premise_en
stringlengths 7
402
| premise_nl
stringlengths 8
417
| hypothesis_en
stringlengths 0
295
| hypothesis_nl
stringlengths 1
308
| label
int32 0
2
| explanation_1_en
stringlengths 0
917
| explanation_1_nl
stringlengths 3
766
| explanation_2_en
stringclasses 1
value | explanation_2_nl
stringclasses 1
value | explanation_3_en
stringclasses 1
value | explanation_3_nl
stringclasses 1
value | da_premise
stringlengths 3
6
| mqm_premise
stringlengths 3
7
| da_hypothesis
stringlengths 3
6
| mqm_hypothesis
stringlengths 3
6
| da_explanation_1
stringlengths 3
6
| mqm_explanation_1
stringlengths 3
7
| da_explanation_2
stringclasses 1
value | mqm_explanation_2
stringclasses 1
value | da_explanation_3
stringclasses 1
value | mqm_explanation_3
stringclasses 1
value |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
A chef is preparing a dish in a large kitchen. | Een chef bereidt een gerecht in een grote keuken. | A chef is preparing their favorite dish in a large kitchen. | Een chef bereidt zijn favoriete gerecht in een grote keuken. | 1 | the dish need not be the chef's favorite dish. | Het gerecht hoeft niet het favoriete gerecht van de chef te zijn. | 0.8614 | 0.1287 | 0.9387 | 0.1228 | 0.8494 | 0.131 | ||||||||
A chef is preparing a dish in a large kitchen. | Een chef bereidt een gerecht in een grote keuken. | A chef in a kitchen. | Een chef in een keuken. | 0 | It is implied that the chef is in a kitchen preparing the dish | Het is geïmpliceerd dat de chef in een keuken is het bereiden van de schotel | 0.8612 | 0.1286 | 0.8447 | 0.1233 | 0.0 | 0.1058 | ||||||||
A man with a lot of tattoo's is getting another one. | Een man met veel tatoeages krijgt er nog een. | A man is getting a tattoo. | Een man krijgt een tatoeage. | 0 | Getting another one implies a tattoo | Het krijgen van een andere impliceert een tatoeage | 0.2603 | 0.0998 | 0.7879 | 0.1138 | 0.0001 | 0.1063 | ||||||||
A man with a lot of tattoo's is getting another one. | Een man met veel tatoeages krijgt er nog een. | A man is happy to be getting a new tattoo. | Een man is blij een nieuwe tatoeage te krijgen. | 1 | Just because a man is getting another tattoo it does not mean he is happy about it. | Gewoon omdat een man een andere tatoeage krijgt betekent het niet dat hij er blij mee is. | 0.259 | 0.0998 | 0.6116 | 0.1135 | 0.6286 | 0.1308 | ||||||||
A man with a lot of tattoo's is getting another one. | Een man met veel tatoeages krijgt er nog een. | A man is getting a haircut. | Een man wordt geknipt. | 2 | He refers to another tattoo which is not the same as a haircut . | Hij verwijst naar een andere tatoeage die niet hetzelfde is als een kapsel. | 0.259 | 0.0998 | 0.0029 | 0.0889 | 0.4632 | 0.1126 | ||||||||
Tattooed man getting a tattoo. | Getatoeëerde man die een tatoeage krijgt. | A tattooed man is getting his tattoos erased. | Een getatoeëerde man laat zijn tatoeages wissen. | 2 | Getting tattoos is the opposite of getting tattoos erased. | Tatoeages krijgen is het tegenovergestelde van tatoeages laten wissen. | 0.1284 | 0.0944 | 0.0206 | 0.1113 | 0.013 | 0.1159 | ||||||||
Tattooed man getting a tattoo. | Getatoeëerde man die een tatoeage krijgt. | A tattooed man is getting a tattoo of a Chinese character. | Een getatoeëerde man krijgt een tatoeage van een Chinees karakter. | 1 | the tattoo does not need to one of a Chinese character. | de tatoeage hoeft niet één van een Chinees karakter. | 0.1284 | 0.0944 | 0.6366 | 0.0999 | 0.3913 | 0.097 | ||||||||
Tattooed man getting a tattoo. | Getatoeëerde man die een tatoeage krijgt. | A tattooed man is getting a new tattoo. | Een getatoeëerde man krijgt een nieuwe tatoeage. | 0 | It is implied that the tattooed man is getting a new tattoo | Het wordt gesuggereerd dat de getatoeëerde man een nieuwe tatoeage krijgt | 0.1284 | 0.0944 | 0.5479 | 0.1148 | 0.3425 | 0.1319 | ||||||||
Short order cook preparing a meal in a kitchen. | Korte bestelling koken koken een maaltijd in een keuken. | Short order cook preparing a meal in a kitchen at his place of employment | Korte bestelling kok bereiden van een maaltijd in een keuken op zijn plaats van tewerkstelling | 1 | A kitchen doesn't necessarily mean it's his place of employment. | Een keuken betekent niet dat het zijn werkplek is. | 0.0 | 0.0637 | 0.0 | 0.0651 | 0.4989 | 0.1214 | ||||||||
Short order cook preparing a meal in a kitchen. | Korte bestelling koken koken een maaltijd in een keuken. | Short order cook is cooking up a meal | Korte bestelling kok is koken van een maaltijd | 0 | Preparing a meal is the same as cooking a meal. | Het bereiden van een maaltijd is hetzelfde als koken van een maaltijd. | 0.0 | 0.0637 | 0.0 | 0.055 | 0.8846 | 0.1342 | ||||||||
Short order cook preparing a meal in a kitchen. | Korte bestelling koken koken een maaltijd in een keuken. | Short order cook is sitting down eating a meal | Short order kok zit te eten | 2 | Short order cooks do not sit down and eat meals because they are the ones preparing the food. | Korte bestelling koks gaan niet zitten en eten maaltijden omdat zij degenen zijn die het voedsel bereiden. | 0.0 | 0.0637 | 0.0 | 0.0763 | 0.0 | 0.0939 | ||||||||
A male chief in a restaurant kitchen, with a black hat on and a frying pain in his left hand, pouring the contents in the pain into bowels. | Een mannelijke chef in een restaurant keuken, met een zwarte hoed op en een frituurpijn in zijn linkerhand, giet de inhoud in de pijn in darmen. | A male chief in a kitchen. | Een mannelijke chef in de keuken. | 0 | A restaurant kitchen is a specific type of kitchen. | Een restaurantkeuken is een specifiek type keuken. | 0.1553 | 0.0547 | 0.7686 | 0.1066 | 0.7725 | 0.1394 | ||||||||
