premise_en
stringlengths 7
402
| premise_nl
stringlengths 8
417
| hypothesis_en
stringlengths 0
295
| hypothesis_nl
stringlengths 1
308
| label
int32 0
2
| explanation_1_en
stringlengths 0
917
| explanation_1_nl
stringlengths 3
766
| explanation_2_en
stringclasses 1
value | explanation_2_nl
stringclasses 1
value | explanation_3_en
stringclasses 1
value | explanation_3_nl
stringclasses 1
value | da_premise
stringlengths 3
6
| mqm_premise
stringlengths 3
7
| da_hypothesis
stringlengths 3
6
| mqm_hypothesis
stringlengths 3
6
| da_explanation_1
stringlengths 3
6
| mqm_explanation_1
stringlengths 3
7
| da_explanation_2
stringclasses 1
value | mqm_explanation_2
stringclasses 1
value | da_explanation_3
stringclasses 1
value | mqm_explanation_3
stringclasses 1
value |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
People setting up the table to eat.
|
Mensen zetten de tafel klaar om te eten.
|
people arrange dining table for food
|
mensen regelen eettafel voor voedsel
| 0 |
Setting up the table shows arrange dining table, and food implies eat.
|
Het opzetten van de tafel shows regelen eettafel, en voedsel impliceert eten.
|
0.6466
|
0.136
|
0.7061
|
0.1125
|
0.0
|
0.0563
| ||||||||
People setting up the table to eat.
|
Mensen zetten de tafel klaar om te eten.
|
people taking food
|
mensen die voedsel innemen
| 1 |
People setting up the table to eat are not necessarily taking food.
|
Mensen die de tafel klaarmaken om te eten nemen niet noodzakelijk voedsel.
|
0.6466
|
0.136
|
0.0643
|
0.1035
|
0.0001
|
0.1133
| ||||||||
People setting up the table to eat.
|
Mensen zetten de tafel klaar om te eten.
|
people at work
|
mensen op het werk
| 2 |
One cannot be setting up a table to eat and be at work simultaneously.
|
Men kan niet tegelijkertijd een tafel opzetten om te eten en aan het werk te zijn.
|
0.6466
|
0.136
|
0.6678
|
0.1029
|
0.4394
|
0.1226
| ||||||||
Men riding horses carrying flags in a jousting tournament.
|
Mannen rijden paarden dragen vlaggen in een steekspel toernooi.
|
men on horses
|
mannen op paarden
| 0 |
Men riding horses is a rephrasing of men on horses.
|
Mannen die paardrijden is een herhaling van mannen op paarden.
|
0.0
|
0.0592
|
0.5413
|
0.0886
|
0.0338
|
0.0987
| ||||||||
Men riding horses carrying flags in a jousting tournament.
|
Mannen rijden paarden dragen vlaggen in een steekspel toernooi.
|
the men are riding bikes
|
de mannen rijden op fietsen
| 2 |
Horses and bikes are not the same.
|
Paarden en fietsen zijn niet hetzelfde.
|
0.0
|
0.0592
|
0.8654
|
0.1348
|
0.9032
|
0.1319
| ||||||||
Men riding horses carrying flags in a jousting tournament.
|
Mannen rijden paarden dragen vlaggen in een steekspel toernooi.
|
the men are warriors
|
de mannen zijn krijgers
| 1 |
Men riding horses in a jousting tournament are not necessarily warriors.
|
Mannen die paardrijden in een steektoernooi zijn niet per se krijgers.
|
0.0
|
0.0592
|
0.9607
|
0.1309
|
0.0001
|
0.0832
| ||||||||
A man sitting on a chair in an office.
|
Een man op een stoel in een kantoor.
|
The man is trying to get some work done but he is distracted by something that happened to him earlier in the day.
|
De man probeert wat werk te doen, maar hij wordt afgeleid door iets wat hem eerder op de dag is overkomen.
| 1 |
A man sitting in an office is not necessarily trying to get some work done and not necessarily distracted by something.
|
Een man die in een kantoor zit probeert niet noodzakelijk werk te doen en niet noodzakelijkerwijs afgeleid door iets.
|
0.4584
|
0.1235
|
0.3862
|
0.1205
|
0.2713
|
0.0972
| ||||||||
A man sitting on a chair in an office.
|
Een man op een stoel in een kantoor.
|
There is a giant hole in the floor of the office that leads to another dimension that this man is trying to avoid being sucked into.
|
Er is een gigantisch gat in de vloer van het kantoor dat leidt naar een andere dimensie die deze man probeert te vermijden gezogen te worden.
| 2 |
The man is sitting on a chair or trying to avoid being sucked in
|
De man zit op een stoel of probeert te voorkomen dat hij meegezogen wordt.
|
0.4603
|
0.1235
|
0.0001
|
0.0777
|
0.4477
|
0.1056
| ||||||||
A man sitting on a chair in an office.
|
Een man op een stoel in een kantoor.
|
The person in the office is not standing on his feet.
|
De persoon in het kantoor staat niet op zijn voeten.
| 0 |
Since one is sitting on a chair, one is not standing on feet.
|
Omdat men op een stoel zit, staat men niet op de voeten.
|
0.46
|
0.1235
|
0.1342
|
0.1152
|
0.5152
|
0.1229
| ||||||||
Two men, one black, one white, are holding books and talking.
|
Twee mannen, één zwart, één wit, houden boeken vast en praten.
|
Two men are talking.
|
Twee mannen praten.
| 0 |
The men are said to be talking, so they're talking.
|
De mannen zouden praten, dus praten ze.
|
0.6318
|
0.1105
|
0.9362
|
0.1358
|
0.0398
|
0.1217
| ||||||||
Two men, one black, one white, are holding books and talking.
|
Twee mannen, één zwart, één wit, houden boeken vast en praten.
|
The two men talk to each other.
|
De twee mannen praten met elkaar.
