premise_en
stringlengths
7
402
premise_nl
stringlengths
8
417
hypothesis_en
stringlengths
0
295
hypothesis_nl
stringlengths
1
308
label
int32
0
2
explanation_1_en
stringlengths
0
917
explanation_1_nl
stringlengths
3
766
explanation_2_en
stringclasses
1 value
explanation_2_nl
stringclasses
1 value
explanation_3_en
stringclasses
1 value
explanation_3_nl
stringclasses
1 value
da_premise
stringlengths
3
6
mqm_premise
stringlengths
3
7
da_hypothesis
stringlengths
3
6
mqm_hypothesis
stringlengths
3
6
da_explanation_1
stringlengths
3
6
mqm_explanation_1
stringlengths
3
7
da_explanation_2
stringclasses
1 value
mqm_explanation_2
stringclasses
1 value
da_explanation_3
stringclasses
1 value
mqm_explanation_3
stringclasses
1 value
A young girl is climbing a fake rock-wall
Een jong meisje klimt op een nep rotswand.
There is a girl climbing outdoors
Er is een meisje dat buiten klimt
1
Not all fake rock-walls are outdoors.
Niet alle nep rotswanden zijn buiten.
0.7555
0.1104
0.2171
0.1101
0.1913
0.0964
A young girl is climbing a fake rock-wall
Een jong meisje klimt op een nep rotswand.
There is a girl climbing
Er is een meisje aan het klimmen
0
Girl climbing is rephrasing girl is climbing.
Meisjes klimmen is rephrasing meisje is klimmen.
0.756
0.1103
0.4728
0.1223
0.0
0.0611
An old man sits in a folding chair within a white doorway.
Een oude man zit in een klapstoel in een witte deuropening.
A man sits in a chair.
Een man zit in een stoel.
0
A chair is a good place to sit.
Een stoel is een goede plek om te zitten.
0.4206
0.1175
0.7477
0.1243
0.6441
0.1209
An old man sits in a folding chair within a white doorway.
Een oude man zit in een klapstoel in een witte deuropening.
A man is blocking the doorway.
Een man blokkeert de deur.
1
Not all men sitting within a doorway are blocking the doorway.
Niet alle mannen in een deuropening blokkeren de deuropening.
0.4205
0.1175
0.4811
0.1405
0.0
0.127
An old man sits in a folding chair within a white doorway.
Een oude man zit in een klapstoel in een witte deuropening.
A man sleeps on the sofa.
Een man slaapt op de bank.
2
If he sits, he is not sleeping. And a folding chair is not a sofa.
Als hij zit, slaapt hij niet, en een klapstoel is geen bank.
0.4205
0.1175
0.8763
0.1297
0.1782
0.1102
crowd of people walking down on old town street lined with shops.
Menigte mensen lopen naar beneden op oude stad straat bekleed met winkels.
A crowd of people march in a parade
Een menigte mensen marcheren in een parade
1
People walk down doesn't imply that people march in a parade.
Mensen lopen naar beneden betekent niet dat mensen marcheren in een parade.
0.0858
0.101
0.6083
0.1623
0.0592
0.1082
crowd of people walking down on old town street lined with shops.
Menigte mensen lopen naar beneden op oude stad straat bekleed met winkels.
A rcowd of people are outdoors.
Een groep mensen is buiten.
0
Old down street is outside. So crowd of people are outdoors.
Oude straat is buiten, dus mensen zijn buiten.
0.0847
0.101
0.0036
0.1235
0.0001
0.0993
crowd of people walking down on old town street lined with shops.
Menigte mensen lopen naar beneden op oude stad straat bekleed met winkels.
A crown of people are inside
Een kroon van mensen zijn binnen
2
Crowd of people trying to buy products in shop but they cant go inside.
Mensen proberen producten te kopen in de winkel, maar ze kunnen niet naar binnen.
0.0847
0.101
0.1171
0.0882
0.6182
0.1255
A man in a suit, sitting behind a desk covered with radio paraphernalia, speaks into a microphone.
Een man in een pak, zit achter een bureau bedekt met radio-apparatuur, spreekt in een microfoon.
the man was talking
De man praatte.
0
A man uses a microphone to talk.
Een man gebruikt een microfoon om te praten.
0.4511
0.1223
0.789
0.1327
0.9731
0.1542
A man in a suit, sitting behind a desk covered with radio paraphernalia, speaks into a microphone.
Een man in een pak, zit achter een bureau bedekt met radio-apparatuur, spreekt in een microfoon.
A man is sitting behind a desk, surrounded by radio equipment, and is speaking into a microphone.
Een man zit achter een bureau, omgeven door radioapparatuur, en spreekt in een microfoon.
0
Sitting behind a desk is a good place to use a microphone.
Zitten achter een bureau is een goede plek om een microfoon te gebruiken.
0.4511
0.1223
0.8073
0.1534
0.4497
0.1356
A man in a suit, sitting behind a desk covered with radio paraphernalia, speaks into a microphone.
Een man in een pak, zit achter een bureau bedekt met radio-apparatuur, spreekt in een microfoon.
The man isn't in a suit and there is no radio equipment nearby.
De man is niet in een pak en er is geen radio apparatuur in de buurt.
2
If he is in a suit, then it can't be that he isn't in a suit. And if there is radio paraphernalia, then it can't be that there is no readio equipment nearby.
