text
stringlengths
181
1.69M
label
stringclasses
11 values
num_pages
float64
1
502
split
stringclasses
4 values
> < Gemeente Raadsinformatiebrief | Amsterdam Afdoening motie Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam > Datum 18 januari 2022 Portefeuille(s) Grondzaken Portefeuillehouder(s): Wethouder Van Doorninck Behandeld door Astrid Vermeulen, astrid.vermeulen amsterdam.nl Fenna Bastiaansen, [email protected] Onderwerp Afdoening motie 831 ‘Verharding van sportpark Spieringhorn’ van de leden Van Renssen en Van Pijpen van GroenLinks. Geachte leden van de gemeenteraad, In de vergadering van de gemeenteraad van 1-12-2021 heeft uw raad bij de behandeling van de voordracht ‘Instemmen met de afwijking van het TAC-advies ten behoeve van de herontwikkeling van sportpark Spieringhorn’, motie 831 Verharding van sportpark Spieringhorn’ van de leden Van Renssen en Van Pijpen van GroenLinks aangenomen, waarin het college gevraagd wordt om ervoor te zorgen dat na en gedurende de renovatie van het Sportpark Spieringhorn het verhardings- en bebouwingspercentage van het sportpark en stadspark als geheel daadwerkelijk onder de 15% blijft. Het College geeft als volgt uitvoering aan de motie: 1. Het behouden versterken van groenstructuren is altijd een uitgangspunt geweest bij de herontwikkeling van sportpark Spieringhorn. 2. Randvoorwaarde daarbij is dat in de ontwikkeling het verhardings- en bebouwingspercentage in het sportpark als geheel daadwerkelijk onder de 15% blijft, zoals gesteld wordt in het vigerend bestemmingsplan. 3. Door het afvalpuntte verplaatsen en buiten het park te parkeren, zal in de toekomst ca 24.000 m? verharding in het park liggen. Op dit moment ligt er ca. 26.500 m?. Het lijkt in de toekomst wellicht nog veel, maar veruit het grootste deel hiervan is ten behoeve van fiets- struin- en voetpaden, daarnaast is er meer ruimte voor de clubhuizen en de combibouw school/sporthal voegt verharding toe. 4. Onderdeel van de uitwerking tot Voorlopig Ontwerp (VO) en Definitief Ontwerp (DO) van het inrichtingsplan is een verhardingstabel. Dit is een tabel waarin de vierkante meters verhard oppervlak door bebouwing en verharding (zoals fiets-voetpaden, terrassen, schoolplein, enz.) worden bijgehouden. Zodoende wordt gemonitord dat de 15% verharding niet overschreden wordt. 5. Bij de vergunningverlening zal getoetst worden aan de eisen/restricties van het bestemmingsplan, m.a.w. er zal getoetst worden of de maximaal 15% verharding niet wordt overschreden. Ook gedurende de renovatie. Het college beschouwt de motie hiermee als afgehandeld. Met vriendelijke groet, Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, _/ mn Marieke van Doorninck Wethouder Ruimtelijke Ontwikkeling en Duurzaamheid
Motie
1
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Amendement Jaar 2017 Afdeling 1 Nummer 1679 Publicatiedatum 29 december 2017 Ingekomen onder AU Ingekomen op donderdag 21 december 2017 Behandeld op donderdag 21 december 2017 Status Aangenomen Onderwerp Amendement van het lid Geenen inzake de Ontwikkelstrategie Haven-Stad (gelijke lasten). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Ontwikkelstrategie Haven-Stad (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1582). Besluit: In de ontwikkelstrategie Haven-Stad op pagina 9 na de zin: “Ten tweede gaan we gebiedsgericht en flexibel om met milieunormen. Uitgangspunten daarbij zijn dat gedurende het hele transformatieproces een gezonde leefomgevingskwaliteit wordt geborgd, zonder dat bedrijven hierdoor in hun bedrijfsvoering worden belemmerd.” de volgende zin toe te voegen: “Hierbij is het van het grootste belang dat de leefomgevingskwaliteit voor alle typen woningen binnen het woningbouwprogramma gelijk is en er geen relatie ontstaat tussen de mate van leefomgevingskwaliteit en inkomen.” het college te verzoeken de voordracht en alle onderliggende stukken hierop aan te passen. Het lid van de gemeenteraad T.A.J. Geenen 1
Motie
1
discard
VN2023-022431 Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Luchtkwaliteit, Openbare Parkeran X Gemeente | " MOW Ruimte en Groen, Water % Amsterdam Voordracht voor de Commissie MOW van o7 december 2023 Ter advisering aan de raad Portefeuille Verkeer, Vervoer en Luchtkwaliteit Agendapunt 9 Datum besluit N.t.b. Onderwerp Vaststellen van de Dertiende wijzigingsverordening Parkeerverordening 2013 De commissie wordt gevraagd De raad te adviseren over de raadsvoordracht: ‘Vaststellen van de Dertiende wijzigingsverordening van de Parkeerverordening 2013’, zoals opgenomen in de bijlage. Wettelijke grondslag Artikel 82, eerste lid, van de Gemeentewet De raad kan raadscommissies instellen die besluitvorming van de raad kunnen voorbereiden en met het college of de burgemeester kunnen overleggen. Hij regelt daarbij de taken, de bevoegdheden, de samenstelling en de werkwijze, daaronder begrepen de wijze waarop de leden van de raad inzage hebben in stukken waaromtrent door een raadscommissie geheimhouding is opgelegd. Deze inzage kan slechts worden geweigerd voor zover zij in strijd is met het openbaar belang. Artikel 11, tweede lid, onder a, van het Regelement van orde gemeenteraad en raadscommissies Amsterdam De commissies zijn belast met het uitbrengen van gevraagd en ongevraagd advies aan de raad over een onderwerp dat betrekking heeft op portefeuilles die onder verantwoordelijkheid van de commissie vallen. Bestuurlijke achtergrond Parkeerverordening 2013 Op 3 april 2013 is de Parkeerverordening 2013 vastgesteld. Jaarlijks worden wijzigingen aangebracht om deze verordening te actualiseren. Dit is de Dertiende wijzigingsverordening. Nota Deelvervoer 2023 Op 19 juli 2023 heeft de gemeenteraad de Nota Deelvervoer 2023 vastgesteld. Het vergunningenplafond voor stadsbrede autodeelvergunningen is verhoogd van 2.500 naar 3.000 stuks. Ook is opgenomen dat een deelorganisatie minimaal 5o deelauto's moet aanbieden in Amsterdam om in aanmerking te kunnen komen voor een stadsbrede autodeelvergunning. Het maximumaantal stadsbrede autodeelvergunningen is per deelorganisatie van 5oo verhoogd naar 600 stuks. Afschaffen van de week- en maandkaarten, zodat geen korting meer wordt gegeven aan bezoekers die hun auto veelvuldig, langdurig of ‘s nachts op straat parkeren Gegenereerd: vl.19 1 E02 02 % Gemeente Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Luchtkwaliteit, Openbare M OW msterdam Parkeren % Ruimte en Groen, Water Voordracht voor de Commissie MOW van o7 december 2023 Ter advisering aan de raad Op 5 april 2023 heeft de raad bij de Elfde wijzigingsverordening Parkeerverordening 2013 besloten om de week- en maandkaarten af te schaffen. Reden bespreking Zie bijgesloten raadsvoordracht. Uitkomsten extern advies Niet van toepassing. Geheimhouding Niet van toepassing. Uitgenodigde andere raadscommissies Niet van toepassing. Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan? Nee. Welke stukken treft v aan? Bekendmaking Dertiende wijzigingsverordening van de Parkeerverordening AD2023-077206 2013.docx (msw12) AD2023-077177 Commissie MOW Voordracht (pdf) Def Raadsvoordracht Vaststellen Dertiende wijzigingsverordening van de AD2023-085477 ‚ Parkeerverordening 2013. pdf (pdf) Ter Inzage | Registratienr. | Naam Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Parkeren, Shantie Dhanes, e-mail: [email protected], tel: 0614 818 908 Verkeer en Openbare Ruimte, William Smits, e-mail: [email protected], tel: 0653 423 476 Gegenereerd: vl.19 2
Voordracht
2
train
> < gemeente Raadsinformatiebrief | msterdam Afdoening motie Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam Datum 3 maart 2022 Portefeuille(s) Wonen Portefeuillehouder(s): _ J. Wedemeijer Behandeld door Directie Wonen, [email protected] Onderwerp Afdoening motie 837 inzake de kwaliteit huurwoningen in Amsterdam (ambitie wegwerken achterstallig onderhoud particuliere beleggers) van de leden Boomsma (CDA), Van Renssen (GroenLinks), Flentge (SP), Kilic (DENK) en Van Dantzig (D66) Geachte leden van de gemeenteraad, In de vergadering van de gemeenteraad van 2 december 2021 heeft uw raad bij de behandeling van agendapunt 34 (Kennis nemen van de vitkomsten expertmeeting over kwaliteit huurwoningen in Amsterdam) motie 837 inzake kwaliteit huurwoningen in Amsterdam (ambitie wegwerken achterstallig onderhoud particuliere beleggers) van de leden Boomsma (CDA), Van Renssen (GroenLinks), Flentge (SP), Kilig (DENK) en Van Dantzig (D66) aangenomen, waarin het college wordt gevraagd om met vertegenwoordigers van particuliere beleggers zoals Vastgoedbelang en met Amsterdamse beheer-organisaties in gesprek te gaan: -__omte onderzoeken hoe achterstallig onderhoud gesignaleerd kan worden; -__en welke maatregelen nodig zijn om ervoor te zorgen dat achterstanden versneld weggewerkt kunnen worden. Het college geeft als volgt uitvoering aan de motie: Het college gaat bovenstaande punten bestuurlijk bespreken in drie afzonderlijke gesprekken met Vastgoed Belang, de Makelaarsvereniging Amsterdam en de Vereniging van Verhuurmakelaars Amsterdam. De particuliere beleggers worden vertegenwoordigd door Vastgoed Belang. De Amsterdamse beheer-organisaties worden vertegenwoordigd door de Makelaarsvereniging Amsterdam en de Vereniging van Vastgoedmakelaars Amsterdam. Over de uitkomsten wordt u na afloop van de gesprekken geïnformeerd. Het college beschouwt motie 837 hiermee als afgehandeld. Wij vertrouwen erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Met vriendelijke groet, Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, Jakob Wedemeijer Wethouder Bouwen en Wonen
Brief
1
train
> Gemeente Amsterdam Motie Datum raadsvergadering 7 oktober 2021 Ingekomen onder nummer 690 Status Verworpen Onderwerp Motie van de leden Veldhuyzen en Yilmaz inzake Zienswijze van de Adviescommissie Amsterdam op het Ontwerp Programma van Eisen concessie Zaanstreek-Waterland 2024, Onderwerp Toevoegen hoofdstuk Due Diligence aan Programma van Eisen voor concessie OV Zaanstreek- Waterland 2024, Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De Raad, Gehoord de discussie over de zienswijze van de Adviescommissie Amsterdam op het Ont- werp Programma van Eisen concessie Zaanstreek-Waterland 2024. Overwegende dat: e De gemeente Amsterdam gebonden is aan internationale, door Nederland onderte- kende afspraken over mensenrechten, nl. de ‘UN Guiding Principles on Business and Human Rights’ (UNGP), de OESO-richtlijnen en het ‘Nationaal Actieplan Bedrijfsleven en Mensenrechten’; e Elke Nederlandse overheid daaraan gebonden is, en de gemeentelijke of regionale aanbeste- der van vervoerdiensten daarmee de plicht heeft mensenrechten te beschermen, en ook bij haar eigen inkoopbeleid dient na te gaan of de contracten die worden afgesloten niet bijdra- gen aan mensenrechtenschendingen (due diligence), al dan niet middels ketenaansprakelijk- heid; e _Hetbedrijf Egged? de eigenaar is van de huidige concessiehouder in de regio Waterland, EBS3; * https://www.rijksoverheid.nl{/onderwerpen/internationaal-maatschappelijk-verantwoord-ondernemen-imvo/nationaal-actieplan-be- drijfsleven-en-mensenrechten 2 https://whoprofits.org/company/egged-israel-transport-cooperative-society/ 3 https://www.egged.co.il/Section-19335,1487-About-Egged-Europe.aspx Gemeente Amsterdam Status Verworpen Pagina 2 van 2 e _Egged voorkomt in de database van de Verenigde Naties* van bedrijven die betrokken zijn bij de Israëlische kolonisering van bezet Palestijns gebied omdat het meer dan 120 buslijnen® naar illegale nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever opereert; e De vervoerregio Amsterdam en de aangesloten gemeenten op grond van de ketenaansprake- lijkheid middels de concessie Waterland nu zélf betrokken zijn bij de mensenrechtenschendin- gen van Egged. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders De zienswijze aan te passen en de vervoerregio dringend te verzoeken een hoofdstuk 17 getiteld “Due Diligence” toe te voegen aan het Programma van Eisen waarin de expliciete eis wordt gefor- muleerd dat de concessiehouder in de gehele keten gehouden is aan de UN Guiding Principles on Business and Human Rights, de OESO-richtlijnen en het Nationaal Actieplan Bedijfsleven en Men- senrechten. Indieners J. A. Veldhuyzen N. Yilmaz £ https:/{undocs.org/pdf?symbol=en/A/HRC/43/71 5 https://www.egged.co.il/HomePage.aspx
Motie
2
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad x% Gemeenteblad % Motie Jaar 2016 Afdeling 1 Nummer 496 Publicatiedatum 15 juni 2016 Ingekomen onder X Ingekomen op donderdag 2 juni 2016 Behandeld op donderdag 2 juni 2016 Status Aangenomen Onderwerp Motie van de leden Moorman, Flentge, Blom en Van Soest inzake de advies- rapportage “Kan het stedelijk toelatingsbeleid de integratie in het Amsterdamse basisonderwijs bevorderen?” van de Adviesraad Diversiteit (beleidsbrief segregatie). Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de adviesrapportage “Kan het stedelijk toelatingsbeleid de integratie in het Amsterdamse basisonderwijs bevorderen?” van de Adviesraad Diversiteit (Gemeenteblad afd. 1, nr. 475). Constaterende dat: — de monitor Segregatie in het Amsterdamse onderwijs van OIS laat zien dat het Amsterdamse VO gesegregeerd is; — een zelfde beeld wordt geschetst in het landelijke onderwijsverslag van de Onderwijsinspectie. Overwegende dat: — de beleidsbrief diversiteit van het college alleen gericht was op het primair onderwijs; — _een overzicht van maatregelen die het college kan nemen, in samenwerking met scholen en het rijk, om segregatie in het voortgezet onderwijs tegen te gaan, ontbreekt; — heteen wettelijke taak is van de gemeente om jaarlijks met scholen afspraken te maken over het tegengaan van segregatie. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: de raad middels een brief te informeren over de verschillende maatregelen die zij wil en kan nemen, in samenwerking met scholen en het rijk, om segregatie in het onderwijs te bestrijden en daarbij in ieder geval aandacht te besteden aan de volgende onderwerpen: — brede schoolgemeenschappen; — _heroverwegingen bij hogere CITO-scores; — langjarige brugklassen; — gemengde schooladviezen; — _stapelmogelijkheden; — extra ingangseisen bij overstap van schoolniveau. 1 Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteraad Nummer 496 Moti Datum _ 15 juni 2016 otie De leden van de gemeenteraad M. Moorman E.A. Flentge S.R.H. Blom W. van Soest 2
Motie
2
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad x% Gemeenteblad % Motie Jaar 2020 Afdeling 1 Nummer 711 Ingekomen op 10 juni 2020 Behandeld op 11 juni 2020 Status Aangenomen Onderwerp Motie van de leden Ernsting, Roosma en de Heer inzake het Jaarverslag 2019 (personeelstekort) Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over het Jaarverslag 2019. Overwegende dat: — Erindiverse programma’s van verschillende vakwethouders onderbestedingen zijn die te relateren zijn aan personeelslasten; — Het wenselijk is om deze vacatures te vervullen om de ambities in de verschillende programma's te realiseren; — De gemeentelijke inzet om mensen van werk naar werk te begeleiden daarin een rol kan spelen. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: 1. Een analyse te geven van de onderbestedingen die te relateren zijn aan lagere personele lasten bij de verschillende programma's als gevolg van personeelstekorten, 2. Aante geven welke van deze personeelstekorten naar verwachting structureler van aard zijn, 3. Daarin uit te splitsen zaken als; tekorten binnen en buiten de organisatie en verschillen in tekorten naar functie-eisen (zoals opleidingsniveau, vaardigheden, e.d.) 4. Te onderzoeken hoe de dienst Werk en Inkomen en / of het nieuw op te richten Regionaal Werkcentrum, op basis van deze informatie een rol kan spelen in bemiddeling naar vacatures bij de gemeente. De leden van de gemeenteraad Z.D. Ernsting F. Roosma A.C. de Heer 1
Motie
1
discard
% Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Amendement Datum raadsvergadering 11 november 2021 Nummer 748 Status Verworpen Onderwerp Amendement van de leden Boomsma en Kreuger inzake de Begroting 2022 (schaf de vaste voet bij de toeristenbelasting tijdelijk af) Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de begroting 2022, Overwegende dat: — detoerisme en conferentiebranche in zeer zwaar weer verkeren; — de vaste voet in aanvulling op het percentage in de toeristenbelasting een belemmering vormt voor het aantrekken met name ook grotere congressen naar Amsterdam en een extra administratieve problemen oplevert voor deze sector; — de situatie nu radicaal anders is dan toen de vaste voet werd ingevoerd; Besluit: De Begroting 2022 op pag. 316 als volgt aan te passen: — De zinnen “Voor verblijf in hotels geldt naast het percentage toeristenbelasting van 7 % ook ene vast bedrag van € 3 per persoon per overnachting. Voor verblijf op campings is deze vaste voet € 1,-.“te schrappen en vervangen voor: “De vaste voet per persoon per nacht als onderdeel van de toeristenbelasting wordt in 2022 niet gehanteerd.” — Alle andere teksten en tabellen conform het bovenstaande aan te passen En verzoekt het College van Burgemeester en Wethouders De relevante aanpassing op de Verordening op de Toeristenbelasting voor te leggen aan de gemeenteraad De leden van de gemeenteraad D.T. Boomsma K.M. Kreuger 1
Motie
1
train
Van: Raadsadres <[email protected]> Verzonden: zondag 8 oktober 2023 17:18 Aan: Raadsadres <[email protected]> Onderwerp: Formulier ingestuurd: Raadsadres Raadsadres Uw gegevens Naam nn E-mail ee) Telefoonnummer | Uw bericht Geachte raadsleden. In de raadsvergadering van 11/12 oktober wordt tot mijn grote verbazing wederom de invoering van de zogenaamde variant 2A (de knips of afsluiting van de Sloterweg en Laan van vlaanderen mbv camera's) ter discussie gesteld. Nota bene voordat dit raadsbesluit volledig is ingevoerd. Het tijdelijk buiten werking stellen van de knips ten behoeve van de winkeliers heeft een averechts effect voor de winkeliers. Mijn buren en ik die in de omgeving van het winkelcentrum van het Belgieplein wonen doen meestal hun boodschappen op het Belgieplein. Maar nu het sluipverkeer van de A4 over de Laan van Vlaanderen rijdt, staan er altijd ellenlange files en gaan we boodschappen doen in Badhoevedorp, want door die files duurt het een half uur om op het Belgieplein te komen en vervolgens een half uur om ervan af te komen. Dus als de winkeliers venstertijden willen om de schaarse klanten uit Badhoevedorp niet te verliezen dan verliezen ze wel nagenoeg alle klanten uit de directe omgeving, die hun heil gaan zoeken in Badhoevedorp Uw bijlage Verzenden Referentienummer 3304-0408
Raadsadres
1
train
En (1 U hid f EE Aen visse GoT ws Re DEE add Ê dese FER re eee Be Ik Ki rid BART ds rr ERE EMK Á k - ZEE eh Ee Er DE Se NED De Ge kn Dj NR Kr de K es | ns NE EE, En nr TANNA ‚ EW A Er ERE ER IE fl | . 5) je A RA B PR ED zand | Red NT EE VEE Moe | _ EEDE DL lp | RE oere Ee Ree Re bid I Tu. pi hie ke Be Pe ENE A ef ie ge Pe WE EG Se AE ee pe 4 JOE zE en Sd Ees ND Ent PENN: if len RE TRS ERR Nm A RE En RE ee vant A eN so BE EE hed EPONE A Wa . ERVEN 7 TAR INE ER EE HEALT k Û RR DAA (5 a DR ete A wk ak ij MEE one A A Red 2 ate on Ds Re DAT En Ere , b 2 2 At en Per rit SAE REE aa pe nn RER ” EE ae December 2020 ed a Rl: he B an Bk: A | Berm AE Ee KEN de ER Er Ee IG gen Re ed EA Un ni U AAE MERA RE REEN AE ere VL B lek GL EE he Ls en et EE ne a Ô HE TT EE 7 EEE en Ee Ne Lc an ES reen | | Bi Erg + B Ee R. Er Ne EN Ee En ie de te Ee ui A en ENE En en dr | Bb PE err EN NE Ee ereen Jas 5 PR EA TREE TLS. Es A et : er ne : sen Ä En D Dre CE EER. A Reh EP et er £ Ven | eN: gi Be EON ER ii SE” je EE f NEED je hee Hd EE TD LE EE En MARE ba RE dien AA hk mr 1: W EN Katt En a Rd hk OANADT moetie CAN MN albe Le) hes RRS, Pri EEP 2 Ake em: men ee Mer rra ME el s el aante e, pm tatin : mengen 1 | ea Ke ar In Se zen shane ok î Ce eed | EI F re en f Sr ie if Ee zee | zie | | zhe L Ut tn eben Mi Er F ki | mn re HA Cb mei Pe 5 | k je Ee Edmee | Ld mr AE re] EE er lernst if LT egel eerd del 4 te : H a ke g_ ” nennen Mh The Wir ln f ik | ke hg le ri en u nn vern me) je TT pg EEE EPEN en Acer Pe ee md ze FA et ed a MN Nma eri EN Es eeh ted an et ‚| 1 oktober 2019 - 1 oktober 2020 hie nn er: P dd _: Pt | Er Pit : en ese NE Hi Ld = Er Hi | | ia had VE p à nnen - IEP En | Inhoudsopgave Inleiding 3 4 Transport over water 21 41 Cijfers 21 1 _ Situatie op de grachten 5 42 Pilots 21 1.1 De Digitale Gracht uitgebreid 5 1.2 Vaarbewegingen op de grachten 6 5 Toezicht en handhaving 23 1.3 Overlastmeldingen 9 _5.1 Methoden en middelen 23 1.4 Schoonheidsgraad grachten 11 5.2 Resultaten handhaving 24 1.5 Nautisch beheer 12 1.6 Maatregelen coronacrisis 13 2 Pleziervaart 15 2.1 Vignetten binnenhavengeld 15 2.2 VaarWater app 15 3 Passagiersvaart 17 3.1 Nieuw vergunningenbeleid 17 3.2 Ligplaatsen 18 3.3 Op/afstapplaatsen passagiersvaart 18 3.4 Transferplekken 18 2 Grachtenmonitor | 1 oktober 2019 - 1 oktober 2020 e je | Inleiding Voor u ligt de zesde editie van de Grachtenmonitor. Het document bespreekt de Deze editie van 2020 bestaat uit 5 hoofdstukken en rapporteert over enkele periode tussen 1 oktober 2019 en 1 oktober 2020. Zoals vastgesteld in de Nota nieuwe onderwerpen. Aparte hoofdstukken zijn toegevoegd over de pleziervaart Varen Deel 1 wordt de Grachtenmonitor voortaan elk najaar uitgebracht, zodat de en transport over water. Ook nieuw is het onderwerp nautisch beheer. Voor deze gegevens een rol kunnen spelen bij eventuele besluiten over het eerstvolgende nieuwe onderwerpen is geen historie beschikbaar. Ook in volgende jaargangen vaarseizoen. kunnen onderwerpen worden uitgebreid of toegevoegd, bijvoorbeeld over laad- punten voor elektrisch varen. In 2020 is flinke voortgang geboekt met de ontwik- Het document geeft, net als in voorgaande jaren, een feitelijke stand van zaken op keling van de Digitale Gracht. Met dit systeem kan de stad veel meer gegevens het gebied van transport-, passagiers- en pleziervaart, drukte op de grachten en verzamelen over het gebruik van het Amsterdamse binnenwater. In de Grachten- handhaving van het vaarbeleid. Een belangrijke kanttekening is dat de cijfers van monitor van 2021 zal dan ook meer cijfermateriaal staan over de situatie op de dit jaar beduidend afwijken als gevolg van alle (vaar)beperkingen van de corona- grachten. crisis. De Grachtenmonitor geeft hier en daar duiding van de cijfers maar is geen evaluatie en bevat geen beleidsaanbevelingen. 3 Grachtenmonitor | 1 oktober 2019 - 1 oktober 2020 4 zl _. ed | | ce | f : 8 B zi à : ek ee N Cann in me - d nen hi hi NME en re | A Ee EEn IE rn in Kl en = nnn _! in ed je ne ln. s huren ded rf nm : ” id sei EN hd | ON en “dorre PE a genre - | in El EN. AK ee RT NI ver TT En 1 jan Î Sr AE een E Ie Ei Ink, Nn on kee ier 8 ann Pa [ Ti en NE Ne te | Ü ff jm 5 N ge : of Aj Pe 5 TL En, Ô ve ana Ree _N den UE TE nen 3 dt Î Ee ml En Jl nd CEN ND "ern zien td ri n EI E In mnl KT nd Es B 8 EN eN OM et nes Win | at nde RD ee rn wi. EN aen, 5 EN NE EE 4 ll it ê DAE NE ee kn ene it EE 4 Bman = 5 Fig 5 b et Ae Er wr Er Kij en teder mm! Ee nnn [ DME: we EE 5 B WEN md eg "AN ER rt Bld ee Der Pe " ele ze td Ame nl EE pr HRN 4 vi ope Eer rek 1 fi B tc Eeen NK rd 3 Re | ON mm = En mn ME a il Ii | E ed f k se Ve ed. je NAE Ee RN hed 0 ER Dn _m ä EE: Nl ne am _ ek Wy Ê In eN eht ON ed ere 9 ì 2 ik h Rs A d À bend AN AEN, NEE are oe ee d EN OR en it it ee A is aj’ h "es gel ke send) Poke LL Te me etn ET: In os red En End de ee, ek PAD We ar te JA Af ee nn OEE ren en ss us ten Unet 4 Te MT ei Cg Ine bi " MEET u es. INS 5 e di mre t Ke, Me 1 Ee Bek, etn Et E Pe Ì A Î f 1 Dh „A4 d +} En 8 Ì zn Û à LET PK iej we ki > 5 et Klee EEN 1e pie BERN er on MEN or ET } iks. kt ZN oe ee air zen Nv TN 7 TE INES Fe EN EN NED kate ke arg ET Ne. Nt PAD id Ll en le RS S. ee AE a Pr) ve nen RA nae did k 0 EE n E ie a en B E Mar Eek ie ie Man ne oe Rhens ed We, PS Pepe hee Eet 5 ES a ne + He oe nd B DN PA EL “em BE | en has ES hk á ik | IN ef / p | À ze tm dee Mee Meau, Ree Ee A et EE A, en ed dS tet 0 A Ee, Eter er Pe of AEK el dr Se LEANN 4 hen el | A fj iN et Rl Ri DR Oan Pee Mo OE AE SEN iet: ere if ese NE AM rans NSE Rr Al alteid: ERN je ded Ln re BETI ON En Re en BRE ih AL he A een ne tn De EIT ORR eneen er EEN HN RNN Rn AE LNE BED DD pe PON EE U ART Tt EN a nee 8 he rr LE, 1 n rl Ws E „ER ed eht kn : in mm ï A TN Ê A al KIES | A Al kl Eren ate ch ED er WEST Ioet ar ligge U pe Er mi r Larner 7 MN l de te Ar gee eh Nn pe " e en EN RS wan tl 8 re De MT, mr ne en ET jak PS med, VE Reba WT B vee EEN ee me MT er ten ter et ER SN dn er en Kr ese Dm — En ee betr en Dare £ er Ae ves en gn Eend ee nn ERR ME nd ET dn mi Ee eee ee EE ee eN ee en n en Ee te en en ® RE RTT ne en EN ee Te ee ne en | EA een ' RT me ms De ne hem DR Ee Def ee ne en En es Tir MA L Sl en ne ne : nee ee Er en PE | dn es == nj NS . en aten en den En es : d enen, ze le rn Vene ten ee nn ee OE nn en en df > ASM Eeen en (VMMa Ad me EE ee nn me 0 Wiee Tan ne ee En CT Ee ed - s en nn Te E en ee nn enn . en = E - ms en tn A en nT „ En = en _ nn 5 Ee e En ES —__… rn nende = Dn rr Er ie = Ee — RE A na ee Ea en Mn En De Ke See en ge ee en een jn nn de Te nn en ef ee pe Ee Oe Ee NE ee ns En En ee . - : _ me dn Ne RAe VEN a en ne nn mn mr ee Den EE ee nn eeen Ee ee E Te nn Ee et U amine me men nn een _— De nee ES ri == en ee nen ee En ee mn ee … a aes ne Te ee pg en en ee gg nn R en egen gee ee 0e ment ee me ee jn: en een Te en mn ten Es ee _ ee 5 ei mn en Er en ne en en en EE De En ner er 1 | Situatie op de grachten 1.1 De Digitale Gracht uitgebreid Aanvankelijk detecteerde de Digitale Gracht alleen beroepsvaart automatisch. Sinds najaar 2020 is het systeem uitgebreid zodat ook de pleziervaart automa- De Digitale Gracht bestaat sinds 2017 en is uitgegroeid tot een stadsbreed tisch in beeld komt. Daartoe hebben vanaf 2021 alle pleziervaartuigen een ver- systeem van sensoren en slimme camera's die vaarbewegingen van pleziervaart, plicht vignet met chip die door sensoren aan de wal wordt uitgelezen. Zo kan passagiersvaart en transportschepen signaleren en weergeven op een dash- de Digitale Gracht voortdurend monitoren hoeveel (bewegende) vaartuigen er board. Met deze informatie kan de gemeente schippers informeren, verkeers- op het water zijn, of zij een geldig vignet hebben, en informatie geven over maatregelen nemen en overlast aanpakken. vaarrichting, snelheid en geluidsproductie. Met die informatie kan Handhaving & Toezicht (THOR) gerichter optreden. 7 pe a EAS Ö KR \ 4 Plaatsing nieuwe apparatuur en …G: Lei ge) is neg zes In 2020 is een groot deel van de noodzakelijke apparatuur in de binnenwateren ES “aud 6 ee 9 Een van Amsterdam geplaatst. Met name bij de 10 in- en uitgangen van de stad en En rene inn oP. Î de drukste vaarroutes in het centrum. Naar verwachting zal de apparatuur in \ ° op: 8 o-r Hin het eerste kwartaal van 2021 grotendeels operationeel zijn, zodat er in de vol- EN \ e= 1%, e gee. ns e gende Grachtenmonitor een vollediger beeld van de situatie op het Amster- “0 \ eg, 89 © 0 drf d bi k d S _Á ORRB nn GD enen ki annen amse binnenwater kan worden gegeven. te SO EPE HE IA se, E o® a} 8 ro ps et en kN © e Type sensoren KH es „dgn Loto 8e EM ad De Digitale Gracht wordt voorzien van verschillende sensoren. f pe ei 5 © ed „ef » AIS (Automatisch identificatiesysteem): Op schepen van de beroepsvaart (waar- tn 9 o : haden onder passagiersvaart) is meestal een AIS transponder aanwezig. Deze geeft e sedens A É ad ä ; signalen af over positie, snelheid en richting van het schip. Dankzij dit systeem eden pe : Ot We raamsvaarwvoer zijn schepen zichtbaar onderling en voor waterbeheerders, ook in dichte mist. ES 5 | P., 5 co ES vun WATERG MEE , n ‚ soaisaanwer A” Gergemynspisrvur Slimme camera’: Camera's voorzien van beeldherkenning. Deze kunnen passe- Figuur 1: Beoogde en deels gerealiseerde meetpunten in Amsterdam voor de Digitale rende vaartuigen tellen, inclusief informatie over de richting en mogelijk ook Gracht. grootte van een schip. 5 Grachtenmonitor | 1 oktober 2019 - 1 oktober 2020 RFID (Radio Frequency ldentification): Vignetten op vaartuigen (vanaf 2021 dan 10 minuten gevaren heeft in dat uur. Dit geeft een beeld van de spreiding geldt dit voor zowel passagiersvaartuigen als pleziervaartuigen) zijn op afstand van vaarbewegingen over de dag, over de week en door het jaar heen. te detecteren door RFID lezers (vergelijkbaar met toegangspasjes, leesbaar d.m.v. radiogolven). De RFID sensoren detecteren passerende schepen meteen Het jaarritme begon dit vaarseizoen in lijn met het vorig seizoen, tot het mo- vignet en kunnen ook het type vignet identificeren. ment medio maart 2020 dat in verband met de coronacrisis een lockdown werd opgelegd. Van week 12 tot week 22 is er bijna niet gevaren, daarna is een lang- Boatcounter: Sensoren die door middel van infrarood licht passages kunnen zaam herstel te zien tot ongeveer begin augustus 2020. Daarna zakt het aantal registreren, inclusief richting. actieve schepen weer in naar ongeveer de helft van het vorig seizoen. AllSens: Deze sensoren bevatten een combinatie van sensoren. Naast het tellen Sem actieve hootwen per das” par Meek en SSEmen SeIZ0en 2019/2020 van passerende schepen en RFID registratie wordt ook het geluidsniveau gere- 1400 ige gistreerd, bij overschrijding van geluidsnormen kan ook beeldmateriaal vast- 1200 EO mmgerendgoct gelegd worden ter ondersteuning van handhaving. ono | 2e 1.2 Vaarbewegingen op de grachten an coo Bemande Passagiersvaart 00 Alle scheepvaartbewegingen van de (bemande) passagiers- en beroepsvaart worden digitaal geregistreerd met behulp van zogenaamde AlS-transponders 7 | al Il (AIS: Automatic Identification System). De AlS-data geven een beeld van het So sasor ss 10111213 as 1617 1819202122282425 262728293031 3238 3435 363738 30h0 243 449546 47 46495051 2 gebruik van het Amsterdamse binnenwater door de bemande passagiersvaart. DO weeknummer DO Onderstaande overzichten zijn opgesteld op basis van de AlS-gegevens van Figuur 2: Jaarritme van de bemande passagiersvaart. Gemiddeld aantal actieve dagelijkse boot- 93% van de bemande schepen (dit was 76% in de vorige Grachtenmonitor). Er uren van bemande passagiersvaartuigen per week in vaarseizoen 2019/2020 (balken) en in het js gekeken naar het gebruik van het Amsterdamse binnenwater doordehe- 99 geren) Seger 019020 zin grond op de AS ann nn mande passagiersvaart door per uur het aantal vaartuigen op te tellen dat meer __ AlS-gegevens hoger geworden dan vorig jaar (76 %). 6 Grachtenmonitor | 1 oktober 2019 - 1 oktober 2020 Over de week is het aantal booturen van actieve bemande passagiersvaartuigen . ‚ . . . . gemiddeld aantal boten actief per uur op de dag redelijk constant, met een piek op de zaterdag en iets rustiger op de maandag, (passagiersvaart seizoen 2019/2020 (wk 40 2019 t/m 39 2020) ien in fi 140 zoals te zien in figuur 2. m wk 40 tm 44 m wk 23 tm 39 7 : 120 Gem. # actieve booturen per dag van de week, seizoen 2019/20 (passagiersvaart - # actieve booturen per dag) 100 1400 mwk 40 tm 44 k23 tm 39 1.200 me 50 1.000 60 800 40 600 ‚ Ì Ì | 400 200 24 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 Uur van de dag 0 mn nn maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag zaterdag zondag Figuur 4: Dagritme van de bemande passagiersvaart. Gemiddeld aantal actieve passagiersvaartui- gen per uur van de dag; gemiddelde in week 40 t/m 44 in 2019 en van week 23 t/m 39 in 2020. Figuur 3: Weekritme van de bemande passagiersvaart. Gemiddeld aantal actieve ‘booturen’ per Gebaseerd op de AlS-gegevens van 93% van de bemande vergunde passagiersvaartuigen. dag van de week; gemiddeld over de periode 2019 week 40 t/m 44 en 2020 week 23 t/m 39. Gebaseerd op de AlS-gegevens van 93% van de bemande vergunde passagiersvaartuigen. . . Telling van alle vaartuigen De sensoren van de Digitale Gracht geven inzage in passages van alle vaartui- Het dagritme van de bemande passagiersvaart laat zien dat er een redelijk gen op vele punten in Amsterdam. De sensoren worden nu verder uitgerold en constant volume van passagiersvaartuigen actief is van ongeveer 10.00 tot gekalibreerd. Bij de Oosterdoksdoorgang hangt zowel een ‘slimme camera’ als 18.00 uur. Voor 06.00 uur en na 22.00 uur is er zo goed als geen activiteit. een RFID sensor. De camera registreert het aantal passerende vaartuigen inclu- sief de richting van de passage, op basis van lokale video analyse. De RFID sensor meet de passage van een RFID vignet. De figuren hieronder geven een eerste indruk van het type metingen die mogelijk zijn met de sensoren van de Digitale Gracht. 7 Grachtenmonitor | 1 oktober 2019 - 1 oktober 2020 Vermakelijkheidsretributie (VMR) Gedecteerde passages - Oosterdoksdoorgang v h . keliikheidsretributie afged (aantal passages per dag - september 2020) oor het vervoer van passagiers moet vermake IJKnerasretnoutie argearagen 900 worden per vervoerde passagier, met een vrijstelling voor de eerste 250 200 passagiers. Het volume van deze afdrachten geeft een beeld van het aantal mPassages Camera passagiers dat gebruik heeft gemaakt van de passagiersvaart in Amsterdam. 700 De gegevens over 2020 zijn nog niet beschikbaar; de afdrachten over 2019 600 o . . . laten een afname van 4% zien ten opzichte van 2018. Het aantal actieve 20 vaartuigen door het jaar heen laat een stijging zien in 2019 t.o.v. 2018, op basis 200 hiervan zou een daling van de VMR afdrachten niet te verwachten zijn. 300 ze aantal passagiers o.b.v. VMR afgedrachten 200 u Ï \ \ H n Ï | (min. per jaar - aantal personen) CEEENNEESEENEEENEEEENSEEN onIJ 7,0 dd El El hal hal hal hal al hal hal NN NN NN NN NN NN NN NN N N mn 6,0 Figuur 5: Aantal passages Oosterdoksdoorgang, zoals geregistreerd door een ‘slimme camera’ 5,0 sensor van de Digitale Gracht. Op basis van video analyse registreert deze sensor het aantal passages, inclusief vaarrichting. 4,0 3,0 Oosterdoksdoorgang -% met RFID vignet 20 (september 2020) , 1,0 zonder vignet eet 0,0 8 2015 2016 2017 2018 2019 61% Figuur 7: Verloop van de afgedragen vermakelijkheidsretributie, op basis van het aantal personen, inclusief een inschatting van de vrijstelling voor de eerste 250 personen. De verwerking van recentere periodes zal wat achterlopen, waardoor het totaal in die periodes later nog kan oplopen. Figuur 6: Aandeel van passerende vaartuigen met een RFID vignet. Geregistreerd door een RFID sensor bij de Oosterdoksdoorgang, in combinatie met het totaal aantal passerende vaartuigen zoals gemeten door de ‘slimme camera’ sensor. 8 Grachtenmonitor | 1 oktober 2019 - 1 oktober 2020 Aantal passagiers o.b.v. VMR afdrachten (mln) er Yer er er 5019 Overlastmeldingen water per week naar subrubriek (seizoen 2018/19 versus 2019/20) 4,94 5,24 5,67 6,64 5,69 ; , : : _ 180 Figuur 8: Aantal passagiers per jaar o.b.v. de ontvangen VMR-afdrachten. a Geluid op het water 168 2% 164 160 m Vaargedrag- snel varen - . V, d - i +16% 1.3 Overlastmeldingen 140 5 Aargeeg: OVENG m Boten - overige overlast 120 Wrak in het water nn, Het aantal meldingen is in lijn met vorig jaar. Na een periode van jaarlijkse 00 B 4 "9% ee Re 2% g stijgingen vanaf 2015, met een grote stijging in 2018, lijkt sinds 2018 het aantal ed . nn … . . 80 +101% overlastmeldingen gestabiliseerd te zijn op dit hogere niveau. N so \ Meldingen overlast water - per maand 40 4, vao% 29 45% 1.200 0 —-2015 2 197% ° 5% 2016 2018/19 2019/20 2018/19 2019/20 2018/19 2019/20 1.000 —2017 weeknummers _ weken 40 t/m 11 weken 12 t/m 22 weken 23 t/m 39 —2018 periode pre-lockdown loekdown post lockdown —2019 800 2020 Figuur 10: Overlastmeldingen per subrubriek, vergelijking periode van lockdown in seizoen 2019/20 met 2018/19. 200 Het totaal aantal gemiddelde overlastmeldingen per week lijkt niet beïnvloed te zijn door de lockdown. Buiten de lockdown periode is het aantal meldingen 400 vrijwel gelijk gebleven (19% stijging voor de lockdown, en 2% daling na de loekdown, gemiddeld 4% stijging); de loekdown periode (weken 12 t/m 22) laat een daling zien van 11%. In figuur 10 is te zien dat in de periode van de lock- 2 - - 00 down (weken 12 t/m 22) wel een sterke daling (-45%) in de overlastmeldingen ‘Geluid op het water! en 'Vaargedrag! is geweest; tevens is er echter een sterke 0 stijging (+101%) in ‘Wrak in het water! en ‘Boten - overige overlast’. Het gemid- jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec delde aantal meldingen per week tijdens de lockdown toont hierdoor een da- ling van 11%. Figuur 9: Meldingen overlast op het water, naar maand waarin de overlast plaats heeft gevonden. 9 ° Sinds augustus 2018 komen deze meldingen binnen bij SIA. 9 Grachtenmonitor | 1 oktober 2019 - 1 oktober 2020 Het totaal aantal meldingen in seizoen 2019/20 buiten de lockdown weken is Overlastmeldingen per stadsdeel in lockdown 2019/20 vs. 2018/19 nagenoeg gelijk aan die weken in 2018/19; met hierbinnen een verschuiving in (weken 12 t/m 22 in 2020 versus 2019) de meldingen van ‘Vaargedrag’ naar ‘Wrak in het water’ en ‘Boten - overi Stasdeel seizoen seizoen verschil verschil g g g g overlast’. 2018-2019 | 2019-2020 4 absoluut Centrum 459 256 -44% -203 Overlastmeldingen per subrubriek pre/ post lockdown 2019/20 vs. 2018/19 nn Dn 212 ae ES (weken 40 t/m 11 en 23 t/m 39 in 2019/20 versus 2018/19) Zuid 242 213 -12% -29 SIT e1 Pee 4 seizoen seizoen verschil verschil 2018-2019 f 2019-2020 iu absoluut West 55 122 122% 67 Geluid op het water 1.522 1.464 4% 58 SSS si Se LES EB Vaargedrag - snel varen 677 369 -45% -308 SSI Ee pa: B IË Vaargedrag - overig 196 213 9% 17 onse ant Ee 5 Ee Ü Wrak in het water 232 420 81% 188 Zuidoost > > Boten - overige overlast 806 1.008 25% 202 WSiESeI Ü Ü Blokkade van de vaarweg 0 15 15 En WE Bee ks ee Oppervlaktewaterverontreiniging 0 73 73 Figuur 12: Overlastmeldingen per stadsdeel, vergelijking periode van lockdown in seizoen 2019/20 met 2018/19. Totaal 3.433 3.562 4% 129 De ‘heatmap’ van overlastmeldingen per buurtcode laat ook zien dat de bocht Figuur 11: Overlastmeldingen per subrubriek, vergelijking seizoen 2019/20 met 2018/19, voor de . . . : : in de Amstel en Oost de hoogste aantallen meldingen kennen. Binnen het periode buiten de lockdown weken. stadscentrum vertonen de gebieden rond de Prinsengracht, de Singelgracht en Indien gekeken wordt naar de overlastmeldingen per stadsdeel dan laat het de Oostelijke Eilanden/ Havengebied/ Kadijken de meeste overlastmeldingen. aantal meldingen in Centrum een daling zien, -15% buiten en -44% in de lock- down periode. In de lockdown periode laten de stadsdelen Oost en West een duidelijke stijging zien. 10 Grachtenmonitor | 1 oktober 2019 - 1 oktober 2020 ge ARES EN EE Se 3 ce k_ ef : | Subrubriek 2019 BEZ 25 ie À £ RAN Geluid op het water 44% 40% 4 5 2 À ' | Boten - overige overlast 23% 27% | F% 4 Wrak in het water 8% 13% le Rc e= ë — Se ee es Vaargedrag - snel varen 17% 12% € Nek 3 P an Baz Vaargedrag - overig 8% 6% Î 8 4 FN d RN Oppervlaktewaterverontreiniging 0% 3% Se je ee) 2 Ee Blokkade van de vaarweg 0% 1% Pd ü 7 -h denk Seg, $ Figuur 15: Aandeel per subrubriek binnen meldingen overlast water. Figuur 13: ‘Heatmap’ van de overlastmeldingen per buurtcombinatie, hoe donkerder rood hoe hoger het Binnen de meldingen van overlast op het water blijft geluid de grootste aantal meldingen. categorie. Overlastmeldingen per stadsdeel pre/ post lockdown 2019/20 vs. 2018/19 . (weken 40 t/m 11 en 23 t/m 39 in 2019/20 versus 2018/19) 1.4 Schoonheidsgraad grachten Stasdeel EP Zef=In) seizoen verschil verschil D h heid d d h . . ik d 2018-2019 Ì 2019-2020 in % na e schoonheidsgraad van de grachten is een visueel rapportcijfer over de hoeveelheid drijfvuil (van niet-natuurlijke herkomst) op een aantal vaste en EE LE EES 15% HE wisselende plekken in de stad. Het rapportcijfer wordt vastgesteld door het Oost 1128 1134 1% 6 onderzoeksbureau van de gemeente Amsterdam (OIS). Zuid 719 788 10% 69 2015 7,5 Nieuw-West 115 213 85% 98 2016 7,6 Noord 96 130 35% 34 2017 7,8 onbekend 15 25 67% 10 2018 8,1 Zuidoost 5 8 60% 3 2019 8,2 Westpoort 0 4 4 2020 (tot 1 oktober) 7,7 Totaal 3433 3562 4% 129 Figuur 16: Schoonheidsgraad grachten (maakt onderdeel uit van de Figuur 14 Overlastmeldingen per stadsdeel, vergelijking seizoen 2019/20 met 2018/1 9, voor de grachtenmonitor i.v.m. een aangenomen motie). periode buiten de lockdown weken. 11 Grachtenmonitor | 1 oktober 2019 - 1 oktober 2020 1.5 Nautisch beheer gemandateerd aan Waternet. Doel is om zorg te dragen voor een vlotte en veilig doorvaart in het binnenwater en de bereikbaarheid hierbinnen te De gemeente adviseert, informeert, of stelt randvoorwaarden bij diverse waarborgen. Activiteiten van nautisch beheer zijn bijvoorbeeld toestemmingen activiteiten in, op en boven het binnenwater op grond van de wettelijke taak bij herstelwerkzaamheden aan bruggen en kades, evenementen als de van nautisch beheer voor dat water. Amsterdam City Swim, ontheffingen van een invaar- of ankerverbod, Het nautische beheer voor de doorgaande scheepvaartroutes in de stad is vergunningen voor zwaar transport en informatieborden. Nautische kaders voor activiteiten/vergunningen Een nautisch kader wordt bijvoorbeeld opgesteld bij de nieuwbouw van een brug, de plaatsing van een woonboot of het 81 van gemeentelijke organisaties of bedrijven houden van een evenement. Toestemmingen Voor alle werkzaamheden en evenementen die de veiligheid of het vlotte verloop van de scheepvaart in gevaar kunnen 98 brengen, is toestemming nodig van de bevoegde autoriteit. Ontheffingen Ontheffingen kunnen worden verleend voor bijvoorbeeld verboden op grond van verkeerstekens, zoals het ankerverbod, 34 ligplaatsverbod of een invaarverbod. Vergunningen bijzonder transport Een bijzonder transport is een schip of samenstel dat groter is dan volgens de Regeling doorvaartprofielen op bepaalde 84 vaarwegen is toegestaan en mag alleen met een vergunning varen. Bordenplannen Bij nautische kaders of toestemming wordt vaak voorgeschreven dat er bepaalde verkeersborden moeten worden 9% geplaatst om de scheepvaart te informeren. Dit gebeurt volgens een bordenplan. Gereedmeldingen woonschepen Een gereedmelding is een melding van de woonschipeigenaar dat de verbouwing of vervanging afgerond is. Door de 1 gemeente wordt gecontroleerd of men zich aan de voorwaarden heeft gehouden. Berichten aan de scheepvaart Wanneer er stremmingen of andere vormen van oponthoud op het binnenwater zijn, dient de scheepvaart hiervan in 47 kennis te worden gesteld. Verkeersbesluiten Voor het plaatsen van een verkeersbord op grond van de Scheepvaartverkeerswet is een verkeersbesluit nodig. 20 Voor het plaatsen van een verkeersbord op grond van de Verordening op het binnenwater een besluit. Figuur 17: Overzicht van de werkzaamheden van nautisch beheer in de eerste 9 maanden van 2020. Per 1-1-2019 zijn deze taken overgegaan van Waternet naar de gemeente Amsterdam. Per 1-1-2020 is voor het Amsterdamse binnenwater de registratie van het nautisch beheer overgegaan naar de gemeente. Tot die tijd was er een gezamenlijke registratie met Waternet voor het nautisch beheer (inclusief de doorgaande routes). 12 Grachtenmonitor | 1 oktober 2019 - 1 oktober 2020 1.6 Maatregelen coronacrisis regel bij Somerlust is in samenwerking met de Provincie Noord-Holland uitge- voerd, aangezien het gedeelte van de Amstel bij Somerlust provinciaal water be- Naar aanleiding van de uitbraak van corona heeft de voorzitter van de veilig- treft. De gebiedsverboden zijn van kracht gebleven tot en met 31 heidsregio Amsterdam-Amstelland begin april 2020 besloten om een vaarver- oktober 2020. bod in te stellen voor het centrum van de stad (grachtengebied, tot en met Singelgracht, inclusief de Wallen en Amstel). Dit vaarverbod betrof zowel passa- De passagiersvaart was verboden tot 1 juni. In de zomerperiode mochten giersvaart als pleziervaart. De duur van dit verbod werd stapsgewijs bekeken en maximaal 30 personen aan boord van een passagiersvaartuig, mits 1,5 m afstand indien nodig verlengd. Via de website van de gemeente, social media en de kon worden gehouden (tenzij een huishouden). Een tijdelijke verruiming van de VaarWater app werd hierover actief gecommuniceerd. De inhoud van de maat- landelijke regelgeving naar 100 personen was voor deze branche niet relevant regelen kwam van de Rijksoverheid. De veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland door de omvang van de vaartuigen in relatie tot de verplichte 1,5 m afstand. bepaalt op basis hiervan de regels voor de stad. Bij openbare op- en afstaplocaties waar de ruimte beperkt was, zijn borden geplaatst met betrekking tot het houden van 1,5 m afstand. Het vaarverbod voor pleziervaart is uiteindelijk van kracht geweest op zondag 5 april, op 10- 13 april (Pasen), tijdens de weekenden van 18-19 en 25-26 april en Vanaf medio oktober is de noodverordening verder aangescherpt en mag men op Koningsdag 27 april. Daarna is het verlengd voor de eerste 3 weekenden van geen eten en drinken meer serveren. Voor passagiersvaart geldt dat er maximaal mei en ook voor 4 en 5 mei. 30 personen mogen meevaren. Er moet vooraf worden gereserveerd en passa- giers dienen een vaste plaats in te nemen. Ook moet er een gezondheidscheck Gedurende de hele periode vanaf 5 april is altijd minimaal 1,5 meter afstand op plaats vinden. Groepen mogen uit maximaal 4 personen bestaan, met een boot verplicht geweest. Als passagiers geen gezin vormen, was tot 1 juni uitzondering van personen die tot eenzelfde huishouden behoren. het aantal mensen aan boord maximaal 2 personen, inclusief schipper (boete 390 euro). Ook de oproep om zoveel mogelijk thuis te blijven was vanaf het Aan de transportvaart zijn sinds de start van de coronamaatregelen geen begin kracht. beperkingen opgelegd, onder andere vanwege het geringe aantal personen aan boord in relatie tot de omvang van het vaartuig. Afsluitingen gedurende het Gedurende de periode 16 maart tot en met 16 mei heeft verder geen bediening totaalverbod voor plezier- en passagiersvaart waren op diverse locaties van bruggen en sluizen (behoudens Hoofddoorvaartroute) plaatsgevonden op passeerbaar voor transport. de binnenwateren van de gemeente in gebieden waar het vaarverbod niet van kracht was. Op 2 locaties deden zich ongewenste concentraties van pleziervaartuigen voor. De locaties aan de Weesperzijde en Park Somerlust trokken zoveel vaartuigen met een dusdanig aantal inzittenden dat aanvullende maatregelen noodzakelijk waren. Op 1 augustus is dan ook een gebiedsverbod voor deze locaties inge- voerd en heeft fysieke afzetting met een ballenlijn plaatsgevonden. De maat- 13 Grachtenmonitor | 1 oktober 2019 - 1 oktober 2020 mn PN ed el BEW nnn nn zn nnn nn er MO | f opn ds | f | || zl ze Al sE Ld é K ed Ù HI Lj | df d le En i 4 4 d à el TTN end L f ' i £ d “ “n ij Pl sr 7 2 * 3 dt Fet O8 LE D WI HT Re it Î Ù d _ | — ! IE ir : E, lk ree ame ” a ki zh I Rick! 4 ë 101 tak A A0 % il “ id, á ee FP ens A ï [L Í pe „ie Ag il mr R | da EM WEC be 4 di ET AP. EN < md A, | Aen : ECN PE AA ONCE ST ien HE TVF ern TT Eea geh EE NE dl Mieten [el ke 5 en TC Is AR. Á Ui em Pie h ja út B . IEM Be pal 5 gg Wms — ik - , ú ‚ my A ene Jil van Gi en je mn Sa 1 - E gn ene ek = pn: mnd n rn Bnn en | en SE ES ef n Th en Pen ke a de rn - n ek D. s Ke knn nn en di en ee ee ' d nm en En in en rt „ r 4 TE - _- TE a en E. . ht rn an e= Ene 1 wr Ï Wee - me en = es et Ie de de ie Tr Nn 4 Ee en Se De PS nnn ne pan Ess ee 1" kn de ne En in Tm arn en (‘ En mr en Ss En en P 7 En = mn B _ nas ee er me er = S en En 7 / Me Ee As: En er UO = À E > a eg pn ee ts 1] | EN = nn ee EE En ee en EE En men KS: — : s min RR Er ne - ee à - - En ne EE en mr ee een RT — | penn EE en ee On en nn ee ) En En ne ms en nn Eer En inn . nn : b7 ' Di nn ee ee mn en n vn = = n. = — e en — : ne en = =e E pe Ee ee € EE Z Es: e m A > Em en nn ee n DE E ne TA = ne. en 3 se pn Nn ee en = e en en ne ne = jen en n er ng pt ner En ne nn a zn Rs en nn en L re en re | ne Ee — — = . er — en . = mf n G nn pt , ef en mn En B en nnn - Es mn EE ee EE mn ET 5 Mente = : Es ES 3, mn _— _ mi we en > = _— 5 nn E Ed en Eek e hen mn = _ ES = — En en ed D En ne ne _ mmm Ee me mn mn en a EE en en ee en umer ni en nn me mE — sf gn Ka a me emi md t - en on mal Fi . - en en en en Dn En mn en , : nes n en en een = e=" . pen £ - zt mn En s Dian nn enn gen ee Ì Ee Es nd nn Te een = a ne - —— En ane A nn ne Sen En ne Za 5 rite En = emg ern en nn ee we ig ntt En nn on ej E ge mn ee ee ae gs 8 Ge ht 54 : er ed: m: men = me pe _ Pe mn ns Ge re fs td el wm . 5: 5 ee 2 | Pleziervaart 2.1 Vignetten binnenhavengeld Opbrengst BHG En rt hd 2018 CEN EN Aantal, tarieven en omzet vignetten . . . € 2.428.000 € 2.171.427 € 1.993.295 € 1.912.000 € 2.100.000 € 3.127.544 Volgens de Nota Varen Deel 2 moet ieder pleziervaartuig op het Amsterdamse binnenwater een vignet voeren, ook als niet wordt afgemeerd. Dit gaat in per Figuur 19: Jaarlijkse opbrengsten binnenhavengeld (BHG) 2015-2020. . . . b lek ische chi de elek isch *) Sinds 2015 zijn de tarieven BHG niet meer per strekkende meter, maar per vierkante meter en in 1-1-2021. Vignetten bevatten een elektronische chip. Met de elektronische ó categorieën. Zie hiervoor www.waternet.nl/service-en-contact/vaarzaken/kosten-binnenhavengeld chip in het vignet en de nieuwe apparatuur krijgt de gemeente meer inzicht in de situatie op het Amsterdamse vaarwater en kan er beter worden gestuurd Overdracht van Waternet naar gemeente op drukte en overlast. Een verplicht vignet voor alle pleziervaartuigen vereen- Bij de transitie van het innen van binnenhavengeld van Waternet naar de voudigt bovendien de handhaving van regels en de betaling van het binnen- gemeente Amsterdam bleek dat het oude administratieve systeem niet meer havengeld (BHG). aan de eisen van de huidige tijd voldeed. De gemeente Amsterdam is in 2020 overgestapt naar een nieuw systeem. Door die transitie en overstap is er een In 2015 is overgegaan naar betalen op basis van oppervlakte in plaats van be- onnauwkeurigheid in het verzamelen van BHG gegevens gedurende het talen op basis van de lengte van de boot. Vanaf 1 januari 2020 zijn de tarieven laatste kwartaal van 2019. voor het binnenhavengeld verhoogd met 75%. Voor het eerst sinds 2015 was sprake van een verhoging met meer dan de inflatiecorrectie. Met de inkom- 2.2 VaarWater app sten uit het binnenhavengeld betaalt de gemeente onder meer onderhoud aan kademuren en bruggen, baggeren en drijfvuilvissen in de grachten en Deze gratis app bestaat sinds 2013 en richt zich met name op schippers van administratieve kosten. pleziervaartuigen en huurders van bootjes. De app biedt de gebruiker onder meer nieuws en informatie over vaarroutes, regels op het water, stremmingen, NAsk 2015 2016 a, 2018 ak |_2020 | de eigen vaarsnelheid, locaties van jachthavens en oplaadpunten. Daarnaast Regulier* 6.788 6.455 5.868 5.532 5.710 4,234 biedt de app mogelijkheden om zaken aan de gemeente te melden. De app is Abonnement** 514 494 100 453 450 341 beschikbaar in het Nederlands en Engels en het gebruik liep in 2020 op naar Milieu*** 1.439 1.344 1.308 1.396 1.510 1.652 ongeveer 20.000 downloads. De VaarWater i n belangrijk medium om in con zijn m (% van totaal) (16,5%) (16,2%) (18,0%) (18,9 %) (19,7%) (26,5%) e Vaar\\ater app see bela gr ed 7 . ° co tact te zij et de doelgroep van pleziervaarders. Op 1 januari 2020 ging het beheer van de app Totaal 8.741 8.293 7.276 7.381 7.670 6.227 . . … gaa over van Waternet naar de gemeente Amsterdam. Sindsdien zijn meerdere Figuur 18: Aantal uitgegeven vignetten binnenhavengeld (BHG) per type vignet. aanpassingen en updates gedaan. In de toekomst kan de app ook informatie *Pleziervaartuigen met een vaste ligplaats binnen Amsterdam. d A d D kt d ** Pleziervaartuigen van buiten Amsterdam en in jachthavens, die niet s nachts in de gracht afmeren. geven over vaarwater rondom Amsterdam. Daarvoor werkt de gemeente *** Duurzame pleziervaartuigen krijgen een korting op de prijs van het vignet. samen met omliggende gemeenten. 15 Grachtenmonitor | 1 oktober 2019 - 1 oktober 2020 he n nn : en De a EPN Ö pn 4 8 F ‚ Ï 1 út Wang ie id E 5 EE : En kh emd k VEE rn : Ee El nr: EE 8 Ft Kri? af ze bn pe En rs if 4 j | We En n en n an WSE Â ) jn ld id id Ê ea Eed , Pe ent Nn Ee" (Se T. SE let i gs arj Ë es ei KEE Te | 4 _ aaf k | ed Eee A Bt RD me kp: tat In EL skien NEER Î 2 eT i dM leet ien Rn SN EW | ef. LE 4 ef b| A Em NEE AE r Et a En A Ô Í es OE nn NA SO MN ame Nn i ik Bn di IE an | ! | en: ed Ë EE en Er eg 4 B — A ik ' a a MNN er! ad Be eeen ha RE: [EER te E- Ee em He IS ZANGEN B TTL ee is. Tik EE hi ye RS te GE TE RE DE BERN ES NE. ee EE LES Ie TT |, CCR NR ELL Mi en A gen 4 En NÀ Er E an bne fj A Iig Neh Me et E 8 Lj jeep: u Fr df Î if É je rs: EE EE REE Be ij EE WEI ES — IS rgmmd CD aba ze Ln 5 | Te ; Ff 1 TT aa kit HABE Tt | üi kb Î Arre ge A5 ú ig ENNE = mn Den he a 4 bd UE Sm Ì Shift EE on men on VER EE kn ad NE | ' EE re NE ee RL EERE ( eN ox Pi í LL et NE NONNEN DD Í IR a ol EN TEN Ws B T ie Saan: EE EE | Sn man; ie Kil fj a | bemest ANT NE | « en, ed ar | 9, | Bt 8 ' iK AA H ij EN | N RA IN 7 ve Dn Re ed MEE Î ij il mm Kl Ik en be oid Ki B ie Eb 0e ae (on | ee En a VELEN END EE TE: ie Seed Ee Maf St hat bd en Eemnarse RS EES ReS- oki 1 Ear HE | ENNE En geen an ha Nl: ak Ed är ig Ez mmni MEE T BREE ME he bn: de irm ams | en tte NK an tE am rt LE EN Ei iS i Le id EEn mn war ven EE LET 5 Ee TE BO 0 nn en 6 NEK" be) nl en An Vn mn an Ee en en al B Eiet ne HN ej SE Te GENE, Ee LE Re Evo me N pe: DE Ed z : DEN HAS ENEN Un b Á wl eN ern KEREL EEE ae je Ed En DHT on En Ê apr eN Was, at eed add EE nn = En ate Rr LE RE ECC en VEE De el + Ben edge ies Ee le En nn E \ ent ER Ur mk end s p : Ô is Nt De jede sE Ee en en ne n Kans Ee en er F me Lil BE En wei en En en ee er ane eed ed Er ti mn mn en en 8 En 5 TE 5 En 5 EE se > Ee Et Ee. os nn rms Si in en 8 EE A Ein - en eee Ne ee ie 8 ee Aen en Te En Et . enn Te ee er: jl en eN en ne ee In e = Es hes nn ee Oe en EE Ie En B Eg SN ee Ee a Ere Ein enen en en en ee mes Wassen EE = EE EE Ee ne EE Ee TP DP nn LS fh En DEN en er Ten EE ne en Td EEE. mn ee rd ee Et LE en - LE £ We EE, rd Se ne En Ee 2 Em en elije 1 DAN ee ed en B En En En lt on bids nee EEE ne en ee EEE En nn En eee Dae afd Ees ER 7 en nn 7 Te eee ls A’ PS nn En en E : ge nd en en 5 en =n tene kr ls be A P dl ij EA B 4 & % Eine 5 = anne. ï En a Ee =s Pe en mn MNS ed En en EET One SEE | — EN Td E Fe EA n ke Te ep es ee ik nn 4 : pr en 5 : en EE ENE Ee N LD Mer ì 5 nn ereen er - = ; ap , RE _ EE EN» 3 Ns BE Mr e _ > Ed zr een ee E Á De nn ae ee, Ee a k Zi . Ee ge = En ir ee he nee. mend in Ee sd ’ Ee nr Een EEn ZS en en mar E — = J De dd Alt? Re n . Tt en : De ie en en i If es : zn ee ze a Es brl 3 | Passagiersvaart 3.1 Nieuw vergunningenbeleid Uitgifterondes Na afloop van elke tranche wordt een aantal bestaande exploitatievergunnin- In 2019 heeft de gemeente een nieuw systeem van exploitatievergunningen gen beëindigd, maar ook weer nieuwe exploitatievergunningen uitgegeven. voor de passagiersvaart vastgesteld met een maximaal aantal vergunningen Op die manier krijgen ook nieuwe toetreders een kans om passagiersvaartui- (550) voor bepaalde tijd. In juni 2020 zijn alle bestaande exploitatievergunnin- gen te exploiteren. In september 2020 konden aanvragen worden ingediend gen omgezet van onbepaalde tijd naar bepaalde tijd en door middel van loting voor een nieuwe exploitatievergunning voor de tranche met een start per in een tranche geplaatst. Er zijn 4 tranches die respectievelijk aflopen in 2024, maart 2024. In deze eerste uitgifteronde conform het nieuwe beleid zijn 155 2026, 2028 en 2030. exploitatievergunningen te verdelen. Aan het einde van het eerste kwartaal van 2021 zal de uitslag aan aanvragers en raad worden gecommuniceerd. De exploitatievergunningen die het eerst zijn uitgegeven, zullen als eerste aflo- pen in tranche 1. De vergunningen met de meeste recente uitgiftedatum lopen Welstand af in tranche 4. Rederijen met meerdere vergunningen kunnen maximaal 25% De gemeente vindt het belangrijk dat passagiersvaartuigen passen bij de ken- van hun vergunningen per tranche verliezen. Zo kan het zijn dat een oude ver- merken van de Amsterdamse binnenstad en de UNESCO werelderfgoed status gunning toch in een latere tranche terecht komt. van de grachten. Het in 2017 vastgestelde welstandsbeleid voor passagiers- vaart is in 2019 geëvalueerd. Daaruit bleek dat de beeldkwaliteit verbeterde, maar dat het voor sommige aanvragers moeilijk was om in 1 keer een correcte Bemand gesloten 20 24 27 18 89 aanvraag te doen. Om daaraan tegemoet te komen is het aanvraagformulier Bemand groot 35 39 43 31 148 gebruikersvriendelijker gemaakt en zijn voorbeelden toegevoegd. Onbemand 58 70 48 0 176 Onbemand 0 í 0 Totaal 143 166 156 75 540 Open í 10 0 Figuur 20: Aantal vaartuigen waarvan de exploitatievergunning verloopt per segment per tranche. Gesloten 3 3* 0 Groot 0 0 0 Totaal 4 14 0 Figuur 21: Aantal beoordelingen per segment, beoordeeld in de periode 1-10-2019 tot 30-9-2020. * Dit zijn nog lopende aanvragen. 17 Grachtenmonitor | 1 oktober 2019 - 1 oktober 2020 10 meter KEN Ca AEM nnie Ligplaatsen passagiersvaart West 75 19 21 8 De ligplaatsen voor de professionele passagiersvaart staan vanaf 3 juli 2020 Centrum 0 5 22 92 weergegeven in een digitale kaart , die is gebaseerd op het ligplaatsenregister. In het register staat precies wanneer de gemeente aan welke rederij voor welk Oost 23 Ì Ì 9 vaartuig een ligplaatsvergunning heeft verleend. In openbaar binnenwater van Zuid 35 2 3 18 de gemeente is dit jaar sprake van 371 vergunde ligplaatsen. Nieuw West 0 2 0 0 Totaal 163 32 50 126 Jachthavens Figuur 22: Aantal ligplaatsen per stadsdeel en per segment. Jachthavens bieden ook mogelijkheden voor ligplaatsen voor passagiersvaar- tuigen. Een zogenaamd paraplubestemmingsplan heeft het voor 26 jacht- havens mogelijk gemaakt om maximaal 25% van hun ligplaatsen te verhuren 3.3 Op/afstapplaatsen passagiersvaart aan passagiersvaartuigen. In theorie kunnen deze jachthavens ongeveer 650 ligplaatsen voor passagiersvaartuigen aanbieden. Op dit moment liggen circa Op - en afstapkaart 145 kleine en middelgrote passagiersvaartuigen in jachthavens. De gemeente heeft samen met de rondvaartbranche een nieuwe kaart van openbare op- en afstaplocaties gemaakt. Op 3 juli 2020 ging deze kaart Ligplaatsen per stadsdeel online. Hij is via de volgende link te raadplegen: De meeste passagiersvaartuigen liggen in de stadsdelen West en Centrum, https://maps.amsterdam.nl/varen/. gevolgd door Oost en Zuid. De grote passagiersvaartuigen (> 16 meter) liggen voornamelijk in het centrum bij 1 van de op/afstaplocaties van reders. De lig- 3.4 Transferplekken plaatsen voor onbemande verhuur bevinden zich vooral rondom het centrum in de stadsdelen Oost, West en Zuid. De onderstaande figuren brengen de lig- Zouthaven plaatsen per stadsdeel in beeld. Daarbij is onderscheid gemaakt in ligplaatsen In 2017 besloot de gemeenteraad tot de inrichting van een transferhub in de tot 10 meter lang, ligplaatsen van 10-16 meter en ligplaatsen langer dan 16 Zouthaven waar passagiers kunnen overstappen tussen touringcar en rond- meter. Ligplaatsen voor onbemande verhuur zijn een aparte categorie. vaartboot. Deze locatie vormt een alternatief voor transfers aan de centrum- *) Zie https://maps.amsterdam.nl/varen/. **) 2 jachthavens mogen tot maximaal 35% gaan. 18 Grachtenmonitor | 1 oktober 2019 - 1 oktober 2020 zijde van het Centraal Station, waar touringcars vanaf 2022 niet meer welkom zijn. Op dit moment is er in de Zouthaven ruimte voor 7 grote passagiersvaar- tuigen. In april 2020 is een voetgangerstrap gemaakt aan de kade, aan de oostzijde van de brug, zodat een looproute ontstaat tussen de boten en bussen op De Ruyterkade Oost. Transferplek De Ruijterkade-West De op/afstapplek aan De Ruijterkade-West was een pilot van de Port of Amsterdam die in 2019 is gestart. Doel was om te bekijken of hier een directe overstap tussen riviercruise en rondvaart mogelijk was, zodat er minder met touringcars door de stad hoeft te worden gereden. Uit de evaluatie bleek dat de pilot een succes is geweest. Door de directe overstap hoeven hier minder touringcars te stoppen, waardoor ook de verkeersveiligheid - met het drukke fietsverkeer aan de kade - een stuk is verbeterd. De pilot is in het vierde kwartaal van 2019 omgezet in een vaste situatie met 1 op/afstapplek en een wachtplek voor 1-2 rondvaartboten. *) Bron: Agenda Touringcar. 19 Grachtenmonitor | 1 oktober 2019 - 1 oktober 2020 1 7 / A | et E Í 3 i E jj Ue: Jit Z IN Í Ì Ä | T | | / Î | d: E | ij LN LU ch - dt il Wi Ii tn | ij IN ne SE HRA en KE. ON. Ii 18 Fi fe Ei Rn ij el , En WE 7 AE he ke la o N bi : NA Mn ip r 7 Is ne il le ea EE IN 4 = el Ied Ui: ba Ju E VO El, : On N / IR Ap h Rs 1 Nee mlmnnns sf 1 ien a EN Li Haa AL wies i E fed AN 7 — Rn ” / ENE A ie Geri AT | he it Dn Re ae ER ANR 7 Arn A, Ô Í en e ' HO MK B B AVR nn Den rd Nen E-ten Maa OTARETATT Ai hen et Naerrae ME Gd nen | re Se EAN Eier si A Lu ke et A fer an n fi van E BE ze 5 | | & HE HE A B Î B bij OE È q Ë Ï | Ee De ain kN BN ied ae le De 5 eik Et iet: a sn, ee a f hik Rh ii grant En Te 5 Eil " me eel Ïá ij sa tij EEENE EON gd EE d 3 KL na B Ee Es Rt A rs Peeter. Pt Eel BE Le MA u MR OE sd He Mh a Kamara en ks A er af Eri Ar dek za otd Ï EEE bi DD En: EAS ENE Reng Tr age EE LT EE ) | AERO ee EE ANN mn ihn ARES RT BRE TE | NEEN ER PS earn En nn: A ers = \ al Pen tt pd Aer mn rar idd ee EE LT ek KS À pn Bes En geen vas Ei: Kl EE Er sle | n To oi dn AE 4 pe pn Ï ii Zi OT gn ee | er NE nn En ge en En ed nn Fi E À en EE or ien si ns 5 | Ne Ae ENE EE lk ART ETT 1 et Ten nn E nl 3 Ten TE ER ENE AEN A mn ne / Vlag eeN ine en en ee K y= er Ind en ne 8 oh = Ee en EEE mt ha OO rar pra Fa EE e ee a nn En ns he EE One 4 En mri dm en En TER EO EES nn A ee _ A En Se ke = EE en en Een aal á € EN nn om Ae rn en On en E, En Eel Ee Î En 0 en Ee en En ee Ee Pe ee , hen ie, ai $ Er Ems Re Ee 5 En Ee ds een en 5 Ee B EN nt am Bee Bien e= SR OO ET me — mn HMH im 2 B in EN zr en en e ni Er == k Tj [ en En ee oi en en 5 Be | N En EEn Se NE Eg si WE re | Cl | | ene a Ene MRE re ele Een a en _n a Ef ee en rt End n en ie) es BK Ad hi mena EE ES en ee ne Î EE ten ae AN ef OE en Ee Ee Ee nne ae je s Een er Fie | ef À [ ne RE en nn 8 en E Ei en | En. 5 51 EE ae jn en Een Ee Ee = 6 Dn En pr en he „5 Tm an Sn == es ne En En. ne el " Un A Ee zal Ee = Ì ke ER Aen Een ’ za en Un ne En a == Er EE an Ee rn a vin en DR ee Ee En = - n im ge rn tn rn MEE i 8 A B Nd 5 & en | Ee = en ef eeen a IE p eel Pd kr f: \ EE sand # , E Ee a En De, ee let and ans ne Ber je WD IN 5 en Me, En É En ai ms U Ee tand : en & . Pp’ A ë bns 0 KE ns ep tE tE ee me he OO nd Eer te | Ss, en | A | Ni) Ee en nr & Rn TE er gn en Ee : S be mm IR ER ES En zel Een Oh Ge = ee Ee ii _ et D, Mn = en en Ee B Dn Ô ! Pe : as Ee 7 a en en 6 - ie Ef Re Ee, Te & ien NN | dn EN IK me en == Ee Ek : =, an st Ars Dee he: nd Sn aid er E 8 7 H en Eee Ì en ie ee == Et - nl mn ë B ke ms Ue nd ij DN ki her en e = LL a 5 = me En NS Ei ns ij wd inn | PE : nen et en, ES Ne . ke 5 A ee ded EE, De î 3 a an 3 Ù zn ee EE E era Eni: Da Se, se ee N E ME ee dae 4 | Transport over water Het stimuleren van transport over water is een belangrijke ambitie uit het coali- am 46 locaties hebben onvoldoende ruimte voor palletoverslag, maar zijn wel tieakkoord ‘Een nieuwe lente en een nieuw geluid’ en is in de Nota Varen Deel bruikbaar voor rolcontainers. 2 vertaald naar een aantal maatregelen. De maatregelen hebben betrekking op de behoefte aan laad- en loslocaties, de noodzaak om regelgeving aan te Andere afmeerlocaties waren theoretisch vaak wel geschikt te maken, maar passen, en de wens om meer praktijkinformatie te verzamelen over transport alleen na grotere aanpassingen, zoals herinrichting van de openbare ruimte op over water, bijvoorbeeld in de vorm van pilots. Het Uitwerkingsplan transport de wal. over water zal eind 2020 naar de gemeenteraad worden gestuurd. 4.2 Pilots 4.1 Cijfers Om meer kennis op te doen over transport over water, inzicht te krijgen in Goederenvervoer vertegenwoordigt 15 tot 20% van al het verkeer in de stad. noodzakelijke voorzieningen en mogelijkheden om deze vorm van transport te Daarvan gaat nog maar een klein deel over water. Tot nu toe gaat het voor- stimuleren, wordt in 2020 en 2021 een vijftal pilots uitgevoerd. De opzet voor namelijk om watergebonden bouwtransport, zoals aanvoer van materialen voor _ de pilots is in 2020 bepaald. kadeherstel. Slechts ca. 1% van alle vaarbewegingen is transport gerelateerd. 1. Afvoer van afval over het water Laad- en loslocaties Doel: Afvalverwijdering uit buurten waar op de wal te weinig ruimte of Meer transport over water vereist allereerst het realiseren van meer laad- en draagkracht is voor vervoer met vrachtverkeer. loslocaties aan de wal, want die plekken zijn momenteel schaars. Er zijn nu 32 Deelnemers: Gemeentelijke dienst Afval en Grondstoffen, Programma Varen. aanmeerlocaties waar men ook mag laden/lossen, maar slechts 6 ervan zijn Status: Mogelijkheden voor het wallengebied worden in 2020 verkend. speciaal voor laden en lossen ingericht. De andere locaties worden ook gebruikt voor het laten op- en afstappen van passagiers. In de praktijk worden 2. Aanleveren materiaal voor beheer en onderhoud over het water locaties nauwelijks voor dit doel gebruikt en soms zijn er fietsenrekken of Doel: In kaart brengen van de bevoorrading van verschillende andere objecten op de wal die laden en lossen hinderen. In 2020 zijn alle bouwprojecten over water, van de overslag in de haven tot aan afmeerlocaties, die nu nog alleen voor het op- en afstappen van passagiers de eindbestemming. gebruikt worden, beoordeeld op hun geschiktheid voor laden en lossen. Deelnemers: Programma Varen, Programma Autoluw, TNO en Port of Daaruit blijkt dat 67 locaties in principe mogelijkheden bieden: Amsterdam. Status: Deelprojecten zijn in verschillende stadia van uitvoering. m 21 locaties zijn na kleine ingrepen geschikt voor laden/lossen. 21 Grachtenmonitor | 1 oktober 2019 - 1 oktober 2020 3. Innovatieve bouwlogistiek bij de afbouw van het Universiteitskwartier Doel: Proef met innovatieve methoden van transport naar een bouwlocatie waar intensief wordt gewerkt, maar die over de weg slecht bereikbaar is. Deelnemers: Stadsdeel Centrum, UvA, Programma Bruggen en Kademuren, Programma Varen, Amsterdam Vaart!. Status: Deelprojecten zijn in voorbereiding. 4. Project Vijzelstraat Doel: Werken aan het vernieuwen van 3 bruggen vanaf het water op een drukke locatie in de binnenstad, zowel in planmatige zin als fysiek in de praktijk. Deelnemers: Programma Bruggen & Kademuren, Programma Varen Status: Deze pilot is in uitvoering. Onderdeel van de uitvoering zijn een vaar- en stremmingsplan, aan- en afvoer van materieel en personeel via het water en vervanging van een drietal bruggen vanaf het water. 5. Bevoorrading horeca over het water Doel: Onderzoeken mogelijkheden bevoorrading en afvalverwijdering van horeca over water. Deelnemers: Groep van ‘Koplopers Horeca’, Zoev City, Programma Varen. Status: Pilot is met belanghebbenden besproken en wordt momenteel uitgewerkt. 22 Grachtenmonitor | 1 oktober 2019 - 1 oktober 2020 5 | Toezicht en handhaving 5.1 Methoden en middelen = Bestuurlijke boete overlast openbare ruimte (Bboor), bijvoorbeeld bij geluidsoverlast en illegaal passagiersvervoer. Binnen de directie Toezicht en Handhaving Openbare Ruimte (THOR) is een = Strafrechtelijke boete (bekeuringsgeeltje), bijvoorbeeld bij te hard varen en speciaal nautisch team belast met bijvoorbeeld de controle van ligplaats- illegaal afmeren. vergunningen, passagiersvaart (legaal en illegaal), varende woonschepen, m Proces-verbaal, bijvoorbeeld bij varen zonder licht of gevaarlijk vaargedrag. bedrijfsvaartuigen en pleziervaartuigen. = Boeterapport Binnenvaartwet, bijvoorbeeld bij negeren vaar- en rusttijden. = Sancties richting reders, bijvoorbeeld bij het niet nakomen van Inzet van middelen en prioriteiten exploitatievergunning voorwaarden. Strike 1: waarschuwingsbrief. Strike 2: Het gemeentebestuur stelt elk jaar handhavingsprioriteiten vast voor de inzet dreigen met intrekken vergunning. Strike 3: intrekken vergunning. van THOR. Voor het nautisch team zijn dat op dit moment: Personele inzet en vaartuigen = Handhaven op geluid en snelheid (preventief en repressief optreden bij Op peildatum 1 maart 2020 waren er bij THOR 16 inzetbare nautisch overlast). inspecteurs. In de loop van 2020/2021 groeit dat aantal naar 30 fte's. In 2020 m Controle op geldige vignetten (betaling binnenhavengeld). was er 25% minder capaciteit dan in 2019. Belangrijkste oorzaak daarvan is = Vrijmaken van geblokkeerde kades en oevers (wrakken, vaartuigen die in de dat bij de transitie van nautische taken van Waternet naar de gemeente weg liggen). Amsterdam 4 medewerkers naar elders zijn vertrokken. = Bestrijden illegale passagiersvaart (voornamelijk grote sloepen zonder vergunning). Fysiek hadden de nautisch inspecteurs in 2020 de beschikking over de =m Optreden bij bekende overlastlocaties (op/afstap hotspots zoals bij Anne volgende typen vaartuigen: Frank Huis, Hotel The Grand, park Somerlust). m Handhaving 12+ maatregel (te grote groepen mensen op pleziervaartuigen). _m 7 patrouilleboten, waarvan 3 elektrisch en 2 snelle boten voor de Nieuwe Meer en IJburg. Manieren van toezicht en handhaving = 2 sloepen, waarvan 1 voor onopvallende surveillance. Bij overtredingen heeft de nautisch inspecteur een scala aan middelen om te m 1 vlet ter ondersteuning van werkzaamheden in de Bewaarhaven. reageren op de overtreding. In volgorde van toenemende zwaarte: formele m 2 open elektrische boten voor THOR wal-handhavers. waarschuwing, dwangsom en bestuursdwang. Bij gevaarlijke of spoedeisende situaties wordt onmiddellijk handhavend opgetreden met een keuze uit de volgende sancties: 23 Grachtenmonitor | 1 oktober 2019 - 1 oktober 2020 5.2 Resultaten handhaving Handhaven op Snelheid en Geluid 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2019 | 2020 Het is belangrijk om te vermelden dat de handhavingsresultaten van 2020 niet bestuurlijke boetes okt t/m dec }__ totaal hdi representatief zijn voor een normaal gangbaar jaar. Daarvoor zijn 4 redenen: EN 89 257 176 171 7 43 27 Snelheid 153 156 108 125 9 62 9 1. Zoals hierboven is toegelicht, zorgde de overgang van nautische taken van . Dn ne Overig (*) 151 196 253 226 15 170 19 Waternet naar de gemeente Amsterdam voor een (tijdelijke) dip in de be- schikbare personele capaciteit. In 2020 konden daardoor niet alle hand- Een a havingstaken volledig worden uitgevoerd. . En . Figuur 23: Handhaving op snelheid, geluid en overig. (*) Onder deze categorie vallen onderwerpen 2. In het begin van de coronacrisis was 3 maanden lang een noodverordening als negeren van afmeerverbod, negeren van invaarverboden, negeren van ligplaatverbod, negeren van kracht die varen in de grachtengordel en het wallengebied verbood. van verkeerstekens, niet voeren van de juiste verlichting. Omdat er vrijwel niet werd gevaren, was er 3 maanden lang ook nauwelijks sprake van uitgeschreven verbalen. Controle BHG von 2015 2016 vlo WA 2018 2019 3. De noodverordening vroeg om intensieve inzet van het nautisch team om Aantal uitgevoerde 9000 4079 3100 1238 1393 4635 te voorkomen dat mensen toch het water van de binnenstad opgingen. Die controles geconcentreerde inzet ging ten koste van andere bestuurlijke prioriteiten panal weggesleept 505 140 49 58 87 152 zonder vignet en reguliere taken. 9 4. In juli 2020 was sprake van een langdurige hittegolf, waardoor onevenredig _ fiovur 24: BHG controles 2014-2019. veel aandacht uitging naar recreatieve hotspots als Somerlust en de Nieuwe Meer. Handhaving op de Amstel Op het zuidelijk deel van de Amstel heeft THOR op dit moment nautische be- voegdheid tot ongeveer 80 meter ten zuiden van de Berlagebrug. Het water daarna valt onder bevoegdheid van de provincie Noord-Holland. Handhavers van THOR kunnen daar niet handhaven. In 2020 zijn gesprekken met de pro- vincie gestart om afspraken te maken over effectieve handhaving in dit gebied. 24 Grachtenmonitor | 1 oktober 2019 - 1 oktober 2020 Controle BHG Oktober 2019 * 3e kwartaal 2020 ** Van de 564 vaartuigen die gecontroleerd zijn, waren er in eerste instantie 257 Aantal uitgevoerde 1e controles En EN vaartuigen die niet betaald hadden. Op die vaartuigen is een besluit (last onder dwangsom - LOD) aangebracht. Bij de tweede controle bleken er Aantal vignetten betaald bij 1 trol 529 307 . … Re Nen daarna nog steeds 66 niet te hebben betaald, deze zijn weggesleept naar de Aantal gegeven flyers/besluiten (LOD) bij 1e controle 212 257 bewaarhaven. Aantal boot niet meer aanwezig bij 2e controle 21 62 Aantal vignetten betaald bij 2e controle an n In de backoffice is te zien dat er in totaal 11 meldingen zijn gemaakt van verkeerde vignetten. Dit zijn vignetten waar minder voor betaald is dan de Aantal leept bij 2 trol 26 66 . . . Ie . … … En bedoeling is. Dit kunnen milieu-vignetten zijn terwijl er een brandstofmotor Aantal afwijkende maatgegevens 0 7 aanwezig is. Of de afmetingen van het vaartuig zijn groter dan opgegeven is. Aantal verkeerd vignet 2 11 Figuur 25: BH controles. Handhaven op illegale passagiersvaart *_Geen BHG controles uitgevoerd in november en december 2019. Doel: Illegaal personenvervoer en vaartuigverhuur dusdanig bestrijden zodat * Lv.m. de transitie van de administratieve BHG taken van Waternet naar de directie Dienstverlening legale exploitanten niet worden benadeeld door oneerlijke concurrentie. en het opnieuw inrichten van het BHG registratie- en uitgifteproces in een nieuwe webapplicatie, zijn … ‚ . . de controles BHG in 2020 op 6 juli 2020 gestart. Verder het voorkomen van onveiligheid door het ontbreken van deskundigheid bij de schipper en door ongeschiktheid van het vaartuig. Het verschil in de cijfers tussen de 1e controle (257 gegeven flyers) en de resultaten van de 2e controle (199 betaald, weggesleept of boot niet meer Toezicht vindt zowel via internet plaats als met fysieke controles. Bij online aanwezig) in Q3 zit hem in het feit dat er nog 2e controles moeten toezicht zoekt de inspecteur vaarwegen op internet naar advertenties van plaatsvinden in O4. illegale aanbieders. Er worden ook fysieke controles uitgevoerd op de grachten waarbij de schipper en opvarenden ondervraagd worden. De resultaten van de BHG-controles over 2020 t/m het derde kwartaal zijn samengevat in onderstaande tabel: Handhaving op illegale | 2013 fj 2014 fj 2015 f 2016 A 2018 AKN A00 personenvervoer du Ei 19 Vaartuigen Aantal besluiten Aantal verkeerd VE Aangeschreven 120 161 249 219 144 202 97 25 gecontroleerd (niet betaald) vignet weggesleept aanbiedingen/ overtredingen * 564 257 11 66 Verwijderde aanbieding 68 154 224 186 164. 202 90 24 Figuur 26: BHG controles 3e kwartaal 2020. en/overtredingen # Last onder dwangsom 0 16 1 4 8 15 15 14 Figuur 27: Online toezicht illegale passagiersvaart. (*) in deze rij zijn het aantal aangetroffen advertenties op internet en het aantal getroffen websites van aanbieders bij elkaar genomen. (#) in deze rij zijn het aantal verwijderde advertenties op internet en het aantal verwijderde websites bij elkaar opgeteld. 25 Grachtenmonitor | 1 oktober 2019 - 1 oktober 2020 Handhaving op illegale 2015 Ke) AoA Ao) 2019 2020 Wrakkenwet Ao) Ao, Kel Ld 2020 personenvervoer LALtTens dec 2019 hd ES e)s Fysieke controles 170 115 137 43 38 7 Aantal vaartuigen onder 192 528 119 128 Proces verbaal/ wrakkenwet geplaatst bestuurlijke boete 0 0 6 8 0 0 Aantal door gemeente 81 191 31 70 gelichte wrakken Last onder 9 1 10 25 19 11 dwangsom - LOD Aantal door eigenaar 9% 121 24 21 gelichte wrakken Figuur 28: Fysieke controles illegale passagiersvaart (l.v.m. geringe effectiviteit van fysieke controles ‚ ‚ ligt de nadruk op online controles). Figuur 30: Handhaving op wrakkenwet. Handhaving 12+1 maatregel Controle Binnenvaartwet Vanaf juli 2019 is gestart met het handhaven op de 12+1 maatregel. Een ple- De Binnenvaartwet is landelijke wetgeving voor de binnenvaart in het belang ziervaartuig mag maximaal 12 personen plus een schipper aan boord hebben. van de veiligheid. In Amsterdam gaat het vooral om een veilig transport van Deze maatregel is genomen om de overlast tegen te gaan die veroorzaakt passagiers (rondvaart) en een veilig transport van goederen door de stad. Daar- wordt door grote groepen mensen op boten. Wanneer een pleziervaartuig naast is het van belang om met gecertificeerd materieel veilig aan de kades te wordt aangetroffen met meer dan 13 personen aan boord, wordt er een Bboor kunnen werken. De gemeente houdt toezicht op onder meer de technische (Besluit bestuurlijke boete overlast in de openbare ruimte) uitgeschreven en eisen die aan het schip of werktuig worden gesteld, het certificaat van onder- moeten er zoveel mensen van boord gaan dat er nog maar 12, plus de zoek, scheepsmeting, bemanning sterkte en vaarbevoegdheid (vaarbewijs). schipper overblijven. Bij herhaalde overtreding wordt er een last onder dwangsom opgelegd. De beroepsvaart (voornamelijk rondvaartboten) die over een certificaat van onderzoek beschikt en de overige passagiersvaartuigen met een Ens RAe Ss exploitatievergunning worden periodiek gecontroleerd op technische Aantal bestuurlijke boetes (overtreding 12+) 27 2 uitrusting van het vaartuig, vaarbekwaamheid van de bemanning, de vaar- en rusttijden en de vergunningsvoorwaarden van de Verordening op het Aantal LOD's (last onder dwangsommen) 0 0 . . . . binnenwater. Ook worden nieuwe vaartuigen, voordat ze een vergunnings- Figuur 29: Controle 12+1 maatregel. sen bewijs in ontvangst kunnen nemen, eerst aan een controle onderworpen. Handhaving op wrakkenwet Het beleid van Nautisch Toezicht en Handhaving is dat gezonken vaartuigen Controle op vergun- nr 2017 ink 2019 2019 2019 2020 . … Ü le) t/ La I t/m O3 gelabeld worden. De eigenaar heeft vervolgens 14 dagen de tijd om de boot hale dhl EN beide MR bid te verwijderen. Verwijdert de eigenaar de boot niet, dan worden de boten in Aantal controles 283 166 228 88 26 114 8 opdracht van Nautisch Toezicht en Handhaving gelicht door Waternet of een Boeterapporten 8 10 10 25 0 25 1 te (bestuurlijke boete externe partij (als het gaat om grote en zware boten). ramens IL&T) Figuur 31: Controle op vergunningsvoorwaarden. * Inspectie Leefomgeving en Transport van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. 26 Grachtenmonitor | 1 oktober 2019 - 1 oktober 2020 27 Grachtenmonitor | 1 oktober 2019 - 1 oktober 2020 Grachtenmonitor
Onderzoeksrapport
28
train
en 020257 N Gemeente Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, AZ irectie Openbare a: nt : Orde en Veiligheid % Amsterdam Juridische Zaken, Communicatie, Raadsaangelegenheden, Preventie Jeugderiminaliteit, Vluchtelingen en Ongedocumenteerden, Handhaving % en Toezicht Voordracht voor de Commissie AZ van 14 oktober 2021 Ter kennisneming Portefeuille Openbare Orde en Veiligheid Agendapunt 3 Datum besluit 21 september 2021 Onderwerp Kennisnemen van raadsbrief handhaving coronamaatregelen horeca vanaf 25 september De commissie wordt gevraagd Kennis te nemen van de brief van de burgemeester aan de raad over de handhaving van de coronamaatregelen die vanaf 25 september in de horeca Wettelijke grondslag Artikel 180 gemeentewet Bestuurlijke achtergrond Op 21 september heeft de burgemeester bijgevoegde brief aan de gemeenteraad verstuurd, in verband met de handhaving van de (nieuwe) coronamaatregelen die vanaf 25 september gelden in de horeca. Reden bespreking n.v.t. Uitkomsten extern advies n.v.t. Geheimhouding n.v.t. Uitgenodigde andere raadscommissies n.v.t. Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan? n.v.t. Welke stukken treft v aan? Gegenereerd: vl.7 1 VN2021-026257 % Gemeente Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Directie Openbare 9 Amsterdam Juridische Zaken. C icatie. Raad heden, P Orde en veiligheid uridische Zaken, Communicatie, Raadsaangelegenheden, Preventie Jeugderiminaliteit, Vluchtelingen en Ongedocumenteerden, Handhaving en Toezicht Voordracht voor de Commissie AZ van 14 oktober 2021 Ter kennisneming Commissie AZ Voordracht (pdf) Raadsbrief horeca inzake coronapas.pdf (pdf) Ter Inzage Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) OOV, S. Rechtuijt, 06-10628343, [email protected] Gegenereerd: vl.7 2
Voordracht
2
train
> Gemeente Amsterdam Motie Datum raadsvergadering 10 november 2022 Ingekomen onder nummer _ 510 Status Aangenomen Onderwerp Motie van het lid Van der Veen —inzake de Leegstandverordening 2022 (Termijnen evalueren) Onderwerp Termijnen evalueren Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De Raad, Gehoord de discussie over de Leegstandverordening; Overwegende dat: -__ Leegstand in de stad in tijden van wooncrisis zoveel mogelijk moet worden voorkomen; -_ Van veel panden (zowel woningen als kantoren) bekend is dat ze al lang, soms jaren, leeg- staan; -__Het van belang is dat leegstand zo spoedig mogelijk wordt opgelost en daar actief op in te zetten -___Het experiment van de Chw het mogelijk maakt dat leegstand al na drie (3) maanden wordt gemeld in plaats van na zes (6) maanden; -__ Mogelijk het aanpassen van de termijnen voor meldingen kan bijdragen aan het oplossen van de leegstand; Verzoekt het college: Bij de evaluatie van de Leegstandsverordening (in 2024) ook de termijnen te betrekken voor de verschillende meldingen, waaronder de termijn van zes maanden en de termijn voor herhaling van de leegstand door eigenaren die al eerder een leegstandsbeschikking opgelegd hebben gekregen. Gemeente Amsterdam Status Aangenomen Pagina 2 van 2 Indiener K.S.N. van der Veen
Motie
2
discard
x Gemeente Amsterdam R % Gemeenteraad % Motie Jaar 2020 Afdeling 1 Nummer 1640 Behandeld op 16 en 17 december 2020 Status Aangenomen bij schriftelijke stemming op 21 december 2020 Onderwerp Motie van het lid De Grave-Verkerk inzake het Kunstenplan 2021-2024 (Evaluatie administratieve lastendruk) Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over het Kunstenplan 2021-2024. Overwegende dat: -__ Subsidieaanvragen volledig moeten zijn en dat subsidies op basis van zoveel mogelijk relevante informatie zouden moeten toegewezen, maar dat culturele instellingen niet meer administratieve lasten zouden moeten dragen dan strikt noodzakelijk. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: Bij de evaluatie van het Kunstenplan 2021-2014 de administratieve lastendruk voor culturele instellingen bij AFK-aanvragen specifiek te evalueren en — als hiertoe aanleiding is — aanbevelingen te formuleren voor een verlichting van de administratieve lastendruk. Het lid van de gemeenteraad D.G.M. de Grave-Verkerk
Motie
1
discard
Bezoekadres x Gemeente Jodenbreestraat 25 Am ste rd am 1011 NH Amsterdam Postbus 1840 1011 NH Amsterdam Telefoon 14 020 D amsterdam.nl Retouradres: Postbus 1840, 1000 BV Amsterdam Aan de leden van de raadcommissie Jeugd & Cultuur Datum 20 maart 2017 Behandeld door Onderwijs Jeugd en Zorg/ afd. Onderwijs Onderwerp Uitvoering moties toezicht openbaar onderwijs Geachte commissie, In deze brief informeer ik v over de uitvoering van twee moties die betrekking hebben op het gemeentelijk toezicht op het openbaar onderwijs. De motie van de raadsleden de heer Toonk, mevrouw Timman en de heer Flentge (552.15, dd. 10- 06-2015) inzake algemene uitgangspunten ten behoeve van de raden van toezicht in het primair onderwijs bestaat uit twee onderdelen: e Ten eerste verzoekt de motie het college van burgemeester en wethouders een voorstel te doen voor algemene uitgangspunten die de gemeenteraad bij volgende benoemingen als voorwaarde kan stellen bij het benoemen van toezichthouders. Het Gemeentelijk Toezichtkader op het openbaar primair onderwijs is in samenwerking met het onderwijsveld tot stand gekomen en bevat de wettelijke bepalingen en regelingen omtrent benoemingen. Op 25 januari 2017 is het Toezichtkader vastgesteld. Het college heeft daarnaast algemene uitgangspunten geformuleerd die als input dienen voor gesprekken met het onderwijsveld, te weten: -__ Transparantie -___Rechtsgelijkheid -_ Toegankelijkheid -_ Kwalitatief goed onderwijs - _ Belang van het kind centraal -__ Ovuderbetrokkenheid -__ Omgevingsbewustzijn -__ Samenwerking e Ten tweede verzoekt de motie een bijeenkomst te organiseren voor de raadsleden om het gesprek aan te gaan met de zittende toezichthouders in het primair onderwijs in Amsterdam over onder meer deze uitgangspunten. Een routebeschrijving vindt v op www.amsterdam.nl. Gemeente Amsterdam Datum 20 maart 2017 Pagina 2 van 2 Deze bijeenkomst heeft plaatsgevonden op 27 januari 2017, voorafgaande aan de vergadering van de commissie Jeugd en Cultuur. De motie van het raadslid Blom (72.17, dd. 25-01-2017) inzake het vaststellen van het Gemeentelijk Toezichtkader op het primair onderwijs bestaat eveneens uit twee onderdelen. e Ten eerste verzoekt de motie het college om in gesprek te treden met stichtingen, besturen en toezichthouders in het primair onderwijs, betreffende het stimuleren van actieve pluriformiteit (multiculturele en etnische diversiteit) op instellingsniveau. Het college onderschrijft het belang van diversiteit . Amsterdam is immers een diverse stad. Het college onderneemt hiervoor diverse acties. Het bevorderen van diversiteit onder leraren is als speerpunt benoemd binnen de bredere ambitie om voldoende en goede leraren voor de Amsterdamse klassen te krijgen en te behouden. Ten aanzien van de leerlingpopulatie streeft het college ernaar scholen zoveel als mogelijk een afspiegeling te laten zijn van de buurt waarin ze staan. Daarnaast acht het college ook de diversiteit binnen bijvoorbeeld Raden van Toezicht en schoolbesturen van belang. e Ten tweede verzoekt de motie het college om In het Toezichtkader op te nemen dat de Raad van Toezicht een paragraaf in het jaarverslag besteedt aan de wijze waarop invulling wordt gegeven aan diversiteit en pluriformiteit op instellingsniveau. Het Toezichtkader is in overeenstemming met het onderwijsveld tot stand gekomen en op 25 januari 2017 vastgesteld. Hierin zijn alleen de wettelijke taken en bevoegdheden van de gemeenteraad omschreven en de wijze waarop de Raden van Toezicht zicht tot de gemeenteraad verhouden (verhouding intern - extern toezicht). Ik zal het openbaar onderwijs vragen in het jaarverslag aandacht te besteden aan de vraag of en zo ja hoe er invulling wordt gegeven aan diversiteit en pluriformiteit. Ik zal bij zowel het openbaar als het bijzonder onderwijs aandacht blijven vragen voor diversiteit en pluriformiteit op instellingsniveau. Daarnaast zal ik dit onderwerp onder de aandacht brengen tijdens de jaarlijkse toezichthoudende gesprekken die ik met de Raden van Toezicht van het openbaar onderwijs voer. Ook zal ik bij toekomstige benoemingen nagaan of er aandacht is voor diversiteit binnen de Raden van Toezicht en u hierover informeren . Door op bovenstaande wijze uitvoering te geven aan beide moties beschouw ik deze als afgehandeld. Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Met vriendelijke groet, Simone Kukenheim Wethouder
Motie
2
discard
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Motie Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 135 Publicatiedatum 28 februari 2014 Ingekomen onder E Ingekomen op woensdag 12 februari 2014 Behandeld op woensdag 12 februari 2014 Status Aangenomen Onderwerp Motie van de raadsleden de heer Mulder en de heer Van Drooge inzake het gewijzigd initiatiefvoorstel van het raadslid de heer Mulder, getiteld: ‘Actieprogramma woningbouwproductie: Elke woning welkom’ (betaalbare eengezinswoningen). Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over het gewijzigd initiatiefvoorstel van het raadslid de heer Mulder van 14 april 2013, getiteld: ‘Actieprogramma woningbouwproductie: Elke woning welkom’ (Gemeenteblad afd. 1, nr. 29); Overwegende dat: — naar aanleiding van het initiatiefvoorstel het college van burgemeester en wethouders nu op één locatie in gesprek is met De Key over het vestigen van goedkope eengezinswoningen in combinatie met een starterslening; — ook mensen met een inkomen rond modaal kans zouden moeten hebben om in particulier opdrachtgeverschap hun woning te bouwen; — er woningfabrieken zijn waar voor 90.000 euro eengezinswoningen kunnen worden gebouwd en direct gelevert aan de eindgebruiker; — ín Almere een catalogus is opgesteld van bouwers die tegen zeer lage kosten kunnen bouwen in opdracht van particulieren; — met een modaal inkomen van 34.000 euro een hypotheekbedrag kan worden geleend van 140.000 euro (aanvullende bestuurlijke reactie); — er in Amsterdam grondprijzen zijn voor eengezinswoningen met een marktconforme prijs van ongeveer 250 euro/m? gebruiksoppervlakte (gbo), ofwel 25.000 euro voor een woning van 100 m?; — met de starterslening maximaal 30.000 euro renteloos kan worden geleend, welk bedrag in mindering gebracht kan worden op het bij de bank te lenen bedrag; — het dus financieel haalbaar zou moeten zijn voor Amsterdammers met een modaal inkomen zelf een woning te bouwen in particulier opdrachtgeverschap, 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteraad Nummer 135 Moti Datum _ 28februari2014 “otie Verzoekt het college van burgemeeester en wethouders: — aanvullend op de reeds lopende projecten twee locaties aan te wijzen waar eengezinswoningen tegen zeer lage kosten kunnen worden gebouwd, zodat deze in het bereik komen van mensen met een modaal inkomen; — hierbij te betrekken de mogelijkheid om deze woningen in particulier opdrachtgeverschap te realiseren tegen marktconforme grondprijzen; — potentiele zelfbouwers actief te informeren over welke aannemers en andere partijen tegen zeer lage kosten kunnen bouwen. De leden van de gemeenteraad, M. Mulder Â.H. van Drooge 2
Motie
2
discard
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R x% Gemeenteblad % Motie Jaar 2016 Afdeling 1 Nummer 528 Publicatiedatum 15 juni 2016 Ingekomen onder BA’ Ingekomen op donderdag 2 juni 2016 Behandeld op donderdag 2 juni 2016 Status Verworpen Onderwerp Motie van de leden Verheul en Ruigrok inzake het verkopen van vastgoed buiten postcode 1012. Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over het voorgenomen besluit over de deelname in 1012Inc (Gemeenteblad afd. 1, nr. 473). Constaterende dat: — de raad in de gelegenheid wordt gesteld wensen en bedenkingen te uiten ten aanzien van het voorgenomen besluit over de deelname in 1012 Inc; — in het voorgenomen besluit ter oprichting van 1012 Inc wordt bepaald dat het doel van de 1012 Inc is om op een bedrijfsmatig gezonde en tegelijk maatschappelijk verantwoorde manier, in de vorm van een publiek-private samenwerking, de gewenste transformatie in postcodegebied 1012 mogelijk te maken; — in het voorgenomen besluit staat opgenomen dat na toetreding tot 1012 Inc er géén verwervingen buiten het postcodegebied 1012 worden verricht, tenzij met uitdrukkelijke instemming van partijen. Overwegende dat: — in de voorgenomen overeenkomst wordt opgenomen dat onder de scope (geografisch) van 1012 INC primair wordt verstaan het postcodegebied 1012; — de vastgoedportefeuille van 1012 INC bij aanvang zal bestaan uit de volledige vastgoedportefeuille van Stadsgoed, die voor ca. 30% bestaat uit bezit buiten het postcodegebied 1012; — het gemeentelijk beleid is dat gemeentelijk vastgoed dat geen maatschappelijk doel of beleidsdoel dient, wordt afgestoten; — een grotere vastgoedportefeuille van 1012 INC er logischerwijs toe leidt, dat de aandacht van het management zich niet voor 100% kan richten op het postcodegebied waarvoor deze deelneming wordt opgericht; — de huidige vastgoedportefeuille van Stadsgoed in zijn geheel moet worden ingebracht om daarmee een voldoende brede basis te creëren voor een financieel levensvatbare 1012 INC; — in de stukken de intentie wordt benoemd dat 1012 INC jaarlijks voor ongeveer € 5 miljoen aan vastgoedaankopen doet in het postcodegebied 1012; 1 Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteraad Nummer 528 Moti Datum _ 15 juni 2016 otie — de aanvullende aankopen de noodzaak verkleinen om vastgoed buiten het postcodegebied 1012 aan te houden omwille van de financiële levensvatbaarheid van 1012 INC. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: — er als aandeelhouder op aan te sturen dat 1012 INC zo snel als mogelijk en verantwoord het vastgoed buiten het postcodegebied 1012 afstoot; — in de reguliere rapportages over 1012 INC in te gaan op de voortgang van de ambitie om het vastgoed van 1012 INC buiten het postcodegebied 1012 af te stoten De leden van de gemeenteraad A. Verheul M.H. Ruigrok 2
Motie
2
train
x Gemeente Bezoekadres Weesperplein 8 Amste rdam 1018 XA Amsterdam 2x Postbus 95089 1090 HB Amsterdam Telefoon 14 020 x amsterdam.nl Retouradres: Postbus 95089, 1090 HB Amsterdam De leden van de gemeenteraad Amstel 1 1011 PN Amsterdam Datum 12 december 2017 Ons kenmerk Uw kenmerk Behandeld door Bernard Kroeger, RVE-Ingenieursbureau, 06 5398 6394, [email protected] Kopie aan Bijlage(n) Onderwerp Afdoening motie 1129 Singelgrachtgarage — gereed voor zero-emissie & motie 1130 Singelgrachtgarage - blijven monitoren op benutting en verkeersbewegingen Zeer geachte raadsleden, Met deze brief wordt u geïnformeerd over de afdoening van de motie 1129 Singelgrachtgarage — zero emissie & de afdoening van de motie 1130 Singelgrachtgarage - blijven monitoren op benutting en verkeersbewegingen. Op 27 september is het vitvoeringskrediet voor de Singelgrachtgarage Marnix vastgesteld. Daarbij is het college gevraagd (motie 1129) om: 1. Inde aanbesteding en bestek op te nemen dat in de toekomst op zo eenvoudig mogelijk wijze elke parkeerplaats in de Singelgrachtgarage voorzien kan worden van een elektrisch laadpunt Motie 1130 vraagt het college om: 1. _Nade ingebruikname van de garage te blijven monitoren op verkeersbewegingen en benuttingsgraad van de garage 2. Bij eventuele onderbenutting niet meer bezoekers te laten gebruik maken van de garage maar meer bewoners 3. Ervoorte zorgen dat er dan ook geen verkeersaantrekkende werking van de garage uitgaat Een routebeschrijving vindt v op www.amsterdam.nl Gemeente Amsterdam Datum 12 december 2017 Kenmerk Pagina 2 van3 Motie 1129 zero-emissie De garage wordt dusdanig ontworpen dat bij oplevering minimaal 10% van de parkeerplekken (80 stuks) zijn voorzien van een oplaadinfrastructuur. De inrichting van de overige plekken wordt dusdanig vormgegeven dat in de toekomst dit aantal is uit te breiden zonder dat hiervoor grote constructieve ingrepen benodigd zijn. Zo komt er een ruimtereservering voor eventuele extra transformatorstations, en deze wordt zo gepositioneerd dat deze direct vanaf de buitenzijde van de garage bereikt kan worden. Bij toekomstige uitbreiding van de laadcapaciteit hoeft dan alleen de ondergrondse infrastructuur aangepast te worden, maar zijn de doorvoeren binnen de parkeergarage reeds voorzien. Motie 1130 Monitoring garage na ingebruikname Het parkeermanagementsysteem (PMS) van de garage registreert al het in- en vitgaand verkeer. Op basis hiervan worden actuele ‘real-time’ data verworven van de bezettingsgraad, de parkeerduur, tijdstip van in- en vitrijbewegingen etc Naast deze automatische registratie worden garages die beschikbaar zijn gesteld aan vergunninghouders ook periodiek ‘handmatig’ onderzocht. Dit zal ook de praktijk worden in de Singelgrachtgarage. Zodoende worden de data van het parkeermanagementsysteem gecontroleerd en waar nodig geijkt (als bijvoorbeeld een foutmelding heeft plaatsgevonden of een systeemstoring). Bij eventuele onderbenutting niet meer bezoekers te laten gebruik maken van de garage maar meer bewoners Voor de huidige parkeerplangarages geldt dat gemiddeld tien keer zo veel vergunninghouders worden vitgenodigd als parkeerplaatsen beschikbaar zijn. De praktijk heeft vitgewezen dat daarmee een hoge bezettingsgraad ontstaat. Het vitnodigingsgebied van de vergunninghouders omvat momenteel de Frederik Hendrikbuurt en de Noord-Jordaan. Indien sprake zou zijn van een te lage bezetting (op het piekmoment: 's avonds doordeweeks) dan worden vergunninghouders opnieuw geattendeerd op de mogelijkheid om in de garage te parkeren, en indien dat onvoldoende oplevert dan kan het vitnodigingsgebied worden vergroot. In dat geval worden meer vergunninghouders in de gelegenheid gesteld hun auto in de garage te parkeren. Ervoor te zorgen dat er dan ook geen verkeersaantrekkende werking van de garage uitgaat De huidige verdeling in de garage is 80% vergunninghouders en 20% bezoekers. Dit komt in grote mate overeen met de huidige verhouding van geparkeerde auto's op straat van bewoners en bezoekers. Omdat alle parkeerplaatsen die worden gerealiseerd in de garage van straat worden opgeheven is dus ook voor bezoekers minder parkeercapaciteit beschikbaar. Om deze reden kunnen zij, in plaats van nu op straat, straks ook terecht in de garage. Indien de garage de huidige parkeerders (die nu op straat staan) opvangt dan zal geen sprake zijn van een verkeersaantrekkende werking. Indien echter sprake is van een grotere aanloop dan capaciteit beschikbaar is dan kan overwogen worden om de toegangsvoorwaarden van de garage aan te scherpen, bijvoorbeeld een aanpassing van het tarief, of een tariefdifferentiatie. Een routebeschrijving vindt v op www.amsterdam.nl Gemeente Amsterdam Datum 12 december 2017 Kenmerk Pagina 3 van 3 De gemeente heeft (als 100% eigenaar) verschillende sturingsinstrumenten in handen om een optimale balans te vinden tussen vraag en aanbod. Daarmee kan zo veel als mogelijk gewaarborgd worden dat de omliggende buurt geen overlast ondervindt na oplevering van de Singelgrachtgarage. Het college beschouwt de moties hiermee als afgedaan. Met de meeste hoogachting, ns het llege van byrgemeester en wethouders val Amsterdam, ) | Í - / bf Á Í | Ee Í A . es ee JJ. van Aartseh AMP.vanGils _/ SS waarnemend burgemeester /aemeentesecr ris Í /l | | / | L Een routebeschrijving vindt v op www.amsterdam.nl \
Motie
3
discard
x Gemeente Amsterdam R % Gemeenteraad % Schriftelijke vragen Jaar 2021 Afdeling 1 Nummer SV 14 Datum indiening 14 december 2020 Datum akkoord 19 januari 2021 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van de leden Taimounti, Heinhuis, Boomsma en Flentge inzake rechtvaardige afhandeling en herstel voor de gedupeerden van de toeslagenaffaire Aan de gemeenteraad Toelichting vragenstellers: Op 4 december 2020 vond er een gesprek plaats tussen gedupeerden van de toeslagenaffaire, raadsleden en fractievertegenwoordigers. Het doel van het gesprek was om te achterhalen welke rol er voor de gemeente is weggelegd in de afhandeling en herstel van de toeslagenaffaire, maar ook in welke mate er problemen zijn ontstaan met de gemeentelijke diensten en hoe deze verholpen kunnen worden. De indieners willen met deze schriftelijke vragen onderzoeken hoeverre de hulp verbeterd kan worden. Gezien het vorenstaande hebben de leden Taimounti, Heinhuis, Boomsma en Flentge, respectievelijk namens de fracties van DENK, PvdA, CDA en SP, op grond van artikel 84 van het Reglement van orde gemeenteraad en raadscommissies Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Volgens de Belastingdienst telt Amsterdam 1671 gedupeerden van de toeslagenaffaire. a. Klopt dit aantal? Vooraf: Voordat we ingaan op de beantwoording van uw schriftelijke vragen het volgende. De toeslagenaffaire heeft ook vele Amsterdammers diep geraakt. Wat we weten op basis van de cijfers van de Belastingdienst is dat bijna 1700 Amsterdammers het slachtoffer zijn geworden van onterechte fraudeverdenkingen van de Belastingdienst. Gezinnen zijn ontwricht omdat zij ten onrechte zijn beschuldigd als fraudeur met alle gevolgen van dien. De stress die gepaard gaat met problematische schulden werkt letterlijk verlammend. Niet alleen voor de ouders/verzorgers maar ook voor de kinderen uit het gezin. Dit moet voor de gedupeerden van de toeslagenaffaire die stelselmatig zijn tegengewerkt extra hard zijn geweest. Het is dan ook begrijpelijk dat het vertrouwen van deze gedupeerden in de overheid geheel is verdwenen. Vele gedupeerden zijn getraumatiseerd en worstelen tot de dag van vandaag nog met hun schulden en wachten op de beloofde compensatie. In het rapport ‘Ongekend Onrecht’ wordt terecht geconstateerd dat de rechtsstaat in het geding is. De overheid hoort burgers te beschermen. In plaats daarvan werden met de ‘alles- of-niets’ benadering noodzakelijke beginselen van behoorlijk bestuur — zoals het evenredigheidsbeginsel — met de voeten getreden. Elke vorm van proportionaliteit was verdwenen bij de fraudebestrijding. 1 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteraad emmer zo Hnuar 2021 Schriftelijke vragen, maandag 14 december 2020 Het is dan ook onze taak als overheid om dit vertrouwen te herstellen. Als College zijn we intensief betrokken bij de uitvoering van de hersteloperatie toeslagenaffaire. Er is via de VNG intensief overleg met het Rijk over de uitvoering van de hersteloperatie. Gemeenten kijken daarbij kritisch mee. Zoals u waarschijnlijk hebt gelezen is de concept compensatieregeling na kritiek van onder meer gemeenten gewijzigd en heeft het kabinet nu besloten om overheidsvorderingen wél kwijt te schelden. Eerder bent u geïnformeerd over de ondersteuningsstructuur die we in onze stad hebben opgezet om gedupeerden die zich bij ons melden te helpen. Samen met de maatschappelijke dienstverleners en de gemeentelijke Ombudsman werken we intensief samen om gedupeerden zo goed en zo snel mogelijk te helpen om hun leven weer op de rit te krijgen. De actualiteiten rondom de toeslagenaffaire volgen elkaar in rap tempo op. Wij zullen v regelmatig op de hoogte houden van nieuwe ontwikkelingen. Antwoord vraag 1: Ja, dit is het aantal Amsterdamse gedupeerden waarvan de Belastingdienst bekend heeft gemaakt dat zij waarschijnlijk tot de groep gedupeerde ouders behoren. Om in aanmerking te komen voor herbeoordeling door de Belastingdienst, moeten ouders zich melden bij de Belastingdienst. De Belastingdienst publiceert het aantal ouders dat zich per gemeente heeft gemeld op hun website*. Het meest recente bekend gemaakt aantal Amsterdamse ouders dat zich gemeld heeft, is 711 (datum 31 oktober 2020). b. Methoeveel van de 1671 gedupeerde in Amsterdam is er momenteel al contact? Antwoord: Met 31 gedupeerden (aantal per 1 januari 2021). Dit beperkte aantal hangt samen met het tempo van de Belastingdienst en de beperkingen in de mogelijkheden voor gegevensuitwisseling, waar het college (ook in VNG verband) sinds de start van de samenwerking tussen gemeenten en Belastingdienst in het voorjaar van 2020, aandacht voor vraagt. Het college weet wel hoeveel, maar niet welke Amsterdammers gedupeerd zijn. Het college heeft er steeds op aangedrongen dat de gegevensuitwisseling zo snel en zo goed mogelijk geregeld wordt. In de brief aan de Tweede Kamer van 18 januari 2021° geeft de staatssecretaris aan dat een machtigingsbesluit om dit te regelen, gelijktijdig aan gemeentes wordt gestuurd. Het college zorgt in de komende weken voor de benodigde besluitvorming zodat het actief benaderen van gedupeerden zo snel mogelijk van start kan gaan. De ontwikkelingen gaan op dit moment snel en er volgt op een aantal onderwerpen nog uitwerking door het demissionaire kabinet. We houden u hierbij steeds op de hoogte. Tegelijkertijd roept het college ouders op om zich zelf te melden bij de gemeente en de Belastingdienst. Er is sinds half december 2020 een website? en een centraal 1 https://services.belastingdienst.nl/toeslagen-herstel/hulp-van-de-gemeente/ 2 https://www.rijksoverheid.nl/regering/bewindspersonen/alexandra-van- huffelen/documenten/kamerstukken/2021/01/18/kamerbrief-over-hersteloperatie- kinderopvangtoeslag-t.b.v.-debat-19-januari s https://www.amsterdam.nl/werk-inkomen/pak-je-kans/hulp-geldproblemen/hulp- gedupeerden-toeslagenaffaire/ 2 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteraad emmer zo Hnuar 2021 Schriftelijke vragen, maandag 14 december 2020 telefoonnummer actief, vanwaar ouders warm doorverbonden worden naar vaste contactpersonen van de maatschappelijk dienstverleners. Hier is in samenwerking met de Ombudsman Metropoolregio Amsterdam en BOinK, de belangenverenging van ouders in de kinderopvang, aandacht aan gegeven via lokale media en intermediairs. Het college zet de komende tijd meer kanalen in om Amsterdamse ouders te bereiken. Het college vindt de situatie van alle gezinnen die in de problemen zijn geraakt zeer zorgelijk. Temeer omdat het bij de gedupeerden vaak niet alleen (meer) gaat om een schuld bij de Belastingdienst, maar er meer (betalings)problemen spelen. Voor wie in de problemen is geraakt is compensatie niet altijd voldoende. Het college wil deze gezinnen graag ondersteunen in de mogelijk bredere hulpvraag. c. Hoeveel van hen is er al hulp aan geboden? Wat voor hulp is hen geboden? Antwoord: Aan 28 gedupeerden is hulp geboden door de maatschappelijke dienstverlening. Zij ontvangen hulp op het gebied van schulden en financiële vragen, (passende) huisvesting, psychosociale ondersteuning en/of psychische hulp en ondersteuning voor kinderen.3 gedupeerden hebben aangegeven geen gemeentelijke ondersteuning te willen. 6 gedupeerden ontvangen naast ondersteuning door de maatschappelijke dienstverlening ook hulp van het Doorbraakteam, omdat de situatie daarom vraagt. d. Bij hoeveel is er momenteel al gestart met schuldhulpverlening? Antwoord: Bij 11 gedupeerden. Daarnaast is het goed mogelijk dat meer Amsterdamse gedupeerden gebruik maken van de schuldhulpverlening. Het college heeft hier pas inzicht in op het moment dat de Belastingdienst de gegevens van Amsterdamse gedupeerden kan verstrekken. Toelichting vragenstellers: Een aantal gedupeerden geven aan dat zij als gevolg van de toeslagenaffaire niet meer in aanmerking kwamen voor kwijtschelding van verschillende gemeentelijke heffingen en belastingen. Zo werd in sommige gevallen vermogen (bijvoorbeeld een auto) gezien als onderpand door de Belastingdienst, waardoor deze niet verkocht kon worden. Hierdoor kwamen de gedupeerden niet meer in aanmerking voor kwijtschelding vanwege de vermogenstoets. 2. Is het college bereid om te onderzoeken in hoeverre dat het geval was bij de gedupeerden die toen in Amsterdam woonde (ook voormalige Amsterdammers)? Antwoord: Het college kan op verzoek van gedupeerden nagaan of er eerder een kwijtscheldingsverzoek van gemeentelijke belastingen is afgewezen vanwege een te hoog vermogen en/of inkomen en die afwijzing herzien wanneer blijkt dat deze in relatie staat tot de toeslagenaffaire. 3 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteraad emmer zo Hnuar 2021 Schriftelijke vragen, maandag 14 december 2020 3. Is het college bereid om, indien zij wel in aanmerking kwamen voor de kwijtschelding, het bedrag met terugwerkende kracht uit te keren aan de gedupeerden (over de jaren waarin zij recht hadden op deze kwijtschelding maar deze niet hebben ontvangen door toedoen van de toeslagenaffaire)? Antwoord: Als dit het geval is, herziet het college het kwijtscheldingverzoek op basis van maatwerk. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan het alsnog verlenen van kwijtschelding of het buiten invordering laten van bepaalde belastingen. 4. Sommige gedupeerden geven aan dat zij door de moedeloosheid die deze zaak heeft veroorzaakt alle belangrijke documenten van de gemeente hebben weggegooid. Is het college bereid, indien de gedupeerden dat aangeven, om alle relevante documenten voor hen te verzamelen en ter beschikking te stellen aan hen? Zo nee, waarom niet? Antwoord: Ja, het college is bereid om op verzoek relevante documenten ter beschikking te stellen. Toelichting vragenstellers: Tijdens het gesprek met de gedupeerden kwam naar voren dat de kerstbonus die uitgekeerd is aan de gedupeerden is verrekend met de openstaande schulden. Dat terwijl die schulden vaak voortkwamen uit de affaire of niet konden worden verholpen doordat de gedupeerden niet in aanmerking kwamen voor schuldhulpverlening omdat zij het etiket Opzet Grove Schuld (OGS) van de Belastingdienst hadden gekregen. 5. Weethet college hoeveel gedupeerden de kerstvergoeding hebben ontvangen? Antwoord: Nee, niet precies. De Belastingdienst heeft bekend gemaakt dat ouders die zich voor 1 november 2020 bij hen gemeld hebben voor een herbeoordeling, de kerstvergoeding ontvangen. Dit betekent dat in elk geval 711 Amsterdamse gedupeerden de vergoeding hebben ontvangen. Daarnaast komen twee groepen in aanmerking: - Ouders die op 1 maart 2020 een schuld bij de Belastingdienst hadden, waarvan de terugbetaling in maart 2020 is stopgezet, én die zich nog niet hadden aangemeld voor herstel; - Ouders die onterecht bericht kregen dat de Belastingdienst geen fouten heeft gemaakt in hun onderzoek, én die zich nog niet hadden aangemeld voor herstel. Het is het college niet bekend hoeveel (Amsterdamse) ouders tot deze groepen behoren. 6. Wie is verantwoordelijk voor de uitvoering en hoe verloopt de uitbetaling hiervan? Antwoord: 4 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Afdeling sv Gemeenteraad ummer 4 wen Datum 19 janvarl 2021 Schriftelijke vragen, maandag 14 december 2020 De Belastingdienst voert dit uit en keert de vergoeding vit op de bankrekening van de ouders. 7. Klopt het dat de kerstvergoeding verrekend wordt met andere lopende schulden van de gedupeerden? Antwoord: Nee, dit is niet het vitgangspunt van de Belastingdienst. De kerstvergoeding is tot stand gekomen naar aanleiding van een motie in de Tweede Kamer. De staatssecretaris heeft aangegeven dat zij in gesprek is gegaan met bewindvoerdersorganisaties om het doel en speciale karakter van deze regeling onder de aandacht te brengen.* Daarop hebben brancheverenigingen voor bewindsvoerders en schuldhulpverleners, en het landelijk overlegorgaan voor rechters-commissaris in faillissementen (Recofa), bekend gemaakt aan hun achterban dat deze tegemoetkoming volledig terecht moet komen bij de ouder, en niet bij eventuele schuldeisers®. 8. Is het college bereid om er alles aan te doen zodat de gedupeerden de kerstvergoeding ook daadwerkelijk kunnen uitgeven in plaats van dat het ingehouden wordt om welk reden dan ook? Antwoord: In aanvulling op de acties van de staatssecretaris heeft het college onderzocht wat aanvullend nodig is om te zorgen dat gedupeerden zelf over de kerstvergoeding kunnen beschikken en hierop de volgende acties ondernomen: - het college heeft begin december 2020 gezorgd dat deze kerstvergoeding niet wordt verrekend met lopende uitkeringen, vooruitlopend op bericht in de Staatscourant in december 2020 met een uitbreiding van de reeds opgenomen vrijlating voor het recht op algemene bijstand in de Regeling Participatiewet, IOAW en IOAZ voor deze kerstvergoeding; - het college laat de kerstvergoeding, vanaf het moment van ontvangst, 4 jaar lang buiten beschouwing bij de berekening van het toegestane vermogen om in aanmerking te komen voor kwijtschelding van gemeentelijke belastingen; - het college heeft interne en externe organisaties voor budgetbeheer laten weten dat deze tegemoetkoming volledig terecht moet komen bij de ouder, en niet bij eventuele schuldeisers. Als in individuele gevallen de kerstvergoeding niet bij de ouder zelf terecht is gekomen, door handelen van welke partij dan ook, dan roept het college de ouder op om zich te melden zodat er een oplossing gezocht kan worden. Toelichting vragenstellers: 4 https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2020/11/03/kamerbrief-over-de- hersteloperatie-kinderopvangtoeslag > https://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2020/12/04/vierde- voortgangsrapportage-kinderopvangtoeslag 5 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Afdeling sv Gemeenteraad ummer 4 wen Datum 19 janvarl 2021 Schriftelijke vragen, maandag 14 december 2020 Met de indieners is ook contact opgenomen door voormalige Amsterdammers die het land hebben verlaten vanwege de toeslagenaffaire. g. Iser zicht op het aantal voormalige Amsterdammers dat is benadeeld in deze affaire? Antwoord: Nee. 10. Wordt er getracht contact op te nemen met hen en zo ja hoe? Antwoord: Gemeentes hebben geen inzicht in gedupeerden die voorheen inwoner waren. Wanneer het college signalen ontvangt over voormalige Amsterdammers die gedupeerde ouders zijn, nemen wij telefonisch contact op. 11. Welke hulp wordt aan deze groep geboden? Acht het college het haar rol om ook voormalige Amsterdammers in deze zaak te ondersteunen? Zo nee, waarom niet? Antwoord: Ja. In praktische en juridische zin is de ondersteuning via de gemeentelijke voorzieningen echter niet altijd mogelijk in het buitenland. Wel gaat het college met ex-Amsterdamse ouders in gesprek over hun situatie en samen bekijken we welke ondersteuning passend is. Toelichting vragenstellers: Een aantal gedupeerden geven aan dat zij hun huis noodgedwongen moesten verlaten ten gevolge van de toeslagenaffaire. De indieners zijn van mening dat deze groep buiten hun schuld om hun woning moesten verlaten en dat er daarom recht gedaan moet worden aan hun situatie bijvoorbeeld in de vorm van een vrgentieverklaring speciaal voor gedupeerden van de toeslagenaffaire. 12. Is het college bereid om te onderzoeken hoeveel gedupeerden hun huis moesten verlaten als gevolg van de toeslagenaffaire? Antwoord: In het contact met gedupeerden staat hun verhaal en de brede hulpvraag centraal. Het verliezen van een woning is een belangrijk deel van de hulpvraag. De maatschappelijke dienstverlening en het Doorbraakteam bieden ondersteuning bij problemen met wonen. Het op geaggregeerd niveau onderzoeken van het aantal is ingewikkeld omdat de toeslagenaffaire vaak tot meer problematiek heeft geleid. Het college is van mening dat het bieden van ondersteuning bij de persoonlijke hulpvraag effectiever is dan generiek onderzoek. 13. Is het college bereid om te onderzoeken of een urgentieverklaring (voor een sociale huurwoning) mogelijk is voor gedupeerden van de toeslagenaffaire en zo ja onder welke omstandigheden? 6 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteraad emmer zo Hnuar 2021 Schriftelijke vragen, maandag 14 december 2020 Antwoord: Het college is bereid dit te onderzoeken en wil de slachtoffers graag helpen. Voor een beperkt aantal gedupeerden is het mogelijk gebruik te maken van een hardheidsclausule. Het aantal Amsterdammers dat gebruik kan maken van een vrgentieverklaring is niet ongelimiteerd. Door de groei van de taakstelling voor statushouders, het vastlopen van de ketens in de maatschappelijke opvang en toename van urgenties is er een schrijnend tekort binnen het beschikbare aantal sociale huurwoningen (1800 per jaar, vastgelegd in de Samenwerkings-afspraken). Toelichting vragenstellers: De gedupeerden hebben zelf ook een aantal suggesties gegeven over hoe de gemeente hen beter kan bijstaan. Zo geven sommigen aan dat zij behoefte hebben aan een rentevrije lening waarmee zij de schulden overzichtelijker kunnen maken en sneller kunnen afbetalen. Dit zou sommigen ook kunnen helpen om sneller aan het werk te gaan en hun oude leven op te pakken. Een andere gedupeerde geeft aan dat de kinderen ook (psychisch) hebben geleden onder de affaire en geeft aan dat ook zij hulp nodig hebben. Een ander voorbeeld is het faciliteren van professionele hulp en juridische ondersteuning. 14. Is het college bereid om te onderzoeken welke rol de Kredietbank kan spelen zodat gedupeerden tegen zeer gunstige tarieven een lening kunnen afsluiten waardoor zij hun schulden sneller kunnen afbetalen en daardoor ook eventueel ook sneller aan de slag kunnen? Antwoord: 15. Het Besluit forfaitair bedrag en verruiming compensatieregeling®, met de compensatieregeling van 30.000 euro voor alle ouders, vit te voeren voor 1 mei 2021, zorgt voor een versnelling waarmee de voorgestelde rol voor de Kredietbank voor Amsterdamse ouders niet voor de hand ligt. Het college dringt er, in samenwerking met de VNG, op aan dat ouders een regeling krijgen die ervoor zorgt dat er geen overblijvende schulden bij gedupeerden wordt gelegd. Dit in de erkenning dat de overheid collectief onrechtmatigheden heeft begaan. De ouders moeten echt met een schone lei verder kunnen. In bijlage 2 vindt u de brief die de VNG hierover op 18 januari 2021 heeft gestuurd aan de Tweede Kamer. Een gedupeerde geeft ook aan dat de wachtlijsten te lang zijn bij de Madi (in het eigen stadsdeel) waardoor het lang duurt voordat er schuldhulp wordt aangeboden. Deze gedupeerde vraagt zich af waarom zij niet bij Madi's in andere stadsdelen terecht kan. Wat is de verklaring hiervoor en is het college bereid om te onderzoeken of gedupeerden ook in andere stadsdelen geholpen kunnen worden? Antwoord: Het is het college niet bekend dat er wachtlijsten zijn bij de maatschappelijk dienstverlening in Amsterdam. Er zijn in Amsterdam geen belemmeringen om de schuldhulpverlening te starten. Als een inwoner van Amsterdam het passender vindt om in een ander stadsdeel hulp 6 https://www.rijksoverheid.nl/ministeries/ministerie-van-algemene- zaken/documenten/besluiten/2021/01/15/besluit-forfaitair-bedrag-en-verruiming- compensatieregeling 7 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Afdeling sv Gemeenteraad ummer 4 wen Datum 19 janvarl 2021 Schriftelijke vragen, maandag 14 december 2020 te krijgen dan is dat mogelijk en kan de Amsterdammer een verzoek doen bij een andere maatschappelijk dienstverlener om hulp. 16. Er zijn ook nog gedupeerden die nog geen advocaat hebben en hulp nodig hebben om er één te vinden. Indien de gemeente in contact komt met een gedupeerde in een soortgelijke situatie: is het college bereid hen daarin te faciliteren? Zo nee, waarom niet? Antwoord: Ja, hiertoe is het college bereid. De maatschappelijke dienstverleners kunnen ouders helpen om een advocaat te vinden. In de vierde voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag heeft de staatssecretaris laten weten dat de Belastingdienst een subsidieregeling vitwerkt waarmee ouders die dit wensen gesubsidieerde rechtsbijstand kunnen ontvangen. Dit zal worden ingericht volgens het stelsel van de Wet op de Rechtsbijstand, maar dan zonder een eigen bijdrage of een inkomensplafond. Met zo’n subsidieregeling kunnen ouders gratis en op een laagdrempelige manier in contact komen met een gespecialiseerde advocaat.” 17. Gedupeerden geven aan dat de affaire een grote psychische impact heeft gehad op henzelf maar ook op hun kinderen. Welke maatregelen gaat het college nemen om te zorgen dat de gedupeerde families de (psychische) zorg geboden wordt die ze nodig hebben? Antwoord: Vanuit de gemeente zorgt de contactpersoon voor de Amsterdamse gedupeerde (nu vooral de medewerker van de MaDi) zorgen voor directe toegang tot een jeugd- / of zorginstelling. Zoals bij alle hulpvragen geldt dat als de betrokken contactpersoon samen met ouders inschat dat hulp acuut nodig is, de gezinnen of ouders de gepaste hulp of het benodigde maatwerk direct geleverd krijgen. Toelichting vragenstellers: Er zijn gedupeerden die pleiten voor een casemanager die kan fungeren als (centrale) aanspreekpunt naar alle instanties toe®. Dit geeft ook rust aan de gedupeerden die constant moeten aantonen dat ze daadwerkelijk benadeeld zijn in de toeslagenaffaire. 18. Is het college bereid om een dergelijke casemanager aan te stellen om de ondersteuning aan gedupeerden te verbeteren? Antwoord: Gedupeerde ouders krijgen een vaste hulpverlener vanuit de maatschappelijk dienstverlening of het Doorbraakteam. Zij bieden de ondersteuning die nodig is en kunnen als schakel fungeren tussen gedupeerde, Belastingdienst en andere instanties. Wel zijn de hulpverleners hierin afhankelijk van de informatie die de Belastingdienst met hen mag 7 https:/fwww.rijksoverheid.nl{documenten/{rapporten{/202o/12/oufvierde-voortgangsrapportage- kinderopvangtoeslag 8 https://www.deposthoorn-denhaag.nl{nieuws/algemeen/923130/-ik-ben-mijn-kind-erdoor- kwijtgeraakt- 8 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteraad Nummer SV 4 ‚ Schriftelijke vragen, maandag 14 december 2020 Datum 19 januari 2021 delen, wat hen in deze rol belemmert. Het college dringt er bij de Belastingdienst op aan dat hulpverleners de mogelijkheid krijgen om informatie op te vragen over het compensatietraject van de ouder. Burgemeester en wethouders van Amsterdam Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris 9
Schriftelijke Vraag
9
discard
x% Gemeente Amsterdam % Actualiteit voor de raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Grondzaken, Zuidas en Marineterrein, Energietransitie Jaar 2019 Datum indiening 15 april 2019 Datum behandeling 17 april 2019 Onderwerp Actualiteit van het raadslid Bakker (SP) inzake advies stadsdeel West met betrekking tot longstay-appartementenhotel in de Kinkerbuurt. Aan de commissie Inleiding Op 6 maart is in de commissie ruimtelijke ordening gesproken over het verzet van bewoners tegen de komst van een van een longstay-appartementenhotel in de Jan Pieter Heijestraat, hoek Borgerstraat. In plaats van een hotel zouden de bewoners graag zien dat er ouderenwoningen gebouwd worden. Op 9 april is in de stadsdeelcommissie West het advies Bouwplan JP Heijestraat, bestuurlijke lus aangenomen. De stadsdeelcommissie adviseert het college en de gemeenteraad ‘in te zetten op het nemen van een nieuw besluit”. Men roept de raad en het college op de komst van het appartementenhotel niet door te laten gaan, dan wel om een deel van de plannen te wijzigen, waarbij hotelkamers plaatsmaken voor (ouderen)woningen. Reden bespreking Het is al langere tijd bekend dat er onder bewoners geen draagvlak is voor de komst van een longstay-appartementenhotel. Het aangenomen advies van de stadsdeelcommissie schaart zich ook achter de wens van bewoners om woningen te realiseren in plaats van hotelkamers. In het advies wordt ook gewezen op de juridische mogelijkheden om met betrokken partijen de bestaande plannen te wijzigen, dan wel om de vergunning voor de op handen zijnde plannen in te trekken. De SP-fractie schaart zich achter de wens voor meer (ouderen)woningen in plaats van hotelkamers en gaat graag het gesprek aan met de wethouder over de mogelijkheden dit realiseren. Reden spoedeisendheid De gemeenteraad moet binnen de gestelde vergunning termijnen het advies van het stadsdeel beoordelen. ! https://west.notubiz.nl/document/7506466/1/Advies JP Heijestraat 1 Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R Commissieactualiteit Het lid van de commissie, N.T. Bakker 2
Actualiteit
2
train