| 0 |
Two men are together talking, to each other.
|
Twee mannen praten met elkaar.
|
0.6313
|
0.1106
|
0.9307
|
0.1434
|
0.6601
|
0.1337
| ||||||||
Two men, one black, one white, are holding books and talking.
|
Twee mannen, één zwart, één wit, houden boeken vast en praten.
|
Two men are laughing while reading.
|
Twee mannen lachen terwijl ze lezen.
| 2 |
talking or reading
|
praten of lezen
|
0.6304
|
0.1106
|
0.8931
|
0.128
|
0.7443
|
0.1121
| ||||||||
Two men, one black, one white, are holding books and talking.
|
Twee mannen, één zwart, één wit, houden boeken vast en praten.
|
the men can talk
|
de mannen kunnen praten
| 0 |
Since the men are talking, we know they can talk.
|
Omdat de mannen praten, weten we dat ze kunnen praten.
|
0.6309
|
0.1106
|
0.9212
|
0.1256
|
0.6554
|
0.1264
| ||||||||
Two men, one black, one white, are holding books and talking.
|
Twee mannen, één zwart, één wit, houden boeken vast en praten.
|
The wizard asks the men to give a book review.
|
De tovenaar vraagt de mannen een boekbespreking te geven.
| 2 |
Two men are holding books and talking or the wizard is asking them to give a book review.
|
Twee mannen houden boeken vast en praten of de tovenaar vraagt hen een boekbespreking te geven.
|
0.6309
|
0.1106
|
0.4622
|
0.1041
|
0.3089
|
0.096
| ||||||||
Two men, one black, one white, are holding books and talking.
|
Twee mannen, één zwart, één wit, houden boeken vast en praten.
|
Some people are talking about books they're holding.
|
Sommige mensen praten over boeken die ze hebben.
| 1 |
Men holding books and talking are not necessarily talking about books they're holding.
|
Mannen die boeken vasthouden en praten praten niet noodzakelijkerwijs over boeken die ze vasthouden.
|
0.6315
|
0.1106
|
0.2288
|
0.1287
|
0.0764
|
0.1114
| ||||||||
Two men, one black, one white, are holding books and talking.
|
Twee mannen, één zwart, één wit, houden boeken vast en praten.
|
Two women are silently sitting next to each other
|
Twee vrouwen zitten stil naast elkaar.
| 2 |
Two men or two women
|
Twee mannen of twee vrouwen
|
0.6316
|
0.1106
|
0.7004
|
0.1372
|
0.9757
|
0.1221
| ||||||||
Two men, one black, one white, are holding books and talking.
|
Twee mannen, één zwart, één wit, houden boeken vast en praten.
|
two people are having a conversation
|
twee mensen hebben een gesprek
| 0 |
Partaking in talking, the two men are having a conversation.
|
Bij het praten hebben de twee mannen een gesprek.
|
0.6313
|
0.1106
|
0.6649
|
0.1465
|
0.0167
|
0.1137
| ||||||||
Two men, one black, one white, are holding books and talking.
|
Twee mannen, één zwart, één wit, houden boeken vast en praten.
|
Two men are having a sad conversation.
|
Twee mannen hebben een triest gesprek.
| 1 |
Men holding books and talking are not necessarily having a sad conversation.
|
Mannen die boeken vasthouden en praten hebben niet noodzakelijk een droevig gesprek.
|
0.6308
|
0.1107
|
0.7102
|
0.1239
|
0.2573
|
0.0966
| ||||||||
Two men, one black, one white, are holding books and talking.
|
Twee mannen, één zwart, één wit, houden boeken vast en praten.
|
Some people are holding books and talking.
|
Sommige mensen houden boeken vast en praten.
| 0 |
Two men are some people.
|
Twee mannen zijn mensen.
|
0.6308
|
0.1107
|
0.1157
|
0.1125
|
0.8008
|
0.1098
| ||||||||
Two men, one black, one white, are holding books and talking.
|
Twee mannen, één zwart, één wit, houden boeken vast en praten.
|
the men can fly usiing mind powers
|
de mannen kunnen vliegen met behulp van geest krachten
| 2 |
holding books and talking or using mind powers
|
boeken vasthouden en praten of gebruik maken van geestkracht
|
0.6308
|
0.1107
|
0.0033
|
0.0842
|
0.0
|
0.0761
| ||||||||
Two men, one black, one white, are holding books and talking.
|
Twee mannen, één zwart, één wit, houden boeken vast en praten.
|
The men are talking about the book they both just read.
|
De mannen praten over het boek dat ze net gelezen hebben.
| 1 |
Men holding books and talking are not necessarily about the book they both just read.
|
Mannen met boeken en praten zijn niet noodzakelijkerwijs over het boek dat ze beiden net gelezen hebben.
|
0.6312
|
0.1106
|
0.7991
|
0.1309
|
0.0658
|
0.0765
| ||||||||
Two men, one black, one white, are holding books and talking.
|
Twee mannen, één zwart, één wit, houden boeken vast en praten.
|
the men can read
|
de mannen kunnen lezen
| 1 |
Men holding books and talking are not necessarily men who can read.
|
Mannen met boeken en praten zijn niet noodzakelijk mannen die kunnen lezen.
|
0.6312
|
0.1106
|
0.7816
|
0.1142
|
0.38
|
0.1016
| ||||||||
Two men, one black, one white, are holding books and talking.
|
Twee mannen, één zwart, één wit, houden boeken vast en praten.
|
A man is holding a book and not talking.
|
Een man houdt een boek vast en praat niet.
| 2 |
A man is not talking or two men are talking.
|
Een man praat niet of twee mannen praten.
|
0.6312
|
0.1106
|
0.1804
|
0.1202
|
0.5944
|
0.1129
| ||||||||
Two men, one black, one white, are holding books and talking.
|
Twee mannen, één zwart, één wit, houden boeken vast en praten.
