inhoud toetst, richtlijnen voor
beeldgebruik, periodieke evaluatie et cetera.
In dit kader wordt meegegeven:
© _ Wederom: wees kritisch in het beeldgebruik (zie aanbevelingen 3).
® _ Pas ‘hoor en wederhoor’ ook daadwerkelijk toe, zowel intern als extern. In dit verband is een rubriek
waarbij lezers hun mening ergens over kunnen geven aan te raden.
® _ Zorg voor de juiste balans tussen bestuurs- en wijk/doelgroepinformatie, zowel qua hoeveelheid als
qua de indeling (zie aanbevelingen 3).
® _ Neem met enige regelmaat statische bestuursinformatie op (cijfers/tabellen), separaat of ter
ondersteuning van een bericht. Niet alleen draagt dit resultaatgerichtheid uit, het heeft ook een meer
neutraal karakter.
® Laat zo nuen dan - op laagdrempelige wijze - onafhankelijke deskundigen aan het woord ter
ondersteuning van een bericht.
Betrokkenheid
Hoewel het Stadsdeelnieuws als instrument om de betrokkenheid te vergroten
doeltreffend is gebleken, bleek tegelijkertijd dat de betrokkenheid nog niet optimaal
te noemen is. Deels hangt dit samen met de constateringen op het gebied van
betrouwbaarheid. De aanbevelingen op dat vlak gelden dan ook onverkort voor de
betrokkenheid, onderliggende aanname is dat wanneer de prestaties op
betrouwbaarheid worden vergroot, de betrokkenheid bij het Stadsdeel Centrum ook
zal vergroten.
Enkele onderdelen van betrokkenheid verdienen echter bijzondere aandacht: de
bijdrage van het Stadsdeelnieuws aan participatie en de politieke herkenbaarheid.
Voor wat betreft de participatie is ontegenzeggelijk duidelijk geworden dat de krant
daar geen bijdrage aan levert. Blijft deze doelstelling onverkort geldig, dan zal
moeten worden nagedacht hoe dit wel kan worden gerealiseerd.
Voor wat betreft de politieke herkenbaarheid ligt het ingewikkelder. Hier heeft de
krant geen bijdrage aan geleverd. Dit was weliswaar het doel van de krant (alsmede
het versterken van het dualistisch stelsel), maar de lezer ziet dit anders: men wil
vooral informatie en geen ‘propaganda’, dat kunnen politieke partijen via hun eigen
middelen doen. Dat de politieke herkenbaarheid een belangrijk aandachtspunt is,
blijkt ook uit het feit dat de raadspagina volgens de lezers de meeste aandacht
behoeft voor verbetering, die mening vloeit vooral voort uit het andere beeld dat zij
hebben bij het verstrekken van raadsinformatie.
Dat betekent dus dat ook hier een nieuwe afweging dient te worden gemaakt tussen
doelen van het stadsdeel met de krant (profilering, versterken dualisme) en het
beeld dat daardoor is ontstaan bij de lezer (‘propaganda’) en de andere behoefte die
zij hebben (alleen informatie).
47/88
HET STADSDEELNIEUWS
Aanbevelingen 5
® Evalueer de doelen politieke herkenbaarheid (profilering) en versterken dualisme kritisch in het licht
van de uitkomsten van dit onderzoek. Voer daarover ook de discussie met politiek en bestuur. In
hoeverre wegen herkenbaarheid/profilering en dualisme op tegen beeld van de lezers inzake
betrouwbaarheid (propaganda) en hun behoefte (informatie)?
® _ Maak ten behoeve van deze evaluatie ook een goede inschatting van de doelgroep: in hoeverre
wensen zij politieke herkenbaarheid, kunnen zij dit herkennen, kunnen zij dualisme herkennen of zien
zij de overheid als geheel, in hoeverre kunnen zij het verschil aanbrengen tussen semi-objectieve
bestuursinformatie en nadrukkelijk bedoelde politiek getinte meningsvorming bij de raadsinformatie
(werkt dat verwarrend?, welke invloed heeft dat ook op de rest van de krant als dat zo is?). Met
andere woorden: welke doelen zijn reëel?
* _ Naar aanleiding van de evaluatie van de doelen: bekijk kritisch de inhoud en vormgeving van de
raadspagina (bij voorkeur in samenwerking met raadsleden) en verken de mogelijkheden tot
verbetering op de (eventueel herijkte) doelen.
® _ Evalueer de wijze waarop via het Stadsdeelnieuws de deelname aan participatie getracht is te
vergroten en inventariseer mogelijkheden om dit te verbeteren.
Daarnaast noemen wij nog twee aparte punten, die zich niet zozeer richten op
inhoud, maar eerder technisch van aard zijn.
Bekendmakingen
Hoewel op de inhoud van de bekendmakingen niet veel aan te merken is (veelal op
basis van juridische verplichtingen), geldt het tegenovergestelde voor de vormgeving
van deze pagina. Uit het onderzoek komt duidelijk naar voren dat deze verbetering
behoeft.
Aanbevelingen 6
® Evalueer pagina 2 van het Stadsdeelnieuws ‘Bekendmakingen’ kritisch op vormgeving en
inventariseer de mogelijkheden om dit te verbeteren.
® Verken de mogelijkheden om sommige berichten nog tijdiger te publiceren
® _ Heroverweeg de plek van de ‘Bekendmakingen’ in de krant, gezien de opmerkingen die in het kader
van actualiteit/gerichtheid en betrouwbaarheid zijn gemaakt (zie aanbevelingen 2, 3 en 4), verdient het
aanbeveling om de ‘formaliteiten’ misschien naar achteren te plaatsen en de wijkinformatie naar
voren.
In dit kader van de vormgeving wordt meegegeven:
® __Heroverweeg de rangschikking van berichten, dit kan bijvoorbeeld op alfabet per straatnaam, wijk of
thema.
Bezorging
Zoals ook weer uit dit onderzoek blijkt, blijft de bezorging van het Stadsdeelnieuws
een kritische succesfactor. Zoals een respondent het verwoordde: ‘Je kunt nog zo’n
mooi krantje maken, maar als die niet of slecht bezorgd wordt, heb je er niets aan’.
Dit is echter bekend bij het stadsdeel en er worden veel acties ondernomen om de
bezorging te verbeteren. Wij benadrukken echter dat zolang de bezorging niet op
bevredigend peil is, dit ook de meningsvorming over de inhoud zal blijven
beïnvloeden.
48/88
HET STADSDEELNIEUWS
Geconstateerd wordt wel dat de aanvulling met een internetversie en
webabonnement en de distributie via winkels en andere afhaalpunten een
belangrijke impuls hebben gegeven op het objectieve bereik en dat dit ook wordt
gewaardeerd. Al blijkt ook nog wel uit de reacties dat er mensen zijn die dit nog niet
weten.
Tenslotte is geconstateerd dat er diverse beleidskaders en richtlijnen zijn rondom
het Stadsdeelnieuws (zie 8 2.4 en 2.5). Opvallend is echter dat een actueel en
specifiek kader met uitgangspunten, regels en werkwijzen bijvoorbeeld in de vorm
van een redactiestatuut ontbreekt. Daarom een laatste aanbeveling:
49/88
HET STADSDEELNIEUWS
Hoofdstuk 5
Afsluiting
Aan het begin van dit rapport is een samenvatting gegeven van de belangrijkste
conclusies en aanbevelingen. Dit afsluitende hoofdstuk beperkt zich dan ook tot een
vooruitblik naar de opvolging van het onderzoek.
51 Opvolging van het onderzoek
Conform de Werkwijze evaluatie’ zal dit rapport besproken worden in het MTC en
het dagelijks bestuur (Fase VI Meningsvorming) en zal er een verbeterplan worden
opgesteld (Fase Vl en VII Rapportage). Ten behoeve van deze fasen adviseren wij
de stuurgroep een centrale rol te laten behouden, die vervolgens in gezamenlijkheid
verkennen hoe de conclusies geïnterpreteerd worden, welke verbeteracties
noodzakelijk worden geacht en op welke wijze deze het beste vorm te geven zijn.
Hiervoor werd reeds de aanbeveling gegeven om nader onderzoek te doen naar de
lezersgroep. In het kader van het inventariseren van verbetermogelijkheden lijkt het
ons ook aanbevelingswaardig om de eerder overwogen ‘rondetafels’ alsnog te
arrangeren met lezers, bijvoorbeeld één met ondernemers en één met burgers. In dit
licht zien wij ook een rol weggelegd voor bijvoorbeeld communicatiedeskundigen
(intern/extern), die in de vorm van een expertmeeting de conclusies en
aanbevelingen wellicht kunnen verdiepen en verbreden. Hierbij kan overwogen
worden om ook voor de toekomst een soort van ‘klantenraad/toetsgroep’ in stand te
houden om de verbeteringen/ontwikkelingen van het blad te monitoren.
Meer in het algemeen adviseren wij de resultaten van het onderzoek breed intern en
extern (via website/Stadsdeelnieuws) te communiceren. Successen kunnen worden
uitgedragen, knelpunten gedeeld en vervolgstappen worden aangekondigd. Mocht
besloten worden ten behoeve van vervolgonderzoek gebruik te maken van de
lezers/doelgroep, dan kan een dergelijk bericht gelijktijdig worden gebruikt om tot
participatie op te roepen.
50/88
HET STADSDEELNIEUWS
Bijlage 1
Lijst met geraadpleegde documenten en
geïnterviewde personen
Lijst met documenten
1. Werkwijze evaluatie dagelijks bestuur, Stadsdeel Centrum, d.d 13 februari 2007.
2. Onderzoeksplan 2007 Doelmatigheid en Doeltreffendheid art. 213a GW,
Stadsdeel Centrum, d.d. 14 november 2006.
3. Nota ‘De Stad In, wekelijks informatieblad van stadsdeel Amsterdam-Centrum,
Stadsdeel Centrum, november 2004.
4. Startnotitie ‘Stadsdeelkrant Amsterdam Centrum’, Stadsdeel Centrum, 2005.
5. Strategisch communicatie-adviesrapport ‘Amsterdam Centrum staat centraal,
lees het in stadsdeelnieuws!, resultaten uit een stageonderzoek, Stadsdeel
Centrum, juni 2007.
6. Bestuursstijl Amsterdam-Gentrum, Stadsdeel Centrum, 2002.
7. Meetbaar programakkoord voor stadsdeel Amsterdam-Gentrum 2006-2010,
Stadsdeel Centrum, 2006.
8. Programmabegroting 2008, Stadsdeel Centrum, 2007.
9. Nota van uitgangspunten voor het communicatiebeleid van het stadsdeel
Amsterdam-Centrum, Stadsdeel Centrum, juni 2004.
10. Beleidsplan communicatie Stadsdeel Amsterdam-Centrum 2007-2010,
Stadsdeel Centrum, september 2007.
11. Nota ‘De Stijl van Amsterdam, Over de helft, hoe verder en hoe in stand te
houden, Gemeente Amsterdam, 2005.
12. Raadsvragen inzake verspreiding Stadsdeelnieuws d.d. 6 juli 2006 en
beantwoording vragen dagelijks bestuur d.d. 5 december 2006.
13. Diverse commissieverslagen Algemene Zaken.
14. Diverse onderzoeken inzake bezorging van het Stadsdeelnieuws.
15. Redactiestatuut internetsite Amsterdam-Centrum, Stadsdeel Centrum, datum
onbekend.
16. Redactiestatuut Stadsdeelkrant Amsterdam Oud-Zuid, Stadsdeel Oud-Zuid,
2004.
17. Memo ‘Nieuwe regels bewonersbrieven en advertenties’, Stadsdeel Centrum,
2005.
Lijst met geïnterviewde personen
De heer M. Maten Hoofd Communicatie
De heer R. Van de Belt Eindredacteur Stadsdeelnieuws (inmiddels uit dienst)
De heer E. Corveleijn Raadsvoorlichter
De heer R. Elhorst Hoofd Concerncontrol
51/88
HET STADSDEELNIEUWS
Leden Stuurgroep
De heer M. Maten Hoofd Communicatie
De heer R. Van de Belt Eindredacteur Stadsdeelnieuws (inmiddels uit dienst)
Mevrouw S. Van Loenen Eindredacteur Stadsdeelnieuws
De heer E. Corveleijn Raadsvoorlichter
De heer F. Van der Helm Senior beleidsmedewerker Concernstaf
De heer B. Bonnet Beleidsmedewerker Concernstaf (inmiddels werkzaam
bij andere dienst)
52/88
Bijlage 2
Opdrachtformulering en onderzoeksopzet
HET STADSDEELNIEUWS
vastgesteld in db > Gemeente Amsterdam
d.d. 13 november 2007 Stadsdeel Centrum
x% Stafafdeling Concerncontrol
Opdrachtformulering
Onderzoek in het kader van artikel 213a van de
Gemeentewet naar het ‘Stadsdeelnieuws’
54/88
HET STADSDEELNIEUWS
Vastgesteld in db Gemeente Amsterdam
d.d. 13 november 2007 Stadsdeel Centrum
Opdrachtformulering
Inhoud
1 Inleiding 3
2 Waarom dit onderzoek? 5
3 Het Stadsdeelnieuws 6
3.1 Geschiedenis van de eigen stadsdeelkrant 6
3.2 Het Stadsdeelnieuws 6
3.3 Organisatie en verantwoordelijkheid 8
4 Onderzoekskader 9
4.1 Doelstelling van het onderzoek 9
4.2 Probleemstelling 10
4.3 Onderzoeksvragen 10
4.4 Afbakening 11
5 Taakverdeling en planning 12
5.1 Taakverdeling 12
5.2 Planning 12
55/88
HET STADSDEELNIEUWS
Vastgesteld in db Gemeente Amsterdam
d.d. 13 november 2007 Stadsdeel Centrum
Opdrachtformulering
1 Inleiding
De ‘nieuwe’ gemeentewet kent een onderzoeksplicht voor het dagelijks bestuur (hierna ‘db’)
van een gemeenten. Ingevolge artikel 213a dient het db de doelmatigheid en
doeltreffendheid van het beleid te onderzoeken. Deze onderzoeksplicht, voortkomend uit het
duale bestel, is met name bedoeld voor het bestuur om zijn eigen rol in te vervullen en deze
te versterken en daartoe de opbrengsten uit dergelijke onderzoeken te gebruiken.
In dat kader stelt het db jaarlijks een onderzoeksplan op. Aan de hand van enkele
vaststaande criteria zijn in dit plan de onderwerpen/thema’s bepaald die object zijn van een
213a-onderzoek. Eén van de onderwerpen in onderzoeksplan voor 2007 is het onderwerp
‘eigen stadsdeelkrant ’.
Conform de Werkwijze evaluatie dagelijks bestuur” (hierna ‘de werkwijze’) is elk
onderzoeksproces aangaande de doelmatigheid en doeltreffendheid opgeknipt in
verschillende fasen:
|. Selectie Il. Start onderzoek Il. Voorbereiding
(Onderzoeksplan) (Opdracht- (Onderzoeksopzet)
formulering)
IV. Uitvoering V. Wederhoor VI. Meningsvorming
(Concept-nota van (Onderzoeksrapport) (Verbeterplan)
bevindingen)
VI. Rapportage VII. Monitoring
(Eindrapportage db)
De werkwijze bevat naast de algemene kaders en richtlijnen voor 213a-onderzoek ook een
uitwerking van de verschillende fasen (zie intranet).
Dit document is het eindproduct van de tweede fase: “start onderzoek” en bevat aldus de
opdrachtformulering. In dit geval gaat het om de opdrachtformulering voor een onderzoek
naar de doeltreffendheid van de eigen stadsdeelkrant, het Stadsdeelnieuws.
56/88
HET STADSDEELNIEUWS
De werkwijze vereist dat in de opdrachtformulering tenminste aandacht wordt besteed aan:
* Verantwoording van de onderwerpkeuze
* _ De beschrijving in vogelvlucht van het onderwerp
* Het onderzoekskader, met aandacht voor:
a. doelstelling van het onderzoek
b. probleemstelling en onderzoeksvragen
c. afbakening van het onderzoek
Nadat in dit document derhalve allereerst de vragen worden beantwoord waarom er besloten
is tot een onderzoek naar de eigen stadsdeelkrant (verantwoording) en waar het dan feitelijk
over gaat en op welk terrein men zich hiermee begeeft (beschrijving), wordt tenslotte
ingegaan op het onderzoekskader: wat wordt onderzocht en wat ook niet (afbakening), wat
willen we bereiken (doelstelling) en welke vragen dienen daarbij beantwoord te worden
(probleemstelling en deelvragen).
57/88
HET STADSDEELNIEUWS
Vastgesteld in db Gemeente Amsterdam
d.d. 13 november 2007 Stadsdeel Centrum
Opdrachtformulering
2 Waarom dit onderzoek”?
Dit onderzoek is een logisch uitvloeisel van het onderzoeksplan 2007, daarin is het
onderzoek naar de eigen stadsdeelkrant opgenomen als een van vier onderzoeken die in
2007 zullen worden uitgevoerd. Zoals in daar toegelicht:
“Eigen stadsdeelkrant”
Voldoet het instrument van een eigen stadsdeelkrant aan de verwachtingen? Met
andere woorden: levert dit instrument een meerwaarde op voor het stadsdeel?
Dit onderzoek betreft met name de doeltreffendheid en daarmee is de vraag aan de
orde hoe bewoners en ondernemers een eigen stadsdeelkrant ervaren.
Gezien de criteria die worden gehanteerd om onderzoeksonderwerpen te selecteren hangt
de keuze voor dit onderwerp sowieso samen met de te verwachten risico's voor
ondoeltreffendheid, de bestuurlijke relevantie, in gang gezette verbeteringen of andere
onderzoeken en de financiële of organisatorische belangen die ermee gemoeid zijn.
Meer concreet toepassend op het onderwerp stadsdeelkrant kan worden vastgesteld dat er
meerdere overwegingen een rol hebben gespeeld in de selectie van dit onderwerp. Ten
eerste is het instrument van de eigen stadsdeelkrant betrekkelijk nieuw. Voor de
invoering/het gebruik ervan werd het gemeentenieuws ‘versnipperd’ verspreid via
verschillende instrumenten en methoden. De eigen stadsdeelkrant diende het nieuws te
bundelen. Nu men inmiddels bezig is aan de derde jaargang wordt dit een goed tijdstip
geacht om het instrument te evalueren (dus: in gang gezette verbetering monitoren).
Daarnaast is het Stadsdeelnieuws zowel op ambtelijk en bestuurlijk niveau onderwerp van
gesprek. Hoewel daarbij met name de bezorging -en dus het feitelijk ontvangen van
informatie- vaak onder de aandacht wordt gebracht, is ook het instrument als zodanig, als
middel van het bestuur om te communiceren met de burgers, een onderwerp dat zich
kenmerkt door een groot bestuurlijk belang.
Het bestuurlijke belang kan in een breder kader worden bezien van de algemene wens van
overheden om ‘dicht(er) bij de maatschappij’ te staan en hen daartoe open, transparant en
betrouwbaar te informeren en tegemoet te treden. De doeltreffendheid van het
Stadsdeelnieuws, als onderdeel van de algemene overheidscommunicatie die (mede) uiting
moet geven aan die algemene doelstelling van het verkleinen van de afstand tussen burger
en overheid, is daarom zeer relevant.
Hoewel tenslotte niet ontkend kan worden dat er met de eigen stadsdeelkrant ook financiële
en organisatorische belangen gemoeid zijn, zoals de bundeling van mensen en middelen,
moet geconstateerd worden in de selectie heeft gelegen op het belang van externe
doeltreffendheid en niet zozeer de interne doelmatigheid.
58/88
HET STADSDEELNIEUWS
Vastgesteld in db Gemeente Amsterdam
d.d. 13 november 2007 Stadsdeel Centrum
Opdrachtformulering
3. Het Stadsdeelnieuws
Dit hoofdstuk is het resultaat van een eerste verkenning van het onderzoeksonderwerp en -
gebied Het Stadsdeelnieuws. Allereerst wordt kort de geschiedenis beschreven, waarin een
korte schets van de aanloop wordt gegeven. Daarna wordt dieper ingezoomd op het
communicatie-instrument Stadsdeelnieuws, daarbij komen de doelen aan bod, de formule
die gehanteerd wordt en de vorm. Tot slot lichten we de organisatie en
verantwoordelijkheden kort toe.
3.1 Geschiedenis van de eigen stadsdeelkrant
Het voldoende en duidelijk informeren van de mensen is in Amsterdam een groot goed.
Voordat de eigen stadsdeelkrant in beeld kwam kende men daarom reeds een lange traditie
van ‘papieren’ communicatie, dat wil zeggen berichtgeving via kranten of brieven. Deze
kranten en brieven waren deels van de gemeente zelf, maar deels ook van externen
(Amsterdams Stadsblad). Met het gebruik van verschillende methoden werd informatie
vanuit het stadsdeel echter grotendeels ‘versnipperd’ gepubliceerd. Informatie voor
bewoners, instellingen en bedrijven werd periodiek en incidenteel verspreid via uitgaven als:
- de wekelijkse advertenties in het Amsterdams Stadsblad;
- bewonersbrieven;
- nieuwsbrieven.
In deze werkwijzen en middelen werd echter een gebrek aan eenduidigheid en integraliteit
ervaren, bovendien was het niet echt ‘eigen’ nu berichten daar samen met informatie uit
andere stadsdelen werd gepresenteerd. Vandaar dat het stadsdeel Centrum in december
2005 heeft besloten om wekelijks een eigen gedrukte huis-aan-huis krant uit te brengen.
Aldus werd voor bewoners en ondernemers een constante en herkenbare factor gecreëerd
in de informatievoorziening: elke week op maandag valt hij in de bus. Voor het stadsdeel is
het een platform om ondernemers en bewoners te bereiken en daarnaast in rubrieken
wijkgerichte en doelgroepgerichte informatie te verstrekken.
3.2 Het Stadsdeelnieuws
Het Stadsdeelnieuws, zoals de eigen stadsdeelkrant later gedoopt werd, is derhalve de
stadsdeelkrant voor het centrum van Amsterdam. De krant kent een oplage 65.500 stuks en
wordt dus wekelijks huis aan huis verspreid. Daarnaast bestaat de mogelijkheid de krant per
e-mail te ontvangen of via de website van het stadsdeel te downloaden. Sinds enige tijd
wordt de krant ook verspreid via wijk- en buurtcentra en winkels (Albert Heijn).
Naast dat de krant gebruikt wordt om verplichte bekendmakingen inzake vergunningen,
bestemmingsplannen et cetera te publiceren, bevat het raadsinformatie, nieuws uit het
59/88
HET STADSDEELNIEUWS
Vastgesteld in db Gemeente Amsterdam
d.d. 13 november 2007 Stadsdeel Centrum
Opdrachtformulering
stadsdeel, een culturele agenda en nodigt het burgers uit tot diverse manieren van
interactieve beleidsvorming (betrokkenheid).
De doelen
Bij de start werden de volgende concrete doelen geformuleerd die met de uitgave van de
eigen stadsdeelkrant:
1. Voldoen aan de wettelijke informatieplicht;
2. Actualiteit: het geven van actuele informatie;
3. Betrouwbaarheid:
- het blad moet elke week (op een vaste dag) op elk
adres in Centrum op de mat liggen;
- de lezer moet er op kunnen rekenen dat de inhoud
correct is;
4. Eenduidigheid: de stadsdeel informatie wordt zoveel mogelijk
op één wijze en langs één kanaal naar buiten gebracht;
5. Gerichtheid én volledigheid: informatie over de eigen wijk of
doelgroep, daarnaast informatie over het gehele stadsdeel;
6. Herkenbaarheid: door uniformiteit krijgt het stadsdeel een
eigen gezicht waar het de informatievoorziening betreft;
7. Efficiency: de informatie wordt op één plek verzameld en
naar buiten gebracht;
8. Communicatief: het verbeteren en intensiveren van de
communicatie tussen stadsdeel en doelgroepen.
9. Participatie: de betrokkenheid van bewoners en ondernemers
bij stadsdeel en bestuur bevorderen.
Eenduidigheid, herkenbaarheid, gerichtheid en volledigheid brengen met zich mee dat de
stadsdeelkrant dus het belangrijkste gedrukte medium van het stadsdeel is. Het is dé manier
voor het bestuur en de politiek om met burgers, ondernemers en instellingen te
communiceren via papier. Echter, als duidelijk is dat communicatie via publicatie in de
stadsdeelkrant niet aan het doel beantwoordt, worden soms andere middelen gebruikt.
Dergelijke uitzonderingen zijn alleen denkbaar bij een beperkte doelgroep, grote projecten,
onderwerpen die meer stadsbreed zijn of er tot een bredere verspreiding verplicht wordt per
wet.
60/88
HET STADSDEELNIEUWS
Vastgesteld in db Gemeente Amsterdam
d.d. 13 november 2007 Stadsdeel Centrum
Opdrachtformulering
De formule
Hoofddoel = INFORMEREN > informatieblad
Huis-aan-huis
voldoen aan wettelijke plichten en termijnen X
rond terinzagelegging/inspraak
eb Wekelijkse
verspreiding
ontsluiten bestuurs- en raadsinformatie X
>» Geen onafhankelijk
medium
duaal bestel X
== .
Aparte rubrieken
bestuur en raad
+ Leesbaarheid
+ Aantrekkelijkheid
+ Brede toegankelijkheid
Het Stadsdeelnieuws
De vorm
De krant bestaat uit vier pagina’s in huisstijl op weekendformaat, full colourdruk op 100%
gerecycleerd papier. Een aantal keren per jaar wordt de krant in dubbele omvang
uitgebracht, de vier extra pagina's bevatten een special over een specifiek onderwerp, een
project of een evenement.
3.3 Organisatie en verantwoordelijkheid
Het Stadsdeelnieuws is een product van de Afdeling Communicatie. Het hoofd
Communicatie is hoofdredacteur. De eindredacteur heeft de taak de krant wekelijks samen
te stellen en werkt daarbij samen met de producent (Movement). De griffier is
verantwoordelijk voor het onderdeel dat de raadsinformatie betreft.
Communicatie valt binnen de portefeuille van de stadsdeelvoorzitter mevr. Iping.
61/88
HET STADSDEELNIEUWS
Vastgesteld in db Gemeente Amsterdam
d.d. 13 november 2007 Stadsdeel Centrum
Opdrachtformulering
4 Onderzoekskader
Wat willen we bereiken met dit onderzoek en hoe gaan we dat doen, wat wordt onderzocht
en wat niet? Deze vragen worden beantwoord in dit hoofdstuk. Kortom: de
onderzoeksopdracht wordt uitgewerkt en ingekaderd. Nadat de doelstelling van het
onderzoek wordt geformuleerd, presenteren wij de vraagstelling, of probleemstelling.
Daarop volgend worden de deelvragen uiteengezet die tot beantwoording van de
probleemstelling moeten leiden. Tot slot wordt de reikwijdte van het onderzoek toegelicht.
4.1 Doelstelling van het onderzoek
De onderzoeken in het kader van artikel 213a van de Gemeentewet kunnen zich richten op
zowel doelmatigheid als doeltreffendheid van beleid. Er schuilt echter een groot verschil
tussen beiden. Een onderzoek naar doeltreffendheid gaat over de vragen wat de
doelstellingen van een beleidsterrein zijn en inhouden, wat de achterliggende
probleemanalyse is en de daarbij behorende veronderstellingen, of de doelstellingen
adequaat zijn geformuleerd, of de doelstellingen worden gehaald en, zo niet, wat daarvan de
reden is en zo ja, in hoeverre deze bereikt worden door het beleid.
Een onderzoek naar doelmatigheid richt zich primair op de verhouding tussen kosten en
baten en hoe zij zich verdelen over de verschillende groepen die door het beleid geraakt
worden. Daarbij gaat het om vragen welke middelen er worden ingezet, of deze worden
ingezet waarvoor ze zijn bedoeld etc.
In het onderzoeksplan 2007 van het dagelijks bestuur geeft voor dit onderzoek reeds
duidelijkheid. Het onderzoek dient te toetsen of voldaan wordt aan de verwachtingen
(=doelstellingen) die men er vooraf van had. Nu daar ook een efficiencydoel in zat (besparing
door het bundelen van de diverse communicatiebudgetten en informatiestroom) zou men
daar nog doelmatigheid onder kunnen begrijpen. Echter nu dit door het db verfijnd wordt
naar de vraag hoe bewoners en ondernemers de eigen stadsdeelkrant ervaren, wordt
duidelijk dat doelmatigheid buiten beschouwing dient te worden gelaten en met name de
doeltreffendheid in kaart moet worden gebracht.
Ook de gesprekken met betrokkenen bevestigen de keuze voor doeltreffendheid. Voor hen
gaat het daarbij om een onderzoek naar het ‘echte’ bereik van de krant, waarbij het natuurlijk
gaat om de doelstellingen op het gebied van communicatie (volledigheid, eenduidigheid,
betrouwbaarheid etc.) en niet aan de efficiencykant.
Het onderzoek moet derhalve leiden tot een oordeel op hoofdlijnen over doeltreffendheid van
Het Stadsdeelnieuws. Daarbij gaat het met name om de externe benadering (van buiten naar
binnen) dus de doeltreffendheid bij de doelgroep: bewoners, instellingen en ondernemers.
62/88
HET STADSDEELNIEUWS
Vastgesteld in db Gemeente Amsterdam
d.d. 13 november 2007 Stadsdeel Centrum
Opdrachtformulering
Nu uit de algemene bedoeling van de wetgever en ook uit de werkwijze kan worden
begrepen dat 213a-onderzoek zich in het stadsdeel met name dient te kenmerken door een
lerend karakter, wordt niet gestreefd naar normatieve oordelen, maar naar verbeterpunten op
basis van analyse. Van belang is te benadrukken dat dit onderzoek geen antwoord gaat
geven op alle vragen, daarvoor ontbreekt de vereiste doorlooptijd en de daarmee
samenhangende mogelijkheid tot diepgang. Wel zal het op basis van analyse een helder
beeld presenteren van de doeltreffendheid van het communicatie-instrument op grond
waarvan gerichte acties/maatregelen kunnen worden genomen om deze te verbeteren.
Over de breedte van het onderzoek:
- __hetricht zich op alleen op de doeltreffendheid van het Stadsdeelnieuws en probeert
zo de ‘meerwaarde’ te evalueren en de waardering in kaart te brengen, zo gaat het
in op de vraag welke doelstellingen met de introductie van het stadsdeelnieuws zijn
gesteld, en welke doelstellingen nu gelden, in hoeverre deze zijn gerealiseerd en in
hoeverre dit voortvloeit uit het beleid inzake de stadskrant;
- __ het richt zich daarmee primair op een evaluatie bij alle relevante externe partijen
(burgers, ondernemers en instellingen)
Vanuit dit kader is de doelstelling van het onderzoek:
het verschaffen van inzicht in het beleid (doelstellingen/verwachtingen) inzake Het
Stadsdeelnieuws, teneinde op hoofdlijnen een oordeel te geven over de externe
doeltreffendheid ervan en op onderdelen aanbevelingen te doen voor verbeteringen (of
vervolgonderzoek).
4.2 Probleemstelling
De centrale vraag in het onderzoek, ofwel de probleemstelling, ligt in het verlengde van de
doelstelling die hiervoor werd geformuleerd en luidt als volgt:
Welke doelstellingen en verwachtingen liggen aan het Stadsdeelnieuws ten grondslag (toen
en nu) en hoe kan het Stadsdeelnieuws -na het in kaart brengen van een waardering op die
punten door de externe doelgroep- worden beoordeeld in het kader van doeltreffendheid?
4.3 Onderzoeksvragen
Ten behoeve van de beantwoording van de probleemstelling wordt gewerkt met een aantal
onderzoeksvragen.
Voor dit onderzoek naar de doeltreffendheid van het Stadsdeelnieuws luiden de
onderzoeksvragen:
1. Wat zijn de achtergronden van het besluit tot de oprichting van de eigen
stadsdeelkrant, welke verwachtingen en veronderstellingen speelden daarbij een
rol?
63/88
HET STADSDEELNIEUWS
Vastgesteld in db Gemeente Amsterdam
d.d. 13 november 2007 Stadsdeel Centrum
Opdrachtformulering
2. Welke doelstellingen (en de wijze hoe dit te bereiken) zijn expliciet geformuleerd
voor de uitgave van de eigen stadsdeelkrant?
3. Hoe kunnen de doelstellingen worden vertaalde naar indicatoren waarop de externe
doelgroep (w.o. met name de bewoners en ondernemers) zijn waardering kan
uitspreken?
4. Hoe kan naar aanleiding van het inzicht in de waardering van de externe doelgroep
de doeltreffendheid van het Stadsdeelnieuws worden beoordeeld?
5. Welke aanbevelingen om de doeltreffendheid te verhogen vloeien uit het onderzoek
voort?
4.4 Afbakening
Een belangrijke afbakening in dit onderzoek is de focus op de externe klant, waar de krant
ook primair voor bedoeld is. Het Stadsdeelnieuws kent namelijk ook interne klanten: het
bestuur, de stadsdeelraad en de verschillende sectoren/afdelingen. Hoewel dit deels aan de
orde zal komen wat zij vinden van de doeltreffendheid, wordt dit in principe buiten
beschouwing gelaten.
Tijdens de voorgesprekken kwam bovendien naar voren dat de bezorging van de eigen
stadsdeelkrant een belangrijk aandachtspunt is. Hierbij gaat het om het feitelijke bereik van
de krant (komt deze ook daadwerkelijk aan bij een ieder). Omdat de bezorging reeds enige
malen in de belangstelling heeft gestaan, zijn op dit vlak meerdere onderzoeken uitgevoerd.
Hoewel de bezorging een eerste vereiste is in de doeltreffendheid van de krant, is toch
besloten dit buiten beschouwing te laten. Daar gaat het namelijk niet om als we het hebben
over het hebben over de beoordeling van de inhoud, waar we ons in dit onderzoek op
richten.
Een ander belangrijk element in de afbakening is de reikwijdte en de diepgang. Gerealiseerd
moet worden dat de doelgroep van het Stadsdeelnieuws groot is. De doorlooptijd van het
onderzoek en de verwerkingstijd die beschikbaar is noopt tot beperken van de reikwijdte
waar het gaat om het bevragen van de doelgroep. Daarnaast betekent dit ook dat in het
onderzoek weliswaar de doelgroep op elementen diepgaand zal worden bevraagd, maar dat
het oordeel over doeltreffendheid en de aanbevelingen zich zullen beperken tot hoofdlijnen.
Voor een grootschalig en zeer diepgaand onderzoek is immers meer tijd en mankracht
vereist.
Het onderzoek zal betrekking hebben op de periode eind 2005 tot heden.
64/88
HET STADSDEELNIEUWS
Vastgesteld in db Gemeente Amsterdam
d.d. 13 november 2007 Stadsdeel Centrum
Opdrachtformulering
9 Taakverdeling en planning
5.1 Taakverdeling
Het bestuurlijk en ambtelijk opdrachtgever- en nemerschap is geregeld in De werkwijze.
Conform die werkwijze is het db bestuurlijk opdrachtgever voor het onderzoek. Bestuurlijk
trekker is de portefeuillenouder Financiën. Het MT is ambtelijk opdrachtgever. Ambtelijk
opdrachtnemer is de concerncontroller.
Na vaststelling van deze opdrachtformulering door het db beslist de concerncontroller wie hij
het onderzoek laat uitvoeren. Het onderzoek kan intern, door de afdeling Planning & Control
worden uitgevoerd of door een externe onderzoeker.
5.2 Planning
Na vaststelling van deze opdrachtformulering gaat de onderzoeker een onderzoeksopzet
maken. Daarin komt ook de planning en gedetailleerde taakverdeling aan de orde. De
onderzoeksopzet wordt ter kennisname aangeboden aan het MT.
65/88
HET STADSDEELNIEUWS
x Gemeente Amsterdam
Stadsdeel Centrum
> < Stafafdeling Concerncontrol
Onderzoeksopzet
Onderzoek in het kader van artikel 213a
Gemeentewet naar de doeltreffendheid van het
‘Stadsdeelnieuws’
66/88
HET STADSDEELNIEUWS
Gemeente Amsterdam
Stadsdeel Centrum
Onderzoeksopzet 213a-onderzoek ‘Stadsdeelnieuws’
Inhoud
1 Inleiding 3
2 Onderzoeksopzet 4
2.1 Onderzoeksprobleem 4
2.2 Opdracht, vraagstelling en doelstelling 4
2.3 Deelvragen en normenkader 5
2.4 Begrippen 7
2.5 Aanpak 8
2.6 Methodieken 9
2.7 Validiteit 11
2.8 Planning en taakverdeling 11
2.9 Resultaat 13
67/88
HET STADSDEELNIEUWS
Gemeente Amsterdam
Stadsdeel Centrum
Onderzoeksopzet 213a-onderzoek ‘Stadsdeelnieuws’
1 Inleiding
Inmiddels is het onderzoek naar de doeltreffendheid van het Stadsdeelnieuws gestart. Dit
onderzoek wordt uitgevoerd in het kader van artikel 213a van de Gemeentewet en vindt
daarom plaats conform de “Werkwijze evaluatie dagelijks bestuur”. Dat betekent dat het
doeltreffendheidsonderzoek is opgedeeld in onderstaande fasen:
IV. Uitvoering V. Wederhoor VI. Meningsvorming
(Concept-nota van (Onderzoeksrapport) (Verbeterplan)
bevindingen)
VII. Rapportage VII Monitoring
(Eindrapportage db)
Naar aanleiding van de vaststelling van de opdrachtformulering voor dit onderzoek door het
DB (fase II) is deze verder geconcretiseerd. Dit document is daar het resultaat van en het
eindproduct van de derde fase: “voorbereiding” en bevat aldus de onderzoeksopzet. Deze
opzet dient als leidraad voor de daadwerkelijke uitvoering van het onderzoek (fase IV) en
bevat de volgende onderdelen:
* Een schets van het onderzoeksprobleem (2.1)
* De opdracht, vraagstelling en doelstelling (2.2)
* De deelvragen en een eerste aanzet voor het normenkader (2.3)
* Enkele kernbegrippen (2.4)
* De beoogde aanpak (2.5)
* De te gebruiken onderzoeksmethodieken (2.6)
* De validiteit van het onderzoek (2.7)
* De beoogde planning en bijbehorende taakverdeling (2.8)
* Enten slotte een schets van de opzet van de eindrapportage (2.9)
68/88
HET STADSDEELNIEUWS
Gemeente Amsterdam
Stadsdeel Centrum
Onderzoeksopzet 213a-onderzoek ‘Stadsdeelnieuws’
2 Onderzoeksopzet
2.1 Onderzoeksprobleem
De gemeente Amsterdam, meer specifiek het stadsdeel Centrum, moet voldoen aan haar
wettelijke informatieplicht inzake de besluitvorming. Daarnaast willen bestuur en politiek
graag in contact staan met burgers, instellingen en ondernemers door hen voldoende actuele
en transparante informatie te verschaffen over hetgeen zij mee bezig zijn.
Naast andere vormen van communicatie (bijvoorbeeld mondeling of digitaal) doen zij dit
schriftelijk in de vorm van een stadsdeelkrant. Behoudens hoge uitzonderingen geldt dat
voor schriftelijk informeren de stadsdeelkrant hét middel is, dat geldt sowieso voor wettelijke
bekendmakingen.
De stadsdeelkrant is opgericht in 2005 en verving daarmee verschillende andere schriftelijke
communicatie-instrumenten (bewonersbrieven, nieuwsbrieven en advertenties in het
Stadsblad). Met de eigen stadsdeelkrant werd beoogd de verschillende schriftelijke
communicatiestromen te bundelen en het geheel aan informatie eenduidig, betrouwbaar,
volledig en herkenbaar aan de doelgroep (burger, ondernemer en instelling) beschikbaar te
stellen. Naast de toegevoegde waarde voortvloeiend uit bundeling, diende de eigen
stadsdeelkrant bij te dragen aan een intensivering en verbetering van de communicatie in het
algemeen en een hogere betrokkenheid van de doelgroep bij bestuur en politiek
(participatie).
Inmiddels kent het Stadsdeelnieuws zijn derde jaargang. Hoewel er inmiddels meerdere
onderzoeken zijn gedaan naar het objectieve bereik van de krant (bezorging), is nog weinig
informatie beschikbaar over het subjectieve bereik, oftewel de ontvangst bij de doelgroep op
basis van inhoud. De mate waarin vooraf geformuleerde doelstellingen bereikt worden is
daarmee grotendeels nog onbekend. In dit onderzoek concentreren wij ons derhalve op deze
doeltreffendheid, waarbij vanuit de (extern gerichte) doelstellingen de waardering van de
doelgroep centraal staat.
2.2 Opdracht, vraagstelling en doelstelling
Opdracht
Het Onderzoeksplan 2007 van het dagelijks bestuur geeft de opdracht tot het uitvoeren van
een onderzoek naar de stadsdeelkrant in het kader van artikel 213a Gemeentewet, daar
worden de vragen als volgt geformuleerd:
“Eigen stadsdeelkrant”
Voldoet het instrument van een eigen stadsdeelkrant aan de verwachtingen? Met
andere woorden: levert dit instrument een meerwaarde op voor het stadsdeel?
Dit onderzoek betreft met name de doeltreffendheid en daarmee is de vraag aan de
orde hoe bewoners en ondernemers een eigen stadsdeelkrant ervaren.
69/88
HET STADSDEELNIEUWS
Gemeente Amsterdam
Stadsdeel Centrum
Onderzoeksopzet 213a-onderzoek ‘Stadsdeelnieuws’
In de opdrachtformulering zijn deze vragen verfijnd naar een centrale vraagstelling en
doelstelling. De volgende uitgangspunten zijn daarbij gehanteerd:
- het onderzoek richt zich op alleen op de doeltreffendheid van het Stadsdeelnieuws;
-__ het onderzoek is extern gericht.
Doelstelling
Met de opdracht, enkele voorbereidende gesprekken en de uitgangspunten als basis, is de
volgende doelstelling vastgesteld:
Het verschaffen van inzicht in het beleid (doelstellingen/
verwachtingen) inzake Het Stadsdeelnieuws, teneinde op
hoofdlijnen een oordeel te geven over de externe
doeltreffendheid ervan en op onderdelen aanbevelingen te doen
voor verbeteringen (of vervolgonderzoek).
Probleemstelling
Om deze doelstelling te bereiken moet de volgende centrale vraag worden beantwoord,
oftewel de probleemstelling:
Welke doelstellingen en verwachtingen liggen aan het Stadsdeelnieuws
ten grondslag (toen en nu) en hoe kan het Stadsdeelnieuws -na het in
kaart brengen van een waardering op die punten door de externe
doelgroep- worden beoordeeld in het kader van doeltreffendheid?
Het onderzoek heeft daarom een drieledig karakter:
e _Descriptief (beschrijvend): wat zijn de doelstellingen en verwachtingen aangaande
de stadsdeelkrant;
* _ Toetsend: in hoeverre worden de doelstellingen bereikt;
e _Prescriptief (aanbevelend): hoe kan de doeltreffendheid eventueel worden vergroot.
2.3 Deelvragen en normenkader
Om de centrale vraagstelling te beantwoorden zijn enkele deelvragen opgesteld. Analoog
aan de probleemstelling hebben deze ook betrekking op de drie karakters van het
onderzoek:
70/88
HET STADSDEELNIEUWS
Gemeente Amsterdam
Stadsdeel Centrum
Onderzoeksopzet 213a-onderzoek ‘Stadsdeelnieuws’
I Descriptief
1. Wat zijn de achtergronden van het besluit tot de oprichting van de eigen
stadsdeelkrant, welke verwachtingen en veronderstellingen speelden daarbij een
rol?
2. Welke doelstellingen (en de wijze hoe dit te bereiken) zijn expliciet geformuleerd
voor de uitgave van de eigen stadsdeelkrant?
II Toetsend
3. Hoe kunnen de doelstellingen worden vertaald naar indicatoren waarop de externe
doelgroep (m.n. bewoners en ondernemers) zijn waardering kan uitspreken?
4. Hoe kan naar aanleiding van het inzicht in de waardering van de externe doelgroep
de doeltreffendheid van het Stadsdeelnieuws worden beoordeeld?
Ul Prescriptief
5. Welke aanbevelingen of vervolgvragen vloeien uit het onderzoek voort?
Normenkader (indicatoren)
In het algemeen heeft het normenkader de functie duidelijk te maken welke aspecten van
een onderzoeksobject worden onderzocht en aan welke eisen (c.q. normen) deze zouden
moeten voldoen. Dat geeft helderheid bij aanvang van het onderzoek en waarborgt de
objectiviteit. De doelstelling, probleemstelling en de deelvragen hebben hiermee al een deel
van het normenkader vastgesteld, dat wil zeggen de afbakening:
* Het Stadsdeelnieuws
e _ Achtergronden/problemen/veronderstellingen/beleid
* _ Doelstellingen: verleden/heden
e Externe doeltreffendheid
* Doelgroep: nadruk op subgroepen bewoners en ondernemers
Doeltreffend betekent ‘het gestelde doel bereikend’, de vraag is wanneer dat op de
onderzochte aspecten het geval is, wanneer is het doel bereikt? Voor wat betreft het
toetsende gedeelte van het onderzoek moet het kader derhalve worden verfijnd naar een set
indicatoren (normen) op grond waarvan de onderzoeker de doeltreffendheid per doelstelling
kan toetsen. Op dit moment zijn de doelstellingen echter nog niet geheel in kaart gebracht.
Duidelijk is wel dat in ieder geval op de volgende punten normen moeten worden ontwikkeld:
1. Actualiteit
2. Betrouwbaarheid
3. Eenduidigheid
4. Gerichtheid
5. Volledigheid
6. Herkenbaarheid
1. Participatie
71/88
HET STADSDEELNIEUWS
Gemeente Amsterdam
Stadsdeel Centrum
Onderzoeksopzet 213a-onderzoek ‘Stadsdeelnieuws’
Per thema, de aanvullende analyse zal nog eventueel andere thema's aan moeten reiken,
kunnen vervolgens een aantal concrete vragen of toetspunten in kaart worden gebracht. Dit
dient te gebeuren aan de hand van het beantwoorden van dezelfde centrale vragen:
* _Op welke wijze kan deze doelstelling worden verankerd/vastgelegd? (Inbedding)
* _Op welke wijze wordt de doelstelling in de praktijk nagestreefd? (Toepassing)
e Wanneer is de doelstelling gerealiseerd, oftewel de gewenste situatie bereikt?
(Werking)
e Wat zijn de daadwerkelijke effecten: hoe meten we dat? (Resultaten)
De daadwerkelijke uitwerking van het normenkader vindt plaats in de volgende fase (zie ook
deelvraag 4).
2.4 Begrippen
Voor de duidelijkheid worden enkele veelgebruikte begrippen hieronder uiteen gezet.
e De gemeente
De gemeente Amsterdam.
* Het stadsdeel
Het stadsdeel Amsterdam-Centrum.
e Het onderzoek
Het onderzoek naar de doeltreffendheid van Het Stadsdeelnieuws in het kader van artikel
213a Gemeentewet (doelmatigheid en doeltreffendheid van het dagelijks bestuur).
* _ De stadsdeelkrant
De eigen stadsdeelkrant van het stadsdeel Amsterdam-Centrum, oftewel Het
Stadsdeelnieuws.
e _Doeltreffendheid
De mate waarin de met de oprichting van de eigen stadsdeelkrant gestelde doelen bereikt
worden en toe te schrijven zijn aan het daartoe gevoerde beleid inzake Het
Stadsdeelnieuws.
* _ Communicatie
De literatuur geeft talloze definities van communicatie. Naar algemeen taalgebruik wordt in
dit onderzoek met het begrip communicatie echter bedoeld ‘het uitwisselen van informatie’.
Nu we het hier hebben over overheidscommunicatie vindt de uitwisseling in dit kader
specifiek plaats tussen het stadsdeel en de samenleving (burger, ondernemer, instelling,
vereniging etc.)
Binnen het stadsdeel is communicatie een beleidsinstrument voor het dagelijks bestuur en
de organisatie als geheel om een open en transparante bestuurstijl te realiseren en de
doelstellingen van het Programakkoord (PAK) effectiever te bereiken.
72/88
HET STADSDEELNIEUWS
Gemeente Amsterdam
Stadsdeel Centrum
Onderzoeksopzet 213a-onderzoek ‘Stadsdeelnieuws’
e _Communicatie-instrument
Een middel dat communicatie mogelijk maakt. Het Stadsdeelnieuws valt in de categorie
schriftelijke communicatie-instrumenten.
e De doelgroep
Hieronder wordt verstaan de groep waarop het communicatie-instrument, Het
Stadsdeelnieuws, extern gericht is. Binnen deze doelgroep bevinden zich diverse
subgroepen. In dit onderzoek ligt de nadruk op bewoners en ondernemers.
2.5 Aanpak
Met het vaststellen van de opdrachtformulering en deze onderzoeksopzet is de
voorbereiding afgerond. De uitvoering van het onderzoek vindt gefaseerd plaats.
FASE 1 VERKENNING & KADER: deskresearch / analyse / normenkader
Op basis van de verkregen documenten en aanvullende gesprekken wordt het kader van het
communicatie-instrument Het Stadsdeelnieuws geanalyseerd. Deze analyse dient ertoe de
achtergronden in beeld te brengen en vragen te beantwoorden als: wat was de aanleiding tot
het oprichten van een eigen stadsdeelkrant (problemen), wat waren/zijn de doelstellingen,
wat waren/zijn de verwachtingen, wat is het bredere beleidskader? Op welke punten is men
tevreden en wat kan volgens betrokkenen beter? In deze fase wordt aandacht besteed aan
diverse perspectieven en behoeften van politiek, bestuur, organisatie.
Deels gebaseerd op de informatie verkregen uit deze analyse en deels op algemene theorie
uit de bestuurskunde en communicatiewetenschap wordt vervolgens het hiervoor genoemde
normenkader ontwikkeld voor toetsing van de doeltreffendheid van het communicatie-
instrument bij de doelgroep.
FASE 2 UITVOERING: lezersonderzoek
In deze fase vindt het onderzoek plaats bij de doelgroep. Belangrijkste vraag: hoe wordt het
Stadsdeelnieuws ervaren en gewaardeerd? De lezer komt aan het woord. Naast dat de
doelgroep (focus op bewoners en ondernemers) uitgenodigd wordt om zijn mening te geven
over het blad (gerichte bevraging op het normenkader), wordt in deze fase tevens getracht
inzicht te krijgen in huidige behoeften van de lezer en wordt het geven van ideeën en tips
gestimuleerd. Het lerend karakter staat immers voorop. Deze fase is dus niet alleen
toetsend, maar ook verkennend.
Hoofdinstrument dat in deze fase wordt gebruikt is de internetenquête. Hierin krijgen de
lezers een set vragen voorgelegd die betrekking hebben op de doelstellingen. Indien dit
nuttig en noodzakelijk wordt geacht (en mogelijk is qua tijd en inzet) worden aan de hand van
de uitkomsten van de enquête enkele stakeholders van de twee belangrijkste subgroepen:
bewoners en ondernemers, uitgenodigd om de uitkomsten te verdiepen in een diepte-
interview of rondetafelgesprek.
73/88
HET STADSDEELNIEUWS
Gemeente Amsterdam
Stadsdeel Centrum
Onderzoeksopzet 213a-onderzoek ‘Stadsdeelnieuws’
FASE 3 ANALYSE Il & RAPPORTAGE: analyse / conclusies / aanbevelingen
De onderzoeksgegevens uit de voorgaande fasen worden in deze fase verwerkt. Hiertoe zal
de verkregen informatie in integraal verband worden geanalyseerd en samengebracht. Op
grond van de verdiepende analyse zullen vervolgens conclusies kunnen worden
geformuleerd over de doeltreffendheid, waarbij zowel de successen als de punten voor
verbetering aan de orde zullen komen. In aanvulling daarop zullen aanbevelingen worden
opgesteld. Ook hiervoor geldt dat deze betrekking zullen hebben op het doorzetten van
elementen die naar tevredenheid lopen en daarnaast concrete punten voor verbetering
zullen bevatten.
FASE 4 WEDERHOOR & EINDRAPPORTAGE: bespreking /aanpassen
In deze laatste fase wordt de conceptrapportage besproken met alle intern -en zo mogelijk-
extern betrokkenen. De bespreking dient zo breed mogelijk te worden georganiseerd, omdat
dit de herkenbaarheid van het eindrapport en de uitvoerbaarheid daarvan doet toenemen.
Aan de hand van de eventuele opmerkingen en aanvullingen wordt vervolgens de
eindrapportage opgesteld.
2.6 Methodieken
In dit onderzoek is sprake van triangulatie. Dat wil zeggen dat er van meerdere instrumenten
van onderzoek gebruik wordt gemaakt om de betrouwbaarheid en bruikbaarheid van de
onderzoeksresultaten te vergroten. Deze instrumenten zijn geselecteerd op grond van mate
waarin zij relevante gegevens kunnen opleveren.
De volgende methodieken worden gebruikt:
Fase |
1. Deskresearch
De volgende documenten worden gebruikt:
e, Werkwijze evaluatie dagelijks bestuur
* _Onderzoeksplan 2007 Doelmatigheid en Doeltreffendheid art. 213a Gemeentewet
e _Meetbaar programakkoord 2006-2010
e _Programmabegroting 2008
e De Stad In, Wekelijks informatieblad van stadsdeel Amsterdam Centrum
e, Beleidsplan communicatie Stadsdeel Amsterdam-Centrum 2007-2010
e _ Startdocument ‘Stadsdeelkrant Amsterdam-Centrum’
e Strategisch communicatie-adviesrapport ‘Amsterdam centrum staat centraal, lees
het in Stadsdeelnieuws’
e _ Huisstijl Amsterdam diverse documenten via www.stijlweb.amsterdam.nl
e Diverse documenten (redactiestatuut) stadsdeelkrant Oud-Zuid
* _Commissieverslagen
* Raadsvragen
e Diverse onderzoeken bezorging
74/88
HET STADSDEELNIEUWS
Gemeente Amsterdam
Stadsdeel Centrum
Onderzoeksopzet 213a-onderzoek ‘Stadsdeelnieuws’
2. Interviews
Er worden vraaggesprekken gevoerd met interne belanghebbenden. Het gaat hier om half-
gestructureerde gesprekken waarbij gebruik wordt gemaakt van open vragen over dezelfde
onderwerpen.
Te interviewen personen:
* _Het hoofd Afdeling Communicatie: dhr. M. Maten
* De eindredacteur Stadsdeelnieuws: dhr. R. van de Belt
* _ Het hoofd Concerncontrol: dhr. R. Elhorst
e _De raadsvoorlichter: dhr. E. Corveleijn
Fase II
1. Internetenquête
Het primaire lezersonderzoek wordt uitgevoerd middels een internetenquête. Dat betekent
dat er een aantal vragen worden voorgelegd aan de lezers van Het Stadsdeelnieuws door
een vragenformulier op te nemen op internet. De vragen zijn afgeleid van de doelstellingen
en het normenkader. Deze enquête wordt breed aangekondigd in het Stadsdeelnieuws zelf,
op de website en wellicht via de nieuwsbrief.
De populatie van deze enquête bestaat uit de doelgroep als geheel, waarbij wel de focus ligt
op bewoners en ondernemers. De vragen zullen echter wel een zekere algemeenheid
moeten hebben. Afhankelijk van de technische mogelijkheden wordt gebruik gemaakt van
gesloten en open vragen. Onderzocht zal worden of er gewerkt kan worden met het
toekennen van cijfers of waarderingen (goed, voldoende, matig, onvoldoende etc). Het
aantal vragen zal qua invultijd niet meer dan 15 a 20 minuten in beslag nemen. De enquête
zal uiterlijk twee weken op internet in te vullen zijn.
2. Interviews
Indien nuttig en noodzakelijk geacht worden er aanvullend enkele diepte-interviews
afgenomen met vertegenwoordigers van de sub-doelgroepen bewoners en ondernemers.
Hier wordt gebruik gemaakt van half-gestructureerde (groeps)gesprekken waarbij open
vragen worden gebruikt over dezelfde onderwerpen. Er wordt gericht bevraagd op het
normenkader en meer open vragen gesteld ivm. suggestie en ideeën.
Fase Ill en IV
1. Kwalitatieve analyse
2. Kwantitatieve analyse
De methodieken vormen aldus een combinatie van kwalitatieve en kwantitatieve data-
verzameling. Dat betekent dat er in de fasen III en IV ook een gecombineerde analyse van
deze gegevens zal plaatsvinden: deels van woorden en meningen om antwoorden te vinden
op de ‘hoe’ en ‘waarom’ vragen en deels van ‘cijfers’ om op sommige onderdelen uitkomsten
te kunnen objectiveren en generaliseren en zo conclusies en aanbevelingen te kunnen
verbreden.
De combinatie van onderzoeksmethodieken maakt duidelijk dat wij dit onderzoek kunnen
typeren als een ‘case-survey” een mix van een gevalsstudie, waarin een onderwerp in zijn
context kwalitatief wordt beschreven, en een enquête, die aanvullend wordt gebruikt om op
basis van de kwalitatieve gegevens een kwantitatieve datamix op te bouwen.
75/88
HET STADSDEELNIEUWS
Gemeente Amsterdam
Stadsdeel Centrum
Onderzoeksopzet 213a-onderzoek ‘Stadsdeelnieuws’
2.7 Validiteit
In dit onderzoek wordt overwegend gebruik gemaakt van kwalitatieve gegevens. Die zijn
vooral opgebouwd uit woorden en niet uit cijfers. Validiteit heeft betrekking op de waarde of
geldigheid van de verzamelde gegevens en de resultaten (conclusies en aanbevelingen) van
het onderzoek. Er moet echter een onderscheid worden gemaakt tussen interne en externe
validiteit.
Externe validiteit gaat over de mate waarin de uitkomsten kunnen worden gegeneraliseerd,
oftewel ook gelden voor andere gevallen dan deze. Interne validiteit heeft betrekking op de
mate waarin met zekerheid kan worden aangenomen dat een interventie X leidt tot een
verandering in Y en dat deze verandering niet door andere oorzaken wordt bepaald. Met
andere woorden: het gaat om de kwaliteit van de gevolgtrekking.
De opzet en omvang van dit onderzoek zijn naar alle waarschijnlijkheid onvoldoende om te
kunnen spreken van een extern valide onderzoek, de interne validiteit van het onderzoek
wordt echter gewaarborgd door gegevens uit verschillende bronnen te putten, consistent te
zijn in de keten van bewijsvoering en argumentatie en informanten te confronteren met de
resultaten (terugkoppeling).
2.8 Planning en taakverdeling
Het onderzoek is reeds gestart. Doelstelling is het onderzoek eerste kwartaal 2008 af te
ronden. De planning en taakverdeling is als volgt:
Werkzaamheden per fase Betrokkenen | Week |
Deskresearch/analyse beschikbare documenten/interne | - Onderzoeker Week 45
gesprekken betrokkenen (3 aanvullende interne - Geïnterviewden Week 46
interviews) (intern)
Opstellen algemeen kader (achtergronden) onderzoek Week 46
Ontwikkelen normenkader - Onderzoeker Week 47
- Communicatie-
medewerker
Bijeenkomst met betrokkenen voor bespreking eerste - Stuurgroep Week
resultaten en normenkader 47/48
Aanpassen normenkader en opstellen vragenlijst voor - Onderzoeker Week
internetenguête 49/50
Rondsturen en becommentariëren vragenlijst stuurgroep | - Afdeling Week 50
concerncontrol
- Stuurgroep
Opstellen definitieve vragenlijst internetenquête Week 51
76/88
HET STADSDEELNIEUWS
Gemeente Amsterdam
Stadsdeel Centrum
Onderzoeksopzet 213a-onderzoek ‘Stadsdeelnieuws’
Lezersonderzoek:
= _Operationaliseren internetenquête - Redactie Week 2
o Aankondigen Stadsdeelnieuws
o Werkend op internet - Afdeling Week
Concerncontrol 2/3/4
o Administratieve verwerking gegevens - Medewerker Week 3/4
Stadsdeel
= Inhoudelijke analyse gegevens internetenquête | - Onderzoeker Week 4/5
= Voorbereiden, uitvoeren en verwerken Logistiek & Week 5/6
rondetafelgesprek(ken): 2 maal verwerking:
- Medewerker Week 8
stadsdeel
Inhoud: Week 7/8
- Onderzoeker
FASE 3 ANALYSE II & RAPPORTAGE PE
Conceptrapportage opstellen met inleiding, beschrijving - Onderzoeker Week 9
en onderzoeksresultaten, nog geen conclusies en Week 10
aanbevelingen. Week 11
(deels)
FASE 4 WEDERHOOR & EINDRAPPORTAGE CL
Wederhoor w.b. bevindingen. Toevoegen conclusies en | - Stuurgroep Week
aanbevelingen. Afronden eindrapport ten behoeve van - Onderzoeker 11/12
doorgeleiding binnen stadsdeel. - Afdeling
Concerncontrol
77/88
HET STADSDEELNIEUWS
Stuurgroep
Tijdens het onderzoeksproces zijn er enkele terugkoppelingsmomenten ingebouwd met
intern betrokken. Dit vergroot niet alleen de betrokkenheid bij het onderzoek, tevens zal de
herkenbaarheid van de eindrapportage worden vergroot waardoor het draagvlak voor
implementatie toeneemt. Dergelijke afstemming en terugkoppeling speelt dus een
belangrijke rol bij de eerder genoemde interne validiteit.
Om met alle intern betrokken partijen te kunnen afstemmen, dient de stuurgroep te worden
samengesteld uit (vertegenwoordigers van):
* _De afdeling Concerncontrol: de heren Van der Helm en Bonnet
* _De afdeling Communicatie: de heren Maten en Van de Belt
e De griffie: de heer Corveleijn
2.9 Resultaat
De resultaten van het onderzoek worden neergelegd in een rapport. Deze rapportage heeft
de volgende opzet:
Hoofdstuk 1 Inleiding (aanleiding, verantwoording,opzet en uitvoering)
Hoofdstuk 2 Het Stadsdeelnieuws (achtergronden, beleidskader)
Hoofdstuk 3 Onderzoeksresultaten (internetenquête en diepteinterviewss)
Hoofdstuk 4 Conclusies en aanbevelingen (oordeel doeltreffendheid)
Hoofdstuk 5 Afsluiting (spiegel en venster’)
78/88
HET STADSDEELNIEUWS
Bijlage 3
Normenkader
Inleiding
In het kader van art. 213a van de Gemeentewet doet het stadsdeel Amsterdam-
Centrum onderzoek naar de doeltreffendheid van de eigen gemeentekrant: het
Stadsdeelnieuws. Ter structurering van dit onderzoek en om tot een goede en
toetsbare beoordeling te komen is voor dit onderzoek een normenkader opgesteld
als referentiekader. Bij het opstellen van dit normenkader is gebruik gemaakt van de
beschikbaar gestelde documenten, de ervaring en het inzicht van de onderzoeker en
de betrokkenen van het Stadsdeel en eerdere vergelijkbare onderzoeken die BMC
heeft uitgevoerd.
Doelstellingen
Het normenkader gaat uit van de doelstellingen zoals deze uit de diverse
beleidsdocumenten naar voren zijn gekomen, aangevuld met informatie uit de
gesprekken die zijn gevoerd met betrokkenen. Hoewel sterk samenhangend kan
voor doeltreffendheid?” een onderscheid worden gemaakt tussen doelstellingen op
inhoud: de daadwerkelijke informatieoverdracht en vorm: het communicatie-
instrument zelf.
Inhoud: 1) Actualiteit
2) Betrouwbaarheid
3) Gerichtheid
4) Volledigheid
5) Participatie
Vorm: 1) Eenduidigheid
2) Herkenbaarheid
3) Intensiteit en diversiteit
De doelstellingen gelden integraal voor de verschillende onderdelen van het
Stadsdeelnieuws, te weten:
1. Stadsdeel (nieuws uit stadsdeelbestuur, actualiteiten en belangrijke besluiten).
2. Wijkinformatie (nieuws, activiteiten, agenda, bereikbaarheid).
3. Bekendmakingen (wettelijke informatieplicht).
4. Stadsdeelraad (raadsinformatie).
en de twee belangrijkste doelgroepen:
a. Burgers (bewoners)
b. Ondernemers
5 pe doelmatigheidsdoelstellingen worden gezien de reikwijdte van dit 213a-onderzoek buiten beschouwing
gelaten.
79/88
HET STADSDEELNIEUWS
Per doelstelling worden telkens vier indicatoren onderscheiden:
1. De inbedding: op welke wijze wordt/kan deze doelstelling verankerd/vastgelegd?
2. De toepassing: op welke wijze wordt de doelstelling in de praktijk nagestreefd?
3. De werking: wanneer is de doelstelling gerealiseerd (gewenste situatie)?
4. De daadwerkelijke effecten en resultaten: hoe meten wij dat?
Per indicator is een aantal concrete vragen of toetspunten uitgewerkt die de feitelijke
situatie beschrijven of meten.
[De inhoud
* _ Actualiteit
Inbedding * _ Eris een vast planningsschema voor aanlevering van informatie en artikelen.
* Eris een meer gedetailleerd inhoudelijk planningsoverzicht voor de kortere termijn
(eerstkomende weken).
* _ Het besef heerst bij betrokkenen dat actualiteit van informatie een toegevoegde waarde
heeft.
* _ Betrokkenen herkennen informatie met nieuwswaarde en laten dit zien in hun handelen
(direct betrokkenen redactieleden en communicatieadviseurs, maar ook medewerkers
geven bijvoorbeeld ‘tips’ door).
Toepassing . Het planningsschema en planningsoverzicht zijn breed gecommuniceerd en bekend bij de
betrokkenen.
. De planningen worden daadwerkelijk toegepast en nageleefd.
. Er wordt actief gescand op actuele informatie door de redactie en de communicatie-
adviseurs, zowel op korte als op lange termijn.
Werking . Informatie wordt intern op tijd aangeleverd.
. Wettelijke bekendmakingen vinden op tijd plaats.
. De informatie in de krant heeft betrekking op gebeurtenissen die niet ouder zijn dan 1 week
of kondigt gebeurtenissen aan die binnen 2 weken staan te gebeuren.
. De informatie en de wijze waarop dat gepresenteerd wordt past binnen de tijdsgeest,
moderne verhouding overheid-burger.
Resultaten/ . De doelgroep ervaart de inhoud van de krant als actueel en up-to-date (bij de tijd).
effecten . In hoeverre wordt de verstrekte informatie in het Stadsdeelnieuws (bestuur,
bekendmakingen, wijkinfo en raadsinfo) door de bewoner en ondernemer herkend en
gewaardeerd als:
. Actueel: betrekking hebbend op actuele gebeurtenissen.
. Eigentijds: passend bij de tijdsgeest, moderne verhoudingen overheid-burger.
80/88
HET STADSDEELNIEUWS
* _ Betrouwbaarheid
Het Stadsdeelnieuws is geen onafhankelijk medium: het conformeert zich aan het beleid van het dagelijks bestuur
en de stadsdeelraad. Binnen dit kader wordt de krant volgens journalistieke principes ingevuld.
Inbedding * _ Waarborgen voor de journalistieke principes binnen het gegeven kader zijn neergelegd in
een redactiestatuut.
* _ De journalistieke principes zijn uitgewerkt in richtlijnen voor de medewerkers om de
betrouwbaarheid te garanderen.
Toepassing . Er wordt alleen gebruik gemaakt van betrouwbare (interne/externe) bronnen.
. De feiten worden door de redactie gecheckt.
. Binnen het gegeven kader wordt er daadwerkelijk gewerkt conform de journalistieke
principes.
Werking . De inhoud is op alle onderdelen vrij van inhoudelijke fouten (spel en taalfouten dus niet
meegerekend).
. De feiten kloppen.
. De informatie is in lijn met het gevoerde beleid van het stadsdeel als geheel.
. Daar waar de krant meningen bevat is het duidelijk dat het om opinie gaat. De meningen
bevatten geen feitelijke onjuistheden.
. Indien het voor de betrouwbaarheid noodzakelijk wordt geacht worden in opiniërende
stukken zowel voor- als tegenstanders van plannen/besluiten aan het woord gelaten.
. De gepresenteerde informatie is integer: respectvol en realistisch, toezeggingen worden
nagekomen.
Resultaten/ De doelgroep ervaart de inhoud van de krant als betrouwbaar.
effecten
In hoeverre wordt de verstrekte informatie in het Stadsdeelnieuws (bestuur, bekendmakingen,
wijkinfo en raadsinfo) door de bewoner en ondernemer herkend en gewaardeerd als:
a. Inhoudelijk en feitelijk juist?
b. Overeenkomend met vastgesteld beleid van het stadsdeel?
c. Goed onderscheidbaar naar feiten en meningen?
d. Integer: respectvol en realistisch, toezeggingen worden nagekomen?
81/88
HET STADSDEELNIEUWS
Inbedding * _De opzet/indeling (rubrieken/pagina's) van de krant voorziet in een evenwichtige gerichtheid
op de verschillende doelgroepen.
* _De opzet/indeling (rubrieken/pagina's) van de krant voorziet in een evenwichtige gerichtheid
op de verschillende wijken in relatie tot het stadsdeel als geheel.
* _ Het redactiestatuut of andere richtlijnen voorzien in een handreiking voor een goede balans
in de gerichtheid.
* _ De betrokkenen zijn zich bewust van het belang en de toegevoegde waarde van gerichtheid
van informatie en de juiste verhoudingen daarin.
Toepassing * _ De opzet/indeling (rubrieken/pagina's) van de krant met de verschillende gerichtheden
wordt ten alle tijde gehandhaafd.
* _ De redactie van het Stadsdeelnieuws draagt binnen de opzet/indelingen (rubrieken/
pagina’s) zorg voor de juiste balans in de gerichtheid van de informatie, zowel waar het
gaat om doelgroep als waar het gaat wijken/leefomgeving.
Werking * _ De inhoud van het Stadsdeelnieuws heeft op alle onderdelen in voldoende mate betrekking
op de verschillende wijken en leefomgevingen in het stadsdeel.
* _ De inhoud van het Stadsdeelnieuws heeft op alle onderdelen in voldoende mate betrekking
op de verschillende posities die men kan hebben binnen het stadsdeel: bewoner!/
ondernemer/vereniging/instelling.
Resultaten/ De doelgroep ervaart de inhoud van de krant als gericht.
effecten
In hoeverre wordt de verstrekte informatie in het Stadsdeelnieuws (bestuur, bekendmakingen,
wijkinfo en raadsinfo) door de bewoner en ondernemer herkend en gewaardeerd als:
a. Belangrijk voor de eigen fysieke omgeving.
b. Belangrijk voor de eigen persoonlijke omgeving (positie/situatie).
c. Interessant voor de eigen fysieke omgeving.
d. Interessant voor de eigen persoonlijke omgeving (positie/situatie).
82/88
HET STADSDEELNIEUWS
Inbedding * _ De opzet/indeling (rubrieken/pagina's) van de krant voorziet naast gerichtheid ook in
integraliteit van informatie, dat wil zeggen informatieverschaffing over stadsdeelbrede
aangelegenheden.
* _De opzet/indeling (rubrieken/pagina’s) van de krant in combinatie met de frequentie van
uitgave - wekelijks - voorzien tenslotte in de volledigheid van informatie, zowel waar het gaat
om gerichtheid (doelgroep/wijk) als stadsdeelbreed (integraliteit).
* _ Het redactiestatuut of andere richtlijnen voorzien in een handreiking voor een goede balans
in de gerichtheid en volledigheid.
* _ De betrokkenen zijn zich bewust van het belang en de toegevoegde waarde van
volledigheid van informatie.
Toepassing . De opzet/indeling (rubrieken/pagina's) van de krant met de verschillende gerichtheden en
de basis voor volledigheid wordt ten alle tijde gehandhaafd.
. De redactie van het Stadsdeelnieuws draagt binnen de opzet/indelingen (rubrieken/
pagina’s) zorg voor de juiste balans in de gerichtheid van de informatie en volledigheid,
integraliteit.
Werking * _ Binnen de verschillende onderdelen wordt naast (doelgroep- of wijk)gerichte informatie en
artikelen ook aandacht besteed aan stadsdeelbrede nieuws/ontwikkelingen/plannen/
besluiten.
* _In de gerichte informatie wordt in voldoende mate uitdrukking gegeven aan het
stadsdeelbrede karakter van de (doelgroep- of wijk)gerichte informatie.
* _ De doelgroep is niet alleen voldoende geïnformeerd over hun eigen omgeving en positie,
maar ook over alles wat het stadsdeel als geheel aangaat.
* _ De doelgroep kan de eigen tot hen gerichte informatie plaatsen binnen de bredere
beleidskaders van het stadsdeel (herkenning).
Resultaten/ De doelgroep ervaart de inhoud van de krant als volledig (integraal en voldoende).
effecten
In hoeverre wordt de verstrekte informatie in het Stadsdeelnieuws (bestuur, bekendmakingen,
wijkinfo en raadsinfo) door de bewoner en ondernemer herkend en gewaardeerd als:
a. Gemeentebreed: inhoud met een specifiek gemeentebreed karakter?
b. Integraal: gerichte informatie binnen kaders van gemeentebreed beleid?
c. Voldoende: combinatie gericht en integraal?
83/88
HET STADSDEELNIEUWS
Inbedding * _ Door de informatieverstrekking via de krant (inhoud en hoeveelheid) wordt in het algemeen
bijgedragen aan de randvoorwaarden voor participatie: bekendheid met en betrokkenheid bij
het gemeentelijk beleid.
* _De opzet/indeling (rubrieken/pagina's) van de krant voorziet in de mogelijkheid algemene
participatiemogelijkheden onder de aandacht te brengen (inspraak/interactieve
beleidsvorming et cetera) en hiertoe uit te nodigen.
* Indien participatiemogelijkheden aanwezig zijn voor een bepaald thema/onderwerp wordt
vanuit inhoudelijke artikelen daarover specifiek aandacht geschonken hieraan.
* _ Ambities en doelen om burgers nauw te betrekken bij beleidsvorming en uitvoering zijn
vastgelegd in een breder gemeentelijk beleidskader (participatiebeleid).
* _ Bij de redactie, maar ook breder (politiek, bestuur & ambtelijke organisatie) heerst het besef
dat participatie belangrijke toegevoegde waarden heeft namelijk draagvlak, democratische
legitimiteit en kwaliteitsverbetering.
Toepassing . Burgers worden via het Stadsdeelnieuws goed, breed en regelmatig geïnformeerd.
. De opzet/indeling (rubrieken/pagina's) van de krant met de aandacht voor participatie wordt
ten alle tijde gehandhaafd.
. In inhoudelijke artikelen over onderwerpen/thema'’s waar participatie of interactieve
beleidsvorming aan de orde is wordt daar aandacht aan geschonken (evt. met verwijzing
naar internet).
. Vanuit het bredere beleidskader van participatiebevordering wordt participatie breed ingezet
binnen alle beleidsfasen (van besluitvorming tot uitvoering), is er voldoende
instrumentarium aanwezig en worden burgers optimaal gefaciliteerd.
. Er is afstemming tussen de redactie en de betrokkenen van participatie en/of de beleids-
afdelingen.
Werking . De doelgroep beschikt (mede) via het Stadsdeelnieuws over voldoende en voor hem
relevante informatie en voelt zich meer betrokken bij en bekend met het gemeentelijk
beleid.
. De doelgroep is (mede) via het Stadsdeelnieuws op de hoogte van de diverse
participatiemogelijkheden en de wijze waarop hij daar gebruik van kan maken.
. De doelgroep voelt zich (mede) via het Stadsdeelnieuws meer uitgenodigd tot participatie.
. De deelname aan participatie is toegenomen.
Resultaten/ De doelgroep ervaart de inhoud van de krant als een bijdrage aan de bekendheid en betrokkenheid bij het
effecten gemeentelijk beleid en een uitnodiging tot participatie en interactieve beleidsvorming.
In hoeverre wordt de verstrekte informatie in het Stadsdeelnieuws (bestuur, bekendmakingen, wijkinfo en
raadsinfo) door de bewoner en ondernemer herkend en gewaardeerd als:
a. Een bijdrage aan de bekendheid van het gemeentelijk beleid, bestuur en politiek?
b. Een bijdrage aan de betrokkenheid bij het gemeentelijk beleid, bestuur en politiek?
c.__Een stimulans tot participatie en interactieve beleidsvorming?
84/88
HET STADSDEELNIEUWS
Il De vorm
Inbedding * _Het communicatiebeleid en in aanvulling daarop het beleidsplan voor de stadsdeelkrant en
het redactiestatuut gaan uit van 1 primair schriftelijk communicatie-instrument: het
Stadsdeelnieuws.
* _ Er zijn (beleids)regels gesteld met criteria voor uitzonderingsgevallen waarin gebruik mag
worden gemaakt van een ander schriftelijk communicatie-instrument dan het
Stadsdeelnieuws.
* _ De gehele organisatie is zich bewust van het belang en de toegevoegde waarde van een
eenduidige wijze van communiceren.
Toepassing * _ Het uitgangspunt van eenduidigheid en de regels daarover zijn breed gecommuniceerd
binnen de organisatie.
* _ Dit uitgangspunt en de regels daarover worden binnen de organisatie nageleefd.
* _ Er wordt slechts in daadwerkelijke uitzonderingsgevallen gebruik gemaakt van een ander
schriftelijk communicatie-instrument.
* _ Op de regels voor eenduidigheid en uitzonderingen daarop wordt toegezien en de regels
worden ten allen tijde gehandhaafd.
Werking * _ De doelgroep ontvangt alle informatie afkomstig van het Stadsdeel behoudens hoge
uitzonderingen via één wijze: schriftelijk.
* _ De doelgroep ontvangt alle schriftelijke informatie afkomstig van het Stadsdeel behoudens
hoge uitzonderingen via één kanaal: het Stadsdeelnieuws.
* Erzijn geen andere schriftelijke communicatie-instrumenten in omloop.
* _ Om daadwerkelijk goed op hoofdlijnen geïnformeerd (zowel voor wat betreft leefomgeving
als informatie voor subdoelgroep) te zijn, hoeft de doelgroep over het algemeen alleen het
Stadsdeelnieuws te lezen.
* _ De doelgroep herkent derhalve de focus van het Stadsdeel om informatieverschaffing via
de schriftelijke vorm en de exclusiviteit van het Stadsdeelnieuws daarin als middel.
Resultaten/ De doelgroep ervaart de schriftelijke communicatie van het Stadsdeel als eenduidig.
effecten
In hoeverre wordt de communicatie van het Stadsdeel door middel van de eigen stadsdeelkrant
door de bewoner en ondernemer herkend en gewaardeerd als:
a. DE wijze: in de informatieverschaffing ligt de nadruk op schriftelijke communicatie?
b. HET kanaal: in de schriftelijke communicatie is het Stadsdeelnieuws het middel?
85/88
HET STADSDEELNIEUWS
Inbedding * Eris een herkenbare gemeentelijke huisstijl, die is vastgelegd in beleid (kader) en
richtlijnen/regels ter toepassing daarvan.
* _ Binnen de gemeentelijke huisstijl is er een herkenbare stadsdeel-huisstijl, die is vastgelegd
in beleid (kader) en richtlijnen/regels ter toepassing daarvan.
* _Het gebruik van de huisstijl is verankerd in het redactiestatuut.
* _ Buiten toepassing van de huisstijlelementen heeft de krant een uniforme (altijd dezelfde)
opzet/indeling, uiterlijk (lay-out/beeldgebruik) en (waar mogelijk) taalgebruik.
* _ De huisstijl en de wijze waarop deze moet worden toegepast is zeer goed bekend bij de
redactie en de vormgevers, zij zijn ook overtuigd van het belang en de toegevoegde
waarde van de herkenbaarheid van informatieverschaffing.
Toepassing * _ De huisstijl en de regels/richtlijnen voor toepassing daarvan worden consequent in de
praktijk toegepast.
* _ Qua uiterlijk en lay-out wordt daadwerkelijk uniformiteit nagestreefd: de krant heeft
daadwerkelijk altijd dezelfde opzet/indeling, het beeldgebruik en taalgebruik wordt zoveel
mogelijk geüniformeerd.
Werking * _ De huisstijl van de gemeente en het Stadsdeel wordt als zodanig herkend door de
doelgroep. De doelgroep herkent het communicatiemiddel als overheids-/gemeente-
communicatie.
* _ Door de uniformiteit krijgt de informatievoorziening van het Stadsdeel een ‘eigen gezicht’,
dit zorgt voor een onderscheidend vermogen: de doelgroep herkent het Stadsdeelnieuws
als de informatiekrant van het eigen stadsdeel en kan het onderscheiden van
gemeentebrede informatieverstrekking.
* _ Door de uniformiteit in opzet/indeling, beeld- en taalgebruik conform de huisstijl zal de wijze
van informatieverstrekking overkomen als toegankelijk, begrijpelijk en daarmee ‘vertrouwd’.
Resultaten/ De doelgroep ervaart de schriftelijke communicatie van het Stadsdeel als herkenbaar.
effecten
In hoeverre wordt de communicatie van het Stadsdeel door middel van de eigen stadsdeelkrant
door de bewoner en ondernemer herkend en gewaardeerd als:
a. Overheidscommunicatie?
b. Stadsdeelcommunicatie?
c. Uniform: volgens een herkenbare huisstijl?
d. Uniform: in beeld- en taalgebruik”?
86/88
HET STADSDEELNIEUWS
onderwerpen.
Inbedding * _ De frequentie van uitgave voorziet in een intensivering van de schriftelijke
informatieverstrekking.
* _ De omvang van het communicatie-instrument geeft mogelijkheid tot het verstrekken van
meer schriftelijke informatie per keer.
* _ De wijze van opzetindeling van het communicatie-instrument zorgt ervoor dat informatie
breder wordt verschaft (meer onderwerpen, meer diversiteit).
Toepassing * _ Het verstrekken van informatie via de schriftelijke wijze gebeurt inderdaad vaker dan
voorheen.
* _ De hoeveelheid informatie die tot de doelgroep komt op schriftelijke wijze is meer dan
voorheen.
* _ Het scala aan informatie is breder dan voorheen, de diversiteit aan onderwerpen is
daadwerkelijk groter.
Werking * In vergelijking tot de eerdere situatie ontvangt de doelgroep vaker informatie via de
schriftelijke wijze (frequentie).
* _In vergelijking tot de eerdere situatie ontvangt de doelgroep meer informatie via de
schriftelijke wijze (hoeveelheid).
* _In vergelijking tot de eerdere situatie ontvangt de doelgroep bredere informatie (diversiteit).
* _ De frequentie, hoeveelheid en diversiteit van de schriftelijke informatie voorziet in de
behoeften van de doelgroep.
* _ De doelgroep ervaart een verbetering in de frequentie, omvang en samenstelling van
informatie en herkent de intensivering van de schriftelijke communicatie.
Resultaten/ De doelgroep ervaart de schriftelijke communicatie van het Stadsdeel als intensief en divers en
effecten als een verbetering op die punten ten opzichte van de situatie voorheen.
In hoeverre wordt de communicatie van het Stadsdeel door middel van de eigen stadsdeelkrant
door de bewoner en ondernemer herkend en gewaardeerd als:
a. Intensief: vaak genoeg, voldoende en divers?
b. Een verbetering in intensiteit en diversiteit ten opzichte van het verleden?
87/88
Bijlage 4
Enquête Stadsdeelnieuws
| Actualiteit | 88 | val |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
x% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2015
Afdeling 1
Nummer 1206
Datum akkoord 5 november 2015
Publicatiedatum 6 november 2015
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid mevrouw D. Timman van
24 september 2015 inzake de beveiliging van e-mailverkeer over kinderen.
Aan de gemeenteraad
inleiding door vragenstelster.
In de Volkskrant van 23 september 2015 gaven psychologen aan dat veel gemeenten
zich niet houden aan regels voor veilig e-mailverkeer’. Psychologen en
psychotherapeuten zouden regelmatig gevraagd worden vertrouwelijke informatie te
versturen via gewone onbeveiligde emailadressen. Een jeugdpsycholoog in de regio
Amsterdam schat dat een op de vijf ouders inmiddels kiest zorg zelf te betalen om te
voorkomen dat gegevens over hun kind bij de gemeente belandt.
De fractie van D66, maar ook andere fracties, hebben eerder aandacht gevraagd voor
de bescherming van persoonsgegevens in de jeugdhulp. De zorg en hulp aan
kinderen is natuurlijk hoofdzaak binnen de decentralisatie maar dat betekent niet dat
de privacy van kinderen in gevaar mag komen. Volgens het College Bescherming
Persoonsgegevens is versleuteling van gevoelige gegevens altijd noodzakelijk. Het
beveiligd communicatiesysteem voor berichtenverkeer met zorgverleners zou echter
nog niet functioneren in alle gemeenten.
Gezien het vorenstaande heeft vragenstelster op 24 september 2015, namens
de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad
van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en
wethouders gericht:
1. Herkent het college de signalen over niet versleutelde gegevensoverdrachten In
de jeugdhulp?
Antwoord:
Het signaal is bekend. In Amsterdam zijn we hierover regelmatig in overleg met
de sector. Ook met de Regionale Vereniging van Vrijgevestigde Psychologen en
Psychotherapeuten (RVVP), de (zelfstandige) Amsterdamse regio afdeling van de
LVVP. Zij vertegenwoordigen een groot deel van de lokale vrijgevestigde
aanbieders. Vanuit deze hoek horen wij tot op heden geen signalen dat
ambtenaren onnodig informatie over de gezondheid van burgers vragen, daar heb
ik expliciet navraag naar laten doen. Ook vanuit de Huisartsen, bijvoorbeeld de
Huisartsenkring Amsterdam, hebben we geen signalen van deze aard
1 http://www.volkskrant.nl/binnenland/-gemeenten-schenden-privacy-kinderen-met-psychische-
problemen—a4147729/?hash=6038b2144917451d970C54b420e10fbed149746c
1
Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R
Neeing Looe Gemeenteblad
Datum 6 november 2015 Schriftelijke vragen, donderdag 24 september 2015
binnengekregen. Er is, ook over dit onderwerp, op verschillende momenten en
met verschillende aanbieders, gesproken. Onder andere vrijgevestigde
aanbieders van jeugdhulp en hun vertegenwoordiging, de RVVP.
2. In hoeverre zijn privacyprotocollen verspreid onder medewerkers in de gemeente
en in hoeverre worden deze nageleefd?
Antwoord:
Alleen professionals van de gecontracteerde instellingen binnen de Ouder- en
Kindteams werken met gegevens uit de inhoudelijke dossiers van cliënten.
Deze zijn bekend met de privacyprotocollen, welke ook in nauw overleg met
de sector(vertegenwoordigers) zijn opgesteld en vastgesteld. Cliënten/ouders
worden geïnformeerd over de manier waarop er met hun gegevens wordt
omgegaan.
Gemeenteambtenaren zijn derhalve in principe niet betrokken bij inhoudelijke
dossiers. Er zijn enkele bijzondere routes waarbij er een uitzondering geldt.
Het gaat bij de uitzonderingsroutes om heel uiteenlopende taken, waarbij
betrokkenheid van de gemeenteambtenaren noodzakelijk is voor uitvoering van
de publieke taak. Wat er precies wordt gedeeld is daarom ook per proces
verschillend. Het gaat echter niet om zorginhoudelijke beoordeling, maar om het
al- dan niet financieren van hulp op basis van advies van betrokken professionals.
In alle gevallen wordt uitsluitend de minimaal vereiste informatie gedeeld
(verwerkt, in de zin van de wet). Betrokkenen zijn op de hoogte of in persoon
betrokken wanneer dat mogelijk is (bij crisis lukt dat bijvoorbeeld soms niet). Bij
het verwerken van de gegevens worden de nodige organisatorische en
technische maatregelen genomen om verkeerd gebruik van gegevens te
voorkomen. In de Privacyschouw Jeugd worden de uitzonderingen die met enige
regelmaat voorkomen zoveel mogelijk meegenomen. En er kunnen zich op
termijn nieuwe situaties voordoen. Dan wordt de dossierhouder privacy
betrokken, wanneer de betreffende ambtenaar daartoe aanleiding ziet. Het is
bovendien de verwachting dat processen in het stelsel zich nog ontwikkelen,
waardoor de aandacht voor privacy een structureel onderdeel wordt bij het
inrichten en aanpassen van processen waarin persoonsgegevens worden
verwerkt.
3. Kan het college een inschatting geven van het aantal ouders dat zelf de zorg voor
hun kinderen betaalt om inmenging van de gemeente te voorkomen?
Antwoord:
Buiten de media heeft de gemeente daarover geen signalen ontvangen van
ouders en instellingen. Ook vanuit het Amsterdamse Jeugdplatform, dat de
gemeente gevraagd en ongevraagd adviseert, zijn zulke signalen niet gekomen.
4. In hoeverre functioneert het communicatiesysteem voor berichtenverkeer ‘het
Gemeentelijk Gegevensknooppunt’ en wordt dit systeem regelmatig gebruikt?
Antwoord:
Het gegevensknooppunt GGK is een landelijke voorziening, die enerzijds aansluit
op de ICT van de aanbieders van jeugdhulp (instellingen en praktijken) en
anderzijds op de ICT van de gemeentelijke back offices. Het wordt gebruikt om
2
Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Demmer Ke ember 2015 Schriftelijke vragen, donderdag 24 september 2015
landelijk gestandaardiseerde berichten tussen deze partijen uit te wisselen. Het
werkt al sinds april, maar nog niet alle berichten worden ondersteund Bij
gemeenten is de mate van aansluiting wisselend en datzelfde geldt voor de
aanbieders van jeugdhulp. Naast de technische aansluiting moet ook het proces
voor het verwerken van de berichten zijn ingericht en ook daar is de situatie
verschillend.
Voor Amsterdam weten we dat de factuurberichten nu ook echt kunnen worden
ontvangen en verwerkt en dat gebeurt ook. Maar we blijven er scherp op dat in de
andere schakels nog steeds haperingen mogelijk zijn, die tot verstoring van het
berichtenverkeer kunnen leiden. Een zorg is dat dit niet altijd wordt opgemerkt en
dan is het zaak om als keten te opereren en te voorkomen dat berichten in het
ongerede raken.
Op 28 september waren er 72 Amsterdamse zorgaanbieders die in totaal 463
facturen voor jeugdhulp hadden ingediend. Dagelijks worden de ontvangen
facturen verwerkt door de Backoffice Jeugd. Het gebruik van het berichtenverkeer
via het GGK neemt gestaag toe, omdat er steeds meer hulptrajecten worden
afgerond en dat voor een zorgaanbieder een moment is om te factureren.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
3
| Schriftelijke Vraag | 3 | discard |
Termijnagenda Commissie Samenleving tbv 6 december 2011
was wordt TB/
Onderwerp Datum Datum Datum Bevoegd | TK | Opmerkingen
Cie * Cie ** raad heid
MN
SK Analyse leerlingprognose t/o onderwijshuisvesting: samen 04-10-11 | 10-01-12 TK
met plaatsing/aanname beleid aug/sept
SK Decentralisatie Jeugdgezondheidszorg 08-03-11 | 10-01-12 TB | Verlaat ivm stedelijke planning. Indien stuk nie:
g
memo met stand van zaken tkn.
Amsterdams Jongerenwerk nieuwe stijl 07-06-11 | 10-01-12 | Stedelijke besluitvorming uitgesteld
SK Strategisch beleidsplan Openbaar Onderwijs aan de Amstel | 10-01-12
2011 — 2015
Jong Amsterdam Il / In de buurt naar school in Zuid 10-01-12 Oe
Vernieuwd Welzijn Huizen van de Wijk 31-01-12 LD
Notitie armoede/Voedselbank 07-06-11 | 31-01-12 |
1° kw
2012
Nota Sport in Zuid 01-11-11 | 06-03-12 | ________ [Raad | |
1
| Agenda | 1 | discard |
X Gemeente Amsterdam R
% Gemeenteraad
Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 602
Datum akkoord 2 september 2014
Publicatiedatum 5 september 2014
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw A.M. Bosman
en de heer M.E. van den Heuvel van 5 augustus 2014 inzake zonnepanelen op
monumentale panden.
Aan de gemeenteraad
inleiding door vragenstellers.
Het college heeft de ambitie om in 2020 het aandeel duurzaam opgewekte energie
binnen Amsterdam met 20% te laten toenemen. Zonne-energie is een belangrijke
bron daarvoor. Eerder is de doelstelling vastgelegd om in 2020 160 MW zonnestroom
per jaar op te wekken binnen de gemeente Amsterdam. Voor 2040 is het streefcijfer
1000 MW. Zonne-energie is een belangrijke manier voor bewoners en ondernemers
om zelf voor hun elektriciteitsvoorziening te zorgen. Dat is goed voor het milieu,
de energierekening en de onafhankelijkheid van Amsterdam ten opzichte van
onberekenbare buitenlandse energieproducenten.
Amsterdam heeft naast de ruim 8500 rijks- en gemeentelijke monumenten, ook een
toenemend aantal beschermde stads- en dorpsgezichten. Het hele centrum van
Amsterdam is sinds 1999 beschermd stadsgezicht en de grachtengordel behoort
sinds 2010 tot het UNESCO werelderfgoed. De fractie van D66 vindt het belangrijk
dat deze historische waarde wordt beschermd zodat Amsterdammers en latere
generaties er nog volop van kunnen genieten en leren. De fractie van D66 kiest ook
voor een schone, groene en gezonde stad. Het is van belang dat de gemeente ruimte
geeft aan initiatieven die bijdragen aan nieuwe oplossingen van duurzaamheid,
waarbij we openstaan kijken voor het aanpassen van geldende (verouderde) regels
die verduurzaming in de weg staan, zonder dat de authenticiteit van monumenten
wordt aangetast.
Nu heeft de fractie van D66 begrepen dat de gemeente Amsterdam samen met
De Groene Grachten, Stadsherstel en Search een pilot is gestart om zonnepanelen te
plaatsen op de schuine kap van Pakhuis de Zwijger onder de naam: ‘Zon op de
Zwijger’. Het betreft een zogenaamd sheddak (‘zaagtandendak’), dat een zichtlocatie
is. Hieruit volgt waarschijnlijk een prijsvraag voor de aanbesteding die moet aantonen
welke partij het beste zonnepanelen op een monument kan plaatsen. Dit project is
benoemd als ‘pilot om uit te vinden of zonnepanelen op een monument passend zijn,
in relatie tot mogelijke technische gevolgen voor het dak door aanhechting van de
panelen of verstoring van het monumentale ‘daklandschap’ door het aangezicht van
zonnepanelen, omdat dat er nu eenmaal anders uitziet dan dat het daklandschap
eruit zag in de 17° eeuw.
1
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing op Gemeenteblad
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
Dit is niet het eerste monument met zonnepanelen. Sinds september 2013 liggen er
zonnepanelen op het (platte) dak van de Amstelkerk. Volgens de website van
Stadsherstel, die de energie van de zonnepanelen gebruikt voor het eigen kantoor dat
gevestigd is in dit rijksmonument, is de vergunning verleend nadat met foto's van een
proefopstelling was aangetoond dat het monument met deze ‘reversibele toepassing’
geen schade op zou lopen. Ook zijn er (slechts) een klein aantal grachtenpanden die
met trekken en sleuren een vergunning kregen om zonnepanelen op hun dak te
mogen plaatsen, om zodoende hun eigen elektriciteit op te kunnen wekken.
Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 5 augustus 2014, beiden namens
de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad
van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en
wethouders gericht:
1. Wat is het effect geweest van de — inmiddels afgeronde — pilot ‘Zon op de
Amstelkerk’ voor zonne-energie op andere monumenten met een plat dak en in
Amsterdam?
Antwoord:
Als onderdeel van het initiatief Groene Grachten, in 2012 gestart door Wubbo
Ockels en erop gericht om energiemaatregelen in monumentale panden te
promoten, is door Stadsherstel een viertal zonnepanelen aangebracht op de
Amstelkerk. Voor NV Stadsherstel betrof de Amstelkerk een eerste project waarin
zij zonnepanelen heeft aangebracht op een monumentaal pand. Deze panelen
zijn aangebracht op een plat dak en wel binnen de kaders van de Welstandsnota.
Leerdoel: uitvinden of het technisch mogelijk (ja) en rendabel is (nee, door de
lage elektriciteitsprijs die Stadsherstel betaalt omdat zij grootverbruiker is, en de
te betalen leges à 1050 euro).
Het effect is dat er nu 4 panelen liggen op dit monument, en dat Stadsherstel
inzicht heeft gekregen in de mogelijkheden (maatwerk) voor het aanbrengen van
zonnepanelen op monumenten en de business case daarvan.
Er zijn overigens meer (maar niet veel) voorbeelden van monumentale panden in
de stad waarop door bewoners reeds zonnepanelen zijn aangebracht. Hiervoor is
een vergunning nodig van het betreffende stadsdeel.
De betrokkenheid van de gemeente bij dit project van Stichting de Groene
Grachten en Stadsherstel was overigens beperkt. Bureau Monumenten en
Archeologie (BMA) en programmabureau Klimaat en Energie waren inhoudelijk
(advies, meedenken) betrokken bij het initiatief, het stadsdeel heeft de vergunning
afgegeven.
2
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing op Gemeenteblad R
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
2. Klopt het dat de gemeente Amsterdam (de Dienst Ruimtelijke Ordening en
het Bureau Monumenten & Archeologie) zich heeft aangesloten bij De Groene
Grachten, Stadsherstel, Stadsdeel Oost, Pakhuis de Zwijger en Search en bezig
is met de nieuwe pilot ‘Zon op de Zwijger’? Wat is de huidige status van dit project
en wat is de tijdsplanning van deze pilot (inclusief moment van afronding)?
Antwoord:
Ja. Genoemde partijen hebben gezamenlijk de pilot ‘Zon op de Zwijger’ in
voorbereiding. Dit project is geïnitieerd door De Groene Grachten. Het project
sluit aan bij de Amsterdamse Zonvisie ‘Burgers en Bedrijven gaan voor de zon!’
(zie ook het antwoord op vraag 3).
In dit project wordt onderzocht welke mogelijkheden ‘innovatieve
zonnetechnologie’ (bijvoorbeeld: andere type zonnecellen, kleur en
bevestigingstechnieken) biedt voor het aanbrengen van zonnepanelen op een
monumentaal dak, én hoe dit zich verhoudt tot de geldende regels.
Dit project onderscheidt zich van het eerdere project van Stadsherstel in de mate
van ‘innovativiteit van de technologie die gebruikt zal worden. In het eerste
project werd nog gebruik gemaakt van standaard zonnepanelen. In het nieuwe
project op de Zwijger gaat men op zoek naar de meest innovatieve zon-oplossing
voor dit monumentale pand.
Het project is als volgt opgebouwd:
1. allereerst wordt (op dit moment) de haalbaarheid onderzocht (technisch,
financieel, juridisch) voor het aanbrengen van zonnepanelen op Pakhuis de
Zwijger (eigendom NV Stadsherstel);
2. op basis van dit onderzoek zal NV Stadsherstel een beslissing nemen om
haar dak wel of niet ter beschikking te stellen;
3. indien zij akkoord gaat zal de markt in de vorm van een prijsvraag uitgedaagd
worden om met haar ‘beste’ systeem te komen;
4. het zonnesysteem van de beste inzending zal door Stadsherstel worden
uitgevoerd, onder voorbehoud van een positieve vergunningsbeschikking.
Volgens planning wordt de prijsvraag dit najaar bekend gemaakt (indien
Stadsherstel positief beslist; stap 2) en wordt het winnende systeem (beoordeling
door jury in november/december) begin 2015 geïnstalleerd.
De gemeente (BMA en Programmabureau Klimaat en Energie) is als adviseur bij
dit project betrokken. De Groene Grachten is project trekker. Uiteindelijke
installatie van het innovatieve zonnesysteem (als de prijsvraag daadwerkelijk
wordt uitgeschreven en er een goede inzending komt, die binnen de wettelijke
kaders past) wordt door Stadsherstel geregeld en gedekt. Stadsherstel vraagt
daar mogelijk financiering voor aan in de laatste tender van het Amsterdams
Investeringsfonds.
3
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing op Gemeenteblad R
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
3. Deelt het college de mening van de fractie van D66 over het belang van
verduurzaming en eventueel aanpassen van regels om nieuwe oplossingen van
duurzaamheid mogelijk te maken? Zo ja, welke leerpunten zijn/worden opgesteld
ten aanzien van de pilot voor het sheddak van Pakhuis de Zwijger? En welke
leerpunten waren opgesteld voor het platte dak van de Amstelkerk? Zo nee,
waarom niet en hoe denkt het college dan de ambitie zoals geformuleerd in de
Zonvisie 2013 te halen?
Antwoord:
Het College onderschrijft de mening van de fractie van D66 dat verduurzaming
van de bestaande stad van groot belang is en onderstreept dat in het
coalitieakkoord ‘Amsterdam is van iedereen’. Zij werkt o.a. aan de doelstelling dat
in 2020 20% meer duurzame energie wordt geproduceerd dan nu het geval is.
Zonne-energie in de bestaande stad draagt daar aan bij. Om dit te realiseren kan
het nodig zijn om bestaande regels aan te passen, of met het Rijk in gesprek te
gaan wanneer de bevoegdheid niet bij de gemeente ligt. Aanpassing van regels
kan bijvoorbeeld nodig zijn in de situatie waarin regels, maatschappelijke wensen,
en toegenomen mogelijkheden door nieuwe (technologische}oplossingen, niet
meer met elkaar in overeenstemming zijn. In het collegeprogramma is daarover
afgesproken dat “we de regels voor het duurzaam aanpassen van gebouwen
[gaan] versimpelen, bijvoorbeeld op het gebied van de teruglevering van energie
en het gezamenlijk gebruik van daken voor zonnepanelen”. Daarbij dient het
college uiteraard wel te opereren binnen de kaders van de landelijke wet- en
regelgeving.
Het College is daarnaast van mening dat de energietransitie alleen plaatsvindt als
duurzaamheidsprojecten schaal krijgen. Daarvoor is het van belang dat wordt
gewerkt aan opschaalbaarheid en kopieerbaarheid van oplossingen.
De leerpunten die de pilot ‘Zon op de Zwijger’ op zal leveren zijn:
— voorbeeldfunctie: onderzoeken en laten zien hoe een nieuwe
zonnetechnologie mogelijk is op een monumentaal dak, waar dat met
conventionele panelen niet haalbaar/wenselijk is;
— kennisontwikkeling (bij overheid en markt) ten aanzien van technische
mogelijkheden van zonne-energie;
— onderzoeken hoe het vigerende welstandskader zich verhoudt tot innovatieve
zon technologieën.
Deze leerpunten zijn vooraf besproken met de projectpartners. Voor het project
Amstelkerk waren geen leerpunten geformuleerd vanuit de gemeente, omdat de
betrokkenheid beperkt was.
Het pilotproject Zon op de Zwijger levert input voor het evalueren van de regels
en draagt bij aan de uitvoering van het deel van de Zonvisie dat daarover gaat.
In de Zonvisie zijn 8 programmalijnen opgenomen waarlangs de gemeente de
toepassing van zonne-energie door burgers en bedrijven stimuleert. In lijn 7
(activiteit # 21) is opgenomen dat regelgeving periodiek tegen het licht wordt
gehouden om te zien of deze (nog) in lijn is met de stand der techniek op het
gebied van o.a. zonnesystemen.
4
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing op Gemeenteblad
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
4. Onder welke criteria zou het college de resultaten van de pilot “Zon op de Zwijger’
als een succes beoordelen? Wanneer vindt die beoordeling plaats en welke
Amsterdamse stakeholders zijn hierbij betrokken?
Antwoord:
Het project ‘Zon op de Zwijger’ wordt als succes beschouwd als:
1. de prijsvraag een inzending oplevert die een goede technische oplossing
biedt voor dit specifieke monumentale dak. Een goede technische oplossing is
een oplossing die aansluit bij de eisen van de pandeigenaar (stadsherstel),
betaalbaar is, en die aanvaardbaar is vanuit esthetisch en historisch oogpunt
en valt binnen de kaders van Welstand en Monumenten;
2. het project bijdraagt aan het vinden van een oplossing voor het aanbrengen
van zonnesystemen op andere monumentale panden, nu of in de toekomst.
Dit is geen hard criterium, omdat de bijdrage van één project aan een bredere
maatschappelijke ontwikkeling moeilijk te meten is. Amsterdam wil echter
duurzame koploper zijn, en daar hoort ook bij dat er ruimte wordt gemaakt
voor innovatie;
3. het project daarnaast input levert voor de periodieke herijking van de regels
conform de Zonvisie (zie het antwoord op vraag 3).
De beoogde planning: zie het antwoord op vraag 2.
De betrokken stakeholders zijn:
— De Groene Grachten;
— NV Stadsherstel;
— de gemeente Amsterdam (DRO, BMA, stadsdeel Centrum);
— Uuurders van Pakhuis de Zwijger (via Stadsherstel);
— Search.
5. Is het college van plan een vervolg te maken op het Amsterdamse
duurzaamheidsprogramma 2011-2014, en indien dat het geval is,
overeenkomstig het coalitieakkoord (blz. 27), de ambitie ten aanzien van lokale
zonne-energie uit de Zonvisie conform het initiatiefvoorstel van het voormalig
raadslid de heer Manuel en de resultaten van de ‘pilots’ op Pakhuis de Zwijger en
de Amstelkerk daarin aandacht te besteden aan het verduurzamen van
monumenten?
Antwoord:
Het College stelt eind dit jaar een Agenda Duurzaamheid vast. Het verduurzamen
van monumenten, deregulering en de ambitie van de Zonvisie zullen in deze
agenda worden meegenomen.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
5
X Gemeente Amsterdam R
% Gemeenteraad
Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 602
Datum akkoord 2 september 2014
Publicatiedatum 5 september 2014
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw A.M. Bosman
en de heer M.E. van den Heuvel van 5 augustus 2014 inzake zonnepanelen op
monumentale panden.
Aan de gemeenteraad
inleiding door vragenstellers.
Het college heeft de ambitie om in 2020 het aandeel duurzaam opgewekte energie
binnen Amsterdam met 20% te laten toenemen. Zonne-energie is een belangrijke
bron daarvoor. Eerder is de doelstelling vastgelegd om in 2020 160 MW zonnestroom
per jaar op te wekken binnen de gemeente Amsterdam. Voor 2040 is het streefcijfer
1000 MW. Zonne-energie is een belangrijke manier voor bewoners en ondernemers
om zelf voor hun elektriciteitsvoorziening te zorgen. Dat is goed voor het milieu,
de energierekening en de onafhankelijkheid van Amsterdam ten opzichte van
onberekenbare buitenlandse energieproducenten.
Amsterdam heeft naast de ruim 8500 rijks- en gemeentelijke monumenten, ook een
toenemend aantal beschermde stads- en dorpsgezichten. Het hele centrum van
Amsterdam is sinds 1999 beschermd stadsgezicht en de grachtengordel behoort
sinds 2010 tot het UNESCO werelderfgoed. De fractie van D66 vindt het belangrijk
dat deze historische waarde wordt beschermd zodat Amsterdammers en latere
generaties er nog volop van kunnen genieten en leren. De fractie van D66 kiest ook
voor een schone, groene en gezonde stad. Het is van belang dat de gemeente ruimte
geeft aan initiatieven die bijdragen aan nieuwe oplossingen van duurzaamheid,
waarbij we openstaan kijken voor het aanpassen van geldende (verouderde) regels
die verduurzaming in de weg staan, zonder dat de authenticiteit van monumenten
wordt aangetast.
Nu heeft de fractie van D66 begrepen dat de gemeente Amsterdam samen met
De Groene Grachten, Stadsherstel en Search een pilot is gestart om zonnepanelen te
plaatsen op de schuine kap van Pakhuis de Zwijger onder de naam: ‘Zon op de
Zwijger’. Het betreft een zogenaamd sheddak (‘zaagtandendak’), dat een zichtlocatie
is. Hieruit volgt waarschijnlijk een prijsvraag voor de aanbesteding die moet aantonen
welke partij het beste zonnepanelen op een monument kan plaatsen. Dit project is
benoemd als ‘pilot om uit te vinden of zonnepanelen op een monument passend zijn,
in relatie tot mogelijke technische gevolgen voor het dak door aanhechting van de
panelen of verstoring van het monumentale ‘daklandschap’ door het aangezicht van
zonnepanelen, omdat dat er nu eenmaal anders uitziet dan dat het daklandschap
eruit zag in de 17° eeuw.
1
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing op Gemeenteblad
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
Dit is niet het eerste monument met zonnepanelen. Sinds september 2013 liggen er
zonnepanelen op het (platte) dak van de Amstelkerk. Volgens de website van
Stadsherstel, die de energie van de zonnepanelen gebruikt voor het eigen kantoor dat
gevestigd is in dit rijksmonument, is de vergunning verleend nadat met foto's van een
proefopstelling was aangetoond dat het monument met deze ‘reversibele toepassing’
geen schade op zou lopen. Ook zijn er (slechts) een klein aantal grachtenpanden die
met trekken en sleuren een vergunning kregen om zonnepanelen op hun dak te
mogen plaatsen, om zodoende hun eigen elektriciteit op te kunnen wekken.
Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 5 augustus 2014, beiden namens
de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad
van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en
wethouders gericht:
1. Wat is het effect geweest van de — inmiddels afgeronde — pilot ‘Zon op de
Amstelkerk’ voor zonne-energie op andere monumenten met een plat dak en in
Amsterdam?
Antwoord:
Als onderdeel van het initiatief Groene Grachten, in 2012 gestart door Wubbo
Ockels en erop gericht om energiemaatregelen in monumentale panden te
promoten, is door Stadsherstel een viertal zonnepanelen aangebracht op de
Amstelkerk. Voor NV Stadsherstel betrof de Amstelkerk een eerste project waarin
zij zonnepanelen heeft aangebracht op een monumentaal pand. Deze panelen
zijn aangebracht op een plat dak en wel binnen de kaders van de Welstandsnota.
Leerdoel: uitvinden of het technisch mogelijk (ja) en rendabel is (nee, door de
lage elektriciteitsprijs die Stadsherstel betaalt omdat zij grootverbruiker is, en de
te betalen leges à 1050 euro).
Het effect is dat er nu 4 panelen liggen op dit monument, en dat Stadsherstel
inzicht heeft gekregen in de mogelijkheden (maatwerk) voor het aanbrengen van
zonnepanelen op monumenten en de business case daarvan.
Er zijn overigens meer (maar niet veel) voorbeelden van monumentale panden in
de stad waarop door bewoners reeds zonnepanelen zijn aangebracht. Hiervoor is
een vergunning nodig van het betreffende stadsdeel.
De betrokkenheid van de gemeente bij dit project van Stichting de Groene
Grachten en Stadsherstel was overigens beperkt. Bureau Monumenten en
Archeologie (BMA) en programmabureau Klimaat en Energie waren inhoudelijk
(advies, meedenken) betrokken bij het initiatief, het stadsdeel heeft de vergunning
afgegeven.
2
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing op Gemeenteblad R
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
2. Klopt het dat de gemeente Amsterdam (de Dienst Ruimtelijke Ordening en
het Bureau Monumenten & Archeologie) zich heeft aangesloten bij De Groene
Grachten, Stadsherstel, Stadsdeel Oost, Pakhuis de Zwijger en Search en bezig
is met de nieuwe pilot ‘Zon op de Zwijger’? Wat is de huidige status van dit project
en wat is de tijdsplanning van deze pilot (inclusief moment van afronding)?
Antwoord:
Ja. Genoemde partijen hebben gezamenlijk de pilot ‘Zon op de Zwijger’ in
voorbereiding. Dit project is geïnitieerd door De Groene Grachten. Het project
sluit aan bij de Amsterdamse Zonvisie ‘Burgers en Bedrijven gaan voor de zon!’
(zie ook het antwoord op vraag 3).
In dit project wordt onderzocht welke mogelijkheden ‘innovatieve
zonnetechnologie’ (bijvoorbeeld: andere type zonnecellen, kleur en
bevestigingstechnieken) biedt voor het aanbrengen van zonnepanelen op een
monumentaal dak, én hoe dit zich verhoudt tot de geldende regels.
Dit project onderscheidt zich van het eerdere project van Stadsherstel in de mate
van ‘innovativiteit van de technologie die gebruikt zal worden. In het eerste
project werd nog gebruik gemaakt van standaard zonnepanelen. In het nieuwe
project op de Zwijger gaat men op zoek naar de meest innovatieve zon-oplossing
voor dit monumentale pand.
Het project is als volgt opgebouwd:
1. allereerst wordt (op dit moment) de haalbaarheid onderzocht (technisch,
financieel, juridisch) voor het aanbrengen van zonnepanelen op Pakhuis de
Zwijger (eigendom NV Stadsherstel);
2. op basis van dit onderzoek zal NV Stadsherstel een beslissing nemen om
haar dak wel of niet ter beschikking te stellen;
3. indien zij akkoord gaat zal de markt in de vorm van een prijsvraag uitgedaagd
worden om met haar ‘beste’ systeem te komen;
4. het zonnesysteem van de beste inzending zal door Stadsherstel worden
uitgevoerd, onder voorbehoud van een positieve vergunningsbeschikking.
Volgens planning wordt de prijsvraag dit najaar bekend gemaakt (indien
Stadsherstel positief beslist; stap 2) en wordt het winnende systeem (beoordeling
door jury in november/december) begin 2015 geïnstalleerd.
De gemeente (BMA en Programmabureau Klimaat en Energie) is als adviseur bij
dit project betrokken. De Groene Grachten is project trekker. Uiteindelijke
installatie van het innovatieve zonnesysteem (als de prijsvraag daadwerkelijk
wordt uitgeschreven en er een goede inzending komt, die binnen de wettelijke
kaders past) wordt door Stadsherstel geregeld en gedekt. Stadsherstel vraagt
daar mogelijk financiering voor aan in de laatste tender van het Amsterdams
Investeringsfonds.
3
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing op Gemeenteblad R
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
3. Deelt het college de mening van de fractie van D66 over het belang van
verduurzaming en eventueel aanpassen van regels om nieuwe oplossingen van
duurzaamheid mogelijk te maken? Zo ja, welke leerpunten zijn/worden opgesteld
ten aanzien van de pilot voor het sheddak van Pakhuis de Zwijger? En welke
leerpunten waren opgesteld voor het platte dak van de Amstelkerk? Zo nee,
waarom niet en hoe denkt het college dan de ambitie zoals geformuleerd in de
Zonvisie 2013 te halen?
Antwoord:
Het College onderschrijft de mening van de fractie van D66 dat verduurzaming
van de bestaande stad van groot belang is en onderstreept dat in het
coalitieakkoord ‘Amsterdam is van iedereen’. Zij werkt o.a. aan de doelstelling dat
in 2020 20% meer duurzame energie wordt geproduceerd dan nu het geval is.
Zonne-energie in de bestaande stad draagt daar aan bij. Om dit te realiseren kan
het nodig zijn om bestaande regels aan te passen, of met het Rijk in gesprek te
gaan wanneer de bevoegdheid niet bij de gemeente ligt. Aanpassing van regels
kan bijvoorbeeld nodig zijn in de situatie waarin regels, maatschappelijke wensen,
en toegenomen mogelijkheden door nieuwe (technologische}oplossingen, niet
meer met elkaar in overeenstemming zijn. In het collegeprogramma is daarover
afgesproken dat “we de regels voor het duurzaam aanpassen van gebouwen
[gaan] versimpelen, bijvoorbeeld op het gebied van de teruglevering van energie
en het gezamenlijk gebruik van daken voor zonnepanelen”. Daarbij dient het
college uiteraard wel te opereren binnen de kaders van de landelijke wet- en
regelgeving.
Het College is daarnaast van mening dat de energietransitie alleen plaatsvindt als
duurzaamheidsprojecten schaal krijgen. Daarvoor is het van belang dat wordt
gewerkt aan opschaalbaarheid en kopieerbaarheid van oplossingen.
De leerpunten die de pilot ‘Zon op de Zwijger’ op zal leveren zijn:
— voorbeeldfunctie: onderzoeken en laten zien hoe een nieuwe
zonnetechnologie mogelijk is op een monumentaal dak, waar dat met
conventionele panelen niet haalbaar/wenselijk is;
— kennisontwikkeling (bij overheid en markt) ten aanzien van technische
mogelijkheden van zonne-energie;
— onderzoeken hoe het vigerende welstandskader zich verhoudt tot innovatieve
zon technologieën.
Deze leerpunten zijn vooraf besproken met de projectpartners. Voor het project
Amstelkerk waren geen leerpunten geformuleerd vanuit de gemeente, omdat de
betrokkenheid beperkt was.
Het pilotproject Zon op de Zwijger levert input voor het evalueren van de regels
en draagt bij aan de uitvoering van het deel van de Zonvisie dat daarover gaat.
In de Zonvisie zijn 8 programmalijnen opgenomen waarlangs de gemeente de
toepassing van zonne-energie door burgers en bedrijven stimuleert. In lijn 7
(activiteit # 21) is opgenomen dat regelgeving periodiek tegen het licht wordt
gehouden om te zien of deze (nog) in lijn is met de stand der techniek op het
gebied van o.a. zonnesystemen.
4
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing op Gemeenteblad
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
4. Onder welke criteria zou het college de resultaten van de pilot “Zon op de Zwijger’
als een succes beoordelen? Wanneer vindt die beoordeling plaats en welke
Amsterdamse stakeholders zijn hierbij betrokken?
Antwoord:
Het project ‘Zon op de Zwijger’ wordt als succes beschouwd als:
1. de prijsvraag een inzending oplevert die een goede technische oplossing
biedt voor dit specifieke monumentale dak. Een goede technische oplossing is
een oplossing die aansluit bij de eisen van de pandeigenaar (stadsherstel),
betaalbaar is, en die aanvaardbaar is vanuit esthetisch en historisch oogpunt
en valt binnen de kaders van Welstand en Monumenten;
2. het project bijdraagt aan het vinden van een oplossing voor het aanbrengen
van zonnesystemen op andere monumentale panden, nu of in de toekomst.
Dit is geen hard criterium, omdat de bijdrage van één project aan een bredere
maatschappelijke ontwikkeling moeilijk te meten is. Amsterdam wil echter
duurzame koploper zijn, en daar hoort ook bij dat er ruimte wordt gemaakt
voor innovatie;
3. het project daarnaast input levert voor de periodieke herijking van de regels
conform de Zonvisie (zie het antwoord op vraag 3).
De beoogde planning: zie het antwoord op vraag 2.
De betrokken stakeholders zijn:
— De Groene Grachten;
— NV Stadsherstel;
— de gemeente Amsterdam (DRO, BMA, stadsdeel Centrum);
— Uuurders van Pakhuis de Zwijger (via Stadsherstel);
— Search.
5. Is het college van plan een vervolg te maken op het Amsterdamse
duurzaamheidsprogramma 2011-2014, en indien dat het geval is,
overeenkomstig het coalitieakkoord (blz. 27), de ambitie ten aanzien van lokale
zonne-energie uit de Zonvisie conform het initiatiefvoorstel van het voormalig
raadslid de heer Manuel en de resultaten van de ‘pilots’ op Pakhuis de Zwijger en
de Amstelkerk daarin aandacht te besteden aan het verduurzamen van
monumenten?
Antwoord:
Het College stelt eind dit jaar een Agenda Duurzaamheid vast. Het verduurzamen
van monumenten, deregulering en de ambitie van de Zonvisie zullen in deze
agenda worden meegenomen.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
5
X Gemeente Amsterdam R
% Gemeenteraad
Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 602
Datum akkoord 2 september 2014
Publicatiedatum 5 september 2014
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw A.M. Bosman
en de heer M.E. van den Heuvel van 5 augustus 2014 inzake zonnepanelen op
monumentale panden.
Aan de gemeenteraad
inleiding door vragenstellers.
Het college heeft de ambitie om in 2020 het aandeel duurzaam opgewekte energie
binnen Amsterdam met 20% te laten toenemen. Zonne-energie is een belangrijke
bron daarvoor. Eerder is de doelstelling vastgelegd om in 2020 160 MW zonnestroom
per jaar op te wekken binnen de gemeente Amsterdam. Voor 2040 is het streefcijfer
1000 MW. Zonne-energie is een belangrijke manier voor bewoners en ondernemers
om zelf voor hun elektriciteitsvoorziening te zorgen. Dat is goed voor het milieu,
de energierekening en de onafhankelijkheid van Amsterdam ten opzichte van
onberekenbare buitenlandse energieproducenten.
Amsterdam heeft naast de ruim 8500 rijks- en gemeentelijke monumenten, ook een
toenemend aantal beschermde stads- en dorpsgezichten. Het hele centrum van
Amsterdam is sinds 1999 beschermd stadsgezicht en de grachtengordel behoort
sinds 2010 tot het UNESCO werelderfgoed. De fractie van D66 vindt het belangrijk
dat deze historische waarde wordt beschermd zodat Amsterdammers en latere
generaties er nog volop van kunnen genieten en leren. De fractie van D66 kiest ook
voor een schone, groene en gezonde stad. Het is van belang dat de gemeente ruimte
geeft aan initiatieven die bijdragen aan nieuwe oplossingen van duurzaamheid,
waarbij we openstaan kijken voor het aanpassen van geldende (verouderde) regels
die verduurzaming in de weg staan, zonder dat de authenticiteit van monumenten
wordt aangetast.
Nu heeft de fractie van D66 begrepen dat de gemeente Amsterdam samen met
De Groene Grachten, Stadsherstel en Search een pilot is gestart om zonnepanelen te
plaatsen op de schuine kap van Pakhuis de Zwijger onder de naam: ‘Zon op de
Zwijger’. Het betreft een zogenaamd sheddak (‘zaagtandendak’), dat een zichtlocatie
is. Hieruit volgt waarschijnlijk een prijsvraag voor de aanbesteding die moet aantonen
welke partij het beste zonnepanelen op een monument kan plaatsen. Dit project is
benoemd als ‘pilot om uit te vinden of zonnepanelen op een monument passend zijn,
in relatie tot mogelijke technische gevolgen voor het dak door aanhechting van de
panelen of verstoring van het monumentale ‘daklandschap’ door het aangezicht van
zonnepanelen, omdat dat er nu eenmaal anders uitziet dan dat het daklandschap
eruit zag in de 17° eeuw.
1
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing op Gemeenteblad
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
Dit is niet het eerste monument met zonnepanelen. Sinds september 2013 liggen er
zonnepanelen op het (platte) dak van de Amstelkerk. Volgens de website van
Stadsherstel, die de energie van de zonnepanelen gebruikt voor het eigen kantoor dat
gevestigd is in dit rijksmonument, is de vergunning verleend nadat met foto's van een
proefopstelling was aangetoond dat het monument met deze ‘reversibele toepassing’
geen schade op zou lopen. Ook zijn er (slechts) een klein aantal grachtenpanden die
met trekken en sleuren een vergunning kregen om zonnepanelen op hun dak te
mogen plaatsen, om zodoende hun eigen elektriciteit op te kunnen wekken.
Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 5 augustus 2014, beiden namens
de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad
van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en
wethouders gericht:
1. Wat is het effect geweest van de — inmiddels afgeronde — pilot ‘Zon op de
Amstelkerk’ voor zonne-energie op andere monumenten met een plat dak en in
Amsterdam?
Antwoord:
Als onderdeel van het initiatief Groene Grachten, in 2012 gestart door Wubbo
Ockels en erop gericht om energiemaatregelen in monumentale panden te
promoten, is door Stadsherstel een viertal zonnepanelen aangebracht op de
Amstelkerk. Voor NV Stadsherstel betrof de Amstelkerk een eerste project waarin
zij zonnepanelen heeft aangebracht op een monumentaal pand. Deze panelen
zijn aangebracht op een plat dak en wel binnen de kaders van de Welstandsnota.
Leerdoel: uitvinden of het technisch mogelijk (ja) en rendabel is (nee, door de
lage elektriciteitsprijs die Stadsherstel betaalt omdat zij grootverbruiker is, en de
te betalen leges à 1050 euro).
Het effect is dat er nu 4 panelen liggen op dit monument, en dat Stadsherstel
inzicht heeft gekregen in de mogelijkheden (maatwerk) voor het aanbrengen van
zonnepanelen op monumenten en de business case daarvan.
Er zijn overigens meer (maar niet veel) voorbeelden van monumentale panden in
de stad waarop door bewoners reeds zonnepanelen zijn aangebracht. Hiervoor is
een vergunning nodig van het betreffende stadsdeel.
De betrokkenheid van de gemeente bij dit project van Stichting de Groene
Grachten en Stadsherstel was overigens beperkt. Bureau Monumenten en
Archeologie (BMA) en programmabureau Klimaat en Energie waren inhoudelijk
(advies, meedenken) betrokken bij het initiatief, het stadsdeel heeft de vergunning
afgegeven.
2
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing op Gemeenteblad R
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
2. Klopt het dat de gemeente Amsterdam (de Dienst Ruimtelijke Ordening en
het Bureau Monumenten & Archeologie) zich heeft aangesloten bij De Groene
Grachten, Stadsherstel, Stadsdeel Oost, Pakhuis de Zwijger en Search en bezig
is met de nieuwe pilot ‘Zon op de Zwijger’? Wat is de huidige status van dit project
en wat is de tijdsplanning van deze pilot (inclusief moment van afronding)?
Antwoord:
Ja. Genoemde partijen hebben gezamenlijk de pilot ‘Zon op de Zwijger’ in
voorbereiding. Dit project is geïnitieerd door De Groene Grachten. Het project
sluit aan bij de Amsterdamse Zonvisie ‘Burgers en Bedrijven gaan voor de zon!’
(zie ook het antwoord op vraag 3).
In dit project wordt onderzocht welke mogelijkheden ‘innovatieve
zonnetechnologie’ (bijvoorbeeld: andere type zonnecellen, kleur en
bevestigingstechnieken) biedt voor het aanbrengen van zonnepanelen op een
monumentaal dak, én hoe dit zich verhoudt tot de geldende regels.
Dit project onderscheidt zich van het eerdere project van Stadsherstel in de mate
van ‘innovativiteit van de technologie die gebruikt zal worden. In het eerste
project werd nog gebruik gemaakt van standaard zonnepanelen. In het nieuwe
project op de Zwijger gaat men op zoek naar de meest innovatieve zon-oplossing
voor dit monumentale pand.
Het project is als volgt opgebouwd:
1. allereerst wordt (op dit moment) de haalbaarheid onderzocht (technisch,
financieel, juridisch) voor het aanbrengen van zonnepanelen op Pakhuis de
Zwijger (eigendom NV Stadsherstel);
2. op basis van dit onderzoek zal NV Stadsherstel een beslissing nemen om
haar dak wel of niet ter beschikking te stellen;
3. indien zij akkoord gaat zal de markt in de vorm van een prijsvraag uitgedaagd
worden om met haar ‘beste’ systeem te komen;
4. het zonnesysteem van de beste inzending zal door Stadsherstel worden
uitgevoerd, onder voorbehoud van een positieve vergunningsbeschikking.
Volgens planning wordt de prijsvraag dit najaar bekend gemaakt (indien
Stadsherstel positief beslist; stap 2) en wordt het winnende systeem (beoordeling
door jury in november/december) begin 2015 geïnstalleerd.
De gemeente (BMA en Programmabureau Klimaat en Energie) is als adviseur bij
dit project betrokken. De Groene Grachten is project trekker. Uiteindelijke
installatie van het innovatieve zonnesysteem (als de prijsvraag daadwerkelijk
wordt uitgeschreven en er een goede inzending komt, die binnen de wettelijke
kaders past) wordt door Stadsherstel geregeld en gedekt. Stadsherstel vraagt
daar mogelijk financiering voor aan in de laatste tender van het Amsterdams
Investeringsfonds.
3
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing op Gemeenteblad R
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
3. Deelt het college de mening van de fractie van D66 over het belang van
verduurzaming en eventueel aanpassen van regels om nieuwe oplossingen van
duurzaamheid mogelijk te maken? Zo ja, welke leerpunten zijn/worden opgesteld
ten aanzien van de pilot voor het sheddak van Pakhuis de Zwijger? En welke
leerpunten waren opgesteld voor het platte dak van de Amstelkerk? Zo nee,
waarom niet en hoe denkt het college dan de ambitie zoals geformuleerd in de
Zonvisie 2013 te halen?
Antwoord:
Het College onderschrijft de mening van de fractie van D66 dat verduurzaming
van de bestaande stad van groot belang is en onderstreept dat in het
coalitieakkoord ‘Amsterdam is van iedereen’. Zij werkt o.a. aan de doelstelling dat
in 2020 20% meer duurzame energie wordt geproduceerd dan nu het geval is.
Zonne-energie in de bestaande stad draagt daar aan bij. Om dit te realiseren kan
het nodig zijn om bestaande regels aan te passen, of met het Rijk in gesprek te
gaan wanneer de bevoegdheid niet bij de gemeente ligt. Aanpassing van regels
kan bijvoorbeeld nodig zijn in de situatie waarin regels, maatschappelijke wensen,
en toegenomen mogelijkheden door nieuwe (technologische}oplossingen, niet
meer met elkaar in overeenstemming zijn. In het collegeprogramma is daarover
afgesproken dat “we de regels voor het duurzaam aanpassen van gebouwen
[gaan] versimpelen, bijvoorbeeld op het gebied van de teruglevering van energie
en het gezamenlijk gebruik van daken voor zonnepanelen”. Daarbij dient het
college uiteraard wel te opereren binnen de kaders van de landelijke wet- en
regelgeving.
Het College is daarnaast van mening dat de energietransitie alleen plaatsvindt als
duurzaamheidsprojecten schaal krijgen. Daarvoor is het van belang dat wordt
gewerkt aan opschaalbaarheid en kopieerbaarheid van oplossingen.
De leerpunten die de pilot ‘Zon op de Zwijger’ op zal leveren zijn:
— voorbeeldfunctie: onderzoeken en laten zien hoe een nieuwe
zonnetechnologie mogelijk is op een monumentaal dak, waar dat met
conventionele panelen niet haalbaar/wenselijk is;
— kennisontwikkeling (bij overheid en markt) ten aanzien van technische
mogelijkheden van zonne-energie;
— onderzoeken hoe het vigerende welstandskader zich verhoudt tot innovatieve
zon technologieën.
Deze leerpunten zijn vooraf besproken met de projectpartners. Voor het project
Amstelkerk waren geen leerpunten geformuleerd vanuit de gemeente, omdat de
betrokkenheid beperkt was.
Het pilotproject Zon op de Zwijger levert input voor het evalueren van de regels
en draagt bij aan de uitvoering van het deel van de Zonvisie dat daarover gaat.
In de Zonvisie zijn 8 programmalijnen opgenomen waarlangs de gemeente de
toepassing van zonne-energie door burgers en bedrijven stimuleert. In lijn 7
(activiteit # 21) is opgenomen dat regelgeving periodiek tegen het licht wordt
gehouden om te zien of deze (nog) in lijn is met de stand der techniek op het
gebied van o.a. zonnesystemen.
4
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing op Gemeenteblad
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
4. Onder welke criteria zou het college de resultaten van de pilot “Zon op de Zwijger’
als een succes beoordelen? Wanneer vindt die beoordeling plaats en welke
Amsterdamse stakeholders zijn hierbij betrokken?
Antwoord:
Het project ‘Zon op de Zwijger’ wordt als succes beschouwd als:
1. de prijsvraag een inzending oplevert die een goede technische oplossing
biedt voor dit specifieke monumentale dak. Een goede technische oplossing is
een oplossing die aansluit bij de eisen van de pandeigenaar (stadsherstel),
betaalbaar is, en die aanvaardbaar is vanuit esthetisch en historisch oogpunt
en valt binnen de kaders van Welstand en Monumenten;
2. het project bijdraagt aan het vinden van een oplossing voor het aanbrengen
van zonnesystemen op andere monumentale panden, nu of in de toekomst.
Dit is geen hard criterium, omdat de bijdrage van één project aan een bredere
maatschappelijke ontwikkeling moeilijk te meten is. Amsterdam wil echter
duurzame koploper zijn, en daar hoort ook bij dat er ruimte wordt gemaakt
voor innovatie;
3. het project daarnaast input levert voor de periodieke herijking van de regels
conform de Zonvisie (zie het antwoord op vraag 3).
De beoogde planning: zie het antwoord op vraag 2.
De betrokken stakeholders zijn:
— De Groene Grachten;
— NV Stadsherstel;
— de gemeente Amsterdam (DRO, BMA, stadsdeel Centrum);
— Uuurders van Pakhuis de Zwijger (via Stadsherstel);
— Search.
5. Is het college van plan een vervolg te maken op het Amsterdamse
duurzaamheidsprogramma 2011-2014, en indien dat het geval is,
overeenkomstig het coalitieakkoord (blz. 27), de ambitie ten aanzien van lokale
zonne-energie uit de Zonvisie conform het initiatiefvoorstel van het voormalig
raadslid de heer Manuel en de resultaten van de ‘pilots’ op Pakhuis de Zwijger en
de Amstelkerk daarin aandacht te besteden aan het verduurzamen van
monumenten?
Antwoord:
Het College stelt eind dit jaar een Agenda Duurzaamheid vast. Het verduurzamen
van monumenten, deregulering en de ambitie van de Zonvisie zullen in deze
agenda worden meegenomen.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
5
X Gemeente Amsterdam R
% Gemeenteraad
Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 602
Datum akkoord 2 september 2014
Publicatiedatum 5 september 2014
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw A.M. Bosman
en de heer M.E. van den Heuvel van 5 augustus 2014 inzake zonnepanelen op
monumentale panden.
Aan de gemeenteraad
inleiding door vragenstellers.
Het college heeft de ambitie om in 2020 het aandeel duurzaam opgewekte energie
binnen Amsterdam met 20% te laten toenemen. Zonne-energie is een belangrijke
bron daarvoor. Eerder is de doelstelling vastgelegd om in 2020 160 MW zonnestroom
per jaar op te wekken binnen de gemeente Amsterdam. Voor 2040 is het streefcijfer
1000 MW. Zonne-energie is een belangrijke manier voor bewoners en ondernemers
om zelf voor hun elektriciteitsvoorziening te zorgen. Dat is goed voor het milieu,
de energierekening en de onafhankelijkheid van Amsterdam ten opzichte van
onberekenbare buitenlandse energieproducenten.
Amsterdam heeft naast de ruim 8500 rijks- en gemeentelijke monumenten, ook een
toenemend aantal beschermde stads- en dorpsgezichten. Het hele centrum van
Amsterdam is sinds 1999 beschermd stadsgezicht en de grachtengordel behoort
sinds 2010 tot het UNESCO werelderfgoed. De fractie van D66 vindt het belangrijk
dat deze historische waarde wordt beschermd zodat Amsterdammers en latere
generaties er nog volop van kunnen genieten en leren. De fractie van D66 kiest ook
voor een schone, groene en gezonde stad. Het is van belang dat de gemeente ruimte
geeft aan initiatieven die bijdragen aan nieuwe oplossingen van duurzaamheid,
waarbij we openstaan kijken voor het aanpassen van geldende (verouderde) regels
die verduurzaming in de weg staan, zonder dat de authenticiteit van monumenten
wordt aangetast.
Nu heeft de fractie van D66 begrepen dat de gemeente Amsterdam samen met
De Groene Grachten, Stadsherstel en Search een pilot is gestart om zonnepanelen te
plaatsen op de schuine kap van Pakhuis de Zwijger onder de naam: ‘Zon op de
Zwijger’. Het betreft een zogenaamd sheddak (‘zaagtandendak’), dat een zichtlocatie
is. Hieruit volgt waarschijnlijk een prijsvraag voor de aanbesteding die moet aantonen
welke partij het beste zonnepanelen op een monument kan plaatsen. Dit project is
benoemd als ‘pilot om uit te vinden of zonnepanelen op een monument passend zijn,
in relatie tot mogelijke technische gevolgen voor het dak door aanhechting van de
panelen of verstoring van het monumentale ‘daklandschap’ door het aangezicht van
zonnepanelen, omdat dat er nu eenmaal anders uitziet dan dat het daklandschap
eruit zag in de 17° eeuw.
1
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing op Gemeenteblad
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
Dit is niet het eerste monument met zonnepanelen. Sinds september 2013 liggen er
zonnepanelen op het (platte) dak van de Amstelkerk. Volgens de website van
Stadsherstel, die de energie van de zonnepanelen gebruikt voor het eigen kantoor dat
gevestigd is in dit rijksmonument, is de vergunning verleend nadat met foto's van een
proefopstelling was aangetoond dat het monument met deze ‘reversibele toepassing’
geen schade op zou lopen. Ook zijn er (slechts) een klein aantal grachtenpanden die
met trekken en sleuren een vergunning kregen om zonnepanelen op hun dak te
mogen plaatsen, om zodoende hun eigen elektriciteit op te kunnen wekken.
Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 5 augustus 2014, beiden namens
de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad
van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en
wethouders gericht:
1. Wat is het effect geweest van de — inmiddels afgeronde — pilot ‘Zon op de
Amstelkerk’ voor zonne-energie op andere monumenten met een plat dak en in
Amsterdam?
Antwoord:
Als onderdeel van het initiatief Groene Grachten, in 2012 gestart door Wubbo
Ockels en erop gericht om energiemaatregelen in monumentale panden te
promoten, is door Stadsherstel een viertal zonnepanelen aangebracht op de
Amstelkerk. Voor NV Stadsherstel betrof de Amstelkerk een eerste project waarin
zij zonnepanelen heeft aangebracht op een monumentaal pand. Deze panelen
zijn aangebracht op een plat dak en wel binnen de kaders van de Welstandsnota.
Leerdoel: uitvinden of het technisch mogelijk (ja) en rendabel is (nee, door de
lage elektriciteitsprijs die Stadsherstel betaalt omdat zij grootverbruiker is, en de
te betalen leges à 1050 euro).
Het effect is dat er nu 4 panelen liggen op dit monument, en dat Stadsherstel
inzicht heeft gekregen in de mogelijkheden (maatwerk) voor het aanbrengen van
zonnepanelen op monumenten en de business case daarvan.
Er zijn overigens meer (maar niet veel) voorbeelden van monumentale panden in
de stad waarop door bewoners reeds zonnepanelen zijn aangebracht. Hiervoor is
een vergunning nodig van het betreffende stadsdeel.
De betrokkenheid van de gemeente bij dit project van Stichting de Groene
Grachten en Stadsherstel was overigens beperkt. Bureau Monumenten en
Archeologie (BMA) en programmabureau Klimaat en Energie waren inhoudelijk
(advies, meedenken) betrokken bij het initiatief, het stadsdeel heeft de vergunning
afgegeven.
2
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing op Gemeenteblad R
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
2. Klopt het dat de gemeente Amsterdam (de Dienst Ruimtelijke Ordening en
het Bureau Monumenten & Archeologie) zich heeft aangesloten bij De Groene
Grachten, Stadsherstel, Stadsdeel Oost, Pakhuis de Zwijger en Search en bezig
is met de nieuwe pilot ‘Zon op de Zwijger’? Wat is de huidige status van dit project
en wat is de tijdsplanning van deze pilot (inclusief moment van afronding)?
Antwoord:
Ja. Genoemde partijen hebben gezamenlijk de pilot ‘Zon op de Zwijger’ in
voorbereiding. Dit project is geïnitieerd door De Groene Grachten. Het project
sluit aan bij de Amsterdamse Zonvisie ‘Burgers en Bedrijven gaan voor de zon!’
(zie ook het antwoord op vraag 3).
In dit project wordt onderzocht welke mogelijkheden ‘innovatieve
zonnetechnologie’ (bijvoorbeeld: andere type zonnecellen, kleur en
bevestigingstechnieken) biedt voor het aanbrengen van zonnepanelen op een
monumentaal dak, én hoe dit zich verhoudt tot de geldende regels.
Dit project onderscheidt zich van het eerdere project van Stadsherstel in de mate
van ‘innovativiteit van de technologie die gebruikt zal worden. In het eerste
project werd nog gebruik gemaakt van standaard zonnepanelen. In het nieuwe
project op de Zwijger gaat men op zoek naar de meest innovatieve zon-oplossing
voor dit monumentale pand.
Het project is als volgt opgebouwd:
1. allereerst wordt (op dit moment) de haalbaarheid onderzocht (technisch,
financieel, juridisch) voor het aanbrengen van zonnepanelen op Pakhuis de
Zwijger (eigendom NV Stadsherstel);
2. op basis van dit onderzoek zal NV Stadsherstel een beslissing nemen om
haar dak wel of niet ter beschikking te stellen;
3. indien zij akkoord gaat zal de markt in de vorm van een prijsvraag uitgedaagd
worden om met haar ‘beste’ systeem te komen;
4. het zonnesysteem van de beste inzending zal door Stadsherstel worden
uitgevoerd, onder voorbehoud van een positieve vergunningsbeschikking.
Volgens planning wordt de prijsvraag dit najaar bekend gemaakt (indien
Stadsherstel positief beslist; stap 2) en wordt het winnende systeem (beoordeling
door jury in november/december) begin 2015 geïnstalleerd.
De gemeente (BMA en Programmabureau Klimaat en Energie) is als adviseur bij
dit project betrokken. De Groene Grachten is project trekker. Uiteindelijke
installatie van het innovatieve zonnesysteem (als de prijsvraag daadwerkelijk
wordt uitgeschreven en er een goede inzending komt, die binnen de wettelijke
kaders past) wordt door Stadsherstel geregeld en gedekt. Stadsherstel vraagt
daar mogelijk financiering voor aan in de laatste tender van het Amsterdams
Investeringsfonds.
3
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing op Gemeenteblad R
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
3. Deelt het college de mening van de fractie van D66 over het belang van
verduurzaming en eventueel aanpassen van regels om nieuwe oplossingen van
duurzaamheid mogelijk te maken? Zo ja, welke leerpunten zijn/worden opgesteld
ten aanzien van de pilot voor het sheddak van Pakhuis de Zwijger? En welke
leerpunten waren opgesteld voor het platte dak van de Amstelkerk? Zo nee,
waarom niet en hoe denkt het college dan de ambitie zoals geformuleerd in de
Zonvisie 2013 te halen?
Antwoord:
Het College onderschrijft de mening van de fractie van D66 dat verduurzaming
van de bestaande stad van groot belang is en onderstreept dat in het
coalitieakkoord ‘Amsterdam is van iedereen’. Zij werkt o.a. aan de doelstelling dat
in 2020 20% meer duurzame energie wordt geproduceerd dan nu het geval is.
Zonne-energie in de bestaande stad draagt daar aan bij. Om dit te realiseren kan
het nodig zijn om bestaande regels aan te passen, of met het Rijk in gesprek te
gaan wanneer de bevoegdheid niet bij de gemeente ligt. Aanpassing van regels
kan bijvoorbeeld nodig zijn in de situatie waarin regels, maatschappelijke wensen,
en toegenomen mogelijkheden door nieuwe (technologische}oplossingen, niet
meer met elkaar in overeenstemming zijn. In het collegeprogramma is daarover
afgesproken dat “we de regels voor het duurzaam aanpassen van gebouwen
[gaan] versimpelen, bijvoorbeeld op het gebied van de teruglevering van energie
en het gezamenlijk gebruik van daken voor zonnepanelen”. Daarbij dient het
college uiteraard wel te opereren binnen de kaders van de landelijke wet- en
regelgeving.
Het College is daarnaast van mening dat de energietransitie alleen plaatsvindt als
duurzaamheidsprojecten schaal krijgen. Daarvoor is het van belang dat wordt
gewerkt aan opschaalbaarheid en kopieerbaarheid van oplossingen.
De leerpunten die de pilot ‘Zon op de Zwijger’ op zal leveren zijn:
— voorbeeldfunctie: onderzoeken en laten zien hoe een nieuwe
zonnetechnologie mogelijk is op een monumentaal dak, waar dat met
conventionele panelen niet haalbaar/wenselijk is;
— kennisontwikkeling (bij overheid en markt) ten aanzien van technische
mogelijkheden van zonne-energie;
— onderzoeken hoe het vigerende welstandskader zich verhoudt tot innovatieve
zon technologieën.
Deze leerpunten zijn vooraf besproken met de projectpartners. Voor het project
Amstelkerk waren geen leerpunten geformuleerd vanuit de gemeente, omdat de
betrokkenheid beperkt was.
Het pilotproject Zon op de Zwijger levert input voor het evalueren van de regels
en draagt bij aan de uitvoering van het deel van de Zonvisie dat daarover gaat.
In de Zonvisie zijn 8 programmalijnen opgenomen waarlangs de gemeente de
toepassing van zonne-energie door burgers en bedrijven stimuleert. In lijn 7
(activiteit # 21) is opgenomen dat regelgeving periodiek tegen het licht wordt
gehouden om te zien of deze (nog) in lijn is met de stand der techniek op het
gebied van o.a. zonnesystemen.
4
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing op Gemeenteblad
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
4. Onder welke criteria zou het college de resultaten van de pilot “Zon op de Zwijger’
als een succes beoordelen? Wanneer vindt die beoordeling plaats en welke
Amsterdamse stakeholders zijn hierbij betrokken?
Antwoord:
Het project ‘Zon op de Zwijger’ wordt als succes beschouwd als:
1. de prijsvraag een inzending oplevert die een goede technische oplossing
biedt voor dit specifieke monumentale dak. Een goede technische oplossing is
een oplossing die aansluit bij de eisen van de pandeigenaar (stadsherstel),
betaalbaar is, en die aanvaardbaar is vanuit esthetisch en historisch oogpunt
en valt binnen de kaders van Welstand en Monumenten;
2. het project bijdraagt aan het vinden van een oplossing voor het aanbrengen
van zonnesystemen op andere monumentale panden, nu of in de toekomst.
Dit is geen hard criterium, omdat de bijdrage van één project aan een bredere
maatschappelijke ontwikkeling moeilijk te meten is. Amsterdam wil echter
duurzame koploper zijn, en daar hoort ook bij dat er ruimte wordt gemaakt
voor innovatie;
3. het project daarnaast input levert voor de periodieke herijking van de regels
conform de Zonvisie (zie het antwoord op vraag 3).
De beoogde planning: zie het antwoord op vraag 2.
De betrokken stakeholders zijn:
— De Groene Grachten;
— NV Stadsherstel;
— de gemeente Amsterdam (DRO, BMA, stadsdeel Centrum);
— Uuurders van Pakhuis de Zwijger (via Stadsherstel);
— Search.
5. Is het college van plan een vervolg te maken op het Amsterdamse
duurzaamheidsprogramma 2011-2014, en indien dat het geval is,
overeenkomstig het coalitieakkoord (blz. 27), de ambitie ten aanzien van lokale
zonne-energie uit de Zonvisie conform het initiatiefvoorstel van het voormalig
raadslid de heer Manuel en de resultaten van de ‘pilots’ op Pakhuis de Zwijger en
de Amstelkerk daarin aandacht te besteden aan het verduurzamen van
monumenten?
Antwoord:
Het College stelt eind dit jaar een Agenda Duurzaamheid vast. Het verduurzamen
van monumenten, deregulering en de ambitie van de Zonvisie zullen in deze
agenda worden meegenomen.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
5
X Gemeente Amsterdam R
% Gemeenteraad
Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 602
Datum akkoord 2 september 2014
Publicatiedatum 5 september 2014
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw A.M. Bosman
en de heer M.E. van den Heuvel van 5 augustus 2014 inzake zonnepanelen op
monumentale panden.
Aan de gemeenteraad
inleiding door vragenstellers.
Het college heeft de ambitie om in 2020 het aandeel duurzaam opgewekte energie
binnen Amsterdam met 20% te laten toenemen. Zonne-energie is een belangrijke
bron daarvoor. Eerder is de doelstelling vastgelegd om in 2020 160 MW zonnestroom
per jaar op te wekken binnen de gemeente Amsterdam. Voor 2040 is het streefcijfer
1000 MW. Zonne-energie is een belangrijke manier voor bewoners en ondernemers
om zelf voor hun elektriciteitsvoorziening te zorgen. Dat is goed voor het milieu,
de energierekening en de onafhankelijkheid van Amsterdam ten opzichte van
onberekenbare buitenlandse energieproducenten.
Amsterdam heeft naast de ruim 8500 rijks- en gemeentelijke monumenten, ook een
toenemend aantal beschermde stads- en dorpsgezichten. Het hele centrum van
Amsterdam is sinds 1999 beschermd stadsgezicht en de grachtengordel behoort
sinds 2010 tot het UNESCO werelderfgoed. De fractie van D66 vindt het belangrijk
dat deze historische waarde wordt beschermd zodat Amsterdammers en latere
generaties er nog volop van kunnen genieten en leren. De fractie van D66 kiest ook
voor een schone, groene en gezonde stad. Het is van belang dat de gemeente ruimte
geeft aan initiatieven die bijdragen aan nieuwe oplossingen van duurzaamheid,
waarbij we openstaan kijken voor het aanpassen van geldende (verouderde) regels
die verduurzaming in de weg staan, zonder dat de authenticiteit van monumenten
wordt aangetast.
Nu heeft de fractie van D66 begrepen dat de gemeente Amsterdam samen met
De Groene Grachten, Stadsherstel en Search een pilot is gestart om zonnepanelen te
plaatsen op de schuine kap van Pakhuis de Zwijger onder de naam: ‘Zon op de
Zwijger’. Het betreft een zogenaamd sheddak (‘zaagtandendak’), dat een zichtlocatie
is. Hieruit volgt waarschijnlijk een prijsvraag voor de aanbesteding die moet aantonen
welke partij het beste zonnepanelen op een monument kan plaatsen. Dit project is
benoemd als ‘pilot om uit te vinden of zonnepanelen op een monument passend zijn,
in relatie tot mogelijke technische gevolgen voor het dak door aanhechting van de
panelen of verstoring van het monumentale ‘daklandschap’ door het aangezicht van
zonnepanelen, omdat dat er nu eenmaal anders uitziet dan dat het daklandschap
eruit zag in de 17° eeuw.
1
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing op Gemeenteblad
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
Dit is niet het eerste monument met zonnepanelen. Sinds september 2013 liggen er
zonnepanelen op het (platte) dak van de Amstelkerk. Volgens de website van
Stadsherstel, die de energie van de zonnepanelen gebruikt voor het eigen kantoor dat
gevestigd is in dit rijksmonument, is de vergunning verleend nadat met foto's van een
proefopstelling was aangetoond dat het monument met deze ‘reversibele toepassing’
geen schade op zou lopen. Ook zijn er (slechts) een klein aantal grachtenpanden die
met trekken en sleuren een vergunning kregen om zonnepanelen op hun dak te
mogen plaatsen, om zodoende hun eigen elektriciteit op te kunnen wekken.
Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 5 augustus 2014, beiden namens
de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad
van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en
wethouders gericht:
1. Wat is het effect geweest van de — inmiddels afgeronde — pilot ‘Zon op de
Amstelkerk’ voor zonne-energie op andere monumenten met een plat dak en in
Amsterdam?
Antwoord:
Als onderdeel van het initiatief Groene Grachten, in 2012 gestart door Wubbo
Ockels en erop gericht om energiemaatregelen in monumentale panden te
promoten, is door Stadsherstel een viertal zonnepanelen aangebracht op de
Amstelkerk. Voor NV Stadsherstel betrof de Amstelkerk een eerste project waarin
zij zonnepanelen heeft aangebracht op een monumentaal pand. Deze panelen
zijn aangebracht op een plat dak en wel binnen de kaders van de Welstandsnota.
Leerdoel: uitvinden of het technisch mogelijk (ja) en rendabel is (nee, door de
lage elektriciteitsprijs die Stadsherstel betaalt omdat zij grootverbruiker is, en de
te betalen leges à 1050 euro).
Het effect is dat er nu 4 panelen liggen op dit monument, en dat Stadsherstel
inzicht heeft gekregen in de mogelijkheden (maatwerk) voor het aanbrengen van
zonnepanelen op monumenten en de business case daarvan.
Er zijn overigens meer (maar niet veel) voorbeelden van monumentale panden in
de stad waarop door bewoners reeds zonnepanelen zijn aangebracht. Hiervoor is
een vergunning nodig van het betreffende stadsdeel.
De betrokkenheid van de gemeente bij dit project van Stichting de Groene
Grachten en Stadsherstel was overigens beperkt. Bureau Monumenten en
Archeologie (BMA) en programmabureau Klimaat en Energie waren inhoudelijk
(advies, meedenken) betrokken bij het initiatief, het stadsdeel heeft de vergunning
afgegeven.
2
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing op Gemeenteblad R
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
2. Klopt het dat de gemeente Amsterdam (de Dienst Ruimtelijke Ordening en
het Bureau Monumenten & Archeologie) zich heeft aangesloten bij De Groene
Grachten, Stadsherstel, Stadsdeel Oost, Pakhuis de Zwijger en Search en bezig
is met de nieuwe pilot ‘Zon op de Zwijger’? Wat is de huidige status van dit project
en wat is de tijdsplanning van deze pilot (inclusief moment van afronding)?
Antwoord:
Ja. Genoemde partijen hebben gezamenlijk de pilot ‘Zon op de Zwijger’ in
voorbereiding. Dit project is geïnitieerd door De Groene Grachten. Het project
sluit aan bij de Amsterdamse Zonvisie ‘Burgers en Bedrijven gaan voor de zon!’
(zie ook het antwoord op vraag 3).
In dit project wordt onderzocht welke mogelijkheden ‘innovatieve
zonnetechnologie’ (bijvoorbeeld: andere type zonnecellen, kleur en
bevestigingstechnieken) biedt voor het aanbrengen van zonnepanelen op een
monumentaal dak, én hoe dit zich verhoudt tot de geldende regels.
Dit project onderscheidt zich van het eerdere project van Stadsherstel in de mate
van ‘innovativiteit van de technologie die gebruikt zal worden. In het eerste
project werd nog gebruik gemaakt van standaard zonnepanelen. In het nieuwe
project op de Zwijger gaat men op zoek naar de meest innovatieve zon-oplossing
voor dit monumentale pand.
Het project is als volgt opgebouwd:
1. allereerst wordt (op dit moment) de haalbaarheid onderzocht (technisch,
financieel, juridisch) voor het aanbrengen van zonnepanelen op Pakhuis de
Zwijger (eigendom NV Stadsherstel);
2. op basis van dit onderzoek zal NV Stadsherstel een beslissing nemen om
haar dak wel of niet ter beschikking te stellen;
3. indien zij akkoord gaat zal de markt in de vorm van een prijsvraag uitgedaagd
worden om met haar ‘beste’ systeem te komen;
4. het zonnesysteem van de beste inzending zal door Stadsherstel worden
uitgevoerd, onder voorbehoud van een positieve vergunningsbeschikking.
Volgens planning wordt de prijsvraag dit najaar bekend gemaakt (indien
Stadsherstel positief beslist; stap 2) en wordt het winnende systeem (beoordeling
door jury in november/december) begin 2015 geïnstalleerd.
De gemeente (BMA en Programmabureau Klimaat en Energie) is als adviseur bij
dit project betrokken. De Groene Grachten is project trekker. Uiteindelijke
installatie van het innovatieve zonnesysteem (als de prijsvraag daadwerkelijk
wordt uitgeschreven en er een goede inzending komt, die binnen de wettelijke
kaders past) wordt door Stadsherstel geregeld en gedekt. Stadsherstel vraagt
daar mogelijk financiering voor aan in de laatste tender van het Amsterdams
Investeringsfonds.
3
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing op Gemeenteblad R
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
3. Deelt het college de mening van de fractie van D66 over het belang van
verduurzaming en eventueel aanpassen van regels om nieuwe oplossingen van
duurzaamheid mogelijk te maken? Zo ja, welke leerpunten zijn/worden opgesteld
ten aanzien van de pilot voor het sheddak van Pakhuis de Zwijger? En welke
leerpunten waren opgesteld voor het platte dak van de Amstelkerk? Zo nee,
waarom niet en hoe denkt het college dan de ambitie zoals geformuleerd in de
Zonvisie 2013 te halen?