A male chief in a restaurant kitchen, with a black hat on and a frying pain in his left hand, pouring the contents in the pain into bowels. | Een mannelijke chef in een restaurant keuken, met een zwarte hoed op en een frituurpijn in zijn linkerhand, giet de inhoud in de pijn in darmen. | A female chief in a kitchen. | Een vrouwelijke chef in een keuken. | 2 | He refers to a male chef which is not the same with a female chef . | Hij verwijst naar een mannelijke chef die niet hetzelfde is met een vrouwelijke chef. | 0.1555 | 0.0547 | 0.7654 | 0.117 | 0.6565 | 0.1278 | ||||||||
A male chief in a restaurant kitchen, with a black hat on and a frying pain in his left hand, pouring the contents in the pain into bowels. | Een mannelijke chef in een restaurant keuken, met een zwarte hoed op en een frituurpijn in zijn linkerhand, giet de inhoud in de pijn in darmen. | A male Indian chief in a kitchen. | Een mannelijke Indiase chef in een keuken. | 1 | A chief does not have to be Indian. | Een chief hoeft geen indiaan te zijn. | 0.1555 | 0.0547 | 0.7402 | 0.1178 | 0.7415 | 0.1322 | ||||||||
The blond-haired mother looked on as her daughter was getting her haircut for the first time. | De blondharige moeder keek toe toen haar dochter voor het eerst naar de kapper ging. | A blonde mother looks on as her blonde daughter gets her first hair cut. | Een blonde moeder kijkt toe als haar blonde dochter haar eerste haar knipt | 1 | Just because a mother is blond-haired it does not mean her daughter is blonde. | Dat een moeder blond haar heeft betekent niet dat haar dochter blond is. | 0.2844 | 0.1179 | 0.2414 | 0.1125 | 0.7214 | 0.1411 | ||||||||
The blond-haired mother looked on as her daughter was getting her haircut for the first time. | De blondharige moeder keek toe toen haar dochter voor het eerst naar de kapper ging. | A blonde mother looks on as her daughter gets her first hair cut. | Een blonde moeder kijkt toe als haar dochter haar eerste haar knipt | 0 | Her first hair cut is a rephrasing of haircut for the first time. | Haar eerste kapsel is voor het eerst een knipbeurt. | 0.2844 | 0.1179 | 0.1515 | 0.1108 | 0.0 | 0.0793 | ||||||||
The blond-haired mother looked on as her daughter was getting her haircut for the first time. | De blondharige moeder keek toe toen haar dochter voor het eerst naar de kapper ging. | A blonde mother watches her daughter get her teeth pulled for the first time. | Een blonde moeder ziet haar dochter voor het eerst tanden trekken. | 2 | She is either getting a haircut or her teeth pulled . | Ze wordt geknipt of haar tanden trekken. | 0.2844 | 0.1179 | 0.4797 | 0.1061 | 0.0 | 0.0653 | ||||||||
A policeman stand outside on the street with his hands in his pockets. | Een politieman staat buiten op straat met zijn handen in zijn zakken. | A policemen handcuffing a suspect. | Een politieagent die een verdachte boeien. | 2 | Hands are not handcuffs. | Handen zijn geen handboeien. | 0.7547 | 0.131 | 0.0 | 0.0814 | 0.3036 | 0.1073 | ||||||||
A policeman stand outside on the street with his hands in his pockets. | Een politieman staat buiten op straat met zijn handen in zijn zakken. | A policemen standing out in the cold. | Een politieagent die in de kou staat. | 1 | putting his hands in his pockets does not mean that the policeman is standing out in the cold. | Zijn handen in zijn zakken steken betekent niet dat de politieagent in de kou staat. | 0.7548 | 0.131 | 0.4927 | 0.1163 | 0.3814 | 0.1151 | ||||||||
A policeman stand outside on the street with his hands in his pockets. | Een politieman staat buiten op straat met zijn handen in zijn zakken. | A policeman has his hands in his pockets. | Een politieman heeft zijn handen in zijn zakken. | 0 | The policeman with his hands in his pockets is standing outside on the street | De politieman met zijn handen in zijn zakken staat buiten op straat | 0.7548 | 0.131 | 0.8287 | 0.1286 | 0.6945 | 0.134 | ||||||||
Two pastry chefs making pastry and a senior citizen purchasing pastry she has been shopping already. | Twee banketbakkers die gebak maken en een senior burger die gebak koopt heeft ze al boodschappen gedaan. | Some people are inside a store. | Sommige mensen zijn in een winkel. | 0 | A pastry chef and a senior citizen are some people. A chef making pastry is inside a store. | Een banketbakker en een oudere burger zijn mensen. | 0.0043 | 0.0787 | 0.3927 | 0.1144 | 0.0582 | 0.0879 | ||||||||
Two pastry chefs making pastry and a senior citizen purchasing pastry she has been shopping already. | Twee banketbakkers die gebak maken en een senior burger die gebak koopt heeft ze al boodschappen gedaan. | Customers are buying some food for breakfast. | Klanten kopen wat eten als ontbijt. | 1 | Pastries can be eaten at times other than for breakfast. | Gebak kan worden gegeten op andere momenten dan bij het ontbijt. | 0.0042 | 0.0786 | 0.8557 | 0.1207 | 0.7225 | 0.1274 | ||||||||
Two pastry chefs making pastry and a senior citizen purchasing pastry she has been shopping already. | Twee banketbakkers die gebak maken en een senior burger die gebak koopt heeft ze al boodschappen gedaan. | The restaurant is closed as people look from outside. | Het restaurant is gesloten als mensen kijken van buiten. | 2 | You cant be purchasing pastry while looking from outside. | Je kunt geen gebak kopen terwijl je van buiten kijkt | 0.0042 | 0.0786 | 0.3624 | 0.1119 | 0.0665 | 0.1058 | ||||||||
A middle-aged security guard wearing a yellow vest is standing next to a car | Een bewaker van middelbare leeftijd met een geel vest staat naast een auto. | The woman sits next to the car. | De vrouw zit naast de auto. | 2 | One cannot be sitting and standing at the same time. | Men kan niet tegelijkertijd zitten en staan. | 0.6338 | 0.1314 | 0.5691 | 0.1199 | 0.7015 | 0.1307 | ||||||||