|
there are two adults discussing the nature of a new textbook
|
Er zijn twee volwassenen die de aard van een nieuw leerboek bespreken
| 1 |
Not all books are a textbook.
|
Niet alle boeken zijn een leerboek.
|
0.6307
|
0.1106
|
0.6223
|
0.1385
|
0.4138
|
0.1316
| ||||||||
A man in a jacket and jeans and a woman in a green coat are reading books on a bench with a baby stroller parked next to it.
|
Een man in een jasje en jeans en een vrouw in een groene jas lezen boeken op een bankje met een baby kinderwagen ernaast geparkeerd.
|
The young couple are enjoying a day out at the park with their newborn daughter.
|
Het jonge paar geniet van een dagje uit in het park met hun pasgeboren dochter.
| 1 |
Not all men and women are a young couple. Not all benches are in a park. Not all strollers have a newborn daughter.
|
Niet alle mannen en vrouwen zijn een jong stel. Niet alle banken zijn in een park. Niet alle kinderwagens hebben een pasgeboren dochter.
|
0.635
|
0.1132
|
0.8081
|
0.1408
|
0.3047
|
0.0874
| ||||||||
A man in a jacket and jeans and a woman in a green coat are reading books on a bench with a baby stroller parked next to it.
|
Een man in een jasje en jeans en een vrouw in een groene jas lezen boeken op een bankje met een baby kinderwagen ernaast geparkeerd.
|
The couple is arguing over the finances as a young baby cries in hunger.
|
Het paar ruziet over de financiën als een jonge baby huilt in honger.
| 2 |
A man in a jacket and jeans and a woman in a green coat are reading books and The couple is arguing over the finances as a young baby cries in hunger.
|
Een man in een jas en jeans en een vrouw in een groene jas lezen boeken en het echtpaar ruziet over de financiën als een jonge baby huilt in honger.
|
0.635
|
0.1132
|
0.6126
|
0.1227
|
0.5723
|
0.1068
| ||||||||
A man in a jacket and jeans and a woman in a green coat are reading books on a bench with a baby stroller parked next to it.
|
Een man in een jasje en jeans en een vrouw in een groene jas lezen boeken op een bankje met een baby kinderwagen ernaast geparkeerd.
|
There is a man and a woman in this picture, and they are outside.
|
Er is een man en een vrouw op deze foto, en ze zijn buiten.
| 0 |
A bench is usually outside.
|
Een bank staat meestal buiten.
|
0.635
|
0.1132
|
0.5612
|
0.1245
|
0.414
|
0.1263
| ||||||||
Two people sitting in front of an older building on a bench.
|
Twee mensen zitten voor een ouder gebouw op een bank.
|
The bench is in front of an older building.
|
De bank staat voor een ouder gebouw.
| 1 |
All inferred, the bench in front of older building.
|
Allemaal afgeleid, de bank voor oudere gebouwen.
|
0.2268
|
0.1154
|
0.0003
|
0.0943
|
0.0
|
0.0693
| ||||||||
Two people sitting in front of an older building on a bench.
|
Twee mensen zitten voor een ouder gebouw op een bank.
|
The people are sitting in a car.
|
De mensen zitten in een auto.
| 2 |
Sitting in front of a building on a bench or in a car.
|
Zitten voor een gebouw op een bank of in een auto.
|
0.2265
|
0.1155
|
0.699
|
0.1285
|
0.0
|
0.0999
| ||||||||
Two people sitting in front of an older building on a bench.
|
Twee mensen zitten voor een ouder gebouw op een bank.
|
There are two people sitting on the bench.
|
Er zitten twee mensen op de bank.
| 0 |
The men are said to be sitting on a bench, so they're on a bench.
|
De mannen zouden op een bankje zitten, dus zitten ze op een bankje.
|
0.2268
|
0.1154
|
0.7664
|
0.1402
|
0.0
|
0.1106
| ||||||||
A man and a woman are sitting on a bench reading books.
|
Een man en een vrouw zitten op een bank boeken te lezen.
|
A man and woman are having a picnic.
|
Een man en vrouw zijn aan het picknicken.
| 2 |
You can't be having a picnic while sitting on a bench reading books
|
Je kunt niet picknicken terwijl je op een bank zit en boeken leest.
|
0.9243
|
0.1443
|
0.0
|
0.1334
|
0.0828
|
0.1076
| ||||||||
A man and a woman are sitting on a bench reading books.
|
Een man en een vrouw zitten op een bank boeken te lezen.
|
A man and woman are reading.
|
Een man en vrouw zijn aan het lezen.
| 0 |
sitting on a bench reading books implies that reading.
|
Het lezen van boeken op een bank impliceert dat lezen.
|
0.9245
|
0.1443
|
0.6303
|
0.1217
|
0.0001
|
0.0924
| ||||||||
A man and a woman are sitting on a bench reading books.
|
Een man en een vrouw zitten op een bank boeken te lezen.
|
A man and woman are reading 50 Shade of Gray.
|
Een man en vrouw lezen 50 Shade of Gray.
| 1 |
Not all books are the 50 shades of grade.
|
Niet alle boeken zijn de 50 tinten van rang.
|
0.9245
|
0.1443
|
0.6543
|
0.1121
|
0.0002
|
0.0949
| ||||||||
Two people sitting on a black bench reading books.
|
Twee mensen die op een zwarte bank boeken lezen.
|
Some humans sitting.
|
Sommige mensen zitten.
| 0 |
The people are on a bench, so they're sitting.
|
De mensen zitten op een bank, dus zitten ze.
|
0.4592
|
0.1179
|
0.2191
|
0.1092
|
0.0002
|
0.1034
| ||||||||
Two people sitting on a black bench reading books.
|
Twee mensen die op een zwarte bank boeken lezen.
|
Some tall humans sitting
|
Sommige lange mensen zitten
| 1 |
Not all people are tall.
|
Niet alle mensen zijn lang.