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2018 Afdeling 1 Nummer 684 Datum indiening 6 april 2018 Datum akkoord 21 augustus 2018 Publicatiedatum 23 augustus 2018 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Flentge inzake overlast door woningverbouwingen. Aan de gemeenteraad Toelichting door vragensteller: Ongeveer 100 bewoners uit de Van Breestraat in de Museumpleinbuurt voerden onlangs actie tegen de uit de hand lopende bouwdrift in hun straat. De problemen in de Van Breestraat staan niet op zich. De laatste tijd bereiken ons meerdere signalen van misstanden en overlast als gevolg van woninguitbreidingen richting de kelder of juist de zolder. De populariteit van Amsterdam en de hoge woningprijzen lijken veel woningeigenaren ertoe te bewegen hun vastgoed met zoveel mogelijk bewoonbare vierkante meters te willen oprekken. Omwonenden hebben niet alleen te maken met reguliere bouwoverlast zoals herrie en bouwcontainers in de straat, maar ook met schade aan hun huizen. Gezien het vorenstaande heeft het lid Flentge, namens de fractie van SP, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Herkent het college de signalen van overlast als gevolg van woningverbouwingen? Klopt het dat er steeds meer woningen worden uitgebreid? Welke cijfers zijn hierover bekend? Antwoord Het merendeel van alle overlastmeldingen komt binnen via het meldpunt openbare ruimte van Amsterdam (MORA). Op basis van de aantallen geregistreerde MORA-meldingen kan worden gesteld dat er signalen zijn van overlast voor de categorie bouw- en sloopoverlast. Voor de afgelopen jaren zijn voor de betreffende overlastcategorie de volgende aantallen bekend: 553 meldingen in 2015, 977 in 2016, 1.690 in 2017 en al 617 in 2018 (d.d. 18-04- 2018). Het aantal overlastmeldingen neemt de afgelopen jaren toe. Er is tevens sprake van een stijging van het aantal verleende vergunningen en het aantal sloopmeldingen voor 2016 en 2017. Het aantal verleende vergunningen voor bouw bedroeg 5.911 in 2016 en 6.630 in 2017. Het aantal sloopmeldingen bedroeg 2.337 in 2016 en 3.613 in 2017. \ https://www.hartvannederland.nl/nieuws/politiek-van-nl/2018/boze-bewoners- demonstreren-tegen-bouwdrift-van-buren/ 4 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Neng das Gemeenteblad Datum 23 augustus 2018 Schriftelijke vragen, vrijdag 6 april 2018 Uit de beschikbare gegevens is niet herleidbaar welk deel van de verleende vergunningen of sloopmeldingen betrekking heeft op woningverbouwingen. Er is tevens niet herleidbaar in hoeverre de gemelde overlast specifiek betrekking heeft op woningverbouwingen. Er zijn daarnaast geen gegevens bekend voor het aantal geregistreerde klachten of meldingen voor vergunningvrije woningverbouwingen. De toename van overlastmeldingen kan mede veroorzaakt worden door het toenemende aantal woningverbouwingen. Echter, het aantal meldingen is in alle categorieën en in alle stadsdelen fors toegenomen. Deze toename zal onder meer komen doordat melden veel makkelijker is geworden en doordat mensen zich sneller tot de gemeente wenden. 2. Wat zijn precies de eisen en regels waar iemand die zijn huis wil uitbreiden aan moet voldoen”? Antwoord De eisen en regels die gelden voor het ‘uitbreiden van huizen’ zijn te vinden in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), het bestemmingsplan, de Welstandsnota ‘De schoonheid van Amsterdam’, Het Bouwbesluit 2012, het Besluit omgevingsrecht (Bor), de Bouwverordening 2013, de Erfgoedverordening Amsterdam en in het lokaal uitvoeringsbeleid (stadsdeelregelingen en beleidskaders) voor planologische afwijkingen. In bijlage Il van het Bor staat wanneer vergunningvrij kan worden gebouwd. 3. Watis precies de rol van de gemeente, dan wel het stadsdeel rondom woninguitbreidingen? Welke handelingen zijn vergunningplichtig, en wat is het gemeente-, dan wel stadsdeelbeleid rondom het verlenen van vergunningen? Antwoord De rol van de gemeente De rol van de gemeente bij uitbreiding van woningen is om voor te lichten, de ontvangen aanvragen inhoudelijk te beoordelen en aan de regels te toetsen en vervolgens een besluit over de aanvraag voor de uitbreiding te nemen. Indien een omgevingsvergunning is verleend, houdt de gemeente vervolgens toezicht, waarbij wordt gecontroleerd of in overeenstemming met de vergunning wordt gebouwd en zo niet dan dient daarop te worden gehandhaafd. De uitvoering van deze taken wordt — afhankelijk van de bevoegdhedenverdeling — gedaan door de stadsdelen dan wel de Omgevingsdienst Noorzeekanaalgebied (OD NZKG). Indien tijdens het toezicht wordt geconstateerd dat er in strijd met de verleende vergunning of — bij vergunningvrij bouwen — in strijd met de wetten en regels voor bouwactiviteiten is gebouwd, dan heeft de gemeente tevens de taak om hiertegen handhavend op te treden. Gezien de grote bouwopgave in de stad en het grote aantal handhavingstaken zijn meldingen voor de gemeente erg belangrijk om aan deze rol invulling te kunnen geven. 2 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Neng das Gemeenteblad Datum 23 augustus 2018 Schriftelijke vragen, vrijdag 6 april 2018 De gemeente houdt tevens toezicht op het voorkomen van overlast door bouw- en sloopwerkzaamheden (zoals geluid-, trilling-, stofhinder) en het waarborgen van veiligheid in de omgeving tijdens de uitvoering van de werkzaamheden. Op basis van de risico-inschatting die de gemeente doet en afhankelijk van de locatie waarin de bouw plaatsvindt en de omgevingsfactoren, kunnen de aanvragers verplicht worden gesteld om een veiligheidsplan voor te leggen. Om overlast door bouwlawaai zoveel mogelijk te kunnen voorkomen heeft het college in 2017, in aanvulling op de landelijke wetgeving, tevens de Richtlijn Bouwlawaai vastgesteld. Met deze Richtlijn worden de verzoeken van bouwers voor ontheffing van de wettelijke geluidswaarden beoordeeld. De Richtlijn bepaalt dat een ontheffing om buiten de wettelijk toegestane venstertijden (maandag tot en met zaterdag tussen 7.00 en 19.00 uur) werkzaamheden uit te voeren alleen kan worden verleend bij technische dan wel maatschappelijke noodzaak. Welke handelingen zijn vergunningplichtig”? In beginsel is elk bouwen ‘vergunningplichtig, tenzij". De uitzondering op de vergunningplicht wordt gevormd door de hierboven reeds genoemde categorie omgevingsvergunningsvrije bouwwerken. De meeste van de woninguitbreidingen die vergunningvrij mogen plaatsvinden hebben betrekking op het bouwen van een bijbehorend bouwwerk (bijvoorbeeld een bijkeuken, serre, schuur, garage, uitbouw). Het begrip ‘bijbehorend bouwwerk’ is hier een verzamelterm voor de uitbreiding van een hoofdgebouw. Er zijn natuurlijk vele mogelijkheden om een woning uit te breiden of bij te bouwen. Of een bijbehorend bouwwerk vergunningvrij is toegestaan, hangt af van verschillende (combinaties van) factoren die benoemd zijn in het Bor. Als hier niet aan wordt voldaan is de woninguitbreiding vergunningplichtig. Een woninguitbreiding kan ook vergunningplichtig zijn indien het een rijks- of gemeentelijk monument betreft of indien de woning zich in een beschermd stads- of dorpsgezicht bevindt. Wat is het gemeente- dan wel stadsdeelbeleid rondom het verlenen van vergunningen? Het lokale planologische beleid waaraan een aanvraag voor een omgevingsvergunning wordt getoetst is neergelegd in bestemmingsplannen. Per (gewenste) bouwlocatie geeft het ter plaatse vigerende bestemmingsplan aan of dit mogelijk is of niet. Daarnaast bestaat er lokaal uitvoeringsbeleid (stadsdeelregelingen en beleidskaders) voor planologische afwijkingen. Uiteraard wordt ook getoetst aan de stedelijke kaders zoals de Structuurvisie Amsterdam. Tot slot worden bouwplannen getoetst aan de Welstandsnota ‘De schoonheid van Amsterdam’ en de Erfgoedverordening Amsterdam. 4. Waar kunnen bewoners die overlast ervaren van de bouw terecht met hun klachten? Wat wordt er met deze klachten gedaan? Merkt het college iets van een toename in het aantal klachten”? Antwoord Bouwoverlast is allereerst een kwestie tussen buren. Van een opdrachtgever mag worden verwacht dat hij zijn buren informeert en open staat voor klachten en van buren mag worden verwacht dat zij bij overlast eerst de bouwer aanspreken. De 3 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Neng das Gemeenteblad Datum 23 augustus 2018 Schriftelijke vragen, vrijdag 6 april 2018 gemeente kan alleen handhavend optreden als er regels worden overtreden en dat is, ook bij reêle overlast, lang niet altijd het geval. Er zijn diverse mogelijkheden om een klacht of melding in te dienen bij de gemeente. Bewoners kunnen met betrekking tot overlast door woningverbouwingen terecht via het reeds genoemde MORA, per telefoon via 14020 en per telefoon en/of per email van de stadsdelen en de OD NZKG. In sommige gevallen is het ook mogelijk dat klachten en meldingen direct bij een inspecteur binnenkomen en ter plaatse worden opgelost of afgehandeld. Registratie is dan veelal niet van toepassing. Klachten of meldingen worden op inhoud beoordeeld waarbij, indien mogelijk en nodig, een controle van de bouwwerkzaamheden plaatsvindt. Als na controle blijkt dat de klacht of melding betrekking heeft op bouwwerkzaamheden zonder of in afwijking van de omgevingsvergunning zal handhavend worden opgetreden door de betreffende stadsdelen of OD NZKG. Met betrekking tot het aantal geregistreerde klachten kan worden gesteld dat er voor de afgelopen jaren inderdaad sprake is van een toename. Het lijkt aannemelijk dat dit mede een gevolg is van de toename van bouwwerkzaamheden. Zie het antwoord op vraag 1 voor de aantallen klachten/meldingen en verleende bouw- en sloopvergunningen. 5. De SP krijgt ook klachten van bewoners die door allerlei voor de bouw gereserveerde parkeerplaatsen hun eigen auto niet meer in de buurt kwijtkunnen. Welke maatregelen neemt het stadsbestuur om een stapeling van bouwoverlast in een straat te voorkomen? Is er bijvoorbeeld fasering mogelijk in de vergunningverlening zodat omwonenden worden ontzien? Antwoord Als gebruik van de openbare ruimte nodig is voor de uitvoering van (ver)bouwwerkzaamheden, moeten tijdelijke objectvergunningen, verkeerontheffingen op grond van de Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 en/of tijdelijke verkeersmaatregelen worden aangevraagd om daarmee overlast in het verkeer en de openbare ruimte te voorkomen. Bij een aanvraag wordt altijd nagegaan om wat voor werkzaamheden het gaat, welke vergunningen zijn vereist en wat de afmetingen zijn. Daarnaast wordt beoordeeld of de beoogde werkzaamheden veilig kunnen plaatsvinden en in hoeverre deze leiden tot verstoring van het verkeer en/of de openbare ruimte. Indien reeds (omgevings)vergunningen of ontheffingen zijn afgegeven, indien er gebieds- of stadsdeelspecifieke voorwaarden gelden of indien evenementen of WIOR- projecten zijn gepland, wordt gekeken naar de mogelijkheden die passen bij de situatie van de aanvrager, het verkeer en de openbare ruimte. Door het gebruik van tijdelijke objectvergunningen, RVV-verkeersontheffingen en tijdelijke verkeersmaatregelen wordt de (tijdelijke) parkeeroverlast gereguleerd. Het wordt niet uitgesloten dat (parkeer)overlast voortkomend uit (ver)bouwwerkzaamheden ook kan worden veroorzaakt door een toegenomen 4 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Neng das Gemeenteblad Datum 23 augustus 2018 Schriftelijke vragen, vrijdag 6 april 2018 verkeersdruk, door bijvoorbeeld de aanwezigheid van bedrijfsbussen en laden-en- lossen. Maatregelen voor fasering van vergunningverlening zijn niet mogelijk. Er gelden wettelijke termijnen voor het behandelen van een vergunningaanvraag (zie ook het antwoord op vraag 2). 6. Is het college het met de SP eens dat het hoog tijd is dat er een eenduidig beleid is rondom woninguitbreidingen om omwonenden te beschermen tegen al te gretige huiseigenaren die ten koste van andere bewoners in de buurt hun vermogen uitbreiden? Zo ja, welke stappen gaat het college hiertoe ondernemen? Antwoord Het college heeft begrip voor de zorgen van de fractie van de SP als het gaat om de ontwikkelingen op het gebied van woninguitbreidingen. Huiseigenaren hebben binnen de kaders van wetten en regels echter het recht om hun woningen te verbouwen en zijn zelf verantwoordelijk voor het conform wetten en regels uitvoeren van de (bouw)werkzaamheden en het voorkomen van overlast. Het toezien op enerzijds het waarborgen van de veiligheid in de omgeving en anderzijds het voorkomen van overlast tijdens het bouwproces hoort tot de taken van de gemeente. Het bouwtoezicht ziet erop toe dat er conform de regels en richtlijnen wordt gebouwd. Als regels worden overtreden mag van de gemeente gevraagd worden om handhavend op te treden. Hiervoor is reeds eenduidig beleid voorhanden. Zoals hierboven is toegelicht beschikt de gemeente over landelijke wetten en regels maar ook gemeentelijke regels die dan ook terdege worden ingezet om de overlast in de stad te voorkomen en de leefbaarheid, gezondheid en veiligheid in de stad te waarborgen. Daarnaast gelden de bestemmingsplannen als toetsingskaders voor bouwplannen waarbij de bouwmogelijkheden zijn ingeperkt. Er bestaan echter grote verschillen in de bestemmingsplannen van de stad over welke ruimtelijke ontwikkelingen per gebied als passend zijn beoordeeld. Er zijn gebieden waar uitbreidingen van woningen een beslag leggen op de spaarzame beschikbare ruimte, maar ook gebieden waar juist ruimte is om te verdichten. De mogelijkheid om op grond van de landelijke regels vergunningvrij te mogen (ver)bouwen beperkt op zijn buurt de werking van bestemmingsplannen als toetskader. Vanwege de hierboven genoemde zorgen loopt op dit moment onder andere een pilot om in een bestemmingsplan beperkende regels te stellen aan het vergunningsvrij bouwen in binnentuinen. Dit is opgenomen in het ontwerpbestemmingsplan De Pijp dat momenteel in procedure is en naar verwachting na het zomerreces wordt vastgesteld door de gemeenteraad. Wanneer de pilot succesvol is, komt het college met een voorstel om een dergelijke regeling op te nemen voor andere bestemmingsplannen. Tevens relevant in dit kader is de motie van de raadsleden Van Renssen, De Heer, Hammelburg en Flentge die op 16 mei 2018 is aangenomen. Op basis van deze motie wordt uitvoering gegeven aan nader onderzoek naar de gevolgen van 5 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Ndeing das Gemeenteblad ummer - …. ne : Datum 23 augustus 2018 Schriftelijke vragen, vrijdag 6 april 2018 onderkeldering in de stad ten einde een afwegingskader op te stellen voor de behandeling van aanvragen voor omgevingsvergunningen voor onderkeldering van tuinen en daarbij tevens te kijken naar de samenhang met het aantal uitbouwen aan de gevels. 7. Als er als gevolg van een verbouwing in de omgeving aantoonbare schade ontstaat in of aan een huis, waar kunnen gedupeerden terecht om de schade te verhalen”? Antwoord Schade die ontstaat naar aanleiding van bouwwerkzaamheden is doorgaans een privaatrechtelijke kwestie. De kosten verbonden aan het herstellen van eventuele schade door of als gevolg van de uitvoering van werkzaamheden aan eigendommen van derden — inclusief die van de gemeente - moeten in principe door de vergunninghouder dan wel de (hoofd)aannemer worden vergoed. Als er tijdens de verbouwing (ernstige) schade ontstaat of kan ontstaan, dan kan de gemeente de bouw (tijdelijk) stil leggen. Burgemeester en wethouders van Amsterdam Femke Halsema, burgemeester Femke Halsema, burgemeesterWil Rutten, waarnemend secretaris 6
Schriftelijke Vraag
6
discard
Voorbereidend AB Agenda Datum 08-11-2016 Aanvang 20:30 Algemeen 1. Opening Starttijd 20:30 2. Mededelingen 3. Vaststellen van de agenda Inhoudelijk gedeelte 4. Alcoholverbod Oosterpark Starttijd 20:35 Eindtijd 21:15 Doel bespreking: advies aan voorzitter 8/11: zie ook ingekomen stuk 4. 31/10: brief van voorzitter en evaluatie toegevoegd. 5. Advies vrijgave ontwerp bestemmingsplan Cruquius deelgebied 2 Starttijd 21:15 Eindtijd 21:30 Doel bespreking: voorbereiding op besluitvorming. 8/11: beantwoording technische vragen toegevoegd als vertrouwelijk stuk Algemeen 6. Vragenronde 7. Kijk op de Wijk Starttijd 21:30 Eindtijd 21:40 8. Sluiting Starttijd 21:40 Eindtijd 21:40 Parallelle sessie 1. Projecten portefeuillehouder Reuten Starttijd 20:35 Eindtijd 21:20 Zie ook ingekomen stuk 2. Locatie: kantine, Stadsloket Oost Vastgesteld verslag
Agenda
2
discard
Ups en downs tijdelijk huisverbod binnen de G4 Katinka Lúünnemann Mathilde Compagner Lisanne Drost Bas Tierolf Verwey- Jonker” Ups en downs tijdelijk huisverbod binnen de G4 VERKLARINGEN VOOR DALING AANTAL TIJDELIJK HUISVERBODEN IN DE G4 EN INZICHTEN VOOR DE TOEKOMST Auteurs: Katinka Lünnemann Mathilde Compagner Lisanne Drost Bas Tierolf Utrecht, januari 2020 Samenvatting 3 4 Voorwaarden voor optimale inzet tijdelijk huisverbod 22 4.1 Doel tijdelijk huisverbod: bescherming en hulp bieden 22 1 Inleiding 5 4.2 Tijdelijk huisverbod is specialisme: herkennen van huisverbodwaardige situaties 26 Ll Achtergrond onderzoek 5 . . 4.3 Samenwerken en informatie delen 29 1.2 Acht d twikkeli 6 CMETGrOR En ON WIEKENGEN 4.4 Aansluiting huisverbod met strafrechtelijke aanpak 33 1.3 Methodologische verantwoording 7 . 4.5 Conclusie 35 1.4 Opzet van het rapport 8 5 Conclusie: Terugblikken en vooruit kijken 36 2 _Getalsmatige ontwikkelingen huisverbod 9 5.1 Achtergrond van het onderzoek 36 2.1 Acht d cijf CMeTGrOn Ger ’ 5.2 Terugblik: trends in het huisverbod 37 2.2 Algemene trend aantal huisverboden 10 . 5.3 Inzetten op kennis vergroten 38 2.3 Tijdelijk huisverboden t icht litiemeldi huiselijk ld 11 Jee MEVEDOCEN TE OPZETTE vân PO TIEMENGEN MBE SEE 5.4 Van strafrechtelijk naar bestuursrechtelijk perspectief 39 2.4 Tijdelijk huisverboden ten opzichte van RiHG's 12 . 5.5 Meer aandacht doet groeien 39 2.5 Kenmerken ingezette huisverboden 13 2.6 Conclusie 15 Literatuur 41 3 Afname aantal tijdelijk huisverboden tegen het licht 16 Bijlage {: Verantwoording methoden van onderzoek 42 3.1 Daling door landelijke veranderingen bij politie en sociale domein 16 _ _ En . Bijlage 2: Werkwijze tijdelijk huisverbod naar gemeente 46 3.2 Andere factoren die afname of stijging kunnen verklaren 18 3.3 Conclusie 21 2 Samenvatting Het tijdelijk huisverbodis een bestuurlijk instrument dat sinds 2009 in Nederland gelijk op met Den Haag, maar legt Den Haag relatief meer huisverboden op ten ingezet kan worden in geval van huiselijk geweld. Dit bestuursrechtelijke huis- opzichte van het aantal meldingen huiselijk geweld bij de politie. Utrecht legt verbod (Wet tijdelijk huisverbod) maakt het mogelijk voor de burgemeester absoluut en relatief het minste huisverboden op. Amsterdam zit tussen de koplo- om bij een (vermoeden van) ‘een ernstig en onmiddellijk gevaar’ in het gezin pers en Utrecht in. De daling in de G4 is niet te verklaren uit een afname van het een huisverbod (waaronder een contactverbod) op te leggen. Dit geldt voor tien aantal meldingen van huiselijk geweld bij de politie. We hebben in het onder- dagen, en kan worden verlengd tot 28 dagen. Het doel is directe bescherming zoek vijftig gesprekken gevoerd met deskundigen, zoals beleidsmedewerkers van van de gezinsleden door het uit huis plaatsen van de volwassene die het gevaar de gemeenten, mensen werkzaam bij politie, Veilig Thuis, crisisteams, en allen veroorzaakt, en het bieden van hulp gericht op duurzame veiligheid. De eerste betrokken bij het opleggen of uitvoeren van het tijdelijk huisverbod. Daaruit jaren na de invoering van het huisverbod was er een stijgende tendens, maar kwamen twee belangrijke verklaringen naar voren, namelijk de reorganisatie bij rond 2013 zette een daling in, ook in de vier grote gemeenten Amsterdam, Den de politie in 2013 en de transitie in het sociale domein waarbij Veilig ‘Thuis tot Haag, Rotterdam en Utrecht (G4). Dit was voor de G4 aanleiding om het Verwey- stand kwam (alssamenvoeging van het Algemeen Meldpunt Kindermishandeling Jonker Instituut opdracht te geven om onderzoek te doen naar de oorzaken van en het Advies- en Steunpunt Huiselijk Geweld). Hierdoor verdwenen specifieke de terugloop van het aantal huisverboden. functies of afdelingen, of personen met veel kennis van huiselijk geweld waar- door kennis verloren ging. Tegelijkertijd ontstonden nieuwe samenwerkings- We onderzochten wat de verklaringen voor deze terugloop konden zijn, en wijzen met nieuwe mensen. De recente stijging van het aantal huisverboden in daarnaast onderzochten we wat de belangrijkste voorwaarden zijn om het huis- 2017 kan samenhangen met het feit dat de reorganisatie onrust binnen de politie verbod optimaal in te kunnen zetten. We richtten ons op de fase van het opleggen is verdwenen, kinderziekten in de werkwijze van Veilig Thuis ten aanzien van van het tijdelijk huisverbod, niet op de fase van verlenging en uitvoering van de hun (nieuwe) rol in de huisverbodprocedure zijn verholpen en er (weer) meer hulpverlening. aandacht is gekomen voor de aanpak huiselijk geweld en het huisverbod. Een Na een stijgende lijn van het aantal tijdelijke huisverboden in de G4 vanaf 2009, initiatiefrijke burgemeester en een kennisknooppunt kunnen ook een aanja- trad rond 2013 een daling op, gevolgd door een recente stijging. Rotterdam is de gende functie hebben. eerste jaren absoluut en relatief koploper. Na de dalende tendens loopt Rotterdam 3 De belangrijkste knelpunten rondom het daadwerkelijk opleggen van het tijde- denteel in de woning verblijven. Hierdoor is het huisverbod in geval van ex-rela- lijk huisverbod zijn: Onvoldoende inzicht bij de politie en onder hulpverleners ties en stalking niet (makkelijk) op te leggen. over het doel en mogelijkheden van het tijdelijk huisverbod, onvoldoende inzicht over wanneer aan de criteria wordt voldaan om een huisverbod op te kunnen De belangrijkste voorwaarde voor het vaker en succesvol inzetten van het huis- leggen en het ontbreken van een gezamenlijke visie op het huisverbod, zowel bij verbod is dat de basispolitie en de hulpverlening beter op hun netvlies hebben de politie als bij de hulpverlening en andere betrokken ketenpartners. wat de mogelijkheden van het huisverbod zijn. Daarmee hangt samen dat er een gezamenlijke visie nodig is op het huisverbod in de brede aanpak van huiselijk Momenteel wordt het tijdelijk huisverbod voornamelijk opgelegd na een crisis- geweld, en op hoe het huisverbod ingezet kan worden in situaties waarbij geen melding bij de politie. De politie hanteert daarin naast de juridische gronden crisismelding bij de politie is gedaan. Om het huisverbod optimaal te kunnen voor het kunnen opleggen van een tijdelijk huisverbod, ook vaak een gevaar- inzetten, is afstemming nodig tussen bestuursrechtelijke inzet van het huis- criterium dat strafrechtelijk is ingekleurd, dat wil zeggen dat sprake moet zijn verbod, de strafrechtelijke aanpak en hulpverlening. Door meer aandacht mag van (een vermoeden van) een strafbaar feit. Dit is echter geen vereiste vanuit verwacht worden dat dit bijdraagt aan het op het netvlies krijgen en houden van de Wet tijdelijk huisverbod. Daarnaast ontbreekt onder de hulpverlening een de mogelijkheden van de inzet van het tijdelijk huisverbod. visie op de inzet van het huisverbod in situaties waarbij er geen crisismelding bij politie is gedaan. Hoewel in de G4 verschillende routes zijn ontwikkeld om het huisverbod op te leggen in die situaties, worden deze mogelijkheden nog nauwe- lijks benut. Veel professionals zijn niet op de hoogte van de verzoekmogelijk- heden en de hiervoor opgerichte weegteams van ketenpartners in Amsterdam en Rotterdam. Professionals hebben meer ondersteuning nodig bij hun onderbou- wing van een verzoek tot een huisverbod. Andere knelpunten zijn capaciteits- problemen, wachtlijsten bij hulpverleningsinstellingen, en onvoldoende mede- werking van ketenpartners om informatie te delen. Daarnaast komt naar voren dat de complexiteit van de problematiek lijkt toe te nemen en er doelgroepen zijn (bijvoorbeeld mensen met psychiatrische problematiek en dementerenden) waarbij het de vraag is of het opleggen van een huisverbod zin heeft. Ook kan het tijdelijk huisverbod niet toegepast worden voor volwassenen die anders dan inci- 4 11 _ Achtergrond onderzoek criteria ter beoordeling van de bevoegdheid van de burgemeester mogen vol getoetst worden door de rechter. De tweede fase, of die bevoegdheid in redelijk- Nederland kent, in navolging van Oostenrijk en Duisland, sinds 2009 de moge- a . heid is aangewend, mag slechts marginaal worden getoetst. lijkheid van een huisverbod! Dit bestuursrechtelijke huisverbod (Wet Tijdelijk Huisverbod) maakt het mogelijk om bij een (vermoeden van) ‘een ernstig en In de Wet tijdelijk huisverbod zijn drie formele criteria vastgelegd, namelijk: onmiddellijk gevaar’ in de zin van huiselijk geweld en/of kindermishandeling i) het tijdelijk huisverbod kan alleen opgelegd worden aan een meerderjarige een huisverbod (waaronder tevens een contactverbod) op te leggen. Dit geldt persoon; ii) er moet sprake zijn van ‘anders dan incidenteel verblijf’ van deze voor tien dagen, met mogelijkheid van verlenging met 18 dagen. persoon (beoogd uithuisgeplaatste) in de woning waar de betrokkenen (beoogde achterblijvers) wonen en het verbod voor geldt; en iii) er moet sprake zijn van De bevoegdheid om een huisverbod op te leggen ligt bij de burgemeester, die dit . . „ ‚ 2 2 deliik hui (een vermoeden van) ernstig en onmiddellijk gevaar of dreiging ervan. Dit laatste kan mandateren aan de hulpofficier van justitie (politie). Het tijdelijk huisverbod op grond van feiten en omstandigheden uit het heden en verdere verleden. De is een veiligheidsmaatregel waarbij het gaat om de aannemelijkheid van een : . enten : EK _ heid signalen die daarbij limitatief getoetst moeten worden staan opgenomen in (de gevaar. Ditis anders dan in het strafrecht waar het gaat om de bewij sbaar el van bijlage van) het Besluit tijdelijk huisverbod. Dit is een Algemene Maatregel van cen strafbaar feit, Het doel nne ee is het wad van ee veilig. Bestuur (AMvB) die rechtstreeks voortvloeit uitde wet. De criteria van het Besluit heid, rust mt) den van crisis en het doorbre en vande EEE spiraal, Daarnaast tijdelijk huisverbod zijn verwerkt in het Risico-taxatie instrument Huiselijk heeft het huisverbod tot doel om ook op de langere termijn randvoorwaarden te Geweld (RiHG) (De Vaan & Smit, 2015). creëren voor veiligheid. Om die reden rust er een inspanningsverplichting op de burgemeester aan alle betrokkenen hulp te bieden als hij of zij gebruik maakt van Het aantal opgelegde huisverboden neemt landelijk gezien gestaag toe van ruim deze bevoegdheid. Deze hulp is een aanbod en is vrijwillig. Een huisverbod is een 2000 in 2009 naar 3500 in 2012 en 2013. In 2014 was het aantal huisverboden discretionaire bevoegdheid van de burgemeester. Dit betekent dat als de burge- enigszins gedaald (met ongeveer 200). (Kuppens e.a, 2015) Deze daling is aanlei- meester op grond van enkele formele criteria zijn bevoegdheid kan aanwenden ding voor de opdracht om onderzoek te doen naar de achtergrond van de afname tot het opleggen van een huisverbod, vervolgens moet worden beoordeeld of deze van het aantal huisverboden. Dit onderzoek richt zich enerzijds op de vraag wat bevoegdheid ook in redelijkheid kan worden aangewend. Het gaat daarbij om de mogelijke oorzaken zijn van de afname van het aantal huisverboden, en ander- proportionaliteit, subsidiariteit en uiteraard de belangenafweging. De formele zijds op de vraag welke voorwaarden aanwezig moeten zijn om het huisverbod vaker in te zetten (er van uitgaande dat het huisverbod een bijdrage levert aan het 1 __Dewettijdelijk huisverbod is mede gebaseerd op soortgelijke wetgeving in Oostenrijk en Duitsland. tijdelijk en duurzaam opheffen van het gevaar). Het is van oorsprong bedoeld voor partnergeweld (Lünnemann, Tak & Piechocki, 2002). 5 1.2 Achtergrond en ontwikkelingen rechtelijk optreden als bestuurlijk denken bij elkaar komen. Dit geeft een speci- fieke dynamiek. De politie geeft aan dat het opleggen van een tijdelijk huisverbod De eerste jaren na de invoering van het huisverbod wordt dit instrument vooral ‚ n … ‚ een grote tijdsinvestering van de politie vraagt. Dit is voornamelijk vanwege het bejubeld omdat een systeemgerichte aanpak van de grond kwam. Verschillende . , . . . k (politie, justiti en) r En RiHG waarin zo'n tachtig signalen zitten, die de politie moet hanteren bij het etenpartners (politie, justitie en zorgpartijen) werken samen om de hulp o " 5 P ) (int D ne n d d illend Pop beoordelen van het gevaar. Dit bleek onder meer uit de pilotfase voorafgaand BANS Te DEENEEN Vlâ EEN UITEELAA MPAANDOE dàn CE VELSEN ENCE PETSONEN aan de inwerkingtreding van de wet (zie Römkens & Poppel, 2007). Uit verschil- in het gezin (vader, moeder, kinderen). Het wordt beschouwd als een doorbraak … lende onderzoeken (De Vaan, Homburg, Schreijenberg, 2013; Kuppens ea, in de samenwerking (Lünnemann, Goderie & Tierolf, 2010; Tierolf, Lünnemann . . . . … & Stek 2014 2015) komen knelpunten in de uitvoering naar voren, die er aan bijdragen dat teketee, . . a: … ) het huisverbod minder vaak wordt opgelegd dan mogelijk is. De belangrijkste Het huisverbod wordt vooral ingezet bij partnergeweld en ex-partnerge- knelpunten die uit voorgaand onderzoek naar voren komen zijn gebrek aan capa- weld (73%). In 70 procent van de huisverboden zijn er kinderen in het gezin. citeit en expertise en organisatorische knelpunten. D ti derjarige kind di aarnaast is er een groep van meerderjarige kinderen die een gevaar vormen Daarnaast is er terughoudendheid voor het inzetten van het huisverbod zonder voor hun ouder(s) (12%). Het huisverbod blijkt effectief, zeker als geen sprake is en . es a: strafrechtelijk feit (het zogenaamde ‘preventief’ inzetten van het tijdelijk huis- van een complexe, ernstige problematiek (De Vaan, Timmermans & Homburg, en ‚ ‚ ‚ verbod). Het tijdelijk huisverbod wordt vooral ingezet als er een crisismelding 2013; Van Eijkern, 2011). Het huisverbod wordt zelden ingezet bij kindermis- a . . On 2 ‚ is bij de politie, waarna de noodhulp erop af gaat en een inschatting maakt of er handeling omdat er doorgaans geen crisismelding bij de politie plaatsvindt en de . a . . ‚ sprake is van een ‘huisverbodwaardige situatie. Deze wordt vooral vanuit een gangbare route voor het starten van een tijdelijk huisverbod via een crisismelding … . . . … strafrechtelijk perspectief beschouwd. In situaties van ernstig onmiddellijk gevaar bij de politie is. Een brief van de overheid aan de centrumgemeenten in 2011 ‚ n die niet via een crisismelding bij de politie bekend worden, maar wel bekend om vaker het huisverbod in te zetten in geval van kindermishandeling heeft er a. ‚ , , , , zijn bij Veilig Thuis of de Raad voor de Kinderbescherming, of andere instanties, niet toe geleid dat het tijdelijk huisverbod vaker wordt ingezet bij kindermis- … en . . wordt nauwelijks een tijdelijk huisverbod ingezet om het gevaar af te wenden. handeling (Lünnemann & Van Arum, 2017; GGD Rotterdam-Rijnmond, 2013). . Rn Dn . ee, n Wek ni ‘ nn In dit soort situaties kan Veilig ‘Thuis de politie informeren en met de politie © Omen METOP TETUS 1 OOTESHIK CHE ER VIEL afstemmen over de inzet van een tijdelijk huisverbod conform het VNG-model Naast de positieve waardering van het instrument zijn er van begin af aan ook Handelingsprotocol Veilig Thuis. Ook kan een aanvullende route worden vast- tegenwerpingen. De invoering van het tijdelijk huisverbod als een bestuursrech- gesteld, bijvoorbeeld het instellen van een weegteam zoals in Rotterdam en telijke maatregel met de politie als belangrijke speler geeft aan dat zowel straf- Amsterdam. Deze route wordt ‘geplande screening’ genoemd (De Vaan & Smit, 2015; GGD Rotterdam, 2013). 6 Een ander knelpunt betreft het criterium ‘anders dan incidenteel verblijf. Het Vraagstelling tijdelijk huisverbod is gekoppeld aan een specifieke woning, terwijl het tegelij- e Wat zijn verklaringen voor de terugloop van het aantal huisverboden kertijd ook een contactverbod omvat. Het contactverbod is echter gekoppeld aan vanaf 2014? het huisverbod. Dit betekent dat het lastig is een huisverbod op te leggen in geval e _Watzijn voorwaarden voor een optimale inzet van het huisverbod om een het gevaar veroorzaakt wordt door een ex-partner als die het huis heeft verlaten tijdelijk en duurzaam opheffen van het gevaar te bereiken? en niet of slechts incidenteel in het huis verblijft.” De politie wordt ongeveer even De onderzoeksvragen kunnen worden onderverdeeld in een kwantitatief deel vaak geconfronteerd met geweld door ex-partners als met geweld door de partner en een kwalitatief deel. De belangrijkste kwantitatieve vraag is: hoe ontwikkelt (Kuppens e.a. 2015). Een verandering in de problematiek die bij de politie komt, het tijdelijk huisverbod zich in de G4? Hierbij wordt onderscheid gemaakt naar zou van invloed kunnen zijn op de toe — of afname van het huisverbod. Als er inwonertal en een aantal verschillende aspecten van het tijdelijk huisverbod. Het bijvoorbeeld een toename van ex-partnergeweld wordt gemeld bij de politie en kwalitatieve deel betreft vragen omtrent de verschillende werkwijzen in de desbe- minder partnergeweld, zou dit mogelijk van invloed zijn op de afname van het treffende gemeenten en of de verschillen samenhangen met het vaker of minder huisverbod. vaak opleggen van een huisverbod. (Zie voor de precieze vraagstelling Bijlage 1.) 1.3 Methodologische verantwoording Methode van onderzoek Het onderzoek bestond uit drie deelonderzoeken en is afgesloten met een Het doel van het onderzoek is zicht krijgen op de verklaringen van de afname werkconferentie. van het aantal tijdelijke huisverboden over de jaren 2013 tot heden in de vier grote steden van Nederland (G4), namelijk Amsterdam, Den Haag, Rotterdam Deelonderzoek 1 bestond uit een literatuurscan en een deskresearch van de rele- en Utrecht. Dit inzicht kan vervolgens helpen om naar de toekomst te kijken. Het vante beleidsstukken van de G4 omtrent de organisatie van de uitvoering van onderzoek concentreert zich op de fase van het opleggen van het huisverbod, niet het huisverbod, aangevuld met enige gesprekken met sleutelfiguren. De litera- op de fase van verlenging en uitvoering van de hulpverlening. tuurscan van (Nederlandse) onderzoeken naar de uitvoering van het huisverbod richtte zich op de vraag welke knelpunten aanwezig zijn in de uitvoering van het huisverbod en welke aspecten van invloed zijn op het wel of niet opleggen van een huisverbod. Daarnaast is deskresearch verricht ten aanzien van de relevante 2 Deze constructie heeft tot gevolg dat het huisverbod en contactverbod niet gekoppeld is aan een beleidsstukken binnen de G4 om zicht te krijgen op de verschillende werkwijzen persoon, maar aan een specifieke woning. Dit kan in strijd zijn met het Verdrag van Istanbul dat voor rond de uitvoering van het huisverbod in de G4. De gesprekken met sleutelfi- Nederland in 2016 in werking is getreden (Kuppens e.a. 2015). 7 guren hadden tot doel de papieren werkelijkheid beter te doorgronden en in 14 Opzet van het rapport verbinding te brengen met de uitvoering van het beleid. ‚ Deze rapportage betreft een onderzoek in de gemeenten Amsterdam, Den Haag, Deelonderzoek 2 is het kwantitatieve onderzoek naar de cijfermatige ontwik- Rotterdam en Utrecht naar de redenen voor de daling van het aantal huisver- kelingen, aan de hand van de registratie van het huisverbod (in het systeem boden rond 2013 en de voorwaarden voor een adequate inzet van het tijdelijk Khonraad) en de politieregistratie van huiselijk geweld over de jaren 2013 tot huisverbod in de toekomst. 2018 (en zo mogelijk vanaf 2009). Ter afsluiting van fase 1 en 2 zijn de voorlopige ‚ ‚ ‚ an Het onderzoek is geen systematische vergelijking tussen de vier gemeenten. resultaten voorgelegd aan de begeleidingscommissie, aangevuld met deskun- _ ‚ Oe ‚ . . . Hoewel we de cijfermatige ontwikkelingen wel voor de vier gemeenten afzonder- digen uit de vier steden. _ en ‚ lijk weergeven, levert het kwalitatieve deel, bestaande uiteen deskresearch en per Vervolgens is gestart met het verdiepend onderzoek (deelonderzoek 3). Via gemeente (ruim) twaalf interviews met verschillende beroepsgroepen, te weinig interviews met professionals (n=50) werkzaam bij politie, Veilig ‘Thuis, instel- feitelijke en gedetailleerde kennis op om systematisch een goede vergelijking lingen betrokken bij de uitvoering van het tijdelijk huisverbod en gemeentelijke tussen de vier gemeenten te maken. De relevante verschillen worden wel naar afdelingen, is ingegaan op de uitvoering van het tijdelijk huisverbod, verkla- voren gebracht. Daarnaast kunnen we op grond van vijftig interviews algemene ringen voor wel of niet opleggen van het huisverbod en voorwaarden om tot een tendensen, verklaringen en wensen voor de toekomst aangeven. oplegging van een tijdelijk huisverbod te komen. De opbouw van het rapport is als volgt. In hoofdstuk één leiden we het onder- Het onderzoek is afgesloten met een werkconferentie. Deze had tot doel het bij zoek in met een korte schets van de achtergrond en de ontwikkelingen van het elkaar brengen van de verschillende ketenpartners betrokken bij het opleggen en huisverbod. Ook lichten we hier het doel, de onderzoeksvragen en onderzoeks- verlengen van het tijdelijk huisverbod in de vier steden, om met elkaar te discus- methode toe. Hoofdstuk twee geeft een cijfermatig overzicht van de inzet van het siëren over de voorwaarden voor een optimale inzet van het huisverbod en om tijdelijk huisverbod, waarbij we een vergelijking maken tussen de vier gemeenten. van elkaar te leren. (Zie voor een meer uitgebreide verantwoording Bijlage 1.) In hoofdstuk drie gaan we in op verklaringen die worden gegeven voor de daling van het aantal huisverboden. In hoofdstuk vier kijken we naar de toekomst: wat zijn voorwaarden voor een optimale inzet van het tijdelijk huisverbod? Tot slot komen we in hoofdstuk vijf tot een conclusie. 8 P, Getalsmatige ontwikkelingen huisverbod Hoe heeft het tijdelijk huisverbod zich in de G4 ontwikkeld, is de hoofdvraag van ‘huiselijk geweld’ wordt op twee manieren toegekend aan incidenten. Enerzijds is dit hoofdstuk. We beschrijven cijfermatige trends wat betreft huisverboden vanaf het tijdens de registratie van een mutatie in het registratiesysteem van de politie 2013 en zo mogelijk vanaf de start van het huisverbod in 2009 tot en met 2018. voor een politieagent altijd mogelijk om de code ‘huiselijk geweld’ toe te voegen Er wordt ingegaan op het aantal huisverboden in absolute en in relatieve zin; het aan een incident. Anderzijds wordt dagelijks een query gedraaid op basis van een aantal huisverboden ten opzichte van het aantal inwoners, het aantal meldingen aantal voorgeprogrammeerde kenmerken van een incident. De incidenten die huiselijk geweld en het aantal in Khonraad geregistreerde RiHG's. Ook gaan we eruit komen worden gescreend of het werkelijk huiselijk geweld betreft. kort in op een aantal kenmerken van de ingezette huisverboden, namelijk aanwe- n Oe zigheid van kinderen, samenloop met strafrecht en verlengingen. Er ontbreken ves Thuis is in alle regio's de organisatie die verder aan de slag gaat met de O0 . huiselijk Id, h betas okttt nnie de landelijke cijfers dus we kunnen de ontwikkelingen in de G4 niet afzetten tegen meldingen huiselijk geweld, naast het politie/justitietraject in geval van misdrijven/ al: 3 overtredingen. Sinds 2018 is de werkwijze waarop de meldingen naar Veilig ‘Thuis landelijke ontwikkelingen. gaanlandelijk hetzelfde; er moeten bepaalde gegevens altijd in de melding aan Veilig n ‘Thuis staan, zodat zij voldoende informatie hebben voor de veiligheidsscreening. 21 Achtergrond cijfers 8 8 Alvorens we op de cijfers ingaan is het noodzakelijk eerst een aantal termen nader Khonraad is een online systeem voor de bestuurlijke afdoening van de Wet tijde- uit te leggen zodat duidelijk is hoe de cijfers tot stand zijn gekomen. Als eerste lijk huisverbod. In Khonraad worden deze zaken centraal vastgelegd en beheerd, wordt gesproken over ‘meldingen huiselijk geweld’. Hiermee wordt bedoeld dat via een beveiligde verbinding kunnen de bij het dossier betrokken professionals door de politie de code ‘huiselijk geweld’ wordt toegekend aan incidenten die hun gegevens verwerken en het dossier inzien (zie noot 3). Voor deze analyse bij de politie staan geregistreerd en die voldoen aan de definitie van huiselijk is een uitdraai gemaakt van een aantal gegevens uit Khonraad ten aanzien van geweld. Een incident is alles waarmee de politie in aanraking kan komen, van de huisverboden in de G4 in de periode 2009-2018, deze gegevens zijn vervolgens misdrijven en overtredingen, tot telefonische meldingen van burgers.“ De code geanalyseerd. 3 _Khonraad Huisverbod online wordt in veel delen van het land gebruikt, maar niet overal. Elke Er zijn geen cijfers bekend over het type melding dat leidt tot een huisverbod, gemeente is zelf verantwoordelijk voor de daar ingevoerde gegevens en de verwerking ervan. Dit dat wil zeggen het opstarten van de huisverbodprocedure na crisismelding bij de zorgt ervoor dat het lastig is om landelijk cijfers over de inzet van het huisverbod te verkrijgen. Tot En a. . 2014 bestond het landelijk programma huiselijk geweld en de politietaak. Voorheen genereerde dit politie, of naar aanleiding van een verzoek van een professional (geplande scree- bureau regelmatig, in elk geval jaarlijks, landelijke cijfers over de inzet van het tijdelijk huisverbod. ning). Eveneens ontbreken cijfers over het type mishandeling waarvoor een huis- 4 Van elk incident wordt een mutatie gemaakt in het registratiesysteem van de politie, met een …e : wed: : uniek mutatienummer. In een mutatie wordt alles bewaard wat bij het betreffende incident hoort, verbod wordt opgelegd (bijv. aantal huisverboden opgelegd bij kindermishande- beschrijvingen van het incident, aangiftes, verhoren van verdachten, getuigen en betrokkenen, ling partnergeweld of ex-partnergeweld. geweld meerderjarig kind naar ouder) proces verbaal, enzovoorts. á ’ ' 9 Tot slot ontbreken cijfers over herhaling van geweld, hermelding bij de politie en boden is in Rotterdam in 2016 (met 261 huisverboden). De andere drie steden ook het vaker opleggen van huisverboden. Dit vereist een apart onderzoek. hebben hun dieptepunt in 2017: Den Haag met 271, Amsterdam met 201, en Utrecht met 44 huisverboden. 22 Algemene trend aantal huisverboden Na de daling volgt er weer een stijging: alle vier de steden leggen in 2018 meer De jaren na de invoering van het huisverbod, zien we in alle vier de gemeenten huisverboden op dan het jaar ervoor, behalve Rotterdam waar het dieptepunt een zoals verwacht kan worden een toename van het aantal huisverboden, zowel jaar eerder lag en waar in 2018 het aantal vrijwel gelijk blijft ten opzichte van 2017. absoluut als relatief ten opzichte van het aantal inwoners (zie Figuur 1 en 2). In 2018 liggen Den Haag en Rotterdam aan kop (rond 300 huisverboden) en Figuur 1. Totaal huisverboden 2009 - 2018 Amsterdam iets eronder (rond 230 huisverboden). Utrecht legt absoluuten relatief (ten opzichte van het aantal meldingen huiselijk geweld bij de politie en het aantal 150 inwoners) de minste huisverboden op en schommelt rond de 50 huisverboden. 400 20 Figuur 2. Huisverboden naar inwoners 2009-2018 300 250 0,08% 200 0,07% 150 100 0,06% 50 nne 0,05% 0 0,04% 2009 _ 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 0,03% —g=Den Haag m@—Utrecht emGRotterdam mmm Amsterdam 002% 0,01% Rotterdam ligt vanaf het begin duidelijk aan kop (ook landelijk) met het opleggen 000% van ruim drie honderd huisverboden in 2009, wat stijgt tot ruim 400 in 2012. Na 2009 _ 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 deze beginjaren zet een (lichte) daling in, voor Amsterdam in 2012, Rotterdam —s-—Den Haag =@—Utrecht ==@kotterdam Pm Amsterdam in 2013, Utrecht 2014 en Den Haag in 2015. Het dieptepunt qua aantal huisver- 10 2.3 Tijdelijk huisverboden ten opzichte van Het aantal meldingen afgezet tegen het inwoneraantal levert een soortgelijk beeld politiemeldingen huiselijk geweld op, waarbij wel opvalt dat in Rotterdam relatief meer meldingen huiselijk geweld heeft (zie figuur 4). Bijna altijd is de crisismelding bij de politie het startpunt voor een huisverbod- procedure. De vraag is daarom of het aantal incidenten dat wordt gemeld bij Figuur 4. Meldingen huiselijk geweld bij de politie naar inwoners de politie in de loop der jaren is afgenomen. Dit is weergegeven in figuur 3. In Lou Rotterdam zien we een afname in het aantal meldingen in de afgelopen vijf jaar 00% (van 5.871 in 2014 tot 4.497 in 2018). Na 2014 is ook in Amsterdam een daling 0,8% zichtbaar in het aantal meldingen huiselijk geweld, maar in 2018 neemt het aantal 0,7% weer toe richting het niveau van 2014 (5.747). In Utrecht en Den Haag is het 0,6% nn aantal meldingen van 2014 tot en met 2017 vrij stabiel (Utrecht: rond 1.800 en 0% 0,4% Den Haag: rond 3.800). In 2018 is er echter een aanzienlijke daling van het aantal 03% meldingen in Den Haag (ruim 1.100 meldingen minder dan in 2017). 02% 0,1% Figuur 3. Totaal aantal meldingen huiselijk geweld bij de politie 0,0% 2014 2015 2016 2017 2018 7.000 —g=Den Haag =@mUtrecht mGmRotterdam mmm Amsterdam 6.000 5000 Wanneer we het aantal huisverboden afzetten tegen het aantal meldingen huise- 4.000 lijk geweld bij de politie (figuur 5), zien we dat dit varieert zowel naar gemeente oen nn als door de jaren heen. 2.000 egte 1.000 0 2014 2015 2016 2017 2018 —g=Den Haag ==@=Utrecht ==@—=Rotterdam =@m Amsterdam 1 Figuur 5. Huisverboden naar politiemeldingen HG 24 Tijdelijk huisverboden ten opzichte van RiHG'’s 12,0% Een RiHG kan worden afgenomen indien het vermoeden bestaat dat aan de drie 10,0% formele criteria in de wet wordt voldaan (meerderjarig; meer dan incidenteel; vermoeden van ernstig en onmiddellijk gevaar). In dat geval kan de hulpofficier 8,0% van justitie gevraagd worden door de basispolitie of hij of zij een huisverbodpro- 6,0% cedure wil starten. Hiermee wordt bedoeld het afnemen van een RiHG om te 4,0% mn beoordelen of daadwerkelijk wordt voldaan aan de drie wettelijk gestelde criteria. Daarna zal besloten worden of een huisverbod zal worden opgelegd. 2,0% Onderzocht is hoe vaak een RiHG is afgenomen ten opzichte van het aantal poli- 0,0% ons Sos 2016 2017 2018 tiemeldingen (figuur 6) en hoe vaak een huisverbod volgde na het afnemen van —e-— Den Haag =@ Utrecht @Rotterdam m@= Amsterdam het RiHG (figuur 7). In Den Haag wordt in vergelijking tot de drie andere steden vaker een huisverbod Figuur 6. RIHGS naar politiemeldingen HG 2014-2018 opgelegd na een melding van huiselijk geweld (rond de 8 procent in 2014-2017). 1,0% In 2018 werden er in Den Haag verhoudingsgewijs meer huisverboden opge- 12,0% legd (stijging naar 11 procent), wat samenhangt met de daling van het aantal 10,0% meldingen huiselijk geweld bij de politie. In Rotterdam ligt het percentage rond 8,0% de 6 procent, Amsterdam rond de 4 procent en Utrecht 3 procent. De fluctuaties 50% in het percentage door de jaren heen laten zien dat de daling en stijging van het aantal huisverboden niet direct samenhangt met een verandering van het aantal 10% nn meldingen huiselijk geweld bij de politie. 2,0% 0,0% 2014 2015 2016 2017 2018 —g-Den Haag emQmeUtrecht emQeekRotterdam mPme Amsterdam 12 We zien dat het aantal RiHG's ten opzichte van het aantal meldingen fluctueert 2.5 Kenmerken ingezette huisverboden tussen de steden: in Utrecht is dit het laagst (rond de 3 procent) en Den Haag het In deze paragraaf gaan we in op een aantal kenmerken van de ingezette huisver- hoogst (tussen 8 en 12 procent). Rotterdam fluctueert tussen 6 en 8 procent en _ En boden, namelijk de aanwezigheid van kinderen, of het huisverbod samen met Amsterdam tussen 5 en 6 procent. (figuur 6) _ een strafrechtelijke maatregel wordt ingezet en in hoeverre het huisverbod na Als een RiHG wordt ingevuld, volgt meestal een huisverbod (figuur 7). Maar ook tien dagen wordt verlengd. hier zien we verschillen tussen de steden. In Den Haag en Rotterdam geldt voor ‚ es ‚ ‚ Uit de registratie in Khonraad komt naar voren dat in de meerderheid van de circa 80 procent van de RiHG's dat er een huisverbod volgt en in Utrecht geldt lesde huisverboden kind ie zijn ( de 55 en 70 opgelegde huisverboden kinderen aanwezig zijn (tussen de 55 en rocent), dit voor vrijwel 100 procent. In Amsterdam zien we dat het vaakst een RiHG Pé 5 5 ) P ‚ ‚ ‚ es dit geldt voor alle vier de steden. In Utrecht zijn vergeleken met de andere steden niet wordt gevolgd door een huisverbod (in 70 procent van de RiHG's volgt een k 2014 relatief vaker kind iek in 2016 (80 zeker na relatief vaker kinderen aanwezig, met een piek in rocent huisverbod). Dit duidt erop dat in Utrecht alleen een RiHG (in Khonraad) wordt 8 P P ‚ ‚ van de huisverboden) (figuur 8). ingevuld als men zeker weet dat er een huisverbod wordt opgelegd, terwijl in Amsterdam vaker bij het voldoen aan de drie criteria er een RiHG wordt ingevuld , , , …. Figuur 8. Percentage huisverboden met kinderen in gezin om te onderzoeken of sprake is van een ernstig en onmiddellijk gevaar. 90% Figuur 7. Huisverboden naar RiHG's 2009-2018 80% 100% 70% 90% 60% 80% 50% 70% 40% 60% 30% 50% 20% 40% 30% 10% 20% 0% vox 2009 _ 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 0% —g=Den Haag emGmeUtrecht emGmeRotterdam mmm Amsterdam 2009 _ 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 === Den Haag mBeUtrecht Rotterdam mm Amsterdam 13 Het startpunt voor een tijdelijk huisverbod is doorgaans de crisismelding bij wordt tussen de 60 en 75 procent verlengd. In Amsterdam en Den Haag is vanaf de politie, en na aanhouding van de verdachte wordt op het politiebureau de 2012 een gestage toename van het aantal verlengingen zichtbaar. huisverbodprocedure gestart. Of er daarna zowel een strafrechtelijke vervol- ging als een bestuursrechtelijk huisverbod is opgelegd, blijkt niet uit de cijfers Figuur 10. Verlengingen huisverboden 2009 — 2018 van Khonraad. Samenloop betekent dus dat er tegelijkertijd aanhouding van de 90% verdachte plaatsvindt. Er is bijna altijd samenloop met strafrecht (zie figuur 9). 80% Wel zien we dat dit in Utrecht vanaf 2015 de samenloop behoorlijk afneemt. 70% Figuur 9. Percentage huisverboden met samenloop strafrecht 50% nn 100% 20% ST 30% 80% 20% 10% 60% 0% 2009 _ 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 10% —e-Den Haag @—Utrecht GRotterdam Amsterdam 20% 0% 2009 _ 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 —g-Den Haag m@Utrecht emPekRotterdam mmm Amsterdam Na de eerst tien dagen kan een tijdelijk huisverbod worden verlengd met nog eens 18 dagen als het onmiddellijk gevaar (nog) niet is geweken. Het aantal verlen- gingen van huisverboden verschilt tussen de vier steden en fluctueert in de tijd (zie figuur 10). Amsterdam verlengde tussen 2012 en 2016 rond de 40 procent, terwijl de ander steden meer tussen de 60 en 75 procent zitten. In 2017 en 2018 14 2.6 Conclusie Vanaf 2009 is het mogelijk om in geval van huiselijk geweld een tijdelijk huis- verbod op te leggen. Na een periode waarin een stijgende lijn is te zien in het aantal huisverboden in de G4, treedt een daling op rond 2013, gevolgd door een recente stijging. Deze tendens loopt niet helemaal gelijk voor alle steden. De stij- ging en daling hangt niet duidelijk samen met cijfermatige ontwikkelingen in het aantal meldingen huiselijk geweld bij de politie. Van de bij de politie gemelde incidenten huiselijk geweld wordt bij een klein percentage een huisverbod opge- legd, namelijk tussen de drie en twaalf procent van de gemelde incidenten huise- lijk geweld bij de politie in de vier gemeenten. Er zijn verschillen tussen de vier gemeenten. Rotterdam legde lange tijd abso- luut en relatief de meeste huisverboden op, maar na een dalende tendens vanaf 2013 zien we dat Den Haag en Rotterdam in absolute aantallen ongeveer gelijk oplopen, en Den Haag relatief ten opzichte van het aantal meldingen huiselijk geweld bij de politie meer huisverboden oplegt. Utrecht legt absoluut en relatief het minste huisverboden op. Daarnaast valt op dat Utrecht zich onderscheidt wat betreft het invullen van RiHG (alleen als er ook een huisverbod volgt) en in Utrecht relatief vaker kinderen aanwezig zijn in gezinnen waarbij een huisverbod wordt opgelegd ten opzichte van de andere steden. 15 C: Afname aantal tijdelijk huisverboden tegen het licht Eris rond 2014 een duidelijke afname van het aantal huisverboden, en vanaf 2017 31 Daling door landelijke veranderingen bij politie en zien we een stijging inzetten. Deze veranderingen hangen niet samen met een sociale domein daling en stijging van het aantal politiemeldingen huiselijk geweld, zoals in het vorige hoofdstuk is vastgesteld. Via gesprekken met betrokkenen bij de uitvoe- Met de komst van de nationale politie veranderde de interne organisatie binnen ring van het tijdelijk huisverbod zijn mogelijke verklaringen voor deze daling de politieorganisatie op regionaal en districtsniveau, wat ook de uitvoering van naar voren gekomen. Een groot deel van de uitvoerders van het tijdelijk huis- de huisverboden raakt. Een belangrijke verandering die overal plaatsvond is de verbod zijn vooral casusgericht en hebben inzicht in problematiek of knelpunten verschuiving naar meer generalisten en minder specialisten, Veel mensen veran- waar zij tegen aan lopen, maar hebben geen kennis over tendensen; er zijn wel derde van positie of vertrokken. In Rotterdam verdwenen bijvoorbeeld de jeugd— redenen waarom een huisverbod wel of niet wordt opgelegd, maar geen verkla- en zedenrechercheurs, die een belangrijke rol vervulden in de uitvoering van het ring voor een structurele daling. Het zijn vooral beleidsmakers bij de gemeente tijdelijk huisverbod. De kennis over het huisverbod verdween, en kennisopbouw en politie die met mogelijke verklaringen komen. bij de mensen op de nieuwe posities vindt niet (direct) plaats. Ook verdwijnen afdelingen of kennisknooppunten waar veel kennis is over de aanpak van huise- Er zijn twee verklaringen voor de afname van het aantal tijdelijk huisverboden lijk geweld en de uitvoering van het tijdelijk huisverbod. In Den Haag werd. die regelmatig worden genoemd, namelijk de veranderingen bij de politie bijvoorbeeld bureau DOEN (onderdeel van de politie) opgeheven. De kennis is door de totstandkoming van de Nationale Politie in 2013 en de transitie van van het specialistische bureau verplaatst naar de districten, en is daardoor verwa- het participatie- en jeugdbeleid en de totstandkoming van Advies- en meld- terd. Individuen met kennis zijn bijvoorbeeld naar een andere gemeente gegaan. puntpunt huiselijk geweld en kindermishandeling, Veilig ‘Thuis (VT) in 2015. ‘En daar zie je het aantal huisverboden stijgen, zo wordt opgemerkt. Veilig ‘Thuis is een samenvoeging van het voormalig AMK (Advies en Meldpunt Kindermishandeling) en het ASHG (Advies en Steunpunt Huiselijk Geweld). In het algemeen betekent het verdwijnen van een afdeling met veel kennis dat Daarnaast worden nog enkele verklaringen naar voren gebracht die een afname de kennis die daar is opgebouwd versnippert binnen een organisatie, omdat het of juist de recente stijging kunnen verklaren. Hier gaan we achtereenvolgens op weliswaar aanwezig is bij verschillende individuen, maar deze zijn minder zicht- in. Het is belangrijk te beseffen dat het altijd lastig is om (beleidsmatige) verande- baar en kunnen ook ergensanders een baan vinden en dan nietworden vervangen. ringen direct te koppelen aan cijfermatige trends. Deze ontwikkeling waarin kennis verwatert of verdwijnt vindt plaats zowel bij de hulpofficieren van justitie als de noodhulp. Hierdoor worden huisverbodwaar- dige situaties minder snel herkend, zo wordt naar voren gebracht. Bovendien zijn er capaciteitsproblemen, waardoor minder ruimte is voor kennisopbouw. 16 De kennis rond de aanpak van huiselijk geweld werd niet structureel geborgd. Het opgaan van het ASHG en het AMK in Veilig ‘Thuis in 2015 heeft eveneens ‘Door verplaatsen van veel mensen, verandering in de werkprocessen, onrust onder invloed op de uitvoering van het tijdelijk huisverbod. Er vindt een verandering in de mensen in de organisatie in combinatie met verminderde beschikbaarheid, werkwijze plaats. En het ontstaan van een nieuwe organisatie gaat altijd gepaard kunnen mensen minder tijd hebben en hun aandacht voor het inzetten van het met kinderziekten. Dit was zeker het geval bij de Veilig 'Lhuis organisaties. Veilig huisverbod kan verslapper’, aldus een politiefunctionaris. Thuis heeft niet in alle gemeenten een rol in de voorfase voorafgaand aan het besluit tot opleggen van een tijdelijk huisverbod, maar ook als Veilig Thuis later Het is niet alleen de politie waar grote veranderingen plaatsvinden. Ook binnen in het proces zit, hebben deskundigheids- en capaciteitsproblemen invloed ® Uit het sociaal domein vinden belangrijke veranderingen plaats. De verantwoor- de interviews komt naar voren dat het werken in specialistische huisverbodteams delijkheid voor de jeugdzorg is verschoven van de provincie naar de gemeente, bij Veilig Thuis waar het casemanagement wordt neergelegd, bijdraagt aan verbe- waarbij de Bureaus Jeugdzorg werden afgeschaft en gecertificeerde instellingen tering van de kennis. Als het casemanagement niet goed wordt opgepakt, heeft hun intrede deden op de markt. De gemeente is ook verantwoordelijk geworden di ses ea: . : . it een negatieve invloed op de politie die veel tijd en energie in de huisverbod- voor de hulp in het gedwongen kader en de jeugdreclassering om zo samenhang procedure aan de voorkant steekt, aldus de politie. Of als medewerkers van Veilig tussen het vrijwillige kader en hulp in een gedwongen kader te verbeteren. Dit ee : ee ‚ ‚ ‘Thuis niet samen met de politie na een crisismelding op huisbezoek kunnen betekent afstemming tussen jeugdhulporganisaties in het vrijwillig kader, zoals wegens capaciteitstekorten, werkt dit demotiverend voor de politie. de sociale wijkteams, met organisaties rondom veiligheid, zoals jeugdbescher- ming, jeugdreclassering, Veilig Thuis, en justitiële ketenpartners. Bovendien zijn Vanaf 2017 zien we weer een stijgende trend. Dit kan samenhangen met het feit alle gemeenten verplicht zorg te dragen voor zowel de toegang als een toereikend dat de reorganisatie onrust binnen de politie is verdwenen en de aandacht voor aanbod van voorzieningen, en zijn zij verantwoordelijk voor het waarborgen de aanpak huiselijk geweld en het huisverbod beter is geborgd. Daarnaast zijn van de kwaliteit. Het doel van deze veranderingen is de juiste hulp op maat met kinderziekten in de werkwijze van Veilig 'Ihuis wat betreft hun (nieuwe) rol in de minder dure gespecialiseerde hulp, meer samenhang in de jeugdhulp en meer huisverbodprocedure verholpen of zijn extra maatregelen genomen. ruimte voor de professional om de juiste hulp op maat te kunnen bieden, ook wel transformatie genoemd (Evaluatie Jeugdwet, 2018). Deze transitie van provincie naar gemeenten en transformatie van doelstellingen hebben veranderingen in het jeugdveld tot gevolg, die ook van invloed zijn op het inzetten van het huis- verbod. De jaarlijkse aanbesteding geeft specifieke problemen, en vergt jaarlijks ee veel capaciteit. 5 In Amsterdam en Utrecht is Veilig Thuis betrokken aan de voorkant en in Rotterdam en Den Haag heeft Veilig Thuis een rol als casemanager. 17 3.2 Andere factoren die afname of stijging kunnen uit de interviews met de politie naar voren. Als we naar de ontwikkeling van het verklaren aantal opgelegde huisverboden in Amsterdam kijken, zou dit kenniscentrum een verklaring kunnen zijn voor het feit dat de schommelingen in het aantal opge- Het zijn niet alleen veranderingen binnen de politie en Veilig 'Ihuis die bijdragen legde huisverboden minder groot zijn dan bijvoorbeeld in Rotterdam en Den aan een stijging en daling van het aantal huisverboden. Aanleiding voor extra Haag. Ook zou dit een verklaring kunnen zijn voor het feit dat in Amsterdam aandacht voor de aanpak huiselijk geweld in het algemeen kan zijn voortge- meer RiHG's worden afgenomen terwijl vervolgens geen tijdelijk huisverbod komen uit een aantal ernstige incidenten (met dodelijke afloop) en dit kan ook wordt opgelegd; het lijkt erop dat in Amsterdam sneller een RiHG wordt inge- van invloed zijn geweest op een toename van het aantal huisverboden, Uit het vuld als men vermoedt dat aan de drie criteria kan worden voldaan, terwijl na onderzoek komen vier andere mogelijke factoren naar voren: de aanwezig- invulling van het RiHG het onmiddellijk gevaar niet altijd voldoende aanneme- heid van een kennisknooppunt, de rol van de burgemeester, de samenwerking lijk is of alsnog na een belangenafweging toch niet wordt besloten een tijdelijk tussen politie, crisisteams en Veilig Thuis, en de afstemming met het Openbaar huisverbod op te leggen. De reorganisatie bij de politie en daarmee het wegvallen Ministerie op ZSM. van bureau DOEN, en de daling van het aantal huisverboden in Den Haag, kan ook duiden op het belang van specialistische kennis; door deze ontwikkeling Aanwezigheid van kennisknooppunt lijkt er een verschuiving te zijn van meer specialistische kennis bij bureau DOEN Het belang van een kennisknooppunt en aanjager wordt door verschillende geïn- naar meer generalistische kennis bij de districten met minder huisverboden tot terviewden naar voren gebracht. In alle vier de gemeenten is er wel een aanjager. gevolg, Alleen in Amsterdam bestaat het kenniscentrum huiselijk geweld en kindermis- handeling binnen de politie, die ook de incidenten huiselijk geweld nader onder- Een ander punt van discussie is of de wijze van registreren invloed heeft. Huiselijk zoekt. Als zij een situatie van huiselijk geweld aantreffen waar een huisverbod geweld is een maatschappelijke klasse binnen de politieregistratie, en er zijn voor de hand had gelegen maar niet is gestart, dan koppelen ze dit terug aan de landelijke richtlijnen over de registratie. Als sprake is van huiselijk geweld, dient desbetreffende politiemensen. In Utrecht is het de coördinator van de speciale een melding bij Veilig ‘Thuis plaats te vinden. In de praktijk worden situaties pool adviseurs tijdelijk huisverbod binnen de politie die dit doet. Soms heeft dit verschillend geïnterpreteerd als het gaat om het wel of niet aanwezig zijn van tot gevolg dat alsnog de tijdelijk huisverbod procedure wordt gestart. Maar in huiselijk geweld. In alle vier gemeenten draait de politie daarom query’s om inci- elk geval vergroot deze wijze van werken het bewustzijn over de mogelijkheden denten waar geen code huiselijk geweld aan hangt uit het systeem te trekken en om een tijdelijk huisverbod op te leggen. Binnen de politie ervaart de een het als deze alsnog de code huiselijk geweld te geven om een zo goed mogelijke regis- ondersteunend en de ander ervaart het meer als ongewenste bemoeienis, zo komt tratie van huiselijk geweld incidenten te hebben. In Amsterdam gebeurt dit door 18 het kenniscentrum, naast een check op districtsniveau; in andere gemeenten Uit sommige interviews komt naar voren dat het voor politie minder tijdrovend gebeurt dit alleen op districtsniveau. In Den Haag zien we een enorme daling van zou zijn wanneer er sprake is van volledig mandaat (zie ook De Vaan, Homburg, het aantal meldingen huiselijk geweld in 2018 (van 3.880 in 2017 naar 2.754 in Schreijenberg, 2013). Noch de kwantitatieve data, noch de beleidsmatig ambte- 2018). In de gesprekken hierover is geen verklaring naar voren gekomen. Nader naren van de G4 herkennen echter dit beeld. Uit de interviews komt naar voren onderzoek naar de verschillende categorieën binnen huiselijk geweld, bijvoor- dat de betrokkenheid van de burgemeester een grotere rol speelt dan het wel of beeld tussen ruzie/twist (zonder vervolg), huiselijke twist (zonder vervolg) en niet hebben van een ondertekeningsmandaat: in Den Haag speelde de burge- misdrijven zou inzicht kunnen geven waar de afname vooral plaatsvindt (hoofd- meester een belangrijke rol in het op de kaart zetten van het huisverbod als een stuk 2, figuur 5). van de mogelijkheden in de aanpak van huiselijk geweld. En ook in Amsterdam speelt de burgemeester een aanjagende rol. Rol burgemeester De Wet Tijdelijk Huisverbod bepaalt dat de burgemeester de bevoegdheid tot het Samenwerking politie en Veilig 'Ihuis of andere crisisdienst opleggen van een huisverbod (en het voorafgaande onderzoek) kan mandateren Uit het onderzoek komt niet naar voren dat er een bepaalde factor in de werk- aan (uitsluitend) een hulpofficier van justitie (politie). Dit vertaalt zich lande- wijze is die leidt tot meer huisverboden. lijk in twee soorten mandaat. In het ene geval is er sprake van volledig mandaat . . In Rotterdam betekent de samenwerking tussen politie en het crisisteam dat de waarbij de burgemeester na afloop van het namens hem genomen besluit wordt geïnformeerd. Dan handelt de politie dus zonder voorafgaand overleg voor het politie wordt ontlast in het onderzoek voorafgaand aan het opleggen van een huis- nemen van de beslissing. Dit is in Rotterdam en Amsterdam zo. In het andere verbod. De tijd die de politie aan het invullen van het RiHG kwijtis, is ongeveer ee de helft vergeleken met de andere steden, zo wordt naar voren gebracht.® Deze geval is er sprake van een ondertekeningsmandaat. Dan start de politie net als in het eerste geval zelfstandig de procedure en voert een onderzoek uit aan de hand werkwijze geldt als een van de verklaringen voor het hoge aantal tijdelijk huis- van het RiHG, formuleert een voorgenomen besluit en belt dan de burgemeester. verboden in de beginjaren van het huisverbod in Rotterdam. Ook in Den Haag nn is er samenwerking tussen politie en het crisisteam huisverbod. Het crisisteam Politie en burgemeester overleggen vervolgens waarna de burgemeester zelf het besluit neemt. Deze structuur kan ook betekenen dat de burgemeester een ander besluit neemt dan geadviseerd wordt door de hulpofficier van justitie. In de prak- 6 BMC deed in opdracht van het Landelijke programma huiselijk geweld en de politietaak onderzoek naar de capaciteïtsbesteding bij de procedure tijdelijk huisverbod. Zij maakten de berekening voor tijk wordt bij ondertekeningsmandaat vaak gesproken van geen mandaat, maar de periode 1 oktober-29 november 2009 aan de hand van formats die door 20 regio’s (van de 25} dat is juridisch ni Oo : blift de b tiid zijn ingevuld. Uit dit onderzoek kwam naar voren dat de uitvoering van de Wet tijdelijk huisverbod at Is JURAISC niet correct. veErIgens DJ € urgemeester a tij verantwoor- de politie in Nederland gemiddeld 6 uur en 37 minuten kost. In Rotterdam-Rijnmond bedroeg de delijk, ongeacht de mandaatvorm. De burgemeester kan ook altijd zelfstandi gemiddelde tijdsduur voor de uitvoering Wet tijdelijk huisverbod door de hulpofficieren van justitie 3 Jk 8 ' 8 ) 8 uur en 10 minuten (Glim e.a, 2010). een huisverbodprocedure uitvoeren, dus zelf een besluit nemen. 19 van het AMW heeft — samen met het crisisinterventieteam (CIT) van JBWest als Het aantal betrokken organisaties of verschillende afdelingen binnen een orga- er minderjarigen betrokken zijn — een rol in het houden van gesprekken met de nisatie rond het opstarten van de huisverbodprocedure verschilt tussen de vier betrokkenen en het vergaren van informatie voor het invullen van het RiHG. Het gemeenten (zie hoofdstuk 4). De werkwijze lijkt weinig invloed te hebben op verschil is vooral de wijze waarop de informatie voor het RiHG wordt aangele- het veel of weinig opleggen van huisverboden, maar verandering van werkwijze, verd; in Rotterdam is dit toegesneden op het RiHG, en in Den Haag meer in zijn zoals het ontstaan van Veilig ‘Thuis die taken overneemt van de voorgaande algemeenheid via een crisisrapportage. Het grootste verschil betreft echter de rol organisaties, wel. Dit vond plaats in alle gemeenten (zie voorgaande paragraaf). van de hulpofficier van justitie bij het horen van betrokkenen. Het is een inspan- De werkwijze kan van invloed zijn op het meer of minder opleggen van huisver- ningsverplichting om voorafgaand aan het invullen van het RiHG gesprekken te boden in de stad zelf, maar dit betekent niet dat een goede werkwijze ook over- voeren met betrokkenen (achterblijver en uithuisgeplaatste) om (dreiging van) draagbaar is voor alle gemeenten en daar goede resultaten oplevert. onmiddellijke gevaar vast te stellen. In Rotterdam vult de hulpofficier van justitie doorgaans het RiHG in op grond van alleen de informatie van het crisisteam en Afstemming bestuurlijk huisverbod en strafrechtelijke gedragsaanwijzing de politie, terwijl in Den Haag hulpofficieren van justitie de betrokkenen zelf Door een enkeling wordt naar voren gebracht dat tegenwoordig door het spreken. Inmiddels lopen Den Haag en Rotterdam beiden aan kop in het aantal Openbaar Ministerie vaker een gedragsaanwijzing wordt opgelegd. Een gedrags- opgelegde huisverboden. Het terugdringen van de hoeveelheid tijd die moet aanwijzing (art. 509hh Sv) kan worden opgelegd voor de periode voorafgaand worden besteed aan het invullen van het RiHG door de politie kan van invloed aan de zitting en heeft tot doel het onmiddellijk voorkomen of beëindigen van zijn op het aantal opgelegde huisverboden, maar de situatie in Den Haag laat zien strafbaar gedrag dat belastend is voor een persoon of de openbare orde verstoort dat ook andere factoren van invloed zijn. (Fischer e.a, 2019). Een gedragsaanwijzing kan een gebieds- en contactverbod inhouden, maar ook voortzetten of intensiveren van al reeds bestaande hulpver- Werken met een kleine pool van hulpofficieren van justitie suggereert dat in dat lening door huisarts, maatschappelijk werk of andere hulpverleners (TK 31.467, geval een kleine groep gemotiveerde en deskundige mensen vaker een huisverbod nr.3). Het Openbaar Ministerie op ZSM kan in aansluiting op het huisverbod opleggen, omdat zij goed op de hoogte zijn van de mogelijkheden. De praktijk een afdoeningsbesluit nemen, waaronder eventueel een gedragsaanwijzing in van Utrecht laat echter zien dat een kleine pool van deskundigen wel de kwaliteit aansluiting op tijdelijk huisverbod. Op die manier kan de ingezette hulp met het van de beslissingen kan verbeteren, zoals uit de interviews naar voren komt, maar strafrecht als stok achter de deur worden voortgezet. het hoeft niet tot meer huisverboden te leiden, zoals de cijfers laten zien. De prak- tijk van Rotterdam laat zien dat met een grote pool van hulpofficieren van justitie De gedragsaanwijzing wordt eerder in aansluiting op een tijdelijk huisverbod toch veel huisverboden opgelegd kunnen worden (zie hoofdstuk 2). opgelegd, dan in plaats van een tijdelijk huisverbod, zo komt uit de interviews naar voren. Reden is ook dat via een tijdelijk huisverbod hulpverlening (vrij- 20 willig) van de grond komt, terwijl een gedragsaanwijzing alleen voortzetting van bestaande hulp als voorwaarde kan stellen. Het vaker inzetten van een gedrags- aanwijzing lijkt niet de verklaring voor het dalen van het aantal huisverboden. 3.3 Conclusie Rond 2013 is landelijk een dalende trend te zien van het aantal opgelegde huis- verboden (Kuppens e.a, 2015), en dit zien we ook in de vier grote steden. Deze daling is voor de vier gemeenten niet te verklaren uit een afname van het aantal meldingen huiselijk geweld bij de politie. De veranderingen bij de politie door het ontstaan van de nationale politie lijkt een belangrijke factor in de daling van het aantal huisverboden. Door de wijziging naar meer generalistisch werken en minder specialisme verdwenen specifieke functies of afdelingen met kennis van de aanpak huiselijk geweld en het tijdelijk huisverbod, waardoor kennis verloren ging. Door de veranderingen in het sociale domein door de transitie en de totstandkoming van Veilig Thuis verdween eveneens kennis en ontstonden nieuwe samenwerkingswerkwijzen. Na 2017 zien we een stijging. De verklaring hiervan kan zijn dat de problemen rond de reorganisaties zich aan het oplossen zijn. Ook een initiatiefrijke burgemeester, een kennisknooppunt of aanjager kan bijdragen aan het (weer) vaker opleggen van een huisverbod. 21 4. Voorwaarden voor optimale inzet tijdelijk huisverbod Het inzetten van het tijdelijk huisverbod wordt als een belangrijk instrument 41 Doeltijdelijk huisverbod: bescherming en hulp gezien in het direct stoppen van geweld, het bieden van bescherming en het bieden bereiken van duurzame veiligheid. In het vorige hoofdstukstond de vraag centraal wat het dalen en stijgen van het aantal opgelegde huisverboden zou kunnen Het tijdelijk huisverbod is een veiligheidsmaatregel, gericht op directe bescher- verklaren. In dit hoofdstuk staat de vraag centraal aan welke voorwaarden moet ming en duurzame veiligheid door de geweldsspiraal te doorbreken. Uit de worden voldaan zodat het tijdelijk huisverbod optimaal kan worden ingezet. gesprekken komt naar voren dat de een meer nadruk legt op directe bescherming Optimaal wil niet zeggen dat het aantal huisverboden moet stijgen, maar wel en de ander op hulpverlening, en dat dit van invloed is op het oordeel om wel of dat het instrument in samenhang met andere instrumenten zo wordt ingezet dat niet een huisverbod op te leggen. directe bescherming en hulp gericht op duurzame veiligheid wordt geboden. Directe bescherming of duurzame veiligheid voorop Met deskundigen bij politie, Veilig ‘Thuis, crisisteams, Reclassering, Openbaar Als het gaat om het toepassen van de criteria om een huisverbod op te kunnen Ministerie en gemeenteambtenaren hebben we gesproken over de knelpunten in leggen, zien we een nuanceverschil tussen politie en hulpverlening. Uit de inter- het opleggen van het tijdelijk huisverbod en de belangrijkste voorwaarden voor views komt naar voren dat de politie doorgaans meer de nadruk legt op het een optimale uitvoering ervan. Tijdens de werkconferentie zijn voorwaarden voldoen aan de juridische gronden (volwassen persoon, anders dan incidenteel voor een goede uitvoering eveneens besproken. Hieruit komt naar voren dat aanwezig, en een aannemelijk onmiddellijk gevaar). De politie hanteert daarin voldoende kennis omtrent huiselijk geweld en huisverbodwaardige situaties vaak een gevaarcriterium dat strafrechtelijk is ingekleurd, dat wil zeggen dat noodzakelijk is, waarbij de bestuursrechtelijke context van de maatregel aandacht sprake moet zijn van (een vermoeden van) een strafbaar feit. Dit is echter geen verdient. In paragraaf 4.2 gaan we hier op in. Andere voorwaarden betreffen vereiste vanuit de Wet tijdelijk huisverbod. De hulpverlening legt meer de nadruk aspecten van de wijze waarop de samenwerking is georganiseerd (paragraaf 4.3), op het van de grond krijgen van de hulp om duurzame veiligheid te bereiken en de afstemming en samenwerking tussen het bestuurlijke huisverbod en de en geeft aan dat de politie vaker en in een eerder stadium een huisverbod kan strafrechtelijke afdoening (paragraaf 4.4). We sluiten af met een conclusie (para- initiëren, zoals in situaties waarbij er geen sprake is van een bewijsbaar straf- graaf 4,5). Voor we hierop ingaan, staan we in paragraaf 4.1 stil bij de discussie baar feit, maar wel van (een vermoeden van) onmiddellijk gevaar. Te denken valt over de doelen van het tijdelijk huisverbod — beschermen en hulpverlenen — en aan aanwezigheid van meerdere mutaties bij de politie en uit signalen van het het belang van een gezamenlijke visie. lokale veld; er kunnen signalen komen van scholen of reeds betrokken hulp in het gezin, die omstandigheden uit het nu en uit het verleden kunnen betreffen. Deze signalen zien professionals uit de hulpverlening eerder als reden voor een huis- verbod dan de politie, aldus de geïnterviewde professionals uit de hulpverlening. 22 Overigens komen er vanuit de politie ook geluiden dat de hulpverlening juist Als sprake is van een onmiddellijk gevaar, vindt vervolgens de afweging plaats vaker voor een huisverbod zou kunnen opteren. Veilig Thuis of anderen binnen of het huisverbod het juiste middel is om het gevaar af te wenden. Het kan zijn de hulpverlening leggen te veel de nadruk op het vrijwillig kader: gezamenlijk dat de vrouwenopvang een betere vorm van bescherming biedt aan het slacht- met de gezinsleden tot een oplossing komen. Vanuit de politie wordt aangegeven offer met kinderen. De wens en inschatting van het slachtoffer dat zij (met haar dat partners (tijdelijk) uit elkaar moeten in het belang van de veiligheid. kinderen) veiliger is in de vrouwenopvang kan niet altijd worden gehonoreerd. Een situatie kan huisverbodwaardig zijn, maar toch niet voldoen aan de eisen Daarnaast is er binnen de politie een verschil in perspectief waar te nemen wat van de vrouwenopvang. Er kan een discrepantie zitten tussen de visie van politie, betreft de nadruk op directe bescherming of duurzame veiligheid. De ene poli- vrouwenopvang, hulpverlening en de betrokken mensen zelf. tieagent legt de nadruk op directe bescherming: het huisverbod is ter bescher- ming, dus als aan de criteria van het tijdelijk huisverbod wordt voldaan, moet een Uit de gesprekken komt naar voren dat er verschillen in perspectieven zijn wat huisverbod worden opgelegd. Het is van meerwaarde als het ook leidt tot duur- betreft het doel van het tijdelijk huisverbod, maar vooral hoe lastig het is om zame veiligheid omdat de hulpverlening tot verandering leidt, maar dit is niet de het doel van duurzame veiligheid te bereiken. Een politiemedewerker: ‘Met het essentie van de Wet tijdelijk huisverbod. Anderen binnen de politie leggen meer inzetten van een tijdelijk huisverbod ben je er nog niet, want het lost in principe niets de nadruk op duurzame veiligheid: zij zullen na twee of drie huisverboden dit op. Het creëert een pauze in een situatie, waarbinnen je wat zou moeten bewerkstel- instrument niet meer inzetten omdat gebleken is dat het tijdelijk huisverbod niet ligen (…). Naeen tijdelijk huisverbod zitten de mensen vaak nog in dezelfde afhan- leidt tot hulpverlening en duurzame veiligheid. Denken vanuit directe bescher- kelijkheidsrelatie als daarvoor en voor je het weet gaat het op dezelfde voet verder. ming leidt daarom tot vaker opleggen van het huisverbod. Dus dat doel — stoppen van geweld — bereiken is wel een uitdaging’ Een ander punt dat hierop aansluit wordt door de hulpverlening naar voren Hoe ‘preventief’ opleggen gebracht. Het opstarten van een huisverbodprocedure, zonder daadwerkelijk De term ‘preventief’ wekt enige verwarring, omdat er al heel wat agressie, dwang opleggen van een huisverbod, kan al bijdragen aan het starten van een hulpverle- en geweld heeft plaatsgevonden voor er aan het starten van een procedure tijdelijk ningsproces, De politie ervaart het starten van een huisverbod zonder opleggen huisverbod wordt gedacht. Het ‘preventief’ inzetten van het tijdelijk huisverbod ervan dikwijls als verloren tijd, maar dit hoeft zeker niet zo te zijn, zo wordt naar betekent doorgaans dat er zonder een vermoeden van strafbare feiten of zonder voren gebracht: “Als het crisisteam door het gesprek voorafgaand aan het eventueel een crisismelding bij de politie, toch een huisverbodprocedure wordt gestart. Uit opleggen van een huisverbod betrokken is bij het gezin, is er is wel iets gebeurd en de interviews en de werksessie komt naar voren dat er discussie is over de vraag een eerste stap naar hulp gezet hoe ‘preventief’ het huisverbod moet worden opgelegd. Doordat doorgaans de 23 crisismelding bij de politie het startpunt is voor de huisverbodprocedure, wordt Bij aannemelijkheid van een onmiddellijk ernstig gevaar wordt de hulpofficier het gevaarcriterium eerder strafrechtelijk ingevuld dan bestuursrechtelijk, zoals van justitie of burgemeester verzocht een tijdelijk huisverbod op te leggen. Deze we al eerder aangaven. Er is een roep om vaker tegemoet te komen aan het doel route is ontwikkeld om in gevallen van kindermishandeling waar geen melding van de bestuurlijke maatregel, namelijk bescherming bieden in die gevallen bij de politie is gedaan, tot het opleggen van een huisverbod te komen. Deze waar nog geen vermoeden is van strafbare feiten, maar wel aannemelijk is dat route kan echter in alle gevallen van huiselijk geweld worden ingezet. Ook een er sprake is van een ernstig en onmiddellijk gevaar. Vanuit de politie wordt naar direct betrokkene in de zin van een slachtoffer kan een verzoek doen bij de burge- voren gebracht dat zij niet de capaciteit hebben om in die gevallen waar geen meester om een tijdelijk huisverbod op te leggen en op dit verzoek moet een vermoeden is van strafbare feiten, de procedure huisverbod te starten. besluit volgen. De betrokkene kan vervolgens naar de rechter als zij of hij het niet eens is met het besluit. De discussie is of het bestuurlijk karakter van de maatregel meer voorop moet komen te staan en daarmee ook de start van de huisverbodprocedure minder bij Duidelijk is dat het niet noodzakelijk is dat de politie als eerste via een crisis- de politie moet komen. Wettelijk gezien bepaalt de burgemeester c.q. de hulpof- melding is betrokken. Vanuit politie, hulpverlening en het Openbaar Ministerie ficier van justitie of een huisverbodprocedure wordt gestart, wat niet betekent wordt de vraag gesteld hoe het tijdelijk huisverbod buiten het strafrecht (dat wil dat andere partijen geen verzoek zouden kunnen doen voor het starten van de zeggen de crisismelding bij politie) het beste vorm gegeven kan worden. Een procedure huisverbod en het opleggen van een maatregel. Het is mogelijk dat aantal hulpverleners en medewerkers van het Openbaar Ministerie stellen de een tijdelijk huisverbod wordt geïnitieerd door een verzoek tot een tijdelijk huis- vraag: Is het wel wenselijk dat de bestuursrechtelijke huisverbod keten is gekop- verbod direct aan de hulpofficier van justitie te richten door Veilig ‘Thuis of het peld aan de strafrechtelijke keten? crisisteam. In Den Haag en Utrecht zijn hier werkafspraken over gemaakt; deze werkwijze is in plaats van de weegteams, zoals die bijvoorbeeld in Rotterdam Voor welke situaties en Amsterdam in het leven zijn geroepen. Voor acute screening zonder crisis- Het tijdelijk huisverbod was bij de totstandkoming in eerste instantie gericht melding heeft Rotterdam eveneens werkafspraken gemaakt. De weegteams op het bieden van bescherming thuis in geval van een (dreigend) onmiddellijk opgericht in Rotterdam en Amsterdam bestaan uit verschillende ketenpartners, gevaar veroorzaakt door de partner en er was discussie over de mogelijkheid het waar een verzoek tot een tijdelijk huisverbod kan worden ingediend. Het weeg- toe te passen in geval van kindermishandeling. In de uiteindelijke wet is expli- team beoordeelt of er voldoende onderbouwing is voor de aanwezigheid van een ciet aangegeven dat het tijdelijk huisverbod ook kan worden ingezet bij kinder- ernstig en onmiddellijk gevaar door de criteria van het RiHG langste lopen. Deze mishandeling, naast partnergeweld (TK 30.657, nr 3, memorie van toelichting werkwijze wordt geplande screening genoemd (zie ook De Vaan & Smit, 2015). bij wetsvoorstel; Lünnemann, 2004; Lünnemann, Römkens & de Roos, 2009; GGD-Rotterdam-Rijnmond, 2013). 24 Het tijdelijk huisverbod heeft tot doel het slachtoffer thuis bescherming te bieden hulpverlening makkelijker op gang te brengen. Stel dat er sprake is van slechts inci- en is daarmee verbonden aan een plaats (woning). Daarnaast is er ook een denteel verblijven, wat is dan het bezwaar om het wel op te leggen?” contactverbod, en dit betreft de persoon. Door de bescherming te koppelen aan . . . on … Bovendien verplicht het Verdrag van Istanbul om alle slachtoffers van huise- een woning en bovendien aan personen die anders dan incidenteel verblijven _ n 0 in dezelfde woning als het slachtoffer, kan het tijdelijk huisverbod niet worden lijk geweld te beschermen. Op de overheid rust een positieve verplichting tot opgelegd als geen sprake is van ‘anders dan incidenteel verblijf" Dit betekent dat ingrijpen ter bescherming van slachtoffers van huiselijk geweld op grond van het het i ns ‚ ‚ internationale en Europese recht. Bescherming die zich beperkt tot een woning et in geval van agressie, mishandeling en lastig vallen door de ex-partner het huisverbod alleen kan worden ingezet als de ex-partner anders dan incidenteel in plaats van een persoon, kan in strijd met het Verdrag van Istanbul zijn, zeker NEN als er geen gelijkwaardig ander instrument is en slachtoffers daardoor niet opti- aanwezig is, bijvoorbeeld in verband met omgang met de kinderen (Kuppens e.a, 2015). Het criterium ‘anders dan incidenteel verblijf” wordt overigens niet maal worden beschermd (Kuppens e.a, 2015). hetzelfde geïnterpreteerd; de een vat het beperkt op en de ander breed, waardoor Uitde gesprekken komt naar voren dater meer variatie is gekomen in doelgroepen in het ene geval geen huisverbod wordt geïnitieerd en in het andere wel. waar het huisverbod wordt opgelegd, en de situatie wordt steeds complexer. In geval van stalking, het stelselmatig lastig vallen van een persoon, is het inzetten Uit de politieregistratie en Khonraad kunnen niet eenvoudig gegevens worden van het tijdelijk huisverbod lastig omdat het ‘anders dan incidenteel’ criterium gehaald die zicht geven op de problematiek, Dit vergt dossieronderzoek en valt tte os ; ; ; ; buiten het onderzoek. We kunnen dus niet op grond van Khonraad aangeven of dikwijls niet opgaat. Uit de interviews komt naar voren dat de meningen zijn verdeeld over het moeten kunnen inzetten van het tijdelijk huisverbod in geval er meer variatie is in doelgroepen en of de complexiteit toeneemt. van stalking; de meningen verschillen wat betreft de effectiviteit ervan voor deze De grootste groep waar een huisverbodprocedure wordt gestart is nog steeds groep. De een ziet stalking als dermate hardnekkig gedrag dat een tijdelijk huis- geweld tegen de partner in intieme relaties. Ook wordt een huisverbodprocedure verbod geen effect zal sorteren, terwijl de ander vindt dat een tijdelijk huisverbod gestart als mensen uitelkaar zijn, maar er wel sprake is van ‘anders dan incidenteel het gedrag kan doorbreken, afhankelijk van de ernst en duur van het gedrag. Zij verblijf zo komt uit de rapportage 2018 van het Centrum voor Dienstverlening achten het huisverbod een geschikt instrument omdat het huisverbod ook een uit Rotterdam naar voren.” contactverbod omvat en er een handvat is om de hulpverlening van de grond te krijgen. Het opleggen van een tijdelijk huisverbod zit tussen het houden van een ee On 7 Een rapportage van het Centrum voor Dienstverlening in Rotterdam geeft inzicht in de achtergrond stopgesprek door de politie en het strafrechtelijk vervolgen. van de personen waar een huisverbodprocedure is gestart. De grootste groep is samenwonend (209) en gehuwd (129). Daarnaast zijn er 68 latrelaties. Ongeveer 10 procent van de personen die € … … . . . . … zijn aangehouden en waar een huisverbodprocedure is gestart (49), is gescheiden van de persoon Een tijdelijk huisverbod is voor deze doelgroep (stalkers) juist minder ingrijpend tegen wie het geweld zich richt (p. 6). In dit geval is waarschijnlijk wel sprake van anders dan d t hteliik í het ] d middel k ee d incidenteel verblijf. Daarnaast zijn er nog 87 personen die een andere relatie tot het slachtoffer an éen s rafrec Clijke TOULE EN NEL ZOU WEL EEN SOE MITEL KUNNEN ZIJN OM DE hadden. Zie: Rapportage 2018 van Cluster Crisisinterventie, Opvang & Extramuraal wonen, afdeling CVD Crisisdienst Huisverbod Rotterdam en omstreken. 25 We nemen aan dat dit in grote lijnen ook voor de andere steden geldt. Uit de Een duidelijke gezamenlijke visie op het karakter, de doelen en de uitleg van de gesprekken komt naar voren dat de geïnterviewden het gevoel hebben dat de wet tijdelijk huisverbod lijkt te ontbreken. Er tekent zich een discussie af over de complexiteit van de problematiek toeneemt de afgelopen jaren. Er is dikwijls rol van de politie in die zaken waar geen strafrechtelijke procedure gelijktijdig sprake van alcoholproblematiek of ernstige verslaving. Er kan sprake zijn van een plaatsvindt. Om tot een optimale inzet van het huisverbod te komen is een geza- licht verstandelijke beperking. De psychiatrische problematiek lijkt toe te nemen, menlijke visie hierop gewenst. waaronder vormen van autisme of depressie en suïcidaliteit. Ook de groep ouderen die dementerend is en daarbij agressief, lijkt toe te nemen. Daarnaast 8 … . . : aen 42 Tijdelijk huisverbod is specialisme: herkennen van komt naar voren dat de groep jong volwassenen die thuis blijft wonen en agressief ‚ ‚ gedrag vertoont toeneemt. Er is geen geschikte woonruimte voor hen, waardoor huisverbodwaardige situaties zethuis blijven wonen en de verhoudingen escaleren. Jongeren staan bijvoorbeeld Als er een melding van huiselijk geweld bij de politie binnenkomt, is er heel wat op de lijst voor begeleid wonen, en door de wachtlijsten kan diterg lang duren. Er aan de hand. Het kan de eerste keer zijn dat de politie betrokken wordt, maar is geen zicht op de grootte van deze groepen. De gegevens uit de rapportage van doorgaans was er al (jarenlang) agressie en geweld voorafgaand aan de eerste het Centrum voor Dienstverlening over de achtergronden van de personen waar melding. Er is een patroon ontstaan dat niet eenvoudig is te doorbreken. De geïn- een huisverbodprocedure is gestart geeft aan dat de omvang van de groep waar terviewden zijn unaniem van mening dat het tijdelijk huisverbod een belang- geen sprake is van een intieme relatie of ex-relatie nog steeds klein is. rijk instrument is omdat het ingrijpt op de bestaande situatie. Het tijdelijk huis- verbod biedt de mogelijkheid direct bescherming te bieden en op langere termijn Sommigen zetten vraagtekens bij het opleggen van een tijdelijk huisverbod bij ‚ . ‚ ‚ patronen te doorbreken. Om het instrument optimaal te kunnen inzetten is het dementerenden of mensen met een ernstige psychiatrische problematiek. Uit … . . en belangrijk dat er kennis is van huisverbodwaardige situaties, bij de politie, waar eerder onderzoek van De Vaan, Timmermans en Homburg (2013) bleek dat ‚ ‚ n . . doorgaans de start is van de huisverbodprocedure, en bij de hulpverlening die op de het tijdelijk huisverbod vooral effectief was als er geen complexe en ernstige . er: . verschillende momenten betrokken kan zijn bij het opleggen en uitvoeren van situatie was. De vraag is daarom welke groepen wel of niet geschikt zijn voor . . en . het huisverbod. We gaan achtereenvolgens in op de politie en hulpverlening. een tijdelijk huisverbod. Onder welke voorwaarden kan een tijdelijk huisverbod worden opgelegd? In deze discussie dient ook aandacht te zijn voor de vraag in Politie welke situaties cultuur een belemmering vormt voor het opleggen van een huis- Bij een crisismelding huiselijk geweld is het de politie die aan de deur komt en verbod, geldt dit alleen als er een gevaar van eerwraak is, of ook breder? Wat is de ie die besluit of het een huisverbodwaardige situatie zou kunnen zijn. Zo ja, dan betekenis van een cultuursensitieve aanpak, zo wordt door verschillende geïnter- . re ‚ wordt contact opgenomen met de hulpofficier van justitie (of in Utrecht met viewden naar voren gebracht. 26 adviseurs huisverboden van de politie en in Amsterdam met de wijkagent die Naast kennis is echter ook feeling met dit soort zaken belangrijk. Als mensen ‘huisverboddienst’ heeft). De noodhulp is de eerste schakel en daarmee bepa- er feeling mee hebben, wordt er meer tijd in gestoken en is er meer inzicht in de lend of een huisverbodprocedure wordt gestart. Doorgaans wordt alleen aan een problematiek en de betekenis van de criteria. Een politieagent: ‘Het hangt ook wel tijdelijk huisverbod gedacht als er ook een aanhouding is, waarmee het strafrech- af van hoe betrokken een collega bij zo'n huiselijk geweld casus is of hij of zij denkt: telijk criterium op de voorgrond staat (verdenking van een strafbaar feit) en niet huiselijk geweld PFFIEWWWW. Net als dat ik met verkeer veel minder heb Het het bestuursrechtelijke criterium ‘aannemelijk onmiddellijk gevaar’. Daarnaast starten van een huisverbodprocedure is persoonsafhankelijk, zowel bij de nood- wordt het criterium ‘anders dan incidenteel’ doorgaans beperkt opgevat; als hulp als bij hulpofficieren of wijkagenten, zo komt uit verschillende interviews geen sprake is van samenwonen wordt een tijdelijk huisverbod niet snel moge- met politie en andere deskundigen naar voren. lijk geacht. Naast kennis over de betekenis van de criteria van het huisverbod, dient er voldoende kennis van het onderwerp huiselijk geweld te zijn, bijvoor- Om de kennis te versterken en te zorgen voor voldoende omvang van beslissingen beeld kennis omtrent de impact van geweld op slachtoffer en kinderen of kennis tijdelijk huisverbod wordt in Utrecht sinds 2012 en recentelijk ook in Den Haag omtrent de patronen van geweld. Niet alle politiemensen beseffen dat het inci- gewerkt met een specifiek team van hulpofficieren van justitie (zie ook paragraaf dent niet op zichzelf staat, en dat sprake kan zijn van een patroon waar meer 4.3). Voor de noodhulp is het lastiger om te komen tot een specifiek team, en dan voor nodig is dan enkele dagen logeren. Daarnaast komt naar voren dat er vaker gaat het erom dat politieagenten weten wanneer zij anderen moeten inschakelen. bij twijfel gebeld zou moeten worden met een hulpofficier van justitie of andere deskundigen huiselijk geweld binnen de politie (bijvoorbeeld taakaccenthouders Hulpverlening huiselijk geweld). Voldoende kennis wat betreft de huisverbodprocedure en criteria, en kennis omtrent beschermingsmogelijkheden binnen het strafrechtelijke kader zijn niet Bij de inwerkingtreding van de Wet tijdelijk huisverbod zijn alle hulpofficieren altijd aanwezig bij medewerkers van Veilig 'Ihuis en andere betrokken hulpver- getraind, maar dit gebeurt niet (altijd) bij nieuwe hulpofficieren. Kennis wordt niet leningsorganisatie. Als kennis ontbreekt over doel en gronden voor het starten actueel gehouden door het ontbreken van bijscholing of onvoldoende omvang van een huisverbodprocedure kan dit afstemmingsproblemen opleveren met van zaken waarin een huisverbodprocedure wordt gestart door de hulpofficier. de politie en kan er vervolgens aan bijdragen dat minder huisverboden worden Dit laatste is het geval als hulpofficieren van justitie of wijkagenten maar af en toe geïnitieerd. Dit is een ander punt dan het verschil van visie dat er kan zijn tussen betrokken zijn bij een huisverbod. In geval alle hulpofficieren van justitie dienst politie en hulpverlening (zie paragraaf 4.1). Uit de gesprekken komen twee te kunnen hebben, kan het voorkomen dat het beslissen over een huisverbod maar onderscheiden situaties naar voren die kennis bij de hulpverlening vereisen: eens per jaar voorkomt, waardoor kennis en daadkracht minder wordt, zo komt tijdens de voorfase voorafgaand aan het opleggen van het huisverbod in de uit de interviews met de politie naar voren. 27 afstemming met politie, en situaties waar een crisismelding bij de politie niet het sprake is van een onmiddellijk gevaar, zo komt naar voren uit interviews met de startpunt is van de huisverbodprocedure. hulpverlening. Geopperd wordt om meer ondersteuning te bieden aan de profes- sionals in de wijze van onderbouwen en de te leveren informatie. Gedacht kan Als de hulpverlening is betrokken in de voorfase zien we, zoals eerder vermeld, worden aan samen met (iemand van) het weegteam of een (juridisch) adviseur dat daar waar Veilig Thuis een rol ging spelen, kennisopbouw nodig is. Deze lijkt huisverbod van de gemeente te bespreken welke informatie hiervoor nodig is, inmiddels (redelijk) opgebouwd voor de huisverbodteams waar de adviezen aan de hand van het RiHG, zodat hulpverleners de informatie kunnen leveren die (voor verlenging) worden geschreven. Als het gaat om medewerkers van Veilig relevant is om het gevaar te onderbouwen. Daarnaast wordt opgemerkt dat het Thuis in het algemeen, of medewerkers van wijkteams, is meer kennis nodig weegteam nog in ontwikkeling is en de werkwijze en ondersteuning van de leden omtrent de mogelijkheden van het huisverbod en strafrechtelijke mogelijkheden van het weegteam aandacht verdient. in aansluiting op vrijwillige hulpverlening. Capaciteitsproblemen en personeels- verloop vertragen echter de kennisopbouw. Daar waar een crisisteam al jaren We kunnen concluderen dat het initiëren of opleggen van een tijdelijk huisverbod betrokken is, lijkt kennis opgebouwd. Aandacht voor het actueel houden van specifieke kennis vergt. Voor het optimaal kunnen inzetten van het huisverbod kennis is nodig. is zowel voldoende kennis nodig bij politie als bij hulpverlening. Bij de hulp- verlening is kennisopbouw nodig als het gaat om huisverbodwaardige situaties Kennis is een knelpunt bij het beoordelen van huisverbod criterium (aannemelijk) waar geen crisismelding bij de politie is gedaan en waar een bestuursrechtelijk ernstig en onmiddellijk gevaar’ in situaties waarbij geen crisismelding bij de politie gevaarcriterium centraal staat. Ook bij de politie lijkt meer aandacht voor het is gedaan. Dan ligt het initiatief bij de hulpverlening (Veilig Thuis, Raad voor de bestuursrechtelijke karakter van het tijdelijk huisverbod gewenst. Daarnaast is Kinderbescherming, Jeugdzorginstelling). De inzet van het tijdelijk huisverbod kennis van het werk en logica van andere beroepsgroepen essentieel, omdat het zonder een crisismelding bij de politie staat nog in de kinderschoenen. Een pilot in opleggen van een huisverbod samenwerking essentieel is (zie volgende para- Rotterdam geeft aan dat het goed mogelijk is om ook zonder crisismelding bij de graaf). Casusbesprekingen en bij elkaar in de keuken kijken is daarin helpend, zo politie, een huisverbod op te leggen (GGD Rotterdam-Rijnmond, 2013). komt uit de interviews naar voren. Uit de interviews komt naar voren dat lang niet alle hulpverleners op de hoogte zijn van de mogelijkheid een tijdelijk huisverbodteinitiëren. Daarnaast ontbreekt voldoende kennis over de criteria van het tijdelijk huisverbod en met name hoe het criterium ‘aannemelijk onmiddellijk gevaar’ kan worden onderbouwd. Het lijkt lastig de juiste bewoordingen te vinden om aannemelijk te maken dat er 28 4.3 Samenwerken en informatie delen Samenwerking rond RiHG De politie ervaart het opleggen van het huisverbod als arbeidsintensief. Om die Het opleggen van een huisverbod kan alleen plaatsvinden door samenwer- En ‚ ‚ ‚ ‚ en kine. Bi h n a het h bod Ik reden is in Rotterdam vanaf het begin van de inwerkingtreding van het tijdelijk ing. Bij het het uitv t hui ee ee ne Op e88En, NE N oeren en oe he oe 5 hae 2) 5 zjn tn huisverbod het crisisteam van het Centrum voor Dienstverlening (CVD) en de an de vier gemeenten andere partijen betrokken (zie Bijlage 2). Er zijn grote Y n n 6 d P ° d va5 dh ) 6 noodhulp betrokken bij het verzamelen van informatie voor het invullen van het i t t t gaat isati t verbe en PISSEN CE BORREERTEN À18 NET BAAT OM CE OFBANISA HE FONCHELOP EEE RiHG (zie hoofdstuk 3). De hulpofficier van justitie vult op grond van deze infor- van een tijdelijk huisverbod, zowel hoe de politie dit intern heeft geregeld, als ‚ ‚ ‚ ‚ ‚ . matie het RiHG in; op deze manier wordt de hulpofficier van justitie ontlast. Ook hoe de samenwerking is georganiseerd. In hoofdstuk 3 concludeerden we dat ‚ En ‚ ‚ in Den Haag dragen het crisisteam en de noodhulp informatie aan voor de hulpof- er geen bepaalde factor in de werkwijze is die tot het vaker opleggen van een . . . . ficier van justitie, maar hier gaat de hulpofficier zelf ook in gesprek met de betrok- huisverbod leidt. Uit de gesprekken die we hebben gevoerd komt evenmin een ‚ u n ‚ bepaald k die al d nik kenen. In Amsterdam is de wijkagent betrokken bij het invullen van het RIHG en … : tice ikt i _ Spade WEESWIJZe Haar VOIEN E16 AS BOO PEACHGE BESCHIK 18 OM A18 VOOR sluit Veilig Thuis bij de wijkagent aan. Het voordeel is dat de wijkagent hiermee de waarde te stellen in alle gemeenten. Wel komen enkele knelpunten naar voren ‚ n hulpofficier van justitie ontlast en dat de wijkagent vaak al een en ander over de waar elke gemeente mee kampt. Overal wordt gewoekerd met tijd en personeel . . . n casus weet. Het nadeel is dat er een extra schakel is na de noodhulp die als eerste bij en zijn wachtlijsten en overal wordt gezocht naar de juiste aansluiting tussen de . … . de crisis is betrokken. Uit de interviews komt naar voren dat een wijkagent het niet verschillende diensten binnen politie en tussen de instellingen tijdens voorfase On ‚ n ‚ ‚ d te tien dagen. In alle vier de gemeenten wordt gezocht naar een opti prettig vindt om in zijn of haar eigen wijk een huisverbod op te leggen omdat dit e tien . vi we - on ee E08 6 6 6 P een negatieve invloed kan hebben op de vertrouwensband. Dit leidt bijvoorbeeld male samenwerking met andere instanties in het sociaal domein in de fase na het ‚ ‚ , heth bod tot het ruilen van diensten, waarmee het voordeel (kennis over de achtergrond t hui . op'esgen van Het MUSVELDO van het gezin) teniet gaat. In Utrecht is altijd de adviseur huisverbod zelf aanwezig We staan stil bij verschillende aspecten van samenwerking in de voorfase en bij de gesprekken en komt ook het crisisteam van Veilig Thuis, te tien dagen, zoal k d RiHG, betrokken hulpverlenings- eerste EN CASEN 2048 SAMENWEEKEN FOU e TONEN TNPVENENINES Het betrekken van zowel politie als hulpverlening bij het invullen van het RiHG organisaties bij opleggen en uitvoeren van het tijdelijk huisverbod, specifieke . - . wordt door verschillende geïnterviewden van meerwaarde geacht, omdat geza- teams, wachtlijsten en de afstemming rond informatie-uitwisseling. … . . . . menlijk vanuit verschillende perspectieven de afweging wordt gemaakt. De hulpofficier van justitie of adviseur huisverboden kijkt meer vanuit het veilig- heidsperspectief en heeft informatie uit het politiesysteem ter beschikking, terwijl de medewerker van het crisisteam vanuit het hulpverleningsperspectief 29 kijkt en kennis heeft van gedrag en informatie ter beschikking heeft over eerdere Betrokken hulpverleningsorganisaties bij opleggen en uitvoeren huisverbod hulp in het gezin. In Den Haag en Utrecht is er een nauwe samenwerking tussen Er is een verschil tussen de gemeenten als het gaat om de hoeveelheid organisa- de politie en crisisteam bij het invullen van het RiHG. Vaak is er samen overleg ties die zijn betrokken bij de oplegging van het huisverbod (zie Bijlage 2). over wel of niet een tijdelijk huisverbod opleggen, en zeker bij twijfelgevallen proberen de twee partijen bij elkaar te zitten om te sparren om zo toteen gedragen Er zijn dikwijls kinderen aanwezig in situaties waar huisverboden worden opge- afweging te komen. Samenwerking vanuit beide professies bij het opleggen van een legd. Het percentage verschilt door de jaren heen en naar gemeente, en vari- tijdelijk huisverbod is van meerwaarde, dat is mijn ervaring en ook wel van de eert tussen de 55 en 70 procent. Als er kinderen aanwezig zijn, moet er apart meeste hulpverleners verwacht ik. Bij elkaar zitten en samen brainstormen over aandacht zijn voor hun belangen. Met de veranderingen door de transitie en het de beste oplossing. We leveren bij het RiHG allebei onze eigen input aan. Een huis- samenvoegen van AMK en ASHG hebben ook veranderingen plaatsgevonden verbod is niet zomaar iets, het is een beperking van de vrijheid. Over het algemeen in de wijze waarop de zorg aan kinderen wordt georganiseerd. In Amsterdam en zitten we op één lijn; je hoort dezelfde dingen en je hebt dezelfde doelen, namelijk Utrecht geeft Veilig 'Ihuis aandacht aan alle betrokkenen binnen het gezin, dus een stukje hulpverlening opstarten. Samenwerking geeft ook inzichten, soms bekijk ook aan de kinderen in de voorfase van het huisverbod, terwijl in Den Haag het je iets vanuit verschillende inzichten! Ook in Amsterdam sluit Veilig ‘Thuis bij de crisisinterventieteam van JB West er specifiek voor de kinderen is. In Rotterdam wijkagent aan. De crisisteams van het CVD in Rotterdam, Veilig Thuis in Utrecht komt het CIT van de JBRR in beeld nadat het tijdelijk huisverbod is opgelegd, en het AMW in Den Haag werken daarbij 24/7, alleen het huisverbodteam van Niet alle partijen zijn in alle gemeenten vanaf de start van de huisverbodproce- Veilig ‘Thuis in Amsterdam werkt niet 24/7. Wel heeft de politie in Den Haag dure betrokken. de afspraak gemaakt dat hulpofficieren van justitie na acht uur 's avonds geen Er pleiten verschillende argumenten voor en tegen continuiteit van de hulpverle- huisverbodprocedure meer opstarten, echter het crisisteam van AMW maakt ningspartij in alle fasen. Een argument voor continuïteit is dat de hulpverlener een altijd de opgestarte zaken af en is telefonisch bereikbaar. Rotterdam is de enige goed beeld heeft van de casus van begin tot eind: van de crisissituatie, de achter- gemeente waarbij deze samenwerking rond het invullen van het RiHG is gefor- grond en problematiek van het gezin en de verschillende gezinsleden. Zo bracht maliseerd: door zowel de noodhulp als het crisisteam wordt op een op de RiHG een beleidsmedewerker naar voren dat iemand die van begin tot eind betrokken toegesneden manier informatie aangeleverd aan de hulpofficier van justitie. is vaak beter zicht heeft op de doorgemaakte ontwikkelingen van het gezin. Het Een belangrijke voorwaarde voor een goede afweging is inzicht in de sociale crisisinterventieteam van de Jeugdbescherming die niet betrokken is bij de voor- achtergrond en juridische vereisten, wat het beste kan worden gewaarborgd door fase, pleit daarom voor betrokkenheid in de voorfase: dan kan er een beter zorg zowel politie als hulpverlening een rol te geven in de voorfase van het huisverbod, advies en veiligheidsplan opgesteld worden. Een ander voordeel dat naar voren daar is iedereen het over eens. wordt gebracht is dat betrokkenen niet steeds een ander gezicht zien. Maar er 30 worden ook nadelen genoemd; de uithuisgeplaatste en/of achterblijver kan het Specifieke teams deze persoon of instantie kwalijk nemen dat er tegen hun wil een huisverbod is Veel van de gesproken professionals benadrukken de meerwaarde van specifieke opgelegd. Deze boosheid bemoeilijkt de ingang voor gesprek en het risico is dat huisverbod teams met vaste mensen om de kwaliteit en efficiëntie in het opleggen het gezin of een van de betrokkenen zich weer afsluiten voor de hulpverlening. en uitvoeren van het huisverbod te waarborgen. Dit geldt voor teams binnen de hulpverlening en binnen de politie. In zowel Den Haag als Utrecht zijn specifieke Een ander punt is de afweging om wel of niet dezelfde hulpverleningspartij teams van hulpofficieren van justitie of adviseurs huisverbod die de huisverbod- voor achterblijver als uithuisgeplaatste en kinderen te betrekken. In Den Haag procedure tot taak hebben. Op die manier wordt de kwaliteit van de afweging is gekozen voor iedere partij een eigen hulpverlener. De uithuisgeplaatste heeft vergroot en is er voldoende omvang van zaken om de deskundigheid hoog te contact met de reclassering, de achterblijver met AMW en kinderen met het h ‚ ‚ en a: . ouden. In Amsterdam zijn er ook geluiden binnen de politie die om die reden ci van JBWest. Allen hebben hierdoor cen een vertrouwenspersoon. Zowel pleiten voor een specifiek team. In Rotterdam is door de hoeveelheid districten uithuisgeplaatste als achterblijver voelen zich vrijer hun verhaal te vertellen, en een specifiek team nietmogelijk, en het is ook niet noodzakelijk, want ook zonder hierdoor ontstaat een completer beeld, zo wordt naar voren gebracht. De uithuis- . ‚ ‚ ‚ specifiek team laat Rotterdam zien dat er relatief veel huisverboden worden opge- geplaatste voelt zich meer ondersteund en is daardoor meer gemotiveerd (met [ egd, zo wordt naar voren gebracht. daardoor mogelijk minder recidive), is de verwachting. In Amsterdam is er in het verleden samengewerkt met reclassering, maar is er juist expliciet voor gekozen De samenwerking tussen de instellingen wordt door deze specifieke teams huis- om één en dezelfde partij (Veilig Thuis) voor achterblijver, uithuisgeplaatste verbod van betere kwaliteit. Uit de interviews komt naar voren dat dit bijdraagt en kinderen te betrekken. Als argument wordt aangedragen dat hierdoor beter aan onderling vertrouwen, mensen elkaar beter weten te vinden en er samen systeemgericht gewerkt kan worden. Doordat de hulpverlener beide partijen ziet kennis en ervaring wordt opgedaan. ’Er is een vaste club mensen bij het AMW, de en spreekt ontstaat een zo compleet mogelijk beeld van het hele systeem. Ook is reclassering en de jeugdbescherming. Ons team bestaat al 4 à 6 jaar in vorm. We het tijdsefficiënter bij het regelen van praktische zaken, bijvoorbeeld het ophalen kennen elkaar door en door. We hebben allemaal ons eigen kernteam van dezelfde van kleding van de uithuisgeplaatste. mensen, alleen bij de jeugdbescherming gaat af en toe wel eens iemand weg en komt er iemand bij. (…) Ik zie hen meer als collegas dan de collegas hier intern. Tuurlijk Uit bovenstaande discussie kan niet worden afgeleid of de ene werkwijze meer He en ; botst er wel eens een verschil in visie, maar de samenwerking is heel goed. effect sorteert dan de andere werkwijze. Iemand brengt naar voren: Belangrijk is dat er voldoende kennis is van de feiten en dat betrokkenen zich gehoord en Door naast overleg op individueel niveau regelmatig een ketenoverleg te hebben gesteund voelen? met vertegenwoordigers uit de specifieke teams van elk van de organisaties wordt de kwaliteit en efficiëntie versterkt. Voorwaarde voor het goed samenwerken is 31 echter dat er voldoende tijd en ruimte is voor overleg. Uit de gesprekken komt Na het aflopen van het huisverbod hoort er een warme overdracht te zijn naar naar voren dat de samenwerking tussen partners betrokken bij het huisverbod de vervolghulpinstelling, maar in de praktijk kunnen er maanden zitten tussen en in het hulpverleningstraject bemoeilijkt wordt door de hoge werkdruk in alle het einde van het huisverbod (en daarmee de hulp) en de vervolghulp. Juist bij instellingen. Veilig Thuis en jeugdbeschermingsinstellingen kennen daarbij ook de ‘zwaardere’ hulpvormen (GGZ, jeugdzorg) zijn de wachtlijsten het langst, nog een groot personeelsverloop. zo komt uit de interviews naar voren. Als gevolg van deze wachtlijsten vallen gezinnen in een ‘gat’ na de huisverbod met als risico dat de motivatie tot hulp Wachtlijstproblematiek daalt, en herhaling van geweld plaatsvindt. Er zijn capaciteitstekorten en een daarmee samenhangende (grote) wachtlijst- problematiek. Het uitgangspunt in alle gemeenten is om tijdens de periode van Afstemming informatie-uitwisseling het huisverbod de hulp op gang te brengen. Dit vraagt van crisisteams om in rela- Voor de uitvoering van de procedure huisverbod is informatiedelen noodzakelijk. tief korte tijd een goed beeld van de situatie te krijgen, in te schatten wat passende Om het gevaar te kunnen vaststellen moet er op grond van de tachtig signalen, hulp is, hoe een veiligheidsplan eruit moet zien, en om de hulp vanuit een lange- beschreven in het Besluit tijdelijk huisverbod, onderzoek worden gedaan naar termijnvisie te borgen in het lokale veld. Door de wachtlijsten lukt het niet altijd de aan of afwezigheid van deze signalen (RiHG). Hiervoor is nodig dat organisa- om tijdig een organisatie te vinden die hulp zou kunnen bieden, zo komt uit de ties die kennis hebben over relevante persoonlijke gegevens, deze delen. De Wet gesprekken naar voren. Voor de hulp tijdens het huisverbod hebben de betrok- tijdelijk huisverbod in samenhang met het Besluit tijdelijk huisverbod vormt een kenen voorrang en zijn afspraken gemaakt, bijvoorbeeld dat er binnen drie dagen zelfstandige juridische grondslag voor deze informatie uitwisseling. Vervolgens, een overdracht is van het crisisteam naar het jeugdteam. Specifieke afspraken als een tijdelijk huisverbod is opgelegd, vereist de wet dat een organisatie verant- zijn echter geen garantie dat gezinnen overgedragen kunnen worden tijdens de woordelijk wordt gemaakt door de burgemeester om advies en hulp te bieden en periode van het huisverbod. Specifieke afspraken roepen ook weer vragen op nader onderzoek te doen. Er moet immers een advies komen over het wel dan niet rond gelijke kansen op hulp, zo wordt naar voren gebracht: “Wat betekent dit voor verlengen van het tijdelijk huisverbod. In het verleden lag deze bevoegdheid bij casussen waarbij geen kinderen zijn betrokken? Of voor gezinnen waarbij wel de het ASHG en in geval er minderjarigen betrokken waren, bij het AMK of jeugd- huisverbodprocedure wordt opgestart, maar geen huisverbod wordt opgelegd? Ook bescherming. Inmiddels is de situatie gewijzigd en ligt de bevoegdheid bij Veilig als er geen huisverbod wordt opgelegd, is er iets heftigs gebeurd wat de aanleiding ‘Thuis. De juridische grond voor informatie uitwisseling blijft echter hetzelfde. vormde tot het opstarten van de procedure en hebben de gezinnen hulp nodig! Naast verzamelen gaat het ook om adequate verslaglegging en terugkoppeling. Zowel in de fase voorafgaand aan het opleggen van het huisverbod, als de fase waarin het zorgadvies wordt opgesteld, zijn instellingen verplicht deze informatie 32 televeren op grond van de Wet tijdelijk huisverbod. Hiervoor hoeft geen toestem- 4.4 Aansluiting huisverbod met strafrechtelijke aanpak ming door betrokkenen te worden gegeven. In de praktijk willen instellingen niet . . . Per gemeente is afstemming tussen het opleggen van een tijdelijk huisverbod en altijd informatie geven in verband met de privacy van een betrokken gezinslid. . Do : … de strafrechtelijke interventie verschillend georganiseerd. Voor alle gemeenten Met name de informatie-uitwisseling met de GGZ vormt een probleem, terwijl . . . en . geldt dat doorgaans een huisverbod wordt opgelegd als er tegelijkertijd een deze informatie cruciaal is voor het maken van een goede veiligheidsinschatting ‚ ‚ ‚ verdenking is van een strafbaar feit en de verdachte is aangehouden; dit biedt de vooraf aan een op te leggen huisverbod, of nadat het huisverbod is opgelegd, zo . . politie en hulpverlening enige tijd om informatie te verzamelen voor het huis- wordt door verschillende professionals naar voren gebracht. verbod wordt opgelegd. Als de verdachte in vrijheid wordt gesteld kan tegelijker- In de verschillende steden zijn er convenanten gesloten over de informatie-uit- tijd het huisverbod worden uitgereikt. Maar ook later in het traject kunnen het wisseling in geval van huiselijk geweld. De GGZ behoort niet altijd tot de onder- tijdelijk huisverbod en een strafrechtelijke reactie samengaan, zoals in hoofdstuk tekenaars hiervan, zoals naar voren kwam uit de interviews in Amsterdam. Daar 3 naar voren kwam. Tegenwoordig wordt door het Openbaar Ministerie op ZSM heeft Veilig ‘Thuis de taak van GGD Vangnet & Advies overgenomen wat betreft in geval van huiselijk geweld vaker een gedragsaanwijzing opgelegd in aanslui- de informatie voor het invullen van het RiHG. Bij het verrijken van informatie in ting op een tijdelijk huisverbod. De gedragsaanwijzing kan een contactverbod het geval van GGZ-problematiek blijkt dat dit voor Veilig Thuis minder gemak- inhouden, maar ook voortzetting van gestarte hulpverlening. Op die manier kan kelijk gaat, mede doordat er geen formele overeenkomst is gesloten over infor- de ingezette vrijwillige hulpverlening een verplichtend karakter krijgen als voor- matie-uitwisseling tussen Veilig Thuis en de GGZ. waarde van de gedragsaanwijzing en dit geldt tot het vonnis is gewezen (zie ook paragraaf 3.2). Er gaat informatie verloren als na de informatieverzameling wordt besloten niet het RiHG in te vullen in Khonraad in geval besloten wordt geen huisverbod op De bestuurlijke maatregel en strafrechtelijk optreden komen ook bij elkaar in te leggen. Wel wordt dan een mutatie in het incidentenregistratiesysteem van de geval van overtreding van het tijdelijk huisverbod. Overtreding van het tijdelijk politie gemaakt en eventueel met vermelding van reden waarom er geen huisver- huisverbod is een strafbaar feit, en de handhaving ervan is een taak van politie en bodprocedure is opgestart, zo brengt de politie naar voren. Het nadeel hiervan is Openbaar Ministerie. Uit de interviews komt naar voren dat in alle gemeenten dat deze informatie niet toegankelijk is voor de samenwerkingspartners, wat wel overtredingen van het tijdelijk huisverbod voorkomen, en dat het handhaven het geval is als de informatie in Khonraad is opgenomen. De informatie-uitwis- ervan beter kan. Lang niet alle overtredingen worden bij politie gemeld, en na seling kan ook worden belemmerd door gebrek aan tijd of prioriteit, waardoor melding bij politie wordt het lang niet altijd vervolgd door Openbaar Ministerie. verslaglegging door noodhulp, hulpofficieren van justitie en medewerkers van Veilig ‘Thuis erbij in schiet. 33 Het Veiligheidshuis is naast ZSM ook een plek waar vanuit verschillende zorg negen uur moet gebeuren om tot een goede inschatting te komen, dat voor een en veiligheidsperspectieven de aanpak van huiselijk geweld op casusniveau goede inschatting kennis over huiselijk geweld problematiek noodzakelijk is bij wordt vormgegeven. In Rotterdam speelt het Veiligheidshuis een belangrijke Openbaar Ministerie, politie en strafrechtketen, en dat de informatiedeling met rol; bij complexe zaken vindt doorverwijzing naar het Veiligheidshuis plaats, alle relevante partners goed geregeld moet zijn. Aan deze voorwaarden wordt waardoor direct verschillende maatregelen kunnen worden genomen, zowel nog niet voldaan. in strafrechtelijke zin als in de zin van hulpverlening. In Amsterdam is er het Actiecentrum Zorg en Veiligheid, waarnaar complexe casussen worden opge- Er is weinig overleg tussen de bestuurlijke betrokkenen bij het tijdelijk huis- schaald. In Utrecht bestond een lange traditie van ketenoverleg inzake huise- verboden de strafrechtelijke partners over de afstemming tussen het bestuurlijke lijk geweld in het Veiligheidshuis, maar met de totstandkoming van Veilig Thuis en strafrechtelijke aanpak huiselijk geweld, zo komt uit verschillende interviews werd dit overleg uit het Veiligheidshuis gehaald. Hierdoor verviel het protocol naar voren, Een gezamenlijke visie op de toekomst van het huisverbod in de voor samenwerking en informatiedeling dat binnen het Veiligheidshuis geldt, bredere aanpak van huiselijk geweld ontbreekt vooralsnog. wat informatiedeling bemoeilijkte. Er is vervolgens een afstemmingsoverleg Vanuit het Openbaar Miniserie en de politie wordt naar voren gebracht dat op tussen politie en Veilig ‘Thuis voor in de plaats gekomen en de mogelijkheid ZSM meer rekening wordt gehouden met de context van de geweldsproblematiek om complexe casussen op te schalen naar het Veiligheidshuis, maar daar werd en zo snel mogelijk maatregelen worden opgelegd waarbij hulpverlening en straf- nauwelijks gebruik van gemaakt. Sinds 2019 is het afstemmingsoverleg tussen rechtelijke afdoening elkaar ondersteunen. In die lijn wordt binnen de landelijke politie en Veilig 'Ihuis uitgebreid naar een structureel actie-overleg, waar ook het werkgroep Zorg en Straf in het kader van het project Veiligheid Voorop bijvoor- Openbaar Ministerie aansluit. Complexe casussen worden opgeschaald naar het beeld plannen gemaakt om bij strafbare feiten alleen een stafrechtelijke route te Veiligheidshuis. volgen, en geen huisverbodprocedure te starten zodat de politie wordt ontlast. De In Den Haag is recentelijk het contact over de huisverbod route en strafrechte- procedure tijdelijk huisverbod zou dan alleen gestart worden als er geen verden. lijke route via ZSM geïntensiveerd door de uitvoering van een pilot waarin direct king van een strafbaar feit is, maar wel een ‘aannemelijk ernstig en onmiddel- bij de crisismelding bij politie al contact was tussen politie, Openbaar Ministerie lijk gevaar. Voorwaarde is dan wel dat het Openbaar Ministerie bij de gedrags- en Veilig Thuis op ZSM (dus voor het insturen van de processen-verbaal en aanwijzing ook nieuwe vormen van hulp verplicht kan opleggen (nu kan alleen aanhouding). Uit de pilot kwam naar voren hoe weerbarstig deze problematiek bestaande hulp verplicht worden voortgezet). Dit plan betekent een ingrijpende is en dat aan verschillende voorwaarden moet worden voldaan om het tot een verandering, waardoor het tijdelijk huisverbod nadrukkelijker een bestuurlijke succes te maken. Als voorwaarden gelden dat de triage van de veiligheid binnen maatregel is, en waarin de politie een kleinere rol krijgt. 34 Ook binnen de vier gemeenten zien we discussie over de vraag of het tijdelijk 45 Conclusie huisverbod niet vaker ook ingezet moet worden als er geen crisismelding is n In . Dit hoofdstuk heeft als vraag: aan welke voorwaarden moet worden voldaan geweest bij de politie. Er wordt gepleit voor het voorop stellen van het bestuurs- nn N en . . zodat het tijdelijk huisverbod optimaal kan worden ingezet, dat wil zeggen dat rechtelijke criterium; de procedure tijdelijk huisverbod moet niet alleen gestart ‚ ‚ . . het instrument in samenhang met andere instrumenten zo wordt ingezet dat als er ook sprake is van strafbare feiten op grond waarvan de verdachte kan . ‚ ‚ n directe en duurzame bescherming wordt geboden. worden aangehouden. In deze discussie wordt het bestuursrechtelijke criterium ook meer benadrukt, maar nadrukkelijk naast het inzetten van het huisverbod in Betrokkenen bij het huisverbod zijn eigenlijk unaniem in hun enthousiasme over geval van strafbare feiten. de mogelijkheden van het tijdelijk huisverbod en pleiten voor het vaker inzetten ervan. Lang niet altijd is er voldoende kennis bij politie en hulpverlening over Bovenstaande geeft aan dat de discussie over de rol van het huisverbod in het _ 6 ) a Jb P ‚ 8 . a: de mogelijkheden van het tijdelijk huisverbod en daarom wordt gepleit voor het brede palet aan maatregelen en interventies in de aanpak van huiselijk geweld na n . . . . . vergroten van de kennis. Daarnaast komt naar voren dat de aansluiting van het tien jaar ervaring met het inzetten van het huisverbod, doorontwikkeling vergt _ _ ‚ . en bestuurlijke huisverbod met de strafrechtelijke aanpak beter kan. (zie ook paragraaf 4.1 over het ontwikkelen van een gezamenlijke visie). Er komen geen voorwaarden naar voren omtrent de wijze waarop de uitvoering van de tijdelijk huisverbodprocedure vorm moet worden gegeven; wat in de ene gemeente goed werkt, hoeft niet in de andere gemeente de beste werkwijze te zijn. Duidelijk is wel dat bij onvoldoende capaciteit en wachtlijsten in het zorgdo- mein, het tijdelijk huisverbod minder (optimaal) kan worden ingezet dan wense- lijk is om de geweldsproblematiek in gezinnen en relaties direct en duurzaam te doorbreken. 35 Je Conclusie: Terugblikken en vooruit kijken Nederland kent sinds 2009 de mogelijkheid een tijdelijk huisverbod in te zetten 51 Achtergrond van het onderzoek ] huiselijk ld. Dit best htelijke huisverbod (Wet tijdelijk n Seve van REE GENE _ Toe Dre Spee TEISVEN oe (Wet tj € ’ Doel van het onderzoek is om zicht te krijgen op de oorzaken van de afname huisverbod) maakt het mogelijk om bij een (vermoeden van) ‘een ernstig en en ‚ ‚ . _ … . . van het aantal tijdelijke huisverboden over de jaren 2013 tot heden en inzicht onmiddellijk gevaar’ in het gezin een huisverbod (waaronder een contactverbod) Oe _ . ee. ‚ te krijgen in de belangrijkste voorwaarden om tot een optimale inzet te komen op te leggen voor tien dagen, met mogelijkheid van verlenging met 18 dagen. en . . . . ‚ ‚ ‚ ‚ . ‚ . van het tijdelijk huisverbod. Optimaal wil zeggen dat het instrument in samen- Het doel van het huisverbod is het bieden van directe bescherming door het uit . ‚ . ‚ hang met andere instrumenten zo wordt ingezet dat directe bescherming wordt huis plaatsen van de volwassene die het gevaar veroorzaakt, en het bieden van . he . ‚ Oe . ‚ ‚ geboden en wordt ingezet op duurzame veiligheid door het aanbieden van hulp. hulp gericht op duurzame veiligheid. De eerste jaren na de invoering van het huisverbod is er een stijgende tendens, maar rond 2013 zet een daling in, ook in Het onderzoek betreft enerzijds het in kaart brengen van cijfermatige trends op de vier grote gemeenten Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Utrecht (G4). Dit grond van politieregistratie en registratie in Khonraad, het registratiesysteem van was voor de vier gemeenten aanleiding voor onderzoek naar de oorzaken van de het tijdelijk huisverbod. Anderzijds is via gesprekken met vijftig deskundigen terugloop van het aantal huisverboden. achterhaald wat de daling (en stijging) van de inzet van het tijdelijk huisverbod ‚ ‚ kan verklaren en wat de belangrijkste voorwaarden zijn om tot een optimale inzet In deze conclusie gaan we achtereenvolgens in op de achtergrond van het onder- . . ‚ ‚ . kn van het huisverbod te komen. In een afsluitende werkconferentie is gediscussi- zoek (paragraaf 5.1), de daling vanaf 2013 en de recente stijging (paragraaf 5.2), 7 ‚ : eerd over de belangrijkste voorwaarden. de belangrijkste voorwaarden om te komen tot een optimale inzet (paragraaf 5.3) en het belang van een goede inbedding van het tijdelijk huisverbod in de integrale Het onderzoek concentreert zich op de fase van het opleggen van het huisverbod, aanpak van huiselijk geweld (paragraaf 5.4). In paragraaf 5.5 komen we tot een niet op de fase van verlenging en uitvoering van de hulpverlening. afsluiting. 36 5.2 Terugblik: trends in het huisverbod Via gesprekken met beleidsmakers en professionals betrokken bij het huisverbod _ hebben we zicht gekregen op redenen voor de daling (en recente stijging). Een Vanaf 2009 is het mogelijk om in geval van huiselijk geweld een tijdelijk huis- , . . . van de factoren die een rol heeft gespeeld in de daling betreft de veranderingen verbod op te leggen. Na een periode waarin een stijgende lijn is te zien in het … jn . . ee. ‚ bij de politie als onderdeel van de vorming van de Nationale Politie in 2013. aantal huisverboden in de G4, treedt een daling op rond 2013, gevolgd door ‚ . . . . Hierdoor verdwenen specifieke functies of afdelingen binnen de politie, waar een recente stijging. Deze tendens loopt niet helemaal gelijk voor alle steden. . . on _ veel kennis was geconcentreerd met betrekking tot de aanpak huiselijk geweld Rotterdam legde lange tijd absoluut en relatief de meeste huisverboden op, maar en . . en het tijdelijk huisverbod; niet alleen veel kennis ging verloren, ook afdelingen na een dalende tendens vanaf 2013 zien we dat Den Haag en Rotterdam in abso- . . . _ met een aanjagende functie. Een andere factor van belang is de verandering in lute aantallen ongeveer gelijk oplopen, en Den Haag relatief ten opzichte van . . n en . . 2 _ het sociaal domein door de transitie van het participatie- en jeugdbeleid en de het aantal meldingen huiselijk geweld bij de politie meer huisverboden oplegt. ‚ ‚ Dn ‚ . . totstandkoming in 2015 van een nieuw advies en meldpunt huiselijk geweld en Utrecht legt absoluut en relatief het minste huisverboden op. Amsterdam zit . . . Dn . … kindermishandeling, Veilig ‘Thuis, (en daarmee het verdwijnen van AMK en tussen de koplopers en Utrecht in, en hoewel ook daar een daling en daarna een ‚ ‚ _ ‚ en ASHG). Er ontstonden nieuwe samenwerkingswerkwijzen, met nieuwe mensen. stijging plaatsvindt, is deze minder sterk dan in Rotterdam en Den Haag. Een . . . . . a: 2 ‚ De invloed van het ontstaan van Veilig ‘Thuis op de uitvoering van het tijdelijk mogelijke verklaring is dat Amsterdam een kenniscentrum huiselijk geweld . . . _ n huisverbod verschilt per stad, maar overal vonden veranderingen plaats. heeft bij de politie, waardoor meer gestuurd kan worden op het starten van een huisverbodprocedure in huisverbodwaardige situaties. De daling is voor de vier Vanaf 2017 zien we weer een stijging van het aantal huisverboden. Dit kan steden niet te verklaren uit een afname van het aantal meldingen huiselijk geweld samenhangen met het feit dat de onrust door de reorganisatie binnen de politie bij de politie. Van de bij de politie gemelde incidenten huiselijk geweld wordt bij is verdwenen en de aandacht voor de aanpak huiselijk geweld en het huisverbod een klein percentage een RiHG ingevuld om op grond daarvan de afweging te (weer) beter is geborgd. Aanleiding voor extra aandacht voor de aanpak huise- maken of een huisverbod wordt opgelegd; tussen de drie en twaalf procent van lijk geweld in het algemeen kan zijn voortgekomen uit een aantal ernstige inci- de gemelde incidenten huiselijk geweld bij de politie in de vier gemeenten wordt denten (met dodelijke afloop). Daarnaast zijn kinderziekten in de werkwijze van een RiHG afgenomen. Als een RiHG wordt afgenomen, wordt ook vaak een huis- Veilig ‘Thuis wat betreft hun (nieuwe) rol in de huisverbodprocedure verholpen verbod opgelegd. Dit percentage varieert tussen de steden en tussen de jaren; het of zijn extra maatregelen genomen. Een initiatiefrijke burgemeester en een ligt gemiddeld rond de tachtig procent. Het percentage opgelegde huisverboden kennisknooppunt of aanjager kan ook hebben bijgedragen aan de stijging van ten opzichte van het aantal incidenten huiselijk geweld schommelt tussen de twee het aantal huisverboden. De werkwijzen tussen de vier steden verschilt, maar en elf procent. uit het onderzoek komt niet naar voren dat een bepaalde werkwijze leidt tot het vaker opleggen van huisverboden. 