premise_en
stringlengths
7
402
premise_nl
stringlengths
8
417
hypothesis_en
stringlengths
0
295
hypothesis_nl
stringlengths
1
308
label
int32
0
2
explanation_1_en
stringlengths
0
917
explanation_1_nl
stringlengths
3
766
explanation_2_en
stringclasses
1 value
explanation_2_nl
stringclasses
1 value
explanation_3_en
stringclasses
1 value
explanation_3_nl
stringclasses
1 value
da_premise
stringlengths
3
6
mqm_premise
stringlengths
3
7
da_hypothesis
stringlengths
3
6
mqm_hypothesis
stringlengths
3
6
da_explanation_1
stringlengths
3
6
mqm_explanation_1
stringlengths
3
7
da_explanation_2
stringclasses
1 value
mqm_explanation_2
stringclasses
1 value
da_explanation_3
stringclasses
1 value
mqm_explanation_3
stringclasses
1 value
A large person in a gray sweatshirt and white shorts sits next to a wood working tool.
Een grote persoon in een grijs sweatshirt en witte shorts zit naast een houtwerktuig.
The green house is full of plants.
Het groene huis zit vol planten.
2
The house may not always be next to a tool.
Het huis is misschien niet altijd naast een gereedschap.
0.4927
0.1116
0.9909
0.146
0.0
0.0784
A large person in a gray sweatshirt and white shorts sits next to a wood working tool.
Een grote persoon in een grijs sweatshirt en witte shorts zit naast een houtwerktuig.
There is a woodworking shop.
Er is een houtfabriek.
1
Not all wood working tools are in a woodworking shop.
Niet alle houtbewerkingsgereedschappen zijn in een houtbewerkingswinkel.
0.4927
0.1116
0.5732
0.1176
0.4282
0.1065
A large person in a gray sweatshirt and white shorts sits next to a wood working tool.
Een grote persoon in een grijs sweatshirt en witte shorts zit naast een houtwerktuig.
There is a wood working tool.
Er is een gereedschap van hout.
0
IT IS A TOOL.
Het is een tool.
0.4927
0.1116
0.0002
0.0974
0.9584
0.128
Person in hooded sweatshirt that obscures their face sits next to a freshly cut log.
Persoon in capuchon sweatshirt die hun gezicht verduistert zit naast een vers gesneden houtblok.
A man with a covered face sits.
Een man met een bedekt gezicht zit.
0
YOU MAY BE COVERED IF YOU ARE OBSCURES.
Je bent misschien overdekt als je obscures bent.
0.1461
0.0913
0.7344
0.1194
0.0
0.0776
Person in hooded sweatshirt that obscures their face sits next to a freshly cut log.
Persoon in capuchon sweatshirt die hun gezicht verduistert zit naast een vers gesneden houtblok.
A man hiding his face sits next to the fallen tree.
Een man die zijn gezicht verbergt, zit naast de gevallen boom.
1
Just because a hooded sweatshirt obscures a face does not mean the wearer is hiding his face.
Alleen omdat een capuchon sweatshirt een gezicht verduistert betekent niet dat de drager zijn gezicht verbergt.
0.1459
0.0914
0.3582
0.1251
0.4753
0.133
Person in hooded sweatshirt that obscures their face sits next to a freshly cut log.
Persoon in capuchon sweatshirt die hun gezicht verduistert zit naast een vers gesneden houtblok.
A man with a clearly visible face stands.
Een man met een duidelijk zichtbaar gezicht staat.
2
Obscure person can not also be seen clearly.
Obscure persoon kan ook niet duidelijk worden gezien.
0.1459
0.0914
0.7989
0.1194
0.4664
0.11
A tan dog shaking the water off of himself
Een bruine hond die het water van zichzelf schudt
The dog is dry.
De hond is droog.
2
A dog may not be dry and have water simultaneously.
Een hond mag niet droog zijn en tegelijkertijd water hebben
0.0481
0.082
0.9397
0.1006
0.7688
0.1235
A tan dog shaking the water off of himself
Een bruine hond die het water van zichzelf schudt
No water
Geen water
2
A dog can not be shaking water off while there is also no water.
Een hond kan geen water afschudden terwijl er geen water is.
0.0482
0.082
0.97
0.1283
0.4936
0.1189
A tan dog shaking the water off of himself
Een bruine hond die het water van zichzelf schudt
The dog is wet.
De hond is nat.
0
THE DOG IS SHAKING BECAUSE IT IS WET IT NEEDS TO GET THE WATER OFF.
De hond is aan het schijten omdat het nodig is om het water uit te krijgen.
0.0482
0.082
0.61
0.1209
0.0
0.0849
A tan dog shaking the water off of himself
Een bruine hond die het water van zichzelf schudt
The dog is a poodle.
De hond is een poedel.
1
Not every tan dog is a poodle. Not every wet dog is a poodle.
Niet elke hond is een poedel.
0.0482
0.082
0.87
0.1097
0.0319
0.0997
A tan dog shaking the water off of himself
Een bruine hond die het water van zichzelf schudt
A dog is just coming out of a bath
Een hond komt net uit een bad
1
A wet dog did not necessarily just have a bath.
Een natte hond had niet noodzakelijk alleen een bad.
0.0482
0.082
0.872
0.1506
0.0055
0.0952
A tan dog shaking the water off of himself
Een bruine hond die het water van zichzelf schudt
A black lab jumping in a lake.
Een zwart lab springt in een meer.
2
The dog can either be tan or black, and it can be either shaking the water off himself or jumping in a lake.
