text
stringlengths
181
1.69M
label
stringclasses
11 values
num_pages
float64
1
502
split
stringclasses
4 values
Jaar 2020 Afdeling 1 Nummer 362 Datum indiening 7 februari 2020 Datum akkoord 20 maart 2020 Publicatiedatum 20 maart 2020 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Ceder inzake financiële educatie op scholen en een Amsterdamse Week van het Geld. Aan de gemeenteraad Toelichting door vragensteller: Op 30 mei 2018 heeft de fractie van de ChristenUnie een amendement ingediend omtrent financiële educatie, volgend op de discussie over het coalitieakkoord 2018 2022, getiteld: “Een nieuwe lente en een nieuw geluid” (Gemeenteblad afd. 1, nr. 456). Hierbij is besloten dat ‘het college zal inzetten op financiële educatie op scholen en initiatieven hiervoor verkennen en daar waar mogelijk ondersteunen.’ Geconstateerd is dat armoede en financiële schulden van grote invloed zijn op zowel de fysieke als de mentale staat van een individu. Daarnaast is het bekend dat armoede vaak van generatie op generatie wordt overgebracht. De fractie van de ChristenUnie staat ervoor om zich maximaal in te zetten op preventie en vroegsignalering hiervan. Gezien kinderen de toekomst zijn van de samenleving, is het van belang om bij hen te beginnen met de heropbouw aan de algemene kennis in de omgang met geld. Dit is om te voorkomen dat zij later zullen lijden aan zelf opgebouwde schulden. Hierbij wordt de inzet voor financiële educatie op scholen als een effectief middel geacht om de vicieuze cirkel van achterstand te doorbreken. Zowel de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB)' en het Nibud* zijn ook in overeenstemming met deze manier van aanpak en zetten zich ook hiervoor in. Uit het onderzoek’ van het Nibud blijkt immers dat het verschil in betalingsachterstanden tussen volwassenen die als kind niet van hun ouders geleerd hebben goed met geld om te gaan, significant is. Tevens heeft als meest recente voorbeeld de gemeente Utrecht concrete plannen gemaakt om leerkrachten in hun reikwijdte te helpen met gratis lessen over geld”: beginnend op 10 februari en verder met speciale aandacht hiervoor in de Utrechtse Week van het geld die de afgelopen tien jaar jaarlijks plaats heeft gevonden. De fractie van de ChristenUnie wil middels vragen inzicht verkrijgen in de vervolghandelingen aangaande genoemd amendement. De fractie van de ChristenUnie ziet daarbij ook een actieve rol vanuit de gemeente omtrent een Amsterdamse Week van het Geld. 1 https://www.nvb.nl/themas/bank-maatschappij/financi%C3%ABle-educatie/ ? https://www.nibud.nl/beroepsmatig/financiele-educatie-moet-in-schoolcurriculum/ ® https://www.nibud.nl/beroepsmatig/financiele-opvoeding-financiele-gedrag-als- volwassene/ https://www.nibud.nl/beroepsmatig/utrecht-helpt-leerkrachten-met-gratis-lessen-over- geld/ Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer aart 2020 Schriftelijke vragen, vrijdag 7 februari 2020 Gezien het vorenstaande heeft het lid Ceder, namens de fractie van de ChristenUnie, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Erkent het college, net zoals bijvoorbeeld de NVB en het Nibud, ook dat financiële educatie op scholen een effectief middel is om de beschreven vicieuze cirkel van armoede te doorbreken? Antwoord: Ja, dat erkent het college. Om die reden zet het college stevig in financiële educatie op scholen. We bieden al financiële educatie op 35 scholen ín het voortgezet onderwijs en bereiken daarmee bijna 4000 leerlingen. In het schooljaar 2020-2021 bereiden we uit naar 6000 leerlingen. Deze investering is onderdeel van de Amsterdamse Agenda Armoede en Schuldhuip 2019-2022. Hiernaast financieren we initiatieven voor financiële educatie in het primair onderwijs. Daarnaast bieden we budgetcoaches in het MBO. 2. Gezien de raad met het aangenomen amendement heeft ingestemd in te zetten op financiële educatie op scholen. Hoe is opvolging gegeven aan het amendement binnen het huidige collegebeleid? Zijn de initiatieven voor financiële educatie op scholen bekend en verkend bij de gemeente? Antwoord: Het college heeft opvolging gegeven aan het amendement door extra te investeren in financiële educatie. We investeren bovenop het bestaand budget van € 270.000 nog eens € 250.000 extra waardoor wemeer scholieren in het voortgezet onderwijs kunnen bereiken. Ja, initiatieven voor financiële educatie zijn verkend in voorbereiding op de uitbereiding van de lessen financiële educatie in het voortgezet onderwijs. Momenteel worden in het voortgezet onderwijs de programma’s “Hoe word je Rijk?” en “Cash, money, budget” uitgevoerd. “Moneyway” is een programma dat zowel op enkele scholen van het voorgezet onderwijs en het MBO wordt aangeboden. Voor leerlingen in het primair onderwijs wordt aanbod uitgevoerd op kleine schaal door twee instellingen voor maatschappelijke dienstverlening, Dynamo en Madizo. Op locaties in de wijk wordt aanbod aangeboden door Moneyschool. Ook ín het taalaanbod voor volwassenen is aandacht voor financiële educatie. 3. Zoja, wat zijn de resultaten hiervan? Kan het college een overzicht geven van hoe men momenteel financiële educatie binnen het Amsterdamse onderwijs vormgeeft? Antwoord: De onderstaande tabel geeft een overzicht van het aantal scholen en leerlingen dat we dit schooljaar bereiken met financiële educatie en de ambitie voor volgend schooljaar. 2 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer aart 2020 Schriftelijke vragen, vrijdag 7 februari 2020 schooljaar 2019-2020 schooljaar 2020-2021 voortgezet onderwijs bijna 4.000 leerlingen 6.000 leerlingen op 35 scholen “Op alle MBO scholen in Amsterdam worden budgetcoaches ingezet die jongeren ondersteunen bij financiële vragen. Momenteel worden door bovengenoemde aanbieders samen bijna 4.000 leerlingen op het voortgezet onderwijs bereikt. Het is de ambitie van het college om in het schooljaar 2020-2021 6.000 leerlingen van het voorgezet onderwijs financiële educatie aan te bieden. Op alle MBO locaties in Amsterdam zetten we budgetcoaches in. Zij hebben in 2019 1,537 leerlingen geholpen met financiële vragen en problemen. Met de MBO scholen is overeengekomen dat zij tijdens burgerschapslessen financiële educatie aan studenten aanbieden. Op het MBO is financiële educatie een vast onderdeel van het curriculum en daarmee worden 14.000 studenten bereikt. Het initiatief Moneyschool bereikt 165 kinderen en jongeren op locaties in de wijk. Aan de cursus Taal en persoonlijke financiële administratie hebben in 2019 853 volwassenen deelgenomen. 4. Gemeente Utrecht heeft recentelijk concrete plannen gemaakt om leerkrachten te helpen middels gratis lessen over geld met extra aandacht voor de Week van het geld. Is het college bereid om het voorbeeld te volgen en actief leerkrachten te betrekken bij initiatieven die zich hiervoor inzetten? Antwoord: Ja, we informeren het onderwijs actief over de Week van het Geld. Op deze manier maken we docenten en scholen attent op het aanbod van de gratis budgetlessen die worden aangeboden door financiële instellingen op de website van de Week van het Geld. Scholen kunnen hier ook lesmateriaal voor de Week van het geld bestellen. Er is op de site ook online lesmateriaal beschikbaar voor het primair onderwijs tot en met het MBO voor het hele schooljaar. 5. Hoe wordt momenteel in Amsterdam binnen het onderwijs aandacht besteed aan de Week van het Geld’? Antwoord: De Week van het Geld, die stond gepland van 23 tot en met 27 maart, wordt dit jaar afgelast. Dit in verband met de kabinetsmaatregelen die zijn getroffen rondom het coronavirus. Desalniettemin hieronder het antwoord op uw vragen. De Week van het Geld bestaat dit jaar tien jaar en richtte zich altijd op het primair onderwijs. Voor de Week van het Geld hadden dit jaar 21 scholen van het primair onderwijs een lespakket aangevraagd bij Wijzer in geld zaken, de organisator van de Week van het Geld. Sinds dit jaar is de doelgroep uitgebreid naar het speciaal onderwijs, voorgezet onderwijs en het MBO. 3 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer aart 2020 Schriftelijke vragen, vrijdag 7 februari 2020 6. Is het college bereid om de Week van het Geld tot een stadsbreed evenement te ontwikkelen binnen het Amsterdams onderwijs zodat alle scholen via de gemeente ingelicht en ondersteund kunnen worden als het gaat om het vormgeven aan financiële educatie op scholen? Zo nee, waarom niet? Antwoord: Ja, er werden voor de afgelasting al stadsbreed voorbereidingen getroffen voor verschillende activiteiten die zouden plaatsvinden in het kader van de Week van het Geld. Voor de Week van het geld 2020 en de jaren daarna heeft Wijzer in geldzaken een lokale versie van het Week van het geld logo ontwikkeld. Actieve gemeenten kunnen gebruik maken van het lokale logo. Ook wij waren voornemens de activiteiten onder de lokale versie van het Week van het Geld logo aan te bieden. Burgemeester en wethouders van Amsterdam Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris 4
Schriftelijke Vraag
4
discard
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Motie Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 1014 Publicatiedatum 19 november 2014 Ingekomen op 6 november 2014 Ingekomen in 812” Behandeld op 6 november 2014 Status Aangenomen Onderwerp Motie van de raadsleden de heer Blom en de heer Kayar inzake de begroting voor 2015 (duurzame sport). Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de begroting voor 2015; Overwegende dat: — de gemeente Amsterdam de doelstelling heeft de CO2-uitstoot in de stad in 2025 te hebben teruggedrongen naar 2050 kTon per jaar en in 2040 tot 855 kTon; — om deze doelstelling te halen ook in Amsterdam alle zeilen moeten worden bijgezet; — alle Amsterdammers daar een bijdrage aan kunnen leveren, en dat voor instellingen en het bedrijfsleven met name een belangrijke taak is weggelegd; — deze doelstelling alleen behaald kan worden als het college er gezamenlijk de schouders onder zet, en een luid en duidelijk signaal afgeeft dat het werk maakt van duurzaamheid op alle terreinen; — dat vereist dat duurzaamheid integraal en in elke portefeuille wordt opgepakt en niet uitsluitend belegd wordt bij de wethouder Duurzaamheid; — dat dus ook geldt voor de portefeuille ‘Sport’; — de raad in 2013 raadsbreed het initiatiefvoorstel ‘Duurzame Sportparken heeft aangenomen en dat het dictum van dat voorstel het volgende was: “Een Green Deal voor de Verduurzaming van Sportclubs aan te gaan tussen gemeente en sportclubs, met als te behalen resultaat een halvering van het energieverbruik van sportclubs van 50% in 2018 ten opzichte van 2012; — alle relevante informatie [zoals contacten, te treffen maatregelen, financierings- mogelijkheden, goede voorbeelden en Energie Service Compagnieën (ESCO's)] via een website toegankelijk te (laten) maken; — in overleg met energiebedrijven, ESCO's of anderen een energiescan aan alle sportclubs in Amsterdam aan te bieden; — de energieprestaties van sportclubs te publiceren en een jaarlijkse prijs uit te loven voor de meest duurzame club en de club die de grootste daling in energievebruik laat zien; 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Afdeling 1 Gemeenteblad R Nummer 1014 Motie Datum 19 november 2014 — het college van b&w te verzoeken een aanpak te ontwikkelen waarbij sportclubs, hun leden en vrijwilligers, lokale ondernemers, en andere organisaties en bedrijven op de beste manier samen de energiebesparingsdoelen op een sportclub kunnen bereiken; — het college van b&w te verzoeken om de gemeenteraad een voorstel te doen op welke wijze binnen de huidige PMI-middelen, het AIF of huidige subsidiëring voor sportclubs, energiebesparende maatregelen voor sportclubs kunnen worden voorgefinancierd; Constaterende dat: — het college een Sportaccommodatiefonds van € 20 miljoen opricht; — kansen op investering in verduurzamingsmaatregelen die zichzelf terugverdienen moeten worden aangegrepen, Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: — het Sportaccommodatiefonds zo vorm te geven dat het bij renovatie of nieuwbouw van sportaccommodatie ook kan worden ingezet voor duurzame (ver)nieuwbouw; — daarbij een link te leggen met het Duurzaamheidsfonds; — deze mogelijkheid actief onder de aandacht van sportclubs te brengen en te betrekken bij de communicatie over het Sportaccommodatiefonds; — bijde uitwerking en implementatie van het Accommodatiefonds de voorstellen in het initiatiefvoorstel ‘Duurzame Sportparken’ te betrekken. De leden van de gemeenteraad, S.R.H. Blom O. Kayar 2
Motie
2
val
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad x% Gemeenteblad % Motie Jaar 2015 Afdeling 1 Nummer 1220 Publicatiedatum 13 november 2015 Ingekomen onder AL Ingekomen op donderdag 5 november 2015 Behandeld op donderdag 5 november 2015 Status Aangenomen Onderwerp Motie van de leden Roosma, Duijndam, Poorter, Kaya en Van Soest inzake maatwerk in de huishoudelijke zorg (geen uren maar maatwerk). Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de actualiteit inzake Maatwerk in Huishoudelijke zorg van de leden Roosma, Duijndam en Poorter (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1183); Overwegende dat: — het van belang is dat aanbieders ook daadwerkelijk maatwerk verstrekken; — er signalen zijn dat (sommige) zorgaanbieders uitgaan van een gemiddelde en niet ingaan op de specifieke situatie van de cliënt. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: — ervoor te zorgen dat aanbieders het maatwerk leveren, zoals in de WMO bedoeld is; — met de aanbieders de afspraak te maken dat zij in de gesprekken met cliënten en het leveren van hulp bij het huishouden, niet meer uitgaan van het gemiddeld aantal uren hulp, maar voor elke cliënt specifiek hulp op maat leveren en dit als zodanig ook te communiceren; — als gemeente zelf dit nog duidelijker te communiceren naar de cliënten (zoals bijvoorbeeld in de folders van de stadsdelen over wijkzorg). De leden van de gemeenteraad F. Roosma P.J.M. Duijndam M.F. Poorter M. Kaya W. van Soest 1
Motie
1
discard
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Motie Jaar 2013 Afdeling 1 Nummer 1023 Publicatiedatum 15 november 2013 Ingekomen op 6 november 2013 Ingekomen onder 868’ Behandeld op 7 november 2013 Status Ingetrokken Onderwerp Motie van het raadslid de heer Manuel inzake de begroting voor 2014 (minder fijnstof in de stad). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de begroting voor 2014; Overwegende dat: — het verbeteren van de luchtkwaliteit van groot belang is voor het milieu in de stad en de gezondheid van Amsterdammers; — Amsterdam op de goede weg is om de Europese normen voor luchtkwaliteit te halen; — desondanks op een aantal locaties (de Prins Hendrikkade, de Valkenburgerstraat en de Stadhouderskade) de normen waarschijnlijk niet zullen worden gehaald; — _ het college diverse extra maatregelen heeft aangekondigd die bijdragen aan een betere luchtkwaliteit; — indien deze extra maatregelen niet genoeg blijken te zijn om ook op de drie problematische locaties de luchtkwaliteit voldoende te verbeteren er andere aanvullende maatregelen moeten worden getroffen; — daarbij kan worden gedacht aan overslagstations aan de randen van de stad waarvandaan goederen en personen met schone (elektrische) vervoersmiddelen de stad in rijden en aan technologisch innovatieve oplossingen, bijvoorbeeld (mobiele) fijnstoffilters zoals die in de industrie zijn ontwikkeld, of een elektrostatisch veld boven de weg dat fijnstof opvangt; Voorts overwegende dat het college in het preadvies op de begrotingsmotie nr. 868 van het raadslid de heer Manuel aangeeft dat: — _ het Programmabureau Luchtkwaliteit en GGD, ondersteund door TNO, nieuwe technologieën nauwgezet bijhouden en kansrijke methoden onderzoeken; — een uitgebreid overzicht van (innovatieve) maatregelen al bestaat; — het niet wil blijven hangen in studie; — de nieuwe technieken worden meegenomen bij de analyse van locatiespecifieke oplossingen voor de resterende knelpunten, 1 Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer 1023 Moti Datum 15 november 2013 “Otie Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: — _een plan op te stellen hoe nieuwe technieken om fijnstof te reduceren per knelpunt kunnen worden ingezet; — hierover te rapporteren aan de raad. Het lid van de gemeenteraad, I.R. Manuel 2
Motie
2
train
X Gemeente Gemeenteraad % Amsterdam Raadsagenda supplement 2, 15 september 2021 Aanvangstijd: 15 september 13:00 en 19.30 Uur LOCATIE: Raadzaal In verband met de huidige maatregelen is het voor het publiek niet mogelijk om in de raadzaal aanwezig te zijn. Zoals gebruikelijk kunnen geïnteresseerden de vergaderingen volgen via de website van de gemeenteraad. Toegevoegd: Openbare Orde en Veiligheid 2A. Actualiteit van het lid Veldhuyzen inzake excessief politiegeweld tegen demonstranten van het woonprotest Zuidas en Marineterrein 5 Instemmen met de investering voor aankoop van Een brief van wethouders Everhardt en het voormalige rechtbankgebouw en instemmen Meliani en een geheime bijlage zijn met de nota van uitgangspunten kavel tijdelijke toegevoegd. rechtbank VN2021-021893 Jeugd(zorg) 28A.Kennisnemen van wachtlijsten bij Hulp bij Voor kennisgeving aan te nemen het huishouden. VN2021-025034 Toegevoegde ingekomen stukken: 64. Raadsadres van een burger inzake verzoek Voorgesteld wordt dit raadsadres in handen om een verbod op het dragen van een van het college van burgemeester en Davidster in de openbare ruimte op te nemen wethouders te stellen ter afhandeling. inde APV VN2021-024833 65. Raadsadres van een burger inzake een reactie Voorgesteld wordt de afhandeling over te op het dragen van de Davidster door laten aan de leden de gemeenteraad. sommige demonstranten tijdens de anti- corona demonstratie op de Dam VN2021-024839 66. Raadsadres van een burger inzake Voorgesteld wordt dit raadsadres in handen verbouwing van zolderbergingen tot van het college van burgemeester en appartement door beleggers en de wethouders te stellen ter afhandeling. consequenties voor de brandveiligheid VN2021-02484,5 67. Raadsadres van een burger inzake geen Voorgesteld wordt dit raadsadres aanvraag voor een vergunning-ontheffing op _ desgewenst te betrekken bij de behandeling grond van de Wet Natuurbescherming voor van agendapunt 18, Instemmen met het het project herinrichting Koninginneweg uitvoerings- en budgetbesluit herinrichting VN2021-025161 Koninginneweg, en in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling. 68. Brief van wethouders Everhardt en Meliani Voorgesteld wordt deze brief te betrekken bij inzake nadere informatie over de de behandeling van agendapunt 5, gebiedsontwikkeling van de kavels met Instemmen met de investering voor aankoop de (deels) monumentale rechtbank en van het voormalige rechtbankgebouw en de tijdelijke rechtbank naar aanleiding van instemmen met de nota van uitgangspunten de toezegging in de raadscommissie RO van _ kaveltijdelijke rechtbank. 8 september 2021 VN2021-025375 69. Raadsadres van de actiegroep de Groene Voorgesteld wordt dit raadsadres desgewenst Marnix inzake het verzoek om een veilige te betrekken bij de behandeling van groene straat met een maximumsnelheid van agendapunt 29, Instemmen met de Nota van 30 km Uitgangspunten voor de herinrichting van de VN2021-025376 Marnixstraat Noord, en in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling.
Actualiteit
2
train
AGENDA (concept) Raadscommissie RUIMTELIJKE ONTWIKKELING Datum: Dinsdag 18 september 2012 Aanvang: 19.00 uur Zaal: Raadzaal, Stadsdeelhuis, Buikslotermeerplein 2000 Blok A Procedureel ‚Nr. \Onderwerp _______________________\Nadereinfo | Opening/Mededelingen DO Vaststellen agenda Ter vaststelling 3. Vragenkwartiertje Vrije inspraak op niet-geagendeerde onderwerpen Verslag 5 september 2012 Ter vaststelling Openstaande toezeggingen L6._\ Mededelingen portefeuillehouder(s) Blok B Bespreking beleidsonderwerpen Nr. |Onderwerp______________[Nadereinfo _________|Reg.nr. | KABINET Ter bespreking | | Blok C Algemeen ‚Nr. \Onderwerp [8._\Rondvraag [9 {Sting Belanghebbenden die bij één van de agendapunten wensen in te spreken kunnen tot 24 uur vóór de vergadering zich aanmelden bij de Raadsgriffie, tel. 020-6349924,
Agenda
1
train
VN2021-004131 N% Gemeente Raadscommissie voor Bouwen en Wonen, Ontwikkelbuurten, W B Waternet % Amsterdam Dierenwelzijn, Openbare Ruimte en Groen, Reiniging Voordracht voor de Commissie WB van 03 maart 2021 Ter advisering aan de raad Portefeuille Bouwen en Wonen Agendapunt 3 Datum besluit College van B en W g februari 2021 Onderwerp Vaststellen van de Hemelwaterverordening Amsterdam De commissie wordt gevraagd 1. Kennis te nemen van de Nota van Beantwoording op de adviezen van bewoners, stadsdeelbesturen en waterschappen, die onderschrijven dat het aantal zwaardere buien toeneemt en dat er maatregelen nodig zijn om de overlast en schade daarvan te beperken. 2. De raad te adviseren in te stemmen met het vaststellen van de Hemelwaterverordening Amsterdam, waarvan de kern is: a. Bij nieuwe gebouwen verplicht te stellen het hemelwater op eigen perceel te bergen, om wateroverlast en waterschade bij extreme regenbuien tegen te gaan; b. Daarbij dient minimaal 60 liter hemelwater te worden opgevangen per m? bebouwd oppervlak en dient deze hoeveelheid hemelwater binnen 60 vur weer te worden afgevoerd met een maximum lozing op het riool van 1 liter per m? bebouwd oppervlak; c. Op deze eisen zijn vitzonderingen mogelijk wanneer de hemelwaterberging op een centraal besturingssysteem is aangesloten en er dus op verwachte regenval wordt geanticipeerd, of voor hemelwaterhergebruiksystemen. Verder geldt voor vergunningsvrije gebouwen dat zij voldoen aan de vereisten als ze zijn voorzien van een groen dak met minimale waterberging 30 liter per m2; d. Het college kan nadere regels stellen en daarmee invulling geven aan de voorschriften en kan per gebied een aangepaste doelmatige bergingscapaciteit eisen als dat vanwege de wateroverlast nodig is; e. De eisen gelden voor nieuwe gebouwen en voor bestaande gebouwen die ingrijpend worden gerenoveerd, of waarvan het bebouwde oppervlak wordt uitgebreid; f. De eisen gelden ook voor gebouwen waar op of onder het gebouw één of meer bouwlagen worden toegevoegd, tenzij het bestaande gebouw niet bestand is tegen het aanbrengen van een hemelwaterberging op dat gebouw en er rond het bestaande gebouw geen of onvoldoende oppervlak aanwezig is om in hemelwaterberging te voorzien. Wettelijke grondslag Artikel 14,9 en 156 Gemeentewet (algemene verordenende bevoegdheid gemeenteraad en delegatiebepaling raad). Artikel 10.32a Wet milieubeheer (specifieke verordenende bevoegdheid gemeenteraad voor hemelwater). Gegenereerd: vl.13 1 VN2021-004131 % Gemeente Raadscommissie voor Bouwen en Wonen, Ontwikkelbuurten, Waternet % Amsterdam ‚ _ ‚ Oe WB % Dierenwelzijn, Openbare Ruimte en Groen, Reiniging Voordracht voor de Commissie WB van 03 maart 2021 Ter advisering aan de raad Bestuurlijke achtergrond De gemeente is wettelijk verantwoordelijk voor de zorgplicht om afvloeiend hemelwater te verwerken. In het door de gemeenteraad aangenomen Gemeentelijk Rioleringsplan Amsterdam (GRP) 2016-2021 staat hoe de gemeente Amsterdam deze verantwoordelijkheid invult. Voor hemelwater zijn daarin de vitgangspunten onder andere: * de perceeleigenaar is in principe zelf verantwoordelijk voor de verwerking van hemelwater op eigen terrein; * hemelwatergebruik heeft de voorkeur boven direct lozen; e de gemeente houdt bij de inrichting van de openbare ruimte rekening met het tijdelijk opvangen van extreme buien. In het GRP is de ambitie geformuleerd dat de stad, zowel privaat als publiek terrein, in 2020 een bui van 60 mm per vur kan verwerken zonder schade aan huizen en vitale infrastructuur. Wethouder Ivens heeft in de Commissie Wonen en Bouw van 12 september 2018 toegezegd om in dat kader onder andere een hemelwaterverordening op te stellen. Op 11 februari 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders ingestemd met het voorstel voor een hemelwaterverordening en deze voor inspraak vrij te geven en de stadsdeelbesturen en waterschappen om advies te vragen. Op 4 maart 2020 heeft de Commissie Wonen en Bouwen dit voorstel ter kennisneming ontvangen. Mede door de Coronacrisis is er meer tijd verstreken dan normaal voor de verwerking van alle inspraakreacties en adviezen en het gereed maken van de hemelwaterverordening voor besluitvorming. Deels omdat besluitvorming niet vrgent was maar ook omdat binnen de capaciteit beperkt was. Reden bespreking De raadscommissie Wonen en Bouwen de gelegenheid te geven met wethouder vens inhoudelijk van gedachten te wisselen over de inhoud van de hemelwaterverordening. Uitkomsten extern advies Het voorstel voor de Hemelwaterverordening is ter advisering voorgelegd aan het waterschap Amstel Gooi en Vecht, Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier en het Hoogheemraadschap van Rijnland en de zeven stadsdelen. De waterschappen en stadsdelen beaamden dat een hemelwaterverordening nodig is, waarbij de aandacht zich richt op de overbelasting van het riool en de openbare ruimte. Wel zien de waterschappen en stadsdelen liever een strengere norm dan 60 liter per m2. De norm van de hemelwaterverordening is echter niet anders dan het door de raad vastgestelde en vigerende beleid (Gemeentelijke Rioleringsplan Amsterdam 2016-2021). In de beantwoording is aangegeven dat voor de toekomstige beleidsmatige invulling van de norm het de bedoeling is deze aan te sluiten Gegenereerd: vl.13 2 VN2021-004131 % Gemeente Raadscommissie voor Bouwen en Wonen, Ontwikkelbuurten, Waternet % Amsterdam ‚ „ ‚ % Dierenwelzijn, Openbare Ruimte en Groen, Reiniging Voordracht voor de Commissie WB van 03 maart 2021 Ter advisering aan de raad op het klimaat-signaal, dat het KNMI in 2021 afgeeft. Tot slot adviseerden de stadsdelen om de toepassing niet alleen te beperken tot nieuwe gebouwen, maar ook van toepassing te verklaren op bestaande gebouwen die worden gerenoveerd of getransformeerd. Geheimhouding n.v.t. Uitgenodigde andere raadscommissies n.v.t. Welke stukken treft v aan? AD2021-014793 | 01 20210202-Hemelwaterverordening-definitief.docx (msw22) AD2021-014794 02 20210202-Nota van beantwoording HWV-openbaar.docx (msw22) AD2021-014839 03 20210210-Raadsvoordracht HWV.docx (mswa2) AD2021-014788 | Commissie WB Voordracht (pdf) Ter Inzage Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Daniel Goedbloed (Waternet), 06 13 84 71 50, daniel. [email protected]; Thomas Blokhuis (Waternet), 06 22081584, Thomas.Blokhuis®Waternet.nl Gegenereerd: vl.13 3
Voordracht
3
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2016 Afdeling 1 Nummer 1715 Publicatiedatum 6 januari 2017 Ingekomen onder H Ingekomen op woensdag 21 december 2016 Behandeld op woensdag 21 december 2016 Status Ingetrokken en vervangen door H' Onderwerp Motie van de leden Nuijens, Groen en Boutkan inzake Experimenten Stad in Balans (het in het kader van de zogenaamde ‘hubfunctie’ maken van afspraken over het maximumaantal lijn- en chartervluchten). Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de invulling van de tweede tranche van de prioriteit Experimenten Stad in Balans (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1659). Constaterende dat: — Officieel tussen Schiphol, Gemeente, Rijk, Luchtvaart en bewoners de afspraak bestaat dat Schiphol een internationale hubfunctie vervult; — Schiphol echter ook een niet onbeduidend aantal charter- en lijnvluchten host, die gericht zijn op het tegen bodemprijzen aanbieden van zeer kortdurende stedentrips. Overwegende dat: — Amsterdam een gastvrije stad is en wil blijven, en inkomen geen selectiecriterium is of zou moeten worden voor toeristen; — Het tegen de laagst mogelijke prijs aanbieden van vluchten gericht op flitstoerisme zich echter slecht lijken te verhouden tot het begrip ‘hubfunctie' en tot doelstellingen als duurzaamheid en balans in de stad. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: — Met Schiphol en andere betrokkenen het gesprek aan te gaan met als doel het begrip 'hubfunctie' nader in te vullen; — Hierbij tevens afspraken te maken over hoe lijn- en chartervluchten zich verhouden tot die hubtunctie; — Met Schiphol, Rijk en Luchtvaart te bespreken in hoeverre lijnvluchten tegen bodemprijzen hun prijzen zo laag kunnen houden omdat zij de maatschappelijke kosten van deze vervoersvorm (deels) afwentelen op de samenleving. 4 Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteraad Nummer 1713 Motie Datum <datum onbekend> De leden van de gemeenteraad J.W. Nuijens R.J. Groen D.F. Boutkan 2
Motie
2
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Amendement Jaar 2017 Afdeling 1 Nummer 816 Publicatiedatum 7 juli 2017 Ingekomen onder Y Ingekomen op donderdag 29 juni 2017 Behandeld op donderdag 29 juni 2017 Status Aangenomen Onderwerp Amendement van het lid Torn inzake reactie op het verslag van de rekeningencommissie over het Jaarverslag 2016 van de gemeente Amsterdam. Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer u voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de reactie op het verslag van de rekeningencommissie over het Jaarverslag 2016 van de gemeente Amsterdam (Gemeenteblad afd. 1, nr. 748). Besluit: Het besluit “in te stemmen met de reactie van het college van Burgemeester en Wethouders op het Verslag van de rekeningencommissie over de Jaarrekening 2016 (het Jaarverslag 2016)" te wijziging in “kennis te nemen van de reactie van het college van Burgemeester en Wethouders op het Verslag van de rekeningencommissie over de Jaarrekening 2016 (het Jaarverslag 2016)". De leden van de gemeenteraad, R.K. Torn 1
Motie
1
discard
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2020 Afdeling 1 Nummer 286 Datum indiening 12 november 2019 Datum akkoord 2 maart 2020 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Boutkan inzake een ongeluk met een Uber-taxi bij het Westerpark. Aan de gemeenteraad Toelichting door vragensteller: Op 10 november 2019 bereikte de fractie van de PvdA Amsterdam via stadszender AT5 het nieuws over een taxi van taxidienst Uber die in de nacht van zaterdag 9 op zondag 10 november 2019 te water is geraakt bij het Westerpark in Amsterdam.’ Omstanders zagen volgens AT5 vervolgens de twee inzittenden uit het water klimmen en de plek van het ongeluk verlaten. De twee personen zijn later in de omgeving van het ongeluk aangetroffen. De fractie van de PvdA Amsterdam maakt zich niet alleen zorgen over het aantal ongelukken met Uber-taxi’s in de stad, maar ook om het feit dat het vaker lijkt te gebeuren dat chauffeurs zich na een ongeluk uit de voeten maken. Zo berichtte AT5 op 31 juli 2019 ook al over een ongeluk met een taxi zonder daklicht op de Ruyterkade waarna de desbetreffende chauffeur zich na het ongeluk uit de voeten maakte. Het is de fractie van de PvdA Amsterdam niet duidelijk waarom zij dit zouden doen. Gezien het vorenstaande heeft het lid Boutkan, namens de fractie van de PvdA, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Heeft het college kennisgenomen van het ongeluk met de taxi van taxidienst Uber in de nacht van zaterdag 9 op zondag 10 november 2019? Antwoord: Ja, het college heeft kennisgenomen van een te water geraakt taxivoertuig in de nacht van 9 op zondag 10 november 2019. Uber heeft aangegeven dat de taxi niet actief was via de Uber app. Er was op dat moment op die locatie geen chauffeur online. De politie heeft aangegeven dat niet is gebleken dat het voertuig op dat moment als taxi werd gebruikt. ' https://www_at5.nl/artikelen/1 9811 9/taxi-te-water-bij-westerpark-inzittenden-verlaten- glaats-ongeval https://www.at5.nl/artikelen/195843/taxichauffeur-gaat-er-vandoor-na-aanrijding-met-bus 1 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer at 2020 Schriftelijke vragen, dinsdag 12 november 2019 2. Hoe beoordeelt het college het verlaten van de plaats van het ongeluk evenals het voertuig zelf in de nacht van zaterdag 9 op zondag 10 november 2019? Antwoord: Conform artikel 7 wegenverkeerswet 1994 is het degene die bij een verkeersongeval is betrokken of door wiens gedraging een verkeersongeval is veroorzaakt, verboden de plaats van het ongeval te verlaten, indien bij dat ongeval, naar hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden, een ander is gedood dan wel letsel of schade aan een ander is toegebracht. Bij dit ongeval waren geen anderen dan de twee inzittenden betrokken. De politie kan geen mededelingen doen over de specifieke verklaringen van betrokkenen. Aangezien niet bekend is wat in dit geval de reden was van het verlaten van de plaats van het ongeval, kan het college hier geen oordeel over geven. 3. Is het college op de hoogte van de verklaring van de inzittenden over het feit dat zij de plaats van ongeval verlieten na het ongeluk in de nacht van 9 op 10 november 2019? Zo ja, wat was deze? Antwoord: Zie het antwoord op vraag 2. 4. a. Kan het college aangeven of de chauffeur die op 31 juli 2019 na een ongeluk op de Ruyterkade de taxi verliet gevonden is en een verklaring heeft afgegeven? Antwoord: Ja, Uber bevestigt dat zij het incident onderzocht hebben en dat er contact is geweest met de betrokken chauffeur. Daarnaast geeft Uber aan dat zij naar beleid hebben gehandeld. Uber is van mening dat zij — gezien de AVG - niet meer details mag verstrekken. Ook hier geldt dat de politie geen mededelingen doet over specifieke verklaringen. b. Zo ja, zou het college de strekking van deze verklaring met de raad kunnen delen? Antwoord: Zie het antwoord op vraag 4.a. c. Wat is er na het ongeluk op 31 juli 2019 met de betreffende taxi gebeurd? Antwoord: Die is weggesleept. d. Reed de chauffeur die op 31 juli 2019 de taxi verliet voor de taxidienst Uber? Antwoord: De taxi waaraan wordt gerefereerd is bij Uber bekend en heeft tot enige tijd voorafgaand aan het ongeval de Uber app gebruikt. 2 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer at 2020 Schriftelijke vragen, dinsdag 12 november 2019 e. Zo ja, heeft het college na dit ongeluk contact opgenomen met Uber? Wat kwam daaruit? Antwoord: Er is direct na het ongeluk geen contact opgenomen met Uber. Indien het gaat om een TTO taxi mag de gemeente de gegevens doorgeven aan de betreffende TTO. Dit kan niet in geval van Uber. 5. Kan het college aangeven of het naast de twee hiervoren genoemde situaties al vaker gebeurd is dat in Amsterdam bij ongelukken met Uber-taxi's de chauffeur/inzittenden zich uit de voeten maken? Antwoord: De politie registreert niet of een ongeluk met een Uber-taxi is gebeurd. De politie registreert alleen of het al dan niet om een taxi gaat. Van december 2018 t/m november 2019 bedraagt het totaal aantal gemelde incidenten van verlaten plaats ongeval in de Eenheid Amsterdam 5892. Bij 78 incidenten was er een taxi bij betrokken. In 50% van de gevallen was de chauffeur zelf slachtoffer. In 39 gevallen is onderzoek verricht waarbij er sprake was een strafbare gedraging door de bestuurder van een taxi. Echter ook schade aan een andere auto bij het inparkeren en vervolgens doorrijden valt onder deze noemer. 6. Hoe duidt het college — na bijvoorbeeld overleg met Uber en met de politie — waarom de inzittenden van Uber-taxi's de plaats van het ongeval verlaten? Antwoord: Er zijn meerdere mogelijke redenen voor het verlaten van een plaats van ongeval, zoals een schrikreactie, het eigen welzijn, alcohol- of drugsgebruik. Dit is niet in alle gevallen verboden. Politie en Uber kunnen geen informatie verstrekken over de reden waarom de inzittenden in dit geval de plaats van het ongeval hebben verlaten. Er zijn geen aanwijzingen dat dit relatief vaker voorkomt bij Uber taxi's. 7. Is het college bereid dit fenomeen in te brengen in het frequente overleg in de Taskforce Uber en de uitkomsten hiervan terug te koppelen aan de raad? Antwoord: Er zijn geen aanwijzingen dat dit vaker voorkomt bij Uber taxi's of sowieso bij taxi chauffeurs. Kennis van de relevante wet- en regelgeving dient iedere (taxi-) chauffeur te hebben en het college gaat ervan uit dat bij iedere (taxi-chauffeur bekend is dat het verlaten van de plaats van het ongeval in bepaalde situaties verboden is (zie antwoord vraag 2). Hoewel het college ervan uit gaat dat chauffeurs bekend zijn met de wet- en regelgeving, zal dit in het reguliere overleg met Uber en de TTO-organisaties onder de aandacht gebracht worden. Toelichting door vragensteller: Volgens de wet is het verlaten van de plaats van een ongeval een strafbaar feit als er schade is toegebracht, ook als het een eenzijdig ongeval betreft. 3 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer at 2020 Schriftelijke vragen, dinsdag 12 november 2019 8. Ziet het college maatregelen om het fenomeen van verlaten van ongeval te voorkomen? Zo ja, is het college bereid die te nemen? Antwoord: Het college ziet geen aanleiding maatregelen te nemen om dit te voorkomen, ook omdat dit niet altijd is verboden. Dit is primair een taak van het Ministerie V&J en/of Ministerie I&W . Toelichting door vragensteller: Gezichtsverificatie is een manier om te achterhalen of de berijder ook daadwerkelijk de officiële Uber-chauffeur is. Het — mogelijk — invoeren daarvan is opgenomen in de social charter met de gemeente. 9. Hoever staat het met de introductie van het gezichtsherkenning systeem bij Uber in Nederland? Antwoord: Uber heeft op 16 december 2019 naar buiten gebracht dat zij in Nederland hun (partner-) chauffeurs op verschillende tijden zullen vragen een selfie te nemen. Het doel hiervan is om te voorkomen dat chauffeurs op andermans Uber-account werk op het platform uitvoeren. Eind december 2019 is de uitrol begonnen. Dit systeem met gezichtsverificatie is al actief in andere landen. Burgemeester en wethouders van Amsterdam Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris 4
Schriftelijke Vraag
4
train
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2013 Afdeling 1 Nummer 704 Publicatiedatum 11 september 2013 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden de heer D.A. van der Ree en de heer M.F.G. Piek van 11 maart 2013 inzake de explosie van een woonboot op de Oudeschans. Amsterdam, 9 september 2013 Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstellers: Het Parool schreef op 9 maart 2013 het artikel ‘Gedupeerden explosie de klos’ over de explosie van een woonboot in de Oudeschans op 28 juni 2012. Door de explosie raakten huizen en auto’s in de omgeving beschadigd en raakte een vijftienjarige jongen zwaargewond. Volgens Het Parool krijgen omwonenden die schade geleden hebben slechts 115.000 van de 350.000 euro schade vergoed. Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 11 maart 2013, beiden namens de fractie van de VVD, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Heeft het college kennisgenomen van het genoemde artikel in Het Parool? Antwoord: Het college heeft kennisgenomen van het genoemde artikel in Het Parool. 2. Kan het college iets zeggen over de (brand)veiligheid van woonboten in vergelijking tot woonhuizen en de regels hieromtrent? Gaarne een nadere uitleg. Antwoord: Op de vaste wal gelden voor het bouwen en verbouwen van panden de regels van omgevingsvergunningen en in het bijzonder van de Woningwet en het Bouwbesluit. In het Bouwbesluit zijn ondermeer voorschriften voor brandveiligheid en brandwerendheid van toegepaste materialen opgenomen. Bij woonboten dient per geval bekeken te worden hoe de boot aan de wal is bevestigd. Is de boot nagelvast aan de wal bevestigd (bijvoorbeeld door ijzeren pennen) dan valt de boot onder de bouwregelgeving, waaronder het Bouwbesluit. 1 Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R Neeing Jo Gemeenteblad Datum 11 september2013 Schriftelijke vragen, maandag 11 maart 2013 Indien de woonboot niet nagelvast aan de wal is bevestigd (maar bijvoorbeeld door middel van touwen) dan is er geen sprake van een bouwwerk en valt de boot niet onder de bouwregelgeving. De wetgever heeft tot nu toe als standpunt ingenomen dat vanwege het feit dat er allerlei soorten woonboten bestaan — van historische schepen tot moderne woonarken van beton — het onmogelijk is haalbare algemene eisen te stellen. Dit mede vanwege het feit dat er slechts 9000 woonboten in Nederland zouden zijn. Echter, er volgt binnenkort een overleg tussen het ministerie van BZK en de Dienst Ruimtelijke Ordening over de vraag wat wel en niet onder de Woningwet en daarmee het Bouwbesluit moet vallen. De Omgevingsdienst, de Directie Juridische Zaken en Waternet zijn hier ook bij betrokken. Zowel voor bewoners op de vaste wal, als voor woonbootbewoners, bestaat er geen verplichting om aan te sluiten op nutsvoorzieningen zoals elektra, gas of water. De schatting is dat in de praktijk meer dan 95% van de woonboten in het centrum is aangesloten op gas, water, elektra en telefoon/kabel. De voorzieningen worden op verzoek van de eigenaar door nutsbedrijven in de kademuur aangebracht. De door deze bedrijven gebruikte materialen en aangebrachte aansluitingen voldoen aan alle veiligheidsnormen. De eigenaar moet zelf zorgen voor het verdere transport van gas, water, licht, telefoon/kabel van de aansluitkast naar de boot. Er zijn overigens geen voorschriften in het Bouwbesluit over aansluitingen en toestellen ná de gasmeter. Ook in huizen kan er derhalve een gevaarlijke situatie ontstaan waar de overheid geen zicht op heeft. 3. Is het college het met de VVD eens dat omwonenden van woonboten er van uit moeten kunnen gaan dat als zij schade lijden door een ongeluk op of met een woonboot zij hun schade vergoed krijgen? Antwoord: Uitgangspunt in ons schadevergoedingsrecht is dat een ieder zijn eigen schade draagt, tenzij () de schade op een aansprakelijke partij of diens verzekeraar kan worden verhaald, ofwel (il) op een eigen verzekering. Daarom kan niet als algemeen uitgangspunt worden genomen dat zodra iemand schade lijdt, deze schade zal worden vergoed. Als een ongeluk op of met een woonboot als een onrechtmatige daad aan de eigenaar van een boot is toe te rekenen, dan kan deze persoon aansprakelijk worden gesteld en zal deze persoon of zijn verzekeraar gehouden zijn de schade te vergoeden. Voorts kan de schade mogelijk worden verhaald op een eigen verzekering. 4. Klopt het dat het Burgerlijk Wetboek geen verschil hanteert tussen een varend schip en een woonboot en een woonbootbewoner een ‘verzoekschrift beperkte aansprakelijkheid binnenvaart’ kan indienen bij de rechtbank? Antwoord: Dit klopt. Het door Nederland ondertekende Verdrag van Straatsburg inzake de beperking van aansprakelijkheid in de binnenvaart (CLNI 1988), zoals geïmplementeerd in Boek 8 BW, kent een ruime omschrijving van ‘binnenschip’. 2 Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R Neeing Jo Gemeenteblad Datum 11 september2013 Schriftelijke vragen, maandag 11 maart 2013 Woonboten vallen onder de definitie van een ‘binnenschip’. Nederland heeft geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid een voorbehoud te maken voor vaartuigen die niet worden gebruikt voor de bedrijfsmatige scheepvaart. Het Verdrag is van toepassing op alle binnenschepen, waaronder woonboten, die op de Nederlandse binnenwateren aanwezig zijn. Strikt genomen moeten die schepen wel een keer hebben gevaren, maar nagenoeg alle woonboten zijn naar hun ligplaats gevaren en varen voor onderhoud eens in de zoveel jaar naar een werf. Het voorgaande zou anders kunnen zijn voor drijvende woningen waarvan het casco op de ligplaats zelf is gebouwd. Kortom, een woonboot valt onder de verdragsrechtelijke en wettelijke definitie van een binnenschip en er wordt geen verschil gehanteerd tussen een varend schip en een woonboot. Een eigenaar van een woonboot (of diens verzekeraar) kan naar huidig recht formeel juridisch een verzoekschrift tot beperking van aansprakelijkheid indienen bij de rechtbank. Overigens is dit een recht en geen verplichting. Voornoemde formeel juridische mogelijkheid roept vragen op, omdat de regeling van origine is geschreven om eigenaren van scheepvaartbedrijven te behoeden voor onevenredig hoge risico's, waardoor het onmogelijk zou zijn dit vakgebied uit te oefenen. In geval van woonboten is er sprake van een geheel andere situatie. Nederland heeft op 27 september 2012 het Verdrag van Straatsburg van 2012 inzake de beperking van aansprakelijkheid in de binnenvaart (CLNI 2012) ondertekend. Dit Verdrag, waarvan nog onbekend is wanneer het in werking zal treden, definieert ‘schip’ alleen als een voor de bedrijfsmatige scheepvaart gebruikt binnenschip. Door deze nieuwe definitie van ‘schip’ valt een woonboot die niet voor de bedrijfsmatige scheepvaart wordt gebruikt, buiten het toepassingsbereik van het CLNI 2012. Of dat ook zo zal zijn met bedrijfsmatig gebruikte hotelboten, gevangenisboten en fietsenstallingboten is niet met zekerheid te zeggen. Hoogstwaarschijnlijk vallen dat soort schepen wel onder het nieuwe Verdrag. Het CLNI 2012 laat overigens onverlet dat de pleziervaart en niet-beroepsvaart onder een andersluidende nationale regeling kan vallen. Bij ondertekening heeft Nederland geen voorbehoud gemaakt, maar voorbehouden kunnen ook bij ratificatie van het Verdrag of op een later tijdstip worden gemaakt. Het is onzeker of de Nederlandse wetgever voor sport- en pleziervaartuigen en andere niet bedrijfsmatig gebruikte vaartuigen, zoals woonboten, toch een wettelijke regeling tot beperking van aansprakelijkheid zal invoeren. Het college is hier overigens geen voorstander van. 5. Klopt het dat de eigenaar van een woonboot met zo'n ‘verzoekschrift beperkte aansprakelijkheid binnenvaart’ omwonenden die schade lijden door een ongeluk op of met een woonboot mogelijk financieel kan duperen? Antwoord: Dit klopt. De rechtbank kan in een beschikking naar aanleiding van het ingediende verzoek het bedrag waartoe de aansprakelijkheid (zowel met betrekking tot de materiële schade — het zakenfonds — als de letselschade — het personenfonds) is beperkt vaststellen en bevelen dat de verzoeker tot 3 Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R Neeing Jo Gemeenteblad Datum 11 september2013 Schriftelijke vragen, maandag 11 maart 2013 het beloop van dit bedrag fonds dient te stellen. Dit bedrag wordt berekend naar bij AMvB vast te stellen maatstaven, welke verschillend zijn afhankelijk van het type en omvang van het schip. In geen geval kan het bedrag van het personenfonds lager zijn dan 200.000 SDR (Special Drawing Right). Dit is (ongeveer) EUR 230.000. En in het zakenfonds 100.000 SDR. Dit is (ongeveer) EUR 115.000. De koers verschilt en wordt dagelijks gepubliceerd op www.imf.org. Indien er meerdere schuldeisers zijn, kan het zo zijn dat niet elke schuldeiser zijn of haar schade volledig uit het vastgestelde fonds krijgt vergoed. Met het CLNI 2012 worden de limieten overigens verdubbeld. 6. Kan de gemeente Amsterdam eigenaren van woonboten dwingen zich zodanig te verzekeren dat omwonenden die schade lijden door een ongeluk op of met een woonboot hun schade vergoed krijgen? Gaarne een nadere uitleg. Antwoord: Er bestaat in Nederland één wettelijk verplichte verzekering en dat is de verzekering op grond van de Wet Aansprakelijkheid Motorrijtuigen. Er bestaat geen wettelijke verplichting een huis, een woonboot en ook geen verplichting jezelf tegen aansprakelijkheid te verzekeren. In dit geval was de woonboot in kwestie overigens wel tegen aansprakelijkheid verzekerd. De gemeente heeft geen rechtsgrond woonbooteigenaren te dwingen zich te verzekeren. Het college heeft overigens met instemming vastgesteld dat naar komend recht de mogelijkheid om de aansprakelijkheid te beperken, uitsluitend geldt voor bedrijfsmatig gebruikte schepen. 7. Welke overige maatregelen kan het college nemen om het duperen van omwonenden bij een ongeluk op of met een woonboot in de toekomst te voorkomen? Antwoord: Met de inwerkingtreding van het CLNI 2012 zal de mogelijkheid de aansprakelijkheid voor niet bedrijfsmatig gebruikte schepen — waaronder woonboten — te beperken, komen te vervallen. Het college is er geen voorstander van dat de Nederlandse wetgever voor niet bedrijfsmatig gebruikte vaartuigen, zoals woonboten, gebruik zal maken van de mogelijkheid toch een wettelijke regeling tot beperking van aansprakelijkheid in te voeren. Het heeft het college verrast dat Allianz, de verzekeraar van de woonboot aan de Oudeschans, een beroep heeft gedaan op de mogelijkheid de aansprakelijkheid te beperken. Deze zaak vraagt niet om een formeel juridische benadering. Van oorsprong is de regeling geschreven om eigenaren van scheepvaartbedrijven te behoeden voor onevenredig hoge risico's, waardoor het onmogelijk zou zijn dit vakgebied uit te oefenen. In casu is sprake van een geheel andere situatie. Tekenend in dit verband is dat een binnenschip in aanbouw volgens Boek 8 BW niet onder de definitie van een binnenschip valt en wel omdat in dat geval de aan de binnenvaart inherente risico's zich nog niet voordoen. Niet valt In te zien 4 Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Demmer A september2013 Schriftelijke vragen, maandag 11 maart 2013 waarom deze risico's zich in geval van een woonboot wel zouden voordoen. Daarbij is er sprake van uitzonderlijke gevolgen voor enkelingen. Het gaat om ernstig fysiek letsel waardoor een jongen en zijn ouders levenslang zijn getroffen en bepaalde gedupeerden met zeer omvangrijke materiële schade. Maatschappelijke solidariteit is in een dergelijk geval op zijn plaats. In de Gedragscode Verzekeraars is opgenomen dat vraagstukken rond risico’s, veiligheid en solidariteit steeds weer een andere invulling vragen van het verzekeringsvak. Verzekeraars dienen in te spelen op maatschappelijke ontwikkelingen en actuele kwesties en niet alleen bedrijfseconomische, maar ook maatschappelijke en sociale belangen bij de bedrijfsvoering te betrekken en hierover verantwoording af te leggen. De beperking van aansprakelijkheid bij personenschade staat in dit rechtsgebied in zijn algemeenheid onder druk. In de literatuur wordt gewezen op het spanningsveld tussen enerzijds de wens van de scheepvaartbedrijven en hun verzekeraars om de limieten zo laag mogelijk te houden en anderzijds de wens van de Staten om de slachtoffers volledige schadevergoeding toe te kennen. Overigens heeft het college begrepen dat het in de onderhavige zaak nog niet vaststaat of de aansprakelijkheid in het personenfonds door de rechter daadwerkelijk zal worden beperkt. Er is namens het jonge letselschadeslachtoffer verweer gevoerd tegen het ingediende verzoek. Ook een woonbootbewoner die zeer omvangrijke materiële schade heeft geleden, is voornemens alsnog verweer te voeren met betrekking tot de inmiddels door de rechtbank uitgesproken beperking van aansprakelijkheid in het zakenfonds. Mocht de verzekeraar persisteren in het verzoek en de rechtelijke macht besluiten de aansprakelijkheid in beide fondsen te beperken, dan is het voorstelbaar dat de ziektekostenverzekeraar die deelneemt in het personenfonds, alsnog besluit de gemaakte ziektekosten voor eigen rekening te nemen en niet te verhalen, zodat er meer geld in een te stellen personenfonds overblijft voor de ‘natuurlijke’ personen die letselschade hebben geleden en zij geen (volledig) gebruik hoeven te maken van de zogenaamde ‘overloopregeling’ naar het zakenfonds. Dit zal de benadeelden die materiële schade hebben geleden ook ten goede komen. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 5
Schriftelijke Vraag
5
train
Gemeente Amsterdam Zuidoost Agenda voor het algemeen bestuur van de Bestuurscommissie Zuidoost d.d. 17 januari 2017 Oordeelsvormend 1. Opening en vaststelling agenda 20.15 UUr 2. Mededelingen 20.20 UUr 3. Besluitenlijst van de oordeelsvormende vergadering d.d. 20 december 2016 20.25 UUr bh. Vragenhalfuur 20.30 UUr 5. (Losse) insprekers 21.00 UUr Bespreekpunten 6. Handhavingsuitvoeringsplan Zuidoost 2017 (HUP 2017) 21.15 UUr 7. Rondvraag en sluiting 21.35 UUr Stukken ter kennisname
Agenda
1
discard
> < Gemeente Amsterdam Ô $ Motie Datum raadsvergadering 19 juli 2023 Ingekomen onder nummer 468 Status Staken van de stemmen Onderwerp Motie van de leden Garmy, IJmker en Kabamba inzake stappenplan vervangen parkeerplaatsen Onderwerp Deelvervoer inclusiever maken Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De Raad, Gehoord de discussie over het vaststellen van de Nota deelvervoer 2023 en het wijzigen van de APV, Constaterende dat: -__Nota deelvervoer de volgende zaken benoemd: -__ “Het verminderen van parkeerplaatsen biedt kansen om buurten anders in te richten.” -__“Insommige delen van de stad nemen parkeerplaatsen tot 20% van de verharde openbare ruimte in. Van alle geparkeerde auto's op straat in de avonduren zijn 9 van de 10 van bewoners. Door de parkeernorm naar beneden bij te stellen, sturen we actief op het verlagen van het autogebruik en -bezit bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen.” -_ “Hiervoor (scootervakken) zetten we in op het opheffen van autoparkeerplaatsen, met name op drukke locaties.” -__“De ruimte in de stad is immers schaars en momenteel wordt veel van deze ruimte ingenomen door privéauto'’s en parkeerplaatsen. Wanneer inwoners van Amsterdam de eigen auto weg doen (bijvoorbeeld vanwege het vigerende parkeerbeleid) en gebruik maken van een deelauto komt veel ruimte vrij voor de andere opgaven waar de stad voor staat.” -_ “Hiermee zorgen we dat de komst van een zone-floater ook daadwerkelijk tot minder privéauto's in het betreffende gebied leidt en dat parkeerplaatsen (op termijn) kunnen worden opgeheven (zie doelstelling 2, paragraaf 2.4).” -__ “Deelvervoer levert — in combinatie met het vigerende parkeerbeleid — de komende jaren een bijdrage aan het verlagen van de druk op de openbare ruimte. Gemeente Amsterdam Status Pagina 2 van 1 Hierbij gaat het enerzijds om de transitie van bezit naar gebruik door minder stilstaande voertuigen in de openbare ruimte.” Overwegende dat: -__Erverder niet concreet gemaakt wordt hoeveel parkeerplaatsen dienen te verdwijnen door inzet van deelmobiliteit; -_Erverder niet concreet gemaakt wordt hoe parkeerplaatsen dienen te verdwijnen door inzet van deelmobiliteit. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders Om met een duidelijk en concreet stappenplan te komen hoe en met welke doelstellingen het aantal openbare parkeerplaatsen te verminderen door inzet van deelvervoer. Indiener(s), |. Garmy E. C. IJmker C. K.E. Kabamba
Motie
2
discard
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2013 Afdeling 1 Nummer 763 Publicatiedatum 27 september 2013 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid de heer M.F. Poorter van 4 juli 2013 inzake onvoldoende veiligheid in het woonzorgcentrum van de Elisabeth Otter- Knoll Stichting in Buitenveldert. Amsterdam, college van b&w van 24 september 2013 Aan de gemeenteraad inleiding door vragensteller: Het Parool maakte op 3 juli 2013 melding van weer een incident rondom onvoldoende veiligheid en kwaliteit in een Amsterdams verzorgingstehuis. Volgens de krant gaat het om het woonzorgcentrum van de Elisabeth Otter-Knoll Stichting in Buitenveldert. Binnen een maand moeten ouderen met ernstige gebreken de instelling verlaten. Het Amsterdamse verzorgingshuis is volgens de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) niet veilig. Dit is niet het eerste incident in Amsterdam rondom zorginstellingen voor ouderen en langdurig zieken. Verpleeghuis Slotervaart, De Kleine Johannes, het Sarphatihuis, Villa Spijker en Beth Shalom zijn hiervan enkele voorbeelden. De fractie van de PvdA maakt zich zorgen over de staat van de langdurige ouderenzorg in instellingen. En met de decentralisaties, de afbouw van zzp-groepen en de financiële positie van de zorginstellingen is er des te meer reden om te vrezen voor meer incidenten. En dat is weer des te meer reden om aandacht te hebben voor de kwaliteit van de zorg. De gemeente Amsterdam gaat er niet over, maar het gaat wel om inwoners van onze stad die afhankelijk zijn van goede zorg. Gezien het vorenstaande heeft vragensteller op 4 juli 2013, namens de fractie van de PvdA, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Heeft het college kennisgenomen van het artikel ‘Ouderen met spoed uit onveilige instelling’ (Het Parool, 3 juli 2013)? Kan het college bevestigen of deze berichtgeving inderdaad correct is? 1 Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Demmer Zr september 2013 Schriftelijke vragen, donderdag 4 juli 2013 Antwoord: Ja, het college heeft kennis genomen van het artikel ‘Ouderen met spoed uit onveilige instelling’. Naar aanleiding van constateringen van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) heeft de directie van de Elisabeth Otter-Knoll Stichting besloten om vanwege de veiligheid, bewoners met een indicatie van ZZP 4 of hoger te verhuizen naar collega zorginstellingen. Er is met het IGZ overeengekomen dat hier tot half september de tijd voor is. De EOKS kan geen scheiden wonen en zorg toepassen in het verzorgingshuis vanwege de situatie met het pand en de te grote achterstand in de kwaliteit van de zorg volgens de huidige normen. Voor de lage zzp's wordt ook een alternatieve locatie gezocht. Met De IGZ is afgesproken hier tot 15 december 2013 de tijd voor te nemen. 2. In hoeverre was het college op de hoogte van de situatie in het woonzorgcentrum van de Elisabeth Otter-Knoll Stichting? Zo ja, wat heeft het college gedaan om de directe aan te spreken op de onveilige situatie? Antwoord: Het college is naderhand door de Inspectie en het Zorgkantoor geïnformeerd. 3. Heeft het college met de inspectie gesproken over de situatie bij het woonzorgcentrum? Antwoord: De IGZ heeft het College geïnformeerd over de constateringen van de Inspectie. 4. Wat is de reden dat de bewoners met spoed moeten verhuizen? Lopen de bewoners acuut gevaar? Was het naar inschatting mogelijk geweest om een spoedverhuizing te voorkomen door eerder in te grijpen? Antwoord: De IGZ constateert dat bewoners op hoge leeftijd met toenemende complexe hulpvragen op het gebied van dementie, somatiek en psychiatrie verblijven in een zorgomgeving die niet passend is voor de hulpvragen. Een uitgebreide toelichting van de constateringen van de Inspectie leest u in het Inspectierapport: (http://www.igz.nl/zoeken/document.aspx?doc=Elisabeth+Otter- Knoll+Stichting+Amsterdam+juni+2013&docid=6104&URL ). Enis ook te vinden op de website van Elisabeth Otter-Knol stichting nttp://www.eoks.nl/documenten.html. De geconstateerde risico's vragen om een gedegen en structurele oplossing. EOKS had verbouw- en nieuwbouwplannen voor hun locatie. Vanwege het ontbreken van een bankgarantie gaan die plannen niet door. Naar aanleiding van de constateringen van de Inspectie en het niet doorgaan van de verbouw- en nieuwbouwplannen heeft de directie van EOKS besloten om de bewoners met ZZP 4 te verhuizen. De bankgarantie is niet verkregen door de aankondiging van de wijzigingen in de AWBZ, zoals de extramuralisering en geen hoge zzp's zonder behandeling. (Lees: geen financiering van verzorgingshuisplaatsen vanuit de AWBZ). 2 Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Demmer Zr september 2013 Schriftelijke vragen, donderdag 4 juli 2013 5. Wat zijn de gevolgen voor de bewoners die moeten verhuizen? Waar zullen deze mensen heen gaan? Wat zijn de gevolgen van deze verhuizing voor deze cliënten? Antwoord: Een verhuizing voor bewoners is ingrijpend. Echter de veiligheid van bewoners en kwaliteit van zorg staat altijd voorop. De bewoners met ZZP 4 of hoger worden uiterlijk half september verhuisd (indien er voorkeur is aangegeven voor) naar de ZorgGroep Amsterdam Oost (ZGAO), Amstelring (voorheen Osira), Amsta, Cordaan en Zonnehuisgroep en een aantal zorgorganisaties buiten Amsterdam. Hierbij wordt zoveel als mogelijk rekening gehouden met de voorkeur van de bewoners. 6. De Elisabeth Otter-Knoll Stichting maakt onderdeel uit van de bestuursambitie langdurige ouderenzorg. Op welke wijze heeft het college via deze ambitie getracht de zorg in deze instelling te verbeteren? Is de zorg sinds de samen- werking in de ambitie langdurige ouderenzorg verbeterd, gelijkgebleven of achteruitgegaan? Antwoord: De bestuursambitie langdurige ouderenzorg en de daaruit voortvloeiende acties zijn aanvullend op functies die de IGZ vervult (het houden van toezicht op de naleving van wetten m.b.t. kwaliteit van zorg), de functie van het zorgkantoor (het inkopen van voldoende kwalitatief hoogwaardige zorg) en het bestuur van een instelling (het leveren van voldoende kwalitatief hoogwaardige zorg). De gemeente Amsterdam heeft geen inzage in zorggegevens, dat staat de wet niet toe. De gemeente wordt bij misstanden geïnformeerd door de IGZ. Via de bestuursambitie zijn voor het eerst alle instellingen en zorgaanbieders gezamenlijk gecommitteerd aan de kwaliteitsverbetering van de zorg. 7. Ditis niet het eerste incident in een Amsterdams verzorgingstehuis dit jaar. Wat gaat het college ondernemen om te voorkomen dat vergelijkbare incidenten zich blijven voordoen in de Amsterdamse zorg? Antwoord: Wij zijn in gesprek met de staatssecretaris en het ministerie en zullen u daar zo spoedig mogelijk over informeren. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 3
Schriftelijke Vraag
3
discard
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R x% Gemeenteblad % Motie Jaar 2015 Afdeling 1 Nummer 1440 Publicatiedatum 24 december 2015 Ingekomen onder Vv Ingekomen op donderdag 17 december 2015 Behandeld op donderdag 17 december 2015 Status Aangenomen Onderwerp Motie van de leden N.T. Bakker, Groot Wassink, Ruigrok en Â.J.M. Bakker inzake het Amsterdams Ondernemers Programma ‘Ruimte voor ondernemers! 2015-2018 (optimale aansluiting op lokale arbeidspotentieel). Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over het Amsterdams Ondernemers Programma ‘Ruimte voor ondernemers! 2015-2018 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1380). Overwegende dat: — middels de website Waarstaatjegemeente.nl’ het ondernemersklimaat in Amsterdam gemeten dient te worden; — het wenselijk is dat er een goede aansluiting van de lokale werkgelegenheid is op het aanwezige beroepspotentieel; — een goede aansluiting van de lokale werkgelegenheid op het aanwezige beroepspotentieel bijdraagt aan gunstige ondernemersomstandigheden en daarmee bijdraagt aan een goed ondernemersklimaat; — _‘waarstaatjegemeente.nl’ desondanks geen instrumentarium heeft ontwikkeld — die de matching met de lokale arbeidsmarkt meet. Van mening zijnde dat: — de economie in beginsel in dienst staat van de mens. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: — instrumentarium te laten ontwikkelen waarmee wordt gemeten hoe goed de aangeboden werkgelegenheid aansluit op het arbeidspotentieel van de lokale beroepsbevolking; — de uitwerking hiervan voor te leggen aan de raad. De leden van de gemeenteraad N.T. Bakker B.R. Groot Wassink M.H. Ruigrok A.J.M. Bakker 1
Motie
1
discard
X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 956 Datum akkoord 31 oktober 2014 Publicatiedatum 5 november 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid de heer M.F. Poorter van 22 september 2014 inzake ouderinitiatieven. Aan de gemeenteraad inleiding door vragensteller. In Amsterdam zijn verschillende particuliere wooninitiatieven: woonvormen opgezet door (ouders van) mensen met een beperking zelf, waarbij naast kwalitatief goede zorg op maat, vooral ook eigen regie en onafhankelijkheid van een zorgaanbieder centraal staan. Om die eigen regie te kunnen vormgeven wordt de zorg collectief ingekocht middels de persoonsgebonden budgetten (PGB's) van de bewoners. Op dit moment geldt dat deze wooninitiatieven worden gefinancierd vanuit de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) en vanaf 2015 worden deze wooninitiatieven mogelijk binnen de Wet maatschappelijke ondersteuning (mo). Een PGB zal doorgaans niet voldoende zijn om voor een enkel individu de vereiste zorg of een eventuele 24-uurs-bereikbaarheid te regelen die feitelijk wel nodig is. Er is dus een groep bewoners nodig om via bundeling van PGB's zorg van voldoende kwaliteit en omvang te kunnen inkopen. De (ouders van) de bewoners richten samen vereniging of stichting op, en met behulp van deze rechtsvorm kunnen ze vervolgens gezamenlijk zorg inkopen of zorgverleners in dienst nemen. De fractie van de PvdA is benaderd door verschillende ouderinitiatieven die zich zorgen maken over de overheveling van de AWBZ-budgetten van het rijk naar de gemeente per 1 januari 2015. De ouderinitiatieven hebben, net als alle andere PGB- budgethouders, formeel nog steeds geen bericht gekregen over de wijze waarop de overheveling plaatsvindt. Aangezien deze particuliere wooninitiatieven feitelijk fungeren als werkgever van enkele zorgmedewerkers kan een stagnatie van de uitbetaling van PGB's grote gevolgen hebben voor de continuïteit van de ouderinitiatieven. Indien er geen inkomsten binnenkomen kan een ouderinitiatief binnen twee maanden failliet zijn. Daarbij komt dat de onzekere situatie waarin deze wooninitiatieven zich nu in bevinden voor de bewoners en hun ouders zeer veel stress veroorzaken. Een van de wijzigingen voor de ouderinitiatieven is de invoering van het trekkingsrecht (https://www.svb.nl/int/nl/ssp/wat kan ssp doen/trekkingsrecht/). 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing dee Gemeenteblad Datum 5 november2014 Schriftelijke vragen, maandag 22 september 2014 Dit betekent dat de PGB-gerechtigde het bedrag niet op de eigen rekening gestort krijgt, maar dat de Sociale Verzekeringsbank (SVB) het bedrag direct uitkeert aan de zorgverlener. Aangezien sommige van de wooninitiatieven zelf werkgever zijn, zijn er onzekerheden over de wijze waarop de SVB zal omgaan met de uitkering aan deze ouderinitiatieven. De fractie van de PvdA is van mening dat ouderinitiatieven een belangrijke functie vervullen in de stad, en dat de continuïteit van deze initiatieven gewaarborgd moet worden. De bewoners (of hun vertegenwoordigers/ouders) hebben door het bundelen van de PGB's de vrijheid om de zorg te organiseren naar eigen inzicht. Wij zouden graag zien dat dit soort vormen van zorg worden ondersteund door de gemeente. Vrijheid om zorg naar eigen inzicht te organiseren is heel belangrijk, en het college zou alles in het werk moeten stellen om mensen die hun eigen zorg organiseren te ondersteunen. Gezien het vorenstaande heeft vragensteller op 22 september 2014, namens de fractie van de PvdA, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Is het college op de hoogte van de hiervoren geschetste situatie van de ouderinitiatieven in Amsterdam? Antwoord: Het college deelt de mening van de Pvd dat ouderinitiatieven een belangrijke functie vervullen in de stad, en dat de continuïteit van deze initiatieven gewaarborgd moet worden. Zoals in de uitgangspunten voor het persoons- gebonden budget (Pgb) benoemd staat, ziet het College het samen inkopen van zorg met een Pgb als een mooie vorm van krachten bundelen. Het college is ook bekend met het landelijke probleem voor Pgb-houders die gezamenlijk zorg inkopen en heeft daarom bij de Sociale Verzekeringsbank het verzoek neergelegd om in deze situaties de Pgb-betaling voor de maand januari niet pas begin februari uit te betalen (zoals de werkwijze gaat worden) maar deze te vervroegen gezien de relatief hoge budgetten. De SVB heeft aangegeven dat zij dit niet kunnen en dat dit ook niet hun opdracht is. Zij zullen dit punt met hun opdrachtgever VWS bespreken. Vanuit Amsterdam is het onderwerp ook op de bestuurlijke agenda gezet, met het verzoek aan VWS om de SVB hierop aan te sturen. 2. Is het college bekend hoeveel ouderinitiatieven, die collectief PGB zorg inkopen, de stad rijk is? Kan het college inzichtelijk maken aan de raad hoeveel en wat voor soort initiatieven dit betreft? Antwoord: Het college heeft geen informatie over het aantal ouderinitiatieven dat met een Pgb collectief zorg inkoopt. De gegevens die de gemeente ontvangt vanuit het Rijk betreft uitsluitend informatie over individuele Pgb-houders. 2 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing dee Gemeenteblad Datum 5 november2014 Schriftelijke vragen, maandag 22 september 2014 3. Klopt de informatie dat de gemeente (nog) geen contact heeft gelegd met de ouderinitiatieven, of met hun belangenvereniging, vereniging De Latei (www.delatei.nl)? Wat is hiervan de reden? Wanneer gaat de gemeente de ouderinitiatieven, liefst samen met hun belangenvereniging, informeren over de situatie ná 1 januari 2015? Antwoord: Nee, dat klopt niet. Op 1 september jl. is er een raadpleging geweest over de Nadere regels en beleidsregels Pgb in samenwerking met Cliëntenbelang en Per Saldo. Daar was ook een afgevaardigde aanwezig van vereniging De Late. Daarnaast is er op 17 oktober een informatiebijeenkomst geweest voor ouderinitiatieven, waar de gemeente en Per Saldo aanwezig waren op uitnodiging van De Late. Ook hier is uitgebreid informatie uitgewisseld over de situatie na 1 januari 2015. Uit die bijeenkomst zijn twee specifieke punten meegenomen voor de werkwijze straks. Het eerste punt is dat mantelzorgers goed betrokken moeten worden bij de contacten die er zijn rond het Pgb. Ten tweede is meegedacht over de mogelijkheid om naar rato uren voor gemeenschappelijke ondersteuning te verdelen onder de verschillende Pgb-houders van een gezamenlijk initiatief. Dat is mogelijk in de nieuwe werkwijze straks. Begin november krijgen alle huidige Pgb-houders een brief met specifieke informatie van de gemeente over hun budget in 2015 en wat er daarna gebeurt. 4. Enkele ouderinitiatieven hebben verschillende malen getracht contact te leggen met de gemeente via 14020 en via de Wmo-loketten, maar hebben geen antwoord gekregen op hun vragen. Wat is de reden dat de Wmo-loketten geen antwoord hebben op de vragen van ouders? Hoe kunnen de ouderinitiatieven in de toekomst wel het contact met de gemeente onderhouden? Antwoord: De ouders kunnen contact opnemen met de Wmo Helpdesk over vragen rond het Pgb en andere Wmo vragen. De informatie is daarbij gericht op individuele budgethouders, niet op een eventuele samenwerkingsverband dat de budget- houder heeft met andere budgethouders. Misschien heeft dat voor verwarring gezorgd. Naar aanleiding van dit signaal is met de Wmo Helpdesk afgesproken dat als iemand belt met een specifieke vraag over ouderinitiatieven en het Pgb, de helpdesk zo nodig doorschakelt naar de backoffice voor beantwoording. 5. De PGB's worden vanaf 1 januari 2015 uitgekeerd via de Sociale Verzekerings- bank (SVB) op basis van het trekkingsrecht. Is de SVB bekend met de verschillende constructies waarmee ouderinitiatieven werken, en hanteert de SVB dezelfde verantwoordingssystematiek als het zorgkantoor? Heeft het college contact met de SVB over de uitkering van PGB's aan ouderinitiatieven”? Antwoord: De algemene landelijke werkwijze vanaf volgend jaar is nieuw. Zoals al eerder benoemd is er contact geweest met de SVB over de gezamenlijke Pgb's. De SVB richt zich echter niet op groepen, maar op individuele Pgb's. Ook bij het Zorg- kantoor was dit de werkwijze. Of iemand het Pgb wil samenvoegen met anderen om gezamenlijke inkoop te organiseren, is aan de persoon of de groep zelf. 3 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Demmer Ee verber2014 Schriftelijke vragen, maandag 22 september 2014 6. Kan het college garanderen dat de PGB's vanaf 1 januari 2015 worden doorbetaald, ook als de SVB om wat voor reden dan ook de budgetten niet uitkeert? Wat is in dat geval de procedure die wordt gevolgd? Antwoord: Nee, dat kan het college niet. Er zijn opties doorgenomen voor alternatieve oplossingen, maar deze zijn voor de gemeente niet uitvoerbaar op deze korte termijn en gezien de vele prioriteiten die er zijn voor 1 januari 2015. 7. Is het college bereid om op zijn website duidelijke informatie op te nemen over welke regels er voor ouderinitiatieven gelden, en waar men terecht kan voor informatie, advies en hulp bij het starten van een ouderinitiatief in Amsterdam, zodat de spelregels zo transparant mogelijk zijn voor zowel bestaande als toekomstige ouderinitiatieven? Antwoord: Er komen cliëntondersteuners, waar mensen terecht kunnen voor ondersteuning. Dat geldt ook mensen die met hun Pgb's gezamenlijk zorg willen inkopen. Op dit moment worden de nadere regels Pgb voorbereid. Ze maken onderdeel uit van het bestuurlijke traject van de algemene nadere regels Jeugd en Wmo. Zodra deze zijn vastgesteld, zal hier ook informatie over komen op de website www.amsterdam.nl/pgb. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 4
Schriftelijke Vraag
4
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Raadsactualiteit Jaar 2017 Vergaderdatum 8 en 9 november 2017 Afdeling 1 Agendapunt 21B Nummer 1361 Publicatiedatum 6 november 2017 Onderwerp Actualiteit van de leden Van Dantzig, Moorman, Peters, Ruigrok en Groot Wassink inzake gereguleerde wietteelt. Aan de gemeenteraad In het regeerakkoord ‘Vertrouwen in de toekomst’ van VVD, CDA D66 en ChristenUnie staat: “Er komt wet- en regelgeving ten behoeve van uniforme experimenten met het gedoogd telen van wiet voor recreatief gebruik. Het kabinet komt daartoe zo mogelijk binnen zes maanden met wetgeving. Deze experimenten wordt uitgevoerd in een aantal (middel)grote gemeenten (zes á tien). Doel van de experimenten is om te bezien of en hoe op kwaliteit gecontroleerde wiet gedecriminaliseerd aan de coffeeshops toegeleverd kan worden (gesloten coffeeshopketen) en wat de effecten hiervan zijn. De experimenten worden onafhankelijk geëvalueerd, waarna het kabinet beziet wat het te doen staat”. De Amsterdamse gemeenteraad heeft al meerdere keren zijn wens geuit te experimenteren met gereguleerde wietteelt voor recreatief gebruik. Het aantal steden dat kan deelnemen aan de proef is niet onbeperkt. Indieners gaan graag met het college in gesprek over deze door het Rijk geboden kans. De leden van de gemeenteraad R.H. van Dantzig M. Moorman D.W.S. Peters M.H. Ruigrok B.R. Groot Wassink 1
Actualiteit
1
train
Gemeente Amsterdam Actualiteit voor de raadscommissie voor AZ Jaar 2018 Datum indiening 08-08-2018 Datum behandeling 06-09-2018 Onderwerp Actualiteit van het raadslid Nanninga (FVD), Boomsma (CDA)en Van Soest (PVDO) inzake het conflict binnen de Amsterdamse brandweerorganisatie Aan de commissie 1 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam Commissieactualiteit Inleiding Zaterdag 4 augustus 2018 berichtte NRC Handelsblad over het alsmaar voortslepende con- flict bij de Amsterdamse brandweer tussen de korpsleiding en de uitrukdiensten. Volgens de krant zou het conflict over de hervormingen van de werkwijze binnen de organisatie escale- ren en zich inmiddels op een hoogtepunt bevinden. De korpsleiding wil naast het aanpakken van de misstanden binnen het korps hervormingen doorvoeren en de ‘kazernecultuur’ aan- pakken, terwijl de uitrukdiensten de hechte cultuur van de brandweerlieden juist zien als een belangrijke onderdeel om het brandweerwerk goed te kunnen doen. De brandweercommandant, Leen Schaap, die als leider van het korps hervormingen wil doorvoeren, verkeert op voet van oorlog met de ondernemingsraad (OR) van het brandweer- korps. NRC schrijft dat de brandweercommandant meent dat de OR obstructie pleegt en de vooruitgang in het conflict traineert en krant meldt misstanden binnen de uitrukdienst. An- dersom vindt de OR juist dat de commandant een angstcultuur heeft gecreëerd door harde uitlatingen in de media en disciplinaire straffen binnen het korps. Inmiddels lopen er twee door de OR aangespannen rechtszaken tegen de plannen van de brandweercommandant, liggen er bedreigingen tegen de heer Schaap op tafel en lijkt er voorlopig geen einde te ko- men aan de patstelling binnen de Amsterdamse brandweer. NRC beschrijft bovendien dat de veiligheid van zowel de Amsterdammers als de brandweer - ondanks eerdere ontkenningen door voormalig burgemeester Van Aartsen - wel degelijk in het geding is. De beschrijvingen van branden op het Hoofddorpplein en het Fons Vitae-lyceum zijn zorgwekkend. Reden bespreking De indieners willen met de burgemeester in discussie om meer informatie te krijgen over de feitelijke stand van zaken in het conflict en de burgemeester vragen wat de werkwijze van de op 7 augustus benoemde adviseur Van Uhm zal zijn om in dit geschil tot een acceptabele oplossing te komen. Reden spoedeisendheid De indieners maken zich zorgen over de langdurige onenigheid en het verlies van het ver- trouwen van de uitrukdiensten in de korpsleiding en vice versa. We moeten waken voor het functioneren van de brandweer en te allen tijde zien te voorkomen dat de veiligheid van Am- sterdam in het geding raakt. Ook is de informatiepositie van de pers momenteel beter op orde dan die van de raad, wij kunnen onze controlerende taak niet naar behoren uitvoeren. De leden van de commissie, 2 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam Commissieactualiteit A. Nanninga D.T. Boomsma W. van Soest 3
Actualiteit
3
train
Bijlage 1: Nadere beschrijving ‘beroep op gelijkwaardigheid’ door: gemeente Amsterdam, Duurzaamheid datum: 31 oktober 2019 Inleiding Het beroep op gelijkwaardigheid hangt samen met de aansluitplicht. Wanneer sprake is van een aansluit- plicht, kan met een beroep op gelijkwaardigheid ontheffing van de aansluitplicht worden verzocht en verkregen. Landelijk is de aansluitplicht op dit moment geregeld in het Bouwbesluit. Het Bouwbesluit 2012 vindt zijn grondslag in de Woningwet en is door de regering bij Koninklijk Besluit vastgesteld. In het Bouwbesluit 2012 is tevens het beroep op gelijkwaardigheid geregeld. Vóór 2012 kon een gemeente zelf de aansluitplicht en het beroep op gelijkwaardigheid regelen in de ge- meentelijke bouwverordening. Op grond van de Bouwverordening moest in een gebied waar een warmtenet aanwezig was of was voor- zien een te bouwen bouwwerk worden aangesloten op dat warmtenet De modelbepaling van de VNG luidde: ‘indien in een deel van de gemeente een publieke voorziening voor verwarming van bouwwerken, als bedoeld in artikel 2.69 van het Bouwbesluit, aanwezig is of op het mo- ment van realisatie van het bouwwerk voorzien is, moet een aldaar te bouwen bouwwerk zijn aangesloten op die publieke voorziening’. Amsterdam had deze bepaling in haar bouwverordening opgenomen en een afstandseis en een ontheffingsmogelijkheid toegevoegd. Een beroep op gelijkwaardigheid bij warmtenet- ten die voor invoering van het Bouwbesluit 2012 zijn gerealiseerd moet nog steeds getoetst worden aan de toen geldende gemeentelijke Bouwverordening. Het is gemeenten echter met ingang van 1 april 2012 niet langer toegestaan in de bouwverordening een plicht tot aansluiting op warmtenetten op te nemen. Om die reden is in art. 6.10 derde lid van het Bouw- besluit 2012 een geclausuleerde aansluitplicht opgenomen. De oorspronkelijke bepaling luidde: Een te bouwen bouwwerk met een of meer verblijfsgebieden is aangesloten op het distributienet voor warmte indien: a. de aansluitafstand tot het warmtenet niet groter is dan 40 meter, of b. de aan- sluitafstand groter is dan 40 meter en de aansluitkosten niet hoger zijn dan bij een aansluitafstand van 40 meter. Het Bouwbesluit 2012 kent voorts een gelijkwaardigheidsbepaling in art. 1.3. In 2013 is het Bouwbesluit 2012 gewijzigd in die zin dat een aansluitplicht alleen geldt indien de gemeenteraad een warmteplan heeft vastgesteld. De artikelen 1 en 6 zijn daarop aangepast. Wettelijk kader Het wettelijk kader voor de aansluitplicht en het beroep op gelijkwaardigheid is dus uitgewerkt in de ge- meentelijke Bouwverordening en in het Bouwbesluit 2012. Bij een beroep op gelijkwaardigheid dient eerst vastgesteld te worden welk regime van toepassing is op het beroep, de gemeentelijke Bouwveror- dening van vóór 2012 of het Bouwbesluit 2012. Omdat het huidige wettelijke kader het Bouwbesluit 2012 is, worden de vragen van de raadsleden beant- woord met toepassing van het Bouwbesluit 2012. Beleid/ richtlijnen ! Zie mr. drs. H.M. Israëls: ‘De aansluiting op warmtenetten en het warmteplan, Nederlands Tijdschrift voor Energierecht Nr. 5/6 december 2013, p. 240-248. pagina 1 van 3 Landelijk is er geen beleid of richtlijn ontwikkeld voor een beroep op gelijkwaardigheid op grond van het Bouwbesluit 2012. De gemeente heeft op grond van het Bouwbesluit 2012 geen beleidsvrijheid ten aan- zien van de te stellen functionele eisen die van belang zijn bij een beroep op gelijkwaardigheid. Die twee functionele eisen zijn: energiezuinigheid en bescherming van het milieu. De gemeente heeft echter wel beleidsvrijheid ten aanzien van de nadere invulling van de prestatie-eisen voor de twee functionele eisen, dus de mate van energiezuinigheid en de mate van milieubescherming. In het Bouwbesluit 2012 is bepaald dat een beroep op gelijkwaardigheid (anders gezegd: op een gelijk- waardige oplossing) door het bevoegd gezag (dat is het College van B&W) moet worden beoordeeld. Het College moet beoordelen of de voorgedragen oplossing tenminste dezelfde mate van energiezuinigheid en bescherming van het milieu heeft als wordt bereikt met de in het concreet toepasselijke warmteplan voor die aansluiting opgenomen mate. Bij de beoordeling van die gelijkwaardigheid moeten de energiezuinigheids- en milieuprestaties van de aangedragen andere oplossing vergeleken worden met de prestaties bij aansluiting op het distributienet voor warmte. Referentiekader daarbij is de mate van energiezuinigheid en bescherming van het milieu zoals deze in het warmteplan voor het distributienet voor warmte is opgenomen. De energiezuinigheids- en milieuprestaties (prestatie eisen) van het distributienet voor warmte moeten daarom voldoende con- creet in het warmteplan zijn opgenomen. Inhoudelijk dient het College dan ook in geval van een beroep op de gelijkwaardigheid te toetsen aan de prestatie eisen die de gemeenteraad heeft vastgesteld in het warmteplan ten aanzien van de twee functi- onele eisen die in het Bouwbesluit zijn bepaald. Die prestatie eisen zijn dus gekoppeld aan de technische specificaties van het betreffende warmtenet omdat deze de mate van energiezuinigheid en de mate van milieubescherming bepalen. De uiteindelijke prestatie van het distributienet voor warmte ten aanzien van energiezuinigheid en be- scherming van het milieu treedt pas op vanaf het moment dat het in het warmteplan aangegeven maxi- mumaantal verplicht aan te sluiten aansluitingen is bereikt. De beoordeling van de gelijkwaardigheid van een aangedragen andere oplossing moet daarom plaatsvinden op basis van de uiteindelijke energiezui- nigheids- en milieuprestaties van het distributienet voor warmte, zoals die in het warmteplan zijn aange- geven. Het gaat bij een beroep op gelijkwaardigheid (om een ontheffing te krijgen van het bepaalde in het Bouwbesluit) dus om de vraag aan welke energiezuinigheids- en milieucriteria en in welke mate een ande- re oplossing dan een aansluiting op het distributienet moet voldoen om in een voorkomend geval als ge- lijkwaardig aan die aansluiting te kunnen worden aangemerkt. Voor het bepalen van die criteria is de wijze van meten van doorslaggevend belang. a) Uitleg Israëls en Mans In het Nederlands Tijdschrift voor Energierecht gaan Israëls en Mans in op gelijkwaardigheid in warmte- plannen?. Dit betreft op dit moment de enige relevante juridische literatuur op dit vlak. Verdere of andere invulling van deze wettelijke normen in jurisprudentie ontbreekt volledig. En ook de wetgever heeft geen bruikbare toelichting gegeven die bij de invulling van deze normen toepasbaar is. Israëls en Mans stellen dat het voor gemeenten nog niet duidelijk is welk criterium gehanteerd moet wor- den bij het meten van de energiezuinigheid en de bescherming van het milieu. Het Bouwbesluit 2012 geeft hiervoor geen eenduidige oplossing. Het is daarom op grond van het Bouwbesluit 2012 ook op voorhand onduidelijk wanneer een alternatief gelijkwaardig is. De centrale vraag is dan ook binnen welke kaders gemeenten de mate van energiezuinigheid en bescherming van het milieu in een warmteplan kun- 2 Zie mr. drs. H.M. Israëls en drs. Ing. W.P.C. Mans: ‘Gelijkwaardigheid in warmteplannen’, Nederlands Tijdschrift voor Energierecht Nr. 5/6 december 2014, p. 199-203. pagina 2 van 3 nen bepalen, waaraan dan vervolgens alternatieve oplossingen op gelijkwaardigheid moeten worden getoetst. Landelijk wordt de ‘gelijkwaardige oplossing’ in artikel 1.3 van het Bouwbesluit 2012 verschillend geïnter- preteerd: - een gelijkwaardige oplossing is een eigen warmte-opwekking, die qua energiezuinigheid tenmin- ste gelijkwaardig is aan aansluiting op het warmtenet; -__ het criterium voor gelijkwaardigheid is de EPC? van het totale bouwwerk; - de gemeente is vrij in de keuze van de norm alleen de EPC kan niet het criterium zijn omdat deze wettelijk is genormeerd en de gemeente daar niet van af mag wijken; - __een door de gemeente vastgestelde norm moet transparant en controleerbaar zijn; - saldo van opwekking en gebruik van het alternatief moet minimaal gelijk zijn aan aansluiting op het warmtenet; Israëls en Mans constateren dat op grond van de in het Bouwbesluit 2012 verankerde methodiek bij de berekening van de EPC, drie afbakeningen van het meetbereik relevant zijn: -__ Afbakening A waarbij alleen gekeken wordt naar de energiezuinigheid van de warmteproductie. - __ Afbakening B waarbij naast de warmteproductie ook de warmtevraag in de berekening wordt meegenomen. - __ Afbakening C waarbij naast de warmteproductie en de warmtevraag ook de opwekking van de duurzame elektriciteit en de elektriciteitsvraag in de berekening wordt meegenomen (hetgeen gelijk staat aan de EPC-berekening). In alle gevallen moet voor de functionele eis van bescherming van het milieu worden uitgegaan van CO‚- en (eventueel ook) NO,-emissie criteria. Israëls en Mans concluderen dat afbakening B het meest voor de hand ligt omdat: -__ Afbakening A betekent dat het energieopwekkingsrendement het criterium is. Omdat alternatie- ven qua opwekkingsrendement vrijwel nooit gelijkwaardig kunnen zijn aan het opwekkingsren- dement van warmtenetten, zal dit leiden tot een monopolie voor warmtenetten. Een beroep op gelijkwaardigheid heeft weinig kans van slagen. -__ Afbakening C betekent dat de EPC het criterium is en de gemeente geen nadere invulling kan ge- ven aan dat criterium omdat de gemeente niet mag afwijken van de in het Bouwbesluit vastge- legde EPC-norm. -__ Afbakening B betekent dat een slechter opwekrendement van het warmte alternatief gecompen- seerd kan worden door verdergaande maatregelen tot reductie van de warmtevraag (isolatie, ge- bruik WtW- of andere apparaten die leiden tot reductie van de vraag). Deze afbakening past bij het doel om een warmtenet een reële kans te bieden zonder een gelijkwaardig warmte alterna- tief van een individuele bouwer te blokkeren. b) Beleidsvrijheid De beleidsvrijheid van de gemeente ten aanzien van het beroep op gelijkwaardigheid zou daarmee in de keuze voor de afbakeningsvariant A, B of C besloten kunnen liggen. c) Criteria in warmteplannen De prestatie eisen en daarmee de criteria voor een gegrond beroep op gelijkwaardigheid zijn opgenomen in de warmteplannen. $ EPC: maat voor het primaire energieverbruik (warmte en elektriciteit) van een gebouw, gerelateerd aan de grootte van het gebouw en onafhankelijk van het bewonersgedrag. pagina 3 van 3
Schriftelijke Vraag
3
train
x Gemeente Amsterdam VVL % Raadscommissie voor Verkeer en Vervoer en Infrastructuur (inclusief Noord Zuidlijn en Luchtkwaliteit) % Agenda, donderdag 7 februari 2013 Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie voor Verkeer en Vervoer en Infrastructuur (inclusief NoordZuidlijn en Luchtkwaliteit) Tijd 09.00 tot 12.30 uur en eventueel van 19.30 uur tot 22.30 uur Locatie Rooszaal 0239, Stadhuis Procedureel gedeelte van 09.00 uur tot 09.15 uur 1 Opening 2 Mededelingen 3 Vaststellen agenda 4 _Conceptverslagen van de openbare vergadering van de Raadscommissie VVL d.d. 13 december 2012 e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier doorgegeven, commissie VVL@raadsgriffie. amsterdam.nl Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn slechts richtlijnen waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn. Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda staat. De vergaderingen en de verslaglegging daarvan zijn openbaar. Van deze vergaderingen worden geluids- en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden op internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl. Voor algemene informatie: [email protected] 1 Gemeente Amsterdam Raadscommissie voor Verkeer en Vervoer en Infrastructuur (inclusief NoordZuidlijn en VVL Luchtkwaliteit) Agenda, donderdag 7 februari 2013 5 Termijnagenda, per portefeuille e Termijnagenda niet bijgevoegd. U ontvangt op de vrijdag voorafgaande aan de vergadering per mail een bijgewerkt exemplaar e De lijst van schriftelijke vragen wordt de maandag voorafgaande aan de vergadering per mail toegestuurd aan de raadsleden en contactpersonen. 6 _Tkn-lijst Inhoudelijk gedeelte vanaf 09.15 uur 7 Opening inhoudelijke gedeelte 8 _Inspreekhalfuur Publiek 9 Actualiteiten en mededelingen 10 Rondvraag Verkeer, Vervoer en Infrastructuur 11 Vaststellen advies voorkeursvariant ombouw Amstelveenlijn Nr. BD2013-000912 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (Gemeenteraad d.d. 13 februari 2013). e _ Onder voorbehoud besluit College, d.d. 29 januari 2013 e Stukken worden na College besluit gepubliceerd 12 Meerjarenanalyse 2013-2015. Afstemming werkzaamheden door stadsregisseur Amsterdam Nr. BD2012-011218 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen e _ Hierbij wordt een presentatie gehouden 13 Brief Gemeentelijke Ombudsman aan stadsdelen over parkeerproleemmatiek Nr. BD2013-000674 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e De Gemeentelijke Ombudsman, de heer Van de Pol, is hierbij uitgenodigd 2 Gemeente Amsterdam Raadscommissie voor Verkeer en Vervoer en Infrastructuur (inclusief NoordZuidlijn en VVL Luchtkwaliteit) Agenda, donderdag 7 februari 2013 14 Initiatiefvoorstel Evans-Knaup, getiteld: “Amsterdam elektrisch, ook de OV stadsbus” Nr. BD2013-000662 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen e Voorstel gevoegd te behandelen met agendapunt 15 15 Bestuurlijke reactie op het initiatiefvoorstel ‘Amsterdam Elektrisch ook de OV Stadsbus’ van Red Amsterdam Nr. BD2013-000823 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen e Voorstel gevoegd te behandelen met agendapunt 14 16 Ontwikkeling parkeergarage metrostation Vijzelgracht door stadsdeel Centrum Nr. BD2013-000663 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. Geagendeerd op verzoek van commissielid Manuel (D66) e Was Tkn 4 in de raadscommissie VVL, d.d. 13 december 2012 17 Oproep aanvullende rijksmaatregelen luchtkwaliteit en verschillen tussen berekende en gemeten waarden luchtkwaliteit Nr. BD2012-011955 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. 18 Voortgangsrapportage Renovatie Oostlijn januari-september 2012 Nr. BD2012- 012071 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e _Kabinetbijlagen liggen uitsluitend voor de commissieleden ter inzage bij de Raadsgriffie 19 Rapportage 3e kwartaal 2012 Noord-Zuidlijn Nr. BD2012-011396 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e _Kabinetbijlagen liggen uitsluitend voor de commissieleden ter inzage bij de Raadsgriffie 3
Agenda
3
discard
VN2022-005397 Tijdelijke Algemene Raadscommissie Clusterstaf Ruimte x Gemeente Jee 9 TAR en Economie X Amsterdam Voordracht voor de Tijdelijke Algemene Raadscommissie van o7 april 2022 Ter kennisneming Portefeuille Verkeer, Vervoer en Luchtkwaliteit Agendapunt 18 Datum besluit 08-02-2022 Onderwerp Ter kennisname: beantwoording vragen Rover De commissie wordt gevraagd Kennis te nemen van verstuurde antwoorden op vragen van reizigersvereniging Rover. Wettelijke grondslag Artikel 169, eerste lid, van de Gemeentewet. Het college van burgemeester en wethouders en elk van zijn leden afzonderlijk zijn aan de raad verantwoording schuldig over het door het college gevoerde bestuur. Bestuurlijke achtergrond Op 10 december zijn er vragen binnen gekomen over de Tijdelijke Bereikbaarheidstoeslag Knooppunt Schiphol (vragen toegevoegd in bijlage). Samen met de VRA en Haarlemmermeer, waar dezelfde vragen ook binnen zijn gekomen, hebben wij een antwoord opgesteld. Deze zijn aan Rover verstuurd, in de bijlage vinden jullie een afschrift hiervan. Reden bespreking nvt. Uitkomsten extern advies Geschreven in afstemming met de VRA en Haarlemmermeer Geheimhouding nvt. Uitgenodigde andere raadscommissies nvt. Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan? Afschrift beantwoording raadsvragen Welke stukken treft v aan? Gegenereerd: vl.18 1 VN2022-005397 X Gemeente Tijdelijke Algemene Raadscommissie Clusterstaf Ruimte € Amsterdam en Economie % Voordracht voor de Tijdelijke Algemene Raadscommissie van o7 april 2022 Ter kennisneming AD2022-018778 20220208 - Antwoordbrief Rover-signed.pdf (pdf) AD2022-018777 Raadsadres Rover reactie alternatieve bekostiging metropakket.pdf (pdf) AD2022-018748 Tijdelijke Algemene Raadscommissie Voordracht (pdf) Ter Inzage Registratienr. Naam Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) V&OR, Sanneke Bolderheij, 0642198223, [email protected] Gegenereerd: vl.18 2
Voordracht
2
train
> < Gemeente Raadsinformatiebrief Amsterdam Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam Datum 7april 2022 Portefeuille(s) Armoede en Schuldhulpverlening Portefeuillehouder(s): Marjolein Moorman Behandeld door Directie Inkomen, [email protected] Onderwerp Gá-brief armoede en schulden Geachte leden van de gemeenteraad, Met deze brief informeert het college u over het volgende. Bijgaand ontvangt u ter informatie de G4-brief (‘Aan de slag met de aanpak van armoede en schulden’) die wij op 10 maart jongstleden hebben verstuurd naar de vaste Kamercommissie Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de minister van Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen. Zoals v weet volgen de ontwikkelingen rond de compensatie van de gestegen energieprijzen elkaar snel op. Op 9 maart 2022 bent u in een Raadsinformatiebrief (‘Uitbetaling energietoeslag van €200 aan alle Amsterdammers met een laag inkomen’), die via de Dagmail van 9 maart aan uis verzonden, geïnformeerd over de versnelde uitkering van de energietoeslag van €200,- aan Amsterdamse minima, om te beginnen eind maart. In de G4-brief wordt o.a. een oproep gedaan om de energietoeslag voor minima te verhogen naar €1000,-. Inmiddels is op 15 maart bekend geworden dat het kabinet het richtbedrag voor de energietoeslag met €600,- heeft verhoogd. U wordt zo snel mogelijk geïnformeerd over de wijze waarop invulling wordt gegeven aan deze maatregel. Ik hoop v hiermee voor nu voldoende te hebben geïnformeerd. Met vriendelijke groet, Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, LA Ns ) LA HS 5 Se hx Marjolein Moorman Wethouder Armoede, Onderwijs en Inburgering Bijlagen 1. Brief G4- Aan de slag met de aanpak van armoede en schulden
Brief
1
test
> Gemeente Amsterdam Actualitert voor de raadsvergadering van 15 september 2021 Van Veldhuyzen Datum 13 september 2021 Portefeuille Openbare Orde en Veiligheid Agendapunt 2Â Onderwerp excessief politiegeweld tegen demonstranten van het woonprotest Aan de gemeenteraad Op verschillende beelden die circuleren op het internet, o.a. zichtbaar op de website van AT5*, is te zien hoe de politie op zondag 12 september met wapenstokken inslaat op vreedzame demon- stranten van het woonprotest. Journalist Frederike Geerdink schrijft hierover op Twitter? dat de betreffende groep demonstranten direct werd omsingeld nadat zij afweken van de route en dat de politie uit het niets begon met duwen en slaan met wapenstokken. Op het moment dat dit gebeurde was ik zelf ook aanwezig op de betreffende locatie. Het optreden van de politie was agressief en escalerend i.p.v. de-escalerend, waardoor de onrust rond de Dam enkel verder toenam. Ik heb met mijn eigen ogen gezien hoe een fotograaf hardhandig op de grond werd gewerkt en geslagen werd met wapenstokken door verschillende agenten. Toen ik toekeek naar de politie die geweld toepaste, dreigde een agent mij te slaan met een wapenstok, zelfs nadat ik aangaf dat ik raadslid ben. Hij schreeuwde met de nodige consumptie en vol woede in mijn gezicht: “Het maakt me geen flikker vit dat je raadslid bent.” Er is een statement over de actie van “de kraakbeweging” te lezen in het Parool? hierin wordt aan- gegeven dat de krakers een pand van een speculant die 116 panden bezit, dat al twee jaar leegstaat, wilde kraken. Het is de vraag of deze vorm van burgerlijke ongehoorzaamheid in een tijd van schaarse politiecapaciteit, woningnood*en een landelijke dak- en thuislozencrisis5 met dergelijk ex- cessief politiegeweld afgestraft moet worden. 1 https://www.ats.nl/artikelen/21092a/groep-demonstranten-probeert-pand-te-kraken-in-centrum-61-arrestaties 2 https://twitter.com/fgeerdink/status/1437103226545913862 3 https://www.parool.nl/amsterdam/politie-verricht-61-arrestaties-bij-kraakpoging-na-woonprotest-b6ace407/ 4 https://nos.nl/artikel/2397477-protest-tegen-woningnood-verbaasd-dat-dit-niet-eerder-kwam 5 https://www.ad.nl/binnenland/aantal-daklozen-in-nederland-verdubbeld-iedereen-kan-dakloos-worden—aoe81635/ Gemeente Amsterdam Datun 13 september 2021 Pagina 2 van 2 Reden van spoedeisendheid In deze periode worden er regelmatig grote demonstraties georganiseerd in Amsterdam, waarbij afgelopen weekend niet de eerste keer is dat er sprake was van hardhandig politieoptreden. Het ligt in de lijn der verwachting dat er in de aankomende tijd meer demonstraties zullen plaatsvinden, waarbij de kans aanwezig is dat de politie opnieuw met geweld zal optreden. In het kader van de waarborging van het recht op betoging is het essentieel dat de burgemeester zo snel mogelijk — voordat er mogelijk aankomende weekend al nieuwe demonstraties plaatsvinden - verantwoording aflegt over de inzet van de politie in dergelijke situaties. De burgemeester zegt immers zelf dat het demonstratierecht “bijkans heilig” is. Wanneer dat grondrecht toch wordt beperkt, bijvoorbeeld doordat de politie vreedzame demonstranten vit elkaar probeert te slaan, dan moet de burgemees- ter hier verantwoording over afleggen aan de gemeenteraad.