|
0.4587
|
0.118
|
0.0001
|
0.0764
|
0.0002
|
0.0942
| ||||||||
Two people sitting on a black bench reading books.
|
Twee mensen die op een zwarte bank boeken lezen.
|
Nobody is sitting.
|
Er zit niemand.
| 2 |
Nobody is sitting or two are sitting.
|
Niemand zit of zit.
|
0.4572
|
0.1179
|
0.0001
|
0.1068
|
0.0
|
0.0579
| ||||||||
Two people and a stroller sitting on a bench.
|
Twee mensen en een kinderwagen op een bankje.
|
There is a bench.
|
Er is een bank.
| 0 |
People are said to be sitting on a bench, so there must be a bench present.
|
Men zegt dat de mensen op een bank zitten, dus er moet een bank aanwezig zijn.
|
0.5218
|
0.1116
|
0.0465
|
0.1236
|
0.3568
|
0.1122
| ||||||||
Two people and a stroller sitting on a bench.
|
Twee mensen en een kinderwagen op een bankje.
|
The bench is wide.
|
De bank is breed.
| 1 |
Not all benches are wide.
|
Niet alle banken zijn breed.
|
0.5203
|
0.1116
|
0.0
|
0.0859
|
0.0003
|
0.084
| ||||||||
Two people and a stroller sitting on a bench.
|
Twee mensen en een kinderwagen op een bankje.
|
The people are standing.
|
De mensen staan.
| 2 |
The people are standing or sitting
|
De mensen staan of zitten
|
0.5228
|
0.1116
|
0.1946
|
0.1321
|
0.7427
|
0.1348
| ||||||||
Girl stands reading a notebook.
|
Meisje staat een notitieboek te lezen.
|
A girl is standing.
|
Er staat een meisje.
| 0 |
The girl is said to stand, so she must be standing.
|
Het meisje moet opstaan, dus moet ze staan.
|
0.0311
|
0.1343
|
0.6482
|
0.1219
|
0.0003
|
0.1137
| ||||||||
Girl stands reading a notebook.
|
Meisje staat een notitieboek te lezen.
|
The girl is sitting down reading a book.
|
Het meisje zit een boek te lezen.
| 2 |
Girl stands or is sitting.
|
Het meisje staat of zit.
|
0.0339
|
0.1343
|
0.4985
|
0.142
|
0.6685
|
0.1217
| ||||||||
Girl stands reading a notebook.
|
Meisje staat een notitieboek te lezen.
|
A girl is studying standing up.
|
Een meisje studeert staande.
| 1 |
Not all girls are studying.
|
Niet alle meisjes studeren.
|
0.0319
|
0.1343
|
0.3108
|
0.1165
|
0.9256
|
0.1491
| ||||||||
A small brown and white dog looks in the window of Driggs Pizza.
|
Een kleine bruine en witte hond kijkt in het raam van Driggs Pizza.
|
A cat is looking inside
|
Een kat kijkt naar binnen
| 2 |
Dog and cat are different species.
|
Honden en katten zijn verschillende soorten.
|
0.5235
|
0.105
|
0.1907
|
0.1329
|
0.9811
|
0.1376
| ||||||||
A small brown and white dog looks in the window of Driggs Pizza.
|
Een kleine bruine en witte hond kijkt in het raam van Driggs Pizza.
|
The dog is looking inside
|
De hond kijkt binnen.
| 0 |
A dog that looks is the windows is inside a house.
|
Een hond die kijkt is de ramen in een huis.
|
0.5235
|
0.105
|
0.3117
|
0.1226
|
0.0
|
0.1133
| ||||||||
A small brown and white dog looks in the window of Driggs Pizza.
|
Een kleine bruine en witte hond kijkt in het raam van Driggs Pizza.
|
The dog is outside
|
De hond is buiten.
| 1 |
Not all dogs are outside.
|
Niet alle honden zijn buiten.
|
0.5243
|
0.1049
|
0.9221
|
0.1281
|
0.6708
|
0.1274
| ||||||||
A man standing outside of a shop on the street.
|
Een man die buiten een winkel op straat staat.
|
The shop has a sign.
|
De winkel heeft een bord.
| 1 |
Not all shops have a sign.
|
Niet alle winkels hebben een bord.
|
0.2253
|
0.1137
|
0.9278
|
0.1028
|
0.9656
|
0.1149
| ||||||||
A man standing outside of a shop on the street.
|
Een man die buiten een winkel op straat staat.
|
The man is near the shop.
|
De man is vlakbij de winkel.
| 0 |
Only standing outside a man can be near a shop.
|
Alleen staan buiten een man kan in de buurt van een winkel.
|
0.2244
|
0.1137
|
0.7751
|
0.1216
|
0.0
|
0.0786
| ||||||||
A man standing outside of a shop on the street.
|
Een man die buiten een winkel op straat staat.
|
The man is inside the shop.
|
De man is in de winkel.
| 2 |
The man cannot be inside and outside at the same time.
|
De man kan niet tegelijk binnen en buiten zijn.
|
0.2242
|
0.1137
|
0.581
|
0.1169
|
0.624
|
0.129
| ||||||||
Two young women wearing black headscarves and colorful skirts stand near a red door.
|
Twee jonge vrouwen dragen zwarte hoofddoeken en kleurrijke rokken staan bij een rode deur.
|
They are near the red door.
|
Ze zijn bij de rode deur.
| 0 |
A door can b paint red.
|
Een deur kan rood kleuren.
|
0.2828
|
0.1223
|
0.0
|
0.1181
|
0.176
|
0.1122
| ||||||||
Two young women wearing black headscarves and colorful skirts stand near a red door.
|
Twee jonge vrouwen dragen zwarte hoofddoeken en kleurrijke rokken staan bij een rode deur.
|
Women wait for the door to the auditorium to open.
|
Vrouwen wachten tot de deur naar het auditorium opengaat.