De hond kan ofwel bruin of zwart zijn, en het kan zijn of het schudden van het water van zichzelf of springen in een meer.
0.0467
0.082
0.4677
0.121
0.1421
0.0627
A tan dog shaking the water off of himself
Een bruine hond die het water van zichzelf schudt
A huge dog
Een enorme hond.
1
Not all tan dogs are huge. Not all wet dogs are huge.
Niet alle bruingekleurde honden zijn groot.
0.0473
0.082
0.9712
0.1123
0.0016
0.0827
A tan dog shaking the water off of himself
Een bruine hond die het water van zichzelf schudt
A dog shakes himself.
Een hond schudt zichzelf.
0
SHE SHAKES THE WATER OFF.
Ze gooit het water eraf.
0.0473
0.082
0.3365
0.0915
0.0
0.1037
A tan dog shaking the water off of himself
Een bruine hond die het water van zichzelf schudt
An animal trying to dry itself off.
Een dier dat zichzelf probeert af te drogen.
0
THE DOG IS SHAKING OFF BECAUSE IT WANTS TO DRY
De hond steelt omdat hij wil uitdrogen.
0.0473
0.082
0.1534
0.1025
0.0
0.0875
A tan dog shaking the water off of himself
Een bruine hond die het water van zichzelf schudt
A puppy is sleeping on the bed
Een puppy slaapt op het bed
2
The dog can be either shaking the water off himself or sleeping on the bed.
De hond kan ofwel het water van zichzelf schudden of slapen op het bed.
0.0473
0.082
0.8462
0.15
0.3288
0.1098
A tan dog shaking the water off of himself
Een bruine hond die het water van zichzelf schudt
A dog is wet.
Een hond is nat.
1
No description of the amount of water or where specifically the water is located is given to imply the dog is wet.
Geen beschrijving van de hoeveelheid water of waar specifiek het water is gelegen wordt gegeven om te suggereren dat de hond nat is.
0.0465
0.0821
0.7593
0.1002
0.4302
0.1223
A tan dog shaking the water off of himself
Een bruine hond die het water van zichzelf schudt
An animal is trying to get dry
Een dier probeert droog te worden
0
.DOGS SHAKING TO GET DRY.
.Honden schijten om droog te worden.
0.0462
0.0821
0.3567
0.098
0.0
0.0673
A tan dog shaking the water off of himself
Een bruine hond die het water van zichzelf schudt
A labrador retriever drying itself off.
Een labrador retriever droogt zichzelf af.
1
Not every tan dog is a labrador retriever.
Niet elke bruine hond is een labrador retriever.
0.0462
0.0821
0.0014
0.102
0.8071
0.1143
A tan dog shaking the water off of himself
Een bruine hond die het water van zichzelf schudt
Rasputin skateboards.
Raspoetin skateboards.
2
There can be either a dog or skateboards.
Er kan een hond of skateboard zijn.
0.0462
0.0821
0.6223
0.0957
0.6624
0.0998
A tan dog shaking the water off of himself
Een bruine hond die het water van zichzelf schudt
An animal
Een dier
0
This tells us that a dog is an animal.
Dit vertelt ons dat een hond een dier is.
0.0488
0.0821
0.753
0.1113
0.8729
0.1386
Mallard duck swimming out in the water.
Mallard eend zwemmen in het water.
The duck is in the pond.
De eend is in de vijver.
1
The water does not necessarily mean in the pond.
Het water betekent niet noodzakelijkerwijs in de vijver.
0.2877
0.0895
0.7265
0.1311
0.0616
0.1037
Mallard duck swimming out in the water.
Mallard eend zwemmen in het water.
The duck is in the playpen.
De eend zit in de speelkamer.
2
The duck can either in the water or in the playpen.
De eend kan in het water of in de speelbox.
0.2881
0.0895
0.025
0.1134
0.0002
0.111
Mallard duck swimming out in the water.
Mallard eend zwemmen in het water.
The duck is outside in the water.
De eend staat buiten in het water.
0
This tells us that being out in the water implies being outside.
Dit vertelt ons dat buiten in het water zijn betekent buiten zijn.
0.2881
0.0895
0.7893
0.133
0.1959
0.1187
A brown duck with a green head flaps its wings in the water.
Een bruine eend met een groene kop flappen zijn vleugels in het water.
Ducks like to flap their wings in the water.
Eenden houden ervan om hun vleugels in het water te fladderen.
0
Ducks flap wings in water ia brown duck
Eenden flap vleugels in water
0.0002
0.097
0.4096
0.0996
0.0
0.0605
A brown duck with a green head flaps its wings in the water.
Een bruine eend met een groene kop flappen zijn vleugels in het water.
Someone was scaring a duck in the water.
Iemand maakte een eend bang in het water.
1
The duck flapping does not imply that someone was scaring it.
De eend flapperende betekent niet dat iemand bang was.
0.0002
0.097
0.3108
0.125
0.0
0.0912
A brown duck with a green head flaps its wings in the water.
Een bruine eend met een groene kop flappen zijn vleugels in het water.
Ducks like to eat other ducks in the water.
Eenden eten graag andere eenden in het water.
2
Ducks can not be flapping its wing while eating other ducks.
Eenden kunnen niet met hun vleugels zwaaien terwijl ze andere eenden eten.
0.0002
0.097
0.3913
0.1043
0.6769
0.1105
A green headed mallard duck flapping its wings in the water.
Een groene wilde eend met z'n vleugels in het water.
The duck is being chased.