Actualiteit
2
train
x% Gemeente … , ‘ nn ‘ Stand van zaken op: 7-1-2022 On Termijnagenda portefeuille ‘Juridische Zaken Termijnagenda: Alle punten behorende tot portefeuille "Juridische Zaken" Type Onderwerp Inhoud Indiener Datum Oorspr. Stand van zaken Aangepaste Stand van zaken na uitstel Ingediend Einddatum einddatum Motie Bezwaar maken Verzoekt de bezwaarschriftencommissie Poot, 2019/10/10 2020/12/31 Niet tegen advies van de raad: - De taak op zich te nemen Hammelburg, ingevuld adviescommmissie om bezwaren van partijen aangaande de Boomsma, Joodse toekenning van de subsidies beschikbaar Boutkan, Erfpachttegoeden gesteld door de gemeente in het kader Ceder, (TA2019-001346) van de Subsidieverordening Joodse Simons, Erfpachttegoeden af te handelen Ernsting, = Zich hierbij nadrukkelijk te laten Temmink, adviseren door de Commissie Joodse van erfpachttegoeden en indien nodig Lammeren, ook elders advies in te winnen - De van Soest, raad te adviseren over de uitkomst Taimounti, Verzoekt het college van burgemeester en Nanninga wethouders: - Gericht te communiceren dat bezwaar maken tegen het besluit van de gemeenteraad aangaande de verdeling van de Joodse Erfpachttegoeden mogelijk is - Partijen die bezwaar willen maken en zich wenden tot het college of ambtelijke organisatie, zo goed mogelijk te verwijzen naar de bezwaarschriftencommissie Raadsadres Betere transparantie en in handen van het college van ben w 2020/09/09 2020/10/21 2020/10/21 privayc bij behandeling ter afhandeling en kopie antwoord naar bezwaarschriften en raadscommissie AZ verzoek om interventie wegens onduidelijkheid van regels en verzuim ED === Raadsadres Verzoek om een 2021/03/31 2021/05/12 Niet nieuwe locatie en ingevuld verlenging van de sUubsidieperiode tot 2025 voor de realisatie van een Joods hospice voor dementerenden (TA2021-000460) Raadsadres Verzoek om verlenging Besloten is dit raadsadres in handen 2021/04/09 2021/05/12 Niet van de subsidieperiode van het college van burgemeester en ingevuld in verband met wethouders te stellen ter afhandeling. Gemaakt met gegevens uit Andreas Page 1 of 3 x% Gemeente … , ‘ nn ‘ Stand van zaken op: 7-1-2022 x Amsterdam Termijnagenda portefeuille ‘Juridische Zaken Type Onderwerp Inhoud Indiener Datum Oorspr. Stand van zaken Aangepaste Stand van zaken na uitstel Ingediend Einddatum einddatum Covid-19 tot juni 2024. (TA2021-000487) Raadsadres Verzoek om Besloten is deze brief in handen van het 2021/04/22 2021/06/03 Niet toestemming tot een college van burgemeester en wethouders ingevuld statutenwijziging. te stellen ter afhandeling. Gewijzigd op (TA2021-000583) verzoek van het lid Yilmaz. Raadsadres Nog steeds niet Besloten is dit raadsadres in handen 2021/04/22 2021/06/03 Niet publiceren van veel van het college van burgemeester en ingevuld vergunningaanvragen wethouders te stellen ter afhandeling. door stadsdelen, de gemeente en de Omgevingsdienst. (TA2021-000584) Raadsadres Procedure voor Besloten is dit raadsadres in handen 2021/09/15 2021/10/27 Niet het afgeven van van het college van burgemeester en ingevuld vergunningen wethouders te stellen ter afhandeling. voor festivals RAND === Raadsadres Inmenging van het Besloten is dit raadsadres in handen 2021/11/10 2021/12/22 Niet college van b&w bij van het college van burgemeester en ingevuld de beroepsprocedure wethouders te stellen ter afhandeling. bij de Raad van State over het legaliseren van de aanwezigheid van twee woonboten aan de Diemerzeedijk (TA2021-001296) Toezegging AZ Namenmonument, N.a.v. een vraag van het lid Ceder over Ceder 2019/02/28 2019/04/16 2019/04/16 aan de nadere informatie. de financiering van het Namenmonument commissie _ (TA2019-000349) heeft de burgemeester toegezegd dat zij de commissie zal informeren zodra er meer bekend is. Toezegging Volksinitiatief, Op verzoek van het lid Boomsma heeft Boomsma 2020/12/03 2021/01/28 Niet aan de onderzoek of het de burgemeester toegezegd om te ingevuld commissie mogelijk is om eerder onderzoeken of het mogelijk is om eerder met initiatiefnemers met initiatiefnemers te overleggen over te overleggen als het het al dan niet op de website plaatsen niet ontvankelijk is. van een initiatief als duidelijk is dat het (TA2021-000032) initiatief niet ontvankelijk is. Toezegging WOB verzoek Het lid Van Lammeren heeft vraag gesteld van 2021/01/07 2021/02/18 Niet aan de emissie uitkomsten over de afwijzing van een WOB verzoek Lammeren ingevuld commissie over de emissie uitkomsten van het AEB Gemaakt met gegevens uit Andreas Page 2 of 3 x% Gemeente … , ‘ nn ‘ Stand van zaken op: 7-1-2022 x Amsterdam Termijnagenda portefeuille ‘Juridische Zaken Type Onderwerp Inhoud Indiener Datum Oorspr. Stand van zaken Aangepaste Stand van zaken na uitstel Ingediend Einddatum einddatum AEB, afwijzing. en de burgemeester heeft toegezegd (TA2021-000103) dat zij de leden hierover schriftelijk zal informeren. Toezegging AZ Actualiteit Op verzoek van het lid Poot heeft Poot 2021/01/28 2021/03/18 Niet aan de demonstratie de burgemeester toegezegd om te ingevuld commissie Museumplein, onderzoeken of het mogelijk is om vanuit schade verhalen de gemeente veroorzakers van de schade op veroorzakers aansprakelijk gesteld kunnen worden. (TA2021-000264) Toezegging AZ Actualiteit Op verzoek van het lid Kreuger heeft de Kreuger 2021/01/28 2021/03/18 Niet aan de demonstratie burgemeester toegezegd dat zij zal bezien ingevuld commissie Museumplein, of ondernemers vanuit het landelijke Ondernemers vanuit fonds geholpen kunnen worden. Mocht het landelijke fonds dat niet kunnen, dan zal zij het in het helpen (TA2021-000265) college aan de orde stellen. Toezegging AZ juridische De leden hebben positief gereageerd op 2021/02/18 2021/06/03 Niet aan de functie, kwaliteit het aanbod van de burgemeester om haar ingevuld commissie _(TA2021-000281) opvattingen over de juridische functie van de gemeente op papier te zetten teneinde daarover met de leden in debat te gaan. Toezegging AZ Juridische functie, Op verzoek van het lid De Fockert heeft de de Fockert _2021/04/29 2021/11/18 Niet aan de advies SDC West burgemeester toegezegd dat zij dit advies ingevuld commissie _ betrekken in visie zal betrekken bij de voorbereiding van (TA2021-000636) haar visie op de juridische functie die zij in het najaar aan de leden zal voorleggen. Toezegging AZ-Staat Juridische Op verzoek van het lid Van Schijndel van Schijndel 2021/06/03 2021/06/24 Niet aan de functie gemeente heeft de burgemeester toegezegd om de ingevuld commissie _(TA2021-000767) commissie nog voor het zomerreces te informeren over de staat van de juridische functie van de gemeente. Toezegging AZ- Uitspraak N.a.v. een vraag van het lid Boomsma 2021/06/24 2021/09/23 Niet aan de WOB verzoek Boomsma over WOB verzoek over ingevuld commissie _erfpachtdocumenten erfpachtdocumenten en de uitspraak (TA2021-000828) van de rechter op dit verzoek heeft de burgemeester toegezegd dat zij zal onderzoeken of en zo ja hoe gevolg wordt gegeven aan de rechterlijke uitspraak. Gemaakt met gegevens uit Andreas Page 3 of 3
Actualiteit
3
test
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2020 Afdeling 1 Nummer 1335 Behandeld op 16 en 17 december 2020 Status Aangenomen bij schriftelijke stemming op 18 december 2020 Onderwerp Motie van de leden Naoum Néhmé, Hammelburg, Boomsma, Ceder, Kilig, Köhler, Van Schijndel en Van Soest inzake de Begroting 2021 (Versnellen proces bouwvergunningen). Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over Begroting 2021. Overwegende dat: — Amsterdam een gigantisch tekort heeft aan betaalbare woningen; — Het voor de stad en zijn inwoners van groot belang is dat er zo snel mogelijk, zoveel mogelijk woningen worden bijgebouwd; — De woningbouwambitie van 7500 nieuw te bouwen woningen in 2019 niet gehaald is; — Het aantal verstrekte bouwvergunningen en de daar bijbehorende woningen de laatste jaren aan het afnemen is, zo werden er in 2018 nog vergunningen afgegeven voor 9532 woningen en is dit aantal in 2019 gedaald naar vergunningen voor 5019 woningen. Halverwege 2020 staat de teller pas op 2485! — Het afnemen van het aantal afgegeven vergunningen voor nieuw te bouwen woningen er in de toekomst voor zorgt dat de bouwproductie nog verder terug zal lopen; — Er vanuit de branche veel geluiden zijn dat de procedure voor het verkrijgen van bouwvergunningen lang duurt; — Een onafhankelijke kijk op het proces ervoor kan zorgen dat het proces sneller verloopt; — Een sneller proces omtrent vergunningsverlening ervoor zorgt dat er meer en sneller woningen gebouwd kunnen worden. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: Een onafhankelijk bureau de opdracht te geven om het proces omtrent het verlenen van bouwvergunningen onder de loep te nemen. De stadsdelen en de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied de opdracht te geven de bevindingen en verbeterpunten van het onafhankelijk bureau te gebruiken om het proces te stroomlijnen, zodat de bouwambities ook in de toekomst gehaald kunnen ‘https://amsterdam.raadsinformatie.nl/document/9127748/3/1248_20_ Beantwoording %20Oschriftelijke%2Ovragen%20Naoum%2ON%CIAAIhMAC3HAIN%20e s %2Overstrekte %20bouwvergunningen%20en%20foutieve%20gegevens%20CBS 1 blijven worden. De leden van de gemeenteraad H. Naoum Néhmé A.R. Hammelburg D.T. Boomsma D.G.M. Ceder A. Kilig G.H.J. Köhler A.H.J.W. van Schijndel W. van Soest 2
Motie
2
discard
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R Gemeenteblad % Motie Jaar 2015 Afdeling 1 Nummer 202 Publicatiedatum 20 maart 2015 Ingekomen onder Y’ Ingekomen op 11 maart 2015 Behandeld op 11 maart 2015 Status Aangenomen Onderwerp Motie van de raadsleden de heer Boldewijn, de heer N.T. Bakker en de heer Vroege inzake het Definitief Ontwerp Ferdinand Bolstraat (overleg fietsparkeerplaatsen). Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over het Definitief Ontwerp Ferdinand Bolstraat (deelproject Rode Loper) en de uitvoering van dit ontwerp (Gemeenteblad afd. 1, nr. 93); Constaterende dat: — het aanbod van het aantal fietsparkeerplaatsen op en rondom de Ferdinand Bolstraat waarschijnlijk onvoldoende is om in de vraag te voorzien; — enrop dit moment eveneens geen financiële dekking is voor de fietskelder aan het Marie Heinekenplein; — het aanbod van inpandige fietsparkeerplekken in een druk gebied als de Pijp nog niet optimaal is; Overwegende dat: — de Rode Loper een stedelijk project is; — de verwachte drukte zal toenemen door grootstedelijke projecten als de Rode Loper en de Noord/Zuidlijn; — daarmee ook de centrale stad zorgt dient te dragen voor genoeg fietsparkeerplekken; — dit aansluit bij de wens van bewoners en stadsdeel om zoveel mogelijk fietsparkeerplekken in en rondom de Ferdinand Bolstraat te realiseren, Draagt het college van burgemeester en wethouders op: — in gesprek te treden met stadsdeel Zuid om de financiële knelpunten voor mogelijke verlaagde fietsparkeerplekken rondom de Ferdinand Bolstraat en de fietskelder op het Marie Heinekenplein op te lossen; 1 Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteraad Nummer 202 Moti Datum _ 20 maart 2015 ome — een realistisch en toekomstbestendig fietsbeleid op te nemen in het definitief ontwerp, waarin in elk geval sprake is van: a. voldoende fietsparkeerplaatsen voor alle bewoners en de te verwachten bezoekers (in verband met het beoogde fietsparkeerverbod buiten de voorzieningen); b. een betere regulering van het stallen van scooters en brommers. De leden van de gemeenteraad, H.B. Boldewijn N.T. Bakker J.S.A. Vroege 2
Motie
2
discard
Evaluation Only. Created with Aspose.Pdf. Copyright 2002-2014 Aspose Pty Ltd. 11 november 2017 Geachte mensen in de Gemeente, bestuurders en ambtenaren, Onderwerp: biodiversiteit in Amsterdam Bovenstaande stond boven een mail die ik vorige week kreeg van “De Correspondent”. In verband met “de tafel van 12“ , onze gemeenten liggen in 12 provincies, stuur ik u dit artikel toe in de verwachting dat u het ter harte neemt. Deze avond, de avond van 11-11 2017 wil ik u vragen na te gaan hoe het in uw gemeente staat met de biodiversiteit. We hebben kortgeleden vernomen dat 75 % van alle insecten is verdwenen uit Europa. Al langer weten we dat het niet goed gaat met insecten, vogels, zoogdieren, en het gaat ook niet zo goed met alle mensen, velen zijn ziek of worden ziek, ook zijn velen eenzaam. In dit Lutherjaar (1517-2017) hebben een aantal mensen van Stichting Leven met de Aarde besloten om te bekijken wat we samen kunnen doen om werkelijk weer verandering te brengen. 500 jaar na dato en inzet van hervorming, een hernieuwde inzet om opnieuw te veranderen. Daarbij past oi. een andere economie, met andere groei, groei die voldoet aan criteria waarbij de (bio) diversiteit en waardering en erkenning van elkaar, groeit. Wanneer u die gedachte niet deelt, wilt u dat dan laten weten? Onderstaand artikel, zou u dat willen bespreken in uw Raad en met uw Ambtenaren en bewoners? Wij stuurden u eerder een uitnodiging om deel te nemen in een kennisnetwerk Pemacultuur/Voedselbos. Ook uw gemeente kan actief sturen op meer bossen in uw gemeente, ten behoeve van gezonde voeding, gezonde mensen, meer ontspanning en kinderen die spelen in de natuur, klimaatharmonisatie. Destijds waren er maar weinig gemeenten die mee konden doen met dit idee, omdat geld nodig zou zijn en alleen geld beschikbaar is voor de eigen gemeente. Waarschijnlijk doet u dat al. Met verbazing zult ook U weer gekeken hebben naar het onderdeel “De onderstroom”““in Nieuwsuur van hedenavond. Bestuur en burgers begrijpen elkaar vaak niet, hebben weinig waardering voor elkaar. Wat ons betreft is het nodig betere, heldere criteria te hebben/formuleren voor het verwezenlijken van plannen. Welke vragen hebben burgers en bestuurders die moeten worden beantwoord? Bijvoorbeeld: Levert realisatie uiteindelijk meer of minder biodiversiteit, hoeveel materiaal is nodig en aar komt het vandaan? Is er meer of minder energie nodig bij het uiteindelijke gebruik en bij de aanleg? Hoe zal het gaan met de gezondheid van de mensen die er gebruik van maken? Nodigt het geheel uit tot het maken van meer bewegingskilometers en is het aanleiding tot liefdevol omgaan met elkaar in gelijkwaardigheid en diversiteit Houdt het plan rekening met alle functies die al zich manifesteren? Al die functies zijn belangrijk, vanuit het verleden hebben ze zich Evaluation Only. Created with Aspose.Pdf. Copyright 2002-2014 Aspose Pty Ltd. bewezen voor leefbaarheid. Kunnen wij bijvoorbeeld het boerenland, boerenland laten, omdat dat de kern van onze bron is? Deze brief op 11-11 na 31 oktober gaat vooral over biodiversteit. Hoe is uw gemeente van plan dit belangrijke aspect van het leven aandacht te geven, zodat de natuur zich kan herstellen, binnen alle functies die gangbaar zijn? Wij zouden graag een aantal van de 95 nieuwe te bespreken “stellingen”, van u ontvangen. Waar zou u over willen spreken met collega's over dit moeilijke onderwerp, hoe bewaren en versterken we natuurlijke biodiversiteit in onze gemeente’? Met hartelijke groet, mogen wij van u te horen? Stichting Leven met de Aarde secretaris, Lies Visscher-Endeveld Warmseweg 22 7075 EL Etten tel 0315-341052 Van: De Correspondent <[email protected]> namens De Correspondent <[email protected]> Verzonden: zaterdag 4 november 2017 07:05 Aan: [email protected] Onderwerp: Onze landbouwgrond is zo dood als een pier. Weg met het gif Ootepondend Het gif uit de industriële landbouw brengt het leven op aarde ernstig in gevaar. Toch blijven overheden laks. En dat terwijl er inmiddels veel betere opties zijn om voldoende voedsel voor iedereen te verbouwen. Jelmer Mommers, onze correspondent Klimaat en Tomas Vanheste, onze correspondent Europa, werkten samen aan dit verhaal om jou te laten zien hoe belangrijk onze bodem is en hoe deze gered kan worden. Evaluation Only. Created with Aspose.Pdf. Copyright 2002-2014 Aspose Pty Ltd. Onze landbouwgrond is zo dood als een pier. Weg met het gif Achtergrond: 12-16 minuten
Raadsadres
3
train
> Gemeente Amsterdam D Amendement Datum raadsvergadering gen 10 november 2022 Ingekomen onder nummer 490 Status Aangenomen Onderwerp Amendement van de leden Asruf, Koyuncu, Ernsting, Moeskops en Kabamba inzake Begroting 2023 Onderwerp Gratis openbaar vervoer voor kinderen Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De Raad, Gehoord de discussie over de Begroting 2023 Constaterende dat: -__ Het openbaar vervoer steeds duurder wordt; -__ De stijgende prijzen van het openbaar vervoer ervoor zorgen dat veel Amsterdammers en hun kinderen onvoldoende geld overhouden om gebruik te kunnen maken van het open- baar vervoer; Overwegende dat: -_ Toegankelijk, betaalbaar en fijnmazig openbaar vervoer essentieel is voor de bevordering van maatschappelijke participatie en de leefbaarheid van de stad; -_ In het licht van de bevordering van maatschappelijke participatie en de leefbaarheid van de stad het openbaar vervoer herwaardering verdient; -__ Het enthousiasmeren van kinderen (en hun ouders) voor het openbaar vervoer ervoor zal zorgen dat zij in de toekomst ook vaker gebruik zullen maken van het openbaar vervoer; -_Een frequenter gebruik van het openbaar vervoer door kinderen bijdraagt aan de educa- tieve en culturele ontwikkeling van deze kinderen en hun verbinding met andere stadsde- len en bewoners aldaar. Besluit: -_ Het college te verzoeken om in het jaar 2023 kinderen in de leeftijd van 4 tot en met 11 jaar in ieder geval op zaterdag gratis te laten reizen met het openbaar vervoer; -__ Hiervoor samen met het GVB tot een voorstel te komen; -_Hiervoor een bedrag van 1.000.000 euro beschikbaar te stellen, te dekken uit de reserve bodemsanering (id nr 83105); Gemeente Amsterdam Status Aangenomen Pagina 2 van 2 -_Het college te verzoeken eind 2023 de effecten van de regeling te evalveren en de Raad hierover te informeren; Indiener(s), J.F. Asruf (PvdA) S. Koyuncu (DENK) Z.D. Ernsting (GroenLinks) E.D.M. Moeskops (D66) D.T. Boomsma (CDA) C.K.E. Kabamba (Lijst Kabamba) N. Ahmadi (Bla)
Motie
2
test
x Gemeente Amsterdam % Actualiteit voor de raadscommissie voor Sociale Zaken, Armoede en Schuldhulpverlening, Onderwijs, Voorschool Kinderopvang en Naschoolse Voorzieningen, Volwasseneneducatie Laaggeletterdheid en Inburgering Jaar 2020 Datum indiening 14-05-2020 Datum behandeling 27-05-2020 Onderwerp Actualiteit van het raadslid De Jager (D66) inzake thuisblijven leerlingen door angst voor corona Aan de commissie Inleiding In de eerste week van school blijkt uit een reportage van het Parool dat grote aantallen kinderen thuisblijven en niet naar school gaan uit angst voor het coronavirus. De verschillen binnen de stad zijn groot, maar duidelijk is dat een groot aantal kinderen nog niet naar school gaat. Reden bespreking De fractie van D66 wil weten wat het college doet aan de grote aantallen kinderen die thuisblijven, op welke manier de ouders benaderd worden en wat de reden is voor ouders om hun kinderen thuis te houden en op welke manier scholen hierin ondersteund worden. Reden spoedeisendheid Amsterdamse leerlingen hebben noodgedwongen weken thuis les gekregen vanwege de maatregelen tegen het coronavirus. Thuisonderwijs werkt ongelijkheid in de hand en kan leiden tot achterstanden bij leerlingen. Zij zijn er dan ook bij gebaat om zo snel mogelijk weer naar school te gaan. Des te langer de kinderen thuis onderwijs krijgen, des te groter de kans op achterstand. De fractie van D66 wil daarom zo snel mogelijk van de wethouder weten wat zij eraan doet om zo veel mogelijk kinderen naar school te krijgen. Het lid van de commissie, D. de Jager 1
Actualiteit
1
train
BSS NSS plaa EE NER mn, nig Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Volgende verdieping lerende aanpak in het Amsterdamse mbo-onderwijs 9 3 Stand van zaken uitvoering MBO-Agenda 14 Ambitie 1 - Toekomstbestendig middelbaar beroepsonderwijs 15 Ambitie 2 - Optimale schoolloopbaan voor mbo-studenten 19 Twee uitvoeringsagenda's 22 4 Communicatie & financiën 23 Colofon 26 Bijlage 1 - Cijfers per mbo-instelling © Bijlage 2 - Schematische weergave projecten 2018-2019 © Klik op de tekst om naar het onderdeel te gaan. Inleiding De Amsterdamse MBO-Agenda 2019-2023 is op 14 maart 2019 vastgesteld door de Amsterdamse gemeenteraad. Deze nieuwe agenda bouwt voort op de ontwikkelingen die zijn ingezet in de eerste MBO-Agenda 2015-2019. De gemeente Amsterdam investeert in de periode De inzet vanuit de MBO-Agenda wordt versterkt door 2019-2023 €16,3 miljoen in het Amsterdams middel- twee uitvoeringsagenda's: baar beroepsonderwijs. Samen met het mbo heeft de gemeente twee ambities geformuleerd: = Toekomstbestendig middelbaar beroeps- XE onderwijs, waarbij onderwijsprofessionals in % / sl teamverband ruimte krijgen om zich verder te EA “ AS 3 ontwikkelen en te experimenteren met nieuwe ERA onderwijsinhoud en onderwijsvormen. Studenten alias et AN ä krijgen vaardigheden aangeleerd die hard Ee nodig zijn op de Amsterdamse arbeidsmarkt. Bee De samenwerking met het bedrijfsleven wordt ma 6 geïntensiveerd en mbo-instellingen pakken een grotere rol in het leven lang ontwikkelen. Uitvoeringsagenda Inzetten op jongeren in een kwetsbare = Optimale schoolloopbaan voor mbo- onderwijspositie (2019-2023); studenten. De MBO-Agenda zet in op betere een aanpak gericht op jongeren loopbaan oriëntatie- en begeleiding en zorgt in een kwetsbare onderwijspositie. voor een goede overstap van vo naar mbo. Studenten worden gestimuleerd om door te leren binnen het mbo en naar vervolgonderwijs. Gezamenlijk werkt de gemeente met de de mbo-instellingen en andere partners aan sterk RAT / middelbaar beroepsonderwijs in Amsterdam. Met EL ì. BE deze agenda faciliteren we de mbo-instellingen ó B : om hun docententeams te professionaliseren en Oan hun onderwijs te innoveren. Door onder andere eaf nieuwe samenwerkingen aan te gaan of nieuwe ma 6 onderwijsvormen te starten. Ook stellen we de mbo- instellingen in staat om hun studenten passende Uitvoeringsagenda Onderwijs begeleiding te bieden. De mbo-instellingen werken -Arbeidsmarkt (2019-2022); samen met de docenten, studenten en andere een aanpak gericht op de verbetering belangrijke sleutelfiguren (ouders, het bedrijfsleven) van de aansluiting van het onderwijs aan de uitdagingen waar zij voor staan. De gemeente op de regionale arbeidsmarkt. faciliteert, stimuleert en ondersteunt hierbij. In de samenwerking binnen de MBO-Agenda staat lerend ontwikkelen centraal, met als doel te komen tot een lerend en zichzelf vernieuwend systeem van middelbaar beroepsonderwijs in Amsterdam. 5eVoortgangsrapportage MBO-Agenda 1 - Inleiding 4 De voortgang op deze twee uitvoeringsagenda's die begeleiding bij (het vinden van) stages door de inzet de ambities van de MBO-Agenda ondersteunen, van coaches en stagemakelaars van de scholen. verbreden en versterken, wordt in twee aparte Eris gewerkt aan een betere verbinding tussen het rapportages bij deze voortgangsrapportage mbo, het vo en het hbo, en er is meer aandacht voor toegelicht. loopbaanoriëntatie en -begeleiding (LOB). Ook is met innovatie projecten in de zorg, hospitality, sport Om deze ambities te realiseren, kunnen mbo- en techniek ingezet op een betere aansluiting op de instellingen gebruik maken van de instrumenten van Amsterdamse arbeidsmarktdoor meer onderwijs op de Subsidieregeling MBO-Agenda: de werkvloer = Amsterdamse Teambeurs mbo: gericht op De kracht van de MBO-Agenda is dat de project- professionalisering van teams/groepen docenten plannen vanuit de onderwijsteams geïnitieerd en onderwijsondersteunend personeel binnen de en uitgevoerd worden. Zij weten als onderwijs- verschillende instellingen en colleges. professional voor welke uitdagingen het onderwijs staat. Dit resulteert in projectplannen die = _Projectplannen mbo: gericht op maatwerk leveren en toegespitst zijn op de interne specifieke onderwerpen (bijvoorbeeld uitdagingen. Maar dit resulteert soms ook in weinig onderwijsvernieuwing), waar docenten, teams of samenhang tussen de verschillende projectplannen instellingen als geheel aan kunnen werken. en versnippering. Door de uitgesproken ambitie van de mbo-instellingen om met de MBO-Agenda Amsterdamse thema's 2019-2023 een bijdrage te willen leveren aan de De MBO-Agenda 2019-2023 is een echte Amster- grote maatschappelijke opgaven van deze stad, is damse agenda, die naast het realiseren van de meer sturing nodig op deze thema's. We zijn daarom ambities en speerpunten in de MBO-Agenda, een in 2019 gestart met focusthema's. De wethouder bijdrage wil leveren aan de grote opgaven van deze middelbaar beroepsonderwijs en de bestuurders stad. In 2019 kozen we voor focus op de thema's van de mbo-instellingen benoemden gezamenlijk de duurzaamheid, tekorten in de techniek en tekorten in belangrijkste thema's: duurzaamheid, tekorten in de de zorg. De nieuwe subsidieaanvragen voor school- techniek en tekorten in de zorg. jaar 2020-2021 zijn meer gericht op deze thema's en hoe het mbo kan bijdragen aan deze maatschap- Op die manier worden nieuwe initiatieven meer pelijke vraagstukken. in samenhang bekeken. Vanuit deze focus zijn we als gemeente ook gestart met themawerkgroepen Deze vijfde voortgangsrapportage MBO-Agenda en is het subsidieproces doorontwikkeld om meer geeft inzicht in dit proces van lerend ontwikkelen. De contactmomenten met het onderwijsveld mogelijk te rapportage licht toe wat de belangrijkste ontwikkelin- maken voor bijsturing op bovengenoemde thema's. gen en resultaten van uitvoeringsjaar 2018-2019 zijn In de thermawerkgroepen worden verschillende en waar in schooljaar 2019-2020 op wordt ingezet. projectleiders met elk hun eigen projectaanvraag Hieronder geven we een toelichting op enkele rondom hetzelfde thema samengebracht. Dit geeft belangrijke resultaten die met de MBO-Agenda of de betrokken medewerkers meer zicht op wat er bij met de samenhangende uitvoeringsagenda's zijn andere onderwijsteams en in de stad gebeurt. Het gerealiseerd. maakt uitwisseling van kennis en ervaringen beter mogelijk waardoor betrokkenen meer van elkaar Samenhang en focus voor meer impact kunnen leren. Daarnaast helpt het de instellingen Met de MBO-Agenda 2019-2023 geeft de om aan de voorkant keuzes te maken en focus aan te gemeente binnen de grootstedelijke context ruimte brengen. We werken toe naar een meer stadsbrede aan het mbo om aantrekkelijk, vernieuwend en aanpak op bepaalde thema's, waarbij de project- toekomstgericht onderwijs aan te bieden. De nieuwe plannen op verschillende mbo-locaties als pilot MBO-Agenda bouwt voort op ontwikkelingen fungeren. en samenwerkingen die zijn ingezet in de eerste agenda. Eris bijvoorbeeld gezorgd voor betere 5eVoortgangsrapportage MBO-Agenda 1 - Inleiding 5 Professionalisering van onderwijsteams en gedigitaliseerd onderwijs krijgt. Onderwijs dat Investeren in toekomstbestendig beroepsonderwijs aansluit bij de talenten en passies van de studenten betekent investeren in professionalisering van en bij de huidige snel veranderende samenleving onderwijsteams. Zonder goede onderwijsprofessionals door de technologische revolutie. Volgens studenten geen goed onderwijs. De MBO-Agenda zet in op ver- sluit het nieuwe onderwijsconcept “GRAAG Leren” sterking van de didactische en pedagogische vaardig- goed aan bij hun leerbehoefte. heden van onderwijsteams. Met de Amsterdamse Teambeurs mbo beoogt de gemeente dat na vier jaar Met de MBO-Agenda worden ook meer docenten ruim 3.000 onderwijsprofessionals in teamverband betrokken bij onderwijsvernieuwing. Het practoraat hebben gewerkt aan hun professionele ontwikkeling Mediawijsheid is hier een voorbeeld van. Docenten en aan onderwijs ontwikkeling. In 2019-2020 zijn 1.249 doen binnen dit practoraat extra kennis en ervaring onderwijsprofessionals hiermee aan de slag gegaan! op met nieuwe lesmethoden. Hiermee worden zowel studenten, docenten als het hele Amsterdamse Daarnaast is met de MBO-Agenda 2015-2019 een onderwijs mediawijzer. Ook ontwikkelde het belangrijke impuls gegeven aan de professionalisering practoraat recent een module mediawijsheid voor van docenten en teams, onder meer op het gebied zorgprofessionals. In deze tijd moet je digitaal van lesgeven in de grote stad en het omgaan met vaardig zijn. In vrijwel iedere beroepsgroep krijg je diversiteit in de klas en op school. Een mooi voorbeeld ermee te maken, zo ook in de zorg. hiervan is de omarming van de Transformatieve School methode door het ROC van Amsterdam. Docenten- Een betere samenwerking met het werkveld teams zijn geschoold om goed om te kunnen gaan In een publiek private samenwerking (PPS) investeren met de verschillende culturen waar veel studenten onderwijs, bedrijfsleven en overheid samen in nieuwe mee te maken hebben: schoolcultuur, straatcultuur en inhoud, leervormen en leerwerkomgevingen. De thuiscultuur. Door de MBO-Agenda kon de scholing praktijk is leidend en lessen vinden dan ook vaak van de mbo-docenten sneller en op grotere schaal plaats op locaties buiten de school. Het afgelopen worden gefaciliteerd. De aanpak beperkt zich niet jaar zijn met lopende PPS-en plannen gemaakt over alleen tot ROCvA. Ook basisscholen en vo-scholen hun verduurzaming na de subsidieperiode. Daarnaast werken met deze methode. Zowel binnen als buiten zijn nieuwe samenwerkingen gestart: de PPS-en de gemeente Amsterdam. Begin 2019 is gestart met Talentontwikkeling met Wetenschap & Technologie, de Cormmunity Urban Education, waar alle deel- Circulaire regionale economie, House of Aviation nemende scholen die werken met de Transformatieve en Wendbaar Vakmanschap. En ook met de nieuwe School methode in vertegenwoordigd zijn om met en Techschool en Campus wordt de aansluiting van van elkaar te leren. Daarnaast is in januari 2020 een het onderwijs op de arbeidsmarkt versterkt. In de pilot gestart waarbij de verschillende scholen binnen rapportage over de Uitvoeringsagenda Onderwijs- de Community Urban Education een verdiepende Arbeidsmarkt leest u meer over de publiek-private invulling gaan geven aan het vak ‘Burgerschap”. samenwerkingen en de voortgang op de ambitie om het werkveld zo veel mogelijk met het onderwijs te Vernieuwing onderwijs laten samenwerken. Door instellingen de ruimte te geven om te experi- menteren met nieuwe onderwijsmethoden, ontstaat Ook zijn de afgelopen jaren in Amsterdam diverse vernieuwing. Vernieuwing is geen doel op zich. hybride leeromgevingen opgestart. Onderwijs Het is een middel om het bestaande onderwijs te en werkveld werken op die manier beter samen. verbeteren. Vernieuwing is nodig om als mbo mee te Studenten worden daarmee beter voorbereid op de bewegen met de ontwikkelingen in de samenleving. snel veranderende arbeidsmarkt. Jongeren krijgen We moeten beter kunnen inspelen op de snel van werkgevers de kans om meer in de context van veranderende arbeidsmarkt. Een voorbeeld hiervan een beroep kennis en vaardigheden op te doen. is het onderwijsvernieuwingsproject dat ROC TOP In de zorg zijn hybride leeromgevingen gestart in in 2018 is gestart. ROC TOP wil van een klassieke het Flevohuis, Dr. Sarphatihuis en De Poort. Ook in onderwijsinstelling in een aantal jaren transformeren de sectoren hospitality en techniek zien we hybride naar een instelling waar de student gepersonaliseerd leeromgevingen ontstaan. 5eVoortgangsrapportage MBO-Agenda 1 - Inleiding 6 De student centraal: betere begeleiding Daarnaast loopt op College Zuidoost van het ROC Mbo-instellingen versterken de begeleiding van Amsterdam een pilot gericht op het trainen van van jongeren gericht op succesvolle stages en docenten om het goede gesprek te voeren met hun doorstroom binnen het mbo en naar het hbo. Een studenten over discriminatie. Doel van de pilot is het goed voorbeeld van betere begeleiding bij het bieden van handvatten aan de mbo-instellingen om vinden en behouden van een stage is zichtbaar op tot een antidiscriminatieaanpak te komen en deze de niveau 2 opleidingen van ROC TOP en ROC van integraal onderdeel te maken van de bedrijfsvoering Amsterdam. Meer dan 500 studenten hebben extra en organisatiecultuur. De eerste resultaten begeleiding hierbij gekregen. Met extra middelen verwachten we in de zomer van 2020. van de gemeente kunnen de ROC's meer maatwerk leveren. In alle gevallen is de inzet gericht op het Resultaten van de instrumenten binnen de ondersteunen van de student. Ook de Plusscholen MBO-Agenda (tabel 1) hebben in 2019 weer ingezet op de begeleiding van De Lerarenbeurs mbo heeft in de schooljaren jongeren in een kwetsbare onderwijspositie. Met 2015-2019 346 mbo-docenten bereikt. Het totaal als resultaat dat 259 studenten in een kwetsbare aantal toegekende lerarenbeurzen is daarmee lager onderwijspositie hun diploma hebben behaald. dan beoogd. Dit komt omdat de mbo-instellingen teamontwikkeling hogere prioriteit gaven dan Daarnaast draagt de gemeente met de MBO- individuele professionalisering. Daarnaast biedt Agenda bij aan de aanpak van stagediscriminatie: het scholingsfonds voor docenten binnen de elke jongere moet de kans krijgen het beste mbo-instellingen voldoende ruimte voor individuele uit zijn opleiding te halen ongeacht zijn of haar scholing. Binnen het mbo ligt de nadruk nu vooral op achtergrond, voorkeur of uiterlijk. In 2020 ontwikkelen kwaliteitsverbetering binnen de onderwijsteams - en de gemeente samen met het MKB Amsterdam, daarom op teamscholing. In de MBO-Agenda 2019- Amsterdamse mbo- en hbo-instellingen, en 2023 maakt de individuele lerarenbeurs niet langer studenten(organisaties) een signalerende mystery onderdeel uit van het instrumentarium. De mogelijk- guests aanpak. Dit is gericht op het tegengaan heid om als groep van minimaal 5 docenten een van de door Amsterdamse mbo en hbo studenten beurs aan te vragen blijft bestaan en is toegevoegd ervaren arbeids- en stagemarkt discriminatie. aan de Teambeurs mbo. Tabel 1 Instrument VAO EAO Ke) VAO Ke A0h A VAO Avon E:) VAO KVO) 2019-2020 1 In de MBO-Agenda 2019-2023 is de individuele lerarenbeurs niet langer onderdeel van het instrumentarium. In de volgende voortgangsrapportage wordt hier niet meer over gerapporteerd. 2 22 unieke teams plus 8 teams die een vervolgaanvraag hebben gedaan. 3 17 unieke teams plus 16 teams die een vervolgaanvraag hebben gedaan. 4 21 unieke teams plus 19 teams die een vervolgaanvraag hebben gedaan. 5 In totaal is in 2018-2019 aan 25 projecten subsidie verleend. In bijlage 2, de resultaten per project, wordt ook verantwoord over één project uit 2017-2018 dat vorig jaar nog niet (volledig) was uitgevoerd. 5eVoortgangsrapportage MBO-Agenda 1 - Inleiding 7 De Teambeurs mbo is in het eerste jaar van de nieuwe agenda al veel aangevraagd. We hebben de ambitie om in de jaren 2019-2023 ruim 3.000 onderwijsprofessionals te bereiken, die in team- verband werken aan hun professionele ontwikkeling en aan onderwijs ontwikkeling. In het eerste aanvraagjaar zijn intussen al 1.249 onderwijs- professionals aan de slag gegaan met team- professionalisering. In schooljaar 2018-2019 is aan 32 projecten subsidie toegekend. Hiervan hebben 12 projecten in het schooljaar 2019-2020 een vervolg gekregen. Dit omdat het project nog niet volledig was uitgevoerd, resultaten nog niet vastgesteld konden worden of omdat op basis van een tussentijdse evaluatie het plan is bijgesteld. Daarnaast zijn in schooljaar 2019-2020 twintig nieuwe projecten gestart. 5e Voortgangsrapportage MBO-Agenda 8 Volgende verdieping lerende aanpak in het Amsterdamse mbo-onderwijs De Amsterdamse economie en samenleving maken een enorme dynamiek door. Deze impuls heeft geleid tot stevige veranderingen op de arbeidsmarkt en een sterke vraag naar vakmensen in allerlei sectoren. Traditioneel trekt de metropoolregio veel talent van buiten aan. Er ligt een grote uitdaging om de eigen beroepsbevolking adequaat te scholen en verder te ontwikkelen. Dat vraagt om een gezamenlijke inzet van de gemeente, het onderwijs en het bedrijfsleven. Het beroepsonderwijs, en het mbo in het bijzonder, Stand van zaken neemt een spilpositie in bij dit samenspel. Technologische veranderingen stellen andere eisen Op 14 maart 2019 heeft de Amsterdamse gemeente- aan werkenden. De grote diversiteit in de stad vraagt raad ingestemd met twee beleidslijnen voor het om vakmanschap dat daar op inspeelt. Vakmanschap Amsterdamse mbo: toekomstgericht beroepsonderwijs dat bijdraagt aan de sociaaleconomische dynamiek en een optimale schoolloopbaan voor alle studenten. en in staat is zich verder te ontwikkelen. Net als in de vorige collegeperiode biedt de gemeente de mogelijkheid voor subsidiering van programma's Amsterdam staat bekend om zijn eigenzinnige gericht op onderwijsvernieuwing die binnen deze onderwijsbeleid om leerachterstanden weg te agenda passen. Binnen de twee hoofdambities zijn nemen en optimale leervoorzieningen aan te acht speerpunten onderscheiden. Deze speerpunten bieden. Als eerste gemeente in Nederland heeft zijn opgenomen in de figuur op pagina 13. Amsterdam sinds 2015 een brede MBO-Agenda om de Amsterdamse mbo-instellingen te ondersteunen Vanaf het begin in 2015 zijn de mbo-instellingen op in hun strategische ontwikkeling. De kerngedachte bestuurlijk niveau gaan samenwerken om resultaten van de MBO-Agenda is om mbo-studenten goed te te boeken. Door deze werkwijze hebben bestuurders faciliteren, zodat ze tot hun recht kunnen komen in elkaar veel beter leren kennen. Inmiddels werken zij de samenleving en op de arbeidsmarkt. Om dat doel gericht met elkaar samen op bestuurlijke en onderwijs- te bereiken is een stevige impuls aan de professio- inhoudelijke vraagstukken. Bijvoorbeeld op het gebied nalisering van docenten en de samenwerking van de van leren in een grootstedelijke context en op het mbo-instellingen van groot belang. gebied van verbinding van het beroepsonderwijs met het bedrijfsleven. De inhoudelijke beoordeling van de De gemeente faciliteert en steunt twee projectsubsidies, de kennisdeling en het bespreken ontwikkelingslijnen. De eerste is gericht op docenten van de resultaten is gedelegeerd aan een gezamenlijke en ondersteunend personeel die zich in teamverband werkgroep van vertegenwoordigers van de mbo- willen ontwikkelen en professionaliseren. De tweede instellingen en de gemeente die met elkaar ervaringen lijn is gericht op de samenwerking en ontwikkeling uitwisselen en voorstellen doen voor inhoudelijke ver- van het Amsterdamse mbo zelf: het ontwikkelen van nieuwing. Deze werkgroep beoordeelt elkaars plannen een lerend systeem. en houdt de voortgang scherp in de gaten. In geval van geschillen is tegenspraak en reflectie mogelijk. Waar de gemeente en de mbo-instellingen intussen Omdat de gemeente bij deze besprekingen aanwezig staan, wordt uitgewerkt in deze voortgangs- is — en gebruik wordt gemaakt van onafhankelijke rapportage. Hieronder schets ik wat in het bijzonder experts — kan maximale afstemming plaatsvinden. Over in het oog springt. de resultaten wordt intern en extern gecommuniceerd, wat het publieke debat over het mbo versterkt. 5e Voortgangsrapportage MBO-Agenda 2- Verdieping 10 De benadering is ontwikkelingsgericht en kent een over ondernemerschap en samenwerking met alumni open einde. Dat betekent dat de ontwikkelingsrichting op het terrein van de creatieve industrie (sQuare). vaststaat, maar niet hoe die precies moeten worden gerealiseerd. Wel heeft de gemeente bij aanvang de procedure om projecten te honoreren, aangescherpt. Lerend vermogen In 2017 is een adviescommissie ingesteld die projec- ten inhoudelijk tegen het licht houdt. Vervolgens kent Dankzij deze werkwijze is er in Amsterdam een open de gemeente projecten toe op basis van het resultaat inhoudelijk gesprek ontstaan over het mbo, waaraan van de gezamenlijke beoordeling. Vanaf 2020 is deze veel partijen deelnemen. De effecten zijn vast te procedure verder gepreciseerd om de samenhang stellen op het niveau van de werkvloer in de scholen tussen projecten te vergroten en meer onderbouwing en op het niveau van de gemeentelijke en bestuur- te geven aan de voorstellen. Vanaf 2020 worden lijke beleidsafstemming. In de mbo-instellingen is nieuwe ideeën door de project aanvragers eerst geleidelijk aan vaker sprake van een lerende instel- gepresenteerd in de vorm van een ‘pitch’ en ling en een onderzoekende houding bij docenten en daarna verder uitgewerkt. Daardoor is een elementair onderwijsteams. In de onderliggende essays (februari probleem bij onderwijsonderzoek opgelost. Het is 2018) die op verzoek van de gemeente over deze immers altijd moeilijk de vragen en uitdagingen in thematiek zijn geschreven, wordt gesproken van een kaart te brengen waarmee docententeams kampen. positieve leercurve (Van Sark, 2018). Tegelijkertijd De nadruk ligt nu dus op de vraagarticulatie, met als blijkt het moeilijk voor onderwijsteams om te komen doel projectaanvragen en verbetervoorstellen beter te tot taakvolwassenheid (Brouwer e.a, 2018). Begelei- onderbouwen en te verdiepen. En op die manier de ding van kwetsbare studenten in hun leerloopbaan samenwerking en de integraliteit te verhogen. vraagt nog om verbetering (Klatter, 2018). De projecten binnen de MBO-Agenda zijn steeds In algemene zin blijkt het lastig om de gerealiseerde meer gericht op het bereiken van inhoudelijke doel- kennis en inzichten goed te laten circuleren zodat stellingen die met elkaar samenhangen. Door meer anderen, die niet bij de projecten betrokken zijn, focus en sturing op de door het beroepsonderwijs er ook gebruik van kunnen maken. De tot nu toe benoemde thema's duurzaamheid, tekorten in de georganiseerde conferenties en kennisdelingssessies techniek en tekorten in de zorg, gaat het in de zijn positief geëvalueerd. Er zijn extra inspanningen agenda niet meer alleen over wat kan de gemeente nodig om de resultaten breed te delen, zodat zoveel doen voor het mbo, maar komt ook de bijdrage mogelijk partijen hiervan kunnen profiteren. van het mbo voor Amsterdam beter in beeld. Zo zijn recent zogenoemde kenniskamers ingericht Op beleidsniveau kan worden vastgesteld dat de waarbij in samenhang wordt gewerkt aan thema's onderliggende filosofie van de lerende aanpak ook als duurzaamheid, de impact van technologische doorsijpelt naar het beleidsdomein begeleiding van ontwikkelingen en de vraag naar zorgpersoneel. kwetsbare jongeren en naar het beleid voor onder- Duurzaamheid was in november 2019 ook het thema wijs en arbeidsmarkt in Amsterdam. Zo ambieert van het mbo-diner in Pakhuis de Zwijger met een het Convenant Plusscholen (maart 2019) een lerend kleine 250 deelnemers en veel in het oog springende netwerk te vormen, gericht op de begeleiding, voorbeelden van vernieuwing. professionalisering en kennisdeling voor kwetsbare studenten op entree-niveau of mbo-2. De lerende Het voorzetten van de MBO-Agenda is een verstan- insteek blijkt ook in de besprekingen over House of dige keuze van de gemeente. De aanpak van langere Skills, dat zich tot heden sterk gericht heeft op het adem maakt het mogelijk enkele doorsnijdende verbeteren van de matching op de arbeidsmarkt. thema's op de agenda te zetten. Denk aan de cultuur- Door de ambtelijke samenwerking tussen de verandering binnen de mbo-instellingen die ontstaat gemeentelijke domeinen (Werk, Participatie en als gevolg van het project de transformatieve school, Inkomen, Economie en Onderwijs) wordt gestimu- de stadsbrede samenwerking op het terrein van leerd dat de mbo-instellingen uiteindelijk zelf een sociale media en digitale vaardigheden geïnitieerd proactieve positie gaan innemen op de markt voor door het practoraat mediawijsheid en de projecten om- en bijscholing. 5e Voortgangsrapportage MBO-Agenda 2- Verdieping 11 Dankzij de MBO-Agenda kunnen ook nieuwe thema's Samengevat: er wordt geïnvesteerd maar er is worden geagendeerd: ook nog veel te doen in de samenwerking tussen de mbo-instellingen en de gemeente, gericht op = Verdere versteviging van de verbinding tussen versterking van onderlinge uitwisseling op beleids- het voortgezet onderwijs en het middelbaar niveau en het niveau van de klas en leerwerkplaats. beroepsonderwijs. De krimp van het (technisch) Dit vraagt om dialoog en uitwisseling tussen gelijk- vmbo en de veranderingen en specialisaties waardig partners die onderling reflecteren over wat die worden aangebracht in het havo en vwo- werkzame principes van onderwijsverbetering zijn. programma rechtvaardigen de urgentie voor dit De systeemgrenzen van de school worden daarmee onderwerp. Het is momenteel nog onvoldoende opgerekt. Ook is er verbinding met de praktijk- en duidelijk waar voor studenten een versnelling ervaringskennis van het werkveld dat zich in nieuwe van het doorlopen van leerwegen mogelijk is, of vormen manifesteert: niet alleen in publiek-private waar juist temporisering en extra begeleiding is samenwerkingen maar ook in vorm van gesprekken geboden. over de noodzakelijke curriculumvernieuwing en gerichte verdere versterking van het beroeps- m Samenwerking tussen het mbo en het hbo. onderwijs. Overal in het land worden associate degree programma's gestart, recentelijk bijvoorbeeld de opleiding voor topkok in het Amsterdamse Marc van der Meer, februari 2020 hospitality onderwijs. Mogelijk zijn ook andere Bijzonder Hoogleraar Onderwijsarbeidsmarkt verbindingen denkbaar, al dan niet in afstemming aan de Tilburg Law School met het private beroepsonderwijs. = Thematiek van de beroepspraktijkvorming. Alle studenten lopen stages ter oriëntatie en kennismaking met het echte werk. De onderliggende slaagfactoren zoals het vinden van stageplaatsen, de begeleiding op de werkplek en het reflecteren over de bereikte studieresultaten verdienen meer aandacht in het programma. Dat brengt meteen de wereld van de school en die van het werk dichter bij elkaar. 5e Voortgangsrapportage MBO-Agenda 2- Verdieping 12 Schematische weergave MBO-Agenda Speerpunten Ak Arhr Oo 0 O EK LS _ ID TS 4 1 Investeren in sterke onderwijsteams ANANAN rs mn O © Oe KAAN ARR ar, Are 7 NN TT 2 Investeren in onderwijs- O Ö Á © innevatie en vernieuwing curriculum | a hidk | os 3 Intensiveren samenwerking onderwijs-werkveld Ö Toekomstbestendig middelbaar beroepsonderwijs Uitvoeringsagenda : es Onderwijs-Arbeidsmarkt ER O MBO INS NS DT DAAR IN AN vo IN A A A n IN AN AN 5 Verbeteren overstap vo-mbo NNNNDENT nan U IN NNNNEN n CL nd mmm OQ eFetonT ee je L imuleren van mbo-studenten ® Ei q ä | i orn op te stromen en door 5 stromen Arbeidsmarkt SA A 7 Voorkomen van verzuim en uitval door goede ondersteuning 5 Optimale schoolloopbaan mE en mbo-studenten Inzetten op jongeren 8 Inzetten op jongeren in een in een kwetsbare kwetsbare onderwijspositie onderwijspositie Stand van zaken uitvoering MBO-Agenda ® ® Ambitie 1 Toekomstbestendig middelbaar beroepsonderwijs ee di Ie LL LN NAAN NN ON AAAA re ae) > BET © $ e J ri De samenleving verandert in snel tempo. Amsterdam kent grote opgaven, bijvoorbeeld op het gebied van duurzaamheid, de energietransitie, spreiding van drukte in de stad en ontwikkelingen in de zorg. Hoewel de regionale arbeidsmarkt in veel sectoren staat te springen om vakmensen, zijn de beroepseisen die voor duurzaam werk gevraagd worden steeds hoger. Belangrijkste resultaten =_Het thema duurzaamheid stond centraal tijdens =De Amsterdamse Teambeurs mbo wordt, net het jaarlijkse mbo-diner. Op 14 november 2019 als zijn voorganger de Scholenbeurs, boven kwamen ongeveer 250 docenten, studenten, op- verwachting benut. In 2019-2020 zijn 1.249 leidingsmanagers, beleidsmedewerkers en andere onderwijsprofessionals bereikt. De waardering geïnteresseerden samen in Pakhuis De Zwijger. van de onderwijsteams voor het instrument om Het doel van de avond was ontmoeten, inspireren onderwijsontwikkeling van teams in Amsterdam en kennisdelen. En dat is gelukt! Het was een te stimuleren, loopt op van een 8,5 in 2016 naar avond vol enthousiaste pitches van studenten en een 8,9 in 2019. docenten over hoe zij met duurzaamheid bezig zijn of van start gaan. De aanwezige teams en docenten zijn geïnspireerd. Dit blijkt ook uit het aantal projectaanvragen op dit thema voor het nieuwe subsidiejaar (2020-2021). 5°Voortgangsrapportage MBO-Agenda 3 - Stand van zaken 15 = Het onderzoek naar schoolloopbanen onder Terugkijkend op de vorige MBO-Agenda (2015-2019) mbo-studenten die aan een Amsterdamse is de Teambeurs mbo (voorheen Scholenbeurs) goed mbo-instelling studeren, is in volle gang. De benut. Er zijn 123 scholenbeurzen aan 80 unieke mbo-scholen doen daar in samenwerking met de teams toegekend. Naast de 80 unieke teams werkten gemeente (OIS) onderzoek naar. In het onderzoek 43 teams voor een tweede of derde schooljaar op rij wordt onder meer gekeken naar de doorstromers met een beurs aan hun professionele ontwikkeling. van niveau 2 naar 3 en 4. Aan de hand van de De ambitie om elk onderwijsteam (/9 in totaal) een uitkomsten gaan instellingen in gesprek met beurs toe te kennen, werd daarmee ruim behaald. studenten. Zo krijgen de opleidingen zicht op belemmeringen die een overstap of doorstroom Hoe werd de Teambeurs mbo in schooljaar in de weg kunnen staan. Naar verwachting 2018-2019 gewaardeerd door de onderwijs- worden de eerste resultaten het derde kwartaal teams? 2020 opgeleverd. In het schooljaar 2018-2019 werkten 40 teams aan hun professionalisering. Ongeveer de helft van = Vanuit de MBO-Agenda is in 2019 ingezet op de teambeurzen richtte zich op Pedagogiek en meer hybride leeromgevingen, met name in de Didactiek. Daarnaast waren ongeveer tien beurzen zorg. Deze zijn gestart in het Flevohuis, Sluiszicht, gericht op Professionele Organisatie en Cultuur. Dr. Sarphatihuis en De Poort. Ook in het Voor schooljaar 2019-2020 wordt met de Teambeurs Amsterdamse Bos is een hybride leeromgeving grotendeels aan dezelfde onderwerpen gewerkt: opgestart, waarbij studenten meer in de Pedagogiek en Didactiek (17) en Professionele praktijk opgeleid worden. Dit leidt ook tot meer Organisatie en Cultuur (9). uitdagendere stageplekken voor deze studenten. We zien dat mbo-instellingen de teambeurs een =_ In 2019 is sQuare, dé broedplaats voor de goed instrument vinden om onderwijsontwikkeling doorontwikkeling van afgestudeerde onder- van teams in Amsterdam te stimuleren (8,9). De nemende creatieven, officieel geopend. Maken, onderwijsteams gaven hiervoor in de verantwoording verder professionaliseren en werk genereren een cijfer voor de uitvoering van de teambeurzen staan hier centraal. Ongeveer 80 studenten van op een tienpuntsschaal. De score '1’ was daarbij het Mediacollege hebben een keuzetraject van zeer negatief en een score van een '10' zeer positief. een half jaar gevolgd bij sQuare, waaronder op ondernemerschap. En 50 creatieve makers hebben zich ‘getoond’ aan het werkveld door portfolio avonden en Food4Thought sessies. Tabel 2: Aantal toegekende teambeurzen Teambeurs rok n Teambeurs mbo mbo ENT 2019-2020 Met de teambeurzen kunnen onderwijsprofessionals , ‚ , Aantal Aantal Aantal werken aan hun professionele ontwikkeling en het Ve | ll versterken van hun onderwijskundige vaardigheden. ROC van De teambeurzen hebben in schooljaar 2019-2020 al 1.249 onderwijsprofessionals bereikt. De beurzen roctor | 7 | 6 | ow | worden bijvoorbeeld ingezet voor coaching van docenten in het verbeteren van hun vaardigheden (pedagogisch en didactisch) en hoe om te gaan met de grote diversiteit in de klas (urban education). Of ediacolege | 6 | 3 | us | voor het verbeteren van de professionele (kwaliteits) weten || cultuur, waarbij aandacht wordt besteed aan onder andere onderlinge samenwerking en het team als EEEN professionele leergemeenschap. 5eVoortgangsrapportage MBO-Agenda 3 - Stand van zaken 16 Wat daarnaast opvalt is dat de onderwijsteams Intussen hebben al 250 studenten het traject over het algemeen vinden dat de beoogde doelen succesvol doorlopen. Hier zijn in totaal 70 bedrijven voor hun team bereikt zijn. De teams vinden dat ze bij betrokken, waaronder KPN, NUON, MadiZO, zich verder hebben ontwikkeld met behulp van de Q-Factory en CJP, Luchtvaart community Schiphol, activiteiten waarvoor de teambeurs is ingezet. Dit Circl, Lab 111, House of Watt. Opvallend aan de heeft volgens hen een positief effect op de kwaliteit eerste lichting van schooljaar 2019-2020 is dat zich van het onderwijsteam. Gemiddeld genomen denken twee keer zo veel studenten hebben aangemeld dan teamleiders dat ze de in gang gezette ontwikkeling de lichtingen hiervoor. Het programma wordt breed van het team vast kunnen houden. Veel teams gedragen binnen de scholen en de bedrijven en hebben de ingezette ontwikkelingen al ingebed in vooral ook onder studenten zelf. Naast enthousiaste het bestaande beleid. (oud) deelnemers zijn ook docenten erg te spreken over het programma door de verhalen die de Wat is in schooljaar 2018-2019 volgens de team- studenten in de klas delen. Met dit programma is leiders minder goed gelukt? Om de opgedane er meer aandacht en oog voor talentontwikkeling. kennis en ervaringen te delen met collega’s van Onze mbo'ers verdienen een eerlijke kans op een andere scholen (6,1). Ter vergelijking: in 2017-2018 succesvolle toekomst en Made by 020 draagt daar was dit een 7,2 en in 2016-2017 een 6,8. Teams een steentje aan bij. delen de opgedane kennis en ervaringen vooral met andere teams binnen hun eigen instelling. Slechts enkele teams doen dit ook buiten de eigen locatie en met andere mbo-instellingen in de stad. In schooljaar 2019-2020 faciliteert de gemeente op een andere manier kennisdeling tussen de verschillende teams “Ook voor ons als docenten is het belangrijk door hier in de kenniskamers explicieter aandacht om de praktijk zo nu en dan aan den lijve te aan te besteden en meer onderwijsprofessionals bij ervaren. De ontwikkelingen gaan snel in het elkaar te brengen in themawerkgroepen. onderwijs. Door de docentstage krijg je een beter beeld van waar studenten in de praktijk zoal tegenaan kunnen lopen. De werkdruk Talentontwikkeling: resultaten Made by 020 is hoog, er is een tekort aan gekwalificeerd De huidige arbeidsmarkt vraagt van jongeren personeel in deze beroepsgroep, er wordt vaardigheden als ondernemerschap (en onder- een groot beroep op onze studenten gedaan. nemendheid), samenwerken, creativiteit, com- Dat moet je als docent op een goede manier municeren, leiderschap en kritisch denken. In begeleiden.” 2016 startte Made by 020; het Amsterdamse talenten- en netwerkprogramma voor mbo'ers. Met Susan Coevert, docente opleiding dit programma leren mbo’ers van verschillende pedagogisch werk ROC TOP. Zij heeft als opleidingen, leerjaren en niveaus in interdisciplinaire docent stage gelopen op een basisschool. teams samen te werken. Tegelijkertijd werken zij daarbij aan hun eigen ontwikkeling. Tijdens het extra curriculaire programma werken de studenten aan hun skills, bedenken creatieve oplossingen voor maatschappelijke uitdagingen, en gaan op bezoek bij inspirerende bedrijven en interessante (potentiele) werkgevers. Zij helpen bedrijven en organisaties bij het oplossen van een bestaand maatschappelijk vraagstuk. Dit schooljaar staan de challenges in het teken van duurzaamheid, sport en techniek. 5eVoortgangsrapportage MBO-Agenda 3 - Stand van zaken 17 Uitgelichte projecten Associate Degree Culinary Professional In schooljaar 2019-2020 is het ROCvA gestart met Duurzaamheid de ontwikkeling van een koksopleiding op niveau 5 HMG is in schooljaar 2018-2019 gestart met het (Associate Degree). In de huidige situatie worden in enthousiasmeren van studenten en docenten voor Nederland koks maximaal opgeleid op middelbaar het thema duurzaamheid. Docenten, studenten, beroepsniveau (niveau 4) en dat is in vergelijking maar ook conciërges en de houtwinkel hebben met andere Europese landen laag. Daar zijn koksop- meegedacht over welke circulaire uitdagingen leidingen op Associate Degree- en Bachelorniveau de school heeft. Dit heeft bijgedragen aan een al onderdeel van het reguliere aanbod. Daarnaast groeiend bewustzijn over duurzaamheid binnen de zijn de kwalitatieve eisen voor zelfstandig werkende opleiding. Docenten komen met eigen initiatieven koks (mbo niveau 3 en hoger) de afgelopen jaren om toe te passen in de lessen. Ook wordt er meer gestegen, met name in het vakspecifieke domein. met restmateriaal gewerkt. Aan het einde van Het ROCVA ziet de vraag naar hoger opgeleide koks 2018-2019 is het duurzaamheidshuis gerealiseerd op sterker toenemen dan het aanbod. Nederlandse de HMC Expo met duurzame werkstukken van HMC restaurants werven in toenemende mate koks uit studenten. Voorafgaand aan deze Expo hebben andere landen. Het lagere opleidingsniveau in twee studenten mini-tentoonstellingen gemaakt met combinatie met het tekort aan gediplomeerde koks is design van duurzame ontwerpers. daarvoor de reden. Het ROCvA speelt hierop in met een vervolgopleiding, de Associate Degree Culinary PPS Centrum voor Techniek en Technologie Professional — een opleiding voor specialistisch In september 2019 is ROCvVA met de verhuizing naar opgeleide en ondernemende koks. De eerste een nieuw gebouw (Nex Technician) gestart met studenten starten in september 2020. een nieuwe publiek private samenwerking Centrum voor Techniek en Technologie (ACTT). Vanuit deze PPS wordt een compleet en innovatief aanbod van opleidingen, cursussen en beroepsoriëntatie ontwik- keld. Van het interesseren van basisschoolleerlingen voor techniek, tot volledige mbo-opleidingen met extra praktijk én moderne vak- en bedrijfsopleidingen “We zijn vorig jaar gestart door op het HMC en -cursussen in de nieuwste technieken voor te zeggen; duurzaamheid, daar moeten we metaalmedewerkers vanuit bedrijven. ROCVA richt iets aan doen. Maar wat kunnen we doen? hiervoor een modern praktijkcentrum in. Het doel We zijn begonnen met de bewustwording te is een betere samenwerking met bedrijven zodat vergroten op het HMC. Dit hebben we gedaan docenten en praktijkbegeleiders samen hybride door verschillende workshops te geven over onderwijs kunnen ontwikkelen en uitvoeren. de hoeveelheid afval dat wij produceren. Hoeveel afval produceren leerlingen iedere dag? Denk aan plastic flesjes, hout, houtafval. Dit hebben we tastbaar en zichtbaar gemaakt op school.” Bouke van Wildenberg, docent HMC 5eVoortgangsrapportage MBO-Agenda 3 - Stand van zaken 18 ® ® Ambitie 2 Optimale schoolloopbaan voor mbo-studenten |_HBO $ MBO $ DN meeer Ì NEN NN Deeds NNNNEEN | 9 ® Pe ha ea a Hi Het middelbaar beroepsonderwijs is de onderwijssector die voor jongeren met uiteenlopende talenten en verschillende niveaus het verschil kan maken. Naast dat het middelbaar beroepsonderwijs jongeren opleidt tot goede vakmensen, draagt het ook bij aan de persoonlijke ontwikkeling van jongeren, zorgt het voor overdracht van maatschappelijke en culturele verworvenheden en leert het jongeren om mee te doen in de samenleving. Belangrijkste resultaten = Als onderdeel van het plan van het Samen- aan mee. Overstapcoaches, decanen, lob-coördi- werkingsverband VO zijn in oktober 2018 natoren, studieloopbaanbegeleiders en mentoren de Masterclasses Loopbaanoriëntatie- en uit vmbo en mbo gingen met een eigen gekozen begeleiding gestart. De Masterclasses bleken uitdaging aan de slag. Met als doel om jongeren een inspirerende en succesvolle manier om good bewuster voor een opleiding te laten kiezen in practices te delen en de ontmoeting tussen de overstap van vmbo naar mbo. De deelnemers professionals van vo en mbo te faciliteren. In leerden elkaar en de verschillende scholen schooljaar 2018-2019 deden hier 53 deelnemers kennen, en spreken nu meer elkaars taal. 5°Voortgangsrapportage MBO-Agenda 3 - Stand van zaken 19 = Het verzuim op het mbo is vrij hoog, maar beter twee AD-programma's: Culinary Professional in beeld dan voorgaande jaren. Tussen 2017-2019 en Software Development. Zie hiervoor ook de faciliteerde de gemeente de mbo-instellingen voortgangsrapportage van de Uitvoeringsagenda bij een intensivering van de verzuimaanpak op Onderwijs-Arbeidsmarkt. Komende maanden schoolniveau. Op diverse mbo-locaties zijn 17 gaan we via de monitor onderwijsloopbanen in trajecten uitgevoerd. De insteek van de trajecten beeld brengen hoe succesvol de doorstroom in was teruggaan naar het waarom. Waarom het mbo en naar het hbo is van mbo-studenten in verzuimen jongeren? Een verruiming van het Amsterdam. perspectief op verzuim en de blik op aanwezig- heid bij scholen was een belangrijke opbrengst = Het percentage voortijdige schoolverlaters (vsv) in dit traject. De essentie van het vraagstuk is: is in schooljaar 2018-2019 in Amsterdam licht wat maakt dat de student niet in de les wil of kan gedaald van 3,0% naar 2,9 %. Mbo-instellingen en zijn? Dat vraagt dus om continue bijstellen van de gemeente blijven vanuit het vsv programma je verzuimbeleid. Het thema verzuim is juist niet gerichte interventies inzetten. Veelal wordt extra systemisch opgepakt, dus niet gericht op melden, ondersteuning geboden in de overgang van protocollen en procedures - maar vooral vanuit vo naar mbo en bij verkeerde studiekeuze van de visie dat verzuim ergens door komt. Als die mbo naar mbo. Door bijvoorbeeld de inzet van redenen in beeld zijn, dan is verzuim ten dele pluscoaches voor extra ondersteuning binnen de op te lossen en wordt aanwezigheid in de les opleiding. En als er meer nodig is dan kunnen verhoogd. studenten terecht bij het MBO-Jeugdteam. =_In schooljaar 2019-2020 zijn de mbo-instellingen diverse projecten gestart gericht op het voor- Uitgelichte projecten komen van uitval. De scholen experimenteren in de projecten met verschillende aanpakken M-jaar om tot een meer gezamenlijk beeld te komen: ROC TOP is in 2019 gestart met een M-jaar: een wat is nodig om de uitval instellingsbreed en op breed oriëntatiejaar voor jongeren zonder een termijn stadsbreed verder terug te dringen? Een startkwalificatie. Speciaal voor vmbo-leerlingen voorbeeld hiervan is de Kompasklas van ROCvA. (-kader en -tl) na hun eindexamens, voor (uitgevallen) Hierin krijgen jongeren - die een advies krijgen havisten vóór de keuze van een beroepsopleiding met de opleiding te stoppen - begeleiding naar niveau 3/4 en voor uitvallers/switchers uit het eerste een ander passend aanbod. In de Kompasklas jaar van het mbo. Zij krijgen binnen de muren van kunnen zij zich gedurende 8-10 weken (her) het mbo een jaar met veel oriëntatie, praktijk, verder oriënteren. Daarnaast krijgen zij algemeen leren, experimenteren, persoonlijke ontwikkeling en vormende vakken aangeboden en trainingen kennismaken met beroepen aangeboden. Het M-jaar gericht op persoonlijke ontwikkeling. is een vrijwillige keuze voor leerlingen die nog niet weten welke beroepsopleiding ze willen volgen. Het 1_Om de doorstroom binnen het mbo en tussen moet jongeren helpen om een betere studiekeuze het mbo en het hbo te bevorderen is in schooljaar te maken. In schooljaar 2019-2020 zijn 12 studenten 2019-2020 aan zes projecten subsidie verleend. gestart. Zo ontwikkelt ROC TOP een zomerschool om studenten voor te bereiden op doorstroom naar een ander niveau aan het begin van het nieuwe studiejaar. Ook wordt een nieuwe opleiding Teamleider Retail bij ROCvA ontwikkeld waarbij “Ik vind het M-Jaar heel erg leuk. Ik oriënteer studenten van niveau 1 en 2 gestimuleerd mezelf en ik denk nu aan richtingen waar ik worden om door te stromen naar een hoger anders nooit aan had kunnen denken.” niveau. Tijdens de opleiding wordt vooral in de praktijk geleerd. Daarnaast is met behulp Olivier, student M-Jaar van subsidie gestart met de ontwikkeling van 5eVoortgangsrapportage MBO-Agenda 3 - Stand van zaken 20 Met de techniekbus naar je nieuwe school… In schooljaar 2019-2020 is ROCvA gestart met de techniekbus; een ingerichte bus om mobiel en op “Het traject was niet alleen voor de studenten locatie kleine (bouw})technische klussen uit te voeren. een bijzondere ervaring, maar ook voor mij. Studenten van diverse bouwopleidingen gaan Op mijn afdeling werken we vaak met hbo- met een vakdocent langs bij vmbo-scholen. Daar studenten, of studenten van de TU Delft. Ik geven zij voorlichting aan vo-leerlingen over wat de vond het daarom erg gaaf om ditmaal met mbo-opleiding inhoudt. Door samen te werken aan mbo-studenten te werken. Leuke, enthousi- technische klussen krijgen zij een realistischer beeld aste, jonge mensen met een frisse blik. Er zat van het toekomstige beroep. Vervolgens worden zoveel energie in! Het heeft ook iets met mij geïnteresseerde vo-leerlingen uitgenodigd op de gedaan… het heeft mijn blik verruimd.” mbo-opleidingslocatie. Daar kunnen zij deelnemen aan workshops om het vak verder te verkennen. Michelle Samson, adviseur duurzaamheid bij Ze kunnen kennis maken met bedrijven waar veel de Schiphol Group, is betrokken bij talenten- mee wordt samengewerkt. De vo-leerlingen kiezen en netwerkprogramma Made by 020. Zij hierdoor bewuster voor een opleiding en een beroep hebben studenten gevraagd mee te denken in de bouw en de schooluitval als gevolg van een over het vinden van duurzame oplossingen onrealistisch beroepsbeeld neemt hierdoor af. voor verschillende plekken in de passenger terminals. Practoraat mediawijsheid; aantrekkelijker onderwijs met inzet van digitale leermiddelen Het practoraat mediawijsheid is een platform voor kennisdeling - een samenwerking tussen de verschillende Amsterdamse mbo-instellingen en de gemeente Amsterdam. Met als doel studenten — en natuurlijk ook onze docenten — mediawijzer te maken. Dat doen zij onder andere door lesmateriaal en lesbrieven te ontwikkelen. Er zijn intussen 45 nieuwe mediawijsheid lessen en drie workshops over edutools ontwikkeld. Voor studenten zijn de lessen met de inzet van digitale leermiddelen aantrekkelijker geworden. Ook is er meer bewustwording onder de studenten over het belang van verstandig omgaan met media. In de klas hebben studenten en docen- ten soms pittige discussies over mediagebruik. Dat is juist goed, omdat studenten zo leren om er een mening over te hebben, op onderzoek te gaan of alternatieven te verzinnen. 5eVoortgangsrapportage MBO-Agenda 3 - Stand van zaken 21 Twee uitvoeringsagenda's gsagend In de MBO-agenda 2019-2023 wordt de verbinding met de twee uitvoeringsagenda's verder versterkt. De uitvoeringsagenda's Inzetten op jongeren in een kwetsbare onderwijspositie en Onderwijs - Arbeidsmarkt zijn inmiddels volop in uitvoering. Ze ondersteunen daarmee de ambities van de MBO-Agenda. De voortgang op deze uitvoeringsagenda’s wordt in twee aparte rapportages bij deze voortgangsrapportage toegelicht. Hieronder zijn enkele resultaten uitgelicht: Voortgangsrapportage Voortgangsrapportage Uitvoeringsagenda Inzetten Uitvoeringsagenda op jongeren in een kwetsbare Onderwijs-Arbeidsmarkt onderwijspositie = Op 8 maart 2019 hebben ROC van Amsterdam, = MKB-ondernemers generen veel data, maar ROC TOP en de gemeente Amsterdam het door een gebrek aan geld, kennis (mensen) convenant ‘Plusscholen Amsterdam 2019-2023 en tijd worden deze data niet of nauwelijks ondertekend. Met dit convenant zetten we geanalyseerd. Daardoor blijft digitalisatie en dus gezamenlijk in op goede begeleiding van de groei achter. De publiek private samenwerking overbelaste jongeren, kennisuitwisseling tussen MKB Digital Workspace is opgericht om ervoor de professionals en verdere deskundigheidsbe- te zorgen dat het mkb wel aan de slag kan met vordering . Met deze aanpak zijn in het schooljaar digitalisering en de juiste mensen vindt. Met 2018-2019 zo'n 700 jongeren bereikt. Daarnaast concrete projecten op het gebied van data en zijn in 2019 al twee studiedagen met alle later online marketing gaan studenten onderne- betrokkenen van de plusscholen georganiseerd mers helpen om hun bedrijf te digitaliseren. De (kennisuitwisseling). vraag van de ondernemer staat daarbij centraal. Zo wordt zowel een stimulans gegeven aan de =__Om ervoor te zorgen dat jongeren bij dreigende digitalisering van mkb als de aansluiting tussen uitval snel worden gesproken en daarmee niet onderwijs en mkb. buiten beeld raken is het Jongerenpunt in 2019 gestart met een onderwijsteam van jongerenadvi- =_In 2019 is de servicedesk Diversiteit en Inclusie seurs op de Plusscholen. Deze jongerenadviseurs (werktitel) van start gegaan. Dit wordt het zijn aanwezig in de school en pakken jongeren aanspreek- en adviespunt voor ondernemers die die dreigen uit te vallen gelijk op. De geleerde actief aan de slag willen met het bevorderen van lessen worden gebruikt om deze aanpak breed in diversiteit en inclusie. En is een samenwerking het (reguliere) mbo uit te rollen. voor en met ondernemers, werkgevers en werkgeververtegenwoordigers uit verschillende sectoren, verdeeld over de hele stad. De signalerende mystery quests aanpak die met MKB Amsterdam, Amsterdamse mbo- en hbo- instellingen, en studenten(organisaties) wordt ontwikkeld zal hier ook onder worden gebracht. 5eVoortgangsrapportage MBO-Agenda 3 - Stand van zaken 22 Communicatie & Financiën Communicatie Voor de MBO-Agenda 2019-2023 is in het voorjaar Het mbo-diner 2019 werd georganiseerd rondom van 2019 een communicatiestrategie vastgesteld het thema Duurzaamheid — en ook dat draagt bij aan door de mbo-instellingen en de gemeente. De afge- de zichtbaarheid. Ook met het talentenprogramma lopen vier jaar is met communicatie vooral ingezet op Made by 020 dragen we bij aan de zichtbaarheid van het verbeteren van het imago van het mbo. Ook de de MBO-Agenda. De 8° editie van Made by 020 staat komende tijd zullen we de nadruk blijven leggen op dit jaar volledig in het teken van duurzaamheid. de kracht van de Amsterdamse mbo-studenten als motor van de stad. De komende jaren krijgt de communicatie naar ouders/verzorgers meer vorm. Hierin zoeken we ook In de communicatie over de MBO-Agenda 2019-2023 de samenwerking met het Samenwerkingsverband brengen we meer focus aan. We richten onze com- VO. Vanuit de Uitvoeringsagenda Onderwijs- municatie op de volgende drie doelgroepen: ouders/ __ Arbeidsmarkt maken we specifiek de verbinding met verzorgers, werkgevers/bedrijven en docenten/ werkgevers in de zorg, techniek en duurzaamheid. onderwijsteams. Hieraan koppelen we de belangrijk- Zo heeft de communicatiewerkgroep rond de PPS ste inhoudelijke speerpunten van de MBO-Agenda: Vakschool Technische Installaties het afgelopen jaar duurzaamheid, tekorten in de techniek en tekorten in meegewerkt aan het platform ‘Hoe werkt mijn stad’. de zorg. Een website waarbij scholen een bezoek kunnen boeken bij bedrijven en ook een kijkje nemen achter We blijven inzetten op meer zichtbaarheid van het de schermen van bijvoorbeeld het AMC of de mbo — en dan vooral ook gericht op hierboven technische afdeling van het DelaMar theater. genoemde doelgroepen. Dat doen we vooral door goede voorbeelden breed te delen via het online en offline platform de Amsterdamse Klas. (https:// nl-nl.facebook.com/amsterdamseklas/) 5e Voortgangsrapportage MBO-Agenda 4 - Communicatie & Financiën 24 Financiën Het college van B&W investeert in de periode De middelen zijn verdeeld over de volgende posten: 2019-2023 ruim 16 miljoen euro in het mbo. De middelen zijn het afgelopen jaar vooral besteed aan de verlening van subsidies: Teambeurs en Beschikbaar budget Projectplannen. Daarnaast is geïnvesteerd in het talentenprogramma Made by 020, waaraan inmiddels € 1.125.000 250 jongeren hebben deelgenomen. Talentprogramma Made by 020 € 250.000 Ook zijn er middelen besteed aan het mbo-diner € 2.250.000 2019, aan kennisdelingssessies bij de instellingen over bijvoorbeeld thema's als duurzaamheid en te- Communicatie, kennisdeling, onder- € 339.000 korten in de techniek en aan de docentenconferentie zoek en coördinatie Mediawijsheid. Bij deze conferentie waren ruim € 4.089.000 200 docenten van het vo en mbo aanwezig. De voor schooljaar 2018-2019 toegekende beurzen en projecten zijn afgerond en verantwoord. Uit de financiële verantwoording bleek dat de beurzen en projecten doelmatig en rechtmatig zijn uitgevoerd. 2) Download de bijlagen: (PDF) Bijlage 1 - Cijfers per mbo-instelling Bijlage 2 - Schematische weergave projecten 2018-2019 5° Voortgangsrapportage MBO-Agenda 4 - Communicatie & Financiën 25 Colofon Gemeente Amsterdam Onderwijs, Jeugd en Zorg Postbus 1840 1000 BV Amsterdam www.amsterdam.nl/mbo-agenda Vormgeving en infographics Zeppa Maart, 2020