| 1 |
Not all women wait. Not all doors are to the auditorium.
|
Niet alle vrouwen wachten, niet alle deuren naar het auditorium.
|
0.2831
|
0.1224
|
0.6977
|
0.1352
|
0.1395
|
0.0926
| ||||||||
Two young women wearing black headscarves and colorful skirts stand near a red door.
|
Twee jonge vrouwen dragen zwarte hoofddoeken en kleurrijke rokken staan bij een rode deur.
|
There are no red doors in this town.
|
Er zijn geen rode deuren in deze stad.
| 2 |
They can't be no red doors if they stand near a red door.
|
Ze kunnen geen rode deuren zijn als ze bij een rode deur staan.
|
0.2832
|
0.1223
|
0.8555
|
0.1581
|
0.0004
|
0.0891
| ||||||||
A woman in shadow looks at the camera while the one in the sun looks at a book.
|
Een vrouw in de schaduw kijkt naar de camera terwijl die in de zon naar een boek kijkt.
|
Two women sit in the shadow.
|
Twee vrouwen zitten in de schaduw.
| 2 |
There can't be two women in the shadow if one of them is in the sun.
|
Er kunnen geen twee vrouwen in de schaduw zijn als er één in de zon is.
|
0.4073
|
0.1092
|
0.7411
|
0.1289
|
0.4483
|
0.1358
| ||||||||
A woman in shadow looks at the camera while the one in the sun looks at a book.
|
Een vrouw in de schaduw kijkt naar de camera terwijl die in de zon naar een boek kijkt.
|
The woman in the sun is reading Harry Potter.
|
De vrouw in de zon leest Harry Potter.
| 1 |
Not all books are Harry Potter.
|
Niet alle boeken zijn Harry Potter.
|
0.4073
|
0.1092
|
0.0466
|
0.1061
|
0.9361
|
0.1192
| ||||||||
A woman in shadow looks at the camera while the one in the sun looks at a book.
|
Een vrouw in de schaduw kijkt naar de camera terwijl die in de zon naar een boek kijkt.
|
Two women are in this picture.
|
Er staan twee vrouwen op deze foto.
| 0 |
To woman can look to the camera or a book when taken a picture.
|
Naar de vrouw kan kijken naar de camera of een boek wanneer genomen een foto.
|
0.4073
|
0.1092
|
0.9856
|
0.1424
|
0.0
|
0.064
| ||||||||
Two young girls with headscarves stand near a door while one reads a book.
|
Twee jonge meisjes met hoofddoeken staan bij een deur terwijl men een boek leest.
|
The two school kids wait by the door for the public library to open.
|
De twee schoolkinderen wachten bij de deur tot de openbare bibliotheek opengaat.
| 1 |
Not all girls are school kids.
|
Niet alle meisjes zijn schoolkinderen.
|
0.4507
|
0.1191
|
0.5488
|
0.1395
|
0.9684
|
0.1378
| ||||||||
Two young girls with headscarves stand near a door while one reads a book.
|
Twee jonge meisjes met hoofddoeken staan bij een deur terwijl men een boek leest.
|
There are two girls standing.
|
Er staan twee meisjes.
| 0 |
One girl can be standing near a door while other reads a book.
|
Een meisje kan bij een deur staan terwijl een ander een boek leest
|
0.4507
|
0.1191
|
0.8559
|
0.1278
|
0.4772
|
0.1403
| ||||||||
Two young girls with headscarves stand near a door while one reads a book.
|
Twee jonge meisjes met hoofddoeken staan bij een deur terwijl men een boek leest.
|
The two girls are seated on some steps while one reads.
|
De twee meisjes zitten op enkele treden terwijl men leest.
| 2 |
One cannot stand if she is seated.
|
Men kan niet staan als ze zit.
|
0.4498
|
0.1191
|
0.0001
|
0.1078
|
0.1969
|
0.1021
| ||||||||
A lost dog trying to find some food in a pizza restaurant.
|
Een verloren hond die eten zoekt in een pizzarestaurant.
|
The dog is at the restaurant.
|
De hond is in het restaurant.
| 0 |
A dog that is lost can find food at a restaurant.
|
Een hond die verloren is kan eten vinden in een restaurant.
|
0.512
|
0.1123
|
0.8232
|
0.1146
|
0.2775
|
0.1155
| ||||||||
A lost dog trying to find some food in a pizza restaurant.
|
Een verloren hond die eten zoekt in een pizzarestaurant.
|
The dog is looking for her owner.
|
De hond zoekt haar eigenaar.
| 2 |
A dog can't be lost if it is looking for her owner.
|
Een hond kan niet verloren gaan als hij haar eigenaar zoekt.
|
0.5121
|
0.1123
|
0.8677
|
0.1387
|
0.7193
|
0.116
| ||||||||
A lost dog trying to find some food in a pizza restaurant.
|
Een verloren hond die eten zoekt in een pizzarestaurant.
|
The dog is hungry.
|
De hond heeft honger.
| 1 |
dog doesn't always mean hungry.
|
Een hond betekent niet altijd honger.
|
0.5124
|
0.1123
|
0.9877
|
0.1286
|
0.4865
|
0.1007
| ||||||||
This person is on a red motorcycle.
|
Deze persoon zit op een rode motor.
|
A person wearing a green helmet is dancing.
|
Iemand met een groene helm danst.
| 2 |
It is impossible to dance on a motorcycle.
|
Het is onmogelijk te dansen op een motorfiets.
|
0.95
|
0.1352
|
0.6596
|
0.1215
|
0.785
|
0.1258
| ||||||||
This person is on a red motorcycle.
|
Deze persoon zit op een rode motor.
|
A person is on a motorcycle.
|
Er zit iemand op een motor.
| 0 |
A person can be riding a red motorcycle.
|
Iemand kan op een rode motorfiets rijden.