Antwoord:
Het College onderschrijft de mening van de fractie van D66 dat verduurzaming
van de bestaande stad van groot belang is en onderstreept dat in het
coalitieakkoord ‘Amsterdam is van iedereen’. Zij werkt o.a. aan de doelstelling dat
in 2020 20% meer duurzame energie wordt geproduceerd dan nu het geval is.
Zonne-energie in de bestaande stad draagt daar aan bij. Om dit te realiseren kan
het nodig zijn om bestaande regels aan te passen, of met het Rijk in gesprek te
gaan wanneer de bevoegdheid niet bij de gemeente ligt. Aanpassing van regels
kan bijvoorbeeld nodig zijn in de situatie waarin regels, maatschappelijke wensen,
en toegenomen mogelijkheden door nieuwe (technologische}oplossingen, niet
meer met elkaar in overeenstemming zijn. In het collegeprogramma is daarover
afgesproken dat “we de regels voor het duurzaam aanpassen van gebouwen
[gaan] versimpelen, bijvoorbeeld op het gebied van de teruglevering van energie
en het gezamenlijk gebruik van daken voor zonnepanelen”. Daarbij dient het
college uiteraard wel te opereren binnen de kaders van de landelijke wet- en
regelgeving.
Het College is daarnaast van mening dat de energietransitie alleen plaatsvindt als
duurzaamheidsprojecten schaal krijgen. Daarvoor is het van belang dat wordt
gewerkt aan opschaalbaarheid en kopieerbaarheid van oplossingen.
De leerpunten die de pilot ‘Zon op de Zwijger’ op zal leveren zijn:
— voorbeeldfunctie: onderzoeken en laten zien hoe een nieuwe
zonnetechnologie mogelijk is op een monumentaal dak, waar dat met
conventionele panelen niet haalbaar/wenselijk is;
— kennisontwikkeling (bij overheid en markt) ten aanzien van technische
mogelijkheden van zonne-energie;
— onderzoeken hoe het vigerende welstandskader zich verhoudt tot innovatieve
zon technologieën.
Deze leerpunten zijn vooraf besproken met de projectpartners. Voor het project
Amstelkerk waren geen leerpunten geformuleerd vanuit de gemeente, omdat de
betrokkenheid beperkt was.
Het pilotproject Zon op de Zwijger levert input voor het evalueren van de regels
en draagt bij aan de uitvoering van het deel van de Zonvisie dat daarover gaat.
In de Zonvisie zijn 8 programmalijnen opgenomen waarlangs de gemeente de
toepassing van zonne-energie door burgers en bedrijven stimuleert. In lijn 7
(activiteit # 21) is opgenomen dat regelgeving periodiek tegen het licht wordt
gehouden om te zien of deze (nog) in lijn is met de stand der techniek op het
gebied van o.a. zonnesystemen.
4
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing op Gemeenteblad
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
4. Onder welke criteria zou het college de resultaten van de pilot “Zon op de Zwijger’
als een succes beoordelen? Wanneer vindt die beoordeling plaats en welke
Amsterdamse stakeholders zijn hierbij betrokken?
Antwoord:
Het project ‘Zon op de Zwijger’ wordt als succes beschouwd als:
1. de prijsvraag een inzending oplevert die een goede technische oplossing
biedt voor dit specifieke monumentale dak. Een goede technische oplossing is
een oplossing die aansluit bij de eisen van de pandeigenaar (stadsherstel),
betaalbaar is, en die aanvaardbaar is vanuit esthetisch en historisch oogpunt
en valt binnen de kaders van Welstand en Monumenten;
2. het project bijdraagt aan het vinden van een oplossing voor het aanbrengen
van zonnesystemen op andere monumentale panden, nu of in de toekomst.
Dit is geen hard criterium, omdat de bijdrage van één project aan een bredere
maatschappelijke ontwikkeling moeilijk te meten is. Amsterdam wil echter
duurzame koploper zijn, en daar hoort ook bij dat er ruimte wordt gemaakt
voor innovatie;
3. het project daarnaast input levert voor de periodieke herijking van de regels
conform de Zonvisie (zie het antwoord op vraag 3).
De beoogde planning: zie het antwoord op vraag 2.
De betrokken stakeholders zijn:
— De Groene Grachten;
— NV Stadsherstel;
— de gemeente Amsterdam (DRO, BMA, stadsdeel Centrum);
— Uuurders van Pakhuis de Zwijger (via Stadsherstel);
— Search.
5. Is het college van plan een vervolg te maken op het Amsterdamse
duurzaamheidsprogramma 2011-2014, en indien dat het geval is,
overeenkomstig het coalitieakkoord (blz. 27), de ambitie ten aanzien van lokale
zonne-energie uit de Zonvisie conform het initiatiefvoorstel van het voormalig
raadslid de heer Manuel en de resultaten van de ‘pilots’ op Pakhuis de Zwijger en
de Amstelkerk daarin aandacht te besteden aan het verduurzamen van
monumenten?
Antwoord:
Het College stelt eind dit jaar een Agenda Duurzaamheid vast. Het verduurzamen
van monumenten, deregulering en de ambitie van de Zonvisie zullen in deze
agenda worden meegenomen.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
5
X Gemeente Amsterdam R
% Gemeenteraad
Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 602
Datum akkoord 2 september 2014
Publicatiedatum 5 september 2014
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw A.M. Bosman
en de heer M.E. van den Heuvel van 5 augustus 2014 inzake zonnepanelen op
monumentale panden.
Aan de gemeenteraad
inleiding door vragenstellers.
Het college heeft de ambitie om in 2020 het aandeel duurzaam opgewekte energie
binnen Amsterdam met 20% te laten toenemen. Zonne-energie is een belangrijke
bron daarvoor. Eerder is de doelstelling vastgelegd om in 2020 160 MW zonnestroom
per jaar op te wekken binnen de gemeente Amsterdam. Voor 2040 is het streefcijfer
1000 MW. Zonne-energie is een belangrijke manier voor bewoners en ondernemers
om zelf voor hun elektriciteitsvoorziening te zorgen. Dat is goed voor het milieu,
de energierekening en de onafhankelijkheid van Amsterdam ten opzichte van
onberekenbare buitenlandse energieproducenten.
Amsterdam heeft naast de ruim 8500 rijks- en gemeentelijke monumenten, ook een
toenemend aantal beschermde stads- en dorpsgezichten. Het hele centrum van
Amsterdam is sinds 1999 beschermd stadsgezicht en de grachtengordel behoort
sinds 2010 tot het UNESCO werelderfgoed. De fractie van D66 vindt het belangrijk
dat deze historische waarde wordt beschermd zodat Amsterdammers en latere
generaties er nog volop van kunnen genieten en leren. De fractie van D66 kiest ook
voor een schone, groene en gezonde stad. Het is van belang dat de gemeente ruimte
geeft aan initiatieven die bijdragen aan nieuwe oplossingen van duurzaamheid,
waarbij we openstaan kijken voor het aanpassen van geldende (verouderde) regels
die verduurzaming in de weg staan, zonder dat de authenticiteit van monumenten
wordt aangetast.
Nu heeft de fractie van D66 begrepen dat de gemeente Amsterdam samen met
De Groene Grachten, Stadsherstel en Search een pilot is gestart om zonnepanelen te
plaatsen op de schuine kap van Pakhuis de Zwijger onder de naam: ‘Zon op de
Zwijger’. Het betreft een zogenaamd sheddak (‘zaagtandendak’), dat een zichtlocatie
is. Hieruit volgt waarschijnlijk een prijsvraag voor de aanbesteding die moet aantonen
welke partij het beste zonnepanelen op een monument kan plaatsen. Dit project is
benoemd als ‘pilot om uit te vinden of zonnepanelen op een monument passend zijn,
in relatie tot mogelijke technische gevolgen voor het dak door aanhechting van de
panelen of verstoring van het monumentale ‘daklandschap’ door het aangezicht van
zonnepanelen, omdat dat er nu eenmaal anders uitziet dan dat het daklandschap
eruit zag in de 17° eeuw.
1
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing op Gemeenteblad
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
Dit is niet het eerste monument met zonnepanelen. Sinds september 2013 liggen er
zonnepanelen op het (platte) dak van de Amstelkerk. Volgens de website van
Stadsherstel, die de energie van de zonnepanelen gebruikt voor het eigen kantoor dat
gevestigd is in dit rijksmonument, is de vergunning verleend nadat met foto's van een
proefopstelling was aangetoond dat het monument met deze ‘reversibele toepassing’
geen schade op zou lopen. Ook zijn er (slechts) een klein aantal grachtenpanden die
met trekken en sleuren een vergunning kregen om zonnepanelen op hun dak te
mogen plaatsen, om zodoende hun eigen elektriciteit op te kunnen wekken.
Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 5 augustus 2014, beiden namens
de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad
van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en
wethouders gericht:
1. Wat is het effect geweest van de — inmiddels afgeronde — pilot ‘Zon op de
Amstelkerk’ voor zonne-energie op andere monumenten met een plat dak en in
Amsterdam?
Antwoord:
Als onderdeel van het initiatief Groene Grachten, in 2012 gestart door Wubbo
Ockels en erop gericht om energiemaatregelen in monumentale panden te
promoten, is door Stadsherstel een viertal zonnepanelen aangebracht op de
Amstelkerk. Voor NV Stadsherstel betrof de Amstelkerk een eerste project waarin
zij zonnepanelen heeft aangebracht op een monumentaal pand. Deze panelen
zijn aangebracht op een plat dak en wel binnen de kaders van de Welstandsnota.
Leerdoel: uitvinden of het technisch mogelijk (ja) en rendabel is (nee, door de
lage elektriciteitsprijs die Stadsherstel betaalt omdat zij grootverbruiker is, en de
te betalen leges à 1050 euro).
Het effect is dat er nu 4 panelen liggen op dit monument, en dat Stadsherstel
inzicht heeft gekregen in de mogelijkheden (maatwerk) voor het aanbrengen van
zonnepanelen op monumenten en de business case daarvan.
Er zijn overigens meer (maar niet veel) voorbeelden van monumentale panden in
de stad waarop door bewoners reeds zonnepanelen zijn aangebracht. Hiervoor is
een vergunning nodig van het betreffende stadsdeel.
De betrokkenheid van de gemeente bij dit project van Stichting de Groene
Grachten en Stadsherstel was overigens beperkt. Bureau Monumenten en
Archeologie (BMA) en programmabureau Klimaat en Energie waren inhoudelijk
(advies, meedenken) betrokken bij het initiatief, het stadsdeel heeft de vergunning
afgegeven.
2
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing op Gemeenteblad R
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
2. Klopt het dat de gemeente Amsterdam (de Dienst Ruimtelijke Ordening en
het Bureau Monumenten & Archeologie) zich heeft aangesloten bij De Groene
Grachten, Stadsherstel, Stadsdeel Oost, Pakhuis de Zwijger en Search en bezig
is met de nieuwe pilot ‘Zon op de Zwijger’? Wat is de huidige status van dit project
en wat is de tijdsplanning van deze pilot (inclusief moment van afronding)?
Antwoord:
Ja. Genoemde partijen hebben gezamenlijk de pilot ‘Zon op de Zwijger’ in
voorbereiding. Dit project is geïnitieerd door De Groene Grachten. Het project
sluit aan bij de Amsterdamse Zonvisie ‘Burgers en Bedrijven gaan voor de zon!’
(zie ook het antwoord op vraag 3).
In dit project wordt onderzocht welke mogelijkheden ‘innovatieve
zonnetechnologie’ (bijvoorbeeld: andere type zonnecellen, kleur en
bevestigingstechnieken) biedt voor het aanbrengen van zonnepanelen op een
monumentaal dak, én hoe dit zich verhoudt tot de geldende regels.
Dit project onderscheidt zich van het eerdere project van Stadsherstel in de mate
van ‘innovativiteit van de technologie die gebruikt zal worden. In het eerste
project werd nog gebruik gemaakt van standaard zonnepanelen. In het nieuwe
project op de Zwijger gaat men op zoek naar de meest innovatieve zon-oplossing
voor dit monumentale pand.
Het project is als volgt opgebouwd:
1. allereerst wordt (op dit moment) de haalbaarheid onderzocht (technisch,
financieel, juridisch) voor het aanbrengen van zonnepanelen op Pakhuis de
Zwijger (eigendom NV Stadsherstel);
2. op basis van dit onderzoek zal NV Stadsherstel een beslissing nemen om
haar dak wel of niet ter beschikking te stellen;
3. indien zij akkoord gaat zal de markt in de vorm van een prijsvraag uitgedaagd
worden om met haar ‘beste’ systeem te komen;
4. het zonnesysteem van de beste inzending zal door Stadsherstel worden
uitgevoerd, onder voorbehoud van een positieve vergunningsbeschikking.
Volgens planning wordt de prijsvraag dit najaar bekend gemaakt (indien
Stadsherstel positief beslist; stap 2) en wordt het winnende systeem (beoordeling
door jury in november/december) begin 2015 geïnstalleerd.
De gemeente (BMA en Programmabureau Klimaat en Energie) is als adviseur bij
dit project betrokken. De Groene Grachten is project trekker. Uiteindelijke
installatie van het innovatieve zonnesysteem (als de prijsvraag daadwerkelijk
wordt uitgeschreven en er een goede inzending komt, die binnen de wettelijke
kaders past) wordt door Stadsherstel geregeld en gedekt. Stadsherstel vraagt
daar mogelijk financiering voor aan in de laatste tender van het Amsterdams
Investeringsfonds.
3
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing op Gemeenteblad R
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
3. Deelt het college de mening van de fractie van D66 over het belang van
verduurzaming en eventueel aanpassen van regels om nieuwe oplossingen van
duurzaamheid mogelijk te maken? Zo ja, welke leerpunten zijn/worden opgesteld
ten aanzien van de pilot voor het sheddak van Pakhuis de Zwijger? En welke
leerpunten waren opgesteld voor het platte dak van de Amstelkerk? Zo nee,
waarom niet en hoe denkt het college dan de ambitie zoals geformuleerd in de
Zonvisie 2013 te halen?
Antwoord:
Het College onderschrijft de mening van de fractie van D66 dat verduurzaming
van de bestaande stad van groot belang is en onderstreept dat in het
coalitieakkoord ‘Amsterdam is van iedereen’. Zij werkt o.a. aan de doelstelling dat
in 2020 20% meer duurzame energie wordt geproduceerd dan nu het geval is.
Zonne-energie in de bestaande stad draagt daar aan bij. Om dit te realiseren kan
het nodig zijn om bestaande regels aan te passen, of met het Rijk in gesprek te
gaan wanneer de bevoegdheid niet bij de gemeente ligt. Aanpassing van regels
kan bijvoorbeeld nodig zijn in de situatie waarin regels, maatschappelijke wensen,
en toegenomen mogelijkheden door nieuwe (technologische}oplossingen, niet
meer met elkaar in overeenstemming zijn. In het collegeprogramma is daarover
afgesproken dat “we de regels voor het duurzaam aanpassen van gebouwen
[gaan] versimpelen, bijvoorbeeld op het gebied van de teruglevering van energie
en het gezamenlijk gebruik van daken voor zonnepanelen”. Daarbij dient het
college uiteraard wel te opereren binnen de kaders van de landelijke wet- en
regelgeving.
Het College is daarnaast van mening dat de energietransitie alleen plaatsvindt als
duurzaamheidsprojecten schaal krijgen. Daarvoor is het van belang dat wordt
gewerkt aan opschaalbaarheid en kopieerbaarheid van oplossingen.
De leerpunten die de pilot ‘Zon op de Zwijger’ op zal leveren zijn:
— voorbeeldfunctie: onderzoeken en laten zien hoe een nieuwe
zonnetechnologie mogelijk is op een monumentaal dak, waar dat met
conventionele panelen niet haalbaar/wenselijk is;
— kennisontwikkeling (bij overheid en markt) ten aanzien van technische
mogelijkheden van zonne-energie;
— onderzoeken hoe het vigerende welstandskader zich verhoudt tot innovatieve
zon technologieën.
Deze leerpunten zijn vooraf besproken met de projectpartners. Voor het project
Amstelkerk waren geen leerpunten geformuleerd vanuit de gemeente, omdat de
betrokkenheid beperkt was.
Het pilotproject Zon op de Zwijger levert input voor het evalueren van de regels
en draagt bij aan de uitvoering van het deel van de Zonvisie dat daarover gaat.
In de Zonvisie zijn 8 programmalijnen opgenomen waarlangs de gemeente de
toepassing van zonne-energie door burgers en bedrijven stimuleert. In lijn 7
(activiteit # 21) is opgenomen dat regelgeving periodiek tegen het licht wordt
gehouden om te zien of deze (nog) in lijn is met de stand der techniek op het
gebied van o.a. zonnesystemen.
4
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing op Gemeenteblad
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
4. Onder welke criteria zou het college de resultaten van de pilot “Zon op de Zwijger’
als een succes beoordelen? Wanneer vindt die beoordeling plaats en welke
Amsterdamse stakeholders zijn hierbij betrokken?
Antwoord:
Het project ‘Zon op de Zwijger’ wordt als succes beschouwd als:
1. de prijsvraag een inzending oplevert die een goede technische oplossing
biedt voor dit specifieke monumentale dak. Een goede technische oplossing is
een oplossing die aansluit bij de eisen van de pandeigenaar (stadsherstel),
betaalbaar is, en die aanvaardbaar is vanuit esthetisch en historisch oogpunt
en valt binnen de kaders van Welstand en Monumenten;
2. het project bijdraagt aan het vinden van een oplossing voor het aanbrengen
van zonnesystemen op andere monumentale panden, nu of in de toekomst.
Dit is geen hard criterium, omdat de bijdrage van één project aan een bredere
maatschappelijke ontwikkeling moeilijk te meten is. Amsterdam wil echter
duurzame koploper zijn, en daar hoort ook bij dat er ruimte wordt gemaakt
voor innovatie;
3. het project daarnaast input levert voor de periodieke herijking van de regels
conform de Zonvisie (zie het antwoord op vraag 3).
De beoogde planning: zie het antwoord op vraag 2.
De betrokken stakeholders zijn:
— De Groene Grachten;
— NV Stadsherstel;
— de gemeente Amsterdam (DRO, BMA, stadsdeel Centrum);
— Uuurders van Pakhuis de Zwijger (via Stadsherstel);
— Search.
5. Is het college van plan een vervolg te maken op het Amsterdamse
duurzaamheidsprogramma 2011-2014, en indien dat het geval is,
overeenkomstig het coalitieakkoord (blz. 27), de ambitie ten aanzien van lokale
zonne-energie uit de Zonvisie conform het initiatiefvoorstel van het voormalig
raadslid de heer Manuel en de resultaten van de ‘pilots’ op Pakhuis de Zwijger en
de Amstelkerk daarin aandacht te besteden aan het verduurzamen van
monumenten?
Antwoord:
Het College stelt eind dit jaar een Agenda Duurzaamheid vast. Het verduurzamen
van monumenten, deregulering en de ambitie van de Zonvisie zullen in deze
agenda worden meegenomen.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
5
X Gemeente Amsterdam R
% Gemeenteraad
Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 602
Datum akkoord 2 september 2014
Publicatiedatum 5 september 2014
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw A.M. Bosman
en de heer M.E. van den Heuvel van 5 augustus 2014 inzake zonnepanelen op
monumentale panden.
Aan de gemeenteraad
inleiding door vragenstellers.
Het college heeft de ambitie om in 2020 het aandeel duurzaam opgewekte energie
binnen Amsterdam met 20% te laten toenemen. Zonne-energie is een belangrijke
bron daarvoor. Eerder is de doelstelling vastgelegd om in 2020 160 MW zonnestroom
per jaar op te wekken binnen de gemeente Amsterdam. Voor 2040 is het streefcijfer
1000 MW. Zonne-energie is een belangrijke manier voor bewoners en ondernemers
om zelf voor hun elektriciteitsvoorziening te zorgen. Dat is goed voor het milieu,
de energierekening en de onafhankelijkheid van Amsterdam ten opzichte van
onberekenbare buitenlandse energieproducenten.
Amsterdam heeft naast de ruim 8500 rijks- en gemeentelijke monumenten, ook een
toenemend aantal beschermde stads- en dorpsgezichten. Het hele centrum van
Amsterdam is sinds 1999 beschermd stadsgezicht en de grachtengordel behoort
sinds 2010 tot het UNESCO werelderfgoed. De fractie van D66 vindt het belangrijk
dat deze historische waarde wordt beschermd zodat Amsterdammers en latere
generaties er nog volop van kunnen genieten en leren. De fractie van D66 kiest ook
voor een schone, groene en gezonde stad. Het is van belang dat de gemeente ruimte
geeft aan initiatieven die bijdragen aan nieuwe oplossingen van duurzaamheid,
waarbij we openstaan kijken voor het aanpassen van geldende (verouderde) regels
die verduurzaming in de weg staan, zonder dat de authenticiteit van monumenten
wordt aangetast.
Nu heeft de fractie van D66 begrepen dat de gemeente Amsterdam samen met
De Groene Grachten, Stadsherstel en Search een pilot is gestart om zonnepanelen te
plaatsen op de schuine kap van Pakhuis de Zwijger onder de naam: ‘Zon op de
Zwijger’. Het betreft een zogenaamd sheddak (‘zaagtandendak’), dat een zichtlocatie
is. Hieruit volgt waarschijnlijk een prijsvraag voor de aanbesteding die moet aantonen
welke partij het beste zonnepanelen op een monument kan plaatsen. Dit project is
benoemd als ‘pilot om uit te vinden of zonnepanelen op een monument passend zijn,
in relatie tot mogelijke technische gevolgen voor het dak door aanhechting van de
panelen of verstoring van het monumentale ‘daklandschap’ door het aangezicht van
zonnepanelen, omdat dat er nu eenmaal anders uitziet dan dat het daklandschap
eruit zag in de 17° eeuw.
1
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing op Gemeenteblad
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
Dit is niet het eerste monument met zonnepanelen. Sinds september 2013 liggen er
zonnepanelen op het (platte) dak van de Amstelkerk. Volgens de website van
Stadsherstel, die de energie van de zonnepanelen gebruikt voor het eigen kantoor dat
gevestigd is in dit rijksmonument, is de vergunning verleend nadat met foto's van een
proefopstelling was aangetoond dat het monument met deze ‘reversibele toepassing’
geen schade op zou lopen. Ook zijn er (slechts) een klein aantal grachtenpanden die
met trekken en sleuren een vergunning kregen om zonnepanelen op hun dak te
mogen plaatsen, om zodoende hun eigen elektriciteit op te kunnen wekken.
Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 5 augustus 2014, beiden namens
de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad
van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en
wethouders gericht:
1. Wat is het effect geweest van de — inmiddels afgeronde — pilot ‘Zon op de
Amstelkerk’ voor zonne-energie op andere monumenten met een plat dak en in
Amsterdam?
Antwoord:
Als onderdeel van het initiatief Groene Grachten, in 2012 gestart door Wubbo
Ockels en erop gericht om energiemaatregelen in monumentale panden te
promoten, is door Stadsherstel een viertal zonnepanelen aangebracht op de
Amstelkerk. Voor NV Stadsherstel betrof de Amstelkerk een eerste project waarin
zij zonnepanelen heeft aangebracht op een monumentaal pand. Deze panelen
zijn aangebracht op een plat dak en wel binnen de kaders van de Welstandsnota.
Leerdoel: uitvinden of het technisch mogelijk (ja) en rendabel is (nee, door de
lage elektriciteitsprijs die Stadsherstel betaalt omdat zij grootverbruiker is, en de
te betalen leges à 1050 euro).
Het effect is dat er nu 4 panelen liggen op dit monument, en dat Stadsherstel
inzicht heeft gekregen in de mogelijkheden (maatwerk) voor het aanbrengen van
zonnepanelen op monumenten en de business case daarvan.
Er zijn overigens meer (maar niet veel) voorbeelden van monumentale panden in
de stad waarop door bewoners reeds zonnepanelen zijn aangebracht. Hiervoor is
een vergunning nodig van het betreffende stadsdeel.
De betrokkenheid van de gemeente bij dit project van Stichting de Groene
Grachten en Stadsherstel was overigens beperkt. Bureau Monumenten en
Archeologie (BMA) en programmabureau Klimaat en Energie waren inhoudelijk
(advies, meedenken) betrokken bij het initiatief, het stadsdeel heeft de vergunning
afgegeven.
2
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing op Gemeenteblad R
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
2. Klopt het dat de gemeente Amsterdam (de Dienst Ruimtelijke Ordening en
het Bureau Monumenten & Archeologie) zich heeft aangesloten bij De Groene
Grachten, Stadsherstel, Stadsdeel Oost, Pakhuis de Zwijger en Search en bezig
is met de nieuwe pilot ‘Zon op de Zwijger’? Wat is de huidige status van dit project
en wat is de tijdsplanning van deze pilot (inclusief moment van afronding)?
Antwoord:
Ja. Genoemde partijen hebben gezamenlijk de pilot ‘Zon op de Zwijger’ in
voorbereiding. Dit project is geïnitieerd door De Groene Grachten. Het project
sluit aan bij de Amsterdamse Zonvisie ‘Burgers en Bedrijven gaan voor de zon!’
(zie ook het antwoord op vraag 3).
In dit project wordt onderzocht welke mogelijkheden ‘innovatieve
zonnetechnologie’ (bijvoorbeeld: andere type zonnecellen, kleur en
bevestigingstechnieken) biedt voor het aanbrengen van zonnepanelen op een
monumentaal dak, én hoe dit zich verhoudt tot de geldende regels.
Dit project onderscheidt zich van het eerdere project van Stadsherstel in de mate
van ‘innovativiteit van de technologie die gebruikt zal worden. In het eerste
project werd nog gebruik gemaakt van standaard zonnepanelen. In het nieuwe
project op de Zwijger gaat men op zoek naar de meest innovatieve zon-oplossing
voor dit monumentale pand.
Het project is als volgt opgebouwd:
1. allereerst wordt (op dit moment) de haalbaarheid onderzocht (technisch,
financieel, juridisch) voor het aanbrengen van zonnepanelen op Pakhuis de
Zwijger (eigendom NV Stadsherstel);
2. op basis van dit onderzoek zal NV Stadsherstel een beslissing nemen om
haar dak wel of niet ter beschikking te stellen;
3. indien zij akkoord gaat zal de markt in de vorm van een prijsvraag uitgedaagd
worden om met haar ‘beste’ systeem te komen;
4. het zonnesysteem van de beste inzending zal door Stadsherstel worden
uitgevoerd, onder voorbehoud van een positieve vergunningsbeschikking.
Volgens planning wordt de prijsvraag dit najaar bekend gemaakt (indien
Stadsherstel positief beslist; stap 2) en wordt het winnende systeem (beoordeling
door jury in november/december) begin 2015 geïnstalleerd.
De gemeente (BMA en Programmabureau Klimaat en Energie) is als adviseur bij
dit project betrokken. De Groene Grachten is project trekker. Uiteindelijke
installatie van het innovatieve zonnesysteem (als de prijsvraag daadwerkelijk
wordt uitgeschreven en er een goede inzending komt, die binnen de wettelijke
kaders past) wordt door Stadsherstel geregeld en gedekt. Stadsherstel vraagt
daar mogelijk financiering voor aan in de laatste tender van het Amsterdams
Investeringsfonds.
3
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing op Gemeenteblad R
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
3. Deelt het college de mening van de fractie van D66 over het belang van
verduurzaming en eventueel aanpassen van regels om nieuwe oplossingen van
duurzaamheid mogelijk te maken? Zo ja, welke leerpunten zijn/worden opgesteld
ten aanzien van de pilot voor het sheddak van Pakhuis de Zwijger? En welke
leerpunten waren opgesteld voor het platte dak van de Amstelkerk? Zo nee,
waarom niet en hoe denkt het college dan de ambitie zoals geformuleerd in de
Zonvisie 2013 te halen?
Antwoord:
Het College onderschrijft de mening van de fractie van D66 dat verduurzaming
van de bestaande stad van groot belang is en onderstreept dat in het
coalitieakkoord ‘Amsterdam is van iedereen’. Zij werkt o.a. aan de doelstelling dat
in 2020 20% meer duurzame energie wordt geproduceerd dan nu het geval is.
Zonne-energie in de bestaande stad draagt daar aan bij. Om dit te realiseren kan
het nodig zijn om bestaande regels aan te passen, of met het Rijk in gesprek te
gaan wanneer de bevoegdheid niet bij de gemeente ligt. Aanpassing van regels
kan bijvoorbeeld nodig zijn in de situatie waarin regels, maatschappelijke wensen,
en toegenomen mogelijkheden door nieuwe (technologische}oplossingen, niet
meer met elkaar in overeenstemming zijn. In het collegeprogramma is daarover
afgesproken dat “we de regels voor het duurzaam aanpassen van gebouwen
[gaan] versimpelen, bijvoorbeeld op het gebied van de teruglevering van energie
en het gezamenlijk gebruik van daken voor zonnepanelen”. Daarbij dient het
college uiteraard wel te opereren binnen de kaders van de landelijke wet- en
regelgeving.
Het College is daarnaast van mening dat de energietransitie alleen plaatsvindt als
duurzaamheidsprojecten schaal krijgen. Daarvoor is het van belang dat wordt
gewerkt aan opschaalbaarheid en kopieerbaarheid van oplossingen.
De leerpunten die de pilot ‘Zon op de Zwijger’ op zal leveren zijn:
— voorbeeldfunctie: onderzoeken en laten zien hoe een nieuwe
zonnetechnologie mogelijk is op een monumentaal dak, waar dat met
conventionele panelen niet haalbaar/wenselijk is;
— kennisontwikkeling (bij overheid en markt) ten aanzien van technische
mogelijkheden van zonne-energie;
— onderzoeken hoe het vigerende welstandskader zich verhoudt tot innovatieve
zon technologieën.
Deze leerpunten zijn vooraf besproken met de projectpartners. Voor het project
Amstelkerk waren geen leerpunten geformuleerd vanuit de gemeente, omdat de
betrokkenheid beperkt was.
Het pilotproject Zon op de Zwijger levert input voor het evalueren van de regels
en draagt bij aan de uitvoering van het deel van de Zonvisie dat daarover gaat.
In de Zonvisie zijn 8 programmalijnen opgenomen waarlangs de gemeente de
toepassing van zonne-energie door burgers en bedrijven stimuleert. In lijn 7
(activiteit # 21) is opgenomen dat regelgeving periodiek tegen het licht wordt
gehouden om te zien of deze (nog) in lijn is met de stand der techniek op het
gebied van o.a. zonnesystemen.
4
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing op Gemeenteblad
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
4. Onder welke criteria zou het college de resultaten van de pilot “Zon op de Zwijger’
als een succes beoordelen? Wanneer vindt die beoordeling plaats en welke
Amsterdamse stakeholders zijn hierbij betrokken?
Antwoord:
Het project ‘Zon op de Zwijger’ wordt als succes beschouwd als:
1. de prijsvraag een inzending oplevert die een goede technische oplossing
biedt voor dit specifieke monumentale dak. Een goede technische oplossing is
een oplossing die aansluit bij de eisen van de pandeigenaar (stadsherstel),
betaalbaar is, en die aanvaardbaar is vanuit esthetisch en historisch oogpunt
en valt binnen de kaders van Welstand en Monumenten;
2. het project bijdraagt aan het vinden van een oplossing voor het aanbrengen
van zonnesystemen op andere monumentale panden, nu of in de toekomst.
Dit is geen hard criterium, omdat de bijdrage van één project aan een bredere
maatschappelijke ontwikkeling moeilijk te meten is. Amsterdam wil echter
duurzame koploper zijn, en daar hoort ook bij dat er ruimte wordt gemaakt
voor innovatie;
3. het project daarnaast input levert voor de periodieke herijking van de regels
conform de Zonvisie (zie het antwoord op vraag 3).
De beoogde planning: zie het antwoord op vraag 2.
De betrokken stakeholders zijn:
— De Groene Grachten;
— NV Stadsherstel;
— de gemeente Amsterdam (DRO, BMA, stadsdeel Centrum);
— Uuurders van Pakhuis de Zwijger (via Stadsherstel);
— Search.
5. Is het college van plan een vervolg te maken op het Amsterdamse
duurzaamheidsprogramma 2011-2014, en indien dat het geval is,
overeenkomstig het coalitieakkoord (blz. 27), de ambitie ten aanzien van lokale
zonne-energie uit de Zonvisie conform het initiatiefvoorstel van het voormalig
raadslid de heer Manuel en de resultaten van de ‘pilots’ op Pakhuis de Zwijger en
de Amstelkerk daarin aandacht te besteden aan het verduurzamen van
monumenten?
Antwoord:
Het College stelt eind dit jaar een Agenda Duurzaamheid vast. Het verduurzamen
van monumenten, deregulering en de ambitie van de Zonvisie zullen in deze
agenda worden meegenomen.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
5
X Gemeente Amsterdam R
% Gemeenteraad
Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 602
Datum akkoord 2 september 2014
Publicatiedatum 5 september 2014
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw A.M. Bosman
en de heer M.E. van den Heuvel van 5 augustus 2014 inzake zonnepanelen op
monumentale panden.
Aan de gemeenteraad
inleiding door vragenstellers.
Het college heeft de ambitie om in 2020 het aandeel duurzaam opgewekte energie
binnen Amsterdam met 20% te laten toenemen. Zonne-energie is een belangrijke
bron daarvoor. Eerder is de doelstelling vastgelegd om in 2020 160 MW zonnestroom
per jaar op te wekken binnen de gemeente Amsterdam. Voor 2040 is het streefcijfer
1000 MW. Zonne-energie is een belangrijke manier voor bewoners en ondernemers
om zelf voor hun elektriciteitsvoorziening te zorgen. Dat is goed voor het milieu,
de energierekening en de onafhankelijkheid van Amsterdam ten opzichte van
onberekenbare buitenlandse energieproducenten.
Amsterdam heeft naast de ruim 8500 rijks- en gemeentelijke monumenten, ook een
toenemend aantal beschermde stads- en dorpsgezichten. Het hele centrum van
Amsterdam is sinds 1999 beschermd stadsgezicht en de grachtengordel behoort
sinds 2010 tot het UNESCO werelderfgoed. De fractie van D66 vindt het belangrijk
dat deze historische waarde wordt beschermd zodat Amsterdammers en latere
generaties er nog volop van kunnen genieten en leren. De fractie van D66 kiest ook
voor een schone, groene en gezonde stad. Het is van belang dat de gemeente ruimte
geeft aan initiatieven die bijdragen aan nieuwe oplossingen van duurzaamheid,
waarbij we openstaan kijken voor het aanpassen van geldende (verouderde) regels
die verduurzaming in de weg staan, zonder dat de authenticiteit van monumenten
wordt aangetast.
Nu heeft de fractie van D66 begrepen dat de gemeente Amsterdam samen met
De Groene Grachten, Stadsherstel en Search een pilot is gestart om zonnepanelen te
plaatsen op de schuine kap van Pakhuis de Zwijger onder de naam: ‘Zon op de
Zwijger’. Het betreft een zogenaamd sheddak (‘zaagtandendak’), dat een zichtlocatie
is. Hieruit volgt waarschijnlijk een prijsvraag voor de aanbesteding die moet aantonen
welke partij het beste zonnepanelen op een monument kan plaatsen. Dit project is
benoemd als ‘pilot om uit te vinden of zonnepanelen op een monument passend zijn,
in relatie tot mogelijke technische gevolgen voor het dak door aanhechting van de
panelen of verstoring van het monumentale ‘daklandschap’ door het aangezicht van
zonnepanelen, omdat dat er nu eenmaal anders uitziet dan dat het daklandschap
eruit zag in de 17° eeuw.
1
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing op Gemeenteblad
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
Dit is niet het eerste monument met zonnepanelen. Sinds september 2013 liggen er
zonnepanelen op het (platte) dak van de Amstelkerk. Volgens de website van
Stadsherstel, die de energie van de zonnepanelen gebruikt voor het eigen kantoor dat
gevestigd is in dit rijksmonument, is de vergunning verleend nadat met foto's van een
proefopstelling was aangetoond dat het monument met deze ‘reversibele toepassing’
geen schade op zou lopen. Ook zijn er (slechts) een klein aantal grachtenpanden die
met trekken en sleuren een vergunning kregen om zonnepanelen op hun dak te
mogen plaatsen, om zodoende hun eigen elektriciteit op te kunnen wekken.
Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 5 augustus 2014, beiden namens
de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad
van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en
wethouders gericht:
1. Wat is het effect geweest van de — inmiddels afgeronde — pilot ‘Zon op de
Amstelkerk’ voor zonne-energie op andere monumenten met een plat dak en in
Amsterdam?
Antwoord:
Als onderdeel van het initiatief Groene Grachten, in 2012 gestart door Wubbo
Ockels en erop gericht om energiemaatregelen in monumentale panden te
promoten, is door Stadsherstel een viertal zonnepanelen aangebracht op de
Amstelkerk. Voor NV Stadsherstel betrof de Amstelkerk een eerste project waarin
zij zonnepanelen heeft aangebracht op een monumentaal pand. Deze panelen
zijn aangebracht op een plat dak en wel binnen de kaders van de Welstandsnota.
Leerdoel: uitvinden of het technisch mogelijk (ja) en rendabel is (nee, door de
lage elektriciteitsprijs die Stadsherstel betaalt omdat zij grootverbruiker is, en de
te betalen leges à 1050 euro).
Het effect is dat er nu 4 panelen liggen op dit monument, en dat Stadsherstel
inzicht heeft gekregen in de mogelijkheden (maatwerk) voor het aanbrengen van
zonnepanelen op monumenten en de business case daarvan.
Er zijn overigens meer (maar niet veel) voorbeelden van monumentale panden in
de stad waarop door bewoners reeds zonnepanelen zijn aangebracht. Hiervoor is
een vergunning nodig van het betreffende stadsdeel.
De betrokkenheid van de gemeente bij dit project van Stichting de Groene
Grachten en Stadsherstel was overigens beperkt. Bureau Monumenten en
Archeologie (BMA) en programmabureau Klimaat en Energie waren inhoudelijk
(advies, meedenken) betrokken bij het initiatief, het stadsdeel heeft de vergunning
afgegeven.
2
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing op Gemeenteblad R
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
2. Klopt het dat de gemeente Amsterdam (de Dienst Ruimtelijke Ordening en
het Bureau Monumenten & Archeologie) zich heeft aangesloten bij De Groene
Grachten, Stadsherstel, Stadsdeel Oost, Pakhuis de Zwijger en Search en bezig
is met de nieuwe pilot ‘Zon op de Zwijger’? Wat is de huidige status van dit project
en wat is de tijdsplanning van deze pilot (inclusief moment van afronding)?
Antwoord:
Ja. Genoemde partijen hebben gezamenlijk de pilot ‘Zon op de Zwijger’ in
voorbereiding. Dit project is geïnitieerd door De Groene Grachten. Het project
sluit aan bij de Amsterdamse Zonvisie ‘Burgers en Bedrijven gaan voor de zon!’
(zie ook het antwoord op vraag 3).
In dit project wordt onderzocht welke mogelijkheden ‘innovatieve
zonnetechnologie’ (bijvoorbeeld: andere type zonnecellen, kleur en
bevestigingstechnieken) biedt voor het aanbrengen van zonnepanelen op een
monumentaal dak, én hoe dit zich verhoudt tot de geldende regels.
Dit project onderscheidt zich van het eerdere project van Stadsherstel in de mate
van ‘innovativiteit van de technologie die gebruikt zal worden. In het eerste
project werd nog gebruik gemaakt van standaard zonnepanelen. In het nieuwe
project op de Zwijger gaat men op zoek naar de meest innovatieve zon-oplossing
voor dit monumentale pand.
Het project is als volgt opgebouwd:
1. allereerst wordt (op dit moment) de haalbaarheid onderzocht (technisch,
financieel, juridisch) voor het aanbrengen van zonnepanelen op Pakhuis de
Zwijger (eigendom NV Stadsherstel);
2. op basis van dit onderzoek zal NV Stadsherstel een beslissing nemen om
haar dak wel of niet ter beschikking te stellen;
3. indien zij akkoord gaat zal de markt in de vorm van een prijsvraag uitgedaagd
worden om met haar ‘beste’ systeem te komen;
4. het zonnesysteem van de beste inzending zal door Stadsherstel worden
uitgevoerd, onder voorbehoud van een positieve vergunningsbeschikking.
Volgens planning wordt de prijsvraag dit najaar bekend gemaakt (indien
Stadsherstel positief beslist; stap 2) en wordt het winnende systeem (beoordeling
door jury in november/december) begin 2015 geïnstalleerd.
De gemeente (BMA en Programmabureau Klimaat en Energie) is als adviseur bij
dit project betrokken. De Groene Grachten is project trekker. Uiteindelijke
installatie van het innovatieve zonnesysteem (als de prijsvraag daadwerkelijk
wordt uitgeschreven en er een goede inzending komt, die binnen de wettelijke
kaders past) wordt door Stadsherstel geregeld en gedekt. Stadsherstel vraagt
daar mogelijk financiering voor aan in de laatste tender van het Amsterdams
Investeringsfonds.
3
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing op Gemeenteblad R
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
3. Deelt het college de mening van de fractie van D66 over het belang van
verduurzaming en eventueel aanpassen van regels om nieuwe oplossingen van
duurzaamheid mogelijk te maken? Zo ja, welke leerpunten zijn/worden opgesteld
ten aanzien van de pilot voor het sheddak van Pakhuis de Zwijger? En welke
leerpunten waren opgesteld voor het platte dak van de Amstelkerk? Zo nee,
waarom niet en hoe denkt het college dan de ambitie zoals geformuleerd in de
Zonvisie 2013 te halen?
Antwoord:
Het College onderschrijft de mening van de fractie van D66 dat verduurzaming
van de bestaande stad van groot belang is en onderstreept dat in het
coalitieakkoord ‘Amsterdam is van iedereen’. Zij werkt o.a. aan de doelstelling dat
in 2020 20% meer duurzame energie wordt geproduceerd dan nu het geval is.
Zonne-energie in de bestaande stad draagt daar aan bij. Om dit te realiseren kan
het nodig zijn om bestaande regels aan te passen, of met het Rijk in gesprek te
gaan wanneer de bevoegdheid niet bij de gemeente ligt. Aanpassing van regels
kan bijvoorbeeld nodig zijn in de situatie waarin regels, maatschappelijke wensen,
en toegenomen mogelijkheden door nieuwe (technologische}oplossingen, niet
meer met elkaar in overeenstemming zijn. In het collegeprogramma is daarover
afgesproken dat “we de regels voor het duurzaam aanpassen van gebouwen
[gaan] versimpelen, bijvoorbeeld op het gebied van de teruglevering van energie
en het gezamenlijk gebruik van daken voor zonnepanelen”. Daarbij dient het
college uiteraard wel te opereren binnen de kaders van de landelijke wet- en
regelgeving.
Het College is daarnaast van mening dat de energietransitie alleen plaatsvindt als
duurzaamheidsprojecten schaal krijgen. Daarvoor is het van belang dat wordt
gewerkt aan opschaalbaarheid en kopieerbaarheid van oplossingen.
De leerpunten die de pilot ‘Zon op de Zwijger’ op zal leveren zijn:
— voorbeeldfunctie: onderzoeken en laten zien hoe een nieuwe
zonnetechnologie mogelijk is op een monumentaal dak, waar dat met
conventionele panelen niet haalbaar/wenselijk is;
— kennisontwikkeling (bij overheid en markt) ten aanzien van technische
mogelijkheden van zonne-energie;
— onderzoeken hoe het vigerende welstandskader zich verhoudt tot innovatieve
zon technologieën.
Deze leerpunten zijn vooraf besproken met de projectpartners. Voor het project
Amstelkerk waren geen leerpunten geformuleerd vanuit de gemeente, omdat de
betrokkenheid beperkt was.
Het pilotproject Zon op de Zwijger levert input voor het evalueren van de regels
en draagt bij aan de uitvoering van het deel van de Zonvisie dat daarover gaat.
In de Zonvisie zijn 8 programmalijnen opgenomen waarlangs de gemeente de
toepassing van zonne-energie door burgers en bedrijven stimuleert. In lijn 7
(activiteit # 21) is opgenomen dat regelgeving periodiek tegen het licht wordt
gehouden om te zien of deze (nog) in lijn is met de stand der techniek op het
gebied van o.a. zonnesystemen.
4
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing op Gemeenteblad
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
4. Onder welke criteria zou het college de resultaten van de pilot “Zon op de Zwijger’
als een succes beoordelen? Wanneer vindt die beoordeling plaats en welke
Amsterdamse stakeholders zijn hierbij betrokken?
Antwoord:
Het project ‘Zon op de Zwijger’ wordt als succes beschouwd als:
1. de prijsvraag een inzending oplevert die een goede technische oplossing
biedt voor dit specifieke monumentale dak. Een goede technische oplossing is
een oplossing die aansluit bij de eisen van de pandeigenaar (stadsherstel),
betaalbaar is, en die aanvaardbaar is vanuit esthetisch en historisch oogpunt
en valt binnen de kaders van Welstand en Monumenten;
2. het project bijdraagt aan het vinden van een oplossing voor het aanbrengen
van zonnesystemen op andere monumentale panden, nu of in de toekomst.
Dit is geen hard criterium, omdat de bijdrage van één project aan een bredere
maatschappelijke ontwikkeling moeilijk te meten is. Amsterdam wil echter
duurzame koploper zijn, en daar hoort ook bij dat er ruimte wordt gemaakt
voor innovatie;
3. het project daarnaast input levert voor de periodieke herijking van de regels
conform de Zonvisie (zie het antwoord op vraag 3).
De beoogde planning: zie het antwoord op vraag 2.
De betrokken stakeholders zijn:
— De Groene Grachten;
— NV Stadsherstel;
— de gemeente Amsterdam (DRO, BMA, stadsdeel Centrum);
— Uuurders van Pakhuis de Zwijger (via Stadsherstel);
— Search.
5. Is het college van plan een vervolg te maken op het Amsterdamse
duurzaamheidsprogramma 2011-2014, en indien dat het geval is,
overeenkomstig het coalitieakkoord (blz. 27), de ambitie ten aanzien van lokale
zonne-energie uit de Zonvisie conform het initiatiefvoorstel van het voormalig
raadslid de heer Manuel en de resultaten van de ‘pilots’ op Pakhuis de Zwijger en
de Amstelkerk daarin aandacht te besteden aan het verduurzamen van
monumenten?
Antwoord:
Het College stelt eind dit jaar een Agenda Duurzaamheid vast. Het verduurzamen
van monumenten, deregulering en de ambitie van de Zonvisie zullen in deze
agenda worden meegenomen.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
5
X Gemeente Amsterdam R
% Gemeenteraad
Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 602
Datum akkoord 2 september 2014
Publicatiedatum 5 september 2014
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw A.M. Bosman
en de heer M.E. van den Heuvel van 5 augustus 2014 inzake zonnepanelen op
monumentale panden.
Aan de gemeenteraad
inleiding door vragenstellers.
Het college heeft de ambitie om in 2020 het aandeel duurzaam opgewekte energie
binnen Amsterdam met 20% te laten toenemen. Zonne-energie is een belangrijke
bron daarvoor. Eerder is de doelstelling vastgelegd om in 2020 160 MW zonnestroom
per jaar op te wekken binnen de gemeente Amsterdam. Voor 2040 is het streefcijfer
1000 MW. Zonne-energie is een belangrijke manier voor bewoners en ondernemers
om zelf voor hun elektriciteitsvoorziening te zorgen. Dat is goed voor het milieu,
de energierekening en de onafhankelijkheid van Amsterdam ten opzichte van
onberekenbare buitenlandse energieproducenten.
Amsterdam heeft naast de ruim 8500 rijks- en gemeentelijke monumenten, ook een
toenemend aantal beschermde stads- en dorpsgezichten. Het hele centrum van
Amsterdam is sinds 1999 beschermd stadsgezicht en de grachtengordel behoort
sinds 2010 tot het UNESCO werelderfgoed. De fractie van D66 vindt het belangrijk
dat deze historische waarde wordt beschermd zodat Amsterdammers en latere
generaties er nog volop van kunnen genieten en leren. De fractie van D66 kiest ook
voor een schone, groene en gezonde stad. Het is van belang dat de gemeente ruimte
geeft aan initiatieven die bijdragen aan nieuwe oplossingen van duurzaamheid,
waarbij we openstaan kijken voor het aanpassen van geldende (verouderde) regels
die verduurzaming in de weg staan, zonder dat de authenticiteit van monumenten
wordt aangetast.
Nu heeft de fractie van D66 begrepen dat de gemeente Amsterdam samen met
De Groene Grachten, Stadsherstel en Search een pilot is gestart om zonnepanelen te
plaatsen op de schuine kap van Pakhuis de Zwijger onder de naam: ‘Zon op de
Zwijger’. Het betreft een zogenaamd sheddak (‘zaagtandendak’), dat een zichtlocatie
is. Hieruit volgt waarschijnlijk een prijsvraag voor de aanbesteding die moet aantonen
welke partij het beste zonnepanelen op een monument kan plaatsen. Dit project is
benoemd als ‘pilot om uit te vinden of zonnepanelen op een monument passend zijn,
in relatie tot mogelijke technische gevolgen voor het dak door aanhechting van de
panelen of verstoring van het monumentale ‘daklandschap’ door het aangezicht van
zonnepanelen, omdat dat er nu eenmaal anders uitziet dan dat het daklandschap
eruit zag in de 17° eeuw.
1
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing op Gemeenteblad
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
Dit is niet het eerste monument met zonnepanelen. Sinds september 2013 liggen er
zonnepanelen op het (platte) dak van de Amstelkerk. Volgens de website van
Stadsherstel, die de energie van de zonnepanelen gebruikt voor het eigen kantoor dat
gevestigd is in dit rijksmonument, is de vergunning verleend nadat met foto's van een
proefopstelling was aangetoond dat het monument met deze ‘reversibele toepassing’
geen schade op zou lopen. Ook zijn er (slechts) een klein aantal grachtenpanden die
met trekken en sleuren een vergunning kregen om zonnepanelen op hun dak te
mogen plaatsen, om zodoende hun eigen elektriciteit op te kunnen wekken.
Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 5 augustus 2014, beiden namens
de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad
van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en
wethouders gericht:
1. Wat is het effect geweest van de — inmiddels afgeronde — pilot ‘Zon op de
Amstelkerk’ voor zonne-energie op andere monumenten met een plat dak en in
Amsterdam?
Antwoord:
Als onderdeel van het initiatief Groene Grachten, in 2012 gestart door Wubbo
Ockels en erop gericht om energiemaatregelen in monumentale panden te
promoten, is door Stadsherstel een viertal zonnepanelen aangebracht op de
Amstelkerk. Voor NV Stadsherstel betrof de Amstelkerk een eerste project waarin
zij zonnepanelen heeft aangebracht op een monumentaal pand. Deze panelen
zijn aangebracht op een plat dak en wel binnen de kaders van de Welstandsnota.
Leerdoel: uitvinden of het technisch mogelijk (ja) en rendabel is (nee, door de
lage elektriciteitsprijs die Stadsherstel betaalt omdat zij grootverbruiker is, en de
te betalen leges à 1050 euro).
Het effect is dat er nu 4 panelen liggen op dit monument, en dat Stadsherstel
inzicht heeft gekregen in de mogelijkheden (maatwerk) voor het aanbrengen van
zonnepanelen op monumenten en de business case daarvan.
Er zijn overigens meer (maar niet veel) voorbeelden van monumentale panden in
de stad waarop door bewoners reeds zonnepanelen zijn aangebracht. Hiervoor is
een vergunning nodig van het betreffende stadsdeel.
De betrokkenheid van de gemeente bij dit project van Stichting de Groene
Grachten en Stadsherstel was overigens beperkt. Bureau Monumenten en
Archeologie (BMA) en programmabureau Klimaat en Energie waren inhoudelijk
(advies, meedenken) betrokken bij het initiatief, het stadsdeel heeft de vergunning
afgegeven.
2
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing op Gemeenteblad R
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
2. Klopt het dat de gemeente Amsterdam (de Dienst Ruimtelijke Ordening en
het Bureau Monumenten & Archeologie) zich heeft aangesloten bij De Groene
Grachten, Stadsherstel, Stadsdeel Oost, Pakhuis de Zwijger en Search en bezig
is met de nieuwe pilot ‘Zon op de Zwijger’? Wat is de huidige status van dit project
en wat is de tijdsplanning van deze pilot (inclusief moment van afronding)?
Antwoord:
Ja. Genoemde partijen hebben gezamenlijk de pilot ‘Zon op de Zwijger’ in
voorbereiding. Dit project is geïnitieerd door De Groene Grachten. Het project
sluit aan bij de Amsterdamse Zonvisie ‘Burgers en Bedrijven gaan voor de zon!’
(zie ook het antwoord op vraag 3).
In dit project wordt onderzocht welke mogelijkheden ‘innovatieve
zonnetechnologie’ (bijvoorbeeld: andere type zonnecellen, kleur en
bevestigingstechnieken) biedt voor het aanbrengen van zonnepanelen op een
monumentaal dak, én hoe dit zich verhoudt tot de geldende regels.
Dit project onderscheidt zich van het eerdere project van Stadsherstel in de mate
van ‘innovativiteit van de technologie die gebruikt zal worden. In het eerste
project werd nog gebruik gemaakt van standaard zonnepanelen. In het nieuwe
project op de Zwijger gaat men op zoek naar de meest innovatieve zon-oplossing
voor dit monumentale pand.
Het project is als volgt opgebouwd:
1. allereerst wordt (op dit moment) de haalbaarheid onderzocht (technisch,
financieel, juridisch) voor het aanbrengen van zonnepanelen op Pakhuis de
Zwijger (eigendom NV Stadsherstel);
2. op basis van dit onderzoek zal NV Stadsherstel een beslissing nemen om
haar dak wel of niet ter beschikking te stellen;
3. indien zij akkoord gaat zal de markt in de vorm van een prijsvraag uitgedaagd
worden om met haar ‘beste’ systeem te komen;
4. het zonnesysteem van de beste inzending zal door Stadsherstel worden
uitgevoerd, onder voorbehoud van een positieve vergunningsbeschikking.
Volgens planning wordt de prijsvraag dit najaar bekend gemaakt (indien
Stadsherstel positief beslist; stap 2) en wordt het winnende systeem (beoordeling
door jury in november/december) begin 2015 geïnstalleerd.
De gemeente (BMA en Programmabureau Klimaat en Energie) is als adviseur bij
dit project betrokken. De Groene Grachten is project trekker. Uiteindelijke
installatie van het innovatieve zonnesysteem (als de prijsvraag daadwerkelijk
wordt uitgeschreven en er een goede inzending komt, die binnen de wettelijke
kaders past) wordt door Stadsherstel geregeld en gedekt. Stadsherstel vraagt
daar mogelijk financiering voor aan in de laatste tender van het Amsterdams
Investeringsfonds.
3
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing op Gemeenteblad R
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
3. Deelt het college de mening van de fractie van D66 over het belang van
verduurzaming en eventueel aanpassen van regels om nieuwe oplossingen van
duurzaamheid mogelijk te maken? Zo ja, welke leerpunten zijn/worden opgesteld
ten aanzien van de pilot voor het sheddak van Pakhuis de Zwijger? En welke
leerpunten waren opgesteld voor het platte dak van de Amstelkerk? Zo nee,
waarom niet en hoe denkt het college dan de ambitie zoals geformuleerd in de
Zonvisie 2013 te halen?
Antwoord:
Het College onderschrijft de mening van de fractie van D66 dat verduurzaming
van de bestaande stad van groot belang is en onderstreept dat in het
coalitieakkoord ‘Amsterdam is van iedereen’. Zij werkt o.a. aan de doelstelling dat
in 2020 20% meer duurzame energie wordt geproduceerd dan nu het geval is.
Zonne-energie in de bestaande stad draagt daar aan bij. Om dit te realiseren kan
het nodig zijn om bestaande regels aan te passen, of met het Rijk in gesprek te
gaan wanneer de bevoegdheid niet bij de gemeente ligt. Aanpassing van regels
kan bijvoorbeeld nodig zijn in de situatie waarin regels, maatschappelijke wensen,
en toegenomen mogelijkheden door nieuwe (technologische}oplossingen, niet
meer met elkaar in overeenstemming zijn. In het collegeprogramma is daarover
afgesproken dat “we de regels voor het duurzaam aanpassen van gebouwen
[gaan] versimpelen, bijvoorbeeld op het gebied van de teruglevering van energie
en het gezamenlijk gebruik van daken voor zonnepanelen”. Daarbij dient het
college uiteraard wel te opereren binnen de kaders van de landelijke wet- en
regelgeving.
Het College is daarnaast van mening dat de energietransitie alleen plaatsvindt als
duurzaamheidsprojecten schaal krijgen. Daarvoor is het van belang dat wordt
gewerkt aan opschaalbaarheid en kopieerbaarheid van oplossingen.
De leerpunten die de pilot ‘Zon op de Zwijger’ op zal leveren zijn:
— voorbeeldfunctie: onderzoeken en laten zien hoe een nieuwe
zonnetechnologie mogelijk is op een monumentaal dak, waar dat met
conventionele panelen niet haalbaar/wenselijk is;
— kennisontwikkeling (bij overheid en markt) ten aanzien van technische
mogelijkheden van zonne-energie;
— onderzoeken hoe het vigerende welstandskader zich verhoudt tot innovatieve
zon technologieën.
Deze leerpunten zijn vooraf besproken met de projectpartners. Voor het project
Amstelkerk waren geen leerpunten geformuleerd vanuit de gemeente, omdat de
betrokkenheid beperkt was.
Het pilotproject Zon op de Zwijger levert input voor het evalueren van de regels
en draagt bij aan de uitvoering van het deel van de Zonvisie dat daarover gaat.
In de Zonvisie zijn 8 programmalijnen opgenomen waarlangs de gemeente de
toepassing van zonne-energie door burgers en bedrijven stimuleert. In lijn 7
(activiteit # 21) is opgenomen dat regelgeving periodiek tegen het licht wordt
gehouden om te zien of deze (nog) in lijn is met de stand der techniek op het
gebied van o.a. zonnesystemen.
4
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing op Gemeenteblad
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
4. Onder welke criteria zou het college de resultaten van de pilot “Zon op de Zwijger’
als een succes beoordelen? Wanneer vindt die beoordeling plaats en welke
Amsterdamse stakeholders zijn hierbij betrokken?
Antwoord:
Het project ‘Zon op de Zwijger’ wordt als succes beschouwd als:
1. de prijsvraag een inzending oplevert die een goede technische oplossing
biedt voor dit specifieke monumentale dak. Een goede technische oplossing is
een oplossing die aansluit bij de eisen van de pandeigenaar (stadsherstel),
betaalbaar is, en die aanvaardbaar is vanuit esthetisch en historisch oogpunt
en valt binnen de kaders van Welstand en Monumenten;
2. het project bijdraagt aan het vinden van een oplossing voor het aanbrengen
van zonnesystemen op andere monumentale panden, nu of in de toekomst.
Dit is geen hard criterium, omdat de bijdrage van één project aan een bredere
maatschappelijke ontwikkeling moeilijk te meten is. Amsterdam wil echter
duurzame koploper zijn, en daar hoort ook bij dat er ruimte wordt gemaakt
voor innovatie;
3. het project daarnaast input levert voor de periodieke herijking van de regels
conform de Zonvisie (zie het antwoord op vraag 3).
De beoogde planning: zie het antwoord op vraag 2.
De betrokken stakeholders zijn:
— De Groene Grachten;
— NV Stadsherstel;
— de gemeente Amsterdam (DRO, BMA, stadsdeel Centrum);
— Uuurders van Pakhuis de Zwijger (via Stadsherstel);
— Search.
5. Is het college van plan een vervolg te maken op het Amsterdamse
duurzaamheidsprogramma 2011-2014, en indien dat het geval is,
overeenkomstig het coalitieakkoord (blz. 27), de ambitie ten aanzien van lokale
zonne-energie uit de Zonvisie conform het initiatiefvoorstel van het voormalig
raadslid de heer Manuel en de resultaten van de ‘pilots’ op Pakhuis de Zwijger en
de Amstelkerk daarin aandacht te besteden aan het verduurzamen van
monumenten?
Antwoord:
Het College stelt eind dit jaar een Agenda Duurzaamheid vast. Het verduurzamen
van monumenten, deregulering en de ambitie van de Zonvisie zullen in deze
agenda worden meegenomen.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
5
X Gemeente Amsterdam R
% Gemeenteraad
Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 602
Datum akkoord 2 september 2014
Publicatiedatum 5 september 2014
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw A.M. Bosman
en de heer M.E. van den Heuvel van 5 augustus 2014 inzake zonnepanelen op
monumentale panden.
Aan de gemeenteraad
inleiding door vragenstellers.
Het college heeft de ambitie om in 2020 het aandeel duurzaam opgewekte energie
binnen Amsterdam met 20% te laten toenemen. Zonne-energie is een belangrijke
bron daarvoor. Eerder is de doelstelling vastgelegd om in 2020 160 MW zonnestroom
per jaar op te wekken binnen de gemeente Amsterdam. Voor 2040 is het streefcijfer
1000 MW. Zonne-energie is een belangrijke manier voor bewoners en ondernemers
om zelf voor hun elektriciteitsvoorziening te zorgen. Dat is goed voor het milieu,
de energierekening en de onafhankelijkheid van Amsterdam ten opzichte van
onberekenbare buitenlandse energieproducenten.
Amsterdam heeft naast de ruim 8500 rijks- en gemeentelijke monumenten, ook een
toenemend aantal beschermde stads- en dorpsgezichten. Het hele centrum van
Amsterdam is sinds 1999 beschermd stadsgezicht en de grachtengordel behoort
sinds 2010 tot het UNESCO werelderfgoed. De fractie van D66 vindt het belangrijk
dat deze historische waarde wordt beschermd zodat Amsterdammers en latere
generaties er nog volop van kunnen genieten en leren. De fractie van D66 kiest ook
voor een schone, groene en gezonde stad. Het is van belang dat de gemeente ruimte
geeft aan initiatieven die bijdragen aan nieuwe oplossingen van duurzaamheid,
waarbij we openstaan kijken voor het aanpassen van geldende (verouderde) regels
die verduurzaming in de weg staan, zonder dat de authenticiteit van monumenten
wordt aangetast.
Nu heeft de fractie van D66 begrepen dat de gemeente Amsterdam samen met
De Groene Grachten, Stadsherstel en Search een pilot is gestart om zonnepanelen te
plaatsen op de schuine kap van Pakhuis de Zwijger onder de naam: ‘Zon op de
Zwijger’. Het betreft een zogenaamd sheddak (‘zaagtandendak’), dat een zichtlocatie
is. Hieruit volgt waarschijnlijk een prijsvraag voor de aanbesteding die moet aantonen
welke partij het beste zonnepanelen op een monument kan plaatsen. Dit project is
benoemd als ‘pilot om uit te vinden of zonnepanelen op een monument passend zijn,
in relatie tot mogelijke technische gevolgen voor het dak door aanhechting van de
panelen of verstoring van het monumentale ‘daklandschap’ door het aangezicht van
zonnepanelen, omdat dat er nu eenmaal anders uitziet dan dat het daklandschap
eruit zag in de 17° eeuw.
1
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing op Gemeenteblad
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
Dit is niet het eerste monument met zonnepanelen. Sinds september 2013 liggen er
zonnepanelen op het (platte) dak van de Amstelkerk. Volgens de website van
Stadsherstel, die de energie van de zonnepanelen gebruikt voor het eigen kantoor dat
gevestigd is in dit rijksmonument, is de vergunning verleend nadat met foto's van een
proefopstelling was aangetoond dat het monument met deze ‘reversibele toepassing’
geen schade op zou lopen. Ook zijn er (slechts) een klein aantal grachtenpanden die
met trekken en sleuren een vergunning kregen om zonnepanelen op hun dak te
mogen plaatsen, om zodoende hun eigen elektriciteit op te kunnen wekken.
Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 5 augustus 2014, beiden namens
de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad
van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en
wethouders gericht:
1. Wat is het effect geweest van de — inmiddels afgeronde — pilot ‘Zon op de
Amstelkerk’ voor zonne-energie op andere monumenten met een plat dak en in
Amsterdam?
Antwoord:
Als onderdeel van het initiatief Groene Grachten, in 2012 gestart door Wubbo
Ockels en erop gericht om energiemaatregelen in monumentale panden te
promoten, is door Stadsherstel een viertal zonnepanelen aangebracht op de
Amstelkerk. Voor NV Stadsherstel betrof de Amstelkerk een eerste project waarin
zij zonnepanelen heeft aangebracht op een monumentaal pand. Deze panelen
zijn aangebracht op een plat dak en wel binnen de kaders van de Welstandsnota.
Leerdoel: uitvinden of het technisch mogelijk (ja) en rendabel is (nee, door de
lage elektriciteitsprijs die Stadsherstel betaalt omdat zij grootverbruiker is, en de
te betalen leges à 1050 euro).
Het effect is dat er nu 4 panelen liggen op dit monument, en dat Stadsherstel
inzicht heeft gekregen in de mogelijkheden (maatwerk) voor het aanbrengen van
zonnepanelen op monumenten en de business case daarvan.
Er zijn overigens meer (maar niet veel) voorbeelden van monumentale panden in
de stad waarop door bewoners reeds zonnepanelen zijn aangebracht. Hiervoor is
een vergunning nodig van het betreffende stadsdeel.
De betrokkenheid van de gemeente bij dit project van Stichting de Groene
Grachten en Stadsherstel was overigens beperkt. Bureau Monumenten en
Archeologie (BMA) en programmabureau Klimaat en Energie waren inhoudelijk
(advies, meedenken) betrokken bij het initiatief, het stadsdeel heeft de vergunning
afgegeven.
2
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing op Gemeenteblad R
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
2. Klopt het dat de gemeente Amsterdam (de Dienst Ruimtelijke Ordening en
het Bureau Monumenten & Archeologie) zich heeft aangesloten bij De Groene
Grachten, Stadsherstel, Stadsdeel Oost, Pakhuis de Zwijger en Search en bezig
is met de nieuwe pilot ‘Zon op de Zwijger’? Wat is de huidige status van dit project
en wat is de tijdsplanning van deze pilot (inclusief moment van afronding)?
Antwoord:
Ja. Genoemde partijen hebben gezamenlijk de pilot ‘Zon op de Zwijger’ in
voorbereiding. Dit project is geïnitieerd door De Groene Grachten. Het project
sluit aan bij de Amsterdamse Zonvisie ‘Burgers en Bedrijven gaan voor de zon!’
(zie ook het antwoord op vraag 3).
In dit project wordt onderzocht welke mogelijkheden ‘innovatieve
zonnetechnologie’ (bijvoorbeeld: andere type zonnecellen, kleur en
bevestigingstechnieken) biedt voor het aanbrengen van zonnepanelen op een
monumentaal dak, én hoe dit zich verhoudt tot de geldende regels.
Dit project onderscheidt zich van het eerdere project van Stadsherstel in de mate
van ‘innovativiteit van de technologie die gebruikt zal worden. In het eerste
project werd nog gebruik gemaakt van standaard zonnepanelen. In het nieuwe
project op de Zwijger gaat men op zoek naar de meest innovatieve zon-oplossing
voor dit monumentale pand.
Het project is als volgt opgebouwd:
1. allereerst wordt (op dit moment) de haalbaarheid onderzocht (technisch,
financieel, juridisch) voor het aanbrengen van zonnepanelen op Pakhuis de
Zwijger (eigendom NV Stadsherstel);
2. op basis van dit onderzoek zal NV Stadsherstel een beslissing nemen om
haar dak wel of niet ter beschikking te stellen;
3. indien zij akkoord gaat zal de markt in de vorm van een prijsvraag uitgedaagd
worden om met haar ‘beste’ systeem te komen;
4. het zonnesysteem van de beste inzending zal door Stadsherstel worden
uitgevoerd, onder voorbehoud van een positieve vergunningsbeschikking.
Volgens planning wordt de prijsvraag dit najaar bekend gemaakt (indien
Stadsherstel positief beslist; stap 2) en wordt het winnende systeem (beoordeling
door jury in november/december) begin 2015 geïnstalleerd.
De gemeente (BMA en Programmabureau Klimaat en Energie) is als adviseur bij
dit project betrokken. De Groene Grachten is project trekker. Uiteindelijke
installatie van het innovatieve zonnesysteem (als de prijsvraag daadwerkelijk
wordt uitgeschreven en er een goede inzending komt, die binnen de wettelijke
kaders past) wordt door Stadsherstel geregeld en gedekt. Stadsherstel vraagt
daar mogelijk financiering voor aan in de laatste tender van het Amsterdams
Investeringsfonds.
3
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing op Gemeenteblad R
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
3. Deelt het college de mening van de fractie van D66 over het belang van
verduurzaming en eventueel aanpassen van regels om nieuwe oplossingen van
duurzaamheid mogelijk te maken? Zo ja, welke leerpunten zijn/worden opgesteld
ten aanzien van de pilot voor het sheddak van Pakhuis de Zwijger? En welke
leerpunten waren opgesteld voor het platte dak van de Amstelkerk? Zo nee,
waarom niet en hoe denkt het college dan de ambitie zoals geformuleerd in de
Zonvisie 2013 te halen?
Antwoord:
Het College onderschrijft de mening van de fractie van D66 dat verduurzaming
van de bestaande stad van groot belang is en onderstreept dat in het
coalitieakkoord ‘Amsterdam is van iedereen’. Zij werkt o.a. aan de doelstelling dat
in 2020 20% meer duurzame energie wordt geproduceerd dan nu het geval is.
Zonne-energie in de bestaande stad draagt daar aan bij. Om dit te realiseren kan
het nodig zijn om bestaande regels aan te passen, of met het Rijk in gesprek te
gaan wanneer de bevoegdheid niet bij de gemeente ligt. Aanpassing van regels
kan bijvoorbeeld nodig zijn in de situatie waarin regels, maatschappelijke wensen,
en toegenomen mogelijkheden door nieuwe (technologische}oplossingen, niet
meer met elkaar in overeenstemming zijn. In het collegeprogramma is daarover
afgesproken dat “we de regels voor het duurzaam aanpassen van gebouwen
[gaan] versimpelen, bijvoorbeeld op het gebied van de teruglevering van energie
en het gezamenlijk gebruik van daken voor zonnepanelen”. Daarbij dient het
college uiteraard wel te opereren binnen de kaders van de landelijke wet- en
regelgeving.
Het College is daarnaast van mening dat de energietransitie alleen plaatsvindt als
duurzaamheidsprojecten schaal krijgen. Daarvoor is het van belang dat wordt
gewerkt aan opschaalbaarheid en kopieerbaarheid van oplossingen.
De leerpunten die de pilot ‘Zon op de Zwijger’ op zal leveren zijn:
— voorbeeldfunctie: onderzoeken en laten zien hoe een nieuwe
zonnetechnologie mogelijk is op een monumentaal dak, waar dat met
conventionele panelen niet haalbaar/wenselijk is;
— kennisontwikkeling (bij overheid en markt) ten aanzien van technische
mogelijkheden van zonne-energie;
— onderzoeken hoe het vigerende welstandskader zich verhoudt tot innovatieve
zon technologieën.
Deze leerpunten zijn vooraf besproken met de projectpartners. Voor het project
Amstelkerk waren geen leerpunten geformuleerd vanuit de gemeente, omdat de
betrokkenheid beperkt was.
Het pilotproject Zon op de Zwijger levert input voor het evalueren van de regels
en draagt bij aan de uitvoering van het deel van de Zonvisie dat daarover gaat.
In de Zonvisie zijn 8 programmalijnen opgenomen waarlangs de gemeente de
toepassing van zonne-energie door burgers en bedrijven stimuleert. In lijn 7
(activiteit # 21) is opgenomen dat regelgeving periodiek tegen het licht wordt
gehouden om te zien of deze (nog) in lijn is met de stand der techniek op het
gebied van o.a. zonnesystemen.
4
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing op Gemeenteblad
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
4. Onder welke criteria zou het college de resultaten van de pilot “Zon op de Zwijger’
als een succes beoordelen? Wanneer vindt die beoordeling plaats en welke
Amsterdamse stakeholders zijn hierbij betrokken?
Antwoord:
Het project ‘Zon op de Zwijger’ wordt als succes beschouwd als:
1. de prijsvraag een inzending oplevert die een goede technische oplossing
biedt voor dit specifieke monumentale dak. Een goede technische oplossing is
een oplossing die aansluit bij de eisen van de pandeigenaar (stadsherstel),
betaalbaar is, en die aanvaardbaar is vanuit esthetisch en historisch oogpunt
en valt binnen de kaders van Welstand en Monumenten;
2. het project bijdraagt aan het vinden van een oplossing voor het aanbrengen
van zonnesystemen op andere monumentale panden, nu of in de toekomst.
Dit is geen hard criterium, omdat de bijdrage van één project aan een bredere
maatschappelijke ontwikkeling moeilijk te meten is. Amsterdam wil echter
duurzame koploper zijn, en daar hoort ook bij dat er ruimte wordt gemaakt
voor innovatie;
3. het project daarnaast input levert voor de periodieke herijking van de regels
conform de Zonvisie (zie het antwoord op vraag 3).
De beoogde planning: zie het antwoord op vraag 2.
De betrokken stakeholders zijn:
— De Groene Grachten;
— NV Stadsherstel;
— de gemeente Amsterdam (DRO, BMA, stadsdeel Centrum);
— Uuurders van Pakhuis de Zwijger (via Stadsherstel);
— Search.
5. Is het college van plan een vervolg te maken op het Amsterdamse
duurzaamheidsprogramma 2011-2014, en indien dat het geval is,
overeenkomstig het coalitieakkoord (blz. 27), de ambitie ten aanzien van lokale
zonne-energie uit de Zonvisie conform het initiatiefvoorstel van het voormalig
raadslid de heer Manuel en de resultaten van de ‘pilots’ op Pakhuis de Zwijger en
de Amstelkerk daarin aandacht te besteden aan het verduurzamen van
monumenten?
Antwoord:
Het College stelt eind dit jaar een Agenda Duurzaamheid vast. Het verduurzamen
van monumenten, deregulering en de ambitie van de Zonvisie zullen in deze
agenda worden meegenomen.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
5
X Gemeente Amsterdam R
% Gemeenteraad
Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 602
Datum akkoord 2 september 2014
Publicatiedatum 5 september 2014
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw A.M. Bosman
en de heer M.E. van den Heuvel van 5 augustus 2014 inzake zonnepanelen op
monumentale panden.
Aan de gemeenteraad
inleiding door vragenstellers.
Het college heeft de ambitie om in 2020 het aandeel duurzaam opgewekte energie
binnen Amsterdam met 20% te laten toenemen. Zonne-energie is een belangrijke
bron daarvoor. Eerder is de doelstelling vastgelegd om in 2020 160 MW zonnestroom
per jaar op te wekken binnen de gemeente Amsterdam. Voor 2040 is het streefcijfer
1000 MW. Zonne-energie is een belangrijke manier voor bewoners en ondernemers
om zelf voor hun elektriciteitsvoorziening te zorgen. Dat is goed voor het milieu,
de energierekening en de onafhankelijkheid van Amsterdam ten opzichte van
onberekenbare buitenlandse energieproducenten.
Amsterdam heeft naast de ruim 8500 rijks- en gemeentelijke monumenten, ook een
toenemend aantal beschermde stads- en dorpsgezichten. Het hele centrum van
Amsterdam is sinds 1999 beschermd stadsgezicht en de grachtengordel behoort
sinds 2010 tot het UNESCO werelderfgoed. De fractie van D66 vindt het belangrijk
dat deze historische waarde wordt beschermd zodat Amsterdammers en latere
generaties er nog volop van kunnen genieten en leren. De fractie van D66 kiest ook
voor een schone, groene en gezonde stad. Het is van belang dat de gemeente ruimte
geeft aan initiatieven die bijdragen aan nieuwe oplossingen van duurzaamheid,
waarbij we openstaan kijken voor het aanpassen van geldende (verouderde) regels
die verduurzaming in de weg staan, zonder dat de authenticiteit van monumenten
wordt aangetast.
Nu heeft de fractie van D66 begrepen dat de gemeente Amsterdam samen met
De Groene Grachten, Stadsherstel en Search een pilot is gestart om zonnepanelen te
plaatsen op de schuine kap van Pakhuis de Zwijger onder de naam: ‘Zon op de
Zwijger’. Het betreft een zogenaamd sheddak (‘zaagtandendak’), dat een zichtlocatie
is. Hieruit volgt waarschijnlijk een prijsvraag voor de aanbesteding die moet aantonen
welke partij het beste zonnepanelen op een monument kan plaatsen. Dit project is
benoemd als ‘pilot om uit te vinden of zonnepanelen op een monument passend zijn,
in relatie tot mogelijke technische gevolgen voor het dak door aanhechting van de
panelen of verstoring van het monumentale ‘daklandschap’ door het aangezicht van
zonnepanelen, omdat dat er nu eenmaal anders uitziet dan dat het daklandschap
eruit zag in de 17° eeuw.
1
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing op Gemeenteblad
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
Dit is niet het eerste monument met zonnepanelen. Sinds september 2013 liggen er
zonnepanelen op het (platte) dak van de Amstelkerk. Volgens de website van
Stadsherstel, die de energie van de zonnepanelen gebruikt voor het eigen kantoor dat
gevestigd is in dit rijksmonument, is de vergunning verleend nadat met foto's van een
proefopstelling was aangetoond dat het monument met deze ‘reversibele toepassing’
geen schade op zou lopen. Ook zijn er (slechts) een klein aantal grachtenpanden die
met trekken en sleuren een vergunning kregen om zonnepanelen op hun dak te
mogen plaatsen, om zodoende hun eigen elektriciteit op te kunnen wekken.
Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 5 augustus 2014, beiden namens
de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad
van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en
wethouders gericht:
1. Wat is het effect geweest van de — inmiddels afgeronde — pilot ‘Zon op de
Amstelkerk’ voor zonne-energie op andere monumenten met een plat dak en in
Amsterdam?
Antwoord:
Als onderdeel van het initiatief Groene Grachten, in 2012 gestart door Wubbo
Ockels en erop gericht om energiemaatregelen in monumentale panden te
promoten, is door Stadsherstel een viertal zonnepanelen aangebracht op de
Amstelkerk. Voor NV Stadsherstel betrof de Amstelkerk een eerste project waarin
zij zonnepanelen heeft aangebracht op een monumentaal pand. Deze panelen
zijn aangebracht op een plat dak en wel binnen de kaders van de Welstandsnota.
Leerdoel: uitvinden of het technisch mogelijk (ja) en rendabel is (nee, door de
lage elektriciteitsprijs die Stadsherstel betaalt omdat zij grootverbruiker is, en de
te betalen leges à 1050 euro).
Het effect is dat er nu 4 panelen liggen op dit monument, en dat Stadsherstel
inzicht heeft gekregen in de mogelijkheden (maatwerk) voor het aanbrengen van
zonnepanelen op monumenten en de business case daarvan.
Er zijn overigens meer (maar niet veel) voorbeelden van monumentale panden in
de stad waarop door bewoners reeds zonnepanelen zijn aangebracht. Hiervoor is
een vergunning nodig van het betreffende stadsdeel.
De betrokkenheid van de gemeente bij dit project van Stichting de Groene
Grachten en Stadsherstel was overigens beperkt. Bureau Monumenten en
Archeologie (BMA) en programmabureau Klimaat en Energie waren inhoudelijk
(advies, meedenken) betrokken bij het initiatief, het stadsdeel heeft de vergunning
afgegeven.
2
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing op Gemeenteblad R
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
2. Klopt het dat de gemeente Amsterdam (de Dienst Ruimtelijke Ordening en
het Bureau Monumenten & Archeologie) zich heeft aangesloten bij De Groene
Grachten, Stadsherstel, Stadsdeel Oost, Pakhuis de Zwijger en Search en bezig
is met de nieuwe pilot ‘Zon op de Zwijger’? Wat is de huidige status van dit project
en wat is de tijdsplanning van deze pilot (inclusief moment van afronding)?
Antwoord:
Ja. Genoemde partijen hebben gezamenlijk de pilot ‘Zon op de Zwijger’ in
voorbereiding. Dit project is geïnitieerd door De Groene Grachten. Het project
sluit aan bij de Amsterdamse Zonvisie ‘Burgers en Bedrijven gaan voor de zon!’
(zie ook het antwoord op vraag 3).
In dit project wordt onderzocht welke mogelijkheden ‘innovatieve
zonnetechnologie’ (bijvoorbeeld: andere type zonnecellen, kleur en
bevestigingstechnieken) biedt voor het aanbrengen van zonnepanelen op een
monumentaal dak, én hoe dit zich verhoudt tot de geldende regels.
Dit project onderscheidt zich van het eerdere project van Stadsherstel in de mate
van ‘innovativiteit van de technologie die gebruikt zal worden. In het eerste
project werd nog gebruik gemaakt van standaard zonnepanelen. In het nieuwe
project op de Zwijger gaat men op zoek naar de meest innovatieve zon-oplossing
voor dit monumentale pand.
Het project is als volgt opgebouwd:
1. allereerst wordt (op dit moment) de haalbaarheid onderzocht (technisch,
financieel, juridisch) voor het aanbrengen van zonnepanelen op Pakhuis de
Zwijger (eigendom NV Stadsherstel);
2. op basis van dit onderzoek zal NV Stadsherstel een beslissing nemen om
haar dak wel of niet ter beschikking te stellen;
3. indien zij akkoord gaat zal de markt in de vorm van een prijsvraag uitgedaagd
worden om met haar ‘beste’ systeem te komen;
4. het zonnesysteem van de beste inzending zal door Stadsherstel worden
uitgevoerd, onder voorbehoud van een positieve vergunningsbeschikking.
Volgens planning wordt de prijsvraag dit najaar bekend gemaakt (indien
Stadsherstel positief beslist; stap 2) en wordt het winnende systeem (beoordeling
door jury in november/december) begin 2015 geïnstalleerd.
De gemeente (BMA en Programmabureau Klimaat en Energie) is als adviseur bij
dit project betrokken. De Groene Grachten is project trekker. Uiteindelijke
installatie van het innovatieve zonnesysteem (als de prijsvraag daadwerkelijk
wordt uitgeschreven en er een goede inzending komt, die binnen de wettelijke
kaders past) wordt door Stadsherstel geregeld en gedekt. Stadsherstel vraagt
daar mogelijk financiering voor aan in de laatste tender van het Amsterdams
Investeringsfonds.
3
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing op Gemeenteblad R
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
3. Deelt het college de mening van de fractie van D66 over het belang van
verduurzaming en eventueel aanpassen van regels om nieuwe oplossingen van
duurzaamheid mogelijk te maken? Zo ja, welke leerpunten zijn/worden opgesteld
ten aanzien van de pilot voor het sheddak van Pakhuis de Zwijger? En welke
leerpunten waren opgesteld voor het platte dak van de Amstelkerk? Zo nee,
waarom niet en hoe denkt het college dan de ambitie zoals geformuleerd in de
Zonvisie 2013 te halen?
Antwoord:
Het College onderschrijft de mening van de fractie van D66 dat verduurzaming
van de bestaande stad van groot belang is en onderstreept dat in het
coalitieakkoord ‘Amsterdam is van iedereen’. Zij werkt o.a. aan de doelstelling dat
in 2020 20% meer duurzame energie wordt geproduceerd dan nu het geval is.
Zonne-energie in de bestaande stad draagt daar aan bij. Om dit te realiseren kan
het nodig zijn om bestaande regels aan te passen, of met het Rijk in gesprek te
gaan wanneer de bevoegdheid niet bij de gemeente ligt. Aanpassing van regels
kan bijvoorbeeld nodig zijn in de situatie waarin regels, maatschappelijke wensen,
en toegenomen mogelijkheden door nieuwe (technologische}oplossingen, niet
meer met elkaar in overeenstemming zijn. In het collegeprogramma is daarover
afgesproken dat “we de regels voor het duurzaam aanpassen van gebouwen
[gaan] versimpelen, bijvoorbeeld op het gebied van de teruglevering van energie
en het gezamenlijk gebruik van daken voor zonnepanelen”. Daarbij dient het
college uiteraard wel te opereren binnen de kaders van de landelijke wet- en
regelgeving.
Het College is daarnaast van mening dat de energietransitie alleen plaatsvindt als
duurzaamheidsprojecten schaal krijgen. Daarvoor is het van belang dat wordt
gewerkt aan opschaalbaarheid en kopieerbaarheid van oplossingen.
De leerpunten die de pilot ‘Zon op de Zwijger’ op zal leveren zijn:
— voorbeeldfunctie: onderzoeken en laten zien hoe een nieuwe
zonnetechnologie mogelijk is op een monumentaal dak, waar dat met
conventionele panelen niet haalbaar/wenselijk is;
— kennisontwikkeling (bij overheid en markt) ten aanzien van technische
mogelijkheden van zonne-energie;
— onderzoeken hoe het vigerende welstandskader zich verhoudt tot innovatieve
zon technologieën.
Deze leerpunten zijn vooraf besproken met de projectpartners. Voor het project
Amstelkerk waren geen leerpunten geformuleerd vanuit de gemeente, omdat de
betrokkenheid beperkt was.
Het pilotproject Zon op de Zwijger levert input voor het evalueren van de regels
en draagt bij aan de uitvoering van het deel van de Zonvisie dat daarover gaat.
In de Zonvisie zijn 8 programmalijnen opgenomen waarlangs de gemeente de
toepassing van zonne-energie door burgers en bedrijven stimuleert. In lijn 7
(activiteit # 21) is opgenomen dat regelgeving periodiek tegen het licht wordt
gehouden om te zien of deze (nog) in lijn is met de stand der techniek op het
gebied van o.a. zonnesystemen.
4
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing op Gemeenteblad
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
4. Onder welke criteria zou het college de resultaten van de pilot “Zon op de Zwijger’
als een succes beoordelen? Wanneer vindt die beoordeling plaats en welke
Amsterdamse stakeholders zijn hierbij betrokken?
Antwoord:
Het project ‘Zon op de Zwijger’ wordt als succes beschouwd als:
1. de prijsvraag een inzending oplevert die een goede technische oplossing
biedt voor dit specifieke monumentale dak. Een goede technische oplossing is
een oplossing die aansluit bij de eisen van de pandeigenaar (stadsherstel),
betaalbaar is, en die aanvaardbaar is vanuit esthetisch en historisch oogpunt
en valt binnen de kaders van Welstand en Monumenten;
2. het project bijdraagt aan het vinden van een oplossing voor het aanbrengen
van zonnesystemen op andere monumentale panden, nu of in de toekomst.
Dit is geen hard criterium, omdat de bijdrage van één project aan een bredere
maatschappelijke ontwikkeling moeilijk te meten is. Amsterdam wil echter
duurzame koploper zijn, en daar hoort ook bij dat er ruimte wordt gemaakt
voor innovatie;
3. het project daarnaast input levert voor de periodieke herijking van de regels
conform de Zonvisie (zie het antwoord op vraag 3).
De beoogde planning: zie het antwoord op vraag 2.
De betrokken stakeholders zijn:
— De Groene Grachten;
— NV Stadsherstel;
— de gemeente Amsterdam (DRO, BMA, stadsdeel Centrum);
— Uuurders van Pakhuis de Zwijger (via Stadsherstel);
— Search.
5. Is het college van plan een vervolg te maken op het Amsterdamse
duurzaamheidsprogramma 2011-2014, en indien dat het geval is,
overeenkomstig het coalitieakkoord (blz. 27), de ambitie ten aanzien van lokale
zonne-energie uit de Zonvisie conform het initiatiefvoorstel van het voormalig
raadslid de heer Manuel en de resultaten van de ‘pilots’ op Pakhuis de Zwijger en
de Amstelkerk daarin aandacht te besteden aan het verduurzamen van
monumenten?
Antwoord:
Het College stelt eind dit jaar een Agenda Duurzaamheid vast. Het verduurzamen
van monumenten, deregulering en de ambitie van de Zonvisie zullen in deze
agenda worden meegenomen.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
5
X Gemeente Amsterdam R
% Gemeenteraad
Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 602
Datum akkoord 2 september 2014
Publicatiedatum 5 september 2014
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw A.M. Bosman
en de heer M.E. van den Heuvel van 5 augustus 2014 inzake zonnepanelen op
monumentale panden.
Aan de gemeenteraad
inleiding door vragenstellers.
Het college heeft de ambitie om in 2020 het aandeel duurzaam opgewekte energie
binnen Amsterdam met 20% te laten toenemen. Zonne-energie is een belangrijke
bron daarvoor. Eerder is de doelstelling vastgelegd om in 2020 160 MW zonnestroom
per jaar op te wekken binnen de gemeente Amsterdam. Voor 2040 is het streefcijfer
1000 MW. Zonne-energie is een belangrijke manier voor bewoners en ondernemers
om zelf voor hun elektriciteitsvoorziening te zorgen. Dat is goed voor het milieu,
de energierekening en de onafhankelijkheid van Amsterdam ten opzichte van
onberekenbare buitenlandse energieproducenten.
Amsterdam heeft naast de ruim 8500 rijks- en gemeentelijke monumenten, ook een
toenemend aantal beschermde stads- en dorpsgezichten. Het hele centrum van
Amsterdam is sinds 1999 beschermd stadsgezicht en de grachtengordel behoort
sinds 2010 tot het UNESCO werelderfgoed. De fractie van D66 vindt het belangrijk
dat deze historische waarde wordt beschermd zodat Amsterdammers en latere
generaties er nog volop van kunnen genieten en leren. De fractie van D66 kiest ook
voor een schone, groene en gezonde stad. Het is van belang dat de gemeente ruimte
geeft aan initiatieven die bijdragen aan nieuwe oplossingen van duurzaamheid,
waarbij we openstaan kijken voor het aanpassen van geldende (verouderde) regels
die verduurzaming in de weg staan, zonder dat de authenticiteit van monumenten
wordt aangetast.
Nu heeft de fractie van D66 begrepen dat de gemeente Amsterdam samen met
De Groene Grachten, Stadsherstel en Search een pilot is gestart om zonnepanelen te
plaatsen op de schuine kap van Pakhuis de Zwijger onder de naam: ‘Zon op de
Zwijger’. Het betreft een zogenaamd sheddak (‘zaagtandendak’), dat een zichtlocatie
is. Hieruit volgt waarschijnlijk een prijsvraag voor de aanbesteding die moet aantonen
welke partij het beste zonnepanelen op een monument kan plaatsen. Dit project is
benoemd als ‘pilot om uit te vinden of zonnepanelen op een monument passend zijn,
in relatie tot mogelijke technische gevolgen voor het dak door aanhechting van de
panelen of verstoring van het monumentale ‘daklandschap’ door het aangezicht van
zonnepanelen, omdat dat er nu eenmaal anders uitziet dan dat het daklandschap
eruit zag in de 17° eeuw.
1
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing op Gemeenteblad
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
Dit is niet het eerste monument met zonnepanelen. Sinds september 2013 liggen er
zonnepanelen op het (platte) dak van de Amstelkerk. Volgens de website van
Stadsherstel, die de energie van de zonnepanelen gebruikt voor het eigen kantoor dat
gevestigd is in dit rijksmonument, is de vergunning verleend nadat met foto's van een
proefopstelling was aangetoond dat het monument met deze ‘reversibele toepassing’
geen schade op zou lopen. Ook zijn er (slechts) een klein aantal grachtenpanden die
met trekken en sleuren een vergunning kregen om zonnepanelen op hun dak te
mogen plaatsen, om zodoende hun eigen elektriciteit op te kunnen wekken.
Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 5 augustus 2014, beiden namens
de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad
van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en
wethouders gericht:
1. Wat is het effect geweest van de — inmiddels afgeronde — pilot ‘Zon op de
Amstelkerk’ voor zonne-energie op andere monumenten met een plat dak en in
Amsterdam?
Antwoord:
Als onderdeel van het initiatief Groene Grachten, in 2012 gestart door Wubbo
Ockels en erop gericht om energiemaatregelen in monumentale panden te
promoten, is door Stadsherstel een viertal zonnepanelen aangebracht op de
Amstelkerk. Voor NV Stadsherstel betrof de Amstelkerk een eerste project waarin
zij zonnepanelen heeft aangebracht op een monumentaal pand. Deze panelen
zijn aangebracht op een plat dak en wel binnen de kaders van de Welstandsnota.
Leerdoel: uitvinden of het technisch mogelijk (ja) en rendabel is (nee, door de
lage elektriciteitsprijs die Stadsherstel betaalt omdat zij grootverbruiker is, en de
te betalen leges à 1050 euro).
Het effect is dat er nu 4 panelen liggen op dit monument, en dat Stadsherstel
inzicht heeft gekregen in de mogelijkheden (maatwerk) voor het aanbrengen van
zonnepanelen op monumenten en de business case daarvan.
Er zijn overigens meer (maar niet veel) voorbeelden van monumentale panden in
de stad waarop door bewoners reeds zonnepanelen zijn aangebracht. Hiervoor is
een vergunning nodig van het betreffende stadsdeel.
De betrokkenheid van de gemeente bij dit project van Stichting de Groene
Grachten en Stadsherstel was overigens beperkt. Bureau Monumenten en
Archeologie (BMA) en programmabureau Klimaat en Energie waren inhoudelijk
(advies, meedenken) betrokken bij het initiatief, het stadsdeel heeft de vergunning
afgegeven.
2
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing op Gemeenteblad R
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
2. Klopt het dat de gemeente Amsterdam (de Dienst Ruimtelijke Ordening en
het Bureau Monumenten & Archeologie) zich heeft aangesloten bij De Groene
Grachten, Stadsherstel, Stadsdeel Oost, Pakhuis de Zwijger en Search en bezig
is met de nieuwe pilot ‘Zon op de Zwijger’? Wat is de huidige status van dit project
en wat is de tijdsplanning van deze pilot (inclusief moment van afronding)?
Antwoord:
Ja. Genoemde partijen hebben gezamenlijk de pilot ‘Zon op de Zwijger’ in
voorbereiding. Dit project is geïnitieerd door De Groene Grachten. Het project
sluit aan bij de Amsterdamse Zonvisie ‘Burgers en Bedrijven gaan voor de zon!’
(zie ook het antwoord op vraag 3).
In dit project wordt onderzocht welke mogelijkheden ‘innovatieve
zonnetechnologie’ (bijvoorbeeld: andere type zonnecellen, kleur en
bevestigingstechnieken) biedt voor het aanbrengen van zonnepanelen op een
monumentaal dak, én hoe dit zich verhoudt tot de geldende regels.
Dit project onderscheidt zich van het eerdere project van Stadsherstel in de mate
van ‘innovativiteit van de technologie die gebruikt zal worden. In het eerste
project werd nog gebruik gemaakt van standaard zonnepanelen. In het nieuwe
project op de Zwijger gaat men op zoek naar de meest innovatieve zon-oplossing
voor dit monumentale pand.
Het project is als volgt opgebouwd:
1. allereerst wordt (op dit moment) de haalbaarheid onderzocht (technisch,
financieel, juridisch) voor het aanbrengen van zonnepanelen op Pakhuis de
Zwijger (eigendom NV Stadsherstel);
2. op basis van dit onderzoek zal NV Stadsherstel een beslissing nemen om
haar dak wel of niet ter beschikking te stellen;
3. indien zij akkoord gaat zal de markt in de vorm van een prijsvraag uitgedaagd
worden om met haar ‘beste’ systeem te komen;
4. het zonnesysteem van de beste inzending zal door Stadsherstel worden
uitgevoerd, onder voorbehoud van een positieve vergunningsbeschikking.
Volgens planning wordt de prijsvraag dit najaar bekend gemaakt (indien
Stadsherstel positief beslist; stap 2) en wordt het winnende systeem (beoordeling
door jury in november/december) begin 2015 geïnstalleerd.
De gemeente (BMA en Programmabureau Klimaat en Energie) is als adviseur bij
dit project betrokken. De Groene Grachten is project trekker. Uiteindelijke
installatie van het innovatieve zonnesysteem (als de prijsvraag daadwerkelijk
wordt uitgeschreven en er een goede inzending komt, die binnen de wettelijke
kaders past) wordt door Stadsherstel geregeld en gedekt. Stadsherstel vraagt
daar mogelijk financiering voor aan in de laatste tender van het Amsterdams
Investeringsfonds.
3
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing op Gemeenteblad R
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
3. Deelt het college de mening van de fractie van D66 over het belang van
verduurzaming en eventueel aanpassen van regels om nieuwe oplossingen van
duurzaamheid mogelijk te maken? Zo ja, welke leerpunten zijn/worden opgesteld
ten aanzien van de pilot voor het sheddak van Pakhuis de Zwijger? En welke
leerpunten waren opgesteld voor het platte dak van de Amstelkerk? Zo nee,
waarom niet en hoe denkt het college dan de ambitie zoals geformuleerd in de
Zonvisie 2013 te halen?
Antwoord:
Het College onderschrijft de mening van de fractie van D66 dat verduurzaming
van de bestaande stad van groot belang is en onderstreept dat in het
coalitieakkoord ‘Amsterdam is van iedereen’. Zij werkt o.a. aan de doelstelling dat
in 2020 20% meer duurzame energie wordt geproduceerd dan nu het geval is.
Zonne-energie in de bestaande stad draagt daar aan bij. Om dit te realiseren kan
het nodig zijn om bestaande regels aan te passen, of met het Rijk in gesprek te
gaan wanneer de bevoegdheid niet bij de gemeente ligt. Aanpassing van regels
kan bijvoorbeeld nodig zijn in de situatie waarin regels, maatschappelijke wensen,
en toegenomen mogelijkheden door nieuwe (technologische}oplossingen, niet
meer met elkaar in overeenstemming zijn. In het collegeprogramma is daarover
afgesproken dat “we de regels voor het duurzaam aanpassen van gebouwen
[gaan] versimpelen, bijvoorbeeld op het gebied van de teruglevering van energie
en het gezamenlijk gebruik van daken voor zonnepanelen”. Daarbij dient het
college uiteraard wel te opereren binnen de kaders van de landelijke wet- en
regelgeving.
Het College is daarnaast van mening dat de energietransitie alleen plaatsvindt als
duurzaamheidsprojecten schaal krijgen. Daarvoor is het van belang dat wordt
gewerkt aan opschaalbaarheid en kopieerbaarheid van oplossingen.
De leerpunten die de pilot ‘Zon op de Zwijger’ op zal leveren zijn:
— voorbeeldfunctie: onderzoeken en laten zien hoe een nieuwe
zonnetechnologie mogelijk is op een monumentaal dak, waar dat met
conventionele panelen niet haalbaar/wenselijk is;
— kennisontwikkeling (bij overheid en markt) ten aanzien van technische
mogelijkheden van zonne-energie;
— onderzoeken hoe het vigerende welstandskader zich verhoudt tot innovatieve
zon technologieën.
Deze leerpunten zijn vooraf besproken met de projectpartners. Voor het project
Amstelkerk waren geen leerpunten geformuleerd vanuit de gemeente, omdat de
betrokkenheid beperkt was.
Het pilotproject Zon op de Zwijger levert input voor het evalueren van de regels
en draagt bij aan de uitvoering van het deel van de Zonvisie dat daarover gaat.
In de Zonvisie zijn 8 programmalijnen opgenomen waarlangs de gemeente de
toepassing van zonne-energie door burgers en bedrijven stimuleert. In lijn 7
(activiteit # 21) is opgenomen dat regelgeving periodiek tegen het licht wordt
gehouden om te zien of deze (nog) in lijn is met de stand der techniek op het
gebied van o.a. zonnesystemen.
4
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing op Gemeenteblad
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
4. Onder welke criteria zou het college de resultaten van de pilot “Zon op de Zwijger’
als een succes beoordelen? Wanneer vindt die beoordeling plaats en welke
Amsterdamse stakeholders zijn hierbij betrokken?
Antwoord:
Het project ‘Zon op de Zwijger’ wordt als succes beschouwd als:
1. de prijsvraag een inzending oplevert die een goede technische oplossing
biedt voor dit specifieke monumentale dak. Een goede technische oplossing is
een oplossing die aansluit bij de eisen van de pandeigenaar (stadsherstel),
betaalbaar is, en die aanvaardbaar is vanuit esthetisch en historisch oogpunt
en valt binnen de kaders van Welstand en Monumenten;
2. het project bijdraagt aan het vinden van een oplossing voor het aanbrengen
van zonnesystemen op andere monumentale panden, nu of in de toekomst.
Dit is geen hard criterium, omdat de bijdrage van één project aan een bredere
maatschappelijke ontwikkeling moeilijk te meten is. Amsterdam wil echter
duurzame koploper zijn, en daar hoort ook bij dat er ruimte wordt gemaakt
voor innovatie;
3. het project daarnaast input levert voor de periodieke herijking van de regels
conform de Zonvisie (zie het antwoord op vraag 3).
De beoogde planning: zie het antwoord op vraag 2.
De betrokken stakeholders zijn:
— De Groene Grachten;
— NV Stadsherstel;
— de gemeente Amsterdam (DRO, BMA, stadsdeel Centrum);
— Uuurders van Pakhuis de Zwijger (via Stadsherstel);
— Search.
5. Is het college van plan een vervolg te maken op het Amsterdamse
duurzaamheidsprogramma 2011-2014, en indien dat het geval is,
overeenkomstig het coalitieakkoord (blz. 27), de ambitie ten aanzien van lokale
zonne-energie uit de Zonvisie conform het initiatiefvoorstel van het voormalig
raadslid de heer Manuel en de resultaten van de ‘pilots’ op Pakhuis de Zwijger en
de Amstelkerk daarin aandacht te besteden aan het verduurzamen van
monumenten?
Antwoord:
Het College stelt eind dit jaar een Agenda Duurzaamheid vast. Het verduurzamen
van monumenten, deregulering en de ambitie van de Zonvisie zullen in deze
agenda worden meegenomen.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
5
X Gemeente Amsterdam R
% Gemeenteraad
Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 602
Datum akkoord 2 september 2014
Publicatiedatum 5 september 2014
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw A.M. Bosman
en de heer M.E. van den Heuvel van 5 augustus 2014 inzake zonnepanelen op
monumentale panden.
Aan de gemeenteraad
inleiding door vragenstellers.
Het college heeft de ambitie om in 2020 het aandeel duurzaam opgewekte energie
binnen Amsterdam met 20% te laten toenemen. Zonne-energie is een belangrijke
bron daarvoor. Eerder is de doelstelling vastgelegd om in 2020 160 MW zonnestroom
per jaar op te wekken binnen de gemeente Amsterdam. Voor 2040 is het streefcijfer
1000 MW. Zonne-energie is een belangrijke manier voor bewoners en ondernemers
om zelf voor hun elektriciteitsvoorziening te zorgen. Dat is goed voor het milieu,
de energierekening en de onafhankelijkheid van Amsterdam ten opzichte van
onberekenbare buitenlandse energieproducenten.
Amsterdam heeft naast de ruim 8500 rijks- en gemeentelijke monumenten, ook een
toenemend aantal beschermde stads- en dorpsgezichten. Het hele centrum van
Amsterdam is sinds 1999 beschermd stadsgezicht en de grachtengordel behoort
sinds 2010 tot het UNESCO werelderfgoed. De fractie van D66 vindt het belangrijk
dat deze historische waarde wordt beschermd zodat Amsterdammers en latere
generaties er nog volop van kunnen genieten en leren. De fractie van D66 kiest ook
voor een schone, groene en gezonde stad. Het is van belang dat de gemeente ruimte
geeft aan initiatieven die bijdragen aan nieuwe oplossingen van duurzaamheid,
waarbij we openstaan kijken voor het aanpassen van geldende (verouderde) regels
die verduurzaming in de weg staan, zonder dat de authenticiteit van monumenten
wordt aangetast.
Nu heeft de fractie van D66 begrepen dat de gemeente Amsterdam samen met
De Groene Grachten, Stadsherstel en Search een pilot is gestart om zonnepanelen te
plaatsen op de schuine kap van Pakhuis de Zwijger onder de naam: ‘Zon op de
Zwijger’. Het betreft een zogenaamd sheddak (‘zaagtandendak’), dat een zichtlocatie
is. Hieruit volgt waarschijnlijk een prijsvraag voor de aanbesteding die moet aantonen
welke partij het beste zonnepanelen op een monument kan plaatsen. Dit project is
benoemd als ‘pilot om uit te vinden of zonnepanelen op een monument passend zijn,
in relatie tot mogelijke technische gevolgen voor het dak door aanhechting van de
panelen of verstoring van het monumentale ‘daklandschap’ door het aangezicht van
zonnepanelen, omdat dat er nu eenmaal anders uitziet dan dat het daklandschap
eruit zag in de 17° eeuw.
1
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing op Gemeenteblad
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
Dit is niet het eerste monument met zonnepanelen. Sinds september 2013 liggen er
zonnepanelen op het (platte) dak van de Amstelkerk. Volgens de website van
Stadsherstel, die de energie van de zonnepanelen gebruikt voor het eigen kantoor dat
gevestigd is in dit rijksmonument, is de vergunning verleend nadat met foto's van een
proefopstelling was aangetoond dat het monument met deze ‘reversibele toepassing’
geen schade op zou lopen. Ook zijn er (slechts) een klein aantal grachtenpanden die
met trekken en sleuren een vergunning kregen om zonnepanelen op hun dak te
mogen plaatsen, om zodoende hun eigen elektriciteit op te kunnen wekken.
Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 5 augustus 2014, beiden namens
de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad
van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en
wethouders gericht:
1. Wat is het effect geweest van de — inmiddels afgeronde — pilot ‘Zon op de
Amstelkerk’ voor zonne-energie op andere monumenten met een plat dak en in
Amsterdam?
Antwoord:
Als onderdeel van het initiatief Groene Grachten, in 2012 gestart door Wubbo
Ockels en erop gericht om energiemaatregelen in monumentale panden te
promoten, is door Stadsherstel een viertal zonnepanelen aangebracht op de
Amstelkerk. Voor NV Stadsherstel betrof de Amstelkerk een eerste project waarin
zij zonnepanelen heeft aangebracht op een monumentaal pand. Deze panelen
zijn aangebracht op een plat dak en wel binnen de kaders van de Welstandsnota.
Leerdoel: uitvinden of het technisch mogelijk (ja) en rendabel is (nee, door de
lage elektriciteitsprijs die Stadsherstel betaalt omdat zij grootverbruiker is, en de
te betalen leges à 1050 euro).
Het effect is dat er nu 4 panelen liggen op dit monument, en dat Stadsherstel
inzicht heeft gekregen in de mogelijkheden (maatwerk) voor het aanbrengen van
zonnepanelen op monumenten en de business case daarvan.
Er zijn overigens meer (maar niet veel) voorbeelden van monumentale panden in
de stad waarop door bewoners reeds zonnepanelen zijn aangebracht. Hiervoor is
een vergunning nodig van het betreffende stadsdeel.
De betrokkenheid van de gemeente bij dit project van Stichting de Groene
Grachten en Stadsherstel was overigens beperkt. Bureau Monumenten en
Archeologie (BMA) en programmabureau Klimaat en Energie waren inhoudelijk
(advies, meedenken) betrokken bij het initiatief, het stadsdeel heeft de vergunning
afgegeven.
2
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing op Gemeenteblad R
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
2. Klopt het dat de gemeente Amsterdam (de Dienst Ruimtelijke Ordening en
het Bureau Monumenten & Archeologie) zich heeft aangesloten bij De Groene
Grachten, Stadsherstel, Stadsdeel Oost, Pakhuis de Zwijger en Search en bezig
is met de nieuwe pilot ‘Zon op de Zwijger’? Wat is de huidige status van dit project
en wat is de tijdsplanning van deze pilot (inclusief moment van afronding)?
Antwoord:
Ja. Genoemde partijen hebben gezamenlijk de pilot ‘Zon op de Zwijger’ in
voorbereiding. Dit project is geïnitieerd door De Groene Grachten. Het project
sluit aan bij de Amsterdamse Zonvisie ‘Burgers en Bedrijven gaan voor de zon!’
(zie ook het antwoord op vraag 3).
In dit project wordt onderzocht welke mogelijkheden ‘innovatieve
zonnetechnologie’ (bijvoorbeeld: andere type zonnecellen, kleur en
bevestigingstechnieken) biedt voor het aanbrengen van zonnepanelen op een
monumentaal dak, én hoe dit zich verhoudt tot de geldende regels.
Dit project onderscheidt zich van het eerdere project van Stadsherstel in de mate
van ‘innovativiteit van de technologie die gebruikt zal worden. In het eerste
project werd nog gebruik gemaakt van standaard zonnepanelen. In het nieuwe
project op de Zwijger gaat men op zoek naar de meest innovatieve zon-oplossing
voor dit monumentale pand.
Het project is als volgt opgebouwd:
1. allereerst wordt (op dit moment) de haalbaarheid onderzocht (technisch,
financieel, juridisch) voor het aanbrengen van zonnepanelen op Pakhuis de
Zwijger (eigendom NV Stadsherstel);
2. op basis van dit onderzoek zal NV Stadsherstel een beslissing nemen om
haar dak wel of niet ter beschikking te stellen;
3. indien zij akkoord gaat zal de markt in de vorm van een prijsvraag uitgedaagd
worden om met haar ‘beste’ systeem te komen;
4. het zonnesysteem van de beste inzending zal door Stadsherstel worden
uitgevoerd, onder voorbehoud van een positieve vergunningsbeschikking.
Volgens planning wordt de prijsvraag dit najaar bekend gemaakt (indien
Stadsherstel positief beslist; stap 2) en wordt het winnende systeem (beoordeling
door jury in november/december) begin 2015 geïnstalleerd.
De gemeente (BMA en Programmabureau Klimaat en Energie) is als adviseur bij
dit project betrokken. De Groene Grachten is project trekker. Uiteindelijke
installatie van het innovatieve zonnesysteem (als de prijsvraag daadwerkelijk
wordt uitgeschreven en er een goede inzending komt, die binnen de wettelijke
kaders past) wordt door Stadsherstel geregeld en gedekt. Stadsherstel vraagt
daar mogelijk financiering voor aan in de laatste tender van het Amsterdams
Investeringsfonds.
3
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing op Gemeenteblad R
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
3. Deelt het college de mening van de fractie van D66 over het belang van
verduurzaming en eventueel aanpassen van regels om nieuwe oplossingen van
duurzaamheid mogelijk te maken? Zo ja, welke leerpunten zijn/worden opgesteld
ten aanzien van de pilot voor het sheddak van Pakhuis de Zwijger? En welke
leerpunten waren opgesteld voor het platte dak van de Amstelkerk? Zo nee,
waarom niet en hoe denkt het college dan de ambitie zoals geformuleerd in de
Zonvisie 2013 te halen?
Antwoord:
Het College onderschrijft de mening van de fractie van D66 dat verduurzaming
van de bestaande stad van groot belang is en onderstreept dat in het
coalitieakkoord ‘Amsterdam is van iedereen’. Zij werkt o.a. aan de doelstelling dat
in 2020 20% meer duurzame energie wordt geproduceerd dan nu het geval is.
Zonne-energie in de bestaande stad draagt daar aan bij. Om dit te realiseren kan
het nodig zijn om bestaande regels aan te passen, of met het Rijk in gesprek te
gaan wanneer de bevoegdheid niet bij de gemeente ligt. Aanpassing van regels
kan bijvoorbeeld nodig zijn in de situatie waarin regels, maatschappelijke wensen,
en toegenomen mogelijkheden door nieuwe (technologische}oplossingen, niet
meer met elkaar in overeenstemming zijn. In het collegeprogramma is daarover
afgesproken dat “we de regels voor het duurzaam aanpassen van gebouwen
[gaan] versimpelen, bijvoorbeeld op het gebied van de teruglevering van energie
en het gezamenlijk gebruik van daken voor zonnepanelen”. Daarbij dient het
college uiteraard wel te opereren binnen de kaders van de landelijke wet- en
regelgeving.
Het College is daarnaast van mening dat de energietransitie alleen plaatsvindt als
duurzaamheidsprojecten schaal krijgen. Daarvoor is het van belang dat wordt
gewerkt aan opschaalbaarheid en kopieerbaarheid van oplossingen.
De leerpunten die de pilot ‘Zon op de Zwijger’ op zal leveren zijn:
— voorbeeldfunctie: onderzoeken en laten zien hoe een nieuwe
zonnetechnologie mogelijk is op een monumentaal dak, waar dat met
conventionele panelen niet haalbaar/wenselijk is;
— kennisontwikkeling (bij overheid en markt) ten aanzien van technische
mogelijkheden van zonne-energie;
— onderzoeken hoe het vigerende welstandskader zich verhoudt tot innovatieve
zon technologieën.
Deze leerpunten zijn vooraf besproken met de projectpartners. Voor het project
Amstelkerk waren geen leerpunten geformuleerd vanuit de gemeente, omdat de
betrokkenheid beperkt was.
Het pilotproject Zon op de Zwijger levert input voor het evalueren van de regels
en draagt bij aan de uitvoering van het deel van de Zonvisie dat daarover gaat.
In de Zonvisie zijn 8 programmalijnen opgenomen waarlangs de gemeente de
toepassing van zonne-energie door burgers en bedrijven stimuleert. In lijn 7
(activiteit # 21) is opgenomen dat regelgeving periodiek tegen het licht wordt
gehouden om te zien of deze (nog) in lijn is met de stand der techniek op het
gebied van o.a. zonnesystemen.
4
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing op Gemeenteblad
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
4. Onder welke criteria zou het college de resultaten van de pilot “Zon op de Zwijger’
als een succes beoordelen? Wanneer vindt die beoordeling plaats en welke
Amsterdamse stakeholders zijn hierbij betrokken?
Antwoord:
Het project ‘Zon op de Zwijger’ wordt als succes beschouwd als:
1. de prijsvraag een inzending oplevert die een goede technische oplossing
biedt voor dit specifieke monumentale dak. Een goede technische oplossing is
een oplossing die aansluit bij de eisen van de pandeigenaar (stadsherstel),
betaalbaar is, en die aanvaardbaar is vanuit esthetisch en historisch oogpunt
en valt binnen de kaders van Welstand en Monumenten;
2. het project bijdraagt aan het vinden van een oplossing voor het aanbrengen
van zonnesystemen op andere monumentale panden, nu of in de toekomst.
Dit is geen hard criterium, omdat de bijdrage van één project aan een bredere
maatschappelijke ontwikkeling moeilijk te meten is. Amsterdam wil echter
duurzame koploper zijn, en daar hoort ook bij dat er ruimte wordt gemaakt
voor innovatie;
3. het project daarnaast input levert voor de periodieke herijking van de regels
conform de Zonvisie (zie het antwoord op vraag 3).
De beoogde planning: zie het antwoord op vraag 2.
De betrokken stakeholders zijn:
— De Groene Grachten;
— NV Stadsherstel;
— de gemeente Amsterdam (DRO, BMA, stadsdeel Centrum);
— Uuurders van Pakhuis de Zwijger (via Stadsherstel);
— Search.
5. Is het college van plan een vervolg te maken op het Amsterdamse
duurzaamheidsprogramma 2011-2014, en indien dat het geval is,
overeenkomstig het coalitieakkoord (blz. 27), de ambitie ten aanzien van lokale
zonne-energie uit de Zonvisie conform het initiatiefvoorstel van het voormalig
raadslid de heer Manuel en de resultaten van de ‘pilots’ op Pakhuis de Zwijger en
de Amstelkerk daarin aandacht te besteden aan het verduurzamen van
monumenten?
Antwoord:
Het College stelt eind dit jaar een Agenda Duurzaamheid vast. Het verduurzamen
van monumenten, deregulering en de ambitie van de Zonvisie zullen in deze
agenda worden meegenomen.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
5
X Gemeente Amsterdam R
% Gemeenteraad
Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 602
Datum akkoord 2 september 2014
Publicatiedatum 5 september 2014
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw A.M. Bosman
en de heer M.E. van den Heuvel van 5 augustus 2014 inzake zonnepanelen op
monumentale panden.
Aan de gemeenteraad
inleiding door vragenstellers.
Het college heeft de ambitie om in 2020 het aandeel duurzaam opgewekte energie
binnen Amsterdam met 20% te laten toenemen. Zonne-energie is een belangrijke
bron daarvoor. Eerder is de doelstelling vastgelegd om in 2020 160 MW zonnestroom
per jaar op te wekken binnen de gemeente Amsterdam. Voor 2040 is het streefcijfer
1000 MW. Zonne-energie is een belangrijke manier voor bewoners en ondernemers
om zelf voor hun elektriciteitsvoorziening te zorgen. Dat is goed voor het milieu,
de energierekening en de onafhankelijkheid van Amsterdam ten opzichte van
onberekenbare buitenlandse energieproducenten.
Amsterdam heeft naast de ruim 8500 rijks- en gemeentelijke monumenten, ook een
toenemend aantal beschermde stads- en dorpsgezichten. Het hele centrum van
Amsterdam is sinds 1999 beschermd stadsgezicht en de grachtengordel behoort
sinds 2010 tot het UNESCO werelderfgoed. De fractie van D66 vindt het belangrijk
dat deze historische waarde wordt beschermd zodat Amsterdammers en latere
generaties er nog volop van kunnen genieten en leren. De fractie van D66 kiest ook
voor een schone, groene en gezonde stad. Het is van belang dat de gemeente ruimte
geeft aan initiatieven die bijdragen aan nieuwe oplossingen van duurzaamheid,
waarbij we openstaan kijken voor het aanpassen van geldende (verouderde) regels
die verduurzaming in de weg staan, zonder dat de authenticiteit van monumenten
wordt aangetast.
Nu heeft de fractie van D66 begrepen dat de gemeente Amsterdam samen met
De Groene Grachten, Stadsherstel en Search een pilot is gestart om zonnepanelen te
plaatsen op de schuine kap van Pakhuis de Zwijger onder de naam: ‘Zon op de
Zwijger’. Het betreft een zogenaamd sheddak (‘zaagtandendak’), dat een zichtlocatie
is. Hieruit volgt waarschijnlijk een prijsvraag voor de aanbesteding die moet aantonen
welke partij het beste zonnepanelen op een monument kan plaatsen. Dit project is
benoemd als ‘pilot om uit te vinden of zonnepanelen op een monument passend zijn,
in relatie tot mogelijke technische gevolgen voor het dak door aanhechting van de
panelen of verstoring van het monumentale ‘daklandschap’ door het aangezicht van
zonnepanelen, omdat dat er nu eenmaal anders uitziet dan dat het daklandschap
eruit zag in de 17° eeuw.
1
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing op Gemeenteblad
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
Dit is niet het eerste monument met zonnepanelen. Sinds september 2013 liggen er
zonnepanelen op het (platte) dak van de Amstelkerk. Volgens de website van
Stadsherstel, die de energie van de zonnepanelen gebruikt voor het eigen kantoor dat
gevestigd is in dit rijksmonument, is de vergunning verleend nadat met foto's van een
proefopstelling was aangetoond dat het monument met deze ‘reversibele toepassing’
geen schade op zou lopen. Ook zijn er (slechts) een klein aantal grachtenpanden die
met trekken en sleuren een vergunning kregen om zonnepanelen op hun dak te
mogen plaatsen, om zodoende hun eigen elektriciteit op te kunnen wekken.
Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 5 augustus 2014, beiden namens
de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad
van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en
wethouders gericht:
1. Wat is het effect geweest van de — inmiddels afgeronde — pilot ‘Zon op de
Amstelkerk’ voor zonne-energie op andere monumenten met een plat dak en in
Amsterdam?
Antwoord:
Als onderdeel van het initiatief Groene Grachten, in 2012 gestart door Wubbo
Ockels en erop gericht om energiemaatregelen in monumentale panden te
promoten, is door Stadsherstel een viertal zonnepanelen aangebracht op de
Amstelkerk. Voor NV Stadsherstel betrof de Amstelkerk een eerste project waarin
zij zonnepanelen heeft aangebracht op een monumentaal pand. Deze panelen
zijn aangebracht op een plat dak en wel binnen de kaders van de Welstandsnota.
Leerdoel: uitvinden of het technisch mogelijk (ja) en rendabel is (nee, door de
lage elektriciteitsprijs die Stadsherstel betaalt omdat zij grootverbruiker is, en de
te betalen leges à 1050 euro).
Het effect is dat er nu 4 panelen liggen op dit monument, en dat Stadsherstel
inzicht heeft gekregen in de mogelijkheden (maatwerk) voor het aanbrengen van
zonnepanelen op monumenten en de business case daarvan.
Er zijn overigens meer (maar niet veel) voorbeelden van monumentale panden in
de stad waarop door bewoners reeds zonnepanelen zijn aangebracht. Hiervoor is
een vergunning nodig van het betreffende stadsdeel.
De betrokkenheid van de gemeente bij dit project van Stichting de Groene
Grachten en Stadsherstel was overigens beperkt. Bureau Monumenten en
Archeologie (BMA) en programmabureau Klimaat en Energie waren inhoudelijk
(advies, meedenken) betrokken bij het initiatief, het stadsdeel heeft de vergunning
afgegeven.
2
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing op Gemeenteblad R
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
2. Klopt het dat de gemeente Amsterdam (de Dienst Ruimtelijke Ordening en
het Bureau Monumenten & Archeologie) zich heeft aangesloten bij De Groene
Grachten, Stadsherstel, Stadsdeel Oost, Pakhuis de Zwijger en Search en bezig
is met de nieuwe pilot ‘Zon op de Zwijger’? Wat is de huidige status van dit project
en wat is de tijdsplanning van deze pilot (inclusief moment van afronding)?
Antwoord:
Ja. Genoemde partijen hebben gezamenlijk de pilot ‘Zon op de Zwijger’ in
voorbereiding. Dit project is geïnitieerd door De Groene Grachten. Het project
sluit aan bij de Amsterdamse Zonvisie ‘Burgers en Bedrijven gaan voor de zon!’
(zie ook het antwoord op vraag 3).
In dit project wordt onderzocht welke mogelijkheden ‘innovatieve
zonnetechnologie’ (bijvoorbeeld: andere type zonnecellen, kleur en
bevestigingstechnieken) biedt voor het aanbrengen van zonnepanelen op een
monumentaal dak, én hoe dit zich verhoudt tot de geldende regels.
Dit project onderscheidt zich van het eerdere project van Stadsherstel in de mate
van ‘innovativiteit van de technologie die gebruikt zal worden. In het eerste
project werd nog gebruik gemaakt van standaard zonnepanelen. In het nieuwe
project op de Zwijger gaat men op zoek naar de meest innovatieve zon-oplossing
voor dit monumentale pand.
Het project is als volgt opgebouwd:
1. allereerst wordt (op dit moment) de haalbaarheid onderzocht (technisch,
financieel, juridisch) voor het aanbrengen van zonnepanelen op Pakhuis de
Zwijger (eigendom NV Stadsherstel);
2. op basis van dit onderzoek zal NV Stadsherstel een beslissing nemen om
haar dak wel of niet ter beschikking te stellen;
3. indien zij akkoord gaat zal de markt in de vorm van een prijsvraag uitgedaagd
worden om met haar ‘beste’ systeem te komen;
4. het zonnesysteem van de beste inzending zal door Stadsherstel worden
uitgevoerd, onder voorbehoud van een positieve vergunningsbeschikking.
Volgens planning wordt de prijsvraag dit najaar bekend gemaakt (indien
Stadsherstel positief beslist; stap 2) en wordt het winnende systeem (beoordeling
door jury in november/december) begin 2015 geïnstalleerd.
De gemeente (BMA en Programmabureau Klimaat en Energie) is als adviseur bij
dit project betrokken. De Groene Grachten is project trekker. Uiteindelijke
installatie van het innovatieve zonnesysteem (als de prijsvraag daadwerkelijk
wordt uitgeschreven en er een goede inzending komt, die binnen de wettelijke
kaders past) wordt door Stadsherstel geregeld en gedekt. Stadsherstel vraagt
daar mogelijk financiering voor aan in de laatste tender van het Amsterdams
Investeringsfonds.
3
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing op Gemeenteblad R
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
3. Deelt het college de mening van de fractie van D66 over het belang van
verduurzaming en eventueel aanpassen van regels om nieuwe oplossingen van
duurzaamheid mogelijk te maken? Zo ja, welke leerpunten zijn/worden opgesteld
ten aanzien van de pilot voor het sheddak van Pakhuis de Zwijger? En welke
leerpunten waren opgesteld voor het platte dak van de Amstelkerk? Zo nee,
waarom niet en hoe denkt het college dan de ambitie zoals geformuleerd in de
Zonvisie 2013 te halen?
Antwoord:
Het College onderschrijft de mening van de fractie van D66 dat verduurzaming
van de bestaande stad van groot belang is en onderstreept dat in het
coalitieakkoord ‘Amsterdam is van iedereen’. Zij werkt o.a. aan de doelstelling dat
in 2020 20% meer duurzame energie wordt geproduceerd dan nu het geval is.
Zonne-energie in de bestaande stad draagt daar aan bij. Om dit te realiseren kan
het nodig zijn om bestaande regels aan te passen, of met het Rijk in gesprek te
gaan wanneer de bevoegdheid niet bij de gemeente ligt. Aanpassing van regels
kan bijvoorbeeld nodig zijn in de situatie waarin regels, maatschappelijke wensen,
en toegenomen mogelijkheden door nieuwe (technologische}oplossingen, niet
meer met elkaar in overeenstemming zijn. In het collegeprogramma is daarover
afgesproken dat “we de regels voor het duurzaam aanpassen van gebouwen
[gaan] versimpelen, bijvoorbeeld op het gebied van de teruglevering van energie
en het gezamenlijk gebruik van daken voor zonnepanelen”. Daarbij dient het
college uiteraard wel te opereren binnen de kaders van de landelijke wet- en
regelgeving.
Het College is daarnaast van mening dat de energietransitie alleen plaatsvindt als
duurzaamheidsprojecten schaal krijgen. Daarvoor is het van belang dat wordt
gewerkt aan opschaalbaarheid en kopieerbaarheid van oplossingen.
De leerpunten die de pilot ‘Zon op de Zwijger’ op zal leveren zijn:
— voorbeeldfunctie: onderzoeken en laten zien hoe een nieuwe
zonnetechnologie mogelijk is op een monumentaal dak, waar dat met
conventionele panelen niet haalbaar/wenselijk is;
— kennisontwikkeling (bij overheid en markt) ten aanzien van technische
mogelijkheden van zonne-energie;
— onderzoeken hoe het vigerende welstandskader zich verhoudt tot innovatieve
zon technologieën.
Deze leerpunten zijn vooraf besproken met de projectpartners. Voor het project
Amstelkerk waren geen leerpunten geformuleerd vanuit de gemeente, omdat de
betrokkenheid beperkt was.
Het pilotproject Zon op de Zwijger levert input voor het evalueren van de regels
en draagt bij aan de uitvoering van het deel van de Zonvisie dat daarover gaat.
In de Zonvisie zijn 8 programmalijnen opgenomen waarlangs de gemeente de
toepassing van zonne-energie door burgers en bedrijven stimuleert. In lijn 7
(activiteit # 21) is opgenomen dat regelgeving periodiek tegen het licht wordt
gehouden om te zien of deze (nog) in lijn is met de stand der techniek op het
gebied van o.a. zonnesystemen.
4
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing op Gemeenteblad
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
4. Onder welke criteria zou het college de resultaten van de pilot “Zon op de Zwijger’
als een succes beoordelen? Wanneer vindt die beoordeling plaats en welke
Amsterdamse stakeholders zijn hierbij betrokken?
Antwoord:
Het project ‘Zon op de Zwijger’ wordt als succes beschouwd als:
1. de prijsvraag een inzending oplevert die een goede technische oplossing
biedt voor dit specifieke monumentale dak. Een goede technische oplossing is
een oplossing die aansluit bij de eisen van de pandeigenaar (stadsherstel),
betaalbaar is, en die aanvaardbaar is vanuit esthetisch en historisch oogpunt
en valt binnen de kaders van Welstand en Monumenten;
2. het project bijdraagt aan het vinden van een oplossing voor het aanbrengen
van zonnesystemen op andere monumentale panden, nu of in de toekomst.
Dit is geen hard criterium, omdat de bijdrage van één project aan een bredere
maatschappelijke ontwikkeling moeilijk te meten is. Amsterdam wil echter
duurzame koploper zijn, en daar hoort ook bij dat er ruimte wordt gemaakt
voor innovatie;
3. het project daarnaast input levert voor de periodieke herijking van de regels
conform de Zonvisie (zie het antwoord op vraag 3).
De beoogde planning: zie het antwoord op vraag 2.
De betrokken stakeholders zijn:
— De Groene Grachten;
— NV Stadsherstel;
— de gemeente Amsterdam (DRO, BMA, stadsdeel Centrum);
— Uuurders van Pakhuis de Zwijger (via Stadsherstel);
— Search.
5. Is het college van plan een vervolg te maken op het Amsterdamse
duurzaamheidsprogramma 2011-2014, en indien dat het geval is,
overeenkomstig het coalitieakkoord (blz. 27), de ambitie ten aanzien van lokale
zonne-energie uit de Zonvisie conform het initiatiefvoorstel van het voormalig
raadslid de heer Manuel en de resultaten van de ‘pilots’ op Pakhuis de Zwijger en
de Amstelkerk daarin aandacht te besteden aan het verduurzamen van
monumenten?
Antwoord:
Het College stelt eind dit jaar een Agenda Duurzaamheid vast. Het verduurzamen
van monumenten, deregulering en de ambitie van de Zonvisie zullen in deze
agenda worden meegenomen.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
5
X Gemeente Amsterdam R
% Gemeenteraad
Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 602
Datum akkoord 2 september 2014
Publicatiedatum 5 september 2014
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw A.M. Bosman
en de heer M.E. van den Heuvel van 5 augustus 2014 inzake zonnepanelen op
monumentale panden.
Aan de gemeenteraad
inleiding door vragenstellers.
Het college heeft de ambitie om in 2020 het aandeel duurzaam opgewekte energie
binnen Amsterdam met 20% te laten toenemen. Zonne-energie is een belangrijke
bron daarvoor. Eerder is de doelstelling vastgelegd om in 2020 160 MW zonnestroom
per jaar op te wekken binnen de gemeente Amsterdam. Voor 2040 is het streefcijfer
1000 MW. Zonne-energie is een belangrijke manier voor bewoners en ondernemers
om zelf voor hun elektriciteitsvoorziening te zorgen. Dat is goed voor het milieu,
de energierekening en de onafhankelijkheid van Amsterdam ten opzichte van
onberekenbare buitenlandse energieproducenten.
Amsterdam heeft naast de ruim 8500 rijks- en gemeentelijke monumenten, ook een
toenemend aantal beschermde stads- en dorpsgezichten. Het hele centrum van
Amsterdam is sinds 1999 beschermd stadsgezicht en de grachtengordel behoort
sinds 2010 tot het UNESCO werelderfgoed. De fractie van D66 vindt het belangrijk
dat deze historische waarde wordt beschermd zodat Amsterdammers en latere
generaties er nog volop van kunnen genieten en leren. De fractie van D66 kiest ook
voor een schone, groene en gezonde stad. Het is van belang dat de gemeente ruimte
geeft aan initiatieven die bijdragen aan nieuwe oplossingen van duurzaamheid,
waarbij we openstaan kijken voor het aanpassen van geldende (verouderde) regels
die verduurzaming in de weg staan, zonder dat de authenticiteit van monumenten
wordt aangetast.
Nu heeft de fractie van D66 begrepen dat de gemeente Amsterdam samen met
De Groene Grachten, Stadsherstel en Search een pilot is gestart om zonnepanelen te
plaatsen op de schuine kap van Pakhuis de Zwijger onder de naam: ‘Zon op de
Zwijger’. Het betreft een zogenaamd sheddak (‘zaagtandendak’), dat een zichtlocatie
is. Hieruit volgt waarschijnlijk een prijsvraag voor de aanbesteding die moet aantonen
welke partij het beste zonnepanelen op een monument kan plaatsen. Dit project is
benoemd als ‘pilot om uit te vinden of zonnepanelen op een monument passend zijn,
in relatie tot mogelijke technische gevolgen voor het dak door aanhechting van de
panelen of verstoring van het monumentale ‘daklandschap’ door het aangezicht van
zonnepanelen, omdat dat er nu eenmaal anders uitziet dan dat het daklandschap
eruit zag in de 17° eeuw.
1
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing op Gemeenteblad
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
Dit is niet het eerste monument met zonnepanelen. Sinds september 2013 liggen er
zonnepanelen op het (platte) dak van de Amstelkerk. Volgens de website van
Stadsherstel, die de energie van de zonnepanelen gebruikt voor het eigen kantoor dat
gevestigd is in dit rijksmonument, is de vergunning verleend nadat met foto's van een
proefopstelling was aangetoond dat het monument met deze ‘reversibele toepassing’
geen schade op zou lopen. Ook zijn er (slechts) een klein aantal grachtenpanden die
met trekken en sleuren een vergunning kregen om zonnepanelen op hun dak te
mogen plaatsen, om zodoende hun eigen elektriciteit op te kunnen wekken.
Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 5 augustus 2014, beiden namens
de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad
van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en
wethouders gericht:
1. Wat is het effect geweest van de — inmiddels afgeronde — pilot ‘Zon op de
Amstelkerk’ voor zonne-energie op andere monumenten met een plat dak en in
Amsterdam?
Antwoord:
Als onderdeel van het initiatief Groene Grachten, in 2012 gestart door Wubbo
Ockels en erop gericht om energiemaatregelen in monumentale panden te
promoten, is door Stadsherstel een viertal zonnepanelen aangebracht op de
Amstelkerk. Voor NV Stadsherstel betrof de Amstelkerk een eerste project waarin
zij zonnepanelen heeft aangebracht op een monumentaal pand. Deze panelen
zijn aangebracht op een plat dak en wel binnen de kaders van de Welstandsnota.
Leerdoel: uitvinden of het technisch mogelijk (ja) en rendabel is (nee, door de
lage elektriciteitsprijs die Stadsherstel betaalt omdat zij grootverbruiker is, en de
te betalen leges à 1050 euro).
Het effect is dat er nu 4 panelen liggen op dit monument, en dat Stadsherstel
inzicht heeft gekregen in de mogelijkheden (maatwerk) voor het aanbrengen van
zonnepanelen op monumenten en de business case daarvan.
Er zijn overigens meer (maar niet veel) voorbeelden van monumentale panden in
de stad waarop door bewoners reeds zonnepanelen zijn aangebracht. Hiervoor is
een vergunning nodig van het betreffende stadsdeel.
De betrokkenheid van de gemeente bij dit project van Stichting de Groene
Grachten en Stadsherstel was overigens beperkt. Bureau Monumenten en
Archeologie (BMA) en programmabureau Klimaat en Energie waren inhoudelijk
(advies, meedenken) betrokken bij het initiatief, het stadsdeel heeft de vergunning
afgegeven.
2
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing op Gemeenteblad R
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
2. Klopt het dat de gemeente Amsterdam (de Dienst Ruimtelijke Ordening en
het Bureau Monumenten & Archeologie) zich heeft aangesloten bij De Groene
Grachten, Stadsherstel, Stadsdeel Oost, Pakhuis de Zwijger en Search en bezig
is met de nieuwe pilot ‘Zon op de Zwijger’? Wat is de huidige status van dit project
en wat is de tijdsplanning van deze pilot (inclusief moment van afronding)?
Antwoord:
Ja. Genoemde partijen hebben gezamenlijk de pilot ‘Zon op de Zwijger’ in
voorbereiding. Dit project is geïnitieerd door De Groene Grachten. Het project
sluit aan bij de Amsterdamse Zonvisie ‘Burgers en Bedrijven gaan voor de zon!’
(zie ook het antwoord op vraag 3).
In dit project wordt onderzocht welke mogelijkheden ‘innovatieve
zonnetechnologie’ (bijvoorbeeld: andere type zonnecellen, kleur en
bevestigingstechnieken) biedt voor het aanbrengen van zonnepanelen op een
monumentaal dak, én hoe dit zich verhoudt tot de geldende regels.
Dit project onderscheidt zich van het eerdere project van Stadsherstel in de mate
van ‘innovativiteit van de technologie die gebruikt zal worden. In het eerste
project werd nog gebruik gemaakt van standaard zonnepanelen. In het nieuwe
project op de Zwijger gaat men op zoek naar de meest innovatieve zon-oplossing
voor dit monumentale pand.
Het project is als volgt opgebouwd:
1. allereerst wordt (op dit moment) de haalbaarheid onderzocht (technisch,
financieel, juridisch) voor het aanbrengen van zonnepanelen op Pakhuis de
Zwijger (eigendom NV Stadsherstel);
2. op basis van dit onderzoek zal NV Stadsherstel een beslissing nemen om
haar dak wel of niet ter beschikking te stellen;
3. indien zij akkoord gaat zal de markt in de vorm van een prijsvraag uitgedaagd
worden om met haar ‘beste’ systeem te komen;
4. het zonnesysteem van de beste inzending zal door Stadsherstel worden
uitgevoerd, onder voorbehoud van een positieve vergunningsbeschikking.
Volgens planning wordt de prijsvraag dit najaar bekend gemaakt (indien
Stadsherstel positief beslist; stap 2) en wordt het winnende systeem (beoordeling
door jury in november/december) begin 2015 geïnstalleerd.
De gemeente (BMA en Programmabureau Klimaat en Energie) is als adviseur bij
dit project betrokken. De Groene Grachten is project trekker. Uiteindelijke
installatie van het innovatieve zonnesysteem (als de prijsvraag daadwerkelijk
wordt uitgeschreven en er een goede inzending komt, die binnen de wettelijke
kaders past) wordt door Stadsherstel geregeld en gedekt. Stadsherstel vraagt
daar mogelijk financiering voor aan in de laatste tender van het Amsterdams
Investeringsfonds.
3
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing op Gemeenteblad R
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
3. Deelt het college de mening van de fractie van D66 over het belang van
verduurzaming en eventueel aanpassen van regels om nieuwe oplossingen van
duurzaamheid mogelijk te maken? Zo ja, welke leerpunten zijn/worden opgesteld
ten aanzien van de pilot voor het sheddak van Pakhuis de Zwijger? En welke
leerpunten waren opgesteld voor het platte dak van de Amstelkerk? Zo nee,
waarom niet en hoe denkt het college dan de ambitie zoals geformuleerd in de
Zonvisie 2013 te halen?
Antwoord:
Het College onderschrijft de mening van de fractie van D66 dat verduurzaming
van de bestaande stad van groot belang is en onderstreept dat in het
coalitieakkoord ‘Amsterdam is van iedereen’. Zij werkt o.a. aan de doelstelling dat
in 2020 20% meer duurzame energie wordt geproduceerd dan nu het geval is.
Zonne-energie in de bestaande stad draagt daar aan bij. Om dit te realiseren kan
het nodig zijn om bestaande regels aan te passen, of met het Rijk in gesprek te
gaan wanneer de bevoegdheid niet bij de gemeente ligt. Aanpassing van regels
kan bijvoorbeeld nodig zijn in de situatie waarin regels, maatschappelijke wensen,
en toegenomen mogelijkheden door nieuwe (technologische}oplossingen, niet
meer met elkaar in overeenstemming zijn. In het collegeprogramma is daarover
afgesproken dat “we de regels voor het duurzaam aanpassen van gebouwen
[gaan] versimpelen, bijvoorbeeld op het gebied van de teruglevering van energie
en het gezamenlijk gebruik van daken voor zonnepanelen”. Daarbij dient het
college uiteraard wel te opereren binnen de kaders van de landelijke wet- en
regelgeving.
Het College is daarnaast van mening dat de energietransitie alleen plaatsvindt als
duurzaamheidsprojecten schaal krijgen. Daarvoor is het van belang dat wordt
gewerkt aan opschaalbaarheid en kopieerbaarheid van oplossingen.
De leerpunten die de pilot ‘Zon op de Zwijger’ op zal leveren zijn:
— voorbeeldfunctie: onderzoeken en laten zien hoe een nieuwe
zonnetechnologie mogelijk is op een monumentaal dak, waar dat met
conventionele panelen niet haalbaar/wenselijk is;
— kennisontwikkeling (bij overheid en markt) ten aanzien van technische
mogelijkheden van zonne-energie;
— onderzoeken hoe het vigerende welstandskader zich verhoudt tot innovatieve
zon technologieën.
Deze leerpunten zijn vooraf besproken met de projectpartners. Voor het project
Amstelkerk waren geen leerpunten geformuleerd vanuit de gemeente, omdat de
betrokkenheid beperkt was.
Het pilotproject Zon op de Zwijger levert input voor het evalueren van de regels
en draagt bij aan de uitvoering van het deel van de Zonvisie dat daarover gaat.
In de Zonvisie zijn 8 programmalijnen opgenomen waarlangs de gemeente de
toepassing van zonne-energie door burgers en bedrijven stimuleert. In lijn 7
(activiteit # 21) is opgenomen dat regelgeving periodiek tegen het licht wordt
gehouden om te zien of deze (nog) in lijn is met de stand der techniek op het
gebied van o.a. zonnesystemen.
4
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing op Gemeenteblad
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
4. Onder welke criteria zou het college de resultaten van de pilot “Zon op de Zwijger’
als een succes beoordelen? Wanneer vindt die beoordeling plaats en welke
Amsterdamse stakeholders zijn hierbij betrokken?
Antwoord:
Het project ‘Zon op de Zwijger’ wordt als succes beschouwd als:
1. de prijsvraag een inzending oplevert die een goede technische oplossing
biedt voor dit specifieke monumentale dak. Een goede technische oplossing is
een oplossing die aansluit bij de eisen van de pandeigenaar (stadsherstel),
betaalbaar is, en die aanvaardbaar is vanuit esthetisch en historisch oogpunt
en valt binnen de kaders van Welstand en Monumenten;
2. het project bijdraagt aan het vinden van een oplossing voor het aanbrengen
van zonnesystemen op andere monumentale panden, nu of in de toekomst.
Dit is geen hard criterium, omdat de bijdrage van één project aan een bredere
maatschappelijke ontwikkeling moeilijk te meten is. Amsterdam wil echter
duurzame koploper zijn, en daar hoort ook bij dat er ruimte wordt gemaakt
voor innovatie;
3. het project daarnaast input levert voor de periodieke herijking van de regels
conform de Zonvisie (zie het antwoord op vraag 3).
De beoogde planning: zie het antwoord op vraag 2.
De betrokken stakeholders zijn:
— De Groene Grachten;
— NV Stadsherstel;
— de gemeente Amsterdam (DRO, BMA, stadsdeel Centrum);
— Uuurders van Pakhuis de Zwijger (via Stadsherstel);
— Search.
5. Is het college van plan een vervolg te maken op het Amsterdamse
duurzaamheidsprogramma 2011-2014, en indien dat het geval is,
overeenkomstig het coalitieakkoord (blz. 27), de ambitie ten aanzien van lokale
zonne-energie uit de Zonvisie conform het initiatiefvoorstel van het voormalig
raadslid de heer Manuel en de resultaten van de ‘pilots’ op Pakhuis de Zwijger en
de Amstelkerk daarin aandacht te besteden aan het verduurzamen van
monumenten?
Antwoord:
Het College stelt eind dit jaar een Agenda Duurzaamheid vast. Het verduurzamen
van monumenten, deregulering en de ambitie van de Zonvisie zullen in deze
agenda worden meegenomen.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
5
X Gemeente Amsterdam R
% Gemeenteraad
Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 602
Datum akkoord 2 september 2014
Publicatiedatum 5 september 2014
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw A.M. Bosman
en de heer M.E. van den Heuvel van 5 augustus 2014 inzake zonnepanelen op
monumentale panden.
Aan de gemeenteraad
inleiding door vragenstellers.
Het college heeft de ambitie om in 2020 het aandeel duurzaam opgewekte energie
binnen Amsterdam met 20% te laten toenemen. Zonne-energie is een belangrijke
bron daarvoor. Eerder is de doelstelling vastgelegd om in 2020 160 MW zonnestroom
per jaar op te wekken binnen de gemeente Amsterdam. Voor 2040 is het streefcijfer
1000 MW. Zonne-energie is een belangrijke manier voor bewoners en ondernemers
om zelf voor hun elektriciteitsvoorziening te zorgen. Dat is goed voor het milieu,
de energierekening en de onafhankelijkheid van Amsterdam ten opzichte van
onberekenbare buitenlandse energieproducenten.
Amsterdam heeft naast de ruim 8500 rijks- en gemeentelijke monumenten, ook een
toenemend aantal beschermde stads- en dorpsgezichten. Het hele centrum van
Amsterdam is sinds 1999 beschermd stadsgezicht en de grachtengordel behoort
sinds 2010 tot het UNESCO werelderfgoed. De fractie van D66 vindt het belangrijk
dat deze historische waarde wordt beschermd zodat Amsterdammers en latere
generaties er nog volop van kunnen genieten en leren. De fractie van D66 kiest ook
voor een schone, groene en gezonde stad. Het is van belang dat de gemeente ruimte
geeft aan initiatieven die bijdragen aan nieuwe oplossingen van duurzaamheid,
waarbij we openstaan kijken voor het aanpassen van geldende (verouderde) regels
die verduurzaming in de weg staan, zonder dat de authenticiteit van monumenten
wordt aangetast.
Nu heeft de fractie van D66 begrepen dat de gemeente Amsterdam samen met
De Groene Grachten, Stadsherstel en Search een pilot is gestart om zonnepanelen te
plaatsen op de schuine kap van Pakhuis de Zwijger onder de naam: ‘Zon op de
Zwijger’. Het betreft een zogenaamd sheddak (‘zaagtandendak’), dat een zichtlocatie
is. Hieruit volgt waarschijnlijk een prijsvraag voor de aanbesteding die moet aantonen
welke partij het beste zonnepanelen op een monument kan plaatsen. Dit project is
benoemd als ‘pilot om uit te vinden of zonnepanelen op een monument passend zijn,
in relatie tot mogelijke technische gevolgen voor het dak door aanhechting van de
panelen of verstoring van het monumentale ‘daklandschap’ door het aangezicht van
zonnepanelen, omdat dat er nu eenmaal anders uitziet dan dat het daklandschap
eruit zag in de 17° eeuw.
1
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing op Gemeenteblad
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
Dit is niet het eerste monument met zonnepanelen. Sinds september 2013 liggen er
zonnepanelen op het (platte) dak van de Amstelkerk. Volgens de website van
Stadsherstel, die de energie van de zonnepanelen gebruikt voor het eigen kantoor dat
gevestigd is in dit rijksmonument, is de vergunning verleend nadat met foto's van een
proefopstelling was aangetoond dat het monument met deze ‘reversibele toepassing’
geen schade op zou lopen. Ook zijn er (slechts) een klein aantal grachtenpanden die
met trekken en sleuren een vergunning kregen om zonnepanelen op hun dak te
mogen plaatsen, om zodoende hun eigen elektriciteit op te kunnen wekken.
Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 5 augustus 2014, beiden namens
de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad
van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en
wethouders gericht:
1. Wat is het effect geweest van de — inmiddels afgeronde — pilot ‘Zon op de
Amstelkerk’ voor zonne-energie op andere monumenten met een plat dak en in
Amsterdam?
Antwoord:
Als onderdeel van het initiatief Groene Grachten, in 2012 gestart door Wubbo
Ockels en erop gericht om energiemaatregelen in monumentale panden te
promoten, is door Stadsherstel een viertal zonnepanelen aangebracht op de
Amstelkerk. Voor NV Stadsherstel betrof de Amstelkerk een eerste project waarin
zij zonnepanelen heeft aangebracht op een monumentaal pand. Deze panelen
zijn aangebracht op een plat dak en wel binnen de kaders van de Welstandsnota.
Leerdoel: uitvinden of het technisch mogelijk (ja) en rendabel is (nee, door de
lage elektriciteitsprijs die Stadsherstel betaalt omdat zij grootverbruiker is, en de
te betalen leges à 1050 euro).
Het effect is dat er nu 4 panelen liggen op dit monument, en dat Stadsherstel
inzicht heeft gekregen in de mogelijkheden (maatwerk) voor het aanbrengen van
zonnepanelen op monumenten en de business case daarvan.
Er zijn overigens meer (maar niet veel) voorbeelden van monumentale panden in
de stad waarop door bewoners reeds zonnepanelen zijn aangebracht. Hiervoor is
een vergunning nodig van het betreffende stadsdeel.
De betrokkenheid van de gemeente bij dit project van Stichting de Groene
Grachten en Stadsherstel was overigens beperkt. Bureau Monumenten en
Archeologie (BMA) en programmabureau Klimaat en Energie waren inhoudelijk
(advies, meedenken) betrokken bij het initiatief, het stadsdeel heeft de vergunning
afgegeven.
2
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing op Gemeenteblad R
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
2. Klopt het dat de gemeente Amsterdam (de Dienst Ruimtelijke Ordening en
het Bureau Monumenten & Archeologie) zich heeft aangesloten bij De Groene
Grachten, Stadsherstel, Stadsdeel Oost, Pakhuis de Zwijger en Search en bezig
is met de nieuwe pilot ‘Zon op de Zwijger’? Wat is de huidige status van dit project
en wat is de tijdsplanning van deze pilot (inclusief moment van afronding)?
Antwoord:
Ja. Genoemde partijen hebben gezamenlijk de pilot ‘Zon op de Zwijger’ in
voorbereiding. Dit project is geïnitieerd door De Groene Grachten. Het project
sluit aan bij de Amsterdamse Zonvisie ‘Burgers en Bedrijven gaan voor de zon!’
(zie ook het antwoord op vraag 3).
In dit project wordt onderzocht welke mogelijkheden ‘innovatieve
zonnetechnologie’ (bijvoorbeeld: andere type zonnecellen, kleur en
bevestigingstechnieken) biedt voor het aanbrengen van zonnepanelen op een
monumentaal dak, én hoe dit zich verhoudt tot de geldende regels.
Dit project onderscheidt zich van het eerdere project van Stadsherstel in de mate
van ‘innovativiteit van de technologie die gebruikt zal worden. In het eerste
project werd nog gebruik gemaakt van standaard zonnepanelen. In het nieuwe
project op de Zwijger gaat men op zoek naar de meest innovatieve zon-oplossing
voor dit monumentale pand.
Het project is als volgt opgebouwd:
1. allereerst wordt (op dit moment) de haalbaarheid onderzocht (technisch,
financieel, juridisch) voor het aanbrengen van zonnepanelen op Pakhuis de
Zwijger (eigendom NV Stadsherstel);
2. op basis van dit onderzoek zal NV Stadsherstel een beslissing nemen om
haar dak wel of niet ter beschikking te stellen;
3. indien zij akkoord gaat zal de markt in de vorm van een prijsvraag uitgedaagd
worden om met haar ‘beste’ systeem te komen;
4. het zonnesysteem van de beste inzending zal door Stadsherstel worden
uitgevoerd, onder voorbehoud van een positieve vergunningsbeschikking.
Volgens planning wordt de prijsvraag dit najaar bekend gemaakt (indien
Stadsherstel positief beslist; stap 2) en wordt het winnende systeem (beoordeling
door jury in november/december) begin 2015 geïnstalleerd.
De gemeente (BMA en Programmabureau Klimaat en Energie) is als adviseur bij
dit project betrokken. De Groene Grachten is project trekker. Uiteindelijke
installatie van het innovatieve zonnesysteem (als de prijsvraag daadwerkelijk
wordt uitgeschreven en er een goede inzending komt, die binnen de wettelijke
kaders past) wordt door Stadsherstel geregeld en gedekt. Stadsherstel vraagt
daar mogelijk financiering voor aan in de laatste tender van het Amsterdams
Investeringsfonds.
3
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing op Gemeenteblad R
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
3. Deelt het college de mening van de fractie van D66 over het belang van
verduurzaming en eventueel aanpassen van regels om nieuwe oplossingen van
duurzaamheid mogelijk te maken? Zo ja, welke leerpunten zijn/worden opgesteld
ten aanzien van de pilot voor het sheddak van Pakhuis de Zwijger? En welke
leerpunten waren opgesteld voor het platte dak van de Amstelkerk? Zo nee,
waarom niet en hoe denkt het college dan de ambitie zoals geformuleerd in de
Zonvisie 2013 te halen?
Antwoord:
Het College onderschrijft de mening van de fractie van D66 dat verduurzaming
van de bestaande stad van groot belang is en onderstreept dat in het
coalitieakkoord ‘Amsterdam is van iedereen’. Zij werkt o.a. aan de doelstelling dat
in 2020 20% meer duurzame energie wordt geproduceerd dan nu het geval is.
Zonne-energie in de bestaande stad draagt daar aan bij. Om dit te realiseren kan
het nodig zijn om bestaande regels aan te passen, of met het Rijk in gesprek te
gaan wanneer de bevoegdheid niet bij de gemeente ligt. Aanpassing van regels
kan bijvoorbeeld nodig zijn in de situatie waarin regels, maatschappelijke wensen,
en toegenomen mogelijkheden door nieuwe (technologische}oplossingen, niet
meer met elkaar in overeenstemming zijn. In het collegeprogramma is daarover
afgesproken dat “we de regels voor het duurzaam aanpassen van gebouwen
[gaan] versimpelen, bijvoorbeeld op het gebied van de teruglevering van energie
en het gezamenlijk gebruik van daken voor zonnepanelen”. Daarbij dient het
college uiteraard wel te opereren binnen de kaders van de landelijke wet- en
regelgeving.
Het College is daarnaast van mening dat de energietransitie alleen plaatsvindt als
duurzaamheidsprojecten schaal krijgen. Daarvoor is het van belang dat wordt
gewerkt aan opschaalbaarheid en kopieerbaarheid van oplossingen.
De leerpunten die de pilot ‘Zon op de Zwijger’ op zal leveren zijn:
— voorbeeldfunctie: onderzoeken en laten zien hoe een nieuwe
zonnetechnologie mogelijk is op een monumentaal dak, waar dat met
conventionele panelen niet haalbaar/wenselijk is;
— kennisontwikkeling (bij overheid en markt) ten aanzien van technische
mogelijkheden van zonne-energie;
— onderzoeken hoe het vigerende welstandskader zich verhoudt tot innovatieve
zon technologieën.
Deze leerpunten zijn vooraf besproken met de projectpartners. Voor het project
Amstelkerk waren geen leerpunten geformuleerd vanuit de gemeente, omdat de
betrokkenheid beperkt was.
Het pilotproject Zon op de Zwijger levert input voor het evalueren van de regels
en draagt bij aan de uitvoering van het deel van de Zonvisie dat daarover gaat.
In de Zonvisie zijn 8 programmalijnen opgenomen waarlangs de gemeente de
toepassing van zonne-energie door burgers en bedrijven stimuleert. In lijn 7
(activiteit # 21) is opgenomen dat regelgeving periodiek tegen het licht wordt
gehouden om te zien of deze (nog) in lijn is met de stand der techniek op het
gebied van o.a. zonnesystemen.
4
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing op Gemeenteblad
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
4. Onder welke criteria zou het college de resultaten van de pilot “Zon op de Zwijger’
als een succes beoordelen? Wanneer vindt die beoordeling plaats en welke
Amsterdamse stakeholders zijn hierbij betrokken?
Antwoord:
Het project ‘Zon op de Zwijger’ wordt als succes beschouwd als:
1. de prijsvraag een inzending oplevert die een goede technische oplossing
biedt voor dit specifieke monumentale dak. Een goede technische oplossing is
een oplossing die aansluit bij de eisen van de pandeigenaar (stadsherstel),
betaalbaar is, en die aanvaardbaar is vanuit esthetisch en historisch oogpunt
en valt binnen de kaders van Welstand en Monumenten;
2. het project bijdraagt aan het vinden van een oplossing voor het aanbrengen
van zonnesystemen op andere monumentale panden, nu of in de toekomst.
Dit is geen hard criterium, omdat de bijdrage van één project aan een bredere
maatschappelijke ontwikkeling moeilijk te meten is. Amsterdam wil echter
duurzame koploper zijn, en daar hoort ook bij dat er ruimte wordt gemaakt
voor innovatie;
3. het project daarnaast input levert voor de periodieke herijking van de regels
conform de Zonvisie (zie het antwoord op vraag 3).
De beoogde planning: zie het antwoord op vraag 2.