37 5.3 Inzetten op kennis vergroten Naast kennis is een gezamenlijke visie over het doel en huisverbodwaardige situaties wenselijk, waaronder visie op de rol van het tijdelijk huisverbod in de Uit de gesprekken komen verschillende knelpunten naar voren in het opleggen Dn on ‚ ‚ brede aanpak huiselijk geweld. Duidelijk is dat er nog veel te winnen valt in de van het tijdelijk huisverbod, variërend van gebrek aan capaciteit, wachtlijsten bij . . ae kennisopbouw en het ontwikkelen van een gezamenlijke visie. de hulpverleningsinstellingen, onvoldoende medewerking van ketenpartners om informatie te geven, complexe doelgroepen waarbij het de vraag is of het Een kenniscentrum huiselijk geweld, zoals bij de politie Amsterdam, of enkele opleggen van een huisverbod hier wel zin heeft. Of groepen waar juist het huis- aanjagers binnen de politie, zijn essentieel om kennis over de mogelijkheden verbod zou moeten worden ingezet, zoals in geval van stalking of agressie en van het tijdelijk huisverbod onder de verschillende geledingen binnen de politie geweld door de ex-partner, maar waar het juridisch niet goed mogelijk is doordat te versterken. Het is belangrijk dat er een vraagbaak is die goed zichtbaar en niet aan het criterium ‘anders dan incidenteel’ kan worden voldaan. In alle vier bereikbaar is, zowel voor de politie intern als voor ketenpartners. Zeker voor de steden wordt gewoekerd met tijd en personeel, en overal wordt gezocht naar de noodhulp is het belangrijk dat zij weten waar ze terecht kunnen voor advies de juiste aansluiting tussen de verschillende diensten binnen politie en tussen over het wel of niet opstarten van een huisverbodprocedure. Het is niet alleen de instellingen tijdens voorfase en de eerste tien dagen, en een optimale samen- kennis, maar ook feeling met de problematiek waardoor de kwaliteit van het werk werking met andere instanties in het sociaal domein in de fase na het opleggen verbetert. Een specifiek team van gemotiveerde mensen helpt om ervaring op van het huisverbod. Er komen twee belangrijke voorwaarden naar voren om het te doen en kennis te verdiepen en zorgt ervoor dat er voldoende omvang van tijdelijk huisverbod optimaal in te zetten, namelijk goede kennis van het tijdelijk zaken is om de kennis actueel te houden. Ook kan worden gedacht aan regelmatig huisverbod en problematiek van huiselijk geweld, en een gezamenlijke visie over her- en bijscholing over het tijdelijk huisverbod. Naast kennis over het tijde- de inzet van het huisverbod als onderdeel van de brede aanpak huiselijk. lijk huisverbod en huiselijk geweld, gaat het ook om kennis van werkwijze en taken van de samenwerkingspartners. Kennis van het werk en logica van andere Het initiëren of opleggen van een tijdelijk huisverbod vergt specifieke kennis, ‚ . . … . n beroepsgroepen is essentieel. Casusbesprekingen en bij elkaar in de keuken zowel over de huisverbodprocedure als over de complexiteit van huiselijk geweld. … . … On On _ kijken kan daarin helpend zijn. Dit geldt voor alle professionals die bij het initiëren of uitvoeren van het tijde- lijk huisverbod zijn betrokken. Het gaat dan om kennis omtrent het doel van Naast kennis gaat het ook om visie op het doel van het tijdelijk huisverbod. Als het huisverbod (directe bescherming en bieden van hulp gericht op duurzame het doel is direct bescherming te bieden zal elke keer als sprake is van een (drei- veiligheid) en kennis omtrent de reikwijdte van de criteria waaraan moet worden gend) ernstig en onmiddellijk gevaar voor een huisverbod worden geopteerd, of voldaan. het nu de eerste of de tiende keer is, terwijl iemand die duurzame veiligheid als doel heeft, na de tweede keer geen huisverbod meer zal opleggen, omdat er blijk- 38 baar iets anders nodig is. Daarnaast wordt door de politie het gevaarcriterium voor de Kinderbescherming of jeugdinstelling, zelfs ook door betrokkenen). meer strafrechtelijk ingevuld (bij een vermoeden van een strafbaar feit), terwijl Momenteel worden in de vier gemeenten nog nauwelijks huisverboden opgelegd de hulpverlening meer vanuit het bestuurlijke gevaarcriterium ‘aannemelijk via deze route. Veel professionals zijn niet op de hoogte van deze weegteams en onmiddellijk gevaar’ denkt. Meer nadruk op het bestuursrechtelijke criterium verzoekmogelijkheden. Meer ondersteuning van de professionals is nodig bij de betekent meer ruimte voor het opleggen van een huisverbod, ook vaker buiten onderbouwing van een verzoek tot een tijdelijk huisverbod. een crisismelding bij de politie om. Binnen de strafrechtelijke (ZSM) aanpak lijkt meer aandacht te komen voor een integrale benadering van huiselijk geweld, waar straf en hulp beter op elkaar 5.4 Van strafrechtelijk naar bestuursrechtelijk aansluiten. Er wordt al decennia gepleit voor een integrale aanpak huiselijk pers pectief geweld, en de praktijk laat zien hoe weerbarstig dit is. Een optimale inzet van Het huisverbod wordt momenteel vooral ingezet na een crisismelding bij de het huisverbod hangt samen met de afstemming tussen hulpverlening, bestuurs- … . rechtelijke inzet van het huisverbod en strafrechtelijke aanpak. Een visie op een politie en bij een vermoeden van een strafbaar feit, waarop de verdachte wordt integrale aanpak en de plaats van het huisverbod hierin dient zowel op landelijk, aangehouden en meegenomen naar het politiebureau. Ook het slachtoffer of de … n als op regionaal/gemeentelijk niveau te worden ontwikkeld. De gemeentelijke achterblijver kan worden gevraagd naar het politiebureau te komen om haar of . . . be: autonomie in het opleggen van een tijdelijk huisverbod verdient hierin bijzon- zijn verhaal te vertellen. Er is tegenwoordig meer aandacht voor situaties waar ss: dees a: dere aandacht. geen crisismelding bij de politie is gedaan, maar wel aannemelijk is dat er sprake is van een onmiddellijk ernstig gevaar. Voor die situaties is de zogenaamde ‘geplande screening’ ontwikkeld in Rotterdam en Amsterdam, waar weegteams 5.5 Meer aandacht doet groeien iij icht bestaande uit hillende ket tners. Hier k ktot ZJ OPSCTTEN DES AANGE NN VELSEN DOE KETENPAE NEN TEN AN EEN VERZOESTÒ Het tijdelijk huisverbod is een van de instrumenten die gericht is op directe een tijdelijk huisverbod worden ingediend, en vervolgens beoordeelt het weeg- ‚ . en, bescherming van slachtoffers en bovendien op duurzame veiligheid door het team of er voldoende onderbouwing is voor de aanwezigheid van een ernstig en ‚ en . ‘ddelliik Bi Hiikheid ‘dellijk ’ aanbieden van hulp. Daarom wordt het tijdelijk huisverbod algemeen gewaar- ordtde hu en E otcofd e ie een ocht . } En elk deerd. Meer bestuurlijke aandacht, bijvoorbeeld door een burgemeester die de i WOL e MN POMCIEE Van JHSHHG O1 DUIBEMEESTEN VERZON EE PIOGECNIE JCE waarde ervan benadrukt, lijkt een stimulerende invloed te hebben. Aandacht huisverbod te starten. Deze route kan in alle gevallen van huiselijk geweld worden ‚ ‚ ‚ 0 an ‚ ‚ binnen instellingen voor de mogelijkheid van een tijdelijk huisverbod is voor- ingezet. Ook zonder een weegteam kan direct een verzoek tot een tijdelijk huis- ‚ ‚ ‚ 8 RN ee _ ‚ n ‚ waarde voor een optimale inzet. Aanjagers zijn daarbij belangrijk in het op het verbod worden gedaan bij de hulpofficier van justitie door Veilig Thuis (of Raad 39 netvlies krijgen en houden van de mogelijkheden van de inzet van het tijdelijk huisverbod. Succesverhalen zijn belangrijk in het vergroten van het bewustzijn over het nut en de mogelijkheden van het huisverbod. Daarnaast is aandacht nodig voor de beperkingen van het tijdelijk huisverbod door het criterium ‘anders dan incidenteel’ en de koppeling van het huisverbod aan een woning in plaats van aan een persoon. Hierdoor mist een (grote) groep bescherming door het tijdelijk huisverbod. Ook is er behoefte aan meer inzicht in de effectiviteit van het huisverbod: voor welke doelgroepen is het geschikt en onder welke voorwaarden. Dit is een onderwerp voor vervolgonderzoek. 40 Eijkern, L. van, Baan, L. & Veenstra, R. (2011). Een onderzoek naar de effecti- Lünnemann, K.D., Römkens, R.G. & De Roos, Th.A. (2009). Wie slaat, die gaat! viteit van huisverboden in de provincie Groningen in 2009-2010. Groningen: Kanttekeningen bij het huisverbod als nieuw instrument in de aanpak van geweld Rijksuniversiteit Groningen. achter de voordeur. NJB, afl. 15, pp. 940-946. Fischer, T., Cleven, I.W.M., & Struiijk, S. (2019). Handhavingen veiligheid bij straf- Lúnnemann K.D., PJ.P. Tak, & Piechocki, D.J.G. (2002). Interventie door uithuis- rechtelijke contact-, locatie- en gebiedsverboden ter bescherming van slachtoffers. plaatsing. De juridische mogelijkheden van uithuisplaatsing van plegers van huise- Rotterdam: Erasmus Universiteit. lijk geweld in Oostenrijk en Duitsland. Utrecht: Verwey-Jonker Instituut. GGD Rotterdam-Rijnmond. (2013). Evaluatierapport pilot geplande screening bij Römkens, R., & Poppel, J. van. (2007). Bruikbaarheid van het risicotaxatie-in- kindermishandeling. Rotterdam, maart 2013. strument huiselijk geweld. Een eerste verkenning. Tilburg: IVA/Universiteit van Tilburg. Glim, M.. Siliakus, M.B.A., Van Voorst Van Beest, D., Van der Harg, A, Adolfsen, A.M, & Van Eck, K. (2010). De Wet tijdelijk huisverbod: Wat kost het aan politie- Schol, M., Nagtegaal, J, Sibma, F, Brouwer, J, & Winter, H. (2010). capaciteit? Amersfoort: BMC onderzoek. Rechtsbescherming van uithuisgeplaatsten: een verkennend onderzoek. Kuppens, J., Hardeman, M., & Ferwerda H. (2015). Tijd om te herijken? Naar een Tierolf, B, Lünnemann, K. D., & Steketee, M. J. (2014). Doorbreken geweldspa- mogelijke aanpassing van de Wet tijdelijk huisverboden Risicotaxatie-instrumenten troon vraagt gespecialiseerde hulp: Onderzoek naar effectiviteit van de aanpak Huiselijk geweld. Arnhem: Bureau Beke. huiselijk geweld in de G4. Verwey-Jonker Instituut. Lúnnemann, K. (2004). Het huisverbod voor plegers van huiselijk geweld. Zijn Vaan, K.B.M. de, Homburg, G, & Schreijenberg, A. (2013). Knelpunten in de kinderen als slachtoffer hierbij gebaat? TKM, jaargang 18 (4), p. 23. uitvoering van de Wet tijdelijk huisverbod. Amsterdam: Regioplan. Lünnemann, K.D. & Van Arum, S. (2017). Waarom het strafrecht kindermis- Vaan, K.B.M. de, Timmermans, M., & Homburg, G. (2013). Effectief uit huis handeling zo slecht past. En het wel een high impact crime is. In: 1 op de 4. geplaatst? Effectevaluatie van de Wet tijdelijk huisverbod. Amsterdam: Regioplan. Kindermishandeling een publiek probleem. Amsterdam: Van Gennep. P 81-94. Vaan, K.B.M. de, & Smit, W. (2015). De Wet tijdelijk huisverbod. Een handreiking Lünnemann, K.D., Goderie, M. & Tierolf, B. (2010). Geweld in afhankelijkheids- voor gemeenten en professionals. Amsterdam: Regioplan. relaties. Ontwikkelingen in vraag naar en aanbod van hulp en opvang. Utrecht: Verwey-Jonker Instituut. Lünnemann K.D., Overgaag, A. (2009). De pleger het huis uit. Knelpunten bij crisisinterventie en juridische mogelijkheden tot uithuisplaatsing van plegers van geweld binnenshuis. Utrecht: Verwey-Jonker Instituut. a Bijlage 1: Verantwoording methoden van onderzoek In deze bijlage gaan we in op de vraagstelling en verantwoorden we de methode 5. Hoeveel huisverboden hiervan zijn opgelegd na opstarten proces via nood- van onderzoek. hulp politie. Hoeveel huisverboden na opstarten proces op verzoek van zorg- partij. Trend? 1. Vraagstelling _ En Het onderzoek naar het tijdelijk huisverbod heeft als hoofdvraag: 8, Wat zijn de aantallen SCPEEMEen (RHG s) en de ontwikkeling daarvan binnen de onderzoeksperiode? Wat is de verhouding met de aantallen opge- … legde huisverboden? Wat zijn verklaringen voor de terugloop van het aantal huisverboden vanaf 2014? 7. In hoeveel gevallen zijn minderjarige kinderen betrokken (aanwezigheid van kinderen in de woning) bij tijdelijk huisverbod? Wordt daardoor eerder een Wat zijn voorwaarden voor een optimale inzet van het huisverbod om een huisverbod opgelegd? tijdelijk en duurzaam opheffen van het gevaar te bereiken? 8. Zijn er opvallende verschillen tussen de vier gemeenten als het gaat om Deze hoofdvraag is onderverdeeld in de volgende kwantitatieve en kwalitatieve aantallen opgelegde huisverboden in verhouding tot inwoneraantal, overtre- vragen: dingen, samenloop. Zo ja, wat zijn hiervoor mogelijk verklaringen? Kwantitatieve vragen: Kwalitatieve vragen: 1. Hoeveel geregistreerde meldingen (bij politie)/aangiften/ambtshalve vervol- 9. Zijn er opvallende verschillen tussen organisatie van het proces tussen de vier gingen van huiselijk geweld waren er in de periode 2013-heden per jaar per gemeenten, wat betreft: gemeente? a. _deinterne ambtelijke organisatie van de gemeente, b. _welof niet de mandatering van de oplegging, 2. Hoeveel tijdelijke huisverboden zijn opgelegd in de periode 2013-heden per c. de werkwijze van de partners (zoals Politie: welke functionaris, VT: rol jaar per gemeente? bij beoordeling? Uitvoerende zorgorganisaties: hulpverlening start bij buurtteam/opschaling?) 3. Wat is de verhouding in de jaren 2013-heden tussen aantallen opgelegde huisverboden en aantallen geregistreerde meldingen (bij politie)/aangiften/ 10. Zo ja, is de verschillende wijze van organisatie van het proces van invloed op ambtshalve vervolgingen van huiselijk geweld? het aantal huisverboden? 4. Bij hoeveel geregistreerde meldingen was sprake van ex-partners (vastgesteld 11. Wat zijn randvoorwaarden voor de betrokken organisaties om het huisverbod op basis van de daarvoor door de politie gehanteerde code)? (vaker) op te leggen (extra toegevoegde vraag)? 42 Daarnaast is via literatuurstudie en interviews ingegaan op prevalentie van huise- Deelonderzoek 2 bestond uit een kwantitatieve analyse van de cijferregistra- lijk geweld en recidive na het huisverbod, zoals gevraagd in de startnotitie. ties. Doel was om inzicht te krijgen in cijfermatige ontwikkelingen (prevalentie _ en toe- en afnames). Het merendeel van de cijfers is verkregen uit het systeem 12. Is het aannemelijk dat de prevalentie van huiselijk geweld in de periode 2013- . . . . en . en Khonraad, het systeem dat ontwikkeld is voor de uitvoering van de wet Tijdelijk heden in de G4 niet is afgenomen? Huisverbod. In overleg met de begeleidingscommissie is besloten Khonraad te 13. Wat is bekend over de recidive na een huisverbod? Zijn eerder opgelegde gebruiken (in plaats van bijvoorbeeld politieregistratie), omdat Khonraad het huisverboden van invloed op het al dan niet opleggen van een huisverbod en daadwerkelijke aantal bevat wat betreft opgelegde huisverboden en RiHG's en daarmee dus op het aantal opgelegde huisverboden? omdat alle onderdelen van het Tijdelijk Huisverbod ook correct worden vast- . elegd in Khonraad. De gegevens in Khonraad gaan terug tot 2009, echter, de 2. Verantwoording methoden ° 8 rik Geweld meld BEEN ’ m6 2014 iselijk Geweld meldingen (politie) en misdrijven zijn vana meege- Om deze onderzoeksvragen te beantwoorden zijn verschillende methoden Se hi gen (p ) jv Jay 6 . . or Dn nomen. Vandaar dat een aantal gegevens vanaf 2009 beschikbaar is en de vergelij gebruikt en is het onderzoek in drie deelonderzoeken opgebouwd, namelijk i) . . en „ king met de HG meldingen steeds over de periode 2014-2018 gaat. Cijfers die niet een literatuurscan en deskresearch; ii) een kwantitatieve analyse van de cijfer- ‚ ‚ ‚ ‚ n ‚ in Khonraad stonden, zijn verkregen via de politieregistratie (o.a. totaal aantal registraties; en iii) kwalitatieve interviews met partners betrokken bij het huis- . meldingen politie) en Veilig ‘Thuis (o.a. wel/geen kinderen aanwezig). verbod en een werkconferentie. Hoewel Khonraad een landelijk systeem is, dient elk van de gemeenten apart Deelonderzoek 1 bestond uit een literatuurscan en deskresearch. Het doel van " Je Sy Y 6 P . … toestemming te geven voor gebruik van de cijfers. Hierdoor was het niet moge- de literatuurscan was om een beeld te krijgen van eerder onderzoek omtrent rik de ciüf t de CA rik landeliike cf En ijk om de cijfers uit de te vergelijken met landelijke cijfers, omdat daar- het huisverbod en landelijke ontwikkelingen. Gelijktijdig is er een deskresearch ) ) in, Jee . . en . voor toestemming van alle gemeenten in Nederland noodzakelijk zou zijn. In verricht van relevante beleidsstukken (procesbeschrijvingen en beleidsdocu- . . ee … . . eerste instantie kregen we van elke G4-gemeente verschillende overzichten en menten) binnen de G4 om inzicht te krijgen in de werkwijzen rond de uitvoering . … Í. ontbrak soms opgevraagde informatie. Daarom heeft één van de leden van de van het huisverbod. Tijdens deze fase zijn er ook gesprekken geweest met negen . a: . ‚ Begeleidingscommissie met toestemming van elke gemeente een totaaloverzicht sleutelfiguren om de papieren werkelijkheid beter te doorgronden en in verbin- . . . . . . aangeleverd. Er bleken geen cijfers bekend over het type melding dat leidt tot een ding te brengen met de uitvoering van het beleid. Er is gesproken met beleidsme- Dn . . huisverbod, dat wil zeggen het opstarten van de huisverbodprocedure na crisis- dewerkers gemeente (n=5), Veilig Thuis (n=3), politiestaf/kenniscentrum (n=1). melding bij de politie, of naar aanleiding van een verzoek van een professional (geplande screening). Eveneens ontbreken cijfers over het type mishandeling 43 waarvoor een huisverbod wordt opgelegd (bijv. aantal huisverboden opgelegd bij korte presentatie van de cijfers en een aantal stellingen, zijn de aanwezigen in kindermishandeling, partnergeweld of ex-partnergeweld, geweld meerderjarig subgroepen uiteengegaan. De subgroepen waren gemixt naar gemeente en orga- kind naar ouder). Tot slot ontbreken cijfers over herhaling van geweld, hermel- nisatie. In de subgroepen zijn de volgende twee centrale vragen besproken: 1) wat ding bij de politie en ook het vaker opleggen van huisverboden. Hierdoor konden zijn belangrijkste randvoorwaarden om het aantal huisverboden te doen stijgen? we deze deelvragen niet beantwoorden. Dit vereist een apart onderzoek. en 2) Wat zijn de belangrijkste oorzaken voor de afname van het aantal opge- legde huisverboden en de recente toename? Deelonderzoek 3 bestond uit kwalitatieve interviews met partners betrokken bij het huisverbod, als verdiepende fase naar de oorzaken terugloop en voor- . „ . „ J P oop Tabel 1. Overzicht geïnterviewden tijdens fase 1 en 3 (n=50) waarden toename. Voor de interviews in deelonderzoek 3 is aan de leden van de begeleidingscommissie gevraagd om een lijst aan te leveren van sleutelfiguren Amsterdam DenHaag Rotterdam Utrecht van ketenpartners betrokken bij het huisverbod (politie, Veilig Thuis, AMW, Noodhulp, wijkagent, taakaccen- 2 2 2 2 ‚ , Dn. . thouder Huiselijk Geweld, operatio- Jeugdzorg, Reclassering, OM) (zie Tabel 1). Hierbij is expliciet verzocht om ook neel experts van de politie namen aan te leveren van uitvoerend medewerkers, omdat in deelonderzoek 1 Hulpofficier van justitie 4 2 1 1 vooral mensen van beleid zijn gesproken. De bereidheid om mee te werken aan Politiestaf/kenniscentrum 1 1 2 1 het onderzoek was vrij hoog, ondanks de hoge werkdruk die bij veel organisaties Gemeente (Beleidsadviseurs/Afdeling 8 2 1 2 speelde. Vanwege beperkte capaciteit bij de noodhulp was het niet mogelijk om Services (voorheen BackOffice)/ . … Dienst Juridische Zaken) groepsgesprekken met agenten van de noodhulp te organiseren, wel zijn er een sn: . . Veilig Thuis 1 1 1 3 aantal individuele interviews met agenten van de noodhulp gehouden. AMW (Blijf Groep, Xtra, CVD etc.) 1 2 1 n Voor de werkconferentie zijn alle geïnterviewden benaderd. In totaal waren Jeugdbescherming 8 1 1 8 29 professionals aanwezig (zie tabel 2). De andere geïnterviewden waren niet Reclassering - 2 8 8 aanwezig in verband met verplichte overleggen, ziekte, vakantie en spoedzaken. Veiligheidshuis - - - 1 In sommige gevallen was er een plaatsvervanger van een geïnterviewde. Het doel OM - 2 - 1 van de werkconferentie was het bij elkaar brengen van de verschillende keten- Totaal 15: 15 9 11 partners betrokken bij het opleggen en verlengen van het THV in de vier steden, . en . . 1 In Amsterdam waren 2 politieagenten zowel wijkagent als hulpofficier van justitie om met elkaar te discussiëren over de voorwaarden voor een optimale inzet van het huisverbod en om van elkaar te leren. Na een plenaire introductie met een 44 Tabel 2. Overzicht aanwezigen werkconferentie tijdens fase 3 (n=29) Amsterdam Den Haag Rotterdam Utrecht Landelijk Hulpofficier van justitie HI HI HI - Gemeente (Beleidsadviseurs/ 2 2 1 2 E Afdeling Services (voorheen BackOffice)/Dienst Juridische Zaken) AMW (Blijf Groep, Xtra, CVD etc.) 2 2 n n Reclassering - 1 - - Openbaar Ministerie - - - 1 - Totaal 8 10 4 6 1 45 Bijlage 2: Werkwijze tijdelijk huisverbod naar gemeente Hoewel de basis van het huisverbodproces voor de G4 vergelijkbaar is op grond waar geen crisismelding bij de politie is gedaan, toch de mogelijkheid van een van het wettelijke kader, heeft elk van de G4 in de loop van de jaren op eigen wijze huisverbod te onderzoeken. Momenteel wordt deze route ook in andere gevallen vorm gegeven aan het proces dat aansluit bij de regionale infrastructuur rond de dan kindermishandeling ingezet. De reguliere route is in alle vier de steden het aanpak van huiselijk geweld. Het proces start voor alle gemeentes bij de nood- startpunt voor het huisverbod, de route van een geplande screening is (nog) niet hulp van de politie die naar aanleiding van een crisismelding naar het adres gaat. overal vastgelegd of uitgewerkt. Dit noemen we een regulier huisverbod. Maar er is ook de mogelijkheid tot het opleggen van een huisverbod zonder een crisismelding bij de politie. Deze route Het ter plaatse gaan van de noodhulp van de politie na een crisismelding geldt noemen we een geplande screening. Er is dan geen sprake van een acuut incident voor alle steden, maar daarna lopen de werkwijzen uiteen. In onderstaand figuur dat gemeld wordt bij de politie en aanleiding geeft tot een huisverbod. Deze route staan de verschillen en overeenkomsten weergegeven. Per gemeente volgt een geplande screening is in het leven geroepen om in geval van kindermishandeling korte omschrijving. 46 Figuur 1. Overzicht werkwijze tijdelijk huisverbod per gemeente VALCKE Den Haag VLG KEE! Utrecht . Opleggen gemandateerd aan Mandatering HOvJ Geen mandaat Opleggen gemandateerd aan HOvJ Geen mandaat Adviseur huisverbod, vaak . . … . , HOv] n.a.v. gesprekken crisisteam HO vJ op basis van aangeleverde infor- 2 RiHG invullen Wijkagent samen met Veilig Thuis AMW (en CIT JBWest bij kinderen) matie van politie & Crisisteam CVD Samen Mer Veilig Thuis Cluster Crisis ear en Noodhulp politie, Operationeel coör- Noodhulp politieAdviseur Partijen betrokken bij opleggen Noodhulp politieWijkagentVeilig dinatorHOv, JAMW crisisdienst, CIT Noodhulp politie HO vJCrisisteam CVD huisverbod (politie) Veilig ThuisHOvJ rn . Ne JBWest (alleen bij kinderen) ‘Thuis Cluster Crisis Weegteam bestaand uit politie, Hul i k ad d ï Weegteam bestaand uit uit politie, Aanvullend bij preventieveinzet/ _ Blijf Groep, Veilig 'Ihuis, JBRA Prenen can vld C8 OPERA TONE Crisisteam CVD, gedragsdeskundige oe: . geplande screening (gezinsmanager), DJZ van de endndneikon vann Den en VTRR/JBRR, ketenregisseur/beleidsadvi- en gemeente. team de HOv} THV inschakelen seur van de gemeente. n __…_ _Politie,BlijfGroep,jBRA/ws Politie, Veilig IhuisAMW crisisdienst, poe, veilig Thuis, JBRR (alleen bij Politie, Veilig Thuis Cluster Partijen betrokken bij uitvoering nr CIT (alleen bij kinderen), RN (ook , ne (alleen bij kinderen) . kinderen) Crisis Leger des Heils) Overlegvormen tijdens eerste Systeem, partner- en Systeem (incl netwerk), partner- en Systeem, partner- en kindge- . 5 ) y ’P kindgesprekkenConference call en Systeem, partner- en kind-gesprekken y ’P 5 tien dagen van het THV kindgesprekken sprekken Zorgoverleg zorgoverleg Systeem, partner- en kind Systeem (incl netwerk), partner- Systeem, partner- en kindgesprekken Systeem, partner- en y > P en kindgesprekken, Conference Systeem, partner- en kindgesprekken y ’P sep y ’P gesprekken Zorgoverleg kindgesprekken call en zorgoverleg Beleidsadvies voor wel/niet Services (voorheen BackOffice) . . . … 8 . . ‚ . Beleidsadviseurs huisverbod alleen bij . ‚ . verlengen (ondergrond voor van de gemeentelijke afdeling Beleidsadviseurs huisverbod . ‚ Beleidsadviseurs huisverbod 5 ain besluit tot verlenging besluit burgemeester) Zorg en Veiligheid 47 1. Gemeente Amsterdam indien nodig een herstelbeschikking. Als de beleidsmedewerker tot een afwij- kend besluit m.b.t. het opleggen van het huisverbod zou komen, vindt overleg Opleggen tijdelijk huisverbod plaats met de medewerker Directie Juridische Zaken (DJZ). Als hiervoor een De noodhulp van de politie doet een eerste situatieanalyse en spreekt met de herstelbeschikking wordt opgemaakt, dan wordt de burgemeester wel geïnfor- betrokkenen. Indien de noodhulp overweegt tot het opstarten van de huisverbod- meerd en betrokken. procedure, wordt de wijkagent ingeschakeld. De wijkagent gaat samen met Veilig ‘Thuis ter plaatse en vult vervolgens met Veilig Thuis het RiHG in. Als Veilig Thuis Bij ‘preventieve’ inzet van het huisverbod, dat wil zeggen als er geen politie ter in uitzonderlijk geval niet ter plaatse kan komen, wordt zij alsnog betrokken om plaatse is gegaan wegens een crisismelding, vult de inbrenger een aanvraagformu- input te leveren en de beoordeling samen te doen. Veilig ‘Thuis levert input voor lier in. Mogelijke inbrengers zijn Veilig Thuis, GGD Vangnet en de gecertificeerde het RiHG om zo de informatie en overdracht aan Blijf Groep te verrijken. Deze rol instellingen van de jeugdbescherming (voorheen alleen Jeugdbescherming in de beoordelingen van het huisverbod heeft Veilig [huis per januari 2018 over- Regio Amsterdam (JBRA)). De zorgcoördinator van Blijf Groep ontvangt de genomen van GGD Vangnet & Advies. Het voornemen is om Veilig ‘Thuis in de aanvraag en brengt deze in bij het weegteam. Het weegteam bestaat uit: politie, toekomst al in een eerder stadium te betrekken bij het beoordelen van de aanwe- Blijf Groep als zorgcoördinator (2 personen), Veilig Thuis (1 persoon), DJZ van zigheid van de huisverbodcriteria. Op basis van het RiHG neemt de hulpofficier de gemeente (1 persoon), JBRA (1 persoon, gezinsmanager). Het doel is om in van justitie met mandaat van de burgemeester het besluit om wel/geen huisverbod de nabije toekomst de kring van inbrengers uit te breiden, onder andere naar de op te leggen. Momenteel is een deel van de wijkagenten zelf hulpofficier van wijkteams. justitie, in de toekomst zal dit in verband met de reorganisatie en taakomschrij- In Amsterdam is er een check op het wel of niet opleggen van een huisverbod ving van de wijkagenten niet meer zo zijn, De taak van de wijkagent is primair het door het kenniscentrum huiselijk geweld en kindermishandeling van de politie. invullen van het RiHG en daarmee ook het beoordelen of een huisverbod gewenst Te allen tijde onderzoekt dit kenniscentrum met zoektools in de systemen of er en mogelijk is. Daarna legt de hulpofficier van justitie wel/niet een huisverbod op. niet een mogelijkheid tot oplegging van een huisverbod gemist is. Als dit wordt Als de hulpofficier geen huisverbod oplegt, maakt Veilig Thuis de inschatting of geconstateerd, wordt dit besproken met de dienstdoende agent. Waar mogelijk verwijzing naar Blijf Groep Ambulant wenselijk ís of dat er eerst een onderzoek wordt alsnog de procedure huisverbod opgestart. Soms blijkt dat niet alle infor- van Veilig Thuis (al dan niet samen met Blijf Groep Ambulant) nodig is, matie in het RiHG is opgenomen of dat de kwaliteit onvoldoende is. Door de De afdeling Services (voorheen BackOffice) van de gemeente toetst de beslis- actieve rol van het kenniscentrum en de monitoringsrol die zij vervullen, groeit sing van de hulpofficier van justitie om een huisverbod op te leggen en stuurt de bewustwording onder agenten, wordt de kwaliteit geoptimaliseerd en kan het zijn dat de procedure huisverbod alsnog opgestart wordt. 48 Uitvoeren tijdelijk huisverbod Bij geen verlenging beoordeelt de medewerker DJZ de onderbouwing van de Als de hulpofficier van justitie een huisverbod oplegt, informeert Veilig Thuis beleidsmedewerker om het huisverbod niet te verlengen. Hierbij vindt er indien de uitvoerende partners en andere betrokken hulpverlening en voorziet zij nodig overleg plaats met uitvoerende partners en kan het zorgadvies nog aange- in informatie over het incident. Vervolgens stellen de uitvoerende partners past worden. Zodra de medewerker DJZ akkoord geeft om het huisverbod inder- (Zorgcoördinatiepunt van Blijf Groep en de JBRA of andere betrokken GI), daad niet te verlengen, informeert de medewerker Service de betrokkenen en de laatste specifiek voor de kinderen) een plan van aanpak op (formeel in de eindigt het dossier voor de medewerker Service. werkbeschrijving heet dit het hulpverleningsplan). Blijf Groep heeft hiervoor een speciaal huisverbodteam. De uitvoerend maatschappelijk werkers van Blijf Na afloop van het huisverbod voeren het lokaalteam/Gl/andere professionals — … afhankelijk van wie betrokken zijn — de zorg(regie) met betrokkenen uit. Blijf Groep dragen zorg voor het doen van systeem- en partnergesprekken en de coör- ‚ ‚ ‚ on Groep monitort daarnaast een jaar de casus. Tijdens deze monitoringsfase heeft dinatie van de uitvoering van het plan van aanpak. In het geval van minderjarige kinderen sluit de JBRA aan en doet de kindgesprekken. Blijf Groep houdt daarbij Blijf Groep bij zes weken, drie maanden, zes maanden en een jaar na afloop van . . het huisverbod zowel (telefonisch) contact met de achterblijver(s) en uithuisge- contact met reeds aanwezige hulpverleners in het systeem alsmede de reclasse- ring. Laatstgenoemde organisatie wordt vooral betrokken indien (er mogelijk) plaatste als met de vervolghulpverlening. een strafrechtelijk traject aan de orde is. Link met strafrechtelijke route, ZSM en Veiligheidshuis Aan het einde van de eerste periode van het huisverbod, stelt het Het kenniscentrum huiselijk geweld en kindermishandeling en Veilig 'Ihuis Zorgcoördinatiepunt van Blijf Groep een Zorgadvies op. Daarin wordt het sluiten op dit moment nog niet aan bij de ZSM-tafel, maar zijn wel in overleg verloop van het huisverbod, de met betrokkenen gemaakte veiligheidsafspraken met het Openbaar Ministerie om hier binnenkort bij aan te sluiten. Dit wordt op en de vraag of verlenging van het huisverbod aan de orde is, opgenomen. landelijk niveau binnen de werkgroep Zorg en Straf in het kader van het project Vervolgens beoordeelt de medewerker Service van de gemeente of er al dan niet Veiligheid Voorop besproken. tot verlenging van het huisverbod wordt geadviseerd. Indien hierover verschil in Oe 0 En visie is, wordt DJZ actief betrokken bij de advisering. Bij het voornemen om het Het Actiecentrum Veiligheid & Zorg functioneert als Veiligheidshuis IJ huisverbod te verlengen, stelt de beleidsmedewerker huisverbod een beleidsad- Amsterdam. Dit is een samenwerkingsverband tussen straf, 06 en sociaal vies op. Dit advies wordt beoordeeld door de medewerker DJZ en indien nodig domein, waar ook de adviseurs Huiselijk Geweld, Kindermishandeling en Zeden ‚ ; van de directie Openbare Orde en Veiligheid zijn. De adviseurs vervullen een aangepast. Vervolgens ondertekent eerst de medewerker Service het advies en _ dan besluit uiteindelijk de burgemeester om het huisverbod wel/niette verlengen. beleidsmatige rol en fungeren daarnaast als aanspreekpunt bij knelpunten en gevoelige zaken. 49 2. Gemeente Den Haag een duidelijke hulpvraag doorverwijzen naar het reguliere AMW en/of Veilig Thuis voor een vervolg in Veilig Verder ‘Teams. Bij niet opleggen van zaken met Opleggen tijdelijk huisverbod kinderen start het CIT van JBWest de volgende werkdag altijd een traject. De politie doet een situatieanalyse als zij ter plaatse komen na de crisismelding. Hierin worden ze aangestuurd door de operationeel coördinator (voorheen Sinds de nieuwe werkwijze met de pool van hulpofficieren van justitie per april Chef van Dienst). Vervolgens is het de verantwoordelijkheid van de operatio- 2019 heeft Den Haag het opstarten van de procedure huisverbod zonder samen- neel coördinator om contact te leggen met de hulpofficier van justitie huisverbod, loop strafrecht geformaliseerd. Voorheen gebeurde het dat medewerkers van het die dan de huisverbodcriteria toetst. De ene operationeel coördinator is hierin CIT zelf telefoonnummers hadden van hulpofficieren van justitie, die ze soms doortastender dan de andere en soms is de operationeel coördinator ook zelf bellen als ze een zaak hebben die huisverbodwaardig is maar waarbij er geen hulpofficier van justitie. In de praktijk komen zaken ook binnen via bijvoorbeeld sprake is van een crisismelding. Bij de nieuwe werkwijze is afgesproken dat hulp- de rechercheur of de hulpofficier van justitie die de voorgeleiding doet, maar de verleners via de operationeel coördinator van het betreffende politieteam, de operationeel coördinator heeft de eindverantwoordeliijkheid. Voorheen konden hulpofficier huisverbod kunnen inschakelen voor het opstarten van de huisver- alle hulpofficieren van justitie voor het huisverbod ingeschakeld worden, sinds bodprocedure. Daarna verloopt het via de reguliere route. april 2019 werkt Den Haag met een kleine pool hulpofficieren. Uitvoeren tijdelijk huisverbod Als de hulpofficier van justitie besluit tot het opstarten van de procedure huis- Alsde burgemeester een huisverbod heeft opgelegd, vindt er op de eerste werkdag verbod, wordt de spoedlijn gebeld die de crisisdienst huisverbod (van het telefonisch een eerste huisverbodoverleg plaats met Veilig ‘Thuis, de crisisdienst AMW) en — als er minderjarigen zijn — ook CIT inschakelt. Zij gaan samen met AMW (en het CIT van JB West als er minderjarige kinderen aanwezig zijn), de de hulpofficier van justitie ter plaatse en spreken de betrokkenen. De beoogd reclassering en eventuele andere betrokken hulpverleners. Doel hiervan is het uithuisgeplaatste spreken ze meestal op het politiebureau, omdat hij/zij door- opstellen van een hulpverleningsaanpak en een veiligheidsplan. AMW is er voor gaans als verdachte is meegenomen. Vaak is de hulpofficier van justitie ook bij de achterblijver, het CIT van JB West voor de kinderen en de reclassering voor het gesprek met de beoogd uithuisgeplaatste aanwezig. De betrokkenen (achter- de uithuisgeplaatste. Vervolgens vindt het eerste netwerkoverleg plaats waarbij blijver, beoogd uithuisgeplaatste en evt. kinderen) krijgen informatie over het een deel/alle betrokken hulpverleners (m.u.v. Veilig Thuis) de crisis bespreken huisverbod. De hulpofficier van justitie vult het RiHG in en brengt advies uit met cliënten, en ook is het streven dat de kinderen bij een deel van het gesprek aan de burgemeester, die vervolgens via Khonraad het besluit neemt om wel/niet aanwezig zijn. Samen met de cliënten wordt de hulpverleningsaanpak verder een huisverbod op te leggen. Bij niet opleggen kan de crisisdienst cliënten met uitgewerkt. Richting het einde van de eerste tien dagen van het huisverbod vindt 50 er een tweede huisverbodoverleg plaats tussen de betrokken hulpverleners en Link strafrechtelijke route, ZSM & Veiligheidshuis wordt de stand van zaken besproken. Veilig Thuis stelt op basis daarvan een zorg- Als er samenloop is met strafrecht, dan wordt aan de uithuisgeplaatste toestem- advies op richting een beleidsmedewerker van de gemeentelijke bestuursdienst. ming gevraagd om informatie uit te wisselen tussen het straf- en bestuursrecht. In sommige gevallen wordt voorafgaand aan het opstellen van het zorgadvies Doordeweekse zaken komen bijna allemaal op de ZSM-tafel. Veilig ‘Thuis sluit overleg gevoerd met de bestuursdienst. Dit vindt met name plaats in complexe aan bij ZSM en checkt op alle huiselijk geweldszaken. Door deze samenwerking zaken. De beleidsmedewerker schrijft op basis van het zorgadvies een beleidsad- wordt het bewustzijn van de mogelijkheden van het huisverbod vergroot. vies voor de burgemeester. De burgemeester besluit het huisverbod wel/niet te verlengen. In sommige gevallen is de problematiek zo complex dat wordt opgeschaald naar het weeg/focusoverleg van het Veiligheidshuis. Dit gebeurt ook als er vaker een In de uitvoering van het huisverbod, heeft Veilig Thuis een coördinerende rol huisverbod wordt opgelegd in een systeem. In overleg met de Bestuursdienst van vanaf het moment dat de burgemeester akkoord heeft gegeven. Daarnaast is de gemeente wordt bekeken wie de (actuele) melding bij het Veiligheidshuis doet. Veilig ‘Thuis aanspreekpunt voor de hulpverlening en monitort de crisishulpver- Alleen als een casus heel ingewikkeld is, legt de burgemeester niet alleen een lening. Veilig Thuis heeft zelf geen contact met cliënten. De wijkagent wordt ook huisverbod op, maar wordt deze ook besproken in het Veiligheidshuis. Bij het op de hoogte gesteld en sommige wijkagenten houden contact met de achter- Veiligheidshuis is geen apart huiselijk geweldsoverleg, maar er is wel een persoon blijver tijdens de eerste tien dagen. In principe vindt bij verlenging een derde en van Veilig Thuis aanwezig (niet dezelfde als bij ZSM). Als het nodig is, wordt vierde huisverbodoverleg plaats en een extra netwerkoverleg. informatie afgestemd met het Veiligheidshuis en deze informatie wordt vervol- gens ingebracht in het eerste huisverbod overleg. Na afloop monitort Veilig Thuis de vervolghulpverlening. De concrete invul- ling van deze monitoringsrol wordt tijdens het laatste huisverbodoverleg met de hulpverlening vastgesteld. Daarnaast verwijst de crisisdienst ook door naar het reguliere AMW en de Veilig Verder teams. Als er binnen zes maanden opnieuw een huisverbodprocedure wordt opgestart, wordter voor het eerste huisverbodoverleg eerst door Veilig Thuis ingebeld of het wenselijk is dat het eerste huisverbodoverleg face-to-face in plaats van telefonisch plaats vindt. Ook is er in dat geval altijd een nabespreking van de samenwerking zowel bij het eerste huisverbodoverleg aan het begin als bij het tweede huisverbod aan het einde van de eerste tien dagen van het huisverbod. 51 3. Gemeente Rotterdam overgegaan tot een geplande screening. Als de hulpofficier van justitie besluit dit te doen, gaat het crisisteam van het CVD en indien gewenst samen met de politie Opleggen tijdelijk huisverbod naar de woning of nodigen betrokkenen uit op het politiebureau. Vervolgens Politie komt ter plaatse na een crisismelding en doet een eerste situatieanalyse. geldt de reguliere procedure en neemt de hulpofficier van justitie op basis van het Als het incident mogelijk huisverbodwaardig is, start de hulpofficier van justitie ingevulde RiHG een besluit. In de praktijk wordt deze route nog niet veel ingezet. de procedure op en belt het crisisteam van het CVD. Het crisisteam van het Bij hulpverleningsinstanties buiten Veilig ‘Thuis om is het minder bekend, en — CVD gaat naar de woning (achterblijvers) en naar het politiebureau (uithuisge- tegen de intentieverklaringen in — kost het veel tijd om voldoende informatie te plaatste). Zowel de politie als het crisisteam van het CVD maken verslag en vullen verzamelen, het geweldsgevaar te onderbouwen en te zorgen voor een plan als er het RiHG in, waarbij de politie zich meer concentreert op de feitelijke gegevens de procedure niet wordt opgestart. Veilig Thuis probeert deze route wel telkens (waarneming en gegevens (antecedenten) uit het politiesysteem) en het crisis- onder de aandacht te brengen van de ketenpartners. team van het CVD vult de achtergrond en sociale en hulpverleningselementen in. De hulpofficier van justitie overlegt met de politie en het crisisteam van het Uitvoeren tijdelijk huisverbod CVD en hoort indien mogelijk nog de betrokkenen. Vervolgens vult de hulpof- Veilig Thuis is de casemanager tijdens het huisverbod. De casemanager gaat in ficier van justitie de definitieve versie van het RiHG in en besluit tot het wel/niet gesprek met de uithuisgeplaatste, achterblijver en soms ook personen uit het opleggen van het huisverbod. Doordat de politie en het crisisteam van het CVD netwerk, en is het centrale aanspreekpunt voor betrokkenen en hulpverlening. al langere tijd, ook op andere vlakken, samenwerken, verloopt dit positief. Als er kinderen bij betrokken zijn, dan voert het CIT van JBRR kindgesprekken en biedt de kinderen een crisisinterventie. De casemanager probeert altijd een Bij preventieve inzet van het huisverbod, meestal in geval kindermishandeling . . systeem — of partnergesprek te plannen binnen de eerste tien dagen om afspraken op de voorgrond staat, doet een hulpverlener een verzoek aan het weegteam. Het Dn n te maken over de veiligheid. Uiterlijk dag 8 schrijft de casemanager het zorg- weegteam bestaat uit de ketenregisseur/beleidsadviseur van de gemeente, politie, . . . … ee advies. Afwegingen die daarbij worden meegenomen zijn: is de dreiging afge- het crisisteam van het CVD, gedragsdeskundige Veilig 'Thuis/Jeugdbescherming . en, . . Dn. nomen, is er een veiligheidsplan en is de hulpverlening opgestart. De juridisch Rotterdam Rijnmond. De casus wordt direct in behandeling genomen. Als het … . medewerker van de gemeente wordt daarbij regelmatig ingeschakeld voor advies weegteam voldoende informatie heeft verzameld, en de casus huisverbod waardig … … . _ ‚ bij het schrijven van het zorgadvies. vindt, schrijft een jurist namens het weegteam een advies en doet bij de dienst- doende hulpofficier het verzoek tot een huisverbod gedaan bij de hulpofficier van justitie. De hulpofficier van justitie heeft volmandaat en besluit of er wordt 52 De juridisch medewerker van de gemeente beoordeelt het zorgadvies, hoort de Link strafrechtelijke route, ZSM & Veiligheidshuis uithuisgeplaatste en achterblijvers, en maakt een belangenafweging. Bij advies tot Vaak is er wel samenloop met strafrecht. De verdachte pleger zit op het politie- verlengen wordt er een beleidsadvies opgesteld aan de burgemeester. Doordat er bureau op verdenking van een strafbaar feit. Dit is geen reden om het huisverbod vaak wachtlijsten zijn, met name bij GGZ, wordt het huisverbod vaak verlengd, niet op te leggen, omdat het huisverbod naast deze strafrechtelijke procedure zodat de hulpverlening voor afloop van het huisverbod wordt opgestart. De loopt en het huisverbod direct kan worden opgelegd, terwijl de strafrechtelijke burgemeester neemt digitaal het besluit en de juridisch medewerker zegt het beslissing van OM of rechter langer duurt. De huiselijk geweld zaken komen vaak mondeling aan. Bij advies om niet te verlengen wordt alleen in bijzonder gevallen op de ZSM-tafel. Soms leidt dit tot de vraag waarom er geen huisverbodproce- een beleidsadvies richting de burgemeester gegeven, bijvoorbeeld als de achter- dure is opgestart en opgelegd. In dat geval belt de coördinator van de politie op blijver verlenging wenst of als er wordt afgeweken van het zorgadvies. ZSM de dienstdoende politieagent ten tijde van het incident op. Dit zorgt voor meer aandacht voor het huisverbod. Na afloop van het huisverbod maakt Veilig ‘huis intern afspraken over hun monitoringsrol. In principe monitort Veilig ‘Thuis elk huisverbod, tenzij er Als bij ZSM blijkt dat zaken te complex zijn, dan worden ze ingebracht in casus- goede redenen zijn om dit niet te doen (bijv. als betrokkenen naar het buitenland overleggen van het Veiligheidshuis. Bij uitzondering komt het voor dat het verhuizen, of er hele duidelijke redenen zijn om aan te nemen dat de situatie Veiligheidshuis dan vindt dat een huisverbod nodig is/was. Meestal is dit een stabiel veilig is.) De casemanager weegt in elk huisverbod af hoe de monitoring leermoment en wordt er geen huisverbod meer opgelegd, in zeldzame gevallen plaatsvindt. In principe gebeurt dit na 3 maanden en na een jaar bij de casusregis- wordt er alsnog een aanvraag ingediend bij het weegteam. Binnenkort zal het seur en het betrokken gezin. Ook hier wordt per casus afgewogen welke monitor- Veiligheidshuis in Rotterdam veranderen, waarbij er ook betrokkenen bij het momenten nodig zijn, dit kan dus ook meer zijn als dit noodzakelijk is. casusoverleg aanwezig kunnen zijn. 53 4. Gemeente Utrecht Binnen het werkproces wordt aangegeven dat het huisverbod ook zonder crisis- melding ingezet kan worden. In dat geval kan Veilig Thuis een huisverbod proce- Opleggen tijdelijk huisverbod dure initiëren. Dit kan naar aanleiding van een huisbezoek bij crisisinter ventie, Bij een melding huiselijk geweld gaat de noodhulp van de politie ter plaatse en na triage van melding bij Veilig ‘Thuis of tijdens/na onderzoek in overleg met de doet een eerste situatieanalyse. Als er sprake is van (dreigend) huiselijk geweld, gedragswetenschapper Veilig ‘Thuis. De medewerker neemt daarna contact op wordt de adviseur huisverbod van de politie ingeschakeld. Als er een huisverbod met een adviseur huisverbod en zij gaan samen ter plaatse. Vervolgens gaat het overwogen wordt, schakelt de adviseur huisverbod de dienstdoende medewerker via het reguliere werkproces. Echter, in de praktijk gebeurt dit vrijwel niet. Recent van het Cluster Crisis Veilig ‘Thuis (CCVT) in. Beiden checken op bekendheid is de wens uitgesproken door de politie, adviseurs huisverboden, Veilig Thuis en van betrokkenen en eventuele kinderen in registratiesystemen (politie, gemeen- de beleidsadviseurs van de gemeente om dit proces meer te formaliseren. telijke basisadministratie, Samen Veilig) en wisselen gegevens uit. De mede- werker van het crisisteam van Veilig Thuis is binnen 90 minuten ter plaatse en Uitvoering tijdelijk huisverbod hoort achterblijvers, kinderen, huisgenoten, en uithuisgeplaatste en geeft infor- Indien de burgemeester op grond van het beleidsadvies van de adviseur huisver- matie over huiselijk geweld. De adviseur huisverbod vult het RiHG in. Vaak is boden besluit tot het opleggen van het huisverbod, checkt een beleidsadviseur er daarbij overleg met de crisismedewerker van Veilig Thuis als er twijfel is of huisverbod van de gemeente op vormfouten, de motivering van de beschikking het huisverbod het juiste instrument is of dat de casus huisverbodwaardig is. en of de beschikking en folder zijn uitgereikt. Tijdens het huisverbod onderhoudt Belangrijke overwegingen zijn daarbij of mogelijk hulp vanuit het netwerk of het crisisteam van Veilig Thuis als coördinator het contact met de betrokkenen en lichtere vormen van zorg ook een goed alternatief zijn omdat het huisverbod een politie, informeert betrokken instanties (inclusief huisarts, consultatiebureau en zwaardere maatregel is met heftiger gevolgen. scholen en wijkagent) en neemt contact op met de geadviseerde hulpverlening. Sinds 2017 heeft het crisisteam van Veilig Thuis altijd de procesregie/coördinatie, Vervolgens stelt de adviseur huisverbod het advies op voor het opleggen van het . . . ook als er sprake is van een beschermingsmaatregel. Dit wordt positief ervaren huisverbod door de burgemeester. Voorafgaand heeft de crisismedewerker van ‚ ‚ ‚ nn veilie Thuis ad b fel de ged vanwege continuïteit, zicht op ontwikkeling qua hulpverlening en bij cliënten, en ili i i ij twijfel is er overleg geweest met de gedragswe- e S mied kn er 5 5 ) 5 55 ek n en 55W d kwaliteit van het zorgadvies. Het kan zijn dat SAVES al betrokken is bij het gezin, t ili is. t itelektronisch via Khonraa CASCHAPPer van VELE TUS. 16 DNTSOMEESEN DES NE Y vaak als er sprake is van een dwangkader (OTS). In dat geval wordt de hulpverle- of er wel/niet een huisverbod wordt opgelegd op grond van het RiHG en advies . . . … n On ning voor de jeugdige overgedragen naar de medewerker van SAVE, wel blijft de van politie. Wanneer er geen huisverbod wordt opgelegd, start Veilig Thuis altijd ee een crisisinterventie waarin toe geleid wordt richting passende hulpverlening 8 _SAVE= Samen Veilig bestaat uitteams jeugdbescherming, die zich richten op gezinnen met kinderen met het oog op de veiligheid en ontwikkeling. van O tot 23 jaar, waarbij er vragen of zorgen zijn over de veiligheid of ontwikkeling van de kinderen. 54 coördinatie bij het crisisteam van Veilig ‘Thuis liggen en is er onderlinge afstem- Bij geen verlenging vindt er een (systeem)gesprek met uithuisgeplaatste en ming met betrekking tot het huisverbod. achterblijver plaats en monitort Veilig '‘Ihuis bij de betrokken casushouder in hoeverre de hulpverlening op gang is gekomen en de voortgang. Tussen de zesde en achtste dag van het huisverbod organiseert Veilig ‘Thuis het zorgoverleg met de geadviseerde hulpverlening. Voor het zorgoverleg worden Link strafrechtelijke route, ZSM & Veiligheidshuis alle betrokken partijen uitgenodigd, zowel uithuisgeplaatste als achterblijver en Vaak is er samenloop met het strafrecht. Volgens het werkproces neemt de de betrokken of te betrekken hulpverlening. Als er al een medewerker van SAVE medewerker van het crisisteam van Veilig Thuis op dag 2 contact op met ZSM of het lokale team betrokken is of er overdracht naar hen zal plaatsvinden, is het om informatie uit te wisselen omtrent de afhandeling vanuit de politie en het streven dat die aansluit. Op basis daarvan schrijft Veilig Thuis het zorgadvies eventuele strafrechtelijke traject. In de interviews wordt aangegeven dat er in de richting de beleidsadviseur van de gemeente, praktijk regelmatig contact is tussen het crisisteam van Veilig Thuis en ZSM. Een Een beleidsadviseur van de gemeente hoort naar aanleiding van het zorgad- strafrechtelijke maatregel kan een huisverbod aanvullen, ook ingeval er in hoger vies vervolgens telefonisch de betrokkenen (achtergeblevenen — partner, ouder, beroep gegaan wordt tegen het huisverbod of de opgelegde strafrechtelijke maat- kinderen — en uithuisgeplaatste) en maken dan een advies voor de burgemeester. regel, Tot nu toe zit Veilig Thuis niet op ZSM, De burgemeester besluit elektronisch via Khonraad om wel/niet te verlengen. Als tijdens het zorgoverleg tijdens de eerste tien dagen blijkt dat de hulp niet Overwegingen die meegenomen worden in het schrijven van het beleidsadvies: op gang wil komen of betrokkenen niet mee willen werken, overlegt de crisis- de dreiging van het gevaar, of iemand verantwoordelijkheid neemt voor zijn medewerker van Veilig ‘Thuis met een van de vijf gedragswetenschappers van daden en daarbij hulp zoekt, of er goede veiligheidsafspraken zijn en of de hulp Veilig 'Lhuis betrokken bij het huisverbod of de casus ingebracht moet worden bij op gang is gekomen. Meestal is het beleidsadvies in lijn met het zorgadvies van het afstemmingsoverleg. Bij het afstemmingsoverleg zijn politie en Veilig ‘Thuis Veilig Thuis, behalve als er tussendoor nog wijzigingen in de situatie zijn, aanwezig. In de praktijk is er tussen Veilig Thuis en het Veiligheidshuis regelmatig Bij verlenging onderhoudt de crisismedewerker Veilig'Ihuis met betrokkenen en contact over welke maatregelen blijken te werken in bepaalde casussen, maar er instanties contact over de voortgang van de hulpverlening. In vrijwel alle gevallen valt nog winst te behalen uit deze samenwerking door frequenter contact, wordt er een tweede zorgoverleg gepland binnen de verlengingsperiode. Door het samenwerkingsverband met diverse partners zijn wachtlijsten vaak korter en lukt het om binnen de eerste tien dagen of de verlengingsperiode de hulp op gang te krijgen. 55 COLOFON Opdrachtgevers Ministerie van Justitie en Veiligheid Gemeente Amsterdam Gemeente Den Haag Gemeente Rotterdam, Gemeente Utrecht Auteur Mr. dr. K. D. Lännemann M. Compagner, MSc Mr. drs. L.F. Drost Drs. B. Tierolf Omslag Ontwerppartners, Breda Uitgave Verwey-Jonker Instituut Kromme Nieuwegracht 6 3512 HG Utrecht T (030) 230 07 99 E [email protected] Iwww.verwey-jonker.nl De publicatie kan gedownload worden via onze website: http://www.verwey-jonker.nl. ISBN 978-90-5830-976-1 © Verwey-Jonker Instituut, Utrecht 2020. Het auteursrecht van deze publicatie berust bij het Verwey-Jonker Instituut. Gedeeltelijke overname van teksten is toegestaan, mits daarbij de bron wordt vermeld. 'Ihe copyright of this publication rests with the Verwey-Jonker Institute. Partial reproduction of the text is allowed, on condition that the source is mentioned. Sinds 2009 kan in bepaalde gevallen van huiselijk geweld een huisverbod in gezet worden. Dit is een bestuurlijk instrument waardoor een volwassene die in een huishouden gevaar veroorzaakt tijdelijk uit huis geplaatst wordt. Het Verwey-Jonker Instituut onderzocht voor de G4 waarom er vanaf de periode na 2013 in Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Utrecht (de G4) een terugloop is in het aantal huisverboden. Daarnaast onderzochten we welke voorwaarden nodig zijn om een huisverbod optimaal in te zetten, zodat men directe bescherming kan bieden en voor duurzame veiligheid in het gezin kan zorgen. De afname in het aantal huisverboden valt niet te verklaren uit een afname van het aantal meldingen huiselijk geweld bij de politie. Uit de gesprekken die we voerden met sleutelfiguren en deskundigen in de gemeenten kwamen als belangrijkste verklaringen de reorganisatie bij de politie in 2013, en de transitie in het sociale domein naar voren. In die transitie kwam Veilig Thuis tot stand, als samenvoeging van het Algemeen Meldpunt Kindermishandeling en het Advies- en Steunpunt Huiselijk Geweld. Hierdoor verdwenen specifieke personen, functies of afdelingen, waardoor zowel kennis verloren ging als afdelingen met aanjagende functies verdwenen. Tegelijkertijd ontstonden nieuwe samenwerkingswijzen met nieuwe mensen. De belangrijkste knelpunten rondom uitvoering zijn een gebrek aan kennis over het huisverbod, capaciteit en het ontbreken van een gezamenlijke visie op het huisverbod. Deze visie ontbreekt met name in situaties waarin geen crisismelding bij de politie is gedaan. Ook is er geen visie op de rol van het huisverbod in de brede aanpak van huiselijk geweld door hulpverlening, bestuursrechtelijke inzet van het huisverbod en de strafrechtelijke aanpak. In het rapport geven wij een aantal voorwaarden waaronder het huisverbod optimaal ingezet kan worden. Ve 030 230 07 99 En WE n Kromme Nieuwegracht 6 [email protected] Jl 0 rn k e yr 3512 HG Utrecht www.verwey-jonker.nl Es
Onderzoeksrapport
58
train
VN2021-000430 X Gemeente Raadscommissie voor Financiën, Economische Zaken, Deelnemingen, F EF D Ate id % Amsterdam Lucht- en Zeehaven, Duurzaamheid en Circulaire Economie Voordracht voor de Commissie FED van 04 maart 2021 Ter kennisneming Portefeuille Duurzaamheid en Circulaire Economie Agendapunt 14 Datum besluit College 2 februari 2021 Onderwerp Kennis nemen van de schriftelijke reactie van B&W inzake de afhandeling van motie 4,64 van het lid Groen (GroenLinks) inzake Nieuw Amsterdams Klimaat, Routekaart Amsterdam getiteld Risicoparagraaf Routekaart. De commissie wordt gevraagd Kennis te nemen van de schriftelijke reactie van B&W inzake de afhandeling van motie 464 van het lid Groen (GroenLinks) inzake Nieuw Amsterdams Klimaat, Routekaart Amsterdam getiteld Risicoparagraaf Routekaart met als belangrijkste punt: a. In de Rapportage 2021, Nieuw Amsterdams Klimaat, Routekaart Amsterdam Klimaatneutraal 2050 is een risicoparagraaf opgenomen waarmee uitvoering gegeven is aan de motie 464 inzake Nieuw Amsterdams Klimaat, Routekaart Amsterdam getiteld Risicoparagraaf Routekaart. Wettelijke grondslag Reglement van Orde voor de raad van Amsterdam, artikel 80: Afhandeling motie. Gemeentewet, artikel 169: het college van burgemeester en wethouders en elk van zijn leden afzonderlijk zijn aan de Gemeenteraad verantwoording schuldig over het door het college gevoerde bestuur (lid 1); zij geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de uitoefening van zijn taak nodig heeft (lid 2); zij geven de raad mondeling of schriftelijk de door een of meer leden gevraagde inlichtingen, tenzij het verstrekken ervan in strijd is met het openbaar belang (lid 3). Bestuurlijke achtergrond In de vergadering van de gemeenteraad van 22 april 2020 heeft vw raad bij de behandeling van agendapunt 6 ‘Vaststellen van Nieuw Amsterdams Klimaat, Routekaart Amsterdam’ motie 4,64 van het lid Groen (GroenLinks) inzake Nieuw Amsterdams Klimaat, Routekaart Amsterdam getiteld Risicoparagraaf Routekaart aangenomen waarin het college gevraagd wordt om: Bij de jaarlijkse rapportage een risicoparagraaf toe te voegen. Met bijgevoegde brief wordt deze motie afgedaan. Reden bespreking nvt. Uitkomsten extern advies nvt. Gegenereerd: vl.7 1 VN2021-000430 % Gemeente Raadscommissie voor Financiën, Economische Zaken, Deelnemingen, Ruimte en % Amsterdam ‚ ‚ ‚ ‚ . Lucht- en Zeehaven, Duurzaamheid en Circulaire Economie duurzaamheid % Voordracht voor de Commissie FED van 04 maart 2021 Ter kennisneming Geheimhouding n.v.t. Uitgenodigde andere raadscommissies n.v.t. Welke stukken treft v aan? 1. Motie 464 Routekaart _Klimaatneutraal_risicoparagraaf_Routekaart.pdf AD2021-011453 (pdf) AD2021-011454 2. Brief_motie_464_routekaart.pdf (pdf) AD2021-001551 Commissie FED Voordracht (pdf) Ter Inzage Registratienr. Naam Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Ruimte en Duurzaamheid, Pascal Hament, 06-12344363, p.hament@®amsterdam.nl Gegenereerd: vl.7 2
Voordracht
2
test
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Motie Jaar 2013 Afdeling 1 Nummer 951 Publicatiedatum 15 november 2013 Ingekomen op 6 november 2013 Ingekomen onder 914’ Behandeld op 7 november 2013 Status Aangenomen Onderwerp Motie van de raadsleden mevrouw Van der Heijden, de heer Capel, mevrouw Ruigrok, de heer De Goede en de heer Van Drooge inzake de begroting voor 2014 (Garantiefonds om-/bijscholing ZZP). Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de begroting voor 2014; Overwegende dat: — de Nederlandse economie en arbeidsmarkt beweeglijker zijn geworden en het daarom van belang is dat arbeidskrachten wendbaarder worden; — veel van de banen waar nu, ondanks de crisis, nog vacatures voor zijn, tien jaar geleden nog niet bestonden en ook lang werd gedacht dat Nederland voornamelijk een diensteneconomie zou worden, maar bedrijven productie weer terughalen naar Nederland; — daarbij het type contract dat veel mensen sluiten met een werk-/opdrachtgever de laatste jaren sterk is veranderd: het aantal zelfstandigen zonder personeel (ZZP'ers) is in Amsterdam in vier jaar verdubbeld tot 47.000 in 2012 (O&S); — ZZP een containerbegrip is waardoor een eenduidig profiel moeilijk te schetsen is: zij werken in de bouw, thuiszorg maar ook als interim-manager; — ZZP'ers in principe ondernemers zijn, zo dragen zij zelf zorg voor hun pensioen, arbeidsongeschiktheidsverzekeringen en om-/bijscholing, zeker de minder verdienende ZZP'er lijkt dit in de praktijk niet/nauwelijks te doen; — Nederlanders over het algemeen redelijk professievast zijn en het dus niet verwonderlijk is dat vraag en aanbod niet voldoende op elkaar aansluiten; — ZZP'ers beweeglijker zijn dan mensen in vaste dienst en als zij zich goed kunnen blijven ontwikkelen en kunnen aanpassen aan de vraag op de arbeidsmarkt, zij kunnen bijdragen aan het beter aansluiten op de arbeidsmarkt; — ereen onderbesteding bij Garantiefonds Microkredieten Amsterdam is [nu bekend onder Microkrediet Amsterdam (MA)] en Economische Zaken, met onder andere EFRO-gelden, in 2008/2009 geld ter beschikking stelde en dit garantiefonds in principe beschikbaar is voor kleine ondernemers, 1 Jaar 2013 Gemeente Amsterdam Afdeling 1 Gemeenteblad R Nummer 951 Motie Datum 15 november 2013 Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: — dat voor de aansluiting tussen arbeidsmarkt en onderwijs het van belang is dat ZZP'ers in Amsterdam zich voldoende kunnen om- en bijscholen en mede daarvoor MA-middelen te reserveren om garant te staan voor deze ZZP'ers, zodat zij eenvoudiger een lening kunnen krijgen; — een aanvraag tot verruiming van het hiervoren vermelde garantiefonds in te dienen; — _nate gaan of er Opleidings- en Ontwikkelingsfondsen zijn of andere, denk aan landelijke of EU-, subsidies voor om-/bijscholing van deze doelgroep; — _nate gaan of cofinanciering van een opleiding met bedrijven die geen geschikte werknemers kunnen vinden opportuun is. De leden van de gemeenteraad, L.B. van der Heijden S.T. Capel M.H. Ruigrok M. de Goede Â.H. van Drooge 2
Motie
2
discard
> < Gemeente Raadsinformatiebrief % Amsterdam Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam Datum 21 december 2021 Portefeuille(s) Onderwijs Portefeuillehouder(s): Marjolein Moorman Behandeld door Directie OJZ [email protected] Onderwerp Tweede voortgangsbrief Amsterdammerschap in het onderwijs en stand van zaken motie 851 van het lid Taimounti d.d. 2-7-2020 inzake alle basisscholen jaarlijks naar het slavernijmuseum Geachte leden van de gemeenteraad, Met deze brief informeert het college u over de voortgang van het beleid ‘Amsterdammerschap in het onderwijs’. Op 19 september 2019 heeft u de beleidsbrief ‘Amsterdammerschap in het onderwijs’ vastgesteld en op 18 september 2020 heeft u een eerste voortgangsrapportage ontvangen. Het college zet hiermee in op het bevorderen van een ambitieuze en weerbare samenleving, waarin iedereen zichzelf kan zijn. Een stad waarin kinderen en jongeren al vroeg in hun leven leren omgaan met verschillen, zich in elkaar kunnen verplaatsen en werken aan hun ontwikkeling en talenten. Hierbij bied ik v de “Tweede voortgangsbrief Amsterdammerschap in het onderwijs’ aan. “Burgerschap vergt als het gaat om morele kwesties iets anders van leerkrachten: ze moeten niet vertellen wat het juiste antwoord is maar leerlingen laten nadenken over verschillende antwoorden, wat daar de voor- en nadelen van zijn en leerlingen de (intellectuele) instrumenten bieden om zelf te bedenken wat zij een wenselijk antwoord vinden.” Hessel Nieuwelink, Lector Burgerschapsonderwijs aan de Hogeschool van Amsterdam? De afgelopen periode zijn drie belangrijke ontwikkelingen van grote invloed geweest op het Amsterdams burgerschapsonderwijs: (1) de coronapandemie, (2) het perspectief op gelijke behandeling, racisme en discriminatie en (3) ontwikkelingen in het landelijke burgerschapsbeleid. Hieronder licht ik deze ontwikkelingen uit. Vervolgens doe ik verslag van de voortgang op de vier actielijnen van het beleid Amsterdammerschap in het onderwijs. In de bijgevoegde infographic vindt u de doelen beschreven in vier pijlers. Het geeft een overzicht van de projecten en programma’s die vanuit dit beleid worden ondersteund. * Citaat vit Publicatie Burgerschap en Sociaal-emotioneel leren. Overeenkomsten en verschillen https://www.schoolenveiligheid.nl/wp-content/uploads/2021/oo/Burgerschap-en-sociaal-emotioneel-leren_Hessel- Nieuwelink.pdf Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 21 december 2021 Pagina 2 van8 1. Burgerschapsonderwijs en Covid Ook het burgerschapsonderwijs heeft geleden onder de coronapandemie en de daaruit volgende loekdowns. De setting van de veilige omgeving van de eigen klas werd deels vervangen door online onderwijs. Projecten gericht op ontmoeting konden niet of alleen in aangepaste vorm doorgaan. Voor goed burgerschapsonderwijs is het belangrijk dat er voldoende bekwame docenten zijn en dat er écht contact tot stand komt tussen leerlingen en/of leraren in een veilige setting. De lockdowns maakten het lastig om goed burgerschapsonderwijs vorm te geven. Toch zijn er ook in deze periode met grote inzet en flexibiliteit veel resultaten behaald. Zo heeft de jongerenrechtbank een aantal online zittingen georganiseerd en heeft Discussiëren kun je Leren het einddebat opgenomen in een televisiestudio. Uiteraard was dit niet voor alle projecten mogelijk, bijvoorbeeld voor de uitvoeringen van het spel Democracity (po) van Pro Demos en de klassenbezoeken aan het stadhuis (vo en mbo). 2. Gelijke behandeling, racisme en discriminatie De moord op George Floyd en de daaruit volgende wereldwijde demonstraties hebben het perspectief op het debat over gelijke behandeling, racisme en discriminatie veranderd. Er is meer erkenning dat er nog steeds breed in de samenleving sprake is van racisme en discriminatie. Het bewustzijn hierover neemt toe. De waarde van het leren omgaan met verschillen in de stad is afgelopen periode onderstreept. De opkomst van de Black Lives Matter beweging heeft aandacht gegenereerd voor de vele ervaringsverhalen over ongelijke behandeling, ook van leerlingen en jongeren in Amsterdam. Hierdoor is meer aandacht voor expliciet, maar ook voor impliciet racisme en discriminatie in het onderwijs. Vanuit het programma Amsterdammerschap bieden wij aan docenten de leergang ‘Inclusief onderwijs: expliciete scholing rondom racisme, ongelijkheid en discriminatie’ aan. De belangstelling hiervoor is groot, dat licht ik verder toe onder actielijn 2. Passend in het discours over gelijke behandeling is geschiedschrijving vanuit gelijkwaardig perspectief. Amsterdam heeft als eerste gemeente haar excuses aangeboden voor het slavernijverleden. Hiervoor is ook binnen het programma gedeelde geschiedenis en inclusief herdenken van het beleid Amsterdammerschap in het onderwijs veel aandacht. Tijdens Keti Koti zijn leerlingen actief betrokken en gestimuleerd om hierover hun mening te vormen en te uiten via een debat. Daarnaast waren er AT5- uitzendingen en publicaties zoals het boek ‘Amsterdam en het slavernijverleden en het basisschoolproject ‘Anansi de spin’. Je verplaatsen in de ander en elkaar de ruimte gunnen zijn noodzakelijke voorwaarden om te kunnen worden wie je bent, ongeacht je culturele achtergrond, sociaaleconomische status of genderdiversiteit. School is bij uitstek een oefenplaats om deze vaardigheden te ontwikkelen. 3. Landelijk burgerschapsbeleid De Wet verduidelijking van de burgerschapsopdracht aan scholen in het funderend onderwijs is augustus 2021 in werking getreden. Een mijlpaal die we hier graag noemen omdat dit scholen de broodnodige handvatten geeft om burgerschapsonderwijs vorm te geven. Scholen worden verplicht het burgerschapsonderwijs stevig in het curriculum te verwerken en worden uitgedaagd Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 21 december 2021 Pagina 3 van 8 om daadwerkelijk een oefenplaats te zijn voor democratie. Bijvoorbeeld door leerlingen meer inspraak in het schoolbeleid te geven maar ook door meer te oefenen met invloed uitoefenen buiten de school. Een element dat in het Amsterdams beleid terugkomt in de aanpak van bijvoorbeeld het Stadslab burgerschap en de jongerenrechtbank. Vanuit de PO- en de VO-raad zijn burgerschapsambassadeurs aangesteld om helderheid en duiding te kunnen geven aan de wetswijziging burgerschap. Samen met de burgerschapsambassadeurs hebben we op 11 december 2020 een webinar ‘Burgerschap in de stad’ georganiseerd. De Amsterdamse po- en vo- scholen zijn door ons daarnaast actief geïnformeerd over de aangescherpte burgerschapswet. Onderdeel daarvan was de verspreiding van de inspiratieposter Fawaka wereldburgerschap waarin verschillende thema’s vragen en handvatten voor leraren aan bod komen. Amsterdammerschap in het onderwijs In de beleidsbrief duiden we Amsterdammerschap als volgt: “Amsterdams burgerschap, oftewel Amsterdammerschap, staat voor jezelf kunnen zijn in een diverse omgeving en een ander ook die ruimte gunnen. Het staat voor het vermogen om in gelijkwaardigheid samen de stad vorm te geven. Dat gaat niet altijd vanzelf. Burgerschap en diversiteit zijn niet alleen mooi, maar ook complex. De praktijk laat zien dat verschillen tussen mensen helaas ook vaak samengaan met segregatie, kansenongelijkheid, achterstelling en conflict. Het is daarom belangrijk om actief Amsterdammerschap te bevorderen. Een belangrijke rol is daarbij weggelegd voor het Amsterdamse onderwijs.” Daarbij zijn de volgende doelen in vier pijlers geformuleerd: e _Zelfrealisatie: kinderen kunnen zich optimaal ontwikkelen, ongeacht hun achtergrond. * Ontmoeting: kinderen gaan samen naar school en ontmoeten elkaar; ® _Inleving: kinderen kunnen zich verplaatsen in anderen. e _Verantwoordelijkheidsbesef: kinderen leren over de rechten en plichten van het burgerschap van Amsterdam, en over de verbondenheid tussen vrijheid en verantwoordelijkheid. Naast de vier pijlers, zijn er voor uitvoering van het beleid Amsterdammerschap in het onderwijs vier actielijnen geformuleerd. In deze brief neem ik v mee in de ontwikkelingen en resultaten die zijn geboekt op deze vier actielijnen. Actielijn 1: Amsterdamse leraren en schooldirecteuren zijn bekwaam in het lesgeven in de grote stad: zij beheersen het ‘Amsterdams meesterschap’. We willen dat elke Amsterdamse docent is geëquipeerd om les te geven in een diverse stad als Amsterdam. Het burgerschapsbeleid is ingebed in de lerarenagenda om leraren te ondersteunen bij de vitdagingen die het lesgeven in de superdiverse stad met zich meebrengt. De ambitie om een programma grootstedelijk onderwijs te realiseren heeft onder meer vorm gekregen via de leergang over ‘Inclusief onderwijs: expliciete scholing rondom racisme, ongelijkheid en discriminatie’. Afgelopen jaar is deze leergang gegroeid. In oktober 2021 zijn 3 leergangen gestart voor in totaal 60 leraren en tussen februari en juni 2022 starten opnieuw 4 leergangen voor in totaal 80 leraren. Ook is er in samenwerking met de schoolbesturen een specialisatie ‘Coach van nieuwe leraren’ ontwikkeld voor ervaren leraren. De coach ondersteunt een beginnende leraar met Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 21 december 2021 Pagina 4 van 8 verschillende leerstijlen, thuissituaties, achtergronden van ouders etc. In november 2021 is de eerste groep van 21 leraren met de leergang gestart. Helaas is hiermee de doelstelling om in 2021 40 leraren op 40 verschillende scholen te bereiken niet behaald. Uit een eerste inventarisatie blijkt dat de druk op scholen door het lerarentekort mogelijk invloed heeft op de deelnamecijfers. De doelstelling voor deelname in 2022 is 85 leraren. De ambitie om in te zetten op kennisuitwisseling en kennisopbouw heeft naast de kennisconferentie vanuit de burgerschapsambassadeurs, en mede veroorzaakt door de pandemie een online vorm gekregen via de kennisdeling sessies ‘Wie is We! in samenwerking met Ilias El Hadioui. Deze vijf sessies zijn samen met Pakhuis de Zwijger ontwikkeld over burgerschapsonderwijs in Amsterdam. Het investeren in nieuwe en bestaande netwerken heeft mede vanwege corona minder vorm gekregen vanuit de dialooggroep, maar meer vanuit netwerken zoals ontstaan vanuit het programma Stadslab Burgerschap. Stadslab ontwerpt lesprogramma's op maat voor democratische kennis, -vaardigheden en -houdingen en bouwt aan een leergemeenschap van scholen. “Onze vooroordelen komen vaak in taalgebruik al naar voren, dus is het goed om je hier bewust van te zijn.” Dennis de Vries, Directeur Stichting Vreedzaam.” Actielijn 2: Amsterdamse scholen borgen een veilige pedagogische relatie waarin leraren en leerlingen zich kunnen herkennen en gezien voelen. Voor goed burgerschapsonderwijs is het leggen van een veilige pedagogische relatie de basis. Dit is onder druk komen te staan door enerzijds het groot tekort aan leraren waardoor de werkdruk is toegenomen en anderzijds door de corona-pandemie. Tijdens de corona-pandemie werden fysieke bijeenkomsten steeds schaarser, waardoor het oefenen met discussiëren en het informele leren van elkaar een grote uitdaging werd. Bijvoorbeeld voor de het project ‘Het moeilijke gesprek op school’ waarbij de Participatiepraktijk de dialoog tussen leerlingen en de school over onderwerpen faciliteert zoals over diversiteit, inclusie, discriminatie, uitsluiting en onderadvisering. De meeste initiatieven zijn actief ingesprongen op de beperkingen die de lockdown met zich meebracht waardoor er veel ambities zijn gerealiseerd. Zo heeft Stadslab burgerschap tijdens de loekdown leraren en leerlingen van verschillende scholen online bereikt en samen met experts burgerschapslessen (door)ontwikkeld. Ook heeft het kindervragenuur in 2021 online plaatsgevonden naar aanleiding van het initiatiefvoorstel lid Rooderkerk? Het tweede 2 Uit blog: Omgaan met diversiteit in de klas, nieuwsbrief KIS / https://www.kis.nl/blog/omgaan-met-diversiteit- de-klas?utm medium=email 3 Initiatiefvoorstel Roodenkerk voor een kindervragenuur 2019 Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 21 december 2021 Pagina 5 van8 kindervragenuur staat voor januari 2022 gepland. Het mbo-debat heeft in een hybride vorm plaatsgevonden. De onlinemogelijkheden hebben ervoor gezorgd dat er een breed bereik is gerealiseerd. De intensivering in de aanpak ‘Gezonde School’ is gerealiseerd, zoals te zien in de bijgevoegde infographic en ook het steunen van andere projecten gericht op seksuele diversiteit ziet u hierin terug. De ambitie om pedagogische samenwerkingen in de wijk te steunen, heeft vorm gekregen via de vreedzame school en de transformatieve school van Ilias El Hadioui. Amsterdamse Kinderraad Afgelopen periode is er een Amsterdamse Kinderraad en een kinderburgemeester gerealiseerd. Sterker nog: na een werving via alle po-scholen in Amsterdam is afgelopen november alweer de derde Amsterdamse kinderraad geïnstalleerd. De tweede kinderraad heeft in 2021 veel thema's op de kaart gezet, zoals het bestaan van het Jongerencultuurfonds en het Jeugdfonds Sport en Cultuur. De kinderraad heeft ook adviezen uitgebracht over het realiseren van leerzame ontmoetingsplekken over het onderwerp “vooroordelen en discriminatie”, over de vraag hoe je kunt zorgen dat jongeren hun kleding niet weggooien in het restafval en over betere zorg voor kinderen met gedragsproblemen. “De stem van kinderen is belangrijk. Zij zijn ook inwoners van de stad. Ik wil ervoor zorgen dat de kinderraad en ik, in mijn rol als burgemeester, de stem zijn voor alle kinderen uit Amsterdam.” Dominic, kinderburgemeester schooljaar 2020/2021* Actielijn 3: Amsterdamse scholen bieden een rijk curriculum dat uitgaat van moderne veelzijdige perspectieven Als gemeente hebben wij de ambitie uitgesproken om de Amsterdamse kinderen zoveel mogelijk moderne veelzijdige perspectieven te bieden op school. Burgerschapsvaardigheden zijn fundamenteel voor een gelijkere start in de maatschappij. Het college geeft hier uitvoering aan door de voorziening burgerschap in de Verordening op het lokaal onderwijsbeleid Amsterdam (VloA 2019). Scholen kunnen via deze regeling extra aandacht besteden aan thema's die belangrijk zijn voor de stad zoals gedeelde geschiedenis, slavernijverleden en mensenrechten. Het faciliteren van Amsterdamse kinderen om een gedeelde geschiedenis te leren kennen, krijgt mede vorm vanuit ‘Oorlog in mijn Buurt, Koloniale Sporen en Aankomst in mijn buurt. Daarbij is n 2021 de alliantie ‘De ongelooflijke geschiedenissen van onze voorouders’ van Stichting Zieraad, HvA/Pabo, Stadsarchief Amsterdam en het Tropenmuseum van start gegaan. Basisschoolleerlingen en jonge Amsterdammers, gaan opzoek naar hun eigen familiegeschiedenis 4 https://www.amsterdam.nl/onderwijs-jeugd/kinderraad-en-kinderburgemeester/ Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 21 december 2021 Pagina 6 van 8 en ervaren hoe de verschillende Amsterdamse familiegeschiedenissen verbonden zijn met het koloniale verleden. Alle interventies om het curriculum van Amsterdamse scholen te verrijken, zijn opgenomen in bijgevoegde infographic die vanuit de vier pijlers is vormgegeven. Om evidence based bijdragen te leveren, is gekozen voor het ondersteunen van organisaties die evidenced informed of based zijn om hun programma’s aan te bieden aan Amsterdamse scholen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan organisaties als Discussiëren kun je Leren. Ook het GGD programma Gezonde School werkt met effectief bewezen interventies, bijvoorbeeld over seksuele en genderdiversiteit of gezonde voeding. Stand van zaken motie 851 van lid Taimounti d.d. 2-7-2020 inzake bezoek leerlingen aan slavernijmuseum (bijlage 2) Op 1 november heeft het college het advies van de Raad voor Cultuur en Amsterdamse Kunstraad in ontvangst genomen over een museale voorziening slavernijverleden. Zij vinden het een goed streven dat iedere leerling één keer in zijn schoolloopbaan het museum bezoekt. Het college zal in het voorjaar van 2022 een besluit nemen over het vervolg. Hierna zullen we in samenspraak met de schoolbesturen onderzoeken hoe het college bezoeken aan dit museum, waarvan de opening in 2025 staat gepland, gratis kan aanbieden aan basisschoolleerlingen. Besluitvorming hierover zal in een volgende coalitieperiode vallen. Hiermee verschuift de afhandeling van motie 851 van lid Taimounti d.d. 2-7-2020 naar de volgende bestuursperiode. “De gastdocenten vertellen hun verhaal. De één is half-Surinaams, half-Nederlands, en lesbisch. De ander is van Nederlandse komaf en biseksueel. Ze hebben veel te maken gehad met vooroordelen en discriminatie, vaak door mensen vit hun nabije omgeving. De gesprekken zijn mooi en ontroerend. De leerlingen luisteren aandachtig en stellen veel vragen.”5 Maxe de Rijk, Docent burgerschap & persoonsvorming op het Mundus College Actielijn 4: Samen naar school en ontmoeting Op school leren kinderen samenleven en samenspelen. Het college wil dat ouders op zoveel mogelijk plekken in de stad kunnen kiezen voor een gemengde school. Idealiter representeert een school de wijk, waar kinderen van verschillende achtergronden elkaar ontmoeten. En waar die ontmoeting niet binnen een school kan plaatsvinden, stimuleren we ontmoetingen tussen leerlingen van verschillende scholen door onder andere school overstijgende projecten als Stadslab burgerschap en programma’s als midzomer- en midwinter Mokum. 5 Uit Verhalen uit de klas van juf Maxe, column over het project Gelijk = Gelijk https://maxederijk.nl/ Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 21 december 2021 Pagina 7 van8 Om drempels weg te nemen voor ouders bij het zoeken van een school is een weigeringsgrond hoogte vrijwillige ouderbijdrage voor de VloA ingevoerd. Hierdoor kan het college subsidies geheel of gedeeltelijk weigeren als een school voor primair onderwijs per schooljaar een vrijwillige ouderbijdrage ontvangt die hoger is dan € 225. Inmiddels is de landelijke politiek gevolgd. Per 1 augustus 2021 is de aanscherping van de onderwijswetgeving vrijwillige ouderbijdrage van kracht. Met de wetgeving beoogt de landelijke overheid hetzelfde te bereiken als de gemeente Amsterdam met de VloA-weigeringsgrond hoogte vrijwillige ouderbijdrage, namelijk het tegengaan van uitsluiten van leerlingen. Bij de behandeling van deze wetgeving heeft de Tweede Kamer op 17 juni 2021 de motie ‘De Hoop’ aangenomen, waarmee de regering wordt gevraagd om net als in Amsterdam een limiet te stellen aan de hoogte van de vrijwillige ouderbijdrage. Momenteel werkt het Rijk aan een wetsontwerp waarin dit geregeld wordt. Zoals toegezegd in de tweede voortgangsbrief kansengelijkheid in het onderwijs d.d. 3 september 2021, heb ik een actieve lobby gevoerd richting het rijk voor een limiteringsbedrag van 75 euro voor het primair onderwijs. De minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media heeft hierop toegezegd dat mijn voorstel wordt meegenomen in het traject waarin scenario’s worden geschetst voor het stellen van een limiet. De rapportage wordt naar verwachting eind maart 2022 opgeleverd. Onderzoeken blijven van grote waarde om informatie in beeld te brengen, beleid verder vorm te geven en om het thema te agenderen. Zo heeft u op 25 november de jaarlijkse Segregatiemonitor primair- en voortgezet onderwijs 2020-'21 ontvangen, waaruit bleek dat de laatste jaren het aantal po-leerlingen op een gemengde school is toegenomen. Daarbij laten we onderzoeken wat Amsterdam van het toelatingssysteem van gecontroleerde keuze in Boston in de Verenigde Staten kan leren. Omdat vanwege de corona-epidemie onderzoek in de Verenigde Staten niet mogelijk was, verwacht ik dat de resultaten zomer 2022 beschikbaar komen als de corona- ontwikkelingen dit toelaten. Ook steunen we de UvA bij het ontwikkelen van een model dat zij de komende jaren ontwikkelen om de effecten van beleidsinterventies op schoolkeuze en onderwijssegregatie te kunnen voorspellen. “We zijn afgelopen jaar met de drie scholen vit onze strategische alliantie, ondanks Corona, begonnen met gezamenlijke naschoolse buitenactiviteiten en dan zie je de verschillen tussen de scholen, de buurten en de kinderen. In de Wildemanbuurt zit bijvoorbeeld een brug tussen de nieuwbouwwijk en de jarenvijftigwijk. Ze wonen allemaal in dezelfde buurt, maar ze komen elkaar nauwelijks tegen.” ® Nassira Maanane, Directeur Islamitische basisschool El Amien 8 Interview door Anja Vink, gepubliceerd via de Amsterdamse Klas, november 2021 Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 21 december 2021 Pagina 8 van 8 Tot slot Met bovenstaand beleid hebben we afgelopen coalitieperiode invulling gegeven aan Amsterdammerschap in het onderwijs. We hebben daarbij steeds ingezet op het vermogen van kinderen en jongeren om op een positieve manier onderdeel vit te maken van de diverse Amsterdamse samenleving. We hebben het beleid in samenwerking met de scholen stevig neergezet en zijn voortvarend gestart in de vitvoering. Daarnaast realiseren we ons dat inzet hierop nodig blijft. Juist in onrustige tijden waarin politieke en maatschappelijke veranderingen en ontwikkelingen spelen, is het belangrijk om de kinderen in Amsterdam hierbij blijvend te ondersteunen en te stimuleren. Ik hoop u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben. Met vriendelijke groet, Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, | | Marjolein Moorman Wethouder Onderwijs Bijlagen 1. Infographic ‘In vier pijlers de projecten die in 2020-'21 hebben bijgedragen aan Amsterdammerschap in het Onderwijs’ 2. Motie 851 van lid Taimounti d.d. 2-7-2020 inzake bezoek leerlingen aan slavernijmuseum Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Motie
8
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2019 Afdeling 1 Nummer 1675 Ingekomen op 17 oktober 2019 Ingekomen in raadscommissie MLD Te behandelen op 6/7 november 2019 Onderwerp Motie van het lid Vroege inzake de Begroting 2020 (Duurzaam cremeren) Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Begroting 2020. Overwegende dat: — Uit het TNO-rapport Milieueffecten van verschillende uitvaarttechnieken uit 2014 blijkt dat crematies voor veel fijnstof en broeikasgassen zorgen; — Dit milieu impact in CO2 neerkomt op 208 kilo CO2 per persoon, meer nog dan een enkeltje met het vliegtuig van Amsterdam naar Istanbul (wat zorgt voor ongeveer 188 kilo CO2); — Inmiddels zo'n 76% van de overledenen in Nederland gecremeerd wordt en cremeren nog altijd in populariteit stijgt; — Erbinnen de uitvaartbranche belangrijke duurzame ontwikkelingen gaande zijn, zoals ovens op elektriciteit in plaats van gas Constaterende dat: — Amsterdam over twee gemeentelijke crematoria beschikt; — Erin Amsterdam meerdere crematies per dag plaatsvinden. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: Met de twee gemeentelijke crematoria voorop te lopen in de verduurzaming van crematoria in Amsterdam. Het lid van de gemeenteraad J.S.A. Vroege 4
Motie
1
train
X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Amendement Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 950 Publicatiedatum 31 oktober 2014 Ingekomen op 29 oktober 2014 Ingekomen in brede raadscommissie FIN Te behandelen op 5/6 november 2014 Onderwerp Amendement van het raadslid mevrouw Saadi inzake de begroting voor 2015 (toevoegen 3 indicatoren aan Metropoolregio Amsterdam). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de begroting voor 2015; Constaterende dat: — op grond van artikel 3 van de ‘Verordening op grond van artikel 212 van de Gemeentewet de gemeenteraad met de voorliggende begroting de relevante indicatoren voor het meten van en het afleggen van verantwoording over de gemeentelijke prestaties, de activiteiten en de maatschappelijke effecten van gemeentelijk beleid vaststelt; — de begroting 2015 op pagina 183 de ambitie verwoordt dat de Metropoolregio Amsterdam (MRA) behoort tot de top 5 van economische regio's van Europa; — het college de ambitie uitspreekt dat Amsterdam een aantrekkelijke vestigingsstad voor ZZP'ers, MKB en (internationale) bedrijven dient te blijven; — de indicatoren “Investor Development bezoeken aan Nederlandse en buitenlandse bedrijven, minder dan 35/30 bedrijven verlaten de MRA, plaats top 10 wereldwijde congressteden” zoals opgenomen in de begroting 2014, zijn geschrapt in de begroting 2015; Van mening dat: — teneinde haar kaderstellende en controlerende taak te kunnen uitoefenen, de gemeenteraad behoefte heeft aan meerindicatoren om inzicht te verschaffen in het resultaat van de investeringen van het college op dit terrein, Besluit: toe te voegen op bladzijde 184 van de begroting 2015 de indicatoren: — ‘Investor Development bezoeken aan Nederlandse en buitenlande bedrijven’; — ‘Minder dan 35/30 bedrijven verlaten de MRA”; — ‘Plaats top 10 wereldwijde congressteden’. Het lid van de gemeenteraad, |. Saadi 1
Motie
1
discard
| | | Van: vane ne Verzonden: zondag 5 april 2015 8:18 Aan: Info gemeenteraad Onderwerp: Toevoeging van een niet gebruikte invalidenparkeerplek op kenteken aan de | normale vrij beschikbare parkeerplekken | Urgentie: hoog | Onderwerp:Toevoeging van deze plek aan de "normale" vrij beschikbare parkeerplekken meer dan gewenst. Datum:Sun, 05 Apr 2015 08:02:12 +0200 Van Antwoord-naar: Organisatie: Aan:Stadsdeel Centrum <[email protected]>, Raadsgriffie @centrum.amsterdam.nl, info [email protected] CC:[email protected], smjb-juridisch- bureau-amsterdam adviseert <smjb-juridisch-bureau- | [email protected]>, [email protected], Geachte Gemeenteraad, Bestuurscommisie, Stadsdeel, Bestuur, Directie Parkeer- beheer, bewonersraad Nieuwmarkt en Groot Waterloo In de gemeente Amsterdam Gebiedsagenda Centrum-Oost 2016-2019 is / valt te lezen; mt Door de vergrijzing in gebied 1011 en het beroep dat de overheid doet op de zelfredzaamheid is het van groot belang dat ouderen. in hun woning kunnen blijven wonen. Het stadsdeel zal daarom de realisatie van seniorenwoningen, voorzieningen en activiteiten voor ouderen stimuleren." Ook valt te lezen: In deelgebied 1011 is een hoge parkeerdruk. Het beleid is gericht om. de druk van het parkeren op de openbare ruimte te verminderen. Parkeerplaatsen worden deels verplaatst naar bestaande garages. Naar aanleiding van de hoge parkeerdruk in het deelgebied hebben bewoners een pilot | uitgewerkt voor buurtparkeren. Dit plan houdt in dat alleen bewoners en het serviceverkeer in de buurt mogen parkeren. Het stadsdeel ondersteunt dit initiatief. De bestuurscommissie heeft de gemeenteraad positief geadviseerd over de pilot | buurtparkeren. De gemeenteraad moet nog een besluit nemen over de verdere | uitwerking van de pilot buurtparkeren. | | 5.Prioritering van de opgave | Deelgebied 1011 | . 1. Bewaken van de balans tussen wonen, werken en recreëren. 2. Verkeersdruk en parkeerdruk 3, Alcohol- en drugsgerelateerde overlast A. Kwaliteitsverbetering Sint Antoniesbreestraat, Jodenbreestraat en Waterlooplein 5. Ouderenhuisvesting en voorzieningen (en natuurlijk een parkeer- voorziening voor elke bewoner) 6. Groen Mede in dit kader en de forse parkeergelden die ik/wij moeten voldoen om mijn auto te | kunnen, te mogen parkeren voor en rondom mijn woning aan het vnd is | mijn vraag m.b.t. de al jaren niet gebruikte gereserveerde invalidenparkeerplek op kenteken. | Volgens mijn/onze waarneming is het gebruik van deze parkeerplek niet aan de orde | c.q. al jaren wordt deze parkeerplek niet gebruikt. | Kijkende naar de schaarste is toevoeging van deze plek aan de "normale" vrij beschikbare parkeerplekken meer dan gewenst en zeker geen luxe. Een parkeerplek voor een invalide medemens is absoluut akkoord, edoch geheel geen gebruikmaking van een dergelijke plek, een luxe die andere bewoners, die ook nog eens fors betalen voor het mogen parkeren op straat, is een brug te ver. Voor mij en mijn echtgenote (resp. 63 en 70) is gebruik van de auto zowel m.b.t het uitoefenen van het beroep en privé gebruik een gegeven. De jaarlijkse parkeervergunning betaling hebben wij jl. weer mogen laten plaats-vinden € 312,08 , echter rondom en op/aan het Waterlooplein parkeren, veilig en zonder regelmatig inbraak, ingooien van de autoruiten een toch al trieste zaak, het ontbreken van een parkeerplek voor een bewoner eveneens. 05-03-2015 Naam: CITION “Omschrijving: aanvraag LEE) Tegenrekening GE Mutatiesoort Mededelingen Internet bankieren Naam: CITION : Omschrijving: aanvraag GED Bewonersvergunning GEE) „Binnenstad 04-03-2015-15:36 30-09-2015- 23:59 Factuurnummer EE) Klantnummer GED IAN: ESE | Kenmerk: MJB-)) Parkeervergunn.CITION/ASD. GT 312,08 € Ik hoop dat er (snel) een systeem komt, op en rondom het Waterlooplein en/of ondergronds, voor elke bewoner de mogelijkheid, betaald een veilige parkeerplek te kunnen verkrijgen. Een invalidenparkeerplek op kenteken jaren daadwerkelijk niet in gebruik weer toevoegen aan de toch al schaarse parkeerplekken een “must”, | In afwachting van uw spoedige behandeling in deze, verblijf ik hoogachtend en met | vriendelijke groet, ’ 7 | |
Raadsadres
3
train
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Raadsnotulen Jaar 2021 Vergaderdatum 10 maart 2021 Publicatiedatum 24 maart 2021 OPENBARE VERGADERING OP WOENSDAG 10 MAART 2021 Aanwezig: de leden mevrouw Bakker (PvdD), de heer Bakker (SP), de heer Biemond (PvdA), mevrouw Bloemberg-Issa (PvdD), de heer Blom (GroenLinks), de heer Boomsma (CDA), mevrouw Bosman (D66), de heer Boutkan (PvdA), de heer Ceder (CU), de heer Van Dantzig (D66), de heer Ernsting (GroenLinks), de heer Flentge (SP), mevrouw De Fockert (GroenLinks), mevrouw De Grave-Verkerk (VVD), de heer Groen (GroenLinks), mevrouw Grooten (GroenLinks), de heer Hammelburg (D66), mevrouw Heinhuis (PvdA), mevrouw IJmker (GroenLinks), mevrouw De Jager (D66), mevrouw Kat (D66), de heer Kahn (DENK), mevrouw Kilig (DENK), de heer Kreuger (JA21), de heer Van Lammeren (Partij voor de Dieren), mevrouw Martens (VVD), mevrouw Marttin (VVD), de heer Mbarki (PvdA), mevrouw Nadif (GroenLinks), mevrouw Nanninga (JA21), mevrouw Naoum Néhmé (VVD), mevrouw Poot (VVD), mevrouw Van Pijpen (GroenLinks), mevrouw Rooderkerk (D66), mevrouw La Rose (PvdA), de heer Van Schijndel (Forum voor Democratie), de heer Schreuders (SP), mevrouw Van Soest (PvdO), mevrouw Timman (D66), de heer Torn (VVD), de heer Veldhuyzen (BIJ1), de heer Vroege (D66) en de heer Yilmaz (DENK) Afwezig: mevrouw Van Renssen (GroenLinks) en mevrouw Roosma (GroenLinks) Aanwezig: burgemeester mevrouw Halsema (Openbare Orde en Veiligheid, Algemene Zaken, Integraal Veiligheidsbeleid, Juridische Zaken, Internationale Samenwerking, Bestuursdienst, Regelgeving en Handhaving, Juridische Zaken, Communicatie), de wethouders mevrouw Van Doorninck (Duurzaamheid en Circulaire Economie, Ruimtelijke Ordening, Grondzaken en Energietransitie), de heer Everhardt (Financiën, Economische Zaken, Lucht- en Zeevaart, Deelnemingen, Zuidas en Marineterrein), de heer Groot Wassink (Diversiteit en Antidiscriminatiebeleid, Democratisering (inclusief Bestuurlijk Stelsel), Coördinatie Bedrijfsvoering, Inkoop, Sociale Zaken, Vluchtelingen en Ongedocumenteerden), de heer Ivens (Bouwen en Wonen, Openbare Ruimte en Groen, Ontwikkelbuurten, Dierenwelzijn en Reiniging), mevrouw Kukenheim (Zorg, Jeugd(zorg), Mbo-agenda, Beroepsonderwijs en Toeleiding Arbeidsmarkt, Preventie Jeugdcriminaliteit, Sport en Recreatie, Ouderen), mevrouw Meliani (Kunst en Cultuur, Monumenten en Erfgoed, ICT en Digitale Stad, Dienstverlening, Personeel en Organisatie en Gemeentelijk Vastgoed), mevrouw Moorman (Onderwijs, Volwasseneneducatie, Laaggeletterdheid en Inburgering, Voorschool, Kinderopvang en Naschoolse voorzieningen, Armoede en Schuldhulpverlening) en de heer De Vries (Verkeer, Vervoer, Luchtkwaliteit en Water) Afwezig: 1 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Vergaderdatum 10 maart 2021 Gemeenteraad Raadsnotulen Middagzitting op woensdag 10 maart 2021 Voorzitter: mevrouw F. Halsema, burgemeester Plaatsvervangend voorzitter: het raadslid de heer Torn, Raadsgriffier. mevrouw Houtman Verslaglegging: mevrouw Van de Belt (Notuleerservice Nederland) De VOORZITTER opent de vergadering om 13.00 uur. 1. Opening VOORZITTER: Alvorens te starten, beginnen we met een ritueel dat u inmiddels allemaal kent. Ik lees de presentielijst voor en aan u het verzoek uw microfoon uit te laten staan tot uw naam wordt uitgesproken door mij en dan even kort te zeggen dat u present bent. Daar gaan we. mevrouw À.L. Bakker — aanwezig de heer N.T. Bakker — aanwezig de heer Biemond — aanwezig mevrouw Bloemberg-lssa — aanwezig de heer Blom — aanwezig de heer Boomsma — aanwezig mevrouw Bosman — aanwezig de heer Boutkan — aanwezig de heer Ceder — aanwezig de heer Van Dantzig — aanwezig de heer Ernsting - aanwezig de heer Flentge — aanwezig mevrouw De Fockert — aanwezig mevrouw De Grave-Verkerk — aanwezig de heer Groen — aanwezig mevrouw Grooten — aanwezig de heer Hammelburg — aanwezig mevrouw Heinhuis — aanwezig mevrouw IJmker — aanwezig mevrouw Kat — aanwezig de heer Khan — aanwezig mevrouw Kilig — aanwezig de heer Kreuger — aanwezig de heer Van Lammeren — aanwezig mevrouw Martens — aanwezig mevrouw Marttin — aanwezig de heer Mbarki — aanwezig mevrouw Nadif — aanwezig mevrouw Nanninga - aanwezig mevrouw Naoum Néhmé- aanwezig mevrouw Poot — aanwezig mevrouw Van Pijpen aanwezig mevrouw Van Renssen — afwezig 2 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Vergaderdatum 10 maart 2021 Raadsnotulen mevrouw Rooderkerk — aanwezig mevrouw Roosma — afwezig mevrouw La Rose — aanwezig de heer Van Schijndel — aanwezig de heer Schreuders — aanwezig mevrouw Van Soest — aanwezig mevrouw Timman — aanwezig de heer Torn — aanwezig de heer Veldhuyzen — aanwezig de heer Vroege — aanwezig de heer Yilmaz — aanwezig Daarmee constateer ik dat het quorum ruim aanwezig is en ik open de vergadering van de gemeenteraad van Amsterdam. Ik heet u allen van harte welkom op deze digitale raadsvergadering die naar verwachting uit twee dagdelen zal bestaan. Voordat ik overga naar de reguliere mededelingen, wil ik een bijzondere doen. Zoals u allen weet, is het ongebruikelijk om in dit huis de geboorte van een kindje aan te kondigen, maar we maken vandaag een uitzondering voor een bijzonder meisje, een meisje namelijk dat twee keer is geboren. Haar tweede leven begon op 22 februari in Amsterdam- Zuidoost. Ze dankt het aan heel oplettende bewoners van Holendrecht die niet aarzelden, aan de politieagenten, brandweermannen en geweldige medewerkers van de ambulance. Ik trof een flink aantal van hen vorige week en ze stonden nog te trillen op hun benen van schrik, ongeloof en verdriet. Hoe kunnen mensen de keuze maken om op die manier afstand te doen van zo'n prachtig meisje? Al pratend legden we de puzzelstukjes over wat er die dag was gebeurd, op hun plek en zo maakte het verdriet langzaam plaats voor het besef dat zich op die februariavond in Holendrecht ook een klein wonder heeft voltrokken toen het meest weerloze mensje werd gehoord, toen het allerkwetsbaarste Amsterdammertje een kans kreeg, een kans om het leven lief te hebben. Namens de hele stad dank en eer ik nogmaals haar redders en wens ik haar een leven vol liefde. a. Mededelingen De VOORZITTER: Goed. Zoals u weet, vergaderen we vandaag in digitale vorm. De stemmingen over de voordrachten, amendementen en moties zullen zoals aangekondigd, schriftelijk plaatsvinden. Eventuele stemverklaringen kunnen aan het einde van de beraadslaging over het betreffende agendapunt worden gegeven. Morgen zullen in de loop van de middag de stembiljetten door een koerier bij u thuis worden afgeleverd en deze dient u dan vóór maandagmiddag 14.00 uur bij de griffie in te leveren. Ik wil nog een keer opmerken dat het gebruik van de chatfunctie zoals u weet alleen is bedoeld om aan te geven dat u het woord wenst te voeren of een opmerking van de orde wilt maken. Dan zou ik mevrouw Nanninga van harte welkom willen heten na haar zwangerschapsverlof. Nog van harte gefeliciteerd en fijn dat u weer bij ons bent. Ik wil mevrouw El Ksaihi van harte feliciteren met de geboorte van haar dochter. Daarnaast wil ik opmerken dat mevrouw Van Renssen afwezig is. Er is een bericht van overlijden ontvangen van de heer Ten Have, voormalig lid van de gemeenteraad en wethouder. Dames en heren, in de laatste week van februari bereikte ons het droevige nieuws van het overlijden van oud-raadslid en -wethouder Rick ten Have. Hij was lid van de 3 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Vergaderdatum 10 maart 2021 Raadsnotulen gemeenteraad van 1978 tot 1998 en tevens wethouder van 1986 tot 1994. Later zat hij ook nog in het bestuur van het Waterschap en was hij lid van de deelraad van stadsdeel Centrum tussen 2002 en 2012 en tussen 2017 en 2018. Bij zijn vertrek uit de gemeenteraad in 1998 sprak toenmalig burgemeester Patijn de heer Ten Have met de volgende woorden toe: ‘Het is een respectabele lijst van een veelzijdig raadslid. Het is duidelijk dat hij zijn stempel op het Amsterdam van de jaren '80 en '90 heeft gedrukt.’ En inderdaad, bij het teruglezen van zijn verdienste in twintig jaar raadslidmaatschap zijn kleurrijke herinneringen en anekdotes te vinden. Ik noem er een waaraan hij bij zijn afscheid van de raad refereerde. Als Maastrichtenaar in Amsterdam had het hem verbaasd dat de kroegen op Nieuwjaarsochtend gesloten waren. In Maastricht leidde de Nieuwjaarsochtend juist tot verbroedering en dat gunde hij Amsterdam ook. Samen met Jan Schaefer lukte het hem om de burgemeester te overtuigen. Bij zijn vertrek uit de raad constateerde hij zijn gelijk aan de hand van de dalende geweldscijfers op nieuwjaarsdag in de stad. In een terugblik noemde Het Parool hem een ongrijpbare nonconformist en zijn partij D66 typeerde hem als een man die niet tegen stilstaande klokken kon. Ik wil afsluiten met zijn pleidooi dat raadsvergaderingen niet langer dan tot 23.00 uur in de avond mochten duren anders zou het invloed hebben op het werk en op het gezin van raadsleden. Laten we af en toe aan zijn woorden terugdenken bij komende raadsdebatten. We gedenken Rick ten Have met eerbied. Laten we enkele ogenblikken stilte in acht nemen. b. Vaststellen van de notulen van de raadsvergadering op 10 februari 2021 Conform besloten. C. Vaststellen van de agenda De VOORZITTER: Ik ga ervanuit dat u akkoord kunt gaan met deze agenda waarbij wij de volgorde hanteren van de tentatieve vergaderorde zoals u die heeft ontvangen. Daarbij merk ik nog op dat de actualiteit niet is toegelaten en dat agendapunt 14 is afgevoerd. Bent u daarmee akkoord? Conform besloten. 2 Interpellaties en actualiteiten Actualiteit van het lid Van Schijndel inzake recente ontwikkelingen rond Covid-19 De actualiteit is niet toegelaten. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Van Soest. Mevrouw VAN SOEST: Gaan we per agendapunt even doorhameren? 4 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Vergaderdatum 10 maart 2021 Raadsnotulen De VOORZITTER: Zoals gebruikelijk bij een digitale vergadering loop ik zo even de punten langs die kunnen worden gehamerd. Dan wordt daarover in een keer besloten. Dus het is niet zo dat u per punt de gelegenheid heeft. Ik stel voor dat de volgende punten niet inhoudelijk behandeld hoeven worden en dus kunnen worden gehamerd. 3 Verlenen van eervol ontslag aan de ombudsman in de Gemeenschappelijke Regeling gezamenlijke Ombudsman Metropool Amsterdam Nr. VN2021-004971 Dit punt is gehamerd. De voordracht wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. VN2021-004971. De VOORZITTER: Ik merk hierbij op dat we vanzelfsprekend de Ombudsman nog willen bedanken voor zijn inzet. Op een later moment zullen we uitgebreider afscheid van hem nemen. 4 Instemmen met het toepassen van de Wet voorkeursrecht gemeenten op een deel van de locatie Tt. Vasumweg en Tt. Melissaweg te Amsterdam Nr. VN2020-03012 De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Van Soest voor een stemverklaring. Mevrouw VAN SOEST (stemverklaring): Omdat wij hebben gemerkt dat veel bedrijven moeten wijken voor woningbouw en er heel weinig groen is, word ik geacht te hebben tegengestemd. De VOORZITTER: Waarvan acte. Dit punt is gehamerd. De voordracht wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. VN2020-030125. 6 Vaststellen van het bedrag aan gemaakte kosten samenhangend met het opsporen en ruimen van explosieven uit de Tweede Wereldoorlog in 2020 Nr. VN2020-030281 Dit punt is gehamerd. De voordracht wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. VN2020-030281. 5 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Vergaderdatum 10 maart 2021 Raadsnotulen 22 Bekrachtigen van de geheimhouding Dit punt is gehamerd. d. Mededeling van de ingekomen stukken Conform besloten. 1° Brief van het Instituut Maatschappelijke Innovatie e.a. inzake aanbieding van het Manifest ‘Passend beleid voor collectieve en andere woonvormen’ Nr. VN2021- 004536 Besloten is de afhandeling over te laten aan de leden van de gemeenteraad. 2° Raadsadres van INretail inzake actualiseren van het detailhandelsbeleid en centrumvisie naar aanleiding van impact van het coronavirus Nr. VN2021-005165 Besloten is dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een afschrift van het antwoord te sturen naar de raadscommissie FED. Gewijzigd op verzoek van het lid Kat. 3° Raadsadres van een burger inzake het afschaffen van prehistorische warmtewinning door middel van houtstook Nr. VN2021-005184 Besloten is dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling. 4° Raadsadres van Burgerparticipatie Energie Landsmeer inzake een beknopt puntenoverzicht met betrekking tot mogelijke misverstanden rondom windturbines Nr. VN2021-004540 Besloten is dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een afschrift van het antwoord te sturen naar de raadscommissie RO. Gewijzigd op verzoek van het lid Van Soest. 5° Raadsadres van de Stichting Jeshive Amsterdam inzake het dossier over de Joodse erfpachtgelden Nr. VN2021-004577 Besloten is de afhandeling over te laten aan de leden van de gemeenteraad. 6° Afschrift van een brief van de Vereniging Amsterdam City, gericht aan het college van B&W, inzake een dringende oproep om winkels, horeca en culturele sector op 3 maart 2021 weer te openen Nr. VN2021-005179 6 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Vergaderdatum 10 maart 2021 R aadsnotulen Besloten is deze brief in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een afschrift van het antwoord te sturen naar de raadscommissie FED. Gewijzigd op verzoek van het lid Kat. 7° Raadsadres van een burger inzake het verzoek om meer volks- en nutstuinen te faciliteren binnen de metropool Amsterdam Nr. VN2021-005469 Besloten is dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een afschrift van het antwoord te sturen naar de raadscommissie RO. Gewijzigd op verzoek van het lid Van Soest. 8° Raadsadres van een burger inzake gebrek aan handhaving van 1,5 meter afstand op straat en in het openbaar vervoer Nr. VN2021-005182 Besloten is de afhandeling over te laten aan de leden van de gemeenteraad. ge Raadsadres van een burger inzake geld beschikbaar stellen aan scholen voor zwemlessen Nr. VN2021-005385 Besloten is dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling. 10° Afschrift van een brief, gericht aan de Ombudsman Metropool Amsterdam, inzake gezondheid en veiligheid van inwoners van de gemeente Amsterdam Nr. VN2021- 004588 Besloten is deze brief voor kennisgeving aan te nemen. 11° Raadsadres van een burger inzake de gezondheidsrisico's van het plaatsen van windturbines dichtbij woonwijken Nr. VN2021-004584 Besloten is dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een afschrift van het antwoord te sturen naar de raadscommissie RO. Gewijzigd op verzoek van het lid Van Soest. 12° Brief van de Stichting Nationale Boomfeestdag inzake de groene schoolkaart van de basisscholen in de gemeente Amsterdam in het kader van de Nationale Boomfeestdag 2021 Nr. VN2021-004550 Besloten is deze brief voor kennisgeving aan te nemen. 13° Raadsadres van een burger inzake betere handhaving door de politie van geluidsoverlast in binnenstad veroorzaakt door voertuigen Nr. VN2021-005383 7 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Vergaderdatum 10 maart 2021 Raadsnotulen Besloten is dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een afschrift van het antwoord te sturen naar de raadscommissie MLW. Gewijzigd op verzoek van de heer Vroege. 14° Raadsadres van een burger inzake ingrijpen in de vergunningverlening voor het omkatten van woningen Nr. VN2021-004578 Besloten is dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een afschrift van het antwoord te sturen naar de raadscommissie WB. Gewijzigd op verzoek van het lid Van Soest. 15° Raadsadres van een burger inzake leugens en bedrog van en door Nederlandse Regeringen vanaf VOC tot heden Nr. VN2021-004592 Besloten is dit raadsadres voor kennisgeving aan te nemen. 16° Brief van het Actiecomité Raden in Verzet inzake de motie Gemeenten-in- nood-fonds en een digitaal congres Gemeenten in nood Nr. VN2021-005185 Besloten is de afhandeling over te laten aan de leden van de gemeenteraad. 17° Raadsadres van horecagelegenheden Toastable en Homemade inzake een noodplan voor Singel 441-447 met het verzoek om pontons te mogen gebruiken als terras Nr. VN2021-005289 Besloten is dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling. 18° Raadsadres van een burger inzake ongenoegen over verhoging van de gemeentebelastingen voor 2021 Nr. VN2021-005292 Besloten is dit raadsadres voor kennisgeving aan te nemen. 19° Regioraadsbrief van het Dagelijks Bestuur van de Vervoerregio Amsterdam inzake het Transitieprogramma OV 2021-2025 Nr. VN2021-005386 Besloten is dit raadsadres voor kennisgeving aan te nemen. 20° Brief van een burger inzake samenwerking met deelstaat Niedersachsen betreffende de treinverbinding naar Duitsland Nr. VN2021-004589 Besloten is deze brief voor kennisgeving aan te nemen. 21° Raadsadres van een burger inzake de verhoging van de gemeentebelastingen Nr. VN2021-004586 Besloten is dit raadsadres voor kennisgeving aan te nemen. 8 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Vergaderdatum 10 maart 2021 Raadsnotulen 22° Raadsadres van een burger inzake vernoemen van een zaal in het stadhuis naar de verzetsheld Louis Jansen Nr. VN2021-004526 Besloten is dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling. 23° Raadsadres van een burger inzake het verzoek om een plattegrond van de potentiële zoekgebieden voor windmolens in Amsterdam Noord Nr. VN2021-005463 Besloten is dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een afschrift van het antwoord te sturen naar de raadscommissie RO. Gewijzigd op verzoek van het lid Van Soest. 24° Raadsadres van een burger inzake het volkstuinenbesluit en het voorstel voor groengebieden Nr. VN2021-004530 Besloten is dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een afschrift van het antwoord te sturen naar de raadscommissie RO. Gewijzigd op verzoek van het lid Van Soest. 25° Raadsadres van een burger inzake de Amsterdamse woonsituatie Nr. VN2021-004534 Besloten is dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling. 26° Nieuwsledenbrief nr. 26 van de VNG over de actuele ontwikkelingen rond de coronacrisis Nr. VN2021-005647 Besloten is deze brief voor kennisgeving aan te nemen. 27° Raadsadres van een burger inzake capaciteit van zonnepanelen verhogen in plaats van windmolens in Amsterdam Oost Nr. VN2021-005648 Besloten is dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een afschrift van het antwoord te sturen naar de raadscommissie RO. Gewijzigd op verzoek van het lid Van Soest. 28° Raadsadres van een burger inzake een multifunctionele woonberg als oplossing voor klimaatverandering in Amsterdam Nr. VN2021-005676 Besloten is dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling. 29° Raadsadres van een burger inzake overlast door het toekennen van een tijdelijke verkeersmaatregel (TVM) Nr. VN2021-005685 9 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Vergaderdatum 10 maart 2021 Raadsnotulen Besloten is dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een afschrift van het antwoord te sturen naar de raadscommissie MLW. Gewijzigd op verzoek van het lid Vroege. 30° Afschrift van de brief van de Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland van 26 februari 2021, gericht aan het college van B&W, inzake de voortgang van de aanpak van Covid-19 in de veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland Nr. VN 2021-005872 Besloten is deze brief te betrekken bij agendapunt 2a de actualiteit van het lid Van Schijndel inzake recente ontwikkelingen rond Covid-19. 31° Brief van het college van B&W inzake de aanbieding van het rapport De impact van Covid-19: noodzakelijke keuzes voor een beter Amsterdam Nr. VN 2021- 006067 Besloten is dit rapport te betrekken bij de behandeling van het onderwerp Weldoordacht plan van aanpak heropening Amsterdamse samenleving in de raadsvergadering van 31 maart 2021. 32° Afschrift van een brief van Louis Poulsen Holland B.V, gericht aan de burgemeester, inzake de relevantie van goede verlichting van buitenruimtes na Covid-19 Nr. VN 2021-006068 Besloten is deze brief voor kennisgeving aan te nemen. 33° Raadsadres van een burger inzake het rapport Evaluatie Bestuurlijk Stelsel Nr. VN 2021-006477 Besloten is dit raadsadres desgewenst te betrekken bij agendapunt 11, Kennisnemen van het rapport Evaluatie Bestuurlijk Stelsel. 34° Raadsadres van een burger inzake herziening van het erfpachtstelsel Nr. VN 2021-006481 Besloten is dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling. 35° Afschrift van de brief van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland, gericht aan de gemeenteraad van Weesp, inzake de financiële positie en goedkeuring van de Begroting 2021 van de gemeente Weesp Nr. VN 2021-006515 Besloten is deze brief voor kennisgeving aan te nemen. 36° Afschrift van de brief van de Nationale Bond van Kermisbedrijfhouders BOVAK en de Nederlandse Kermisbond NKB , gericht aan het college van burgemeester en wethouders, inzake compensatie of verlaging van kosten door de gemeente voor de kermisbranche om samen de eindstreep te halen Nr. VN 2021-006516 10 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Vergaderdatum 10 maart 2021 Raadsnotulen Besloten is deze brief in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling. 37° Raadsadres van een burger inzake sluiting van de zij-ingangen van het Vondelpark Nr. VN 2021-006526 Besloten is dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling. 38° Afschrift van de brief van Milieudefensie e.a. van 5 maart 2021, gericht aan de burgemeester, inzake het recht op protest over de klimaatcrisis Nr. VN 2021-006805 Besloten is deze brief voor kennisgeving aan te nemen. 39° Raadsadres van MÒB inzake de negatieve gezondheidseffecten van houtstook door particulieren Nr. VN 2021-006810 Besloten is dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling. 40° Brief van wethouder De Vries met een nadere toelichting op de voorgestelde wijziging van de Verordening op het binnenwater 2010 (Vob) naar aanleiding van de toezegging in de raadscommissie MLW van 4 maart 2021 Nr. VN2021-006971 Besloten is deze brief te betrekken bij de behandeling van agendapunt 10, Vaststellen van de tiende verordening tot wijziging van de Verordening op het binnenwater 2010 41° Raadsadres van een burger inzake het verzoek om behandeling van de agendapunten 13 en 15 over erfpacht Nr. VN 2021-007023 Besloten is dit raadsadres desgewenst te betrekken bij de behandeling van agendapunten 13 en 15, het beleid Grondwaardebepaling voor bestaande erfpachtrechten en de buurtstraatquotes 2021, en wijziging Overstapregeling naar eeuwigdurende erfpacht. e Installatie van kandidaat raadslid Daniëlle de Jager De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Ernsting als voorzitter van de commissie Geloofsbrieven. De heer ERNSTING: De commissie tot onderzoek van de geloofsbrieven, ingezonden door mevrouw W.O.C. de Jager, benoemd verklaard tot lid van de gemeenteraad op 10 maart 2021 heeft de eer de raad mede te delen dat zij de geloofsbrieven en de verdere bij Kieswet gevorderde stukken heeft onderzocht en dat zij deze in orde heeft bevonden terwijl haar niet is gebleken van het bestaan van uitsluitingsgronden of van een onverenigbaarheid. De commissie adviseert de raad op grond hiervan tot toelating van mevrouw W.O.C. de Jager als lid van de gemeenteraad. 11 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Vergaderdatum 10 maart 2021 Raadsnotulen De VOORZITTER: Ik stel u voor overeenkomstig het advies van de commissie te besluiten en in te stemmen met toelating als raadslid van de gemeenteraad mevrouw De Jager. Ik zou de raadsgriffier willen vragen het kandidaatraadslid mevrouw De Jager de raadszaal binnen te geleiden voor het afleggen van de gelofte. Welkom. “Ik verklaar dat ik, om tot lid van de raad benoemd te worden, rechtstreeks noch middellijk onder welke naam of welk voorwendsel ook, enige gift of gunst heb gegeven of beloofd. Ik verklaar en beloof dat ik, om iets in deze hoedanigheid te doen of te laten rechtstreeks noch middellijk enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen. Ik beloof dat ik getrouw zal zijn aan de Grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en dat ik mijn plichten als lid van het gemeentebestuur naar eer en geweten zal vervullen.” Mevrouw DE JAGER: Dat verklaar en beloof ik. De VOORZITTER: Dan feliciteer ik u van harte met uw benoeming. Ik nodig u uit om digitaal deel te nemen aan deze vergadering. Bloemen worden coronaveilig bij u thuisbezorgd. U ziet dat er achter mij wordt geklapt. De VOORZITTER schorst de vergadering voor enkele minuten. Voorzitter: de heer Torn De VOORZITTER heropent de vergadering. f Verzoeken tot het stellen van mondelinge vragen De VOORZITTER: Aan de orde zijn de vragen van de heer Boomsma. Vragen van het lid Boomsma inzake bedreiging en intimidatie van een schrijfster in Amsterdam na het verschijnen van haar boek. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Boomsma. De heer BOOMSMA: Een jonge Amsterdamse vrouw, Lale Gül, schreef een boek waarin ze krachtig afstand neemt van haar streng-islamitische opvoeding en die krijgt naar aanleiding van dat debuut helaas te maken met doodsbedreigingen, scheldpartijen en intimidatie. Ik heb haar samen met collega Nanninga even gesproken. Het is natuurlijk afschuwelijk en onacceptabel juist in een stad als Amsterdam die de vrijheid viert voor iedereen om te geloven of niet. Nadat wij vragen hadden aangekondigd zag ik dat de burgemeester al contact heeft opgenomen, waarvoor dank. Dat lijkt me goed. Het is belangrijk dat het stadsbestuur pal staat voor die vrijheid en dat ook bevestigt en uitdraagt. De burgemeester schreef op Instagram al dat de politie de bedreigingen onderzoekt. Klopt dat en gaat het dan ook echt om alle bedreigingen? Dus ook de anonieme? Dat lijkt mij heel 12 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Vergaderdatum 10 maart 2021 Raadsnotulen belangrijk. Ik heb ook nog de vraag of zij beveiliging krijgt. Ik neem aan dat de politie daarop inzet dus extra patrouilleert al snap ik dat de burgemeester geen details kan delen. In de discussie die hierover is ontstaan, hoor ik veel anderen aangeven dat ze vermoeden dat veel mensen in hun omgeving bang zijn om openlijk uit te komen voor hun afvalligheid. In hoeverre herkent de burgemeester dit en deelt ze die zorg? Ziet ze nog een aanvullende rol voor haarzelf om hierin vooruitgang te bewerkstelligen? De VOORZITTER geeft het woord aan burgemeester Halsema voor de beantwoording van de vragen. Burgemeester HALSEMA: Ik wil u in het bijzonder bedanken samen met mevrouw Nanninga voor de interesse die u toont en het belang dat u eraan hecht. Het is inderdaad van groot belang. Als een jonge vrijmoedige vrouw in onze stad zich uit en haar eigen plek opeist in haar gezin, in haar omgeving en in onze stad, dan verdient zij alle steun. Onze stad is een herberg voor vrije mensen en dat betekent ook dat wij ervoor zorg hebben te dragen dat wij er pal voor staan als mensen op welke manier dan ook worden geïntimideerd en zeker als ze geïntimideerd worden vanwege hun overtuiging of hun vrij eenvoudige lust om in vrijheid te kunnen leven. U stelde een aantal concrete vragen. Het klopt inderdaad dat er naar aanleiding van het verschijnen van het boek en de interviews die mevrouw Gül heeft gegeven op diverse social-mediakanalen forse discussies zijn ontstaan en een deel daarvan is bedreigend en intimiderend van aard. Gelukkig hebben we ook een groot aantal steunbetuigingen gezien. De politie is er inderdaad al geruime tijd bij betrokken en heeft nadrukkelijk aandacht voor de veiligheid van Lale Gül en vanzelfsprekend is het zo wanneer er aanleiding is voor beveiliging — en daarover kan ik verder geen uitspraken doen - dan zullen er maatregelen worden getroffen en daarover zal contact zijn met de landelijke diensten. De lijnen van de politie zijn kort. Zodra er via social media berichten binnenkomen die strafbaar zijn, kan er direct worden gehandeld en dat geldt natuurlijk in de eerste plaats voor de berichten waar naam en toenaam bij staat. Die zijn het gemakkelijkst. Maar dat geldt ook zoals u vraagt, voor de anonieme berichten. Gisteren is er nog contact geweest met de districtschef. Er zijn op dit moment geen signalen van een acute dreiging. Vanuit de gemeente staan zowel de stadsdeelvoorzitter als ik in contact met Lale Gül. Jongerenwerkers en straatcoaches in de buurt van de woning zijn geïnformeerd en gealerteerd maar wij zien op dit moment geen onrust of onrustige jeugd in de wijk. Vanuit de afdeling Diversiteit is er een netwerk van nieuwe vrijdenkers gefaciliteerd en als Lale Gül daaraan behoefte heeft, zal ze met dit netwerk in contact worden gebracht. Laat ik daar nog aan toevoegen dat ik vorig jaar een gesprek heb gevoerd met een aantal jonge mensen die van hun geloof waren gevallen en daarbij veel problemen en hinder ondervonden, zich vaker onvrij voelen. Ik onderhoud contact met hen. Zoals u ook weet, heeft het Humanistisch Verbond een netwerk. Ook daarmee onderhouden wij contact. En tot slot zou ik willen verwijzen naar uw eigen motie over de verhouding tussen de vrijheid van religie en de vrijheid van meningsuiting. U wordt binnenkort gebeld om ervoor te zorgen dat we dat ook een serieus vervolg gaan geven. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Nanninga voor een aanvullende vraag. Mevrouw NANNINGA: Veel dank aan de burgemeester om met mevrouw Gül in contact te treden over deze kwestie en dank aan de heer Boomsma voor het eloquent uiteenzetten van het probleem in zo’n luttel tijdsbestek. We hebben nog een vraag over de 13 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Vergaderdatum 10 maart 2021 Raadsnotulen moskee-internaten van Milli Görüs waarvan mevrouw Gül veelvuldig melding maakte in interviews en ook in haar boek. Daar wordt onderwezen dat homoseksualiteit een ziekte is, dat mannen en vrouwen niet gelijk zijn en de burgemeester heeft eerder in een debat met ons aangegeven dat zij instellingen eventueel kan sluiten als daar antidemocratische en anti-integratieve praktijken plaatsvinden. Voorzitter, hoe anti-integratief wilt u het hebben? We hebben vaker gesproken over wat de gemeente hiertegen allemaal kan doen. Is het college bereid deze uitlatingen in die internaten te laten onderzoeken om zo jonge, kwetsbare mensen te beschermen en de raad te informeren over de uitkomst hiervan en over eventuele vervolgacties? De VOORZITTER geeft het woord aan burgemeester Halsema. Burgemeester HALSEMA: Wat betreft de opmerkingen die u maakt over de Milli Görüsinternaten, laat ik daarin zorgvuldig zijn. Er geldt in onze stad en zeker in een omgeving waarin jongeren worden opgevoed en geschoold dat vrijdenken daar belangrijk is en dat er geen sprake kan zijn van discriminatie van welke groep dan ook en van welke mensen dan ook. Ik heb behoefte om even te kunnen uitzoeken wat hier precies aan de hand is en ik zal u zo spoedig mogelijk schriftelijk antwoord geven. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Poot voor een aanvullende vraag. Mevrouw POOT: Ik wil graag beginnen met te zeggen hoe ontzettend dapper het is om zo'n boek te schrijven en zo je eigen koers te kiezen en hoe vreselijk het is om dan met bedreigingen te maken te hebben. Ik ben blij dat de burgemeester haar zo openlijk steunt. Mijn aanvullende vraag gaat over de mogelijkheid dat er meer vrouwen als Lale zullen zijn die openlijk breken met hun geloof en die hun eigen koers willen kiezen. Mijn vraag aan de burgemeester is waar deze vrouwen zich kunnen melden als ze steun zoeken bij de gemeente of bij de politie, niet zo zeer bij de hulpverleningsorganisaties. Kan de gemeente deze steun ook geven? Mijn directe vraag daarbij is of naar aanleiding hiervan er al eerder signalen zijn dat vrouwen die breken met hun geloof, ook te maken hebben met dergelijke bedreigingen en uitingen van bedreiging. De VOORZITTER geeft het woord aan burgemeester Halsema. Burgemeester HALSEMA: Vanzelfsprekend staan alle reguliere kanalen van de gemeente open, alle kanalen van hulpverlening die er zijn, slachtofferzorg, begeleiding door de politie etc. maar u bedoelt natuurlijk iets specifieks. Zoals u weet, heb ik vrouwennetwerken in het leven geroepen die zich ook richten op hulp en ondersteuning van kwetsbare vrouwen. Dit is een onderwerp dat daar ter sprake komt. Ik zou u graag de komende maanden daarvan een update sturen. Dan heeft u daarover wat meer informatie. Daarmee heb ik volgens mij uw vraag beantwoord. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Poot voor een vraag die nog niet beantwoord is. Mevrouw POOT: Of er meer signalen bekend zijn van bedreiging van vrouwen die zo openlijk van hun geloof afstappen. De VOORZITTER geeft het woord aan burgemeester Halsema. 14 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Vergaderdatum 10 maart 2021 Raadsnotulen Burgemeester HALSEMA: Excuus, ik wist dat u nog een vraag had gesteld, alleen niet meer welke. Ja, natuurlijk kennen we signalen. Signalen zijn dikwijls incidenteel en tegelijkertijd zijn er ook vrouwen die ze heel uitgebreid hebben beschreven en besproken. Ik noem bijvoorbeeld Nazmiye Oral die recent in een column Lale Gül is bijgevallen. Ik noem ook het gezelschap rond Adelheid Roosen dat met de gesluierde monologen natuurlijk heel veel aandacht heeft willen geven aan de onvrijheid van vrouwen. Ook rond haar en in het vrouwennetwerk dat ik zelf heb opgezet, zien wij deze signalen af en toe terug. Kenmerkend evenwel is dat de druk op deze vrouwen zo groot is net als het risico op uitstoting en de emotionele schade dat ze moeilijk hulp zoeken. Dus er ligt ook een taak voor de komende jaren om de drempels daarin te verlagen en er in toenemende mate voor te zorgen voor zover wij dat kunnen en voor zover wij de vrouwen kunnen bereiken, om zeker te weten dat zij een veilige plek kunnen vinden bij de gemeente en de hulp die ze nodig hebben. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Vroege voor een aanvullende vraag. De heer VROEGE: Ik heb vorig jaar tot twee keer toe een motie ingediend waarin ik het college heb opgeroepen om religie expliciet mee te nemen in het beleid ten aanzien van emancipatie zowel voor vrouwen als voor de Ihbti’s. Ik heb vorige week al aangegeven dat ik niet tevreden ben over hoe het college deze motie heeft uitgevoerd en daarom ga ik er graag in een volgende raadscommissie verder op in. De vraag die ik vandaag heb aan het college en de burgemeester is of zij inzicht hebben in hoeveel gezinnen in Amsterdam er kinderen en jongeren opgroeien waarin waarden zoals gelijkheid tussen man en vrouw, tussen gelovigen en ongelovigen, tussen homo’s en hetero's niet vanzelfsprekend is. Is dat inzicht er op dit moment en zo niet, zijn het college en de burgemeester bereid dat onderzoek te laten verrichten? De VOORZITTER geeft het woord aan burgemeester Halsema. Burgemeester HALSEMA: Laat ik als eerste zeggen dat ik niet weet van uw motie omdat u die waarschijnlijk heeft gericht aan wethouder Groot Wassink, maar ik zal daarover wel even contact met hem zoeken. Dan uw tweede vraag. Eigenlijk vraagt u naar het onmogelijke hoe graag ik u ook van dienst zou willen zijn. Wat zich in een gezin voltrekt, onttrekt zich natuurlijk ten principale aan het inzicht van overheidsinstanties. Dat is dus ook niet te kwantificeren. We kunnen natuurlijk wel vermoeden dat er kinderen en jongeren in Amsterdam opgroeien die onvoldoende vrij zijn om hun eigen keuzes te kunnen maken. Waarvoor wij kunnen zorgen, is dat deze kinderen en jongeren de weg naar buiten kunnen vinden en daarbij kunnen wij hun helpen. Ik wijs bijvoorbeeld naar het programma Amsterdammerschap dat wethouder Moorman in het onderwijs heeft geïntroduceerd waarbij bijvoorbeeld met name individuele vrijheid, vrijheid van godsdienst, de vrijheid om je op alle manieren te kunnen uiten en ook bijvoorbeeld om die seksuele identiteit vrij te kunnen ontwikkelen, heel veel aandacht krijgt. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Van Schijndel voor een aanvullende vraag. De heer VAN SCHIJNDEL: Lale Gül is een publiek personage geworden na haar boek. Een vraag over haar veiligheidssituatie. Kan de burgemeester bevestigen dat vanuit het stadsbestuur maar zeker ook vanuit de politie niet aan mevrouw Gül het signaal wordt gegeven dat het verstandig is zich wat meer op de vlakte en uit de publiciteit te houden omwille van haar eigen veiligheid? Dat is de vraag. 15 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Vergaderdatum 10 maart 2021 Raadsnotulen De VOORZITTER geeft het woord aan burgemeester Halsema. Burgemeester HALSEMA: De vraag verbaast me. Als zo’n vraag wordt gesteld, dan ga ik er eigenlijk vanuit dat u aanwijzingen heeft en die kunt u niet hebben. Er zal nooit tegen iemand in Amsterdam worden gezegd dat hij zich niet mag uiten. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Ernsting voor een aanvullende vraag. De heer ERNSTING: Ik wilde de burgemeester danken en mijn steun betuigen in haar steun die ze heeft betoond aan Lale Gül en ook aan alle mensen, zei ze, die vanwege uitspraken of standpunten worden geïntimideerd of worden bedreigd. Dat is ontzettend belangrijk voor onze stad dat iedereen zich veilig kan weten en gesteund kan weten als hij of zij voor zijn of haar mening uitkomt. De burgemeester zei dat de lijnen met de politie kort zijn en dat er meteen wordt geacteerd. Ik vroeg mij af hoe dat is georganiseerd en of daarvoor beleid is of dat we daarvoor beleid moeten maken om dat te borgen. Het is immers zo belangrijk voor onze stad dat we dat misschien maar explicieter moeten maken. De VOORZITTER geeft het woord aan burgemeester Halsema. Burgemeester HALSEMA: Het contact met mevrouw Gül loopt in de eerste plaats via de wijkagent waarmee zij bij mijn weten goed contact heeft. Ik heb geen signalen dat die contacten te kort schieten en dat er behoefte zou zijn aan een speciale dienst of aan speciale personen, maar ik wil dat graag nog eens voor u navragen. Het gaat natuurlijk om een heel specifieke vorm van bedreiging en intimidatie namelijk op de vrije ontwikkeling als vrouw. Het kan zijn dat dat specifieke vaardigheden vergt maar bij mijn weten worden die door de wijkagent uitstekend ten toon gespreid. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Yilmaz voor een aanvullende vraag. De heer YILMAZ: Ook ik wil benadrukken dat ik elke vorm van dreiging afkeur. Ik heb daar ook wel eens mee te maken en het is natuurlijk heel erg vervelend. Ik keur het ook af. Ik wil ook een oproep doen aan iedereen die het in Z'n hoofd haalt om Lale Gül te bedreigen of zelfs aan te vallen, om dat niet te doen. Maak gebruik van je vrijheid van meningsuiting en laat haar met rust. Ik wil wel zeggen dat we als raad meedoen aan een voor haar hele mooie pr- campagne. Ze maakt daar helaas heel goed gebruik van. We moeten niet vergeten dat ze gewoon een islamofoob is. Zo heeft ze zichzelf genoemd. Daarmee heb ik wel moeite, maar goed, dat is ook het vrije woord. Dat mag zij vinden en ik mag daarop reageren. Ik wil nog wat vragen aan de burgemeester. Geldt de vrijheid van meningsuiting voor iedereen en dus ook voor de Amsterdammers die nu door haar worden gestigmatiseerd? Of is de vrijheid van meningsuiting voorwaardelijk en geldt die alleen voor de meningen die heel veel mensen in Nederland goed uitkomen? De VOORZITTER geeft het woord aan burgemeester Halsema. Burgemeester HALSEMA: Ik wilde u eigenlijk bedanken voor de oproep die u doet om mevrouw Gül met rust te laten en vrij te laten. Ik denk dat dat van betekenis is. Maar ik vind het wel bedroevend dat u haar tegelijkertijd verwijten maakt die precies de reden zijn 16 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Vergaderdatum 10 maart 2021 Raadsnotulen dat ze wordt bedreigd. Ik denk dat het heel verstandig is als u haar niet op dit moment in de beklaagdenbank zet maar haar werkelijk verdedigt. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Flentge voor een aanvullende vraag. De heer FLENTGE: Ik kan de moed van mevrouw Gül wel waarderen: de moed om op te staan en zich vrij uit te spreken en daarvoor, denk ik, enorme persoonlijke offers brengt. Dat dan afdoen als een pr-stunt zoals mijn collega hiervoor deed- Je moet maar durven, zou ik zeggen. Maar mijn vraag aan de burgemeester is een andere. Milli Görüs zou volgens de kranten maar ik weet niet helemaal zeker hoe dat is geëindigd, mevrouw Gül voor de rechtbank willen slepen. Ik vroeg me af of dat nog zo is en als dat zo is, heeft mevrouw Gül dan alle toegang tot rechtsbijstand zodat ze de allerbeste juridische hulp en advocaten kan krijgen die nodig zijn? De VOORZITTER geeft het woord aan burgemeester Halsema. Burgemeester HALSEMA: Ik sluit me graag nog eens bij uw eerste woorden nadrukkelijk aan. Wat u zegt over een rechtszaak tegen haar, daarvan heb ik op dit moment geen weet. Ik laat dat nagaan. Ook laat ik nagaan of er voldoende rechtsbijstand is. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Mbarki voor een aanvullende vraag. De heer MBARKI: Ook ik sluit me aan bij de woorden die al zijn geuit door mijn collega's als het gaat om de afkeuring om in een vrije stad als Amsterdam op het moment dat je van je geloof af valt of je uit, je je bedreigingen op de hals haalt. Dat mag niet; dat moet ook niet. Daarbij komt kijken dat vrijheid en autonomie voor mij heel belangrijk zijn en ik denk voor heel veel Amsterdammers als het gaat om eigen keuzes maken. Dus mijn dank aan de burgemeester voor haar optreden. Ik heb nog wel een vraag. In mijn omgeving hoor ik veel imams die hetzelfde vinden als dat wij hier vinden. Ik weet dat de burgemeester regelmatig contact heeft met de verschillende gemeenschappen. Is de burgemeester voornemens om dit onderwerp ook bij de imams onder de aandacht te brengen en te kijken hoe zij een rol kunnen spelen in dit verhaal? De VOORZITTER geeft het woord aan burgemeester Halsema. Burgemeester HALSEMA: Ja, ik heb ook gehoord dat imams zich uitspreken en dat is ongelooflijk goed. Voormalig imam Yassin Elforkani heeft dat heel publiekelijk gedaan. Ik denk dat we hem daarvoor dankbaar mogen zijn. Ik spreek de imams regelmatig en ik zal dit binnenkort aansnijden. De VOORZITTER: Ik zie de heer Yilmaz ook nog, maar ik wil erop wijzen dat we bezig zijn met de mondelinge vragen en dat het geen debat kan worden. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Ceder voor een aanvullende vraag. De heer CEDER: Ook wij sluiten ons aan bij wat het merendeel van de partijen heeft aangegeven. Je moet in deze stad vrij kunnen zijn om te geloven of niet te geloven 17 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Vergaderdatum 10 maart 2021 Raadsnotulen wat je wil. Wij hebben eerder met het CDA, de VVD en Forum voor Democratie een initiatiefvoorstel ingediend over het verdedigen van de godsdienstvrijheid waarin ook dit soort punten wordt besproken. Ik vroeg me af of de burgemeester in haar onderzoek dat ze eerder vandaag heeft toegezegd ook deze punten zou kunnen meenemen. De VOORZITTER geeft het woord aan burgemeester Halsema. Burgemeester HALSEMA: Ik neem aan dat u verwijst naar het eerdere onderzoek dat wij hebben gedaan naar geloofsafval en naar de wisseling van geloof en de ruimte die mensen hebben. Laat ik het volgende zeggen. Het heeft wat mij betreft permanente aandacht. De vrijheid van meningsuiting, de vrijheid van godsdienst in onze stad zijn ankers waarop onze stad drijft. Dat doen ze al eeuwen en dat moeten ze ook blijven doen. De motie van de heer Boomsma om bijvoorbeeld in stadsgesprekken aandacht te gaan besteden aan de verhouding tussen de godsdienstvrijheid en de vrijheid van meningsuiting wordt door mij serieus genomen en ik wil binnenkort met de raad in gesprek over het vervolg daarvan. Ik hoop dat dat tegemoetkomt aan uw wens. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Veldhuyzen voor een aanvullende vraag. De heer VELDHUYZEN: Het staat buiten kijf dat een ieder die zich uitspreekt tegen onderdrukking onze solidariteit verdient. ledereen zou zichzelf moeten kunnen zijn en moeten kunnen uitspreken zonder te worden bedreigd. Ik denk dat de burgemeester belangrijk werk doet voor vrouwen in de stad. Ik ben eigenlijk benieuwd of zij daarover nog wat meer kan vertellen en ook specifiek over het faciliteren van de dialoog over dit onderwerp op een manier waarop eigenlijk alle betrokkenen op een veilige manier daaraan kunnen meedoen. Ze heeft er eigenlijk net ook al wat over gezegd. Ik houd het hier bij. De VOORZITTER geeft het woord aan burgemeester Halsema. Burgemeester HALSEMA: Ik heb toevallig op Internationale Vrouwendag gesproken met 70 vrouwen uit de stad die deel uitmaken van het vrouwennetwerk. Dat ging natuurlijk in de eerste plaats over corona, wat dat betekent voor jongeren, voor de vrijheid van vrouwen, voor alleenstaande moeders. Dat gesprek zal zich binnenkort herhalen en ik ben eigenlijk van plan dan dit onderwerp ook specifiek aan de orde te stellen. Ik vind ook dat dit veel aandacht verdient en ik heb eerder mevrouw Poot gezegd dat ik een update zal sturen naar de raad over hoe vrouwennetwerken in de stad zich ontwikkelen. En tot slot omdat ik zie dat de heer Yilmaz bij herhaling vraagt om beantwoording van zijn vraag, wil ik zeggen dat ik in een heel enkel geval ervoor kies om een vraag niet te beantwoorden. Ik denk dat ik daarmee de indiener uiteindelijk meer help dat met beantwoording. De VOORZITTER: Dan zijn we aan het einde gekomen van deze set mondelingevragen en dan gaan we over naar de volgende. Vragen van het lid Van Pijpen inzake de gevolgen van de coronacrisis en maatregelen voor ouderen en kwetsbare groepen De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Van Pijpen. 18 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Vergaderdatum 10 maart 2021 Raadsnotulen Mevrouw VAN PIJPEN: In de discussie over de zware belasting van de coronamaatregelen krijgen jongeren terecht veel aandacht. De oproep van onze burgemeester om voor hen ruimte te scheppen met behulp van vaccineren en testen ondersteunen wij als GroenLinks van harte. Jongeren hebben het moeilijk met online onderwijs en te weinig uitlaatkleppen. Naar aanleiding van deze terechte oproep kreeg ik ook vragen van ouderen en kwetsbaren die ook al een jaar gebukt gaan onder veel beperkende maatregelen en die soms letterlijk geen kant op kunnen en vereenzamen. Wij zetten geen groepen tegen elkaar op en we spelen ze niet tegen elkaar uit. Juist nu gaat het om solidariteit met elkaar. Daarom wil ik hier laten zien en horen dat ook zij worden gezien en worden gehoord. In de brief van de Veiligheidsregio worden deze groepen niet apart als doelgroep genoemd voor communicatie en dat vind ik wel jammer want deze groep heeft juist ook die zichtbaarheid nodig en een uitgestoken hand van de gemeente. Bovendien komt er langzamerhand ruimte voor meer sociale ontmoetingen. Ik heb dan ook twee vragen. Wordt met de toename van de vaccinatiegraad ook meer ruimte geboden bijvoorbeeld in huizen van de wijk of op andere plekken voor sociale ontmoeting van ouderen en/of kwetsbaren eventueel gecombineerd met sneltesten? En kan de gemeente ook in de communicatie aandacht geven aan deze groepen om ze te laten weten dat ze gezien en gehoord worden en dat er van alle kanten wordt ingezet om ook voor hen het leven draaglijker en socialer te maken? De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Kukenheim voor de beantwoording van de vragen. Wethouder KUKENHEIM: Ouderen zijn zeker een groep waarvoor we veel aandacht hebben. Elke groep vraagt heel specifieke communicatie. U kunt zich voorstellen dat je met ouderen misschien iets minder digitaal communiceert — alle ouderen die daarin overigens heel vaardig zijn daargelaten — en dat je voor jongeren ook weer andere platforms kiest. We zijn heel erg betrokken bij deze groep. U heeft zichzelf laten zien en zowel de burgemeester als ikzelf hebben vele malen bezoeken gebracht aan verzorgingstehuizen om met ouderen te spreken over hoe het met ze gaat en over hoe ze deze tijden ervaren. Zo zijn er nog tal van voorbeelden. Ik zal er zo bij de beantwoording van vraag 2 wat dieper op ingaan. De eerste vraag die u stelde, was eigenlijk een vraag of wij onze opening up- strategie kunnen aanpassen aan de vaccinatie. Dat lijkt me zeker een goed idee om te gaan doen op een bepaald moment, maar dat is echt aan het rijk. Dus mijn antwoord daarop is dat op dit moment de vaccinatie en het feit dat we steeds meer mensen kunnen vaccineren, nog niet wordt gekoppeld aan vrijheden die mensen daarmee verkrijgen. U weet natuurlijk zelf dat die discussie op rijksniveau volop speelt om dat op termijn wel te gaan doen. Wij houden ons aan de rijksstrategie van dit moment. De tweede vraag wil ik zo beantwoorden dat ik het met haar eens ben dat je heel secuur die groepen van ouderen moet weten te bereiken om je ervan te vergewissen dat het goed met ze gaat, met andere woorden, dat ze alle hulp krijgen die ze nodig hebben en ook uit te spreken dat je ook met mensen meeleeft. Ik wil een paar voorbeelden noemen. Met de sociale basis hebben we heel veel intervisiesessies georganiseerd in de stadsdelen juist om te kijken wat er nu precies binnen de huidige maatregelen nog kan worden georganiseerd. Dus we doen dit niet alleen voor ouderenorganisaties; we doen dit breder juist om te kijken waar we kwetsbare groepen nog kunnen ondersteunen. We hebben overigens specifiek binnen de vaccinatiestraat eigenlijk heel goed nagedacht hoe we als GGD juist de oudere doelgroep die we op dit moment vaccineren op een goede manier 19 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Vergaderdatum 10 maart 2021 Gemeenteraad Raadsnotulen kunnen begeleiden en we hebben dat moment ook gegrepen om hen meer te informeren bijvoorbeeld over Voor Elkaar In Amsterdam’ waarbij heel veel mensen hulp van elkaar kunnen krijgen. Dus op het moment dat ze zich komen laten vaccineren, geven we die informatie. De eerste mensen die zich hebben laten vaccineren, hebben we de eerste maand verblijd met een bloemetje om ze daarmee te feliciteren. We hebben diverse Webinars en bijeenkomsten bijvoorbeeld ook met EMCEMO om te zorgen dat we een diverse groep mensen bereiken met daarin ook volop aandacht voor ouderengroepen. En we hebben sessies georganiseerd met moskeebesturen en met imams om blijven contact te houden met mensen. Tot slot is er een flyer en er is informatie over de vaccinatie speciaal gericht op ouderen en die is ook actief verspreid onder ouderenorganisaties. Dus we doen het via verschillende kanalen om ervoor te zorgen dat we mensen goed bereiken en weten wat er speelt en om ze een hart onder de riem te steken. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Van Schijndel voor een aanvullende vraag. De heer VAN SCHIJNDEL: Het gaat inderdaad over maatregelen voor specifieke groepen. Denkt de wethouder ook niet dat de regeling voor de avondklok en één persoon per dag van de minister eigenlijk vreselijk schadelijk is juist voor ouderen en kwetsbaren? Wethouder KUKENHEIM: Ik zou de waardering van de verschillende maatregelen op dit moment willen laten aan de fora die daarover gaan, aan de Veiligheidsberaad en de verschillende gesprekken die zij daarover met het rijk heeft. Dat is op dit moment de meest constructieve manier om voor onze stadsbewoners te komen tot een nieuwe strategie. De VOORZITTER: Dat was dan deze set mondelingevragen en dan gaan we naar de volgende. Vragen van het lid Veldhuyzen inzake ongewenste beperkingen op het demonstratierecht De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Veldhuyzen. De heer VELDHUYZEN: Het demonstratierecht is bijkans heilig volgens de burgemeester maar toch is er vanaf in ieder geval begin dit jaar sprake van een structurele beperking op het demonstratierecht. Vooral de begrenzing van het aantal demonstranten tot een maximum van 500 wordt door veel organisatoren ervaren als een onnodige beperking omdat de praktijk heeft aangetoond dat het goed mogelijk is om zelfs met meer dan 10.000 mensen veilig te kunnen demonstreren op anderhalvemeter afstand. Ook het feit dat de gemeente niet zelden pas op het allerlaatste moment beperkingen meedeelt waardoor er geen tijd meer is om bezwaar te maken, wordt door verschillende organisatoren ervaren als een aanval op hun grondrecht om te betogen. Het verzoek aan de burgemeester is op deze signalen te reageren en wellicht kan ze ook iets zeggen over de brief van Comité 21 maart en de oproep van Milieudefensie, Green Peace en andere waarin zij onder andere burgemeester Halsema oproepen om het recht op betoging te respecteren en onnodige begrenzingen af te schaffen. De VOORZITTER geeft het woord aan burgemeester Halsema voor de beantwoording van de vragen. 20 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Vergaderdatum 10 maart 2021 Raadsnotulen Burgemeester HALSEMA: Ik ben wel een beetje verbaasd over de vraag als ik eerlijk ben want ik herinner me namelijk een vergadering van de raadscommissie AZ of een raadsdebat nog niet zo lang geleden waarbij er door de heer Van Schijndel vragen werden gesteld over de begrenzing aan de demonstratie tegen de coronamaatregelen op het Museumplein waarvan wij hadden gezegd maximaal 500 in het Westerpark en toen was u het daar volkomen mee eens. U verwees ook naar de demonstratie tegen het fascisme die ook was verplaatst naar het Westerpark en waaraan ook dat maximum van 500 deelnemers was gesteld. Uit mijn antwoord kunt u afleiden dat dit voor de afgelopen weken een bestendige lijn is van de gemeente ongeacht het onderwerp dat op de agenda staat. Ik moet wel bekennen dat ik de indruk krijg dat u hier een tikkie met twee maten meet omdat u, zo lijkt het, andere grenzen wilt accepteren bij een klimaatdemonstratie dan bij bijvoorbeeld een demonstratie tegen de coronamaatregelen. Nu het zakelijk deel van het antwoord. Wij hebben in de driehoek in overleg met de GGD vastgesteld dat we op een veilige manier een demonstratie van maximaal 500 demonstranten kunnen toestaan. Daarin wegen wij de ruimte van de locatie, de beheersbaarheid van de locatie, de mogelijkheid om de locatie af te grenzen, de druk die het verder geeft op de openbare ruimte en op het openbaar vervoer. Dat is overduidelijk iets, dit laatste, waarmee de organisatoren van de klimaatdemonstratie geen enkele rekening hebben gehouden noch degenen die een oproep hebben gedaan aan alle burgemeesters. Dus ik zou u willen vragen er ook bij deze demonstratie begrip voor te hebben dat het echt noodzakelijk is omwille van de volksgezondheid en de oplopende besmettingscijfers in de stad — u weet ook dat men zich in Noord-Holland noord inmiddels voorbereidt op code zwart — om de groepsgrootte te beteugelen. In principe mag er geen groepsvorming plaatsvinden in de openbare ruimte. Wij maken daarop vanwege het belang van het openbaar demonstratierecht een uitzondering en wij maken demonstraties van 500 mensen mogelijk ongeacht het onderwerp. We hebben inmiddels ook met de verzamelde burgemeesters de organisatoren laten weten dat we hooglijk verbaasd zijn dat men een uitzondering wil maken en geen grenzen wil stellen aan de maximale groepsgrootte. We vragen hen dan ook ons te helpen de volksgezondheid te beschermen. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Veldhuyzen voor een vervolgvraag. De heer VELDHUYZEN: In de raadscommissie AZ waarnaar de burgemeester verwijst, had ik toen ook duidelijk aangegeven dat wij het helemaal niet eens waren met de beperking van de antifascismedemonstratie maar dat wij ondanks de bezwaren daaraan toch hebben voldaan. Ik meet niet met twee maten want ik kom hier op voor iedere demonstratie zolang de coronaregels maar worden nageleefd. Dat is een lijn die ik altijd al heb gehad en daar wijk ik nu niet vanaf. De grote vraag is of de burgemeester bereid is de begrenzing van het aantal demonstranten te schrappen voor in ieder geval organisatoren die aantoonbaar bereid zijn alle coronaregels na te leven en wanneer het gaat om locaties waarbij al in de praktijk is gebleken dat het mogelijk is om met duizenden mensen veilig te demonstreren op anderhalvemeter afstand. De VOORZITTER geeft het woord aan burgemeester Halsema. Burgemeester HALSEMA: Nee, daartoe ben ik niet bereid. Wij houden de grens op 500 en het verbaast me dat u de argumenten die ik in de eerste termijn gaf, naast u neer legt. Het gaat er namelijk niet alleen om dat de groepsgrootte op advies van de GGD ter plaatse moet worden beperkt, dus op de locatie zelf. Onze GGD vindt 500 al rijkelijk veel. 21 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Vergaderdatum 10 maart 2021 Raadsnotulen Zoals u weet, houdt men in Den Haag rekening met een maximum van 100. Maar het voorgestelde aantal door de organisaties die u noemt van 7.500 mensen eventueel terug te brengen tot kleinere aantallen verspreid over de stad, geeft een ongelooflijke druk op de openbare ruimte en op het openbaar vervoer en dat is schaars. Dat kunnen we ons bij de huidige besmettingscijfers niet permitteren. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Van Schijndel voor een aanvullende vraag. De heer VAN SCHIJNDEL: We hebben het hier in de raad het afgelopen jaar heel uitgebreid gehad over de begrenzingen bij demonsteren en dan ging het ook over met name de anderhalvemeter. Die is heel hinderlijk bij het betogen. De burgemeester heeft daar ik geloof drie keer zelf over gezegd dat het zo is dat er in de buitenlucht eigenlijk veel minder risico is dan indoors. Dat weten we allemaal. Dus waarom nu niet de consequentie hieruit trekken en voor demonstranten tegen de lockdown, tegen die anderhalvemeter niet handhaven, gewoon niet handhaven? De VOORZITTER geeft het woord aan burgemeester Halsema. Burgemeester HALSEMA: U dicht mij een opmerking toe die ik nooit heb gemaakt namelijk dat er in de buitenlucht veel minder risico zou zijn. Dat weet ik niet. Ik ben de heer Van Dissel niet. Dus ik heb geen expertise daarin en ik baseer me dus op de adviezen van de GGD en de GGD in Amsterdam geeft aan dat er in Amsterdam met hangen en wurgen een maximum van 500 deelnemers op anderhalvemeter onder de huidige besmettingscijfers nog verantwoord is en daarboven niet. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Ernsting voor een vervolgvraag. De heer ERNSTING: Even om het nog iets duidelijker te krijgen. Ook ik dacht, dit Zijn doorgewinterde demonstranten waarschijnlijk bij die klimaatmars en bij de antiracismedemonstratie, die ook aangeven zich graag aan de maatregelen te willen houden en die ook aangaven of ze dan misschien in verschillende bubbels van 500 personen op verschillende plekken in de stad konden demonstreren. Op zich vond ik dat nog wel een interessant idee. Begrijp ik nu goed dat dat ook wordt afgewezen om het aantal reisbewegingen te beperken? Is dat wat ik de burgemeester hoor zeggen? De VOORZITTER geeft het woord aan burgemeester Halsema. Burgemeester HALSEMA: Ja, het klopt. De landelijke organisaties die zich hierachter hebben verenigd, lijken zich tot mijn verbazing geen rekenschap te geven van het advies van de rijksoverheid, het dringende advies op dit moment, om geen bovenregionaal verkeer te hebben en om de reisbewegingen zo veel mogelijk te beperken en zo veel mogelijk thuis te blijven. Dus ook een gespreide demonstratie over verschillende locaties die voor ons nog altijd geldt als één demonstratie over één onderwerp leidt tot een groot aantal bewegingen. Daarom willen wij dat niet. Bovendien hebben we een groot probleem met de beheersbaarheid van een groot aantal demonstraties in de stad waar we dit weekend ook nog andere demonstraties hebben bijvoorbeeld de niet toegestane demonstratie op het Museumplein van de kopje koffiedrinkers. 22 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Vergaderdatum 10 maart 2021 Raadsnotulen De VOORZITTER: Dat was dan deze set mondelingevragen en dan gaan we naar de volgende. Vragen van het lid Van Lammeren inzake de uitspraak van de gemeente omtrent de inzet en niet wenselijkheid van biomassa De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Van Lammeren. De heer VAN LAMMEREN: Hoewel het klimaat niet een groot onderdeel vormt van deze Tweede Kamerverkiezingen, is biomassa dat gelukkig wel. Gisteren is er op AT5 een artikel verschenen en daarin staat, ‘deelt de gemeente Amsterdam de mening dat momenteel te makkelijk voor biomassa als alternatief voor aardgas wordt gekozen. Dat was namens wethouder Van Doorninek. Mijn vraag is of het klopt dat dit de verklaring van de wethouder is. Dan zou ik wel een feitenrelaas willen hebben over hoe Amsterdam zich heeft verzet tegen de biomassacentrale en wellicht heeft gepleit voor aardgas. Helemaal omdat in de Q&A van GroenLinks op de website staat dat we van aardgas af kunnen volgens GroenLinks door samen te werken met Vattenfall en op de warmtenetten aan te sluiten. Laat die nu net op biomassa draaien. Dus ik begrijp niet helemaal wat hier wordt gezegd. Aangezien mij populisme wordt verweten, mag dat feitenrelaas ook na 17 maart komen zodat we het rustig in de raadscommissie kunnen bespreken. De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Van Doorninck voor de beantwoording van de vragen. De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Van Doorninck. Wethouder VAN DOORNINGK: De uitspraak die ik heb gedaan bij AT5 middels mijn woordvoerder staat geheel in lijn met de uitspraken die altijd zijn gedaan door dit college als het gaat om biomassa namelijk dat we daar geen fan van zijn, maar dat we het zien als een maatregel die kan worden genomen als andere afvallen. Als het specifiek gaat om de biomassacentrale die Vattenfall eventueel wil gaan bouwen in Diemen — eventueel, want dat is nog niet duidelijk — dan is het zo dat we daarover niet gaan ten eerste omdat het niet op ons grondgebied is, ten tweede omdat wij niet de vergunningverlener zijn en ten derde dat het nog steeds zo is als je een legaal bedrijf met vergunningen in Nederland wil neerzetten en je kunt aantonen dat alles klopt, dat die vergunning moet worden verleend. We zagen natuurlijk wel en dat is vaak met uw raad gedeeld, dat subsidies een belangrijke reden zijn voor sommige bedrijven om een biomassacentrale te bouwen. Daarom is in juni 2019 samen met mij en de regiogemeenten een brief naar minister Wiebes gestuurd waarbij is gezegd dat die riante subsidies voor biostook een perverse prikkel zouden kunnen zijn en dat het in die zin innovatieve andere oplossingen in de weg zal staan. Dat is de lijn van dit college en dat is de lijn van mij en die houd ik ook vast. Gezien het feit dat wij er niet over gaan en gezien het feit dat je in een transitie niet altijd voor de meest optimale oplossing kunt gaan omdat je anders die transitie niet kunt inzetten, kijken we ook naar andere maatregelen. Zo is er het convenant dat we met verschillende gemeenten en de provincie dat we met Vattenfall hebben gesloten om een aantal bovenwettelijke eisen aan de biomassacentrale te stellen. Dus binnen de ruimte die er is gegeven, is de inzet van het college duidelijk. Wij zijn geen fan van biomassa. We zien het in sommige gevallen als een transitiemiddel dat zo snel mogelijk moet worden afgeschaald. Vooralsnog zijn het legale bedrijven die als ze aan de vergunningverlening voldoen, kunnen bestaan. De 23 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Vergaderdatum 10 maart 2021 Raadsnotulen biomassacentrale waarop de heer Van Lammeren specifiek wijst, bevindt zich niet op Amsterdams grondgebied. We gaan er dus niet over. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Van Lammeren voor een vervolgvraag. De heer VAN LAMMEREN: Een prachtig antwoord maar geen antwoord op de vraag of we een feitenrelaas krijgen hoe het college zich dan heeft verzet. Dit is eigenlijk het antwoord zoals ik dat altijd van de wethouder krijg. Krijgen we de inkoopcontracten van het AEB? Dan hoor ik ook de hele tijd niets. Het is een prachtig pr-praatje van de wethouder maar wat er feitelijk is gebeurd? Hier staat op de website ineens in een verklaring dat Amsterdam zich niet achter biomassa schaart en dat het te gemakkelijk als alternatief voor aardgas wordt gekozen. Ondertussen heeft dit college wel de biomassacentrale van het AEB gebouwd waar we wél over gaan namelijk niet de vergunningen — die zijn provinciaal — maar van de financiën en zeker als 100 procent-eigenaar. Daarom nogmaals de vraag: kunnen wij van de wethouder een feitenrelaas krijgen hoe Amsterdam zich heeft verzet tegen deze biomassacentrales en hoe Amsterdam zich verzet op het aansluiten op het warmtenet. Zo worden we immers afhankelijk van biomassa. Als ik weer een ander praatje krijg, dan begrijp ik het wel. By the way, mochten we ook nog de inkoopcontracten van het AEB kunnen Krijgen, dan zou ik u zeer dankbaar zijn want daarop wacht ik nu ook al zo'n kleine anderhalf jaar. De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Van Doorninck. Wethouder VAN DOORNINCK: Het verbaast me als de heer Van Lammeren vraagt of hij een feitenrelaas kan krijgen en ik geef gewoon het feitenrelaas dat dat dan een pr- praatje is. Dit is gewoon wat er is gebeurd. Het feit dat het precies hetzelfde verhaal is als ik al twee jaar vertel, betekent dat er een redelijke consistentie zit in het verhaal van het college als het gaat om biomassa. Als u de vraag heeft wat het college heeft gedaan als verzet tegen de back van het AEB, dan is dat we met het AEB natuurlijk afspraken hebben gemaakt over de herkomst van de biomassa. Ik moet daar eerlijk bij zeggen dat dat niet dit college is geweest; dat is het vorige college geweest dat de afspraken met het AEB heeft gemaakt om tot deze biomassacentrale te komen. Het enige besluit wat dit college heeft genomen, is om uiteindelijk de investering waarop het AEB al rekende, klaar te maken. Dus als u vraagt, heeft u zich tot de tanden toe verzet tegen deze biomassacentrale, dan klopt het dat we dat niet hebben gedaan. De trein was al lang rijdende en we hebben dat investeringsbesluit genomen. Dat zit in het verhaal, mijnheer Van Lammeren, dat volgens mij ook consistent is. We zijn geen fan maar we zien het wel als een transitiemiddel dat kan worden ingezet om door die transitie te komen. Ik zie daarin een consistente lijn. Nogmaals, ideale oplossingen zijn er niet maar de energietransitie moet van start gaan en wij verkeren niet in de luxepositie om te wachten op de meest ideale oplossing. Dan zijn we al veel te ver in de klimaatcrisis en daarin hoop ik de heer Van Lammeren wel aan mijn kant te vinden als het allerbelangrijkste punt is de klimaatcrisis bestrijden en niet elkaar. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Kreuger voor een aanvullende vraag. De heer KREUGER: Wat een toneelstuk en wat een bedrog dat hier gebeurt. Het zijn helemaal terechte vragen van de heer Van Lammeren. Deze GroenLinkswethouder heeft gewoon gezegd dat ze van biomassa af wil maar dan is toch de vraag waarom je dan 24 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Vergaderdatum 10 maart 2021 Raadsnotulen een biomassacentrale bouwt. Die bouw je niet voor een jaar; die bouw je niet voor vijf jaar; die bouw je niet voor tien jaar en in dit geval ook niet voor vijftien jaar want hij staat namelijk gewoon tot 2040 opgenomen in de transitievisie Warmte. Waarom doet de wethouder dat als ze af wil van biomassa en waarom is ze nu opeens van mening dat biomassa niet te makkelijk als alternatief mag worden gekozen voor aardgas terwijl ze geloof ik in de afgelopen drie jaar een stuk of drie moties van mijn fractie heeft ontraden als het gaat om het gebruik van aardgas in deze stad? Die worden daarna ook weer gewoon weggestemd door GroenLinks, D66, PvdA en de SP, dus waarom doet ze dat? Waarom ontraadt ze die moties over aardgas als ze nu zegt dat er te gemakkelijk wordt gekozen voor biomassa? En verder zegt de wethouder ook in die verklaring dat ze wil dat de subsidies voor biomassa worden gestopt maar hoe gaat dat dan werken met de exploitatie van het AEB? Zonder die 200 miljoen euro subsidie is er geen businesscase. Wie gaat dan die hut kopen, wethouder Van Doorninck? De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Van Doorninck. Wethouder VAN DOORNINCK: De heer Kreuger lijkt te veronderstellen dat ik zeg dat Amsterdam niet van het aardgas zou willen als dat zou betekenen als daarvoor biomassa wordt gekozen en dat is niet wat ik heb gezegd. Ik heb gezegd, wij willen aardgasvrij en zo snel mogelijk van biomassa af. Dat is een andere voorstelling dan de heer Kreuger hier geeft. De perverse prikkel als het gaat om subsidies heb ik inderdaad genoemd, maar het is niet zo dat oude subsidies worden teruggedraaid op het moment dat je geen nieuwe subsidies meer geeft. Nog los van wat je vindt van wat een bedrijf precies doet, moeten bedrijven toch wel een bepaalde rechtszekerheid hebben. Als je een subsidie hebt gekregen op bepaalde gronden en als die gronden halverwege de wedstrijd verdwijnen, dan kan het niet zo zijn dat die subsidie wordt teruggedraaid. Bovendien is dat niet een zaak van de gemeente Amsterdam, dat is een zaak van het ministerie van Economische Zaken als die iets met die subsidie zou willen doen. Het lijkt mij echt heel vreemd dat je eerst een subsidie geeft en die halverwege weer terugdraait. Die signalen heb ik op geen enkele manier vanuit EZK gekregen. Als EZK denkt over minder subsidies voor biomassacentrales, heb ik nergens gehoord dat dat zou betekenen dat reeds toegekende subsidies zouden worden teruggedraaid. De VOORZITTER: Dat was dan deze set mondelingevragen en dan gaan we naar het laatste blokje vragen. Vragen van het lid Khan inzake de provincie gaat toezien op een goede afstemming tussen buurgemeenten bij het plaatsen van windturbines De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Khan. De heer KHAN: Afgelopen maandag heeft de provincie Noord-Holland een motie aangenomen die Gedeputeerde Staten oproept om er bij gemeenten als Amsterdam sterker op aan te dringen om ten eerste bij het draagvlakonderzoek ook de meningen van bewoners van aangrenzende gemeenten te peilen en te vragen goed af te stemmen met buurgemeenten. Dat is opvallend aangezien wij als DENK eerder een soortgelijke motie hebben ingediend en toen zei wethouder Van Doorninck dat die overbodig was omdat er al sprake is van goede afstemming met buurgemeenten. Inmiddels hebben bijna alle buurgemeenten om ons heen geklaagd over de gebrekkige afstemming waaronder ook Weesp, de gemeente die binnenkort bij ons aansluit. De provincie sluit zich daar inmiddels 25 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Vergaderdatum 10 maart 2021 Raadsnotulen bij aan. Ik wil als eerste vragen aan de wethouder of ze inmiddels van standpunt is veranderd en het standpunt deelt dat de afstemming met onze buren beter kan. Ook wil ik weten wat het college nu gaat doen als het op korte termijn een strenge brief van Gedeputeerde Staten kan verwachten. Is het college bereid alsnog de meningen van bewoners van aangrenzende gebieden te peilen en hoe gaat het college de zorgen over de gebrekkige afstemming bij onze buren wegnemen? Ik hoor het graag. De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Van Doorninck voor de beantwoording van de vragen. Wethouder VAN DOORNINCK: Belangrijke vragen van de heer Khan want afstemming met buurgemeenten is natuurlijk van ongelooflijk belang in dit proces. Bij veel buurgemeenten geldt natuurlijk dat vaak bij de grenzen plekken zijn waar windturbines mogelijk zijn, dus het is heel belangrijk dat die afstemming er goed is. Het proces van de regionale energiestrategie zorgt er natuurlijk voor dat die afstemming er is omdat we met elkaar in die strategie Noord-Holland zuid zitten en wij dus ook afstemmen met lokale bestuurders. We hebben daarbij ook richting bewoners informatieavonden gedaan. De informatieavonden die we voor Amsterdammers hebben georganiseerd in de zomer van 2020 gingen over windturbines in de buurt en dat ging ook over bewoners van buurgemeenten. We hebben wel begrepen dat die bewoners die uitnodigingen niet altijd hebben gezien als dat dat specifiek op hen was gericht. Daar zullen we dus in de toekomst veel duidelijker op aan haken omdat we direct de bewoners hebben uitgenodigd. We hebben nu gewoon met de besturen en de buurgemeenten afgesproken dat we ook de besturen informeren wanneer er een informatieavond komt zodat ook een lokaal bestuur zijn eigen bewoners kan vertellen dat er binnenkort in Amsterdam een informatieavond komt specifiek over deze locatie en daarbij zijn jullie ook uitgenodigd zodat de uitnodiging van twee kanten komt. Dus niet alleen vanuit het Amsterdamse bestuur maar ook vanuit het bestuur van de gemeente zelf. Wij kunnen dus ook de communicatiekanalen van de buurgemeenten gebruiken. Als je bijvoorbeeld kijkt naar de voorbereidingsfase waarin we nu zitten bij de Noorder IJplas in stadsdeel Noord dan zijn er ook zo’n 17.000 brieven in Oostzaan en Zaanstad verspreid. Dat is in een straal van twee kilometer van het zoekgebied. Dat is wat we nu aanhouden. Ook zullen we hier in het vervolg die besturen daarbij betrekken zodat ze die uitnodigingen ook kunnen doen. Op bestuurlijk niveau hebben we het contact ook. We hebben dat dus binnen het proces van de regionale energiestrategie, maar daarnaast heb ik ook met enige regelmaat contact met de buurgemeenten over hun processen. Dat is natuurlijk ook belangrijk. En over onze eigen processen. Bij sommige buurgemeenten levert dat op dat je kijkt hoe je samen eventueel een locatie zou kunnen ontwikkelen en bij andere gemeenten zorgt het er juist heel erg voor dat we de zorgen bij een buurgemeente over een eventuele plaatsing van molens in Amsterdam kunnen meenemen in onze besluitvorming. Dus de samenwerking is er en die is volgens mij ook goed. Gezien de grote beroering die er komt vanwege de windturbines zullen we die voortdurend aanpassen om mensen er nog beter bij te betrekken. De VOORZITTER: Ik kijk heel even naar de klok. We hebben nog een paar seconden voor het stellen van een vervolgvraag in het mondelingevragenuur. Daarvoor geef ik de heer Khan het woord maar ik wil hem vragen kort te zijn. De heer KHAN: Heel kort dan. Wat is het doel van die informatieavond? Een informatieavond is natuurlijk anders dan een draagvlakonderzoek. Graag willen we weten 26 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Vergaderdatum 10 maart 2021 R aadsnotulen hoe die bewoners van de aangrenzende gemeenten denken over het mogelijk plaatsen van die windturbines. En krijgen wij die informatie ook terug? De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Van Doorninck. Wethouder VAN DOORNINGK: Als het gaat om het draagvlakonderzoek, dan is dat inderdaad bij Amsterdamse bewoners gedaan en dat hebben de omliggende gemeenten over hun eigen windturbines gedaan. Het gaat hier heel erg om die informatieavonden en wat windmolens gaan betekenen. Aan de andere kant, als het participatie betekent, dan kunnen ook de bewoners van andere gebieden bijvoorbeeld meeprofiteren van de eventuele windmolens die daar komen door lid te worden van de coöperatie of door mee te doen met de omwonendenregelingen. Ze kunnen ook hun wensen en bedenkingen meegeven over specifieke processen rondom windmolens. Dus ze krijgen wat dat betreft dezelfde positie als Amsterdamse bewoners. De VOORZITTER: Dan was dit het einde van het mondelingevragenuur. We gaan zo dadelijk verder en daarvoor geef ik het voorzitterschap weer over aan de burgemeester. Aangezien we alweer anderhalf uur onderweg zijn, zou ik graag kort willen schorsen. De VOORZITTER schorst de vergadering voor drie minuten. Voorzitter: burgemeester Halsema De VOORZITTER heropent de vergadering. 5 Instemmen met de Investeringsnota Sloterdijk-Centrum en het beschikbaar stellen van een uitvoeringskrediet Nr. VN2021-001578 De VOORZITTER deelt mee dat de volgende moties zijn ingekomen: 42° Motie van het lid Bloemberg-lssa inzake de Investeringsnota Sloterdijk Centrum en het beschikbaar stellen van een uitvoeringskrediet, Zoektocht voor de alles-in- éénschool (nr. 117.21) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - verder te zoeken naar een geschikte locatie voor de alles-in-één school, binnen of nabij het plangebied waarbij de Hoofdgroenstructuur en park Spieringhorn niet worden aangetast. 43° Motie van het lid Bloemberg-lssa inzake de Investeringsnota Sloterdijk Centrum en het beschikbaar stellen van een uitvoeringskrediet, Diervriendelijke verlichting (nr. 118.21) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: -__ indien verlichting noodzakelijk is, alleen diervriendelijke verlichting toe te passen bij kavels, routes of gebieden die aan groen- of waterstructuur grenzen. 27 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Vergaderdatum 10 maart 2021 Raadsnotulen 44° Motie van het lid Bloemberg-lssa inzake de Investeringsnota Sloterdijk Centrum en het beschikbaar stellen van een uitvoeringskrediet, Aansluiten van Hoge Temperatuur stadswarmte op Warmtekoude Opslag systemen (nr. 163.21) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: -__de investeringsnota Sloterdijk-Centrum - en bijbehorend energieplan - zo vorm te geven dat de mogelijkheid voor het gebruiken van HTstadswarmte van VattenfallWPW wordt uitgesloten. De moties maken deel uit van de beraadslaging. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Bloemberg-lssa. Mevrouw BLOEMBERG-ISSA: We hebben gezien dat in dit plan de normen voor groen en sport niet binnen het gebied worden behaald. Die worden verschoven naar een park in de buurt. Park Spieringhorn is niet alleen de plek voor groen en sport maar ook voor een tweede alles-in-éénschool in dit gebied. Daarom mijn motie om op zoek te gaan naar een geschikte locatie voor die school die niet in het park ligt en ook niet in de Hoofdgroenstructuur. Het groen moeten we beschermen en ook waar extra wordt gebouwd, moeten we ervoor zorgen dat de parken vrij blijven. Verder las ik in de stukken dat de Brettenzone in potentie het Central Park voor het westelijk gedeelte van de stad wordt. Kan de wethouder toelichten hoe ze ziet dat de extra recreatie die ze wenst, samengaat met het versterken van de natuurwaarden en dat er in de Brettenzone rust voor de natuur en voor de diersoorten beschikbaar blijft? Daarnaast heb ik een motie voor het toepassen van diervriendelijke verlichting bij gebieden die grenzen aan groen en natuur. Tot slot. Er wordt gekozen voor hoogtemperatuurwarmte in dit plan. Zo worden we toch afhankelijk van energiebronnen waar we vanaf willen. Er is in het verleden een motie aangenomen van de leden Groen en Bosman voor laagtemperatuurwarmte bij alle nieuwbouwplannen. Daarom heb ik ook een motie om hoogtemperatuur uit te sluiten. De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Van Doorninek voor de beantwoording van de vragen en een preadvies op de moties. Wethouder VAN DOORNINGK: Volgens mij kan ik meteen op die moties ingaan. Als het gaat om de alles-in-éénschool vraagt mevrouw Bloemberg een zoektocht te gaan doen. Er is natuurlijk uitgebreid een zoektocht voor de alles-in-éénschool gedaan en daar is dit uitgekomen waarbij we dus weten dat we misschien niet de meest ideale oplossing hebben, maar wel eentje die goed in te passen is. De functie van de alles-in-éénschool is wellicht een vreemde in de Hoofdgroenstructuur maar omdat we het grote parkeerterrein op Spieringhorn weghalen leidt dat ondanks de alles-in-éénschool nog steeds aan het voldoen aan de maximale verhardingsnorm van vijftien procent in Spieringhorn. En op die manier hebben we dat probleem opgelost. Als u mij vraagt, kan het niet anders, dan zeg ik inderdaad, het kan niet anders. Ik ben eigenlijk blij dat we deze oplossing hebben kunnen kiezen waarbij we de verharding niet laten toenemen, dat er parkeerplaatsen weggaan en dat die school er kan komen zodat we een goede, complete wijk kunnen maken waarbij kinderen een alles-in-éénschool in de buurt hebben. Dus ik moet deze motie helaas negatief preadviseren. 28 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Vergaderdatum 10 maart 2021 Gemeenteraad Raadsnotulen Dan de vraag over de Brettenzone. Central Park is misschien een verwijzing die eraan voorbij gaat dat je in Central Park zowel natuurgebieden hebt als recreatie. Als ik kijk naar de Brettenzone wetende dat daar omheen veel stadsontwikkeling plaatsvindt, dan is het belangrijk om te zorgen dat de verschillende zones in de Brettenzone goed beschermd worden. Daar waar recreatie eventueel toeneemt, richten wij ons er specifiek op dat dat op bepaalde plekken is en dat goed bewegwijzerd is waar dat zou kunnen. Ik denk dan aan fietspaden of andere paden en die dienen ook wat beter te worden onderhouden dan nu het geval is zodat met name die ruige gebieden in de Brettenzone behouden blijven en niet worden vertrapt. Zonering is hier van groot belang en het is zeker niet de bedoeling dat recreatie de overhand gaat nemen maar wel enigszins in goede banen wordt geleid zodat de natuur die daar is, echt kan worden beschermd. Dan de vraag over de diervriendelijke verlichting. Dat is natuurlijk heel logisch. We kunnen natuurlijk altijd zoeken waar dat mogelijk is. Maar om te zeggen dat er alleen maar diervriendelijke verlichting mogelijk is bij de routes en de gebieden, dat is moeilijk want dan kom je meteen in de problemen rond sociale veiligheid en dat is nu juist vanuit de inspraak uit de buurt een van de punten geweest dat heel sterk werd benadrukt. Mensen vinden sociale veiligheid belangrijk dus die afweging zal moeten worden gemaakt: waar kun je zo veel mogelijk diervriendelijke verlichting zetten en waar kies je er toch voor dat die sociale veiligheid goed komt. Dus als je zou zeggen, diervriendelijke verlichting te overwegen daar waar verlichting noodzakelijk is, dan kan ik zeggen, ja, dat gaan we zeker doen. Als we zeggen, alleen maar diervriendelijke verlichting, dan is dat net te lastig omdat we dan op sommige plekken de sociale veiligheid niet goed genoeg kunnen garanderen. Dat geef ik de indiener even in overweging dat bij een aanpassing van de motie met deze nuance ik positief kan zijn, maar zoals de motie nu is geformuleerd, is het te strak. Dan Krijgen we andere problemen. Dan het punt over de hoogtemperatuur. Het is natuurlijk zo dat we hier kiezen voor de warmtekoudeopslag dus voor een WKO-systeem. We weten dat er af en toe piekbelasting is die je wel moet kunnen garanderen. Een efficiënte oplossing omdat er een hoogtemperatuurnetwerk vlak in de buurt is, is aantakken op dat hoogtemperatuurnetwerk. Dus de eerste voorziening is een warmtekoudeopslag maar de piek wordt opgevangen met dat hoogtemperatuurnetwerk. Ik denk dat we op die manier zowel voldoen aan zo veel mogelijk geen hoogtemperatuur in nieuwbouwwijken en toch met dat laatste zetje een efficiëntieslag maken om die piekbelasting op te vangen. Dus deze motie moet ik afraden. De VOORZITTER: Is er behoefte aan een tweede termijn? Dat is niet het geval. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Bloemberg-lssa. Mevrouw BLOEMBERG-ISSA: Ik moet het helaas heel kort houden. Ik wil graag mijn moties alsnog in stemming laten brengen. Ik ga ook de motie voor diervriendelijke verlichting niet aanpassen. Ik zie het toch wel als een soort van toezegging dat er eigenlijk altijd wordt overwogen om te kijken naar diervriendelijke verlichting. Ik ben wel heel benieuwd hoe de raad hierover denkt. Daarnaast hoorde ik de wethouder zeggen dat de piek wordt opgevangen door het hoogtemperatuurnetwerk. De Partij voor de Dieren vindt dan toch dat de achterdeur wordt opengehouden voor die hoogtemperatuurwarmte. Dat is misschien wel goedkoper, maar op die manier worden we toch de fossiele lockin ingetrokken. Daarom laat ik ook die motie in stemming brengen. Ik hoop dat de raad daarmee instemt omdat de raad eerder heeft besloten in het vervolg te kiezen voor laagtemperatuurwarmte. 29 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Vergaderdatum 10 maart 2021 Raadsnotulen De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Van Doorninck. Wethouder VAN DOORNINCK: Mevrouw Bloemberg kan er inderdaad van uitgaan dat daar waar diervriendelijke verlichting mogelijk is, dat wij dat natuurlijk zo bezien. Ik hoop dat mevrouw Bloemberg sociale veiligheid ook een belangrijk onderdeel vindt van een goede inrichting van een gebied. Die afweging is dan verder aan u of aan de raad. Ik denk dat het rond die WKO en die piekbelasting met name zit in het tapwater. Dus die lockin zou eventueel kunnen verdwijnen als we andere wetgeving rond tapwater krijgen. Belangrijk is dat die lockin niet zo zeer daarin zit want het is een warmtenet dat daar sowieso nog loopt. Er wordt niet specifiek iets gebouwd op een warmtenet. Nogmaals, ik denk dat de veronderstelling van mevrouw Bloemberg dat dit een loekin veroorzaakt, niet helemaal klopt. Ook dat de combinatie van een WKO met piekbelasting en tapwater op een warmtenet uiteindelijk een duurzamere oplossing is omdat je met je elektriciteitsmix op dit moment duurzamer uit komt. Ik hoop dat ik daarmee de zorgen van mevrouw Bloemberg omtrent de combinatie WKO met piekbelasting enigszins heb weggenomen. De discussie wordt gesloten. De VOORZITTER: Ik ga ervanuit dat daarmee dit onderwerp voldoende is behandeld en dan gaan we door naar agendapunt 7. 7 Intrekken van de verordening financiële decentralisatie wettelijke milieutaken Nr. VN2021-000498 De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Van Soest. Mevrouw VAN SOEST: Ik ben bereid om dit stuk te hameren. Dit punt is gehamerd. De voordracht wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. VN2021-000498. De VOORZITTER schorst de vergadering voor enkele minuten. Voorzitter: de heer Torn De VOORZITTER heropent de vergadering. 8 Kennisnemen van de stand van zaken evenementen, instemmen met het wijzigen van de locatieprofielen en vaststellen van de wijziging Algemene Plaatselijke Verordening 2008 Nr. VN2021-000707 De VOORZITTER deelt mee dat de volgende moties zijn ingekomen: 30 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Vergaderdatum 10 maart 2021 Raadsnotulen 45° Motie van het lid Van Lammeren inzake wijzigen van de locatieprofielen, Bevoegdheid vergunnen evenementen van burgemeester naar wethouder (nr. 122.21) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - het evenementenbeleid over te plaatsen van de burgemeester naar een wethouder. 46° Motie van het lid Van Lammeren inzake kennisnemen van de stand van zaken evenementen, Commerciële festivals niet op kosten van de belastingbetaler (nr. 123.21) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - de kostendekkendheid van commerciële evenementen 100 procent te laten zijn. 47° Motie van het lid Van Lammeren inzake wijzigen van de locatieprofielen, Maak belofte aan bewoners over stoppen met N1-terrein waar (nr. 124.21) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: -__ het N1-terrein te schrappen als evenementenlocatie. 48° Motie van het lid Van Lammeren inzake wijzigen van de locatieprofielen, Stop de radicale ontgroening in Noorderpark (nr. 125.21) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - geen nieuw grootschalig evenemententerrein in te richten door natuur te verwijderen in het middengebied van het Noorderpark en enkel kleinschalige buurtevenementen toe te staan (maximaal 500 bezoekers). 49° Motie van het lid Van Lammeren inzake wijzigen van de locatieprofielen, Adviezen bewoners, ondernemers en stadsdeelcommissie overnemen voor Westerpark (nr. 126.21) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: -_ het locatieprofiel Westerpark aan te passen naar het advies van de stadsdeelcommissie: maximaal 100 evenementen in het Westerpark in de verdeling zes grote, veertien middelgrote en tachtig kleine evenementendagen en de unanieme adviezen van de Programmaraad actief uit te werken. 50° Motie van het lid Van Lammeren inzake wijzigen van de locatieprofielen, Schrap meteocorrectie (nr. 127.21) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: 31 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Vergaderdatum 10 maart 2021 Raadsnotulen -__ het toepassen van meteocorrectie te schrappen uit de locatieprofielen. 51° Motie van het lid Van Lammeren inzake wijzigen van de locatieprofielen, Laat schade ecologie door festivals onafhankelijk onderzoeken (nr. 128.21) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - de ecologische toestand van parken voorafgaand aan en na afloop van een evenement te laten onderzoeken door een onafhankelijke derde partij. 52° Motie van het lid Van Lammeren inzake wijzigen van de locatieprofielen, Pomp de beschermde rugstreeppad niet uit de vijver (nr. 129.21) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: -__de vijver van het Westerpark niet meer leeg te pompen voor evenementen. 53° Motie van het lid Van Lammeren inzake wijzigen van de locatieprofielen, Geen dancefestivals in Tuinen van West (nr. 130.21) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: -__geen dance-evenementen toe te staan in de Tuinen van West. 54° Motie van het lid Van Lammeren inzake wijzigen van de locatieprofielen, Evenementen waar muziek wordt gedraaid meetellen als muziekevenement (131.21) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - in de locatieprofielen evenementen waar versterkte muziek wordt gedraaid/gespeeld te classificeren als muziekevenement 55° Motie van het lid Van Lammeren inzake wijzigen van de locatieprofielen, Voorkom geluidsstapeling (nr. 132.21) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - _ geluidsstapeling te voorkomen door vergunningen van festivals in een bepaalde cluster niet op dezelfde dag te verlenen. 56° Motie van het lid Van Lammeren inzake wijzigen van de locatieprofielen, Onderzoek naar alle kosten van gemeente met betrekking tot evenementen (nr. 133.21) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - alle kosten van de gemeente, denk aan schoonmaak, vergunning verlening, politie en handhaving, schadeherstel ecologie/grond, met betrekking tot het evenementenbeleid te onderzoeken; -__de resultaten van dit onderzoek zo snel mogelijk voor te leggen aan de raad. 32 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Vergaderdatum 10 maart 2021 Raadsnotulen 57° Motie van het lid Van Lammeren inzake wijzigen van de locatieprofielen, Geen toename festivals in Flevopark (nr. 134.21) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - het aantal grote evenementen met muziekbelasting - tussen de 75 en 85 dB(c) - in het Flevopark niet te verruimen. 58° Motie van het lid Van Lammeren inzake wijzigen van de locatieprofielen, Volg advies van stadsdeelcommissie Zuidoost op met betrekking tot evenementen in Gaasperpark (nr. 135.21) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: -__ het advies van stadsdeelcommissie Zuidoost om minder (grote) evenementen in de Gaasperpark te faciliteren tot uiting te brengen in het locatieprofiel. 59° Motie van het lid Van Lammeren inzake wijzigen van de locatieprofielen, Geen grote evenementen meer toe te staan in het Sloterpark (nr. 136.21) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: -__geen grote evenementen meer toe te staan in het Sloterpark. 60° Motie van het lid Van Lammeren inzake wijzigen van de locatieprofielen, Onderzoek naar staken paardenpolo op Museumplein (nr. 137.21) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: -__ Onderzoek te doen welke juridische (bijvoorbeeld vergunningen, dierenwelzijn) en financiële mogelijkheden (niet verstrekken van subsidies of de werkelijk kosten doorberekenen) er zijn om dit evenement te staken, en hierover de gemeenteraad te informeren. 61° Motie van het lid Ceder inzake verwijderen zwerfafval doorbelasten aan de festivalorganisator (nr. 153.21) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: -__te onderzoeken hoe het ruimen van zwerfafval wat door bezoekers van een evenement is achtergebleven doorbelast kan worden aan de festivalorganisator. 62° Amendement van het lid N.T. Bakker inzake het vaststellen van gewijzigde locatieprofielen (nr. 157.21) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: -_ in de voorliggende voordracht over de evenementen en locatieprofielen beslispunt 5 zo te wijzigen dat de wijzigingen in de locatieprofielen in beginsel 33 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Vergaderdatum 10 maart 2021 Raadsnotulen voor twee jaar gelden in plaats van drie jaar. — Relevante teksten in de voordracht op het bovenstaande aan te passen. 63° Motie van het lid Boomsma inzake de stand van zaken evenementen, Feest lekker, slaap lekker: bescherm omwonenden tegen teveel bastonen ’s nachts (nr. 158.21) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: -_ bij de verdere uitwerking van het beleid de optie te betrekken om bij het verstrekken van geluidsontheffingen op grond van artikel 5.6 APV voor de nacht, voortaan daarbij niet alleen waarden op te leggen in dB(a) maar ook in dB(c). De moties maken deel uit van de beraadslaging. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Boutkan. De heer BOUTKAN: We hebben hierover al regelmatig gesproken en dat zal ook nog wel een tijdje doorgaan, voorspel ik zo, want het evenementenbeleid gaat heel veel Amsterdammers aan het hart. In de vorige raadsperiode hebben we aan de basis gestaan van de huidige systematiek rondom de locatieprofielen en ook het beleid over geluid. Recent is er veel gebeurd bijvoorbeeld de evaluatie van die locatieprofielen. Laat ik in ieder geval zeggen dat ik de culturele waarde en ook de sociaalmaatschappelijke waarde van evenementen ook wel wil benoemen. Evenementen zijn ook kleinschalige buurtfestivals. Evenementen zijn ook zaken als Amsterdam Pride, het Kwakoefestival en de Uitmarkt en dat zijn evenementen waarop we volgens mij trots mogen zijn en die veel Amsterdammers en bezoekers verrijken. Maar natuurlijk begrijp en zie ik ook de overlast en het ongemak en ik ben zeer bekend met de overlast door muziekevenementen. In dat licht ben ik niet tevreden over de discussie rond de dance-evenementen. Als we bijvoorbeeld op een locatie afspreken zoals de Tuinen van West dat er geen ruimte is voor dance, dan vind ik ook dat we ons daaraan moeten houden. Ik heb natuurlijk de juridische uitleg daarover gelezen maar ik vraag de burgemeester toch te zoeken naar wat meer mogelijkheden en wellicht wat meer creativiteit om te bepalen waar we dan geen dance willen hebben en dat vervolgens wel uit te voeren. Verder vind ik het logisch dat we later dit jaar gaan spreken over de locatieprofielen en waar het knelt. Dat zijn er verschillende. Ik noem bijvoorbeeld het Westerpark, het Museumplein, de Tuinen van West, de Gaasperplas. Ik vind dat een belangrijke tegemoetkoming van de burgemeester want er moet wat mij betreft een oplossing worden gevonden voor plekken waar groen en leefbaarheid onder druk staan en die tijd hebben we volgens mij nu ook omdat er simpelweg geen evenementen zijn. In dat verband ben ik ook blij met de heldere toezegging van de burgemeester om een verbindende en leidende rol te gaan spelen om de voor- en tegenstanders van evenementen later dit jaar bij elkaar te brengen. Dat is ook wel nodig. Ik wil daarbij expliciet aandacht vragen voor de rol van de stadsdelen bij de locatieprofielen want ik heb altijd gezegd dat juist daar de evaluatie moet plaatsvinden, dus heel lokaal, met betrokkenheid van de bewoners. Ik vind dus ook wel dat die adviezen dan goed moeten worden opgevolgd. Kan de burgemeester de zorg die ik heb wegnemen? Voordat corona losbarstte, was de druk op de openbare ruimte vanwege evenementen enorm. Gelukkig wordt er een systematiek ontwikkeld voor het beprijzen van die openbare ruimte waarbij de gebruiker gaat betalen. Kan de burgemeester aangeven wat de stand van zaken is van dat voorstel? 34 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Vergaderdatum 10 maart 2021 Raadsnotulen Verder stemmen wij van harte in met de wijziging van de APV om de regeldruk en de financiële lasten van kleine festivals, veelal buurtfestivals, te verlichten door de vergunningplicht op te hogen van 100 naar 250 personen. Wij stemmen ook in met de handhavingsstrategie. Daarover is het eigenlijk in het debat verrassend weinig gegaan. Ik heb me daar zelf misschien ook wel een beetje schuldig gemaakt. Laat ik dat bij dezen goedmaken. Bij een goed evenementenbeleid hoort strakke handhaving. Er komt een duidelijke escalatieladder van een eerste bestuurlijke waarschuwing tot het opleggen van een bestuurlijke maatregel en er kan zelfs worden besloten de stekker eruit te trekken of om toekomstige vergunningen te weigeren. En ja, geluid moet continu worden gemeten zodat er ook kan worden opgetreden op het moment dat het te hard is. Allemaal hele goede zaken. Mijn vraag is natuurlijk wel of we straks ook voldoende capaciteit hebben om deze handhaving goed uit te rollen als het allemaal weer van start gaat. (Mevrouw BOSMAN: Ik hoor de heer Boutkan oproepen de adviezen van de stadsdelen toch wel serieus te nemen. Daarin kan D66 zich uiteraard vinden. Ik vraag me wel af of de heer Boutkan zich er ook in kan vinden dat de stadsdelen dan misschien een stapje extra moeten doen om de jongeren daarbij te betrekken. Nu is het toch vooral een beetje wie de gemeenteraad weet te vinden, die spreekt in en dat nemen we over terwijl we allemaal weten dat de gemiddelde leeftijd van mensen die de lokale politiek vinden, vaak wel richting 60+ gaat. Dat vind ik heel Jammer. Dus hoe ziet de heer Boutkan dat, dus om toch een beetje evenwichtig beeld vanuit die stadsdelen te krijgen?) Ik weet natuurlijk niet hoe de stadsdelen zelf dat organiseren, maar de stem van iedere Amsterdammer telt wat mij betreft even sterk mee of dat nu de stem van een jongere is of van een ouder iemand. Ik denk dat het vooral aan onze eigen partijen is om zowel ouderen als jongeren als mensen van middelbare leeftijd zoals ik zelf op te roepen mee te doen aan de lokale politiek en om hun stem te laten horen. (Mevrouw VAN SOEST: Ik heb een vraag. Er gaat in Amsterdam een locatie worden gereserveerd voor festivals voor jongeren. Nu gun ik de jeugd alle festivals, maar niet in parken. Weet u ook dat er heel veel bomen voor gekapt gaan worden om daar een festivalterrein te realiseren? En bent u het met mij eens dat we toch een beetje zuiniger moeten zijn op al die bomen van ons?) Volgens mij spelen hier twee verschillende dingen. Ik denk dat mevrouw Van Soest refereert aan het Noorderpark. Daar worden inderdaad bomen gekapt maar dat is een veel ouder plan waarover in de vorige bestuursperiode is besloten. Natuurlijk moet je voorzichtig omgaan met het kappen van bomen. Je moet ook geen bomen gaan kappen om daar een evenemententerrein te maken. Het andere punt is, als het gaat om het zoeken naar een soort overloop, dan ben ik het daarmee juist heel erg eens. We hebben te maken met veel belasting van de openbare ruimte door veel evenementen. Dus laten we dan zoeken naar plekken waar dat kan zonder dat je schade aanbrengt aan de natuur en zonder dat je overlast veroorzaakt bij omwonenden. (De heer N.T. BAKKER: Die handhavingststrategie waarover de heer Boutkan het heeft, is helemaal prima maar als de brandweer en de politie aangeven niet genoeg capaciteit te hebben om die handhaving te reguleren bijvoorbeeld op het N1-terrein, hoe staat de heer Boutkan daar dan in?) Ik heb net een vraag aan de burgemeester gesteld. Mijn vraag was of wij voldoende capaciteit hebben om deze handhaving straks goed te organiseren. Dus ik wacht de beantwoording door de burgemeester af. 35 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Vergaderdatum 10 maart 2021 Raadsnotulen (De heer VAN LAMMEREN: Ik ga het vandaag in alle redelijkheid doen. Ik hoor de PvdA zeggen dat je bomen zo veel mogelijk moet behouden en dat ben ik helemaal met hem eens. Kan ik de PvdA aan mijn zijde vinden in mijn strijd om de bomen in het Noorderpark niet te kappen? Wat maakt het mij nu uit dat het een paar jaar geleden al is afgesproken? Ze staan er nog en ze mogen niet tegen de vlakte.) Kijk, hier speelt natuurlijk die discussie over wat je gaat doen aan onderhoud van een park en wat ga je doen om een park geschikt te maken voor een evenemententerrein. Ik heb begrepen en het is overigens niet in mijn raadscommissie besproken want het hoort bij groen en bij wethouder Ivens, is dat het park wordt opgeknapt en dat daar inderdaad bomen worden gekapt en dat er ook wordt bijgeplant. Het gebeurt soms op verschillende plekken in de stad dat er om allerlei redenen en vaak ook hele goede redenen begrijp ik van onze boomconsulent dat er zo nu en dan moet worden gekapt. (De heer VAN LAMMEREN: Ik wil nu helemaal niet de technische discussie voeren, maar als ik kan aantonen dat die bomen niet vanwege onderhoud worden gekapt, vind ik dan de Pvd aan mijn zijde?) Kijk, u geeft zelf al aan dat u die technische discussie niet wilt aangaan dus die ga ik ook niet met u aan. Daarover is besloten wat er is besloten en dat is een heel langlopend traject. We hebben het hier over het evenementenbeleid. (De heer VAN LAMMEREN: Ik wil de technische discussie niet aangaan want dan krijg je het is wel zo, het is niet zo. Daar moeten we onafhankelijke mensen naar laten kijken. Ik ben van mening dat ze niet vanwege onderhoud tegen de vlakte gaan. Daarover ben ik geïnformeerd. Ze gaan tegen de vlakte vanwege het creëren van ruimte. Daarom wil ik de PvdA graag aan mijn zijde, want elke boom in Amsterdam is mij lief. Het kan me niet schelen welke partij mij daarbij steunt maar die ik wil daarbij als vriend.) Het is altijd fijn als de Partij voor de Dieren de Pvd als vriend wil hebben. Ik heb die informatie niet dus ik kan er op dit moment helemaal niets over zeggen. (Mevrouw VAN SOEST: Ik wil de heer Boutkan vragen of hij weet dat in alle stukken, ook de oudere stukken, het festivalterrein nergens voor komt. Hoe denkt hij er dan over om toch deze plannen door te zetten? Kunt u daarop antwoord geven?) Ik begrijp niet zo goed over welk festivalterrein mevrouw Van Soest het nu precies heeft. (Mevrouw VAN SOEST: Er is een bijeenkomst geweest van alle mensen die zich zorgen maken over het eventuele festivalterrein in het Noorderpark. Daar bent u toch van op de hoogte? De PvdA is goed vertegenwoordigd in Noord. Daar zult u best wel van op de hoogte zijn. Het gaat mij erom of u bereid bent groen te offeren voor een festivalterrein in een park.) De vorige vraag was gewoon niet helder genoeg. Uiteraard heb ik contact gehad met de PvdA-collega's in stadsdeel Noord. Ik heb ook nog eens een keer goed gekeken naar de discussie die heeft plaatsgevonden over de investeringen in het Noorderpark en natuurlijk heb ik ook het locatieprofiel van 2017 en het huidige locatieprofiel goed bekeken. Ik heb gezien dat die exact hetzelfde zijn en dat er dus niet meer evenementen gaan plaatsvinden en dat de evenementen vooral buurtgebonden moeten zijn. Dat is wat ik op dit moment weet. Als ik mijn betoog mag afmaken? Ik was bijna aan het einde. Ik wil nog zeggen dat ik dit zie als een tussenstap. We zitten op dit moment midden in een pandemie. Er zijn geen evenementen. De culturele sector maar ook de branche verkeren in crisis. Het betekent wel 36 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Vergaderdatum 10 maart 2021 Raadsnotulen dat we wat mij betreft alles op alles moeten zetten om ervoor te zorgen dat het beleid scherp en toekomstbestendig is vanaf 1 januari 2023. Dat betekent ook dat het eerdere plan om scherp te selecteren op toegevoegde waarde van evenementen, op prestatiecriteria en ook op kwaliteit bijvoorbeeld door een soort programmaraad, dat dat ook klaar moet zijn. Ik ben daarover wat ongeduldig dus ik hoop dat de burgemeester mij kan verzekeren dat deze uitwerking ook later naar de raad gaat komen. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Ernsting. De heer ERNSTING: Het is coronatijd; er is een pandemie; er is een avondklok; er is nauwelijks contact tussenmensen. Er is al ruim een jaar geen evenement meer in de stad geweest. Voor ons liggen bijna 20 moties om per direct het aantal evenementen in de stad sterk te verminderen zo niet tot bijna nul te reduceren. Het kan verkeren, wil ik maar zeggen. In de eerste termijn in de raadscommissie zei ik dat de voorliggende stukken toch echt een tussenstuk zijn in de totstandkoming van het nieuwe evenementenbeleid. Deze tussenfase is bewust beleidsarm, werd er gezegd, en dat nieuwe beleid waarin al sinds lange tijd wordt gewerkt, zet in op een andere balans, op meer balans tussen de belangen van omwonenden, van groen, van openbare ruimte en van een rijk cultureel aanbod en dat volgt dit najaar. In dat nieuwe beleid wordt niet meer zoals vroeger alles vergund, maar er wordt een weging gemaakt. Die gaat over de behoefte aan openbare ruimte en over verschillende soorten evenementen die in een levende en levendige stad kunnen worden georganiseerd, over verschillende kunst- en expressievormen waarin alle Amsterdammers iets van hun gading kunnen vinden en dat alles rekening houdend met het belang van omwonenden. De openbare ruimte is immers van ons allemaal. Op termijn wordt de stad drukker en dichter en de groene ruimte wordt intensiever gebruikt. We moeten dus groene ruimte toevoegen zoals ook in de conceptomgevingsvisie is aangekondigd. Er zullen ook keuzes moeten worden gemaakt. Ik zei daarom dat het dus verstandig is dat de locatieprofielen van de meest bediscussieerde locaties, Westerpark, Tuinen van West, NDSM en Gaasperpark voor een jaar gelden dan wel met een tussentijdse evaluatie als zodanig kunnen worden beschouwd. De keuzes die moeten worden gemaakt, zullen immers impact hebben op het aanbod. Ik wil over de betekenis daarvan voor zowel de cultuur als de omgeving een zo compleet mogelijk beeld hebben om een brede, integrale afweging te kunnen maken gericht op minder overlast, minder druk op het groen en op het rijke en gevarieerde culturele leven. Essentieel daarin is de rol van een soort programmacommissie, een muziekcommissie werd het ook wel genoemd of hoe die ook moet heten. Daar zal een zware taak rusten om de schaarse ruimte die er dan nog is voor evenementen eerlijk te verdelen over die verschillende behoeften, over die verschillende kunstvormen en over de verschillende evenementen. Het gaat om veel meer dan dance. Dat beheerst nu de discussie en overschreeuwt de nuance bijna volledig. Het is niet zwartwit. Er staan geen festivalpartijen tegenover burgerpartijen in deze discussie zoals Het Parool schreef. Dat is populistisch simplisme. Er zijn domweg namelijk ook gewoon burgers die vinden dat het culturele aanbod de stad juist aantrekkelijk maakt. Bijvoorbeeld in Amsterdam-Noord bij het Noorderparkfestival, een gratis door vrijwilligers gerund festival voor en door bewoners maar wel in een park en met een paar duizend bezoekers. Voorzitter, het is niet zwartwit. In het vervolg zal het nog best ingewikkeld worden want ook GroenLinks vindt dat de druk voor de omgeving fors omlaag moet. Ik lees dat trouwens ook terug in de nota van beantwoording. Dat kan niet anders dan ook gevolgen hebben voor het aanbod. Tot slot. Ik vind de beantwoording van de stadsdeeladviezen inderdaad ook wel her en der wat kort door de bocht. Dat moet in de brede afweging dit najaar completer en ook 37 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Vergaderdatum 10 maart 2021 Raadsnotulen de stadsdelen zelf moeten wellicht in staat worden gesteld een bredere afweging te maken met de kennisneming van wat zo’n programmacommissie precies gaat doen. We hebben de tijd. Ook komende zomer ziet het er niet naar uit dat we overspoeld gaan worden door dance events. U begrijpt waarschijnlijk, voorzitter, dat we op grond hiervan nu dus geen oordeel hebben en dus ook geen moties, maar onze definitieve afweging maken we in het najaar als het plaatje compleet is. We kijken daarnaar uit. (Mevrouw BOSMAN: Dank voor met name het sterke begin van het betoog van de heer Ernsting, maar gaandeweg hoorde ik hem ook iets zeggen waarbij ik een beetje ging fronsen. De heer Ernsting zei namelijk dat de druk op de stad omlaag moest en dat het niet anders kan dat dat gevolgen heeft voor het aanbod. Heeft hij het dan over het kwantitatieve aanbod? Dat lijkt mij toch sterk want dat leggen we eigenlijk hier met die locatieprofielen vast. Wat mij betreft is het niet het idee om dat nog een keer te gaan heroverwegen. Maar misschien begrijp ik hem niet goed.) Ik lees in de Nota van beantwoording en in het stuk dat de locatieprofielen bijvoorbeeld voor Westerpark voor één jaar gelden omdat daarin nog nadere kwantitatieve en kwalitatieve afwegingen moeten worden gemaakt. Dat is waarnaar ik op zoek ben. (De heer N.T. BAKKER: GroenLinks zegt terecht dat de beantwoording op de adviezen van de stadsdelen nogal kort door de bocht waren. Is het niet zo dat de adviezen van het stadsdeel een hele duidelijke impuls bieden aan de discussie die ook heel concreet zijn en dat we in die zin daaraan veel meer waardering moeten geven omdat dat de cry out is van de bewoners hierin. Hoe wil de heer Ernsting daar dan toch een draai aan geven? Hij heeft het over zwartwit. Het is heel genuanceerd, die adviezen van de stadsdelen.) Ik zeg eigenlijk dat zowel de stadsdelen als wijzelf die complete afweging, die brede afweging nog niet hebben kunnen maken. Om heel concreet te worden: stel dat er bij het Gaasperpark uitkomt dat er wel één festival zou kunnen. Moet dat dan Reggea Lake zijn of Open Air wat daar nog mag worden georganiseerd? Hoe ga je dat wegen? Wat zijn de wegingscriteria; wat is de rol van die programmacommissie. Noch wij, noch het stadsdeel hebben die gevolgen nog niet kunnen meewegen in het definitieve oordeel dus dat vind ik nog een tekortkoming. (De heer N.T. BAKKER: Ik durf dat antwoord van GroenLinks wel te bestrijden. Ik denk dat die adviezen zowel ten aanzien van de Tuinen van West als ten aanzien van Zuidoost en het Westerpark heel concreet zijn. Die zijn ook heel goed uitgewerkt. Dus je kunt wel blijven overwegen en dan steeds genuanceerder worden maar dan kom je niet tot een politiek verhaal. Dat is ook mijn kritiek op GroenLinks op dit moment. Als die adviezen van de stadsdelen er zijn, is het klip en klaar.) Ik blijf bij mijn antwoord. Ik vind die afweging nog niet compleet genoeg. We hebben de stadsdelen ook niet in staat gesteld die complete afweging te maken. (Mevrouw BOSMAN: Maar dan zegt de heer Ernsting dat hij toch op zoek wil naar minder festivals? Of kunnen het er ook meer worden?) Ik zeg dat ik nog geen oordeel heb en ik wil me dus ook niet laten verleiden tot een meer of minder antwoord nu. U heeft mij goed gehoord: ons standpunt is dat de druk op de omgeving moet verminderen en ook de druk op de groene omgeving. (De heer VAN LAMMEREN: Ik vond de interruptie van mijn collega Bosman van D66 wel een interessante. Er wordt met de maat gemeten dat ik te veel moties zou hebben ingeleverd, maar ondertussen bekent GroenLinks geen 38 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Vergaderdatum 10 maart 2021 Raadsnotulen kleur. Ik ga de vraag niet stellen zoals die ooit is gesteld, maar ik ben wel benieuwd in welke richting GroenLinks denkt qua aantal festivals.) Dat is precies wat ik wil bestrijden. Dus dat we nu al zouden toelaten op het simplistisch noemen van een aantal. Ik wil die brede afweging maken maar dan wil ik wel weten wat de gevolgen daarvan zijn zowel aan de kant van het culturele aanbod als de winst die er eventueel zou kunnen worden geboekt als je een aantal noemt met het betrekking tot het verminderen van de druk en overlast op het groen in de stad. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Van Soest. Mevrouw VAN SOEST: Gezien de coronasituatie zal het de komende periode onzeker zijn hoe het verloopt met het evenementenbeleid. Waarom dan een plan in Amsterdam-Noord om meerdere locaties in te richten als evenemententerrein waarbij een groot aantal bomen moet worden gekapt? Hoe denkt u dat mogelijk te maken? We hebben met de Partij voor de Dieren schriftelijke vragen ingediend. Ik zal er niet verder op doorgaan, maar we hopen wel dat we zo spoedig mogelijk antwoord Krijgen van de wethouder. (De heer ERNSTING: Toch even een open vraag. Volgens mij gaat het in die Noorderparkdiscussie over het Noorderparkfestival, een gratis festival dat wordt gewaardeerd door bewoners en buurtgenoten en dat goed is voor de sociale cohesie en waar inderdaad een paar duizend mensen opaf komen. Nu las ik op de website van stadsdeel Noord dat er voor dat evenemententerrein dat er dan komt of dat festivalterrein, het is maar net hoe je dat framet, welgeteld één boom wordt gekapt. Eén boom. Waar dat Noorderparkfestival nu wordt gehouden, daar zou meer schade ontstaan. Hoe ziet u die afweging dan, mevrouw Van Soest?) Ook u heeft vertegenwoordigers zitten in de deelraad en ook u weet dat we veertien dagen geleden daar een behoorlijke opstand hebben gehad om daar een festivalterrein te maken juist omdat er veel meer bomen moeten worden gekapt. Ja, er wordt zogenaamd gezegd, er moet verdunning plaatsvinden want de bomen zijn ziek. De natuur wordt daar helemaal verstoord. Waarom moet dat nu in een park? We hebben toch zo veel andere locaties die we daarvoor zouden kunnen gebruiken? Nogmaals, ik gun iedereen Z'n festival maar niet in een park. (De heer ERNSTING: Ik vroeg me af of mevrouw Van Soest dan een alternatieve locatie weet voor het Noorderparkfestival.) Ja zeker, het NDSM-terrein. De VOORZITTER geeft het woord aan heer N.T. Bakker. De heer N.T. BAKKER: Het zijn loodzware tijden voor de evenementenbranche en het voelt daarom een beetje onwerkelijk om het nu over het evenementenbeleid te hebben terwijl alle festivals en evenementen op hun gat liggen. Toch is het belangrijk een blik op de toekomst te werpen. Een stad zonder festivals en evenementen is niet voor te stellen. Terecht worden Kwakoe, de Parade, de Uitmarkt, Banne Bruist genoemd als geliefde evenementen in de stad. In de raadscommissie hebben we het al uitvoerig over de voorliggende locatieprofielen gehad. De wijzigingen die nu voorliggen, zijn technisch van aard en de echte discussie over de invulling van de locatieprofielen volgt dit najaar. Dan gaan we het hebben over de invulling van locatieprofielen als het Gaasperpark en het Westerpark. Ongelooflijk belangrijk. De inzet voor de discussie die we na de zomer gaan hebben, is wat de SP betreft duidelijk: vanuit diverse stadsdelen zijn adviezen en suggesties gekomen om de overlast voor omwonenden zo veel mogelijk te beperken of helemaal weg 39 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Vergaderdatum 10 maart 2021 Raadsnotulen te nemen. Zo stelt het DB van West voor het aantal evenementendagen te beperken. Wat de SP betreft nemen we deze en andere adviezen over en vooral heel serieus want we moeten de overlast aanpakken die Amsterdammers ondervingen. Maar goed, dit debat gaan we na de zomer verder voeren. Tot zover de inleidende beschietingen. Nu een punt over de voordracht. Het is echt een legpuzzel geworden waarbij een aantal locatieprofielen in het najaar nader worden uitgewerkt. Waarom zo veel onduidelijkheid? Gezien de vele reacties die het evenementenbeleid losmaakt in de stad en ook de uitgebreide adviezen uit de stadsdelen lijkt het ons wel verstandig de wijzigingen die we vanmiddag gaan vaststellen, niet langdurig vast te leggen. Daarom een amendement om de voorliggende voordracht slechts twee jaar te laten gelden in plaats van drie jaar. Ten slotte de laatste vraag aan de burgemeester. We hebben er in de raadscommissie geen geheim van gemaakt dat de SP grote vraagtekens plaatst bij het in gebruik nemen van het N1-terrein als tijdelijke permanente festivallocatie. In het verleden is het plan om het N1-terrein als festivallocatie te gebruiken immers afgeschoten. Er is een pilot geweest van twee jaar en daarna is besloten het N1-terrein niet als festivallocatie te gebruiken. Terecht of onterecht, wij kunnen ons niet aan de indruk onttrekken dat het niet doorgaan van deze plannen ook te maken heeft met de veiligheid en de veiligheidsrisico's. Er lopen zeer kwetsbare leidingen met gas en kerosine door dat gebied; er is te weinig capaciteit van de politie en brandweer. We hoeven hiervan echt geen technische verhandeling te maken, maar we hebben wel de oprechte vraag waarom het N1-terrein nu wel kan worden gebruikt als festivallocatie terwijl dat in het verleden is afgeschoten. Kan de burgemeester de raad verzekeren dat het veilig is bij het N1-terrein en zou ze dit wellicht in een brief kunnen toelichten? De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Van Lammeren. De heer VAN LAMMEREN: Ik sluit me aan bij de woorden van de heer Bakker dat het een beetje raar is om het nu over het evenementenbeleid te hebben, maar aan de andere kant maak je beleid voor jaren en niet als momentopname. Daarvoor zijn we verantwoordelijk. Dus los van de coronacrisis die hopelijk snel voorbij is, gaan we het wel inhoudelijk behandelen. In mei geeft de burgemeester aan dat we een tekort hebben aan openbare ruimte. Daarnaast heeft ze ook nog eens gezegd dat het Vondelpark geen evenemententerrein is, want dat is een park. Wat zien we nu voor ons? Een evaluatie, een voorstel om alles te verlengen, we verruimen wat meer en we gaan weer om de tafel met de burger. Alleen, wat er ook wordt beweerd over het aantal evenementen, het aantal klachten stijgt. Het beleid loopt vast. Het is een lastige balans tussen de evenementenbranche en de mensen die er graag naartoe gaan en de inwoners. Dat geef ik toe. De Partij voor de Dieren pleit ook niet voor geen festivals ondanks dat dat af en toe zo wordt geframed. De Partij voor de Dieren zegt alleen dat de balans is doorgeslagen naar te veel festivals. Gisteren stond ik nog in het Westerpark en bewoners zeggen, vroeger was het echt leuk. Toen waren er ook grote feesten. Maar het is nu simpelweg te veel. En dan over de inspraak. Westerpark heeft zeventien avonden georganiseerd, met stadsdeelcommissies, met een programmaraad, met Amsterdammers, met ondernemers uit de buurt en die komt met een gedragen advies. (Mevrouw BOSMAN: Ik hoor de heer Van Lammeren een aantal dingen zeggen. Er komen steeds meer festivals en er komen steeds meer klachten. Dat zijn eigenlijk cijfers die ik niet herken. Volgens mij is de trend beide naar beneden en dat zijn gewoon kwantificeerbare cijfers. Kijk, over het belang van dance voor de cultuursector kunnen we wellicht verschillen, 40 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Vergaderdatum 10 maart 2021 Raadsnotulen maar dit zijn gewoon cijfers. Dus ik vroeg me af waar die cijfers vandaan komen.) Van de gemeente. Het aantal meldingen is met 61 procent gestegen tussen 2018 en 2019. (Mevrouw BOSMAN: Dan moet u dat wel even uit elkaar trekken want volgens mij lag dat aan het Hemelvaart- of Pinksterweekend tijdens Digital waarbij er iets geks was met de wind en waardoor er op één dag 500 klachten zijn gekomen. Het gemiddelde aantal klachten ligt echt rond de vijf bij de grote festivals en dat is juist een enorm dalende trend. En er zijn ook echt minder festivals in Amsterdam. Ik zou het wel fijn vinden als u dat toegeeft want dat zijn wel de feiten.) Ik zal mevrouw Bosman van een reactie voorzien. Als het alleen Digital was, dan heeft heel Amsterdam over Digital geklaagd. Het aantal klachten is gestegen van 4387 naar 7999 en dat is 61,8 procent. In alle stadsdelen is het aantal klachten toegenomen. Dat zijn de feiten. Ik ga even door. Het Westerpark. Er was dus een programmaraad; er komt een unaniem advies en dat is door de stadsdeelcommissie aangebracht en dat wordt niet geaccepteerd. Daarin stond een vrij redelijk verzoek: houd het bij 100 evenementen. Mijn vraag aan de burgemeester is: voor Rollende Keukens wordt de vijver leeggepompt en dat is in strijd met het bestemmingsplan en ook niet In lijn met het ingezette beleid Westerpark in balans. Kan de burgemeester aangeven waarom die vijver dan toch steeds wordt leeggepompt? Die vijver wordt dan ook beschadigd. Hetzelfde geldt voor Gaasperpark. Ook hier wordt het advies vanuit de stadsdeelcommissie gewoon simpelweg genegeerd. Kan de burgemeester aangeven waarom we die stadsdelen negeren? Waarvoor hebben we ze dan als Amsterdammers met hun stadsdeelcommissies gewoon gedragen adviezen geven? Ook komen er meer evenementen in het Flevopark. Daar zijn wij op tegen. Het Flevopark is een ecologisch park. Meer grote evenementen met 85 dB moet je daar niet willen. Sloterpark. Daar vindt steeds bodemonderzoek plaats en wethouder Ivens neemt het advies van de onderzoekers over om geen festivals meer te houden in het Sloterpark omdat het park het simpelweg niet aankan en de grond daar helemaal kapot gaat. Waarom hebben we dan nog steeds evenementen in het Sloterpark? Is het goed dat we gewoon onze ecologie en ja, in gras zit ook ecologie, offeren voor festivals? De vraag over het N1-terrein is al gesteld. Er zouden gewoon geen evenementen komen. Waarom tolereren we en honoreren we niet het afgegeven beleid van de gemeente: geen festivals op het N1-terrein. Kan de burgemeester uitleggen waarom dit zou moeten en is dit dan niet gewoon een onbetrouwbare overheid? Locatie de Tuinen van West. Daar staat dat dance juridisch gezien niet kan worden tegengehouden. Wat schetst mijn verbazing? Voor het locatieprofiel Noorderpark wordt wel beloofd dat er geen dance komt. Hoe kan dat? Hoe kunnen we het juridisch niet afwikkelen bij de Tuinen van West maar kunnen we het wel beloven bij het Noorderpark? Volgens mij is dát juridisch niet mogelijk. Graag meer uitleg. In het Noorderpark worden bomen gekapt, niet één, maar circa 60. Laten we dat onderzoeken en kan de burgemeester daarop antwoorden? Het klopt, maar die kapvergunning is over meerdere vergunningen verspreid. Dan de kosten. De kosten zijn niet legesdekkend en wij willen graag de leges kostendekkend maken. Verder wil ik ook in kaart hebben gebracht en daarvoor heb ik ook een motie wat nu alle kosten zijn. Wat zijn de schoonmaakkosten, de handhavingskosten, 41 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Vergaderdatum 10 maart 2021 Raadsnotulen de legeskosten, de schadeherstelkosten van die festivals. Laten we dat gewoon in kaart brengen en laten we die discussie dan voeren. En dan tot slot een onderzoeksmotie. Polo op het Museumplein. De Partij voor de Dieren is niet voor evenementen met dieren. Dieren zijn geen evenement. Het gebruik van dieren bij evenementen keuren wij af. Ik wil graag van de burgemeester weten en ook daarvoor hebben we een motie, of zij in kaart kan brengen hoe wij juridisch dan wel financieel polo op het Museumplein kunnen stoppen. En als allerlaatste: Amsterdammers die naar de rechter gaan, halen bakzeil omdat het evenementenbeleid en de locatieprofielen uitzonderingen toelaat. Dat staat in het evenementenbeleid. Het vervelende voor deze Amsterdammers is, dat het evenementenbeleid in tegenstelling tot het beleid in andere steden bij de burgemeester ligt. Het is tijd dat de Amsterdamse gemeenteraad de macht terugpakt en het evenementenbeleid onderbrengt bij een wethouder. Wethouders zijn democratisch, controleerbaar en burgemeesters worden nog niet gekozen. Ik stel de Amsterdamse gemeenteraad voor het evenementenbeleid bij een wethouder neer te leggen. Die is democratisch te controleren door de gemeenteraad. Waarom zet de gemeenteraad zichzelf buiten spel? Ik denk dat wij dat moeten doen net zoals Rotterdam. De burgemeester blijft verantwoordelijk voor de Openbare Orde en Veiligheid, maar het evenementenbeleid hoort bij een wethouder. Mocht D66 heel groot worden, dan kan ze een wethouder van feesten installeren. (De heer BOUTKAN: Dit is natuurlijk een oude discussie die we al veel eerder hebben gevoerd. De vraag is dan toch waarom de Partij voor de Dieren van mening is dat we het evenementenbeleid niet democratisch kunnen controleren. Volgens mij doen we niet anders dan het democratisch controleren van het evenementenbeleid en de voortgang en de evaluatie. We doen niet anders. Dus wat is daarop het antwoord van de heer Van Lammeren?) Ja, ik wil, ja, ik wil democratisch kunnen controleren. Op dit moment laat het evenementenbeleid gewoon uitzonderingen over aan de burgemeester. Wij kunnen de burgemeester ter verantwoording roepen, maar we kunnen nooit een ultieme consequentie stellen. Ik denk, als het evenementenbeleid gewoon bij een wethouder ligt zoals in Rotterdam, dan kan er veel meer draagvlak worden gecreëerd omdat ook de positie van zo'n wethouder nu eenmaal kwetsbaarder is. Nog een laatste opmerking. De burgemeester zei de vorige keer, evenementen zijn een hele goedkope manier om in aanraking te komen met kunst en cultuur. Ik heb even naar wat prijzen gekeken. Een museumjaarkaart kost 32,50 euro; een gemiddeld kaartje 50 euro. Dus burgemeester, hoe kijkt u daar tegenaan? Al die prachtige musea vormen toch ook een prachtige manier om in aanraking te komen met kunst en cultuur? De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Poot. Mevrouw POOT: Eigenlijk kunnen wij ons in grote lijnen vinden in de voordracht van de burgemeester die voorligt. We stellen nu een aantal zaken bij en een aantal zaken vast, maar we gaan met name de discussie in het najaar voeren. Dat is wat ons betreft ook goed want wij zien graag dat de sector die waanzinnig zwaar onder druk staat, laten we dat niet vergeten, daar werken heel veel mensen wier baan op dit moment niet zeker is, zich dit jaar hopelijk een stukje kan herstellen. Voor de discussie in het najaar en dat hebben we ook in de raadscommissie gezegd, is het voor ons van ontzettend groot belang om steeds maar weer goed te kijken naar dat evenwicht tussen enerzijds bewoners die overlast ervaren en anderzijds festivalorganisatoren en mensen die daaraan ongelooflijk veel plezier 42 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Vergaderdatum 10 maart 2021 Raadsnotulen beleven. Laten we eerlijk zijn, ja, er is overlast maar er wordt ook ongelooflijk veel plezier aan festivals en evenementen beleefd. Maar goed, wij zullen wel degelijk ook bij de komende evenementen scherp zijn op die overlast. We vinden het van belang dat die eenduidige normen er zijn zodat iedereen weet waar hij aan toe is en wat hij kan verwachten. Daarover hebben we het ook in de raadscommissie gehad. Je moet weten wat je kunt verwachten bij een festival. Dan is het in een stad als Amsterdam ook gewoon een kwestie van ruimte maken voor elkaar. We hebben heel veel groepen in de stad en iedereen moet van die stad kunnen genieten. Gelukkig hoor ik hier in deze raad niet dat mensen pleiten voor geen festivals. Om heel eerlijk te zijn vind ik ook dat het debat dat we hier voeren een stuk minder gepolariseerd is dan het debat dat eerder in de raadscommissie werd gevoerd. Dit onderwerp is niet gebaat bij een gepolariseerd debat. Het gaat erom hoe je elkaar kunt vinden en hoe je die ruimte waarvan we weten dat die schaars is in Amsterdam, op een zo goed mogelijke manier met elkaar kunt verdelen. Dan als laatste punt. Er is op dit moment een enorme hoeveelheid moties ingediend. Als u het de Amsterdamse VVD heel eerlijk vraagt, dan vinden we dat eigenlijk op dit moment niet opportuun. Zoals ik al zei, er is geen evenement geweest dit jaar of vorig jaar. Het is doodstil wat dat betreft. We zien veel liever dat we deze discussie in het najaar voeren en dan ook de moties die er liggen in zijn totaliteit en integraal met elkaar bekijken en afwegen. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Boomsma. De heer BOOMSMA: Festivals horen bij een bruisende stad. Ze hebben ook een bijzondere plek in de sociale ecologie van Amsterdam. Zeker nu heeft de sector het extreem zwaar maar uiteindelijk gaat dit beleid ook over de langere termijn en dan staat voor het CDA voorop dat het niet zo mag zijn dat bewoners te vaak worden blootgesteld aan hinderlijk lawaai waaraan je je niet kunt onttrekken omdat het binnen je eigen huis komt. Het is natuurlijk zoeken naar een balans. Een van de dingen die die balans verstoort, is de geluidsoverlast. Dus ik herhaal nog maar eens dat het wat betreft het CDA tijd is om het volume wat zachter te zetten. Minder gehoorschade. Minder overlast. Als je dat niet wilt en als je echt helemaal wil doordreunen — ik weet dat dat ook een wens is bij veel mensen — dan moet je dat wat mij betreft echt ergens anders gaan doen waar er minder mensen omheen wonen. Als bewoners aangeven dat het echt te veel is en dat men daarom minder dance wil omdat juist daarbij die hinderlijke bassen klinken, dan moet je daaraan echt prioriteit geven wat het CDA betreft. Dit is een tussenstap en in het najaar komen we terug op de discussie. Ik hoop dat er dan ook recht wordt gedaan aan de adviezen van de stadsdelen en van de bewoners in de meest besproken locatieprofielen. In de raadscommissie en ook in de brief bevestigde de burgemeester dat ontheffingen voor geluid op grond van de APV in de meeste gevallen een geluidsnorm in dB(a) stellen in plaats van in dB(c). Maar juist 's nachts zijn die bastonen extra hinderlijk en extra hoorbaar. Als mensen een ontheffing krijgen voor geluid 's nachts, dan zou het wat het CDA betreft juist zinnig zijn om ook een aanvullende basnorm te laten gelden. Daartoe heb ik een motie opgesteld om dat te onderzoeken en te betrekken bij de verdere uitwerking in het najaar. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Bosman. Mevrouw BOSMAN: Ik zal in mijn bijdrage met name ingaan op de stukken, de handhavingsstrategie en de aanpassing in de APV en daarna afsluiten met een vooruitblik. 43 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Vergaderdatum 10 maart 2021 Raadsnotulen We zitten nu al een jaar zonder evenementen en nu ze weg zijn, weet je pas echt wat je mist. Afgelopen zondag was ik bij het Field Lab en daar zie je nog eens wat een enorm professionele organisatie we hebben met name in Amsterdam en hoe blij mensen worden als je met Z'n allen kunt dansen. Ik was bij André Hazes junior, misschien niet mijn primaire muziek, maar het was echt ontzettend leuk. Maar dan over de aanpassingen in de APV. De burgemeester heeft het al in de raadscommissie bevestigd maar ik herhaal het nu maar even voor het woordelijk verslag dat deze aanpassing alleen geldt voor wat er in de locatieprofielen staat en niet voor andere wensen van de burgemeester, van de raad of van wie dan ook. Met betrekking tot de handhavingsstrategie wil de burgemeester zich inzetten om de gepolariseerde discussie wat tot rust te brengen en de basis daarvoor lijkt mij ons baseren op feiten en te proberen ons daaraan gezamenlijk te compromitteren vanuit de raad en ook vanuit de stad. Daarbij horen we ouderen maar ook jongeren die minder automatisch naar de Stopera komen. En in het kader van polarisatie hebben we ook de handhavingsstrategie. Handhaving in Amsterdam heeft de geschiedenis dat het niet alleen maar is, u doet het fout, u krijgt straf. De Amsterdamse cultuur is ook preventie en het gezamenlijk doen met allerlei spelers in de stad. Ik wil toch ook nog even een pleidooi houden en ik heb dat al vaker gedaan, voor de klachtenafhandeling. Ik begrijp van organisatoren dat ze maanden later een lijst krijgen met een gekwantificeerd aantal klachten. Zij zitten niet te wachten op klachten en de buurt zit ook niet te wachten op klachten. Dus niemand is erbij gebaat. Als ze op basis van realtime direct horen dat er wordt geklaagd over bijvoorbeeld afval in de straat aan de oostkant, dat ze daar direct iemand heen kunnen sturen om dat op te ruimen. Dat is volgens mij prettig voor de bewoners, prettig voor de gemeente, prettig voor de handhaving. De organisatoren kunnen zo snel problemen oplossen. Dus mocht dat geen onderdeel worden van de handhavingsstrategie, oké, maar maak het dan in ieder geval onderdeel van de deppolarisatiestrategie. Dan de vooruitblik en dat is vooral een pleidooi voor het belang van dance. Dance heeft een hele lange geschiedenis in Amsterdam. We doen nu de hele tijd of er cultuur is en dance, maar Amsterdam staat echt bekend als de bakermat van de elektronische muziek. Legendarische clubavonden gaven de kunstenaarsscene in de jaren '90 in Amsterdam flair en creatieve inspiratie en ook de ruimte om jezelf te zijn. Nog steeds vervult Amsterdam een hele belangrijke rol in de wereld als het gaat om de ontwikkeling van de dance- en clubcultuur. Het is niet meer voorbehouden aan een select groepje van avant garde-kunstenaars of aan underground subcultuur maar het is nu ook mainstream. Dat het mainstream is, mag niet verhullen dat de ruimte voor experimentele elektronische muziek en nachtcultuur ook nog steeds nodig is zowel binnen als buiten. Dus ik pleit ervoor dat dat alsnog een groot onderdeel blijft van ons festivalaanbod. Ik maak me wel een beetje zorgen als ik naar de toekomst kijk. Die culturele commissie, dat was een voorstel waar D66 achter stond en ik sta er ook nog steeds achter, maar het moet natuurlijk geen middel worden om schaarste te creëren. Volgens mij hebben we al schaarste en er is inderdaad druk op de openbare ruimte, maar feit is ook dat een aantal festivalbezoekers die ruimte graag willen inzetten voor festivals en dat gebeurt op de meeste plekken überhaupt niet en op een aantal plekken maximaal drie keer per jaar. Dus ik vind niet dat die culturele commissie moet zorgen voor extra schaarste, maar die moet binnen de schaarste die er nu al is, kijken wat het best geschikt aanbod is. Dat is wat ik erover wilde zeggen. (De heer ERNSTING: Ik deel met D66 dat pleidooi voor die dance als een belangrijke cultuuruiting. Ik heb bij de commissiebehandeling expliciet gevraagd om de nachtvisie erbij te betrekken en dat heeft de burgemeester ook toegezegd. Mijn vraag aan D66 is of ze het eens is met mijn analyse dat er een soort verplaatsing van binnen naar buiten heeft plaatsgevonden 44 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Vergaderdatum 10 maart 2021 Raadsnotulen in die expressievorm van de dance? Vroeger was dat inderdaad in clubs zoals mevrouw Bosman terecht zei, maar er heeft een soort schaalvergroting plaatsgevonden in die mainstreaming waardoor het alleen nog maar buiten kan met de aantallen die moeten worden behaald om de grootste deejay's te betalen. Vindt u dat nu niet een ongewenste ontwikkeling?) Om eerlijk te zijn is het niet zo dat de Amsterdamse festivals allemaal de grootste namen hebben. Het is ook juist dat er heel veel diversiteit is. Die eis wordt ook gesteld. Voorheen op de Polderheuvel in het Amsterdamse Bos. Volgens mij is het niet zo dat die schaalvergroting nodig is voor het commerciële model. Dat wordt met name wel gedaan door een aantal festivals die gewoon groeien als organisatie en die daar dan nog podia bij willen zetten om een diverser aanbod te genereren. Dat is volgens mij het idee. Het probleem in de clubs is, dat daar veel meer dat probleem van commercialisering speelt omdat kleine bandjes, kleine artiesten niet meer graag naar Amsterdam komen omdat de hotelprijzen enorm hoog zijn en omdat de huurprijzen enorm hoog zijn. Club Claire is onlangs gesloten. Dat zit allemaal erg in de vaste lasten die enorm hoog zijn en dat je dus heel commercieel moet draaien waardoor je niet meer een hele vaste klantenkring hebt. Mijn analyse is dus enigszins anders dan de uwe. Maar het belang dat we eraan hechten, is wellicht gelijk. (De heer ERNSTING: Laten we daarover dan inderdaad doorspreken als we richting die nachtnota gaan waarbij we het in een breder cultuurverband kunnen bespreken. Ik denk dat er wel degelijk risico’s zijn. Dat heb ik ook gezegd. Onder invloed van grote festivals buiten zijn er ook gewoon minder klanten die de clubs in de zomermaanden opzoeken en daar wordt dus commerciëler geprogrammeerd waarbij er minder ruimte is voor experimenten en voor de kleinere kunstenaars. Ik ben benieuwd naar de voortgang van die discussie.) De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Ceder. De heer GEDER: In plaats van deze bijzondere tijd die wordt gekenmerkt door corona deze tijd echt aan te grijpen voor groene keuzes en veranderingen met name voor de stadsdelen en de omwonenden, durft dit college kennelijk nog niet door te pakken op het gebied van het evenementenbeleid. Dat vinden wij jammer. Ook wij waarderen de culturele sector en uiteraard moet daarvoor ruimte zijn. De druk op het Amsterdamse groen is hoog en dan zou dit het moment kunnen zijn als het gaat om het aantal festivals en festivaldagen, dat we echt wat anders gaan doen. Helaas moet op sommige plekken in de stad zelfs groen sneuvelen om meer evenementen mogelijk te maken. Denk bijvoorbeeld aan de bomen in het Noorderpark. De vele ingediende zienswijzen en ook de inbreng van stadsdelen vragen om andere maatregelen en het beleid dat nu wordt voorgesteld. Het biedt ons handvaten om de wijken leefbaarder te maken en meer naar burgers te luisteren als het gaat om hoe we de belasting en overlast van festivals op de stad tot een minimum kunnen beperken. Afwegend betekent dat voor de ChristenUnie een aantal belangrijke uitgangspunten namelijk geen dancefestivals in de Tuinen van West, geen evenementen op het N1-terrein, dat we commerciële festivals niet gaan subsidiëren met belastinggeld maar de leges kostendekkend maken, minder festivals in het Gaasperpark zoals de bewoners en stadsdelen dat willen. Helaas, de coalitiepartijen en ook de burgemeester willen het aantal festivals niet verminderen en ze willen de druk op het groen niet aanpakken. Het wordt doorgeschoven naar volgend jaar en daarmee naar de volgende 45 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Vergaderdatum 10 maart 2021 Raadsnotulen verkiezingen met al argument dat we in een bijzondere tijd leven en veel jongeren uitzien naar festivals. Die behoefte en die wens van jongeren worden hiermee overigens onnodig gesimplificeerd alsof dat het enige zou zijn waarnaar ze uitkijken. Wij willen samen met onder andere de Partij voor de Dieren zo veel mogelijk proberen te doen wat kan en daarom zullen wij de ingediende moties uiteraard steunen. We hebben zelfs nog een extra voorstel. Grote evenementen kunnen in de omliggende wijken namelijk veel indirecte overlast veroorzaken waarbij wij graag zien dat die kosten worden doorberekend aan de organisatoren. In dit geval spitsen we dat toe op zwerfafval. Nog een vraag aan de burgemeester als het gaat om handhaving. Als er iets is wat burgers vertrouwen kan geven in een acterende overheid, dan is het wel handhavend optreden wanneer er overlast wordt ervaren. Nu is het zo dat de gemeente verantwoordelijk is voor handhaving in het omliggende gebied van een evenementen- of festivalterrein. Stel nu dat de burgers in het omliggende gebied overlast ervaren, dus niet op het terrein zelf maar daarbuiten, dan kunnen ze, zo geven ze aan, vrijwel nooit de gemeente direct bereiken aangezien overlast van festivals veelal in avonden en weekenden worden ervaren en de gemeente dan niet optimaal bereikbaar is. Mijn vraag is dus waar burgers terecht kunnen op zo'n moment tijdens een festival dat er overlast wordt ervaren. Het kan in zo'n geval gaan om geluidsoverlast van de bezoekers van en naar een evenement. Het kan gaan om dealen in de omgeving. Het kan gaan om beschonken bezoekers die na afloop voor overlast zorgen door bijvoorbeeld wildplassen, vandalisme, schreeuwen etc. Hoe kan de burgemeester garanderen dat burgers weten dat er voldoende handhaving is voor deze vormen van overlast wanneer er festivals en evenementen in hun omgeving plaatsvinden. De impact van de ChristenUnie en de oproep richting andere raadsleden is duidelijk: kies voor groen, kies voor de burgers en neem in dit geval ook de stadsdelen serieus. De VOORZITTER: Dan zijn we nu aan het einde gekomen van de eerste termijn van de raad. We gaan zo de spreektijden met u delen. Voordat ik het woord geef aan de burgemeester voor de eerste termijn, zou ik de vergadering vijf minuten willen schorsen. De VOORZITTER schorst de vergadering voor enkele minuten. De VOORZITTER heropent de vergadering. De VOORZITTER geeft het woord aan burgemeester Halsema voor de beantwoording van de vragen en een preadvies op de moties. Burgemeester HALSEMA: Ik zou mijn inbreng willen beginnen met een paar feiten. Zoals u weet, ben ik in de zomer van 2018 geïnstalleerd als burgemeester. In 2019 was er een afname van het aantal evenementen met 35%. Daarvan was 10% muziekevenementen, 30% de grotere evenementen en dat betekent dus dat er in 2019 een exponentiële afname was. Het klopt dat er in 2019 sprake was van een toename van het aantal klachten. Die klachten waren rechtstreeks terug te voeren op twee rampzalige weekenden: Pasen en Hemelvaart waar er op het NDSM-terrein grote dance events waren. Die klachten kwamen met name uit de Spaarndammerbuurt. Dat heeft geleid tot aanpassing van het locatieprofiel onmiddellijk in reactie daarop. We kennen inderdaad van oudsher een groot aantal dance events. Het lijkt me toch goed u dat even in verhouding te geven. In het jaar hebben we 40 tot 50 dagen dance events. Die zijn verdeeld over tien locaties en dat is inclusief op- en afbouw. Daarvan gaan tien dagen naar het Kwakoefestival. Dat geeft u toch inzicht. Vanaf mijn aantreden ben ik mij bewust geweest van de druk die er op de stad ligt. 46 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Vergaderdatum 10 maart 2021 Raadsnotulen Ik heb dat onderwerp ook zelf geagendeerd bij de aankondiging het evenementenbeleid te willen wijzigen en te willen aanscherpen. De druk op de stad wordt groter nu de stad dichter bebouwd is en daarmee is ook de overlast voor veel inwoners groter. Tegelijkertijd is het verlangen om elkaar bij festivals te kunnen ontmoeten en daar te kunnen genieten van cultuur, muziek, kunst onveranderd groot voor veel stadsbewoners en het is onze taak daarin een goed compromis te vinden dat voor de stadsinwoners maar ook voor de bezoekers acceptabel is. Dat is de reden geweest waarom ik de evaluatie van het evenementenbeleid naar voren heb gehaald. Ik heb aangekondigd met nieuw evenementenbeleid te komen en dat zou ongeveer nu besproken zijn. De reden dat dat vertraagt, is die coronapandemie. Zoals u weet, heeft er het afgelopen jaar geen enkel evenement plaatsgevonden en ook voor dit jaar zal gelden dat er heel weinig evenementen plaatsvinden. Mijn verzoek aan u is geweest de discussie over de toekomst van het evenementenbeleid naar het najaar te verschuiven omdat het in de eerste plaats onduidelijk is hoe de evenementenorganisatoren uit de crisis zullen komen en wat er resteert aan evenementen. Dat is op dit moment eenvoudigweg slecht te overzien. Dus als we de toekomst van het evenementenbeleid bepalen, dan is het wel goed om wat beter zicht te hebben op hoe het er kan gaan uitzien na de coronapandemie. De tweede reden om het te willen uitstellen, is dat ik ook merk hoe sterk het beleid tot polarisatie leidt. Dat betreur ik. Dat heb ik de vorige keer ook gezegd. Het is zo dat inwoners die vlak bij evenementenlocaties wonen, Klachten hebben en die klachten zijn dikwijls terecht en daarvoor moet ook aandacht zijn. Tegelijkertijd liggen er ook belangen in deze stad besloten, die eveneens een afweging verdienen. Dat zijn bijvoorbeeld de afweging van de toegang van jongeren tot evenementen, de mogelijkheden voor de LHBTI- gemeenschap om zich op festivals te kunnen uiten en zo zijn er andere. Dat zijn evenementen die zich onttrekken aan het directe probleem dat inwoners ermee hebben, maar die wel moeten worden gewogen. Daarmee zou ik meteen antwoord willen geven op de vraag die de heer Boutkan stelde over de adviezen van de stadsdeelcommissies. Ja, die worden zeer zwaar gewogen. En toch kan er ook een goede reden zijn om er gemotiveerd vanaf te wijken en dat wordt dan gemotiveerd en gepubliceerd. Ik kan me voorstellen dat u het daarmee eens kunt zijn als er een groot, cultureel of publiek belang in het geding is. Dat misschien even als algemene opmerkingen. De heer Boutkan heeft mij nog een aantal vragen gesteld. Hij vond dat de opmerkingen die ik had gemaakt ten aanzien van de dance events ontoereikend waren. Ik heb namelijk aangegeven dat het onmogelijk is onderscheid te maken naar dance events en die op die manier te classificeren en apart te plaatsen en dat dat juridisch niet houdbaar is. Ik begrijp niet heel precies wat de heer Boutkan dan verder van mij wil. Ik zou best willen nagaan wat er mogelijk is maar ik waarschuw u wel dat we dan nat gaan bij de rechter. U stelde ook een vraag ten aanzien van de stand van zaken bij het beprijzen van de openbare ruimte. Zoals u weet, valt dat onder de verantwoordelijkheid van wethouder Ivens. Hij is bezig met de uitwerking en die zal volgen bij de voorjaarsnota. Dan was er een vraag van de heer Bakker over het N1-terrein. Over het N1-terrein en daarover sprak ook de heer Van Lammeren in nogal scherpe bewoordingen is het zo dat het college in 2019 inderdaad heeft besloten de voorgenomen ontwikkeling van het N1- terrein als permanente festivallocatie niet door te zetten omdat er en dat was de reden, in de nabije toekomst toch ontwikkelplannen voor het kavel waren en omdat het niet de gedroomde locatie was vanwege de aanwezigheid van een aantal woonwagens en de geluidsbelasting daar. Nu de ontwikkelplannen voor de N1 zich niet op de korte termijn lijken te materialiseren en gezien de toegenomen schaarste aan geschikte evenementenlocaties in de stad is besloten de N1-locatie ook dit jaar weer in te zetten voor evenementen. In relatieve zin is de locatie namelijk wel degelijk geschikt. Dan ten aanzien van de veiligheid. 47 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Vergaderdatum 10 maart 2021 Raadsnotulen Ik ben blij dat de heer Bakker het woord levensgevaarlijk niet herhaalde, dat stel ik zeer op prijs. Natuurlijk zijn er altijd zaken waarmee rekening moet worden gehouden. Dat geldt ook voor het N1-terrein en daarom is het N1-terrein ook onderzocht door de brandweer en de Omgevingsdienst. Er is verzocht extra maatregelen te nemen en dat is gedaan. Die zijn altijd in werking en daarmee is het N1-terrein veilig. Dan de heer Van Lammeren. De meeste opmerkingen en vragen van de heer Van Lammeren verwijzen ook naar zijn moties en het lijkt mij dus het handigst als ik de moties van de heer Van Lammeren meteen behandel. Misschien zou ik er in algemene zin in ieder geval dit over kunnen zeggen. Ik ben wel enigszins verbaasd over de toon die de heer Van Lammeren kiest in het debat. Toen ik de evaluatie van het evenementenbeleid naar voren haalde en nieuw beleid aankondigde vanwege de schaarse ruimte, de druk op het groen en de overlast die evenementen mogelijk veroorzaken voor inwoners, hebben we gezamenlijk geconcludeerd dat we ons in dezelfde richting ontwikkelden. Weliswaar wilde u sneller handelen, maar u was het met mij eens dat er vanuit het college oog is voor de druk die evenementen op de stad legden. Ik neem aan dat u er begrip voor kunt hebben dat vanwege corona de uitwerking van het evenementenbeleid enige vertraging oploopt omdat we op dit moment simpelweg geen evenementenbeleid hebben. Het grote aantal moties dat u nu indient, wijst eigenlijk vooruit naar het debat dat we dit najaar kunnen hebben. Ik zou de onderwerpen die u aanroert, dan ook willen bespreken in het najaar. Dat is ook de reden dat ik vrijwel alle moties ontraad maar ik loop ze even voor u langs. Motie nr. 122.21, de bevoegdheid van het vergunnen van evenementen van de burgemeester naar de wethouder te verleggen. Zoals u weet, is het verlenen van vergunningen een bevoegdheid van de burgemeester die voortvloeit uit mijn verantwoordelijkheid voor de openbare orde. Dan is het ook de burgemeester die om die reden nadere regels kan stellen voor de evenementen. Dit is overigens een jaar geleden uitgebreid besproken in de raadscommissie naar aanleiding van het raadsinitiatief dat u claimt en toen is negatief geadviseerd over een vergelijkbare motie. Dat negatieve advies herhaal ik dus. Motie nr. 123.21 over de commerciële festivals niet op kosten van de belastingbetaler. Deze wordt ook ontraden. Er kan geen onderscheid worden gemaakt in de leges die commerciële en niet-commerciële evenementen moeten betalen. Om die reden ontraad ik de motie. Motie nr. 124.21, Maak beloften over stoppen met het N1-terrein waar. Daarop heb ik zojuist een toelichting gegeven en daarom wordt deze motie ook ontraden. Motie nr. 125.21, Stop de radicale ontgroening in het Noorderpark. Ik geloof dat u er al op bent gewezen door een van de andere leden, maar het gaat om het omhakken van één boom en dat vindt plaats omdat op de huidige locatie de schade aan het milieu groter is. Daarom wordt ook deze motie ontraden. Motie nr. 126.21, Adviezen bewoners, ondernemers en stadsdeelcommissie overnemen voor Westerpark. Het college is voor het Westerpark meegegaan in het advies van het DB van stadsdeel West en daarom ontraad ik de motie. Motie nr. 127.21, Schrap de meteocorrectie. Wind is van invloed op hoe hard en hoe ver het geluid in de omgeving draagt bij muziekevenementen. Bij de ontwikkeling van het geluidsbeleid in 2018 is een beperkte maximale meteocorrectie van 3 dB een zwaar bevocht compromis geweest tussen belanghebbenden. Bij veel windkracht krijgt de organisator iets meer ruimte maar hij zal ook moeten inbinden omdat 3 dB niet veel is. De meteocorrectie mag niet op alle locaties worden toegepast, alleen locaties die veel wind kunnen vangen. De praktijk in 2018 en 2019 wees uit dat meteocorrecties slechts in enkele gevallen toegepast is geweest. Het college heeft bij de evaluatie van het beleid eind 2019 48 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Vergaderdatum 10 maart 2021 Raadsnotulen dan ook geen reden gezien deze te wijzigen of te schrappen. Het oordeel is sindsdien niet veranderd. Ik ontraad de motie. Motie nr. 128.21. Laat schade ecologie door festivals onafhankelijk onderzoeken. De schouw voor aanvang van een evenement heeft niet als doel te bepalen of een evenement doorgang kan vinden maar om vast te stellen in welke technische staat het terrein zich op dat moment bevindt. Dit omdat de organisatie van het evenement na afloop van het evenement verantwoordelijk is voor herstel van de schade. Gemeente en organisatie van het evenemententerrein hebben hier dus een tegengesteld financieel belang. Daarom wordt deze schouw gezamenlijk uitgevoerd en wordt de situatie zowel vooraf als achteraf vastgelegd. Daarom ontraad ik de motie. Motie nr. 129.21, Pomp de beschermde rugstreeppad niet uit de vijver. Ik breng even in herinnering dat we hierover al meerder keren hebben gesproken, mijnheer Van Lammeren. De betreffende vijver bij het evenemententerrein is destijds aangelegd om in het geval een evenement dit nodig heeft, te kunnen worden gebruikt en dus te kunnen worden leeggepompt. De vijver is dus ook niet bedoeld als een natuurlijke habitat van de rugstreeppad dit in tegenstelling tot andere waterpartijen in de buurt. Navraag bij het stadsdeel leert overigens dat het maar zeer de vraag is of de rugstreeppad nog in de vijver leeft. Daarom ontraad ik de motie. Motie nr. 130.21, Geen dancefestival in de Tuinen van West. Als op de Tuinen van West geen muziekevenementen en dancefestivals mogen plaatsvinden, waarom dan op andere plekken wel, is de vraag. De locatie is namelijk in veel opzichten bijzonder geschikt. Zo is de geluidsbelasting van muziekevenementen op deze plek beperkt in vergelijking met andere evenementenlocaties. Voor het uitsluiten van dancefestivals is bovendien geen juridische grondslag. Dan zou eerst de beleidsregel geluid voor evenementen zoals die nu geldt, moeten worden aangepast. Het is wel zo dat in de uitvoering in de Tuinen van West dingen beter moeten worden georganiseerd dan in het verleden zodat de overlast afneemt bijvoorbeeld als het gaat om de in- en uitstroom van publiek. Daarvoor is een nieuw verkeersplan ontwikkeld en dat is nadrukkelijk ook de intentie bij de beheerder van het terrein en ook bij de organisatoren. De plannen die hiervoor klaarliggen, moeten dit jaar of volgend jaar een kans krijgen. Er zal ook een dialoog moeten worden georganiseerd met als doel tot een duurzame programmering te komen op deze op zichzelf prachtige evenementenlocatie. Daarom ontraad ik deze motie. Motie nr. 131.21, Evenementen waar muziek wordt gedraaid meetellen als muziekevenement. In het geluidsbeleid voor evenementen in Amsterdam is juist heel bewust een onderscheid gemaakt tussen muziekevenementen en _niet- muziekevenementen. Die laatste mogen maximaal 75 dB(c) op de dichtstbijzijnde gevel produceren. Op sommige plekken is dit net iets meer dan het achtergrondgeluid van het verkeer. Overlastmeldingen van dit type evenementen of het muzieklawaai dat ze veroorzaken, zijn niet bekend. Het lijkt juist van belang dit onderscheid strikt te hanteren en daarmee overbodige geluidsoverlast te voorkomen en daarom ontraad ik de motie. Motie nr. 132.21, Voorkom geluidsstapeling. Stapeling van geluid van diverse muziekevenementen tegelijkertijd is overlastgevend en zou inderdaad zo veel mogelijk moeten worden voorkomen. Bij de planning van de evenementenkalender wordt hiermee dan ook rekening gehouden. Zelfs wordt geprobeerd te voorkomen dat sommige plekken weekenden achter elkaar worden belast vanuit verschillende terreinen. Hoe groot het probleem is, wordt dit jaar of volgend jaar in geval er niet of nauwelijks evenementen plaatsvinden, onderzocht door op een paar plekken waar geluid van verschillende terreinen kan samenkomen, geluidssensoren op te hangen die herleidbaar zijn tot de muziekbronnen. Het is van belang eerst dit feitelijke beeld te krijgen voordat we overbodige, nieuwe regels invoeren en daarom ontraad ik de motie. 49 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Vergaderdatum 10 maart 2021 Raadsnotulen Motie nr. 133.21, Onderzoek naar alle kosten van de gemeente met betrekking tot evenementen. Organisatoren van evenementen zijn zelf verantwoordelijk voor een veilig en ordelijk verloop van het evenement en voor het goed opleveren van het terrein dat ze daarvoor gebruiken. Ze betalen in vrijwel alle gevallen ook al een huurprijs aan de gemeente voor het gebruik van de locaties. Leges voor de vergunning en binnenkort daarnaast ook een afdracht van de VMR. Daarnaast moeten schoonmaak en eventuele herstelwerkzaamheden aan een terrein conform de afspraken daarover en de constateringen bij een schouw worden betaald door de organisator en de organisator betaalt zelf de kosten voor beveiliging, crowd management en verkeersafwikkeling. Het in beeld brengen van al deze kosten is een zeer omvangrijke en tijdrovende opdracht die naar inschatting van het college bovendien niet zal leiden tot een andere werkwijze of noemenswaardige andere of extra inkomsten voor de gemeente en daarom ontraad ik de motie. Motie nr. 134.21, Geen toename festivals in het Flevopark. Het college is voornemens dit te onderzoeken en te kijken of en zo ja onder welke condities dit eventueel zou kunnen. Daarvoor zal met de belanghebbenden worden gesproken. Het college ziet geen reden hier nu vanaf te zien. Besluitvorming hierover vindt logischerwijs plaats in het najaar als ook over evenementen en locatiebeleid wordt besloten en daarom ontraad ik de motie. Motie nr. 135.21, Volg het advies van de stadsdeelcommissie Zuidoost met betrekking tot evenementen in het Gaasperpark. Hiermee wordt een voorschot genomen op het gewenste algemene debat over het belang van evenementen en festivals zoals dat in de brief van 10 februari is aangekondigd en daarom ontraad ik de motie. Motie nr. 137.21, Geen grote evenementen meer toestaan in het Sloterpark. Op het evenemententerrein van het Sloterpark is in 2020 groot onderhoud gerealiseerd naar aanleiding van het onderzoek van de groene evenementenlocaties. Uit de bodemonderzoeken in 2019 is niet geconstateerd dat het terrein ongeschikt is voor evenementen wel dat herstelmaatregelen moesten worden uitgevoerd. Recent zijn de laatste nabewerkingen nog uitgevoerd en met deze werkzaamheden is de bodem weer hersteld. Vanaf de zomer 2021 is die weer geschikt voor evenementen. Er is voor het Sloterpark een monitoringsprogramma om de kwaliteit van de bodem te meten. Voor behoud van de bodemkwaliteit is het noodzakelijk om de looptijd van de afdekking en belasting te beperken om de afgesproken rustperiode tussen de evenementen aan te houden en de juiste beschermingsmaatregelen te nemen. Dit is dus procedureel helemaal afgedekt en daarom ontraad ik de motie. Motie nr. 138.21, Onderzoek naar het staken van de paardenpolo op het Museumplein. Nu moet u opletten. Onderzoek naar de mogelijkheid om het polo-evenement op het Museumplein eventueel te staken, kan ik toezeggen. Ik wil daaraan wel toevoegen dat het op dit moment niet mogelijk is het evenement de vergunning te weigeren op grond van de inhoud van het evenementen en ik wil ook toevoegen dat voor dit evenement geen subsidie is uitgekeerd vanuit het evenementenfonds maar door het stadsdeel. Dan keer ik even terug naar de behandeling van de inbrengers. We hadden de inbreng van mevrouw Poot. Laat ik u op dit moment vooral dankzeggen dat ook u benadrukt hoe belangrijk het is dat we enige nuance gaan aanbrengen in het debat. We hebben hier te maken met een schaarste en een verdelingsvraagstuk. Ik heb namelijk niemand horen bepleiten dat er in Amsterdam geen evenementen meer moeten plaatsvinden. Dat gezegd hebbende moeten we dus zoeken naar optimale en soms suboptimale oplossingen. Dat doen we door de belangen van omwonenden, van jongeren, van gemeenschappen zo veel mogelijk en zo redelijk mogelijk te wegen. Daarover hoop ik dit najaar met u uitgebreid in gesprek te gaan. Ik ben blij dat u dat gesprek met mij wilt aangaan. 50 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Vergaderdatum 10 maart 2021 Raadsnotulen De heer Ceder. Die zegt dat ik het aantal festivals wil laten toenemen. Niet alleen is dat ronduit in strijd met de feiten over de afgelopen jaren en het is ook niet in overeenstemming met de intentie van het beleid. Ik ben dus wel verbaasd over die opmerking. Verder heeft de heer Ceder mij geen vragen gesteld. Dan ligt er nog een aantal andere moties. De motie nr. 158.21 van het lid Boomsma om bij de verdere uitwerking van het beleid de optie te betrekken om bij het verstrekken van de geluidsontheffingen op grond van artikel 5.6 APV voor de nacht daarbij niet alleen waarden op te leggen in dB(a) maar ook in dB(c). Tijdens het overleg in de raadscommissie heb ik ook al gezegd dat ik geen bezwaar heb tegen deze motie. Ik stel voor dat we na de zomer hiernaar grondiger kijken waarbij ik u dus wel waarschuw dat niet direct de geluidsknop volledig dicht is gedraaid. Tegelijkertijd is de verwachting dat er grote evenementen nog voor de zomer zullen zijn waarbij het geluid voluit wordt gedraaid, heel erg klein. (De heer GEDER: De burgemeester gaf aan dat er geen vraag was, maar ik stelde wel een vraag namelijk wat omwonenden kunnen doen op het moment dat er overlast plaatsvindt buiten het evenementengebied. Dan denk ik aan wildplassen, vandalisme, schreeuwen, mensen die dronken zijn, dealen. Hoe kan de gemeente op dat moment bereikbaar zijn, dus niet alleen achteraf maar ook op het moment zelf.) Vanzelfsprekend kan er dan worden gebeld voor overlastmeldingen met de politie en handhaving en die zullen daarbij dan moeten optreden. Tegelijkertijd is er rond evenemententerreinen altijd politie aanwezig, althans, afhankelijk van de risico's die het evenement in zich draagt voor de openbare orde. Laat ik u verder toezeggen ook vanwege de schaarste bij de politie dat de politiecapaciteit en de mogelijkheden daartoe ook worden betrokken bij de opstelling van het evenementenbeleid in het najaar en dan zal ik ook aandacht besteden aan uw vraag. Dan is er nog een amendement nr. 157.21 van de heer N.T. Bakker inzake het vaststellen van gewijzigde locatieprofielen en het verzoek is in de voordracht over de evenementen en locatieprofielen beslispunt 5 zo te wijzigen dat de wijzigingen in de locatieprofielen in beginsel voor twee jaar gelden in plaats voor drie jaar en de tekst in de voordracht op bovenstaande aan te passen. Dat lijkt mij in deze omstandigheden een redelijk verzoek en ik heb dan ook geen bezwaar tegen dit amendement. Dan is er nog de motie nr. 153.21 van de heer Ceder. Het is goed te onderzoeken wat er nog meer kan worden gedaan om zwerfafval rond evenementen te verminderen. Binnen het bestaande vergunningenbeleid moeten organisatoren een afvalplan indienen. Schoonmaken en afvalbakken buiten het terrein zijn hiervan onderdeel. Met het oog op duurzaamheid kan het geen kwaad om meer aandacht te besteden aan zwerfafval en wellicht kunnen de organisatoren hierover meedenken. Ik heb geen bezwaar tegen de motie. Wel wil ik u de winstwaarschuwing geven dat het niet altijd gemakkelijk zal zijn om zwerfafval bij een evenement te onderscheiden van zwerfafval dat op andere manieren in dezelfde omgeving terecht is gekomen. Daarmee heb ik volgens mij ook de moties en amendementen behandeld. De VOORZITTER: Dan zijn we klaar met de eerste termijn van dit onderwerp. Is er behoefte aan een tweede termijn? Een veegronde voor de heer Boutkan. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Boutkan. De heer BOUTKAN: Het kan heel kort. Niet al mijn vragen zijn beantwoord. Ik had nog een vraag gesteld over de handhaving of we die straks voldoende op orde hebben. En 51 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Vergaderdatum 10 maart 2021 Raadsnotulen de tweede vraag was of alles wat te maken heeft met de zogenaamde programmaraad straks voldoende op tijd klaar is. Ik wil toch nog een opmerking maken over de dance evenementen. Ik ben eigenlijk op zoek naar een creatieve oplossing voor het geval we ergens die muziekstijl niet willen hebben om dat dan ook niet toe te staan. Dus die oproep heb ik gedaan aan de burgemeester en als dat moet bestaan uit het aanpassen van de beleidsregels voor geluid bij evenementen, dan is dat misschien een van de oplossingen. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Bosman. Mevrouw BOSMAN: Ik miste ook het antwoord op mijn vragen. Ik licht er dan even het belang uit van dance in de toekomst en de handhavingsstrategie in het licht van het preadvies dat de heer Ceder net krijgt voor iets wat volgens mij al bestaat maar het samenwerken van evenementenorganisatoren op het gebied van zwerfafval en handhaving nog niet. De VOORZITTER geeft het woord aan burgemeester Halsema. Burgemeester HALSEMA: Als eerste de vraag van de heer Boutkan over dance. Voor het weren van dance events ontbreekt nu een juridische grondslag zoals u wellicht ook weet. Die zou er wel kunnen komen als we schaarse-vergunningenbeleid gaan invoeren voor evenementen en daartoe kunnen we besluiten in het debat over nieuw beleid. Ik zou daar in het najaar met u op willen terugkomen. Dan de opmerking van mevrouw Bosman. Die leek mij meer gericht aan het adres van de heer Ceder. Ik beluisterde daarin geen vraag aan mij. De discussie wordt gesloten. De VOORZITTER: Is er behoefte aan een stemverklaring? Dat is niet het geval. Dan is hiermee dit agendapunt afgerond. De VOORZITTER schorst de vergadering voor enkele minuten. Voorzitter: burgemeester Halsema De VOORZITTER heropent de vergadering. 9 Vaststellen van de Wijzigingsverordening subsidieverordening sloop en schoon alternatief vervoer Amsterdam, Verlaging subsidieplafond Nr. VN2021-000404 De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen: 64° Motie van het lid Yilmaz inzake de subsidieverordening schoon en alternatief vervoer verlengen (nr. 148.21) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: 52 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Vergaderdatum 10 maart 2021 Raadsnotulen - de subsidieverordening sloop en schoon alternatief vervoer Amsterdam te verlengen met een jaar of tot het aanvankelijk gereserveerd bedrag hiervoor volledig is benut. De motie maakt deel uit van de beraadslaging. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Van Soest. Mevrouw Van Soest, bent u er? Dan geef ik eerst het woord aan de heer Yilmaz. De heer YILMAZ: Toen ik in eerste instantie las dat er minder geld beschikbaar was, schrok ik daar wel van. Maar toen ik zag dat er ruimte werd gecreëerd voor twee andere moties waarvan wij ook een motie hebben meegetekend, was ik wel blij dat er in ieder geval ruimte werd vrijgemaakt. Ik hoop dat we de subsidieverordening nog een jaar kunnen verlengen zodat de mensen die nu buiten de boot vallen omdat er minder subsidie beschikbaar is, toch nog een jaartje extra hebben om hun voertuig te veranderen. Daarom heb ik de motie ingediend. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Van Soest. Dat lukt niet. De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder De Vries voor de beantwoording van de vragen en een preadvies op de motie. Wethouder DE VRIES: Even voor de helderheid want misschien veronderstelt de heer Yilmaz dit. Het is dus niet zo dat er meer geld komt als we dit een jaar zouden verlengen. Het is een eenmalig budget dat ervoor is vrijgemaakt. Dit is het budget en dat is het dan ook. Vervolgens hebben we het hier over een maatregel die al best lang loopt. De maatregel is nu vanaf 1 maart zo ver dat we die ook handhaven. Dus vanaf nu wordt er daadwerkelijk op gehandhaafd. Toch hebben we bewust voor een aantal maanden uitloop gekozen zodat mensen die er nu feitelijk mee worden geconfronteerd, alsnog de gelegenheid hebben om gebruik te maken van de subsidieregeling om van auto te wisselen. Dus het college denkt dat de raad in het verleden goede besluiten heeft genomen zowel over het budget als over de looptijd. Het is op zich niet nodig met behulp van de motie dit nog te verlengen. Om die reden ontraden we het amendement. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Van Soest. Mevrouw VAN SOEST: Ik heb geen behoefte om het woord te voeren. Dat schiet lekker op. De VOORZITTER: Ik zie dat de heer Yilmaz nog een interruptie had willen plegen. Dat doen we dan in de vorm van een korte tweede termijn. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Yilmaz. De heer YILMAZ: Ik wil nog even reageren op de wethouder maar uiteindelijk heb ik mijn antwoord gekregen. Ik weet dat de verordening loopt tot 31 december 2021 en die periode wilde ik verlengen om meer mensen de kans te geven alsnog die overstap te maken. Maar ik ga niet verder in discussie nu de wethouder negatief preadviseert. 53 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Vergaderdatum 10 maart 2021 Raadsnotulen De discussie wordt gesloten. De VOORZITTER: Is er behoefte aan een stemverklaring? Dat is niet het geval. 10 Vaststellen van de tiende verordening tot wijziging van de Verordening op het binnenwater 2010 Nr. VN2021-003992 De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen: 65° Motie van de leden Kreuger en Ceder inzake Wijziging Verordening op het Binnenwater, Uitgeven extra vergunningen bij wijzigingen VOB (nr. 160.21) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - indien de VOB wordt gewijzigd zes extra vergunningen uit te geven; -__ deze extra vergunning(en) te plussen in het betreffende segment. De motie maakt deel uit van de beraadslaging. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Van Soest. Mevrouw VAN SOEST: Ik heb een aantal vragen voor de wethouder. Telkens zijn er wijzigingen in de verordening waardoor mensen telkens moeten procederen om hun recht te halen bij de Raad van State. Regelmatig worden die mensen in het gelijk gesteld. Mijn vraag aan de wethouder is of deze wijziging van de verordening gevolgen heeft voor de salonboothouders. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Kreuger. De heer KREUGER: Het wijzigen van de verordening Binnenwater is noodzakelijk om ervoor te zorgen dat iedereen die wil meedoen aan de loting, daadwerkelijk kan meedoen en een vergunning kan krijgen. Ik wilde er eigenlijk nog een keertje het volgende over zeggen want op dit dossier worden aan de lopende band peperdure advocaten achter kleine ondernemers aan gestuurd. Blijkbaar is diezelfde organisatie die dus wel hele dure advocaten achter de kleine ondernemers aanstuurt, niet in staat de eigen verordening juridisch op orde te krijgen. Dat is wel iets wat ik toch even gezegd wil hebben, niet dat ik dat deze wethouder zelf aanreken want hij zit er nog niet zo lang, maar ik wil het hem wel meegeven zodat hij dat in het vervolg beter regelt. Ik moet er ook meteen bij zeggen dat ik het idee heb dat de benadering wat warmer is vanuit het college met deze wethouder. Het gesprek vond ik wat toegankelijker dan bij de vorige wethouder die op dit dossier zat. Volgens mij worden ook de afspraken wat beter nagekomen. Dat hoor ik ook van reders uit het veld. Er wordt in ieder geval tijdig gereageerd door het college. Dat was nu ook aan de hand met de brief die was beloofd. Die was er afgelopen maandag waarvoor dank. Daarin konden we lezen dat er toch wel enkele implicaties zijn. Bij de 155 boten die vergund gaan worden, daarbij zitten zes boten die niet kunnen worden vergund op het moment dat er een wijziging wordt doorgevoerd. Nu kun je dat op twee manieren bekijken. Ik wil er eigenlijk voor zorgen als we de verordening nu gaan wijzigen, dat die zes boten die bij de eerste 155 zitten, gewoon kunnen worden vergund. Op het moment dat de situatie niet wordt gewijzigd, dan ontstaat er een situatie dat de lootjes aan de achterkant, dus net buiten de 155, eraf 54 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Vergaderdatum 10 maart 2021 Raadsnotulen vallen. Dat vind ik oneerlijk. Het lijkt mij het best dat we zes extra vergunningen uitgeven bovenop wat er in de eerste tranche wordt uitgegeven, die 155 zodat er niemand slachtoffer wordt van het wijzigen van deze verordening. Ik noem het een generaal pardon. En uiteraard worden die lootjes vergeven in het segment waarin de betreffende boot is ingeloot. (De heer VROEGE: Hoewel het een heel sympathiek voorstel is van de heer Kreuger, klopt zijn rekenmethode niet. De kans dat die zes bootjes worden ingeloot, is natuurlijk net zo groot als zes andere lootjes. U gaat ervanuit dat die zes altijd de hoofdprijs pakken, maar dat is niet het geval. Daardoor krijgt u straks extra plekken die helemaal niet noodzakelijk zijn. Graag een reactie van collega Kreuger hierop.) Ik maakte eerst dezelfde denkfout als de heer Vroege omdat ik namelijk dacht dat die zes lootjes op het totaal van 712 was. Maar het is zes lootjes op de eerste 155. Ik weet niet of de wethouder even kan schudden of ik gelijk heb- Ja, hij knikt. Dus ik heb gelijk, mijnheer Vroege. De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder De Vries voor de beantwoording van de vragen en een preadvies op de motie. Wethouder DE VRIES: Ik vind het jammer dat ik mevrouw Van Soest geen precies antwoord kan geven want ik weet niet of er bij de zes lootjes waarover ook de heer Kreuger het had, ook een salonboot zit. Dus dat kan ik niet beantwoorden. Ik acht de kans overigens niet zo heel groot eerlijk gezegd, maar ik durf er dus niet â la minute een antwoord op te geven. Ik begrijp dat mevrouw Van Soest zegt, dat is al de tiende wijziging. Dat was ook mijn eerste reactie. Het blijkt dat deze verordening op het binnenwater al heel lang bestaat. Al jaren. Dus ja, dan is het logisch dat die ook af en toe wordt gewijzigd. Kennelijk vindt men het leuk te tellen hoe vaak die dan wordt gewijzigd. Dus het is inderdaad de tiende wijziging maar wel in een hele lange tijd. Dan over de juridische procedures. Die zullen we krijgen. Dat weten we ook. En ook over de uitslag die we nu gaan meemaken. Eerlijk gezegd begrijp ik dat ook wel want het gaat om mensen hun broodwinning en om hun bedrijf. Als je dan denkt dat je niet helemaal goed behandeld bent, dan snap ik wel dat je soms besluit naar de rechter te stappen. Nou ja, we hebben volgens mij een goede rechtspraak in dit land dus dan krijgen we ook gewoon het eerlijke antwoord van de rechter. Ik ben het ook wel een beetje eens met de heer Kreuger als hij zegt, hadden we dit nu niet eerder kunnen zien. We hebben een hele tijd geleden al de spelregels bepaald en dat zou dan moeten veronderstellen dat die verordening het mogelijk maakt de ingelote boten een vergunning te geven. Door deze wijziging die we nu gaan doorvoeren, gaat dat ook gebeuren. Maar dit hadden we natuurlijk ook eerder kunnen zien. Dat ben ik met u eens. (Mevrouw VAN SOEST: Ik wil wethouder De Vries nog even wat vragen. Als hij het niet paraat heeft, dan ontvangen we het graag schriftelijk.) Ik kan u best een bericht sturen of dit effect heeft op de categorie salonboten. Ja. Geen probleem. Dan had de heer Kreuger wel een belangrijk punt over de toegankelijkheid. Toen ik hier instapte, dacht ik, dit is gewoon een ingewikkelde situatie en zeker voor de mensen die hier hun bedrijf voeren. Maar we moeten deze stappen wel zetten. Dat hebben we laatst in de raadscommissie nog weer allemaal met elkaar besproken. Het beste wat je dan als stadsbestuur kunt doen is de contacten met de reders goed houden. We moeten wel beseffen dat het voor hen allemaal best spannend is. Wie wordt er ingeloot, wie wordt er niet ingeloot en wat gaat dat betekenen voor de toekomst van je bedrijf? Dus daarvoor zal ik proberen mijn best te doen. 55 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Vergaderdatum 10 maart 2021 Raadsnotulen Dan over de motie. Ik gaf het net al via mijn geknik aan en zo staat het ook in de brief. Er zijn dus zes ingelote huurboten van de 155. Daarover gaat uw motie. Maar het college is het niet eens met de strekking van die motie en zal die dus ontraden. Wij zijn van mening zoals ik in de raadscommissie al heb gezegd, dat iedereen de spelregels kende. ledereen wist dat huurboten zouden gaan meeloten, dus er is niemand op dit moment benadeeld. Die situatie zou wel ontstaan als we nu de verordening niet aanpassen want dan worden de huurboten benadeeld die dachten dat ze gewoon konden meedoen maar die dan aan het eind van het strookje niet mogen meedoen. Dan is er sprake van benadeling. Wij vinden dat de spelregels voor iedereen duidelijk zijn. Niemand wordt benadeeld. We maken deze technische fout, deze omissie in de verordening, nu goed en daarbij wordt niemand benadeeld. Dus die denklijn die in de motie zit, onderschrijven wij niet. En daarom ontraden we de motie. (De heer KREUGER: Maar de wethouder is het toch met mij eens dat in principe de regeling op het binnenwater niet leidend is maar de verordening? Dus op het moment dat een ondernemer in de verordening heeft gekeken, anders hoeven we die ook niet te wijzigen, dat is het document waar het allemaal om gaat, dus als die ervanuit gaat dat de verordening geldig is, dan heeft toch juist iemand die met een huurboot heeft ingeschreven, goed zijn werk gedaan?) Wat we met elkaar hebben betoogd en waarover we het ook eens waren, is dat de regels die je met elkaar hebt afgesproken in de regeling zijn neergeschreven. ledereen had zich daarom moeten en kunnen verlaten. Als we onze regels hebben toegepast en als iedereen heeft geloot, dan moeten we nog via de verordening de vergunning gaan geven en dat kan dus niet als je niet wijzigt voor die huurboten. (De heer KREUGER: Is de wethouder het met mij eens op het moment dat we de verordening niet wijzigen, dat dan zes andere mensen een lootje krijgen, ja of nee?) Als we de verordening niet wijzigen, kunnen we geen vergunning geven aan die huurboten. Dat is het punt. Wat dan de vervolgconsequenties zijn, daar ga ik nu denk ik even niet op in. We kunnen er namelijk ook voor kiezen om minder dan die 155 uit te geven. (De heer KREUGER: Ik heb eigenlijk toch liever dat de wethouder er wel op ingaat. Hij geeft het antwoord eigenlijk zelf al. Dan krijgen die mensen dus niet die vergunning. Dan gaat die vergunning naar iemand anders. Dan worden er toch mensen gedupeerd? Dan moet de gemeente toch een gelijk speelveld creëren? Dat moet u ervoor zorgen dat iedereen, los van het feit of dit nu wel of niet wordt gewijzigd, gewoon zijn vergunning krijgt. Dus waarom is het dan niet redelijk om met zes te plussen?) Je kunt namelijk ook de keuze maken als je de verordening niet hebt gewijzigd en om technische redenen aan deze huurboten geen vergunning kan worden gegeven, dat je met iets minder vergunningen deze ronde doorgaat. Dan kom je op 149 en dan neem je ze weer mee voor de volgende ronde. Dan kun je opnieuw bepalen wat de regels zijn en de verordening etc. Dus er zijn meer opties. (De heer BOOMSMA: De wethouder zegt, iedereen wist dat die huurboten konden, maar het klopt dus niet met de verordening. Dan lijkt het me toch te gemakkelijk om zo maar te veronderstellen dat iedereen dat kon weten als het juridisch op dit moment niet kan en dat daarom deze wijziging nodig is. Dus kan de wethouder dat werkelijk hard maken dat iedereen het gewoon had moeten en kunnen weten?) Nou ja, ik kan natuurlijk nooit bewijzen dat iedereen iets wist. Dat is heel erg ingewikkeld. Dat weet u ook. Maar ik heb daarvoor wel heel veel aanwijzingen. Ten eerste 56 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Vergaderdatum 10 maart 2021 Raadsnotulen hebben we het in de regeling zo opgeschreven. Ten tweede is er ook op allerlei manieren met reders gecommuniceerd over wat de regels waren bij de start van dit proces en tijdens het proces. Er zijn ook vragen over gesteld. Er is zelfs expliciet bij de Nota van inlichtingen door een of meer reders gevraagd of je ook met een huurboot mocht. Antwoord: ja, je mag ook met een huurboot. Als je alle documenten leest en ik neem aan dat mensen dat doen, en het is überhaupt ook nodig om dat te doen voordat je kon inschrijven, dan weet je dat, ja. De VOORZITTER: Is er behoefte aan een tweede termijn? De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Kreuger. De heer KREUGER: Ik vind dit toch wel een beetje teleurstellend als ik heel eerlijk ben. De wethouder weet als het goed is al dat er heel erg veel rechtszaken komen. ledereen die geen vergunning krijgt, die gaat sowieso naar de rechter dus dat worden sowieso 559 rechtszaken. Dan zegt de wethouder vervolgens ook nog, dan geven we gewoon minder vergunningen uit. Dan gaan we van 559 naar wat is het, 563 rechtszaken. Er komen er vier bij. Dat is toch niet hoe we het moeten doen, wethouder De Vries? We moeten er gewoon voor zorgen dat iedereen gewoon op een normale manier een vergunning Krijgt. Volgens mij kun je dat gewoon doen. Het gaat om zes extra vergunningen en de gemeente is zelf nalatig geweest in het wijzigen van deze verordening. Dus volgens mij moeten we dit alsnog gewoon doen. De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder De Vries. Wethouder DE VRIES: Er is al sprake van rechtszaken want er zijn bijvoorbeeld mensen die bezwaar hebben gemaakt tegen het buiten de orde stellen van hun aanvraag. De aanvraag voldeed niet en de aanvragen die niet voldeden, moesten we buiten de orde stellen. Daar zijn natuurlijk al zaken over. Dus u heeft gelijk, er komen zaken over. Ik denk niet het aantal dat u noemt, maar er zullen behoorlijk wat zaken over zijn. Ik weet in ieder geval dat we er zes zaken bij krijgen als we dit niet veranderen namelijk van de mensen met een huurboot want die zullen zich zeker gedupeerd voelen door de hele omstandigheid. Ik heb dus niet gezegd, ik ga van 155 naar 149 vergunninguitgiftes als deze zes boten het niet halen doordat de verordening niet wordt gewijzigd. Ik heb alleen gezegd dat dat ook een optie is. Dus de logica die u aandraagt, als deze afvallen gaan er automatisch zes andere met het hoogste lotnummer komen, die logica onderschrijf ik niet. Ik heb alleen gezegd dat er dan meerdere opties zijn die je kunt kiezen als dit gebeurt. De reden dat wij uw motie ontraden is vooral dat ik de redeneerlijn die erin zit, niet steun. Het college wil die redeneerlijn niet ondersteunen dat de spelregels zouden worden gewijzigd. Dat ziet het college echt anders. (Mevrouw VAN SOEST: Ik ben benieuwd of de wethouder al kan inschatten hoeveel processen hij gaat winnen. Er wordt natuurlijk al weer het een en ander aangekondigd, maar hoeveel denkt u er nu te kunnen gaan winnen? Voorlopig heeft de gemeente Amsterdam nog steeds alle processen verloren. Dus hoe denkt u daarmee nu om te gaan? Het wordt alleen maar een juridisch steekspel. Kan het nu niet op een andere manier worden geregeld dat u met die mensen in gesprek gaat om te kijken of jullie tot elkaar kunnen komen? Dit is toch geen doen?) Mijn inschatting, mevrouw Van Soest, is dat ik die processen ga winnen. Het zou wel heel erg raar zijn als we van te voren al wisten dat we beleid afkondigen waarvan we 57 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Vergaderdatum 10 maart 2021 Raadsnotulen dachten dat we het bij de rechter niet zouden halen. Dat zou niet van goed bestuur getuigen. Maar die zekerheid heb ik natuurlijk niet. We hebben alles zo goed mogelijk afgewogen en zo goed mogelijk georganiseerd zoals wij denken dat het zou moeten. We gaan dus met vertrouwen die kwesties aan. Maar die zekerheden kun je nooit hebben want de rechter beoordeelt het weer onafhankelijk, gelukkig. Zoals ik net in mijn inleiding al zei, ik heb er het volle begrip voor dat sommige zaken tot juridische procedures leiden en zeker als het om je eigen bedrijf gaat en je broodwinning. En ten derde zou ik willen zeggen dat ik het met u eens ben: het goede gesprek kan ook heel veel helpen. Dat probeer ik ook te doen. Dat heb ik net al aangegeven. Maar ik vind het heel begrijpelijk en prima dat mensen ondanks dat we een goed gesprek met elkaar voeren, toch gewoon hun juridische zaak willen uitvechten als ze denken dat het voor hen echt nodig is. (De heer KREUGER: Ik heb nog even zitten nadenken over iets wat wethouder De Vries net zei. Hij zei namelijk net, ik weet niet of hij dat hypothetisch bedoelde, dat hij zes vergunningen minder zou kunnen uitgeven. Volgens mij kan dat niet want er is al een plafond gesteld. Je kunt dus niet iemand een vergunning onthouden onder het plafond. Als iemand aan alle eisen voldoet, moet je tot het plafond vergunnen. Dus waarom stelt hij hypothetisch dat hij zes vergunningen minder zou kunnen uitgeven?) Ik zal daarover nadenken, maar ik gaf het u alleen aan als mogelijkheid om aan te geven dat het dus niet per definitie waar is wat u zegt. Dus als deze zes boten niet doorgaan, dat dan de volgende zes boten van de lijst gaan doorstomen. (De heer KREUGER: Dit is gewoon niet waar. Dit is gewoon niet waar. Op het moment dat die boten niet kunnen worden vergund, dan komen de volgende lotnummers aan de beurt. Die worden dan vergund. Je kunt niet die zes vergunningen niet uitgeven. Als ze aan alle eisen voldoen en je hebt een plafond gesteld, dat is in de eerste tranche dat aantal van 155, en dan kun je dat plafond niet nog verder omlaag brengen. Je moet vergunnen. Dus op het moment dat je die boten eruit haalt, worden zes andere boten gedupeerd want die hebben geen vergunning. Die schuiven automatisch door.) Ik moet toegeven, u heeft gelijk. Ik word nu gebriefd door de afdeling. Dus het is inderdaad automatisch zo dat we wel die 155 moeten gaan uitgeven. De VOORZITTER: Is er behoefte aan een stemverklaring? Mijnheer Kreuger, ik zie dat u nog een interruptie heeft, maar u ziet ook in de chat dat dat uw vierde is. (De heer KREUGER: Nee, voorzitter, dat is niet zo, want u zag mijn laatste interruptie over het hoofd en toen drukte ik nog een keer.) De VOORZITTER: Oké. De griffier fluistert ook al zoiets. Bovendien heeft u het woord nu al. Ga uw gang. (De heer KREUGER: Ik ben blij dat de wethouder hierop terugkomt want dan geeft hij hierin JA21 gelijk. Maar op het moment dat hij hierin JA21 gelijk geeft, klopt deze motie volledig. Dus op het moment dat ik nu gelijk krijg op dit punt, zou de wethouder deze motie van JÂ21 positief moeten preadviseren en zes extra vergunningen moeten uitgeven. Is de wethouder dat met mij eens?) 58 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Vergaderdatum 10 maart 2021 Raadsnotulen Nee, dat ben ik niet met u eens. Ik heb volgens mij al drie keer gezegd en ik zeg het vrolijk nog een vierde keer dat de redeneerlijn die u volgt, namelijk dat de spelregels worden gewijzigd tijdens het spel, die onderschrijft het college niet. Dus is er ook geen sprake van dat partijen worden gedupeerd. Om die reden ontraden wij de motie. De discussie wordt gesloten. De VOORZITTER: Is er behoefte aan een stemverklaring? Dat is niet het geval. 11 Kennisnemen van het rapport Evaluatie Bestuurlijk Stelsel Nr. VN2021-002848 De VOORZITTER deelt mee dat de volgende moties zijn ingekomen: 66° Motie van de leden De Grave-Verkerk, Van Soest en Yilmaz inzake het evaluatierapport Bestuurlijk Stelsel, Uitwerking scenario budgetrecht voor stadsdelen op Schoon, Heel en Veilig, nr. 119.21 Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: -__een scenario uit te werken waarin stadsdelen budgetrecht toegekend krijgen om op stadsdeelniveau lokaal maatwerk te bieden op de thema's Schoon, Heel en Veilig, ter aanvulling op respectievelijk stadsdeel specifieke uitwerking van stedelijk beleid; - deze uitwerking uiterlijk in april 2021 aan te leveren, zodat raad, stadsdeelcommissies en bewoners dit tijdig kunnen betrekken bij standpuntbepaling, besluitvorming of inspraak. 67° Motie van de leden Flentge en A.L. Bakker inzake het rapport Evaluatie Bestuurlijk Stelsel, Variant uitwerken waarbij politieke partijen in stadsdeelcommissies vervangen worden door buurtbewoners, nr. 120.21 Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - bij een aanpassing van het bestuurlijk stelsel ook een variant uit te werken waarbij politieke partijen in die stadsdeelcommissies (lijstenstelsel) volledig worden vervangen bijvoorbeeld door buurtbewoners die er door middel van loting plaats in nemen, of op een andere manier. 68° Motie van de leden Vroege, Biemond, Grooten, De Grave-Verkerk, Boomsma, Yilmaz en Veldhuyzen inzake aanpassingen bestuurlijk stelsel in tijden van verkiezingen op stadsdeelniveau, nr. 138.21 Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: -_ bij uitwerking van de aanpassingen bestuurlijke stelsel uit te gaan van verkiezingen met een lijstenstelsel op stadsdeelniveau om daarmee kwaliteit en continuïteit van lokale democratie te bevorderen. 59 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Vergaderdatum 10 maart 2021 Raadsnotulen 69° Motie van de leden Vroege, Grooten, Biemond, Yilmaz en Veldhuyzen inzake verruimen actief kiesrecht non-EU, nr. 139.21 Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: -__ te onderzoeken en zo mogelijk voorstel te doen om Amsterdammers die geen EU-burger zijn, korter dan vijf jaar maar legaal in Amsterdam verblijven, actief stemrecht te geven voor de verkiezingen van de stadsdeelcommissie in 2022. 70° Motie van de leden Biemond, Grooten, Vroege, De Grave-Verkerk, Boomsma, Veldhuyzen, Yilmaz, Kreuger en Ceder inzake taken en bevoegdheden van de bestuurscommissies in kaart brengen, nr. 140.21 Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - voor de raad alle taken en bevoegdheden die de stadsdelen hadden in het bestuurlijk stelsel tussen 2014 en 2018 en in het huidige systeem in kaart te brengen; - daarbij alle bijgevoegde democratiseringsinstrumenten met betrekking tot participatie en representatie mee te nemen om zodoende te kunnen beoordelen wat in het opvolgende stelsel een verbeterde verdeling zou zijn; -__ tevens inzichtelijk te maken welke taken, bevoegdheden en instrumenten kunnen worden overgedragen of gemandateerd aan stadsdelen met daarbij een uitsplitsing tussen de rol van het dagelijks bestuur en het algemeen bestuur; - de raad hierover uiterlijk mei 2021 over te informeren. 71° Motie van de leden Vroege, Grooten, Biemond, De Grave-Verkerk, Boomsma, Yilmaz, Ceder en Veldhuyzen inzake het rapport evaluatie Bestuurlijk stelsel, Kwalitatieve en kwantitatieve versterking van de ambtelijke ondersteuning van de stadsdeelcommissies, nr. 141.21 Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: -__bij de uitwerking ten behoeve van versterking bestuurlijk stelsel een voorstel te doen om te komen tot een kwalitatieve en kwantitatieve versterking van de ambtelijke ondersteuning van de stadsdeelcommissies; - in overleg met het presidium van de gemeenteraad de mogelijkheid en wenselijkheid van het onderbrengen van de bestuursondersteuning bij de griffie van de gemeenteraad in kaart te brengen. 72° Motie van de leden Biemond, Grooten, Vroege, De Grave-Verkerk, Boomsma, Veldhuyzen, Yilmaz, Kreuger en Ceder inzake huidige verbeteringen bestuurlijk stelsel, nr. 142.21 Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - te zorgen dat er een standaardprocedure komt voor het opnemen van een adviesparagraaf met de standpunten van het stadsdeel, om daarnaast de adviezen van de stadsdeelcommissies centraal inzichtelijk te maken en borgen dat er terugkoppeling volgt betreft de adviezen richting stadsdeelcommissies 60 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Vergaderdatum 10 maart 2021 Raadsnotulen en het bredere publiek. Dat deze procedure uniform gehanteerd wordt door raad en de zeven stadsdelen; - op korte termijn de ondersteuning voor stadsdelen te vergroten en te versterken; -__ het presidium te vragen na te denken over hoe een periodieke afstemming en overleg tussen de gemeenteraad en de stadsdeelcommissies in de toekomst het beste plaats kan vinden. 73° Motie van de leden Grooten, Biemond, Vroege, De Grave-Verkerk, Boomsma, Veldhuyzen en Yilmaz inzake scenario's uit het evaluatierapport van Necker en Naem over het bestuurlijk stelsel van Amsterdam, Uitwerken scenario 4 stadsdeelplus, nr. 143.21 Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: -__ Scenario 4 stadsdeelplus in combinatie met meer participatieve instrumenten als richting uit te werken en te onderzoeken welke instrumenten de stadsdeelcommissie in dit scenario nodig heeft; - hierbij meerdere scenario’s voor benoeming van dagelijks bestuurders uit te werken met voor- en nadelen per scenario; -__in de uitwerking verder nadrukkelijk aandacht te besteden aan de ambtelijke organisatie en waar capaciteit, ondersteuning en kennis nodig zijn om dit scenario goed te laten werken en de kosten hierbij ook in beeld te brengen; - daarnaast aandacht te besteden aan de benodigde cultuur om dit scenario gezond te laten functioneren en wat daarvoor nodig is. 74° Motie van de leden Grooten, Vroege, Biemond, Yilmaz en Veldhuyzen inzake het evaluatierapport Bestuurlijk Stelsel, Uitbreiden actief en passief kiesrecht stadsdeelverkiezingen door verlagen leeftijdsgrens naar 16 jaar, nr. 144.21 Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: -__in de uitwerking van het bestuurlijk stelsel na 2022 te onderzoeken of zowel het actief als het passief kiesrecht voor de stadsdeelverkiezingen ook open kan worden gesteld voor 16- en 17-jarigen. 75° Motie van de leden Yilmaz, Vroege en Grooten inzake evaluatie van de informatievoorzieningen van de gemeente Amsterdam, nr. 145.21 Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - de informatievoorziening over de gemeenteraad te laten evalueren door een gespecialiseerd bureau en daarbij bijzondere aandacht te hebben voor visueel beperkten, laaggeletterden en anderstaligen. 76° Motie van de leden Yilmaz en Veldhuyzen inzake het evaluatierapport Bestuurlijk Stelsel, Onderzoeken welke gemeentelijke taken overgenomen kunnen worden door bewonerscollectieven en om hoeveel procent van het budget het dan zou gaan, nr. 146.21 Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: 61 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Vergaderdatum 10 maart 2021 Raadsnotulen -__ te onderzoeken welke gemeentelijke taken overgenomen kunnen worden door bewonerscollectieven en om hoeveel procent van het budget het dan zou gaan. 77° Motie van de leden Yilmaz en Veldhuyzen inzake burgerparticipatie te bevorderen middels het Decidim model van Barcelona, nr. 147.21 Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - te onderzoeken of en hoe een digitaal model zoals Decidim kan worden ingevoerd in Amsterdam. 78° Motie van het lid De Grave-Verkerk inzake het evaluatierapport Bestuurlijk Stelsel, Raming omvang ambtelijke organisatie, nr. 164.21 Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - bij elk van de genoemde vier scenario's een inschatting te maken van de verwachte groei of krimp van de omvang van de ambtelijke organisatie; - deze inschattingen tijdig te maken zodat deze kan worden betrokken bij de doorontwikkeling van het bestuurlijk stelsel. 79° Motie van het lid Veldhuyzen inzake Evaluatie Bestuurlijk Stelsel, Kiesrecht ongedocumenteerden, nr. 165.21 Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: -__een onderzoek te verrichten naar de mogelijkheden om Amsterdammers zonder verblijfsvergunning actief en passief stemrecht te geven voor toekomstige verkiezingen voor de stadsdeelcommissies en hierover te rapporteren naar de raad. 80° Motie van het lid Kreuger inzake rapport Evaluatie Bestuurlijk Stelsel, Scenario stadsdeelcommissies afschaffen, nr. 166.21 Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: -__bij het uitwerken van de Hoofdlijnen Bestuurlijk Stelsel ook een scenario uit te werken waarin de stadsdeelcommissies met verkiezingen worden afgeschaft, en wordt gezocht naar andere manieren om (lokale) participatie en inspraak te organiseren. De moties maken deel uit van de beraadslaging. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Vroege. De heer VROEGE: Het waren twee bijzondere dagen, ik bedoel de vergaderingen waarin de raadscommissie KDD de evaluatie van het Bestuurlijk Stelsel besprak. Inhoudelijk, constructief en zonder partijpolitieke verpatserij. Hoe anders was dat vier jaar geleden. Dat kan zich ook wethouder Groot Wassink vast nog wel herinneren. Ik begon aan dit dossier met de last van het verleden voelbaar op mijn schouders door de keuzes die ook 62 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Vergaderdatum 10 maart 2021 Raadsnotulen D66 in het verleden heeft gemaakt en in het besef dat het misschien wel de laatste kans ZOU zijn voor de stadsdelen. Regelmatig klonk het hier en daar, kunnen we er niet beter helemaal mee ophouden? U kent mijn liefde voor de stadsdelen en daarom was mijn inzet om de macht, het gezag en de invloed te verbeteren door de decentrale democratie te versterken. En om dat breed gedragen te doen. Niet enkel met een krappe meerderheid van bijvoorbeeld alleen D66, GroenLinks en PvdA. Aan de vele moties en de vele namen eronder, soms zelfs van JA21 tot BIJ1, is te zien dat dit is gelukt. Dat is niet mijn verdienste maar ons aller verdienste mede als gevolg van het goede inhoudelijke debat in de raadscommissie. Ik ben daar de andere collega's echt dankbaar voor. Vandaag geven we vooral richting en later dit jaar besluiten we definitief maar op veel punten is die richting duidelijk. Bijvoorbeeld dat een ruime meerderheid van deze raad kiest voor verkiezingen op stadsdeelniveau in plaats van in gebieden en met een lijstenstelsel. Over sommige andere dingen zijn we het nog niet eens. Wie benoemt bijvoorbeeld de bestuurders? Zoals dat nu gaat, voelt dat wellicht enigszins onnatuurlijk maar uit onderzoek blijkt dat dit wel succesvol is. Deze definitieve keuze stellen we dus nog even uit en we vragen het college meerdere varianten uit te werken. Behalve meer in de toekomst roepen we het college ook op meer buurten te doen. Een aantal praktische zaken heeft immers niets met structuur te maken maar dat is gewoon een kwestie van dingen goed en beter regelen. Daarmee kan en moet de wethouder morgen al aan de slag. Naast dingen goed regelen is ook cultuur belangrijk. Hoe gaan we met elkaar om, hoe serieus nemen we elkaar? Laat ik eerlijk zijn, daar heeft ook deze raad steken laten vallen. Van het college had ik op dit vlak hogere verwachtingen. Laat ik vandaag positief blijven en vooral mijn complimenten uitspreken aan de burgemeester en wethouder Van Doorninck die als enige leden van het college consequent en serieus met de stadsdelen zijn omgegaan. Dat zij de inspiratie en een voorbeeld mogen zijn voor hun collega’s in de resterende twaalf maanden. Tot slot, voor meer inhoud bij de stadsdelen maar ook voor meer kiezers van de stadsdelen. De voorstellen die we doen voor jongeren en internationals om ook hen stemrecht te geven, zijn een mooie kers op de taart, een taart die we gezamenlijk liefdevol hebben gebakken. (De heer FLENTGE: De heer Vroege houdt een gepassioneerd betoog en zo ken ik hem als het gaat over de stadsdelen. Daarin zei hij iets interessants. Hij zei, er zal een culturele verandering moeten plaatsvinden. Zo heb ik het in ieder geval beluisterd. In hoeverre denkt hij — met het lijstenstelsel en de politieke partijen die in de stadsdelen straks allesbepalend gaan zijn - een culturele verandering te laten plaatsvinden binnen het stadsdeelstelsel als je daaraan vasthoudt, aan dat lijstenstelsel?) Het cultuuraspect gaat wat mij betreft vooral over hoe we in de totaliteit van het openbaar bestuur van Amsterdam met elkaar omgaan, de verhouding Stopera en stadsdelen. Daar is echt nog een wereld te winnen. En wat betreft die lijstenstelsels, ja, ik denk dat dat beter gaat werken dan een personenstelsel omdat de stadsdelen met 140.000 tot 160.000 inwoners te groot zijn voor individuen om serieus kans te maken op een rechtevenredige positie in die lijsten. In kleine gebieden zoals nu gebeurt in landelijk Noord met een dorpsraad en een dorpsraad bij Sloten, daar werkt zo'n personenstelsel prima maar gebieden die groter zijn dan de gemiddelde gemeente in Nederland, daar moeten we samenwerken in een lijstenstelsel om ook de opvolging goed te regelen. (De heer FLENTGE: Dat zou je op verschillende manieren kunnen doen. Je zou natuurlijk politieke partijen eruit kunnen halen op stadsdeelniveau 63 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Vergaderdatum 10 maart 2021 Raadsnotulen wetende dat die al in de gemeenteraad zitten om te voorkomen dat er langs allerlei politieke lijnen besluitvorming plaatsvindt vanaf het stadsdeel naar de Stopera. En dan zeg je op die manier, laten we dat vervangen door bijvoorbeeld iedereen, de stadsdeelcommissies, langs loting, een politieke vernieuwing, te laten functioneren. Dan doe je iets fundamenteel anders en dan kan het ook leiden tot een culturele verandering.) Ik denk dat het stadsdeelstelsel op dit moment niet toe is aan hele verfrissende ideeën. We moeten eerst zorgen dat het wat meer body krijgt, dat het wat steviger op de benen komt te staan. Daarna is er denk ik ruimte voor experimenten. De heer Flentge suggereert dat alleen politieke partijen zouden meedoen. Dat heb ik niet gezegd. Een lijstenstelsel staat voor alle groepen open die samen een lijst vormen. Als je met de lokale voetbalvereniging wilt meedoen of als bewoners in een bepaalde buurt, mag dat uiteraard ook. Ik hoop juist dat allerlei groeperingen zich bundelen in een lijst en gaan meedoen en dat we niet enkel politieke partijen krijgen. (De heer FLENTGE: Dan constateer ik wel en dat vind ik Jammer dat het natuurlijk gaat om het weghalen van die politieke lijst, die politieke partijen uit de stadsdeelcommissies. Daaraan houdt u dus vast en dan denk ik dat we binnen twee, drie jaar weer een nieuwe evaluatiecommissie krijgen met een bestuurlijk stelsel dat ook aan alle kanten vastloopt. Dat vind ik wel heel jammer om te constateren.) Dat we over drie of vier jaar weer een evaluatie hebben, daar ben ik haast wel zeker van. Ik denk dat we dat constant moeten evalueren en dat we constant moeten kijken wat er beter kan, maar ik wil niet vooruitlopen op conclusies die de heer Flentge nu al trekt uit een evaluatie die over vier jaar nog moet plaatsvinden. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Grooten. Mevrouw GROOTEN: Wat fijn dat we in dit dossier van het Bestuurlijk Stelsel vandaag weer naar de toekomst kunnen kijken want we hebben natuurlijk in het verleden, vier jaar geleden, het debat met elkaar gevolgd en we hebben het rapport liggen en het daarover twee raadscommissievergaderingen hebben gehad. Volgens GroenLinks is het tijd voor nieuwe energie, een nieuw mandaat en een nieuw evenwicht zoals we al eerder zeiden. Wij willen dat de Amsterdammer een sterke lokale democratie heeft waarop hij kan bouwen. Mensen in de buurt waar hij naartoe kan gaan en die dan ook echt iets kunnen betekenen en beslissen. Dat vinden wij ook echt passen bij de schaal van de stadsdelen en aan de belangenafwegingen die kunnen worden gemaakt in het stadsdeel. Daaraan refereerde collega Vroege net ook al. (De heer FLENTGE: Ik doe de interruptie nu vrij vroeg omdat mevrouw Grooten zegt dat de Amsterdammers meer democratie nodig hebben en dat je de Amsterdammers meer empathie wilt geven en er meer bij wil betrekken. Wat zou er dan op tegen zijn die Amsterdammers ook in de stadsdeelcommissies te laten plaatsnemen? En dan niet via politieke lijsten.) Dat laatste was wel een toevoeging, want het leek een beetje alsof de mensen in de stadsdeelcommissie dan ook geen Amsterdammers zijn. We hadden laatst een expertmeeting over participatie en daar zei René Couperus wel iets heel grappigs. Die zei eigenlijk is de gemeenteraad de hoogste vorm van participatie. Dat is ook democratisering. Dat zijn gewoon bewoners, leken, die in een bestuur gaan zitten en dat als bewoner een aantal jaren willen doen. Dat is ook gewoon participatie. Maar ik zal nog ietsje dieper op uw vraag ingaan. Dat wilde ik eigenlijk ook net in mijn betoog doen. De schaal van de 64 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Vergaderdatum 10 maart 2021 Raadsnotulen stadsdelen zorgt ervoor dat het best wel grote belangenafwegingen kunnen zijn. Wij denken dat het past bij die schaal om dan met een lijstenstelsel te werken maar voor ons ligt de sleutel in het mandaat dat je die mensen geeft. Als jij niets kan, als je alleen kunt adviseren en daarmee wordt niets gedaan, dan gaat het ook echt niets zijn en dat hebben we deze periode natuurlijk gezien. Ik zag in het blog dat de SP naar buiten bracht dat de SP die adviesfunctie wel zou willen behouden maar daar dan bewoners in plaats van lijsten zou willen neerzetten. Dan denk ik, SP, waarmee scheep je die bewoners nou af? Dan scheep je ze eigenlijk af met nul mandaat en dat is echt het recept tot frustratie zoals we dat in deze periode van dichtbij hebben kunnen zien. Dus dat stuk vind ik het meest lastige in uw betoog. (De heer FLENTGE: Daarop kom ik in mijn eigen betoog nog wel terug, mevrouw Grooten, want je hoeft niet per se een stadsdeelcommissiestelsel te hebben. Maar goed, ik realiseer me de politieke realiteit. Dan kun je dat vervangen met directe vormen van democratie. Mijn vraag aan u was, waarom laat u de Amsterdammers niet gewoon op persoonlijke titel of via loting bijvoorbeeld in de stadsdeelcommissies plaatsnemen. Toen zei u, vanwege de grote schaal is het belangrijk of dan had u in ieder geval de voorkeur om dat via politieke partijen te doen. Heeft u de indruk dat een gewone Amsterdammer die door middel van loting of misschien via zijn persoonlijke lijst is gekozen, dat die dat niet zou kunnen en dat een politieke partij dat beter kan?) Nee, maar ik denk wel dat het best een pittige functie is. Als je daar als losse bewoner inkomt en je hebt geen ondersteuning of mensen om je heen, dan is dat best lastig. Dat is wat ik van veel stadsdeelcommissieleden heb gehoord deze periode. Wat ik ook echt een punt vind, is wanneer je een losse bewoner zou kiezen, hoe weet je dan waar mensen voor staan in een veel bredere context dan alleen iets in de straat of in de buurt. lemand wordt verkozen en hoe weet je waarvoor die staat? Ook als diegene wegvalt — mensen stappen op — dan gaat zo'n zetel ook weer verloren, dus dan gaat die misschien random naar de volgende. Ik denk dat de schaal van de stadsdelen toch echt wel zo is dat mensen moeten kunnen kiezen en dat ze weten waar mensen voor staan of waar in dit geval partijen voor staan. Er spelen gewoon echt wel veel thema's. Het zijn best brede afwegingen die daar moeten worden gemaakt. De VOORZITTER schorst de vergadering voor een minuut. Voorzitter: de heer Torn De VOORZITTER heropent de vergadering. (De heer FLENTGE: Ja, in zoverre vond ik het wel opmerkelijk. Wij verschillen gewoon van mening, GroenLinks en de SP, dat is wel duidelijk. Maar in zoverre vond ik het wel opmerkelijk dat u zegt dat iemand die vanuit een klein gebied misschien als buurtactivist in die stadsdeelcommissie zit, het grote geheel mogelijk niet goed zou kunnen overzien, dat suggereert u in elk geval, en dat vond ik opmerkelijk. Maar mijn vraag is meer, op het moment dat iemand wegvalt en zegt, ik wil het niet meer, ik ben na een, twee jaar moegestreden, ik vind het goed genoeg, dan is het toch prima als een andere buurtactivist of iemand anders via loting in die stadsdeelcommissie komt in plaats van dat het stokje wordt doorgegeven 65 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Vergaderdatum 10 maart 2021 Raadsnotulen binnen een politieke partij. Dat is toch helemaal niet zo gek? Dat is toch eigenlijk een veel democratischer manier? Degene die weggaat vervangen door degene die daarna het meeste aantal stemmen had.) Als ik die redenering volg, dan maakt het dus eigenlijk niet uit wat diegene vindt. Dus persoon X vindt iets heel anders dan persoon Y, maar dan ga je wel op mensen stemmen en dan zou het wel zo moeten zijn dat je toch weet op wie je stemt. En als die plek dan zo maar vrijvalt naar de volgende, dan lijkt mij dat toch een beetje gek. Je wilt als kiezer toch wel weten waarop je stemt en wat je belangrijk vindt in jouw stadsdeel. Dus die redenering kan ik niet helemaal plaatsen. De heer Flentge zei eigenlijk in een bijzinnetje, je zou ook helemaal van de stadsdelen af kunnen, maar ja, dat is misschien nu niet de realiteit. Volgens mij is dat wel een beetje het stiekeme standpunt van de heer Flentge dat hij er eigenlijk helemaal vanaf zou willen en nu kijkt hoe we er nu een tussenvorm van kunnen maken die ook wel gedoemd is te mislukken. We geven die mensen verder geen mandaat en we gaan het een beetje uitproberen met loten en dan gaan we eens kijken of dat goed uitpakt. Misschien zit daar wel het idee achter van hé, dan kunnen we er daarna misschien wel helemaal mee ophouden. Wij willen juist die stap naar voren zetten en wij willen het juist versterken en ervoor zorgen dat die mensen in die stadsdeelcommissies ook echt iets kunnen. Ik vervolg mijn betoog. De afgelopen jaren zagen we ook dat die adviesfunctie gewoon veel te beperkt was en dat heel veel mensen de stadsdelen gingen overslaan en direct naar ons in de Stopera toe kwamen. Dat hebben we ook gezien aan de grote hoeveelheden insprekers die zich bij ons hebben gemeld. Dat vinden we echt het weggooien van denkkracht en energie. Die stadsdeelcommissieleden doen dat werk ook in weinig tijd en met weinig vergoeding, dus mij moeten er wel voor zorgen dat wat die mensen doen, op een zo goed mogelijke manier landt. Welke punten staan dan vandaag voor ons voorop? Dat is dus dat mandaat, dat stadsdeelniveau terug. We hebben gezien dat die gebieden toch wel echt problematisch zijn met mensen die net over de grens verhuizen en daardoor niet kunnen terugkeren. Ook omdat we willen dat lokale partijen meer kansen gaan maken. Dus wellicht een jongerenpartij, ik zeg maar wat, mensen die zich opwerpen en los van de bestaande partijen zich zouden willen kandideren. We willen ook heel duidelijk de taken en bevoegdheden in beeld en daarvoor is ook een motie. Als laatste hebben we het voorstel geopperd om 16- en 17-jarigen actief en passief kiesrecht te geven. Eerder heeft het ROB daarover advies uitgebracht en dat heet jonggeleerd. Wij zouden dat heel graag voor de stadsdelen volgend jaar willen invoeren want juist in deze coronacrisis hebben we gezien hoe groot de invloed is van politieke beslissingen die over jongeren worden gemaakt. Wij willen juist die leeftijdsgroep zelf laten meebeslissen. Dat zou ontzettend mooi zijn. (De heer KREUGER: Ik ben een beetje kwijt waar nu bij GroenLinks het moment komt dat iemand zelf dingen kan beslissen. Als het over geld gaat en over schulden, dan moeten we mensen tot bijna 30 jaar helpen want ze zijn nog jong en ze kunnen het allemaal niet. En nu in een keer als het over het kiezen van volksvertegenwoordigers gaat, en dan moeten we nog afwachten wat voor volksvertegenwoordigers, dan is opeens 18 jaar te oud en dan moet het naar 16 jaar. Waar ligt dan de balans voor GroenLinks? Ik snap het niet meer.) Heel veel jongeren van 16 en 17 jaar werken, betalen belasting, dus die draaien gewoon helemaal mee in onze samenleving. Ik vind echt dat die gewoon moeten kunnen meebeslissen. Mensen helpen tot hun 30ste? Ik zou mensen helemaal niet alleen tot hun 30ste willen helpen, ik zou mensen veel langer in hun leven willen helpen. Voor mij zit daar 66 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Vergaderdatum 10 maart 2021 Raadsnotulen geen leeftijdsgrens aan. Waar we kunnen, moeten we mensen gewoon bijstaan. Dat is voor mij niet de tegenstelling oud en jong. (Mevrouw VAN SOEST: Ik ben het in grote lijnen wel met mevrouw Grooten eens dat we wat meer bevoegdheden naar de deelraad moeten doen en een jongerenpartij zou ik heel erg plezierig vinden, maar als 16- en 17- jarigen daaraan gaan deelnemen, dan horen die toch nog op school te zitten?) Dat ben ik helemaal met mevrouw Van Soest eens, maar dat betekent natuurlijk niet dat ze dit ook kunnen doen in hun leven. Dus we zullen wel moeten kijken hoe je dat kunt organiseren en dat ze dat ook echt kunnen doen. Volgens mij zouden ze dat allebei moeten kunnen. Dan had ik alleen nog een blokje bedanken, maar dat heeft de heer Vroege net al heel mooi verwoord. Ik ben echt heel blij dat we samen met een aantal partijen die handschoen hebben kunnen oppakken om het op een andere manier te doen dan hoe het vier jaar geleden ging en dat we nu een richting kunnen meegeven. Daarbij zeg ik ook dat we daarin nog wel flexibel zijn. We willen ook echt de inspraak afwachten en kijken waarmee de wethouder wil komen zodat we er ook nog aan kunnen sleutelen. Het is voor ons niet zo dat dit het is en dat het dit helemaal moet zijn, maar we hopen dat we hiermee een mooie richting geven waarmee we in de toekomst verder kunnen en die Amsterdammer dat sterke lokale bestuur kunnen teruggeven. (De heer VROEGE: Nog een inhoudelijke vraag aan collega Grooten. Is zij het met D66 eens dat het zijn van volksvertegenwoordiger veel meer inhoudt dan vergaderen en dat we eigenlijk af moeten van betaling op basis van het aantal keren dat je vergadert maar dat we naar een vaste vergoeding toe moeten voor het zijn van volksvertegenwoordiger?) Daarmee ben ik het helemaal eens. Ik ken voorbeelden van mensen die echt de benen uit hun sloffen lopen om in de buurt overal te zijn maar door een heel vervelend voorval dan niet bij een vergadering kunnen zijn en dan krijg je dus niet betaald. Ik vind dat een heel goed punt van de heer Vroege en ik denk dat we dat in een later stadium kunnen toevoegen. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw De Grave-Verkerk. Mevrouw DE GRAVE-VERKERK: Eenvoud is een voorwaarde voor betrouwbaarheid en dat is het thema waarin ik dit agendapunt dat heet Kennisnemen van evaluatie Bestuurlijk Stelsel zou willen plaatsen omdat het uiteindelijk erom gaat gezamenlijk een stelsel te hebben en dat te onderhouden dat het vertrouwen heeft van de inwoners en de ondernemers in Amsterdam en dat daarom dus ook inzichtelijk en betrouwbaar moet zijn in Zijn werking. Daarom eenvoud. Keep it smart and simple, ook wel KISS. Sluit aardig aan bij de liefdevolle koekenbakkerij waarover de heer Vroege sprak, maar ik meen het. Dit principe komt uit de programmeurswereld waarin het in de late jaren “70 in zwang is geraakt ter vermijding van grote en vooral gecompliceerde programma’s. de algemene opvatting daarbij is: het is verstandig dingen zo eenvoudig mogelijk te houden en dat refereert aan situaties waarin men complexe modellen of representaties tracht te maken daar waar een simpeler model ook zou kunnen volstaan. Less is more en probeer niet alles te vatten in een model of in dit geval in een stelsel te proppen. Vanuit die benadering gaat de VVD-fractie de gedachtewisseling over het Bestuurlijk Stelsel aan. Gedachtewisseling, ja, want het is allereerst nuttig om gedachten te horen voordat precies in beeld kan worden gebracht wat de opties zijn en de standpuntbepaling komt pas daarna. Dat is ook wat 67 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Vergaderdatum 10 maart 2021 Raadsnotulen mevrouw Grooten net noemde en ik hecht eraan dat wel te benadrukken. Dat is het traject dat voor ons ligt en op de procesaanpak kom ik later in mijn bijdrage dan nog terug. Allereest dank aan het college voor het opvolging geven aan de VVD-motie Ruijgrok uit 2017 waarin om een evaluatie van het toen nieuw in te voeren Bestuurlijke Stelsel gevraagd is en ook het invullen van de recentere wens van de VVD-fractie om met ten minste drie scenario's te komen voor doorontwikkeling van het Bestuurlijk Stelsel in Amsterdam. Dat gaan we nu grondig bekijken met elkaar. De VVD-fractie neemt de opbrengst van die evaluatie serieus. Vanuit ieder stadsdeel klinkt de bevinding dat het beter kan en eerlijk gezegd vonden we dat in de gemeenteraad zelf ook al toen bleek dat het toch heel stroef was in de omgang met de adviezen, gevraagd en ongevraagd, die uit de stadsdeelcommissies tot ons kwamen. Dus die weerklank, daaraan moeten we gaan werken en mijn fractie wil dat ook en dat kan ook. Er liggen al diverse voorstellen voor verbetering en uitwerking voorhanden en daarmee kunnen we inderdaad gewoon beginnen. Verder is een duidelijk punt uit de evaluatie de behoefte aan een stevige positionering van de stadsdeelcommissie als gekozen en daarmee als democratisch orgaan. Dat vindt zowel een meerderheid van de leden van de stadsdeelcommissie als van de dagelijks bestuurders van de stadsdelen. Dat is een relevante opbrengst van deze evaluatie. Raad noch college kunnen hieromheen. Hoe past dit nu, is een vraag die ik hier in het midden wil brengen, bij het uitgangspunt van het huidige stelsel dat er toch ook eenduidigheid want centraal stedelijk beleid moet zijn. Er moeten natuurlijk ook uiteindelijk stedelijke afwegingen worden gemaakt en de stadsdelen zullen toch de uitkomsten daarvan moeten implementeren of respecteren of er misschien soepel mee omgaan. Ik denk dat het daarover gaat. Maar je kunt niet heen om de notie dat stedelijk beleid nodig is en dat dat niet mag worden versnipperd. Daar wil de VVD-fractie ook niet omheen omdat de stedelijke opgaven te groot zijn en ook te groot zijn voor het merendeel om die in alle stadsdelen verschillend te kunnen uitvoeren. Ik wijs erop dat het college al met goedvinden van de raad de verschillende stadsdelen verschillende budgetten toekent omdat er specifiek ter hand genomen moet worden in een stadsdeel dat ook specifiek uit te voeren. Ik noem als voorbeeld het masterplan Zuidoost, een prachtig plan, toegespitst op wat er In Zuidoost speelt en wat ook wordt gedragen door de stadsdeelcommissie Zuidoost. Dat zou naar stellige overtuiging van mijn fractie niet moeten veranderen. Wat de VVD-fractie beoogt, is dan ook deze evaluatie te gebruiken voor versteviging van de representatieve democratie maar niet om het hele stelsel om te gooien. Daarvoor is helemaal geen aanleiding. Welke criteria zou de VVD-fractie willen hanteren? Ik heb het al gezegd: eenvoud is een voorwaarde voor betrouwbaarheid. Uit de evaluatie blijkt en dat is ook al lang eerder tot de gemeenteraad gekomen, dat de grote makke van het huidige stelsel is dat de inwoners, de organisaties en de ondernemers niet meer weten waar ze met welke vragen, ideeën en bezwaren terecht kunnen. Dan kun je zeggen met verwijzing naar een heel beluisterenswaardige cd van onze voortreffelijke nationale zangeres Anouk Wen d'r maar aan, maar dat zou de kritiek op het gebrek aan respons vanuit de politiek alleen maar en ook terecht versterken. Dát wil de VVD-fractie in ieder geval niet. Wat wil de VVD-fractie verder niet? Wij willen niet een uitdijend ambtelijk apparaat omdat het ook nog maar de vraag is of wij ons dat als Amsterdam wel kunnen veroorloven in de komende jaren die voor ons liggen waarin er financieel zwaarweerscenario's worden verwacht. Het ziet er niet naar uit dat dat ineens anders gaat worden. Om hierop zicht te krijgen en ook bij de afwegingen die we nog gaan maken, wat grip te krijgen, vraagt de VVD-fractie in een motie aan het college of voor de raad de impact van diverse scenario’s in dit opzicht inzichtelijker te maken en hierbij hoort motie nr. 164.21 die ik namens de VVD-fractie indien. (De heer VROEGE: Ik ben blij met de meeste woorden van de VVD die echt een andere toon aanslaan dan in het verleden. Hulde daarvoor. Het 68 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Vergaderdatum 10 maart 2021 Raadsnotulen uitdijende ambtenarenapparaat, daar is mevrouw De Grave bang voor, maar dat lijkt mij niet terecht. Zij weet toch dat we als raad niet lang geleden een vrij stevige opgave hebben aangenomen om in de volgende bestuursperiode met veel minder ambtenaren te gaan werken? Is zij het met mij eens door ambtenaren dichter op de werkvloer te organiseren dat je minder overhead krijgt en dat je door meer ambtenaren decentraal te organiseren juist een besparing van onnodige overhead en onnodige ambtenaren kan betekenen?) De D66-fractie stelt eigenlijk twee vragen in een. Ja, inderdaad, de VVD heeft nu een andere benadering dan ook wellicht de D66-fractie had bij invoering van het thans vigerende stelsel en daarbij zeg ik ook, democratie is een werkwoord dus het is nooit klaar. Daarover zijn we het denk ik eens. En dan dat andere punt. Ik refereerde er al aan dat er zware jaren voor de gemeente voorliggen en dat het ook maakt dat we zicht en grip moeten zien te krijgen op wat betekenen nu in het opzicht van de omvang van het ambtelijk apparaat de diverse voorliggende scenario’s. Daarover wordt iets gezegd in het evaluatierapport op bladzijde 19 met plusjes en minnetjes, maar ja, dat vind ik wat wankel om daarop af te gaan. Ik denk dat het college ook zal willen weten wat dat nu betekent. Vandaar de vraag om hier toch wat inzicht in te geven zodat we dat bij de te maken afwegingen kunnen betrekken. En daarbij moeten wij meenemen en daaraan refereert D66 terecht, dat we met elkaar onder ogen hebben te zien dat de middelen schaars zijn en daarmee de mogelijkheden tot inzet van het ambtelijk apparaat ook. Dus des te zorgvuldiger moeten we zijn in dat opzicht. Dan vervolg ik. Wat de VVD-fractie ook echt niet wil, is nog meer bestuurlijke spaghetti en daarmee doel ik op de kluwen van politieke organen die zich met dezelfde vraagstukken bezighouden. Ten eerste verwart daardoor het democratisch gehalte van de besluitvorming en ten tweede raakt de burger volledig het zicht kwijt op wie waarover gaat. Er is natuurlijk altijd enige verstrengeling onvermijdelijk maar de VVD-fractie wil dit echt tot het minimum beperken. Dan wil ik iets meegeven in de beschouwingen wat tot nu toe nog niet te berde is gebracht en dat is dit. Op het niveau van de MRA zijn er ontwikkelingen die mogelijk gaan meebrengen dat deze raad zich meer dan voorheen zal gaan bezighouden met grootstedelijke vraagstukken en zich in dit opzicht bestuurlijk zou kunnen gaan verhouden tot de gemeenteraden van de MRA-gemeenten, misschien juist ook wel tot omringende gemeenten die juist geen deel uitmaken van de MRA. Dat vraagt wat opschaling van de raad. Hieraan zal aandacht en tijd moeten worden gegeven en dan is het logisch dit aspect ook te betrekken bij het in beeld brengen van de mogelijkheden of er wat afschaling kan zijn van taken en bevoegdheden van de raad. Het kan niet zo zijn dat er dubbel werk wordt gedaan door gemeenteraad en stadsdeelcommissie als we zien aankomen dat de raad iets zal moeten opschalen in juist die MRA-richting. Deze notie wil ik meegeven ook aan degenen die twijfel hebben bij het nut van de stadsdeelcommissies. Ik denk dat we ze hard nodig gaan hebben met het oog op de agenda in bestuurlijk opzicht. Wat de VVD ten slotte ook niet wil — ik kom hierna toe aan wat we wel willen — is nog meer complexiteit toevoegen. Dat betekent dat we nu niet willen kijken naar de mogelijkheden om 16- en 17-jarigen actief en passief kiesrecht voor stadsdeelcommissies toe te kennen noch welke andere groepering ook die dit nu nog niet heeft. De VVD wil eerst en vooral eenvoud en duidelijkheid; we willen geen afwijking op het gebied van stemrecht die niet elders wordt gehanteerd. En waarom zouden we dan nu ook doen? Heel terecht wijst de Partij van de Ouderen erop, wat doe je de jongeren aan die toch ook hun schoolwerk hebben te doen. Ik zie voor de raad en voor de stadsdeelcommissies hooguit het voordeel dat je nog op tijd zou moeten ophouden omdat de jongelui ook hun slaap nodig hebben maar dat is natuurlijk geen argument. Ons voornaamste argument is dat wij duidelijkheid 69 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Vergaderdatum 10 maart 2021 Raadsnotulen willen. Ik zie geen aanleiding om nu hierover te beginnen omdat het helemaal niet als een knelpunt uit de evaluatie naar voren komt. (Mevrouw VAN SOEST: Ik volg het betoog van mevrouw De Grave met veel belangstelling. Als u weet dat wij nu ontzettend veel werk meer hebben gekregen omdat er minder bevoegdheden bij de deelraden liggen, dan heb je daarvoor toch ook ondersteunende ambtenaren nodig? Begrijp ik het nu goed dat u dat niet wenst? Heb ik dat goed begrepen?) Ik haast me iets recht te zetten want dan heb ik mij misschien niet goed uitgedrukt. Ik wil zeggen dat de VVD-fractie geen voorstander is van een uitdijend ambtelijk apparaat. Wij willen uiteraard goede ondersteuning en er zijn schaarse middelen dus met de inzet van het ambtelijk apparaat zal voorzichtig moeten worden omgegaan. Voordat we daaraan conclusies verbinden, wil de VVD-fractie graag dat wordt uitgezocht wat de impact zou zijn op de mogelijke scenario’s ten aanzien van de omvang van het ambtelijk apparaat. (Mevrouw VAN SOEST: Zou het niet mogelijk zijn als we te veel ambtenaren hebben op het gemeentehuis om die wat meer bevoegdheden te geven in de deelraden? Als is het maar ondersteunend want daaraan hebben ze heel veel behoefte. Dat moet toch ook bij u bekend zijn. Bent u dat met mij eens?) Ik ben het volstrekt met mevrouw Van Soest eens dat je praktisch in het leven moet staan en dit soort aspecten moet je natuurlijk meewegen. Uiteindelijk moet bij de afweging de totale omvang want dan heb je het over financiële aspecten, natuurlijk ook een uitgangspunt zijn. Je moet vooral praktisch in het leven staan dus ook in dit opzicht. (De heer VROEGE: Ik waardeer de zorgen die de twee meest seniore dames van onze raad hebben voor de jongelui van 16 en 17 jaar, maar die zorgen gaan niet over het actief stemrecht, het mogen stemmen. Hoe staat de VVD daarin?) Ik vat even kort samen wat ik bedoel namelijk dit. Laten we het niet ingewikkelder maken dan het nu is. Waarom zouden we nu, terwijl dat niet uit de evaluatie naar voren komt, een afwijking maken van wat überhaupt elders wordt gehanteerd als het gaat om actief en passief kiesrecht en verwarring zaaien? Dan is het voor de stadsdeelcommissies weer anders dan voor de gemeenteraadsverkiezingen en weer anders dan voor de waterschapsverkiezingen. Mensen raken het zicht kwijt. Ik wil er onmiddellijk een positieve kant aan toevoegen. Laten we het simpel houden en laten we ook kijken wat je met inzet van participatieve instrumenten te weeg kunt brengen als het gaat om kennismaken met democratie, laten we democratische beleving organiseren, laten we verdieping verlenen aan jongeren en andere groepen en laten we nieuwe ideeën en energie ophalen zonder dat uitbreiding van het kiesrecht nu op dit punt specifiek wordt ingeregeld. Dan kom ik op een ander punt in dit verband en dat is een belangrijk punt voor mijn fractie. Hoe ontvankelijk is nu de Amsterdamse politiek die naar mijn observatie uit de eigen ontwikkelde aard al bijzonder ideeënrijk en energiek is. Maar goed, hoe ontvankelijk is die energieke Amsterdamse politiek voor ideeën van 16- en 17-jarigen? Dat is ook nog een punt waarop ik wil terugkomen. Wat doen we er tot nu toe mee? We mogen in dat opzicht ook wel in de spiegel kijken. Ik kom daar nog op terug. Kern van mijn betoog op dit punt is dat het wijzigen van kiesrecht complexiteit toevoegt. Het is helemaal niet nodig voor verlevendiging van de Amsterdamse politiek op zichzelf genomen en het maakt het onnodig ingewikkeld. Houd het eenvoud en simpel. Verbeter wat nu onnodig ingewikkeld is en wat nu goed werkt. Dat komt wel uit de evaluatie. Daarop zouden we naar mijn idee moeten inzetten. Dat maakt dan ook dat de VVD-fractie geïnteresseerd is in onderzoek naar de mogelijkheden om meer beleidsruimte op stadsdeelniveau in te richten in de stedelijke uitvoeringsagenda binnen het domein 70 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Vergaderdatum 10 maart 2021 Raadsnotulen openbare ruimte. Ik noem dat maar voor het gemak van het begrip schoon, heel en veilig. En daar zou wat mijn fractie betreft dan ook toekenning van een zeker budget bij horen. Dus een afgebakend terrein. Het ligt dicht bij inwoners en ondernemers in de stadsdelen en het laat uiteraard het adviesrecht gevraagd en ongevraagd van de stadsdeelcommissies voor het overige volledig in stand. Dan is het aan ons, aan de raad en aan het college wat we daarmee doen. Dat is wat de VVD wil onderzoeken. Kijk nu eens naar de mogelijkheden in dat opzicht. Daarvoor dien ik namens mijn fractie een motie in samen met de fracties van de Partij van de Ouderen en de fractie van DENK. (Mevrouw GROOTEN: Het gaat nog even over het blokje wat de VVD niet wil. Dan ging het over actief en passief kiesrecht voor andere groepen en dan valt er een paar keer ingewikkeld, ingewikkeld. Ik vraag me dan toch af wat er nu zo ingewikkeld aan is. Dan is er een aantal groepen die zich verkiesbaar mag stellen en dat krijgt het stembiljet opgestuurd en mag stemmen. Daaraan kun je nog wat communicatie verbinden, maar wat is daaraan nu zo ingewikkeld?) Twee dingen zijn ingewikkeld wat mijn fractie betreft. Het eerste is dat het helemaal geen uitkomst is van de evaluatie. Het is een idee. Dus ja, moet dat nu? Het tweede is dat het wél complexiteit toevoegt. De regeling wijkt dan weer af hiervoor ten opzichte van alle andere verkiezingen die er zijn. Het is verwarrend voor de mensen. Hebben we het echt nodig? Nee, er is een heel zinnig alternatief namelijk die inbreng en die energie, die gedachten en ideeën, bezwaren, wensen en verlangens ophalen door inzet van participatieve instrumenten en daarnaar kunnen we ook nog eens goed kijken. Op dat punt kom ik ook nog in mijn betoog. (Mevrouw GROOTEN: Dat het niet uit de evaluatie komt, daarover zou ik zeggen, wij kunnen als raad gelukkig ook nog zelf dingen toevoegen. De ROB heeft toch echt een mooi advies hierop gegeven, jonggeleerd, onder andere over die leeftijden. Dat zou ik u nog willen aanraden mocht u dat nog niet hebben gelezen. En over die verordening of die regeling, dan denk ik, dat leest nu echt helemaal niemand in Amsterdam dus als dat een keertje anders is, dan gaan mensen dat allemaal niet lezen. Ik zou nog wel willen vragen of we hierover nog een keer verder kunnen praten, maar voor nu raad ik u vooral dat ROB-advies aan.) Ik stel altijd het grootste belang in wat de ROB adviseert en ik denk dat dat ook z'n eigen weg nog moet vinden. Dit is nog helemaal niet klaar, dit gesprek en deze hele discussie. We hebben nog een aantal maanden voor ons. Dus laten we vooral het gesprek voortzetten op dat punt. Dan vervolg ik. Op zoek naar wat gaat werken: hoe kan het eenvoudiger en dus beter? De VVD-fractie is overigens geïnteresseerd in een aantal andere aspecten aan het Bestuurlijk Stelsel zoals de wijze en misschien ook wel de vorm van benoeming van dagelijks bestuurders in de stadsdelen. Daarom is de VVD mede-indiener van moties die hiertoe om nader onderzoek te vragen. Alle wijsheid begint met onderzoeken. (De heer BIEMOND: Ik wil ook iets onderzoeken. Ik ben bij het blokje over wat de VVD wel wil. Ik hoor mevrouw De Grave zeggen dat de VVD op specifieke beleidsterreinen wil kijken of er budgetrecht naar de stadsdelen kan gaan en mijn vraag is of dat impliceert dat de democratische controle op de toepassing van het budgetrecht op het niveau van de stadsdeelcommissies komt te liggen.) Het antwoord moet ja zijn ook in relatie tot wat ik hiervoor heb betoogd rond op- en afschaling. Geen dubbel werk. Dat zijn de criteria. Het is de moeite waard te onderzoeken of dat kan, wat de effecten zouden kunnen zijn, hoe je dat dan zou doen — dat gaat dan 71 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Vergaderdatum 10 maart 2021 Raadsnotulen over de vorm — en hoe je je met elkaar verhoudt. Dat brengt mij vrij natuurlijk op een ander punt dat ik wil aanstippen. Hoe nemen we nu het cultuuraspect hierin mee? Anders gezegd, hoe maken we het niet alleen eenvoudiger maar ook beter werkbaar met elkaar. Daarbij is natuurlijk een belangrijke notie dat het gaat helpen als een aangepast stelsel draagvlak heeft en dat krijg je door het er goed over te hebben met elkaar en niet meteen in einduitkomsten te praten. Dat moeten we vandaag dus ook niet doen. Dat is ook mijn indirecte antwoord op de vraag van de PvdA hoe ik daartegenover sta. Ik weet dat nog niet maar we moeten het er wel over hebben. (De heer BIEMOND: Ik doe het met enige schroom want iedere zin die mevrouw De Grave uitspreekt, klinkt redelijk en ik zou haar het liefst willen laten doorpraten maar ik heb toch nog even een vraag die teruggrijpt op wat zij eerder zei namelijk dat ze dat budgetrecht vooral wil onderzoeken of wil laten onderzoeken op de terreinen schoon, heel en veilig en dat lijkt er eigenlijk wel op dat ze andere beleidsterreinen wil uitsluiten. Bijvoorbeeld het sociale domein. Zou ze dat nog kunnen toelichten?) In de moties waarvan de VVD mede-indiener is, wordt uitdrukkelijk gevraagd om onderzoek te doen, om opties in beeld te brengen en de gedachtewisseling daarover mogelijk te maken en ook te bevorderen dus de uitkomsten daarvan op dat punt wacht ik gewoon af. Er ligt immers nog een heel proces voor ons. De opbrengst van de evaluatie, de reflectie hierop vanuit de stadsdelen, de commissies, de dagelijks bestuurders, de opbrengst van deze vergadering, de resultaten van de onderzoeken die de raad vraagt en waarvan ik hoop dat het college daarop ingaat. En last but zeker not least om Engels en Nederlands door elkaar te spreken, die inspraak moet nog plaatsvinden. Er wordt nog van alles opgehaald aan wensen, mogelijkheden en bezwaren in de stad. Dat zal ook zeker nog van invloed zijn op de uiteindelijke besluitvorming in deze raad. Daar komt dan nog een puntje bij dat ik wil aanstippen en dat is dat de VVD-fractie het college heeft gevraagd en het college heeft ook gezegd ervoor te zullen zorgen dat er tijdig een visie op participatie wordt voorgelegd aan de raad zodat een afwegingskader kan ontstaan. Wanneer worden participatieve instrumenten ingezet en wanneer democratische en hoe verhouden de opbrengsten zich dan onderling en hoe passen we dat dan in de verhouding tussen de opbrengsten van gemeenteraad en stadsdeelcommissies? Is het denkbaar om in de beleidsuitvoeringsagenda wat te divergeren naar de diverse stadsdelen toe? Hoe passen we daar dan bij de grootstedelijke projecten? Er ligt nog wel wat voor ons. Daarbij aansluitend is mijn concrete vraag aan het college of in reactie op deze gedachtewisseling een reflectie kan worden gegeven op het tijdpad ten aanzien van besluitvorming. Gaan we dat deze zomer, de meteorologische zomer, halen. Daarin zit wel een recesperiode. Ik ben even benieuwd naar hoe het college zich het tijdpad voorstelt omdat wij het als VVD-fractie wel belangrijk vinden die inzet van participatie-instrumenten te kunnen betrekken bij de besluitvorming vanuit de behoefte aan een bredere blik op zoek naar eenvoudige en voor iedere inwoner, organisatie en bedrijf in Amsterdam toegankelijke routes om in te spreken, ideeën te delen, bezwaar te maken, gehoord te worden — niet onbelangrijk — en ook om bij te dragen aan de Amsterdamse gemeenschap. Mijn fractie ziet ernaar uit om met de raad en het college deze routes zo eenvoudig mogelijk vorm te geven om te komen tot een vruchtbare wisselwerking. Dat is wat mijn fractie betreft de kern van de zaak: de wisselwerking tussen Stopera en stadsdelen. Die moet juist voor de Amsterdamse burger en het Amsterdamse bedrijfsleven meer vruchten gaan opleveren. De VOORZITTER: Mijn idee zou zijn dat we nu gaan schorsen voor de avondpauze en dat we zo dadelijk om 19.30 uur verder gaan en dan is de volgende spreker de heer Flentge van de SP. Dus die moet zeker op tijd aanwezig zijn. 72 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Vergaderdatum 10 maart 2021 Raadsnotulen De VOORZITTER schorst de vergadering tot 19.30 uur. 73 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Vergaderdatum 10 maart 2021 Raadsnotulen INDEX 117.21 Motie van het lid Bloemberg-Issa inzake de Investeringsnota SloterdijkCentrum en het beschikbaar stellen van een uitvoeringskrediet, Zoektocht voor de alles-in-één-school 118.21 Motie van het lid Bloemberg-lssa inzake de Investeringsnota Sloterdijk-Centrum en het beschikbaar stellen van een uitvoeringskrediet, Diervriendelijke verlichting … …29 119.21 Motie van de leden De Grave-Verkerk, Van Soest en Yilmaz inzake het evaluatierapport Bestuurlijk Stelsel, Uitwerking scenario budgetrecht voor stadsdelen op Schoon, Heel en Veilig. anneer onneerenonneneenenneerenenseerensnnennensnverr ensen enne Óf 120.21 Motie van de leden Flentge en A.L. Bakker inzake het rapport Evaluatie Bestuurlijk Stelsel, Variant uitwerken waarbij politieke partijen in stadsdeelcommissies vervangen worden door buurtbewoners …… nonnen nennen enneeeevenneerenennvereevenverenenveerevenneee eren 2 122.21 Motie van het lid Van Lammeren inzake wijzigen van de locatieprofielen, Bevoegdheid vergunnen evenementen van burgemeester naar wethouder … … 33 123.21 Motie van het lid Van Lammeren inzake kennisnemen van de stand van zaken evenementen, Commerciële festivals niet op kosten van de belastingbetaler … … … …33 124.21 Motie van het lid Van Lammeren inzake wijzigen van de locatieprofielen, Maak belofte aan bewoners over stoppen met N1-terrein waar … … nnen nennen eeen O 125.21 Motie van het lid Van Lammeren inzake wijzigen van de locatieprofielen, Stop de radicale ontgroening in Noorderpark … … nonnen enneeeeneneerenennereenn nnen OÔ 126.21 Motie van het lid Van Lammeren inzake wijzigen van de locatieprofielen, Adviezen bewoners, ondernemers en stadsdeelcommissie overnemen voor Westerpark … … …… 34 127.21 Motie van het lid Van Lammeren inzake wijzigen van de locatieprofielen, Schrap meteocorrectie … nnen nennen enneerenenneerenennereevenverrenenvereenenvervenenve erven enen Od 128.21 Motie van het lid Van Lammeren inzake wijzigen van de locatieprofielen, Laat schade ecologie door festivals onafhankelijk onderzoeken …… … nnee 34 129.21 Motie van het lid Van Lammeren inzake wijzigen van de locatieprofielen, Pomp de beschermde rugstreeppad niet uit de vijver … … nnen oenen enneeeenenneeren eneen OÁ 130.21 Motie van het lid Van Lammeren inzake wijzigen van de locatieprofielen, Geen dancefestivals in Tuinen van West … nnn eoenneerenneeeenenneeeenenneeerneveneeerennnerr en O 131.21 Motie van het lid Van Lammeren inzake wijzigen van de locatieprofielen, Evenementen waar muziek wordt gedraaid meetellen als muziekevenement … ….……..……35 132.21 Motie van het lid Van Lammeren inzake wijzigen van de locatieprofielen, Voorkom geluidsstapeling … … eneen nennen eneen enneerenennereevenveerenenverrenenveenenenvereevennee en OD 133.21 Motie van het lid Van Lammeren inzake wijzigen van de locatieprofielen, Onderzoek naar alle kosten van gemeente met betrekking tot evenementen … ……..….35 134.21 Motie van het lid Van Lammeren inzake wijzigen van de locatieprofielen, Geen toename festivals in Flevopark ……… … nnen ennen enneerenenneerenennverenenenneerenveerevenveee eeen OO 135.21 Motie van het lid Van Lammeren inzake wijzigen van de locatieprofielen, Volg advies van stadsdeelcommissie Zuidoost op met betrekking tot evenementen in Gaasperpark … nanne oennenneerenneenvennereneereneeeneenensneneneen eneen enernneenen enen OO 136.21 Motie van het lid Van Lammeren inzake wijzigen van de locatieprofielen (Geen grote evenementen meer toe te staan in het Sloterpark … nanne ennen eneen SO 137.21 Motie van het lid Van Lammeren inzake wijzigen van de locatieprofielen, Onderzoek naar staken paardenpolo op Museumplein … nnn eneen SÓ 74 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Vergaderdatum 10 maart 2021 Raadsnotulen 138.21 Motie van de leden Vroege, Biemond, Grooten, De Grave-Verkerk, Boomsma, Yilmaz en Veldhuyzen inzake aanpassingen bestuurlijk stelsel in tijden van verkiezingen op stadsdeelniveau … … nnn annnnnnnnneer eeen ensenene nennen enennennnneereenenennenne nennen enennennnee Ô 139.21 Motie van de leden Vroege, Grooten, Biemond, Yilmaz en Veldhuyzen inzake verruimen actief kiesrecht non-EU … nnen ennenerv ennen evens renner enne ÓÔ 140.21 Motie van de leden Biemond, Grooten, Vroege, De Grave-Verkerk, Boomsma, Veldhuyzen, Yilmaz, Kreuger en Ceder inzake taken en bevoegdheden van de bestuurscommissies in kaart brengen … nnen eener enneerenennverenenneervee eener enen ÔS 141.21 Motie van de leden Vroege, Grooten, Biemond, De Grave-Verkerk, Boomsma, Yilmaz, Ceder en Veldhuyzen inzake het rapport evaluatie Bestuurlijk stelsel, Kwalitatieve en kwantitatieve versterking van de ambtelijke ondersteuning van de stadsdeelcommissieS … … nnn anneer enneeeenenneerenenneeeenenneenenenneeeenenneeernenne vern ennnn neen ÓD 142.21 Motie van de leden Biemond, Grooten, Vroege, De Grave-Verkerk, Boomsma, Veldhuyzen, Yilmaz, Kreuger en Ceder inzake huidige verbeteringen bestuurlijk stelsel 143.21 Motie van de leden Grooten, Biemond, Vroege, De Grave-Verkerk, Boomsma, Veldhuyzen en Yilmaz inzake scenario's uit het evaluatierapport van Necker en Naem over het bestuurlijk stelsel van Amsterdam, Uitwerken scenario 4 stadsdeelplus … …..64 144.21 Motie van de leden Grooten, Vroege, Biemond, Yilmaz en Veldhuyzen inzake het evaluatierapport Bestuurlijk Stelsel, Uitbreiden actief en passief kiesrecht stadsdeelverkiezingen door verlagen leeftijdsgrens naar 16 jaar … … 65 145.21 Motie van de leden Yilmaz, Vroege en Grooten inzake evaluatie van de informatievoorzieningen van de gemeente Amsterdam … nnen eenen eenen «6D 145.21! Motie van de leden Yilmaz, Vroege, Grooten inzake evaluatie van de informatievoorzieningen van de gemeente Amsterdam … nnen eenvenneneer eneen. 66 146.21 Motie van de leden Yilmaz en Veldhuyzen inzake het evaluatierapport Bestuurlijk Stelsel, Onderzoeken welke gemeentelijke taken overgenomen kunnen worden door bewonerscollectieven en om hoeveel procent van het budget het dan zou gaan … 65 147.21 Motie van de leden Yilmaz en Veldhuyzen inzake burgerparticipatie te bevorderen middels het Decidim model van Barcelona. … nonnen ennenerrennenervenneeree eenn ÓD 148.21 Motie van het lid Yilmaz inzake de subsidieverordening schoon en alternatief vervoer verlengen … nnee venneeeenenneeernenneeernenneeeevenneeeenenneeervenneneen ennen OÓ 153.21 Motie van het lid Ceder inzake verwijderen zwerfafval doorbelasten aan de festivalorganisatOr …… anneer ooeneeeenenneerenennverenenneeeeevenverenenverenenneerenenveeeerveneer eeen OÓ 157.21 Amendement van het lid N.T. Bakker inzake het vaststellen van gewijzigde locatieprofielen … … annen nennen enneeeenenneeeenennenee vennen enne rvennenevennevee vennen OÓ 158.21 Motie van het lid Boomsma inzake de stand van zaken evenementen, Feest lekker, slaap lekker: bescherm omwonenden tegen teveel bastonen 's nachts … … … 36 160.21 Motie van de leden Kreuger en Ceder inzake Wijziging Verordening op het Binnenwater, Uitgeven extra vergunningen bij wijzigingen VÒB nn. 87 163.21 Motie van het lid Bloemberg-lssa inzake de Investeringsnota SloterdijkCentrum en het beschikbaar stellen van een uitvoeringskrediet, Aansluiten van Hoge Temperatuur stadswarmte op Warmtekoude Opslag systemen …… nnn nnen eneen eneereneer 000 GO 164.21 Motie van het lid De Grave-Verkerk inzake het evaluatierapport Bestuurlijk Stelsel, Raming omvang ambtelijke organisatie …… … nnn nnen ennneeerenneeeenenneeer rennen O6 165.21 Motie van het lid Veldhuyzen inzake Evaluatie Bestuurlijk Stelsel, Kiesrecht ongedocumenteerden …… nn nnnnnnenenneeeenennverenenneeren ennen verenneerenennverenenveerev ennen eeren ÓÓ 166.21 Motie van het lid Kreuger inzake rapport Evaluatie Bestuurlijk Stelsel, Scenario stadsdeelcommissies afschaffen … … nnen nnen enneerenenneerenenneererenneerenenneee ree ÓÓ 75 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Vergaderdatum 10 maart 2021 Raadsnotulen Afschrift van de brief van de Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland van 26 februari 2021, gericht aan het college van b&w, inzake de voortgang van de aanpak van Covid-19 in de veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland … … nnee ene eeeneee eener eenen fÎ Afschrift van de brief van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland, gericht aan de gemeenteraad van Weesp, inzake de financiële positie en goedkeuring van de Begroting 2021 van de gemeente Weesp … unne enneerenenneerenennverenennnveerenveeeevenneee nnen 12 Afschrift van een brief van de Vereniging Amsterdam City, gericht aan het college van b&w, inzake een dringende oproep om winkels, horeca en culturele sector op 3 maart 2021 weer te Open@N … nnee eneneneen eren enenenneeereenenen enne enee en eneneeneneeereenenenneenve vereen Afschrift van een brief van Louis Poulsen Holland B.V, gericht aan de burgemeester, inzake de relevantie van goede verlichting van buitenruimtes na Covid-19 …….…..nnn nn 11 Afschrift van een brief, gericht aan de Ombudsman Metropool Amsterdam, inzake gezondheid en veiligheid van inwoners van de gemeente Amsterdam … … 8 Brief van de Stichting Nationale Boomfeestdag inzake de groene schoolkaart van de basisscholen in de gemeente Amsterdam in het kader van de Nationale Boomfeestdag Brief van een burger inzake samenwerking met deelstaat Niedersachsen betreffende de treinverbinding naar Duitsland … nennen enneeeerenneeeenenneeeen eneen enneeervenneern ennen Ö Brief van het Actiecomité Raden in Verzet inzake de motie Gemeenten-in-nood-fonds en een digitaal congres Gemeenten in nood … nnn nennen eneen enereneer eneen erneer Ò Brief van het college van b&w inzake de aanbieding van het rapport De impact van Covid- 19: noodzakelijke keuzes voor een beter Amsterdam …… … nnen eenen eenen 1Î Brief van het Instituut Maatschappelijke Innovatie e.a. inzake aanbieding van het Manifest ‘Passend beleid voor collectieve en andere woonvormen’ … nnn ennen nennen eneen Ô Brief van wethouder De Vries met een nadere toelichting op de voorgestelde wijziging van de Verordening op het binnenwater 2010 (Vob) naar aanleiding van de toezegging in de raadscommissie MLW van 4 maart 2021 ….…..nnnnnnnnnnnneneenneneerenenenenneneneen en enenn nennen Nieuwsledenbrief nr. 26 van de VNG over de actuele ontwikkelingen rond de coronacrisis Raadsadres van Burgerparticipatie Energie Landsmeer inzake een beknopt puntenoverzicht met betrekking tot mogelijke misverstanden rondom windturbines ….…7 Raadsadres van de Stichting Jeshive Amsterdam inzake het dossier over de Joodse erfpachtgelden … …… nonnen enneeeerenneeeenenneeeenenneenveennenernenneeervenneeeenenveenveennenenne f. Raadsadres van een burger inzake betere handhaving door de politie van geluidsoverlast in binnenstad veroorzaakt door voertuigen … … nnee ennenvenenneeeeneneer enen Ö Raadsadres van een burger inzake capaciteit van zonnepanelen verhogen in plaats van windmolens in Amsterdam Oost … nanne onneenerseneeeenonneeren serveren ennen versnveeers serveren ern 1 Raadsadres van een burger inzake de Amsterdamse woonsituati® … nonnen. 10 Raadsadres van een burger inzake de gezondheidsrisico's van het plaatsen van windturbines dichtbij woonwijken … … ennn nennneeerennverenenneeeenenneeervenneeeen erneer ennen 8 Raadsadres van een burger inzake de verhoging van de gemeentebelastingen … ….……….9 Raadsadres van een burger inzake een multifunctionele woonberg als oplossing voor klimaatverandering in Amsterdam … … nnn onnennneenneneerennnervensenervenseenveennenernenn nen 1Û Raadsadres van een burger inzake gebrek aan handhaving van 1,5 meter afstand op straat en in het openbaar vervoer … nnn onnnnerevenneeerenneerenenneeernenneeerrvenveernenneernennvenenne f. Raadsadres van een burger inzake geld beschikbaar stellen aan scholen voor zwemlessen Raadsadres van een burger inzake herziening van het erfpachtstelsel… …… … 11 Raadsadres van een burger inzake het afschaffen van prehistorische warmtewinning door middel van houtstook … … nnn ennneeenenenenenneneneer en enen venne nennen enennennne rennen eneen Ô 76 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Vergaderdatum 10 maart 2021 Raadsnotulen Raadsadres van een burger inzake het rapport Evaluatie Bestuurlijk Stelsel …… … … 11 Raadsadres van een burger inzake het verzoek om behandeling van de agendapunten 13 en 15 over erfpacht ……… nnen enneerenenneerenenneerenenneneerenneerenenvverrvenveeervennnneene ee Î Ô Raadsadres van een burger inzake het verzoek om een plattegrond van de potentiële zoekgebieden voor windmolens in Amsterdam Noord … nennen eneen 10 Raadsadres van een burger inzake het volkstuinenbesluit en het voorstel voor groengebieden … …… nnee enneerenenneerenenveevenenveerenenvervenenveerenenve eenen eneen 1Û Raadsadres van een burger inzake ingrijpen in de vergunningverlening voor het omkatten van WONINGEN … anneer veneeeenennenneenenneeeenenneer venne rv ennenervenneeveennenee renner ennen Ö Raadsadres van een burger inzake leugens en bedrog van en door Nederlandse Regeringen vanaf VOC tot heden … nnn nennen eneen eneen snereneneenne en eeneeenneren nn Ö Raadsadres van een burger inzake ongenoegen over verhoging van de gemeentebelastingen voor 2021 … nnen eeeneeevenneerenennverenennvereneneeeernenneeerneneenn Ó Raadsadres van een burger inzake overlast door het toekennen van een tijdelijke verkeersmaatregel (TVM) … nnee enneeeenennereenenveer eee nenee eneen eneen fÎ Raadsadres van een burger inzake sluiting van de zij-ingangen van het Vondelpark …… 12 Raadsadres van een burger inzake vernoemen van een zaal in het stadhuis naar de verzetsheld Louis Jansen ….…....nnnnnnnnnnnnnennennnnneneenenenennennsereeneeenennne serre nennen nennen Ó Raadsadres van horecagelegenheden Toastable en Homemade inzake een noodplan voor Singel 441-447 met het verzoek om pontons te mogen gebruiken als terras … 9 Raadsadres van INretail inzake actualiseren van het detailhandelsbeleid en centrumvisie naar aanleiding van impact van het coronavirus … nnn eeen enneneenenneeeeneneer eneen Ô Raadsadres van MOB inzake de negatieve gezondheidseffecten van houtstook door particulieren … nnen enenenenneereevenneereneneereneneernenenveerenenvervenenveereneneerv enen nnen 12 Regioraadsbrief van het Dagelijks Bestuur van de Vervoerregio Amsterdam inzake het Transitieprogramma OV 2021-2025 … nnen ennneennerenneer eneen enereneereneneene en eee ennen Ö van een burger inzake het verzoek om meer volks- en nutstuinen te faciliteren binnen de metropool Amsterdam … nnen oon enneerenenneerenenneerreenenereneneereneneeerveneerve eneen VN 2021-006805 Afschrift van de brief van Milieudefensie e.a. van 5 maart 2021, gericht aan de burgemeester, inzake het recht op protest over de klimaatcrisis … … … 12 VN2020-030125 Instemmen met het toepassen van de Wet voorkeursrecht gemeenten op een deel van de locatie Tt. Vasumweg en Tt. Melissaweg te Amsterdam … … 5 VN2020-030281 Vaststellen van het bedrag aan gemaakte kosten samenhangend met het opsporen en ruimen van explosieven uit de Tweede Wereldoorlog in 2020 …..…..……...6 VN2021-000404 Vaststellen van de Wijzigingsverordening subsidieverordening sloop en schoon alternatief vervoer Amsterdam, Verlaging subsidieplafond … … … … 55 VN2021-000498 Intrekken van de verordening financiële decentralisatie wettelijke milieutaken … nnn enn oenneneerenenennennenenenren eneen enne nennenenennennneenenenenennneenennenenennennne nen DO VN2021-000707 Kennisnemen van de stand van zaken evenementen, instemmen met het wijzigen van de locatieprofielen en vaststellen van de wijziging Algemene Plaatselijke Verordening 2008 … nnen enneeeenenneerenenneeeerveneeernennenernenneeernennverr enen OÔ VN2021-001578 Instemmen met de Investeringsnota Sloterdijk-Centrum en het beschikbaar stellen van een uitvoeringskrediet … nnee ener 29 VN2021-002848 Kennisnemen van het rapport Evaluatie Bestuurlijk Stelsel … … …….62 VN2021-003992 Vaststellen van de tiende verordening tot wijziging van de Verordening op het binnenwater 2010 … nanne er enneerenenneeeenenneeeenennneeenenneernenneenenne en DT VN2021-004971 Verlenen van eervol ontslag aan de ombudsman in de Gemeenschappelijke Regeling gezamenlijke Ombudsman Metropool Amsterdam.………..5 71
Raadsnotulen
77
test
> < Gemeente Raadsinformatiebrief Amsterdam Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam Datum 16 januari 2024 Portefeuille(s) Ruimtelijke Ordening en Grondzaken Portefeuillehouder(s): Reinier van Dantzig Behandeld door Ruimte en Duurzaamheid (bestuurszaken.RD @amsterdam.nl) Onderwerp Monitor Omgevingsvisie Amsterdam Geachte leden van de gemeenteraad, Met deze brief informeert het college v over het volgende. Hierbij ontvangt v de eerste Monitor Omgevingsvisie Amsterdam. Deze hebben wij aangekondigd in een raadsinformatiebrief van 18 juli 2023. Bij behandeling van deze brief in de raadscommissie Ruimtelijke Ordening heeft v gevraagd om een stand van zaken van de Uitvoeringsagenda. Deze krijgt v separaat, maar tegelijk met deze monitor aangeboden. Eind 2021 heeft u per motie (motie 120_22 Van Renssen, Boutkan en Kilig) gevraagd om periodieke monitoring van de doelen van de door u in de zomer van 2021 vastgestelde omgevingsvisie, met actualisatie daarbij als vitgangspunt. Deze eerste monitor doet dat aan de hand van de vijf strategische keuzes in de visie. Zoals in de brief van 18 juli reeds toegelicht, geeft de monitor naar de overtuiging van het college op dit moment geen aanleiding om de Omgevingsvisie te actualiseren. De monitor verschijnt te vroeg na vaststelling van de omgevingsvisie om te kunnen zeggen dat trends een gevolg zijn van de omgevingsvisie. Deze eerste Monitor Omgevingsvisie Amsterdam moet daarom vooral als nulmeting worden gezien. Hier komt een wisselend beeld vit naar voren: sommige trends bewegen zich in de richting van onze ruimtelijke doelen, voor andere trends geldt dat minder of niet. Graag zetten we hier enkele opvallende zaken uit de monitor kort op een rij. De vijf strategische keuzes in beeld Meerkernige ontwikkeling Amsterdam, en dan met name het centrale deel, is een magneet voor velen. De monitor laat zien dat grootstedelijke voorzieningen er zeer sterk zijn geconcentreerd. Dit veroorzaakt een grote druk op dit gebied en de wens is om het potentieel van de gebieden eromheen — zowel in Amsterdam als in de regio - beter te gaan benutten. De monitor laat in enkele opzichten echter juist een versterking van die concentratie zien. Het aantal arbeidsplaatsen groeit in Amsterdam al jaren sterker dan het aantal inwoners, waardoor de forse werkpendel vanuit de regio naar Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 16 janvari 2024 Pagina 2 van 5 Amsterdam verder stijgt. Dat werk is bovendien vaak voor theoretisch opgeleiden, wat met name buiten de Ring in onbalans is met de zittende bevolking die vaker praktisch is opgeleid. De bouwproductie concentreerde zich de afgelopen jaren in de ringzone, veel minder daarbuiten, waar de bebouwingsdichtheid voorlopig veel lager blijft. De koopkrachtbinding, dus het aandeel aankopen in het eigen stadsdeel, daalt over de hele linie, maar in de buitenwijken het meest. Al met al moet de ontwikkeling naar een meerkernige stad duidelijk nog beginnen. Groeien binnen grenzen De woningbouwproductie was de afgelopen jaren historisch hoog. Dit heeft met name starters en kleine huishoudens een kans gegeven om in de stad huisvesting te vinden. Sinds omstreeks 2015 is het aandeel buitenlandse migranten hierin sterk gegroeid. Doorstromers en met name gezinnen wijken de laatste jaren vaker vit naar de regio: sinds 2015 ligt het binnenlands vertreksaldo op ongeveer 15.000 per jaar. Enkele cijfers geven aanleiding tot zorg over armoede en kansenongelijkheid. De forse groei en verdichting van de stad maakt ruimte voor maakindustrie steeds schaarser. Ook gaat de groei nog steeds gepaard met een groei in (niet-circulair) energie- en grondstoffenverbruik. De transitie naar een circulaire economie is in gang gezet, maar de opgave is beduidend groter dan de resultaten tot nu toe. We liggen dus achter op de doelen van ‘groeien binnen grenzen’, waarbij het opvalt dat we het met gebrekkige circulaire data moeten doen. Zo weten we niet of gebouwen die op papier voldoen aan de wettelijk verplichte MPG (Milieu Prestatie Gebouwen) ook daadwerkelijk zo zijn gebouwd. Duurzaam en gezond bewegen De ruimtelijke condities voor gezond lopen en fietsen verbeteren, de tevredenheidscore daarover ligt rond de 6,5. Er is een langzame verschuiving gaande naar minder autogebruik, jaarlijks worden meer dan duizend autoparkeerplaatsen opgeheven. Lopen is sterk gegroeid ten koste van openbaar vervoer, maar dit was een Covid1g-effect. Het is afwachten hoe zich dat na Covidag ontwikkelt. Verschillende gunstige ontwikkelingen spelen vooral in de centrale delen van de stad. Hier zijn autowegen omgezet in fietsstraten en zijn dagelijkse voorzieningen op loop- en fietsafstand te vinden. In delen van Nieuw-West, Zuidoost en Noord zijn dagelijkse voorzieningen (waaronder openbaar vervoer) minder fijnmazig beschikbaar en is meer ruimte, en soms ook sociaal- economische noodzaak, voor de auto. Dit nodigt minder uit tot gezond bewegen. Zo stijgt bijvoorbeeld zelfs het autogebruik in Zuidoost. Ook halen kinderen buiten de ring minder vaak de beweegrichtlijn. Nergens in de stad haalt een meerderheid van de kinderen de beweegrichtlijn. De luchtkwaliteit kan in het centrum en langs de westelijke ring beter, maar de verwachtingen zijn gunstig. De trend wat betreft het ervaren verkeerslawaai is minder gunstig. In enkele wijken is die voorlopig nog onder de maat. Rigoureus vergroenen Er zijn steeds meer aansprekende groene voorbeeldprojecten. Veel Amsterdammers (maar niet alle) hebben buurtgroen en parken in hun nabijheid, parken worden veel gebruikt en vaak hoog gewaardeerd. Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 16 janvari 2024 Pagina 3 van 5 Dichtbevolkte wijken die laag scoren op m2 groen per inwoner zijn grofweg de wijken die juist hoger scoren op het percentage schaduwrijke looproutes, belangrijk bij toenemende hittestress. Hier ligt een sleutel voor het dilemma dat verdichting van de stad rigoureus vergroenen bedreigt. Verscheidene nieuwbouwgebieden scoren wat enkele groenwaarden betreft niet hoog. Het meenemen van groen in huidige en nieuwe gebiedsontwikkelingen vraagt dus om voortdurende aandacht bij planvorming. Samen Stadmaken Samen Stadmaken gaat over het verkleinen van de gevoelde kloof tussen gemeente en gemeenschap, en over actieve burgers die de stad mede vormgeven. Er zijn al mooie voorbeelden van stadslandbouw, vrije ruimtes en wooncoöperaties. Maar de Ombudsman en andere professionele duiders zijn nog altijd kritisch op de Amsterdamse prestaties wat betreft verbindingen met burgers bij allerlei regulier werk en projecten. Slechts een klein deel van de mensen zegt het gevoel te hebben dat hij/zij invloed heeft op wat er voor de stad wordt besloten. Voorts daalt het aantal zelfbouwwoningen de laatste tijd, terwijl die in vergelijking met ‘reguliere’ bouwprojecten al op een betrekkelijk laag niveau lagen. De aandacht gaat de komende jaren echter vooral vit naar wooncoöperaties: zelfbouwwoningen in groepsverband. Deze zijn in duurzaam betaalbaardere segmenten en in een hogere dichtheid realiseerbaar. Verwachtingen voor de komende jaren De monitor laat verscheidene positieve ontwikkelingen zien, maar ook trends die zich onvoldoende of niet richting doelen bewegen. Amsterdams beleid heeft nu eenmaal geen volledige controle over de ontwikkeling van de stad. Rijksbeleid, regiogemeenten of economie hebben allemaal hun invloed. Bovendien hebben merkbare effecten tijd nodig. Die tijd gaan we goed benutten. Juist in Noord, Nieuw-West en Zuidoost staan de komende jaren veel gebiedsontwikkelingen op de rol. Deze gaan meerkernige ontwikkeling zeker op gang helpen. Bovendien zijn er voor dezelfde wijken masterplannen die vele kansen en kwaliteiten aldaar zullen verbeteren en tot doel hebben om kansengelijkheid te vergroten. Voorts zijn mede naar aanleiding van de omgevingsvisie al thematische- en gebiedsuitwerkingen in gang gezet. Denk hierbij aan de Amsterdamse Aanpak Volkshuisvesting, het groeninstrumentarium, Gebiedsgerichte Omgevingsprogramma's, de energietransitie en ambities op het gebied van autoluw. De ‘Stand van Zaken Uitvoeringsagenda Omgevingsvisie', die tegelijk met de monitor aan u wordt aangeboden, geeft een overzicht van wat er allemaal in beweging is gezet en nog zal worden gezet. Daarnaast noemen we hier graag zes specifieke acties die nu aan de orde zijn en die ons naar verwachting gaan helpen bij het halen van doelen vit de omgevingsvisie. Het zijn: 1. Ontwikkelstrategie Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 16 januari 2024 Pagina 4 van 5 Momenteel wordt gewerkt aan een Ontwikkelstrategie die richting geeft aan de groei van Amsterdam voor de middellange termijn (tot 2035). De Ontwikkelstrategie agendeert nieuwe ontwikkellocaties die noodzakelijk zijn voor het continveren van de huidige woningbouwproductie en geeft sociaal-maatschappelijk aan wat nodig is voor een verantwoorde groei, met meer kansengelijkheid. Hiermee wordt de strategische keuze voor groeien binnen grenzen geconcretiseerd. Nieuwe projectvoorstellen dragen bovendien bij aan meerkernige ontwikkeling en de andere strategische keuzes vit de omgevingsvisie. Naar verwachting wordt de Ontwikkelstrategie rond de zomer van 2024 aan u aangeboden. 2. Actualiseren Plaberum Het Plaberum is onze instrumentele leidraad voor ruimtelijke gebiedsontwikkelingen. Deze is voor het laatste geactualiseerd in 2017. Inmiddels is een nieuwe actualisatie in gang gezet. Het doel is dat er straks een Plaberum ligt met procesregels waarmee beter kan worden gewerkt aan de opgaven van vandaag. Zo zal er gerichtere aandacht komen voor transformatieopgaven, samen stadmaken en het huidige bestuurlijk stelsel. 3. Participatieverordening Medio 2024 wordt een participatieverordening ter vaststelling aan v voorgelegd, die de inspraakverordening vervangt. Buurtrechten worden daarin opgenomen. Met de participatieverordening zullen verschillende doelen en ambities uit de Agenda Samen Stadmaken van de omgevingsvisie dichterbij worden gebracht. 4. Uitvoeringsprogramma Bouwen aan kansengelijkheid Ook los van de omgevingsvisie is de in enkele opzichten groeiende kansenongelijkheid in de stad een punt van aandacht. De Bestuursopdracht Bouwen aan kansengelijkheid richt zich naast ruimtelijk beleid op bestaanszekerheid, ongelijke kansen in en rondom school, en gezondheid. De ruimtelijke vitwerking van kansengelijkheid richt zich in de bestuursopdracht op ‘ongelijke fysieke toegang’. Het op te stellen Uitvoeringsprogramma wordt afgestemd met de doelen van de omgevingsvisie, en draagt daar dus aan bij en vice versa. 5. Amsterdam Maakt Ruimte ‘Amsterdam maakt ruimte! is het traject waarin de ambities op het gebied van mobiliteit en openbare ruimte worden uitgewerkt. Het gaat vit van anders kijken, denken en doen en het zoeken naar een aanpak voor een sociaal rechtvaardige en ecologisch veilige stad. In dialoog met de stad moet het een programma opleveren dat op verschillende manieren een belangrijke bijdrage levert aan doelen vit de omgevingsvisie. 6. Uitwerking groenambities De Groenvisie uit 2020 zet al belangrijke inhoudelijke lijnen vit. Randvoorwaarden voor ontwerpen, uitvoeren en beheren van groen en groenprojecten worden beter geregeld, onder meer door te werken aan meer regie op de uitvoering en door te zorgen dat initiatief van bewoners beter wordt ondersteund. Ook worden de financieringssystematiek en integrale programmering aangepakt. Ook kunnen we een nieuwe concept-Groene Stratenkaart leidend laten zijn bij de gestage herprofilering van straten in de stad. Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 16 janvari 2024 Pagina 5 van 5 Tot slot Alles overziend hebben we er vertrouwen in dat steeds meer trends in de richting van omgevingsvisiedoelen zullen bewegen. De eerstvolgende monitor laat daar over twee jaar hopelijk de eerste tekenen van zien. Als gevolg van de Omgevingswet ontstaan er rond 2025 twee technische aanleidingen voor een actualisatie van de omgevingsvisie: de omgevingsvisie moet worden gedigitaliseerd en die van Weesp moet worden samengevoegd met die van Amsterdam. Het voorstel is om vanaf nu ook inhoudelijke aandachtspunten te verzamelen die overwogen zouden moeten worden bij zo'n technische update. Daarover blijft het college graag met u in gesprek. Met vriendelijke groet, Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, Reinier van Dantzig Wethouder Woningbouw en Stedelijke Ontwikkeling Bijlagen 1. Monitor Omgevingsvisie Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Brief
5
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2017 Afdeling 1 Nummer 1392 Publicatiedatum 15 november 2017 Ingekomen onder AK Ingekomen op woensdag 8 november 2017 Behandeld op woensdag 8 november 2017 Status Ingetrokken Onderwerp Motie van de leden Groot Wassink, Mbarki, Peters en Van Lammeren inzake de continuering van de bed-bad-broodvoorziening. Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoorde discussie over de actualiteit van de leden Groot Wassink, Peters en Mbarki inzake de toekomst van de Bed-Bad-Broodvoorziening (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1355). Overwegende dat: - Opvang -expliciet zonder de voorwaarde van meewerken aan terugkeer- is voor de Amsterdamse bed-bad-broodvoorziening de humanitaire ondergrens en de zogenoemde ‘rode lijn’; - Dit uitgangspunt heeft breed draagvlak in de Amsterdamse gemeenteraad; - Het kabinet heeft het voornemen bed-bad-broodvoorzieningen te sluiten danwel om te vormen in LVV's waar de voorwaarden van meewerken aan terugkeer zal worden gesteld; - Invoering van deze voorwaarde is niet alleen in strijd met Europese verdragen maar daarnaast onwenselijk omdat het mensen tot de straat veroordeeld, met alle gevolgen van dien. Besluit: De bed-bad-broodvoorziening in Amsterdam onder de huidige voorwaarden te continueren. De leden van de gemeenteraad dhr. B.R. Groot Wassink dhr. S. Mbarki dhr. D.W.S. Peters dhr. J.F.W. van Lammeren 1
Actualiteit
1
train
Nummer BD2017-001019 Afdeling Gebiedsteam p Gemeente Amsterdam AB temeer S@ Stadsdeel Zuid Zuidas Voordracht voor het Algemeen Bestuur van de 2% bestuurscommissie Zuid Z Datum: 20-12-2017 Programma 3. Verkeer en Openbare Ruimte Agendapunt g Datum besluit DB 14-11-2017 Te publiceren tekst Onderwerp Kadernota Beatrixpark Met deze voordracht stelt het DB het algemeen bestuur van de bestuurscommissie voor het volgende besluit te nemen; Te publiceren tekst De het algemeen bestuur van de bestuurscommissie Stadsdeel Zuid besluit De kadernota Beatrixpark vast te stellen. Wettelijke grondslag In de takenlijst bestuurscommissies onder artikel 2, openbare ruimte, groen en parken, zijn volgende taken opgenomen: 2.1: het inrichten van de openbare ruimte, groen en parken (exclusief het Amsterdamse Bos) binnen stedelijke beleidskaders. Bestuurlijke achtergrond Aanleiding voor het opstellen van de kadernota's voor de parken de wijk Buitenveldert — Zuidas is de wens van Stadsdeel Zuid dat het aanwezige groen en water in het gebied beter benut worden en meer aansluiten bij de wensen van de bezoekers en omwonenden. Dit doel is in de gebiedsagenda Buitenveldert-Zuidas 2016 — 2019 opgenomen. Dit sluit ook aan bij de doelstelling van de stedelijke Agenda Groen die in 2015 is vastgesteld. Daarin is het belang van groen, en specifiek van de parken, benadrukt. Volgens de Agenda Groen is het doel om de parken in de stad beter in te richten voor het groeiende, intensieve gebruik. Om de bezoekersdruk in de centraal gelegen parken binnen de ring te spreiden zullen minder gebruikte stadsparken buiten het centrumgebied beter en aantrekkelijker gemaakt worden. Resultaat commissiebehandeling De voorbereidende commissie heeft in haar vergadering van 6 december 2017 besloten het dossier ter vaststelling voor te leggen aan het algemeen bestuur. Korte toelichting op het gevraagde besluit Voor de parken in het gebied Buitenveldert-Zuidas, het Amstelpark, het Gijsbrecht van Aemstelpark en het Beatrixpark, worden kadernota's opgesteld. Daarin is een globaal toekomstbeeld van de parken beschreven en zijn uitgangspunten en kaders voor de gewenste ontwikkeling vastgelegd. De kadernota's dienen vervolgens als leidraad en toetsingskader voor toekomstige ontwikkelingen en kunnen ook gebruikt worden om te 1 Portefeuille 19. Groen Gemeente Amsterdam, Stadsdeel Zuid Agendapunt 9 elf AB | Afdeling Gebiedsteam Bestuurscommissie Buitenveldert Voordracht voor de vergadering: 20 december 2017 Zuidas verleiden om initiatieven in het park te ontwikkelen. Daarnaast zijn de kadernota's vertrekpunt voor het opstellen van beheersplannen. Het algemene verband voor alle kadernota’s is beschreven in de nota “Uitgangspunten kadernota’s parken Buitenveldert / Zuidas”, zoals b.v. - ontwikkelingen op stedelijk en gebiedsniveau, - de samenhang met stedelijk beleid en programma's en - algemene uitgangspunten en inhoud van de kadernota's. De nota “Uitgangspunten kadernota's parken Buitenveldert / Zuidas’ en de “Kadernota | Amstelpark” zijn op 19 april 2017 door het AB vastgesteld. De “kadernota Gijsbrecht van Aemstelpark" is in oktober 2017 vastgesteld. De “kadernota Beatrixpark" is de derde kadernota die op basis van de “Uitgangspunten kadernota's parken Buitenveldert / Zuidas” opgesteld is. De ambitie is om, uitgaande van het behoud van de bestaande identiteit en structuur, de (gebruiks-) kwaliteit en de aantrekkelijkheid van het park te versterken. Daardoor kan de bekendheid van dit park versterkt worden, kunnen nieuwe doelgroepen aangetrokken en het gebruik van het park geïntensiveerd worden. Kanttekeningen en risico's De kadernota vormt een kader voor de toekomstige ontwikkelingen. De kadernota heeft geen directe financiële gevolgen voor het stadsdeel. Het toekomstbeeld van het park zoals hierboven beschreven is wordt voornamelijk gerealiseerd door maatregelen in het kader van het beheer van het park. Op basis van de kadernota wordt een beheerplan opgesteld waarin de nodige maatregelen verder worden uitgewerkt en geprioriteerd. Gevolgen Belanghebbenden Voor belanghebbenden biedt de kadernota duidelijkheid over het door de gemeente gewenste toekomstbeeld. Stadsdeelorganisatie De kadernota is vertrekpunt voor het opstellen van beheersplannen voor het park. De kadernota is leidraad en toetsingskader voor toekomstige ontwikkelingen, initiatieven van particulieren en ondernemers evenals voor het initiëren van projecten vanuit de gemeente en het aanvragen van financiering uit verschillende stedelijke programma's. De kadernota wordt ook gebruikt als inspiratiebron voor nieuwe initiatieven in het park. Voor belanghebbenden biedt de kadernota duidelijkheid over het door de gemeente gewenste toekomstbeeld. Adviezen Intern (binnen gemeente) De kadernota is afgestemd met het gebiedsteam en de afdeling Schoon en Heel van het stadsdeel. Verder is er geadviseerd door collega's van de beleidsterreinen sport, ecologie en ontwerp openbare ruimte, De adviezen zijn verwerkt in de kadernota. De betrokken afdelingen en het gebiedsteam zijn akkoord met de concept-kadernota. Ook heeft er afstemming plaatsgevonden met Zuidas, omdat een deel van het park binnen grootstedelijk gebied Zuidas valt. Extern (buiten gemeente) Ter voorbereiding van het opstellen van de kadernota is overlegd met de belangengroep “Vrienden van het Beatrixpark”. Hun reacties zijn verwerkt in het voorliggend product. 2 En 5 Groen Gemeente Amsterdam, Stadsdeel Zuid gendapunt tact AB Afdeling Gebiedsteam Bestaufsbomifislë ‚ Buitenveldert Voordracht voor de vergadering: 20 december 2017 Zuidas Uitkomsten inspraak en/of maatschappelijk overleg De resultaten van gesprekken met de vrienden van het Beatrixpark zijn verwerkt in de kadernota. In het najaar van 2016 heeft het onderzoeksbureau van de gemeente, OIS (Onderzoek, Informatie en Statistiek), een onderzoek uitgevoerd onder bezoekers van de parken in Buitenveldert / Zuidas en omwonenden. In de enquête is na de mening over deze parken gevraagd en hoe uit hun zicht de (gebruiks-)kwaliteit van de parken verbeterd kan worden. Het doel van dit onderzoek was om de inrichting en de gebruiksmogelijkheden van de parken beter te laten aansluiten bij de wensen vanuit de (potentiele) bezoekers. De uitkomsten van dit onderzoek zijn meegenomen in de uitwerking van de kadernota. Financiële paragraaf Uitgangspunt is dat de maatregelen binnen het bestaande beheerbudget worden | gerealiseerd en beheerd. | Zijn er financiële risico'sen nvt. | zo ja, hoe worden deze | beheerst? Geheimhouding n.v.t. Publicatiefcommunicatie Na vaststelling van de kadernota zal een nieuwsartikel op de website geplaatst en in de digitale nieuwsbrief opgenomen worden. Daarnaast zal er op facebook een bericht hierover geplaatst worden met een link naar de nieuwsartikel. Stukken | Meegezonden Kadernota Beatrixpark Ter inzage gelegd De stukken liggen ter inzage op het stadsdeelkantoor (President Kennedylaan 923) en in de Huizen van de wijk van het stadsdeel. Aldus besloten, [ | | an Á IUD . | \ J_ Ve | \\ k M.F.\Smeels S.T. Capel \ Û voorzitter secretaris \ / 3
Besluit
4
train
x Gemeente Amsterdam AZ % Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Juridische Zaken, Communicatie, Project 1012, Dienstverlening, Bestuurlijk Stelsel en x Raadsaangelegenheden Agenda, donderdag 28 augustus 2014 Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Juridische Zaken, Communicatie, Project 1012, Dienstverlening, Bestuurlijk Stelsel en Raadsaangelegenheden Tijd 13:30 uur tot 17:00 uur en zonodig vanaf 19.30 uur tot 22.30 uur Locatie Boekmanzaal, Stadhuis Procedureel gedeelte van 13.30 uur tot 13.45 uur 1 Opening 2 Mededelingen 3 Vaststelling agenda 4 Conceptverslag van de openbare vergadering van de Raadscommissie AZ d.d. 20 februari 2014 e De verslagen van de voormalige raadscommissies worden vastgesteld in de raadsvergadering, d.d. 10 september 2014 5 Termijnagenda, openstaande toezeggingen, schriftelijke vragen e Termijnagenda niet bijgevoegd. U ontvangt op de vrijdag voorafgaande aan de vergadering per mail een bijgewerkt exemplaar Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn slechts richtlijnen waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn. Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda staat. De vergaderingen en de verslaglegging daarvan zijn openbaar. Van deze vergaderingen worden geluids- en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden op internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl. Voor algemene informatie: [email protected] 1 Gemeente Amsterdam A Z Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Juridische Zaken, Communicatie, Project 1012, Dienstverlening, Bestuurlijk Stelsel en Raadsaangelegenheden Agenda, donderdag 28 augustus 2014 6 _Tkn-lijst Inhoudelijk gedeelte vanaf 13.45 uur 7 Opening inhoudelijke gedeelte 8 _Inspreekhalfuur Publiek 9 Actualiteiten Raadsleden e Actualiteit van het raadslid Yesilgoz-Zegerius (VVD) inzake de Pro-Palestina Demonstratie van 20/7 jl. e Brief van de Burgemeester over weerslag van het conflict tussen Israël en Palestijnse groeperingen op de stad Amsterdam 10 Actualiteiten Burgemeester 11 Rondvraag Juridische Zaken 12 Kennis te nemen van het onderzoek “de erfpachtkwestie in Amsterdam (1945- 1960)” en het onderzoek naar de na WO II niet opgevraagde tegoeden op de Gemeentegiro (GG) Nr. BD2014-006816 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (Gemeenteraad d.d. 10 september 2014). 13 gemeentegrenscorrectie Haarlemmermeer Nr. BD2014-006771 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (Gemeenteraad d.d. 10 september 2014). 2 Gemeente Amsterdam A Z Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Juridische Zaken, Communicatie, Project 1012, Dienstverlening, Bestuurlijk Stelsel en Raadsaangelegenheden Agenda, donderdag 28 augustus 2014 Openbare Orde en Veiligheid 14 Preventie en handhavingsplan alcohol Nr. BD2014-004663 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (Gemeenteraad d.d. 10 september 2014). e _Deleden van de Raadscommissie voor Zorg en Welzijn, Ouderen en Sport en Recreatie zijn hierbij uitgenodigd 15 Schriftelijke vragen VVD inzake de aanpak van rooftassen Nr. BD2014-006466 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. Geagendeerd op verzoek van commissielid Yesilgöz — Zegerius (VVD) 16 Schriftelijke vragen VVD inzake de aanpak van (nep) drugsdealers op uitgaanspleinen Nr. BD2014-006467 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. Geagendeerd op verzoek van commissielid Yesilgöz — Zegerius (VVD) Algemene Zaken 17 Conceptbegroting 2015 Gemeentelijke Ombudsman Nr. BD2014-006330 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (Gemeenteraad d.d. 10 september 2014). 18 Initiatiefvoorstel Red Amsterdam: Risico-tsaar Nr. BD2014-006812 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (Gemeenteraad nader te bepalen datum). 19 Bestuurlijke reactie op het initiatiefvoorstel Red Amsterdam inz Risicotsaar Nr. BD2014-003363 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. 3 Gemeente Amsterdam A Z Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Juridische Zaken, Communicatie, Project 1012, Dienstverlening, Bestuurlijk Stelsel en Raadsaangelegenheden Agenda, donderdag 28 augustus 2014 Bestuurlijk Stelsel 20 Wijzigen verordening op de bestuurscommissies (vacante zetel) Nr. BD2014- 003973 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (Gemeenteraad d.d. 10 september 2014). 21 Intrekken verordeningen fractieondersteuning stadsdelen Nr. BD2014-006541 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (Gemeenteraad d.d. 10 september 2014). 22 Wijzigen bijzondere verordening overgang Nr. BD2014-006522 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (Gemeenteraad d.d. 10 september 2014). 23 Vaststellen verordening tot wijziging van de verordening (veegbesluit) Nr. BD2014-006518 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (Gemeenteraad d.d. 10 september 2014). 4
Agenda
4
train
> Gemeente Amsterdam Motie Datum raadsvergadering 10 mei 2023 Ingekomen onder nummer 180 Status Ingetrokken Onderwerp Motie van het lid Ahmadi inzake terugkeergarantie ondernemingen en maatschappelijke organisaties. Onderwerp Terugkeergarantie ondernemingen en maatschappelijke organisaties Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De Raad, Gehoord de discussie over Woningbouwplan 2022-2028 Constaterende dat: -_ Voor ontwikkeling en nieuwbouw wordt gesloopt. -__ Daarbij regelmatig maatschappelijke instellingen en organisaties, ondernemingen en an- dere locaties die een belangrijke sociale, maatschappelijke en economische functie heb- ben voor de bestaande bewoners, verdwijnen. -_ Ondernemers soms jaren hebben bestaan en sterke binding hebben met de wijk, en het onwenselijk is dat zij niet terug kunnen keren of blijven bestaan. -_ Gentrificatie een ongewenst gevolg is van stadsvernieuwing. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders -__Een terugkeergarantie na te streven voor maatschappelijke organisaties, ondernemers en instellingen die binding hebben met hun wijk, ofwel door langer dan 5 jaar gevestigd te zijn in een wijk, of een belangrijke maatschappelijke en functie te vervullen voor de inwo- ners van een wijk. Gemeente Amsterdam Status Ingetrokken Pagina 2 van 2 Indiener(s), N. Ahmadi
Motie
2
discard
Vr 09203 N% Gemeente Raadscommissie voor Verkeer Vervoer en Luchtkwaliteit en Water M LW % Amsterdam Voordracht voor de Commissie MLW van 16 december 2021 Ter advisering aan de raad Portefeuille Water Agendapunt 3 Datum besluit 23 november 2021 Onderwerp Vaststellen van de Verordening Rioolheffing 2022. De commissie wordt gevraagd Gezien de voordracht van burgemeester en wethouders, 1. Deraadte adviseren de verordening rioolheffing 2022 vast te stellen, zie bijgevoegde raadsvoordracht verordening rioolheffing 2022. Wettelijke grondslag De artikelen 216 en 228a van de Gemeentewet. Artikel 216 van de Gemeentewet bevat de bevoegdheid van de gemeenteraad om belastingverordeningen vast te stellen. Elk besluit tot het invoeren, wijzigen of afschaffen van een belasting geschiedt in de vorm van een belastingverordening. Gemeentelijke belastingen kunnen enkel worden geheven op grond van de Gemeentewet dan wel een andere wet. Zonder een wettelijke basis is invoering van een gemeentelijke belasting niet mogelijk. Artikel 228a van de Gemeentewet is de wettelijke basis voor de Verordening op de heffing en invordering van rioolheffing. Op grond van dit artikel kan een gemeente een belasting heffen van degene: * die bij het begin van het belastingjaar het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht van een perceel dat direct of indirect is aangesloten op de gemeentelijke riolering (eigenarendeel), en * vande gebruiker van een perceel van waaruit water direct of indirect op de gemeentelijke riolering wordt afgevoerd (gebruikersdeel). Bestuurlijke achtergrond De rioolheffing dekt de kosten voor de gemeentelijke taken inzake de riolering. Op 9 november 2016 heeft de Gemeenteraad besloten om de grondslag van de rioolheffing te wijzigen van alleen een vaste heffing voor eigenaren naar een heffing voor eigenaren én een aparte heffing voor (groot)gebruikers van het riool. De gebruikersheffing bestaat sindsdien vit een gestaffelde heffing voor gebruikers die jaarlijks meer dan 300 m? verbruiken. Reden bespreking Sinds 2017 bestaat de rioolheffing vit een eigenarenheffing en een gestaffelde gebruikersheffing. De gebruikersheffing is gebaseerd op het waterverbruik. Hiermee wordt invulling gegeven aan het uitgangspunt dat de gebruiker betaalt. De gemiddelde tariefstijging voor de rioolheffing 2022 is 5,9%. De opbouw van de gemiddelde tariefstijging voor 2022 is: Gegenereerd: vl.21 1 Vr 09203 % Gemeente Raadscommissie voor Verkeer Vervoer en Luchtkwaliteit en Water M LW % Voordracht voor de Commissie MLW van 16 december 2021 Ter advisering aan de raad De stijging wordt veroorzaakt door: e De uitvoering van het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP). Omdat de opvolger van het GRP (dit is het Omgevingsprogramma Riolering) nog niet vastgesteld is, wordt nog gebruik gemaakt van het GRP. In het GRP wordt een doorkijk gegeven van 30 jaar en is daarom nog bruikbaar voor het geplande onderhoud. e Nominale ontwikkeling. leder jaar wordt het rioleringsbudget aangepast voor loon- en prijsstijgingen vanuit de cao- en premiewijzigingen. * Overige kostenstijgin. De overige kostenstijging bestaat vit kosten voor inzet (fte's) voor onderhoud procesautomatisering voor Bemaling en Watersysteem. Ook is er budget gereserveerd om Amsterdam beter voor te bereiden op extreem weer door de programma's Amsterdam Rainproof en klimaatadaptatie Amsterdam. Het programma Amsterdam Rainproof betrekt en activeert bewoners en bedrijven om veranderingen aan daken, tuinen, straten en parken altijd regenbestendig te doen. Het klimaatbestendig maken gebeurt zoveel mogelijk tegelijkertijd met andere investeringen zoals nieuwbouw, aanleg, renovatie of vervanging. « Digitale veiligheid. Onderzoeken hebben eind 2020 uitgewezen dat extra aandacht nodig is voor digitale veiligheid en weerbaarheid bij Waternet. Vervolgens is op basis van een onderzoek door de Inspectie voor leefomgeving en Transport (ILT) de Stichting Waternet begin april 2021 onder verscherpt toezicht gekomen van de ILT. In de periode 2021 en 2022 zullen achterstanden ten aanzien van digitale veiligheid en weerbaarheid dienen te worden weggewerkt en verbeteringen moeten worden doorgevoerd teneinde aan de huidige wetgeving rondom cybersecurity te kunnen voldoen. Dit is beschreven in het Verbeterplan Informatievoorziening en digitale veiligheid en weerbaarheid’ (Verbeterplan) en op 6 juli 2021 vastgesteld door het college van B&W. e De egalisatievoorziening biedt nog ruimte om de tariefstijging te beperken. Na verwerking van de 5,90% tariefstijging worden dit de tarieven per tariefgroep: Tarief per jaar PAN Al 2022 Tariefstijging Tariefgroep eigenaar € 144,00 | € 152,50 5,90% Tariefgroep 301-1.000 m3 € 422,04 | € 446,94 5,90% Tariefgroep 1.001-5.000 m3 € 1.597,05 | € 1.691,28 5,90% Tariefgroep 5.001-10.000 m3 € 528547 € 5.597,31 5,90% Tariefgroep 10.001-50.000 m3 € 13.369,38 | € 14.158,17 5,90% Tariefgroep 50.001-100.000 m3 |€ 54.884,53 € 58.122,72 5,90% Tariefgroep 100.001-500.000 m3 | € 102.171,92 | € 108.200,07 5,90% Tariefgroep > 500.000 m3 € 13457929 | € 142.519,47 5,90% Er bestaat ook nog de mogelijkheid tot kwijtschelding van de rioolheffing. De Kwijtschelding is onderdeel van de gecombineerde aanslag. De kwijtschelding is alleen mogelijk voor woningen. Uitkomsten extern advies Gegenereerd: vl.21 2 VN2021-032032 % Gemeente Raadscommissie voor Verkeer Vervoer en Luchtkwaliteit en Water Waternet % Amsterdam % Voordracht voor de Commissie MLW van 16 december 2021 Ter advisering aan de raad Niet van toepassing. Geheimhouding Niet van toepassing. Uitgenodigde andere raadscommissies Niet van toepassing. Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan? Niet van toepassing. Welke stukken treft v aan? AD2021-122708 20211109 Bekendmaking Verordening Rioolheffing 2022.docx (msw22) AD2021-122634 Commissie MLW Voordracht (pdf) AD2021-122906 Raadsvoordracht_-_algemeen Rioolheffing 2022 V1.2 (2).docx (mswa2) Ter Inzage Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Waternet. Jeffrey van Rijgersma. [email protected], 06,25395485 Thomas Blokhuis Thomas.Blokhuis@®waternet.nl 06-22081584, Gegenereerd: vl.21 3
Voordracht
3
train
> Gemeente Amsterdam D Motie Datum raadsvergadering 19 juli 2023 Ingekomen onder nummer 511 Status Verworpen Onderwerp Motie van de leden Boomsma, Staartjes en Koyuncu inzake het raadsadres Een te dure afkoop van de erfpacht (afkoopinstructie voortdurende erfpacht op basis van canon) Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De Raad, Gehoord de discussie over het raadsadres Een te dure afkoop van de erfpacht, Overwegende dat, -__In 2000 de gemeente besloot dat de afkoopsom voor 50 jaar gelijk zou zijn aan de in het erfpachtcontract opgenomen grondwaarde en iig niet hoger zou uitkomen; -_De algemene bepalingen echter stellen dat “de afkoopsom wordt bepaald op een zodanig niveau als naar het oordeel van Burgemeester en Wethouders nodig is om de Gemeente schadeloos te stellen wegens derving van canon” -___één van de uitgangspunten van het Grondwaardbeleid is dat de afkoopsom voor voortdurende erfpacht en eeuwigdurende erfpacht een vaste verhouding kent; -__ “Schadeloosstellen” echter betekent dat het gaat om te compenseren voor het gedurende die termijn niet ontvangen van de canon en dus het contant gemaakte bedrag ervan; -__In de zaak Honnebier de stellingname wordt gehuldigd van SBV-deskundigen dat de waarde van een 50-jarig erfpachtrecht gesteld moet worden op 80% van de grondwaarde en dus ook met de afkoopsom om dat erfpachtrecht ineens te betalen; -__ Het uitgangspunt dat afkoop van erfpacht bij gronduitgifte tegen 100% grondwaarde zeker ook na een uitspraak van het Gerechtshof in 2011 had moeten vervallen; -__Bij eeuwigdurende erfpacht terecht wel is gekozen voor een afkoopsom als de contant gemaakte canon, Verzoekt het college van burgemeester en wethouders -__ De afkoopinstructie voor voortdurende erfpacht zo aan te passen dat deze wordt berekend als de contant gemaakte waarde van de canon. -_ De tekst van de Afkoopsinstructie van artikel 4 lid 2 als volgt te wijzigen naar: “De onder lid 2 genoemde afkoopsom voor voortdurende erfpachtrechten uitgegeven met een canonpercentage lager dan het op het moment van aanvraag geldende canonpercentage voor eeuwigdurende erfpacht, kan niet lager uitvallen dan een minimumgrens. (…) Gemeente Amsterdam Status Verworpen Pagina 2 van 2 Indiener(s), D. T. Boomsma L. Staartjes S. Koyuncu
Motie
2
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2015 Afdeling 1 Nummer 1433 Publicatiedatum 24 december 2015 Ingekomen onder o Ingekomen op woensdag 16 december 2015 Behandeld op woensdag 16 december 2015 Status Aangenomen Onderwerp Motie van de leden Kaya en Poorter inzake de gewijzigde agenda informele zorg en vrijwillige inzet 2015-2017 (innovatieve logeervoorzieningen). Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de gewijzigde agenda informele zorg en vrijwillige inzet 2015-2017 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1352). Constaterende dat: — veel mantelzorgers overbelast zijn en behoefte hebben aan betrouwbare vormen van vervangende mantelzorg (respijtzorg); — nachtopvang voor veel mantelzorgers een groot probleem is, waardoor vakantie of zelfs maar een weekend weg vaak onmogelijk wordt; — hiervoor in de Amsterdamse Verordening Wmo 2015 kortdurend verblijf als Wmo- voorziening is opgenomen; — het college een aanbesteding heeft uitgezet waarin nu weinig ruimte is voor nieuwe, kleinschalige en buurtgerichte oplossingen; — het college in de agenda informele zorg voornemens is € 400.000 te bestemmen voor de uitbreiding van kortdurend verblijf (ZIN). Overwegende: — logeren in de buurt past binnen de doelstelling om te investeren in zorg in de wijk; — het zinvol is dat ervaring wordt opgedaan met vernieuwende logeervoorzieningen in de buurt, met als doel dat vanaf 2017 dit meegenomen kan worden bij de financiering; — innovatieve vormen van logeren zoals kleinschalige oplossingen bij mensen thuis ook mogelijk moet zijn. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: — inte zetten op een plan voor innovatief logeren waarbij kleinschalige manieren van logeren bijvoorbeeld bij mensen thuis met hulp van een zorgverlener ook mogelijk wordt; — van de post £ 400.000 kortdurend verblijf een bedrag van £ 100.000 te bestemmen voor experimenteerruimte met nieuwe initiatieven die vernieuwend te werk gaat op het gebied van kortdurend verblijf of een logeervoorziening; 1 Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteraad Nummer 1433 Moti Datum 24 december 2015 le — alle overige middelen voor kortdurend verblijf bij elkaar te voegen en hier zowel het PGB als ZIN uit te financieren; — deze middelen te besteden in 2016; — initiatieven die hun waarde bewezen hebben actief uit te nodigen deel te nemen aan de aanbesteding van 2017 of als het gaat om burgerinitiatieven/ buurtinitiatieven het via een subsidieverlening te financieren; — de raad hierover actief te blijven informeren. De leden van de gemeenteraad M. Kaya M.F. Poorter 2
Motie
2
discard