|
0.9497
|
0.1352
|
0.9726
|
0.1341
|
0.6723
|
0.1245
| ||||||||
This person is on a red motorcycle.
|
Deze persoon zit op een rode motor.
|
A person wearing a green helmet is on a red motorcycle.
|
Iemand met een groene helm zit op een rode motorfiets.
| 1 |
person doesn't always mean wearing a green helmet
|
persoon betekent niet altijd dragen van een groene helm
|
0.95
|
0.1352
|
0.9042
|
0.1391
|
0.1781
|
0.0836
| ||||||||
A dog emerges form the water with a stick in its mouth.
|
Een hond komt naar boven en vormt het water met een stok in zijn mond.
|
The dog is carrying a stick.
|
De hond draagt een stok.
| 0 |
A dog only can be carrying a stick in its mouth.
|
Een hond kan alleen een stok in zijn mond dragen.
|
0.1598
|
0.0912
|
0.8318
|
0.1183
|
0.6339
|
0.1287
| ||||||||
A dog emerges form the water with a stick in its mouth.
|
Een hond komt naar boven en vormt het water met een stok in zijn mond.
|
The dog is bring the stick to its owner.
|
De hond brengt de stok naar de eigenaar.
| 1 |
stick i doesn't always mean to its owner.
|
Ik bedoel niet altijd de eigenaar.
|
0.1589
|
0.0913
|
0.2374
|
0.1178
|
0.0001
|
0.0989
| ||||||||
A dog emerges form the water with a stick in its mouth.
|
Een hond komt naar boven en vormt het water met een stok in zijn mond.
|
The dog has it's tongue out.
|
De hond heeft zijn tong eruit.
| 2 |
The dog cannot have its tongue out if it has a stick in its mouth.
|
De hond kan zijn tong er niet uit hebben als hij een stok in zijn mond heeft.
|
0.1589
|
0.0913
|
0.2321
|
0.1144
|
0.2675
|
0.1228
| ||||||||
A man walks in front of a wall with a painting.
|
Een man loopt voor een muur met een schilderij.
|
A man walks near a wall with a painting.
|
Een man loopt bij een muur met een schilderij.
| 0 |
Front of something is usually near something.
|
Voorkant van iets is meestal in de buurt iets.
|
0.4763
|
0.1104
|
0.265
|
0.106
|
0.0
|
0.0848
| ||||||||
A man walks in front of a wall with a painting.
|
Een man loopt voor een muur met een schilderij.
|
A man looks at the wall with a painting.
|
Een man kijkt naar de muur met een schilderij.
| 1 |
Although he walks in front of the painting, it doesn't mean he looks at it.
|
Hoewel hij voor het schilderij loopt, betekent het niet dat hij ernaar kijkt.
|
0.4759
|
0.1104
|
0.7232
|
0.1102
|
0.1568
|
0.1209
| ||||||||
A man walks in front of a wall with a painting.
|
Een man loopt voor een muur met een schilderij.
|
A man walking by a fence.
|
Een man die langs een hek loopt.
| 2 |
A man walks in front of a wall and other walking by a fence
|
Een man loopt voor een muur en andere lopen door een hek
|
0.4763
|
0.1103
|
0.4028
|
0.1227
|
0.4797
|
0.1194
| ||||||||
A man in a black jacket walks past some graffiti.
|
Een man in een zwart jasje loopt langs graffiti.
|
A man on a motorcycle rides past a carnival.
|
Een man op een motorfiets rijdt langs een kermis.
| 2 |
Can't walk and be on a motorcycle ride at the same time. Graffiti does not indicate carnival.
|
Kan niet lopen en op een motorfiets rijden op hetzelfde moment. Graffiti geeft geen carnaval.
|
0.6289
|
0.1169
|
0.6675
|
0.1188
|
0.3118
|
0.1088
| ||||||||
A man in a black jacket walks past some graffiti.
|
Een man in een zwart jasje loopt langs graffiti.
|
A man passes by some graffiti.
|
Een man komt langs graffiti.
| 0 |
Walks past and passes by are both phrases that mean the same thing.
|
Loopt voorbij en gaat voorbij zijn beide zinnen die hetzelfde betekenen.
|
0.6289
|
0.1169
|
0.1861
|
0.1037
|
0.0
|
0.0643
| ||||||||
A man in a black jacket walks past some graffiti.
|
Een man in een zwart jasje loopt langs graffiti.
|
A man walks past some graffiti on his way to a party.
|
Een man loopt langs graffiti op weg naar een feestje.
| 1 |
When a man walks past some graffiti does not mean that he is on his way to a party.
|
Als een man langs een graffiti loopt betekent dat niet dat hij op weg is naar een feest.
|
0.6294
|
0.1169
|
0.3119
|
0.1092
|
0.3226
|
0.1207
| ||||||||
A man walking in front of graffiti on a cloudy day.
|
Een man loopt voor graffiti op een bewolkte dag.
|
The man is laying on a beach.
|
De man ligt op een strand.
| 2 |
Walking and laying are different actions. There is not graffiti on the beach.
|
Wandelen en leggen zijn verschillende acties. Op het strand is geen graffiti.
|
0.3294
|
0.1066
|
0.8585
|
0.1458
|
0.2851
|
0.0997
| ||||||||
A man walking in front of graffiti on a cloudy day.
|
Een man loopt voor graffiti op een bewolkte dag.
|
There is graffiti behind the man.
|
Er zit graffiti achter de man.
| 0 |
A man that walks on front a graffiti, the graffiti is behind the man.
|
Een man die op een graffiti loopt, de graffiti is achter de man.
|
0.3306
|
0.1065
|
0.445
|
0.1046
|
0.0022
|
0.0836
| ||||||||
A man walking in front of graffiti on a cloudy day.
|
Een man loopt voor graffiti op een bewolkte dag.
|
It will soon rain.
|
Het zal snel regenen.
| 1 |
cloudy doesn't always mean rain.