De betrokken stakeholders zijn:
— De Groene Grachten;
— NV Stadsherstel;
— de gemeente Amsterdam (DRO, BMA, stadsdeel Centrum);
— Uuurders van Pakhuis de Zwijger (via Stadsherstel);
— Search.
5. Is het college van plan een vervolg te maken op het Amsterdamse
duurzaamheidsprogramma 2011-2014, en indien dat het geval is,
overeenkomstig het coalitieakkoord (blz. 27), de ambitie ten aanzien van lokale
zonne-energie uit de Zonvisie conform het initiatiefvoorstel van het voormalig
raadslid de heer Manuel en de resultaten van de ‘pilots’ op Pakhuis de Zwijger en
de Amstelkerk daarin aandacht te besteden aan het verduurzamen van
monumenten?
Antwoord:
Het College stelt eind dit jaar een Agenda Duurzaamheid vast. Het verduurzamen
van monumenten, deregulering en de ambitie van de Zonvisie zullen in deze
agenda worden meegenomen.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
5
X Gemeente Amsterdam R
% Gemeenteraad
Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 602
Datum akkoord 2 september 2014
Publicatiedatum 5 september 2014
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw A.M. Bosman
en de heer M.E. van den Heuvel van 5 augustus 2014 inzake zonnepanelen op
monumentale panden.
Aan de gemeenteraad
inleiding door vragenstellers.
Het college heeft de ambitie om in 2020 het aandeel duurzaam opgewekte energie
binnen Amsterdam met 20% te laten toenemen. Zonne-energie is een belangrijke
bron daarvoor. Eerder is de doelstelling vastgelegd om in 2020 160 MW zonnestroom
per jaar op te wekken binnen de gemeente Amsterdam. Voor 2040 is het streefcijfer
1000 MW. Zonne-energie is een belangrijke manier voor bewoners en ondernemers
om zelf voor hun elektriciteitsvoorziening te zorgen. Dat is goed voor het milieu,
de energierekening en de onafhankelijkheid van Amsterdam ten opzichte van
onberekenbare buitenlandse energieproducenten.
Amsterdam heeft naast de ruim 8500 rijks- en gemeentelijke monumenten, ook een
toenemend aantal beschermde stads- en dorpsgezichten. Het hele centrum van
Amsterdam is sinds 1999 beschermd stadsgezicht en de grachtengordel behoort
sinds 2010 tot het UNESCO werelderfgoed. De fractie van D66 vindt het belangrijk
dat deze historische waarde wordt beschermd zodat Amsterdammers en latere
generaties er nog volop van kunnen genieten en leren. De fractie van D66 kiest ook
voor een schone, groene en gezonde stad. Het is van belang dat de gemeente ruimte
geeft aan initiatieven die bijdragen aan nieuwe oplossingen van duurzaamheid,
waarbij we openstaan kijken voor het aanpassen van geldende (verouderde) regels
die verduurzaming in de weg staan, zonder dat de authenticiteit van monumenten
wordt aangetast.
Nu heeft de fractie van D66 begrepen dat de gemeente Amsterdam samen met
De Groene Grachten, Stadsherstel en Search een pilot is gestart om zonnepanelen te
plaatsen op de schuine kap van Pakhuis de Zwijger onder de naam: ‘Zon op de
Zwijger’. Het betreft een zogenaamd sheddak (‘zaagtandendak’), dat een zichtlocatie
is. Hieruit volgt waarschijnlijk een prijsvraag voor de aanbesteding die moet aantonen
welke partij het beste zonnepanelen op een monument kan plaatsen. Dit project is
benoemd als ‘pilot om uit te vinden of zonnepanelen op een monument passend zijn,
in relatie tot mogelijke technische gevolgen voor het dak door aanhechting van de
panelen of verstoring van het monumentale ‘daklandschap’ door het aangezicht van
zonnepanelen, omdat dat er nu eenmaal anders uitziet dan dat het daklandschap
eruit zag in de 17° eeuw.
1
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing op Gemeenteblad
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
Dit is niet het eerste monument met zonnepanelen. Sinds september 2013 liggen er
zonnepanelen op het (platte) dak van de Amstelkerk. Volgens de website van
Stadsherstel, die de energie van de zonnepanelen gebruikt voor het eigen kantoor dat
gevestigd is in dit rijksmonument, is de vergunning verleend nadat met foto's van een
proefopstelling was aangetoond dat het monument met deze ‘reversibele toepassing’
geen schade op zou lopen. Ook zijn er (slechts) een klein aantal grachtenpanden die
met trekken en sleuren een vergunning kregen om zonnepanelen op hun dak te
mogen plaatsen, om zodoende hun eigen elektriciteit op te kunnen wekken.
Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 5 augustus 2014, beiden namens
de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad
van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en
wethouders gericht:
1. Wat is het effect geweest van de — inmiddels afgeronde — pilot ‘Zon op de
Amstelkerk’ voor zonne-energie op andere monumenten met een plat dak en in
Amsterdam?
Antwoord:
Als onderdeel van het initiatief Groene Grachten, in 2012 gestart door Wubbo
Ockels en erop gericht om energiemaatregelen in monumentale panden te
promoten, is door Stadsherstel een viertal zonnepanelen aangebracht op de
Amstelkerk. Voor NV Stadsherstel betrof de Amstelkerk een eerste project waarin
zij zonnepanelen heeft aangebracht op een monumentaal pand. Deze panelen
zijn aangebracht op een plat dak en wel binnen de kaders van de Welstandsnota.
Leerdoel: uitvinden of het technisch mogelijk (ja) en rendabel is (nee, door de
lage elektriciteitsprijs die Stadsherstel betaalt omdat zij grootverbruiker is, en de
te betalen leges à 1050 euro).
Het effect is dat er nu 4 panelen liggen op dit monument, en dat Stadsherstel
inzicht heeft gekregen in de mogelijkheden (maatwerk) voor het aanbrengen van
zonnepanelen op monumenten en de business case daarvan.
Er zijn overigens meer (maar niet veel) voorbeelden van monumentale panden in
de stad waarop door bewoners reeds zonnepanelen zijn aangebracht. Hiervoor is
een vergunning nodig van het betreffende stadsdeel.
De betrokkenheid van de gemeente bij dit project van Stichting de Groene
Grachten en Stadsherstel was overigens beperkt. Bureau Monumenten en
Archeologie (BMA) en programmabureau Klimaat en Energie waren inhoudelijk
(advies, meedenken) betrokken bij het initiatief, het stadsdeel heeft de vergunning
afgegeven.
2
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing op Gemeenteblad R
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
2. Klopt het dat de gemeente Amsterdam (de Dienst Ruimtelijke Ordening en
het Bureau Monumenten & Archeologie) zich heeft aangesloten bij De Groene
Grachten, Stadsherstel, Stadsdeel Oost, Pakhuis de Zwijger en Search en bezig
is met de nieuwe pilot ‘Zon op de Zwijger’? Wat is de huidige status van dit project
en wat is de tijdsplanning van deze pilot (inclusief moment van afronding)?
Antwoord:
Ja. Genoemde partijen hebben gezamenlijk de pilot ‘Zon op de Zwijger’ in
voorbereiding. Dit project is geïnitieerd door De Groene Grachten. Het project
sluit aan bij de Amsterdamse Zonvisie ‘Burgers en Bedrijven gaan voor de zon!’
(zie ook het antwoord op vraag 3).
In dit project wordt onderzocht welke mogelijkheden ‘innovatieve
zonnetechnologie’ (bijvoorbeeld: andere type zonnecellen, kleur en
bevestigingstechnieken) biedt voor het aanbrengen van zonnepanelen op een
monumentaal dak, én hoe dit zich verhoudt tot de geldende regels.
Dit project onderscheidt zich van het eerdere project van Stadsherstel in de mate
van ‘innovativiteit van de technologie die gebruikt zal worden. In het eerste
project werd nog gebruik gemaakt van standaard zonnepanelen. In het nieuwe
project op de Zwijger gaat men op zoek naar de meest innovatieve zon-oplossing
voor dit monumentale pand.
Het project is als volgt opgebouwd:
1. allereerst wordt (op dit moment) de haalbaarheid onderzocht (technisch,
financieel, juridisch) voor het aanbrengen van zonnepanelen op Pakhuis de
Zwijger (eigendom NV Stadsherstel);
2. op basis van dit onderzoek zal NV Stadsherstel een beslissing nemen om
haar dak wel of niet ter beschikking te stellen;
3. indien zij akkoord gaat zal de markt in de vorm van een prijsvraag uitgedaagd
worden om met haar ‘beste’ systeem te komen;
4. het zonnesysteem van de beste inzending zal door Stadsherstel worden
uitgevoerd, onder voorbehoud van een positieve vergunningsbeschikking.
Volgens planning wordt de prijsvraag dit najaar bekend gemaakt (indien
Stadsherstel positief beslist; stap 2) en wordt het winnende systeem (beoordeling
door jury in november/december) begin 2015 geïnstalleerd.
De gemeente (BMA en Programmabureau Klimaat en Energie) is als adviseur bij
dit project betrokken. De Groene Grachten is project trekker. Uiteindelijke
installatie van het innovatieve zonnesysteem (als de prijsvraag daadwerkelijk
wordt uitgeschreven en er een goede inzending komt, die binnen de wettelijke
kaders past) wordt door Stadsherstel geregeld en gedekt. Stadsherstel vraagt
daar mogelijk financiering voor aan in de laatste tender van het Amsterdams
Investeringsfonds.
3
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing op Gemeenteblad R
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
3. Deelt het college de mening van de fractie van D66 over het belang van
verduurzaming en eventueel aanpassen van regels om nieuwe oplossingen van
duurzaamheid mogelijk te maken? Zo ja, welke leerpunten zijn/worden opgesteld
ten aanzien van de pilot voor het sheddak van Pakhuis de Zwijger? En welke
leerpunten waren opgesteld voor het platte dak van de Amstelkerk? Zo nee,
waarom niet en hoe denkt het college dan de ambitie zoals geformuleerd in de
Zonvisie 2013 te halen?
Antwoord:
Het College onderschrijft de mening van de fractie van D66 dat verduurzaming
van de bestaande stad van groot belang is en onderstreept dat in het
coalitieakkoord ‘Amsterdam is van iedereen’. Zij werkt o.a. aan de doelstelling dat
in 2020 20% meer duurzame energie wordt geproduceerd dan nu het geval is.
Zonne-energie in de bestaande stad draagt daar aan bij. Om dit te realiseren kan
het nodig zijn om bestaande regels aan te passen, of met het Rijk in gesprek te
gaan wanneer de bevoegdheid niet bij de gemeente ligt. Aanpassing van regels
kan bijvoorbeeld nodig zijn in de situatie waarin regels, maatschappelijke wensen,
en toegenomen mogelijkheden door nieuwe (technologische}oplossingen, niet
meer met elkaar in overeenstemming zijn. In het collegeprogramma is daarover
afgesproken dat “we de regels voor het duurzaam aanpassen van gebouwen
[gaan] versimpelen, bijvoorbeeld op het gebied van de teruglevering van energie
en het gezamenlijk gebruik van daken voor zonnepanelen”. Daarbij dient het
college uiteraard wel te opereren binnen de kaders van de landelijke wet- en
regelgeving.
Het College is daarnaast van mening dat de energietransitie alleen plaatsvindt als
duurzaamheidsprojecten schaal krijgen. Daarvoor is het van belang dat wordt
gewerkt aan opschaalbaarheid en kopieerbaarheid van oplossingen.
De leerpunten die de pilot ‘Zon op de Zwijger’ op zal leveren zijn:
— voorbeeldfunctie: onderzoeken en laten zien hoe een nieuwe
zonnetechnologie mogelijk is op een monumentaal dak, waar dat met
conventionele panelen niet haalbaar/wenselijk is;
— kennisontwikkeling (bij overheid en markt) ten aanzien van technische
mogelijkheden van zonne-energie;
— onderzoeken hoe het vigerende welstandskader zich verhoudt tot innovatieve
zon technologieën.
Deze leerpunten zijn vooraf besproken met de projectpartners. Voor het project
Amstelkerk waren geen leerpunten geformuleerd vanuit de gemeente, omdat de
betrokkenheid beperkt was.
Het pilotproject Zon op de Zwijger levert input voor het evalueren van de regels
en draagt bij aan de uitvoering van het deel van de Zonvisie dat daarover gaat.
In de Zonvisie zijn 8 programmalijnen opgenomen waarlangs de gemeente de
toepassing van zonne-energie door burgers en bedrijven stimuleert. In lijn 7
(activiteit # 21) is opgenomen dat regelgeving periodiek tegen het licht wordt
gehouden om te zien of deze (nog) in lijn is met de stand der techniek op het
gebied van o.a. zonnesystemen.
4
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing op Gemeenteblad
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
4. Onder welke criteria zou het college de resultaten van de pilot “Zon op de Zwijger’
als een succes beoordelen? Wanneer vindt die beoordeling plaats en welke
Amsterdamse stakeholders zijn hierbij betrokken?
Antwoord:
Het project ‘Zon op de Zwijger’ wordt als succes beschouwd als:
1. de prijsvraag een inzending oplevert die een goede technische oplossing
biedt voor dit specifieke monumentale dak. Een goede technische oplossing is
een oplossing die aansluit bij de eisen van de pandeigenaar (stadsherstel),
betaalbaar is, en die aanvaardbaar is vanuit esthetisch en historisch oogpunt
en valt binnen de kaders van Welstand en Monumenten;
2. het project bijdraagt aan het vinden van een oplossing voor het aanbrengen
van zonnesystemen op andere monumentale panden, nu of in de toekomst.
Dit is geen hard criterium, omdat de bijdrage van één project aan een bredere
maatschappelijke ontwikkeling moeilijk te meten is. Amsterdam wil echter
duurzame koploper zijn, en daar hoort ook bij dat er ruimte wordt gemaakt
voor innovatie;
3. het project daarnaast input levert voor de periodieke herijking van de regels
conform de Zonvisie (zie het antwoord op vraag 3).
De beoogde planning: zie het antwoord op vraag 2.
De betrokken stakeholders zijn:
— De Groene Grachten;
— NV Stadsherstel;
— de gemeente Amsterdam (DRO, BMA, stadsdeel Centrum);
— Uuurders van Pakhuis de Zwijger (via Stadsherstel);
— Search.
5. Is het college van plan een vervolg te maken op het Amsterdamse
duurzaamheidsprogramma 2011-2014, en indien dat het geval is,
overeenkomstig het coalitieakkoord (blz. 27), de ambitie ten aanzien van lokale
zonne-energie uit de Zonvisie conform het initiatiefvoorstel van het voormalig
raadslid de heer Manuel en de resultaten van de ‘pilots’ op Pakhuis de Zwijger en
de Amstelkerk daarin aandacht te besteden aan het verduurzamen van
monumenten?
Antwoord:
Het College stelt eind dit jaar een Agenda Duurzaamheid vast. Het verduurzamen
van monumenten, deregulering en de ambitie van de Zonvisie zullen in deze
agenda worden meegenomen.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
5
X Gemeente Amsterdam R
% Gemeenteraad
Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 602
Datum akkoord 2 september 2014
Publicatiedatum 5 september 2014
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw A.M. Bosman
en de heer M.E. van den Heuvel van 5 augustus 2014 inzake zonnepanelen op
monumentale panden.
Aan de gemeenteraad
inleiding door vragenstellers.
Het college heeft de ambitie om in 2020 het aandeel duurzaam opgewekte energie
binnen Amsterdam met 20% te laten toenemen. Zonne-energie is een belangrijke
bron daarvoor. Eerder is de doelstelling vastgelegd om in 2020 160 MW zonnestroom
per jaar op te wekken binnen de gemeente Amsterdam. Voor 2040 is het streefcijfer
1000 MW. Zonne-energie is een belangrijke manier voor bewoners en ondernemers
om zelf voor hun elektriciteitsvoorziening te zorgen. Dat is goed voor het milieu,
de energierekening en de onafhankelijkheid van Amsterdam ten opzichte van
onberekenbare buitenlandse energieproducenten.
Amsterdam heeft naast de ruim 8500 rijks- en gemeentelijke monumenten, ook een
toenemend aantal beschermde stads- en dorpsgezichten. Het hele centrum van
Amsterdam is sinds 1999 beschermd stadsgezicht en de grachtengordel behoort
sinds 2010 tot het UNESCO werelderfgoed. De fractie van D66 vindt het belangrijk
dat deze historische waarde wordt beschermd zodat Amsterdammers en latere
generaties er nog volop van kunnen genieten en leren. De fractie van D66 kiest ook
voor een schone, groene en gezonde stad. Het is van belang dat de gemeente ruimte
geeft aan initiatieven die bijdragen aan nieuwe oplossingen van duurzaamheid,
waarbij we openstaan kijken voor het aanpassen van geldende (verouderde) regels
die verduurzaming in de weg staan, zonder dat de authenticiteit van monumenten
wordt aangetast.
Nu heeft de fractie van D66 begrepen dat de gemeente Amsterdam samen met
De Groene Grachten, Stadsherstel en Search een pilot is gestart om zonnepanelen te
plaatsen op de schuine kap van Pakhuis de Zwijger onder de naam: ‘Zon op de
Zwijger’. Het betreft een zogenaamd sheddak (‘zaagtandendak’), dat een zichtlocatie
is. Hieruit volgt waarschijnlijk een prijsvraag voor de aanbesteding die moet aantonen
welke partij het beste zonnepanelen op een monument kan plaatsen. Dit project is
benoemd als ‘pilot om uit te vinden of zonnepanelen op een monument passend zijn,
in relatie tot mogelijke technische gevolgen voor het dak door aanhechting van de
panelen of verstoring van het monumentale ‘daklandschap’ door het aangezicht van
zonnepanelen, omdat dat er nu eenmaal anders uitziet dan dat het daklandschap
eruit zag in de 17° eeuw.
1
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing op Gemeenteblad
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
Dit is niet het eerste monument met zonnepanelen. Sinds september 2013 liggen er
zonnepanelen op het (platte) dak van de Amstelkerk. Volgens de website van
Stadsherstel, die de energie van de zonnepanelen gebruikt voor het eigen kantoor dat
gevestigd is in dit rijksmonument, is de vergunning verleend nadat met foto's van een
proefopstelling was aangetoond dat het monument met deze ‘reversibele toepassing’
geen schade op zou lopen. Ook zijn er (slechts) een klein aantal grachtenpanden die
met trekken en sleuren een vergunning kregen om zonnepanelen op hun dak te
mogen plaatsen, om zodoende hun eigen elektriciteit op te kunnen wekken.
Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 5 augustus 2014, beiden namens
de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad
van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en
wethouders gericht:
1. Wat is het effect geweest van de — inmiddels afgeronde — pilot ‘Zon op de
Amstelkerk’ voor zonne-energie op andere monumenten met een plat dak en in
Amsterdam?
Antwoord:
Als onderdeel van het initiatief Groene Grachten, in 2012 gestart door Wubbo
Ockels en erop gericht om energiemaatregelen in monumentale panden te
promoten, is door Stadsherstel een viertal zonnepanelen aangebracht op de
Amstelkerk. Voor NV Stadsherstel betrof de Amstelkerk een eerste project waarin
zij zonnepanelen heeft aangebracht op een monumentaal pand. Deze panelen
zijn aangebracht op een plat dak en wel binnen de kaders van de Welstandsnota.
Leerdoel: uitvinden of het technisch mogelijk (ja) en rendabel is (nee, door de
lage elektriciteitsprijs die Stadsherstel betaalt omdat zij grootverbruiker is, en de
te betalen leges à 1050 euro).
Het effect is dat er nu 4 panelen liggen op dit monument, en dat Stadsherstel
inzicht heeft gekregen in de mogelijkheden (maatwerk) voor het aanbrengen van
zonnepanelen op monumenten en de business case daarvan.
Er zijn overigens meer (maar niet veel) voorbeelden van monumentale panden in
de stad waarop door bewoners reeds zonnepanelen zijn aangebracht. Hiervoor is
een vergunning nodig van het betreffende stadsdeel.
De betrokkenheid van de gemeente bij dit project van Stichting de Groene
Grachten en Stadsherstel was overigens beperkt. Bureau Monumenten en
Archeologie (BMA) en programmabureau Klimaat en Energie waren inhoudelijk
(advies, meedenken) betrokken bij het initiatief, het stadsdeel heeft de vergunning
afgegeven.
2
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing op Gemeenteblad R
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
2. Klopt het dat de gemeente Amsterdam (de Dienst Ruimtelijke Ordening en
het Bureau Monumenten & Archeologie) zich heeft aangesloten bij De Groene
Grachten, Stadsherstel, Stadsdeel Oost, Pakhuis de Zwijger en Search en bezig
is met de nieuwe pilot ‘Zon op de Zwijger’? Wat is de huidige status van dit project
en wat is de tijdsplanning van deze pilot (inclusief moment van afronding)?
Antwoord:
Ja. Genoemde partijen hebben gezamenlijk de pilot ‘Zon op de Zwijger’ in
voorbereiding. Dit project is geïnitieerd door De Groene Grachten. Het project
sluit aan bij de Amsterdamse Zonvisie ‘Burgers en Bedrijven gaan voor de zon!’
(zie ook het antwoord op vraag 3).
In dit project wordt onderzocht welke mogelijkheden ‘innovatieve
zonnetechnologie’ (bijvoorbeeld: andere type zonnecellen, kleur en
bevestigingstechnieken) biedt voor het aanbrengen van zonnepanelen op een
monumentaal dak, én hoe dit zich verhoudt tot de geldende regels.
Dit project onderscheidt zich van het eerdere project van Stadsherstel in de mate
van ‘innovativiteit van de technologie die gebruikt zal worden. In het eerste
project werd nog gebruik gemaakt van standaard zonnepanelen. In het nieuwe
project op de Zwijger gaat men op zoek naar de meest innovatieve zon-oplossing
voor dit monumentale pand.
Het project is als volgt opgebouwd:
1. allereerst wordt (op dit moment) de haalbaarheid onderzocht (technisch,
financieel, juridisch) voor het aanbrengen van zonnepanelen op Pakhuis de
Zwijger (eigendom NV Stadsherstel);
2. op basis van dit onderzoek zal NV Stadsherstel een beslissing nemen om
haar dak wel of niet ter beschikking te stellen;
3. indien zij akkoord gaat zal de markt in de vorm van een prijsvraag uitgedaagd
worden om met haar ‘beste’ systeem te komen;
4. het zonnesysteem van de beste inzending zal door Stadsherstel worden
uitgevoerd, onder voorbehoud van een positieve vergunningsbeschikking.
Volgens planning wordt de prijsvraag dit najaar bekend gemaakt (indien
Stadsherstel positief beslist; stap 2) en wordt het winnende systeem (beoordeling
door jury in november/december) begin 2015 geïnstalleerd.
De gemeente (BMA en Programmabureau Klimaat en Energie) is als adviseur bij
dit project betrokken. De Groene Grachten is project trekker. Uiteindelijke
installatie van het innovatieve zonnesysteem (als de prijsvraag daadwerkelijk
wordt uitgeschreven en er een goede inzending komt, die binnen de wettelijke
kaders past) wordt door Stadsherstel geregeld en gedekt. Stadsherstel vraagt
daar mogelijk financiering voor aan in de laatste tender van het Amsterdams
Investeringsfonds.
3
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing op Gemeenteblad R
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
3. Deelt het college de mening van de fractie van D66 over het belang van
verduurzaming en eventueel aanpassen van regels om nieuwe oplossingen van
duurzaamheid mogelijk te maken? Zo ja, welke leerpunten zijn/worden opgesteld
ten aanzien van de pilot voor het sheddak van Pakhuis de Zwijger? En welke
leerpunten waren opgesteld voor het platte dak van de Amstelkerk? Zo nee,
waarom niet en hoe denkt het college dan de ambitie zoals geformuleerd in de
Zonvisie 2013 te halen?
Antwoord:
Het College onderschrijft de mening van de fractie van D66 dat verduurzaming
van de bestaande stad van groot belang is en onderstreept dat in het
coalitieakkoord ‘Amsterdam is van iedereen’. Zij werkt o.a. aan de doelstelling dat
in 2020 20% meer duurzame energie wordt geproduceerd dan nu het geval is.
Zonne-energie in de bestaande stad draagt daar aan bij. Om dit te realiseren kan
het nodig zijn om bestaande regels aan te passen, of met het Rijk in gesprek te
gaan wanneer de bevoegdheid niet bij de gemeente ligt. Aanpassing van regels
kan bijvoorbeeld nodig zijn in de situatie waarin regels, maatschappelijke wensen,
en toegenomen mogelijkheden door nieuwe (technologische}oplossingen, niet
meer met elkaar in overeenstemming zijn. In het collegeprogramma is daarover
afgesproken dat “we de regels voor het duurzaam aanpassen van gebouwen
[gaan] versimpelen, bijvoorbeeld op het gebied van de teruglevering van energie
en het gezamenlijk gebruik van daken voor zonnepanelen”. Daarbij dient het
college uiteraard wel te opereren binnen de kaders van de landelijke wet- en
regelgeving.
Het College is daarnaast van mening dat de energietransitie alleen plaatsvindt als
duurzaamheidsprojecten schaal krijgen. Daarvoor is het van belang dat wordt
gewerkt aan opschaalbaarheid en kopieerbaarheid van oplossingen.
De leerpunten die de pilot ‘Zon op de Zwijger’ op zal leveren zijn:
— voorbeeldfunctie: onderzoeken en laten zien hoe een nieuwe
zonnetechnologie mogelijk is op een monumentaal dak, waar dat met
conventionele panelen niet haalbaar/wenselijk is;
— kennisontwikkeling (bij overheid en markt) ten aanzien van technische
mogelijkheden van zonne-energie;
— onderzoeken hoe het vigerende welstandskader zich verhoudt tot innovatieve
zon technologieën.
Deze leerpunten zijn vooraf besproken met de projectpartners. Voor het project
Amstelkerk waren geen leerpunten geformuleerd vanuit de gemeente, omdat de
betrokkenheid beperkt was.
Het pilotproject Zon op de Zwijger levert input voor het evalueren van de regels
en draagt bij aan de uitvoering van het deel van de Zonvisie dat daarover gaat.
In de Zonvisie zijn 8 programmalijnen opgenomen waarlangs de gemeente de
toepassing van zonne-energie door burgers en bedrijven stimuleert. In lijn 7
(activiteit # 21) is opgenomen dat regelgeving periodiek tegen het licht wordt
gehouden om te zien of deze (nog) in lijn is met de stand der techniek op het
gebied van o.a. zonnesystemen.
4
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing op Gemeenteblad
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
4. Onder welke criteria zou het college de resultaten van de pilot “Zon op de Zwijger’
als een succes beoordelen? Wanneer vindt die beoordeling plaats en welke
Amsterdamse stakeholders zijn hierbij betrokken?
Antwoord:
Het project ‘Zon op de Zwijger’ wordt als succes beschouwd als:
1. de prijsvraag een inzending oplevert die een goede technische oplossing
biedt voor dit specifieke monumentale dak. Een goede technische oplossing is
een oplossing die aansluit bij de eisen van de pandeigenaar (stadsherstel),
betaalbaar is, en die aanvaardbaar is vanuit esthetisch en historisch oogpunt
en valt binnen de kaders van Welstand en Monumenten;
2. het project bijdraagt aan het vinden van een oplossing voor het aanbrengen
van zonnesystemen op andere monumentale panden, nu of in de toekomst.
Dit is geen hard criterium, omdat de bijdrage van één project aan een bredere
maatschappelijke ontwikkeling moeilijk te meten is. Amsterdam wil echter
duurzame koploper zijn, en daar hoort ook bij dat er ruimte wordt gemaakt
voor innovatie;
3. het project daarnaast input levert voor de periodieke herijking van de regels
conform de Zonvisie (zie het antwoord op vraag 3).
De beoogde planning: zie het antwoord op vraag 2.
De betrokken stakeholders zijn:
— De Groene Grachten;
— NV Stadsherstel;
— de gemeente Amsterdam (DRO, BMA, stadsdeel Centrum);
— Uuurders van Pakhuis de Zwijger (via Stadsherstel);
— Search.
5. Is het college van plan een vervolg te maken op het Amsterdamse
duurzaamheidsprogramma 2011-2014, en indien dat het geval is,
overeenkomstig het coalitieakkoord (blz. 27), de ambitie ten aanzien van lokale
zonne-energie uit de Zonvisie conform het initiatiefvoorstel van het voormalig
raadslid de heer Manuel en de resultaten van de ‘pilots’ op Pakhuis de Zwijger en
de Amstelkerk daarin aandacht te besteden aan het verduurzamen van
monumenten?
Antwoord:
Het College stelt eind dit jaar een Agenda Duurzaamheid vast. Het verduurzamen
van monumenten, deregulering en de ambitie van de Zonvisie zullen in deze
agenda worden meegenomen.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
5
X Gemeente Amsterdam R
% Gemeenteraad
Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 602
Datum akkoord 2 september 2014
Publicatiedatum 5 september 2014
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw A.M. Bosman
en de heer M.E. van den Heuvel van 5 augustus 2014 inzake zonnepanelen op
monumentale panden.
Aan de gemeenteraad
inleiding door vragenstellers.
Het college heeft de ambitie om in 2020 het aandeel duurzaam opgewekte energie
binnen Amsterdam met 20% te laten toenemen. Zonne-energie is een belangrijke
bron daarvoor. Eerder is de doelstelling vastgelegd om in 2020 160 MW zonnestroom
per jaar op te wekken binnen de gemeente Amsterdam. Voor 2040 is het streefcijfer
1000 MW. Zonne-energie is een belangrijke manier voor bewoners en ondernemers
om zelf voor hun elektriciteitsvoorziening te zorgen. Dat is goed voor het milieu,
de energierekening en de onafhankelijkheid van Amsterdam ten opzichte van
onberekenbare buitenlandse energieproducenten.
Amsterdam heeft naast de ruim 8500 rijks- en gemeentelijke monumenten, ook een
toenemend aantal beschermde stads- en dorpsgezichten. Het hele centrum van
Amsterdam is sinds 1999 beschermd stadsgezicht en de grachtengordel behoort
sinds 2010 tot het UNESCO werelderfgoed. De fractie van D66 vindt het belangrijk
dat deze historische waarde wordt beschermd zodat Amsterdammers en latere
generaties er nog volop van kunnen genieten en leren. De fractie van D66 kiest ook
voor een schone, groene en gezonde stad. Het is van belang dat de gemeente ruimte
geeft aan initiatieven die bijdragen aan nieuwe oplossingen van duurzaamheid,
waarbij we openstaan kijken voor het aanpassen van geldende (verouderde) regels
die verduurzaming in de weg staan, zonder dat de authenticiteit van monumenten
wordt aangetast.
Nu heeft de fractie van D66 begrepen dat de gemeente Amsterdam samen met
De Groene Grachten, Stadsherstel en Search een pilot is gestart om zonnepanelen te
plaatsen op de schuine kap van Pakhuis de Zwijger onder de naam: ‘Zon op de
Zwijger’. Het betreft een zogenaamd sheddak (‘zaagtandendak’), dat een zichtlocatie
is. Hieruit volgt waarschijnlijk een prijsvraag voor de aanbesteding die moet aantonen
welke partij het beste zonnepanelen op een monument kan plaatsen. Dit project is
benoemd als ‘pilot om uit te vinden of zonnepanelen op een monument passend zijn,
in relatie tot mogelijke technische gevolgen voor het dak door aanhechting van de
panelen of verstoring van het monumentale ‘daklandschap’ door het aangezicht van
zonnepanelen, omdat dat er nu eenmaal anders uitziet dan dat het daklandschap
eruit zag in de 17° eeuw.
1
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing op Gemeenteblad
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
Dit is niet het eerste monument met zonnepanelen. Sinds september 2013 liggen er
zonnepanelen op het (platte) dak van de Amstelkerk. Volgens de website van
Stadsherstel, die de energie van de zonnepanelen gebruikt voor het eigen kantoor dat
gevestigd is in dit rijksmonument, is de vergunning verleend nadat met foto's van een
proefopstelling was aangetoond dat het monument met deze ‘reversibele toepassing’
geen schade op zou lopen. Ook zijn er (slechts) een klein aantal grachtenpanden die
met trekken en sleuren een vergunning kregen om zonnepanelen op hun dak te
mogen plaatsen, om zodoende hun eigen elektriciteit op te kunnen wekken.
Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 5 augustus 2014, beiden namens
de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad
van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en
wethouders gericht:
1. Wat is het effect geweest van de — inmiddels afgeronde — pilot ‘Zon op de
Amstelkerk’ voor zonne-energie op andere monumenten met een plat dak en in
Amsterdam?
Antwoord:
Als onderdeel van het initiatief Groene Grachten, in 2012 gestart door Wubbo
Ockels en erop gericht om energiemaatregelen in monumentale panden te
promoten, is door Stadsherstel een viertal zonnepanelen aangebracht op de
Amstelkerk. Voor NV Stadsherstel betrof de Amstelkerk een eerste project waarin
zij zonnepanelen heeft aangebracht op een monumentaal pand. Deze panelen
zijn aangebracht op een plat dak en wel binnen de kaders van de Welstandsnota.
Leerdoel: uitvinden of het technisch mogelijk (ja) en rendabel is (nee, door de
lage elektriciteitsprijs die Stadsherstel betaalt omdat zij grootverbruiker is, en de
te betalen leges à 1050 euro).
Het effect is dat er nu 4 panelen liggen op dit monument, en dat Stadsherstel
inzicht heeft gekregen in de mogelijkheden (maatwerk) voor het aanbrengen van
zonnepanelen op monumenten en de business case daarvan.
Er zijn overigens meer (maar niet veel) voorbeelden van monumentale panden in
de stad waarop door bewoners reeds zonnepanelen zijn aangebracht. Hiervoor is
een vergunning nodig van het betreffende stadsdeel.
De betrokkenheid van de gemeente bij dit project van Stichting de Groene
Grachten en Stadsherstel was overigens beperkt. Bureau Monumenten en
Archeologie (BMA) en programmabureau Klimaat en Energie waren inhoudelijk
(advies, meedenken) betrokken bij het initiatief, het stadsdeel heeft de vergunning
afgegeven.
2
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing op Gemeenteblad R
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
2. Klopt het dat de gemeente Amsterdam (de Dienst Ruimtelijke Ordening en
het Bureau Monumenten & Archeologie) zich heeft aangesloten bij De Groene
Grachten, Stadsherstel, Stadsdeel Oost, Pakhuis de Zwijger en Search en bezig
is met de nieuwe pilot ‘Zon op de Zwijger’? Wat is de huidige status van dit project
en wat is de tijdsplanning van deze pilot (inclusief moment van afronding)?
Antwoord:
Ja. Genoemde partijen hebben gezamenlijk de pilot ‘Zon op de Zwijger’ in
voorbereiding. Dit project is geïnitieerd door De Groene Grachten. Het project
sluit aan bij de Amsterdamse Zonvisie ‘Burgers en Bedrijven gaan voor de zon!’
(zie ook het antwoord op vraag 3).
In dit project wordt onderzocht welke mogelijkheden ‘innovatieve
zonnetechnologie’ (bijvoorbeeld: andere type zonnecellen, kleur en
bevestigingstechnieken) biedt voor het aanbrengen van zonnepanelen op een
monumentaal dak, én hoe dit zich verhoudt tot de geldende regels.
Dit project onderscheidt zich van het eerdere project van Stadsherstel in de mate
van ‘innovativiteit van de technologie die gebruikt zal worden. In het eerste
project werd nog gebruik gemaakt van standaard zonnepanelen. In het nieuwe
project op de Zwijger gaat men op zoek naar de meest innovatieve zon-oplossing
voor dit monumentale pand.
Het project is als volgt opgebouwd:
1. allereerst wordt (op dit moment) de haalbaarheid onderzocht (technisch,
financieel, juridisch) voor het aanbrengen van zonnepanelen op Pakhuis de
Zwijger (eigendom NV Stadsherstel);
2. op basis van dit onderzoek zal NV Stadsherstel een beslissing nemen om
haar dak wel of niet ter beschikking te stellen;
3. indien zij akkoord gaat zal de markt in de vorm van een prijsvraag uitgedaagd
worden om met haar ‘beste’ systeem te komen;
4. het zonnesysteem van de beste inzending zal door Stadsherstel worden
uitgevoerd, onder voorbehoud van een positieve vergunningsbeschikking.
Volgens planning wordt de prijsvraag dit najaar bekend gemaakt (indien
Stadsherstel positief beslist; stap 2) en wordt het winnende systeem (beoordeling
door jury in november/december) begin 2015 geïnstalleerd.
De gemeente (BMA en Programmabureau Klimaat en Energie) is als adviseur bij
dit project betrokken. De Groene Grachten is project trekker. Uiteindelijke
installatie van het innovatieve zonnesysteem (als de prijsvraag daadwerkelijk
wordt uitgeschreven en er een goede inzending komt, die binnen de wettelijke
kaders past) wordt door Stadsherstel geregeld en gedekt. Stadsherstel vraagt
daar mogelijk financiering voor aan in de laatste tender van het Amsterdams
Investeringsfonds.
3
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing op Gemeenteblad R
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
3. Deelt het college de mening van de fractie van D66 over het belang van
verduurzaming en eventueel aanpassen van regels om nieuwe oplossingen van
duurzaamheid mogelijk te maken? Zo ja, welke leerpunten zijn/worden opgesteld
ten aanzien van de pilot voor het sheddak van Pakhuis de Zwijger? En welke
leerpunten waren opgesteld voor het platte dak van de Amstelkerk? Zo nee,
waarom niet en hoe denkt het college dan de ambitie zoals geformuleerd in de
Zonvisie 2013 te halen?
Antwoord:
Het College onderschrijft de mening van de fractie van D66 dat verduurzaming
van de bestaande stad van groot belang is en onderstreept dat in het
coalitieakkoord ‘Amsterdam is van iedereen’. Zij werkt o.a. aan de doelstelling dat
in 2020 20% meer duurzame energie wordt geproduceerd dan nu het geval is.
Zonne-energie in de bestaande stad draagt daar aan bij. Om dit te realiseren kan
het nodig zijn om bestaande regels aan te passen, of met het Rijk in gesprek te
gaan wanneer de bevoegdheid niet bij de gemeente ligt. Aanpassing van regels
kan bijvoorbeeld nodig zijn in de situatie waarin regels, maatschappelijke wensen,
en toegenomen mogelijkheden door nieuwe (technologische}oplossingen, niet
meer met elkaar in overeenstemming zijn. In het collegeprogramma is daarover
afgesproken dat “we de regels voor het duurzaam aanpassen van gebouwen
[gaan] versimpelen, bijvoorbeeld op het gebied van de teruglevering van energie
en het gezamenlijk gebruik van daken voor zonnepanelen”. Daarbij dient het
college uiteraard wel te opereren binnen de kaders van de landelijke wet- en
regelgeving.
Het College is daarnaast van mening dat de energietransitie alleen plaatsvindt als
duurzaamheidsprojecten schaal krijgen. Daarvoor is het van belang dat wordt
gewerkt aan opschaalbaarheid en kopieerbaarheid van oplossingen.
De leerpunten die de pilot ‘Zon op de Zwijger’ op zal leveren zijn:
— voorbeeldfunctie: onderzoeken en laten zien hoe een nieuwe
zonnetechnologie mogelijk is op een monumentaal dak, waar dat met
conventionele panelen niet haalbaar/wenselijk is;
— kennisontwikkeling (bij overheid en markt) ten aanzien van technische
mogelijkheden van zonne-energie;
— onderzoeken hoe het vigerende welstandskader zich verhoudt tot innovatieve
zon technologieën.
Deze leerpunten zijn vooraf besproken met de projectpartners. Voor het project
Amstelkerk waren geen leerpunten geformuleerd vanuit de gemeente, omdat de
betrokkenheid beperkt was.
Het pilotproject Zon op de Zwijger levert input voor het evalueren van de regels
en draagt bij aan de uitvoering van het deel van de Zonvisie dat daarover gaat.
In de Zonvisie zijn 8 programmalijnen opgenomen waarlangs de gemeente de
toepassing van zonne-energie door burgers en bedrijven stimuleert. In lijn 7
(activiteit # 21) is opgenomen dat regelgeving periodiek tegen het licht wordt
gehouden om te zien of deze (nog) in lijn is met de stand der techniek op het
gebied van o.a. zonnesystemen.
4
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing op Gemeenteblad
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
4. Onder welke criteria zou het college de resultaten van de pilot “Zon op de Zwijger’
als een succes beoordelen? Wanneer vindt die beoordeling plaats en welke
Amsterdamse stakeholders zijn hierbij betrokken?
Antwoord:
Het project ‘Zon op de Zwijger’ wordt als succes beschouwd als:
1. de prijsvraag een inzending oplevert die een goede technische oplossing
biedt voor dit specifieke monumentale dak. Een goede technische oplossing is
een oplossing die aansluit bij de eisen van de pandeigenaar (stadsherstel),
betaalbaar is, en die aanvaardbaar is vanuit esthetisch en historisch oogpunt
en valt binnen de kaders van Welstand en Monumenten;
2. het project bijdraagt aan het vinden van een oplossing voor het aanbrengen
van zonnesystemen op andere monumentale panden, nu of in de toekomst.
Dit is geen hard criterium, omdat de bijdrage van één project aan een bredere
maatschappelijke ontwikkeling moeilijk te meten is. Amsterdam wil echter
duurzame koploper zijn, en daar hoort ook bij dat er ruimte wordt gemaakt
voor innovatie;
3. het project daarnaast input levert voor de periodieke herijking van de regels
conform de Zonvisie (zie het antwoord op vraag 3).
De beoogde planning: zie het antwoord op vraag 2.
De betrokken stakeholders zijn:
— De Groene Grachten;
— NV Stadsherstel;
— de gemeente Amsterdam (DRO, BMA, stadsdeel Centrum);
— Uuurders van Pakhuis de Zwijger (via Stadsherstel);
— Search.
5. Is het college van plan een vervolg te maken op het Amsterdamse
duurzaamheidsprogramma 2011-2014, en indien dat het geval is,
overeenkomstig het coalitieakkoord (blz. 27), de ambitie ten aanzien van lokale
zonne-energie uit de Zonvisie conform het initiatiefvoorstel van het voormalig
raadslid de heer Manuel en de resultaten van de ‘pilots’ op Pakhuis de Zwijger en
de Amstelkerk daarin aandacht te besteden aan het verduurzamen van
monumenten?
Antwoord:
Het College stelt eind dit jaar een Agenda Duurzaamheid vast. Het verduurzamen
van monumenten, deregulering en de ambitie van de Zonvisie zullen in deze
agenda worden meegenomen.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
5
X Gemeente Amsterdam R
% Gemeenteraad
Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 602
Datum akkoord 2 september 2014
Publicatiedatum 5 september 2014
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw A.M. Bosman
en de heer M.E. van den Heuvel van 5 augustus 2014 inzake zonnepanelen op
monumentale panden.
Aan de gemeenteraad
inleiding door vragenstellers.
Het college heeft de ambitie om in 2020 het aandeel duurzaam opgewekte energie
binnen Amsterdam met 20% te laten toenemen. Zonne-energie is een belangrijke
bron daarvoor. Eerder is de doelstelling vastgelegd om in 2020 160 MW zonnestroom
per jaar op te wekken binnen de gemeente Amsterdam. Voor 2040 is het streefcijfer
1000 MW. Zonne-energie is een belangrijke manier voor bewoners en ondernemers
om zelf voor hun elektriciteitsvoorziening te zorgen. Dat is goed voor het milieu,
de energierekening en de onafhankelijkheid van Amsterdam ten opzichte van
onberekenbare buitenlandse energieproducenten.
Amsterdam heeft naast de ruim 8500 rijks- en gemeentelijke monumenten, ook een
toenemend aantal beschermde stads- en dorpsgezichten. Het hele centrum van
Amsterdam is sinds 1999 beschermd stadsgezicht en de grachtengordel behoort
sinds 2010 tot het UNESCO werelderfgoed. De fractie van D66 vindt het belangrijk
dat deze historische waarde wordt beschermd zodat Amsterdammers en latere
generaties er nog volop van kunnen genieten en leren. De fractie van D66 kiest ook
voor een schone, groene en gezonde stad. Het is van belang dat de gemeente ruimte
geeft aan initiatieven die bijdragen aan nieuwe oplossingen van duurzaamheid,
waarbij we openstaan kijken voor het aanpassen van geldende (verouderde) regels
die verduurzaming in de weg staan, zonder dat de authenticiteit van monumenten
wordt aangetast.
Nu heeft de fractie van D66 begrepen dat de gemeente Amsterdam samen met
De Groene Grachten, Stadsherstel en Search een pilot is gestart om zonnepanelen te
plaatsen op de schuine kap van Pakhuis de Zwijger onder de naam: ‘Zon op de
Zwijger’. Het betreft een zogenaamd sheddak (‘zaagtandendak’), dat een zichtlocatie
is. Hieruit volgt waarschijnlijk een prijsvraag voor de aanbesteding die moet aantonen
welke partij het beste zonnepanelen op een monument kan plaatsen. Dit project is
benoemd als ‘pilot om uit te vinden of zonnepanelen op een monument passend zijn,
in relatie tot mogelijke technische gevolgen voor het dak door aanhechting van de
panelen of verstoring van het monumentale ‘daklandschap’ door het aangezicht van
zonnepanelen, omdat dat er nu eenmaal anders uitziet dan dat het daklandschap
eruit zag in de 17° eeuw.
1
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing op Gemeenteblad
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
Dit is niet het eerste monument met zonnepanelen. Sinds september 2013 liggen er
zonnepanelen op het (platte) dak van de Amstelkerk. Volgens de website van
Stadsherstel, die de energie van de zonnepanelen gebruikt voor het eigen kantoor dat
gevestigd is in dit rijksmonument, is de vergunning verleend nadat met foto's van een
proefopstelling was aangetoond dat het monument met deze ‘reversibele toepassing’
geen schade op zou lopen. Ook zijn er (slechts) een klein aantal grachtenpanden die
met trekken en sleuren een vergunning kregen om zonnepanelen op hun dak te
mogen plaatsen, om zodoende hun eigen elektriciteit op te kunnen wekken.
Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 5 augustus 2014, beiden namens
de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad
van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en
wethouders gericht:
1. Wat is het effect geweest van de — inmiddels afgeronde — pilot ‘Zon op de
Amstelkerk’ voor zonne-energie op andere monumenten met een plat dak en in
Amsterdam?
Antwoord:
Als onderdeel van het initiatief Groene Grachten, in 2012 gestart door Wubbo
Ockels en erop gericht om energiemaatregelen in monumentale panden te
promoten, is door Stadsherstel een viertal zonnepanelen aangebracht op de
Amstelkerk. Voor NV Stadsherstel betrof de Amstelkerk een eerste project waarin
zij zonnepanelen heeft aangebracht op een monumentaal pand. Deze panelen
zijn aangebracht op een plat dak en wel binnen de kaders van de Welstandsnota.
Leerdoel: uitvinden of het technisch mogelijk (ja) en rendabel is (nee, door de
lage elektriciteitsprijs die Stadsherstel betaalt omdat zij grootverbruiker is, en de
te betalen leges à 1050 euro).
Het effect is dat er nu 4 panelen liggen op dit monument, en dat Stadsherstel
inzicht heeft gekregen in de mogelijkheden (maatwerk) voor het aanbrengen van
zonnepanelen op monumenten en de business case daarvan.
Er zijn overigens meer (maar niet veel) voorbeelden van monumentale panden in
de stad waarop door bewoners reeds zonnepanelen zijn aangebracht. Hiervoor is
een vergunning nodig van het betreffende stadsdeel.
De betrokkenheid van de gemeente bij dit project van Stichting de Groene
Grachten en Stadsherstel was overigens beperkt. Bureau Monumenten en
Archeologie (BMA) en programmabureau Klimaat en Energie waren inhoudelijk
(advies, meedenken) betrokken bij het initiatief, het stadsdeel heeft de vergunning
afgegeven.
2
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing op Gemeenteblad R
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
2. Klopt het dat de gemeente Amsterdam (de Dienst Ruimtelijke Ordening en
het Bureau Monumenten & Archeologie) zich heeft aangesloten bij De Groene
Grachten, Stadsherstel, Stadsdeel Oost, Pakhuis de Zwijger en Search en bezig
is met de nieuwe pilot ‘Zon op de Zwijger’? Wat is de huidige status van dit project
en wat is de tijdsplanning van deze pilot (inclusief moment van afronding)?
Antwoord:
Ja. Genoemde partijen hebben gezamenlijk de pilot ‘Zon op de Zwijger’ in
voorbereiding. Dit project is geïnitieerd door De Groene Grachten. Het project
sluit aan bij de Amsterdamse Zonvisie ‘Burgers en Bedrijven gaan voor de zon!’
(zie ook het antwoord op vraag 3).
In dit project wordt onderzocht welke mogelijkheden ‘innovatieve
zonnetechnologie’ (bijvoorbeeld: andere type zonnecellen, kleur en
bevestigingstechnieken) biedt voor het aanbrengen van zonnepanelen op een
monumentaal dak, én hoe dit zich verhoudt tot de geldende regels.
Dit project onderscheidt zich van het eerdere project van Stadsherstel in de mate
van ‘innovativiteit van de technologie die gebruikt zal worden. In het eerste
project werd nog gebruik gemaakt van standaard zonnepanelen. In het nieuwe
project op de Zwijger gaat men op zoek naar de meest innovatieve zon-oplossing
voor dit monumentale pand.
Het project is als volgt opgebouwd:
1. allereerst wordt (op dit moment) de haalbaarheid onderzocht (technisch,
financieel, juridisch) voor het aanbrengen van zonnepanelen op Pakhuis de
Zwijger (eigendom NV Stadsherstel);
2. op basis van dit onderzoek zal NV Stadsherstel een beslissing nemen om
haar dak wel of niet ter beschikking te stellen;
3. indien zij akkoord gaat zal de markt in de vorm van een prijsvraag uitgedaagd
worden om met haar ‘beste’ systeem te komen;
4. het zonnesysteem van de beste inzending zal door Stadsherstel worden
uitgevoerd, onder voorbehoud van een positieve vergunningsbeschikking.
Volgens planning wordt de prijsvraag dit najaar bekend gemaakt (indien
Stadsherstel positief beslist; stap 2) en wordt het winnende systeem (beoordeling
door jury in november/december) begin 2015 geïnstalleerd.
De gemeente (BMA en Programmabureau Klimaat en Energie) is als adviseur bij
dit project betrokken. De Groene Grachten is project trekker. Uiteindelijke
installatie van het innovatieve zonnesysteem (als de prijsvraag daadwerkelijk
wordt uitgeschreven en er een goede inzending komt, die binnen de wettelijke
kaders past) wordt door Stadsherstel geregeld en gedekt. Stadsherstel vraagt
daar mogelijk financiering voor aan in de laatste tender van het Amsterdams
Investeringsfonds.
3
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing op Gemeenteblad R
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
3. Deelt het college de mening van de fractie van D66 over het belang van
verduurzaming en eventueel aanpassen van regels om nieuwe oplossingen van
duurzaamheid mogelijk te maken? Zo ja, welke leerpunten zijn/worden opgesteld
ten aanzien van de pilot voor het sheddak van Pakhuis de Zwijger? En welke
leerpunten waren opgesteld voor het platte dak van de Amstelkerk? Zo nee,
waarom niet en hoe denkt het college dan de ambitie zoals geformuleerd in de
Zonvisie 2013 te halen?
Antwoord:
Het College onderschrijft de mening van de fractie van D66 dat verduurzaming
van de bestaande stad van groot belang is en onderstreept dat in het
coalitieakkoord ‘Amsterdam is van iedereen’. Zij werkt o.a. aan de doelstelling dat
in 2020 20% meer duurzame energie wordt geproduceerd dan nu het geval is.
Zonne-energie in de bestaande stad draagt daar aan bij. Om dit te realiseren kan
het nodig zijn om bestaande regels aan te passen, of met het Rijk in gesprek te
gaan wanneer de bevoegdheid niet bij de gemeente ligt. Aanpassing van regels
kan bijvoorbeeld nodig zijn in de situatie waarin regels, maatschappelijke wensen,
en toegenomen mogelijkheden door nieuwe (technologische}oplossingen, niet
meer met elkaar in overeenstemming zijn. In het collegeprogramma is daarover
afgesproken dat “we de regels voor het duurzaam aanpassen van gebouwen
[gaan] versimpelen, bijvoorbeeld op het gebied van de teruglevering van energie
en het gezamenlijk gebruik van daken voor zonnepanelen”. Daarbij dient het
college uiteraard wel te opereren binnen de kaders van de landelijke wet- en
regelgeving.
Het College is daarnaast van mening dat de energietransitie alleen plaatsvindt als
duurzaamheidsprojecten schaal krijgen. Daarvoor is het van belang dat wordt
gewerkt aan opschaalbaarheid en kopieerbaarheid van oplossingen.
De leerpunten die de pilot ‘Zon op de Zwijger’ op zal leveren zijn:
— voorbeeldfunctie: onderzoeken en laten zien hoe een nieuwe
zonnetechnologie mogelijk is op een monumentaal dak, waar dat met
conventionele panelen niet haalbaar/wenselijk is;
— kennisontwikkeling (bij overheid en markt) ten aanzien van technische
mogelijkheden van zonne-energie;
— onderzoeken hoe het vigerende welstandskader zich verhoudt tot innovatieve
zon technologieën.
Deze leerpunten zijn vooraf besproken met de projectpartners. Voor het project
Amstelkerk waren geen leerpunten geformuleerd vanuit de gemeente, omdat de
betrokkenheid beperkt was.
Het pilotproject Zon op de Zwijger levert input voor het evalueren van de regels
en draagt bij aan de uitvoering van het deel van de Zonvisie dat daarover gaat.
In de Zonvisie zijn 8 programmalijnen opgenomen waarlangs de gemeente de
toepassing van zonne-energie door burgers en bedrijven stimuleert. In lijn 7
(activiteit # 21) is opgenomen dat regelgeving periodiek tegen het licht wordt
gehouden om te zien of deze (nog) in lijn is met de stand der techniek op het
gebied van o.a. zonnesystemen.
4
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing op Gemeenteblad
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
4. Onder welke criteria zou het college de resultaten van de pilot “Zon op de Zwijger’
als een succes beoordelen? Wanneer vindt die beoordeling plaats en welke
Amsterdamse stakeholders zijn hierbij betrokken?
Antwoord:
Het project ‘Zon op de Zwijger’ wordt als succes beschouwd als:
1. de prijsvraag een inzending oplevert die een goede technische oplossing
biedt voor dit specifieke monumentale dak. Een goede technische oplossing is
een oplossing die aansluit bij de eisen van de pandeigenaar (stadsherstel),
betaalbaar is, en die aanvaardbaar is vanuit esthetisch en historisch oogpunt
en valt binnen de kaders van Welstand en Monumenten;
2. het project bijdraagt aan het vinden van een oplossing voor het aanbrengen
van zonnesystemen op andere monumentale panden, nu of in de toekomst.
Dit is geen hard criterium, omdat de bijdrage van één project aan een bredere
maatschappelijke ontwikkeling moeilijk te meten is. Amsterdam wil echter
duurzame koploper zijn, en daar hoort ook bij dat er ruimte wordt gemaakt
voor innovatie;
3. het project daarnaast input levert voor de periodieke herijking van de regels
conform de Zonvisie (zie het antwoord op vraag 3).
De beoogde planning: zie het antwoord op vraag 2.
De betrokken stakeholders zijn:
— De Groene Grachten;
— NV Stadsherstel;
— de gemeente Amsterdam (DRO, BMA, stadsdeel Centrum);
— Uuurders van Pakhuis de Zwijger (via Stadsherstel);
— Search.
5. Is het college van plan een vervolg te maken op het Amsterdamse
duurzaamheidsprogramma 2011-2014, en indien dat het geval is,
overeenkomstig het coalitieakkoord (blz. 27), de ambitie ten aanzien van lokale
zonne-energie uit de Zonvisie conform het initiatiefvoorstel van het voormalig
raadslid de heer Manuel en de resultaten van de ‘pilots’ op Pakhuis de Zwijger en
de Amstelkerk daarin aandacht te besteden aan het verduurzamen van
monumenten?
Antwoord:
Het College stelt eind dit jaar een Agenda Duurzaamheid vast. Het verduurzamen
van monumenten, deregulering en de ambitie van de Zonvisie zullen in deze
agenda worden meegenomen.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
5
X Gemeente Amsterdam R
% Gemeenteraad
Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 602
Datum akkoord 2 september 2014
Publicatiedatum 5 september 2014
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw A.M. Bosman
en de heer M.E. van den Heuvel van 5 augustus 2014 inzake zonnepanelen op
monumentale panden.
Aan de gemeenteraad
inleiding door vragenstellers.
Het college heeft de ambitie om in 2020 het aandeel duurzaam opgewekte energie
binnen Amsterdam met 20% te laten toenemen. Zonne-energie is een belangrijke
bron daarvoor. Eerder is de doelstelling vastgelegd om in 2020 160 MW zonnestroom
per jaar op te wekken binnen de gemeente Amsterdam. Voor 2040 is het streefcijfer
1000 MW. Zonne-energie is een belangrijke manier voor bewoners en ondernemers
om zelf voor hun elektriciteitsvoorziening te zorgen. Dat is goed voor het milieu,
de energierekening en de onafhankelijkheid van Amsterdam ten opzichte van
onberekenbare buitenlandse energieproducenten.
Amsterdam heeft naast de ruim 8500 rijks- en gemeentelijke monumenten, ook een
toenemend aantal beschermde stads- en dorpsgezichten. Het hele centrum van
Amsterdam is sinds 1999 beschermd stadsgezicht en de grachtengordel behoort
sinds 2010 tot het UNESCO werelderfgoed. De fractie van D66 vindt het belangrijk
dat deze historische waarde wordt beschermd zodat Amsterdammers en latere
generaties er nog volop van kunnen genieten en leren. De fractie van D66 kiest ook
voor een schone, groene en gezonde stad. Het is van belang dat de gemeente ruimte
geeft aan initiatieven die bijdragen aan nieuwe oplossingen van duurzaamheid,
waarbij we openstaan kijken voor het aanpassen van geldende (verouderde) regels
die verduurzaming in de weg staan, zonder dat de authenticiteit van monumenten
wordt aangetast.
Nu heeft de fractie van D66 begrepen dat de gemeente Amsterdam samen met
De Groene Grachten, Stadsherstel en Search een pilot is gestart om zonnepanelen te
plaatsen op de schuine kap van Pakhuis de Zwijger onder de naam: ‘Zon op de
Zwijger’. Het betreft een zogenaamd sheddak (‘zaagtandendak’), dat een zichtlocatie
is. Hieruit volgt waarschijnlijk een prijsvraag voor de aanbesteding die moet aantonen
welke partij het beste zonnepanelen op een monument kan plaatsen. Dit project is
benoemd als ‘pilot om uit te vinden of zonnepanelen op een monument passend zijn,
in relatie tot mogelijke technische gevolgen voor het dak door aanhechting van de
panelen of verstoring van het monumentale ‘daklandschap’ door het aangezicht van
zonnepanelen, omdat dat er nu eenmaal anders uitziet dan dat het daklandschap
eruit zag in de 17° eeuw.
1
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing op Gemeenteblad
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
Dit is niet het eerste monument met zonnepanelen. Sinds september 2013 liggen er
zonnepanelen op het (platte) dak van de Amstelkerk. Volgens de website van
Stadsherstel, die de energie van de zonnepanelen gebruikt voor het eigen kantoor dat
gevestigd is in dit rijksmonument, is de vergunning verleend nadat met foto's van een
proefopstelling was aangetoond dat het monument met deze ‘reversibele toepassing’
geen schade op zou lopen. Ook zijn er (slechts) een klein aantal grachtenpanden die
met trekken en sleuren een vergunning kregen om zonnepanelen op hun dak te
mogen plaatsen, om zodoende hun eigen elektriciteit op te kunnen wekken.
Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 5 augustus 2014, beiden namens
de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad
van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en
wethouders gericht:
1. Wat is het effect geweest van de — inmiddels afgeronde — pilot ‘Zon op de
Amstelkerk’ voor zonne-energie op andere monumenten met een plat dak en in
Amsterdam?
Antwoord:
Als onderdeel van het initiatief Groene Grachten, in 2012 gestart door Wubbo
Ockels en erop gericht om energiemaatregelen in monumentale panden te
promoten, is door Stadsherstel een viertal zonnepanelen aangebracht op de
Amstelkerk. Voor NV Stadsherstel betrof de Amstelkerk een eerste project waarin
zij zonnepanelen heeft aangebracht op een monumentaal pand. Deze panelen
zijn aangebracht op een plat dak en wel binnen de kaders van de Welstandsnota.
Leerdoel: uitvinden of het technisch mogelijk (ja) en rendabel is (nee, door de
lage elektriciteitsprijs die Stadsherstel betaalt omdat zij grootverbruiker is, en de
te betalen leges à 1050 euro).
Het effect is dat er nu 4 panelen liggen op dit monument, en dat Stadsherstel
inzicht heeft gekregen in de mogelijkheden (maatwerk) voor het aanbrengen van
zonnepanelen op monumenten en de business case daarvan.
Er zijn overigens meer (maar niet veel) voorbeelden van monumentale panden in
de stad waarop door bewoners reeds zonnepanelen zijn aangebracht. Hiervoor is
een vergunning nodig van het betreffende stadsdeel.
De betrokkenheid van de gemeente bij dit project van Stichting de Groene
Grachten en Stadsherstel was overigens beperkt. Bureau Monumenten en
Archeologie (BMA) en programmabureau Klimaat en Energie waren inhoudelijk
(advies, meedenken) betrokken bij het initiatief, het stadsdeel heeft de vergunning
afgegeven.
2
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing op Gemeenteblad R
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
2. Klopt het dat de gemeente Amsterdam (de Dienst Ruimtelijke Ordening en
het Bureau Monumenten & Archeologie) zich heeft aangesloten bij De Groene
Grachten, Stadsherstel, Stadsdeel Oost, Pakhuis de Zwijger en Search en bezig
is met de nieuwe pilot ‘Zon op de Zwijger’? Wat is de huidige status van dit project
en wat is de tijdsplanning van deze pilot (inclusief moment van afronding)?
Antwoord:
Ja. Genoemde partijen hebben gezamenlijk de pilot ‘Zon op de Zwijger’ in
voorbereiding. Dit project is geïnitieerd door De Groene Grachten. Het project
sluit aan bij de Amsterdamse Zonvisie ‘Burgers en Bedrijven gaan voor de zon!’
(zie ook het antwoord op vraag 3).
In dit project wordt onderzocht welke mogelijkheden ‘innovatieve
zonnetechnologie’ (bijvoorbeeld: andere type zonnecellen, kleur en
bevestigingstechnieken) biedt voor het aanbrengen van zonnepanelen op een
monumentaal dak, én hoe dit zich verhoudt tot de geldende regels.
Dit project onderscheidt zich van het eerdere project van Stadsherstel in de mate
van ‘innovativiteit van de technologie die gebruikt zal worden. In het eerste
project werd nog gebruik gemaakt van standaard zonnepanelen. In het nieuwe
project op de Zwijger gaat men op zoek naar de meest innovatieve zon-oplossing
voor dit monumentale pand.
Het project is als volgt opgebouwd:
1. allereerst wordt (op dit moment) de haalbaarheid onderzocht (technisch,
financieel, juridisch) voor het aanbrengen van zonnepanelen op Pakhuis de
Zwijger (eigendom NV Stadsherstel);
2. op basis van dit onderzoek zal NV Stadsherstel een beslissing nemen om
haar dak wel of niet ter beschikking te stellen;
3. indien zij akkoord gaat zal de markt in de vorm van een prijsvraag uitgedaagd
worden om met haar ‘beste’ systeem te komen;
4. het zonnesysteem van de beste inzending zal door Stadsherstel worden
uitgevoerd, onder voorbehoud van een positieve vergunningsbeschikking.
Volgens planning wordt de prijsvraag dit najaar bekend gemaakt (indien
Stadsherstel positief beslist; stap 2) en wordt het winnende systeem (beoordeling
door jury in november/december) begin 2015 geïnstalleerd.
De gemeente (BMA en Programmabureau Klimaat en Energie) is als adviseur bij
dit project betrokken. De Groene Grachten is project trekker. Uiteindelijke
installatie van het innovatieve zonnesysteem (als de prijsvraag daadwerkelijk
wordt uitgeschreven en er een goede inzending komt, die binnen de wettelijke
kaders past) wordt door Stadsherstel geregeld en gedekt. Stadsherstel vraagt
daar mogelijk financiering voor aan in de laatste tender van het Amsterdams
Investeringsfonds.
3
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing op Gemeenteblad R
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
3. Deelt het college de mening van de fractie van D66 over het belang van
verduurzaming en eventueel aanpassen van regels om nieuwe oplossingen van
duurzaamheid mogelijk te maken? Zo ja, welke leerpunten zijn/worden opgesteld
ten aanzien van de pilot voor het sheddak van Pakhuis de Zwijger? En welke
leerpunten waren opgesteld voor het platte dak van de Amstelkerk? Zo nee,
waarom niet en hoe denkt het college dan de ambitie zoals geformuleerd in de
Zonvisie 2013 te halen?
Antwoord:
Het College onderschrijft de mening van de fractie van D66 dat verduurzaming
van de bestaande stad van groot belang is en onderstreept dat in het
coalitieakkoord ‘Amsterdam is van iedereen’. Zij werkt o.a. aan de doelstelling dat
in 2020 20% meer duurzame energie wordt geproduceerd dan nu het geval is.
Zonne-energie in de bestaande stad draagt daar aan bij. Om dit te realiseren kan
het nodig zijn om bestaande regels aan te passen, of met het Rijk in gesprek te
gaan wanneer de bevoegdheid niet bij de gemeente ligt. Aanpassing van regels
kan bijvoorbeeld nodig zijn in de situatie waarin regels, maatschappelijke wensen,
en toegenomen mogelijkheden door nieuwe (technologische}oplossingen, niet
meer met elkaar in overeenstemming zijn. In het collegeprogramma is daarover
afgesproken dat “we de regels voor het duurzaam aanpassen van gebouwen
[gaan] versimpelen, bijvoorbeeld op het gebied van de teruglevering van energie
en het gezamenlijk gebruik van daken voor zonnepanelen”. Daarbij dient het
college uiteraard wel te opereren binnen de kaders van de landelijke wet- en
regelgeving.
Het College is daarnaast van mening dat de energietransitie alleen plaatsvindt als
duurzaamheidsprojecten schaal krijgen. Daarvoor is het van belang dat wordt
gewerkt aan opschaalbaarheid en kopieerbaarheid van oplossingen.
De leerpunten die de pilot ‘Zon op de Zwijger’ op zal leveren zijn:
— voorbeeldfunctie: onderzoeken en laten zien hoe een nieuwe
zonnetechnologie mogelijk is op een monumentaal dak, waar dat met
conventionele panelen niet haalbaar/wenselijk is;
— kennisontwikkeling (bij overheid en markt) ten aanzien van technische
mogelijkheden van zonne-energie;
— onderzoeken hoe het vigerende welstandskader zich verhoudt tot innovatieve
zon technologieën.
Deze leerpunten zijn vooraf besproken met de projectpartners. Voor het project
Amstelkerk waren geen leerpunten geformuleerd vanuit de gemeente, omdat de
betrokkenheid beperkt was.
Het pilotproject Zon op de Zwijger levert input voor het evalueren van de regels
en draagt bij aan de uitvoering van het deel van de Zonvisie dat daarover gaat.
In de Zonvisie zijn 8 programmalijnen opgenomen waarlangs de gemeente de
toepassing van zonne-energie door burgers en bedrijven stimuleert. In lijn 7
(activiteit # 21) is opgenomen dat regelgeving periodiek tegen het licht wordt
gehouden om te zien of deze (nog) in lijn is met de stand der techniek op het
gebied van o.a. zonnesystemen.
4
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing op Gemeenteblad
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
4. Onder welke criteria zou het college de resultaten van de pilot “Zon op de Zwijger’
als een succes beoordelen? Wanneer vindt die beoordeling plaats en welke
Amsterdamse stakeholders zijn hierbij betrokken?
Antwoord:
Het project ‘Zon op de Zwijger’ wordt als succes beschouwd als:
1. de prijsvraag een inzending oplevert die een goede technische oplossing
biedt voor dit specifieke monumentale dak. Een goede technische oplossing is
een oplossing die aansluit bij de eisen van de pandeigenaar (stadsherstel),
betaalbaar is, en die aanvaardbaar is vanuit esthetisch en historisch oogpunt
en valt binnen de kaders van Welstand en Monumenten;
2. het project bijdraagt aan het vinden van een oplossing voor het aanbrengen
van zonnesystemen op andere monumentale panden, nu of in de toekomst.
Dit is geen hard criterium, omdat de bijdrage van één project aan een bredere
maatschappelijke ontwikkeling moeilijk te meten is. Amsterdam wil echter
duurzame koploper zijn, en daar hoort ook bij dat er ruimte wordt gemaakt
voor innovatie;
3. het project daarnaast input levert voor de periodieke herijking van de regels
conform de Zonvisie (zie het antwoord op vraag 3).
De beoogde planning: zie het antwoord op vraag 2.
De betrokken stakeholders zijn:
— De Groene Grachten;
— NV Stadsherstel;
— de gemeente Amsterdam (DRO, BMA, stadsdeel Centrum);
— Uuurders van Pakhuis de Zwijger (via Stadsherstel);
— Search.
5. Is het college van plan een vervolg te maken op het Amsterdamse
duurzaamheidsprogramma 2011-2014, en indien dat het geval is,
overeenkomstig het coalitieakkoord (blz. 27), de ambitie ten aanzien van lokale
zonne-energie uit de Zonvisie conform het initiatiefvoorstel van het voormalig
raadslid de heer Manuel en de resultaten van de ‘pilots’ op Pakhuis de Zwijger en
de Amstelkerk daarin aandacht te besteden aan het verduurzamen van
monumenten?
Antwoord:
Het College stelt eind dit jaar een Agenda Duurzaamheid vast. Het verduurzamen
van monumenten, deregulering en de ambitie van de Zonvisie zullen in deze
agenda worden meegenomen.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
5
X Gemeente Amsterdam R
% Gemeenteraad
Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 602
Datum akkoord 2 september 2014
Publicatiedatum 5 september 2014
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw A.M. Bosman
en de heer M.E. van den Heuvel van 5 augustus 2014 inzake zonnepanelen op
monumentale panden.
Aan de gemeenteraad
inleiding door vragenstellers.
Het college heeft de ambitie om in 2020 het aandeel duurzaam opgewekte energie
binnen Amsterdam met 20% te laten toenemen. Zonne-energie is een belangrijke
bron daarvoor. Eerder is de doelstelling vastgelegd om in 2020 160 MW zonnestroom
per jaar op te wekken binnen de gemeente Amsterdam. Voor 2040 is het streefcijfer
1000 MW. Zonne-energie is een belangrijke manier voor bewoners en ondernemers
om zelf voor hun elektriciteitsvoorziening te zorgen. Dat is goed voor het milieu,
de energierekening en de onafhankelijkheid van Amsterdam ten opzichte van
onberekenbare buitenlandse energieproducenten.
Amsterdam heeft naast de ruim 8500 rijks- en gemeentelijke monumenten, ook een
toenemend aantal beschermde stads- en dorpsgezichten. Het hele centrum van
Amsterdam is sinds 1999 beschermd stadsgezicht en de grachtengordel behoort
sinds 2010 tot het UNESCO werelderfgoed. De fractie van D66 vindt het belangrijk
dat deze historische waarde wordt beschermd zodat Amsterdammers en latere
generaties er nog volop van kunnen genieten en leren. De fractie van D66 kiest ook
voor een schone, groene en gezonde stad. Het is van belang dat de gemeente ruimte
geeft aan initiatieven die bijdragen aan nieuwe oplossingen van duurzaamheid,
waarbij we openstaan kijken voor het aanpassen van geldende (verouderde) regels
die verduurzaming in de weg staan, zonder dat de authenticiteit van monumenten
wordt aangetast.
Nu heeft de fractie van D66 begrepen dat de gemeente Amsterdam samen met
De Groene Grachten, Stadsherstel en Search een pilot is gestart om zonnepanelen te
plaatsen op de schuine kap van Pakhuis de Zwijger onder de naam: ‘Zon op de
Zwijger’. Het betreft een zogenaamd sheddak (‘zaagtandendak’), dat een zichtlocatie
is. Hieruit volgt waarschijnlijk een prijsvraag voor de aanbesteding die moet aantonen
welke partij het beste zonnepanelen op een monument kan plaatsen. Dit project is
benoemd als ‘pilot om uit te vinden of zonnepanelen op een monument passend zijn,
in relatie tot mogelijke technische gevolgen voor het dak door aanhechting van de
panelen of verstoring van het monumentale ‘daklandschap’ door het aangezicht van
zonnepanelen, omdat dat er nu eenmaal anders uitziet dan dat het daklandschap
eruit zag in de 17° eeuw.
1
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing op Gemeenteblad
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
Dit is niet het eerste monument met zonnepanelen. Sinds september 2013 liggen er
zonnepanelen op het (platte) dak van de Amstelkerk. Volgens de website van
Stadsherstel, die de energie van de zonnepanelen gebruikt voor het eigen kantoor dat
gevestigd is in dit rijksmonument, is de vergunning verleend nadat met foto's van een
proefopstelling was aangetoond dat het monument met deze ‘reversibele toepassing’
geen schade op zou lopen. Ook zijn er (slechts) een klein aantal grachtenpanden die
met trekken en sleuren een vergunning kregen om zonnepanelen op hun dak te
mogen plaatsen, om zodoende hun eigen elektriciteit op te kunnen wekken.
Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 5 augustus 2014, beiden namens
de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad
van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en
wethouders gericht:
1. Wat is het effect geweest van de — inmiddels afgeronde — pilot ‘Zon op de
Amstelkerk’ voor zonne-energie op andere monumenten met een plat dak en in
Amsterdam?
Antwoord:
Als onderdeel van het initiatief Groene Grachten, in 2012 gestart door Wubbo
Ockels en erop gericht om energiemaatregelen in monumentale panden te
promoten, is door Stadsherstel een viertal zonnepanelen aangebracht op de
Amstelkerk. Voor NV Stadsherstel betrof de Amstelkerk een eerste project waarin
zij zonnepanelen heeft aangebracht op een monumentaal pand. Deze panelen
zijn aangebracht op een plat dak en wel binnen de kaders van de Welstandsnota.
Leerdoel: uitvinden of het technisch mogelijk (ja) en rendabel is (nee, door de
lage elektriciteitsprijs die Stadsherstel betaalt omdat zij grootverbruiker is, en de
te betalen leges à 1050 euro).
Het effect is dat er nu 4 panelen liggen op dit monument, en dat Stadsherstel
inzicht heeft gekregen in de mogelijkheden (maatwerk) voor het aanbrengen van
zonnepanelen op monumenten en de business case daarvan.
Er zijn overigens meer (maar niet veel) voorbeelden van monumentale panden in
de stad waarop door bewoners reeds zonnepanelen zijn aangebracht. Hiervoor is
een vergunning nodig van het betreffende stadsdeel.
De betrokkenheid van de gemeente bij dit project van Stichting de Groene
Grachten en Stadsherstel was overigens beperkt. Bureau Monumenten en
Archeologie (BMA) en programmabureau Klimaat en Energie waren inhoudelijk
(advies, meedenken) betrokken bij het initiatief, het stadsdeel heeft de vergunning
afgegeven.
2
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing op Gemeenteblad R
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
2. Klopt het dat de gemeente Amsterdam (de Dienst Ruimtelijke Ordening en
het Bureau Monumenten & Archeologie) zich heeft aangesloten bij De Groene
Grachten, Stadsherstel, Stadsdeel Oost, Pakhuis de Zwijger en Search en bezig
is met de nieuwe pilot ‘Zon op de Zwijger’? Wat is de huidige status van dit project
en wat is de tijdsplanning van deze pilot (inclusief moment van afronding)?
Antwoord:
Ja. Genoemde partijen hebben gezamenlijk de pilot ‘Zon op de Zwijger’ in
voorbereiding. Dit project is geïnitieerd door De Groene Grachten. Het project
sluit aan bij de Amsterdamse Zonvisie ‘Burgers en Bedrijven gaan voor de zon!’
(zie ook het antwoord op vraag 3).
In dit project wordt onderzocht welke mogelijkheden ‘innovatieve
zonnetechnologie’ (bijvoorbeeld: andere type zonnecellen, kleur en
bevestigingstechnieken) biedt voor het aanbrengen van zonnepanelen op een
monumentaal dak, én hoe dit zich verhoudt tot de geldende regels.
Dit project onderscheidt zich van het eerdere project van Stadsherstel in de mate
van ‘innovativiteit van de technologie die gebruikt zal worden. In het eerste
project werd nog gebruik gemaakt van standaard zonnepanelen. In het nieuwe
project op de Zwijger gaat men op zoek naar de meest innovatieve zon-oplossing
voor dit monumentale pand.
Het project is als volgt opgebouwd:
1. allereerst wordt (op dit moment) de haalbaarheid onderzocht (technisch,
financieel, juridisch) voor het aanbrengen van zonnepanelen op Pakhuis de
Zwijger (eigendom NV Stadsherstel);
2. op basis van dit onderzoek zal NV Stadsherstel een beslissing nemen om
haar dak wel of niet ter beschikking te stellen;
3. indien zij akkoord gaat zal de markt in de vorm van een prijsvraag uitgedaagd
worden om met haar ‘beste’ systeem te komen;
4. het zonnesysteem van de beste inzending zal door Stadsherstel worden
uitgevoerd, onder voorbehoud van een positieve vergunningsbeschikking.
Volgens planning wordt de prijsvraag dit najaar bekend gemaakt (indien
Stadsherstel positief beslist; stap 2) en wordt het winnende systeem (beoordeling
door jury in november/december) begin 2015 geïnstalleerd.
De gemeente (BMA en Programmabureau Klimaat en Energie) is als adviseur bij
dit project betrokken. De Groene Grachten is project trekker. Uiteindelijke
installatie van het innovatieve zonnesysteem (als de prijsvraag daadwerkelijk
wordt uitgeschreven en er een goede inzending komt, die binnen de wettelijke
kaders past) wordt door Stadsherstel geregeld en gedekt. Stadsherstel vraagt
daar mogelijk financiering voor aan in de laatste tender van het Amsterdams
Investeringsfonds.
3
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing op Gemeenteblad R
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
3. Deelt het college de mening van de fractie van D66 over het belang van
verduurzaming en eventueel aanpassen van regels om nieuwe oplossingen van
duurzaamheid mogelijk te maken? Zo ja, welke leerpunten zijn/worden opgesteld
ten aanzien van de pilot voor het sheddak van Pakhuis de Zwijger? En welke
leerpunten waren opgesteld voor het platte dak van de Amstelkerk? Zo nee,
waarom niet en hoe denkt het college dan de ambitie zoals geformuleerd in de
Zonvisie 2013 te halen?
Antwoord:
Het College onderschrijft de mening van de fractie van D66 dat verduurzaming
van de bestaande stad van groot belang is en onderstreept dat in het
coalitieakkoord ‘Amsterdam is van iedereen’. Zij werkt o.a. aan de doelstelling dat
in 2020 20% meer duurzame energie wordt geproduceerd dan nu het geval is.
Zonne-energie in de bestaande stad draagt daar aan bij. Om dit te realiseren kan
het nodig zijn om bestaande regels aan te passen, of met het Rijk in gesprek te
gaan wanneer de bevoegdheid niet bij de gemeente ligt. Aanpassing van regels
kan bijvoorbeeld nodig zijn in de situatie waarin regels, maatschappelijke wensen,
en toegenomen mogelijkheden door nieuwe (technologische}oplossingen, niet
meer met elkaar in overeenstemming zijn. In het collegeprogramma is daarover
afgesproken dat “we de regels voor het duurzaam aanpassen van gebouwen
[gaan] versimpelen, bijvoorbeeld op het gebied van de teruglevering van energie
en het gezamenlijk gebruik van daken voor zonnepanelen”. Daarbij dient het
college uiteraard wel te opereren binnen de kaders van de landelijke wet- en
regelgeving.
Het College is daarnaast van mening dat de energietransitie alleen plaatsvindt als
duurzaamheidsprojecten schaal krijgen. Daarvoor is het van belang dat wordt
gewerkt aan opschaalbaarheid en kopieerbaarheid van oplossingen.
De leerpunten die de pilot ‘Zon op de Zwijger’ op zal leveren zijn:
— voorbeeldfunctie: onderzoeken en laten zien hoe een nieuwe
zonnetechnologie mogelijk is op een monumentaal dak, waar dat met
conventionele panelen niet haalbaar/wenselijk is;
— kennisontwikkeling (bij overheid en markt) ten aanzien van technische
mogelijkheden van zonne-energie;
— onderzoeken hoe het vigerende welstandskader zich verhoudt tot innovatieve
zon technologieën.
Deze leerpunten zijn vooraf besproken met de projectpartners. Voor het project
Amstelkerk waren geen leerpunten geformuleerd vanuit de gemeente, omdat de
betrokkenheid beperkt was.
Het pilotproject Zon op de Zwijger levert input voor het evalueren van de regels
en draagt bij aan de uitvoering van het deel van de Zonvisie dat daarover gaat.
In de Zonvisie zijn 8 programmalijnen opgenomen waarlangs de gemeente de
toepassing van zonne-energie door burgers en bedrijven stimuleert. In lijn 7
(activiteit # 21) is opgenomen dat regelgeving periodiek tegen het licht wordt
gehouden om te zien of deze (nog) in lijn is met de stand der techniek op het
gebied van o.a. zonnesystemen.
4
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing op Gemeenteblad
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
4. Onder welke criteria zou het college de resultaten van de pilot “Zon op de Zwijger’
als een succes beoordelen? Wanneer vindt die beoordeling plaats en welke
Amsterdamse stakeholders zijn hierbij betrokken?
Antwoord:
Het project ‘Zon op de Zwijger’ wordt als succes beschouwd als:
1. de prijsvraag een inzending oplevert die een goede technische oplossing
biedt voor dit specifieke monumentale dak. Een goede technische oplossing is
een oplossing die aansluit bij de eisen van de pandeigenaar (stadsherstel),
betaalbaar is, en die aanvaardbaar is vanuit esthetisch en historisch oogpunt
en valt binnen de kaders van Welstand en Monumenten;
2. het project bijdraagt aan het vinden van een oplossing voor het aanbrengen
van zonnesystemen op andere monumentale panden, nu of in de toekomst.
Dit is geen hard criterium, omdat de bijdrage van één project aan een bredere
maatschappelijke ontwikkeling moeilijk te meten is. Amsterdam wil echter
duurzame koploper zijn, en daar hoort ook bij dat er ruimte wordt gemaakt
voor innovatie;
3. het project daarnaast input levert voor de periodieke herijking van de regels
conform de Zonvisie (zie het antwoord op vraag 3).
De beoogde planning: zie het antwoord op vraag 2.
De betrokken stakeholders zijn:
— De Groene Grachten;
— NV Stadsherstel;
— de gemeente Amsterdam (DRO, BMA, stadsdeel Centrum);
— Uuurders van Pakhuis de Zwijger (via Stadsherstel);
— Search.
5. Is het college van plan een vervolg te maken op het Amsterdamse
duurzaamheidsprogramma 2011-2014, en indien dat het geval is,
overeenkomstig het coalitieakkoord (blz. 27), de ambitie ten aanzien van lokale
zonne-energie uit de Zonvisie conform het initiatiefvoorstel van het voormalig
raadslid de heer Manuel en de resultaten van de ‘pilots’ op Pakhuis de Zwijger en
de Amstelkerk daarin aandacht te besteden aan het verduurzamen van
monumenten?
Antwoord:
Het College stelt eind dit jaar een Agenda Duurzaamheid vast. Het verduurzamen
van monumenten, deregulering en de ambitie van de Zonvisie zullen in deze
agenda worden meegenomen.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
5
X Gemeente Amsterdam R
% Gemeenteraad
Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 602
Datum akkoord 2 september 2014
Publicatiedatum 5 september 2014
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw A.M. Bosman
en de heer M.E. van den Heuvel van 5 augustus 2014 inzake zonnepanelen op
monumentale panden.
Aan de gemeenteraad
inleiding door vragenstellers.
Het college heeft de ambitie om in 2020 het aandeel duurzaam opgewekte energie
binnen Amsterdam met 20% te laten toenemen. Zonne-energie is een belangrijke
bron daarvoor. Eerder is de doelstelling vastgelegd om in 2020 160 MW zonnestroom
per jaar op te wekken binnen de gemeente Amsterdam. Voor 2040 is het streefcijfer
1000 MW. Zonne-energie is een belangrijke manier voor bewoners en ondernemers
om zelf voor hun elektriciteitsvoorziening te zorgen. Dat is goed voor het milieu,
de energierekening en de onafhankelijkheid van Amsterdam ten opzichte van
onberekenbare buitenlandse energieproducenten.
Amsterdam heeft naast de ruim 8500 rijks- en gemeentelijke monumenten, ook een
toenemend aantal beschermde stads- en dorpsgezichten. Het hele centrum van
Amsterdam is sinds 1999 beschermd stadsgezicht en de grachtengordel behoort
sinds 2010 tot het UNESCO werelderfgoed. De fractie van D66 vindt het belangrijk
dat deze historische waarde wordt beschermd zodat Amsterdammers en latere
generaties er nog volop van kunnen genieten en leren. De fractie van D66 kiest ook
voor een schone, groene en gezonde stad. Het is van belang dat de gemeente ruimte
geeft aan initiatieven die bijdragen aan nieuwe oplossingen van duurzaamheid,
waarbij we openstaan kijken voor het aanpassen van geldende (verouderde) regels
die verduurzaming in de weg staan, zonder dat de authenticiteit van monumenten
wordt aangetast.
Nu heeft de fractie van D66 begrepen dat de gemeente Amsterdam samen met
De Groene Grachten, Stadsherstel en Search een pilot is gestart om zonnepanelen te
plaatsen op de schuine kap van Pakhuis de Zwijger onder de naam: ‘Zon op de
Zwijger’. Het betreft een zogenaamd sheddak (‘zaagtandendak’), dat een zichtlocatie
is. Hieruit volgt waarschijnlijk een prijsvraag voor de aanbesteding die moet aantonen
welke partij het beste zonnepanelen op een monument kan plaatsen. Dit project is
benoemd als ‘pilot om uit te vinden of zonnepanelen op een monument passend zijn,
in relatie tot mogelijke technische gevolgen voor het dak door aanhechting van de
panelen of verstoring van het monumentale ‘daklandschap’ door het aangezicht van
zonnepanelen, omdat dat er nu eenmaal anders uitziet dan dat het daklandschap
eruit zag in de 17° eeuw.
1
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing op Gemeenteblad
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
Dit is niet het eerste monument met zonnepanelen. Sinds september 2013 liggen er
zonnepanelen op het (platte) dak van de Amstelkerk. Volgens de website van
Stadsherstel, die de energie van de zonnepanelen gebruikt voor het eigen kantoor dat
gevestigd is in dit rijksmonument, is de vergunning verleend nadat met foto's van een
proefopstelling was aangetoond dat het monument met deze ‘reversibele toepassing’
geen schade op zou lopen. Ook zijn er (slechts) een klein aantal grachtenpanden die
met trekken en sleuren een vergunning kregen om zonnepanelen op hun dak te
mogen plaatsen, om zodoende hun eigen elektriciteit op te kunnen wekken.
Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 5 augustus 2014, beiden namens
de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad
van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en
wethouders gericht:
1. Wat is het effect geweest van de — inmiddels afgeronde — pilot ‘Zon op de
Amstelkerk’ voor zonne-energie op andere monumenten met een plat dak en in
Amsterdam?
Antwoord:
Als onderdeel van het initiatief Groene Grachten, in 2012 gestart door Wubbo
Ockels en erop gericht om energiemaatregelen in monumentale panden te
promoten, is door Stadsherstel een viertal zonnepanelen aangebracht op de
Amstelkerk. Voor NV Stadsherstel betrof de Amstelkerk een eerste project waarin
zij zonnepanelen heeft aangebracht op een monumentaal pand. Deze panelen
zijn aangebracht op een plat dak en wel binnen de kaders van de Welstandsnota.
Leerdoel: uitvinden of het technisch mogelijk (ja) en rendabel is (nee, door de
lage elektriciteitsprijs die Stadsherstel betaalt omdat zij grootverbruiker is, en de
te betalen leges à 1050 euro).
Het effect is dat er nu 4 panelen liggen op dit monument, en dat Stadsherstel
inzicht heeft gekregen in de mogelijkheden (maatwerk) voor het aanbrengen van
zonnepanelen op monumenten en de business case daarvan.
Er zijn overigens meer (maar niet veel) voorbeelden van monumentale panden in
de stad waarop door bewoners reeds zonnepanelen zijn aangebracht. Hiervoor is
een vergunning nodig van het betreffende stadsdeel.
De betrokkenheid van de gemeente bij dit project van Stichting de Groene
Grachten en Stadsherstel was overigens beperkt. Bureau Monumenten en
Archeologie (BMA) en programmabureau Klimaat en Energie waren inhoudelijk
(advies, meedenken) betrokken bij het initiatief, het stadsdeel heeft de vergunning
afgegeven.
2
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing op Gemeenteblad R
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
2. Klopt het dat de gemeente Amsterdam (de Dienst Ruimtelijke Ordening en
het Bureau Monumenten & Archeologie) zich heeft aangesloten bij De Groene
Grachten, Stadsherstel, Stadsdeel Oost, Pakhuis de Zwijger en Search en bezig
is met de nieuwe pilot ‘Zon op de Zwijger’? Wat is de huidige status van dit project
en wat is de tijdsplanning van deze pilot (inclusief moment van afronding)?
Antwoord:
Ja. Genoemde partijen hebben gezamenlijk de pilot ‘Zon op de Zwijger’ in
voorbereiding. Dit project is geïnitieerd door De Groene Grachten. Het project
sluit aan bij de Amsterdamse Zonvisie ‘Burgers en Bedrijven gaan voor de zon!’
(zie ook het antwoord op vraag 3).
In dit project wordt onderzocht welke mogelijkheden ‘innovatieve
zonnetechnologie’ (bijvoorbeeld: andere type zonnecellen, kleur en
bevestigingstechnieken) biedt voor het aanbrengen van zonnepanelen op een
monumentaal dak, én hoe dit zich verhoudt tot de geldende regels.
Dit project onderscheidt zich van het eerdere project van Stadsherstel in de mate
van ‘innovativiteit van de technologie die gebruikt zal worden. In het eerste
project werd nog gebruik gemaakt van standaard zonnepanelen. In het nieuwe
project op de Zwijger gaat men op zoek naar de meest innovatieve zon-oplossing
voor dit monumentale pand.
Het project is als volgt opgebouwd:
1. allereerst wordt (op dit moment) de haalbaarheid onderzocht (technisch,
financieel, juridisch) voor het aanbrengen van zonnepanelen op Pakhuis de
Zwijger (eigendom NV Stadsherstel);
2. op basis van dit onderzoek zal NV Stadsherstel een beslissing nemen om
haar dak wel of niet ter beschikking te stellen;
3. indien zij akkoord gaat zal de markt in de vorm van een prijsvraag uitgedaagd
worden om met haar ‘beste’ systeem te komen;
4. het zonnesysteem van de beste inzending zal door Stadsherstel worden
uitgevoerd, onder voorbehoud van een positieve vergunningsbeschikking.
Volgens planning wordt de prijsvraag dit najaar bekend gemaakt (indien
Stadsherstel positief beslist; stap 2) en wordt het winnende systeem (beoordeling
door jury in november/december) begin 2015 geïnstalleerd.
De gemeente (BMA en Programmabureau Klimaat en Energie) is als adviseur bij
dit project betrokken. De Groene Grachten is project trekker. Uiteindelijke
installatie van het innovatieve zonnesysteem (als de prijsvraag daadwerkelijk
wordt uitgeschreven en er een goede inzending komt, die binnen de wettelijke
kaders past) wordt door Stadsherstel geregeld en gedekt. Stadsherstel vraagt
daar mogelijk financiering voor aan in de laatste tender van het Amsterdams
Investeringsfonds.
3
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing op Gemeenteblad R
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
3. Deelt het college de mening van de fractie van D66 over het belang van
verduurzaming en eventueel aanpassen van regels om nieuwe oplossingen van
duurzaamheid mogelijk te maken? Zo ja, welke leerpunten zijn/worden opgesteld
ten aanzien van de pilot voor het sheddak van Pakhuis de Zwijger? En welke
leerpunten waren opgesteld voor het platte dak van de Amstelkerk? Zo nee,
waarom niet en hoe denkt het college dan de ambitie zoals geformuleerd in de
Zonvisie 2013 te halen?
Antwoord:
Het College onderschrijft de mening van de fractie van D66 dat verduurzaming
van de bestaande stad van groot belang is en onderstreept dat in het
coalitieakkoord ‘Amsterdam is van iedereen’. Zij werkt o.a. aan de doelstelling dat
in 2020 20% meer duurzame energie wordt geproduceerd dan nu het geval is.
Zonne-energie in de bestaande stad draagt daar aan bij. Om dit te realiseren kan
het nodig zijn om bestaande regels aan te passen, of met het Rijk in gesprek te
gaan wanneer de bevoegdheid niet bij de gemeente ligt. Aanpassing van regels
kan bijvoorbeeld nodig zijn in de situatie waarin regels, maatschappelijke wensen,
en toegenomen mogelijkheden door nieuwe (technologische}oplossingen, niet
meer met elkaar in overeenstemming zijn. In het collegeprogramma is daarover
afgesproken dat “we de regels voor het duurzaam aanpassen van gebouwen
[gaan] versimpelen, bijvoorbeeld op het gebied van de teruglevering van energie
en het gezamenlijk gebruik van daken voor zonnepanelen”. Daarbij dient het
college uiteraard wel te opereren binnen de kaders van de landelijke wet- en
regelgeving.
Het College is daarnaast van mening dat de energietransitie alleen plaatsvindt als
duurzaamheidsprojecten schaal krijgen. Daarvoor is het van belang dat wordt
gewerkt aan opschaalbaarheid en kopieerbaarheid van oplossingen.
De leerpunten die de pilot ‘Zon op de Zwijger’ op zal leveren zijn:
— voorbeeldfunctie: onderzoeken en laten zien hoe een nieuwe
zonnetechnologie mogelijk is op een monumentaal dak, waar dat met
conventionele panelen niet haalbaar/wenselijk is;
— kennisontwikkeling (bij overheid en markt) ten aanzien van technische
mogelijkheden van zonne-energie;
— onderzoeken hoe het vigerende welstandskader zich verhoudt tot innovatieve
zon technologieën.
Deze leerpunten zijn vooraf besproken met de projectpartners. Voor het project
Amstelkerk waren geen leerpunten geformuleerd vanuit de gemeente, omdat de
betrokkenheid beperkt was.
Het pilotproject Zon op de Zwijger levert input voor het evalueren van de regels
en draagt bij aan de uitvoering van het deel van de Zonvisie dat daarover gaat.
In de Zonvisie zijn 8 programmalijnen opgenomen waarlangs de gemeente de
toepassing van zonne-energie door burgers en bedrijven stimuleert. In lijn 7
(activiteit # 21) is opgenomen dat regelgeving periodiek tegen het licht wordt
gehouden om te zien of deze (nog) in lijn is met de stand der techniek op het
gebied van o.a. zonnesystemen.
4
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing op Gemeenteblad
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
4. Onder welke criteria zou het college de resultaten van de pilot “Zon op de Zwijger’
als een succes beoordelen? Wanneer vindt die beoordeling plaats en welke
Amsterdamse stakeholders zijn hierbij betrokken?
Antwoord:
Het project ‘Zon op de Zwijger’ wordt als succes beschouwd als:
1. de prijsvraag een inzending oplevert die een goede technische oplossing
biedt voor dit specifieke monumentale dak. Een goede technische oplossing is
een oplossing die aansluit bij de eisen van de pandeigenaar (stadsherstel),
betaalbaar is, en die aanvaardbaar is vanuit esthetisch en historisch oogpunt
en valt binnen de kaders van Welstand en Monumenten;
2. het project bijdraagt aan het vinden van een oplossing voor het aanbrengen
van zonnesystemen op andere monumentale panden, nu of in de toekomst.
Dit is geen hard criterium, omdat de bijdrage van één project aan een bredere
maatschappelijke ontwikkeling moeilijk te meten is. Amsterdam wil echter
duurzame koploper zijn, en daar hoort ook bij dat er ruimte wordt gemaakt
voor innovatie;
3. het project daarnaast input levert voor de periodieke herijking van de regels
conform de Zonvisie (zie het antwoord op vraag 3).
De beoogde planning: zie het antwoord op vraag 2.
De betrokken stakeholders zijn:
— De Groene Grachten;
— NV Stadsherstel;
— de gemeente Amsterdam (DRO, BMA, stadsdeel Centrum);
— Uuurders van Pakhuis de Zwijger (via Stadsherstel);
— Search.
5. Is het college van plan een vervolg te maken op het Amsterdamse
duurzaamheidsprogramma 2011-2014, en indien dat het geval is,
overeenkomstig het coalitieakkoord (blz. 27), de ambitie ten aanzien van lokale
zonne-energie uit de Zonvisie conform het initiatiefvoorstel van het voormalig
raadslid de heer Manuel en de resultaten van de ‘pilots’ op Pakhuis de Zwijger en
de Amstelkerk daarin aandacht te besteden aan het verduurzamen van
monumenten?
Antwoord:
Het College stelt eind dit jaar een Agenda Duurzaamheid vast. Het verduurzamen
van monumenten, deregulering en de ambitie van de Zonvisie zullen in deze
agenda worden meegenomen.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
5
X Gemeente Amsterdam R
% Gemeenteraad
Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 602
Datum akkoord 2 september 2014
Publicatiedatum 5 september 2014
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw A.M. Bosman
en de heer M.E. van den Heuvel van 5 augustus 2014 inzake zonnepanelen op
monumentale panden.
Aan de gemeenteraad
inleiding door vragenstellers.
Het college heeft de ambitie om in 2020 het aandeel duurzaam opgewekte energie
binnen Amsterdam met 20% te laten toenemen. Zonne-energie is een belangrijke
bron daarvoor. Eerder is de doelstelling vastgelegd om in 2020 160 MW zonnestroom
per jaar op te wekken binnen de gemeente Amsterdam. Voor 2040 is het streefcijfer
1000 MW. Zonne-energie is een belangrijke manier voor bewoners en ondernemers
om zelf voor hun elektriciteitsvoorziening te zorgen. Dat is goed voor het milieu,
de energierekening en de onafhankelijkheid van Amsterdam ten opzichte van
onberekenbare buitenlandse energieproducenten.
Amsterdam heeft naast de ruim 8500 rijks- en gemeentelijke monumenten, ook een
toenemend aantal beschermde stads- en dorpsgezichten. Het hele centrum van
Amsterdam is sinds 1999 beschermd stadsgezicht en de grachtengordel behoort
sinds 2010 tot het UNESCO werelderfgoed. De fractie van D66 vindt het belangrijk
dat deze historische waarde wordt beschermd zodat Amsterdammers en latere
generaties er nog volop van kunnen genieten en leren. De fractie van D66 kiest ook
voor een schone, groene en gezonde stad. Het is van belang dat de gemeente ruimte
geeft aan initiatieven die bijdragen aan nieuwe oplossingen van duurzaamheid,
waarbij we openstaan kijken voor het aanpassen van geldende (verouderde) regels
die verduurzaming in de weg staan, zonder dat de authenticiteit van monumenten
wordt aangetast.
Nu heeft de fractie van D66 begrepen dat de gemeente Amsterdam samen met
De Groene Grachten, Stadsherstel en Search een pilot is gestart om zonnepanelen te
plaatsen op de schuine kap van Pakhuis de Zwijger onder de naam: ‘Zon op de
Zwijger’. Het betreft een zogenaamd sheddak (‘zaagtandendak’), dat een zichtlocatie
is. Hieruit volgt waarschijnlijk een prijsvraag voor de aanbesteding die moet aantonen
welke partij het beste zonnepanelen op een monument kan plaatsen. Dit project is
benoemd als ‘pilot om uit te vinden of zonnepanelen op een monument passend zijn,
in relatie tot mogelijke technische gevolgen voor het dak door aanhechting van de
panelen of verstoring van het monumentale ‘daklandschap’ door het aangezicht van
zonnepanelen, omdat dat er nu eenmaal anders uitziet dan dat het daklandschap
eruit zag in de 17° eeuw.
1
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing op Gemeenteblad
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
Dit is niet het eerste monument met zonnepanelen. Sinds september 2013 liggen er
zonnepanelen op het (platte) dak van de Amstelkerk. Volgens de website van
Stadsherstel, die de energie van de zonnepanelen gebruikt voor het eigen kantoor dat
gevestigd is in dit rijksmonument, is de vergunning verleend nadat met foto's van een
proefopstelling was aangetoond dat het monument met deze ‘reversibele toepassing’
geen schade op zou lopen. Ook zijn er (slechts) een klein aantal grachtenpanden die
met trekken en sleuren een vergunning kregen om zonnepanelen op hun dak te
mogen plaatsen, om zodoende hun eigen elektriciteit op te kunnen wekken.
Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 5 augustus 2014, beiden namens
de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad
van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en
wethouders gericht:
1. Wat is het effect geweest van de — inmiddels afgeronde — pilot ‘Zon op de
Amstelkerk’ voor zonne-energie op andere monumenten met een plat dak en in
Amsterdam?
Antwoord:
Als onderdeel van het initiatief Groene Grachten, in 2012 gestart door Wubbo
Ockels en erop gericht om energiemaatregelen in monumentale panden te
promoten, is door Stadsherstel een viertal zonnepanelen aangebracht op de
Amstelkerk. Voor NV Stadsherstel betrof de Amstelkerk een eerste project waarin
zij zonnepanelen heeft aangebracht op een monumentaal pand. Deze panelen
zijn aangebracht op een plat dak en wel binnen de kaders van de Welstandsnota.
Leerdoel: uitvinden of het technisch mogelijk (ja) en rendabel is (nee, door de
lage elektriciteitsprijs die Stadsherstel betaalt omdat zij grootverbruiker is, en de
te betalen leges à 1050 euro).
Het effect is dat er nu 4 panelen liggen op dit monument, en dat Stadsherstel
inzicht heeft gekregen in de mogelijkheden (maatwerk) voor het aanbrengen van
zonnepanelen op monumenten en de business case daarvan.
Er zijn overigens meer (maar niet veel) voorbeelden van monumentale panden in
de stad waarop door bewoners reeds zonnepanelen zijn aangebracht. Hiervoor is
een vergunning nodig van het betreffende stadsdeel.
De betrokkenheid van de gemeente bij dit project van Stichting de Groene
Grachten en Stadsherstel was overigens beperkt. Bureau Monumenten en
Archeologie (BMA) en programmabureau Klimaat en Energie waren inhoudelijk
(advies, meedenken) betrokken bij het initiatief, het stadsdeel heeft de vergunning
afgegeven.
2
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing op Gemeenteblad R
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
2. Klopt het dat de gemeente Amsterdam (de Dienst Ruimtelijke Ordening en
het Bureau Monumenten & Archeologie) zich heeft aangesloten bij De Groene
Grachten, Stadsherstel, Stadsdeel Oost, Pakhuis de Zwijger en Search en bezig
is met de nieuwe pilot ‘Zon op de Zwijger’? Wat is de huidige status van dit project
en wat is de tijdsplanning van deze pilot (inclusief moment van afronding)?
Antwoord:
Ja. Genoemde partijen hebben gezamenlijk de pilot ‘Zon op de Zwijger’ in
voorbereiding. Dit project is geïnitieerd door De Groene Grachten. Het project
sluit aan bij de Amsterdamse Zonvisie ‘Burgers en Bedrijven gaan voor de zon!’
(zie ook het antwoord op vraag 3).
In dit project wordt onderzocht welke mogelijkheden ‘innovatieve
zonnetechnologie’ (bijvoorbeeld: andere type zonnecellen, kleur en
bevestigingstechnieken) biedt voor het aanbrengen van zonnepanelen op een
monumentaal dak, én hoe dit zich verhoudt tot de geldende regels.
Dit project onderscheidt zich van het eerdere project van Stadsherstel in de mate
van ‘innovativiteit van de technologie die gebruikt zal worden. In het eerste
project werd nog gebruik gemaakt van standaard zonnepanelen. In het nieuwe
project op de Zwijger gaat men op zoek naar de meest innovatieve zon-oplossing
voor dit monumentale pand.
Het project is als volgt opgebouwd:
1. allereerst wordt (op dit moment) de haalbaarheid onderzocht (technisch,
financieel, juridisch) voor het aanbrengen van zonnepanelen op Pakhuis de
Zwijger (eigendom NV Stadsherstel);
2. op basis van dit onderzoek zal NV Stadsherstel een beslissing nemen om
haar dak wel of niet ter beschikking te stellen;
3. indien zij akkoord gaat zal de markt in de vorm van een prijsvraag uitgedaagd
worden om met haar ‘beste’ systeem te komen;
4. het zonnesysteem van de beste inzending zal door Stadsherstel worden
uitgevoerd, onder voorbehoud van een positieve vergunningsbeschikking.
Volgens planning wordt de prijsvraag dit najaar bekend gemaakt (indien
Stadsherstel positief beslist; stap 2) en wordt het winnende systeem (beoordeling
door jury in november/december) begin 2015 geïnstalleerd.
De gemeente (BMA en Programmabureau Klimaat en Energie) is als adviseur bij
dit project betrokken. De Groene Grachten is project trekker. Uiteindelijke
installatie van het innovatieve zonnesysteem (als de prijsvraag daadwerkelijk
wordt uitgeschreven en er een goede inzending komt, die binnen de wettelijke
kaders past) wordt door Stadsherstel geregeld en gedekt. Stadsherstel vraagt
daar mogelijk financiering voor aan in de laatste tender van het Amsterdams
Investeringsfonds.
3
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing op Gemeenteblad R
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
3. Deelt het college de mening van de fractie van D66 over het belang van
verduurzaming en eventueel aanpassen van regels om nieuwe oplossingen van
duurzaamheid mogelijk te maken? Zo ja, welke leerpunten zijn/worden opgesteld
ten aanzien van de pilot voor het sheddak van Pakhuis de Zwijger? En welke
leerpunten waren opgesteld voor het platte dak van de Amstelkerk? Zo nee,
waarom niet en hoe denkt het college dan de ambitie zoals geformuleerd in de
Zonvisie 2013 te halen?
Antwoord:
Het College onderschrijft de mening van de fractie van D66 dat verduurzaming
van de bestaande stad van groot belang is en onderstreept dat in het
coalitieakkoord ‘Amsterdam is van iedereen’. Zij werkt o.a. aan de doelstelling dat
in 2020 20% meer duurzame energie wordt geproduceerd dan nu het geval is.
Zonne-energie in de bestaande stad draagt daar aan bij. Om dit te realiseren kan
het nodig zijn om bestaande regels aan te passen, of met het Rijk in gesprek te
gaan wanneer de bevoegdheid niet bij de gemeente ligt. Aanpassing van regels
kan bijvoorbeeld nodig zijn in de situatie waarin regels, maatschappelijke wensen,
en toegenomen mogelijkheden door nieuwe (technologische}oplossingen, niet
meer met elkaar in overeenstemming zijn. In het collegeprogramma is daarover
afgesproken dat “we de regels voor het duurzaam aanpassen van gebouwen
[gaan] versimpelen, bijvoorbeeld op het gebied van de teruglevering van energie
en het gezamenlijk gebruik van daken voor zonnepanelen”. Daarbij dient het
college uiteraard wel te opereren binnen de kaders van de landelijke wet- en
regelgeving.
Het College is daarnaast van mening dat de energietransitie alleen plaatsvindt als
duurzaamheidsprojecten schaal krijgen. Daarvoor is het van belang dat wordt
gewerkt aan opschaalbaarheid en kopieerbaarheid van oplossingen.
De leerpunten die de pilot ‘Zon op de Zwijger’ op zal leveren zijn:
— voorbeeldfunctie: onderzoeken en laten zien hoe een nieuwe
zonnetechnologie mogelijk is op een monumentaal dak, waar dat met
conventionele panelen niet haalbaar/wenselijk is;
— kennisontwikkeling (bij overheid en markt) ten aanzien van technische
mogelijkheden van zonne-energie;
— onderzoeken hoe het vigerende welstandskader zich verhoudt tot innovatieve
zon technologieën.
Deze leerpunten zijn vooraf besproken met de projectpartners. Voor het project
Amstelkerk waren geen leerpunten geformuleerd vanuit de gemeente, omdat de
betrokkenheid beperkt was.
Het pilotproject Zon op de Zwijger levert input voor het evalueren van de regels
en draagt bij aan de uitvoering van het deel van de Zonvisie dat daarover gaat.
In de Zonvisie zijn 8 programmalijnen opgenomen waarlangs de gemeente de
toepassing van zonne-energie door burgers en bedrijven stimuleert. In lijn 7
(activiteit # 21) is opgenomen dat regelgeving periodiek tegen het licht wordt
gehouden om te zien of deze (nog) in lijn is met de stand der techniek op het
gebied van o.a. zonnesystemen.
4
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing op Gemeenteblad
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
4. Onder welke criteria zou het college de resultaten van de pilot “Zon op de Zwijger’
als een succes beoordelen? Wanneer vindt die beoordeling plaats en welke
Amsterdamse stakeholders zijn hierbij betrokken?
Antwoord:
Het project ‘Zon op de Zwijger’ wordt als succes beschouwd als:
1. de prijsvraag een inzending oplevert die een goede technische oplossing
biedt voor dit specifieke monumentale dak. Een goede technische oplossing is
een oplossing die aansluit bij de eisen van de pandeigenaar (stadsherstel),
betaalbaar is, en die aanvaardbaar is vanuit esthetisch en historisch oogpunt
en valt binnen de kaders van Welstand en Monumenten;
2. het project bijdraagt aan het vinden van een oplossing voor het aanbrengen
van zonnesystemen op andere monumentale panden, nu of in de toekomst.
Dit is geen hard criterium, omdat de bijdrage van één project aan een bredere
maatschappelijke ontwikkeling moeilijk te meten is. Amsterdam wil echter
duurzame koploper zijn, en daar hoort ook bij dat er ruimte wordt gemaakt
voor innovatie;
3. het project daarnaast input levert voor de periodieke herijking van de regels
conform de Zonvisie (zie het antwoord op vraag 3).
De beoogde planning: zie het antwoord op vraag 2.
De betrokken stakeholders zijn:
— De Groene Grachten;
— NV Stadsherstel;
— de gemeente Amsterdam (DRO, BMA, stadsdeel Centrum);
— Uuurders van Pakhuis de Zwijger (via Stadsherstel);
— Search.
5. Is het college van plan een vervolg te maken op het Amsterdamse
duurzaamheidsprogramma 2011-2014, en indien dat het geval is,
overeenkomstig het coalitieakkoord (blz. 27), de ambitie ten aanzien van lokale
zonne-energie uit de Zonvisie conform het initiatiefvoorstel van het voormalig
raadslid de heer Manuel en de resultaten van de ‘pilots’ op Pakhuis de Zwijger en
de Amstelkerk daarin aandacht te besteden aan het verduurzamen van
monumenten?
Antwoord:
Het College stelt eind dit jaar een Agenda Duurzaamheid vast. Het verduurzamen
van monumenten, deregulering en de ambitie van de Zonvisie zullen in deze
agenda worden meegenomen.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
5
X Gemeente Amsterdam R
% Gemeenteraad
Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 602
Datum akkoord 2 september 2014
Publicatiedatum 5 september 2014
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw A.M. Bosman
en de heer M.E. van den Heuvel van 5 augustus 2014 inzake zonnepanelen op
monumentale panden.
Aan de gemeenteraad
inleiding door vragenstellers.
Het college heeft de ambitie om in 2020 het aandeel duurzaam opgewekte energie
binnen Amsterdam met 20% te laten toenemen. Zonne-energie is een belangrijke
bron daarvoor. Eerder is de doelstelling vastgelegd om in 2020 160 MW zonnestroom
per jaar op te wekken binnen de gemeente Amsterdam. Voor 2040 is het streefcijfer
1000 MW. Zonne-energie is een belangrijke manier voor bewoners en ondernemers
om zelf voor hun elektriciteitsvoorziening te zorgen. Dat is goed voor het milieu,
de energierekening en de onafhankelijkheid van Amsterdam ten opzichte van
onberekenbare buitenlandse energieproducenten.
Amsterdam heeft naast de ruim 8500 rijks- en gemeentelijke monumenten, ook een
toenemend aantal beschermde stads- en dorpsgezichten. Het hele centrum van
Amsterdam is sinds 1999 beschermd stadsgezicht en de grachtengordel behoort
sinds 2010 tot het UNESCO werelderfgoed. De fractie van D66 vindt het belangrijk
dat deze historische waarde wordt beschermd zodat Amsterdammers en latere
generaties er nog volop van kunnen genieten en leren. De fractie van D66 kiest ook
voor een schone, groene en gezonde stad. Het is van belang dat de gemeente ruimte
geeft aan initiatieven die bijdragen aan nieuwe oplossingen van duurzaamheid,
waarbij we openstaan kijken voor het aanpassen van geldende (verouderde) regels
die verduurzaming in de weg staan, zonder dat de authenticiteit van monumenten
wordt aangetast.
Nu heeft de fractie van D66 begrepen dat de gemeente Amsterdam samen met
De Groene Grachten, Stadsherstel en Search een pilot is gestart om zonnepanelen te
plaatsen op de schuine kap van Pakhuis de Zwijger onder de naam: ‘Zon op de
Zwijger’. Het betreft een zogenaamd sheddak (‘zaagtandendak’), dat een zichtlocatie
is. Hieruit volgt waarschijnlijk een prijsvraag voor de aanbesteding die moet aantonen
welke partij het beste zonnepanelen op een monument kan plaatsen. Dit project is
benoemd als ‘pilot om uit te vinden of zonnepanelen op een monument passend zijn,
in relatie tot mogelijke technische gevolgen voor het dak door aanhechting van de
panelen of verstoring van het monumentale ‘daklandschap’ door het aangezicht van
zonnepanelen, omdat dat er nu eenmaal anders uitziet dan dat het daklandschap
eruit zag in de 17° eeuw.
1
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing op Gemeenteblad
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
Dit is niet het eerste monument met zonnepanelen. Sinds september 2013 liggen er
zonnepanelen op het (platte) dak van de Amstelkerk. Volgens de website van
Stadsherstel, die de energie van de zonnepanelen gebruikt voor het eigen kantoor dat
gevestigd is in dit rijksmonument, is de vergunning verleend nadat met foto's van een
proefopstelling was aangetoond dat het monument met deze ‘reversibele toepassing’
geen schade op zou lopen. Ook zijn er (slechts) een klein aantal grachtenpanden die
met trekken en sleuren een vergunning kregen om zonnepanelen op hun dak te
mogen plaatsen, om zodoende hun eigen elektriciteit op te kunnen wekken.
Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 5 augustus 2014, beiden namens
de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad
van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en
wethouders gericht:
1. Wat is het effect geweest van de — inmiddels afgeronde — pilot ‘Zon op de
Amstelkerk’ voor zonne-energie op andere monumenten met een plat dak en in
Amsterdam?
Antwoord:
Als onderdeel van het initiatief Groene Grachten, in 2012 gestart door Wubbo
Ockels en erop gericht om energiemaatregelen in monumentale panden te
promoten, is door Stadsherstel een viertal zonnepanelen aangebracht op de
Amstelkerk. Voor NV Stadsherstel betrof de Amstelkerk een eerste project waarin
zij zonnepanelen heeft aangebracht op een monumentaal pand. Deze panelen
zijn aangebracht op een plat dak en wel binnen de kaders van de Welstandsnota.
Leerdoel: uitvinden of het technisch mogelijk (ja) en rendabel is (nee, door de
lage elektriciteitsprijs die Stadsherstel betaalt omdat zij grootverbruiker is, en de
te betalen leges à 1050 euro).
Het effect is dat er nu 4 panelen liggen op dit monument, en dat Stadsherstel
inzicht heeft gekregen in de mogelijkheden (maatwerk) voor het aanbrengen van
zonnepanelen op monumenten en de business case daarvan.
Er zijn overigens meer (maar niet veel) voorbeelden van monumentale panden in
de stad waarop door bewoners reeds zonnepanelen zijn aangebracht. Hiervoor is
een vergunning nodig van het betreffende stadsdeel.
De betrokkenheid van de gemeente bij dit project van Stichting de Groene
Grachten en Stadsherstel was overigens beperkt. Bureau Monumenten en
Archeologie (BMA) en programmabureau Klimaat en Energie waren inhoudelijk
(advies, meedenken) betrokken bij het initiatief, het stadsdeel heeft de vergunning
afgegeven.
2
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing op Gemeenteblad R
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
2. Klopt het dat de gemeente Amsterdam (de Dienst Ruimtelijke Ordening en
het Bureau Monumenten & Archeologie) zich heeft aangesloten bij De Groene
Grachten, Stadsherstel, Stadsdeel Oost, Pakhuis de Zwijger en Search en bezig
is met de nieuwe pilot ‘Zon op de Zwijger’? Wat is de huidige status van dit project
en wat is de tijdsplanning van deze pilot (inclusief moment van afronding)?
Antwoord:
Ja. Genoemde partijen hebben gezamenlijk de pilot ‘Zon op de Zwijger’ in
voorbereiding. Dit project is geïnitieerd door De Groene Grachten. Het project
sluit aan bij de Amsterdamse Zonvisie ‘Burgers en Bedrijven gaan voor de zon!’
(zie ook het antwoord op vraag 3).
In dit project wordt onderzocht welke mogelijkheden ‘innovatieve
zonnetechnologie’ (bijvoorbeeld: andere type zonnecellen, kleur en
bevestigingstechnieken) biedt voor het aanbrengen van zonnepanelen op een
monumentaal dak, én hoe dit zich verhoudt tot de geldende regels.
Dit project onderscheidt zich van het eerdere project van Stadsherstel in de mate
van ‘innovativiteit van de technologie die gebruikt zal worden. In het eerste
project werd nog gebruik gemaakt van standaard zonnepanelen. In het nieuwe
project op de Zwijger gaat men op zoek naar de meest innovatieve zon-oplossing
voor dit monumentale pand.
Het project is als volgt opgebouwd:
1. allereerst wordt (op dit moment) de haalbaarheid onderzocht (technisch,
financieel, juridisch) voor het aanbrengen van zonnepanelen op Pakhuis de
Zwijger (eigendom NV Stadsherstel);
2. op basis van dit onderzoek zal NV Stadsherstel een beslissing nemen om
haar dak wel of niet ter beschikking te stellen;
3. indien zij akkoord gaat zal de markt in de vorm van een prijsvraag uitgedaagd
worden om met haar ‘beste’ systeem te komen;
4. het zonnesysteem van de beste inzending zal door Stadsherstel worden
uitgevoerd, onder voorbehoud van een positieve vergunningsbeschikking.
Volgens planning wordt de prijsvraag dit najaar bekend gemaakt (indien
Stadsherstel positief beslist; stap 2) en wordt het winnende systeem (beoordeling
door jury in november/december) begin 2015 geïnstalleerd.
De gemeente (BMA en Programmabureau Klimaat en Energie) is als adviseur bij
dit project betrokken. De Groene Grachten is project trekker. Uiteindelijke
installatie van het innovatieve zonnesysteem (als de prijsvraag daadwerkelijk
wordt uitgeschreven en er een goede inzending komt, die binnen de wettelijke
kaders past) wordt door Stadsherstel geregeld en gedekt. Stadsherstel vraagt
daar mogelijk financiering voor aan in de laatste tender van het Amsterdams
Investeringsfonds.
3
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing op Gemeenteblad R
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
3. Deelt het college de mening van de fractie van D66 over het belang van
verduurzaming en eventueel aanpassen van regels om nieuwe oplossingen van
duurzaamheid mogelijk te maken? Zo ja, welke leerpunten zijn/worden opgesteld
ten aanzien van de pilot voor het sheddak van Pakhuis de Zwijger? En welke
leerpunten waren opgesteld voor het platte dak van de Amstelkerk? Zo nee,
waarom niet en hoe denkt het college dan de ambitie zoals geformuleerd in de
Zonvisie 2013 te halen?
Antwoord:
Het College onderschrijft de mening van de fractie van D66 dat verduurzaming
van de bestaande stad van groot belang is en onderstreept dat in het
coalitieakkoord ‘Amsterdam is van iedereen’. Zij werkt o.a. aan de doelstelling dat
in 2020 20% meer duurzame energie wordt geproduceerd dan nu het geval is.
Zonne-energie in de bestaande stad draagt daar aan bij. Om dit te realiseren kan
het nodig zijn om bestaande regels aan te passen, of met het Rijk in gesprek te
gaan wanneer de bevoegdheid niet bij de gemeente ligt. Aanpassing van regels
kan bijvoorbeeld nodig zijn in de situatie waarin regels, maatschappelijke wensen,
en toegenomen mogelijkheden door nieuwe (technologische}oplossingen, niet
meer met elkaar in overeenstemming zijn. In het collegeprogramma is daarover
afgesproken dat “we de regels voor het duurzaam aanpassen van gebouwen
[gaan] versimpelen, bijvoorbeeld op het gebied van de teruglevering van energie
en het gezamenlijk gebruik van daken voor zonnepanelen”. Daarbij dient het
college uiteraard wel te opereren binnen de kaders van de landelijke wet- en
regelgeving.
Het College is daarnaast van mening dat de energietransitie alleen plaatsvindt als
duurzaamheidsprojecten schaal krijgen. Daarvoor is het van belang dat wordt
gewerkt aan opschaalbaarheid en kopieerbaarheid van oplossingen.
De leerpunten die de pilot ‘Zon op de Zwijger’ op zal leveren zijn:
— voorbeeldfunctie: onderzoeken en laten zien hoe een nieuwe
zonnetechnologie mogelijk is op een monumentaal dak, waar dat met
conventionele panelen niet haalbaar/wenselijk is;
— kennisontwikkeling (bij overheid en markt) ten aanzien van technische
mogelijkheden van zonne-energie;
— onderzoeken hoe het vigerende welstandskader zich verhoudt tot innovatieve
zon technologieën.
Deze leerpunten zijn vooraf besproken met de projectpartners. Voor het project
Amstelkerk waren geen leerpunten geformuleerd vanuit de gemeente, omdat de
betrokkenheid beperkt was.
Het pilotproject Zon op de Zwijger levert input voor het evalueren van de regels
en draagt bij aan de uitvoering van het deel van de Zonvisie dat daarover gaat.
In de Zonvisie zijn 8 programmalijnen opgenomen waarlangs de gemeente de
toepassing van zonne-energie door burgers en bedrijven stimuleert. In lijn 7
(activiteit # 21) is opgenomen dat regelgeving periodiek tegen het licht wordt
gehouden om te zien of deze (nog) in lijn is met de stand der techniek op het
gebied van o.a. zonnesystemen.
4
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing op Gemeenteblad
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
4. Onder welke criteria zou het college de resultaten van de pilot “Zon op de Zwijger’
als een succes beoordelen? Wanneer vindt die beoordeling plaats en welke
Amsterdamse stakeholders zijn hierbij betrokken?
Antwoord:
Het project ‘Zon op de Zwijger’ wordt als succes beschouwd als:
1. de prijsvraag een inzending oplevert die een goede technische oplossing
biedt voor dit specifieke monumentale dak. Een goede technische oplossing is
een oplossing die aansluit bij de eisen van de pandeigenaar (stadsherstel),
betaalbaar is, en die aanvaardbaar is vanuit esthetisch en historisch oogpunt
en valt binnen de kaders van Welstand en Monumenten;
2. het project bijdraagt aan het vinden van een oplossing voor het aanbrengen
van zonnesystemen op andere monumentale panden, nu of in de toekomst.
Dit is geen hard criterium, omdat de bijdrage van één project aan een bredere
maatschappelijke ontwikkeling moeilijk te meten is. Amsterdam wil echter
duurzame koploper zijn, en daar hoort ook bij dat er ruimte wordt gemaakt
voor innovatie;
3. het project daarnaast input levert voor de periodieke herijking van de regels
conform de Zonvisie (zie het antwoord op vraag 3).
De beoogde planning: zie het antwoord op vraag 2.
De betrokken stakeholders zijn:
— De Groene Grachten;
— NV Stadsherstel;
— de gemeente Amsterdam (DRO, BMA, stadsdeel Centrum);
— Uuurders van Pakhuis de Zwijger (via Stadsherstel);
— Search.
5. Is het college van plan een vervolg te maken op het Amsterdamse
duurzaamheidsprogramma 2011-2014, en indien dat het geval is,
overeenkomstig het coalitieakkoord (blz. 27), de ambitie ten aanzien van lokale
zonne-energie uit de Zonvisie conform het initiatiefvoorstel van het voormalig
raadslid de heer Manuel en de resultaten van de ‘pilots’ op Pakhuis de Zwijger en
de Amstelkerk daarin aandacht te besteden aan het verduurzamen van
monumenten?
Antwoord:
Het College stelt eind dit jaar een Agenda Duurzaamheid vast. Het verduurzamen
van monumenten, deregulering en de ambitie van de Zonvisie zullen in deze
agenda worden meegenomen.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
5
X Gemeente Amsterdam R
% Gemeenteraad
Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 602
Datum akkoord 2 september 2014
Publicatiedatum 5 september 2014
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw A.M. Bosman
en de heer M.E. van den Heuvel van 5 augustus 2014 inzake zonnepanelen op
monumentale panden.
Aan de gemeenteraad
inleiding door vragenstellers.
Het college heeft de ambitie om in 2020 het aandeel duurzaam opgewekte energie
binnen Amsterdam met 20% te laten toenemen. Zonne-energie is een belangrijke
bron daarvoor. Eerder is de doelstelling vastgelegd om in 2020 160 MW zonnestroom
per jaar op te wekken binnen de gemeente Amsterdam. Voor 2040 is het streefcijfer
1000 MW. Zonne-energie is een belangrijke manier voor bewoners en ondernemers
om zelf voor hun elektriciteitsvoorziening te zorgen. Dat is goed voor het milieu,
de energierekening en de onafhankelijkheid van Amsterdam ten opzichte van
onberekenbare buitenlandse energieproducenten.
Amsterdam heeft naast de ruim 8500 rijks- en gemeentelijke monumenten, ook een
toenemend aantal beschermde stads- en dorpsgezichten. Het hele centrum van
Amsterdam is sinds 1999 beschermd stadsgezicht en de grachtengordel behoort
sinds 2010 tot het UNESCO werelderfgoed. De fractie van D66 vindt het belangrijk
dat deze historische waarde wordt beschermd zodat Amsterdammers en latere
generaties er nog volop van kunnen genieten en leren. De fractie van D66 kiest ook
voor een schone, groene en gezonde stad. Het is van belang dat de gemeente ruimte
geeft aan initiatieven die bijdragen aan nieuwe oplossingen van duurzaamheid,
waarbij we openstaan kijken voor het aanpassen van geldende (verouderde) regels
die verduurzaming in de weg staan, zonder dat de authenticiteit van monumenten
wordt aangetast.
Nu heeft de fractie van D66 begrepen dat de gemeente Amsterdam samen met
De Groene Grachten, Stadsherstel en Search een pilot is gestart om zonnepanelen te
plaatsen op de schuine kap van Pakhuis de Zwijger onder de naam: ‘Zon op de
Zwijger’. Het betreft een zogenaamd sheddak (‘zaagtandendak’), dat een zichtlocatie
is. Hieruit volgt waarschijnlijk een prijsvraag voor de aanbesteding die moet aantonen
welke partij het beste zonnepanelen op een monument kan plaatsen. Dit project is
benoemd als ‘pilot om uit te vinden of zonnepanelen op een monument passend zijn,
in relatie tot mogelijke technische gevolgen voor het dak door aanhechting van de
panelen of verstoring van het monumentale ‘daklandschap’ door het aangezicht van
zonnepanelen, omdat dat er nu eenmaal anders uitziet dan dat het daklandschap
eruit zag in de 17° eeuw.
1
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing op Gemeenteblad
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
Dit is niet het eerste monument met zonnepanelen. Sinds september 2013 liggen er
zonnepanelen op het (platte) dak van de Amstelkerk. Volgens de website van
Stadsherstel, die de energie van de zonnepanelen gebruikt voor het eigen kantoor dat
gevestigd is in dit rijksmonument, is de vergunning verleend nadat met foto's van een
proefopstelling was aangetoond dat het monument met deze ‘reversibele toepassing’
geen schade op zou lopen. Ook zijn er (slechts) een klein aantal grachtenpanden die
met trekken en sleuren een vergunning kregen om zonnepanelen op hun dak te
mogen plaatsen, om zodoende hun eigen elektriciteit op te kunnen wekken.
Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 5 augustus 2014, beiden namens
de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad
van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en
wethouders gericht:
1. Wat is het effect geweest van de — inmiddels afgeronde — pilot ‘Zon op de
Amstelkerk’ voor zonne-energie op andere monumenten met een plat dak en in
Amsterdam?
Antwoord:
Als onderdeel van het initiatief Groene Grachten, in 2012 gestart door Wubbo
Ockels en erop gericht om energiemaatregelen in monumentale panden te
promoten, is door Stadsherstel een viertal zonnepanelen aangebracht op de
Amstelkerk. Voor NV Stadsherstel betrof de Amstelkerk een eerste project waarin
zij zonnepanelen heeft aangebracht op een monumentaal pand. Deze panelen
zijn aangebracht op een plat dak en wel binnen de kaders van de Welstandsnota.
Leerdoel: uitvinden of het technisch mogelijk (ja) en rendabel is (nee, door de
lage elektriciteitsprijs die Stadsherstel betaalt omdat zij grootverbruiker is, en de
te betalen leges à 1050 euro).
Het effect is dat er nu 4 panelen liggen op dit monument, en dat Stadsherstel
inzicht heeft gekregen in de mogelijkheden (maatwerk) voor het aanbrengen van
zonnepanelen op monumenten en de business case daarvan.
Er zijn overigens meer (maar niet veel) voorbeelden van monumentale panden in
de stad waarop door bewoners reeds zonnepanelen zijn aangebracht. Hiervoor is
een vergunning nodig van het betreffende stadsdeel.
De betrokkenheid van de gemeente bij dit project van Stichting de Groene
Grachten en Stadsherstel was overigens beperkt. Bureau Monumenten en
Archeologie (BMA) en programmabureau Klimaat en Energie waren inhoudelijk
(advies, meedenken) betrokken bij het initiatief, het stadsdeel heeft de vergunning
afgegeven.
2
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing op Gemeenteblad R
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
2. Klopt het dat de gemeente Amsterdam (de Dienst Ruimtelijke Ordening en
het Bureau Monumenten & Archeologie) zich heeft aangesloten bij De Groene
Grachten, Stadsherstel, Stadsdeel Oost, Pakhuis de Zwijger en Search en bezig
is met de nieuwe pilot ‘Zon op de Zwijger’? Wat is de huidige status van dit project
en wat is de tijdsplanning van deze pilot (inclusief moment van afronding)?
Antwoord:
Ja. Genoemde partijen hebben gezamenlijk de pilot ‘Zon op de Zwijger’ in
voorbereiding. Dit project is geïnitieerd door De Groene Grachten. Het project
sluit aan bij de Amsterdamse Zonvisie ‘Burgers en Bedrijven gaan voor de zon!’
(zie ook het antwoord op vraag 3).
In dit project wordt onderzocht welke mogelijkheden ‘innovatieve
zonnetechnologie’ (bijvoorbeeld: andere type zonnecellen, kleur en
bevestigingstechnieken) biedt voor het aanbrengen van zonnepanelen op een
monumentaal dak, én hoe dit zich verhoudt tot de geldende regels.
Dit project onderscheidt zich van het eerdere project van Stadsherstel in de mate
van ‘innovativiteit van de technologie die gebruikt zal worden. In het eerste
project werd nog gebruik gemaakt van standaard zonnepanelen. In het nieuwe
project op de Zwijger gaat men op zoek naar de meest innovatieve zon-oplossing
voor dit monumentale pand.
Het project is als volgt opgebouwd:
1. allereerst wordt (op dit moment) de haalbaarheid onderzocht (technisch,
financieel, juridisch) voor het aanbrengen van zonnepanelen op Pakhuis de
Zwijger (eigendom NV Stadsherstel);
2. op basis van dit onderzoek zal NV Stadsherstel een beslissing nemen om
haar dak wel of niet ter beschikking te stellen;
3. indien zij akkoord gaat zal de markt in de vorm van een prijsvraag uitgedaagd
worden om met haar ‘beste’ systeem te komen;
4. het zonnesysteem van de beste inzending zal door Stadsherstel worden
uitgevoerd, onder voorbehoud van een positieve vergunningsbeschikking.
Volgens planning wordt de prijsvraag dit najaar bekend gemaakt (indien
Stadsherstel positief beslist; stap 2) en wordt het winnende systeem (beoordeling
door jury in november/december) begin 2015 geïnstalleerd.
De gemeente (BMA en Programmabureau Klimaat en Energie) is als adviseur bij
dit project betrokken. De Groene Grachten is project trekker. Uiteindelijke
installatie van het innovatieve zonnesysteem (als de prijsvraag daadwerkelijk
wordt uitgeschreven en er een goede inzending komt, die binnen de wettelijke
kaders past) wordt door Stadsherstel geregeld en gedekt. Stadsherstel vraagt
daar mogelijk financiering voor aan in de laatste tender van het Amsterdams
Investeringsfonds.
3
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing op Gemeenteblad R
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
3. Deelt het college de mening van de fractie van D66 over het belang van
verduurzaming en eventueel aanpassen van regels om nieuwe oplossingen van
duurzaamheid mogelijk te maken? Zo ja, welke leerpunten zijn/worden opgesteld
ten aanzien van de pilot voor het sheddak van Pakhuis de Zwijger? En welke
leerpunten waren opgesteld voor het platte dak van de Amstelkerk? Zo nee,
waarom niet en hoe denkt het college dan de ambitie zoals geformuleerd in de
Zonvisie 2013 te halen?
Antwoord:
Het College onderschrijft de mening van de fractie van D66 dat verduurzaming
van de bestaande stad van groot belang is en onderstreept dat in het
coalitieakkoord ‘Amsterdam is van iedereen’. Zij werkt o.a. aan de doelstelling dat
in 2020 20% meer duurzame energie wordt geproduceerd dan nu het geval is.
Zonne-energie in de bestaande stad draagt daar aan bij. Om dit te realiseren kan
het nodig zijn om bestaande regels aan te passen, of met het Rijk in gesprek te
gaan wanneer de bevoegdheid niet bij de gemeente ligt. Aanpassing van regels
kan bijvoorbeeld nodig zijn in de situatie waarin regels, maatschappelijke wensen,
en toegenomen mogelijkheden door nieuwe (technologische}oplossingen, niet
meer met elkaar in overeenstemming zijn. In het collegeprogramma is daarover
afgesproken dat “we de regels voor het duurzaam aanpassen van gebouwen
[gaan] versimpelen, bijvoorbeeld op het gebied van de teruglevering van energie
en het gezamenlijk gebruik van daken voor zonnepanelen”. Daarbij dient het
college uiteraard wel te opereren binnen de kaders van de landelijke wet- en
regelgeving.
Het College is daarnaast van mening dat de energietransitie alleen plaatsvindt als
duurzaamheidsprojecten schaal krijgen. Daarvoor is het van belang dat wordt
gewerkt aan opschaalbaarheid en kopieerbaarheid van oplossingen.
De leerpunten die de pilot ‘Zon op de Zwijger’ op zal leveren zijn:
— voorbeeldfunctie: onderzoeken en laten zien hoe een nieuwe
zonnetechnologie mogelijk is op een monumentaal dak, waar dat met
conventionele panelen niet haalbaar/wenselijk is;
— kennisontwikkeling (bij overheid en markt) ten aanzien van technische
mogelijkheden van zonne-energie;
— onderzoeken hoe het vigerende welstandskader zich verhoudt tot innovatieve
zon technologieën.
Deze leerpunten zijn vooraf besproken met de projectpartners. Voor het project
Amstelkerk waren geen leerpunten geformuleerd vanuit de gemeente, omdat de
betrokkenheid beperkt was.
Het pilotproject Zon op de Zwijger levert input voor het evalueren van de regels
en draagt bij aan de uitvoering van het deel van de Zonvisie dat daarover gaat.
In de Zonvisie zijn 8 programmalijnen opgenomen waarlangs de gemeente de
toepassing van zonne-energie door burgers en bedrijven stimuleert. In lijn 7
(activiteit # 21) is opgenomen dat regelgeving periodiek tegen het licht wordt
gehouden om te zien of deze (nog) in lijn is met de stand der techniek op het
gebied van o.a. zonnesystemen.
4
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing op Gemeenteblad
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
4. Onder welke criteria zou het college de resultaten van de pilot “Zon op de Zwijger’
als een succes beoordelen? Wanneer vindt die beoordeling plaats en welke
Amsterdamse stakeholders zijn hierbij betrokken?
Antwoord:
Het project ‘Zon op de Zwijger’ wordt als succes beschouwd als:
1. de prijsvraag een inzending oplevert die een goede technische oplossing
biedt voor dit specifieke monumentale dak. Een goede technische oplossing is
een oplossing die aansluit bij de eisen van de pandeigenaar (stadsherstel),
betaalbaar is, en die aanvaardbaar is vanuit esthetisch en historisch oogpunt
en valt binnen de kaders van Welstand en Monumenten;
2. het project bijdraagt aan het vinden van een oplossing voor het aanbrengen
van zonnesystemen op andere monumentale panden, nu of in de toekomst.
Dit is geen hard criterium, omdat de bijdrage van één project aan een bredere
maatschappelijke ontwikkeling moeilijk te meten is. Amsterdam wil echter
duurzame koploper zijn, en daar hoort ook bij dat er ruimte wordt gemaakt
voor innovatie;
3. het project daarnaast input levert voor de periodieke herijking van de regels
conform de Zonvisie (zie het antwoord op vraag 3).
De beoogde planning: zie het antwoord op vraag 2.
De betrokken stakeholders zijn:
— De Groene Grachten;
— NV Stadsherstel;
— de gemeente Amsterdam (DRO, BMA, stadsdeel Centrum);
— Uuurders van Pakhuis de Zwijger (via Stadsherstel);
— Search.
5. Is het college van plan een vervolg te maken op het Amsterdamse
duurzaamheidsprogramma 2011-2014, en indien dat het geval is,
overeenkomstig het coalitieakkoord (blz. 27), de ambitie ten aanzien van lokale
zonne-energie uit de Zonvisie conform het initiatiefvoorstel van het voormalig
raadslid de heer Manuel en de resultaten van de ‘pilots’ op Pakhuis de Zwijger en
de Amstelkerk daarin aandacht te besteden aan het verduurzamen van
monumenten?
Antwoord:
Het College stelt eind dit jaar een Agenda Duurzaamheid vast. Het verduurzamen
van monumenten, deregulering en de ambitie van de Zonvisie zullen in deze
agenda worden meegenomen.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
5
X Gemeente Amsterdam R
% Gemeenteraad
Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 602
Datum akkoord 2 september 2014
Publicatiedatum 5 september 2014
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw A.M. Bosman
en de heer M.E. van den Heuvel van 5 augustus 2014 inzake zonnepanelen op
monumentale panden.
Aan de gemeenteraad
inleiding door vragenstellers.
Het college heeft de ambitie om in 2020 het aandeel duurzaam opgewekte energie
binnen Amsterdam met 20% te laten toenemen. Zonne-energie is een belangrijke
bron daarvoor. Eerder is de doelstelling vastgelegd om in 2020 160 MW zonnestroom
per jaar op te wekken binnen de gemeente Amsterdam. Voor 2040 is het streefcijfer
1000 MW. Zonne-energie is een belangrijke manier voor bewoners en ondernemers
om zelf voor hun elektriciteitsvoorziening te zorgen. Dat is goed voor het milieu,
de energierekening en de onafhankelijkheid van Amsterdam ten opzichte van
onberekenbare buitenlandse energieproducenten.
Amsterdam heeft naast de ruim 8500 rijks- en gemeentelijke monumenten, ook een
toenemend aantal beschermde stads- en dorpsgezichten. Het hele centrum van
Amsterdam is sinds 1999 beschermd stadsgezicht en de grachtengordel behoort
sinds 2010 tot het UNESCO werelderfgoed. De fractie van D66 vindt het belangrijk
dat deze historische waarde wordt beschermd zodat Amsterdammers en latere
generaties er nog volop van kunnen genieten en leren. De fractie van D66 kiest ook
voor een schone, groene en gezonde stad. Het is van belang dat de gemeente ruimte
geeft aan initiatieven die bijdragen aan nieuwe oplossingen van duurzaamheid,
waarbij we openstaan kijken voor het aanpassen van geldende (verouderde) regels
die verduurzaming in de weg staan, zonder dat de authenticiteit van monumenten
wordt aangetast.
Nu heeft de fractie van D66 begrepen dat de gemeente Amsterdam samen met
De Groene Grachten, Stadsherstel en Search een pilot is gestart om zonnepanelen te
plaatsen op de schuine kap van Pakhuis de Zwijger onder de naam: ‘Zon op de
Zwijger’. Het betreft een zogenaamd sheddak (‘zaagtandendak’), dat een zichtlocatie
is. Hieruit volgt waarschijnlijk een prijsvraag voor de aanbesteding die moet aantonen
welke partij het beste zonnepanelen op een monument kan plaatsen. Dit project is
benoemd als ‘pilot om uit te vinden of zonnepanelen op een monument passend zijn,
in relatie tot mogelijke technische gevolgen voor het dak door aanhechting van de
panelen of verstoring van het monumentale ‘daklandschap’ door het aangezicht van
zonnepanelen, omdat dat er nu eenmaal anders uitziet dan dat het daklandschap
eruit zag in de 17° eeuw.
1
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing op Gemeenteblad
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
Dit is niet het eerste monument met zonnepanelen. Sinds september 2013 liggen er
zonnepanelen op het (platte) dak van de Amstelkerk. Volgens de website van
Stadsherstel, die de energie van de zonnepanelen gebruikt voor het eigen kantoor dat
gevestigd is in dit rijksmonument, is de vergunning verleend nadat met foto's van een
proefopstelling was aangetoond dat het monument met deze ‘reversibele toepassing’
geen schade op zou lopen. Ook zijn er (slechts) een klein aantal grachtenpanden die
met trekken en sleuren een vergunning kregen om zonnepanelen op hun dak te
mogen plaatsen, om zodoende hun eigen elektriciteit op te kunnen wekken.
Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 5 augustus 2014, beiden namens
de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad
van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en
wethouders gericht:
1. Wat is het effect geweest van de — inmiddels afgeronde — pilot ‘Zon op de
Amstelkerk’ voor zonne-energie op andere monumenten met een plat dak en in
Amsterdam?
Antwoord:
Als onderdeel van het initiatief Groene Grachten, in 2012 gestart door Wubbo
Ockels en erop gericht om energiemaatregelen in monumentale panden te
promoten, is door Stadsherstel een viertal zonnepanelen aangebracht op de
Amstelkerk. Voor NV Stadsherstel betrof de Amstelkerk een eerste project waarin
zij zonnepanelen heeft aangebracht op een monumentaal pand. Deze panelen
zijn aangebracht op een plat dak en wel binnen de kaders van de Welstandsnota.
Leerdoel: uitvinden of het technisch mogelijk (ja) en rendabel is (nee, door de
lage elektriciteitsprijs die Stadsherstel betaalt omdat zij grootverbruiker is, en de
te betalen leges à 1050 euro).
Het effect is dat er nu 4 panelen liggen op dit monument, en dat Stadsherstel
inzicht heeft gekregen in de mogelijkheden (maatwerk) voor het aanbrengen van
zonnepanelen op monumenten en de business case daarvan.
Er zijn overigens meer (maar niet veel) voorbeelden van monumentale panden in
de stad waarop door bewoners reeds zonnepanelen zijn aangebracht. Hiervoor is
een vergunning nodig van het betreffende stadsdeel.
De betrokkenheid van de gemeente bij dit project van Stichting de Groene
Grachten en Stadsherstel was overigens beperkt. Bureau Monumenten en
Archeologie (BMA) en programmabureau Klimaat en Energie waren inhoudelijk
(advies, meedenken) betrokken bij het initiatief, het stadsdeel heeft de vergunning
afgegeven.
2
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing op Gemeenteblad R
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
2. Klopt het dat de gemeente Amsterdam (de Dienst Ruimtelijke Ordening en
het Bureau Monumenten & Archeologie) zich heeft aangesloten bij De Groene
Grachten, Stadsherstel, Stadsdeel Oost, Pakhuis de Zwijger en Search en bezig
is met de nieuwe pilot ‘Zon op de Zwijger’? Wat is de huidige status van dit project
en wat is de tijdsplanning van deze pilot (inclusief moment van afronding)?
Antwoord:
Ja. Genoemde partijen hebben gezamenlijk de pilot ‘Zon op de Zwijger’ in
voorbereiding. Dit project is geïnitieerd door De Groene Grachten. Het project
sluit aan bij de Amsterdamse Zonvisie ‘Burgers en Bedrijven gaan voor de zon!’
(zie ook het antwoord op vraag 3).
In dit project wordt onderzocht welke mogelijkheden ‘innovatieve
zonnetechnologie’ (bijvoorbeeld: andere type zonnecellen, kleur en
bevestigingstechnieken) biedt voor het aanbrengen van zonnepanelen op een
monumentaal dak, én hoe dit zich verhoudt tot de geldende regels.
Dit project onderscheidt zich van het eerdere project van Stadsherstel in de mate
van ‘innovativiteit van de technologie die gebruikt zal worden. In het eerste
project werd nog gebruik gemaakt van standaard zonnepanelen. In het nieuwe
project op de Zwijger gaat men op zoek naar de meest innovatieve zon-oplossing
voor dit monumentale pand.
Het project is als volgt opgebouwd:
1. allereerst wordt (op dit moment) de haalbaarheid onderzocht (technisch,
financieel, juridisch) voor het aanbrengen van zonnepanelen op Pakhuis de
Zwijger (eigendom NV Stadsherstel);
2. op basis van dit onderzoek zal NV Stadsherstel een beslissing nemen om
haar dak wel of niet ter beschikking te stellen;
3. indien zij akkoord gaat zal de markt in de vorm van een prijsvraag uitgedaagd
worden om met haar ‘beste’ systeem te komen;
4. het zonnesysteem van de beste inzending zal door Stadsherstel worden
uitgevoerd, onder voorbehoud van een positieve vergunningsbeschikking.
Volgens planning wordt de prijsvraag dit najaar bekend gemaakt (indien
Stadsherstel positief beslist; stap 2) en wordt het winnende systeem (beoordeling
door jury in november/december) begin 2015 geïnstalleerd.
De gemeente (BMA en Programmabureau Klimaat en Energie) is als adviseur bij
dit project betrokken. De Groene Grachten is project trekker. Uiteindelijke
installatie van het innovatieve zonnesysteem (als de prijsvraag daadwerkelijk
wordt uitgeschreven en er een goede inzending komt, die binnen de wettelijke
kaders past) wordt door Stadsherstel geregeld en gedekt. Stadsherstel vraagt
daar mogelijk financiering voor aan in de laatste tender van het Amsterdams
Investeringsfonds.
3
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing op Gemeenteblad R
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
3. Deelt het college de mening van de fractie van D66 over het belang van
verduurzaming en eventueel aanpassen van regels om nieuwe oplossingen van
duurzaamheid mogelijk te maken? Zo ja, welke leerpunten zijn/worden opgesteld
ten aanzien van de pilot voor het sheddak van Pakhuis de Zwijger? En welke
leerpunten waren opgesteld voor het platte dak van de Amstelkerk? Zo nee,
waarom niet en hoe denkt het college dan de ambitie zoals geformuleerd in de
Zonvisie 2013 te halen?
Antwoord:
Het College onderschrijft de mening van de fractie van D66 dat verduurzaming
van de bestaande stad van groot belang is en onderstreept dat in het
coalitieakkoord ‘Amsterdam is van iedereen’. Zij werkt o.a. aan de doelstelling dat
in 2020 20% meer duurzame energie wordt geproduceerd dan nu het geval is.
Zonne-energie in de bestaande stad draagt daar aan bij. Om dit te realiseren kan
het nodig zijn om bestaande regels aan te passen, of met het Rijk in gesprek te
gaan wanneer de bevoegdheid niet bij de gemeente ligt. Aanpassing van regels
kan bijvoorbeeld nodig zijn in de situatie waarin regels, maatschappelijke wensen,
en toegenomen mogelijkheden door nieuwe (technologische}oplossingen, niet
meer met elkaar in overeenstemming zijn. In het collegeprogramma is daarover
afgesproken dat “we de regels voor het duurzaam aanpassen van gebouwen
[gaan] versimpelen, bijvoorbeeld op het gebied van de teruglevering van energie
en het gezamenlijk gebruik van daken voor zonnepanelen”. Daarbij dient het
college uiteraard wel te opereren binnen de kaders van de landelijke wet- en
regelgeving.
Het College is daarnaast van mening dat de energietransitie alleen plaatsvindt als
duurzaamheidsprojecten schaal krijgen. Daarvoor is het van belang dat wordt
gewerkt aan opschaalbaarheid en kopieerbaarheid van oplossingen.
De leerpunten die de pilot ‘Zon op de Zwijger’ op zal leveren zijn:
— voorbeeldfunctie: onderzoeken en laten zien hoe een nieuwe
zonnetechnologie mogelijk is op een monumentaal dak, waar dat met
conventionele panelen niet haalbaar/wenselijk is;
— kennisontwikkeling (bij overheid en markt) ten aanzien van technische
mogelijkheden van zonne-energie;
— onderzoeken hoe het vigerende welstandskader zich verhoudt tot innovatieve
zon technologieën.
Deze leerpunten zijn vooraf besproken met de projectpartners. Voor het project
Amstelkerk waren geen leerpunten geformuleerd vanuit de gemeente, omdat de
betrokkenheid beperkt was.
Het pilotproject Zon op de Zwijger levert input voor het evalueren van de regels
en draagt bij aan de uitvoering van het deel van de Zonvisie dat daarover gaat.
In de Zonvisie zijn 8 programmalijnen opgenomen waarlangs de gemeente de
toepassing van zonne-energie door burgers en bedrijven stimuleert. In lijn 7
(activiteit # 21) is opgenomen dat regelgeving periodiek tegen het licht wordt
gehouden om te zien of deze (nog) in lijn is met de stand der techniek op het
gebied van o.a. zonnesystemen.
4
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing op Gemeenteblad
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
4. Onder welke criteria zou het college de resultaten van de pilot “Zon op de Zwijger’
als een succes beoordelen? Wanneer vindt die beoordeling plaats en welke
Amsterdamse stakeholders zijn hierbij betrokken?
Antwoord:
Het project ‘Zon op de Zwijger’ wordt als succes beschouwd als:
1. de prijsvraag een inzending oplevert die een goede technische oplossing
biedt voor dit specifieke monumentale dak. Een goede technische oplossing is
een oplossing die aansluit bij de eisen van de pandeigenaar (stadsherstel),
betaalbaar is, en die aanvaardbaar is vanuit esthetisch en historisch oogpunt
en valt binnen de kaders van Welstand en Monumenten;
2. het project bijdraagt aan het vinden van een oplossing voor het aanbrengen
van zonnesystemen op andere monumentale panden, nu of in de toekomst.
Dit is geen hard criterium, omdat de bijdrage van één project aan een bredere
maatschappelijke ontwikkeling moeilijk te meten is. Amsterdam wil echter
duurzame koploper zijn, en daar hoort ook bij dat er ruimte wordt gemaakt
voor innovatie;
3. het project daarnaast input levert voor de periodieke herijking van de regels
conform de Zonvisie (zie het antwoord op vraag 3).
De beoogde planning: zie het antwoord op vraag 2.
De betrokken stakeholders zijn:
— De Groene Grachten;
— NV Stadsherstel;
— de gemeente Amsterdam (DRO, BMA, stadsdeel Centrum);
— Uuurders van Pakhuis de Zwijger (via Stadsherstel);
— Search.
5. Is het college van plan een vervolg te maken op het Amsterdamse
duurzaamheidsprogramma 2011-2014, en indien dat het geval is,
overeenkomstig het coalitieakkoord (blz. 27), de ambitie ten aanzien van lokale
zonne-energie uit de Zonvisie conform het initiatiefvoorstel van het voormalig
raadslid de heer Manuel en de resultaten van de ‘pilots’ op Pakhuis de Zwijger en
de Amstelkerk daarin aandacht te besteden aan het verduurzamen van
monumenten?
Antwoord:
Het College stelt eind dit jaar een Agenda Duurzaamheid vast. Het verduurzamen
van monumenten, deregulering en de ambitie van de Zonvisie zullen in deze
agenda worden meegenomen.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
5
X Gemeente Amsterdam R
% Gemeenteraad
Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 602
Datum akkoord 2 september 2014
Publicatiedatum 5 september 2014
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw A.M. Bosman
en de heer M.E. van den Heuvel van 5 augustus 2014 inzake zonnepanelen op
monumentale panden.
Aan de gemeenteraad
inleiding door vragenstellers.
Het college heeft de ambitie om in 2020 het aandeel duurzaam opgewekte energie
binnen Amsterdam met 20% te laten toenemen. Zonne-energie is een belangrijke
bron daarvoor. Eerder is de doelstelling vastgelegd om in 2020 160 MW zonnestroom
per jaar op te wekken binnen de gemeente Amsterdam. Voor 2040 is het streefcijfer
1000 MW. Zonne-energie is een belangrijke manier voor bewoners en ondernemers
om zelf voor hun elektriciteitsvoorziening te zorgen. Dat is goed voor het milieu,
de energierekening en de onafhankelijkheid van Amsterdam ten opzichte van
onberekenbare buitenlandse energieproducenten.
Amsterdam heeft naast de ruim 8500 rijks- en gemeentelijke monumenten, ook een
toenemend aantal beschermde stads- en dorpsgezichten. Het hele centrum van
Amsterdam is sinds 1999 beschermd stadsgezicht en de grachtengordel behoort
sinds 2010 tot het UNESCO werelderfgoed. De fractie van D66 vindt het belangrijk
dat deze historische waarde wordt beschermd zodat Amsterdammers en latere
generaties er nog volop van kunnen genieten en leren. De fractie van D66 kiest ook
voor een schone, groene en gezonde stad. Het is van belang dat de gemeente ruimte
geeft aan initiatieven die bijdragen aan nieuwe oplossingen van duurzaamheid,
waarbij we openstaan kijken voor het aanpassen van geldende (verouderde) regels
die verduurzaming in de weg staan, zonder dat de authenticiteit van monumenten
wordt aangetast.
Nu heeft de fractie van D66 begrepen dat de gemeente Amsterdam samen met
De Groene Grachten, Stadsherstel en Search een pilot is gestart om zonnepanelen te
plaatsen op de schuine kap van Pakhuis de Zwijger onder de naam: ‘Zon op de
Zwijger’. Het betreft een zogenaamd sheddak (‘zaagtandendak’), dat een zichtlocatie
is. Hieruit volgt waarschijnlijk een prijsvraag voor de aanbesteding die moet aantonen
welke partij het beste zonnepanelen op een monument kan plaatsen. Dit project is
benoemd als ‘pilot om uit te vinden of zonnepanelen op een monument passend zijn,
in relatie tot mogelijke technische gevolgen voor het dak door aanhechting van de
panelen of verstoring van het monumentale ‘daklandschap’ door het aangezicht van
zonnepanelen, omdat dat er nu eenmaal anders uitziet dan dat het daklandschap
eruit zag in de 17° eeuw.