De eend wordt achtervolgd.
1
The duck flapping does not mean it is being chased.
De eend flappert niet betekent dat het wordt achtervolgd.
0.2461
0.1023
0.346
0.12
0.0
0.079
A green headed mallard duck flapping its wings in the water.
Een groene wilde eend met z'n vleugels in het water.
There is a mallard duck.
Er is een wilde eend.
0
This sentence reiterates that there is a mallard duck.
Deze zin herhaalt dat er een wilde eend is.
0.2461
0.1023
0.5667
0.1304
0.243
0.1199
A green headed mallard duck flapping its wings in the water.
Een groene wilde eend met z'n vleugels in het water.
The duck is red.
De eend is rood.
2
The duck can either be red or green.
De eend kan rood of groen zijn.
0.2456
0.1023
0.8317
0.1121
0.8344
0.1274
A man rides his bike past the Chung May Food Market.
Een man fietst langs de Chung May Food Market.
A male rides his transportation past a food market.
Een man rijdt langs een voedselmarkt.
0
This tells us that bike riding is a form of transportation.
Dit vertelt ons dat fietsen een vorm van vervoer is.
0.637
0.0956
0.4111
0.1156
0.92
0.1468
A man rides his bike past the Chung May Food Market.
Een man fietst langs de Chung May Food Market.
A male looks at the food market as he rides his transporation past.
Een mannetje kijkt naar de voedselmarkt als hij op zijn transporatie verleden rijdt
1
Riding past the food market does not imply that he looks at the food market.
Rijden langs de voedselmarkt betekent niet dat hij kijkt naar de voedselmarkt.
0.637
0.0956
0.0
0.065
0.0616
0.096
A man rides his bike past the Chung May Food Market.
Een man fietst langs de Chung May Food Market.
A male eats lunch at home.
Een mannetje eet thuis lunch.
2
The man can either ride his bike or eat lunch. He can not be past Chung May Food Market and at home at the same time.
De man kan ofwel fietsen of lunchen. Hij kan niet voorbij Chung May Food Market en thuis op hetzelfde moment.
0.6366
0.0956
0.6743
0.1327
0.1476
0.0907
A man is riding his bike past a grocery store.
Een man fietst langs een supermarkt.
A man riding a car past a grocery store.
Een man die langs een supermarkt rijdt.
2
One can't ride a bike and ride in a car at the same time.
Men kan niet tegelijkertijd fietsen en in een auto rijden
0.5808
0.1139
0.0004
0.0997
0.6486
0.1365
A man is riding his bike past a grocery store.
Een man fietst langs een supermarkt.
A man riding a ten speed bike past a grocery store.
Een man met een tien speedfiets langs een supermarkt.
1
bike doesn't always mean ten speed
fiets betekent niet altijd tien speed
0.5808
0.1139
0.0
0.0622
0.0
0.0721
A man is riding his bike past a grocery store.
Een man fietst langs een supermarkt.
A man riding a bike past a grocery store.
Een man met een fiets langs een supermarkt.
0
Answer: Riding refers to riding a bike.
Antwoord: Rijden verwijst naar fietsen.
0.581
0.1139
0.2757
0.099
0.3204
0.1218
A man with a backpack was bicycling past the Chinese food market.
Een man met rugzak fietste langs de Chinese voedselmarkt.
A man with a purse is sitting still.
Een man met een tas zit stil.
2
The man can't have a backpack and purse and be sitting still and biking.
De man kan geen rugzak en tas hebben en stil zitten fietsen.
0.5932
0.1163
0.2626
0.1092
0.2377
0.1059
A man with a backpack was bicycling past the Chinese food market.
Een man met rugzak fietste langs de Chinese voedselmarkt.
A person is on a moving object.
Een persoon zit op een bewegend voorwerp.
0
A man is a person, and he is bicycling so therefore he is on a moving object.
Een man is een persoon, en hij fietst dus is hij op een bewegend voorwerp.
0.5932
0.1163
0.7332
0.1249
0.1162
0.1084
A man with a backpack was bicycling past the Chinese food market.
Een man met rugzak fietste langs de Chinese voedselmarkt.
A man travels to a destination.
Een man reist naar een bestemming.
1
A destination can be anywhere and there are multiple means by which one travels to one.
Een bestemming kan overal zijn en er zijn meerdere manieren waarop men reist naar een.
0.5932
0.1163
0.7045
0.14
0.1935
0.1261
A man rides his bicycle past the Chung May Food Market.
Een man fietst langs de Chung May Food Market.
A man rides his bicycle in the city, passing food markets and other stores.
Een man rijdt op zijn fiets in de stad, langs voedselmarkten en andere winkels.
1
It is not implied that the man on his bike rides past other stores.
Het is niet impliciet dat de man op zijn fiets rijdt langs andere winkels.
0.5682
0.0992
0.6665
0.1225
0.4011
0.1112
A man rides his bicycle past the Chung May Food Market.
Een man fietst langs de Chung May Food Market.
A man parks his bicycle in front of the Chung May Food Market.
Een man parkeert zijn fiets voor de Chung May Food Market.
2
It is impossible that the man rides and parks his bicycle at the same time.
Het is onmogelijk dat de man tegelijkertijd zijn fiets rijdt en parkeert.
0.5682
0.0992
0.7348
0.1166
0.7667
0.1281
A man rides his bicycle past the Chung May Food Market.
Een man fietst langs de Chung May Food Market.
A man rides his bicycle past a shop.
Een man fietst langs een winkel.