A middle-aged security guard wearing a yellow vest is standing next to a car | Een bewaker van middelbare leeftijd met een geel vest staat naast een auto. | The security guard stands next to the car. | De bewaker staat naast de auto. | 0 | It is implied that the security guard who is standing next to the car is wearing a yellow vest and is middle-aged. | Er wordt gesuggereerd dat de bewaker die naast de auto staat een geel vest draagt en van middelbare leeftijd is. | 0.6331 | 0.1314 | 0.6802 | 0.1196 | 0.6255 | 0.1302 | ||||||||
A middle-aged security guard wearing a yellow vest is standing next to a car | Een bewaker van middelbare leeftijd met een geel vest staat naast een auto. | The security guard stands next to the suspicious car. | De bewaking staat naast de verdachte auto. | 1 | a security guard standing next to a car does not make it suspicious. | Een bewaker naast een auto maakt het niet verdacht. | 0.6331 | 0.1314 | 0.5525 | 0.1192 | 0.2783 | 0.1069 | ||||||||
A girl with brown hair is getting her hair styled by a lady in a pink shirt. | Een meisje met bruin haar krijgt haar stijl door een dame in een roze shirt. | A young girl gets her hair styled for prom. | Een jong meisje krijgt haar kapsel voor het bal. | 1 | the girl does not only have to get her hair styled because of prom. | Het meisje heeft niet alleen om haar haar stijl vanwege het bal. | 0.0 | 0.0923 | 0.0 | 0.0915 | 0.0 | 0.0586 | ||||||||
A girl with brown hair is getting her hair styled by a lady in a pink shirt. | Een meisje met bruin haar krijgt haar stijl door een dame in een roze shirt. | A girl gets her hair styled. | Een meisje krijgt haar haar stijl. | 0 | "A girl gets her hair styled" is what the girl with brown hair is doing. | "Een meisje krijgt haar haar stijl" is wat het meisje met bruin haar doet. | 0.0 | 0.0923 | 0.0 | 0.0797 | 0.0 | 0.0937 | ||||||||
A girl with brown hair is getting her hair styled by a lady in a pink shirt. | Een meisje met bruin haar krijgt haar stijl door een dame in een roze shirt. | A boy gets a haircut. | Een jongen wordt geknipt. | 2 | A girl is not a boy. | Een meisje is geen jongen. | 0.0 | 0.0923 | 0.1255 | 0.0891 | 0.9524 | 0.1369 | ||||||||
A man in a hat is standing next to a trailer and petting a donkey. | Een man met een hoed staat naast een trailer en aait een ezel. | A man is near a trailer. | Een man is in de buurt van een trailer. | 0 | The donkey is near a trailer, where a man pets him. | De ezel is vlakbij een trailer, waar een man hem aait. | 0.5593 | 0.1117 | 0.4816 | 0.1317 | 0.6262 | 0.1124 | ||||||||
A man in a hat is standing next to a trailer and petting a donkey. | Een man met een hoed staat naast een trailer en aait een ezel. | A man is at the fair. | Een man is op de kermis. | 1 | A man in a hat next to a trailer petting a donkey doesn't necessarily mean he is at the fair. | Een man met een hoed naast een caravan die een ezel aait betekent niet noodzakelijk dat hij op de kermis is. | 0.5593 | 0.1117 | 0.0822 | 0.1132 | 0.1546 | 0.0873 | ||||||||
A man in a hat is standing next to a trailer and petting a donkey. | Een man met een hoed staat naast een trailer en aait een ezel. | A man is mowing his lawn. | Een man maait zijn gazon. | 2 | A donkey cannot mow a lawn. | Een ezel kan geen gras maaien. | 0.5586 | 0.1117 | 0.798 | 0.136 | 0.6941 | 0.1298 | ||||||||
A man is carrying a board with many pairs of sunglasses. | Een man draagt een plank met veel zonnebrillen. | a woman is crocheting | een vrouw is Haakvideo | 2 | A man is not a woman. | Een man is geen vrouw. | 0.2014 | 0.0833 | 0.0 | 0.0527 | 0.9425 | 0.1282 | ||||||||
A man is carrying a board with many pairs of sunglasses. | Een man draagt een plank met veel zonnebrillen. | a man tries to sell many sunglasses | een man probeert veel zonnebrillen te verkopen | 1 | A man carrying a board with sunglasses doesn't necessarily mean he tries to sell them. | Een man met een plank met een zonnebril betekent niet dat hij ze probeert te verkopen. | 0.2014 | 0.0833 | 0.5414 | 0.1153 | 0.0003 | 0.0813 | ||||||||
A man is carrying a board with many pairs of sunglasses. | Een man draagt een plank met veel zonnebrillen. | a man carries sunglasses on a piece of wood | een man draagt zonnebril op een stuk hout | 0 | Boards are usually made out of a piece of wood. | Borden zijn meestal gemaakt van een stuk hout. | 0.2033 | 0.0833 | 0.5024 | 0.0956 | 0.9461 | 0.1232 | ||||||||
A young man in a tan hat and a green shirt peers over a waist high wall separating the kitchen and living area of a home. | Een jonge man met een bruine hoed en een groen shirt kijkt over een taille hoge muur die de keuken en het woongedeelte van een huis scheidt | A man watches someone cook something on the stove. | Een man ziet iemand iets koken op het fornuis. | 1 | A man peers over a wall between a home's kitchen and living area; he may not even be looking into the kitchen, we don't know that he watches someone cook, and we cannot infer that there's something on the stove. | Een man kijkt over een muur tussen de keuken van een huis en de woonkamer; hij kijkt misschien niet eens in de keuken, we weten niet dat hij iemand ziet koken, en we kunnen niet afleiden dat er iets op het fornuis staat. | 0.2671 | 0.1086 | 0.7969 | 0.1344 | 0.3737 | 0.0914 | ||||||||
A young man in a tan hat and a green shirt peers over a waist high wall separating the kitchen and living area of a home. | Een jonge man met een bruine hoed en een groen shirt kijkt over een taille hoge muur die de keuken en het woongedeelte van een huis scheidt | A young man has a tan hat. | Een jongeman heeft een bruine hoed. | 0 | A tan hat is a part of the young man outfit. | Een bruine hoed is een onderdeel van de jongeman outfit. | 0.2674 | 0.1086 | 0.9298 | 0.1249 | 0.8507 | 0.1213 | ||||||||