1
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing op Gemeenteblad
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
Dit is niet het eerste monument met zonnepanelen. Sinds september 2013 liggen er
zonnepanelen op het (platte) dak van de Amstelkerk. Volgens de website van
Stadsherstel, die de energie van de zonnepanelen gebruikt voor het eigen kantoor dat
gevestigd is in dit rijksmonument, is de vergunning verleend nadat met foto's van een
proefopstelling was aangetoond dat het monument met deze ‘reversibele toepassing’
geen schade op zou lopen. Ook zijn er (slechts) een klein aantal grachtenpanden die
met trekken en sleuren een vergunning kregen om zonnepanelen op hun dak te
mogen plaatsen, om zodoende hun eigen elektriciteit op te kunnen wekken.
Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 5 augustus 2014, beiden namens
de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad
van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en
wethouders gericht:
1. Wat is het effect geweest van de — inmiddels afgeronde — pilot ‘Zon op de
Amstelkerk’ voor zonne-energie op andere monumenten met een plat dak en in
Amsterdam?
Antwoord:
Als onderdeel van het initiatief Groene Grachten, in 2012 gestart door Wubbo
Ockels en erop gericht om energiemaatregelen in monumentale panden te
promoten, is door Stadsherstel een viertal zonnepanelen aangebracht op de
Amstelkerk. Voor NV Stadsherstel betrof de Amstelkerk een eerste project waarin
zij zonnepanelen heeft aangebracht op een monumentaal pand. Deze panelen
zijn aangebracht op een plat dak en wel binnen de kaders van de Welstandsnota.
Leerdoel: uitvinden of het technisch mogelijk (ja) en rendabel is (nee, door de
lage elektriciteitsprijs die Stadsherstel betaalt omdat zij grootverbruiker is, en de
te betalen leges à 1050 euro).
Het effect is dat er nu 4 panelen liggen op dit monument, en dat Stadsherstel
inzicht heeft gekregen in de mogelijkheden (maatwerk) voor het aanbrengen van
zonnepanelen op monumenten en de business case daarvan.
Er zijn overigens meer (maar niet veel) voorbeelden van monumentale panden in
de stad waarop door bewoners reeds zonnepanelen zijn aangebracht. Hiervoor is
een vergunning nodig van het betreffende stadsdeel.
De betrokkenheid van de gemeente bij dit project van Stichting de Groene
Grachten en Stadsherstel was overigens beperkt. Bureau Monumenten en
Archeologie (BMA) en programmabureau Klimaat en Energie waren inhoudelijk
(advies, meedenken) betrokken bij het initiatief, het stadsdeel heeft de vergunning
afgegeven.
2
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing op Gemeenteblad R
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
2. Klopt het dat de gemeente Amsterdam (de Dienst Ruimtelijke Ordening en
het Bureau Monumenten & Archeologie) zich heeft aangesloten bij De Groene
Grachten, Stadsherstel, Stadsdeel Oost, Pakhuis de Zwijger en Search en bezig
is met de nieuwe pilot ‘Zon op de Zwijger’? Wat is de huidige status van dit project
en wat is de tijdsplanning van deze pilot (inclusief moment van afronding)?
Antwoord:
Ja. Genoemde partijen hebben gezamenlijk de pilot ‘Zon op de Zwijger’ in
voorbereiding. Dit project is geïnitieerd door De Groene Grachten. Het project
sluit aan bij de Amsterdamse Zonvisie ‘Burgers en Bedrijven gaan voor de zon!’
(zie ook het antwoord op vraag 3).
In dit project wordt onderzocht welke mogelijkheden ‘innovatieve
zonnetechnologie’ (bijvoorbeeld: andere type zonnecellen, kleur en
bevestigingstechnieken) biedt voor het aanbrengen van zonnepanelen op een
monumentaal dak, én hoe dit zich verhoudt tot de geldende regels.
Dit project onderscheidt zich van het eerdere project van Stadsherstel in de mate
van ‘innovativiteit van de technologie die gebruikt zal worden. In het eerste
project werd nog gebruik gemaakt van standaard zonnepanelen. In het nieuwe
project op de Zwijger gaat men op zoek naar de meest innovatieve zon-oplossing
voor dit monumentale pand.
Het project is als volgt opgebouwd:
1. allereerst wordt (op dit moment) de haalbaarheid onderzocht (technisch,
financieel, juridisch) voor het aanbrengen van zonnepanelen op Pakhuis de
Zwijger (eigendom NV Stadsherstel);
2. op basis van dit onderzoek zal NV Stadsherstel een beslissing nemen om
haar dak wel of niet ter beschikking te stellen;
3. indien zij akkoord gaat zal de markt in de vorm van een prijsvraag uitgedaagd
worden om met haar ‘beste’ systeem te komen;
4. het zonnesysteem van de beste inzending zal door Stadsherstel worden
uitgevoerd, onder voorbehoud van een positieve vergunningsbeschikking.
Volgens planning wordt de prijsvraag dit najaar bekend gemaakt (indien
Stadsherstel positief beslist; stap 2) en wordt het winnende systeem (beoordeling
door jury in november/december) begin 2015 geïnstalleerd.
De gemeente (BMA en Programmabureau Klimaat en Energie) is als adviseur bij
dit project betrokken. De Groene Grachten is project trekker. Uiteindelijke
installatie van het innovatieve zonnesysteem (als de prijsvraag daadwerkelijk
wordt uitgeschreven en er een goede inzending komt, die binnen de wettelijke
kaders past) wordt door Stadsherstel geregeld en gedekt. Stadsherstel vraagt
daar mogelijk financiering voor aan in de laatste tender van het Amsterdams
Investeringsfonds.
3
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing op Gemeenteblad R
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
3. Deelt het college de mening van de fractie van D66 over het belang van
verduurzaming en eventueel aanpassen van regels om nieuwe oplossingen van
duurzaamheid mogelijk te maken? Zo ja, welke leerpunten zijn/worden opgesteld
ten aanzien van de pilot voor het sheddak van Pakhuis de Zwijger? En welke
leerpunten waren opgesteld voor het platte dak van de Amstelkerk? Zo nee,
waarom niet en hoe denkt het college dan de ambitie zoals geformuleerd in de
Zonvisie 2013 te halen?
Antwoord:
Het College onderschrijft de mening van de fractie van D66 dat verduurzaming
van de bestaande stad van groot belang is en onderstreept dat in het
coalitieakkoord ‘Amsterdam is van iedereen’. Zij werkt o.a. aan de doelstelling dat
in 2020 20% meer duurzame energie wordt geproduceerd dan nu het geval is.
Zonne-energie in de bestaande stad draagt daar aan bij. Om dit te realiseren kan
het nodig zijn om bestaande regels aan te passen, of met het Rijk in gesprek te
gaan wanneer de bevoegdheid niet bij de gemeente ligt. Aanpassing van regels
kan bijvoorbeeld nodig zijn in de situatie waarin regels, maatschappelijke wensen,
en toegenomen mogelijkheden door nieuwe (technologische}oplossingen, niet
meer met elkaar in overeenstemming zijn. In het collegeprogramma is daarover
afgesproken dat “we de regels voor het duurzaam aanpassen van gebouwen
[gaan] versimpelen, bijvoorbeeld op het gebied van de teruglevering van energie
en het gezamenlijk gebruik van daken voor zonnepanelen”. Daarbij dient het
college uiteraard wel te opereren binnen de kaders van de landelijke wet- en
regelgeving.
Het College is daarnaast van mening dat de energietransitie alleen plaatsvindt als
duurzaamheidsprojecten schaal krijgen. Daarvoor is het van belang dat wordt
gewerkt aan opschaalbaarheid en kopieerbaarheid van oplossingen.
De leerpunten die de pilot ‘Zon op de Zwijger’ op zal leveren zijn:
— voorbeeldfunctie: onderzoeken en laten zien hoe een nieuwe
zonnetechnologie mogelijk is op een monumentaal dak, waar dat met
conventionele panelen niet haalbaar/wenselijk is;
— kennisontwikkeling (bij overheid en markt) ten aanzien van technische
mogelijkheden van zonne-energie;
— onderzoeken hoe het vigerende welstandskader zich verhoudt tot innovatieve
zon technologieën.
Deze leerpunten zijn vooraf besproken met de projectpartners. Voor het project
Amstelkerk waren geen leerpunten geformuleerd vanuit de gemeente, omdat de
betrokkenheid beperkt was.
Het pilotproject Zon op de Zwijger levert input voor het evalueren van de regels
en draagt bij aan de uitvoering van het deel van de Zonvisie dat daarover gaat.
In de Zonvisie zijn 8 programmalijnen opgenomen waarlangs de gemeente de
toepassing van zonne-energie door burgers en bedrijven stimuleert. In lijn 7
(activiteit # 21) is opgenomen dat regelgeving periodiek tegen het licht wordt
gehouden om te zien of deze (nog) in lijn is met de stand der techniek op het
gebied van o.a. zonnesystemen.
4
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing op Gemeenteblad
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
4. Onder welke criteria zou het college de resultaten van de pilot “Zon op de Zwijger’
als een succes beoordelen? Wanneer vindt die beoordeling plaats en welke
Amsterdamse stakeholders zijn hierbij betrokken?
Antwoord:
Het project ‘Zon op de Zwijger’ wordt als succes beschouwd als:
1. de prijsvraag een inzending oplevert die een goede technische oplossing
biedt voor dit specifieke monumentale dak. Een goede technische oplossing is
een oplossing die aansluit bij de eisen van de pandeigenaar (stadsherstel),
betaalbaar is, en die aanvaardbaar is vanuit esthetisch en historisch oogpunt
en valt binnen de kaders van Welstand en Monumenten;
2. het project bijdraagt aan het vinden van een oplossing voor het aanbrengen
van zonnesystemen op andere monumentale panden, nu of in de toekomst.
Dit is geen hard criterium, omdat de bijdrage van één project aan een bredere
maatschappelijke ontwikkeling moeilijk te meten is. Amsterdam wil echter
duurzame koploper zijn, en daar hoort ook bij dat er ruimte wordt gemaakt
voor innovatie;
3. het project daarnaast input levert voor de periodieke herijking van de regels
conform de Zonvisie (zie het antwoord op vraag 3).
De beoogde planning: zie het antwoord op vraag 2.
De betrokken stakeholders zijn:
— De Groene Grachten;
— NV Stadsherstel;
— de gemeente Amsterdam (DRO, BMA, stadsdeel Centrum);
— Uuurders van Pakhuis de Zwijger (via Stadsherstel);
— Search.
5. Is het college van plan een vervolg te maken op het Amsterdamse
duurzaamheidsprogramma 2011-2014, en indien dat het geval is,
overeenkomstig het coalitieakkoord (blz. 27), de ambitie ten aanzien van lokale
zonne-energie uit de Zonvisie conform het initiatiefvoorstel van het voormalig
raadslid de heer Manuel en de resultaten van de ‘pilots’ op Pakhuis de Zwijger en
de Amstelkerk daarin aandacht te besteden aan het verduurzamen van
monumenten?
Antwoord:
Het College stelt eind dit jaar een Agenda Duurzaamheid vast. Het verduurzamen
van monumenten, deregulering en de ambitie van de Zonvisie zullen in deze
agenda worden meegenomen.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
5
X Gemeente Amsterdam R
% Gemeenteraad
Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 602
Datum akkoord 2 september 2014
Publicatiedatum 5 september 2014
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw A.M. Bosman
en de heer M.E. van den Heuvel van 5 augustus 2014 inzake zonnepanelen op
monumentale panden.
Aan de gemeenteraad
inleiding door vragenstellers.
Het college heeft de ambitie om in 2020 het aandeel duurzaam opgewekte energie
binnen Amsterdam met 20% te laten toenemen. Zonne-energie is een belangrijke
bron daarvoor. Eerder is de doelstelling vastgelegd om in 2020 160 MW zonnestroom
per jaar op te wekken binnen de gemeente Amsterdam. Voor 2040 is het streefcijfer
1000 MW. Zonne-energie is een belangrijke manier voor bewoners en ondernemers
om zelf voor hun elektriciteitsvoorziening te zorgen. Dat is goed voor het milieu,
de energierekening en de onafhankelijkheid van Amsterdam ten opzichte van
onberekenbare buitenlandse energieproducenten.
Amsterdam heeft naast de ruim 8500 rijks- en gemeentelijke monumenten, ook een
toenemend aantal beschermde stads- en dorpsgezichten. Het hele centrum van
Amsterdam is sinds 1999 beschermd stadsgezicht en de grachtengordel behoort
sinds 2010 tot het UNESCO werelderfgoed. De fractie van D66 vindt het belangrijk
dat deze historische waarde wordt beschermd zodat Amsterdammers en latere
generaties er nog volop van kunnen genieten en leren. De fractie van D66 kiest ook
voor een schone, groene en gezonde stad. Het is van belang dat de gemeente ruimte
geeft aan initiatieven die bijdragen aan nieuwe oplossingen van duurzaamheid,
waarbij we openstaan kijken voor het aanpassen van geldende (verouderde) regels
die verduurzaming in de weg staan, zonder dat de authenticiteit van monumenten
wordt aangetast.
Nu heeft de fractie van D66 begrepen dat de gemeente Amsterdam samen met
De Groene Grachten, Stadsherstel en Search een pilot is gestart om zonnepanelen te
plaatsen op de schuine kap van Pakhuis de Zwijger onder de naam: ‘Zon op de
Zwijger’. Het betreft een zogenaamd sheddak (‘zaagtandendak’), dat een zichtlocatie
is. Hieruit volgt waarschijnlijk een prijsvraag voor de aanbesteding die moet aantonen
welke partij het beste zonnepanelen op een monument kan plaatsen. Dit project is
benoemd als ‘pilot om uit te vinden of zonnepanelen op een monument passend zijn,
in relatie tot mogelijke technische gevolgen voor het dak door aanhechting van de
panelen of verstoring van het monumentale ‘daklandschap’ door het aangezicht van
zonnepanelen, omdat dat er nu eenmaal anders uitziet dan dat het daklandschap
eruit zag in de 17° eeuw.
1
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing op Gemeenteblad
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
Dit is niet het eerste monument met zonnepanelen. Sinds september 2013 liggen er
zonnepanelen op het (platte) dak van de Amstelkerk. Volgens de website van
Stadsherstel, die de energie van de zonnepanelen gebruikt voor het eigen kantoor dat
gevestigd is in dit rijksmonument, is de vergunning verleend nadat met foto's van een
proefopstelling was aangetoond dat het monument met deze ‘reversibele toepassing’
geen schade op zou lopen. Ook zijn er (slechts) een klein aantal grachtenpanden die
met trekken en sleuren een vergunning kregen om zonnepanelen op hun dak te
mogen plaatsen, om zodoende hun eigen elektriciteit op te kunnen wekken.
Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 5 augustus 2014, beiden namens
de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad
van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en
wethouders gericht:
1. Wat is het effect geweest van de — inmiddels afgeronde — pilot ‘Zon op de
Amstelkerk’ voor zonne-energie op andere monumenten met een plat dak en in
Amsterdam?
Antwoord:
Als onderdeel van het initiatief Groene Grachten, in 2012 gestart door Wubbo
Ockels en erop gericht om energiemaatregelen in monumentale panden te
promoten, is door Stadsherstel een viertal zonnepanelen aangebracht op de
Amstelkerk. Voor NV Stadsherstel betrof de Amstelkerk een eerste project waarin
zij zonnepanelen heeft aangebracht op een monumentaal pand. Deze panelen
zijn aangebracht op een plat dak en wel binnen de kaders van de Welstandsnota.
Leerdoel: uitvinden of het technisch mogelijk (ja) en rendabel is (nee, door de
lage elektriciteitsprijs die Stadsherstel betaalt omdat zij grootverbruiker is, en de
te betalen leges à 1050 euro).
Het effect is dat er nu 4 panelen liggen op dit monument, en dat Stadsherstel
inzicht heeft gekregen in de mogelijkheden (maatwerk) voor het aanbrengen van
zonnepanelen op monumenten en de business case daarvan.
Er zijn overigens meer (maar niet veel) voorbeelden van monumentale panden in
de stad waarop door bewoners reeds zonnepanelen zijn aangebracht. Hiervoor is
een vergunning nodig van het betreffende stadsdeel.
De betrokkenheid van de gemeente bij dit project van Stichting de Groene
Grachten en Stadsherstel was overigens beperkt. Bureau Monumenten en
Archeologie (BMA) en programmabureau Klimaat en Energie waren inhoudelijk
(advies, meedenken) betrokken bij het initiatief, het stadsdeel heeft de vergunning
afgegeven.
2
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing op Gemeenteblad R
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
2. Klopt het dat de gemeente Amsterdam (de Dienst Ruimtelijke Ordening en
het Bureau Monumenten & Archeologie) zich heeft aangesloten bij De Groene
Grachten, Stadsherstel, Stadsdeel Oost, Pakhuis de Zwijger en Search en bezig
is met de nieuwe pilot ‘Zon op de Zwijger’? Wat is de huidige status van dit project
en wat is de tijdsplanning van deze pilot (inclusief moment van afronding)?
Antwoord:
Ja. Genoemde partijen hebben gezamenlijk de pilot ‘Zon op de Zwijger’ in
voorbereiding. Dit project is geïnitieerd door De Groene Grachten. Het project
sluit aan bij de Amsterdamse Zonvisie ‘Burgers en Bedrijven gaan voor de zon!’
(zie ook het antwoord op vraag 3).
In dit project wordt onderzocht welke mogelijkheden ‘innovatieve
zonnetechnologie’ (bijvoorbeeld: andere type zonnecellen, kleur en
bevestigingstechnieken) biedt voor het aanbrengen van zonnepanelen op een
monumentaal dak, én hoe dit zich verhoudt tot de geldende regels.
Dit project onderscheidt zich van het eerdere project van Stadsherstel in de mate
van ‘innovativiteit van de technologie die gebruikt zal worden. In het eerste
project werd nog gebruik gemaakt van standaard zonnepanelen. In het nieuwe
project op de Zwijger gaat men op zoek naar de meest innovatieve zon-oplossing
voor dit monumentale pand.
Het project is als volgt opgebouwd:
1. allereerst wordt (op dit moment) de haalbaarheid onderzocht (technisch,
financieel, juridisch) voor het aanbrengen van zonnepanelen op Pakhuis de
Zwijger (eigendom NV Stadsherstel);
2. op basis van dit onderzoek zal NV Stadsherstel een beslissing nemen om
haar dak wel of niet ter beschikking te stellen;
3. indien zij akkoord gaat zal de markt in de vorm van een prijsvraag uitgedaagd
worden om met haar ‘beste’ systeem te komen;
4. het zonnesysteem van de beste inzending zal door Stadsherstel worden
uitgevoerd, onder voorbehoud van een positieve vergunningsbeschikking.
Volgens planning wordt de prijsvraag dit najaar bekend gemaakt (indien
Stadsherstel positief beslist; stap 2) en wordt het winnende systeem (beoordeling
door jury in november/december) begin 2015 geïnstalleerd.
De gemeente (BMA en Programmabureau Klimaat en Energie) is als adviseur bij
dit project betrokken. De Groene Grachten is project trekker. Uiteindelijke
installatie van het innovatieve zonnesysteem (als de prijsvraag daadwerkelijk
wordt uitgeschreven en er een goede inzending komt, die binnen de wettelijke
kaders past) wordt door Stadsherstel geregeld en gedekt. Stadsherstel vraagt
daar mogelijk financiering voor aan in de laatste tender van het Amsterdams
Investeringsfonds.
3
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing op Gemeenteblad R
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
3. Deelt het college de mening van de fractie van D66 over het belang van
verduurzaming en eventueel aanpassen van regels om nieuwe oplossingen van
duurzaamheid mogelijk te maken? Zo ja, welke leerpunten zijn/worden opgesteld
ten aanzien van de pilot voor het sheddak van Pakhuis de Zwijger? En welke
leerpunten waren opgesteld voor het platte dak van de Amstelkerk? Zo nee,
waarom niet en hoe denkt het college dan de ambitie zoals geformuleerd in de
Zonvisie 2013 te halen?
Antwoord:
Het College onderschrijft de mening van de fractie van D66 dat verduurzaming
van de bestaande stad van groot belang is en onderstreept dat in het
coalitieakkoord ‘Amsterdam is van iedereen’. Zij werkt o.a. aan de doelstelling dat
in 2020 20% meer duurzame energie wordt geproduceerd dan nu het geval is.
Zonne-energie in de bestaande stad draagt daar aan bij. Om dit te realiseren kan
het nodig zijn om bestaande regels aan te passen, of met het Rijk in gesprek te
gaan wanneer de bevoegdheid niet bij de gemeente ligt. Aanpassing van regels
kan bijvoorbeeld nodig zijn in de situatie waarin regels, maatschappelijke wensen,
en toegenomen mogelijkheden door nieuwe (technologische}oplossingen, niet
meer met elkaar in overeenstemming zijn. In het collegeprogramma is daarover
afgesproken dat “we de regels voor het duurzaam aanpassen van gebouwen
[gaan] versimpelen, bijvoorbeeld op het gebied van de teruglevering van energie
en het gezamenlijk gebruik van daken voor zonnepanelen”. Daarbij dient het
college uiteraard wel te opereren binnen de kaders van de landelijke wet- en
regelgeving.
Het College is daarnaast van mening dat de energietransitie alleen plaatsvindt als
duurzaamheidsprojecten schaal krijgen. Daarvoor is het van belang dat wordt
gewerkt aan opschaalbaarheid en kopieerbaarheid van oplossingen.
De leerpunten die de pilot ‘Zon op de Zwijger’ op zal leveren zijn:
— voorbeeldfunctie: onderzoeken en laten zien hoe een nieuwe
zonnetechnologie mogelijk is op een monumentaal dak, waar dat met
conventionele panelen niet haalbaar/wenselijk is;
— kennisontwikkeling (bij overheid en markt) ten aanzien van technische
mogelijkheden van zonne-energie;
— onderzoeken hoe het vigerende welstandskader zich verhoudt tot innovatieve
zon technologieën.
Deze leerpunten zijn vooraf besproken met de projectpartners. Voor het project
Amstelkerk waren geen leerpunten geformuleerd vanuit de gemeente, omdat de
betrokkenheid beperkt was.
Het pilotproject Zon op de Zwijger levert input voor het evalueren van de regels
en draagt bij aan de uitvoering van het deel van de Zonvisie dat daarover gaat.
In de Zonvisie zijn 8 programmalijnen opgenomen waarlangs de gemeente de
toepassing van zonne-energie door burgers en bedrijven stimuleert. In lijn 7
(activiteit # 21) is opgenomen dat regelgeving periodiek tegen het licht wordt
gehouden om te zien of deze (nog) in lijn is met de stand der techniek op het
gebied van o.a. zonnesystemen.
4
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing op Gemeenteblad
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
4. Onder welke criteria zou het college de resultaten van de pilot “Zon op de Zwijger’
als een succes beoordelen? Wanneer vindt die beoordeling plaats en welke
Amsterdamse stakeholders zijn hierbij betrokken?
Antwoord:
Het project ‘Zon op de Zwijger’ wordt als succes beschouwd als:
1. de prijsvraag een inzending oplevert die een goede technische oplossing
biedt voor dit specifieke monumentale dak. Een goede technische oplossing is
een oplossing die aansluit bij de eisen van de pandeigenaar (stadsherstel),
betaalbaar is, en die aanvaardbaar is vanuit esthetisch en historisch oogpunt
en valt binnen de kaders van Welstand en Monumenten;
2. het project bijdraagt aan het vinden van een oplossing voor het aanbrengen
van zonnesystemen op andere monumentale panden, nu of in de toekomst.
Dit is geen hard criterium, omdat de bijdrage van één project aan een bredere
maatschappelijke ontwikkeling moeilijk te meten is. Amsterdam wil echter
duurzame koploper zijn, en daar hoort ook bij dat er ruimte wordt gemaakt
voor innovatie;
3. het project daarnaast input levert voor de periodieke herijking van de regels
conform de Zonvisie (zie het antwoord op vraag 3).
De beoogde planning: zie het antwoord op vraag 2.
De betrokken stakeholders zijn:
— De Groene Grachten;
— NV Stadsherstel;
— de gemeente Amsterdam (DRO, BMA, stadsdeel Centrum);
— Uuurders van Pakhuis de Zwijger (via Stadsherstel);
— Search.
5. Is het college van plan een vervolg te maken op het Amsterdamse
duurzaamheidsprogramma 2011-2014, en indien dat het geval is,
overeenkomstig het coalitieakkoord (blz. 27), de ambitie ten aanzien van lokale
zonne-energie uit de Zonvisie conform het initiatiefvoorstel van het voormalig
raadslid de heer Manuel en de resultaten van de ‘pilots’ op Pakhuis de Zwijger en
de Amstelkerk daarin aandacht te besteden aan het verduurzamen van
monumenten?
Antwoord:
Het College stelt eind dit jaar een Agenda Duurzaamheid vast. Het verduurzamen
van monumenten, deregulering en de ambitie van de Zonvisie zullen in deze
agenda worden meegenomen.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
5
X Gemeente Amsterdam R
% Gemeenteraad
Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 602
Datum akkoord 2 september 2014
Publicatiedatum 5 september 2014
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw A.M. Bosman
en de heer M.E. van den Heuvel van 5 augustus 2014 inzake zonnepanelen op
monumentale panden.
Aan de gemeenteraad
inleiding door vragenstellers.
Het college heeft de ambitie om in 2020 het aandeel duurzaam opgewekte energie
binnen Amsterdam met 20% te laten toenemen. Zonne-energie is een belangrijke
bron daarvoor. Eerder is de doelstelling vastgelegd om in 2020 160 MW zonnestroom
per jaar op te wekken binnen de gemeente Amsterdam. Voor 2040 is het streefcijfer
1000 MW. Zonne-energie is een belangrijke manier voor bewoners en ondernemers
om zelf voor hun elektriciteitsvoorziening te zorgen. Dat is goed voor het milieu,
de energierekening en de onafhankelijkheid van Amsterdam ten opzichte van
onberekenbare buitenlandse energieproducenten.
Amsterdam heeft naast de ruim 8500 rijks- en gemeentelijke monumenten, ook een
toenemend aantal beschermde stads- en dorpsgezichten. Het hele centrum van
Amsterdam is sinds 1999 beschermd stadsgezicht en de grachtengordel behoort
sinds 2010 tot het UNESCO werelderfgoed. De fractie van D66 vindt het belangrijk
dat deze historische waarde wordt beschermd zodat Amsterdammers en latere
generaties er nog volop van kunnen genieten en leren. De fractie van D66 kiest ook
voor een schone, groene en gezonde stad. Het is van belang dat de gemeente ruimte
geeft aan initiatieven die bijdragen aan nieuwe oplossingen van duurzaamheid,
waarbij we openstaan kijken voor het aanpassen van geldende (verouderde) regels
die verduurzaming in de weg staan, zonder dat de authenticiteit van monumenten
wordt aangetast.
Nu heeft de fractie van D66 begrepen dat de gemeente Amsterdam samen met
De Groene Grachten, Stadsherstel en Search een pilot is gestart om zonnepanelen te
plaatsen op de schuine kap van Pakhuis de Zwijger onder de naam: ‘Zon op de
Zwijger’. Het betreft een zogenaamd sheddak (‘zaagtandendak’), dat een zichtlocatie
is. Hieruit volgt waarschijnlijk een prijsvraag voor de aanbesteding die moet aantonen
welke partij het beste zonnepanelen op een monument kan plaatsen. Dit project is
benoemd als ‘pilot om uit te vinden of zonnepanelen op een monument passend zijn,
in relatie tot mogelijke technische gevolgen voor het dak door aanhechting van de
panelen of verstoring van het monumentale ‘daklandschap’ door het aangezicht van
zonnepanelen, omdat dat er nu eenmaal anders uitziet dan dat het daklandschap
eruit zag in de 17° eeuw.
1
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing op Gemeenteblad
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
Dit is niet het eerste monument met zonnepanelen. Sinds september 2013 liggen er
zonnepanelen op het (platte) dak van de Amstelkerk. Volgens de website van
Stadsherstel, die de energie van de zonnepanelen gebruikt voor het eigen kantoor dat
gevestigd is in dit rijksmonument, is de vergunning verleend nadat met foto's van een
proefopstelling was aangetoond dat het monument met deze ‘reversibele toepassing’
geen schade op zou lopen. Ook zijn er (slechts) een klein aantal grachtenpanden die
met trekken en sleuren een vergunning kregen om zonnepanelen op hun dak te
mogen plaatsen, om zodoende hun eigen elektriciteit op te kunnen wekken.
Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 5 augustus 2014, beiden namens
de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad
van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en
wethouders gericht:
1. Wat is het effect geweest van de — inmiddels afgeronde — pilot ‘Zon op de
Amstelkerk’ voor zonne-energie op andere monumenten met een plat dak en in
Amsterdam?
Antwoord:
Als onderdeel van het initiatief Groene Grachten, in 2012 gestart door Wubbo
Ockels en erop gericht om energiemaatregelen in monumentale panden te
promoten, is door Stadsherstel een viertal zonnepanelen aangebracht op de
Amstelkerk. Voor NV Stadsherstel betrof de Amstelkerk een eerste project waarin
zij zonnepanelen heeft aangebracht op een monumentaal pand. Deze panelen
zijn aangebracht op een plat dak en wel binnen de kaders van de Welstandsnota.
Leerdoel: uitvinden of het technisch mogelijk (ja) en rendabel is (nee, door de
lage elektriciteitsprijs die Stadsherstel betaalt omdat zij grootverbruiker is, en de
te betalen leges à 1050 euro).
Het effect is dat er nu 4 panelen liggen op dit monument, en dat Stadsherstel
inzicht heeft gekregen in de mogelijkheden (maatwerk) voor het aanbrengen van
zonnepanelen op monumenten en de business case daarvan.
Er zijn overigens meer (maar niet veel) voorbeelden van monumentale panden in
de stad waarop door bewoners reeds zonnepanelen zijn aangebracht. Hiervoor is
een vergunning nodig van het betreffende stadsdeel.
De betrokkenheid van de gemeente bij dit project van Stichting de Groene
Grachten en Stadsherstel was overigens beperkt. Bureau Monumenten en
Archeologie (BMA) en programmabureau Klimaat en Energie waren inhoudelijk
(advies, meedenken) betrokken bij het initiatief, het stadsdeel heeft de vergunning
afgegeven.
2
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing op Gemeenteblad R
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
2. Klopt het dat de gemeente Amsterdam (de Dienst Ruimtelijke Ordening en
het Bureau Monumenten & Archeologie) zich heeft aangesloten bij De Groene
Grachten, Stadsherstel, Stadsdeel Oost, Pakhuis de Zwijger en Search en bezig
is met de nieuwe pilot ‘Zon op de Zwijger’? Wat is de huidige status van dit project
en wat is de tijdsplanning van deze pilot (inclusief moment van afronding)?
Antwoord:
Ja. Genoemde partijen hebben gezamenlijk de pilot ‘Zon op de Zwijger’ in
voorbereiding. Dit project is geïnitieerd door De Groene Grachten. Het project
sluit aan bij de Amsterdamse Zonvisie ‘Burgers en Bedrijven gaan voor de zon!’
(zie ook het antwoord op vraag 3).
In dit project wordt onderzocht welke mogelijkheden ‘innovatieve
zonnetechnologie’ (bijvoorbeeld: andere type zonnecellen, kleur en
bevestigingstechnieken) biedt voor het aanbrengen van zonnepanelen op een
monumentaal dak, én hoe dit zich verhoudt tot de geldende regels.
Dit project onderscheidt zich van het eerdere project van Stadsherstel in de mate
van ‘innovativiteit van de technologie die gebruikt zal worden. In het eerste
project werd nog gebruik gemaakt van standaard zonnepanelen. In het nieuwe
project op de Zwijger gaat men op zoek naar de meest innovatieve zon-oplossing
voor dit monumentale pand.
Het project is als volgt opgebouwd:
1. allereerst wordt (op dit moment) de haalbaarheid onderzocht (technisch,
financieel, juridisch) voor het aanbrengen van zonnepanelen op Pakhuis de
Zwijger (eigendom NV Stadsherstel);
2. op basis van dit onderzoek zal NV Stadsherstel een beslissing nemen om
haar dak wel of niet ter beschikking te stellen;
3. indien zij akkoord gaat zal de markt in de vorm van een prijsvraag uitgedaagd
worden om met haar ‘beste’ systeem te komen;
4. het zonnesysteem van de beste inzending zal door Stadsherstel worden
uitgevoerd, onder voorbehoud van een positieve vergunningsbeschikking.
Volgens planning wordt de prijsvraag dit najaar bekend gemaakt (indien
Stadsherstel positief beslist; stap 2) en wordt het winnende systeem (beoordeling
door jury in november/december) begin 2015 geïnstalleerd.
De gemeente (BMA en Programmabureau Klimaat en Energie) is als adviseur bij
dit project betrokken. De Groene Grachten is project trekker. Uiteindelijke
installatie van het innovatieve zonnesysteem (als de prijsvraag daadwerkelijk
wordt uitgeschreven en er een goede inzending komt, die binnen de wettelijke
kaders past) wordt door Stadsherstel geregeld en gedekt. Stadsherstel vraagt
daar mogelijk financiering voor aan in de laatste tender van het Amsterdams
Investeringsfonds.
3
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing op Gemeenteblad R
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
3. Deelt het college de mening van de fractie van D66 over het belang van
verduurzaming en eventueel aanpassen van regels om nieuwe oplossingen van
duurzaamheid mogelijk te maken? Zo ja, welke leerpunten zijn/worden opgesteld
ten aanzien van de pilot voor het sheddak van Pakhuis de Zwijger? En welke
leerpunten waren opgesteld voor het platte dak van de Amstelkerk? Zo nee,
waarom niet en hoe denkt het college dan de ambitie zoals geformuleerd in de
Zonvisie 2013 te halen?
Antwoord:
Het College onderschrijft de mening van de fractie van D66 dat verduurzaming
van de bestaande stad van groot belang is en onderstreept dat in het
coalitieakkoord ‘Amsterdam is van iedereen’. Zij werkt o.a. aan de doelstelling dat
in 2020 20% meer duurzame energie wordt geproduceerd dan nu het geval is.
Zonne-energie in de bestaande stad draagt daar aan bij. Om dit te realiseren kan
het nodig zijn om bestaande regels aan te passen, of met het Rijk in gesprek te
gaan wanneer de bevoegdheid niet bij de gemeente ligt. Aanpassing van regels
kan bijvoorbeeld nodig zijn in de situatie waarin regels, maatschappelijke wensen,
en toegenomen mogelijkheden door nieuwe (technologische}oplossingen, niet
meer met elkaar in overeenstemming zijn. In het collegeprogramma is daarover
afgesproken dat “we de regels voor het duurzaam aanpassen van gebouwen
[gaan] versimpelen, bijvoorbeeld op het gebied van de teruglevering van energie
en het gezamenlijk gebruik van daken voor zonnepanelen”. Daarbij dient het
college uiteraard wel te opereren binnen de kaders van de landelijke wet- en
regelgeving.
Het College is daarnaast van mening dat de energietransitie alleen plaatsvindt als
duurzaamheidsprojecten schaal krijgen. Daarvoor is het van belang dat wordt
gewerkt aan opschaalbaarheid en kopieerbaarheid van oplossingen.
De leerpunten die de pilot ‘Zon op de Zwijger’ op zal leveren zijn:
— voorbeeldfunctie: onderzoeken en laten zien hoe een nieuwe
zonnetechnologie mogelijk is op een monumentaal dak, waar dat met
conventionele panelen niet haalbaar/wenselijk is;
— kennisontwikkeling (bij overheid en markt) ten aanzien van technische
mogelijkheden van zonne-energie;
— onderzoeken hoe het vigerende welstandskader zich verhoudt tot innovatieve
zon technologieën.
Deze leerpunten zijn vooraf besproken met de projectpartners. Voor het project
Amstelkerk waren geen leerpunten geformuleerd vanuit de gemeente, omdat de
betrokkenheid beperkt was.
Het pilotproject Zon op de Zwijger levert input voor het evalueren van de regels
en draagt bij aan de uitvoering van het deel van de Zonvisie dat daarover gaat.
In de Zonvisie zijn 8 programmalijnen opgenomen waarlangs de gemeente de
toepassing van zonne-energie door burgers en bedrijven stimuleert. In lijn 7
(activiteit # 21) is opgenomen dat regelgeving periodiek tegen het licht wordt
gehouden om te zien of deze (nog) in lijn is met de stand der techniek op het
gebied van o.a. zonnesystemen.
4
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing op Gemeenteblad
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
4. Onder welke criteria zou het college de resultaten van de pilot “Zon op de Zwijger’
als een succes beoordelen? Wanneer vindt die beoordeling plaats en welke
Amsterdamse stakeholders zijn hierbij betrokken?
Antwoord:
Het project ‘Zon op de Zwijger’ wordt als succes beschouwd als:
1. de prijsvraag een inzending oplevert die een goede technische oplossing
biedt voor dit specifieke monumentale dak. Een goede technische oplossing is
een oplossing die aansluit bij de eisen van de pandeigenaar (stadsherstel),
betaalbaar is, en die aanvaardbaar is vanuit esthetisch en historisch oogpunt
en valt binnen de kaders van Welstand en Monumenten;
2. het project bijdraagt aan het vinden van een oplossing voor het aanbrengen
van zonnesystemen op andere monumentale panden, nu of in de toekomst.
Dit is geen hard criterium, omdat de bijdrage van één project aan een bredere
maatschappelijke ontwikkeling moeilijk te meten is. Amsterdam wil echter
duurzame koploper zijn, en daar hoort ook bij dat er ruimte wordt gemaakt
voor innovatie;
3. het project daarnaast input levert voor de periodieke herijking van de regels
conform de Zonvisie (zie het antwoord op vraag 3).
De beoogde planning: zie het antwoord op vraag 2.
De betrokken stakeholders zijn:
— De Groene Grachten;
— NV Stadsherstel;
— de gemeente Amsterdam (DRO, BMA, stadsdeel Centrum);
— Uuurders van Pakhuis de Zwijger (via Stadsherstel);
— Search.
5. Is het college van plan een vervolg te maken op het Amsterdamse
duurzaamheidsprogramma 2011-2014, en indien dat het geval is,
overeenkomstig het coalitieakkoord (blz. 27), de ambitie ten aanzien van lokale
zonne-energie uit de Zonvisie conform het initiatiefvoorstel van het voormalig
raadslid de heer Manuel en de resultaten van de ‘pilots’ op Pakhuis de Zwijger en
de Amstelkerk daarin aandacht te besteden aan het verduurzamen van
monumenten?
Antwoord:
Het College stelt eind dit jaar een Agenda Duurzaamheid vast. Het verduurzamen
van monumenten, deregulering en de ambitie van de Zonvisie zullen in deze
agenda worden meegenomen.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
5
X Gemeente Amsterdam R
% Gemeenteraad
Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 602
Datum akkoord 2 september 2014
Publicatiedatum 5 september 2014
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw A.M. Bosman
en de heer M.E. van den Heuvel van 5 augustus 2014 inzake zonnepanelen op
monumentale panden.
Aan de gemeenteraad
inleiding door vragenstellers.
Het college heeft de ambitie om in 2020 het aandeel duurzaam opgewekte energie
binnen Amsterdam met 20% te laten toenemen. Zonne-energie is een belangrijke
bron daarvoor. Eerder is de doelstelling vastgelegd om in 2020 160 MW zonnestroom
per jaar op te wekken binnen de gemeente Amsterdam. Voor 2040 is het streefcijfer
1000 MW. Zonne-energie is een belangrijke manier voor bewoners en ondernemers
om zelf voor hun elektriciteitsvoorziening te zorgen. Dat is goed voor het milieu,
de energierekening en de onafhankelijkheid van Amsterdam ten opzichte van
onberekenbare buitenlandse energieproducenten.
Amsterdam heeft naast de ruim 8500 rijks- en gemeentelijke monumenten, ook een
toenemend aantal beschermde stads- en dorpsgezichten. Het hele centrum van
Amsterdam is sinds 1999 beschermd stadsgezicht en de grachtengordel behoort
sinds 2010 tot het UNESCO werelderfgoed. De fractie van D66 vindt het belangrijk
dat deze historische waarde wordt beschermd zodat Amsterdammers en latere
generaties er nog volop van kunnen genieten en leren. De fractie van D66 kiest ook
voor een schone, groene en gezonde stad. Het is van belang dat de gemeente ruimte
geeft aan initiatieven die bijdragen aan nieuwe oplossingen van duurzaamheid,
waarbij we openstaan kijken voor het aanpassen van geldende (verouderde) regels
die verduurzaming in de weg staan, zonder dat de authenticiteit van monumenten
wordt aangetast.
Nu heeft de fractie van D66 begrepen dat de gemeente Amsterdam samen met
De Groene Grachten, Stadsherstel en Search een pilot is gestart om zonnepanelen te
plaatsen op de schuine kap van Pakhuis de Zwijger onder de naam: ‘Zon op de
Zwijger’. Het betreft een zogenaamd sheddak (‘zaagtandendak’), dat een zichtlocatie
is. Hieruit volgt waarschijnlijk een prijsvraag voor de aanbesteding die moet aantonen
welke partij het beste zonnepanelen op een monument kan plaatsen. Dit project is
benoemd als ‘pilot om uit te vinden of zonnepanelen op een monument passend zijn,
in relatie tot mogelijke technische gevolgen voor het dak door aanhechting van de
panelen of verstoring van het monumentale ‘daklandschap’ door het aangezicht van
zonnepanelen, omdat dat er nu eenmaal anders uitziet dan dat het daklandschap
eruit zag in de 17° eeuw.
1
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing op Gemeenteblad
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
Dit is niet het eerste monument met zonnepanelen. Sinds september 2013 liggen er
zonnepanelen op het (platte) dak van de Amstelkerk. Volgens de website van
Stadsherstel, die de energie van de zonnepanelen gebruikt voor het eigen kantoor dat
gevestigd is in dit rijksmonument, is de vergunning verleend nadat met foto's van een
proefopstelling was aangetoond dat het monument met deze ‘reversibele toepassing’
geen schade op zou lopen. Ook zijn er (slechts) een klein aantal grachtenpanden die
met trekken en sleuren een vergunning kregen om zonnepanelen op hun dak te
mogen plaatsen, om zodoende hun eigen elektriciteit op te kunnen wekken.
Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 5 augustus 2014, beiden namens
de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad
van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en
wethouders gericht:
1. Wat is het effect geweest van de — inmiddels afgeronde — pilot ‘Zon op de
Amstelkerk’ voor zonne-energie op andere monumenten met een plat dak en in
Amsterdam?
Antwoord:
Als onderdeel van het initiatief Groene Grachten, in 2012 gestart door Wubbo
Ockels en erop gericht om energiemaatregelen in monumentale panden te
promoten, is door Stadsherstel een viertal zonnepanelen aangebracht op de
Amstelkerk. Voor NV Stadsherstel betrof de Amstelkerk een eerste project waarin
zij zonnepanelen heeft aangebracht op een monumentaal pand. Deze panelen
zijn aangebracht op een plat dak en wel binnen de kaders van de Welstandsnota.
Leerdoel: uitvinden of het technisch mogelijk (ja) en rendabel is (nee, door de
lage elektriciteitsprijs die Stadsherstel betaalt omdat zij grootverbruiker is, en de
te betalen leges à 1050 euro).
Het effect is dat er nu 4 panelen liggen op dit monument, en dat Stadsherstel
inzicht heeft gekregen in de mogelijkheden (maatwerk) voor het aanbrengen van
zonnepanelen op monumenten en de business case daarvan.
Er zijn overigens meer (maar niet veel) voorbeelden van monumentale panden in
de stad waarop door bewoners reeds zonnepanelen zijn aangebracht. Hiervoor is
een vergunning nodig van het betreffende stadsdeel.
De betrokkenheid van de gemeente bij dit project van Stichting de Groene
Grachten en Stadsherstel was overigens beperkt. Bureau Monumenten en
Archeologie (BMA) en programmabureau Klimaat en Energie waren inhoudelijk
(advies, meedenken) betrokken bij het initiatief, het stadsdeel heeft de vergunning
afgegeven.
2
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing op Gemeenteblad R
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
2. Klopt het dat de gemeente Amsterdam (de Dienst Ruimtelijke Ordening en
het Bureau Monumenten & Archeologie) zich heeft aangesloten bij De Groene
Grachten, Stadsherstel, Stadsdeel Oost, Pakhuis de Zwijger en Search en bezig
is met de nieuwe pilot ‘Zon op de Zwijger’? Wat is de huidige status van dit project
en wat is de tijdsplanning van deze pilot (inclusief moment van afronding)?
Antwoord:
Ja. Genoemde partijen hebben gezamenlijk de pilot ‘Zon op de Zwijger’ in
voorbereiding. Dit project is geïnitieerd door De Groene Grachten. Het project
sluit aan bij de Amsterdamse Zonvisie ‘Burgers en Bedrijven gaan voor de zon!’
(zie ook het antwoord op vraag 3).
In dit project wordt onderzocht welke mogelijkheden ‘innovatieve
zonnetechnologie’ (bijvoorbeeld: andere type zonnecellen, kleur en
bevestigingstechnieken) biedt voor het aanbrengen van zonnepanelen op een
monumentaal dak, én hoe dit zich verhoudt tot de geldende regels.
Dit project onderscheidt zich van het eerdere project van Stadsherstel in de mate
van ‘innovativiteit van de technologie die gebruikt zal worden. In het eerste
project werd nog gebruik gemaakt van standaard zonnepanelen. In het nieuwe
project op de Zwijger gaat men op zoek naar de meest innovatieve zon-oplossing
voor dit monumentale pand.
Het project is als volgt opgebouwd:
1. allereerst wordt (op dit moment) de haalbaarheid onderzocht (technisch,
financieel, juridisch) voor het aanbrengen van zonnepanelen op Pakhuis de
Zwijger (eigendom NV Stadsherstel);
2. op basis van dit onderzoek zal NV Stadsherstel een beslissing nemen om
haar dak wel of niet ter beschikking te stellen;
3. indien zij akkoord gaat zal de markt in de vorm van een prijsvraag uitgedaagd
worden om met haar ‘beste’ systeem te komen;
4. het zonnesysteem van de beste inzending zal door Stadsherstel worden
uitgevoerd, onder voorbehoud van een positieve vergunningsbeschikking.
Volgens planning wordt de prijsvraag dit najaar bekend gemaakt (indien
Stadsherstel positief beslist; stap 2) en wordt het winnende systeem (beoordeling
door jury in november/december) begin 2015 geïnstalleerd.
De gemeente (BMA en Programmabureau Klimaat en Energie) is als adviseur bij
dit project betrokken. De Groene Grachten is project trekker. Uiteindelijke
installatie van het innovatieve zonnesysteem (als de prijsvraag daadwerkelijk
wordt uitgeschreven en er een goede inzending komt, die binnen de wettelijke
kaders past) wordt door Stadsherstel geregeld en gedekt. Stadsherstel vraagt
daar mogelijk financiering voor aan in de laatste tender van het Amsterdams
Investeringsfonds.
3
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing op Gemeenteblad R
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
3. Deelt het college de mening van de fractie van D66 over het belang van
verduurzaming en eventueel aanpassen van regels om nieuwe oplossingen van
duurzaamheid mogelijk te maken? Zo ja, welke leerpunten zijn/worden opgesteld
ten aanzien van de pilot voor het sheddak van Pakhuis de Zwijger? En welke
leerpunten waren opgesteld voor het platte dak van de Amstelkerk? Zo nee,
waarom niet en hoe denkt het college dan de ambitie zoals geformuleerd in de
Zonvisie 2013 te halen?
Antwoord:
Het College onderschrijft de mening van de fractie van D66 dat verduurzaming
van de bestaande stad van groot belang is en onderstreept dat in het
coalitieakkoord ‘Amsterdam is van iedereen’. Zij werkt o.a. aan de doelstelling dat
in 2020 20% meer duurzame energie wordt geproduceerd dan nu het geval is.
Zonne-energie in de bestaande stad draagt daar aan bij. Om dit te realiseren kan
het nodig zijn om bestaande regels aan te passen, of met het Rijk in gesprek te
gaan wanneer de bevoegdheid niet bij de gemeente ligt. Aanpassing van regels
kan bijvoorbeeld nodig zijn in de situatie waarin regels, maatschappelijke wensen,
en toegenomen mogelijkheden door nieuwe (technologische}oplossingen, niet
meer met elkaar in overeenstemming zijn. In het collegeprogramma is daarover
afgesproken dat “we de regels voor het duurzaam aanpassen van gebouwen
[gaan] versimpelen, bijvoorbeeld op het gebied van de teruglevering van energie
en het gezamenlijk gebruik van daken voor zonnepanelen”. Daarbij dient het
college uiteraard wel te opereren binnen de kaders van de landelijke wet- en
regelgeving.
Het College is daarnaast van mening dat de energietransitie alleen plaatsvindt als
duurzaamheidsprojecten schaal krijgen. Daarvoor is het van belang dat wordt
gewerkt aan opschaalbaarheid en kopieerbaarheid van oplossingen.
De leerpunten die de pilot ‘Zon op de Zwijger’ op zal leveren zijn:
— voorbeeldfunctie: onderzoeken en laten zien hoe een nieuwe
zonnetechnologie mogelijk is op een monumentaal dak, waar dat met
conventionele panelen niet haalbaar/wenselijk is;
— kennisontwikkeling (bij overheid en markt) ten aanzien van technische
mogelijkheden van zonne-energie;
— onderzoeken hoe het vigerende welstandskader zich verhoudt tot innovatieve
zon technologieën.
Deze leerpunten zijn vooraf besproken met de projectpartners. Voor het project
Amstelkerk waren geen leerpunten geformuleerd vanuit de gemeente, omdat de
betrokkenheid beperkt was.
Het pilotproject Zon op de Zwijger levert input voor het evalueren van de regels
en draagt bij aan de uitvoering van het deel van de Zonvisie dat daarover gaat.
In de Zonvisie zijn 8 programmalijnen opgenomen waarlangs de gemeente de
toepassing van zonne-energie door burgers en bedrijven stimuleert. In lijn 7
(activiteit # 21) is opgenomen dat regelgeving periodiek tegen het licht wordt
gehouden om te zien of deze (nog) in lijn is met de stand der techniek op het
gebied van o.a. zonnesystemen.
4
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing op Gemeenteblad
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
4. Onder welke criteria zou het college de resultaten van de pilot “Zon op de Zwijger’
als een succes beoordelen? Wanneer vindt die beoordeling plaats en welke
Amsterdamse stakeholders zijn hierbij betrokken?
Antwoord:
Het project ‘Zon op de Zwijger’ wordt als succes beschouwd als:
1. de prijsvraag een inzending oplevert die een goede technische oplossing
biedt voor dit specifieke monumentale dak. Een goede technische oplossing is
een oplossing die aansluit bij de eisen van de pandeigenaar (stadsherstel),
betaalbaar is, en die aanvaardbaar is vanuit esthetisch en historisch oogpunt
en valt binnen de kaders van Welstand en Monumenten;
2. het project bijdraagt aan het vinden van een oplossing voor het aanbrengen
van zonnesystemen op andere monumentale panden, nu of in de toekomst.
Dit is geen hard criterium, omdat de bijdrage van één project aan een bredere
maatschappelijke ontwikkeling moeilijk te meten is. Amsterdam wil echter
duurzame koploper zijn, en daar hoort ook bij dat er ruimte wordt gemaakt
voor innovatie;
3. het project daarnaast input levert voor de periodieke herijking van de regels
conform de Zonvisie (zie het antwoord op vraag 3).
De beoogde planning: zie het antwoord op vraag 2.
De betrokken stakeholders zijn:
— De Groene Grachten;
— NV Stadsherstel;
— de gemeente Amsterdam (DRO, BMA, stadsdeel Centrum);
— Uuurders van Pakhuis de Zwijger (via Stadsherstel);
— Search.
5. Is het college van plan een vervolg te maken op het Amsterdamse
duurzaamheidsprogramma 2011-2014, en indien dat het geval is,
overeenkomstig het coalitieakkoord (blz. 27), de ambitie ten aanzien van lokale
zonne-energie uit de Zonvisie conform het initiatiefvoorstel van het voormalig
raadslid de heer Manuel en de resultaten van de ‘pilots’ op Pakhuis de Zwijger en
de Amstelkerk daarin aandacht te besteden aan het verduurzamen van
monumenten?
Antwoord:
Het College stelt eind dit jaar een Agenda Duurzaamheid vast. Het verduurzamen
van monumenten, deregulering en de ambitie van de Zonvisie zullen in deze
agenda worden meegenomen.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
5
X Gemeente Amsterdam R
% Gemeenteraad
Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 602
Datum akkoord 2 september 2014
Publicatiedatum 5 september 2014
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw A.M. Bosman
en de heer M.E. van den Heuvel van 5 augustus 2014 inzake zonnepanelen op
monumentale panden.
Aan de gemeenteraad
inleiding door vragenstellers.
Het college heeft de ambitie om in 2020 het aandeel duurzaam opgewekte energie
binnen Amsterdam met 20% te laten toenemen. Zonne-energie is een belangrijke
bron daarvoor. Eerder is de doelstelling vastgelegd om in 2020 160 MW zonnestroom
per jaar op te wekken binnen de gemeente Amsterdam. Voor 2040 is het streefcijfer
1000 MW. Zonne-energie is een belangrijke manier voor bewoners en ondernemers
om zelf voor hun elektriciteitsvoorziening te zorgen. Dat is goed voor het milieu,
de energierekening en de onafhankelijkheid van Amsterdam ten opzichte van
onberekenbare buitenlandse energieproducenten.
Amsterdam heeft naast de ruim 8500 rijks- en gemeentelijke monumenten, ook een
toenemend aantal beschermde stads- en dorpsgezichten. Het hele centrum van
Amsterdam is sinds 1999 beschermd stadsgezicht en de grachtengordel behoort
sinds 2010 tot het UNESCO werelderfgoed. De fractie van D66 vindt het belangrijk
dat deze historische waarde wordt beschermd zodat Amsterdammers en latere
generaties er nog volop van kunnen genieten en leren. De fractie van D66 kiest ook
voor een schone, groene en gezonde stad. Het is van belang dat de gemeente ruimte
geeft aan initiatieven die bijdragen aan nieuwe oplossingen van duurzaamheid,
waarbij we openstaan kijken voor het aanpassen van geldende (verouderde) regels
die verduurzaming in de weg staan, zonder dat de authenticiteit van monumenten
wordt aangetast.
Nu heeft de fractie van D66 begrepen dat de gemeente Amsterdam samen met
De Groene Grachten, Stadsherstel en Search een pilot is gestart om zonnepanelen te
plaatsen op de schuine kap van Pakhuis de Zwijger onder de naam: ‘Zon op de
Zwijger’. Het betreft een zogenaamd sheddak (‘zaagtandendak’), dat een zichtlocatie
is. Hieruit volgt waarschijnlijk een prijsvraag voor de aanbesteding die moet aantonen
welke partij het beste zonnepanelen op een monument kan plaatsen. Dit project is
benoemd als ‘pilot om uit te vinden of zonnepanelen op een monument passend zijn,
in relatie tot mogelijke technische gevolgen voor het dak door aanhechting van de
panelen of verstoring van het monumentale ‘daklandschap’ door het aangezicht van
zonnepanelen, omdat dat er nu eenmaal anders uitziet dan dat het daklandschap
eruit zag in de 17° eeuw.
1
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing op Gemeenteblad
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
Dit is niet het eerste monument met zonnepanelen. Sinds september 2013 liggen er
zonnepanelen op het (platte) dak van de Amstelkerk. Volgens de website van
Stadsherstel, die de energie van de zonnepanelen gebruikt voor het eigen kantoor dat
gevestigd is in dit rijksmonument, is de vergunning verleend nadat met foto's van een
proefopstelling was aangetoond dat het monument met deze ‘reversibele toepassing’
geen schade op zou lopen. Ook zijn er (slechts) een klein aantal grachtenpanden die
met trekken en sleuren een vergunning kregen om zonnepanelen op hun dak te
mogen plaatsen, om zodoende hun eigen elektriciteit op te kunnen wekken.
Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 5 augustus 2014, beiden namens
de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad
van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en
wethouders gericht:
1. Wat is het effect geweest van de — inmiddels afgeronde — pilot ‘Zon op de
Amstelkerk’ voor zonne-energie op andere monumenten met een plat dak en in
Amsterdam?
Antwoord:
Als onderdeel van het initiatief Groene Grachten, in 2012 gestart door Wubbo
Ockels en erop gericht om energiemaatregelen in monumentale panden te
promoten, is door Stadsherstel een viertal zonnepanelen aangebracht op de
Amstelkerk. Voor NV Stadsherstel betrof de Amstelkerk een eerste project waarin
zij zonnepanelen heeft aangebracht op een monumentaal pand. Deze panelen
zijn aangebracht op een plat dak en wel binnen de kaders van de Welstandsnota.
Leerdoel: uitvinden of het technisch mogelijk (ja) en rendabel is (nee, door de
lage elektriciteitsprijs die Stadsherstel betaalt omdat zij grootverbruiker is, en de
te betalen leges à 1050 euro).
Het effect is dat er nu 4 panelen liggen op dit monument, en dat Stadsherstel
inzicht heeft gekregen in de mogelijkheden (maatwerk) voor het aanbrengen van
zonnepanelen op monumenten en de business case daarvan.
Er zijn overigens meer (maar niet veel) voorbeelden van monumentale panden in
de stad waarop door bewoners reeds zonnepanelen zijn aangebracht. Hiervoor is
een vergunning nodig van het betreffende stadsdeel.
De betrokkenheid van de gemeente bij dit project van Stichting de Groene
Grachten en Stadsherstel was overigens beperkt. Bureau Monumenten en
Archeologie (BMA) en programmabureau Klimaat en Energie waren inhoudelijk
(advies, meedenken) betrokken bij het initiatief, het stadsdeel heeft de vergunning
afgegeven.
2
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing op Gemeenteblad R
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
2. Klopt het dat de gemeente Amsterdam (de Dienst Ruimtelijke Ordening en
het Bureau Monumenten & Archeologie) zich heeft aangesloten bij De Groene
Grachten, Stadsherstel, Stadsdeel Oost, Pakhuis de Zwijger en Search en bezig
is met de nieuwe pilot ‘Zon op de Zwijger’? Wat is de huidige status van dit project
en wat is de tijdsplanning van deze pilot (inclusief moment van afronding)?
Antwoord:
Ja. Genoemde partijen hebben gezamenlijk de pilot ‘Zon op de Zwijger’ in
voorbereiding. Dit project is geïnitieerd door De Groene Grachten. Het project
sluit aan bij de Amsterdamse Zonvisie ‘Burgers en Bedrijven gaan voor de zon!’
(zie ook het antwoord op vraag 3).
In dit project wordt onderzocht welke mogelijkheden ‘innovatieve
zonnetechnologie’ (bijvoorbeeld: andere type zonnecellen, kleur en
bevestigingstechnieken) biedt voor het aanbrengen van zonnepanelen op een
monumentaal dak, én hoe dit zich verhoudt tot de geldende regels.
Dit project onderscheidt zich van het eerdere project van Stadsherstel in de mate
van ‘innovativiteit van de technologie die gebruikt zal worden. In het eerste
project werd nog gebruik gemaakt van standaard zonnepanelen. In het nieuwe
project op de Zwijger gaat men op zoek naar de meest innovatieve zon-oplossing
voor dit monumentale pand.
Het project is als volgt opgebouwd:
1. allereerst wordt (op dit moment) de haalbaarheid onderzocht (technisch,
financieel, juridisch) voor het aanbrengen van zonnepanelen op Pakhuis de
Zwijger (eigendom NV Stadsherstel);
2. op basis van dit onderzoek zal NV Stadsherstel een beslissing nemen om
haar dak wel of niet ter beschikking te stellen;
3. indien zij akkoord gaat zal de markt in de vorm van een prijsvraag uitgedaagd
worden om met haar ‘beste’ systeem te komen;
4. het zonnesysteem van de beste inzending zal door Stadsherstel worden
uitgevoerd, onder voorbehoud van een positieve vergunningsbeschikking.
Volgens planning wordt de prijsvraag dit najaar bekend gemaakt (indien
Stadsherstel positief beslist; stap 2) en wordt het winnende systeem (beoordeling
door jury in november/december) begin 2015 geïnstalleerd.
De gemeente (BMA en Programmabureau Klimaat en Energie) is als adviseur bij
dit project betrokken. De Groene Grachten is project trekker. Uiteindelijke
installatie van het innovatieve zonnesysteem (als de prijsvraag daadwerkelijk
wordt uitgeschreven en er een goede inzending komt, die binnen de wettelijke
kaders past) wordt door Stadsherstel geregeld en gedekt. Stadsherstel vraagt
daar mogelijk financiering voor aan in de laatste tender van het Amsterdams
Investeringsfonds.
3
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing op Gemeenteblad R
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
3. Deelt het college de mening van de fractie van D66 over het belang van
verduurzaming en eventueel aanpassen van regels om nieuwe oplossingen van
duurzaamheid mogelijk te maken? Zo ja, welke leerpunten zijn/worden opgesteld
ten aanzien van de pilot voor het sheddak van Pakhuis de Zwijger? En welke
leerpunten waren opgesteld voor het platte dak van de Amstelkerk? Zo nee,
waarom niet en hoe denkt het college dan de ambitie zoals geformuleerd in de
Zonvisie 2013 te halen?
Antwoord:
Het College onderschrijft de mening van de fractie van D66 dat verduurzaming
van de bestaande stad van groot belang is en onderstreept dat in het
coalitieakkoord ‘Amsterdam is van iedereen’. Zij werkt o.a. aan de doelstelling dat
in 2020 20% meer duurzame energie wordt geproduceerd dan nu het geval is.
Zonne-energie in de bestaande stad draagt daar aan bij. Om dit te realiseren kan
het nodig zijn om bestaande regels aan te passen, of met het Rijk in gesprek te
gaan wanneer de bevoegdheid niet bij de gemeente ligt. Aanpassing van regels
kan bijvoorbeeld nodig zijn in de situatie waarin regels, maatschappelijke wensen,
en toegenomen mogelijkheden door nieuwe (technologische}oplossingen, niet
meer met elkaar in overeenstemming zijn. In het collegeprogramma is daarover
afgesproken dat “we de regels voor het duurzaam aanpassen van gebouwen
[gaan] versimpelen, bijvoorbeeld op het gebied van de teruglevering van energie
en het gezamenlijk gebruik van daken voor zonnepanelen”. Daarbij dient het
college uiteraard wel te opereren binnen de kaders van de landelijke wet- en
regelgeving.
Het College is daarnaast van mening dat de energietransitie alleen plaatsvindt als
duurzaamheidsprojecten schaal krijgen. Daarvoor is het van belang dat wordt
gewerkt aan opschaalbaarheid en kopieerbaarheid van oplossingen.
De leerpunten die de pilot ‘Zon op de Zwijger’ op zal leveren zijn:
— voorbeeldfunctie: onderzoeken en laten zien hoe een nieuwe
zonnetechnologie mogelijk is op een monumentaal dak, waar dat met
conventionele panelen niet haalbaar/wenselijk is;
— kennisontwikkeling (bij overheid en markt) ten aanzien van technische
mogelijkheden van zonne-energie;
— onderzoeken hoe het vigerende welstandskader zich verhoudt tot innovatieve
zon technologieën.
Deze leerpunten zijn vooraf besproken met de projectpartners. Voor het project
Amstelkerk waren geen leerpunten geformuleerd vanuit de gemeente, omdat de
betrokkenheid beperkt was.
Het pilotproject Zon op de Zwijger levert input voor het evalueren van de regels
en draagt bij aan de uitvoering van het deel van de Zonvisie dat daarover gaat.
In de Zonvisie zijn 8 programmalijnen opgenomen waarlangs de gemeente de
toepassing van zonne-energie door burgers en bedrijven stimuleert. In lijn 7
(activiteit # 21) is opgenomen dat regelgeving periodiek tegen het licht wordt
gehouden om te zien of deze (nog) in lijn is met de stand der techniek op het
gebied van o.a. zonnesystemen.
4
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing op Gemeenteblad
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
4. Onder welke criteria zou het college de resultaten van de pilot “Zon op de Zwijger’
als een succes beoordelen? Wanneer vindt die beoordeling plaats en welke
Amsterdamse stakeholders zijn hierbij betrokken?
Antwoord:
Het project ‘Zon op de Zwijger’ wordt als succes beschouwd als:
1. de prijsvraag een inzending oplevert die een goede technische oplossing
biedt voor dit specifieke monumentale dak. Een goede technische oplossing is
een oplossing die aansluit bij de eisen van de pandeigenaar (stadsherstel),
betaalbaar is, en die aanvaardbaar is vanuit esthetisch en historisch oogpunt
en valt binnen de kaders van Welstand en Monumenten;
2. het project bijdraagt aan het vinden van een oplossing voor het aanbrengen
van zonnesystemen op andere monumentale panden, nu of in de toekomst.
Dit is geen hard criterium, omdat de bijdrage van één project aan een bredere
maatschappelijke ontwikkeling moeilijk te meten is. Amsterdam wil echter
duurzame koploper zijn, en daar hoort ook bij dat er ruimte wordt gemaakt
voor innovatie;
3. het project daarnaast input levert voor de periodieke herijking van de regels
conform de Zonvisie (zie het antwoord op vraag 3).
De beoogde planning: zie het antwoord op vraag 2.
De betrokken stakeholders zijn:
— De Groene Grachten;
— NV Stadsherstel;
— de gemeente Amsterdam (DRO, BMA, stadsdeel Centrum);
— Uuurders van Pakhuis de Zwijger (via Stadsherstel);
— Search.
5. Is het college van plan een vervolg te maken op het Amsterdamse
duurzaamheidsprogramma 2011-2014, en indien dat het geval is,
overeenkomstig het coalitieakkoord (blz. 27), de ambitie ten aanzien van lokale
zonne-energie uit de Zonvisie conform het initiatiefvoorstel van het voormalig
raadslid de heer Manuel en de resultaten van de ‘pilots’ op Pakhuis de Zwijger en
de Amstelkerk daarin aandacht te besteden aan het verduurzamen van
monumenten?
Antwoord:
Het College stelt eind dit jaar een Agenda Duurzaamheid vast. Het verduurzamen
van monumenten, deregulering en de ambitie van de Zonvisie zullen in deze
agenda worden meegenomen.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
5
X Gemeente Amsterdam R
% Gemeenteraad
Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 602
Datum akkoord 2 september 2014
Publicatiedatum 5 september 2014
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw A.M. Bosman
en de heer M.E. van den Heuvel van 5 augustus 2014 inzake zonnepanelen op
monumentale panden.
Aan de gemeenteraad
inleiding door vragenstellers.
Het college heeft de ambitie om in 2020 het aandeel duurzaam opgewekte energie
binnen Amsterdam met 20% te laten toenemen. Zonne-energie is een belangrijke
bron daarvoor. Eerder is de doelstelling vastgelegd om in 2020 160 MW zonnestroom
per jaar op te wekken binnen de gemeente Amsterdam. Voor 2040 is het streefcijfer
1000 MW. Zonne-energie is een belangrijke manier voor bewoners en ondernemers
om zelf voor hun elektriciteitsvoorziening te zorgen. Dat is goed voor het milieu,
de energierekening en de onafhankelijkheid van Amsterdam ten opzichte van
onberekenbare buitenlandse energieproducenten.
Amsterdam heeft naast de ruim 8500 rijks- en gemeentelijke monumenten, ook een
toenemend aantal beschermde stads- en dorpsgezichten. Het hele centrum van
Amsterdam is sinds 1999 beschermd stadsgezicht en de grachtengordel behoort
sinds 2010 tot het UNESCO werelderfgoed. De fractie van D66 vindt het belangrijk
dat deze historische waarde wordt beschermd zodat Amsterdammers en latere
generaties er nog volop van kunnen genieten en leren. De fractie van D66 kiest ook
voor een schone, groene en gezonde stad. Het is van belang dat de gemeente ruimte
geeft aan initiatieven die bijdragen aan nieuwe oplossingen van duurzaamheid,
waarbij we openstaan kijken voor het aanpassen van geldende (verouderde) regels
die verduurzaming in de weg staan, zonder dat de authenticiteit van monumenten
wordt aangetast.
Nu heeft de fractie van D66 begrepen dat de gemeente Amsterdam samen met
De Groene Grachten, Stadsherstel en Search een pilot is gestart om zonnepanelen te
plaatsen op de schuine kap van Pakhuis de Zwijger onder de naam: ‘Zon op de
Zwijger’. Het betreft een zogenaamd sheddak (‘zaagtandendak’), dat een zichtlocatie
is. Hieruit volgt waarschijnlijk een prijsvraag voor de aanbesteding die moet aantonen
welke partij het beste zonnepanelen op een monument kan plaatsen. Dit project is
benoemd als ‘pilot om uit te vinden of zonnepanelen op een monument passend zijn,
in relatie tot mogelijke technische gevolgen voor het dak door aanhechting van de
panelen of verstoring van het monumentale ‘daklandschap’ door het aangezicht van
zonnepanelen, omdat dat er nu eenmaal anders uitziet dan dat het daklandschap
eruit zag in de 17° eeuw.
1
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing op Gemeenteblad
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
Dit is niet het eerste monument met zonnepanelen. Sinds september 2013 liggen er
zonnepanelen op het (platte) dak van de Amstelkerk. Volgens de website van
Stadsherstel, die de energie van de zonnepanelen gebruikt voor het eigen kantoor dat
gevestigd is in dit rijksmonument, is de vergunning verleend nadat met foto's van een
proefopstelling was aangetoond dat het monument met deze ‘reversibele toepassing’
geen schade op zou lopen. Ook zijn er (slechts) een klein aantal grachtenpanden die
met trekken en sleuren een vergunning kregen om zonnepanelen op hun dak te
mogen plaatsen, om zodoende hun eigen elektriciteit op te kunnen wekken.
Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 5 augustus 2014, beiden namens
de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad
van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en
wethouders gericht:
1. Wat is het effect geweest van de — inmiddels afgeronde — pilot ‘Zon op de
Amstelkerk’ voor zonne-energie op andere monumenten met een plat dak en in
Amsterdam?
Antwoord:
Als onderdeel van het initiatief Groene Grachten, in 2012 gestart door Wubbo
Ockels en erop gericht om energiemaatregelen in monumentale panden te
promoten, is door Stadsherstel een viertal zonnepanelen aangebracht op de
Amstelkerk. Voor NV Stadsherstel betrof de Amstelkerk een eerste project waarin
zij zonnepanelen heeft aangebracht op een monumentaal pand. Deze panelen
zijn aangebracht op een plat dak en wel binnen de kaders van de Welstandsnota.
Leerdoel: uitvinden of het technisch mogelijk (ja) en rendabel is (nee, door de
lage elektriciteitsprijs die Stadsherstel betaalt omdat zij grootverbruiker is, en de
te betalen leges à 1050 euro).
Het effect is dat er nu 4 panelen liggen op dit monument, en dat Stadsherstel
inzicht heeft gekregen in de mogelijkheden (maatwerk) voor het aanbrengen van
zonnepanelen op monumenten en de business case daarvan.
Er zijn overigens meer (maar niet veel) voorbeelden van monumentale panden in
de stad waarop door bewoners reeds zonnepanelen zijn aangebracht. Hiervoor is
een vergunning nodig van het betreffende stadsdeel.
De betrokkenheid van de gemeente bij dit project van Stichting de Groene
Grachten en Stadsherstel was overigens beperkt. Bureau Monumenten en
Archeologie (BMA) en programmabureau Klimaat en Energie waren inhoudelijk
(advies, meedenken) betrokken bij het initiatief, het stadsdeel heeft de vergunning
afgegeven.
2
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing op Gemeenteblad R
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
2. Klopt het dat de gemeente Amsterdam (de Dienst Ruimtelijke Ordening en
het Bureau Monumenten & Archeologie) zich heeft aangesloten bij De Groene
Grachten, Stadsherstel, Stadsdeel Oost, Pakhuis de Zwijger en Search en bezig
is met de nieuwe pilot ‘Zon op de Zwijger’? Wat is de huidige status van dit project
en wat is de tijdsplanning van deze pilot (inclusief moment van afronding)?
Antwoord:
Ja. Genoemde partijen hebben gezamenlijk de pilot ‘Zon op de Zwijger’ in
voorbereiding. Dit project is geïnitieerd door De Groene Grachten. Het project
sluit aan bij de Amsterdamse Zonvisie ‘Burgers en Bedrijven gaan voor de zon!’
(zie ook het antwoord op vraag 3).
In dit project wordt onderzocht welke mogelijkheden ‘innovatieve
zonnetechnologie’ (bijvoorbeeld: andere type zonnecellen, kleur en
bevestigingstechnieken) biedt voor het aanbrengen van zonnepanelen op een
monumentaal dak, én hoe dit zich verhoudt tot de geldende regels.
Dit project onderscheidt zich van het eerdere project van Stadsherstel in de mate
van ‘innovativiteit van de technologie die gebruikt zal worden. In het eerste
project werd nog gebruik gemaakt van standaard zonnepanelen. In het nieuwe
project op de Zwijger gaat men op zoek naar de meest innovatieve zon-oplossing
voor dit monumentale pand.
Het project is als volgt opgebouwd:
1. allereerst wordt (op dit moment) de haalbaarheid onderzocht (technisch,
financieel, juridisch) voor het aanbrengen van zonnepanelen op Pakhuis de
Zwijger (eigendom NV Stadsherstel);
2. op basis van dit onderzoek zal NV Stadsherstel een beslissing nemen om
haar dak wel of niet ter beschikking te stellen;
3. indien zij akkoord gaat zal de markt in de vorm van een prijsvraag uitgedaagd
worden om met haar ‘beste’ systeem te komen;
4. het zonnesysteem van de beste inzending zal door Stadsherstel worden
uitgevoerd, onder voorbehoud van een positieve vergunningsbeschikking.
Volgens planning wordt de prijsvraag dit najaar bekend gemaakt (indien
Stadsherstel positief beslist; stap 2) en wordt het winnende systeem (beoordeling
door jury in november/december) begin 2015 geïnstalleerd.
De gemeente (BMA en Programmabureau Klimaat en Energie) is als adviseur bij
dit project betrokken. De Groene Grachten is project trekker. Uiteindelijke
installatie van het innovatieve zonnesysteem (als de prijsvraag daadwerkelijk
wordt uitgeschreven en er een goede inzending komt, die binnen de wettelijke
kaders past) wordt door Stadsherstel geregeld en gedekt. Stadsherstel vraagt
daar mogelijk financiering voor aan in de laatste tender van het Amsterdams
Investeringsfonds.
3
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing op Gemeenteblad R
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
3. Deelt het college de mening van de fractie van D66 over het belang van
verduurzaming en eventueel aanpassen van regels om nieuwe oplossingen van
duurzaamheid mogelijk te maken? Zo ja, welke leerpunten zijn/worden opgesteld
ten aanzien van de pilot voor het sheddak van Pakhuis de Zwijger? En welke
leerpunten waren opgesteld voor het platte dak van de Amstelkerk? Zo nee,
waarom niet en hoe denkt het college dan de ambitie zoals geformuleerd in de
Zonvisie 2013 te halen?
Antwoord:
Het College onderschrijft de mening van de fractie van D66 dat verduurzaming
van de bestaande stad van groot belang is en onderstreept dat in het
coalitieakkoord ‘Amsterdam is van iedereen’. Zij werkt o.a. aan de doelstelling dat
in 2020 20% meer duurzame energie wordt geproduceerd dan nu het geval is.
Zonne-energie in de bestaande stad draagt daar aan bij. Om dit te realiseren kan
het nodig zijn om bestaande regels aan te passen, of met het Rijk in gesprek te
gaan wanneer de bevoegdheid niet bij de gemeente ligt. Aanpassing van regels
kan bijvoorbeeld nodig zijn in de situatie waarin regels, maatschappelijke wensen,
en toegenomen mogelijkheden door nieuwe (technologische}oplossingen, niet
meer met elkaar in overeenstemming zijn. In het collegeprogramma is daarover
afgesproken dat “we de regels voor het duurzaam aanpassen van gebouwen
[gaan] versimpelen, bijvoorbeeld op het gebied van de teruglevering van energie
en het gezamenlijk gebruik van daken voor zonnepanelen”. Daarbij dient het
college uiteraard wel te opereren binnen de kaders van de landelijke wet- en
regelgeving.
Het College is daarnaast van mening dat de energietransitie alleen plaatsvindt als
duurzaamheidsprojecten schaal krijgen. Daarvoor is het van belang dat wordt
gewerkt aan opschaalbaarheid en kopieerbaarheid van oplossingen.
De leerpunten die de pilot ‘Zon op de Zwijger’ op zal leveren zijn:
— voorbeeldfunctie: onderzoeken en laten zien hoe een nieuwe
zonnetechnologie mogelijk is op een monumentaal dak, waar dat met
conventionele panelen niet haalbaar/wenselijk is;
— kennisontwikkeling (bij overheid en markt) ten aanzien van technische
mogelijkheden van zonne-energie;
— onderzoeken hoe het vigerende welstandskader zich verhoudt tot innovatieve
zon technologieën.
Deze leerpunten zijn vooraf besproken met de projectpartners. Voor het project
Amstelkerk waren geen leerpunten geformuleerd vanuit de gemeente, omdat de
betrokkenheid beperkt was.
Het pilotproject Zon op de Zwijger levert input voor het evalueren van de regels
en draagt bij aan de uitvoering van het deel van de Zonvisie dat daarover gaat.
In de Zonvisie zijn 8 programmalijnen opgenomen waarlangs de gemeente de
toepassing van zonne-energie door burgers en bedrijven stimuleert. In lijn 7
(activiteit # 21) is opgenomen dat regelgeving periodiek tegen het licht wordt
gehouden om te zien of deze (nog) in lijn is met de stand der techniek op het
gebied van o.a. zonnesystemen.
4
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing op Gemeenteblad
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
4. Onder welke criteria zou het college de resultaten van de pilot “Zon op de Zwijger’
als een succes beoordelen? Wanneer vindt die beoordeling plaats en welke
Amsterdamse stakeholders zijn hierbij betrokken?
Antwoord:
Het project ‘Zon op de Zwijger’ wordt als succes beschouwd als:
1. de prijsvraag een inzending oplevert die een goede technische oplossing
biedt voor dit specifieke monumentale dak. Een goede technische oplossing is
een oplossing die aansluit bij de eisen van de pandeigenaar (stadsherstel),
betaalbaar is, en die aanvaardbaar is vanuit esthetisch en historisch oogpunt
en valt binnen de kaders van Welstand en Monumenten;
2. het project bijdraagt aan het vinden van een oplossing voor het aanbrengen
van zonnesystemen op andere monumentale panden, nu of in de toekomst.
Dit is geen hard criterium, omdat de bijdrage van één project aan een bredere
maatschappelijke ontwikkeling moeilijk te meten is. Amsterdam wil echter
duurzame koploper zijn, en daar hoort ook bij dat er ruimte wordt gemaakt
voor innovatie;
3. het project daarnaast input levert voor de periodieke herijking van de regels
conform de Zonvisie (zie het antwoord op vraag 3).
De beoogde planning: zie het antwoord op vraag 2.
De betrokken stakeholders zijn:
— De Groene Grachten;
— NV Stadsherstel;
— de gemeente Amsterdam (DRO, BMA, stadsdeel Centrum);
— Uuurders van Pakhuis de Zwijger (via Stadsherstel);
— Search.
5. Is het college van plan een vervolg te maken op het Amsterdamse
duurzaamheidsprogramma 2011-2014, en indien dat het geval is,
overeenkomstig het coalitieakkoord (blz. 27), de ambitie ten aanzien van lokale
zonne-energie uit de Zonvisie conform het initiatiefvoorstel van het voormalig
raadslid de heer Manuel en de resultaten van de ‘pilots’ op Pakhuis de Zwijger en
de Amstelkerk daarin aandacht te besteden aan het verduurzamen van
monumenten?
Antwoord:
Het College stelt eind dit jaar een Agenda Duurzaamheid vast. Het verduurzamen
van monumenten, deregulering en de ambitie van de Zonvisie zullen in deze
agenda worden meegenomen.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
5
X Gemeente Amsterdam R
% Gemeenteraad
Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 602
Datum akkoord 2 september 2014
Publicatiedatum 5 september 2014
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw A.M. Bosman
en de heer M.E. van den Heuvel van 5 augustus 2014 inzake zonnepanelen op
monumentale panden.
Aan de gemeenteraad
inleiding door vragenstellers.
Het college heeft de ambitie om in 2020 het aandeel duurzaam opgewekte energie
binnen Amsterdam met 20% te laten toenemen. Zonne-energie is een belangrijke
bron daarvoor. Eerder is de doelstelling vastgelegd om in 2020 160 MW zonnestroom
per jaar op te wekken binnen de gemeente Amsterdam. Voor 2040 is het streefcijfer
1000 MW. Zonne-energie is een belangrijke manier voor bewoners en ondernemers
om zelf voor hun elektriciteitsvoorziening te zorgen. Dat is goed voor het milieu,
de energierekening en de onafhankelijkheid van Amsterdam ten opzichte van
onberekenbare buitenlandse energieproducenten.
Amsterdam heeft naast de ruim 8500 rijks- en gemeentelijke monumenten, ook een
toenemend aantal beschermde stads- en dorpsgezichten. Het hele centrum van
Amsterdam is sinds 1999 beschermd stadsgezicht en de grachtengordel behoort
sinds 2010 tot het UNESCO werelderfgoed. De fractie van D66 vindt het belangrijk
dat deze historische waarde wordt beschermd zodat Amsterdammers en latere
generaties er nog volop van kunnen genieten en leren. De fractie van D66 kiest ook
voor een schone, groene en gezonde stad. Het is van belang dat de gemeente ruimte
geeft aan initiatieven die bijdragen aan nieuwe oplossingen van duurzaamheid,
waarbij we openstaan kijken voor het aanpassen van geldende (verouderde) regels
die verduurzaming in de weg staan, zonder dat de authenticiteit van monumenten
wordt aangetast.
Nu heeft de fractie van D66 begrepen dat de gemeente Amsterdam samen met
De Groene Grachten, Stadsherstel en Search een pilot is gestart om zonnepanelen te
plaatsen op de schuine kap van Pakhuis de Zwijger onder de naam: ‘Zon op de
Zwijger’. Het betreft een zogenaamd sheddak (‘zaagtandendak’), dat een zichtlocatie
is. Hieruit volgt waarschijnlijk een prijsvraag voor de aanbesteding die moet aantonen
welke partij het beste zonnepanelen op een monument kan plaatsen. Dit project is
benoemd als ‘pilot om uit te vinden of zonnepanelen op een monument passend zijn,
in relatie tot mogelijke technische gevolgen voor het dak door aanhechting van de
panelen of verstoring van het monumentale ‘daklandschap’ door het aangezicht van
zonnepanelen, omdat dat er nu eenmaal anders uitziet dan dat het daklandschap
eruit zag in de 17° eeuw.
1
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing op Gemeenteblad
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
Dit is niet het eerste monument met zonnepanelen. Sinds september 2013 liggen er
zonnepanelen op het (platte) dak van de Amstelkerk. Volgens de website van
Stadsherstel, die de energie van de zonnepanelen gebruikt voor het eigen kantoor dat
gevestigd is in dit rijksmonument, is de vergunning verleend nadat met foto's van een
proefopstelling was aangetoond dat het monument met deze ‘reversibele toepassing’
geen schade op zou lopen. Ook zijn er (slechts) een klein aantal grachtenpanden die
met trekken en sleuren een vergunning kregen om zonnepanelen op hun dak te
mogen plaatsen, om zodoende hun eigen elektriciteit op te kunnen wekken.
Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 5 augustus 2014, beiden namens
de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad
van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en
wethouders gericht:
1. Wat is het effect geweest van de — inmiddels afgeronde — pilot ‘Zon op de
Amstelkerk’ voor zonne-energie op andere monumenten met een plat dak en in
Amsterdam?
Antwoord:
Als onderdeel van het initiatief Groene Grachten, in 2012 gestart door Wubbo
Ockels en erop gericht om energiemaatregelen in monumentale panden te
promoten, is door Stadsherstel een viertal zonnepanelen aangebracht op de
Amstelkerk. Voor NV Stadsherstel betrof de Amstelkerk een eerste project waarin
zij zonnepanelen heeft aangebracht op een monumentaal pand. Deze panelen
zijn aangebracht op een plat dak en wel binnen de kaders van de Welstandsnota.
Leerdoel: uitvinden of het technisch mogelijk (ja) en rendabel is (nee, door de
lage elektriciteitsprijs die Stadsherstel betaalt omdat zij grootverbruiker is, en de
te betalen leges à 1050 euro).
Het effect is dat er nu 4 panelen liggen op dit monument, en dat Stadsherstel
inzicht heeft gekregen in de mogelijkheden (maatwerk) voor het aanbrengen van
zonnepanelen op monumenten en de business case daarvan.
Er zijn overigens meer (maar niet veel) voorbeelden van monumentale panden in
de stad waarop door bewoners reeds zonnepanelen zijn aangebracht. Hiervoor is
een vergunning nodig van het betreffende stadsdeel.
De betrokkenheid van de gemeente bij dit project van Stichting de Groene
Grachten en Stadsherstel was overigens beperkt. Bureau Monumenten en
Archeologie (BMA) en programmabureau Klimaat en Energie waren inhoudelijk
(advies, meedenken) betrokken bij het initiatief, het stadsdeel heeft de vergunning
afgegeven.
2
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing op Gemeenteblad R
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
2. Klopt het dat de gemeente Amsterdam (de Dienst Ruimtelijke Ordening en
het Bureau Monumenten & Archeologie) zich heeft aangesloten bij De Groene
Grachten, Stadsherstel, Stadsdeel Oost, Pakhuis de Zwijger en Search en bezig
is met de nieuwe pilot ‘Zon op de Zwijger’? Wat is de huidige status van dit project
en wat is de tijdsplanning van deze pilot (inclusief moment van afronding)?
Antwoord:
Ja. Genoemde partijen hebben gezamenlijk de pilot ‘Zon op de Zwijger’ in
voorbereiding. Dit project is geïnitieerd door De Groene Grachten. Het project
sluit aan bij de Amsterdamse Zonvisie ‘Burgers en Bedrijven gaan voor de zon!’
(zie ook het antwoord op vraag 3).
In dit project wordt onderzocht welke mogelijkheden ‘innovatieve
zonnetechnologie’ (bijvoorbeeld: andere type zonnecellen, kleur en
bevestigingstechnieken) biedt voor het aanbrengen van zonnepanelen op een
monumentaal dak, én hoe dit zich verhoudt tot de geldende regels.
Dit project onderscheidt zich van het eerdere project van Stadsherstel in de mate
van ‘innovativiteit van de technologie die gebruikt zal worden. In het eerste
project werd nog gebruik gemaakt van standaard zonnepanelen. In het nieuwe
project op de Zwijger gaat men op zoek naar de meest innovatieve zon-oplossing
voor dit monumentale pand.
Het project is als volgt opgebouwd:
1. allereerst wordt (op dit moment) de haalbaarheid onderzocht (technisch,
financieel, juridisch) voor het aanbrengen van zonnepanelen op Pakhuis de
Zwijger (eigendom NV Stadsherstel);
2. op basis van dit onderzoek zal NV Stadsherstel een beslissing nemen om
haar dak wel of niet ter beschikking te stellen;
3. indien zij akkoord gaat zal de markt in de vorm van een prijsvraag uitgedaagd
worden om met haar ‘beste’ systeem te komen;
4. het zonnesysteem van de beste inzending zal door Stadsherstel worden
uitgevoerd, onder voorbehoud van een positieve vergunningsbeschikking.
Volgens planning wordt de prijsvraag dit najaar bekend gemaakt (indien
Stadsherstel positief beslist; stap 2) en wordt het winnende systeem (beoordeling
door jury in november/december) begin 2015 geïnstalleerd.
De gemeente (BMA en Programmabureau Klimaat en Energie) is als adviseur bij
dit project betrokken. De Groene Grachten is project trekker. Uiteindelijke
installatie van het innovatieve zonnesysteem (als de prijsvraag daadwerkelijk
wordt uitgeschreven en er een goede inzending komt, die binnen de wettelijke
kaders past) wordt door Stadsherstel geregeld en gedekt. Stadsherstel vraagt
daar mogelijk financiering voor aan in de laatste tender van het Amsterdams
Investeringsfonds.
3
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing op Gemeenteblad R
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
3. Deelt het college de mening van de fractie van D66 over het belang van
verduurzaming en eventueel aanpassen van regels om nieuwe oplossingen van
duurzaamheid mogelijk te maken? Zo ja, welke leerpunten zijn/worden opgesteld
ten aanzien van de pilot voor het sheddak van Pakhuis de Zwijger? En welke
leerpunten waren opgesteld voor het platte dak van de Amstelkerk? Zo nee,
waarom niet en hoe denkt het college dan de ambitie zoals geformuleerd in de
Zonvisie 2013 te halen?
Antwoord:
Het College onderschrijft de mening van de fractie van D66 dat verduurzaming
van de bestaande stad van groot belang is en onderstreept dat in het
coalitieakkoord ‘Amsterdam is van iedereen’. Zij werkt o.a. aan de doelstelling dat
in 2020 20% meer duurzame energie wordt geproduceerd dan nu het geval is.
Zonne-energie in de bestaande stad draagt daar aan bij. Om dit te realiseren kan
het nodig zijn om bestaande regels aan te passen, of met het Rijk in gesprek te
gaan wanneer de bevoegdheid niet bij de gemeente ligt. Aanpassing van regels
kan bijvoorbeeld nodig zijn in de situatie waarin regels, maatschappelijke wensen,
en toegenomen mogelijkheden door nieuwe (technologische}oplossingen, niet
meer met elkaar in overeenstemming zijn. In het collegeprogramma is daarover
afgesproken dat “we de regels voor het duurzaam aanpassen van gebouwen
[gaan] versimpelen, bijvoorbeeld op het gebied van de teruglevering van energie
en het gezamenlijk gebruik van daken voor zonnepanelen”. Daarbij dient het
college uiteraard wel te opereren binnen de kaders van de landelijke wet- en
regelgeving.
Het College is daarnaast van mening dat de energietransitie alleen plaatsvindt als
duurzaamheidsprojecten schaal krijgen. Daarvoor is het van belang dat wordt
gewerkt aan opschaalbaarheid en kopieerbaarheid van oplossingen.
De leerpunten die de pilot ‘Zon op de Zwijger’ op zal leveren zijn:
— voorbeeldfunctie: onderzoeken en laten zien hoe een nieuwe
zonnetechnologie mogelijk is op een monumentaal dak, waar dat met
conventionele panelen niet haalbaar/wenselijk is;
— kennisontwikkeling (bij overheid en markt) ten aanzien van technische
mogelijkheden van zonne-energie;
— onderzoeken hoe het vigerende welstandskader zich verhoudt tot innovatieve
zon technologieën.
Deze leerpunten zijn vooraf besproken met de projectpartners. Voor het project
Amstelkerk waren geen leerpunten geformuleerd vanuit de gemeente, omdat de
betrokkenheid beperkt was.
Het pilotproject Zon op de Zwijger levert input voor het evalueren van de regels
en draagt bij aan de uitvoering van het deel van de Zonvisie dat daarover gaat.
In de Zonvisie zijn 8 programmalijnen opgenomen waarlangs de gemeente de
toepassing van zonne-energie door burgers en bedrijven stimuleert. In lijn 7
(activiteit # 21) is opgenomen dat regelgeving periodiek tegen het licht wordt
gehouden om te zien of deze (nog) in lijn is met de stand der techniek op het
gebied van o.a. zonnesystemen.
4
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing op Gemeenteblad
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
4. Onder welke criteria zou het college de resultaten van de pilot “Zon op de Zwijger’
als een succes beoordelen? Wanneer vindt die beoordeling plaats en welke
Amsterdamse stakeholders zijn hierbij betrokken?
Antwoord:
Het project ‘Zon op de Zwijger’ wordt als succes beschouwd als:
1. de prijsvraag een inzending oplevert die een goede technische oplossing
biedt voor dit specifieke monumentale dak. Een goede technische oplossing is
een oplossing die aansluit bij de eisen van de pandeigenaar (stadsherstel),
betaalbaar is, en die aanvaardbaar is vanuit esthetisch en historisch oogpunt
en valt binnen de kaders van Welstand en Monumenten;
2. het project bijdraagt aan het vinden van een oplossing voor het aanbrengen
van zonnesystemen op andere monumentale panden, nu of in de toekomst.
Dit is geen hard criterium, omdat de bijdrage van één project aan een bredere
maatschappelijke ontwikkeling moeilijk te meten is. Amsterdam wil echter
duurzame koploper zijn, en daar hoort ook bij dat er ruimte wordt gemaakt
voor innovatie;
3. het project daarnaast input levert voor de periodieke herijking van de regels
conform de Zonvisie (zie het antwoord op vraag 3).
De beoogde planning: zie het antwoord op vraag 2.
De betrokken stakeholders zijn:
— De Groene Grachten;
— NV Stadsherstel;
— de gemeente Amsterdam (DRO, BMA, stadsdeel Centrum);
— Uuurders van Pakhuis de Zwijger (via Stadsherstel);
— Search.
5. Is het college van plan een vervolg te maken op het Amsterdamse
duurzaamheidsprogramma 2011-2014, en indien dat het geval is,
overeenkomstig het coalitieakkoord (blz. 27), de ambitie ten aanzien van lokale
zonne-energie uit de Zonvisie conform het initiatiefvoorstel van het voormalig
raadslid de heer Manuel en de resultaten van de ‘pilots’ op Pakhuis de Zwijger en
de Amstelkerk daarin aandacht te besteden aan het verduurzamen van
monumenten?
Antwoord:
Het College stelt eind dit jaar een Agenda Duurzaamheid vast. Het verduurzamen
van monumenten, deregulering en de ambitie van de Zonvisie zullen in deze
agenda worden meegenomen.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
5
X Gemeente Amsterdam R
% Gemeenteraad
Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 602
Datum akkoord 2 september 2014
Publicatiedatum 5 september 2014
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw A.M. Bosman
en de heer M.E. van den Heuvel van 5 augustus 2014 inzake zonnepanelen op
monumentale panden.
Aan de gemeenteraad
inleiding door vragenstellers.
Het college heeft de ambitie om in 2020 het aandeel duurzaam opgewekte energie
binnen Amsterdam met 20% te laten toenemen. Zonne-energie is een belangrijke
bron daarvoor. Eerder is de doelstelling vastgelegd om in 2020 160 MW zonnestroom
per jaar op te wekken binnen de gemeente Amsterdam. Voor 2040 is het streefcijfer
1000 MW. Zonne-energie is een belangrijke manier voor bewoners en ondernemers
om zelf voor hun elektriciteitsvoorziening te zorgen. Dat is goed voor het milieu,
de energierekening en de onafhankelijkheid van Amsterdam ten opzichte van
onberekenbare buitenlandse energieproducenten.
Amsterdam heeft naast de ruim 8500 rijks- en gemeentelijke monumenten, ook een
toenemend aantal beschermde stads- en dorpsgezichten. Het hele centrum van
Amsterdam is sinds 1999 beschermd stadsgezicht en de grachtengordel behoort
sinds 2010 tot het UNESCO werelderfgoed. De fractie van D66 vindt het belangrijk
dat deze historische waarde wordt beschermd zodat Amsterdammers en latere
generaties er nog volop van kunnen genieten en leren. De fractie van D66 kiest ook
voor een schone, groene en gezonde stad. Het is van belang dat de gemeente ruimte
geeft aan initiatieven die bijdragen aan nieuwe oplossingen van duurzaamheid,
waarbij we openstaan kijken voor het aanpassen van geldende (verouderde) regels
die verduurzaming in de weg staan, zonder dat de authenticiteit van monumenten
wordt aangetast.
Nu heeft de fractie van D66 begrepen dat de gemeente Amsterdam samen met
De Groene Grachten, Stadsherstel en Search een pilot is gestart om zonnepanelen te
plaatsen op de schuine kap van Pakhuis de Zwijger onder de naam: ‘Zon op de
Zwijger’. Het betreft een zogenaamd sheddak (‘zaagtandendak’), dat een zichtlocatie
is. Hieruit volgt waarschijnlijk een prijsvraag voor de aanbesteding die moet aantonen
welke partij het beste zonnepanelen op een monument kan plaatsen. Dit project is
benoemd als ‘pilot om uit te vinden of zonnepanelen op een monument passend zijn,
in relatie tot mogelijke technische gevolgen voor het dak door aanhechting van de
panelen of verstoring van het monumentale ‘daklandschap’ door het aangezicht van
zonnepanelen, omdat dat er nu eenmaal anders uitziet dan dat het daklandschap
eruit zag in de 17° eeuw.
1
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing op Gemeenteblad
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
Dit is niet het eerste monument met zonnepanelen. Sinds september 2013 liggen er
zonnepanelen op het (platte) dak van de Amstelkerk. Volgens de website van
Stadsherstel, die de energie van de zonnepanelen gebruikt voor het eigen kantoor dat
gevestigd is in dit rijksmonument, is de vergunning verleend nadat met foto's van een
proefopstelling was aangetoond dat het monument met deze ‘reversibele toepassing’
geen schade op zou lopen. Ook zijn er (slechts) een klein aantal grachtenpanden die
met trekken en sleuren een vergunning kregen om zonnepanelen op hun dak te
mogen plaatsen, om zodoende hun eigen elektriciteit op te kunnen wekken.
Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 5 augustus 2014, beiden namens
de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad
van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en
wethouders gericht:
1. Wat is het effect geweest van de — inmiddels afgeronde — pilot ‘Zon op de
Amstelkerk’ voor zonne-energie op andere monumenten met een plat dak en in
Amsterdam?
Antwoord:
Als onderdeel van het initiatief Groene Grachten, in 2012 gestart door Wubbo
Ockels en erop gericht om energiemaatregelen in monumentale panden te
promoten, is door Stadsherstel een viertal zonnepanelen aangebracht op de
Amstelkerk. Voor NV Stadsherstel betrof de Amstelkerk een eerste project waarin
zij zonnepanelen heeft aangebracht op een monumentaal pand. Deze panelen
zijn aangebracht op een plat dak en wel binnen de kaders van de Welstandsnota.
Leerdoel: uitvinden of het technisch mogelijk (ja) en rendabel is (nee, door de
lage elektriciteitsprijs die Stadsherstel betaalt omdat zij grootverbruiker is, en de
te betalen leges à 1050 euro).
Het effect is dat er nu 4 panelen liggen op dit monument, en dat Stadsherstel
inzicht heeft gekregen in de mogelijkheden (maatwerk) voor het aanbrengen van
zonnepanelen op monumenten en de business case daarvan.
Er zijn overigens meer (maar niet veel) voorbeelden van monumentale panden in
de stad waarop door bewoners reeds zonnepanelen zijn aangebracht. Hiervoor is
een vergunning nodig van het betreffende stadsdeel.
De betrokkenheid van de gemeente bij dit project van Stichting de Groene
Grachten en Stadsherstel was overigens beperkt. Bureau Monumenten en
Archeologie (BMA) en programmabureau Klimaat en Energie waren inhoudelijk
(advies, meedenken) betrokken bij het initiatief, het stadsdeel heeft de vergunning
afgegeven.
2
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing op Gemeenteblad R
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
2. Klopt het dat de gemeente Amsterdam (de Dienst Ruimtelijke Ordening en
het Bureau Monumenten & Archeologie) zich heeft aangesloten bij De Groene
Grachten, Stadsherstel, Stadsdeel Oost, Pakhuis de Zwijger en Search en bezig
is met de nieuwe pilot ‘Zon op de Zwijger’? Wat is de huidige status van dit project
en wat is de tijdsplanning van deze pilot (inclusief moment van afronding)?
Antwoord:
Ja. Genoemde partijen hebben gezamenlijk de pilot ‘Zon op de Zwijger’ in
voorbereiding. Dit project is geïnitieerd door De Groene Grachten. Het project
sluit aan bij de Amsterdamse Zonvisie ‘Burgers en Bedrijven gaan voor de zon!’
(zie ook het antwoord op vraag 3).
In dit project wordt onderzocht welke mogelijkheden ‘innovatieve
zonnetechnologie’ (bijvoorbeeld: andere type zonnecellen, kleur en
bevestigingstechnieken) biedt voor het aanbrengen van zonnepanelen op een
monumentaal dak, én hoe dit zich verhoudt tot de geldende regels.
Dit project onderscheidt zich van het eerdere project van Stadsherstel in de mate
van ‘innovativiteit van de technologie die gebruikt zal worden. In het eerste
project werd nog gebruik gemaakt van standaard zonnepanelen. In het nieuwe
project op de Zwijger gaat men op zoek naar de meest innovatieve zon-oplossing
voor dit monumentale pand.
Het project is als volgt opgebouwd:
1. allereerst wordt (op dit moment) de haalbaarheid onderzocht (technisch,
financieel, juridisch) voor het aanbrengen van zonnepanelen op Pakhuis de
Zwijger (eigendom NV Stadsherstel);
2. op basis van dit onderzoek zal NV Stadsherstel een beslissing nemen om
haar dak wel of niet ter beschikking te stellen;
3. indien zij akkoord gaat zal de markt in de vorm van een prijsvraag uitgedaagd
worden om met haar ‘beste’ systeem te komen;
4. het zonnesysteem van de beste inzending zal door Stadsherstel worden
uitgevoerd, onder voorbehoud van een positieve vergunningsbeschikking.
Volgens planning wordt de prijsvraag dit najaar bekend gemaakt (indien
Stadsherstel positief beslist; stap 2) en wordt het winnende systeem (beoordeling
door jury in november/december) begin 2015 geïnstalleerd.
De gemeente (BMA en Programmabureau Klimaat en Energie) is als adviseur bij
dit project betrokken. De Groene Grachten is project trekker. Uiteindelijke
installatie van het innovatieve zonnesysteem (als de prijsvraag daadwerkelijk
wordt uitgeschreven en er een goede inzending komt, die binnen de wettelijke
kaders past) wordt door Stadsherstel geregeld en gedekt. Stadsherstel vraagt
daar mogelijk financiering voor aan in de laatste tender van het Amsterdams
Investeringsfonds.
3
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing op Gemeenteblad R
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
3. Deelt het college de mening van de fractie van D66 over het belang van
verduurzaming en eventueel aanpassen van regels om nieuwe oplossingen van
duurzaamheid mogelijk te maken? Zo ja, welke leerpunten zijn/worden opgesteld
ten aanzien van de pilot voor het sheddak van Pakhuis de Zwijger? En welke
leerpunten waren opgesteld voor het platte dak van de Amstelkerk? Zo nee,
waarom niet en hoe denkt het college dan de ambitie zoals geformuleerd in de
Zonvisie 2013 te halen?
Antwoord:
Het College onderschrijft de mening van de fractie van D66 dat verduurzaming
van de bestaande stad van groot belang is en onderstreept dat in het
coalitieakkoord ‘Amsterdam is van iedereen’. Zij werkt o.a. aan de doelstelling dat
in 2020 20% meer duurzame energie wordt geproduceerd dan nu het geval is.
Zonne-energie in de bestaande stad draagt daar aan bij. Om dit te realiseren kan
het nodig zijn om bestaande regels aan te passen, of met het Rijk in gesprek te
gaan wanneer de bevoegdheid niet bij de gemeente ligt. Aanpassing van regels
kan bijvoorbeeld nodig zijn in de situatie waarin regels, maatschappelijke wensen,
en toegenomen mogelijkheden door nieuwe (technologische}oplossingen, niet
meer met elkaar in overeenstemming zijn. In het collegeprogramma is daarover
afgesproken dat “we de regels voor het duurzaam aanpassen van gebouwen
[gaan] versimpelen, bijvoorbeeld op het gebied van de teruglevering van energie
en het gezamenlijk gebruik van daken voor zonnepanelen”. Daarbij dient het
college uiteraard wel te opereren binnen de kaders van de landelijke wet- en
regelgeving.
Het College is daarnaast van mening dat de energietransitie alleen plaatsvindt als
duurzaamheidsprojecten schaal krijgen. Daarvoor is het van belang dat wordt
gewerkt aan opschaalbaarheid en kopieerbaarheid van oplossingen.
De leerpunten die de pilot ‘Zon op de Zwijger’ op zal leveren zijn:
— voorbeeldfunctie: onderzoeken en laten zien hoe een nieuwe
zonnetechnologie mogelijk is op een monumentaal dak, waar dat met
conventionele panelen niet haalbaar/wenselijk is;
— kennisontwikkeling (bij overheid en markt) ten aanzien van technische
mogelijkheden van zonne-energie;
— onderzoeken hoe het vigerende welstandskader zich verhoudt tot innovatieve
zon technologieën.
Deze leerpunten zijn vooraf besproken met de projectpartners. Voor het project
Amstelkerk waren geen leerpunten geformuleerd vanuit de gemeente, omdat de
betrokkenheid beperkt was.
Het pilotproject Zon op de Zwijger levert input voor het evalueren van de regels
en draagt bij aan de uitvoering van het deel van de Zonvisie dat daarover gaat.
In de Zonvisie zijn 8 programmalijnen opgenomen waarlangs de gemeente de
toepassing van zonne-energie door burgers en bedrijven stimuleert. In lijn 7
(activiteit # 21) is opgenomen dat regelgeving periodiek tegen het licht wordt
gehouden om te zien of deze (nog) in lijn is met de stand der techniek op het
gebied van o.a. zonnesystemen.
4
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing op Gemeenteblad
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
4. Onder welke criteria zou het college de resultaten van de pilot “Zon op de Zwijger’
als een succes beoordelen? Wanneer vindt die beoordeling plaats en welke
Amsterdamse stakeholders zijn hierbij betrokken?
Antwoord:
Het project ‘Zon op de Zwijger’ wordt als succes beschouwd als:
1. de prijsvraag een inzending oplevert die een goede technische oplossing
biedt voor dit specifieke monumentale dak. Een goede technische oplossing is
een oplossing die aansluit bij de eisen van de pandeigenaar (stadsherstel),
betaalbaar is, en die aanvaardbaar is vanuit esthetisch en historisch oogpunt
en valt binnen de kaders van Welstand en Monumenten;
2. het project bijdraagt aan het vinden van een oplossing voor het aanbrengen
van zonnesystemen op andere monumentale panden, nu of in de toekomst.
Dit is geen hard criterium, omdat de bijdrage van één project aan een bredere
maatschappelijke ontwikkeling moeilijk te meten is. Amsterdam wil echter
duurzame koploper zijn, en daar hoort ook bij dat er ruimte wordt gemaakt
voor innovatie;
3. het project daarnaast input levert voor de periodieke herijking van de regels
conform de Zonvisie (zie het antwoord op vraag 3).
De beoogde planning: zie het antwoord op vraag 2.
De betrokken stakeholders zijn:
— De Groene Grachten;
— NV Stadsherstel;
— de gemeente Amsterdam (DRO, BMA, stadsdeel Centrum);
— Uuurders van Pakhuis de Zwijger (via Stadsherstel);
— Search.
5. Is het college van plan een vervolg te maken op het Amsterdamse
duurzaamheidsprogramma 2011-2014, en indien dat het geval is,
overeenkomstig het coalitieakkoord (blz. 27), de ambitie ten aanzien van lokale
zonne-energie uit de Zonvisie conform het initiatiefvoorstel van het voormalig
raadslid de heer Manuel en de resultaten van de ‘pilots’ op Pakhuis de Zwijger en
de Amstelkerk daarin aandacht te besteden aan het verduurzamen van
monumenten?
Antwoord:
Het College stelt eind dit jaar een Agenda Duurzaamheid vast. Het verduurzamen
van monumenten, deregulering en de ambitie van de Zonvisie zullen in deze
agenda worden meegenomen.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
5
X Gemeente Amsterdam R
% Gemeenteraad
Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 602
Datum akkoord 2 september 2014
Publicatiedatum 5 september 2014
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw A.M. Bosman
en de heer M.E. van den Heuvel van 5 augustus 2014 inzake zonnepanelen op
monumentale panden.
Aan de gemeenteraad
inleiding door vragenstellers.
Het college heeft de ambitie om in 2020 het aandeel duurzaam opgewekte energie
binnen Amsterdam met 20% te laten toenemen. Zonne-energie is een belangrijke
bron daarvoor. Eerder is de doelstelling vastgelegd om in 2020 160 MW zonnestroom
per jaar op te wekken binnen de gemeente Amsterdam. Voor 2040 is het streefcijfer
1000 MW. Zonne-energie is een belangrijke manier voor bewoners en ondernemers
om zelf voor hun elektriciteitsvoorziening te zorgen. Dat is goed voor het milieu,
de energierekening en de onafhankelijkheid van Amsterdam ten opzichte van
onberekenbare buitenlandse energieproducenten.
Amsterdam heeft naast de ruim 8500 rijks- en gemeentelijke monumenten, ook een
toenemend aantal beschermde stads- en dorpsgezichten. Het hele centrum van
Amsterdam is sinds 1999 beschermd stadsgezicht en de grachtengordel behoort
sinds 2010 tot het UNESCO werelderfgoed. De fractie van D66 vindt het belangrijk
dat deze historische waarde wordt beschermd zodat Amsterdammers en latere
generaties er nog volop van kunnen genieten en leren. De fractie van D66 kiest ook
voor een schone, groene en gezonde stad. Het is van belang dat de gemeente ruimte
geeft aan initiatieven die bijdragen aan nieuwe oplossingen van duurzaamheid,
waarbij we openstaan kijken voor het aanpassen van geldende (verouderde) regels
die verduurzaming in de weg staan, zonder dat de authenticiteit van monumenten
wordt aangetast.
Nu heeft de fractie van D66 begrepen dat de gemeente Amsterdam samen met
De Groene Grachten, Stadsherstel en Search een pilot is gestart om zonnepanelen te
plaatsen op de schuine kap van Pakhuis de Zwijger onder de naam: ‘Zon op de
Zwijger’. Het betreft een zogenaamd sheddak (‘zaagtandendak’), dat een zichtlocatie
is. Hieruit volgt waarschijnlijk een prijsvraag voor de aanbesteding die moet aantonen
welke partij het beste zonnepanelen op een monument kan plaatsen. Dit project is
benoemd als ‘pilot om uit te vinden of zonnepanelen op een monument passend zijn,
in relatie tot mogelijke technische gevolgen voor het dak door aanhechting van de
panelen of verstoring van het monumentale ‘daklandschap’ door het aangezicht van
zonnepanelen, omdat dat er nu eenmaal anders uitziet dan dat het daklandschap
eruit zag in de 17° eeuw.
1
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing op Gemeenteblad
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
Dit is niet het eerste monument met zonnepanelen. Sinds september 2013 liggen er
zonnepanelen op het (platte) dak van de Amstelkerk. Volgens de website van
Stadsherstel, die de energie van de zonnepanelen gebruikt voor het eigen kantoor dat
gevestigd is in dit rijksmonument, is de vergunning verleend nadat met foto's van een
proefopstelling was aangetoond dat het monument met deze ‘reversibele toepassing’
geen schade op zou lopen. Ook zijn er (slechts) een klein aantal grachtenpanden die
met trekken en sleuren een vergunning kregen om zonnepanelen op hun dak te
mogen plaatsen, om zodoende hun eigen elektriciteit op te kunnen wekken.
Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 5 augustus 2014, beiden namens
de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad
van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en
wethouders gericht:
1. Wat is het effect geweest van de — inmiddels afgeronde — pilot ‘Zon op de
Amstelkerk’ voor zonne-energie op andere monumenten met een plat dak en in
Amsterdam?
Antwoord:
Als onderdeel van het initiatief Groene Grachten, in 2012 gestart door Wubbo
Ockels en erop gericht om energiemaatregelen in monumentale panden te
promoten, is door Stadsherstel een viertal zonnepanelen aangebracht op de
Amstelkerk. Voor NV Stadsherstel betrof de Amstelkerk een eerste project waarin
zij zonnepanelen heeft aangebracht op een monumentaal pand. Deze panelen
zijn aangebracht op een plat dak en wel binnen de kaders van de Welstandsnota.
Leerdoel: uitvinden of het technisch mogelijk (ja) en rendabel is (nee, door de
lage elektriciteitsprijs die Stadsherstel betaalt omdat zij grootverbruiker is, en de
te betalen leges à 1050 euro).
Het effect is dat er nu 4 panelen liggen op dit monument, en dat Stadsherstel
inzicht heeft gekregen in de mogelijkheden (maatwerk) voor het aanbrengen van
zonnepanelen op monumenten en de business case daarvan.
Er zijn overigens meer (maar niet veel) voorbeelden van monumentale panden in
de stad waarop door bewoners reeds zonnepanelen zijn aangebracht. Hiervoor is
een vergunning nodig van het betreffende stadsdeel.
De betrokkenheid van de gemeente bij dit project van Stichting de Groene
Grachten en Stadsherstel was overigens beperkt. Bureau Monumenten en
Archeologie (BMA) en programmabureau Klimaat en Energie waren inhoudelijk
(advies, meedenken) betrokken bij het initiatief, het stadsdeel heeft de vergunning
afgegeven.
2
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing op Gemeenteblad R
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
2. Klopt het dat de gemeente Amsterdam (de Dienst Ruimtelijke Ordening en
het Bureau Monumenten & Archeologie) zich heeft aangesloten bij De Groene
Grachten, Stadsherstel, Stadsdeel Oost, Pakhuis de Zwijger en Search en bezig
is met de nieuwe pilot ‘Zon op de Zwijger’? Wat is de huidige status van dit project
en wat is de tijdsplanning van deze pilot (inclusief moment van afronding)?
Antwoord:
Ja. Genoemde partijen hebben gezamenlijk de pilot ‘Zon op de Zwijger’ in
voorbereiding. Dit project is geïnitieerd door De Groene Grachten. Het project
sluit aan bij de Amsterdamse Zonvisie ‘Burgers en Bedrijven gaan voor de zon!’
(zie ook het antwoord op vraag 3).
In dit project wordt onderzocht welke mogelijkheden ‘innovatieve
zonnetechnologie’ (bijvoorbeeld: andere type zonnecellen, kleur en
bevestigingstechnieken) biedt voor het aanbrengen van zonnepanelen op een
monumentaal dak, én hoe dit zich verhoudt tot de geldende regels.
Dit project onderscheidt zich van het eerdere project van Stadsherstel in de mate
van ‘innovativiteit van de technologie die gebruikt zal worden. In het eerste
project werd nog gebruik gemaakt van standaard zonnepanelen. In het nieuwe
project op de Zwijger gaat men op zoek naar de meest innovatieve zon-oplossing
voor dit monumentale pand.
Het project is als volgt opgebouwd:
1. allereerst wordt (op dit moment) de haalbaarheid onderzocht (technisch,
financieel, juridisch) voor het aanbrengen van zonnepanelen op Pakhuis de
Zwijger (eigendom NV Stadsherstel);
2. op basis van dit onderzoek zal NV Stadsherstel een beslissing nemen om
haar dak wel of niet ter beschikking te stellen;
3. indien zij akkoord gaat zal de markt in de vorm van een prijsvraag uitgedaagd
worden om met haar ‘beste’ systeem te komen;
4. het zonnesysteem van de beste inzending zal door Stadsherstel worden
uitgevoerd, onder voorbehoud van een positieve vergunningsbeschikking.
Volgens planning wordt de prijsvraag dit najaar bekend gemaakt (indien
Stadsherstel positief beslist; stap 2) en wordt het winnende systeem (beoordeling
door jury in november/december) begin 2015 geïnstalleerd.
De gemeente (BMA en Programmabureau Klimaat en Energie) is als adviseur bij
dit project betrokken. De Groene Grachten is project trekker. Uiteindelijke
installatie van het innovatieve zonnesysteem (als de prijsvraag daadwerkelijk
wordt uitgeschreven en er een goede inzending komt, die binnen de wettelijke
kaders past) wordt door Stadsherstel geregeld en gedekt. Stadsherstel vraagt
daar mogelijk financiering voor aan in de laatste tender van het Amsterdams
Investeringsfonds.
3
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing op Gemeenteblad R
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
3. Deelt het college de mening van de fractie van D66 over het belang van
verduurzaming en eventueel aanpassen van regels om nieuwe oplossingen van
duurzaamheid mogelijk te maken? Zo ja, welke leerpunten zijn/worden opgesteld
ten aanzien van de pilot voor het sheddak van Pakhuis de Zwijger? En welke
leerpunten waren opgesteld voor het platte dak van de Amstelkerk? Zo nee,
waarom niet en hoe denkt het college dan de ambitie zoals geformuleerd in de
Zonvisie 2013 te halen?
Antwoord:
Het College onderschrijft de mening van de fractie van D66 dat verduurzaming
van de bestaande stad van groot belang is en onderstreept dat in het
coalitieakkoord ‘Amsterdam is van iedereen’. Zij werkt o.a. aan de doelstelling dat
in 2020 20% meer duurzame energie wordt geproduceerd dan nu het geval is.
Zonne-energie in de bestaande stad draagt daar aan bij. Om dit te realiseren kan
het nodig zijn om bestaande regels aan te passen, of met het Rijk in gesprek te
gaan wanneer de bevoegdheid niet bij de gemeente ligt. Aanpassing van regels
kan bijvoorbeeld nodig zijn in de situatie waarin regels, maatschappelijke wensen,
en toegenomen mogelijkheden door nieuwe (technologische}oplossingen, niet
meer met elkaar in overeenstemming zijn. In het collegeprogramma is daarover
afgesproken dat “we de regels voor het duurzaam aanpassen van gebouwen
[gaan] versimpelen, bijvoorbeeld op het gebied van de teruglevering van energie
en het gezamenlijk gebruik van daken voor zonnepanelen”. Daarbij dient het
college uiteraard wel te opereren binnen de kaders van de landelijke wet- en
regelgeving.
Het College is daarnaast van mening dat de energietransitie alleen plaatsvindt als
duurzaamheidsprojecten schaal krijgen. Daarvoor is het van belang dat wordt
gewerkt aan opschaalbaarheid en kopieerbaarheid van oplossingen.
De leerpunten die de pilot ‘Zon op de Zwijger’ op zal leveren zijn:
— voorbeeldfunctie: onderzoeken en laten zien hoe een nieuwe
zonnetechnologie mogelijk is op een monumentaal dak, waar dat met
conventionele panelen niet haalbaar/wenselijk is;
— kennisontwikkeling (bij overheid en markt) ten aanzien van technische
mogelijkheden van zonne-energie;
— onderzoeken hoe het vigerende welstandskader zich verhoudt tot innovatieve
zon technologieën.
Deze leerpunten zijn vooraf besproken met de projectpartners. Voor het project
Amstelkerk waren geen leerpunten geformuleerd vanuit de gemeente, omdat de
betrokkenheid beperkt was.
Het pilotproject Zon op de Zwijger levert input voor het evalueren van de regels
en draagt bij aan de uitvoering van het deel van de Zonvisie dat daarover gaat.
In de Zonvisie zijn 8 programmalijnen opgenomen waarlangs de gemeente de
toepassing van zonne-energie door burgers en bedrijven stimuleert. In lijn 7
(activiteit # 21) is opgenomen dat regelgeving periodiek tegen het licht wordt
gehouden om te zien of deze (nog) in lijn is met de stand der techniek op het
gebied van o.a. zonnesystemen.
4
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing op Gemeenteblad
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
4. Onder welke criteria zou het college de resultaten van de pilot “Zon op de Zwijger’
als een succes beoordelen? Wanneer vindt die beoordeling plaats en welke
Amsterdamse stakeholders zijn hierbij betrokken?
Antwoord:
Het project ‘Zon op de Zwijger’ wordt als succes beschouwd als:
1. de prijsvraag een inzending oplevert die een goede technische oplossing
biedt voor dit specifieke monumentale dak. Een goede technische oplossing is
een oplossing die aansluit bij de eisen van de pandeigenaar (stadsherstel),
betaalbaar is, en die aanvaardbaar is vanuit esthetisch en historisch oogpunt
en valt binnen de kaders van Welstand en Monumenten;
2. het project bijdraagt aan het vinden van een oplossing voor het aanbrengen
van zonnesystemen op andere monumentale panden, nu of in de toekomst.
Dit is geen hard criterium, omdat de bijdrage van één project aan een bredere
maatschappelijke ontwikkeling moeilijk te meten is. Amsterdam wil echter
duurzame koploper zijn, en daar hoort ook bij dat er ruimte wordt gemaakt
voor innovatie;
3. het project daarnaast input levert voor de periodieke herijking van de regels
conform de Zonvisie (zie het antwoord op vraag 3).
De beoogde planning: zie het antwoord op vraag 2.
De betrokken stakeholders zijn:
— De Groene Grachten;
— NV Stadsherstel;
— de gemeente Amsterdam (DRO, BMA, stadsdeel Centrum);
— Uuurders van Pakhuis de Zwijger (via Stadsherstel);
— Search.
5. Is het college van plan een vervolg te maken op het Amsterdamse
duurzaamheidsprogramma 2011-2014, en indien dat het geval is,
overeenkomstig het coalitieakkoord (blz. 27), de ambitie ten aanzien van lokale
zonne-energie uit de Zonvisie conform het initiatiefvoorstel van het voormalig
raadslid de heer Manuel en de resultaten van de ‘pilots’ op Pakhuis de Zwijger en
de Amstelkerk daarin aandacht te besteden aan het verduurzamen van
monumenten?
Antwoord:
Het College stelt eind dit jaar een Agenda Duurzaamheid vast. Het verduurzamen
van monumenten, deregulering en de ambitie van de Zonvisie zullen in deze
agenda worden meegenomen.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
5
X Gemeente Amsterdam R
% Gemeenteraad
Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 602
Datum akkoord 2 september 2014
Publicatiedatum 5 september 2014
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw A.M. Bosman
en de heer M.E. van den Heuvel van 5 augustus 2014 inzake zonnepanelen op
monumentale panden.
Aan de gemeenteraad
inleiding door vragenstellers.
Het college heeft de ambitie om in 2020 het aandeel duurzaam opgewekte energie
binnen Amsterdam met 20% te laten toenemen. Zonne-energie is een belangrijke
bron daarvoor. Eerder is de doelstelling vastgelegd om in 2020 160 MW zonnestroom
per jaar op te wekken binnen de gemeente Amsterdam. Voor 2040 is het streefcijfer
1000 MW. Zonne-energie is een belangrijke manier voor bewoners en ondernemers
om zelf voor hun elektriciteitsvoorziening te zorgen. Dat is goed voor het milieu,
de energierekening en de onafhankelijkheid van Amsterdam ten opzichte van
onberekenbare buitenlandse energieproducenten.
Amsterdam heeft naast de ruim 8500 rijks- en gemeentelijke monumenten, ook een
toenemend aantal beschermde stads- en dorpsgezichten. Het hele centrum van
Amsterdam is sinds 1999 beschermd stadsgezicht en de grachtengordel behoort
sinds 2010 tot het UNESCO werelderfgoed. De fractie van D66 vindt het belangrijk
dat deze historische waarde wordt beschermd zodat Amsterdammers en latere
generaties er nog volop van kunnen genieten en leren. De fractie van D66 kiest ook
voor een schone, groene en gezonde stad. Het is van belang dat de gemeente ruimte
geeft aan initiatieven die bijdragen aan nieuwe oplossingen van duurzaamheid,
waarbij we openstaan kijken voor het aanpassen van geldende (verouderde) regels
die verduurzaming in de weg staan, zonder dat de authenticiteit van monumenten
wordt aangetast.
Nu heeft de fractie van D66 begrepen dat de gemeente Amsterdam samen met
De Groene Grachten, Stadsherstel en Search een pilot is gestart om zonnepanelen te
plaatsen op de schuine kap van Pakhuis de Zwijger onder de naam: ‘Zon op de
Zwijger’. Het betreft een zogenaamd sheddak (‘zaagtandendak’), dat een zichtlocatie
is. Hieruit volgt waarschijnlijk een prijsvraag voor de aanbesteding die moet aantonen
welke partij het beste zonnepanelen op een monument kan plaatsen. Dit project is
benoemd als ‘pilot om uit te vinden of zonnepanelen op een monument passend zijn,
in relatie tot mogelijke technische gevolgen voor het dak door aanhechting van de
panelen of verstoring van het monumentale ‘daklandschap’ door het aangezicht van
zonnepanelen, omdat dat er nu eenmaal anders uitziet dan dat het daklandschap
eruit zag in de 17° eeuw.
1
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing op Gemeenteblad
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
Dit is niet het eerste monument met zonnepanelen. Sinds september 2013 liggen er
zonnepanelen op het (platte) dak van de Amstelkerk. Volgens de website van
Stadsherstel, die de energie van de zonnepanelen gebruikt voor het eigen kantoor dat
gevestigd is in dit rijksmonument, is de vergunning verleend nadat met foto's van een
proefopstelling was aangetoond dat het monument met deze ‘reversibele toepassing’
geen schade op zou lopen. Ook zijn er (slechts) een klein aantal grachtenpanden die
met trekken en sleuren een vergunning kregen om zonnepanelen op hun dak te
mogen plaatsen, om zodoende hun eigen elektriciteit op te kunnen wekken.
Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 5 augustus 2014, beiden namens
de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad
van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en
wethouders gericht:
1. Wat is het effect geweest van de — inmiddels afgeronde — pilot ‘Zon op de
Amstelkerk’ voor zonne-energie op andere monumenten met een plat dak en in
Amsterdam?
Antwoord:
Als onderdeel van het initiatief Groene Grachten, in 2012 gestart door Wubbo
Ockels en erop gericht om energiemaatregelen in monumentale panden te
promoten, is door Stadsherstel een viertal zonnepanelen aangebracht op de
Amstelkerk. Voor NV Stadsherstel betrof de Amstelkerk een eerste project waarin
zij zonnepanelen heeft aangebracht op een monumentaal pand. Deze panelen
zijn aangebracht op een plat dak en wel binnen de kaders van de Welstandsnota.
Leerdoel: uitvinden of het technisch mogelijk (ja) en rendabel is (nee, door de
lage elektriciteitsprijs die Stadsherstel betaalt omdat zij grootverbruiker is, en de
te betalen leges à 1050 euro).
Het effect is dat er nu 4 panelen liggen op dit monument, en dat Stadsherstel
inzicht heeft gekregen in de mogelijkheden (maatwerk) voor het aanbrengen van
zonnepanelen op monumenten en de business case daarvan.
Er zijn overigens meer (maar niet veel) voorbeelden van monumentale panden in
de stad waarop door bewoners reeds zonnepanelen zijn aangebracht. Hiervoor is
een vergunning nodig van het betreffende stadsdeel.
De betrokkenheid van de gemeente bij dit project van Stichting de Groene
Grachten en Stadsherstel was overigens beperkt. Bureau Monumenten en
Archeologie (BMA) en programmabureau Klimaat en Energie waren inhoudelijk
(advies, meedenken) betrokken bij het initiatief, het stadsdeel heeft de vergunning
afgegeven.
2
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing op Gemeenteblad R
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
2. Klopt het dat de gemeente Amsterdam (de Dienst Ruimtelijke Ordening en
het Bureau Monumenten & Archeologie) zich heeft aangesloten bij De Groene
Grachten, Stadsherstel, Stadsdeel Oost, Pakhuis de Zwijger en Search en bezig
is met de nieuwe pilot ‘Zon op de Zwijger’? Wat is de huidige status van dit project
en wat is de tijdsplanning van deze pilot (inclusief moment van afronding)?
Antwoord:
Ja. Genoemde partijen hebben gezamenlijk de pilot ‘Zon op de Zwijger’ in
voorbereiding. Dit project is geïnitieerd door De Groene Grachten. Het project
sluit aan bij de Amsterdamse Zonvisie ‘Burgers en Bedrijven gaan voor de zon!’
(zie ook het antwoord op vraag 3).
In dit project wordt onderzocht welke mogelijkheden ‘innovatieve
zonnetechnologie’ (bijvoorbeeld: andere type zonnecellen, kleur en
bevestigingstechnieken) biedt voor het aanbrengen van zonnepanelen op een
monumentaal dak, én hoe dit zich verhoudt tot de geldende regels.
Dit project onderscheidt zich van het eerdere project van Stadsherstel in de mate
van ‘innovativiteit van de technologie die gebruikt zal worden. In het eerste
project werd nog gebruik gemaakt van standaard zonnepanelen. In het nieuwe
project op de Zwijger gaat men op zoek naar de meest innovatieve zon-oplossing
voor dit monumentale pand.
Het project is als volgt opgebouwd:
1. allereerst wordt (op dit moment) de haalbaarheid onderzocht (technisch,
financieel, juridisch) voor het aanbrengen van zonnepanelen op Pakhuis de
Zwijger (eigendom NV Stadsherstel);
2. op basis van dit onderzoek zal NV Stadsherstel een beslissing nemen om
haar dak wel of niet ter beschikking te stellen;
3. indien zij akkoord gaat zal de markt in de vorm van een prijsvraag uitgedaagd
worden om met haar ‘beste’ systeem te komen;
4. het zonnesysteem van de beste inzending zal door Stadsherstel worden
uitgevoerd, onder voorbehoud van een positieve vergunningsbeschikking.
Volgens planning wordt de prijsvraag dit najaar bekend gemaakt (indien
Stadsherstel positief beslist; stap 2) en wordt het winnende systeem (beoordeling
door jury in november/december) begin 2015 geïnstalleerd.
De gemeente (BMA en Programmabureau Klimaat en Energie) is als adviseur bij
dit project betrokken. De Groene Grachten is project trekker. Uiteindelijke
installatie van het innovatieve zonnesysteem (als de prijsvraag daadwerkelijk
wordt uitgeschreven en er een goede inzending komt, die binnen de wettelijke
kaders past) wordt door Stadsherstel geregeld en gedekt. Stadsherstel vraagt
daar mogelijk financiering voor aan in de laatste tender van het Amsterdams
Investeringsfonds.
3
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing op Gemeenteblad R
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
3. Deelt het college de mening van de fractie van D66 over het belang van
verduurzaming en eventueel aanpassen van regels om nieuwe oplossingen van
duurzaamheid mogelijk te maken? Zo ja, welke leerpunten zijn/worden opgesteld
ten aanzien van de pilot voor het sheddak van Pakhuis de Zwijger? En welke
leerpunten waren opgesteld voor het platte dak van de Amstelkerk? Zo nee,
waarom niet en hoe denkt het college dan de ambitie zoals geformuleerd in de
Zonvisie 2013 te halen?
Antwoord:
Het College onderschrijft de mening van de fractie van D66 dat verduurzaming
van de bestaande stad van groot belang is en onderstreept dat in het
coalitieakkoord ‘Amsterdam is van iedereen’. Zij werkt o.a. aan de doelstelling dat
in 2020 20% meer duurzame energie wordt geproduceerd dan nu het geval is.
Zonne-energie in de bestaande stad draagt daar aan bij. Om dit te realiseren kan
het nodig zijn om bestaande regels aan te passen, of met het Rijk in gesprek te
gaan wanneer de bevoegdheid niet bij de gemeente ligt. Aanpassing van regels
kan bijvoorbeeld nodig zijn in de situatie waarin regels, maatschappelijke wensen,
en toegenomen mogelijkheden door nieuwe (technologische}oplossingen, niet
meer met elkaar in overeenstemming zijn. In het collegeprogramma is daarover
afgesproken dat “we de regels voor het duurzaam aanpassen van gebouwen
[gaan] versimpelen, bijvoorbeeld op het gebied van de teruglevering van energie
en het gezamenlijk gebruik van daken voor zonnepanelen”. Daarbij dient het
college uiteraard wel te opereren binnen de kaders van de landelijke wet- en
regelgeving.
Het College is daarnaast van mening dat de energietransitie alleen plaatsvindt als
duurzaamheidsprojecten schaal krijgen. Daarvoor is het van belang dat wordt
gewerkt aan opschaalbaarheid en kopieerbaarheid van oplossingen.
De leerpunten die de pilot ‘Zon op de Zwijger’ op zal leveren zijn:
— voorbeeldfunctie: onderzoeken en laten zien hoe een nieuwe
zonnetechnologie mogelijk is op een monumentaal dak, waar dat met
conventionele panelen niet haalbaar/wenselijk is;
— kennisontwikkeling (bij overheid en markt) ten aanzien van technische
mogelijkheden van zonne-energie;
— onderzoeken hoe het vigerende welstandskader zich verhoudt tot innovatieve
zon technologieën.
Deze leerpunten zijn vooraf besproken met de projectpartners. Voor het project
Amstelkerk waren geen leerpunten geformuleerd vanuit de gemeente, omdat de
betrokkenheid beperkt was.
Het pilotproject Zon op de Zwijger levert input voor het evalueren van de regels
en draagt bij aan de uitvoering van het deel van de Zonvisie dat daarover gaat.
In de Zonvisie zijn 8 programmalijnen opgenomen waarlangs de gemeente de
toepassing van zonne-energie door burgers en bedrijven stimuleert. In lijn 7
(activiteit # 21) is opgenomen dat regelgeving periodiek tegen het licht wordt
gehouden om te zien of deze (nog) in lijn is met de stand der techniek op het
gebied van o.a. zonnesystemen.
4
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing op Gemeenteblad
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
4. Onder welke criteria zou het college de resultaten van de pilot “Zon op de Zwijger’
als een succes beoordelen? Wanneer vindt die beoordeling plaats en welke
Amsterdamse stakeholders zijn hierbij betrokken?
Antwoord:
Het project ‘Zon op de Zwijger’ wordt als succes beschouwd als:
1. de prijsvraag een inzending oplevert die een goede technische oplossing
biedt voor dit specifieke monumentale dak. Een goede technische oplossing is
een oplossing die aansluit bij de eisen van de pandeigenaar (stadsherstel),
betaalbaar is, en die aanvaardbaar is vanuit esthetisch en historisch oogpunt
en valt binnen de kaders van Welstand en Monumenten;
2. het project bijdraagt aan het vinden van een oplossing voor het aanbrengen
van zonnesystemen op andere monumentale panden, nu of in de toekomst.
Dit is geen hard criterium, omdat de bijdrage van één project aan een bredere
maatschappelijke ontwikkeling moeilijk te meten is. Amsterdam wil echter
duurzame koploper zijn, en daar hoort ook bij dat er ruimte wordt gemaakt
voor innovatie;
3. het project daarnaast input levert voor de periodieke herijking van de regels
conform de Zonvisie (zie het antwoord op vraag 3).
De beoogde planning: zie het antwoord op vraag 2.
De betrokken stakeholders zijn:
— De Groene Grachten;
— NV Stadsherstel;
— de gemeente Amsterdam (DRO, BMA, stadsdeel Centrum);
— Uuurders van Pakhuis de Zwijger (via Stadsherstel);
— Search.
5. Is het college van plan een vervolg te maken op het Amsterdamse
duurzaamheidsprogramma 2011-2014, en indien dat het geval is,
overeenkomstig het coalitieakkoord (blz. 27), de ambitie ten aanzien van lokale
zonne-energie uit de Zonvisie conform het initiatiefvoorstel van het voormalig
raadslid de heer Manuel en de resultaten van de ‘pilots’ op Pakhuis de Zwijger en
de Amstelkerk daarin aandacht te besteden aan het verduurzamen van
monumenten?
Antwoord:
Het College stelt eind dit jaar een Agenda Duurzaamheid vast. Het verduurzamen
van monumenten, deregulering en de ambitie van de Zonvisie zullen in deze
agenda worden meegenomen.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
5
X Gemeente Amsterdam R
% Gemeenteraad
Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 602
Datum akkoord 2 september 2014
Publicatiedatum 5 september 2014
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw A.M. Bosman
en de heer M.E. van den Heuvel van 5 augustus 2014 inzake zonnepanelen op
monumentale panden.
Aan de gemeenteraad
inleiding door vragenstellers.
Het college heeft de ambitie om in 2020 het aandeel duurzaam opgewekte energie
binnen Amsterdam met 20% te laten toenemen. Zonne-energie is een belangrijke
bron daarvoor. Eerder is de doelstelling vastgelegd om in 2020 160 MW zonnestroom
per jaar op te wekken binnen de gemeente Amsterdam. Voor 2040 is het streefcijfer
1000 MW. Zonne-energie is een belangrijke manier voor bewoners en ondernemers
om zelf voor hun elektriciteitsvoorziening te zorgen. Dat is goed voor het milieu,
de energierekening en de onafhankelijkheid van Amsterdam ten opzichte van
onberekenbare buitenlandse energieproducenten.
Amsterdam heeft naast de ruim 8500 rijks- en gemeentelijke monumenten, ook een
toenemend aantal beschermde stads- en dorpsgezichten. Het hele centrum van
Amsterdam is sinds 1999 beschermd stadsgezicht en de grachtengordel behoort
sinds 2010 tot het UNESCO werelderfgoed. De fractie van D66 vindt het belangrijk
dat deze historische waarde wordt beschermd zodat Amsterdammers en latere
generaties er nog volop van kunnen genieten en leren. De fractie van D66 kiest ook
voor een schone, groene en gezonde stad. Het is van belang dat de gemeente ruimte
geeft aan initiatieven die bijdragen aan nieuwe oplossingen van duurzaamheid,
waarbij we openstaan kijken voor het aanpassen van geldende (verouderde) regels
die verduurzaming in de weg staan, zonder dat de authenticiteit van monumenten
wordt aangetast.
Nu heeft de fractie van D66 begrepen dat de gemeente Amsterdam samen met
De Groene Grachten, Stadsherstel en Search een pilot is gestart om zonnepanelen te
plaatsen op de schuine kap van Pakhuis de Zwijger onder de naam: ‘Zon op de
Zwijger’. Het betreft een zogenaamd sheddak (‘zaagtandendak’), dat een zichtlocatie
is. Hieruit volgt waarschijnlijk een prijsvraag voor de aanbesteding die moet aantonen
welke partij het beste zonnepanelen op een monument kan plaatsen. Dit project is
benoemd als ‘pilot om uit te vinden of zonnepanelen op een monument passend zijn,
in relatie tot mogelijke technische gevolgen voor het dak door aanhechting van de
panelen of verstoring van het monumentale ‘daklandschap’ door het aangezicht van
zonnepanelen, omdat dat er nu eenmaal anders uitziet dan dat het daklandschap
eruit zag in de 17° eeuw.
1
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing op Gemeenteblad
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
Dit is niet het eerste monument met zonnepanelen. Sinds september 2013 liggen er
zonnepanelen op het (platte) dak van de Amstelkerk. Volgens de website van
Stadsherstel, die de energie van de zonnepanelen gebruikt voor het eigen kantoor dat
gevestigd is in dit rijksmonument, is de vergunning verleend nadat met foto's van een
proefopstelling was aangetoond dat het monument met deze ‘reversibele toepassing’
geen schade op zou lopen. Ook zijn er (slechts) een klein aantal grachtenpanden die
met trekken en sleuren een vergunning kregen om zonnepanelen op hun dak te
mogen plaatsen, om zodoende hun eigen elektriciteit op te kunnen wekken.
Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 5 augustus 2014, beiden namens
de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad
van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en
wethouders gericht:
1. Wat is het effect geweest van de — inmiddels afgeronde — pilot ‘Zon op de
Amstelkerk’ voor zonne-energie op andere monumenten met een plat dak en in
Amsterdam?
Antwoord:
Als onderdeel van het initiatief Groene Grachten, in 2012 gestart door Wubbo
Ockels en erop gericht om energiemaatregelen in monumentale panden te
promoten, is door Stadsherstel een viertal zonnepanelen aangebracht op de
Amstelkerk. Voor NV Stadsherstel betrof de Amstelkerk een eerste project waarin
zij zonnepanelen heeft aangebracht op een monumentaal pand. Deze panelen
zijn aangebracht op een plat dak en wel binnen de kaders van de Welstandsnota.
Leerdoel: uitvinden of het technisch mogelijk (ja) en rendabel is (nee, door de
lage elektriciteitsprijs die Stadsherstel betaalt omdat zij grootverbruiker is, en de
te betalen leges à 1050 euro).
Het effect is dat er nu 4 panelen liggen op dit monument, en dat Stadsherstel
inzicht heeft gekregen in de mogelijkheden (maatwerk) voor het aanbrengen van
zonnepanelen op monumenten en de business case daarvan.
Er zijn overigens meer (maar niet veel) voorbeelden van monumentale panden in
de stad waarop door bewoners reeds zonnepanelen zijn aangebracht. Hiervoor is
een vergunning nodig van het betreffende stadsdeel.
De betrokkenheid van de gemeente bij dit project van Stichting de Groene
Grachten en Stadsherstel was overigens beperkt. Bureau Monumenten en
Archeologie (BMA) en programmabureau Klimaat en Energie waren inhoudelijk
(advies, meedenken) betrokken bij het initiatief, het stadsdeel heeft de vergunning
afgegeven.
2
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing op Gemeenteblad R
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
2. Klopt het dat de gemeente Amsterdam (de Dienst Ruimtelijke Ordening en
het Bureau Monumenten & Archeologie) zich heeft aangesloten bij De Groene
Grachten, Stadsherstel, Stadsdeel Oost, Pakhuis de Zwijger en Search en bezig
is met de nieuwe pilot ‘Zon op de Zwijger’? Wat is de huidige status van dit project
en wat is de tijdsplanning van deze pilot (inclusief moment van afronding)?
Antwoord:
Ja. Genoemde partijen hebben gezamenlijk de pilot ‘Zon op de Zwijger’ in
voorbereiding. Dit project is geïnitieerd door De Groene Grachten. Het project
sluit aan bij de Amsterdamse Zonvisie ‘Burgers en Bedrijven gaan voor de zon!’
(zie ook het antwoord op vraag 3).
In dit project wordt onderzocht welke mogelijkheden ‘innovatieve
zonnetechnologie’ (bijvoorbeeld: andere type zonnecellen, kleur en
bevestigingstechnieken) biedt voor het aanbrengen van zonnepanelen op een
monumentaal dak, én hoe dit zich verhoudt tot de geldende regels.
Dit project onderscheidt zich van het eerdere project van Stadsherstel in de mate
van ‘innovativiteit van de technologie die gebruikt zal worden. In het eerste
project werd nog gebruik gemaakt van standaard zonnepanelen. In het nieuwe
project op de Zwijger gaat men op zoek naar de meest innovatieve zon-oplossing
voor dit monumentale pand.
Het project is als volgt opgebouwd:
1. allereerst wordt (op dit moment) de haalbaarheid onderzocht (technisch,
financieel, juridisch) voor het aanbrengen van zonnepanelen op Pakhuis de
Zwijger (eigendom NV Stadsherstel);
2. op basis van dit onderzoek zal NV Stadsherstel een beslissing nemen om
haar dak wel of niet ter beschikking te stellen;
3. indien zij akkoord gaat zal de markt in de vorm van een prijsvraag uitgedaagd
worden om met haar ‘beste’ systeem te komen;
4. het zonnesysteem van de beste inzending zal door Stadsherstel worden
uitgevoerd, onder voorbehoud van een positieve vergunningsbeschikking.
Volgens planning wordt de prijsvraag dit najaar bekend gemaakt (indien
Stadsherstel positief beslist; stap 2) en wordt het winnende systeem (beoordeling
door jury in november/december) begin 2015 geïnstalleerd.
De gemeente (BMA en Programmabureau Klimaat en Energie) is als adviseur bij
dit project betrokken. De Groene Grachten is project trekker. Uiteindelijke
installatie van het innovatieve zonnesysteem (als de prijsvraag daadwerkelijk
wordt uitgeschreven en er een goede inzending komt, die binnen de wettelijke
kaders past) wordt door Stadsherstel geregeld en gedekt. Stadsherstel vraagt
daar mogelijk financiering voor aan in de laatste tender van het Amsterdams
Investeringsfonds.
3
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing op Gemeenteblad R
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
3. Deelt het college de mening van de fractie van D66 over het belang van
verduurzaming en eventueel aanpassen van regels om nieuwe oplossingen van
duurzaamheid mogelijk te maken? Zo ja, welke leerpunten zijn/worden opgesteld
ten aanzien van de pilot voor het sheddak van Pakhuis de Zwijger? En welke
leerpunten waren opgesteld voor het platte dak van de Amstelkerk? Zo nee,
waarom niet en hoe denkt het college dan de ambitie zoals geformuleerd in de
Zonvisie 2013 te halen?
Antwoord:
Het College onderschrijft de mening van de fractie van D66 dat verduurzaming
van de bestaande stad van groot belang is en onderstreept dat in het
coalitieakkoord ‘Amsterdam is van iedereen’. Zij werkt o.a. aan de doelstelling dat
in 2020 20% meer duurzame energie wordt geproduceerd dan nu het geval is.
Zonne-energie in de bestaande stad draagt daar aan bij. Om dit te realiseren kan
het nodig zijn om bestaande regels aan te passen, of met het Rijk in gesprek te
gaan wanneer de bevoegdheid niet bij de gemeente ligt. Aanpassing van regels
kan bijvoorbeeld nodig zijn in de situatie waarin regels, maatschappelijke wensen,
en toegenomen mogelijkheden door nieuwe (technologische}oplossingen, niet
meer met elkaar in overeenstemming zijn. In het collegeprogramma is daarover
afgesproken dat “we de regels voor het duurzaam aanpassen van gebouwen
[gaan] versimpelen, bijvoorbeeld op het gebied van de teruglevering van energie
en het gezamenlijk gebruik van daken voor zonnepanelen”. Daarbij dient het
college uiteraard wel te opereren binnen de kaders van de landelijke wet- en
regelgeving.
Het College is daarnaast van mening dat de energietransitie alleen plaatsvindt als
duurzaamheidsprojecten schaal krijgen. Daarvoor is het van belang dat wordt
gewerkt aan opschaalbaarheid en kopieerbaarheid van oplossingen.
De leerpunten die de pilot ‘Zon op de Zwijger’ op zal leveren zijn:
— voorbeeldfunctie: onderzoeken en laten zien hoe een nieuwe
zonnetechnologie mogelijk is op een monumentaal dak, waar dat met
conventionele panelen niet haalbaar/wenselijk is;
— kennisontwikkeling (bij overheid en markt) ten aanzien van technische
mogelijkheden van zonne-energie;
— onderzoeken hoe het vigerende welstandskader zich verhoudt tot innovatieve
zon technologieën.
Deze leerpunten zijn vooraf besproken met de projectpartners. Voor het project
Amstelkerk waren geen leerpunten geformuleerd vanuit de gemeente, omdat de
betrokkenheid beperkt was.
Het pilotproject Zon op de Zwijger levert input voor het evalueren van de regels
en draagt bij aan de uitvoering van het deel van de Zonvisie dat daarover gaat.
In de Zonvisie zijn 8 programmalijnen opgenomen waarlangs de gemeente de
toepassing van zonne-energie door burgers en bedrijven stimuleert. In lijn 7
(activiteit # 21) is opgenomen dat regelgeving periodiek tegen het licht wordt
gehouden om te zien of deze (nog) in lijn is met de stand der techniek op het
gebied van o.a. zonnesystemen.
4
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing op Gemeenteblad
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
4. Onder welke criteria zou het college de resultaten van de pilot “Zon op de Zwijger’
als een succes beoordelen? Wanneer vindt die beoordeling plaats en welke
Amsterdamse stakeholders zijn hierbij betrokken?
Antwoord:
Het project ‘Zon op de Zwijger’ wordt als succes beschouwd als:
1. de prijsvraag een inzending oplevert die een goede technische oplossing
biedt voor dit specifieke monumentale dak. Een goede technische oplossing is
een oplossing die aansluit bij de eisen van de pandeigenaar (stadsherstel),
betaalbaar is, en die aanvaardbaar is vanuit esthetisch en historisch oogpunt
en valt binnen de kaders van Welstand en Monumenten;
2. het project bijdraagt aan het vinden van een oplossing voor het aanbrengen
van zonnesystemen op andere monumentale panden, nu of in de toekomst.
Dit is geen hard criterium, omdat de bijdrage van één project aan een bredere
maatschappelijke ontwikkeling moeilijk te meten is. Amsterdam wil echter
duurzame koploper zijn, en daar hoort ook bij dat er ruimte wordt gemaakt
voor innovatie;
3. het project daarnaast input levert voor de periodieke herijking van de regels
conform de Zonvisie (zie het antwoord op vraag 3).
De beoogde planning: zie het antwoord op vraag 2.
De betrokken stakeholders zijn:
— De Groene Grachten;
— NV Stadsherstel;
— de gemeente Amsterdam (DRO, BMA, stadsdeel Centrum);
— Uuurders van Pakhuis de Zwijger (via Stadsherstel);
— Search.
5. Is het college van plan een vervolg te maken op het Amsterdamse
duurzaamheidsprogramma 2011-2014, en indien dat het geval is,
overeenkomstig het coalitieakkoord (blz. 27), de ambitie ten aanzien van lokale
zonne-energie uit de Zonvisie conform het initiatiefvoorstel van het voormalig
raadslid de heer Manuel en de resultaten van de ‘pilots’ op Pakhuis de Zwijger en
de Amstelkerk daarin aandacht te besteden aan het verduurzamen van
monumenten?
Antwoord:
Het College stelt eind dit jaar een Agenda Duurzaamheid vast. Het verduurzamen
van monumenten, deregulering en de ambitie van de Zonvisie zullen in deze
agenda worden meegenomen.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
5
X Gemeente Amsterdam R
% Gemeenteraad
Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 602
Datum akkoord 2 september 2014
Publicatiedatum 5 september 2014
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw A.M. Bosman
en de heer M.E. van den Heuvel van 5 augustus 2014 inzake zonnepanelen op
monumentale panden.
Aan de gemeenteraad
inleiding door vragenstellers.
Het college heeft de ambitie om in 2020 het aandeel duurzaam opgewekte energie
binnen Amsterdam met 20% te laten toenemen. Zonne-energie is een belangrijke
bron daarvoor. Eerder is de doelstelling vastgelegd om in 2020 160 MW zonnestroom
per jaar op te wekken binnen de gemeente Amsterdam. Voor 2040 is het streefcijfer
1000 MW. Zonne-energie is een belangrijke manier voor bewoners en ondernemers
om zelf voor hun elektriciteitsvoorziening te zorgen. Dat is goed voor het milieu,
de energierekening en de onafhankelijkheid van Amsterdam ten opzichte van
onberekenbare buitenlandse energieproducenten.
Amsterdam heeft naast de ruim 8500 rijks- en gemeentelijke monumenten, ook een
toenemend aantal beschermde stads- en dorpsgezichten. Het hele centrum van
Amsterdam is sinds 1999 beschermd stadsgezicht en de grachtengordel behoort
sinds 2010 tot het UNESCO werelderfgoed. De fractie van D66 vindt het belangrijk
dat deze historische waarde wordt beschermd zodat Amsterdammers en latere
generaties er nog volop van kunnen genieten en leren. De fractie van D66 kiest ook
voor een schone, groene en gezonde stad. Het is van belang dat de gemeente ruimte
geeft aan initiatieven die bijdragen aan nieuwe oplossingen van duurzaamheid,
waarbij we openstaan kijken voor het aanpassen van geldende (verouderde) regels
die verduurzaming in de weg staan, zonder dat de authenticiteit van monumenten
wordt aangetast.
Nu heeft de fractie van D66 begrepen dat de gemeente Amsterdam samen met
De Groene Grachten, Stadsherstel en Search een pilot is gestart om zonnepanelen te
plaatsen op de schuine kap van Pakhuis de Zwijger onder de naam: ‘Zon op de
Zwijger’. Het betreft een zogenaamd sheddak (‘zaagtandendak’), dat een zichtlocatie
is. Hieruit volgt waarschijnlijk een prijsvraag voor de aanbesteding die moet aantonen
welke partij het beste zonnepanelen op een monument kan plaatsen. Dit project is
benoemd als ‘pilot om uit te vinden of zonnepanelen op een monument passend zijn,
in relatie tot mogelijke technische gevolgen voor het dak door aanhechting van de
panelen of verstoring van het monumentale ‘daklandschap’ door het aangezicht van
zonnepanelen, omdat dat er nu eenmaal anders uitziet dan dat het daklandschap
eruit zag in de 17° eeuw.
1
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing op Gemeenteblad
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
Dit is niet het eerste monument met zonnepanelen. Sinds september 2013 liggen er
zonnepanelen op het (platte) dak van de Amstelkerk. Volgens de website van
Stadsherstel, die de energie van de zonnepanelen gebruikt voor het eigen kantoor dat
gevestigd is in dit rijksmonument, is de vergunning verleend nadat met foto's van een
proefopstelling was aangetoond dat het monument met deze ‘reversibele toepassing’
geen schade op zou lopen. Ook zijn er (slechts) een klein aantal grachtenpanden die
met trekken en sleuren een vergunning kregen om zonnepanelen op hun dak te
mogen plaatsen, om zodoende hun eigen elektriciteit op te kunnen wekken.
Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 5 augustus 2014, beiden namens
de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad
van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en
wethouders gericht:
1. Wat is het effect geweest van de — inmiddels afgeronde — pilot ‘Zon op de
Amstelkerk’ voor zonne-energie op andere monumenten met een plat dak en in
Amsterdam?
Antwoord:
Als onderdeel van het initiatief Groene Grachten, in 2012 gestart door Wubbo
Ockels en erop gericht om energiemaatregelen in monumentale panden te
promoten, is door Stadsherstel een viertal zonnepanelen aangebracht op de
Amstelkerk. Voor NV Stadsherstel betrof de Amstelkerk een eerste project waarin
zij zonnepanelen heeft aangebracht op een monumentaal pand. Deze panelen
zijn aangebracht op een plat dak en wel binnen de kaders van de Welstandsnota.
Leerdoel: uitvinden of het technisch mogelijk (ja) en rendabel is (nee, door de
lage elektriciteitsprijs die Stadsherstel betaalt omdat zij grootverbruiker is, en de
te betalen leges à 1050 euro).
Het effect is dat er nu 4 panelen liggen op dit monument, en dat Stadsherstel
inzicht heeft gekregen in de mogelijkheden (maatwerk) voor het aanbrengen van
zonnepanelen op monumenten en de business case daarvan.
Er zijn overigens meer (maar niet veel) voorbeelden van monumentale panden in
de stad waarop door bewoners reeds zonnepanelen zijn aangebracht. Hiervoor is
een vergunning nodig van het betreffende stadsdeel.
De betrokkenheid van de gemeente bij dit project van Stichting de Groene
Grachten en Stadsherstel was overigens beperkt. Bureau Monumenten en
Archeologie (BMA) en programmabureau Klimaat en Energie waren inhoudelijk
(advies, meedenken) betrokken bij het initiatief, het stadsdeel heeft de vergunning
afgegeven.
2
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing op Gemeenteblad R
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
2. Klopt het dat de gemeente Amsterdam (de Dienst Ruimtelijke Ordening en
het Bureau Monumenten & Archeologie) zich heeft aangesloten bij De Groene
Grachten, Stadsherstel, Stadsdeel Oost, Pakhuis de Zwijger en Search en bezig
is met de nieuwe pilot ‘Zon op de Zwijger’? Wat is de huidige status van dit project
en wat is de tijdsplanning van deze pilot (inclusief moment van afronding)?
Antwoord:
Ja. Genoemde partijen hebben gezamenlijk de pilot ‘Zon op de Zwijger’ in
voorbereiding. Dit project is geïnitieerd door De Groene Grachten. Het project
sluit aan bij de Amsterdamse Zonvisie ‘Burgers en Bedrijven gaan voor de zon!’
(zie ook het antwoord op vraag 3).
In dit project wordt onderzocht welke mogelijkheden ‘innovatieve
zonnetechnologie’ (bijvoorbeeld: andere type zonnecellen, kleur en
bevestigingstechnieken) biedt voor het aanbrengen van zonnepanelen op een
monumentaal dak, én hoe dit zich verhoudt tot de geldende regels.
Dit project onderscheidt zich van het eerdere project van Stadsherstel in de mate
van ‘innovativiteit van de technologie die gebruikt zal worden. In het eerste
project werd nog gebruik gemaakt van standaard zonnepanelen. In het nieuwe
project op de Zwijger gaat men op zoek naar de meest innovatieve zon-oplossing
voor dit monumentale pand.