0
This sentence tells us that a market is also a shop
Deze zin vertelt ons dat een markt ook een winkel is
0.5682
0.0992
0.4804
0.1161
0.7196
0.1391
Two girls, a brunette dressed like a mermaid and a blond in a green shirt stand on the sidewalk holding informational cards.
Twee meisjes, een brunette gekleed als een zeemeermin en een blonde in een groene shirt stand op de stoep met informatiekaarten.
Tourists try to get a feel for their surroundings.
Toeristen proberen hun omgeving te voelen.
1
The two girls are not necessarily tourists.
De twee meisjes zijn niet per se toeristen.
0.4118
0.0989
0.1804
0.1372
0.9297
0.1477
Two girls, a brunette dressed like a mermaid and a blond in a green shirt stand on the sidewalk holding informational cards.
Twee meisjes, een brunette gekleed als een zeemeermin en een blonde in een groene shirt stand op de stoep met informatiekaarten.
A couple of girl relax with some reading material.
Een paar meisjes ontspannen met wat leesmateriaal.
0
This sentence implies that to stand is the same as to relax.
Deze zin impliceert dat staan hetzelfde is als ontspannen.
0.4118
0.0989
0.0927
0.1043
0.206
0.1259
Two girls, a brunette dressed like a mermaid and a blond in a green shirt stand on the sidewalk holding informational cards.
Twee meisjes, een brunette gekleed als een zeemeermin en een blonde in een groene shirt stand op de stoep met informatiekaarten.
Several female businessmen attempt to sell expensive products.
Verschillende vrouwelijke zakenmannen proberen dure producten te verkopen.
2
Holding informational cards does not always imply they are trying to sell expensive products.
Het houden van informatiekaarten betekent niet altijd dat ze proberen dure producten te verkopen.
0.4118
0.0989
0.9127
0.118
0.7277
0.114
A man kneeling on a roof touching a piece of plywood wearing sunglasses.
Een man knielt op een dak en raakt een stuk multiplex met een zonnebril.
A man is falling of a roof as he tries to catch his falling sunglasses.
Een man valt van een dak terwijl hij zijn vallende zonnebril probeert te vangen
2
The man can not be kneeling on a roof and falling of a roof at the same time.
De man kan niet knielen op een dak en vallen van een dak tegelijkertijd.
0.0
0.0941
0.3028
0.118
0.2635
0.1064
A man kneeling on a roof touching a piece of plywood wearing sunglasses.
Een man knielt op een dak en raakt een stuk multiplex met een zonnebril.
A man wearing sunglasses is kneeling on the top of a house.
Een man met een zonnebril knielt op de top van een huis.
0
This sentence tells us that the roof is on top of a house.
Deze zin vertelt ons dat het dak bovenop een huis ligt.
0.0
0.0941
0.7368
0.1238
0.6907
0.1243
A man kneeling on a roof touching a piece of plywood wearing sunglasses.
Een man knielt op een dak en raakt een stuk multiplex met een zonnebril.
A man kneeling on a roof is fixing a spot on the roof with a piece of plywood.
Een man knielt op een dak en bevestigt een plek op het dak met een stuk multiplex.
1
A man on the roof is not necessarily fixing a spot on the roof.
Een man op het dak is niet noodzakelijk een plek op het dak aan het maken.
0.0
0.0941
0.0422
0.0911
0.1608
0.1015
Male swimmer doing the butterfly stroke in a lake.
Mannelijke zwemmer doet de vlinderslag in een meer.
A man is sitting on the couch.
Er zit een man op de bank.
2
Couch is different than lake.
De bank is anders dan het meer.
0.0
0.0971
0.7522
0.1254
0.0001
0.087
Male swimmer doing the butterfly stroke in a lake.
Mannelijke zwemmer doet de vlinderslag in een meer.
A man practicing his butterfly stroke.
Een man die zijn vlinderslag beoefent.
1
A swimmer is not necessarily practicing.
Een zwemmer hoeft niet per se te oefenen.
0.0
0.0971
0.0
0.0833
0.0662
0.1342
Male swimmer doing the butterfly stroke in a lake.
Mannelijke zwemmer doet de vlinderslag in een meer.
A man swimming.
Een man die zwemt.
0
This tells us that the butterfly stroke is a form of swimming.
Dit vertelt ons dat de vlinderslag een vorm van zwemmen is.
0.0
0.0971
0.283
0.1158
0.3046
0.1179
A man wearing a bathing cap and goggles is swimming in a river.
Een man met een badmuts en bril zwemt in een rivier.
A man is swimming in a pool.
Een man zwemt in een zwembad.
2
The man can't be swimming in a pool and a river.
Hij kan niet zwemmen in een zwembad en een rivier.
0.7073
0.1463
0.9438
0.1475
0.5621
0.1481
A man wearing a bathing cap and goggles is swimming in a river.
Een man met een badmuts en bril zwemt in een rivier.
A man is keeping the water from his eyes.
Een man houdt het water uit zijn ogen.
0
A man is swimming and keeping the water from his eyes by wearing goggles.
Een man zwemt en houdt het water voor zijn ogen door een bril te dragen.
0.7069
0.1464
0.6247
0.1314
0.4455
0.1271
A man wearing a bathing cap and goggles is swimming in a river.
Een man met een badmuts en bril zwemt in een rivier.
A man is learning to swim.
Een man leert zwemmen.
1
A river is not the only place for learning to swim.
Een rivier is niet de enige plek om te leren zwemmen.
0.7073
0.1463
0.9054
0.132
0.9297
0.1493
A dog near the shore of a body of water.