A young man in a tan hat and a green shirt peers over a waist high wall separating the kitchen and living area of a home. | Een jonge man met een bruine hoed en een groen shirt kijkt over een taille hoge muur die de keuken en het woongedeelte van een huis scheidt | A child goes down a slide. | Een kind gaat een glijbaan in. | 2 | A kitchen is not a slide. | Een keuken is geen glijbaan. | 0.2677 | 0.1086 | 0.1728 | 0.1187 | 0.331 | 0.1175 | ||||||||
A young man in a tan hat and a green shirt peers over a waist high wall separating the kitchen and living area of a home. | Een jonge man met een bruine hoed en een groen shirt kijkt over een taille hoge muur die de keuken en het woongedeelte van een huis scheidt | He is sitting at a picnic table outside. | Hij zit aan een picknicktafel buiten. | 2 | The living area of a home cannot be outside it. | De woonruimte van een huis mag er niet buiten zijn | 0.2674 | 0.1086 | 0.8046 | 0.1358 | 0.4314 | 0.1262 | ||||||||
A young man in a tan hat and a green shirt peers over a waist high wall separating the kitchen and living area of a home. | Een jonge man met een bruine hoed en een groen shirt kijkt over een taille hoge muur die de keuken en het woongedeelte van een huis scheidt | A man is looking at his house. | Een man kijkt naar zijn huis. | 1 | We cannot infer that a man peering over a wall in a home is necessarily in his house. | We kunnen niet afleiden dat een man die over een muur kijkt in een huis noodzakelijkerwijs in zijn huis is. | 0.2674 | 0.1086 | 0.4422 | 0.1378 | 0.0741 | 0.1033 | ||||||||
A young man in a tan hat and a green shirt peers over a waist high wall separating the kitchen and living area of a home. | Een jonge man met een bruine hoed en een groen shirt kijkt over een taille hoge muur die de keuken en het woongedeelte van een huis scheidt | A young man has a small tan hat. | Een jongeman heeft een kleine bruine hoed. | 1 | A tan hat can be many different sizes, not necessarily small. | Een bruine hoed kan vele verschillende maten zijn, niet noodzakelijk klein. | 0.2674 | 0.1086 | 0.844 | 0.1177 | 0.2467 | 0.1015 | ||||||||
A young man in a tan hat and a green shirt peers over a waist high wall separating the kitchen and living area of a home. | Een jonge man met een bruine hoed en een groen shirt kijkt over een taille hoge muur die de keuken en het woongedeelte van een huis scheidt | The young man is taller than the wall separating the kitchen and the living area. | De jongeman is groter dan de muur die de keuken en het woongedeelte scheidt | 0 | The wall is waist high, so the man must be taller than the wall. | De muur is middelhoog, dus de man moet groter zijn dan de muur. | 0.2674 | 0.1086 | 0.5822 | 0.1067 | 0.2585 | 0.1036 | ||||||||
A young man in a tan hat and a green shirt peers over a waist high wall separating the kitchen and living area of a home. | Een jonge man met een bruine hoed en een groen shirt kijkt over een taille hoge muur die de keuken en het woongedeelte van een huis scheidt | A young man is standing in the kitchen. | Een jongeman staat in de keuken. | 1 | A young man who peers over a waist high wall separating the kitchen and living area of a home may be standing in the living area, not necessarily in the kitchen. | Een jonge man die boven een hoge muur van de taille kijkt en de keuken en het woongedeelte van een huis scheidt, kan in de woonkamer staan, niet noodzakelijkerwijs in de keuken. | 0.2677 | 0.1086 | 0.6674 | 0.1372 | 0.0001 | 0.0802 | ||||||||
A young man in a tan hat and a green shirt peers over a waist high wall separating the kitchen and living area of a home. | Een jonge man met een bruine hoed en een groen shirt kijkt over een taille hoge muur die de keuken en het woongedeelte van een huis scheidt | The young man is looking to see if dinner is ready yet. | De jongeman wil weten of het eten klaar is. | 1 | One cannot infer that a young man who peers over a waist high wall separating the kitchen and living area of a home has anything to do with seeing if dinner is ready yet. | Men kan niet afleiden dat een jongeman die over een hoge muur van de taille kijkt en de keuken en woonruimte van een huis scheidt, iets te maken heeft met het zien of het eten al klaar is. | 0.2677 | 0.1086 | 0.7698 | 0.1246 | 0.1105 | 0.0694 | ||||||||
A young man in a tan hat and a green shirt peers over a waist high wall separating the kitchen and living area of a home. | Een jonge man met een bruine hoed en een groen shirt kijkt over een taille hoge muur die de keuken en het woongedeelte van een huis scheidt | A man wears a hat. | Een man draagt een hoed. | 0 | For a man to be in a hat, he must wear it. | Voor een man met een hoed, moet hij hem dragen. | 0.2677 | 0.1086 | 0.9291 | 0.1409 | 0.0 | 0.1025 | ||||||||
A young man in a tan hat and a green shirt peers over a waist high wall separating the kitchen and living area of a home. | Een jonge man met een bruine hoed en een groen shirt kijkt over een taille hoge muur die de keuken en het woongedeelte van een huis scheidt | a man is inside. | Er is een man binnen. | 0 | The wall is inside a home, so the man must be inside. | De muur is in een huis, dus de man moet binnen zijn. | 0.2677 | 0.1086 | 0.4841 | 0.127 | 0.2667 | 0.1016 | ||||||||
A young man in a tan hat and a green shirt peers over a waist high wall separating the kitchen and living area of a home. | Een jonge man met een bruine hoed en een groen shirt kijkt over een taille hoge muur die de keuken en het woongedeelte van een huis scheidt | A man is sleeping. | Een man slaapt. | 2 | One cannot be sleeping while peering. | Men kan niet slapen terwijl men kijkt. | 0.2677 | 0.1086 | 0.6978 | 0.1271 | 0.6552 | 0.1202 | ||||||||