Als hij in een pak zit, kan het niet zijn dat hij niet in een pak zit.
0.4511
0.1223
0.2022
0.1076
0.0
0.069
A man in a suit, sitting behind a desk covered with radio paraphernalia, speaks into a microphone.
Een man in een pak, zit achter een bureau bedekt met radio-apparatuur, spreekt in een microfoon.
The man speaks clearly.
De man spreekt duidelijk.
0
A person speaks clearly when talking into a microphone.
Een persoon spreekt duidelijk wanneer hij in een microfoon praat.
0.4505
0.1223
0.9472
0.1313
0.7155
0.1469
A man in a suit, sitting behind a desk covered with radio paraphernalia, speaks into a microphone.
Een man in een pak, zit achter een bureau bedekt met radio-apparatuur, spreekt in een microfoon.
the man was a paid presenter
de man was een betaalde presentator
1
Not all men speaking into microphones are paid presenters.
Niet alle mannen die in microfoons praten zijn betaalde presentatoren.
0.4506
0.1223
0.7553
0.1487
0.4872
0.1419
A man in a suit, sitting behind a desk covered with radio paraphernalia, speaks into a microphone.
Een man in een pak, zit achter een bureau bedekt met radio-apparatuur, spreekt in een microfoon.
A radio announcer, wearing a suit, speaks into his microphone on air.
Een radio omroeper, in een pak, spreekt in zijn microfoon op de lucht.
0
A man covered in radio paraphernalia must be a radio announcer.
Een man bedekt met radiospullen moet een radio omroeper zijn.
0.4499
0.1223
0.2207
0.1224
0.2675
0.1097
A man in a suit, sitting behind a desk covered with radio paraphernalia, speaks into a microphone.
Een man in een pak, zit achter een bureau bedekt met radio-apparatuur, spreekt in een microfoon.
The man is sleeping on his desk.
De man slaapt op zijn bureau.
2
If he is sitting behind a desk, then he is not sleeping on his desk.
Als hij achter een bureau zit, slaapt hij niet op zijn bureau.
0.4505
0.1222
0.522
0.1234
0.4142
0.1209
A man in a suit, sitting behind a desk covered with radio paraphernalia, speaks into a microphone.
Een man in een pak, zit achter een bureau bedekt met radio-apparatuur, spreekt in een microfoon.
An executive wanders into a radio station and attempts to play with the radio equipment.
Een executive dwaalt in een radiostation en probeert te spelen met de radioapparatuur.
2
One cannot be sitting and wander simultaneously.
Men kan niet tegelijkertijd zitten en ronddwalen.
0.4514
0.1222
0.2879
0.1042
0.4608
0.1263
A man in a suit, sitting behind a desk covered with radio paraphernalia, speaks into a microphone.
Een man in een pak, zit achter een bureau bedekt met radio-apparatuur, spreekt in een microfoon.
A man records a radio program.
Een man registreert een radioprogramma.
1
Not all men record radio programs.
Niet alle mannen nemen radioprogramma's op.
0.4514
0.1222
0.6013
0.1303
0.2658
0.1303
A man in a suit, sitting behind a desk covered with radio paraphernalia, speaks into a microphone.
Een man in een pak, zit achter een bureau bedekt met radio-apparatuur, spreekt in een microfoon.
A man sits at a desk while wearing a suit and talking into a microphone.
Een man zit aan een bureau terwijl hij een pak draagt en in een microfoon praat.
0
A man sitting behind a desk must mean he sits at a desk.
Een man achter een bureau moet betekenen dat hij aan een bureau zit.
0.4514
0.1223
0.2922
0.1303
0.0003
0.0943
A man in a suit, sitting behind a desk covered with radio paraphernalia, speaks into a microphone.
Een man in een pak, zit achter een bureau bedekt met radio-apparatuur, spreekt in een microfoon.
A man is using radio equipment to communicate.
Een man gebruikt radioapparatuur om te communiceren.
1
Not all men use radio equipment to communicate.
Niet alle mannen gebruiken radioapparatuur om te communiceren.
0.4506
0.1222
0.9128
0.1571
0.8322
0.1571
A man in a suit, sitting behind a desk covered with radio paraphernalia, speaks into a microphone.
Een man in een pak, zit achter een bureau bedekt met radio-apparatuur, spreekt in een microfoon.
the man was jumping off a train
de man sprong van een trein
2
One cannot be sitting and jumping at the same time.
Men kan niet tegelijkertijd zitten en springen.
0.4506
0.1222
0.4293
0.11
0.4653
0.1217
A man in a suit, sitting behind a desk covered with radio paraphernalia, speaks into a microphone.
Een man in een pak, zit achter een bureau bedekt met radio-apparatuur, spreekt in een microfoon.
He is a radio psychiatrist based in Seattle.
Hij is radio psychiater in Seattle.
1
Not all men are radio psychiatrists.
Niet alle mannen zijn radio psychiaters.
0.4508
0.1223
0.3968
0.1105
0.6156
0.1128
A man in a suit, sitting behind a desk covered with radio paraphernalia, speaks into a microphone.
Een man in een pak, zit achter een bureau bedekt met radio-apparatuur, spreekt in een microfoon.
A man is watching football on the couch.
Een man kijkt naar voetbal op de bank.