Een hond aan de oever van een waterlichaam.
A dog is in a boat
Een hond zit in een boot
2
Boat is different than shore.
Boot is anders dan wal.
0.6084
0.1213
0.9437
0.1419
0.5778
0.1051
A dog near the shore of a body of water.
Een hond aan de oever van een waterlichaam.
A dog is outside near the water
Een hond is buiten bij het water.
0
This sentence clarifies that the shore is outside.
Deze zin verduidelijkt dat de kust buiten is.
0.6064
0.1213
0.6353
0.1213
0.1172
0.1265
A dog near the shore of a body of water.
Een hond aan de oever van een waterlichaam.
A dog is waiting for his owner
Een hond wacht op zijn eigenaar.
1
It is not implied that the dog by the water is waiting for his owner.
Het is niet impliciet dat de hond bij het water op zijn eigenaar wacht.
0.608
0.1213
0.7044
0.1349
0.4074
0.1388
A local swimmer is wearing a swim cap and swim goggles while swimming in a lake.
Een lokale zwemmer draagt een zwemmuts en zwembril terwijl hij zwemt in een meer.
the swimmer is in the lake
de zwemmer is in het meer
0
A local swimmer is the swimmer.
Een lokale zwemmer is de zwemmer.
0.4088
0.1395
0.3577
0.1245
0.2381
0.0887
A local swimmer is wearing a swim cap and swim goggles while swimming in a lake.
Een lokale zwemmer draagt een zwemmuts en zwembril terwijl hij zwemt in een meer.
the swimmer is at the pool
de zwemmer is bij het zwembad
2
Pool and lake are different.
Zwembad en meer zijn anders.
0.4088
0.1395
0.5538
0.1206
0.2599
0.1288
A local swimmer is wearing a swim cap and swim goggles while swimming in a lake.
Een lokale zwemmer draagt een zwemmuts en zwembril terwijl hij zwemt in een meer.
the lake is cold
het meer is koud
1
It is not implied that the lake is cold.
Het is niet impliciet dat het meer koud is.
0.4106
0.1395
0.959
0.1555
0.5061
0.1544
And male and female duo perform on stage.
En mannelijke en vrouwelijke duo optreden op het podium.
two people performing.
Twee mensen die optreden.
0
Two people implies to male and female
Twee mensen impliceert voor man en vrouw
0.7689
0.1122
0.0001
0.1031
0.0
0.077
And male and female duo perform on stage.
En mannelijke en vrouwelijke duo optreden op het podium.
a man and woman performing surgery.
een man en vrouw die een operatie uitvoeren.
2
Perform on stage is different than performing surgery.
Het uitvoeren op het podium is anders dan het uitvoeren van chirurgie.
0.7692
0.1123
0.3019
0.0882
0.4314
0.0999
And male and female duo perform on stage.
En mannelijke en vrouwelijke duo optreden op het podium.
a man and woman performing on stage.
Een man en vrouw die op het podium optreden.
1
The male and female could be any age but man and woman implies adults. Also the male and female duo could be any species but man and woman indicates human
Het mannetje en het vrouwtje kunnen alle leeftijden zijn, maar man en vrouw impliceert volwassenen. Ook het mannelijke en vrouwelijke duo kan elke soort zijn, maar man en vrouw wijzen op mens
0.7693
0.1123
0.5426
0.1118
0.2107
0.0811
Young boy flying a toy airplane in an open field of hay.
Jonge jongen die een speelgoedvliegtuig vliegt in een open veld van hooi
The little boy was playing with his toy airplane.
De kleine jongen speelde met zijn speelgoed vliegtuig.
1
Young could mean any age but a little boy is understood to mean child that is not an adult
Jong kan elke leeftijd betekenen, maar een kleine jongen wordt begrepen als een kind dat geen volwassene is.
0.2911
0.1041
0.2985
0.123
0.6522
0.1191
Young boy flying a toy airplane in an open field of hay.
Jonge jongen die een speelgoedvliegtuig vliegt in een open veld van hooi
The little boy was flying his toy airplane in the open field.
De kleine jongen vloog met zijn speelgoedvliegtuig in het open veld.
0
young boy is the little boy and field of hay is the open field
Jonge jongen is de kleine jongen en veld van hooi is het open veld
0.2906
0.1041
0.8157
0.1382
0.2363
0.1003
Young boy flying a toy airplane in an open field of hay.
Jonge jongen die een speelgoedvliegtuig vliegt in een open veld van hooi
The little girl was playing with her doll.
Het meisje speelde met haar pop.
2
Girl is different than boy.
Meisje is anders dan jongen.
0.2906
0.1041
0.8533
0.1314
0.6596
0.13
A small group of women sits beside a shop in an otherwise deserted courtyard.
Een kleine groep vrouwen zit naast een winkel op een anders verlaten binnenplaats.
Women sit next to a shop.
Vrouwen zitten naast een winkel.
0
"Women sit next to a shop" is a rephrasing of "women sit beside a shop."
"Vrouwen zitten naast een winkel" is een herhaling van "vrouwen zitten naast een winkel."
0.3109
0.1166
0.798
0.1224
0.2137
0.1098
A small group of women sits beside a shop in an otherwise deserted courtyard.
Een kleine groep vrouwen zit naast een winkel op een anders verlaten binnenplaats.
Woman walk through a crowded mall.
Een vrouw loopt door een druk winkelcentrum.
2
The mall/courtyard can't be deserted and crowded at the same time.