RAPPORT Energie uit biomassa in de MRA Installaties en ontwikkelingen Klant: Metropool Regio Amsterdam Referentie: BG8311TPRP1911281355 Status: sS1/14 Datum: 28-11-2019 S Royal HaskoningDHV Enhancing Society Together Alleen voor intern gebruik % Royal HaskoningDHV HASKONINGDHV NEDERLAND B.V. Laan 1914 no.35 3818 EX AMERSFOORT Transport & Planning Trade register number: 56515154 +31 88 348 2000 T +31 33 463 36 52 F [email protected] E royalhaskoningdhv.com W Titel document: Energie uit biomassa in de MRA Ondertitel: Referentie: BG8311TPRP1911281355 Status: 14/S1 Datum: 28-11-2019 Projectnaam: Projectnummer: BG8311 Auteur(s): Carolien Huisman-Zilverentant, Iris Pronk, Diana van Dorresteijn, Maarten Wansink Hoofdstukken 5 en 6 i.s.m. Hans Opgesteld door: Wiltink en Jan Paul van Soest van de Gemeynt Gecontroleerd door: Paul Mul Datum/paraaf: Goedgekeurd door: Datum/paraaf: Definitief 26 november Sero, Alleen voor intern gebruik Ness Á 150 45001 Disclaimer No part of these specifications/printed matter may be reproduced and/or published by print, photocopy, microfilm or by any other means, without the prior written permission of HaskoningDHV Nederland B. V.; nor may they be used, without such permission, for any purposes other than that for which they were produced. HaskoningDHV Nederland B.V. accepts no responsibility or liability for these specifications/printed matter to any party other than the persons by whom it was commissioned and as concluded under that Appointment. The integrated QHSE management system of HaskoningDHV Nederland B.V. has been certified in accordance with ISO 9001:2015, ISO 14001:2015 and ISO 45001:2018, 28-11-2019 BG8311TPRP1911281355 i Alleen voor intern gebruik % Royal HaskoningDHV Inhoud 1 Inleiding 1 2 Feiten: bio-energie-installaties in de MRA 2 2.1 Inventarisatie bio-energie installaties 2 2.2 Constateringen 4 2.3 Conclusies 6 3 De zes belangrijkste biomassaketens in de MRA 6 3.1 Mest 7 3.2 Snoei- en dunningshout 7 3.3 Houtafval (A/B-hout) 8 3.4 GFT van huishoudens 8 3.5 VGI 8 3.6 Bermgras, maaisel en waterplanten g 3.7 Houtpellets 9 3.8 Advies 9 4 Verhouding beschikbare biomassa versus installaties 9 4.1 Reële potentie 10 4,2 Import 11 4,3 Conclusie 15 5 Strategische analyse en ontwikkelingen rondom biomassa 17 5.1 Beïnvloeding biomassastromen beperkt 17 5.2 Maatschappelijk draagvlak voor bio-energie 19 6 Handelingsperspectief voor de MRA 21 6.1 Eindbeeld en routekaart 21 6.2 Politieke keuzes en scenario’s 23 6.3 Meekoppelkansen 25 Bijlagen Al Bijlage 1: bronnen en referenties A2 Bijlage 2: concepten bio-energie A3 Bijlage 3: huidige en geplande installaties A4 Bijlage 4: bio-energie installaties uitgesplitst 28-11-2019 BG8311TPRP1911281355 Ï Alleen voor intern gebruik % Royal _ HaskoningDHV A5 Bijlage 5: clusters van bio-energie-installaties in de MRA A6 Bijlage 6: gebruik biomassa per gemeente A7 Bijlage 7: overzicht van beschikbare en gebruikte biomassa 28-11-2019 BG8311TPRP1911281355 iii Alleen voor intern gebruik % Royal HaskoningDHV 1 Inleiding In deze notitie beschrijven wij de stand van zaken rondom het gebruik biomassa voor energie in de Metropool Regio Amsterdam (MRA*), belangrijke ontwikkelingen op dit thema en strategische hoofdlijnen v.w.b. dilemma's en sturingsmogelijkneden voor de MRA. De MRA ziet het aantal projecten en initiatieven rondom circulaire verwerking van biomassa toenemen. Tegelijkertijd ziet de MRA ook dat de inzet van biomassa voor warmte en/of energie-toepassing een hoge vlucht neemt vanwege de urgentie om te komen tot energietransitie. Daarom hebben MRA bestuurders behoefte aan een inventarisatie van welke biomassa-installaties er op dit moment in de regio zijn en welke er in de toekomst gepland zijn. Dat dient afgezet te worden tegen de beschikbare biomassa in de regio en de huidige en toekomstige biomassa-import. Uit de groei van het aantal bio energie installaties vloeien een aantal vragen voort: e Ontstaat er een overschot aan bio-energie installaties in de regio? e Zijn de initiatieven op elkaar afgestemd: waar is coördinatie wenselijk en zijn er concurrerende initiatieven? Is de verdeling van de installaties in de MRA efficiënt? e Van welke biomassa verwachten we een tekort, ten opzichte van de beschikbare biomassa in de regio? Hoeveel verwachten we dat de import gaat stijgen en van welke biomassa? e _Watbetekent dat voor rentabiliteit van initiatieven en op de biomassa-markt in de regio? e Hoe gaat de toename van installaties de inzet van de beschikbare biomassa in de regio en de biomassa-import beïnvloeden? De antwoorden op deze vragen bieden handvatten om te bepalen of en op welke manier de MRA invloed kan en wil uitoefenen op inzet van biomassa voor energie. Daarnaast moet dit onderzoek opties geven voor keuzes die de MRA kan maken om eventuele ongewenste consequenties van inzet van biomassa voor bio- energie te beperken. In dit rapport geven we de feiten weer, benoemen we belangrijke aspecten en dilemma's en schetsen we mogelijke keuzes die de MRA-bestuurders kunnen maken ten aanzien van biomassa voor energietoepassingen. * De Metropoolregio Amsterdam is het samenwerkingsverband van de provincies Noord-Holland en Flevoland, 32 gemeenten en de Vervoerregio Amsterdam. Deelnemende gemeenten zijn: Aalsmeer, Almere, Amstelveen, Amsterdam, Beemster, Beverwijk, Blaricum, Bloemendaal, Diemen, Edam-Volendam, Gooise Meren, Haarlem, Haarlemmermeer, Heemskerk, Heemstede, Hilversum, Huizen, Landsmeer, Laren, Lelystad, Oostzaan, Ouder-Amstel, Purmerend, Uitgeest, Uithoorn, Velsen, Waterland, Weesp, Wijdemeren, Wormerland, Zaanstad, Zandvoort. 28-11-2019 BG8311TPRP1911281355 1 Alleen voor intern gebruik X Royal HaskoningDHV 2 Feiten: bio-energie-installaties in de MRA Aan de hand van SDE+ aanvragen (RVO, 2019) en een aanvullende inventarisatie is het aantal installaties die biomassa omzetten in energie in kaart gebracht. De hoeveelheid en het type biomassa die deze installaties gebruiken is gebaseerd op kentallen van de rapportages “SDE+ basisprijzen” berekend door de ECN (ECN, 2017), rapportages van de branchevereniging organische reststoffen (BVOR, 2019) en Afval Circulair (Rijkswaterstaat, 2018). Globaal is biomassa te verdelen in stromen die te vergisten zijn (vaak vrij natte biomassa zoals mest, GFT en reststromen uit de landbouw of industrie) en stromen die te verbranden zijn (droge, houtachtige stromen). In bijlage 2 worden deze technieken in meer detail besproken. Composteren levert geen energie, maar is toegevoegd aan de inventarisatie, omdat hier ook biomassa wordt verwerkt die mogelijk te vergisten is. Nieuwe technieken zoals pyrolyse, torrefactie en vergassing kunnen biomassa omzetten naar energie en grondstoffen voor chemie en brandstof. De installaties zijn vaak nog in de pilot of ontwikkelfase, maar zullen in de toekomst een rol gaan spelen en we zien de eerste installaties nu in ontwikkeling in de MRA. 2.1 Inventarisatie bio-energie installaties Figuur 1 toont de locaties van bio-energie-installaties in de MRA die operationeel zijn. Figuur 2 toont de locaties van bio-energie-installaties in de MRA die in de komende jaren gepland zijn. Figuur 3 toont de locaties van alle bio-energie-installaties in de MRA (optelsom van figuur 1 en 2). De drie kaarten laten telkens zien hoeveel biomassa in de installaties wordt verwerkt. Figuur 4 toont de locaties van alle bio-energie-installaties in de MRA en de bestaande warmtenetten. Bij deze kaart wordt de output van de installaties getoond (gas, warmte, elektriciteit en warmte of alleen elektriciteit). Verbranding — gerealiseerd R O TTK Vergisting — gerealiseerd  is | Vergassing, torrefactie e RWZI's @ : re AN Compostering E 4 2 Û 5 Ig Bestaande warmtenetten —_ nj B \_ ' Á ® | ie 7 Re À A ® \ 7 zi IN pr © en A OS ol hk Dr Ee OD 5 Input biomassa installaties (ton/jaar) © CS nn PE Dd °__<1.000 / © Rd nd © 1.001 - 5.000 Tu PS Ond O 5.001 - 20.000 JÀ Sr Ta © 20.001 — 50.000 À e { ú ® 5 OO > 50.000 0 5 10 20 Esn Nederland, Communsty Maps Contnbutors Figuur 1: huidige bio-energie-installaties in de MRA. 28-11-2019 BG8311TPRP1911281355 2 Alleen voor intern gebruik % Royal HaskoningDHV Verbranding — gepland N Vergisting — gepland 4 Vergassing, torrefactie í Bestaande warmtenetten " N \ 5 je à AT a Ge Input biomassa installaties (ton/jaar) ee 4 Ri An EN e _<1.000 fi d ) We Ze 1.001 — 5.000 be OQ 5.001- 20.000 ‘ Vie SE | 20.001 — 50.000 dik > 14 é À f > 50.000 1 Figuur 2: toekomstige bio-energie-installaties in de MRA. Verbranding — gerealiseerd 8 Verbranding — gepland Vergisting — gerealiseerd Vergisting — gepland N Vergassing, torrefactie PN ) A od RWZI's PN Ee | | Compostering © @ i Pt DS 2 zi Bestaande warmtenetten Se 7} gs NE Input biomassa installaties (ton/jaar) de Sn An 0 & 5 ; e ___< 1.000 [ Y N 5 © 1.001 — 5.000 Ce > 5.001 — 20.000 bid | 20.001 — 50.000 Zilk > er ga > 50.000 3 Figuur 3: alle (d.w.z. gerealiseerde én geplande) bio-energie-installaties in de MRA uit de inventarisatie. 28-11-2019 BG8311TPRP1911281355 3 Alleen voor intern gebruik X Royal HaskoningDHV Gas - gerealiseerd N e Elektriciteit - gerealiseerd  Warmte - gerealiseerd ii Warmte - gepland 5 S nh Elektriciteit en warmte — gerealiseerd r ie \ Ro EE \ ee . mn ee Ei L \ j | Elektriciteit en warmte — gepland | beten N 5e @| FET 8 é ae) gee. 3 Bestaande warmtenetten Je ®/ TEN Se) bg Pk < IJ- ee Î er El z d / a, ged En / Ad ES zi N Output installatie (MW) I= 8 s AL ABA A hd oe _ Niet bekend IL DK: CJ EN k N O 1-20 MW hard EN ER Ne B. _N O 21-40 MW J_*e /j | nar ds DEEL B UA 41-60 MW B 4 ds kT ) OO 120 MW, ‘ ie Est Neckerland, Communety Maps Cont nibetars Figuur 4: alle (d.w.z. gerealiseerde én geplande) bio-energie-installaties in de MRA uit de inventarisatie met hun output en de bestaande warmtenetten In bijlage 3 is een lijst opgenomen met installaties in de MRA die nu uit biomassa energie of compost maken. Er is een tweede lijst opgenomen met installaties die al een SDE+ subsidie vergund hebben gekregen maar nog niet gerealiseerd zijn, en projecten die gepland zijn maar nog geen SDE+ hebben aangevraagd voor zover wij die hebben kunnen opsporen. Op het moment dat een SDE+ subsidie vergund is, wordt een installatie meestal in 1 tot 3 jaar daarna gerealiseerd. Dit is echter niet altijd zo, er zijn ook projecten die ondanks een subsidietoekenning niet worden uitgevoerd. In bijlage 4 worden deze installaties in meer detail behandeld, waarbij kaarten en lijsten zijn uitgesplitst op basis van input (type biomassa en techniek) en output. 2.2 Constateringen Uit deze inventarisatie constateren we: Over het aantal en soort bio-energie-installaties: e In totaal zijn 52 bio-energie-installaties gevonden, waarvan er 35 gerealiseerd zijn en 17 gepland; e Verbranding door particulieren of klein zakelijk (grotendeels houtpellets) valt niet onder de SDE+ regeling, maar onder de iSDE-regeling. Opgeteld verbruiken deze bijna 1500 installaties een gelijke hoeveelheid biomassa als een kleine SDE+ installatie (2609 ton houtpellets en 396 ton snoei- en dunningshout). In de toekomst zou de benodigde hoeveelheid biomassa kunnen oplopen. Als we inschatten dat in de toekomst 1% van de huishoudens in de MRA zou overgaat op dergelijke installaties en dat er 2000 kg hout per huishouden per jaar benodigd is, dan is dat ca. 28.000 ton hout(pellets). e Erzijn 10 vergisters in en vlakbij de MRA-regio en 1 gepland en 1 uitbreiding gepland. 28-11-2019 BG8311TPRP1911281355 4 Alleen voor intern gebruik % Royal HaskoningDHV e _Rioolslib wordt deels vergist of verbrand bij rioolwaterzuiveringen. De vergisters bij RWZI's zijn als één opgenomen in de tabel. Van de 26 RWZI's in de MRA hebben er 6 een vergister op locatie. De overige RWZI's vervoeren hun slib naar één van deze vergisters. e Erzijn 10 bestaande verbrandingsinstallaties in en vlakbij de MRA-regio, 10 gepland en 2 on hold; e De hoeveelheid biomassa voor de geplande installaties voor verbranding is circa even groot als de bestaande verbrandingsinstallaties. e Vergisting neemt volgens de planning nauwelijks toe. e Er zijn 2 vergassingsinstallaties gepland die samen 40.000 ton houtachtig materiaal gaan gebruiken. e Eris 1 torrefactie-installatie (Lelystad) gepland voor 25.000 ton houtachtig materiaal, waarvan de kolen aan de nabijgelegen kassen worden geleverd. e Erzijn 10 composteerinrichtingen in de MRA, 6 daarvan verwerken groenafval (o.a. van hoveniers, beheerders en aannemers) uit de regio. De andere 4 verwerken GFT, waarbij vergisting gekoppeld is (in een naastgelegen installatie of het digestaat dat overblijft na vergisting wordt in compost omgezet). e Een aantal installaties zijn van bedrijven die publieke aandeelhouders hebben: HVC, de Meerlanden en AEB. Logischerwijs verwerken zij biomassastromen van hun aandeelhouders (en anderen) en hebben de aandeelhouders (gemeenten) medezeggenschap over het beleid. De installaties van HVC en de Meerlanden vallen net buiten de MRA, maar zijn wel meegenomen in de inventarisatie aangezien zij veel biomassa uit de MRA-regio verwerken. e _Afvalverbrandingsinstallaties worden deels als bronnen van bio-energie aangemerkt omdat circa 55% van het afval van biogene oorsprong is. Alleen het biogene deel wordt meegerekend in de hernieuwbare energieproductie. De AEB is de enige AVI in de MRA regio. Over de locaties van deze bio-energie-installaties: Er zijn drie clusters te onderscheiden in de MRÀ regio: 1. Almere 2. Lelystad 3. Amsterdam (en daarbinnen is de Amsterdamse Haven een eigen cluster) De installaties in deze drie clusters zijn in bijlage 5 op kaart en in tabellen weergegeven inclusief een aantal opmerkingen over warmtelevering. Over de producten (met name warmteafzet) van deze bio-energie installaties: e _Geproduceerde elektriciteit wordt ingevoed in het elektriciteitsnet. e Installaties die elektriciteit produceren, produceren ook warmte, de verhouding daarvan is gemiddeld 40% elektriciteit en 60% warmte. e _Geproduceerde warmte wordt ingezet in een warmtenet voor verwarming van woningen en utiliteit op hoge (70-90 graden) of lage (40-60 graden) temperatuur, afhankelijk van de installatie en het type warmtenet. Warmte kan ook worden benut voor chemische of thermische processen zoals vaak gebruikelijk in de industrie of rioolwaterzuiveringsinstallaties. e Warmte kan als warm water maximaal zo'n 20 kilometer worden getransporteerd vanwege kosten van de leidingen en transportverliezen (lage temperatuur is daarbij gunstiger). e Bij vergisting wordt biogas geproduceerd dat op aardgaskwaliteit gebracht kan worden en als groen gas in het aardgasnetwerk kan worden ingevoed. Het groen gas kan ook als transportbrandstof worden gebruikt. Het digestaat dat na vergisten overblijft kan als meststof (mestvergisters) of compost (vergisters van GFT en groenafval) worden ingezet. e De nieuw geplande installaties gaan alle warmte leveren aan warmtenettten (waarvan een aantal nog niet gebouwd) of aan specifieke doelen zoals kantoren of zwembaden. 28-11-2019 BG8311TPRP1911281355 5 Alleen voor intern gebruik % Royal HaskoningDHV In bijlage 6 is per gemeente de hoeveelheid biomassa die de installaties vragen (nu en in de toekomst) in een grafiek weergegeven. De grafieken laat zien dat in Alkmaar, Purmerend en Lelystad de grootste hoeveelheid biomassa gebruikt wordt door verbrandingsinstallaties die reeds gerealiseerd zijn. Er wordt zichtbaar dat in Amsterdam en Diemen de geplande verbrandingsinstallaties veel biomassa zullen gebruiken. Van de huidige vergistingsinstallaties wordt het grootste volume biomassa verwerkt in Amsterdam en Hollands Kroon. Er zijn slechts beperkt nieuwe vergistingsinstallaties gepland. 2.3 Conclusies We kunnen nu twee vragen uit de inleiding deels beantwoorden. e Ontstaat er een overschot aan bio-energie installaties in de regio? In conclusie blijkt uit deze analyse dat de hoeveelheid bio-energie-installaties op basis van verbranding fors toe gaan nemen. Het aantal installaties zal verdubbelen, net als de hoeveelheid biomassa die voor deze installaties is benodigd. Van een exponentiële stijging van het aantal (verbrandings)centrales is echter geen sprake, naast de installaties die een SDE+ subsidie hebben ontvangen (waarvoor een business case en contracten voor de sourcing van biomassa noodzakelijk zijn) hebben wij geen indicaties dat er veel meer projecten in de ideefase of precontractuele fase zijn. De hoeveelheid vergistingsinstallaties neemt beperkt toe. e Zijn de initiatieven op elkaar afgestemd: waar is coördinatie wenselijk en zijn er concurrerende initiatieven? Is de verdeling van de installaties in de MRA efficiënt? De installaties die gerealiseerd of gepland zijn, staan op zichzelf en onderling is geen coördinatie of samenhang. Voor de benodigde biomassa is hier coördinatie wenselijk als toepassing van (slechts) regionale biomassa gewenst of verplicht is (zie hoofdstuk 8). Echter, in de afzet van producten (voornamelijk warmte) is wel degelijk coördinatie als deze in een warmtenet wordt ingevoerd. De projecten worden dan specifiek hierbij ontwikkeld wat betreft vermogen en temperatuur. De geplande installaties gaan vrijwel allen invoeden in een warmtenet (bestaand dan wel specifiek hier te ontwikkelen), zie hiervoor bijlage 5. In de Regionale Energie Strategieën is het van groot belang de bio-energie-installaties (aanbod) te matchen met de locaties, karakteristieken en van de warmtevraag en een afwegingskader te maken met de alternatieve warmtebronnen. Als dit gebeurt (en we zien bij de nieuwe installaties dat levering aan een warmtenet vrijwel altijd wordt vermeld) dan is de verdeling efficiënt te noemen. Invoeden van elektriciteit wordt begrensd door het elektriciteitsnet, dit is voor de bouw met de netbeheerder te regelen. Sommige installaties gebruiken warmte of biogas voor eigen processen zoals bij de RWZI's en sommige industriële installaties. Hierbij is afzet ook geregeld. 3 De zes belangrijkste biomassaketens in de MRA Er zijn verschillende soorten biomassa, die ook een verschillende toepassing hebben. Waar de één heel hoogwaardig materiaal is (waar in de markt ruim geld voor wordt betaald) is voor het ander nauwelijks commerciële animo. Niet alle biomassa is geschikt voor energie en niet alle biomassa is beschikbaar voor energie. We beschrijven hieronder zes biomassastromen die voor bio-energietoepassingen in de MRA het meest relevant zijn. Naast de toepassingen als energiebron beschrijven we ook de andere toepassingsgebieden nu en in de toekomst. Voor elk van deze stromen wordt een aantal relevante ontwikkelingen aan de kant van vraag en aanbod toegelicht. 28-11-2019 BG8311TPRP1911281355 6 Alleen voor intern gebruik % Royal HaskoningDHV In de tabel per biomassasoort staan de hoeveelheden in tonnen/jaar van: e Huidige installaties: de hoeveelheid die nu in de MRA-regio in installaties van dit type biomassa wordt gebruikt; e Geplande installaties: de hoeveelheid die in de MRA-regio van dit type biomassa gebruikt gaat worden (er is een SDE-subsidie toegekend, maar de installatie moet nog worden gerealiseerd); e Beschikbaar: de hoeveelheid van dit type biomassa dat in de MRA beschikbaar is. Beschikbaar is hier bedoeld als ‘aanwezig’ niet als ‘geheel te gebruiken voor bio-energie toepassingen’ (Partners for Innovation, 2018). Een opmerkingen vooraf: de oorsprong van de biomassa is niet voor alle installaties bekend, dit wordt in de SDE+ registratie niet bijgehouden en is per project nader te inventariseren. Voor zover we dit kunnen achterhalen is het in de tabel in bijlage 3 vermeld. Huidig | Gepland | Beschikbaar 31 Mest Mest wordt door vergisting in biogas omgezet. Dit kan vervolgens worden omgezet in warmte en/of elektriciteit. Een andere optie is om het op te werken tot groen gas (samenstelling gelijk aan aardgas) en in te voeden in het gasnet. In de MRA wordt nu een klein deel benut voor vergisting, de rest (deels ook ingevoerd van buiten de MRA) wordt door boeren rechtstreeks uitgereden op het land. Gezien het maatschappelijke debat rondom mest en de veestapel is de verwachting reëel dat het aanbod in de komende decennia gaat verminderen. De huidige en geplande vergistingscapaciteit verwerkt een klein deel van het aanbod. Vergisting van mest ontwikkelt zich (monovergisting komt in de lopende SDE+ aanvragen steeds meer voor) en na vergisting is het digestaat (B0% van de massa) nog steeds beschikbaar voor bemesting. Optimaal is om mest zo vers mogelijk te vergisten om methaan uitstoot (een ca. 25 maal zo sterk broeikasgas als CO2) te voorkomen en biogas te winnen en om door middel van innovaties (in stallen en techniek) meerdere knelpunten tegelijk aan te pakken (zoals stikstof, fijnstof, methaan en energie- opwek). 3.2 __Snoei- en dunningshout Snoei- en dunningshout wordt verbrand en omgezet in warmte en/of elektriciteit. In de MRA-regio is circa 400.000 ton (in gebruik en gepland) nodig terwijl er minder dan 20.000 ton beschikbaar is. Het merendeel, 95% wordt aangevoerd van buiten de MRA-regio (vaak van beheerders van (natuur)gebieden zoals Natuurmonumenten en RWS) en grotendeels uit Nederland. Het debat over de inzet van houtige biomassa richt zich niet alleen op internationale stromen, maar ook op de houtige biomassa die in Nederland vrijkomt. Terreinbeheerders hebben te maken met kritische vragen over het oogsten van dit type biomassa, ook als het vrijkomt als bijproduct van natuurbeheersopgaven, wat hen terughoudend maakt met het verder ontwikkelen van dit type biomassa. Voor een overzicht van de maatschappelijke zorgen verwijzen we naar paragraaf 5.2 Het grootste deel van de biomassa- verbrandingsinstallaties in de MRA gebruikt als input snoei- en dunningshout en afvalhout. Dit komt in de vorm van houtpellets of houtsnippers. Over houtpellets in 3.7 meer informatie, dit kan uit de gehele wereld komen (met een nadruk op productiebossen in de VS, Canada en de Baltische Staten). Houtsnippers betreffen vrijwel altijd een regionale markt -Duitsland, België en Nederland. Conform EU wetgeving dient bosbeheer en landschapsbeheer duurzaam te zijn. Conclusie: Het grootste deel van het hout wordt verkregen van buiten de regio omdat de hoeveelheid voor de huidige installaties nu al de beschikbare hoeveelheid overstijgt. Gezien de geplande installaties zal dit 28-11-2019 BG8311TPRP1911281355 7 Alleen voor intern gebruik % Royal HaskoningDHV fors gaan toenemen. Het algemene beeld is dat in Nederland een groot tekort een groot tekort aan snoei- en dunningshout gaat ontstaan. Dit wordt ingevuld met import van houtpellets. In de MRA is dit relatief t.o.v. het totaal van Nederland beperkt omdat er geen bijstook van houtpellets in kolencentrales gepland is, maar het gaat alsnog om significante hoeveelheden (zie ook hoofdstuk 4). 3.3 _Houtafval (A/B-hout) Huidig | Gepland | Beschikbaar Houtafval wordt grotendeels door burgers aangeboden bij 170.000 65.000 298.000 de milieustraat van de gemeente en komt grotendeels uit verbouwingen en sloop. A-hout (schoon hout) kan lokaal worden ingezet als brandstof in kleinschalige installaties. B-hout (met spijkers, verf etc.) wordt verwerkt in B-hout verbrandingsinstallaties, waarbij het aandeel B-hout in afval op 80% wordt geschat. C- hout (chemisch behandeld) wordt verwerkt in verbrandingsinstallaties (in het geval van de MRA in Duitsland) voor gevaarlijk afval en laten we buiten beschouwing. Schoon houtafval uit de industrie is een relatief kleine hoeveelheid en komt overeen met A/B-hout. Dit type hout wordt op dit moment verbrand net buiten de MRA- regio (HVC Alkmaar) en er zijn installaties gepland die willen gaan vergassen. Er is nog een potentie van rond de 64.000 ton dat niet in de regio wordt verwerkt. 3.4 GFT van huishoudens Huidig | Gepland | Beschikbaar 132.000 ton/jaar wordt vergist en omgezet in groen gas en 370.000 0 | 122.000 238.000 ton/jaar wordt gecomposteerd. Deze laatste hoeveelheid is deels een dubbeltelling met de hoeveelheid die vergist wordt, want veel digestaat (dat overblijft na vergisten) wordt na-gecomposteerd. Deze verwerkte hoeveelheid is veel meer dan er beschikbaar is (aanbod) in de regio: er is netto invoer uit andere delen van Nederland. Er is nog een potentieel van 370.000 ton/jaar dat niet gescheiden wordt ingezameld en in het huishoudelijk restafval beland. De reden is dat in stedelijke gebieden de kwaliteit van de GFT laag is en dat bewoners weinig mogelijkheden hebben om in de stad gescheiden in te zamelen. Er zijn in Nederland 21 installaties waar GFT vergist mag worden en er is overcapaciteit (Rijkswaterstaat, 2018). Voor GFT sluiten gemeenten een contract af of zijn aandeelhouder bij een verwerker. Er komt ook organisch afval vrij bij bedrijven dat lijkt op GFT (hoofdzakelijk resten en schillen van groenten, fruit, aardappelen en tuinafval) en bij horeca ontstaat swill (bestaat vooral uit (gekookte) voedselresten afkomstig uit keukens, kantines en restaurants). De hoeveelheden die gescheiden worden ingezameld zijn beperkt. 3.5 VGI Huidig | Gepland | Beschikbaar VGI zijn reststromen uit de voedings- en E00 On BEESD genotsmiddelenindustrie die vaak redelijk zuiver zijn en ingezet worden b.v. als veevoer of voor biobrandstof. De zuivere reststromen hebben een economische waarde en worden ingezet voor hoogwaardige toepassingen. Industriële bedrijven kennen de waarde van hun eigen reststromen erg goed en zullen streven naar de economisch meest gunstige afzet. Als zij voor energietoepassingen kiezen, dan wordt deze energie vaak ingezet voor de eigen processen. De potentie van VGI stromen voor energie in de MRA is daarmee klein. 28-11-2019 BG8311TPRP1911281355 8 Alleen voor intern gebruik % Royal HaskoningDHV 3.6 Bermgras, maaisel en waterplanten Op dit moment wordt O ton/jaar verwerkt voor Huidig | Gepland Beschikbaar energietoepassingen in de MRA. Gras blijft nu vaak liggen 0 [eo 68.000 na het maaien (hoge kosten voor afvoer en verwerking en soms op moeilijk te bereiken plaatsen) of wordt gecomposteerd (buiten de MRA). Bij beheer en onderhoud van (water)wegen komen er waterplanten en bermgras vrij. Echter zijn deze biomassastromen vaak vervuild met andere type planten, zand en zwerfvuil. Dat maakt deze stroom op dit moment niet of minder geschikt om te vergisten. Afhankelijk van de kwaliteit is verbranden of vergisten van gras mogelijk of kan het grondstof zijn voor biobased producten (vezels en d.m.v. bioraffinage tot grassap en eiwitten). Het verdient aanbeveling deze mogelijkheden nader te onderzoeken om stromen uit beheer en onderhoud regionaal in te zetten. 3.7 Houtpellets Huidig | Gepland | Beschikbaar NUON heeft het plan om in Diemen elektriciteit en warmte LO 120.000 0 | te produceren met pellets. Aangezien pellets niet beschikbaar zijn in de regio worden deze van buiten de MRA-regio gehaald. Pellets komt als reststroom uit productiebossen voor rondhout/zaaghout, in bijvoorbeeld in de Baltische staten, VS en Canada. Deze pellets worden als gevolg van handelsprijzen (die voor hout voor o.a. meubels hoger liggen dan voor energie) en de duurzaamheidscriteria die de SDE+ hanteert gemaakt van resthout, dus niet van complete bomen die alleen voor energietoepassingen worden gerooid (zie voor een goed overzicht van de geldende Nederlandse criteria (RVO, sd). In Nederland is er een tekort aan houtachtig materiaal voor verbranding en houtpellets bieden een hoge energiedichtheid, goede transporteerbaarheid en wereldmarktprijzen. De vraag zal toenemen. De maatschappelijke discussie over de inzet van biomassa voor energie spitst zich in de MRA-regio toe op de biomassacentrale in Diemen. Zie 4.2. Deze maatschappelijke discussie speelt breder in Nederland waar het verzet tegen pellet-stook (in hiervoor bedoelde centrales dan wel meestook in een kolencentrale) sterk toeneemt. 3.8 Advies Het verdient aanbeveling de biomassastromen verder te differentiëren en voor de verschillende hoofdtypen biomassa meer gericht beleid te maken. Een of twee van die hoofdstromen en bijbehorende conversietechnologieën en toepassingen, zouden als innovatiespeerpunt voor de MRA-regio kunnen worden gekozen. Als de regio koploper wordt in het verwerken van specifieke biomassastromen (voor zo mogelijk hoogwwaardige toepassingen) dan is dat gustig voor bedrijven(clusters) en samenwerking tussen kennispartners. Een SWOT-analyse voor de toepassingen, kennis en kunde binnen de regio kan daarbij helpen. Sorteer daarbij voor op de lange termijn verwachting dat biomassa primair ingezet zal gaan worden voor materialen en grondstoffen en pas daarna voor energie. Een aanzet voor kansrijke biomassastromen en business cases is in een voorgaande studie voor de MRA al gedaan ( (Partners for Innovation, 2018). 4 Verhouding beschikbare biomassa versus installaties Dit overzicht heeft als doel om te bepalen welke biomassa nodig is voor de huidige en toekomstige installaties en waar tekorten ontstaan. 28-11-2019 BG8311TPRP1911281355 9 Alleen voor intern gebruik % Royal HaskoningDHV In dit hoofdstuk koppelen we eerder onderzoek over de hoeveelheden van de diverse biomassa stromen in de regio (Partners for Innovation, 2018) aan de geplande installaties. In bijlage 7 zijn de bio-energie- installaties in de MRA en de hoeveelheden biomassa die zij (gaan) gebruiken gerelateerd aan de hoeveelheid biomassa die beschikbaar is in de MRA. 4.1 Reële potentie Niet alle biomassa die potentieel aanwezig is, is ook beschikbaar of te benutten voor energie. De reële potentie zal lager zijn dan de maximale potentie en de hoeveelheid die reëel beschikbaar is hangt af van: e Hoeveel biomassa echt te verzamelen is (‘oogstbaar’); e Hoeveel biomassa te gebruiken is en niet bijvoorbeeld is vervuild door grond of andere biomassa (voldoende zuiver); e Hoeveel er nodig is voor bijvoorbeeld bodemvruchtbaarheid of andere randvoorwaarden die de hoeveelheid verminderen; e Hoeveel biomassa een hoogwaardiger toepassingen heeft dan energie (bijvoorbeeld stro als stalbedekker) of kan krijgen (biobased); e Hoeveel er contractueel te krijgen is (economische kentallen zoals kosten, looptijd van contracten etc); e Andere beperkingen die de hoeveelheid biomassa die beschikbaar is voor energie verminderen. Soms is de potentie van een type biomassa echter hoger dan wat er nu vrijkomt. Bij GFT is dat duidelijk als we kijken naar het deel dat gescheiden wordt opgehaald t.o.v. het deel dat bij het restafval terecht komt. En ook zal de mate en de aard van biomassa beschikbaarheid zal sterk afhangen van ontwikkelingen in de veeteelt en akkerbouw, de wijze van landschapsbeheer en de mate waarin biomassa reststromen kunnen worden ingezet als grondstof. Dit kan leiden tot een daling van het biomassa aanbod voor energie (verlaging veestapel, zon-PV-velden), maar evenzogoed een stijging bij het toepassen van energieteelt, combinatieteelt of toename van het gescheiden en schoon oogsten van bermgras. Geschat wordt dat 50% tot 70% van het potentieel aan biomassa beschikbaar kan komen voor energie toepassingen. Op termijn zal de biomassa onderdeel gaan uitmaken van de biobased economy waarbij eerst de biomassa wordt ingezet als grondstof, onbruikbare reststromen die hierbij vrijkomen kunnen vervolgens worden ingezet als brandstof. Om de reële potentie voor de biomassastromen te analyseren moet er naar elke stroom apart worden gekeken. Een aantal opmerkingen bij de zes belangrijkste grootste stromen in hoofdstuk 3: 1. Mest: de gebruikte cijfers geven weer wat in de stal wordt geproduceerd (dus wat op het land valt is daar niet in meegenomen). In principe is 100% te benutten voor vergisting. Bij kippenmest is stikstof een probleem, daarom wordt het in de praktijk verbrand. 2. Snoei- en dunningshout: 25 tot 50% is hernieuwbaar uit de Nederlandse bossen en terreinen te oogsten. 3. Houtafval (A/B-hout): in principe is al het ingezamelde houtafval te benutten voor energie. Er is geen spaanplaatindustrie in Nederland en er geldt een negatieve prijs van enkele tientallen euro's: gemeenten moeten betalen om deze stroom te verwerken 4. GFT: de cijfers die zijn opgenomen is wat gescheiden wordt ingezameld. Dat is in principe 100% beschikbaar, maar gemeenten besteden het via contracten aan. Een deel wordt gecomposteerd. De maximale toekomstige potentie is nog hoger, omdat een deel bij het restafval terecht komt. 5. Industrie (VGI sector): de dierlijke en plantaardige stromen zijn vaak zuivere stromen met hoge waarde als veevoer. Als het als energiebron gebruikt wordt dan vaak op het eigen bedrijf. Tegen de 0% reële potentie om als energiebron voor de gebouwde omgeving te benutten. 28-11-2019 BG8311TPRP1911281355 10 Alleen voor intern gebruik % Royal HaskoningDHV 6. Bermgras, maaisel en waterplanten: de potentie voor energie is laag gezien de oogstbaarheid, zuiverheid en mogelijkheid om middels raffinage en andere technieken (op termijn) hoogwaardige toepassingen te ontwikkelen. 7. Houtpellets: dit is resthout (voornamelijk zaagsel) dat in de vorm van geperste korrels voor energietoepassingen wordt bestemd. In het onderdeel ‘import’ gaan we hier nader op in. 4.2 Import Landelijk Een groot gedeelte van de biomassa die in Nederland wordt ingezet, wordt geïmporteerd. Dit is met name het geval voor houtpellets voor bijstook in kolencentrales, die vanuit Noord-Amerika, Canada en de Baltische staten (van Bergen, nb) worden ingevoerd. Voor wat betreft warmteproductie bij bedrijven en huishoudens is de herkomst van het hout minder transparant, maar worden voornamelijk reststromen en lokaal beschikbare houtstromen gebruikt. Het aandeel geïmporteerde biomassa zal in de komende jaren nog verder toenemen om aan de 2020- doelstellingen (Klimaatakkoord, 2019) te voldoen. Volgens het visiedocument uit 2015 van het (toenmalige ministerie van Economische Zaken (Biomassa 2030. Strategische visie voor de inzet van biomassa op weg naar 2030, 2015) is de verwachte vraag in 2030 van biomassa voor energie, biobrandstoffen, chemie en materialen voor 432-570 PJ. Voor de bijstook in kolencentrales is in het Energieakkoord in 2014 afgesproken om de hoeveelheid biomassa bijstook in kolencentrales te verhogen tot 25 PJ energieproductie in 2023, waarvoor ongeveer 3,5 miljoen ton houtpellets nodig zijn. In Nederland kan in 2050 hooguit 200 PJ aan biomassa worden ingezameld, dat is ca. 35-45% van het totaal, de rest zal geïmporteerd moeten worden (themawebsite biomassa PBL, sd). Een deel van de Nederlandse houtachtige biomassa wordt op dit moment geëxporteerd. Dit komt omdat biomassa (voor energie en andere toepassingen als materiaal) een wereldmarkt is en concurrentie en schaal leiden tot internationale contracten. Zo gaat een deel van het snoei- en dunningshout van Almere naar Denemarken (ook als de torrefactiecentrale operationeel is) en importeert Vattenval in Diemen straks houtpellets uit de Baltische Staten. In figuur 5 is een verdeling van houtpellets voor Nederland schematisch weergegeven (Agentschap NL, 2012). aësoaa 2e Nn pe EN ls, aoe CANADA es VERENIGDE STATEN ij BN austraut EN zuster “boats EN vieuw ZEELAND EU EN ovenc =1000000 =1500000 EEE BinmenLANDSsEPRODUCTIE WEN imrort WN exroer WN eunentanose consumPrie 28-11-2019 BG8311TPRP1911281355 11 Alleen voor intern gebruik % Royal HaskoningDHV Figuur 5: Overzicht van de productie, consumptie en handel van houtpellets (Agentschap NL, 2012) Deze internationale handel, met netto-import voor Nederland is overigens niet anders dan voor andere grondstoffen voor energie. Ook olie, kolen en aardgas, die energie, transportbrandstof en/of grondstof leveren, worden grotendeel geïmporteerd. En ook doet de houtverwerkende industrie in Nederland (in toenemende mate) beroep op geïmporteerd hout. Met name in de secundaire houtverwerking (meubelsector, bouw, verpakkingen) is meer dan 90% van het hout en de halffabricaten uit het buitenland afkomstig, voor de primaire houtverwerking (zagerijen) betreft het aandeel import ongeveer de helft (RVO, sd). Nederland zal naar verwachting een grote importeur van houtpellets worden. In figuur 6 is een verdeling naar landen opgenomen, waarbij zichtbaar is dat het Verenigd Koninkrijk, Denemarken, Zweden, Zuid- Korea en Japan grote importeurs van houtpellets zijn of gaan worden. Ook is zichtbaar dat de vraag in Nederland de komende jaren sterk zal toenemen en daarna stabiliseren. De groei wordt voor het overgrote deel veroorzaakt door de bijstook van houtpellets in vier grote kolencentrales in Nederland: - De Amercentrale van RWE in Geertruidenberg - De Unipercentrale in Rotterdam - De RWE centrale in Eemshaven - De Engiecentrale in Rotterdam In 2018-2020 begint in deze centrales onder SDE+ subsidie bij- en meestook van hout om de hoeveelheid kolen te verminderen. De hoeveelheid pellets zal oplopen tot 3,5 miljoen ton/jaar. Het uiteindelijke doel is om door duurzame bronnen de CO2 emissie te verminderen en de klimaatdoelstellingen van het Klimaatakkoord te halen. Overigens importeerde Nederland tot 2012 ook houtpellets voor bij- en meestook, dit is echter in de jaren daarna gestopt door nieuw beleid op subsidies en pas na de vorming van het SDE+ beleid in 2015 weer op gang gekomen. De SDE+ regeling stelt strenge duurzaamheidseisen aan de biomassa voor bij- en meestook. Een overzicht is bijvoorbeeld te vinden in (RVO, sd). 28-11-2019 BG8311TPRP1911281355 12 Alleen voor intern gebruik X Royal HaskoningDHV Industrial Pellet Demand Million MT 35 aUK mNetherlands ma Belgium ew Denmark Sweden =Other =S Korea m Japan 30 25 20 15 10 —_ MH == d B d 0 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023 source: Historical, Argus; Forecast, FutureMetrics De wereldproductie aan houtpellets ligt op 30 miljoen ton per jaar en -Nederland zal daarvan over een paar jaar 3,5 miljoen ton gebruiken. De discussie of de productie duurzaam, in de zin van ‘volhoudbaar’ is, wordt volop gevoerd, ook door wetenschappers onderling. Productiebossen worden duurzaam beheerd volgens de SDE+ eisen en de aangroei is jaarlijks groter dan de kap. Er zijn echter mondiaal effecten door een toenemende vraag aan hout(pellets) die nadelig kunnen zijn en waar geen volledig inzicht in en controle op is. De discussie of houtpellets wel een duurzame bron zijn in de zin van CO2-uitstoot, koolstofschuld en ketenemissies komt in hoofdstuk 5 aan de orde. Biomassa is niet alleen voor de verduurzaming van de energievoorziening in beeld. Ook andere sectoren kijken naar deze grondstof om o.a. transportbrandstoffen, chemische producten en materialen zonder fossiele bronnen te fabriceren. Binnen het Klimaatakkoord is vanuit de verschillende sectoren (of ‘tafels’) een (mogelijke) vraag naar biomassa geformuleerd, voor diverse doeleinden. Volgens berekeningen van het PBL moeten we volgens de hoofdlijnen van het Klimaatakkoord rekenen op 340 tot 570 PJ aan biomassa-inzet in 2030 (Royal HaskoningDHV, 2018) (Analyse van het voorstel voor hoofdlijnen, 2018) Dit zou betekenen dat tussen 2023 en 2030 de inzet van biomassa in Nederland met zo’n 1,5 tot 3 keer zou moeten toenemen. Op de langere termijn zal vooral de chemie en hoogwaardige transportbrandstoffen (waar geen alternatief is voor andere CO2-arme bronnen) gaan vragen om inzet van biomassa als koolstofbron. Dan zal cascadering in materiaal (zie figuur 7; de bekende biomassa piramide) en energieopwekking alleen met onbruikbare reststromen plaatsvinden, (Royal HaskoningDHV, 2018) en in tijd (waarbij biomassa eerst als materiaal of grondstof hoogwaardig wordt gebruikt en pas na een aantal cycli als ‘onbruikbare’ grondstof wordt ingezet voor energieopwekking) criteria gaan geven voor inzet van biomassa. Een verdere ontwikkeling in technieken en aanpassingen in het (stimulerings-)beleid zullen hiervoor noodzakelijk zijn en tot een versnelling van de rendabele inzet van biomassa voor hoogwaardiger toepassingen dan energie leiden Er wordt op dit moment gewerkt aan een kader dat eisen gaat stellen aan biomassa op basis van onderzoeken die het PBL en de SER nu doen. PBL kijkt bijvoorbeeld naar de beschikbaarheid en beoordeelt per biomassastroom wat de mogelijkheden zijn om die in te zetten. De SER kijkt naar het draagvlak. 28-11-2019 BG8311TPRP1911281355 13 Alleen voor intern gebruik % Royal HaskoningDHV f | Transport brandstoffen | brandstoffen Figuur 7: de biomassa-piramide op basis van toegevoegde waarde (Kuipers, et al, 2015). Door het overheidsbeleid op het gebied van een klimaatneutrale en circulaire economie kijkt de chemiesector nadrukkelijk naar het gebruik van biomassa als grondstof ter vervanging van fossiel. De chemie heeft een routekaart 2050 gemaakt waarin biomassa als alternatieve grondstof voor fossiel in de komende decennia een prominente rol zal gaan spelen’. De vraag uit de chemie naar duurzame biomassa zal gaan toenemen, en aangezien biomassa als grondstof een waardevollere toepassing is dan biomassa als energiebron (los gezien van de marktaanpassingen door subsidies), zullen de energietoepassingen in toenemende mate ‘concurrentie’ krijgen van de chemische sector. Gezien de grote stromen die de chemie nodig heeft zal dit effect hebben op de mondiale markt voor duurzame biomassa en naar verwachting ook op de regionale markten voor biomassa. Omdat de toepassing van biomassa in de chemie nog in de kinderschoenen staat, zal dat niet voor 2030 zichtbaar gaan worden. De termijn om tot grootschalige biobased toepassingen (chemie op basis van biomassa) te komen hangt af van technische ontwikkelingen en van de business case. De inrichting van het huidige subsidiesysteem stimuleert energie sterker dan andere toepassingen. Omleiden van subsidiestromen naar biobased toepassingen kan de ontwikkeling en rentabiliteit hiervan versnellen. Het Rijksbrede programma circulaire economie heeft de ambitie om in 2030 50% minder primaire grondstoffen te gebruiken in Nederland. Dat zal deels worden ingevuld met recycling en hergebruik, maar ook deels met biomassa. Metropoolregio Amsterdam Ten opzichte van het landelijke beeld is de behoefte aan geïmporteerde biomassa (in de vorm van houtpellets) voor de geïnventariseerde (operationele en geplande) bio-energie installaties in de MRA zeer bescheiden (0,12 t.o.v. 3,5 miljoen ton/jaar). Deze 3,5 miljoen ton/jaar voor heel Nederland heeft echter betrekking op 2020/2023 en de geïnventariseerde installaties in de MRA lopen tot ca. 2021 (omdat het gaat over toegekende SDE+ subsidies). En relatief geringe vraag naar import biomassa betekent ook niet dat de MRA zich geen mening hoeft te vormen over de wenselijkheid van import en het gebruik van biomassa voor energie. De centrale in Diemen wordt de grootste houtpelletcentrale in Nederland en door de andere geplande installaties (en degenen die nog geen SDE+ aanvraag hebben ingediend en in een vroeger stadium van planning zitten) ontstaat er meer vraag naar houtige biomassa. Gezien de (inter)nationale trend om met biomassa aan de doelstellingen van verduurzaming van de energievoorziening bij te dragen is te verwachten dat er in de toekomst meer vragen op gemeentes en provincies af zullen komen van initiatiefnemers én bewoners/maatschappelijke organisaties. Het is van belang om te komen tot leidende principes hoe om te gaan met biomassa voor energie, een duurzame invulling voor de energievoorziening (o.a. via de Regionale Energiestrategie) en de oorsprong van biomassa. 1 Roadmap Dutch chemical industry in 2050 (2018): De chemische industrie heeft in 2050 280 PJ duurzame biomassa nodig en 170 PJ hernieuwbare elektriciteit (ter vergelijking: de huidige opwekking van hernieuwbare elektriciteit in Nederland bedraagt 54 PJ) 28-11-2019 BG8311TPRP1911281355 14 Alleen voor intern gebruik % Royal HaskoningDHV De Amsterdamse haven heeft de strategische ambitie om geleidelijk minder afhankelijk te worden van fossiele brandstoffen en daarvoor in de plaats andersoortige lading aan te trekken (Port of Amsterdam, 2019). De sterke groei van met name agribulk en containers compenseert de vermindering aan import van kolen en daarnaast zet de haven in op circulaire economie door o.a. recycling en biobrandstoffen. Ook import en overslag van biomassa is een richting die de haven ambieert. In het Nieuwsblad Transport staat dat Amsterdam in 2020 al 6 miljoen ton houtpellets wil importeren, maar dit was voordat de Hemwegcentrale dicht zou gaan (Jumelet, 2012). De energie- en klimaatambities van verschillende gemeenten in de MRA zijn stevig. Amsterdam wil in 2040 aardgasvrij zijn en in 2050 klimaatneutraal. Almere wil in 2025 COz-neutraal zijn en Zaanstad wil klimaatneutraal zijn in 2040. De verwachting is dat een deel van de oplossing zal gaan komen uit een energetische inzet van biomassa waardoor de vraag naar biomassa in de regio zal toenemen. In de Regionale Energiestrategieën speelt bio-energie een rol, waarvan de grootte afhangt van de keuzes van de regio. Sommige gemeenten en provincies hebben al uitspraken gedaan over biomassa, waarbij opvalt dat lokale biomassa de voorkeur heeft en biomassateelt voor energie wordt onderzocht. De provincie Noord- Holland zet bijvoorbeeld in op lokale biomassa door het stimuleren van innovatie en onderzoekt waar de kansen liggen voor de landbouw en bosbouw. Voor Lelystad geldt dat de ambitie is om een flinke bijdrage te leveren aan een energieneutraal ofzelfs energiepositief (=leverend) Lelystad, door duurzame opwek met wind (aanvullend op regioplan), zon en biomassateelt op restgronden en centrale (mest)vergisting in combinatie met nieuwe, open energienetwerken, smart grid/slimme oplossingen en een “hub” bij de Maxima centrale. Deze Regionale Energiestrategie van de regio's (de MRA valt binnen de RES regio's Noord-Holland Zuid, Noord-Holland Noord en Flevoland, (Nationaal Programma Regionale Energie Strategie, 2019)) heeft een belangrijke rol om te bepalen welke plek biomassa in de energiemix krijgt. Vooral bij de warmtestrategie (hoe gaan we de gebouwde omgeving aardgasvrij krijgen) speelt bio-energie een rol, maar ook voor de (grootschalige) opwek van elektriciteit. Idealiter horen besluiten rondom cascadering, toepassing van biomassa voor energie en afwegingen hoe en waar juist aan de tafel van de RES-afspraken plaats (waar alle partners aan tafel zitten, participatie plaatsvind en het gesprek met de Rijksoverheid start). 4.3 Conclusie We kunnen nu de drie andere vragen uit de inleiding beantwoorden: e Van welke biomassa verwachten we een tekort, ten opzichte van de beschikbare biomassa in de regio? Hoeveel verwachten we dat de import gaat stijgen en van welke biomassa? Het is duidelijk dat voor de installaties uit de inventarisatie (operationeel en gepland) vooral de hoeveelheid snoei- en dunningshout en houtpellets (beide verbranding) en GFT (vergisting) het regionale aanbod onvoldoende is. De behoefte aan houtachtig materiaal voor verbranding is in heel Nederland groot en juist daarom vindt (steeds meer) import van houtpellets plaats. Houtachtig materiaal bevat veel droge stof en houtpellets bij uitstek laten zich goed verplaatsen (per schip) en zijn universeel toepasbaar. Dit betreft een wereldmarkt. De markt voor houtsnippers is meer gefocust op Duitsland, België en Nederland. Andere biomassa en vooral biomassa met een hoge vochtigheid zal niet over grote afstanden vervoerd (kunnen) worden. Eventueel kan dit wel na een voorbewerkings of eerste verwerkingstap (naar bijvoorbeeld bio-ethanol). 28-11-2019 BG8311TPRP1911281355 15 Alleen voor intern gebruik % Royal HaskoningDHV De import van houtpellets zal naar verwachting tot ca. 3,5 miljoen ton/jaar groeien voor bijstook in kolencentrales en daarnaast wordt het ook toegepast in andere biomassacentrales (zoals die van Vattenfall in Diemen). En de totale behoefte aan biomassa voor chemie, brandstoffen en energie is in totaal nog eens 17 tot 22 maal zo groot, dit betreft meer dan alleen houtpellets. e Wat betekent dat voor rentabiliteit van initiatieven en op de biomassa-markt in de regio? Een tekort aan aanbod laat de prijzen van biomassa stijgen en wereldwijd neemt de vraag naar biomassa toe. Toch is bij houtsnippers een prijsdaling zichtbaar en bij houtpellets een stabilisatie, dit komt door de toename in productie. Er zit nog behoorlijke groei in de productie van hout (productiebossen die kunnen voldoen aan de duurzaamheidseisen) in o.a. de VS, Canada en de Baltische staten. Doordat dit type biomassa een internationale markt is zullen prijzen minder volatiel zijn dan van regionale biomassa. Daarnaast is deze houtachtige biomassa (snippers en pellets) ook via langetermijncontracten. Contracten van meer dan 10 jaar kunnen naar verwachting bilateraal met internationale leveranciers worden afgesloten (ECN, 2017). Als er verscherpte en/of verbrede duurzaamheiscriteria komen in Nederland of de MRA dan neemt de prijsdruk op biomassa die hieraan voldoet waarschijnlijk toe. Als regionale of Nederlandse biomassa verplicht gesteld zou gaan worden, dan is de verwachting dat de prijs van snoei- en dunningshout gaat stijgen. In dat laatste geval wordt de rentabiliteit van biomassa-installaties van dat type onder druk gezet. De prijzen van A/B hout(afval) staan onder druk, gemeenten betalen nu al veel geld (tussen ca 25 en 75 euro/ton) om A/B hout te laten verwerken. Dit betreft een Europese/nationale markt. Belangrijk om op te merken is dat internationale ontwikkelingen een sterke invloed kunnen hebben op de prijzen van biomassa als deze internationaal verhandeld worden. Een voorbeeld hiervan is of de subsidie op verbranding van afvalhout in Duitsland zal blijven bestaan. Voor GFT (waar ook tekort is t.o.v. de regionale beschikbaarheid) is de markt verdeeld over 21 installaties. Er is overcapaciteit, wat nieuwe installaties financieel ongunstig maakt. Zeker ook omdat de biogasopbrengst bij vergisting t.ov. het SDE+ richtbedrag tegenvalt bij de operationele installaties. Een kanttekening bij de opmerkingen over prijsontwikkelingen is dat de SDE+ subsidie jaarlijks wordt aangepast o.a. op prijs. Dit is namelijk een exploitatiesubsidie die de rentabiliteit van nieuwe installaties moet verhogen. Daarmee wordt prijsinvloed dus grotendeels gedempt. e Hoe gaat de toename van installaties de inzet van de beschikbare biomassa in de regio en de biomassa-import beïnvloeden? In de MRA is in de inventarisatie zichtbaar dat er een tekort is aan houtachtig materiaal voor verbranden en GFT. Andere biomassastromen voor energie zijn op dit moment voldoende aanwezig (zoals mest en stromen uit beheer en onderhoud). We hebben al eerder opgemerkt dat de reeële potentie, de wenselijkheid (zijn er hoogwaardiger toepassingen?) en de rentabiliteit per biomassa-type verschilt. De geplande toename van (vooral) verbrandingsinstallaties gaat de regionale beschikbaar ver te boven, dat was echter bij de huidige installaties ook al zo. Er is dus al volop nationale (en ook internationale) handel in biomassa. Bij handel die over de grenzen van West-Europa (incl. Scandinavie) heengaat, gaat het vrijwel altijd over houtpellets. 28-11-2019 BG8311TPRP1911281355 16 Alleen voor intern gebruik % Royal HaskoningDHV 5 Strategische analyse en ontwikkelingen rondom biomassa In hoofdstuk 3 en 4 hebben we een aantal ontwikkelingen voor vraag en aanbod van de belangrijkste biomassaketens voor de regio en internationaal laten zien. Daarnaast zijn er algemene ontwikkelingen rondom (de visie op) biomassa die invloed kunnen hebben. En er zijn verschillende kanttekeningen te plaatsen bij het beleid dat de MRA kan ontwikkelen om bio-energie te sturen in de toekomst. Deze worden hieronder opgesomd en uitgewerkt. In dit hoofdstuk worden een aantal strategische issues op hoofdlijnen beschreven die in een vervolgstudie beter uitgewerkt en onderbouwd zouden kunnen worden. In dit hoofdstuk beschrijven we enkele wezenlijke issues die van belang zijn voor de vraag of en hoe vanuit de MRA-regio ontwikkelingen rond de inzet van biomassa voor energieopwekking gestuurd of beïnvloed kunnen worden. We beantwoorden de vraag vanuit MRA naar een strategische analyse over dilemma's en risico’s in een lastig debat waarin: 1. Niet of nauwelijks beïnvloedbare ontwikkelingen op MRA afkomen (nationaal en internationaal klimaatbeleid, regels en incentives die de businesscases voor biomassa en zijn alternatieven bepalen); 2. Maatschappelijke opvattingen over wat wenselijk of onwenselijk is sterk uiteenlopen, terwijl bovendien het spectrum aan opvattingen ook nog eens in de tijd verschuift; 3. Belangen van grote bedrijven een rol spelen; 4. Initiatieven om biomassa voor energie te gebruiken zowel kansen als bedreigingen voor MRA met zich meebrengt; 5. Ereen aantal landelijke of zelfs internationale issues aan biomassa kleven, maar er tevens lokale issues zijn (tegenstand van omwonenden). 5.1 Beïnvloeding biomassastromen beperkt Biomassa is internationale markt De inventarisatie van installaties is gedaan voor de MRA-regio, waarbij globaal is aangegeven uit welk gebied de biomassastromen worden betrokken. De Nederlandse en internationale markten voor biomassa zijn veel groter dan de regio en worden bepaald door enerzijds economische wetmatigheden rondom aanbod en vraag, en anderzijds door nationale en internationale beleidsincentives, met name de SDE+ regeling en de bijmengregels voor motorbrandstoffen. Daarnaast spelen internationale afspraken en certificeringsschema's over de duurzaamheid van biomassa een rol, die betrekking hebben op het aanbod van biomassa maar niet of slechts zijdelings op de toepassingen. Dat plaatst ook de mogelijkheden om biomassastromen in de regio te beïnvloeden in perspectief: deze zijn zeer beperkt. Dat geldt in nog sterkere mate voor individuele gemeenten. Nationaal beleid: biomassa is noodzakelijk voor de energievoorziening Aanbod van en vraag naar biomassa voor energietoepassingen in de MRA worden sterk beïnvloed door het nationale overheidsbeleid zoals voortvloeit uit het Klimaatakkoord en het eerdere Energieakkoord. Het Klimaatakkoord stelt dat biomassa in de komende decennia noodzakelijk is voor het realiseren van de klimaatopgave door inzet als energiebron. De SDE+-regeling financiert voor verschillende biomassastromen de onrendabele top én stelt gelijktijdig eisen aan duurzame herkomst? Merk op dat de motivatie voor inzet verschuift. Ging het primair om het aandeel hernieuwbare energie (waarbij biomassa 2 Alleen voor houtpellets zijn duurzaamheidseisen van kracht. Zie: https://www.rvo.nl/subsidies- regelingen/stimulering-duurzame-energieproductie/categorie%C3%ABn/biomassa- sde/duurzaamheidseisen 28-11-2019 BG8311TPRP1911281355 17 Alleen voor intern gebruik % Royal HaskoningDHV volgens de Europese definities als zodanig is aangemerkt), steeds meer verschuift de discussie naar het achterliggende doel van COz-reductie. En daarmee naar de omstreden kwestie of en in welke mate biomassa-inzet voor energie daadwerkelijk CO2-emissies vermindert, over de hele keten en in de tijd gezien. Biomassa is nodig voor energie én voor circulaire economie Er zijn landelijke en regionale ambities op het gebied van circulaire economie en op het gebied van klimaat. Beide doen een beroep op de inzet van biomassa en er kan afhankelijk van de (landelijke) instrumentatie sprake zijn van concurrentie om schaarse biomassa voor deze twee doelen. Ook de langere termijn ambities op het gebied van circulariteit zullen gerealiseerd moeten worden met, deels, dezelfde biomassa die als energiebron wordt ingezet. Veel scenario’s laten zien dat biomassa niet alleen een grotere rol zal gaan spelen als energiebron, maar ook als grondstof, naast toepassingen als materiaal, bij het verbeteren van de bodemvruchtbaarheid en om koolstof in de bodem vast te leggen. Dat zal leiden tot een grotere vraag naar biomassa binnen Nederland en in Europa of ook wel daarbuiten Hierdoor verwacht het Klimaatakkoord dat duurzame biomassa op termijn schaars gaat worden (Klimaatakkoord, 2019, p. 188). In het akkoord is aangegeven dat biomassa zo hoogwaardig moet worden ingezet zodat het maximaal bijdraagt aan verduurzaming van onze economie (Klimaatakkoord, 2019, p. 50). Naast de gebruikelijke economische regels van vraag en aanbod bepaalt overheidsbeleid mede waar de biomassa wordt ingezet. Een belangrijke vraag is voor welke toepassing biomassa wordt ingezet. Wordt het omgezet in elektriciteit, in warmte, moeten bepaalde stromen op het land achterblijven ten behoeve van de nutriënten, of wordt het ingezet als grondstof voor de circulaire en biobased economy? En is COz-reductie de belangrijkste driver of zijn er andere doelen? De weging van deze antwoorden zijn beleidsvragen die nog niet beantwoord zijn en die deels ook op nationaal niveau beantwoord zullen moeten worden. Een deel van die vragen worden beantwoord door het kader biomassa dat nu gemaakt wordt aan de hand van onderzoeken voor PBL en de SER. Additionele moeilijkheid bij de afwegingen is dat wel de algemene termijn ‘biomassa’ wordt gebruikt, maar daarachter gaat een baaierd aan soorten biomassa, verwerkingstechnieken en toepassingsmogelijkheden schuil. De ene biomassa is de andere niet en niet elk type biomassa is geschikt voor elke toepassing. Daardoor is het moeilijk algemeen geldende uitspraken te doen. Belangrijk is het om op te merken dat er per type biomassa specifiek gekeken moet worden naar mogelijke toepassingen en dat discussies over bio-energie niet generiek te voeren zijn. De organische fractie in huishoudelijk afval (GFT, al dan niet gescheiden ingezameld) kan je optimaal vergisten en tegelijkertijd doet dit geen afbreuk aan de mogelijkheid waardevolle organische meststof (compost) te produceren. En niet al het houtachtig materiaal heeft een mogelijke toepassing als bouwmateriaal, er zullen altijd reststromen overblijven die zo klein of laagwaardig zijn dat ze als energiebron ingezet zullen blijven worden. Overheidsbeleid stimuleert energietoepassing onevenwichtig De SDE+- regeling stimuleert het gebruik van duurzame biomassa voor het opwekken van energie. Een soortgelijke regeling die inzet voor materialen en grondstoffen bevordert zou gezien de uitspraken in het Klimaatakkoord op zijn plaats zijn, en ook marktpartijen die zich richten op het gebruik van biomassa als grondstof vragen om zo’n soort regeling. Die is er vooralsnog niet. Daarentegen wordt de inzet van biomassa voor de circulaire economie belemmerd door wetten, kaders en regels die in het verleden op goede gronden zijn vormgegeven, maar die nu in elk geval feitelijk belemmerend en vertragend op de ontwikkeling van circulariteit werken. Als er een regeling komt die ook de circulaire inzet van biomassa beloont dan zal de vraag naar hoogwaardige toepassingen van biomassa als materiaal en grondstof toenemen waardoor minder biomassa 28-11-2019 BG8311TPRP1911281355 18 Alleen voor intern gebruik % Royal HaskoningDHV beschikbaar zal zijn voor directe energietoepassingen. Biomassa zal gaan naar die toepassingen met de hoogte economische waarde. Inzet voor materialen en grondstoffen gaan boven energie. Cascadering en bioraffinage zijn technologieën die verder zullen worden ontwikkeld. De verwachting is dat, in de circulaire economie, biomassa voor materiaal/grondstof zal worden ingezet en slechts dan voor energietoepassingen inzetbaar zijn als door kwaliteitsvermindering de materialen/grondstoffen uit biomassa niet meer bruikbaar zijn. COz-afvang en -opslag ook bij biomassa noodzakelijk In de grote meerderheid van wetenschappelijke scenario's die de opwarming tot maximaal 2 graden beperken zijn op termijn negatieve emissies nodig om de overshoot in de CO2-concentratie weer terug te brengen tot het niveau dat met 2 graden correspondeert. Elke vorm van energetische benutting van biomassa zal van COz-afvang en -opslag moeten worden voorzien om deze zogeheten negatieve emissies te verkrijgen. De MRA-regio kan overwegen daar al in een vroeg stadium met het afgeven van vergunningen rekening mee te houden door eisen t.a.v. later mogelijke ‘capture readyness’ op te nemen. Dat zou ook een mogelijk stuurinstrument kunnen zijn. De MRA als samenwerkingsverband De MRA is een samenwerking tussen verschillende overheden en heeft geen wettelijke taken, noch zijn er mandaten overgedragen. Meningsvorming op het thema bio-energie is daarom in MRA verband mogelijk, echter is instrumentering in beleid en maatregelen op individueel gemeente (en provincie) niveau daarna noodzakelijk. Prikkels en randvoorwaarden voor biomassa en energie komen uit de grotere beleidskringen Rijksoverheid en Europa. De MRA kan aanvullende eisen stellen en aanmoedigen/ontmoedigen maar heeft daar weinig juridische instrumenten voor. In de vorm van convenanten, vestigingsrandvoorwaarden (o.a. luchtkwaliteit) en routekaarten (o.a. warmte/RES) kan zij wel invloed uitoefenen. Verantwoordelijkheid MRA voor energie Meningsvorming over wenselijkheid van biomassa voor energie kan niet losstaan van de verantwoordelijkheid die de MRA heeft om invulling te geven aan verduurzaming van de energievoorziening (zowel warmte als elektriciteit). Er is niet zomaar een plan B als biomassa uit de energiemix geschrapt zou worden. De RES is naast een inventarisatie en multistakeholderproces ook een stevige ambitie en het aanbod aan de Rijksoverheid moet ook daadwerkelijk worden uitgevoerd als zij in 2020 wordt vastgesteld. De MRA kan de rol op zich nemen om de verschillende biomassasporen bij de Regionale EnergieStrategiën in de regio en van de twee provincies op zich te nemen. In een dichtbevolkt, energie-intensieve regio als de MRA is het onvermijdelijk te erkennen dat de regio afhankelijk is van de bredere omgeving. Of dat binnen Nederland of ook internationaal moet zijn en onder welke voorwaarde dat passend is, zou onderwerp moeten zijn van nadere discussie en besluitvorming. De stuurmogelijkheden voor regionale overheden zijn betrekkelijk gering, en het spiegelbeeld hiervan is dat ondernemers de vrijheid hebben biomassa-initiatieven te ontwikkelen die wel aan alle wettelijke eisen voldoen maar niet passen binnen zo’n visie, en daarmee een ondernemersrisico nemen. 5.2 Maatschappelijk draagvlak voor bio-energie 28-11-2019 BG8311TPRP1911281355 19 Alleen voor intern gebruik % Royal HaskoningDHV De maatschappelijke acceptatie van biomassa voor energie neemt af. De groeiende vraag naar en inzet van biomassa voor de productie van energie vormen al jaren aanleiding voor een hevig maatschappelijk debat. De inzichten van partijen verschillen met name fundamenteel over (Royal HaskoningDHV, 2018): » Reductie-emissie broeikasgassen. Hoeveel broeikasgasemissie wordt er daadwerkelijk gereduceerd bij de inzet van biomassa ter vervanging van fossiele brandstoffen? De COz-uitstoot voor dezelfde hoeveelheid energie is bij (verbranden van) biomassa zo'n 10% hoger dan bij gebruik van fossiele brandstoffen (Reijn, 2018). En deze COz-uitstoot is door nieuwe bomen in ca. 30 jaar gecompenseerd. Is het een oplossing door nu biomassa te verbranden en daarmee COz uit te stoten die in de komende decennia door aanplant en groei van bomen weer uit de lucht wordt gehaald? Menigeen stelt dat het klimaatprobleem zo urgent is dat dit geen oplossing is. Anderen houden zich aan de overtuiging dat dit kortcyclische COz (vastlegging in een periode van tientallen jaren) wel degelijk klimaatneutraal is en dat er door de groei van bomen een COz-krediet is opgebouwd voor het als energiebron wordt benut. Dit geldt des te sterker als alleen rest- en afvalhout wordt gebruikt, waarvoor primair geen bomen worden gekapt. Of dat in de toekomst houdbaar is met een wereldwijd toenemende vraag naar biomassa en of er voldoende controle is op een duurzame herkomst van de biomassa is onzeker. Regelmatig worden de emissies ten gevolge van transport van biomassa ook genoemd als nadeel. Deze emissies zijn echter gering. LCA-studies laten zien dat transport van biomassa maar zeer beperkt bijdraagt aan CO2-emissies over de gehele keten (Royal HaskoningDHV, 2018) (Mai- Moulin, 2018) Daarnaast zijn ook fijnstof en stikstofverbindingen ongunstig voor het milieu. In grootschalige installaties zijn door goede reiniging de uitstoot zeer beperkt. Voor kleinschalige installaties (houtkachels e.d.) is dit echter wel problematisch. » Duurzaamheid. Aan welke duurzaamheidscriteria — waarbij wordt gekeken naar het evenwicht tussen ecologische, economische en sociale belangen — moet biomassa voldoen? In de SDE+ regeling moet voor houtpellets installaties (meer dan 5 MW) aan eisen worden voldaan w.b.t de reductie en berekening van de broeikasgasemissie; bodembeheer; koolstofvoorraden in bodem, strooisel, dood hout en vegetatie en verandering in landgebruik; duurzaam bosbeheer en w.b.t. het handelsketensysteem (Chain of custody). Voor kleinere installaties en reststromen uit bv. de industrie zijn er minder strenge eisen. In Europa volgt de komende jaren een nieuwe Richtlijn hernieuwbare energie (RED II). Deze eisen gelden echter niet voor alle installaties, soorten biomassa en/of toepassingen. Ondanks de duurzaamheidseisen in Nederland en Europa, is de context ingewikkeld omdat voor verschillende toepassingen, soorten biomassa, grootte van installaties en landen in Europa verschillende eisen gelden. Dit maakt de discussie complex en de maatschappelijke onrust moeilijk te controleren. Er zijn zorgen dat er door toenemende vraag naar biomassa meer wordt gekapt dan goed is voor het bos en dat er geen duurzaam bosbeheer plaatsvindt. » Toepassing. Als er onvoldoende duurzame biomassa beschikbaar is, welke toepassing heeft dan prioriteit voor welke ambitie? En op hoeveel biomassa in de wereld heeft Nederland eigenlijk ‘recht’ (fair share)? In het klimaatakkoord wordt aangegeven dat het kabinet ervan overtuigd is dat de inzet van biomassa nu en richting 2030 en 2050 noodzakelijk is voor de verduurzaming van onze economie en het realiseren van de klimaatopgave en dat alleen duurzame biomassa werkelijk bijdraagt aan verduurzaming van de economie. Om dit laatste te faciliteren wil het kabinet een integraal duurzaamheidskader opstellen dat in 28-11-2019 BG8311TPRP1911281355 20 Alleen voor intern gebruik % Royal HaskoningDHV principe van toepassing is op alle biomassa en alle toepassingen. PBL is verzocht om een studie uit te voeren naar de maximale beschikbaarheid per in te zetten biomassastroom. Naar de toepassingsmogelijkheden per in te zetten biomassastroom, uitgaande van een zo optimaal en efficiënt mogelijk gebruik (cascadering). En om duurzaamheidscriteria per in te zetten biomassastroom op te stellen. (PBL, 2019). Luchtkwaliteit Een vraag waar gemeenten mee te maken hebben is het effect van emissies (met name NOx en fijnstof) op de luchtkwaliteit. Het kleinere deel van fijnstof (PM25) wordt vaak als indicator gebruikt voor alle gezondheidseffecten die met fijnstof zijn geassocieerd. De waarde voor NOx die de WHO adviseert wordt in Nederland overschreden, In Amsterdam in 2017 zelfs op 33 plekken in de stad (van Zoelen, 2018). Indien het aantal installaties dat biomassa gebruikt voor energieopwekking wordt uitgebreid lopen gemeenten een risico dat de concentratie van fijnstof stijgt. Dat speelt met name bij kleinere installaties waarvoor uitstootverlaging (per energie-eenheid) kostbaarder is dan voor grote installaties, en waarvoor de eisen (per energie-eenheid) minder streng zijn. Voor de stikstofproblematiek zijn de (grootschalige) biomassa-installaties van weinig invloed, door de wettelijke eisen wordt de uitstoot van stikstofverbindingen verregaand beperkt. De bouw van installaties wordt door de stikstofproblematiek wel geremd. In het convenant voor de centrale in Diemen is afgesproken dat Vattenfall zich tot twee keer zo strenge fijnstofeisen als de wet voorschrijft gaat houden. In Diemen leidt de centrale tot hooguit een fractie meer fijnstof (1/10.000ste deel van de huidige concentratie) en 1/400ste deel van de huidige concentratie stikstofoxiden (https:/www.ad.nl/amsterdam/strengere-eisen-voor-biomassacentrale-diemen-a95tfa68/, 2019) . Of zoals de gemeenten en Vattenfall samen concluderen: door de ‘strengere afspraken’ heeft de centrale ‘nagenoeg’ geen impact op de lokale luchtkwaliteit. Verder wordt het transport van de haven naar Diemen uitstootvrij, liefst met elektrische vrachtwagens. 6 Handelingsperspectief voor de MRA De hierboven beschreven issues en dilemma's zijn geen van alle gemakkelijk door te vertalen naar acties voor de MRA-regio. Ze nopen tot de ontwikkeling van een visie op inzet van biomassa, bijvoorbeeld in de vorm van een afwegingskader waarvoor we hieronder enkele ingrediënten aanreiken. 6.1 Eindbeeld en routekaart Eindbeeld Als vertrekpunt voor een visie kiezen we een lange-termijnsituatie die zou kunnen ontstaan als de wereld en dus ook Nederland — en de MRA-regio — zijn beleidsinzet en instrumentarium volledig richt op het beneden 2 graden houden van de klimaatopwarming. Dat impliceert grofweg een nul-emissie-economie rond 2050, een implementatie van negatieve-emissietechnieken vanaf rond 2040 en realisatie van de circulaire economie die vanaf 2030 qua techniek en hoeveelheden biomassa volwassen wordt. Het impliceert dat indien fossiele koolstof de feedstocks (grondstoffen) voor o.a. de chemie levert, deze koolstof ‘eindeloos!’ in cycli blijft dan wel dat de koolstof die uit de cycli dreigt te ontsnappen wordt afgevangen en opgeslagen, dan wel dat koolstof uit biomassa wordt benut die bij de groei atmosferisch koolstof vastlegt. Gegeven de toenemende schaarste aan inzetbare biomassa zullen ook die koolstofverbindingen zo lang mogelijk in cycli moeten worden gehouden, en gegeven de op termijn onontkoombaarheid van negatieve emissies om beneden de 2 graden opwarming te blijven zal ook die koolstof bij energetische benutting na enkele cycli moeten worden afgevangen en opgeslagen dan wel anderszins moeten worden geborgen (sink). 28-11-2019 BG8311TPRP1911281355 21 Alleen voor intern gebruik % Royal HaskoningDHV In zo'n ‘eindbeeld’ zal de meeste beschikbare biomassa als materiaal en als feedstocks worden ingezet, waarna pas na enige cycli energetische benutting (‘cascadering’) aan de orde komt, en dat ook nog eens bij voorkeur met COz-verwijdering en -vastlegging. Voor direct energetisch gebruik zal dan beperkt ruimte zijn. De ruimte die er in een emissievrije economie voor niet als voedsel te benutten biomassa is, zal met name voor toepassingen moeten worden ‘gereserveerd’ waar niet of nauwelijks alternatieven voor zijn (zie o.a. Green Liaisons, Hernieuwbare moleculen naast duurzame elektronen, 2018): - _ Materialen - _ Feedstock voor de chemie - Energie o _Hogetemperatuurprocessen indien (nog) onvoldoende waterstof beschikbaar is o Zwaar, lucht- en langeafstandstransport voor zover dat onvoldoende met elektriciteit aan te drijven is o En mogelijk ook pieklastinzet (balancering) voor elektriciteitsopwekking (weinig draaiuren, alleen als er onvoldoende zon- en windstroom is) Minder goed in zo’n eindbeeld passen bijvoorbeeld: o Kleinschalige energie voor de gebouwde omgeving o Inzet voor warmtevoorziening met lagere temperaturen o Inzet voor elektriciteitsopwekking (behoudens pieklastinzet, zie boven) Routekaart bio-energie Vanuit zo’n langetermijnperspectief zou een visie biomassa voor de MRA, een routekaart bio-energie, kunnen terug redeneren (back-casting) naar wat in de komende 10 jaar zou moeten worden gedaan om bij dit lange-termijnbeeld uit te komen, en wat zou moeten worden vermeden om niet in lock-in-situaties te geraken. Een routekaart moet een aantal ingrediënten bevatten: - _ Ontwerpkeuzes hoe bijvoorbeeld biomassa wel en niet voor te gebruiken is; zoals bijvoorbeeld: e Bio-energie in de vorm van vergisten of verbranden is een optie, mits de biomassa lokaal voorhanden is. Op korte termijn als directe toepassing en na 2030 als onderdeel van de biobased economy waarbij de biomassa primair wordt benut als grondstof én secundair als brandstof. e De grootschalige inzet van houtachtige biomassa via import (in de regio / in Nederland) is tot 2030 aanvaardbaar, mits de biomassa duurzaam is (NTA8080 criteria) en het streven is om biomassa te gebruiken als grondstof en als materiaal. De reststromen kunnen worden gebruikt als brandstof. e Geen energieteelt louter voor energie of biobrandstof in de regio. Nota bene: de discussie of bijvoorbeeld energieteelt op tijdelijk braakliggend terrein of onder zonnevelden wel mogelijk is moet daarbij ook gevoerd. e De inzet van biomassa moet maximaal effectief (liever toepassing als biogas of warmte dan elektriciteit) t.o.v. andere energiebronnen en kosteneffectief. - Een afwegingskader warmte waar vraag en aanbod, warmtebronnen en randvoorwaarden (warmtenet of niet, lage of hoge temperatuur warmte, op termijn over te schakelen op andere warmtebron) bij elkaar worden gebracht. Dit is onderdeel van de warmtevisies die gemeenten en de RES'’sen die regio’s opstellen zou het gebruik van biomassa in gemeenten/regio/provincie meer strategisch, met het oog op de langere termijn benaderd moeten worden. Voorbeelden van afwegingen zijn: e _Bio-energieinstallaties worden bij voorkeur gevestigd bij bedrijven en nabij afnemers e Bio-energie wordt in een stedelijke omgeving alleen ingezet via grootschalige installaties met een moderne rookgasreiniging, zodat fijnstof en NOx niet toeneemt. De kleinschalige toepassing van bio-energie kan in stedelijk gebied alleen als er geen andere hernieuwbare warmte-oplossingen zijn. 28-11-2019 BG8311TPRP1911281355 22 Alleen voor intern gebruik % Royal HaskoningDHV e _Warmtevoorziening op lagere temperaturen wordt maximaal ingevuld door niet-biomassa bronnen zoals geothermie, aqguathermie, restwarmte en power to heat. Biomassa (flexibel inzetbaar in plaats en tijd) wordt alleen daar toegepast waar geen andere hernieuwbare warmtebronnen voorhanden of onvoldoende flexibel zijn. e Bio-energie mag alleen daar toegepast worden als aangetoond kan worden dat er geen alternatieve warmtebronnen of dat andere opties onevenredig duur zijn; e Bij het vervangen van aardgas om broeikasgasemissies te reduceren mag er geen toename in andere emissies zijn. De reductie van broeikasgasemissies over de keten moet minimaal gelijk zijn aan de doelstellingen vastgelegd in het klimaatakkoord van Parijs®. - _ Ontwikkelingen van nieuwe technieken en toepassingen van biomassa in de tijd; - Beschikbaarheid van biomassa in de tijd (zowel vermindering als vergroting van de hoeveelheid) in en buiten de regio; toepasbaarheid van reststromen voor andere toepassingen dan energie; Een aantal elementen voor zo’n routekaart worden in dit rapport aangestipt, maar dienen nader uitgewerkt te worden. Idealiter zal een deel daarvan onderdeel worden van de RES en warmtevisies die met stakeholders moet worden ontwikkeld. Een deel van de keuzes zijn politiek van aard (of import van biomassa al dan niet wenselijk is bijvoorbeeld) en daarover in de volgende paragraaf meer. 6.2 Politieke keuzes en scenario’s Hoe de MRA om wil gaan met biomassa voor energietoepassingen is een politieke keuze. Immers, het biomassadebat is complex, en wordt sterk bepaald door normatieve maatschappelijke afwegingen die de politiek moet maken. Grofweg zijn er drie richtingen mogelijk, die we hieronder presenteren en toelichten. Scenario 1: de MRA formuleert geen aanvullend beleid t.o.v. Nederland en Europa en laat de markt zijn gang gaan. Dit noemen we ‘ongewijzigd’. Scenario 2: de MRA scherpt de randvoorwaarden aan waaronder biomassa voor energie mag worden toegepast. Dat doet zij o.a. door een scherpe visie en routekaart, het sluiten van convenanten met initiatiefnemers en haar bevoegdheden gestructureerd in te zetten. Dit scenario noemen we ‘maximaal sturen’. Initiatieven voor circulaire inzet van biomassa worden bevorderd en de MRA probeert een ontwikkel- en investeringsklimaat te scheppen dat die biomassa-initiatieven bevordert die bij uitstek in de visie passen. Scenario 3: de MRA zet de toepassing van biomassa voor energie maximaal onder druk en probeert nieuwe initiatieven actief tegen te houden. Dit noemen we ‘tegenhouden bio-energie’. Ook in dit scenario wordt ingezet op de circulaire inzet van biomassa. Deze scenario's dienen de beeld- en oordeelsvorming, maar zijn geen kant-en-klare besluiten. De uiteindelijke sturingsfilosofie zal naar alle waarschijnlijkheid een mengeling zijn van de drie scenario’s en ook daarin zijn ‘ja, mits en ‘nee, tenzij’ subversies mogelijk. Scenario 1: ‘Ongewijzigd’ Scenario 2: ‘Maximaal sturen’ Scenario 3: ‘Tegenhouden bio- energie’ 3 In de RED |l zijn reductiepercentages van 70% tot 1 januari 2026 en 80% vanaf die datum opgenomen. 28-11-2019 BG8311TPRP1911281355 23 Alleen voor intern gebruik X Royal HaskoningDHV Import Neemt toe, gevaar van ongewenste! Neemt toe, ongewenste effecten Neemt niet toe, evt. doorvoer naar effecten kunnen voorkomen worden andere regio’s via haven Aantal installaties Neemt waarschijnlijk toe, economische Neemt waarschijnlijk toe, maar Zal niet toenemen afweging gecontroleerd; sturing door economie en eisen. Hoeveelheid Extra biomassa nodig, wereldmarkt. Extra biomassa nodig, wereldmarkt met | Regionale biomassa wordt in huidige biomassa Biomassa die makkelijk verwerkt (prijs, extra eisen aan herkomst. Druk op installaties of elders verwerkt. toepassing, transport) zal voorrang Nederlandse biomassa neemt toe. Ongunstige biomassa (prijs, toepassing, krijgen. Dit gaat vrijwel altijd over Stimuleert benutting van ‘lastiger’ transport) zal niet benut worden voor houtpellets of houtsnippers. stromen. energie. Hoogwaardig Bij ongewijzigde subsidies gevaar dat Bij ongewijzigde subsidies gevaar dat Energetische toepassing niet mogelijk, gebruik biomassa{/ | energetische toepassing voor energetische toepassing voor hoogwaardiger toepassing van cascadering hoogwaardige toepassing gaat; primair hoogwaardige toepassing gaat, maar Nederlandse biomassa zou niche financiële mechanismen. door aanvullend beleid en visie mogelijk | kunnen zijn voor bedrijven in regio. om niet alleen op financiële mechanismen te sturen. Verslechtert, vooral door kleinere Bij strengere regulering kan locatie?, Geen verslechtering (NB: er is wel een installaties als er geen locatiebeleid is. techniek en schaal zo gekozen worden alternatieve energievoorziening nodig, Luchtkwaliteit dat luchtkwaliteit niet verslechtert. deze goed beoordelen op aspect luchtkwaliteit) Ondernemerschap/ | Gelijkwaardig aan rest van Nederland: Geen level playing field door Bestaande installaties zullen stabieler concurrentie level playing field. Concurrentie kan aanvullende eisen t.o.v. de rest van zijn w.b.t. verkrijgen biomassa en afzet. leiden tot verslechten business case Nederland. Concurrentie op Nieuwe initiatieven zijn niet mogelijk, (prijzen en contracten biomassa) en evt. | Nederlandse biomassa of biomassa die | bedrijven in MRA minder mogelijkheden tot mislukken van projecten. voldoet aan eisen zal toenemen, zal dan elders: geen level playing field. leiden tot verslechteren business cases | Opzetten cascadering vanuit onderkant of moeilijkheden voor nieuwe projecten. | piramide (energie) is niet mogelijk, innovatieve projecten met hoogwaardig gebruik van biomassa wel (en evt. extra stimuleren). Maatschappelijk Ongeruste burgers, protesten, Er zullen nog steeds tegenstanders zijn | Mensen en groepen die tegen bio- draagvlak milieuorganisaties en maatschappelijke | van bio-energie, goede communicatie energie zijn zullen positief zijn, groepen zijn tegen, negatieve kan helpen keuzes goed uit te leggen, ondernemers en haven waarschijnlijk publiciteit. scherpe lijn MRA kan zowel positief als negatief, energievoorziening zal op negatief worden beoordeeld alternatieve bronnen moeten, vraag is wat draagvlak daarvoor is. Zal als politieke keuze (inclusief discussie voor/tegen) benaderd worden. Sturings- Volgt Nederlands en Europees beleid. Privaatrechtelijk via convenanten, Maximaal benutten van mogelijkheden luchtkwaliteitsbeleid (bijvoorbeeld SLA), | luchtkwaliteitsbeleid (bijvoorbeeld PAS), richtlijnen warmtetransitie vaststellen en | vastleggen in omgevingsvisie; visie op benutting biomassa ontwikkelen, 28-11-2019 BG8311TPRP1911281355 24 Alleen voor intern gebruik % Royal HaskoningDHV initiatieven toetsen? Handhaving uitdragen en gewenste ontwikkelingen belangrijk. gericht stimuleren. Risico's e Maatschappelijke tegenstand . Privaatrechtelijke maatregelen goed Juridische procedures van bedrijven. e Druk op biomassa met evt. uitwerken en implementeren; Weinig instrumenten via ongewenste effecten e Beperkte mogelijkheden om regelgeving, weinig mandaat e Import noodzakelijk en niet regelgeving in te zetten, beperkt Tekort aan duurzame eigenstandig te controleren mandaat energiebronnen als bio-energie niet e Evt (lokale) overcapaciteit wat . Extra inzet op beleidsvorming en in de mix mag voorkomen: betreft beschikbare biomassa en uitvoering (menskracht, middelen); alternatieve (evt. minder efficiënt of energieproductie, geen afstemming je _ Juridische procedures door kosteneffectieve) energiebronnen bedrijven; noodzakelijk e _ Verslechterde concurrentie- en Verslechtering concurrentie- en vestigingsklimaat vestigingsklimaat . Deels alternatieve (evt. minder MRA uitzonderingspositie, vraagt efficiënt of kosteneffectieve) bestuurlijke moed energiebronnen noodzakelijk Als MRA onderling verdeeld is wordt uitvoerbaarheid kleiner 1 Het is niet gezegd dat ongewenste effecten optreden, maar de maatschappelijke vrees is dat er door importeren van biomassa bossen worden gekapt, wereldwijd met biomassa wordt gesleept, rijke landen ongebalanceerd profiteren, extra COz in de atmosfeer komt en biomassa laagwaardig ingezet wordt. 2 Bijvoorbeeld door het aanwijzen van gebieden waar geen biomassacentrales mogen komen vanwege luchtkwaliteit. Op basis van o.a. gemeentelijke verordeningen kunnen nadere eisen aan de energetische benutting van biomassa worden gesteld met het oog op de luchtkwaliteit (leefkwaliteit is een van de doelen van de MRA). Vooral particuliere (haarden en kachels) en kleinschalige bedrijfsmatige installaties kunnen onder zo’n regime worden gereguleerd. 3 Zet een loket op MRA niveau op waar initiatiefnemers voor biomassaprojecten (breder dan energie) zich moeten melden en waar vestigingsvoorwaarden, beleid en afstemming tussen overheid en ondernemer gecoördineerd wordt voor alle gemeenten. Zo komt er een uniforme regulering, wordt kennis en ervaring gebundeld en ontstaat betere controle van projecten. Dit loket kan ook zorgen voor communicatie van een heldere visie op de rol van biomassa in de toekomst. Dit maakt aan stakeholders, waaronder in elk geval ondernemers in biomassa, duidelijk welke toekomstrichting MRA nastreeft, en dat initiatieven die daarbij beter aansluiten meer welkom zijn dan initiatieven die daar minder goed bij passen. 4 Vooruitlopend op de meer gebalanceerde stimulering door een nieuwe SDE regeling, kan MRA een eigen beleid vormgeven dat inzet van biomassa hoger in de cascade beloont. Daarbij kan naar het geheel aan incentives en regels worden gekeken die bepalen hoe een biomassa-businesscase uitpakt, waaronder: e Subsidies en financieringsmodellen en -vehikels (zoals het Amsterdams Energie- en Klimaatfonds dat thans stuurt op directe COz-reductie en op die basis directe energiebenutting van biomassa financiert) e _Vergunningenprocessen: mogelijk kan de vergunningverlening voor circulaire inzet van biomassa worden gestroomlijnd, en kan in het vergunningenproces (waaronder in de MER-procedure) voor directe energetische benutting de initiatiefnemer worden uitgedaagd circulaire alternatieven voor directe inzet volwaardig mee te nemen. 6.3 Meekoppelkansen Biomassa en energie zijn in dit rapport sterk met elkaar verbonden en vaak als moeilijke combinatie. Er is echter ook volop mogelijkheid om positief naar bio-energie te kijken. Denk hierbij aan kansen om: 28-11-2019 BG8311TPRP1911281355 25 Alleen voor intern gebruik % Royal HaskoningDHV e De productie van regionale biomassa sterk te vergroten door aanplant van o.a. bomen (in bos, maar ook in de straat en in landschapselementen). Je weet dan in ieder geval zeker dat de biomassa duurzaam is en je kunt additionele voordelen creëren, zoals waterzuivering en waterberging, koolstofvastlegging, verkoeling (in de stad), fijnstof verwijdering, natuurcreatie en biodiversiteitsvergroting. e Een biobased cluster (o.a. in de haven) te stimuleren. Volume en markt is nodig om toepassingen en markt te creëren en de import en benutting van biomassa voor energie kan dit katalyseren. Door bio-energie niet als geïsoleerd thema te behandelen en te kiezen voor een rol waarbij je laat zien hoe je op een goede manier met biomassa kunt omgaan en win-win situaties kunt creëren met andere thema’s kan de MRA een voorbeeldfunctie vervullen voor integrale benadering van leefomgeving, energie en economie. 28-11-2019 BG8311TPRP1911281355 26 Alleen voor intern gebruik % Royal HaskoningDHV BIJLAGEN Al Bijlage 1: bronnen en referenties Agentschap NL. (2012). Statusdocument bio-energie 2011. Den Haag: Agentschap NL. Opgehaald van file:///C:/Users/909185/Downloads/3667_StatusdocumentBio-energie_ DEF14-5-2012.pdf (2018). Analyse van het voorstel voor hoofdlijnen. . PBL Planbureau voor de Leefomgeving. Bio Energy Netherlands. (2019, 10 31). Media. Opgehaald van Bio Energy Netherlands: https://bioenergynetherlands.nl/ (2015). Biomassa 2030. Strategische visie voor de inzet van biomassa op weg naar 2030. Ministerie van Economische Zaken. BVOR. (2019, 10 31). Kaart biomassawerven. Web, Nederland, MRA. Opgehaald van https://bvor.nl/kaart-biomassawerven/ De Orkaan, Zaans nieuws. (2019). Bezwaren van Pascalcollege tegen biomassacentrale. De Orkaan, Zaans nieuws, nb. Opgehaald van https://www.deorkaan.nl/pascalcollege-wil-geen- biomassacentrale/ ECN. (2017). Basisprijzen SDE+. ECN. Opgehaald van https://www.ecn.nl/nl/samenwerking/sde/sde- basisprijzen-en-basisprijspremies/index.html HCnieuws. (2019, 07 02). Voorlopig geen vergunning biomassacentrales Haarlemmermeer. HCnieuws, nb. Opgehaald van https://henieuws.nl/lokaal/voorlopig-geen-vergunning-biomassacentrales- haarlemmermeer-613727 https://www.ad.nl/amsterdam/strengere-eisen-voor-biomassacentrale-diemen—a95ffa68/. (2019). Jumelet, P. (2012). Havens rollen rode loper uit voor houtpellets. Nieuwsblad Transport. Opgehaald van https://www.nieuwsbladtransport.nl/laatste-nieuws/2012/03/09/havens-rollen-rode-loper-uit-voor- houtpellets/?gdpr=accept%20%E2%80%93&gdpr=accept Klimaatakkoord. (2019). Klimaatakkoord. Den Haag: Kabinet. Opgehaald van https://www.klimaatakkoord.nl/binaries/klimaatakkoord/documenten/publicaties/2019/06/28/klimaa takkoord/klimaatakkoord.pdf Koops, R. (2019, 09 16). Directie: ‘Zonder privatisering gaat AEB failliet‘. Het Parool, nb. Opgehaald van https://www.parool.nl/amsterdam/directie-zonder-privatisering-gaat-aeb-failliet-b54fc7Oc/ Kuipers, B, de Jong, O., van Raak, R., Sanders, F., Meesters, K., & van Dam, J. (2015). De Amsterdamse haven draait (groen) door. Rotterdam, Wageningen: Wageningen Universiteit & Erasmus Universitiet Rotterdam. Opgehaald van https://www.eur.nl/sites/corporate/files/De_ Amsterdamse _haven_ draait groen_door EUR DRIFT _WUR FBR 22 juni 2015.pdf Mai-Moulin, T. (2018). Sourcing overseas biomass for EU ambitions: assessing net sustainable export potential from various sourcing countries, Biofuels Bioproducts and Biorefining. Nationaal Programma Regionale Energie Strategie. (2019, 10 31). Regio's op de kaart. Opgehaald van Regionale Energiestrategie: https://www.regionale-energiestrategie.nl/kaart+doorklik/default.aspx Partners for Innovation. (2018). Hoogwaardige inzet biomassa MRA. Partners for Innovation. PBL. (2019). De beschikbaarheid van duurzame biomassa en de toepassingsmogelijkheden daarvan ín Nederland. Den Haag: PBL. Opgehaald van https://www.pbl.nl/publicaties/de-beschikbaarheid- van-duurzame-biomassa-en-de-toepassingsmogelijkheden-daarvan-in-nederland Port of Amsterdam. (2019, 01 10). Persberichten. Opgehaald van Port of Amsterdam: https://www.portofamsterdam.com/nl/persbericht/recordoverslag-amsterdam-regio-2018 Reijn, G. (2018, 11 27). Vattenfall (Nuon) bouwt een superhoutkachel om klimaatneutraal te worden, maar is dat wel zo duurzaam? de Volkskrant, nb. Opgehaald van 28-11-2019 BG8311TPRP1911281355 27 Alleen voor intern gebruik % Royal HaskoningDHV https://www.volkskrant.nl/economie/vattenfall-nuon-bouwt-een-superhoutkachel-om- klimaatneutraal-te-worden-maar-is-dat-wel-zo-duurzaam -bc8c6340 Rijkswaterstaat. (2018). Afvalverwerking in Nederland: gegevens 2017. Werkgroep afvalregistratie. Utrecht: Rijkswaterstaat. Opgehaald van https://www.afvalcirculair.nl/publish/pages/156829/afvalverwerking _in_nederland gegevens 2017 _def.pdf Royal HaskoningDHV. (2018). Witboek biomassa. Groningen: Royal HaskoningDHV. Opgehaald van https://www.royalhaskoningdhv.com/nederland/- /media/royalhaskoningdhvcorporate/files/local/news/newsitems/2018/witboek-biomassa-2018- royal-haskoningdhv.pdf?la=nl-nl RVO. (2019, 05). Feiten en cijfers SDE(+) Algemeen. Opgehaald van RVO.nl: https://www.rvo.nl/subsidies-regelingen/stimulering-duurzame-energieproductie/feiten-en- cijfers/feiten-en-cijfers-sde-algemeen RVO. (sd). Duurzaamheidseisen biomassa binnen de SDE. Opgehaald van https://www.rvo.nl/subsidies- regelingen/stimulering-duurzame-energieproductie/categorieën/biomassa- sde/duurzaamheidseisen themawebsite biomassa PBL. (sd). Opgehaald van https://themasites.pbl.nl/biomassa/ Turkenburg, W., Schöne, S., & Meyer, L. (2019, 06 14). ‘Met juiste keuzes kan biomassacentrale in Diemen het klimaat helpen’. Het Parool. Opgehaald van https://www.parool.nl/columns- opinie/met-juiste-keuzes-kan-biomassacentrale-in-diemen-het-klimaat-helpen-b4717df9/ van Bergen, T. (nb). Hoge verwachtingen van de export van houtpellets uit Oost Canada. Ottowa: Agentschap NL. Opgehaald van https://www.rvo.nl/sites/default/files/Export%20houtpellets%200ost%20Canada.pdf van Zoelen, B. (2018). Luchtkwaliteit in Amsterdam niet verbeterd. Het Parool, nb. Opgehaald van https://www.parool.nl/nieuws/luchtkwaliteit-in-amsterdam-niet-verbeterd-b44d4733/ A2 Bijlage 2: concepten bio-energie Uit biomassa kan energie gemaakt worden door vergisting en verbranding. Nieuwe technieken zoals pyrolyse, vergassing en torrefactie zullen in de toekomst beschikbaar komen en maken energie in combinatie met biobased grondstoffen of biobrandstof. Biomassa kan ook door bioraffinage of chemisch worden omgezet in biobased producten (denk aan eiwitten, lignine voor plastics, suikers voor de chemie, biobrandstoffen). In het ideale geval wordt biomassa zo hoogwaardig mogelijk ingezet en alleen de reststromen en onbruikbare delen voor energie gebruikt. Vergisten Vergisten is een geschikte techniek om biomassa met een hoog vochtgehalte om te zetten in energie. Biogas is een bijproduct van verschillende vergistingsprocessen van organisch materiaal. Dit kan verschillen van plantaardige materialen zoals maisresten en gras, of dierlijke resten zoals mest. Ook kan er biogas gewonnen worden uit rioolslib. Het hoofdbestanddelen van biogas zijn circa 60% methaan en 35% koolstofdioxide (CO2). Wat de bron ook is, het gaat om biologisch afval wat (lokaal) beschikbaar moet zijn om biogas van te maken. Biogas kan rechtstreeks als brandstof gebruikt worden of worden opgewaardeerd naar groen gas. Bij opwaardering wordende CO2 en sporengassen verwijderd zodat het gas van aardgaskwaliteit wordt. Dan kan het rechtstreeks in het aardgasnet worden gebruikt of ingezet worden als transportbrandstof. Bij gebruik als brandstof wordt biogas in een gasmotor warmtekrachtinstallatie verbrand, waar zowel elektriciteit als warmte geproduceerd wordt. Het kan ook gebruikt worden voor alleen de productie van 28-11-2019 BG8311TPRP1911281355 28 Alleen voor intern gebruik % Royal HaskoningDHV warmte. Er zijn verschillende schaalniveaus wat betreft input en soort (alleen mest, mestcovergisting of andere biomassa). De juiste inzet van vergisting (schaal, output) hangt af van de gekozen warmtestrategie. Bij vergisting blijft digestaat over als restproduct. Dit is in volume nog zo'n 80% van de oorspronkelijke biomassa, met een laag koolstofgehalte maar met mineralen (o.a. stikstof dat goed opneembaar is voor planten) en vezels. Dit digestaat kan als meststof/bodemverbeteraar worden ingezet of worden nagecomposteerd om de eigenschappen te verbeteren en korrels te maken. Verbranding Droge biomassa kan verbrand worden en levert dan warmte (stoom of heet water) of warmte en elektriciteit (ca. 40% elektriciteit en 60% warmte). Afvalverbrandingsinstallaties (van o.a. huisvuil) worden ook als bronnen van bio-energie aangemerkt omdat circa 55% van het afval van biogene (organische) oorsprong is. Alleen het biogene deel van de energieproductie wordt meegerekend in de hernieuwbare energieproductie. Composteren Composteren is een natuurlijk proces, waarbij schimmels en bacteriën plantaardig materiaal omzetten in humus. Zij breken het materiaal af en gebruiken elkaars afbraakproducten voor hun levensprocessen. Bij dit proces gebruiken ze zuurstof en komt er koolstofdioxide, water en warmte vrij. Bij nieuwe technieken is het mogelijk hoge kwaliteit warmte te winnen. Compost wordt gebruikt in de land- en tuinbouw als bodemverbeteraar en meststof door vermenging met, of bestrooiing van, de bovenlaag van de bodem. Voor het composteringsproces zijn onder andere belangrijk: de samenstelling van het basismateriaal (groente-, fruit- en tuinafval), de temperatuur, de vochtigheid en de aanwezigheid van zuurstof. Groenverwerkers scheiden bij compostering een deel van het houtige materiaal uit het groenafval af voor betere menging. Deze shreds kunnen als brandstof worden gebruikt in een verbrander, het gaat daarbij om ca. 300 kton shreds op 4 Mton groenafval. Als innovatie zijn installaties mogelijk waar warmte die vrijkomt bij compostering wordt opgevangen. 28-11-2019 BG8311TPRP1911281355 29 Alleen voor intern gebruik % Royal HaskoningDHV A3 Bijlage 3: huidige en geplande installaties Onderstaande tabel geeft de lijst van biomassa installaties die reeds in bedrijf zijn in de MRA: . Kel Tar) Conversietechniek | Naam installatie Gemeente a hehe ike biomassa the hebde n Eigendom biomassa | biomassa DN biomassa installatie (ton/jaar) Orgaworld Compostering GFT 38.660 o Compost en , ZAW Lelystad Afval vel 31.356 25% MRA brandstof Privaat Orgaworld Vergisting en GFT 31.581 , Compostering Biocel Lelystad Afval vel 14.007 o.a. Flevoland Compost Privaat Composteerbedrijf Escapade Amstelveen Afval Groenafval 15.000 Regio Compost Privaat Groenrecycling De Haarlemmermeer Afval Groenafval 15.000 Regio Compost Privaat Breekhoorn B.V. coen een Haarlemmermeer Afval Groenafval 7.500 Regio Compost Privaat Compostering Santpoort Recycling B.V. Velsen Afval Groenafval 2.500 Regio Compost Privaat Vosse Groenrecycling B.V. Amsterdam Afval Groenafval 30.000 Regio ee Privaat brandstof , GFT 46.221 Aandeelhouders , De Meerlanden Holding N.V. Haarlemmermeer Afval vel 7.299 Meerlanden Compost Publiek HVC - GFT Aandeelhouders , composteringsinstallatie Purmerend Alval Groenafval 45.960 HVC en Publiek Otte Lisse Lisse Afval Groenafval nb regio Compost Privaat , GFT 114.298 Aandeelhouders , HVC - Middenmeer Hollands Kroon _ Afval Groenafval 1.720 HVC Publiek Verbranding Green Machine B.V. Haarlemmermeer nb nb nb Warmte Privaat 28-11-2019 BG8311TPRP1911281355 30 Alleen voor intern gebruik N Aeb Exploitatie B.V. Amsterdam Afval restafval 0 Amsterdam & Warmte Publiek omstreken , Beheer & _Snoei- en Staatsbosbeheer, , SVP Holding B.V. Purmerend onderhoud dunningshout 104.000 buiten MRA Warmte Privaat n Beheer & _Snoei- en oa lokaal gesnoeid Elektriciteit en N.V. Sportbedrijf Lelystad Lelystad onderhoud dunningshout 1.222 hout warmte Nb Argent Energy Netherlands Amsterdam Industrie Dierlijk vet 6.168 Uit eigen proces Elektriciteit en Privaat Holding B.V. warmte , Omliggende Begreen Energy B.V. Hilversum Beheer & Snoel on 2.333 gebieden Warmte Privaat onderhoud dunningshout Natuurmonumenten Primco BMC Lelystad B.V. Nn Beheer & Snoei- en 25.922 max 80 km van de Elektriciteit en Privaat onderhoud dunningshout centrale warmte Beheer & _Snoei- en , , Elektriciteit en , N.V. NUON Energy Lelystad onderhoud dunningshout 12.224 Uit de regio warmte Privaat 70% van de Afvalhout HVC Bio-energie Alkmaar Alkmaar Afval . 170.000 gemeentes die Warmte Publiek huishoudens deelnemen in HVC Particulier/klein zakelijke Divers Beheer & Snoei- en 306 Warmte Privaat biomassa ketels onderhoud dunningshout Particulier/klein zakelijke Divers Beheer & Pellets 2.609 Elektriciteit en Privaat pelletkachels onderhoud warmte AEB AEC Amsterdam Afval Organische „5200 Amsterdam & Elektriciteit Publiek fractie restafval omstreken Orgaworld WKK II B.V. Amsterdam Industrie VGI 48.671 Heel NL Elektriciteit Privaat on Orgaworld WKK III B.V, Amsterdam Industrie VGI 16.941 Heel NL Elektriciteit Privaat Vergisting Sending) Wageninger Lelystad Mest& __Mestenco- 013 Elektriciteit Publiek Research landbouw _ stroom BG8311TPRP1911281355 31 Alleen voor intern gebruik N X , GFT 31.604 , De Meerlanden Holding N.V. Haarlemmermeer Afval Mel 1.964 Gas Publiek Groen Gas Almere B.V. Almere Mest & Mest en co- 38.894. Argrifoodbedrijven Gas Privaat landbouw _ stroom heel NL GFT 20.797 55,2 ton afkomstig Elektriciteit en Orgaworld B.V. (Biocel) Lelystad Afval vel 2.266 uit MRA warmte Privaat ‚ ‚ Elektriciteit en . MeCain Foods Holland B.V. _ Lelystad Industrie VGI 5.259 Privaat warmte Lokale restaurants, , theaters, Elektriciteit en , The Waste Transformers B.V. Amsterdam Industrie VGI 230 . … Privaat bierbrouwerijen en warmte andere bedrijven RWZI's Divers Slib RWZI slib 40825 FWAlslbutde Hlektriciteiten p priek regio warmte HVC - Middenmeer Hollands Kroon _ Afval El 80.000 Gas Publiek Groenafval 3.817 Orgaworld Greenmills Amsterdam Industrie _ VGI 67-700 O.a. naastgelegen Elektriciteit en Privaat Amsterdam Simadan en Cargill, warmte BG8311TPRP1911281355 32 Alleen voor intern gebruik % Royal HaskoningDHV Onderstaande tabel geeft de lijst met biomassa installaties die nog gepland zijn in de regio: Naam Categorie hdi Oorspron Output Conversietechniek | . n Gemeente n 9 Type biomassa biomassa . wh . p n Eigendom installatie biomassa RN biomassa installatie (ton/jaar) AEB BEC Amsterdam Beheer & Snoei- en 118.860 Straal van max 150 Elektriciteit en Privaat onderhoud dunningshout km van Amsterdam warmte Loders Eigen reststromen Zaanstad Industrie Plantaardig vet 7.698 (wordt oorspronkelijk Warmte Publiek Croklaan B.V. Ni geïmporteerd) Eteck Energie . Beheer & Snoei- en Elektriciteit en . Techniek B.V. Diemen onderhoud dunningshout 471 warmte Privaat Bio-Energie Beheer & Snoei- en Elektriciteit en . Almere B.V. Almere onderhoud dunningshout 35.040 warmte Privaat , TBM Europe , Beheer & Snoei- en Elektriciteit en , Verbranding B.V. Uithoorn onderhoud dunningshout 24.000 warmte Privaat Bio Energy Netherlands Amsterdam Beheer & bloes on 21.244 Elektriciteit en Privaat B.V onderhoud dunningshout warmte Olam Cocoa Zaanstad Beheer & len on 21.080 Elektriciteit en Privaat onderhoud dunningshout warmte BIO Forte B.V. Zaanstad Beheer & bloes on 2.760 Elektriciteit en Privaat onderhoud dunningshout warmte BEI De nieuwe Beheer & Snoei- en Elektriciteit en . . Haarlemmermeer . nb Privaat Liede onderhoud dunningshout warmte 28-11-2019 BG8311TPRP1911281355 33 Alleen voor intern gebruik N X De Meerlanden Haarlemmermeer nb nb nb Elektriciteit en Privaat warmte Holding N.V. Vattenfall B : . Diemen Pellets Pellets 120.000 Baltische staten Warmte Publiek Diemen Groen Gas Almere Mest & landbouw Mest en co- 4375 Heel NL Elektriciteit en Privaat Almere B.V. stroom warmte Vergisting Anoniem Lelystad Mest & landbouw Mest en co- 1.291 Elektriciteit en Privaat stroom warmte Bio Energy Netherlands Amsterdam Afval B-hout 19.200 Uit de omgeving Elektriciteit en Privaat B.V warmte Vergassing Bio Energy Netherlands Amsterdam Afval B-hout 20.800 Uit de omgeving Warmte Privaat B.V. Torrefactie Beheer & Snoek en 25.000 Torrefactie Almere dunningshout ° Uit de regio Warmte Privaat Almere onderhoud 25.000 A/B hout 28-11-2019 BG8311TPRP1911281355 34 Alleen voor intern gebruik X Royal HaskoningDHV A4 Bijlage 4: bio-energie installaties uitgesplitst 1. op basis van input Installaties N Huidige vergistingsinstallaties MRA Input biomassa 1 (ton/jaar)  Ee © _<1.000 <=5,000 <20.000 in. <50.000 50.000 rm Warmtenetten rn / 34 p y Ï ® NA —__ e ze : 9 rj pg S Ü k Nf > dd à 4 PO nl % E mee 8 N d A « À % Va ; ed ee KS ORDE 20 TC lon eters Esri Nederland, Community Maps Contributors Figuur 4.1 Biomassa vergistingsinstallaties reeds gerealiseerd Naam biomassa Categorie | Type NOD LP D Gemeente n je yp input Output installatie biomassa | biomassa . (ton/jaar) 6 HVC - Middenmeer Hollands Kroon _ Afval Sa ee Gas Groenafval 3.817 Es . VGI 67.700 Elektriciteit en 7 Greenmills Amsterdam Industrie . AWZI slib Nb warmte Amsterdam 8 Sraword PE Industrie _ VGI 48.671 Elektriciteit 28-11-2019 BG8311TPRP1911281355 35 Alleen voor intern gebruik % Royal HaskoningDHV * SDE+ aanvraag was op mestvergisting maar het lijkt erop dat industriële reststromen gebruikt worden (VGI). https:/flevozine.nl/nieuws/groen-gas-fabriek-almere-doet-het-goed/ 28-11-2019 BG8311TPRP1911281355 36 Alleen voor intern gebruik % Royal HaskoningDHV IJ OR Huidige verbrandingsinstallaties | 5 A ie Input biomassa 1 (ton/jaar) N / ha ®@ s1000 NN 55.000 IN Ei nd E <20,000 _ | f | <50,000 | nl 50.000 I 2 fl ‚N Nb Í > B Warmtenetten Ik et, ij ge TEK en . ï d ij 3 ‘Markermeer ki Ea te A } _ p } En 1 Te er B pr / | Fr / [ En Fa & A \ pe Î W Mee’ P Ben GL a en à En Figuur 4.2 Biomassa verbrandingsinstallaties reeds gerealiseerd Naam biomassa Categorie |Type hai LP n Gemeente a 9 li input KO Ld els installatie biomassa |biomassa } (ton/jaar) 4 HVC Bio-energie Alkmaar Afval Afvalhout 170.000 Elektriciteit en Alkmaar huishoudens warmte Beheer & _Snoei- en i ‚V. . Warmt 9 SVP Holding B.V Purmerend onderhoud dunningshout 104.000 anmie Primco BMC Beheer & _Snoei- en 18 Lelystad B.V. Lelystad onderhoud dunningshout 25.922 Warmte 19 _ AEB AEC Amsterdam Afval Organische „5 200 Elektriciteit en fractie restafval warmte Beheer & _Snoei- en Elektriciteit en en onderhoud dunningshout 12.224 warmte Argent Energy 33 Netherlands Amsterdam Industrie Dierlijk vet Elektriciteit en ‚ 6.167 warmte Holding B.V. 28-11-2019 BG8311TPRP1911281355 37 Alleen voor intern gebruik Ve roval HaskoningDHV 28-11-2019 BG8311TPRP1911281355 38 Alleen voor intern gebruik | Royal HaskoningDHV Composteerinstallaties N Input biomassa 1 (ton/jaar) ® <=1.000  <5.000 =20.000 =50.000 Oe 50.000 armtenetten EE E Warmtenetten ee 5 ES hen N05 Ë { Z hd ze PF € 4 em, J Ke ef 4 { | d re Ó PRE Ee \ Fy ie FL Le Kd he ee ì $ F / é d A En pr ' ee P FO Arle TN $ / fi NN LS en 5 CEN A Ô À, e TN ad /  ) / A DA —& 3 EN > 4 í î NA / | 4 C a deed A 6 \ J ee a 5 W kels Pe | Aan Ë | \ / En Va 4 En } Oer 0 20 7 Sd lo eters LT Dd Esri Nederland, Community Maps Contributors Figuur 4.3 Biomassa composteringsinstallaties reeds gerealiseerd Naam biomassa Categorie |Type hai Nr |. n Gemeente a 9 li input KO Ld els installatie biomassa | biomassa } (ton/jaar) , GFT 114.298 4 HVC - Middenmeer Hollands Kroon _ Afval Groenafval _ 1.720 Compost 9 De Meerlanden Holding Haarlemmermeer Afval GET 44.474 Compost N.V. VGI 7.299 HVC - GFT 45.960 10 composteringsinstallatie Purmerend Alval Groenafval 10.408 Samet Orgaworld Compostering GFT 38.660 Compost en 13 zaw Lelystad Afval vGl 31.356 brandstof Orgaworld Vergisting en GFT 31.581 16 Compostering Biocel Lelystad Alval VGI 14.007 Samet 17 Vosse Groenrecycling — rnsterdam Afval Groenafval _ 30.000 Compost en B.V, brandstof 28-11-2019 BG8311TPRP1911281355 39 Alleen voor intern gebruik YY Royal HaskoningDHV 39 SanpootRecylngBN. Velen ___Aval _Groenafval 2500 Compost FE SEE CEE EEN EEE EN EE 28-11-2019 BG8311TPRP1911281355 40 Alleen voor intern gebruik | Royal HaskoningDHV Rioolwaterzuiveringsinstallaties N Volume slib (ton ds) Á e <10 <5000 mln, <15000 Warmtenetten 4 Warmtenetten Î Ds, 4 En Ne | ij Ä , —N Re Ee, KR X 5 ' hs En St De GE d T° / Nd rn \ Ell / / / SE _ in | r ‚. | E f A e kh 1 t LK pes en de | PE zh Á î Ek | Lel dant A re 4 P Le Ed e | W bnn K en Ï S \l OE ed 0 5 10 20 he lon eters Esn Nederland, Community Maps Contnbutors Figuur 4.4 Rioolwaterzuiveringsinstallaties reeds gerealiseerd ne Naam RWZI Waterschap Volume input (ton/jaar) 53 Amsterdam West Waternet 14.730 56 Haarlem Waarderpolder Hoogheemraadschap van Rijnland 4.259 57 EER Hoogheemraadschap Hollands 3.234 Noorderkwartier 59 Amstelveen Waternet 2.192 61 Horstermeer Waternet 2.175 73 Weesp Waternet 539 28-11-2019 BG8311TPRP1911281355 41 Alleen voor intern gebruik Royal HaskoningDHV N Installaties Geplande vergistingsinstallaties  Input biomassa 1 (ton/jaar) Oo _<1000 mn (sn Warmtenetten ; De SN 5 Wm) \ Ge / 5 | y eN Pp rn De Á \ me Pe, be gp B jd B ee 1 bp vi re ( | € dk | Û é Ve á | Be he PD N N ke Ì N dl Dh  LONS Te ef C \v / A) | / Ì n NS / / L J 5 FE, % Dig zi Oe pT len N A \ Ù ad Lr B À 5 4 PAS 3 7 j PI TA : Ed md Sf 0 5 10 20 l ‚a Á TR jon eters Esri Nederland, Community Maps Contributors Figuur 4.5 Biomassa vergistingsinstallaties nog te realiseren rn auk ee Ee Categorie Type Ae input Output installatie biomassa [biomassa (ton/jaar) 35 Groen Gas Almere Almere Mest & Mest en co- 4375 Elektriciteit en B.V, landbouw _ stroom warmte 42 Anoniem Nn Mest & Mest en co- 1.290 Elektriciteit en landbouw _ stroom warmte 28-11-2019 BG8311TPRP1911281355 42 Alleen voor intern gebruik % Royal HaskoningDHV / DN installaties N pi he Se Geplande verbrandingsinstallaties À / î ___Input biomassa 1 (ton/jaar) A / De © <1000 | BN Ul ij <5.000 ll <20.000 | DE| 40 mn HR 50.000 he d EE |I A 8 ef _l | Warmtenetten mn gr fi " N EN an , VI EEN dà he Ne Wa Ô ie en ol : 4 Ai TO a Î Tp. Le | 5 TÀ EN | Figuur 4.6 Biomassa verbrandingsinstallaties nog te realiseren Naam biomassa Categorie |Type hhiadrllie LP n Gemeente a 9 li input Output installatie biomassa |biomassa D (ton/jaar) 2 Vattenfall Diemen _ Diemen Pellets Pellets 120.000 Warmte 3 AEB BEC Amsterdam Beheer & Snoei- en 118.850 Elektriciteit en onderhoud dunningshout warmte Bio-Energie Almere Beheer & _ Snoei- en Elektriciteit en 14 B.V. Almere onderhoud dunningshout 35.040 warmte 21 _ TBM Europe BV. _ Uithoorn Beheer & Snoei- en 24.000 Elektriciteit en onderhoud dunningshout warmte Bio Energy Beheer & _ Snoei- en Elektriciteit en 22 Netherlands B.V. Amsterdam onderhoud dunningshout 21.244 warmte 23 _ Olam Cocoa Zaanstad Beheer & Snoei- en 21.080 Elektriciteit en onderhoud dunningshout warmte Loders Croklaan , , 31 B.V. Zaanstad Industrie Plantaardig vet 7.698 Warmte 28-11-2019 BG8311TPRP1911281355 43 Alleen voor intern gebruik N Royal HaskoningDHV Beheer & _ Snoei- en Elektriciteit en DN nn Zaanstad onderhoud dunningshout 2.760 warmte Beheer & _ Snoei- en Elektriciteit en Nn Zaanstad onderhoud dunningshout 1.625 warmte Eteck Energie Beheer & _ Snoei- en Elektriciteit en 45 Diemen Techniek B.V. onderhoud dunningshout 471 warmte BEI De nieuwe Beheer & _ Snoei- en Elektriciteit en 51 Haarlemmermeer nb Liede onderhoud dunningshout warmte 52 De Meerlanden Haarlemmermeer nb nb nb Elektriciteit en Holding N.V. warmte Er zijn een aantal installaties die in de planning staan waarvan het twijfelachtig is of deze daadwerkelijk gerealiseerd worden. e Installatie nr. 3 van AEB BEC bijvoorbeeld heeft in 2016 de SDE+ subsidie toegekend gekregen, maar is nog steeds niet gerealiseerd (RVO, 2019). Ook is de financiële situatie niet optimaal om een nieuwe installatie gerealiseerd te krijgen (Koops, 2019). e Installatie nr. 14 van Bio-Energie Almere B.V. heeft geen enkele publieke informatie beschikbaar, op de SDE+ lijst van RVO na. Dit wekt twijfels of deze nog wel gerealiseerd gaat worden, aangezien over de meeste installaties informatie op de website of op andere plekken op internet te vinden is. e De geplande installaties van Vattenfall in Diemen, BIO Forte B.V. en BEI De nieuwe Liede stuiten op veel weerstand van omwonenden en ambtenaren (De Orkaan, Zaans nieuws, 2019) (HCnieuws, 2019) (Turkenburg, Schöne, & Meyer, 2019). Dit kan als gevolg hebben dat de realisatie van deze installaties vertraagd of zelfs afgeblazen kan worden. 28-11-2019 BG8311TPRP1911281355 44 Alleen voor intern gebruik % Royal HaskoningDHV " | ______ Installaties N 8 __ Overige biomassa installaties A Eh __Input biomassa 1 (ton/jaar) KON ij IJ © _ <5000 | Ee 510000 ee, sch | P N ò-- IE 5 E et ___{__ Warmtenetten DAT E ik 5 | bf / AN A ji 1 8 KeS Pd W/ Ne | Den | vt Vl a, Figuur 4.7 Overige biomassa installaties nog te realiseren Naam biomassa Categorie EAS Middle LR Î Gemeente |_. 9 li input KO Ld els installatie biomassa biomassa } (ton/jaar) Snoei- en 20 _ Torrefactie Almere Almere Beheer & dunningshout 25.000 Warmte onderhoud 25.000 A/B hout Bio Energy 24 Netherlands B.V. Amsterdam Afval B-hout 20.800 Warmte (vergassing) Bio Energy 26 Netherlands B.V. Amsterdam Afval B-hout 19.200 Elektriciteit en warmte (vergassing) Na het slaan van de eerste paal voor de nieuwe installatie in november 2017 is er geen enkele update te vinden over de installatie van Bio Energy Netherlands B.V. Het is dus twijfelachtig of deze voltooid gaat worden (Bio Energy Netherlands, 2019). 28-11-2019 BG8311TPRP1911281355 45 Alleen voor intern gebruik % Royal HaskoningDHV 2. op basis van output De bollen geven op basis van de grootte het vermogen weer. Output installatie ___@ Elektrictteit P\ @ Elektriciteit en warmte © Warmte ® Gas | Warmtenetten _ ä an en nf / et e- " er ve At dte p 85 U Cl | 4 5 8 Ì Figuur 4.8 Biomassa installaties reeds gerealiseerd 28-11-2019 BG8311TPRP1911281355 46 Alleen voor intern gebruik % Royal HaskoningDHV De bollen geven op basis van de grootte het vermogen weer. __ Geplande output _ © Elektriciteit en warmte o Warmte vn Warmtenetten 0e hi nn kó tE DL k E zi | Re OG mit Van. EN 4 JS Cee gen Vd fi A VRK | Ke id ij Figuur 4.9 Biomassa installaties nog te realiseren 28-11-2019 BG8311TPRP1911281355 47 Alleen voor intern gebruik % Royal HaskoningDHV De bollen geven op basis van de grootte het vermogen weer. 4 Output installatie Geplande output N © Dektridteit © Bektridteit en warmte ® Bektrictelten warmte © Warmte _ ® Warmte ES wermtenetten ® Gas f P ©_ NA 4 bes EE RS a 0 | 7 P ( BV , 5 p ee “ « | de bn Vs pe deg | de kt d de 5 Figuur 4.10 Biomassa installaties die nu al gerealiseerd zijn én nog te realiseren 28-11-2019 BG8311TPRP1911281355 48 Alleen voor intern gebruik X Royal HaskoningDHV A5 Bijlage 5: clusters van bio-energie-installaties in de MRA Cluster Almere Cutput installatie N o Elektriciteit  ® Elektriciteit en warmte 5 ® Warmte 4 EE 5 Geplande output B A Output installatie : k 8 Elektriciteit en warmte h ND, & Warmte 5 pr 3 Warmtenetten dl AE N a < | EE Y E aal 5 % SS @ EE Dn. NN ak g NT NN % $ " NS NN a ' GE 5 en B NS d 4 se en Den maman lom oters el } tl ___ Esri Nederland, Community Maps Contributors Figuur 5.1 Installaties in cluster Almere Nr Naam biomassa Categorie LR'/91 Volume input Oe ermogen TEE UE US biomassa biomassa (ton/jaar) id MW) 12 Groen Gas Almere B.V. en besien 38.893 Gas landbouw stroom 4,6 Bio-Energie Almere Beheer & Snoei- en Elektriciteit en 14 B.V, onderhoud dunningshout 85030 warmte 14,6 Beheerg _ Snoeren „5,000 20 Torrefactie Almere dunningshout ° Warmte Niet bekend onderhoud 25.000 A/B hout 35 Groen Gas Almere B.V. Mest & Mest en co- 4375 Elektriciteit en 0,7 landbouw stroom warmte Grijs gemarkeerd betekent dat deze nog niet gerealiseerd is. Opmerkingen: e Groen Gas Almere: biogas wordt opgewaardeerd tot groen gas dat in het aardgasnet wordt toegevoegd. e Over Bio-Energie Almere B.V. is geen informatie te vinden. 28-11-2019 BG8311TPRP1911281355 49 Alleen voor intern gebruik X Royal HaskoningDHV Cluster Lelystad Ì Cutput installatie N @ Elektriciteit IN : ® Elektriciteit en warmte a @ Warmte ® Gas en: © Niet bekend je n Output installatie & Elektriciteit en we m mine Geplande output ©&® Miet bekend Warmtenetten RK 7 it 005 1 2 df En 0 rs Esri Nederland, Cor unity Maps Contibutors Figuur 5.2: installaties in cluster Lelystad Naam biomassa Categorie Type Middle Vermogen n D n : input Output installatie biomassa biomassa } (MW) (ton/jaar) Primco BMC Lelystad Beheer & Snoei- en 18 B.V. onderhoud _ dunningshout 25.922 Warmte 11,6 Orgaworld B.V. GFT 20.797 Elektriciteit en 29 (Biocel) Alval VGI 2.266 warmte 19 Beheer & Snoei- en Elektriciteit en GEN onderhoud _ dunningshout 14.224 warmte 30 34 MeCain Foods Holland Industrie vel 5.259 Elektriciteit en 0.8 B.V, warmte 42 Anoniem Mest & Mest en co- 1.290 Elektriciteit en 0,5 landbouw stroom warmte N.V. Sportbedrijf Beheer & Snoei- en 43 Lelystad onderhoud __ dunningshout 1422 Warmte 0,5 44 Stichting Wageningen Mest & Mest en co- 1.013 Elektriciteit 0 Research landbouw stroom Grijs gemarkeerd betekent dat deze nog niet gerealiseerd is. Opmerkingen: e _Primco BMC en NUON Energy leveren allebei al warmte aan het warmtenet. Zij zijn beide van NUON. 28-11-2019 BG8311TPRP1911281355 50 Alleen voor intern gebruik X Royal HaskoningDHV e De biomassa installatie van het sportbedrijf Lelystad wordt gebruikt om het sportcomplex (zwembad, sporthal en tennisbalen) te verwarmen. e _Biocel maakt van het biogas uit vergisting elektra en warmte. De elektra wordt aan het net geleverd, de warmte wordt voor het eigen proces gebruikt. e De installatie van Stichting Wageningen Research is voor onderzoeksdoeleinden en is geen commerciële energielevering. Cluster Amsterdam mmm | Zie cluster Amsterdam haven Output installatie N en et © Elektriciteit ® Elektriciteit en warmte ® Warmte m Se wer ® Gas KOE: Ls es Geplande output AL PA B & Elektriciteit en warmte f Kk : @ Warmte E ar ej in == À k: Warmtenatten p cr . : L En zer , ke 5 = 6 5 EN En \ A DN 73 EN P 7 mO Kilometer en) REEL EEEN Figuur 5.3 Installaties in cluster Amsterdam . n Volum Naam biomassa Categorie Type n henk Vermogen n D n : input Output installatie biomassa biomassa } (MW) (ton/jaar) 2 Vattenfall Diemen Pellets Pellets 120.000 Warmte 120 Bio Energy 24 Netherlands B.V. Afval B-hout 20.800 Warmte 5,2 (vergassing) Bio Energy a 26 _ Netherlands B.V. Afval B-hout 19.200 Elektriciteit en , g warmte (vergassing) 28-11-2019 BG8311TPRP1911281355 51 Alleen voor intern gebruik X Royal HaskoningDHV 45 Eteck Energie Beheer & Snoei- en 474 Elektriciteit en 45 Techniek B.V. onderhoud _ dunningshout warmte 59 RWZI Amstelveen Slib Rioolslib 2.192 Gas Niet bekend 73 RWZI Weesp Slib Rioolslib 539 Gas Niet bekend Grijs gemarkeerd betekent dat deze nog niet gerealiseerd is. Opmerkingen: e De geplande installatie van Vattenfall gaat warmte aan het warmtenet te leveren. e Eteck gaat ook leveren aan het warmtenet e Bio Energy Netherlands B.V. verwerkt het (syn)gas dat door vergassing is ontstaan tot elektriciteit en warmte. Deze kan via het (elektriciteits- of warmte)net aan huishoudens of bedrijven geleverd worden. Cluster Amsterdam haven Output installate \ © Elektriciteit @ Elektriciteit en warmte @ Warmte ne @® Gas Geplande output @ Elektriciteit en warmte fis © Warmte Warmtenetten des Mi 0e 5 Esri Nederland, Community Maps Contributors Figuur 5.4 Installaties in cluster Amsterdam haven 28-11-2019 BG8311TPRP1911281355 52 Alleen voor intern gebruik % Royal HaskoningDHV Naam biomassa Categorie EA hhidhekkie Vermogen n D n : input Output installatie biomassa biomassa } (MW) (ton/jaar) Beheer & Snoei- en Elektriciteit en 3 OA onderhoud _ dunningshout 118.860 warmte 39,6 7 Orgaworld Greenmills Industrie VGI 67.700 Elektriciteit en 1 Amsterdam AWZI slib Niet bekend warmte 8 Orgaworld WKK II B.V. Industrie VGI 48.671 Elektriciteit 4,3 Organische 19 _ AEB AEC Afval fractie 25.200 Elektriciteit en \set bekend warmte restafval Bio Energy Beheer & Snoei- en Elektriciteit en 22 Netherlands B.V. onderhoud _ dunningshout 21.244 warmte 10,6 27 Svawond WKK dustrie vl 16.941 Elektriciteit 2 Argent Energy 33 Netherlands Holding Industrie Dierlijk vet Elektriciteit en 9,6 6.167 warmte B.V. 48 Aeb Exploitatie B.V. Afval restafval _ Warmte 155,2 53 RW2lAmsterdam sy, Rioolslib 14.730 Gas Niet bekend West Grijs gemarkeerd betekent dat deze nog niet gerealiseerd is. e Alle installaties zijn dicht genoeg in de buurt van het warmtenet om daar aan te kunnen leveren e De AEB BEC gaat aan het warmtenet Amsterdam leveren via Westpoort Warmte. e Bio Energy Netherlands B.V. gaat de opgewekte warmte en elektriciteit uit het (syn)gas leveren aan AEB die aangesloten is aan het warmtenet. e _Orgaworld levert warmte aan het lokale warmtenet en het regionale elektriciteitsnet. De warmte wordt ook gebruikt voor eigen processen. Opmerkingen over de installaties buiten deze drie clusters m.b.t. warmtelevering: e De vergistingsinstallatie van de Meerlanden ligt niet in de buurt van een warmtenet, en de warmte wordt vooral gebruikt voor de eigen processen. e _Biogas dat bij rioolwaterzuiveringsinstallaties vrijkomt door vergisting wordt vaak door een WKK (warmtekrachtkoppeling) omgezet in warmte en elektriciteit. De elektriciteit wordt deel voor eigen processen gebruikt, en grotendeels geleverd aan het net. De warmte wordt voornamelijk voor de eigen processen gebruikt (verwarmen van de slibgisting), indien sprake is van restwarmte wordt deze in de regio aangeboden. Een andere optie waar RWZI's gebruik van maken is het opwerken van biogas tot groen gas (vervang aardgas), zoals bijvoorbeeld de rwzi Beverwijk. e BEI de nieuwe Liede moet warmte gaan leveren aan een nog aan te leggen warmtenet. e BIO Forte gaat warmte leveren aan het warmtenet Zaanstad. e _BeGreen levert in Hilversum warmte aan het kantorenpark Arenapark. 28-11-2019 BG8311TPRP1911281355 53 Alleen voor intern gebruik X Royal HaskoningDHV A6 Bijlage 6: gebruik biomassa per gemeente Deze grafieken zijn exclusief de biomassa die gebruikt wordt in particuliere en klein zakelijke installaties en RWZI's. . . Het valt op dat de grootste groei zit in Biomassa voor verbranding (ton) de gemeentes Amsterdam, Diemen en 200.000 Almere. Verder gebruik de huidige 180.000 installatie van HVC in Alkmaar al een 160.000 grote hoeveelheid biomassa (afvalhout 140.000 van huishoudens) voor verbranding. De 120.000 BioWarmteCentrale in Purmerend ° gebruikt ook een grote hoeveelheid 100.000 biomassa (snoei- en dunningshout) 80.000 60.000 40.000 20.000 Û Û : Ne _ < \ ò @ Ò Ò CS & & £ É & & & & S Ra & NS XN $ KEN: 1E & XN NS © < KS) mGerealiseerd mGepland Figuur 6.1 Volume biomassa (ton) dat gebruikt wordt en zal worden door verbrandingsinstallaties. De volumes van torrefactie en vergassing zijn ook meegenomen in deze grafiek. Het valt op dat er bijna geen nieuwe Biomassa voor vergisting (ton) biomassa gevraagd wordt voor vergisting. Alleen in Almere en Lelystad 160.000 komen er nieuwe installaties (mest 140.000 covergisiting). 120.000 100.000 80.000 60.000 40.000 - lau 0 & S ® À & & © © © © € & 7 &® ” ka & É Nel ò NY mGerealiseerd mGepland Figuur 6.2 Volume biomassa (ton) dat gebruikt wordt en zal worden door vergistingsinstallaties 28-11-2019 BG8311TPRP1911281355 54 Alleen voor intern gebruik % Royal HaskoningDHV A7 Bijlage 7: overzicht van beschikbare en gebruikte biomassa Beschikbare biomassa (ton) Gebruik biomassa door bio-installaties (ton) Gebruik huidige bio-installaties Gebruik geplande bio-installaties Totaal gebruik Huidige Potentiële Verbran on Composteri Verbrandin on Overig beschikbaarheid(1) biomassa (2) ding Vergisting ng Totaal g Vergisting (3) Totaal GFT huishoudens 122.000 369.697 132.401 237.782 370.183 370.183 GFT en swill bedrijven 407.580 326.000 Afval A/B hout 298.600 298.600 170.000 170.000 65.000 65.000 235.000 Schoon resthout uit industrie 20.000 20.000 VGI reststromen 1.045.297 1.050.988 6.168 150.331 150.331 7.698 7.698 164.197 Beheer g _ Heutige biomassa 18.663 18.663 145.702 145.702 _ 225.080 25.000 250.080 395.782 onderhoud Gras 67.650 81.600 Landbouw Mest (4) 1.234.667 1.453.333 23.944 23.944 3.399 3.399 27.344 Overig Houtpellets 120.000 120.000 120.000 Overige stromen 25.200 60.605 127.491 213.296 2.266 2.266 215.562 Totaal 2.914.457 3.618.881 347.069 367.281 365.273 1.079.624 352.779 5.66 90.000 448.445 1.528.068 (1) de hoeveelheid beschikbare biomassa in de MRA is overgenomen uit het rapport van Partner for Innovation (Partners for Innovation, 2018) (2) de potentiele hoeveelheid biomassa in de MRA is overgenomen uit het rapport van Partner for Innovation (Partners for Innovation, 2018) 28-11-2019 BG8311TPRP1911281355 55 Alleen voor intern gebruik X Royal HaskoningDHV (3) Torrefactie, vergassing (4) Aangenomen is dat 60% van de input van de mestvergistingsinstallaties mest is. De overige 40% is co-stroom. 28-11-2019 BG8311TPRP1911281355 56
Onderzoeksrapport
60
val
X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2016 Afdeling 1 Nummer 619 Publicatiedatum 17 juni 2016 Ingekomen op 16 juni 2016 Ingekomen in raadscommissie FIN Te behandelen op 13/14 juli 2016 Onderwerp Motie van het lid Roosma inzake de Voorjaarsnota 2016 (nominale correcties onroerendezaakbelasting). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Voorjaarsnota 2016 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 449). Overwegende dat: — het gebruikelijk is geen nominale correctie toe te passen op de tarieven voor de onroerendezaakbelasting en de belasting op de roerende woon- en bedrijfsruimten; — dit onwenselijk is omdat dat het effectief een voortdurende verlaging van de belastinginkomsten betekent daar het prijspeil stijgt. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: vanaf het jaar 2017 jaarlijks nominale correcties toe te passen op de tarieven van de onroerendezaakbelasting en de belasting op de roerende woon- en bedrijfsruimten. Het lid van de gemeenteraad F, Roosma 1
Motie
1
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2019 Afdeling 1 Nummer 351 Datum indiening 20 december 2018 Datum akkoord 21 maart 2019 Publicatiedatum 22 maart 2019 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Van Lammeren inzake zadelhoesjes van het bedrijf ThisisHolland.com. Aan de gemeenteraad Toelichting door vragensteller: De fractie van de Partij voor de Dieren zet zich al jaren in om onze omgeving schoon te houden en om het onnodig gebruik van plastic tegen te gaan. Op 19 december 2018 kreeg de fractie van de Partij voor de Dieren meldingen dat er in het centrum van Amsterdam (de 9 Straatjes) talloze fietsen geheel ongevraagd zijn voorzien van plastic zadelhoesjes met reclame erop van “This is Holland”. Naast de brutale manier van reclame maken, helpt dit niet mee in de strijd tegen plastic en zwerfvuil. Bovendien is dit in strijd met Stedelijk Kader Buitenreclame. Gezien het vorenstaande heeft het lid Van Lammeren, namens de fractie van de Partij voor de Dieren, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Is het college bekend dat in de 9 Straatjes ongevraagd reclame-uitingen zijn aangebracht in de vorm van plastic zadelhoesjes? Antwoord: Nee, het plaatsen van zadelhoesjes in de 9 straatjes is niet door de gemeente geconstateerd. 2. Is het college het met de fractie van de Partij voor de Dieren eens dat dit soort acties zeer ongewenst zijn? Antwoord: Ja, dat is het college met de vragensteller eens. Het plaatsen van zadelhoesjes is niet toegestaan. 1 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer naart 2019 Schriftelijke vragen, donderdag 20 december 2018 3. Iser door het genoemde bedrijf een aanvraag gedaan voor het aanbrengen van zadelhoesjes, aangezien het in strijd is met het Stedelijk Kader Buitenreclame”? a. Zo ja, heeft de gemeente de aanvraag goedgekeurd? Graag een toelichting. Antwoord: Nee, er is geen aanvraag ingediend en dus ook geen sprake van een goedkeuring door de gemeente. b. Zo nee, is het college bereid in contact te treden met het bedrijf ThisisHolland, om te achterhalen of zij verantwoordelijk zijn voor deze actie en aan te geven dat dit onwenselijk is? Antwoord: Ja. Er is door de gemeente in dit geval geen directe overtreding geconstateerd. Als er wel een directe overtreding door de gemeente wordt geconstateerd, wordt contact opgenomen met het bedrijf. Desondanks wordt in dit geval contact opgenomen met het bedrijf om hen te informeren over de regels opgenomen in het Stedelijk Kader Buitenreclame. c. Zal er een dwangsom worden opgelegd en ook daadwerkelijk worden geïnd? Indien dit niet het geval is, graag toelichten Antwoord: Nee, er is geen directe overtreding geconstateerd en daarom is er geen grond om een dwangsom op te leggen. De handhaving op deze problematiek wordt bemoeilijkt doordat het alleen kan op heterdaad; op het moment dat de fietsen daadwerkelijk worden voorzien van een zadelhoesje. Burgemeester en wethouders van Amsterdam Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris 2
Schriftelijke Vraag
2
train
> Gemeente Amsterdam Motie Datum raadsvergadering 20 september 2023 Ingekomen onder nummer 535 Status Verworpen Onderwerp Motie van de leden Khan, Veldhuyzen en Kabamba inzake het ambiëren van 150 standplaatsen voor de woonwagenbewoners met een bijbehorend tijdsplanning. Onderwerp Uit de ambitie om 150 standplaatsen te realiseren voor woonwagenbewoners en voorzie de Raad van een bijbehorend tijdplanning daarvoor. Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De Raad, Gehoord de discussie over Vaststellen van Beleidskader Woonwagens en standplaatsen Constaterende dat: -__ het Europese Hof voor de Rechten van de Mens heeft uitgesproken dat woonwagenbewo- ners het recht hebben om hun cultuur te beleven en uit te dragen, zoals onder meer te kunnen leven in een woonwagen“; -__ Gemeenten volgens de uitspraak het mogelijk moeten maken dat woonwagenbewoners hun cultuur moeten kunnen beleven; -__De woonwagenbewoners volgens het EVRM recht hebben op huisvesting (die overeen- komt met hun cultuur en culturele identiteit), bescherming van het privéleven en het recht op gelijke behandeling; -_ De gemeente Amsterdam de afgelopen decennia zich niet (genoeg) heeft ingespannen om de Roma en Sinti-cultuur te beschermen; -_ Het gebruik van caravans als wooneenheid reeds wordt gedoogd bij stadsnomaden. Overwegende dat: -__ Woonwagenbewoners, met name de Roma en Sinti-gemeenschappen in de Tweede We- reldoorlog ernstig zijn vervolgd met genocide als doel; * Woonwagenbeleid | Home | Volkshuisvesting Nederland Gemeente Amsterdam Status Verworpen Pagina 2 van 2 -__ Woonwagenbewoners, met name de Roma en Sinti-gemeenschappen, in de Tweede We- reldoorlog ernstig zijn vervolgd met genocide als doel; -_Na WO2, ambtenaren repressieve maatregelen tegen dergelijke gemeenschappen heeft gehandhaafd?; -_ Als gevolg van ambtelijk beleid o De woonwagen-, Roma en Sinticultuur niet de mogelijkheid hebben gehad zich goed te herstellen na hun vervolging; o deze gemeenschappen onderworpen bleven aan uitsterfbeleid door onder meer: " _woonwagenste ‘ketenen’ door die te laten voldoen aan bouwbesluiten waardoor het nomadisch karakter geweld is aangedaan; " deze gemeenschappen werden onderworpen aan dwang om in vaste hui- zen te moeten gaan wonen; "decennia lang de hoeveelheid standplaatsen significant te verminderen in plaats van te vermeerderen; o de cultuur van deze gemeenschappen langzamerhand dreigt te verdwijnen; -_ Vanwege de historie, de woonwagengemeenschap een zeker wantrouwen heeft met be- trekking tot huurovereenkomsten; - De gemeente Amsterdam de mening is toegedaan dat culturele diversiteit een essentieel onderdeel is van onze samenleving en bijdraagt aan de verrijking van onze gemeenschap; -_De woonwagenbewonerscultuur een historische en unieke vorm van levensstijl vertegen- woordigen; -__ Amsterdam kan een leidende rol spelen in het herstellen van de Roma-, Sinti- en woonwa- genbewonerscultuur en het behoud en voorzetting van hun culturele identiteit. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders Om de ambitie vit te spreken om uiteindelijk 150 standplaatsen voor woonwagenbewoners te rea- liseren en te komen met een tijdsplanning wanneer deze gerealiseerd wordt. Indiener(s), S.Y. Khan J.A. Veldhuyzen C.K.E. Kabamba 2 https://www.nrc.nl{nieuws/2023/09/o7/nederlandse-ambtenaren-werkten-hecht-samen-met-de-duitse-bezetter-het-beste-wat-in-het- kwaad-zat-is-eruit-gehaald-a4173794
Motie
2
test
Bezoekadres Gemeente Amsterdam Anton de Komplein 150 Stadsdeel Zuidoost 1102 CW Amsterdam Postbus 12491 1100 AL Amsterdam RAADSGRIFFIE telefoon 020 2525000 RAADSCOMMISSIE RUIMTELIJKE ONTWIKKELING, VERKEER EN BEHEER Ruimtelijke Ordening, Grondzaken, Milieu, Verkeer en Vervoer, Beheer Openbare Ruimte Voorzitter : mw. M. Eekhardt-Angna Commissiegriffier : dhr. C. ter Horst Griffie : mw. C.L. Hordijk Telefoon : 252.5023 AGENDA van de openbare vergadering van de raadscommissie op donderdag 16 november 2006 van 14.00 tot 16.15 uur (middaggedeelte) en van 20.00 tot 22.30 uur (avondgedeelte) in de raadzaal van het stadsdeelkantoor Zuidoost Punt onderwerp Tijdschema Middaggedeelte Á. ALGEMEEN 14.00 — 14.15 uur A1. Opening en vaststelling agenda A2. Mededelingen A3. a. Conceptverslag van de openbare vergadering van de raadscommissie van 12 oktober 2006, bijgevoegd b. Actielijst Bijgevoegd. BIJ. ONTWERP-BEGROTING 2007 e Vanwege de relatie met alle programma’s is het de bedoeling de Najaarsbrief 2006 die u ter kennisname is toegezonden te betrekken bij de begrotingsbehandeling. Vaststelling van de Najaarsbrief zal in de raad van 19 december 2006 plaatsvinden. Bl.1. a. Programma Openbare Ruimte, Infrastructuur, Groen, Integraal Wijkbeheer, geheel 1° termijn raadscommissie, beantwoording dagelijks bestuur 2° termijn raadscommissie Bij de behandeling tevens te betrekken: . Stand van zaken moties 2006 nrs. 82, 21/67, 22/68 en 53 Bijgevoegd. 14.15 — 15.00 uur b. Notitie inzake criteria leefbaarheidsbudgetten (motie 50/87) . LZOÖ heeft in de commissie van 12-10-2006 verzocht de behandeling te betrekken bij de begrotingsbespreking 2007 Bijgevoegd. 15.00 — 15.45 uur BIJ2. Programma Milieu en Water, geheel 1° termijn raadscommissie, beantwoording dagelijks bestuur 2° termijn raadscommissie Bij de behandeling tevens te betrekken: . Stand van zaken moties 2006 nr. 15 Bijgevoegd. 15.45 — 16.15 uur Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen zich tot en met de dag vóór de vergadering daarvoor aanmelden bij de Griffie. Dit kan per telefoon 020-252.5023 of per e-mail naar c.hordijk@zuidoost amsterdam.nl. De vermelde aanvangstijden zijn richttijden waaraan geen rechten zijn te ontlenen. AGENDA (vervolg) Punt onderwerp Tijdschema Avondgedeelte BIJ. ONTWERP-BEGROTING 2007 BIJ.1 Programma Verkeer, geheel 20.00 — 20.45 uur 1° termijn raadscommissie, beantwoording dagelijks bestuur 2° termijn raadscommissie BIJ2 Programma Stedelijke Ontwikkeling, geheel 1° termijn raadscommissie, beantwoording dagelijks bestuur 2° termijn raadscommissie Bij de behandeling tevens te betrekken: . Stand van zaken moties 2006 nrs. 4 en 6/62 Bijgevoegd 20.45 — 21.30 uur BIJ.3 Paragraaf Grondbeleid 21.30 — 22.15 uur 1° termijn raadscommissie, beantwoording dagelijks bestuur 2° termijn raadscommissie C. RONDVRAAG 22.15 — 22.30 uur D. SLUITING 22.30 uur Lijst ter kennisneming: 1. Brief van portefeuilehouder Verkeer en Vervoer mw. E. Verdonk d.d. 13 juni 2006 aan Algemeen Directeur GVB. 2. Brief van portefeuillehnouder Verkeer en Vervoer mw. E. Verdonk d.d. 16 juni 2006 aan Dagelijks Bestuur ROA. Lijst ter inzage: a. Verslag van het Ruimtelijk Operationeel Overleg Vernieuwing Bijlmermeer van 29 juni 2006. b. Opdrachtverlening aan Markus BV te Amsterdam, voor de uitvoering van het inrichten Zuidstrook Karspeldreef West conform bestek 16 van 2006. C. Opdrachtverlening aan KWS Infra BV te Duivendrecht voor de uitvoering van het bouwrijpmaken van Kortvoort Plot 1 conform bestek 07 van 2006. d. Opdrachtverlening aan WRA groep divisie CCB te Amsterdam voor de uitvoering van het groenonderhoud ter plaatse van Amstel 3, Holendrecht, Gein 3 en Driemond conform bestek 05 van 2007. e. Het instellen van een parkeerschijfzone (blauwe zone) met ontheffingsregeling in Heesterveld. Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen zich tot en met de dag vóór de vergadering daarvoor aanmelden bij de Griffie. Dit kan per telefoon 020-252.5023 of per e-mail naar c.hordijk@zuidoost amsterdam.nl. De vermelde aanvangstijden zijn richttijden waaraan geen rechten zijn te ontlenen.