2
One generally does not speak into a microphone while watching football.
Men spreekt over het algemeen niet in een microfoon tijdens het kijken naar voetbal.
0.4508
0.1223
0.6569
0.1391
0.6511
0.1565
A man in a suit, sitting behind a desk covered with radio paraphernalia, speaks into a microphone.
Een man in een pak, zit achter een bureau bedekt met radio-apparatuur, spreekt in een microfoon.
A radio announcer's guest, wearing a suit, speaks into his microphone after the host gives him the go-ahead.
De gast van een radiopresentator, die een pak draagt, spreekt in zijn microfoon nadat de gastheer hem toestemming geeft.
1
Not all people who speak on the radio are announcer's guest.
Niet iedereen die op de radio spreekt is de gast van de omroeper.
0.4514
0.1223
0.1215
0.1068
0.3309
0.1308
A man is speaking into a microphone with a variety of recording equipment in front of him.
Een man praat in een microfoon met een verscheidenheid aan opnameapparatuur voor hem.
The man in the picture has never seen anything that runs on electricity.
De man op de foto heeft nog nooit iets gezien dat op elektriciteit loopt
2
A microphone and recording equipment clearly run on electricity.
Een microfoon en opnameapparatuur draaien duidelijk op elektriciteit.
0.2288
0.1224
0.3182
0.1501
0.8896
0.136
A man is speaking into a microphone with a variety of recording equipment in front of him.
Een man praat in een microfoon met een verscheidenheid aan opnameapparatuur voor hem.
A man is making a recording.
Een man maakt een opname.
1
Speaking into a microphone doesn't necessarily imply making a recording.
In een microfoon praten betekent niet noodzakelijkerwijs een opname maken.
0.2288
0.1224
0.6655
0.1312
0.2859
0.1529
A man is speaking into a microphone with a variety of recording equipment in front of him.
Een man praat in een microfoon met een verscheidenheid aan opnameapparatuur voor hem.
A man recording his vocals at a music studio.
Een man die zijn zang opneemt in een muziekstudio.
1
Speaking into a microphone doesn't necessarily imply recording at a music studio.
In een microfoon spreken betekent niet noodzakelijkerwijs opnames in een muziekstudio.
0.2288
0.1224
0.345
0.1064
0.3387
0.1384
A man is speaking into a microphone with a variety of recording equipment in front of him.
Een man praat in een microfoon met een verscheidenheid aan opnameapparatuur voor hem.
A man is using a microphone.
Een man gebruikt een microfoon.
0
A man speaking into a microphone means he is using a microphone.
Een man die in een microfoon praat betekent dat hij een microfoon gebruikt.
0.2288
0.1224
0.9883
0.1551
0.3746
0.1351
A man is speaking into a microphone with a variety of recording equipment in front of him.
Een man praat in een microfoon met een verscheidenheid aan opnameapparatuur voor hem.
A man records his speech.
Een man neemt zijn toespraak op.
0
A man speaking into recording equipment means he records his speech.
Een man die in opnameapparatuur praat, betekent dat hij zijn toespraak opneemt.
0.2288
0.1224
0.0001
0.1291
0.144
0.1096
A man is speaking into a microphone with a variety of recording equipment in front of him.
Een man praat in een microfoon met een verscheidenheid aan opnameapparatuur voor hem.
A man has nothing in his hands
Een man heeft niets in zijn handen.
2
One speaks into a microphone with the microphone in his hands, as such he cannot have nothing in them.
Men spreekt in een microfoon met de microfoon in zijn handen, als zodanig kan hij er niets in hebben.
0.2288
0.1224
0.8794
0.1284
0.274
0.123
A man is speaking into a microphone with a variety of recording equipment in front of him.
Een man praat in een microfoon met een verscheidenheid aan opnameapparatuur voor hem.
A man next to recording equipment.
Een man naast opnameapparatuur.
0
A man with recording equipment in front of him means he is next to recording equipment.
Een man met opnameapparatuur voor hem betekent dat hij naast opnameapparatuur staat.
0.2288
0.1224
0.3094
0.1121
0.243
0.1075
A man is speaking into a microphone with a variety of recording equipment in front of him.
Een man praat in een microfoon met een verscheidenheid aan opnameapparatuur voor hem.
A man is making noise
Een man maakt lawaai.
0
A man speaking means he is making noise.
Een man die spreekt, maakt lawaai.
0.2288
0.1224
0.6724
0.1241
0.2215
0.1161
A man is speaking into a microphone with a variety of recording equipment in front of him.
Een man praat in een microfoon met een verscheidenheid aan opnameapparatuur voor hem.
A man singing in the shower.
Een man zingt onder de douche.
2
One cannot speak into a microphone with a variety of recording equipment in front of him while in the shower, as water damages the equipment.
Men kan niet spreken in een microfoon met een verscheidenheid aan opnameapparatuur voor hem terwijl in de douche, als water schade aan de apparatuur.
0.2288
0.1224
0.6569
0.1248
0.0
0.0892
A man is speaking into a microphone with a variety of recording equipment in front of him.
Een man praat in een microfoon met een verscheidenheid aan opnameapparatuur voor hem.
Someone in the photo is trying to transmit, record, or project his voice.
Iemand op de foto probeert zijn stem te verzenden, opnemen of projecteren.
0
A man is someone.
Een man is iemand.