|
Bewolkt betekent niet altijd regen.
|
0.3306
|
0.1065
|
0.7546
|
0.1525
|
0.7685
|
0.1549
| ||||||||
An black man, walks past political graffiti on the side of a building.
|
Een zwarte man loopt langs politieke graffiti aan de zijkant van een gebouw.
|
A man walk past graffiti.
|
Een man loopt langs graffiti.
| 0 |
A black man is also a man.
|
Een zwarte man is ook een man.
|
0.6046
|
0.1129
|
0.4224
|
0.1118
|
0.7515
|
0.1257
| ||||||||
An black man, walks past political graffiti on the side of a building.
|
Een zwarte man loopt langs politieke graffiti aan de zijkant van een gebouw.
|
A man walks past graffiti about race in politics.
|
Een man loopt langs graffiti over ras in de politiek.
| 1 |
Political graffiti is not always about race in politics.
|
Politieke graffiti gaat niet altijd over ras in de politiek.
|
0.6052
|
0.1129
|
0.009
|
0.1169
|
0.2482
|
0.1337
| ||||||||
An black man, walks past political graffiti on the side of a building.
|
Een zwarte man loopt langs politieke graffiti aan de zijkant van een gebouw.
|
A man paint graffiti on a wall.
|
Een man schildert graffiti op een muur.
| 2 |
A man either paint graffiti or walks past graffiti.
|
Een man schildert graffiti of loopt langs graffiti.
|
0.6052
|
0.1129
|
0.931
|
0.1228
|
0.4129
|
0.0933
| ||||||||
A guy wearing blue jeans and long-sleeve shirt is walking down the sidewalk.
|
Een man met een blauwe jeans en lange mouwen shirt loopt over de stoep.
|
A monkey smokes a cigarette on the dock.
|
Een aap rookt een sigaret op de haven.
| 2 |
A guy and a monkey are of different species. Sidewalk and dock are different places.
|
Een man en een aap zijn van verschillende soorten.
|
0.5537
|
0.1214
|
0.6383
|
0.1228
|
0.7222
|
0.1276
| ||||||||
A guy wearing blue jeans and long-sleeve shirt is walking down the sidewalk.
|
Een man met een blauwe jeans en lange mouwen shirt loopt over de stoep.
|
A guy is walking down the sidewalk on his way to work.
|
Een man loopt over de stoep op weg naar zijn werk.
| 1 |
walking doesn't always mean on his way to work.
|
wandelen betekent niet altijd op weg naar zijn werk.
|
0.5537
|
0.1214
|
0.5894
|
0.1398
|
0.3816
|
0.1139
| ||||||||
A guy wearing blue jeans and long-sleeve shirt is walking down the sidewalk.
|
Een man met een blauwe jeans en lange mouwen shirt loopt over de stoep.
|
A guy is walking down the sidewalk.
|
Er loopt een man over de stoep.
| 0 |
A person walking down is on the sidewalk.
|
Er loopt iemand naar beneden op de stoep.
|
0.5536
|
0.1214
|
0.2619
|
0.1301
|
0.2154
|
0.1143
| ||||||||
A man is smiling while participating in a parade.
|
Een man lacht terwijl hij deelneemt aan een parade.
|
The grand marshall smiles and waves.
|
De grote marshall glimlacht en golven.
| 1 |
participating doesn't always mean waves.
|
Dat betekent niet altijd golven.
|
0.7396
|
0.1368
|
0.0
|
0.0739
|
0.0241
|
0.1059
| ||||||||
A man is smiling while participating in a parade.
|
Een man lacht terwijl hij deelneemt aan een parade.
|
The man smiles at the baby in the crib.
|
De man lacht naar de baby.
| 2 |
The man cannot be participating in a parade while smiling at a baby in a crib.
|
De man kan niet deelnemen aan een parade terwijl hij glimlacht naar een baby in een wieg.
|
0.7398
|
0.1368
|
0.3099
|
0.111
|
0.349
|
0.1306
| ||||||||
A man is smiling while participating in a parade.
|
Een man lacht terwijl hij deelneemt aan een parade.
|
The man marches in the parade.
|
Hij marcheert in de parade.
| 0 |
The man marches in the parade which implies he is participating in a parade.
|
De man marcheert in de parade wat impliceert dat hij deelneemt aan een parade.
|
0.7395
|
0.1369
|
0.2159
|
0.1195
|
0.6111
|
0.1311
| ||||||||
A family prepares the dinner table for a party.
|
Een familie bereidt de eettafel voor op een feest.
|
A family sitting on the couch watching t.v.
|
Een familie zit op de bank TV te kijken.
| 2 |
A family cannot be preparing dinner and sitting on the couch at the same time.
|
Een gezin kan niet tegelijkertijd eten bereiden en op de bank zitten.
|
0.7841
|
0.1239
|
0.4966
|
0.13
|
0.5976
|
0.1247
| ||||||||
A family prepares the dinner table for a party.
|
Een familie bereidt de eettafel voor op een feest.
|
People set the table at a birthday gathering.
|
Mensen zetten de tafel op een verjaardagsbijeenkomst.
| 1 |
party. doesn't always mean gathering.
|
Feesten, betekent niet altijd samenkomen.
|
0.7833
|
0.1239
|
0.2374
|
0.0955
|
0.1736
|
0.1173
| ||||||||
A family prepares the dinner table for a party.
|
Een familie bereidt de eettafel voor op een feest.
|
A group of people around a table.
|
Een groep mensen rond een tafel.
| 0 |
A family is a group of people.
|
Een familie is een groep mensen.
|
0.7832
|
0.1239
|
0.7984
|
0.1312
|
0.9602
|
0.1488
| ||||||||
Huge crowd at a Birmingham event.
|
Grote menigte op een Birmingham evenement.
|
The setting is Birmingham.
|
De setting is Birmingham.
| 0 |
There is a crowd at Birmingham.