Het winkelcentrum / binnenplaats kan niet worden verlaten en druk tegelijkertijd.
0.3095
0.1166
0.7555
0.1308
0.0097
0.085
A small group of women sits beside a shop in an otherwise deserted courtyard.
Een kleine groep vrouwen zit naast een winkel op een anders verlaten binnenplaats.
Women wait for a store to open.
Vrouwen wachten tot een winkel opengaat.
1
Women can congregate in small or large groups, and for many reasons other than to wait for a store to open.
Vrouwen kunnen samenkomen in kleine of grote groepen, en om vele andere redenen dan te wachten tot een winkel te openen.
0.3106
0.1165
0.6575
0.1323
0.2161
0.1073
A boy in a red shirt and blue jeans is playing with a flying toy in a field on a day with blue skies and puffy clouds.
Een jongen in een rood shirt en blauwe jeans speelt met een vliegend speeltje in een veld op een dag met blauwe luchten en gezwollen wolken.
A boy has a remote control airplane in the field by his house.
Een jongen heeft een afstandsbediening vliegtuig in het veld bij zijn huis.
1
A flying toy doesn't just mean remote control airplane. Also a field could be anywhere and not necessarily near his house.
Een vliegend speelgoed betekent niet alleen een afstandsbediening vliegtuig. Ook een veld kan overal en niet noodzakelijkerwijs in de buurt van zijn huis.
0.4707
0.1237
0.6165
0.1235
0.2052
0.0862
A boy in a red shirt and blue jeans is playing with a flying toy in a field on a day with blue skies and puffy clouds.
Een jongen in een rood shirt en blauwe jeans speelt met een vliegend speeltje in een veld op een dag met blauwe luchten en gezwollen wolken.
A young person is playing with an object in the air.
Een jonge persoon speelt met een object in de lucht
0
A young person refers to a boy in a red shirt and blue jeans and object in the air is a flying toy in a field.
Een jong persoon verwijst naar een jongen in een rood shirt en blauwe jeans en object in de lucht is een vliegend speelgoed in een veld.
0.4707
0.1238
0.6302
0.1498
0.333
0.0953
A boy in a red shirt and blue jeans is playing with a flying toy in a field on a day with blue skies and puffy clouds.
Een jongen in een rood shirt en blauwe jeans speelt met een vliegend speeltje in een veld op een dag met blauwe luchten en gezwollen wolken.
A boy is playing with a toy dumptruck on the street.
Een jongen speelt met een speelgoedwagen op straat.
2
Flying toy is different than dumptruck.
Vliegend speelgoed is anders dan dumptruck.
0.4714
0.124
0.4407
0.1195
0.4669
0.0995
A boy is in a field with a toy airplane in the air in front of him.
Een jongen zit in een veld met een speelgoedvliegtuig in de lucht voor hem.
A boy is playing in a field.
Een jongen speelt in een veld.
0
A boy in a field with a toy airplane implies that he is playing in a field.
Een jongen in een veld met een speelgoedvliegtuig impliceert dat hij in een veld speelt.
0.5628
0.1391
0.7093
0.1413
0.1152
0.1133
A boy is in a field with a toy airplane in the air in front of him.
Een jongen zit in een veld met een speelgoedvliegtuig in de lucht voor hem.
A boy is at a sports event.
Een jongen is op een sportevenement.
2
The boy can't be on the field and at the sports event with his airplane.
De jongen kan niet op het veld zijn en op het sportevenement met zijn vliegtuig.
0.5628
0.1391
0.6903
0.1417
0.0683
0.1096
A boy is in a field with a toy airplane in the air in front of him.
Een jongen zit in een veld met een speelgoedvliegtuig in de lucht voor hem.
A boy is flying a plane with his father.
Een jongen vliegt een vliegtuig met zijn vader.
1
Flying a plane without your father is possible as well.
Vliegen zonder je vader is ook mogelijk.
0.5628
0.1391
0.5608
0.1244
0.8215
0.1401
A child in a red shirt is throwing a toy airplane in the middle of a large field.
Een kind in een rood shirt gooit een speelgoedvliegtuig midden in een groot veld.
A child is playing with is toys in the bedroom.
Een kind speelt met speelgoed in de slaapkamer.
2
A large field and a bedroom are different places.
Een groot veld en een slaapkamer zijn verschillende plaatsen.
0.7224
0.1289
0.742
0.1388
0.6542
0.1077
A child in a red shirt is throwing a toy airplane in the middle of a large field.
Een kind in een rood shirt gooit een speelgoedvliegtuig midden in een groot veld.
A child is outside.
Er is een kind buiten.
1
A large field is not necessarily assumed to be outside.
Een groot veld wordt niet noodzakelijk geacht buiten te zijn.
0.7221
0.1289
0.6936
0.1294
0.1634
0.1268
A child in a red shirt is throwing a toy airplane in the middle of a large field.
Een kind in een rood shirt gooit een speelgoedvliegtuig midden in een groot veld.
A child is playing with a toy airplane outside.
Een kind speelt met een speelgoedvliegtuig buiten.
0
Answer; Large field refers to outside
Antwoord; Groot veld verwijst naar buiten
0.7225
0.129
0.7503
0.1372
0.2293
0.1165
On a rainy day a person is walking on a busy city street carrying a dark colored plaid shirt on a hanger and holding onto bagpipes under the arm.
Op een regenachtige dag loopt een persoon over een drukke stadsstraat met een donker gekleurd geruit shirt op een hanger en vasthouden aan doedelzakken onder de arm.