0.229
0.1224
0.4666
0.1247
0.8383
0.1172
A man is speaking into a microphone with a variety of recording equipment in front of him.
Een man praat in een microfoon met een verscheidenheid aan opnameapparatuur voor hem.
A man is recording an album
Een man neemt een album op
1
Speaking into a microphone doesn't necessarily imply working on an album.
In een microfoon spreken betekent niet noodzakelijkerwijs werken aan een album.
0.229
0.1224
0.0
0.1222
0.2991
0.1313
A man is speaking into a microphone with a variety of recording equipment in front of him.
Een man praat in een microfoon met een verscheidenheid aan opnameapparatuur voor hem.
A man is recording a podcast in a studio.
Een man neemt een podcast op in een studio.
1
Speaking into a microphone doesn't necessarily imply recording a podcast or being in a studio.
In een microfoon spreken betekent niet noodzakelijkerwijs dat je een podcast opneemt of in een studio zit.
0.229
0.1224
0.58
0.1463
0.3745
0.1343
A man is speaking into a microphone with a variety of recording equipment in front of him.
Een man praat in een microfoon met een verscheidenheid aan opnameapparatuur voor hem.
A man plays guitar in a studio
Een man speelt gitaar in een studio
2
One does not usually speak into a microphone while playing guitar.
Men spreekt meestal niet in een microfoon tijdens het spelen van gitaar.
0.229
0.1224
0.94
0.1289
0.6598
0.1383
A man is speaking into a microphone with a variety of recording equipment in front of him.
Een man praat in een microfoon met een verscheidenheid aan opnameapparatuur voor hem.
This gentlemen works at a radio station.
Deze heren werken op een radiostation.
1
Speaking into a microphone with equipment around doesn't necessarily imply that he is at a radio station or that he works there.
Spreken in een microfoon met apparatuur in de buurt betekent niet noodzakelijk dat hij op een radiostation is of dat hij daar werkt.
0.229
0.1224
0.4166
0.1313
0.3209
0.1172
A man is speaking into a microphone with a variety of recording equipment in front of him.
Een man praat in een microfoon met een verscheidenheid aan opnameapparatuur voor hem.
A woman is using a computer.
Een vrouw gebruikt een computer.
2
A man is not a woman.
Een man is geen vrouw.
0.2284
0.1224
0.9813
0.1373
0.9427
0.1281
A man in a suit is sitting at a desk and talking into a microphone.
Een man in een pak zit aan een bureau en praat in een microfoon.
A man is sleeping.
Een man slaapt.
2
One cannot talk into a microphone while sleeping.
Men kan niet praten in een microfoon tijdens het slapen.
0.6738
0.1354
0.6993
0.127
0.6475
0.1444
A man in a suit is sitting at a desk and talking into a microphone.
Een man in een pak zit aan een bureau en praat in een microfoon.
A man is making announcements.
Een man maakt aankondigingen.
1
Talking into a microphone doesn't necessarily imply making announcements.
In een microfoon praten betekent niet per se dat je aankondigingen moet doen.
0.6738
0.1354
0.263
0.1285
0.1954
0.1412
A man in a suit is sitting at a desk and talking into a microphone.
Een man in een pak zit aan een bureau en praat in een microfoon.
A man is sitting.
Er zit een man.
0
A man sitting at a desk means that the man is sitting.
Een man aan een bureau betekent dat de man zit.
0.6738
0.1354
0.4207
0.0995
0.0087
0.0932
The man in the dark suit is doing a talk radio show.
De man in het donker pak doet een talk radio show.
The business man is wearing a dark red suit.
De zakenman draagt een donker rood pak.
1
Not all dark suits are red. Not all men are business men.
Niet alle donkere pakken zijn rood, niet alle mannen zijn zakenmensen.
0.0
0.1131
0.7703
0.1255
0.2704
0.1085
The man in the dark suit is doing a talk radio show.
De man in het donker pak doet een talk radio show.
A man is trying to raise money on his radio show.
Een man probeert geld in te zamelen in zijn radioprogramma.
1
Talking on a radio show doesn't necessarily imply that the main is raising money or that it is his radio show.
Praten op een radioshow betekent niet noodzakelijkerwijs dat het geld inzamelt of dat het zijn radioshow is.
0.0
0.1131
0.7004
0.1224
0.1935
0.1107
The man in the dark suit is doing a talk radio show.
De man in het donker pak doet een talk radio show.
A man has a radio show.
Een man heeft een radioprogramma.
0
A man on talk radio means he has a radio show.
Een man op de radio betekent dat hij een radioshow heeft.
0.0
0.1131
0.7455
0.1292
0.3484
0.1209
The man in the dark suit is doing a talk radio show.
De man in het donker pak doet een talk radio show.
The man in the dark suit is taking a nap.
De man in het donker pak doet een dutje.
2
One cannot be doing a talk radio show and taking a nap simultaneously.
Men kan niet tegelijkertijd een praatje maken en een dutje doen.
0.0
0.1131
0.0
0.1044
0.3838
0.1173
The man in the dark suit is doing a talk radio show.
De man in het donker pak doet een talk radio show.
The business man is wearing a neon colored suit.
De zakenman draagt een neonkleurig pak.
2
A dark suit is different than a neon colored suit.
Een donker pak is anders dan een neonkleurig pak.