Onderzoeksrapport
26
train
x Gemeente Amsterdam J l F % Raadscommissie voor Jeugdzaken, Educatie, ICT en Financiën % Agenda, woensdag 6 februari 2013 Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie voor Jeugdzaken, Educatie, ICT en Financiën Tijd 13:30 uur tot 17:00 uur en zo nodig van 19:30 tot 22:30 uur Locatie De Rooszaal Algemeen 1 __ Opening procedureel gedeelte (13:30 tot 13:45) 2 Mededelingen 3 Vaststellen agenda 4 Conceptverslag van de openbare vergadering van de Raadscommissie JIF d.d. 16 januari 2013. e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier doorgegeven, commissieJlF@raadsgriffie. amsterdam.nl 5 Termijnagenda, per portefeuille 6 _Tkn-lijst 7 Opening inhoudelijk gedeelte (13:45 tot 17:00) 8 _Inspreekhalfuur Publiek 9 Actualiteiten en mededelingen 10 Rondvraag Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn slechts richtlijnen waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn. Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda staat. De vergaderingen en de verslaglegging daarvan zijn openbaar. Van deze vergaderingen worden geluids- en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden op internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl. Voor algemene informatie: [email protected] 1 Gemeente Amsterdam J l F Raadscommissie voor Jeugdzaken, Educatie, ICT en Financiën Agenda, woensdag 6 februari 2013 Educatie 11 _Initiatiefvoorstel d.d. 6-11-2012 van het raadslid dhr. Toonk (VVD), getiteld: Amsterdam is toe aan één toelatingsbeleid voor het basisonderwijs. Nr. BD2012- 012114 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Gevoegd bespreken met agendapunt 12 (de bestuurlijke reactie). e _Aanheteind van de bespreking zal de indiener aangeven of behandeling in de raad (13 maart 2013) gewenst is. 12 Bestuurlijke reactie initiatiefvoorstel raadslid Toonk ‘Amsterdam is toe aan één toelatingsbeleid voor het basisonderwijs’ Nr. BD2012-013157 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Gevoegd bespreken met agendapunt 11 (het initiatiefvoorstel). 13 Rapportages schoolkeuze en nieuwe scholen (RPO) Nr. BD2013-000720 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e _ Uitgesteld in de vergadering van 16.01.2013. e De bestuurlijke reactie wordt nagezonden. 14 Rapportage Leerlingenvervoer najaar 2012 Nr. BD2013-000719 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Geagendeerd op verzoek van raadslid mevrouw Van der Pligt (SP). e Was TKN 3 in de vergadering van 16.01.2013 Financiën 15 1S1O0 Nr. BD2012-012754 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (Gemeenteraad d.d. 13.02.2013). e Alle raadscommissies zijn bij de behandeling uitgenodigd. 16 Vaststellen 1e begrotingswijziging van de Begroting 2013 Nr. BD2013-0007 12 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (Gemeenteraad d.d. 13.02.2013). e Alle raadscommissies zijn bij de behandeling uitgenodigd. e De papieren versie is in tweevoud aan alle fracties verzonden. BESLOTEN DEEL 2
Agenda
2
train
| | Bewoners “Woonambiance Jan de Louterhof”, | Jan de Louterstraat 14, 24, 26, | 36, 48, 50, 60, 62, 70, 72, BO. Namens deze: C. van Andel Jan de Louterstraat 70 mT | 1063 KX Amsterdam Nieuw-West tel. 6768822 / 0622887488 . e: chris vanandel(@tiscali.nl , | Ontv 26 JAN 201 | | Aan: - _ zi al de leden van de stadsdeelraad Vega MW /erÂ} | van het stadsdeel Nieuw-West, E ne Krchtef Exemplear | | Pieter Calandlaan 1, TTT | Postbus 2003, | 1000 CA Amsterdam | | Onderwerp: bezwaar | | | Amsterdam, 26 januari 2011 | Geachte heer/mevrouw, ij | Als buurtbewoners willen wij u deelgenoot maken van onze onvrede en zelfs | boosheid over de voorgenomen bouw van een Multifunctioneel Centrum (MFC) met 41 woningen daarboven en een stallingsgarage daaronder in de zuidwesthoek | van de Slotermeerlaan/ Jan de Louterstraat, kavel 1, Wij hebber namelijk grote ij bezwaren tegen de besluitvorming, die uiteindelijk geleid heeft tot het nemen van | het projectbesluit, dat aan deze bouw ten grondslag ligt, tegen de inhoud daarvan | en tegen het afgeven van de vergunning aan Ymere Ontwikkeling B.V. om dit | multifunctionele centrum in deze omvang te bouwen, De inhoud van onze | bezwaren vindt u in de bijgevoegde kopie van ons beroepschrift, dat wij binnen de ij gestelde termijn bij de rechtbank hebben ingediend. | Wij doen bij deze een beroep op u ons in onze bezwaren te horen en zijn dan ook graag bereid deze in uw fractie mondeling toe te lichten, niet alleen waar het gaat | om onze individuele belangen, maar ook met betrekking tot het maatschappelijke | helang van de hele buurt. | Wilt u zich als fractie ter plekke op de hoogte stellen van eert en ander, wij willen | u met alle genoegen op locatie ontvangen. Graag horen wij van u, | Met een vriendelijke groet, | namens alle belanghebbende beveren | C v adel | | { | | Bewoners “Woonambiance Jan de Louterhof”, | Jan de Louterstraat 14, 24, 26, | 36, 48, 50, 60, 62, 70, 72, 80 | | namens deze: | C. van Andel Jan de Louterstraat 70 1063 KX Amsterdam | | Aan: | de Rechtbank Amsterdam, sector Bestuursrecht, | Postbus 75850 | 1070 AW Amsterdam | | Onderwerp: | | Beroepschrift | Bijlagen: Dossier Stadsdeel Nieuw-West Amsterdam, kenmerk BA81/0052BWT2009 | - vaststelling hogere grenswaarden. | - projectbesluit mm - bouwvergunning | | Amsterdam, 25 januari 2011 | Weledelgestrenge heer, mevrouw, | Langs deze weg tekenen wij beroep aan tegen | 1. de voorgenomen bouw van een Multifunctioneel Centrum (MFC) met 41 woningen daarboven en een stallingsgarage daaronder in de zuidwesthoek van de Slotermeerlaan/Jan de Louterstraat, kavel 1, kadastraal bekend als sectie D 5805 G Amsterdam-Sloten, 2. het projectbesluit (7 december 2010) dat daaraan ten grondslag ligt onder kenmerk BA81/0052 BWT 2009, kadastraal bekend als sectie D nummers 5805 en 10131, 3. de aan Ymere Ontwikkeling BV verleende bouwvergunning (17 december 2010), tot het oprichten van een Multifunctioneel centrum met ondergrondse stallingsgarage en 41 woningen, gelegen aan Jan de Louterstraat 3 en 5, Slotermeerlaan 103A1 t/m 103A43, onder kenmerk BA81/0052BWT2009 / 91282. | | Î | Overwegende | Í e dat de vergunning aan Ymere Ontwikkeling BV te Amsterdam tot het bouwen. | van het complex in deze omvang op onrechtmatige gronden ís verleend. | . | Op 4 november 2003 werd door de toenmalige deelraad van Geuzenveld- | Slotermeer het vernieuwingsplan van buurt 5 vastgesteld, waarvan dit | project deel uitmaakt. Als onderdeel van het geheel was het plan in de | plaats van het buurtcentrum (dat momenteel gesloopt wordt) een nieuw | multifunctioneel centrum (MFC) te bouwen met een maatschappelijke | bestemming, zonder woningen daarboven en een parkeervoorziening ten | behoeve van deze woningen daaronder. Het zou maximaal 7 m hoog | worden. Hierin moesten allerlei functies (zoals een bibliotheek) worden ondergebracht. | Aangezien door gebrek aan financiële middelen van de overheid het | overgrote deel van dit hele vernieuwingsplan, dat -naast dit MFC- ook | voorziet in de bouw van scholen en woningen in dit gebied, voorlopig niet doorgaat, is de keuze gemaakt in ieder geval de bouw van het | multifunctionele centrum als afzonderlijk project in het kader van dit | bestemmingsplan te realiseren. Maar door een drastische wijziging en | uitbreiding van het bouwplan van het MFC wordt echter zodanig | afgeweken van het vigerende bestemmingsplan dat het in strijd komt met | dit plan en het ingrijpend aantast. Er wordt immers aan het MFC een | stallingsgarage toegevoegd en een bouwvolume van 41 woningen | voorgenomen, waardoor het gebouw een hoogte krijgt van 22 meter(!), | hetgeen binnen het geldende bestemmingsplan niet is toegestaan. | Daarvoor moet dan ook door de stadsdeelraad een apart projectbesluit | genomen worden. Op grond van art.3.10 lid vier van de Wet Ruimtelijke Ordening (WRO), | die op 1 juli 2008 in werking is getreden, heeft de (toenmalige) deelraad Geuzenveld-Slotermeer in zijn vergadering van 9 december 2008 echter | besloten het nemen van een projectbesluit aan het Dagelijks Bestuur te | delegeren, mits het zou gaan om plannen van niet ingrijpende aard. Toen bij brief van 24 april 2009 het Dagelijks Bestuur de leden van de | (toenmalige) deelraad Geuzenveld’ Slotermeer in kennis stelde van het | voorgenomen projectbesluit heeft de raad niet binnen de gestelde termijn | van 14 dagen te kennen gegeven deze besluitvorming aan zich te willen | houden, hoewel het ging om een projectbesluit op basis van een bouw- | plan dat in strijd is met het geldende bestemmingsplan. | Op grond van genoemd artikel van de WRO heeft ook de nieuwe stads- | deelraad (na de fusie van de drie voormalige stadsdelen) van Nieuw- | West op 3 mei 2010 besloten het nemen van een projectbesluit aan het | Dagelijks Bestuur van de stadsdeelraad (in nieuwe samenstelling) te | delegeren, mits het —-opnieuw- zou gaan om een project in het geldende | bestemmingsplan van niet ingrijpende aard, laat staan in strijd met dat | bestemmingsplan. In het projectbesluit van 7 december 2010 wordt echter gesteld “Dat gelet op de aard en omvang van het bouwplan niet gesproken kan worden van een bouwplan van niet-ingrijpende aard,” (pag.2) En in de “Ruimtelijke onderbouwing Jan de Louter-Kavel 1” “__van 10 november 2009 staat te lezen: “Het nieuwe bouwplan past niet ‘binnen het geldende bestemmingsplan Slotermeer voor wat betreft de te realiseren woningen, de bouwmassa en het parkeren,” (5.2 pag. 21) | Hier wordt met andere woorden door het Dagelijks Bestuur ronduit | verklaard dat het wel degelijk gaat om een project dat van ingrijpende | aard is in het kader van het gehele bestemmingsplan, en dus had dit | besluit door de stadsdeelraad van Nieuw-West en niet door het Dagelijks | Bestuur genomen moeten worden, waarmee de rechtsgrond aan dit | besluit en dus ook aan het verlenen van de bouwvergunning is komen te | ontvallen. | e datde sterke en onweerstaanbare indruk is gewekt, dat vanwege een zeer krappe | bouwmarkt Ymere Ontwikkeling BV alleen om financiële redenen tot het | bouwen van dit complex bereid is, dus als het maximale bouwvolume | gerealiseerd kan worden. | | Daarmee wordt de bouw van een maatschappelijk en sociaal belangrijk | centrum (financieel) afhankelijk gemaakt van een projectontwikkelaar. | Het is echter de eigen verantwoordelijkheid van de overheid, ook van de | lokale, om voor een wijk, zeker ook voor deze, maatschappelijke en | sociale voorzieningen te treffen, onafhankelijk van welke projectont- | wikkelaar dan ook, mede om het risico “wie betaalt bepaalt” te | vermijden. Deze (financiële) afhankelijkheid wordt nog versterkt doordat | de gemeente toekomstige claims van eventuele plan- en vervolgschade | aan Ymere Ontwikkeling BV heeft overgedragen. | Conclusie: het gaat hier meer om het belang van Ymere Ontwikkeling BV mn dan om het maatschappelijk belang van de buurt en haar bewoners, ondanks de actie die Ymere recent —publicitair breed- heeft uitgezet | onder het motto “Op weg naar een betere buurt”, | e dat een multifunctioneel centrum in deze omvang niet wenselijk, onnodig en overbodig is. Het plan is —naast andere maatschappelijke functies- de bibliotheek, momenteel in het stadsdeelkantoor aan het Plein ’40-’45 ondergebracht, in het nieuwe MEC te huisvesten. Maar naar verluidt worden twee van de drie bibliotheken in het stadsdeel Nieuw-West opgeheven, met een grote mate van waarschijnlijkheid dat ook de hiervoor genoemde daaronder valt. In dat geval is de ruimte in het nu geplande volume niet nodig. Bovendien zijn er voldoende andere locaties rond het Plein '40-’45 waarin een bibliotheek gehuisvest kan worden. Bijvoorbeeld in de Jan de Louterhof tegenover de noordzijde van het geplande MFC, een zeer geschikte ruimte die nog altijd leegstaat en waar een maatschappelijk relevante bestemming op rust. e dat de nieuwbouw van het MFC in deze omvang meer is ingegeven door de oplossing van het huisvestingsprobleem van enkele afdelingen van het Stadsdeel Nieuw-West, dan door de zorg voor de (belangen van de bewoners van de) buurt. Het is bekend dat enkele afdelingen van het stadsdeel Nieuw-West van de andere locatie(s) in de lokatie Plein '40-’45 van het stadsdeelkantoor zullen worden gehuisvest, reden waarom ook de bibliotheek op deze lokatie moet verdwijnen. e dat bewoners hun appartement aan de Jan de Louterstraat zuidzijde hebben gekocht, met de mondelinge toezegging dat er op grond van het +toen- vigerende | | | | bestemmingsplan geen hoogbouw tegenover gebouwd zou worden, maar dat er | alleen op de plaats van het sterk verouderde en vervallen buurtcentrum een | nieuw gebouw zou komen ten behoeve van maatschappelijke functies van | maximaal 7 meter hoog, iets hoger dan het oude buurtcentrum nu. | e dat de (toenmalige) stadsdeelraad Geuzenveld/Slotermeer met de bouw van de | (woonambiance) Jan de Louterhof in het duurdere segment van de woningmarkt, | duidelijk de bedoeling had bewoners aan te trekken van een gemiddeld en hoger | inkomensniveau om op die manier een aanzet te geven tot een meer gemengde | bevolking in dit deel van Nieuw-West (Slotermeer), daarmee een bijdrage te | leveren aan het leefklimaat in de buurt en de economie te stimuleren. | e dat deze investering in de samenleving in de buurt met de realisering van deze | plannen grotendeels ongedaan gemaakt gaat worden, daar het geen nieuwe | __ bewoners zal aantrekken en de huidige bewoners zich in hun woon- en | leefklimaat dusdanig voelen aangetast dat zij nu al geneigd zijn deze buurt te | verlaten, wat een voortgaande achteruitgang van de buurt alleen maar zal | bevorderen, een proces dat in de leegstand en achteruitgang van het. | winkelcentrum aan het Plein °40-’45 al duidelijk waargenomen wordt. | | e dat een aantal bewoners hun bezwaren (‘zienswijzen’) tegen de voorgenomen | plannen in het ontwerpbesluit van 8 april 2010, binnen de daarvoor gestelde termijn hebben ingebracht, daarvan een ontvangstbevestiging hebben gekregen, | maar deze, zonder enige opgave van reden of argumenten, door het Dagelijks m Bestuur van de stadsdeelraad terzijde zijn gelegd, in het projectbesluit van 7 | december 2010 als volgt geformuleerd: “Dat de ingediende zienswijzen geen aanleiding geven af te zien van het honoreren van het verzoek tot het nemen van | een projectbesluit”(pag.3). | | e dat bewoners zich bekocht voelen door deze voorgenomen plannen, daar zij niet | alleen in hun woon- en leefklimaat, maar niet minder in hun privacy drastisch | worden beperkt, mochten deze plannen onverhoopt doorgaan. Juist vanwege het | vele groen (N.B. onderdeel van Parkstad!), de unieke bomen, het licht en uitzicht | ’ hebben zij hun woning gekocht. | e dat door de hoge oost- en noordgevel van het geplande complex en de geringe | afstand tussen de noordgevel van het nieuwe complex en de zuidgevel van de | Jan de Louterhof niet alleen het licht, maar ook de bezonning van deze woningen | sterk zal verminderen en een aantal bewoners in de winterperiode zelfs helemaal | geen zon in hun woning krijgen, wat zal leiden tot derving van hun woonplezier | en bij een aantal bewoners zelfs emotionele en psychische schade zal opleveren. | e dat de grenswaarden industrie- en verkeerslawaai tengevolge van de bouw van | dit complex worden overschreden (“Vaststelling hogere grenswaarden”, 13 | december 2010, kenmerk BA81/0052BWT 2009, pag.!)). Het Dagelijks Bestuur van de (toenmalige) deelraad Geuzenveld- | Slotermeer heeft op 7 april 2009 op onbekende gronden ontheffing voor deze overschrijding verleend. Hoewel de bewoners van de Jan de | Louterhof tegenover het nieuw te bouwen complex evenveel of meer | hinder zullen gaan ondervinden van dit grensoverschrijdende verkeers- | en industrielawaai, zijn zij van deze overschrijding niet in kennis | gesteld en hebben zij derhalve hun bezwaren daartegen niet kunnen | indienen, | | | | | | | Í e dat de parkeerdruk in de omliggende straten sterk zal toenemen, omdat een groot | deel van de parkeerplaatsen in de ondergrondse parkeergarage voor de | medewerkers in het MEC gereserveerd blijft en slechts een klein deel voor de | bewoners van de 41 woningen daarboven. Met de markt op het Plein '40-”45, het | aan het plein gelegen winkelcentrum én de parkeerplaatsen die nodig zijn voor de ambtenaren, die in het stadsdeelkantoor van Nieuw-West, lokatie Plein °40- | '45, hun werkplek hebben, daarbij gevoegd al de ambtenaren van enkele | afdelingen die van de lokatie Osdorpplein 1000 naar deze lokatie verhuizen. zal dat de parkeerdruk onverantwoord doen toenemen, hetgeen het leefklimaat in de | buurt niet dragen kan, nog afgezien van de milieuschade die dit zal opleveren. | e dater in het stadsdeel Nieuw-West, ook in de buurten Slotermeer en Geuzenveld : | voldoende ruimte is om woningen te bouwen, ook voor speciale groepen | bewoners, leegstaande (kantoorgebouwen tot woonruimte om te bouwen of een | maatschappelijke bestemming te geven. | | | verzoeken | onderstaande bewoners het Dagelijks Bestuur en de leden van de stadsdeelraad van | Nieuw-West zich aan het geldende bestemmingsplan te houden, de voorgenomen | plannen tot de bouw van het multifunctioneel centrum hoek Slotermeerlaan/Jan de zj Louterstraat met de daaronder gelegen parkeergarage en de daarboven gelegen | woningen te heroverwegen en zowel het projectbesluit als ook de vergunning tot de | voorgenomen bouw, van respectievelijk 7 en 17 december 2010, in te trekken danwel ij te vernietigen. | Namens onderstaande bewoners, | Í | | C. van Andel | | Bewoners: | dhr. D.S.A.Khan Jan de Louterstraat 14 | dhr. B.Hol /mw. M.Muns Jan de Louterstraat 24 | dhr. en mw, T.K. Kwee Jan de Louterstraat 26 | dhr, en mw. J.Ligteringen Jan de Louterstraat 36 | mw. P,S.C, Lems-van Rooijenqg Jan de Louterstraat 48 | dhr. en mw. M.M,A.Holthuizen Jan de Louterstraat 50 dhr, en mw. A.Holtrop-Herder Jan de Louterstraat 60 | : dhr. D.A.Cohen Jan de Louterstraat 62 dhr en mw. C.van Andel Jan de Louterstraat 70 | mw. G.J.H. Borst Jan de Louterstraat 72 | dhr. T, O’Sullivan Jan de Louterstraat 80 |
Raadsadres
6
train
Vervoerregio Amsterdam Agenda Regioraad Datum 09-05-2023 Tijd 18:30 - 22:30 Locatie Stadhuis Amsterdam Voorzitter M. van der Horst 1 Opening regioraad 2 Vaststellen agenda Van de regioraad wordt gevraagd: 1. De agenda voor de vergadering van de regioraad van 9 mei 2023 vast te stellen. 3 Mededelingen 4 Inspraak 5 Notulen regioraad 7 maart 2022 Van de regioraad wordt gevraagd: 1. De notulen van de vergadering van de regioraad van 7 maart 2023 vast te stellen. 6 BRIEVEN VAN HET DAGELIJKS BESTUUR 7 INGEKOMEN STUKKEN 7.1 BRIEVEN VAN DERDEN / RAADSADRESSEN 7.2 METROPOOLREGIO AMSTERDAM 7.2.c MRA Voortgangsnota 2022 8 VOORGENOMEN MOTIES - REGIORAAD 9 MEI 2023 9 1e Begrotingswijziging 2023 en 1e wijziging Uitvoeringsprogramma Mobiliteit 2023-2031 Voorgesteld besluit: 1. De 1e Begrotingswijziging 2023 vast te stellen; 2. De 1e wijziging op het Uitvoeringsprogramma Mobiliteit 2023-2031 vast te stellen. 10 Kaderbrief 2024 Voorgesteld besluit: 1. De Kaderbrief 2024 vast te stellen. 11 Eerste lezing nieuw Beleidskader Mobiliteit Van de regioraad wordt gevraagd: 1. Uw inhoudelijke reactie te geven op het ontwerp van het nieuwe Beleidskader Mobiliteit; 2. Het dagelijks bestuur te verzoeken het ontwerp Beleidskader Mobiliteit ter inzage te leggen. 12 Regionale Uitvoeringsagenda Stadslogistiek (RUAS) Voorgesteld besluit: 1. De Regionale Uitvoeringsagenda Stadslogistiek (RUAS) vast te stellen om hiermee verduurzaming van de stadslogistiek regionaal beter te faciliteren; 2. Inte stemmen met de uitvoering van activiteit 1: Gemeenten te ondersteunen met kennis en advies over zero emissie stadslogistiek; 3. In te stemmen met de uitvoering van activiteit 2: Ontwikkelen van een basisraamwerk voor toegangsbeleid; 4, Inte stemmen met de uitvoering van activiteit 3: Samen met provincies Noord-Holland en Flevoland de algehele coördinatie van de RUAS te doen. 13 Verordening nadeelcompensatie Voorgesteld besluit: 1. De Algemene Verordening nadeelcompensatie Vervoerregio Amsterdam (AVN) vast te stellen; 2. De Verordening nadeelcompensatie Amsteltram (VNA) van 19 maart 2019 in te trekken; 3. De Verordening nadeelcompensatie Vervoerregio Amsterdam 2023 (VNV) vast te stellen. 14 Voorbereiding en coördinatie BO Leefomgeving/MIRT 2023 Van de regioraad wordt gevraagd kennis te nemen van: 1. De voorbereiding voor het bestuurlijk overleg Leefomgeving 15 juni 2023; 2. De vooruitblik op het bestuurlijk overleg Meerjarenprogramma, Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT) 2023. 15 Rondvraag 16 Sluiting Pagina 2
Agenda
2
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad x% Gemeenteblad % Motie Jaar 2016 Afdeling 1 Nummer 222 Publicatiedatum 16 maart 2016 Ingekomen onder Z Ingekomen op 9 maart 2016 Behandeld op 9 maart 2016 Status Aangenomen Onderwerp Motie van het lid Alberts inzake de Nota van Uitgangspunten Reconstructie Amstelveenseweg (uitwerken twee varianten om gevolgen van breedtevoorkeur trottoir inzichtelijk te maken). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Nota van Uitgangspunten (NvU) Reconstructie Amstelveenseweg (tussen Zeilstraat en Stadionplein) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 98). Constaterende dat: — in de nota van uitgangspunten staat dat nog uitgewerkt moet worden wat de gevolgen zijn voor de bomen bij realisatie van een fietspad aan de oostkant van de Amstelveenseweg, ten zuiden van de kade; — de bewoners nog onvoldoende hebben kunnen overzien wat de gevolgen zullen zijn van de door het Dagelijks Bestuur van stadsdeel Zuid uitgesproken wens om het trottoir op 4 meter breedte te behouden. Overwegende dat: — ereen keuze moet kunnen worden gemaakt over de gevolgen van de breedte- voorkeur van het trottoir (behoud van de parkeerplaatsen of behoud van bomen). Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: voor het voorlopig ontwerp twee varianten uit te werken, opdat de gevolgen van de breedtevoorkeur van het troittoir inzichtelijk kunnen worden gemaakt. Het lid van de gemeenteraad R. Alberts 1
Motie
1
train
> Gemeente Amsterdam Motie Datum raadsvergadering 11 oktober 2023 Ingekomen onder nummer 578 Status Ingetrokken Onderwerp Motie van de leden Khan en Veldhuyzen inzake plaatsing van de nieuwe standplaatsen zonder daarvoor de huidige gebruiksruimte van woonwagenbewoners te gebruiken Onderwerp Plaats de nieuwe standplaatsen voor woonwagens zodanig dat het niet ten koste gaat van de hui- dige bestaande gebruiksruimte van woonwagenbewoners. Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De Raad, Gehoord de discussie over startnotities verkenning uitbreiding standplaatsen voor zes bestaande locaties Constaterende dat: -_Ereindelijk een kentering is in het vitsterfbeleid voor woonwagenbewoners; -__In de regio historisch reeds heel veel ruimte is afgenomen van woonwagenbewoners; -__ het Europese Hof voor de Rechten van de Mens heeft uitgesproken dat woonwagenbewo- ners het recht hebben om hun cultuur te beleven en uit te dragen, zoals onder meer te kunnen leven in een woonwagen“; -__ Gemeenten volgens de uitspraak het mogelijk moeten maken dat woonwagenbewoners hun cultuur moeten kunnen beleven; -__De woonwagenbewoners volgens het EVRM recht hebben op huisvesting (die overeen- komt met hun cultuur en culturele identiteit), bescherming van het privéleven en het recht op gelijke behandeling; -_ Amsterdam de afgelopen decennia zich onvoldoende heeft ingespannen om de Roma en Sinti-cultuur te beschermen. Overwegende dat: -_ Als gevolg van ambtelijk beleid * Woonwagenbeleid | Home | Volkshuisvesting Nederland Gemeente Amsterdam Status Ingetrokken Pagina 2 van 2 o deze cultuur niet de mogelijkheid heeft gehad zich goed te herstellen na hun ver- volging in de tweede wereldoorlog; o deze gemeenschappen onderworpen bleven aan uitsterfbeleid door onder meer gedwongen te worden in niet-verplaatsbare caravans te moeten wonen; o deze gemeenschappen werden onderworpen aan dwang om in vaste huizen te moeten gaan wonen; o decennia lang de hoeveelheid standplaatsen werd verminderd; o de cultuur van deze gemeenschappen langzamerhand dreigt te verdwijnen; -__De ontbreken van het creëren van extra ruimte voor deze 15 standplaatsen op reeds be- staande ruimte die wordt geoccupeerd door woonwagenbewoners niet kan worden ge- zien als uitbreiding van ruimte voor woonwagenbewoners; -_ Het inschikken van de huidige woonwagenbewoners voor de nieuwe plekken wordt erva- ren als ‘een sigaar vit eigen doos’; -_ Het niet beschikbaar stellen van extra ruimte voor de 15 extra standplaatsen kan worden ervaren als een valse belofte en onbetrouwbare overheid; -__De gemeente als onwillige partner voor woonwagenbewoners kan overkomen. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders Niet op de huidige ruimte die worden gebruikt en bewoond door woonwagenbewoners de nieuwe standplaatsen te realiseren, maar daarvoor extra ruimte beschikbaar te stellen aangrenzend aan de huidige locaties. Indiener(s), S.Y. Khan J.A. Veldhuyzen
Motie
2
val
> Gemeente Amsterdam DS Motie Datum raadsvergadering 8 november 2023 Ingekomen onder nummer 590 Status Verworpen Onderwerp Motie van het lid Koyuncu inzake Begroting 2024 Onderwerp Autoluw op pauze in de wijken aan de stadsranden, totdat er voldoende is geïnvesteerd in de vit- breiding en verbetering van het openbaar vervoer. Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De Raad, Gehoord de discussie over de Begroting 2024 Constaterende dat: -_ Inde afgelopen jaren er sprake is geweest van een constante verschraling van het open- baar vervoer in Amsterdam. -__ Betaalbaarheid van het openbaar vervoer een grote zorg is. -_Met name in de wijken aan de randen van de stad men afhankelijk is van de auto. Overwegende dat: -__ De vereiste investeringen voor een stabiel openbaar vervoer in Amsterdam ontbreken. -_ Ereveneens een tekort is aan investeringen voor een fijnmaziger openbaar vervoersnet- werk. -__ Er momenteel geen indicaties zijn dat deze situatie op korte termijn zal verbeteren. -_ Het verder beperken van autogebruik vooral degenen treft die ervan afhankelijk zijn, zoals gezinnen met kinderen en mensen die met de auto naar hun werk reizen. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders Het implementeren van de agenda autoluw in de wijken aan de stadsranden te pauzeren, totdat er voldoende is geïnvesteerd in de uitbreiding en kwaliteitsverbetering van het openbaar vervoer. Dit om te waarborgen dat Amsterdammers, vooral zij die aan de randen van de stad wonen, een alter- natief hebben voor hun vervoer. Indiener(s), S. Koyuncu
Motie
1
train
D Gemeente Amsterdam VV % Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting en Monumenten % Gewijzigde Agenda, woensdag 16 januari 2008 Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting en Monumenten Tijd 13.00 tot 17.00 uur en 's-avonds vanaf 19.30 uur Locatie 's-middags in de Boekmanzaal; ‘s-avonds in de 0239 Algemeen 1 Opening 2 Mededelingen 3 Vaststelling agenda Verkeer, Vervoer en Infrastructuur 4 Advies concept OV Visie 2020-2030 Stadsregio Amsterdam Nr. BD2007-008315 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (13.02.08). e Presentatie door Stadsregio. e De leden van de Raadscommissie Ruimtelijke Ordening, Grondzaken, Waterbeheer en ICT zijn hiervoor ook uitgenodigd Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de vergadering spreektijd aanvragen bij de Raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn slechts richtlijnen waaraan geen rechten zijn te ontlenen. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn. Voor degenen die gebruik willen maken van het “vragenhalfuur”geldt het bovenstaande ook, met dien verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda staat. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden via internet: www.amsterdam.nl/gemeenteraad. Voor algemene informatie: info @raadsgriffie.amsterdam.nl 1 Gemeente Amsterdam VV Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting en Monumenten Gewijzigde Agenda, woensdag 16 januari 2008 5 Amsterdamse OV-visie 2008-2020 Nr. BD2007-007827 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (13.02.08). e De leden van de Raadscommissie Ruimtelijke Ordening, Grondzaken, Waterbeheer en ICT zijn hiervoor ook uitgenodigd 6 Definitief Werkprogramma Fietsdiefstalpreventie 2007-2010 Nr. BD2007-005501 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. 7 Westelijke ontsluiting IJburg (2) Nr. BD2007-008296 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Geagendeerd op verzoek van raadslid Flos (VVD). 8 Maatregelen stadsregisseur 2008-2010 Nr. BD2007-008297 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Geagendeerd op verzoek van raadslid Geurts (GroenLinks). 9 Beantwoording schriftelijke vragen Noord-Zuidlijn werkzaamheden platform natte Damrak Nr. BD2007-008406 e Terbespreking en voor kennisgeving aannemen naar aanleiding van bespreking dd. 12 december 2007. e Stukken worden nagezonden. e De heer Driessen en de heer Doeswijk (insprekers bij dit onderwerp op 12 december 2007) zijn ook uitgenodigd. 10 3e kwartaalverslag 2007 Noord-Zuidlijn Nr. BD2007-007662 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Onder voorbehoud besluitvorming B&W op 15 januari 2008. AANSLUITEND ZAL EEN BESLOTEN DEEL PLAATSVINDEN 2 Gemeente Amsterdam VV Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting en Monumenten Gewijzigde Agenda, woensdag 16 januari 2008 AVONDVERGADERING VANAF 19.30 UUR LET OP: LOKATIE 0239 (DE ROOSZAAL) Algemeen 11 Vragenhalfuur publiek 12 Actualiteiten 13 Conceptverslag van de openbare vergadering van de Raadscommissie VV d.d. 12 december 2007 (openbare deel) e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier doorgegeven, commissie VV @raadsgriffie. amsterdam.nl Conceptverslag van de openbare gezamenlijke vergadering van de Raadscommissies ROW, VV, FEZ en ZM d.d. 12 december 2007 e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier doorgegeven, commissieROW @raadsgriffie. amsterdam.nl 14 Openstaande toezeggingen 14A Termijnagenda e Niet ontvangen 15 Rondvraag Monumenten 16 Aanbieding gebiedsdocument aan OCW Nr. BD2007-008301 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Geagendeerd op verzoek van raadslid Bakker (SP); e Insprekers zijn geïnformeerd. 3 Gemeente Amsterdam VV Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting en Monumenten Gewijzigde Agenda, woensdag 16 januari 2008 Volkshuisvesting 17 Preadvisering raadsnotities short-stay Nr. BD2007-007945 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht. 18 Ten behoeve van commissiebehandeling: Rapportage Ombudsman over klachtenafhandeling woningcorporaties Nr. BD2007-008163 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e De ombudsman, de heer Van de Pol is uitgenodigd. 19 Jaarverslag Huurteams Huurrondejaar 2006-2007 Nr. BD2007-008157 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. 20 Vaststellen peildatum Nr. BD2007-008338 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Geagendeerd op verzoek van raadslid Willemse (PvdA). 21 Beantwoording vragen Kamerverhuur Nr. BD2007-008299 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Geagendeerd op verzoek van raadslid Willemse (PvdA). 22 Uitvoeringsplan Jongerenhuisvesting Nr. BD2007-008300 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Geagendeerd op verzoek van raadsleden Willemse (PvdA) en Buurma (VVD). Nagekomen agendapunt 23 Fusiecriteria en zienswijze fusie Ymere en Woonmaatschappij . (BD2007- 008362) e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e _ Stukken in uw bezit, zijnde TKN-11 stukken in 1° verzending. e Geagendeerd op verzoek van raadslid Bakker (SP). 4
Agenda
4
test
Groene golven en ongelijkvloerse kruisingen Verkeersanalyse voor groene golven en ongelijkvloerse oplossingen In Amsterdam Auteur: N.H. Zornig V&OR - K&K Gemeente Amsterdam 1 1 Samenvatting Begin 2020 is de Agenda Autoluw goedgekeurd door de raad, waarbij op de 27 maatregelen verschillende vragen zijn gesteld door de raad. Een van de vragen is gesteld in motie 71:20 door Boomsma c.s. aangaande het gebruik van groene golven en ongelijkvloerse kruisingen om de doorstroming voor de auto (en daarbij luchtkwaliteit) en andere verkeersdeelnemers te realiseren. De vraag was te onderzoeken hoe groene golven en ongelijkvloerse kruisingen de doorstroming van het verkeer kunnen verbeteren en daarmee de luchtkwaliteit, waarbij bijvoorbeeld te kijken naar de Stadhouderskade en de Weesperstraat. Het college heeft besloten dat naar aanleiding van deze motie een quick-scan vit 2015 naar mogelijke groene golven in Amsterdam ge-update gaat worden en nodig uitgebreid. Hierbij wordt dan ook ingaan op de (on)mogelijkheden van ongelijkvloerse kruisingen. Vanuit een algemene analyse blijkt dat: -_Groene golven relatief snel en tegen relatief lage kosten (in vergelijking tot ongelijkvloers kruisingen) gerealiseerd kunnen worden, maar als nadeel hebben dat het altijd een compromis blijft met het “ontregelen” van verkeer op kruisende wegen; veelal fiets- en OV-verkeer. Hierdoor zijn groene golven lastig als algehele maatregel te implementeren. -__ Ongelijkvloerse oplossingen juist het probleem oplossen van de nadelen voor het kruisend verkeer en daarbij extra openbare ruimte kan opleveren. Echter, het implementeren ervan duurt lang (inclusief planfase minimaal 5 jaar), kost veel (zeker 20 miljoen Euro) en zal met name in een stedelijk situatie leiden tot veel overlast tijdens de bouw (afsluiting van een traject dat al last had van slechte doorstroming). -__ Vanuit een aantal maatregelen vanuit Agenda Amsterdam Autoluw wordt er ingezet op verminderen van het autoverkeer. Verwachting in algemene zin is dat met name hoofdroutes op korte termijn nog wat drukker zouden kunnen worden en op een groot aantal andere routes een stuk minder druk. -__ Rekening houdend met het aandeel verkeer in de totale uitstoot, door lokale verkeersmaatregelen te nemen voor het beter te laten doorstromen van het verkeer, kan lokaal tot 10%-15% verbetering van de luchtkwaliteit leiden. -___Bijelkaar leidt een autonome verschoning van het wagenpark tot een verbetering van de luchtkwaliteit voor bijvoorbeeld NO» van 20%-25% richting 2025. Met de zero emissie (ZE)-ambities zal de verbetering nog hoger zijn. De bijdrage van verkeer aan de luchtkwaliteit in Amsterdam zal de aankomende jaren verbeteren (autonoom, zero-emissie, NSL en Agenda Autoluw). Vanuit de optiek van het verbeteren van de luchtkwaliteit is het dus logisch om met name te kijken naar maatregelen die op relatief korte termijn (horizon van maximaal 5 jaar) kosteneffectief geïmplementeerd kunnen worden. Het advies is om maatregelen met een langere horizon en/of hoge kosten alleen te overwegen wanneer door bovenstaande de luchtkwaliteit niet aantoonbaar verbetert en de maatregelen aangaande de doorstroming niet blijken te werken. Voor de Weesperstraat is het niet zinvol om verder onderzoek te doen naar een ongelijkvloerse oplossing, omdat er een metrolijn onderdoor loopt. Wel is het advies om de huidige groene golfregeling te gaan updaten. Voor de Stadhouderskade is het voorstel om: -__ Geen verder onderzoek te doen naar een ongelijkvloerse oplossing. Deze is te duur en complex in vergelijking tot de waarde die het potentieel levert en de alternatieven die er nog gepland zijn aangaande maatregelen Agenda Amsterdam Autoluw. -__De groene golfregeling voor Stadhouderskade-WA opnieuw te analyseren en wanneer zinvol te verbeteren. Met Maatregel 17, circulatie-maatregelen rondom Van Woustraat, van Agenda Amsterdam Autoluw, wordt opnieuw gekeken naar de doorstroming op de kruispunten Stadhouderskade - WA. Dit loopt en behoeft dus verder geen extra aandacht. 2 - Einde 2022, nadat de maatregelen van Agenda Amsterdam Autoluw zijn geïmplementeerd en de tijd hebben gehad om effect te hebben, een quick scan analyse te doen en wanneer maatregelen te beschouwen die met name het autoverkeer op de Stadhouderskade kunnen verminderen. Er is met experts onderzocht wat de huidige stand van zaken is aangaande eerder onderzochte trajecten en of er op basis van nieuwe inzichten aangaande plusnetten, waar de afgelopen jaren de doorstroming niet is verbeterd, een groene golf heroverwogen kon worden. Voor 2 trajecten is het zinvol om extra acties te nemen aangaande groene golven. Voor 5 andere trajecten worden al acties ondernomen binnen lopende projecten, zoals Agenda Amsterdam Autoluw, en worden deze hieronder verder bekrachtigd: - _ Westpoortweg: o Aangaande Wespoortweg is het traject voor verdere implementatie van een dynamische groene golf 2020 weer opgepakt. Dit traject behoeft dus verder geen extra aandacht. - __ Wibaut-as (Weesperstraat): o Het advies is om dte onderzoeken of de werking van de bestaande groen golf uit 2004 geoptimaliseerd kan worden. o Qua timing dient hier rekening te worden gehouden met de pilot knip Weesperstraat welke voor maart 2021 staat gepland. - Jan van Galenstraat-Oost van Azo: o Vanuit Agenda Amsterdam Autoluw vinden al kruispuntanalyses plaats naar verbeteringsmaatregelen. Wanneer zinvol kunnen die ook al eerder worden geïmplementeerd. Dit traject behoeft dus verder geen extra aandacht. -___Prins Hendrikkade — Oost: o Met voorgenomen herinrichting Kattenburgerstraat in 2022 en de te verwachten veranderende verkeerstromen is vanuit Agenda Amsterdam Autoluw een VRI-studie gedaan, waaruit blijkt dat er ruimte is om het ontwerp te wijzigen en daarmee het verkeer op te vangen. Dit wordt geïmplementeerd vanuit Amsterdam Agenda Autoluw. Een groene golf tussen twee kruispunten heeft dan geen toegevoegde waarde meer. Dit traject behoeft dus verder geen extra aandacht. -__ Stadhouderskade-WA en Stadhouderskade-OR: o Vanuit Agenda Amsterdam Autoluw worden de circulatiemaatregelen rondom Van Woustraat op de Stadhouderskade naar het gebied vanaf de Museumbrug tot de Torontobrug onderzocht. Optimalisaties voor de doorstroming worden hierin meegenomen per kruispunt. Dit traject behoeft dus verder geen extra aandacht. - Amstelveenseweg: o Voor het deel Amstelveenseweg rondom Stadionplein is kort geleden een groene golf ontwikkeld en er lopen acties om deze te implementeren.Dit traject behoeft dus verder geen extra aandacht. Tenzij er grote veranderingen in het (beleid aangaande het) verkeersnetwerk worden geïmplementeerd, is het de verwachting dat alle mogelijkheden voor groene golven wel zijn geïmplementeerd. Een terugkerende actie naar het zoeken naar nieuwe mogelijkheden is dus niet zinvol. Voor de huidige 6 groene golven is het advies om deze regelmatig op de werking te analyseren en de resultaten te bespreken met de bestuurder. Dit om te voorkomen dat de impact van nieuwe technologische mogelijkheden en/of nieuwe verkeersituaties niet leiden tot aanpassingen. Het advies is om 1 groene golf per jaar te analyseren in een cyclus van 6 jaar, te starten in 2023 (om zo ook de maatregelen van met name Agenda Autoluw de tijd te geven om de impact te tonen). Kosten zijn dan: - 2021: Wibaut-as: 60.000 Euro -__ Quick Scan analyse van situatie Stadhouderskade in 2022: 10.000 Euro. -__ Kosten analyse en eventueel aanpassen huidige systemen perjaar vanaf 2023: 20.000 Euro. 3 Inhoud 1 _ Samenvatting. nnnnnenner vee rennenneneversenrenvernenenensenenseenenereneneeunrnenenerenseneensnsereneervenvnneeneneenerenenrveenvenener 2 Inleiding ….nnnnnnennernnenneenneenvenennerseernenerserenvenseenvenennvenneeneenseenenvensensneenveneneeneennvenvenennevenvenvenvenvenvernvennenn 5 2.1 Leeswijzer … nnn nnnnenenrnneeneenenensnenenerenrennerreernenenneereerensnenereneerenrnneveneeeverrenenenseneneenenensenenenenvenvennene B 2.2 Agenda Amsterdam Autoluw … nnn nonnen vens nenennvensersereneeneneeenenseeeerenreereneesseenvenenserenvenvenvenvenvennenenn 5 2.3 Motie 71.20 Boomsma c.s. - Agenda Amsterdam Autoluw verbeter de doorstroming … 5 2.4 Twee suggesties — Groene golf en ongelijkvloerse kruisingen … nnen ennen rnen ereen vereer 0D 2.5 Lopende maatregelen Agenda Amsterdam Autoluw en motie 71,20 „nnen nan oe eoneen ven vennen vereren 3 _ Effect van doorstroming en autonome ontwikkeling wagenpark op luchtkwaliteit … nnee 7 4 _ Algemene beschrijving van groene golven en ongelijkvloerse kruisingen … nun nnenseene ner snersvener eneen} bl Groene golven … ……nnnsennvenseneenserseenenenrenensersee evene reneenvenvennvene ner vneeenvensenvenenneenensenveenevenenseenvenenne enne} 42 Ongelijkvloerse kruisingen … … nuno ene renrserenvensenvennvensenneenvenvennenenseneerenvenenneveervseenvennvenenvenvensneee} 5 _ Doorstroming op Stadhouderskade en Weesperstraat … nanne vennenenesennvenseeenevenvenersveenee venen A1 5.1 Stadhouderskade … ann eoenenenen neren ner enveneeneenseeereneeereneeensnevennenneneneevevverenveeeveevenvveenveverenenn 11 5.2 Weesperstraat … uns oonsvensn sere enneernervensnerensserserensnervenseernnneersnerenseerenenvnnvenenseerseeeenvervenveerveeenenerre 12 6 _ Groene golven in Amsterdam nnn nen sensennvensenne eer sneneveneeneeneesenenveneenerenensvenvenveneeenvenvenvenenversversenee 13 6.1 Realisatiekosten groene golven… nnn nnn nsnensensennsennenneeseensensennensenseeenrenveneenerreenvenreeeneerneervenenee 13 6.2 Haarlemmerweg … nnn annene nnen vensenerenerseesvensennenseeneeveneneneensersveenvenenevseeenvenvennvenveneenvensvevenversenenenen Ll 6.3 Jan van Galenstraat — Oost van A10... ennen servensnrennneerenevensevenneerenvenvenvveneneneeneeeenenvennneerveeen 15 6.4 Prins Hendrikkade — Oost … nnee vennen vereen ver eneenennenenseereeneerenvennneer venen venvvenvevenveereneneeen 15 6.5 S112 — Wibautstraat/Weesperstraat … nnen nvene ener eneenennerennvereeevenenvensenereneeerenevenseevenveereneeeen 15 6.6 Transformatorweg-Basisweg … nnen neen eneeneneenvenenneneenennenvenvenvenveneneervervevernenvenenerevene neer 16 6.7 Westpoortweg …….….nnnnnernnn ner nennsereneernervervennennserverreenensenenersensnnenenenenevenvensenreneneneenvervenenerenverveerenene 16 6.8 Stadhouderskade … … nnen enen nerserennenn verser venvenseenvenenrvenvenseeeevenvennveenenvenenvenenerenvenvnennenen 16 6.9 Andere onderzochte trajecten voor 2015 … nnn nnseneennenenenser ververs rene verve rsnnenerene rene nnneeneveneneerveneen 20 7 _Analysetrajecten groene golven … nnn nnnrnnernerserenenereerenensveneenrenerenvensenvenenseesnenseenenversensnevseernvereneern 21 7-1 Negen trajecten nader te beschouwen ……..unnun neon serenennerserenrenvenrrne enn vensenneeennsnenenversersveneenervenen 21 7.2 Luchtkwaliteit en doorstroming … nessen ven seneronerneenerenrenense eene nenenrenreneenseenveneneenereneenvenvenveeversveree 21 73 Keuze voor vervolgonderzoek … nnn vene oensennenserennensnsenevenseneevenvenveeeervenvenveneereneennnr 23 7-4 Conclusies groene golven ….…....nunnnennenennenenevenseene rene venevenverenvenvennver enn ennvennevenveenrvenvenseeene rennen Dl 8 _ Analyse trajecten ongelijkvloerse oplossingen … …….….nnnsnrsenrrneenrrneenerenennvensensenneeneennensnervenensvervenenveren 26 8.1 Spaarndammertunnel … nnen ereen verven envennensverenee er venvennenenevenenseneenvenvenenenenvvenvenseeene nerven 20 8.2 Stadhouderskade-Overtoom-Rijksmuseum … nn nans ven sene eeerenvensensensenensvenseenenenenersneeeeeneenvenensere 27 8.3 Weesperstraat... oenen onerenservenseerservenservensersenverenserenenennverensnerenverrsnvensneerenervenvennevenveerenenn 2 8.4 Conclusies ongelijkvloerse oplossingen …… ………nnnnnnennensnernenserneenerenvenven sense envenenseneneevenersereneesneer een 30 9 _ Conclusies en aanbevelingen … … …..nnnnenve rennen evenseenenvenvennenneeenenvenvennenenvenevenvenseeenevenvensveeneevenenenn 31 9.1 Algemeen …..nnnnnnenennnennennerenvenevennennverene renee enneenvenvensnennveeevenveneneenvennneernvenveene vene renennvveneerenene 31 9.2 Conclusies Weesperstraat en Stadhouderskade … ennen nen eener enen rennen venneneneeereneeennenene 32 9.3 Conclusies update Quick Scan groene golven … unne nnnnnvenee ene vensenneeeneeeneernveenvene rennen 32 4 2 Inleiding 2.1 Leeswijzer In dit rapport wordt het advies onderbouwd aangaande het inzetten van groene golven en ongelijkvloerse kruisingen als extra maatregelen aangaande Agenda Autoluw. Allereerst worden de algemene voor- en nadelen van groenen golven en ongelijkvloerse kruisingen beschreven. Vervolgens wordt voor de groene golven een update gegeven van de quick scan die in 2015 is uitgevoerd en die trajecten waar al eerder een groenen golf is geïmplementeerd aangevuld met een 5-tal trajecten waar een groene golf wellicht een bijdrage kan leveren aan de verbetering van de doorstroming. Deze zijn middels een quick scan geanalyseerd. Voor ongelijkvloerse kruisingen is een generiek onderzoek gedaan naar de zinvolheid van ongelijkvloerse oplossingen voor de Stadhouderskade en Weesperstraat, gebruik makend van een onderzoek voor de Stadhouderskade uit 2015 en Spaarndammertunnel als case. Gebruik makend van bovenstaande worden er algemene conclusies gedaan inzake ongelijkvloers oplossingen en specifiek voor de Stadhouderskade en de Weesperstraat. De bevindingen van bovenstaande zijn gecombineerd en aan het einde van dit rapport samengevat leidend tot conclusies en aanbevelingen. 2.2 Agenda Amsterdam Autoluw De Agenda Amsterdam Autoluw is erop gericht om Amsterdammers en bezoekers van de stad steeds vaker te laten kiezen voor een alternatief en om de beperkte openbare ruimte optimaal te gebruiken. In Agenda Autoluw zijn scherpe keuzes gemaakt, die nodig zijn in een stad als Amsterdam die groeit en bloeit en die steeds drukker wordt met meer bewoners, forenzen en bezoekers. Deze keuzes hebben vorm gekregen in 27 maatregelen, die deels voortkomen uit de intensieve gesprekken die zijn gevoerd met de stad en de regio. Maatregelen omvatten onder andere het verminderen van autoritten door slimme logistiek, een aantal nieuwe ‘knips’ op plekken waar dat nodig is, ruimte maken door parkeerplekken weg te halen en het herinrichten van sommige buurten. Een aantal van die maatregelen worden op korte termijn ingevoerd, anderen op de langere termijn. Agenda Autoluw onderkent dat de auto een belangrijk onderdeel blijft van de bereikbaarheid van de stad. Hierbij zal de druk op het autonetwerk toenemen. Verder is een belangrijk aspect van Agenda Autoluw om OV en fiets te stimuleren boven het gebruik van de auto. In het onderzoek zal dit worden meegenomen door mee te wegen wat het effect op doorstroming van OV en fiets is op de betreffende en kruisende trajecten. 2.3 Motie 71.20 Boomsma c.s. - Agenda Amsterdam Autoluw verbeter de doorstroming Begin 2020 is de Agenda Amsterdam Autoluw goedgekeurd door de raad, waarbij op de 27 maatregelen verschillende vragen zijn gesteld door de raad. Een van de vragen is gesteld in motie 71.20 door Boomsma c.s. aangaande het gebruik van groene golven en ongelijkvloerse kruisingen om de doorstroming voor de auto (en daarbij luchtkwaliteit) en andere verkeersdeelnemers te realiseren. 5 De vraag was te onderzoeken hoe groene golven en ongelijkvloerse kruisingen de doorstroming van het verkeer kunnen verbeteren en daarmee de luchtkwaliteit, waarbij bijvoorbeeld te kijken naar ongelijkvloerse kruisingen op de Stadhouderskade (tussen de Overtoom en het Rijksmuseum (Stadhouderskade-OR) en de Weesperstraat. Het college heeft besloten dat naar aanleiding van deze motie een quick-scan vit 2015 naar mogelijke groene golven in Amsterdam ge-update gaat worden en nodig uitgebreid. Hierbij wordt dan ook ingaan op de (on)mogelijkheden van ongelijkvloerse kruisingen op de verschillende locaties in de stad. 2.4 Twee suggesties — Groene golf en ongelijkvloerse kruisingen De vraag behelst twee verschillende opties die kunnen bijdragen aan doorstroming en vermindering van de uitstoot: Groene golf en ongelijkvloerse kruisingen. Qua implementatie zijn het twee erg verschillende opties die qua uitvoering moeilijk met elkaar vergeleken kunnen worden. In het kort is een groene golf een regeling van de Verkeersregelinstallaties (VRI’s) en kan vrij eenvoudig geoperationaliseerd worden. Echter, voordeel voor de ene corridor/verkeersdeelnemer zou nadelig kunnen vitpakken voor de andere. Met ongelijkvloerse kruisingen kan het negatieve effect van groene golven worden verhinderd. Echter, qua inpassing, kosten en realisatie zijn ongelijkvloerse kruisingen veel complexer en duurder. In dit onderzoek zullen de algemene principes van beide oplossingen worden behandeld, waarna ze voor een aantal specifiek gekozen trajecten verder zijn uitgewerkt. 2.5 Lopende maatregelen Agenda Amsterdam Autoluw en motie 71.20 Het gevraagde onderzoek naar groene golven raakt aan een aantal maatregelen vit de Agenda Amsterdam Autoluw: -__ Maatregel 15: Hoogwaardige fietsverbinding oostelijk Pontplein — Meester Visserplein realiseren en herinrichting Kattenburgerstraat. - Maatregel 16: Verkeersluwe noordelijke Van Woustraat en een betere OV bereikbaarheid van de oostelijke Albert Cuyp. -__ Circulatiemaatregelen Jan Evertsenstraat / De Clercqstraat. - Maatregel 13: Pilot Knip Weesperstraat. De aanpak van Agenda Amsterdam Autoluw is dat per circulatiemaatregel gekeken wordt of en hoe de kruispunten in het netwerk het verplaatste verkeer kunnen verwerken. De hele Jan van Galenstraat wordt meegenomen, en ook de Stadhouderskade Oost (Museumbrug tot Torontobrug). Voor Prins Hendrikkade oost geldt dit ook. Er wordt rekening gehouden met de huidige maatregelen (bijvoorbeeld groene golf), en waar mogelijk geoptimaliseerd op doorstroming en ook hoe dat zich verhoudt tot de kruisende (plusnet modaliteiten, OV en fiets). Een extra maatregel als onderdeel van Agenda Amsterdam Autoluw (versterkt door motie 57.20, Ernsting c.s) is om de basissnelheid in Amsterdam zo veel mogelijk terug te brengen tot 30 km/u. Voor heel Amsterdam wordt, vitgaande van bovenstaande redeneerlijn, gekeken wat de voordelen zijn voor Amsterdam op onder andere de gebieden veiligheid, luchtkwaliteit, geluid en leefbaarheid. Op basis daarvan wordt een voorstel gedaan welke wegen eventueel 50 km/u te houden. Het vitgangspunt is 30 als norm, waarbij er strikt wordt gekeken of een tenzij echt aan de orde is. Wanneer dat niet het geval is, wordt de weg 30 km/u. Daar waar zinvol wordt bovenstaand voorgenomen beleid meegewogen als Agenda Amsterdam Autoluw in de overwegingen. 6 3 Effect van doorstroming en autonome ontwikkeling wagenpark op luchtkwaliteit De achterliggende vraag vanuit “Motie 71.20 Boomsma c.s. - Agenda Autoluw verbeter de doorstroming” is in welke mate groene golven en ongelijkvloerse kruisingen kunnen bijdragen aan verbetering van de doorstroming en daarbij dan ook een verbetering van de luchtkwaliteit. In dat kader is het goed om op te merken dat de basis van Agenda Amsterdam Autoluw het verminderen van de voetprint van het autoverkeer is en op die manier het vergroten van de leefbaarheid. In dit hoofdstuk een kort overzicht van het effect van verkeer op de luchtkwaliteit waarbij expliciet wordt gekeken naar de impact van een verbeterde doorstroming op de luchtkwaliteit alsmede de autonome ontwikkeling van het wagenpark dat in Amsterdam rijdt. De concentratiebijdrage door lokaal wegverkeer aan de totale concentratie op een meet/rekenpunt is sterk afhankelijk van locatie (hoeveelheid verkeer, afstand tot gevel (meet-/rekenpunt), etc). Daarnaast heb je natuurlijk ook nog de invloed van niet lokaal wegverkeer (denk aan omliggende wegen en bijvoorbeeld snelwegen). Voor verkeer intensieve locaties is de bijdrage van verkeer ongeveer als volgt: e _NO2:ca. 20% - 30% is lokale verkeersbijdrage e PM: ca. 5% - 10% is lokale verkeersbijdrage e _PM2s:ca. 2%-8%is lokale verkeersbijdrage Als illustratie onderstaande figuur voor NO, voor 4 drukke straten in Amsterdam* in 2016. 50 Busser 5 Pel Zware voertuigen ® 45 7 n ® Middelrware voertuigen S a 4 B Lichte voertuigen | ® mmenntemenntensmeen Je en m Gemeentelijke wegen „ mm Ja E mBuitenwegen 5 s 5 7 X 0 = 30 m Snelwegen se ® 35 = Mobiele werktuigen 5 5 5 Scheepvaart Pes 8 mc aar | s ® 5 20 B Luchtvaart en spoor nn y ee een ge 0 Tj m Buitenland r n an Mm Consumenten 30 1 Z 10 m HDO / Bouw 3 _ = Landbouw 5 > Le] m Energieproductie a 8 q Û B Industrie & afvalverwerking q Figuur 1: Bijdrage verschillende NO, emitterende activiteiten aan de totale NO, voor 4 representatieve drukke straten in Amsterdam (Stadhouderskade, Amsteldijk, Weesperstraat, Prins Hendrikkade). Gemiddeld bestaat het verkeer in de stad voor ongeveer 88% uit personen wagens en 10% uit licht vrachtverkeer. In de tabel hieronder een overzicht van generieke effecten van maatregelen op NOx en PMz0. T RWS INFORMATIE | KNELPUNTENANALYSE NO: EN PM10 OVERSCHRIJDINGEN, 15 februari 2018 7 Tabel 21 : Overzicht van generieke relatieve effecten van maatregelen op NO, en op verschillende categorieën voertuigen. Het verschil is de factor "eerst genoemde situatie”/‘tweede genoemde situatie”, bijvoorbeeld stagnerend verkeer{/normaal verkeer. NN bussen < 20 ton LL Personenvoertuig | PMaostagnerendverkeertovnormaal_ |1,03 | NN bussen < 20 ton wagenpark Vrachtwagens en NO, 2020 tov 2025 1,5 en PO LL Personenvoertuig | PMao2020tov2025 _ |207 | Vrachtwagens en PM10 2020 tov 2025 1,1 MM Uit de tabel 2 valt op te maken, dat voor de bijdrage van het verkeer op NOx en PMi2o: -__ Hetlaten doorstromen van verkeer leidt tot minimaal een verbetering van 30% NO-bijdrage van verkeer en marginaal tot een verbetering van de PM1o-bijdrage. -_Het specifiek laten doorstromen van vrachtverkeer tot een nog grotere verbetering kan leiden, aangezien de uitstoot van licht en zwaar vrachtverkeer ongeveer 10x zo hoog is dan dat van personenvoertuigen. -__ Het effect van autonome verschoning van het wagenpark (zonder ZE-ambities van de stad) voor personenwagens tot ongeveer 40% minder uitstoot leidt. Voor vrachtwagens is dat ongeveer 50%. Kortom, door lokale verkeersmaatregelen te nemen, door het bijvoorbeeld het verkeer beter te laten doorstromen, kan lokaal tot 10%-15% verbetering van de luchtkwaliteit leiden (30% minder uitstoot van de 20%-30% bijdrager van lokaal verkeer in NO2). Het verschonen van het wagenpark in geheel Amsterdam heeft een groter effect, ook omdat het effect niet alleen een lokale bijdrage is, maar het gehele wegverkeer betreft. Bij elkaar kan een autonome verschoning van het wagenpark in 2025 tot een verbetering van de luchtkwaliteit leiden van NO» van 20%-25%. Bovenstaande verschoning van het wagenpark is ook te zien in de afnamen van NO: in Amsterdam via de luchtkwaliteitsmetingen (https://maps.amsterdam.nl/no2/). Dit gaat versterkt worden door de zero-emissie ambities van de stad Amsterdam, waarbij in 2030 alleen emissievrije voertuigen binnen de ring van het netwerk gebruik maken. Merk op dat de twee maatregelen (groene golf en ongelijkvloers) kunnen leiden tot lokaal verbeterde doorstroming (en luchtkwaliteit), maar dat er altijd gekeken moet worden wat het effect ergens anders in het netwerk is van de maatregelen. Immers, het probleem van te veel auto’s wordt niet weggenomen, waardoor de doorstroming ergens anders in het netwerk verminderd en tot ongewenste problemen leidt. 8 4 Algemene beschrijving van groene golven en ongelijkvloerse kruisingen 4-1 Groene golven We spreken van een groene golf als er minimaal drie opeenvolgende verkeerslichten zodanig op elkaar zijn afgestemd dat de (meeste) voertuigen die bij het eerste verkeerslicht vertrekken bij de volgende lichten praktisch altijd zonder noemenswaardige wachttijd door kunnen rijden. Uitgangspunt is dat het ontwerp van de groene golf zo veel mogelijk in beide richtingen moet functioneren. Koppelingen worden vaak tussen twee verkeerslichten gemaakt en zijn in te delen in ‘zachte’ en ‘harde’ koppelingen. We spreken van een ‘zachte’ koppeling als opeenvolgende verkeerslichten (softwarematig) rekening houden met elkaar op basis van detectie informatie. De zachte koppeling draagt er aan bij dat kruispunten elkaar niet blokkeren door een bepaalde doorstroming te garanderen. Een zachte koppeling mag onderbroken worden door bijvoorbeeld een openbaar vervoer ingreep, een zachte koppeling garandeert dus niet altijd groen licht. We spreken van een ‘harde’ koppeling als de groenfases van opeenvolgende verkeerslichten gegarandeerd zijn. Harde koppelingen worden vaak toegepast voor autoverkeer bij verkeerspleinen of volgrichtingen van fietsverkeer. De koppeling is hard omdat verkeer een bepaald verwachtingspatroon heeft en de kans groot is dat een gebrek aan koppeling leidt tot roodlichtnegatie en daarmee tot gevaarlijke situaties. De twee grote voordelen van een groene golf zijn: - Goede doorstroming van verkeer op het deel van een traject. Helemaal wanneer het duidelijk is dat er een groene golf is, zullen verkeersdeelnemers daar rekening mee houden. Een betere doorstroming leidt ook tot een verlaging van emissies en minder geluidsoverlast bij eenzelfde hoeveelheid verkeer. - Relatief makkelijk te implementeren. Voor zowel een harde als zachte koppeling gaat het voornamelijk om instellingen in de VRI's. Eris eigenlijk geen aanpassing nodig aan de weginrichting. Het grootste nadeel van een groene golf is dat het laten doorstromen voor de ene richting en/of weggebruiker (autoffiets/OV/voetganger) nadelen kan hebben voor de andere. Hierdoor kan ook het voordeel aangaande emissies te niet worden gedaan, doordat bijvoorbeeld op de andere richtingen/gebruikers weer meer moet worden gewacht/gestopt. Daarnaast kan het laten doorstromen van verkeer meer verkeer aantrekken met alle nadelige gevolgen en wat juist tegen de uitgangspunten van Agenda Autoluw ingaat. 4.2 Ongelijkvloerse kruisingen Een ongelijkvloerse kruising is een kruising van twee of meerdere vervoersstromen, waarbij gebruik gemaakt wordt van bijvoorbeeld een brug of tunnel zodat de ene stroom de andere niet hindert. Een ongelijkvloerse situatie valt uiteen in twee situaties: -__ Ongelijkvloerse kruising: een kruising van twee wegen, waarbij de kruisende wegen op een andere hoogte (niveau) gelegen zijn en geen mogelijkheid tot onderlinge uitwisseling bieden. Dit kan dus ook een traject zijn, waarbij bijvoorbeeld door een tunnel meerder kruisingen ongelijkvloers worden. -__ Ongelijkvloers kruispunt: een ongelijkvloerse kruising, met verbindingswegen tussen de kruisende wegen. Ook bekend onder de naam aansluiting. Hier is bij de meeste knooppunten sprake van. Er zijn veel vormen van een ongelijkvloerse kruising waarbij bijvoorbeeld autoverkeer en water- of railverkeer van elkaar zijn gescheiden. Hetzelfde kan ook geregeld worden voor voetgangers/fietsers ten opzichte van 9 autoverkeer door specifieke voetgangers/fietsbruggen en -tunnels. Deze vormen hebben geen betrekking op de situaties zoals aangegeven in de motie. Het gaat hier om het scheiden van richtingen van het totale verkeer middels een tunnel waarbij meerder kruisingen ongelijkvloers worden. Bij een ongelijkvloerse kruising moet het hoogteverschil steeds zo groot zijn dat er op het onderste niveau voldoende ruimte is. Daarom kan men de voorkeur geven aan een kruising waarbij de laagste voertuigen het onderste niveau gebruiken. Dus liever een fietstunnel dan een fietsbrug eroverheen. Nadeel daarvan is echter dat de tunnel resulteert in sociale onveiligheid. In Amsterdam heeft men daarnaast te maken met de zachte veengrond, grachten en metro, wat ondertunnelen gecompliceerd maakt. In principe is het scheiden van verkeersstromen de beste manier om doorstroming te waarborgen. Beter dan met groene golven, kunnen alle richtingen/verkeersdeelnemers hiervan profiteren en komt het op die manier zeker ten goede aan de luchtkwaliteit. Echter, het aanleggen van ongelijkvloerse wegen is complex en kostbaar, met name in een stedelijke omgeving. In een stedelijke omgeving heb te maken met bestaande bebouwing aan de weg waar je rekening mee moet houden. Zowel waar de weg langs komt, maar ook limiteert het de opties waar de brug of tunnel eindigt en het verkeer weer aansluit op het bestaande netwerk. Ook infrastructuur onder de weg, zoals een metro, limiteert opties waar je kan ondertunnelen. Een ander aspect van het aanleggen van een ongelijkvloerse oplossing is dat je te maken hebt met huidig verkeer (dat al slecht doorstroomt, anders zou de optie niet overwegen worden), die je voor enkele jaren ernstig hindert tijdens het aanleggen van de ongelijkvloerse oplossing. Met name in een stedelijk gebied waar het netwerk al stevig belast is, is dit een belangrijke factor. Kortom, ongelijkvloerse oplossingen in een bestaand stedelijk gebied zijn ingrijpend, kostbaar en hebben een grote impact op het al drukke verkeer tijdens de realisatiefase. Daarom moet dit alleen overwogen worden wanneer er geen andere oplossingen (zoals groene golven en minder verkeer) meer mogelijk zijn en zelfs dan moet goed gekeken worden of de waarde die het oplevert opweegt tegen alle nadelen. 10 5 Doorstroming op Stadhouderskade en Weesperstraat Vanuit de motie wordt gevraagd specifiek te kijken naar de Stadhouderskade (aan de zuidkant) en de Weesperstraat. In dit hoofdstuk wordt iets dieper ingegaan op de doorstroming op deze twee wegen. 5.1 Stadhouderskade Uit monitoringsanalyses van het autonetwerk blijkt dat voor het zuidelijk deel van de Stadhouderskade (Wibautstraat — Jan van Galenstraat) de doorstroming verslechtert sinds 2015 en de wachtrijen voor de Leidsebrug en Hobbemakade groeien. Onderstaande figuur geeft voor 2019 de kwaliteit van de doorstroming voor het zuidelijkdeel van de Stadhouderskade (Wibautstraat — Jan van Galenstraat ) voor beide rijrichtingen. De figuur zien dat het verkeer zelden volledig vast staat. Ook laat de figuur zien dat de doorstroming in de avondspits het slechts is tussen 18:00 en 19:00 en de spitsperiode ook regelmatig tot na 19:00 doorloopt. Wat opvalt voor de rijrichting naar het oosten, is dat de periode van de dag dat de doorstroming het slechtst is vóór de avondspits ligt en wel tussen 14:00 en 16:00. | 8 8 Ei 5e EE Z e 7 ä zu Ì k ee 5 ä en ee 5 . … En E = 8 DEE RE en RDE Ë 5 En [5 id 8 0 z ae B Sr ME TE Re en EER 5 Ee En ed sed ES 2e En 5 EE: EG, Se Eee voe Ek ann gk Ker if ter ee igjen 5 Rd SS = DS B en En 5 EE E 3 2 re Er 5 > Ee IE En — B î 5 e Ss — Ss ESSEN ZEER ee ste En EE Te En RS Fen we lg ES Alli en Ti en, TE MEESTE KE EENES AE GS eo EN ESE SEN 5 ge NE , ze Figuur 2: Doorstroming op de Stadhouderskade zuid (Wibautstraat — Jan van Galenstraat), waarbij de bovenste figuur (24) de richting naar het westen weergeeft en de onderste figuur (2b) de rijrichting naar het oosten. Hierbij is gekeken naar héél 2019 en 24 uur per dag. De dag is daarbij onderverdeeld ín perioden van 5 minuten. Wanneer een waarde voor een periode wel aan de norm volgens Beleidskader Verkeersnetten voldoet is de kleur van het vakje grijs. Als ondergrens is 10 km/u aangehouden en kleurt het vakje beneden deze waarde rood. Tussen de norm en de ondergrens kleurt het vakje van geel tot rood. 11 5.2 Weesperstraat Uit monitoringsanalyses van het autonetwerk blijkt dat voor de Weesperstraat de doorstroming continu wat verbetert en dat in 2019 alleen de rijrichting naar het noorden niet meer voldoet aan de toetswaarde uit het Beleidskader Verkeersnetten (zie ook figuur 8). Onderstaande figuur geeft voor 2019 de kwaliteit van de doorstroming voor de Wibautstraat (Prins Bernhardplein — Rhijnspoorplein). Voor het deel Weesperstraat is deze analyse niet voorhanden. Onderstaande figuur geeft echter een goed beeld van wat er op de Weesperstraat gebeurt, waarbij de doorstroming op de Weesperstraat beter is dan op de Wibaustraat. ted ee ee ER B Ne DE Eed Re A sean Grenen 5 5 nnn Sen : n ne SE ee Ng Ie oen 5 5 Bed Ae En Ee Ee Ee Ed EE Te Sne En 5 Ee ER Ee En EA Bin ee Ee Ë mon En Ee E : eee in da dE EN 3 Be P Ë 5 EE 24.00 pl Aes le SE EE ES = en CDE en De … _ februari 5 maart april … we On _ u juni , „hal augustus … september we oktober _ r november cme ‚ 5 EG Dn en EEE eee BEER Ee SEE Eek EE ak nf de DE Ee SOS SIE En z ee Er EE Nn > en En TE EE En en De iS Be on ae GERE En vn EE enten Ê ë tees Figuur 3: Doorstroming op een deel van de Wibaut-straat, waarbij de bovenste figuur (za) de richting naar het noorden en weergeeft en de onderste figuur (3b) de rijrichting naar het zuiden. Hierbij is gekeken naar héél 2019 en 24 vur per dag. De dag is daarbij onderverdeeld in perioden van 5 minuten. Wanneer een waarde voor een periode wel aan de norm volgens Beleidskader Verkeersnetten voldoet is de kleur van het vakje grijs. Als ondergrens is 10 km/u aangehouden en kleurt het vakje beneden deze waarde rood. Tussen de norm en de ondergrens kleurt het vakje van geel tot rood. Voor beide richtingen geldt dat de kwaliteit van de doorstroming een groot deel van de tijd niet voldoet aan de norm. Het verkeer stagneert echter zelden. In de zuidelijke richting valt verder op dat de doorstroming het slechtst is tussen 14:30 en 16:00. 