Het project is als volgt opgebouwd:
1. allereerst wordt (op dit moment) de haalbaarheid onderzocht (technisch,
financieel, juridisch) voor het aanbrengen van zonnepanelen op Pakhuis de
Zwijger (eigendom NV Stadsherstel);
2. op basis van dit onderzoek zal NV Stadsherstel een beslissing nemen om
haar dak wel of niet ter beschikking te stellen;
3. indien zij akkoord gaat zal de markt in de vorm van een prijsvraag uitgedaagd
worden om met haar ‘beste’ systeem te komen;
4. het zonnesysteem van de beste inzending zal door Stadsherstel worden
uitgevoerd, onder voorbehoud van een positieve vergunningsbeschikking.
Volgens planning wordt de prijsvraag dit najaar bekend gemaakt (indien
Stadsherstel positief beslist; stap 2) en wordt het winnende systeem (beoordeling
door jury in november/december) begin 2015 geïnstalleerd.
De gemeente (BMA en Programmabureau Klimaat en Energie) is als adviseur bij
dit project betrokken. De Groene Grachten is project trekker. Uiteindelijke
installatie van het innovatieve zonnesysteem (als de prijsvraag daadwerkelijk
wordt uitgeschreven en er een goede inzending komt, die binnen de wettelijke
kaders past) wordt door Stadsherstel geregeld en gedekt. Stadsherstel vraagt
daar mogelijk financiering voor aan in de laatste tender van het Amsterdams
Investeringsfonds.
3
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing op Gemeenteblad R
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
3. Deelt het college de mening van de fractie van D66 over het belang van
verduurzaming en eventueel aanpassen van regels om nieuwe oplossingen van
duurzaamheid mogelijk te maken? Zo ja, welke leerpunten zijn/worden opgesteld
ten aanzien van de pilot voor het sheddak van Pakhuis de Zwijger? En welke
leerpunten waren opgesteld voor het platte dak van de Amstelkerk? Zo nee,
waarom niet en hoe denkt het college dan de ambitie zoals geformuleerd in de
Zonvisie 2013 te halen?
Antwoord:
Het College onderschrijft de mening van de fractie van D66 dat verduurzaming
van de bestaande stad van groot belang is en onderstreept dat in het
coalitieakkoord ‘Amsterdam is van iedereen’. Zij werkt o.a. aan de doelstelling dat
in 2020 20% meer duurzame energie wordt geproduceerd dan nu het geval is.
Zonne-energie in de bestaande stad draagt daar aan bij. Om dit te realiseren kan
het nodig zijn om bestaande regels aan te passen, of met het Rijk in gesprek te
gaan wanneer de bevoegdheid niet bij de gemeente ligt. Aanpassing van regels
kan bijvoorbeeld nodig zijn in de situatie waarin regels, maatschappelijke wensen,
en toegenomen mogelijkheden door nieuwe (technologische}oplossingen, niet
meer met elkaar in overeenstemming zijn. In het collegeprogramma is daarover
afgesproken dat “we de regels voor het duurzaam aanpassen van gebouwen
[gaan] versimpelen, bijvoorbeeld op het gebied van de teruglevering van energie
en het gezamenlijk gebruik van daken voor zonnepanelen”. Daarbij dient het
college uiteraard wel te opereren binnen de kaders van de landelijke wet- en
regelgeving.
Het College is daarnaast van mening dat de energietransitie alleen plaatsvindt als
duurzaamheidsprojecten schaal krijgen. Daarvoor is het van belang dat wordt
gewerkt aan opschaalbaarheid en kopieerbaarheid van oplossingen.
De leerpunten die de pilot ‘Zon op de Zwijger’ op zal leveren zijn:
— voorbeeldfunctie: onderzoeken en laten zien hoe een nieuwe
zonnetechnologie mogelijk is op een monumentaal dak, waar dat met
conventionele panelen niet haalbaar/wenselijk is;
— kennisontwikkeling (bij overheid en markt) ten aanzien van technische
mogelijkheden van zonne-energie;
— onderzoeken hoe het vigerende welstandskader zich verhoudt tot innovatieve
zon technologieën.
Deze leerpunten zijn vooraf besproken met de projectpartners. Voor het project
Amstelkerk waren geen leerpunten geformuleerd vanuit de gemeente, omdat de
betrokkenheid beperkt was.
Het pilotproject Zon op de Zwijger levert input voor het evalueren van de regels
en draagt bij aan de uitvoering van het deel van de Zonvisie dat daarover gaat.
In de Zonvisie zijn 8 programmalijnen opgenomen waarlangs de gemeente de
toepassing van zonne-energie door burgers en bedrijven stimuleert. In lijn 7
(activiteit # 21) is opgenomen dat regelgeving periodiek tegen het licht wordt
gehouden om te zien of deze (nog) in lijn is met de stand der techniek op het
gebied van o.a. zonnesystemen.
4
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing op Gemeenteblad
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
4. Onder welke criteria zou het college de resultaten van de pilot “Zon op de Zwijger’
als een succes beoordelen? Wanneer vindt die beoordeling plaats en welke
Amsterdamse stakeholders zijn hierbij betrokken?
Antwoord:
Het project ‘Zon op de Zwijger’ wordt als succes beschouwd als:
1. de prijsvraag een inzending oplevert die een goede technische oplossing
biedt voor dit specifieke monumentale dak. Een goede technische oplossing is
een oplossing die aansluit bij de eisen van de pandeigenaar (stadsherstel),
betaalbaar is, en die aanvaardbaar is vanuit esthetisch en historisch oogpunt
en valt binnen de kaders van Welstand en Monumenten;
2. het project bijdraagt aan het vinden van een oplossing voor het aanbrengen
van zonnesystemen op andere monumentale panden, nu of in de toekomst.
Dit is geen hard criterium, omdat de bijdrage van één project aan een bredere
maatschappelijke ontwikkeling moeilijk te meten is. Amsterdam wil echter
duurzame koploper zijn, en daar hoort ook bij dat er ruimte wordt gemaakt
voor innovatie;
3. het project daarnaast input levert voor de periodieke herijking van de regels
conform de Zonvisie (zie het antwoord op vraag 3).
De beoogde planning: zie het antwoord op vraag 2.
De betrokken stakeholders zijn:
— De Groene Grachten;
— NV Stadsherstel;
— de gemeente Amsterdam (DRO, BMA, stadsdeel Centrum);
— Uuurders van Pakhuis de Zwijger (via Stadsherstel);
— Search.
5. Is het college van plan een vervolg te maken op het Amsterdamse
duurzaamheidsprogramma 2011-2014, en indien dat het geval is,
overeenkomstig het coalitieakkoord (blz. 27), de ambitie ten aanzien van lokale
zonne-energie uit de Zonvisie conform het initiatiefvoorstel van het voormalig
raadslid de heer Manuel en de resultaten van de ‘pilots’ op Pakhuis de Zwijger en
de Amstelkerk daarin aandacht te besteden aan het verduurzamen van
monumenten?
Antwoord:
Het College stelt eind dit jaar een Agenda Duurzaamheid vast. Het verduurzamen
van monumenten, deregulering en de ambitie van de Zonvisie zullen in deze
agenda worden meegenomen.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
5
X Gemeente Amsterdam R
% Gemeenteraad
Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 602
Datum akkoord 2 september 2014
Publicatiedatum 5 september 2014
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw A.M. Bosman
en de heer M.E. van den Heuvel van 5 augustus 2014 inzake zonnepanelen op
monumentale panden.
Aan de gemeenteraad
inleiding door vragenstellers.
Het college heeft de ambitie om in 2020 het aandeel duurzaam opgewekte energie
binnen Amsterdam met 20% te laten toenemen. Zonne-energie is een belangrijke
bron daarvoor. Eerder is de doelstelling vastgelegd om in 2020 160 MW zonnestroom
per jaar op te wekken binnen de gemeente Amsterdam. Voor 2040 is het streefcijfer
1000 MW. Zonne-energie is een belangrijke manier voor bewoners en ondernemers
om zelf voor hun elektriciteitsvoorziening te zorgen. Dat is goed voor het milieu,
de energierekening en de onafhankelijkheid van Amsterdam ten opzichte van
onberekenbare buitenlandse energieproducenten.
Amsterdam heeft naast de ruim 8500 rijks- en gemeentelijke monumenten, ook een
toenemend aantal beschermde stads- en dorpsgezichten. Het hele centrum van
Amsterdam is sinds 1999 beschermd stadsgezicht en de grachtengordel behoort
sinds 2010 tot het UNESCO werelderfgoed. De fractie van D66 vindt het belangrijk
dat deze historische waarde wordt beschermd zodat Amsterdammers en latere
generaties er nog volop van kunnen genieten en leren. De fractie van D66 kiest ook
voor een schone, groene en gezonde stad. Het is van belang dat de gemeente ruimte
geeft aan initiatieven die bijdragen aan nieuwe oplossingen van duurzaamheid,
waarbij we openstaan kijken voor het aanpassen van geldende (verouderde) regels
die verduurzaming in de weg staan, zonder dat de authenticiteit van monumenten
wordt aangetast.
Nu heeft de fractie van D66 begrepen dat de gemeente Amsterdam samen met
De Groene Grachten, Stadsherstel en Search een pilot is gestart om zonnepanelen te
plaatsen op de schuine kap van Pakhuis de Zwijger onder de naam: ‘Zon op de
Zwijger’. Het betreft een zogenaamd sheddak (‘zaagtandendak’), dat een zichtlocatie
is. Hieruit volgt waarschijnlijk een prijsvraag voor de aanbesteding die moet aantonen
welke partij het beste zonnepanelen op een monument kan plaatsen. Dit project is
benoemd als ‘pilot om uit te vinden of zonnepanelen op een monument passend zijn,
in relatie tot mogelijke technische gevolgen voor het dak door aanhechting van de
panelen of verstoring van het monumentale ‘daklandschap’ door het aangezicht van
zonnepanelen, omdat dat er nu eenmaal anders uitziet dan dat het daklandschap
eruit zag in de 17° eeuw.
1
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing op Gemeenteblad
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
Dit is niet het eerste monument met zonnepanelen. Sinds september 2013 liggen er
zonnepanelen op het (platte) dak van de Amstelkerk. Volgens de website van
Stadsherstel, die de energie van de zonnepanelen gebruikt voor het eigen kantoor dat
gevestigd is in dit rijksmonument, is de vergunning verleend nadat met foto's van een
proefopstelling was aangetoond dat het monument met deze ‘reversibele toepassing’
geen schade op zou lopen. Ook zijn er (slechts) een klein aantal grachtenpanden die
met trekken en sleuren een vergunning kregen om zonnepanelen op hun dak te
mogen plaatsen, om zodoende hun eigen elektriciteit op te kunnen wekken.
Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 5 augustus 2014, beiden namens
de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad
van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en
wethouders gericht:
1. Wat is het effect geweest van de — inmiddels afgeronde — pilot ‘Zon op de
Amstelkerk’ voor zonne-energie op andere monumenten met een plat dak en in
Amsterdam?
Antwoord:
Als onderdeel van het initiatief Groene Grachten, in 2012 gestart door Wubbo
Ockels en erop gericht om energiemaatregelen in monumentale panden te
promoten, is door Stadsherstel een viertal zonnepanelen aangebracht op de
Amstelkerk. Voor NV Stadsherstel betrof de Amstelkerk een eerste project waarin
zij zonnepanelen heeft aangebracht op een monumentaal pand. Deze panelen
zijn aangebracht op een plat dak en wel binnen de kaders van de Welstandsnota.
Leerdoel: uitvinden of het technisch mogelijk (ja) en rendabel is (nee, door de
lage elektriciteitsprijs die Stadsherstel betaalt omdat zij grootverbruiker is, en de
te betalen leges à 1050 euro).
Het effect is dat er nu 4 panelen liggen op dit monument, en dat Stadsherstel
inzicht heeft gekregen in de mogelijkheden (maatwerk) voor het aanbrengen van
zonnepanelen op monumenten en de business case daarvan.
Er zijn overigens meer (maar niet veel) voorbeelden van monumentale panden in
de stad waarop door bewoners reeds zonnepanelen zijn aangebracht. Hiervoor is
een vergunning nodig van het betreffende stadsdeel.
De betrokkenheid van de gemeente bij dit project van Stichting de Groene
Grachten en Stadsherstel was overigens beperkt. Bureau Monumenten en
Archeologie (BMA) en programmabureau Klimaat en Energie waren inhoudelijk
(advies, meedenken) betrokken bij het initiatief, het stadsdeel heeft de vergunning
afgegeven.
2
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing op Gemeenteblad R
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
2. Klopt het dat de gemeente Amsterdam (de Dienst Ruimtelijke Ordening en
het Bureau Monumenten & Archeologie) zich heeft aangesloten bij De Groene
Grachten, Stadsherstel, Stadsdeel Oost, Pakhuis de Zwijger en Search en bezig
is met de nieuwe pilot ‘Zon op de Zwijger’? Wat is de huidige status van dit project
en wat is de tijdsplanning van deze pilot (inclusief moment van afronding)?
Antwoord:
Ja. Genoemde partijen hebben gezamenlijk de pilot ‘Zon op de Zwijger’ in
voorbereiding. Dit project is geïnitieerd door De Groene Grachten. Het project
sluit aan bij de Amsterdamse Zonvisie ‘Burgers en Bedrijven gaan voor de zon!’
(zie ook het antwoord op vraag 3).
In dit project wordt onderzocht welke mogelijkheden ‘innovatieve
zonnetechnologie’ (bijvoorbeeld: andere type zonnecellen, kleur en
bevestigingstechnieken) biedt voor het aanbrengen van zonnepanelen op een
monumentaal dak, én hoe dit zich verhoudt tot de geldende regels.
Dit project onderscheidt zich van het eerdere project van Stadsherstel in de mate
van ‘innovativiteit van de technologie die gebruikt zal worden. In het eerste
project werd nog gebruik gemaakt van standaard zonnepanelen. In het nieuwe
project op de Zwijger gaat men op zoek naar de meest innovatieve zon-oplossing
voor dit monumentale pand.
Het project is als volgt opgebouwd:
1. allereerst wordt (op dit moment) de haalbaarheid onderzocht (technisch,
financieel, juridisch) voor het aanbrengen van zonnepanelen op Pakhuis de
Zwijger (eigendom NV Stadsherstel);
2. op basis van dit onderzoek zal NV Stadsherstel een beslissing nemen om
haar dak wel of niet ter beschikking te stellen;
3. indien zij akkoord gaat zal de markt in de vorm van een prijsvraag uitgedaagd
worden om met haar ‘beste’ systeem te komen;
4. het zonnesysteem van de beste inzending zal door Stadsherstel worden
uitgevoerd, onder voorbehoud van een positieve vergunningsbeschikking.
Volgens planning wordt de prijsvraag dit najaar bekend gemaakt (indien
Stadsherstel positief beslist; stap 2) en wordt het winnende systeem (beoordeling
door jury in november/december) begin 2015 geïnstalleerd.
De gemeente (BMA en Programmabureau Klimaat en Energie) is als adviseur bij
dit project betrokken. De Groene Grachten is project trekker. Uiteindelijke
installatie van het innovatieve zonnesysteem (als de prijsvraag daadwerkelijk
wordt uitgeschreven en er een goede inzending komt, die binnen de wettelijke
kaders past) wordt door Stadsherstel geregeld en gedekt. Stadsherstel vraagt
daar mogelijk financiering voor aan in de laatste tender van het Amsterdams
Investeringsfonds.
3
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing op Gemeenteblad R
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
3. Deelt het college de mening van de fractie van D66 over het belang van
verduurzaming en eventueel aanpassen van regels om nieuwe oplossingen van
duurzaamheid mogelijk te maken? Zo ja, welke leerpunten zijn/worden opgesteld
ten aanzien van de pilot voor het sheddak van Pakhuis de Zwijger? En welke
leerpunten waren opgesteld voor het platte dak van de Amstelkerk? Zo nee,
waarom niet en hoe denkt het college dan de ambitie zoals geformuleerd in de
Zonvisie 2013 te halen?
Antwoord:
Het College onderschrijft de mening van de fractie van D66 dat verduurzaming
van de bestaande stad van groot belang is en onderstreept dat in het
coalitieakkoord ‘Amsterdam is van iedereen’. Zij werkt o.a. aan de doelstelling dat
in 2020 20% meer duurzame energie wordt geproduceerd dan nu het geval is.
Zonne-energie in de bestaande stad draagt daar aan bij. Om dit te realiseren kan
het nodig zijn om bestaande regels aan te passen, of met het Rijk in gesprek te
gaan wanneer de bevoegdheid niet bij de gemeente ligt. Aanpassing van regels
kan bijvoorbeeld nodig zijn in de situatie waarin regels, maatschappelijke wensen,
en toegenomen mogelijkheden door nieuwe (technologische}oplossingen, niet
meer met elkaar in overeenstemming zijn. In het collegeprogramma is daarover
afgesproken dat “we de regels voor het duurzaam aanpassen van gebouwen
[gaan] versimpelen, bijvoorbeeld op het gebied van de teruglevering van energie
en het gezamenlijk gebruik van daken voor zonnepanelen”. Daarbij dient het
college uiteraard wel te opereren binnen de kaders van de landelijke wet- en
regelgeving.
Het College is daarnaast van mening dat de energietransitie alleen plaatsvindt als
duurzaamheidsprojecten schaal krijgen. Daarvoor is het van belang dat wordt
gewerkt aan opschaalbaarheid en kopieerbaarheid van oplossingen.
De leerpunten die de pilot ‘Zon op de Zwijger’ op zal leveren zijn:
— voorbeeldfunctie: onderzoeken en laten zien hoe een nieuwe
zonnetechnologie mogelijk is op een monumentaal dak, waar dat met
conventionele panelen niet haalbaar/wenselijk is;
— kennisontwikkeling (bij overheid en markt) ten aanzien van technische
mogelijkheden van zonne-energie;
— onderzoeken hoe het vigerende welstandskader zich verhoudt tot innovatieve
zon technologieën.
Deze leerpunten zijn vooraf besproken met de projectpartners. Voor het project
Amstelkerk waren geen leerpunten geformuleerd vanuit de gemeente, omdat de
betrokkenheid beperkt was.
Het pilotproject Zon op de Zwijger levert input voor het evalueren van de regels
en draagt bij aan de uitvoering van het deel van de Zonvisie dat daarover gaat.
In de Zonvisie zijn 8 programmalijnen opgenomen waarlangs de gemeente de
toepassing van zonne-energie door burgers en bedrijven stimuleert. In lijn 7
(activiteit # 21) is opgenomen dat regelgeving periodiek tegen het licht wordt
gehouden om te zien of deze (nog) in lijn is met de stand der techniek op het
gebied van o.a. zonnesystemen.
4
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing op Gemeenteblad
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
4. Onder welke criteria zou het college de resultaten van de pilot “Zon op de Zwijger’
als een succes beoordelen? Wanneer vindt die beoordeling plaats en welke
Amsterdamse stakeholders zijn hierbij betrokken?
Antwoord:
Het project ‘Zon op de Zwijger’ wordt als succes beschouwd als:
1. de prijsvraag een inzending oplevert die een goede technische oplossing
biedt voor dit specifieke monumentale dak. Een goede technische oplossing is
een oplossing die aansluit bij de eisen van de pandeigenaar (stadsherstel),
betaalbaar is, en die aanvaardbaar is vanuit esthetisch en historisch oogpunt
en valt binnen de kaders van Welstand en Monumenten;
2. het project bijdraagt aan het vinden van een oplossing voor het aanbrengen
van zonnesystemen op andere monumentale panden, nu of in de toekomst.
Dit is geen hard criterium, omdat de bijdrage van één project aan een bredere
maatschappelijke ontwikkeling moeilijk te meten is. Amsterdam wil echter
duurzame koploper zijn, en daar hoort ook bij dat er ruimte wordt gemaakt
voor innovatie;
3. het project daarnaast input levert voor de periodieke herijking van de regels
conform de Zonvisie (zie het antwoord op vraag 3).
De beoogde planning: zie het antwoord op vraag 2.
De betrokken stakeholders zijn:
— De Groene Grachten;
— NV Stadsherstel;
— de gemeente Amsterdam (DRO, BMA, stadsdeel Centrum);
— Uuurders van Pakhuis de Zwijger (via Stadsherstel);
— Search.
5. Is het college van plan een vervolg te maken op het Amsterdamse
duurzaamheidsprogramma 2011-2014, en indien dat het geval is,
overeenkomstig het coalitieakkoord (blz. 27), de ambitie ten aanzien van lokale
zonne-energie uit de Zonvisie conform het initiatiefvoorstel van het voormalig
raadslid de heer Manuel en de resultaten van de ‘pilots’ op Pakhuis de Zwijger en
de Amstelkerk daarin aandacht te besteden aan het verduurzamen van
monumenten?
Antwoord:
Het College stelt eind dit jaar een Agenda Duurzaamheid vast. Het verduurzamen
van monumenten, deregulering en de ambitie van de Zonvisie zullen in deze
agenda worden meegenomen.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
5
X Gemeente Amsterdam R
% Gemeenteraad
Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 602
Datum akkoord 2 september 2014
Publicatiedatum 5 september 2014
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw A.M. Bosman
en de heer M.E. van den Heuvel van 5 augustus 2014 inzake zonnepanelen op
monumentale panden.
Aan de gemeenteraad
inleiding door vragenstellers.
Het college heeft de ambitie om in 2020 het aandeel duurzaam opgewekte energie
binnen Amsterdam met 20% te laten toenemen. Zonne-energie is een belangrijke
bron daarvoor. Eerder is de doelstelling vastgelegd om in 2020 160 MW zonnestroom
per jaar op te wekken binnen de gemeente Amsterdam. Voor 2040 is het streefcijfer
1000 MW. Zonne-energie is een belangrijke manier voor bewoners en ondernemers
om zelf voor hun elektriciteitsvoorziening te zorgen. Dat is goed voor het milieu,
de energierekening en de onafhankelijkheid van Amsterdam ten opzichte van
onberekenbare buitenlandse energieproducenten.
Amsterdam heeft naast de ruim 8500 rijks- en gemeentelijke monumenten, ook een
toenemend aantal beschermde stads- en dorpsgezichten. Het hele centrum van
Amsterdam is sinds 1999 beschermd stadsgezicht en de grachtengordel behoort
sinds 2010 tot het UNESCO werelderfgoed. De fractie van D66 vindt het belangrijk
dat deze historische waarde wordt beschermd zodat Amsterdammers en latere
generaties er nog volop van kunnen genieten en leren. De fractie van D66 kiest ook
voor een schone, groene en gezonde stad. Het is van belang dat de gemeente ruimte
geeft aan initiatieven die bijdragen aan nieuwe oplossingen van duurzaamheid,
waarbij we openstaan kijken voor het aanpassen van geldende (verouderde) regels
die verduurzaming in de weg staan, zonder dat de authenticiteit van monumenten
wordt aangetast.
Nu heeft de fractie van D66 begrepen dat de gemeente Amsterdam samen met
De Groene Grachten, Stadsherstel en Search een pilot is gestart om zonnepanelen te
plaatsen op de schuine kap van Pakhuis de Zwijger onder de naam: ‘Zon op de
Zwijger’. Het betreft een zogenaamd sheddak (‘zaagtandendak’), dat een zichtlocatie
is. Hieruit volgt waarschijnlijk een prijsvraag voor de aanbesteding die moet aantonen
welke partij het beste zonnepanelen op een monument kan plaatsen. Dit project is
benoemd als ‘pilot om uit te vinden of zonnepanelen op een monument passend zijn,
in relatie tot mogelijke technische gevolgen voor het dak door aanhechting van de
panelen of verstoring van het monumentale ‘daklandschap’ door het aangezicht van
zonnepanelen, omdat dat er nu eenmaal anders uitziet dan dat het daklandschap
eruit zag in de 17° eeuw.
1
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing op Gemeenteblad
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
Dit is niet het eerste monument met zonnepanelen. Sinds september 2013 liggen er
zonnepanelen op het (platte) dak van de Amstelkerk. Volgens de website van
Stadsherstel, die de energie van de zonnepanelen gebruikt voor het eigen kantoor dat
gevestigd is in dit rijksmonument, is de vergunning verleend nadat met foto's van een
proefopstelling was aangetoond dat het monument met deze ‘reversibele toepassing’
geen schade op zou lopen. Ook zijn er (slechts) een klein aantal grachtenpanden die
met trekken en sleuren een vergunning kregen om zonnepanelen op hun dak te
mogen plaatsen, om zodoende hun eigen elektriciteit op te kunnen wekken.
Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 5 augustus 2014, beiden namens
de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad
van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en
wethouders gericht:
1. Wat is het effect geweest van de — inmiddels afgeronde — pilot ‘Zon op de
Amstelkerk’ voor zonne-energie op andere monumenten met een plat dak en in
Amsterdam?
Antwoord:
Als onderdeel van het initiatief Groene Grachten, in 2012 gestart door Wubbo
Ockels en erop gericht om energiemaatregelen in monumentale panden te
promoten, is door Stadsherstel een viertal zonnepanelen aangebracht op de
Amstelkerk. Voor NV Stadsherstel betrof de Amstelkerk een eerste project waarin
zij zonnepanelen heeft aangebracht op een monumentaal pand. Deze panelen
zijn aangebracht op een plat dak en wel binnen de kaders van de Welstandsnota.
Leerdoel: uitvinden of het technisch mogelijk (ja) en rendabel is (nee, door de
lage elektriciteitsprijs die Stadsherstel betaalt omdat zij grootverbruiker is, en de
te betalen leges à 1050 euro).
Het effect is dat er nu 4 panelen liggen op dit monument, en dat Stadsherstel
inzicht heeft gekregen in de mogelijkheden (maatwerk) voor het aanbrengen van
zonnepanelen op monumenten en de business case daarvan.
Er zijn overigens meer (maar niet veel) voorbeelden van monumentale panden in
de stad waarop door bewoners reeds zonnepanelen zijn aangebracht. Hiervoor is
een vergunning nodig van het betreffende stadsdeel.
De betrokkenheid van de gemeente bij dit project van Stichting de Groene
Grachten en Stadsherstel was overigens beperkt. Bureau Monumenten en
Archeologie (BMA) en programmabureau Klimaat en Energie waren inhoudelijk
(advies, meedenken) betrokken bij het initiatief, het stadsdeel heeft de vergunning
afgegeven.
2
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing op Gemeenteblad R
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
2. Klopt het dat de gemeente Amsterdam (de Dienst Ruimtelijke Ordening en
het Bureau Monumenten & Archeologie) zich heeft aangesloten bij De Groene
Grachten, Stadsherstel, Stadsdeel Oost, Pakhuis de Zwijger en Search en bezig
is met de nieuwe pilot ‘Zon op de Zwijger’? Wat is de huidige status van dit project
en wat is de tijdsplanning van deze pilot (inclusief moment van afronding)?
Antwoord:
Ja. Genoemde partijen hebben gezamenlijk de pilot ‘Zon op de Zwijger’ in
voorbereiding. Dit project is geïnitieerd door De Groene Grachten. Het project
sluit aan bij de Amsterdamse Zonvisie ‘Burgers en Bedrijven gaan voor de zon!’
(zie ook het antwoord op vraag 3).
In dit project wordt onderzocht welke mogelijkheden ‘innovatieve
zonnetechnologie’ (bijvoorbeeld: andere type zonnecellen, kleur en
bevestigingstechnieken) biedt voor het aanbrengen van zonnepanelen op een
monumentaal dak, én hoe dit zich verhoudt tot de geldende regels.
Dit project onderscheidt zich van het eerdere project van Stadsherstel in de mate
van ‘innovativiteit van de technologie die gebruikt zal worden. In het eerste
project werd nog gebruik gemaakt van standaard zonnepanelen. In het nieuwe
project op de Zwijger gaat men op zoek naar de meest innovatieve zon-oplossing
voor dit monumentale pand.
Het project is als volgt opgebouwd:
1. allereerst wordt (op dit moment) de haalbaarheid onderzocht (technisch,
financieel, juridisch) voor het aanbrengen van zonnepanelen op Pakhuis de
Zwijger (eigendom NV Stadsherstel);
2. op basis van dit onderzoek zal NV Stadsherstel een beslissing nemen om
haar dak wel of niet ter beschikking te stellen;
3. indien zij akkoord gaat zal de markt in de vorm van een prijsvraag uitgedaagd
worden om met haar ‘beste’ systeem te komen;
4. het zonnesysteem van de beste inzending zal door Stadsherstel worden
uitgevoerd, onder voorbehoud van een positieve vergunningsbeschikking.
Volgens planning wordt de prijsvraag dit najaar bekend gemaakt (indien
Stadsherstel positief beslist; stap 2) en wordt het winnende systeem (beoordeling
door jury in november/december) begin 2015 geïnstalleerd.
De gemeente (BMA en Programmabureau Klimaat en Energie) is als adviseur bij
dit project betrokken. De Groene Grachten is project trekker. Uiteindelijke
installatie van het innovatieve zonnesysteem (als de prijsvraag daadwerkelijk
wordt uitgeschreven en er een goede inzending komt, die binnen de wettelijke
kaders past) wordt door Stadsherstel geregeld en gedekt. Stadsherstel vraagt
daar mogelijk financiering voor aan in de laatste tender van het Amsterdams
Investeringsfonds.
3
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing op Gemeenteblad R
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
3. Deelt het college de mening van de fractie van D66 over het belang van
verduurzaming en eventueel aanpassen van regels om nieuwe oplossingen van
duurzaamheid mogelijk te maken? Zo ja, welke leerpunten zijn/worden opgesteld
ten aanzien van de pilot voor het sheddak van Pakhuis de Zwijger? En welke
leerpunten waren opgesteld voor het platte dak van de Amstelkerk? Zo nee,
waarom niet en hoe denkt het college dan de ambitie zoals geformuleerd in de
Zonvisie 2013 te halen?
Antwoord:
Het College onderschrijft de mening van de fractie van D66 dat verduurzaming
van de bestaande stad van groot belang is en onderstreept dat in het
coalitieakkoord ‘Amsterdam is van iedereen’. Zij werkt o.a. aan de doelstelling dat
in 2020 20% meer duurzame energie wordt geproduceerd dan nu het geval is.
Zonne-energie in de bestaande stad draagt daar aan bij. Om dit te realiseren kan
het nodig zijn om bestaande regels aan te passen, of met het Rijk in gesprek te
gaan wanneer de bevoegdheid niet bij de gemeente ligt. Aanpassing van regels
kan bijvoorbeeld nodig zijn in de situatie waarin regels, maatschappelijke wensen,
en toegenomen mogelijkheden door nieuwe (technologische}oplossingen, niet
meer met elkaar in overeenstemming zijn. In het collegeprogramma is daarover
afgesproken dat “we de regels voor het duurzaam aanpassen van gebouwen
[gaan] versimpelen, bijvoorbeeld op het gebied van de teruglevering van energie
en het gezamenlijk gebruik van daken voor zonnepanelen”. Daarbij dient het
college uiteraard wel te opereren binnen de kaders van de landelijke wet- en
regelgeving.
Het College is daarnaast van mening dat de energietransitie alleen plaatsvindt als
duurzaamheidsprojecten schaal krijgen. Daarvoor is het van belang dat wordt
gewerkt aan opschaalbaarheid en kopieerbaarheid van oplossingen.
De leerpunten die de pilot ‘Zon op de Zwijger’ op zal leveren zijn:
— voorbeeldfunctie: onderzoeken en laten zien hoe een nieuwe
zonnetechnologie mogelijk is op een monumentaal dak, waar dat met
conventionele panelen niet haalbaar/wenselijk is;
— kennisontwikkeling (bij overheid en markt) ten aanzien van technische
mogelijkheden van zonne-energie;
— onderzoeken hoe het vigerende welstandskader zich verhoudt tot innovatieve
zon technologieën.
Deze leerpunten zijn vooraf besproken met de projectpartners. Voor het project
Amstelkerk waren geen leerpunten geformuleerd vanuit de gemeente, omdat de
betrokkenheid beperkt was.
Het pilotproject Zon op de Zwijger levert input voor het evalueren van de regels
en draagt bij aan de uitvoering van het deel van de Zonvisie dat daarover gaat.
In de Zonvisie zijn 8 programmalijnen opgenomen waarlangs de gemeente de
toepassing van zonne-energie door burgers en bedrijven stimuleert. In lijn 7
(activiteit # 21) is opgenomen dat regelgeving periodiek tegen het licht wordt
gehouden om te zien of deze (nog) in lijn is met de stand der techniek op het
gebied van o.a. zonnesystemen.
4
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing op Gemeenteblad
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
4. Onder welke criteria zou het college de resultaten van de pilot “Zon op de Zwijger’
als een succes beoordelen? Wanneer vindt die beoordeling plaats en welke
Amsterdamse stakeholders zijn hierbij betrokken?
Antwoord:
Het project ‘Zon op de Zwijger’ wordt als succes beschouwd als:
1. de prijsvraag een inzending oplevert die een goede technische oplossing
biedt voor dit specifieke monumentale dak. Een goede technische oplossing is
een oplossing die aansluit bij de eisen van de pandeigenaar (stadsherstel),
betaalbaar is, en die aanvaardbaar is vanuit esthetisch en historisch oogpunt
en valt binnen de kaders van Welstand en Monumenten;
2. het project bijdraagt aan het vinden van een oplossing voor het aanbrengen
van zonnesystemen op andere monumentale panden, nu of in de toekomst.
Dit is geen hard criterium, omdat de bijdrage van één project aan een bredere
maatschappelijke ontwikkeling moeilijk te meten is. Amsterdam wil echter
duurzame koploper zijn, en daar hoort ook bij dat er ruimte wordt gemaakt
voor innovatie;
3. het project daarnaast input levert voor de periodieke herijking van de regels
conform de Zonvisie (zie het antwoord op vraag 3).
De beoogde planning: zie het antwoord op vraag 2.
De betrokken stakeholders zijn:
— De Groene Grachten;
— NV Stadsherstel;
— de gemeente Amsterdam (DRO, BMA, stadsdeel Centrum);
— Uuurders van Pakhuis de Zwijger (via Stadsherstel);
— Search.
5. Is het college van plan een vervolg te maken op het Amsterdamse
duurzaamheidsprogramma 2011-2014, en indien dat het geval is,
overeenkomstig het coalitieakkoord (blz. 27), de ambitie ten aanzien van lokale
zonne-energie uit de Zonvisie conform het initiatiefvoorstel van het voormalig
raadslid de heer Manuel en de resultaten van de ‘pilots’ op Pakhuis de Zwijger en
de Amstelkerk daarin aandacht te besteden aan het verduurzamen van
monumenten?
Antwoord:
Het College stelt eind dit jaar een Agenda Duurzaamheid vast. Het verduurzamen
van monumenten, deregulering en de ambitie van de Zonvisie zullen in deze
agenda worden meegenomen.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
5
X Gemeente Amsterdam R
% Gemeenteraad
Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 602
Datum akkoord 2 september 2014
Publicatiedatum 5 september 2014
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw A.M. Bosman
en de heer M.E. van den Heuvel van 5 augustus 2014 inzake zonnepanelen op
monumentale panden.
Aan de gemeenteraad
inleiding door vragenstellers.
Het college heeft de ambitie om in 2020 het aandeel duurzaam opgewekte energie
binnen Amsterdam met 20% te laten toenemen. Zonne-energie is een belangrijke
bron daarvoor. Eerder is de doelstelling vastgelegd om in 2020 160 MW zonnestroom
per jaar op te wekken binnen de gemeente Amsterdam. Voor 2040 is het streefcijfer
1000 MW. Zonne-energie is een belangrijke manier voor bewoners en ondernemers
om zelf voor hun elektriciteitsvoorziening te zorgen. Dat is goed voor het milieu,
de energierekening en de onafhankelijkheid van Amsterdam ten opzichte van
onberekenbare buitenlandse energieproducenten.
Amsterdam heeft naast de ruim 8500 rijks- en gemeentelijke monumenten, ook een
toenemend aantal beschermde stads- en dorpsgezichten. Het hele centrum van
Amsterdam is sinds 1999 beschermd stadsgezicht en de grachtengordel behoort
sinds 2010 tot het UNESCO werelderfgoed. De fractie van D66 vindt het belangrijk
dat deze historische waarde wordt beschermd zodat Amsterdammers en latere
generaties er nog volop van kunnen genieten en leren. De fractie van D66 kiest ook
voor een schone, groene en gezonde stad. Het is van belang dat de gemeente ruimte
geeft aan initiatieven die bijdragen aan nieuwe oplossingen van duurzaamheid,
waarbij we openstaan kijken voor het aanpassen van geldende (verouderde) regels
die verduurzaming in de weg staan, zonder dat de authenticiteit van monumenten
wordt aangetast.
Nu heeft de fractie van D66 begrepen dat de gemeente Amsterdam samen met
De Groene Grachten, Stadsherstel en Search een pilot is gestart om zonnepanelen te
plaatsen op de schuine kap van Pakhuis de Zwijger onder de naam: ‘Zon op de
Zwijger’. Het betreft een zogenaamd sheddak (‘zaagtandendak’), dat een zichtlocatie
is. Hieruit volgt waarschijnlijk een prijsvraag voor de aanbesteding die moet aantonen
welke partij het beste zonnepanelen op een monument kan plaatsen. Dit project is
benoemd als ‘pilot om uit te vinden of zonnepanelen op een monument passend zijn,
in relatie tot mogelijke technische gevolgen voor het dak door aanhechting van de
panelen of verstoring van het monumentale ‘daklandschap’ door het aangezicht van
zonnepanelen, omdat dat er nu eenmaal anders uitziet dan dat het daklandschap
eruit zag in de 17° eeuw.
1
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing op Gemeenteblad
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
Dit is niet het eerste monument met zonnepanelen. Sinds september 2013 liggen er
zonnepanelen op het (platte) dak van de Amstelkerk. Volgens de website van
Stadsherstel, die de energie van de zonnepanelen gebruikt voor het eigen kantoor dat
gevestigd is in dit rijksmonument, is de vergunning verleend nadat met foto's van een
proefopstelling was aangetoond dat het monument met deze ‘reversibele toepassing’
geen schade op zou lopen. Ook zijn er (slechts) een klein aantal grachtenpanden die
met trekken en sleuren een vergunning kregen om zonnepanelen op hun dak te
mogen plaatsen, om zodoende hun eigen elektriciteit op te kunnen wekken.
Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 5 augustus 2014, beiden namens
de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad
van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en
wethouders gericht:
1. Wat is het effect geweest van de — inmiddels afgeronde — pilot ‘Zon op de
Amstelkerk’ voor zonne-energie op andere monumenten met een plat dak en in
Amsterdam?
Antwoord:
Als onderdeel van het initiatief Groene Grachten, in 2012 gestart door Wubbo
Ockels en erop gericht om energiemaatregelen in monumentale panden te
promoten, is door Stadsherstel een viertal zonnepanelen aangebracht op de
Amstelkerk. Voor NV Stadsherstel betrof de Amstelkerk een eerste project waarin
zij zonnepanelen heeft aangebracht op een monumentaal pand. Deze panelen
zijn aangebracht op een plat dak en wel binnen de kaders van de Welstandsnota.
Leerdoel: uitvinden of het technisch mogelijk (ja) en rendabel is (nee, door de
lage elektriciteitsprijs die Stadsherstel betaalt omdat zij grootverbruiker is, en de
te betalen leges à 1050 euro).
Het effect is dat er nu 4 panelen liggen op dit monument, en dat Stadsherstel
inzicht heeft gekregen in de mogelijkheden (maatwerk) voor het aanbrengen van
zonnepanelen op monumenten en de business case daarvan.
Er zijn overigens meer (maar niet veel) voorbeelden van monumentale panden in
de stad waarop door bewoners reeds zonnepanelen zijn aangebracht. Hiervoor is
een vergunning nodig van het betreffende stadsdeel.
De betrokkenheid van de gemeente bij dit project van Stichting de Groene
Grachten en Stadsherstel was overigens beperkt. Bureau Monumenten en
Archeologie (BMA) en programmabureau Klimaat en Energie waren inhoudelijk
(advies, meedenken) betrokken bij het initiatief, het stadsdeel heeft de vergunning
afgegeven.
2
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing op Gemeenteblad R
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
2. Klopt het dat de gemeente Amsterdam (de Dienst Ruimtelijke Ordening en
het Bureau Monumenten & Archeologie) zich heeft aangesloten bij De Groene
Grachten, Stadsherstel, Stadsdeel Oost, Pakhuis de Zwijger en Search en bezig
is met de nieuwe pilot ‘Zon op de Zwijger’? Wat is de huidige status van dit project
en wat is de tijdsplanning van deze pilot (inclusief moment van afronding)?
Antwoord:
Ja. Genoemde partijen hebben gezamenlijk de pilot ‘Zon op de Zwijger’ in
voorbereiding. Dit project is geïnitieerd door De Groene Grachten. Het project
sluit aan bij de Amsterdamse Zonvisie ‘Burgers en Bedrijven gaan voor de zon!’
(zie ook het antwoord op vraag 3).
In dit project wordt onderzocht welke mogelijkheden ‘innovatieve
zonnetechnologie’ (bijvoorbeeld: andere type zonnecellen, kleur en
bevestigingstechnieken) biedt voor het aanbrengen van zonnepanelen op een
monumentaal dak, én hoe dit zich verhoudt tot de geldende regels.
Dit project onderscheidt zich van het eerdere project van Stadsherstel in de mate
van ‘innovativiteit van de technologie die gebruikt zal worden. In het eerste
project werd nog gebruik gemaakt van standaard zonnepanelen. In het nieuwe
project op de Zwijger gaat men op zoek naar de meest innovatieve zon-oplossing
voor dit monumentale pand.
Het project is als volgt opgebouwd:
1. allereerst wordt (op dit moment) de haalbaarheid onderzocht (technisch,
financieel, juridisch) voor het aanbrengen van zonnepanelen op Pakhuis de
Zwijger (eigendom NV Stadsherstel);
2. op basis van dit onderzoek zal NV Stadsherstel een beslissing nemen om
haar dak wel of niet ter beschikking te stellen;
3. indien zij akkoord gaat zal de markt in de vorm van een prijsvraag uitgedaagd
worden om met haar ‘beste’ systeem te komen;
4. het zonnesysteem van de beste inzending zal door Stadsherstel worden
uitgevoerd, onder voorbehoud van een positieve vergunningsbeschikking.
Volgens planning wordt de prijsvraag dit najaar bekend gemaakt (indien
Stadsherstel positief beslist; stap 2) en wordt het winnende systeem (beoordeling
door jury in november/december) begin 2015 geïnstalleerd.
De gemeente (BMA en Programmabureau Klimaat en Energie) is als adviseur bij
dit project betrokken. De Groene Grachten is project trekker. Uiteindelijke
installatie van het innovatieve zonnesysteem (als de prijsvraag daadwerkelijk
wordt uitgeschreven en er een goede inzending komt, die binnen de wettelijke
kaders past) wordt door Stadsherstel geregeld en gedekt. Stadsherstel vraagt
daar mogelijk financiering voor aan in de laatste tender van het Amsterdams
Investeringsfonds.
3
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing op Gemeenteblad R
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
3. Deelt het college de mening van de fractie van D66 over het belang van
verduurzaming en eventueel aanpassen van regels om nieuwe oplossingen van
duurzaamheid mogelijk te maken? Zo ja, welke leerpunten zijn/worden opgesteld
ten aanzien van de pilot voor het sheddak van Pakhuis de Zwijger? En welke
leerpunten waren opgesteld voor het platte dak van de Amstelkerk? Zo nee,
waarom niet en hoe denkt het college dan de ambitie zoals geformuleerd in de
Zonvisie 2013 te halen?
Antwoord:
Het College onderschrijft de mening van de fractie van D66 dat verduurzaming
van de bestaande stad van groot belang is en onderstreept dat in het
coalitieakkoord ‘Amsterdam is van iedereen’. Zij werkt o.a. aan de doelstelling dat
in 2020 20% meer duurzame energie wordt geproduceerd dan nu het geval is.
Zonne-energie in de bestaande stad draagt daar aan bij. Om dit te realiseren kan
het nodig zijn om bestaande regels aan te passen, of met het Rijk in gesprek te
gaan wanneer de bevoegdheid niet bij de gemeente ligt. Aanpassing van regels
kan bijvoorbeeld nodig zijn in de situatie waarin regels, maatschappelijke wensen,
en toegenomen mogelijkheden door nieuwe (technologische}oplossingen, niet
meer met elkaar in overeenstemming zijn. In het collegeprogramma is daarover
afgesproken dat “we de regels voor het duurzaam aanpassen van gebouwen
[gaan] versimpelen, bijvoorbeeld op het gebied van de teruglevering van energie
en het gezamenlijk gebruik van daken voor zonnepanelen”. Daarbij dient het
college uiteraard wel te opereren binnen de kaders van de landelijke wet- en
regelgeving.
Het College is daarnaast van mening dat de energietransitie alleen plaatsvindt als
duurzaamheidsprojecten schaal krijgen. Daarvoor is het van belang dat wordt
gewerkt aan opschaalbaarheid en kopieerbaarheid van oplossingen.
De leerpunten die de pilot ‘Zon op de Zwijger’ op zal leveren zijn:
— voorbeeldfunctie: onderzoeken en laten zien hoe een nieuwe
zonnetechnologie mogelijk is op een monumentaal dak, waar dat met
conventionele panelen niet haalbaar/wenselijk is;
— kennisontwikkeling (bij overheid en markt) ten aanzien van technische
mogelijkheden van zonne-energie;
— onderzoeken hoe het vigerende welstandskader zich verhoudt tot innovatieve
zon technologieën.
Deze leerpunten zijn vooraf besproken met de projectpartners. Voor het project
Amstelkerk waren geen leerpunten geformuleerd vanuit de gemeente, omdat de
betrokkenheid beperkt was.
Het pilotproject Zon op de Zwijger levert input voor het evalueren van de regels
en draagt bij aan de uitvoering van het deel van de Zonvisie dat daarover gaat.
In de Zonvisie zijn 8 programmalijnen opgenomen waarlangs de gemeente de
toepassing van zonne-energie door burgers en bedrijven stimuleert. In lijn 7
(activiteit # 21) is opgenomen dat regelgeving periodiek tegen het licht wordt
gehouden om te zien of deze (nog) in lijn is met de stand der techniek op het
gebied van o.a. zonnesystemen.
4
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing op Gemeenteblad
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
4. Onder welke criteria zou het college de resultaten van de pilot “Zon op de Zwijger’
als een succes beoordelen? Wanneer vindt die beoordeling plaats en welke
Amsterdamse stakeholders zijn hierbij betrokken?
Antwoord:
Het project ‘Zon op de Zwijger’ wordt als succes beschouwd als:
1. de prijsvraag een inzending oplevert die een goede technische oplossing
biedt voor dit specifieke monumentale dak. Een goede technische oplossing is
een oplossing die aansluit bij de eisen van de pandeigenaar (stadsherstel),
betaalbaar is, en die aanvaardbaar is vanuit esthetisch en historisch oogpunt
en valt binnen de kaders van Welstand en Monumenten;
2. het project bijdraagt aan het vinden van een oplossing voor het aanbrengen
van zonnesystemen op andere monumentale panden, nu of in de toekomst.
Dit is geen hard criterium, omdat de bijdrage van één project aan een bredere
maatschappelijke ontwikkeling moeilijk te meten is. Amsterdam wil echter
duurzame koploper zijn, en daar hoort ook bij dat er ruimte wordt gemaakt
voor innovatie;
3. het project daarnaast input levert voor de periodieke herijking van de regels
conform de Zonvisie (zie het antwoord op vraag 3).
De beoogde planning: zie het antwoord op vraag 2.
De betrokken stakeholders zijn:
— De Groene Grachten;
— NV Stadsherstel;
— de gemeente Amsterdam (DRO, BMA, stadsdeel Centrum);
— Uuurders van Pakhuis de Zwijger (via Stadsherstel);
— Search.
5. Is het college van plan een vervolg te maken op het Amsterdamse
duurzaamheidsprogramma 2011-2014, en indien dat het geval is,
overeenkomstig het coalitieakkoord (blz. 27), de ambitie ten aanzien van lokale
zonne-energie uit de Zonvisie conform het initiatiefvoorstel van het voormalig
raadslid de heer Manuel en de resultaten van de ‘pilots’ op Pakhuis de Zwijger en
de Amstelkerk daarin aandacht te besteden aan het verduurzamen van
monumenten?
Antwoord:
Het College stelt eind dit jaar een Agenda Duurzaamheid vast. Het verduurzamen
van monumenten, deregulering en de ambitie van de Zonvisie zullen in deze
agenda worden meegenomen.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
5
X Gemeente Amsterdam R
% Gemeenteraad
Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 602
Datum akkoord 2 september 2014
Publicatiedatum 5 september 2014
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw A.M. Bosman
en de heer M.E. van den Heuvel van 5 augustus 2014 inzake zonnepanelen op
monumentale panden.
Aan de gemeenteraad
inleiding door vragenstellers.
Het college heeft de ambitie om in 2020 het aandeel duurzaam opgewekte energie
binnen Amsterdam met 20% te laten toenemen. Zonne-energie is een belangrijke
bron daarvoor. Eerder is de doelstelling vastgelegd om in 2020 160 MW zonnestroom
per jaar op te wekken binnen de gemeente Amsterdam. Voor 2040 is het streefcijfer
1000 MW. Zonne-energie is een belangrijke manier voor bewoners en ondernemers
om zelf voor hun elektriciteitsvoorziening te zorgen. Dat is goed voor het milieu,
de energierekening en de onafhankelijkheid van Amsterdam ten opzichte van
onberekenbare buitenlandse energieproducenten.
Amsterdam heeft naast de ruim 8500 rijks- en gemeentelijke monumenten, ook een
toenemend aantal beschermde stads- en dorpsgezichten. Het hele centrum van
Amsterdam is sinds 1999 beschermd stadsgezicht en de grachtengordel behoort
sinds 2010 tot het UNESCO werelderfgoed. De fractie van D66 vindt het belangrijk
dat deze historische waarde wordt beschermd zodat Amsterdammers en latere
generaties er nog volop van kunnen genieten en leren. De fractie van D66 kiest ook
voor een schone, groene en gezonde stad. Het is van belang dat de gemeente ruimte
geeft aan initiatieven die bijdragen aan nieuwe oplossingen van duurzaamheid,
waarbij we openstaan kijken voor het aanpassen van geldende (verouderde) regels
die verduurzaming in de weg staan, zonder dat de authenticiteit van monumenten
wordt aangetast.
Nu heeft de fractie van D66 begrepen dat de gemeente Amsterdam samen met
De Groene Grachten, Stadsherstel en Search een pilot is gestart om zonnepanelen te
plaatsen op de schuine kap van Pakhuis de Zwijger onder de naam: ‘Zon op de
Zwijger’. Het betreft een zogenaamd sheddak (‘zaagtandendak’), dat een zichtlocatie
is. Hieruit volgt waarschijnlijk een prijsvraag voor de aanbesteding die moet aantonen
welke partij het beste zonnepanelen op een monument kan plaatsen. Dit project is
benoemd als ‘pilot om uit te vinden of zonnepanelen op een monument passend zijn,
in relatie tot mogelijke technische gevolgen voor het dak door aanhechting van de
panelen of verstoring van het monumentale ‘daklandschap’ door het aangezicht van
zonnepanelen, omdat dat er nu eenmaal anders uitziet dan dat het daklandschap
eruit zag in de 17° eeuw.
1
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing op Gemeenteblad
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
Dit is niet het eerste monument met zonnepanelen. Sinds september 2013 liggen er
zonnepanelen op het (platte) dak van de Amstelkerk. Volgens de website van
Stadsherstel, die de energie van de zonnepanelen gebruikt voor het eigen kantoor dat
gevestigd is in dit rijksmonument, is de vergunning verleend nadat met foto's van een
proefopstelling was aangetoond dat het monument met deze ‘reversibele toepassing’
geen schade op zou lopen. Ook zijn er (slechts) een klein aantal grachtenpanden die
met trekken en sleuren een vergunning kregen om zonnepanelen op hun dak te
mogen plaatsen, om zodoende hun eigen elektriciteit op te kunnen wekken.
Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 5 augustus 2014, beiden namens
de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad
van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en
wethouders gericht:
1. Wat is het effect geweest van de — inmiddels afgeronde — pilot ‘Zon op de
Amstelkerk’ voor zonne-energie op andere monumenten met een plat dak en in
Amsterdam?
Antwoord:
Als onderdeel van het initiatief Groene Grachten, in 2012 gestart door Wubbo
Ockels en erop gericht om energiemaatregelen in monumentale panden te
promoten, is door Stadsherstel een viertal zonnepanelen aangebracht op de
Amstelkerk. Voor NV Stadsherstel betrof de Amstelkerk een eerste project waarin
zij zonnepanelen heeft aangebracht op een monumentaal pand. Deze panelen
zijn aangebracht op een plat dak en wel binnen de kaders van de Welstandsnota.
Leerdoel: uitvinden of het technisch mogelijk (ja) en rendabel is (nee, door de
lage elektriciteitsprijs die Stadsherstel betaalt omdat zij grootverbruiker is, en de
te betalen leges à 1050 euro).
Het effect is dat er nu 4 panelen liggen op dit monument, en dat Stadsherstel
inzicht heeft gekregen in de mogelijkheden (maatwerk) voor het aanbrengen van
zonnepanelen op monumenten en de business case daarvan.
Er zijn overigens meer (maar niet veel) voorbeelden van monumentale panden in
de stad waarop door bewoners reeds zonnepanelen zijn aangebracht. Hiervoor is
een vergunning nodig van het betreffende stadsdeel.
De betrokkenheid van de gemeente bij dit project van Stichting de Groene
Grachten en Stadsherstel was overigens beperkt. Bureau Monumenten en
Archeologie (BMA) en programmabureau Klimaat en Energie waren inhoudelijk
(advies, meedenken) betrokken bij het initiatief, het stadsdeel heeft de vergunning
afgegeven.
2
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing op Gemeenteblad R
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
2. Klopt het dat de gemeente Amsterdam (de Dienst Ruimtelijke Ordening en
het Bureau Monumenten & Archeologie) zich heeft aangesloten bij De Groene
Grachten, Stadsherstel, Stadsdeel Oost, Pakhuis de Zwijger en Search en bezig
is met de nieuwe pilot ‘Zon op de Zwijger’? Wat is de huidige status van dit project
en wat is de tijdsplanning van deze pilot (inclusief moment van afronding)?
Antwoord:
Ja. Genoemde partijen hebben gezamenlijk de pilot ‘Zon op de Zwijger’ in
voorbereiding. Dit project is geïnitieerd door De Groene Grachten. Het project
sluit aan bij de Amsterdamse Zonvisie ‘Burgers en Bedrijven gaan voor de zon!’
(zie ook het antwoord op vraag 3).
In dit project wordt onderzocht welke mogelijkheden ‘innovatieve
zonnetechnologie’ (bijvoorbeeld: andere type zonnecellen, kleur en
bevestigingstechnieken) biedt voor het aanbrengen van zonnepanelen op een
monumentaal dak, én hoe dit zich verhoudt tot de geldende regels.
Dit project onderscheidt zich van het eerdere project van Stadsherstel in de mate
van ‘innovativiteit van de technologie die gebruikt zal worden. In het eerste
project werd nog gebruik gemaakt van standaard zonnepanelen. In het nieuwe
project op de Zwijger gaat men op zoek naar de meest innovatieve zon-oplossing
voor dit monumentale pand.
Het project is als volgt opgebouwd:
1. allereerst wordt (op dit moment) de haalbaarheid onderzocht (technisch,
financieel, juridisch) voor het aanbrengen van zonnepanelen op Pakhuis de
Zwijger (eigendom NV Stadsherstel);
2. op basis van dit onderzoek zal NV Stadsherstel een beslissing nemen om
haar dak wel of niet ter beschikking te stellen;
3. indien zij akkoord gaat zal de markt in de vorm van een prijsvraag uitgedaagd
worden om met haar ‘beste’ systeem te komen;
4. het zonnesysteem van de beste inzending zal door Stadsherstel worden
uitgevoerd, onder voorbehoud van een positieve vergunningsbeschikking.
Volgens planning wordt de prijsvraag dit najaar bekend gemaakt (indien
Stadsherstel positief beslist; stap 2) en wordt het winnende systeem (beoordeling
door jury in november/december) begin 2015 geïnstalleerd.
De gemeente (BMA en Programmabureau Klimaat en Energie) is als adviseur bij
dit project betrokken. De Groene Grachten is project trekker. Uiteindelijke
installatie van het innovatieve zonnesysteem (als de prijsvraag daadwerkelijk
wordt uitgeschreven en er een goede inzending komt, die binnen de wettelijke
kaders past) wordt door Stadsherstel geregeld en gedekt. Stadsherstel vraagt
daar mogelijk financiering voor aan in de laatste tender van het Amsterdams
Investeringsfonds.
3
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing op Gemeenteblad R
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
3. Deelt het college de mening van de fractie van D66 over het belang van
verduurzaming en eventueel aanpassen van regels om nieuwe oplossingen van
duurzaamheid mogelijk te maken? Zo ja, welke leerpunten zijn/worden opgesteld
ten aanzien van de pilot voor het sheddak van Pakhuis de Zwijger? En welke
leerpunten waren opgesteld voor het platte dak van de Amstelkerk? Zo nee,
waarom niet en hoe denkt het college dan de ambitie zoals geformuleerd in de
Zonvisie 2013 te halen?
Antwoord:
Het College onderschrijft de mening van de fractie van D66 dat verduurzaming
van de bestaande stad van groot belang is en onderstreept dat in het
coalitieakkoord ‘Amsterdam is van iedereen’. Zij werkt o.a. aan de doelstelling dat
in 2020 20% meer duurzame energie wordt geproduceerd dan nu het geval is.
Zonne-energie in de bestaande stad draagt daar aan bij. Om dit te realiseren kan
het nodig zijn om bestaande regels aan te passen, of met het Rijk in gesprek te
gaan wanneer de bevoegdheid niet bij de gemeente ligt. Aanpassing van regels
kan bijvoorbeeld nodig zijn in de situatie waarin regels, maatschappelijke wensen,
en toegenomen mogelijkheden door nieuwe (technologische}oplossingen, niet
meer met elkaar in overeenstemming zijn. In het collegeprogramma is daarover
afgesproken dat “we de regels voor het duurzaam aanpassen van gebouwen
[gaan] versimpelen, bijvoorbeeld op het gebied van de teruglevering van energie
en het gezamenlijk gebruik van daken voor zonnepanelen”. Daarbij dient het
college uiteraard wel te opereren binnen de kaders van de landelijke wet- en
regelgeving.
Het College is daarnaast van mening dat de energietransitie alleen plaatsvindt als
duurzaamheidsprojecten schaal krijgen. Daarvoor is het van belang dat wordt
gewerkt aan opschaalbaarheid en kopieerbaarheid van oplossingen.
De leerpunten die de pilot ‘Zon op de Zwijger’ op zal leveren zijn:
— voorbeeldfunctie: onderzoeken en laten zien hoe een nieuwe
zonnetechnologie mogelijk is op een monumentaal dak, waar dat met
conventionele panelen niet haalbaar/wenselijk is;
— kennisontwikkeling (bij overheid en markt) ten aanzien van technische
mogelijkheden van zonne-energie;
— onderzoeken hoe het vigerende welstandskader zich verhoudt tot innovatieve
zon technologieën.
Deze leerpunten zijn vooraf besproken met de projectpartners. Voor het project
Amstelkerk waren geen leerpunten geformuleerd vanuit de gemeente, omdat de
betrokkenheid beperkt was.
Het pilotproject Zon op de Zwijger levert input voor het evalueren van de regels
en draagt bij aan de uitvoering van het deel van de Zonvisie dat daarover gaat.
In de Zonvisie zijn 8 programmalijnen opgenomen waarlangs de gemeente de
toepassing van zonne-energie door burgers en bedrijven stimuleert. In lijn 7
(activiteit # 21) is opgenomen dat regelgeving periodiek tegen het licht wordt
gehouden om te zien of deze (nog) in lijn is met de stand der techniek op het
gebied van o.a. zonnesystemen.
4
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing op Gemeenteblad
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
4. Onder welke criteria zou het college de resultaten van de pilot “Zon op de Zwijger’
als een succes beoordelen? Wanneer vindt die beoordeling plaats en welke
Amsterdamse stakeholders zijn hierbij betrokken?
Antwoord:
Het project ‘Zon op de Zwijger’ wordt als succes beschouwd als:
1. de prijsvraag een inzending oplevert die een goede technische oplossing
biedt voor dit specifieke monumentale dak. Een goede technische oplossing is
een oplossing die aansluit bij de eisen van de pandeigenaar (stadsherstel),
betaalbaar is, en die aanvaardbaar is vanuit esthetisch en historisch oogpunt
en valt binnen de kaders van Welstand en Monumenten;
2. het project bijdraagt aan het vinden van een oplossing voor het aanbrengen
van zonnesystemen op andere monumentale panden, nu of in de toekomst.
Dit is geen hard criterium, omdat de bijdrage van één project aan een bredere
maatschappelijke ontwikkeling moeilijk te meten is. Amsterdam wil echter
duurzame koploper zijn, en daar hoort ook bij dat er ruimte wordt gemaakt
voor innovatie;
3. het project daarnaast input levert voor de periodieke herijking van de regels
conform de Zonvisie (zie het antwoord op vraag 3).
De beoogde planning: zie het antwoord op vraag 2.
De betrokken stakeholders zijn:
— De Groene Grachten;
— NV Stadsherstel;
— de gemeente Amsterdam (DRO, BMA, stadsdeel Centrum);
— Uuurders van Pakhuis de Zwijger (via Stadsherstel);
— Search.
5. Is het college van plan een vervolg te maken op het Amsterdamse
duurzaamheidsprogramma 2011-2014, en indien dat het geval is,
overeenkomstig het coalitieakkoord (blz. 27), de ambitie ten aanzien van lokale
zonne-energie uit de Zonvisie conform het initiatiefvoorstel van het voormalig
raadslid de heer Manuel en de resultaten van de ‘pilots’ op Pakhuis de Zwijger en
de Amstelkerk daarin aandacht te besteden aan het verduurzamen van
monumenten?
Antwoord:
Het College stelt eind dit jaar een Agenda Duurzaamheid vast. Het verduurzamen
van monumenten, deregulering en de ambitie van de Zonvisie zullen in deze
agenda worden meegenomen.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
5
X Gemeente Amsterdam R
% Gemeenteraad
Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 602
Datum akkoord 2 september 2014
Publicatiedatum 5 september 2014
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw A.M. Bosman
en de heer M.E. van den Heuvel van 5 augustus 2014 inzake zonnepanelen op
monumentale panden.
Aan de gemeenteraad
inleiding door vragenstellers.
Het college heeft de ambitie om in 2020 het aandeel duurzaam opgewekte energie
binnen Amsterdam met 20% te laten toenemen. Zonne-energie is een belangrijke
bron daarvoor. Eerder is de doelstelling vastgelegd om in 2020 160 MW zonnestroom
per jaar op te wekken binnen de gemeente Amsterdam. Voor 2040 is het streefcijfer
1000 MW. Zonne-energie is een belangrijke manier voor bewoners en ondernemers
om zelf voor hun elektriciteitsvoorziening te zorgen. Dat is goed voor het milieu,
de energierekening en de onafhankelijkheid van Amsterdam ten opzichte van
onberekenbare buitenlandse energieproducenten.
Amsterdam heeft naast de ruim 8500 rijks- en gemeentelijke monumenten, ook een
toenemend aantal beschermde stads- en dorpsgezichten. Het hele centrum van
Amsterdam is sinds 1999 beschermd stadsgezicht en de grachtengordel behoort
sinds 2010 tot het UNESCO werelderfgoed. De fractie van D66 vindt het belangrijk
dat deze historische waarde wordt beschermd zodat Amsterdammers en latere
generaties er nog volop van kunnen genieten en leren. De fractie van D66 kiest ook
voor een schone, groene en gezonde stad. Het is van belang dat de gemeente ruimte
geeft aan initiatieven die bijdragen aan nieuwe oplossingen van duurzaamheid,
waarbij we openstaan kijken voor het aanpassen van geldende (verouderde) regels
die verduurzaming in de weg staan, zonder dat de authenticiteit van monumenten
wordt aangetast.
Nu heeft de fractie van D66 begrepen dat de gemeente Amsterdam samen met
De Groene Grachten, Stadsherstel en Search een pilot is gestart om zonnepanelen te
plaatsen op de schuine kap van Pakhuis de Zwijger onder de naam: ‘Zon op de
Zwijger’. Het betreft een zogenaamd sheddak (‘zaagtandendak’), dat een zichtlocatie
is. Hieruit volgt waarschijnlijk een prijsvraag voor de aanbesteding die moet aantonen
welke partij het beste zonnepanelen op een monument kan plaatsen. Dit project is
benoemd als ‘pilot om uit te vinden of zonnepanelen op een monument passend zijn,
in relatie tot mogelijke technische gevolgen voor het dak door aanhechting van de
panelen of verstoring van het monumentale ‘daklandschap’ door het aangezicht van
zonnepanelen, omdat dat er nu eenmaal anders uitziet dan dat het daklandschap
eruit zag in de 17° eeuw.
1
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing op Gemeenteblad
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
Dit is niet het eerste monument met zonnepanelen. Sinds september 2013 liggen er
zonnepanelen op het (platte) dak van de Amstelkerk. Volgens de website van
Stadsherstel, die de energie van de zonnepanelen gebruikt voor het eigen kantoor dat
gevestigd is in dit rijksmonument, is de vergunning verleend nadat met foto's van een
proefopstelling was aangetoond dat het monument met deze ‘reversibele toepassing’
geen schade op zou lopen. Ook zijn er (slechts) een klein aantal grachtenpanden die
met trekken en sleuren een vergunning kregen om zonnepanelen op hun dak te
mogen plaatsen, om zodoende hun eigen elektriciteit op te kunnen wekken.
Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 5 augustus 2014, beiden namens
de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad
van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en
wethouders gericht:
1. Wat is het effect geweest van de — inmiddels afgeronde — pilot ‘Zon op de
Amstelkerk’ voor zonne-energie op andere monumenten met een plat dak en in
Amsterdam?
Antwoord:
Als onderdeel van het initiatief Groene Grachten, in 2012 gestart door Wubbo
Ockels en erop gericht om energiemaatregelen in monumentale panden te
promoten, is door Stadsherstel een viertal zonnepanelen aangebracht op de
Amstelkerk. Voor NV Stadsherstel betrof de Amstelkerk een eerste project waarin
zij zonnepanelen heeft aangebracht op een monumentaal pand. Deze panelen
zijn aangebracht op een plat dak en wel binnen de kaders van de Welstandsnota.
Leerdoel: uitvinden of het technisch mogelijk (ja) en rendabel is (nee, door de
lage elektriciteitsprijs die Stadsherstel betaalt omdat zij grootverbruiker is, en de
te betalen leges à 1050 euro).
Het effect is dat er nu 4 panelen liggen op dit monument, en dat Stadsherstel
inzicht heeft gekregen in de mogelijkheden (maatwerk) voor het aanbrengen van
zonnepanelen op monumenten en de business case daarvan.
Er zijn overigens meer (maar niet veel) voorbeelden van monumentale panden in
de stad waarop door bewoners reeds zonnepanelen zijn aangebracht. Hiervoor is
een vergunning nodig van het betreffende stadsdeel.
De betrokkenheid van de gemeente bij dit project van Stichting de Groene
Grachten en Stadsherstel was overigens beperkt. Bureau Monumenten en
Archeologie (BMA) en programmabureau Klimaat en Energie waren inhoudelijk
(advies, meedenken) betrokken bij het initiatief, het stadsdeel heeft de vergunning
afgegeven.
2
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing op Gemeenteblad R
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
2. Klopt het dat de gemeente Amsterdam (de Dienst Ruimtelijke Ordening en
het Bureau Monumenten & Archeologie) zich heeft aangesloten bij De Groene
Grachten, Stadsherstel, Stadsdeel Oost, Pakhuis de Zwijger en Search en bezig
is met de nieuwe pilot ‘Zon op de Zwijger’? Wat is de huidige status van dit project
en wat is de tijdsplanning van deze pilot (inclusief moment van afronding)?
Antwoord:
Ja. Genoemde partijen hebben gezamenlijk de pilot ‘Zon op de Zwijger’ in
voorbereiding. Dit project is geïnitieerd door De Groene Grachten. Het project
sluit aan bij de Amsterdamse Zonvisie ‘Burgers en Bedrijven gaan voor de zon!’
(zie ook het antwoord op vraag 3).
In dit project wordt onderzocht welke mogelijkheden ‘innovatieve
zonnetechnologie’ (bijvoorbeeld: andere type zonnecellen, kleur en
bevestigingstechnieken) biedt voor het aanbrengen van zonnepanelen op een
monumentaal dak, én hoe dit zich verhoudt tot de geldende regels.
Dit project onderscheidt zich van het eerdere project van Stadsherstel in de mate
van ‘innovativiteit van de technologie die gebruikt zal worden. In het eerste
project werd nog gebruik gemaakt van standaard zonnepanelen. In het nieuwe
project op de Zwijger gaat men op zoek naar de meest innovatieve zon-oplossing
voor dit monumentale pand.
Het project is als volgt opgebouwd:
1. allereerst wordt (op dit moment) de haalbaarheid onderzocht (technisch,
financieel, juridisch) voor het aanbrengen van zonnepanelen op Pakhuis de
Zwijger (eigendom NV Stadsherstel);
2. op basis van dit onderzoek zal NV Stadsherstel een beslissing nemen om
haar dak wel of niet ter beschikking te stellen;
3. indien zij akkoord gaat zal de markt in de vorm van een prijsvraag uitgedaagd
worden om met haar ‘beste’ systeem te komen;
4. het zonnesysteem van de beste inzending zal door Stadsherstel worden
uitgevoerd, onder voorbehoud van een positieve vergunningsbeschikking.
Volgens planning wordt de prijsvraag dit najaar bekend gemaakt (indien
Stadsherstel positief beslist; stap 2) en wordt het winnende systeem (beoordeling
door jury in november/december) begin 2015 geïnstalleerd.
De gemeente (BMA en Programmabureau Klimaat en Energie) is als adviseur bij
dit project betrokken. De Groene Grachten is project trekker. Uiteindelijke
installatie van het innovatieve zonnesysteem (als de prijsvraag daadwerkelijk
wordt uitgeschreven en er een goede inzending komt, die binnen de wettelijke
kaders past) wordt door Stadsherstel geregeld en gedekt. Stadsherstel vraagt
daar mogelijk financiering voor aan in de laatste tender van het Amsterdams
Investeringsfonds.
3
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing op Gemeenteblad R
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
3. Deelt het college de mening van de fractie van D66 over het belang van
verduurzaming en eventueel aanpassen van regels om nieuwe oplossingen van
duurzaamheid mogelijk te maken? Zo ja, welke leerpunten zijn/worden opgesteld
ten aanzien van de pilot voor het sheddak van Pakhuis de Zwijger? En welke
leerpunten waren opgesteld voor het platte dak van de Amstelkerk? Zo nee,
waarom niet en hoe denkt het college dan de ambitie zoals geformuleerd in de
Zonvisie 2013 te halen?
Antwoord:
Het College onderschrijft de mening van de fractie van D66 dat verduurzaming
van de bestaande stad van groot belang is en onderstreept dat in het
coalitieakkoord ‘Amsterdam is van iedereen’. Zij werkt o.a. aan de doelstelling dat
in 2020 20% meer duurzame energie wordt geproduceerd dan nu het geval is.
Zonne-energie in de bestaande stad draagt daar aan bij. Om dit te realiseren kan
het nodig zijn om bestaande regels aan te passen, of met het Rijk in gesprek te
gaan wanneer de bevoegdheid niet bij de gemeente ligt. Aanpassing van regels
kan bijvoorbeeld nodig zijn in de situatie waarin regels, maatschappelijke wensen,
en toegenomen mogelijkheden door nieuwe (technologische}oplossingen, niet
meer met elkaar in overeenstemming zijn. In het collegeprogramma is daarover
afgesproken dat “we de regels voor het duurzaam aanpassen van gebouwen
[gaan] versimpelen, bijvoorbeeld op het gebied van de teruglevering van energie
en het gezamenlijk gebruik van daken voor zonnepanelen”. Daarbij dient het
college uiteraard wel te opereren binnen de kaders van de landelijke wet- en
regelgeving.
Het College is daarnaast van mening dat de energietransitie alleen plaatsvindt als
duurzaamheidsprojecten schaal krijgen. Daarvoor is het van belang dat wordt
gewerkt aan opschaalbaarheid en kopieerbaarheid van oplossingen.
De leerpunten die de pilot ‘Zon op de Zwijger’ op zal leveren zijn:
— voorbeeldfunctie: onderzoeken en laten zien hoe een nieuwe
zonnetechnologie mogelijk is op een monumentaal dak, waar dat met
conventionele panelen niet haalbaar/wenselijk is;
— kennisontwikkeling (bij overheid en markt) ten aanzien van technische
mogelijkheden van zonne-energie;
— onderzoeken hoe het vigerende welstandskader zich verhoudt tot innovatieve
zon technologieën.
Deze leerpunten zijn vooraf besproken met de projectpartners. Voor het project
Amstelkerk waren geen leerpunten geformuleerd vanuit de gemeente, omdat de
betrokkenheid beperkt was.
Het pilotproject Zon op de Zwijger levert input voor het evalueren van de regels
en draagt bij aan de uitvoering van het deel van de Zonvisie dat daarover gaat.
In de Zonvisie zijn 8 programmalijnen opgenomen waarlangs de gemeente de
toepassing van zonne-energie door burgers en bedrijven stimuleert. In lijn 7
(activiteit # 21) is opgenomen dat regelgeving periodiek tegen het licht wordt
gehouden om te zien of deze (nog) in lijn is met de stand der techniek op het
gebied van o.a. zonnesystemen.
4
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing op Gemeenteblad
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
4. Onder welke criteria zou het college de resultaten van de pilot “Zon op de Zwijger’
als een succes beoordelen? Wanneer vindt die beoordeling plaats en welke
Amsterdamse stakeholders zijn hierbij betrokken?
Antwoord:
Het project ‘Zon op de Zwijger’ wordt als succes beschouwd als:
1. de prijsvraag een inzending oplevert die een goede technische oplossing
biedt voor dit specifieke monumentale dak. Een goede technische oplossing is
een oplossing die aansluit bij de eisen van de pandeigenaar (stadsherstel),
betaalbaar is, en die aanvaardbaar is vanuit esthetisch en historisch oogpunt
en valt binnen de kaders van Welstand en Monumenten;
2. het project bijdraagt aan het vinden van een oplossing voor het aanbrengen
van zonnesystemen op andere monumentale panden, nu of in de toekomst.
Dit is geen hard criterium, omdat de bijdrage van één project aan een bredere
maatschappelijke ontwikkeling moeilijk te meten is. Amsterdam wil echter
duurzame koploper zijn, en daar hoort ook bij dat er ruimte wordt gemaakt
voor innovatie;
3. het project daarnaast input levert voor de periodieke herijking van de regels
conform de Zonvisie (zie het antwoord op vraag 3).
De beoogde planning: zie het antwoord op vraag 2.
De betrokken stakeholders zijn:
— De Groene Grachten;
— NV Stadsherstel;
— de gemeente Amsterdam (DRO, BMA, stadsdeel Centrum);
— Uuurders van Pakhuis de Zwijger (via Stadsherstel);
— Search.
5. Is het college van plan een vervolg te maken op het Amsterdamse
duurzaamheidsprogramma 2011-2014, en indien dat het geval is,
overeenkomstig het coalitieakkoord (blz. 27), de ambitie ten aanzien van lokale
zonne-energie uit de Zonvisie conform het initiatiefvoorstel van het voormalig
raadslid de heer Manuel en de resultaten van de ‘pilots’ op Pakhuis de Zwijger en
de Amstelkerk daarin aandacht te besteden aan het verduurzamen van
monumenten?
Antwoord:
Het College stelt eind dit jaar een Agenda Duurzaamheid vast. Het verduurzamen
van monumenten, deregulering en de ambitie van de Zonvisie zullen in deze
agenda worden meegenomen.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
5
X Gemeente Amsterdam R
% Gemeenteraad
Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 602
Datum akkoord 2 september 2014
Publicatiedatum 5 september 2014
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw A.M. Bosman
en de heer M.E. van den Heuvel van 5 augustus 2014 inzake zonnepanelen op
monumentale panden.
Aan de gemeenteraad
inleiding door vragenstellers.
Het college heeft de ambitie om in 2020 het aandeel duurzaam opgewekte energie
binnen Amsterdam met 20% te laten toenemen. Zonne-energie is een belangrijke
bron daarvoor. Eerder is de doelstelling vastgelegd om in 2020 160 MW zonnestroom
per jaar op te wekken binnen de gemeente Amsterdam. Voor 2040 is het streefcijfer
1000 MW. Zonne-energie is een belangrijke manier voor bewoners en ondernemers
om zelf voor hun elektriciteitsvoorziening te zorgen. Dat is goed voor het milieu,
de energierekening en de onafhankelijkheid van Amsterdam ten opzichte van
onberekenbare buitenlandse energieproducenten.
Amsterdam heeft naast de ruim 8500 rijks- en gemeentelijke monumenten, ook een
toenemend aantal beschermde stads- en dorpsgezichten. Het hele centrum van
Amsterdam is sinds 1999 beschermd stadsgezicht en de grachtengordel behoort
sinds 2010 tot het UNESCO werelderfgoed. De fractie van D66 vindt het belangrijk
dat deze historische waarde wordt beschermd zodat Amsterdammers en latere
generaties er nog volop van kunnen genieten en leren. De fractie van D66 kiest ook
voor een schone, groene en gezonde stad. Het is van belang dat de gemeente ruimte
geeft aan initiatieven die bijdragen aan nieuwe oplossingen van duurzaamheid,
waarbij we openstaan kijken voor het aanpassen van geldende (verouderde) regels
die verduurzaming in de weg staan, zonder dat de authenticiteit van monumenten
wordt aangetast.
Nu heeft de fractie van D66 begrepen dat de gemeente Amsterdam samen met
De Groene Grachten, Stadsherstel en Search een pilot is gestart om zonnepanelen te
plaatsen op de schuine kap van Pakhuis de Zwijger onder de naam: ‘Zon op de
Zwijger’. Het betreft een zogenaamd sheddak (‘zaagtandendak’), dat een zichtlocatie
is. Hieruit volgt waarschijnlijk een prijsvraag voor de aanbesteding die moet aantonen
welke partij het beste zonnepanelen op een monument kan plaatsen. Dit project is
benoemd als ‘pilot om uit te vinden of zonnepanelen op een monument passend zijn,
in relatie tot mogelijke technische gevolgen voor het dak door aanhechting van de
panelen of verstoring van het monumentale ‘daklandschap’ door het aangezicht van
zonnepanelen, omdat dat er nu eenmaal anders uitziet dan dat het daklandschap
eruit zag in de 17° eeuw.
1
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing op Gemeenteblad
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
Dit is niet het eerste monument met zonnepanelen. Sinds september 2013 liggen er
zonnepanelen op het (platte) dak van de Amstelkerk. Volgens de website van
Stadsherstel, die de energie van de zonnepanelen gebruikt voor het eigen kantoor dat
gevestigd is in dit rijksmonument, is de vergunning verleend nadat met foto's van een
proefopstelling was aangetoond dat het monument met deze ‘reversibele toepassing’
geen schade op zou lopen. Ook zijn er (slechts) een klein aantal grachtenpanden die
met trekken en sleuren een vergunning kregen om zonnepanelen op hun dak te
mogen plaatsen, om zodoende hun eigen elektriciteit op te kunnen wekken.
Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 5 augustus 2014, beiden namens
de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad
van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en
wethouders gericht:
1. Wat is het effect geweest van de — inmiddels afgeronde — pilot ‘Zon op de
Amstelkerk’ voor zonne-energie op andere monumenten met een plat dak en in
Amsterdam?
Antwoord:
Als onderdeel van het initiatief Groene Grachten, in 2012 gestart door Wubbo
Ockels en erop gericht om energiemaatregelen in monumentale panden te
promoten, is door Stadsherstel een viertal zonnepanelen aangebracht op de
Amstelkerk. Voor NV Stadsherstel betrof de Amstelkerk een eerste project waarin
zij zonnepanelen heeft aangebracht op een monumentaal pand. Deze panelen
zijn aangebracht op een plat dak en wel binnen de kaders van de Welstandsnota.
Leerdoel: uitvinden of het technisch mogelijk (ja) en rendabel is (nee, door de
lage elektriciteitsprijs die Stadsherstel betaalt omdat zij grootverbruiker is, en de
te betalen leges à 1050 euro).
Het effect is dat er nu 4 panelen liggen op dit monument, en dat Stadsherstel
inzicht heeft gekregen in de mogelijkheden (maatwerk) voor het aanbrengen van
zonnepanelen op monumenten en de business case daarvan.
Er zijn overigens meer (maar niet veel) voorbeelden van monumentale panden in
de stad waarop door bewoners reeds zonnepanelen zijn aangebracht. Hiervoor is
een vergunning nodig van het betreffende stadsdeel.
De betrokkenheid van de gemeente bij dit project van Stichting de Groene
Grachten en Stadsherstel was overigens beperkt. Bureau Monumenten en
Archeologie (BMA) en programmabureau Klimaat en Energie waren inhoudelijk
(advies, meedenken) betrokken bij het initiatief, het stadsdeel heeft de vergunning
afgegeven.
2
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing op Gemeenteblad R
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
2. Klopt het dat de gemeente Amsterdam (de Dienst Ruimtelijke Ordening en
het Bureau Monumenten & Archeologie) zich heeft aangesloten bij De Groene
Grachten, Stadsherstel, Stadsdeel Oost, Pakhuis de Zwijger en Search en bezig
is met de nieuwe pilot ‘Zon op de Zwijger’? Wat is de huidige status van dit project
en wat is de tijdsplanning van deze pilot (inclusief moment van afronding)?
Antwoord:
Ja. Genoemde partijen hebben gezamenlijk de pilot ‘Zon op de Zwijger’ in
voorbereiding. Dit project is geïnitieerd door De Groene Grachten. Het project
sluit aan bij de Amsterdamse Zonvisie ‘Burgers en Bedrijven gaan voor de zon!’
(zie ook het antwoord op vraag 3).
In dit project wordt onderzocht welke mogelijkheden ‘innovatieve
zonnetechnologie’ (bijvoorbeeld: andere type zonnecellen, kleur en
bevestigingstechnieken) biedt voor het aanbrengen van zonnepanelen op een
monumentaal dak, én hoe dit zich verhoudt tot de geldende regels.
Dit project onderscheidt zich van het eerdere project van Stadsherstel in de mate
van ‘innovativiteit van de technologie die gebruikt zal worden. In het eerste
project werd nog gebruik gemaakt van standaard zonnepanelen. In het nieuwe
project op de Zwijger gaat men op zoek naar de meest innovatieve zon-oplossing
voor dit monumentale pand.
Het project is als volgt opgebouwd:
1. allereerst wordt (op dit moment) de haalbaarheid onderzocht (technisch,
financieel, juridisch) voor het aanbrengen van zonnepanelen op Pakhuis de
Zwijger (eigendom NV Stadsherstel);
2. op basis van dit onderzoek zal NV Stadsherstel een beslissing nemen om
haar dak wel of niet ter beschikking te stellen;
3. indien zij akkoord gaat zal de markt in de vorm van een prijsvraag uitgedaagd
worden om met haar ‘beste’ systeem te komen;
4. het zonnesysteem van de beste inzending zal door Stadsherstel worden
uitgevoerd, onder voorbehoud van een positieve vergunningsbeschikking.
Volgens planning wordt de prijsvraag dit najaar bekend gemaakt (indien
Stadsherstel positief beslist; stap 2) en wordt het winnende systeem (beoordeling
door jury in november/december) begin 2015 geïnstalleerd.
De gemeente (BMA en Programmabureau Klimaat en Energie) is als adviseur bij
dit project betrokken. De Groene Grachten is project trekker. Uiteindelijke
installatie van het innovatieve zonnesysteem (als de prijsvraag daadwerkelijk
wordt uitgeschreven en er een goede inzending komt, die binnen de wettelijke
kaders past) wordt door Stadsherstel geregeld en gedekt. Stadsherstel vraagt
daar mogelijk financiering voor aan in de laatste tender van het Amsterdams
Investeringsfonds.
3
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing op Gemeenteblad R
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
3. Deelt het college de mening van de fractie van D66 over het belang van
verduurzaming en eventueel aanpassen van regels om nieuwe oplossingen van
duurzaamheid mogelijk te maken? Zo ja, welke leerpunten zijn/worden opgesteld
ten aanzien van de pilot voor het sheddak van Pakhuis de Zwijger? En welke
leerpunten waren opgesteld voor het platte dak van de Amstelkerk? Zo nee,
waarom niet en hoe denkt het college dan de ambitie zoals geformuleerd in de
Zonvisie 2013 te halen?
Antwoord:
Het College onderschrijft de mening van de fractie van D66 dat verduurzaming
van de bestaande stad van groot belang is en onderstreept dat in het
coalitieakkoord ‘Amsterdam is van iedereen’. Zij werkt o.a. aan de doelstelling dat
in 2020 20% meer duurzame energie wordt geproduceerd dan nu het geval is.
Zonne-energie in de bestaande stad draagt daar aan bij. Om dit te realiseren kan
het nodig zijn om bestaande regels aan te passen, of met het Rijk in gesprek te
gaan wanneer de bevoegdheid niet bij de gemeente ligt. Aanpassing van regels
kan bijvoorbeeld nodig zijn in de situatie waarin regels, maatschappelijke wensen,
en toegenomen mogelijkheden door nieuwe (technologische}oplossingen, niet
meer met elkaar in overeenstemming zijn. In het collegeprogramma is daarover
afgesproken dat “we de regels voor het duurzaam aanpassen van gebouwen
[gaan] versimpelen, bijvoorbeeld op het gebied van de teruglevering van energie
en het gezamenlijk gebruik van daken voor zonnepanelen”. Daarbij dient het
college uiteraard wel te opereren binnen de kaders van de landelijke wet- en
regelgeving.
Het College is daarnaast van mening dat de energietransitie alleen plaatsvindt als
duurzaamheidsprojecten schaal krijgen. Daarvoor is het van belang dat wordt
gewerkt aan opschaalbaarheid en kopieerbaarheid van oplossingen.
De leerpunten die de pilot ‘Zon op de Zwijger’ op zal leveren zijn:
— voorbeeldfunctie: onderzoeken en laten zien hoe een nieuwe
zonnetechnologie mogelijk is op een monumentaal dak, waar dat met
conventionele panelen niet haalbaar/wenselijk is;
— kennisontwikkeling (bij overheid en markt) ten aanzien van technische
mogelijkheden van zonne-energie;
— onderzoeken hoe het vigerende welstandskader zich verhoudt tot innovatieve
zon technologieën.
Deze leerpunten zijn vooraf besproken met de projectpartners. Voor het project
Amstelkerk waren geen leerpunten geformuleerd vanuit de gemeente, omdat de
betrokkenheid beperkt was.
Het pilotproject Zon op de Zwijger levert input voor het evalueren van de regels
en draagt bij aan de uitvoering van het deel van de Zonvisie dat daarover gaat.
In de Zonvisie zijn 8 programmalijnen opgenomen waarlangs de gemeente de
toepassing van zonne-energie door burgers en bedrijven stimuleert. In lijn 7
(activiteit # 21) is opgenomen dat regelgeving periodiek tegen het licht wordt
gehouden om te zien of deze (nog) in lijn is met de stand der techniek op het
gebied van o.a. zonnesystemen.
4
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing op Gemeenteblad
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
4. Onder welke criteria zou het college de resultaten van de pilot “Zon op de Zwijger’
als een succes beoordelen? Wanneer vindt die beoordeling plaats en welke
Amsterdamse stakeholders zijn hierbij betrokken?
Antwoord:
Het project ‘Zon op de Zwijger’ wordt als succes beschouwd als:
1. de prijsvraag een inzending oplevert die een goede technische oplossing
biedt voor dit specifieke monumentale dak. Een goede technische oplossing is
een oplossing die aansluit bij de eisen van de pandeigenaar (stadsherstel),
betaalbaar is, en die aanvaardbaar is vanuit esthetisch en historisch oogpunt
en valt binnen de kaders van Welstand en Monumenten;
2. het project bijdraagt aan het vinden van een oplossing voor het aanbrengen
van zonnesystemen op andere monumentale panden, nu of in de toekomst.
Dit is geen hard criterium, omdat de bijdrage van één project aan een bredere
maatschappelijke ontwikkeling moeilijk te meten is. Amsterdam wil echter
duurzame koploper zijn, en daar hoort ook bij dat er ruimte wordt gemaakt
voor innovatie;
3. het project daarnaast input levert voor de periodieke herijking van de regels
conform de Zonvisie (zie het antwoord op vraag 3).
De beoogde planning: zie het antwoord op vraag 2.
De betrokken stakeholders zijn:
— De Groene Grachten;
— NV Stadsherstel;
— de gemeente Amsterdam (DRO, BMA, stadsdeel Centrum);
— Uuurders van Pakhuis de Zwijger (via Stadsherstel);
— Search.
5. Is het college van plan een vervolg te maken op het Amsterdamse
duurzaamheidsprogramma 2011-2014, en indien dat het geval is,
overeenkomstig het coalitieakkoord (blz. 27), de ambitie ten aanzien van lokale
zonne-energie uit de Zonvisie conform het initiatiefvoorstel van het voormalig
raadslid de heer Manuel en de resultaten van de ‘pilots’ op Pakhuis de Zwijger en
de Amstelkerk daarin aandacht te besteden aan het verduurzamen van
monumenten?
Antwoord:
Het College stelt eind dit jaar een Agenda Duurzaamheid vast. Het verduurzamen
van monumenten, deregulering en de ambitie van de Zonvisie zullen in deze
agenda worden meegenomen.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
5
X Gemeente Amsterdam R
% Gemeenteraad
Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 602
Datum akkoord 2 september 2014
Publicatiedatum 5 september 2014
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw A.M. Bosman
en de heer M.E. van den Heuvel van 5 augustus 2014 inzake zonnepanelen op
monumentale panden.
Aan de gemeenteraad
inleiding door vragenstellers.
Het college heeft de ambitie om in 2020 het aandeel duurzaam opgewekte energie
binnen Amsterdam met 20% te laten toenemen. Zonne-energie is een belangrijke
bron daarvoor. Eerder is de doelstelling vastgelegd om in 2020 160 MW zonnestroom
per jaar op te wekken binnen de gemeente Amsterdam. Voor 2040 is het streefcijfer
1000 MW. Zonne-energie is een belangrijke manier voor bewoners en ondernemers
om zelf voor hun elektriciteitsvoorziening te zorgen. Dat is goed voor het milieu,
de energierekening en de onafhankelijkheid van Amsterdam ten opzichte van
onberekenbare buitenlandse energieproducenten.
Amsterdam heeft naast de ruim 8500 rijks- en gemeentelijke monumenten, ook een
toenemend aantal beschermde stads- en dorpsgezichten. Het hele centrum van
Amsterdam is sinds 1999 beschermd stadsgezicht en de grachtengordel behoort
sinds 2010 tot het UNESCO werelderfgoed. De fractie van D66 vindt het belangrijk
dat deze historische waarde wordt beschermd zodat Amsterdammers en latere
generaties er nog volop van kunnen genieten en leren. De fractie van D66 kiest ook
voor een schone, groene en gezonde stad. Het is van belang dat de gemeente ruimte
geeft aan initiatieven die bijdragen aan nieuwe oplossingen van duurzaamheid,
waarbij we openstaan kijken voor het aanpassen van geldende (verouderde) regels
die verduurzaming in de weg staan, zonder dat de authenticiteit van monumenten
wordt aangetast.
Nu heeft de fractie van D66 begrepen dat de gemeente Amsterdam samen met
De Groene Grachten, Stadsherstel en Search een pilot is gestart om zonnepanelen te
plaatsen op de schuine kap van Pakhuis de Zwijger onder de naam: ‘Zon op de
Zwijger’. Het betreft een zogenaamd sheddak (‘zaagtandendak’), dat een zichtlocatie
is. Hieruit volgt waarschijnlijk een prijsvraag voor de aanbesteding die moet aantonen
welke partij het beste zonnepanelen op een monument kan plaatsen. Dit project is
benoemd als ‘pilot om uit te vinden of zonnepanelen op een monument passend zijn,
in relatie tot mogelijke technische gevolgen voor het dak door aanhechting van de
panelen of verstoring van het monumentale ‘daklandschap’ door het aangezicht van
zonnepanelen, omdat dat er nu eenmaal anders uitziet dan dat het daklandschap
eruit zag in de 17° eeuw.
1
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing op Gemeenteblad
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
Dit is niet het eerste monument met zonnepanelen. Sinds september 2013 liggen er
zonnepanelen op het (platte) dak van de Amstelkerk. Volgens de website van
Stadsherstel, die de energie van de zonnepanelen gebruikt voor het eigen kantoor dat
gevestigd is in dit rijksmonument, is de vergunning verleend nadat met foto's van een
proefopstelling was aangetoond dat het monument met deze ‘reversibele toepassing’
geen schade op zou lopen. Ook zijn er (slechts) een klein aantal grachtenpanden die
met trekken en sleuren een vergunning kregen om zonnepanelen op hun dak te
mogen plaatsen, om zodoende hun eigen elektriciteit op te kunnen wekken.
Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 5 augustus 2014, beiden namens
de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad
van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en
wethouders gericht:
1. Wat is het effect geweest van de — inmiddels afgeronde — pilot ‘Zon op de
Amstelkerk’ voor zonne-energie op andere monumenten met een plat dak en in
Amsterdam?
Antwoord:
Als onderdeel van het initiatief Groene Grachten, in 2012 gestart door Wubbo
Ockels en erop gericht om energiemaatregelen in monumentale panden te
promoten, is door Stadsherstel een viertal zonnepanelen aangebracht op de
Amstelkerk. Voor NV Stadsherstel betrof de Amstelkerk een eerste project waarin
zij zonnepanelen heeft aangebracht op een monumentaal pand. Deze panelen
zijn aangebracht op een plat dak en wel binnen de kaders van de Welstandsnota.
Leerdoel: uitvinden of het technisch mogelijk (ja) en rendabel is (nee, door de
lage elektriciteitsprijs die Stadsherstel betaalt omdat zij grootverbruiker is, en de
te betalen leges à 1050 euro).
Het effect is dat er nu 4 panelen liggen op dit monument, en dat Stadsherstel
inzicht heeft gekregen in de mogelijkheden (maatwerk) voor het aanbrengen van
zonnepanelen op monumenten en de business case daarvan.
Er zijn overigens meer (maar niet veel) voorbeelden van monumentale panden in
de stad waarop door bewoners reeds zonnepanelen zijn aangebracht. Hiervoor is
een vergunning nodig van het betreffende stadsdeel.
De betrokkenheid van de gemeente bij dit project van Stichting de Groene
Grachten en Stadsherstel was overigens beperkt. Bureau Monumenten en
Archeologie (BMA) en programmabureau Klimaat en Energie waren inhoudelijk
(advies, meedenken) betrokken bij het initiatief, het stadsdeel heeft de vergunning
afgegeven.
2
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing op Gemeenteblad R
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
2. Klopt het dat de gemeente Amsterdam (de Dienst Ruimtelijke Ordening en
het Bureau Monumenten & Archeologie) zich heeft aangesloten bij De Groene
Grachten, Stadsherstel, Stadsdeel Oost, Pakhuis de Zwijger en Search en bezig
is met de nieuwe pilot ‘Zon op de Zwijger’? Wat is de huidige status van dit project
en wat is de tijdsplanning van deze pilot (inclusief moment van afronding)?
Antwoord:
Ja. Genoemde partijen hebben gezamenlijk de pilot ‘Zon op de Zwijger’ in
voorbereiding. Dit project is geïnitieerd door De Groene Grachten. Het project
sluit aan bij de Amsterdamse Zonvisie ‘Burgers en Bedrijven gaan voor de zon!’
(zie ook het antwoord op vraag 3).
In dit project wordt onderzocht welke mogelijkheden ‘innovatieve
zonnetechnologie’ (bijvoorbeeld: andere type zonnecellen, kleur en
bevestigingstechnieken) biedt voor het aanbrengen van zonnepanelen op een
monumentaal dak, én hoe dit zich verhoudt tot de geldende regels.
Dit project onderscheidt zich van het eerdere project van Stadsherstel in de mate
van ‘innovativiteit van de technologie die gebruikt zal worden. In het eerste
project werd nog gebruik gemaakt van standaard zonnepanelen. In het nieuwe
project op de Zwijger gaat men op zoek naar de meest innovatieve zon-oplossing
voor dit monumentale pand.
Het project is als volgt opgebouwd:
1. allereerst wordt (op dit moment) de haalbaarheid onderzocht (technisch,
financieel, juridisch) voor het aanbrengen van zonnepanelen op Pakhuis de
Zwijger (eigendom NV Stadsherstel);
2. op basis van dit onderzoek zal NV Stadsherstel een beslissing nemen om
haar dak wel of niet ter beschikking te stellen;
3. indien zij akkoord gaat zal de markt in de vorm van een prijsvraag uitgedaagd
worden om met haar ‘beste’ systeem te komen;
4. het zonnesysteem van de beste inzending zal door Stadsherstel worden
uitgevoerd, onder voorbehoud van een positieve vergunningsbeschikking.
Volgens planning wordt de prijsvraag dit najaar bekend gemaakt (indien
Stadsherstel positief beslist; stap 2) en wordt het winnende systeem (beoordeling
door jury in november/december) begin 2015 geïnstalleerd.
De gemeente (BMA en Programmabureau Klimaat en Energie) is als adviseur bij
dit project betrokken. De Groene Grachten is project trekker. Uiteindelijke
installatie van het innovatieve zonnesysteem (als de prijsvraag daadwerkelijk
wordt uitgeschreven en er een goede inzending komt, die binnen de wettelijke
kaders past) wordt door Stadsherstel geregeld en gedekt. Stadsherstel vraagt
daar mogelijk financiering voor aan in de laatste tender van het Amsterdams
Investeringsfonds.
3
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing op Gemeenteblad R
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
3. Deelt het college de mening van de fractie van D66 over het belang van
verduurzaming en eventueel aanpassen van regels om nieuwe oplossingen van
duurzaamheid mogelijk te maken? Zo ja, welke leerpunten zijn/worden opgesteld
ten aanzien van de pilot voor het sheddak van Pakhuis de Zwijger? En welke
leerpunten waren opgesteld voor het platte dak van de Amstelkerk? Zo nee,
waarom niet en hoe denkt het college dan de ambitie zoals geformuleerd in de
Zonvisie 2013 te halen?
Antwoord:
Het College onderschrijft de mening van de fractie van D66 dat verduurzaming
van de bestaande stad van groot belang is en onderstreept dat in het
coalitieakkoord ‘Amsterdam is van iedereen’. Zij werkt o.a. aan de doelstelling dat
in 2020 20% meer duurzame energie wordt geproduceerd dan nu het geval is.
Zonne-energie in de bestaande stad draagt daar aan bij. Om dit te realiseren kan
het nodig zijn om bestaande regels aan te passen, of met het Rijk in gesprek te
gaan wanneer de bevoegdheid niet bij de gemeente ligt. Aanpassing van regels
kan bijvoorbeeld nodig zijn in de situatie waarin regels, maatschappelijke wensen,
en toegenomen mogelijkheden door nieuwe (technologische}oplossingen, niet
meer met elkaar in overeenstemming zijn. In het collegeprogramma is daarover
afgesproken dat “we de regels voor het duurzaam aanpassen van gebouwen
[gaan] versimpelen, bijvoorbeeld op het gebied van de teruglevering van energie
en het gezamenlijk gebruik van daken voor zonnepanelen”. Daarbij dient het
college uiteraard wel te opereren binnen de kaders van de landelijke wet- en
regelgeving.
Het College is daarnaast van mening dat de energietransitie alleen plaatsvindt als
duurzaamheidsprojecten schaal krijgen. Daarvoor is het van belang dat wordt
gewerkt aan opschaalbaarheid en kopieerbaarheid van oplossingen.
De leerpunten die de pilot ‘Zon op de Zwijger’ op zal leveren zijn:
— voorbeeldfunctie: onderzoeken en laten zien hoe een nieuwe
zonnetechnologie mogelijk is op een monumentaal dak, waar dat met
conventionele panelen niet haalbaar/wenselijk is;
— kennisontwikkeling (bij overheid en markt) ten aanzien van technische
mogelijkheden van zonne-energie;
— onderzoeken hoe het vigerende welstandskader zich verhoudt tot innovatieve
zon technologieën.
Deze leerpunten zijn vooraf besproken met de projectpartners. Voor het project
Amstelkerk waren geen leerpunten geformuleerd vanuit de gemeente, omdat de
betrokkenheid beperkt was.
Het pilotproject Zon op de Zwijger levert input voor het evalueren van de regels
en draagt bij aan de uitvoering van het deel van de Zonvisie dat daarover gaat.
In de Zonvisie zijn 8 programmalijnen opgenomen waarlangs de gemeente de
toepassing van zonne-energie door burgers en bedrijven stimuleert. In lijn 7
(activiteit # 21) is opgenomen dat regelgeving periodiek tegen het licht wordt
gehouden om te zien of deze (nog) in lijn is met de stand der techniek op het
gebied van o.a. zonnesystemen.
4
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing op Gemeenteblad
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
4. Onder welke criteria zou het college de resultaten van de pilot “Zon op de Zwijger’
als een succes beoordelen? Wanneer vindt die beoordeling plaats en welke
Amsterdamse stakeholders zijn hierbij betrokken?
Antwoord:
Het project ‘Zon op de Zwijger’ wordt als succes beschouwd als:
1. de prijsvraag een inzending oplevert die een goede technische oplossing
biedt voor dit specifieke monumentale dak. Een goede technische oplossing is
een oplossing die aansluit bij de eisen van de pandeigenaar (stadsherstel),
betaalbaar is, en die aanvaardbaar is vanuit esthetisch en historisch oogpunt
en valt binnen de kaders van Welstand en Monumenten;
2. het project bijdraagt aan het vinden van een oplossing voor het aanbrengen
van zonnesystemen op andere monumentale panden, nu of in de toekomst.
Dit is geen hard criterium, omdat de bijdrage van één project aan een bredere
maatschappelijke ontwikkeling moeilijk te meten is. Amsterdam wil echter
duurzame koploper zijn, en daar hoort ook bij dat er ruimte wordt gemaakt
voor innovatie;
3. het project daarnaast input levert voor de periodieke herijking van de regels
conform de Zonvisie (zie het antwoord op vraag 3).
De beoogde planning: zie het antwoord op vraag 2.
De betrokken stakeholders zijn:
— De Groene Grachten;
— NV Stadsherstel;
— de gemeente Amsterdam (DRO, BMA, stadsdeel Centrum);
— Uuurders van Pakhuis de Zwijger (via Stadsherstel);
— Search.
5. Is het college van plan een vervolg te maken op het Amsterdamse
duurzaamheidsprogramma 2011-2014, en indien dat het geval is,
overeenkomstig het coalitieakkoord (blz. 27), de ambitie ten aanzien van lokale
zonne-energie uit de Zonvisie conform het initiatiefvoorstel van het voormalig
raadslid de heer Manuel en de resultaten van de ‘pilots’ op Pakhuis de Zwijger en
de Amstelkerk daarin aandacht te besteden aan het verduurzamen van
monumenten?
Antwoord:
Het College stelt eind dit jaar een Agenda Duurzaamheid vast. Het verduurzamen
van monumenten, deregulering en de ambitie van de Zonvisie zullen in deze
agenda worden meegenomen.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
5
X Gemeente Amsterdam R
% Gemeenteraad
Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 602
Datum akkoord 2 september 2014
Publicatiedatum 5 september 2014
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw A.M. Bosman
en de heer M.E. van den Heuvel van 5 augustus 2014 inzake zonnepanelen op
monumentale panden.
Aan de gemeenteraad
inleiding door vragenstellers.
Het college heeft de ambitie om in 2020 het aandeel duurzaam opgewekte energie
binnen Amsterdam met 20% te laten toenemen. Zonne-energie is een belangrijke
bron daarvoor. Eerder is de doelstelling vastgelegd om in 2020 160 MW zonnestroom
per jaar op te wekken binnen de gemeente Amsterdam. Voor 2040 is het streefcijfer
1000 MW. Zonne-energie is een belangrijke manier voor bewoners en ondernemers
om zelf voor hun elektriciteitsvoorziening te zorgen. Dat is goed voor het milieu,
de energierekening en de onafhankelijkheid van Amsterdam ten opzichte van
onberekenbare buitenlandse energieproducenten.
Amsterdam heeft naast de ruim 8500 rijks- en gemeentelijke monumenten, ook een
toenemend aantal beschermde stads- en dorpsgezichten. Het hele centrum van
Amsterdam is sinds 1999 beschermd stadsgezicht en de grachtengordel behoort
sinds 2010 tot het UNESCO werelderfgoed. De fractie van D66 vindt het belangrijk
dat deze historische waarde wordt beschermd zodat Amsterdammers en latere
generaties er nog volop van kunnen genieten en leren. De fractie van D66 kiest ook
voor een schone, groene en gezonde stad. Het is van belang dat de gemeente ruimte
geeft aan initiatieven die bijdragen aan nieuwe oplossingen van duurzaamheid,
waarbij we openstaan kijken voor het aanpassen van geldende (verouderde) regels
die verduurzaming in de weg staan, zonder dat de authenticiteit van monumenten
wordt aangetast.
Nu heeft de fractie van D66 begrepen dat de gemeente Amsterdam samen met
De Groene Grachten, Stadsherstel en Search een pilot is gestart om zonnepanelen te
plaatsen op de schuine kap van Pakhuis de Zwijger onder de naam: ‘Zon op de
Zwijger’. Het betreft een zogenaamd sheddak (‘zaagtandendak’), dat een zichtlocatie
is. Hieruit volgt waarschijnlijk een prijsvraag voor de aanbesteding die moet aantonen
welke partij het beste zonnepanelen op een monument kan plaatsen. Dit project is
benoemd als ‘pilot om uit te vinden of zonnepanelen op een monument passend zijn,
in relatie tot mogelijke technische gevolgen voor het dak door aanhechting van de
panelen of verstoring van het monumentale ‘daklandschap’ door het aangezicht van
zonnepanelen, omdat dat er nu eenmaal anders uitziet dan dat het daklandschap
eruit zag in de 17° eeuw.
1
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing op Gemeenteblad
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
Dit is niet het eerste monument met zonnepanelen. Sinds september 2013 liggen er
zonnepanelen op het (platte) dak van de Amstelkerk. Volgens de website van
Stadsherstel, die de energie van de zonnepanelen gebruikt voor het eigen kantoor dat
gevestigd is in dit rijksmonument, is de vergunning verleend nadat met foto's van een
proefopstelling was aangetoond dat het monument met deze ‘reversibele toepassing’
geen schade op zou lopen. Ook zijn er (slechts) een klein aantal grachtenpanden die
met trekken en sleuren een vergunning kregen om zonnepanelen op hun dak te
mogen plaatsen, om zodoende hun eigen elektriciteit op te kunnen wekken.
Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 5 augustus 2014, beiden namens
de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad
van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en
wethouders gericht:
1. Wat is het effect geweest van de — inmiddels afgeronde — pilot ‘Zon op de
Amstelkerk’ voor zonne-energie op andere monumenten met een plat dak en in
Amsterdam?
Antwoord:
Als onderdeel van het initiatief Groene Grachten, in 2012 gestart door Wubbo
Ockels en erop gericht om energiemaatregelen in monumentale panden te
promoten, is door Stadsherstel een viertal zonnepanelen aangebracht op de
Amstelkerk. Voor NV Stadsherstel betrof de Amstelkerk een eerste project waarin
zij zonnepanelen heeft aangebracht op een monumentaal pand. Deze panelen
zijn aangebracht op een plat dak en wel binnen de kaders van de Welstandsnota.
Leerdoel: uitvinden of het technisch mogelijk (ja) en rendabel is (nee, door de
lage elektriciteitsprijs die Stadsherstel betaalt omdat zij grootverbruiker is, en de
te betalen leges à 1050 euro).
Het effect is dat er nu 4 panelen liggen op dit monument, en dat Stadsherstel
inzicht heeft gekregen in de mogelijkheden (maatwerk) voor het aanbrengen van
zonnepanelen op monumenten en de business case daarvan.
Er zijn overigens meer (maar niet veel) voorbeelden van monumentale panden in
de stad waarop door bewoners reeds zonnepanelen zijn aangebracht. Hiervoor is
een vergunning nodig van het betreffende stadsdeel.
De betrokkenheid van de gemeente bij dit project van Stichting de Groene
Grachten en Stadsherstel was overigens beperkt. Bureau Monumenten en
Archeologie (BMA) en programmabureau Klimaat en Energie waren inhoudelijk
(advies, meedenken) betrokken bij het initiatief, het stadsdeel heeft de vergunning
afgegeven.
2
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing op Gemeenteblad R
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
2. Klopt het dat de gemeente Amsterdam (de Dienst Ruimtelijke Ordening en
het Bureau Monumenten & Archeologie) zich heeft aangesloten bij De Groene
Grachten, Stadsherstel, Stadsdeel Oost, Pakhuis de Zwijger en Search en bezig
is met de nieuwe pilot ‘Zon op de Zwijger’? Wat is de huidige status van dit project
en wat is de tijdsplanning van deze pilot (inclusief moment van afronding)?
Antwoord:
Ja. Genoemde partijen hebben gezamenlijk de pilot ‘Zon op de Zwijger’ in
voorbereiding. Dit project is geïnitieerd door De Groene Grachten. Het project
sluit aan bij de Amsterdamse Zonvisie ‘Burgers en Bedrijven gaan voor de zon!’
(zie ook het antwoord op vraag 3).
In dit project wordt onderzocht welke mogelijkheden ‘innovatieve
zonnetechnologie’ (bijvoorbeeld: andere type zonnecellen, kleur en
bevestigingstechnieken) biedt voor het aanbrengen van zonnepanelen op een
monumentaal dak, én hoe dit zich verhoudt tot de geldende regels.
Dit project onderscheidt zich van het eerdere project van Stadsherstel in de mate
van ‘innovativiteit van de technologie die gebruikt zal worden. In het eerste
project werd nog gebruik gemaakt van standaard zonnepanelen. In het nieuwe
project op de Zwijger gaat men op zoek naar de meest innovatieve zon-oplossing
voor dit monumentale pand.
Het project is als volgt opgebouwd:
1. allereerst wordt (op dit moment) de haalbaarheid onderzocht (technisch,
financieel, juridisch) voor het aanbrengen van zonnepanelen op Pakhuis de
Zwijger (eigendom NV Stadsherstel);
2. op basis van dit onderzoek zal NV Stadsherstel een beslissing nemen om
haar dak wel of niet ter beschikking te stellen;
3. indien zij akkoord gaat zal de markt in de vorm van een prijsvraag uitgedaagd
worden om met haar ‘beste’ systeem te komen;
4. het zonnesysteem van de beste inzending zal door Stadsherstel worden
uitgevoerd, onder voorbehoud van een positieve vergunningsbeschikking.
Volgens planning wordt de prijsvraag dit najaar bekend gemaakt (indien
Stadsherstel positief beslist; stap 2) en wordt het winnende systeem (beoordeling
door jury in november/december) begin 2015 geïnstalleerd.
De gemeente (BMA en Programmabureau Klimaat en Energie) is als adviseur bij
dit project betrokken. De Groene Grachten is project trekker. Uiteindelijke
installatie van het innovatieve zonnesysteem (als de prijsvraag daadwerkelijk
wordt uitgeschreven en er een goede inzending komt, die binnen de wettelijke
kaders past) wordt door Stadsherstel geregeld en gedekt. Stadsherstel vraagt
daar mogelijk financiering voor aan in de laatste tender van het Amsterdams
Investeringsfonds.
3
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing op Gemeenteblad R
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
3. Deelt het college de mening van de fractie van D66 over het belang van
verduurzaming en eventueel aanpassen van regels om nieuwe oplossingen van
duurzaamheid mogelijk te maken? Zo ja, welke leerpunten zijn/worden opgesteld
ten aanzien van de pilot voor het sheddak van Pakhuis de Zwijger? En welke
leerpunten waren opgesteld voor het platte dak van de Amstelkerk? Zo nee,
waarom niet en hoe denkt het college dan de ambitie zoals geformuleerd in de
Zonvisie 2013 te halen?
Antwoord:
Het College onderschrijft de mening van de fractie van D66 dat verduurzaming
van de bestaande stad van groot belang is en onderstreept dat in het
coalitieakkoord ‘Amsterdam is van iedereen’. Zij werkt o.a. aan de doelstelling dat
in 2020 20% meer duurzame energie wordt geproduceerd dan nu het geval is.
Zonne-energie in de bestaande stad draagt daar aan bij. Om dit te realiseren kan
het nodig zijn om bestaande regels aan te passen, of met het Rijk in gesprek te
gaan wanneer de bevoegdheid niet bij de gemeente ligt. Aanpassing van regels
kan bijvoorbeeld nodig zijn in de situatie waarin regels, maatschappelijke wensen,
en toegenomen mogelijkheden door nieuwe (technologische}oplossingen, niet
meer met elkaar in overeenstemming zijn. In het collegeprogramma is daarover
afgesproken dat “we de regels voor het duurzaam aanpassen van gebouwen
[gaan] versimpelen, bijvoorbeeld op het gebied van de teruglevering van energie
en het gezamenlijk gebruik van daken voor zonnepanelen”. Daarbij dient het
college uiteraard wel te opereren binnen de kaders van de landelijke wet- en
regelgeving.
Het College is daarnaast van mening dat de energietransitie alleen plaatsvindt als
duurzaamheidsprojecten schaal krijgen. Daarvoor is het van belang dat wordt
gewerkt aan opschaalbaarheid en kopieerbaarheid van oplossingen.
De leerpunten die de pilot ‘Zon op de Zwijger’ op zal leveren zijn:
— voorbeeldfunctie: onderzoeken en laten zien hoe een nieuwe
zonnetechnologie mogelijk is op een monumentaal dak, waar dat met
conventionele panelen niet haalbaar/wenselijk is;
— kennisontwikkeling (bij overheid en markt) ten aanzien van technische
mogelijkheden van zonne-energie;
— onderzoeken hoe het vigerende welstandskader zich verhoudt tot innovatieve
zon technologieën.
Deze leerpunten zijn vooraf besproken met de projectpartners. Voor het project
Amstelkerk waren geen leerpunten geformuleerd vanuit de gemeente, omdat de
betrokkenheid beperkt was.
Het pilotproject Zon op de Zwijger levert input voor het evalueren van de regels
en draagt bij aan de uitvoering van het deel van de Zonvisie dat daarover gaat.
In de Zonvisie zijn 8 programmalijnen opgenomen waarlangs de gemeente de
toepassing van zonne-energie door burgers en bedrijven stimuleert. In lijn 7
(activiteit # 21) is opgenomen dat regelgeving periodiek tegen het licht wordt
gehouden om te zien of deze (nog) in lijn is met de stand der techniek op het
gebied van o.a. zonnesystemen.
4
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing op Gemeenteblad
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
4. Onder welke criteria zou het college de resultaten van de pilot “Zon op de Zwijger’
als een succes beoordelen? Wanneer vindt die beoordeling plaats en welke
Amsterdamse stakeholders zijn hierbij betrokken?
Antwoord:
Het project ‘Zon op de Zwijger’ wordt als succes beschouwd als:
1. de prijsvraag een inzending oplevert die een goede technische oplossing
biedt voor dit specifieke monumentale dak. Een goede technische oplossing is
een oplossing die aansluit bij de eisen van de pandeigenaar (stadsherstel),
betaalbaar is, en die aanvaardbaar is vanuit esthetisch en historisch oogpunt
en valt binnen de kaders van Welstand en Monumenten;
2. het project bijdraagt aan het vinden van een oplossing voor het aanbrengen
van zonnesystemen op andere monumentale panden, nu of in de toekomst.
Dit is geen hard criterium, omdat de bijdrage van één project aan een bredere
maatschappelijke ontwikkeling moeilijk te meten is. Amsterdam wil echter
duurzame koploper zijn, en daar hoort ook bij dat er ruimte wordt gemaakt
voor innovatie;
3. het project daarnaast input levert voor de periodieke herijking van de regels
conform de Zonvisie (zie het antwoord op vraag 3).
De beoogde planning: zie het antwoord op vraag 2.
De betrokken stakeholders zijn:
— De Groene Grachten;
— NV Stadsherstel;
— de gemeente Amsterdam (DRO, BMA, stadsdeel Centrum);
— Uuurders van Pakhuis de Zwijger (via Stadsherstel);
— Search.
5. Is het college van plan een vervolg te maken op het Amsterdamse
duurzaamheidsprogramma 2011-2014, en indien dat het geval is,
overeenkomstig het coalitieakkoord (blz. 27), de ambitie ten aanzien van lokale
zonne-energie uit de Zonvisie conform het initiatiefvoorstel van het voormalig
raadslid de heer Manuel en de resultaten van de ‘pilots’ op Pakhuis de Zwijger en
de Amstelkerk daarin aandacht te besteden aan het verduurzamen van
monumenten?
Antwoord:
Het College stelt eind dit jaar een Agenda Duurzaamheid vast. Het verduurzamen
van monumenten, deregulering en de ambitie van de Zonvisie zullen in deze
agenda worden meegenomen.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
5
X Gemeente Amsterdam R
% Gemeenteraad
Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 602
Datum akkoord 2 september 2014
Publicatiedatum 5 september 2014
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw A.M. Bosman
en de heer M.E. van den Heuvel van 5 augustus 2014 inzake zonnepanelen op
monumentale panden.
Aan de gemeenteraad
inleiding door vragenstellers.
Het college heeft de ambitie om in 2020 het aandeel duurzaam opgewekte energie
binnen Amsterdam met 20% te laten toenemen. Zonne-energie is een belangrijke
bron daarvoor. Eerder is de doelstelling vastgelegd om in 2020 160 MW zonnestroom
per jaar op te wekken binnen de gemeente Amsterdam. Voor 2040 is het streefcijfer
1000 MW. Zonne-energie is een belangrijke manier voor bewoners en ondernemers
om zelf voor hun elektriciteitsvoorziening te zorgen. Dat is goed voor het milieu,
de energierekening en de onafhankelijkheid van Amsterdam ten opzichte van
onberekenbare buitenlandse energieproducenten.
Amsterdam heeft naast de ruim 8500 rijks- en gemeentelijke monumenten, ook een
toenemend aantal beschermde stads- en dorpsgezichten. Het hele centrum van
Amsterdam is sinds 1999 beschermd stadsgezicht en de grachtengordel behoort
sinds 2010 tot het UNESCO werelderfgoed. De fractie van D66 vindt het belangrijk
dat deze historische waarde wordt beschermd zodat Amsterdammers en latere
generaties er nog volop van kunnen genieten en leren. De fractie van D66 kiest ook
voor een schone, groene en gezonde stad. Het is van belang dat de gemeente ruimte
geeft aan initiatieven die bijdragen aan nieuwe oplossingen van duurzaamheid,
waarbij we openstaan kijken voor het aanpassen van geldende (verouderde) regels
die verduurzaming in de weg staan, zonder dat de authenticiteit van monumenten
wordt aangetast.
Nu heeft de fractie van D66 begrepen dat de gemeente Amsterdam samen met
De Groene Grachten, Stadsherstel en Search een pilot is gestart om zonnepanelen te
plaatsen op de schuine kap van Pakhuis de Zwijger onder de naam: ‘Zon op de
Zwijger’. Het betreft een zogenaamd sheddak (‘zaagtandendak’), dat een zichtlocatie
is. Hieruit volgt waarschijnlijk een prijsvraag voor de aanbesteding die moet aantonen
welke partij het beste zonnepanelen op een monument kan plaatsen. Dit project is
benoemd als ‘pilot om uit te vinden of zonnepanelen op een monument passend zijn,
in relatie tot mogelijke technische gevolgen voor het dak door aanhechting van de
panelen of verstoring van het monumentale ‘daklandschap’ door het aangezicht van
zonnepanelen, omdat dat er nu eenmaal anders uitziet dan dat het daklandschap
eruit zag in de 17° eeuw.
1
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing op Gemeenteblad
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
Dit is niet het eerste monument met zonnepanelen. Sinds september 2013 liggen er
zonnepanelen op het (platte) dak van de Amstelkerk. Volgens de website van
Stadsherstel, die de energie van de zonnepanelen gebruikt voor het eigen kantoor dat
gevestigd is in dit rijksmonument, is de vergunning verleend nadat met foto's van een
proefopstelling was aangetoond dat het monument met deze ‘reversibele toepassing’
geen schade op zou lopen. Ook zijn er (slechts) een klein aantal grachtenpanden die
met trekken en sleuren een vergunning kregen om zonnepanelen op hun dak te
mogen plaatsen, om zodoende hun eigen elektriciteit op te kunnen wekken.
Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 5 augustus 2014, beiden namens
de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad
van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en
wethouders gericht:
1. Wat is het effect geweest van de — inmiddels afgeronde — pilot ‘Zon op de
Amstelkerk’ voor zonne-energie op andere monumenten met een plat dak en in
Amsterdam?
Antwoord:
Als onderdeel van het initiatief Groene Grachten, in 2012 gestart door Wubbo
Ockels en erop gericht om energiemaatregelen in monumentale panden te
promoten, is door Stadsherstel een viertal zonnepanelen aangebracht op de
Amstelkerk. Voor NV Stadsherstel betrof de Amstelkerk een eerste project waarin
zij zonnepanelen heeft aangebracht op een monumentaal pand. Deze panelen
zijn aangebracht op een plat dak en wel binnen de kaders van de Welstandsnota.
Leerdoel: uitvinden of het technisch mogelijk (ja) en rendabel is (nee, door de
lage elektriciteitsprijs die Stadsherstel betaalt omdat zij grootverbruiker is, en de
te betalen leges à 1050 euro).
Het effect is dat er nu 4 panelen liggen op dit monument, en dat Stadsherstel
inzicht heeft gekregen in de mogelijkheden (maatwerk) voor het aanbrengen van
zonnepanelen op monumenten en de business case daarvan.
Er zijn overigens meer (maar niet veel) voorbeelden van monumentale panden in
de stad waarop door bewoners reeds zonnepanelen zijn aangebracht. Hiervoor is
een vergunning nodig van het betreffende stadsdeel.
De betrokkenheid van de gemeente bij dit project van Stichting de Groene
Grachten en Stadsherstel was overigens beperkt. Bureau Monumenten en
Archeologie (BMA) en programmabureau Klimaat en Energie waren inhoudelijk
(advies, meedenken) betrokken bij het initiatief, het stadsdeel heeft de vergunning
afgegeven.
2
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing op Gemeenteblad R
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
2. Klopt het dat de gemeente Amsterdam (de Dienst Ruimtelijke Ordening en
het Bureau Monumenten & Archeologie) zich heeft aangesloten bij De Groene
Grachten, Stadsherstel, Stadsdeel Oost, Pakhuis de Zwijger en Search en bezig
is met de nieuwe pilot ‘Zon op de Zwijger’? Wat is de huidige status van dit project
en wat is de tijdsplanning van deze pilot (inclusief moment van afronding)?
Antwoord:
Ja. Genoemde partijen hebben gezamenlijk de pilot ‘Zon op de Zwijger’ in
voorbereiding. Dit project is geïnitieerd door De Groene Grachten. Het project
sluit aan bij de Amsterdamse Zonvisie ‘Burgers en Bedrijven gaan voor de zon!’
(zie ook het antwoord op vraag 3).
In dit project wordt onderzocht welke mogelijkheden ‘innovatieve
zonnetechnologie’ (bijvoorbeeld: andere type zonnecellen, kleur en
bevestigingstechnieken) biedt voor het aanbrengen van zonnepanelen op een
monumentaal dak, én hoe dit zich verhoudt tot de geldende regels.
Dit project onderscheidt zich van het eerdere project van Stadsherstel in de mate
van ‘innovativiteit van de technologie die gebruikt zal worden. In het eerste
project werd nog gebruik gemaakt van standaard zonnepanelen. In het nieuwe
project op de Zwijger gaat men op zoek naar de meest innovatieve zon-oplossing
voor dit monumentale pand.
Het project is als volgt opgebouwd:
1. allereerst wordt (op dit moment) de haalbaarheid onderzocht (technisch,
financieel, juridisch) voor het aanbrengen van zonnepanelen op Pakhuis de
Zwijger (eigendom NV Stadsherstel);
2. op basis van dit onderzoek zal NV Stadsherstel een beslissing nemen om
haar dak wel of niet ter beschikking te stellen;
3. indien zij akkoord gaat zal de markt in de vorm van een prijsvraag uitgedaagd
worden om met haar ‘beste’ systeem te komen;
4. het zonnesysteem van de beste inzending zal door Stadsherstel worden
uitgevoerd, onder voorbehoud van een positieve vergunningsbeschikking.
Volgens planning wordt de prijsvraag dit najaar bekend gemaakt (indien
Stadsherstel positief beslist; stap 2) en wordt het winnende systeem (beoordeling
door jury in november/december) begin 2015 geïnstalleerd.
De gemeente (BMA en Programmabureau Klimaat en Energie) is als adviseur bij
dit project betrokken. De Groene Grachten is project trekker. Uiteindelijke
installatie van het innovatieve zonnesysteem (als de prijsvraag daadwerkelijk
wordt uitgeschreven en er een goede inzending komt, die binnen de wettelijke
kaders past) wordt door Stadsherstel geregeld en gedekt. Stadsherstel vraagt
daar mogelijk financiering voor aan in de laatste tender van het Amsterdams
Investeringsfonds.
3
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing op Gemeenteblad R
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
3. Deelt het college de mening van de fractie van D66 over het belang van
verduurzaming en eventueel aanpassen van regels om nieuwe oplossingen van
duurzaamheid mogelijk te maken? Zo ja, welke leerpunten zijn/worden opgesteld
ten aanzien van de pilot voor het sheddak van Pakhuis de Zwijger? En welke
leerpunten waren opgesteld voor het platte dak van de Amstelkerk? Zo nee,
waarom niet en hoe denkt het college dan de ambitie zoals geformuleerd in de
Zonvisie 2013 te halen?
Antwoord:
Het College onderschrijft de mening van de fractie van D66 dat verduurzaming
van de bestaande stad van groot belang is en onderstreept dat in het
coalitieakkoord ‘Amsterdam is van iedereen’. Zij werkt o.a. aan de doelstelling dat
in 2020 20% meer duurzame energie wordt geproduceerd dan nu het geval is.
Zonne-energie in de bestaande stad draagt daar aan bij. Om dit te realiseren kan
het nodig zijn om bestaande regels aan te passen, of met het Rijk in gesprek te
gaan wanneer de bevoegdheid niet bij de gemeente ligt. Aanpassing van regels
kan bijvoorbeeld nodig zijn in de situatie waarin regels, maatschappelijke wensen,
en toegenomen mogelijkheden door nieuwe (technologische}oplossingen, niet
meer met elkaar in overeenstemming zijn. In het collegeprogramma is daarover
afgesproken dat “we de regels voor het duurzaam aanpassen van gebouwen
[gaan] versimpelen, bijvoorbeeld op het gebied van de teruglevering van energie
en het gezamenlijk gebruik van daken voor zonnepanelen”. Daarbij dient het
college uiteraard wel te opereren binnen de kaders van de landelijke wet- en
regelgeving.
Het College is daarnaast van mening dat de energietransitie alleen plaatsvindt als
duurzaamheidsprojecten schaal krijgen. Daarvoor is het van belang dat wordt
gewerkt aan opschaalbaarheid en kopieerbaarheid van oplossingen.
De leerpunten die de pilot ‘Zon op de Zwijger’ op zal leveren zijn:
— voorbeeldfunctie: onderzoeken en laten zien hoe een nieuwe
zonnetechnologie mogelijk is op een monumentaal dak, waar dat met
conventionele panelen niet haalbaar/wenselijk is;
— kennisontwikkeling (bij overheid en markt) ten aanzien van technische
mogelijkheden van zonne-energie;
— onderzoeken hoe het vigerende welstandskader zich verhoudt tot innovatieve
zon technologieën.
Deze leerpunten zijn vooraf besproken met de projectpartners. Voor het project
Amstelkerk waren geen leerpunten geformuleerd vanuit de gemeente, omdat de
betrokkenheid beperkt was.
Het pilotproject Zon op de Zwijger levert input voor het evalueren van de regels
en draagt bij aan de uitvoering van het deel van de Zonvisie dat daarover gaat.
In de Zonvisie zijn 8 programmalijnen opgenomen waarlangs de gemeente de
toepassing van zonne-energie door burgers en bedrijven stimuleert. In lijn 7
(activiteit # 21) is opgenomen dat regelgeving periodiek tegen het licht wordt
gehouden om te zien of deze (nog) in lijn is met de stand der techniek op het
gebied van o.a. zonnesystemen.
4
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing op Gemeenteblad
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
4. Onder welke criteria zou het college de resultaten van de pilot “Zon op de Zwijger’
als een succes beoordelen? Wanneer vindt die beoordeling plaats en welke
Amsterdamse stakeholders zijn hierbij betrokken?
Antwoord:
Het project ‘Zon op de Zwijger’ wordt als succes beschouwd als:
1. de prijsvraag een inzending oplevert die een goede technische oplossing
biedt voor dit specifieke monumentale dak. Een goede technische oplossing is
een oplossing die aansluit bij de eisen van de pandeigenaar (stadsherstel),
betaalbaar is, en die aanvaardbaar is vanuit esthetisch en historisch oogpunt
en valt binnen de kaders van Welstand en Monumenten;
2. het project bijdraagt aan het vinden van een oplossing voor het aanbrengen
van zonnesystemen op andere monumentale panden, nu of in de toekomst.
Dit is geen hard criterium, omdat de bijdrage van één project aan een bredere
maatschappelijke ontwikkeling moeilijk te meten is. Amsterdam wil echter
duurzame koploper zijn, en daar hoort ook bij dat er ruimte wordt gemaakt
voor innovatie;
3. het project daarnaast input levert voor de periodieke herijking van de regels
conform de Zonvisie (zie het antwoord op vraag 3).
De beoogde planning: zie het antwoord op vraag 2.
De betrokken stakeholders zijn:
— De Groene Grachten;
— NV Stadsherstel;
— de gemeente Amsterdam (DRO, BMA, stadsdeel Centrum);
— Uuurders van Pakhuis de Zwijger (via Stadsherstel);
— Search.
5. Is het college van plan een vervolg te maken op het Amsterdamse
duurzaamheidsprogramma 2011-2014, en indien dat het geval is,
overeenkomstig het coalitieakkoord (blz. 27), de ambitie ten aanzien van lokale
zonne-energie uit de Zonvisie conform het initiatiefvoorstel van het voormalig
raadslid de heer Manuel en de resultaten van de ‘pilots’ op Pakhuis de Zwijger en
de Amstelkerk daarin aandacht te besteden aan het verduurzamen van
monumenten?
Antwoord:
Het College stelt eind dit jaar een Agenda Duurzaamheid vast. Het verduurzamen
van monumenten, deregulering en de ambitie van de Zonvisie zullen in deze
agenda worden meegenomen.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
5
X Gemeente Amsterdam R
% Gemeenteraad
Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 602
Datum akkoord 2 september 2014
Publicatiedatum 5 september 2014
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw A.M. Bosman
en de heer M.E. van den Heuvel van 5 augustus 2014 inzake zonnepanelen op
monumentale panden.
Aan de gemeenteraad
inleiding door vragenstellers.
Het college heeft de ambitie om in 2020 het aandeel duurzaam opgewekte energie
binnen Amsterdam met 20% te laten toenemen. Zonne-energie is een belangrijke
bron daarvoor. Eerder is de doelstelling vastgelegd om in 2020 160 MW zonnestroom
per jaar op te wekken binnen de gemeente Amsterdam. Voor 2040 is het streefcijfer
1000 MW. Zonne-energie is een belangrijke manier voor bewoners en ondernemers
om zelf voor hun elektriciteitsvoorziening te zorgen. Dat is goed voor het milieu,
de energierekening en de onafhankelijkheid van Amsterdam ten opzichte van
onberekenbare buitenlandse energieproducenten.
Amsterdam heeft naast de ruim 8500 rijks- en gemeentelijke monumenten, ook een
toenemend aantal beschermde stads- en dorpsgezichten. Het hele centrum van
Amsterdam is sinds 1999 beschermd stadsgezicht en de grachtengordel behoort
sinds 2010 tot het UNESCO werelderfgoed. De fractie van D66 vindt het belangrijk
dat deze historische waarde wordt beschermd zodat Amsterdammers en latere
generaties er nog volop van kunnen genieten en leren. De fractie van D66 kiest ook
voor een schone, groene en gezonde stad. Het is van belang dat de gemeente ruimte
geeft aan initiatieven die bijdragen aan nieuwe oplossingen van duurzaamheid,
waarbij we openstaan kijken voor het aanpassen van geldende (verouderde) regels
die verduurzaming in de weg staan, zonder dat de authenticiteit van monumenten
wordt aangetast.
Nu heeft de fractie van D66 begrepen dat de gemeente Amsterdam samen met
De Groene Grachten, Stadsherstel en Search een pilot is gestart om zonnepanelen te
plaatsen op de schuine kap van Pakhuis de Zwijger onder de naam: ‘Zon op de
Zwijger’. Het betreft een zogenaamd sheddak (‘zaagtandendak’), dat een zichtlocatie
is. Hieruit volgt waarschijnlijk een prijsvraag voor de aanbesteding die moet aantonen
welke partij het beste zonnepanelen op een monument kan plaatsen. Dit project is
benoemd als ‘pilot om uit te vinden of zonnepanelen op een monument passend zijn,
in relatie tot mogelijke technische gevolgen voor het dak door aanhechting van de
panelen of verstoring van het monumentale ‘daklandschap’ door het aangezicht van
zonnepanelen, omdat dat er nu eenmaal anders uitziet dan dat het daklandschap
eruit zag in de 17° eeuw.
1
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing op Gemeenteblad
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
Dit is niet het eerste monument met zonnepanelen. Sinds september 2013 liggen er
zonnepanelen op het (platte) dak van de Amstelkerk. Volgens de website van
Stadsherstel, die de energie van de zonnepanelen gebruikt voor het eigen kantoor dat
gevestigd is in dit rijksmonument, is de vergunning verleend nadat met foto's van een
proefopstelling was aangetoond dat het monument met deze ‘reversibele toepassing’
geen schade op zou lopen. Ook zijn er (slechts) een klein aantal grachtenpanden die
met trekken en sleuren een vergunning kregen om zonnepanelen op hun dak te
mogen plaatsen, om zodoende hun eigen elektriciteit op te kunnen wekken.
Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 5 augustus 2014, beiden namens
de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad
van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en
wethouders gericht:
1. Wat is het effect geweest van de — inmiddels afgeronde — pilot ‘Zon op de
Amstelkerk’ voor zonne-energie op andere monumenten met een plat dak en in
Amsterdam?
Antwoord:
Als onderdeel van het initiatief Groene Grachten, in 2012 gestart door Wubbo
Ockels en erop gericht om energiemaatregelen in monumentale panden te
promoten, is door Stadsherstel een viertal zonnepanelen aangebracht op de
Amstelkerk. Voor NV Stadsherstel betrof de Amstelkerk een eerste project waarin
zij zonnepanelen heeft aangebracht op een monumentaal pand. Deze panelen
zijn aangebracht op een plat dak en wel binnen de kaders van de Welstandsnota.
Leerdoel: uitvinden of het technisch mogelijk (ja) en rendabel is (nee, door de
lage elektriciteitsprijs die Stadsherstel betaalt omdat zij grootverbruiker is, en de
te betalen leges à 1050 euro).
Het effect is dat er nu 4 panelen liggen op dit monument, en dat Stadsherstel
inzicht heeft gekregen in de mogelijkheden (maatwerk) voor het aanbrengen van
zonnepanelen op monumenten en de business case daarvan.
Er zijn overigens meer (maar niet veel) voorbeelden van monumentale panden in
de stad waarop door bewoners reeds zonnepanelen zijn aangebracht. Hiervoor is
een vergunning nodig van het betreffende stadsdeel.
De betrokkenheid van de gemeente bij dit project van Stichting de Groene
Grachten en Stadsherstel was overigens beperkt. Bureau Monumenten en
Archeologie (BMA) en programmabureau Klimaat en Energie waren inhoudelijk
(advies, meedenken) betrokken bij het initiatief, het stadsdeel heeft de vergunning
afgegeven.
2
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing op Gemeenteblad R
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
2. Klopt het dat de gemeente Amsterdam (de Dienst Ruimtelijke Ordening en
het Bureau Monumenten & Archeologie) zich heeft aangesloten bij De Groene
Grachten, Stadsherstel, Stadsdeel Oost, Pakhuis de Zwijger en Search en bezig
is met de nieuwe pilot ‘Zon op de Zwijger’? Wat is de huidige status van dit project
en wat is de tijdsplanning van deze pilot (inclusief moment van afronding)?
Antwoord:
Ja. Genoemde partijen hebben gezamenlijk de pilot ‘Zon op de Zwijger’ in
voorbereiding. Dit project is geïnitieerd door De Groene Grachten. Het project
sluit aan bij de Amsterdamse Zonvisie ‘Burgers en Bedrijven gaan voor de zon!’
(zie ook het antwoord op vraag 3).
In dit project wordt onderzocht welke mogelijkheden ‘innovatieve
zonnetechnologie’ (bijvoorbeeld: andere type zonnecellen, kleur en
bevestigingstechnieken) biedt voor het aanbrengen van zonnepanelen op een
monumentaal dak, én hoe dit zich verhoudt tot de geldende regels.
Dit project onderscheidt zich van het eerdere project van Stadsherstel in de mate
van ‘innovativiteit van de technologie die gebruikt zal worden. In het eerste
project werd nog gebruik gemaakt van standaard zonnepanelen. In het nieuwe
project op de Zwijger gaat men op zoek naar de meest innovatieve zon-oplossing
voor dit monumentale pand.
Het project is als volgt opgebouwd:
1. allereerst wordt (op dit moment) de haalbaarheid onderzocht (technisch,
financieel, juridisch) voor het aanbrengen van zonnepanelen op Pakhuis de
Zwijger (eigendom NV Stadsherstel);
2. op basis van dit onderzoek zal NV Stadsherstel een beslissing nemen om
haar dak wel of niet ter beschikking te stellen;
3. indien zij akkoord gaat zal de markt in de vorm van een prijsvraag uitgedaagd
worden om met haar ‘beste’ systeem te komen;
4. het zonnesysteem van de beste inzending zal door Stadsherstel worden
uitgevoerd, onder voorbehoud van een positieve vergunningsbeschikking.
Volgens planning wordt de prijsvraag dit najaar bekend gemaakt (indien
Stadsherstel positief beslist; stap 2) en wordt het winnende systeem (beoordeling
door jury in november/december) begin 2015 geïnstalleerd.
De gemeente (BMA en Programmabureau Klimaat en Energie) is als adviseur bij
dit project betrokken. De Groene Grachten is project trekker. Uiteindelijke
installatie van het innovatieve zonnesysteem (als de prijsvraag daadwerkelijk
wordt uitgeschreven en er een goede inzending komt, die binnen de wettelijke
kaders past) wordt door Stadsherstel geregeld en gedekt. Stadsherstel vraagt
daar mogelijk financiering voor aan in de laatste tender van het Amsterdams
Investeringsfonds.
3
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing op Gemeenteblad R
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
3. Deelt het college de mening van de fractie van D66 over het belang van
verduurzaming en eventueel aanpassen van regels om nieuwe oplossingen van
duurzaamheid mogelijk te maken? Zo ja, welke leerpunten zijn/worden opgesteld
ten aanzien van de pilot voor het sheddak van Pakhuis de Zwijger? En welke
leerpunten waren opgesteld voor het platte dak van de Amstelkerk? Zo nee,
waarom niet en hoe denkt het college dan de ambitie zoals geformuleerd in de
Zonvisie 2013 te halen?
Antwoord:
Het College onderschrijft de mening van de fractie van D66 dat verduurzaming
van de bestaande stad van groot belang is en onderstreept dat in het
coalitieakkoord ‘Amsterdam is van iedereen’. Zij werkt o.a. aan de doelstelling dat
in 2020 20% meer duurzame energie wordt geproduceerd dan nu het geval is.
Zonne-energie in de bestaande stad draagt daar aan bij. Om dit te realiseren kan
het nodig zijn om bestaande regels aan te passen, of met het Rijk in gesprek te
gaan wanneer de bevoegdheid niet bij de gemeente ligt. Aanpassing van regels
kan bijvoorbeeld nodig zijn in de situatie waarin regels, maatschappelijke wensen,
en toegenomen mogelijkheden door nieuwe (technologische}oplossingen, niet
meer met elkaar in overeenstemming zijn. In het collegeprogramma is daarover
afgesproken dat “we de regels voor het duurzaam aanpassen van gebouwen
[gaan] versimpelen, bijvoorbeeld op het gebied van de teruglevering van energie
en het gezamenlijk gebruik van daken voor zonnepanelen”. Daarbij dient het
college uiteraard wel te opereren binnen de kaders van de landelijke wet- en
regelgeving.
Het College is daarnaast van mening dat de energietransitie alleen plaatsvindt als
duurzaamheidsprojecten schaal krijgen. Daarvoor is het van belang dat wordt
gewerkt aan opschaalbaarheid en kopieerbaarheid van oplossingen.
De leerpunten die de pilot ‘Zon op de Zwijger’ op zal leveren zijn:
— voorbeeldfunctie: onderzoeken en laten zien hoe een nieuwe
zonnetechnologie mogelijk is op een monumentaal dak, waar dat met
conventionele panelen niet haalbaar/wenselijk is;
— kennisontwikkeling (bij overheid en markt) ten aanzien van technische
mogelijkheden van zonne-energie;
— onderzoeken hoe het vigerende welstandskader zich verhoudt tot innovatieve
zon technologieën.
Deze leerpunten zijn vooraf besproken met de projectpartners. Voor het project
Amstelkerk waren geen leerpunten geformuleerd vanuit de gemeente, omdat de
betrokkenheid beperkt was.
Het pilotproject Zon op de Zwijger levert input voor het evalueren van de regels
en draagt bij aan de uitvoering van het deel van de Zonvisie dat daarover gaat.
In de Zonvisie zijn 8 programmalijnen opgenomen waarlangs de gemeente de
toepassing van zonne-energie door burgers en bedrijven stimuleert. In lijn 7
(activiteit # 21) is opgenomen dat regelgeving periodiek tegen het licht wordt
gehouden om te zien of deze (nog) in lijn is met de stand der techniek op het
gebied van o.a. zonnesystemen.
4
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing op Gemeenteblad
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
4. Onder welke criteria zou het college de resultaten van de pilot “Zon op de Zwijger’
als een succes beoordelen? Wanneer vindt die beoordeling plaats en welke
Amsterdamse stakeholders zijn hierbij betrokken?
Antwoord:
Het project ‘Zon op de Zwijger’ wordt als succes beschouwd als:
1. de prijsvraag een inzending oplevert die een goede technische oplossing
biedt voor dit specifieke monumentale dak. Een goede technische oplossing is
een oplossing die aansluit bij de eisen van de pandeigenaar (stadsherstel),
betaalbaar is, en die aanvaardbaar is vanuit esthetisch en historisch oogpunt
en valt binnen de kaders van Welstand en Monumenten;
2. het project bijdraagt aan het vinden van een oplossing voor het aanbrengen
van zonnesystemen op andere monumentale panden, nu of in de toekomst.
Dit is geen hard criterium, omdat de bijdrage van één project aan een bredere
maatschappelijke ontwikkeling moeilijk te meten is. Amsterdam wil echter
duurzame koploper zijn, en daar hoort ook bij dat er ruimte wordt gemaakt
voor innovatie;
3. het project daarnaast input levert voor de periodieke herijking van de regels
conform de Zonvisie (zie het antwoord op vraag 3).
De beoogde planning: zie het antwoord op vraag 2.
De betrokken stakeholders zijn:
— De Groene Grachten;
— NV Stadsherstel;
— de gemeente Amsterdam (DRO, BMA, stadsdeel Centrum);
— Uuurders van Pakhuis de Zwijger (via Stadsherstel);
— Search.
5. Is het college van plan een vervolg te maken op het Amsterdamse
duurzaamheidsprogramma 2011-2014, en indien dat het geval is,
overeenkomstig het coalitieakkoord (blz. 27), de ambitie ten aanzien van lokale
zonne-energie uit de Zonvisie conform het initiatiefvoorstel van het voormalig
raadslid de heer Manuel en de resultaten van de ‘pilots’ op Pakhuis de Zwijger en
de Amstelkerk daarin aandacht te besteden aan het verduurzamen van
monumenten?
Antwoord:
Het College stelt eind dit jaar een Agenda Duurzaamheid vast. Het verduurzamen
van monumenten, deregulering en de ambitie van de Zonvisie zullen in deze
agenda worden meegenomen.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
5
X Gemeente Amsterdam R
% Gemeenteraad
Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 602
Datum akkoord 2 september 2014
Publicatiedatum 5 september 2014
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw A.M. Bosman
en de heer M.E. van den Heuvel van 5 augustus 2014 inzake zonnepanelen op
monumentale panden.
Aan de gemeenteraad
inleiding door vragenstellers.
Het college heeft de ambitie om in 2020 het aandeel duurzaam opgewekte energie
binnen Amsterdam met 20% te laten toenemen. Zonne-energie is een belangrijke
bron daarvoor. Eerder is de doelstelling vastgelegd om in 2020 160 MW zonnestroom
per jaar op te wekken binnen de gemeente Amsterdam. Voor 2040 is het streefcijfer
1000 MW. Zonne-energie is een belangrijke manier voor bewoners en ondernemers
om zelf voor hun elektriciteitsvoorziening te zorgen. Dat is goed voor het milieu,
de energierekening en de onafhankelijkheid van Amsterdam ten opzichte van
onberekenbare buitenlandse energieproducenten.
Amsterdam heeft naast de ruim 8500 rijks- en gemeentelijke monumenten, ook een
toenemend aantal beschermde stads- en dorpsgezichten. Het hele centrum van
Amsterdam is sinds 1999 beschermd stadsgezicht en de grachtengordel behoort
sinds 2010 tot het UNESCO werelderfgoed. De fractie van D66 vindt het belangrijk
dat deze historische waarde wordt beschermd zodat Amsterdammers en latere
generaties er nog volop van kunnen genieten en leren. De fractie van D66 kiest ook
voor een schone, groene en gezonde stad. Het is van belang dat de gemeente ruimte
geeft aan initiatieven die bijdragen aan nieuwe oplossingen van duurzaamheid,
waarbij we openstaan kijken voor het aanpassen van geldende (verouderde) regels
die verduurzaming in de weg staan, zonder dat de authenticiteit van monumenten
wordt aangetast.
Nu heeft de fractie van D66 begrepen dat de gemeente Amsterdam samen met
De Groene Grachten, Stadsherstel en Search een pilot is gestart om zonnepanelen te
plaatsen op de schuine kap van Pakhuis de Zwijger onder de naam: ‘Zon op de
Zwijger’. Het betreft een zogenaamd sheddak (‘zaagtandendak’), dat een zichtlocatie
is. Hieruit volgt waarschijnlijk een prijsvraag voor de aanbesteding die moet aantonen
welke partij het beste zonnepanelen op een monument kan plaatsen. Dit project is
benoemd als ‘pilot om uit te vinden of zonnepanelen op een monument passend zijn,
in relatie tot mogelijke technische gevolgen voor het dak door aanhechting van de
panelen of verstoring van het monumentale ‘daklandschap’ door het aangezicht van
zonnepanelen, omdat dat er nu eenmaal anders uitziet dan dat het daklandschap
eruit zag in de 17° eeuw.
1
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing op Gemeenteblad
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
Dit is niet het eerste monument met zonnepanelen. Sinds september 2013 liggen er
zonnepanelen op het (platte) dak van de Amstelkerk. Volgens de website van
Stadsherstel, die de energie van de zonnepanelen gebruikt voor het eigen kantoor dat
gevestigd is in dit rijksmonument, is de vergunning verleend nadat met foto's van een
proefopstelling was aangetoond dat het monument met deze ‘reversibele toepassing’
geen schade op zou lopen. Ook zijn er (slechts) een klein aantal grachtenpanden die
met trekken en sleuren een vergunning kregen om zonnepanelen op hun dak te
mogen plaatsen, om zodoende hun eigen elektriciteit op te kunnen wekken.
Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 5 augustus 2014, beiden namens
de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad
van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en
wethouders gericht:
1. Wat is het effect geweest van de — inmiddels afgeronde — pilot ‘Zon op de
Amstelkerk’ voor zonne-energie op andere monumenten met een plat dak en in
Amsterdam?
Antwoord:
Als onderdeel van het initiatief Groene Grachten, in 2012 gestart door Wubbo
Ockels en erop gericht om energiemaatregelen in monumentale panden te
promoten, is door Stadsherstel een viertal zonnepanelen aangebracht op de
Amstelkerk. Voor NV Stadsherstel betrof de Amstelkerk een eerste project waarin
zij zonnepanelen heeft aangebracht op een monumentaal pand. Deze panelen
zijn aangebracht op een plat dak en wel binnen de kaders van de Welstandsnota.
Leerdoel: uitvinden of het technisch mogelijk (ja) en rendabel is (nee, door de
lage elektriciteitsprijs die Stadsherstel betaalt omdat zij grootverbruiker is, en de
te betalen leges à 1050 euro).
Het effect is dat er nu 4 panelen liggen op dit monument, en dat Stadsherstel
inzicht heeft gekregen in de mogelijkheden (maatwerk) voor het aanbrengen van
zonnepanelen op monumenten en de business case daarvan.
Er zijn overigens meer (maar niet veel) voorbeelden van monumentale panden in
de stad waarop door bewoners reeds zonnepanelen zijn aangebracht. Hiervoor is
een vergunning nodig van het betreffende stadsdeel.
De betrokkenheid van de gemeente bij dit project van Stichting de Groene
Grachten en Stadsherstel was overigens beperkt. Bureau Monumenten en
Archeologie (BMA) en programmabureau Klimaat en Energie waren inhoudelijk
(advies, meedenken) betrokken bij het initiatief, het stadsdeel heeft de vergunning
afgegeven.
2
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing op Gemeenteblad R
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
2. Klopt het dat de gemeente Amsterdam (de Dienst Ruimtelijke Ordening en
het Bureau Monumenten & Archeologie) zich heeft aangesloten bij De Groene
Grachten, Stadsherstel, Stadsdeel Oost, Pakhuis de Zwijger en Search en bezig
is met de nieuwe pilot ‘Zon op de Zwijger’? Wat is de huidige status van dit project
en wat is de tijdsplanning van deze pilot (inclusief moment van afronding)?
Antwoord:
Ja. Genoemde partijen hebben gezamenlijk de pilot ‘Zon op de Zwijger’ in
voorbereiding. Dit project is geïnitieerd door De Groene Grachten. Het project
sluit aan bij de Amsterdamse Zonvisie ‘Burgers en Bedrijven gaan voor de zon!’
(zie ook het antwoord op vraag 3).
In dit project wordt onderzocht welke mogelijkheden ‘innovatieve
zonnetechnologie’ (bijvoorbeeld: andere type zonnecellen, kleur en
bevestigingstechnieken) biedt voor het aanbrengen van zonnepanelen op een
monumentaal dak, én hoe dit zich verhoudt tot de geldende regels.
Dit project onderscheidt zich van het eerdere project van Stadsherstel in de mate
van ‘innovativiteit van de technologie die gebruikt zal worden. In het eerste
project werd nog gebruik gemaakt van standaard zonnepanelen. In het nieuwe
project op de Zwijger gaat men op zoek naar de meest innovatieve zon-oplossing
voor dit monumentale pand.
Het project is als volgt opgebouwd:
1. allereerst wordt (op dit moment) de haalbaarheid onderzocht (technisch,
financieel, juridisch) voor het aanbrengen van zonnepanelen op Pakhuis de
Zwijger (eigendom NV Stadsherstel);
2. op basis van dit onderzoek zal NV Stadsherstel een beslissing nemen om
haar dak wel of niet ter beschikking te stellen;
3. indien zij akkoord gaat zal de markt in de vorm van een prijsvraag uitgedaagd
worden om met haar ‘beste’ systeem te komen;
4. het zonnesysteem van de beste inzending zal door Stadsherstel worden
uitgevoerd, onder voorbehoud van een positieve vergunningsbeschikking.
Volgens planning wordt de prijsvraag dit najaar bekend gemaakt (indien
Stadsherstel positief beslist; stap 2) en wordt het winnende systeem (beoordeling
door jury in november/december) begin 2015 geïnstalleerd.
De gemeente (BMA en Programmabureau Klimaat en Energie) is als adviseur bij
dit project betrokken. De Groene Grachten is project trekker. Uiteindelijke
installatie van het innovatieve zonnesysteem (als de prijsvraag daadwerkelijk
wordt uitgeschreven en er een goede inzending komt, die binnen de wettelijke
kaders past) wordt door Stadsherstel geregeld en gedekt. Stadsherstel vraagt
daar mogelijk financiering voor aan in de laatste tender van het Amsterdams
Investeringsfonds.
3
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing op Gemeenteblad R
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
3. Deelt het college de mening van de fractie van D66 over het belang van
verduurzaming en eventueel aanpassen van regels om nieuwe oplossingen van
duurzaamheid mogelijk te maken? Zo ja, welke leerpunten zijn/worden opgesteld
ten aanzien van de pilot voor het sheddak van Pakhuis de Zwijger? En welke
leerpunten waren opgesteld voor het platte dak van de Amstelkerk? Zo nee,
waarom niet en hoe denkt het college dan de ambitie zoals geformuleerd in de
Zonvisie 2013 te halen?
Antwoord:
Het College onderschrijft de mening van de fractie van D66 dat verduurzaming
van de bestaande stad van groot belang is en onderstreept dat in het
coalitieakkoord ‘Amsterdam is van iedereen’. Zij werkt o.a. aan de doelstelling dat
in 2020 20% meer duurzame energie wordt geproduceerd dan nu het geval is.
Zonne-energie in de bestaande stad draagt daar aan bij. Om dit te realiseren kan
het nodig zijn om bestaande regels aan te passen, of met het Rijk in gesprek te
gaan wanneer de bevoegdheid niet bij de gemeente ligt. Aanpassing van regels
kan bijvoorbeeld nodig zijn in de situatie waarin regels, maatschappelijke wensen,
en toegenomen mogelijkheden door nieuwe (technologische}oplossingen, niet
meer met elkaar in overeenstemming zijn. In het collegeprogramma is daarover
afgesproken dat “we de regels voor het duurzaam aanpassen van gebouwen
[gaan] versimpelen, bijvoorbeeld op het gebied van de teruglevering van energie
en het gezamenlijk gebruik van daken voor zonnepanelen”. Daarbij dient het
college uiteraard wel te opereren binnen de kaders van de landelijke wet- en
regelgeving.
Het College is daarnaast van mening dat de energietransitie alleen plaatsvindt als
duurzaamheidsprojecten schaal krijgen. Daarvoor is het van belang dat wordt
gewerkt aan opschaalbaarheid en kopieerbaarheid van oplossingen.
De leerpunten die de pilot ‘Zon op de Zwijger’ op zal leveren zijn:
— voorbeeldfunctie: onderzoeken en laten zien hoe een nieuwe
zonnetechnologie mogelijk is op een monumentaal dak, waar dat met
conventionele panelen niet haalbaar/wenselijk is;
— kennisontwikkeling (bij overheid en markt) ten aanzien van technische
mogelijkheden van zonne-energie;
— onderzoeken hoe het vigerende welstandskader zich verhoudt tot innovatieve
zon technologieën.
Deze leerpunten zijn vooraf besproken met de projectpartners. Voor het project
Amstelkerk waren geen leerpunten geformuleerd vanuit de gemeente, omdat de
betrokkenheid beperkt was.