0.0
0.1131
0.8292
0.129
0.716
0.1242
The man in the dark suit is doing a talk radio show.
De man in het donker pak doet een talk radio show.
a man does a show
een man doet een show
0
doing a talk radio show is form of does a show
doen een talk radio show is vorm van doet een show
0.0
0.1131
0.4758
0.1206
0.0
0.0716
The man in the dark suit is doing a talk radio show.
De man in het donker pak doet een talk radio show.
the man is at home cooking
de man is thuis aan het koken
2
The man would either be doing a talk radio show or be at home cooking. Not both.
De man zou ofwel een talk radio show doen of thuis aan het koken zijn.
0.0
0.1131
0.6943
0.1407
0.3748
0.1151
The man in the dark suit is doing a talk radio show.
De man in het donker pak doet een talk radio show.
The man is talking on the radio.
De man praat op de radio.
0
doing a talk radio show is the same as talking on the radio.
Het doen van een talk radio show is hetzelfde als praten op de radio.
0.0
0.1131
0.7693
0.1438
0.748
0.133
The man in the dark suit is doing a talk radio show.
De man in het donker pak doet een talk radio show.
A business man is on air of the radio show.
Een zakenman is op de radio.
0
business man wears dark suit most of the time.
De zakenman draagt meestal een donker pak.
0.0
0.1131
0.2868
0.1097
0.5059
0.1229
The man in the dark suit is doing a talk radio show.
De man in het donker pak doet een talk radio show.
the man is a music enthusiast
de man is een muziekliefhebber
1
Talking on the radio doesn't necessarily imply that he is a music enthusiast.
Praten op de radio betekent niet noodzakelijkerwijs dat hij een muziekliefhebber is.
0.0
0.1131
0.992
0.1523
0.6085
0.1363
The man in the dark suit is doing a talk radio show.
De man in het donker pak doet een talk radio show.
A man is hosting a celebrity on his TV show.
Een man organiseert een beroemdheid in zijn tv-programma.
2
The talk radio show and a tv show are different productions that are not usually done at the same time.
De talk radio show en een tv-show zijn verschillende producties die meestal niet tegelijkertijd worden gedaan.
0.0
0.1131
0.0001
0.0952
0.6552
0.1323
The man in the dark suit is doing a talk radio show.
De man in het donker pak doet een talk radio show.
The man is on TV.
Hij is op tv.
2
A talk radio show would be on the radio, where the tv show would be recorded and shown on tv.
Een talk radio show zou op de radio, waar de tv-show zou worden opgenomen en weergegeven op tv.
0.0
0.1131
0.7491
0.13
0.4622
0.0962
The man in the dark suit is doing a talk radio show.
De man in het donker pak doet een talk radio show.
The man is promoting his politics on the radio.
De man promoot zijn politiek op de radio.
1
Talking on the radio doesn't necessarily imply that the man is promoting politics.
Praten op de radio betekent niet noodzakelijkerwijs dat de man politiek bevordert.
0.0
0.1131
0.932
0.1447
0.2009
0.1397
The man in the dark suit is doing a talk radio show.
De man in het donker pak doet een talk radio show.
The man has a nice voice.
De man heeft een mooie stem.
1
The first sentence does not state that the man has a nice voice, simply that he is doing a talk radio show.
In de eerste zin staat niet dat de man een mooie stem heeft, gewoon dat hij een talk radio show doet.
0.0
0.1131
0.963
0.1332
0.5169
0.1216
The man in the dark suit is doing a talk radio show.
De man in het donker pak doet een talk radio show.
The man is on the radio.
De man is op de radio.
0
Person doing a talk radio show will be on the radio.
De persoon die een talk radio show doet zal op de radio zijn.
0.0
0.1131
0.6915
0.1263
0.3272
0.1071
Man in business attire speaks into a microphone.
Een zakenman praat in een microfoon.
A formally-dressed business professional is talking into a microphone.
Een formeel gekleed zakenman praat in een microfoon.
0
formally-dressed business attire is a business attire.
formeel geklede zakelijke kleding is een zakelijke kleding.
0.1595
0.1316
0.6901
0.1389
0.1719
0.1109
Man in business attire speaks into a microphone.
Een zakenman praat in een microfoon.
A businessman is having drinks with friends.
Een zakenman drinkt wat met vrienden.
2
The businessman would not be speaking into a microphone at the same time he would be having drinks with friends.
De zakenman zou niet in een microfoon praten op hetzelfde moment dat hij iets zou drinken met vrienden.
0.1595
0.1316
0.652
0.1136
0.4365
0.1282
Man in business attire speaks into a microphone.
Een zakenman praat in een microfoon.
A man whispers to himself.
Een man fluistert tegen zichzelf.
2
Speaking into a microphone is loud. Whispering to himself is the opposite.
In een microfoon praten is luidruchtig. In zichzelf fluisteren is het tegenovergestelde.
0.159
0.1316
0.6661
0.1245
0.2316
0.1261
Man in business attire speaks into a microphone.
Een zakenman praat in een microfoon.
A salesman speaks to his customers through a microphone about the benefits he offers.
Een verkoper spreekt zijn klanten via een microfoon over de voordelen die hij biedt.
1
The man is not necessarily a salesman, and is not necessarily speaking to his customers. He is not necessarily speaking about the benefits he offers.