A young man in a tan hat and a green shirt peers over a waist high wall separating the kitchen and living area of a home. | Een jonge man met een bruine hoed en een groen shirt kijkt over een taille hoge muur die de keuken en het woongedeelte van een huis scheidt | A young man is outside looking at the house. | Een jongeman kijkt naar het huis. | 2 | A house cannot be just a waist high. | Een huis kan niet zomaar een middel hoog zijn. | 0.2677 | 0.1086 | 0.1067 | 0.1313 | 0.0003 | 0.0809 | ||||||||
A young man in a tan hat and a green shirt peers over a waist high wall separating the kitchen and living area of a home. | Een jonge man met een bruine hoed en een groen shirt kijkt over een taille hoge muur die de keuken en het woongedeelte van een huis scheidt | A young man has a white hat. | Een jongeman heeft een witte hoed. | 2 | A white hat cannot separate a kitchen and living area of a house. | Een witte hoed kan een keuken en woonruimte van een huis niet scheiden. | 0.2677 | 0.1086 | 0.9744 | 0.139 | 0.3332 | 0.114 | ||||||||
A young man in a tan hat and a green shirt peers over a waist high wall separating the kitchen and living area of a home. | Een jonge man met een bruine hoed en een groen shirt kijkt over een taille hoge muur die de keuken en het woongedeelte van een huis scheidt | He is standing inside the house. | Hij staat in het huis. | 0 | He peers over the wall that is waist high, so he must be standing. | Hij kijkt over de muur die taille hoog is, dus hij moet staan. | 0.2677 | 0.1086 | 0.4342 | 0.1212 | 0.0 | 0.0777 | ||||||||
A man in a green shirt and tan cap leans against a railing in someone's kitchen. | Een man met een groen shirt en een bruine pet leunt tegen een leuning in iemands keuken. | A man is in a friend's kitchen | Een man is in de keuken van een vriend. | 1 | Just because a man is in someone's kitchen it does not mean it is his friend's. | Omdat een man in iemands keuken is, betekent dat niet dat het van zijn vriend is. | 0.4905 | 0.112 | 0.0004 | 0.1133 | 0.32 | 0.1132 | ||||||||
A man in a green shirt and tan cap leans against a railing in someone's kitchen. | Een man met een groen shirt en een bruine pet leunt tegen een leuning in iemands keuken. | A man wearing a red shirt is in someone's bedroom. | Een man met een rood shirt is in iemands slaapkamer. | 2 | The man either has a green shirt and is in a kitchen or has a red shirt and is situated in a bedroom. | De man heeft ofwel een groen shirt en is in een keuken of heeft een rood shirt en is gelegen in een slaapkamer. | 0.4905 | 0.112 | 0.5934 | 0.1243 | 0.4544 | 0.1128 | ||||||||
A man in a green shirt and tan cap leans against a railing in someone's kitchen. | Een man met een groen shirt en een bruine pet leunt tegen een leuning in iemands keuken. | A man is in a kitchen | Een man is in een keuken. | 0 | In someone's kitchen is a location of a kitchen | In iemands keuken is een locatie van een keuken | 0.4905 | 0.112 | 0.7967 | 0.1403 | 0.2573 | 0.0905 | ||||||||
A man in a green shirt and beige cap is standing in a household. | Een man in een groen shirt en beige pet staat in een huishouden. | a man is standing in household | een man staat in het huishouden | 1 | Cannot find a discrepancy. | Ik kan geen discrepantie vinden. | 0.6331 | 0.1204 | 0.2589 | 0.1062 | 0.7163 | 0.1442 | ||||||||
A man in a green shirt and beige cap is standing in a household. | Een man in een groen shirt en beige pet staat in een huishouden. | A man wearing a green shirt is standing near the house | Een man met een groen shirt staat vlakbij het huis | 0 | Inside the house is near the house. | Binnen is het huis vlakbij het huis. | 0.6335 | 0.1204 | 0.7272 | 0.1234 | 0.0001 | 0.0829 | ||||||||
A man in a green shirt and beige cap is standing in a household. | Een man in een groen shirt en beige pet staat in een huishouden. | A man is driving a car. | Een man rijdt in een auto. | 2 | The man could either be driving a car or standing in a household, not both. | De man kan in een auto rijden of in een huishouden staan, niet beide. | 0.6324 | 0.1205 | 0.899 | 0.1353 | 0.3249 | 0.1106 | ||||||||
Boy in green shirt standing at wall in kitchen. | Jongen in groen shirt staan aan de muur in de keuken. | The child is asleep in his bed | Het kind slaapt in zijn bed | 2 | The boy cannot be asleep in his bed and standing at the kitchen wall simultaneously. | De jongen kan niet tegelijkertijd in zijn bed slapen en bij de keukenmuur staan. | 0.6727 | 0.1089 | 0.6823 | 0.1501 | 0.3385 | 0.1137 | ||||||||
Boy in green shirt standing at wall in kitchen. | Jongen in groen shirt staan aan de muur in de keuken. | There is a child being punished in the kitchen | Er wordt een kind gestraft in de keuken. | 1 | A boy standing at wall in kitchen is not necessarily being punished. | Een jongen die in de keuken aan de muur staat, hoeft niet gestraft te worden. | 0.6727 | 0.1089 | 0.3706 | 0.1033 | 0.2659 | 0.1014 | ||||||||
Boy in green shirt standing at wall in kitchen. | Jongen in groen shirt staan aan de muur in de keuken. | There is a child indoors. | Er is een kind binnen. | 0 | There is a wall in kitchen, so the child must be inside. | Er is een muur in de keuken, dus het kind moet binnen zijn. | 0.6722 | 0.1089 | 0.7459 | 0.1249 | 0.4741 | 0.1235 | ||||||||
People look on as a guy attends to a fixed gear bike under a tent. | Mensen kijken naar een man die onder een tent naar een vaste versnelling fiets gaat. | A man is riding a bike through tent world. | Een man rijdt op een fiets door de tentwereld. | 2 | People can either look at the guy as he attends to his bike or as he is riding on it. | Mensen kunnen kijken naar de man als hij naar zijn fiets of als hij rijdt op het. | 0.0 | 0.0789 | 0.5609 | 0.1059 | 0.0 | 0.064 | ||||||||