Het pilotproject Zon op de Zwijger levert input voor het evalueren van de regels
en draagt bij aan de uitvoering van het deel van de Zonvisie dat daarover gaat.
In de Zonvisie zijn 8 programmalijnen opgenomen waarlangs de gemeente de
toepassing van zonne-energie door burgers en bedrijven stimuleert. In lijn 7
(activiteit # 21) is opgenomen dat regelgeving periodiek tegen het licht wordt
gehouden om te zien of deze (nog) in lijn is met de stand der techniek op het
gebied van o.a. zonnesystemen.
4
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing op Gemeenteblad
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
4. Onder welke criteria zou het college de resultaten van de pilot “Zon op de Zwijger’
als een succes beoordelen? Wanneer vindt die beoordeling plaats en welke
Amsterdamse stakeholders zijn hierbij betrokken?
Antwoord:
Het project ‘Zon op de Zwijger’ wordt als succes beschouwd als:
1. de prijsvraag een inzending oplevert die een goede technische oplossing
biedt voor dit specifieke monumentale dak. Een goede technische oplossing is
een oplossing die aansluit bij de eisen van de pandeigenaar (stadsherstel),
betaalbaar is, en die aanvaardbaar is vanuit esthetisch en historisch oogpunt
en valt binnen de kaders van Welstand en Monumenten;
2. het project bijdraagt aan het vinden van een oplossing voor het aanbrengen
van zonnesystemen op andere monumentale panden, nu of in de toekomst.
Dit is geen hard criterium, omdat de bijdrage van één project aan een bredere
maatschappelijke ontwikkeling moeilijk te meten is. Amsterdam wil echter
duurzame koploper zijn, en daar hoort ook bij dat er ruimte wordt gemaakt
voor innovatie;
3. het project daarnaast input levert voor de periodieke herijking van de regels
conform de Zonvisie (zie het antwoord op vraag 3).
De beoogde planning: zie het antwoord op vraag 2.
De betrokken stakeholders zijn:
— De Groene Grachten;
— NV Stadsherstel;
— de gemeente Amsterdam (DRO, BMA, stadsdeel Centrum);
— Uuurders van Pakhuis de Zwijger (via Stadsherstel);
— Search.
5. Is het college van plan een vervolg te maken op het Amsterdamse
duurzaamheidsprogramma 2011-2014, en indien dat het geval is,
overeenkomstig het coalitieakkoord (blz. 27), de ambitie ten aanzien van lokale
zonne-energie uit de Zonvisie conform het initiatiefvoorstel van het voormalig
raadslid de heer Manuel en de resultaten van de ‘pilots’ op Pakhuis de Zwijger en
de Amstelkerk daarin aandacht te besteden aan het verduurzamen van
monumenten?
Antwoord:
Het College stelt eind dit jaar een Agenda Duurzaamheid vast. Het verduurzamen
van monumenten, deregulering en de ambitie van de Zonvisie zullen in deze
agenda worden meegenomen.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
5
X Gemeente Amsterdam R
% Gemeenteraad
Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 602
Datum akkoord 2 september 2014
Publicatiedatum 5 september 2014
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw A.M. Bosman
en de heer M.E. van den Heuvel van 5 augustus 2014 inzake zonnepanelen op
monumentale panden.
Aan de gemeenteraad
inleiding door vragenstellers.
Het college heeft de ambitie om in 2020 het aandeel duurzaam opgewekte energie
binnen Amsterdam met 20% te laten toenemen. Zonne-energie is een belangrijke
bron daarvoor. Eerder is de doelstelling vastgelegd om in 2020 160 MW zonnestroom
per jaar op te wekken binnen de gemeente Amsterdam. Voor 2040 is het streefcijfer
1000 MW. Zonne-energie is een belangrijke manier voor bewoners en ondernemers
om zelf voor hun elektriciteitsvoorziening te zorgen. Dat is goed voor het milieu,
de energierekening en de onafhankelijkheid van Amsterdam ten opzichte van
onberekenbare buitenlandse energieproducenten.
Amsterdam heeft naast de ruim 8500 rijks- en gemeentelijke monumenten, ook een
toenemend aantal beschermde stads- en dorpsgezichten. Het hele centrum van
Amsterdam is sinds 1999 beschermd stadsgezicht en de grachtengordel behoort
sinds 2010 tot het UNESCO werelderfgoed. De fractie van D66 vindt het belangrijk
dat deze historische waarde wordt beschermd zodat Amsterdammers en latere
generaties er nog volop van kunnen genieten en leren. De fractie van D66 kiest ook
voor een schone, groene en gezonde stad. Het is van belang dat de gemeente ruimte
geeft aan initiatieven die bijdragen aan nieuwe oplossingen van duurzaamheid,
waarbij we openstaan kijken voor het aanpassen van geldende (verouderde) regels
die verduurzaming in de weg staan, zonder dat de authenticiteit van monumenten
wordt aangetast.
Nu heeft de fractie van D66 begrepen dat de gemeente Amsterdam samen met
De Groene Grachten, Stadsherstel en Search een pilot is gestart om zonnepanelen te
plaatsen op de schuine kap van Pakhuis de Zwijger onder de naam: ‘Zon op de
Zwijger’. Het betreft een zogenaamd sheddak (‘zaagtandendak’), dat een zichtlocatie
is. Hieruit volgt waarschijnlijk een prijsvraag voor de aanbesteding die moet aantonen
welke partij het beste zonnepanelen op een monument kan plaatsen. Dit project is
benoemd als ‘pilot om uit te vinden of zonnepanelen op een monument passend zijn,
in relatie tot mogelijke technische gevolgen voor het dak door aanhechting van de
panelen of verstoring van het monumentale ‘daklandschap’ door het aangezicht van
zonnepanelen, omdat dat er nu eenmaal anders uitziet dan dat het daklandschap
eruit zag in de 17° eeuw.
1
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing op Gemeenteblad
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
Dit is niet het eerste monument met zonnepanelen. Sinds september 2013 liggen er
zonnepanelen op het (platte) dak van de Amstelkerk. Volgens de website van
Stadsherstel, die de energie van de zonnepanelen gebruikt voor het eigen kantoor dat
gevestigd is in dit rijksmonument, is de vergunning verleend nadat met foto's van een
proefopstelling was aangetoond dat het monument met deze ‘reversibele toepassing’
geen schade op zou lopen. Ook zijn er (slechts) een klein aantal grachtenpanden die
met trekken en sleuren een vergunning kregen om zonnepanelen op hun dak te
mogen plaatsen, om zodoende hun eigen elektriciteit op te kunnen wekken.
Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 5 augustus 2014, beiden namens
de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad
van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en
wethouders gericht:
1. Wat is het effect geweest van de — inmiddels afgeronde — pilot ‘Zon op de
Amstelkerk’ voor zonne-energie op andere monumenten met een plat dak en in
Amsterdam?
Antwoord:
Als onderdeel van het initiatief Groene Grachten, in 2012 gestart door Wubbo
Ockels en erop gericht om energiemaatregelen in monumentale panden te
promoten, is door Stadsherstel een viertal zonnepanelen aangebracht op de
Amstelkerk. Voor NV Stadsherstel betrof de Amstelkerk een eerste project waarin
zij zonnepanelen heeft aangebracht op een monumentaal pand. Deze panelen
zijn aangebracht op een plat dak en wel binnen de kaders van de Welstandsnota.
Leerdoel: uitvinden of het technisch mogelijk (ja) en rendabel is (nee, door de
lage elektriciteitsprijs die Stadsherstel betaalt omdat zij grootverbruiker is, en de
te betalen leges à 1050 euro).
Het effect is dat er nu 4 panelen liggen op dit monument, en dat Stadsherstel
inzicht heeft gekregen in de mogelijkheden (maatwerk) voor het aanbrengen van
zonnepanelen op monumenten en de business case daarvan.
Er zijn overigens meer (maar niet veel) voorbeelden van monumentale panden in
de stad waarop door bewoners reeds zonnepanelen zijn aangebracht. Hiervoor is
een vergunning nodig van het betreffende stadsdeel.
De betrokkenheid van de gemeente bij dit project van Stichting de Groene
Grachten en Stadsherstel was overigens beperkt. Bureau Monumenten en
Archeologie (BMA) en programmabureau Klimaat en Energie waren inhoudelijk
(advies, meedenken) betrokken bij het initiatief, het stadsdeel heeft de vergunning
afgegeven.
2
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing op Gemeenteblad R
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
2. Klopt het dat de gemeente Amsterdam (de Dienst Ruimtelijke Ordening en
het Bureau Monumenten & Archeologie) zich heeft aangesloten bij De Groene
Grachten, Stadsherstel, Stadsdeel Oost, Pakhuis de Zwijger en Search en bezig
is met de nieuwe pilot ‘Zon op de Zwijger’? Wat is de huidige status van dit project
en wat is de tijdsplanning van deze pilot (inclusief moment van afronding)?
Antwoord:
Ja. Genoemde partijen hebben gezamenlijk de pilot ‘Zon op de Zwijger’ in
voorbereiding. Dit project is geïnitieerd door De Groene Grachten. Het project
sluit aan bij de Amsterdamse Zonvisie ‘Burgers en Bedrijven gaan voor de zon!’
(zie ook het antwoord op vraag 3).
In dit project wordt onderzocht welke mogelijkheden ‘innovatieve
zonnetechnologie’ (bijvoorbeeld: andere type zonnecellen, kleur en
bevestigingstechnieken) biedt voor het aanbrengen van zonnepanelen op een
monumentaal dak, én hoe dit zich verhoudt tot de geldende regels.
Dit project onderscheidt zich van het eerdere project van Stadsherstel in de mate
van ‘innovativiteit van de technologie die gebruikt zal worden. In het eerste
project werd nog gebruik gemaakt van standaard zonnepanelen. In het nieuwe
project op de Zwijger gaat men op zoek naar de meest innovatieve zon-oplossing
voor dit monumentale pand.
Het project is als volgt opgebouwd:
1. allereerst wordt (op dit moment) de haalbaarheid onderzocht (technisch,
financieel, juridisch) voor het aanbrengen van zonnepanelen op Pakhuis de
Zwijger (eigendom NV Stadsherstel);
2. op basis van dit onderzoek zal NV Stadsherstel een beslissing nemen om
haar dak wel of niet ter beschikking te stellen;
3. indien zij akkoord gaat zal de markt in de vorm van een prijsvraag uitgedaagd
worden om met haar ‘beste’ systeem te komen;
4. het zonnesysteem van de beste inzending zal door Stadsherstel worden
uitgevoerd, onder voorbehoud van een positieve vergunningsbeschikking.
Volgens planning wordt de prijsvraag dit najaar bekend gemaakt (indien
Stadsherstel positief beslist; stap 2) en wordt het winnende systeem (beoordeling
door jury in november/december) begin 2015 geïnstalleerd.
De gemeente (BMA en Programmabureau Klimaat en Energie) is als adviseur bij
dit project betrokken. De Groene Grachten is project trekker. Uiteindelijke
installatie van het innovatieve zonnesysteem (als de prijsvraag daadwerkelijk
wordt uitgeschreven en er een goede inzending komt, die binnen de wettelijke
kaders past) wordt door Stadsherstel geregeld en gedekt. Stadsherstel vraagt
daar mogelijk financiering voor aan in de laatste tender van het Amsterdams
Investeringsfonds.
3
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing op Gemeenteblad R
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
3. Deelt het college de mening van de fractie van D66 over het belang van
verduurzaming en eventueel aanpassen van regels om nieuwe oplossingen van
duurzaamheid mogelijk te maken? Zo ja, welke leerpunten zijn/worden opgesteld
ten aanzien van de pilot voor het sheddak van Pakhuis de Zwijger? En welke
leerpunten waren opgesteld voor het platte dak van de Amstelkerk? Zo nee,
waarom niet en hoe denkt het college dan de ambitie zoals geformuleerd in de
Zonvisie 2013 te halen?
Antwoord:
Het College onderschrijft de mening van de fractie van D66 dat verduurzaming
van de bestaande stad van groot belang is en onderstreept dat in het
coalitieakkoord ‘Amsterdam is van iedereen’. Zij werkt o.a. aan de doelstelling dat
in 2020 20% meer duurzame energie wordt geproduceerd dan nu het geval is.
Zonne-energie in de bestaande stad draagt daar aan bij. Om dit te realiseren kan
het nodig zijn om bestaande regels aan te passen, of met het Rijk in gesprek te
gaan wanneer de bevoegdheid niet bij de gemeente ligt. Aanpassing van regels
kan bijvoorbeeld nodig zijn in de situatie waarin regels, maatschappelijke wensen,
en toegenomen mogelijkheden door nieuwe (technologische}oplossingen, niet
meer met elkaar in overeenstemming zijn. In het collegeprogramma is daarover
afgesproken dat “we de regels voor het duurzaam aanpassen van gebouwen
[gaan] versimpelen, bijvoorbeeld op het gebied van de teruglevering van energie
en het gezamenlijk gebruik van daken voor zonnepanelen”. Daarbij dient het
college uiteraard wel te opereren binnen de kaders van de landelijke wet- en
regelgeving.
Het College is daarnaast van mening dat de energietransitie alleen plaatsvindt als
duurzaamheidsprojecten schaal krijgen. Daarvoor is het van belang dat wordt
gewerkt aan opschaalbaarheid en kopieerbaarheid van oplossingen.
De leerpunten die de pilot ‘Zon op de Zwijger’ op zal leveren zijn:
— voorbeeldfunctie: onderzoeken en laten zien hoe een nieuwe
zonnetechnologie mogelijk is op een monumentaal dak, waar dat met
conventionele panelen niet haalbaar/wenselijk is;
— kennisontwikkeling (bij overheid en markt) ten aanzien van technische
mogelijkheden van zonne-energie;
— onderzoeken hoe het vigerende welstandskader zich verhoudt tot innovatieve
zon technologieën.
Deze leerpunten zijn vooraf besproken met de projectpartners. Voor het project
Amstelkerk waren geen leerpunten geformuleerd vanuit de gemeente, omdat de
betrokkenheid beperkt was.
Het pilotproject Zon op de Zwijger levert input voor het evalueren van de regels
en draagt bij aan de uitvoering van het deel van de Zonvisie dat daarover gaat.
In de Zonvisie zijn 8 programmalijnen opgenomen waarlangs de gemeente de
toepassing van zonne-energie door burgers en bedrijven stimuleert. In lijn 7
(activiteit # 21) is opgenomen dat regelgeving periodiek tegen het licht wordt
gehouden om te zien of deze (nog) in lijn is met de stand der techniek op het
gebied van o.a. zonnesystemen.
4
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing op Gemeenteblad
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
4. Onder welke criteria zou het college de resultaten van de pilot “Zon op de Zwijger’
als een succes beoordelen? Wanneer vindt die beoordeling plaats en welke
Amsterdamse stakeholders zijn hierbij betrokken?
Antwoord:
Het project ‘Zon op de Zwijger’ wordt als succes beschouwd als:
1. de prijsvraag een inzending oplevert die een goede technische oplossing
biedt voor dit specifieke monumentale dak. Een goede technische oplossing is
een oplossing die aansluit bij de eisen van de pandeigenaar (stadsherstel),
betaalbaar is, en die aanvaardbaar is vanuit esthetisch en historisch oogpunt
en valt binnen de kaders van Welstand en Monumenten;
2. het project bijdraagt aan het vinden van een oplossing voor het aanbrengen
van zonnesystemen op andere monumentale panden, nu of in de toekomst.
Dit is geen hard criterium, omdat de bijdrage van één project aan een bredere
maatschappelijke ontwikkeling moeilijk te meten is. Amsterdam wil echter
duurzame koploper zijn, en daar hoort ook bij dat er ruimte wordt gemaakt
voor innovatie;
3. het project daarnaast input levert voor de periodieke herijking van de regels
conform de Zonvisie (zie het antwoord op vraag 3).
De beoogde planning: zie het antwoord op vraag 2.
De betrokken stakeholders zijn:
— De Groene Grachten;
— NV Stadsherstel;
— de gemeente Amsterdam (DRO, BMA, stadsdeel Centrum);
— Uuurders van Pakhuis de Zwijger (via Stadsherstel);
— Search.
5. Is het college van plan een vervolg te maken op het Amsterdamse
duurzaamheidsprogramma 2011-2014, en indien dat het geval is,
overeenkomstig het coalitieakkoord (blz. 27), de ambitie ten aanzien van lokale
zonne-energie uit de Zonvisie conform het initiatiefvoorstel van het voormalig
raadslid de heer Manuel en de resultaten van de ‘pilots’ op Pakhuis de Zwijger en
de Amstelkerk daarin aandacht te besteden aan het verduurzamen van
monumenten?
Antwoord:
Het College stelt eind dit jaar een Agenda Duurzaamheid vast. Het verduurzamen
van monumenten, deregulering en de ambitie van de Zonvisie zullen in deze
agenda worden meegenomen.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
5
X Gemeente Amsterdam R
% Gemeenteraad
Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 602
Datum akkoord 2 september 2014
Publicatiedatum 5 september 2014
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw A.M. Bosman
en de heer M.E. van den Heuvel van 5 augustus 2014 inzake zonnepanelen op
monumentale panden.
Aan de gemeenteraad
inleiding door vragenstellers.
Het college heeft de ambitie om in 2020 het aandeel duurzaam opgewekte energie
binnen Amsterdam met 20% te laten toenemen. Zonne-energie is een belangrijke
bron daarvoor. Eerder is de doelstelling vastgelegd om in 2020 160 MW zonnestroom
per jaar op te wekken binnen de gemeente Amsterdam. Voor 2040 is het streefcijfer
1000 MW. Zonne-energie is een belangrijke manier voor bewoners en ondernemers
om zelf voor hun elektriciteitsvoorziening te zorgen. Dat is goed voor het milieu,
de energierekening en de onafhankelijkheid van Amsterdam ten opzichte van
onberekenbare buitenlandse energieproducenten.
Amsterdam heeft naast de ruim 8500 rijks- en gemeentelijke monumenten, ook een
toenemend aantal beschermde stads- en dorpsgezichten. Het hele centrum van
Amsterdam is sinds 1999 beschermd stadsgezicht en de grachtengordel behoort
sinds 2010 tot het UNESCO werelderfgoed. De fractie van D66 vindt het belangrijk
dat deze historische waarde wordt beschermd zodat Amsterdammers en latere
generaties er nog volop van kunnen genieten en leren. De fractie van D66 kiest ook
voor een schone, groene en gezonde stad. Het is van belang dat de gemeente ruimte
geeft aan initiatieven die bijdragen aan nieuwe oplossingen van duurzaamheid,
waarbij we openstaan kijken voor het aanpassen van geldende (verouderde) regels
die verduurzaming in de weg staan, zonder dat de authenticiteit van monumenten
wordt aangetast.
Nu heeft de fractie van D66 begrepen dat de gemeente Amsterdam samen met
De Groene Grachten, Stadsherstel en Search een pilot is gestart om zonnepanelen te
plaatsen op de schuine kap van Pakhuis de Zwijger onder de naam: ‘Zon op de
Zwijger’. Het betreft een zogenaamd sheddak (‘zaagtandendak’), dat een zichtlocatie
is. Hieruit volgt waarschijnlijk een prijsvraag voor de aanbesteding die moet aantonen
welke partij het beste zonnepanelen op een monument kan plaatsen. Dit project is
benoemd als ‘pilot om uit te vinden of zonnepanelen op een monument passend zijn,
in relatie tot mogelijke technische gevolgen voor het dak door aanhechting van de
panelen of verstoring van het monumentale ‘daklandschap’ door het aangezicht van
zonnepanelen, omdat dat er nu eenmaal anders uitziet dan dat het daklandschap
eruit zag in de 17° eeuw.
1
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing op Gemeenteblad
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
Dit is niet het eerste monument met zonnepanelen. Sinds september 2013 liggen er
zonnepanelen op het (platte) dak van de Amstelkerk. Volgens de website van
Stadsherstel, die de energie van de zonnepanelen gebruikt voor het eigen kantoor dat
gevestigd is in dit rijksmonument, is de vergunning verleend nadat met foto's van een
proefopstelling was aangetoond dat het monument met deze ‘reversibele toepassing’
geen schade op zou lopen. Ook zijn er (slechts) een klein aantal grachtenpanden die
met trekken en sleuren een vergunning kregen om zonnepanelen op hun dak te
mogen plaatsen, om zodoende hun eigen elektriciteit op te kunnen wekken.
Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 5 augustus 2014, beiden namens
de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad
van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en
wethouders gericht:
1. Wat is het effect geweest van de — inmiddels afgeronde — pilot ‘Zon op de
Amstelkerk’ voor zonne-energie op andere monumenten met een plat dak en in
Amsterdam?
Antwoord:
Als onderdeel van het initiatief Groene Grachten, in 2012 gestart door Wubbo
Ockels en erop gericht om energiemaatregelen in monumentale panden te
promoten, is door Stadsherstel een viertal zonnepanelen aangebracht op de
Amstelkerk. Voor NV Stadsherstel betrof de Amstelkerk een eerste project waarin
zij zonnepanelen heeft aangebracht op een monumentaal pand. Deze panelen
zijn aangebracht op een plat dak en wel binnen de kaders van de Welstandsnota.
Leerdoel: uitvinden of het technisch mogelijk (ja) en rendabel is (nee, door de
lage elektriciteitsprijs die Stadsherstel betaalt omdat zij grootverbruiker is, en de
te betalen leges à 1050 euro).
Het effect is dat er nu 4 panelen liggen op dit monument, en dat Stadsherstel
inzicht heeft gekregen in de mogelijkheden (maatwerk) voor het aanbrengen van
zonnepanelen op monumenten en de business case daarvan.
Er zijn overigens meer (maar niet veel) voorbeelden van monumentale panden in
de stad waarop door bewoners reeds zonnepanelen zijn aangebracht. Hiervoor is
een vergunning nodig van het betreffende stadsdeel.
De betrokkenheid van de gemeente bij dit project van Stichting de Groene
Grachten en Stadsherstel was overigens beperkt. Bureau Monumenten en
Archeologie (BMA) en programmabureau Klimaat en Energie waren inhoudelijk
(advies, meedenken) betrokken bij het initiatief, het stadsdeel heeft de vergunning
afgegeven.
2
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing op Gemeenteblad R
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
2. Klopt het dat de gemeente Amsterdam (de Dienst Ruimtelijke Ordening en
het Bureau Monumenten & Archeologie) zich heeft aangesloten bij De Groene
Grachten, Stadsherstel, Stadsdeel Oost, Pakhuis de Zwijger en Search en bezig
is met de nieuwe pilot ‘Zon op de Zwijger’? Wat is de huidige status van dit project
en wat is de tijdsplanning van deze pilot (inclusief moment van afronding)?
Antwoord:
Ja. Genoemde partijen hebben gezamenlijk de pilot ‘Zon op de Zwijger’ in
voorbereiding. Dit project is geïnitieerd door De Groene Grachten. Het project
sluit aan bij de Amsterdamse Zonvisie ‘Burgers en Bedrijven gaan voor de zon!’
(zie ook het antwoord op vraag 3).
In dit project wordt onderzocht welke mogelijkheden ‘innovatieve
zonnetechnologie’ (bijvoorbeeld: andere type zonnecellen, kleur en
bevestigingstechnieken) biedt voor het aanbrengen van zonnepanelen op een
monumentaal dak, én hoe dit zich verhoudt tot de geldende regels.
Dit project onderscheidt zich van het eerdere project van Stadsherstel in de mate
van ‘innovativiteit van de technologie die gebruikt zal worden. In het eerste
project werd nog gebruik gemaakt van standaard zonnepanelen. In het nieuwe
project op de Zwijger gaat men op zoek naar de meest innovatieve zon-oplossing
voor dit monumentale pand.
Het project is als volgt opgebouwd:
1. allereerst wordt (op dit moment) de haalbaarheid onderzocht (technisch,
financieel, juridisch) voor het aanbrengen van zonnepanelen op Pakhuis de
Zwijger (eigendom NV Stadsherstel);
2. op basis van dit onderzoek zal NV Stadsherstel een beslissing nemen om
haar dak wel of niet ter beschikking te stellen;
3. indien zij akkoord gaat zal de markt in de vorm van een prijsvraag uitgedaagd
worden om met haar ‘beste’ systeem te komen;
4. het zonnesysteem van de beste inzending zal door Stadsherstel worden
uitgevoerd, onder voorbehoud van een positieve vergunningsbeschikking.
Volgens planning wordt de prijsvraag dit najaar bekend gemaakt (indien
Stadsherstel positief beslist; stap 2) en wordt het winnende systeem (beoordeling
door jury in november/december) begin 2015 geïnstalleerd.
De gemeente (BMA en Programmabureau Klimaat en Energie) is als adviseur bij
dit project betrokken. De Groene Grachten is project trekker. Uiteindelijke
installatie van het innovatieve zonnesysteem (als de prijsvraag daadwerkelijk
wordt uitgeschreven en er een goede inzending komt, die binnen de wettelijke
kaders past) wordt door Stadsherstel geregeld en gedekt. Stadsherstel vraagt
daar mogelijk financiering voor aan in de laatste tender van het Amsterdams
Investeringsfonds.
3
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing op Gemeenteblad R
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
3. Deelt het college de mening van de fractie van D66 over het belang van
verduurzaming en eventueel aanpassen van regels om nieuwe oplossingen van
duurzaamheid mogelijk te maken? Zo ja, welke leerpunten zijn/worden opgesteld
ten aanzien van de pilot voor het sheddak van Pakhuis de Zwijger? En welke
leerpunten waren opgesteld voor het platte dak van de Amstelkerk? Zo nee,
waarom niet en hoe denkt het college dan de ambitie zoals geformuleerd in de
Zonvisie 2013 te halen?
Antwoord:
Het College onderschrijft de mening van de fractie van D66 dat verduurzaming
van de bestaande stad van groot belang is en onderstreept dat in het
coalitieakkoord ‘Amsterdam is van iedereen’. Zij werkt o.a. aan de doelstelling dat
in 2020 20% meer duurzame energie wordt geproduceerd dan nu het geval is.
Zonne-energie in de bestaande stad draagt daar aan bij. Om dit te realiseren kan
het nodig zijn om bestaande regels aan te passen, of met het Rijk in gesprek te
gaan wanneer de bevoegdheid niet bij de gemeente ligt. Aanpassing van regels
kan bijvoorbeeld nodig zijn in de situatie waarin regels, maatschappelijke wensen,
en toegenomen mogelijkheden door nieuwe (technologische}oplossingen, niet
meer met elkaar in overeenstemming zijn. In het collegeprogramma is daarover
afgesproken dat “we de regels voor het duurzaam aanpassen van gebouwen
[gaan] versimpelen, bijvoorbeeld op het gebied van de teruglevering van energie
en het gezamenlijk gebruik van daken voor zonnepanelen”. Daarbij dient het
college uiteraard wel te opereren binnen de kaders van de landelijke wet- en
regelgeving.
Het College is daarnaast van mening dat de energietransitie alleen plaatsvindt als
duurzaamheidsprojecten schaal krijgen. Daarvoor is het van belang dat wordt
gewerkt aan opschaalbaarheid en kopieerbaarheid van oplossingen.
De leerpunten die de pilot ‘Zon op de Zwijger’ op zal leveren zijn:
— voorbeeldfunctie: onderzoeken en laten zien hoe een nieuwe
zonnetechnologie mogelijk is op een monumentaal dak, waar dat met
conventionele panelen niet haalbaar/wenselijk is;
— kennisontwikkeling (bij overheid en markt) ten aanzien van technische
mogelijkheden van zonne-energie;
— onderzoeken hoe het vigerende welstandskader zich verhoudt tot innovatieve
zon technologieën.
Deze leerpunten zijn vooraf besproken met de projectpartners. Voor het project
Amstelkerk waren geen leerpunten geformuleerd vanuit de gemeente, omdat de
betrokkenheid beperkt was.
Het pilotproject Zon op de Zwijger levert input voor het evalueren van de regels
en draagt bij aan de uitvoering van het deel van de Zonvisie dat daarover gaat.
In de Zonvisie zijn 8 programmalijnen opgenomen waarlangs de gemeente de
toepassing van zonne-energie door burgers en bedrijven stimuleert. In lijn 7
(activiteit # 21) is opgenomen dat regelgeving periodiek tegen het licht wordt
gehouden om te zien of deze (nog) in lijn is met de stand der techniek op het
gebied van o.a. zonnesystemen.
4
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing op Gemeenteblad
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
4. Onder welke criteria zou het college de resultaten van de pilot “Zon op de Zwijger’
als een succes beoordelen? Wanneer vindt die beoordeling plaats en welke
Amsterdamse stakeholders zijn hierbij betrokken?
Antwoord:
Het project ‘Zon op de Zwijger’ wordt als succes beschouwd als:
1. de prijsvraag een inzending oplevert die een goede technische oplossing
biedt voor dit specifieke monumentale dak. Een goede technische oplossing is
een oplossing die aansluit bij de eisen van de pandeigenaar (stadsherstel),
betaalbaar is, en die aanvaardbaar is vanuit esthetisch en historisch oogpunt
en valt binnen de kaders van Welstand en Monumenten;
2. het project bijdraagt aan het vinden van een oplossing voor het aanbrengen
van zonnesystemen op andere monumentale panden, nu of in de toekomst.
Dit is geen hard criterium, omdat de bijdrage van één project aan een bredere
maatschappelijke ontwikkeling moeilijk te meten is. Amsterdam wil echter
duurzame koploper zijn, en daar hoort ook bij dat er ruimte wordt gemaakt
voor innovatie;
3. het project daarnaast input levert voor de periodieke herijking van de regels
conform de Zonvisie (zie het antwoord op vraag 3).
De beoogde planning: zie het antwoord op vraag 2.
De betrokken stakeholders zijn:
— De Groene Grachten;
— NV Stadsherstel;
— de gemeente Amsterdam (DRO, BMA, stadsdeel Centrum);
— Uuurders van Pakhuis de Zwijger (via Stadsherstel);
— Search.
5. Is het college van plan een vervolg te maken op het Amsterdamse
duurzaamheidsprogramma 2011-2014, en indien dat het geval is,
overeenkomstig het coalitieakkoord (blz. 27), de ambitie ten aanzien van lokale
zonne-energie uit de Zonvisie conform het initiatiefvoorstel van het voormalig
raadslid de heer Manuel en de resultaten van de ‘pilots’ op Pakhuis de Zwijger en
de Amstelkerk daarin aandacht te besteden aan het verduurzamen van
monumenten?
Antwoord:
Het College stelt eind dit jaar een Agenda Duurzaamheid vast. Het verduurzamen
van monumenten, deregulering en de ambitie van de Zonvisie zullen in deze
agenda worden meegenomen.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
5
X Gemeente Amsterdam R
% Gemeenteraad
Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 602
Datum akkoord 2 september 2014
Publicatiedatum 5 september 2014
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw A.M. Bosman
en de heer M.E. van den Heuvel van 5 augustus 2014 inzake zonnepanelen op
monumentale panden.
Aan de gemeenteraad
inleiding door vragenstellers.
Het college heeft de ambitie om in 2020 het aandeel duurzaam opgewekte energie
binnen Amsterdam met 20% te laten toenemen. Zonne-energie is een belangrijke
bron daarvoor. Eerder is de doelstelling vastgelegd om in 2020 160 MW zonnestroom
per jaar op te wekken binnen de gemeente Amsterdam. Voor 2040 is het streefcijfer
1000 MW. Zonne-energie is een belangrijke manier voor bewoners en ondernemers
om zelf voor hun elektriciteitsvoorziening te zorgen. Dat is goed voor het milieu,
de energierekening en de onafhankelijkheid van Amsterdam ten opzichte van
onberekenbare buitenlandse energieproducenten.
Amsterdam heeft naast de ruim 8500 rijks- en gemeentelijke monumenten, ook een
toenemend aantal beschermde stads- en dorpsgezichten. Het hele centrum van
Amsterdam is sinds 1999 beschermd stadsgezicht en de grachtengordel behoort
sinds 2010 tot het UNESCO werelderfgoed. De fractie van D66 vindt het belangrijk
dat deze historische waarde wordt beschermd zodat Amsterdammers en latere
generaties er nog volop van kunnen genieten en leren. De fractie van D66 kiest ook
voor een schone, groene en gezonde stad. Het is van belang dat de gemeente ruimte
geeft aan initiatieven die bijdragen aan nieuwe oplossingen van duurzaamheid,
waarbij we openstaan kijken voor het aanpassen van geldende (verouderde) regels
die verduurzaming in de weg staan, zonder dat de authenticiteit van monumenten
wordt aangetast.
Nu heeft de fractie van D66 begrepen dat de gemeente Amsterdam samen met
De Groene Grachten, Stadsherstel en Search een pilot is gestart om zonnepanelen te
plaatsen op de schuine kap van Pakhuis de Zwijger onder de naam: ‘Zon op de
Zwijger’. Het betreft een zogenaamd sheddak (‘zaagtandendak’), dat een zichtlocatie
is. Hieruit volgt waarschijnlijk een prijsvraag voor de aanbesteding die moet aantonen
welke partij het beste zonnepanelen op een monument kan plaatsen. Dit project is
benoemd als ‘pilot om uit te vinden of zonnepanelen op een monument passend zijn,
in relatie tot mogelijke technische gevolgen voor het dak door aanhechting van de
panelen of verstoring van het monumentale ‘daklandschap’ door het aangezicht van
zonnepanelen, omdat dat er nu eenmaal anders uitziet dan dat het daklandschap
eruit zag in de 17° eeuw.
1
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing op Gemeenteblad
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
Dit is niet het eerste monument met zonnepanelen. Sinds september 2013 liggen er
zonnepanelen op het (platte) dak van de Amstelkerk. Volgens de website van
Stadsherstel, die de energie van de zonnepanelen gebruikt voor het eigen kantoor dat
gevestigd is in dit rijksmonument, is de vergunning verleend nadat met foto's van een
proefopstelling was aangetoond dat het monument met deze ‘reversibele toepassing’
geen schade op zou lopen. Ook zijn er (slechts) een klein aantal grachtenpanden die
met trekken en sleuren een vergunning kregen om zonnepanelen op hun dak te
mogen plaatsen, om zodoende hun eigen elektriciteit op te kunnen wekken.
Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 5 augustus 2014, beiden namens
de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad
van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en
wethouders gericht:
1. Wat is het effect geweest van de — inmiddels afgeronde — pilot ‘Zon op de
Amstelkerk’ voor zonne-energie op andere monumenten met een plat dak en in
Amsterdam?
Antwoord:
Als onderdeel van het initiatief Groene Grachten, in 2012 gestart door Wubbo
Ockels en erop gericht om energiemaatregelen in monumentale panden te
promoten, is door Stadsherstel een viertal zonnepanelen aangebracht op de
Amstelkerk. Voor NV Stadsherstel betrof de Amstelkerk een eerste project waarin
zij zonnepanelen heeft aangebracht op een monumentaal pand. Deze panelen
zijn aangebracht op een plat dak en wel binnen de kaders van de Welstandsnota.
Leerdoel: uitvinden of het technisch mogelijk (ja) en rendabel is (nee, door de
lage elektriciteitsprijs die Stadsherstel betaalt omdat zij grootverbruiker is, en de
te betalen leges à 1050 euro).
Het effect is dat er nu 4 panelen liggen op dit monument, en dat Stadsherstel
inzicht heeft gekregen in de mogelijkheden (maatwerk) voor het aanbrengen van
zonnepanelen op monumenten en de business case daarvan.
Er zijn overigens meer (maar niet veel) voorbeelden van monumentale panden in
de stad waarop door bewoners reeds zonnepanelen zijn aangebracht. Hiervoor is
een vergunning nodig van het betreffende stadsdeel.
De betrokkenheid van de gemeente bij dit project van Stichting de Groene
Grachten en Stadsherstel was overigens beperkt. Bureau Monumenten en
Archeologie (BMA) en programmabureau Klimaat en Energie waren inhoudelijk
(advies, meedenken) betrokken bij het initiatief, het stadsdeel heeft de vergunning
afgegeven.
2
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing op Gemeenteblad R
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
2. Klopt het dat de gemeente Amsterdam (de Dienst Ruimtelijke Ordening en
het Bureau Monumenten & Archeologie) zich heeft aangesloten bij De Groene
Grachten, Stadsherstel, Stadsdeel Oost, Pakhuis de Zwijger en Search en bezig
is met de nieuwe pilot ‘Zon op de Zwijger’? Wat is de huidige status van dit project
en wat is de tijdsplanning van deze pilot (inclusief moment van afronding)?
Antwoord:
Ja. Genoemde partijen hebben gezamenlijk de pilot ‘Zon op de Zwijger’ in
voorbereiding. Dit project is geïnitieerd door De Groene Grachten. Het project
sluit aan bij de Amsterdamse Zonvisie ‘Burgers en Bedrijven gaan voor de zon!’
(zie ook het antwoord op vraag 3).
In dit project wordt onderzocht welke mogelijkheden ‘innovatieve
zonnetechnologie’ (bijvoorbeeld: andere type zonnecellen, kleur en
bevestigingstechnieken) biedt voor het aanbrengen van zonnepanelen op een
monumentaal dak, én hoe dit zich verhoudt tot de geldende regels.
Dit project onderscheidt zich van het eerdere project van Stadsherstel in de mate
van ‘innovativiteit van de technologie die gebruikt zal worden. In het eerste
project werd nog gebruik gemaakt van standaard zonnepanelen. In het nieuwe
project op de Zwijger gaat men op zoek naar de meest innovatieve zon-oplossing
voor dit monumentale pand.
Het project is als volgt opgebouwd:
1. allereerst wordt (op dit moment) de haalbaarheid onderzocht (technisch,
financieel, juridisch) voor het aanbrengen van zonnepanelen op Pakhuis de
Zwijger (eigendom NV Stadsherstel);
2. op basis van dit onderzoek zal NV Stadsherstel een beslissing nemen om
haar dak wel of niet ter beschikking te stellen;
3. indien zij akkoord gaat zal de markt in de vorm van een prijsvraag uitgedaagd
worden om met haar ‘beste’ systeem te komen;
4. het zonnesysteem van de beste inzending zal door Stadsherstel worden
uitgevoerd, onder voorbehoud van een positieve vergunningsbeschikking.
Volgens planning wordt de prijsvraag dit najaar bekend gemaakt (indien
Stadsherstel positief beslist; stap 2) en wordt het winnende systeem (beoordeling
door jury in november/december) begin 2015 geïnstalleerd.
De gemeente (BMA en Programmabureau Klimaat en Energie) is als adviseur bij
dit project betrokken. De Groene Grachten is project trekker. Uiteindelijke
installatie van het innovatieve zonnesysteem (als de prijsvraag daadwerkelijk
wordt uitgeschreven en er een goede inzending komt, die binnen de wettelijke
kaders past) wordt door Stadsherstel geregeld en gedekt. Stadsherstel vraagt
daar mogelijk financiering voor aan in de laatste tender van het Amsterdams
Investeringsfonds.
3
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing op Gemeenteblad R
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
3. Deelt het college de mening van de fractie van D66 over het belang van
verduurzaming en eventueel aanpassen van regels om nieuwe oplossingen van
duurzaamheid mogelijk te maken? Zo ja, welke leerpunten zijn/worden opgesteld
ten aanzien van de pilot voor het sheddak van Pakhuis de Zwijger? En welke
leerpunten waren opgesteld voor het platte dak van de Amstelkerk? Zo nee,
waarom niet en hoe denkt het college dan de ambitie zoals geformuleerd in de
Zonvisie 2013 te halen?
Antwoord:
Het College onderschrijft de mening van de fractie van D66 dat verduurzaming
van de bestaande stad van groot belang is en onderstreept dat in het
coalitieakkoord ‘Amsterdam is van iedereen’. Zij werkt o.a. aan de doelstelling dat
in 2020 20% meer duurzame energie wordt geproduceerd dan nu het geval is.
Zonne-energie in de bestaande stad draagt daar aan bij. Om dit te realiseren kan
het nodig zijn om bestaande regels aan te passen, of met het Rijk in gesprek te
gaan wanneer de bevoegdheid niet bij de gemeente ligt. Aanpassing van regels
kan bijvoorbeeld nodig zijn in de situatie waarin regels, maatschappelijke wensen,
en toegenomen mogelijkheden door nieuwe (technologische}oplossingen, niet
meer met elkaar in overeenstemming zijn. In het collegeprogramma is daarover
afgesproken dat “we de regels voor het duurzaam aanpassen van gebouwen
[gaan] versimpelen, bijvoorbeeld op het gebied van de teruglevering van energie
en het gezamenlijk gebruik van daken voor zonnepanelen”. Daarbij dient het
college uiteraard wel te opereren binnen de kaders van de landelijke wet- en
regelgeving.
Het College is daarnaast van mening dat de energietransitie alleen plaatsvindt als
duurzaamheidsprojecten schaal krijgen. Daarvoor is het van belang dat wordt
gewerkt aan opschaalbaarheid en kopieerbaarheid van oplossingen.
De leerpunten die de pilot ‘Zon op de Zwijger’ op zal leveren zijn:
— voorbeeldfunctie: onderzoeken en laten zien hoe een nieuwe
zonnetechnologie mogelijk is op een monumentaal dak, waar dat met
conventionele panelen niet haalbaar/wenselijk is;
— kennisontwikkeling (bij overheid en markt) ten aanzien van technische
mogelijkheden van zonne-energie;
— onderzoeken hoe het vigerende welstandskader zich verhoudt tot innovatieve
zon technologieën.
Deze leerpunten zijn vooraf besproken met de projectpartners. Voor het project
Amstelkerk waren geen leerpunten geformuleerd vanuit de gemeente, omdat de
betrokkenheid beperkt was.
Het pilotproject Zon op de Zwijger levert input voor het evalueren van de regels
en draagt bij aan de uitvoering van het deel van de Zonvisie dat daarover gaat.
In de Zonvisie zijn 8 programmalijnen opgenomen waarlangs de gemeente de
toepassing van zonne-energie door burgers en bedrijven stimuleert. In lijn 7
(activiteit # 21) is opgenomen dat regelgeving periodiek tegen het licht wordt
gehouden om te zien of deze (nog) in lijn is met de stand der techniek op het
gebied van o.a. zonnesystemen.
4
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing op Gemeenteblad
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
4. Onder welke criteria zou het college de resultaten van de pilot “Zon op de Zwijger’
als een succes beoordelen? Wanneer vindt die beoordeling plaats en welke
Amsterdamse stakeholders zijn hierbij betrokken?
Antwoord:
Het project ‘Zon op de Zwijger’ wordt als succes beschouwd als:
1. de prijsvraag een inzending oplevert die een goede technische oplossing
biedt voor dit specifieke monumentale dak. Een goede technische oplossing is
een oplossing die aansluit bij de eisen van de pandeigenaar (stadsherstel),
betaalbaar is, en die aanvaardbaar is vanuit esthetisch en historisch oogpunt
en valt binnen de kaders van Welstand en Monumenten;
2. het project bijdraagt aan het vinden van een oplossing voor het aanbrengen
van zonnesystemen op andere monumentale panden, nu of in de toekomst.
Dit is geen hard criterium, omdat de bijdrage van één project aan een bredere
maatschappelijke ontwikkeling moeilijk te meten is. Amsterdam wil echter
duurzame koploper zijn, en daar hoort ook bij dat er ruimte wordt gemaakt
voor innovatie;
3. het project daarnaast input levert voor de periodieke herijking van de regels
conform de Zonvisie (zie het antwoord op vraag 3).
De beoogde planning: zie het antwoord op vraag 2.
De betrokken stakeholders zijn:
— De Groene Grachten;
— NV Stadsherstel;
— de gemeente Amsterdam (DRO, BMA, stadsdeel Centrum);
— Uuurders van Pakhuis de Zwijger (via Stadsherstel);
— Search.
5. Is het college van plan een vervolg te maken op het Amsterdamse
duurzaamheidsprogramma 2011-2014, en indien dat het geval is,
overeenkomstig het coalitieakkoord (blz. 27), de ambitie ten aanzien van lokale
zonne-energie uit de Zonvisie conform het initiatiefvoorstel van het voormalig
raadslid de heer Manuel en de resultaten van de ‘pilots’ op Pakhuis de Zwijger en
de Amstelkerk daarin aandacht te besteden aan het verduurzamen van
monumenten?
Antwoord:
Het College stelt eind dit jaar een Agenda Duurzaamheid vast. Het verduurzamen
van monumenten, deregulering en de ambitie van de Zonvisie zullen in deze
agenda worden meegenomen.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
5
X Gemeente Amsterdam R
% Gemeenteraad
Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 602
Datum akkoord 2 september 2014
Publicatiedatum 5 september 2014
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw A.M. Bosman
en de heer M.E. van den Heuvel van 5 augustus 2014 inzake zonnepanelen op
monumentale panden.
Aan de gemeenteraad
inleiding door vragenstellers.
Het college heeft de ambitie om in 2020 het aandeel duurzaam opgewekte energie
binnen Amsterdam met 20% te laten toenemen. Zonne-energie is een belangrijke
bron daarvoor. Eerder is de doelstelling vastgelegd om in 2020 160 MW zonnestroom
per jaar op te wekken binnen de gemeente Amsterdam. Voor 2040 is het streefcijfer
1000 MW. Zonne-energie is een belangrijke manier voor bewoners en ondernemers
om zelf voor hun elektriciteitsvoorziening te zorgen. Dat is goed voor het milieu,
de energierekening en de onafhankelijkheid van Amsterdam ten opzichte van
onberekenbare buitenlandse energieproducenten.
Amsterdam heeft naast de ruim 8500 rijks- en gemeentelijke monumenten, ook een
toenemend aantal beschermde stads- en dorpsgezichten. Het hele centrum van
Amsterdam is sinds 1999 beschermd stadsgezicht en de grachtengordel behoort
sinds 2010 tot het UNESCO werelderfgoed. De fractie van D66 vindt het belangrijk
dat deze historische waarde wordt beschermd zodat Amsterdammers en latere
generaties er nog volop van kunnen genieten en leren. De fractie van D66 kiest ook
voor een schone, groene en gezonde stad. Het is van belang dat de gemeente ruimte
geeft aan initiatieven die bijdragen aan nieuwe oplossingen van duurzaamheid,
waarbij we openstaan kijken voor het aanpassen van geldende (verouderde) regels
die verduurzaming in de weg staan, zonder dat de authenticiteit van monumenten
wordt aangetast.
Nu heeft de fractie van D66 begrepen dat de gemeente Amsterdam samen met
De Groene Grachten, Stadsherstel en Search een pilot is gestart om zonnepanelen te
plaatsen op de schuine kap van Pakhuis de Zwijger onder de naam: ‘Zon op de
Zwijger’. Het betreft een zogenaamd sheddak (‘zaagtandendak’), dat een zichtlocatie
is. Hieruit volgt waarschijnlijk een prijsvraag voor de aanbesteding die moet aantonen
welke partij het beste zonnepanelen op een monument kan plaatsen. Dit project is
benoemd als ‘pilot om uit te vinden of zonnepanelen op een monument passend zijn,
in relatie tot mogelijke technische gevolgen voor het dak door aanhechting van de
panelen of verstoring van het monumentale ‘daklandschap’ door het aangezicht van
zonnepanelen, omdat dat er nu eenmaal anders uitziet dan dat het daklandschap
eruit zag in de 17° eeuw.
1
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing op Gemeenteblad
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
Dit is niet het eerste monument met zonnepanelen. Sinds september 2013 liggen er
zonnepanelen op het (platte) dak van de Amstelkerk. Volgens de website van
Stadsherstel, die de energie van de zonnepanelen gebruikt voor het eigen kantoor dat
gevestigd is in dit rijksmonument, is de vergunning verleend nadat met foto's van een
proefopstelling was aangetoond dat het monument met deze ‘reversibele toepassing’
geen schade op zou lopen. Ook zijn er (slechts) een klein aantal grachtenpanden die
met trekken en sleuren een vergunning kregen om zonnepanelen op hun dak te
mogen plaatsen, om zodoende hun eigen elektriciteit op te kunnen wekken.
Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 5 augustus 2014, beiden namens
de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad
van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en
wethouders gericht:
1. Wat is het effect geweest van de — inmiddels afgeronde — pilot ‘Zon op de
Amstelkerk’ voor zonne-energie op andere monumenten met een plat dak en in
Amsterdam?
Antwoord:
Als onderdeel van het initiatief Groene Grachten, in 2012 gestart door Wubbo
Ockels en erop gericht om energiemaatregelen in monumentale panden te
promoten, is door Stadsherstel een viertal zonnepanelen aangebracht op de
Amstelkerk. Voor NV Stadsherstel betrof de Amstelkerk een eerste project waarin
zij zonnepanelen heeft aangebracht op een monumentaal pand. Deze panelen
zijn aangebracht op een plat dak en wel binnen de kaders van de Welstandsnota.
Leerdoel: uitvinden of het technisch mogelijk (ja) en rendabel is (nee, door de
lage elektriciteitsprijs die Stadsherstel betaalt omdat zij grootverbruiker is, en de
te betalen leges à 1050 euro).
Het effect is dat er nu 4 panelen liggen op dit monument, en dat Stadsherstel
inzicht heeft gekregen in de mogelijkheden (maatwerk) voor het aanbrengen van
zonnepanelen op monumenten en de business case daarvan.
Er zijn overigens meer (maar niet veel) voorbeelden van monumentale panden in
de stad waarop door bewoners reeds zonnepanelen zijn aangebracht. Hiervoor is
een vergunning nodig van het betreffende stadsdeel.
De betrokkenheid van de gemeente bij dit project van Stichting de Groene
Grachten en Stadsherstel was overigens beperkt. Bureau Monumenten en
Archeologie (BMA) en programmabureau Klimaat en Energie waren inhoudelijk
(advies, meedenken) betrokken bij het initiatief, het stadsdeel heeft de vergunning
afgegeven.
2
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing op Gemeenteblad R
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
2. Klopt het dat de gemeente Amsterdam (de Dienst Ruimtelijke Ordening en
het Bureau Monumenten & Archeologie) zich heeft aangesloten bij De Groene
Grachten, Stadsherstel, Stadsdeel Oost, Pakhuis de Zwijger en Search en bezig
is met de nieuwe pilot ‘Zon op de Zwijger’? Wat is de huidige status van dit project
en wat is de tijdsplanning van deze pilot (inclusief moment van afronding)?
Antwoord:
Ja. Genoemde partijen hebben gezamenlijk de pilot ‘Zon op de Zwijger’ in
voorbereiding. Dit project is geïnitieerd door De Groene Grachten. Het project
sluit aan bij de Amsterdamse Zonvisie ‘Burgers en Bedrijven gaan voor de zon!’
(zie ook het antwoord op vraag 3).
In dit project wordt onderzocht welke mogelijkheden ‘innovatieve
zonnetechnologie’ (bijvoorbeeld: andere type zonnecellen, kleur en
bevestigingstechnieken) biedt voor het aanbrengen van zonnepanelen op een
monumentaal dak, én hoe dit zich verhoudt tot de geldende regels.
Dit project onderscheidt zich van het eerdere project van Stadsherstel in de mate
van ‘innovativiteit van de technologie die gebruikt zal worden. In het eerste
project werd nog gebruik gemaakt van standaard zonnepanelen. In het nieuwe
project op de Zwijger gaat men op zoek naar de meest innovatieve zon-oplossing
voor dit monumentale pand.
Het project is als volgt opgebouwd:
1. allereerst wordt (op dit moment) de haalbaarheid onderzocht (technisch,
financieel, juridisch) voor het aanbrengen van zonnepanelen op Pakhuis de
Zwijger (eigendom NV Stadsherstel);
2. op basis van dit onderzoek zal NV Stadsherstel een beslissing nemen om
haar dak wel of niet ter beschikking te stellen;
3. indien zij akkoord gaat zal de markt in de vorm van een prijsvraag uitgedaagd
worden om met haar ‘beste’ systeem te komen;
4. het zonnesysteem van de beste inzending zal door Stadsherstel worden
uitgevoerd, onder voorbehoud van een positieve vergunningsbeschikking.
Volgens planning wordt de prijsvraag dit najaar bekend gemaakt (indien
Stadsherstel positief beslist; stap 2) en wordt het winnende systeem (beoordeling
door jury in november/december) begin 2015 geïnstalleerd.
De gemeente (BMA en Programmabureau Klimaat en Energie) is als adviseur bij
dit project betrokken. De Groene Grachten is project trekker. Uiteindelijke
installatie van het innovatieve zonnesysteem (als de prijsvraag daadwerkelijk
wordt uitgeschreven en er een goede inzending komt, die binnen de wettelijke
kaders past) wordt door Stadsherstel geregeld en gedekt. Stadsherstel vraagt
daar mogelijk financiering voor aan in de laatste tender van het Amsterdams
Investeringsfonds.
3
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing op Gemeenteblad R
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
3. Deelt het college de mening van de fractie van D66 over het belang van
verduurzaming en eventueel aanpassen van regels om nieuwe oplossingen van
duurzaamheid mogelijk te maken? Zo ja, welke leerpunten zijn/worden opgesteld
ten aanzien van de pilot voor het sheddak van Pakhuis de Zwijger? En welke
leerpunten waren opgesteld voor het platte dak van de Amstelkerk? Zo nee,
waarom niet en hoe denkt het college dan de ambitie zoals geformuleerd in de
Zonvisie 2013 te halen?
Antwoord:
Het College onderschrijft de mening van de fractie van D66 dat verduurzaming
van de bestaande stad van groot belang is en onderstreept dat in het
coalitieakkoord ‘Amsterdam is van iedereen’. Zij werkt o.a. aan de doelstelling dat
in 2020 20% meer duurzame energie wordt geproduceerd dan nu het geval is.
Zonne-energie in de bestaande stad draagt daar aan bij. Om dit te realiseren kan
het nodig zijn om bestaande regels aan te passen, of met het Rijk in gesprek te
gaan wanneer de bevoegdheid niet bij de gemeente ligt. Aanpassing van regels
kan bijvoorbeeld nodig zijn in de situatie waarin regels, maatschappelijke wensen,
en toegenomen mogelijkheden door nieuwe (technologische}oplossingen, niet
meer met elkaar in overeenstemming zijn. In het collegeprogramma is daarover
afgesproken dat “we de regels voor het duurzaam aanpassen van gebouwen
[gaan] versimpelen, bijvoorbeeld op het gebied van de teruglevering van energie
en het gezamenlijk gebruik van daken voor zonnepanelen”. Daarbij dient het
college uiteraard wel te opereren binnen de kaders van de landelijke wet- en
regelgeving.
Het College is daarnaast van mening dat de energietransitie alleen plaatsvindt als
duurzaamheidsprojecten schaal krijgen. Daarvoor is het van belang dat wordt
gewerkt aan opschaalbaarheid en kopieerbaarheid van oplossingen.
De leerpunten die de pilot ‘Zon op de Zwijger’ op zal leveren zijn:
— voorbeeldfunctie: onderzoeken en laten zien hoe een nieuwe
zonnetechnologie mogelijk is op een monumentaal dak, waar dat met
conventionele panelen niet haalbaar/wenselijk is;
— kennisontwikkeling (bij overheid en markt) ten aanzien van technische
mogelijkheden van zonne-energie;
— onderzoeken hoe het vigerende welstandskader zich verhoudt tot innovatieve
zon technologieën.
Deze leerpunten zijn vooraf besproken met de projectpartners. Voor het project
Amstelkerk waren geen leerpunten geformuleerd vanuit de gemeente, omdat de
betrokkenheid beperkt was.
Het pilotproject Zon op de Zwijger levert input voor het evalueren van de regels
en draagt bij aan de uitvoering van het deel van de Zonvisie dat daarover gaat.
In de Zonvisie zijn 8 programmalijnen opgenomen waarlangs de gemeente de
toepassing van zonne-energie door burgers en bedrijven stimuleert. In lijn 7
(activiteit # 21) is opgenomen dat regelgeving periodiek tegen het licht wordt
gehouden om te zien of deze (nog) in lijn is met de stand der techniek op het
gebied van o.a. zonnesystemen.
4
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing op Gemeenteblad
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
4. Onder welke criteria zou het college de resultaten van de pilot “Zon op de Zwijger’
als een succes beoordelen? Wanneer vindt die beoordeling plaats en welke
Amsterdamse stakeholders zijn hierbij betrokken?
Antwoord:
Het project ‘Zon op de Zwijger’ wordt als succes beschouwd als:
1. de prijsvraag een inzending oplevert die een goede technische oplossing
biedt voor dit specifieke monumentale dak. Een goede technische oplossing is
een oplossing die aansluit bij de eisen van de pandeigenaar (stadsherstel),
betaalbaar is, en die aanvaardbaar is vanuit esthetisch en historisch oogpunt
en valt binnen de kaders van Welstand en Monumenten;
2. het project bijdraagt aan het vinden van een oplossing voor het aanbrengen
van zonnesystemen op andere monumentale panden, nu of in de toekomst.
Dit is geen hard criterium, omdat de bijdrage van één project aan een bredere
maatschappelijke ontwikkeling moeilijk te meten is. Amsterdam wil echter
duurzame koploper zijn, en daar hoort ook bij dat er ruimte wordt gemaakt
voor innovatie;
3. het project daarnaast input levert voor de periodieke herijking van de regels
conform de Zonvisie (zie het antwoord op vraag 3).
De beoogde planning: zie het antwoord op vraag 2.
De betrokken stakeholders zijn:
— De Groene Grachten;
— NV Stadsherstel;
— de gemeente Amsterdam (DRO, BMA, stadsdeel Centrum);
— Uuurders van Pakhuis de Zwijger (via Stadsherstel);
— Search.
5. Is het college van plan een vervolg te maken op het Amsterdamse
duurzaamheidsprogramma 2011-2014, en indien dat het geval is,
overeenkomstig het coalitieakkoord (blz. 27), de ambitie ten aanzien van lokale
zonne-energie uit de Zonvisie conform het initiatiefvoorstel van het voormalig
raadslid de heer Manuel en de resultaten van de ‘pilots’ op Pakhuis de Zwijger en
de Amstelkerk daarin aandacht te besteden aan het verduurzamen van
monumenten?
Antwoord:
Het College stelt eind dit jaar een Agenda Duurzaamheid vast. Het verduurzamen
van monumenten, deregulering en de ambitie van de Zonvisie zullen in deze
agenda worden meegenomen.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
5
X Gemeente Amsterdam R
% Gemeenteraad
Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 602
Datum akkoord 2 september 2014
Publicatiedatum 5 september 2014
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw A.M. Bosman
en de heer M.E. van den Heuvel van 5 augustus 2014 inzake zonnepanelen op
monumentale panden.
Aan de gemeenteraad
inleiding door vragenstellers.
Het college heeft de ambitie om in 2020 het aandeel duurzaam opgewekte energie
binnen Amsterdam met 20% te laten toenemen. Zonne-energie is een belangrijke
bron daarvoor. Eerder is de doelstelling vastgelegd om in 2020 160 MW zonnestroom
per jaar op te wekken binnen de gemeente Amsterdam. Voor 2040 is het streefcijfer
1000 MW. Zonne-energie is een belangrijke manier voor bewoners en ondernemers
om zelf voor hun elektriciteitsvoorziening te zorgen. Dat is goed voor het milieu,
de energierekening en de onafhankelijkheid van Amsterdam ten opzichte van
onberekenbare buitenlandse energieproducenten.
Amsterdam heeft naast de ruim 8500 rijks- en gemeentelijke monumenten, ook een
toenemend aantal beschermde stads- en dorpsgezichten. Het hele centrum van
Amsterdam is sinds 1999 beschermd stadsgezicht en de grachtengordel behoort
sinds 2010 tot het UNESCO werelderfgoed. De fractie van D66 vindt het belangrijk
dat deze historische waarde wordt beschermd zodat Amsterdammers en latere
generaties er nog volop van kunnen genieten en leren. De fractie van D66 kiest ook
voor een schone, groene en gezonde stad. Het is van belang dat de gemeente ruimte
geeft aan initiatieven die bijdragen aan nieuwe oplossingen van duurzaamheid,
waarbij we openstaan kijken voor het aanpassen van geldende (verouderde) regels
die verduurzaming in de weg staan, zonder dat de authenticiteit van monumenten
wordt aangetast.
Nu heeft de fractie van D66 begrepen dat de gemeente Amsterdam samen met
De Groene Grachten, Stadsherstel en Search een pilot is gestart om zonnepanelen te
plaatsen op de schuine kap van Pakhuis de Zwijger onder de naam: ‘Zon op de
Zwijger’. Het betreft een zogenaamd sheddak (‘zaagtandendak’), dat een zichtlocatie
is. Hieruit volgt waarschijnlijk een prijsvraag voor de aanbesteding die moet aantonen
welke partij het beste zonnepanelen op een monument kan plaatsen. Dit project is
benoemd als ‘pilot om uit te vinden of zonnepanelen op een monument passend zijn,
in relatie tot mogelijke technische gevolgen voor het dak door aanhechting van de
panelen of verstoring van het monumentale ‘daklandschap’ door het aangezicht van
zonnepanelen, omdat dat er nu eenmaal anders uitziet dan dat het daklandschap
eruit zag in de 17° eeuw.
1
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing op Gemeenteblad
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
Dit is niet het eerste monument met zonnepanelen. Sinds september 2013 liggen er
zonnepanelen op het (platte) dak van de Amstelkerk. Volgens de website van
Stadsherstel, die de energie van de zonnepanelen gebruikt voor het eigen kantoor dat
gevestigd is in dit rijksmonument, is de vergunning verleend nadat met foto's van een
proefopstelling was aangetoond dat het monument met deze ‘reversibele toepassing’
geen schade op zou lopen. Ook zijn er (slechts) een klein aantal grachtenpanden die
met trekken en sleuren een vergunning kregen om zonnepanelen op hun dak te
mogen plaatsen, om zodoende hun eigen elektriciteit op te kunnen wekken.
Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 5 augustus 2014, beiden namens
de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad
van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en
wethouders gericht:
1. Wat is het effect geweest van de — inmiddels afgeronde — pilot ‘Zon op de
Amstelkerk’ voor zonne-energie op andere monumenten met een plat dak en in
Amsterdam?
Antwoord:
Als onderdeel van het initiatief Groene Grachten, in 2012 gestart door Wubbo
Ockels en erop gericht om energiemaatregelen in monumentale panden te
promoten, is door Stadsherstel een viertal zonnepanelen aangebracht op de
Amstelkerk. Voor NV Stadsherstel betrof de Amstelkerk een eerste project waarin
zij zonnepanelen heeft aangebracht op een monumentaal pand. Deze panelen
zijn aangebracht op een plat dak en wel binnen de kaders van de Welstandsnota.
Leerdoel: uitvinden of het technisch mogelijk (ja) en rendabel is (nee, door de
lage elektriciteitsprijs die Stadsherstel betaalt omdat zij grootverbruiker is, en de
te betalen leges à 1050 euro).
Het effect is dat er nu 4 panelen liggen op dit monument, en dat Stadsherstel
inzicht heeft gekregen in de mogelijkheden (maatwerk) voor het aanbrengen van
zonnepanelen op monumenten en de business case daarvan.
Er zijn overigens meer (maar niet veel) voorbeelden van monumentale panden in
de stad waarop door bewoners reeds zonnepanelen zijn aangebracht. Hiervoor is
een vergunning nodig van het betreffende stadsdeel.
De betrokkenheid van de gemeente bij dit project van Stichting de Groene
Grachten en Stadsherstel was overigens beperkt. Bureau Monumenten en
Archeologie (BMA) en programmabureau Klimaat en Energie waren inhoudelijk
(advies, meedenken) betrokken bij het initiatief, het stadsdeel heeft de vergunning
afgegeven.
2
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing op Gemeenteblad R
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
2. Klopt het dat de gemeente Amsterdam (de Dienst Ruimtelijke Ordening en
het Bureau Monumenten & Archeologie) zich heeft aangesloten bij De Groene
Grachten, Stadsherstel, Stadsdeel Oost, Pakhuis de Zwijger en Search en bezig
is met de nieuwe pilot ‘Zon op de Zwijger’? Wat is de huidige status van dit project
en wat is de tijdsplanning van deze pilot (inclusief moment van afronding)?
Antwoord:
Ja. Genoemde partijen hebben gezamenlijk de pilot ‘Zon op de Zwijger’ in
voorbereiding. Dit project is geïnitieerd door De Groene Grachten. Het project
sluit aan bij de Amsterdamse Zonvisie ‘Burgers en Bedrijven gaan voor de zon!’
(zie ook het antwoord op vraag 3).
In dit project wordt onderzocht welke mogelijkheden ‘innovatieve
zonnetechnologie’ (bijvoorbeeld: andere type zonnecellen, kleur en
bevestigingstechnieken) biedt voor het aanbrengen van zonnepanelen op een
monumentaal dak, én hoe dit zich verhoudt tot de geldende regels.
Dit project onderscheidt zich van het eerdere project van Stadsherstel in de mate
van ‘innovativiteit van de technologie die gebruikt zal worden. In het eerste
project werd nog gebruik gemaakt van standaard zonnepanelen. In het nieuwe
project op de Zwijger gaat men op zoek naar de meest innovatieve zon-oplossing
voor dit monumentale pand.
Het project is als volgt opgebouwd:
1. allereerst wordt (op dit moment) de haalbaarheid onderzocht (technisch,
financieel, juridisch) voor het aanbrengen van zonnepanelen op Pakhuis de
Zwijger (eigendom NV Stadsherstel);
2. op basis van dit onderzoek zal NV Stadsherstel een beslissing nemen om
haar dak wel of niet ter beschikking te stellen;
3. indien zij akkoord gaat zal de markt in de vorm van een prijsvraag uitgedaagd
worden om met haar ‘beste’ systeem te komen;
4. het zonnesysteem van de beste inzending zal door Stadsherstel worden
uitgevoerd, onder voorbehoud van een positieve vergunningsbeschikking.
Volgens planning wordt de prijsvraag dit najaar bekend gemaakt (indien
Stadsherstel positief beslist; stap 2) en wordt het winnende systeem (beoordeling
door jury in november/december) begin 2015 geïnstalleerd.
De gemeente (BMA en Programmabureau Klimaat en Energie) is als adviseur bij
dit project betrokken. De Groene Grachten is project trekker. Uiteindelijke
installatie van het innovatieve zonnesysteem (als de prijsvraag daadwerkelijk
wordt uitgeschreven en er een goede inzending komt, die binnen de wettelijke
kaders past) wordt door Stadsherstel geregeld en gedekt. Stadsherstel vraagt
daar mogelijk financiering voor aan in de laatste tender van het Amsterdams
Investeringsfonds.
3
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing op Gemeenteblad R
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
3. Deelt het college de mening van de fractie van D66 over het belang van
verduurzaming en eventueel aanpassen van regels om nieuwe oplossingen van
duurzaamheid mogelijk te maken? Zo ja, welke leerpunten zijn/worden opgesteld
ten aanzien van de pilot voor het sheddak van Pakhuis de Zwijger? En welke
leerpunten waren opgesteld voor het platte dak van de Amstelkerk? Zo nee,
waarom niet en hoe denkt het college dan de ambitie zoals geformuleerd in de
Zonvisie 2013 te halen?
Antwoord:
Het College onderschrijft de mening van de fractie van D66 dat verduurzaming
van de bestaande stad van groot belang is en onderstreept dat in het
coalitieakkoord ‘Amsterdam is van iedereen’. Zij werkt o.a. aan de doelstelling dat
in 2020 20% meer duurzame energie wordt geproduceerd dan nu het geval is.
Zonne-energie in de bestaande stad draagt daar aan bij. Om dit te realiseren kan
het nodig zijn om bestaande regels aan te passen, of met het Rijk in gesprek te
gaan wanneer de bevoegdheid niet bij de gemeente ligt. Aanpassing van regels
kan bijvoorbeeld nodig zijn in de situatie waarin regels, maatschappelijke wensen,
en toegenomen mogelijkheden door nieuwe (technologische}oplossingen, niet
meer met elkaar in overeenstemming zijn. In het collegeprogramma is daarover
afgesproken dat “we de regels voor het duurzaam aanpassen van gebouwen
[gaan] versimpelen, bijvoorbeeld op het gebied van de teruglevering van energie
en het gezamenlijk gebruik van daken voor zonnepanelen”. Daarbij dient het
college uiteraard wel te opereren binnen de kaders van de landelijke wet- en
regelgeving.
Het College is daarnaast van mening dat de energietransitie alleen plaatsvindt als
duurzaamheidsprojecten schaal krijgen. Daarvoor is het van belang dat wordt
gewerkt aan opschaalbaarheid en kopieerbaarheid van oplossingen.
De leerpunten die de pilot ‘Zon op de Zwijger’ op zal leveren zijn:
— voorbeeldfunctie: onderzoeken en laten zien hoe een nieuwe
zonnetechnologie mogelijk is op een monumentaal dak, waar dat met
conventionele panelen niet haalbaar/wenselijk is;
— kennisontwikkeling (bij overheid en markt) ten aanzien van technische
mogelijkheden van zonne-energie;
— onderzoeken hoe het vigerende welstandskader zich verhoudt tot innovatieve
zon technologieën.
Deze leerpunten zijn vooraf besproken met de projectpartners. Voor het project
Amstelkerk waren geen leerpunten geformuleerd vanuit de gemeente, omdat de
betrokkenheid beperkt was.
Het pilotproject Zon op de Zwijger levert input voor het evalueren van de regels
en draagt bij aan de uitvoering van het deel van de Zonvisie dat daarover gaat.
In de Zonvisie zijn 8 programmalijnen opgenomen waarlangs de gemeente de
toepassing van zonne-energie door burgers en bedrijven stimuleert. In lijn 7
(activiteit # 21) is opgenomen dat regelgeving periodiek tegen het licht wordt
gehouden om te zien of deze (nog) in lijn is met de stand der techniek op het
gebied van o.a. zonnesystemen.
4
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing op Gemeenteblad
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
4. Onder welke criteria zou het college de resultaten van de pilot “Zon op de Zwijger’
als een succes beoordelen? Wanneer vindt die beoordeling plaats en welke
Amsterdamse stakeholders zijn hierbij betrokken?
Antwoord:
Het project ‘Zon op de Zwijger’ wordt als succes beschouwd als:
1. de prijsvraag een inzending oplevert die een goede technische oplossing
biedt voor dit specifieke monumentale dak. Een goede technische oplossing is
een oplossing die aansluit bij de eisen van de pandeigenaar (stadsherstel),
betaalbaar is, en die aanvaardbaar is vanuit esthetisch en historisch oogpunt
en valt binnen de kaders van Welstand en Monumenten;
2. het project bijdraagt aan het vinden van een oplossing voor het aanbrengen
van zonnesystemen op andere monumentale panden, nu of in de toekomst.
Dit is geen hard criterium, omdat de bijdrage van één project aan een bredere
maatschappelijke ontwikkeling moeilijk te meten is. Amsterdam wil echter
duurzame koploper zijn, en daar hoort ook bij dat er ruimte wordt gemaakt
voor innovatie;
3. het project daarnaast input levert voor de periodieke herijking van de regels
conform de Zonvisie (zie het antwoord op vraag 3).
De beoogde planning: zie het antwoord op vraag 2.
De betrokken stakeholders zijn:
— De Groene Grachten;
— NV Stadsherstel;
— de gemeente Amsterdam (DRO, BMA, stadsdeel Centrum);
— Uuurders van Pakhuis de Zwijger (via Stadsherstel);
— Search.
5. Is het college van plan een vervolg te maken op het Amsterdamse
duurzaamheidsprogramma 2011-2014, en indien dat het geval is,
overeenkomstig het coalitieakkoord (blz. 27), de ambitie ten aanzien van lokale
zonne-energie uit de Zonvisie conform het initiatiefvoorstel van het voormalig
raadslid de heer Manuel en de resultaten van de ‘pilots’ op Pakhuis de Zwijger en
de Amstelkerk daarin aandacht te besteden aan het verduurzamen van
monumenten?
Antwoord:
Het College stelt eind dit jaar een Agenda Duurzaamheid vast. Het verduurzamen
van monumenten, deregulering en de ambitie van de Zonvisie zullen in deze
agenda worden meegenomen.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
5
X Gemeente Amsterdam R
% Gemeenteraad
Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 602
Datum akkoord 2 september 2014
Publicatiedatum 5 september 2014
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw A.M. Bosman
en de heer M.E. van den Heuvel van 5 augustus 2014 inzake zonnepanelen op
monumentale panden.
Aan de gemeenteraad
inleiding door vragenstellers.
Het college heeft de ambitie om in 2020 het aandeel duurzaam opgewekte energie
binnen Amsterdam met 20% te laten toenemen. Zonne-energie is een belangrijke
bron daarvoor. Eerder is de doelstelling vastgelegd om in 2020 160 MW zonnestroom
per jaar op te wekken binnen de gemeente Amsterdam. Voor 2040 is het streefcijfer
1000 MW. Zonne-energie is een belangrijke manier voor bewoners en ondernemers
om zelf voor hun elektriciteitsvoorziening te zorgen. Dat is goed voor het milieu,
de energierekening en de onafhankelijkheid van Amsterdam ten opzichte van
onberekenbare buitenlandse energieproducenten.
Amsterdam heeft naast de ruim 8500 rijks- en gemeentelijke monumenten, ook een
toenemend aantal beschermde stads- en dorpsgezichten. Het hele centrum van
Amsterdam is sinds 1999 beschermd stadsgezicht en de grachtengordel behoort
sinds 2010 tot het UNESCO werelderfgoed. De fractie van D66 vindt het belangrijk
dat deze historische waarde wordt beschermd zodat Amsterdammers en latere
generaties er nog volop van kunnen genieten en leren. De fractie van D66 kiest ook
voor een schone, groene en gezonde stad. Het is van belang dat de gemeente ruimte
geeft aan initiatieven die bijdragen aan nieuwe oplossingen van duurzaamheid,
waarbij we openstaan kijken voor het aanpassen van geldende (verouderde) regels
die verduurzaming in de weg staan, zonder dat de authenticiteit van monumenten
wordt aangetast.
Nu heeft de fractie van D66 begrepen dat de gemeente Amsterdam samen met
De Groene Grachten, Stadsherstel en Search een pilot is gestart om zonnepanelen te
plaatsen op de schuine kap van Pakhuis de Zwijger onder de naam: ‘Zon op de
Zwijger’. Het betreft een zogenaamd sheddak (‘zaagtandendak’), dat een zichtlocatie
is. Hieruit volgt waarschijnlijk een prijsvraag voor de aanbesteding die moet aantonen
welke partij het beste zonnepanelen op een monument kan plaatsen. Dit project is
benoemd als ‘pilot om uit te vinden of zonnepanelen op een monument passend zijn,
in relatie tot mogelijke technische gevolgen voor het dak door aanhechting van de
panelen of verstoring van het monumentale ‘daklandschap’ door het aangezicht van
zonnepanelen, omdat dat er nu eenmaal anders uitziet dan dat het daklandschap
eruit zag in de 17° eeuw.
1
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing op Gemeenteblad
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
Dit is niet het eerste monument met zonnepanelen. Sinds september 2013 liggen er
zonnepanelen op het (platte) dak van de Amstelkerk. Volgens de website van
Stadsherstel, die de energie van de zonnepanelen gebruikt voor het eigen kantoor dat
gevestigd is in dit rijksmonument, is de vergunning verleend nadat met foto's van een
proefopstelling was aangetoond dat het monument met deze ‘reversibele toepassing’
geen schade op zou lopen. Ook zijn er (slechts) een klein aantal grachtenpanden die
met trekken en sleuren een vergunning kregen om zonnepanelen op hun dak te
mogen plaatsen, om zodoende hun eigen elektriciteit op te kunnen wekken.
Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 5 augustus 2014, beiden namens
de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad
van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en
wethouders gericht:
1. Wat is het effect geweest van de — inmiddels afgeronde — pilot ‘Zon op de
Amstelkerk’ voor zonne-energie op andere monumenten met een plat dak en in
Amsterdam?
Antwoord:
Als onderdeel van het initiatief Groene Grachten, in 2012 gestart door Wubbo
Ockels en erop gericht om energiemaatregelen in monumentale panden te
promoten, is door Stadsherstel een viertal zonnepanelen aangebracht op de
Amstelkerk. Voor NV Stadsherstel betrof de Amstelkerk een eerste project waarin
zij zonnepanelen heeft aangebracht op een monumentaal pand. Deze panelen
zijn aangebracht op een plat dak en wel binnen de kaders van de Welstandsnota.
Leerdoel: uitvinden of het technisch mogelijk (ja) en rendabel is (nee, door de
lage elektriciteitsprijs die Stadsherstel betaalt omdat zij grootverbruiker is, en de
te betalen leges à 1050 euro).
Het effect is dat er nu 4 panelen liggen op dit monument, en dat Stadsherstel
inzicht heeft gekregen in de mogelijkheden (maatwerk) voor het aanbrengen van
zonnepanelen op monumenten en de business case daarvan.
Er zijn overigens meer (maar niet veel) voorbeelden van monumentale panden in
de stad waarop door bewoners reeds zonnepanelen zijn aangebracht. Hiervoor is
een vergunning nodig van het betreffende stadsdeel.
De betrokkenheid van de gemeente bij dit project van Stichting de Groene
Grachten en Stadsherstel was overigens beperkt. Bureau Monumenten en
Archeologie (BMA) en programmabureau Klimaat en Energie waren inhoudelijk
(advies, meedenken) betrokken bij het initiatief, het stadsdeel heeft de vergunning
afgegeven.
2
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing op Gemeenteblad R
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
2. Klopt het dat de gemeente Amsterdam (de Dienst Ruimtelijke Ordening en
het Bureau Monumenten & Archeologie) zich heeft aangesloten bij De Groene
Grachten, Stadsherstel, Stadsdeel Oost, Pakhuis de Zwijger en Search en bezig
is met de nieuwe pilot ‘Zon op de Zwijger’? Wat is de huidige status van dit project
en wat is de tijdsplanning van deze pilot (inclusief moment van afronding)?
Antwoord:
Ja. Genoemde partijen hebben gezamenlijk de pilot ‘Zon op de Zwijger’ in
voorbereiding. Dit project is geïnitieerd door De Groene Grachten. Het project
sluit aan bij de Amsterdamse Zonvisie ‘Burgers en Bedrijven gaan voor de zon!’
(zie ook het antwoord op vraag 3).
In dit project wordt onderzocht welke mogelijkheden ‘innovatieve
zonnetechnologie’ (bijvoorbeeld: andere type zonnecellen, kleur en
bevestigingstechnieken) biedt voor het aanbrengen van zonnepanelen op een
monumentaal dak, én hoe dit zich verhoudt tot de geldende regels.
Dit project onderscheidt zich van het eerdere project van Stadsherstel in de mate
van ‘innovativiteit van de technologie die gebruikt zal worden. In het eerste
project werd nog gebruik gemaakt van standaard zonnepanelen. In het nieuwe
project op de Zwijger gaat men op zoek naar de meest innovatieve zon-oplossing
voor dit monumentale pand.
Het project is als volgt opgebouwd:
1. allereerst wordt (op dit moment) de haalbaarheid onderzocht (technisch,
financieel, juridisch) voor het aanbrengen van zonnepanelen op Pakhuis de
Zwijger (eigendom NV Stadsherstel);
2. op basis van dit onderzoek zal NV Stadsherstel een beslissing nemen om
haar dak wel of niet ter beschikking te stellen;
3. indien zij akkoord gaat zal de markt in de vorm van een prijsvraag uitgedaagd
worden om met haar ‘beste’ systeem te komen;
4. het zonnesysteem van de beste inzending zal door Stadsherstel worden
uitgevoerd, onder voorbehoud van een positieve vergunningsbeschikking.
Volgens planning wordt de prijsvraag dit najaar bekend gemaakt (indien
Stadsherstel positief beslist; stap 2) en wordt het winnende systeem (beoordeling
door jury in november/december) begin 2015 geïnstalleerd.
De gemeente (BMA en Programmabureau Klimaat en Energie) is als adviseur bij
dit project betrokken. De Groene Grachten is project trekker. Uiteindelijke
installatie van het innovatieve zonnesysteem (als de prijsvraag daadwerkelijk
wordt uitgeschreven en er een goede inzending komt, die binnen de wettelijke
kaders past) wordt door Stadsherstel geregeld en gedekt. Stadsherstel vraagt
daar mogelijk financiering voor aan in de laatste tender van het Amsterdams
Investeringsfonds.
3
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing op Gemeenteblad R
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
3. Deelt het college de mening van de fractie van D66 over het belang van
verduurzaming en eventueel aanpassen van regels om nieuwe oplossingen van
duurzaamheid mogelijk te maken? Zo ja, welke leerpunten zijn/worden opgesteld
ten aanzien van de pilot voor het sheddak van Pakhuis de Zwijger? En welke
leerpunten waren opgesteld voor het platte dak van de Amstelkerk? Zo nee,
waarom niet en hoe denkt het college dan de ambitie zoals geformuleerd in de
Zonvisie 2013 te halen?
Antwoord:
Het College onderschrijft de mening van de fractie van D66 dat verduurzaming
van de bestaande stad van groot belang is en onderstreept dat in het
coalitieakkoord ‘Amsterdam is van iedereen’. Zij werkt o.a. aan de doelstelling dat
in 2020 20% meer duurzame energie wordt geproduceerd dan nu het geval is.
Zonne-energie in de bestaande stad draagt daar aan bij. Om dit te realiseren kan
het nodig zijn om bestaande regels aan te passen, of met het Rijk in gesprek te
gaan wanneer de bevoegdheid niet bij de gemeente ligt. Aanpassing van regels
kan bijvoorbeeld nodig zijn in de situatie waarin regels, maatschappelijke wensen,
en toegenomen mogelijkheden door nieuwe (technologische}oplossingen, niet
meer met elkaar in overeenstemming zijn. In het collegeprogramma is daarover
afgesproken dat “we de regels voor het duurzaam aanpassen van gebouwen
[gaan] versimpelen, bijvoorbeeld op het gebied van de teruglevering van energie
en het gezamenlijk gebruik van daken voor zonnepanelen”. Daarbij dient het
college uiteraard wel te opereren binnen de kaders van de landelijke wet- en
regelgeving.
Het College is daarnaast van mening dat de energietransitie alleen plaatsvindt als
duurzaamheidsprojecten schaal krijgen. Daarvoor is het van belang dat wordt
gewerkt aan opschaalbaarheid en kopieerbaarheid van oplossingen.
De leerpunten die de pilot ‘Zon op de Zwijger’ op zal leveren zijn:
— voorbeeldfunctie: onderzoeken en laten zien hoe een nieuwe
zonnetechnologie mogelijk is op een monumentaal dak, waar dat met
conventionele panelen niet haalbaar/wenselijk is;
— kennisontwikkeling (bij overheid en markt) ten aanzien van technische
mogelijkheden van zonne-energie;
— onderzoeken hoe het vigerende welstandskader zich verhoudt tot innovatieve
zon technologieën.
Deze leerpunten zijn vooraf besproken met de projectpartners. Voor het project
Amstelkerk waren geen leerpunten geformuleerd vanuit de gemeente, omdat de
betrokkenheid beperkt was.
Het pilotproject Zon op de Zwijger levert input voor het evalueren van de regels
en draagt bij aan de uitvoering van het deel van de Zonvisie dat daarover gaat.
In de Zonvisie zijn 8 programmalijnen opgenomen waarlangs de gemeente de
toepassing van zonne-energie door burgers en bedrijven stimuleert. In lijn 7
(activiteit # 21) is opgenomen dat regelgeving periodiek tegen het licht wordt
gehouden om te zien of deze (nog) in lijn is met de stand der techniek op het
gebied van o.a. zonnesystemen.
4
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing op Gemeenteblad
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
4. Onder welke criteria zou het college de resultaten van de pilot “Zon op de Zwijger’
als een succes beoordelen? Wanneer vindt die beoordeling plaats en welke
Amsterdamse stakeholders zijn hierbij betrokken?
Antwoord:
Het project ‘Zon op de Zwijger’ wordt als succes beschouwd als:
1. de prijsvraag een inzending oplevert die een goede technische oplossing
biedt voor dit specifieke monumentale dak. Een goede technische oplossing is
een oplossing die aansluit bij de eisen van de pandeigenaar (stadsherstel),
betaalbaar is, en die aanvaardbaar is vanuit esthetisch en historisch oogpunt
en valt binnen de kaders van Welstand en Monumenten;
2. het project bijdraagt aan het vinden van een oplossing voor het aanbrengen
van zonnesystemen op andere monumentale panden, nu of in de toekomst.
Dit is geen hard criterium, omdat de bijdrage van één project aan een bredere
maatschappelijke ontwikkeling moeilijk te meten is. Amsterdam wil echter
duurzame koploper zijn, en daar hoort ook bij dat er ruimte wordt gemaakt
voor innovatie;
3. het project daarnaast input levert voor de periodieke herijking van de regels
conform de Zonvisie (zie het antwoord op vraag 3).
De beoogde planning: zie het antwoord op vraag 2.
De betrokken stakeholders zijn:
— De Groene Grachten;
— NV Stadsherstel;
— de gemeente Amsterdam (DRO, BMA, stadsdeel Centrum);
— Uuurders van Pakhuis de Zwijger (via Stadsherstel);
— Search.
5. Is het college van plan een vervolg te maken op het Amsterdamse
duurzaamheidsprogramma 2011-2014, en indien dat het geval is,
overeenkomstig het coalitieakkoord (blz. 27), de ambitie ten aanzien van lokale
zonne-energie uit de Zonvisie conform het initiatiefvoorstel van het voormalig
raadslid de heer Manuel en de resultaten van de ‘pilots’ op Pakhuis de Zwijger en
de Amstelkerk daarin aandacht te besteden aan het verduurzamen van
monumenten?
Antwoord:
Het College stelt eind dit jaar een Agenda Duurzaamheid vast. Het verduurzamen
van monumenten, deregulering en de ambitie van de Zonvisie zullen in deze
agenda worden meegenomen.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
5
X Gemeente Amsterdam R
% Gemeenteraad
Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 602
Datum akkoord 2 september 2014
Publicatiedatum 5 september 2014
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw A.M. Bosman
en de heer M.E. van den Heuvel van 5 augustus 2014 inzake zonnepanelen op
monumentale panden.
Aan de gemeenteraad
inleiding door vragenstellers.
Het college heeft de ambitie om in 2020 het aandeel duurzaam opgewekte energie
binnen Amsterdam met 20% te laten toenemen. Zonne-energie is een belangrijke
bron daarvoor. Eerder is de doelstelling vastgelegd om in 2020 160 MW zonnestroom
per jaar op te wekken binnen de gemeente Amsterdam. Voor 2040 is het streefcijfer
1000 MW. Zonne-energie is een belangrijke manier voor bewoners en ondernemers
om zelf voor hun elektriciteitsvoorziening te zorgen. Dat is goed voor het milieu,
de energierekening en de onafhankelijkheid van Amsterdam ten opzichte van
onberekenbare buitenlandse energieproducenten.
Amsterdam heeft naast de ruim 8500 rijks- en gemeentelijke monumenten, ook een
toenemend aantal beschermde stads- en dorpsgezichten. Het hele centrum van
Amsterdam is sinds 1999 beschermd stadsgezicht en de grachtengordel behoort
sinds 2010 tot het UNESCO werelderfgoed. De fractie van D66 vindt het belangrijk
dat deze historische waarde wordt beschermd zodat Amsterdammers en latere
generaties er nog volop van kunnen genieten en leren. De fractie van D66 kiest ook
voor een schone, groene en gezonde stad. Het is van belang dat de gemeente ruimte
geeft aan initiatieven die bijdragen aan nieuwe oplossingen van duurzaamheid,
waarbij we openstaan kijken voor het aanpassen van geldende (verouderde) regels
die verduurzaming in de weg staan, zonder dat de authenticiteit van monumenten
wordt aangetast.
Nu heeft de fractie van D66 begrepen dat de gemeente Amsterdam samen met
De Groene Grachten, Stadsherstel en Search een pilot is gestart om zonnepanelen te
plaatsen op de schuine kap van Pakhuis de Zwijger onder de naam: ‘Zon op de
Zwijger’. Het betreft een zogenaamd sheddak (‘zaagtandendak’), dat een zichtlocatie
is. Hieruit volgt waarschijnlijk een prijsvraag voor de aanbesteding die moet aantonen
welke partij het beste zonnepanelen op een monument kan plaatsen. Dit project is
benoemd als ‘pilot om uit te vinden of zonnepanelen op een monument passend zijn,
in relatie tot mogelijke technische gevolgen voor het dak door aanhechting van de
panelen of verstoring van het monumentale ‘daklandschap’ door het aangezicht van
zonnepanelen, omdat dat er nu eenmaal anders uitziet dan dat het daklandschap
eruit zag in de 17° eeuw.
1
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing op Gemeenteblad
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
Dit is niet het eerste monument met zonnepanelen. Sinds september 2013 liggen er
zonnepanelen op het (platte) dak van de Amstelkerk. Volgens de website van
Stadsherstel, die de energie van de zonnepanelen gebruikt voor het eigen kantoor dat
gevestigd is in dit rijksmonument, is de vergunning verleend nadat met foto's van een
proefopstelling was aangetoond dat het monument met deze ‘reversibele toepassing’
geen schade op zou lopen. Ook zijn er (slechts) een klein aantal grachtenpanden die
met trekken en sleuren een vergunning kregen om zonnepanelen op hun dak te
mogen plaatsen, om zodoende hun eigen elektriciteit op te kunnen wekken.
Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 5 augustus 2014, beiden namens
de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad
van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en
wethouders gericht:
1. Wat is het effect geweest van de — inmiddels afgeronde — pilot ‘Zon op de
Amstelkerk’ voor zonne-energie op andere monumenten met een plat dak en in
Amsterdam?
Antwoord:
Als onderdeel van het initiatief Groene Grachten, in 2012 gestart door Wubbo
Ockels en erop gericht om energiemaatregelen in monumentale panden te
promoten, is door Stadsherstel een viertal zonnepanelen aangebracht op de
Amstelkerk. Voor NV Stadsherstel betrof de Amstelkerk een eerste project waarin
zij zonnepanelen heeft aangebracht op een monumentaal pand. Deze panelen
zijn aangebracht op een plat dak en wel binnen de kaders van de Welstandsnota.
Leerdoel: uitvinden of het technisch mogelijk (ja) en rendabel is (nee, door de
lage elektriciteitsprijs die Stadsherstel betaalt omdat zij grootverbruiker is, en de
te betalen leges à 1050 euro).
Het effect is dat er nu 4 panelen liggen op dit monument, en dat Stadsherstel
inzicht heeft gekregen in de mogelijkheden (maatwerk) voor het aanbrengen van
zonnepanelen op monumenten en de business case daarvan.
Er zijn overigens meer (maar niet veel) voorbeelden van monumentale panden in
de stad waarop door bewoners reeds zonnepanelen zijn aangebracht. Hiervoor is
een vergunning nodig van het betreffende stadsdeel.
De betrokkenheid van de gemeente bij dit project van Stichting de Groene
Grachten en Stadsherstel was overigens beperkt. Bureau Monumenten en
Archeologie (BMA) en programmabureau Klimaat en Energie waren inhoudelijk
(advies, meedenken) betrokken bij het initiatief, het stadsdeel heeft de vergunning
afgegeven.
2
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing op Gemeenteblad R
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
2. Klopt het dat de gemeente Amsterdam (de Dienst Ruimtelijke Ordening en
het Bureau Monumenten & Archeologie) zich heeft aangesloten bij De Groene
Grachten, Stadsherstel, Stadsdeel Oost, Pakhuis de Zwijger en Search en bezig
is met de nieuwe pilot ‘Zon op de Zwijger’? Wat is de huidige status van dit project
en wat is de tijdsplanning van deze pilot (inclusief moment van afronding)?
Antwoord:
Ja. Genoemde partijen hebben gezamenlijk de pilot ‘Zon op de Zwijger’ in
voorbereiding. Dit project is geïnitieerd door De Groene Grachten. Het project
sluit aan bij de Amsterdamse Zonvisie ‘Burgers en Bedrijven gaan voor de zon!’
(zie ook het antwoord op vraag 3).
In dit project wordt onderzocht welke mogelijkheden ‘innovatieve
zonnetechnologie’ (bijvoorbeeld: andere type zonnecellen, kleur en
bevestigingstechnieken) biedt voor het aanbrengen van zonnepanelen op een
monumentaal dak, én hoe dit zich verhoudt tot de geldende regels.
Dit project onderscheidt zich van het eerdere project van Stadsherstel in de mate
van ‘innovativiteit van de technologie die gebruikt zal worden. In het eerste
project werd nog gebruik gemaakt van standaard zonnepanelen. In het nieuwe
project op de Zwijger gaat men op zoek naar de meest innovatieve zon-oplossing
voor dit monumentale pand.
Het project is als volgt opgebouwd:
1. allereerst wordt (op dit moment) de haalbaarheid onderzocht (technisch,
financieel, juridisch) voor het aanbrengen van zonnepanelen op Pakhuis de
Zwijger (eigendom NV Stadsherstel);
2. op basis van dit onderzoek zal NV Stadsherstel een beslissing nemen om
haar dak wel of niet ter beschikking te stellen;
3. indien zij akkoord gaat zal de markt in de vorm van een prijsvraag uitgedaagd
worden om met haar ‘beste’ systeem te komen;
4. het zonnesysteem van de beste inzending zal door Stadsherstel worden
uitgevoerd, onder voorbehoud van een positieve vergunningsbeschikking.
Volgens planning wordt de prijsvraag dit najaar bekend gemaakt (indien
Stadsherstel positief beslist; stap 2) en wordt het winnende systeem (beoordeling
door jury in november/december) begin 2015 geïnstalleerd.
De gemeente (BMA en Programmabureau Klimaat en Energie) is als adviseur bij
dit project betrokken. De Groene Grachten is project trekker. Uiteindelijke
installatie van het innovatieve zonnesysteem (als de prijsvraag daadwerkelijk
wordt uitgeschreven en er een goede inzending komt, die binnen de wettelijke
kaders past) wordt door Stadsherstel geregeld en gedekt. Stadsherstel vraagt
daar mogelijk financiering voor aan in de laatste tender van het Amsterdams
Investeringsfonds.
3
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing op Gemeenteblad R
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
3. Deelt het college de mening van de fractie van D66 over het belang van
verduurzaming en eventueel aanpassen van regels om nieuwe oplossingen van
duurzaamheid mogelijk te maken? Zo ja, welke leerpunten zijn/worden opgesteld
ten aanzien van de pilot voor het sheddak van Pakhuis de Zwijger? En welke
leerpunten waren opgesteld voor het platte dak van de Amstelkerk? Zo nee,
waarom niet en hoe denkt het college dan de ambitie zoals geformuleerd in de
Zonvisie 2013 te halen?
Antwoord:
Het College onderschrijft de mening van de fractie van D66 dat verduurzaming
van de bestaande stad van groot belang is en onderstreept dat in het
coalitieakkoord ‘Amsterdam is van iedereen’. Zij werkt o.a. aan de doelstelling dat
in 2020 20% meer duurzame energie wordt geproduceerd dan nu het geval is.
Zonne-energie in de bestaande stad draagt daar aan bij. Om dit te realiseren kan
het nodig zijn om bestaande regels aan te passen, of met het Rijk in gesprek te
gaan wanneer de bevoegdheid niet bij de gemeente ligt. Aanpassing van regels
kan bijvoorbeeld nodig zijn in de situatie waarin regels, maatschappelijke wensen,
en toegenomen mogelijkheden door nieuwe (technologische}oplossingen, niet
meer met elkaar in overeenstemming zijn. In het collegeprogramma is daarover
afgesproken dat “we de regels voor het duurzaam aanpassen van gebouwen
[gaan] versimpelen, bijvoorbeeld op het gebied van de teruglevering van energie
en het gezamenlijk gebruik van daken voor zonnepanelen”. Daarbij dient het
college uiteraard wel te opereren binnen de kaders van de landelijke wet- en
regelgeving.
Het College is daarnaast van mening dat de energietransitie alleen plaatsvindt als
duurzaamheidsprojecten schaal krijgen. Daarvoor is het van belang dat wordt
gewerkt aan opschaalbaarheid en kopieerbaarheid van oplossingen.
De leerpunten die de pilot ‘Zon op de Zwijger’ op zal leveren zijn:
— voorbeeldfunctie: onderzoeken en laten zien hoe een nieuwe
zonnetechnologie mogelijk is op een monumentaal dak, waar dat met
conventionele panelen niet haalbaar/wenselijk is;
— kennisontwikkeling (bij overheid en markt) ten aanzien van technische
mogelijkheden van zonne-energie;
— onderzoeken hoe het vigerende welstandskader zich verhoudt tot innovatieve
zon technologieën.
Deze leerpunten zijn vooraf besproken met de projectpartners. Voor het project
Amstelkerk waren geen leerpunten geformuleerd vanuit de gemeente, omdat de
betrokkenheid beperkt was.
Het pilotproject Zon op de Zwijger levert input voor het evalueren van de regels
en draagt bij aan de uitvoering van het deel van de Zonvisie dat daarover gaat.
In de Zonvisie zijn 8 programmalijnen opgenomen waarlangs de gemeente de
toepassing van zonne-energie door burgers en bedrijven stimuleert. In lijn 7
(activiteit # 21) is opgenomen dat regelgeving periodiek tegen het licht wordt
gehouden om te zien of deze (nog) in lijn is met de stand der techniek op het
gebied van o.a. zonnesystemen.
4
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing op Gemeenteblad
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
4. Onder welke criteria zou het college de resultaten van de pilot “Zon op de Zwijger’
als een succes beoordelen? Wanneer vindt die beoordeling plaats en welke
Amsterdamse stakeholders zijn hierbij betrokken?
Antwoord:
Het project ‘Zon op de Zwijger’ wordt als succes beschouwd als:
1. de prijsvraag een inzending oplevert die een goede technische oplossing
biedt voor dit specifieke monumentale dak. Een goede technische oplossing is
een oplossing die aansluit bij de eisen van de pandeigenaar (stadsherstel),
betaalbaar is, en die aanvaardbaar is vanuit esthetisch en historisch oogpunt
en valt binnen de kaders van Welstand en Monumenten;
2. het project bijdraagt aan het vinden van een oplossing voor het aanbrengen
van zonnesystemen op andere monumentale panden, nu of in de toekomst.
Dit is geen hard criterium, omdat de bijdrage van één project aan een bredere
maatschappelijke ontwikkeling moeilijk te meten is. Amsterdam wil echter
duurzame koploper zijn, en daar hoort ook bij dat er ruimte wordt gemaakt
voor innovatie;
3. het project daarnaast input levert voor de periodieke herijking van de regels
conform de Zonvisie (zie het antwoord op vraag 3).
De beoogde planning: zie het antwoord op vraag 2.
De betrokken stakeholders zijn:
— De Groene Grachten;
— NV Stadsherstel;
— de gemeente Amsterdam (DRO, BMA, stadsdeel Centrum);
— Uuurders van Pakhuis de Zwijger (via Stadsherstel);
— Search.
5. Is het college van plan een vervolg te maken op het Amsterdamse
duurzaamheidsprogramma 2011-2014, en indien dat het geval is,
overeenkomstig het coalitieakkoord (blz. 27), de ambitie ten aanzien van lokale
zonne-energie uit de Zonvisie conform het initiatiefvoorstel van het voormalig
raadslid de heer Manuel en de resultaten van de ‘pilots’ op Pakhuis de Zwijger en
de Amstelkerk daarin aandacht te besteden aan het verduurzamen van
monumenten?
Antwoord:
Het College stelt eind dit jaar een Agenda Duurzaamheid vast. Het verduurzamen
van monumenten, deregulering en de ambitie van de Zonvisie zullen in deze
agenda worden meegenomen.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
5
X Gemeente Amsterdam R
% Gemeenteraad
Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 602
Datum akkoord 2 september 2014
Publicatiedatum 5 september 2014
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw A.M. Bosman
en de heer M.E. van den Heuvel van 5 augustus 2014 inzake zonnepanelen op
monumentale panden.
Aan de gemeenteraad
inleiding door vragenstellers.
Het college heeft de ambitie om in 2020 het aandeel duurzaam opgewekte energie
binnen Amsterdam met 20% te laten toenemen. Zonne-energie is een belangrijke
bron daarvoor. Eerder is de doelstelling vastgelegd om in 2020 160 MW zonnestroom
per jaar op te wekken binnen de gemeente Amsterdam. Voor 2040 is het streefcijfer
1000 MW. Zonne-energie is een belangrijke manier voor bewoners en ondernemers
om zelf voor hun elektriciteitsvoorziening te zorgen. Dat is goed voor het milieu,
de energierekening en de onafhankelijkheid van Amsterdam ten opzichte van
onberekenbare buitenlandse energieproducenten.
Amsterdam heeft naast de ruim 8500 rijks- en gemeentelijke monumenten, ook een
toenemend aantal beschermde stads- en dorpsgezichten. Het hele centrum van
Amsterdam is sinds 1999 beschermd stadsgezicht en de grachtengordel behoort
sinds 2010 tot het UNESCO werelderfgoed. De fractie van D66 vindt het belangrijk
dat deze historische waarde wordt beschermd zodat Amsterdammers en latere
generaties er nog volop van kunnen genieten en leren. De fractie van D66 kiest ook
voor een schone, groene en gezonde stad. Het is van belang dat de gemeente ruimte
geeft aan initiatieven die bijdragen aan nieuwe oplossingen van duurzaamheid,
waarbij we openstaan kijken voor het aanpassen van geldende (verouderde) regels
die verduurzaming in de weg staan, zonder dat de authenticiteit van monumenten
wordt aangetast.
Nu heeft de fractie van D66 begrepen dat de gemeente Amsterdam samen met
De Groene Grachten, Stadsherstel en Search een pilot is gestart om zonnepanelen te
plaatsen op de schuine kap van Pakhuis de Zwijger onder de naam: ‘Zon op de
Zwijger’. Het betreft een zogenaamd sheddak (‘zaagtandendak’), dat een zichtlocatie
is. Hieruit volgt waarschijnlijk een prijsvraag voor de aanbesteding die moet aantonen
welke partij het beste zonnepanelen op een monument kan plaatsen. Dit project is
benoemd als ‘pilot om uit te vinden of zonnepanelen op een monument passend zijn,
in relatie tot mogelijke technische gevolgen voor het dak door aanhechting van de
panelen of verstoring van het monumentale ‘daklandschap’ door het aangezicht van
zonnepanelen, omdat dat er nu eenmaal anders uitziet dan dat het daklandschap
eruit zag in de 17° eeuw.
1
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing op Gemeenteblad
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
Dit is niet het eerste monument met zonnepanelen. Sinds september 2013 liggen er
zonnepanelen op het (platte) dak van de Amstelkerk. Volgens de website van
Stadsherstel, die de energie van de zonnepanelen gebruikt voor het eigen kantoor dat
gevestigd is in dit rijksmonument, is de vergunning verleend nadat met foto's van een
proefopstelling was aangetoond dat het monument met deze ‘reversibele toepassing’
geen schade op zou lopen. Ook zijn er (slechts) een klein aantal grachtenpanden die
met trekken en sleuren een vergunning kregen om zonnepanelen op hun dak te
mogen plaatsen, om zodoende hun eigen elektriciteit op te kunnen wekken.
Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 5 augustus 2014, beiden namens
de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad
van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en
wethouders gericht:
1. Wat is het effect geweest van de — inmiddels afgeronde — pilot ‘Zon op de
Amstelkerk’ voor zonne-energie op andere monumenten met een plat dak en in
Amsterdam?
Antwoord:
Als onderdeel van het initiatief Groene Grachten, in 2012 gestart door Wubbo
Ockels en erop gericht om energiemaatregelen in monumentale panden te
promoten, is door Stadsherstel een viertal zonnepanelen aangebracht op de
Amstelkerk. Voor NV Stadsherstel betrof de Amstelkerk een eerste project waarin
zij zonnepanelen heeft aangebracht op een monumentaal pand. Deze panelen
zijn aangebracht op een plat dak en wel binnen de kaders van de Welstandsnota.
Leerdoel: uitvinden of het technisch mogelijk (ja) en rendabel is (nee, door de
lage elektriciteitsprijs die Stadsherstel betaalt omdat zij grootverbruiker is, en de
te betalen leges à 1050 euro).
Het effect is dat er nu 4 panelen liggen op dit monument, en dat Stadsherstel
inzicht heeft gekregen in de mogelijkheden (maatwerk) voor het aanbrengen van
zonnepanelen op monumenten en de business case daarvan.
Er zijn overigens meer (maar niet veel) voorbeelden van monumentale panden in
de stad waarop door bewoners reeds zonnepanelen zijn aangebracht. Hiervoor is
een vergunning nodig van het betreffende stadsdeel.
De betrokkenheid van de gemeente bij dit project van Stichting de Groene
Grachten en Stadsherstel was overigens beperkt. Bureau Monumenten en
Archeologie (BMA) en programmabureau Klimaat en Energie waren inhoudelijk
(advies, meedenken) betrokken bij het initiatief, het stadsdeel heeft de vergunning
afgegeven.
2
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing op Gemeenteblad R
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
2. Klopt het dat de gemeente Amsterdam (de Dienst Ruimtelijke Ordening en
het Bureau Monumenten & Archeologie) zich heeft aangesloten bij De Groene
Grachten, Stadsherstel, Stadsdeel Oost, Pakhuis de Zwijger en Search en bezig
is met de nieuwe pilot ‘Zon op de Zwijger’? Wat is de huidige status van dit project
en wat is de tijdsplanning van deze pilot (inclusief moment van afronding)?
Antwoord:
Ja. Genoemde partijen hebben gezamenlijk de pilot ‘Zon op de Zwijger’ in
voorbereiding. Dit project is geïnitieerd door De Groene Grachten. Het project
sluit aan bij de Amsterdamse Zonvisie ‘Burgers en Bedrijven gaan voor de zon!’
(zie ook het antwoord op vraag 3).
In dit project wordt onderzocht welke mogelijkheden ‘innovatieve
zonnetechnologie’ (bijvoorbeeld: andere type zonnecellen, kleur en
bevestigingstechnieken) biedt voor het aanbrengen van zonnepanelen op een
monumentaal dak, én hoe dit zich verhoudt tot de geldende regels.
Dit project onderscheidt zich van het eerdere project van Stadsherstel in de mate
van ‘innovativiteit van de technologie die gebruikt zal worden. In het eerste
project werd nog gebruik gemaakt van standaard zonnepanelen. In het nieuwe
project op de Zwijger gaat men op zoek naar de meest innovatieve zon-oplossing
voor dit monumentale pand.
Het project is als volgt opgebouwd:
1. allereerst wordt (op dit moment) de haalbaarheid onderzocht (technisch,
financieel, juridisch) voor het aanbrengen van zonnepanelen op Pakhuis de
Zwijger (eigendom NV Stadsherstel);
2. op basis van dit onderzoek zal NV Stadsherstel een beslissing nemen om
haar dak wel of niet ter beschikking te stellen;
3. indien zij akkoord gaat zal de markt in de vorm van een prijsvraag uitgedaagd
worden om met haar ‘beste’ systeem te komen;
4. het zonnesysteem van de beste inzending zal door Stadsherstel worden
uitgevoerd, onder voorbehoud van een positieve vergunningsbeschikking.
Volgens planning wordt de prijsvraag dit najaar bekend gemaakt (indien
Stadsherstel positief beslist; stap 2) en wordt het winnende systeem (beoordeling
door jury in november/december) begin 2015 geïnstalleerd.
De gemeente (BMA en Programmabureau Klimaat en Energie) is als adviseur bij
dit project betrokken. De Groene Grachten is project trekker. Uiteindelijke
installatie van het innovatieve zonnesysteem (als de prijsvraag daadwerkelijk
wordt uitgeschreven en er een goede inzending komt, die binnen de wettelijke
kaders past) wordt door Stadsherstel geregeld en gedekt. Stadsherstel vraagt
daar mogelijk financiering voor aan in de laatste tender van het Amsterdams
Investeringsfonds.
3
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing op Gemeenteblad R
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
3. Deelt het college de mening van de fractie van D66 over het belang van
verduurzaming en eventueel aanpassen van regels om nieuwe oplossingen van
duurzaamheid mogelijk te maken? Zo ja, welke leerpunten zijn/worden opgesteld
ten aanzien van de pilot voor het sheddak van Pakhuis de Zwijger? En welke
leerpunten waren opgesteld voor het platte dak van de Amstelkerk? Zo nee,
waarom niet en hoe denkt het college dan de ambitie zoals geformuleerd in de
Zonvisie 2013 te halen?
Antwoord:
Het College onderschrijft de mening van de fractie van D66 dat verduurzaming
van de bestaande stad van groot belang is en onderstreept dat in het
coalitieakkoord ‘Amsterdam is van iedereen’. Zij werkt o.a. aan de doelstelling dat
in 2020 20% meer duurzame energie wordt geproduceerd dan nu het geval is.
Zonne-energie in de bestaande stad draagt daar aan bij. Om dit te realiseren kan
het nodig zijn om bestaande regels aan te passen, of met het Rijk in gesprek te
gaan wanneer de bevoegdheid niet bij de gemeente ligt. Aanpassing van regels
kan bijvoorbeeld nodig zijn in de situatie waarin regels, maatschappelijke wensen,
en toegenomen mogelijkheden door nieuwe (technologische}oplossingen, niet
meer met elkaar in overeenstemming zijn. In het collegeprogramma is daarover
afgesproken dat “we de regels voor het duurzaam aanpassen van gebouwen
[gaan] versimpelen, bijvoorbeeld op het gebied van de teruglevering van energie
en het gezamenlijk gebruik van daken voor zonnepanelen”. Daarbij dient het
college uiteraard wel te opereren binnen de kaders van de landelijke wet- en
regelgeving.
Het College is daarnaast van mening dat de energietransitie alleen plaatsvindt als
duurzaamheidsprojecten schaal krijgen. Daarvoor is het van belang dat wordt
gewerkt aan opschaalbaarheid en kopieerbaarheid van oplossingen.
De leerpunten die de pilot ‘Zon op de Zwijger’ op zal leveren zijn:
— voorbeeldfunctie: onderzoeken en laten zien hoe een nieuwe
zonnetechnologie mogelijk is op een monumentaal dak, waar dat met
conventionele panelen niet haalbaar/wenselijk is;
— kennisontwikkeling (bij overheid en markt) ten aanzien van technische
mogelijkheden van zonne-energie;
— onderzoeken hoe het vigerende welstandskader zich verhoudt tot innovatieve
zon technologieën.
Deze leerpunten zijn vooraf besproken met de projectpartners. Voor het project
Amstelkerk waren geen leerpunten geformuleerd vanuit de gemeente, omdat de
betrokkenheid beperkt was.
Het pilotproject Zon op de Zwijger levert input voor het evalueren van de regels
en draagt bij aan de uitvoering van het deel van de Zonvisie dat daarover gaat.
In de Zonvisie zijn 8 programmalijnen opgenomen waarlangs de gemeente de
toepassing van zonne-energie door burgers en bedrijven stimuleert. In lijn 7
(activiteit # 21) is opgenomen dat regelgeving periodiek tegen het licht wordt
gehouden om te zien of deze (nog) in lijn is met de stand der techniek op het
gebied van o.a. zonnesystemen.
4
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing op Gemeenteblad
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
4. Onder welke criteria zou het college de resultaten van de pilot “Zon op de Zwijger’
als een succes beoordelen? Wanneer vindt die beoordeling plaats en welke
Amsterdamse stakeholders zijn hierbij betrokken?
Antwoord:
Het project ‘Zon op de Zwijger’ wordt als succes beschouwd als:
1. de prijsvraag een inzending oplevert die een goede technische oplossing
biedt voor dit specifieke monumentale dak. Een goede technische oplossing is
een oplossing die aansluit bij de eisen van de pandeigenaar (stadsherstel),
betaalbaar is, en die aanvaardbaar is vanuit esthetisch en historisch oogpunt
en valt binnen de kaders van Welstand en Monumenten;
2. het project bijdraagt aan het vinden van een oplossing voor het aanbrengen
van zonnesystemen op andere monumentale panden, nu of in de toekomst.
Dit is geen hard criterium, omdat de bijdrage van één project aan een bredere
maatschappelijke ontwikkeling moeilijk te meten is. Amsterdam wil echter
duurzame koploper zijn, en daar hoort ook bij dat er ruimte wordt gemaakt
voor innovatie;
3. het project daarnaast input levert voor de periodieke herijking van de regels
conform de Zonvisie (zie het antwoord op vraag 3).
De beoogde planning: zie het antwoord op vraag 2.
De betrokken stakeholders zijn:
— De Groene Grachten;
— NV Stadsherstel;
— de gemeente Amsterdam (DRO, BMA, stadsdeel Centrum);
— Uuurders van Pakhuis de Zwijger (via Stadsherstel);
— Search.
5. Is het college van plan een vervolg te maken op het Amsterdamse
duurzaamheidsprogramma 2011-2014, en indien dat het geval is,
overeenkomstig het coalitieakkoord (blz. 27), de ambitie ten aanzien van lokale
zonne-energie uit de Zonvisie conform het initiatiefvoorstel van het voormalig
raadslid de heer Manuel en de resultaten van de ‘pilots’ op Pakhuis de Zwijger en
de Amstelkerk daarin aandacht te besteden aan het verduurzamen van
monumenten?
Antwoord:
Het College stelt eind dit jaar een Agenda Duurzaamheid vast. Het verduurzamen
van monumenten, deregulering en de ambitie van de Zonvisie zullen in deze
agenda worden meegenomen.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
5
X Gemeente Amsterdam R
% Gemeenteraad
Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 602
Datum akkoord 2 september 2014
Publicatiedatum 5 september 2014
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw A.M. Bosman
en de heer M.E. van den Heuvel van 5 augustus 2014 inzake zonnepanelen op
monumentale panden.
Aan de gemeenteraad
inleiding door vragenstellers.
Het college heeft de ambitie om in 2020 het aandeel duurzaam opgewekte energie
binnen Amsterdam met 20% te laten toenemen. Zonne-energie is een belangrijke
bron daarvoor. Eerder is de doelstelling vastgelegd om in 2020 160 MW zonnestroom
per jaar op te wekken binnen de gemeente Amsterdam. Voor 2040 is het streefcijfer
1000 MW. Zonne-energie is een belangrijke manier voor bewoners en ondernemers
om zelf voor hun elektriciteitsvoorziening te zorgen. Dat is goed voor het milieu,
de energierekening en de onafhankelijkheid van Amsterdam ten opzichte van
onberekenbare buitenlandse energieproducenten.
Amsterdam heeft naast de ruim 8500 rijks- en gemeentelijke monumenten, ook een
toenemend aantal beschermde stads- en dorpsgezichten. Het hele centrum van
Amsterdam is sinds 1999 beschermd stadsgezicht en de grachtengordel behoort
sinds 2010 tot het UNESCO werelderfgoed. De fractie van D66 vindt het belangrijk
dat deze historische waarde wordt beschermd zodat Amsterdammers en latere
generaties er nog volop van kunnen genieten en leren. De fractie van D66 kiest ook
voor een schone, groene en gezonde stad. Het is van belang dat de gemeente ruimte
geeft aan initiatieven die bijdragen aan nieuwe oplossingen van duurzaamheid,
waarbij we openstaan kijken voor het aanpassen van geldende (verouderde) regels
die verduurzaming in de weg staan, zonder dat de authenticiteit van monumenten
wordt aangetast.
Nu heeft de fractie van D66 begrepen dat de gemeente Amsterdam samen met
De Groene Grachten, Stadsherstel en Search een pilot is gestart om zonnepanelen te
plaatsen op de schuine kap van Pakhuis de Zwijger onder de naam: ‘Zon op de
Zwijger’. Het betreft een zogenaamd sheddak (‘zaagtandendak’), dat een zichtlocatie
is. Hieruit volgt waarschijnlijk een prijsvraag voor de aanbesteding die moet aantonen
welke partij het beste zonnepanelen op een monument kan plaatsen. Dit project is
benoemd als ‘pilot om uit te vinden of zonnepanelen op een monument passend zijn,
in relatie tot mogelijke technische gevolgen voor het dak door aanhechting van de
panelen of verstoring van het monumentale ‘daklandschap’ door het aangezicht van
zonnepanelen, omdat dat er nu eenmaal anders uitziet dan dat het daklandschap
eruit zag in de 17° eeuw.
1
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing op Gemeenteblad
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
Dit is niet het eerste monument met zonnepanelen. Sinds september 2013 liggen er
zonnepanelen op het (platte) dak van de Amstelkerk. Volgens de website van
Stadsherstel, die de energie van de zonnepanelen gebruikt voor het eigen kantoor dat
gevestigd is in dit rijksmonument, is de vergunning verleend nadat met foto's van een
proefopstelling was aangetoond dat het monument met deze ‘reversibele toepassing’
geen schade op zou lopen. Ook zijn er (slechts) een klein aantal grachtenpanden die
met trekken en sleuren een vergunning kregen om zonnepanelen op hun dak te
mogen plaatsen, om zodoende hun eigen elektriciteit op te kunnen wekken.
Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 5 augustus 2014, beiden namens
de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad
van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en
wethouders gericht:
1. Wat is het effect geweest van de — inmiddels afgeronde — pilot ‘Zon op de
Amstelkerk’ voor zonne-energie op andere monumenten met een plat dak en in
Amsterdam?
Antwoord:
Als onderdeel van het initiatief Groene Grachten, in 2012 gestart door Wubbo
Ockels en erop gericht om energiemaatregelen in monumentale panden te
promoten, is door Stadsherstel een viertal zonnepanelen aangebracht op de
Amstelkerk. Voor NV Stadsherstel betrof de Amstelkerk een eerste project waarin
zij zonnepanelen heeft aangebracht op een monumentaal pand. Deze panelen
zijn aangebracht op een plat dak en wel binnen de kaders van de Welstandsnota.
Leerdoel: uitvinden of het technisch mogelijk (ja) en rendabel is (nee, door de
lage elektriciteitsprijs die Stadsherstel betaalt omdat zij grootverbruiker is, en de
te betalen leges à 1050 euro).
Het effect is dat er nu 4 panelen liggen op dit monument, en dat Stadsherstel
inzicht heeft gekregen in de mogelijkheden (maatwerk) voor het aanbrengen van
zonnepanelen op monumenten en de business case daarvan.
Er zijn overigens meer (maar niet veel) voorbeelden van monumentale panden in
de stad waarop door bewoners reeds zonnepanelen zijn aangebracht. Hiervoor is
een vergunning nodig van het betreffende stadsdeel.
De betrokkenheid van de gemeente bij dit project van Stichting de Groene
Grachten en Stadsherstel was overigens beperkt. Bureau Monumenten en
Archeologie (BMA) en programmabureau Klimaat en Energie waren inhoudelijk
(advies, meedenken) betrokken bij het initiatief, het stadsdeel heeft de vergunning
afgegeven.
2
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing op Gemeenteblad R
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
2. Klopt het dat de gemeente Amsterdam (de Dienst Ruimtelijke Ordening en
het Bureau Monumenten & Archeologie) zich heeft aangesloten bij De Groene
Grachten, Stadsherstel, Stadsdeel Oost, Pakhuis de Zwijger en Search en bezig
is met de nieuwe pilot ‘Zon op de Zwijger’? Wat is de huidige status van dit project
en wat is de tijdsplanning van deze pilot (inclusief moment van afronding)?
Antwoord:
Ja. Genoemde partijen hebben gezamenlijk de pilot ‘Zon op de Zwijger’ in
voorbereiding. Dit project is geïnitieerd door De Groene Grachten. Het project
sluit aan bij de Amsterdamse Zonvisie ‘Burgers en Bedrijven gaan voor de zon!’
(zie ook het antwoord op vraag 3).
In dit project wordt onderzocht welke mogelijkheden ‘innovatieve
zonnetechnologie’ (bijvoorbeeld: andere type zonnecellen, kleur en
bevestigingstechnieken) biedt voor het aanbrengen van zonnepanelen op een
monumentaal dak, én hoe dit zich verhoudt tot de geldende regels.
Dit project onderscheidt zich van het eerdere project van Stadsherstel in de mate
van ‘innovativiteit van de technologie die gebruikt zal worden. In het eerste
project werd nog gebruik gemaakt van standaard zonnepanelen. In het nieuwe
project op de Zwijger gaat men op zoek naar de meest innovatieve zon-oplossing
voor dit monumentale pand.
Het project is als volgt opgebouwd:
1. allereerst wordt (op dit moment) de haalbaarheid onderzocht (technisch,
financieel, juridisch) voor het aanbrengen van zonnepanelen op Pakhuis de
Zwijger (eigendom NV Stadsherstel);
2. op basis van dit onderzoek zal NV Stadsherstel een beslissing nemen om
haar dak wel of niet ter beschikking te stellen;
3. indien zij akkoord gaat zal de markt in de vorm van een prijsvraag uitgedaagd
worden om met haar ‘beste’ systeem te komen;
4. het zonnesysteem van de beste inzending zal door Stadsherstel worden
uitgevoerd, onder voorbehoud van een positieve vergunningsbeschikking.
Volgens planning wordt de prijsvraag dit najaar bekend gemaakt (indien
Stadsherstel positief beslist; stap 2) en wordt het winnende systeem (beoordeling
door jury in november/december) begin 2015 geïnstalleerd.
De gemeente (BMA en Programmabureau Klimaat en Energie) is als adviseur bij
dit project betrokken. De Groene Grachten is project trekker. Uiteindelijke
installatie van het innovatieve zonnesysteem (als de prijsvraag daadwerkelijk
wordt uitgeschreven en er een goede inzending komt, die binnen de wettelijke
kaders past) wordt door Stadsherstel geregeld en gedekt. Stadsherstel vraagt
daar mogelijk financiering voor aan in de laatste tender van het Amsterdams
Investeringsfonds.
3
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing op Gemeenteblad R
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
3. Deelt het college de mening van de fractie van D66 over het belang van
verduurzaming en eventueel aanpassen van regels om nieuwe oplossingen van
duurzaamheid mogelijk te maken? Zo ja, welke leerpunten zijn/worden opgesteld
ten aanzien van de pilot voor het sheddak van Pakhuis de Zwijger? En welke
leerpunten waren opgesteld voor het platte dak van de Amstelkerk? Zo nee,
waarom niet en hoe denkt het college dan de ambitie zoals geformuleerd in de
Zonvisie 2013 te halen?
Antwoord:
Het College onderschrijft de mening van de fractie van D66 dat verduurzaming
van de bestaande stad van groot belang is en onderstreept dat in het
coalitieakkoord ‘Amsterdam is van iedereen’. Zij werkt o.a. aan de doelstelling dat
in 2020 20% meer duurzame energie wordt geproduceerd dan nu het geval is.
Zonne-energie in de bestaande stad draagt daar aan bij. Om dit te realiseren kan
het nodig zijn om bestaande regels aan te passen, of met het Rijk in gesprek te
gaan wanneer de bevoegdheid niet bij de gemeente ligt. Aanpassing van regels
kan bijvoorbeeld nodig zijn in de situatie waarin regels, maatschappelijke wensen,
en toegenomen mogelijkheden door nieuwe (technologische}oplossingen, niet
meer met elkaar in overeenstemming zijn. In het collegeprogramma is daarover
afgesproken dat “we de regels voor het duurzaam aanpassen van gebouwen
[gaan] versimpelen, bijvoorbeeld op het gebied van de teruglevering van energie
en het gezamenlijk gebruik van daken voor zonnepanelen”. Daarbij dient het
college uiteraard wel te opereren binnen de kaders van de landelijke wet- en
regelgeving.
Het College is daarnaast van mening dat de energietransitie alleen plaatsvindt als
duurzaamheidsprojecten schaal krijgen. Daarvoor is het van belang dat wordt
gewerkt aan opschaalbaarheid en kopieerbaarheid van oplossingen.
De leerpunten die de pilot ‘Zon op de Zwijger’ op zal leveren zijn:
— voorbeeldfunctie: onderzoeken en laten zien hoe een nieuwe
zonnetechnologie mogelijk is op een monumentaal dak, waar dat met
conventionele panelen niet haalbaar/wenselijk is;
— kennisontwikkeling (bij overheid en markt) ten aanzien van technische
mogelijkheden van zonne-energie;
— onderzoeken hoe het vigerende welstandskader zich verhoudt tot innovatieve
zon technologieën.
Deze leerpunten zijn vooraf besproken met de projectpartners. Voor het project
Amstelkerk waren geen leerpunten geformuleerd vanuit de gemeente, omdat de
betrokkenheid beperkt was.
Het pilotproject Zon op de Zwijger levert input voor het evalueren van de regels
en draagt bij aan de uitvoering van het deel van de Zonvisie dat daarover gaat.
In de Zonvisie zijn 8 programmalijnen opgenomen waarlangs de gemeente de
toepassing van zonne-energie door burgers en bedrijven stimuleert. In lijn 7
(activiteit # 21) is opgenomen dat regelgeving periodiek tegen het licht wordt
gehouden om te zien of deze (nog) in lijn is met de stand der techniek op het
gebied van o.a. zonnesystemen.
4
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing op Gemeenteblad
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
4. Onder welke criteria zou het college de resultaten van de pilot “Zon op de Zwijger’
als een succes beoordelen? Wanneer vindt die beoordeling plaats en welke
Amsterdamse stakeholders zijn hierbij betrokken?
Antwoord:
Het project ‘Zon op de Zwijger’ wordt als succes beschouwd als:
1. de prijsvraag een inzending oplevert die een goede technische oplossing
biedt voor dit specifieke monumentale dak. Een goede technische oplossing is
een oplossing die aansluit bij de eisen van de pandeigenaar (stadsherstel),
betaalbaar is, en die aanvaardbaar is vanuit esthetisch en historisch oogpunt
en valt binnen de kaders van Welstand en Monumenten;
2. het project bijdraagt aan het vinden van een oplossing voor het aanbrengen
van zonnesystemen op andere monumentale panden, nu of in de toekomst.
Dit is geen hard criterium, omdat de bijdrage van één project aan een bredere
maatschappelijke ontwikkeling moeilijk te meten is. Amsterdam wil echter
duurzame koploper zijn, en daar hoort ook bij dat er ruimte wordt gemaakt
voor innovatie;
3. het project daarnaast input levert voor de periodieke herijking van de regels
conform de Zonvisie (zie het antwoord op vraag 3).
De beoogde planning: zie het antwoord op vraag 2.
De betrokken stakeholders zijn:
— De Groene Grachten;
— NV Stadsherstel;
— de gemeente Amsterdam (DRO, BMA, stadsdeel Centrum);
— Uuurders van Pakhuis de Zwijger (via Stadsherstel);
— Search.
5. Is het college van plan een vervolg te maken op het Amsterdamse
duurzaamheidsprogramma 2011-2014, en indien dat het geval is,
overeenkomstig het coalitieakkoord (blz. 27), de ambitie ten aanzien van lokale
zonne-energie uit de Zonvisie conform het initiatiefvoorstel van het voormalig
raadslid de heer Manuel en de resultaten van de ‘pilots’ op Pakhuis de Zwijger en
de Amstelkerk daarin aandacht te besteden aan het verduurzamen van
monumenten?
Antwoord:
Het College stelt eind dit jaar een Agenda Duurzaamheid vast. Het verduurzamen
van monumenten, deregulering en de ambitie van de Zonvisie zullen in deze
agenda worden meegenomen.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
5
X Gemeente Amsterdam R
% Gemeenteraad
Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 602
Datum akkoord 2 september 2014
Publicatiedatum 5 september 2014
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw A.M. Bosman
en de heer M.E. van den Heuvel van 5 augustus 2014 inzake zonnepanelen op
monumentale panden.
Aan de gemeenteraad
inleiding door vragenstellers.
Het college heeft de ambitie om in 2020 het aandeel duurzaam opgewekte energie
binnen Amsterdam met 20% te laten toenemen. Zonne-energie is een belangrijke
bron daarvoor. Eerder is de doelstelling vastgelegd om in 2020 160 MW zonnestroom
per jaar op te wekken binnen de gemeente Amsterdam. Voor 2040 is het streefcijfer
1000 MW. Zonne-energie is een belangrijke manier voor bewoners en ondernemers
om zelf voor hun elektriciteitsvoorziening te zorgen. Dat is goed voor het milieu,
de energierekening en de onafhankelijkheid van Amsterdam ten opzichte van
onberekenbare buitenlandse energieproducenten.
Amsterdam heeft naast de ruim 8500 rijks- en gemeentelijke monumenten, ook een
toenemend aantal beschermde stads- en dorpsgezichten. Het hele centrum van
Amsterdam is sinds 1999 beschermd stadsgezicht en de grachtengordel behoort
sinds 2010 tot het UNESCO werelderfgoed. De fractie van D66 vindt het belangrijk
dat deze historische waarde wordt beschermd zodat Amsterdammers en latere
generaties er nog volop van kunnen genieten en leren. De fractie van D66 kiest ook
voor een schone, groene en gezonde stad. Het is van belang dat de gemeente ruimte
geeft aan initiatieven die bijdragen aan nieuwe oplossingen van duurzaamheid,
waarbij we openstaan kijken voor het aanpassen van geldende (verouderde) regels
die verduurzaming in de weg staan, zonder dat de authenticiteit van monumenten
wordt aangetast.
Nu heeft de fractie van D66 begrepen dat de gemeente Amsterdam samen met
De Groene Grachten, Stadsherstel en Search een pilot is gestart om zonnepanelen te
plaatsen op de schuine kap van Pakhuis de Zwijger onder de naam: ‘Zon op de
Zwijger’. Het betreft een zogenaamd sheddak (‘zaagtandendak’), dat een zichtlocatie
is. Hieruit volgt waarschijnlijk een prijsvraag voor de aanbesteding die moet aantonen
welke partij het beste zonnepanelen op een monument kan plaatsen. Dit project is
benoemd als ‘pilot om uit te vinden of zonnepanelen op een monument passend zijn,
in relatie tot mogelijke technische gevolgen voor het dak door aanhechting van de
panelen of verstoring van het monumentale ‘daklandschap’ door het aangezicht van
zonnepanelen, omdat dat er nu eenmaal anders uitziet dan dat het daklandschap
eruit zag in de 17° eeuw.
1
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing op Gemeenteblad
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
Dit is niet het eerste monument met zonnepanelen. Sinds september 2013 liggen er
zonnepanelen op het (platte) dak van de Amstelkerk. Volgens de website van
Stadsherstel, die de energie van de zonnepanelen gebruikt voor het eigen kantoor dat
gevestigd is in dit rijksmonument, is de vergunning verleend nadat met foto's van een
proefopstelling was aangetoond dat het monument met deze ‘reversibele toepassing’
geen schade op zou lopen. Ook zijn er (slechts) een klein aantal grachtenpanden die
met trekken en sleuren een vergunning kregen om zonnepanelen op hun dak te
mogen plaatsen, om zodoende hun eigen elektriciteit op te kunnen wekken.
Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 5 augustus 2014, beiden namens
de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad
van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en
wethouders gericht:
1. Wat is het effect geweest van de — inmiddels afgeronde — pilot ‘Zon op de
Amstelkerk’ voor zonne-energie op andere monumenten met een plat dak en in
Amsterdam?
Antwoord:
Als onderdeel van het initiatief Groene Grachten, in 2012 gestart door Wubbo
Ockels en erop gericht om energiemaatregelen in monumentale panden te
promoten, is door Stadsherstel een viertal zonnepanelen aangebracht op de
Amstelkerk. Voor NV Stadsherstel betrof de Amstelkerk een eerste project waarin
zij zonnepanelen heeft aangebracht op een monumentaal pand. Deze panelen
zijn aangebracht op een plat dak en wel binnen de kaders van de Welstandsnota.
Leerdoel: uitvinden of het technisch mogelijk (ja) en rendabel is (nee, door de
lage elektriciteitsprijs die Stadsherstel betaalt omdat zij grootverbruiker is, en de
te betalen leges à 1050 euro).
Het effect is dat er nu 4 panelen liggen op dit monument, en dat Stadsherstel
inzicht heeft gekregen in de mogelijkheden (maatwerk) voor het aanbrengen van
zonnepanelen op monumenten en de business case daarvan.
Er zijn overigens meer (maar niet veel) voorbeelden van monumentale panden in
de stad waarop door bewoners reeds zonnepanelen zijn aangebracht. Hiervoor is
een vergunning nodig van het betreffende stadsdeel.
De betrokkenheid van de gemeente bij dit project van Stichting de Groene
Grachten en Stadsherstel was overigens beperkt. Bureau Monumenten en
Archeologie (BMA) en programmabureau Klimaat en Energie waren inhoudelijk
(advies, meedenken) betrokken bij het initiatief, het stadsdeel heeft de vergunning
afgegeven.
2
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing op Gemeenteblad R
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
2. Klopt het dat de gemeente Amsterdam (de Dienst Ruimtelijke Ordening en
het Bureau Monumenten & Archeologie) zich heeft aangesloten bij De Groene
Grachten, Stadsherstel, Stadsdeel Oost, Pakhuis de Zwijger en Search en bezig
is met de nieuwe pilot ‘Zon op de Zwijger’? Wat is de huidige status van dit project
en wat is de tijdsplanning van deze pilot (inclusief moment van afronding)?
Antwoord:
Ja. Genoemde partijen hebben gezamenlijk de pilot ‘Zon op de Zwijger’ in
voorbereiding. Dit project is geïnitieerd door De Groene Grachten. Het project
sluit aan bij de Amsterdamse Zonvisie ‘Burgers en Bedrijven gaan voor de zon!’
(zie ook het antwoord op vraag 3).
In dit project wordt onderzocht welke mogelijkheden ‘innovatieve
zonnetechnologie’ (bijvoorbeeld: andere type zonnecellen, kleur en
bevestigingstechnieken) biedt voor het aanbrengen van zonnepanelen op een
monumentaal dak, én hoe dit zich verhoudt tot de geldende regels.
Dit project onderscheidt zich van het eerdere project van Stadsherstel in de mate
van ‘innovativiteit van de technologie die gebruikt zal worden. In het eerste
project werd nog gebruik gemaakt van standaard zonnepanelen. In het nieuwe
project op de Zwijger gaat men op zoek naar de meest innovatieve zon-oplossing
voor dit monumentale pand.
Het project is als volgt opgebouwd:
1. allereerst wordt (op dit moment) de haalbaarheid onderzocht (technisch,
financieel, juridisch) voor het aanbrengen van zonnepanelen op Pakhuis de
Zwijger (eigendom NV Stadsherstel);
2. op basis van dit onderzoek zal NV Stadsherstel een beslissing nemen om
haar dak wel of niet ter beschikking te stellen;
3. indien zij akkoord gaat zal de markt in de vorm van een prijsvraag uitgedaagd
worden om met haar ‘beste’ systeem te komen;
4. het zonnesysteem van de beste inzending zal door Stadsherstel worden
uitgevoerd, onder voorbehoud van een positieve vergunningsbeschikking.
Volgens planning wordt de prijsvraag dit najaar bekend gemaakt (indien
Stadsherstel positief beslist; stap 2) en wordt het winnende systeem (beoordeling
door jury in november/december) begin 2015 geïnstalleerd.
De gemeente (BMA en Programmabureau Klimaat en Energie) is als adviseur bij
dit project betrokken. De Groene Grachten is project trekker. Uiteindelijke
installatie van het innovatieve zonnesysteem (als de prijsvraag daadwerkelijk
wordt uitgeschreven en er een goede inzending komt, die binnen de wettelijke
kaders past) wordt door Stadsherstel geregeld en gedekt. Stadsherstel vraagt
daar mogelijk financiering voor aan in de laatste tender van het Amsterdams
Investeringsfonds.
3
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing op Gemeenteblad R
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
3. Deelt het college de mening van de fractie van D66 over het belang van
verduurzaming en eventueel aanpassen van regels om nieuwe oplossingen van
duurzaamheid mogelijk te maken? Zo ja, welke leerpunten zijn/worden opgesteld
ten aanzien van de pilot voor het sheddak van Pakhuis de Zwijger? En welke
leerpunten waren opgesteld voor het platte dak van de Amstelkerk? Zo nee,
waarom niet en hoe denkt het college dan de ambitie zoals geformuleerd in de
Zonvisie 2013 te halen?
Antwoord:
Het College onderschrijft de mening van de fractie van D66 dat verduurzaming
van de bestaande stad van groot belang is en onderstreept dat in het
coalitieakkoord ‘Amsterdam is van iedereen’. Zij werkt o.a. aan de doelstelling dat
in 2020 20% meer duurzame energie wordt geproduceerd dan nu het geval is.
Zonne-energie in de bestaande stad draagt daar aan bij. Om dit te realiseren kan
het nodig zijn om bestaande regels aan te passen, of met het Rijk in gesprek te
gaan wanneer de bevoegdheid niet bij de gemeente ligt. Aanpassing van regels
kan bijvoorbeeld nodig zijn in de situatie waarin regels, maatschappelijke wensen,
en toegenomen mogelijkheden door nieuwe (technologische}oplossingen, niet
meer met elkaar in overeenstemming zijn. In het collegeprogramma is daarover
afgesproken dat “we de regels voor het duurzaam aanpassen van gebouwen
[gaan] versimpelen, bijvoorbeeld op het gebied van de teruglevering van energie
en het gezamenlijk gebruik van daken voor zonnepanelen”. Daarbij dient het
college uiteraard wel te opereren binnen de kaders van de landelijke wet- en
regelgeving.
Het College is daarnaast van mening dat de energietransitie alleen plaatsvindt als
duurzaamheidsprojecten schaal krijgen. Daarvoor is het van belang dat wordt
gewerkt aan opschaalbaarheid en kopieerbaarheid van oplossingen.
De leerpunten die de pilot ‘Zon op de Zwijger’ op zal leveren zijn:
— voorbeeldfunctie: onderzoeken en laten zien hoe een nieuwe
zonnetechnologie mogelijk is op een monumentaal dak, waar dat met
conventionele panelen niet haalbaar/wenselijk is;
— kennisontwikkeling (bij overheid en markt) ten aanzien van technische
mogelijkheden van zonne-energie;
— onderzoeken hoe het vigerende welstandskader zich verhoudt tot innovatieve
zon technologieën.
Deze leerpunten zijn vooraf besproken met de projectpartners. Voor het project
Amstelkerk waren geen leerpunten geformuleerd vanuit de gemeente, omdat de
betrokkenheid beperkt was.
Het pilotproject Zon op de Zwijger levert input voor het evalueren van de regels
en draagt bij aan de uitvoering van het deel van de Zonvisie dat daarover gaat.
In de Zonvisie zijn 8 programmalijnen opgenomen waarlangs de gemeente de
toepassing van zonne-energie door burgers en bedrijven stimuleert. In lijn 7
(activiteit # 21) is opgenomen dat regelgeving periodiek tegen het licht wordt
gehouden om te zien of deze (nog) in lijn is met de stand der techniek op het
gebied van o.a. zonnesystemen.
4
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing op Gemeenteblad
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
4. Onder welke criteria zou het college de resultaten van de pilot “Zon op de Zwijger’
als een succes beoordelen? Wanneer vindt die beoordeling plaats en welke
Amsterdamse stakeholders zijn hierbij betrokken?
Antwoord:
Het project ‘Zon op de Zwijger’ wordt als succes beschouwd als:
1. de prijsvraag een inzending oplevert die een goede technische oplossing
biedt voor dit specifieke monumentale dak. Een goede technische oplossing is
een oplossing die aansluit bij de eisen van de pandeigenaar (stadsherstel),
betaalbaar is, en die aanvaardbaar is vanuit esthetisch en historisch oogpunt
en valt binnen de kaders van Welstand en Monumenten;
2. het project bijdraagt aan het vinden van een oplossing voor het aanbrengen
van zonnesystemen op andere monumentale panden, nu of in de toekomst.
Dit is geen hard criterium, omdat de bijdrage van één project aan een bredere
maatschappelijke ontwikkeling moeilijk te meten is. Amsterdam wil echter
duurzame koploper zijn, en daar hoort ook bij dat er ruimte wordt gemaakt
voor innovatie;
3. het project daarnaast input levert voor de periodieke herijking van de regels
conform de Zonvisie (zie het antwoord op vraag 3).
De beoogde planning: zie het antwoord op vraag 2.
De betrokken stakeholders zijn:
— De Groene Grachten;
— NV Stadsherstel;
— de gemeente Amsterdam (DRO, BMA, stadsdeel Centrum);
— Uuurders van Pakhuis de Zwijger (via Stadsherstel);
— Search.
5. Is het college van plan een vervolg te maken op het Amsterdamse
duurzaamheidsprogramma 2011-2014, en indien dat het geval is,
overeenkomstig het coalitieakkoord (blz. 27), de ambitie ten aanzien van lokale
zonne-energie uit de Zonvisie conform het initiatiefvoorstel van het voormalig
raadslid de heer Manuel en de resultaten van de ‘pilots’ op Pakhuis de Zwijger en
de Amstelkerk daarin aandacht te besteden aan het verduurzamen van
monumenten?
Antwoord:
Het College stelt eind dit jaar een Agenda Duurzaamheid vast. Het verduurzamen
van monumenten, deregulering en de ambitie van de Zonvisie zullen in deze
agenda worden meegenomen.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
5
X Gemeente Amsterdam R
% Gemeenteraad
Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 602
Datum akkoord 2 september 2014
Publicatiedatum 5 september 2014
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw A.M. Bosman
en de heer M.E. van den Heuvel van 5 augustus 2014 inzake zonnepanelen op
monumentale panden.
Aan de gemeenteraad
inleiding door vragenstellers.
Het college heeft de ambitie om in 2020 het aandeel duurzaam opgewekte energie
binnen Amsterdam met 20% te laten toenemen. Zonne-energie is een belangrijke
bron daarvoor. Eerder is de doelstelling vastgelegd om in 2020 160 MW zonnestroom
per jaar op te wekken binnen de gemeente Amsterdam. Voor 2040 is het streefcijfer
1000 MW. Zonne-energie is een belangrijke manier voor bewoners en ondernemers
om zelf voor hun elektriciteitsvoorziening te zorgen. Dat is goed voor het milieu,
de energierekening en de onafhankelijkheid van Amsterdam ten opzichte van
onberekenbare buitenlandse energieproducenten.
Amsterdam heeft naast de ruim 8500 rijks- en gemeentelijke monumenten, ook een
toenemend aantal beschermde stads- en dorpsgezichten. Het hele centrum van
Amsterdam is sinds 1999 beschermd stadsgezicht en de grachtengordel behoort
sinds 2010 tot het UNESCO werelderfgoed. De fractie van D66 vindt het belangrijk
dat deze historische waarde wordt beschermd zodat Amsterdammers en latere
generaties er nog volop van kunnen genieten en leren. De fractie van D66 kiest ook
voor een schone, groene en gezonde stad. Het is van belang dat de gemeente ruimte
geeft aan initiatieven die bijdragen aan nieuwe oplossingen van duurzaamheid,
waarbij we openstaan kijken voor het aanpassen van geldende (verouderde) regels
die verduurzaming in de weg staan, zonder dat de authenticiteit van monumenten
wordt aangetast.
Nu heeft de fractie van D66 begrepen dat de gemeente Amsterdam samen met
De Groene Grachten, Stadsherstel en Search een pilot is gestart om zonnepanelen te
plaatsen op de schuine kap van Pakhuis de Zwijger onder de naam: ‘Zon op de
Zwijger’. Het betreft een zogenaamd sheddak (‘zaagtandendak’), dat een zichtlocatie
is. Hieruit volgt waarschijnlijk een prijsvraag voor de aanbesteding die moet aantonen
welke partij het beste zonnepanelen op een monument kan plaatsen. Dit project is
benoemd als ‘pilot om uit te vinden of zonnepanelen op een monument passend zijn,
in relatie tot mogelijke technische gevolgen voor het dak door aanhechting van de
panelen of verstoring van het monumentale ‘daklandschap’ door het aangezicht van
zonnepanelen, omdat dat er nu eenmaal anders uitziet dan dat het daklandschap
eruit zag in de 17° eeuw.
1
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing op Gemeenteblad
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
Dit is niet het eerste monument met zonnepanelen. Sinds september 2013 liggen er
zonnepanelen op het (platte) dak van de Amstelkerk. Volgens de website van
Stadsherstel, die de energie van de zonnepanelen gebruikt voor het eigen kantoor dat
gevestigd is in dit rijksmonument, is de vergunning verleend nadat met foto's van een
proefopstelling was aangetoond dat het monument met deze ‘reversibele toepassing’
geen schade op zou lopen. Ook zijn er (slechts) een klein aantal grachtenpanden die
met trekken en sleuren een vergunning kregen om zonnepanelen op hun dak te
mogen plaatsen, om zodoende hun eigen elektriciteit op te kunnen wekken.
Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 5 augustus 2014, beiden namens
de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad
van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en
wethouders gericht:
1. Wat is het effect geweest van de — inmiddels afgeronde — pilot ‘Zon op de
Amstelkerk’ voor zonne-energie op andere monumenten met een plat dak en in
Amsterdam?
Antwoord:
Als onderdeel van het initiatief Groene Grachten, in 2012 gestart door Wubbo
Ockels en erop gericht om energiemaatregelen in monumentale panden te
promoten, is door Stadsherstel een viertal zonnepanelen aangebracht op de
Amstelkerk. Voor NV Stadsherstel betrof de Amstelkerk een eerste project waarin
zij zonnepanelen heeft aangebracht op een monumentaal pand. Deze panelen
zijn aangebracht op een plat dak en wel binnen de kaders van de Welstandsnota.
Leerdoel: uitvinden of het technisch mogelijk (ja) en rendabel is (nee, door de
lage elektriciteitsprijs die Stadsherstel betaalt omdat zij grootverbruiker is, en de
te betalen leges à 1050 euro).
Het effect is dat er nu 4 panelen liggen op dit monument, en dat Stadsherstel
inzicht heeft gekregen in de mogelijkheden (maatwerk) voor het aanbrengen van
zonnepanelen op monumenten en de business case daarvan.
Er zijn overigens meer (maar niet veel) voorbeelden van monumentale panden in
de stad waarop door bewoners reeds zonnepanelen zijn aangebracht. Hiervoor is
een vergunning nodig van het betreffende stadsdeel.
De betrokkenheid van de gemeente bij dit project van Stichting de Groene
Grachten en Stadsherstel was overigens beperkt. Bureau Monumenten en
Archeologie (BMA) en programmabureau Klimaat en Energie waren inhoudelijk
(advies, meedenken) betrokken bij het initiatief, het stadsdeel heeft de vergunning
afgegeven.
2
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing op Gemeenteblad R
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
2. Klopt het dat de gemeente Amsterdam (de Dienst Ruimtelijke Ordening en
het Bureau Monumenten & Archeologie) zich heeft aangesloten bij De Groene
Grachten, Stadsherstel, Stadsdeel Oost, Pakhuis de Zwijger en Search en bezig
is met de nieuwe pilot ‘Zon op de Zwijger’? Wat is de huidige status van dit project
en wat is de tijdsplanning van deze pilot (inclusief moment van afronding)?
Antwoord:
Ja. Genoemde partijen hebben gezamenlijk de pilot ‘Zon op de Zwijger’ in
voorbereiding. Dit project is geïnitieerd door De Groene Grachten. Het project
sluit aan bij de Amsterdamse Zonvisie ‘Burgers en Bedrijven gaan voor de zon!’
(zie ook het antwoord op vraag 3).
In dit project wordt onderzocht welke mogelijkheden ‘innovatieve
zonnetechnologie’ (bijvoorbeeld: andere type zonnecellen, kleur en
bevestigingstechnieken) biedt voor het aanbrengen van zonnepanelen op een
monumentaal dak, én hoe dit zich verhoudt tot de geldende regels.
Dit project onderscheidt zich van het eerdere project van Stadsherstel in de mate
van ‘innovativiteit van de technologie die gebruikt zal worden. In het eerste
project werd nog gebruik gemaakt van standaard zonnepanelen. In het nieuwe
project op de Zwijger gaat men op zoek naar de meest innovatieve zon-oplossing
voor dit monumentale pand.
Het project is als volgt opgebouwd:
1. allereerst wordt (op dit moment) de haalbaarheid onderzocht (technisch,
financieel, juridisch) voor het aanbrengen van zonnepanelen op Pakhuis de
Zwijger (eigendom NV Stadsherstel);
2. op basis van dit onderzoek zal NV Stadsherstel een beslissing nemen om
haar dak wel of niet ter beschikking te stellen;
3. indien zij akkoord gaat zal de markt in de vorm van een prijsvraag uitgedaagd
worden om met haar ‘beste’ systeem te komen;
4. het zonnesysteem van de beste inzending zal door Stadsherstel worden
uitgevoerd, onder voorbehoud van een positieve vergunningsbeschikking.
Volgens planning wordt de prijsvraag dit najaar bekend gemaakt (indien
Stadsherstel positief beslist; stap 2) en wordt het winnende systeem (beoordeling
door jury in november/december) begin 2015 geïnstalleerd.
De gemeente (BMA en Programmabureau Klimaat en Energie) is als adviseur bij
dit project betrokken. De Groene Grachten is project trekker. Uiteindelijke
installatie van het innovatieve zonnesysteem (als de prijsvraag daadwerkelijk
wordt uitgeschreven en er een goede inzending komt, die binnen de wettelijke
kaders past) wordt door Stadsherstel geregeld en gedekt. Stadsherstel vraagt
daar mogelijk financiering voor aan in de laatste tender van het Amsterdams
Investeringsfonds.
3
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing op Gemeenteblad R
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
3. Deelt het college de mening van de fractie van D66 over het belang van
verduurzaming en eventueel aanpassen van regels om nieuwe oplossingen van
duurzaamheid mogelijk te maken? Zo ja, welke leerpunten zijn/worden opgesteld
ten aanzien van de pilot voor het sheddak van Pakhuis de Zwijger? En welke
leerpunten waren opgesteld voor het platte dak van de Amstelkerk? Zo nee,
waarom niet en hoe denkt het college dan de ambitie zoals geformuleerd in de
Zonvisie 2013 te halen?
Antwoord:
Het College onderschrijft de mening van de fractie van D66 dat verduurzaming
van de bestaande stad van groot belang is en onderstreept dat in het
coalitieakkoord ‘Amsterdam is van iedereen’. Zij werkt o.a. aan de doelstelling dat
in 2020 20% meer duurzame energie wordt geproduceerd dan nu het geval is.
Zonne-energie in de bestaande stad draagt daar aan bij. Om dit te realiseren kan
het nodig zijn om bestaande regels aan te passen, of met het Rijk in gesprek te
gaan wanneer de bevoegdheid niet bij de gemeente ligt. Aanpassing van regels
kan bijvoorbeeld nodig zijn in de situatie waarin regels, maatschappelijke wensen,
en toegenomen mogelijkheden door nieuwe (technologische}oplossingen, niet
meer met elkaar in overeenstemming zijn. In het collegeprogramma is daarover
afgesproken dat “we de regels voor het duurzaam aanpassen van gebouwen
[gaan] versimpelen, bijvoorbeeld op het gebied van de teruglevering van energie
en het gezamenlijk gebruik van daken voor zonnepanelen”. Daarbij dient het
college uiteraard wel te opereren binnen de kaders van de landelijke wet- en
regelgeving.
Het College is daarnaast van mening dat de energietransitie alleen plaatsvindt als
duurzaamheidsprojecten schaal krijgen. Daarvoor is het van belang dat wordt
gewerkt aan opschaalbaarheid en kopieerbaarheid van oplossingen.
De leerpunten die de pilot ‘Zon op de Zwijger’ op zal leveren zijn:
— voorbeeldfunctie: onderzoeken en laten zien hoe een nieuwe
zonnetechnologie mogelijk is op een monumentaal dak, waar dat met
conventionele panelen niet haalbaar/wenselijk is;
— kennisontwikkeling (bij overheid en markt) ten aanzien van technische
mogelijkheden van zonne-energie;
— onderzoeken hoe het vigerende welstandskader zich verhoudt tot innovatieve
zon technologieën.
Deze leerpunten zijn vooraf besproken met de projectpartners. Voor het project
Amstelkerk waren geen leerpunten geformuleerd vanuit de gemeente, omdat de
betrokkenheid beperkt was.
Het pilotproject Zon op de Zwijger levert input voor het evalueren van de regels
en draagt bij aan de uitvoering van het deel van de Zonvisie dat daarover gaat.
In de Zonvisie zijn 8 programmalijnen opgenomen waarlangs de gemeente de
toepassing van zonne-energie door burgers en bedrijven stimuleert. In lijn 7
(activiteit # 21) is opgenomen dat regelgeving periodiek tegen het licht wordt
gehouden om te zien of deze (nog) in lijn is met de stand der techniek op het
gebied van o.a. zonnesystemen.
4
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing op Gemeenteblad
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
4. Onder welke criteria zou het college de resultaten van de pilot “Zon op de Zwijger’
als een succes beoordelen? Wanneer vindt die beoordeling plaats en welke
Amsterdamse stakeholders zijn hierbij betrokken?
Antwoord:
Het project ‘Zon op de Zwijger’ wordt als succes beschouwd als:
1. de prijsvraag een inzending oplevert die een goede technische oplossing
biedt voor dit specifieke monumentale dak. Een goede technische oplossing is
een oplossing die aansluit bij de eisen van de pandeigenaar (stadsherstel),
betaalbaar is, en die aanvaardbaar is vanuit esthetisch en historisch oogpunt
en valt binnen de kaders van Welstand en Monumenten;
2. het project bijdraagt aan het vinden van een oplossing voor het aanbrengen
van zonnesystemen op andere monumentale panden, nu of in de toekomst.
Dit is geen hard criterium, omdat de bijdrage van één project aan een bredere
maatschappelijke ontwikkeling moeilijk te meten is. Amsterdam wil echter
duurzame koploper zijn, en daar hoort ook bij dat er ruimte wordt gemaakt
voor innovatie;
3. het project daarnaast input levert voor de periodieke herijking van de regels
conform de Zonvisie (zie het antwoord op vraag 3).
De beoogde planning: zie het antwoord op vraag 2.
De betrokken stakeholders zijn:
— De Groene Grachten;
— NV Stadsherstel;
— de gemeente Amsterdam (DRO, BMA, stadsdeel Centrum);
— Uuurders van Pakhuis de Zwijger (via Stadsherstel);
— Search.
5. Is het college van plan een vervolg te maken op het Amsterdamse
duurzaamheidsprogramma 2011-2014, en indien dat het geval is,
overeenkomstig het coalitieakkoord (blz. 27), de ambitie ten aanzien van lokale
zonne-energie uit de Zonvisie conform het initiatiefvoorstel van het voormalig
raadslid de heer Manuel en de resultaten van de ‘pilots’ op Pakhuis de Zwijger en
de Amstelkerk daarin aandacht te besteden aan het verduurzamen van
monumenten?
Antwoord:
Het College stelt eind dit jaar een Agenda Duurzaamheid vast. Het verduurzamen
van monumenten, deregulering en de ambitie van de Zonvisie zullen in deze
agenda worden meegenomen.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
5
X Gemeente Amsterdam R
% Gemeenteraad
Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 602
Datum akkoord 2 september 2014
Publicatiedatum 5 september 2014
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw A.M. Bosman
en de heer M.E. van den Heuvel van 5 augustus 2014 inzake zonnepanelen op
monumentale panden.
Aan de gemeenteraad
inleiding door vragenstellers.
Het college heeft de ambitie om in 2020 het aandeel duurzaam opgewekte energie
binnen Amsterdam met 20% te laten toenemen. Zonne-energie is een belangrijke
bron daarvoor. Eerder is de doelstelling vastgelegd om in 2020 160 MW zonnestroom
per jaar op te wekken binnen de gemeente Amsterdam. Voor 2040 is het streefcijfer
1000 MW. Zonne-energie is een belangrijke manier voor bewoners en ondernemers
om zelf voor hun elektriciteitsvoorziening te zorgen. Dat is goed voor het milieu,
de energierekening en de onafhankelijkheid van Amsterdam ten opzichte van
onberekenbare buitenlandse energieproducenten.