Agenda
2
train
> Gemeente Amsterdam Motie Datum raadsvergadering 8 juli 2021 Ingekomen onder nummer 528 Status Verworpen Onderwerp Motie van het lid Yilmaz inzake parkeervergunning op straat Onderwerp Een garageplek mag geen reden zijn om een parkeervergunning op straat te weigeren Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De Raad, Gehoord dat de Parkeerbelastingverordening 2021 in verband met het invoeren van betaald par- keren in Geuzenveld e.o. Constaterende dat: — _Parkeergaragehouders niet in aanmerking kunnen komen voor een parkeervergunning op straat, omdat zij op eigen initiatief een parkeerplek hebben gekocht in een autogarage; — Dit oneerlijk vitpakt voor deze groep bewoners aangezien zij niet meer voor de deur kunnen parkeren op straat zonder daarvoor te betalen. Hun eigen parkeerplek in de garage is namelijk vaak ver verwijderd van hun huis. Overwegende dat: — Elke bewoner evenveel recht heeft op een parkeervergunning voor straatparkeren; — Deze ongelijke maatregel ervoor zorgt dat er ongelijkheid wordt gecreëerd door de ge- meente: bewoners met een parkeerplek in een autogarage kunnen niet in hun eigen buurt par- keren, om bijvoorbeeld boodschappen doen of naar de huisarts gaan zonder daarvoor flinke kosten te maken, terwijl vergunninghouders wél in hun eigen buurt zonder verdere kosten kunnen parkeren met hun vergunning. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders het mogelijk te maken voor bewoners die een parkeerplek in een garage hebben om ook aan- spraak te maken op een parkeervergunning voor in de buurt. Gemeente Amsterdam Status Verworpen Pagina 2 van 2 Indiener N. Yilmaz
Motie
2
discard
> Gemeente Amsterdam Motie Datum raadsvergadering 5 april 2023 Ingekomen onder nummer 126 Status Verworpen Onderwerp Motie van het lid Koyuncu inzake het treffen van een speciale parkeerregeling voor religieuze instellingen Onderwerp Parkeerregeling voor religieuze instellingen. Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De Raad, Gehoord de discussie over het wijzigen van de parkeerverordening Constaterende dat: -_Er momenteel speciale parkeerregelingen zijn voor scholen en sportverenigingen; -_ Het college heeft voorgenomen betaald parkeren in heel Amsterdam in te zetten in 2024; -_ De gemeente Den Haag momenteel een speciale regeling voor religieuze instellingen treft waarbij iedere instelling 1.000 parkeeruren te goed krijgt. Overwegende dat: -_ Vrijheid van religie en levensovertuiging een van de kenmerken van Amsterdam is; -__ Een aanzienlijk deel van de Amsterdamse inwoners een verbinding voelt met een reli- gie/levensovertuiging en dit wilt praktiseren; -__ Vande gelovige Amsterdammers gemiddeld 23% wekelijks de kerk, de moskee, synagoge of een godsdienstige bijeenkomst bezoekt? Verzoekt het college van burgemeester en wethouders Om te onderzoeken op welke manier een speciale parkeerregeling getroffen kan worden voor reli- gieuze instellingen en de resultaten van dit onderzoek met een voorstel terug te koppelen naar de raad. + https://onderzoek.amsterdam.nl/artikel/geloven-in-amsterdam Gemeente Amsterdam Status Verworpen Pagina 2 van 2 Indiener(s), S. Koyuncu
Motie
2
discard
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R x Gemeenteblad DS Motie Jaar 2020 Afdeling 1 Nummer 573 Ingekomen op 19 mei 2020 Behandeld op 20 mei 2020 Status Aangenomen Onderwerp Motie van de leden Biemond, N.T. Bakker, Nadif en Kat inzake de strategie Amsterdam Circulair 2020-2025 (circulaire stad met een sociaal fundament) Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de strategie Amsterdam Circulair 2020-2025 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 499). Constaterende dat: -__de theorie van het ‘Donut-model' van Kate Raworth ook sterk in gaat op het sociaal fundament dat essentieel is om de economie rechtvaardiger vorm te geven; - zij hierover onder meer schrijft dat economische netwerken zo moeten worden ingericht dat zij waarde eerlijker verdelen, zowel als het gaat over materialen als wanneer het gaat over kennis en inkomen; -__er nu geen onderdelen in de lobby agenda van de gemeente genoemd worden die betrekking hebben op dit sociaal fundament. Overwegende dat: -__iÍn de strategie Amsterdam Circulair opgenomen is dat Amsterdam de ontwikkeling van circulaire producten en diensten wil ondersteunen; - dit kan leiden tot meer vraag naar arbeid en vaardigheden binnen de circulaire economie. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: 1. Een verkenning te doen naar participatieve economie in relatie tot het Donut- model waarin onder andere wordt bekeken: - ín hoeverre bij door de gemeente gesteunde circulaire bedrijven vanuit de agenda Circulaire Economie eisen gesteld kunnen worden aan de kwaliteit van werkgelegenheid; - of bij het selecteren van bedrijven die steun krijgen vanuit de agenda Circulaire Economie nadrukkelijk gezocht kan worden naar bedrijven die met manieren van bedrijfsinrichting werken die ongelijkheid tegengaan zoals aandeelhouderschap van werknemers en coöperaties; 2. Het sociaal fundament als belangrijk onderdeel van de circulaire economie (Donut-principe) op de lobbyagenda van de gemeente te zetten; dit kan bijvoorbeeld gaan om stakeholderfinance waarin werknemers en coöperaties deels eigenaar zijn van bedrijven. 1 De leden van de gemeenteraad H.J.T. Biemond N.T. Bakker |. Nadif H. Kat 2
Motie
2
discard
x Gemeente Amsterdam J l F % Raadscommissie voor Jeugdzaken, Educatie, ICT en Financiën % Gewijzigde agenda, woensdag 16 mei 2012 Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie voor Jeugdzaken, Educatie, ICT en Financiën Tijd 13.30 tot 17.00 uur en zonodig van 19.30 tot 22.30 uur Locatie 0239 Algemeen 1 __ Opening procedureel gedeelte (13:30 tot 13:45) 2 Mededelingen 3 Vaststellen agenda 4 Conceptverslag van de openbare vergadering van de Raadscommissie JIF d.d. 18 april 2012. e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier doorgegeven, commissieJlF@raadsgriffie. amsterdam.nl 5 Termijnagenda, per portefeuille e Termijnagenda niet bijgevoegd. U ontvangt op de vrijdag voorafgaande aan de vergadering per mail een bijgewerkt exemplaar e De lijst van schriftelijke vragen wordt de maandag voorafgaande aan de vergadering per mail toegestuurd aan de raadsleden en contactpersonen. 6 _Tkn-lijst 7 Opening inhoudelijk gedeelte (13:45 tot 17:00) 8 _Inspreekhalfuur Publiek Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn slechts richtlijnen waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn. Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda staat. De vergaderingen en de verslaglegging daarvan zijn openbaar. Van deze vergaderingen worden geluids- en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden op internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl. Voor algemene informatie: [email protected] 1 Gemeente Amsterdam J l F Raadscommissie voor Jeugdzaken, Educatie, ICT en Financiën Gewijzigde agenda, woensdag 16 mei 2012 9 Actualiteiten en mededelingen 10 Rondvraag Financiën 11 Jaarrekening 2011 Gemeente Amsterdam Nr. BD2012-003424 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (Gemeenteraad d.d. 23 mei 2012) Jaarrekening gevoegd behandelen met agendapunten 12 en 13. e De definitieve versie Jaarrekening is reeds aan u toegezonden. , De jaarverslagen van de diensten/ bedrijven liggen ter inzage in de leeskamerraad (voor zover deze zijn aangeleverd bij de raadsgriffie) 12 ACAM Rapporten e Gepubliceerde ACAM rapporten inzake de controle van de jaarrekening 2011 van diensten en bedrijven (voor zover deze zijn aangeleverd bij de Griffie). - _ Verslag inzake de controle van de jaarrekening 2011 van de gemeente Amsterdam - _ Dienst ICT -___Stadbank van Lening - DMO - _ Dienst Belastingen e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e De door het College toegezegde reacties op de ACAM rapporten worden na ontvangst nagezonden. e Rapporten gevoegd behandelen met agendapunten 11 en 13. 13 Bestuurlijke reactie op het Acam-verslag van de controle van de jaarrekening 2011 van de Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling Nr. BD2012-004680 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Gevoegd behandelen met agendapunten 11 en 12, 14 Voortgangsrapportage AFS Q 4 2012 Nr. BD2012-004438 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. Geagendeerd op verzoek van raadslid mevrouw Moorman (PvdA). e Was TKN 4 in de vergadering van 28.03.2012. e _ Uitgesteld in de vergadering van 18.04.2012. 2 Gemeente Amsterdam J l F Raadscommissie voor Jeugdzaken, Educatie, ICT en Financiën Gewijzigde agenda, woensdag 16 mei 2012 15 Bestuurlijke reactie rapport ‘garantstelling muziekmakerscentrum' (rapport van de onderzoekscommissie van de stadsdeelraad Oost) Nr. BD2012-004630 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Geagendeerd op verzoek van raadslid de heer Evans-Knaup (Red A'dam). e Was TKN 5 in de vergadering van 18.04.2012. e Gevoegd behandelen met agendapunt 16. 16 MuzyQ lening rabobank Nr. BD2012-004631 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Geagendeerd op verzoek van raadslid de heer Evans-Knaup (Red A'dam). e Was TKN 3 in de vergadering van 28.03.2012. e Gevoegd behandelen met agendapunt 15. Educatie 17 Jaarrapportage voor- en vroegschoolse educatie (vve) 2011 Nr. BD2012-003414 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Geagendeerd op verzoek van raadslid mevrouw Ulichki (GrLí). e _ Uitgesteld in de vergadering van 28.03.2012, 18 Bestuurlijke reactie op initiatiefvoorstel Sahin getiteld: TaalPlan Amsterdam, Alliantie tegen laaggeletterdheid Nr. BD2012-003416 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e _Aanheteind van de bespreking zal de indiener aangeven of het initiatiefvoorstel geagendeerd moet worden voor de Raad van 20/21 juni 2012. e _ Uitgesteld in de vergadering van 28.03.2012, 19 Bestuursakkoord G4-Rijk 'VVE en extra leertijd jonge kinderen": vaststellen afspraken en verdeling middelen 2012 Nr. BD2012-003417 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e _ Uitgesteld in de vergadering van 28.03.2012, 20 Laatste generatie kinderen met taalachterstand Nr. BD2012-003415 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e _ Uitgesteld in de vergadering van 28.03.2012, 21 Stand van zaken inzake Amarantis Nr. BD2012-004679 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. 3 Gemeente Amsterdam J l F Raadscommissie voor Jeugdzaken, Educatie, ICT en Financiën Gewijzigde agenda, woensdag 16 mei 2012 TOEGEVOEGDE AGENDAPUNTEN Financiën 22 Vaststellen verslag rekeningencommissie over de jaarrekening 2011 Nr. BD2012- 004870 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (Gemeenteraad d.d. 23 mei 2012) e Gevoegd behandelen met agendapunten 11,12 en 13. e De bestuurlijke reactie ontvangt u voor de raadsbehandeling op 23 mei 2012, 23 Eerste bevindingen realisatie bezuinigingen 2011 Nr. BD2012-004973 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Geagendeerd op verzoek van raadsleden mevrouw Roodink (D66) en de heer Toonk (VVD). e Eerderaan de orde geweest in de commissievergadering van 18 april 2012. e Gevoegd behandelen met agendapunt 24, e Punten 23 en 24 worden als eerste bespreekpunten aan de orde gesteld. 24 Eerste deelonderzoek van de rekenkamer naar bezuinigingen Nr. BD2012- 004968 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (Gemeenteraad d.d. 23 mei 2012). e Geagendeerd op verzoek van raadsleden mevrouw Roodink (D66) en de heer Toonk (VVD). e Eerderaan de orde geweest in de commissievergadering van 18 april 2012. e Gevoegd behandelen met agendapunt 23. e Punten 23 en 24 worden als eerste bespreekpunten aan de orde gesteld. 4
Agenda
4
train
> < Gemeente Raadsinformatiebrief Amsterdam Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam Datum 17 mei 2022 Portefeuille(s) Openbare ruimte, Groen en Reiniging Portefeuillehouder(s): Wethouder Jakob Wedemeijer Behandeld door Gemeentelijk Vastgoed, Edwin van der Kraan, [email protected] Onderwerp Voortgangsrapportage 2021-2 Transitieplan Werven en Overslagpunten Geachte leden van de gemeenteraad, Op 20 mei 2020 (BD 2020 afdeling 1/ 529) stemde de vorige gemeenteraad in met het ‘Transitieplan Werven en Overslagpunten’ en bijbehorende businesscase. Het transitieplan realiseert een transitie van 37 naar 23 uitvoeringslocaties. Daarmee wordt de uitvoering van het cluster Stadsbeheer effectiever, efficiënter en duurzamer. Bovendien wordt passende, kwalitatief goede en veilige huisvesting gerealiseerd voor medewerkers die vitvoerende werkzaamheden verrichten en medewerkers die hieraan op de uitvoeringslocaties ondersteuning bieden. Dit betreft een complexe opgave. Met het programma is een investering van € 76,4 miljoen gemoeid verdeeld over 18 projecten. Voor het programma is een sluitende business case opgesteld. Het uitgangspunt is dat de gemeentebegroting niet omhoog mag gaan. De extra kapitaallasten (rente en aflossing) als gevolg van de investeringen worden deels gecompenseerd door de besparingen in de bedrijfsvoering door sluiting van verschillende werven. Het restant wordt gedekt door een jaarlijkse onttrekking aan de reserve. De reserve wordt gevoed met bijdragen uit de gebiedsontwikkeling (ter hoogte van de vervangingskosten voor zes locaties), Meerjaren onderhoudsplan-bijdrage en de verkoopopbrengst van een pand. Aan het transitieplan zijn twee bestuursopdrachten voorafgegaan. Op 10 janvari 2017 werd de opdracht gegeven voor de vorming van het cluster Stadsbeheer met daarin drie nieuwe vitvoeringsdirecties. Gebleken is dat de huisvesting van deze directies inefficiënt en kwalitatief ondermaats is, en niet voldoet aan de duurzaamheidsdoelstellingen van de gemeente Amsterdam. Daarom volgde op 15 mei 2018 een tweede bestuursopdracht om de businesscase te maken, met daarin voorstellen voor optimale huisvesting van deze directies. Uitgangspunt hierbij was dat de lasten voor de gemeentebegroting per saldo niet omhoog mogen gaan. Bij de vaststelling is de Regeling Risicovolle Projecten van toepassing verklaard. In dit kader wordt de gemeenteraad via de raadscommissie tweemaal per jaar geïnformeerd over de voortgang van het programma door middel van voortgangsrapportages. Op 21 oktober 2021 nam de vorige gemeenteraad kennis van de tweede voortgangsrapportage van het programma Transitie Werven en Overslagpunten. Voor liggende rapportage betreft de derde voortgangsrapportage. Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 17 mei 2022 Pagina 2 van 2 Voortgang transitieplan Het aantal wijzigingen ten opzichte van de vorige rapportage is beperkt. Daarom wordt volstaan met een beknopte rapportage. De voornaamste punten uit de rapportage betreffen: -_Er zijn beperkte wijzigingen van de scope, vooralsnog zonder budgeteffect. -_ Het is nu nog de verwachting dat het programma binnen het door de gemeenteraad vastgestelde krediet vitgevoerd kan worden. Maar door de marktsituatie en de geopolitieke situatie is de zekerheid hierover voor de langere termijn niet te geven. -_ Erzijn in de planning enkele verschuivingen opgetreden, de verwachting is dat de afronding van het programma niet eind 2024 maar in de eerste helft van 2025 zal plaatsvinden. -_ Voor de locaties die als eerste verbouwd gaan worden zijn de definitieve ontwerpen in overleg met de gebruikers gemaakt. In 2022 worden twee locaties opgeleverd. -_Eris geen aanleiding om de businesscase nu te herijken. - _Erheeft een actualisatie van de risico-inventarisatie plaatsgevonden; dit heeft beperkte wijzigingen tot gevolg. Vier van de top vijf risico’s zijn actief en worden beheerst. — De communicatie met de medewerkers en andere betrokkenen, zoals stadsdeelbesturen en gebiedsteams loopt sinds het voorjaar 2021. Medewerkers zijn in ook in het voortraject (vóór 2020) actief betrokken bij het wervenspel dat de basis vormde voor het transitieplan en zij worden ook per locatie betrokken om mee te denken over keuzeopties die er zijn bij het nader uitwerken van de ontwerpen voor bouw en verbouw. Daarmee is voldaan aan de toezegging die hierover aan de vorige raad is gedaan in reactie op de vraag van het lid Havelaar. -_ Een belangrijke succesfactor is het vinden van de locaties voor de overslagpunten. Deze locaties liggen vanuit het oogpunt van duurzaamheid bij voorkeur aan het water. Op dit moment zijn twee locaties bekend, namelijk Toetsenbordweg en Zeeburgereiland. Vanwege het niet beschikbaar zijn van nog eens twee locaties aan vaarwater zijn in Zuidoost en Nieuw- West twee landlocaties in beeld waarvan de lange termijn beschikbaarheid nog moet worden geborgd. Hierover dient voor het zomerreces 2022 besluitvorming plaats te vinden. Met vriendelijke groet, Jakob Wedemeijer Wethouder Openbare ruimte, Groen en Reiniging Bijlage Voortgangsrapportage 2021-2 Transitieplan Werven en Overslagpunten Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Brief
2
val
x Gemee nte Besluit vande vergadering van het Algemeen Bestuur van juli 201 X Amsterdam 77°" 2255 X Oost Jaar 2015 Registratienummer Z-15-18864 / INT-15-05409 Onderwerp: Verbeteren toegankelijkheid maatschappelijk vastgoed Het Algemeen Bestuur van de Bestuurscommissie Oost, Gezien het voorstel van het Dagelijks Bestuur d.d. 9 juni 2015 Overwegende dat, -_Agenda 22 in stadsdeel Oost hoge prioriteit heeft -_De kwaliteitsbezoeken aan accommodaties in 2014 hebben aangetoond dat toegankelijkheid van maatschappelijk vastgoed niet voldoende wordt gerealiseerd Gelet op, Het feit dat diverse ontwikkelingen in landelijke regelgeving en Amsterdams beleid aanleiding geven om een concrete aanpak te ontwikkelen en dit stedelijk te implementeren. Te weten; o De aanpassing van het Bouwbesluit 2012 o Ratificatie van het VN Verdrag voor de Rechten van Personen met Beperkingen door Nederland (agenda 22) o Het Principebesluit ‘Amsterdam als voorbeeld om meer mensen met een arbeidsbeperking aan werk te helpen’. Besluit: 1. Een ongevraagd advies aan wethouders van der Burg en Litjens te sturen vanuit het Algemeen Bestuur van stadsdeel Oost. In dit advies wordt voorgesteld aan te sluiten op het project van de RVE Facilitair Bureau, praktisch te starten met de ontwikkeling van het PvE Toegankelijkheid en daar middelen voor beschikbaar te stellen. 2. Twee AB leden als vertegenwoordigers van het Algemeen Bestuur van Oost aan te stellen om dit onderwerp stedelijk in de gemeenteraad onder de aandacht te brengen indien het ongevraagde advies niet tot praktische resultaten leidt. Het algemeen bestuur van de Bestuurscommissie Oost Liane Pielanen, Ivar Manvel, secretaris voorzitter Afschrift: xZOO18907F2D% 1
Besluit
1
val
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Motie Jaar 2021 Nummer 062 Behandeld op 10 februari 2021 Status Aangenomen bij schriftelijke stemming op 15 februari 2021 Onderwerp Motie van de leden Kat, Naoum Néhmé, Biemond, Kilic en Kreuger inzake NDSM Oost Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over afhandeling van motie 1100 van 2020 van de leden Kat c.s. inzake het Investeringsbesluit NDSM-werf 2020 (Amsterdams succesvolle Pllek moet blijven). Nr. VN2021-002164. Constaterende dat: -_ De Raad nog steeds in afwachting is van het haalbaarheidsonderzoek voor de vergroenings- en sportopgave van de NDSM-werf; -__ Culturele- en horecaondernemers, maakindustrie (Made up North) op de NDSM-werf hun zorgen hebben geuit over het proces voor de ruimtelijke ontwikkeling van NDSM-werf Oost en de focus die nu lijkt te liggen op de radicale vergroening; -__De ontwikkeling van het deelgebied NDSM-werf Oost is stilgelegd tot 2028; -_ Ondernemers niet tegen vergroening en openbaar gebruik van de monumentale -__ Werf zijn, maar zeker ook niet voor uitsluiting van andere economische functies en concrete ruimtevragen in dit gebied. - De gemeenteraad op 30 september 2020 heeft uitgesproken Pllek als ontmoetingsplek voor de stad te behouden; - De coronapandemie en de jaarlijkse verlenging van de tijdelijke grondhuur geen perspectief biedt aan ondernemers; - Vooral in deze tijden grote sociale ontmoetingsplaatsen van groot belang zijn voor de stad (culturele programmering, behoud artiesten en ambachten, werkgelegenheid); Overwegende dat: -__NDSM Oost een uitstekende plek is waar de ambachtseconomie als drager van gemengde en productieve wijk tot bloei komt; - __Pllek per 1 april 2023 dreigt te wijken voor een gelijksoortig initiatief terwijl omliggende ondernemers tot 2028 blijven. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - Culturele ondernemers, horeca, bedrijvigheid, maakbedrijven zoals 1 Made Up North expliciet te betrekken bij de gebiedsontwikkeling van NDSM Oost, hun bedrijfsvoering te borgen in de planvorming en de Raad uiterlijk derde kwartaal 2021 verslag te doen van de eerste resultaten van de goede samenwerking waarin ruimte genoeg is voor iedereen; - Specifiek voor Pllek de tijdelijke grondhuur te verlengen minimaal tot en met 2025, om zo uitvoering te geven aan de wens van de stad en nadien telkens jaarlijks te kijken naar nieuwe verlengingen (van telkens minimaal een jaar). De leden van de gemeenteraad H. Kat H. Naoum Néhmé HJ.T. Biemond A. Kilic K.M. Kreuger 2
Motie
2
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2018 Afdeling 1 Nummer 783 Publicatiedatum 26 september 2018 Ingekomen onder X Ingekomen op woensdag 19 september 2018 Behandeld op woensdag 19 september 2018 Status Verworpen Onderwerp Motie van het lid Bloemberg-lssa inzake het afgeven van een verklaring van geen bedenkingen ten behoeve van een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor het project TT Vasumweg. Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over het afgeven van een verklaring van geen bedenkingen ten behoeve van een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor het project TT Vasumweg (Gemeenteblad afd. 1, nr. 713). Constaterende dat: — Ergeen onderzoek wordt uitgevoerd naar de impact op de luchtkwaliteit die het project gaat veroorzaken, omdat er minder dan 1500 woningen worden gerealiseerd; — Nieuwe plannen aan dezelfde ontsluitingsweg volgens de Wet Milieubeheer als één geheel beschouwd dienen te worden om te bepalen of er een toetsing aan de grenswaarden plaats moet vinden. Overwegende dat: — Ermeerdere grote bouwprojecten in de omgeving van de NDSM-werf en Klaprozenweg gepland zijn. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: Een uitgebreid luchtkwaliteit-onderzoek uit te voeren bij dit project en hierover te rapporteren aan de raad. Het lid van de gemeenteraad J.F. Bloemberg-lssa 1
Motie
1
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2018 Afdeling 1 Nummer 677 Datum indiening 22 juni 2018 Datum akkoord 30 juli 2018 Publicatiedatum 31 juli 2018 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het lid A.L. Bakker inzake het fokbeleid van kinderboerderijen. Aan de gemeenteraad Toelichting door vragenstelster: In september 2017 tekenden achttien Amsterdamse Kinderboerderijen de overeenkomst ‘Van hart voor dieren naar toekomstbestendig dierenwelzijn’* met daarin uitgangspunten en kwaliteitseisen omtrent dierenwelzijn. Zo is de afspraak om zo min mogelijk overschot van dieren te creëren en zal een eventueel teveel aan dieren op diervriendelijke wijze worden afgezet. Ook moet het fokbeleid van kinderboerderijen actief gecommuniceerd worden. Op de website en sociale mediakanalen van kinderboerderij Westerpark is te zien dat met regelmaat kalveren, biggen en kuikens worden geboren. Ook is te lezen dat er varkens zijn weggedaan naar Stichting Buitengewoon?, een plek waar de varkens worden verwerkt in vleespakketten®. In een bericht is te lezen dat de Bonte Bentheimer varkens “te oud voor de boerderij”* geworden waren en weg moesten. Gezien het vorenstaande heeft het lid A.L. Bakker, namens de fractie van de Partij voor de Dieren, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Kan het college het fokbeleid van de verschillende Amsterdamse kinderboerderijen aan de raad overhandigen? Antwoord: De Amsterdamse kinderboerderijen hebben de gezamenlijk gedragen uitgangspunten en kwaliteitseisen dierenwelzijn september 2017 vastgelegd in de “Overeenkomst Dierenwelzijn” (https://kinderboerderij-de-werf.nl/visie/van-hart- voor-dieren-naar-toekomstbestendig-dierenwelzijn). Met de kinderboerderijen is in een gezamenlijke bijeenkomst op 11 juni 2018 afgesproken dit per kinderboerderij uit te werken in een beleidsplan dierenwelzijn dat gebaseerd is op de Ihttps://amsterdam.raadsinformatie.nl/document/5678881/1/BIJLAGE 1 Overeenkomst ' Van hart voor dieren naar toekomstbestendig dierenwelzijn ? https://www.facebook.com/boerderijwesterpark/ bericht op 28 maart 2018 3 http://www.buitengewonevarkens.nl/ t https://www.boerderijwesterpark.nl/onze-dieren onder het kopje “De Varkens” 1 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam Neng dn Gemeenteblad R Datum 31 juli 2018 Schriftelijke vragen, vrijdag 22 juni 2018 overeenkomst. Daarin zal onder meer worden beschreven wat het fok-, aanschaf- en vervangingsbeleid van de kinderboerderij is. In het door de kinderboerderijen op te stellen beleidsplan dierenwelzijn worden de keuzes hierover voor de eigen kinderboerderij uitgelegd. Elke kinderboerderij zal dit na vaststelling (waarschijnlijk dit najaar) actief communiceren via de eigen website. Globaal kan wel gesteld worden dat bij de kinderboerderijen in Amsterdam meestal (bewust) niet gefokt wordt of dat er incidenteel dieren geboren worden ten behoeve van het eigen dierenbestand. 2. Hoe verantwoordt kinderboerderij Westerpark de verschillende jongen die geboren worden of jong op de boerderij komen, het overschot dat ontstaat en de manier waarop de dieren worden weggedaan? Antwoord: Stadsboerderij Westerpark heeft laten weten eigen dieren te houden en tijdelijke huisvesting te bieden aan dieren van derden (schapen en geiten, koeien en tot voor kort ook varkens). De eigen dieren verblijven op de boerderij tot zij van ouderdom sterven. Het natuurlijke verloop bepaalt de noodzaak om de diergroep aan te vullen. Met eigenaren van diergroepen die tijdelijk bij Boerderij Westerpark verblijven worden afspraken gemaakt over het vervolg nadat zij teruggaan naar de eigenaar. Belangrijk uitgangspunt voor deze afspraken is daarbij dat de dieren niet naar de slacht gaan. De schapen en geiten zijn bijvoorbeeld van een schaapsherder die de mannelijke en vrouwelijke dieren in Nederland inzet voor begrazing. 3. Hoe beoordeelt het college het feit dat het overschot aan varkens van kinderboerderij Westerpark naar Stichting Buitengewoon worden gebracht waar ze in vleespakketten verdwijnen? Antwoord: De stichting ‘Buitengewoon varkens!’ zijn leverancier van biologisch vlees. Deze stichting hanteert het principe dat de varkens tijdens het leven een soorteigen bestaan wordt geboden op geselecteerde locaties in Nederland. Het betreft hier dus geen overschot van dieren. De varkens zijn eigendom van de stichting. De varkens verblijven slechts tijdelijk op de kinderboerderij en worden verzorgd op kosten van de kinderboerderij. Het college heeft het dierenwelzijn hoog in het vaandel staan. Dieren overbrengen naar slachtgerichte organisaties past daar feitelijk niet in. Er zal met de kinderboerderijen het gesprek gevoerd worden of dit passend is binnen de overeenkomst die zij met elkaar hebben afgesloten. Kinderboerderij Westerpark heeft inmiddels laten weten niet verder te gaan met het rouleren van varkens van de stichting ‘Buitengewoon Varkens. De twee varkens van het Oudhollandse ras Bonte Bentheimer mogen op kinderboerderij Westerpark blijven. Kinderboerderij de Zimmerhoeve heeft sinds zes jaar een overeenkomst met ‘Buitengewoon varkens’ en geeft hierover actief voorlichting. 2 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R weing dn Gemeenteblad mmer - -. … on Datum 31 juli 2018 Schriftelijke vragen, vrijdag 22 juni 2018 4. Vindt het college dat het slachthuis een voorbeeld is van diervriendelijke afzet? Antwoord: Nee, feitelijk niet. 5. Is het college bereid, bij de aankomende investeringen in kinderboerderijen vast te leggen dat de boerderijdieren oud mogen worden op de kinder- boerderijen en dat zij nooit mogen worden weggedaan voor de slacht? 6. Is het college bereid, bij te dragen aan de eventuele financiële consequenties van deze regeling? Antwoord vragen 5 en 6: Nee. Op basis van de door de kinderboerderijen nog op te stellen beleidsplannen dierenwelzijn zal het college zich beraden of daar aanleiding toe is. Burgemeester en wethouders van Amsterdam Femke Halsema, burgemeester Wil Rutten, waarnemend secretaris 3
Schriftelijke Vraag
3
discard
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Motie Jaar 2021 Nummer 104 Behandeld op 10 februari 2021 Status Verworpen bij schriftelijke stemming op 15 februari 2021 Onderwerp Motie van het lid A.L Bakker inzake energie besparen bij datacenters in het kader van het Amsterdam aanbod voor Regionale Energie Strategie (RES) NH-Zuid Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de beraadslaging over de Regionale Energie Strategie Noord- Holland Zuid (RES NHZ) (Nr. VN2021-002288). Constaterende dat: - de geplande uitbreiding van de capaciteit datacenters meer stroom vragen dan het aantal geplande windmolens in het kader van de RES kunnen opwekken; - datacenters nu al meer stroom vragen dan alle Amsterdamse huishoudens bij elkaar; Overwegende dat: - energie besparen een belangrijke pijler is uit het klimaatakkoord; - het niet uitbreiden van de huidige capaciteit datacenters leidt tot significante hoeveelheden vermeden CO2 uitstoot; - stroom die niet verbruikt wordt ook niet (duurzaam) opgewekt hoeft te worden; - datacenters meer dan alleen de Amsterdamse en Nederlandse datavraag bedienen, maar ook datavraag uit het buitenland; - oneindige groei niet mogelijk is op een planeet met eindige grondstoffen. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - nieuwe vergunningaanvragen voor het bouwen van datacenters af te wijzen; -— dit te melden binnen de MRA; - in gesprek te gaan met de sector over de mogelijkheden voor energiebesparing en efficiëntie bij reeds gerealiseerde datacenters. Het lid van de gemeenteraad, A.L Bakker
Motie
1
discard
Portefeuille 4 Gemeente Amsterdam A Z Agendapunt 15 Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Juridische Zaken, Communicatie, Raadsaangelegenheden, Preventie Jeugderiminaliteit, Vluchtelingen en Ongedocumenteerden, Handhaving en Toezicht Ter bespreking en ter kennisneming voor de commissievergadering van 12 november 2020 Nummer BD2020-004360 x Gemeente Amsterdam A Z Drees df Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Juridische ens gmmie % Zaken, Communicatie, Raadsaangelegenheden, Preventie Jeugderiminaliteit, x Vluchtelingen en Ongedocumenteerden, Handhaving en Toezicht Ter bespreking en ter kennisneming voor de commissievergadering van 12 november 2020 Portefeuille 4 Agendapunt 15 Datum besluit B&W n.v.t. Onderwerp De demonstratie van 1 juni op de Dam De commissie wordt gevraagd kennis te nemen van Rapport getiteld; “Een verkeerde afslag”. Wettelijke grondslag Artikel 17 verordening op de Raadscommissies Bestuurlijke achtergrond Op 10 juni 2020 is er in de raad gedebatteerd over de BLM-demonstratie op 1 juni op de Dam. Ondanks de coronamaatregelen waren er meer dan tienduizend betogers op het plein bijeen en de coronaregels werden massaal verbroken. De burgemeester heeft tijdens de raad van 10 juni 2020 aangegeven dat diverse besluiten, waaronder het besluit om de 1,5m-regel niet te handhaven, in de gezamenlijkheid van de driehoek zijn genomen. Recente publicaties gebaseerd op Wob-stukken lijken er echter op te wijzen dat dit niet zo was: het OM was op het moment zelf niet expliciet bij deze besluitvorming betrokken. Sterker: het OM stelt dagenlang dat het zelf niet expliciet betrokken is bij de besluitvorming van betrokkenen. De indieners willen graag opheldering van de burgemeester over deze gang van zaken. Het is cruciaal dat duidelijk is wat een beslissing is van de driehoek, en wat niet. Op 21 oktober (een dag voordat het hierboven genoemde punt zou worden behandeld als actualiteit bij Algemene Zaken) verscheen het rapport ‘Een verkeerde afslag’. Een onafhankelijk onderzoek naar de gebeurtenissen op de Dam op 1 juni eerder dit jaar. Omdat de Wob-stukken uit de commissie-actualiteit en het rapport hetzelfde onderwerp betreffen is het naar onze mening goed deze ook gezamenlijk te behandelen, maar dan niet op donderdag 22 oktober. Gelet op de termijn waarop dit rapport is aangeleverd is dit niet wenselijk. De raad moet zich goed kunnen voorbereiden. Daarbij mag geen ongelijkheid ontstaan tussen raadsleden op basis van die tijd die zij een dag van te voren hebben kunnen vinden om het rapport door te nemen. De raad dient te allen tijde volledig en juist geïnformeerd te worden. Dit is essentieel voor onze controlerende taak. In dat licht is het van groot belang hierover zo snel mogelijk duidelijkheid te krijgen en de onderste steen boven te krijgen. 1 Portefeuille 4 Gemeente Amsterdam A Z Agendapunt 15 Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Juridische Zaken, Communicatie, Raadsaangelegenheden, Preventie Jeugderiminaliteit, Vluchtelingen en Ongedocumenteerden, Handhaving en Toezicht Ter bespreking en ter kennisneming voor de commissievergadering van 12 november 2020 Reden bespreking o.v.v. de leden Kreuger, Boomsma en Poot Uitkomsten extern advies n.v.t. Geheimhouding n.v.t. Uitgenodigde andere raadscommissies n.v.t. Stukken Meegestuurd 01 Rapport getiteld; “Een verkeerde afslag”. 02 Bestuurlijke reactie op rapport. 03 Artikel uit De Telegraaf van 2 oktober 2020 getiteld; “Lezing Halsema over Dam- demonstratie klopte niet, OM was ‘niet betrokken” Ter inzage gelegd n.v.t. Behandelend ambtenaar (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Nadere informatie bij de leden Kreuger (FvD), Boomsma (CDA) en Poot (VVD). 2
Actualiteit
2
train
> < Gemeente Raadsinformatiebrief Amsterdam Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam Datum 29 maart 2022 Portefeuille(s) Bouwen en Wonen Portefeuillehouder(s): Jakob Wedemeijer Behandeld door Directie Wonen Onderwerp Resultaten handhaving woonfraude en incasso 2021 en afhandeling van motie 638 van het lid Roorderkerk Geachte leden van de gemeenteraad, We zitten in een wooncrisis en er is een groot tekort aan betaalbare woningen in Amsterdam. Daarbij leveren woningen veel geld op, waardoor frauderen met Amsterdamse woningen erg verleidelijk is. Goede regels en handhaving van de regels zijn van essentieel belang en daarvoor werken we samen met verschillende partijen. Jaarlijks rapporteren we over de resultaten van al deze inspanningen. In 2021 zijn door diverse handhavingsacties 1.399 woningen weer legaal bewoond geraakt. Dit toont aan dat in een stad met een aanzienlijk woningtekort goede handhaving essentieel is. In deze brief informeert het college vu over de resultaten van de handhaving woonfraude en de incasso van de opgelegde sancties. Beleidswijzigingen 2021 Met ingang van 2021 is de Huisvestingswet op grond van de Wet toeristische verhuur van woonruimte zodanig gewijzigd dat dat toeristische verhuur onder een apart regime gereguleerd kan worden. Tot 1 april 2021 gold in de gemeente Amsterdam de bestaande regelgeving voor toeristische verhuur uit de Huisvestingsverordening 2020 die is gebaseerd op artikel 21 van de Huisvestingswet. Per 1 april 2021 geldt het nieuwe regime voor toeristische verhuur. Met deze wijziging geldt per 1 april 2021 ook een registratieplicht. Bij een registratieplicht kan een verhuurder niet langer vrijblijvend via bijvoorbeeld een digitaal platform zijn woning voor toeristisch gebruik aanbieden. Alvorens dit mag, moet de verhuurder de gemeente op de hoogte brengen van het adres van de desbetreffende woning. Vanaf 1 oktober 2021 handhaaft de gemeente Amsterdam op die registratieplicht vakantieverhuur. De grote verhuurplatformen (zoals Airbnb, Booking en Expedia) hebben op die datum ook de advertenties zonder registratienummer verwijderd. De verhuurplatforms kunnen namelijk eveneens een boete krijgen van € 8.700 per overtreding indien zij verhuurders niet informeren over de geldende regels voor toeristische verhuur en geen registratienummer vermelden. Daarnaast moeten verhuurplatforms na bericht van de gemeente advertenties tijdelijk blokkeren als regels voor toeristische verhuur worden overtreden. Bijvoorbeeld wanneer voor meer dan 30 nachten is verhuurd. Nieuw is ook de dubbel zo hoge boete voor een herhaalde overtreding van de regels door een ‘professionele verhuurder’. Indien een professionele verhuurder een tweede overtreding begaat binnen vier jaar na een eerdere overtreding, volgt verdubbeling van de op te leggen boete. Het kan Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 29 maart 2022 Pagina 2 van 12 hierbij gaan om schending van de registratieplicht, schending meldplicht vakantieverhuur, en/of schending van het verbod om een woonruimte in gebruik te nemen zonder huisvestingsvergunning. Daarbij wordt bij het verhuren van twee of meer adressen een verhuurder al aangemerkt als professionele verhuurder. Gevolgen van corona Zoals u weet, heeft covid-19 in 2020 wereldwijd toegeslagen. Ook in 2021 ondervonden we daar nog de gevolgen van. Zo is het toerisme nog altijd aanzienlijk verwijderd van het niveau van voor de pandemie. Daarnaast zorgden de lockdowns ervoor dat het college, evenals in 2020, op een zeer beperkte wijze uitvoering heeft kunnen geven aan de toezichthouding en handhaving op woonfraude. Immers, toezicht op woonfraude vindt meestal plaats bij mensen thuis. Gedurende de periodes waarin de coronamaatregelen het strengst waren, zijn geen huisbezoeken afgelegd. Dit gegeven in combinatie met de drastische daling van het toerisme is dan ook terug te zien in de daling van het aantal buitendienstonderzoeken. Kortom, de coronacrisis heeft wederom in 2021 effect gehad op alle aspecten van de handhaving op woonfraude en de incasso. Inhoud van de brief Deze brief is uit twee delen opgebouwd. In het eerste deel wordt u geïnformeerd over de meldingen van woonfraude, de opgelegde sancties en buitendienstonderzoeken van de verschillende thema's als woninggebruik, illegale onderhuur en leegstand. De resultaten van de handhaving in 2021 worden vergeleken met de resultaten uit 2019 en 2020 en toegelicht. Woningkwaliteit maakt geen onderdeel vit van deze brief. De raad wordt apart geïnformeerd over de resultaten van het programma Woningkwaliteit. In het tweede deel van de brief wordt u geïnformeerd over de voortgang van het incassoproces in 2021. De volgende zaken vallen op: -_ Meldingen woonfraude: 2.277, dit is lager dan in 2019 (2.459) en nagenoeg gelijk aan 2020 (2.295); - Sancties: 206, dit is aanzienlijk minder vergeleken met 2019 (811) en 2020 (471); - Boetes: 144, dit is eveneens aanzienlijk minder ten opzichte van 2019 (5oo) en 2020 (307); -__ Woningleegstand beëindigd: 490 in 2021, wat nagenoeg gelijk is met 2020 (493), maar meer dan 2019 (342); -_ Beëindigingen onrechtmatig gebruik woningen na handhaving: door opleggen van sancties is onrechtmatig gebruik van 255 particuliere woningen beëindigd. Fraudeonderzoeken van corporatiewoningen hebben ertoe geleid tot 654 woningen weer op een rechtmatige manier worden gebruikt; -_Incasso boetes en dwangsommen: In 2021 is voor € 1.762.745 aan boetes gefactureerd. In 2020 was dit € 4.283.525. In 2021 is voor € 2.234.188 aan boetegelden en dwangsommen ontvangen. In 2020 bedroeg het ontvangen bedrag € 2.622.213. Het openstaande bedrag is tussen eind 2020 en eind 2021 gedaald van € 10.344.626 naar € 8.852.711. Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 29 maart 2022 Pagina 3 van 12 1. Resultaten handhaving woonfraude 1.1 Aantal meldingen Per september 2020 is het meldpunt Zoeklicht overgegaan in het nieuwe meldingssysteem Meldingen.Amsterdam.nl (SIA). Amsterdammers kunnen dus alleen nog via dit systeem een melding doen. Wel komen er via Zoeklicht nog meldingen (drugs, prostitutie) binnen welke voortvloeien uit proces-verbalen (pv) van de politie, de zogenoemde doorzon. Belangrijke kanttekening bij deze cijfers is dat sommige pv's nog niet zijn doorgevoerd in Zoeklicht. De resultaten uit SIA (2.001) en Zoeklicht (276) doorzon zijn bij elkaar opgeteld. Dat brengt het aantal meldingen van woonfraude in 2021 op een totaal van 2.277. Ten opzichte van 2019 (2.459) en 2020 (2.295) is het aantal meldingen gedaald met respectievelijk 180 en 16. Wat opvalt is dat bij de onderverdeling per thema* een dalende trend te zien is bij toeristische verhuur en bij onderhuur en kamerverhuur juist een stijgende trend. Deze verschuivingen zijn ongetwijfeld het gevolg van de coronasituatie. Per thema zal hier nader op in worden gegaan. Desondanks is het totale aantal meldingen dus vrijwel gelijk gebleven en blijft de handhaving van woonfraude nog altijd van groot belang. Toeristische verhuur De afname van het toerisme heeft ook in 2021 doorgezet, dit is ook terug te zien in het aantal meldingen. In 2021 zijn 403 meldingen gedaan van toeristische verhuur. In 2020 waren dit er 625 en in 2019 was dit aantal nog 1.082. Door de coronamaatregelen was toeristische verhuur simpelweg minder mogelijk of in ieder geval minder aantrekkelijk voor buitenlandse toeristen. Onderhuur Het aantal meldingen over onderhuur (859) is in 2021 wederom in absolute zin toegenomen vergeleken met 2019 (592). Het vormt dan ook in 2021 het grootste deel van het aantal meldingen. Een mogelijke verklaring is dat men veel meer thuis is, waardoor gevallen van onderhuur in de directe omgeving ook eerder opvallen en/of tot overlast leiden. Overlast kan bovendien ook de neiging vergroten om te melden, waar men dit eerder misschien nog niet meldenswaardig vond. Een andere mogelijke verklaring is dat de eigenlijke huurder in de coronaperiode al dan niet tijdelijk naar buiten de stad is getrokken en zijn woning heeft onderverhuurd aan derden, waardoor dus meer onderhuur heeft plaatsgevonden. Kamerverhuur Bij illegale kamerverhuur zien we in 2021 (503) nagenoeg hetzelfde aantal meldingen als in 2020 (512). In 2019 (349) en lag dat aantal nog een stuk lager. Een mogelijke verklaring kan worden gevonden in een combinatie van de coronasitvatie en de steeds grilliger wordende woningmarkt. Net als bij onderhuur is het mogelijk dat illegale kamerverhuur eerder aan het licht komt doordat omwonenden veel meer thuis zijn en veel sneller overlast ervaren. Anderzijds bestaat ook de mogelijkheid dat de huidige staat van de woningmarkt eveneens heeft geleid tot meer illegale kamerverhuur en derhalve meer meldingen. * Zie tabel 1 Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 29 maart 2022 Pagina 4 van 12 Leegstand In 2021 (219) is ten opzichte van 2020 (188) en 2019 (164) door burgers meer melding gedaan van leegstaande woningen. Dit kan verschillende achtergronden hebben. Enerzijds kan het zijn dat lege woningen eerder aan het licht komen doordat omwonenden meer thuis waren gedurende de coronaperiode. Anderzijds is er het vermoeden dat sinds de coronacrisis minder expats in de stad aanwezig zijn, waardoor meer woningen in het dure segment leeg kwamen te staan. Of er ook feitelijk meer woningen leegstaan kan het college echter niet met zoveel stelligheid zeggen. Zoeklicht doorzon en overig In 2021 is 165 keer melding gedaan van een hennepplantage of drugslab in een woning. In 2020 betrof het aantal 168 en in 2019 werd 214 keer een melding gedaan van drugs. Tot slot zijn in 2021 92 meldingen onder “overig wonen” geplaatst. In 2020 waren dit er 74. Het gaat hierbij om meldingen die niet direct konden worden gecategoriseerd. Deze meldingen gaan over de verschillende vormen van woonfraude. Tabel 1. Soorten meldingen SIA en Zoeklicht doorzon 2019, 2020 en 2021 NE Prostitutie en 40 (2%) 36 (2%) 36 (1,6%) menma) SS OM Uikeingstaude | B Ge LP | OverigWoren | 6e u | 1.2 Buitendienstonderzoeken Meldingen en signalen van mogelijk frauduleus gebruik van woningen vormen de aanleiding voor nader onderzoek naar adressen. Daarnaast zet de gemeente Amsterdam zelf ook steeds meer in op het digitaal rechercheren van woonfraude. Veel van de meldingen en signalen worden uitgezet voor onderzoek ter plaatse door toezichthouders, oftewel een buitendienstonderzoek. In 2021 zijn 2.648 buitendienstonderzoeken uitgezet. Het komt voor dat meerdere buitendienstonderzoeken worden uitgezet voor een adres, voordat er daadwerkelijk een succesvol onderzoek kan plaatsvinden op het adres. Vergeleken met 2019 (7.122) en 2020 (6.062) zijn erin 2021 dus aanzienlijk minder buitendienstonderzoeken uitgezet. Deze sterke daling is ook hier te verklaren door de afname van het toerisme en de Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 29 maart 2022 Pagina 5 van 12 geldende coronamaatregelen. De buitendienstonderzoeken voor het thema leegstand zijn niet meegenomen in dit overzicht. In paragraaf 1.5 worden de resultaten van de aanpak leegstand apart besproken. Registratieplicht Binnen het aantal buitendienstonderzoeken in 2021 vallen ook 42 buitendienstonderzoeken die voortvloeien vit digitale controles op de registratieplicht, waar sinds 1 oktober 2021 op wordt gehandhaafd. Overtreding van de registratieplicht staat immers vaak niet op zichzelf. Meestal zijn er nog mogelijke andere overtredingen in beeld, wat simpelweg tijd kost om te onderzoeken en op te voeren. Dit heeft derhalve nog niet geleid tot opgevoerde sancties in 2021. 1.3 Sancties Na constatering van overtredingen van de woonregels, worden verschillende sancties opgelegd. De sancties die voor woonfraude (kunnen) worden opgelegd zijn: bestuurlijke boete, last onder dwangsom, last onder bestuursdwang, waarschuwingen en intrekkingen shortstay. In 2021 zijn in totaal 199 sancties woonfraude opgelegd. Een aanzienlijke daling ten opzichte van 2020. De sancties worden hieronder weergegeven in twee tabellen. Tabel 2 geeft een overzicht van de soorten sancties met de aantallen per jaar. In tabel 3 worden de opgelegde sancties per thema in 2021 weergegeven. Bestuurlijke boetes In 2021 zijn in totaal 139 bestuurlijke boetes opgelegd. In 2020 bedroeg dit aantal nog 307 en in 2019 zelfs 5oo. Van de 139 boetes betreffen 25 een boete voor het niet melden van vakantieverhuur. Dat în 2021 wederom weinig vakantieverhuur heeft plaatsgevonden is duidelijk terug te zien in de cijfers. Voor het overtreden van de regels voor kamerverhuur zijn 37 boetes opgelegd. Dit is een daling van 169 ten opzichte van 2020. Een verklaring hiervoor ligt in het feit dat in 2021 veel minder buitendienstonderzoeken mogelijk waren vanwege de lockdowns en coronamaatregelen. Bestuurlijke boetes Goed Verhuurderschap? In 2020 is de pilot “Goed Verhuurderschap” uitgevoerd. Afronding van deze pilot heeft in oktober 2020 plaatsgevonden. Het doel van deze pilot was ervaring en kennis op te doen met verschillende mogelijke werkwijzen voor handhaving op goed verhuurderschap, om zo het inzicht in hiaten in de wettelijke instrumenten te vergroten en/of jurisprudentie op te bouwen. De in onderstaande tabel opgenomen boete en last onder dwangsom vormen nog een afronding van de sancties binnen dit traject. Daarnaast zijn er in 2021 voor het eerst ook 2 beheerovernames uitgevoerd in het kader van goed verhuurderschap. ? De pilot Goed verhuurderschap maakt deel vit van het programma Woningkwaliteit. Een nadere toelichting op de resultaten van deze pilot wordt opgenomen in de rapportage van het programma Woningkwaliteit. Deze rapportage wordt op een later tijdstip naar de gemeenteraad gestuurd. Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 29 maart 2022 Pagina 6 van 12 Bestuurlijke boetes aanpak illegale onderverhuur sociale huurwoningen In het kader van het aanpakken van illegale onderverhuur zijn in 2021 27 boetes opgelegd. Dat zijn 17 meer ten opzichte van 2020. In samenwerking met een aantal woningcorporaties is in 2020 gestart met onderzoek naar illegale onderverhuur. De onderzoeken richtten zich op onderverhuur van sociale huurwoningen zonder toestemming van de woningcorporaties. Dit heeft in 2020 geresulteerd in het opleggen van de eerste boetes aan de huurders waarmee de corporaties een huurovereenkomst hebben. Op het gebied van opsporen van onderhuur van corporatiewoningen wordt een algoritme ontwikkeld. De werking van dit algoritme wordt momenteel getest in een pilot en is om die reden nog niet opgenomen in het algoritmeregister. Naast de boetes hebben de woningcorporaties de huurcontracten met de betreffende huurders ontbonden. Op deze manier worden sociale huurwoningen vrijgemaakt voor de doelgroep waarvoor ze bedoeld zijn. Tegelijkertijd wordt adresfraude aangepakt. Onderverhuurders houden namelijk de inschrijving op het adres aan, terwijl ze niet woonachtig zijn op het adres. Last onder dwangsom Naast bestuurlijke boetes kan bij de verschillende vormen van woonfraude tevens een last onder dwangsom worden opgelegd. Deze herstelsanctie wordt opgelegd met het doel overtredingen van de woonregels te beëindigingen en het rechtmatig gebruik van woningen te herstellen. In 2021 zijn 56 lasten onder dwangsom opgelegd. Dit is een afname van 106 lasten ten opzichte van 2020 (161). In 2019 betrof het aantal 223. De daling van het aantal lasten onder dwangsom is ook hier verklaarbaar door de lockdowns en coronamaatregelen. Sluitingen i.v.m. brandgevaar In 2021 zien we weer o sluitingen in verband met brandgevaar. Deze sluitingen betreffen lasten onder bestuursdwang. Sinds 2018 komen illegale hotels waarin meerdere groepen toeristen in een pand verblijven steeds minder voor. Dit is in de eerste plaats het succes van jarenlang consequente lik op stuk handhaving op illegale toeristische verhuur in logiesgebouwen, waarbij sprake was van brandonveilige situaties. Daarnaast zal ook de aanzienlijke daling van het toerisme in 2020 en 2021 een rol spelen. Shortstay In 2021 zijn er evenals in 2020 twee vergunningen voor short stay ingetrokken. Verder zijn er nul short stay waarschuwingen uitgedeeld. De daling van het aantal intrekkingen en waarschuwingen ten opzichte van 2019 kan worden verklaard door de coronacrisis waardoor expats vertrokken en daarnaast doordat de tijdelijke short stay-vergunningen tussen 2020 en begin 2024 komen te vervallen. Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 29 maart 2022 Pagina 7 van 12 Tabel 2. Sancties , 2019 2021 Sancties Sluitingen i.v.m. brandonveiligheid ss | o | o | Beheeroemame fe jo | 2 Tabel 3. Sancties per thema 2021 Vakantieverhuur Bestuurlijke boete OL \sonderdungsm one Bestuurlijke boer OL \Genderdungsm Goed Verhuurderschap Bestuurlijke boete DE Tsorderduangen TL eoemme ej Onderhuur en Adreskwaliteit Bestuurlijke boete 1 reet | * Inclusief 25 boetes voor het niet melden van vakantieverhuur. Afhandeling motie 638 Tot slot wordt hier motie 638 van het lid Rooderkerk afgehandeld inzake de gemeentelijke communicatie m.b.t. de boetetabel vakantieverhuurders. Het college werd met deze motie verzocht om, in samenwerking met de verschillende verhuurplatformen, alle vergunninghouders en geregistreerde toeristische verhuurders te informeren over de hoogte van de verhuurboetes. Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 29 maart 2022 Pagina 8 van 12 In de eerste plaats is het een taak van het college om Amsterdammers goed te informeren over het beleid met betrekking tot de voorwaarden, voorschriften en sancties van toeristisch verhuur van woonruimte. Het college voorziet Amsterdammers van alle informatie over toeristische verhuur via de gemeentelijke website en verschillende media kanalen. Ook de actuele boetebedragen per overtreding van de regels toeristische verhuur, bij zowel B&B- als vakantieverhuur, staan duidelijk op website van de gemeente beschreven. Bij wijzigingen van de regels en/of de sancties, zorgt het college ervoor dat de website wordt geactualiseerd en worden Amsterdammers middels berichten via verschillende mediakanalen geïnformeerd. Tevens vindt ambtelijk overleg plaats met de grootste verhuurplatformen Airbnb, Booking.com en VRBO over het Amsterdamse beleid van en ontwikkelingen rondom toeristische verhuur van woonruimte. Op dit moment wijzen deze verhuurplatformen de verhuurders op hun site op de lokale voorwaarden, voorschriften en sancties van toeristische verhuur van woningen. Daarbij worden weblinks gebruikt die verhuurders direct naar de juiste website van de gemeente Amsterdam leiden. Het college beschouwt de motie hiermee als afgehandeld. 1.4 Beëindiging onrechtmatig gebruik woningen na handhaving Als na een opgelegde sanctie blijkt dat van woonfraude geen sprake meer is, wordt dit geregistreerd als een beëindiging van onrechtmatig gebruik van een woning. De sancties die door de gemeente zijn opgelegd hebben ervoor gezorgd dat onrechtmatig gebruik van 225 woningen is beëindigd. In 63 woningen was sprake van illegale kamerverhuur en is na het opleggen van een sanctie rechtmatig gebruik geconstateerd. In 162 gevallen ging het om een woning waar illegale vakantieverhuur plaats had gevonden. Deze woningen zijn geen corporatiewoningen. De Amsterdamse woningcorporaties en de gemeente trekken samen op in de aanpak van woonfraude in sociale huurwoningen. Corporaties handhaven zowel met hun eigen woonfraudeteams als gezamenlijk met toezichthouders van de gemeente (combiteams). In 2021 hebben de corporaties ervoor gezorgd dat 654 woningen weer rechtmatig worden gebruikt na handhavend optreden tegen woonfraude. In 2019 betrof dit getal 773 en in 2020 563. Net als voorgaande jaren werd in de meeste gevallen onderhuur geconstateerd (372 keer), gevolgd door verschillende vormen van woningonttrekking, zoals: hennepteelt (49), drugs (26), prostitutie (18), kraak (10), vakantieverhuur (2), wapens (2) en overige (68). Daarnaast hebben de corporaties door een striktere controle op leegstand in 88 woningen fysieke leegstand opgelost. 1.5 Leegstand Sinds 2017 wordt leegstand van woningen door de gemeente actief tegengegaan. Signalen van leegstand komen vanuit verschillende bronnen bij de gemeente binnen. De signalen komen onder andere van de Basisregistratie Personen (BRP), waar langdurig administratief leegstaande woningen naar boven komen. Als langere tijd geen personen ingeschreven staan op een adres, betekent dit echter niet altijd dat een woning niet wordt bewoond. Niet elke bewoner schrijft zich in op het adres waar hij woont. Verder komen signalen binnen via de Rijksoverheid, vastgoedeigenaren of burgers. Vanuit de aanpak Leegstand zijn 1.078 onderzoeken gestart in 2021, welke betrekking hebben op 828 adressen. In 2019 en 2020 lag het aantal onderzoeken nog op respectievelijk 2.306 en 1.960. In de periode voor corona was een flinke voorraad aan dossiers ontwikkeld, deze dossiers konden Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 29 maart 2022 Pagina 9 van 12 echter in 2020 nog niet adequaat worden opgepakt vanwege corona. Hierdoor is ook het aantal gestarte onderzoeken gedaald. In 2021 is de draad weer opgepakt, wat geresulteerd heeft in meer aanschrijvingen, leegstandbeschikkingen en sancties ten opzichte van 2020. In 2021 zijn 221 administratieve constateringen gedaan. Dit betreft adressen waar langere tijd niemand ingeschreven stond. Bij dit administratieve onderzoek komt vaak naar boven dat de woning alsnog bewoond is, of dat het gaat om een pied á terre, dan wel ander gebruik. Desalniettemin is het ook een middel om feitelijke leegstand op te sporen (dat gemeld had moeten worden). In 2021 zijn 490 feitelijke resultaten van leegstand behaald. Het gaat hierbij om leegstaande woningen die na een leegstandsmelding van de eigenaar/beheerder of na melding van derden en onderzoek door de gemeente weer in gebruik zijn genomen. Door na de melding contact te leggen met de eigenaar en afspraken te maken over het gebruik van de woning, staan deze woningen niet meer leeg. Leegstand, met name in het hoge segment, is de afgelopen maanden veelal in het nieuws geweest. De eigenaar/beheerder is verplicht om na 6 maanden leegstand hiervan melding te doen bij de gemeente. Wanneer de eigenaar zich daar niet aan houdt ontvangt de eigenaar zowel een boete als een last onder dwangsom. Deze laatste is bedoeld om de eigenaar/beheerder te bewegen alsnog melding van leegstand te doen. Zover de gemeente kan overzien lost de meeste leegstand zich echter binnen die 6 maanden al vanzelf op. Op g februari 2022 waren 6o4 leegstandsmeldingen door eigenaren/beheerders gedaan die op dat moment nog ‘open stonden’. Daarvan bleken slechts enkele woningen langer dan een jaar leeg te staan, gemeten vanaf het moment van de leegstandsmelding. In tabel 4 zijn de resultaten van de aanpak leegstand weergegeven. Tabel 4. Resultaten aanpak leegstand EN aersciingen —________e e Leegstendsbeschng eee EE EC EN EE CN 2. Incasso bestuurlijke boetes en lasten onder dwangsom Naast de handhavingsresultaten informeert het college de raad ook jaarlijks over de inning van de opgelegde boetes. Dit is een belangrijk onderwerp, omdat goede uitvoering van de sancties een onmisbaar onderdeel is van een doelmatige handhaving. Tegelijkertijd is de incasso van opgelegde sancties ook vaak een langdurig en ingewikkeld traject. Veel woningeigenaren gaan in bezwaar Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 29 maart 2022 Pagina 10 van 12 tegen een opgelegde boete. Sommige schuldenaren wachten betalingsherinneringen, aanmaningen en deurwaarders af voordat ze overgaan tot betaling. Als na het sturen van een factuur, een aanmaning en het inschakelen van een deurwaarder niet wordt betaald dan resteert slechts het leggen van beslag nog om ervoor te zorgen dat een schuldenaar tot betaling overgaat. Het komt ook met regelmaat voor dat overtreders niet meer te traceren zijn en boetes helaas uiteindelijk oninbaar zijn. Tot slot biedt de gemeente betalingsregelingen aan voor overtreders die de boete niet in één keer kunnen betalen. De afgelopen jaren is veel aandacht gestoken in het verbeteren van het incassoproces zodat boetes zo snel en zo vaak mogelijk kunnen worden geïnd en het bedrag aan openstaande boetes omlaag gaat. 2.1 Incassoproces 2021 In 2021 is onder meer het inningsproces versneld, wat inhoud dat zaken versneld worden overgedragen aan de gerechtsdeurwaarder en er ook sneller wordt overgegaan op beslaglegging. Verder is er een extra inspanning geleverd om boetes uit 2019 en ouder zo snel mogelijk te innen. Daarnaast zijn overtreders sneller en vaker telefonisch benaderd met het verzoek te betalen. 2.2 Incassoresultaten 2021 In het boekingsjaar 2021 is in totaal voor € 1,7 miljoen gefactureerd. Dat is 60% minder ten opzicht van 2020 toen er in totaal voor €4,2 miljoen is gefactureerd. Reden hiervoor is dat, zoals hierboven al aan bod is gekomen, ook minder sancties zijn opgelegd vanwege de aanzienlijke daling van toeristische verhuur. De forse afname (60%) van de opgelegde boetes, heeft onvermijdelijk ook geleid tot minder ontvangsten. Desalniettemin is het geïnde bedrag van €2,2 miljoen in 2021 slechts 15% lager ten opzichte van 2020 toen er €2,6 miljoen aan ontvangsten zijn binnengekomen. Zoals gemeld in de raadsbrief 2020 is de dwanginvordering het afgelopen jaar volop hervat, nadat we deze in 2020 een groot deel van het jaar moesten stil leggen vanwege de coronacrisis. Dit heeft er toe geleid dat het openstaande bedrag is gedaald van € 10,3 miljoen eind 2020 naar € 8,8 miljoen eind 2021, een afname van 15%. In tabel 5 worden de resultaten van de incasso weergegeven. Voor de volledigheid is ook 2019, het jaar voor de coronacrisis, opgenomen. Tabel 5. Resultaten incasso 2021 ten opzichte van 2020 en 2019 29 | 200 | 204 2.3 Ontwikkeling openstaand bedrag Zoals hierboven toegelicht, hebben overtreders de mogelijkheid om tegen hun boete of last onder dwangsom in bezwaar en in beroep te gaan. Daarnaast zijn zij niet altijd in staat om het bedrag ineenste betalen. Deze processen kosten tijd en dus kunnen bedragen soms lang open blijven staan. Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 29 maart 2022 Pagina 11 van 12 Op 31 december 2021 stond nog € 8.852.711 aan te innen boetes en dwangsommen, tegenover € 10.344-626 in 2020. Van het openstaande bedrag van € 8,8 miljoen is circa € 2,5 miljoen in behandeling bij de gerechtsdeurwaarder. Eind 2020 was dat nog € 1,0 miljoen. Het aandeel in behandeling bij de deurwaarder is daarmee gestegen van 9% naar 28%. De voornaamste andere categorieën binnen het openstaand saldo zijn: lopende bezwaar- en beroepsprocedures (€ 2,2 miljoen) en betalingsregelingen (£ 1,1 miljoen). 2.4 Incassoproces 2022 Er zijn in 2021 aanzienlijk minder boetes en lasten onder dwangsom geïncasseerd dan in 2020. Daar staat tegenover dat er ook een dalende trend is ingezet ten aanzien van het openstaande bedrag in 2021. Desalniettemin staat er nog een bedrag van ruim 8,8 miljoen euro open dat moet worden ingevorderd. In 2022 zal de ingezette lijn worden voortgezet om het openstaande bedrag nog verder naar beneden te brengen. Daarbij worden dwangmaatregelen waar nodig voortvarend toegepast. Tegelijkertijd wordt rekening gehouden met de persoonlijke en financiële omstandigheden van de boeteplichtige door een passende maatwerkoplossing te bieden voor betalingsproblemen. Het motto is dat wij de burger helpen bij het nakomen van zijn betalingsverplichting; soepel waar het kan, streng als het moet. 3. Conclusie Het college heeft in 2021 weer een nieuw aantal stappen gezet om het gebruik van woningen te reguleren en oneigenlijk gebruik tegen te gaan. Zo zal de Wet toeristische verhuur van woonruimte en de vervolgens gewijzigde Huisvestingsverordening op dat vlak leiden tot het beter kunnen opsporen en handhaven van illegale vakantieverhuur. Resultaten hiervan zullen we waarschijnlijk terugzien in 2022, wanneer het toerisme weer zal aantrekken. Het kan niet vaak genoeg worden benadrukt dat boetes en lasten onder dwangsom worden opgelegd met het doel actief en preventief woonfraude tegen te gaan en dit verdienmodel te bestrijden. Dit moet leiden tot het besef dat de gevolgen van woonfraude groot zijn voor Amsterdammers en woningzoekenden en dat hiertegen stevig wordt opgetreden. Overtreders mogen niet meer de fout ingaan en anderen moeten worden ontmoedigd de woonregels te overtreden. Daarom is het van belang dat de opgelegde sancties ook worden geïncasseerd. De incasso is als sluitstuk van de handhaving zeer belangrijk voor een succesvolle werking van de aanpak woonfraude. Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 29 maart 2022 Pagina 12 van 12 Het college constateert dat in 2021, ondanks dat de mogelijkheden voor handhaving op woonfraude en incasso door de corona omstandigheden nog altijd zeer beperkt waren, toch flinke slagen zijn gemaakt. Bescherming van de Amsterdamse woningvoorraad blijft nodig. Nu de woningprijzen ook in 2021 almaar bleven stijgen en woningen dus voor steeds meer Amsterdammers onbetaalbaar worden is dat des te meer duidelijk geworden. Het college zal dan ook blijven inzetten op het aanpakken van fraude met Amsterdamse woningen. Het is zaak dat woningen worden gebruikt waarvoor ze bedoeld zijn, namelijk om in te wonen en niet als verdienmodel. Met vriendelijke groet, Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, Jakob Wedemeijer Wethouder Bouwen en Wonen Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Brief
12
val
> < en ee Raadsinformatiebrief m / sterdam Afdoening toezegging Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam Datum 2 juni 2021 Portefeuille(s) Openbare Orde en Veiligheid, Ruimte en Duurzaamheid Portefeuillehouder(s): Femke Halsema, Marieke van Doorninck Behandeld door OOV, [email protected] Onderwerp Afdoening toezeggingen TA2019-000341 en TA2019-001364 Geachte leden van de gemeenteraad, In vw vergadering van 6 maart 2019 heeft wethouder Van Doorninck op vragen van de raadslid Bloemberg-Issa (PvdD) toegezegd u nader te informeren over de mogelijkheden van de Omgevingswet voor het terrasbeleid (terrasverwarming). Bij bespreking van de begroting 2020 in de vergadering van 17 oktober 2019 heeft de burgemeester na vragen van raadslid Boutkan (PvdA) toegezegd het stedelijk beleidskader horeca- en terrassen vóór het zomerreces van 2020 te agenderen in de commissie. Het beleidskader bevat o.a. een voorstel voor nieuw terrassenbeleid, waarbij ook wordt ingegaan op de terrasverwarming. Bij brief van 30 juni 2020 heeft het college u geïnformeerd over de gewijzigde planning van het beleidskader. Ook het afgelopen jaar is verder gewerkt aan het beleidskader, waarin wordt geanticipeerd op de komst van de Omgevingswet. Op 27 mei 2021 is bekend geworden dat de Omgevingswet opnieuw een half jaar in uitgesteld. Inwerkingtreding is nu voorzien voor 1 juli 2022. Die extra tijd is nodig om de landelijke voorzieningen van het Digitaal Stelsel Omgevingswet opgeleverd en ook lokaal werkend te krijgen. Binnenkort zult u een raadsinformatiebrief ontvangen met een nadere toelichting over het uitstel van de inwerkingtredingsdatum en hoe ver Amsterdam is met de implementatie van de nieuwe wet. De voorbereiding op de invoering van de Omgevingswet in Amsterdam is veelomvattend en kent diverse afhankelijkheden, waardoor ook het beleidskader horeca- en terrassen vertraging heeft opgelopen. Op dit moment is de planning dat het beleidskader, in plaats van voor deze zomer, in het najaar van 2021 met uw raad gedeeld kan worden en voor inspraak kan worden vrijgegeven. Ik hoop v hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Met vriendelijke groet, mede namens wethouder Van Doorninck, Femke Halsema Burgemeester
Brief
1
train
Gemeente X Amsterdam % Zuidoost Overlegvergadering stadsdeelcommissie Zuidoost Datum : woensdag 12 mei 2021 Aanvang : 19.00 UUr Locatie : video vergaderen Voorzitter : Wim van der Kamp Secretaris : Rinze van Opstal Agenda 1. Opening en vaststellen agenda 19.00 2. Mededelingen 19.05 3. Vaststellen (concept) Besluitenlijst 29 april 2021 19.10 4. Ingekomen stukken 19.15 5. Bewoners aan het woord 19.20 BESPREEKPUNTEN Gevraagde adviezen 6. a. Voorgenomen hoofdlijnen bestuurlijk stelsel vanaf 2022 (vaststellen) 19.30 b. Mobiliteitsplan Zuidoostflank (vaststellen) 19.40 c. Verordening kansspelautomaten en speelautomatenhallen (bespreken) 20.00 Ongevraagde adviezen d. Investeren in de Bouwproductie —S Schreuder (vaststellen) 20.20 7. Rondvraag en Sluiting 20.30 Stukken ter kennisname e _Toezeggingenlijst
Agenda
1
train
Gemee nte Bezoekadres d Amstel 1 Amsterdam zor PN Amsterdam Postbus 202 1000 AE Amsterdam Telefoon 14 020 > < amsterdam.nl Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam De leden van de gemeenteraad Amstel a 1011 PN AMSTERDAM Datum g oktober 2018 Ons kenmerk __SPA/UIT/2018002717 Uw kenmerk Behandeld door J, Houdijk, Parkeren - Straatparkeren, 06 2042 1808, [email protected] Kopie aan Bijlage(n) Onderwerp Afdoening moties Verordening Parkeerbelastingen 2018 en Parkeerverordening 2013 Zeer geachte raadsleden, Op 6 juni 2018 is tijdens het vaststellen van de Verordening tot Wijziging van de Verordening Parkeerbelastingen 2018 een motie aangenomen. Met deze brief informeer ik u over de afdoening van de motie. Motie H’ Behoud parkeervergunning voor stallingplaatshouders bij invoering betaald parkeren (Boomsma c.s.) De motie vraagt om bij de invoering van betaald parkeren in gebieden waar bewoners tot dusver op straat konden parkeren ook als zij beschikten over een stallingsplaats, deze bewoners alsnog een parkeervergunning te verstrekken, indien de stallingsplaats voor een auto niet meer als zodanig te gebruiken is, omdat deze is verbouwd. Het college geeft vitvoering aan de motie door stallingsplaatsen in nieuwe gebieden met betaald parkeren niet af te trekken van het aantal te verlenen parkeervergunningen, indien deze stallingplaatsen aard- en nagelvast zijn verbouwd en er geen auto meer in past. In 2018 is deze coulanceregeling al ingezet door toezegging van voormalig wethouder P.J.M. Litjens, met deze motie wordt dat formeel bekrachtigd. Dit coulancebeleid wordt met ingang van 1 janvari 2019 vastgelegd in de toelichting bij artikel 9 lid 1 van de Parkeerverordening, die de aftrek op stallingsplaatsen regelt. Het gaat uitsluitend om verbouwingen die zijn vitgevoerd vóór de publicatie van de inspraak van het beleidsvoornemen voor invoeren van betaald parkeren in het nieuwe gebied. Een routebeschrijving vindt v op www.amsterdam.nl Gemeente Amsterdam Datum 9 oktober 2018 Kenmerk SPA/UIT/2018002717 Pagina 2 van 2 Deze wijziging in de Parkeerverordening wordt eind december 2018 aan de gemeenteraad voorgelegd. Wij hopen u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Hoogachtend, Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam, Zn Wil Rutten búrgemeester waarnemend gemeentesecretaris Een routebeschrijving vindt v op www.amsterdam.nl
Motie
2
discard
X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 1128 Datum akkoord 20 november 2014 Publicatiedatum 21 november 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid mevrouw D. Yesilgöz-Zegerius van 17 oktober 2014 inzake nazorgbijeenkomsten na liquidaties. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstelster. Op 18 oktober 2014 is het precies twee jaar geleden dat een 34-jarige Amsterdammer in Antwerpen met vijf kogels werd doodgeschoten. Dit lijkt letterlijk het startschot geweest te zijn voor een reeks zeer gewelddadige afrekeningen — en pogingen daartoe — in het criminele circuit. De afgelopen twee jaar hebben in Amsterdam e.o. meerdere schietpartijen plaatsgevonden waaronder onder andere de dubbele liquidatie in de Staatsliedenbuurt in december 2012. Veel schietpartijen lijken onderling in nauw verband te staan. De VVD maakt zich ernstig zorgen over het feit dat het onderwereldconflict nog lang niet opgelost lijkt en dat er steeds vaker met zware automatische vuurwapens in dicht bewoonde gebieden wordt geschoten. Onschuldige burgerslachtoffers worden, door op deze roekeloze en genadeloze wijze talloze kogels af te vuren, voor lief genomen. De impact die dergelijke incidenten op buurtbewoners, omstanders en andere betrokkenen heeft, is enorm. Dit geldt bijvoorbeeld ook voor gewapende overvallen zoals in de Jan Evertsenstraat, waarbij geschoten werd en omstanders met een vuurwapen werden bedreigd. Het kost weinig moeite voor te stellen dat dit soort gebeurtenissen kunnen leiden tot onveiligheidsgevoelens en bezorgdheid. Wat de VVD betreft moet zo snel mogelijk na een dergelijk incidenten actie worden ondernomen om deze negatieve effecten zoveel mogelijk te beperken of helemaal weg te nemen. In de veiligheidszorg is het naast het voorkomen van (preventie) en optreden tegen (repressie) van groot belang om na incidenten zo snel mogelijk de status quo te herstellen (nazorg). Waar voornamelijk de politie en justitie in eerdere fasen aan zet zijn, is juist voor de gemeente een belangrijke rol weggelegd om na dergelijke incidenten, die hun weerslag op de omgeving hebben, de orde te herstellen. De VVD vindt het belangrijk dat zodra er zich een liquidatie, schietpartij, gewapende overval of ander ernstig delict heeft voorgedaan, alles aan gedaan wordt om de aangetaste veiligheidsbeleving te verbeteren. De buurtbewoners moeten zien en voelen dat de overheid er bovenop zit en dit soort incidenten zeer hoog opneemt. Het organiseren van buurtbijeenkomsten, waarin informatie wordt verschaft over het incident en maatregelen worden toegelicht, is volgens de VVD bij uitstek een geschikte manier om in te spelen op de bezorgdheid die onder buurtbewoners leeft. 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing Lize Gemeenteblad R Datum 24 november 2014 Schriftelijke vragen, vrijdag 17 oktober 2014 Gezien het vorenstaande heeft vragenstelster op 17 oktober 2014, namens de fractie van de VVD, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Welke partijen zijn betrokken bij het organiseren van buurtbijeenkomsten en hoe en door wie wordt er momenteel afgewogen of dit noodzakelijk is? Hoe komt deze afweging tot stand? Antwoord: Vanaf de aanvang van zijn ambtstermijn heeft de burgemeester samen met het college grote aandacht geschonken aan de slachtoffers van agressie en geweld, ernstige criminaliteit en overlast. Regelmatig worden slachtoffers bezocht, soms hun nabestaanden. In de bestuurlijke reactie op het initiatiefvoorstel van de VVD d.d. 4 september 2012 ‘Meer meeleven met slachtoffers, minder met daders — Voorstellen om de positie van slachtoffers in Amsterdam te verbeteren’ is de Raad uitgebreid geïnformeerd over de wijze waarop het college nazorg verleend aan slachtoffers in Amsterdam. Het college verwijst kortheidshalve naar deze reactie. De burgemeester maakt de afweging of zijn persoonlijke aanwezigheid bij een buurtbijeenkomst gewenst is kijkend naar de mate van impact van het incident op de buurt. In overleg met de betrokken stadsdeelvoorzitter, de politie en het OM wordt de buurtbijeenkomst georganiseerd. Het stadsdeel onderzoekt of er sprake is van maatschappelijke onrust in de buurt en of er behoefte is bij bewoners, ondernemers, omstanders of andere betrokkenen aan een (buurt)bijeenkomst. Daartoe voert zij in eerste instantie overleg met de districtpolitie en het OM. Daarnaast wordt ook afhankelijk van het incident contact gelegd met andere partners zoals slachtofferhulp, welzijnspartners, woningbouwverenigingen, ondernemersverenigingen, bewonersgroepen enzovoorts. Indien bijvoorbeeld zich zaken op of rond een school voordoen, zullen hier andere partijen bij betrokken worden dan in een woonwijk of een incident in een winkelstraat. 2. Kan het college een overzicht geven van alle buurtbijeenkomsten die de afgelopen vier jaar zijn georganiseerd naar aanleiding van een heftig incident, zoals een liquidatie, gewapende overval of ander zwaar delict? Antwoord: Onderstaand treft u een overzicht aan per stadsdeel. Het overzicht is niet uitputtend, maar bevat wel de meest ingrijpende incidenten. Stadsdeel West: 2010: avondbijeenkomst voor ondernemers naar aanleiding van een aantal inbraken en het ingooien van ruiten bij ondernemers op de Bos en Lommerweg. 2010: bewoners- en ondernemersavond na overval met dodelijke afloop (juwelier Hund). 2012: buurtbijeenkomst na een schietincident op de Reinier Claeszenstraat waarbij een kogel bij een huis naar binnen ging en een bewoner werd geraakt. 2012: aantal bewonersavonden na een schietpartij in de Staatsliedenbuurt. 2013: bewonersavond in het teken van woninginbraak na een overval in seniorenflat aan de Kinkerstraat/Da Costakade. 2014: informatieavond voor bewoners en ondernemers na de overval op een juwelier in de Jan Evertsenstraat. 2 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing Lize Gemeenteblad R Datum 24 november 2014 Schriftelijke vragen, vrijdag 17 oktober 2014 Stadsdeel Zuid: 2011: meerdere bijeenkomsten in de wijk naar aanleiding van de problematiek omtrent drie zwaar overlastgevende gezinnen in de Diamantbuurt. 2011: een bijeenkomst voor ouders op de school na een incident met een psychiatrisch patiënt op een schoolplein (wilde zichzelf verwonden met een mes op een schoolplein en woonde daar om de hoek). 2013: bijeenkomst voor bewoners en ondernemers uit de buurt na een schietpartij In de Eosstraat. 2013: bijeenkomsten op scholen en op het stadsdeel nadat een jong meisje was overreden door een vuilniswagen. Stadsdeel Oost: 2010: vier bijeenkomsten naar aanleiding van een brand op IJburg in de parkeergarage onder het Piet Zwarthof. De parkeergarage was deels gelegen onder appartementen bewoond door doven en slechthorenden (bijzondere doelgroep) en deels onder (reguliere) eengezinswoningen. 2012: bewonersavond naar aanleiding van een ernstige brand aan de Linnaeusstraat (Halfords). 2014: buurtbijeenkomst na een liquidatie in de Van Eesterenlaan. Stadsdeel Centrum: 2010: informatiebijeenkomst voor bewoners en ondernemers na een grote brand in de Kerkstraat waarbij de buurt — waaronder Leidsestraat en tramverkeer — langdurig was afgesloten. 2012: buurtbijeenkomst en een aantal vervolgbijeenkomsten na de explosie op de Oudeschans. 2013: informatiebijeenkomst voor bewoners na de brand in de parkeergarage Markenhoven. Stadsdeel Nieuw West: 2011: buurtbijeenkomst na een inbraak, zedenmisdrijf c.q. geweldsmisdrijf met later de dood als gevolg op oudere mevrouw. 2012: buurtbijeenkomst na inbraken in de omgeving Burgemeester De Vlugtlaan (o.a. bruidswinkel). 2012: buurtbijeenkomst na een overval op het Osdorpplein. 2013: buurtbijeenkomst na een schietincident in de Kabeljauwstraat Geuzenveld. 2013: buurtbijeenkomst na een overval op het Osdorpplein. 2013: buurtbijeenkomst na een mishandeling met de dood tot gevolg van een grensrechter door drie leden van de voetbalclub Nieuw Sloten. 2014: bewonersbijeenkomst naar aanleiding van een gewapende woonoverval in Slotervaart. 2014: bewonersbijeenkomsten naar aanleiding van asbest in flat Lauwershoek. 2014: bewonersbijeenkomst na een schietpartij bij eindpunt tramlijn 2. 2014: bijeenkomst scholen en ouders na een schietpartij bij een snackbar op de Johan Huizingalaan. 2014: bijeenkomst na een heftige woonoverval in Osdorp. 2014: twee buurtbijeenkomsten na de moord op een echtpaar in Geuzenveld/Slotermeer. 2014: buurtbijeenkomst na de vondst van een baby in een vuilcontainer. Stadsdeel Noord: 2014: bewonersbijeenkomst nadat een man in de ochtend voor zijn woning is neergeschoten, vlak voordat de scholen begonnen. Stadsdeel Zuidoost: 2010: bewonersbijeenkomst naar aanleiding van een dodelijk schietincident bij Kraayennest. 2011: bewonersbijeenkomst naar aanleiding van een dodelijke schietpartij in Gein. 3 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing Lize Gemeenteblad Datum 24 november 2014 Schriftelijke vragen, vrijdag 17 oktober 2014 2011: bijeenkomst nav schietincident met twee gewonden in de H buurt. 2011: Bijeenkomst nav dodelijk schietincident Sophie Redmondbplein. 2012: Bewonersbijeenkomst nav een dodelijk schietincident in Gein. 2012: twee bewonersbijeenkomsten naar aanleiding van schietincident in de Amsterdamse Poort met een vervolg in de Lage K buurt. 2013: bewonersbijeenkomst nav schietpartij op de Amsterdamse Poort, waarbij een café-eigenaar in zijn hoofd was geschoten. En vervolgens in de lage K-buurt naar aanleiding van het feit dat de dader was neergeschoten. 3. Ziet het college het belang van het organiseren van buurtbijeenkomsten in het kader van de nazorg na heftige incidenten? Is het college van mening dat deze bijeenkomsten — in principe — een geschikt moment zijn om het veiligheidsgevoel bespreekbaar te maken en te herstellen en de bezorgdheid weg te nemen en een belangrijk startpunt kunnen zijn in de nazorgfase? Zo ja, is het college bereid om dit middel in beginsel altijd in te zetten om de impact die dergelijke incidenten hebben gehad zoveel mogelijk te beperken? Zo ja, wil het college rapporteren over alle bijeenkomsten die zijn georganiseerd en in het kader van maatwerk aangeven welke redenen ten grondslag hebben gelegen om af te zien van een dergelijke bijeenkomst? Zo nee, waarom niet? Antwoord: Ja, het college ziet zeker het belang van deze bijeenkomsten. En ja, ze zijn — in principe — een geschikt moment. Alleen als er geen sprake is van onrust en/of er geen behoefte is wordt afgezien van het organiseren van een bijeenkomst. Mensen vinden elkaar vaak op straat, buurthuizen of andere natuurlijke plekken waar men elkaar toch wel tegen komt. Soms hebben mensen meer behoefte om op hun eigen manier bijeen te komen of te herdenken, zoals een stille tocht of het leggen van bloemen of het branden van kaarsen op de plek van het incident. Nazorg is overigens niet iets dat begint of stopt met een bijeenkomst, het vindt plaats door de vele professionals, op straat of door de mensen onderling in de eigen privésfeer. In het kader van maatwerk is het zaak het juiste middel in te zetten. De situatie kan om inzet van een ander middel vragen. In het antwoord op vraag 2 treft u het overzicht aan van bijeenkomsten die zijn georganiseerd. 4. Is het college bereid om bij deze buurtbijeenkomsten een afvaardiging van of namens het college te sturen, die bevoegd is om zorgen over andere veiligheidsproblemen — bijvoorbeeld in de openbare ruimte — aan te pakken? Antwoord: De afweging of een afvaardiging van of namens het college gewenst is bij een buurtbijeenkomst maakt de burgemeester — indien aan de orde — in overleg met het betreffende collegelid. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan de wethouder Economie bij ernstige incidenten tegen ondernemers of van de wethouder Jeugd bij ernstige incidenten waar sprake is van jeugdproblematiek. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 4
Schriftelijke Vraag
4
discard
X Gemeente Gemeenteraad RAAD % Amsterdam Motie Datum raadsvergadering 27 mei 2021 Ingekomen onder nummer 323 Status Verworpen Onderwerp Motie van het lid Van Lammeren (Partij voor de Dieren) inzake vaststellen van de Regionale Energie Strategie 1.0 Noord-Holland Zuid (RES 1.0 NHZ) (Geen windturbines dichter dan 198 meter van volkstuinen plaatsen) Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De Raad, Gehoord de discussie over vaststellen van de Regionale Energie Strategie 1.0 Noord- Holland Zuid (RES 1.0 NHZ) Nr. VN2021-009726. Constaterende dat: -__op het merendeel van de tuinparken in Amsterdam het is het toegestaan om vanaf 1 april tot en met 30 september aaneengesloten te verblijven, ook ‘s nachts; -__in de voorkeursgebieden 3 (Noord), 4A (Sciencepark) en 5A (Driemond) 1.297 tuinhuisjes staan waar ook overnacht wordt; -__het aantal gebruikers van deze tuinhuisjes met een gemiddelde van 242 persoon per huisje geschat kan worden op 3.265 personen; -__in het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen (Handreiking Risicozonering Windturbines, p. 26-27) staat dat Tuinparken waar verbleven wordt, onder de definitie van recreatieterreinen met verblijf (kwetsbare objecten’) vallen; -__ het Handboek Risicozonering Windturbines een aantal voorbeelden van vereiste afstanden geeft, waarbij voor turbines met een hoogte van 145 meter de maximale werpafstand bij bladbreuk voor tuinparken, 198 meter is. Overwegende dat: -__gelet op het zorgvuldigheidsprincipe het ongewenst is als de afstand tussen windmolens en volkstuinen pas aan bod komt gedurende het participatieproces, na het vaststellen van de zoekgebieden. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: 1. volkstuinen in Amsterdam aan te merken als een recreatieterrein met verblijf (kwetsbaar object’); 2. inde Regionale Energie Strategie 1.0 Noord-Holland Zuid op te nemen dat windturbines niet dichter dan 198 meter van volkstuinen geplaatst worden. Indiener J.F.W. van Lammeren
Motie
2
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2017 Afdeling 1 Nummer 403 Publicatiedatum 19 mei 2017 Ingekomen onder AT’ Ingekomen op donderdag 11 mei 2017 Behandeld op donderdag 11 mei 2017 Status Verworpen Onderwerp Motie van de leden Toonk en Boomsma inzake de uitslag van de centrale loting en matching, extra categorale VWO-school. Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de brief van de wethouder inzake de uitslag van de centrale loting en matching (Gemeenteblad afd. 1, nr. 331). Overwegende dat: * Het aanbod van het aantal plaatsen op categorale gymnasia en VWO-scholen in Amsterdam al weer enige jaren beperkter is dan de vraag van ouders en hun kinderen; * Kinderen hierdoor uitwijken naar categorale scholen buiten Amsterdam en daardoor onnodig veel tijd aan reistijd kwijt zijn die oploopt tot twee uur per dag en belemmeringen ondervinden bij hun sociale contacten; * De gemeente een belangrijke en sturende rol heeft via de huisvesting bij het bepalen van het aanbod van de scholen in de Amsterdam. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: 1. Om helderheid te verschaffen over de aanmeldingen op de categorale vwo's omdat de precieze cijfers vooralsnog ontbreken; 2. Om i.s.m. ouderorganisaties en schoolbesturen een bijeenkomst te organiseren over vraag en aanbod voor leerlingen met een vwo-advies; 3. Om tijdig het benodigde onderzoek of andere noodzakelijke voorbereidingen te treffen om in het eerst komende Regionaal Plan Onderwijs concrete voorstellen op te kunnen nemen, zodat het onderwijs aanbod weer beter gaat aansluiten op de vraag van ouders en hun kinderen. De leden van de gemeenteraad W.L. Toonk D.T. Boomsma 1
Motie
1
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2016 Afdeling 1 Nummer 1409 Datum akkoord 27 oktober 2016 Publicatiedatum 28 oktober 2016 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Kwint van 15 september 2016 inzake de opvang van verwarde personen. Aan de gemeenteraad Toelichting door vragensteller: In het weekend van 10/11 september 2016 vertelde korpschef Aalbersberg in het televisieprogramma De Monitor dat de politie er mee ophield om verwarde personen van straat te plukken. Volgens Aalbersberg is de politie er namelijk niet primair om verwarde personen van straat te plukken. Het zou volgens Aalbersberg ook niet meer vol te houden aangezien het aantal meldingen dit jaar met 65% is gestegen. Ook de minister, mevrouw Schippers, kwam aan het woord. Volgens haar was het aan gemeenten om dit probleem op te lossen. Sinds een aantal jaren is het adagium van het rijksbeleid binnen de zorg: zelfredzaamheid. Anders wordt de zorg te duur en over een aantal jaren onbetaalbaar. Aldus het rijk. En dus zijn er steeds minder instellingen waar mensen met een psychische en/of verstandelijke beperking terecht kunnen en de zorg kunnen krijgen die ze nodig hebben en die in de eigen omgeving thuis niet gegeven kan worden. Mensen die vroeger in een instelling woonden, zaten daar met reden. Bijna zonder uitzondering waren ze zonder begeleiding een gevaar voor zichzelf, of anderen. En meestal allebei. Door steeds meer instellingen worden deze mensen zorg ontzegd en kunnen er situaties gevaarlijke situaties ontstaan. Gezien het vorenstaande heeft het lid Kwint, namens de fractie van de SP, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: Reactie op de toelichting door vragensteller: Ten eerste behoeft bovenstaande interpretatie van de uitspraken van de heer Aalbersberg in het televisieprogramma De Monitor verduidelijking. De formele ambitie van de nationale politie met betrekking tot het vervoer van personen met verward gedrag is namelijk: ‘Het stoppen met het ‘opvangen’ van personen met verward gedrag in de politiecel per 1 januari 2017, en in de loop van 2017 te stoppen met het vervoer door de politie’. De Minister van Veiligheid en Justitie heeft daarbij op 15 september jl. aangegeven dat de politie ook ná 1 januari 2017 personen met verward gedrag op zal vangen en vervoeren zolang de zorgpartijen die taak nog niet kunnen overnemen. 1 Jaar 2016 Gemeente Amsterdam Neeing Loo Gemeenteblad R Datum 28 oktober 201g Schriftelijke vragen, donderdag 15 september 2016 In 2014 zijn de werkafspraken die zijn gemaakt met politie, GGZ, Ambulance Amsterdam, gemeente Amsterdam (OJZ en GGD) en Zilveren Kruis herijkt, om ervoor te zorgen dat mensen die acuut psychiatrische zorg nodig hebben zo snel mogelijk naar het SPOR (Spoedeisende Psychiatrie) gebracht worden en niet in de politiecel terecht komen. Daarnaast loopt er sinds 2014 een pilot met de Psycholance in Amsterdam (gefinancierd door het Zilveren Kruis) om ook het vervoer door politie van deze mensen zoveel mogelijk te beperken (voorkomen van het criminaliseren van psychiatrische cliënten). Doorontwikkeling van het vervoer van personen met verward gedrag is een prioriteit binnen de Amsterdamse aanpak Personen met Verward Gedrag (over deze aanpak wordt de commissie Zorg begin november geïnformeerd door de wethouder Zorg). Hierin wordt aangesloten bij de bevindingen van het landelijk aanjaagteam van mevrouw Spies en nauw samengewerkt met zorgverzekeraar Zilveren Kruis, GGZ, Ambulance Amsterdam, GGD en Politie. Het College gaat er dan ook van uit dat het moment van definitief stoppen met vervoeren goed afgestemd zal worden met de samenwerkende partijen zodat er geen ‘ongelukken’ gebeuren. Nu het ministerie van VWS en de gemeente Amsterdam extra gaan inzetten op het overnemen van het vervoer door de politie hoeft de politie in 2017 bijna niet meer zelf te vervoeren. Let wel: er zullen altijd omstandigheden zijn waarin de politie wel zelf zal vervoeren. Tot slot willen wij de formele reactie van minister Schippers (VWS) op de uitspraak van de heer Aalbersberg dat de politie in 2017 zal stoppen met de opvang en het vervoer van Personen met verward gedrag aanhalen: ‘Het feit dat de politie in 2017 zal stoppen met het vervoer van verwarde personen is niet nieuw. Het maakt onderdeel uit van de tussenrapportage Verwarde personen, die op 5 juli aan de Tweede Kamer is gezonden. Het organiseren van passend vervoer heeft hierin een centrale rol. Het stoppen van vervoer door de politie gebeurt dus ook in lijn met de aanbevelingen van het aanjaagteam, in goede afstemming tussen alle partijen. Het is erg belangrijk dat mensen met verward gedrag op een passende, niet onnodig stigmatiserende en traumatiserende manier worden opgevangen of vervoerd. Politie, gemeenten en zorgpartijen zijn hier hard mee bezig. Er wordt nu gewerkt aan kwaliteitsnormen voor vervoer van personen met verward gedrag. De komende tijd zal via pilots worden bekeken wat de beste vormen van vervoer zijn, zoals er eerder ook een pilot is geweest met de psycholance in Amsterdam en Eindhoven. Op basis van de resultaten zullen definitieve afspraken gemaakt worden tussen politie, ambulancezorg en ggz-aanbieders maar ook met andere partijen zodat er een sluitende aanpak is en personen met verward gedrag ín 2017 niet tussen wal en schip zullen vallen. Daarbij horen ook afspraken over opvang en beoordelingslocaties. De gemeenten en zorgverzekeraars hebben hier beiden een cruciale rol. 2 Jaar 2016 Gemeente Amsterdam Neeing Loo Gemeenteblad R Datum 28 oktober 2016 Schriftelijke vragen, donderdag 15 september 2016 Als er sprake is van een medische noodzaak zullen ambulances ingezet kunnen worden. Maar daarnaast zijn ook andere vormen van vervoer mogelijk. Wat de beste manier is wordt onderzocht en getest. VWS onderzoekt hoe de Tijdelijke wet ambulancezorg “ambulancezorg” duidelijker kan definiëren, zodat — daar waar passend — andere vormen van patiëntenvervoer mogelijk zijn. Geld dat nodig is om het vervoer over te nemen zal ook beschikbaar worden gesteld. De omvang hiervan zal zichtbaar worden gemaakt na Prinsjesdag.” Beantwoording per vraag: 1. Deelt het college de analyse van de fractie van de SP dat elke echte oplossing van dit probleem niet lijkt te kunnen zonder een forse financiële investering? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Het vervoer van somatische patiënten wordt gefinancierd op basis van de Zorgverzekeringswet. Sinds 2014 lopen er in een aantal steden, waaronder Amsterdam, pilots met het vervoer van psychiatrische patiënten door een psycholance. Het vervoer door de psycholance in Amsterdam wordt gefinancierd door zorgverzekeraar Zilveren Kruis. De minister van VWS heeft geld vrij gemaakt voor vervoer van personen met verward gedrag in de miljoenennota en rijksbegroting 2017: — € 2 miljoen voor ontwikkeling van een landelijk kwaliteitskader vervoer. — € 6 miljoen is toegevoegd aan het premiekader ambulancezorg om passend vervoer voor de doelgroep mogelijk te maken. — Daarnaast is een actieprogramma ‘Lokale initiatieven mensen met verward gedrag’ ingericht bij ZonMw. Vanaf november kunnen lokale en regionale samenwerkingsverbanden ín achtereenvolgende rondes financiële ondersteuning vragen voor het realiseren van een lokale sluitende aanpak van zorg, € 48 miljoen voor 2017-2021, Het is ook mogelijk om middelen aan te vragen voor lokale initiatieven op het gebied van passend vervoer. Zoals hierboven aangegeven worden personen met verward gedrag die acuut psychiatrische zorg nodig hebben, in Amsterdam al sinds 2014 direct naar de Spoedeisende Psychiatrie gebracht en niet meer naar de politiecel. Daarnaast wordt sinds 2014 het vervoer door politie van deze mensen zoveel mogelijk beperkt door de inzet van de Psycholance (deze pilot wordt gefinancierd door zorgverzekeraar Zilveren Kruis). Er wordt hard gewerkt aan het steeds efficiënter inzetten van deze psycholance. Binnen de Amsterdamse aanpak Personen met Verward Gedrag heeft de doorontwikkeling van het vervoer prioriteit. Amsterdam maakt daarbij graag gebruik van de middelen die door de minister van VWS ter beschikking zijn gesteld voor het actieprogramma ‘Lokale Initiatieven mensen met verward gedrag”. 3 Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Demmer Te Aktober 2018 Schriftelijke vragen, donderdag 15 september 2016 2. Welke oplossing is momenteel voor de gemeente het meest wenselijk en kan het college een inschatting maken van de kosten die daarbij gemoeid zijn? Antwoord: Binnen de gemeente Amsterdam lijkt de Psycholance een groot deel van het vraagstuk op te lossen. Toch onderzoeken we aanvullende vormen van vervoer om meer mogelijkheden te bieden aan hulpverlener en cliënt. 3. Is het mogelijk genoemde kosten bij het rijk te declareren? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Zie het antwoord op vraag 1. 4. Wat zijn de plannen die ervoor moeten gaan zorgen dat in de toekomst andere organisaties bereid zijn om deze zorg over te nemen? Antwoord: Het gaat niet om het overnemen van zorg maar om het niet meer vervoeren naar de politiecel en het overnemen van vervoer door de politie. Het bieden van zorg is de taak van zorginstellingen - die doen dit al - en worden daarvoor gefinancierd vanuit verschillende wettelijke grondslagen. In het overnemen van vervoer is ín Amsterdam al grotendeels voorzien. Dit wordt doorontwikkeld om meer mogelijkheden te bieden aan hulpverleners en cliënten. 5. Hoe wordt de veiligheid van de verwarde persoon en de mensen in de omgeving gewaarborgd? Antwoord: Door een zo goed mogelijke zorginfrastructuur in te richten, goed te monitoren dat deze sluitend is, goede verbinding te houden met de veiligheidspartijen (o.a. politie) en meteen door te pakken op knelpunten. Dat is ook de reden dat de minister van VWS de gemeenten dringend heeft verzocht een sluitende aanpak Personen met Verward Gedrag te organiseren. Dit is ook de inzet van de Amsterdamse aanpak Personen met Verward Gedrag. De raad wordt over deze aanpak begin november geïnformeerd in de commissie Zorg. 6. Hoeveel opvangplekken denkt u dat er nodig zijn en zijn die er en of moeten die nog gecreëerd worden? Antwoord: Zie het antwoord op vraag 4. 7. Welke afspraken gaat het college maken met de politie over de mogelijke afbouw van inzet van de politie bij verwarde personen? Antwoord: Het gaat vooral om een andere rol van de politie bij het in zorg brengen van personen met verward gedrag, dat kan op vele manieren. Daarover zijn we al sinds december 2014 constructief over in gesprek en daar is ook al actie op 4 Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Demmer Te Aktober 2018 Schriftelijke vragen, donderdag 15 september 2016 ondernomen. U bent daar bij gelegenheid ook over geïnformeerd (o.a. bij de ambtswoning spoedeisende psychiatrie juni 2015). 8. Vervoer van de verwarde persoon wordt ook door de Ambulancedienst Amsterdam gedaan met een zogenaamde psycholance. Daarvan heeft de Ambulancedienst er één. Deze ene ambulance doet ook besteld (= voorzienbaar) vervoer. Is één psycholance voldoende bij deze sterk gestegen vraag? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: In Amsterdam is door het invoeren van de pilot Psycholance al een grote stap gezet ín het niet meer vervoeren door politie. Deze pilot wordt nauwgezet gevolgd door Gemeente (OJZ en GGD), GGZ, Politie en Ambulance Amsterdam. Ook wordt gezamenlijk gezocht naar mogelijkheden om de toeleiding van Personen met Verward Gedrag naar de Zorg (in brede zin) verder te verbeteren. 9. Kan het college ten slotte aangeven hoe het staat met de samenwerking tussen de verschillende wijkteams”? Antwoord: De meldpunten Zorg en Woonoverlast zijn een knooppunt/toegang in de zorgtoeleiding van o.a. personen met verward gedrag in de wijk waar de omgeving zich zorgen over maakt. Politie en Gemeente (GGD) vormen samen het klein overleg binnen de meldpunten en vormen een vooruitgeschoven post van de meldpunten in de wijk. De medewerkers van de meldpunten zorgen voor de aansluiting met de (zorg)partijen (zoals GGZ, Woningcorporaties, Maatschappelijke Dienstverlening, Maatschappelijke Opvang etc) die samenwerken binnen de wijk en wijkteams als Samen Doen, OKT en PIT. De gemeente heeft de regie op het organiseren van de samenwerking tussen de zorgpartijen in de wijk met als doel tijdig passende zorg voor burgers die hier behoefte aan hebben. Dit vergt continue monitoring en bijsturing. Op dit moment vindt er een evaluatie plaats van de samenwerking binnen en tussen de gemeentelijke teams in de wijk. De rapportage wordt in november 2016 verwacht. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 5
Schriftelijke Vraag
5
train
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2013 Afdeling 1 Nummer 241 Publicatiedatum 17 mei 2013 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid mevrouw A. van der Velde van 13 mei 2013 inzake nog te beantwoorden vragen betreffende de jaarrekening 2012. Amsterdam, 14 mei 2013 Aan de gemeenteraad inleiding van vragenstelster. In de vergadering van de raadscommissie voor Jeugdzaken, ICT, Educatie en Financiën op 8 mei 2013 is uitgebreid de jaarrekening aan de orde geweest. Het raadslid mevrouw Van der Velde was daarbij aanwezig en stelde verschillende vragen die de aanwezige wethouder Wiebes niet kon beantwoorden. De wethouder stelde voor om de vragen schriftelijk te stellen. Om deze reden en omdat het belangrijk is om goed antwoord te krijgen op vragen die leven betreffende de jaarrekening, worden deze vragen schriftelijk gesteld. Gezien het vorenstaande heeft vragenstelster op 13 mei 2013, namens de fractie van Trots op Nederland, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Betreft: blz. 394 van de jaarrekening 2012, paragraaf 4.5 Belangrijkste ontwikkelingen (GVB): “Directie en RVC van GVB zijn, is ín nauwe afstemming met de gemeente, begonnen met het geven van invulling aan de aanbevelingen uit de twee onderzoeken (TROTS Amsterdam: RvC onderzoek en rekenkamer Metropool Amsterdam). Dit moet leiden tot versterking en verdere professionalisering van de governance en de bedrijfsvoering van het GVB.” a. Wat voor effect heeft deze invulling n.a.v. de aanbevelingen uit de twee incomplete onderzoeken, op het jaarlijkse dividend richting de aandeelhouder (gemeente Amsterdam)? Antwoord: Geen. 1 Jaar 2013 Gemeente Amsterdam Seeing Dat Gemeenteblad R Datum 17 mei 2013 Schriftelijke vragen, maandag 13 mei 2013 b. Wanneer zijn de aanbevelingen uit de twee onderzoeken merkbaar in de dagelijkse operatie van GVB? Antwoord: De gedane aanbevelingen hebben geresulteerd in het Verbeterplan GVB. De afgelopen periode is er intensief gewerkt aan de uitvoering ervan en is de governance versterkt. De gemaakte stappen hebben al geleid tot duidelijk zichtbare resultaten: e voor directie, raad van commissarissen, auditcommissie, remuneratiecommissie, strategiecommissie en selectie- en benoemingscommissie zijn reglementen vast- en in werking gesteld; e _eenrisicomanagement-, interne audit- en compliancefunctie zijn ingesteld en functionarissen zijn aangesteld; e de gezamenlijke bevoegdheid van de statutaire directeuren (“twee handtekeningen”-stelsel) is als principe omarmd; e de toepassing van de principes en “best practice”-bepalingen van de Nederlandse Corporate Governance Code zijn besproken en vastgesteld; een inkoopboard is ingesteld; en e aan eenrisicomanagementbeleid wordt gewerkt en recentelijk heeft een risico-inventarisatie heeft recentelijk plaatsgevonden. c. Wanneer het versterking van “professionalisering van de governance en de bedrijfsvoering van GVB” is ingevoerd, leidt dit niet tot een efficiëntere operatie van GVB? Zo ja, wat verwacht het College dat het versterken van “professionalisering van de governance en de bedrijfsvoering van GVB” aan kostenbesparing oplevert? Antwoord: De verwachting is dat de versterking van de governance op termijn zal leiden tot een efficiëntere bedrijfsvoering en kostenbesparingen, die zullen worden meegenomen in de meerjarenplanning die ter goedkeuring aan de raad van commissarissen zal worden voorgelegd. 2. Betreft: blz. 411 van de jaarrekening 2012, paragraaf 5.14.1 Onderhoudsniveau Railinfrastructuur: “De resultaten laten zien dat naar verwachting een meerjarig budgettekort ontstaat van circa € 17 miljoen per jaar. Daartegenover staat volgens het onderzoek een besparingspotentieel van circa € 13 miljoen per jaar. Om kosten en budget meer met elkaar in evenwicht te krijgen is een actieplan gestart (Samen met GVB en SRA).” a. Loopt het besparingspotentieel In de pas van het budgettekort? Met andere woorden: Worden de besparingen in het zelfde tijdspad gerealiseerd om zo het toenemende budgettekort op te vangen? Of moeten we eerst het volledige budgettekort voorfinancieren en komt het resultaat uit het verwachte besparingspotentieel pas later? b. Hoe realistisch uitvoerbaar is het verwachte besparingspotentieel? c. Tussen het verwachte meerjarig budgettekort van circa €17 miljoen en circa €13 miljoen euro is er in ieder geval een nadelig verschil van circa € 4 miljoen. Wie krijgt die voor zijn of haar kiezen? Draait de gemeente Amsterdam hiervoor op? 2 Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R Seeing Dat Gemeenteblad Datum 17 mei 2013 Schriftelijke vragen, maandag 13 mei 2013 3. Betreft: blz. 411 van de jaarrekening 2012, paragraaf 5.14.3 onderhoudsniveau Traminfrastructuur: “De traminfrastructuur scoort op dit moment onder niveau verzorgd. De technische staat is redelijk, maar de kwaliteit staat onder druk en er zijn te weinig middelen om de infrastructuur weer op niveau verzorgd te krijgen. Hierdoor daalt het niveau geleidelijk van verzorgd, naar sober en uiteindelijk naar minimum. Voor een aantal onderdelen geldt al niveau sober.” a. De gemeente is in gesprek met de SRA over de financieringsbehoefte en — mogelijkheden. Wat zijn hiervan de verwachtingen? b. Bij welke onderdelen geldt al niveau sober? c. Het college geeft aan dat het niveau verzorgd geleidelijk daalt naar sober en uiteindelijk naar minimum, hoe moet de fractie van TROTS “geleidelijk” lezen: binnen 6 maanden, 1 jaar, 4 jaar. Kortom zou het college zo vriendelijk willen zijn om het woordje “uiteindelijk” om te zetten richting een concrete tijdspad waarin de verslechtering van niveau verzorgd bij de Traminfrastructuur wordt afgezet in tijd? Gecombineerde beantwoording van de vragen 2 en 3: Het is juist dat er bij de Stadsregio Amsterdam (SRA) vanaf 2012 minder budget voor het beheer en onderhoud van de Railinfra (tram en metro) beschikbaar is. In 2012 heeft dat geleid tot de vermelde versobering van het onderhoudsniveau. Voor 2013 is vermindering budget vooralsnog opgelost door extra kostenreductie door GVB en door inzet van herbesteding van vrijval uit voorgaande jaren. Voor 2014 en verder lijkt dit niet meer afdoende. Met Stadsregio ben ik in overleg over het noodzakelijke versus beschikbare budget. Dit is tevens een hoofdthema in de besprekingen die SRA, Dienst Metro en GVB momenteel voeren in het kader van de Concessiewijziging en wijziging overeenkomst Beheer en Onderhoud Railinfrastructuur. Inzet daarbij is dat de noodzakelijke kosten voor een veilige instandhouding van het railnetwerk worden gedekt vanuit de integrale OV businesscase en binnen het totaal van de voor het OV meerjarig beschikbare middelen. Ik verwacht eind 2013 hier meer zicht op te hebben. Onderhoudsniveau. Om de kwaliteit van het railnetwerk te volgen laat ik dit jaar (2013) -zoals gemeld bij de behandeling van de besparingsmogelijkheden bij het Meerjaren Vervangingsprogramma-metro (MVP)- een kwaliteitsmeting uitvoeren. Daaruit moet nog scherper en gedetailleerder blijken hoe in de praktijk het kwaliteitsniveau is. Eind dit jaar worden de uitkomsten verwacht. De toekomstige ontwikkeling van het kwaliteitsniveau (vraag 3) laat zich niet in een exact tijdschema uitdrukken. Daarnaast laat ik specifiek voor het tramnetwerk het vervangingsprogramma voor de infra toetsen door een extern bureau. Ook hiervan verwacht ik eind van het jaar de uitkomst. Van belang bij dit alles is dat scherp zal worden gemonitord dat vereiste veiligheidsniveaus niet in het geding komen. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 3
Schriftelijke Vraag
3
train
% Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2019 Afdeling 1 Nummer 411 Datum indiening 21 februari 2019 Datum akkoord 10 april 2019 Publicatiedatum 11 april 2019 Onderwerp Beantwoording nadere schriftelijke vragen van de leden Ernsting en Simons inzake de ontruiming en sloop van café Kadoelen. Aan de gemeenteraad Toelichting door vragenstellers: In de afgelopen dagen voorafgaand aan 21 februari 2018 gebeurde er een hoop op het gebied van kraken in Amsterdam Noord. Zo werd het café Kadoelen op de Landsmeerderdijk, dat recent was gekraakt, ontruimd en onmiddellijk illegaal gesloopt door de eigenaar’. Al eerder stelde het lid Ernsting vragen over dit pand’. Het gekraakte café Kadoelen werd ontruimd op basis van de conclusie, dat het onbruikbaar is. Dit gebeurde in opdracht van het OM. Het was volgens de agenten die de ontruiming hebben uitgevoerd niet mogelijk om dit besluit op papier te tonen toen hier naar gevraagd werd door de krakers. Om 8.30 uur stond de wijkagent met zijn collega voor de deur met de boodschap dat ze om 10.00 uur met de eigenaar en aannemer terug zouden komen om het pand te zullen gaan afsluiten en ‘het zodanig onbewoonbaar zullen maken dat hier niemand meer zou willen vertoeven doormiddel van het inslaan van alle ramen.’ Toen zij om 10.00 uur arriveerden begon de aannemer vrijwel meteen met het plaatsen van de bouwhekken. De ramen werden met koevoeten ingeslagen, alle toiletten en wasbakken werden kapotgemaakt om het pand onbewoonbaar te maken. Ondertussen kwam de aannemer met een sloopkraan aangereden vanaf de openbare weg. De dakkapel werd in één ruk in zijn geheel van het dak getrokken naar de zijkant van het pand getild en daar door het dak van het terras neergesmeten. De kraan reed met de gehele dakkapel midden op de openbare weg en de omstanders moesten uitwijken voor de bijna uit elkaar vallende kapel die vlak boven hun passeerde. Kortom: er is hier een (levens)gevaarlijke situatie ontstaan door het handelen van de eigenaar en de aannemer. 1 https://www at5.nl/artikelen/191738/sloop-cafe-kadoelen-blijkt-illegaal-stadsdeel-in- https://amsterdam.raadsinformatie.nl/modules/4/schriftelijke%20vragen/494715 1 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer 7 pri 2019 Schriftelijke vragen, donderdag 21 februari 2019 Volgens de contactpersoon bij de gemeente is afgesproken dat deze ontruiming pas in de middag zou plaatsvinden met bijwoning van iemand van de gemeente. Van het feit dat de politie en de eigenaar de ontruiming hebben vervroegd was ook hij niet op de hoogte. Daarbij vertelde hij dat hij het OM verzocht heeft de details omtrent de ontruiming van het pand zwart op wit te krijgen maar kreeg daar niet de mogelijkheid toe, Gezien het vorenstaande hebben de leden Ernsting en Simons, respectievelijk namens de fracties van GroenLinks en BIIJ1, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende nadere schriftelijke vragen — op de schriftelijke vragen van het lid Poot op 1 februari 2019 (nr. 261) en op de aanvullende schriftelijke vragen van het lid Ernsting van 1 februari 2019 (nr. 262) — aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Hoe komt het dat het besluit van het OM niet op papier getoond kon worden aan de krakers voorafgaand aan de ontruiming? Antwoord: Het OM geeft aan dat er geen voorschrift is dat hun besluit op papier getoond moet worden. 2. Waar ligt de verantwoordelijkheid voor de afspraken en de communicatie tussen de politie de gemeente wat betreft deze en soortgelijke ontruimingen? Antwoord: Het OM heeft bij wet een zelfstandige ontruimingsbevoegdheid. De politie is verantwoordelijk voor het overdragen van het pand aan de eigenaar. Het is niet gebruikelijk dat de gemeente hierbij aanwezig is. 3. Hoe komt het dat de wijkagent eerder dan afgesproken met de gemeente, is komen opdagen met de eigenaar van het pand, zonder dat de gemeente hiervan op de hoogte was? En wie heeft hem deze opdracht gegeven? Antwoord: Eris geen sprake van vervroeging van de ontruiming. Het is gebruikelijk dat politie met de eigenaar afspreekt wanneer de overdracht plaatsvindt en de krakers waren op de hoogte van het feit dat de politie op maandag 18 februari 2019 om 10.00 uur over zou gaan tot een ontruiming als het pand voor die tijd niet vrijwillig was verlaten. Politie en gemeente hebben beide bij de aanwezige personen een dringend beroep gedaan op hun eigen verantwoordelijkheid en aangedrongen op een vrijwillig vertrek in het belang van hun eigen veiligheid. 4. Klopt het dat de eigenaar het pand illegaal gesloopt heeft en dat daar geen vergunning voor is verleend? Antwoord: Ja. De eigenaar had een vergunning nodig omdat het pand in beschermd stadsgezicht ligt. 2 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer 7 pri 2019 Schriftelijke vragen, donderdag 21 februari 2019 5. Zoja, is er aangifte gedaan tegen deze wetsovertreding? Antwoord: Nee. Het stadsdeel heeft een dossier opgesteld zodat het OM na kan gaan of er sprake is van strafbare feiten. 6. Hoe kon het gebeuren dat de politie niet op de hoogte was van het feit dat er geen vergunning was om te beginnen met het slopen van het pand? En waarom is de gemeente niet aanwezig geweest bij de ontruiming? Antwoord: De politie heeft de eigenaar er op gewezen dat er een vergunning nodig is voor sloop. De politie is verantwoordelijk voor het overdragen van het pand aan de eigenaar en het is niet gebruikelijk dat de gemeente hierbij aanwezig is. Daarbij geldt wel dat de situatie die zich nu heeft voorgedaan niet wenselijk is. Samen met de stadsdelen wordt bekeken of er situaties zijn waarin aanwezigheid van de gemeente bij de overdracht wel gewenst is. 7. Zijn de omstanders enig moment in gevaar geweest tijdens deze illegale sloopwerkzaamheden? Antwoord: Nee, de politie heeft geen gevaar voor omstanders geconstateerd. 8. Zoja, wat zijn de gevolgen voor de eigenaar? Antwoord: Zie het antwoord op vraag 7. 9. Klopt het dat het voormalige café beschermd stadsgezicht was? Antwoord: Ja. 10. Zo ja, wordt de eigenaar gedwongen om het pand weer terug te brengen in de voormalige staat? Antwoord: Nee, wel is de eigenaar door het stadsdeel aangeschreven het pand wind- en waterdicht te maken op straffe van een dwangsom. De eigenaar heeft hier inmiddels aan voldaan. 11. Wat gaat er de komende tijd met het pand gebeuren? Antwoord: Het stadsdeel controleert regelmatig of de eigenaar zich houdt aan de opgelegde sloopstop. Het is aan de eigenaar om een passende ingebruikname binnen de gestelde voorwaarden te realiseren. 3 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R weing 1 4 Gemeenteblad ummer - =: : Datum 11 april 2019 Schriftelijke vragen, donderdag 21 februari 2019 Burgemeester en wethouders van Amsterdam Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris 4
Schriftelijke Vraag
4
discard
Bezoekadres XX Gemeente Amsterdam Pieter Calandlaan 1 . Amsterdam Stadsdeel Nieuw-West Postbus 90460 x% 1006 BL Amsterdam Telefoon 14 020 Se www.nieuwwest.amsterdam.nl AV Korte Afsprakenlijst Soort vergadering Vergadering commissie B Datum 15 februari 2012 Tijd 19.30-22.50 locatie Restaurant voorzitter Mw. M. van den Hoek Commissiegriffier Dhr. L. Winnips Aanwezig raadsleden Mw. J. E. Brommet (PvdA), mw. E. Brouwer (pvdA), dhr. M. Daher (PvdA), dhr. J. Engel (TvA), dhr. M.J. Fraanje (CDA), mw. T. Kronenberg (PvdA), dhr. P. Moerman (BNW81), dhr. H. Mulder (D66), mw. L. C. Ramsahai (VVD), mw. E.M. van Slagmaat (D66), mw. M. Spork (Fractie Spork), dhr. M. Tromp (VVD), dhr. E‚R. Vos (PvdA). Aanwezige buitengewoon Mw. C. Donk (SP), dhr. J. Mirck (D66), dhr. H. Özdemir (GroenLinks), dhr. H. Staphorsius commissieleden (GroenLinks), mw. T. Verboom (BNW81). Aanwezig leden DB Dhr. P. de Wilt (GroenLinks), mw. J. Bos (PvdA), dhr. R. Mauer (D66) 1. Opening/agendavaststelling De voorzitter opent de vergadering. Bij agendapunt 8 dient portefeuillehouder De Wilt vermeld te worden in plaats van Mauer. De agenda wordt aldus vastgesteld. 2. Mededelingen Geen bijzonderheden. 3. Commissiegebonden Actualiteiten De actualiteit inzake bakfietsen die D66 heeft aangemeld, wordt behandeld in commissie À. 4. Presentatie Gastvrij Nieuw-West De heer De Graaf, ambtenaar, verzorgt een presentatie. 4. B Gebiedsarrangementen, inclusief presentatie Mevrouw Koehein, ambtenaar, verzorgt een presentatie. Portefeuillehouder Bos doet de volgende toezeggingen: indien de raad dat wenst kan zij een thema-avond organiseren over de welzijnsdecentralisatie en aanverwante onderwerpen, de raadsleden krijgen de juiste versie van de presentatie en er komt nog een lijstje naar de raad toe met de cijfers inzake het Stedenbouwfonds. 5. Verordening Ouderenadviesraad De heer De Wilde neemt namens de te installeren Ouderenadviesraad Nieuw-West deel aan de bespreking. Hij zegt toe dat indien mensen namens 45 februari 2012 Gemeente Amsterdam Stadsdeel Nieuw-West Pagina 2 van 2 migrantengroeperingen geïnteresseerd zijn om deel te nemen aan de ouderenadviesraad, er twee mensen boventallig kunnen meedraaien. Voorts zijn de vergaderingen van de ouderenadviesraad altijd openbaar. De voorzitter concludeert dat de raad over dit onderwerp op 22 februari een besluit kan nemen. 6. Benoeming leden Ouderenadviesraad (kabinet) De aanwezige commissieleden hebben er geen behoefte aan dit onderwerp nog te bespreken. De voorzitter concludeert dat de raad over dit onderwerp op 22 februari openbaar een besluit kan nemen. De stemming over de leden zal wel geheim zijn. 7. Aanvraag bedrag tijdelijke huisvestingsvoorziening voor de uitbreiding van de Slootermeerschool (behandeld na agendapunt 8) De voorzitter concludeert dat de raad hierover op 22 februari een besluit kan nemen. 8. Participatieplan Aireystrook (behandeld voor agendapunt 7) Mevrouw Rombout spreekt in namens Prowest, vereniging Heemschut en het Cuypersgenootschap. De heer Schellekens spreekt in op persoonlijke titel. Op uitnodiging van de voorzitter geeft de heer Vissers (ambtenaar) enige toelichting. De voorzitter concludeert dat de raad over dit onderwerp op 22 februari een besluit kan nemen. 9. Sluiting De voorzitter sluit om 22.50 uur de vergadering. Deze vergadering is integraal na te zien en te beluisteren op http://www.raadsinformatienieuwwest.nl/Vergaderingen/Raadscommissie- B/2012/15-februari/19:30 2
Actualiteit
2
train
oe 02077 % Gemeente Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en AZ irectie Openbare : : : er En Orde en Veiligheid % Amsterdam Veiligheid, Handhaving en Toezicht, Communicatie, Juridische Zaken, Raadsaangelegenheden Voordracht voor de Commissie AZ van 18 janvari 2024 Ter kennisneming Portefeuille Openbare Orde en Veiligheid Aanpak Binnenstad (26) Agendapunt 9 Datum besluit 12 december 2023 Onderwerp Kennisnemen van de raadsinformatiebrief over de monitor vervroegde weekendsluitingstijden in het kern-Wallengebied De commissie wordt gevraagd Kennis te nemen van de raadsinformatiebrief over de monitor vervroegde weekendsluitingstijden in het kern-Wallengebied Wettelijke grondslag Artikel 169 gemeentewet Bestuurlijke achtergrond Het vervroegen van de sluitingstijd in het Wallengebied is één van de maatregelen vit de Aanpak Binnenstad. Op 30 november 2022 heeft het college het Beleid openingstijden en alcohol Wallengebied vastgesteld. De gemeenteraad heeft in december 2022 ingestemd met het wijzigen van de Algemene Plaatselijke Verordening, waarna de burgemeester c.q. het college in februari en maart 2023 de concretiserende besluiten kon nemen waardoor de weekendsluitingstijden per 1 april 2023 zijn vervroegd. In de raadsinformatiebrief van 23 maart 2023 en tijdens de commissie AZ van 22 juni 2023 is toegezegd dat de raad voor de zomer geïnformeerd zou worden over de monitoring van de vervroegde weekendsluitingstijden. Vanwege de samenhang met de brieven over het prostitutiebeleid en het Erotisch Centrum ontvangt de raad de brief over de monitoring in december 2023. Reden bespreking nvt. Uitkomsten extern advies nvt. Geheimhouding nvt. Uitgenodigde andere raadscommissies nvt. Gegenereerd: vl.15 1 VN2023-026727 % Gemeente Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en AZ Directie Openbare 9 Amsterdam ee jn On. Veiligheid, Handhaving en Toezicht, Communicatie, Juridische Zaken, Ordeen Veiligheid € Raadsaangelegenheden Voordracht voor de Commissie AZ van 18 janvari 2024 Ter kennisneming Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan? ja, TA2023-000682 Welke stukken treft v aan? AD2023-095101 Bijlage. Rapportage Leefbaarheidsenquete Wallen april 2023 (pdf) AD2023-094644 Commissie AZ Voordracht (pdf) AD2023-095411 Raadsbrief monitor sluitingstijden Wallen DEF.pdf (pdf) Ter Inzage Registratienr. Naam Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Openbare Orde en Veiligheid, S. Rechtuijt, [email protected], 06-1062834,2 Gegenereerd: vl.15 2
Voordracht
2
test
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2017 Afdeling 1 Nummer 1262 Publicatiedatum 15 november 2017 Ingekomen op 8 november 2017 Ingekomen onder 1227’ Behandeld op 9 november 2017 Uitslag Aangenomen Onderwerp Motie van het lid Van Lammeren inzake de Begroting 2018 (Gedifferentieerde parkeertarieven). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Begroting 2018. Constaterende dat: — Amsterdam te maken heeft met knelpunten op het gebied van luchtkwaliteit die het rechtstreekse gevolg zijn van veel en vuil verkeers; — De bestuurder van een vervuilende auto nu hetzelfde betaalt voor een parkeerkaartje als de bestuurder van een schone auto. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: Parkeertarieven in te voeren die zijn gedifferentieerd op basis van de uitstoot van het voertuig, waarbij een lager tarief gehanteerd wordt voor het parkeren van schone auto's dan voor het parkeren van vervuilende auto's. Het lid van de gemeenteraad J.F.W. van Lammeren 1
Motie
1
train
> < Gemeente Bezoekadies Amstel 1 Amste rd am 1011 PN Amsterdam x Postbus 202 1000 AE Amsterdam Telefoon 14 020 € amsterdam.nl Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam Aan de leden van de gemeenteraad Datum 29 januari 2019 Behandeld door OJZ (afdeling Onderwijs & Leerplicht), Economie Bijlage(n) Onderwerp MBO-Agenda 2019-2023 en Uitvoeringsagenda’s Jongeren in Kwetsbare Onderwijspositie en Aansluiting Onderwijs-Arbeidsmarkt. En uitvoering moties: e _ raadslid Flentge (322.18) Meedoen aan landelijke proef begeleiden op arbeidsmarkt; e _ raadsleden Mbarki, Flentge en Blom (323.18) Amsterdamse Plusvoorziening; e _ raadsleden De Fockert en Hammelburg (971.18) Passende schoolloopbaan voor elke mbo-student; e raadsleden Yilmaz, Simons, Ceder en De Fockert (931.18) Stadsbreed uitrollen van | de stagemakelaar; e raadsleden Mbarki, Yilmaz, Ceder en Hammelburg (1101.18) Amsterdamse vakmensen voor duurzame stad; | e _ raadslid Boutkan (1260.17) Kansen voor iedereen: bestrijd de toenemende | tweedeling op de Amsterdamse arbeidsmarkt; | e raadsleden Blom en De Heer (go1.18) Meisjes en vrouwen in bèta, techniek en ict. | Geachte raadsleden, | | Alle jongeren in Amsterdam verdienen een mooie toekomst, waarin ze actief meedoen in de | samenleving, duurzaam werk hebben en zelfredzaam zijn. Het gaat Amsterdam al een tijd economisch voor de wind. Maar dit stelt de stad ook voor nieuwe uitdagingen: Amsterdam heeft mbo’ers hard | nodig om de grote transities (bouw, energie, circulaire economie) die de stad gesteld heeft te kunnen realiseren. Zonder in het mbo opgeleide vaklieden worden er geen nieuwe woningen gebouwd, of zonnepanelen geplaatst, is er geen verpleging of zorg voor onze ouderen, ontbreekt het aan opvang voor onze kinderen en is er geen kopje koffie op het terras. Bovendien is het juist nu van belang om te investeren in de weerbaarheid van de beroepsbevolking om goed voorbereid te zijn op eventuele, toekomstige economische tegenslagen. We zien ook dat de aard van werk verandert: banen veranderen, of verdwijnen zelfs helemaal. Nieuwe banen ontstaan, werk wordt flexibeler, en daarmee neemt het aantal ZZP'ers toe. De steeds verdergaande ontwikkelingen op het gebied van ICT, technologisering en automatisering dragen hier aan bij. Dit alles vraagt om een beroepsbevolking die wendbaar en weerbaar is: een creatieve en ondernemende beroepsbevolking die snel op deze veranderingen in kan springen. Bovendien zien we dat niet alle jongeren profiteren van de economische voorspoed. Eisen die worden gesteld aan toekomstige werknemers nemen toe. Niet voor alle jongeren is het halen van een mbo- diploma een vanzelfsprekendheid. Een deel van de mbo-afgestudeerden vindt in grote steden lastiger werk dan in de rest van Nederland, en Amsterdam is daarin geen uitzondering. Een routebeschrijving vindt v op www.amsterdam.nl Gemeente Amsterdam Datum 29 januari 2019 Pagina 2 van 4 Om hier op in te spelen is het van belang dat ons middelbaar beroepsonderwijs meebeweegt met deze veranderingen. Het onderwijs moet toekomstbestendig zijn en jongeren de juiste vaardigheden meegeven, om zich nu — en in de toekomst op die arbeidsmarkt te kunnen redden. Werkgevers moeten blijven investeren in het opleiden van de beroepsbevolking en streven naar een inclusieve arbeidsmarkt, waar niet wordt gediscrimineerd en waar iedereen gelijke kansen heeft op stage en duurzaam werk, ongeacht zijn achtergrond. Een infrastructuur voor leven lang ontwikkelen is een noodzaak. En voor wie een mbo-diploma geen vanzelfsprekendheid is en uitvalt op school, moet er een sluitend vangnet zijn dat jongeren begeleidt naar passend werk of onderwijs. Wat gaat het college doen De afgelopen vier jaar is al veel bereikt met de MBO-Agenda en het Actieplan Innovatief Vakmanschap. In het coalitieakkoord Een nieuwe lente en een nieuw geluid is reeds aangekondigd dat het college opnieuw veel aandacht zal hebben voor het mbo en verbeteren van de aansluiting met de arbeidsmarkt en dat er nadrukkelijk aandacht komt voor mbo-studenten die uitvallen of dreigen uit te vallen. Met trots presenteer ik daarom drie agenda's die de komende vier jaar zorgen voor een optimale aansluiting tussen beroepsonderwijs en arbeidsmarkt en ontwikkelkansen voor alle jongeren van onze stad. Deze agenda's kennen een totale investering van € 35 miljoen. Met de Amsterdamse MBO-Agenda investeert de gemeente de komende vier jaar € 16.3 miljoen in het Amsterdams middelbaar beroepsonderwijs. Deze agenda kent twee ambities: Toekomstgericht beroepsonderwijs en Optimale schoolloopbaan voor alle studenten. Kern van deze agenda is dat mbo- instellingen gefaciliteerd worden om hun docententeams te professionaliseren en hun onderwijs te innoveren door nieuwe samenwerkingen aan te gaan, of nieuwe onderwijsvormen te starten. En dat mbo-instellingen in staat worden gesteld om hun studenten passende begeleiding te bieden en doorstroom vanuit het voortgezet onderwijs en naar het hoger onderwijs bevordert. Met de Uitvoeringsagenda Onderwijs-Arbeidsmarkt activeren we werkgevers meer te investeren in het opleiden van de beroepsbevolking. Ook stimuleert deze agenda dat de huidige beroepsbevolking wendbaarder en flexibeler wordt en ondersteunt werkgevers bij het streven naar een inclusieve arbeidsmarkt. De kern van deze agenda richt zich op het ontwikkelen en verduurzamen van publiek- private samenwerkingen tussen bedrijfsleven, overheid en onderwijsinstellingen en het stimuleren van om- en bijscholing en intersectorale arbeidsmobiliteit. De komende vier jaar investeert de gemeente € 4 miljoen vanuit de middelen voor Economische Structuurversterking in deze agenda. De Uitvoeringsagenda: Inzetten op jongeren in een kwetsbare onderwijspositie is er voor jongeren voor wie een startkwalificatie geen vanzelfsprekendheid is. In het onderwijs is kansengelijkheid de komende jaren topprioriteit. Er is een groep jongeren die extra ondersteuning nodig heeft om een opleiding succesvol af te ronden de overstap naar werk niet zonder ondersteuning en begeleiding kan maken. Deze vitvoeringsagenda richt zich op drie groepen jongeren, te weten jongeren die onderwijs volgen op regulier Entree en niveau 2, jongeren die afkomstig zijn uit het praktijkonderwijs, voortgezet speciaal onderwijs, vmbo basis, of de Entree opleiding en de overstap maken naar niveau 2 of werk en tot slot de jongeren die overbelast zijn en onderwijs op maat volgen op een van de plusscholen. De ambitie is om in de periode 2019-2023 te realiseren dat deze jongeren allemaal ondersteuning op maat krijgen, zowel binnen het onderwijs en in hun zoektocht naar een passende stage- en werkplek, als op | Een routebeschrijving vindt v op www.amsterdam.nl Gemeente Amsterdam Datum 29 januari 2019 Pagina 3 van 4 hun uiteindelijke werkplek. Met als doel een zoveel mogelijk zelfstandige positie op de regionale arbeidsmarkt én een vangnet voor diegenen, die door omstandigheden terug- of uitvallen. Voor deze agenda is de komende vier jaar € 14,8 miljoen beschikbaar, dat wordt ingezet om blijvend voldoende plekken op de Amsterdamse Plusschool en ROC op Maat (de zogenaamde uitvalsvoorzieningen) te waarborgen en leerwerkcoaches voor de leerlingen op niveau Entree en 2 in te zetten. Een echte Amsterdamse agenda De MBO-Agenda is een echte Amsterdamse agenda. Deze lokale impuls is aanvullend op landelijk beleid. Ook in het bestuursakkoord, dat tussen de minister van OCW en de MBO Raad is gesloten, is aandacht gevestigd op het innoveren van het onderwijs, op inzet op jongeren in een kwetsbare onderwijspositie en op leven lang ontwikkelen. Mbo-instellingen maken hiervoor in 2019 een kwaliteitsplan waarover zij afspraken maken met de minister. De grote opgaven waar Amsterdam voor staat, zoals de bouwopgave, de energietransitie en de toenemende vraag naar zorg, rechtvaardigen een aanvullende lokale impuls. Met de MBO-Agenda dragen we bij aan de urgente vraagstukken in onze stad en stellen we mbo-instellingen in staat om te experimenteren en te innoveren, waardoor zij beter onderwijs realiseren voor Amsterdamse jongeren. Amsterdam is hiermee landelijk een voorloper en kiest nadrukkelijk voor de stap voorwaarts om regionale arbeidsmarktuitdagingen ook regionaal aan te pakken, in samenwerking met betrokken onderwijsinstellingen en bedrijven. De ambities van het rijk en van het college vullen elkaar aan en versterken elkaar door deze agenda. Monitoring, onderzoek en kennisdeling De gemeente volgt de voortgang van deze agenda's nauwlettend. Instellingen zullen volledig transparant zijn over middelen die zij aanvragen, hoe zij die inzetten en wat dit oplevert. Op een zevental indicatoren zullen we de ontwikkeling van het Amsterdams mbo monitoren. Ik zal uw raad hierover regelmatig, tenminste één keer per jaar, informeren via voortgangsrapportages. Afhandeling moties Ook wordt onderzoek gedaan of specifieke oplossingen effect sorteren, of om uitdagingen beter in beeld te krijgen. Zo voert het college binnen deze agenda's de volgende moties vit en beschouwt ze daarmee als afgehandeld: e raadslid Flentge (322.18) Meedoen aan landelijke proef begeleiden op arbeidsmarkt; e _ raadsleden Mbarki, Flentge en Blom (323.18) Amsterdamse Plusvoorziening; e raadsleden De Fockert en Hammelburg (971.18) Passende schoolloopbaan voor elke mbo-student; e _ raadsleden Yilmaz, Simons, Ceder en De Fockert (931.18) Stadsbreed uitrollen van de stagemakelaar; e _ raadsleden Mbarki, Yilmaz, Ceder en Hammelburg (1101.18) Amsterdamse vakmensen voor duurzame stad; e raadslid Boutkan (1260.17) Kansen voor iedereen: bestrijd de toenemende tweedeling op de Amsterdamse arbeidsmarkt; e _ raadsleden Blom en De Heer (901.18) Meisjes en vrouwen in bèta, techniek en ict. De MBO-Agenda is een agenda die gezamenlijk met het onderwijs tot stand is gekomen. Via het Bestuurlijk Overleg MBO-Agenda stuur ik samen met de mbo-bestuurders op de doelstellingen van de agenda. De mbo-instellingen weten elkaar door deze werkwijze steeds beter te vinden en benutten Een routebeschrijving vindt v op www.amsterdam.nl Gemeente Amsterdam Datum 29 januari 2019 Pagina 4 van 4 elkaars expertise en kennis. De MBO-Agenda vereist ook dat kennis die binnen de agenda ontwikkeld __ wordt, gedeeld wordt tussen de instellingen en zal dat blijven stimuleren. Tot slot Met deze impuls verwacht ik een stevige bijdrage te leveren aan een sterk beroepsonderwijs dat toekomstgericht is. Onderwijsteams versterken hun professioneel vermogen, studenten worden meer in de praktijk opgeleid, zodat ze toegang tot de nieuwste ontwikkelingen en technologieën hebben. Regionale werkgevers krijgen de ruimte om samen met het onderwijs juist nu te investeren in een arbeidsmarktsysteem dat goed is voorbereid op toekomstige conjunctuurschommelingen. Ook zal het beroepsonderwijs aan de stad laten zien wat voor geweldige vakmensen het aflevert en ouders en leerlingen overtuigen van de waarde van een beroepsgerichte opleiding. Alles om te zorgen dat Amsterdam voldoende goed opgeleide vakmensen heeft en jongeren actief meedoen in de samenleving, duurzaam werk hebben en dus een mooie toekomst tegemoet gaan. Met vriendelijke groet, Namens het college van burgemeester en wethouders, _ ii Wethouder Beroepsonderwijs en Aansluiting Arbeidsmarkt Een routebeschrijving vindt v op www.amsterdam.nl