12 Al lange tijd vindt er regelmatig onderzoek plaats naar het inzetten van groene golven op trajecten in Amsterdam. Redenen om dit op regelmatige basis te doen, zijn met name de veranderende verkeersituatie en nieuwe technische mogelijkheden van het monitoren van verkeer en koppelen van VRI's. Figuur 4 geeft de situatie weer van waar er op verschillende manieren slimmigheden aangaande VR- instellingen zijn geïmplementeerd en waar ze in het redelijke recentelijke verleden zijn onderzocht. In de volgende paragrafen een korte uitleg van de geïmplementeerde en onderzochte trajecten aangaande groene golf voor het autoverkeer. NX ehernaadinteeten n Anterdem ven HHA Tes EE Oe 5 Rt de L ° a & Emme 29,0 dip, 8 E % El ° ite Se | erbeel Nt Ö ‚ ee | x zh e 2 0. B ak & A he Z ee o E Aes Bk oo r ] Í NN tt zi ge Ri ir er e À f Ne Í ò A e N a, d \ A Mead jee S & NS k 5 S0erd LR Lent gt Ws ton en TRE % Par” Be Ain A e | ' | De 8 ° Be 6 = | 4 \ À | 2 f k 5 oe Re Í RN PA ene N De 5 P KEN é BS Figuur 4: Overzicht van trajecten waar groene golven zijn geïmplementeerd (groen) en ook waar ze zijn onderzocht (blauw), maar uiteindelijk niet zijn geïmplementeerd. Het overzicht geeft ook aan waar ze voor fietsers en waar ze voor gemotoriseerd verkeer zijn geïmplementeerd. In onderstaande paragrafen allereerst een korte inschatting van realisatiekosten voor en groene golf. Daarna een korte beschrijving van de verschillende onderzochte trajecten en, daar waar dat geldt, een uitleg waarom deze uiteindelijk niet is geïmplementeerd. 6.1 Realisatiekosten groene golven In paragraaf 3.1 werd gesteld dat een groene golf vrij eenvoudig geoperationaliseerd kan worden en daarom relatief goedkoop is. In deze paragraaf een inschatting van de kosten voor onderzoek naar de juiste instellingen en implementatie van een groene golf. In principe zijn er geen kosten aangaande weginrichting, al kan het vaak helpen om bebording te gebruiken om aan te geven dat er een groene golf werkzaam is. In onderstaande berekening is dat deel niet meegenomen en is er alleen gekeken naar een softwarematige aanpassingen aan de VRI’s. 13 Voor het updaten van een groene golf moet er eerst onderzoek gedaan worden naar de zinvolheid. Als blijkt dat het zinvol is om te implementeren moet er per VRI een regeling ontworpen worden en deze moet geladen worden in de VRI op straat. Inschatting van de kosten zijn: = 10.000 Euro voor onderzoek: o __Praktijkonderzoek (hoe functioneert het nu?) aan de hand van VRI-data en snelheidsdata. o Hoete verbeteren? o Rapportage voor advies naar ontwerpersoverleg R&D-V&OR of naar de Werkgroep verkeerslichten. -__5.000 Euro per VRI die opnieuw ontworpen moet worden: o Pergroene golf kan dit variëren tussen 3-8 VRI's -_21.000 Euro per VRI voor het laden pr regeling in de VRI o Pergroene golf kan dit variëren tussen 3-8 VRI's -__Totaal aan kosten voor een update: o 10.000 Euro wanneer alleen onderzoek o 58.000 Euro totaal wanneer bijvoorbeeld de gehele Wibaut-as moet worden ge-update. Voor een nieuwe groene golf moet er extra onderzoek gedaan worden naar de zinvolheid van een bepaalde locatie. Wanneer is bedacht dat het zinvol is, moeten dezelfde stappen als hierboven doorlopen worden. Inschatting van de kosten zijn: = 10.000 Euro voor vooronderzoek. o 10.000 Euro voor onderzoek. -__5.000 Euro per VRI die opnieuw ontworpen moet worden: o Pergroene golf kan dit variëren tussen 3-8 VRI's -_21.000 Euro per VRI voor het laden pr regeling in de VRI o Pergroene golf kan dit variëren tussen 3-8 VRI's -__Totaal aan kosten voor een update: o 20.000 Euro wanneer alleen onderzoek o 50.000 Euro totaal wanneer bijvoorbeeld een regeling van 5 VRI's moet worden geïmplementeerd. Bovenstaande zijn inschattingen. Goed om te weten dat voor het updaten en implementatie van een dynamische groene golf (middels ODYSA) in totaal 300 kEuro is besteed. Merk op dat het in bovenstaande voornamelijk om interne kosten gaat. Hierbij is geen rekening met extra monitoring en analyse kosten van derde partijen. 6.2 Haarlemmerweg Het invoeren van een groene golf op de Haarlemmerweg is in 2015 onderzocht? Uit de quick scan analyse kwam een positief beeld voor het autoverkeer. Echter, tijdens de Werkgroep Verkeerslichten Amsterdam (WVA) vergadering? is besloten om de groene golf toch niet te implementeren, omdat de winst van een groene golf voor auto’s te klein is, waarbij ook nog geldt dat: -__ Fietsers en OV zouden erop achteruit gaan (fietsers met name op Haarlemmerweg — Admiraal de Ruyterweg). - Mogelijke terugslag naar de Azo, dat wil zeggen filevorming aldaar. -__ De Haarlemmerweg voldoet al aan de beleidsnormen. Deze overwegingen zijn nog steeds valide. ? Groene Golven - verkeersanalyse voor groene golven en koppelingen op vijf trajecten 3 WVA, Vastgestelde notulen 523° vergadering op 15 Oktober 2015 14 6.3 Jan van Galenstraat — Oost van A10 De Jan van Galenstraat ten oosten van de Azo is ook in 2015 onderzocht. Voor deze corridor kwam uit het onderzoek naar voren dat een harde koppeling beter werkt dan de huidige zachte koppeling voor fietsverkeer en autoverkeer. Echter, het OV zou er op achteruit gaan. GVB was tegen de voorgestelde harde koppeling en tijdens de WVA op 15 oktober 2015 is besloten dat een besluit op bestuurlijk niveau moest worden gemaakt. Vanuit het bestuur is uiteindelijk besloten dat een harde koppeling getest moest worden. Die koppeling werkte maar beperkt en is in de jaren erna niet verder getest en onderzocht. Met de huidige plannen van de circulatiemaatregelen omgeving De Clercgstraat/Jan Evertsenstraat is berekend dat het verkeer op de Jan van Galenstraat toe gaat nemen, waardoor het gebruik van een goed werkende groene golf weer actueel is. Met kruispunt analyses wordt onderzocht wat het effect is van de circulatiemaatregelen op de doorstroming en hoe het beste de VRI's zijn af te stemmen. De knip in de Clercqstraat wordt, parallel aan het onderzoek, einde 2020o/begin 2021 getest. Echter, de uitvoering van de herinrichting De Clercqstraat/Jan Evertsenstraat staan gepland voor 2024 (incl. implementatie van de circulatiemaatregelen). Afhankelijk van de uitkomst van de kruispuntanalyses zal blijken of een groene golf in de Jan van Galenstraat een interessante doorstromingsmaatregel is en het eventueel mogelijk ook al eerder (bij eerdere implementatie voor 2024) een bijdrage kan leveren aan de doorstroming. 6.4, Prins Hendrikkade — Oost De Prins Hendrikkade-Oost (Valkenburgerstraat-Kattenburgerstraat) is in 2015 ook onderzocht voor een groene golf. Uit het onderzoek blijkt dat een zachte koppeling (met detectie voor OV) zinvol is voor autoverkeer en OV. Vanuit WVA is destijds besloten om alleen een zachte koppeling tussen Prins Hendrikkade — IJtunnel en Prins Hendrikkade — Schippersgracht te implementeren. Dit is eigenlijk niet echt een groene golf, maar een koppeling tussen twee kruispunten. Als gevolg van maatregel 15 van Agenda Amsterdam Autoluw wordt de circulatie aangepast op de ODE brug en in de Oostertoegang. Straks is het alleen nog mogelijk om over de ODE brug en in de Oostertoegang naar het noorden te rijden. Zo ontstaat er ruimte om een aantrekkelijke fietsroute van het Oostelijk Pontplein naar het Mr. Visserplein aan te kunnen leggen. De Kattenburgerstraat in zuidelijke richting wordt hierdoor drukker. De Prins Hendrikkade van Kattenburgerstraat tot aan de ODE-brug staat gepland voor een herinrichting voor 2024-2025. Met voorgenomen herinrichting Kattenburgerstraat in 2022 en de te verwachten veranderende verkeerstromen is vanuit Agenda Amsterdam Autoluw een VRI-studie gedaan, waaruit blijkt dat er ruimte is om het ontwerp te wijzigen en daarmee het verkeer op te vangen. Dit wordt geïmplementeerd vanuit Amsterdam Agenda Autoluw. Een groene golf tussen twee kruispunten heeft dan geen toegevoegde waarde meer. 6.5 S112-Wibautstraat/Weesperstraat Voor de “Wibaut-as”, de corridor van Prins Bernhardplein tot aan de Valkenburgerstraat, geldt dat de doorstroming continu is verbeterd sinds 2015. De doorstroming tijdens met name de avondspits is echter nog niet op alle delen op het niveau zoals is gewenst vanuit het Beleidskader Verkeernetten. In 2004 is er een groene golf geïmplementeerd op de Wibaut-as, zie figuur 5a. De regeling in de afgelopen 16 jaar niet verder verfijnd. Met de toename van verkeer en mogelijkheden van regelingen is het de verwachting dat een analyse naar de werking tot verbetering van de afstelling van de groene golf en daarmee de afwikkeling van het verkeer kan leiden. 15 Voor de Weesperstraat gaat er een pilot lopen met een knip in de Weesperstraat, wat een geheel andere impact gaat hebben op de doorstroming. De pilot, die moet uitwijzen of een knip op de Weesperstraat zinvol is, duurt an sich maar 2 maanden en is gepland om voorjaar 2021 plaats te vinden. 6.6 Transformatorweg-Basisweg Op de Transformatorweg — Basisweg is sinds ongeveer 2015 geen groene golf meer (zie figuur sb). Uit onderzoek is gebleken dat de doorstroming autoverkeer niet of nauwelijks verbeterde met een groene golf t.o.v. lokale VRI-regelingen, waarbij de doorstroming van openbaar vervoer en langzaam verkeer juist beter af was met de lokale regelingen. 6.7 Westpoortweg Voor de implementatie van de groene golf (ook wel Odysa — optimalisatie door dynamische snelheidsadvisering) op de Westpoortweg (zie figuur 5c) is in 2020 veel werk verricht om het systeem weer werkend te krijgen en einde 2020 zijn er nog testen uitgevoerd, waarbij een extra aspect is dat er aanpassingen aan het systeem nodig zijn als gevolg van profielmatige wijzigen op de kruispunten op het traject. De verwachting is dat deze groene golf begin 2021 volledig werkend is. pe 8 , 4 f \ RS 5 : BASISWEG A Ô 5 É a N KE: 5 \ ehs b 5 ie \ N= | Bes S Emad S Figuur 5 : 5a. Implementatie groene golf op 5a. De Wibaut-as, 5b. De Transformator-Basisweg. 5c. De Westpoortweg. 6.8 Stadhouderskade Voor alle modaliteiten is er een nadrukkelijke wens tot optimalisering van de doorstroming op de Stadhouderskade. Voor het autoverkeer is er de wens met het oog op verbetering van de luchtkwaliteit en met het oog op het ontmoedigen van het autoverkeer door het centrum, waarvoor de doorstroming om het centrum heen (o.a. via de Stadhouderskade) wel beter moet worden. Bij het OV is er een wens tot 16 optimalisatie, die moet bijdragen aan kortere reistijden en een efficiëntere inzet van OV-materieel, en groei van het stedelijke openbaar vervoer. Dit maakt de afweging tussen de belangen van auto en openbaar vervoer zeer complex. Op de Stadhouderskade is een groene golf met zachte koppeling geïmplementeerd tussen de Van Woustraat en Amsteldijk. In dit document noemen we dit deel van de Stadhouderskade de Stadhouderskade-WA. Vanuit experts is aangeven dat de groene golf op Stadhouderskade-WA wellicht weer geoptimaliseerd kan worden gezien de nieuwe verkeerssituaties in de directe omgeving van de Stadhouderskade-WA. Met Maatregel 16 circulatie-maatregelen rondom Van Woustraat, van Agenda Amsterdam Autoluw, wordt dit afgedekt aangezien er opnieuw gekeken wordt naar de doorstroming op de kruispunten Stadhouderskade - Van Woustraat tot Amsteldijk. Op de Stadhouderskade tussen Overtoom en het Rijksmuseum (in dit document wordt dit verder aangeduid als Stadhouderskade-OR) is geen groene golf geïmplementeerd, met name wegens de nadelige gevolgen voor de tram en het kruisen met een groot aantal plusnetten (auto, fiets en OV). De redenen staan verder in deze paragraaf toegelicht. In onderstaande tabel een overzicht van andere maatregelen aangaande doorstroming en luchtkwaliteit voor de Stadhouderskade. Tabel 2: Overzicht van locatie specifieke maatregelen luchtkwaliteit voor de verschillende knelpunt-tracés Maatregelen Uitvoering Stadhouderskade Monitoren trajectsnelheid, verkeersintensiteiten, en luchtkwaliteit 2014/2015/2016 Toevoegen extra meetpunt Luchtkwaliteit Invoer doorstromingsmaatregel over vier kruispunten u 4 3 © Optimalisatie doorstromingsmaatregel 2014 2017 2 0 o Taxistandplaats Leidseplein alleen toegankelijk voor schone taxi's v Optimalisatie gebruik laad- en losplek voor NH Hotel in combinatie | 2017 = — | met z2locaties op de Overtoom Vv w à Tv 2 V | Taxistandplaats Leidseplein alleen toegankelijk voor schone taxi's In 2015 is een onderzoek gedaan naar verbeteringsopties voor de doorstroming op de Stadhouderskade-OR, waarbij ook een groot aantal langere termijn opties middels een Quick Scan zijn geëvalveerd, zie onderstaande tabel. 17 Tabel 3: Maatregelen die in 2015 middels een Quick Scan zijn geëvalueerd op zinvolheid en waaruit keuze is gemaakt voor twee maatregelen om verder te onderzoeken. mn nnn Overtoomtotna = Korte auto onderdoorgang van Overtoom tot na Hobbemastraat Hobbemastraat * Korte tunnel in Singelgracht van Overtoom tot na Hobbemastraat * Voetgangers/fietserstunnel of brug tussen Max Euweplein en Vondelpark * Groene golf voor auto's Voor * Korte auto onderdoorgang voor Rijksmuseum Rijksmuseum * Voetgangers/fietserstunnel of brug over Stadhouderskade * Extra rijstrook door verplaatsen van fiets/voetpad naar verhoogd wegdek voor fiets/voetganger boven Singelgracht * Eenrichtingsverkeer Museumbrug Overal * Lange auto tunnel in Singelgracht of onder Stadhouderskade, van Overtoom tot na Hobbemakade of na Weteringciruit * Meer verkeer via Azo door betere routeverwijzing en in-car informatie * Eenrichtingsverkeer Stadhouderskade en Van Baerle/Constantijn Huygens Vanuit al deze mogelijke maatregelen, zijn twee opties overgebleven als zijnde zinvol om verder te onderzoeken: -__ Tunnelfonderdoorgang: zoom auto-onderdoorgang voor Vondelpark, met of zonder aansluiting Overtoom naar het oosten. -__ Groene golf: Van Nassaukade tot Hobbemakade De optie van de tunnel wordt verder besproken in paragraaf 7.2. Wat betreft de groene golf was de conclusie dat een groene golf van 7.00-19.00 op weekdagen voor auto’s op de Stadhouderskade tussen Overtoom en Hobbemakade weliswaar de doorstroming verbetert voor auto’s, maar ook leidt tot vertraging en extra kosten voor OV. Overall heeft het een totaal netto reistijdbesparing en netto positief maatschappelijk effect, en brengt bovendien de luchtkwaliteit aanzienlijk dichter bij de wettelijke norm. Meer specifiek: -__ Verbetering doorstroming auto’s: naar 20-25 km/u -__ Gemiddelde snelheid van 15 km/u naar 20-25 km/u (beide richtingen). -___Ditis vergelijkbaar met de 8 km/u verbetering die de groene golf op de Stadhouderskade-WA realiseert voor 1 richting. -__Netto reistijdbesparing: 100-150 passagier-uren per dag - Besparing auto 60 seconden, vertraging OV gemiddeld 20 seconden (lijn 2: 45 s, lijn 2/5/bus: 10 5). -__2xzo veel reizigers met OV als met auto (1,5x na invoering NZ lijn). -_ Invloed op kruisende voetgangers/fietser-stromen nog niet onderzocht. -_Luchtkwaliteitsverbetering tot 4 g/m? -__ Verhoging van de snelheid op Stadhouderskade WA (8 km/u, in 2 richting) in 2015 leidde tot een verbetering van de luchtkwaliteit met 2,5 mg/m?. -__Een vergelijkbare verhoging van de snelheid (van 15 km/u naar 20-25km/u, beide richtingen) zou naar schatting tot 4 g/m? verbetering moeten kunnen leiden. -_Netto positief maatschappelijk effect: eo,7M -__ Maatschappelijke effect obv verbetering/verslechtering reistijden en tijdswaarde auto en OV: circa € o,gM per jaar -__ Extra exploitatiekosten OV door rijtijdenverlies: circa € o,2M -___Niet alle effecten op OV meegewogen -__ Verhoogde variatie in de rijtijden (betrouwbaarheid) is minstens zo belangrijk voor zowel exploitatie als voor de ervaring van de reiziger als de rijtijd zelf. -__ Verminderde vervoerwaarde door een minder aantrekkelijk OV en dus minder opbrengst voor de vervoerder. 18 -__ Mogelijk benodigd additioneel materieel door toegenomen variatie in de rijtijden. -_ Samenhang met het rendement van andere beoogde ontwikkelen zoals de Investeringsagenda OV en de Lijnennet visie. Op andere vlakken wordt nu fors geïnvesteerd en zijn vergaande afspraken gemaakt om het OV in Amsterdam op een acceptabel niveau te houden. Hoewel een groene golf positief zou zijn voor de doorstroming op de Stadhouderskade, is op basis van bovenstaande analyse destijds besloten om toch geen groene golf te implementeren op Stadhouderskade- OR, met name vanwege het negatieve effect heeft op het OV. Vanuit maatregel 16 van Agenda Amsterdam Autoluw is de impact en VRI-maatregelen van de knip Van Woustraat onderzocht*. Conclusie in het kort is dat zonder maatregelen de verkeersstromen verschuiven en een aantal wegen en kruispunten in de omgeving meer of anders belast zullen worden. De huidige en de nieuwe situatie zijn geanalyseerd met behulp van microsimulatie. Hieruit blijkt dat de kruispunten met een aantal aanpassingen in de verkeersregelingen en kruispuntontwerp de gewijzigde verkeersstromen kunnen verwerken en dat de doorstroming op een aantal plekken verbeterd. Voor het onderzoek naar de verbetering van de doorstroming zijn er twee gebieden onderzocht, zie onderstaande figuur. Nabij de Van Woustraat (onderzoeksgebied 2) leidt de knip tot een verplaatsing van de verkeersstromen, dit geeft vanwege de nieuwe kruispuntindeling mogelijkheden om het verkeer anders te regelen. Door middel van een aantal wijzigingen in de infrastructuur en de verkeersregelingen is het mogelijk om het verkeer beter te laten doorstromen dan in de huidige situatie. Bijvoorbeeld doordat vanaf de Stadhouderskade niet meer afgeslagen kan worden de Van Woustraat in ontstaat met de nieuwe situatie meer ruimte voor het (recht)doorgaande verkeer (een verbeterde afrijcapaciteit) met minder kans op verstoringen. Ook het risico op lange wachtrijvorming op de Torontobrug en Amsteldijk kan ondervangen worden door regelingen te wijzigen. Het kruispunt met de Van Woustraat zal bovendien qua verkeersveiligheid en afrijcapaciteit verbeteren omdat in het nieuwe ontwerp de deelconflicten (afslaand verkeer moet voorrang verlenen aan doorgaand verkeer) grotendeels ontbreken. De toename bij het kruispunt Ceintuurbaan — Amsteldijk leidt tot een minder goede doorstroming dan in de huidige situatie, maar voldoet nog steeds aan de voorwaarden voor een Amsterdamse verkeersregeling, mits het opstelvak op de Ceintuurbaan verlengd wordt. 589 „ 8 a . u De d a plein En m ce HE S di b, Welke u 4 4 oro 586 it gerond . 528 ® 591 ta. E) B he a EZ 6 5 { Stadhouderskadt 526% = 5 à 3 ä 28 5 Ë : K A 8 5 5 & 529 5 ij en N so À e te x 531 pere . ml Figuur 6: Twee onderzoeksgebieden op de Stadhouderskade om doorstroming te verbeteren aan de hand van instellingen van de VRI’s als invulling van het veranderende verkeer door de geplande knip op de Van Wou. Verder op de Stadhouderskade (onderzoeksgebied 1) is er in de huidige situatie een knelpunt bij het kruispunt met de Hobbemakade en de Museumbrug. Een knip in de Van Woustraat leidt tot een verschuiving van de verkeersstromen waardoor dit knelpunt kan verergeren. Door een kleine wijziging in de verkeersregeling is dit 4 Rapportage verkeersanalyse knip Van Woustraat 19 te voorkomen en wordt de doorstroming juist beter. Daarnaast ligt er een kans om de verkeersafwikkeling op deze locatie (voor al het verkeer) verder te verbeteren door gebruik te maken van de nieuwe detectielussen. De verwachte autonome groei (2030), op basis van het beleidsarme model, zorgt er voor dat de huidige knelpunten zonder ingrijpen verergeren en dat de gekozen oplossingsrichting bij de maatregel nog steeds beter zal functioneren dan in de autonome situatie. De knip Van Woustraat is, wat verkeersdoorstroming betreft op de omliggende wegen, een haalbare maatregel die bovendien bij het kruispunt Stadhouderskade - Van Woustraat bijdraagt aan het verder verbeteren van de verkeersveiligheid. Bovenstaande maatregelen zijn gepland om in 2022 geïmplementeerd te worden. 6.9 Andere onderzochte trajecten voor 2015 Voorafgaand aan het onderzoek in 2015 zijn naast bovengenoemde trajecten meer trajecten onderzocht op haalbaarheid. Deze trajecten zijn afgevallen om (een combinatie van) de volgende redenen: -__ Hettraject kruist te veel andere plusnetten en heeft daardoor bij voorbaat al een negatief effect op OV en/of fiets. -__Hettraject kruist een of meer hoogwaardig tram/bus trajecten. - De afstand tussen VRI's is te kort om tot een goed werkende groen golf systeem te komen Het gaat hier om bijvoorbeeld: -__ IJburglaan -__ Piet Heinkade -__ Overtoom Aangezien deze situaties niet zijn veranderd, zijn ze in dit onderzoek niet opnieuw onderzocht. 20 7 Analyse trajecten groene golven 7.1 Negentrajecten nader te beschouwen Gevraagd, vanuit de motie, is een update te geven van de in 2015 onderzochte trajecten. Vanuit het gedane onderzoek zijn er van de 5 onderzochte trajecten in 2015, 3 specifiek relevant voor het doorstromen van de auto (Haarlemmerweg, Jan van Galenstraat oost van Azo en Prins Hendrikkade Oost). Verder is verzocht om ook extra te kijken naar de Weesperstraat en Stadhouderskade. In aanvulling op bovenstaande is er voor de plusnetten een analyse gedaan naar de auto plustrajecten waar de doorstroming verbeterd zou moeten worden en waar het de afgelopen jaren verslechterd is, zie figuur 7. Daaruit zijn nog 4 trajecten naar voren gekomen waarvoor het de moeite waard is om dit onderzoek mee te nemen (Jan van Galen west van Azo, Joh. Huizingalaan-Noord+ (+Oostoever en Noordzijde/Jan Evertsenstraat), Amstelveenseweg en Boelelaan). Bovenstaande levert dus 9 te onderzoeken trajecten op. C NITE ES 2 7 Re B sd 3 / NC / ZA | aldi hd \ | NFN IFS : € I VLAS GZ (AS CJ 5 SS, Tanne | ME \ EI i A ge, Ì _ 4 en NS EE AS | C < \ 4 J ed Si er Figuur 7: Doorstroming op plusnetten in Amsterdam in 2019. Rood geeft aan waar de waarde van de doorstroming slechter is dan de doelstelling volgens Beleidskader Verkeersnetten 7.2 Luchtkwaliteit en doorstroming Voor de 9 trajecten is een korte analyse gedaan in welke op deze trajecten luchtkwaliteit een issue is. De luchtkwaliteit, zoals deze in 2019 gemeten is middels NO, is voor geheel Amsterdam gegeven in figuur 8. Deze figuur is gegenereerd via de kaart op maps.amsterdam.nl/no2 en geeft alleen de metingen die tegen of over de norm van 40 ug/m? zit. 21 , ‚ 2020 (lopend gerriddelde) ë @® 2019 Ó ams en o e O 2016 e ge 2015 / ä Dee 5 tl > zer e ° % Pe 2011 Ì © © O 2010 ® © . B Concentratie B ® : © > 45uo/m3 „ae S f © 40-45 © ® es% E ® 35-40 © 6 ® ® 30-35 ® OD 25-30 — ® © OD 20-25 ï ® © 0 <20 ug/m3 Hg. s e Type meetpunt Ko i Straat | ie 5 Achtergrond @ k Waterweg F { Snelweg @ B Luchtvaart 3 | Figuur 8 : Gemeten gemiddelde concentraties NO, in Amsterdam over 2019. De normwaarde is 40 ug/m?. Vanuit bovenstaande inzichten de informatie uit het vorig hoofdstukken en de informatie vanuit Amsterdam Agenda Autoluw (waaronder ook eerste inzichten aangaande de impact van 30 als norm) is in de onderstaande tabel 4 een overzicht gecreëerd, welke wordt gebruikt in paragraaf 6.3 om te bepalen voor welke wegen verder onderzoek te doen. In tabel 4 staat ook de stand van zaken aangaande groenen golven. In het vorige hoofdstuk is aangeven wat er de afgelopen jaren is gebeurd aangaande de groene golven voor de bovenste 5 trajecten in tabel 4. Voor deze 4 extra trajecten wordt hieronder nog een korte analyse gegeven. De Johan Huizingalaan is een lang traject dat vooral last heeft van beperkte doorstroming in het noordelijk deel, samen met de Oostoever en Jan Evertsenstraat/Noordzijde aansluitend op de Jan van Galenstraat. De lokale luchtkwaliteit is onder de norm (<30 Hg/m?). Met 30 als norm is het de verwachting dat de doorstroming hier verbetert en daarmee ook de luchtkwaliteit licht verbetert. Een eerste analyse van experts geeft aan voor de implementatie van een groene golf de afstanden tussen de VRI’s te groot is en er conflictsituaties met kruisend OV zijn. Verder onderzoek naar een groene golf is hier dus niet zinvol. Bij de Amstelveenseweg gaat het om twee deeltrajecten: Direct ten zuiden van de Azo en ter hoogte van Stadionplein. Vanuit de optiek doorstroming zijn beide trajecten interessant en vanuit luchtkwaliteit boven de norm. Het deel ten zuiden van de Azo heeft een zachte koppeling. Dit is een zachte koppeling omdat er veel OV gebruik maakt van de Amstelveense weg. Deze behoeft verder geen aanpassingen. Ten noorden van de Azo, ter hoogte van het Stadionplein (Stadionplein-Fred. Roeskestraat) is een groene golf ontworpen maar nog niet geïmplementeerd. De vraag voor deze groene golf kogmt voort uit klachten over de doorstroming. Voordat deze groene golf daadwerkelijk geïmplementeerd kan worden is het nodig om met meer data te kunne evalveren dan wat nu beschikbaar is. Daarvoor moeten camera's worden geplaatst. Proces om dit te implementeren (via DTV) loopt. Voor de Boelelaan geldt dat de lokale luchtkwaliteit is onder de norm (<30 mg/m?) is. Verder geldt dat er een herinrichting gaat plaatsvinden op Boelelaan Midden en lopen er discussies over een snelheidsverlaging met bijbehorende inrichting naar 30 km/h op Boelelaan Midden. Vanuit 30 als norm zal er een verkeerstoiename 22 op Boelelaan west en oost plaatsvinden met een verslechtering in luchtkwaliteit van ongeveer 1-2 ug/m?. Voor Boelelaan -Midden verbetert de doorstroming en de luchtkwaliteit licht (minder dan 1 g/m?) Gezien de maatregelen die nog genomen moeten worden en de beperkte verslechtering/verbetering, leidt tot de conclusie dat het geen zin heeft om de Boelelaan nu mee te nemen in het onderzoek. De Jan van Galenstraat - West van de Azo is qua doorstroming een issue. In 2015 voldeed dit deel van de Jan van Galenstraat nog aan de norm van Beleidskader Verkeersnetten. Sindsdien is het continu verslechterd en voldoet het nu niet meer aan deze norm. De lokale luchtkwaliteit is onder de norm (<25 ug/m?). Met de maatregelen vanuit Agenda Amsterdam Autoluw zal de doorstroming met name op het eerste deel waarschijnlijk op korte termijn verslechteren en daarmee ook de luchtkwaliteit (met ongeveer 1 25 ug/m?). Eerste expertanalyse geeft aan dat het ontwikkelen van een groene golf regeling hier niet mogelijk is vanwege een rotonde op het traject, omdat de VRI's vrij ver uit elkaar liggen en omdat er ook een tram rijdt. Een diepgaander onderzoek op dit traject aangaande groene golven wordt dus ook niet geadviseerd. Nadat de in ontwikkeling zijnde maatregelen vanuit Agenda Amsterdam Autoluw beleidsmatig zijn goedgekeurd is het zinvol om nogmaals te analyseren wat de situatie gaat zijn op dit deel van de Jan van Galenstraat en of er mitigerende maatregelen mogelijk zijn. Tabel 4 : Overzicht geselecteerde trajecten aangaande groene golf. Achtergrond geeft aan vanuit waar de betreffende weg is geselecteerd. In de kolom luchtkwaliteit wordt gegeven in welke mate luchtkwaliteit een issue is en in de kolom doorstroming is dat gedaan voor de mate van doorstroming op die weg, waarbij ook is gekeken naar de impact van Agenda Amsterdam Autoluw. De laatste kolom geeft aan wat de stand van zaken is aangaande de implementatie van groene golven. Traject Achtergrond | Luchtkwaliteit | Doorstroming Groene golf geïmplementeerd? Haarlemmerweg Onderzoek Rond de norm Issue, en wordt drukker met maatregelen | Nee, te weinig voordeel 2015 Agenda Amsterdam Autoluw auto’s tov andere modaliteiten Jan van Galenstraat- Onderzoek Boven de norm Issues, en wordt drukker met maatregelen | Ja, maar te beperkt Oost A10 2015 Agenda Amsterdam Autoluw getest Prins Hendrikkade - Onderzoek Issue Issue en wordt drukker met Maatregel 15 Beperkt Oost 2015 wat weer (deels) gecompenseerd wordt met 30 als norm Stadhouderskade Motie Boven de norm | Issue, blijft overwegend even druk met Sinds eind 2014 tussen maatregelen Agenda Amsterdam Van Woustraat en Autoluw Amsteldijk Weesperstraat Motie Rond de norm Issue, maar wordt minder druk met Ja, sinds 2004 maatregelen Agenda Amsterdam Autoluw Joh. Huizingalaan- Doorstroming | Onderdenorm | Issue, maar wordt minder druk met Nee Noord+ maatregelen Agenda Amsterdam Autoluw Amstelveenseweg Doorstroming | Bovende norm | Issue, wordt minder druk met Zachte koppeling ten maatregelen Agenda Amsterdam zuiden Azo en ontworpen Autoluw ten noorden van de A10 Boelelaan Doorstroming | Onderde norm | Issue, en wordt drukker met maatregelen | Nee Agenda Amsterdam Autoluw Jan van Galenstraat- Doorstroming | Onderde norm | Issue, en wordt drukker met maatregelen | Nee West A10 Agenda Amsterdam Autoluw 7.3 Keuze voor vervolgonderzoek Gebruik makend van de inzichten uit de vorige paragrafen zijn keuzes gemaakt aangaande het onderzoek en acties mbt groene golven. Dit is samengevat in onderstaande tabel. > Hoewel uit figuur 9 (toetswaarde Beleidskader Verkeersnetten) dit traject niet als knelpunt naar voren komt, is door experts aangegeven dat dit wel degelijk een knelpunt is. 23 Tabel 5: Overzicht geselecteerde trajecten aangaande groene golf Traject Verdere | Reden voor geen verder onderzoek/onderzoeksvraag analyse Luchtkwaliteit niet een issue Redenen van vorige keer om niet te implementeren gelden nog steeds Jan van Nee Luchtkwaliteit boven norm. Galenstraat- Vorige implementatie niet volledig vitgerold/getest. Oost Azo Doorstroming is niet voldoende en verslechtert met maatregelen Agenda Amsterdam Autoluw Uiteindelijke implementatie circulatiemaatregelen staan gepland voor 2024 Vanuit Agenda Amsterdam Autoluw vinden al kruispuntanalyses plaats naar verbeteringsmaatregelen. Wanneer zinvol kunnen die ook al eerder worden geïmplementeerd. Prins Hendrikkade- | Nee Luchtkwaliteit boven norm. Oost Doorstroming is niet voldoende en wordt drukker met maatregel 15 wat weer (deels) gecompenseerd wordt met 30 als norm. VRI-studie gedaan vanuit Agenda Amsterdam Autoluw, waaruit blijkt dat er ruimte is om het ontwerp te wijzigen en daarmee het verkeer op te vangen. Dit wordt geïmplementeerd vanuit Amsterdam Agenda Autoluw. Implementatie samen met uitvoering van herinrichting Kattenburgerstraat in 2022. Stadhouderskade- Ja/Nee Luchtkwaliteit boven norm. WA Doorstroming is niet voldoende en verbetert niet met maatregelen Agenda Amsterdam Autoluw. Vanuit experts is aangeven dat de groene golf op Stadhouderskade-WA wellicht geoptimaliseerd kan worden. Onderzoek loopt vanuit maatregelen Agenda Amsterdam Autoluw. Stadhouderskade- Ja/Nee Luchtkwaliteit boven norm. OR Doorstroming is niet voldoende en met maatregelen Agenda Amsterdam Autoluw verbetert het licht Situatie niet verbeterd ten faveure van een groene golf voor de auto. Nog steeds complex gezien vele plusnetten die er kruisen en tram op de Stadhouderskade-OR. Onderzoek loopt vanuit maatregelen Agenda Amsterdam Autoluw om VRlI-afstellingen te verbeteren. Weesperstraat Ja Luchtkwaliteit rond de norm. Update van oude regeling aan de orde. Doorstroming is niet voldoende, maar gaat verbeteren met maatregelen Agenda Amsterdam Autoluw. Doel van knip Weesperstraat is dat doorstroming sterk verbetert. Noord+ Doorstroming is niet voldoende in het noordelijk deel, maar verbetert met maatregelen Agenda Amsterdam Autoluw Groene golf niet mogelijk volgens experts Amstelveenseweg Nee Luchtkwaliteit boven de norm. Doorstroming is niet voldoende verbetert met maatregelen Agenda Amsterdam Autoluw Zachte koppeling ten zuiden van Azo kan niet worden aangepast vanwege OV. Ten noorden van Azois groene golf ontworpen. Moet nog geïmplementeerd worden. Behoeft dus geen onderzoek meer Boelelaan Nee Luchtkwaliteit onder de norm. Doorstroming is niet voldoende en verslechtert met maatregelen Agenda Amsterdam Autoluw op Boelelaan Oost en West. Met NvU Boelelaan Midden is groene golf over Boelelaan niet meer logisch, naast feit van interactie met vele andere plusnetten. Jan van Nee Luchtkwaliteit onder de norm. eener West A10 Vanuit weginrichting niet logisch om een groene golf te overwegen. 7-4 Conclusies groene golven Uit bovenstaande analyse blijkt dat het voor 1 traject zinvol is om extra acties te nemen aangaande groene golven. Voor 6 andere trajecten worden al acties ondernomen binnen lopende projecten, zoals Agenda Amsterdam Autoluw, en worden deze hieronder verder bekrachtigd: -__Jan van Galenstraat-Oost van Azo: o Vanuit acties 2015 destijds niet in volledige potentie getest en uitgerold. o De aanpassingen in dit gebied in het kader van Agenda Amsterdam Autoluw en circulatie- maatregelen omgeving De Clercgstraat/Jan Evertsenstraat staan gepland voor 2024. © Vanuit Agenda Amsterdam Autoluw vinden al kruispuntanalyses plaats naar verbeteringsmaatregelen. Wanneer zinvol kunnen die ook al eerder worden geïmplementeerd. o Dittraject behoeft dus verder geen extra aandacht. 24 -___Prins Hendrikkade — Oost: o Doorstroming niet voldoende en luchtkwaliteit boven de norm. o Met maatregelen Agenda Amsterdam Autoluw zal de doorstroming waarschijnlijk verbeteren. o Met voorgenomen herinrichting Kattenburgerstraat in 2022 en de te verwachten veranderende verkeerstromen is vanuit Agenda Amsterdam Autoluw een VRI-studie gedaan, waaruit blijkt dat er ruimte is om het ontwerp te wijzigen en daarmee het verkeer op te vangen. Dit wordt geïmplementeerd vanuit Amsterdam Agenda Autoluw. Een groene golf tussen twee kruispunten heeft dan geen toegevoegde waarde meer. o _Dittraject behoeft dus verder geen extra aandacht. -___Stadhouderskade-WA: o Hier is een oude regeling geïmplementeerd. o Vanuit Agenda Amsterdam Autoluw worden de circulatiemaatregelen rondom Van Woustraat op de Stadhouderskade naar het gebied vanaf de Museumbrug tot de Torontobrug onderzocht. Optimalisaties voor de doorstroming worden hierin meegenomen per kruispunt. De huidige en toekomstige situatie worden hierin als vitgangspunt genomen. o Dittraject behoeft dus verder geen extra aandacht. -__Stadhouderskade-OR: o Belang van goede doorstroming van het OV is sinds 2015 alleen maar groter is geworden en de conclusie vit 2015 is nog steeds valide. o Vanuit Agenda Amsterdam Autoluw worden de circulatiemaatregelen rondom Van Woustraat op de Stadhouderskade naar het gebied vanaf de Museumbrug tot de Torontobrug onderzocht. Optimalisaties voor de doorstroming worden hierin meegenomen per kruispunt. De huidige en toekomstige situatie worden hierin als vitgangspunt genomen. o _Dittraject behoeft dus verder geen extra aandacht. - __ Wibaut-as (Weesperstraat): o Hieris een oude regeling geïmplementeerd. o Het advies is om de werking te analyseren of deze verder geoptimaliseerd kan worden. o Qua timing dient hier rekening te worden gehouden met de pilot knip Weesperstraat welke voor maart 2021 staat gepland. Wanneer de optimalisatie ruim voor de o-meting van de pilot gedaan kan worden, dan heeft dat de voorkeur. Wanneer dat niet het geval is, is het advies om na de pilot te implementeren. - Amstelveenseweg: o Voor het deel Amstelveenseweg rondom Stadionplein is kort geleden een groene golf ontwikkeld en er lopen acties om deze te implementeren. o _Dittraject behoeft dus verder geen extra aandacht. - _ Westpoortweg: o Hoewelde doorstroming hier (nog) geen issue is, is het zonde om de geïnstalleerde ODYSA niet te gebruiken voor het optimaal laten stromen van het verkeer. o Het advies is om de Wespoortweg mee te nemen in de bovengenoemde extra studies naar en implementatie van groene golven. 25 8 Analyse trajecten ongelijkvloerse oplossingen Vanuit de motie wordt gevraagd onderzoek te doen naar de zinvolheid van ongelijkvloerse oplossingen voor de Stadhouderskade en Weesperstraat In onderstaande paragrafen een korte analyse naar zinvolheid van verder diepgaand onderzoek naar deze oplossingen voor deze twee trajecten. Allereerst een korte analyse van de meest recente en (qua uitvoering) meest vergelijkbare ongelijkvloerse oplossing: De Spaarndammer tunnel. 8.1 Spaarndammertunnel De Spaarndammertunnel is aangelegd als onderdeel van de herontwikkeling van de Houthavens. Door het snelverkeer (de schatting is dat dat 80 % van het verkeer is) via een tunnel te leiden konden de Tasmanstraat en de Spaarndammerdijk de functie voor plaatselijk verkeer verbeteren. Bovenop de tunnel ligt het Dijkpark. Dit park vormt de verbinding tussen de bestaande Spaarndammerbuurt en de nieuwe Houthavenbuurt. De tunnel ligt in de Spaarndammerbuurt en heeft een totale lengte van circa 800 meter en een breedte van 7,5 m. De eigenlijke tunnel, het overdekte gedeelte, is 470 meter lang en loopt van een punt bij Spaarndammerdijk en Uitgeeststraat tot bij de Tasmanstraat en Bontekoestraat. De hellende stukken weg aan weerszijden zijn ongeveer 150 m lang. De tunnel loopt parallel aan de Tasmanstraat, de oude route van de S102 tussen de kruising met de S100 en de kruising Oostzaanstraat/Archangelweg. De tunnel telt twee buizen met elk één rijstrook en een redresseerstrook die de status hebben van autoweg. De vrije hoogte bedraagt 4,5 meter waardoor er weinig risico is op te hoog vrachtverkeer in de tunnel. De kruisingen aan beide uiteinden van de tunnel zijn gelijkvloers en geregeld met verkeerslichten. Omdat het gesloten deel langer is dan 250 meter valt de Spaarndammertunnel onder de tunnelwet en is deze voorzien van de voorgeschreven beveiligingssystemen. De maximumsnelheid in de tunnel bedraagt 5o km/u. Aanbesteding is goedgekeurd in 2013, bouwwerkzaamheden zijn in 2015 gestart en de tunnel zou in juli 2017 opengesteld worden. Door problemen met de oplevering van de beveiligingssoftware werd de openstelling van de tunnel uitgesteld tot 5 februari 2018. wi al RUS mmm B Î er O4 ZE: 7 e L En Bel 7 EE Ld ee Pd Se PÁ g de nn 5 4 4 PA NI ge Figuur 9 : ingang van de nieuwe Spaarndammertunnel De kosten voor de tunnel waren uiteindelijk ongeveer 43,5 miljoen Euro, opgebouwd zoals in tabel 6 is aangegeven. Deze getallen kunne als richtinggevend worden gebruikt voor analyse van een ongelijkvloerse kruising. 26 Tabel 6: Overzicht geselecteerde trajecten aangaande groene golf | rcheng fonctevij maken verkeren PR le 8.2 Stadhouderskade-Overtoom-Rijksmuseum Zoals in paragraaf 5.8 al is aangegeven, is er vanuit alle modaliteiten een nadrukkelijke wens tot optimalisering van de doorstroming op de Stadhouderskade. Voor het autoverkeer is er de wens met het oog op verbetering van de luchtkwaliteit en met het oog op het ontmoedigen van het autoverkeer door het centrum, waarvoor de doorstroming om het centrum heen wel beter moet worden. Bij het OV is er een wens tot optimalisatie, die moet bijdragen aan kortere reistijden en een efficiëntere inzet van OV-materieel en groei van het stedelijke openbaar vervoer. Vanuit die optiek is ook het ook niet mogelijk om een groene golf te implementeren zonder te veel nadelige gevolgen voor tram en fiets op de Stadhouderskade-OR. Zoals in paragraaf 5.8 is aangegeven is in 2015 is een onderzoek gedaan naar verbeteropties voor de doorstroming op de Stadhouderskade-OR, waarbij ook ongelijkvloerse opties zijn geëvalveerd (zie tabel 3 in paragraaf 5.8), waaruit uiteindelijk 2 opties verder zijn onderzocht: Tunnelfonderdoorgang: 3oom auto- onderdoorgang voor Vondelpark, met of zonder aansluiting Overtoom naar het oosten. Een schets van de twee opties is gegeven in onderstaande figuur. Maximale ruimte voor Leidsebosje voor hale braedie woor vaetgonger fever Alleen auto's die vanuit onderdoorgang En bemertanordenersaarovenimopensgag) | Stensen make ade geente op oaeld DE NR SE en NNS Va > ‚NN SS Sj Seb , OG ) Ne Bi eme ú Op ) A LI ) / Mrs ON ERE Prem | tenen ZE Á Leidsepleinen zijstraten, geen _bovenopen bak Gt pl ebben stadden oost ’ nae Figuur 10: Schets van de 2 overgebleven opties aangaande een ongelijkvloers oplossing op de Stadhouderskade-OR: Tunnel/onderdoorgang: 3oom auto-onderdoorgang voor Vondelpark, met (a) of zonder (b) aansluiting Overtoom naar het oosten. 27 oh do k eed KE Rs Extra in/uitrit ee oa Bt Gran ge Keine PE el NEE" ds en nn ED ME Infoitrit rf . ER gee Ket MRE 5 © Nassaukade it ) B me ges In/vitrit voorbij REE EN m PS ik ii ar he ie Hobbemastraat PET en id: Ì ä Ke ie us HEEE in Mr Figuur 11: Schets van de in en uitritten voor de 2 opties. De voor en nadelen van de opties staan in onderstaande tabel. Tabel 7: Voor en nadelen van 2 overgebleven opties aangaande een ongelijkvloers oplgossing op de Stadhouderskade-OR. Optie [Voordelen \Nadeen | Nassaukade tot na Hobbema- Belangrijkste knelpunten aangepakt Drie in/uitritten (extra in/uitrit tbv straat met in/vitrit Overtoom Alle aansluitingen behouden Overtoom, deels voor Vondelpark) Beste toegankelijkheid (brandweer) Nassaukade tot na Hobbema- Aantrekkelijke openbare ruimte voor | Geen aansluiting met Overtoom (wel straat zonder in/uitrit Overtoom | Vondelpark en Leidsebosje met Nassaukade) Gezien de kosten impact van een tunnel, is in 2015 de optie van een tuunnel niet verder onderzocht en voorla gekeken naar opties aangaande groene golven in samenspraak ook met het GVB. Een hele ruwe inschatting van de kosten voor een tunnel zoals hierboven geschetst, met een totale lengte van 300 m, ongeveer de helft van de kosten van de Spaarndammertunnel bedraagt. Dit gebaseerd op de lengte van de Spaarndammertunnel zijnde 800 m, waarbij in acht moet worden genomen dat de ingangen en uitgangen een groot deel van de kosten zijn en de kosten dus niet helemaal evenredig zijn met de lengte van de tunnel. Daarnaast is het een complexere situatie bij de Stadhouderskade en moet rekening worden gehouden met bijvoorbeeld inflatie. 8.3 Weesperstraat Uit de analyse van de groene golven in hoofdstuk 4, blijkt dat er voor de Weesperstraat een groene golf is geïmplementeerd die aan een update toe is met de verwachting dat dat gaat bijdragen aan een verbetering van de doorstroming. Verder staat er voor 2021 een knip gepland in de Weesperstraat (en omliggende straten) om het doorgaande verkeer te ontmoedigen. Dit is een pilot gedurende ongeveer 2 maanden om inzichten te krijgen in het werkelijke effect op de doorstroming (op ook andere trajecten) en de acceptatie van een dergelijke knip qua leefbaarheid. 28 Í Seo, 5 NN | Ws EN SN fe heepvaart- ZS S N Nieuwmarkt e KE Â E Ee V 5 0 Oostelijke KO 7 5 ze De GS IN et 6 Ir , Ita, Si i Waterloo $ hay, rn el plein oog AN Plantage Jo et NA On, J / rs KN . er "oe j, Artis r Î À } s Hermitage z Ve, 5100) I iK 8 de | Û u $ \ 8 # \5 U Figuur 12: Tijdelijke kniplocaties pilot Weesperstraat, binnenstad in verdeeld in 3 segmenten zonder doorgaand autoverkeer Beide maatregelen hebben een verwacht positief effect op de drukte op de Weesperstraat. De mate van het effect moet blijken en is, op zijn vroegst, het derde kwartaal van 2021 bekend. Of er tot daadwerkelijk implementatie wordt overgegaan van de knip wordt daarna pas besloten en duurt dus nog wel tot minimaal halverwege 2022. Overwogen moet worden of het wijs is om de optimalisatie van de groene golf te doen voorafgaand aan de knip, het juist te optimaliseren voor tijdens de knip, of te wachten tot na de pilot en zo niet te interacteren met de pilot. Ook 30 als norm zal een positief effect hebben voor de hoeveelheid verkeer over de Weesperstraat. Belangrijkste voor de Weesperstraat is dat er een metrolijn onder de Weesperstraat doorloopt wat een ondergrondse oplossing eigenlijk onmogelijk maakt. Verder geldt: -__ Luchtkwaliteit (NO 2) is de afgelopen jaren geleidelijk afgenomen tot onder de norm op de Weesperstraat. -__ Als gevolg van de knip Weesperstraat: o De grootste drukte op de Weesperstraat/Wibaut-as is ten hoogte van de knip en de verwachting is dat dit dus sterk gaat afnemen. o Opdering Azo neemt het autoverkeer toe. o Op de S100 aan de oostkant neem het autoverkeer toe. o De hele corridor Wibautas, van Prins Bernardplein tot in Noord, wordt rustiger qua autoverkeer door de knip. o Vanwege de aanvullende knippen tegen sluipverkeer wordt het ook rustiger in de Plantagebuurt, op de Eilandenboulevard en op de Anne Frankstraat. o Het verkeer dat de corridor niet meer neemt zal zich verspreiden over verschillende S-wegen stad in, zowel in Noord als in Oost. -__ Als gevolg van 30 als norm: o Zal het een stuk minder druk worden op de Weesperstraat. o Het wordt drukker op het deel van de Wibautstraat tot aan de Weesperstraat. 29 8.4 Conclusies ongelijkvloerse oplossingen In principe is het scheiden van verkeersstromen de beste manier om doorstroming te waarborgen. Beter dan met groene golven, kunnen alle richtingen/verkeersdeelnemers hiervan profiteren en komt het op die manier zeker ten goede aan de luchtkwaliteit. Echter, het aanleggen van ongelijkvloerse wegen is complex, definitief en kostbaar, met name in een stedelijke omgeving. Een ander aspect van het aanleggen van een ongelijkvloerse oplossing is dat je te maken hebt met huidig verkeer (dat al slecht doorstroomt, anders zou de optie niet overwegen worden), die je voor enkele jaren ernstig hindert tijdens het aanleggen van de ongelijkvloerse oplossing. Tenslotte gaat er best een lange tijd overheen voordat een idee van een ongelijkvloerse oplossing ook daadwerkelijk geïmplementeerd is. Maatregelen met een dergelijk lange horizon en hoge kosten moeten alleen overwogen worden wanneer alle andere maatregelen aangaande de doorstroming niet blijken en dat dermate ongewenst is als aspecten als luchtkwaliteit (of veiligheid, geen onderdeel van dit onderzoek) niet aantoonbaar gaan verbeteren tot waarden onder de gezondheidsnorm. Vanuit de Quick Scan naar de Weesperstraat is de conclusie dat een tunnel geen optie is, omdat de metro al onder de weg doorloopt in de lengterichting. Vanuit de analyse van de Spaarndammertunnel blijkt dat: -__Het aanleggen van een tunnel minimaal 2 jaar duurt, als alles goed gaat. Met voorbereiding, regelen financiering en aanbesteding duurt het zeker 5 jaar. -__ De kosten van een tunnel bij de Stadhouderskade-OR ten minste 20 miljoen Euro kost. Specifiek voor de Stadhouderskade-OR is het de verwachting dat met de invoering maatregelen van Amsterdam Agenda Autoluw de doorstroming licht zal verbeteren tussen de Hobbemakade en de Overtoom. De doorstroming zal echter een issue blijven, maar een ongelijkvloerse oplossing is een voor doorstroming een zeer kostbare oplossing. Het voorstel is om einde 2022, nadat de maatregelen van Agenda Amsterdam Autoluw zijn geïmplementeerd en de tijd hebben gehad om effect te hebben, een quick scan analyse te doen en wanneer nodig maatregelen te beschouwen die met name het autoverkeer op de Stadhouderskade kunnen verminderen. 30 g Conclusies en aanbevelingen 9.1 Algemeen De vraag was te onderzoeken hoe groene golven en ongelijkvloerse kruisingen de doorstroming van het verkeer, en daarmee de luchtkwaliteit, kunnen verbeteren, waarbij een update is gevraagd van de quick scan naar de mogelijke groene golven in Amsterdam uit 2015. Daarnaast is gekeken naar de zinvolheid van het inzetten van ongelijkvloerse kruisingen in het algemeen en specifiek op de Stadhouderskade-OR (tussen de Overtoom en het Rijksmuseum) en de Weesperstraat. Vanuit een algemene analyse blijkt dat: -__ Groene golven relatief snel en tegen relatief lage kosten (in vergelijking tot ongelijkvloers kruisingen) gerealiseerd kunnen worden, maar als nadeel hebben dat het altijd een compromis blijft met het “ontregelen” van verkeer op kruisende wegen; veelal fiets- en OV-verkeer. Hierdoor zijn groene golven lastig als algehele maatregel te implementeren. -__ Voor heel Amsterdam zijn in het verleden verschillende analyses gedaan naar plekken waar groene golven geïmplementeerd kunnen worden en tenzij er grote veranderingen in het (beleid aangaande het) verkeersnetwerk worden geïmplementeerd, is het de verwachting dat er alle mogelijkheden wel zijn geïmplementeerd. -__ Ongelijkvloerse oplossingen juist het probleem oplossen van de nadelen voor het kruisend verkeer en daarbij extra openbare ruimte kan opleveren. Echter, het implementeren ervan duurt lang (inclusief planfase minimaal 5 jaar), kost veel (zeker 20 miljoen Euro) en zal met name in een stedelijk situatie leiden tot veel overlast tijdens de bouw (afsluiting van een traject dat al last had van slechte doorstroming). -__ Vanuit een aantal maatregelen vanuit Agenda Amsterdam Autoluw wordt er ingezet op verminderen van het autoverkeer. Verwachting in algemene zin is dat met name hoofdroutes op korte termijn nog wat drukker zouden kunnen worden en op een groot aantal andere routes een stuk minder druk. -__ Het beter laten doorstromen van verkeer tot een verlaging van de bijdrage van het verkeer van ongeveer 30% van de NO: kan leiden. -__ Rekening houdend met het aandeel verkeer in de totale uitstoot door lokale verkeersmaatregelen te nemen voor het beter te laten doorstromen van het verkeer kan lokaal tot 10%-15% verbetering van de luchtkwaliteit leiden. -__ Het verschonen van het wagenpark in geheel Amsterdam heeft een groter effect, ook omdat het effect niet alleen een lokale bijdrage is, maar het gehele wegverkeer betreft. Bij elkaar leidt een autonome verschoning van het wagenpark tot een verbetering van de luchtkwaliteit voor bijvoorbeeld NO. van 20%-25% richting 2025. -__ Met de zero emissie (ZE)-ambities zal de verbetering nog hoger zijn. Kortom, door de maatregelen vit Agenda Amsterdam Autoluw is het de verwachting dat de er in totaal minder auto’s gaan rijden in de stad en op veel plekken de doorstroming verbetert. Echter, op een aantal plekken zal dat niet gebeuren en hier zijn lokale maatregelen nodig. De luchtkwaliteit in Amsterdam als gevolg van verkeer zal de aankomende jaren verbeteren (autonoom, zero- emissie, Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit en Agenda Autoluw). Vanuit de optiek van het verbeteren van de luchtkwaliteit is het dus logisch om met name te kijken naar maatregelen die op relatief korte termijn (horizon van maximaal 5 jaar) kosteneffectief geïmplementeerd kunnen worden. Het advies is om maatregelen met een langere horizon en/of hoge kosten alleen te overwegen wanneer de luchtkwaliteit niet aantoonbaar verbetert en de maatregelen aangaande de doorstroming niet blijken te werken. 31 9.2 Conclusies Weesperstraat en Stadhouderskade In de motie is specifiek gevraagd om een analyse te doen van de Weersperstraat en Stadhouderskade-OR (Overtoom-Rijksmuseum) aangaande de doelmatigheid van implementatie van een groene golf en eventueel een ongelijkvloerse oplossing. Voor de Weesperstraat is het niet zinvol om verder onderzoek te doen naar een ongelijkvloerse oplossing, maar wel om de huidige groene golfregeling te gaan updaten, immers: -__ Het belangrijkste is: Er loopt een metrolijn onder de Weesperstraat door, waardoor ondertunnelen niet tot de opties behoort. -_NOzis de afgelopen jaren geleidelijk afgenomen tot onder de norm. -_Autonome verschoning van het wagenpark de aankomeden 5 jaar, zal tot een verder vermindering van NO: leiden met 20% 25%. -__ Het is de verwachting dat de doorstroming verbetert als gevolg van de maatregelen van Agenda Amsterdam Autoluw. - Eris aleen groene golf op de gehele Wibaut-as en het is de verwachting dat met het optimaliseren van deze groene golf de doorstroming verder verbetert. De Stadhouderskade is een complexe straat met veel kruisingen met andere plusnetwegen (auto, fiets en OV) en waar veel gebruik van wordt gemaakt. Voor de Stadhouderskade geldt ook dat de impact en kosten van een ongelijkvloerse oplossing hoog zijn in vergelijking tot de voordelen ten aanzien van doorstroming en luchtkwaliteit. Verder onderzoek naar en ongelijkvloerse oplossing wordt dus niet als zinvol geacht. Voor het deel van de Stadhouderskade-OR (Overtoom-Rijksmuseum) zullen de maatregelen van Agenda Amsterdam Autoluw een positieve impact hebben op de doorstroming. Daarnaast zal de uitstoot de aankomende 5 jaar met zeker „0% verbeteren (waardoor de NO» waarden met 20%-25% afneemt). Een groene golf is hier echter niet mogelijk gezien de negatieve aspecten op het OV. Voor Stadhouderskade-WA (Van Woustraat-Amsteldijk) is al een groene golf geïmplementeerd. Deze behoeft echter een update. Generiek geldt voor het zuidelijk deel van de Stadhouderskade (dus zowel Stadhouderskade-OR en Stadhouderskade WA) dat er vanuit Agenda Amsterdam Autoluw een analyse plaatsvindt om de VRI - regelingen te updaten als ondersteuning van de maatregelen aangaande de knip op de Van Wou. Voor de Stadhouderskade is derhalve het voorstel om: - Geen verder onderzoek te doen naar een ongelijkvloerse oplossing -__De groene golfregeling voor Stadhouderskade-WA opnieuw te analyseren en wanneer zinvol te verbeteren. Met Maatregel 17, circulatie-maatregelen rondom Van Woustraat, van Agenda Amsterdam Autoluw, wordt opnieuw gekeken naar de doorstroming op de kruispunten Stadhouderskade - WA. Dit loopt en behoeft dus verder geen extra aandacht. - Einde 2022, nadat de maatregelen van Agenda Amsterdam Autoluw zijn geïmplementeerd en de tijd hebben gehad om effect te hebben, een quick scan analyse te doen en wanneer maatregelen te beschouwen die met name het autoverkeer op de Stadhouderskade kunnen verminderen. 9.3 Conclusies update Quick Scan groene golven De twee grootste voordelen van een groene golf zijn: -__ Goede doorstroming van verkeer op het deel van een traject. -_Relatief makkelijk te implementeren. Het gaat voornamelijk om instellingen inde VRI’s. Er is eigenlijk geen aanpassing nodig aan de weginrichting. De twee grootste nadelen van een groene golf zijn: 32 - Het laten doorstromen voor de ene richting en/of weggebruiker (auto/fiets/OV/voetganger) kan nadelen hebben voor de andere. Hierdoor kan ook het voordeel aangaande emissies teniet worden gedaan. -_ Het laten doorstromen van verkeer kan meer verkeer aantrekken met alle nadelige gevolgen. Kosten voor een nieuw te ontwerpen groene golf kunnen lopen van 40.000 Euro (een standaard groene golf voor 3 VRI's) tot wel 300.000 Euro (dynamische regeling voor 8 VRI's, zoals bij Westpoortweg). Het blijkt dat er continu onderzoek wordt gedaan naar het kunnen inzetten van groene golven in Amsterdam en er derhalve geen nieuw specifiek onderzoek noodzakelijk was voor het gehele netwerk. Er is met experts onderzocht wat de huidige stand van zaken is aangaande eerder onderzochte trajecten en of er op basis van nieuwe inzichten, aangaande plusnetten waar de afgelopen jaren de doorstroming niet is verbeterd, een groene golf heroverwogen kon worden. Er is met experts onderzocht wat de huidige stand van zaken is aangaande eerder onderzochte trajecten en of er op basis van nieuwe inzichten aangaande plusnetten, waar de afgelopen jaren de doorstroming niet is verbeterd, een groene golf heroverwogen kon worden. Voor 1 traject (Wibaut-as) is het zinvol om een extra actie te nemen aangaande groene golven. Voor 6 andere trajecten worden al acties ondernomen binnen lopende projecten, zoals Agenda Amsterdam Autoluw, en worden deze hieronder verder bekrachtigd: - _ Westpoortweg: o Aangaande Wespoortweg is het traject voor verdere implementatie van een dynamische groene golf 2020 weer opgepakt. o Dit traject behoeft dus verder geen extra aandacht. - __ Wibaut-as (Weesperstraat): o Het advies is om de werking van de bestaande groen golf uit 2004 te analyseren of deze verder geoptimaliseerd kan worden. o Qua timing dient hier rekening te worden gehouden met de pilot knip Weesperstraat welke voor maart 2021 staat gepland. - Jan van Galenstraat-Oost van Azo: © Vanuit Agenda Amsterdam Autoluw vinden al kruispuntanalyses plaats naar verbeteringsmaatregelen. Wanneer zinvol kunnen die ook al eerder worden geïmplementeerd. o Dittraject behoeft dus verder geen extra aandacht. -___Prins Hendrikkade — Oost: o Met voorgenomen herinrichting Kattenburgerstraat in 2022 en de te verwachten veranderende verkeerstromen is vanuit Agenda Amsterdam Autoluw een VRI-studie gedaan, waaruit blijkt dat er ruimte is om het ontwerp te wijzigen en daarmee het verkeer op te vangen. Dit wordt geïmplementeerd vanuit Amsterdam Agenda Autoluw. Een groene golf tussen twee kruispunten heeft dan geen toegevoegde waarde meer. o _Dittraject behoeft dus verder geen extra aandacht. -__ Stadhouderskade-WA en Stadhouderskade-OR: o Vanuit Agenda Amsterdam Autoluw worden de circulatiemaatregelen rondom Van Woustraat op de Stadhouderskade naar het gebied vanaf de Museumbrug tot de Torontobrug onderzocht. Optimalisaties voor de doorstroming worden hierin meegenomen per kruispunt. De huidige en toekomstige situatie worden hierin als vitgangspunt genomen. o _Dittraject behoeft dus verder geen extra aandacht. - Amstelveenseweg: o Voor het deel Amstelveenseweg rondom Stadionplein is kort geleden een groene golf ontwikkeld en er lopen acties om deze te implementeren. o _Dittraject behoeft dus verder geen extra aandacht. o Het advies is om de Wespoortweg mee te nemen in de bovengenoemde extra studies naar en implementatie van groene golven. 33 Tenzij er grote veranderingen in het (beleid aangaande het) verkeersnetwerk worden geïmplementeerd, is het de verwachting dat alle mogelijkheden voor groene golven wel zijn geïmplementeerd. Een terugkerende actie naar het zoeken naar nieuwe mogelijkheden is dus niet zinvol. Voor de huidige 6 groene golven is het advies om deze regelmatig op de werking te analyseren en de resultaten te bespreken met de bestuurder. Dit om te voorkomen dat de impact van nieuwe technologische mogelijkheden en/of nieuwe verkeersituaties niet leiden tot aanpassingen. Het advies is om 1 groene golf per jaar te analyseren in een cyclus van 6 jaar, te starten in 2023 (om zo ook de maatregelen van met name Agenda Autoluw de tijd te geven om de impact te tonen. Inschatting van de kosten die met bovenstaande adviezen gemoeid zijn, zijn gebaseerd op de volgende vitganspunten: - Update groene golf Wibaut-as in 2021. -__ Qvick Scan analyse van situatie Stadhouderskade in 2022. Implementatie van eventuele maatregelen zijn niet begroot, omdat onbekend is wat deze behelzen. -__ Jaarlijks 2 onderzoek. o Gemiddeld 2 op 3 onderzochte trajecten behoeft een update. o Gemiddeld 4 VRi's pr traject. Kosten zijn dan: -__ 2021: Wibaut-as: 60.000 Euro o Onderzoek naar verbeteringspotentieel: 10.000 Euro door R&D o Regeling per VRI (8 VRI's): 40.000 Euro door R&D o Opladen regeling in VRI (8 VRI’s): 8.000 Euro door Assets (Team Licht) o Onvoorzien: 2.000 Euro -__ Quick Scan analyse van situatie Stadhouderskade in 2022: 10.000 Euro o Onderzoek naar verbeteringspotentieel: 10.000 Euro door R&D o Wanneer de bedoeling is dat daarna de nieuwe regelingen gemaakt worden en geladen in de automaat op straat, dan zijn de kosten die bij de Wibautas genoemd worden ook hier van toepassing. - Kosten perjaar vanaf 2023: 20.000 Euro o 10.000 Euro voor onderzoek door R&D o 8.000 Euro per jaar (4 (VRIJ) x (5.000 (regeling) + 1.000 (opladen))/ 3 (jaar)) voor ontwikkelen en implementatie door R&D en V&OR-Stedelijk Beheer onder aansturing van V&OR-VM. o 2.000 Euro per jaar onvoorzien. 34
Onderzoeksrapport
34
test
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2016 Afdeling 1 Nummer 945 Publicatiedatum 29 juli 2016 Ingekomen op 13 juli 2016 Ingekomen onder u Behandeld op 14 juli 2016 Uitslag Verworpen Onderwerp Motie van het lid Van Lammeren inzake de Voorjaarsnota 2016 (aandacht voor klimaatvluchtelingen in onderzoek uitbreiding). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Voorjaarsnota 2016 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 449). Overwegende dat: — er wereldwijd voor het eerst meer dan 60 miljoen vluchtelingen zijn volgens de vluchtelingenorganisatie (UNHCR) van de VN; — het aantal vluchtelingen door de klimaatverandering enorm zal toenemen omdat mensen verdrinken, geen voedsel meer kunnen verbouwen of er conflicten ontstaan; — wetenschappers van het Intergouvernementele Panel voor Klimaatverandering van Verenigde Naties (IPCC) rond 2020 tientallen miljoenen klimaatvluchtelingen verwachten. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: Bij het onderzoek voortkomend uit motie 551 Uitbreiding ook rekening te houden met de komst van klimaatvluchtelingen. Het lid van de gemeenteraad J.F.W. van Lammeren 1
Motie
1
discard
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Motie Jaar 2016 Afdeling 1 Nummer 1447 Publicatiedatum 18 november 2016 Ingekomen op 2 november 2016 Ingekomen in brede commissie Begroting Behandeld op 10 november 2016 Uitslag Aangenomen Onderwerp Motie van de leden Duijndam, Roosma, Boomsma en Poorter inzake de Begroting 2017 (verlaging eigen bijdrage Wmo). Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Begroting 2017. Constaterende dat: — in 2015 ruim 56.000 Amsterdammers gebruikmaakten van een Wmo-voorziening:; — in Amsterdam voor de lage inkomens de eigen bijdrage per periode in 2016 is gemaximeerd (op 13 euro per maand voor alleenstaanden; op 18,60 euro voor meerpersoonshuishoudens) en dat zij daarnaast gecompenseerd worden via armoedevoorzieningen en andere flankerende regelingen. Overwegende dat: — een verlaging van de eigen bijdragen voor de Wmo bijdraagt aan de solidariteit tussen ziek en gezond; — de afschaffing van de eigen bijdragen voor ambulante ondersteuning en dagbesteding per 2017 (conform motie 791 van 14 juli 2016 van het lid Roosma) een stap in de goede richting is; — voor de (lage) middeninkomens de inkomensafhankelijke eigen bijdrage nog steeds flink kan oplopen als wordt gebruikgemaakt van andere Wmo- voorzieningen, terwijl huishoudens in deze inkomenscategorie bovendien maar beperkt aanspraak kunnen maken op de in Amsterdam beschikbare flankerende regelingen; — Amsterdam wel in het voordeel van de cliënt afwijkt van de landelijke eigen bijdragen als het gaat om de maximale periodebijdrage en het marginaal tarief, maar voor het startpunt van de inkomensafhankelijkheid uitgaat van de landelijke norm; — het opschuiven van het startpunt van de inkomensafhankelijkheid juist de (lage) middeninkomens tegemoet kan komen, doordat hierdoor een grotere groep de gemaximeerde eigen bijdrage betaalt, én daardoor de inkomensafhankelijke eigen bijdrage voor alle groepen daarboven óók (evenredig) lager wordt; — het— gezien de extra middelen die vanaf 2017 vanuit het Fonds Zorg, Werk en Jeugdbeleid in de Begroting beschikbaar zijn — mogelijk is om al voor 2017 middelen vrij te maken voor het verschuiven van het startpunt voor de inkomensafhankelijkheid ten behoeve van de lage middeninkomens. 1 Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: 1. een voorstel uit te werken voor een verlaging van de eigen bijdragen voor Amsterdammers die zorg nodig hebben, ingaande per 1 juli 2017, waarbij de (lage) middeninkomens in ieder geval profiteren; 2. daarin een variant op te nemen waarbij het startpunt van de inkomensafhankelijke eigen bijdrage wordt opgeschoven van de huidige 22.486 euro in 2016 naar 24.103 euro vanaf 2017 voor eenpersoonshuishoudens onder de AOW- gerechtigde leeftijd, en het startpunt voor de andere huishoudtypen evenredig te verschuiven; 3. de budgettaire consequenties daarvan in kaart te brengen en het voorstel te voorzien van een passend dekkingsvoorstel, waarbij voor 2017 (incidenteel) middelen uit het Fonds Zorg, Werk en Jeugdbeleid, die per 1 januari 2017 voor 80% naar de zorgbegroting gaan, kunnen worden ingezet en voor 2018 en verder structureel middelen binnen de begroting Zorg kunnen worden vrijgemaakt; 4. een en ander financieel te verwerken bij de Voorjaarsnota 2017. De leden van de gemeenteraad P.J.M. Duijndam F. Roosma D.T. Boomsma M.F. Poorter 2
Motie
2
discard
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Motie Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 256 Publicatiedatum 4 april 2014 Ingekomen onder E Ingekomen op woensdag 12 maart 2014 Behandeld op woensdag 12 maart 2014 Status Ingetrokken Onderwerp Motie van de raadsleden mevrouw Van der Pligt, de heer Poorter en mevrouw Ulichki inzake de notitie, getiteld ‘Naar een stedelijk toelatingsbeleid voor het basisonderwijs in Amsterdam’ (nooit te laat aanmelden). Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 11 februari 2014 inzake de notitie, getiteld ‘Naar een stedelijk toelatingsbeleid voor het basisonderwijs in Amsterdam’ (Gemeenteblad afd. 1, nr. 241); Constaterende dat: — ouders hun kinderen, met dit nieuwe toelatingsbeleid, kunnen aanmelden totdat hun kind 3 jaar en 2 maanden is; Overwegende dat: — er ouders zijn die het Nederlands niet machtig zijn of om een andere reden niet tijdig op de hoogte zullen zijn of worden van dit toelatingsbeleid; — kinderen van ouders die niet op tijd zijn aangemeld naar een school moeten waar dan nog plek over is; — het doel van het toelatingsbeleid is kinderen een gelijke en eerlijke kans te geven om toegang te Krijgen op de school waarvoor men voorkeur heeft in de buurt; — het onwenselijk is dat kinderen van ouders die te laat aanmelden hierdoor minder kans hebben op die voorkeur school in de buurt; — het mogelijk is ouders van kinderen die zich met 3 jaar en 2 maanden nog niet hebben ingeschreven persoonlijk te benaderen . Dit zou bijvoorbeeld kunnen door een afspraak te maken op het Ouder- en Kindcentrum (OKC) of een huisbezoek te laten plaatsvinden, 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteraad Nummer 256 Moti Datum _ 4 april 2014 otie Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: in overleg te gaan met het Breed Bestuurlijk Overleg om het toelatingsbeleid mogelijk zo aan te passen dat ouders van een kind dat niet is aangemeld bij een school op de dag dat het 3 jaar en 2 maanden is alsnog actief benaderd worden voor de inschrijving om loting in de plaatsingsronde alsnog mogelijk te maken. De leden van de gemeenteraad, M.M. van der Pligt M.F. Poorter F. Ulichki 2
Motie
2
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2019 Afdeling 1 Nummer 1750 Ingekomen op 6 november 2019 Ingekomen onder Vv Behandeld op 7 november 2019 Status Verworpen Onderwerp Motie van het lid N.T. Bakker inzake de Begroting 2020 (Stop samenwerking met Shell) Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Begroting 2020. Overwegende dat: — De Amsterdam Economic Board als doel heeft om de welvaart en het welzijn van Amsterdammers te verbeteren; — De gevolgen van klimaatverandering een bedreiging zijn voor het welzijn van Amsterdammers; — Shell lid is van de Amsterdam Economic Board — Shell tot de meest vervuilendste kapitalisten ter wereld behoort, met een uitstoot van 34 miljard ton CO2 sinds 1965; — Shell bijna €45 miljoen spendeert aan lobbyactiviteiten om maatregelen tegen klimaatverandering te vertragen en blokkeren. Van mening dat: — Amsterdam niet moet samenwerken met bedrijven die het welzijn van Amsterdammers schaadt. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: — Alle gemeentelijke samenwerkingen met Shell, van Economic Board tot AMS, per direct te beëindigen; — Alle samenwerkingsverbanden van de gemeente Amsterdam met bedrijven door te lichten op de mate waarin deze bedrijven bijdragen aan klimaatverandering of maatregelen hiertegen verhinderen; — De samenwerking met andere vervuilende bedrijven eveneens te beëindigen. Het lid van de gemeenteraad N.T. Bakker 4
Motie
1
discard