|
Er is publiek in Birmingham.
|
0.7701
|
0.128
|
0.9069
|
0.1372
|
0.5305
|
0.1272
| ||||||||
Huge crowd at a Birmingham event.
|
Grote menigte op een Birmingham evenement.
|
A huge crowd is at a Birmingham football game.
|
Een grote menigte is bij een Birmingham footballwedstrijd.
| 1 |
event doesn't always mean game.
|
Event betekent niet altijd spel.
|
0.7701
|
0.128
|
0.6049
|
0.1099
|
0.6574
|
0.1214
| ||||||||
Huge crowd at a Birmingham event.
|
Grote menigte op een Birmingham evenement.
|
The Birmingham event has a very small amount of people attending.
|
Het evenement in Birmingham heeft een zeer klein aantal mensen aanwezig.
| 2 |
A very small amount of people cannot be classified as a huge crowd.
|
Een heel klein aantal mensen kan niet worden geclassificeerd als een grote menigte.
|
0.7701
|
0.128
|
0.698
|
0.1397
|
0.7334
|
0.1507
| ||||||||
Pan handler playing the accordion on the sidewalk.
|
Pan handler speelt accordeon op de stoep.
|
The man does not play any instrument.
|
De man speelt geen enkel instrument.
| 2 |
The man is playing the accordion so it is impossible to say that he does not play an instrument.
|
De man speelt de accordeon dus het is onmogelijk om te zeggen dat hij geen instrument bespeelt.
|
0.1967
|
0.089
|
0.686
|
0.1372
|
0.6945
|
0.1248
| ||||||||
Pan handler playing the accordion on the sidewalk.
|
Pan handler speelt accordeon op de stoep.
|
The man is busking.
|
De man is aan het opbreken.
| 0 |
Playing the accordion on the sidewalk implies that the man is busking.
|
Het spelen van de accordeon op de stoep impliceert dat de man is busking.
|
0.1964
|
0.089
|
0.0
|
0.0788
|
0.0
|
0.071
| ||||||||
Pan handler playing the accordion on the sidewalk.
|
Pan handler speelt accordeon op de stoep.
|
The man is talented.
|
De man heeft talent.
| 1 |
playing doesn't always mean talented.
|
Spelen betekent niet altijd talentvol.
|
0.1964
|
0.089
|
0.94
|
0.1337
|
0.531
|
0.0946
| ||||||||
A man stands near a boat and holds a net while another boat is on the water in the background.
|
Een man staat bij een boot en houdt een net vast terwijl een andere boot op het water op de achtergrond ligt.
|
A tall person standing
|
Een lang persoon die staat
| 1 |
man doesn't always mean tall
|
man betekent niet altijd lang
|
0.5638
|
0.1136
|
0.0
|
0.094
|
0.0
|
0.067
| ||||||||
A man stands near a boat and holds a net while another boat is on the water in the background.
|
Een man staat bij een boot en houdt een net vast terwijl een andere boot op het water op de achtergrond ligt.
|
Nobody is standing
|
Er staat niemand.
| 2 |
The man is standing so therefore it is wrong to say that nobody is standing.
|
De man staat dus, daarom is het verkeerd om te zeggen dat er niemand staat.
|
0.5638
|
0.1136
|
0.0
|
0.0993
|
0.295
|
0.1234
| ||||||||
A man stands near a boat and holds a net while another boat is on the water in the background.
|
Een man staat bij een boot en houdt een net vast terwijl een andere boot op het water op de achtergrond ligt.
|
A person standing
|
Een staande persoon
| 0 |
A man is a person.
|
Een man is een mens.
|
0.5638
|
0.1136
|
0.3759
|
0.1074
|
0.9342
|
0.1326
| ||||||||
Man sitting outside on sidewalk playing music while taking donations.
|
De man die buiten op de stoep zit en muziek speelt terwijl hij donaties neemt
|
A man is playing music.
|
Een man speelt muziek.
| 0 |
"A man is playing music" is a rephrasing of man playing music.
|
"Een man speelt muziek" is een herhaling van een man die muziek speelt.
|
0.2013
|
0.1127
|
0.9452
|
0.1412
|
0.4039
|
0.1063
| ||||||||
Man sitting outside on sidewalk playing music while taking donations.
|
De man die buiten op de stoep zit en muziek speelt terwijl hij donaties neemt
|
A woman donates to a charity.
|
Een vrouw doneert aan een goed doel.
| 2 |
The subject changes from a man to a woman. The subject cannot be taking donations and donating at the same time.
|
Het onderwerp verandert van een man naar een vrouw. Het onderwerp kan geen donaties aannemen en tegelijkertijd doneren
|
0.2013
|
0.1127
|
0.864
|
0.1309
|
0.2032
|
0.1015
| ||||||||
Man sitting outside on sidewalk playing music while taking donations.
|
De man die buiten op de stoep zit en muziek speelt terwijl hij donaties neemt
|
A man need donations for his family.
|
Een man heeft donaties nodig voor zijn familie.
| 1 |
The man could need donations for cancer and not his family
|
De man kan donaties nodig hebben voor kanker en niet zijn familie.
|
0.2005
|
0.1126
|
0.9047
|
0.1346
|
0.6208
|
0.104
| ||||||||
The German Shepherd dog is running after the white dog while they both are running on the grass.
|
De Duitse herder hond rent achter de witte hond terwijl ze beiden rennen op het gras.
|
Two dogs running outside.
|
Twee honden die buiten rennen.
| 0 |
A german shepherd and a white dog are two dogs and they are in the grass so they must be outside.
|
Een Duitse herder en een witte hond zijn twee honden en ze zijn in het gras dus ze moeten buiten zijn.
|
0.2902
|
0.096
|
0.3564
|
0.1024
|
0.3414
|
0.0832
|
Subsets and Splits
No community queries yet
The top public SQL queries from the community will appear here once available.