De man is niet noodzakelijk een verkoper, en spreekt niet noodzakelijkerwijs tot zijn klanten. Hij spreekt niet noodzakelijk over de voordelen die hij biedt.
0.1599
0.1316
0.8484
0.1368
0.6599
0.1327
Man in business attire speaks into a microphone.
Een zakenman praat in een microfoon.
A businessman is talking.
Een zakenman praat.
1
A man in business attire is not necessarily a businessman.
Een man in zakenkleding is niet noodzakelijk een zakenman.
0.1599
0.1316
0.8845
0.1331
0.7798
0.1351
Man in business attire speaks into a microphone.
Een zakenman praat in een microfoon.
A man is speaking publicly.
Een man spreekt publiekelijk.
0
Most of the time when people are speaking publicly they use microphone so everyone can hear clearly.
Meestal als mensen publiekelijk spreken, gebruiken ze microfoons zodat iedereen goed kan horen.
0.1599
0.1316
0.9816
0.1454
0.7391
0.1539
Man in business attire speaks into a microphone.
Een zakenman praat in een microfoon.
A man uses a microphone.
Een man gebruikt een microfoon.
0
Man in business attire is a man .
De man in zakenkleding is een man.
0.1588
0.1315
0.9911
0.1533
0.4151
0.1036
Man in business attire speaks into a microphone.
Een zakenman praat in een microfoon.
the man is using technology
de man gebruikt technologie
0
microphone is a technology.
microfoon is een technologie.
0.1595
0.1315
0.0006
0.1197
0.8817
0.1351
Man in business attire speaks into a microphone.
Een zakenman praat in een microfoon.
A businessman is giving a speech.
Een zakenman geeft een toespraak.
1
A man in business attire is not necessarily a businessman.
Een man in zakenkleding is niet noodzakelijk een zakenman.
0.1596
0.1315
0.7486
0.15
0.7805
0.1351
Man in business attire speaks into a microphone.
Een zakenman praat in een microfoon.
the man is yelling into a megaphone at a football game.
Hij schreeuwt tegen een megafoon bij een voetbalwedstrijd.
2
Speaking into a microphone is different than yelling into a microphone. Also, it would not be usual to see a man in business attire at a football game.
Spreken in een microfoon is anders dan schreeuwen in een microfoon. Ook zou het niet gebruikelijk zijn om een man in business kleding te zien bij een voetbalwedstrijd.
0.1589
0.1316
0.3274
0.1354
0.2294
0.1138
Man in business attire speaks into a microphone.
Een zakenman praat in een microfoon.
A man in a business suit is talking into a mic.
Een man in een zakenpak praat in een microfoon.
0
business attire is a business suit.
Zakenkleding is een zakenpak.
0.1589
0.1316
0.68
0.1399
0.0009
0.101
Man in business attire speaks into a microphone.
Een zakenman praat in een microfoon.
the man is speaking to a group of clients while he is on a stage
de man praat met een groep cliënten terwijl hij op het podium staat
1
The man is not necessarily speaking to a group, and is not necessarily speaking to clients. He is also not necessarily on a stage.
De man spreekt niet noodzakelijkerwijs tot een groep en spreekt niet noodzakelijkerwijs tot cliënten. Hij is ook niet noodzakelijkerwijs op een podium.
0.1599
0.1316
0.7897
0.1414
0.4751
0.124
Man in business attire speaks into a microphone.
Een zakenman praat in een microfoon.
A man watches a game of football with a large crowd of people.
Een man kijkt naar een voetbalwedstrijd met een grote menigte mensen.
2
Watching a football game and speaking into a microphone would not be done simultaneously.
Een voetbalwedstrijd kijken en in een microfoon spreken zou niet gelijktijdig gebeuren
0.1599
0.1315
0.6748
0.1385
0.4443
0.1337
Man in business attire speaks into a microphone.
Een zakenman praat in een microfoon.
A man is talking at a conference.
Een man praat op een conferentie.
1
The man is not necessarily at a conference. He may be speaking into a microphone under different circumstances than that.
De man is niet per se op een conferentie, hij kan onder andere omstandigheden in een microfoon spreken.
0.1603
0.1315
0.8677
0.1512
0.3265
0.134
Man in business attire speaks into a microphone.
Een zakenman praat in een microfoon.
A homeless man is talking incoherently to himself.
Een dakloze praat onsamenhangend tegen zichzelf.
2
A man in business attire would generally not be homeless. A person talking incoherently to himself would be inconsistent with speaking into a microphone.
Een man in zakenkleding zou over het algemeen niet dakloos zijn. Een persoon die onsamenhangend tegen zichzelf praat zou in strijd zijn met het spreken in een microfoon.
0.1599
0.1315
0.1736
0.1215
0.2876
0.104
The dog and her puppies lay on a blanket.
De hond en haar puppy's lagen op een deken.
Dog is sleeping
Hond slaapt
0
Lay on implies lying down or sleeping.
Op liggen betekent liggen of slapen.
0.6928
0.1216
0.7553
0.125
0.0016
0.0833
The dog and her puppies lay on a blanket.
De hond en haar puppy's lagen op een deken.
Dog eating some snacks
Honden eten wat snacks
2
In blanket there is some snacks.
In de deken zijn wat snacks.
0.6928
0.1216
0.5345
0.1197
0.0
0.0986
The dog and her puppies lay on a blanket.