Motie
4
discard
x Gemeente Amsterdam % Actualiteit voor de raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Juridische Zaken, Communicatie, Raadsaangelegenheden, Preventie Jeugdcriminaliteit, Vluchtelingen en Ongedocumenteerden, Handhaving en Toezicht Jaar 2019 Datum indiening Datum behandeling Onderwerp Actualiteit van het raadslid Torn (VVD) inzake het bericht dat boa's op 31 januari gaan staken Aan de commissie Reden bespreking De Nederlandse Boa-bond (NBB) heeft aangegeven op 31 januari as. 24 uur lang geen boetes uit te zullen schrijven. Deze staking is volgens de NBB een ‘waarschuwing’. De NBB wil dat de gemeente handhavers uitrust met verdedigingsmiddelen (wapenstok en/of pepperspray) en bodycams. De burgemeester heeft aangegeven geen heil te zien in verdedigingsmiddelen en geen financiële dekking te hebben voor bodycams. Reden spoedeisendheid De NBB werkt momenteel aan acties die steviger zijn dan de aangekondigde staking van 31 januari. Dergelijke acties kunnen ingrijpende gevolgen hebben voor de gemeentelijke handhaving en leefbaarheid in de stad. Het lid van de commissie, R.K. Torn 1
Actualiteit
1
train
x Gemeente Amsterdam R % Gemeenteraad Gemeenteblad % Motie Jaar 2017 Afdeling 1 Nummer 135 Publicatiedatum 24 februari 2017 Ingekomen onder H Ingekomen op donderdag 16 februari 2017 Behandeld op donderdag 16 februari 2017 Status Aangenomen Onderwerp Motie van de leden Groen, Bosman en Van den Berg inzake het circulair innovatieprogramma 2016-2018 (grondstoffenmarktplaats). Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over het circulair innovatieprogramma 2016-2018 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 89). Constaterende dat: — de ‘Quick Scan Circulair’ het faciliteren van grondstof- en materialenopslag benoemt als de belangrijkste en kansrijkste actie die de gemeente op dit moment kan uitvoeren om circulariteit in de bouw te stimuleren: — daarbij voorstelt dat de gemeente “centraal een fysieke opslag van materialen (grondstoffenbank) inrichten waar materialen, ook die worden verhandeld op de online grondstoffenmarktplaats, tijdelijk worden opgeslagen; — onbebouwde kavels rondom Amsterdam, zoals in de haven van Amsterdam en in Westpoort, Zaanstad en Almere, ideale locaties vormen om tijdelijk bouwafval op te slaan tot het wordt verhandeld via de online marktplaats”; — de nota ‘Amsterdam Circulair, leren door te doen’ het inrichten van een grondstof- en materialenopslag nu niet benoemt als een van de acties die het college wil ondernemen. Overwegende dat: — _marktconsultatie en het rapport uitwijzen dat een cultuuromslag noodzakelijk is, dat concrete projecten nodig zijn om deze te slechten en dat de markt de gemeente als een logische partij ziet om dit op te pakken. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: 1. in 2017 het initiatief te nemen voor het inrichten van een ‘materiaalshowroom!' voor bouwafval; 2. hiertoe samen te werken met stakeholders als de Haven om tijdelijk opslag van bouwafval mogelijk te maken; 3. te onderzoeken hoe uitwisseling van bouwmaterialen tussen bouwbedrijven en afvalbedrijven kan worden bevorderd door (mede) initiatief te nemen voor het opzetten van een online marktplaats, of samenwerking te zoeken met een al bestaande online marktplaats; 1 Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteraad Nummer 135 Motie Datum 24 februari 2017 4. uiterlijk 2017 een voorstel hiertoe voor te leggen aan de raad. De leden van de gemeenteraad RJ. Groen A.M. Bosman P.J.M. van den Berg 2
Motie
2
discard
Bezoekadres x Gemeente Benel Amste rdam 1011 PN Amsterdam Postbus 202 1000 AE Amsterdam Telefoon 14 020 > amsterdam.nl Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam Aan de leden van de raadscommissie Mobiliteit, Luchtkwaliteit en Duurzaamheid (MLD) van Amsterdam Datum 28 januari 2020 Behandeld door Anouk Kors, [email protected], Verkeer en Openbare Ruimte Onderwerp Afhandeling motie 1055 van raadslid Timman (D66) getiteld “beleidsnota Deelmobiliteit Kansen voor de Stad (OV-metrofiets)” Geachte leden van de raadscommissie, In de vergadering van de gemeenteraad van 20 juni 2019 heeft uw raad bij de behandeling van de beleidsnota “Deelmobiliteit, Kansen voor de Stad”, motie 1055 van raadslid Timman van D66 aangenomen. In deze motie wordt het college gevraagd om: 1. In samenwerking met het GVB, Vervoerregio en alle andere relevante partijen te onderzoeken of R-net deelfietsen ook bij sommige metrostations een toegevoegde waarde in de mobiliteitsketen hebben; 2. Voorz janvari 2020 de vitkomsten van dit onderzoek aan de raad te presenteren. Met deze brief informeer iku over de afhandeling van motie 1055. In het kader van de beleidsnota “Deelmobiliteit, Kansen voor de Stad” wordt er gewerkt aan een voorstel betreffende een aantal (kleinschalige) experimenten met deel(bak-)fietsen in Amsterdam. De uitvoering van motie 1055 wordt meegenomen in één van deze experimenten. Hiertoe lopen op dit moment gesprekken met GVB en de Vervoerregio Amsterdam. Een routebeschrijving vindt v op www.amsterdam.nl. Gemeente Amsterdam Datum 28 januari 2020 Pagina 2 van 2 De experimenten worden naar verwachting in Q1 2020 aan het college ter besluitvorming voorgelegd, waarna ze in Q2 2020 ter kennisname aan de raadscommissie Mobiliteit, Luchtkwaliteit en Duurzaamheid gestuurd zullen worden. Het college beschouwt hiermee de motie als afgehandeld. Met vriendelijke groet, Namens het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam, bgn Laurens lvens Wnd. Wethouder Verkeer en Vervoer, Water en Luchtkwaliteit
Motie
2
discard
> Gemeente Besluit van de vergadering van het Algemeen Bestuur van X Amsterdam °° september 2014 X Oost Jaar 2014 Registratienummer Z-14-09929 / INT-14-02739 Onderwerp Advies straatnaamgeving Oostpoort Oost Onderwerp: Wijzigen openbare ruimte mmm WK eN De raad van Stadsdeel Oost, mmm— Li ed ew gezien het voorstel van het Dagelijks Bestuur d.d. 9 september 2014; en Ô ee 0 . . . . . en gehoord de Commissie naamgeving openbare ruimten d.d. 21 januari 2014; 0 mmm 0 gelet op artikel 6 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen, artikel 108 van de m0 gemeentewet en artikel 4, van de Verordening op de Vastgoedregistratie in samenhang met ee N de Verordening op de bestuurscommissies 2013; mk overwegende dat -__ wordt voldaan aan de wettelijke verplichting tot het benoemen van openbare ruimten; -__door het vaststellen van een naam voor de openbare in Oostpoort Oost de vertraging in de vergunningsprocedure en daarmee in de ontwikkeling van plot 2A wordt voorkomen; -__de naam ‘Tuin van Hera’ door de Commissie naamgeving openbare ruimten is goedgekeurd; -__de naam ‘Tuin van Hera! goed aansluit op het thema ‘utopische samenleving’ dat gekozen is voor de naamgeving binnen Oostpoort, besluit 1. inte stemmen met de voordracht voor het AB om aan het college te adviseren de straatnaam ‘Tuin van Hera’ vast te stellen; 2. hetDBte adviseren dit advies voor te leggen aan het college van B&W. Het algemeen bestuur van de Bestuurscommissie Oost Liane Pielanen, Ivar Manuel, secretaris voorzitter Afschrift: Behandelend ambtenaar, Dienst Basisinformatie 4
Besluit
1
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad x% Gemeenteblad % Motie Jaar 2016 Afdeling 1 Nummer 1122 Publicatiedatum 23 september 2016 Ingekomen onder AB Ingekomen op 14 september 2016 Behandeld op 14 september 2016 Status Ingetrokken Onderwerp Motie van het lid Alberts inzake de rapportage “Naar een betere Amsterdamse taximarkt’ en de Taximonitor 2015 (een gelijk speelveld voor alle taxichauffeurs in Amsterdam). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de rapportage “Naar een betere Amsterdamse taximarkt” en de Taximonitor 2015 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1061). Overwegende dat: — Amsterdamse taxichauffeurs lid moeten zijn van een Toegestane Taxi Organisatie (TTO) om gebruik te maken van taxistandplaatsen:; — recente ontwikkelingen en innovaties in de taxiwereld leiden tot een verschuiving van taxiritten, van opstap bij de standplaats naar instap op straat, de zogenaamde bel- en contractmarkt; — voor deze aanbieders geen aansluiting bij een TTO vereist is; — hierdoor problemen ontstaan in de Amsterdamse taximarkt door teruglopende inkomsten en bestaanszekerheid voor chauffeurs. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: bij het rijk aan te dringen op een herziening van de wet, waarbij lidmaatschap van een TTO ook verplicht wordt voor alle taxi-aanbieders, ook aanbieders die actief zijn op de bel- of contractmarkt. Het lid van de gemeenteraad R. Alberts 1
Motie
1
discard
x Gemeente Amsterdam R. % Gemeenteraad % Motie Jaar 2021 Afdeling 1 Nummer 112 Behandeld op 10 maart 2021 Status Verworpen bij schriftelijke stemming op 15 maart 2021 Onderwerp Motie van het lid Ceder inzake deurbeleid middels leeftijdsgrens bij erotisch centrum Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de nadere uitwerking van de scenario's raamprostitutie Wallen/Singel. Constaterende dat het college de voorkeur geeft aan het openen van een erotisch centrum. Overwegende dat: - het onwenselijk is dat een dergelijk erotisch centrum voor iedereen toegankelijk zou zijn; -— een erotisch centrum de mogelijkheid biedt om een deurbeleid te voeren; -— seks met een minderjarige niet is toegestaan en dit ook geldt voor een prostituee. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: Bij een eventueel te openen erotisch centrum een deurbeleid te voeren waarbij men tenminste meerderjarig moet zijn om naar binnen te mogen en hier ook op te handhaven. Het lid van de gemeenteraad D.G.M. Ceder 1
Motie
1
discard
Ae 023825 N% Gemeente Raadscommissie voor Duurzaamheid, Circulaire Economie, Afval en D C val en NN : … Grondstoffen % Amsterdam Reiniging, Voedsel en Dierenwelzijn Voordracht voor de Commissie DC van 07 december 2023 Ter bespreking en ter kennisneming Portefeuille Afval en Reiniging Agendapunt 3 Datum besluit n.v.t. Onderwerp Raadsinformatiebrief afdoening motie 268 (gratis fastfoodverpakking en zwerfafval) De commissie wordt gevraagd Kennis te nemen van bijgevoegde raadsinformatiebrief ter afdoening van motie 268 (Boomsma) Wettelijke grondslag Artikel 160, eerste lid, onder a Gemeentewet Art 169 Gemeentewet Artikel 79 en 80 Reglement van orde gemeenteraad en raadscommissies Amsterdam Bestuurlijke achtergrond In de vergadering van de gemeenteraad van 19-07-2023 heeft uw raad bij de behandeling van Voorjaarsnota 2023 motie 268 van raadslid Boomsma (CDA) aangenomen. Deze brief is ter afdoening van deze motie. Reden bespreking Het CDA wil graag met de wethouder in gesprek over de uitwerking van de motie, ook in het licht van de discussie over het weer afschaffen van de heffing op fastfood verpakking. Uitkomsten extern advies nvt. Geheimhouding nvt. Uitgenodigde andere raadscommissies nvt. Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan? Ja, TA2023-000878 Welke stukken treft v aan? Gegenereerd: vl.8 1 VN2023-023825 % Gemeente Raadscommissie voor Duurzaamheid, Circulaire Economie, Afval en Afval en % Amsterdam Reiniai Voedsel Di lii Grondstoffen % einiging, Voedsel en Dierenwelzijn Voordracht voor de Commissie DC van 07 december 2023 Ter bespreking en ter kennisneming 268.23 Motie Boomsma inzake gratis fastfood verpakking en zwerfafval AD2023-082394 @).pdf (pdf) AD2023-082395 Commissie DC (1) Voordracht (pdf) AD2023-082393 afdoening motie Boomsma.pdf (pdf) Ter Inzage annen Jen Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Directie Afval en Grondstoffen, Céline Heldring Gegenereerd: vl.8 2
Voordracht
2
test
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Amendement Jaar 2018 Afdeling 1 Nummer 578 Publicatiedatum 4 juli 2018 Ingekomen onder A Ingekomen op woensdag 27 juni 2018 Behandeld op woensdag 27 juni 2018 Status Aangenomen Onderwerp Amendement van het lid Torn inzake het Jaarverslag 2017 (geen foute vermeldingen bruto rekeningresultaat). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over het Jaarverslag 2017 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 548). Constaterende dat: — Op pagina 17, pagina 18 en pagina 21 van het Jaarverslag 2017 verschillende bedragen worden genoemd voor het bruto rekeningresultaat, respectievelijk € 137,4 miljoen, € 137,2 miljoen en € 126,4 miljoen — Uit antwoorden op technische vragen is gebleken dat het juiste bruto rekeningresultaat € 137,4 miljoen is. Overwegende dat: — Foute bedragen in het Jaarverslag 2017 tot onduidelijkheid kunnen leiden; — Een juiste verantwoording van bedragen en resultaten belangrijk is voor de verantwoording van de gemeentelijke financiën; — Waar mogelijk fouten in het Jaarverslag moeten worden gecorrigeerd. Besluit: — Op pagina 18 van het Jaarverslag 2017 de zin “Het bruto rekeningresultaat bedraagt € 137,2 miljoen en is daarmee [….]" te wijzigen in: “Het bruto rekeningresultaat bedraagt €137,4 miljoen en is daarmee […]': — Op pagina 21 van het Jaarverslag 2017 de zin “Het resultaat van € 126,4 miljoen wordt hieronder geanalyseerd [……]' te wijzigen: in “Het bruto rekeningresultaat van € 137,4 miljoen wordt hieronder geanalyseerd [….]'. Het lid van de gemeenteraad, RK. Torn 1
Motie
1
discard
4 Gemeente Amsterdam R % Gemeenteraad % Motie Jaar 2021 Nummer 176 Behandeld op 31 maart/1 april 2021 Status Ingetrokken en vervangen door 176 accent Onderwerp Motie van de leden Van Lammeren en Boomsma inzake het wijzigen van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) in verband met het algeheel afsteekverbod van consumentenvuurwerk (Organiseer centraal georganiseerde vuurwerk- en lasershows in Amsterdam) “Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over het wijzigen van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) in verband met het algeheel afsteekverbod van consumentenvuurwerk (Nr. VN2021-006589). Constaterende dat: - het particulieren in Amsterdam wordt verboden om vuurwerk af te steken met oud en nieuw; — wij willen ondersteunen dat Amsterdammers kunnen genieten van vuurwerk om het nieuwe jaar in te luiden zonder gevaar en bijkomend overlast - een vuurwerkshow een verbindende functie heeft; - de evaluatie als aanbeveling heeft om te streven naar een centrale viering, op een grote, iconische buitenlocatie; - één centrale vuurwerkshow niet zichtbaar is voor veel mensen in de stad. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: Met Oud en Nieuw 2021/2022 op meerdere locaties in Amsterdam een professionele drone-, laser- of vuurwerkshows te organiseren, zodat Amsterdammers in alle stadsdelen daarvan kunnen genieten, tenzij Corona-maatregelen dat nog steeds onmogelijk maken. De leden van de gemeenteraad J.F.W. van Lammeren D.T. Boomsma
Motie
1
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2017 Afdeling 1 Nummer 153 Publicatiedatum 24 februari 2017 Ingekomen onder Y Ingekomen op donderdag 16 februari 2017 Behandeld op donderdag 16 februari 2017 Status Verworpen Onderwerp Motie van de leden Nuijens en Moorman inzake de opnieuw achterblijvende bouw van sociale huurwoningen (het, binnen afspraak 39 van de samenwerkingsafspraken, zoveel mogelijk verhogen van het minimum aan jaarlijks te bouwen sociale huurwoningen). Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de opnieuw achterblijvende bouw van sociale huurwoningen (Gemeenteblad afd. 1, nr. 107). Overwegende dat: — afspraak 39 van de Samenwerkingsafspraken tussen de gemeente, de Huurdersvereniging Amsterdam en de Amsterdamse woningcorporaties ruimte biedt voor verhoging van het jaarlijks minimum te bouwen sociale huurwoningen, mits sprake is van een verbetering van de financiële positie van de corporaties; — in het coalitieakkoord staat: “Er moeten daartoe voldoende woningen zijn voor huishoudens met een inkomen onder de sociale huurgrens van 34.700 euro. Op dit moment zijn dat 187.000 huishoudens”; — de zinssnede ‘op dit moment’ daarbij refereert aan het aantal rechthebbenden dat ten tijde van vaststelling van het coalitieakkoord aanspraak kon maken op een sociale huurwoning; — hetcollege heeft toegezegd, in te zetten op een ‘zo hoog mogelijke dynamische ondergrens’. Constaterende dat: — de Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties in december 2016 samen met de Huurdersvereniging Amsterdam, vanwege de verbeterde financiële positie van de corporaties, heeft aangegeven, te kunnen komen tot een verdubbeling van het afgesproken minimum aan jaarlijks te bouwen reguliere sociale huurwoningen, van 1200 naar 2400; — de groep rechthebbenden op een sociale huurwoning sinds vaststelling van het coalitieakkoord volgens “Wonen in Amsterdam 2015" inmiddels is gegroeid. 1 Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteraad Nummer 153 Motie Datum 24 februari 2017 Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: conform afspraak 39 met de corporaties nieuwe afspraken te maken over een zo hoog mogelijke nieuwe doelstelling aan jaarlijks minimaal te bouwen sociale huurwoningen. De leden van de gemeenteraad J.W. Nuijens M. Moorman 2
Motie
2
train
> Gemeente Amsterdam Motie Datum raadsvergadering _ 23 december 2021 Ingekomen onder nummer 857 Status Aangenomen Onderwerp Motie van de leden Nadif en Biemond inzake circulaire markten Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De Raad, Gehoord de discussie over het vaststellen van de tarieven markt- en staanplaatsgelden 2022. Constaterende dat: — De gemeente Amsterdam zoveel mogelijk bedrijfsafval probeert tegen te gaan; — Dat de branche aardappel, groente en fruit twee keer zoveel afval hebben dan andere markt- ondernemers; — Plein ’40-'45 GFT afval scheidt en verwerkt om vervolgens in een lokale vergister te verwerken tot groen gas. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders — bij het beleid rondom bedrijfsafval van markten gericht op de branche aardappelen, groente en fruit, te onderzoeken hoe deze afval circulair verwerkt kan worden; — hierbij te kijken naar de ervaringen van verschillende andere initiatieven zoals Plein ‘40-'4,5 waar de eerste stappen zijn gemaakt naar een circulaire en zero plastic markt (project Zero Mica). Indieners |. Nadif H.J.T. Biemond
Motie
1
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2016 Afdeling 1 Nummer 1197 Datum akkoord 30 september 2016 Publicatiedatum 3 oktober 2016 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het lid N.T. Bakker van 28 april 2016 inzake de jaarlijkse aandeelhoudersvergadering van wapenbedrijf Airbus in Amsterdam. Aan de gemeenteraad Toelichting door vragensteller: Op 28 april 2016 organiseerde het internationale wapenbedrijf Airbus haar jaarlijkse aandeelhoudersvergadering in het Okura Hotel in Amsterdam. De oorlogstak van het bedrijf is erg winstgevend. Airbus noteert in deze tak een jaarlijkse omzet van rond de 12 miljard euro, o.a. dankzij de verkoop van 'multi-role' aanvalshelikopters, Eurofighter straaljagers en verschillende soorten raketten, ook voor kernwapens. Deze winst staat in schril contrast met de humanitaire drama’s waar Airbus aan bijdraagt. Wereldwijd zijn ruim 60 miljoen mensen op de vlucht voor conflict en geweld, mede mogelijk gemaakt door het materieel dat Airbus produceert. Natuurlijk worden beslissingen tot oorlog genomen door politieke leiders en niet door wapenfabrikanten. Desondanks heeft oorlogsindustrie met hun lobby een flinke vinger in de pap als het gaat om buitenlands beleid van landen en internationale organisaties als de N.A.V.O. Gezien het belang van Airbus bij verkoop van oorlogsmaterieel, is het niet moeilijk om te concluderen dat zij, net als andere oorlogsfabrikanten een financieel belang hebben bij gewapende conflicten in de wereld. Oorlog is handel. Airbus kijkt bij die handel ook niet zo nauw naar de landen waarmee ze handel drijven. Recent leverde Airbus militaire helikopters aan Saoedi-Arabië, een land dat bekend staat om het op grote schaal schenden van mensenrechten en het plegen van oorlogsmisdaden in Jemen. Onderafdeling MBDA verkocht raketten aan Qatar. Er loopt ook een leveringscontract voor grensbewakingssystemen voor zowel Roemenië als Saoedi-Arabië. Amsterdam profileert zich actief als locatie voor het houden van bedrijfsevenementen, zoals meetings en conferenties. Dit gebeurt via de Amsterdam Convention Board’, een onderdeel van Amsterdam Marketing. De gemeente biedt via haar website iamsterdam.com een breed scala aan diensten aan voor geïnteresseerde bedrijven.” Via een online venue finder? kunnen bedrijven snel zien welke locaties het meest geschikt zijn voor het houden van verschillende bedrijfsevenementen. Het ‘Business ' http://www.iamsterdam.com/en/search-results/tags/meetachb?idt=66676d6a-b7í2-4f18-82a7-a6245c467974 2 http://www.iamsterdam.com/en/business/meetings 3 http://www.iamsterdam.com/en/business/meetings/plan-your-event/venuefinder 1 Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Demmer ober 2018 Schriftelijke vragen, donderdag 28 april 2016 Marketing & Convention team’ biedt zichzelf aan als ‘one-stop contact” voor het plannen van bedrijfsevenementen via professioneel en onafhankelijk advies, bedenken van ‘creatieve ideeën’, het aanbieden van gratis promotiemateriaal en hulp bij het samenstellen van een ‘bidbook’® Gezien het vorenstaande heeft het lid N.T. Bakker, namens de fractie van de SP, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. In hoeverre is Amsterdam Marketing (in het verleden) betrokken geweest bij het naar de stad halen van Airbus voor het organiseren van hun jaarlijkse aandeelhoudersvergadering? Antwoord: Amsterdam Marketing heeft geen contact gehad met Airbus. 2. Maakt Airbus gebruik — of heeft Airbus gebruikgemaakt — van de diensten van de Amsterdam Convention Board, of andere diensten die vallen onder Amsterdam Marketing? Zo ja, welke diensten? Antwoord: Nee. 3. Welke criteria op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen stelt Amsterdam — en daarmee ook Amsterdam Marketing — Is selectie aan de poort voor potentiele klanten bij het aannemen van opdrachten? In hoeverre zijn activiteiten in de wapenbranche een grond voor weigering? Graag een toelichting. Antwoord: De publiek-private stichting Amsterdam Marketing levert haar diensten aan legale organisaties. Amsterdam Marketing is daarnaast selectief in het aanvaarden van partnerships. Zo weigert de organisatie het partnership aan: — partijen die niet over de juiste vergunningen beschikken (dit wordt door Amsterdam Marketing bij de gemeente en Waternet nagevraagd); — partijen die diensten aanbieden die op enigerlei wijze niet stroken met de strategie of integriteit van Amsterdam Marketing; — directe aanbieders van erotische diensten of producten; — cannabis detaillisten In het geval van twijfel wordt dit door Amsterdam Marketing met de directie en eventueel derden besproken alvorens partnership wordt toegezegd of afgewezen. Zodra bekend wordt dat reeds bestaande partners niet aan de voorwaarden van integriteit voldoen wordt het partnership ingetrokken. Tot op heden is dit nog nooit het geval geweest. 4 http://www.iamsterdam.com/en/business/meetings/plan-your-event/how-can-we-help 5 http://www.iamsterdam.com/en/business/meetings/plan-your-event/bid-procedures 2 Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Demmer ober 2018 Schriftelijke vragen, donderdag 28 april 2016 Amsterdam inbusiness hanteert een selectie aan de poort als het gaat om dubieuze investeerders. Bij twijfel wordt met partners in het internationale netwerk (NFIA, ambassades, consulaten en het ministerie van Buitenlandse Zaken) achterhaald of een investeerder betrouwbaar is. Hiervoor wordt het criterium gehanteerd dat we alleen werken met bedrijven die ook echt van plan zijn om activiteiten en werknemers te vestigen in Nederland. En uiteraard dat het hierbij gaat om bedrijfsactiviteiten die binnen wet- en regelgeving vallen. 4. Is het college bereid om selectiecriteria te ontwikkelen, waarbij mogelijke opdrachtgevers van Amsterdam Marketing (en gelieerde afdelingen als de Economic Board, Convention Board en Inbusiness) worden getoetst op maatschappelijk en ethisch verantwoord ondernemen? Graag een toelichting. Antwoord: De Beleidsregel Integriteit en Overeenkomsten (BIO) geeft de gemeente een algemeen kader voor het meewegen van integriteit bij privaatrechtelijke overeenkomsten en een opsomming van de screeningsmiddelen om integriteit van partijen waarmee de gemeente zaken wenst te doen, te screenen. Het college is bereid te onderzoeken in hoeverre de Beleidsregel Integriteit en Overeenkomsten (BIO) kan worden ingezet of handvatten biedt voor bredere doeleinden. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 3
Schriftelijke Vraag
3
train
GNa023 040024, N Gemeente Raadscommissie voor Publieke Gezondheid en Preventie, Zorg en OZA nderwijs, Jeugd en " . ‘ " Maatschappelijke Ontwikkeling, Jeugd(zorg), Onderwijs en Armoede en Zorg % Amsterdam PRE 9, enoezers ° Schuldhulpverlening Voordracht voor de Commissie OZA van 14 december 2022 Ter kennisneming Portefeuille Onderwijs Agendapunt 3 Datum besluit n.v.t. Onderwerp Uitwerken voorstel schoollunches. De commissie wordt gevraagd Kennisnemen van raadsinformatiebrief Update schoolontbijt en schoollunch in Amsterdam Wettelijke grondslag Gemeentewet Artikel 169 van de Gemeentewet, actieve informatieplicht college naar gemeenteraad. Bestuurlijke achtergrond Niet van toepassing Reden bespreking Niet van toepassing Uitkomsten extern advies Niet van toepassing Geheimhouding Niet van toepassing Uitgenodigde andere raadscommissies Niet van toepassing Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan? Niet op dit moment. De diverse moties inzake schoolmaaltijden zullen worden meegenomen in de raadsinformatiebrief over het lange termijn beleid die in februari 2023 richting de commissie komt. Welke stukken treft v aan? Gegenereerd: vl.10 1 VN2022-040624 __ $% Gemeente Raadscommissie voor Publieke Gezondheid en Preventie, Zorg en Onderwijs, Jeugden 9 Amsterdam - oe: - Zorg % Maatschappelijke Ontwikkeling, Jeugd(zorg), Onderwijs en Armoede en Schuldhulpverlening Voordracht voor de Commissie OZA van 14 december 2022 Ter kennisneming AD2022-112196 Bijlage 1 Raadsinformatiebrief update schoollunches (21-11-22). pdf (pdf) Commissie OZA Voordracht (pdf) Ter Inzage Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) OJZ, Daan Farjon (bestuurszaken. [email protected]) Gegenereerd: vl.10 2
Voordracht
2
train
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Motie Jaar 2013 Afdeling 1 Nummer 786 Publicatiedatum 16 oktober 2013 Ingekomen onder I Ingekomen op woensdag 2 oktober 2013 Behandeld op woensdag 2 oktober 2013 Status Ingetrokken Onderwerp Motie van de raadsleden de heer Winsemius, de heer Hoek, de heer Toonk en mevrouw Alberts inzake de evaluatie Amsterdamse maatregelen luchtkwaliteit (uitstootvrij maken van het wagenpark). Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 27 augustus 2013 inzake de evaluatie Amsterdamse maatregelen luchtkwaliteit (Gemeenteblad afd. 1, nr. 748); Overwegende dat: — de aantallen voor een uitstootvrij wagenpark in Amsterdam niet worden gehaald; — er hierdoor vanaf 2015 geen 450 uitstootvrije taxi's rondrijden, geen 50 uitstoot- vrije middelzware vrachtwagens, geen 850 uitstootvrije bedrijfspersonenwagens en geen 200 uitstootvrije bedrijfsbestelbussen; Voorts overwegende dat: — niet alle opties aangaande de uitstootvrije taxi's te halen zijn aangegrepen; — _ het verder uitstootvrij maken van het gemeentelijk wagenpark en het wagenpark van de stadsdelen mogelijkheden biedt de andere doelstellingen grotendeels te halen; — de termijn tot 2015 hier waarschijnlijk te kort voor zal blijken te zijn, Draagt het college van burgemeester en wethouders op: — de oorspronkelijke doelstellingen uit het plan voor 2011 het uitstootvrij maken van het Amsterdamse wagenpark aangaande taxi's, bedrijfswagens, middelzware vrachtwagens en bedrijfsbestelbussen te handhaven; — daarbij 2017 als einddatum te nemen; 1 Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteraad Nummer 786 Moti Datum _ 16oktober2013 “ee — indien de aantallen in 2015 niet zijn gehaald, in 2015 een actieplan voor te leggen aan de raad voor het uitstootvrij laten rijden van taxi's en een vervangingsplan van het gemeentelijke wagenpark dat is gericht op de aanschaf van uitstofvrije voertuigen, zodat aan de aantallen wordt voldaan. De leden van de gemeenteraad, R. Winsemius J. Hoek W.L. Toonk R. Alberts 2
Motie
2
discard
> Gemeente Amsterdam DS Motie Datum raadsvergadering 9 november 2022 Ingekomen onder nummer 408 Status Ingetrokken Onderwerp Motie van het lid Bakker inzake de Begroting 2023 Onderwerp Geen taboes bij bestuursopdracht Inzicht in beleid, geld en keuzes Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De Raad, Gehoord de discussie over de Begroting 2023 Constaterende dat: -__de gemeentefinanciën vanaf 2026 ernstig dreigen te verslechteren vanwege mogelijk een aanzienlijk korting op de uitkering uit het gemeentefonds; -__ de financiering van grote (infrastructurele) projecten onder druk staat vanwege snel stij- gende bouwkosten en torenhoge inflatie; -_ het college in haar concept begroting voor 2023 heeft aangekondigd daarom via een be- stuursopdracht ‘Inzicht in beleid, geld en keuzes’ grote (infrastructurele) projecten te wil- len heroverwegen en om tot een nieuwe prioritering te komen, waarvan de uitkomsten bij de Voorjaarsnota 2023 zullen worden gepresenteerd. Overwegende dat: -___projecten op het wenslijstje van Amsterdam zich in verschillende fasen van planning, be- sluitvorming, financiering en uitvoering bevinden (denk aan Sprong over het IJ, Zuidas- dok, programma bruggen en kademuren, doortrekken van de Noord/Zuidlijn naar Schip- hol-Hoofddorp, sluiten van de metroring). Verzoekt het college van burgemeester en wethouders geen taboes te bezigen voor wat betreft de bestuursopdracht ‘Inzicht in beleid, geld en keuzes’ en dus ook projecten waarvoor al deels financiering was gevonden, dan wel vanuit Amsterdam, dan wel vanuit het Rijk of een samenwerkingsverband zoals de Nationale Alliantie, te heroverwegen. Gemeente Amsterdam Status Ingetrokken Pagina 2 van 2 Indiener, A.L. Bakker
Motie
2
discard
4 Gemeente Raadsinformatiebrief Amsterdam Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam Datum g november 2023 Portefeuille(s) Verkeer, Vervoer en Luchtkwaliteit Portefeuillehouder(s): Melanie van der Horst Behandeld door Verkeer & Openbare Ruimte, j.sluyters amsterdam.nl Onderwerp Opgaven in Noord Geachte leden van de gemeenteraad, Met deze brief informeert het college u over het volgende. In de raadscommissievergadering Stadsontwikkeling van 22 februari 2023 zijn de contouren van de Aanpak Noord gepresenteerd. Ik heb toen bij de bespreking van het thema Openbare ruimte toegezegd u voor de zomer te informeren over welke werkzaamheden in Noord op stapel staan, welke budgetten daarvoor beschikbaar zijn en hoe we de ambitie vormgeven om in Noord extra te investeren in het kader van ongelijk investeren voor gelijke kansen. Het spijt mij dat het me niet gelukt is v voor de zomer te informeren. Des te meer reden om u nu goed en breed te informeren. De inhoud van deze brief is tot stand gekomen in afstemming met de portefeuillehouders in Noord Met deze brief informeer ik v over de veelheid aan ontwikkelingen in de openbare ruimte, inclusief de werkzaamheden die we vatten onder de Aanpak Noord. Onderhoud van de openbare ruimte en wegwerken van achterstalligheid Een schone, goed onderhouden openbare ruimte is belangrijk voor veiligheid, leefbaarheid en aantrekkelijkheid van een buurt. Noord heeft jarenlang veel achterstallig onderhoud gekend, wat zeer onwenselijk is. Dit vit zich vooral in de kwaliteit van de wegen en verhardingen in Noord. In 2016 is dat voor het eerst onderkend, toen het college € „o mln extra middelen heeft vrijgemaakt voor achterstallig onderhoud aan wegen, groen en civiele constructies. Daarvan is ca 15 min in Noord besteed in de periode tot en met 2020, het merendeel aan wegen. Ook vanaf 2021 zijn er meer structurele middelen voor onderhoud beschikbaar gesteld. Bij het onderhoud aan wegen gaat jaarlijks gemiddeld een kwart naar SD Noord, omdat de onderhoudsopgave daar nog steeds groter is dan in andere stadsdelen. Voor de komende 4 jaren is ca. €10 min per jaar beschikbaar voor het verder wegwerken van achterstallig onderhoud en voor regulier onderhouds- en vervangingswerk aan wegen in Noord. Dit betreft ongeveer 20% van de stedelijke budgetten die voor dit soort onderhoud beschikbaar zijn. Uit deze budgetten komt Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 9 november 2023 Pagina 2 van 5 duidelijk naar voren dat er in Noord meer wordt geïnvesteerd in de openbare ruimte dan gemiddeld voor de andere stadsdelen. Hiermee geven we vanuit het programma Stadsbehoud invulling aan ‘Ongelijk investeren voor gelijke kansen.’ Tegelijk blijft er de zorg dat er nog niet voldoende middelen zijn voor alle onderhoud in de stad en is nog niet zeker dat met de impuls die Noord krijgt nu ook alle achterstalligheid weggewerkt kan worden. Onder andere in Landelijk Noord is de opgave groot en heeft bodemdaling een grote impact. Bijvoorbeeld in Tuindorp- Oostzaan, waar de afwatering van de openbare ruimte tot overlast leidt bij de langzaam verzakkende woningen, waardoor de kosten van de maatregelen mogelijk veel groter zijn dan de reguliere budgetten. Bij de begroting van 2025 zal een perspectief uitgewerkt worden voor de hele stad op het meerjarig inlopen van achterstalligheid. Toekomstbestendig Werken In april 2023 heeft het college de uitvoeringsstandaard toekomstbestendig werken in de openbare ruimte (USTOR) vastgesteld. Hierin is vastgelegd dat bij alle grootschalige werken in de openbare ruimte er in principe ook sprake moet zijn van een onderhoudsaanleiding. Onderhoudswerk kan daarbij worden ‘opgeplust’ met kleine verbeteringen om knelpunten op het gebied van veiligheid, klimaatadaptatie of gebrek aan groen op te lossen. Bij al het onderhoudswerk in Noord, zal dus kritisch worden gekeken welke knelpunten ook aangepakt moeten en kunnen worden. Tegelijk blijft onderhoudswerk in de basis gericht op het in stand houden van de bestaande situatie en is het (uit oogpunt van budget, duurzaam gebruik van materialen) niet mogelijk om bij onderhoud alle materialen te vervangen en de gehele straat opnieuw in te richten. In de stadsbrede programmering van onderhoudswerkzaamheden, zullen we ons inspannen om genoeg ruimte te vinden voor de benodigde ‘plussen’ in Noord. Bij het plegen van onderhoud of vervanging verandert de openbare ruimte in principe niet qua inrichting. Daarom is uitgebreide participatie in dat geval niet aan de orde. Wel informeren we bewoners over de werkzaamheden. En lossen we waar dat mogelijk is, kleinere knelpunten op in ons werk. Maar de ruimte voor uitgebreide participatie is dus — net als de ruimte voor wijziging van de inrichting —-beperkt. Bij herinrichting of gebiedsontwikkeling — waar de functie en inrichting van de straat of het gebied wél echt verandert - is er viteraard ruimte voor actieve participatie. Investeringen in inrichting openbare ruimte, groen en ondergrond Als onderhoudswerk niet volstaat, kan worden gekozen voor een het wijzigen van de inrichting van de openbare ruimte in een straat, plein of buurt; een herinrichting. In de begroting zijn deze budgetten te vinden in het programma Stadsverbetering. De budgetten hiervoor zijn beperkt, mede door de afspraak uit het coalitieakkoord om meer budget te reserveren voor onderhoud en minder voor herinrichting. Het is economisch slim en vanuit duurzaamheidsoogpunt wenselijk om pas tot herinrichting over te gaan als de materialen oud zijn en moeten worden vervangen. In Noord wordt desondanks (bovengemiddeld) veel geïnvesteerd in herinrichting van de openbare ruimte. Deze projecten worden in nauwe betrokkenheid met de buurt en met actieve participatie vormgegeven. Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 9 november 2023 Pagina 3 van 5 Zoals eerder genoemd is de inzet in Noord aanzienlijk. Dat gaat van kleinere projecten (straat of plein) tot hele buurten. In de Bloemenbuurt en Tuindorp Nieuwendam is sprake van grootschalige aanpak en wordt de hele openbare ruimte vervangen en conform de USTOR (Uitvoeringsstandaard Toekomstbestendig werken aan de Openbare Ruimte) weer toekomstbestendig teruggelegd. Andere straten waar gewerkt wordt zijn de Adelaarsweg, Fazantenweg/Zwanenplein, Heggerankweg, Houdringe, J.H. Heekweg, Klipperstraat e.o, Nieuwendammerdijk en het Plan van Gool. In landelijk Noord wordt gewerkt aan diverse Gouwen. In totaal staan er komende 4 à 5 jaar zo’n 60 locaties, van straat tot buurt op de planning, waarvan een belangrijk deel in de kwetsbare buurten. Ook worden momenteel diverse groene projecten voorbereid en uitgevoerd. Denk hierbij aan kleinschalige projecten, zoals meerdere groene plekken (o.a. Circusplein, Beemsterstraat) en grote investeringen in het groen zoals de herinrichting van het Noorderpark. Verder werken we in Noord aan het verbeteren van speelplekken. Want goede speelplekken zijn belangrijk voor een gezonde en fijne buurt. Dat verbeteren doen we zowel via onderhoud, het heel en veilig houden van speelplekken, maar ook door aanpassing. Waar we zien dat speelplekken niet of weinig gebruikt worden, kijken we naar mogelijkheden om de speelplek aantrekkelijker te maken door een aangepaste inrichting of andere speeltoestellen. Dat doen we samen met de bewoners. Gebiedsontwikkeling en de samenhang met de bestaande stad De afgelopen periode heeft de stad ingezet op het bouwen van veel woningen. In de periode 2016- 2022 waren dit er jaarlijks rond de 7500. Een deel van die stedelijke ontwikkeling vindt plaats in Noord. De komende decennia wordt de integrale gebiedsontwikkeling verder doorgezet. In Noord vindt grootschalige gebiedsontwikkeling met name plaats langs de IJ-oevers (in onder andere het Hamerkwartier, Overhoeks, de Buiksloterham en op de NDSM-werf) en in het Centrumgebied Amsterdam Noord (CAN). Daarnaast is er ook een aantal gebieden elders in het stadsdeel waar woningbouw en voorzieningen ontwikkeld zullen gaan worden (oa. in de Banne, Waterlandpleinbuurt). Binnen deze gebiedsontwikkelingsgebieden en -locaties worden op meerdere plekkenwegen en/of openbare ruimte opnieuw ingericht. Denk hierbij aan de herinrichting van de IJdoornlaan, een aantal binnenhoven in de Banne, het Parlevinkerpark, de verondieping/ ecologische inrichting van het Johan van Hasseltkanaal, diverse parken langs de IJ- oevers, etc. Uitgangspunt hierbij is dat de samenhang tussen de verschillende delen van Noord wordt versterkt, zowel fysiek als programmatisch. We bouwen aan een complete en gemengde stad, waar Noord een integraal deel van vitmaakt. Daarom wordt bij nieuwe gebiedsontwikkelingen goed meegewogen wat voor impact of meerwaarde dit heeft op de bestaande stad en hoe de verschillende buurten op elkaar zijn aangesloten. Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 9 november 2023 Pagina 4 van 5 Aanpak Noord Een groot deel van de bestaande buurten in Noord scoort hoog op tal van aspecten ten opzichte van het Amsterdamse gemiddelde zoals armoede, werkeloosheid, eenzaamheid en laaggeletterdheid. Ook het onderhoud van huurwoningen en de openbare ruimte loopt vaak achter, zoals we hiervoor al hebben beschreven. Het College heeft dit signaal opgepakt en werkt onder andere via de Aanpak Noord aan verbetering op alle domeinen. Via fysieke ingrepen in de bestaande buurten én doorbraken op andere terreinen (sociaal, leefbaarheid, economie) werken we aan het versterken en behouden van de sociale en economische verbindingen binnen heel Noord en het wegwerken van achterstanden in de bestaande buurten. Voor het versterken van de verbinding tussen de gebieden streven we ernaar dat de huidige bewoners en ondernemers van Noord profiteren van de investeringen die in het gebied worden gedaan en meeprofiteren van de ontwikkeling die het stadsdeel doormaakt. Zowel politiek als vanuit de bewoners klinkt de roep om het potentieel van de bestaande gemeenschap te gebruiken om een stadsdeel te creëren dat in samenwerking met bewoners werkt aan thema’s als Jeugd, Wonen, Stadsnatuur & Groen, Openbare Ruimte, Kansrijke sociale buurten & Buurteconomie. Vanuit de Aanpak Noord werken we hier hard aan. Tegelijkertijd zijn de beschikbare middelen en capaciteit op dit moment beperkt. Ondanks dat blijven we streven naar ‘resultaat op straat’, het verbeteren van de buurten die dat zo nodig hebben. Vanuit de Aanpak Noord richten we ons op twee sporen: we gaan op zoek naar extra middelen vanuit het Rijk, EU en de Provincie Noord-Holland. Onlangs is de Regio Deal ZaanlJ Groen en Meedoen 4° tranche toegekend aan Amsterdam, Zaanstad, Oostzaan en de Provincie Noord-Holland, waaruit middelen beschikbaar worden gesteld voor verbeteringen in de openbare ruimte in Amsterdam-Noord. Over de Regio Deal bent u separaat in de Dagmail van 1 november jl. geïnformeerd. Kleine, snelle verbeteringen in de buurt vanaf 2024 Onder voorbehoud van vaststelling van de begroting 2024, gaan we vanaf volgend jaar aan de slag met kleine, snelle verbeteringen in de kwetsbare bestaande buurten, op basis van de behoeften en wensen van bewoners en waar dat kan in samenhang met de uitvoering van onderhoud. Bij de voorjaarsnota 2023 is hiervoor € 2,5 miljoen gereserveerd voor de komende jaren. De voorbereiding daarvan is gestart met het ophalen van knelpunten en verbetervoorstellen vanuit de buurt. We sluiten bij de uitvoering waar mogelijk aan bij lopende werkzaamheden en onderhoud. We gaan die uitvoering vanaf 2024 doen met kleine integrale vitvoeringsteams. Met deze brief beschouwt het College de volgende toezeggingen als afgedaan: e _TA2023-000184 - SO - Plan van aanpak achterstallig onderhoud openbare ruimte e _TA2023-000425 - SO - Onderhoudswerkzaamheden openbare ruimte Noord Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 9 november 2023 Pagina 5 van 5 Ik hoop u hiermee voldoende beeld te hebben gegeven van de doelstellingen, de aanpak en de voortgang van werkzaamheden in het fysieke domein in stadsdeel Noord in de volle breedte. Met vriendelijke groet, Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, res ü |: 4 Ï IJ À fo) \ _KDA, Melanie van der Horst Wethouder Verkeer, Vervoer en Luchtkwaliteit Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Brief
5
val
Voortgang plan van aanpak dak — en thuisloze jongeren in Amsterdam Periode: november 2016 — september 2017 Aanleiding Op 20 april 2016 is het plan van aanpak vastgesteld, genaamd: ‘Dak- en thuisloze jongeren in Amsterdam; integraal plan van aanpak naar aanleiding van het initiatiefvoorstel ‘Geef zwerfjongeren een kans in Amsterdam”. De commissie Jeugd en Cultuur wordt jaarlijks geïnformeerd over de voortgang van het plan van aanpak. Op 27 oktober 2016 kwam, na een betrekkelijk korte periode van vijf maanden, de eerste voortgangsnotitie aan de orde in de commissie Jeugd en Cultuur. In voorliggende notitie komt de voortgang van het tweede uitvoeringsjaar 2017 aan de orde, welke betrekking heeft op de laatste maanden van het jaar 2016 en de eerste maanden van 2017. Een kans in Amsterdam Het plan van aanpak is opgebouwd uit drie onderdelen, drie pijlers; met de voornaamste ambitie om dak- en thuisloze jongeren en —jonge gezinnen, een kans te bieden in Amsterdam: |. Investeren in preventie; IL Perspectief bieden; IL Versterken empowerment en netwerk. In lijn met het plan van aanpak, is de voortgang aan de hand van pijlers beschreven. In het onderstaande komen de belangrijkste ontwikkelingen en thema’s van het afgelopen jaar aan de orde en de prioriteiten voor het komende uitvoeringsjaar. In de bijlage is meer cijfermatige achtergrond te vinden over de in-, door- en uitstroom binnen de keten. Lì Investeren in preventie Het inzetten op het voorkomen van instroom van nieuwe dak- en thuisloze jongeren door te investeren in preventie. Wat hebben we gedaan? Het versterken van preventie en het voorkomen dat jongeren en jongvolwassenen het dak boven hun hoofd verliezen vormt een belangrijke pijler in het plan van aanpak. Het lukt steeds beter jongeren en jongvolwassene in een vroeg stadium ‘vast te pakken’ en toe te leiden naar passende ondersteuning. Het afgelopen jaar is hier op verschillende manieren aan gewerkt; in het onderwijs (MBO), met de jeugdhulp en in de wijk. Onder andere door in elk stadsdeel óók van start te gaan met de Intensieve Preventieve Aanpak (IPA) voor 23-plussers, waardoor de afstand tot de maatschappij bij deze jongeren wordt verkleind. Ook is er op het gebied van financiën vergrote aandacht voor het voorkomen van schulden bij jongeren en jongvolwassenen. Enerzijds door schuldhulpverleners laagdrempelig in te zetten op plekken waar zij komen, anderzijds door in de begeleiding vanuit de jeugdhulp meer in te zetten op het financieel zelfredzaam maken van jongeren onder de 18 jaar. Daarnaast ontwikkelt de gemeente (OJZ, afdeling Jeugd), samen met verschillende partners van het Bestuurlijk Overleg Zwerfjongeren (BOZ), concrete werkwijzen om in een vroeg stadium te voorkomen dat jongeren en jongvolwassenen dak- of thuisloos worden. Zo draait er sinds januari 2017 een pilot waar met jongvolwassenen (-18 t/m 23 jaar) die dakloos dreigen te worden, actief gezocht wordt naar een steunfiguur/vertrouwenspersoon in hun directe omgeving. Zo wordt er met hen gewerkt aan terug naar het netwerk/huis (netwerkherstel). Daarmee is het aantal ‘preventieve plekken! en methodieken voor deze groep verder uitgebreid. Eind 2017 wordt deze pilot geëvalueerd om te bepalen op welke manier dit een plek kan krijgen binnen{rondom de keten. 1 Wat gaan we doen? De vroegsignalering in de wijk en bij het onderwijs speelt een belangrijke rol bij het voorkomen van dak- en thuisloosheid bij jongeren en jongvolwassen. Vanuit de ketenpartners en de verschillende wijkteams in Amsterdam, het MBO-team en de Jongerenpunten, in het bijzonder het Jongerenpunt Dak- en Thuislozen, ontstaat er steeds nadrukkelijker de behoefte om steviger de samenwerking te vinden. lets wat het afgelopen jaar beter vorm heeft gekregen, maar ook het volgende uitvoeringsjaar continue aandacht en verdere investering blijft vragen. lets anders wat opvalt, is dat de groep 17-jarigen dat een beroep doet op de keten, groter wordt. De jeugdhulp lijkt eenvoudiger de weg te vinden naar de ‘lichtere vormen’ van Maatschappelijke Opvang (MO) voor jeugd. Voor deze jongeren eindigt de jeugdhulp, maar zij zijn nog niet toe aan volledige zelfstandigheid. Jeugdhulpaanbieders zoeken hierin de verbinding met het ‘lichtere aanbod’ binnen de keten, om vanuit daar verder te werken aan zelfstandigheid. Het komende jaar krijgt dit nadere visievorming vanuit de gemeente, om zo waar nodig een doorgaande lijn te realiseren en de kwaliteit van de hulp voor deze ‘nieuwe’ groep jongeren in de voorzieningen te borgen. IL. Perspectief bieden Door te zorgen dat jongeren die worden opgevangen vervolgens kunnen doorstromen naar een passende woonplek waar onderwijs en/of werk onderdeel van vitmaken. Wat hebben we gedaan? Wanneer een jongere dakloos wordt is het van belang zo snel mogelijk met de jongere, op een manier die passend is bij de ontwikkeling, toe te werken naar zelfstandigheid en herstel. Hoe de keten als geheel functioneert, heeft hier invloed op, maar ook andere ketens in de stad hebben hier raakvlakken mee. De wijze waarop de verschillende ketens voor jeugdhulp, MO en Beschermd Wonen (BW-LVB/ GGZ) (18-/18+ en 23-/23+) in de stad zijn ingericht (met eigen criteria en processen) heeft invloed om de in- en door- en uitstroom binnen de MO-keten voor jongeren en jongvolwassenen; er is sprake van een wisselwerking en het zijn soms communicerende vaten. Het is nodig op verschillende niveaus hierin de verbinding te zoeken. De keten voor dak- en thuisloze jongeren en —jonge gezinnen kende het afgelopen jaar veel beweging op dit vlak: processen van in-, door-, en uitstroom zijn tegen het licht gehouden en herijkt tot zoveel mogelijk eenduidige routes en procedures, die in lijn zijn met de MO/BW-keten voor volwassenen. Doel hiervan was voor meer duidelijkheid te zorgen voor cliënten over wat hen te wachten staat en aan te blijven sluiten bij hun ondersteuningsbehoefte en ontwikkelperspectief. Zo zijn binnen de keten het proces rond de toegang tot de Woon-Leer-Werktrajecten, en de toegangscriteria, geharmoniseerd met andere vormen van MO voor jongeren. De volgende stap is dit proces in lijn te brengen met de Centrale Toegang MOBW (23+). De voorbereidingen hiervoor zijn al gestart zodat in 2018 een gezamenlijke toegang operationeel is. Het sturen op de wachttijden voor in-, door- en uitstroom en verblijfsduur heeft hoge prioriteit en is continue onderwerp van gesprek tussen de gemeente, GGD en ketenpartners. Wachten op het moment dat jongeren kunnen starten op een plek, of op een vervolgplek heeft invloed op het traject dat een jongvolwassene doorloopt naar zelfstandigheid en herstel. Dat maakt dat er met alle jongeren en jongvolwassenen die wachten op instroom, contact wordt onderhouden en op maat gestart wordt met passende ondersteuning. Het is altijd bekend of jongvolwassenen binnen hun eigen netwerk of bij een instelling wachten op een plek binnen de MO. Wanneer dit op casuïstiekniveau knelt, acteert de GGD door met de jongere en verwijzer een passende oplossing te vinden. Belangrijk om te weten is dat jongeren nooit op straat hoeven te wachten en gebruik kunnen maken van voorzieningen binnen de keten. De voortdurende aandacht voor wachttijd en de verblijfsduur blijft volgend jaar onverminderd van kracht. Het is belangrijk te weten aan welke knoppen gedraaid moet worden om hier beweging in te krijgen. Op verschillende niveaus is de 2 verbinding en afstemming gezocht. Vanuit de GGD en het Programma Huisvesting Kwetsbare Groepen (PHKG), wordt dit gemonitord. Mede door de motie eind 2016/begin 2017 (nr. 1731, Maak werk van uitstroom) is de wacht- en bezettingslijst van de keten verder geanalyseerd. De focus van de analyse lag op de jongeren die langer dan één jaar in de keten verbleven. Dit heeft o.a. geleid tot (1) concrete oplossingsrichtingen voor specifieke casuïstiek, (2) meer eenduidigheid in definities, (3) aanscherpingen in de wijze waarop ‘wachttijd’ wordt gemonitord binnen de keten, (4) meer zicht op wat gemiddeld een passende verblijfsduur is. Dit biedt een stevige basis om ook komend jaar verder te sturen op wacht- en doorlooptijden binnen de keten. Wat gaan we doen? In navolging van de taakstelling 2017, is het Multidisciplinair Trajecthoudersteam (MTT) omgevormd tot Casusregie. De casusregisseurs buigen zich over de complexere casuïstiek binnen de keten. Casuïstiek die om wat voor een reden dan ook vastloopt. Doel hiervan is sneller in te springen wanneer er onvoldoende beweging komt in een casus. De casusregisseurs zijn per 1 januari 2017 gestart. Eind 2017 wordt deze werkwijze geëvalveerd om te bepalen hoe dit verder vorm krijgt. Daarnaast heeft de keten het afgelopen jaar toegewerkt naar ambulantisering van 24-uursopvang, in lijn met hoe dit bij de MOBW voor volwassenen in gang is gezet. Deze afspraak is voor een deel gerealiseerd, maar de 24-uursopvang voor jongvolwassenen wordt nu niet verder afgebouwd. We zien een veranderende doelgroep (onder andere door GGZ-problematiek) waardoor de vraag naar 24-UUrsopvang groter is dan eerder ingeschat. Een ontwikkeling waar prioriteit aan wordt gegeven. Binnen de prestatieafspraken met de instellingen voor 2018 wordt op deze behoefte ingesprongen, door binnen de huidige capaciteit en het budget van de keten de verhouding tussen 24-Uursopvang en Begeleid Wonen zo flexibel mogelijk in te richten, waardoor er meer ruimte ontstaat voor 24-Uursopvang. Voor het einde van dit jaar is hier meer zicht op. lets wat opviel bij de evaluatie van de uitstroomcriteria voor jongeren is de behoefte die er is aan een ‘tussenvorm’ van opvang. Zorginstellingen zijn van mening dat de uitstroomcriteria passende en vanzelfsprekende eisen zijn voor jongeren, er blijft alleen behoefte om in de uitvoer maatwerk toe te passen. ledereen, ook jongeren moeten aan deze criteria voldoen om een huishouden te kunnen voeren en volwaardig te kunnen participeren. Tegelijkertijd is te zeggen dat één derde van de jongeren (meer) tijd nodig heeft om naar zelfredzaamheid te groeien. Voor deze jongeren is er meer variatie in door- en uitstroommogelijkheden vanuit de MO nodig. Zorginstellingen omschrijven deze tussenvorm als semi-zelfstandig groepswoningen in de wijk, voor twee tot vier jongeren, die elkaar ondersteunen en aanvullen. Daarnaast kunnen de jongeren individuele ambulante begeleiding krijgen van de zorginstellingen. Op deze manier worden de jongeren duurzaam begeleid naar zelfredzaamheid en gestimuleerd in het bouwen en onderhouden van een gezond netwerk. Deze kleine woonvormen in de wijk passen in de visie van de gemeente rondom ambulantisering. De vraag naar deze specifieke woonvormen voor kwetsbare jongeren die nog niet zelfstandig kunnen functioneren op een eigen woning, wordt het komende jaar verder uitgewerkt. Verder is er het afgelopen jaar geoefend met ambulantiseren, eerder zelfstandig wonen (met begeleiding op maat), van individuele volwassenen (23+) in de MOBW en met 25 MO-gezinnen. Komende jaren moet deze manier van werken, rekening,houdend met de ervaringen, beschikbaar komen voor andere kwetsbare groepen binnen het PHGK w.o. jongeren. Onder andere moet onderzocht worden voor welke jongeren, onder welke omstandigheden, het op deze manier bieden van een woon-zorgarrangement passend is. De keten voor BW (18+) en de keten voor dak- en thuisloze jongeren functioneren als communicerende vaten; jongeren die ‘starten’ binnen de keten blijken na een tijd soms meer baat te hebben bij een BW-plek. De ruimte die er is binnen BW heeft invloed op de doorstroom binnen de keten dak- en thuisloze jongeren. Komend jaar wordt er prioriteit geven aan de verkenning hoe 3 de vraag naar BW-plekken voor kwetsbare jongeren in Amsterdam eruit ziet, om zo te bepalen of er misschien capaciteit extra nodig is. Ondertussen worden de MO-keten voor jongeren en jongvolwassenen en de BW-keten komende tijd dichter op elkaar georganiseerd. Het samengaan met de toegang voor de MOBW (zoals hierboven genoemd) biedt kans beter gebruik te maken van elkaars expertise en capaciteit, wat ook invloed heeft op de doorstroom binnen de ketens). II. Versterken empowerment en netwerk Het versterken van empowerment en de eigen kracht van het (familie)netwerk door dit te verbinden aan de mogelijkheden van de jongere. Wat hebben we gedaan? Het afgelopen jaar is er met de (aanpalende) ketenpartners én met jongeren een gedeeld beeld ontstaan van de meerwaarde van informele vormen van steun en netwerkherstel voor jongeren en jongvolwassenen: alle partijen zien dit als noodzakelijke sleutels bij het versterken van jongeren en jongvolwassenen in hun zelfvertrouwen, zelfbeeld en het werken naar zelfstandigheid en maatschappelijke participatie. Kortom, de groei en overgang naar volwassenheid. Het doet een beroep op de krachten en talenten van jongeren. Doel hiervan is enerzijds te voorkomen dat jongeren het dak boven hun hoofd verliezen en anderzijds dat zij, als zij dak- of thuisloos zijn geworden, zo snel mogelijk een gezond netwerk weten te ontwikkelen dat ondersteuning biedt naar zelfstandigheid. Op 6 juli jl. is verdere plan- en visievorming (BD 2017-008156; TKN 14) rond dit thema gedeeld met de commissie Jeugd en Cultuur. Verder is de start van het onderzoek ‘Out on the streets’ als mijlpaal te noemen. Het kennisinstituut Movisie onderzoekt wat er nodig is om LHBTI-jongeren goed te ondersteunen en te voorkomen dat zij dak- en thuisloos worden. Het is een participatief actieonderzoek: LHBTI- jongeren die dak- en thuisloosheid hebben ervaren, zijn medeonderzoekers bij het individueel interviewen van jongeren en het bevragen van professionals in focusgroepen. Daardoor wordt er een beroep gedaan op hun talenten en ervaringsdeskundigheid, wat maakt dat jongeren groeien. In april van dit jaar heeft de kick-off plaats gevonden, 8 mede-onderzoekers zijn geselecteerd en in oktober zijn de trainingen gestart. Het onderzoek loopt tot april 2018, daarna worden de uitkomsten gedeeld. Wat gaan we doen? De stem van jongeren en jongvolwassenen die ervaring hebben met een vorm van MO krijgt steeds nadrukkelijker een plek in de ontwikkelingen binnen de keten. Zo is er met jongeren van Don Bosco/Straatvisie een ‘koffietafel’ georganiseerd waar zij hun ervaring binnen de keten konden delen met collega’s van de afdeling Jeugd en GGD Amsterdam. Deze mindset, waar we jongeren steeds meer een rol geven, krijgt continue aandacht en uitwerking binnen de keten. Daarnaast zoeken de afdeling Jeugd (OJZ) en het BOZ (inhoudelijk en financieel) vit hoe een vorm van netwerkherstel of ‘mediation’ een plek kan krijgen binnen de werkwijze van ketenpartners. Binnen de pilot die zich richt op preventie is o.a. aandacht voor het herstellen van een conflictveuze relatie met ouders. De opbrengsten van deze nieuwe werkwijze worden meegewogen in het gesprek over het verankeren van een vorm van netwerkherstel binnen de keten. Informele steun en netwerkherstel richten zich vooral op de ‘voorkant’ van de keten of wanneer jongeren midden in hun weg naar zelfstandigheid en herstel zitten (werkwijze van voorzieningen). De komende tijd willen we deze focus verbreden door uit te werken hoe jongeren en jonge gezinnen ‘stevig’ vit kunnen stromen, samen met een steunend netwerk. Hierin wordt de verbinding gezocht met de ontwikkelingen op het gebied van huisvesting, het PHKG. 4 Tot slot Het afgelopen jaar is er veel in gang gezet binnen en rondom de keten voor dak- en thuisloze jongeren op het gebied van preventie, het bieden van perspectief en het versterken van jongeren. Zo worden werkwijzen ontwikkeld om concreet invulling te geven aan informele vormen van steun, netwerkherstel en het voorkomen van (grotere) schulden. Verder is er vanuit de gezamenlijkheid een grote focus op wachttijden en verblijfsduur binnen de keten. Hierdoor zijn de wachttijden steeds beter in beeld, is er zicht op de knelpunten en oplossingsrichtingen, waar nodig in verbinding met andere ketens in de stad en het PHKG. Daarnaast zijn processen steviger ingeregeld en geharmoniseerd binnen de keten en binnen OJZ wat een positieve invloed heeft op de dienstverlening en daarmee het perspectief van de cliënt. Tegelijkertijd zijn er verschillende inhoudelijke (landelijke) trends en ontwikkelingen vastgepakt, nauw gevolgd en hier zo goed mogelijk op ingespeeld. De stem van jongeren krijgt hierin ook steeds nadrukkelijker een plek in. Het partnerschap dat de gemeente ervaart met het BOZ en aanpalende ketenpartners is bij ondersteuning van deze groep jongvolwassenen van onschatbare waarde. Dit wordt ook vanuit het BOZ bekrachtigd: “We zien ín toenemende mate partnerschap ontstaan ín onze samenwerking. Met cliënten en ervaringsdeskundigen, tussen instellingen onderling en met de gemeente. Dat is ook hard nodig want onze opgave is onverminderd groot. Positieve ontwikkelingen, zoals de inzet op preventie, eigen netwerken vroeg interventie, gaan helaas gelijk op met het zwaarder worden van de doelgroep en blijvende druk op betaalbare woonruimte in de stad. Kortom, een hoop gedaan maar nog een hoop te doen!” — Voorzitter BOZ Het komende jaar wordt samen met de (aanpalende) partners in het veld verder vervolg gegeven aan de acties van het plan van aanpak, om dit verder te verankeren in de werkwijze. In het najaar van 2018 komt de derde voortgangsrapportage aan de orde in de commissie Jeugd en Cultuur. 5 Bijlage - Achtergrondinformatie bij voortgang plan van aanpak Dak- en Thuisloze jongeren in Amsterdam In het onderstaande is meer cijfermatige informatie te vinden over de keten dak- en thuisloze jongeren en —jonge gezinnen. Dit biedt achtergrond bij de stand van zaken van het plan van aanpak Dak- en thuisloze jongeren in Amsterdam zoals in het voorgaande beschreven. De cijfers zijn aangedragen door de GGD Amsterdam en instellingen. De GGD deelt jaarlijks de meest recente cijfers over de MO/BW voor jongeren en (jong)volwassenen. De recentste cijfers gaan over het jaar 2016. Capaciteit binnen de keten Binnen de keten werken tien instellingen” met elkaar samen binnen het Bestuurlijk Overleg Zwerfjongeren (BOZ). De gemeente Amsterdam heeft in totaal 420 verblijfsplekken ingekocht voor jongeren en jongvolwassenen tussen de 18 en 23 jaar oud. Daarnaast wordt voor deze groep kwetsbare jongeren ook veldwerk, een inloopfunctie, verschillende vormen van cliëntenbelang en maatjesprojecten ingezet. Aanbod verblijf 2016/2017 Capaciteit WLW-trajecten 24-UUrsopvang voor jonge moeders 24-Uurs jongeren met LVB-problematiek Gezinsbegeleiding jonge moeders Begeleid/ ambulant wonen Meer intensieve plekken Housing First Nachtopvang __6| Tabel 1. Capaciteitsoverzicht van de keten dak- en thuisloze jongeren en —jonge gezinnen, 2017. Screening door GGD In 2016 zijn in totaal 317 jongeren door de GGD gescreend om te bepalen of zij in aanmerking komen voor de maatschappelijke opvang voor jongeren en jongvolwassenen: Screening AE) Jonge vrouwen met kind(eren) Tabel 2. Specificering aantal gescreende jongeren en jongvolwassenen in 2016 Van het totaal aantal gescreende jongeren kwamen 198 jongeren in aanmerking voor een plek binnen de maatschappelijke opvang. 83 jongeren zijn toegeleid naar andere voorzieningen. Bij 36 jongeren was nader diagnostisch onderzoek nodig alvorens zij een passende plek konden krijgen. * Bestuursstichting Volksbond Streetcornerwork, Stichting Combiwel (Kamers met Kansen), Stichting Don Bosco Straatvisie, Stichting HVO-Qverido, Stichting Leger des Heils, Stichting Opvangcentrum de Elandsstraat, Stichting ROC van Amsterdam (3H's), Stichting Spirit en Stichting Timon. 6 350 , 300 Pie 250 Pir 4 200 PA] ete ha af SCREENING NK kh zn TES REL | Ì Ì j E Ì 100 eeen us 1E) | (REI Ne REE iel ù 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2016 WLW Figuur 1. Aantal gescreende jongeren en GO's 2010-2016 Eris zowel een stijging in het aantal jongeren en jongvolwassenen, dat gescreend is, als een stijging in het aantal jongeren dat in aanmerking komt voor een plek binnen de keten. Deze stijging is niet zo fors zoals landelijk wordt geschetst. Dit landelijke beeld wordt in Amsterdam niet herkend. Deze trend wordt nauw gevolgd en zo goed mogelijk op ingespeeld. Het verschil ten opzichte van 2015 komt onder andere voort vit het samenvoegen van de toegang van instellingen voor Maatschappelijke Opvang (MO) voor jongeren en de Woon-Leer-Werk-trajecten (WLW), waardoor de GGD jaarlijks een grotere groep jongeren screent. Leeftijd De gemiddelde leeftijd van de jongeren die een beroep doen op een vorm van opvang is nagenoeg gelijk gebleven. De gemiddelde leeftijd van de jongeren is 20 jaar. Wat opvalt, is de toename van het aantal 17-jarigen dat gescreend is: in 2015 waren dit er aa, in 2016 35. Dit heeft vooral te maken met de uitstroom van jongeren uit instellingen voor jeugdhulp. Een ontwikkeling waar verdere visievorming en procesafspraken op nodig zijn vanuit de gemeente en het veld en waar de komende tijd vitvoer aan wordt gegeven. Wat verder opvalt, is de verdubbeling van het aantal jonge vrouwen (zonder kind) dat zich meldt voor een opvangplek. In 2015 waren dit er 65 en in 2016 119. Het komende jaar zal blijken of dit toeval is of dat er een andere oorzaak aan ten grondslag ligt. Wachtperiode Het sturen op de wachttijden heeft hoge prioriteit binnen de keten. OJZ en het BOZ gaan met de prestatieafspraken voor 2018 (vanuit het huidige budget) beter en meer flexibel aansluiten bij de aanhoudende vraag naar 24-uursopvang (zie p. 3, perspectief bieden uit voortgangsrapportage). De gemiddelde wachttijd voor instroom binnen de keten is variabel en per voorziening verschillend, maar door een veranderende doelgroep (onder andere door ggz-problematiek) blijft de wachttijd voor 24-uursopvang onverminderd groot (op dit moment gemiddeld 7 maanden, 15 jongeren staan op de wachtlijst voor instroom). Door te schuiven binnen de huidige capaciteit en het budget van de keten (in totaal 420 plekken) is er in 2018 meer flexibiliteit om met een passende verhouding tussen 24-uursopvang en Begeleid Wonen in te spelen op deze veranderende doelgroep. Jongeren in afwachting op een verblijfsplek, krijgen ondersteuning en begeleiding op maat en wachten niet op straat. Bijvoorbeeld doordat zij al binnen een andere voorziening verblijven, of binnen hun eigen omgeving een tijdelijke geschikte opvangplek vinden. 7 Indien dit niet passend is kunnen zij van andere voorzieningen binnen de keten gebruik maken. De uitstroom verloopt op dit moment goed (peildatum 1 oktober 2017), wat eveneens positieve invloed heeft op de wachttijd voor instroom. Gemiddelde verblijfsduur Voor de meeste jongeren is een verblijfsduur van twee à drie jaar binnen de keten passend. Jonge moeders en zwangere vrouwen maken vanwege de veiligheid van hun kinderen zelfs langer gebruik van de opvang. Voor deze jonge vrouwen is een gemiddelde verblijfsduur drie à vier jaar passend en gebruikelijk. De voortgang van jongeren wordt periodiek besproken binnen de instelling, en indien nodig aan de veldtafel, om te bepalen of zij toe zijn aan meer zelfstandigheid (een lichtere vorm van zorg) of misschien toe zijn aan volledige zelfstandigheid (uitstroom). De wachttijd voor doorstroom is variabel. Momenteel is de gemiddelde wachttijd voor andere plekken binnen de keten 3,6 maanden. Voor jonge gezinnen is de gemiddelde wachttijd voor doorstroom zeven maanden. Uitstroom Alleen jongeren die in de MO verblijven en via de UJO (Uitstroom Jongeren Opvang) uitstromen, worden in Trajectus gemonitord. Jongeren die zelf een woonplek vinden en jongeren bij wie de huurovereenkomst wordt omgezet in een campuscontract, worden apart gemonitord door de instellingen: Wijze van uitstroom Aantal Uitstroom UJO 139 30 (jonge moeders) Uitstroom zelfstandig Studentenhuisvesting Cn Terug naar netwerk 8 (waarvan 2 zwangerschap) Bron: GGD Amsterdam, 2017 en WLW aanbieders Tabel 3. Aantal vitgestroomde jongeren en jongvolwassenen in 2017, gespecificeerd naar wijze van uitstroom 8
Onderzoeksrapport
8
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2019 Afdeling 1 Nummer 1588 Publicatiedatum 16 oktober 2019 Ingekomen onder T Ingekomen op woensdag 9 oktober 2019 Behandeld op woensdag 9 oktober 2019 Status Aangenomen Onderwerp Motie van de leden Vroege en La Rose inzake de inclusie van volwassenen en ouderen in het programma bi-culturele Ihbtig+'ers van de nota Regenboogbeleid 2019-2022 Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de nota Regenboogbeleid 2019-2022. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1425). Overwegende dat: — De nota Regenboogbeleid 2019-2022 nadrukkelijk aandacht heeft voor bi- culturele Ihbtig+'ers; — Amsterdammers nooit het gevoel mogen hebben dat ze zich moeten verstoppen. Tegelijkertijd is dit voor veel bi-culturele Ihbtig+'ers nog wel de realiteit; — De nota Regenboogbeleid 2019-2022 zich met name richt op bi-culturele Ihbtig+- jongeren; — Er ook veel bi-culturele volwassenen en ouderen worstelen met hun seksuele identiteit. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: In het programma bi-culturele Ihbtig+'ers van de nota Regenboogbeleid 2019-2022 ook aandacht te hebben voor volwassenen en ouderen. De leden van de gemeenteraad J.S.A. Vroege N.V.M. la Rose 4
Motie
1
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2018 Afdeling 1 Nummer 213 Publicatiedatum 21 februari 2018 Ingekomen onder BG Ingekomen op donderdag 15 februari 2018 Behandeld op donderdag 15 februari 2018 Status Aangenomen Onderwerp Motie van de leden Vink, Van den Heuvel, Geenen, Nuijens en Boomsma inzake het ‘Plan voor een groene Zuidas’ (OBA op de Zuidas in het kader van culturele ambities voor de Zuidas). Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over het ‘Plan voor een groene Zuidas’, het opheffen van het Groeifonds Groen en het Herplantfonds Zuidas (Gemeenteblad afd. 1, nr. 96). Overwegende dat: — De Zuidas een aantrekkelijke plek moet worden waar alle bewoners en bezoekers van Amsterdam graag naartoe gaan en verblijven; — Voorzieningen, kunst en cultuur voor een groot en divers publiek daarbij een rol van betekenis kunnen spelen, zoals eerder verwoord in de discussienota ‘Wonen op de Zuidas' van de (toenmalige) leden Van de Ree en Vink (BD2015-005071); — Het recent naar buiten gebrachte plan van de Openbare Bibliotheek Amsterdam (OBA) voor het realiseren van vestiging uitstekend past bij de door de raad uitgesproken culturele ambities voor de Zuidas. — Constaterende dat: — De culturele ambities uit de Visie Zuidas, alsmede die uit de motie Vink (1222.16) zijn opgepakt door het college en momenteel worden vertaald in concrete plannen; — Hetzelfde geldt voor de gevraagde impuls in de leefbaarheid van de Zuidas zoals verwoord in visie en genoemde motie; — Een bibliotheek voor het grote publiek nog ontbreekt in de plannen voor de Zuidas en het verstandig is daarmee nu in de ruimtelijke plannen rekening te houden. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: 1. Samen met de partijen uit de intentieovereenkomst (OBA, VU en THNK) te verkennen of en hoe een geschikte en betaalbare vestiging van de openbare bibliotheek op de Zuidas realiteit zou kunnen worden; 2. Zich ervoor in te zetten de resultaten van deze verkenning zo gauw mogelijk, maar in elk geval voor de zomer van 2018, gereed te hebben. 1 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteraad Nummer 213 Moti Datum _ 21februari 2018 “ete 3. Daarbij als hard uitgangspunt te nemen dat een vestiging op de Zuidas niet leidt tot het sluiten van enige andere OBA-vestiging of afname van de dienstverlening bij andere vestigingen. De leden van de gemeenteraad B.L. Vink M.E. van den Heuvel T.A.J. Geenen J.W. Nuijens D.T. Boomsma 2
Motie
2
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad x% Gemeenteblad % Motie Jaar 2016 Afdeling 1 Nummer 214 Publicatiedatum 16 maart 2016 Ingekomen onder R Ingekomen op 9 maart 2016 Behandeld op 9 maart 2016 Status Aangenomen Onderwerp Motie van de leden De Heer en Nuijens inzake “Ruimte voor de Stad-Koers 2025” (bewaking sociale voorraad). Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over “Ruimte voor de Stad-Koers 2025” (Gemeenteblad afd. 1, nr. 179). Overwegende dat: — in Koers 2025 een ambitieus programma kent aan versnellingslocaties en hierbij ook sloop/nieuwbouw aan de orde is; — het college uitgaat van een adaptieve strategie waarbij de bouwopgave vooral door marktpartijen zal worden vervuld; — het onwenselijk is als herontwikkeling van locaties leidt tot uitdrijving van sociale huurwoningen. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: bij verdere gebiedsuitwerking en planvorming voor elke ‘bouwsteen’ de effecten te berekenen voor de menging op wijkniveau en deze bij besluitvorming aan de raad voor te leggen. De leden van de gemeenteraad A.C. de Heer J.W. Nuijens 1
Motie
1
discard
VN2023-005835 N% Gemeente Raadscommissie voor Duurzaamheid, Circulaire Economie, Afval en D C Sums ne Reiniging, Voedsel en Dierenwelzijn vurzaamheid x Amsterdam Voordracht voor de Commissie DC van 23 maart 2023 Ter kennisneming Portefeuille Duurzaamheid, Energietransitie en Circulaire Economie Agendapunt 2 Datum besluit n.v.t. Onderwerp Beantwoording van een ongevraagd advies van Stadsgebied Weesp d.d. 27 oktober 2022 inzake zienswijze NRD Diemen De commissie wordt gevraagd Kennis te nemen van de beantwoording van een ongevraagd advies van Stadsgebied Weesp d.d. 27 oktober 2022 inzake RES / windenergie (zienswijze NRD Diemen) Wettelijke grondslag Artikel 160, eerste lid, onder a Gemeentewet Het college is bevoegd om het dagelijks bestuur van de gemeente te voeren. Artikel 169 van de Gemeentewet 1. Lida: Het college van burgemeester en wethouders en elk van zijn leden afzonderlijk zijn aan de raadverantwoording schuldig over het door het college gevoerde bestuur. 2. Lid2: Zij geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de uitoefening van zijn taak nodig heeft 3. _Lid3: Zij geven de raad mondeling of schriftelijk de door een of meer leden gevraagde inlichtingen, tenzij het verstrekken ervan in strijd is met het openbaar belang. Artikel 160 Gemeentewet, eerste lid, onder a en b Het college is bevoegd om a) het dagelijks bestuur van de gemeente te voeren en is in elk geval bevoegd beslissingen van de raad voor te bereiden en vit te voeren, tenzij bij of krachtens de wet de burgemeester hiermee is belast, en b) beslissingen van de raad voor te bereiden en uit te voeren, tenzij bij of krachtens de wet de burgemeester hiermee is belast; Bestuurlijke achtergrond * Op 27 oktober 2022 heeft stadgebied Weesp een ongevraagd advies opgesteld met daarin een verzoek aan het college van B&W om als buurgemeente van Diemen te reageren op de NRD van de gemeente Diemen, die tot 5 november 2022 ter inspraak voorlag ten aanzien van drie aspecten: * (a) de adviezen van het eindrapport van stedelijke klankbordgroep Natuur te hanteren als vitganspunt e (2) ook sociale effecten van mogelijke windmolens in kaart te brengen en * (3) harde geluidsnorm te hanteren (i.p.v. de jaarnorm) en bij twijfel te pleiten voor het voorzorgsbeginsel). e Op dinsdag 1 november 2022 heeft wethouder Pels bestuurlijk overleg (telefonisch) gehad met portefeuillehouder Jan van der Does (Stadsgebied Weesp). Gegenereerd: vl.9 1 VN2023-005835 % Gemeente Raadscommissie voor Duurzaamheid, Circulaire Economie, Afval en Ruimte en % Amsterdam Reiniai Voedsel Di lzii Duurzaamheid % einiging, Voedsel en Dierenwelzijn Voordracht voor de Commissie DC van 23 maart 2023 Ter kennisneming * Als verantwoordelijk wethouder reageert wethouder Pels namens het College van B&W middels een brief op het ongevraagd advies. Reden bespreking n.v.t. Uitkomsten extern advies n.v.t. Geheimhouding n.v.t. Uitgenodigde andere raadscommissies n.v.t. Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan? n.v.t. Welke stukken treft v aan? AD2023-016481 1. Brief beantwoording OA Weesp inzake NRD Diemen.pdf (pdf) AD2023-016169 2. VD OA aan college A-dam - inz NRD gem Diemen windmolens. pdf (pdf) 3. SGW 2021 06 - CDA WSP VVD PvdA - Vaststellen RES 1.0_getekend.pdf AD2023-016166 (pdf) AD2023-016168 4. Voordracht Programma op hoofdlijnen stadsgebied (3). pdf (pdf) AD2023-016167 | 5. Randvoorwaarden+Advies+(RES)++Klankbordgroep+Natuu.pdf (pdf) AD2023-013491 Commissie DC Voordracht (pdf) Ter Inzage Registratienr. Naam Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Ruimte en Duurzaamheid, Bart Vertelman en Eeg Rot, RESAmsterdam @amsterdam.nl Gegenereerd: vl.9 2
Voordracht
2
train
X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 869 Publicatiedatum 15 oktober 2014 Ingekomen op 9 oktober 2014 Ingekomen in raadscommissie AZ/FIN Te behandelen op 5/6 november 2014 Onderwerp Motie van het raadslid de heer Nuijens inzake de begroting voor 2015 (ontzien van de hoofdgroenstructuur, ook in geval van tegenvallers). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de begroting voor 2015; Constaterende dat: — dit college een ambitieuze bouwdoelstelling heeft; — de raad de Structuurvisie 2040 als kaderstellend stuk heeft vastgesteld om de ontwikkeling van de stad mogelijk te maken en daarbij de Hoofdgroenstructuur te ontzien; — het college mondeling en in de conceptbegroting 2015 het belang van de Structuurvisie en de Hoofdgroenstructuur als kaderstellend stuk onderstreept; Overwegende dat: — het ontzien van de hoofdgroenstructuur en de woningproductie van Amsterdam alleen kan door het ontwikkelen van een compacte stad; — er externe factoren zijn, zoals het Luchthavenindelingsbesluit, die de verdichtingsopgave (zouden kunnen) bemoeilijken; — het onwenselijk is als dat ertoe zou leiden dat Amsterdam in plaats van door verdichting, zich zou ontwikkelen door het (verder) bebouwen van de hoofdgroenstructuur, Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: bij het realiseren van de verdichtings- en bouwopgave uit het coalitieakkoord de hoofdgroenstructuur, conform de structuurvisie te ontzien, ook als externe factoren zoals het luchthavenindelingsbesluit die opgave bemoeilijken. Het lid van de gemeenteraad, J.W. Nuijens 1
Motie
1
discard
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2020 Afdeling 1 Nummer 974 Datum indiening 29 juni 2020 Datum akkoord 7 september 2020 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het lid De Fockert inzake ondertekening van de intersekseverklaring Aan de gemeenteraad Toelichting door vragenstelster: Op 22 juni 2020 heeft Utrecht als eerste Nederlandse gemeente de intersekseverklaring ondertekend. Dit is een initiatief van de gemeente Utrecht en de Nederlandse organisatie voor seksediversiteit (NNID). Naast de bekende geslachten ‘man’ en ‘vrouw’, bestaan er ook mensen die geboren worden met de lichamelijke kenmerken van allebei deze geslachten: interseksemensen. Dit valt niet altijd op, maar zij hebben wel te maken met schaamte en discriminatie. Verschillende vormen van seksediversiteit worden nog altijd als ziekte gezien. Door het ondertekenen van de verklaring gaat de gemeente Utrecht zich inzetten voor de zichtbaarheid van seksediversiteit en wordt er gewerkt aan het ontwikkelen van opleidings- en bewustmakingsprogramma's die breed ingezet kunnen worden in de stad. De gemeente Utrecht heeft een kritische houding ten opzichte van medicaliserende instellingen van intersekse. En er is meer ondersteuning van initiatieven van intersekse-emancipatie en aandacht voor de behoeftes1. Gezien het vorenstaande heeft het lid De Fockert, namens de fractie van Groenl inks, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Heeft het college kennisgenomen van deze intersekseverklaring? Antwoord: Het college heeft kennisgenomen van De Nederlandse Intersekseverklaring. 2. Wat doet de gemeente Amsterdam momenteel om de zichtbaarheid van seksediversiteit te verbeteren en bewustwording te vergroten? Antwoord: In de Nota Regenboogbeleid staat vermeldt dat de kern van ons beleid gericht is op: 1 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam Neng ora Gemeenteblad R Datum 7 september 2020 Schriftelijke vragen, 25 april 2019 e De komende vier jaar [..…] ondersteuning bieden aan oudere Ihbtiq+ ers, jongeren, lesbische vrouwen en intersekse personen. We ondersteunen alle verschillende vormen van gender- en seksediversiteit. Om de zichtbaarheid van seksediversiteit te verbeteren en de bewustwording te vergroten, ondersteunen we Ihbtiq+ initiatieven en netwerken met subsidies of door budget beschikbaar te stellen via het Service Punt Emancipatie (SPE). Een voorbeeld hiervan is de Pride met haar randprogrammering, alwaar de zichtbaarheid en bewustwording van seksediversiteit centraal staan. Beleid in het onderwijs, voor de jeugd en in de sport spelen een belangrijke rol bij het vergroten van bewustwording. Er zijn verschillende programma’s in VO onderwijs: zo start in september bijvoorbeeld de pilot Gelijk=Gelijk op 4 verschillende middelbare scholen in de stad, alwaar (bi-culturele) Ihbtiq+ jongeren (peer educators) voor de klas hun persoonlijke verhaal vertellen. 3. Op welke manier kunnen ouders van intersekse kinderen ondersteund worden, is daar bijvoorbeeld kennis over bij de Amsterdam OKT's? Antwoord: Het OKT is er voor de ondersteuning van alle jeugdigen en hun ouders met vragen op het gebied van opvoeden, opgroeien en gezondheidszorg. Dus ook voor de ondersteuning van ouders met intersekse kinderen. De stichting OKT heeft een werkgroep Diversiteit en Inclusie. Deze werkgroep heeft gender & seksualiteit als aandachtspunt benoemd. De Ouder- en Kindteams zijn echter geen specialisten op dit terrein. Mocht er meer nodig zijn dan schakelen de ouder- en kindadviseurs en de jeugdgezondheidszorg expertise en specialistische ondersteuning erbij. Regelmatig brengt de werkgroep gender/seksualiteit onder de aandacht van medewerkers via bijdragen op het sociaal intranet. De werkgroep koppelt ook terug aan de jeugdgezondheidszorg (onderdeel van de Ouder- en Kindteams Amsterdam). De werkgroep zal met een deskundige bekijken wat zij het beste kunnen gebruiken aan algemene informatie en sociale kaart voor meer specialistische ondersteuning, zodat het Ouder- en Kindteam vanuit hun rol als wijkteam een goede bijdrage kunnen leveren. Tevens biedt het NNID handreikingen aan ouders van intersekse kinderen. Deze zijn te vinden op de site van het NNID. Deze handreikingen worden door de Ouder- en Kindteams via hun teams/ sociaal intranet onder de aandacht gebracht. 4. Op welke manier gaat de gemeente Amsterdam nu om met de aangifte van een pasgeboren intersekse baby? Is daar een medische verklaring voor nodig? Zo ja, waarom? Antwoord: Op de “verklaring van geboorte” (medische verklaring) staat onder andere het geslacht van het kind vermeld, ook als het geslacht niet kan worden vastgesteld (de officiële term is dan ‘geslacht is niet vastgesteld kunnen worden’; net iets anders geformuleerd dan ‘geslacht onbekend’). De ambtenaar van de burgerlijke stand gebruikt deze verklaring om de geboorteakte op te maken. Indien er staat dat ‘het geslacht niet is vastgesteld kunnen worden’, neemt de ambtenaar dit over, conform 2 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam Neng ora Gemeenteblad R Datum 7 september 2020 Schriftelijke vragen, 25 april 2019 het Burgerlijk Wetboek 1, art. 19D, lid 1: Indien het geslacht van het kind twijfelachtig is, wordt een geboorteakte opgemaakt, waarin wordt vermeld dat het geslacht van het kind niet is kunnen worden vastgesteld. In principe blijft dit 3 maanden openstaan, daarna kan de ambtenaar nog een keer informeren naar het geslacht en kan dit gewijzigd worden naar m/v. Dit hoeft echter niet. Als ouders op dat moment aangeven dat het geslacht nog steeds niet kan worden vastgesteld, dan blijft dit zo geregistreerd staan. Hier is dan geen einddatum aan gekoppeld. De ambtenaar van de burgerlijke stand vraagt dan ook niet naar bewijslast zoals een medische verklaring. B. Ondersteunt de gemeente Amsterdam initiatieven die intersekse-emancipatie bevorderen, zo ja, welke? Antwoord: Omdat wij ons bewust zijn van de bijzonder kwetsbare positie van intersekse personen, worden intersekse personen expliciet genoemd in de nota Regenboogbeleid, en hebben wij vorig jaar speciale aandacht gegeven aan intersekse tijdens de Pride. Wij hebben sinds 2016 contact met het NNID. We zijn met het NNID in gesprek over hoe we vanuit de gemeente binnen het bestaande regenboogbeleid meer aandacht voor intersekse personen kunnen genereren. Deze gesprekken vinden ook plaats in het kader van de ondertekening van de verklaring (zie vraag 6). 6. Is Amsterdam ook bereid om deze verklaring te ondertekenen? Zo ja, wanneer? Zo nee, waarom niet? Antwoord: De Gemeente Amsterdam is bereid om De Nederlandse Intersekseverklaring te ondertekenen. Sinds juli 2019 zijn wij in gesprek met het NNID over de ondertekening. Door het ondertekenen van de verklaring, verklaart de gemeente zich expliciet in te zetten voor de acceptatie van seksediversiteit en emancipatie van intersekse personen. Dit past binnen ons Regenboogbeleid, en wij staan er daarom positief tegenover. Ondertekening vindt waarschijnlijk plaats op 26 oktober, aangezien op die dag de Internationale Intersekse Voorlichtingsdag (International Intersex Awareness Day) wordt gevierd. Burgemeester en wethouders van Amsterdam Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris 3
Schriftelijke Vraag
3
discard
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Amendement Jaar 2016 Afdeling 1 Nummer 1735 Publicatiedatum 6 januari 2017 Ingekomen onder y Ingekomen op woensdag 21 december 2016 Behandeld op woensdag 21 december 2016 Status Verworpen Onderwerp Amendement van de leden Groen en Van den Berg inzake de strategie ‘Naar een stad zonder aardgas’ (doelstelling aardgasvrij). Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de strategie ‘Naar een stad zonder aardgas’ (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1668). Overwegende dat: — de Strategie aardgasvrij nu nog 2050 als richtjaar voor een aardgasvrije stad noemt, terwijl de wethouder in vragen aangeeft naar 2035 te streven; — het advies ‘Rijk zonder CO2' van de raad voor de leefomgeving en infrastructuur constateert dat: "In de periode tot 2035 kan de bestaande bebouwde omgeving CO2 -neutraal gemaakt worden. Dit is een grote opgave en een trendbreuk, maar het kan.” — detransitie naar een aardgas loze stad in 2035 gerealiseerd zou moeten zijn om de doelstellingen van Parijs te halen; Voorts overwegende dat; — in de samenwerkingsafspraken met de corporaties is afgesproken dat 'De corporaties willen met de gemeente en anderen samenwerken om tot 2040 100.000 bestaande woningen van aardgas naar aardgas loos te brengen’; — de corporaties in totaal 190.803 woningen in bezit hebben; — met deze inzet dus pas in 2040 ongeveer de helft van de voorraad aardgasvrij is, en daarmee vaststaat dat gegeven de huidige afspraken met corporaties de stad in ieder geval niet aardgasvrij is in 2035; Besluit: — als doelstelling voor een aardgasvrije stad Amsterdam 2035 op te nemen in de nota aardgasvrij; — in gesprekken met de corporaties deze doelstelling te communiceren en te overleggen over mogelijkheden tot aanscherping van de samenwerkingsafspraken om ook de corporatievoorraad in 2035 aardgasvrij 4 te maken; — te inventariseren welke obstakels de corporaties zien om al in 2035 aardgasvrij te zijn, welke oplossingen mogelijk zijn voor die problematiek, en daarover in 2017 te rapporteren aan de raad; De leden van de gemeenteraad RJ. Groen P.J.M. van den Berg 2
Motie
2
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2019 Afdeling 1 Nummer 1628 Ingekomen op 15 oktober 2019 Ingekomen in raadscommissie ZJS Te behandelen op 6/7 november 2019 Onderwerp Motie van de leden Kilig en Simons inzake de Begroting 2020 (Afspraken van zorgverzekeraars met zorgverleners). Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Begroting 2020. Constaterende dat: — Zorgverzekeraars afspraken maken met zorgverleners over het maximaal aantal op te nemen cliënten van de desbetreffende zorgverzekeraars. Overwegende dat: — De gemeente Amsterdam een collectieve zorgverzekering aanbiedt van Zilveren Kruis voor mensen met een laag inkomen en vermogen; — Het zeer onwenselijk dat er beperkingen worden opgelegd aan Amsterdammers en dat zij te maken krijgen met langere wachtlijsten omdat zij een bepaalde verzekeraar hebben. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: In gesprek te gaan met zorgverzekeraar Zilveren Kruis, waar wij als gemeente Amsterdam een collectieve zorgverzekering van aanbieden, om ervoor te zorgen dat Zilveren Kruis geen beperkingen aan klanten oplegt in de geestelijke gezondheidszorg. De leden van de gemeenteraad A. Kilig S.H. Simons 4
Motie
1
discard
x Gemeente Amsterdam BWK % Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Bouwen en Wonen, Grondzaken, Klimaat en energie, Openbare Ruimte en Groen, Zeehaven en Westpoort, x Volkshuisvesting, Wijkaanpak en Stedenbeleid Gewijzigde Agenda, woensdag 20 maart 2013 Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Bouwen en Wonen, Grondzaken, Klimaat en energie, Openbare Ruimte en Groen, Zeehaven en Westpoort, Volkshuisvesting, Wijkaanpak en Stedenbeleid Tijd 09.00 tot 12.30 uur Locatie Rooszaal 0239, Stadhuis Gezien het relatief geringe aantal agendapunten wordt voorgesteld alle agendapunten in de ochtend te behandelen. Wethouder Van Poelgeest zal vanaf 10.00 uur aanwezig zijn. Procedureel gedeelte van 09.00 uur tot 09.15 uur 1 Opening 2 Mededelingen 3 Vaststellen agenda 4 Conceptverslag van de openbare vergadering van de Raadscommissie BWK d.d. 27 februari 2013 e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier doorgegeven, commissieBWK@raadsgriffie. amsterdam.nl Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn slechts richtlijnen waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn. Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda staat. De vergaderingen en de verslaglegging daarvan zijn openbaar. Van deze vergaderingen worden geluids- en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden op internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl. Voor algemene informatie: [email protected] 1 Gemeente Amsterdam Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Bouwen en Wonen, Grondzaken, Klimaat en BWK energie, Openbare Ruimte en Groen, Zeehaven en Westpoort, Volkshuisvesting, Wijkaanpak en Stedenbeleid Gewijzigde Agenda, woensdag 20 maart 2013 5 Termijnagenda, per portefeuille e Termijnagenda niet bijgevoegd. U ontvangt op de vrijdag voorafgaande aan de vergadering per mail een bijgewerkt exemplaar e De lijst van schriftelijke vragen wordt de maandag voorafgaande aan de vergadering per mail toegestuurd aan de raadsleden en contactpersonen. 6 _Tkn-lijst Inhoudelijke gedeelte vanaf 09.15 uur 7 Opening inhoudelijke gedeelte 8 _Inspreekhalfuur Publiek 9 Actualiteiten en mededelingen 10 Rondvraag Volkshuisvesting 11 Positioneren budgetbeheer hervorming stedelijke vernieuwing Nr. BD2013- 002426 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (Gemeenteraad d.d. 3 april 2013). 12 Intrekken van de Verordening op de Woning- en Kamerbemiddelingsbureaus 2006 en Vaststellen van de Verordening op de Woning- en Kamerbemiddelingsbureaus 2013 Nr. BD2013-001382 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (Gemeenteraad d.d. 3 april 2013). 2 Gemeente Amsterdam Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Bouwen en Wonen, Grondzaken, Klimaat en BWK energie, Openbare Ruimte en Groen, Zeehaven en Westpoort, Volkshuisvesting, Wijkaanpak en Stedenbeleid Gewijzigde Agenda, woensdag 20 maart 2013 13 antikraak en tijdelijke verhuur in sociale huurwoningen Nr. BD2013-002402 e Ter bespreking en voor kennisgeving aannemen. Ruimtelijke Ordening 14 Instemmen met MER-beoordeling bestemmingsplan Amstel IIl-West en bestemmingsplan Amstel IIl-Oost Nr. BD2013-001001 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (Gemeenteraad d.d. 3 april 2013). 15 Vaststellen van de Verordening Technische Adviescommissie Hoofdgroenstructuur (TAC) Nr. BD2013-002527 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (Gemeenteraad d.d. 3 april 2013). Klimaat en Energie 16 Schaliegaswinning nabij of in Amsterdam Nr. BD2013-002518 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. , Geagendeerd op verzoek van commissielid Van Genne (PvdD) e Was Tkn 2 in de raadscommissie BWK, d.d. 27 februari 2013 17 Vervolgstrategie nieuw provinciaal windbeleid en beantwoording schriftelijke vragen raadslid Piek inzake het besluit van Provinciale Staten van Noord-Holland over windmolens Nr. BD2013-002520 e Ter bespreking en voor kennisgeving aannemen. e _ Uitgesteld in de raadscommissie BWK d.d. 27 februari 2013 BESLOTEN DEEL 3 Gemeente Amsterdam BW K Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Bouwen en Wonen, Grondzaken, Klimaat en energie, Openbare Ruimte en Groen, Zeehaven en Westpoort, Volkshuisvesting, Wijkaanpak en Stedenbeleid Gewijzigde Agenda, woensdag 20 maart 2013 TOEGEVOEGD AGENDAPUNT Ruimtelijke Ordening 18 Convenant Bereikbaarheid Zuidas Nr. BD2013-002938 e Ter bespreking en voor kennisgeving aannemen. e Geagendeerd op verzoek van commissielid Van Raan (PvdD) e Was Tkn 6 in de raadscommissie VVL, d.d. 7 maart 2013 e _Deleden van de Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur zijn hierbij uitgenodigd > De heer Van Raan heeft aangegeven alsnog af te zien van bespreking 4
Agenda
4
train
Gemeente Bezoekadres Amstel 1 Amste rdam 1011 PN Amsterdam Postbus 202 1000 AE Amsterdam Telefoon 14 020 > < amsterdam.nl Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam Aan de leden van de gemeenteraad Datum 16 september 2020 Behandeld door OJZ, afdeling Onderwijs & Leerplicht Onderwerp Voortgangsbrief ‘Amsterdammerschap in het onderwijs 2020’. Geachte raadsleden, Op 19 september 2019 heeft u de beleidsbrief ‘Amsterdammerschap in het onderwijs’ vastgesteld. De brief gaat in op hoe wij als gemeente samen met het onderwijs kinderen en jongeren vaardigheden willen meegeven om te functioneren in een diverse stad als Amsterdam. De diversiteit biedt ons veel en maakt de stad uniek. Maar het vraagt tevens wat van haar inwoners. ‘Amsterdammer zijn’ betekent ook dat je leert omgaan met de verschillen in de stad. De afgelopen periode onderstreept het belang van onze inzet en confronteert ons met fundamentele vragen over hoe we samenleven. Naast een pandemie ontstonden er wereldwijd demonstraties tegen racisme en discriminatie. Door ervaringsverhalen werd nog zichtbaarder hoe diversiteit ook kan samengaan met ongelijkheid en uitsluiting. De verhalen laten zien dat de kansen van kinderen nog te vaak bij de geboorte al zijn bepaald. In de onderwijsvisie- brief 2019- 2025° heb ik mijn topprioriteit als volgt benoemd: Amsterdam wil een rechtvaardige stad zijn waarin iedereen, los van zijn of haar achtergrond, gelijke kansen heeft. Deze focus is onveranderd. Kinderen moeten zich optimaal kunnen ontwikkelen en hun talenten ontplooien ongeacht waar ze vandaan komen. Het huidige maatschappelijk debat laat nog eens zien dat je verplaatsen in de ander en elkaar de ruimte gunnen hiervoor noodzakelijke voorwaarden zijn. Zoals ik v in 2019 al schreef: de school is daar bij uitstek de aangewezen oefenplek voor. Op school leren Amsterdamse kinderen samen spelen en samen leven. Het is de plek waar kinderen van verschillende achtergronden elkaar kunnen ontmoeten. De plek waar kinderen leren hun eigen stem te ontwikkelen en te luisteren naar die van anderen. Waar ze leren zich in te leven in een ander. Op school in Amsterdam worden kinderen voorbereid op een toekomst in een verbonden stad. Dat is precies waar de beleidsinitiatieven van het ‘Amsterdammerschap in het onderwijs’ over gaan. Amsterdammerschap In de beleidsbrief duiden we Amsterdammerschap als volgt: Amsterdams burgerschap, oftewel Amsterdammerschap, staat voor jezelf kunnen zijn in een diverse omgeving en een ander ook die 1 Beleidsbrief onderwijsvisie 2019-2025, 5 februari 2019 Een routebeschrijving vindt v op www.amsterdam.nl Gemeente Amsterdam Datum 16 september 2020 Pagina 2 van 6 ruimte gunnen. Het staat voor het vermogen om in gelijkwaardigheid samen de stad vorm te geven. Dat gaat niet altijd vanzelf. Burgerschap en diversiteit zijn niet alleen mooi, maar ook complex. De praktijk laat zien dat verschillen tussen mensen helaas ook vaak samengaan met segregatie, kansenongelijkheid, achterstelling en conflict. Het is daarom belangrijk om actief Amsterdammerschap te bevorderen. Een belangrijke rol is daarbij weggelegd voor het Amsterdamse onderwijs. Daarbij zijn de volgende doelen geformuleerd. 1. Zelfrealisatie: kinderen kunnen zich optimaal ontwikkelen, ongeacht hun achtergrond. 2. Ontmoeting: kinderen gaan samen naar school en ontmoeten elkaar; 3. Ínleving: kinderen kunnen zich verplaatsen in anderen. 4. Verantwoordelijkheidsbesef: kinderen leren over de rechten en plichten van het burgerschap van Amsterdam, en over de verbondenheid tussen vrijheid en verantwoordelijkheid. Actielijnen Amsterdammerschap in het onderwijs In de beleidsbrief hebben we vier actielijnen geformuleerd. In deze brief neem ik u verder mee in de ontwikkelingen en resultaten die zijn geboekt op de vier actielijnen zoals geformuleerd voor Amsterdammerschap. In de bijlage vindt v meer gedetailleerde informatie. Tijdens de vergadering van de commissie Kunst, diversiteit en democratisering van 17 juni heeft wethouder Groot Wassink op verzoek van het lid Bakker (PvdD) toegezegd om een overzicht te geven van wat de gemeente ondersteunt aan initiatieven op het vlak van educatie op scholen over discriminatie en racisme. Deze toezegging (TA2020-000678) wordt met deze brief tevens afgedaan. 1: Amsterdamse leraren en schooldirecteuren zijn bekwaam in het lesgeven in de grote stad: zij beheersen het ‘Amsterdams meesterschap’. Vanuit deze actielijn werken we samen met diverse partners om leraren te ondersteunen bij de uitdagingen die het lesgeven in de superdiverse stad met zich meebrengt. Resultaten: e _Inseptember 2020 start een module voor leraren over ‘Inclusief onderwijs: expliciete scholing rondom racisme, ongelijkheid en discriminatie.” Dit was voor de zomer gepland maar is uitgesteld wegens de pandemie. In de leergang staat de vraag centraal wat racisme en ongelijkheid in de onderwijspraktijk betekent. Uitgangspunt is hoe leraren in hun eigen onderwijspraktijk leren hier proactief op te handelen. De cursus wordt verzorgd door twee lerarenopleiders met 20 jaar ervaring op het gebied van scholing en onderzoek rondom racisme, ongelijkheid en discriminatie. Aan de eerste module nemen 20 leraren deel. Ook een groep van tien ambtenaren vanuit onderwijs zal aan een voor hen op maat gemaakte training deelnemen. e In samenwerking met het programma van de lerarenagenda dragen we bij aan de ontwikkelmogelijkheden voor leraren. Zo start in het voorjaar de specialisatie in ‘Coach van nieuwe leraren’, dat resulteert in een eerste leergang in nauwe samenwerking met schoolbesturen gericht op ervaren leraren. Hierbij is specifiek oog voor de diversiteit van de Amsterdamse leerlingen. De coach ondersteunt een beginnende leraar onder andere hoe om te gaan met verschillende leerstijlen, thuissituaties, achtergronden van ouders Een routebeschrijving vindt v op www.amsterdam.nl Gemeente Amsterdam Datum 16 september 2020 Pagina 3 van 6 etc. Eerste doelstelling is in 2021 tenminste 40 leraren op 40 verschillende scholen te bereiken, en 85 in 2022. e _Kennisdeling: We zijn in gesprek met de po, vo en mbo docenten vit de dialooggroep burgerschap. Dit initiatief gaat komend schooljaar in een andere samenstelling verder. Waarbij de intentie is om wat grotere bijeenkomsten te beleggen over burgerschapsthema’s op school. We zouden hiermee starten voor de zomer maar wegens de pandemie zullen we dit in andere vorm organiseren. Er zijn drie bijeenkomsten geweest van de dialooggroep in dit schooljaar, komend schooljaar is het doel 3 a 4 bijeenkomsten. 2: Amsterdamse scholen borgen een veilige pedagogische relatie waarin leraren en leerlingen zich kunnen herkennen en gezien voelen. Resultaten: e De samenwerking met het vo op thema’s burgerschap en diversiteit is afgelopen schooljaar geïntensiveerd. We trekken nauw op met het OSVO en hun werkgroep diversiteit. Ook hier is bereidheid om thema's te behandelen als burgerschap en om taboes rond discriminatie en racisme te doorbreken. Afgelopen jaar is mede in opdracht van het OSVO op zes scholen het project ‘Het gesprek op school’, vitgevoerd. Docenten gaan in eerste instantie met elkaar in gesprek over dilemma's in de dagelijkse onderwijspraktijk en moeilijke thema’s zoals botsende werkelijkheden in de klas. Daarna volgen gesprekken met leerlingen en ouders. Uiteindelijk gaan scholen onderling met elkaar in gesprek over de vitkomsten. In schooljaar 2020-2021 nemen tien scholen deel aan dit project. e Inhet Stadslab burgerschap ontwerpen leraren van verschillende scholen met elkaar gedurende het schooljaar burgerschapslessen. Leerlingen werken onder begeleiding een aanpak vit voor een door hen gekozen maatschappelijk vraagstuk. Vanaf de start van het traject vindt kennisdeling plaats tussen de verschillende deelnemende scholen. In het Stadslab is veel aandacht voor een veilig leerklimaat en eigen verantwoordelijkheid. Docent Michiel, die meewerkte aan het Stadslab verwoordde het als volgt: ‘Het is pijnlijk om te zien dat sommige leerlingen hardnekkige maatschappelijke problemen zoals etnisch profileren als normaal ervaren. In het Stadslab wordt tastbaar dat ze niet machteloos zijn als burger en dat ze invloed kunnen uitoefenen op de stad. En die ervaring is hard nodig.’ e Inhet kader van goede voorbeelden noem ik hier nog graag een keer de start van de kinderraad afgelopen schooljaar. U bent hierover geïnformeerd in de brief ‘Stand van zaken kinderraad’ welke 17 juni voor kennisgeving is aangenomen. Zo adviseerde de kinderraad dat er extra ruimte moest komen voor kinderen om huiswerk te maken in de periode van Corona. Dit heeft concreet geleid tot extra werkplekken in de OBA speciaal voor kinderen. Ook organiseerde de kinderraad in juni een brede bijeenkomst in Pakhuis de Zwijger om te praten over het tegengaan van racisme en discriminatie. e Afgelopen schooljaar heeft de gemeente met de stadsdelen pedagogische allianties ingezet op samenwerking tussen school en de buurt. Voorbeelden hiervan zijn stadsdeel Oost die samenwerkt met de vreedzame wijk en stadsdeel West waar mbo, po en vo samenwerkt met de transformatie school van Ilias el Hadioui en de gelijke kansen alliantie. Een routebeschrijving vindt v op www.amsterdam.nl Gemeente Amsterdam Datum 16 september 2020 Pagina 4 van 6 Dit draagt bij aan een opvoedklimaat in en om de school waarin de professionals een meer eenduidige blik en opvoedstijl ontwikkelen op het gedrag van kinderen. 3: Amsterdamse scholen bieden een rijk curriculum dat vitgaat van moderne veelzijdige perspectieven Zoals v weet worden op nationaal niveau de eindtermen voor het curriculum opgesteld en heeft de onderwijsinspectie de rol om hierop te controleren. Landelijk zie ik positieve ontwikkelingen. Met het nieuwe wetsvoorstel Verduidelijking burgerschapsopdracht in het funderend onderwijs’, is er meer aandacht en urgentie gekomen voor de wettelijke taak van scholen om burgerschap te onderwijzen. Voor scholen wordt het duidelijker wat van hen verwacht wordt. Motie Van den Hul, Westerveld en Van Raan? over de uitwerking van de kerndoelen ten aanzien van racisme, discriminatie, antisemitisme, koloniaal verleden en migratiegeschiedenis is aangenomen. En ook de herziene canon van de Nederlandse geschiedenis met daarin aandacht voor het slavernijverleden, verzetsheld Anton de Kom, gastarbeiders en meer iconische vrouwen past bij de ontwikkeling die we in Amsterdam al hebben ingezet. Als gemeente hebben wij de ambitie uitgesproken om de Amsterdamse kinderen zoveel mogelijk moderne veelzijdige perspectieven te bieden op school. Het college geeft hier ook al uitvoering aan door de voorziening burgerschap in de Verordening op het lokaal onderwijsbeleid Amsterdam (VloA 2019). Scholen kunnen middels deze regeling extra aandacht besteden aan thema’s die belangrijk zijn voor de stad zoals gedeelde geschiedenis, slavernijverleden en mensenrechten. Daarnaast faciliteren we extra aandacht voor seksuele en genderdiversiteit, vanuit de GGD aanpak gezonde school, en faciliteren we extra lessen. Samenleven vraagt om aandacht voor gezamenlijk herdenken. We stimuleren dit onder andere door een extra subsidie aan onder andere Oorlog in mijn Buurt en Koloniale Sporen in mijn Buurt. Ook hebben wij afgelopen jaar uitvoering gegeven aan het initiatiefvoorstel Grave -Verkerk en Marttin3. Amsterdamse po en vo scholen hebben van burgemeester Halsema en Gerdi Verbeet, voorzitter Nationaal Comité 4 en 5 mei, een brief ontvangen om mee te doen met het bestaande project Adopteer een monument. Dit heeft geresulteerd in een toename van 25 scholen. Resultaten: e De meer specifieke resultaten op leerling en schoolniveau van al onze inzet op een rijk curriculum kunt v vinden in de bijgevoegde infographic in de bijlage bij deze brief. 4: Samen naar school en ontmoeting Op school leren kinderen samenleven en samenspelen. Het college zet er stevig op in dat ouders zoveel mogelijk de keuze voor een gemengde school kunnen maken. Ook stimuleren we ontmoetingen tussen leerlingen van verschillende scholen. Motie Boomsma - Marttin 4 benadrukt ? Gewijzigde motie leden Van den Hul, Westerveld en Van Raan over de uitwerking van de kerndoelen ten aanzien van racisme, discriminatie, antisemitisme, koloniaal verleden en migratiegeschiedenis, voorgesteld d.d. 23 juni 2020. 3lnitiatiefvoorstel van raadsleden De Grave-Verkerk en Marttin getiteld “Amsterdamse scholen adopteren oorlogsmonumenten’dd. 25 september 2019 4 Motie 1326 van de leden Boomsma{CDA) en Marttin (VVD) inzake het beleidskader PIEK-aanpak 2019-2023 (Samen sport en spel: stimuleer ontmoeting ook buiten school) d.d. 17 juli 2019. Een routebeschrijving vindt v op www.amsterdam.nl Gemeente Amsterdam Datum 16 september 2020 Pagina 5 van 6 het belang van deze ontmoeting via sport en spel. Hier hebben wij o.a. via het zomerprogramma Midzomer Mokum invulling aan gegeven en ook via de initiatieven genoemd in actielijnen 2 en 3. Resultaten: e We blijven inzetten in op de vroegschoolse voorziening, de Kansenaanpak po en vo en de PIEK-aanpak met daarin de Alles-in-één-school, de Brede Brugklasbonus en de Amsterdamse Familieschool. Om te bevorderen dat leraren een afspiegeling zijn van de leerlingen in de Amsterdamse klassen, zet de wervings- en imagocampagne ‘Liever voor de klas’, specifiek in op het werven van leraren van diverse culturele achtergronden. e Dit jaar is ereen weigeringsgrond* ingevoerd in de Verordening op het lokaal onderwijsbeleid Amsterdam 2019 (VloA 2019). De weigeringsgrond bepaalt dat het college subsidies geheel of gedeeltelijk kan weigeren als een basisschool per schooljaar een gemiddelde vrijwillige ouderbijdrage ontvangt die hoger is dan €225. Dit voorkomt dat scholen via de ouderbijdrage een drempel opwerpen voor ouders om zich aan te melden. Inmiddels is bekend dat vijf schoolbesturen een voornemen tot afwijzing zullen ontvangen op hun subsidieaanvragen voor de VloA 2019 vanwege de hoogte van hun vrijwillige ouderbijdrage. e In janvari en februari 2020 zijn er in Amsterdam twee drukbezochte scholenmarkten georganiseerd voor alle POscholen in de stadsdelen Noord en West. We ondersteunen ouderinitiatieven en monitoren we regulier het stedelijk toelatingsbeleid. e We geven uitvoering aan motie Flentge - Mbarki® door te onderzoeken wat Amsterdam van het toelatingssysteem van gecontroleerde keuze in Boston in de Verenigde Staten kan leren. In dit onderzoek worden ook alternatieve systemen meegenomen van de plaatsingsprocedure in Weesp meegenomen?.Ik verwacht dat de resultaten zomer 2021 beschikbaar komen, mits de corona-epidemie onderzoek in de Verenigde Staten toelaat. e _ Zoals aangegeven in motie Flentge?® is onderwijshuisvesting van invloed op segregatie. In Amsterdam Noord, een stedelijk gebied in ontwikkeling, zien we met de schoolbesturen mogelijkheden om het onderwijsaanbod te verstevigen. Samen met de schoolbesturen hebben we een externe deskundige aangesteld die het complexe vraagstuk rondom het creëren van een nieuwe onderwijssituatie begeleidt. Deze begeleider heeft expliciet de opdracht om het tegengaan van segregatie hierin mee te nemen. e Vanuit de bestuursopdracht tegengaan kansenongelijkheid is aanpak segregatie een van de zeven actielijnen. In dit team zijn naast onderwijs, ook de GGD, Ruimte en Duurzaamheid, Grond en ontwikkeling en Wonen aangehaakt. Immers: voor de PO- scholen is de schoolpopulatie in 80% een afspiegeling van de diversiteit in de wijk. De 5 Artikel 7, tweede lid aanhef en onder c. van de VloA 2019. 6 Motie 1481 van Flentge (SP) en Mbarki (PvdA) inzake bevorderen gelijke kansen d.d. 19 november 2019. 7 Motie 225.20 Flentge- Om te onderzoeken welke voor- en nadelen de plaatsingsprocedure in Weesp - waar kinderen die extra ondersteuning nodig hebben naar evenredigheid worden geplaatst op verschillende scholen 13 februari 2020 8 Motie 302 van lid Flentge (SP) inzake de beleidsbrief Onderwijsvisie 2019-2025 (aanpakken kansenongelijkheid en segregatie in het onderwijs om te komen tot een meer evenwichtige spreiding van kinderen met een risico op achterstanden) d.d. 14, maart 2019. Een routebeschrijving vindt v op www.amsterdam.nl Gemeente Amsterdam Datum 16 september 2020 Pagina 6 van 6 segregatie op wijkniveau werkt door op de segregatie op schoolniveau. Ook heeft de gemeente contact met OCW over de beleidsagenda® Segregatie. e Qua onderzoek ondersteun ik de UvA bij het ontwikkelen van een model dat zij de komende jaren ontwikkelen om de effecten van beleidsinterventies op schoolkeuze en onderwijssegregatie te kunnen voorspellen. De jaarlijkse segregatiemonitor PO verwacht ik laatste kwartaal 2020 met u te kunnen delen. Tot slot Met bovenstaand beleid geven we invulling aan de hoofdambitie van ‘Amsterdammerschap in het onderwijs’: Het bevorderen van een ambitieuze en weerbare samenleving, waar iedereen zichzelf kan zijn. Waar individuen leren omgaan met verschillen, zich in elkaar kunnen verplaatsen, werken aan hun ontwikkeling en talenten. We willen het vermogen van kinderen en jongeren om op een positieve manier onderdeel vit te maken van de diverse Amsterdamse samenleving versterken. Graag ga ik met u in gesprek over de inhoud van deze voortgangsbrief. Wij hopen u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben. Met vriendelijke groet, Namens het college van burgemeester en wethouders, \Y Marjolein Moorman Wethouder Onderwijs 9 Toegezegd die door de Minister van Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media bij bespreking van de wet ‘Meer Ruimte voor Nieuwe Scholen’ in de Eerste Kamer d.d. 12 mei 2020. Een routebeschrijving vindt u op www.amsterdam.nl
Motie
6
discard
Aan de leden van de Gemeenteraad Amsterdam Postbus 202 1000 AE Amsterdam Ce: het Dagelijks Bestuur van Amsterdam Zuid, de Afdeling Monumenten en Archeologie, de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit 17 februari 2017 Van harte willen wij, (oud)directeuren van Nederlandse musea, het appel ondersteunen dat de Erfgoedvereniging Bond Heemschut en de Stichting het Cuypersgenootschap in hun brief van 20 januari jl. op u hebben gedaan tot behoud van het monumentale raam van Matthieu Wiegman, dat zich vanaf 1938 tot kort geleden in de Valeriuskliniek heeft bevonden maar nu is opgeslagen zonder uitzicht op herplaatsing. Vanuit onze betrokkenheid met het behoud en beheer van objecten binnen een museale omgeving gaat het ons zeer ter harte dat een kunstwerk van een dergelijke schoonheid en betekenis de zorg moet ontberen die werken in een museum wél ten deel vallen en dat het met teloorgang wordt bedreigd. Wij hoeven de argumentatie van Heemschut en het Cuypergenootschap, waar we volledig achter staan, niet in haar geheel te herhalen, maar willen vooral de zeer grote kunsthistorische waarde van dit raam benadrukken. Het is, met zijn omvang, artistieke en technische kwaliteiten, niet alleen een hoofdwerk binnen het oeuvre van een vooraanstaande twintigste- eeuwse kunstenaar, maar behoort tevens tot de belangrijkste glas-in-loodramen die in Nederland tijdens het interbellum zijn vervaardigd. De ondergang ervan zal voor de Nederlandse kunstgeschiedenis van de twintigste eeuw een onherstelbaar verlies betekenen dat generaties chroniqueurs en andere kenners van de Nederlandse moderne kunst met ongeloof en verontwaardiging zal vervullen hoe zoiets heeft kunnen gebeuren. Wanneer het raam niet teruggeplaatst wordt in het complex dat op de plaats van de Valeriuskliniek gaat verrijzen, zal het, zoals Heemschut en het Cuypergenootschap naar voren brengen, vrijwel onmogelijk zijn om er een andere bestemming voor te vinden, hetgeen het einde van het raam zou betekenen. Ì Het is daarom niet te begrijpen dat bij een kwestie die zozeer het behoud van Nederlands cultureel erfgoed betreft een projectontwikkelaar de vrije hand is gelaten om zijn persoonlijke smaak te volgen. Deze projectontwikkelaar, de DeJonggroep, rechtvaardigt, in zijn Nieuwsbrief van 31 januari, zijn onwil om het raam terug te plaatsen met de redenering dat het niet past bij ‘een transparant en blij gebouw, dat niet meer aan een ziekenhuis doet denken’. Wiegman wilde met het raam, dat hij een arcadische thematiek gaf en uitvoerde in een feest van vrolijke kleuren, die naar boven toe steeds lichter worden, de beschouwers juist blij maken en hen de ziekenhuisomgeving doen vergeten. Het gemak waarmee de projectontwikkelaar het karakter van het kunstwerk onrecht doet door het connotaties toe te schrijven die het juist niet bezit, illustreert weer eens, om met de dichter te spreken, hoe weerloos iets van waarde is is. En dat is helemaal zo als er geen andere bevoegden blijken te zijn die de waarde van dit kunstwerk willen erkennen en beschermen. Wij doen een dringend beroep op u om het niet zover te laten komen, maar recht te doen aan wat van waarde is. | Met vriendelijke groeten, Andreas Blühm, directeur Groninger Museum Taco Dibbits, hoofddirecteur Rijksmuseum Amsterdam Mariette Dölle, directeur museum Kranenburgh Bergen Sjarel Ex, directeur Museum Boijmans Van Beuningen Lidewij de Koekoek, algemeen directeur Museum Het Rembrandthuis Jan Piet Filedt-Kok, ouddirecteur collecties Rijksmuseum Amsterdam Meta Knol, directeur Museum De Lakenhal, Leiden Hans Locher, ouddirecteur Gemeentemuseum Den Haag Patrick van Mil, directeur Stedelijk Museum Alkmaar Henk van Os, oud-hoofddirecteur Rijksmuseum Amsterdam | |
Raadsadres
2
train
VN2021-000748 X Gemeente Raadscommissie voor Financiën, Economische Zaken, Deelnemingen, F EF D Ate id % Amsterdam Lucht- en Zeehaven, Duurzaamheid en Circulaire Economie Voordracht voor de Commissie FED van 04 maart 2021 Ter kennisneming Portefeuille Duurzaamheid en Circulaire Economie Agendapunt 13 Datum besluit College B&W 2 februari 2021 Onderwerp Kennisnemen van de reactie op motie 1142.20 van leden Groen, Timman, Biemond en Ceder inzake lessen mede-eigenaarschap of medezeggenschap warmtevoorzieningen De commissie wordt gevraagd Kennis te nemen van de schriftelijke reactie van het college inzake de afhandeling van motie 1142.20 van leden Groen, Timman, Biemond en Ceder getiteld Lessen mede-eigenaarschap of medezeggenschap warmtevoorzieningen met als belangrijkste punten: * Inde Wijken Aardgasvrij Maken-aanpak is contact leggen met lokale initiatieven geborgd. De gemeente faciliteert hen bovendien inhoudelijk en financieel, zodat zij modellen kunnen ontwikkelen die een grotere slagingskans hebben. e De gemeente kan te zijner tijd zelf bepalen hoe zwaar het gunningscriterium “lokale betrokkenheid” meetelt bij de aanwijzing van een warmteleverancier van een warmtekavel. * Het college zal blijven lobbyen voor gepaste invloed van bewoners op warmtesystemen in hun buurt. Wettelijke grondslag Reglement van Orde voor de raad van Amsterdam, artikel 80: Afhandeling motie. Gemeentewet, artikel 169: het college van burgemeester en wethouders en elk van zijn leden afzonderlijk zijn aan de Gemeenteraad verantwoording schuldig over het door het college gevoerde bestuur (lid 1); zij geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de uitoefening van zijn taak nodig heeft (lid 2); zij geven de raad mondeling of schriftelijk de door een of meer leden gevraagde inlichtingen, tenzij het verstrekken ervan in strijd is met het openbaar belang (lid 3). Bestuurlijke achtergrond In de vergadering van de gemeenteraad van 30 september 2020 heeft zij bij de behandeling van agendapunt Vaststellen van de Transitievisie warmte motie 1142.20 van leden Groen, Timman, Biemond en Ceder getiteld Lessen mede-eigenaarschap of medezeggenschap warmtevoorzieningen aangenomen. Het college wordt daarin gevraagd om: 1. Te onderzoeken of het mogelijk is om in het proces WAM de mogelijkheid in te bouwen dat woningeigenaren uitgenodigd en gefaciliteerd worden om zich desgewenst te verenigen in een warmtecoöperatie, met het doel zelf plan in te dienen om een warmtevoorziening aan te leggen; 2. Modellen met mede-eigenaarschap van lokale bewoners dan wel medebeslisrecht op de warmtevoorziening uit te werken en inpasbaar te maken, en toe te passen bij aanbestedingen voor de warmtekavels; 3. Erindelobby in Den Haag op aan te dringen dat dit mogelijk blijft. Middels bijgevoegde brief word deze motie afgedaan. Gegenereerd: vl.9 1 VN2021-000748 % Gemeente Raadscommissie voor Financiën, Economische Zaken, Deelnemingen, Ruimte en % Amsterdam ‚ ‚ ‚ ‚ . Lucht- en Zeehaven, Duurzaamheid en Circulaire Economie duurzaamheid % Voordracht voor de Commissie FED van 04 maart 2021 Ter kennisneming Reden bespreking n.v.t. Uitkomsten extern advies n.v.t. Geheimhouding n.v.t. Uitgenodigde andere raadscommissies n.v.t. Welke stukken treft v aan? Meegestuurd Registratienr. | Naam AD2021-011474 1. Motie 1142.20 Groen cs Lessen Medeeigenaarschap.pdf (pdf) AD2021-011714 2. Brief afhandeling motie 1142.pdf (pdf) AD2021-002803 | Commissie FED Voordracht (pdf) Ter Inzage | Registratienr. Naam Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Ruimte en Duurzaamheid, Sander Vester, 06 230 45 657, [email protected] Gegenereerd: vl.9 2
Voordracht
2
train
OM N% Gemeente Raadscommissie voor Publieke Gezondheid en Preventie, Zorg en OZA nderwijs, Jeugd en „ . . " Maatschappelijke Ontwikkeling, Jeugd(zorg), Onderwijs en Armoede en Zorg DS Amsterdam Schuldhulpverlening Voordracht voor de Commissie OZA van 13 december 2023 Ter kennisneming Portefeuille Onderwijs Agendapunt A Datum besluit Nvt Onderwerp Raadsinformatiebrief Schooltuinen en Natuureducatie De commissie wordt gevraagd Kennis te nemen van de raadsinformatiebrief Schooltuinen en Natuureducatie en de bijlage ‘rapportage Schooltuinen en Natuureducatie schooljaar 2022-2023’. Wettelijke grondslag Gemeentewet Artikel 169 van de Gemeentewet, actieve informatieplicht college naar gemeenteraad Bestuurlijke achtergrond * Jaarlijks wordt de ‘Rapportage Schooltuinen en Natuureducatie! ter kennisname aangeboden aan de commissie. * Tijdens de bespreking van de voorjaarsnota heeft wethouder Moorman een evaluatie Natuureducatie in O4 toegezegd [Evaluatie NME Schooltuinen (TA2023-000690)]. Deze toezegging wordt in deze brief afgedaan. Reden bespreking Nvt Uitkomsten extern advies Nvt Geheimhouding Nvt Uitgenodigde andere raadscommissies Nvt Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan? Ja, de evaluatie NME Schooltuinen (TA2023-000690). Welke stukken treft v aan? Gegenereerd: vl.16 1 VN2023-024967 % Gemeente Raadscommissie voor Publieke Gezondheid en Preventie, Zorg en O ZA ij msterdam Zo Jeugd en % Maatschappelijke Ontwikkeling, Jeugd(zorg), Onderwijs en Armoede en Schuldhulpverlening Voordracht voor de Commissie OZA van 13 december 2023 Ter kennisneming AD2023-087520 Commissie OZA Voordracht (pdf) AD2023-087672 Jaarrapportage Schooltuinen en Natuureducatie 2022-2023. pdf (pdf) AD2023-088244 Raadsinformatiebrief Schooltuinen en Natuureducatie 20112023. pdf (pdf) Ter Inzage Registratienr. Naam Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) OJZ, Rosa van Santbrink, r.van.santbrink@&amsterdam.nl Gegenereerd: vl.16 2
Voordracht
2
val
> Gemeente Amsterdam Motie Datum raadsvergadering 16 maart 2023 Ingekomen onder nummer 84 Status Aangenomen Onderwerp Motie van de leden IJmker, Moeskops en Noordzij inzake Nieuwe gover- nance, nieuwe naam Onderwerp Nieuwe governance, nieuwe naam Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De Raad, Gehoord de discussie over Herijking governance van stichting Waternet Constaterende dat -_Er momenteel een vitgebreide herijking van de governance van de stichting Waternet plaatsvindt -_ Ervaak verwarring ontstaat tussen de taken van het waterschap Amstel, Gooi en Vecht en de stichting Waternet -__ Het waterschap AGV heeft aangegeven de behoefte te hebben om zelfstandig herkenbaar te zijn Overwegende dat -__ Door de gevolgen van klimaatverandering water een steeds belangrijker en politieker on- derwerp is geworden -_Het waterschap AGV een belangrijke partner is in onze gezamenlijke watertaken -_Erdus een duidelijk belang is om de herkenbaarheid en politieke rol van het waterschap AGV te verstevigen Verzoekt het college van burgemeester en wethouders -_In overleg met het waterschap AGV inzichtelijk te maken op welke manieren de profile- ring en positionering van AGV ten opzichte van Waternet kan worden versterkt die recht Gemeente Amsterdam Status Aangenomen Pagina 2 van 2 doet aan de beoogde nieuwe governance van de stichting Waternet, waarbij ook naar de optie gekeken wordt om te kijken naar een naamswijziging -_ Hierbij inzichtelijk te maken welke kosten hiermee zijn gemoeid Indiener(s), E.C. IJmker E.D.M. Moeskops G. Noordzij
Motie
2
discard
Bezoekadres >_< Pieter Calandlaan 1 Gemeente Amsterdam Amsterdam x Stadsdeel Nieuw-West Postbus 2003 - 1000 CA Amsterdam > 4 Agenda raadscommissie B Telefoon 14 020 2 november 2011 Fax 020 619 9426 NV Locatie: Pieter Calandlaan 1 - Restaurant www.nieuwwest.amsterdamnl De tijden zijn bij benadering Tijd: 19.30 — 23.00 uur Voorzitter: dhr. H. Sahmi Griffier: dhr. L. Winnips 19.30 1. Opening / agendavaststelling 19.35 2. Mededelingen 19.40 3. Commissiegebonden actualiteiten 19.55 4. Uitvoeringsplan sportparken Nieuw-West 2011-2012” (Mauer) Oo 20.40 5. Jaarrekening en — verslag 2010 Stichting openbaar onderwijs Oo Westelijke Tuinsteden* (Mauer) 21.00 6. Contourenbrief Sociaal beleid* (Bos) C 22.00 7. Kunst en cultuurbeleid Nieuw-West 2011-2014* (De Wilt) Ö 22.30 8. Sluiting Ter kennisname: Gebiedsarrangementen (Bos) * = bijgesloten O-fase: oriënterende bespreking (debat tussen fracties en DB). M-fase: meningvormende bespreking (debat tussen fracties onderling). C-stukken: alleen bespreking in de commissie; wordt niet in de raad geagendeerd. Toelichting: de meeste stukken worden eerst oriënterend (©) besproken, één week later meningvormend (M) en vervolgens neemt de raad er een besluit over. Een uitzondering vormen de C-stukken. Deze stukken worden alleen in de commissie besproken. Meespreken en inspreken Uw bijdrage als bewoner en organisatie wordt door de deelraad zeer op prijs gesteld. U kunt meepreken en inspreken. Hiervoor kunt u contact opnemen met de griffie: (T) 020-2536742 of (E) [email protected]
Agenda
1
discard
> < Gemeente Raadsinformatiebrief Amsterdam Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam Datum 7 juni 2021 Portefeuille(s) Water Portefeuillehouder(s): Egbert J. de Vries Behandeld door Dienstverlening, THOR en Programma Varen, [email protected] Onderwerp Stand van zaken realisatie uitbreiding Binnenhavengeld (BHG) systeem in verband met het doorvaartvignet Geachte leden van de gemeenteraad, Met deze brief informeert het college u over het volgende. Op 20 mei 2020 heeft de gemeenteraad van Amsterdam de Nota Varen Deel 2 vastgesteld. Met dat besluit heeft de raad ingestemd met het invoeren van het doorvaartvignet. Het besluit is bekrachtigd met de vaststelling van de eerste wijzigingsverordening Binnenhavengeldverordening Pleziervaart 2020 op 16 en 17 december 2020, waarmee de raad heeft ingestemd met de invoering van het doorvaartvignet in 2021. Op dit moment is elke booteigenaar verplicht een vignet te plaatsen op een pleziervaartuig dat een ligplaats inneemt of afmeert op het Amsterdamse binnenwater. Daarvoor is binnenhavengeld verschuldigd. Conform het nieuwe beleid is niet alleen een vignet vereist als een pleziervaartuig een ligplaats wil innemen of wil afmeren op het Amsterdamse binnenwater, maar is ook een vignet vereist als een pleziervaartuig alleen wil (door)varen op het Amsterdamse binnenwater. Achterliggende reden voor dit besluit is ‘De Digitale Gracht’. Dit maakt het voor de gemeente mogelijk om het totale scheepvaartverkeer in beeld te brengen. En dit is nodig om als vaarwegbeheerder beter geïnformeerd en gerichter verkeersmaatregelen te nemen, bijvoorbeeld in geval van grote drukte, evenementen en bij calamiteiten. Maar ook om efficiënter en informatie gestuurd te handhaven en zodoende overlast effectiever te bestrijden. Complexiteit invoering Doorvaartvignet Na het vaststellen van de Nota Varen Deel 2 is gestart met de voorbereidingen voor het invoeren van het doorvaartvignet. Dit innovatieve project, het eerste in zijn soort, heeft meer tijd gekost dan van tevoren is ingeschat. Voor het bouwen en testen van de aanpassingen in het BHG systeem om het doorvaartvignet te realiseren, bleek een grotere inzet noodzakelijk dan van te voren verwacht, iets wat mede vanwege het thuiswerken door Corona voor vertraging heeft gezorgd. Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 7 juni 2021 Pagina 2 van 2 Naast het digitaal mogelijk maken van de aanschaf van het doorvaartvignet (via website en vaarwaterapp) wordt momenteel ook nog onderzocht of en op welke wijze offline verkoopmogelijkheden geboden zullen worden. Hierbij valt te denken aan automaten, of de mogelijkheid om bij de handhavers alsnog een vignet aan te schaffen. Zonder deze verkooppunten wordt sanctionerend optreden bij het ontbreken van een doorvaartvignet ingewikkeld, omdat bootbezitters, wanneer zij door handhaving worden aangesproken, de overtreding niet ongedaan kunnen maken (verwerkingstijd digitaal vignet is enkele werkdagen). Tenslotte zijn er ook vanuit de sector (HISWA, watersportverenigingen, en jachthavens) vragen over de wijze waarop Amsterdam het doorvaartvignet wil invoeren, de gemeente is hierover met de sector in gesprek. Om op een goede manier over te kunnen gaan tot de invoering van het doorvaartvignet is meer tijd nodig. Om die reden zal de invoering van het doorvaartvignet uitgesteld worden tot uiterlijk voor de start van het vaarseizoen 2022. Ik ga ervan uit u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Met vriendelijke groet, Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, Egbert J. de Vries Wethouder Verkeer en Vervoer, Water en Luchtkwaliteit Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Brief
2
train