8 . . Bezoekadres A D Gemeente Ee Am st e rd am 1014 PN Amsterdam Postbus 202 1000 AE Amsterdam x Telefoon 14 020 2x amsterdam.nl Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam Datum 28 maart 2017 Ons kenmerk Uw kenmerk Behandeld door [email protected] Kopie aan Raadscommissie Bouwen, Wonen, Wijkaanpak en Dierenwelzijn Bijlage Onderwerp Protest tegen misbruik van roofvogels en uilen op drukke braderieën Geachte Dank v voor vw e-mail waarin v bezwaar maakt tegen het gebruik van roofvogels en uilen op drukbezochte braderieën in de stad. Helaas heeft de gemeente niet de bevoegdheid om dit gebruik te verbieden. Op dit moment staat de nationale wetgeving toe om roofvogels als huisdier te houden en te gebruiken bij evenementen. Dit wil echter niet zeggen dat de gemeente Amsterdam dit soort optredens goedkeurt, integendeel. In april 2016 heeft de gemeenteraad de Agenda Dieren vastgesteld, een agenda met maatregelen die moeten leiden tot een diervriendelijk Amsterdam. Samen met wethouders dierenwelzijn van andere gemeenten heb ik er vorig jaar — namens het college - bij de rijksoverheid op aangedrongen snel te komen met een positieflijst (geschiktheid/ongeschiktheid om diersoorten te mogen houden) voor vogels, reptielen en amfibieën. Tot nu toe staan alleen zoogdieren op deze lijst. Het college is er op tegen dat vogels, reptielen en amfibieën bij evenementen worden gebruikt, maar gemeenten hebben van de rijksoverheid geen bevoegdheid gekregen om evenementen met dieren te verbieden op grond van dierenwelzijn. Met het ministerie van Economische zaken heeft overleg plaatsgevonden waarbij onder meer verzocht is om gemeenten meer bevoegdheden te gaan geven om beperkingen te stellen aan evenementen met dieren. Bij de aanvraag van evenementen is het niet verplicht aan te geven of er bij het evenement dieren : worden gebruikt. De aanvrager vraagt in algemene bewoording een activiteit aan (braderie), maar hoeft geen uitputtende opsomming van de verschillende activiteiten te geven. Aanvragen van “vergunningen voor evenementen mogen niet worden geweigerd op grond van dierenwelzijn. Om dierenleed te voorkomen kunnen wel voorwaarden worden gesteld om te zorgen dat de dieren Een routebeschrijving vindt u op www.amsterdam.nl. Gemeente Amsterdam Datum 28 maart 2017 Ì Kenmerk : Pagina 2 van 2 | gezond zijn en de houder vakbekwaam is. Het college gaat het beleid voor evenementen in de openbare ruimte in 2017 daarom zodanig aanpassen, dat er voor evenementen waarbij dieren zijn | betrokken altijd een evenementenvergunning moet worden aangevraagd, en daarbij | verplichtingen op te nemen over benodigde gezondheidsverklaring en vakbekwaamheid. | Ik hoop v hiermee voldoende geïnformeerd te hebben. | | | Met vriendelijke groet, Á | Laurens \vens | Wethouder bouwen, wonen en dierenwelzijn | | | Î Í I | Î | | | Î | | | 2 | | |
Raadsadres
2
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2018 Afdeling 1 Nummer 273 Datum indiening 31 juli 2017 Datum akkoord college van b&w van 6 maart 2018 Publicatiedatum 7 maart 2018 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Groot Wassink inzake een illegaal museum ter verering van Franco. Aan de gemeenteraad Toelichting door vragensteller: Uit berichtgeving op AT5' en een artikel in El Pais? blijkt dat een bewoner in de Jordaan een illegaal museum ter verering van de Spaanse dictator Franco heeft ingericht in zijn eigen woning. GroenLinks is uitgesproken tegenstander van de verheerlijking van fascisme in het algemeen, en van een dictator zoals Franco in het bijzonder. Hier in persoonlijke sfeer vorm aan geven, is niet verboden. Echter, uit het artikel in El Pais blijkt dat deze man ook bezoekers ontvangt in zijn museum: “Itis not like people are lining up at the door to come see his collection, but Henk says he gets around 20 visitors a week and hopes to make a greater impact in future.” De fractie van GroenLinks ontving zorgwekkende berichten van Spanjaarden die zich gekwetst voelen door het bestaan van dit illegale museum. Ook vinden wij dit een grove belediging voor de Amsterdammers en hun nabestaanden die hebben gevochten tegen het verderfelijke regime van Franco in de jaren '30. Gezien het vorenstaande heeft het lid Groot Wassink, namens de fractie van GroenLinks, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Is het college op de hoogte van het bestaan van dit illegale museum? Antwoord: Het college is op de hoogte van het feit dat in de Jordaan een bewoner in zijn huis materiaal heeft verzameld over Franco. Het college begrijpt de zorgen van GroenLinks, maar wil de term museum nuanceren. Hoewel de bewoner zijn Youtube-filmpje de titel El Museo Franco heeft gegeven, noemt hij zijn woning tegenover de wijkagent en de verschillende media geen museum. Aan de buitenkant van de woning is niets aanwezig dat duidt op een museum of een 1 http://www.at5.nl/gemist/tv/123/25583/- ? https://elpais.com/elpais/2017/03/29/inenglish/1490782719_366483.html 1 Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer Lat 2018 Schriftelijke vragen, maandag 31 juli 2017 expositie. De bewoner zegt enkel kennissen (voornamelijk uit Spanje) te ontvangen die zijn verzameling willen bekijken. Naar aanleiding van deze schriftelijke vragen en de berichtgeving heeft een wijkagent van stadsdeel Centrum een bezoek gebracht aan de betreffende woning. De wijkagent zegt een goed gesprek te hebben gehad met de bewoner. De wijkagent heeft in de woning foto's, affiches en ander beeldmateriaal van Franco aangetroffen. Er zijn geen opruiende teksten aanwezig in de woning. Gezien deze bevindingen is het college van mening dat er geen sprake is van een museum. 2. Vindt het college het net als de fractie van GroenLinks onwenselijk dat de ideologie van Franco wordt vereerd? Antwoord: Het college vindt het onwenselijk dat de ideologie van het fascisme, in dit geval van Franco, wordt vereerd. 3. Heeft het college enig zicht op het aantal bezoekers van dit illegale museum en de eventuele entreegelden die betaald zijn? Antwoord: De bewoner zegt in verschillende media dat het aantal bezoekers in drukke tijden tussen de 10 en de 15 per week ligt. Deze bezoekers zijn kennissen (voornamelijk uit Spanje) die hem benaderen via Facebook wanneer zij een bezoek brengen aan Amsterdam. De bewoner vraagt geen entree aan de mensen die zijn woning bezoeken. 4. In hoeverre zijn de activiteiten van deze bewoner strafbaar? Antwoord: De activiteiten van de bewoner zijn niet strafbaar. De verering blijft beperkt tot de privésfeer; de gemeente is niet gemachtigd hier iets aan te doen. Zolang er geen overlast is kan de gemeente strafrechtelijk geen stappen ondernemen. Het aantal bezoeken is te laag om een vergunning te verplichten. Een vergunning is verplicht als minimaal 50 bezoekers gelijktijdig op bezoek zijn. Daarnaast zegt de bewoner dat de bezoekers bekenden van hem zijn. Aan de buitenkant van de woning is geen aanduiding van een museum of expositie aanwezig. 5. Welke stappen gaat de gemeente — als er sprake is van een illegaal museum of anderszins — nemen om een einde te maken aan deze openlijke verheerlijking van het fascisme? Antwoord: Naar het oordeel van het college is er op dit moment geen sprake van een illegaal museum of openlijke verheerlijking van het fascisme. De wijkagent heeft toegezegd de woning in de gaten te houden. Burgemeester en wethouders van Amsterdam 2 Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R weing 13 Gemeenteblad ummer seal: on Datum 7 maart 2018 Schriftelijke vragen, maandag 31 juli 2017 A.H.P. van Gils, secretaris J.J. van Aartsen, waarnemend burgemeester 3
Schriftelijke Vraag
3
train
> < Gemeente Raadsinformatiebrief Amsterdam Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam Datum 6 september 2022 Portefeuille(s) Volkshuisvesting Portefeuillehouder(s): Zita Pels Behandeld door Directie Wonen, [email protected] Onderwerp Aankondiging Amsterdamse Aanpak Volkshuisvesting Geachte leden van de gemeenteraad, Met deze brief informeert het college u over het project Amsterdamse Aanpak Volkshuisvesting. Schaars, duur en niet altijd toekomstbestendig: Amsterdam heeft een woonopgave. Ook staat Amsterdam voor een omvangrijke opgave op het gebied van wonen en zorg. De toenemende ver- grijzing én de huisvesting van kwetsbare bewoners vraagt om meer woonruimte met passende on- dersteuning vanuit zorg en welzijn. Dit terwijl er gelijktijdig sprake is van een schaarste aan wonin- gen en krapte op de arbeidsmarkt voor zorgpersoneel. Om antwoord te bieden op deze grote vraagstukken wil het college dat wonen in Amsterdam fundamenteel anders wordt in de komende 20 jaar. Dit vereist een doordachte, integrale en rechtvaardige prioritering van de inzet van de ge- meente op het gebied van wonen. Daarom gaat het college een Amsterdamse Aanpak Volkshuis- vesting opstellen, waarin de prioriteiten voor de korte, middellange en lange termijn worden vast- gelegd. Wethouder Pels heeft de regie in deze aanpak en zal hierin samenwerken met wethouder van Dantzig omdat bij het zoeken naar oplossingen de bestaande bouw en nieuwbouw in samen- hang bekeken moet worden. Naast de urgente maatschappelijke opgave die het college ziet, geldt er vanuit de Woningwet ook een verplichting voor gemeenten om een actuele woonvisie te hebben die de basis vormt voor prestatieafspraken tussen de gemeente, corporaties en huurdersorganisaties. Daarnaast bevat een landelijk wetsvoorstel, met wijzigingen in de Huisvestingswet, het voorstel dat de gemeente een actuele woonvisie heeft als voorwaarde voor het kunnen voeren van een huisvestingsverorde- ning. Met het opstellen van de Amsterdamse Aanpak Volkshuisvesting komt het college tegemoet aan zowel haar maatschappelijke als wettelijke verplichtingen. Reikwijdte De Amsterdamse Aanpak Volkshuisvesting is kaderstellend voor de gehele woningvoorraad, zowel de bestaande bouw als de nieuwbouw. Een belangrijk onderdeel van de Amsterdamse Aanpak Volkshuisvesting is een woon-zorg analyse en visie. De aanpak geeft richting aan de woonstad die Amsterdam op de lange termijn wil zijn maar geeft tegelijkertijd inzage in de inspanningen die we op kortere termijn doen om deze te bereiken. Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 6 september 2022 Pagina 2 van 3 Participatietraject Bij een onderwerp dat zoveel impact heeft op het leven van Amsterdammers als wonen, is het ex- tra van belang om op een betekenisvolle manier bewoners en andere stakeholders bij het maken van beleid te betrekken. We organiseren daarom participatie tijdens het maakproces. Het niveau van participatie voor de aanpak is: meedenken (adviseren). Dit betekent dat de gemeente betrok- kenen om advies vraagt. Amsterdammers kunnen de gemeente ideeën of suggesties meegeven terwijl het beleidsstuk geschreven wordt. Of de opgehaalde suggesties worden overgenomen hangt ook af van de geldende financiële kaders. We werken op basis van ambities en doelen voor het wonen in Amsterdam. De individuele Amster- dammer nodigen we vit om op een interactieve webpagina te ontdekken wat de aanpak voor hen betekent en om mee te denken over de ambities en doelen. De stadsdelen worden actief betrok- ken bij dit proces om signalen uit de stad op te halen en mee te denken over de aanpak. We nodi- gen Amsterdammers in alle stadsdelen uit bij publieksbijeenkomsten in buurthuizen, bibliotheken of sportkantines. Andere stakeholders nodigen we ook uit voor besloten themabijeenkomsten en ook zij kunnen op de website reageren. Verder organiseren we focusgroepen voor mensen uit doelgroepen waarvan we meer informatie willen weten ten behoeve van onze beleidsvoorstellen. Planning In september 2022 start het uitgebreide participatietraject met Amsterdammers en andere be- langrijke stakeholders zoals corporaties, ontwikkelaars en zorgpartijen. Alle stakeholders kunnen gedurende meerdere weken hun reacties online en offline geven. Van de bijeenkomsten zullen verslagen worden gemaakt. In november 2022 geven we een duidelijke terugkoppeling over het- geen dat is opgehaald en hoe dat in het beleidsstuk wordt verwerkt. Vervolgens schrijven we de Amsterdamse Aanpak Volkshuisvesting in december 2022 af en gaat deze in januari 2023 naar het College van B&W ter instemming voor inspraak. Planning is dat in janvari 2023 een eerste voorstel voor de Amsterdamse Aanpak Volkshuisvesting wordt vrijgegeven ter inspraak voor iedereen. Te- gelijkertijd worden stadsdelen, regiogemeenten en provincie officieel om advies gevraagd. Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 6 september 2022 Pagina 3 van 3 Tijdens het beleidsvormende proces vindt er viteraard al afstemming plaats met de belangrijkste stakeholders en stadsdelen. Na verwerking van alle inspraakreacties zal volgens planning de defi- nitieve aanpak in juni 2023 in de gemeenteraad worden behandeld. Het college hoopt u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Met vriendelijke groet, Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, En fl | he, rd / el i Zita Pels Reinier van Dantzig Wethouder Volkshuisvesting Wethouder Woningbouw en Stedelijke Ontwikkeling Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Brief
3
train
RIJKSMIDDELEN NATIONAAL PROGRAMMA LEEFBAARHEID EN VEILIGHEID November 2022 Inleiding Over dit document In juli 2022 is het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid gelanceerd. Met dit programma zet het Rijk de eerste stappen voor een langjarige inzet om samen met gemeenten en andere lokale partijen de leefbaarheid en veiligheid in twintig zogenaamde focusgebieden B (negentien steden) weer op orde te krijgen en de bewoners weer perspectief te bieden. Zuidoost en Nieuw-West zijn twee van de twintig gebieden. Dit betekent overigens niet dat middelen van het programma specifiek zijn voorbehouden aan deze twintig gebieden. Per regeling kan dit verschillen. Per regeling bekijken we daarom op welke wijze Amsterdam gebruik kan maken van de middelen (Zuidoost en/of Nieuw-West en/of Noord of de hele stad). Met dit programma investeren verschillende ministeries om de stapeling van problemen aan te pakken. Zo wordt er geïnvesteerd in betere volkshuisvesting (€ 600 miljoen), het voorkomen van jeugderiminaliteit (€ 82 miljoen) en de aanpak van armoede en schulden (€ 20 miljoen). Ook wordt er geïnvesteerd in het verbeteren van de onderwijskwaliteit en de versterking van scholen met veel leerachterstanden. ARA ENT: Leeswijzer In dit document geven we een overzicht van de verschillende maatregelen vit het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid die (financieel) relevant zijn voor de Masterplannen in Zuidoost en Nieuw-West en de Aanpak Noord. In samenspraak met het ministerie van BZK hebben we de meest actuele informatie opgenomen. We gaan eerst in op de zes meest relevante regelingen. Daarnaast geven we een overzicht van overige middelen die van belang zijn. De bijlage bevat een overzicht van alle financiële middelen (die gerelateerd zijn aan het programma) en een nadere toelichting op de zes meest relevante regelingen. Wolkshutevasting,an Ruimtelijke Ordening x = . Wonen % 1- Volkshuisvestingfonds Toelichting regeling Relevantie Amsterdam Omschrijving Eerder toegekend Het Volkshuisvestingsfonds (VHF) is gericht op herstructurering van de Het Rijk heeft in 2021 € 41 miljoen toegekend aan Zuidoost vanuit het bestaande, met name particuliere, woningvoorraad in kwetsbare VHF. gebieden. Met de beschikbare middelen van €600 miljoen (tot en met - - - _ 2026) levert de rijksoverheid een bijdrage aan de herstructurering van Relevantie voor Zuidoost, Nieuw-West en Noord circa 25.000 particuliere woningen in kwetsbare gebieden. Bij de eerste tranche is ook voor Nieuw-West een aanvraag ingediend . Deze is toen niet toegekend. De regeling voor de tweede tranche Verdeling gelden wordt niet identiek aan de regeling voor de eerste tranche. Dit Via aanvraagprocedure betekent mogelijk dat de eerdere aanvraag vanuit Nieuw-West moet . worden aangepast. Er zijn uiteraard geen garanties zijn voor het Beschikbaar budget verkrijgen van een toekenning. Mogelijk wordt in de tweede tranche € 6oo miljoen in periode 2023 — 2026 een maximum ingesteld aan de hoogte van de aanvraag. Afbakening Als de exacte contouren van het fonds bekend zijn, kan worden î . bekeken of Noord ook i king komt het fonds. Voor het VHF zijn gebieden waar de leefbaarheid onder druk staan KEKEN O1 NOOT DOS IN dANMENAND KON VOOR NE TONES leidend. Het gaat hierbij om gebieden die gemiddeld laag score op Aanvrager indicatoren met betrekking tot woningkwaliteit, sociaaleconomische . ee: Gemeente Amsterdam (in samenwerking met woningcorporaties) kenmerken en veiligheid. Planning Naar verwachting begin 2023 worden de exacte contouren van het fonds bekend gemaakt. In 2023 gaat de volgende tranche voor nieuwe aanvragen open. x = = Wonen % 2. Woningbouwimpuls Toelichting regeling Relevantie Amsterdam Omschrijving Eerder toegekend Het doel van de Woningbouwimpuls (WBI) is het sneller bouwen van In 2021 is vanuit de derde tranche van de WBI financiering toegekend meer betaalbare woningen. De rijksoverheid zorgt ervoor dat er meer voor Zuidoost (Gaasperdam, 2.261 woningen) en voor Nieuw-West woningbouwprojecten financieel haalbaar zijn. Met de WBI worden (Röellbuurten, 1.653 woningen). onrendabele toppen gedekt om het woningaanbod te vergroten. Relevantie voor Zuidoost, Nieuw-West en Noord Verdeling gelden Aanvragen zijn ingediend voor Zuidoost, Nieuw-West en Noord. Via aanvraagprocedure Aanvrager Beschikbaar budget Gemeente Amsterdam € 400 miljoen in periode 2023 — 2026. Voor de vierde tranche van de WBI is € 300 miljoen beschikbaar. Afbakening Gemeenten (niet beperkt tot de twintig focusgebieden) Planning Gemeenten konden tot 25 september 2022 een aanvraag indienen voor de vierde tranche van de WBI bij Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. In december 2022 wordt bekend welke projecten een bijdrage krijgen. 2x E Veiligheid x 3: Preventie met gezag Toelichting regeling Relevantie Amsterdam Omschrijving Eerder toegekend Het kabinet zet structureel in op preventie van (ondermijnende en Met incidentele middelen is in de vorige kabinetsperiode een impuls georganiseerde) jeugdcriminaliteit. gegeven aan de wijkgerichte en preventieve aanpak van . georganiseerde en ondermijnende criminaliteit in acht gemeenten, Verdeling gelden waaronder Amsterdam. Via aanvraagprocedure Relevantie voor Zuidoost, Nieuw-West en Noord Beschikbaar budget Vanuit Amsterdam hebben we vóór de zomer een aanvraag ingediend € 60 miljoen in 2022, oplopend naar € 143 miljoen vanaf 2025. voor Zuidoost en Nieuw-West. Amsterdam krijgt € 6 miljoen per jaar Afbakeni voor beide stadsdelen samen, in eerste instantie voor de komende vier akening jaar. Mogelijk wordt dit bedrag nog iets verhoogd. Een start wordt gemaakt in een aantal geprioriteerde gemeenten, Aanvrager waaronder zestien stedelijke focusgebieden. . Gemeente Amsterdam (in samenwerking met woningcorporaties) Planning Gemeenten konden een projectplan ‘Preventie met gezag’ indienen vóór 1 juli 2022. Na de zomer zijn de aanvragen aangescherpt. Daarna zal duidelijk worden hoe verder wordt gegaan en met welke financiële ondersteuning. x = Jeugd en onderwijs % 4 Programma School en Omgeving Toelichting regeling Relevantie Amsterdam Omschrijving Eerder toegekend Het kabinet stimuleert en ondersteunt het verrijken van school en Niet van toepassing omgeving, te beginnen in wijken en op scholen waar de nood het Relevantie voor Zuidoost, Nieuw-West en Noord oogst is. In het schooljaar 2022-2023 wordt gestart met 45 lokale coalities met een bestaand aanbod van een verrijkte schooldag In Amsterdam zijn zes coalities geselecteerd als een van de 45 (voorlopers). voorlopers. Twee van deze coalities komen uit Zuidoost, drie uit . Nieuw-West en een coalitie is actief in vijf stadsdelen, waaronder Verdeling gelden Zuidoost, Nieuw-West en Noord. Via aanvraagprocedure Aanvrager Beschikbaar budget " 3 3 Coalitie van scholen, gemeente Amsterdam en andere lokale partijen € 34 miljoen voor een eerste groep van 130 gebieden (coalities van scholen, gemeenten en andere lokale partijen), in schooljaar 2022 — 2023. Hiervan is € 26,4 miljoen beschikbaar voor 45 voorlopers, € 5 miljoen voor 5o doorgroeiers en € 2,6 miljoen voor 35 starters. Afbakening Coalities van scholen, gemeenten en andere lokale partijen kunnen een aanvraag doen. Planning De 45 voorlopers zijn geselecteerd. Na de zomervakantie konden ook doorgroeiers en starters subsidie aanvragen. x . Werk en armoede % 5: Arbeidsmarkt, armoede en schulden Toelichting regeling Relevantie Amsterdam Omschrijving Eerder toegekend Het ministerie van SZW wil samen met gemeenten, maatschappelijke Niet van toepassing organisaties, buurtorganisaties, vrijwilligers en werkgevers social Relevantie voor Zuidoost, Nieuw-West en Noord impact bonds sluiten en nagaan wat nodig is om de stapeling van problematiek in de stedelijke focusgebieden te doorbreken of te Deze middelen zijn relevant voor Zuidoost en Nieuw-West (de aanpak voorkomen. Resultaten uit de Hackathon Gebiedsgerichte aanpak is gericht op de twintig focusgebieden). geldzorgen, armoede en schulden zullen in samenwerking met de A focusgebieden worden uitgewerkt, beproefd en toegepast. anvrager Verdeling gelden Nog niet bekend Nog niet bekend Beschikbaar budget € 12 miljoen in 2023, € 4 miljoen in 2024 en in 2025. Afbakening De middelen zijn specifiek bedoeld voor de twintig focusgebieden. Planning Nog niet bekend x = Divers 6. Regio Deals Toelichting regeling Relevantie Amsterdam Omschrijving Eerder toegekend In Regio Deals werken regionale partijen en Rijk samen als partners om In 2019 is de Regio Deal ZaanlJ gesloten tussen het Rijk, de provincie de kwaliteit van leven, wonen en werken en leefomgeving van Noord-Holland en de gemeenten Amsterdam, Zaanstad en Oostzaan. inwoners — de brede welvaart — te vergroten. De totale investering bedraagt € 15 miljoen; het Rijk draagt € 7,5 Verdeling gelden miljoen bij. Relevantie voor Zuidoost, Nieuw-West en Noord Via aanvraagprocedure . Amsterdam en enkele samenwerkingspartners zijn voornemens een Beschikbaar budget aanvraag in te dienen als vervolg op de eerdere Regio Deal ZaanlJ. De Het kabinet heeft in totaal € goo miljoen gereserveerd voor de Regio aanvraag heeft onder meer betrekking op Amsterdam Noord. Deals. Voor de vierde ronde Regio Deals is een bedrag van € 284,2 A : SD, 3 anvrager miljoen gereserveerd, daarnaast dragen regio’s zelf ook financieel bij. In 2024 en 2025 volgen nog twee nieuwe tranches. Gemeente Amsterdam in samenwerking met andere partijen. Afbakening Gemeenten, provincies, kennis- en culturele instituten, ondernemers en maatschappelijke organisaties maken samen een integrale aanpak. Planning Tussen 15 juli en 15 november 2022 kunnen regio's voorstellen indienen voor de vierde ronde van de Regio Deals. Begin janvari 2023 beslist het kabinet met welke regio’s een deal wordt vitgewerkt en voor welk bedrag. Overige middelen Toelichting Overzicht overige middelen Naast de hiervoor beschreven zes maatregelen worden in het = Versterken onderwijskwaliteit Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid ook andere . K liikheid middelen genoemd (zie het overzicht hiernaast en de bijlage op sheet ansengenjhet 11 voor een financieel overzicht van alle middelen). "Investeren in goede leraren en schoolleiders Het Rijk neemt de inspanningsverplichting op zich om samen met het =_ Verhoging leeftijd kostendelersnorm lokaal bestuur en de gebieden na te gaan of — in lijn met de gestelde == EZKIKI doelen — prioriteren naar of richten op de stedelijke focusgebieden aan ‚Klimaat de orde is. Daarnaast is er volgens het programma ook voldoende = Nationaal isolatieprogramma ruimte voor inzet op verbreding naar andere gebieden dan de _ stedelijke focusgebieden. = Verduurzaming maatschappelijk vastgoed Op dit moment is voor deze middelen nog niet bekend in hoeverre *_ Stimuleren van wooncombinaties deze relevant zijn voor Amsterdam. In sommige gevallen moet de =__Woon-zorgcombinaties regeling of vitwerking nog gemaakt worden. We houden hierover contact met het ministerie van BZK. "Dak-en thuislozen " __Preventieakkoord "Stimuleren sport en bewegen =__ Kansrijke start BIJLAGEN 1. Bestedingen over de jaren 2. Toelichting regelingen % Bestedingen over de jaren % VRO Woningbouwimpuls (10 x 100 miljoen) 100 100 100 100 Volkshuisvestingsfonds (4 x 150 miljoen) 150 150 150 150 JenV Preventie met gezag 60 138 149 143 143 143 OCW Versterken onderwijskwaliteit 500 600 1.000 1.000 1.000 1.000 Kansengelijkheid 200 300 goo 1.000 1.000 1.000 Investeren in goede leraren en schoolleiders 800 800 800 800 800 800 SZW Envelop arbeidsmarkt, armoede en schulden 12 h 4 Verhoging leeftijd kostendelersnorm 64, 64 65 66 74 BZK Regio Deals 50 250 300 300 EZK/Klimaat Nationaal isolatieprogramma 180 360 562 Verduurzaming maatschappelijk vastgoed 100 330 464 vws Stimuleren van wooncombinaties 10 20 30 40 50 Woon-zorgcombinaties 38 75 88 100 Dak- en thuislozen 65 65 65 65 65 65 Preventieakkoord 60 60 60 60 Stimuleren sport en bewegen 25 25 25 25 25 25 Kansrijke start 10 23 23 23 23 23 Totaal 1.807 2.672 4-028 4-555 4-438 3.180 x = n Wonen % 1- Volkshuisvestingfonds % Toelichting vanuit het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid Het Volkshuisvestingsfonds (VHF) is gericht op herstructurering van de bestaande, met name particuliere, woningvoorraad in kwetsbare gebieden. Met de beschikbare middelen van €600 miljoen (t/m 2026) leveren we een bijdrage aan de herstructurering van circa 25.000 particuliere woningen in kwetsbare gebieden. Dit is aanvullend op de eerste tranche van het Volkshuisvestingsfonds uit 2021 waarmee al 22.000 woningen de komende 10 jaar worden geherstructureerd. In het najaar van 2022 worden de exacte contouren van het fonds bekend gemaakt. In 2023 gaat de volgende tranche voor nieuwe aanvragen open. Net als bij de eerste tranche kunnen gemeenten dan een aanvraag doen voor een toekenning, waarbij zal worden voorgesorteerd op projecten die zijn ingebed in een integrale gebiedsgerichte aanpak met interventies op het fysieke-, sociaaleconomische- en veiligheidsdomein. De samenwerking tussen gemeenten en woningcorporaties is hierbij een pre, omdat er vaak sprake is van gemengde VvE's en gespikkeld bezit van woningcorporaties in wijken. Woningcorporaties pakken de verbeteropgave voor hun eigen woningen op. Het VHF is hoofdzakelijk gericht op de aanpak van slechte particuliere woningen in kwetsbare gebieden. De aanpak van de te herstructureren corporatiewoningen wordt geregeld via de afspraken die in het kader van de afschaffing van de Verhuurderheffing worden gemaakt. Wel blijft er aandacht voor gespikkeld bezit. Voor het VHF zijn gebieden waar de leefbaarheid onder druk staan leidend. Het gaat hierbij om gebieden die gemiddeld laag score op indicatoren met betrekking tot woningkwaliteit, sociaaleconomische kenmerken en veiligheid. Een belangrijk aandachtspunt bij het VHF zal zijn in welke mate de belangen van de zittende bewoners van een gebied zijn meegenomen in de plannen. Dit kan gaan over aspecten zoals het recht van terugkeer en herhuisvestingsfaciliteiten. Ook de mate waarin bewoners van een gebied participeren in de voorgenomen ontwikkelingen wordt een belangrijk punt van beoordeling. x = n Wonen % 1- Volkshuisvestingfonds Toelichting vanuit het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid (vervolg) Bij de verdere uitwerking van de contouren van het VHF wordt nadrukkelijk gekeken naar de andere middelen die ingezet kunnen worden voor het aanpakken van de bestaande woningvoorraad. Verduurzaming van de woningvoorraad door renovatie van bestaande woningen krijgt hierdoor een minder centrale rol in de tweede tranche van het VHF. Dit wordt ondervangen door inzet van middelen uit het Nationaal Isolatieprogramma. Tenslotte wordt nagegaan op welke manier het onttrekken van incourante woningen en toevoegen van kwalitatief goede woningen, die bijdragen aan het creëren van gemengde leefbare wijken, de nadruk kan krijgen in het VHF. Ook blijft er aandacht voor de aanpak van openbare ruimte en collectieve maatschappelijke voorzieningen. Toelichting op het Volkshuisvestingsfonds Meer informatie is te vinden via deze link. x . = Wonen % 2. Woningbouwimpuls Toelichting vanuit het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid Het doel van de Woningbouwimpuls (WBI) is het sneller bouwen van meer betaalbare woningen. We zorgen ervoor dat er meer woningbouwprojecten financieel haalbaar zijn. Met de WBI worden onrendabele toppen gedekt om het woningaanbod te vergroten. Voor de vierde tranche van de WBI is €300 miljoen beschikbaar en deze wordt in augustus 2022 opengesteld. Voor de stedelijke focusgebieden kan de WBI eraan bijdragen om tot een meer gemengde woningvoorraad te komen. In eerdere tranches van de WBI heeft een aantal stedelijke focusgebieden al een aanvraag toegekend gekregen. Actie: In afstemming met het programma Woningbouw stimuleren we de stedelijke focusgebieden om met de WBI extra woningen toe te voegen (aan de verdichtingsopgaven) om te komen tot meer gemengde wijken. De focusgebieden volgen hierbij de reguliere aanvraagprocedure. Toelichting van het ministerie van BZK De bijdrage is bedoeld voor het versnellen van de bouw, het vergroten van het aantal nieuwbouwwoningen in een project of het vergroten van de betaalbaarheid van de woningen voor starters en mensen met een middeninkomen. Ten opzichte van de derde tranche wordt de regeling ook toegankelijker voor (kleine) gemeenten die een gebundelde aanvraag doen, en kunnen gemeenten met minder dan 50.000 inwoners een project indienen met minimaal 200 woningen. Ook wordt er een koppeling gelegd met de (nog af te sluiten) woondeals bij het realiseren van twee derde betaalbare woningbouw per regio. Ook voor deze ronde worden gemeenten weer ondersteund bij het voorbereiden van hun aanvraag, door middel van briefings, kennissessies en instructies. Een toelichting op de procedure is te vinden via deze link. 2x E Wonen x 3: Preventie met gezag Toelichting vanuit het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid Een domeinoverstijgende en gebiedsgerichte preventieve aanpak jeugderiminaliteit Een geselecteerd aantal gemeenten, waaronder de eerste 15 gemeenten die in de vorige kabinetsperiode al deel uitmaakten van het programma leefbaarheid en veiligheid aangevuld met andere gemeenten met jeugdceriminaliteitsproblematiek, krijgt de mogelijkheid om in hun meest kwetsbare wijken een domeinoverstijgende en gebiedsgerichte aanpak neer te zetten. Die bestaat vit het bieden van kansen aan jongeren (en indien in beeld: hun broertjes of zusjes) die kwetsbaar zijn om in de criminaliteit te geraken, maatregelen in de sociale, fysieke en online leefomgeving van de jongeren en het versterken van de justitiële partners in de wijk, zodat crimineel gedrag gecorrigeerd wordt. Een aanvullende brede flexibele aanpak In deze aanpak worden gemeenten of wijken met een specifieke problematiek gericht ondersteund, bijvoorbeeld door de inzet van bewezen effectieve interventies. Hierbij kan inzet op de fases van preventie verschillen en zijn verschillende combinaties mogelijk. Versterking jeugdstrafrechtketen Hierbij wordt specifiek ingezet op de derde fase van preventie, namelijk het voorkomen dat doorgroei plaatsvindt en het voorkomen van recidive. We investeren met circa €10 miljoen structureel in de versterking van de jeugdstrafrechtketen, door de samenwerking in de jeugdstrafrechtketen te versterken en met de (door) ontwikkeling van straffen en maatregelen voor risicogroepen, zoals doorgroeiers en verharde jonge criminelen. Een nadere uitwerking van deze aanpak is te vinden in de Kamerbrief Brede preventieaanpak (georganiseerde en ondermijnende) jeugderiminaliteit van de minister van Justitie en Veiligheid en de minister voor Rechtsbescherming. 2x E Veiligheid x 3: Preventie met gezag Toelichting vanuit het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid Actie: Voor de preventieve aanpak van jeugdcriminaliteit heeft het Kabinet onder de noemer ‘Preventie met gezag’ structureel €82 miljoen ter beschikking gesteld en €61 miljoen voor de preventie en aanpak van jeugdcriminaliteit. Voor de toedeling van (een deel van) de middelen wordt door de minister van JenV en de minister voor Rb in afstemming met het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid een start gemaakt in een aantal geprioriteerde gemeenten, waar 16 stedelijke focusgebieden deel van vitmaken. Het door gemeenten hiervoor op te stellen projectplan ‘Preventie met gezag’ maakt daardoor deels onderdeel vit van lokale vitvoeringsplannen voor de gebiedsgerichte aanpak in het kader van het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid. Later dit jaar volgen meer gemeenten. De selectie van deze extra gemeenten wordt gemaakt op basis van wetenschappelijke rapporten en monitors, zoals de monitor Jeugdcriminaliteit van het WODC, de Veiligheidsmonitor en de Leefbaarometer. Toelichting aanpak Een toelichting is te vinden in de Kamerbrief van 1 juli 2022. x . Jeugd en onderwijs % 4 Programma School en Omgeving Toelichting vanuit het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid Het creëren van goede condities om te kunnen leren vraagt om versterking van condities in de ‘driehoek’ thuis- school-omgeving. In veel kwetsbare gebieden zijn schooldagen al verrijkt of bestaat de behoefte dit te starten of uit te breiden. Juist voor kinderen die opgroeien in een gezin met een laag inkomen is het van belang dat zij via het verrijken van de school en omgeving hun talenten kunnen ontwikkelen. Het is aan lokale coalities (scholen, gemeente, en maatschappelijke organisaties zoals de kinderopvang, sport- en cultuurorganisaties) om een breed aanbod aan activiteiten en ondersteuning vorm te geven dat aansluit bij de behoeften van kinderen zoals sport en beweging, cultuur en huiswerkbegeleiding. De school heeft een belangrijke rol in de vormgeving van die verrijkte schooldag. School is een vertrouwde plek om leerlingen én ouders te bereiken, hun behoeften te signaleren en hen te stimuleren. De programma-organisatie van het stedelijk focusgebied kan de school hierbij ondersteunen door de regie op een samenhangende inzet tussen school — thuis — omgeving te voeren en partijen, beleid en middelen bij elkaar te brengen. x . Jeugd en onderwijs % 4 Programma School en Omgeving Toelichting vanuit het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid (vervolg) Acties: = Het kabinet stimuleert en ondersteunt het verrijken van school en omgeving, te beginnen in wijken en op scholen waar de nood het hoogst is. Hierbij wordt gekeken naar de aanwezigheid van armoedeproblematiek op wijkniveau (relatieve welvaart CBS) en het risico op aanwezigheid van onderwijsachterstanden op schoolniveau (CBS). Dit sluit aan op de problematiek in de stedelijke focusgebieden. = In het schooljaar 2022-2023 wordt gestart met 45 lokale coalities (samenwerking tussen school, gemeente, en maatschappelijke organisaties) met een bestaand aanbod van een verrijkte schooldag (voorlopers). Daarbij gaat het om het uitbreiden van het huidige aanbod van lokale initiatieven, gericht op een stimulerende en ondersteunende omgeving, aansluitend op het reguliere lesrooster. Voorbeelden zijn begeleiding bij huiswerk, steun bij de sociale en mentale ontwikkeling, sport en cultuur en loopbaanoriëntatie. Daarnaast zullen een aantal startende gebieden worden ondersteund bij de coalitievorming en het ontwikkelen van een passend aanbod. = Met het oog op het belang van continuïteit en effectiviteit van de aanpak, is het de intentie deze inzet te continveren, ook na deze kabinetsperiode. Daarbij wordt in het bijzonder aandacht besteed aan de scholen in de stedelijke focusgebieden. Toelichting programma Een toelichting is te vinden in de Kamerbrief van 7 juli 2022. De subsidieregeling is in juli 2022 gepubliceerd. . Werk en armoede % 5. Arbeidsmarkt, armoede en schulden % Toelichting Kamerbrief Een toelichting over de aanpak is te vinden in de Kamerbrief van 12 juli 2022. x = Divers 6. Regio Deals Toelichting vanuit het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid In Regio Deals werken regionale partijen en Rijk samen als partners om de kwaliteit van leven, wonen en werken en leefomgeving van inwoners — de brede welvaart —te vergroten. De kracht van de regio wordt daarbij nadrukkelijk benut. Regionale overheden, kennis- en culturele instituten, ondernemers en maatschappelijke organisaties maken samen een integrale aanpak die past bij de opgave en het DNA van het gebied. Vervolgens werken de regio en het Rijk het voorstel gezamenlijk uit tot een Regio Deal. De komende jaren is €goo miljoen beschikbaar om nieuwe Regio Deals af te sluiten. Een aantal van de stedelijke focusgebieden ligt in een regio waar ook de brede welvaart onder druk staat. Toelichting kamerbrief Een toelichting over het proces en het afwegingskader van de vierde tranche Regio Deals is te vinden in de Kamerbrief van 1 juli 2022.
Onderzoeksrapport
20
train
Van: Verzonden: zaterdag 31 mei 2014 15:25 Aan: Info gemeenteraad CC: Emile Roemer(SP); Rijkswterstaat Onderwerp: Geachte Gemeenteraad Amsterdam; Ik hoorde vanmorgen (Za. 31-5-2014) op radio Purmerend dat binnenkort de vernieuwde eerste Koen tunnel, na renovatie/verbouwing weer opengaat; der is een tijd geleden een tweede Koen tunnel gekomen, e/d eerste is toen voor renovatie/verbouwing dichtgegaan; die gaat binnenkort weer open, dus: er zijn dan twee koen tunnels om ‘t fileprobleem ‘t hoofd te{kunnen)bieden, das mooi; maar! als men dan zoiets heeft O er is een tweede tunnel meer asfalt, hup weer meer blik(auto’s)erop, dan is binnen de kortste keren weer ‘t hele boeltje dicht geslipt met als gevolg weer meer/meerdere files, dan kan je wel een derde, vierde, vijfde, zesde enz. enz. enz. tunnels bouwen, alleen ‘t zal je niets helpen, men kan er ook voor kiezen om gecontroleerd auto’s toe te laten i/d 1e e/d 2e koen tunnel, anders is ‘t binnen de kortste keren weer een chaos en een puinhoop/janboel. Mvg. cc. de gemeenteraad Amsterdam Rijkswaterstaat en de tweede kamer(SP)
Raadsadres
1
train
VN2021-036981 issi ili í Griffe X Gemeente Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, AZ Juridische Zaken, Communicatie, Raadsaangelegenheden, Preventie % Amsterdam en Jeugderiminaliteit, Vluchtelingen en Ongedocumenteerden, Handhaving % en Toezicht Voordracht voor de Commissie AZ van 13 janvari 2022 Ter bespreking en ter kennisneming Portefeuille Openbare Orde en Veiligheid Agendapunt 12 Datum besluit n.v.t. n.v.t. Onderwerp Burgemeester verbiedt demonstratie “Samen voor NL" De commissie wordt gevraagd Kennis te nemen van de persverklaring over het verbieden van demonstratie ‘Samen voor NL’ op 2 januari 2022. Wettelijke grondslag Artikel 26 Reglement van orde gemeenteraad en raadscommissies Amsterdam: Lid 3. Elk lid van de commissie kan voorstellen doen tot behandeling van onderwerpen die niet op de agenda staan met uitzondering van initiatiefvoorstellen. Het lid van de commissie dient het voorstel daartoe minstens vijf werkdagen voor de vergadering schriftelijk bij de commissiegriffier in. Bestuurlijke achtergrond Het recht op demonstratievrijheid is vastgelegd in de Grondwet en in verschillende mensenrechtenverdragen. De burgemeester mag op grond van de Wet openbare manifestaties deze beperken, maar dient dat zorgvuldig te motiveren. Het recht op demonstreren is niet absoluut. Op grond van het verstoren van de openbare orde of (volks)gezondheid mag een demonstratie verboden worden. Echter dient de burgemeester daarin uiterst terughoudend te zijn. Uit de persverklaring volgt niet waarom het verbieden van demonstratie ‘Samen voor NL’ de enige optie was. Is er bijvoorbeeld gezocht naar een alternatieve locatie? En waaruit blijkt dat de organisatie “de confrontatie” wilde gaan opzoeken en dat “personen en groepen aanwezig zullen zijn die uit zijn op ongeregeldheden en bereid zijn om geweld te gebruiken”. Met andere woorden, het is niet duidelijk waarom het verbieden van de demonstratie de meest voor de hand liggende keuze was. Reden bespreking o.v.v. het lid Khan (Denk). Uitkomsten extern advies nvt. Geheimhouding nvt. Uitgenodigde andere raadscommissies nvt. Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan? Gegenereerd: vl.8 1 VN2021-036981 % Gemeente Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Griffie % Amsterdam 0 ee % Juridische Zaken, Communicatie, Raadsaangelegenheden, Preventie Jeugderiminaliteit, Vluchtelingen en Ongedocumenteerden, Handhaving en Toezicht Voordracht voor de Commissie AZ van 13 janvari 2022 Ter bespreking en ter kennisneming hee Welke stukken treft v aan? Meegestuurd Registratienr. Naam AD2021-140404 | Amsterdam verbiedt demonstratie.docx (msw212) AD2021-140398 Commissie AZ Voordracht (pdf) Ter Inzage Registratienr. Naam Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Het lid Khan (Denk) Gegenereerd: vl.8 2
Voordracht
2
discard
Goede middag Ik ben ***, woon mn hele leven in Amsterdam. Heb in de jaren 1970 de woningnood meegemaakt. Ingewoont bij een oude mevr.voor wie het huis te groot was. Goede oplossing voor 2 jaar. Nu zie Iik n veel groter probleem waar ik me vreselijk aan stoor. Hier regeert het kapitaal. Buitenlandse investeerders met veel geld kopen de in amsterdamse woningen op en verhuren die voor heel veel geld. Waar blijft de huurbescherming voor mensen die n hus zoeken? Tevens is mijn zoon ook slachtoffer. Hij betaalt voor n huurwoning van n particulier bezitter 1500 euro pm. Hij kan niet kopen want de bank leent hem niet en voor huur is niets te vinden. Kan er niet nu ook airbnb wordt aangepakt meteen het verhuren van partculier bezit door buitenlandse investeerders worden aangepakt? Graag reactie Met vriendelijke groet re ok ok
Raadsadres
1
train
00:59 7 us an) « WhatsApp VA @ v45.os-surveys.nl d 8 Gemeente x Amsterdam Volksinitiatief: Amsterdam heeft een Keuze Het totaal aantal ondertekeningen tot nu toe: 1670 Datum plaatsing: 9 juni 2020 Amsterdam heeft een Keuze Aanleiding Door de corona-pandemie is het toerisme in Amsterdam in een klap stilgevallen: van gemiddeld ca. 55.000 bezoekers per dag naar (bijna) nul. Dit is een enorme strop voor alle ondernemers die zich richten op toeristen. Maar het biedt ook een welkome pauze aan alle bewoners die zich steeds meer vervreemd voelden van hun binnenstad. De toeristische druk was immens, de balans tussen wonen, werken en recreëren was al jaren ernstig < > 0 @ GO
Raadsadres
1
train
xX Gemeente Amsterdam % Stadsdeel Zuid & Stadsdeelcommissievergadering Agenda Datum 10-05-2023 Aanvang 19:00 Locatie President Kennedylaan 923 - commissiezaal (begane grond) De vergadering van de Stadsdeelcommissie Zuid begint om 19.00 uur i.p.v. 19.30 uur! 1. Opening en vaststelling agenda 2. Vaststellen conceptverslag vergadering 19 april 2023 3. Algemene inspraak 4. Actualiteiten en mededelingen 4a. Actualiteit - 30% tariefverhoging Albert Cuypmarkt (ingebracht door lid Limburg, CDA) 4al. Motie: Geleidelijke tariefverhoging kramen Albert Cuyp (ingebracht door lid Limburg, CDA) 4b. Actualiteit - grote ongeregeldheden bij de RAI tijdens de Turkse verkiezingen (ingebracht door lid Van Zanten, VVD) 5. Inbreng mevrouw Sorgdrager, voorzitter van de commissie-Sorgdrager, die onderzoek heeft gedaan naar de toekomst van sekswerk in Utrecht (mevrouw Sorgdrager was uitgenodigd voor de hoorzitting op 12 april voor experts/belangengroepen over het erotisch centrum, maar was die avond verhinderd) 6. Toelichting Proces Stadsverbetering en Stadsbehoud 1 xX Gemeente Amsterdam % Stadsdeel Zuid 4 7. Mondelinge vragen aan het Dagelijks Bestuur Ja. Verkeersveiligheid in stadsdeel Zuid (ingebracht door lid Van Leeuwen, D66) 7b. Verkeersveiligheid Churchilllaan-Scheldestraat (ingebracht door lid Van Zanten, VVD) 8. Adviesaanvragen 8a. Adviesaanvraag Nota deelvervoer 2023 (termijndatum 15 mei 2023) 8b. Adviesaanvraag concept Uitvoeringsbesluit Afvalstoffenverordening Amsterdam 2023 (termijndatum 26 mei 2023) 8c. Adviesaanvraag Erotisch Centrum (termijndatum 29 mei 2023) 8d. Adviesaanvraag Afvalplan Zuid (termijndatum 14 juni 2023) 9. Mondelinge vragen aan het Dagelijks Bestuur 10. Vergaderschema, overzichten van schriftelijke vragen, toezeggingen, moties en (on)gevraagde adviezen 11. Rondvraag 12. Sluiting 13. Ter kennisname 13a. Overzicht beantwoorde vragen SD door DB 2 xX Gemeente Amsterdam % Stadsdeel Zuid Z 13b. Afgehandelde moties 3
Agenda
3
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2020 Afdeling 1 Nummer 1220 Datum indiening 2 oktober 2020 Datum akkoord 23 oktober 2020 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van de leden Bloemberg-lssa, Naoum Néhmé en Van Soest inzake de investeringsnota Buiksloterham 2020. Aan de gemeenteraad Toelichting door vragenstellers: Bij de fracties van de Partij voor de Dieren, VVD en Partij van de Ouderen leven er zorgen, net als het Dagelijks Bestuur en inwoners van stadsdeel Noord, over bepaalde onderdelen binnen de investeringsnota Buiksloterham 2020. Met de investeringsnota Buiksloterham 2020 voldoet de wijk bijvoorbeeld niet aan de Amsterdamse referentienorm voor maatschappelijke voorzieningen, groen en sport, die sinds 2018 door de gemeente wordt gehanteerd bij bouwontwikkelingen. Indieners hebben vragen over de hoeveelheid gebruiksgroen en wat hier onder verstaan wordt. Daarnaast willen de indieners weten waarom het college in de ruimte voor bedrijven en kantoren schrapt (t.o.v. het investeringsbesluit van 2006) en in hoeverre dit gevolgen zal hebben voor het toekomstige vestigingsklimaat. Ook is het onduidelijk waarom de oorspronkelijke bouwverhoudingen van 30% sociale huur en 70% midden en duursegment nu worden veranderd in 40% sociale huur en 60% midden- en duursegment en hoeveel dit de Amsterdamse belastingbetaler zal kosten. Besluitvorming is daarom uitgesteld in de raadsvergadering van 30 september 2020. Vragenstellers willen meer informatie van het college om dit mee te nemen in een nieuwe commissiebespreking. Gezien het vorenstaande hebben de leden Bloemberg-lssa, Naoum Néhmé ondergetekende, namens de fractie van de Partij voor de Dieren, VVD en Partij van de Ouderen, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Het gebruiksgroen zal in plaats van de genormeerde 137.000m2 maar slechts 85.000m2 beslaan. Welke mogelijkheden ziet het college om het gebruiksgroen uit te breiden? Zijn hier scenario’s voor? Antwoord: in totaal wordt er in de uiteindelijke versie van de investeringsnota die aan de gemeenteraad wordt voorgelegd circa 91.000 m2 aan gebruiksgroen toegeschreven. Dit is een toename van 6.000 m2 ten opzichte van de 85.000 m2 die in de concept-investeringsnota die in december 2019 is vrijgegeven voor inspraak. Deze 91.000 m2 gebruiksgroen wordt gerealiseerd in het openbare ruimte-raamwerk van Buiksloterham. Daarnaast is het reëel er vanuit te gaan dat er 20% (28325m2) van het ecosysteem groen in de investeringsnota uiteindelijk kan worden omgezet naar gebruiksgroen door: 1 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer ober 2020 Schriftelijke vragen, vrijdag 2 oktober 2020 e In ieder geval 9000 m2 openbaar gebruiksgroen op de gemeentelijke kavels in te richten. Vooralsnog is in het HIB op de gemeentelijke kavels veiligheidshalve in de berekeningen met ecosysteemgroen gerekend. Vooral de (grotere) gemeentelijke kavels zoals de kavels 8, 18, 19, 25 en 39 lenen zich goed voor het toevoegen van gebruiksgroen. Deze kavels zullen in meerdere bouwblokken worden opgedeeld met daartussen ruimte voor straten/paden en openbaar groen. e De 10m brede ecosysteem groenzone in de Papaverweg waarmee in het HIB is rekening gehouden om te zetten naar gebruiksgroen. e Er vanuit te gaan dat in ieder geval 6% (10.000m2) van het kaveloppervlak bij particuliere ontwikkelingen van ecosysteemgroen naar gebruiksgroen wordt omgezet. Veiligheidshalve is al het groen op particuliere kavels (40% van het kaveloppervlak) in het HIB aan ecosysteemgroen toegerekend. Per ontwikkeling zal het dan gaan om kleinschalig buurtgroen Dit betekent de volgende verschuiving in de verhouding tussen gebruiksgroen en ecosysteemgroen: ae ee bovengenoemde maatregelen 2. Hoeveel openbaar groen blijft er feitelijk over? Wat wordt er onder de resterende genormeerde 85.000m2 aan gebruiksgroen verstaan? Welke onderdelen tellen mee? Graag een toelichting. Antwoord: in de onderstaande tabel wordt inzichtelijk gemaakt hoeveel openbaar groen er in de investeringsnota Buiksloterham is opgenomen: | Gebruiksgroen 21190 _Ecosysteemgroen (deels openbaar groen) | _____ | 28985 | A Indien ook rekening wordt gehouden met de mogelijkheden om van ecosysteemgroen gebruiksgroen te maken zoals bij vraag 1 is aangegeven, dan komt het totaal openbaar groen op 139.175 m2 (9000m2 afkomstig van de gemeentelijke kavels en 10.000 m2 afkomstig van particuliere kavels). 2 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer ober 2020 Schriftelijke vragen, vrijdag 2 oktober 2020 3. Valt de resterende genormeerde 85.000m2 gebruiksgroen binnen het plangebied? Zo nee, hoeveel procent valt buiten het plangebied? Graag een toelichting. Antwoord: van het totaal van circa 91.000 m2 gebruiksgroen in de investeringsnota valt 13.000 m2 (14%) buiten het plangebied, te weten in het Buiksloterdijkpark in de Klaprozenbuurt. Door het overschot van de oppervlakte van dit park voor de Klaprozenbuurt op te nemen in Buiksloterham, wordt voldaan aan de referentienorm, waarin voor stadsparken een afstandsnorm geldt van 750 m. 4. Vergroening is niet alleen belangrijk om de leefbaarheid van de wijk te garanderen, maar ook noodzakelijk i.v.m. klimaatadaptatie. Hoe wil het college de stedelijke groennorm alsnog behalen? Antwoord: allereerst dient benadrukt te worden dat hoewel het voldoen aan de indicatieve referentienorm voor groen belangrijk is, er in de investeringsnota Buiksloterham veel aandacht is besteed aan kwalitatief hoogwaardig groen dat betekenis heeft voor heel Noord. Hierbij moet gedacht worden aan: e het doortrekken van de Kadoelerscheg vanuit de Buiksloterdijk / Zijkanaal | langs Buiksloterham tot aan Overhoeks. Dit nieuwe IJ-oeverpark vormt een zeer waardevolle toevoeging voor de groenbeleving en vormt een deel van de ontbrekende schakel in het groen/blauwe (fiets-) netwerk. e het Johan van Hasseltkanaal is nu een slecht bereikbare waterpartij met hoge kades zonder veel groen. Straks wordt dit een ecologische zone met verondiepingen en kleine landaanwinningen die de biodiversiteit vergroten. De Johan van Hasseltkade wordt vergroend en krijgt een hoge verblijfskwaliteit die reikt tot het hart van stadsdeel Noord. Het vormt een belangrijke dwarsverbinding tussen de Kadoelerscheg en de Noorderparkscheg Dit gezegd hebbende, draagt met name ecosysteemgroen, naast gebruiksgroen, bij aan klimaatadaptatie. Deze groentypologieën samen zijn in deze Investeringsnota vrijwel gelijk aan de referentienorm voor groen, er resteert slechts een verschil van 1.300 m2. Met de onderstaande tabel wordt dit verschil verklaard. [Norm __JHB | Tekort. HB | | Een groot deel van het ecosysteemgroen kan de gebruiksfunctie van groen (spelen en recreëren) weliswaar niet vervullen, maar draagt wel bij aan andere functies van groen, zoals klimaatadaptatie of biodiversiteit. Daarnaast bestaat Buiksloterham voor een groot deel uit water, dat ook belangrijke functies vervult voor het ecosysteem: biodiversiteit, wateropvang, openheid in het gebied, verkoeling en beperken hittestress. Gebruiksgroen toevoegen om zodoende aan de gemengd stedelijke referentienorm voor gebruiksgroen te voldoen is mogelijk, maar heeft consequenties voor andere ambities. Er zou nog meer landaanwinning in het Johan van Hasseltkanaal kunnen plaatsvinden dan nu voorgesteld (6.260 m2). Op basis van eerdere inspraakavonden, de gevoerde co-creatie met de buurt en vanwege de te verwachte bezwaren hiertegen wordt niet voorgesteld hier de landaanwinning verder uit te breiden. 3 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer ober 2020 Schriftelijke vragen, vrijdag 2 oktober 2020 Nog meer groen toevoegen kan alleen door het verkleinen van het bouwprogramma. Puur vanuit stedenbouwkundig oogpunt zijn er mogelijkheden om kavel 8, 18A, 25 en 39A meer groen te realiseren (ten kosten van woningen, productieve bedrijfsruimte en financiële haalbaarheid) Gezien het grote financiële effect en de beperkte toename aan gebruiksgroen is het omzetten van een uitgeefbaar gemeentelijk kavel(s) naar groen financieel onhaalbaar. Bij een dergelijke (verdere) verslechtering zal het saldo van de grondexploitatie onvoldoende zijn om de financiële risico's af te dekken. Hiervoor zal een voorziening in het Vereveningsfonds getroffen moeten worden, hiervoor is echter momenteel geen ruimte in het Vereveningsfonds. Bovendien heeft het negatieve gevolgen voor de andere ambities waaronder minder (betaalbare) woningen en productieve bedrijfsruimten. Alles overziend kan dus worden geconcludeerd dat: — de referentienorm in kwantitatieve zin op 1.300 m2 na wordt behaald — de verhouding tussen gebruiksgroen en ecosysteemgroen niet conform referentienorm is maar dat er wel mogelijkheden zijn om deze beter in balans te brengen (zie beantwoording vraag 1). — Volledig ‘behalen’ van de norm voor gebruiksgroen financieel niet haalbaar is. 5. Hoe wil het college de stedelijke sportnorm alsnog behalen? Antwoord: uitgangspunt is dat binnen het projectgebied in totaal 20.000m2 aan netto sportterrein gerealiseerd wordt. Dit vraagt om een zorgvuldige ontwikkelstrategie, zowel in ruimte als in tijd. Vooralsnog wordt binnen het projectgebied voorzien in: e een sportcluster van 10.000 m2 bij kavels W1 en 18A e kleinschalige sport van 2.400 m2 nabij kavel 39A/46. e Bij elkaar opgeteld is dit 12.400 m2 aan buitensport. e Voorde resterende opgave is in het project een inpassingsopgave van 7.600 m2 aangeduid. Een uitgevoerde ruimtelijke verkenning laat een ruimtepotentie van 9.400 m2 zien, zoals meer ruimte creëren op de aangewezen sportplekken, of extra clusters creëren in het plangebied. Dit moet verder uitgewerkt worden; binnen de ontwikkelstrategie moeten afwegingen gemaakt worden. Daarnaast wordt vanuit het project bijgedragen aan 22.000 m2 sport in Sportpark Kadoelen. Intensivering van het bestaande sportpark is een win-winsituatie; we faciliteren nieuwe inwoners om te kunnen sporten en bewegen én bieden ruimte voor bestaande sportverenigingen om door te groeien. Met de inpassing van kleine sportvoorzieningen binnen het plangebied en de bijdrage aan de intensivering van sportpark Kadoelen, komen we tot een divers en aan elkaar complementair sportaanbod voor de nieuwe inwoners van Buiksloterham. Door deze en aangrenzende sportvoorzieningen onderling goed met elkaar te verbinden en qua programma op elkaar af te stemmen, ontstaat een sport- en beweegnetwerk wat dooradert tot buurtniveau. 6. Wanneer krijgt de raad te horen of het behalen van de sportnorm buitensporten buiten het plangebied mogelijk is? Antwoord: Afgelopen zomer is een ambtelijke inventarisatie afgerond van potentiele locaties in Noord, gekoppeld aan de 1-2-3 aanpak: 1. sport binnen plangebieden, 2. intensiveren bestaande sportparken 4 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer ober 2020 Schriftelijke vragen, vrijdag 2 oktober 2020 3. realiseren nieuwe sportlocaties Momenteel wordt gewerkt aan een gezamenlijk gedragen ontwikkelstrategie van extra locaties bovenop hetgeen wat al gedaan wordt, gevolgd door stappen per locatie om te komen tot realisatie. De genoemde ontwikkelstrategie is naar verwachting in het voorjaar van 2021 gereed. Dit traject is enkel ten aanzien van de buitenplanse opgave van 22.000m2 sportterrein, waarbij Buiksloterham is gekoppeld aan de intensivering van spotpark Kadoelen. Mocht de intensivering van Sportpark Kadoelen uiteindelijk niet haalbaar zijn, dan zal vanuit de werkgroep Samenhang Noord een terugvaloptie worden uitgewerkt, die in de eerstvolgende actualisatie van de Grex van Buiksloterham wordt meegenomen. 7. De wethouder geeft in haar brief aan dat er geen belangrijke nadelige gevolgen op gebied van flora en fauna te verwachten zijn ten gevolge van het totaalprogramma in de investeringsnota. Worden er positieve gevolgen verwacht op het gebied van flora en fauna in het gebied en zo ja, welke? Antwoord: de Natuurtoets die ter voorbereiding van deze herijking investeringsbesluit is uitgevoerd (juni 2019) constateert dat bij de verdere herontwikkeling van Buiksloterham een deel van de huidige natuurwaarden verloren zal gaan. De braakliggende percelen worden immers bebouwd en ook de rommelige hoekjes op minder intensief gebruikte kavels zullen verdwijnen. De verdere herontwikkeling biedt echter ook mogelijkheden om de natuurwaarden in het gebied te vergroten en de investeringsnota Buiksloterham zet daar stevig op in. Zo is er bij het inrichten van groen in de openbare ruimte en op de kavels veel aandacht voor de invulling en de bijdrage aan biodiversiteit en een toename van flora en fauna. In de uitgangspunten Circulair bouwen in Buiksloterham, die onderdeel zijn van de investeringsnota Buiksloterham, heeft dit onderwerp een belangrijke plek. 8. Is er meer bekend over de gevolgen van de verhoging van het bouwvolume, meer hoogbouw, voor zonlicht en windhinder op het maaiveld? Antwoord: hoewel de dichtheid in het gebied toeneemt, neemt de bouwhoogte slechts op een paar specifieke punten (zogenaamde hoogteaccenten) toe. De bouwhoogte blijft voor het overgrote deel gelijk aan vigerende plannen, namelijk 30 m. Hoogte-accenten kunnen alleen worden gerealiseerd bij afzonderlijke plannen onder voorwaarde dat een hoogbouweffectrapportage (HER) wordt uitgevoerd. In deze HER worden zaken als bezonning, windhinder en ruimtelijke inpassing nauwkeurig onderzocht. Behalve bij de onderbouwing bij Wabo- afwijkingsprocedures zal ook in de regels van een toekomstig bestemmingsplan cq omgevingsplan, bij toekenning van hoogtes boven de 30 meter als voorwaarde voor vergunningverlening de uitvoering van een HER verplicht worden gesteld. 9. Welke onderzoeken zijn uitgevoerd met betrekking tot de luchtkwaliteit met de uitvoering van deze plannen met extra woningen en de bouwplannen in de omliggende gebieden, die allen meer verkeer zullen trekken? Antwoord: het onderzoek naar luchtkwaliteit dat in september 2020 is uitgevoerd voor de investeringsnota is gebaseerd op het verkeersonderzoek dat in augustus 2020 is uitgevoerd. Voor het verkeersonderzoek is tevens een vergelijking gemaakt met het programma conform het bestemmingsplan uit 2009. Daaruit blijkt dat de reeds bestaande knelpunten nauwelijks verergeren wanneer het programma uit de investeringsnota wordt toegepast. Het aantal woningen neemt inderdaad toe, maar een significante toename van het verkeer blijft uit door strenger parkeerbeleid en lager voorzien autobezit voor de inwoners van de Buiksloterham. Hierdoor zal de luchtkwaliteit ook niet significant veranderen. Het geactualiseerde onderzoek luchtkwaliteit dat is gebaseerd op de 5 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer ober 2020 Schriftelijke vragen, vrijdag 2 oktober 2020 verkeersintensiteiten uit het verkeersonderzoek laat zien dat de berekende waarden voor stikstofdioxide en fijnstof in het plangebied Buiksloterham als ook in de omgeving daarvan ver onder de wettelijke normen blijft. 10. Is er een AERIUS-berekening gemaakt om te beoordelen of de stikstofdepositie ten gevolge van het plan invloed heeft op nabijgelegen Natura-2000 gebieden (llperveld, Varkensland, Oostzanerveld en Twiske)? Zo nee, waarom niet en overweegt het college dit nog te onderzoeken? Antwoord: Nee. De reden is dat een berekening van stikstofdepositie op hoofdlijnen niet zinvol is. Voor een berekening is het zicht op de wijze van planontwikkeling in dit stadium te globaal. Voor de gebruiksfase geldt dat de uitkomst van de berekening mede gezien de grote afstand tot Natura-2000 gebieden naar alle waarschijnlijkheid op nul uitkomt. Dit is gebaseerd op de geringe verkeerstoename die de ontwikkeling tot gevolg heeft en de aanname dat de toename van verkeer opgaat in het heersende verkeer van de Ring A10. De ervaring met grote projecten in Amsterdam leert dat de afstanden waarop de Natura-2000 gebieden gelegen zijn dermate groot zijn dat de verkeersgeneratie van projecten geen invloed heeft. 11. Is het waar dat er geen onderzoek is gedaan naar milieuzonering en geluidseffecten van bedrijven, waardoor niet duidelijk is in hoeverre de bedrijvigheid gecombineerd kan worden met woningen? Zo ja, waarom is dit niet gebeurd en overweegt het college dit nog te onderzoeken? Antwoord: Ja, dat klopt. Er verandert op dit punt niets ten opzichte van het huidige investeringsbesluit en de daarop gevolgde juridische regeling in het bestemmingsplan. Daarom is in het kader van deze investeringsnota geen onderzoek gedaan. Voor nieuw op te richten bedrijvigheid geldt dat deze van een zodanige milieucategorie zijn, dat ze zich kunnen mengen met wonen. Bestaande bedrijven die tot een zwaardere milieucategorie behoren, zijn in het bestemmingsplan onder een zone gebracht, die wonen en werken tegen elkaar beschermen. Daar waar binnen de bestemming gemengd de ‘milieuzone, zone Wet milieubeheer’ van toepassing is, is wonen niet toegestaan. Pas als door de initiatiefnemer is aangetoond dat belangen van zittende bedrijven niet door de introductie van wonen in hun omgeving in gevaar worden gebracht en de beide functies in elkaars nabijheid verantwoord zijn, kan wonen alsnog worden vergund. Deze systematiek die o.b.v. individuele initiatieven maatwerk kan leveren, is nog steeds goed bruikbaar en kan ook onder de werking van deze investeringsnota goed blijven functioneren. Bij de voorbereiding van een bestemmingsplan, cq omgevingsplan zal dan ook met hetzelfde doel opnieuw een dergelijke regeling worden opgenomen. 12. Kunnen de bouwplannen getoetst worden aan de hand van de nieuwe MER die wordt uitgevoerd? Antwoord: een nieuwe milieueffectrapportage (MER) is nu niet aan de orde. Als na vaststelling van dit herijkte investeringsbesluit een nieuw bestemmingsplan cq omgevingsplan wordt voorbereid zal in dat kader een mer-beoordeling plaatsvinden. Dat uit die beoordeling volgt dat ook een MER op gesteld moet worden, wordt - gezien de positieve uitkomsten van de onderzoeken die op hoofdlijnen de gevolgen van dit investeringsbesluit in beeld brengen - niet verwacht. Voor tussentijds binnenkomende aanvragen voor bouwplannen die afwijken van het geldende bestemmingsplan, zal zoals gebruikelijk door aanvrager een onderbouwing meegeleverd moeten worden. In het kader van die onderbouwing geldt de bestaande MER als basis en wordt in aanvulling met actueel onderzoek aangetoond dat de ontwikkeling ruimtelijk verantwoord is en geen nadelige gevolgen voor het milieu meebrengt. 6 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer ober 2020 Schriftelijke vragen, vrijdag 2 oktober 2020 13. Door de herontwikkeling gaat ook veel werkgelegenheid in met name kleine bedrijven verloren. Hoe zit het met de woon-werkbalans in Noord en wat betekent dit voor het woon-werkverkeer? Antwoord: Sinds de investeringsnota uit 2006 is het aantal m2 bedrijvigheid in Buiksloterham aanzienlijk afgenomen. Met de voorliggende investeringsnota en de daarin opgenomen eis om minimaal 15% productieve bedrijfsruimte te realiseren zal er naar verwachting juist méér bedrijfsprogramma ontstaan in het gebied. Door de inzet op ruimte-intensieve productieve bedrijvigheid, passend bij een hoogstedelijke omgeving, zal de werkgelegenheid en het aantal arbeidsplaatsen toenemen ten opzichte van de huidige situatie. Amsterdam- Noord telt nu ongeveer 100.000 inwoners en 37.000 banen van meer dan 12 uur. Buiksloterham krijgt in de maximaal ontwikkelde variant ca 16.000 inwoners en ca 5000 banen gekoppeld aan kantoor en bedrijfsruimte (naast werkgelegenheid gekoppeld aan allerhande voorzieningen). De totale aantallen verplaatsingen (gerekend met alle modaliteiten) in het studiegebied nemen door de gebiedsontwikkeling toe, en men neemt dan vaker het OV of de fiets. Het aandeel fietsen en OV van het plan in het studiegebied hoger is dan in de rest van stadsdeel Noord, en het aandeel autobestuurders lager. 14. Hoe wil het college ervoor zorgen dat er een sociaal veilige en verblijfsvriendelijke buitenruimte ontstaat? Antwoord: Een belangrijke factor is de invulling van de plintruimte omdat de invulling van de plint bepalend is voor toezicht op straat en de mate van levendigheid op straat op de verschillende momenten van de dag. Door productieve bedrijvigheid (die in de avond en nacht in principe geen levendigheid of toezicht genereert) fijnmazig te mengen met functies die dat wel doen zoals wonen, horeca en culturele voorzieningen/ontmoetingsplekken worden condities gecreëerd voor een sociaal-veilige omgeving. Stadsstraten zijn hierbij in het bijzonder van betekenis omdat deze straten tevens doorgaande routes zijn met ook relatief veel (fiets)verkeer in de avond en nacht. Voor met name bezoekersparkeren zal gebruik worden gemaakt van de mobiliteitshubs in het gebied. Door deze vorm van parkeren te concentreren zal er minder autoverkeer ontstaan op de 30km/u wegen in Buiksloterham. De kwaliteit van de openbare ruimte krijgt een impuls door de beoogde toename van gebruiksgroen en ecosysteemgroen. Belangrijke kwaliteiten in de buitenruimte worden de Johan van Hasseltkade en het IJ-Oeverpark. Voor Johan van Hasseltkade en -kanaal, maar ook voor andere inrichtingsopgaven voor de openbare ruimte wordt de buurt nauw betrokken om zo met bewoners en ondernemers tot een verblijfsvriendelijke buitenruimte te komen. 15. Met welk saldo zal de grondexploitatie worden verminderd gezien de voorgestelde verandering in het woonprogramma van 30/70 naar 40/40/20 op de gemeentelijke kavels’? Antwoord: Zie KABINET bijlage die ter inzage wordt gelegd voor de raadsleden. 16. Het college schrijft dat het geen enkele betaalbare koopwoningen wil bouwen omdat ze een gewild beleggingsobject kunnen zijn. Vindt het college het een gerechtvaardigde reden om Amsterdamse middeninkomens te duperen omdat er mogelijk investeerders zijn die in enkele koopwoningen geïnteresseerd zouden zijn? Antwoord: In gebieden met veel marktdruk biedt het realiseren van huurwoningen de beste kansen om het gebied duurzaam toegankelijk te houden voor middeninkomens. Het geeft de gemeente de mogelijkheid afspraken te maken over huurprijs (maximaal en gemiddeld), woningomvang in diverse categorieën en er kunnen afspraken worden gemaakt over hoe lang de woningen in het middensegment blijven. Middeninkomens in Amsterdam zijn hier dus bij gebaat. 7 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer ober 2020 Schriftelijke vragen, vrijdag 2 oktober 2020 17. Het college heeft zich lang groot voorstander getoond van de zelfwoonplicht en heeft inmiddels ingestemd met deze maatregel. Is door het college overwogen de zelfwoonplicht van toepassing te verklaren op de betaalbare koopwoningen in dit plangebied en ze daarom alsnog te gaan bouwen? Zo nee, waarom niet? Antwoord: De zelfwoonplicht is van toepassing in Buiksloterham, maar dat biedt voor betaalbare koopwoningen geen oplossing. Zoals bij het antwoord op vraag 18 hieronder wordt aangegeven: dit levert enkel profijt op voor de eerste koper. Het is daarom verstandiger om in te zetten op middeldure huurwoningen. Middeninkomens bestaan namelijk uit een groep met heel diverse huishoudtypen: alleenwonenden, stellen zonder kind, gezinnen. De toegankelijkheid van Buiksloterham voor al deze huishoudenstypen binnen de groep middeninkomens is het beste gewaarborgd via de huur; met middensegment koop zal slechts een deel van deze huishoudenstypen met een middeninkomen bediend kunnen worden. Bij het middensegment huur worden afspraken gemaakt over huurprijs (gemiddelde en bandbreedte) en woningomvang, zodat het voor alle huishoudtypen met een middeninkomen toegankelijk is. Daarnaast worden afspraken gemaakt over de termijn waarbinnen deze woningen als middensegment huur woningen worden verhuurd (25-50 jaar) zodat de toegankelijkheid op lange termijn voor middeninkomens beter is gewaarborgd. 18. Zijn afspraken mogelijk met de projectontwikkelaars om betaalbare koopwoningen te bouwen niet al te klein te laten uitvallen? Zo ja aan wat voor afspraken moeten we denken? Antwoord: Hoewel het mogelijk is om afspraken te maken met projectontwikkelaars over de woninggrootte van koopwoningen uit het middensegment, zullen dit altijd niet-marktconforme afspraken zijn die alleen voor de eerste koper profijt opleveren. De eerste koper kan de woning immers doorverkopen tegen een hogere prijs. Dergelijke afspraken leveren dus alleen winst uit doorverkoop op voor de eerste koper en dragen niet bij aan het realiseren van een duurzaam bestand aan middensegment koopwoningen. 19. Het college wil de verhouding veranderen (t.o.v. Investeringsbesluit van 2006) tussen wonen en niet-wonen van 50-50 bij nieuwe ontwikkelingen naar 70-30. Hoe relateert deze nieuwe verhouding tot de Bedrijvenstrategie 2020- 2030 en Koers 2025? Antwoord: De bedrijvenstrategie 2020-2030 ‘Amsterdam Duurzaam Productief’ hanteert als richtlijn voor productieve wijken tussen de 5% - 15% voor productieve bedrijven te reserveren. Buiksloterham hanteert het maximum van 15%. De investeringsnota onderschrijft daarmee de ambities zoals genoemd in de ‘Bedrijvenstrategie 2020-2030’. In het verlengde van de bedrijvenstrategie is voor de uitvoeringsfase(fase 4.) het rapport ‘Buiksloterham Werkt!, de toekomst van de productieve bedrijvigheid in Buiksloterham” in de maak. Het biedt concrete handvatten voor het goed inpassen van productieve bedrijvigheid. In Koers 2025 is Buiksloterham aangemerkt als gemengde stadsbuurt en tevens versnellingslocatie. Een verhoging van de dichtheid en het opschroeven van het woonprogramma, zonder daarbij het niet-wonenprogramma in absolute zin aan te tasten, is voor Buiksloterham een logische keuze. Beide beleidsstukken zijn daarmee vertaald in de investeringsnota Buiksloterham 2020. 8 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer ober 2020 Schriftelijke vragen, vrijdag 2 oktober 2020 20. Eerder waarschuwde wethouder Everhardt in de Bedrijvenstrategie: “Als de gemeente niet ingrijpt, verdwijnen ambachtelijke bedrijven, maakindustrie en reparatiewerkplaatsen uit de stad.” Ten koste van welke huidige en toekomstige bedrijvigheid zal de vermindering in de ruimte voor bedrijven en kantoren gaan? Heeft het college een impactanalyse verricht waarin toekomstscenario’s zijn doorgerekend van de impact van deze wijziging voor het vestigingsklimaat? Antwoord: Voor het eerst is er nu een harde eis ten behoeve van de productieve bedrijvigheid. Minimaal 15% van een ontwikkeleenheid moet worden ingeruimd voor productieve bedrijfsruimte, waar ambacht en maakindustrie onder vallen. Een dergelijke minimum eis zit niet in vigerende plannen voor het gebied. Deze eis is het hoogste percentage productieve ruimte dat in de bedrijvenstrategie 2020-2030, “Amsterdam duurzaam productief” (met een bandbreedte van 5%- 15%) als wenselijk wordt gezien voor productieve wijken zoals Buiksloterham, waarin productieruimte ook gecombineerd moet worden met wonen en anders de leefbaarheid in het geding komt. De toevoeging van 265.000 m2 bvo in de voorliggende investeringsnota komt bijna geheel ten goede van het woonprogramma en gaat niet ten koste van het niet-wonenprogramma. Naar verhouding is er binnen het niet-wonenprogramma meer ruimte gekomen voor maatschappelijke voorzieningen, detailhandel en overige functies (waaronder horeca). Functies waar ook allen gewerkt wordt. De investeringsnota zet bij nieuwe ontwikkelingen in op ruimte intensieve bedrijvigheid en zet, net als het huidige investeringsbesluit (2006), in op bedrijvigheid uit een milieucategorie die goed te mengen is met woningen. Daarbij moet worden benadrukt dat bestaande bedrijven, ook van een hogere milieucategorie, niet worden gedwongen te vertrekken. Het huidige bestemmingsplan zorgt er door middel van de aanduiding ‘milieuzone, zone Wet milieubeheer’ rondom deze bedrijven voor dat bij ontwikkeling van woningbouw rekening wordt gehouden met de bestaande rechten van deze bedrijven. Particulieren (erfpachters of eigen grond) kunnen zelf beslissen of en op welke termijn ze gaan transformeren. 21. Op basis van welke concrete afwegingen maakt het college de keuze tussen ruimte voor wonen en ruimte voor werken? En is het college het met de indieners eens dat de charme van Amsterdam is dat het een woon- en werkstad is waar ook ruimte is voor recreëren en sporten? Antwoord: Het college onderschrijft dat de genoemde elementen Amsterdam leefbaar en heterogeen maken, en streeft dit ook na voor Buiksloterham. Waar Buiksloterham van oudsher een industrieterrein is met veel ruimte extensieve bedrijvigheid, ontstaat door transformatie een steeds diverser woon-werkgebied, waar ook oog is voor groen, sport en andere voorzieningen. De toevoeging van 265.000 m2 bvo woonprogramma in de voorliggende investeringsnota is in lijn met de gemeentelijke behoefte om de woningschaarste in Amsterdam terug te dringen en gaat niet ten koste van het niet- wonenprogramma. Naar verhouding is er binnen het niet-wonenprogramma meer ruimte gekomen voor maatschappelijke voorzieningen, detailhandel en overige functies (waaronder horeca).Daardoor zal Buiksloterham steeds verder gestalte krijgen als een gemengd hoogstedelijk gebied met een sterke nadruk op wonen en werken. 22. Is het college bereid deze vragen te beantwoorden voor bespreking in de volgende commissievergadering Ruimtelijke Ordening? Antwoord: zeker. 9 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Neng 1520 Gemeenteblad ummer seat „ Datum 23 oktober 2020 Schriftelijke vragen, vrijdag 2 oktober 2020 Burgemeester en wethouders van Amsterdam Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris 10