De hond en haar puppy's lagen op een deken.
Dog likes blanket
Hond houdt van deken
1
Just because a dog lay on blanket doesn't necessarily mean that the dog likes blanket
Alleen omdat een hond lag op deken betekent niet noodzakelijk dat de hond houdt van deken
0.6928
0.1216
0.0001
0.1251
0.3007
0.1294
Golden female dog feeding newborn litter of puppies.
Gouden vrouwelijke hond voeden pasgeboren nest van pups.
Dog feeding her puppies.
Een hond die haar puppy's voert.
0
Since it is "her" puppies the dog is a female dog.
Omdat het "haar" pups is is de hond een vrouwelijke hond.
0.6707
0.1004
0.26
0.111
0.5195
0.1064
Golden female dog feeding newborn litter of puppies.
Gouden vrouwelijke hond voeden pasgeboren nest van pups.
German sheppard feeding her puppies.
Duitse sheppard die haar puppies voert.
1
Not all golden female dogs are German shepherd dogs.
Niet alle gouden vrouwelijke honden zijn Duitse herdershonden.
0.6704
0.1004
0.0255
0.0955
0.7657
0.0926
Golden female dog feeding newborn litter of puppies.
Gouden vrouwelijke hond voeden pasgeboren nest van pups.
Cats drinking milk.
Katten die melk drinken.
2
A dog feeding her puppies is different than cats drinking milk.
Een hond die haar pups geeft is anders dan katten die melk drinken.
0.6711
0.1004
0.6913
0.1243
0.2628
0.0957
The momma dog is feeding her litter of pups.
De mama hond geeft haar pups.
A momma dog is nudging her pups to eat
Een mama hond neukt haar pups om te eten
1
The momma dog may be feeding her pups without having to nudge them to eat.
De mama hond kan haar pups voeden zonder ze te hoeven duwen om te eten.
0.0
0.0821
0.0003
0.0906
0.262
0.1046
The momma dog is feeding her litter of pups.
De mama hond geeft haar pups.
A momma dog is riding a skateboard
Een mama hond rijdt op een skateboard
2
The dog would either be feeding her pups or riding a skateboard. Both would not be done at the same time.
De hond zou haar pups voeren of een skateboard rijden.
0.0
0.082
0.2618
0.0957
0.0048
0.1032
The momma dog is feeding her litter of pups.
De mama hond geeft haar pups.
A litter of pups are eating
Een nestje pups eten
0
feeding the pups is the same as the pups eating.
Het voeden van de pups is hetzelfde als de pups eten.
0.0
0.082
0.0054
0.0882
0.8091
0.1286
A white dog nurses her pups.
Een blanke hond verplegert haar pups.
A white dog has no puppies.
Een witte hond heeft geen puppies.
2
If a dog nurses her pups then she has to have puppies so no puppies is opposite.
Als een hond haar pups verplegt dan moet ze puppy's hebben zodat er geen puppy's tegenover staan.
0.6861
0.1036
0.9351
0.1346
0.2173
0.0911
A white dog nurses her pups.
Een blanke hond verplegert haar pups.
A white dog has puppies.
Een witte hond heeft puppies.
0
pups implies puppies.
pups impliceert pups.
0.6861
0.1036
0.9797
0.1303
0.6442
0.0897
A white dog nurses her pups.
Een blanke hond verplegert haar pups.
A white dog has white puppies.
Een witte hond heeft witte pups.
1
The puppies color was not identified to be white only the white dog.
De puppy's kleur was niet geïdentificeerd wit alleen de witte hond.
0.6861
0.1036
0.9736
0.1212
0.1343
0.0835
Biker with helmet riding red dirt bike in the woods.
Fietser met helm rijden rode crossfiets in het bos.
A mountain biker rides in a race.
Een mountainbiker rijdt in een race.
1
There is no indication that the bike rider is a mountain bike rider. There is no indication that the bike rider is in a race.
Er is geen indicatie dat de fietser een mountainbikerijder is. Er is geen indicatie dat de fietser in een race zit.
0.247
0.0898
0.5211
0.1144
0.5602
0.1272
Biker with helmet riding red dirt bike in the woods.
Fietser met helm rijden rode crossfiets in het bos.
The biker is riding outside.
De motorrijder rijdt buiten.
0
woods is inferred as outside.
bos wordt afgeleid als buiten.
0.247
0.0898
0.411
0.1107
0.0
0.0788
Biker with helmet riding red dirt bike in the woods.
Fietser met helm rijden rode crossfiets in het bos.
The man is walking slowly alongside his bike.
De man loopt langzaam langs zijn fiets.
2
A biker that is riding his bike can’t be walking alongside.
Een motorrijder die op zijn fiets rijdt kan niet langszij lopen.
0.247
0.0898
0.5059
0.1172
0.2831
0.1287
A boy and his father go walking in cowboy clothing.
Een jongen en zijn vader gaan wandelen in cowboykleding.
A father and his son are doing things around their ranch together.
Een vader en zijn zoon doen dingen rond hun ranch.
1
The boy and father could be somewhere other than a ranch.
De jongen en vader kunnen ergens anders zijn dan een ranch.
0.7003
0.1164
0.4683
0.1124
0.0001
0.0931
A boy and his father go walking in cowboy clothing.