People look on as a guy attends to a fixed gear bike under a tent. | Mensen kijken naar een man die onder een tent naar een vaste versnelling fiets gaat. | It is raining so a guy is fixing a bike underneath the protection of a tent. | Het regent dus een man repareert een fiets onder de bescherming van een tent. | 1 | One cannot infer with certainty that because a guy is under a tent it is raining, or that the tent is offering any sort of protection from something. | Men kan niet met zekerheid afleiden dat omdat een man onder een tent is het regent, of dat de tent enige vorm van bescherming biedt tegen iets. | 0.0 | 0.0789 | 0.3611 | 0.125 | 0.0079 | 0.1125 | ||||||||
People look on as a guy attends to a fixed gear bike under a tent. | Mensen kijken naar een man die onder een tent naar een vaste versnelling fiets gaat. | A guy is working on a bike. | Een man werkt aan een fiets. | 0 | working on a bike can be considered attends to a fixed gear bike. | werken op een fiets kan worden beschouwd als aanwezig bij een vaste versnelling fiets. | 0.0 | 0.0789 | 0.5519 | 0.1293 | 0.0001 | 0.0807 | ||||||||
There is a homeless man outside this building. | Er staat een dakloze buiten dit gebouw. | There is a rich man outside this building. | Er is een rijke man buiten dit gebouw. | 2 | The rich man would not be homeless. | De rijke man zou niet dakloos zijn. | 0.226 | 0.1013 | 0.7369 | 0.1039 | 0.7404 | 0.1207 | ||||||||
There is a homeless man outside this building. | Er staat een dakloze buiten dit gebouw. | The homeless man is trying to get donations. | De dakloze wil donaties krijgen. | 1 | Not every homeless man is trying to get donations. | Niet elke dakloze wil donaties krijgen. | 0.226 | 0.1013 | 0.4745 | 0.1199 | 0.611 | 0.1278 | ||||||||
There is a homeless man outside this building. | Er staat een dakloze buiten dit gebouw. | There is a homeless man outside this building. | Er staat een dakloze buiten dit gebouw. | 0 | Both sentence have homeless man outside | Beiden hebben daklozen buiten. | 0.2252 | 0.1012 | 0.2256 | 0.1012 | 0.0001 | 0.0662 | ||||||||
The man, under the canopy, is working on a bicycle while an onlooker watches. | De man, onder het bladerdak, werkt op een fiets terwijl een toeschouwer kijkt. | The man is riding his bicycle around the neighborhood | De man rijdt op zijn fiets door de buurt | 2 | The man can't be under his bicycle while riding it. | De man kan niet onder zijn fiets zitten tijdens het rijden. | 0.2698 | 0.1035 | 0.7463 | 0.1434 | 0.6197 | 0.1243 | ||||||||
The man, under the canopy, is working on a bicycle while an onlooker watches. | De man, onder het bladerdak, werkt op een fiets terwijl een toeschouwer kijkt. | The onlooker is getting his bike fixed. | De toeschouwer laat zijn fiets repareren. | 1 | Being an onlooker doesn't imply getting own bike fixed. | Een toeschouwer zijn betekent niet dat je een eigen fiets moet maken. | 0.2695 | 0.1035 | 0.4539 | 0.1045 | 0.0 | 0.0991 | ||||||||
The man, under the canopy, is working on a bicycle while an onlooker watches. | De man, onder het bladerdak, werkt op een fiets terwijl een toeschouwer kijkt. | The man is working on his vehicle. | De man werkt aan zijn voertuig. | 0 | A bicycle is a vehicle. | Een fiets is een voertuig. | 0.2695 | 0.1035 | 0.7284 | 0.1306 | 0.9495 | 0.1399 | ||||||||
A woman with a blue jacket and black pants is under a black and yellow tent | Een vrouw met een blauw jasje en zwarte broek is onder een zwarte en gele tent | A woman in a green dress is in line to buy popcorn at a movie theater. | Een vrouw in een groene jurk staat in de rij om popcorn te kopen in een bioscoop. | 2 | The woman is either wearing a dress or blue jacket and black pants. The location is either a movie theater or tent. | De vrouw draagt een jurk of blauwe jas en zwarte broek. De locatie is ofwel een bioscoop of tent. | 0.6464 | 0.1168 | 0.8065 | 0.1294 | 0.8344 | 0.1177 | ||||||||
A woman with a blue jacket and black pants is under a black and yellow tent | Een vrouw met een blauw jasje en zwarte broek is onder een zwarte en gele tent | There is a woman under a colorful tent. | Er is een vrouw onder een kleurrijke tent. | 0 | A black and yellow tent is a colorful tent. | Een zwarte en gele tent is een kleurrijke tent. | 0.6467 | 0.1168 | 0.7459 | 0.1174 | 0.6599 | 0.1087 | ||||||||
A woman with a blue jacket and black pants is under a black and yellow tent | Een vrouw met een blauw jasje en zwarte broek is onder een zwarte en gele tent | A woman is sitting at a picnic table underneath an outdoor tent. | Een vrouw zit aan een picknicktafel onder een buitentent. | 1 | A woman is not necessarily sitting at a picnic table. | Een vrouw zit niet per se aan een picknicktafel. | 0.6471 | 0.1168 | 0.7708 | 0.1392 | 0.6567 | 0.1244 | ||||||||
A boy in a red swimsuit laughs. | Een jongen in een rode badpak lacht. | I see a boy in a red swim suit | Ik zie een jongen in een rood zwempak | 0 | Both subjects are in a red swimsuit | Beide onderwerpen zijn in een rode badpak | 0.7532 | 0.1281 | 0.6141 | 0.1361 | 0.0003 | 0.1213 | ||||||||
A boy in a red swimsuit laughs. | Een jongen in een rode badpak lacht. | the boy is at the beach laughing | de jongen is op het strand aan het lachen | 1 | Being in a swimsuit does not imply being at the beach. | In een badpak zitten betekent niet dat je op het strand bent. | 0.753 | 0.128 | 0.7032 | 0.1382 | 0.7231 | 0.149 | ||||||||
A boy in a red swimsuit laughs. | Een jongen in een rode badpak lacht. | the boy is in space | de jongen is in de ruimte | 2 | If a boy were in a red swimsuit in space, it would be impossible for him to laugh. To be able to laugh in space, he needs to be in a spacesuit. | Als een jongen in een rood zwempak in de ruimte was, zou het onmogelijk zijn voor hem om te lachen. Om te kunnen lachen in de ruimte, moet hij in een ruimtepak. | 0.7532 | 0.128 | 0.7139 | 0.1289 | 0.3148 | 0.108 | ||||||||