Schriftelijke Vraag
10
train
VN2023-025930 Gemeenteraad Toezicht en x Gemeente RAAD Handhaving X Amsterdam Openbare Ruimte % Voordracht voor de raadsvergadering van 24 januari 2024 Portefeuille Regelgeving en Handhaving Agendapunt 13 Datum besluit 12 december 2023, College van B&W Onderwerp Vaststellen van een verordening tot wijziging van de Verordening Bestuurlijke Boete Overlast in de Openbare Ruimte in verband met technische aanpassingen, actuele landelijke boetebedragen en toevoeging feiten De gemeenteraad van Amsterdam besluit Vast te stellen de Wijzigingsverordening Verordening Bestuurlijke Boete Overlast in de Openbare Ruimte algehele actualisatie en toevoeging feiten, inclusief de tot de verordening behorende Bijlage 1. Boetebedragen. Wettelijke grondslag * Artikelen 149 en 154b van de Gemeentewet: e Besluit bestuurlijke boete overlast in de openbare ruimte. Bestuurlijke achtergrond De Verordening Bestuurlijke Boete Overlast in de Openbare Ruimte (Verordening Bboor) is in de gemeente Amsterdam in 2017 in werking getreden. De gemeenteraad heeft destijds hiervoor gekozen om een aantal strafbare feiten ter zake van overlast in de openbare ruimte bestuurlijk te kunnen beboeten. Dat betreft overtreding van bepaalde voorschriften in de Algemene Plaatselijke Verordening (APV), de Afvalstoffenverordening, de Marktverordening, de Verordening staan- en ligplaatsen buiten de markten en venten, en de Verordening op het binnenwater. Voorheen werden deze overtredingen met een strafbeschikking afgehandeld via het OM. Onderdeel van deze verordening is een bijlage met omschrijving van deze voorschriften met bijbehorende feitcodes en boetebedragen (Bijlage 1. Boetebedragen). Al een aantal jaren is de Verordening Bboor niet algeheel herzien (slechts op specifieke onderdelen), terwijl sommige voorschriften in de hiervoor genoemde verordeningen inmiddels zijn gewijzigd of vervallen. Tevens kunnen enkele nieuwe feiten aan de Verordening Bboor worden toegevoegd. De boetebedragen in de wijzigingsverordening zijn gekoppeld aan de boetebedragen in het landelijk besluit bestuurlijke boete overlast in de openbare ruimte (Besluit Bboor) welke gepland staat voor inwerkingtreding in O1 2024. Wijziging van de Verordening Bboor aan actuele feiten (en hun omschrijvingen) en landelijk voorgeschreven boetebedragen is dus nodig. Bovendien moeten bewoners en bedrijven in Amsterdam erop kunnen vertrouwen dat de geldende lokale regelgeving actueel is. Onderbouwing besluit Vast te stellen de Wijzigingsverordening Verordening Bestuurlijke Boete Overlast in de Openbare Ruimte algehele actualisatie en toevoeging feiten, inclusief de tot de verordening behorende Bijlage 1. Boetebedragen. De belangrijkste voorgestelde wijzigingen van de Verordening Bboor en de bijlage met boetebedragen (Bijlage 1. Boetebedragen) betreffen de volgende punten. Gegenereerd: vl.22 1 VN2023-025930 % Gemeent Gemeenteraad Toezicht en % Amsterdam RAAD Handhaving % Openbare Ruimte Voordracht voor de raadsvergadering van 24 januari 2024 Artikel 1 Boetebepaling Dit artikel bepaalt welke artikelen in de diverse gemeentelijke verordeningen onder de Verordening Bboor vallen. Met name artikelen in de APV zijn in de loop der tijd gewijzigd. Daarom dient artikel 2 te worden geactualiseerd. Ook worden enkele foutjes hersteld. Tevens worden twee feiten vit de APV toegevoegd, die nog niet in de Verordening Bboor waren opgenomen. Het gaat om artikel 5.3A eerste lid (carbidschieten) en artikel 4.27 vierde lid (fiets parkeren buiten de parkeervoorzieningen). Artikel 2 Boetehoogte natuurlijk persoon Het landelijk Besluit Bboor stelt voor bepaalde categorieën voorschriften het boetebedrag vast voor natuurlijke personen (boven 16 jaar). De voorschriften in de Verordening Bboor vallen onder een van deze categorieën of sluiten hierbij aan. De boetebedragen in het Besluit Bboor zijn dus leidend en een deel van deze bedragen wordt jaarlijks aangepast. In artikel 2 wordt door middel van het toevoegen van een zinsnede verduidelijkt dat de boetebedragen voor natuurlijke personen (boven 16 jaar) gelden zoals vermeld in het Besluit Bboor. Dus ook als er in de Verordening Bboor nog een ander boetebedrag (voor een soortgelijk voorschrift) wordt vermeld. Artikel 3 Boetehoogte rechtspersoon De raad heeft bepaald dat de boetehoogte voor rechtspersonen gelijk is aan de hoogte van de boete voor natuurlijke personen (vanaf 16 jaar) vermenigvuldigd met de factor vijf. Door middel van het huidige artikel 3 wordt het boetebedrag voor rechtspersonen vastgesteld in Bijlage 1 van de Verordening Bboor. Het landelijk Besluit Bboor bepaalt echter alleen de boetebedragen voor natuurlijke personen. Dus als de hiervoor genoemde bijlage niet tijdig wordt aangepast, gelden voor rechtspersonen niet de actuele boetebedragen. Daarom wordt artikel 3 overeenkomstig artikel 2 gewijzigd, zodat ook voor rechtspersonen altijd de boetebedragen gelden die voortvloeien vit wijzigingen in het Besluit Bboor. Bijlage 1. Boetebedragen Deze gewijzigde bijlage bevat de actvele omschrijvingen van de beboetbare feiten met bijbehorende feitcodes en boetebedragen. Naast de toevoeging van twee nieuwe feiten, zoals hiervoor beschreven, zijn deze omschrijvingen aangepast aan de wijzigingen in de onderliggende verordeningen, met name de APV. Sommige artikelnummers (of hun leden) zijn gewijzigd en in een enkel geval zijn voorschriften vervallen. Waar nodig zijn nieuwe feitcodes toegekend dan wel zijn feitcodes gewijzigd. In de bijlage zijn voor natuurlijke personen de boetebedragen vermeld zoals die in het landelijk Besluit Bboor (met verwachte inwerkingtreding in Q1 2024,) zullen gelden voor bepaalde categorieën voorschriften (met een landelijke feitcode). Voor natuurlijke personen vanaf 12 jaar tot 16 jaar geldt de helft van het boetebedrag en voor rechtspersonen is het boetebedrag vermenigvuldigd met de factor vijf. Daar waar een feit in de bijlage niet kan vallen onder een van de categorieën in het Besluit Bboor, is de hoogte van de boete vastgesteld aan de hand van het boetebedrag dat geldt bij een soortgelijke categorie. Hierbij merken wij op dat de categorieën voorschriften met bijbehorende (landelijke) feitcodes in het Besluit Bboor in de loop der jaren ook zijn veranderd. In enkele gevallen heeft dit ook geleid Gegenereerd: vl.22 2 VN2023-025930 % Gemeente Gemeenteraad Toezicht en % Amsterdam RAAD Handhaving % Openbare Ruimte Voordracht voor de raadsvergadering van 24 januari 2024 tot aanzienlijk andere boetebedragen, omdat de feitcodes in het Besluit Bboor niet meer van toepassing waren op de feiten in de Verordening Bboor. De boetes voor het barbecveverbod en verbod gebruik explosieven bijvoorbeeld worden zodoende respectievelijk verhoogd van 150 euro naar 300 euro en van 100 euro naar 250 euro. Tot slot is deze actualisatie benut om enkele omissies te herstellen. Zo ontbraken in de bijlage een aantal feiten die wel in artikel 1 van de Verordening Bboor zijn genoemd: artikel 4.20, eerste lid, artikel 4.21, eerste en tweede lid, artikel 4.23, tweede lid, artikel 4.24, tweede lid, en artikel 4.25, tweede lid APV. Deze feiten zijn alsnog aan de bijlage toegevoegd. Het gaat om parkeerexcessen en de bijbehorende boetebedragen zijn gelijk aan het boetebedrag voor overtreding van artikel 4.26, eerste lid APV: verbod blokkeren parkeerruimte. Vanuit juridisch technisch oogpunt kan de Wijzigingsverordening Verordening Bboor pas in werking treden wanneer: e de nieuwe Afvalstoffenverordening Amsterdam 2023 en Uitvoeringsbesluit Afvalstoffenverordening Amsterdam in werking is getreden. Besluitvorming hierover heeft plaatsgevonden op 9 november 2023 in de Gemeenteraad, verwachting is dat de inwerkingtreding op 2 januari 2024 plaatsvindt. * Actualisatie en indexering van de bijlage onder Landelijk Besluit Bestuurlijke Boete overlast 2024 in werking is getreden. Verwachting is dat dit in O1 2024 plaats vindt. De inwerkingtreding vindt dus plaats als aan beide hierboven gestelde condities is voldaan. Financiële onderbouwing Overige toelichting Niet van toepassing. Conclusie De genoemde beslispunten in de voordracht hebben geen financiële consequenties. Geheimhouding Niet van toepassing. Welke stukken treft v aan [AD2023-091631 | Gemeenteraad Voordracht (pdf) [AD2023:095710 Wijziging Verordening Bboor algehele actualisatie jan 2024.docx (msw22) Ter Inzage |Registratienr. | Naam | Gegenereerd: vl.22 3 VN2023-025930 % Gemeente Gemeenteraad Toezicht en % Amsterdam Handhaving % Openbare Ruimte Voordracht voor de raadsvergadering van 24 januari 2024 Behandelend ambtenaar (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Directie THOR - Nancy Chan - 06 48148743 - [email protected] Directie THOR - Sonja Muusses —06 811 799 10 - [email protected] Gegenereerd: vl.22 4
Voordracht
4
train
X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2016 Afdeling 1 Nummer 744 Publicatiedatum 1 juli 2016 Ingekomen onder AK Ingekomen op woensdag 22 juni 2016 Behandeld op woensdag 22 juni 2016 Status Verworpen Onderwerp Motie van het lid Shahsavari-Jansen inzake de invoering van eeuwigdurende erfpacht voor nieuwe uitgiften (risicopercentage maximaal 0,75 procent). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de invoering van eeuwigdurende erfpacht voor nieuwe uitgiften (Gemeenteblad afd. 1, nr. 664). Overwegende dat: — de gemeente onder andere over zeer sterke verhaalmogelijkheden beschikt, onder andere daardoor nauwelijks debiteurenrisico loopt, en zelf eigenaar blijft van de grond; — het voorgestelde risicopercentage van 1,5 procent niet goed is onderbouwd; — daarbij geldt hoe hoger het percentage, hoe belangrijker om een zorgvuldige onderbouwing te geven, mede gezien de verbondenheid van partijen, de machtspositie van de gemeente: — er experts zijn die tot veel lagere risicopercentages komen (onder andere het rapport van de Marktwaardecommissie en de inspraak van Dr. Wesseling); — de vergelijking met hypotheekrente die banken hanteren niet opgaat omdat de gemeente zelf geen bank is en er tussen verschillende banken concurrentie bestaat, terwijl de erfpachters alleen op de gemeente zijn aangewezen. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: — bij de vaststelling van het canonpercentage voor eeuwigdurende erfpacht uit te gaan van een risico-opslag van maximaal 0,75 procent; — het vorenstaande te verwerken in het Grondprijzenbeleid 2016 voor nieuwe uitgiften in eeuwigdurende erfpacht en de andere relevante beleidsstukken. Het lid van de gemeenteraad M.D. Shahsavari-Jansen 1
Motie
1
train
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 1217 Datum akkoord 5 december 2014 Publicatiedatum 10 december 2014 Onderwerp Beantwoording aanvullende schriftelijke vragen van het raadslid de heer Z.D. Ernsting van 6 november 2014 inzake het parkeren en openbare ruimte rondom De Hallen en de Cremerbuurt. Aan de gemeenteraad inleiding door vragensteller. Op 4 november 2014 verscheen in De Telegraaf het artikel ‘Parkeerdruk bij Hallen groter’. Kennelijke aanleiding waren de schriftelijke vragen van de heer Toonk (VVD) van diezelfde dag, waarin hij stelde dat de parkeerdruk in de omgeving van de Hallen in stadsdeel West is toegenomen. De volgende dag, 5 november 2014, kwamen er schriftelijke vragen van de heer Toonk (VVD) over een participatie traject in de Cremerbuurt in hetzelfde stadsdeel West, waarbij na een draagvlakmeting en uitgebreide discussie met de buurt is voorgesteld om 16 parkeerplaatsen voor auto's om te zetten in onder andere parkeerplaatsen voor fietsen, waar een groot gebrek aan was. Gezien het vorenstaande heeft vragensteller op 6 november 2014, namens de fractie van GroenLinks, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende aanvullende schriftelijke vragen — op de schriftelijke vragen van de heer Toonk van 5 november 2014, namens de fractie van de VVD (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1216) — tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Deelt het college de analyse van de Telegraaf van 4 november en — kennelijk - de VVD dat ‘stadsdelen onverminderd doorgaan met het opheffen van parkeerplaatsen op straat’? Graag een toelichting. Antwoord: Er loopt momenteel een inventarisatie in het kader van het Parkeerplan naar het aantal opgeheven c.q. gecompenseerde parkeerplaatsen in de stadsdelen. Deze inventarisatie kijkt ook naar toekomstige projecten. 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing bnz Gemeenteblad Datum 10 december 2014 Schriftelijke vragen, donderdag 6 november 2014 2. Klopt het dat het staande parkeerbeleid drie doelen heeft en niet alleen ‘het verbeteren van parkeren’ maar ook het verbeteren van de openbare ruimte door parkeerplaatsen op te heffen? Zo nee, waarop baseert u dat? Zo ja, heeft de VVD daar in het verleden ook mee ingestemd en is het verbeteren van de openbare ruimte door parkeerplaatsen voor auto’s op te heffen na totstandkoming van het nieuwe coalitieakkoord nog steeds deel van het beleid? Antwoord: Ja, het parkeerbeleid in Amsterdam heeft als doel bij te dragen aan de bereikbaarheid en leefbaarheid van de stad. Het Parkeerplan heeft als beleidsdoelstellingen: 1) verlagen van de parkeerdruk op straat; 2) verkorten van de vergunningwachtlijsten; 3) het verbeteren van de kwaliteit van de openbare ruimte door inpandig parkeren. Deze drie doelstellingen zijn vastgelegd in het collegebesluit (6/11/ 2012) en parkeerplanconvenant tussen centrale stad en de stadsdelen Centrum, West, Zuid en Oost en besproken in de raadscommissie verkeer en vervoer (22/11/ 2012). Daarnaast is het Parkeerplan onderdeel van de Mobiliteitsaanpak Amsterdam dat door de gemeenteraad is vastgesteld. 3. Waar staat in het nieuwe coalitieakkoord dat ‘De coalitiepartners in de gemeenteraad hebben afgesproken het parkeren voor bewoners en bezoekers beter te maken’ (citaat schriftelijke vragen dhr. Toonk dd 5 november)? Antwoord: Op pagina 23 staat in het coalitieakkoord (onder het kopje P&R): “De parkeer- mogelijkheden voor bewoners en bezoekers maken we beter”. 4. Wat vindt het college ervan dat stadsdelen ruimte op straat proberen te vinden voor andere functies dan autoparkeren, zoals fietsparkeren, bredere stoepen, vrijliggende fietspaden, afvalcontainers of speelplekken voor kinderen? Kunnen er nog andere goede redenen zijn om parkeerplaatsen op te heffen, zoals verkeersveiligheid of ruimtegebrek door nieuwe eisen aan de minimale grootte van een parkeerplaats? Antwoord: De ontwikkeling om goed gebruik te maken van de ruimte in de stad en de verkeersveiligheid te verbeteren, wordt gesteund met het coalitieakkoord. Het is zaak om goed te bepalen in welk gebied welke functie voorrang heeft. De effecten daarvan moeten goed in beeld zijn en alternatieven voor het autoparkeren moeten voorhanden zijn. Vanuit het Parkeerplan zijn hier al nadere afspraken over gemaakt. We zijn met de stadsdelen in gesprek over hoe zij deze afspraken gaan uitvoeren. Voor het parkeerplangebied wordt op dit moment geïnventariseerd op welke locaties parkeerplekken kunnen worden opgeheven en welke invulling deze vrijgekomen ruimte het beste kan krijgen. 2 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing bnz Gemeenteblad Datum 10 december 2014 Schriftelijke vragen, donderdag 6 november 2014 5. Onder wiens taak en bevoegdheid valt het verbeteren van de openbare ruimte en bijvoorbeeld het veranderen van autoparkeerplekken in fietsparkeerplekken in het nieuwe bestuurlijke stelsel? Antwoord: De bevoegdheid voor de parkeercapaciteit is stedelijk. Stadsdelen zijn als wegbeheerder nog verantwoordelijk voor het aanleggen en verwijderen van parkeerplaatsen (buiten de hoofdnetten). Binnen de stedelijke kaders geven de stadsdelen invulling aan de capaciteit. Met het Parkeerplan zijn hierover met de stadsdelen voor het parkeerplangebied afspraken gemaakt. Het college ontwikkelt samen met de stadsdelen een nieuw stedelijk kader over de parkeercapaciteit In de stad. Dit kader moet gebiedsgericht uitspraken doen over de wijze waarop met de parkeercapaciteit moet worden omgegaan en hoe dit gemonitord wordt. Dit kader is naar verwachting in het derde kwartaal van 2015 gereed. 6. Vindt het college dat het stadsdeel West rond de Hallen en de Cremerbuurt, gegeven de beperkte ruimte de juiste keuzes heeft gemaakt? Heeft u er überhaupt een mening over, gezien de verdeling van bevoegdheden? Zijn de gemaakte keuzes ook in lijn met staand beleid? Zo nee, waarom niet? Antwoord: De wethouder Verkeer gaat met stadsdeel West in gesprek over deze specifieke situatie. 7. Deelt het college de mening van de VVD dat sommige stadsdelen het stedelijk parkeerbeleid doelbewust tegenwerken en ‘zieken! zoals het raadslid de heer Toonk op 22 oktober 2014 in de vergadering van de raadscommissie voor Verkeer en Vervoer c.a. heeft gezegd? Antwoord: Het college is er van overtuigd dat de bestuurscommissies het stedelijk beleid onderschrijven. Het college constateert dat voor het gebied buiten het Parkeerplan een stedelijk kader voor het aanleggen, opheffen en compenseren van parkeerplaatsen ontbreekt, daarom wordt er een nieuw stedelijk kader ontwikkeld. Zie hiervoor de beantwoording van vraag 5. 8. Wat is de mening van het college over het nieuws in Het Parool van 22 oktober dat portefeuillehouder Slettenhaar (eveneens VVD) van stadsdeel Zuid 67 parkeerplekken op wil heffen in de PC Hooftstraat om de straat meer kwaliteit te geven en verkeersveiliger te maken? Hoe verhouden dié plannen zich tot het stedelijk beleid? Antwoord: Het voorstel van stadsdeel Zuid om 67 parkeerplekken in de PC Hooftstraat op te heffen is afgestemd en in lijn met het Parkeerplan. Voor vergunninghouders komen er 200 inpandige parkeerplaatsen beschikbaar in de Museumpleingarage. Sinds 1 september zijn hier al 50 plekken beschikbaar, de overige inpandige plekken worden beschikbaar gesteld zodra de parkeerplaatsen daadwerkelijk worden opgeheven. Voor bezoekers blijven er nog 75 parkeerplaatsen in de PC Hooftstraat beschikbaar. 3 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neng bnz Gemeenteblad Datum 10 december 2014 Schriftelijke vragen, donderdag 6 november 2014 Stadsdeel Zuid geeft in reactie op deze schriftelijke vragen aan, als verlengd bestuur, de intentie te hebben het stedelijk beleid uit te voeren. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 4
Schriftelijke Vraag
4
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad x% Gemeenteblad % Motie Jaar 2015 Afdeling 1 Nummer 936 Publicatiedatum 9 oktober 2015 Ingekomen onder o Ingekomen op woensdag 30 september 2015 Behandeld op woensdag 30 september 2015 Status Aangenomen Onderwerp Motie van het lid Van Lammeren inzake de Agenda Groen (bijvriendelijke bloemen). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Agenda Groen (Gemeenteblad afd. 1, nr. 806); Constaterende dat: — erop verschillende plaatsen in de stad uitbundige- en langdurig bloeiende bloemen in bloembakken zijn te bewonderen op bruggen en aan palen; — er bij de aanschaf van deze planten geen specificatie is van de eis ‘biologische/ecologische teelt’; — de Agenda Groen grote waarde hecht aan een sterke en groeiende biodiversiteit; Overwegende dat: — hetal sinds de jaren '90 heel slecht gaat met de stand van de wilde bij, de honingbij, hommels en vlinders, terwijl deze bestuivers essentieel zijn voor de biodiversiteit en de voedselproductie; — uit onderzoek blijkt dat bij een steekproef van sierplanten uit verschillende tuincentra schrikbarende hoeveelheden gif werden gevonden, wat dodelijk is voor bijen, ook op planten die juist als ‘bijenplanten’ waren aangemerkt vanwege hun stuifmeel en nectar; — de raad heeft ingestemd met het initiatiefvoorstel van de Partij voor de Dieren, getiteld ‘De Bij- en vlindervriendelijke stad’. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: bij toekomstige gemeentelijke aanbestedingen van planten voor in bloembakken, de eis op te nemen van ‘biologische/ecologische teelt’ in de specificatie. Het lid van de gemeenteraad J.F.W. van Lammeren 1
Motie
1
discard
x Gemeente Amsterdam AZ % Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Juridische Zaken, Communicatie, Project 1012, Dienstverlening, Bestuurlijk Stelsel en x Raadsaangelegenheden Agenda, donderdag 4 december 2014 Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Juridische Zaken, Communicatie, Project 1012, Dienstverlening, Bestuurlijk Stelsel en Raadsaangelegenheden Tijd 13:30 tot 17:00 uur en zo nodig vanaf 19.30 uur Locatie RAADZAAL, Stadhuis Algemeen 1 Opening 2 Mededelingen 3 Vaststelling agenda 4 Conceptverslag van de openbare vergadering van de Raadscommissie AZ d.d. 13 november 2014 e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier doorgegeven, commissieAZ@raadsgriffie. amsterdam.nl Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn slechts richtlijnen waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn. Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda staat. De vergaderingen en de verslaglegging daarvan zijn openbaar. Van deze vergaderingen worden geluids- en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden op internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl. Voor algemene informatie: [email protected] 1 Gemeente Amsterdam A Z Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Juridische Zaken, Communicatie, Project 1012, Dienstverlening, Bestuurlijk Stelsel en Raadsaangelegenheden Agenda, donderdag 4 december 2014 5 Termijnagenda, openstaande toezeggingen, schriftelijke vragen e Termijnagenda niet bijgevoegd. U ontvangt op de vrijdag voorafgaande aan de vergadering per mail een bijgewerkt exemplaar 6 _Tkn-lijst 7 Opening inhoudelijke gedeelte 7b Aanbieden rapporten Rekenkamer e Aanbieden rapport over het afhandelen van horecaklachten 8 _Inspreekhalfuur Publiek 9 Actualiteiten Burgemeester 10 Rondvraag Financiën 11 _8-maandsrapportage 2014 Nr. BD2014-009994 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (Gemeenteraad d.d. 17 december 2014). Openbare Orde en Veiligheid 12 Intrekken van de Verordening op de heffing en invordering van brandweerrechten 2004 Nr. BD2014-010979 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (Gemeenteraad d.d. 17 december 2014). 13 plan van aanpak woninginbraak Amsterdam 2014-2018 Nr. BD2014-011088 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Deleden van de Raadscommissie voor Wonen (WB) zijn hierbij uitgenodigd. 2 Gemeente Amsterdam A Z Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Juridische Zaken, Communicatie, Project 1012, Dienstverlening, Bestuurlijk Stelsel en Raadsaangelegenheden Agenda, donderdag 4 december 2014 14 beantwoording toezegging betrekken ouders bij straatroof minderjarige kinderen Nr. BD2014-012335 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Geagendeerd op verzoek van commissielid Shahsavari — Jansen (CDA) e Was Tkn 4 in de raadscommissie AZ, d.d.13 november 2014 Juridische Zaken 15 Vaststellen “Verordening elektronische kennisgeving en bekendmaking” en intrekking “Verodening elektronische berichten Stadsdeel West 2013" Nr. BD2014-011973 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (Gemeenteraad d.d. 17 december 2014). Dienstverlening 16 Bestuursopdracht 9: Aanpak leges Nr. BD2014-009372 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Deleden van de Raadscommissie voor Financiën (FIN) zijn hierbij uitgenodigd Raadsaangelegenheden 17 Onderzoek van de rekenkamer naar reacties op moties en schriftelijke vragen Nr. BD2014-011985 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (Gemeenteraad d.d. 17 december 2014). 18 Vaststellen van het voorschot op de fractieondersteuning 2015 Nr. BD2014- 012089 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (Gemeenteraad d.d. 17 december 2014). 19 Wijziging besluit tot vaststelling van de financiële bijdragen betreffende de fractieondersteuning over 2013 Nr. BD2014-012046 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (Gemeenteraad d.d. 17 december 2014). 3 Gemeente Amsterdam A Z Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Juridische Zaken, Communicatie, Project 1012, Dienstverlening, Bestuurlijk Stelsel en Raadsaangelegenheden Agenda, donderdag 4 december 2014 20 Wijziging begroting 2014 Gemeentelijke Ombudsman Nr. BD2014-012316 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (Gemeenteraad d.d. 17 december 2014). e _ Uitgesteld in de raadscommissie AZ, d.d. 13 november 2014 BESLOTEN DEEL 4
Agenda
4
discard
…— INGEKOMEN …__M p D f8 ME! 200 a G Zovosehter . RAADSADRES Amsterdam, 11 mei 2010. Onderwerp: Kriskrasvervoer in Zuidoost. Geachte raadscommissieleden, U hebt kennisgenomen van het rapport van Mobycon d.d. 11 februari 2010. Daarin stelt men u 4 pilots voor betreffende kriskrasvervoer in Amsterdam Zuidoost. Er wordt u gevraagd daar een keuze uit te maken. Wanneer u het rapport in behandeling neemt, vermeldt de termijn- agenda niet. Wellicht neemt u daarover vanavond een besluit. Als actief voorstander van goed, betaalbaar openbaar vervoer, dicht bij huis, wijst de Ouderenadviesraad Zuidoost al jaren op de tekortkomingen van het OV als gevolg van de stedenbouwkundige opzet van het stadsdeel. U kunt dat nalezen in het verslag van activiteiten dat wij u jaarlijks toesturen, of daarvan kennis nemen via www.oar-zuidoost.nl. Uit het onderzoek van Ecorys in opdracht van het stadsdeel blijkt er in Zuidoost een omvang- rijke behoefte te bestaan aan klantgericht, fijnmazig openbaar vervoer. Dit komt mede doordat het reguliere openbaar vervoer zich uitsluitend beperkt tot de dreven. De loopafstand naar een bushalte kan voor bewoners daardoor wel oplopen tot één kilometer. De commissie Mobiliteit van de Ouderenadviesraad Zuidoost heeft de voor- en nadelen van elke voorgestelde pilot besproken. De raad komt tot de slotsom dat het pilot Deeltaxi Zuid- oost het dichtste in de buurt komt van het klantgerichte, fijnmazige vervoer dat men voorstaat. Het grote pluspunt vindt men dat de deeltaxi op afroep beschikbaar komt, of men zich nu thuis bevindt of elders in Zuidoost. Verder biedt eeh Deeltaxi Zuidoost, als organisatie, goede mogelijkheden om de snorders erbij te betrekken, bv. door ze als (legale) onderaannemers in te zetten. /f you cart beat them, join them! Het FNV heeft onderzoek gedaan naar het contractvervoer. Met de arbeidsomstandigheden is het vaak slecht gesteld en onderbetaling komt er meer dan eens voor. Dat is een slechte zaak, voor werknemers én gebruikers: slecht werkgeverschap is immers ook niet bevorderlijk voor de kwaliteit van dienstverlening. De FNV en de ANBO bieden de Tweede Kamer na de zomer een zwartboek aan. Een van de aanbevelingen zal dan zijn de loonkosten in het contractvervoer te subsidiëren. Wij bevelen u dit advies nu al van harte in uw aandacht aan. : Het Bestuursakkoord 2010-2014 spreekt niet alleen over de realisatie van kriskrasvervoer, maar ook van een ringlijn van busjes langs de verzorgingshuizen, culturele en winkelcentra (p. 15, punt 6). Mobycon sluit zijn rapport af met een alinea over de Activiteitenbus. De Ouderenadviesraad Zuidoost is van mening dat een ringlijn van busjes of een Activiteitenbus een waardevolle bijdrage kan leveren aan de maatschappelijke participatie van ouderen en mensen met een beperking. De raad ziet ook de nadere uitwerking van een dergelijke ringlijn van busjes dan wel de Activiteitenbus daarom met grote belangstelling tegemoet. Hoogachtend, Herma Herpers-Smit voorzitter
Raadsadres
1
test
G emeente Bezoekadres Plein'40'45 1 Amsterdam 1064 SW Amsterdam Nieuw-West posts 00 1000 CA Amsterdam Telefoon 14020 amsterdam.nl/nieuwwest Voordracht en besluit D B-AB Registratienummer 71966 - 2017/INT/00731 Afdeling Gebiedspool Onderwerp Aanvulling en wijziging advies d.d. 2 maart 2017 m.b.t. invoering fiscaal parkeren Sloterdijk Il Portefeuille Verkeer en Vervoer +OV DB lid E. Bobeldijk Gebied Westpoort & De Sloterdijken Vergaderdatum DB 29 AUGUStUs 2017 Vergaderdata AB 6 september 2017 13 september 2017 Agenderen College / Ja, naar verwachting in 2018. Gemeenteraad Behandelend ambtenaar (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Bram Berendse 0622932239 [email protected] Pagina1 van6 Bezoekadres Plein'40'45 1 1064 SW Amsterdam Postbus 2003 1000 CA Amsterdam Telefoon 14020 amsterdam.nl/nieuwwest Datum 13 september 2017 Onderwerp Aanvulling en wijziging advies d.d. 2 maart 2017 m.b.t. invoering fiscaal parkeren Sloterdijk Il Het dagelijks bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel Nieuw-West besluit: 1. Inte stemmen met de voordracht aan het AB over de aanvulling en wijziging op het advies van d.d. 2 maart 2017 over de invoering van fiscaal (betaald) parkeren Sloterdijk Il middels bijgevoegde brief Tekst van openbare Het algemeen bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel Nieuw-West besluit: besluiten wordt gepubliceerd 1. Intestemmen met de aanvulling en wijziging op het advies van d.d. 2 maart 2017 over de invoering van fiscaal (betaald) parkeren Sloterdijk Il middels bijgevoegde brief. Ondertekening Het algemeen bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel Nieuw-West, Mevrouw E‚J.M. Plasmeijer, de heer A. Baâdoud, stadsdeelsecretaris voorzitter Registratienummer 71966 - 2017/INT/o0731 Pagina 2 van6 DB-AB Bevoegdheid Artikel 28- adviesrecht Bestuurlijke achtergrond Wijziging Gemeentewet Per 28 januari 2013 is de Gemeentewet (Wet afschaffing bevoegdheid tot het instellen van deelgemeenten) gewijzigd. Naar aanleiding van deze wijziging heeft de Gemeenteraad op 12 juni 2013 ingestemd met het nieuw bestuurlijk stelsel (Gemeenteblad 2013, afd.3a, nr. 101/348). De uitwerking van dit besluit is de Verordening op de Bestuurscommissies (versie 25-08-2016) inclusief bijlage 2 (taken) en bijlage 3 (bevoegdheden). Stedelijk beleid Conform de nieuwe verdeling van taken en bevoegdheden tussen de centrale stad en de bestuurscommissies is overeenkomstig Artikel 38 van de Verordening op de bestuurscommissies al het stadsdeelbeleid dat voor maart 2014 is opgesteld vervallen per 19 maart 2016 (uitgezonderd de opnieuw vastgestelde beleidsregels in het AB van 25 mei 2016 met kenmerk 2016/int/204). Het Parkeerbeleidsplan Nieuw-West 2012-2020 is volgens de nieuwe verhoudingen ook vervallen. Vanaf deze datum is het stedelijk beleid Menukaart parkeerregelingen (2004) voor de bestuurscommissies kader stellend geworden. De taken en bevoegdheden van bestuurscommissies moeten binnen deze stedelijke kaders worden uitgevoerd. Dit betekend voor de beleidsoptie fiscaal parkeren dat de bestuurscommissie Nieuw-West het college kan adviseren wijzigingen aan te brengen in de parkeerverordening en/of het vitwerkingsbesluit. Ad 1. Aanvulling en wijzigingen adviesbrief 2 maart 2017 m.b.t. invoering fiscaal parkeren Sloterdijk I/ Beslispunt 1. Naar aanleiding van de parkeerdrukmetingen en diverse ondernemersbijeenkomsten is op 1 maart 2017 in het Algemeen Bestuur van de bestuurscommissie Nieuw-West ingestemd (71966- 2016/INT/o1782) om het college te adviseren om fiscaal parkeren in te voeren voor het gebied Sloterdijk Il. Voordat ons advies door het college wordt behandeld is ambtelijk aangegeven om de volgende aanvulling en wijziging door te voeren; 1. Het wijzigen van twee niet losse vergunningsgebieden naar één vergunningsgebied 2. Hettoevoegen van het vergunningsplafond 1. Vergunningsgebied In het voorstel van 2 maart 2017 adviseren wordt het college geadviseerd om voor het gebied Sloterdijk Il voor de twee niet aaneengesloten gebieden twee aparte vergunningsplafonds in te stellen. De nadelen van twee aparte vergunningsgebieden zijn -__ Dat vergunningshouders vit het ene gebied niet mogen parkeren in het tweede gebied (tenzij het straattarief wordt betaald). -__In vergunningsgebieden met een laag aantal parkeerplaatsen in de openbare ruimte er een wachtlijst kan ontstaan bij de uitgiften van parkeervergunningen Daarom wordt voorgesteld om de volgende gebieden vit het voorstel van 2 maart 2017 samen te voegen tot één vergunningsgebied waarvan de grenzen worden gevormd door -__ door (1) de westzijde van de Radarweg tussen de Basisweg en de Kastrupstraat(2) de Kastrupstraat aan beide kanten (3) de Rhôneweg aan beide kanten (4) de oostzijde van de Seineweg tussen de Rhôneweg en de Basisweg (5) de ventweg van de Basisweg aan beide zijden tussen de Seineweg en de Radarweg & door de Donauweg aan beide zijden tussen de Gyroscoopweg en de Radarweg. 2. Vergunningsplafond Uitgaande dat de twee vergunningsgebieden vit het voorstel van 2 maart 2017 worden samengevoegd tot één vergunningsgebied; zijn er in het vergunningsgebied Sloterdijk Il 742 parkeerplaatsen in de openbare ruimte. Om zowel het bezoek van de ondernemers als de Registratienummer 71966 - 2017/INT/o0731 Pagina 3 van 6 DB-AB werknemers van de ondernemers te faciliteren wordt in het algemeen 20% van de openbare parkeerplaatsen gereserveerd voor bezoekers. In dit gebied is er geen reden om af te wijken van deze richtlijn wat betekend dat er (afgerond) 142 openbare parkeerplaatsen worden gereserveerd voor bezoekers. Dit betekend dat het vergunningsplafond voor bewoners en ondernemers die in aanmerking komen voor een parkeervergunning wordt gesteld op 600 parkeerplaatsen in de openbare ruimte. Het is op basis van ervaring de verwachting dat zowel de 142 parkeerplaatsen voor bezoekers als wel de 600 parkeerplaatsen voor bewoners en ondernemers die in aanmerking komen voor parkeervergunning voldoende zijn. Overig Op 21 juli jl. is de ondernemersbijeenkomst Sloterdijk Il gehouden. Tijdens deze bijeenkomst hebben diverse ondernemers zorgen geuit over de vergunningverstrekking van 1 vergunning per vijf medewerkers. Hierbij worden de eigen stallingsplaatsen in mindering gebracht van het aantal te verstrekken vergunningen. Naast deze zorgen gaven de ondernemers aan de voorkeur te hebben voor een vergunningverstrekking van 1 vergunning per twee medewerkers. Hierbij benadrukkende dat de vergunningverstrekking van 2 vergunning per twee medewerkers geen beleidsoptie is en niet wenselijk is omdat; -__Hetgebied een goede OV-ontsluiting heeft door NS-station Sloterdijk -__ Hetgebied een goede OV-ontsluiting heeft middels de busverbindingen -__Er grootschalige plannen zijn om in hoge dichtheden te bouwen in Sloterdijk-Centrum en Haven-Stad. In deze plannen is er minder ruimte voor de auto. Ook wordt er programma toegevoegd aan Sloterdijk Il. Het bedrijventerrein kan daarmee niet meer worden beschouwd als een perifeer gebied. Een ruime regeling voor de auto past niet binnen de groeiende schaarste aan ruimte. Tijdens de ondernemersavond is de bestuurlijke toezegging gedaan om de zorgen van de ondernemers te delen met het college. nb. Garages en autoherstelbedrijven kunnen ook (maximaal) twee vergunningen op code aanvragen. Deze vergunning maakt het mogelijk om op straat te parkeren met wisselende voertuigen. Bijv. om hier tijdelijk een net gerepareerde auto neer te zetten. Mocht een garage of autoherstelbedrijf voor een vergunning op code kiezen dan wordt dit in mindering gebracht op het aantal vergunningen voor werknemers. De stallingsplaatsen worden in mindering gebracht op het aantal te verlenen vergunningen. Onderbouwing besluit Argumenten Met bijgevoegde aanvulling en wijziging wordt het advies van 2 maart 2017 in behandeling genomen door het college en wordt voldaan aan het adviesrecht om te komen tot een oplossing van de parkeerproblematiek in het gebied Sloterdijk I. Risico's / neveneffecten Neveneffecten 1. De datum van invoering fiscaal parkeren op Sloterdijk Il per 1-1-2018 wordt door de benodigde wijziging en aanvulling niet gehaald Risico's 1. Hetrisico bestaat dat het college niet instemt met ons advies. Registratienummer 71966 -2017/INT/o0731 Pagina 4 van 6 Selecteer de maatschappelijke LJJongeren aan het werk effecten waar hetbesluitaan [Jeugd benut talent bijdraagt L]Goed veiligheidsgevoel MlPrettig wonen (lledereen doet en telt mee (Prettig samenleven L]Gezonde leefstijl Maatschappelijke Het parkeerregime maakt onderdeel vit van het speerpunt prettig wonen. Middels deze effecten draaiknop wordt gewerkt aan een oplossing voor de parkeerproblematiek in het gebied Sloterdijk Il. Uitkomsten ingewonnen adviezen Juridisch bureau Artikel 28- adviesrecht verordening op de bestuurscommissies. Financiën Dit voorgenomen besluit heeft geen financiële consequenties voor stadsdeel Nieuw-West. Communicatie Opmerkingen verwerkt. Overige Opmerkingen verwerkt. Financiële paragraaf Niet van toepassing. Financiële gevolgen? Nee. Indien ja, dekking aanwezig? N.v.t. Indien ja, welke kostenplaats? Toelichting N.v.t. Voorlichting en communicatie Eisen publicatie N.v.t. Na het DB besluit worden de ondernemers geïnformeerd middels een bewonersbrief over de Commvunicatiestappen voordracht in de commissie en het AB en de mogelijkheden die er zijn tot inspraak. Uitkomsten inspraak Niet van toepassing. Uitkomsten maatschappelijk overleg (participatie) Niet van toepassing. Geheimhouding Geheimhouding Niet van toepassing. Einde geheimhouding Niet van toepassing. Stukken Meegestuurd 1. Advies invoering betaald parkeren in Sloterdijk 2- addendum (2017/UIT/06323) Registratienummer 71966 -2017/INT/o0731 Pagina 5 van 6 2. Bewonersbrief Sloterdijk Il (2017/UIT/o6704,) Ter inzage gelegd Niet van toepassing Te verzenden stukken 1. Advies invoering betaald parkeren in Sloterdijk 2- addendum (2017/UIT/06323) College van Burgemeester en Wethouders (B&W) Amsterdam Postbus 202 1000ÂE AMSTERDAM Aangetekend versturen Nee. Akkoord agendering Datum voorbereidendestaf 21 augustus 2017 Portefeuillehouder E. Bobeldijk. Portefeuillehouder akkoord? Ja per mail op maandag 21 augustus 2017 om 17:27 uur. Verantwoordelijk manager B. Berendse Manager akkoord? Ja. Besluit dagelijks bestuur Registratienummer 71966 -2017/INT/o0731 Pagina 6 van 6
Besluit
6
train
VN2021-022363 N% Gemeente Raadscommissie voor Kunst en Cultuur Monumenten en Erfgoed, K D D Sg ijengd en Amsterdam Diversiteit en Antidiscriminatiebeleid, Democratisering, Gemeentelijk D Vastgoed, ICT en Digitale Stad, Dienstverlening, Personeel en % Organisatie, Coördinatie bedrijfsvoering, Inkoop Voordracht voor de Commissie KDD van o1 september 2021 Ter kennisneming Portefeuille Onderwijs Kunst en Cultuur, Monumenten en Erfgoed (41) Sport en Recreatie (37) Jeugd(zorg) (33) Agendapunt 22 Datum besluit 18 juni 2021 Onderwerp Tweede editie MidzomerMokum 2021 De commissie wordt gevraagd Kennis te nemen van de raadsinformatiebrief over de tweede editie MidzomerMokum 2021. Wettelijke grondslag Gemeentewet Artikel 169 van de Gemeentewet. Bestuurlijke achtergrond e Metde brief van 17 december 2020 is de raad geïnformeerd over de evaluatie en het vervolg op de eerste editie van MidzomerMokum in 2020. * Inde raadscommissie WIO (17 februari 2021) heeft wethouder Moorman aangegeven samen met wethouders Meliani en Kukenheim de raad nader te informeren over het zomerprogramma in 2021. * Inde raadscommissie ZJS (23 juni 2021) heeft wethouder Kukenheim een mondelinge mededeling gedaan over MidzomerMokum 2021. Reden bespreking Niet van toepassing. Uitkomsten extern advies Niet van toepassing. Geheimhouding Niet van toepassing. Uitgenodigde andere raadscommissies Niet van toepassing. Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan? Niet van toepassing. Welke stukken treft v aan? Gegenereerd: vl.5 1 VN2021-022363 % Gemeente Raadscommissie voor Kunst en Cultuur Monumenten en Erfgoed, K D D ijs Ì msterdam Sg ijengd en % Diversiteit en Antidiscriminatiebeleid, Democratisering, Gemeentelijk Vastgoed, ICT en Digitale Stad, Dienstverlening, Personeel en Organisatie, Coördinatie bedrijfsvoering, Inkoop Voordracht voor de Commissie KDD van o1 september 2021 Ter kennisneming AD2021-083559 21-06-18 raadsinformatiebrief MidzomerMokum.pdf (pdf) AD2021-083552 Commissie KDD Voordracht (pdf) Ter Inzage Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) OJZD/onderwijs, Janneke Willemsen, j.willemsen@&amsterdam.nl, 06- 383 131 79 Gegenereerd: vl.5 2
Voordracht
2
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2016 Afdeling 1 Nummer 1738 Publicatiedatum 6 januari 2017 Ingekomen onder AC Ingekomen op woensdag 21 december 2016 Behandeld op woensdag 21 december 2016 Status Verworpen Onderwerp Motie van de leden Groen en Van den Berg inzake de strategie ‘Naar een stad zonder aardgas’ (riothermie en andere warmtebronnen). Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de strategie ‘Naar een stad zonder aardgas’ (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1668). Overwegende dat: — Bij de transitie naar een gasvrij Amsterdam alle zeilen moeten worden bijgezet en alle duurzame warmtebronnen moeten worden benut; — Ook decentrale kleinere initiatieven een belangrijke bijdrage kunnen leveren; — De 'Strategie' terecht focust op de grotere stappen, maar dat dat niet betekent dat kleinschaliger initiatieven veronachtzaamd moeten worden; Voorts overwegende dat: — Via het riool veel warmte weglekt, maar rioolwater daardoor een bron van thermische energie kan zijn doordat er warmte aan toegevoegd is door bedrijven en huishoudens, en er bijvoorbeeld in Nederland per jaar wordt 65 PJ aan thermische energie aan het riool wordt toegevoegd. — Naarmate de Energie Prestatie Coëfficiënt (EPC) van gebouwen verlaagd wordt, het energielek via het riool relatief hoger wordt en riothermie — het terugwinnen van warmte uit het riool — dus een belangrijke bron van warmte zou kunnen zijn; — In de planperiode 2016-2021 in Amsterdam 32,4 km vuilwaterriool wordt vervangen. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: — _om ín aanvulling op het warmteplan actief op zoek te gaan naar projecten met alternatieve en of lokale warmtebronnen; — daarbij ten minste een pilot te beginnen rond riothermie; — hiertoe voor de zomer van 2017 een voorstel voor te leggen aan de gemeenteraad; — ditte dekken uit de versnellingsmiddelen duurzaamheid. De leden van de gemeenteraad RJ. Groen 4 P.J.M. van den Berg 2
Motie
2
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad x Motie Jaar 2015 Afdeling 1 Nummer 1317 Publicatiedatum 4 december 2015 Ingekomen onder Q Ingekomen op woensdag 25 november 2015 Behandeld op woensdag 25 november 2015 Status Ingetrokken Onderwerp Motie van het lid Saadi inzake het plan van aanpak voor de onderzoeksfase herijking deelnemingen (adviserende stem bij de deelnemingen). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over het plan van aanpak voor de onderzoeksfase herijking deelnemingen (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1270). Constaterende dat: — het college onderzoek doet naar het afstoten van deelnemingen; — het plan van aanpak voor de onderzoeksfase ter kennisname was geagendeerd voor de raadscommissie Werk en Economie c.a. Overwegende dat: — het verkopen van deze deelnemingen in de meeste gevallen naast financieel onverstandig ook risicovol is gelet op de betrokken maatschappelijke belangen, — deelnemingen deze zorgen reeds in dit stadium uiten en niet verkocht wensen te worden; — de respectievelijke deelnemingen derhalve serieus dienen te worden genomen in het proces van herijking. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: — de deelnemingen actief te betrekken in het onderzoekstraject van de herijking en een adviserende stem te verschaffen bij de uiteindelijke beslissing, wel of niet over te gaan tot verkoop van de respectievelijke deelneming; — de raad te informeren over de adviezen van de deelnemingen. Het lid van de gemeenteraad |. Saadi 1
Motie
1
train
x Gemeente Amsterdam R % Gemeenteraad Gemeenteblad % Motie Jaar 2015 Afdeling 1 Nummer 342 Publicatiedatum 8 mei 2015 Ingekomen onder AE Ingekomen op 22 april 2015 Behandeld op 22 april 2015 Status Verworpen Onderwerp Motie van de raadsleden mevrouw Moorman en de heer Groot Wassink inzake de gemeentelijke inzet voor nieuwe afspraken met corporaties en huurders (transparantie financiële posities corporaties). Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de gemeentelijke inzet voor nieuwe afspraken met corporaties en huurders (Gemeenteblad afd. 1, nr. 294); Overwegende dat: — naar aanleiding van het rapport Conijn en Teulings gekozen wordt voor een transparantiemodel; — een aantal corporaties maatregelen heeft genomen om kosten en overhead te verminderen; — een aantal corporaties bekend heeft gemaakt huizen te moeten verkopen om tegemoet te komen aan betalingsverplichtingen; — het wenselijk is om inzicht te hebben in de samenstelling van het vermogen en de investeringscapaciteit van de corporaties; — het in de nieuwe verhoudingen tussen gemeente en corporaties wenselijk is als corporaties transparanter zouden zijn over hun financiële positie zodat heldere afspraken kunnen worden gemaakt, Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: met de corporaties dwingende afspraken te maken over het openbaar maken van hun balans en inzicht te verschaffen in financiële positie en investeringscapaciteiten. De leden van de gemeenteraad, M. Moorman BR. Groot Wassink 1
Motie
1
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2019 Afdeling 1 Nummer 1634 Ingekomen op 15 oktober 2019 Ingekomen in raadscommissie ZJS Te behandelen op 6/7 november 2019 Onderwerp Motie van de leden Simons, Van Soest, Boomsma, Ceder en Kilig inzake de Begroting 2020 (Dak- en thuislozen betrekken bij taskforce). Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Begroting 2020. Constaterende dat: — Het college een taskforce MO/BW heeft ingesteld die gaat onderzoeken hoe de gemeente om moet gaan met de daklozenopvang in de stad; — Deze taskforce bestaat uit een aantal experts uit het vakgebied die de gemeente advies gaan geven over de aanpak van de daklozenproblematiek en de bekostiging daarvan; — Het college met het instellen van deze taskforce oplossingen voor de doelgroep wil vinden die leiden tot een ‘toekomstbestendig opvangstelsel'; — Een van de opdrachten van de taskforce gericht is op het aanscherpen van de noodopvang voor dakloze gezinnen en doorontwikkling van de winteropvang. Overwegende dat: — Het gewenst is dat groepen voor en over wie beleid wordt gemaakt zelf ook betrokken worden bij de totstandkoming van dat beleid. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: In samenwerking met dak- en thuislozen en relevante belangenorganisaties een tijdelijke denktank of adviescommissie bestaande uit dak- en thuislozen op te zetten die vanuit de rol als ervaringsdeskundigen samen met de taskforce MO/BW werkt aan de opdracht om te onderzoeken hoe de gemeente om moet gaan met de daklozenopvang in de stad. De leden van de gemeenteraad S.H. Simons W. van Soest D.T. Boomsma D.G.M. Ceder A. Kilig 4
Motie
1
discard
> Gemeente Amsterdam Motie Datum raadsvergadering 20 april 2022 Ingekomen onder nummer 206 Status Ingetrokken Onderwerp Motie van het lid Ernsting inzake scootervrije fietspaden ook buiten de A10 Onderwerp Scootervrije fietspaden ook buiten de A10 Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De Raad, Gehoord de discussie over Transformatie Burgemeester Roëllstraat Overwegende dat — de scooter op de rijbaan en scootervrije fietspaden een groot succes is; — dit nv alleen binnen de azo beleid is, terwijl daarbuiten ook veiliger fietspaden nodig zijn. — steeds meer straten ook buiten de ring azo 30 km zullen worden en verdichting plaatsvindt Verzoekt het college van burgemeester en wethouders Te onderzoeken hoe en wanneer in de hele bebouwde kom de scooter op de rijbaan de norm kan worden om zodoende in de hele stad scootervrije en veilige fietspaden te hebben. Indiener Z.D. Ernsting
Motie
1
discard
20230203 N% Gemeente Raadscommissie voor Financiën, Kunst en cultuur, Diversiteit F K D ersoneel en oe tidiscriminatiebeleid, Lucht- h incl. Schiphol Organisatie % Amsterdam en anti Íscrimina iebeleid, Lucht- en zee aven (inc chip 10 )‚, Bedrijfsvoering, Inkoop, Personeel en organisatie, Dienstverlening, % Deelnemingen (excl. AEB en Schiphol), Deelnemingen (incl. AEB), Lokale media, ICT en digitale stad, Evenementen Voordracht voor de Commissie FKD van 23 november 2023 Portefeuille Perdoespslekir@ gartieetkennisneming Agendapunt 4 Datum besluit College van B&W, 17 oktober 2023 Onderwerp Kennisnemen en bespreken van de raadsinformatiebrief over de onderzoeken naar discriminatie en racisme binnen de gemeente Amsterdam en de vervolgstappen op basis van de onderzoeken en het anonieme bericht bij directie Werk, Participatie en Inkomen (WPI). De commissie wordt gevraagd Kennis te nemen en bespreken van de vitkomsten van de onderzoeken, namelijk een kwalitatief onderzoek naar institutioneel racisme bij gemeenten van het Kennisplatform Inclusief Samenleven (KIS) (bijlage 1) en een kwalitatief onderzoek naar discriminatie binnen de gemeente Amsterdam door bureau Muzus (bijlage 2). En kennis te nemen en bespreken van bijbehorende raadsinformatiebrief waarin de raad wordt geïnformeerd over de vitkomsten van de onderzoeken en de vervolgstappen die worden genomen op basis van de onderzoeken en het anonieme bericht over discriminatie en racisme bij Werk, Participatie en Inkomen (WPI) (bijlage 3). Wettelijke grondslag artikel 169 van de Gemeentewet (informatieplicht van het college van B en W aan de gemeenteraad). Bestuurlijke achtergrond * Inhet Coalitieakkoord (2022-2026) Het Amsterdams Akkoord zijn onder meer deze doelen opgenomen: e De opdracht om van inclusie en diversiteit de norm te maken binnen de gemeentelijke organisatie wordt voortgezet. De inspanningen om een inclusieve werkcultuur te creëren zetten we onverminderd voort en we leren van bestaande organisaties en initiatieven waar dit al succesvol gebeurt. e De gemeente Amsterdam werkt sinds 2020 aan de Bestuursopdracht Inclusie en Diversiteit welke is vastgesteld op 23 juni 2020. e Op 11 mei 2021 is het Uitvoeringsplan Inclusie en Diversiteit door het college vastgesteld. Vanuit de bestuursopdracht zijn er sinds 2020 verschillende acties en interventies ingezet om kritisch naar beleid en procedures te kijken, maar ook om kennis en bewustzijn over discriminatie, racisme, micro-agressie, pesten en uitsluiting te vergroten. * De raad is op g november 2022 geïnformeerd over de deelname van de gemeente Amsterdam aan het onderzoek naar institutioneel racisme middels de voortgangsbrief Inclusie en Diversiteit. * De raadsinformatiebrief en de onderzoeksrapporten zijn op 30 oktober 2023 via de dagmail gedeeld. Reden bespreking Op verzoek van lid Bobeldijk (SP) geagendeerd ter bespreking voor de commissie FKD. Uitkomsten extern advies Gegenereerd: vl.10 1 VN2023-023032 % Gemeente Raadscommissie voor Financiën, Kunst en cultuur, Diversiteit Personeel en % Amsterdam On ‚ ‚ ‚ oe en antidiscriminatiebeleid, Lucht-en zeehaven (incl. Schiphol), Organisatie % Bedrijfsvoering, Inkoop, Personeel en organisatie, Dienstverlening, Deelnemingen (excl. AEB en Schiphol), Deelnemingen (incl. AEB), Lokale media, ICT en digitale stad, Evenementen Voordracht voor de Commissie FKD van 23 november 2023 Terbespreking en ter kennisneming Geheimhouding n.v.t. Uitgenodigde andere raadscommissies n.v.t. Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan? Ja, hiermee worden twee toezeggingen afgedaan: e Uitkomsten KIS rapport over institutioneel racisme (TA2023-000068) * Aanlevering Muzus-rapport en KIS-rapportage (TA2023-001129) Welke stukken treft v aan? Meegestuurd Registratienr. | Naam AD2023-081020 Bijlage 1 20231030 DEF KIS Rapport institutioneel racisme. pdf (pdf) Bijlage 2 20231030 DEF Muzus Rapportage - Ervaren van Discriminatie. pdf AD2023-081019 (pdf) Bijlage 3 20231030 DEF raadsbrief onderzoeken en anoniem bericht - AD2023-081018 ondertekend.pdf (pdf) AD2023-079253 Commissie FKD Voordracht (pdf) Ter Inzage Registratienr. Naam Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Programma Inclusie en Diversiteit, Luke Schut, [email protected], 06-38609157 Gegenereerd: vl.10 2
Voordracht
2
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2019 Afdeling 1 Nummer 218 Datum indiening 11 februari 2019 Datum akkoord 15 februari 2019 Publicatiedatum 18 februari 2019 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Temmink inzake het nu alweer wijzigen van de nachtsluiting van brandweerkazerne Victor. Aan de gemeenteraad Toelichting door vragenstelster: Op 11 februari 2019 meldde AT5 dat de omstreden nachtsluiting van brandweerkazerne Victor nog geen maand na invoering alweer is gewijzigd. Het besluit is genomen nadat er meer gegevens beschikbaar zijn gekomen over de gevolgen van de sluiting. Het werken met zogeheten herbezetting van kazernes om de nachtsluiting op te vangen bleek in de praktijk moeilijk, zonder dat überhaupt sprake was van een incident. Bewoners, de fractie van de SP en het Instituut voor Fysieke Veiligheid (FV) waren voorafgaand al kritisch over de nachtsluiting van de kazerne, omdat meer onderzoek nodig was naar de gevolgen van de sluiting. Zo waren er twijfels of bij nachtsluiting de stedelijke dekking wel gegarandeerd kon worden. Een terechte zorg, zo blijkt nu. Gezien het vorenstaande heeft het lid Temmink, namens de fractie van de SP, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Waarom is er, ondanks eerdere signalen, toch besloten voor nachtsluiting zonder voldoende onderzoek vooraf naar de concrete gevolgen? Antwoord: Er is uitgebreid onderzoek gedaan naar de nachtsluiting en de gevolgen daarvan. De gemeenteraad heeft in november kennis kunnen nemen van de resultaten van dit onderzoek via het Achtergronddocument Nachtsluiting Victor en de technische sessie die hierover is georganiseerd. Daarnaast heeft het IFV een second opinion uitgevoerd. De veiligheidsregio heeft u op 18 december geïnformeerd over de uitkomsten van deze second opinion en de wijze waarop de adviezen van het IFV worden opgepakt. ! https://www.at5.nl/artikelen/191524/nachtelijk-sluitingsplan-aangepast-schuiven-met-brandweerlieden-blijft 1 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer dd ebruar 2019 Schriftelijke vragen, maandag 11 februari 2019 De nachtsluiting van kazerne Victor is niet gewijzigd. De wijziging waar in het bericht van AT5 op wordt gedoeld betreft de uitvoering van de herbezetting van kazerne Nico. Wanneer kazerne Nico wordt ingezet, wordt een andere kazerne opgeroepen om kazerne Nico te herbezetten. In de eerste weken van de nachtsluiting is kazerne Dirk opgeroepen voor een herbezetting. De brandweer heeft de uitvoering van de herbezetting tussentijds geëvalueerd. Hieruit bleek dat herbezetting beter uitgevoerd kan worden door kazerne IJsbrand. Sinds 23 januari 2019 voert IJsbrand de herbezetting daarom uit. Deze maatregel wordt dit voorjaar nog eens geëvalueerd, omdat kazerne Willem op dat moment na verbouwing terugkeert op de Ringdijk. Mogelijk leidt dit opnieuw tot aanpassing van de herbezetting. 2. Deelt het college mening van de fractie van de SP, dat de nachtsluiting van brandweerkazerne Viktor overhaast tot stand is gekomen? Antwoord: Nee. De nachtsluiting van kazerne Victor is zorgvuldig tot stand gekomen. Van een overhaast besluit is geen sprake, daar het initiële besluit in september 2017 is genomen en de nachtsluiting op 2 januari 2019 is ingegaan. 3. Kan worden uitgesloten dat de nachtsluiting overhaast is doorgevoerd om financiële redenen? Antwoord: Ja. 4. Deelt het college de mening van de fractie van de SP, dat de huidige gang van zaken slecht is voor het vertrouwen in de brandweerleiding en de veiligheidsregio? Antwoord: Nee. Het college ziet dat de veiligheidsregio zorgvuldig omgaat met de adviezen van het IFV en de flankerende maatregelen gericht op het verbeteren van de brandveiligheid in de buurt. 5. Wanneer komt er een nieuw plan voor het garanderen van de brandveiligheid in Amsterdam in de nacht? Wordt dan vooraf IFV geconsulteerd? Worden eventuele aanbevelingen van het IFV eerst ingevoerd, voordat er sprake is van nieuwe maatregelen? Antwoord: Er komt geen nieuw plan voor het garanderen van brandweerzorg in Amsterdam in de nacht. Het bestuur van de veiligheidsregio heeft u op 18 december 2018 laten weten dat de brandweerdekking ook met de nachtsluiting van kazerne Victor op een aanvaardbaar niveau is. 2 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer dd ebruar 2019 Schriftelijke vragen, maandag 11 februari 2019 De Veiligheidsregio stelt iedere vier jaar een Dekkingsplan vast, waarin wordt vastgesteld hoe de brandweerzorg in Amsterdam en de rest van de veiligheids- regio er uit ziet. Het huidige dekkingsplan is net vastgesteld en loopt tot 2022. Er is geen aanleiding om een nieuw dekkingsplan op te stellen. Het IFV heeft op verzoek van de veiligheidsregio een second opinion uitgevoerd op het Achtergronddocument Nachtsluiting Victor. Het IFV heeft aangegeven dat de onderbouwing van de nachtsluiting op vijf punten kon worden versterkt. De veiligheidsregio heeft u op 18 december 2018 geïnformeerd over de wijze waarop de adviezen van het IFV worden opgepakt. Een daarvan is dus het herbezetten van kazerne Nico. Burgemeester en wethouders van Amsterdam Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris 3
Schriftelijke Vraag
3
train
{ 7 okt'‘Av} ce BWy/se UA Verl UTR (À eVa Vu el en le gh Let _ = k 4 _ jn d ke ú/ ( is Lijn geen 2 Lu Wera (a el je, 9 /i PE ba IJ cra vor eer Ls / adres binn vraag Um De Amsterdam, 1&juni 2008, ej =S ben Ex SZ A ma Sh eretand Gj a 2 5 Aan de leden van de ì as QE Ën Deelraad Amsterdam-Centrum 62} À Ee "5 Cf sh ek De u aen Z en RAADSADRES 5 W&S ee le Inleiding ed De Bewonersraad Nieuwmarkt richt zich in dit adres tot de Deelraad Amsterdam-Centrum omdat zij bezorgd is over de voorgenomen bestemming van het binnenterrein Blom; genoemd naar de voormalige tandwielenfabriek Blom. Het teerein is gesitueerd in het hart van de Nieuwmarktbuurt. Het fabrieksgebouw is eigendom van Ymere. Het terrein wordt aan de lengtezijden omsloten door respectievelijk de oneven zijde van de Rechtbooms Sloot (nr. 11 tot 57) en de Oude Waal (nr. 1 tot 20} en aan de kopse zijden door resp. de basisschool Sint Antonius, met een apartstaande gymzaal en Walenburg, een voormalig mannenlogement. Het betreft de laatste plek van de Nieuwmarktbuurt met vrijheidsgraden omtrent de bestemming. Geschiedenis Begin 20° eeuw kwam sterk het idee op dat ook de Amsterdamse volksbuurten meer moesten profiteren van de Woningwet van 1902, Die wet, gericht op de volksgezondheid, maakte het mogelijk dat overgegaan kon worden tot krotopruiming via onteigening van onbewoonbaar verklaarde woninget, om op die manier meer licht en lucht te kunnen laten toetreden. In 1929 en 1930 werden op die manier de Ridderstraat en de Jonkerstraat gesaneerd. 558 Woningen werden onteigend, waarvan 458 onbewoonbaar verklaarde en 89 woningen die konden worden verbeterd. Er ontstond zodoende een tamelijk ruim binnenterrein met toetreding van licht en lucht. Later werd dit terrein gedeeld doordat de Montelbaanstraat gebouwd werd. Ten oosten van de straat werd het binnenterrein een speeltuin (speeltuin ‘De Waag’); ten westen werd de openheid van het terrein toch weer opgeofferd tbv. de werkgelegenheid. Er werd een, overigens zeer laag gehouden, fabriek neergezet. Tot op heden is deze invulling zo gebleven. Na vertrek van de tandwiclenfabriek werd het fabrieksgebouw eigendom van Ymere. Gedachtig Ymere's slagzin “Door wonen gedreven” zal het niet verbazen dat de woningbouwvereniging direct na aankoop de fabriek wilde slopen om apartementenblokken neer te zetten bestemd voor starters op de woningmarkt. De buurt heeft zich hier heftig tegen verzel en werd hierbij gesteund door de gemeentelijke Monumentendienst die het project totaal niel vond passen in het oudste, grotendeels monumentate, gedeelte van Amsterdam. Momenteel is Ymere plannen aan het ontwildeelen om de fabriek te slopen en op het gebied 18 eengezinswoningen te realiseren, alle met een interne parkeervoorziening op maaiveldniveau. Gezendheidsaspecten Geluidshinder:Volgens metingen, o.a. verricht in opdracht van de gemeente Amsterdam, is de geluidsoverlast op de Prins Hendrikkade tussen de Gelderse Kade en Oude Schans en de Kromme Waal, Buiten Bantammerstraat, Schipperstraat en Katkmarkt boven de meedraait! loegeslene nom voor nieuwe « Ontngen, Voor fijnstof en stankoverlast (weg- en waterverkeer} gelet hetzelftte. Bezonning leopt bij verweekelijking van de bouwplannen bij alle seizoenen gemiddeld 1,5 verdieping terug bij de bewoners van de Oude Want, Groen: De novm die aangenomen is door de Nederlandse Gemeenten betreffende “m2 groen per woning” en “%o groen op een gebied als geheel” wordt op geen stukken na gehaald in de Nieuwmarktbuurt (zie bijv. de omvangrijke Nota “Recht op groen” van de Raad voor het Landelijk Gebied.) In het gebied voldoet het gezondheidsaspeet niet aan de hedendaagse normen voor nieuwe woningen. Bovendien is er oi. ook geen manier om het gebied op termijn te laten voldoen aan de huidige milieu-eisen. Voorstel Een oude regel in geval van een onoplosbaar probleem kent twee varianten: 1) toch zoveel als maar mogelijk is verbeteren van de ontstane situatie: 2) compensatie voor de lasten aan de gedupeerden: i.c. de buurtbewoners. De bewoners van de Nieuwmarktbuurt stellen dan ook het volgende voor: Ter verbetering van het milieu wordt het binnenterrein ‘groen’, Daarmee wordt de luchtkwaliteit in positieve zin beïnvloed, zowel qua zuurstof, qua vermindering van stikstofoxiden, qua fijne stofdeeltjes, qua stank en qua geluidshinder (groen absorbeert). Bovendien kan langs bacteriologische weg de grond worden geschoond (is zeer vervuild). Ook de normen m.b.t. m2 groen per woning en % groen per gebied kunnen meer worden benaderd. Binnenterreinen dienen na sloop van gebouwen trouwens heringericht te worden als tuinen en erven. Het binnenterrein Blom is zo’n terrein. Groen biedt, in de door de horeca gedomineerde Nieuwmarkt, de buurtbewoners een mogelijkheid van buiten zijn. Ook zal de Sint Antonius school hiervan profiteren door de kinderen meer in contact te laten komen met de natuur; o.a. door gebruik te maken van NME (Natuur-en Milieu-educatie): waar de Gemeente Amsterdam zich trouwens voor inzet. De omwonenden laten zich m.b.t. de groenaanleg en het -onderhoud voorlichten door deskundigen op dit gebied. | Gezien de vele politieke aanbevelingen en voorschriften met betrekking tot openbare groenvoorzieningen (postzegelparkjes, etc.etc.) zou het de deelraad Amsterdam-Centrum en de erfpachter (Ymere) sieren wanneer zij de groenbes temming steunen. Terzijde zij nog opgemerkt dat bij de eerste deelraadverkiezing de PvdA heeft toegezegd dat de bewoners bepalend zouden zijn voor de bestemming van het binnenterrein Blom. Een zeer minitieus verspreide enquête onder de Nieuwmarktbewoners leverde een duidelijke voorkeur op vaor cen groene bestemming; desnoods met behoud van de bestaande begane grond laag (de fabriek) voor kleinschalige bedrijfjes, ateliers en facitiveiten voor de schaol en dan met een daktuin over het nieuw aan te brengen platte dak (technisch inmiddels haalbaar gebleken), Met hoegachting. Namens de Bewonersraad Nieuwmarkt.