Een jongen en zijn vader gaan wandelen in cowboykleding.
A man is riding his horse.
Een man rijdt op zijn paard.
2
A boy and his father refers to multiple people. A man is singular.
Een jongen en zijn vader verwijzen naar meerdere mensen.
0.7003
0.1164
0.9697
0.1236
0.3103
0.1165
A boy and his father go walking in cowboy clothing.
Een jongen en zijn vader gaan wandelen in cowboykleding.
Two people are dressed like cowboys.
Twee mensen zijn gekleed als cowboys.
0
" in cowboy clothing" is saying the same thing as "dressed like cowboys."
"in cowboykleding" zegt hetzelfde als "gekleed als cowboys."
0.7002
0.1164
0.9509
0.1286
0.2308
0.0839
A young boy wearing a blue shirt blows bubbles.
Een jonge jongen met een blauw shirt blaast bubbels.
A boy blowing bubbles in a park.
Een jongen blaast bubbels in een park.
1
The boy is not necessarily in a park.
De jongen is niet per se in een park.
0.2671
0.1232
0.2336
0.1295
0.3658
0.1234
A young boy wearing a blue shirt blows bubbles.
Een jonge jongen met een blauw shirt blaast bubbels.
A girl blowing bubbles.
Een meisje dat bubbels blaast.
2
The person cannot be a young boy and a girl.
De persoon kan geen jonge jongen en meisje zijn.
0.2671
0.1232
0.2489
0.1187
0.7168
0.1157
A young boy wearing a blue shirt blows bubbles.
Een jonge jongen met een blauw shirt blaast bubbels.
A boy blowing bubbles.
Een jongen blaast bubbels.
0
A boy is a young boy who is not adult yet.
Een jongen is een jongen die nog niet volwassen is.
0.2671
0.1232
0.1034
0.1224
0.5956
0.1318
A man and a little boy in cowboy hats hold hands walking across the street.
Een man en een kleine jongen met cowboyhoeden houden elkaars handen aan de overkant.
a man and boy are riding a roller coaster
een man en jongen rijden in een achtbaan
2
The man and boy can’t be riding a roller coaster if they are walking across the street.
De man en jongen kunnen niet rijden op een achtbaan als ze lopen over de straat.
0.2238
0.0958
0.72
0.1343
0.4139
0.1113
A man and a little boy in cowboy hats hold hands walking across the street.
Een man en een kleine jongen met cowboyhoeden houden elkaars handen aan de overkant.
a man and boy are headed to a rodea
een man en jongen gaan naar een rodea
1
The man and boy may not be headed to a rodea, just because they are wearing cowboy hats.
De man en jongen gaan misschien niet naar een rodea, alleen maar omdat ze cowboyhoeden dragen.
0.2243
0.0958
0.0
0.0908
0.0
0.0879
A man and a little boy in cowboy hats hold hands walking across the street.
Een man en een kleine jongen met cowboyhoeden houden elkaars handen aan de overkant.
a man and boy hold hands to cross the street
een man en jongen houden elkaars handen vast om de straat over te steken
0
A man and a little boy in cowboy hats is inferred as a man and boy
Een man en een kleine jongen met cowboy hoeden is afgeleid als een man en jongen
0.2243
0.0958
0.288
0.1169
0.2201
0.0864
A father and son wearing suspenders and cowboy hats.
Een vader en zoon met bretels en cowboyhoeden.
Nobody has suspenders
Niemand heeft bretels.
2
If nobody has suspenders, then the father and son cannot be wearing suspenders.
Als niemand bretels heeft, dan kunnen vader en zoon geen bretels dragen.
0.336
0.0965
0.2787
0.1396
0.6042
0.1283
A father and son wearing suspenders and cowboy hats.
Een vader en zoon met bretels en cowboyhoeden.
A tall human in suspenders
Een lange mens in bretels.
1
The father and son are not necessarily tall.
De vader en zoon zijn niet per se lang.
0.336
0.0965
0.0
0.0928
0.0
0.0653
A father and son wearing suspenders and cowboy hats.
Een vader en zoon met bretels en cowboyhoeden.
A human in suspenders
Een mens in bretels
0
A father and son are both humans.
Vader en zoon zijn allebei mensen.
0.336
0.0965
0.0001
0.1184
0.9199
0.1249
Well i think there amish but there carrying maybe a cellphone or walkie talkie.
Ik denk dat er amish is, maar er is misschien een mobiele telefoon of walkie talkie.
The only amish person to own a cellphone.
De enige amish persoon die een mobiele telefoon bezit.
1
The person is not necessarily Amish, and if they were, they would be prohibited from owning a cellphone.
De persoon is niet noodzakelijk Amish, en als ze dat waren, zouden ze verboden zijn om een mobiele telefoon te bezitten.
0.0
0.0623
0.6979
0.1233
0.4892
0.1214
Well i think there amish but there carrying maybe a cellphone or walkie talkie.
Ik denk dat er amish is, maar er is misschien een mobiele telefoon of walkie talkie.
A woman throwing a cellphone to the ground.
Een vrouw die een mobieltje op de grond gooit.
2
If they are carrying the cellphone, then the woman is not throwing the cell phone.
Als ze de mobiele telefoon dragen, dan gooit de vrouw de mobiele telefoon niet.
0.0
0.0623
0.4551
0.1091
0.1387
0.1185