Amsterdam heeft naast de ruim 8500 rijks- en gemeentelijke monumenten, ook een
toenemend aantal beschermde stads- en dorpsgezichten. Het hele centrum van
Amsterdam is sinds 1999 beschermd stadsgezicht en de grachtengordel behoort
sinds 2010 tot het UNESCO werelderfgoed. De fractie van D66 vindt het belangrijk
dat deze historische waarde wordt beschermd zodat Amsterdammers en latere
generaties er nog volop van kunnen genieten en leren. De fractie van D66 kiest ook
voor een schone, groene en gezonde stad. Het is van belang dat de gemeente ruimte
geeft aan initiatieven die bijdragen aan nieuwe oplossingen van duurzaamheid,
waarbij we openstaan kijken voor het aanpassen van geldende (verouderde) regels
die verduurzaming in de weg staan, zonder dat de authenticiteit van monumenten
wordt aangetast.
Nu heeft de fractie van D66 begrepen dat de gemeente Amsterdam samen met
De Groene Grachten, Stadsherstel en Search een pilot is gestart om zonnepanelen te
plaatsen op de schuine kap van Pakhuis de Zwijger onder de naam: ‘Zon op de
Zwijger’. Het betreft een zogenaamd sheddak (‘zaagtandendak’), dat een zichtlocatie
is. Hieruit volgt waarschijnlijk een prijsvraag voor de aanbesteding die moet aantonen
welke partij het beste zonnepanelen op een monument kan plaatsen. Dit project is
benoemd als ‘pilot om uit te vinden of zonnepanelen op een monument passend zijn,
in relatie tot mogelijke technische gevolgen voor het dak door aanhechting van de
panelen of verstoring van het monumentale ‘daklandschap’ door het aangezicht van
zonnepanelen, omdat dat er nu eenmaal anders uitziet dan dat het daklandschap
eruit zag in de 17° eeuw.
1
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing op Gemeenteblad
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
Dit is niet het eerste monument met zonnepanelen. Sinds september 2013 liggen er
zonnepanelen op het (platte) dak van de Amstelkerk. Volgens de website van
Stadsherstel, die de energie van de zonnepanelen gebruikt voor het eigen kantoor dat
gevestigd is in dit rijksmonument, is de vergunning verleend nadat met foto's van een
proefopstelling was aangetoond dat het monument met deze ‘reversibele toepassing’
geen schade op zou lopen. Ook zijn er (slechts) een klein aantal grachtenpanden die
met trekken en sleuren een vergunning kregen om zonnepanelen op hun dak te
mogen plaatsen, om zodoende hun eigen elektriciteit op te kunnen wekken.
Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 5 augustus 2014, beiden namens
de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad
van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en
wethouders gericht:
1. Wat is het effect geweest van de — inmiddels afgeronde — pilot ‘Zon op de
Amstelkerk’ voor zonne-energie op andere monumenten met een plat dak en in
Amsterdam?
Antwoord:
Als onderdeel van het initiatief Groene Grachten, in 2012 gestart door Wubbo
Ockels en erop gericht om energiemaatregelen in monumentale panden te
promoten, is door Stadsherstel een viertal zonnepanelen aangebracht op de
Amstelkerk. Voor NV Stadsherstel betrof de Amstelkerk een eerste project waarin
zij zonnepanelen heeft aangebracht op een monumentaal pand. Deze panelen
zijn aangebracht op een plat dak en wel binnen de kaders van de Welstandsnota.
Leerdoel: uitvinden of het technisch mogelijk (ja) en rendabel is (nee, door de
lage elektriciteitsprijs die Stadsherstel betaalt omdat zij grootverbruiker is, en de
te betalen leges à 1050 euro).
Het effect is dat er nu 4 panelen liggen op dit monument, en dat Stadsherstel
inzicht heeft gekregen in de mogelijkheden (maatwerk) voor het aanbrengen van
zonnepanelen op monumenten en de business case daarvan.
Er zijn overigens meer (maar niet veel) voorbeelden van monumentale panden in
de stad waarop door bewoners reeds zonnepanelen zijn aangebracht. Hiervoor is
een vergunning nodig van het betreffende stadsdeel.
De betrokkenheid van de gemeente bij dit project van Stichting de Groene
Grachten en Stadsherstel was overigens beperkt. Bureau Monumenten en
Archeologie (BMA) en programmabureau Klimaat en Energie waren inhoudelijk
(advies, meedenken) betrokken bij het initiatief, het stadsdeel heeft de vergunning
afgegeven.
2
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing op Gemeenteblad R
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
2. Klopt het dat de gemeente Amsterdam (de Dienst Ruimtelijke Ordening en
het Bureau Monumenten & Archeologie) zich heeft aangesloten bij De Groene
Grachten, Stadsherstel, Stadsdeel Oost, Pakhuis de Zwijger en Search en bezig
is met de nieuwe pilot ‘Zon op de Zwijger’? Wat is de huidige status van dit project
en wat is de tijdsplanning van deze pilot (inclusief moment van afronding)?
Antwoord:
Ja. Genoemde partijen hebben gezamenlijk de pilot ‘Zon op de Zwijger’ in
voorbereiding. Dit project is geïnitieerd door De Groene Grachten. Het project
sluit aan bij de Amsterdamse Zonvisie ‘Burgers en Bedrijven gaan voor de zon!’
(zie ook het antwoord op vraag 3).
In dit project wordt onderzocht welke mogelijkheden ‘innovatieve
zonnetechnologie’ (bijvoorbeeld: andere type zonnecellen, kleur en
bevestigingstechnieken) biedt voor het aanbrengen van zonnepanelen op een
monumentaal dak, én hoe dit zich verhoudt tot de geldende regels.
Dit project onderscheidt zich van het eerdere project van Stadsherstel in de mate
van ‘innovativiteit van de technologie die gebruikt zal worden. In het eerste
project werd nog gebruik gemaakt van standaard zonnepanelen. In het nieuwe
project op de Zwijger gaat men op zoek naar de meest innovatieve zon-oplossing
voor dit monumentale pand.
Het project is als volgt opgebouwd:
1. allereerst wordt (op dit moment) de haalbaarheid onderzocht (technisch,
financieel, juridisch) voor het aanbrengen van zonnepanelen op Pakhuis de
Zwijger (eigendom NV Stadsherstel);
2. op basis van dit onderzoek zal NV Stadsherstel een beslissing nemen om
haar dak wel of niet ter beschikking te stellen;
3. indien zij akkoord gaat zal de markt in de vorm van een prijsvraag uitgedaagd
worden om met haar ‘beste’ systeem te komen;
4. het zonnesysteem van de beste inzending zal door Stadsherstel worden
uitgevoerd, onder voorbehoud van een positieve vergunningsbeschikking.
Volgens planning wordt de prijsvraag dit najaar bekend gemaakt (indien
Stadsherstel positief beslist; stap 2) en wordt het winnende systeem (beoordeling
door jury in november/december) begin 2015 geïnstalleerd.
De gemeente (BMA en Programmabureau Klimaat en Energie) is als adviseur bij
dit project betrokken. De Groene Grachten is project trekker. Uiteindelijke
installatie van het innovatieve zonnesysteem (als de prijsvraag daadwerkelijk
wordt uitgeschreven en er een goede inzending komt, die binnen de wettelijke
kaders past) wordt door Stadsherstel geregeld en gedekt. Stadsherstel vraagt
daar mogelijk financiering voor aan in de laatste tender van het Amsterdams
Investeringsfonds.
3
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing op Gemeenteblad R
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
3. Deelt het college de mening van de fractie van D66 over het belang van
verduurzaming en eventueel aanpassen van regels om nieuwe oplossingen van
duurzaamheid mogelijk te maken? Zo ja, welke leerpunten zijn/worden opgesteld
ten aanzien van de pilot voor het sheddak van Pakhuis de Zwijger? En welke
leerpunten waren opgesteld voor het platte dak van de Amstelkerk? Zo nee,
waarom niet en hoe denkt het college dan de ambitie zoals geformuleerd in de
Zonvisie 2013 te halen?
Antwoord:
Het College onderschrijft de mening van de fractie van D66 dat verduurzaming
van de bestaande stad van groot belang is en onderstreept dat in het
coalitieakkoord ‘Amsterdam is van iedereen’. Zij werkt o.a. aan de doelstelling dat
in 2020 20% meer duurzame energie wordt geproduceerd dan nu het geval is.
Zonne-energie in de bestaande stad draagt daar aan bij. Om dit te realiseren kan
het nodig zijn om bestaande regels aan te passen, of met het Rijk in gesprek te
gaan wanneer de bevoegdheid niet bij de gemeente ligt. Aanpassing van regels
kan bijvoorbeeld nodig zijn in de situatie waarin regels, maatschappelijke wensen,
en toegenomen mogelijkheden door nieuwe (technologische}oplossingen, niet
meer met elkaar in overeenstemming zijn. In het collegeprogramma is daarover
afgesproken dat “we de regels voor het duurzaam aanpassen van gebouwen
[gaan] versimpelen, bijvoorbeeld op het gebied van de teruglevering van energie
en het gezamenlijk gebruik van daken voor zonnepanelen”. Daarbij dient het
college uiteraard wel te opereren binnen de kaders van de landelijke wet- en
regelgeving.
Het College is daarnaast van mening dat de energietransitie alleen plaatsvindt als
duurzaamheidsprojecten schaal krijgen. Daarvoor is het van belang dat wordt
gewerkt aan opschaalbaarheid en kopieerbaarheid van oplossingen.
De leerpunten die de pilot ‘Zon op de Zwijger’ op zal leveren zijn:
— voorbeeldfunctie: onderzoeken en laten zien hoe een nieuwe
zonnetechnologie mogelijk is op een monumentaal dak, waar dat met
conventionele panelen niet haalbaar/wenselijk is;
— kennisontwikkeling (bij overheid en markt) ten aanzien van technische
mogelijkheden van zonne-energie;
— onderzoeken hoe het vigerende welstandskader zich verhoudt tot innovatieve
zon technologieën.
Deze leerpunten zijn vooraf besproken met de projectpartners. Voor het project
Amstelkerk waren geen leerpunten geformuleerd vanuit de gemeente, omdat de
betrokkenheid beperkt was.
Het pilotproject Zon op de Zwijger levert input voor het evalueren van de regels
en draagt bij aan de uitvoering van het deel van de Zonvisie dat daarover gaat.
In de Zonvisie zijn 8 programmalijnen opgenomen waarlangs de gemeente de
toepassing van zonne-energie door burgers en bedrijven stimuleert. In lijn 7
(activiteit # 21) is opgenomen dat regelgeving periodiek tegen het licht wordt
gehouden om te zien of deze (nog) in lijn is met de stand der techniek op het
gebied van o.a. zonnesystemen.
4
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing op Gemeenteblad
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
4. Onder welke criteria zou het college de resultaten van de pilot “Zon op de Zwijger’
als een succes beoordelen? Wanneer vindt die beoordeling plaats en welke
Amsterdamse stakeholders zijn hierbij betrokken?
Antwoord:
Het project ‘Zon op de Zwijger’ wordt als succes beschouwd als:
1. de prijsvraag een inzending oplevert die een goede technische oplossing
biedt voor dit specifieke monumentale dak. Een goede technische oplossing is
een oplossing die aansluit bij de eisen van de pandeigenaar (stadsherstel),
betaalbaar is, en die aanvaardbaar is vanuit esthetisch en historisch oogpunt
en valt binnen de kaders van Welstand en Monumenten;
2. het project bijdraagt aan het vinden van een oplossing voor het aanbrengen
van zonnesystemen op andere monumentale panden, nu of in de toekomst.
Dit is geen hard criterium, omdat de bijdrage van één project aan een bredere
maatschappelijke ontwikkeling moeilijk te meten is. Amsterdam wil echter
duurzame koploper zijn, en daar hoort ook bij dat er ruimte wordt gemaakt
voor innovatie;
3. het project daarnaast input levert voor de periodieke herijking van de regels
conform de Zonvisie (zie het antwoord op vraag 3).
De beoogde planning: zie het antwoord op vraag 2.
De betrokken stakeholders zijn:
— De Groene Grachten;
— NV Stadsherstel;
— de gemeente Amsterdam (DRO, BMA, stadsdeel Centrum);
— Uuurders van Pakhuis de Zwijger (via Stadsherstel);
— Search.
5. Is het college van plan een vervolg te maken op het Amsterdamse
duurzaamheidsprogramma 2011-2014, en indien dat het geval is,
overeenkomstig het coalitieakkoord (blz. 27), de ambitie ten aanzien van lokale
zonne-energie uit de Zonvisie conform het initiatiefvoorstel van het voormalig
raadslid de heer Manuel en de resultaten van de ‘pilots’ op Pakhuis de Zwijger en
de Amstelkerk daarin aandacht te besteden aan het verduurzamen van
monumenten?
Antwoord:
Het College stelt eind dit jaar een Agenda Duurzaamheid vast. Het verduurzamen
van monumenten, deregulering en de ambitie van de Zonvisie zullen in deze
agenda worden meegenomen.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
5
X Gemeente Amsterdam R
% Gemeenteraad
Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 602
Datum akkoord 2 september 2014
Publicatiedatum 5 september 2014
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw A.M. Bosman
en de heer M.E. van den Heuvel van 5 augustus 2014 inzake zonnepanelen op
monumentale panden.
Aan de gemeenteraad
inleiding door vragenstellers.
Het college heeft de ambitie om in 2020 het aandeel duurzaam opgewekte energie
binnen Amsterdam met 20% te laten toenemen. Zonne-energie is een belangrijke
bron daarvoor. Eerder is de doelstelling vastgelegd om in 2020 160 MW zonnestroom
per jaar op te wekken binnen de gemeente Amsterdam. Voor 2040 is het streefcijfer
1000 MW. Zonne-energie is een belangrijke manier voor bewoners en ondernemers
om zelf voor hun elektriciteitsvoorziening te zorgen. Dat is goed voor het milieu,
de energierekening en de onafhankelijkheid van Amsterdam ten opzichte van
onberekenbare buitenlandse energieproducenten.
Amsterdam heeft naast de ruim 8500 rijks- en gemeentelijke monumenten, ook een
toenemend aantal beschermde stads- en dorpsgezichten. Het hele centrum van
Amsterdam is sinds 1999 beschermd stadsgezicht en de grachtengordel behoort
sinds 2010 tot het UNESCO werelderfgoed. De fractie van D66 vindt het belangrijk
dat deze historische waarde wordt beschermd zodat Amsterdammers en latere
generaties er nog volop van kunnen genieten en leren. De fractie van D66 kiest ook
voor een schone, groene en gezonde stad. Het is van belang dat de gemeente ruimte
geeft aan initiatieven die bijdragen aan nieuwe oplossingen van duurzaamheid,
waarbij we openstaan kijken voor het aanpassen van geldende (verouderde) regels
die verduurzaming in de weg staan, zonder dat de authenticiteit van monumenten
wordt aangetast.
Nu heeft de fractie van D66 begrepen dat de gemeente Amsterdam samen met
De Groene Grachten, Stadsherstel en Search een pilot is gestart om zonnepanelen te
plaatsen op de schuine kap van Pakhuis de Zwijger onder de naam: ‘Zon op de
Zwijger’. Het betreft een zogenaamd sheddak (‘zaagtandendak’), dat een zichtlocatie
is. Hieruit volgt waarschijnlijk een prijsvraag voor de aanbesteding die moet aantonen
welke partij het beste zonnepanelen op een monument kan plaatsen. Dit project is
benoemd als ‘pilot om uit te vinden of zonnepanelen op een monument passend zijn,
in relatie tot mogelijke technische gevolgen voor het dak door aanhechting van de
panelen of verstoring van het monumentale ‘daklandschap’ door het aangezicht van
zonnepanelen, omdat dat er nu eenmaal anders uitziet dan dat het daklandschap
eruit zag in de 17° eeuw.
1
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing op Gemeenteblad
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
Dit is niet het eerste monument met zonnepanelen. Sinds september 2013 liggen er
zonnepanelen op het (platte) dak van de Amstelkerk. Volgens de website van
Stadsherstel, die de energie van de zonnepanelen gebruikt voor het eigen kantoor dat
gevestigd is in dit rijksmonument, is de vergunning verleend nadat met foto's van een
proefopstelling was aangetoond dat het monument met deze ‘reversibele toepassing’
geen schade op zou lopen. Ook zijn er (slechts) een klein aantal grachtenpanden die
met trekken en sleuren een vergunning kregen om zonnepanelen op hun dak te
mogen plaatsen, om zodoende hun eigen elektriciteit op te kunnen wekken.
Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 5 augustus 2014, beiden namens
de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad
van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en
wethouders gericht:
1. Wat is het effect geweest van de — inmiddels afgeronde — pilot ‘Zon op de
Amstelkerk’ voor zonne-energie op andere monumenten met een plat dak en in
Amsterdam?
Antwoord:
Als onderdeel van het initiatief Groene Grachten, in 2012 gestart door Wubbo
Ockels en erop gericht om energiemaatregelen in monumentale panden te
promoten, is door Stadsherstel een viertal zonnepanelen aangebracht op de
Amstelkerk. Voor NV Stadsherstel betrof de Amstelkerk een eerste project waarin
zij zonnepanelen heeft aangebracht op een monumentaal pand. Deze panelen
zijn aangebracht op een plat dak en wel binnen de kaders van de Welstandsnota.
Leerdoel: uitvinden of het technisch mogelijk (ja) en rendabel is (nee, door de
lage elektriciteitsprijs die Stadsherstel betaalt omdat zij grootverbruiker is, en de
te betalen leges à 1050 euro).
Het effect is dat er nu 4 panelen liggen op dit monument, en dat Stadsherstel
inzicht heeft gekregen in de mogelijkheden (maatwerk) voor het aanbrengen van
zonnepanelen op monumenten en de business case daarvan.
Er zijn overigens meer (maar niet veel) voorbeelden van monumentale panden in
de stad waarop door bewoners reeds zonnepanelen zijn aangebracht. Hiervoor is
een vergunning nodig van het betreffende stadsdeel.
De betrokkenheid van de gemeente bij dit project van Stichting de Groene
Grachten en Stadsherstel was overigens beperkt. Bureau Monumenten en
Archeologie (BMA) en programmabureau Klimaat en Energie waren inhoudelijk
(advies, meedenken) betrokken bij het initiatief, het stadsdeel heeft de vergunning
afgegeven.
2
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing op Gemeenteblad R
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
2. Klopt het dat de gemeente Amsterdam (de Dienst Ruimtelijke Ordening en
het Bureau Monumenten & Archeologie) zich heeft aangesloten bij De Groene
Grachten, Stadsherstel, Stadsdeel Oost, Pakhuis de Zwijger en Search en bezig
is met de nieuwe pilot ‘Zon op de Zwijger’? Wat is de huidige status van dit project
en wat is de tijdsplanning van deze pilot (inclusief moment van afronding)?
Antwoord:
Ja. Genoemde partijen hebben gezamenlijk de pilot ‘Zon op de Zwijger’ in
voorbereiding. Dit project is geïnitieerd door De Groene Grachten. Het project
sluit aan bij de Amsterdamse Zonvisie ‘Burgers en Bedrijven gaan voor de zon!’
(zie ook het antwoord op vraag 3).
In dit project wordt onderzocht welke mogelijkheden ‘innovatieve
zonnetechnologie’ (bijvoorbeeld: andere type zonnecellen, kleur en
bevestigingstechnieken) biedt voor het aanbrengen van zonnepanelen op een
monumentaal dak, én hoe dit zich verhoudt tot de geldende regels.
Dit project onderscheidt zich van het eerdere project van Stadsherstel in de mate
van ‘innovativiteit van de technologie die gebruikt zal worden. In het eerste
project werd nog gebruik gemaakt van standaard zonnepanelen. In het nieuwe
project op de Zwijger gaat men op zoek naar de meest innovatieve zon-oplossing
voor dit monumentale pand.
Het project is als volgt opgebouwd:
1. allereerst wordt (op dit moment) de haalbaarheid onderzocht (technisch,
financieel, juridisch) voor het aanbrengen van zonnepanelen op Pakhuis de
Zwijger (eigendom NV Stadsherstel);
2. op basis van dit onderzoek zal NV Stadsherstel een beslissing nemen om
haar dak wel of niet ter beschikking te stellen;
3. indien zij akkoord gaat zal de markt in de vorm van een prijsvraag uitgedaagd
worden om met haar ‘beste’ systeem te komen;
4. het zonnesysteem van de beste inzending zal door Stadsherstel worden
uitgevoerd, onder voorbehoud van een positieve vergunningsbeschikking.
Volgens planning wordt de prijsvraag dit najaar bekend gemaakt (indien
Stadsherstel positief beslist; stap 2) en wordt het winnende systeem (beoordeling
door jury in november/december) begin 2015 geïnstalleerd.
De gemeente (BMA en Programmabureau Klimaat en Energie) is als adviseur bij
dit project betrokken. De Groene Grachten is project trekker. Uiteindelijke
installatie van het innovatieve zonnesysteem (als de prijsvraag daadwerkelijk
wordt uitgeschreven en er een goede inzending komt, die binnen de wettelijke
kaders past) wordt door Stadsherstel geregeld en gedekt. Stadsherstel vraagt
daar mogelijk financiering voor aan in de laatste tender van het Amsterdams
Investeringsfonds.
3
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing op Gemeenteblad R
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
3. Deelt het college de mening van de fractie van D66 over het belang van
verduurzaming en eventueel aanpassen van regels om nieuwe oplossingen van
duurzaamheid mogelijk te maken? Zo ja, welke leerpunten zijn/worden opgesteld
ten aanzien van de pilot voor het sheddak van Pakhuis de Zwijger? En welke
leerpunten waren opgesteld voor het platte dak van de Amstelkerk? Zo nee,
waarom niet en hoe denkt het college dan de ambitie zoals geformuleerd in de
Zonvisie 2013 te halen?
Antwoord:
Het College onderschrijft de mening van de fractie van D66 dat verduurzaming
van de bestaande stad van groot belang is en onderstreept dat in het
coalitieakkoord ‘Amsterdam is van iedereen’. Zij werkt o.a. aan de doelstelling dat
in 2020 20% meer duurzame energie wordt geproduceerd dan nu het geval is.
Zonne-energie in de bestaande stad draagt daar aan bij. Om dit te realiseren kan
het nodig zijn om bestaande regels aan te passen, of met het Rijk in gesprek te
gaan wanneer de bevoegdheid niet bij de gemeente ligt. Aanpassing van regels
kan bijvoorbeeld nodig zijn in de situatie waarin regels, maatschappelijke wensen,
en toegenomen mogelijkheden door nieuwe (technologische}oplossingen, niet
meer met elkaar in overeenstemming zijn. In het collegeprogramma is daarover
afgesproken dat “we de regels voor het duurzaam aanpassen van gebouwen
[gaan] versimpelen, bijvoorbeeld op het gebied van de teruglevering van energie
en het gezamenlijk gebruik van daken voor zonnepanelen”. Daarbij dient het
college uiteraard wel te opereren binnen de kaders van de landelijke wet- en
regelgeving.
Het College is daarnaast van mening dat de energietransitie alleen plaatsvindt als
duurzaamheidsprojecten schaal krijgen. Daarvoor is het van belang dat wordt
gewerkt aan opschaalbaarheid en kopieerbaarheid van oplossingen.
De leerpunten die de pilot ‘Zon op de Zwijger’ op zal leveren zijn:
— voorbeeldfunctie: onderzoeken en laten zien hoe een nieuwe
zonnetechnologie mogelijk is op een monumentaal dak, waar dat met
conventionele panelen niet haalbaar/wenselijk is;
— kennisontwikkeling (bij overheid en markt) ten aanzien van technische
mogelijkheden van zonne-energie;
— onderzoeken hoe het vigerende welstandskader zich verhoudt tot innovatieve
zon technologieën.
Deze leerpunten zijn vooraf besproken met de projectpartners. Voor het project
Amstelkerk waren geen leerpunten geformuleerd vanuit de gemeente, omdat de
betrokkenheid beperkt was.
Het pilotproject Zon op de Zwijger levert input voor het evalueren van de regels
en draagt bij aan de uitvoering van het deel van de Zonvisie dat daarover gaat.
In de Zonvisie zijn 8 programmalijnen opgenomen waarlangs de gemeente de
toepassing van zonne-energie door burgers en bedrijven stimuleert. In lijn 7
(activiteit # 21) is opgenomen dat regelgeving periodiek tegen het licht wordt
gehouden om te zien of deze (nog) in lijn is met de stand der techniek op het
gebied van o.a. zonnesystemen.
4
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing op Gemeenteblad
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
4. Onder welke criteria zou het college de resultaten van de pilot “Zon op de Zwijger’
als een succes beoordelen? Wanneer vindt die beoordeling plaats en welke
Amsterdamse stakeholders zijn hierbij betrokken?
Antwoord:
Het project ‘Zon op de Zwijger’ wordt als succes beschouwd als:
1. de prijsvraag een inzending oplevert die een goede technische oplossing
biedt voor dit specifieke monumentale dak. Een goede technische oplossing is
een oplossing die aansluit bij de eisen van de pandeigenaar (stadsherstel),
betaalbaar is, en die aanvaardbaar is vanuit esthetisch en historisch oogpunt
en valt binnen de kaders van Welstand en Monumenten;
2. het project bijdraagt aan het vinden van een oplossing voor het aanbrengen
van zonnesystemen op andere monumentale panden, nu of in de toekomst.
Dit is geen hard criterium, omdat de bijdrage van één project aan een bredere
maatschappelijke ontwikkeling moeilijk te meten is. Amsterdam wil echter
duurzame koploper zijn, en daar hoort ook bij dat er ruimte wordt gemaakt
voor innovatie;
3. het project daarnaast input levert voor de periodieke herijking van de regels
conform de Zonvisie (zie het antwoord op vraag 3).
De beoogde planning: zie het antwoord op vraag 2.
De betrokken stakeholders zijn:
— De Groene Grachten;
— NV Stadsherstel;
— de gemeente Amsterdam (DRO, BMA, stadsdeel Centrum);
— Uuurders van Pakhuis de Zwijger (via Stadsherstel);
— Search.
5. Is het college van plan een vervolg te maken op het Amsterdamse
duurzaamheidsprogramma 2011-2014, en indien dat het geval is,
overeenkomstig het coalitieakkoord (blz. 27), de ambitie ten aanzien van lokale
zonne-energie uit de Zonvisie conform het initiatiefvoorstel van het voormalig
raadslid de heer Manuel en de resultaten van de ‘pilots’ op Pakhuis de Zwijger en
de Amstelkerk daarin aandacht te besteden aan het verduurzamen van
monumenten?
Antwoord:
Het College stelt eind dit jaar een Agenda Duurzaamheid vast. Het verduurzamen
van monumenten, deregulering en de ambitie van de Zonvisie zullen in deze
agenda worden meegenomen.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
5
X Gemeente Amsterdam R
% Gemeenteraad
Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 602
Datum akkoord 2 september 2014
Publicatiedatum 5 september 2014
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw A.M. Bosman
en de heer M.E. van den Heuvel van 5 augustus 2014 inzake zonnepanelen op
monumentale panden.
Aan de gemeenteraad
inleiding door vragenstellers.
Het college heeft de ambitie om in 2020 het aandeel duurzaam opgewekte energie
binnen Amsterdam met 20% te laten toenemen. Zonne-energie is een belangrijke
bron daarvoor. Eerder is de doelstelling vastgelegd om in 2020 160 MW zonnestroom
per jaar op te wekken binnen de gemeente Amsterdam. Voor 2040 is het streefcijfer
1000 MW. Zonne-energie is een belangrijke manier voor bewoners en ondernemers
om zelf voor hun elektriciteitsvoorziening te zorgen. Dat is goed voor het milieu,
de energierekening en de onafhankelijkheid van Amsterdam ten opzichte van
onberekenbare buitenlandse energieproducenten.
Amsterdam heeft naast de ruim 8500 rijks- en gemeentelijke monumenten, ook een
toenemend aantal beschermde stads- en dorpsgezichten. Het hele centrum van
Amsterdam is sinds 1999 beschermd stadsgezicht en de grachtengordel behoort
sinds 2010 tot het UNESCO werelderfgoed. De fractie van D66 vindt het belangrijk
dat deze historische waarde wordt beschermd zodat Amsterdammers en latere
generaties er nog volop van kunnen genieten en leren. De fractie van D66 kiest ook
voor een schone, groene en gezonde stad. Het is van belang dat de gemeente ruimte
geeft aan initiatieven die bijdragen aan nieuwe oplossingen van duurzaamheid,
waarbij we openstaan kijken voor het aanpassen van geldende (verouderde) regels
die verduurzaming in de weg staan, zonder dat de authenticiteit van monumenten
wordt aangetast.
Nu heeft de fractie van D66 begrepen dat de gemeente Amsterdam samen met
De Groene Grachten, Stadsherstel en Search een pilot is gestart om zonnepanelen te
plaatsen op de schuine kap van Pakhuis de Zwijger onder de naam: ‘Zon op de
Zwijger’. Het betreft een zogenaamd sheddak (‘zaagtandendak’), dat een zichtlocatie
is. Hieruit volgt waarschijnlijk een prijsvraag voor de aanbesteding die moet aantonen
welke partij het beste zonnepanelen op een monument kan plaatsen. Dit project is
benoemd als ‘pilot om uit te vinden of zonnepanelen op een monument passend zijn,
in relatie tot mogelijke technische gevolgen voor het dak door aanhechting van de
panelen of verstoring van het monumentale ‘daklandschap’ door het aangezicht van
zonnepanelen, omdat dat er nu eenmaal anders uitziet dan dat het daklandschap
eruit zag in de 17° eeuw.
1
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing op Gemeenteblad
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
Dit is niet het eerste monument met zonnepanelen. Sinds september 2013 liggen er
zonnepanelen op het (platte) dak van de Amstelkerk. Volgens de website van
Stadsherstel, die de energie van de zonnepanelen gebruikt voor het eigen kantoor dat
gevestigd is in dit rijksmonument, is de vergunning verleend nadat met foto's van een
proefopstelling was aangetoond dat het monument met deze ‘reversibele toepassing’
geen schade op zou lopen. Ook zijn er (slechts) een klein aantal grachtenpanden die
met trekken en sleuren een vergunning kregen om zonnepanelen op hun dak te
mogen plaatsen, om zodoende hun eigen elektriciteit op te kunnen wekken.
Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 5 augustus 2014, beiden namens
de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad
van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en
wethouders gericht:
1. Wat is het effect geweest van de — inmiddels afgeronde — pilot ‘Zon op de
Amstelkerk’ voor zonne-energie op andere monumenten met een plat dak en in
Amsterdam?
Antwoord:
Als onderdeel van het initiatief Groene Grachten, in 2012 gestart door Wubbo
Ockels en erop gericht om energiemaatregelen in monumentale panden te
promoten, is door Stadsherstel een viertal zonnepanelen aangebracht op de
Amstelkerk. Voor NV Stadsherstel betrof de Amstelkerk een eerste project waarin
zij zonnepanelen heeft aangebracht op een monumentaal pand. Deze panelen
zijn aangebracht op een plat dak en wel binnen de kaders van de Welstandsnota.
Leerdoel: uitvinden of het technisch mogelijk (ja) en rendabel is (nee, door de
lage elektriciteitsprijs die Stadsherstel betaalt omdat zij grootverbruiker is, en de
te betalen leges à 1050 euro).
Het effect is dat er nu 4 panelen liggen op dit monument, en dat Stadsherstel
inzicht heeft gekregen in de mogelijkheden (maatwerk) voor het aanbrengen van
zonnepanelen op monumenten en de business case daarvan.
Er zijn overigens meer (maar niet veel) voorbeelden van monumentale panden in
de stad waarop door bewoners reeds zonnepanelen zijn aangebracht. Hiervoor is
een vergunning nodig van het betreffende stadsdeel.
De betrokkenheid van de gemeente bij dit project van Stichting de Groene
Grachten en Stadsherstel was overigens beperkt. Bureau Monumenten en
Archeologie (BMA) en programmabureau Klimaat en Energie waren inhoudelijk
(advies, meedenken) betrokken bij het initiatief, het stadsdeel heeft de vergunning
afgegeven.
2
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing op Gemeenteblad R
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
2. Klopt het dat de gemeente Amsterdam (de Dienst Ruimtelijke Ordening en
het Bureau Monumenten & Archeologie) zich heeft aangesloten bij De Groene
Grachten, Stadsherstel, Stadsdeel Oost, Pakhuis de Zwijger en Search en bezig
is met de nieuwe pilot ‘Zon op de Zwijger’? Wat is de huidige status van dit project
en wat is de tijdsplanning van deze pilot (inclusief moment van afronding)?
Antwoord:
Ja. Genoemde partijen hebben gezamenlijk de pilot ‘Zon op de Zwijger’ in
voorbereiding. Dit project is geïnitieerd door De Groene Grachten. Het project
sluit aan bij de Amsterdamse Zonvisie ‘Burgers en Bedrijven gaan voor de zon!’
(zie ook het antwoord op vraag 3).
In dit project wordt onderzocht welke mogelijkheden ‘innovatieve
zonnetechnologie’ (bijvoorbeeld: andere type zonnecellen, kleur en
bevestigingstechnieken) biedt voor het aanbrengen van zonnepanelen op een
monumentaal dak, én hoe dit zich verhoudt tot de geldende regels.
Dit project onderscheidt zich van het eerdere project van Stadsherstel in de mate
van ‘innovativiteit van de technologie die gebruikt zal worden. In het eerste
project werd nog gebruik gemaakt van standaard zonnepanelen. In het nieuwe
project op de Zwijger gaat men op zoek naar de meest innovatieve zon-oplossing
voor dit monumentale pand.
Het project is als volgt opgebouwd:
1. allereerst wordt (op dit moment) de haalbaarheid onderzocht (technisch,
financieel, juridisch) voor het aanbrengen van zonnepanelen op Pakhuis de
Zwijger (eigendom NV Stadsherstel);
2. op basis van dit onderzoek zal NV Stadsherstel een beslissing nemen om
haar dak wel of niet ter beschikking te stellen;
3. indien zij akkoord gaat zal de markt in de vorm van een prijsvraag uitgedaagd
worden om met haar ‘beste’ systeem te komen;
4. het zonnesysteem van de beste inzending zal door Stadsherstel worden
uitgevoerd, onder voorbehoud van een positieve vergunningsbeschikking.
Volgens planning wordt de prijsvraag dit najaar bekend gemaakt (indien
Stadsherstel positief beslist; stap 2) en wordt het winnende systeem (beoordeling
door jury in november/december) begin 2015 geïnstalleerd.
De gemeente (BMA en Programmabureau Klimaat en Energie) is als adviseur bij
dit project betrokken. De Groene Grachten is project trekker. Uiteindelijke
installatie van het innovatieve zonnesysteem (als de prijsvraag daadwerkelijk
wordt uitgeschreven en er een goede inzending komt, die binnen de wettelijke
kaders past) wordt door Stadsherstel geregeld en gedekt. Stadsherstel vraagt
daar mogelijk financiering voor aan in de laatste tender van het Amsterdams
Investeringsfonds.
3
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing op Gemeenteblad R
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
3. Deelt het college de mening van de fractie van D66 over het belang van
verduurzaming en eventueel aanpassen van regels om nieuwe oplossingen van
duurzaamheid mogelijk te maken? Zo ja, welke leerpunten zijn/worden opgesteld
ten aanzien van de pilot voor het sheddak van Pakhuis de Zwijger? En welke
leerpunten waren opgesteld voor het platte dak van de Amstelkerk? Zo nee,
waarom niet en hoe denkt het college dan de ambitie zoals geformuleerd in de
Zonvisie 2013 te halen?
Antwoord:
Het College onderschrijft de mening van de fractie van D66 dat verduurzaming
van de bestaande stad van groot belang is en onderstreept dat in het
coalitieakkoord ‘Amsterdam is van iedereen’. Zij werkt o.a. aan de doelstelling dat
in 2020 20% meer duurzame energie wordt geproduceerd dan nu het geval is.
Zonne-energie in de bestaande stad draagt daar aan bij. Om dit te realiseren kan
het nodig zijn om bestaande regels aan te passen, of met het Rijk in gesprek te
gaan wanneer de bevoegdheid niet bij de gemeente ligt. Aanpassing van regels
kan bijvoorbeeld nodig zijn in de situatie waarin regels, maatschappelijke wensen,
en toegenomen mogelijkheden door nieuwe (technologische}oplossingen, niet
meer met elkaar in overeenstemming zijn. In het collegeprogramma is daarover
afgesproken dat “we de regels voor het duurzaam aanpassen van gebouwen
[gaan] versimpelen, bijvoorbeeld op het gebied van de teruglevering van energie
en het gezamenlijk gebruik van daken voor zonnepanelen”. Daarbij dient het
college uiteraard wel te opereren binnen de kaders van de landelijke wet- en
regelgeving.
Het College is daarnaast van mening dat de energietransitie alleen plaatsvindt als
duurzaamheidsprojecten schaal krijgen. Daarvoor is het van belang dat wordt
gewerkt aan opschaalbaarheid en kopieerbaarheid van oplossingen.
De leerpunten die de pilot ‘Zon op de Zwijger’ op zal leveren zijn:
— voorbeeldfunctie: onderzoeken en laten zien hoe een nieuwe
zonnetechnologie mogelijk is op een monumentaal dak, waar dat met
conventionele panelen niet haalbaar/wenselijk is;
— kennisontwikkeling (bij overheid en markt) ten aanzien van technische
mogelijkheden van zonne-energie;
— onderzoeken hoe het vigerende welstandskader zich verhoudt tot innovatieve
zon technologieën.
Deze leerpunten zijn vooraf besproken met de projectpartners. Voor het project
Amstelkerk waren geen leerpunten geformuleerd vanuit de gemeente, omdat de
betrokkenheid beperkt was.
Het pilotproject Zon op de Zwijger levert input voor het evalueren van de regels
en draagt bij aan de uitvoering van het deel van de Zonvisie dat daarover gaat.
In de Zonvisie zijn 8 programmalijnen opgenomen waarlangs de gemeente de
toepassing van zonne-energie door burgers en bedrijven stimuleert. In lijn 7
(activiteit # 21) is opgenomen dat regelgeving periodiek tegen het licht wordt
gehouden om te zien of deze (nog) in lijn is met de stand der techniek op het
gebied van o.a. zonnesystemen.
4
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing op Gemeenteblad
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
4. Onder welke criteria zou het college de resultaten van de pilot “Zon op de Zwijger’
als een succes beoordelen? Wanneer vindt die beoordeling plaats en welke
Amsterdamse stakeholders zijn hierbij betrokken?
Antwoord:
Het project ‘Zon op de Zwijger’ wordt als succes beschouwd als:
1. de prijsvraag een inzending oplevert die een goede technische oplossing
biedt voor dit specifieke monumentale dak. Een goede technische oplossing is
een oplossing die aansluit bij de eisen van de pandeigenaar (stadsherstel),
betaalbaar is, en die aanvaardbaar is vanuit esthetisch en historisch oogpunt
en valt binnen de kaders van Welstand en Monumenten;
2. het project bijdraagt aan het vinden van een oplossing voor het aanbrengen
van zonnesystemen op andere monumentale panden, nu of in de toekomst.
Dit is geen hard criterium, omdat de bijdrage van één project aan een bredere
maatschappelijke ontwikkeling moeilijk te meten is. Amsterdam wil echter
duurzame koploper zijn, en daar hoort ook bij dat er ruimte wordt gemaakt
voor innovatie;
3. het project daarnaast input levert voor de periodieke herijking van de regels
conform de Zonvisie (zie het antwoord op vraag 3).
De beoogde planning: zie het antwoord op vraag 2.
De betrokken stakeholders zijn:
— De Groene Grachten;
— NV Stadsherstel;
— de gemeente Amsterdam (DRO, BMA, stadsdeel Centrum);
— Uuurders van Pakhuis de Zwijger (via Stadsherstel);
— Search.
5. Is het college van plan een vervolg te maken op het Amsterdamse
duurzaamheidsprogramma 2011-2014, en indien dat het geval is,
overeenkomstig het coalitieakkoord (blz. 27), de ambitie ten aanzien van lokale
zonne-energie uit de Zonvisie conform het initiatiefvoorstel van het voormalig
raadslid de heer Manuel en de resultaten van de ‘pilots’ op Pakhuis de Zwijger en
de Amstelkerk daarin aandacht te besteden aan het verduurzamen van
monumenten?
Antwoord:
Het College stelt eind dit jaar een Agenda Duurzaamheid vast. Het verduurzamen
van monumenten, deregulering en de ambitie van de Zonvisie zullen in deze
agenda worden meegenomen.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
5
X Gemeente Amsterdam R
% Gemeenteraad
Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 602
Datum akkoord 2 september 2014
Publicatiedatum 5 september 2014
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw A.M. Bosman
en de heer M.E. van den Heuvel van 5 augustus 2014 inzake zonnepanelen op
monumentale panden.
Aan de gemeenteraad
inleiding door vragenstellers.
Het college heeft de ambitie om in 2020 het aandeel duurzaam opgewekte energie
binnen Amsterdam met 20% te laten toenemen. Zonne-energie is een belangrijke
bron daarvoor. Eerder is de doelstelling vastgelegd om in 2020 160 MW zonnestroom
per jaar op te wekken binnen de gemeente Amsterdam. Voor 2040 is het streefcijfer
1000 MW. Zonne-energie is een belangrijke manier voor bewoners en ondernemers
om zelf voor hun elektriciteitsvoorziening te zorgen. Dat is goed voor het milieu,
de energierekening en de onafhankelijkheid van Amsterdam ten opzichte van
onberekenbare buitenlandse energieproducenten.
Amsterdam heeft naast de ruim 8500 rijks- en gemeentelijke monumenten, ook een
toenemend aantal beschermde stads- en dorpsgezichten. Het hele centrum van
Amsterdam is sinds 1999 beschermd stadsgezicht en de grachtengordel behoort
sinds 2010 tot het UNESCO werelderfgoed. De fractie van D66 vindt het belangrijk
dat deze historische waarde wordt beschermd zodat Amsterdammers en latere
generaties er nog volop van kunnen genieten en leren. De fractie van D66 kiest ook
voor een schone, groene en gezonde stad. Het is van belang dat de gemeente ruimte
geeft aan initiatieven die bijdragen aan nieuwe oplossingen van duurzaamheid,
waarbij we openstaan kijken voor het aanpassen van geldende (verouderde) regels
die verduurzaming in de weg staan, zonder dat de authenticiteit van monumenten
wordt aangetast.
Nu heeft de fractie van D66 begrepen dat de gemeente Amsterdam samen met
De Groene Grachten, Stadsherstel en Search een pilot is gestart om zonnepanelen te
plaatsen op de schuine kap van Pakhuis de Zwijger onder de naam: ‘Zon op de
Zwijger’. Het betreft een zogenaamd sheddak (‘zaagtandendak’), dat een zichtlocatie
is. Hieruit volgt waarschijnlijk een prijsvraag voor de aanbesteding die moet aantonen
welke partij het beste zonnepanelen op een monument kan plaatsen. Dit project is
benoemd als ‘pilot om uit te vinden of zonnepanelen op een monument passend zijn,
in relatie tot mogelijke technische gevolgen voor het dak door aanhechting van de
panelen of verstoring van het monumentale ‘daklandschap’ door het aangezicht van
zonnepanelen, omdat dat er nu eenmaal anders uitziet dan dat het daklandschap
eruit zag in de 17° eeuw.
1
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing op Gemeenteblad
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
Dit is niet het eerste monument met zonnepanelen. Sinds september 2013 liggen er
zonnepanelen op het (platte) dak van de Amstelkerk. Volgens de website van
Stadsherstel, die de energie van de zonnepanelen gebruikt voor het eigen kantoor dat
gevestigd is in dit rijksmonument, is de vergunning verleend nadat met foto's van een
proefopstelling was aangetoond dat het monument met deze ‘reversibele toepassing’
geen schade op zou lopen. Ook zijn er (slechts) een klein aantal grachtenpanden die
met trekken en sleuren een vergunning kregen om zonnepanelen op hun dak te
mogen plaatsen, om zodoende hun eigen elektriciteit op te kunnen wekken.
Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 5 augustus 2014, beiden namens
de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad
van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en
wethouders gericht:
1. Wat is het effect geweest van de — inmiddels afgeronde — pilot ‘Zon op de
Amstelkerk’ voor zonne-energie op andere monumenten met een plat dak en in
Amsterdam?
Antwoord:
Als onderdeel van het initiatief Groene Grachten, in 2012 gestart door Wubbo
Ockels en erop gericht om energiemaatregelen in monumentale panden te
promoten, is door Stadsherstel een viertal zonnepanelen aangebracht op de
Amstelkerk. Voor NV Stadsherstel betrof de Amstelkerk een eerste project waarin
zij zonnepanelen heeft aangebracht op een monumentaal pand. Deze panelen
zijn aangebracht op een plat dak en wel binnen de kaders van de Welstandsnota.
Leerdoel: uitvinden of het technisch mogelijk (ja) en rendabel is (nee, door de
lage elektriciteitsprijs die Stadsherstel betaalt omdat zij grootverbruiker is, en de
te betalen leges à 1050 euro).
Het effect is dat er nu 4 panelen liggen op dit monument, en dat Stadsherstel
inzicht heeft gekregen in de mogelijkheden (maatwerk) voor het aanbrengen van
zonnepanelen op monumenten en de business case daarvan.
Er zijn overigens meer (maar niet veel) voorbeelden van monumentale panden in
de stad waarop door bewoners reeds zonnepanelen zijn aangebracht. Hiervoor is
een vergunning nodig van het betreffende stadsdeel.
De betrokkenheid van de gemeente bij dit project van Stichting de Groene
Grachten en Stadsherstel was overigens beperkt. Bureau Monumenten en
Archeologie (BMA) en programmabureau Klimaat en Energie waren inhoudelijk
(advies, meedenken) betrokken bij het initiatief, het stadsdeel heeft de vergunning
afgegeven.
2
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing op Gemeenteblad R
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
2. Klopt het dat de gemeente Amsterdam (de Dienst Ruimtelijke Ordening en
het Bureau Monumenten & Archeologie) zich heeft aangesloten bij De Groene
Grachten, Stadsherstel, Stadsdeel Oost, Pakhuis de Zwijger en Search en bezig
is met de nieuwe pilot ‘Zon op de Zwijger’? Wat is de huidige status van dit project
en wat is de tijdsplanning van deze pilot (inclusief moment van afronding)?
Antwoord:
Ja. Genoemde partijen hebben gezamenlijk de pilot ‘Zon op de Zwijger’ in
voorbereiding. Dit project is geïnitieerd door De Groene Grachten. Het project
sluit aan bij de Amsterdamse Zonvisie ‘Burgers en Bedrijven gaan voor de zon!’
(zie ook het antwoord op vraag 3).
In dit project wordt onderzocht welke mogelijkheden ‘innovatieve
zonnetechnologie’ (bijvoorbeeld: andere type zonnecellen, kleur en
bevestigingstechnieken) biedt voor het aanbrengen van zonnepanelen op een
monumentaal dak, én hoe dit zich verhoudt tot de geldende regels.
Dit project onderscheidt zich van het eerdere project van Stadsherstel in de mate
van ‘innovativiteit van de technologie die gebruikt zal worden. In het eerste
project werd nog gebruik gemaakt van standaard zonnepanelen. In het nieuwe
project op de Zwijger gaat men op zoek naar de meest innovatieve zon-oplossing
voor dit monumentale pand.
Het project is als volgt opgebouwd:
1. allereerst wordt (op dit moment) de haalbaarheid onderzocht (technisch,
financieel, juridisch) voor het aanbrengen van zonnepanelen op Pakhuis de
Zwijger (eigendom NV Stadsherstel);
2. op basis van dit onderzoek zal NV Stadsherstel een beslissing nemen om
haar dak wel of niet ter beschikking te stellen;
3. indien zij akkoord gaat zal de markt in de vorm van een prijsvraag uitgedaagd
worden om met haar ‘beste’ systeem te komen;
4. het zonnesysteem van de beste inzending zal door Stadsherstel worden
uitgevoerd, onder voorbehoud van een positieve vergunningsbeschikking.
Volgens planning wordt de prijsvraag dit najaar bekend gemaakt (indien
Stadsherstel positief beslist; stap 2) en wordt het winnende systeem (beoordeling
door jury in november/december) begin 2015 geïnstalleerd.
De gemeente (BMA en Programmabureau Klimaat en Energie) is als adviseur bij
dit project betrokken. De Groene Grachten is project trekker. Uiteindelijke
installatie van het innovatieve zonnesysteem (als de prijsvraag daadwerkelijk
wordt uitgeschreven en er een goede inzending komt, die binnen de wettelijke
kaders past) wordt door Stadsherstel geregeld en gedekt. Stadsherstel vraagt
daar mogelijk financiering voor aan in de laatste tender van het Amsterdams
Investeringsfonds.
3
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing op Gemeenteblad R
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
3. Deelt het college de mening van de fractie van D66 over het belang van
verduurzaming en eventueel aanpassen van regels om nieuwe oplossingen van
duurzaamheid mogelijk te maken? Zo ja, welke leerpunten zijn/worden opgesteld
ten aanzien van de pilot voor het sheddak van Pakhuis de Zwijger? En welke
leerpunten waren opgesteld voor het platte dak van de Amstelkerk? Zo nee,
waarom niet en hoe denkt het college dan de ambitie zoals geformuleerd in de
Zonvisie 2013 te halen?
Antwoord:
Het College onderschrijft de mening van de fractie van D66 dat verduurzaming
van de bestaande stad van groot belang is en onderstreept dat in het
coalitieakkoord ‘Amsterdam is van iedereen’. Zij werkt o.a. aan de doelstelling dat
in 2020 20% meer duurzame energie wordt geproduceerd dan nu het geval is.
Zonne-energie in de bestaande stad draagt daar aan bij. Om dit te realiseren kan
het nodig zijn om bestaande regels aan te passen, of met het Rijk in gesprek te
gaan wanneer de bevoegdheid niet bij de gemeente ligt. Aanpassing van regels
kan bijvoorbeeld nodig zijn in de situatie waarin regels, maatschappelijke wensen,
en toegenomen mogelijkheden door nieuwe (technologische}oplossingen, niet
meer met elkaar in overeenstemming zijn. In het collegeprogramma is daarover
afgesproken dat “we de regels voor het duurzaam aanpassen van gebouwen
[gaan] versimpelen, bijvoorbeeld op het gebied van de teruglevering van energie
en het gezamenlijk gebruik van daken voor zonnepanelen”. Daarbij dient het
college uiteraard wel te opereren binnen de kaders van de landelijke wet- en
regelgeving.
Het College is daarnaast van mening dat de energietransitie alleen plaatsvindt als
duurzaamheidsprojecten schaal krijgen. Daarvoor is het van belang dat wordt
gewerkt aan opschaalbaarheid en kopieerbaarheid van oplossingen.
De leerpunten die de pilot ‘Zon op de Zwijger’ op zal leveren zijn:
— voorbeeldfunctie: onderzoeken en laten zien hoe een nieuwe
zonnetechnologie mogelijk is op een monumentaal dak, waar dat met
conventionele panelen niet haalbaar/wenselijk is;
— kennisontwikkeling (bij overheid en markt) ten aanzien van technische
mogelijkheden van zonne-energie;
— onderzoeken hoe het vigerende welstandskader zich verhoudt tot innovatieve
zon technologieën.
Deze leerpunten zijn vooraf besproken met de projectpartners. Voor het project
Amstelkerk waren geen leerpunten geformuleerd vanuit de gemeente, omdat de
betrokkenheid beperkt was.
Het pilotproject Zon op de Zwijger levert input voor het evalueren van de regels
en draagt bij aan de uitvoering van het deel van de Zonvisie dat daarover gaat.
In de Zonvisie zijn 8 programmalijnen opgenomen waarlangs de gemeente de
toepassing van zonne-energie door burgers en bedrijven stimuleert. In lijn 7
(activiteit # 21) is opgenomen dat regelgeving periodiek tegen het licht wordt
gehouden om te zien of deze (nog) in lijn is met de stand der techniek op het
gebied van o.a. zonnesystemen.
4
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing op Gemeenteblad
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
4. Onder welke criteria zou het college de resultaten van de pilot “Zon op de Zwijger’
als een succes beoordelen? Wanneer vindt die beoordeling plaats en welke
Amsterdamse stakeholders zijn hierbij betrokken?
Antwoord:
Het project ‘Zon op de Zwijger’ wordt als succes beschouwd als:
1. de prijsvraag een inzending oplevert die een goede technische oplossing
biedt voor dit specifieke monumentale dak. Een goede technische oplossing is
een oplossing die aansluit bij de eisen van de pandeigenaar (stadsherstel),
betaalbaar is, en die aanvaardbaar is vanuit esthetisch en historisch oogpunt
en valt binnen de kaders van Welstand en Monumenten;
2. het project bijdraagt aan het vinden van een oplossing voor het aanbrengen
van zonnesystemen op andere monumentale panden, nu of in de toekomst.
Dit is geen hard criterium, omdat de bijdrage van één project aan een bredere
maatschappelijke ontwikkeling moeilijk te meten is. Amsterdam wil echter
duurzame koploper zijn, en daar hoort ook bij dat er ruimte wordt gemaakt
voor innovatie;
3. het project daarnaast input levert voor de periodieke herijking van de regels
conform de Zonvisie (zie het antwoord op vraag 3).
De beoogde planning: zie het antwoord op vraag 2.
De betrokken stakeholders zijn:
— De Groene Grachten;
— NV Stadsherstel;
— de gemeente Amsterdam (DRO, BMA, stadsdeel Centrum);
— Uuurders van Pakhuis de Zwijger (via Stadsherstel);
— Search.
5. Is het college van plan een vervolg te maken op het Amsterdamse
duurzaamheidsprogramma 2011-2014, en indien dat het geval is,
overeenkomstig het coalitieakkoord (blz. 27), de ambitie ten aanzien van lokale
zonne-energie uit de Zonvisie conform het initiatiefvoorstel van het voormalig
raadslid de heer Manuel en de resultaten van de ‘pilots’ op Pakhuis de Zwijger en
de Amstelkerk daarin aandacht te besteden aan het verduurzamen van
monumenten?
Antwoord:
Het College stelt eind dit jaar een Agenda Duurzaamheid vast. Het verduurzamen
van monumenten, deregulering en de ambitie van de Zonvisie zullen in deze
agenda worden meegenomen.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
5
X Gemeente Amsterdam R
% Gemeenteraad
Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 602
Datum akkoord 2 september 2014
Publicatiedatum 5 september 2014
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw A.M. Bosman
en de heer M.E. van den Heuvel van 5 augustus 2014 inzake zonnepanelen op
monumentale panden.
Aan de gemeenteraad
inleiding door vragenstellers.
Het college heeft de ambitie om in 2020 het aandeel duurzaam opgewekte energie
binnen Amsterdam met 20% te laten toenemen. Zonne-energie is een belangrijke
bron daarvoor. Eerder is de doelstelling vastgelegd om in 2020 160 MW zonnestroom
per jaar op te wekken binnen de gemeente Amsterdam. Voor 2040 is het streefcijfer
1000 MW. Zonne-energie is een belangrijke manier voor bewoners en ondernemers
om zelf voor hun elektriciteitsvoorziening te zorgen. Dat is goed voor het milieu,
de energierekening en de onafhankelijkheid van Amsterdam ten opzichte van
onberekenbare buitenlandse energieproducenten.
Amsterdam heeft naast de ruim 8500 rijks- en gemeentelijke monumenten, ook een
toenemend aantal beschermde stads- en dorpsgezichten. Het hele centrum van
Amsterdam is sinds 1999 beschermd stadsgezicht en de grachtengordel behoort
sinds 2010 tot het UNESCO werelderfgoed. De fractie van D66 vindt het belangrijk
dat deze historische waarde wordt beschermd zodat Amsterdammers en latere
generaties er nog volop van kunnen genieten en leren. De fractie van D66 kiest ook
voor een schone, groene en gezonde stad. Het is van belang dat de gemeente ruimte
geeft aan initiatieven die bijdragen aan nieuwe oplossingen van duurzaamheid,
waarbij we openstaan kijken voor het aanpassen van geldende (verouderde) regels
die verduurzaming in de weg staan, zonder dat de authenticiteit van monumenten
wordt aangetast.
Nu heeft de fractie van D66 begrepen dat de gemeente Amsterdam samen met
De Groene Grachten, Stadsherstel en Search een pilot is gestart om zonnepanelen te
plaatsen op de schuine kap van Pakhuis de Zwijger onder de naam: ‘Zon op de
Zwijger’. Het betreft een zogenaamd sheddak (‘zaagtandendak’), dat een zichtlocatie
is. Hieruit volgt waarschijnlijk een prijsvraag voor de aanbesteding die moet aantonen
welke partij het beste zonnepanelen op een monument kan plaatsen. Dit project is
benoemd als ‘pilot om uit te vinden of zonnepanelen op een monument passend zijn,
in relatie tot mogelijke technische gevolgen voor het dak door aanhechting van de
panelen of verstoring van het monumentale ‘daklandschap’ door het aangezicht van
zonnepanelen, omdat dat er nu eenmaal anders uitziet dan dat het daklandschap
eruit zag in de 17° eeuw.
1
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing op Gemeenteblad
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
Dit is niet het eerste monument met zonnepanelen. Sinds september 2013 liggen er
zonnepanelen op het (platte) dak van de Amstelkerk. Volgens de website van
Stadsherstel, die de energie van de zonnepanelen gebruikt voor het eigen kantoor dat
gevestigd is in dit rijksmonument, is de vergunning verleend nadat met foto's van een
proefopstelling was aangetoond dat het monument met deze ‘reversibele toepassing’
geen schade op zou lopen. Ook zijn er (slechts) een klein aantal grachtenpanden die
met trekken en sleuren een vergunning kregen om zonnepanelen op hun dak te
mogen plaatsen, om zodoende hun eigen elektriciteit op te kunnen wekken.
Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 5 augustus 2014, beiden namens
de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad
van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en
wethouders gericht:
1. Wat is het effect geweest van de — inmiddels afgeronde — pilot ‘Zon op de
Amstelkerk’ voor zonne-energie op andere monumenten met een plat dak en in
Amsterdam?
Antwoord:
Als onderdeel van het initiatief Groene Grachten, in 2012 gestart door Wubbo
Ockels en erop gericht om energiemaatregelen in monumentale panden te
promoten, is door Stadsherstel een viertal zonnepanelen aangebracht op de
Amstelkerk. Voor NV Stadsherstel betrof de Amstelkerk een eerste project waarin
zij zonnepanelen heeft aangebracht op een monumentaal pand. Deze panelen
zijn aangebracht op een plat dak en wel binnen de kaders van de Welstandsnota.
Leerdoel: uitvinden of het technisch mogelijk (ja) en rendabel is (nee, door de
lage elektriciteitsprijs die Stadsherstel betaalt omdat zij grootverbruiker is, en de
te betalen leges à 1050 euro).
Het effect is dat er nu 4 panelen liggen op dit monument, en dat Stadsherstel
inzicht heeft gekregen in de mogelijkheden (maatwerk) voor het aanbrengen van
zonnepanelen op monumenten en de business case daarvan.
Er zijn overigens meer (maar niet veel) voorbeelden van monumentale panden in
de stad waarop door bewoners reeds zonnepanelen zijn aangebracht. Hiervoor is
een vergunning nodig van het betreffende stadsdeel.
De betrokkenheid van de gemeente bij dit project van Stichting de Groene
Grachten en Stadsherstel was overigens beperkt. Bureau Monumenten en
Archeologie (BMA) en programmabureau Klimaat en Energie waren inhoudelijk
(advies, meedenken) betrokken bij het initiatief, het stadsdeel heeft de vergunning
afgegeven.
2
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing op Gemeenteblad R
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
2. Klopt het dat de gemeente Amsterdam (de Dienst Ruimtelijke Ordening en
het Bureau Monumenten & Archeologie) zich heeft aangesloten bij De Groene
Grachten, Stadsherstel, Stadsdeel Oost, Pakhuis de Zwijger en Search en bezig
is met de nieuwe pilot ‘Zon op de Zwijger’? Wat is de huidige status van dit project
en wat is de tijdsplanning van deze pilot (inclusief moment van afronding)?
Antwoord:
Ja. Genoemde partijen hebben gezamenlijk de pilot ‘Zon op de Zwijger’ in
voorbereiding. Dit project is geïnitieerd door De Groene Grachten. Het project
sluit aan bij de Amsterdamse Zonvisie ‘Burgers en Bedrijven gaan voor de zon!’
(zie ook het antwoord op vraag 3).
In dit project wordt onderzocht welke mogelijkheden ‘innovatieve
zonnetechnologie’ (bijvoorbeeld: andere type zonnecellen, kleur en
bevestigingstechnieken) biedt voor het aanbrengen van zonnepanelen op een
monumentaal dak, én hoe dit zich verhoudt tot de geldende regels.
Dit project onderscheidt zich van het eerdere project van Stadsherstel in de mate
van ‘innovativiteit van de technologie die gebruikt zal worden. In het eerste
project werd nog gebruik gemaakt van standaard zonnepanelen. In het nieuwe
project op de Zwijger gaat men op zoek naar de meest innovatieve zon-oplossing
voor dit monumentale pand.
Het project is als volgt opgebouwd:
1. allereerst wordt (op dit moment) de haalbaarheid onderzocht (technisch,
financieel, juridisch) voor het aanbrengen van zonnepanelen op Pakhuis de
Zwijger (eigendom NV Stadsherstel);
2. op basis van dit onderzoek zal NV Stadsherstel een beslissing nemen om
haar dak wel of niet ter beschikking te stellen;
3. indien zij akkoord gaat zal de markt in de vorm van een prijsvraag uitgedaagd
worden om met haar ‘beste’ systeem te komen;
4. het zonnesysteem van de beste inzending zal door Stadsherstel worden
uitgevoerd, onder voorbehoud van een positieve vergunningsbeschikking.
Volgens planning wordt de prijsvraag dit najaar bekend gemaakt (indien
Stadsherstel positief beslist; stap 2) en wordt het winnende systeem (beoordeling
door jury in november/december) begin 2015 geïnstalleerd.
De gemeente (BMA en Programmabureau Klimaat en Energie) is als adviseur bij
dit project betrokken. De Groene Grachten is project trekker. Uiteindelijke
installatie van het innovatieve zonnesysteem (als de prijsvraag daadwerkelijk
wordt uitgeschreven en er een goede inzending komt, die binnen de wettelijke
kaders past) wordt door Stadsherstel geregeld en gedekt. Stadsherstel vraagt
daar mogelijk financiering voor aan in de laatste tender van het Amsterdams
Investeringsfonds.
3
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing op Gemeenteblad R
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
3. Deelt het college de mening van de fractie van D66 over het belang van
verduurzaming en eventueel aanpassen van regels om nieuwe oplossingen van
duurzaamheid mogelijk te maken? Zo ja, welke leerpunten zijn/worden opgesteld
ten aanzien van de pilot voor het sheddak van Pakhuis de Zwijger? En welke
leerpunten waren opgesteld voor het platte dak van de Amstelkerk? Zo nee,
waarom niet en hoe denkt het college dan de ambitie zoals geformuleerd in de
Zonvisie 2013 te halen?
Antwoord:
Het College onderschrijft de mening van de fractie van D66 dat verduurzaming
van de bestaande stad van groot belang is en onderstreept dat in het
coalitieakkoord ‘Amsterdam is van iedereen’. Zij werkt o.a. aan de doelstelling dat
in 2020 20% meer duurzame energie wordt geproduceerd dan nu het geval is.
Zonne-energie in de bestaande stad draagt daar aan bij. Om dit te realiseren kan
het nodig zijn om bestaande regels aan te passen, of met het Rijk in gesprek te
gaan wanneer de bevoegdheid niet bij de gemeente ligt. Aanpassing van regels
kan bijvoorbeeld nodig zijn in de situatie waarin regels, maatschappelijke wensen,
en toegenomen mogelijkheden door nieuwe (technologische}oplossingen, niet
meer met elkaar in overeenstemming zijn. In het collegeprogramma is daarover
afgesproken dat “we de regels voor het duurzaam aanpassen van gebouwen
[gaan] versimpelen, bijvoorbeeld op het gebied van de teruglevering van energie
en het gezamenlijk gebruik van daken voor zonnepanelen”. Daarbij dient het
college uiteraard wel te opereren binnen de kaders van de landelijke wet- en
regelgeving.
Het College is daarnaast van mening dat de energietransitie alleen plaatsvindt als
duurzaamheidsprojecten schaal krijgen. Daarvoor is het van belang dat wordt
gewerkt aan opschaalbaarheid en kopieerbaarheid van oplossingen.
De leerpunten die de pilot ‘Zon op de Zwijger’ op zal leveren zijn:
— voorbeeldfunctie: onderzoeken en laten zien hoe een nieuwe
zonnetechnologie mogelijk is op een monumentaal dak, waar dat met
conventionele panelen niet haalbaar/wenselijk is;
— kennisontwikkeling (bij overheid en markt) ten aanzien van technische
mogelijkheden van zonne-energie;
— onderzoeken hoe het vigerende welstandskader zich verhoudt tot innovatieve
zon technologieën.
Deze leerpunten zijn vooraf besproken met de projectpartners. Voor het project
Amstelkerk waren geen leerpunten geformuleerd vanuit de gemeente, omdat de
betrokkenheid beperkt was.
Het pilotproject Zon op de Zwijger levert input voor het evalueren van de regels
en draagt bij aan de uitvoering van het deel van de Zonvisie dat daarover gaat.
In de Zonvisie zijn 8 programmalijnen opgenomen waarlangs de gemeente de
toepassing van zonne-energie door burgers en bedrijven stimuleert. In lijn 7
(activiteit # 21) is opgenomen dat regelgeving periodiek tegen het licht wordt
gehouden om te zien of deze (nog) in lijn is met de stand der techniek op het
gebied van o.a. zonnesystemen.
4
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing op Gemeenteblad
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
4. Onder welke criteria zou het college de resultaten van de pilot “Zon op de Zwijger’
als een succes beoordelen? Wanneer vindt die beoordeling plaats en welke
Amsterdamse stakeholders zijn hierbij betrokken?
Antwoord:
Het project ‘Zon op de Zwijger’ wordt als succes beschouwd als:
1. de prijsvraag een inzending oplevert die een goede technische oplossing
biedt voor dit specifieke monumentale dak. Een goede technische oplossing is
een oplossing die aansluit bij de eisen van de pandeigenaar (stadsherstel),
betaalbaar is, en die aanvaardbaar is vanuit esthetisch en historisch oogpunt
en valt binnen de kaders van Welstand en Monumenten;
2. het project bijdraagt aan het vinden van een oplossing voor het aanbrengen
van zonnesystemen op andere monumentale panden, nu of in de toekomst.
Dit is geen hard criterium, omdat de bijdrage van één project aan een bredere
maatschappelijke ontwikkeling moeilijk te meten is. Amsterdam wil echter
duurzame koploper zijn, en daar hoort ook bij dat er ruimte wordt gemaakt
voor innovatie;
3. het project daarnaast input levert voor de periodieke herijking van de regels
conform de Zonvisie (zie het antwoord op vraag 3).
De beoogde planning: zie het antwoord op vraag 2.
De betrokken stakeholders zijn:
— De Groene Grachten;
— NV Stadsherstel;
— de gemeente Amsterdam (DRO, BMA, stadsdeel Centrum);
— Uuurders van Pakhuis de Zwijger (via Stadsherstel);
— Search.
5. Is het college van plan een vervolg te maken op het Amsterdamse
duurzaamheidsprogramma 2011-2014, en indien dat het geval is,
overeenkomstig het coalitieakkoord (blz. 27), de ambitie ten aanzien van lokale
zonne-energie uit de Zonvisie conform het initiatiefvoorstel van het voormalig
raadslid de heer Manuel en de resultaten van de ‘pilots’ op Pakhuis de Zwijger en
de Amstelkerk daarin aandacht te besteden aan het verduurzamen van
monumenten?
Antwoord:
Het College stelt eind dit jaar een Agenda Duurzaamheid vast. Het verduurzamen
van monumenten, deregulering en de ambitie van de Zonvisie zullen in deze
agenda worden meegenomen.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
5
X Gemeente Amsterdam R
% Gemeenteraad
Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 602
Datum akkoord 2 september 2014
Publicatiedatum 5 september 2014
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw A.M. Bosman
en de heer M.E. van den Heuvel van 5 augustus 2014 inzake zonnepanelen op
monumentale panden.
Aan de gemeenteraad
inleiding door vragenstellers.
Het college heeft de ambitie om in 2020 het aandeel duurzaam opgewekte energie
binnen Amsterdam met 20% te laten toenemen. Zonne-energie is een belangrijke
bron daarvoor. Eerder is de doelstelling vastgelegd om in 2020 160 MW zonnestroom
per jaar op te wekken binnen de gemeente Amsterdam. Voor 2040 is het streefcijfer
1000 MW. Zonne-energie is een belangrijke manier voor bewoners en ondernemers
om zelf voor hun elektriciteitsvoorziening te zorgen. Dat is goed voor het milieu,
de energierekening en de onafhankelijkheid van Amsterdam ten opzichte van
onberekenbare buitenlandse energieproducenten.
Amsterdam heeft naast de ruim 8500 rijks- en gemeentelijke monumenten, ook een
toenemend aantal beschermde stads- en dorpsgezichten. Het hele centrum van
Amsterdam is sinds 1999 beschermd stadsgezicht en de grachtengordel behoort
sinds 2010 tot het UNESCO werelderfgoed. De fractie van D66 vindt het belangrijk
dat deze historische waarde wordt beschermd zodat Amsterdammers en latere
generaties er nog volop van kunnen genieten en leren. De fractie van D66 kiest ook
voor een schone, groene en gezonde stad. Het is van belang dat de gemeente ruimte
geeft aan initiatieven die bijdragen aan nieuwe oplossingen van duurzaamheid,
waarbij we openstaan kijken voor het aanpassen van geldende (verouderde) regels
die verduurzaming in de weg staan, zonder dat de authenticiteit van monumenten
wordt aangetast.
Nu heeft de fractie van D66 begrepen dat de gemeente Amsterdam samen met
De Groene Grachten, Stadsherstel en Search een pilot is gestart om zonnepanelen te
plaatsen op de schuine kap van Pakhuis de Zwijger onder de naam: ‘Zon op de
Zwijger’. Het betreft een zogenaamd sheddak (‘zaagtandendak’), dat een zichtlocatie
is. Hieruit volgt waarschijnlijk een prijsvraag voor de aanbesteding die moet aantonen
welke partij het beste zonnepanelen op een monument kan plaatsen. Dit project is
benoemd als ‘pilot om uit te vinden of zonnepanelen op een monument passend zijn,
in relatie tot mogelijke technische gevolgen voor het dak door aanhechting van de
panelen of verstoring van het monumentale ‘daklandschap’ door het aangezicht van
zonnepanelen, omdat dat er nu eenmaal anders uitziet dan dat het daklandschap
eruit zag in de 17° eeuw.
1
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing op Gemeenteblad
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
Dit is niet het eerste monument met zonnepanelen. Sinds september 2013 liggen er
zonnepanelen op het (platte) dak van de Amstelkerk. Volgens de website van
Stadsherstel, die de energie van de zonnepanelen gebruikt voor het eigen kantoor dat
gevestigd is in dit rijksmonument, is de vergunning verleend nadat met foto's van een
proefopstelling was aangetoond dat het monument met deze ‘reversibele toepassing’
geen schade op zou lopen. Ook zijn er (slechts) een klein aantal grachtenpanden die
met trekken en sleuren een vergunning kregen om zonnepanelen op hun dak te
mogen plaatsen, om zodoende hun eigen elektriciteit op te kunnen wekken.
Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 5 augustus 2014, beiden namens
de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad
van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en
wethouders gericht:
1. Wat is het effect geweest van de — inmiddels afgeronde — pilot ‘Zon op de
Amstelkerk’ voor zonne-energie op andere monumenten met een plat dak en in
Amsterdam?
Antwoord:
Als onderdeel van het initiatief Groene Grachten, in 2012 gestart door Wubbo
Ockels en erop gericht om energiemaatregelen in monumentale panden te
promoten, is door Stadsherstel een viertal zonnepanelen aangebracht op de
Amstelkerk. Voor NV Stadsherstel betrof de Amstelkerk een eerste project waarin
zij zonnepanelen heeft aangebracht op een monumentaal pand. Deze panelen
zijn aangebracht op een plat dak en wel binnen de kaders van de Welstandsnota.
Leerdoel: uitvinden of het technisch mogelijk (ja) en rendabel is (nee, door de
lage elektriciteitsprijs die Stadsherstel betaalt omdat zij grootverbruiker is, en de
te betalen leges à 1050 euro).
Het effect is dat er nu 4 panelen liggen op dit monument, en dat Stadsherstel
inzicht heeft gekregen in de mogelijkheden (maatwerk) voor het aanbrengen van
zonnepanelen op monumenten en de business case daarvan.
Er zijn overigens meer (maar niet veel) voorbeelden van monumentale panden in
de stad waarop door bewoners reeds zonnepanelen zijn aangebracht. Hiervoor is
een vergunning nodig van het betreffende stadsdeel.
De betrokkenheid van de gemeente bij dit project van Stichting de Groene
Grachten en Stadsherstel was overigens beperkt. Bureau Monumenten en
Archeologie (BMA) en programmabureau Klimaat en Energie waren inhoudelijk
(advies, meedenken) betrokken bij het initiatief, het stadsdeel heeft de vergunning
afgegeven.
2
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing op Gemeenteblad R
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
2. Klopt het dat de gemeente Amsterdam (de Dienst Ruimtelijke Ordening en
het Bureau Monumenten & Archeologie) zich heeft aangesloten bij De Groene
Grachten, Stadsherstel, Stadsdeel Oost, Pakhuis de Zwijger en Search en bezig
is met de nieuwe pilot ‘Zon op de Zwijger’? Wat is de huidige status van dit project
en wat is de tijdsplanning van deze pilot (inclusief moment van afronding)?
Antwoord:
Ja. Genoemde partijen hebben gezamenlijk de pilot ‘Zon op de Zwijger’ in
voorbereiding. Dit project is geïnitieerd door De Groene Grachten. Het project
sluit aan bij de Amsterdamse Zonvisie ‘Burgers en Bedrijven gaan voor de zon!’
(zie ook het antwoord op vraag 3).
In dit project wordt onderzocht welke mogelijkheden ‘innovatieve
zonnetechnologie’ (bijvoorbeeld: andere type zonnecellen, kleur en
bevestigingstechnieken) biedt voor het aanbrengen van zonnepanelen op een
monumentaal dak, én hoe dit zich verhoudt tot de geldende regels.
Dit project onderscheidt zich van het eerdere project van Stadsherstel in de mate
van ‘innovativiteit van de technologie die gebruikt zal worden. In het eerste
project werd nog gebruik gemaakt van standaard zonnepanelen. In het nieuwe
project op de Zwijger gaat men op zoek naar de meest innovatieve zon-oplossing
voor dit monumentale pand.
Het project is als volgt opgebouwd:
1. allereerst wordt (op dit moment) de haalbaarheid onderzocht (technisch,
financieel, juridisch) voor het aanbrengen van zonnepanelen op Pakhuis de
Zwijger (eigendom NV Stadsherstel);
2. op basis van dit onderzoek zal NV Stadsherstel een beslissing nemen om
haar dak wel of niet ter beschikking te stellen;
3. indien zij akkoord gaat zal de markt in de vorm van een prijsvraag uitgedaagd
worden om met haar ‘beste’ systeem te komen;
4. het zonnesysteem van de beste inzending zal door Stadsherstel worden
uitgevoerd, onder voorbehoud van een positieve vergunningsbeschikking.
Volgens planning wordt de prijsvraag dit najaar bekend gemaakt (indien
Stadsherstel positief beslist; stap 2) en wordt het winnende systeem (beoordeling
door jury in november/december) begin 2015 geïnstalleerd.
De gemeente (BMA en Programmabureau Klimaat en Energie) is als adviseur bij
dit project betrokken. De Groene Grachten is project trekker. Uiteindelijke
installatie van het innovatieve zonnesysteem (als de prijsvraag daadwerkelijk
wordt uitgeschreven en er een goede inzending komt, die binnen de wettelijke
kaders past) wordt door Stadsherstel geregeld en gedekt. Stadsherstel vraagt
daar mogelijk financiering voor aan in de laatste tender van het Amsterdams
Investeringsfonds.
3
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing op Gemeenteblad R
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
3. Deelt het college de mening van de fractie van D66 over het belang van
verduurzaming en eventueel aanpassen van regels om nieuwe oplossingen van
duurzaamheid mogelijk te maken? Zo ja, welke leerpunten zijn/worden opgesteld
ten aanzien van de pilot voor het sheddak van Pakhuis de Zwijger? En welke
leerpunten waren opgesteld voor het platte dak van de Amstelkerk? Zo nee,
waarom niet en hoe denkt het college dan de ambitie zoals geformuleerd in de
Zonvisie 2013 te halen?
Antwoord:
Het College onderschrijft de mening van de fractie van D66 dat verduurzaming
van de bestaande stad van groot belang is en onderstreept dat in het
coalitieakkoord ‘Amsterdam is van iedereen’. Zij werkt o.a. aan de doelstelling dat
in 2020 20% meer duurzame energie wordt geproduceerd dan nu het geval is.
Zonne-energie in de bestaande stad draagt daar aan bij. Om dit te realiseren kan
het nodig zijn om bestaande regels aan te passen, of met het Rijk in gesprek te
gaan wanneer de bevoegdheid niet bij de gemeente ligt. Aanpassing van regels
kan bijvoorbeeld nodig zijn in de situatie waarin regels, maatschappelijke wensen,
en toegenomen mogelijkheden door nieuwe (technologische}oplossingen, niet
meer met elkaar in overeenstemming zijn. In het collegeprogramma is daarover
afgesproken dat “we de regels voor het duurzaam aanpassen van gebouwen
[gaan] versimpelen, bijvoorbeeld op het gebied van de teruglevering van energie
en het gezamenlijk gebruik van daken voor zonnepanelen”. Daarbij dient het
college uiteraard wel te opereren binnen de kaders van de landelijke wet- en
regelgeving.
Het College is daarnaast van mening dat de energietransitie alleen plaatsvindt als
duurzaamheidsprojecten schaal krijgen. Daarvoor is het van belang dat wordt
gewerkt aan opschaalbaarheid en kopieerbaarheid van oplossingen.
De leerpunten die de pilot ‘Zon op de Zwijger’ op zal leveren zijn:
— voorbeeldfunctie: onderzoeken en laten zien hoe een nieuwe
zonnetechnologie mogelijk is op een monumentaal dak, waar dat met
conventionele panelen niet haalbaar/wenselijk is;
— kennisontwikkeling (bij overheid en markt) ten aanzien van technische
mogelijkheden van zonne-energie;
— onderzoeken hoe het vigerende welstandskader zich verhoudt tot innovatieve
zon technologieën.
Deze leerpunten zijn vooraf besproken met de projectpartners. Voor het project
Amstelkerk waren geen leerpunten geformuleerd vanuit de gemeente, omdat de
betrokkenheid beperkt was.
Het pilotproject Zon op de Zwijger levert input voor het evalueren van de regels
en draagt bij aan de uitvoering van het deel van de Zonvisie dat daarover gaat.
In de Zonvisie zijn 8 programmalijnen opgenomen waarlangs de gemeente de
toepassing van zonne-energie door burgers en bedrijven stimuleert. In lijn 7
(activiteit # 21) is opgenomen dat regelgeving periodiek tegen het licht wordt
gehouden om te zien of deze (nog) in lijn is met de stand der techniek op het
gebied van o.a. zonnesystemen.
4
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing op Gemeenteblad
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
4. Onder welke criteria zou het college de resultaten van de pilot “Zon op de Zwijger’
als een succes beoordelen? Wanneer vindt die beoordeling plaats en welke
Amsterdamse stakeholders zijn hierbij betrokken?
Antwoord:
Het project ‘Zon op de Zwijger’ wordt als succes beschouwd als:
1. de prijsvraag een inzending oplevert die een goede technische oplossing
biedt voor dit specifieke monumentale dak. Een goede technische oplossing is
een oplossing die aansluit bij de eisen van de pandeigenaar (stadsherstel),
betaalbaar is, en die aanvaardbaar is vanuit esthetisch en historisch oogpunt
en valt binnen de kaders van Welstand en Monumenten;
2. het project bijdraagt aan het vinden van een oplossing voor het aanbrengen
van zonnesystemen op andere monumentale panden, nu of in de toekomst.
Dit is geen hard criterium, omdat de bijdrage van één project aan een bredere
maatschappelijke ontwikkeling moeilijk te meten is. Amsterdam wil echter
duurzame koploper zijn, en daar hoort ook bij dat er ruimte wordt gemaakt
voor innovatie;
3. het project daarnaast input levert voor de periodieke herijking van de regels
conform de Zonvisie (zie het antwoord op vraag 3).
De beoogde planning: zie het antwoord op vraag 2.
De betrokken stakeholders zijn:
— De Groene Grachten;
— NV Stadsherstel;
— de gemeente Amsterdam (DRO, BMA, stadsdeel Centrum);
— Uuurders van Pakhuis de Zwijger (via Stadsherstel);
— Search.
5. Is het college van plan een vervolg te maken op het Amsterdamse
duurzaamheidsprogramma 2011-2014, en indien dat het geval is,
overeenkomstig het coalitieakkoord (blz. 27), de ambitie ten aanzien van lokale
zonne-energie uit de Zonvisie conform het initiatiefvoorstel van het voormalig
raadslid de heer Manuel en de resultaten van de ‘pilots’ op Pakhuis de Zwijger en
de Amstelkerk daarin aandacht te besteden aan het verduurzamen van
monumenten?
Antwoord:
Het College stelt eind dit jaar een Agenda Duurzaamheid vast. Het verduurzamen
van monumenten, deregulering en de ambitie van de Zonvisie zullen in deze
agenda worden meegenomen.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
5
X Gemeente Amsterdam R
% Gemeenteraad
Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 602
Datum akkoord 2 september 2014
Publicatiedatum 5 september 2014
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw A.M. Bosman
en de heer M.E. van den Heuvel van 5 augustus 2014 inzake zonnepanelen op
monumentale panden.
Aan de gemeenteraad
inleiding door vragenstellers.
Het college heeft de ambitie om in 2020 het aandeel duurzaam opgewekte energie
binnen Amsterdam met 20% te laten toenemen. Zonne-energie is een belangrijke
bron daarvoor. Eerder is de doelstelling vastgelegd om in 2020 160 MW zonnestroom
per jaar op te wekken binnen de gemeente Amsterdam. Voor 2040 is het streefcijfer
1000 MW. Zonne-energie is een belangrijke manier voor bewoners en ondernemers
om zelf voor hun elektriciteitsvoorziening te zorgen. Dat is goed voor het milieu,
de energierekening en de onafhankelijkheid van Amsterdam ten opzichte van
onberekenbare buitenlandse energieproducenten.
Amsterdam heeft naast de ruim 8500 rijks- en gemeentelijke monumenten, ook een
toenemend aantal beschermde stads- en dorpsgezichten. Het hele centrum van
Amsterdam is sinds 1999 beschermd stadsgezicht en de grachtengordel behoort
sinds 2010 tot het UNESCO werelderfgoed. De fractie van D66 vindt het belangrijk
dat deze historische waarde wordt beschermd zodat Amsterdammers en latere
generaties er nog volop van kunnen genieten en leren. De fractie van D66 kiest ook
voor een schone, groene en gezonde stad. Het is van belang dat de gemeente ruimte
geeft aan initiatieven die bijdragen aan nieuwe oplossingen van duurzaamheid,
waarbij we openstaan kijken voor het aanpassen van geldende (verouderde) regels
die verduurzaming in de weg staan, zonder dat de authenticiteit van monumenten
wordt aangetast.
Nu heeft de fractie van D66 begrepen dat de gemeente Amsterdam samen met
De Groene Grachten, Stadsherstel en Search een pilot is gestart om zonnepanelen te
plaatsen op de schuine kap van Pakhuis de Zwijger onder de naam: ‘Zon op de
Zwijger’. Het betreft een zogenaamd sheddak (‘zaagtandendak’), dat een zichtlocatie
is. Hieruit volgt waarschijnlijk een prijsvraag voor de aanbesteding die moet aantonen
welke partij het beste zonnepanelen op een monument kan plaatsen. Dit project is
benoemd als ‘pilot om uit te vinden of zonnepanelen op een monument passend zijn,
in relatie tot mogelijke technische gevolgen voor het dak door aanhechting van de
panelen of verstoring van het monumentale ‘daklandschap’ door het aangezicht van
zonnepanelen, omdat dat er nu eenmaal anders uitziet dan dat het daklandschap
eruit zag in de 17° eeuw.
1
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing op Gemeenteblad
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
Dit is niet het eerste monument met zonnepanelen. Sinds september 2013 liggen er
zonnepanelen op het (platte) dak van de Amstelkerk. Volgens de website van
Stadsherstel, die de energie van de zonnepanelen gebruikt voor het eigen kantoor dat
gevestigd is in dit rijksmonument, is de vergunning verleend nadat met foto's van een
proefopstelling was aangetoond dat het monument met deze ‘reversibele toepassing’
geen schade op zou lopen. Ook zijn er (slechts) een klein aantal grachtenpanden die
met trekken en sleuren een vergunning kregen om zonnepanelen op hun dak te
mogen plaatsen, om zodoende hun eigen elektriciteit op te kunnen wekken.
Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 5 augustus 2014, beiden namens
de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad
van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en
wethouders gericht:
1. Wat is het effect geweest van de — inmiddels afgeronde — pilot ‘Zon op de
Amstelkerk’ voor zonne-energie op andere monumenten met een plat dak en in
Amsterdam?
Antwoord:
Als onderdeel van het initiatief Groene Grachten, in 2012 gestart door Wubbo
Ockels en erop gericht om energiemaatregelen in monumentale panden te
promoten, is door Stadsherstel een viertal zonnepanelen aangebracht op de
Amstelkerk. Voor NV Stadsherstel betrof de Amstelkerk een eerste project waarin
zij zonnepanelen heeft aangebracht op een monumentaal pand. Deze panelen
zijn aangebracht op een plat dak en wel binnen de kaders van de Welstandsnota.
Leerdoel: uitvinden of het technisch mogelijk (ja) en rendabel is (nee, door de
lage elektriciteitsprijs die Stadsherstel betaalt omdat zij grootverbruiker is, en de
te betalen leges à 1050 euro).
Het effect is dat er nu 4 panelen liggen op dit monument, en dat Stadsherstel
inzicht heeft gekregen in de mogelijkheden (maatwerk) voor het aanbrengen van
zonnepanelen op monumenten en de business case daarvan.
Er zijn overigens meer (maar niet veel) voorbeelden van monumentale panden in
de stad waarop door bewoners reeds zonnepanelen zijn aangebracht. Hiervoor is
een vergunning nodig van het betreffende stadsdeel.
De betrokkenheid van de gemeente bij dit project van Stichting de Groene
Grachten en Stadsherstel was overigens beperkt. Bureau Monumenten en
Archeologie (BMA) en programmabureau Klimaat en Energie waren inhoudelijk
(advies, meedenken) betrokken bij het initiatief, het stadsdeel heeft de vergunning
afgegeven.
2
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing op Gemeenteblad R
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
2. Klopt het dat de gemeente Amsterdam (de Dienst Ruimtelijke Ordening en
het Bureau Monumenten & Archeologie) zich heeft aangesloten bij De Groene
Grachten, Stadsherstel, Stadsdeel Oost, Pakhuis de Zwijger en Search en bezig
is met de nieuwe pilot ‘Zon op de Zwijger’? Wat is de huidige status van dit project
en wat is de tijdsplanning van deze pilot (inclusief moment van afronding)?
Antwoord:
Ja. Genoemde partijen hebben gezamenlijk de pilot ‘Zon op de Zwijger’ in
voorbereiding. Dit project is geïnitieerd door De Groene Grachten. Het project
sluit aan bij de Amsterdamse Zonvisie ‘Burgers en Bedrijven gaan voor de zon!’
(zie ook het antwoord op vraag 3).
In dit project wordt onderzocht welke mogelijkheden ‘innovatieve
zonnetechnologie’ (bijvoorbeeld: andere type zonnecellen, kleur en
bevestigingstechnieken) biedt voor het aanbrengen van zonnepanelen op een
monumentaal dak, én hoe dit zich verhoudt tot de geldende regels.
Dit project onderscheidt zich van het eerdere project van Stadsherstel in de mate
van ‘innovativiteit van de technologie die gebruikt zal worden. In het eerste
project werd nog gebruik gemaakt van standaard zonnepanelen. In het nieuwe
project op de Zwijger gaat men op zoek naar de meest innovatieve zon-oplossing
voor dit monumentale pand.
Het project is als volgt opgebouwd:
1. allereerst wordt (op dit moment) de haalbaarheid onderzocht (technisch,
financieel, juridisch) voor het aanbrengen van zonnepanelen op Pakhuis de
Zwijger (eigendom NV Stadsherstel);
2. op basis van dit onderzoek zal NV Stadsherstel een beslissing nemen om
haar dak wel of niet ter beschikking te stellen;
3. indien zij akkoord gaat zal de markt in de vorm van een prijsvraag uitgedaagd
worden om met haar ‘beste’ systeem te komen;
4. het zonnesysteem van de beste inzending zal door Stadsherstel worden
uitgevoerd, onder voorbehoud van een positieve vergunningsbeschikking.
Volgens planning wordt de prijsvraag dit najaar bekend gemaakt (indien
Stadsherstel positief beslist; stap 2) en wordt het winnende systeem (beoordeling
door jury in november/december) begin 2015 geïnstalleerd.
De gemeente (BMA en Programmabureau Klimaat en Energie) is als adviseur bij
dit project betrokken. De Groene Grachten is project trekker. Uiteindelijke
installatie van het innovatieve zonnesysteem (als de prijsvraag daadwerkelijk
wordt uitgeschreven en er een goede inzending komt, die binnen de wettelijke
kaders past) wordt door Stadsherstel geregeld en gedekt. Stadsherstel vraagt
daar mogelijk financiering voor aan in de laatste tender van het Amsterdams
Investeringsfonds.
3
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing op Gemeenteblad R
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
3. Deelt het college de mening van de fractie van D66 over het belang van
verduurzaming en eventueel aanpassen van regels om nieuwe oplossingen van
duurzaamheid mogelijk te maken? Zo ja, welke leerpunten zijn/worden opgesteld
ten aanzien van de pilot voor het sheddak van Pakhuis de Zwijger? En welke
leerpunten waren opgesteld voor het platte dak van de Amstelkerk? Zo nee,
waarom niet en hoe denkt het college dan de ambitie zoals geformuleerd in de
Zonvisie 2013 te halen?
Antwoord:
Het College onderschrijft de mening van de fractie van D66 dat verduurzaming
van de bestaande stad van groot belang is en onderstreept dat in het
coalitieakkoord ‘Amsterdam is van iedereen’. Zij werkt o.a. aan de doelstelling dat
in 2020 20% meer duurzame energie wordt geproduceerd dan nu het geval is.
Zonne-energie in de bestaande stad draagt daar aan bij. Om dit te realiseren kan
het nodig zijn om bestaande regels aan te passen, of met het Rijk in gesprek te
gaan wanneer de bevoegdheid niet bij de gemeente ligt. Aanpassing van regels
kan bijvoorbeeld nodig zijn in de situatie waarin regels, maatschappelijke wensen,
en toegenomen mogelijkheden door nieuwe (technologische}oplossingen, niet
meer met elkaar in overeenstemming zijn. In het collegeprogramma is daarover
afgesproken dat “we de regels voor het duurzaam aanpassen van gebouwen
[gaan] versimpelen, bijvoorbeeld op het gebied van de teruglevering van energie
en het gezamenlijk gebruik van daken voor zonnepanelen”. Daarbij dient het
college uiteraard wel te opereren binnen de kaders van de landelijke wet- en
regelgeving.
Het College is daarnaast van mening dat de energietransitie alleen plaatsvindt als
duurzaamheidsprojecten schaal krijgen. Daarvoor is het van belang dat wordt
gewerkt aan opschaalbaarheid en kopieerbaarheid van oplossingen.
De leerpunten die de pilot ‘Zon op de Zwijger’ op zal leveren zijn:
— voorbeeldfunctie: onderzoeken en laten zien hoe een nieuwe
zonnetechnologie mogelijk is op een monumentaal dak, waar dat met
conventionele panelen niet haalbaar/wenselijk is;
— kennisontwikkeling (bij overheid en markt) ten aanzien van technische
mogelijkheden van zonne-energie;
— onderzoeken hoe het vigerende welstandskader zich verhoudt tot innovatieve
zon technologieën.
Deze leerpunten zijn vooraf besproken met de projectpartners. Voor het project
Amstelkerk waren geen leerpunten geformuleerd vanuit de gemeente, omdat de
betrokkenheid beperkt was.
Het pilotproject Zon op de Zwijger levert input voor het evalueren van de regels
en draagt bij aan de uitvoering van het deel van de Zonvisie dat daarover gaat.
In de Zonvisie zijn 8 programmalijnen opgenomen waarlangs de gemeente de
toepassing van zonne-energie door burgers en bedrijven stimuleert. In lijn 7
(activiteit # 21) is opgenomen dat regelgeving periodiek tegen het licht wordt
gehouden om te zien of deze (nog) in lijn is met de stand der techniek op het
gebied van o.a. zonnesystemen.
4
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing op Gemeenteblad
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
4. Onder welke criteria zou het college de resultaten van de pilot “Zon op de Zwijger’
als een succes beoordelen? Wanneer vindt die beoordeling plaats en welke
Amsterdamse stakeholders zijn hierbij betrokken?
Antwoord:
Het project ‘Zon op de Zwijger’ wordt als succes beschouwd als:
1. de prijsvraag een inzending oplevert die een goede technische oplossing
biedt voor dit specifieke monumentale dak. Een goede technische oplossing is
een oplossing die aansluit bij de eisen van de pandeigenaar (stadsherstel),
betaalbaar is, en die aanvaardbaar is vanuit esthetisch en historisch oogpunt
en valt binnen de kaders van Welstand en Monumenten;
2. het project bijdraagt aan het vinden van een oplossing voor het aanbrengen
van zonnesystemen op andere monumentale panden, nu of in de toekomst.
Dit is geen hard criterium, omdat de bijdrage van één project aan een bredere
maatschappelijke ontwikkeling moeilijk te meten is. Amsterdam wil echter
duurzame koploper zijn, en daar hoort ook bij dat er ruimte wordt gemaakt
voor innovatie;
3. het project daarnaast input levert voor de periodieke herijking van de regels
conform de Zonvisie (zie het antwoord op vraag 3).
De beoogde planning: zie het antwoord op vraag 2.
De betrokken stakeholders zijn:
— De Groene Grachten;
— NV Stadsherstel;
— de gemeente Amsterdam (DRO, BMA, stadsdeel Centrum);
— Uuurders van Pakhuis de Zwijger (via Stadsherstel);
— Search.
5. Is het college van plan een vervolg te maken op het Amsterdamse
duurzaamheidsprogramma 2011-2014, en indien dat het geval is,
overeenkomstig het coalitieakkoord (blz. 27), de ambitie ten aanzien van lokale
zonne-energie uit de Zonvisie conform het initiatiefvoorstel van het voormalig
raadslid de heer Manuel en de resultaten van de ‘pilots’ op Pakhuis de Zwijger en
de Amstelkerk daarin aandacht te besteden aan het verduurzamen van
monumenten?
Antwoord:
Het College stelt eind dit jaar een Agenda Duurzaamheid vast. Het verduurzamen
van monumenten, deregulering en de ambitie van de Zonvisie zullen in deze
agenda worden meegenomen.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
5
X Gemeente Amsterdam R
% Gemeenteraad
Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 602
Datum akkoord 2 september 2014
Publicatiedatum 5 september 2014
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw A.M. Bosman
en de heer M.E. van den Heuvel van 5 augustus 2014 inzake zonnepanelen op
monumentale panden.
Aan de gemeenteraad
inleiding door vragenstellers.
Het college heeft de ambitie om in 2020 het aandeel duurzaam opgewekte energie
binnen Amsterdam met 20% te laten toenemen. Zonne-energie is een belangrijke
bron daarvoor. Eerder is de doelstelling vastgelegd om in 2020 160 MW zonnestroom
per jaar op te wekken binnen de gemeente Amsterdam. Voor 2040 is het streefcijfer
1000 MW. Zonne-energie is een belangrijke manier voor bewoners en ondernemers
om zelf voor hun elektriciteitsvoorziening te zorgen. Dat is goed voor het milieu,
de energierekening en de onafhankelijkheid van Amsterdam ten opzichte van
onberekenbare buitenlandse energieproducenten.
Amsterdam heeft naast de ruim 8500 rijks- en gemeentelijke monumenten, ook een
toenemend aantal beschermde stads- en dorpsgezichten. Het hele centrum van
Amsterdam is sinds 1999 beschermd stadsgezicht en de grachtengordel behoort
sinds 2010 tot het UNESCO werelderfgoed. De fractie van D66 vindt het belangrijk
dat deze historische waarde wordt beschermd zodat Amsterdammers en latere
generaties er nog volop van kunnen genieten en leren. De fractie van D66 kiest ook
voor een schone, groene en gezonde stad. Het is van belang dat de gemeente ruimte
geeft aan initiatieven die bijdragen aan nieuwe oplossingen van duurzaamheid,
waarbij we openstaan kijken voor het aanpassen van geldende (verouderde) regels
die verduurzaming in de weg staan, zonder dat de authenticiteit van monumenten
wordt aangetast.
Nu heeft de fractie van D66 begrepen dat de gemeente Amsterdam samen met
De Groene Grachten, Stadsherstel en Search een pilot is gestart om zonnepanelen te
plaatsen op de schuine kap van Pakhuis de Zwijger onder de naam: ‘Zon op de
Zwijger’. Het betreft een zogenaamd sheddak (‘zaagtandendak’), dat een zichtlocatie
is. Hieruit volgt waarschijnlijk een prijsvraag voor de aanbesteding die moet aantonen
welke partij het beste zonnepanelen op een monument kan plaatsen. Dit project is
benoemd als ‘pilot om uit te vinden of zonnepanelen op een monument passend zijn,
in relatie tot mogelijke technische gevolgen voor het dak door aanhechting van de
panelen of verstoring van het monumentale ‘daklandschap’ door het aangezicht van
zonnepanelen, omdat dat er nu eenmaal anders uitziet dan dat het daklandschap
eruit zag in de 17° eeuw.
1
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing op Gemeenteblad
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
Dit is niet het eerste monument met zonnepanelen. Sinds september 2013 liggen er
zonnepanelen op het (platte) dak van de Amstelkerk. Volgens de website van
Stadsherstel, die de energie van de zonnepanelen gebruikt voor het eigen kantoor dat
gevestigd is in dit rijksmonument, is de vergunning verleend nadat met foto's van een
proefopstelling was aangetoond dat het monument met deze ‘reversibele toepassing’
geen schade op zou lopen. Ook zijn er (slechts) een klein aantal grachtenpanden die
met trekken en sleuren een vergunning kregen om zonnepanelen op hun dak te
mogen plaatsen, om zodoende hun eigen elektriciteit op te kunnen wekken.
Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 5 augustus 2014, beiden namens
de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad
van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en
wethouders gericht:
1. Wat is het effect geweest van de — inmiddels afgeronde — pilot ‘Zon op de
Amstelkerk’ voor zonne-energie op andere monumenten met een plat dak en in
Amsterdam?
Antwoord:
Als onderdeel van het initiatief Groene Grachten, in 2012 gestart door Wubbo
Ockels en erop gericht om energiemaatregelen in monumentale panden te
promoten, is door Stadsherstel een viertal zonnepanelen aangebracht op de
Amstelkerk. Voor NV Stadsherstel betrof de Amstelkerk een eerste project waarin
zij zonnepanelen heeft aangebracht op een monumentaal pand. Deze panelen
zijn aangebracht op een plat dak en wel binnen de kaders van de Welstandsnota.
Leerdoel: uitvinden of het technisch mogelijk (ja) en rendabel is (nee, door de
lage elektriciteitsprijs die Stadsherstel betaalt omdat zij grootverbruiker is, en de
te betalen leges à 1050 euro).
Het effect is dat er nu 4 panelen liggen op dit monument, en dat Stadsherstel
inzicht heeft gekregen in de mogelijkheden (maatwerk) voor het aanbrengen van
zonnepanelen op monumenten en de business case daarvan.
Er zijn overigens meer (maar niet veel) voorbeelden van monumentale panden in
de stad waarop door bewoners reeds zonnepanelen zijn aangebracht. Hiervoor is
een vergunning nodig van het betreffende stadsdeel.
De betrokkenheid van de gemeente bij dit project van Stichting de Groene
Grachten en Stadsherstel was overigens beperkt. Bureau Monumenten en
Archeologie (BMA) en programmabureau Klimaat en Energie waren inhoudelijk
(advies, meedenken) betrokken bij het initiatief, het stadsdeel heeft de vergunning
afgegeven.
2
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing op Gemeenteblad R
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
2. Klopt het dat de gemeente Amsterdam (de Dienst Ruimtelijke Ordening en
het Bureau Monumenten & Archeologie) zich heeft aangesloten bij De Groene
Grachten, Stadsherstel, Stadsdeel Oost, Pakhuis de Zwijger en Search en bezig
is met de nieuwe pilot ‘Zon op de Zwijger’? Wat is de huidige status van dit project
en wat is de tijdsplanning van deze pilot (inclusief moment van afronding)?
Antwoord:
Ja. Genoemde partijen hebben gezamenlijk de pilot ‘Zon op de Zwijger’ in
voorbereiding. Dit project is geïnitieerd door De Groene Grachten. Het project
sluit aan bij de Amsterdamse Zonvisie ‘Burgers en Bedrijven gaan voor de zon!’
(zie ook het antwoord op vraag 3).
In dit project wordt onderzocht welke mogelijkheden ‘innovatieve
zonnetechnologie’ (bijvoorbeeld: andere type zonnecellen, kleur en
bevestigingstechnieken) biedt voor het aanbrengen van zonnepanelen op een
monumentaal dak, én hoe dit zich verhoudt tot de geldende regels.
Dit project onderscheidt zich van het eerdere project van Stadsherstel in de mate
van ‘innovativiteit van de technologie die gebruikt zal worden. In het eerste
project werd nog gebruik gemaakt van standaard zonnepanelen. In het nieuwe
project op de Zwijger gaat men op zoek naar de meest innovatieve zon-oplossing
voor dit monumentale pand.
Het project is als volgt opgebouwd:
1. allereerst wordt (op dit moment) de haalbaarheid onderzocht (technisch,
financieel, juridisch) voor het aanbrengen van zonnepanelen op Pakhuis de
Zwijger (eigendom NV Stadsherstel);
2. op basis van dit onderzoek zal NV Stadsherstel een beslissing nemen om
haar dak wel of niet ter beschikking te stellen;
3. indien zij akkoord gaat zal de markt in de vorm van een prijsvraag uitgedaagd
worden om met haar ‘beste’ systeem te komen;
4. het zonnesysteem van de beste inzending zal door Stadsherstel worden
uitgevoerd, onder voorbehoud van een positieve vergunningsbeschikking.
Volgens planning wordt de prijsvraag dit najaar bekend gemaakt (indien
Stadsherstel positief beslist; stap 2) en wordt het winnende systeem (beoordeling
door jury in november/december) begin 2015 geïnstalleerd.
De gemeente (BMA en Programmabureau Klimaat en Energie) is als adviseur bij
dit project betrokken. De Groene Grachten is project trekker. Uiteindelijke
installatie van het innovatieve zonnesysteem (als de prijsvraag daadwerkelijk
wordt uitgeschreven en er een goede inzending komt, die binnen de wettelijke
kaders past) wordt door Stadsherstel geregeld en gedekt. Stadsherstel vraagt
daar mogelijk financiering voor aan in de laatste tender van het Amsterdams
Investeringsfonds.
3
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing op Gemeenteblad R
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
3. Deelt het college de mening van de fractie van D66 over het belang van
verduurzaming en eventueel aanpassen van regels om nieuwe oplossingen van
duurzaamheid mogelijk te maken? Zo ja, welke leerpunten zijn/worden opgesteld
ten aanzien van de pilot voor het sheddak van Pakhuis de Zwijger? En welke
leerpunten waren opgesteld voor het platte dak van de Amstelkerk? Zo nee,
waarom niet en hoe denkt het college dan de ambitie zoals geformuleerd in de
Zonvisie 2013 te halen?
Antwoord:
Het College onderschrijft de mening van de fractie van D66 dat verduurzaming
van de bestaande stad van groot belang is en onderstreept dat in het
coalitieakkoord ‘Amsterdam is van iedereen’. Zij werkt o.a. aan de doelstelling dat
in 2020 20% meer duurzame energie wordt geproduceerd dan nu het geval is.
Zonne-energie in de bestaande stad draagt daar aan bij. Om dit te realiseren kan
het nodig zijn om bestaande regels aan te passen, of met het Rijk in gesprek te
gaan wanneer de bevoegdheid niet bij de gemeente ligt. Aanpassing van regels
kan bijvoorbeeld nodig zijn in de situatie waarin regels, maatschappelijke wensen,
en toegenomen mogelijkheden door nieuwe (technologische}oplossingen, niet
meer met elkaar in overeenstemming zijn. In het collegeprogramma is daarover
afgesproken dat “we de regels voor het duurzaam aanpassen van gebouwen
[gaan] versimpelen, bijvoorbeeld op het gebied van de teruglevering van energie
en het gezamenlijk gebruik van daken voor zonnepanelen”. Daarbij dient het
college uiteraard wel te opereren binnen de kaders van de landelijke wet- en
regelgeving.
Het College is daarnaast van mening dat de energietransitie alleen plaatsvindt als
duurzaamheidsprojecten schaal krijgen. Daarvoor is het van belang dat wordt
gewerkt aan opschaalbaarheid en kopieerbaarheid van oplossingen.
De leerpunten die de pilot ‘Zon op de Zwijger’ op zal leveren zijn:
— voorbeeldfunctie: onderzoeken en laten zien hoe een nieuwe
zonnetechnologie mogelijk is op een monumentaal dak, waar dat met
conventionele panelen niet haalbaar/wenselijk is;
— kennisontwikkeling (bij overheid en markt) ten aanzien van technische
mogelijkheden van zonne-energie;
— onderzoeken hoe het vigerende welstandskader zich verhoudt tot innovatieve
zon technologieën.
Deze leerpunten zijn vooraf besproken met de projectpartners. Voor het project
Amstelkerk waren geen leerpunten geformuleerd vanuit de gemeente, omdat de
betrokkenheid beperkt was.
Het pilotproject Zon op de Zwijger levert input voor het evalueren van de regels
en draagt bij aan de uitvoering van het deel van de Zonvisie dat daarover gaat.
In de Zonvisie zijn 8 programmalijnen opgenomen waarlangs de gemeente de
toepassing van zonne-energie door burgers en bedrijven stimuleert. In lijn 7
(activiteit # 21) is opgenomen dat regelgeving periodiek tegen het licht wordt
gehouden om te zien of deze (nog) in lijn is met de stand der techniek op het
gebied van o.a. zonnesystemen.
4
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing op Gemeenteblad
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
4. Onder welke criteria zou het college de resultaten van de pilot “Zon op de Zwijger’
als een succes beoordelen? Wanneer vindt die beoordeling plaats en welke
Amsterdamse stakeholders zijn hierbij betrokken?
Antwoord:
Het project ‘Zon op de Zwijger’ wordt als succes beschouwd als:
1. de prijsvraag een inzending oplevert die een goede technische oplossing
biedt voor dit specifieke monumentale dak. Een goede technische oplossing is
een oplossing die aansluit bij de eisen van de pandeigenaar (stadsherstel),
betaalbaar is, en die aanvaardbaar is vanuit esthetisch en historisch oogpunt
en valt binnen de kaders van Welstand en Monumenten;
2. het project bijdraagt aan het vinden van een oplossing voor het aanbrengen
van zonnesystemen op andere monumentale panden, nu of in de toekomst.
Dit is geen hard criterium, omdat de bijdrage van één project aan een bredere
maatschappelijke ontwikkeling moeilijk te meten is. Amsterdam wil echter
duurzame koploper zijn, en daar hoort ook bij dat er ruimte wordt gemaakt
voor innovatie;
3. het project daarnaast input levert voor de periodieke herijking van de regels
conform de Zonvisie (zie het antwoord op vraag 3).
De beoogde planning: zie het antwoord op vraag 2.
De betrokken stakeholders zijn:
— De Groene Grachten;
— NV Stadsherstel;
— de gemeente Amsterdam (DRO, BMA, stadsdeel Centrum);
— Uuurders van Pakhuis de Zwijger (via Stadsherstel);
— Search.
5. Is het college van plan een vervolg te maken op het Amsterdamse
duurzaamheidsprogramma 2011-2014, en indien dat het geval is,
overeenkomstig het coalitieakkoord (blz. 27), de ambitie ten aanzien van lokale
zonne-energie uit de Zonvisie conform het initiatiefvoorstel van het voormalig
raadslid de heer Manuel en de resultaten van de ‘pilots’ op Pakhuis de Zwijger en
de Amstelkerk daarin aandacht te besteden aan het verduurzamen van
monumenten?
Antwoord:
Het College stelt eind dit jaar een Agenda Duurzaamheid vast. Het verduurzamen
van monumenten, deregulering en de ambitie van de Zonvisie zullen in deze
agenda worden meegenomen.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
5
X Gemeente Amsterdam R
% Gemeenteraad
Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 602
Datum akkoord 2 september 2014
Publicatiedatum 5 september 2014
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw A.M. Bosman
en de heer M.E. van den Heuvel van 5 augustus 2014 inzake zonnepanelen op
monumentale panden.
Aan de gemeenteraad
inleiding door vragenstellers.
Het college heeft de ambitie om in 2020 het aandeel duurzaam opgewekte energie
binnen Amsterdam met 20% te laten toenemen. Zonne-energie is een belangrijke
bron daarvoor. Eerder is de doelstelling vastgelegd om in 2020 160 MW zonnestroom
per jaar op te wekken binnen de gemeente Amsterdam. Voor 2040 is het streefcijfer
1000 MW. Zonne-energie is een belangrijke manier voor bewoners en ondernemers
om zelf voor hun elektriciteitsvoorziening te zorgen. Dat is goed voor het milieu,
de energierekening en de onafhankelijkheid van Amsterdam ten opzichte van
onberekenbare buitenlandse energieproducenten.
Amsterdam heeft naast de ruim 8500 rijks- en gemeentelijke monumenten, ook een
toenemend aantal beschermde stads- en dorpsgezichten. Het hele centrum van
Amsterdam is sinds 1999 beschermd stadsgezicht en de grachtengordel behoort
sinds 2010 tot het UNESCO werelderfgoed. De fractie van D66 vindt het belangrijk
dat deze historische waarde wordt beschermd zodat Amsterdammers en latere
generaties er nog volop van kunnen genieten en leren. De fractie van D66 kiest ook
voor een schone, groene en gezonde stad. Het is van belang dat de gemeente ruimte
geeft aan initiatieven die bijdragen aan nieuwe oplossingen van duurzaamheid,
waarbij we openstaan kijken voor het aanpassen van geldende (verouderde) regels
die verduurzaming in de weg staan, zonder dat de authenticiteit van monumenten
wordt aangetast.
Nu heeft de fractie van D66 begrepen dat de gemeente Amsterdam samen met
De Groene Grachten, Stadsherstel en Search een pilot is gestart om zonnepanelen te
plaatsen op de schuine kap van Pakhuis de Zwijger onder de naam: ‘Zon op de
Zwijger’. Het betreft een zogenaamd sheddak (‘zaagtandendak’), dat een zichtlocatie
is. Hieruit volgt waarschijnlijk een prijsvraag voor de aanbesteding die moet aantonen
welke partij het beste zonnepanelen op een monument kan plaatsen. Dit project is
benoemd als ‘pilot om uit te vinden of zonnepanelen op een monument passend zijn,
in relatie tot mogelijke technische gevolgen voor het dak door aanhechting van de
panelen of verstoring van het monumentale ‘daklandschap’ door het aangezicht van
zonnepanelen, omdat dat er nu eenmaal anders uitziet dan dat het daklandschap
eruit zag in de 17° eeuw.
1
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing op Gemeenteblad
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
Dit is niet het eerste monument met zonnepanelen. Sinds september 2013 liggen er
zonnepanelen op het (platte) dak van de Amstelkerk. Volgens de website van
Stadsherstel, die de energie van de zonnepanelen gebruikt voor het eigen kantoor dat
gevestigd is in dit rijksmonument, is de vergunning verleend nadat met foto's van een
proefopstelling was aangetoond dat het monument met deze ‘reversibele toepassing’
geen schade op zou lopen. Ook zijn er (slechts) een klein aantal grachtenpanden die
met trekken en sleuren een vergunning kregen om zonnepanelen op hun dak te
mogen plaatsen, om zodoende hun eigen elektriciteit op te kunnen wekken.
Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 5 augustus 2014, beiden namens
de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad
van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en
wethouders gericht:
1. Wat is het effect geweest van de — inmiddels afgeronde — pilot ‘Zon op de
Amstelkerk’ voor zonne-energie op andere monumenten met een plat dak en in
Amsterdam?
Antwoord:
Als onderdeel van het initiatief Groene Grachten, in 2012 gestart door Wubbo
Ockels en erop gericht om energiemaatregelen in monumentale panden te
promoten, is door Stadsherstel een viertal zonnepanelen aangebracht op de
Amstelkerk. Voor NV Stadsherstel betrof de Amstelkerk een eerste project waarin
zij zonnepanelen heeft aangebracht op een monumentaal pand. Deze panelen
zijn aangebracht op een plat dak en wel binnen de kaders van de Welstandsnota.
Leerdoel: uitvinden of het technisch mogelijk (ja) en rendabel is (nee, door de
lage elektriciteitsprijs die Stadsherstel betaalt omdat zij grootverbruiker is, en de
te betalen leges à 1050 euro).
Het effect is dat er nu 4 panelen liggen op dit monument, en dat Stadsherstel
inzicht heeft gekregen in de mogelijkheden (maatwerk) voor het aanbrengen van
zonnepanelen op monumenten en de business case daarvan.
Er zijn overigens meer (maar niet veel) voorbeelden van monumentale panden in
de stad waarop door bewoners reeds zonnepanelen zijn aangebracht. Hiervoor is
een vergunning nodig van het betreffende stadsdeel.
De betrokkenheid van de gemeente bij dit project van Stichting de Groene
Grachten en Stadsherstel was overigens beperkt. Bureau Monumenten en
Archeologie (BMA) en programmabureau Klimaat en Energie waren inhoudelijk
(advies, meedenken) betrokken bij het initiatief, het stadsdeel heeft de vergunning
afgegeven.
2
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing op Gemeenteblad R
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
2. Klopt het dat de gemeente Amsterdam (de Dienst Ruimtelijke Ordening en
het Bureau Monumenten & Archeologie) zich heeft aangesloten bij De Groene
Grachten, Stadsherstel, Stadsdeel Oost, Pakhuis de Zwijger en Search en bezig
is met de nieuwe pilot ‘Zon op de Zwijger’? Wat is de huidige status van dit project
en wat is de tijdsplanning van deze pilot (inclusief moment van afronding)?
Antwoord:
Ja. Genoemde partijen hebben gezamenlijk de pilot ‘Zon op de Zwijger’ in
voorbereiding. Dit project is geïnitieerd door De Groene Grachten. Het project
sluit aan bij de Amsterdamse Zonvisie ‘Burgers en Bedrijven gaan voor de zon!’
(zie ook het antwoord op vraag 3).
In dit project wordt onderzocht welke mogelijkheden ‘innovatieve
zonnetechnologie’ (bijvoorbeeld: andere type zonnecellen, kleur en
bevestigingstechnieken) biedt voor het aanbrengen van zonnepanelen op een
monumentaal dak, én hoe dit zich verhoudt tot de geldende regels.
Dit project onderscheidt zich van het eerdere project van Stadsherstel in de mate
van ‘innovativiteit van de technologie die gebruikt zal worden. In het eerste
project werd nog gebruik gemaakt van standaard zonnepanelen. In het nieuwe
project op de Zwijger gaat men op zoek naar de meest innovatieve zon-oplossing
voor dit monumentale pand.
Het project is als volgt opgebouwd:
1. allereerst wordt (op dit moment) de haalbaarheid onderzocht (technisch,
financieel, juridisch) voor het aanbrengen van zonnepanelen op Pakhuis de
Zwijger (eigendom NV Stadsherstel);
2. op basis van dit onderzoek zal NV Stadsherstel een beslissing nemen om
haar dak wel of niet ter beschikking te stellen;
3. indien zij akkoord gaat zal de markt in de vorm van een prijsvraag uitgedaagd
worden om met haar ‘beste’ systeem te komen;
4. het zonnesysteem van de beste inzending zal door Stadsherstel worden
uitgevoerd, onder voorbehoud van een positieve vergunningsbeschikking.
Volgens planning wordt de prijsvraag dit najaar bekend gemaakt (indien
Stadsherstel positief beslist; stap 2) en wordt het winnende systeem (beoordeling
door jury in november/december) begin 2015 geïnstalleerd.
De gemeente (BMA en Programmabureau Klimaat en Energie) is als adviseur bij
dit project betrokken. De Groene Grachten is project trekker. Uiteindelijke
installatie van het innovatieve zonnesysteem (als de prijsvraag daadwerkelijk
wordt uitgeschreven en er een goede inzending komt, die binnen de wettelijke
kaders past) wordt door Stadsherstel geregeld en gedekt. Stadsherstel vraagt
daar mogelijk financiering voor aan in de laatste tender van het Amsterdams
Investeringsfonds.
3
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing op Gemeenteblad R
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
3. Deelt het college de mening van de fractie van D66 over het belang van
verduurzaming en eventueel aanpassen van regels om nieuwe oplossingen van
duurzaamheid mogelijk te maken? Zo ja, welke leerpunten zijn/worden opgesteld
ten aanzien van de pilot voor het sheddak van Pakhuis de Zwijger? En welke
leerpunten waren opgesteld voor het platte dak van de Amstelkerk? Zo nee,
waarom niet en hoe denkt het college dan de ambitie zoals geformuleerd in de
Zonvisie 2013 te halen?
Antwoord:
Het College onderschrijft de mening van de fractie van D66 dat verduurzaming
van de bestaande stad van groot belang is en onderstreept dat in het
coalitieakkoord ‘Amsterdam is van iedereen’. Zij werkt o.a. aan de doelstelling dat
in 2020 20% meer duurzame energie wordt geproduceerd dan nu het geval is.
Zonne-energie in de bestaande stad draagt daar aan bij. Om dit te realiseren kan
het nodig zijn om bestaande regels aan te passen, of met het Rijk in gesprek te
gaan wanneer de bevoegdheid niet bij de gemeente ligt. Aanpassing van regels
kan bijvoorbeeld nodig zijn in de situatie waarin regels, maatschappelijke wensen,
en toegenomen mogelijkheden door nieuwe (technologische}oplossingen, niet
meer met elkaar in overeenstemming zijn. In het collegeprogramma is daarover
afgesproken dat “we de regels voor het duurzaam aanpassen van gebouwen
[gaan] versimpelen, bijvoorbeeld op het gebied van de teruglevering van energie
en het gezamenlijk gebruik van daken voor zonnepanelen”. Daarbij dient het
college uiteraard wel te opereren binnen de kaders van de landelijke wet- en
regelgeving.
Het College is daarnaast van mening dat de energietransitie alleen plaatsvindt als
duurzaamheidsprojecten schaal krijgen. Daarvoor is het van belang dat wordt
gewerkt aan opschaalbaarheid en kopieerbaarheid van oplossingen.
De leerpunten die de pilot ‘Zon op de Zwijger’ op zal leveren zijn:
— voorbeeldfunctie: onderzoeken en laten zien hoe een nieuwe
zonnetechnologie mogelijk is op een monumentaal dak, waar dat met
conventionele panelen niet haalbaar/wenselijk is;
— kennisontwikkeling (bij overheid en markt) ten aanzien van technische
mogelijkheden van zonne-energie;
— onderzoeken hoe het vigerende welstandskader zich verhoudt tot innovatieve
zon technologieën.
Deze leerpunten zijn vooraf besproken met de projectpartners. Voor het project
Amstelkerk waren geen leerpunten geformuleerd vanuit de gemeente, omdat de
betrokkenheid beperkt was.
Het pilotproject Zon op de Zwijger levert input voor het evalueren van de regels
en draagt bij aan de uitvoering van het deel van de Zonvisie dat daarover gaat.
In de Zonvisie zijn 8 programmalijnen opgenomen waarlangs de gemeente de
toepassing van zonne-energie door burgers en bedrijven stimuleert. In lijn 7
(activiteit # 21) is opgenomen dat regelgeving periodiek tegen het licht wordt
gehouden om te zien of deze (nog) in lijn is met de stand der techniek op het
gebied van o.a. zonnesystemen.
4
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing op Gemeenteblad
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 augustus 2014
4. Onder welke criteria zou het college de resultaten van de pilot “Zon op de Zwijger’
als een succes beoordelen? Wanneer vindt die beoordeling plaats en welke
Amsterdamse stakeholders zijn hierbij betrokken?
Antwoord:
Het project ‘Zon op de Zwijger’ wordt als succes beschouwd als:
1. de prijsvraag een inzending oplevert die een goede technische oplossing
biedt voor dit specifieke monumentale dak. Een goede technische oplossing is
een oplossing die aansluit bij de eisen van de pandeigenaar (stadsherstel),
betaalbaar is, en die aanvaardbaar is vanuit esthetisch en historisch oogpunt
en valt binnen de kaders van Welstand en Monumenten;
2. het project bijdraagt aan het vinden van een oplossing voor het aanbrengen
van zonnesystemen op andere monumentale panden, nu of in de toekomst.
Dit is geen hard criterium, omdat de bijdrage van één project aan een bredere
maatschappelijke ontwikkeling moeilijk te meten is. Amsterdam wil echter
duurzame koploper zijn, en daar hoort ook bij dat er ruimte wordt gemaakt
voor innovatie;
3. het project daarnaast input levert voor de periodieke herijking van de regels
conform de Zonvisie (zie het antwoord op vraag 3).
De beoogde planning: zie het antwoord op vraag 2.
De betrokken stakeholders zijn:
— De Groene Grachten;
— NV Stadsherstel;
— de gemeente Amsterdam (DRO, BMA, stadsdeel Centrum);
— Uuurders van Pakhuis de Zwijger (via Stadsherstel);
— Search.
5. Is het college van plan een vervolg te maken op het Amsterdamse
duurzaamheidsprogramma 2011-2014, en indien dat het geval is,
overeenkomstig het coalitieakkoord (blz. 27), de ambitie ten aanzien van lokale
zonne-energie uit de Zonvisie conform het initiatiefvoorstel van het voormalig
raadslid de heer Manuel en de resultaten van de ‘pilots’ op Pakhuis de Zwijger en
de Amstelkerk daarin aandacht te besteden aan het verduurzamen van
monumenten?
Antwoord:
Het College stelt eind dit jaar een Agenda Duurzaamheid vast. Het verduurzamen
van monumenten, deregulering en de ambitie van de Zonvisie zullen in deze
agenda worden meegenomen.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
5
| Schriftelijke Vraag | 350 | val |
Stadsdeelcommissie - in pleno
Agenda
Datum 06-07-2021
Aanvang 19:30
Locatie Oranje-Vrijstaatplein 2
Algemeen
1 Opening en vaststelling agenda
2 Mededelingen
3 Vaststellen van het conceptverslag van de vergadering van 8 juni 2021
4 Mededelingen van de ingekomen stukken
5 Het woord aan bewoners, ondernemers en instellingen
Inhoudelijk
6 Afvalcontainer voedselbank en andere maatschappelijke organisaties
7 Verkeerssituatie Panamalaan
8 Beleidskader Participatie
9 Wijzigingsvoorstellen Huisvestingsverordening per 1 januari 2022
5/7: Ongevraagd advies van het lid B. van Vliet (Méérbelangen) toegevoegd.
29/6: Adviesaanvraagformulier met conceptadvies DB akkoord onder voorbehoud wijzigingen DB. Voor
collegebesluit dient te worden ingelogd.
10 Knowledge Mile Park: vergroening Belgiëpark en Cygnusplein
6/7: Beantwoording toegevoegd na verduidelijkende vragen van het lid Vanhellemont.
Algemeen 2
11 Nieuws uit de gebieden
Doel: kort met de stadsdeelcommissie delen wat er, buiten wat geagendeerd staat op deze vergadering, zoal
speelt in de gebieden
12 Rondvraag en sluiting
Ingekomen stukken
1 Bericht met bijlagen van burger over alternatief voorstel hondenlosloopplan Diemerpark
Voorgesteld wordt, dít bericht met bijlagen voor kennisgeving aan te nemen en desgewenst te betrekken bij het
inspreken bij agendapunt 5.
Insprekerslijst
Verslag
Informatie
Locatie en opnamen
Dit overleg met de stadsdeelcommissie en het dagelijks bestuur vindt plaats in de Raadzaal van het
stadsdeelkantoor. De vergaderingen zijn openbaar toegankelijk, na aanmelding
via [email protected]. Van de vergaderingen worden beeld- en geluidsopnamen
gemaakt. De vergaderingen zijn daarmee live te volgen en achteraf terug te bekijken via deze pagina.
Inspreken en daarvoor aanmelden
Inspreken kan live tijdens de fysiek vergadering, of schriftelijk.
Aanmelden om in te spreken - live of schriftelijk - kan tot uiterlijk 24 uur voor de vergadering via het online
aanmeldformulier: hitps://www.amsterdam.nl/@338353/inspreken-commissievergaderingen/
| Agenda | 2 | train |
x Gemeente Amsterdam R
% Gemeenteraad
Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2019
Afdeling 1
Nummer 2137
Ingekomen onder BH
Ingekomen op donderdag 19 december 2019
Behandeld op donderdag 19 december 2019
Status Verworpen
Onderwerp
Motie van de leden Boomsma, Van Soest, Naoum Néhmé, Bloemberg-lssa, Ceder,
Kilig en Van Schijndel inzake het onderzoek naar Canonherziening einde tijdvak en
Verlengde afkoop erfpacht van de rekenkamer en het overnemen van
de aanbevelingen (Overweeg begin 2020 nieuwe stappen)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over het onderzoek naar Canonherziening einde tijdvak en
Verlengde afkoop erfpacht van de rekenkamer en het overnemen van
de aanbevelingen (Gemeenteblad afd. 1, nr. 2034).
Overwegende dat:
— de rekenkamer constateert dat berekening van de canon en de afkoopsom voor
erfpachters slechts beperkt begrijpelijk en controleerbaar is, en dat deze na 31
december nog minder voorspelbaar wordt en tevens dat een aantal
keuzemogelijkheden onderbelicht is gebleven i.e. de mogelijkheid om de canon
vast te klikken en vervolgens later alsnog af te kopen wat ook vooral voor mensen
die niet over financiering beschikken een verstandige optie kan zijn;
— de gemeente dit slechts enkele weken voor de deadline heeft aangepast;
— er mede hierdoor bij een groot aantal erfpachters misverstanden bestaan;
— in de 2-meting naar de effectiviteit van de communicatiecampagne staat dat zelfs
binnen de gekozen groep 45 procent niet op de hoogte was van de verschillende
overstapmogelijkheden, waarbij de klik+later afkoop nog niet eens was gemeten;
— erfpachters onder hoge tijdsdruk staan, erfpacht sowieso al uiterst complex is;
— de keuze voor een van de overstapopties of om niet over te stappen een van de
meest ingrijpende financiële beslissingen is waar mensen mee te maken krijgen;
— de overstapregeling geplaagd wordt door problemen en onvolledige dossiers en
veel mensen nog geen inzicht kunnen krijgen in wat overstap voor hen betekent;
— _ het niet eerlijk is dat juist mensen in de meer betaalbare woningen, die minder
vermogend zijn en minder toegang hebben tot financieel advies, mogelijk na het
verstrijken nog geen goed zicht hebben gehad op de consequenties,
1
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— Begin 2020 onderzoek te doen naar de vraag hoeveel erfpachters nog niet zijn
overgestapt en daarbij tevens te vragen wat daarbij hun overwegingen waren, en
in hoeverre zij op de hoogte waren van de mogelijke (financiële) consequenties
daarvan.
— Op grond daarvan de beslissing te nemen om die mensen die nog niet zijn
overgestapt alsnog een kans te geven om een overstapsaanvraag te doen op
grond van de voorwaarden die golden voor 1 januari 2020.
De leden van de gemeenteraad
D.T. Boomsma
W. van Soest
H. Naoum Néhmé
J.F. Bloemberg-lssa
D.G.M. Ceder
A. Kilig
A.H.J.W. van Schijndel
2
| Motie | 2 | discard |
ween002220 N% Gemeente Raadscommissie voor Sociale Zaken, Armoede en Schuldhulpverlening, WI O
erk, Participatie " :
Onderwijs, Voorschool Kinderopvang en Naschoolse Voorzieningen,
en Inkomen % Amsterdam j p g 9
Volwasseneneducatie Laaggeletterdheid en Inburgering
Voordracht voor de Commissie WIO van o8 december 2021
Ter kennisneming
Portefeuille Sociale Zaken
Agendapunt 8
Datum besluit Nvt.
Onderwerp
Voortgangsbrief aanbevelingen ACAM voor de Tozo uitvoering
De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen van de voortgangsbrief naar aanleiding van aanbevelelingen ACAM en
rekeningencomissie betreffende de Tozo uitvoering
Wettelijke grondslag
Gemeentewet, artikel 169: het college van burgemeester en wethouders en elk van zijn leden
afzonderlijk zijn aan de Gemeenteraad verantwoording schuldig over het door het college gevoerde
bestuur (lid 1); zij geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de uitoefening van zijn taak
nodig heeft (lid 2). Zij geven de raad mondeling of schriftelijk de door een of meer leden gevraagde
inlichtingen, tenzij het verstrekken ervan in strijd is met het openbaar belang (lid 3).
Bestuurlijke achtergrond
In het verslag van de rekeningencommissie en/of het Accountantsverslag bij het Jaarverslag 2020 is
de volgende aanbeveling opgenomen:
Om een efficiënt en effectief M&O (Misbruik en Oneigenlijk gebruik) beleid te bereiken adviseren wij
op een meer gestructureerde wijze en gemotiveerd keuzes en afwegingen te beschrijven, daar een
uitvoeringsplan aan te koppelen en die te laten vaststellen door de raad of het college.
Het college heeft bij de bestuurlijke reactie op het verslag van de Rekeningencommissie/
het Accountantsverslag 2020 aangegeven dat deze aanbeveling wordt opgevolgd. In deze
voortgangsbrief wordt de voortgang van deze aanbeveling behandeld.
Reden bespreking
Uitkomsten extern advies
N.v.t
Geheimhouding
Nvt.
Uitgenodigde andere raadscommissies
Nvt.
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
Welke stukken treft v aan?
Gegenereerd: vl.l1 1
VN2021-032220 % Gemeente Raadscommissie voor Sociale Zaken, Armoede en Schuldhulpverlening,
Werk, Participatie 9 Amsterdam -
Onderwijs, Voorschool Kinderopvang en Naschoolse Voorzieningen,
en Inkomen %
Volwasseneneducatie Laaggeletterdheid en Inburgering
Voordracht voor de Commissie WIO van 08 december 2021
Ter kennisneming
BRIEF Voortgangsbrief aanbevelingen Rekeningencommissie en ACAM
AD2021-124335
Tozo.pdf (pdf)
AD2021-123392 Commissie WIO Voordracht (pdf)
Ter Inzage
Registratienr. Naam
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Beleid WPI, Niels de Loos, 06-1346 1158, n.de.loos@®amsterdam.nl
Gegenereerd: vl.l1 2
| Voordracht | 2 | test |
> < Gemeente Raadsinformatiebrief
Amsterdam
Aan: De leden van de commissie Werk, Inkomen en Onderwijs
Datum 2 maart 2021
Behandeld door Directie Inkomen, Merel Louter, [email protected]
Onderwerp Amsterdamse ondersteuning bij hersteloperatie toeslagenaffaire en reactie
op motie 1429 van de leden Taimounti cs. getiteld Begroting 2021 -
zichtbaarheidscampagne om gedupeerden van de toeslagenaffaire te
bereiken en motie 1430 van de leden Flentge cs. getiteld Begroting 2021 -
vergoeding van 750 euro inzake toeslagenaffaire
Geachte commissieleden,
Amsterdamse gedupeerden van de toeslagenaffaire kunnen rekenen op ondersteuning van de
gemeente Amsterdam bij de hersteloperatie. Het college leeft mee met de gezinnen die vaak
jarenlang geleden hebben onder de gevolgen van de onterechte fraudejacht en het keiharde
invorderingsbeleid van de Rijksbelastingdienst/Toeslagen bij de kinderopvangtoeslag. Ook de
gemeenteraad heeft in het afgelopen jaar zijn nauwe betrokkenheid bij de ouders getoond. Uit de
schriftelijke vragen van bijna alle fracties sprak uw zorg en raadsleden zelf boden ouders een
luisterend oor en een doorverwijzing naar de juiste hulp.
In de brief van 3 februari 2021 ‘Hersteloperatie toeslagenaffaire’ heeft het college v geïnformeerd
dat wij, na lang aandringen bij het Rijk, toegang hebben gekregen tot gegevens van gedupeerde
Amsterdamse ouders om contact met ze op te kunnen nemen. Ook lieten wij weten dat de
gemeente Amsterdam openstaande schulden van gedupeerden wil schrappen. Inmiddels zijn we
in de week van 22februari jl. gestart met het benaderen van Amsterdamse ouders. In deze brief
informeren wij u hoe wij vorm gegeven hebben aan deze aanpak. Daarnaast heeft vw raad bij de
bespreking van de Begroting 2021 twee moties over het bereiken en ondersteunen van
gedupeerden aangenomen. In deze brief geven wij aan hoe het college uitvoering geeft aan deze
moties en hoe het college vorm geeft aan de ondersteuning van gedupeerde ouders.
Het bereiken van Amsterdamse gedupeerden
In de raadsvergadering van 16 en 17 december heeft uw raad, bij de bespreking van de Begroting
2021, motie 14,29 van de leden Taimounti cs. aangenomen getiteld ‘zichtbaarheidscampagne om
gedupeerden van de toeslagenaffaire te bereiken’ waarin het college gevraagd wordt om:
Een grootschalige zichtbaarheidscampagne op te zetten om Amsterdamse gedupeerden van de
toeslagenaffaire te bereiken, te informeren en speciaal voor hen een apart fysiek loket en apart
telefoonnummer op te zetten.
Het college voert deze motie uit door alle Amsterdamse gedupeerde ouders, die zich gemeld
hebben bij de Rijksbelastingdienst/Toeslagen actief en persoonlijk te benaderen met het
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 2 maart 2021
Pagina 2 van 6
ondersteuningsaanbod van de gemeente. In totaal zijn 2.323 ouders aan de gemeente
doorgegeven (stand per25 februari 2021). Het gaat hierbij om alle ouders die zich gemeld hebben,
zonder dat de Rijksbelastingdienst/Toeslagen in alle gevallen al heeft gecontroleerd of de ouder
als gedupeerde wordt aangemerkt. De maatschappelijk dienstverleners (hierna: MaDi’s) hebben
de contactgegevens van deze groep ouders ontvangen en zijn in de week van 22 februari van start
gegaan met het benaderen van ouders. Het staat ouders vrij om al dan niet in te gaan op het
hulpaanbod. Er zijn ouders die ondanks de harde terugvorderingen van de
Rijksbelastingdienst/Toeslagen het hoofd boven water hebben weten te houden en nu alleen
wachten op compensatie en herstel vanuit de Rijksbelastingdienst. Maar ouders die als gevolg van
deze toeslagenaffaire in grotere problemen zijn geraakt, hebben de aanvullende ondersteuning
vanuit de gemeente vaak hard nodig.
We realiseren ons dat ouders wantrouwend kunnen zijn naar een overheidspartij. Ook ouders die
onze ondersteuning goed kunnen gebruiken. Daarom informeren we hen niet alleen direct en
persoonlijk, maar geven we op verschillende manieren zichtbaarheid aan het
ondersteuningsaanbod. Via lokale media heeft het college, samen met de Ombudsman
Metropoolregio Amsterdam, ouders opgeroepen zich te melden. Ook op de website? wijzen we
ouders op de mogelijkheid zich niet bij ons, maar bij de ombudsman of bij BOinK
(Belangenvereniging Ouders in Kinderopvang) te melden.
Daarnaast zet het college in op communicatie via intermediairs. Zij kunnen ouders informeren
vanuit een bestaand contact en/of een vertrouwde positie. Het college heeft diverse intermediairs
en organisaties in de stad gevraagd om alert te zijn op mogelijke gedupeerde ouders en hen te
motiveren om zich te melden of positief te reageren op het hulpaanbod. Zij helpen bijvoorbeeld
met het delen en verspreiden van sociale media berichten in hun netwerk.
Aanpak ondersteuning gedupeerden
De gemeente biedt gedupeerden aanvullende ondersteuning in de hersteloperatie van de
Rijksbelastingdienst/Toeslagen op vijf leefgebieden: schuldhulpverlening, wonen, zorg, gezin en
werk. Waar de hersteloperatie van de Rijksbelastingdienst/Toeslagen gericht is op het bieden van
financiële compensatie, zijn gemeenten aan zet om ondersteuning te bieden bij de brede
hulpvraag van de ouder. Dit hebben de VNG en de Rijksbelastingdienst/Toeslagen op 28
september 2020 afgesproken, na een pilot in Amsterdam, Rotterdam en Tilburg. Gemeenten
hebben eind 2020 een financiële bijdrage ontvangen van het Ministerie van Financiën die bedoeld
is voor de ondersteuning bij alle hulpvragen die voortkomen uit de toeslagenaffaire. Op basis van
het aantal gedupeerde ouders heeft Amsterdam €890.000,- ontvangen.
De begeleiding van ouders gebeurt vanuit een samenwerking tussen gemeente en de MaDi’s in de
stad en is als volgt ingericht:
1 https: //www.amsterdam.nl/werk-inkomen/pak-je-kans/hulp-geldproblemen/hulp-gedupeerden-
toeslagenaffaire/
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 2 maart 2021
Pagina 3 van 6
e Het benaderen van gedupeerde ouders gebeurt door de Vroeg Eropaf Teams van de
MaDi’s. Zij leggen het eerste contact telefonisch waar mogelijk, of via een brief in
combinatie met deurbezoek;
e Wanneer ouders aangeven dat zij gemeentelijke ondersteuning willen, bieden alle MaDi’s
‘warm casemanagement’: vaste contactpersonen en casemanagers die ouders kunnen
begeleiden en ondersteunen. Op basis van de behoefte en vragen wordt hulp
georganiseerd;
e Eriseenescalatieplatform via een gemeentelijk Doorbraakteam. Als sprake is van zeer
complexe en/of meervoudige problematiek dan kan de MaDi het Doorbraakteam
inschakelen. De MaDi blijft daarbij de expertise op schuldhulpverlening bieden;
e De afdeling Armoedebestrijding biedt de MaDi’s tenslotte een aanspreekpunt voor
signalen, vragen en knelpunten in het proces en zaken waar ouders tegenaan kunnen
lopen, zoals bij voorzieningen of bijzondere bijstand. Het gaat hierbij om het organiseren
van maatwerk of voorrang met de mogelijkheid om van regels af te wijken waar dat nodig
is.
Het vitgangspunt is om de ondersteuning vanuit bestaande regels en voorzieningen te
organiseren, waar dit kan en past. Amsterdam biedt een breed scala aan
ondersteuningsmogelijkheden voor kwetsbare groepen in onze stad. Wat de aanpak voor
gedupeerde ouders bijzonder maakt, is vooral de manier van benaderen en contact maken.
Basisprincipes in de gezamenlijke aanpak zijn een vriendelijke bejegening, een luisterend oor en
naast de ouder gaan staan. Dit is erg belangrijk voor veel ouders, die alle vertrouwen in de
overheid kwijt zijn geraakt en soms zelfs ronduit getraumatiseerd zijn.
De dienstverlening aan ouders moet daarom goed op orde zijn. Tot 1 februari 2021 waren 66
ouders bekend bij de MaDi’s. Nu de gemeente de gegevens van gedupeerde ouders heeft
ontvangen van de Belastingdienst en daarmee grotere aantallen ouders kan bereiken en
ondersteunen, hebben we de dienstverlening verstevigd. Vanaf begin februari werken de MaDi’s
samen in één gespecialiseerd stedelijk team, van waaruit de vaste casemanagers opereren. Ook is
er per 15 februari een nieuw telefoonnummer actief dat door dit team beheerd wordt. Zo krijgen
ouders direct contact met een medewerker die begrip heeft voor hun specifieke situatie. De
fysieke loketten van de MaDi’s zijn op afspraak open en bereikbaar, ook voor deze groep
Amsterdammers.
Op deze manier gaat het college te werk. Daarbij monitoren we doorlopend of de aanpak
tegemoet komt aan de behoefte van ouders, of dat er aanpassingen nodig zijn. Ons doel is om
zoveel mogelijk gedupeerde ouders te bereiken met ons ondersteuningsaanbod. En ervoor te
zorgen dat ouders de draad weer op kunnen pakken. Met de voorgaande beschrijving van de wijze
waarop het college het bereiken van en de ondersteuning aan ouders vorm geeft, beschouwt het
college motie 14,29 van de raadsleden Taimounti, Heinhuvis en Boomsma inzake de Begroting 2021
(zichtbaarheidscampagne om gedupeerden van de toeslagenaffaire te bereiken) als afgehandeld.
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 2 maart 2021
Pagina 4 van 6
Een schone lei
Voor een goede uitvoering van het principe ‘naast de ouder staan’ is het bij ouders met schulden
heel belangrijk dat de schuldhulpverlener goede informatie krijgt van de
Rijksbelastingdienst/Toeslagen. Wij streven naar een goed werkende driehoek van hulpverlener,
persoonlijk zaakbehandelaar van de Belastingdienst en ouder. Duidelijkheid vanuit de
Rijksbelastingdienst/Toeslagen over de oplossing voor ouders met schulden is essentieel om
ouders te helpen om de draad weer op te kunnen pakken. Dit is ook heel belangrijk voor een goede
uitvoering van ons ondersteuningsaanbod. Want zonder oplossing voor hun schulden, kunnen
ouders niet verder. Met het wegstrepen van schulden door overheidsschuldeisers zijn veel ouders
niet voldoende geholpen. De gemeente Amsterdam wil zijn vorderingen schrappen, maar het
wegstrepen van gemeentelijke- en andere publieke vorderingen moet nadrukkelijk onderdeel
uitmaken van een totaalpakket, waarin ook openstaande vorderingen van private schuldeisers
worden weggenomen. Alleen dan kunnen ouders krijgen wat zij nodig hebben: een schone lei.
De Tweede Kamer heeft op 11 februari jl. een amendement aangenomen van de leden Lodders en
Van Weyenberg?. Daarin is geregeld dat er een afkoelingsperiode komt, een zogeheten tijdelijk
moratorium. Dit biedt ouders een adempauze waarin private schuldeisers geen oude schulden
kunnen innen. In deze periode van een jaar kunnen de schulden van de ouder geregeld worden. Dit
amendement creëert rust op de korte termijn, maar voor definitieve duidelijkheid voor ouders is
de uitwerking door de Rijksbelastingdienst/Toeslagen van een regeling voor schulden,
onverminderd belangrijk. Er moet een regeling komen die uitsluit dat (al dan niet private)
schuldeisers na de afkoelingsperiode met separate claims komen. Het college blijft er — ook in
VNG verband — op aandringen dat het kabinet dit regelt op korte termijn. En via de NVVK denken
wij actief mee over oplossingen die ouders met schulden echt kunnen helpen.
Eind 2020 werd ook al duidelijk dat het bij de uitbetaling van compensatie aan mensen met
schulden niet vanzelf spreekt dat zij de beschikking krijgen over dit bedrag. Naar aanleiding van
een motie in de Tweede Kamer keerde de Rijksbelastingdienst/Toeslagen alle ouders die zich als
gedupeerde gemeld hadden, een vergoeding van € 750 uit als genoegdoening voor het lange
wachten, uit te betalen voor kerst. De staatssecretaris gaf daarbij aan dat zij in gesprek is gegaan
met bewindvoerdersorganisaties om het doel en speciale karakter van deze regeling onder de
aandacht te brengen.f! Daarop hebben brancheverenigingen voor bewindsvoerders en
schuldhulpverleners, en het landelijk overlegorgaan voor rechters-commissaris in faillissementen
(Recofa), bekend gemaakt aan hun achterban dat deze tegemoetkoming volledig terecht moet
komen bij de ouder, en niet bij eventuele schuldeisers?!
* https://www.tweedekamer.nl/kamerstukken/detail?id=2021202736&did=2021Do598g
El https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2020/11/03/kamerbrief-over-de-
hersteloperatie-kinderopvangtoeslag
Bl https:/fwww.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2020/12/o4fvierde-voortgangsrapportage-
kinderopvangtoeslag
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 2 maart 2021
Pagina 5 van 6
In de raadsvergadering van 16 en 17 december heeft uw raad, bij de bespreking van de Begroting
2021, motie 1430 van de leden Flentge cs. aangenomen getiteld ‘vergoeding van 750 euro inzake
toeslagenaffaire’ waarin het college gevraagd wordt om:
- De 75o euro die gedupeerde ouders van de toeslagenaffaire ontvangen op geen enkele
manier te verrekenen met gemeentelijke uitkeringen of (kwijtschelding van) belastingen;
-__Bewindvoerders, die op enigerlei wijze samenwerken met de gemeente Amsterdam erop
te wijzen dat ook gedupeerde ouders in de schuldsanering deze 750 euro op hun rekening
moeten krijgen.
Het college heeft deze motie uitgevoerd door te onderzoeken wat we vanuit Amsterdam konden
doen, in aanvulling op de acties van de staatssecretaris, om te zorgen dat gedupeerden zelf over
deze ‘kerstvergoeding’ konden beschikken.
We hebben hierop de volgende acties ondernomen:
-__ het college heeft begin december 2020 gezorgd dat deze kerstvergoeding niet wordt
verrekend met lopende uitkeringen, vooruitlopend op bericht in de Staatscourant in
december 2020 met een uitbreiding van de reeds opgenomen vrijlating voor het recht op
algemene bijstand in de Regeling Participatiewet, IOAW en IOAZ voor deze
kerstvergoeding;
-__ het college laat de kerstvergoeding, vanaf het moment van ontvangst, 4 jaar lang buiten
beschouwing bij de berekening van het toegestane vermogen om in aanmerking te
komen voor kwijtschelding van gemeentelijke belastingen;
-_ het college heeft interne en externe organisaties voor budgetbeheer laten weten dat deze
tegemoetkoming volledig terecht moet komen bij de ouder, en niet bij eventuele
schuldeisers.
Hiermee beschouwt het college motie 1430 van de raadsleden Flentge, Boomsma, Roosma, van
Dantzig en Taimounti inzake de Begroting 2021 (vergoeding van 750 euro inzake toeslagenaffaire)
als afgehandeld.
Tot slot
Het college spant zich in om Amsterdamse ouders zo goed mogelijk te ondersteunen in de
hersteloperatie van de Rijksbelastingdienst/Toeslagen. We benaderen ouders actief en geven
daarnaast zichtbaarheid aan de mogelijkheden voor ondersteuning via de intermediairs in de stad.
Tegelijkertijd maken we ons zorgen over de knelpunten die er nog liggen voor ouders met
schulden. Onze ondersteuning aan deze groep wordt gehinderd doordat zij nog met veel
onduidelijkheid leven. Wij blijven erop aandringen dat het kabinet zorgt voor een totaaloplossing
voor deze groep op een zo kort mogelijke termijn. Na het onrecht dat hen is aangedaan, is het nu
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 2 maart 2021
Pagina 6 van 6
de hoogste tijd dat zij de draad weer op kunnen pakken met een schone lei en perspectief op de
toekomst.
Ik hoop v hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
Rutger Groot Wassink
Wethouder Sociale Zaken
Marjolein Moorman
Wethouder Onderwijs, Armoede en Inburgering
| Motie | 6 | discard |
en z 4 == — je E = hail zl gt
ke: EE mm nT Eet ee Gan amet rl e en Te en
À er in nn a! ere ein nn ee d rd etn d
amen NE AE ie
EE een
Vi Ei ze mnd nn e MA el
ee En Es bemin HER. a GA rl ie dae ln
pr: Et Es Pi Ld mr 5 ME en Shar" == tn Ee Ka
EE pd Ee :
= ke Per RE derkad nd Ii} ‚gn nn Mall rr tam. hi
u WE mnrif B en 2 ait me = ne À bee tt a en
ee ren HED en EE ren En ES
IEN dine „ved EEN En
Ad mt tn 5 RD in
en, hen 5 gede z à mm ne Rt í jd EJ al
Ee
deed Ee Ji miek aa & ns WS Ed, «Pe ve zer
Eee fr jar aint ETT ee en De Se \
ent md Es EE ek RE, pm
ge / 4 mmm ne hat kn, Bi RE Hie ie, en
Of Jt ® gaat groe 5 Er En Ne es
pm nd OE zj al U Men Mr Get
ener ni EN k pan a EN Ie en
sj 4 ze rine Eet i  ene
dT , Pp Ô (ls te pj - Ie wan Ten eN een EN
j PE B Pk Ee en ed Ni En Mme mms; RE: pr Nn
== PS ee Ed OE _ cn ne EN En ee de nn Ee
REE SS ne EE eeen dE ad
7 ES pl nk hem mn Nt en D,
Ô Zi Od > Ere EE
Eli de di = ae a IE en
AA ERE zie | ce tn A
A 5 RP oe dk di E zi = E | EE == 5 TN N 5 Ir ee! Bred
4 rs $ end ot ae Ere 2 ans pi: A en eee
RE Pa a EEE À
A eN kn
in DE EE, en, a red B en:
la B eeen eh Te
wan a En et Î e Kem
je DE te Tj Nee:
> Zen A apres ra Ne:
ERLE a. —— en ns mm 2 == En nen N
jn
ri n a ek 5 jl ij RN en hai be EEn E
65 ei
EE En EEEN a Er 5
Ak e t NO
A Ren ier" Ee € he
la Vias E 3 IN os ke
a Li É k „N hen!
& MN 4
he EELORR Om e
Principenota Bedrijvenstrook Amstel III (concept)
Ruimtelijke & programmatische opgaven voor een economisch gezonde en circulaire toekomst
15 november 2021
Ö Í re Ì zie CE
| in A ee Na EE
| is Ei
| B BN
pen er ps men Ae FE An
7 pn Be iel EN
5 Nn en al
Za Eren r a
Voorwoord
Marieke van Doorninck: Dirk de Jager:
Wethouder Ruimtelijke Ontwikkeling en Duurzaamheid: lid dagelijks bestuur stadsdeel Zuidoost o.a. portefeuilles Duur-
zaamheid en circulaire Economie en Ruimtelijke Ordening
In onze tijd zijn belangrijke dingen aan de hand. De toe naar een andere visie op werkgebieden in onze stad. Wat we zien is dat veel in beweging gaat komen, onder Zuidoost, waarbij de En
bestaande fossiele en op groei gebaseerde economie Die visie moeten we samen, met alle stakeholders, andere door de snel veranderende digitale economie. focus juist op kansen voor gee }
zal plaats maken voor een meer sociale, duurzame en maken. Door actief te handelen kunnen we dat in goede jongeren ligt. 1d Nd
circulaire economie. Deze nieuwe economie vraagt om banen leiden. Denk alleen al aan nieuwe vormen van Waar de bedrijvenstrook E
ruimte en die moeten we als stad creëren. Wat daarbij Onze stedelijke werkgebieden mogen wat mij betreft stadsdistributie. Niet meer ieder voor zich met een nu voornamelijk hangt j 9
belangrijk is om te realiseren is dat met de groei van de veel meer onderdeel zijn van de rest van de stad. Hier in vrachtwagen de stad in, maar hubs waar “the last mile” aan de bereikbaarheid „4 d
stad er sowieso meer ruimte nodig is voor bedrijvigheid; Zuidoost, een stadsdeel wat ontworpen is op basis van zo veel mogelijk met kleine elektrische voertuigen gaat via de snelwegen en N
juist voor die bedrijvigheid die de stad doet draaien. functiescheiding, kunnen we met de ontwikkelingen, of per vracht- of bakfiets. Zuidoost is daar bij uitstek “losgezongen is van de Pora
Zonder bedrijven lopen processen in de stad vast. Denk zoals beschreven in deze principenota, in ruimtelijk de plek voor, vanwege zijn fantastische infrastructuur. stad'”, kan dit gebied zich
aan toeleveranciers, opslag, overslag, diensten en data. -maar ook in sociaal opzicht- grote stappen zetten om de Vanuit eigenaren en ontwikkelaars merken we dat door ontwikkelen naar een veel intensiever, dynamischer
Nabijheid tot die stad is en blijft daarbij heel belangrijk. westkant van het spoor met de Bijlmer en Gaasperdam er nu interesse is voor deze opgave en zien we dat en
Mijn stelling is dat de leefbaarheid van onze mooie stad echt goed met elkaar te verbinden. sommige partijen de mogelijkheid hebben om schaal te duurzaam stuk stad, een trots en aantrekkelijk onderdeel
zelfs voor een groot deel afhankelijk is van bedrijven die maken. Dan maken we echt serieus werk om die nieuwe van Zuidoost gelegen aan onze mooie Amstelscheg.
vaak op de achtergrond Waarom nu? Dat is simpel: de timing is optimaal. Het economie vorm te geven.
verzorgen dat de stad bedrijventerrein loopt goed, dit is juist de tijd om over
kan draaien. Die ruimte een transitie te gaan nadenken Proactief, in plaats Ik zie echt hele grote kansen voor Zuidoost. Een krachtig
En ontstaat niet vanzelf maar van achteraf proberen problemen te verhelpen. Met stadsdeel wat de wind nu ook stevig mee heeft. Het
5 y kan wel gemaakt worden de bedrijvenstrook Amstel II kan Amsterdam zelfs het is belangrijk dat ook goed wordt omgegaan met de
door veel slimmer en voortouw nemen om nieuwe prototypes voor gestapelde belangen van ondernemers en huurders in het gebied.
# compacter om te gaan bedrijvigheid te ontwikkelen voor de duurzame economie Ik zie namelijk ook dat we met deze ontwikkelingen
met de ruimte dan we nu in de stad. Om dit proces op gang te brengen nemen we meer kansen kunnen bieden aan extra werkgelegenheid,
doen. Kortom. we moeten nu een princivebesluit. endragen we op die manier ook bij aan het Masterplan
| t woont, werkt en ligt a de A
Zuidoost M > an de Mstelsche
9
od
„Ie …
Bo DEE d | [zE one en G0
Cs E B r 5 LRT rd art) Pe ) sl e®el Ii En Jo
DOOL 09 POP GOSOODTOP ODIS 0 HOE" bOVDTH Eooboodnt Obec
oee DO e-000 0 PIED ODO GE SE DS
he B a ds
NN Nel
El 9 N$ =
ES Kp
HE ‚ B TGE
| Äz Er A LEEG
{ K
1 principenota bedrijvenstrook Amstel Ill | 15 november 2021 principenota bedrijvenstrook Amstel III | 15 november 2021 2
Inhoudsopgave
EF - . . . .
Gm ng 2 1. Inleiding, aanleiding en urgentie 5
NE pe BR ey Ee En. . .