Raadsadres
2
train
x Gemeente Amsterdam Zuidoost Overlegvergadering stadsdeelcommissie Zuidoost Datum : donderdag 13 september 2018 Aanvang : 19.00 UUr Locatie : raadzaal stadsdeelkantoor Anton de Komplein 150 Voorzitter : Roy Hofwijks Secretaris : Bas van Spréw Agenda 1. Opening en vaststellen agenda 19.00 2. Mededelingen 19.05 3. Besluitenlijst 19 juli 2018 19.10 4. Ingekomen stukken 19.15 5. Bewoners aan het woord 19.20 Bespreekpunten 6. Bespreking adviezen (gevraagd): 19.30 Concept Vergunningenbeleid Wabo ze helft 2018-2019 7. Participatie met stakeholders 19.40 8. Rondvraag en sluiting 21.30
Agenda
1
train
Naam Jan F. Schrijver E-mail buurt @jfschrijver.nl Adres Paulus Potterstraat 42 hs Postcode 1071DB Plaats Amsterdam Telefoon 020-6763870 Uw bericht Aanpassing locatieprofiel Museumplein Als voorzitter van de Vereniging Buurtbelang Museumplein (VBM) richt ik me tot uw raad over een kwestie die al eerder aan de orde is geweest in de Raadscommissie Algemene Zaken (inspraak evenementenbeleid, tekst bijgevoegd) en in de Raadsvergadering van 14 februari jl. Bij de laatste gelegenheid antwoordde de burgemeester op een vraag van het raadslid Boutkan dat hij de evaluatie van de Public Viewing van 24 mei jl. wilde afwachten alvorens te reageren op diens en ons verzoek om geen public viewing of huldiging meer toe te staan cq in het Locatieprofiel Museumplein de woorden “zoals huldigingen en public viewings” te schrappen. Intussen is de bedoelde evaluatie (bijgevoegd) aan uw raad toegezonden. Deze is weliswaar uitvoerig, maar doet oi. geen recht aan onze drie belangrijkste bevindingen van dit evenement: 1. de volstrekte onvoorspelbaarheid en onbeheersbaarheid van de toestroom van publiek bij dit soort gelegenheden (NB het betrof niet eens een huldiging!); 2. het onvoorziene en grote misbruik van alcohol en andere middelen (wordt niet eens vermeld in de evaluatierapportage, gedacht is alleen aan beperking van consumptie op het terrein, niet aan binge-drinken vooraf!); 3. de ontoereikende maatregelen in de omliggende buurten ter bescherming van have en goed van de bewoners daar. Deze gegevens nopen ons met extra nadruk te vragen om deze feesten niet meer op het Museumplein te organiseren of althans het locatieprofiel Museumplein aan te passen door schrappen van de woorden “zoals huldigingen en public viewings”. De laatste formulering beperkt de vrije afweging van de burgemeester te zeer. Mocht u onverhoopt anders besluiten, dan zijn een strikter alcoholbeleid in de verre omgeving op de dag zelf en nog betere beschermende voorzieningen in de woonomgeving een minimaal vereiste. Moet er eerst een ramp plaatsvinden voordat de gemeente voetbalfeesten definitief elders laat organiseren? Hoogachtend, J.F. Schrijver (voorzitter VBM)
Raadsadres
1
train
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R x% Gemeenteblad % Schriftelijke vragen aar 2020 Afdeling 1 Nummer 1627 Datum indiening 14 augustus 2020 Datum akkoord 17 december 2020 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van de leden Ceder, Flentge, De Jong en Mbarki inzake het verhuren van hokken voor €799 onder het mom van “flexible living”. Aan de gemeeneraad Toelichting door vragenstellers: Het Cityhub Hotel op de Bellamystraat in Oud-West verhuurt sinds kort kamers van 6m2 voor de schokkende prijs van €/99. Door het terugvallen van het toerisme als gevolg van COVID-19 staan een boel van hun kamers leeg dus hopen ze hun slag te slaan door deze voor belachelijk prijzen te verhuren aan wanhopige mensen op de Amsterdamse woningmarkt. Volgens een woordvoerder van het Cityhub hotel is het niet bedoeld als lange termijn woonplaats, het is een “flexible living” accommodatie voor maximaal 6 weken. Hij beschrijft het vooral als een startplek voor expats die naar Amsterdam verhuizen voor ze iets anders vinden. In de praktijk zullen er waarschijnlijk vooral studenten gaan wonen, zowel internationale als Nederlandse. Ondernemingen zoals The Student Hotel zijn al bezig met het uitbuiten van kwetsbare studenten door ze kamers aan te smeren van meer dan €1000 per maand. Naast de absurd hoge prijs is er ook het feit dat in de praktijk maar 2m2 van de kamer bruikbaar is omdat de rest door het bed word opgenomen. Bovendien beschikken de kamers niet over ramen en heeft de locatie een horecabestemming. De kamers hebben meer weg van hokken dan van een huis, hetgeen vergelijkingen met de bio- industrie oproept. Gezien het vorenstaande hebben de leden Ceder, Flentge, De Jong en Mbarki, namens de fracties van de ChristenUnie, de SP, Groenlinks en de PvdA, op grond van voormalig artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. In hoeverre is het wenselijk en zelfs verantwoord om studenten in zulke kleine kamers te laten wonen, zonder een enkel raam? Antwoord: De gemeente stuurt via het actieplan jongeren- en studentenhuisvesting op de groei van het aanbod betaalbare woningen voor deze doelgroep, hotels maken bewust geen deel uit van dit programma. Als een hotelgast/student tijdelijk in een hotelkamer verblijft (in dit geval voor de duur van maximaal 6 weken), verandert de hotelfunctie niet in een woonfunctie. Voor hotelkamers gelden minder stringente regels ten aanzien van daglichttoetreding dan voor woningen. In dit geval voldoet het hotel aan de regels voor daglichttoetreding voor hotels. Deze regels zijn opgenomen in de omgevingsvergunning. 1 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Amer Loe ember 2020 Schriftelijke vragen, vrijdag 14 augustus 2020 2. Deelt het college de mening dat dit nog het meest lijkt op de bio-industrie, een vorm van intensieve menshouderij’? Antwoord: Het college blijft weg bij een dergelijke vergelijking en laat deze aan de steller van de vraag. 3. Wat vindt het college ervan dat door een hotelconstructie te gebruiken, studenten maximaal worden uitgemolken en op een foute manier profijt wordt getrokken uit de woningnood? Antwoord: Hotels hebben door de coronacrisis te maken met lage bezettingsgraden. De verhuur aan toeristen is deels weggevallen en hotelondernemers kiezen er soms voor de hotelkamers aan te bieden voor langer tijdelijk verblijf. Het staat een student vrij om een hotelkamer te boeken van waaruit men op zoek gaat naar permanente huisvesting of als wekelijkse overnachtingsplek voor diegenen die maar 1 dag per week in Amsterdam hoeven te zijn. 4. Deelt u de mening dat het goed zou zijn als er bij wat langer verblijf een minimale kamergrootte is (groter dan 6m2) en dat kamers tenminste één of meerdere ramen moeten hebben? Welke mogelijkheden heeft de gemeente om dat af te dwingen? Bent u bereid die opties te benutten? Welke mogelijkheden zijn er vanuit de landelijke wetten en regels? Antwoord: Zie het antwoord op vraag 1. Burgemeester en wethouders van Amsterdam Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris 2
Schriftelijke Vraag
2
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad x Motie Jaar 2016 Afdeling 1 Nummer 386 Publicatiedatum 29 april 2016 Ingekomen onder Y Ingekomen op woensdag 20 april 2016 Behandeld op woensdag 20 april 2016 Status Aangenomen Onderwerp Motie van de leden Shahsavari-Jansen en Vroege inzake de uitkomsten van het kentekenonderzoek Groenburgwal e.o. (voorbereidingen treffen om te beginnen met pilot buurtparkeren). Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de uitkomsten van het kentekenonderzoek Groenburgwal e.o. en de vervolgstappen naar aanleiding van de uitkomsten van dit onderzoek (Gemeenteblad afd. 1, nr. 341). Overwegende dat: — de bewonersgroep Groenburgwal e.o. op 18 februari 2014 een petitie heeft aangeboden aan de deelraad Centrum over het plan om "Buurtparkeren" te introduceren om de parkeeroverlast te verminderen; — de mogelijkheid om een proef met vergunningshoudersparkeren te houden onderdeel is van het coalitieakkoord 2014-2018; — uit kentekenonderzoek bleek dat in dat gebied veel niet-buurtgebonden auto's parkeren; — een functiescheiding tussen bewoners en niet-buurtgebonden parkeerders een belangrijke bijdrage zou kunnen leveren aan het verminderen van de parkeeroverlast, veel nodeloos zoekverkeer en het realiseren van een autoluwe binnenstad. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: 1. vóór de zomer 2016 met een tussenrapportage te komen van de resultaten van de eerste stappen die zijn gezet om de parkeeroverlast terug te dringen; 2. uiterlijk in januari 2017 de definitieve resultaten te presenteren; 3. de komende tijd in samenwerking met de initiatiefnemers te werken aan een solide uitwerking van de mogelijke kaders van de proef buurtparkeren; 4. alle technische, bestuurlijke en juridische voorbereidingen te treffen die nodig zijn om, indien de vijf alternatieve maatregelen niet voldoen aan de criteria, binnen zes weken te kunnen beginnen met een solide pilot buurtparkeren (binnen het fiscale parkeerregime) zodat de resultaten daarvan nog deze bestuursperiode kunnen worden besproken. 1 Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteraad Nummer 386 Moti Datum _ 29 april 2016 otie De leden van de gemeenteraad M.D. Shahsavari-Jansen J.S.A. Vroege 2
Motie
2
discard
Rd . Wijkraad Zuid-West Amsterdam Gemeenteraad Gemeente Amsterdam Amstel 1 Alhier Raadsadres Amsterdam, 12 april 2019 Betreft: Brandveiligheid Amsterdam-Zuid Geachte Raadsleden, Wijkraad Zuid-West Amsterdam maakt zich grote zorgen om de brandveiligheid in Amsterdam-Zuid. Sedert jaren staat de brandweerkazerne aan de Van Leijenberghlaan leeg. Tegenwoordig is de aanrij tijd bij een brandmelding of incident voor de brandweer ruim een kwartier. Dat is onaanvaardbaar lang in geval van een incident, ongeluk of ramp. De brandweerkazerne aan de Van Leijenberghlaan is leeg komen te staan nadat de lokale overheid een bezuinigingsoperatie doorgevoerd heeft op het Amsterdamse brandweerkorps en het daarmee samenhangende vastgoed. Brandweerwagens staan thans geparkeerd in noordelijk Amstelveen en moeten de gemeentelijke grenzen telkenmale overschrijden in een noodgeval. Aanrij tijden worden daardoor volgens de Wijkraad onverantwoord lang en brengen mensenlevens daarmee onnodig in gevaar, dit is in strijd met de wettelijke zorgplicht die de lokale overheid heeft voor haar ingezetenen. Voorts wijst Wijkraad Zuid-West Amsterdam u op het feit, dat de Zuidas een brandweerkazerne geheel ontbeert. Sedert de ontwikkeling en bebouwing van de Zuidas met torenflats en hoge kantoorpanden, nota bene onder een aanvliegroute naar de luchthaven Schiphol, de nabijheid van een driebaans-ringweg, een overbevolkt spoorwegstation Zuid en andere gevoelige infrastructuur lijkt de Gemeente Amsterdam onaanvaardbare veiligheidsrisico’s te nemen door de buiten gebruik houding van de brandweerkazerne aan de Van Leijenberghlaan. Veiligheidsanalyses die horen bij een toegenomen verkeersdruk in de lucht en op het land, lijken geen rekening te houden met toegenomen drukte, grotere groepen mensen en bewoners, hogere en grotere bouwvolumes. Op de Zuidas zijn de aanrij tijden voor brandweerwagens zo nodig nog langer dan elders in Zuid. Ook dit is vanuit het oogpunt van de rampenbestrijding en —-preventie een onaanvaardbaar hoog risico. Wijkraad Zuid-West Amsterdam wenst dan ook dat de brandweerkazerne aan de Van Leijenberghlaan weer in gebruik wordt genomen in haar oorspronkelijke functie: brandweerkazerne. De Wijkraad pleit voor een permanente bezetting van de brandweer kazerne door een bemanning van minstens 15 mensen, drie rampenbestrijdingsvoertuigen met toebehoren. Experts stellen dat een zogeheten slangentoren naast de kazerne geplaatst moet worden bij weder in dienststelling. Voorts is het wenselijk dat de manschapverblijven worden aangepast aan de modernste eisen van deze tijd en materieel geschikt voor het blussen op grote hoogten aan de Van Leijenberghlaan worden geplaatst. Hieruit volgt, dat Wijkraad Zuid-West Amsterdam voorstander is van de in het bestemmingsplan vastgelegde bestemming “verkeer” als parkeerplaats van rampenbestrijdingsvoertuigen” evenals van de bestemming “maatschappelijk” waardoor daar brandweerlieden kunnen verblijven boven de voertuigenstalling., gehandhaafd wenst te zien tot ver in de toekomst, zulks ten behoeve van een opnieuw volledig brandweersteunpunt in Amsterdam-Zuid. Samenvattend vraagt Wijkraad Zuid-West Amsterdam de Gemeenteraad van Amsterdam om de brandweerkazerne Van Leijenberghlaan opnieuw te operationaliseren en in bedrijf te laten stellen, de risicoanalyses en rampenbestrijdingsplannen aan te passen aan de nieuwe situatie rond de recent bebouwde gebieden zoals de Zuidas. Inmiddels verblijft de Wijkraad, namens deze, Met een vriendelijke groet, Rabbijn Simon Bornstein, Voorzitter Wijkraad Zuid-West Amsterdam wijkraadzuidwest.amsterdam @ gmail.com Loevestein 118 ee Amsterdam
Raadsadres
2
train
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2013 Afdeling 1 Nummer 765 Publicatiedatum 27 september 2013 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid de heer Ivens van 22 juli 2013 inzake de gebrekkige mondverzorging bij ouderen in verpleeghuizen in Amsterdam. Amsterdam, college van b&w van 24 september 2013 Aan de gemeenteraad inleiding door vragensteller: Zaterdag 20 juli 2013 stond er een reportage in het Parool over de gebrekkige mondzorg bij vele ouderen in instellingen voor verpleging en verzorging in Amsterdam. Een gebrekkige of slechte mondzorg kan grote gezondheidsrisico’s met zich meebrengen, zeker voor kwetsbare ouderen. Een tandarts van mondzorg praktijk De Gezonde Lach verklaart dat er patiënten onnodig veel pijn leiden, omdat urgente ingrepen niet plaatsvinden door gebrek aan personeel om hen te begeleiden. Gezien het vorenstaande heeft vragensteller op 22 juli 2013, namens de fractie van de SP, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Is het college bekend met het artikel over de gebrekkige mondverzorging bij Amsterdamse ouderen in verpleeghuizen in Amsterdam van zaterdag 20 juli 2013 in Het Parool? Wat vindt het college er van dat zorg voor het gebit van Amsterdamse ouderen in instellingen gebrekkig is? Antwoord: Ja, daar is het College mee bekend. Het is een verontrustend signaal. Kwaliteit van Zorg in Amsterdam moet op orde zijn, dus ook de mondzorg. Verpleeg- en verzorgingshuizen moeten voor hun cliënten met een ClZ-indicatie voor verblijf en behandeling goede mondzorg leveren. 2. In het artikel wordt een beeld geschetst van een gebrekkige verzorging van de mond vanwege personeelsgebrek. De instellingen voor verpleeghuiszorg hebben echter extra geld gehad vanuit het rijk voor handen aan het bed. Hoe verhoudt zich dat tot deze berichtgeving? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Bestuurders van zorginstellingen zijn er voor verantwoordelijk dat er voldoende gekwalificeerd personeel is om zorg te leveren en dus ook mondzorg. 1 Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R Neng Î Gemeenteblad Datum Zr september 2013 Schriftelijke vragen, maandag 22 juli 2013 3. Is het college het met vragensteller eens dat er hier sprake is van een gezondheidsrisico voor Amsterdamse ouderen in verpleeghuizen? Vindt het college dit acceptabel en wat gaat het college hier op korte termijn aan doen? Antwoord: De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) besteedt tijdens hun reguliere bezoeken apart aandacht aan mondzorg en controleert of de richtlijn “Mondzorg voor zorgafhankelijke cliënten in verpleeghuizen” wordt toegepast. Dit is een goede ontwikkeling want de IGZ kan indien nodig maatregelen treffen. 4. Hoe verhoudt deze berichtgeving zich tot uw bestuurlijke ambitie ouderenzorg die het college heeft ingesteld na het boven water komen van vele misstanden in verpleeghuizen de afgelopen jaren? Heeft het college het idee dat deze ambitie, gemaakt met de bestuurders van de zorginstellingen, afdoende is om dergelijke schrijnende toestanden te voorkomen? Zo nee, hoe gaat het college dan wel voortvarend aan de slag met het oplossen van deze problemen en op welke termijn kan vragensteller resultaten verwachten? Antwoord: Wij zijn in gesprek met de staatssecretaris en het ministerie en zullen u daar zo spoedig mogelijk over informeren. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 2
Schriftelijke Vraag
2
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2018 Afdeling 1 Nummer 439 Datum indiening 15 maart 2018 Datum akkoord college van b&w van 15 mei 2018 Publicatiedatum 15 mei 2018 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Mbarki inzake de beroving van een auto waarbij sprake was een gerichte actie naar een islamitische Amsterdammer. Aan de gemeenteraad Toelichting door vragensteller: Deze week is er sprake geweest van een beroving van een auto met een discriminatoir karakter, aangezien de berover(s) naast dat ze een ruit ingetikt hebben, de airbag en stereo gejat hebben ook een enorm kwetsende tekst op de zijkant van de auto hebben gekrast: de auto van een bewoner van de Rivierenbuurt werd ruim twee weken geleden vernield. De man heeft voor honderden euro's schade. De bewoner, die liever anoniem blijft, had zijn auto geparkeerd aan de President Kennedylaan in Zuid. ‘Toen hebben we de auto 's ochtends aangetroffen met een hele nare tekst’, vertelt hij. Op de zijkant van zijn wagen was de tekst ‘kanker moslims! gekrast. Daarnaast werden er ook spullen uit de auto gestolen en waren er op andere plekken ook krassen aangebracht. De eigenaar vermoedt dat de inbreker een tas in de auto gevonden heeft, waarin twee korans zaten en daarom tot zijn tekst gekomen is. Direct na de vernielingen is er via internet aangifte gedaan bij de politie. Woensdagavond is het slachtoffer uitgenodigd op het politiebureau om zijn verhaal te doen. * Gezien het vorenstaande heeft het lid Mbarki, namens de fractie van de PvdA, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Is het college bekend met dit voorval? Antwoord: Ja. 1 http://www.at5.nl/artikelen/1 79632/auto-leeggeroofd-en-bekrast-met-kanker-moslims-in- rivierenbuurt 1 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Neng Jao Gemeenteblad Datum 15 mei 2018 Schriftelijke vragen, donderdag 15 maart 2018 2. Kan het college aangeven in hoeverre zij deze daad naast een beroving ook kwalificeert als een daad waar sprake is geweest van discriminatie direct gericht naar een islamitische Amsterdammer? Antwoord: De politie en het OM hebben speciale aandacht voor delicten waarbij discriminatie een rol speelt en daarmee dus ook voor discriminatie van moslims. Een delict met discriminatie-aspect is een strafbaar feit waarbij het discriminatoire aspect als motief of aanleiding heeft gespeeld of gebruikt is om het delict indringender te plegen. Als een zaak mogelijk een discriminatie-aspect heeft, wordt daar tijdens het gehele opsporingsonderzoek door de politie en de vervolging door het OM grondig en zorgvuldig aandacht aan besteed. Dat gebeurt direct vanaf het moment dat duidelijk wordt dat er mogelijk sprake is van een discriminatie-aspect, en loopt parallel aan het onderzoek naar het gronddelict zoals het geweld, de mishandeling, de beroving, et cetera. Indicaties dat er sprake is van een discriminatie-aspect kunnen gestoeld zijn op alle feiten, omstandigheden of handelingen van het geval, en al die feiten en omstandigheden kunnen er aan bijdragen dat een discriminatie-aspect in juridische zin aantoonbaar is. Als een object bekrast is met een discriminerende term zoals ‘kanker moslims’, wordt dat bijvoorbeeld in het onderzoek betrokken als discriminatie-aspect. Bij een aantoonbaar discriminatie-aspect wordt de verwerpelijkheid van discriminatie bij vervolging benadrukt door de officier van justitie, en wordt een strafverzwaring van 50% of 100% geëist. In het belang van het onderzoek doen de politie en het OM geen mededeling over de behandeling van individuele zaken. 3. Is het college het met de fractie van de PvdA eens, dat iedere vorm van discriminatie altijd bestreden en veroordeeld moet worden en dat aangiftes altijd opgenomen moeten worden? Antwoord: ledere vorm van discriminatie is onacceptabel en aangiftes van discriminatie- incidenten dienen te allen tijde te worden opgenomen. Toelichting door vragensteller: Het meldpunt discriminatie Amsterdam speelt een cruciale rol in het tegengaan van discriminatie in de stad. Lucienne Gena, directeur van het Meldpunt Discriminatie in de regio Amsterdam, maakt zich ernstig zorgen over moslimdiscriminatie in openbare ruimte in de stad. Ze pleit voor een campagne en extra prioriteit bij de politie. 'We nemen iedere discriminatiegrond even serieus’, geeft Gena expliciet aan. Maar volgens haar is moslimdiscriminatie al lange tijd een ondergeschoven probleem.° De fractie van de PvdA herkent zich in het beeld dat er sprake is van toename van moslimdiscriminatie en heeft hierover ook eerder vragen gesteld aan het college en voorstellen gedaan om discriminatie een halt toe te roepen. 2 http://www.at5.nl/artikelen/179648/moslimdiscriminatie-ernstig-onderschat-ze-hebben-de- verkeerde-vergast 2 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam Neng Jao Gemeenteblad R Datum 15 mei 2018 Schriftelijke vragen, donderdag 15 maart 2018 4. Wat gaat het college doen met de signalen van het meldpunt discriminatie dat er sprake is van toename van moslimdiscriminatie in Amsterdam en dat het thema meer aandacht moet krijgen? Antwoord: In de cijfers van politie en het Meldpunt Discriminatie Regio Amsterdam is geen toename zichtbaar van moslimdiscriminatie, zie ook het onderstaande antwoord op vraag 7. Volgens het meldpunt zijn de incidenten wel heftiger van aard en daarbij geven discriminatieregistraties slechts een indicatie van discriminatie in de stad. De afgelopen jaren is het inzicht in en de aandacht voor moslimdiscriminatie reeds toegenomen. De burgemeester heeft op 16 maart jl. in gesprek met AT5 nog eens onderstreept dat de aanpak van discriminatie aandacht vraagt, waaronder discriminatie tegen de moslim- en LHBTl-gemeenschap. Moslimdiscriminatie krijgt binnen de vier speerpunten van het antidiscriminatie- beleid aandacht (arbeidsmarkt, geweld, uitgaan, onderwijs), waarover het college de raad regelmatig informeert. Daarnaast vindt een specifieke inzet plaats. Zo is er regelmatig overleg geweest tussen gemeente, moskeeën en politie, worden jaarlijks mystery guests ingezet ter controle van het deurbeleid van de horeca, is een burgerschapsconvenant afgesloten met de UvÂ, VU en HvA over structurele aandacht voor burgerschap, discriminatie e.d. in het curriculum van de lerarenopleidingen en zijn verschillende acties in het kader van Amsterdam Inclusieve Arbeidsmarkt verricht, zoals de pilot ‘Jongeren van niet-westerse herkomst aan het werk’, dat door kennisinstituut Movisie op zijn werkzame bestanddelen is onderzocht. Toelichting door vragensteller: Eerder heeft de fractie van de PvdA een voorstel gedaan om 200.000 euro extra te investeren in het MDRA om zo voor meer capaciteit te zorgen om discriminatie in de stad aan te pakken. 5. Is het college het met de fractie van de PvdA eens dat meer capaciteit ervoor gaat zorgen dat meer zaken opgepakt kunnen worden en dat er ook meer sprake kan zijn van voorlichting? En is het college het met de fractie van de PvdA dat er meer capaciteit moet komen om discriminatie actief te kunnen bestrijden? Antwoord: Het demissionaire college laat beantwoording van deze vraag aan een volgend college. Toelichting door vragensteller: Eerder heeft vragensteller een voorstel ingediend, die oproept om aangifte- en meldingsbereidheid onder burgers als prioriteit te beschouwen bij het uitwerken van beleid en ín contact te treden met partners [het Meldpunt Discriminatie Regio Amsterdam (MDRA), de Politie, het Openbaar Ministerie (OM), sociale partners en vertegenwoordigende organisaties. Dit voorstel is destijds raadsbreed aangenomen. 3 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Neng Jao Gemeenteblad Datum 15 mei 2018 Schriftelijke vragen, donderdag 15 maart 2018 6. Kan het college aangeven in hoeverre aan bovenstaande inmiddels opvolging is gegeven en hoe dit er concreet uit ziet? Antwoord: De aangifte- en meldingsbereidheid onder burgers is voortdurend een punt van aandacht in het beleid. Op verschillende manieren is hierop ingezet; door bijeenkomsten met gemeenschappen (een voorbeeld hiervan zijn de diverse bijeenkomsten met moskeeën), het leggen van contact vanuit de diverse netwerken bij de politie, het gebiedsgebonden politiewerk en de recentelijk in G3 verband ontwikkelde app ‘Meld discriminatie nu’ waar een drempelverlagende werking vanuit gaat. 7. Kan het college aangeven hoeveel aangiftes afgelopen twee jaar bij de politie zijn gedaan van discriminatie en heel specifiek van moslimdiscriminatie? Antwoord: De politie registreerde in 2017 in de eenheid Amsterdam 293 discriminatie- incidenten, tegenover 485 in 2016. De politie registreerde in 2017 in de eenheid Amsterdam 22 discriminatie-incidenten tegen moslims binnen de grond godsdienst, tegenover 42 in 2016. Daarnaast worden incidenten geregistreerd op de grond herkomst, hierbinnen is echter geen verdere uitsplitsing beschikbaar. Discriminatieregistraties geven slechts een indicatie van discriminatie in de stad. Het op 26 april jl. gepubliceerde landelijk rapport Discriminatiecijfers 2017 en alle rapporten op eenheidsniveau zijn te vinden op de website van de Landelijke Vereniging tegen Discriminatie (LVtD) www.discriminatie.nl 8. Hoeveel van deze aangiftes zijn ook doorgestuurd naar het OM voor vervolging? Antwoord: In 2017 zijn landelijk 12 specifieke discriminatiefeiten (op grond van art. 137c t/m 137g en artikel 429quater Wetboek van Strafrecht) vanuit de politie bij het OM ingezonden op de discriminatiegrond ‘godsdienst/levensovertuiging: islam’ waarvan 4 in Amsterdam. Dit tegenover 19 specifieke discriminatiefeiten, waarvan 2 in Amsterdam in 2016. Daarnaast komen andere delicten (bijvoorbeeld mishandelingen, beledigingen, vernielingen) voor met een discriminatie-aspect. In deze categorie is 18 keer de grond ‘godsdienst/levensovertuiging: islam’ geregistreerd, waarvan 3 keer in Amsterdam. Deze laatste cijfers zijn in 2017 voor het eerst inzichtelijk gemaakt. De grond ‘godsdienst/levensovertuiging: islam’ kan zowel gericht zijn tegen personen als tegen objecten (bijvoorbeeld bekladding van een moskee). Het aantal door de politie geregistreerde incidenten kan niet worden vergeleken met het aantal ingezonden feiten bij het OM in datzelfde jaar. Daar zijn meerdere redenen voor: e De geregistreerde incidenten van de politie zien ook op mishandelingen, beledigingen, vernielingen etc. met een discriminatie-aspect, in plaats van op één van de specifieke discriminatieartikelen. Over 2017 zijn deze delicten wel in de cijfers van het OM opgenomen. e De vanuit de politie bij het OM ingezonden feiten kunnen al in het voorgaande kalenderjaar door de politie als incident zijn geregistreerd; 4 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer 1e 2018 Schriftelijke vragen, donderdag 15 maart 2018 e De politie deed nog onderzoek naar incidenten waardoor deze door de politie in het opvolgende jaar bij het OM zijn ingezonden; e Een incident kan door een aangifte, een melding of op andere wijze, wel ter kennis komen van de politie maar er wordt geen opsporingsonderzoek opgestart omdat er bijvoorbeeld onvoldoende aanknopingspunten zijn; e Als er wel een opsporingsonderzoek wordt opgestart, kan het voorkomen dat dit niet leidt tot het vinden van een verdachte. Of er is wel een verdachte, maar onvoldoende bewijs; e Een incident dat bij de politie in eerste instantie is aangemerkt als een discriminatie-incident maar het blijkt dat niet voldaan is aan één of meer van de delictsbestanddelen van de discriminatieartikelen. Kortom, niet alle door de politie geregistreerde incidenten worden ingezonden bij het OM. Vorenstaande maakt dat het vergelijken van de cijfers niet mogelijk is. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris J.J. van Aartsen, waarnemend burgemeester 5
Schriftelijke Vraag
5
train
> Gemeente Amsterdam Motie Datum raadsvergadering 2 december 2021 Ingekomen onder nummer 822 Status Verworpen Onderwerp Motie van het lid Kuiper inzake de Ontwikkelstrategie Landschapspark De Oeverlanden / SADC-strook Onderwerp Vaststellen van de Ontwikkelstrategie Landschapspark De Oeverlanden / SADC-strook Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De Raad, Gehoord de discussie over het Vaststellen van de Ontwikkelstrategie Landschapspark De Oever- landen. Overwegende dat: e De strook tussen de Az en de Oude Haagseweg niet staat aangeduid als projectgebied op de kaartbeelden (“SADC-strook”). e Deze SADC-strook het totale plangebied van de Ontwikkelstrategie bijna volledig scheidt. Met ten zuiden het gebied van de Oeverlanden en ten noorden het gebied van Sportpark Sloten en de volkstuinen (zie kaart Bijlage 5 Ontwikkelstrategie Landschapspark de Oe- verlanden pag 21, afbeelding 4) e De SADC-strook groen is, het openbare ruimte betreft en daarmee in groenbeheer is van Stadswerken van de gemeente Amsterdam. e Aangrenzende groengebieden niet los of versnipperd van elkaar zouden moeten worden ontwikkeld, maar juist in samenhang. e De ontwikkelrechten voor de SADC-strook door de gemeente niet meer zijn verlengd. e _Natuuren groen een schaars goed is in onze regio en we moeten ons maximaal inspannen om dergelijke stukken groen te behouden. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders De SADC-strook — de strook tussen de A4 en de Oude Haagseweg — integraal onderdeel te laten uitmaken van de Ontwikkelstrategie Landschapspark De Oeverlanden. Gemeente Amsterdam Status Verworpen Pagina 2 van 2 Indiener T. Kuiper
Motie
2
discard
X Gemeente X Amsterdam 2 Nieuw-West Van DB aan AB Nr. 6 24 september 2014 Verbouwing Tuinstadhuis Het college van B&W is, op verzoek van Nieuw-West, plannen bij de bestuurscommissies per 19 maart 2014 akkoord gegaan met een voordracht aan de zoveel mogelijk is bestendigd. gemeenteraad om een krediet beschikbaar te stellen van € 1.149.500 incl. BTW, voor de verbouwing van de Het dagelijks bestuur is op 19 augustus 2014 akkoord tiende verdieping van stadsdeelkantoor Nieuw-West gegaan met een stedelijk voorstel het (Tuinstadhuis), aan Plein '40 —45. Door de herhuisvesting opdrachtgeverschap voor de Ringzone West nader te van de ambtenaren aan de Pieter Calandlaan naar het specificeren, gezien het strategisch belang van de Tuinstadhuis, zijn in het Tuinstadhuis extra werkplekken gebiedsontwikkeling van de Ringzone. nodig. Het voorstel is dan ook om de tiende verdieping ‚ ‚ On van het Tuinstadhuis daarvoor te verbouwen tot flex Het voorstel houdt in dat voor de gebiedsontwikkeling kantoor. Met het krediet wordt deze herhuisvesting van de Ringzone West een ontwikkelstrategie voor de mogelijk gemaakt. Dit vormt dan het laatste onderdeel komende vijf jaar wordt opgesteld, Deze ontwikkel- van de verbouwing. Met de oplevering van de tiende strategie wordt opgesteld in samenwerking tussen de verdieping wordt het mogelijk de medewerkers die nu beide bestuurscommissies (West en Nieuw-West) en de nog in het kantoor Pieter Calandlaan werken in het centrale stad en uiteindelijk vastgesteld door B&W van Tuinstadhuis te vestigen, waarmee het gebouw Pieter Amsterdam. Calandlaan leeg opgeleverd kan worden. De uitvoering (dat wil zeggen het opdrachtgeverschap) ‚ wordt bestuurlijk en ambtelijk ondergebracht bij de Tevens stemt het college in met het ten laste brengen ar ‚ bestuurscommissies en het zogenaamde Team GO. van de vastgoedreserve Nieuw-West van de ; : : : ‚ . ‚ ‚ ‚ Hierdoor ontstaat een effectieve koppeling van de kennis kapitaallasten die voortvloeien uit het krediet. De . ; . nn ‚ en middelen van het team GO aan de lokale expertise en kapitaallasten voor het krediet zijn voor het eerste jaar : et gebiedsagenda's in de stadsdelen. € 146.588. Ringzone West Stand van zaken Louweshoek Met de vaststelling van de verordening op de bestuurscommissies zijn de bestuurlijke bevoegdheden Naar aanleiding van een actualiteit informeert het voor grondexploitatieplannen in de stad gewijzigd. In de dagelijks bestuur u met twee brieven over de huidige verordening is een (tijdelijke) overgangsregeling stand van zaken met betrekking tot de asbest- opgenomen, waarbij het opdrachtgeverschap voor deze saneringswerkzaamheden aan Louweshoek 1 — 522. Het stadsdeel heeft vorige week een bewonersbrief gestuurd 1 X Gemeente X Amsterdam 2 Nieuw-West Van DB aan AB naar de bewoners van Louweshoek en is een brief verstuurd naar Woonzorg Nederland. De Gemeente en de bestuurscommissie trekken samen op en zullen gezamenlijk een bewonersbrief opstellen om een ieder te informeren over de laatste stand van zaken. De brieven zijn als bijlage toegevoegd. Link naar bijlagen Nadere subsidieregels 2015 Het dagelijks bestuur heeft op 9 september nadere regels vastgesteld voor subsidieaanvragen, als aanvulling op de Algemene subsidieverordening Amsterdam 2012 stadsdeel Nieuw-West (ASA N- W2012). Het db is gemandateerd om subsidies te verstrekken voor een aantal activiteiten die belegd zijn bij het stadsdeel in het jaar 2015. Voor het subsidiejaar 2016 is het stadsdeel voornemens om een aantal subsidierelaties te heroverwegen. Dit betekent dat in de tweede helft 2014 en begin 2015 een aantal subsidierelaties opnieuw tegen het licht zal worden gehouden. Hierbij wordt gekeken naar de maatschappelijke meerwaarde van activiteiten voor de versterking van de civil society, het vroegtijdig signaleren en voorkomen van problemen en het bestrijden van werkloosheid onder bewoners van Nieuw-West door het verstrekken van stages en leerwerkplekken. Link naar subsidieregels 2
Actualiteit
2
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad x% Gemeenteblad % Motie Jaar 2016 Afdeling 1 Nummer 1486 Publicatiedatum 23 november 2016 Ingekomen onder BE’ Ingekomen op donderdag 10 november 2016 Behandeld op donderdag 10 november 2016 Status Aangenomen Onderwerp Motie van de leden Ernsting en Van den Berg inzake het Kunstenplan 2017-2020 (evaluatie uitwerking Kunstenplansystematiek). Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over het Kunstenplan 2017-2020 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1418). Overwegende dat: — de tweedeling in het Kunstenplan het voor de gemeenteraad lastiger heeft gemaakt het Kunstenplan te beoordelen bij aanvang er van; — de besluiten van het college en het Amsterdams Fonds voor de Kunst (AFK) reële gevolgen hebben voor de Amsterdamse kunstwereld; — de integraliteit vanwege de gekozen systematiek moeilijker te volgen is. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: een grondige evaluatie van de nieuwe systematiek uit te voeren, onder andere middels een uitgebreide enquête onder alle instellingen die een aanvraag hebben gedaan, waarbij meenemend: — de gevolgde procedures en de inzichtelijkheid daarvan; — transparantie van het proces; — de bruikbaarheid én de inzet van de gekozen beoordelingscriteria; — de spreiding over de stad van de toegekende AFK-subsidies; — volgorde van besluitvorming en bezwaarprocedures; — de rol van eigen vermogen en verdienkracht bij het al dan niet toekennen van subsidies. De leden van de gemeenteraad Z.D. Ernsting P.J.M. van den Berg 1
Motie
1
discard
WIJKRAAD ZUID — WEST AMSTERDAM RAADADRES Leden van de Raad Gemeente Amsterdam Amstel 1 Alhier Amsterdam, 14 januari 2024 Betreft: BEHOUD HUISARTSENPOST VU ZIEKENHUIS/ UMC AMSTERDAM Geachte Raadsleden, Met grote verontrusting heeft WIJKRAAD ZUID WEST AMSTERDAM, opgericht in 1951, kennisgenomen van de mogelijke sluiting van de huisartsenpost van het VU ZIEKENHUIS in Amsterdam Zuid. De bewoners hebben wettelijk recht op goede zorg, in het bijzonder op goede eerstelijns huisartsenzorg ook tijdens feestdagen, weekenden en nachtelijke uren. Samen met de verenigde huisartsen in Zuid-West Amsterdam adviseren wij u om de HUISARTSENPOST in het VU ZIEKENHUIS/ UMC AMSTERDAM te behouden. Het is onmogelijk om binnen de wettelijke 19 minuten een andere huisartsenpost te bereiken voor de bewoners. Wij wensen behoud en uitbreiding van de bestaande huisartsenpost en adviseren u dienovereenkomstig beleid te ontwikkelen. Graag zien wij uw bericht tegemoet. Inmiddels, verblijft het bestuur van de Wijkraad, namens deze, met een vriendelijke groet, Rabbijn Simon Bornstein, voorzitter [email protected]
Raadsadres
2
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2018 Afdeling 1 Nummer 947 Publicatiedatum 17 oktober 2018 Ingekomen onder AT Ingekomen op woensdag 10 oktober 2018 Behandeld op woensdag 10 oktober 2018 Status Aangenomen Onderwerp Motie van de leden Hammelburg, Nadif, Kilig en Ceder inzake een rookvrij Artis. Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over het opnemen van de resultaatafspraken die zijn gemaakt met Artis in de subsidieverlening (Gemeenteblad afd. 1, nr. 800). Constaterende dat: — Sigaretten minstens 400 giftige stoffen bevatten waarvan er 40 kankerverwekkend zijn; — Roken je levensverwachting vermindert met 7 tot 8 jaar; — Roken jaarlijks voor ongeveer 19.000 doden zorgt in Nederland en bijdraagt — aan de dood van nog meer mensen, bijvoorbeeld meerokers. Overwegende dat: — Roken onwenselijk is in een omgeving waar veel kinderen zijn; — Ouders die ervoor kiezen om hun kinderen te beschermen tegen roken en tegen — de slechte voorbeelden daarvan, beter moeten worden gefaciliteerd; — Roken op plekken waar veel kinderen komen in strijd is met het in maart 2016 vastgestelde Tabaksontmoedigingsbeleid 2016-2019 waarmee de Gemeente Amsterdam tracht te voorkomen dat jongeren beginnen met roken, en met het beleid van de rijksoverheid om het aantal rokers onder kinderen terug te brengen naar nul met de NIX18-campagne:; — Het terugdringen van roken een absolute prioriteit is; — Met name op plekken waar veel kinderen zijn, zoals rond scholen, sportvelden, speeltuinen, buitenzwembaden, openbaar vervoerhaltes en de ingangen van openbare gebouwen er behoefte is aan rookvrije plekken; — Het toenemende gebruik van tabak en softdrugs, van onder meer toeristen, veel overlast veroorzaakt in Artis. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: Als onderdeel van de resultaatafspraken tussen de gemeente en Artis op te nemen dat er in Artis zo snel mogelijk een algeheel blow- en rookverbod wordt ingevoerd met uitzondering van de daarvoor geschikt aangewezen plekken in Artis die uit het zicht van kinderen worden geplaatst. 1 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteraad Nummer 947 Motie Datum 17 oktober 2018 De leden van de gemeenteraad A.R. Hammelburg |. Nadif A. Kilic D.G.M. Ceder 2
Motie
2
discard
> Gemeente Amsterdam DS Motie Datum raadsvergadering gen 10 november 2022 Ingekomen onder nummer 406accent Status Aangenomen Onderwerp Motie van het lid Krom inzake de Begroting 2023 Onderwerp Hitteplan voor dieren Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De Raad, Gehoord de discussie over de Begroting 2023 Constaterende dat: — hitte een toenemend probleem wordt in Amsterdam ten gevolge van klimaatverandering; — dit college de problemen van klimaatverandering erkent en stappen neemt om de stad toe- komstbestendiger te maken. Overwegende dat: — hitte voor Amsterdammers, en specifiek voor kwetsbare Amsterdammers, gezondheidsri- sico's met zich mee kan brengen; — dieren in Amsterdam zich minder goed zelf kunnen wapenen tegen de hitte en daarvoor over- geleverd zijn aan de mensen die zorg voor hen dragen; — _ het belangrijk is om mensen die zorgdragen voor dieren tijdens een hittegolf erop te wijzen dat zij bijvoorbeeld een hond niet naast de fiets moeten laten rennen, dieren niet moeten ach- terlaten in de auto en moeten oppassen met pootjes op hete straatoppervlakten; — het LICG bijvoorbeeld al een overzicht met hittemaatregelen voor huisdieren op de website heeft staan;* — _erinde gemeente Amsterdam ook verschillende organisaties zijn die de zorg dragen voor die- ren, zoals een dierentuin en (kinder-)boerderijen, waarbij het belangrijk is dat de dieren niet onnodig hoeven lijden onder een hittegolf. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders De beschikbare informatie over maatregelen voor dieren bij hitte, bijvoorbeeld de hittemaatrege- len van LICG, duidelijk en proactief te communiceren naar Amsterdammers en instanties die de zorg dragen voor dieren wanneer er een hittegolf is. + https://www.licg.nl/dier-en-warmte/. Gemeente Amsterdam Status Aangenomen Pagina 2 van 2 Indiener J.M. Krom
Motie
2
discard
> < Gemeente Raadsinformatiebrief | Amsterdam Afdoening motie Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam Datum o2 maart 2021 Portefeuille(s) Openbare Orde en Veiligheid Portefeuillehouder(s): Femke Halsema Behandeld door Programma De Weerbare stad Onderwerp Afdoening motie 1360 van het lid Poot van de VVD Geachte leden van de gemeenteraad, Op 18 december 2020 heeft uw raad bij de schriftelijke stemming de motie nr. 1360 inzake de Begroting 2021 (Afspraken risicobranches tegen ondermijning) van lid Poot van de VVD aangenomen. Hierin wordt het college verzocht; 1. Te identificeren welke branches te maken kunnen krijgen of betrokken kunnen zijn bij witwassen, fraude of ondermijning (waaronder: autoverhuurbranche, makelaardij, notariaat, banken, projectontwikkelaars); 2. Perbranche convenanten af te sluiten of afspraken te maken waarbij partijen zich committeren aan het signaleren en tegen gaan van witwassen en ondermijning als ook samenwerking hieromtrent aangaan; 3. De raad hierover te informeren. Het college geeft als volgt vitvoering aan de motie; 1. Het programma De Weerbare Stad maakt onderscheid tussen kwetsbare branches en poortwachters. Kwetsbare branches zijn geschikt om crimineel vermogen wit te wassen, fraude te plegen of andere ondermijnende activiteiten te ontplooien. Uit eerder onderzoek blijken de volgende kwetsbare branches; horecabranche, autobranche, gokbranche, vitzendbranche, vastgoedbranche, transport en prostitutie (bron: Van de Bunt & Kleemans 2007). Daarnaast identificeren wij de souvenirwinkels als kwetsbaar, zie voortgangsrapportage De Weerbare Stad. Maar kwetsbare branches zijn aan verandering onderhevig. Onderzoeken welke branches kwetsbaar zijn voor witwassen, fraude en ondermijning is een maatregel in het programma, genaamd ‘Onderzoek branches’. Poortwachters zijn dienstverleners die te maken kunnen krijgen met criminele inmenging. Zij hebben een wettelijk taak in het melden van signalen van ondermijning, witwassen en fraude. Het gaat onder andere om notarissen, taxateurs, makelaars, banken en hypotheekverstrekkers. 2. Inde betreffende maatregel van De Weerbare Stad worden branches geïdentificeerd en onderzocht. Uitkomst van een brancheonderzoek kan zijn dat een convenant wordt gesloten, dat een vergunningplicht wordt overwogen of dat er sterker wordt ingezet op bewustwording Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum o2 maart 2021 Pagina 2 van 2 binnen die branche. Voor een aantal kwetsbare branches voeren we een vergunningstelstel in met de mogelijkheid tot Bibob-toetsing: spyshops, hotels, autoverhuurbranches en een aantal straten in postcodegebied 1012. Zoals ook in het programma is opgenomen, wordt actief de samenwerking opgezocht met private partijen waaronder poortwachters in de strijd tegen witwassen en fraude. De Weerbare Stad maakt afspraken met poortwachters om de alertheid op signalen van malafide overnames te vergroten. Hier wordt ook de samenwerking met het RIEC gezocht. In RIEC- verband doen we tevens onderzoek naar ‘moeilijk vervangbare clusters‘ en pakken we personen en zaken aan als daar reden toe is. 3. De raad zal door middel van de voortgangsrapportage De Weerbare Stad geïnformeerd worden. Het college beschouwt de motie hiermee als afgehandeld. Met vriendelijke groet, Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, / / # Ï F L _ mn Femke Halsema Burgemeester Bijlagen 1. 1360.20.Motie Poot afspraken risicobranches tegen ondermijning. Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Motie
2
train
Bezoekadres Gemeente Amsterdam Bos en Lommerplein 250 1055 EK Amsterdam Stadsdeel West Directie Programma's, projecten en wijken Postbus 57239 Afdeling Wijken 1040 BC Amsterdam Telefoon 14 020 Fax 020 253 0727 www.west.amsterdam.nl Retouradres: Postbus 57239, 1040 BC Amsterdam Aan de bewoners nabij de Polonceau-kade 9 Datum 2 oktober 2014 Ons kenmerk UIT-14-11916 Behandeld door Rob Strijbos E-mail [email protected] Onderwerp restaurant InStock, Polonceau-kade 9 Geachte bewoner, Met deze brief informeer ik u over de vestiging van het restaurant InStock aan de Polonceau-kade 9. Exploitatievergunning Op 27 mei 2014 heeft stadsdeel West een exploitatievergunning afgegeven aan restaurant InStock. Zij voeren een tijdelijk pop up restaurant waarbij stockvoorraden (producten die over zijn, maar die nog goed gebruikt kunnen worden) van de Albert : Heijn worden gebruikt bij de bereiding van voedsel. Het gaat om een tijdelijk project om voedselverspilling onder de aandacht te brengen. Op het afgeven van de exploitatievergunning is een handhavingsverzoek binnengekomen van een omwonende op 29 juli 2014. Dit handhavingsverzoek richt zich op het feit dat horeca op deze specifieke locatie in strijd is met het onlangs vastgestelde bestemmingsplan. Na onderzoek blijkt dat horeca op deze locatie inderdaad niet mogelijk is volgens het nieuwe bestemmingsplan. Dit betekent dat de exploitatievergunning onterecht is afgegeven. Omgevingsvergunning Het handhavingsverzoek heeft het stadsdeel genoodzaakt om de belangen van de handhavingsverzoeker en InStock tegen elkaar af te wegen. Het restaurant zal tot en met 31 mei 2015 open zijn. Gezien het concept van InStock en de tijdelijke duur meent het stadsdeel dat het kan meewerken aan het verlenen van een ‘omgevingsvergunning strijdig gebruik’. Hiertoe heeft InStock inmiddels een aanvraag gedaan die volgens de voorwaarden die door het stadsdeel gesteld zijn verleend kan worden. De openingstijden zijn beperkt en ook de terrastijden zijn beperkt. Met deze beperking menen wij voldoende tegemoet te kunnen komen aan de belangen van handhavingsverzoeker. Ten slotte benadruk ik dat het hier gaat om tijdelijk gebruik dat geen navolging zal hebben. Als restaurant InStock de deuren sluit zal op deze locatie geen andere _ _horecavestiging toegelaten worden. Het bestemmingsplan is op dit punt onherroepelijk. Datum: Gemeente Amsterdam Pagina 2 van 2 Ons kenmerk: Stadsdeel West Vragen? Hebt u vragen over deze brief? U kunt dan contact opnemen met Rob Strijbos, e-mail: r.strijbos@west. amsterdam.nl. Met vriendelijke groet, ° érolf Bouwmeester Portefeuillehouder Westerpark 2
Raadsadres
2
train
> < Gemeente Raadsinformatiebrief Amsterdam Afdoening moties en > < toezeggingen Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam Datum 8 juni 2023 Portefeuille(s) Afval en reiniging Portefeuillehouder(s): Wethouder Zita Pels Behandeld door Afval en Grondstoffen ([email protected]) Onderwerp Afdoening openstaande moties en toezeggingen op thema Afval en reiniging Geachte leden van de gemeenteraad, In de vervolgbrief ‘een schonere stad’ van mei 2023 heb ik een heel aantal moties en toezeggingen van uw raad op het thema afval en reiniging beantwoord. Een aantal pasten niet in die brief. Via deze brief informeer ik v apart over die moties en toezeggingen. Motie 303, toezegging TA2022-000783 In de vergadering van 14 september 2022 heeft uw raad bij de behandeling van agendapunt 20 ‘Kennisnemen van de raadsbrief uitgaven en resultaten Schoon Amsterdam 2021, VN2022- 023324’, motie 303 van E. Bobeldijk en H.C. Burgers aangenomen. Daarin vraagt u het college om: — Onderzoek te doen naar de vraag hoe de meting van de schoonheidsgraad zo kan worden aangepast dat deze meer aansluit bij de beleving van de bewoners; — De ervaren overlast hierin leidend te laten zijn; — _Derelatie te onderzoeken tussen volle containers en de hoeveelheid reinigingswerk; — De raadte informeren over de uitkomsten van dit onderzoek. Het college geeft als volgt uitvoering aan de motie: Voor de data ten aanzien van de begroting en waar we onze inzet op afstemmen, kijken we naar meerdere metingen. Het onderzoek van Wonen in Amsterdam (WiA) dat de ervaren overlast meet, is daar ook onderdeel van. De objectieve metingen m.b.t. de schoonheidsgraden worden uitgevoerd door een extern bureau en zijn gebaseerd op kenmerken die landelijk worden gebruikt. We voeren deze metingen uit voor drie onderdelen: grof zwerfvuil, vullingsgraad van prullenbakken en bijplaatsingen bij containers. De aanpak bijplaatsingen doet ook eigen metingen en doelgroepenonderzoek. En we kijken naar de meldingen, klachten en ervaringen van ons eigen personeel en bewoners. Daarnaast hebben we ook veel gesprekken met bewoners, ondernemers en collega's vanuit de stadsdelen om die data aan te vullen met meer kwalitatieve data en belevingen. De beleving vanuit WiA wordt om het jaar gemeten en blijkt vaak lastig om verder te duiden. Want wat is ‘ervaren overlast van vervuiling’? en hoe komen bewoners tot dat rapportcijfer. Daarom pakken we in lijn met de motie een aantal zaken op: Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 8 juni 2023 Pagina 2 van6 e De methodiek van het objectieve onderzoek naar de schoonheidsgraad van containers ten aanzien van afval bijplaatsingen hebben we sinds 2022 aangepast. Zo sluiten we meer aan bij de ervaringen van bewoners. De metingen voor 2022 werden per maand gedaan doormiddel van een steekproef onder de containers in Amsterdam. Elke maand werden er ongeveer 2.300 containers steekproefsgewijs gemeten. Dit ging om losse containers en niet om containerlocaties. Het kon dus ook voorkomen dat er twee containers werden gemeten die naast elkaar staan. In de metingen vanaf 2022 wordt ook iedere maand gemeten, maar dit zijn rastermetingen. Dit betekent dat verdeeld over Amsterdam een aantal rasters van 100 bij 100 meter worden bekeken. Een raster moet tenminste 10% openbare ruimte bevatten. Een raster waar geen containerlocatie staat wordt wel bekeken, maar krijgt geen score. In een raster kunnen meerdere containerlocaties zitten. Het raster krijgt het cijfer van de slechtste containerlocatie in dat raster. Zodoende zal dit dus een lagere score opleveren dan in de oude meetmethodiek. In een gebied worden een x aantal rasters gemeten. Het percentage van een gebied zegt dus hoeveel procent van de gemeten rasters een CROW score heeft van B of beter. Deze meting is tevens opgenomen in de begroting van 2023 met een doelstelling van 90%. e In 2021 is er een bewonersenquête gehouden over bijplaatsingen. De Aanpak bijplaatsingen laat zien dat het schoner wordt, maar met de enquête onderzoeken we of bewoners dat ook ervaren. Dit jaar gaan we het onderzoek herhalen. Dan kunnen we vergelijken of bewoners ook minder bijplaatsingen ervaren ten opzichte van 2 jaar geleden. In de veiligheidsmonitor zijn twee vragen opgenomen die te maken hebben met de beleving van bewoners. Deze vragen hebben we ook toegevoegd in de raadsbrief ‘een schonere stad’ van 10 mei 2023. e Vanuit dienstverlening is onderzoek gedaan naar de meldingsbereidheid. De data van het aantal meldingen per gebied zullen ook vergeleken worden met de objectieve CROW-data van de bijplaatsingen. Daarnaast komt er ook een vervolgonderzoek naar meldingsbereidheid op alle meldingen-thema's. e Dat een volle container kan leiden tot extra reinigingswerk weten we. Een volle container vergroot immers de kans op bijplaatsingen. Al komt het vaak genoeg voor dat bewoners afval naast een containers zetten terwijl de container begaanbaar en niet vol is. De bijplaatsingen zijn extra werk voor de afvalinzameling omdat die vaak los van de containerinzameling opgehaald moeten worden. Bijplaatsingen vergroten ook de kans dat afvalzakken door dieren of mensen worden stukgemaakt met zwerfvuil en dus extra reinigingswerk tot gevolg. Daarom verbeteren we onze routes zodat containers minder vaak vol zijn en we de ‘volle containers’ bijhouden in de meldingen van bewoners en eigen personeel. We zijn voldoende bewust van deze relatie en zien geen meerwaarde om dit extra te onderzoeken. e We werken aan de opzet van het burgerberaad over afval wat ook zal ook raken aan de beleving van bewoners. e Over de uitkomst van de metingen en onderzoeken zullen we de raad informeren. Dit middels (of als onderdeel van) een raadsinformatiebrief en/of bij de jaarrekeningen. Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 8 juni 2023 Pagina 3 van 6 Motie 302, toezegging TA2022-000784 In de vergadering van de gemeenteraad van 14-09-2022 heeft uw raad bij de behandeling van agendapunt 20 ‘Kennisnemen van de raadsbrief uitgaven en resultaten Schoon Amsterdam 2021, VN2022-023324', motie 302 van H.C. Burgers, D.T. Boomsma, J.M. Krom, |. Garmy, S. Koyuncu, J.F. van Pijpen, G. Noordzij en M. Lust, aangenomen. Daarin wordt het college gevraagd om in de vervolgrapportages over Schoon Amsterdam informatie en data op te nemen over de hoeveelheid verzameld restafval en grof afval. Dat in algemene zin en als gemiddeld aantal kilo's per inwoner weer te geven. Het college geeft als volgt uitvoering aan de motie: Deze cijfers zijn in beeld. De totale hoeveelheid opgehaald afval per fractie (zoals restafval, karton, glas etc.) per jaar hebben we genoemd in de brieven over het afvaloffensief en ‘een schonere stad’. e Het aantal kilo per inwoner hebben we opgenomen in de afgelopen begrotingen en komt daarmee ook terug in de jaarrekening van 2022. In de begroting van 2023 hebben we het volgende doel in de doelenboom opgenomen. We hebben daarvoor klein en grof afval bij elkaar gedaan. Indicatoren doel Peilwaarde| Jaarverslag| jaarverslag| Begroting| Prognose EE EE EE EE 1 |Kilogram huishoudelijk 358 (2019) 377 361 377 377 afval per inwoner per jaar 2 |Kilogram huishoudelijk 247 (2019) 249 243 240 227 fijn en grof restafval per inwoner per jaar (BBV- verplicht) Motie 309, toezegging TA2022-000785 In de vergadering van de gemeenteraad van 14-09-2022 heeft uw raad bij de behandeling van agendapunt 20 Kennisnemen van de raadsbrief vitgaven en resultaten Schoon Amsterdam 2021, VN2022-023324 motie 309 van de leden Burgers, Boomsma, Krom, Garmy, Koyuncu, Van Pijpen, Noordzij en Lust inzake extra inkomsten voor Amsterdamse verenigingen, aangenomen. Daarin wordt het college gevraagd om: — De mogelijkheid voor verenigingen om oud papier en karton op te halen voor een financiële vergoeding van de gemeente te onderzoeken; — _ Hierbij dit soort initiatieven van andere gemeentes als voorbeeld te nemen; — Amsterdamse sport- en muziekverenigingen te betrekken bij dit onderzoek; — De raadte informeren over de uitkomst en de mogelijkheid om dit initiatief uit te voeren voor te leggen aan de raad. Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 8 juni 2023 Pagina 4 van 6 Het college geeft als volgt uitvoering aan de motie: Zoals ook in de brief ‘een schonere stad’ van 17 oktober 2022 en 10 mei 2023 beschrijven willen we in 2023 o.a. inzetten op de acties ten aanzien van karton en oud papier. Deze motie zullen we betrekken bij het ontwikkelen van de acties en in Q3 2023 zal de motie als volgt zijn opgepakt: 1. Ervaringen van andere gemeentes verzamelen t.a.v. inzameling van karton door lokale sportclubs. Daarvan weten we al dat vele gemeentes die iets dergelijks ondernamen, er inmiddels mee zijn gestopt. 2. Belronde langs een aantal sportclubs om mogelijke belangstelling voor een dergelijke rol te inventariseren, welk bedrag sportclubs wensen op te halen en in hoeverre sportclubs bereid zijn en in de gelegenheid zijn om deze rol structureel op te pakken. 3. Als bovenstaande twee punten voldoende mogelijkheden en haalbaarheid laten zien, dan zullen we ook financieel in kaart brengen wat de gemeente als mogelijke vergoeding voor het ingezamelde oud papier en karton kan geven, zonder dat hierdoor de afvalstoffenheffing stijgt. 4. Op basis van de uitkomst van stap 1, 2 en 3 bepalen of dit een realistisch en haalbaar (zowel in uitvoering als financieel) voorstel is om, naast de andere acties van de karton aanpak, op te nemen. 5. In een vervolgbrief over ‘een schonere stad’, dan wel een aparte brief, u te informeren over de gehele aanpak waaronder dit voorstel. Motie 570, toezegging TA2022-001274 In de vergadering van de gemeenteraad van 23-12-2022 heeft uw raad bij de behandeling van agendapunt 29 Kennisnemen van de raadsinformatiebrief Schonere Stad VN2022-04,0312 motie 570 van de leden Noordzij en Koyuncu inzake Onderzoek naar het afvalprobleem in Nieuw-West, aangenomen. Daarin wordt het college gevraagd om: e Samen met het stadsdeel Nieuw-West onderzoek te doen naar de oorzaken van de grote afvaloverlast in Nieuw-West. e Samen met het stadsdeel Nieuw-West onderzoek te doen naar maatregelen om het afvalprobleem in Nieuw-West beter aan te pakken. Het college geeft als volgt uitvoering aan de motie: Afgelopen jaar hebben we een doelgroeponderzoek gedaan in Nieuw-West. Met dat onderzoek en de probleemplekken die we in het vizier hebben zijn we aan de slag gegaan met interventies. We ontwikkelden communicatiemiddelen om bewoners die we met de reguliere communicatie niet bereiken, te informeren over de afvalregels. Daarnaast motiveerden we hen om zich aan de regels te houden. Dit ter aanvulling op de reguliere communicatie rondom de probleemplekken. In het kader van deze motie gaan we een stap verder door dit jaar onderzoek te doen naar de opgave en welke oplossingen daar bij passen. Dit komt terug in het afvalplan van Nieuw-West. De resultaten verwachten we eind dit jaar waarna we ook de raad hierover zullen informeren. Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 8 juni 2023 Pagina 5 van 6 Toezegging TA2022-000583 In vw vergadering van 30 juni 2022 heb ik (op een vraag van raadslid Noordzij - PvdA) toegezegd u te informeren dat bij het nieuwe boetebeleid onderscheid zal worden gemaakt tussen (geïnde) boetes van particulieren en bedrijven. Het college heeft een onderscheid kunnen maken tussen het aantal boetes dat is gegeven aan particulieren en het aantal aan bedrijven door te kijken naar de verschillende boetebedragen die zijn vitgeschreven. Boetebedragen voor particulieren zijn minder hoog dan die aan bedrijven. Handhavers kunnen daarnaast ook via de Kamer van Koophandel-koppeling in het gemeentesysteem de boete uitschrijven op een onderneming. In de commissie DC van 12 januari 2023 heb ik u, bij de behandeling van het agendapunt over het Parool artikel ‘Amsterdammers klagen steeds meer over afvaloverlast, Centrum spant kroon’, toegezegd om met cijfers over schoon te komen bij de volgende brief ‘een schonere stad’. De cijfers over de afvalboetes van particulieren en bedrijven passen daar ook bij en zijn zodoende ook in de brief van mei 2023 opgenomen. Ter info hieronder de zelfde gegevens: | 2020} 2021} 2022} totaal totaal | 20772} 30.209 | 27.234} 58215 Toezegging TA2022-001122 In vw vergadering van 27 oktober 2022 heb ik (op een vraag van raadslid Garmy - Volt) toegezegd om te onderzoeken hoe er met Amsterdammers wordt gecommuniceerd over afvalstoffenheffing en of het mogelijk is om in de aanslagbrief meer informatie te geven over de afvalstoffenheffing of dat een ander communicatiemiddel ingezet moet worden. De gemeente communiceert met de bewoners over de afvalstoffenheffing via de aanslagbrief. Daarnaast zetten we amsterdam.nl in, onze wekelijkse digitale nieuwsbrief en een nieuwsbericht in de gemeentekrant ‘Krant Amsterdam’. De aanslagbrief voor de afvalstoffenheffing wordt jaarlijks opgesteld. Omdat deze brief al veel praktische en feitelijke informatie bevat, leent deze zich niet voor communicatie over gemeentelijk beleid. Het is een juridisch document dat informatie geeft over bedragen, termijnen, betalings- en bezwaarmogelijkheden. We gaan dit jaar wel verkennen of we bij de aanslag 2024 een bijlage kunnen opnemen met uitleg voor Amsterdamse huishoudens. Bijvoorbeeld over de diverse heffingen, extra informatie over WOZ- waarde, informatie over waar de afvalstoffenheffing aan wordt besteed etc. Op amsterdam.nl/bestuur-organisatie/volg-beleid/afval-en-schoon/ staat ook informatie over de afvalstoffenheffing. Toezegging TA2022-001109 Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 8 juni 2023 Pagina 6 van 6 In vw vergadering van 17 november 2022 heb ik (op een vraag van raadslid Burgers - VVD) toegezegd om in de nieuwsbrief een oproep aan containeradoptanten te doen om meer mensen containeradoptant te maken. Het college heeft een bericht hierover opgenomen in de nieuwsbrief voor adoptanten van mei 2023. Het lid Burgers is gevraagd om een quote voor in het bericht welke in de nieuwsbrief is opgenomen. Het college beschouwt de moties en toezeggingen hiermee als afgehandeld. Met vriendelijke groet, Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, OCD Zita Pels Wethouder Afval Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Motie
6
train
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R x% Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2020 Afdeling 1 Nummer 1036 Datum indiening 3 augustus 2020 Datum akkoord 10 september 2020 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van de leden El Ksaihi en Kat inzake positie zzp'ers in economische crisis Aan de gemeenteraad Toelichting door vragenstellers: Amsterdam staat aan de vooravond van een nieuwe economische crisis. Onder andere de lockdown, maar ook de 1,5 meterregel en de beperkte capaciteit in plekken van vrijetijdsbesteding hebben zware gevolgen voor de Amsterdamse economie. Alle Amsterdammers worden door deze maatregelen geraakt, maar in het bijzonder bij zzp'ers liggen risico’s op problematische schulden op de loer. Een zorgelijke ontwikkeling omdat Amsterdam de meeste zzp'ers van Nederland heeft.* Er wordt gewaarschuwd voor een grote schuldengolf bij zzp'ers? De gemeente kent succesvolle programma's in het tegengaan van schulden zoals Vroeg Eropaf en de fractie van D66 wil weten of Amsterdam er ook klaar voor is om de schuldengolf bij zzp'ers tijdig en duurzaam aan te pakken. Gezien het vorenstaande hebben de leden El Ksaihi en Kat, namens de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Kan het college een overzicht geven van het aantal zzp'ers in Amsterdam voor maart dit jaar, uitgesplitst naar de sectoren waar zij destijds werkzaam waren? Antwoord: We hebben een beeld van de ‘flexibele schil’ en daarin het aantal zzp'ers van op basis van de cijfers van 2019. Dat zijn de beschikbare gegevens tot nu toe. Vanaf 2016 geeft dat een redelijk constant beeld. In 2019 waren in Amsterdam 94.000 zzp'ers. Er zijn 469.000 Amsterdammers tussen de 15-/4 jaar die werkzaam zijn. Hiervan heeft 52% een vast contract, 24% heeft een tijdelijk of flexibel contract, 21% werkt als zzp'er en 3% is zelfstandig ondernemer met personeel. Cijfers met betrekking tot het aantal Amsterdammers dat werkzaam is in de ‘flexibele schil’ (zzp'ers, flexwerkers) staan in de OIS Factsheet ‘Flexibele schil in Amsterdam’ van 1 https:/vww.kvk.nl/advies-en-informatie/overheid/amsterdam-telt-de-meeste-zzpers/ 2 https://nos.nl/artikel/2342535-schuldengolf-zzp-ers-op-komst-en-gemeenten-niet-klaar-om-hen-te- helpen.html Jaar 2020 Gemeente Amsterdam Neng 1036 Gemeenteblad R Datum 10 september 2020 Schriftelijke vragen, maandag 3 augustus 2020 mei jl: https://data.amsterdam.nl/publicaties/publicatie/factsheet-flexibele-schil-in- amsterdam/814563a2-2a41-430b-85d8-ed966 7 6f539d/ Zzp’ ers zijn merendeel werkzaam in de volgende sectoren: 1.Vakspecialisten op artistiek en cultureel gebied (59%-4.000) 2.Auteurs en kunstenaars (58%-8.800) 3.Bouwarbeiders (50%-2.000) 4.Sportinstructeurs (50% - 1.000) b.Vakspecialisten ICT (34%-1.200) 2. Kan het college een overzicht geven van het aantal persoonlijke faillissementen dat is aangevraagd sinds maart, uitgesplitst naar zzp'ers en niet zzp'ers? Antwoord: Het college heeft geen overzicht van faillissementen, die registeren wij niet. Het aantal faillissementen natuurlijke personen en bedrijven wordt wel maandelijks gepubliceerd door CBS met aangeleverde informatie van rechtbanken. Het CBS registreert op CBS-statline in de periode maart t/m juni 2020 in de regio Groot-Amsterdam 23 faillissementen van natuurlijke personen en 166 van bedrijven, instellingen en eenmanszaken. Daarbij wordt niet bijgehouden of het om zzp'ers of niet-zzp'ers gaat. Enkele registraties zullen dubbel zijn, omdat een eenmanszaak door een natuurlijk persoon wordt geëxploiteerd. 3. Kan het college een overzicht geven van het aantal aanmeldingen/aanvragen bij schuldhulpverlening sinds maart, uitgesplitst naar zzp'ers en niet zzp'ers? Antwoord: Sinds maart tot en met juli 2020 zijn er bij de maatschappelijke dienstverleners (MaDi's) 1900 mensen ingestroomd in de schuldhulpverlening. Hiervan zijn er 36 geregistreerd als ‘ondernemer’ en 310 als ‘werkende’. Het is mogelijk dat in deze laatste categorie ook zzp’ ers zitten. Via de afdeling Ondersteuning Ondernemers van de gemeente Amsterdam zijn er nog eens 85 ondernemers binnen gekomen die zijn doorgestroomd naar de schuldhulpverlening. Op het totaal aantal Amsterdammers dat is ingestroomd in de schuldhulp sinds maart, gaat het dus vooralsnog om een relatief kleine groep. Wel houden we rekening met een toename aan aanvragen door zzp’ ers en andere ondernemers. We bereiden ons hier op voor door meer capaciteit hulpverlening in te zetten. De ervaring leert dat er vaak enige tijd zit tussen het ontstaan van financiële problemen en het moment waarop mensen hulp zoeken. In het plan van aanpak ' Meer kans voor werkende minima’ staat: “Van de werkende minima behoorden circa 6.000 huishoudens tot de werkende minima met een eigen bedrijf als belangrijkste inkomensbron in het jaar 2016. Procentueel is het armoederisico onder zelfstandigen ca. twee keer zo groot als voor werkenden in loondienst. Zelfstandigen met schulden hebben ook met aanzienlijk hogere schulden te maken dan particulieren. 4. Is het college het met de indieners eens dat zzp'ers een risicogroep zijn als het gaat om schuldenopbouw? Ja, zoals u aangeeft heeft het college dit ook duidelijk vermeld in ons plan van aanpak ‘Meer kansen voor werkende minima’. Uit jaarcijfers van de NVVK blijkt dat schulden van ondernemers, waaronder zzp'ers, die zich melden voor 2 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam Neng 1036 Gemeenteblad R Datum 10 september 2020 Schriftelijke vragen, maandag 3 augustus 2020 schuldhulpverlening gemiddeld bijna drie keer zo hoog is als schulden van particulieren. Amsterdam biedt daarom gespecialiseerde schulphulpverlening aan voor zelfstandigen. De diversiteit van de doelgroep maakt het uitdagend om deze doelgroep te bereiken met het bestaande aanbod aan gemeentelijke ondersteuning. Trots en schaamte spelen een rol, maar ook onbekendheid met de gemeentelijke ondersteuning worden als oorzaak genoemd. 5. Deze laatste zin laat zien dat er kansen liggen om de nieuwe groep zzp'ers die in de minimagroep terecht komen te bereiken. Is het college bereid om een grootschalige communicatiecampagne te starten, met als doel om zzp'ers te bereiken die met schulden kampen of het risico op schulden lopen, waarbij ingespeeld wordt op mogelijke gevoelens van schaamte en trots? Antwoord: Sinds de coronacrisis hebben meer dan 40.000 Amsterdamse ondernemers, waarvan een groot deel zzp'er is, de gemeente nu weten te vinden om financiële ondersteuning te vragen via een Tozo-uitkering. Hierdoor kunnen we vroegtijdig en pro-actief (ex) T ozo-uitkeringsgerechtigden benaderen en ondersteuning aanbieden. We hebben daarmee een groot deel van de doelgroep in beeld. Voor dat deel van de groep die wel onbekend is met de gemeentelijke ondersteuning gaan we in samenwerking met de afdeling Communicatie en de Madi’s het bereik verhogen. Dit staat ook als actiepunt in het recente plan van aanpak Preventie en Integrale Schuldhulpverlening Zelfstandigen Amsterdam. Het opzetten van een specifieke communicatiecampagne staat nu niet op de planning en wordt nu ook niet nodig gevonden. De beste weg uit armoede is werk. 6. Is het college het met de indieners eens dat een deel van de zzp'ers zich zal moeten omscholen? Antwoord: Ja, voor een deel van de zzp'ers zal dat de beste optie zijn. Door corona is de arbeidsmarkt in korte tijd flink veranderd. In sommige sectoren is de werkgelegenheid door de coronacrisis sterk gedaald (horeca, toerisme, kunst en cultuur). In andere sectoren is er juist nu veel meer vraag naar mensen (zorg, onderwijs, ict, winkelpersoneel). 7. Zzp'ers zijn zelfstandig en hebben geen recht op omscholing vanuit een bedrijf. De gemeente zal omscholingsmogelijkheden moeten bieden. Op welke manier gebeurt dit al? a. Wordt er samengewerkt met de sectoren in Amsterdam waar juist een tekort is aan mensen zoals het onderwijs, de zorg, de it branche? Antwoord: Ja. Er zijn al meerdere samenwerkingsverbanden met private partijen uit de sectoren met een blijvende personeelsbehoefte gericht op (om)scholing van nieuwe instroom. Het gaat om trajecten zoals in de zorg, ICT, Techniek, duurzaamheid/energietransitie. Binnen het Regionaal Werkcentrum zal ook gebruik worden gemaakt van deze bestaande samenwerkingsverbanden. Maar het Regionaal Werkcentrum zal ook, samen met de netwerkpartners, nieuwe omscholingstrajecten 3 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Ndeing 1 Gemeenteblad Datum 10 sept ember 2020 Schriftelijke vragen, maandag 3 augustus 2020 organiseren als er geen directe match is tussen vraag en aanbod. Bij het ontwikkelen van een nieuw scholing- en coachingsaanbod voor Amsterdamse zelfstandigen met een hulpvraag zullen we aansluiten bij deze bestaande mogelijkheden en daarnaast hulp bij de bedrijfsvoering bieden. b. Zoja, welke en op welke manier? Antwoord: Als een werkzoekende aan de slag gaat in een andere sector, zal er veelal (om-)scholing noodzakelijk zijn. Het Regionaal Werkcentrum kijkt dan welke bestaande scholingsopties voorhanden zijn of er wordt gekeken hoe er omscholing kan worden georganiseerd. Ook wordt op dit moment een digitaal platform ontwikkelt waarop zelfstandigen via leerpaden inzicht krijgen in de veelheid aan scholings- en trainingsaanbod en de bekostigingsmogelijkheden hiervoor. c. Zo nee, waarom niet? Antwoord: N.v.t. 8. “Is het mogelijk om zzp'ers een bijzondere status te geven in het werkcentrum (van werk naar werk), met als doel hen zo snel mogelijk naar werk te begeleiden?” Antwoord: In de opstartfase heeft het Regionaal Werkcentrum zich vooral gericht op het organiseren van werk naar werk trajecten voor werknemers in loondienst. Maar het is de bedoeling om ook zzp'ers die nu ondersteuning vanuit de Tozo-regeling ontvangen te bedienen via het Regionaal Werkcentrum. Ondernemers die, ondanks de tijdelijke overbruggingsmaatregel, vrezen dat ze hun bedrijf niet voort kunnen zetten, verwachten dat ze op termijn onvoldoende werk houden of die misschien de overstap naar werk in loondienst willen maken, kan het Regionaal Werkcentrum verbinden aan werkgevers met werk. Het is aan de ondernemers en de werkgever om te kijken hoe ze dit vervolgens invullen (inhuur als zzp'er of een dienstverband in loondienst). De werkwijze voor de Tozo-doelgroep wordt nog nader uitgewerkt. Burgemeester en wethouders van Amsterdam Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris 4
Schriftelijke Vraag
4
discard
> < Gemeente Raadsinformatiebrief Amsterdam Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam Datum 30 november 2021 Portefeuille(s) Water Portefeuillehouder(s): Egbert de Vries Behandeld door Waternet, [email protected] Onderwerp Ontwerp Omgevingsprogramma Riolering Geachte leden van de gemeenteraad, Met deze brief informeert het college u over het volgende. Het college is voornemens het Ontwerp Omgevingsprogramma Riolering 2022 — 2027 ter inspraak aan te bieden. Het Ontwerp Omgevingsprogramma Riolering is een uitwerking van de ambities vit de Omgevingsvisie van Amsterdam voor de gemeentelijke watertaken stedelijk afvalwater, hemelwater en grondwater en is net als de Omgevingsvisie zelfbindend. Dit betekent dat het alleen het gemeentebestuur zelf bindt. Het Omgevingsprogramma Riolering is de opvolger van het huidige Gemeentelijk Rioleringsplan Amsterdam 2016-2021. Het college informeert v middels deze brief over de belangrijkste wijzigingen in het Ontwerp Omgevingsprogramma Riolering ten opzichte van het Gemeentelijk Rioleringsplan Amsterdam 2016-2021. De stad Rainproof maken Wat betreft de hemelwatertaak bouwt het Ontwerp Omgevingsprogramma Riolering voort op de zes jaar geleden ingeslagen weg, om de stad bestendig te maken tegen extreme neerslag. De huidige norm, waarbij geen schade mag ontstaan bij buien van 60 mm hemelwater in één vur, wordt aangescherpt naar buien van 7o mm in één vur en voor vitale infrastructuur naar buien van go mm in één vur. Daarvoor wordt naast de inzet van het netwerkprogramma Amsterdam Rainproof nu ook budget gereserveerd voor de aanleg en het beheer van voorzieningen om de openbare ruimte nog meer regenbestendig te maken. Rioolstelsels Wat betreft de stedelijk afvalwatertaak is het noodzakelijk om een toenemende hoeveelheid riolen te vervangen om de onderhoudsstatus op ‘verzorgd’ te houden. Dit is een vitdaging, omdat deze vervanging sterk afhankelijk is van het wegbeheer en andere grote opgaven in de openbare ruimte. Hiertoe stelt het Ontwerp Omgevingsprogramma Riolering een traject voor om, samen met de stakeholders in de openbare ruimte, een nieuwe programmeer-methodiek te ontwikkelen, waarna een meer gedetailleerd en realistisch vervangingsprogramma mogelijk wordt. Tegelijkertijd blijft Amsterdam verder werken aan de afkoppeling van gemengde riolering voor minder overstortingen van afvalwater op het oppervlaktewater, met als doel een betere waterkwaliteit in de grachten en sloten. Classificatie: Intern Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 30 november 2021 Pagina 2 van 3 Grondwater Wat betreft de grondwatertaak zet het Ontwerp Omgevingsprogramma Riolering in op de ontwikkeling van het grondwaterbeheer. Vanwege klimaatverandering en de daarbij gepaarde versnelde bodemdaling wordt een groei van grondwaterproblematiek voorzien, waarop het Ontwerp Omgevingsprogramma Riolering zodanig anticipeert. Met professioneel grondwaterbeheer kan een deel van de grondwaterproblemen worden voorkomen en kan de ondergrond beter worden ingezet voor het bufferen van water met het oog op grotere perioden van droogte. Financiering en Rioolheffing De kosten behorend bij het beleid en de activiteiten voortvloeiend uit het Ontwerp Omgevingsprogramma Riolering kunnen worden gedekt vit de rioolheffing, welke vw raad jaarlijks vaststelt. Met een stijging van 5,9% in 2022, 3,0% in 2023 en daarna jaarlijks 1,8% tot 2027 kunnen de geprognosticeerde vitgaven worden opgevangen. Voor 2022 is rekening gehouden met de inflatiecorrectie, daarna is de stijging indicatief en exclusief inflatiecorrectie. Weesp In het Ontwerp Omgevingsprogramma Riolering is rekening gehouden met de bestuurlijke fusie tussen Weesp en Amsterdam. Het gebied van Weesp is integraal meegenomen bij de ontwikkeling van het beleid, de maatregelen en de prognose van de rioolheffing. Als ingangsdatum van het Omgevingsprogramma Riolering wordt vitgegaan van 25 maart 2022, aangezien Weesp en Amsterdam op dat moment zijn gefuseerd. Wethouder Ogier van gemeente Weesp heeft inmiddels positief gereageerd op dit voornemen. Proces richting vaststelling De inspraakperiode start op 1 december 2021 en bedraagt 6 weken. ledereen, ook niet- belanghebbenden, kunnen in deze periode een zienswijze indienen. Ingekomen zienswijzen worden samengevat en beantwoord met een Nota van Beantwoording. Deze nota maakt duidelijk of, en hoe, de zienswijzen worden verwerkt in de vast te stellen versie van het Omgevingsprogramma Riolering. De vaststelling van programma's onder de Omgevingswet is een aangelegenheid van het college; dit in tegenstelling tot het Gemeentelijk Rioleringsplan Amsterdam 2016-2021, dat conform de Wet milieubeheer door de raad is vastgesteld. Naar verwachting vindt de vaststelling van het Omgevingsprogramma Riolering medio februari 2022 plaats. Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 30 november 2021 Pagina 3 van 3 Het college geeft met het Ontwerp Omgevingsprogramma Riolering voor wat betreft de eerder genoemde gemeentelijke watertaken op passende wijze invulling aan de in de Omgevingsvisie opgenomen ambitie voor een duurzame, gezonde en leefbare stad en vertrouwt u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd over dit allereerste Omgevingsprogramma. Met vriendelijke groet, Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, Egbert J. de Vries Wethouder Verkeer, Vervoer, Water en Luchtkwaliteit Bijlagen 1. Ontwerp Omgevingsprogramma Riolering Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Brief