A man running into a pool of water at a track and field event. | Een man die in een poel water loopt op een baan en veld evenement. | A woman is sleeping in a bed. | Een vrouw slaapt in een bed. | 2 | The man could not be running into a pool of water while the woman is sleeping. | De man kan niet in een poeltje water lopen terwijl de vrouw slaapt. | 0.0 | 0.0892 | 0.8484 | 0.1343 | 0.3243 | 0.1414 | ||||||||
A man running into a pool of water at a track and field event. | Een man die in een poel water loopt op een baan en veld evenement. | A black man is competing in a triathlon. | Een zwarte strijdt in een triatlon. | 1 | Not every man is a black man and not every track and field event is a triathlon. | Niet elke man is een zwarte man en niet elke baan en veld gebeurtenis is een triatlon. | 0.0 | 0.0892 | 0.1681 | 0.106 | 0.0039 | 0.0962 | ||||||||
A man running into a pool of water at a track and field event. | Een man die in een poel water loopt op een baan en veld evenement. | A man is running. | Er loopt een man rond. | 0 | Running is the same as is running | Rennen is hetzelfde als lopen | 0.0 | 0.0892 | 0.2988 | 0.1295 | 0.7301 | 0.1489 | ||||||||
Two people in blue shirts take a photo of themselves as a woman in a scarf pass them by. | Twee mensen in blauwe overhemden nemen een foto van zichzelf als een vrouw in een sjaal voorbij. | The people are using a camera. | De mensen gebruiken een camera. | 0 | You need a camera from to take a photo | Je hebt een camera nodig om een foto te maken | 0.2664 | 0.0899 | 0.8157 | 0.14 | 0.6482 | 0.139 | ||||||||
Two people in blue shirts take a photo of themselves as a woman in a scarf pass them by. | Twee mensen in blauwe overhemden nemen een foto van zichzelf als een vrouw in een sjaal voorbij. | The people took a picture of the woman. | De mensen namen een foto van de vrouw. | 1 | Taking a photo of themselves does not imply that the people took a picture of the woman. | Het nemen van een foto van zichzelf betekent niet dat het volk een foto van de vrouw nam. | 0.2666 | 0.0899 | 0.8097 | 0.1225 | 0.1813 | 0.1111 | ||||||||
Two people in blue shirts take a photo of themselves as a woman in a scarf pass them by. | Twee mensen in blauwe overhemden nemen een foto van zichzelf als een vrouw in een sjaal voorbij. | The people are sleeping together alone. | De mensen slapen alleen. | 2 | The people could not take a photo of themselves while sleeping. | De mensen konden geen foto van zichzelf nemen tijdens het slapen. | 0.2666 | 0.0899 | 0.2449 | 0.1199 | 0.7752 | 0.135 | ||||||||
A dark-haired child in swimwear laughs, sitting before a glass table. | Een donkerharig kind in badmode lacht, zittend voor een glazen tafel. | the child was waiting to go in the pool | het kind wachtte om het zwembad in te gaan | 1 | Laughs and sitting does not imply waiting to go in the pool. | Lachen en zitten betekent niet wachten om te gaan in het zwembad. | 0.5764 | 0.1214 | 0.2874 | 0.1312 | 0.4465 | 0.1037 | ||||||||
A dark-haired child in swimwear laughs, sitting before a glass table. | Een donkerharig kind in badmode lacht, zittend voor een glazen tafel. | the blonde child had lunch | het blonde kind had lunch | 2 | If the child is blond, he cannot be dark-haired. | Als het kind blond is, kan hij niet donkerharig zijn. | 0.5769 | 0.1214 | 0.6154 | 0.117 | 0.6301 | 0.132 | ||||||||
A dark-haired child in swimwear laughs, sitting before a glass table. | Een donkerharig kind in badmode lacht, zittend voor een glazen tafel. | the child was sitting | het kind zat | 0 | Both subjects are sitting | Beide onderwerpen zijn aan de orde | 0.5762 | 0.1214 | 0.0004 | 0.11 | 0.0047 | 0.1423 | ||||||||
A woman gets water from a well in a nicely vegetated area. | Een vrouw krijgt water uit een put in een mooi beplant gebied. | A person drawing well water with lush vegetation all around. | Een persoon die water trekt met weelderige vegetatie rondom. | 0 | drawing well water is still the same as gets water | water putten is nog steeds hetzelfde als water krijgen | 0.8529 | 0.1453 | 0.0424 | 0.0994 | 0.0001 | 0.1056 | ||||||||
A woman gets water from a well in a nicely vegetated area. | Een vrouw krijgt water uit een put in een mooi beplant gebied. | A woman drawing well water in an oasis in the middle of a desert. | Een vrouw trekt water in een oase midden in een woestijn. | 1 | Not every nicely vegetated area is an oasis in the middle of a desert. | Niet elk mooi begroeid gebied is een oase midden in een woestijn. | 0.8532 | 0.1452 | 0.4863 | 0.1198 | 0.8134 | 0.142 | ||||||||
A woman gets water from a well in a nicely vegetated area. | Een vrouw krijgt water uit een put in een mooi beplant gebied. | A woman getting water from a stream in a rocky, mountainous area. | Een vrouw die water haalt uit een rivier in een rotsachtig, bergachtig gebied. | 2 | The area could either be rocky or it could be nicely vegetated. | Het gebied kan rotsachtig zijn of het kan mooi begroeid zijn. | 0.8532 | 0.1452 | 0.5521 | 0.1343 | 0.8026 | 0.1346 | ||||||||
Young boy holding sunglasses and wearing a bathing suit. | Jonge jongen met een zonnebril en een badpak. | The boy is wearing a tuxedo. | De jongen draagt een smoking. | 2 | The boy could not be wearing a tuxedo and a bathing suit at the same time. | De jongen kon niet tegelijkertijd een smoking en een badpak dragen. | 0.3826 | 0.1107 | 0.0 | 0.1193 | 0.3355 | 0.1275 | ||||||||
Young boy holding sunglasses and wearing a bathing suit. | Jonge jongen met een zonnebril en een badpak. | The boy is dressed in a swimsuit. | De jongen heeft een badpak aan. | 0 | dressed in a swimsuit means wearing a bathing suit. | Gekleed in een badpak betekent een badpak dragen. | 0.3826 | 0.1107 | 0.6169 | 0.14 | 0.0066 | 0.1094 | ||||||||