Ege Sie ks Ken nn 2. Bestaande situatie 7
an: Pazz eeN en krk CE ee oe en
EE nr ater a ere ES mn 2.1 Globale beschrijving bestaande situatie 7
SR A ET Nm a nn el EEN peek 2.2 Huidig bestemmingsplan 7
EE asen en Bene — EME ene nt eN ra 2.3 Beleid 9
Ri Ee B ee
rr NN ee zE Tare
Ei) EN en a nn zee en 3. Ambitie en opgaven voor het plangebied 11
VIIE | B Bel 3.1 Ambitie 12
OO „ 3.2 Programmatische opgave 13
IE Rn Te ef | Ne 3.3 Ruimtelijke opgave 14
Le Ee S ee ee _& eN kP NER ie za 3.4 Duurzaamheidsopgave 22
{ En zet Emms | ee en 4 A ; N . .
enn RN geen SN n AN : 3.5 Toekomstperspectief per deelgebied 23
ke mei ee Ei KN TE en Tm ff NN
A en Ae Î
EE ROR EE
ET ; er , en « . .
ZF ke 1 is En À 8 de hb. _Ontwikkelstrategie en proces 25
El Ee NE „1 Ontwikkelstrategie 2
nn EE - BE en A A \ 4 ‚ 9 5
Re Ed ee” 8 - . ’ 4.2 Risicoverkenning 25
Pe Mi Bd AR, 2
4 A EN 4.3 Proces 26
Û Pr en mend AND EN
as DP hehehe t tl Liebe eo” kf ’
_ a ee GN Kk, 5. _ Planningen financiën 27
0 e .
Sh en ee : ® \ 5.1 Planning 27
ES ne Nn Dn eek. : KS ì 5.2 Financiën 27
nn en 4 °
wd en kde se 6. Onderzoeksvragen voor vervolgfase 28
SEEN de KE Nd : %
ns  JE BE Re Ae
tE 17 a = 5 zi = sn .
en pe en :
Colofon
Principenota Bedrijvenstrook Amstel III (concept)
15 november 2021
© Gemeente Amsterdam
X% Gemeente
% Amsterdam
3 principenota bedrijvenstrook Amstel Ill | 15 november 2021 principenota bedrijvenstrook Amstel III | 15 november 2021 4
1. Inleiding, aanleiding en urgentie
De bedrijvenstrook Amstel III biedt ruimte aan veel stads- * _De omgeving verandert. De bedrijvenstrook Amstel Sr  S “e
verzorgende bedrijven en is het enige grootschalige II ligt naast Bullewijk en het Paasheuvelweggebied | Ten, | à
bedrijventerrein aan de Zuidoostkant van de stad. Deze welke gaan transformeren van een kantoorgebied En EN RN KA %
principenota brengt de opgave, kansen, belemmerin- naar een gemengde stadswijk. Hierdoor komt aan J ll ij NEN GAN A N
genen risico's voor dit gebied in kaart. Het doel van een de oostzijde een gemengd hoogstedelijk woon- en 2 MENSN NN Es 4 JN )
principenota en het bijbehorende principebesluit is om werkgebied met kantoren en 10.000 - 15.000 wonin- AE Amstelkwartier alten 5
alles afwegende te beoordelen of het wenselijk is voor de gen, en komt de bedrijvenstrook steeds meer in een : iz PN ie mk HE
gemeente Amsterdam om een project te starten. stedelijke context te liggen. / Mi | L # El X N
e _De markt ontwikkelt zich. Eris duidelijk een schaal- | md mn | Ze :
In een principenota worden de mogelijkheden, vergroting zichtbaar met regionale distributiebe- \ en | U
wenselijkheid en de richting van een ruimtelijke ontwik- drijven / bedrijfshallen van meer dan 10.000 m2. Aan == —
keling in een gebied beschreven. Dit in het besef dat de de ander kant is er een menging van bedrijfsterrein- vdm el C $
grond hier in erfpacht is vitgegeven en dat transforma- en zichtbaar waar de productie juist kleiner wordt ETE 1
tie altijd in samenspraak en co-creatie zal gaan met erf- en vakmanschap is gewenst, in nabijheid van de As TE Positie in Amsterdam
pachters en op het terrein gevestigde bedrijven. De tijd- woonomgeving. Bedrijvenstrook Amstel Ill zal steeds BN s El worp |
shorizon hierbij is globaal tot 2050. De opgave wordt in meer een positie krijgen in de tussenschaal, waar El | | ij B lsstksks TT \ } i
kaart gebracht en voor de vervolgfase worden voorstellen kleine en middelgrote bedrijven de stedelijke em 2 A neh Dn, ,
gedaan. Voor dit principebesluit is gekozen om een in een conglomeratie Amsterdam kunnen bedienen. Ln EN GE S/0g „0
compact stuk op hoofdlijnen aan die opdracht te voldoen. * _Erligteengrote duurzaamheidsopgave voor de stad | Heren ZN he ki
en dus ook voor bedrijven. De landelijke duurzaam- ett e 7 vo Arbo DS
In de volgende fase zal een project- en investerings- heidsopgave is dat in 2050 voor energie, warmte en \ ea Nieuwe Kern — fe ; S
besluit worden voorbereid waarin ook de economische koeling alleen gebruik wordt gemaakt van duurzame ee, tide d î ks 4
haalbaarheid nader is onderzocht. Dit wordt dan voorge- bronnen, dat (vracht)auto's geen vieze lucht uitsto- F5 ze aj d | Ë t | 4)
legd aan de gemeenteraad samen met een exploitatiebe- ten, dat er eigenlijk geen afval meer bestaat en dat k kl | ‚ | gn. l 7
groting. grondstoffen steeds opnieuw worden gebruikt. De me =y | | IE EN 45
bedrijventerreinen spelen een belangrijke rol in de IE Í kr ; £ Van
Er zijn een aantal aanleidingen om op dit moment in de energietransitie. Het energieverbruik op de Beven Ei Fx 7 | net k
tijd na te denken over de toekomst van de bedrijven- bedrijventerreinen is groot dus hier kan veel winst be- Ametellit sj Arenapoort 5 = ae $
strook Amstel III: haald worden. Tegelijkertijd zijn het ook de bedrijven dt Eart Ee (es e id k f EN 4.
die zich vaak op een bedrijventerrein vestigen, zoals ri ek de Nn Positie in Amsterdam zuidoost
* Amsterdam groeit. Eris een grote behoefte aan de installatiebedrijven en aannemers, die nodig zijn Ë nn |
woningen, kantoren en bedrijfsruimte. Dit stuwt de om de transitie in de stad verder vorm te geven. Denk AE | | 1
vastgoedprijzen omhoog en veel bedrijvigheid verp- aan het isoleren van gebouwen, het installeren van FH | Ii K
laatst zich daardoor steeds meer naar de randen van warmtepompen, etc. Ook zal het bedrijventerrein 108 hectare ISH | ME Im
de stad en de regio. De productiebanen en laagdrem- stappen moeten zetten op het gebied van klimaatad- Amstel Il
pelige ontplooiings-mogelijkheden liggen daardoor aptatie en natuurinclusiviteit. k | | _
steeds vaker buiten de stad. Voor een stukadoor of * _Enerisinteresse vanuit de markt. Ten minste één Sm ze =
reparatie van je auto moet je vaker in de regio zijn. partij met aanzienlijk belang in het gebied heeft je Ln Ne
Amsterdam stevent af op een tekort van minimaal aangegeven te willen investeren in het gebied, om zo Kantorenstrook | ce}
150 ha. bedrijfsruimte in 2040. Er moet met de groei bij te dragen aan een gebied waar meer bedrijvigheid Amstel III Í| iN Tr Land |
juist in de stad ook meer betaalbare ruimte geboden kan plaatsvinden op een duurzame manier. Transformatiegebied! > mm |
worden voor ondernemerschap en werkgelegenheid. pn a \ —… _ Gaasperdam
Eén van de manieren om meer bedrijfsruimte te real-
iseren is het (veel) intensiever gebruiken van |
bedrijventerreinen.
Het gebied rond de bedrijvenstrook is volop in ontwikkeling Positie in Amstel III
5 principenota bedrijvenstrook Amstel Ill | 15 november 2021 principenota bedrijvenstrook Amstel III | 15 november 2021 6
2. Bestaande situatie
2.1 Globale beschrijving bestaande situatie AN
De bedrijvenstrook Amstel Ill is een 108 ha groot was niet van belang. Zo grenzen op verschillende plek- AN
bedrijventerrein dat is ontwikkeld vanaf de jaren 60/70. ken achterkanten van loodsen aan de openbare ruimte. DE NIEUWE KERN ARENAPOORT Nr BIJLMER/ARENA
Het gebied wordt aan de noordkant begrenst door de Verder zijn veel grote parkeerterreinen in de openlucht ce
Burgemeester Stramanweg, aan de westkant door de A2 omheind door hekwerken. De openbare ruimte zelf is FE at ut be
én de Amstelscheg, aan de Zuidkant door de Meiberg- functioneel en eenvoudig van opzet. Het gebied is sterk gn ke k AN
dreef en aan de oostkant door de Holterbergweg. georiënteerd op autobereikbaarheid: rijwegen zijn royaal, Sr s AN
maar vaak ontbreken trottoirs of fietspaden. MS E: AN
Het terrein is volledig vitgegeven in erfpacht. Het ge- 7 ' NN
bied is gericht op optimale (vracht-) autobereikbaarheid. 2.2 Huidig bestemmingsplan 8 5 A BULLEWIJK
De bedrijvenstrook Amstel III staat er goed voor: schoon, In het bestemmingsplan dat onherroepelijk is geworden & à BULLEWIJK XN
heel, veilig en weinig leegstand. In 2019 is gestart met het in 2015 is extra ruimte gereserveerd voor bedrijvigheid. Se s AN
vergroenen van de openbare ruimte en er zijn parkeervak- Hierbij is onderbouwd wat intensivering van de huidige e k NX
ken gemaakt. Er is momenteel circa 370.000 m? bvo aan bebouwing betekent ten opzichte van de omgeving. Uit 5 5, \
bedrijfsruimte. De bedrijvenstrook heeft voorname- de onderzoeken blijkt dat verdichting niet per se leidt tot tn „6 Nh
lijk een stadsverzorgend karakter met veel groothandels, een toename van verkeer ten opzichte van de autonome X Re X
autobranche, logistiek, datacentra, perifere detailhandel situatie. Het ziet er naar uit dat een mogelijke verdicht- 4 1e N
en een aantal maakbedrijven, zoals meubelmakers, mo- ing geen onoplosbare effecten heeft op milieu aspecten " 0 N
deateliers of drukkerijen. Er is weinig zware industrie. De zoals lucht en geluid. Dat moet in de volgende fase verder nn 4 N
verhouding tussen bedrijfsruimte en andere economische onderzocht worden. NN 5 XN
en maatschappelijke functies is 70%/30%. In het gebied onsen, E PAASHEUVEL- \ STA
werken ruim 9.600 mensen. Het vigerende bestemmingsplan richt zich uitsluitend op de 8 WEGGEBIED \
het mogelijk maken van bedrijfsfuncties en voorziet dus ANSTEESGHES ® 7 EN Ne
In Amstel Il zijn de afgelopen jaren veel datacenters geen verdergaande verdichting met ook andere functies À Ee k
neergestreken. Amstel IIlis, net als Science Park, een dan bedrijven rond de Arenapoort (zie hoofdstuk 3). Bij / E À
hyperconnectiviteitscluster. Deze hyperconnectiviteit een afwijking van het vigerende bestemmingsplan zal dus ke +
ondersteunt Amsterdam om aantrekkelijk te blijven voor ook opnieuw bekeken moeten worden wat o.a. de gevol- 4 Ee AUMC
techbedrijven, een belangrijke groeisector. Het blijkt ook gen voor de mobiliteit zijn in het gebied. % 2 ses
een aantrekkelijke vestigingsplaats voor de medische GS
bedrijven en laboratoria, een andere groeisector.
De bedrijvenstrook heeft een eenvoudige functionele uit- Al
straling. Bij de aanleg en bebouwing lag de focus op be-
reikbaarheid en betaalbaarheid. De ruimtelijke kwaliteit Plangrens Bedrijvenstrook Amstel III
Bedrijvenstrook Amstel III ee EN >
Erenemoppemake 0 zo8Ha. Bedrijvenstrategie 2020 ” - r et he , Ee Be a E ES di #4
Totaal BVO 543-098 m2 BAG 01-01-2021 B an 5 ä 3 Se B : had eo EL ä Í
Leegstand 4% 2017 Mae Il El Ne ke Ge È eek vi Ed nn mu en IE u u
ih se nen hi he =n
Werkgelegenheid 2013 - 2021 1.580 Arra 2021 En EE NN " 5 pe —rû «
EE we
EAS Een
Typisch beeld van bebouwing en terreinen
7 principenota bedrijvenstrook Amstel Ill | 15 november 2021 principenota bedrijvenstrook Amstel III | 15 november 2021 8
2.3 Beleid
Amsterdam kent veel beleid op allerlei onderwerpen. Hi- torenstrategie” (2017) en het “Kantorenplan” (2019-2024) Zuidoost waar het fijn is om te wonen en werken. Het mogelijkheden voor werk te vergroten voor inwoners uit
eronder gaan we in op een aantal voor de bedrijvenstrook voor om nieuwe kantoren voornamelijk te ontwikkelen op masterplan richt zich specifiek op jongeren om hun Zuidoost, betaalbare bedrijfsruimte te realiseren voor
relevante beleidsopgaven: locaties die goed bereikbaar zijn met het OV- en/of in een perspectief duurzaam te verbeteren. Ook duurzame ondernemers uit de wijk, ruimte te bieden aan gewenste
gebied waar ook gewoond wordt. verbetering van de veiligheid en de leefbaarheid zijn voorzieningen en het gebied aantrekkelijker in te richten.
Omgevingsvisie belangrijke ambities. De ontwikkeling van de bedrijven- De bedrijvenstrook zorgt nu al voor veel werkgelegenheid
De “Omgevingsvisie 2050, een menselijke metropool” Amsterdam Duurzaam Digitaal strook kan aan deze ambities bijdragen door o.a. de voor inwoners uit Zuidoost.
gaat vit van groei van de Amsterdam aan de hand van vijf Het recent vastgestelde datacenterbeleid
strategische keuzes: meerkernige ontwikkeling, groeien “Amsterdam Duurzaam Digitaal (2020)” laat geen nieuwe _ _ _ ee _ _ —
ki] En — ME FF Ri P 8 4 IS Rn he ON 2 he Ed 3 ke : er
binnen grenzen, duurzaam en gezond bewegen, datacenters meer toe in Amstel Ill. Onder voorwaarden B hel Se pe Teef ek if ken Ee: Nies
A Tennnnnn boen iin a u oi pe Si, 7
rigoureus vergroenen en samen stadmaken. zijn eventuele uitbreidingen of verplaatsingen wel / Á En lek Kn i bn An A NN 4 En En. /
In de Omgevingsvisie is een belangrijke opgave om mogelijk. Ket" 3 NU REE Pe ps ne eN ed |
‚ Aen A OO am OS Ee,
voldoende productieve bedrijvigheid te behouden en re- E Eb ES we he E # Í ) Kan Ao A
5 ea en PE ed B ee nl Na
aliseren. De stad kiest ervoor te bouwen binnen de stads- Agenda Autoluw Fran # tk En  Ean En nT ) Ld
- . …. . . U en Hens En ne Er er er + dn % ns d
grenzen en dit betekent verdichten van bedrijventerrein- De agenda “Autoluw” (2020) laat zien dat de stad te 1, PSS ee an /, Ne (d ; ee zn he dek
en en combineren met andere (economische) functies. De maken krijgt met grotere mobiliteitsstromen voor zowel en KL IE \ han al d Cr Pen Ei L
Î Bn ë e ES h E Ee N | } ek
Omgevingsvisie geeft aan dat bedrijvenstrook Amstel III goederen als personen. Tegelijkertijd vraagt de stedelijke Î | Me Me N nn | A | El
OO " Ô ä E ket en Te dar ER zap 7
kansen biedt voor grootschalige intensivering met gesta- maat van Amsterdam om kleinere, lichtere en efficiënte Î F DNC 2 el La Bee ae er |
” ” . . . | ik ú Kk. he 5 re ne WE FA WEE AN % |
pelde bedrijfsgebouwen, om zo meer bedrijven een plek voertuigen. De komende jaren vraagt dit om meer ON han 5 ed ge ne ne dS En dz
ete a ta ie « À Î bs
te bieden. Om de intensivering te stimuleren kan als ge- logische schakelpunten voor overstap en overslag, zoge- he en MRE B + ee Ee A i Edd
_ En - = Ne ge NW A A / El
bied specifieke oplossing een klein deel van het terrein naamde hubs. De bedrijvenstrook is in beeld als kansrijke 1 es | Wei KC Á EN E / |
(grenzend aan en aanvullend op Arenapoort) op termijn locatie voor de overslag van goederen, een logistieke hub. LN De) dn er & ol ns ee ER 2 8 B, Po @ | Ln
| Pae O4 N Ae En
doorontwikkelen naar een gemengd stedelijk gebied. Hier Pa’ Vee N Ae | oe) Be se er A d
wordt de ontwikkeling van kennisintensieve bedrijvig- Energievoorziening NT er me en nn En Er a ke rs kn fe, A
ijk, mits di nT EO MN ZA CPR de K Bt
heid en eventueel wonen mogelijk, mits dit geen nega- Amsterdam kent daarnaast een aantal grote opgaven die Nd kh KA EN 3 Ae en ek ea rs NN an Le
hi B « ' N E k Kk er E Ne en s 5 EN “rang bj 4 =
tief effect heeft op de logistieke en productieve functies afhankelijk zijn van een goed functionerende en toekom- Ki ke Ë SENS Rs Ee NS en dn kl h \ Í }
in de andere delen van de bedrijvenstrook. Het toevoe- stbestendige elektriciteitsvoorziening en juist die sta- FE £ ed N he en, ë rr IC Cel A 1
Al ; Ae \ N Ee. z he A
gen van wonen kan niet plaatsvinden zonder dat er eerst biele elektriciteitsvoorziening staat door de snelle groei er. Ed - a | \\ zen AL eh :: & EN en Er B pIE
EN Oe _ - - Et zi ki TN EO deel ne km
een verdichting met bedrijfsruimte op het bedrijventer- van Amsterdam en de toename van het energieverbruik Wi ee A ee WT Kaf ke del Pi Ì
rein plaatsvindt, waarbij er per saldo meer bedrijfsruimte onder druk. Het realiseren van voldoende onderstations a ES % ee Bd \ Re, ml t f
ö 5 A pn 8 0 Í ik ai Le, n ë ir
komt. Het nabijgelegen ArenAPoort zal uitgroeien tot een is hierin van belang. De themastudie “Elektriciteit” (2021) ee en mn en A eN Em gr "| #
grootstedelijk stadscentra met bijbehorende aantrek- laat zien dat Amsterdam 10 tot 20 nieuwe locaties voor IE f he ed ke B aegdhenee” |
| | ‘ Û | EE eN enen ;
kingskracht. onderstations nodig heeft en 10 tot 20 bestaande onder- 4 N | Pe Biene Je . Í |
stations moet uitbreiden. Ook in Zuidoost zijn nieuwe 8 L NN er Ne a EN Ì |
Stedelijk bedrijven- en kantorenbeleid onderstations nodig. hr Ek , KE L
Met de bedrijvenstrategie “Amsterdam Duurzaam Pro li NE ï EN
ductief” (2020) was de lijn van verdichting op bestaande Duurzaamheid Ee A 7 B in OS 4 Ï
í Kn TN Í ii
bedrijventerreinen al ingezet. Met de verwachte behoe- Naast bovenstaand beleid zet Amsterdam stevig in op du- | i | = \ | h
fte aan bedrijfsruimte en de transformatieopgave van de urzaamheid. Hierin wordt gestuurd op duurzame energie, b Se En |
bedrijventerreinen veelal binnen de ring loopt het tekort de circulaire economie, vergroening en biodiversiteit en Omgevingsvisie Amsterdam 2050 (uitsnede Amsterdam zuidoost)
aan bedrijfsruimte op naar minimaal 150 hectare in 2040. klimaatadaptatie.
In de Bedrijvenstrategie 2020-2030 (2020) is één van de
actielijnen dan ook om voldoende bedrijfsruimte te Sociaal beleid
blijven realiseren het stevig intensiveren van o.a. de In 2021 is gestart met het “Masterplan Zuidoost” met als
bedrijvenstrook Amstel II. Amsterdam kiest er in de “Kan- doel een veilig, dynamisch, divers, sterk en zelfbewust
g principenota bedrijvenstrook Amstel Ill | 15 november 2021 principenota bedrijvenstrook Amstel Ill | 15 november 2021 10
3. Ambitie en opgaven voor het plangebied
“
E o 3.1 Ambitie
EE : Voor het goed functioneren van de verdichtende stad is
E: 1 5 8 de bedrijvenstrook in Zuidoost blijvend van essentieel be-
he 5 5 u lang. Het bedrijventerrein is niet alleen relevant voor de
ns E / we eN werkgelegenheid die het biedt, maar het vormt (samen
Nd B, © LN met Westpoort) ook het “kloppend hart” van de stad.
0 STATION STRANDVLIET
A @ Amsterdam groeit hard en zal dat naar verwachting ook
a blijven doen. Gegeven de tekorten aan ruimte voor
E bedrijven in de MRA, neemt de noodzaak voor stadsver-
eN zorgende bedrijven en stadslogistiek ín de stad alleen
ee maar toe. Amsterdam kiest er daarom voor om samen
B IN STATION BIJLMER/ARENA met de ondernemers, het gebied gaande weg te verdi-
Ne et À @O chten, te moderniseren en te verduurzamen. Door slim
ke A No te schuiven en te verdichten kan er bovendien ook ruimte
en ee ad \ De gemaakt worden om een belangrijke bijdrage te leveren
Ke / PS Û IN ee aan de versterking van Arenapoort; dit terwijl er per saldo
bg F N N ‚ meer bedrijfsruimte bijkomt dan dat er nu is.
br vS Ss Pi 0 5 SNN De ambitie is een voorbeeldontwikkeling te zijn, om een
5, } AN | N A e- a} nieuwe normaal te stellen door verregaand te gaan sta-
B, / A ® WEE pelen. Deze intensieve “werklocatie van de toekomst”
ú Di a 5 e N doet zich niet onder voor andere (populaire) delen van
B SAS AN zee eo ps de stad, is dynamisch (24/7), draagt bij aan de circulaire
B en p “ N Wee Á B ed economie en biedt ruimtelijke kwaliteit in de openbare
er \ ‘ À Pal KA $ ns Le ruimte en gebouwen. De bedrijvenstrook is in 2050 een
ej eva N AN “ Ve $ Cg echt stuk Zuidoost, waar je graag komt en waar onderne-
B „ie! Pes SEN ve ' mers duurzaam aan de slag zijn en waar er bovendien
Legenda 4 PE > ee RS ® KN ie, blijvend oog is voor het bieden van kansen voor Zuidoost-
s „) an es it, ATION,HOLENDRECHT ers.
L_ | __Bedrijvenstrook ed te 24 A or 0
[EE] _ Woon/werkgebied Arenapoort eet B Á N N eN °
vensee | aanstructuren 7 ee 4 Nee Ke \
mn Versterking straatwanden F | _ GÒ Ld 4
meeer __ Hoofdstraten /stadslanen Ee ' ANN ENGS \
5 Interne route logistiek en vrachtverkeer We k. ja _ WE \ te
<> Plusnet fiets ee \ À se en k 4 \
<--> Mogelijke fietsverbindingen A sl ® \
(SE) Bestaande verbinding x je EN
CE) Toekomstige verbinding N à
) Te onderzoeken verbinding \ Ee
eee Recreatieve route DA EN en
ke Bijzondere entreegebieden os menen zer |
mogelijke vermindering barierrewerking A2 pe
(omgevingsvisie 2050) — N
11 principenota bedrijvenstrook Amstel Ill | 15 november 2021 principenota bedrijvenstrook Amstel III | 15 november 2021 12
3.2 Programmatische opgave 3.3 Ruimtelijke opgave
Amstel Ill biedt ruimte aan bedrijvigheid en PDV die goed gebruiken. Een deel van de economie verschu- Als we naar de toekomst van de bedrijvenstrook kijken zij deel van vit maakt. De aansluiting naar het centrum via
(nog) niet samen gaan met wonen en geeft ruimte aan ift steeds meer naar online. Dat brengt nieuwe uitdag- zien we door de oogharen een verregaand verdicht en de Holterbergweg is ook sterk verbeterd. Deze volgende
experiment en is flexibel. Er is nog veel onzeker hoe ingen mee als het gaat om distributie over de stad. Er veel bruisender gebied waar er overdag en s'avonds veel opgaven worden gesteld om bij die toekomst te komen.
de “Economie van morgen” zich gaat ontwikkelen. wordt daarom ook onderzocht welke mogelijkheden activiteit is. Het gebied is beter verbonden, groener en is
Daarom is het belangrijk, als stad, om voor verschil- er zijn voor een of meerdere logistieke hubs in de veel meer onderdeel van de stad en het landschap waar
lende vestigingsmilieus te zorgen waar verschillen- bedrijvenstrook. Op die manier zouden goederen cen-
de type bedrijvigheid goed in gedijen. De programma- traal verzameld kunnen worden en vervolgens op een
tische ambitie voor 2050 is om in het gebied minimaal schone manier uitgeleverd kunnen worden (last mile-
1,5 keer zoveel m2 bedrijfsruimte te hebben als er nu oplossingen)
aanwezig is. Door ook een aantal aanvullende functies man
zoals kantoren en andere economische en maatschap- Juist in Amsterdam Zuidoost waar er behoefte is aan S NN
pelijke functies aan het gebied toe te voegen, wordt banen voor praktisch opgeleide mensen zijn veel NN
het gebied een echt onderdeel van de stad. De huid- bedrijven in de bedrijvenstrook Amstel III nu al St
ige verhouding van 70% bedrijvigheid en 30% aan an- belangrijke werkgevers. Uitgangspunt voor deze 4 \ EN
dere economische/maatschappelijke functies mag bij ontwikkeling is dan ook dat de zittende ondernemers 1} ve
deze verdichtingsopgave verschuiven, maar de bedri- in het gebied kunnen blijven. Maar de strook kan hier ij / att A\\
jvenfunctie blijft voor grote delen van het gebied dom- nog meer waarde toevoegen. Er ligt een opgave om on k AN
inant. Uitzondering hierbij is het gebied aangrenzend de bedrijfsruimte betaalbaar te houden en om ruimte 1) On à N N
aan ArenApoort. De aanvullende functies moeten een te bieden aan de lokale economie van Zuidoost (1Zui- Kk Hf Pl \N
meerwaarde bieden aan de bedrijfsactiviteiten en/of doost). De verwachting is dat er minimaal een verdub- Bi Ie Ô kh
het bedrijventerrein. Bij slopen van bestaande bedri- beling van het aantal arbeidsplaatsen gaat plaatsvin- Tm l \
jfsruimte en het realiseren van het aanvullende pro- den (van 9.600 naar 20.000 arbeidsplaatsen). nl / K ed À
gramma moet ook telkens minimaal 150% aan bedri- 4 a \ NN
jfsprogramma worden teruggebracht of ontwikkeld. In de verdichtende stad zien we dat de claim op de , $ \
Voor het deelgebied grenzend aan ArenaPoort (deel- ruimte steeds groter wordt. Tegelijkertijd moet de stad W/ N
gebied A op de kaart) geldt een andere programmer- ook ruimte blijven bieden voor allerlei zaken die ook di al AN
ing. Hier wordt de ontwikkeling van kennisintensieve meekomen met die groei. De bedrijvenstrook is een : / 5 DP N
bedrijvigheid en eventueel wonen mogelijk, mits dit logische plek om te onderzoeken of grote // In h. \N
geen negatief ruimtevragers, zoals bijvoorbeeld een onderstation, / Pee \
effect heeft op de logistieke en productieve functies in te passen zijn in ontwikkelingen in het gebied. In de Î ) lee \
in de andere delen van de bedrijvenstrook. Het bieden traditie van Zuidoost kunnen hier bijzondere objecten É/ „ \
van ruimte voor Artificial Intelligence, gezien de van worden gemaakt. hk / Xt
ligging aan de AMS-IX, lijkt hier kansrijk. Het Jy We A
toevoegen van wonen kan niet plaatsvinden zonder Ook ruimte voor de ondergrond is belangrijk. Er ligt Ee \\
dat er eerst een verdichting met bedrijfsruimte op het een kans in het versterken van de uitstekende da- NN
bedrijventerrein plaatsvindt, waarbij er per saldo meer ta-infrastructuur en het verder uitbreiden van het \
bedrijfsruimte komt. warmtenetwerk. Om dit samen op te pakken met an- N \
dere opgaves in het gebied, zoals waterberging, kan AN
In de groeiende stad, is het steeds belangrijker om aangesloten worden op de integrale ontwerpmethode AN
met name te zorgen voor ruimte voor bedrijven die Openbare Ruimte die door de gemeente is ontwik- NN
stadsverzorgend zijn en waarvoor het belangrijk is om keld. De deelgebieden verschillen onderling sterk. 45
dicht bij hun klanten in de stad zitten. Denk daarbij Paragraaf 3.5 schetst per deelgebied een toekomst-
aan loodgieters en monteurs. Ook bedrijven die perspectief vanaf een indicatief programma per deel- Amstelscheg rolt vit en bindt zich beter met de stad
kunnen helpen bij de energietransitie kan de stad gebied.
{LS ÍJ_ verdichting Holterbergweg Uitrol Amstelscheg Invloed Arenapoort & Alll
13 principenota bedrijvenstrook Amstel Ill | 15 november 2021 principenota bedrijvenstrook Amstel III | 15 november 2021 14
Bereikbaarheid versterken en complementeren Betere verbindingen met de omgeving
In deze principenota blijft de bereikbaarheid over de weg Aanvullend is het verbeteren van de bereikbaarheid per In ruimtelijk opzicht is de bedrijvenstrook nu een naar oostkant vormt de bedrijvenstrook bovendien een bar-
nog altijd een belangrijke prioriteit. Er worden bovendien bus een belangrijk vitgangspunt. Hierin wordt gezocht binnen gericht gebied en uitsluitend gericht op de om- rière naar de Amstelscheg. Door het verplaatsen van de
kansen gezien om de Lemelerbergweg en Snijdersberg- naar de mogelijkheid om de bestaande buslijnen over de liggende snelwegen. Dat het gebied aan een van de moo- bestaande busroutes naar de Holterbergweg ontstaat er
weg te verbinden en tegelijk vrachtverkeer van de Holter- Holterbergweg te laten lopen. Dit is in lijn met de ambitie iste landschappen van de Metropoolregio ligt of hoort bij ook een evenwichtige spreiding van het OV.
bergweg af te halen. Dit zal in een vervolgfase nader om van de Hondsrugweg een parkstrook te maken. het bruisende Amsterdam Zuidoost wordt niet ervaren.
onderzocht moeten worden. Voor de toekomstige gemengde woon/werkwijk aan de
AS AN Ee Nea KE
me KN Ne it "
SN 5 SN NS
[EZ __« AMSTERDAM AN Ô ne \
C\\\, * ZAANSTAD 5, k AN Sn \
S NEN BIJLMER CENTRAAL / E Ne ne \
NN . ï ih -
an e Wen | LOO) sharión surMerRARENA |
* METRO | ia ni Í js |
De Nt |
ne al 5 OON en. O E /
IJ Ne ! 5 2 AN A \ …\ ie Pe A ee /
PON N ES eN Ee An GE /
== B / N NAK 5 ’ e ENA “
( Á D AA zá Le Ng \ en iN AAS e /
N C EN < Rn ee ZN Dy
SPA \ Nh \ EEn Ne N ee
2E \\ k \ SN en \ je
ef \ A Peron BULLEWIJK \ \5 EN, B \ en BULLEWIJK
bie N NX Ee 5 AN Ae \ Seen NS a \ ï
\ A AN B v \ \ 5 s — Nr B Fr NN |
N \ ih Dl \ \A \ Nn N Ni /
\ N «ALMERE VA N B A
N \ NN B - GRONINGEN ke NA. ‘ 1 Ne
ENDE NET » HENGELO \ \N 5 EE
Ay we A9 AA \ nn Ne Son
A \ es \ NA Nr 2 ES
\ EN \ NA À À ZN x
\ Ns en if Ak EN Ee | : dl Ni Se
\ ee AN \ NN AN EN \
\\ IS n Sk \ \ AN 5 / RN ‘
\ Ns Se Ee zi NN Se he NN 2, / eN \ \
\ \N eN \ | AN SN \ 8, / Á Neede \ \
NE n 5 Ee te k N eN A Es Ë %, / 8 B hire En N A Mi be \
ZAAN EET 5 N NS AP ZA
( IN eN En | zi \ % 5 de (MID) STATION HOLENDRECHT
\ IN lf \ STATION HOLENDRECHT 1 9 hi \ et 5 Ok el |
\ IA \ N Í pj Tr “e TREIN il À DS \ : CK AN St /
NN 8 aus NN \ N22
BN \ * METRO \ NO “ Ne /
DAN \ AK \ kN BE /
NIA N \ ke os 7 bn
KOPPELING LEMELERBERGWEG 7 NA ed 4 He
SNIJDERSBERGWEG AN effe NN % 5 \
\ Ke N An AN
IN \ AN Ô S AN
| JONS \ N
en nn NZ\ A EN Ô \
| EE : Ne TS AN \
« AMSTELVEEN Dn \N h\ \ \
* SCHIPHOL Ee \Ne#) | NN A
* HAARLEM NN i J \_N __N
\ A Hi AN NN
Kaart Automobiliteit OV-netwerk
(em) Doorsteek Lemelerbergweg el bergweg 24 Aansluiting rijkswegen nn Buslijnen © Toekomstige bushalte LA Bereikcirkel bus & metro (300 m.)
II Te onderzoeken verbinding Holter- | Hoofdontsluitingsweg DD Interne route vrachtverkeer mm» Verlegging buslijn Holterbergweg © Bestaande bushalte “TET Bereikcirkel trein (6oo m.)
15 principenota bedrijvenstrook Amstel Ill | 15 november 2021 principenota bedrijvenstrook Amstel III | 15 november 2021 16
Ee El es one ee,
5 za Sk ge Ne
d Ee ; 2 en,
& %, oo
e „Le A er
ps ech
he ie Er 5 Ee
F Be Ds \\À gE Es
os Pd we Ee
„en Zed ein Ns _e t
Dof Od hi rt
A A ed …
k er Nh
OUDERKERKERPLAS s
A A
N N
Fietsnetwerk Amstel IIl met kansen voor nieuwe verbindingen Bestaand grid van Amstel IIl (2020)
mm) Bestaande overbrugging/tunnel em) Toekomstige overbrugging/tunnel Ge) Mogelijke overbrugging{tunnel een Laanstructuren LT] Buurten en Belangrijke buurt- wijkrand
<> Plusnet fiets «>» Toekomstige fietsverbindingen <d---)p Mogelijke fietsverbindingen
Fietsbereikbaarheid Beter aansluiten op het stedelijk grid
Amsterdam wil echter ook een stad zijn waar de fiets, In het gebied liggen er diverse kansen om fiets- en voet- Waar elders in de stad wegen en straten juist overgan- stadsstraat, die goed oversteekbaar is, waar ruimte is
lopen en OV voor de hand liggende keuzes zijn. gangersverbindingen toe te voegen. Ook kunnen er gen vormen tussen bijvoorbeeld buurten, vormen de om- voor langzaam verkeer en aantrekkelijke voorkanten van
Hoewel bedrijventerreinen als deze het nu nog moeten recreatieve routes worden toegevoegd richting de Am- liggende wegen rond het bedrijventerrein nu op ver- gebouwen zijn. Zo wordt de bedrijvenstrook al veel meer
hebben van goede autobereikbaarheid, wordt de bereik- stelscheg waardoor het landschap ook voor de bewoners schillende punten fysieke en mentale barrières. De een samenhangend gebied met de stedelijke omgeving.
baarheid per fiets, lopend of per bus ook steeds van zuidoost steeds dichterbij komt liggen. Holterbergweg is daarbij door de intensieve verkeers- De Hoogoorddreef, de Karspeldreef en Meibergdreef vor-
belangrijker. Er zullen steeds meer werknemers en be- functie op dit moment zo’n barrière. De weg is moeilijk men op de schaal van Zuidoost in de oostwestrichting de
zoekers zijn die een bestemming in het gebied hebben, oversteekbaar en heeft nu geen voorkanten van gebou- belangrijkste koppelingen. Dit zijn nu nog vooral auto-
die niet beschikken over een auto of per OV willen reizen. wen naar de weg gericht. De ambitie is om de Holter- verbindingen maar in de toekomst zullen deze met de te
Zeker wanneer het aandeel stedelijke functies zal toene- berweg op termijn om te vormen tot een verbindende verwachten groei van Zuidoost steeds meer transforme-
men.
17 principenota bedrijvenstrook Amstel Ill | 15 november 2021 principenota bedrijvenstrook Amstel III | 15 november 2021 18
\\
“NE
ee Ke
ZN St Á
CC 8 Pp -
A e - Jes il H kr im iN | Ì |
5 el Eid ei NA
A Se ne, Ra WINN
. A NN „7 sE en = NS Dn | =d bas; el wet N
N \ PA en En ie LE eG
\ ss iN EEK „ - aak EE nr Te ha 4 mn, er Mi ai
EN \ Zn if 5 Ek 5
A k 4 „Ì 7 ge B kh B
s ’ De ian ee en in
DA \\N DS PN, e En
af \ z 5 5 es Dn En
gp \ ke Huidige situatie langs de Holterbergweg
A, he ( kh FE Ne B. A
5 CRN E dT Ag Ie
EN DO et AA 1
Á,) Ig Tj ns Kk vs IL AO Ü r
Mogelijk beeld toekomstig grid er ham TS WE er AL del alm ij 8
m 5 is dere gn pi nn | | Hen A , ml WET | Ei |W E | dh en
(1/1 Versterking straatwanden nl Aanheling hoofdstr. / stadslanen ee se ee El h CI
ee En u
ren naar stedelijke straten of -lanen. Er ligt een verschillende delen van het terrein tamelijk grofmazig. gn ing he
belangrijke kans om deze ontwikkeling door te zetten op In een nieuwe stedenbouwkundige opzet ligt het voor de ar
het bedrijventerrein. Dit betekent onder meer iets voor hand om waar de mogelijkheden zich voordoen, het grid / AN
het positioneren en programmeren van gebouwen aan fijnmaziger te maken. Hierdoor ontstaan enerzijds meer
deze straten. Een gekoppelde Lemelerberweg-Snijder- mogelijkheden om meer bedrijven een adres aan een De Holterbergweg als aantrekkelijke laan zal de verschillende deelgebieden binnen Amstel Ill aan elkaar hechten.
bergweg kan als nieuwe attractieve (groene) straat bin- straat te geven, maar anderzijds ontstaan hierdoor ook
nen het bedrijventerrein gaan fungeren. In aanvulling hi- meer routes voor met name langzaam verkeer. Het ste- Verdichten met meer kwaliteit
erop liggen er kansen om voor nieuwe verbindingen delijk grid sluit op die manier ook duidelijker aan op de Door verdichting op terreinen en door in te zetten op bedrijventerrein ontstaan. Het is daarbij logisch om ook
tussen de bedrijvenstrook en de toekomstige gemengde stedelijke omgeving. Nader te onderzoeken verbindingen meer gestapelde bedrijfsgebouwen, in combinatie met meer te gaan sturen op de gewenste kwaliteit van de
woon- en werkwijk aan de oostkant van de Holterberg- kunnen zijn de koppeling Karspeldreef/Hessenbergweg een menging met andere stedelijke functies, zal er in de (nieuwe) gebouwen.
weg. Het stedelijk grid van de bedrijvenstrook is, waar- met Lemelerwegweg (1) of de koppeling Paasheuvelweg- loop van de tijd een veel stedelijker beeld van het
schijnlijk door de pragmatische manier van uitgeven, in Stekkenbergweg (2).
19 principenota bedrijvenstrook Amstel Ill | 15 november 2021 principenota bedrijvenstrook Amstel Ill | 15 november 2021 20
3.4 Duurzaamheidsopgave
Amsterdam gebruikt de zogenoemde Donut Economie op het gebruik van restwarmte van de aanwezige
om de duurzaamheidsopgave verder vorm te geven. bedrijven waaronder datacenters. Voor het overige deel
3 De Donut Economie is een model waarbij economische wordt gebruik gemaakt van duurzame bronnen.
ee welvaartsgroei kan plaatsvinden zonder dat ecologische
k we grenzen overschreden worden. Simpel gezegd is het doel Klimaatadaptie
s Re we om de behoefte van iedereen te realiseren binnen de De bedrijvenstrook moet ook zoveel mogelijk
%, Be Da draagkracht van de Aarde. klimaatbestendig worden, waarbij voldoende regenwater
EA %, get î nk vastgehouden, hergebruikt en anders vertraagd
C \ Net” Pa De Het vitgangspunt van de Donut Economie is dat door afgevoerd wordt. Ook wordt het gebied beter bestand
\ 2 Ne, 5 0 N ht dingen te doen en uit te proberen, stappen gezet kunnen tegen hitte, droogte en de gevolgen van eventuele
ve A At À eN Sears ee, worden naar een sociaal en ecologisch betere overstromingen.
8 % Nate N ze samenleving. Bedrijventerreinen zijn in de circulaire
Ë 5 % 4 À economie onmisbaar. Samen met de stakeholders Voor het gebied streven we naar een groene en
\ va id moeten we gaan experimenten om zo een beeld te natuurinclusieve invulling. Dit zorgt mede voor een
\ ie En de A krijgen op welke manier er een aantoonbare bijdrage gezonde en prettige verblijfssfeer, zowel voor mens als
en dan se à, b AN kan worden geleverd aan de ecologische en sociale dier.
re be doelstellingen. Voor dit gebied ligt voor de hand om te
v// % ve ER kijken naar de rol van de recycling- en maakindustrie en Flexibel bouwen
An & 8 Ne R, stadslogistiek op het terrein en de uitbreiding hiervan en We zien steeds sneller verschuivingen in de economie.
K NS het circulair bouwen en gebruiken van de gebouwen. De toekomstige behoeften worden daarmee ook
A Se steeds minder makkelijk te voorspellen. Om hierop
% Circulair: bouwen, materialen en gebruik te anticiperen moet de nieuwe bebouwing in de
De strategie “Amsterdam Circulair” voorziet dat in 2030 bedrijvenstrook zo veel mogelijk flexibel van opzet zijn en
N\ 50% van de primaire materialen hergebruikt worden en in de tijd ruimte bieden voor uiteenlopende bedrijven en
\ wil in 2050 een circulaire stad zijn waarin waardevolle andere (ondergeschikte) functies.
materialen en grondstoffen hergebruikt worden in plaats
En van afval zijn. Dit is al van toepassing bij het ontwerp, de
bouw en zeker bij het gebruik. De ontwikkeling van de
/ recycling- en maakindustrie creëert grote kansen voor
| werkgelegenheid.
Structuurkaart duurzaamheid en ecologie Duurzame mobiliteit
Auto- en vrachtverkeer wordt steeds verder
eveveee __ [aanstructuren EE Hoofdgroen netwerk Ecologische verbinding “geëlektrificeerd” en zwaar verkeer moet worden
vermeden. De bedrijvenstrook Amstel Ill is uitermate
Sterkere groen/blauwe verbindingen goed gesitueerd voor de functie van stadsdistributie, met
De Molenwetering en de groenzone langs de A2 vormen bied en de biodiversiteit te vergroten. Dit komt niet alleen innovatieve concepten en schone logistieke bedrijvigheid.
de belangrijkste landschappelijke structuren. Deze kun- de biodiversiteit ten goede maar het zorgt ook voor meer Slimme (schone) logistiek hoort bij een bedrijventerrein
nen nog meer natuurlijke en recreatieve waarde ruimte voor klimaat adaptieve maatregelen en recreatie. van de toekomst.
krijgen. Door deze te koppelen met andere landschappeli- De ambitie is om op deze plek de stad beter met het land-
jke structuren in de verschillende windrichtingen ontstaat schap te verbinden door de barriërevorming van de A2 te Duurzame energie en aardgasvrij
een groen raamwerk op de schaal van Zuidoost. Ook verminderen. Op dat moment wordt het landschap van de De ontwikkeling van de bedrijvenstrook dient te voorzien
liggen er, bij herontwikkeling van (deel-) gebieden, kans- Amstelscheg pas echt goed bereikbaar en toegankelijk. in de maximale benutting van energie opwekking die op
en om ook meer groen toe te voegen tussen in het ge- het bedrijventerrein plaatsvindt. Dat wil zeggen inzetten
21 principenota bedrijvenstrook Amstel Ill | 15 november 2021 principenota bedrijvenstrook Amstel III | 15 november 2021 22
3.5 Toekomstperspectief per deelgebied
In de bedrijvenstrook onderscheiden we verschillende Ontwikkelingen in de autobranche zorgen ervoor dat er PS N À 5)
deelgebieden die allen hun eigen dynamiek kennen. slimmer gebruik kan worden gemaakt van de ruimte en er \ 2021 ©
E ruimte vrijkomt voor de circulaire economie. Hier zou in
Deelgebied 1 Holterbergweg AN 2030 het eerste mobiliteitswarenhuis kunnen staan waar mm Bedrijven mm vooreen
De Holterbergweg is de entree van de bedrijvenstrook en | verschillende automerken in een gestapeld bedrijfs- mm Kantoren Overig
ontwikkelt zich in de toekomst gaandeweg naar een stad- A‘ \ gebouw services verlenen. TA Datacenters
slaan. Het deelgebied wat direct grenst aan de Holter- dé Programma verdeling deelgebied 4
bergweg zorgt voor een natuurlijke overgang tussen Are- ma Bedrijven en worn NN DN
napoort en de woonwerkwijk Amstel III, en de circulaire mmm Kantoren == Voorzieningen BR 207 2050 Deelgebied 5: Muntbergweg
werkgebieden aan de westzijde langs de A2. De betaal- El Datacenters © \q Door de toenemende dichtheid en komst van bewoners
bare bedrijfshallen aan de zuidkant van dit deelgebied Programma verdeling deelgebied 1 N in het gebied kan ook de Muntbergweg doorgroeien naar
vullen zich met stadsdistributie en andere stadsverzor- _ enen MM Datacenters een stadsstraat met levendige functies in de plint. De lig-
gende services. Deelgebied 2: Strook Noord langs de A2 ging nabij het innovatiedistrict rond het AMC zorgt ervoor
In 2020 heeft dit gebied al het eerste gestapelde Programma verdeling deelgebied 2 dat ook gerelateerde bedrijfsfuncties zich hier vestigen.
Aan de noordkant ontwikkelt hier in de toekomst een ge- bedrijfsgebouw voor stadsdistributie en dit gaat zich ver- Ook deze plek levert met een logistieke hub een
bied met kennisintensieve bedrijvigheid en wonen aan- der uitbreiden waardoor dit gebied een belangrijke rol Deelgebied 3: Laarderhoogtweg belangrijke bijdrage aan de toelevering van goederen aan
vullend op ArenApoort. Functiemenging en een hoge di- krijgt in de bevoorrading van de stad. Geen groot- Publieksvoorzieningen en grote datacenters wisselen de stad en zorgt ervoor dat de stad goed functioneert.
chtheid zijn hier logisch vanwege de afstand tot het schalige distributiecentra, maar stadshubs waar elkaar af in dit gebied. De bedrijvenstrook blijft ook in de
treinstation, de metro en de nieuwe woonwerkwijken verschillende bedrijven gebruik maken van de loading toekomst een belangrijk hyper-connectiviteitscluster voor
ArenApoort en Amstel III. docks, met vrachtwagens aankomen en met volle de metropoolregio Amsterdam. De publieke s Al
elektrische busjes of fietsen naar de eindgebruiker ver- voorzieningen in de plint van de gebouwen of in los- 2021 { 2050
trekken. Het delen van faciliteiten is normaal geworden. staande gebouwen zorgen tezamen met vestigingen voor \
creatieve industrie die direct van de hyperconnectiviteit mm Bedrijven mm Soort
gebruik kunnen maken voor een aantrekkelijke entree in mmm Kantoren == Perifere detailhandel
Zuidoost langs de Ag. A Datacenters
Programma verdeling deelgebied 5
ei „== ===> Holterbergweg (- ) O
mm Bedrijven EA Datacenters
Strook noord langs de A2 « —” mm Kantoren Voorzieningen
„7 => Laarderhoogtweg Programma verdeling deelgebied 3
24 Deelgebied 4: Strook Zuid langs de A2
Amsterdammers weten deze locatie te vinden voor al hun
za en se bouw, woon en klusplannen. Wanneer je je huis wil verdu-
urzamen is dit de plek om je te oriënteren op de verschil-
REN lend mogelijkheden en met virtual reality je
verbouwplannen werkelijkheid zien worden. En op maat
kan met 3D-printing ter plekke je specifieke product ge-
maakt worden. Naast het kopen van nieuwe producten,
AN kan je hier ook je producten laten repareren. Het gebied
verdicht en wordt levendiger doordat er veel meer te
Deelgebieden bedrijvenstrook doen is.
23 principenota bedrijvenstrook Amstel Ill | 15 november 2021 principenota bedrijvenstrook Amstel III | 15 november 2021 24
4. Ontwikkelstrategie en proces
4.1 Ontwikkelstrategie Investeringen in infrastructuur Consultatie, participatie en communicatie
Gezien de grootte van het plangebied en de dynamiek afspraken zullen verschillende exit-momenten worden De plannen vragen ingrijpende aanpassingen of In september 2021 is er met een aantal stakeholders
in de verschillende deelgebieden zal de ontwikkeling afgesproken. Dit zijn momenten wanneer een van verzwaringen van de infrastructuur zoals het aanpakken waaronder ZuidOostCity, Wooden City, BOVAG, Dutch
gefaseerd plaatsvinden. Na het vaststellen van de beide partijen vit de ontwikkeling kunnen stappen. van de Holterbergweg of het realiseren van een Data Association en één van de eigenaren binnen het
principenota wordt er gestart met het opstellen van Een daarvan is bijvoorbeeld als de ontwikkelaar onderstation. In de privaatrechtelijke afspraken wordt PDV-cluster, gesproken over het voornemen om hierte
een projectnota voor deelgebied 1 & 3. Er wordt in zich niet aan de voorwaarde houdt om voldoende opgenomen dat de initiatiefnemer hier ruimte en budget starten met een gebiedsontwikkeling. In de gesprekken
samenwerking met de marktpartijen die grote posities gestapelde bedrijfsruimte te realiseren. voor moet reserveren. is kort het toekomstbeeld dat de gemeente heeft op het
hebben in beide gebieden gestart met het maken gebied geschetst waar de omgevingsvisie “Een Menselijke
van een ruimtelijk raamwerk dat in de projectnota In deelgebied 3 is al enkele jaren geleden gestart met Volatiliteit markt Metropool” een belangrijk vitgangspunt voor is. Ook zijn
opgenomen wordt. De relatie met de rest van het de ontwikkeling van een datacenter en Er liggen kansen om in het noordelijke deel een de eerste ideeën van de marktpartij voor deelgebied 1
bedrijventerrein zal hierin een belangrijk onderdeel maatschappelijke voorzieningen door Equinix. Dit techcluster te realiseren. De techwereld is echter gedeeld.
zijn. Om goed aan te sluiten op de dynamiek van project wordt voortgezet en ingebed in het ruimtelijk behoorlijk volatiel. In de fase van de projectnota zal
het transformatieproces is de verwachting dat delen raamwerk. Andere deelgebieden zullen in principe dan ook samen met de initiatiefnemer gewerkt worden Dit leverde de volgende input op voor de volgende
van het project op korte termijn in uitvoering kunnen na deelgebied 1 en 3 aan de orde komen. Indien aan een toekomstbestendig model waarin flexibiliteit, projectfase:
worden genomen door marktpartijen, terwijl er nog een marktpartij vit deelgebied 2, 4 of 5 met een functiemenging en fasering een belangrijke rol spelen e _Hetidee om het bedrijventerrein te verduurzamen te
geen investeringsbesluit genomen is. In de vervolgfase initiatief komt, zal het projectteam beoordelen of verdichten is positief ontvangen
zal onderzocht worden op welke manier dit past in de een uitzondering op dit vitgangspunt van toepassing Verregaande samenwerking met één partij. * _ Hierbij wordt wel gezegd dat het belangrijk is om in
plaberum systematiek. Evt. kan er voor worden is. Verdichtingsplannen voor bedrijfsruimte binnen De gemeente kiest voor de 1e fase voor een verregaande de vervolgfase de hoge ambities die de gemeente
gekozen om alsnog de project- en investeringsbesluit bestemmingsplan blijven gewoon mogelijk. samenwerking met één partij waarbij een groot deel van heeft te toetsen op haalbaarheid
te combineren. het werk door de initiatiefnemer uitgewerkt gaat worden. * Het betrekken van de ondernemers in het gebied bij
In Amstel II is al ruime ervaring opgedaan met de 4.2 Risicoverkenning Dit vraagt extra aandacht voor het democratisch proces. de plannen is een ander belangrijk aandachtspunt
transformatie van bestaand verstedelijkt gebied. Hier De risicoverkenning richt zich op deelgebied 1 Een maatregel kan zijn om het ontwerp-omgevingsplan * Inde planvorming moet daarbij aandacht zijn voor
wordt getransformeerd in een situatie waarbij alle aangezien hier in de volgende fase gestart wordt. Een samen met het investeringsbesluit te laten vaststellen. fasering en betaalbaarheid voor stadsverzorgende
gronden reeds in erfpacht zijn vitgegeven. Er worden globale en voorlopige verkenning levert het volgende bedrijvigheid waarbij bestaande ondernemers zich in
overeenkomsten (afsprakenbrieven) gesloten met de beeld op: Beperkte beschikbaarheid energie het gebied kunnen herhuisvesten.
erfpachters om tot transformatie te komen van een Door de snelle groei en verduurzaming is er krapte op
monofunctioneel programma naar een gemengd pro- Programma het elektriciteitsnet in de regio en kan in sommige delen In deelgebied 1 zal er in co-creatie met de markt
gramma. In Amstel Ill wordt het bewijs geleverd dat De aandacht van de initiatiefnemer kan zich richten de energievoorziening niet gegarandeerd worden. aan de verder planvorming gewerkt worden. Ook
de gemeente en markt samen kunnen optrekken en in op de kantoren en woningen in de ontwikkeling, Er zal vroegtijdig in beeld worden gebracht wat de andere stakeholders in het gebied zoals erfpachters,
korte tijd tot een kwalitatieve hoogwaardige ontwik- de bedrijfsruimte wordt niet gerealiseerd. Om energievraag is voor het programma en op welke manier bedrijfseigenaren en bewoners zullen ook de gelegenheid
keling en grote bouwproductie kunnen komen. dit te voorkomen zal er een volgordelijkheid hierin voorzien wordt. Het uitgangspunt is natuurlijk om krijgen hun wensen en aandachtspunten voor de
Daarbij wordt het leeuwendeel van de investeringen worden afgesproken in de contracten wat betreft de energievraag zo klein mogelijk te houden door o.a. toekomst van het gebied in te brengen. Uitgangspunt is
door de markt gedaan. Dat maakt dat de marktparti- planontwikkeling. Dus eerst de bedrijfsruimte, daarna isolatie, innovatieve technieken etc. dat de zittende ondernemers zich kunnen herhuisvesten
jen ook het tempo bepalen waarin de ontwikkelingen de woningen en kantoren. Dit sluit ook aan bij de op het bedrijventerrein. Aandachtspunt is wel dat
plaatsvinden, de gemeente is daar volgend in. schuifpuzzel om in het gebied gevestigde bedrijven te 4.3 Proces het initiatief niet bij de gemeente ligt, maar bij de
Deze situatie dient zich nu ook aan in Deelgebied 1 behouden. Ook moet er in de fase van de projectnota Bestuurlijk opdrachtgever is wethouder voor de marktpartijen met grondpositie in het gebied die
van het bedrijventerrein Amstel II. Eén partij (Wooden een flexibel ruimtelijk raamwerk worden ontwikkeld Ruimtelijke Ordening namens het college van bereid zijn te investeren. De gemeente is kaderstellend,
City) heeft een grondpositie weten te verwerven waar ontwikkelingen aan getoetst worden. B&W. Ambtelijk verantwoordelijk is in de huidige toetsend aan dat kader en verantwoordelijk voor een
ter grootte van 30 hectare. De intentie is om met verkenningsfase de directeur Ruimte en Duurzaamheid. goede ruimtelijke ordening.
deze partij een afsprakenbrief af te sluiten voor de Schaalgrootte Na het nemen van het principebesluit gaat het
transformatie van dit gebied. Wooden City zal daarbij Door de schaalgrootte, dynamiek en belangen die opdrachtgeverschap over naar de directeur Grond en In het proces zal de gemeente informeren, communiceren
verantwoordelijk gehouden worden voor het opstellen spelen in het project kan de druk op de gemeente Ontwikkeling. Verantwoordelijk voor de dagelijkse en inspireren. Een goede communicatie over het
van een ruimtelijk raamwerk, die in samenspraak worden opgevoerd. Het ontwikkelen van een gebied aansturing van het project is de projectmanager planproces en de planning is belangrijk om de
met het projectteam van de gemeente zal worden van 30 ha in samenwerking met de markt vraagt ste- bedrijvenstrook Amstel Ill, die wordt bijgestaan door verwachtingen van partijen realistisch te houden.
opgesteld. Ook zullen de benodigde onderzoeken vig opdrachtgeverschap en een team dat bij de opgave een projectteam waarin alle relevante sectoren zijn
door de initiatiefnemer worden uitgevoerd. Bij de past. vertegenwoordigd.
25 principenota bedrijvenstrook Amstel Ill | 15 november 2021 principenota bedrijvenstrook Amstel III | 15 november 2021 26
5. Planning en financiën 6. Onderzoeksvragen voor vervolgfase
5.1 Planning
Met het nemen van een principebesluit over de In financiële zin is de tijdshorizon voor deze ontwikkeling In dit hoofdstuk worden de onderzoeksvragen benoemd napoort verbeterd worden?
gebiedsontwikkeling wordt de verkenningsfase in eerste instantie 10 jaar. In deze periode zullen grote die voor het opstellen van een projectnota voor deel- e _ Welke milieuzones liggen op het gebied?
afgesloten. Gezien de grootte van het gebied en de stappen gezet kunnen worden in deelgebied 1 en 3. De gebied 183 relevant zijn. De andere deelgebieden zul- * _Hoe gaan we om met geluidshinder er windklimaat?
verschillende dynamieken per deelgebied zal het financiële verkenning beperkt zich dan ook tot deze len in een latere fase volgen. Echter is het al wel relevant e _Met welke trends in mobiliteit moeten we in het
totale gebied gefaseerd ontwikkeld worden. Er wordt twee deelgebieden. Een eventuele verkeerskundige om voor deelgebied 4&5 te gaan onderzoeken welke rol ontwerp van de openbare ruimte rekening houden?
gestart met deelgebied 1 & 3 met het onderzoek naar afwaardering en ruimtelijke opwaardering van de de overheid wil gaan spelen bij het realiseren van een lo- e Een visie op (de gevels en) het daklandschap, hoe
de haalbaarheid. In de projectnota wordt onder meer Az valt niet binnen deze periode van 10 jaar, maar gistieke hub. Dit onderzoek wordt parallel aan het opstel- verhouden de verschillende ruimtevragers op het dak
de gewenste ruimtelijke structuur van het gebied is een vergezicht voor 2050, overgenomen uit de len van de projectnota opgestart. (zonnepanelen, waterberging, georganiseerde sport
vastgelegd en de verdere ontwikkelstrategie bepaald. Omgevingsvisie 2050. In de grondexploitatie zal wel en groen) zich tot elkaar?
Gestreefd wordt naar oplevering van de projectnota voor bij elk project een voorziening ‘bijdrage A2’ worden Mobiliteit: * _Op welke manier willen wij kwaliteit gaan benaderen,
deelgebied 1 & 3 in 2022. getroffen, zodat uiteindelijk alle projecten die in de e Wat zijn effecten van deze planontwikkeling op het wat is de rol van “schoonheid”?
Bedrijvenstrook gerealiseerd worden, en die uiteindelijk verkeersnetwerk en het OV?
Om te voorkomen dat het gebied moet worden bevroren zullen profiteren van een ingreep in de A2, daar ook * _Hoe kunnen we de OV bereikbaarheid verbeteren? Programma:
in afwachting van volgende gemeentelijke besluiten financieel aan zullen hebben bijgedragen. e _ Voldoet de huidige ontsluiting van het gebied voor e _Watis werkelijk de potentie van distributie/last mile
worden private initiatieven zoveel mogelijk ondersteund autoverkeer bij verdichting/intensivering? Of dient voor dit bedrijventerrein. Aan welke locaties kunnen
wanneer deze aansluiten op de principes in deze nota Eris een bestaande grondexploitatie voor dit gebied: er, mede in relatie tot de ontwikkelingen in Are- we denken en wat zijn de vormen van (compacte) op-
en bij het stedelijk beleid. Indien juridisch planologisch de grondexploitatie restplan Bedrijvenstrook Amstel III nApoort en kantorenstrook Amstel IIl aanpassingen lossingen? Wat is het programma van eisen voor lo-
mogelijk kan er in de beginfase gewerkt worden met Bij de Projectnota zal de oude grondexploitatie worden te komen? gistieke hubs in deze strook?
projectafwijkingsbesluiten. Gezien de omvang van het afgesloten en worden vervangen door een nieuwe. De * _Watlevert het doortrekken van de Lemelerbergweg * _ Hoeveel ruimte is er voor het toevoegen van kennis-
totale gebied wordt uitgegaan van een grondexploitatie grondexploitaitie behelst de gehele bedrijvenstrook wat op voor de verkeersdoorstroming? intensieve bedrijvigheid aansluitend en aanvullend
met een looptijd van 10 jaar. ruimte geeft om ook initiatieven buiten deelgebied 1 &3 * _Watiser nodig om voldoende ruimte te creëren voor op ArenApoort en welke condities zijn hiervoor rand-
adequaat te behandelen. langzaam verkeer? voorwaardelijk?
5.2 Financiën e _ Wat zijn de kansen voor het ontwikkelen van een Al-
De transformatie van een bedrijventerrein (met een FSI Duurzaamheid: cluster op deze plek en wat is hier voor nodig?
van 0,5) naar meer verdicht stedelijk gebied moet per e _Hoe kunnen we de circulaire ambitie verder uitwerk- e _ Wat zijn de mogelijkheden voor het realiseren van
saldo een positief grondexploitatie resultaat kunnen en samen met de stakeholders? labruimte in deze strook en hoe verhoudt dit zich tot
opleveren. Een groot deel van de infrastructuur (openbaar e _Op welke manier kan het toevoegen van functies andere medische clusters in de stad en regio?
vervoer, wegennet, kabels en leidingen etc) is verder al bijdragen aan het verbeteren van de energiebalans in e _ Welke mengvormen tussen bedrijven en andere
aanwezig. Aan de andere kant is de redundantie in de het gebied? economische functies kunnen hier goed werken, in
infrastructuur al ingezet ten behoeve van de projecten * _Hoe ziet de energiebehoefte van het toekomstig pro- combinatie met de financiële haalbaarheid?
in Amstel Ill Kantorenstrook en Arenapoort West. Uit gramma eruit met duurzaamheid als vitgangspunt? e _ Welke condities zijn nodig om het PDV cluster te
het Mobiliteitsplan Zuidoost blijkt dat als gevolg van e _ Hoe kan voorzien worden in de gewenste energiebe- transformeren naar een plek met meer beleving?
deze projecten er al ingrijpende maatregelen zullen hoefte? * _ Hoeveel en wat voor type woningen kunnen in de
worden getroffen voor verbetering van het fiets-, OV- en * _ Welke bijdrage kan dit gebied leveren aan de pro- toekomst in het noordelijk deel gerealiseerd worden
autonetwerk. De toevoeging van nieuwe, grootschalige gramma's autoluw en schone lucht? en wat vraagt dit van de ruimtelijke inrichting en pro-
projecten, zoals de transformatie van dit gebied, zal grammatische invulling van het gebied?
opnieuw een capaciteitsvraagstuk opleveren. Ruimtelijk: * _ Op welke manier maken we hier een complete stad
Een ander aandachtspunt is de financiele haalbaarheid. In e Welke FSlis gewenst en wat is het maximale laadver- en kan er voldaan worden aan de referentienormen
het vervolgtraject zal onderzocht worden op welke wijze mogen van het gebied? bij het realiseren van woningen?
het stapelen van bedrijfsruimte financieel haalbaar is en * _Hoe past deze ontwikkeling in de stedelijke context? * _ Op welke manier kunnen we grote ruimtevragers als
welke voorwaarden hiervoor gelden. Op welke manier maken we de verbinding met de een onderstation in de ontwikkelingen meenemen?
Amstelscheg? e _ Welke rol kan onderwijs spelen in het versterken van
* _Hoe kan de oversteekbaarheid van de Holterbergweg de verbinding met Zuidoost en het realiseren van
en de aansluiting met het centrum, Amstel Ill en Are- meer werkgelegenheid voor mensen uit Zuidoost?
27 principenota bedrijvenstrook Amstel Ill | 15 november 2021 principenota bedrijvenstrook Amstel III | 15 november 2021 28
7. Principebesluit
Het college van burgemeester en wethouders besluit: 7. Intestemmen met het opleggen van
Financiën: * _Hoe zorgt de gemeente ervoor dat de geheimhouding op de financiële bijlage (bijlage
* _Hetrealiseren van gestapelde bedrijfsgebouwen ruimtelijke kwaliteit in relatie tot de financiële 1. Kennis te nemen van de principenota 2) op grond van artikel 55, eerste lid van de
is innovatief en complex. Op welke manier haalbaarheid voldoende geborgd is in alle fases uit Bedrijvenstrook Amstel Ill, waarin de aanleiding, Gemeentewet. Dit in verband met de belangen
kunnen er functionele en financieel haalbare het plaberum? urgentie, mogelijkheden en wenselijkheid van genoemd in artikel 10, tweede lid, onder b van de
gestapelde bedrijfsgebouwen worden gerealiseerd e _Watis de beste aanpak en rolverdeling tussen gebiedsontwikkeling voor dit gebied worden Wet openbaarheid van bestuur. De geheimhouding
en hoe verhoudt dit zich tot de residuele marktpartij en gemeente? verkend en de bestaande sitwatie wordt beschreven. op bijlage 2 loopt af twee jaar na afsluiting van de
grondprijssystematiek waarin projecten afzonderlijk * _Hoe zorgen we voor een juiste fasering zodat de grondexploitatie, maar uiterlijk op 31 december
van elkaar worden beschouwd? bestaande ondernemers in één keer door kunnen 2. Kenniste nemen van de geheime financiële bijlage 2035.
verhuizen naar de nieuwe bedrijfshallen? die inzicht geeft in de verwachte opbrengt en
Proces * _Op welke manier kan Artificial Intelligence ons helpen investeringsbehoefte. Reden spoed
* __Watis de minimale schaalgrootte van een in de ruimtelijke planning? nvt.
ontwikkeling in deelgebied 1? 3. Intestemmen met het Principebesluit
e Welke rol wil de gemeente spelen bij het realiseren Bedrijvenstrook Amstel III waarvan de hoofdpunten Kernboodschap
van een logistieke hub in deelgebied 4? zijn: De Bedrijvenstrook Amstel Ill biedt kansen om
a. ruimte creëren voor circulaire bedrijven en het stedelijk bedrijventerrein van de toekomst te
gebouwen; worden, waar meer ruimte komt voor banen en
b. de hoogstedelijke kern van ArenApoort te ondernemerschap, waar duurzaamheid centraal staat
versterken met een gemengd programma van en waar productieve en kennisintensieve bedrijvigheid
wonen, werken en voorzieningen; een plek vinden. Het terrein wordt verdicht en
c. krachtige fysieke en sociale verbindingen te verduurzaamd met de ambitie om op 150% van het
maken met de omliggende gebieden in de huidige metrage aan bedrijfsruimte uit te komen.
Nieuwe Kern (Ouderamstel) en stadsdeel De bedrijfsruimte wordt gestapeld, waarmee ruimte
Zuidoost; gecreëerd wordt voor uitbreiding van de hoogstedelijke
d. het vormen van een poort van Zuidoost naar de kern Arenapoort met wonen, werken en voorzieningen.
Amstelscheg. Het college heeft het principebesluit vastgesteld waarin
de aanleiding, de mogelijkheden en wenselijkheid van
4. De ambtelijke projectorganisatie Amstel III gebiedsontwikkeling is verkend.
bedrijvenstrook (in opdracht van directie Grond
en Ontwikkeling) de opdracht te geven de Bestuurlijke achtergrond
programmatische en ruimtelijke ambities verder uit De omgevingsvisie Amsterdam 2050 is op 8 juli 2021
te werken naar een Projectbesluit. door de raad vastgesteld. Met het principebesluit
Bedrijvenstrook Amstel III wordt hier vitvoering aan
5. Inte stemmen met de begrote proceskosten en gegeven.
hiervoor € 0,85 miljoen beschikbaar te stellen
middels het restplan bedrijvenstrook Amstel Bestuurlijke prioriteit
Ien deze te activeren binnen het regime van Nvt.
het Vereveningsfonds (GREX 503.86 Restplan
Bedrijvenstrook). Wettelijke grondslag
Artikel 160 Gemeentewet.
6. Intestemmen met bijvoegde Raadsinformatiebrief 1. Hetcollege is in ieder geval bevoegd:
waarin de raad geïnformeerd wordt over het besluit a. Het dagelijks bestuur van de gemeente te
van het college om het Principebesluit vast te voeren, voor zover niet bij of krachtens de wet
stellen. de raad of de burgemeester hiermee is belast.
29 principenota bedrijvenstrook Amstel Ill | 15 november 2021 principenota bedrijvenstrook Amstel III | 15 november 2021 30
Artikel 169 Gemeentewet: Uit de diverse scenario’s die in het kader van gezien de ligging aan de digitale infrastructuur Ad 5. intestemmen met de begrote proceskosten
1. Het college en elk van zijn leden afzonderlijk zijn de principenota zijn opgesteld, blijkt dat de AMS-IX, lijkt hier kansrijk. Het toevoegen van en hiervoor € 0,85 min beschikbaar te stellen
aan de raad verantwoording schuldig over het door opbrengsten sterk toenemen met de toevoeging wonen kan niet plaatsvinden zonder dat er middels het restplan bedrijvenstrook Amstel
het college gevoerde bestuur. van kantoren en woningen. Uitgangspunt hierbij eerst een verdichting met bedrijfsruimte op het llen deze te activeren binnen het regime van
2. Zijgeven de raad alle inlichtingen die de raad voor blijft dat minimaal 150% aan bedrijfsprogramma bedrijventerrein plaatsvindt, waarbij er per saldo het Vereveningsfonds. (GREX 503.86 Restplan
de uitoefening van zijn taak nodig heeft. wordt teruggebracht of ontwikkeld. meer bedrijfsruimte komt. Bedrijvenstrook).
Artikel 55, eerste lid van de Gemeente jo. Artikel 10, Ad 3. intestemmen met het Principebesluit Ad 3c. Krachtige fysieke en sociale verbindingen te De bedrijvenstrook Amstel III heeft nog een
tweede lid, onder b van de Wet openbaarheid van Bedrijvenstrook Amstel IIl voor het vervolgproces voor maken met de omliggende gebieden in de Nieuwe grondexploitatie, die bij het Investeringsbesluit (als
bestuur. de ontwikkeling van de, waarvan de hoofdpunten Kern (Ouderamstel) en Zuidoost. er een nieuwe grondexploitatie wordt geopend) zal
Opleggen van geheimhouding wanneer zodanige zijn: Verbeteringen van de fysieke infrastructuur worden afgesloten.
belangen in het geding zijn dat deze zich verzetten zullen noodzakelijk zijn in alle windrichtingen.
tegen het belang van openbaarmaking. Ad 3a. Ruimte creëren voor circulaire bedrijven en Het betreft hier het fiets- en OV netwerk, Ad 6. Inte stemmen met bijvoegde Raadsinformatiebrief
gebouwen. een ‘missing link’ in het wegennet, de waarin de raad geïnformeerd wordt over het besluit
Onderbouwing besluit In de groeiende stad, is het steeds belangrijker oversteekbaarheid van de Holterbergweg en van het college om het Principebesluit vast te stellen.
Ad 2. Kennis te nemen van de principenota om met name te zorgen voor ruimte voor de aansluiting op het Arenapoortgebied en het
Bedrijvenstrook Amstel Ill, waarin de aanleiding, bedrijven die stadsverzorgend zijn en waarvoor oostelijke deel van Amstel IIL, Deze ontwikkeling Aan de hand van de raadsinformatiebrief en
urgentie, mogelijkheden en wenselijkheid van het belangrijk is om dicht bij hun klanten in de kan bijdragen aan de sociale verbindingen de principenota wordt de commissie FEZ en
gebiedsontwikkeling voor dit gebied worden verkend stad zitten. Ook bedrijven die een rol kunnen (1Zuidoost) door o.a. de mogelijkheden voor RO geïnformeerd over de verkenningsfase en
en de bestaande situatie wordt beschreven. spelen bij de energietransitie kan de stad werk te vergroten voor inwoners uit Zuidoost, de start van de volgende PLABERUM fase: het
goed gebruiken. De programmatische ambitie betaalbare bedrijfsruimte ondernemers projectbesluit.
In een principenota worden de mogelijkheden, voor 2050 is om in het gebied op minimaal 1,5 uit de wijk, ruimte te bieden aan gewenste
wenselijkheid en de richting van een ruimtelijke keer zoveel m2 bedrijfsruimte vit te komen. voorzieningen en het gebied aantrekkelijker in Ad 7. Íntestemmen met het opleggen van geheimhouding
ontwikkeling in een gebied beschreven. De Door ook een aantal aanvullende functies te richten. op de financiële bijlage (bijlage 2) op grond van artikel
tijdshorizon hierbij is globaal tot 2050. De opgave zoals kantoren en andere economische en 55, eerste lid van de Gemeentewet. Dit in verband
wordt in kaart gebracht en voor de vervolgfase maatschappelijke functies aan het gebied toe te Ad 3d. Het vormen van de poort van Zuidoost naar de met de belangen genoemd in artikel zo, tweede lid,
worden voorstellen gedaan. Voor dit principebesluit voegen, wordt het gebied een echt onderdeel Amstelscheg. onder b van de Wet openbaarheid van bestuur. De
is gekozen om een in een compact stuk op van de stad en verbetert naar verwachting ook De Molenwetering en de groenzone langs geheimhouding op bijlage 2 loopt af twee jaar na
hoofdlijnen aan die opdracht te voldoen. de financiële haalbaarheid van de ontwikkeling. de A2 vormen belangrijke landschappelijke afsluiting van de grondexploitatie, maar uiterlijk op 31
De bedrijvenfunctie blijft voor grote delen van structuren. Deze kunnen nog meer natuurlijke december 2035.
In de volgende fase wordt een projectbesluit het gebied dominant. De marktpartij die positie en recreatieve waarde krijgen.
voorbereid voor deelgebied 1 &3 waarin heeft in deelgebied 1 heeft als vitgangspunt De ambitie is om op deze plek de stad beter In principe zijn alle stukken openbaar tenzij er
ook de economische haalbaarheid nader is dat gebouwen zoveel als mogelijk in houtbouw met het landschap te verbinden door de belangen aanwezig zijn die zwaarder wegen dan
onderzocht. Dit projectbesluit wordt voorgelegd worden gerealiseerd. barriêrevorming van de A2 te verminderen. het belang van openbaarmaking. In casu kan de
aan de gemeenteraad samen met een openbaarmaking van de financiële bijlage de
exploitatiebegroting. Ad 3b. De hoogstedelijke kern van ArenApoort te Ad 4. De projectorganisatie Amstel Ill bedrijvenstrook (in gemeentelijke positie bij onderhandeling schaden.
versterken met een gemengd programma van opdracht van directie Grond en Ontwikkeling) te Dit belang wordt geacht zwaarder te wegen dan
Ad 2. Kennis te nemen van de geheime financiële bijlage wonen, werken en voorzieningen. belasten met de vitwerking van de programmatische het algemeen belang van openbaarmaking. De
die inzicht geeft in de verwachte opbrengt en Voor het gebied grenzend aan ArenApoort en ruimtelijke ambities naar een Projectbesluit. geheimhouding op bijlage 2 loopt af twee jaar na
investeringsbehoefte. geldt een andere programmering. Hier wordt de afsluiting van de grondexploitatie, maar uiterlijk op
ontwikkeling van kennisintensieve bedrijvigheid Conform het PLABERUM vormt het Principebesluit 31 december 2035.
De financiële verkenning geeft inzicht in het en wonen mogelijk, mits dit geen negatief effect het eerste besluit in een gebiedsontwikkeling en is
beoogde programma, de verwachte opbrengst, de heeft op de logistieke en productieve functies het Projectbesluit het volgende besluit dat aan het
investeringsbehoefte, de fasering en de risico's. in de andere delen van de bedrijvenstrook. Het College zal worden voorgelegd.
Uitgangspunt is een positief grondexploitatiesaldo. bieden van ruimte voor Artificial Intelligence,
31 principenota bedrijvenstrook Amstel Ill | 15 november 2021 principenota bedrijvenstrook Amstel III | 15 november 2021 32
Overige toelichting Externe consultaties hebben plaatsgevonden met onder
De risicoverkenning: bedrijven eerst meer de publiek-private gebiedsorganisatie Zuidoost
Het voornaamste risico is dat op het bedrijventerrein City, brancheorganisaties (zoals Dutch Datacenter
gevestigde bedrijven verdrongen worden door andere Association, BOVAG) en diverse marktpartijen en
functies. Door hier in de beginfase duidelijke afspraken erfpachters.
over te maken is de verwachting dat dit voorkomen kan
worden. Marktpartijen krijgen de voorwaarde mee dat Financiële onderbouwing
150% aan bedrijfsruimte oppervlak moet terugkeren Uitgangspunt is een positief grondexploitatiesaldo. Uit
in het gebied. Daarbij zal telkens eerst (gestapelde) de diverse scenario’s die in het kader van de principenota
bedrijfsruimte moeten worden gerealiseerd, alvorens zijn berekend, blijkt dat de opbrengsten sterk toenemen
andere functies een plek kunnen krijgen. met de toevoeging van kantoren en woningen.
Uitgangspunt hierbij blijft dat minimaal 150% aan
De ontwikkelstrategie: de baat gaat voor de kost uit bedrijfsprogramma wordt teruggebracht of ontwikkeld.
De gemeente zal in principe geen actieve grondpolitiek
voeren maar samenwerken met marktpartijen die Communicatie
posities hebben op erfpachtgronden in het gebied. De Opnemen in de te publiceren besluitenlijst
gemeente zal een grondexploitatie opzetten, die ervan Informeren van de commissie RO & FEZ via een
uitgaat dat er in de eerste jaren van de ontwikkeling Raadsinformatiebrief
uitsluitend sprake zal zijn van proceskosten. Kosten
van uitvoering, zoals inrichting van openbare ruimte Documenten
en aanpassing van infrastructuur, zullen pas gemaakt Principenota Bedrijvenstrook Amstel III
worden nadat opbrengsten van heruitgifte van de GEHEIM financiële bijlage bedrijvenstrook Amstel III
erfpacht verkregen zijn. Commissievoordracht FEZ
Commissievoordracht RO
De planning en het proces: plaberum versus transfor- Raadsinformatiebrief
matiedynamiek
Na het nemen van het voorliggende principebesluit zal Behandelend Ambtenaar:
(in samenwerking met de marktpartijen die een grote Tamara Smit
posities hebben in deelgebied 1 en 3) gestart worden Projectmanager (PMB)
met een ruimtelijk raamwerk dat opgenomen wordt [email protected]
in fase 2 van het plaberum, de projectnota, zo nodig 06 5252 4004
gecombineerd met fase 3 het investeringsbesluit.
Zodoende is bij deze principenota alvast een zorgvuldige
financiële verkenning gevoegd.
Participatie
Met de portefeuillehouder RO van stadsdeel Zuidoost
is gesproken over de principenota. De genoemde
aandachtspunten richten zich met name op het vervolg
en zullen in de uitwerking van het projectbesluit worden
meegenomen. Het Dagelijks Bestuur wordt in de
projectfase nauw betrokken en zal om advies worden
gevraagd. Binnen de gemeente is er tevens gesproken
met adviseurs uit de diverse directies EZ, R&D, G&O en
is ook advies gevraagd aan het team Ruimte voor de
Stad en expertiseteam Economie.
33 principenota bedrijvenstrook Amstel Ill | 15 november 2021 principenota bedrijvenstrook Amstel III | 15 november 2021 34
| Onderzoeksrapport | 19 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
Gemeenteblad
% Amendement
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 542
Publicatiedatum 3 juni 2016
Ingekomen op 1 juni 2016
Ingekomen onder F
Te behandelen op 13/14 juli 2016
Onderwerp
Amendement van het lid Moorman inzake de Voorjaarsnota 2016 (bouwen, bouwen,
bouwen).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Voorjaarsnota 2016 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 449);
Constaterende dat:
— het college nog geen nieuwe woonvisie heeft opgesteld;
— wonen in Amsterdam 2015 (WiA) toont dat de reductie van sociale huurwoningen
zo hard gaat, het streefcijfer van minimaal 187.000 sociale huurwoningen
(voorjaarsnota pag. } waarschijnlijk in 2019 al gehaald wordt;
— het aandeel sociale huurwoningen in 8 wijken reeds onder de 35% is gezakt;
— het college voornemens is het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting, met een
reserve van € 125 miljoen, op te heffen, zonder concrete plannen voor het
bouwen van meer sociale huurwoningen.
Voorts constaterende dat:
— het in december 2014 door de gemeenteraad vastgestelde 'Actieplan
Woningbouw’ stelt: “Het college streeft naar de uitbreiding van de voorraad
middeldure huurwoningen”. De gemeenteraad bij de begroting van 2016
streefcijfers heeft opgenomen voor de realisatie van nieuwe middeldure
huurwoningen, te weten 800 in 2016, 900 in 2017 en 1000 woningen in 2018 en
2019 (tezamen een ambitie van 3700 woningen);
— het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) in de ‘Quickscan ontwikkelingen
vraag en aanbod geliberaliseerde huurwoningen’ , op basis van cijfers van het
Nibud, laat zien dat voor huishoudens met een inkomen tussen de € 38.000 en
€ 43.000 maximaal € 790 aan huur per maand betalen kunnen betalen en deze
woningen nauwelijks beschikbaar zijn;
— hetzelfde onderzoek aantoont dat huishoudens met een inkomen tussen de
€ 43.000 en € 54.750 maximaal € 950 per maand kunnen betalen. Ook dat is
minder dan de gemiddelde huurprijs van vrijkomende huurwoningen (€ 1.100);
— het beleid van het college thans marktvolgend is waarbij de omvang van
middeldure huurwoningen bepaald wordt door rendementseisen van marktpartijen
hetgeen resulteert in kleine middenhuur woningen die niet geschikt zijn voor
grotere huishoudens met een inkomen tussen € 38.000 en € 54.000;
1
Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer 542 . Amendement
Datum 3 juni 2016
— het scheiden van DAEB en niet-DAEB activiteiten er toe heeft geleid dat
corporaties substantieel minder tot geen woningen meer zullen bouwen in het
middeldure huursegment;
— de gemeente thans met ontwikkelaars en beleggers meestal een uitpondtermijn
termijn hanteert van 15 jaar.
Van mening dat:
— het geheel aan deze urgente uitdagingen niet voldoende tot uiting komt in de
voorliggende Voorjaarsnota of een actuele woonvisie;
— Amsterdam, gezien haar grondeigendom en aantrekkingskracht, in een unieke
positie is om juist een marktsturend grond- en ontwikkelbeleid te voeren teneinde
zowel middeldure huurwoningen te bouwen als het verlies van sociale
huurwoningen te compenseren;
— met het instrument van grondprijs, afspraken te maken zijn met marktpartijen voor
de bouw van middeldure huurwoningen, die langdurig kunnen worden
aangeboden in het huursegment tussen € 710 en €950;
— de reserves van het stimuleringsfonds volkshuisvesting, bij een ontvlechting
daarvan, zo veel mogelijk aangewend moeten worden voor de bouw van sociale
huurwoningen.
Besluit:
1. de 3 alinea's van het deel 'Stedelijk ontwikkeling en wonen’ uit paragraaf 1.2 van
de Voorjaarsnota 2016 op pagina 23, te schrappen;
2. het onder 1 vermelde te vervangen door de volgende passage:
“De woningmarkt in Amsterdam staat onder druk. De stad groeit met meer dan
tienduizend inwoners per jaar. Anders dan in eerdere decennia willen meer
Amsterdammers, waaronder gezinnen, hun wooncarriêre in de stad voortzetten.
De stad heeft een grote aantrekkingskracht op studenten, starters en
internationals. De huisvestingsopgave voor statushouders is een uitdaging die het
gemeentebestuur eensgezind omarmt. De uitgestelde verhuisbehoefte uit de
crisis zorgt bij de huidige aantrekkende economie voor een toename van
verkopen en stijging van verkoopprijzen in de koopsector.
Al deze ontwikkelingen zorgen voor een toenemende druk op de beschikbaarheid
en betaalbaarheid in alle segmenten van de Amsterdamse woningmarkt. Om te
voorkomen dat tekorten in de beschikbaarheid van woningen zullen leiden tot
onaanvaardbare koop- of huurprijzen of verdere reductie van de betaalbare
woningen, zal voor alle segmenten meer gebouwd moeten worden.
Het verhogen van de bouwambitie evenals het versnellen van en het selecteren,
ontwikkelen en aanbieden van bouwlocaties is dan ook een opgave die door het
hele gemeentebestuur als urgent wordt ervaren.
Gezien de omvang van de bouwopgave wordt in de woonvisie, die het college
voor de begroting 2017 zal voordragen, en bij de verdere uitwerking van Koers
2015 uitgaan van een bouwopgave van 7500 woningen die jaarlijks in aanbouw
worden genomen. Dit betekent een verhoging van 50% ten opzichte van de
bouwambitie uit het coalitieakkoord.
2
Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer 542 . Amendement
Datum 3 juni 2016
Met Koers 2025 wordt ook gekeken naar noodzakelijke investeringen in
bereikbaarheid, groen, openbare ruimte en maatschappelijke accommodaties.
Hiermee is Koers 2025 een integrale ontwikkelstrategie voor de middellange
termijn.
De opgave is om nieuwe bouwlocaties te vinden en transformatie te stimuleren.
Dit betekent ook dat grote voorinvesteringen mogelijk noodzakelijk zijn. Om deze
nieuwe opgave financieel verantwoord te kunnen uitvoeren, wordt ook gewerkt
aan een nieuw financieel stelsel voor de gebiedsontwikkeling. Speciale opgave
die in het kader van Ruimte voor de Stad wordt opgepakt is Sprong over het IJ
waarin de gemeente de mogelijkheden en randvoorwaarden voor het verbeteren
van de IJ-oeververbindingen verregaand verkent. Voor de voorbereiding is in
2017 € 1,4 miljoen beschikbaar.
Om de bouw van nieuwe woningen op peil te houden blijven extra inspanningen
nodig. Het gemeentebestuur zal de komende jaren geconfronteerd worden met
lastige keuzes om tot 2025 meer dan 50.000 woningen te realiseren. De ambitie
voor transformaties zal worden bijgesteld naar minimaa1150.000 m2 per jaar.
Kiezen voor verdichting kan een keuze betekenen voor sloop/nieuwbouw.
Het gemeentebestuur zal de komende jaren veel moeten investeren in
communicatie en participatie om haar verantwoordelijkheid te nemen voor het
creëren van voldoende draagvlak en het mogelijk maken van de groei van de
stad, de herontwikkeling en transformatie die daarbij ingezet kunnen worden en
de veranderingen die bewoners daardoor zullen ervaren in hun wijken en straten.
Om de bouw van middenhuur te stimuleren en langdurig betaalbaar te houden zal
het college bij de woonvisie voorstellen doen over de condities waartegen tenders
voor de bouw van huurwoningen zullen worden vormgegeven. Hierbij wordt
gestreefd om in het verder te realiseren woningprogramma tot 2019 ten aanzien
van de bouw van middenhuur uit te gaan van:
* 40% van de te bouwen woningen met een middenhuur langdurig een huurprijs
zal hebben onder de € 800;
* 40% van de te bouwen woningen een oppervlakte heeft van meer dan 70 m2;
e het college komt bij de begroting 2017 met een voorstel over het inzetten van
grondprijskortingen voor het stimuleren van de bouw van middeldure
huurwoningen. Om de voorraad middeldure huurwoningen, indien mogelijk
gemaakt door het accepteren van een lagere grondopbrengst, langdurig
beschikbaar te houden als betaalbare middenhuur, wordt de uitpondtermijn
verlengd.
In het coalitieakkoord, gesloten juni 2014, is verzekerd dat ook op termijn
voldoende woningen zijn voor Amsterdammers die een sociale huurwoning nodig
hebben. Er moeten daartoe voldoende woningen zijn voor huishoudens met een
inkomen onder de sociale huurgrens van 34.700 euro. (prijspeil 2013). Op het
moment van sluiten van het coalitieakkoord waren dat 187.000 Amsterdamse
huishoudens. Het aantal Amsterdamse huishoudens met een inkomen onder de
sociale huurgrens is thans (2015) 214.300. Een bijstelling van het dynamisch
evenwicht van 162.000 sociale huurwoningen (uit het streefminimum van 187.000
afgeleid) is nodig en zal worden verwerkt in de woonvisie en de uitvoering van de
afspraken met de corporaties. Hierbij moet worden opgemerkt dat huishoudens
met een inkomen tussen € 34.911 en € 38.950 (2015), ondanks de constatering
3
Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer 542 A d t
Datum _ 3 juni 2016 mendemen
dat deze groep niet terecht kan op de Amsterdamse koopmarkt of in de vrije
sector, niet wordt meegerekend omdat het coalitieakkoord uitgaat van een
inkomensgrens van € 34.700 (2013).
De reserves van het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting (€ 125 mln.) worden
ingezet om versneld meer sociale huurwoningen te bouwen. Met de corporaties
worden afspraken gemaakt hoe de reserves zo spoedig mogelijk worden
ontvlecht en kunnen worden gebruikt om tot 2020, aanvullend op de 2000
woningen uit het coalitieakkoord, 5000 woningen te bouwen. Het college komt in
de woonvisie en in de uitwerking van koers 2025 met een uitwerking van de inzet
van deze middelen. Er wordt met de corporaties expliciet gekeken naar de
mogelijkheden van transformatie en getemporiseerde of uitgestelde
(stadsvernieuwings-)plannen.
Zelfbouw wordt verder gestimuleerd waarbij het college streeft naar een
kavelaanbod van 500 individuele kavels en 50 CPO's per jaar. Gelijktijdig worden
maatregelen genomen om speculatie en verdringing van zelfbouwers door
ontwikkelaars te voorkomen;
3. alle relevante tekstpassages en tabellen overeenkomstig aan te passen.
Het lid van de gemeenteraad
M. Moorman
4
| Motie | 4 | discard |
commissiegebonden actualiteit BNW81 voor de vergadering van 8 december 2011
Dat het kabinet voornemens is om de politieke top van de stadsdelen af te schaffen staat vast. Het
wetsontwerp ligt nu bij de Tweede Kamer. Wethouder Van Es heeft echter een tijdje geleden kenbaar
gemaakt dat zij í7 november aan de stadsdelen/dagelijkse besturen/stadsdeelraden zou mededelen of
Amsterdam zich daarbij neerlegt, of dat Amsterdam gaat zoeken naar ontsnappingswegen door de
raden in de vorm van 'bestuurscommissies' in de een of andere vorm te laten voortbestaan.
Veel moest toen nog worden uitgewerkt. Welke omvang krijgen die raden, als ze er al komen? Komen
er dan weer fusies of splitsingen? Hoe worden ze gekozen, als ze al gekozen worden? Wat worden
hun bevoegdheden? Nemen ze besluiten of adviseren ze slechts? Kiezen ze een ‘eigen’ DB of krijgen
ze te maken met een wethouder in het stadhuis die een deel van Amsterdam onder zijn of haar hoede
krijgt? Enz. enz. enz.
Vraag: november is voorbij en inmiddels is de eerste week van december ook al verstreken. Heeft het
DB al meer zicht gekregen op wat het stadhuis in deze kwestie aan het doen is? En wanneer worden
de stadsdeelraden daarover geïnformeerd? Is daar nu al meer over bekend?
De fractie van BNW81
| Actualiteit | 1 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 139
Publicatiedatum 28 februari 2014
Ingekomen onder H
Ingekomen op woensdag 12 februari 2014
Behandeld op woensdag 12 februari 2014
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van de raadsleden de heer Molenaar en de heer Bouwmeester inzake
het uitvoeringsbesluit Rokin inzake het uitvoeringsbesluit Rokin (realiseren
500 extra inpandige of ondergrondse fietsparkeerplekken binnen of direct
grenzend aan het plangebied).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de voordracht van het college van burgemeester en
wethouders van 17 december 2013 tot vaststellen van het uitvoeringsbesluit Rokin op
basis van het definitief ontwerp, onderdeel van de Rode Loper (Gemeenteblad afd. 1,
nr. 46);
Overwegende dat:
— de Rode Loper en omgeving vanwege de toenemende druk op de openbare
ruimte zoveel als mogelijk gevrijwaard dient te blijven van geparkeerde
(brom)fietsen op het maaiveld;
— de capaciteitsbehoefte aan (brom)fietsparkeervoorzieningen 220 hoger ligt dan
het aantal opgenomen voorzieningen;
— _ hiervoor een reservelocatie op het maaiveld langs het natte Damrak wordt
voorgesteld, die ten koste gaat van de wandelpromenade,
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— het maximale te doen om 500 extra inpandige of ondergrondse
fietsparkeerplekken te realiseren binnen of direct grenzend aan het plangebied;
— daarbij te betrekken de mogelijkheden om:
e de geplande fietsvoorziening in metrostation Rokin (250 plekken) uit te
breiden;
e de geplande parkeergarage deels voor (brom)fietsen te bestemmen;
e in onderhandeling te treden met de marktpartijen die betrokken zijn met de
herontwikkeling van Fortis tot warenhuis;
1
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteraad
Nummer 139 Moti
Datum _ 28februari2014 “otie
e op, in of aan het water van het Rokin een innovatieve duurzame (brom-)
fietsparkeervoorziening te realiseren;
— de raad vóór 1 januari 2015 te informeren over de resultaten.
De leden van de gemeenteraad,
F.M. Molenaar
G.J. Bouwmeester
2
| Motie | 2 | discard |
Laad Al PT: o |
Bestuursdienst Amsterdam
Directie : S | \
Datum in:\G Ao -2013 Î
Reg.nr. ‘Zom -63Ul _
Class. nr.: a Vereniging voor |
Beh. ambt: {| ontwikkelaars & bouwondernemers
ANCS |
van BM / Weth: Pöstadiee
LJ] ter kennisname Postbus 620
(ter verdere beh. 2270 AP Voorburg
CL] om advies Secretariaat |
1 Huize Middenburg
Gemeente Amsterdam Do Westeinde 28
T.a.v. De gemeenteraad LH 2275 AE Voorburg
te GE ramen (jo) Gone,
1000 AE AMSTERDAM Fax (o7o) 387 63 26
E-mail [email protected]
Internet www.nvb-bouw.nl |
Datum: Ons kenmerk: Uw kenmerk: |
15 oktober 2013 CvR/hg/071 -
es
Ce
Onderwerp: Bankgaranties É
Geachte gemeenteraad, eN
Uit onderzoek van ABF research (Primos 2013) blijkt, dat in Nederland tot in de Mm 8 |
periode 2012- 2022 behoefte is aan ongeveer 580.000 nieuwe woningen. Ook aan |
7 Q nieuwe schoolgebouwen en bijvoorbeeld vastgoed voor zorginsteilingen is nog ki
{| ) steeds behoefte. Bij de invulling van deze vraag spelen de MKB ondernemers |
ij / samen met de gemeente een belangrijke rol. Het teruglopen van de hoeveelheid Ee
\ i beschikbaar kapitaal maakt het ontwikkelen en bouwen van projecten moelijker. à
De MKB bedrijven en gemeenten zullen elkaar nodig hebben, om de komende
jaren in deze bouwopgave te kunnen voorzien. |
Helaas bereiken ons, NVB Vereniging voor ontwikkelaars & bouwondernemers,
de laatste maanden steeds meer geluiden van onze leden, dat het nu juist hun E-
eigen gemeentes zijn die, vaak onbedoeld, hen in financiële problemen brengen, |
zonder dat dit nodig is. Dit zit als volgt.
Gemeentes vragen steeds vaker zwaarder wordende zekerheden van
EP, bouwondernemers, zoals hoge (bank)garanties en onvoorwaardelijke
bereidheidverklaringen. Hoewel het op zich begrijpelijk is dat gemeenten in deze
erisistijden geen onnodig financieel risico willen lopen met hun projecten, is het
laten stellen van dit soort zware zekerheden dikwijls niet nodig. Bovendien
verhoogt het de kosten en beperkt het de liquiditeit, waardoor gemeentes deze
bouwbedrijven onbedoeld vleugellam maken. Op deze manier werkt het vragen
van zekerheden dus contraproductief. Zoals bekend is kapitaal in deze tijden
steeds lastiger te krijgen, en op deze manier wordt nu juist het kapitaal dat nog
wel beschikbaar is ‘op de reservebank’ geplaatst, waardoor het niet elders
geïnvesteerd kan worden.
Er zijn betere alternatieven beschikbaar dan het eenvoudigweg vasthouden aan |
strenge zekerheden, die de ondernemer bovendien niet in de knel brengen. Denk
hierbij bijvoorbeeld maar aan de mogelijkheid om de ondernemer een
Bank MeesPierson NV 25.76.22.713 De leden van NVB ondernemen activiteiten in de sectoren woningbouw en commercieel vastgoed.
Rabobank 1276.58.998 Als vereniging van toonaangevende bedrijven stemt NVB de ledenservice volledig af op de
Postbank 11505 projectontwikkeling en alles wat daarmee samenhangt.
Vereniging voor ontwikkelaars & bouwondernemers
|
hypotheekrecht af te laten geven op de onverkochte voorraad, in plaats van een
garantie. |
Maar ook bedrijven met wie al een contract gesloten is, zoals bijvoorbeeld een
exploitatieovereenkomst, willen dat zij in staat gesteld worden om door te gaan
met de voorbereidingen van een volgende klus. U kunt de ondernemers
bijvoorbeeld helpen door in zo’n geval de bankgarantie te wijzigen, deze weg te
halen bij de werkmaatschappij en te verplaatsen naar een moedermaatschappij,
of door de ondernemer bijvoorbeeld een concerngarantie te laten afgeven.
Wij willen u daarom vragen te rade te gaan of binnen uw eigen gemeente ook |
strenge eisen gesteld worden, of die scherpe eisen altijd wel nodig zijn en of er
alternatieven voorhanden zijn, die dezelfde veiligheid aan de gemeente
verzekeren, maar die niet zo verlammend en verstikkend uitpakken voor het |
MKB-bedrijfsleven. Vaak blijken er dan in de praktijk genoeg mogelijkheden
beschikbaar en leert de ervaring dat een ‘simpele’ afbouwgarantie, zoals ook
verzekeraar Woningborg deze kan leveren, voldoende zekerheid geeft en
aanmerkelijk meer ruimte biedt aan het bedrijfsleven en de werkgelegenheid
Treed ook in overleg met de ondernemers in kwestie. In samenspraak is er vaak
meer mogelijk dan gedacht, waarbij er niemand slechter van hoeft te worden.
Het zou fijn zijn als overheid en bedrijfsleven gezamenlijk de enorme uitdagingen
die er liggen op het vlak van huisvesting, stedelijke vernieuwing en |
duurzaamheid kunnen aanpakken. |
Met vriendelijke groet,
NVB Vereniging voor ontwikkelaars & bouwondernemers |
Tan
4 B al
Ze |
Johan Groen |
Voorzitter /
| Raadsadres | 2 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Amendement
Jaar 2015
Afdeling 1
Nummer 1447
Publicatiedatum 24 december 2015
Ingekomen onder AC
Ingekomen op donderdag 17 december 2015
Behandeld op donderdag 17 december 2015
Status Aangenomen
Onderwerp
Amendement van de leden Groen en Guldemond inzake het Gemeentelijk
Rioleringsplan Amsterdam 2016-2021 (een doelstelling ten aanzien van het
terugwinnen van fosfaat uit rioolslib).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over het Gemeentelijk Rioleringsplan Amsterdam
2016-2021 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1397).
Constaterende dat:
— fosfaat een essentiële grondstof is voor de voedselvoorziening in de wereld, en
dat de voorraad eindig is en naar verwachting ergens tussen 2035 en 2050
uitgeput raakt;
— het dus noodzakelijk is om zoveel mogelijk fosfaat terug te winnen en dat rioolslib
een belangrijke bron van fosfaat is of kan zijn;
— Amsterdam in samenwerking met AGV en Waternet thans fosfaat terugwint uit
rioolslib in de vorm van struviet;
— _struviet-technologie maar een derde van de fosfaat uit rioolslib terugwint, en dat
andere technologieën bestaan en in ontwikkeling zijn die een veel groter aandeel
fosfaat kunnen terugwinnen.
Overwegende dat:
— Waterschap AGV verantwoordelijk is voor de zuivering van rioolslib;
— daarentegen in het rioolplan in algemene zin het voornemen geformuleerd staat
om grondstoffen terug te winnen uit rioolslib, en experimenten worden
aangekondigd met decentrale zuivering (onder verantwoordelijkheid van de
gemeente Amsterdam);
— Amsterdam en AGV gezamenlijk opdrachtgever van Waternet zijn, ook met het
doel de waterzuivering integraal aan te kunnen pakken.
Besluit:
in het Rioleringsplan een doelstelling ten aanzien van fosfaat op te nemen:
— bij taken stedelijk afvalwater in lopende tekst (p 20) toevoegen na: ‘energie-
inhoud beter te kunnen benutten! => ‘en fosfaat zoveel mogelijk terug te winnen’;
1
Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteraad
Nummer 1447 A d t
Datum 24 december 2015 mendemen
— bij Thema's strategisch onderzoek (p 27) bij ‘Energie en grondstoffen uit water’
lopende tekst aanpassen:
“Onderzoek hoe afvalwater optimaal kan worden benut voor terugwinning van
energie en grondstoffen (fosfaat alsmede andere nutriënten), onder andere door
de verwerking van GE-afval en alternatieve sanitatie”.
De leden van de gemeenteraad
RJ. Groen
PV. Guldemond
2
| Motie | 2 | discard |
> < Gemeente Raadsinformatiebrief
Amsterdam
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 18 januari 2022
Portefeuille(s) Verkeer vervoer en luchtkwaliteit
Portefeuillehouder(s): Egbert J. de Vries
Behandeld door Verkeer en Openbare Ruimte (bestuurlijke. [email protected])
Onderwerp Logistieke Strategie
Geachte leden van de gemeenteraad,
Met veel genoegen bied ik v de Logistieke Strategie aan, waarmee het college op 18 januari 2022
heeft ingestemd. In deze brief neem ik u graag mee in de logistieke opgave. Stedelijke logistiek,
zoals bijvoorbeeld bouw, bevoorrading en afvalinzameling is cruciaal voor een leefbare en
aantrekkelijke stad, vergelijkbaar met een nutsvoorziening. Tegelijkertijd is de logistieke
voetafdruk groot. Amsterdam groeit en de logistieke stromen zullen alleen maar toenemen. Er is
dringend één integrale aanpak nodig op het gebied van logistiek om de stad bereikbaar, leefbaar
en voor iedereen toegankelijk te houden.
We vragen veel van de logistieke sector om hun voetafdruk te verkleinen terwijl de stad kan blijven
functioneren. In de Logistieke Strategie introduceren we een manier van werken waarmee we als
gemeente in staat zijn beter te sturen op de balans tussen goede bevoorrading en minimaliseren
van de impact. Dat doen we integraal en samen met de logistieke sector.
Meer integrale sturing nodig
Logistiek is noodzakelijk voor het dagelijks leven, de economie en de ontwikkeling van
Amsterdam. Het is de bloedsomloop van de stad. Maar logistiek neemt veel ruimte in en heeft een
grote impact op de verkeersveiligheid, luchtkwaliteit, leefbaarheid en bereikbaarheid.
Het gemeentelijk beleid is tot nu toe redelijk versnipperd en vooral gericht op het beperken van
vervoersbewegingen, het verminderen van lokale overlast en het weren van specifieke voertuigen
op specifieke plekken. Bijvoorbeeld met lokale gewichts-, lengte- en breedtebeperkingen in
stadsdelen en het instellen van venstertijden of een inrijdverbod voor vrachtverkeer. Daarnaast
zijn er de Milieuzone en de in 2021 aangescherpte Zone zwaar verkeer binnen het centrum.
Lokale sturing om overlast tegen te gaan, voldoet niet meer. Amsterdam groeit en de ruimte in de
stad wordt steeds intensiever gebruikt. We maken een inhaalslag in het herstel en onderhoud van
de bruggen en kademuren. En de gemeente wil schoner, lichter, verkeersveiliger en efficiënter
vervoer. Met de Logistieke Strategie als basis gaan we actiever sturen op deze doelstellingen,
vanuit een duidelijke visie, samen met de logistieke sector en met meer kennis.
Passende ruimte voor logistiek
Partijen vit de logistieke ketens staan aan de vooravond van grote veranderingen in de manier
waarop ze werken. Uitstootvrije belevering, globalisering, platformeconomie en digitalisering
vragen forse investeringen in voer- en vaartuigen, nieuwe werkwijzen en bedrijfsvoering. Hierdoor
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 18 janvari 2022
Pagina 2 van 3
veranderen de logistieke stromen. Daarnaast is er ruimte nodig om te innoveren en te
experimenteren met nieuwe voer- en vaartuigen en bedrijfsprocessen om de logistiek slimmer te
organiseren. En zijn er voorzieningen als laadinfrastructuur en hubs ten behoeve van overslag
nodig om de transitie te faciliteren.
Om gemeentelijke ambities en doelstellingen ten aanzien van leefbaarheid, verduurzaming en
luchtkwaliteit ook op het gebied van logistiek te realiseren is een andere, meer gecoördineerde
aanpak van de gemeente noodzakelijk. Veel meer samen, met alle voor de logistiek relevante
interne en externe partijen. Zo gaan we samen werken aan de balans tussen de ruimte die logistiek
nodig heeft voor optimale bevoorrading en het minimaliseren van de gevolgen voor de stad. Dit
noemen we passende ruimte. Hierbij horen meer ruimte voor transport over water, investeren in
logistieke hubs, anders omgaan met laden en lossen, venstertijden en het slim organiseren van de
benodigde laadinfrastructuur. Wat passende ruimte is, verschilt per gebied. Een autoluwe wijk
heeft andere kansen en uitdagingen dan een winkelstraat aan een hoofdweg.
Waarom nu?
De markt vraagt de gemeente om duidelijkheid over de regels voor de komende 5 tot 10 jaar. De
doorlooptermijn bij het aanschaffen van een nieuw wagenpark is 1 à 2 jaar. De afschrijftermijn van
voertuigen is nog veel langer. De angst om te investeren in voer- en vaartuigen die straks
misschien de stad niet meer in mogen werkt verlammend. Sommige bedrijven vinden dat de
gemeente tegenstrijdige eisen stelt. Zo zijn elektrische vrachtwagens zwaarder en leidt lichter
rijden tot meer ritten. En de gemeente beperkt juist zwaar verkeer en wil een autoluwe stad
worden met schone lucht. Over de gemeentelijke eisen en regels willen we als gemeente
helderheid bieden.
Logistieke Strategie
De logistieke Strategie bundelt en bekrachtigt vastgesteld beleid, in samenhang en vanuit het
perspectief van logistiek. We brengen de basis op orde, zodat we beter kunnen sturen op
logistieke stromen en infrastructuur. Voor de samenwerking met de logistieke sector is in juni
2021 het platform Logistiek o20 gestart. Met het doel samenwerking, kennisuitwisseling en
innovatie te stimuleren. Bij het opstellen van de strategie hebben we gebruik gemaakt van
inspraaktrajecten over autoluw, zone zwaar verkeer, varen en luchtkwaliteit. Daarnaast hebben
we de logistieke strategie afgestemd met de 32 stakeholders van Logistiek o20.
De Logistieke Strategie heeft vier speerpunten:
a. Duidelijkheid bieden aan het bedrijfsleven.
Daarmee kunnen bedrijven de benodigde stappen zetten om aan de gemeentelijke eisen te
voldoen. Deze duidelijkheid bestaat uit het in samenhang bekrachtigen van de eerder
vastgestelde doelstellingen en ambities. Deze spreken elkaar niet tegen, ze stapelen alleen,
waardoor er naarmate je de stad verder inrijdt steeds meer eisen gesteld worden. Waar gaat
het dan over? Streven naar nul verkeersdoden, uitstootvrij in 2030, Zone zwaar verkeer in het
centrum. En we gaan extra sturen op efficiënte logistiek in de vorm van zo min mogelijk
onnodige voertuigbewegingen.
b. Onderzoek en kaders voor passende ruimte voor logistiek.
We gebruiken ervaringen die we opdoen in de dagelijkse praktijk om keuzes te maken voor
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 18 janvari 2022
Pagina 3 van 3
passende ruimte voor logistiek. Denk daarbij aan: een afwegingskader om te kiezen voor
transport over weg of water; een leidraad voor logistieke vraagstukken bij herinrichtingen of
gebiedsontwikkeling; een integraal plan van aanpak voor de bouwlogistiek; of onderzoek naar
de benodigde ruimte voor logistiek afgezet tegen bijvoorbeeld aantallen inwoners en
voorzieningen.
c. Kennis, leren en aanpassen.
We moeten investeren in kennis vanuit de praktijk, onderzoek en dataverzameling. Wat is de
voetafdruk van logistiek? En hoe kunnen we daar in verschillende typen buurten op sturen?
Hoe kunnen we logistiek voldoende ruimte geven om de stad leefbaar en aantrekkelijk te
houden? En hoe voorkomen we dat de ruimte die logistiek nodig heeft ten koste gaat van een
leefbare en aantrekkelijke stad?
d. We doen het samen.
Lichte, schone, veilige en efficiënte logistiek vraagt om een goed functionerende
samenwerking met en binnen de logistieke ketens. Zowel binnen de gemeente als daarbuiten.
We zien een centrale rol voor platform Logistiek o20, dat we in de zomer van 2021 hebben
opgezet. En we willen graag vooroplopen in de samenwerking met andere steden,
bijvoorbeeld in G4-en MRA verband.
De Logistieke Strategie benoemt de thema’s die we verder gaan uitwerken. Dat doen we samen
met de relevante gemeenteprogramma’s en stakeholders in de logistieke ketens. Een centrale rol
is hierbij weggelegd voor het programma Logistiek. Dat doet nu nog vooral dienst als
oliemannetje tussen de verschillende partijen. De beperkte omvang van het programma is echter
niet toereikend voor de centrale, meer sturende rol die nodig is. Voor 2022 zijn middelen
beschikbaar om de benodigde doorstart toch te maken en de (integrale) basis op orde te brengen
op het gebied van de gemeentelijke kennis over de logistiek, de communicatie, het
stakeholdermanagement en de monitoring. In 2022 zal worden gewerkt aan een uitvoeringsplan
voor 2023 en verder waarover het nieuwe college zal beslissen.
Het is nu zaak echt werk te gaan maken van de al vastgestelde eisen en de al enige jaren door de
markt gevraagde duidelijkheid. Hiervoor legt de Logistieke Strategie de basis.
Ik ga ervan uit dat u de Logistieke Strategie met aandacht leest.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
|
Egbert J. de Vries
Wethouder Verkeer en Vervoer, Water en Luchtkwaliteit
Bijlage: Logistieke Strategie
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Brief | 3 | train |
Nummer _BD2017-012472 x Gemeente Amsterdam FI N
Directie directie middelen Raadscommissie voor Financiën, Coördinatie Aanpak Subsidies, Aanpak
Dienst ie belaetingen % Belastingen, Waterbeheer, Vastgoed, Inkoop en Personeel en Organisatie
% Ter bespreking en ter kennisneming voor de
commissievergadering van 19 oktober 2017
Portefeuille 14
Agendapunt 18
Datum besluit B&W N.v.t.
Onderwerp
Vervolgplanning Vernieuwing Informatievoorziening Belastingen (VIB).
De commissie wordt gevraagd kennis te nemen van
De brief van de wethouder Financiën over de vervolgplanning mbt. de overgang van
Belastingen naar de nieuwe informatievoorziening.
Wettelijke grondslag
Artikel 169 GW.
Bestuurlijke achtergrond
Bij de bespreking van het programma Vernieuwing Informatievoorziening Belastingen
(VIB) in de commissievergadering van 14 juli 2017 is toegezegd dat de commissie in
oktober wordt geïnformeerd over de voortgang van het programma. In de
commissievergadering van 21 september 2017 is toegezegd dat de commissie wordt
geïnformeerd over de overgang van Belastingen naar de nieuwe
informatievoorziening als het besluit hierover begin oktober is genomen.
In de bijgevoegde brief wordt gemeld dat de commissie naar verwachting na de
collegevergadering van 17 oktober 2017 wordt geïnformeerd over de overgang van
Belastingen naar de nieuwe informatievoorziening.
Reden bespreking
Gezien het belang en de actualiteit van het onderwerp.
Uitkomsten extern advies
N.v.t.
Geheimhouding
N.v.t.
Uitgenodigde andere raadscommissies
N.v.t.
Stukken
Meegestuurd De brief van de wethouder Financiën over de vervolgplanning VIB.
Ter inzage gelegd Nvt.
Behandelend ambtenaar (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
1
Portefeuille 14 Gemeente Amsterdam Fl N
Agendapunt 18 Raadscommissie voor Financiën, Coördinatie Aanpak Subsidies, Aanpak Belastingen,
Waterbeheer, Vastgoed, Inkoop en Personeel en Organisatie
Ter bespreking en ter kennisneming voor de commissievergadering van 19 oktober
2017
Mario van Tilburg, 06-22321342, m.tilburg @amsterdam.nl
2
| Actualiteit | 2 | train |
> Gemeente
Amsterdam
Motie
Datum raadsvergadering 5 april 2023
Ingekomen onder nummer 137
Status Ingetrokken
Onderwerp Motie van het lid Wijnants inzake onderzoek naar sensoren bij blauwe zone
Onderwerp
Onderzoek blauwe zone met sensor
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over Wijzigen van de Verordening Parkeerbelastingen 2023 en Parkeerveror-
dening 2013,
Constaterende dat,
-_ Gemeente Amstelveen op diverse blauwe zone-parkeerplaatsen digitale sensoren heeft
geplaatst die de parkeerduur van voertuigen nauwkeurig meten en bij overschrijding van
de maximale parkeerduur een signaal stuurt naar handhaving om ter plekke te komen en
om een bon uit te schrijven;
-__ Door de sensoren het niet meer mogelijk is om de blauwe schijf illegaal bij te draaien zon-
der consequenties;
-__Door de sensoren de handhavers vaker ter plekke zijn, waardoor zij een beter zicht heb-
ben op het parkeergedrag en de mensen die de sensor proberen te ondermijnen (door de
auto van de plaats af te halen en opnieuw te parkeren) hierdoor evengoed betrapt en be-
boet worden.
Overwegende dat,
-__ Stadsdelen Noord, Oost, Zuid, Nieuw-West en Zuidoost allen meerdere gebieden kennen
waar een blauwe zone geldt;
-__De drukte in de stad toeneemt, wat eveneens geldt voor de parkeerdruk;
-__Stadsdeel Zuid adviseert dat het afschaffen van de blauwe zone resulteert in mogelijk ne-
gatieve gevolgen voor winkeliers en in de reactie van het college deze gevolgen ook be-
trekking hebben op stadsdelen Nieuw-West en Zuidoost.
Gemeente Amsterdam Status Ingetrokken
Pagina 2 van 2
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders
Een onderzoek te doen naar de mogelijkheid om sensoren te installeren bij blauwe zones die de
parkeerduur meet en zo doende de handhaving voorziet van instrumenten om parkeerders die de
maximum parkeerduur overschrijden aan te pakken.
Indiener,
D.P.B. Wijnants
| Motie | 2 | discard |
Gesprek vertegenwoordigers WOOR (Stichting Welzijn, Ontmoeting en Ondersteuning
Rivierenbuurt) met leden stadsdeelcommissie Zuid, wijk De Pijp-Rivierenbuurt,
woensdag 27 oktober 2021 van 19.30 tot 20.30u, Huis van de Wijk Rijnstraat 115
1 Voorstelrondje
2 Agenda
3 Stadsdeelcommissie Zuid / smaldeel De Pijp-Rivierenbuurt: wat doet de sdc, blik op de toekomst na
16 maart 2022
4 WOOR: wat doet WOOR, en wat zijn de knelpunten?; activiteiten en knelpunten spiegelen aan
gebiedsagenda en gebiedsplan
5 Reactie sdc en discussie
6 Rondvraag en sluiting
| Agenda | 1 | train |
% Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
x% Gemeenteblad
X motie
Jaar 2020
Afdeling 1
Nummer 1436
Behandeld op 16 en 17 december 2020
Status Ingetrokken en vervangen door 1436 accent
Onderwerp
Motie van het lid El Ksaihi inzake de Begroting 2021 (Stalkingalarm tegen femicide)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Begroting 2021.
Constaterende dat:
— _ In Nederland iedere 10 dagen een vrouw wordt vermoord;
— _ Femicide in Nederland naar verhouding vaker voorkomt dan in Italië of Frankrijk;
— _ Het vaak voorkomt dat femicide vooraf is gegaan door een melding of aangifte
van stalking door het slachtoffer.
Overwegende dat:
— _In Gent vorig jaar een proef is gestart met een stalkingalarm waarbij slachtoffers
van levensbedreigende stalking door ex-partners altijd en overal met een druk op
de knop de politie live kunnen laten meeluisteren en daarmee die politie in staat
kunnen stellen mensen te sturen naar de exacte locatie.
— Een paar maanden later 10 vrouwen waren aangesloten op het systeem en de
politie 9 keer was uitgerukt.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
Te onderzoeken of een stalkingalarm, zoals dat is getest in Gent, femicide in
Amsterdam kan voorkomen.
Het lid van de gemeenteraad
Y. el Ksaihi
1
| Motie | 1 | discard |
> < Gemeente Raadsinformatiebrief
Amsterdam
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 23 mei 2023
Portefeuille(s) Verkeer, Vervoer, Luchtkwaliteit, Openbare Ruimte en Groen
Portefeuillehouder(s): Melanie van der Horst
Behandeld door VR&OR (bestuurlijke.zaken. [email protected])
Onderwerp Stand van zaken project Onderdoorgang Mac Gillavrylaan
Geachte leden van de gemeenteraad,
Hierbij informeer ik v over de stand van zaken van het project Onderdoorgang Mac Gillavrylaan.
Het project heeft betrekking op de bouw van een onderdoorgang bij de Mac Gillavrylaan
(waardoor Amsterdam Science Park direct wordt verbonden met de afrit van de Azo bij
Watergraafsmeer) én de aanpassing van de Kruislaanonderdoorgang (afsluiten voor autoverkeer).
Met de bouw van de onderdoorgang zou de Middenweg, de Kruislaan en het Galileiplantsoen
worden ontlast en daarmee veiliger worden voor fietsers en voetgangers. Tevens zou Amsterdam
Science Park beter bereikbaar worden.
In september 2020 heeft uw raad een voorbereidingskrediet beschikbaar gesteld voor het project.
In de afgelopen jaren heeft de projectorganisatie samen met ProRail gewerkt aan een ontwerp
voor de onderdoorgang ter hoogte van het Voorlandpad. Begin 2023 is duidelijk geworden dat de
kosten voor de onderdoorgang fors hoger zijn dan in september 2020 werd geraamd. Destijds is
rekening gehouden met een investering van €35 min, de meest recente raming gaat vit van € 71
min.
Door de beperkte middelen is er geen ruimte voor deze extra investering. Daarom is het wenselijk
om onderzoek te doen naar betaalbare andere maatregelen om de verkeersituatie in de
Watergraafsmeer en bij de Kruislaanonderdoorgang te verbeteren. Door middel van een
netwerkstudie en daarnaast onderzoek naar mogelijke mitigerende maatregelen willen we nagaan
hoe de verkeersdrukte en verkeersveiligheid op de Middenweg, de Kruislaan, de
Kruislaanonderdoorgang en het Galileiplantsoen kan worden verbeterd. Deze studies zullen de
komende periode worden uitgevoerd. Wij verwachten begin 2024 een voorstel aan de raad te
doen over deze maatregelen als alternatief voor de onderdoorgang.
De stakeholders zijn op de hoogte gebracht van de stand van zaken van het project en zullen ook
bij bovengenoemd onderzoek worden betrokken. Wij verwachten u hiermee voldoende te hebben
geïnformeerd.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
Ad. ws
Melanie van der Horst
Wethouder Verkeer, Vervoer, Luchtkwaliteit, Openbare Ruimte en Groen
| Brief | 1 | test |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Amendement
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 296
Publicatiedatum 4 april 2014
Ingekomen onder AL
Ingekomen op donderdag 13 maart 2014
Behandeld op donderdag 13 maart 2014
Status Aangenomen
Onderwerp
Amendement van de raadsleden de heer Evans-Knaup, de heer Van Lammeren en
de heer Schimmelpennink inzake de Bijzondere Subsidieverordening Stimulering
Schone Rondvaart.
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over voordracht van het college van burgemeester en
wethouders van 11 februari 2014 tot intrekken van de subsidieregeling Stimulering
schone rondvaart en vaststellen van de Bijzondere Subsidieverordening Stimulering
Schone Rondvaart (Gemeenteblad afd. 1, nr. 201);
Constaterende dat:
— de gemeenteraad de nota Varen heeft vastgesteld;
— in deze nota de Fase 3B uitstootnorm de minimumnorm is geworden;
Overwegende dat:
— deze subsidie bedoeld is om de branche te stimuleren tot verdere verschoning en
niet slechts te voldoen aan een minimumnorm;
— de investeringen in zero-emissie hoger zijn dan in fosiele aandrijving,
Besluit:
1. Fase 3B investeringen niet langer te subsidiëren en daarom in ontwerpbesluit
nr. 201 van 2014:
— de volgende artikelonderdelen te schrappen:
e artikel 8.1 A;
e artikel 8.2.C;
e artikel 8.2.D;
e artikel 11.2;
— tevens de bedragen in de volgende artikelen te verhogen tot:
e artikel 8.2.A > € 40.000;
e artikel 8.2.B > € 20.000;
e artikel8.2.E>€ 2.000;
1
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer 296 A d é
Datum _ 4 april 2014 mendemen
— artikel 3, lid 2, te vervangen door:
3.2 het college kan subsidie verlenen voor:
a. het vervangen van een bestaande CCR2-motor of van een
lagere norm, door een nieuwe zero-emissie motor.
b. het aanbrengen van een nieuwe zero-emissie motor op een nieuwe
rondvaartboot, ter vervanging van een bestaande (oude) (vergunde)
boot met een CCR2-motor of van een lagere norm
c. en het plaatsen van een oplaadpunt door een erkend installateur voor
het opladen van zero-emissie motor;
— toe te voegen aan artikel 10 een lid f‚, luidende:
“f. Vergunningen verstrekt op basis van uitstootvrije voorwaarden zijn
uitgesloten”;
2. daar, waar nodig, de nummering aan te passen opdat deze na het schrappen van
artikelen weer doorloopt en de toelichting aan te passen conform het onder
beslispunt 1 vermelde.
De leden van de gemeenteraad,
LR. Evans-Knaup
J.F.W. van Lammeren
L.M.H. Schimmelpennink
2
| Motie | 2 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2020
Afdeling 1
Nummer 1587
Datum indiening 9 november 2020
Datum akkoord 30 november 2020
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Boutkan inzake arbeidsuitbuiting bij
Amsterdams restaurant 'Saravana Bhavan'
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragensteller:
Zaterdag 7 november 2020 stond er een uitgebreid onderzoeksartikel onder de kop
‘Ze wilden in Nederland werken, ze wisten alleen niet dat ze uitgebuit zouden worden’ in
Het Parool. Het gaat over arbeidsuitbuiting bij het Amsterdamse restaurant ‘Saravana
Bhavan’ aan de Stadhouderskade.
Het restaurant is onderdeel van een populaire Indiase keten en heeft volgens de krant
tijdelijk de deuren gesloten na uitbuiting van het personeel. Sinds kort is de keuken weer
open voor bezorg- en afhaalmaaltijden.
In het artikel komen een aantal zeer schrijnende situaties van medewerkers naar voren.
De uitbuiting bestaat onder andere uit het innemen van het paspoort en betaalpassen en
het onder valse voorwendselen hier naartoe halen van medewerkers uit India onder de
kennismigrantenregeling. Medewerkers moesten extreem lange dagen maken en
kregen volgens Het Parool circa € 700 per maand. Hierdoor worden zij volkomen
afhankelijk gemaakt van hun werkgever en de medewerkers waren vaak niet of
gebrekkig op de hoogte van hun rechten en plichten. De Inspectie SZW heeft controles
uitgevoerd en er loopt op dit moment nog een onderzoek. Het restaurant was al sinds
eind 2019 gesloten.
De fractie van de PvdA Amsterdam heeft al eerder aandacht gevraagd voor
arbeidsuitbuiting in Amsterdam en maakt zich grote zorgen omdat dit hardnekkige
fenomeen steeds weer opnieuw opduikt. Arbeidsuitbuiting van — vaak kwetsbare —
medewerkers moet hard bestreden worden. Uit de expertsessie die op verzoek van
ons heeft plaatsgevonden, bleek onder meer dat arbeidsuitbuiting zelden op zichzelf
staat en dat er ook vaak andere misstanden zijn.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Boutkan, namens de fractie van PvdA
Amsterdam, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van
Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en
wethouders gesteld:
1. Heeft het college kennisgenomen van het artikel in Het Parool? Klopt de
aanname in het artikel dat er arbeidsuitbuiting bij dit restaurant heeft
plaatsgevonden en indien dit het geval is, kan het college aangeven welke
stappen zij gaat zetten om arbeidsuitbuiting in de toekomst bij dit bedrijf te
voorkomen?
1
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Neng ae7 Gemeenteblad R
Datum 30 november 2020 Schriftelijke vragen, maandag 9 november 2020
Antwoord:
Het college heeft kennisgenomen van het artikel in Het Parool. Op het moment
van het opstellen van dit antwoord is het strafrechtelijk onderzoek van de
Inspectie SZW nog niet afgerond. Een rechter heeft zich dus ook nog niet
uitgesproken over de vraag of er in dit restaurant daadwerkelijk (en bewezen)
sprake is geweest van arbeidsuitbuiting.
Om misstanden bij dit bedrijf in de toekomst te voorkomen is het proces van het
reguliere vergunningentraject relevant, waarbij gekeken wordt of de nieuwe
exploitanten voldoen aan de gestelde eisen. Hierbij kan worden gedacht aan het
levensgedrag en de bedrijfsvoering van de exploitant en leidinggevende. Daaraan
gekoppeld loopt ook een Bibob-onderzoek. De uitkomsten van een dergelijk
onderzoek kunnen ertoe leiden dat een aangevraagde (exploitatie}vergunning niet
wordt verstrekt of verlengd.
Voorts ligt er een primaire verantwoordelijkheid bij de Inspectie SZW om te
controleren op arbeidsomstandigheden. De Inspectie heeft de onderneming al
tweemaal gecontroleerd. Naar verwachting zullen zij ook de (nieuwe)
onderneming controleren en bij constatering van misstanden sanctioneren. Hierbij
beschikt de Inspectie, naast het opleggen van boetes, over de bevoegdheid een
onderneming voor een bepaalde tijd stil te leggen.
2. Kan het college aangeven wat de rol van Amsterdam is geweest in deze situatie
nadat arbeidsuitbuiting is geconstateerd? Te denken valt aan de opvang van
slachtoffers. Bijvoorbeeld door het aanbieden van juridisch advies, opvangen
middels noodhuisvesting en eventuele hulp bij het repatriëren?
Antwoord:
Vijf van de zes slachtoffers zijn opgevangen bij het Amsterdams Coördinatiepunt
Mensenhandel (ACM) van HVO-Querido. Binnen het opvangtraject is aan hen de
zogenoemde B8-regeling aangeboden en is een advocaat geregeld met wie zij
meerdere gesprekken hebben gevoerd. Tevens hebben zij ‘leefgeld’ ontvangen.
Uiteindelijk zijn zij door de Inspectie SZW als getuige gehoord omdat zij om
meerdere redenen geen aangifte wensten te doen. Vervolgens zijn zij
teruggekeerd naar India met behulp van de International Organization for
Migration (IOM). Na hun terugkeer hebben zij nog een toegekende uitkering
ontvangen.
Ook is de casus geagendeerd en besproken in de RIEC-werkgroep
mensenhandel en met het stadsdeel Zuid. Voor meer informatie over het RIEG
zie het antwoord op vraag 7. De meest relevante ketenpartners zijn uiteindelijk
betrokken (geweest) bij de interventie.
2
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Neng ae7 Gemeenteblad
Datum 30 november 2020 Schriftelijke vragen, maandag 9 november 2020
3. Wat zorgelijk is, is dat de nieuwe ondernemers zich hebben ingeschreven bij de
Kamer van Koophandel om een soort doorstart te maken onder dezelfde naam.
Klopt het dat dit juridisch mogelijk is, ondanks het lopende onderzoek vanuit
ISZW?
Antwoord:
Het is voor eenieder mogelijk om zich te registreren bij de Kamer van
Koophandel, ook om een bedrijf te registreren onder dezelfde naam.
Bij een overname van een horecabedrijf is het voor het nieuwe bedrijf mogelijk om
tijdelijk te exploiteren op de vergunning van het vorige horecabedrijf, mits het
nieuwe horecabedrijf binnen vier weken een nieuwe vergunning aanvraagt en er
geen zwaarwegende feiten of omstandigheden zijn die zich tegen het van kracht
blijven van de exploitatievergunning verzetten. In deze casus wordt door de
nieuwe ondernemer geen gebruik gemaakt van de vergunning van de eerdere
onderneming, maar heeft het bedrijf een voorlopige toestemming ontvangen te
exploiteren in afwachting van zijn aanvraag. Die toestemming is gegeven omdat
op dit moment geen sprake lijkt te zijn van zwaarwegende feiten of
omstandigheden die zich daartegen verzetten.
Bij het reguliere vergunningentraject wordt gekeken of het nieuwe horecabedrijf
voldoet aan de gestelde eisen, zoals het levensgedrag en de bedrijfsvoering van
de exploitant en leidinggevende. Daaraan gekoppeld loopt ook een Bibob-
onderzoek.
4. Volgens Het Parool ligt er op dit moment een exploitatievergunning van het
restaurant ter beoordeling bij de gemeente. Klopt dit? Indien ja, hoe kan het dat
dit bedrijf nu blijkbaar opereert zonder vergunning en toch een keuken kan
exploiteren”?
Antwoord:
De vergunningaanvraag is momenteel in behandeling. Zie verder de
beantwoording bij vraag 3.
5. Op welke manier zijn eventuele veroordelingen van invloed op een besluit op een
— toekomstige — aanvraag voor exploitatie? Is dit bijvoorbeeld een
weigeringsgrond? Indien dit niet het geval is, is de gemeente bereid dit op te gaan
nemen als weigeringsgrond? BIBOB
Antwoord:
Er is een aantal gronden waarop een exploitatievergunning horecabedrijf en een
drank- en horecawetvergunning geweigerd kan worden, waarbij ook het
levensgedrag van de exploitant of leidinggevende van het horecabedrijf wordt
betrokken. Ook worden deze horecavergunningen getoetst op grond van de Wet
Bibob, waarbij niet alleen naar de exploitant wordt gekeken, maar ook naar
zijn/haar zakelijke relaties.
3
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Neng ae7 Gemeenteblad
Datum 30 november 2020 Schriftelijke vragen, maandag 9 november 2020
6. In de horeca geldt het three-strikes-and-you're-out-principe, met andere woorden
bij drie overtredingen van bijvoorbeeld overlast kan de vergunning tijdelijk worden
ingetrokken. Is het college bereid om na te denken om bij een veroordeling voor
arbeidsuitbuiting per direct de exploitatievergunning in te trekken dan wel op te
schorten? Indien nee, waarom niet?
Antwoord:
Hier wordt gedoeld op de handhavingsstrategie waarin staat opgenomen hoe
overtredingen van de APV en de Drank- en Horecawet (DHW) worden
gesanctioneerd bij horecagelegenheden. Na een aantal (vier of vijf} overtredingen
- steeds binnen een jaar - kan de vergunning worden ingetrokken.
Arbeidsuitbuiting is niet een overtreding in de zin van de APV of de DHW. Een
eventuele veroordeling voor arbeidsuitbuiting kan wel een rol spelen bij het
intrekken of weigeren van de exploitatievergunning op grond van criteria voor
bedrijfsvoering of levensgedrag.
7. Is het college van plan om naar aanleiding van deze casus haar beleid voor
bestrijding van arbeidsuitbuiting aan te passen, dan wel andere afspraken te
maken met betrokken instanties, zoals Inspectie SZW, RIEG, FIOD?
Antwoord:
Tijdens de commissie AZ van 5 december 2019 is een brief toegezegd met daarin
de ‘Amsterdamse aanpak mensenhandel’. Deze is op 26 november 2020 aan de
raad verzonden. Daarin is zeer uitgebreid opgenomen welke activiteiten de
gemeente onderneemt om mensenhandel, waaronder arbeidsuitbuiting, te
voorkomen en te bestrijden. Onderdeel van de aanpak is de ketensamenwerking
in RIEC-verband.
In de RIEC-werkgroep Mensenhandel worden signalen en casus besproken om te
komen tot integrale interventies waarmee barrières worden opgeworpen tegen
mensenhandel en mensensmokkel in de regio. De interventies kunnen zowel
bestaan uit financiële, bestuurlijke als strafrechtelijke interventies of een
combinatie hiervan. In de werkgroep participeren meerdere ketenpartners,
waaronder de Inspectie SZW.
In de hiervoor genoemde brief is tevens te lezen dat de gemeente inzet op het
realiseren van een daadkrachtiger RIEC-werkgroep mensenhandel en dat wordt
ingezet op intensivering van de samenwerking met de Inspectie SZW.
Ten slotte wijst het college op de tweejarige pilot ‘positieverbetering
arbeidsmigranten’ (ter uitvoering van motie 1258 Meldpunt misstanden
buitenlandse werknemers). De pilot gaat in 2021 van start en behelst het
versterken van de positie van arbeidsmigranten in Amsterdam door middel van
informatievoorziening, outreach, ondersteuning en het aankaarten van
systemische knelpunten. Het doen van meldingen en indienen van klachten
maakt eveneens onderdeel uit van de opdracht. Deze pilot kan dus een
vindplaats zijn van vermoedens van arbeidsuitbuiting, waarna de juiste route kan
worden bewandeld en waar nodig gelijk actie kan worden ondernomen.
4
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer wd vember 2020 Schriftelijke vragen, maandag 9 november 2020
8. Kan het college iets zeggen over de mate waarin arbeidsuitbuiting voorkomt in de
Amsterdamse horeca?
Antwoord:
Slachtoffers van mensenhandel doen niet snel uit zichzelf aangifte, bijvoorbeeld
omdat ze bang zijn voor represailles of zichzelf helemaal niet als slachtoffer zien.
Er is bij mensenhandel dus sprake van een ‘haaldelict': de aangifte moet als het
ware ‘gehaald’ worden. Een relatief groot deel van mensenhandel blijft echter
onder de radar, het dark number.
Desalniettemin zijn er enkele voorbeelden bekend van arbeidsuitbuiting in de
horeca. De door de gemeente aangestelde zorgcoördinator ziet daarbij ook veel
grensgevallen die nu vanuit slachtofferperspectief ‘ernstige benadeling’ worden
genoemd. Er is dan nog geen sprake van mensenhandel (arbeidsuitbuiting), maar
de situatie is wel ernstiger dan ‘slecht werkgeverschap’. Veel van deze
slachtoffers willen niet met de Inspectie SZW praten uit angst voor het verliezen
van hun baan en/of huisvesting. In het geval van ongedocumenteerde
werknemers, bestaat vaak ook de vrees dat de werkgever de politie inschakelt en
zij het land uit worden gezet. Ook gebeurt het vaak dat zij zichzelf niet zien als
slachtoffer en blijken veel slachtoffers loyaal te zijn richting hun werkgever.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris
5
| Schriftelijke Vraag | 5 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Schriftelijke vragen
Jaar 2021
Afdeling 1
Nummer SV 48
Datum indiening 28 januari 2021
Datum akkoord 23 februari 2021
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid A.L. Bakker inzake de bomenkap en herplant
van sprietjes in de Frederik Hendrikstraat
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragensteller:
In 2019 is de hele Frederik Hendrikstraat in het kader van een herinrichting kaalgekapt en na
ruim anderhalf jaar staan er nu vervangende exemplaren in de grond. De fractie van de Partij
voor de Dieren had graag opgelucht en blij op dit nieuws willen reageren, maar is
daarentegen verontrust over de iele twijgjes die nu in het straatbeeld zijn verschenen.
Er wordt al tijden beloofd dat herplant bestaat vit bomen met een zo groot mogelijke
stamomtrek en dat we dus niet alleen maar sprietjes terugkrijgen. Het lijkt er echter op dat
de oude dikke bomen toch slechts vervangen zijn door jonge magere exemplaren. Een
duidelijke foto is te vinden in een bericht op Twitter. Vragensteller vraagt zich af of de
herplant in dit geval wel correct is uitgevoerd.
Gezien het vorenstaande heeft het lid AL. Bakker, namens de fractie van de Partij voor de
Dieren, op grond van artikel 84 van het Reglement van orde gemeenteraad en raadscommissies
Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders
gesteld:
Namens het dagelijks bestuur van stadsdeel West hierbij de beantwoording op gestelde
schriftelijke vragen:
1. Hoeveel en welke soort bomen, met wat voor omtrek en leeftijd zijn er precies
gekapt in de Frederik Hendrikstraat?
Antwoord
In totaal zijn er 73 bomen gekapt. Het betrof watercypressen en 1 iep met een
stamomtrek van 80 tot 120 cm. De bomen waren in 1992 geplant.
2. Hoeveel bomen en welke soort, met wat voor omtrek en leeftijd zijn er precies
herplant na de kap van de bomen in de Frederik Hendrikstraat?
Antwoord
Aantal:
In de Frederik Hendrikstraat zijn 56 bomen herplant. (Zie antwoord vraag 3 voor
herplant van de overige gekapte bomen). Eris bewust gekozen om in deze straat minder
bomen terug te planten dan er stonden, omdat de oude bomen te weinig ruimte hadden
om te kunnen groeien. De nieuwe bomen hebben meer (onder- en bovengrondse)
ruimte om tot volle wasdom te kunnen groeien. De nieuwe locatie van de bomen heeft
nu een brede strook van gemiddeld 2,50 m tussen de parkeerplaatsen in plaats van de
voormalige ruimte van 80 cm breed tussen het fietspad en de parkeerstrook.
1
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Nummer SV48 Gemeenteraad
Datum 23 februari 2021 Schriftelijke vragen
Deze grotere boomvakken en investering in optimale groeiplaats zorgen ervoor dat de
bomen een grotere kroonbreedte kunnen ontwikkelen. Dit levert op termijn een groener
straatbeeld met mogelijkheid tot meer CO2 opslag, en er zal meer (regen)water worden
opgevangen.
Voor deze wijze van herplant in de Frederik Hendrikstraat heeft participatie
plaatsgevonden. Naar aanleiding van de publicatie van de kapvergunning werd één
bezwaar ontvangen.
Soort:
De nieuwe bomen zijn van het type Ulmus ‘Dodoens’
Omtrek en leeftijd:
Bij kwekers werd gezocht naar bomen met een twee keer zo grote omtrekmaat (30-35
cm in plaats van 20-25 cm) dan standaard in Amsterdam wordt geplant. Daarbij werd
echter wel als belangrijke kwaliteitseis meegegeven dat de bomen op eigen wortels
worden gekweekt om instabiliteit in de toekomst te voorkomen. In de raadsbrief van 29
oktober 2020 over omgewaaide bomen tijdens de storm hebben we u geïnformeerd
over dit instabiliteitsprobleem bij bomen. Door strenge eisen te stellen aan de wijze
waarop iepen worden opgekweekt zijn we verzekerd van gezond groeiende wortels en
sterk opgroeiende bomen. De gecombineerde eisen van omtrekmaat en extra
kwaliteitseis in de kweekvorm bleek niet eenvoudig. De hoge grondwaterstand in de
Frederik Hendrikstraat zorgt ervoor dat de bomen minder diep kunnen wortelen. Bij
aanplant van de nieuwe bomen moet daarom rekening gehouden worden met de
kluithoogte. Hoe groter de aanplantmaat, hoe dikker de kluithoogte. De kluit mag nooit
in aanraking komen met het grondwater, omdat de wortels dan gaan rotten en de boom
afsterft. De hoogte van het grondwater bepaalt dus de maximale aanplantmaat in een
wijk of straat. De conclusie was dat geen enkele boomkweker de voorgestelde
aanplantmaat in combinatie met de kwaliteitseisen kon leveren. Daarop is besloten vast
te houden aan wens van de bewoners om wel deze bijzondere iepensoort toe te passen,
maar in een kleinere aanplantmaat.
De huidige bomen zijn in 2012 gestekt en opgekweekt en twee jaar geleden bij de
boomkweker vastgelegd. Door twee extreem droge seizoenen met hoge temperaturen
is de groei van de bomen sterk achter gebleven, waardoor de bomen niet de verwachtte
stamomtrek van 30 tot 35 cm hebben gehaald. De bomen variëren in stamomtrek tussen
de 20 en 26 centimeter. Overigens is dit nog steeds de standaard aanplantmaat die in
Amsterdam wordt toegepast.
Om de groei te stimuleren is extra geïnvesteerd in de groeiplaats. Naast de
grondverbetering, beluchting en drainage is gekozen voor een drukverdelende
constructie, waardoor de boom veel meer ruimte heeft om een goed wortelpakket te
vormen en daarmee sneller kan groeien en een langere levensduur zal hebben.
3. Hoe verhoudt de herplant zich tot de voorgeschreven richtlijnen van herplant vanuit
de Bomenverordening?
Antwoord
Volgens de Bomenverordening geldt het principe van 1 op 1 herplant, waarbij gestreefd
wordt naar het meest haalbare resultaat. In de Frederik Hendrikstraat is gecompenseerd
met de aantallen bomen die voldoende ondergrondse groeirvimte hebben om tot
volwaardige bomen vit te kunnen groeien. Hiervoor zijn extra investeringen gedaan in
de ondergrondse groeiplaats. Er zijn in de Frederik Hendrikstraat 56 bomen herplant en
16 extra bomen in de directe omgeving (Fagelbuurt) en 2 in het Westerpark. Inclusief
een optimale inrichting van de groeiplaats voldoet het college aan de herplantplicht.
2
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Nummer 2e Gemeenteraad
Datum 23 februari 2021 Schriftelijke vragen
4. Is het aantal bomen (jonge sprietjes) dat herplant is in de Frederik Hendrikstraat
volgens het college voldoende? Zo ja, graag een toelichting. Zo nee, zullen er nog
extra bomen worden herplant, op deze locatie of in andere delen van de stad?
Antwoord
Ja, de bomen hebben een diktemaat die algemeen in Amsterdam worden geplant. Door
te investeren in optimale groeiomstandigheden ontwikkelen de bomen zich zeer
krachtig. Eris alles aan gedaan om bomen zo te laten groeien dat in een recordtempo
een groen straatbeeld ontstaat met boomkronen die breed uitgroeien.
5. Iser naar aanleiding van de kap in de Frederik Hendrikstraat een storting gedaan in
het gemeentelijk herplantfonds? Zo ja, welk bedrag is er gestort?
Antwoord
Er is voldaan aan de herplantplicht dus een storting in het gemeentelijk herplantfonds
was niet aan de orde.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris
https:/ftwitter.com/NicovanGog/status/1339463237054640130
3
| Schriftelijke Vraag | 3 | train |
X Gemeente
Gemeenteraad RAAD
% Amsterdam
Motie
Datum raadsvergadering 11 november 2021
Ingekomen onder nummer 794
Status Verworpen
Onderwerp
Motie van het lid Kreuger inzake het Vaststellen van de Binnenhavengeldverordening
Pleziervaart 2022 (Right to challenge)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De Raad,
gehoord de beraadslaging over het Vaststellen van de Binnenhavengeldverordening
Pleziervaart 2022,
constaterende dat:
-__ het college een doorvaartvignet wil invoeren voor pleziervaart;
-__de kosten hiervoor aanvankelijk 20 euro zouden zijn;
-__ het college hiervoor uiteindelijk ,o euro wil doorrekenen,
overwegend dat:
-__dit een gigantisch verschil is;
-_ het optuigen van een dergelijk systeem voor minder dan 4o euro per vignet
mogelijk moet zijn,
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
De invoer van het doorvaartvignet met één jaar uit te stellen en in dit jaar een ‘right to
challenge’ te organiseren, waarbij bedrijven de mogelijkheid krijgen een goedkoper
doorvaartvignetten-systeem op poten te zetten.
Indiener
K.M. Kreuger
| Motie | 1 | discard |
> Gemeente
Amsterdam
Amendement
Datum raadsvergadering 1juni2022
Ingekomen onder nummer 234
Status Verworpen
Onderwerp Amendement van het lid Koyuncu inzake het coalitieakkoord 2022-2026
Onderwerp
Betere consideratie voor burgers van buurgemeenten
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende(n) hebben de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over het coalitieakkoord 2022-2026 “Amsterdams Akkoord”
Overwegende dat:
-_ Draagvlak immens belangrijk is voor een succesvolle energietransitie;
-_ Ervaringen uit het verleden hebben laten zien dat participatie met buurtbewoners die net
over de gemeentegrens wonen het draagval enorm kan stagneren.
Besluit:
In hoofdstuk 2 “Een duurzame toekomst” onder de paragraaf “Duurzaamheid” op pagina 42 de ali-
nea
“Windenergie maakt een cruciaal deel vit van de energiemix. We willen het potentieel aanwind-
energie in Amsterdam benutten zonder dat hierdoor onaanvaardbare gezondheidsrisico’s ont-
staan of de natuur teveel wordt belast.”
Te vervangen door:
“Windenergie maakt een cruciaal deel vit van de energiemix. We willen het potentieel aanwind-
energie in Amsterdam benutten zonder dat hierdoor onaanvaardbare gezondheidsrisico’s ont-
staan of de natuur teveel wordt belast. Daarbij houden we rekening met draagvlak onder de be-
woners van buurgemeenten die vlakbij de gemeentegrens wonen.”
Gemeente Amsterdam Status Verworpen
Pagina 2 van 2
Indiener(s),
S. Koyuncu (DENK)
| Motie | 2 | train |
> Gemeente
Amsterdam
Actualiteit voor de raadsvergadering van 26 mei 2021
Van Van Pijpen, Warmerdam en Kilig
Datum 22 mei 2021
Portefeuille Zorg
Agendapunt 2ÀÂ
Onderwerp
Verhoging van de vaccinatiegraad voor COVID-19 onder Amsterdammers, in het bijzonder zij met
een migratie-achtergrond
Aan de gemeenteraad
Met grootschalige vaccinaties gaan we momenteel de Corona pandemie te lijf. De boodschap is
dat iedereen voor 1 juli in ieder geval 1 prik moet kunnen krijgen van één van de vaccins.
Uit het Helius onderzoek zoals we dat in de dagmail van 19 mei jl. toegezonden kregen blijkt dat
bij veel Amsterdammers met een migratieachtergrond de bereidheid om zich te laten vaccineren
nog laag is. Te laag wat ons betreft. Het vaccin beschermt tegen de ziekte waar juist ook, zoals
blijkt vit hetzelfde onderzoek, Amsterdammers met een migratie-achtergrond zwaar onder te lij-
den hebben.
Vaccins geven een hoge mate van bescherming tegen COVID-19 en hoe meer mensen gevacci-
neerd zijn hoe groter de kans op het minimaliseren van de rondgang van het virus.
De verhoging van de vaccinatiegraad onder Amsterdammers in Z'n algemeenheid en met een mi-
gratie-achtergrond in het bijzonder is dus extreem belangrijk.
De wethouder schrijft in de begeleidende brief bij het onderzoek, en opgenomen in de bijlage,
over de wijze waarop de Gemeente de vaccinatiegraad wil gaan verhogen.
Daarbij zijn wij als Amsterdam, als het gaat om de vaccinatie-strategie en de aanlevering van vac-
cins ook gebonden aan het beleid van de Rijksoverheid.
De indieners van deze actualiteit zijn van menig dat ook de Gemeenteraad hierover op korte ter-
mijn dient te spreken om het belang van een hoge vaccinatiegraad te onderstrepen en met elkaar
en het College van gedachten te wisselen over alle mogelijke maatregelen om dat te bereiken.
Reden van spoedeisendheid
De vaccinatiecampagne is momenteel in volle gang om te bereiken dat voor 1 juli 2021 iedereen
die dat wil minimaal één prik heeft ontvangen. Het is dan ook nu het moment om hierover te spre-
ken om niet achter de feiten aan te (hoeven) lopen.
| Actualiteit | 1 | train |
X Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2015
Afdeling 1
Nummer 503
Publicatiedatum 26 juni 2015
Ingekomen op 25 juni 2015
Ingekomen in raadscommissie ZS
Te behandelen op 1/2 juli 2015
Onderwerp
Motie van het raadslid de mevrouw Van Soest inzake de Voorjaarsnota 2015
(budget voor ouderenbeleid).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Voorjaarsnota 2015 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 379);
Constaterende dat:
— het Amsterdamse college van burgemeester en wethouders voornemens is om
budgettaire ombuigingen te doen gedurende de termijn van dit college;
— hiervoor subsidies te korten en in te zetten voor nieuw beleid;
— het college een aanvraag heeft gedaan bij de WHO voor het Age Friendly City
programma;
— de wethouder Ouderenbeleid meermalen in debatten heeft aangegeven dat hij
wethouder is zonder budget en daarom beleid specifiek voor ouderen niet of
onvoldoende kan uitvoeren;
Overwegende dat:
— de Partij van de Ouderen mogelijkheden ziet tot ombuiging van kosten voor het
sluiten van bordelen in het 1012-gebied, naar nieuw beleid voor ouderen;
— voor een actief ouderenbeleid en om inhoud te geven aan de aanvraag voor een
Age Friendly City is budget noodzakelijk voor het doen van onderzoek, het delen
van kennis en het uitvoeren van plannen op onder anderen de volgende gebieden:
o ouderenwerkloosheid;
o ouderenmishandeling;
o ouderen(her)huisvesting;
o transitie van verpleeghuis naar zorg aan huis;
o de dementievriendelijke stad.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
budget toe te wijzen voor het realiseren van een ouderenvriendelijke stad (Age
Friendly City) en de benodigde gelden hiervoor te vinden in het budget dat is
gereserveerd voor het opkopen van bordelen.
Het lid van de gemeenteraad,
W. van Soest
1
2
| Motie | 2 | discard |
x Gemeente Besluit van de vergadering van het Algemeen Bestuur van
X Amsterdam 24 november 2015
X Oost
Jaar 2015
Registratienummer Z-14-04427 | INT-15-06740
Onderwerp: Actualisatie mandaatregister Algemeen Bestuur
Het Algemeen Bestuur van de Bestuurscommissie Oost,
Gezien het voorstel van het Dagelijks Bestuur d.d. 27 oktober 2015
Overwegende dat:
-__ het huidige mandaatregister behorend bij het Mandaatbesluit van het Algemeen
Bestuur stadsdeel Oost is verouderd en behoefte is aan een actualisatie;
Gelet op:
-_ Hoofdstuk zo, Algemene wet bestuursrecht;
-__de Verordening op de bestuurscommissies;
-__het Mandaatbesluit van het Algemeen Bestuur stadsdeel Oost d.d. 27 maart 2014;
-_ het besluit van het College d.d.17 juni 2015;
-__ het besluit van het College d.d. 29 september 2015.
Besluit:
1. Het mandaatregister behorend bij het Mandaatbesluit van het Algemeen Bestuur
stadsdeel Oost te vervangen voor het bijgevoegd (geactualiseerde) mandaatregister,
dat deel vitmaakt van dit besluit;
2. Dat dit besluit een dag na bekendmaking in werking treedt.
Het algemeen bestuur van de Bestuurscommissie Oost
Liane Pielanen, Ivar Manvel,
secretaris voorzitter
Afschrift:
xZOO1F777EFRC# 1
| Besluit | 1 | test |
> Gemeente
Amsterdam
D Motie
Datum raadsvergadering 10 mei 2023
Ingekomen onder nummer 214
Status Aangenomen
Onderwerp Motie van de leden Runderkamp, Broersen en Wehkamp inzake uitbreiden
pilot Dynamische Schooldag
Onderwerp
Uitbreiden pilot Dynamische Schooldag
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over Gezond leven makkelijker maken.
Constaterende dat:
-_in Amsterdam 60% van de kinderen de richtlijn van 60 minuten matige tot intensieve in-
spanning per dag niet haalt;
-__ bewegen essentieel is voor de ontwikkeling van kinderen;
-_ bewegen maakt dat leerlingen meer ontspannen en gefocust in de klas zitten;
-__ onderzoek laat zien dat meer bewegen niet ten koste gaat van schoolprestaties, maar
juist zorgt voor een betere concentratie.
Overwegende dat:
-_de introductie van de ‘Dynamische Schooldag’ ervoor zorgt dat leerlingen door de vak-
leerkracht bewegingsonderwijs worden gestimuleerd om op meerdere momenten van de
dag te bewegen;
-_de ‘Dynamische Schooldag’ bijdraagt aan het behalen van de richtlijn van 60 minuten ma-
tige tot intensieve inspanning per dag;
-_de invulling van de pilot ‘Dynamische Schooldag’ aan de scholen zelf is, net als de deel-
name hieraan;
-_Een passieve levensstijl voor kinderen ernstige gevolgen heeft voor de gezondheid van
kinderen op de korte- en lange termijn, zoals een grotere kans op diabetes en hart- en
vaatziekten.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders
-_de pilot ‘Dynamische Schooldag’ vit te rollen naar scholen in de rest van Amsterdam, in
eerste instantie scholen in de stadsdelen waar de ‘beweegparticipatie' het laagste is
(Nieuw-West, Noord en Zuidoost).
Gemeente Amsterdam Status Aangenomen
Pagina 2 van 2
Indiener(s),
L.P. Runderkamp
J. Broersen
J. Wehkamp
| Motie | 2 | train |
X Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2013
Afdeling 1
Nummer 872
Publicatiedatum 11 oktober 2013
Ingekomen op 9 oktober 2013
Ingekomen in raadscommissie BWK
Te behandelen op 6/7 november 2013
Onderwerp
Motie van het raadslid de heer Weevers inzake de begroting voor 2014
(aanwending van de middelen in het energieakkoord voor Amsterdam).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de begroting voor 2014;
Overwegende dat:
— ereen energieakkoord is afgesloten tussen het rijk en diverse actoren, waaronder
de woningcorporaties;
— erin het kader van dit energieakkoord € 400 miljoen beschikbaar is;
— de woningcorporaties in dit akkoord op zich hebben genomen hun
woningvoorraad in 2020 gemiddeld het energielabel B heeft;
Draagt het college van burgemeester en wethouders op:
harde afspraken te maken met de Amsterdamse woningcorporaties om de gelden
van het energieakkoord ook in Amsterdam in te zetten en de doelstelling van
het duurzaam maken van hun woningen ook in deze stad voor de Amsterdamse
huurders waar te maken.
Het lid van de gemeenteraad,
J.H. Weevers
1
| Motie | 1 | test |
Subsets and Splits
No community queries yet
The top public SQL queries from the community will appear here once available.