A person is walking through the rain
Een persoon loopt door de regen
0
"On a rainy day a person is walking on a busy city" implies that the person is walking through the rain.
"Op een regenachtige dag loopt iemand over een drukke stad" impliceert dat de persoon door de regen loopt.
0.1553
0.0666
0.2516
0.1439
0.3171
0.1241
On a rainy day a person is walking on a busy city street carrying a dark colored plaid shirt on a hanger and holding onto bagpipes under the arm.
Op een regenachtige dag loopt een persoon over een drukke stadsstraat met een donker gekleurd geruit shirt op een hanger en vasthouden aan doedelzakken onder de arm.
A person is carrying his stuff for a parade
Een persoon draagt zijn spullen voor een parade
1
Just carrying stuff like bag pipes doesn't mean you are participating in a parade.
Het dragen van spullen zoals zakpijpen betekent niet dat je deelneemt aan een parade.
0.1553
0.0666
0.6814
0.1274
0.6914
0.1306
On a rainy day a person is walking on a busy city street carrying a dark colored plaid shirt on a hanger and holding onto bagpipes under the arm.
Op een regenachtige dag loopt een persoon over een drukke stadsstraat met een donker gekleurd geruit shirt op een hanger en vasthouden aan doedelzakken onder de arm.
A person is carrying an empty hanger and bagpipes
Een persoon draagt een lege hanger en doedelzak
2
Plaid shirt on a hanger is different than empty hanger.
Plaid shirt op een hanger is anders dan lege hanger.
0.1553
0.0666
0.0001
0.0999
0.2489
0.0807
A gentleman walking in the rain while holding his bagpipes appears to be late for an event of some sort.
Een heer die in de regen loopt terwijl hij zijn doedelzak vasthoudt lijkt te laat te zijn voor een soort gebeurtenis.
The man is late for a funeral.
De man is te laat voor een begrafenis.
1
Being late for an event doesn't mean it is a funeral
Te laat voor een evenement betekent niet dat het een begrafenis is.
0.0206
0.0859
0.479
0.1092
0.3367
0.1067
A gentleman walking in the rain while holding his bagpipes appears to be late for an event of some sort.
Een heer die in de regen loopt terwijl hij zijn doedelzak vasthoudt lijkt te laat te zijn voor een soort gebeurtenis.
The man in the rain is wet.
De man in de regen is nat.
0
A gentleman is a man. Walking in the rain made him wet
Een heer is een man. Lopend in de regen maakte hem nat
0.0206
0.0859
0.0001
0.1121
0.0
0.0975
A gentleman walking in the rain while holding his bagpipes appears to be late for an event of some sort.
Een heer die in de regen loopt terwijl hij zijn doedelzak vasthoudt lijkt te laat te zijn voor een soort gebeurtenis.
He is cold.
Hij heeft het koud.
1
Walking in the rain doesn't mean you are cold
Wandelen in de regen betekent niet dat je koud bent.
0.0206
0.0859
0.2455
0.1186
0.3992
0.1169
A gentleman walking in the rain while holding his bagpipes appears to be late for an event of some sort.
Een heer die in de regen loopt terwijl hij zijn doedelzak vasthoudt lijkt te laat te zijn voor een soort gebeurtenis.
The man is late for the funeral.
De man is te laat voor de begrafenis.
1
An event could be anything including a funeral
Een gebeurtenis kan alles zijn inclusief een begrafenis.
0.0205
0.0859
0.5595
0.1092
0.8056
0.1263
A gentleman walking in the rain while holding his bagpipes appears to be late for an event of some sort.
Een heer die in de regen loopt terwijl hij zijn doedelzak vasthoudt lijkt te laat te zijn voor een soort gebeurtenis.
The man is playing the trumpet.
De man speelt trompet.
2
Trumpet is different than bagpipes.
Trompet is anders dan doedelzak.
0.0205
0.0859
0.8771
0.1273
0.0001
0.0747
A gentleman walking in the rain while holding his bagpipes appears to be late for an event of some sort.
Een heer die in de regen loopt terwijl hij zijn doedelzak vasthoudt lijkt te laat te zijn voor een soort gebeurtenis.
The gentleman is walking carrying only his guitar
De heer loopt met alleen zijn gitaar
2
Bagpipes is different than guitar.
Doedelzakken zijn anders dan gitaar.
0.0202
0.0859
0.2564
0.1088
0.1353
0.0933
A gentleman walking in the rain while holding his bagpipes appears to be late for an event of some sort.
Een heer die in de regen loopt terwijl hij zijn doedelzak vasthoudt lijkt te laat te zijn voor een soort gebeurtenis.
The woman is holding a violin.
De vrouw houdt een viool vast.
2
Violin and bagpipes is different.
Viool en doedelzak zijn anders.
0.0204
0.0859
0.9173
0.1376
0.3634
0.0838
A gentleman walking in the rain while holding his bagpipes appears to be late for an event of some sort.
Een heer die in de regen loopt terwijl hij zijn doedelzak vasthoudt lijkt te laat te zijn voor een soort gebeurtenis.
The man's face is red with excitement.
Het gezicht van de man is rood van opwinding.
1
Being late for an event does not show if one is feeling excitement or that their face may be flushed red
Te laat zijn voor een evenement laat niet zien of men opwinding voelt of dat hun gezicht rood kan worden gespoeld
0.0206
0.0859
0.8694
0.1247
0.1142
0.0735
A gentleman walking in the rain while holding his bagpipes appears to be late for an event of some sort.