Young boy holding sunglasses and wearing a bathing suit. | Jonge jongen met een zonnebril en een badpak. | The boy is at the beach. | De jongen is op het strand. | 1 | Holding sunglasses and wearing a bathing suit does not imply being at the beach. | Een zonnebril vasthouden en een badpak dragen betekent niet dat je op het strand bent. | 0.3826 | 0.1107 | 0.9572 | 0.1344 | 0.5657 | 0.1387 | ||||||||
A boy in his swim trunks is sitting at a table and laughing. | Een jongen in zijn zwembroek zit aan een tafel en lacht. | Everyone is standing around a fire. | Iedereen staat bij een vuur. | 2 | The bossy must be sitting or standing he can't do both. | De baas moet zitten of staan dat hij niet beide kan doen. | 0.6407 | 0.1251 | 0.0 | 0.1048 | 0.0948 | 0.0868 | ||||||||
A boy in his swim trunks is sitting at a table and laughing. | Een jongen in zijn zwembroek zit aan een tafel en lacht. | A boy is laughing at a joke. | Een jongen lacht om een grap. | 1 | Laughing does not imply laughing at a joke. | Lachen betekent niet lachen om een grap. | 0.6414 | 0.1252 | 0.7951 | 0.1107 | 0.2828 | 0.1143 | ||||||||
A boy in his swim trunks is sitting at a table and laughing. | Een jongen in zijn zwembroek zit aan een tafel en lacht. | Someone is laughing. | Iemand lacht. | 0 | Both subjects are laughing | Beide onderwerpen lachen. | 0.6409 | 0.1252 | 0.7268 | 0.1221 | 0.5161 | 0.0703 | ||||||||
A lady with a brown dress on is holding a glass and a cigarette in the middle of a room full of people. | Een dame met een bruine jurk aan houdt een glas en een sigaret in het midden van een kamer vol mensen. | The woman is attending a party. | De vrouw is op een feestje. | 1 | Holding a glass and a cigarette in a room full of people does not imply attending a party necessarily. | Het vasthouden van een glas en een sigaret in een kamer vol mensen betekent niet noodzakelijkerwijs het bijwonen van een feest. | 0.2948 | 0.1181 | 0.1749 | 0.1246 | 0.6201 | 0.1248 | ||||||||
A lady with a brown dress on is holding a glass and a cigarette in the middle of a room full of people. | Een dame met een bruine jurk aan houdt een glas en een sigaret in het midden van een kamer vol mensen. | The woman is clutching her purse while looking around the empty room. | De vrouw houdt haar tas vast terwijl ze door de lege kamer kijkt. | 2 | If the room is full of people, it cannot also be the empty room. | Als de kamer vol is met mensen, kan het niet ook de lege kamer zijn. | 0.2948 | 0.1182 | 0.2394 | 0.1103 | 0.581 | 0.1293 | ||||||||
A lady with a brown dress on is holding a glass and a cigarette in the middle of a room full of people. | Een dame met een bruine jurk aan houdt een glas en een sigaret in het midden van een kamer vol mensen. | A woman is located in the middle of a crowded room holding a glass. | Een vrouw bevindt zich in het midden van een drukke kamer met een glas. | 0 | Both subjects are holding a glass | Beide personen houden een glas vast | 0.2949 | 0.1182 | 0.0002 | 0.0968 | 0.1842 | 0.1303 | ||||||||
A woman smiles tightly at a camera as another woman gestures to the right of her for the camera as a large group of people mingle behind them. | Een vrouw glimlacht strak naar een camera als een andere vrouw gebaren aan de rechterkant van haar voor de camera als een grote groep mensen zich mengen achter hen. | A woman is jumping off a roof | Een vrouw springt van een dak | 2 | A woman can't gestures to the right at the same time she is jumping off a roof. | Een vrouw kan geen gebaren naar rechts maken terwijl ze van een dak springt. | 0.0819 | 0.0719 | 0.8284 | 0.1387 | 0.1482 | 0.0995 | ||||||||
A woman smiles tightly at a camera as another woman gestures to the right of her for the camera as a large group of people mingle behind them. | Een vrouw glimlacht strak naar een camera als een andere vrouw gebaren aan de rechterkant van haar voor de camera als een grote groep mensen zich mengen achter hen. | A picture is being taken to send to a magazine | Er wordt een foto gemaakt om naar een tijdschrift te sturen | 1 | Smiles and gestures does not imply a picture is being taken or that it is to send to a magazine. | Glimlachen en gebaren impliceren niet dat er een foto wordt genomen of dat het is om naar een tijdschrift te sturen. | 0.0826 | 0.0718 | 0.5776 | 0.1407 | 0.3877 | 0.1119 | ||||||||
A woman smiles tightly at a camera as another woman gestures to the right of her for the camera as a large group of people mingle behind them. | Een vrouw glimlacht strak naar een camera als een andere vrouw gebaren aan de rechterkant van haar voor de camera als een grote groep mensen zich mengen achter hen. | A woman is smiling at a camera | Een vrouw lacht naar een camera | 0 | "Smiling at a camera" is a rephrasing of "smiling at a camera". | "Lachend naar een camera" is een herhaling van "lachen naar een camera." | 0.0818 | 0.0718 | 0.3211 | 0.1196 | 0.3198 | 0.108 | ||||||||
A lot of people mingling and having fun at a get-together. | Veel mensen mengen zich en hebben plezier bij een bijeenkomst. | A lone man stands by himself. | Een eenzame man staat alleen. | 2 | A lot of people does not mean a lone man . | Veel mensen betekenen niet een eenzame man. | 0.0001 | 0.1001 | 0.5911 | 0.1264 | 0.2136 | 0.0875 | ||||||||
A lot of people mingling and having fun at a get-together. | Veel mensen mengen zich en hebben plezier bij een bijeenkomst. | A family celebrates a birthday. | Een familie viert een verjaardag. | 1 | A family birthday is not the only reason a lot of people mingle and have fun at a get-together. | Een familie verjaardag is niet de enige reden dat veel mensen zich mengen en plezier hebben bij een bijeenkomst. | 0.0001 | 0.1001 | 0.8813 | 0.1243 | 0.2189 | 0.1047 |
Subsets and Splits
No community queries yet
The top public SQL queries from the community will appear here once available.