Een heer die in de regen loopt terwijl hij zijn doedelzak vasthoudt lijkt te laat te zijn voor een soort gebeurtenis.
A gentleman walking in the rain towards the flute festival.
Een heer wandelt in de regen naar het fluitfestival.
2
Bagpipes aren't played at flute festivals, walking toward the flute festival implies attendance.
Bagpipes worden niet gespeeld op fluitfestivals, wandelen naar het fluitfestival impliceert aanwezigheid.
0.0202
0.0859
0.3207
0.1112
0.2012
0.087
A gentleman walking in the rain while holding his bagpipes appears to be late for an event of some sort.
Een heer die in de regen loopt terwijl hij zijn doedelzak vasthoudt lijkt te laat te zijn voor een soort gebeurtenis.
He is dry.
Hij is droog.
2
Walking in the rain and being dry can't be concurrent.
In de regen lopen en droog zijn kan niet gelijktijdig zijn.
0.0203
0.0858
0.7808
0.1202
0.0599
0.1228
A gentleman walking in the rain while holding his bagpipes appears to be late for an event of some sort.
Een heer die in de regen loopt terwijl hij zijn doedelzak vasthoudt lijkt te laat te zijn voor een soort gebeurtenis.
The gentleman is walking in the rain.
De heer loopt in de regen.
0
A gentlemen is holding his bagpipes while walking in the rain.
Een heer houdt zijn doedelzak vast terwijl hij in de regen loopt.
0.0203
0.0858
0.4326
0.1323
0.2182
0.1072
A gentleman walking in the rain while holding his bagpipes appears to be late for an event of some sort.
Een heer die in de regen loopt terwijl hij zijn doedelzak vasthoudt lijkt te laat te zijn voor een soort gebeurtenis.
The man is wet.
De man is nat.
0
A gentleman is the man. By walking in the rain, the man is wet.
Door in de regen te lopen, is de man nat.
0.0207
0.0858
0.0714
0.1164
0.4167
0.1224
A gentleman walking in the rain while holding his bagpipes appears to be late for an event of some sort.
Een heer die in de regen loopt terwijl hij zijn doedelzak vasthoudt lijkt te laat te zijn voor een soort gebeurtenis.
A man is outside with an instrument.
Een man staat buiten met een instrument.
0
A gentleman is a man. He is walking in the rain, so he is outside. His bagpipes is his instrument.
Een heer is een man, hij loopt in de regen, dus hij is buiten.
0.0203
0.0859
0.7383
0.1225
0.0393
0.0904
A gentleman walking in the rain while holding his bagpipes appears to be late for an event of some sort.
Een heer die in de regen loopt terwijl hij zijn doedelzak vasthoudt lijkt te laat te zijn voor een soort gebeurtenis.
A gentleman walking in the rain, holding his instrument.
Een heer die in de regen loopt en zijn instrument vasthoudt.
0
Bagpipes refers to an instrument.
Doekjes hebben betrekking op een instrument.
0.0211
0.0859
0.2353
0.1059
0.0
0.0813
A gentleman walking in the rain while holding his bagpipes appears to be late for an event of some sort.
Een heer die in de regen loopt terwijl hij zijn doedelzak vasthoudt lijkt te laat te zijn voor een soort gebeurtenis.
A gentleman walking in the rain walking to a funeral.
Een heer wandelt in de regen wandelend naar een begrafenis.
1
The event could be anything and it is not known if it is a funeral
Het kan van alles zijn en het is niet bekend of het een begrafenis is
0.021
0.0859
0.2709
0.097
0.6786
0.1225
A man in a unique costume is playing the bagpipes while some people stare at him.
Een man in een uniek kostuum speelt de doedelzak terwijl sommige mensen naar hem staren.
A man is playing the bagpipes.
Een man speelt in de doedelzak.
0
Playing the bagpipes is a restatement of unique costume playing the bagpipes.
Het spelen van de doedelzak is een restatement van unieke kostuum spelen van de doedelzak.
0.295
0.0845
0.0001
0.0743
0.0
0.0411
A man in a unique costume is playing the bagpipes while some people stare at him.
Een man in een uniek kostuum speelt de doedelzak terwijl sommige mensen naar hem staren.
A woman in a unique costume is playing the bagpipes while some people stare at her.
Een vrouw in een uniek kostuum speelt de doedelzak terwijl sommige mensen naar haar staren.
2
Authors don't use man and woman interchangeably in paragraphs.
Auteurs gebruiken geen man en vrouw door elkaar in paragrafen.
0.295
0.0845
0.3315
0.0852
0.151
0.1173
A man in a unique costume is playing the bagpipes while some people stare at him.
Een man in een uniek kostuum speelt de doedelzak terwijl sommige mensen naar hem staren.
A man in a unique costume is playing the bagpipes for monetary gain.
Een man in een uniek kostuum speelt de doedelzak voor geld.
1
Performing in front of a staring crowd does not mean one is performing for monetary gain
Het uitvoeren voor een starende menigte betekent niet dat men presteert voor monetaire winst
0.2953
0.0845
0.0005
0.0697
0.0
0.0865
A strange man plays his bagpipes in the city as walks around dressed in a kilt.
Een vreemde man speelt zijn doedelzak in de stad terwijl hij rondloopt in een kilt.
The man is playing a funeral dirge.
De man speelt een begrafenistent.
1
Playing bagpipes does not imply it is a funeral dirge.
Het spelen doedelzak betekent niet dat het een begrafenis kloof.
0.0
0.0735
0.0004
0.0834
0.0
0.0443