3
train
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Motie Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 1248 Publicatiedatum 9 januari 2015 Ingekomen onder C Ingekomen op woensdag 17 december 2014 Behandeld op woensdag 17 december 2014 Status Aangenomen Onderwerp Motie van de raadsleden mevrouw Poot en de heer Toonk inzake de Verordening Afvalstoffenheffing en Reinigingsrecht Bedrijfsvuil 2015 (extra lastenverlichting afvalstoffenheffing). Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 4 november 2014 tot vaststellen van de Verordening Afvalstoffenheffing en Reinigingsrecht Bedrijfsvuil 2015 en intrekken van diverse Verordeningen Afvalstoffenheffing en Reinigingsrecht Bedrijfsvuil (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1176); Constaterende dat: — het college de nieuwe verbrandingsbelasting doorrekent in de afvalstoffenheffing; — deze verbrandingsbelasting een dag voor de raadsvergadering is vastgesteld door de eerste kamer; — het college deze belasting weliswaar heeft gemeld in de begroting 2015 (blz. 310) maar niet de hoogte van het bedrag heeft vermeld; Overwegende dat: — het altijd het streven moet zijn om de lasten voor bewoners zo laag mogelijk te houden; — bijeen mogelijke verhoging altijd gekeken moet worden wat gedaan kan worden om kosten te verlagen of op een andere wijze de verhoging niet ten laste van bewoners te brengen; Voorts overwegende dat: — dit in het geval van de verbrandingsbelasting niet gedaan is, Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: — zich tot het uiterste in te spannen om volgend jaar een maximale lastenverlichting aan de Amsterdammers te presenteren, bovenop de lastenverlichting uit het coalitieakkoord, waarbij dit bijvoorbeeld gehaald kan worden uit het efficiënter laten functioneren van de afvalketen of uit het minder verbranden van afval; — het absolute minimum van deze lastenverlichting € 3,6 miljoen bedraagt (de hoogte van de doorberekende verbrandingsbelasting 2014 in de afvalstoffen- heffing), maar het streven een hogere lastenverlichting dient te zijn; 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer 1248 Moti Datum _ 9 januari 2015 otie — aante tonen en te onderbouwen wat er ondernomen is om de lastenverlichting op de afvalstoffenheffing zo hoog mogelijk uit te laten vallen. De leden van de gemeenteraad, M.C.G. Poot W.L. Toonk 2
Motie
2
discard
x Gemeente Amsterdam R % Gemeenteraad % Schriftelijke vragen Jaar 2021 Afdeling 1 Nummer 39 Datum indiening 15 december 2020 Datum akkoord 15 februari 2021 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Ceder inzake vergoeden van rijbewijs voor uitstroom uit bijstand bij statushouders Aan de gemeenteraad Toelichting door vragensteller: Organisaties die statushouders helpen uit de bijstand uit te stromen constateren dat er relatief veel werk voorhanden is, maar deze niet aan statushouders gekoppeld kunnen worden, omdat sommige statushouders geen (geldig) rijbewijs hebben. Beroepen waar veel kansen zijn voor een baan, zoals in de sectoren transport en logistiek, vereisen een rijbewijs B. Er zijn voor statushouders mogelijkheden om aan het werk te raken als pakketbezorger, bezorger van boodschappen of bus- of vrachtwagenchauffeur en uit te stromen uit de bijstand. En een rijbewijs B kan een opstap zijn naar het behalen van een groot rijbewijs. Sommige statushouders hebben een rijbewijs vanuit hun land van herkomst, maar die is vaak niet geldig in Nederland waardoor ze opnieuw hun rijbewijs moeten halen. Er bestaat een mogelijkheid om vitstroomkosten te bekostigen via een aanvraag van bijzondere bijstand. Dit gaat vaak echter om relatief kleine vergoedingen en het uitgangspunt is dat er geen bijstand verleend wordt voor kosten van bijscholing. Dit kan echter anders zijn als dit op grond van de re-integratieverordening mogelijk is. Bijvoorbeeld omdat een bepaalde opleiding noodzakelijk wordt geacht. De fractie van de ChristenUnie vindt het belangrijk dat statushouders snel en effectief begeleid kunnen worden naar werk en heeft daarom een aantal vragen. Gezien het vorenstaande heeft het lid Ceder, namens de fractie van de ChristenUnie, op grond van artikel 84 van het Reglement van orde gemeenteraad en raadscommissies Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Kanhet college specificeren of het behalen van een rijbewijs met als doel uitstroom uit de bijstand ook valt onder bijzondere bijstand? Zijn er andere mogelijkheden dan de bijzondere bijstand voor statushouders om het behalen van hun rijbewijs, mogelijk onder voorwaarden, vergoed te krijgen? Antwoord: De individuele bijzondere bijstand is altijd maatwerk, maar in principe niet bedoeld voor het behalen van een rijbewijs. Deze kosten zijn algemene bestaanskosten die meestal kunnen worden voorzien en waarvoor Amsterdammers worden geacht zelf geld voor te kunnen reserveren. Alleen in uitzonderlijke individuele gevallen kan daar bijzondere bijstand voor worden verstrekt. 1 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteraad emmer de februari 2021 Schriftelijke vragen, 15 december 2020 Voor ondersteuning bij re-integratie kunnen we kosten vergoeden voor uitstroom, scholing, en opleiding. Bijvoorbeeld omdat een bepaalde opleiding noodzakelijk wordt geacht. De benodigde studiematerialen kunnen in dat geval vergoed worden. 2. Mocht het behalen van een rijbewijs, met uitstroom uit de bijstand als doel, niet onder de bijzondere bijstand vallen, is het college het in dat geval met de fractie van de ChristenUnie eens dat dit onder de juiste voorwaarden een goed idee is om toe te passen? Of dit via werkgeversregelingen te regelen, waarin bijvoorbeeld de gemeente de uitkering doorbetaald en de werkgever de kosten voor het halen van het rijbewijs? Welke mogelijkheden ziet het college hierin? Antwoord: Het college ziet geen mogelijkheden het rijbewijs voor een gehele doelgroep te vergoeden. Uiteraard kan in zeer bijzondere individuele situaties maatwerk worden geleverd. Bijvoorbeeld wanneer er sprake is van baangarantie. Burgemeester en wethouders van Amsterdam Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris 2
Schriftelijke Vraag
2
train
1.1 Formulier raadsadres 4-12-2018 Naam mn Uw bericht Geachte Gemeenteraad, Graag breng ik het navolgende onder uw aandacht en wil u vragen mijn aanvraag voor een parkeervergunning te laten bespoedigen. Ik heb sinds kort een baan in Hilversum. Openbaar vervoer duurt lang, is duur en als ik tot laat moet overwerken niet veilig. Dus dacht ik eraan om een auto te nemen, te beginnen met het aanvragen van een parkeervergunning. Volgens de parkeerdienst (telefonisch) en de website zou het één maand duren. Dit is mij mondeling toegezegd en stond toen ook op de website! Echter ik heb toen géén screendump daarvan gemaakt. Dit heb ik wel vorige maand gedaan en toen stond er dat de wachttijd voor zuid 3.2 op 2 maanden is (zie Bijlage A). Maar nogmaals, dat was daarvoor 1 maand!!! Echter voordat ik een parkeervergunning zou kunnen aanvragen moet ik een kenteken van de auto hebben, dit staat op de website (zie bijlage B) en dit is mij mondeling verteld door de parkeerdienst. Eén maand de auto niet gebruiken is te overzien. Omdat ik geen geld heb om een auto te kopen, heb ik een auto geleased. Ook de lease maatschappij kon mij pas een kenteken geven op het moment dat de auto geleverd zou worden. Begin oktober kreeg ik mijn auto waar ik nu €245 per maand voor betaal en 3 jaar aan vast zit. Met het kentekennummer op 8 oktober eindelijk de parkeervergunning aangevraagd | Echter op navraag bleek dat mijn aanvraag weg te zijn? en werd mij vermeld dat de wachttijd wel 18 maanden zou gaan duren!!?? Dat is onacceptabel lang. Ik moet nu voor en de autokosten en openbaarvervoer/parkeergeld betalen. Ik vind dit niet eerlijk en onrechtvaardig. Na gebeld te hebben met de parkeerdienst werd mij door hun geadviseerd een klacht in te dienen (klacht Nn Ik kreeg hierop het navolgende antwoord: Geachte mevrouw, mijnheer En Bedankt voor uw bericht. Helaas kunnen wij aan de wachttijden weinig doen. Er zijn veel aanvragen en helaas een beperkt aantal plekken. De Parkeerdienst kan hierin geen uitzondering maken, het spijt ons. Alles wordt verwerkt in volgorde van binnenkomst, en aanvragers die al een actieve vergunning hebben, krijgen voorrang. Er staat ongeveer 8 maanden voor Zuid 3.2, zie onder: https://www.amsterdam.nl/veelgevraagd/?caseid=%7B82B27B70-7392-4C5C-9587- E1D998601427%7D Onze excuses voor het ongemak. Met vriendelijke groet, mn Medewerker Customer Service Center Parkeerdiensten Echter deze gaan helemaal voorbij aan het feit dat ze mij eerst een auto laten leasen met een toezegging van een wachttijd van één maand en nu ik auto heb (met de daarbij behoorde kosten) laten ze me 8 maanden wachten. Ik snap best dat er wachttijden zijn, maar had mij dan eerst op de wachtlijst gezet en als ik dan na een aantal maanden een parkeervergunning zou hebben, pas mij een auto laten leasen. Ik zit nu met dubbele kosten!! Ik neem aan dat de gemeente mij deze kosten niet vergoed. Ik zie dat nu wel de web site is aanpast. Het is goed nu de website te hebben aangepast, maar dat is voor mij te laat. Ik heb contact gezocht met de Ombudsman van Amsterdam en deze zeggen dat dit beleid is en dat het beleid juist is uitgevoerd en zij dus niets kunnen doen. Mij is nu geadviseerd me te richten tot de politiek die dit beleid hebben gemaakt? Dit bevreemd mij want ik denk niet dat het de bedoeling was van de politiek om eerst iemand een auto te laten kopen om deze dan 8 maanden te laten wachten voor een vergunning. Dit kan toch niet waar zijn? Daarom richt ik mij tot u, niet voor een klacht, maar voor een parkeervergunning, zodat ik mijn auto waar ik nu al twee maanden voor betaal kan gaan gebruiken!! Met vriendelijke groet mn
Raadsadres
3
train
X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 1139 Publicatiedatum 5 december 2014 Ingekomen onder E Ingekomen op woensdag 26 november 2014 Behandeld op woensdag 26 november 2014 Status Aangenomen Onderwerp Motie van het raadslid de heer Van Lammeren inzake het Jaarverslag Klimaat en Energie 2013 (stappenplan energiebesparing en energietransitie). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 4 maart 2014 inzake het Jaarverslag Klimaat en Energie 2013 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1097); Constaterende dat: — het college een concrete doelstelling heeft om de uitstoot van CO2 in 2025 terug te brengen tot 2.050 kiloton (1990: 3.420; 2012: 4.580); — het college in zijn jaarverslag schrijft dat de basis is gelegd voor een ‘versnelling’ (blz. 7) en dat ‘we vaart moeten maken met de energietransitie’ (blz. 7); Overwegende dat: — nergens in het jaarverslag of elders duidelijk zichtbaar is met hoeveel kiloton per jaar de uitstoot gaat afnemen; — Amsterdam streeft naar 20% minder energieverbruik en een 20% hogere productie van duurzame energie in 2020; — dit wel op de meest eenvoudige manier duidelijk maakt wat de doelstellingen per jaar tot 2025 zouden kunnen zijn, Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: — voor de jaren 2016, 2018 en 2020 doelstellingen op te stellen voor energiebesparing (inclusief energieverbruik voor transport) en energietransitie naar duurzame energie; — daarover te rapporteren aan de gemeenteraad. Het lid van de gemeenteraad, J.F.W. van Lammeren 1
Motie
1
discard
> Gemeente Amsterdam D Amendement Datum raadsvergadering 22 juni 2022 Ingekomen onder nummer 257 Status Verworpen Onderwerp Amendement van het lid Boomsma inzake het beschikbaar stellen van budget voor de opvang van ontheemden vit Oekraïne (tref een voorziening) Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De Raad, Gehoord de discussie over het beschikbaar stellen van budget voor de organisatie van opvang. Overwegende dat: — Het college de raad verzoekt om een bedrag van 77,2 miljoen euro beschikbaar te stellen voor de Gemeentelijke Opvang van Oekraïners waarbij het college stelt dat nog een “grote mate van onzekerheid” bestaat over welk bedrag de gemeente vergoed krijgt vanuit het Rijk, al is de hoop/verwachting dat die de kosten volledig zal compenseren; — Het college stelt dat de gemeente daarbij op basis van de huidige inzichten een financieel risico loopt van € 18,4 miljoen maar die hopelijk nog zullen dalen; — Het college voorstelt dit bij de najaarsnota te verwerpen en eventueel dekking te vinden; — Dit niet voldoet aan de begrotingsregels, omdat een dekkingsvoorstel ontbreekt, wat voor nu neerkomt op een ‘ongedekte check!, — _Heteen verkeerd precedent schept als de gemeenteraad toestaat dat wordt afgeweken van de begrotingsregels, en het van groot belang is om die regels te volgen; — _ Het getuigt van prudent financieel beleid om een voorlopige voorziening op te nemen ter grootte van het risicobedrag, Besluit: Een beslispunt toe te voegen aan de voordracht: 8. Een voorlopige voorziening in te stellen van € 18,4 miljoen te dekken uit de Algemene Reserve. Bij het opstellen van de Najaarsnota wordt bezien in hoeverre deze middelen kunnen vrijvallen. Indiener D.T. Boomsma
Motie
1
discard
Jaar 2021 Nummer 283 Behandeld op 21/22 april Status Aangenomen bij schriftelijke stemming op 26 april 2021 Onderwerp Motie van het lid van Boomsma inzake het Beeldkwaliteitsplan Marktkwartier (narratieve referentie naar de cultuurhistorie van de ‘specials’) Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over het Beeldkwaliteitsplan Marktkwartier, Overwegende dat, -___de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit het advies geeft om bij de drie gebouwen die als ‘specials’ worden omschreven een narratieve referentie te maken naar de cultuurhistorie van het gebied, waarmee de architectonische invullingen kunnen verwijzen naar locatiespecifieke kenmerken en zich daarmee verankeren in het gebied, en qua materialisering en kleur een relatie kunnen aangaan met die van de Centrale Markthal; -__ Het Beeldkwaliteitsplan ten aanzien van gebouw S1 is opgenomen om een narratieve referentie te maken naar de cultuurhistorie van het gebied, een eerste verwijzing naar de Markthal en het Koelhuis, maar dit niet geldt voor 52 en 53, terwijl dat ook daar kan bijdragen aan de kwaliteit, Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: Bij de verdere vitwerking van het realiseren van het Foodcenter het advies van de CRK ten aanzien van de ‘specials’ als vitgangspunt te hanteren, en dus een narratieve referentie te maken naar de cultuurhistorie van het gebied om ze daarmee te verankeren; Het lid van de gemeenteraad D. T. Boomsma
Motie
1
discard
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Definitieve raadsagenda, woensdag 6 en donderdag 7 november 2013 De burgemeester van Amsterdam nodigt de leden van de gemeenteraad uit voor de raadsvergadering. Datum en tijd woensdag 6 november 2013 13.00 uur en 19.30 uur donderdag 7 november 2013 13.00 uur Locatie Raadzaal Algemeen 1 Mededelingen. 2 Notulen van de raadsvergadering op 2 oktober 2013. 3 Vaststelling van de agenda. 4 Mededeling van de ingekomen stukken. 5 Onderzoek van de ingezonden bescheiden en installatie van het duoraadslid de heer M. van den Heuvel (D66). 6 Mondelingevragenuur. Benoemingen 7 Benoeming van een duoraadslid in de raadscommissie voor Kunst en Cultuur, Sport en Recreatie, Zorg en Welzijn, Monumenten en Lokale Media. Financiën 8 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 12 september 2013 tot vaststellen van de begroting van de gemeente Amsterdam voor het jaar 2014 en kennisnemen van de Meerjarenraming van de gemeente Amsterdam voor de periode 2015 tot en met 2017. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 979) 9 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 8 oktober 2013 tot wijzigen van de Reclamebelastingverordening Amsterdam 2005. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 980) 1 Gemeente Amsterdam Gemeenteraad R Definitieve raadsagenda, woensdag 6 en donderdag 7 november 2013 Educatie 10 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 17 september 2013 tot vaststellen van de Verordening tot wijziging van de Verordening op het lokaal onderwijsbeleid in de gemeente Amsterdam. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 981) 11 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 10 september 2013 tot kennisnemen van de Startnotitie Amsterdamse peuterschool. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 982) Bestuurlijk Stelsel 12 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 27 augustus 2013 tot vaststellen van de Verordening voorzieningen bestuurscommissieleden. N.B. De stukken worden verstuurd met de supplementagenda. Grondzaken 13 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 3 september 2013 tot vaststellen van specifieke criteria voor de pijler Stedelijke Ontwikkeling en Bereikbaarheid van het Amsterdams InvesteringsFonds. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 972) Ruimtelijke Ordening 14 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 3 september 2013 tot vaststellen van het vereenvoudigd welstandskader Rl-Oost Zeeburgereiland. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 967) 15 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 24 september 2013 tot vaststellen van het bestemmingsplan Speelboot. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 968) 16 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 24 september 2013 tot vaststellen van het bestemmingsplan Oosterdok west. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 969) 17 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 24 september 2013 tot instemmen met afwijking van de geldende structuurvisie op het ontwerp bestemmingsplan Ouderkerkerdijk 174 (stadsdeel Oost). (Gemeenteblad afd. 1, nr. 970) 18 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 24 september 2013 tot vaststellen van het bestemmingsplan Herinrichting De Ruijterkade-Westertoegang. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 971) 2 Gemeente Amsterdam Gemeenteraad R Definitieve raadsagenda, woensdag 6 en donderdag 7 november 2013 Verkeer, Vervoer en Infrastructuur 19 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 8 oktober 2013 tot akkoord gaan met de realisatie van het busstation Noord als onderdeel van het hoogwaardige vervoersknooppunt, akkoord gaan met de gewijzigde investeringskosten en planning van het project en beschikbaar stellen van een uitvoeringskrediet voor het project busstation Noord (Buikslotermeerplein). (Gemeenteblad afd. 1, nr. 973) 20 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 8 oktober 2013 tot instemmen met de realisatie van de definitieve inrichting van het busstation CS en beschikbaar stellen van een uitvoeringskrediet ten behoeve van de inrichting van het busstation Centraal Station (Project IJsei). (Gemeenteblad afd. 1, nr. 974) 21 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 24 september 2013 tot instemmen met het Definitief Ontwerp en beschikbaar stellen van een uitvoeringskrediet voor de verbreding van het tracé Mosplein - Papaverweg — Klaprozenweg ter verbetering van de infrastructuur voor Hoogwaardig Openbaar Vervoer (HOV Zaancorridor), autoverkeer, en langzaam verkeer. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 975) Openbare Ruimte en Groen 22 Initiatiefvoorstel ter instemming van het raadslid de heer Van Lammeren van 29 januari 2013, getiteld: ‘Amsterdam gentechvrij’, en kennisnemen van de bestuurlijke reactie. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 738) Juridische Zaken 23 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 27 augustus 2013 tot vaststellen van de Verordening tot wijziging van de Brandbeveiligingsverordening 2011. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 978) Kunst en Cultuur 24 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 27 augustus 2013 tot instemmen met eigendomsoverdracht en afstoten van werken uit de Beeldende Kunstenaars Regeling (BKR). (Gemeenteblad afd. 1, nr. 750) Lokale Media 25 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 15 oktober 2013 tot positief adviseren aan het Commissariaat voor de Media inzake de zendtijdtoewijzing aan Publieke Omroep Amsterdam voor opnieuw 5 jaar. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 976) 3 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Definitieve raadsagenda, woensdag 6 en donderdag 7 november 2013 Raadsaangelegenheden 26 Voordracht van het presidium van 28 oktober 2013 tot ontslagverlening aan de plaatsvervangend ombudsman. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 977) 4 Gemeente Amsterdam Gemeenteraad R Definitieve raadsagenda, woensdag 6 en donderdag 7 november 2013 Ingekomen stukken 1 Brieven van de heer J.M. Paternotte, fractievoorzitter van D66, van 21 oktober 2013 inzake het voordragen van de heer M. van den Heuvel als duoraadslid van D66 en benoeming tot lid van de raadscommisie voor Kunst en Cultuur, Sport en Recreatie, Zorg en Welzijn, Monumenten en Lokale Media, en inzake de afmelding van het raadslid mevrouw C.J. Roodink als lid van de raadscommissie voor Kunst en Cultuur, Sport en Recreatie, Zorg en Welzijn, Monumenten en Lokale Media. Voorgesteld wordt, deze brieven te betrekken bij de behandeling van agendapunt 5, Onderzoek van de ingezonden bescheiden en de installatie van een duoraadslid, en agendapunt 7, benoemingen. 2 Brief van de plaatsvervangend ombudsman van 16 september 2013 inzake de beëindiging van zijn werkzaamheden als plaatsvervangend ombudsman per 16 september 2013. Voorgesteld wordt, deze brief te betrekken bij de behandeling van agendapunt 26, ontslagverlening aan de plaatsvervangend ombudsman. 3 Brief van de heer F. Ossel, wethouder Wonen, van 15 oktober 2013 inzake de uitvoering van motie nr. 884 van 17 oktober 2012 van de raadsleden mevrouw Combrink en mevrouw Alberts over het opstellen van een beleidsbrief met een positieve visie voor een nieuwe koers voor Nieuw-West. Voorgesteld wordt, de raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Bouwen en Wonen, Grondzaken, Klimaat en Energie, Openbare Ruimte en Groen, Zeehaven en Westpoort, Volkshuisvesting, Wijkaanpak en Stedenbeleid kennis te laten nemen van de uitvoering van deze motie en na goedkeuring de motie als uitgevoerd te beschouwen. 4 Brief van de heer E. van der Burg, wethouder Personeel en Organisatie, van 9 oktober 2013 inzake de uitvoering van motie nr. 249 van 15 mei 2013 van de raadsleden de heer Paternotte en de heer Van Drooge over de vergelijking van de ontwikkeling van de personele bezetting van Amsterdam met de overige G4-gemeenten. Voorgesteld wordt, de raadscommissie voor Economische Zaken, Bedrijfsvoering en Inkoop, Bedrijven en Deelnemingen, Personeel en Organisatie, Dienstverlening, Luchthaven, Dierenwelzijn en Waterbeheer kennis te laten nemen van de uitvoering van deze motie en na goedkeuring de motie als uitgevoerd te beschouwen. 5 Ledenbrief VNG van 11 oktober 2013 inzake de Model-Havenbeheers- verordening 2013. Voorgesteld wordt, deze brief in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afdoening. 5 Gemeente Amsterdam Gemeenteraad R Definitieve raadsagenda, woensdag 6 en donderdag 7 november 2013 6 Ledenbrief VNG van 15 oktober 2013 inzake een addendum op de bijzondere ledenbrief van de VNG in reactie op de Rijksbegroting 2014 na het begrotingsakkoord. Voorgesteld wordt, deze brief desgewenst te betrekken bij de behandeling van agendapunt 8, vaststellen van de begroting van de gemeente Amsterdam voor het jaar 2014. 7 _Ledenbrief VNG van 16 oktober 2013 inzake de stand van zaken met betrekking tot het overgangsrecht in de Wmo 2015 en met name voor de Huishoudelijke Hulp. Voorgesteld wordt, deze brief in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afdoening. 8 Ledenbrief VNG van 16 oktober 2013 inzake de Basisregistratie Grootschalige Topografie en Geo-informatie. Voorgesteld wordt, deze brief in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afdoening. 9 Ledenbrief VNG van 18 oktober 2013 inzake het pensioenakkoord voor gemeenteambtenaren. Voorgesteld wordt, deze brief voor kennisgeving aan te nemen. 10 Ledenbrief VNG van 24 oktober 2013 inzake het overleg over de Cao Gemeenten en de visie van de vakbonden hierop. Voorgesteld wordt, deze brief in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afdoening. 11 Raadsadres van een burger van 1 oktober 2013 inzake de zienswijze op het bestemmingsplan Oosterdok west. Voorgesteld wordt, dit raadsadres desgewenst te betrekken bij de behandeling van agendapunt 16, vaststellen van het bestemmingsplan Oosterdok west. 12 Raadsadres van de Coalitie Infrastructuur Haveneiland Oost (CIHO) van 15 oktober 2013 inzake de reactie op de notitie van het Projectbureau Oost over de varianten van het vervolgtraject Wim Noordhoekkade betreffende de kosten voor het uitgraven van de watergang. Dit raadsadres is desgewenst betrokken bij de behandeling van agendapunt 19, varianten vervolgtraject Wim Noordhoekkade, in de vergadering van de raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Bouwen en Wonen, Grondzaken, Klimaat en Energie, Openbare Ruimte en Groen, Zeehaven en Westpoort, Volkshuisvesting, Wijkaanpak en Stedenbeleid op 16 oktober 2013. 6 Gemeente Amsterdam Gemeenteraad R Definitieve raadsagenda, woensdag 6 en donderdag 7 november 2013 13 Raadsadres van het Landelijk Platform Slavernijverleden van 4 oktober 2013 inzake het ondersteunen van de bezwaarschriften, gericht tegen het fenomeen Zwarte Piet in het kader van het Sint Nicolaas-concept. Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afdoening en een afschrift van het antwoord te zenden aan de leden van de raadscommissie voor Werk, Inkomen en Participatie, Diversiteit en Integratie, Inburgering, Armoede, Programma Maatschappelijke Investeringen. 14 Raadsadres van een burger van 6 oktober 2013 inzake bezwaar tegen het eventueel inwilligen van de ingediende bezwaarschriften tegen de aanwezigheid van Zwarte Piet tijdens de intocht van Sinterklaas. Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afdoening en een afschrift van het antwoord te zenden aan de leden van de raadscommissie voor Werk, Inkomen en Participatie, Diversiteit en Integratie, Inburgering, Armoede, Programma Maatschappelijke Investeringen. 15 Raadsadres van de Stichting Keti Koti Dialoog Tafel van 11 oktober 2013 inzake het inzetten van de stichting voor het tegengaan van de polarisatie in de stad omtrent de figuur Zwarte Piet. Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afdoening en een afschrift van het antwoord te zenden aan de leden van de raadscommissie voor Werk, Inkomen en Participatie, Diversiteit en Integratie, Inburgering, Armoede, Programma Maatschappelijke Investeringen. 16 Raadsadres van een burger van 17 oktober 2013 inzake Sint en Piet. Voorgesteld wordt, dit raadadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afdoening en een afschrift van het antwoord te zenden aan de leden van de raadscommissie voor Werk, Inkomen en Participatie, Diversiteit en Integratie, Inburgering, Armoede, Programma Maatschappelijke Investeringen. 17 Raadsadres van een burger van 1 oktober 2013 inzake de blauwe zone in het gebied Meeuwenlaan tot aan de rotonde Johan van Hasseltweg. Voorgesteld wordt, dit raadsadres door te geleiden naar stadsdeel Noord ter afhandeling. 7 Gemeente Amsterdam Gemeenteraad R Definitieve raadsagenda, woensdag 6 en donderdag 7 november 2013 18 Raadsadres van bewoners van de Hebridenlaan van 29 september 2013 inzake het hanteren van de WOZ-waarde van 2012 voor de bewoners aan de Hebridenlaan. Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afdoening en een afschrift van het antwoord te zenden aan de leden van de raadscommissie voor Jeugdzaken, Educatie, ICT en Financiën. 19 Brief van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrechtse Heuvelrug, gericht aan het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, van 1 oktober 2013 inzake de zienswijze op de Noordvleugel- provincie en de door de gemeenteraad van Utrechtse Heuvelrug aangenomen motie over provinciale herindeling. Voorgesteld wordt, deze brief en motie voor kennisgeving aan te nemen. 20 Raadsadres van een burger van 11 oktober 2013 inzake een klacht over onverantwoord gedrag van de politie in het verkeer en verzoek om aanpassing van de regels hieromtrent. Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van de burgemeester te stellen ter afdoening en een afschrift van het antwoord te zenden aan de leden van de raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Juridische Zaken, Bestuurlijk Stelsel, Project 1012, Regelgeving en Handhaving, Raadsaangelegenheden en Communicatie. 21 Raadsadres van een burger van 20 september 2013 inzake het verzoek om een huurder van een appartement in een rijksmonument te verplaatsen naar een sociale huurwoning van een woningcorporatie. Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afdoening en een afschrift van het antwoord te zenden aan de leden van de raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Bouwen en Wonen, Grondzaken, Klimaat en energie, Openbare Ruimte en Groen, Zeehaven en Westpoort, Volkshuisvesting, Wijkaanpak en Stedenbeleid. 22 Brief van de Rekenkamer Stadsdelen Amsterdam van 16 oktober 2013 inzake de start van het rekenkameronderzoek ‘Verwijderen van fietsen’. Voorgesteld wordt, deze brief voor kennisgeving aan te nemen. 23 Brief van de heer mr. E.E. van der Laan, burgemeester van Amsterdam, van 15 oktober 2013 inzake de besluitvorming over het prostitutiebedrijf Yab Yum. Voorgesteld wordt, deze brief voor kennisgeving aan te nemen. 8 Gemeente Amsterdam Gemeenteraad R Definitieve raadsagenda, woensdag 6 en donderdag 7 november 2013 24 Brief van de heer P.F.C. Hilhorst, wethouder Financiën, van 16 oktober 2013 inzake de behandeling van de 8&-maandsrapportage 2013 naar aanleiding van de toezegging in de raadscommissie voor Jeugdzaken, ICT, Educatie en Financiën op 15 september 2013. Voorgesteld wordt, deze brief door te geleiden naar de raadscommissie voor Jeugdzaken, ICT, Educatie en Financiën ter kennisneming. 25 Brief van de heer E. van der Burg, wethouder Personeel en Organisatie, van 17 oktober 2013 inzake de beantwoording van vragen over de begroting 2014 naar aanleiding van de gedane toezegging tijdens de behandeling in de raadscommissie voor Economische Zaken, Bedrijfsvoering en Inkoop, Bedrijven en Deelnemingen, Personeel en Organisatie, Dienstverlening, Luchthaven, Dierenwelzijn en Waterbeheer op 10 oktober 2013. Voorgesteld wordt, deze brief desgewenst te betrekken bij de behandeling van agendapunt 8, vaststellen van de begroting van de gemeente Amsterdam voor het jaar 2014. 26 Raadsadres van Zeilstra & Partners BV, namens de stichting Verde, van 17 oktober 2013 inzake de bezuinigingen op de aanleg en het onderhoud van het openbare groen. Voorgesteld wordt, de afhandeling van dit raadsadres over te laten aan de fracties van de gemeenteraad. 27 Raadsadres van de NVB Vereniging voor ontwikkelaars & bouwondernemers van 15 oktober 2013 inzake bankgaranties van bouwondernemers voor woningbouw. Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afdoening en een afschrift van het antwoord te zenden aan de leden van de raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Bouwen en Wonen, Grondzaken, Klimaat en Energie, Openbare Ruimte en Groen, Zeehaven en Westpoort, Volkshuisvesting, Wijkaanpak en Stedenbeleid. 28 Brief van de heer M. van Poelgeest, wethouder Ruimtelijke Ordening, Grondzaken, Zuidas, Klimaat en Energie, van 18 oktober 2013 inzake de beantwoording van een aantal vragen, gesteld in de vergadering van de raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Bouwen en Wonen, Grondzaken, Klimaat en Energie, Openbare Ruimte en Groen, Zeehaven en Westpoort, Volkshuisvesting, Wijkaanpak en Stedenbeleid op 9 oktober 2013 over de begroting 2014. Voorgesteld wordt, deze brief desgewenst te betrekken bij de behandeling van agendapunt 8, vaststellen van de begroting van de gemeente Amsterdam voor het jaar 2014. 9 Gemeente Amsterdam Gemeenteraad R Definitieve raadsagenda, woensdag 6 en donderdag 7 november 2013 29 Brief van de heer E. van der Burg, wethouder Zorg, van 16 oktober 2013 inzake de stand van zaken over Thuiszorg Diakonie. Deze brief is doorgeleid naar de raadscommissie voor Kunst en Cultuur, Sport en Recreatie, Zorg en Welzijn, Monumenten en Lokale Media op 30 oktober 2013 ter kennisneming. 30 Raadsadres van een burger van 18 oktober 2013 inzake de begroting 2014 van de gemeente Amsterdam. Voorgesteld wordt, dit raadsadres desgewenst te betrekken bij de behandeling van agendapunt 8, vaststellen van de begroting van de gemeente Amsterdam voor het jaar 2014. 31 Brief van mevrouw F. Elatik, portefeuillehouder Sport van stadsdeel Oost, namens de portefeuillehouders Sport van de stadsdelen, gericht aan het college van burgemeester en wethouders, van 17 oktober 2013 inzake een dekkingsprobleem bij de Bijzondere subsidieregeling voor (aanpassing aan) sportverenigingaccommodaties, de zogeheten 1/3°-regeling. Voorgesteld wordt, deze brief desgewenst te betrekken bij de behandeling van agendapunt 8, vaststellen van de begroting van de gemeente Amsterdam voor het jaar 2014. 32 Raadsadres van de bewoners van VVE Prins Hendrikkade 96 van 21 oktober 2013 inzake de touringcarhaltes op de Prins Hendrikkade. Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afdoening en een afschrift van het antwoord te zenden aan de leden van de raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur (inclusief Noord-Zuidlijn en Luchtkwaliteit). 33 Raadsadres van een burger van 12 oktober 2013 inzake het verzoek om schadevergoeding voor onder andere ontvreemding van de woning en goederen. Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afdoening. 34 Raadsadres van een burger van 12 oktober 2013 inzake een klacht over een opgelegde parkeerboete. Voorgesteld wordt, de afhandeling van dit raadsadres over te laten aan de leden van de gemeenteraad. 10 Gemeente Amsterdam Gemeenteraad R Definitieve raadsagenda, woensdag 6 en donderdag 7 november 2013 35 Raadsadres van een burger van 17 oktober 2013 inzake het behoud van speeltuin De Waag en de budgettering van speeltuinen na het opheffen van de stadsdelen. Voorgesteld wordt, dit raadsadres desgewenst te betrekken bij de behandeling van agendapunt 8, vaststellen van de begroting van de gemeente Amsterdam voor het jaar 2014. 36 Brief van het college van burgemeester en wethouders van Waalwijk van 22 oktober 2013, gericht aan Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant over de door de gemeenteraad van Waalwijk aangenomen motie over onderzoek en winning van schaliegas. Voorgesteld wordt, deze brief en motie voor kennisgeving aan te nemen. 11
Agenda
11
train
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Raadsnotulen Jaar 2013 Afdeling 2 Vergaderdatum 27 november 2013 Publicatiedatum Avondzitting op woensdag 27 november 2013 Voorzitter: mr. Van der Laan, burgemeester, alsmede het raadslid mevrouw Ornstein, plaatsvervangend voorzitter. Raadsgriffier: mevr. mr. M. Pe. Verslaglegging: de heer Seelen (Notuleerservice Nederland). Voorzitter: mevrouw Ornstein De VOORZITTER heropent om 19.35 uur de 's middags geschorste vergadering. De VOORZITTER: Ik zal eerst enkele huishoudelijke mededelingen doen. Als eerste de mededeling dat de heer Weevers vandaag niet aanwezig is zodat dit duidelijk is in verband met de stemmingen die hebben plaatsgevonden. Voor vanavond heeft mevrouw Van der Velde zich afgemeld en misschien ook de heer Van Lammeren. Later zal echter duidelijk worden of dit ook het geval is. Belangrijk zijn ook de spreektijden. Spits uw oren. De PvdA: 21 minuten, de VVD: 19 minuten, Groenlinks: 16 minuten, D66: 12 minuten, de SP: 9 minuten, het CDA: 10 minuten, Red Amsterdam: 15 minuten, de Partij voor de Dieren: 5 minuten, Trots: 15 minuten, Witte Stad: 16 minuten. Het college heeft nog 22 minuten. 18 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 29 oktober 2013 tot kennisnemen van de 8-maandsrapportage 2013 en vaststellen van onderdelen van de 8-maandsrapportage 2013 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1038) Bij dit agendapunt worden de ingekomen stukken nrs. 28 en 31 betrokken. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Van Drooge. De heer VAN DROOGE: We hebben een keurige 8-maandsrapportage gekregen. We hebben er in de commissie over gesproken en daar heb ik de belangstelling van mijn medeleden en van de wethouder gevraagd voor de dividenden van deelnemingen. In het bijzonder twee deelnemingen: het verzelfstandigde Havenbedrijf en het eveneens verzelfstandigde Gemeentevervoerbedrijf. Bij beide bedrijven boekt het college in deze 8- maandsrapportage meer dividend in dan begroot is. In de begroting staat een veel lager bedrag en bij de 8-maandsrapportage is het hoger. Voor het Havenbedrijf heeft de 1 Jaar 2013 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 Gemeenteraad R Vergaderdatum 27 november Raadsnotulen 2013 wethouder Financiën mijn vraag erover afdoende beantwoord door te zeggen dat het college zich zal houden aan de afspraken die zijn gemaakt bij de verzelfstandiging van de haven. Op dat moment heeft de raad namelijk besloten dat de dividenden van de haven per raadsbesluit zijn vastgelegd voor 2013, 2014 en 2015. Oorspronkelijk was het bij de verzelfstandiging de bedoeling om alle winsten eruit te halen. De raad heeft daar ‘nee! tegen gezegd. In het tweede voorstel is dit voor drie jaar vastgelegd. In de 8- maandsrapportage is het bedrag opgehoogd. Dat kan niet, want de raad heeft er een besluit over genomen. De wethouder heeft toegezegd dat het college zich zal houden aan de afspraken. Ik wil dat graag nog een keer van de wethouder horen. Bij het Gemeentevervoerbedrijf heeft de wethouder mijn vragen niet afdoende beantwoord. In de begroting van 2013 heeft het college voor het Gemeentevervoerbedrijf een dividenduitkering van 3,6 miljoen euro ingeboekt. Voor alle duidelijkheid: die 3,6 miljoen euro is een betaling voor de 600 miljoen euro die de gemeente als lening aan het Gemeentevervoerbedrijf heeft gegeven. Daarvoor krijgen we jaarlijks een bedrag terug als rentebijdrage. Dat is dus niet zomaar een dividend. Het is in feite een rentebetaling. Nu is het bedrag van 3,6 miljoen euro ineens met 6,5 miljoen euro opgehoogd. Er wordt 6,5 miljoen euro meer uit het Gemeentevervoerbedrijf gehaald. Kunnen we even vangen, moet de wethouder gedacht hebben. We weten echter allemaal dat datzelfde Gemeentevervoerbedrijf haltes opheft en bezuinigt op sociale veiligheid. Ik heb de heer Winsemius gewaarschuwd dat ik dit vanavond tegen hem zou zeggen. Hij roept als eerste in elke commissievergadering: denk erom, u mag niet bezuinigen. Wat doet dit college? Het haalt 6,5 miljoen euro uit het Gemeentevervoerbedrijf. En dan tegen de kiezers zeggen: er mag niet bezuinigd worden, haltes moeten blijven. Dat is bedrog. U kunt dat niet doen. Wij hebben afgesproken dat er 3,6 miljoen euro uitgehaald zou worden. Meer niet. Twee, drie jaar geleden, toen we over de verzelfstandiging van het Gemeentevervoerbedrijf debatteerden, hebben we gezegd dat het niet zomaar een bedrijf is. Het is een bedrijf van ons. We gaan niet aanbesteden, maar inbesteden. Bij aanbesteden kunnen we zeggen: ik wil een superdividend hebben. Bij inbesteden, waarbij het ons eigen bedrijf is, kunnen we dat niet zomaar zeggen. Daarom: wethouder, wat heeft zich daar afgespeeld? Is het Gemeentevervoerbedrijf bij u op bezoek geweest en heeft het gezegd: ik heb nog 6,3 miljoen euro voor u? Ik kan mij dat niet voorstellen. Ik kan mij niet voorstellen dat dat is gebeurd. U zegt steeds bij verzelfstandigingen dat we een raad van commissarissen hebben die over het dividend praat. In de aandeelhoudersvergadering kunt u dat aan de orde stellen. Wat is daar gebeurd, wethouder? Waarom hebt u dit gedaan? U kunt niet tegen het Gemeentevervoerbedrijf zeggen: het is de flappentap van het college. Geld te kort? Even pinnen bij het Gemeentevervoerbedrijf. Kortom: ik dien een amendement in en wil van de wethouder horen dat hij zijn toezegging in de commissie gestand doet. In het amendement stellen wij dat we geen 10,1 miljoen euro eisen, maar de 3,6 miljoen euro die normaal is en niet anders. (De heer MULDER: Ik ben ontdaan door het emotionele betoog van de heer Van Drooge. Ik heb echter ook van mijn moeder geleerd dat ik mensen die een beetje emotioneel zijn af en toe even moet laten uitrazen voordat we de ratio weer te pakken hebben. Ik heb altijd veel respect voor mensen die met een kanon op een mug schieten, want dat maakt deze uitzending voor de kijkers thuis ook iets leuker. Volgens mij is hier echter gewoon sprake van een meevaller vanwege iets andere afspraken met de stadsregio. Het zou natuurlijk echt een groot schandaal zijn als de wethouder Financiën deze meevaller niet zou melden in de 8- 2 Jaar 2013 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 Gemeenteraad R Vergaderdatum 27 november Raadsnotulen 2013 maandsrapportage. Daar is de 8-maandsrapportgae voor. Wat wij vervolgens met die meevaller doen, kunnen we op de daarvoor geëigende momenten bespreken. Dan zullen wij ook alle voorstellen van de heer Winsemius in de commissie weer afstoffen om te bepalen wat we met die meevaller doen. Volgens mij maakt u zich nu iets té kwaad om iets té weinig.) De heer Mulder slaat de plank finaal mis. Er is enkele jaren geleden met het Gemeentevervoerbedrijf afgesproken, toen u ook al in de raad zat, want u hebt al enkele periodes achter de rug, dat er jaarlijks 3,6 miljoen euro uitgehaald zou worden als rentevergoeding voor het bedrag dat wij aan het Gemeentevervoerbedrijf hebben geleend. Dat is de afspraak. De rest van het geld zou in het Gemeentevervoerbedrijf blijven, want het Gemeentevervoerbedrijf moet sterk zijn. Verder leeft het totale openbaar vervoer in Amsterdam van een subsidie. Er is een afspraak gemaakt tussen de gemeente Amsterdam en de stadsregio over de manier waarop we ermee om zouden gaan: 3,6 miljoen euro. U zegt nu dat de wethouder dit geld moet melden. Ik heb net aan de wethouder gevraagd wat zich daar heeft afgespeeld zodat het bedrijf zomaar opeens zegt: ik heb wat over. Het bedrijf heeft het geld namelijk heel hard nodig om allerlei maatregelen te treffen voor een beter openbaar vervoer. Ik vind het een politieke zaak om hier te besluiten dat wij meer uit het Gemeentevervoerbedrijf plukken omdat dit ten koste gaat van het openbaar vervoer. Ten koste van de Amsterdammer, mijnheer Mulder. Dan moet u niet zeggen: de wethouder moet het toch melden? Natuurlijk moet hij het melden als hij dat met het Gemeentevervoerbedrijf heeft uitonderhandeld. Ik wil echter weten wat er gebeurd is en ik ben er politiek gezien faliekant tegen. Hij moet dit niet en passant in de 8-maandsrapportage opnemen. Hij moet eerst een politieke discussie voeren en dan proberen om dat geld bij het Gemeentevervoerbedrijf te halen. Ik wil ook weten wat er met de stadsregio is afgesproken. De stadsregio heeft namelijk ook afspraken met ons gemaakt over de 3,6 miljoen euro. Mijn geheugen is goed, mijnheer Mulder. Ik kan mij de discussie nog heel goed herinneren die we hier hebben gevoerd, ook met u. Ik wacht het antwoord van de wethouder af. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer De Goede. De heer DE GOEDE: Ik heb een vraag aan de heer Wiebes. Ik hoop dat hij zo meteen nog komt. Wij vragen ons af waarom hij na de 8-maandsrapportage zulk een goede brief naar de raad heeft gestuurd. We hebben een aantal vragen gesteld over dingen die niet klopten. De informatie in de brief is precies de informatie die wij voortaan in de 8-maandsrapportage willen hebben. Het gaat vooral over het begrip ‘redengevende verklaring’. Als er meer of minder geld ergens aan wordt uitgegeven, dan wordt het nu gemeld in de 8-maandsrapportage. Voor ons is het echter interessant om te weten waarom dat het geval is. De brief waar meerdere punten in stonden is voor ons interessant. Daarom verzoeken we de wethouder of dit voortaan met de 4- en 8- maandsrapportages integraal kan worden meegezonden en niet als aparte brief. De discussies die we gevoerd hebben, voeren we bij de jaarrekening graag nog een keer. De VOORZITTER: Ik kan u meedelen dat wethouder Wiebes vanavond geoorloofd afwezig is in verband met een bespreking met een van de ministers in Den Haag. De VOORZITTER deelt mee dat het volgende amendement is ingekomen: 3 Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 27 november Raadsnotulen 2013 48° Amendement van het raadslid Van Drooge inzake de 8- maandsrapportage (dividenduitkering Gemeentevervoerbedrijf aan gemeente niet verhogen met 6,5 miljoen euro) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1082). Besluit: De voordracht onder punt B1 en bijlage O op pagina 7 gewijzigd vast te stellen door de dividenduitkering van het Gemeentevervoerbedrijf aan de gemeente niet met 6,5 miljoen euro te verhogen naar 10,1 miljoen euro, maar te houden op 3,6 miljoen euro, conform de begroting 2013. Het amendement maakt deel uit van de beraadslaging. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Mulder. De heer MULDER: Technisch gesproken gaat mijn bijdrage over eenzelfde onderwerp als dat van de heer Van Drooge. Wij houden geld over bij een bepaalde post. Bij ons ligt de gevoeligheid vooral bij het zorgdossier. Voor de hulp bij het huishouden is ongeveer 9 miljoen euro ‘over’. De heer Van der Burg is er in de commissie uitvoerig op ingegaan. Wij vonden het een logisch pleidooi, maar wij maken ons toch zorgen. We hebben ons voorbereid op rijksbezuinigingen. Die zijn enigszins uitgesteld, na veel strijd van onder andere de Partij van de Arbeid in de Tweede Kamer. Daardoor zijn we nu te goed aan het bezuinigen, althans op dit moment. De wethouder heeft echter ook gezegd dat we het geld dat we nu te goed bezuinigd hebben weer gaan gebruiken om de bezuinigingen op de zorg die nog op ons afkomen in de komende jaren te verzachten. Dat is een erg belangrijk punt. Ik wil daarom nadrukkelijk in deze raad aan de orde stellen dat beide zaken voor ons onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Het geld dat we nu te goed bezuinigd hebben, willen we in de toekomst blijven inzetten voor de zorg. (Mevrouw POOT: Deze discussie voerden we ook in de commissie, maar dan met mijn collega van GroenLinks. U bent natuurlijk nog niet zo lang financieel woordvoerder, maar het is een goed gebruik om bij de jaarrekening een integrale afweging te maken over geld dat wij niet uitgeven. Wilt u dat nu doorbreken?) Soms kan ervaring tegen iemand werken en soms mee. Ik heb mij laten vertellen dat het bij deze bezuinigingen op de zorg van tevoren zo bedacht was. We moeten vroeg bezuinigen zodat we straks de pijn verzachten. Ik heb altijd begrepen dat het een soort integrale afspraak was, ook politiek gezien. Daarom maak ik geen faux pas door dit zo te stellen. De kern is natuurlijk dat wij de zorg heel erg belangrijk vinden en dus ook dit punt. Mocht ik hier een faux pas maken, dan is dat ongetwijfeld alleen maar te wijten aan mijn geringe ervaring als financieel woordvoerder. (Mevrouw POOT: Dat is heel fijn. Ik ga er daarom van uit dat u het gewoon met de VVD en met de andere partijen eens bent dat we bij de jaarrekening integrale afwegingen maken over geld dat over is.) Op het gevaar af dat het nu erg ingewikkeld wordt: ja, wij maken per definitie die afspraak bij de jaarrekening. Er ligt echter ook een oud voornemen om bij de zorg in de toekomst de bezuinigingen te verzachten. Uiteindelijk maakt het ons niet uit hoe we dat doen, als we die bezuinigingen in Amsterdam maar verzachten. Het gaat uiteindelijk om de mensen die de hulp bij het huishouden wel degelijk nodig hebben en voor wie de bezuinigingen te groot zijn. 4 Jaar 2013 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 Gemeenteraad R Vergaderdatum 27 november Raadsnotulen 2013 De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Roodink. Mevrouw ROODINK: D66 kijkt graag kritisch naar het tempo waarin de bezuinigingen worden gerealiseerd. We begrijpen uit de verschillende rapportages dat er nog minimaal 50 miljoen euro incidenteel geld ingezet moet worden om de kapitaallasten te verlagen. Dat doen we omdat de vertraging die optreedt bij het inboeken van besparingen moet worden gecompenseerd. Dit is de letterlijke tekst in de begroting. Pagina 10, wethouder. Gelukkig tonen de cijfers in de 8-maandsrapportage aan dat er waarschijnlijk inderdaad ruimte zal zijn voor het versneld afboeken van activa en dat we dat incidentele geld bij de jaarrekening ook daadwerkelijk hebben. Dat is mooi. Aan de cijfers in de 8-maandsrapportage zien we ook dat er nogal grote schommelingen zijn. Neem het overschot op het inkomensdeel van de uitkeringen. Ook bij kleinere posten ontstaan soms tekorten. Mevrouw Poot wees daar in de commissie al op. Ik noem de inkomsten uit erfpacht. In deze gemeenteraad hebben we al heel vaak gesproken over de toegankelijkheid van allerlei financiële rapportages. Als we onze cijfers echter baseren op cijfers die gebaseerd zijn op het jaar 2009, dan kunnen we heel lang praten over de toegankelijkheid en de leesbaarheid van rapportages, maar dan gaat er voor ons toch iets mis. D66 wil daarom aandacht vragen voor de basis zodat we zinvolle vergelijkingen kunnen maken. Daarom wezen we in de commissievergadering al op het feit dat wij appels met appels willen vergelijken. D66 is er dan ook niet van onder de indruk dat de gemeente Amsterdam in 2013 een grotere krimp van de personele bezetting kent dan het landelijke gemiddelde in 2012. Wethouder, u hebt uitgelegd dat u de vergelijkbare cijfers over 2013 niet kent. Op die manier wekt u in ieder geval bij ons de indruk dat wij achterlopen bij de landelijke trend. Tot slot nog iets over het renteomslagresultaat. Er komt een notitie over de herziening van het rentestelsel. Daar wachten we met spanning op. D66 hecht eraan om te benadrukken dat het rentestelsel inderdaad een instrument is om de financieringslast te herverdelen. Let wel: we praten over de financieringslast. Het zijn termen die u zelf in de 8-maandsrapportage gebruikt. We praten niet over rentebaten, maar over de herverdeling van de financieringslasten. Waar in de organisatie geld wordt uitgegeven, waar geïnvesteerd moet worden, moet deze financieringslast bij de besluitvorming worden betrokken. Daarvoor hebben we het rentestelsel nu eenmaal in het leven geroepen. Geld lenen kost geld. Dat principe willen we heel graag gehandhaafd zien. Als wij besluiten om te investeren, dan moet iedereen ervan doordrongen zijn dat dit geld kost. Wij zien daarom met grote spanning uit naar de notitie Herziening rentestelsel. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Poot. Mevrouw POOT: Wij menen dat de 8-maandsrapportage voldoende is besproken in de commissie. Ik wil twee aanvullende vragen stellen over het amendement dat de heer Van Drooge heeft ingediend. Ik ben ook heel benieuwd wat er gebeurd is. Ik vraag me ook af of het niet verstandiger is om de discussie hierover niet nu snel met een amendement af te doen, maar om dit op een andere plek iets nadrukkelijker met elkaar te bespreken. Dat is een van de vragen die ik daarover heb. Verder zie ik dat de heer Van Drooge voorstelt om een gedeelte uit de 8-maandsrapportage te halen. Dat lijkt mij een beetje ingewikkeld als ik heel eerlijk ben. Het is nu eenmaal iets wat op dit moment bekend is. Ik kan me echter goed voorstellen dat naar aanleiding van de discussie er 5 Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 27 november Raadsnotulen 2013 bepaalde besluiten genomen worden, ook over het dividend. Ik zou daarom graag van de wethouder horen wat hij daarvan vindt en wat de mogelijkheden daarvoor zijn. De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Hilhorst. Wethouder HILHORST: Dank u wel, mijnheer Van Drooge, voor uw complimenten voor de 8-maandsrapportage en voor de beantwoording van uw vragen over het dividend van de Haven. Er is afgesproken dat de verzelfstandiging kostenneutraal zou zijn en dus niet gepaard zou gaan met een verschuiving naar de ene of de andere kant. Die afspraak geldt nog steeds. Ik heb eerder gezegd dat de manier waarop die verwerkt wordt nog anders kan zijn. Dat heb ik u uitgelegd. Wat het Gemeentevervoerbedrijf betreft, is het volgens mij van belang dat veranderingen in de inkomsten of uitgaven bij de 8-maandsrapportage gemeld worden. Nu is er een verandering, namelijk de 6,5 miljoen euro extra dividend van het Gemeentevervoerbedrijf. Die moeten we uiteraard in de 8-maandsrapportage melden. U hebt echter ook gelijk als u zegt dat er een politieke discussie gevoerd kan worden over het dividendbeleid van het Gemeentevervoerbedrijf. We hebben hier gemeld wat de opbrengst is. U zegt eigenlijk dat we moeten discussiëren over de vraag of wij een goede koers varen met het Gemeentevervoerbedrijf. In de commissie heb ik u toegezegd dat het college u binnenkort daarover informeert. Dat gebeurt via een brief van collega Gehrels. Volgens de planning zullen we daar in de Raadscommissie voor Economische Zaken, Bedrijven, Personeel en Organisatie van 16 januari over spreken. Dan worden ook de keuzes toegelicht. Ik denk dat mevrouw Poot een goede suggestie deed. U ziet dan alles op een rijtje. Dat lijkt mij het geëigende moment om dit te bediscussiëren. (De heer VAN DROOGE: Ik heb de wethouder gevraagd wat daar gebeurd is. Ik kan mij namelijk niet voorstellen dat het bedrijf zomaar tegen de aandeelhouder zegt: kom, het is bijna Sinterklaas, ik geef 6,5 miljoen euro cadeau. Ik wil weten wat u daarover hebt afgesproken. Het is onvoorstelbaar dat u zomaar 6,5 miljoen euro in de schoot geworpen krijgt en dat er niet iets tegenover staat. Het is een bedrijf. Welke concessies hebt u gedaan na om 6,5 miljoen euro te hebben gevraagd?) Het is een bedrijf. Het is ook ons bedrijf. Er zijn allerlei afwegingen gemaakt en er zijn afspraken gemaakt met de stadsregio. Het is het handigste om erover te praten naar aanleiding van een brief waarin precies op een rijtje wordt gezegd wat die afwegingen zijn, welke afspraken er bestaan en welke afspraken er over de toekomst gemaakt zijn. Dit heeft wel degelijk ook te maken met wat u aanhaalde over inbesteding, aanbesteding en verlenging van de concessieduur. Het is beter om de brief af te wachten omdat daarin al deze zaken op een rijtje worden gezet. Dat is ook de suggestie van mevrouw Poot. Dan kunt u erover spreken en vragen of dit een goede koers is voor het Gemeentevervoerbedrijf of niet. (De heer VAN DROOGE: Ik hoor u al praten over een verlenging van de concessieduur. Dat zei u net. Begrijp ik daaruit dat u geld uit het bedrijf haalt en daarvoor een verlenging van de concessieduur hebt gegeven zonder dat u dat eerst met de raad hebt besproken?) Ik heb gezegd dat verschillende elementen een rol spelen bij de overwegingen. Bijvoorbeeld een verlenging van de concessieduur en afspraken met de stadsregio. Er zijn allerlei zaken die daar een rol bij kunnen spelen. In de brief die naar de raad wordt gestuurd, wordt u daarover geïnformeerd. Er komt een brief over het 6 Jaar 2013 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 Gemeenteraad R Vergaderdatum 27 november Raadsnotulen 2013 Gemeentevervoerbedrijf en over het dividend van het Gemeentevervoerbedrijf. Er komen andere brieven over een mogelijke verlenging van de concessieduur. Wat ik wilde zeggen, is dat het niet goed is om daar hier over te spreken aan de hand van gebrekkige informatie. Het is beter als u het hele overzicht krijgt. Dat is ook de suggestie die mevrouw Poot doet. Collega Gehrels stuurt u een brief. Als u die brief hebt, dan kunnen we er op 16 januari in de Raadscommissie voor Economische Zaken, Bedrijven, Personeel en Organisatie over spreken. Dan kunt u er politieke conclusies aan verbinden. (De heer VAN DROOGE: De wethouder zegt nu ‘kan spelen’. Dat zei u net niet, want ik heb scherp geluisterd. Dat is één. Ten tweede haalt u nu dividend naar de algemene middelen. Ik wil dat het halen van dat geld naar de algemene middelen nog openstaat voor discussie. U kunt straks niet zeggen: u hebt de 8-maandsrapportage goedgekeurd en dat betekent de facto dat die 6,5 miljoen euro naar de algemene middelen is gegaan. Dan heeft politiek discussiëren over het uit het Gemeentevervoerbedrijf halen van 6,5 miljoen euro geen zin meer.) Het staat u altijd vrij bij de jaarrekening te besluiten om geld uit de algemene middelen te besteden aan openbaar vervoer of aan het Gemeentevervoerbedrijf. (De heer VAN DROOGE: Er is kennelijk uitonderhandeld dat er 6,5 miljoen euro naar de algemene middelen gaat als dividenduitkering. Ik vind het kwestieus om dat geld eruit te halen. Ik vind ook dat dit eerst besproken had moeten worden voordat u dat de facto doet. Ik vind dat u de grens overschreden hebt van wat het college in dit geval had kunnen doen. U kunt zeggen dat u van plan bent om dat geld eruit te halen. U kunt ook zeggen dat het geld er uitgehaald moet worden, maar dat u er dit en dit voor gaat doen. U maakt er nu een voldongen feit van en wij mogen er in januari nog een keer over praten. Dat is de verkeerde volgorde.) Nee. Als er een extra dividendbetaling binnenkomt, dan moet dat gemeld worden in de 8-maandsrapportage. Zoals de heer Mulder net ook heeft gezegd, zou u ons bekritiseren als we dat niet zouden melden. Die kritiek zou terecht zijn. Als er een dividendbetaling binnenkomt, dan gaat dat geld naar de algemene dienst. Zo werkt het. Daarnaast kunt u een discussie voeren over de wenselijkheid van het dividendbeleid en ik stel voor dat we dat in de commissie van 16 januari doen. (De VOORZITTER: U krijgt een laatste interruptie, maar u nadert elkaar niet echt geloof ik.) (De heer VAN DROOGE: Nee, maar ik wil nog één poging wagen. Nu zegt de wethouder dat hij geld dat binnenkomt moet melden. Het gaat mij er juist om dat het geen kwestie is dat het geld toevallig binnenkomt, maar dat u erom vraagt en dat u het krijgt. Over de vraag die eraan voorafging had discussie moeten plaatsvinden. Dat is de politieke afweging. U plaatst ons echter voor een fait accompli. U moet niet zeggen dat het geld toevallig binnen is gekomen. Dat is natuurlijk niet het geval. Er is geen bedrijf, verzelfstandigd of niet, dat opeens zegt: alstublieft wethouder, hier hebt u 6,5 miljoen euro. Gewoon voor de lol. Dat kan toch niet? Dat bent u toch met mij eens?) Mevrouw Poot doet de suggestie om hier in de commissie van 16 januari uitgebreid op in te gaan. Ik wil op die discussie niet vooruitlopen. Ik zal verder gaan met de vraag van de heer De Goede. U stelt een vraag over de brief van de heer Wiebes en vraagt of de informatie niet eerder gegeven had kunnen worden zodat ze in de 8-maandsrapportage opgenomen had kunnen worden. Ik denk dat 7 Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum oog vember Raadsnotulen u daar gelijk in hebt. We streven er volgend jaar naar dat dit soort afwijkingen juist toegelicht worden in de 8-maandsrapportage. Dat is ook de bedoeling. We zullen dat volgend jaar proberen te doen. Ik ben in ieder geval blij dat u tevreden bent met de brief die de heer Wiebes heeft gestuurd. (De heer DE GOEDE: Ter aanvulling, ook na de discussie met de heer Van Drooge. Ik denk dat dat soort informatie, niet alleen de melding ervan, maar ook de redengevende verklaring, bij de rapportage gewenst is. Dan voorkomen we dit soort debatten.) Dat ben ik met u eens. Ik ga verder met het punt van de heer Mulder over de zorg. In de commissie is er ook over gesproken. Toen is nog eens herhaald wat mevrouw Poot net ook zei. We praten bij de 8-maandsrapportage niet over de bestemming van meevallers, maar we doen dat bij de jaarrekening. U kunt daar nu gerust een voorschot op nemen en zeggen dat u ervan uitgaat dat dit geld straks ook aan de zorg wordt besteed. Bij de bespreking van de jaarrekening zult u dat moeten herhalen. (De heer IVENS: Ik wil de heer Mulder bijvallen. De vraag is natuurlijk wat u van plan bent te gaan doen bij de jaarrekening. Is het college van plan om geld dat voor de zorg is ook voor de zorg te bestemmen? Of wilt u daar nog een heel open discussie over voeren?) Het college is van plan om een integrale afweging te maken en daarbij verstandige keuzes te maken. (De heer IVENS: Hulde, hulde dat er verstandige keuzes gemaakt worden. Ik neem aan dat u daarmee bedoelt dat geld voor de zorg ook aan de zorg besteed wordt. Dat is toch de verstandige keuze waar u op doelt?) Wat ik bedoel, en nu verval ik in herhalingen, is dat wij een integrale afweging maken en daarbij verstandige keuzes maken. U vraagt eigenlijk om daarop vooruit te lopen en dit alvast vast te leggen. Straks komt er een ander onderwerp en zegt u: dit willen we ook alvast vastleggen. Daarna komt er nog een onderwerp en zegt u hetzelfde. We hebben met elkaar afgesproken om dat niet te doen. Daar wil ik me aan houden. (De heer IVENS: Niemand dient nu een amendement in. Niemand zegt dus dat u hieraan vast moet houden. We vragen wel wat uw intentie is. Wilt u geld voor de zorg voor de zorg behouden? Hoort u dit signaal van de raad? Ook in de commissie bleek al dat er een roep was om dit geld voor de zorg bestemd te houden.) Die roep heb ik gehoord. Ik ga door met het volgende punt van D66 over de 50 miljoen euro incidenteel die besteed moet worden om ervoor te zorgen dat we versneld kapitaallasten kunnen aflossen. Mevrouw Roodink, u formuleerde het goed. Het geld komt later binnen. Dat is iets anders dan wat u in de commissie zei. Toen zei u dat er een vertraging bij de bezuinigingen was opgetreden. Dat is niet het geval. De bezuinigingen worden gehaald, maar komen later binnen. Op grond van de 8-maandsrapportage ziet het ernaar uit dat er geld over is om de versnelde kapitaalaflossing te laten geschieden. (Mevrouw ROODINK: Ik lees op pagina 10 van de begroting toch echt: “Om zo de vertraging te compenseren die optreedt bij het inboeken van besparingen.” Ik kan er niets anders van maken. Ik weet niet hoe u het interpreteert.) Daarom heb ik u een compliment gemaakt. U kiest nu de juiste formulering terwijl u in de commissie nog sprak over vertraging bij de bezuinigingen. Dat is niet het geval. Er 8 Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 27 november Raadsnotulen 2013 wordt minder geld uitgegeven, maar de inboeking ervan geschiedt pas later omdat er sprake is van uitgaven die over een aantal jaren worden afgeschreven. Het duurt dus een aantal jaren voordat de winst binnenkomt. Er wordt echter wel minder geld uitgegeven. De bezuiniging wordt gerealiseerd. U noemde nog een ander punt over het I-deel. De schommelingen daarin zijn het gevolg van het feit dat we pas in de loop van het jaar horen hoeveel geld het Rijk beschikbaar stelt voor de uitkeringen. Dat heeft met de conjunctuur te maken en valt dus moeilijk te voorspellen. Dat er schommelingen in zitten, is inherent aan de systematiek die hoort bij de Wet werk en bijstand. U zegt dat geld lenen geld kost. Daar moeten we van doordrongen zijn. We zijn ervan doordrongen. Dat is juist het idee achter het rentestelsel. Omdat er een rekenrente wordt gehanteerd bij al onze investeringen, weten we precies hoeveel geld ze kosten. Sterker nog: we weten dat de rekenrente hoger is dan de kosten. De rekenrente ligt namelijk hoger dan de rente die de gemeente zelf moet betalen voor het verwerven van het geld. Tot slot kom ik bij mevrouw Poot. Ik heb bij de bespreking van het amendement eigenlijk al antwoord gegeven op uw vraag. Het lijkt mij goed om op 16 januari te spreken over het dividendbeleid bij het Gemeentevervoerbedrijf. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Van Drooge. De VOORZITTER: Ik wijs het CDA erop dat het nog één minuut spreektijd heeft. De heer VAN DROOGE: Als de wethouder in januari over het dividendbeleid wil praten, kan hij dan toezeggen dat datgene wat hij nu opgeschreven heeft — namelijk dat er 6,5 miljoen euro extra uit het Gemeentevervoerbedrijf gehaald wordt — dan nog ter discussie staat? In dat geval trek ik mijn amendement in, want dan kunnen we het dan bespreken. Als u dat niet kunt toezeggen, dan handhaaf ik het, want anders is het bedrag vastgelegd. Ik wil graag van u de toezegging dat dit nog ter discussie kan worden gesteld. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer De Goede. De heer DE GOEDE: Wij wilen heel graag de brief over het Gemeentevervoerbedrijf in de eerstvolgende Raadscommissie voor Economische Zaken, Bedrijven, Personeel en Organisatie bespreken zodat we er voor het einde van het jaar uit zijn. Misschien kunt u contact opnemen met uw collega zodat u er samen uit kunt komen. De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Hilhorst. Wethouder HILHORST: Ik heb even overlegd. De brief over het Gemeentevervoerbedrijf kan snel naar de commissie gestuurd worden en kan dus dit jaar nog worden besproken. Ik hoop u daarmee tegemoet te komen. Wat de vraag van de heer Van Drooge betreft: ik kan niet iets terugdraaien. Het geld is binnengekomen. Het betekent wel dat u over de besteding ervan kunt spreken, maar het geld is binnengekomen en dat moet ik melden. (De heer VAN DROOGE: Omdat het dit jaar nog besproken wordt, voor 1 januari, kan de sinterklaasverrassing als kerstverrassing weer naar het Gemeentevervoerbedrijf worden teruggezonden. Daarom trek ik het amendement in.) 9 Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 27 november Raadsnotulen 2013 Het amendement-Van Drooge (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1082), ingetrokken zijnde, maakt geen onderwerp van behandeling meer uit. De discussie wordt gesloten. Aan de orde is de stemming over de voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1038). De voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1038) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1038) met algemene stemmen is aangenomen. De voordracht wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 1038 van afd. 1 van het Gemeenteblad. 19 Initiatiefvoorstel ter instemming van het raadslid mevrouw Ulichki van 9 juli 2013, getiteld: Een toegankelijke opvang voor dak- en thuislozen: over regiobinding, sociale binding en bad, bed en brood voor iedereen, en kennisnemen van de bestuurlijke reactie (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1046) De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Ulichki. Mevrouw ULICHKI: Begin september 2013 bracht het Trimbos Instituut een kritisch rapport uit. Dak- en thuislozen worden onterecht weggestuurd bij de maatschappelijke opvang omdat het regiobindingscriterium niet goed door gemeenten wordt toegepast. Het idee dat dak- en thuislozen een voorziening krijgen aangeboden in gemeenten waar hun kans op re-integratie in de maatschappij het grootst is, komt dus niet van de grond. Dit signaal komt ook uit Amsterdam. Al voor de zomer diende GroenLinks een initiatiefvoorstel in om de toegankelijkheid van de opvang te verbeteren. Zowel de regels als de praktijk moeten veranderen. Daarbij zijn we uiteraard afhankelijk van de inspanningen van andere gemeenten. Wij stellen daarom voor dat Amsterdam het voortouw neemt om de regels van de G4 meer in lijn te brengen met de kans op een succesvol traject. In plaats van uit te gaan van de vraag hoe lang een dakloze in de stad is, moeten meer criteria een rol spelen. Bijvoorbeeld het sociale netwerk van de dakloze. Ook doen we een aantal voorstellen om de toegankelijkheid in de praktijk te verbeteren. Op die manier zorgen we ervoor dat mensen zo goed en zo snel mogelijk weer uit de maatschappelijke opvang kunnen uitstromen. We hebben ook goed naar de bezwaren van het college geluisterd. In de bestuurlijke reactie schrijft het dat de kans op een succesvol traject niet objectiveerbaar is. Wij stellen daarom in lijn met het Trimbos Instituut voor dat Amsterdam het initiatief neemt tot het ontwikkelen van een objectief beoordelingscriterium waar alle G4-gemeenten gebruik van moeten maken. Op die manier ondervangen wij het bezwaar van het college en kunnen de regels worden aangepast. We hebben daartoe een amendement op ons voorstel. Op deze manier hopen wij dat er geen dakloze meer tussen de wal en het schip valt. 10 Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum oog vember Raadsnotulen De VOORZITTER deelt mee dat het volgende amendement is ingekomen: 49° Amendement van het raadslid Ulichki inzake het initiatiefvoorstel Een toegankelijke opvang voor dak- en thuislozen (ontwikkeling beoordelingsinstrument) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1083). Besluit: Het initiatiefvoorstel Een toegankelijke opvang voor dak- en thuislozen: over regiobinding, sociale binding en bad, bed en brood voor iedereen, als volgt te wijzigen: De punten 1, 2 en 5 te schrappen en de punten 3 en 4 ongewijzigd te laten. Aan het besluit de volgende punten toe te voegen: 1. Naar aanleiding van de aanbeveling uit het rapport van het Trimbos Instituut op korte termijn in samenwerking met de G4 een beoordelingsinstrument te ontwikkelen (gebaseerd op de criteria die genoemd worden in de VNG- modelbeleidsregels) om te kunnen bepalen waar de dak- en thuisloze de beste kans heeft op een succesvol traject. 2. Op basis van de resultaten daarvan voor eind 2014 gewijzigde toegangsregels voor de maatschappelijke opvang aan de raad voor te leggen. 3. Met maatschappelijke partners in gesprek te gaan over een beter passend criterium voor zelfredzaamheid dat het OGGZ-criterium zou kunnen vervangen en daarvoor ook een gewijzigd toegangscriterium voor te leggen aan de raad. Het amendement maakt deel uit van de beraadslaging. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw De Soete. Mevrouw DE SOETE: Ook wij zijn uiteraard voor duidelijke criteria voor toegang tot trajecten voor dak- en thuislozen. Daarover gaat dit initiatiefvoorstel van GroenLinks in feite. Is er regiobinding en hoe bepalen we die? Is er sprake van zelfredzaamheid op grond van de OGGZ-criteria bij een persoon? Het college wil nu al ruimte geven voor vormvrije bewijsvoering. Wij vinden dat een goed idee. Ook staat in de reactie van het college dat er nagedacht wordt over een beter criterium dan het huidige OGGZ-criterium en dus een ander criterium voor zelfredzaamheid. Onze vraag is vooral wat dit voorstel daar nog aan toevoegt. Het zou kunnen dat het criterium voor regiobinding wel degelijk verbeterd kan worden. Dat hoor ik graag van de wethouder. Aandacht vragen voor dit probleem vinden wij sowieso positief. Onze grondhouding is daarom positief, maar wij horen graag van het college of dit voorstel iets toevoegt. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Burke. Mevrouw BURKE: Als eerste wil ik Groenlinks hartelijk danken voor dit initiatiefvoorstel. Ik wil hier echter wel opmerken dat in Amsterdam het begrip ‘regiobinding’ coulant wordt gehanteerd. Als iemand twee jaar onder dezelfde brug heeft geslapen, dan geldt dat ook als regiobinding. Twee jaar inschrijving bij de GBA is niet het enige criterium. De cijfers die het college aanleverde in de bestuurlijke reactie spreken voor zich. Het Trimbos Instituut stelt voor om samen met andere gemeenten een nieuw beoordelingstraject op te zetten. Dat lijkt ons een goed idee. Een idee dat alleen kans van 11 Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 27 november Raadsnotulen 2013 aads slagen heeft als alle gemeenten zich eraan conformeren, want anders zie ik de bui voor Amsterdam al hangen. Ik denk dat dit niet de bedoeling is van GroenLinks. Wat betreft de beroepsmogelijkheid vanaf 1 januari 2014 is er zelfs een wettelijke verplichting om de weigering tot de maatschappelijke opvang in een beschikking vast te leggen zodat de persoon in kwestie in beroep kan gaan. Vanaf 1 januari 2014 wordt aan die eis dus al voldaan. Ik ben blij dat de wethouder in de bestuurlijke reactie expliciet benoemt dat hij het een groter probleem vindt dat het OGGZ-criterium mensen die niet zelfredzaam zijn buiten de maatschappelijke opvang houdt. In een punt dat we al hebben gehamerd, komt dat heel duidelijk aan de orde. Kortom: het initiatiefvoorstel van Groenlinks steunt grotendeels staand beleid. Ik wil graag van de wethouder weten wat hij ervan vindt, maar wij kunnen het steunen. De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Van der Burg. Wethouder VAN DER BURG: Ik kan kort zijn, want mevrouw Burke van de PvdA heeft op een uitstekende wijze niet alleen het beleid in de stad samengevat, maar ook gezegd hoe wij omgaan met mensen die niet op een reguliere wijze gehuisvest zijn, maar toch verbonden zijn met deze stad. Mevrouw Burke beantwoordde deels al de vraag van mevrouw De Soete. Het amendement van Groenlinks is voor het grootste deel een amendement dat het beleid van het college steunt. In dat opzicht waardeert het college het ook zeer. U vroeg wat het toevoegt. Er is al opgemerkt dat in het rapport van het Trimbos Instituut wordt geconstateerd dat in Nederland niet iedereen op dezelfde wijze — en op dezelfde coulante wijze als in Amsterdam — omgaat met het aspect van de regiobinding. Daardoor dreigen mensen tussen de wal en het schip te vallen. De oproep die in het amendement wordt gedaan, is dat wij in Nederland leidend worden om ervoor te zorgen dat er beleid komt waardoor we niet alleen in Amsterdam, maar in heel Nederland dezelfde coulance vertonen en dus een voor heel Nederland dekkend stelsel hebben. Dat vind ik een prima voorstel en daarom geef ik een positief preadvies op het amendement. De discussie wordt gesloten. Aan de orde is de stemming over het amendement-Ulichki (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1083). Het amendement-Ulichki (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1083) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat het amendement-Ulichki (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1083) met algemene stemmen is aangenomen. Aan de orde is de stemming over de voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1046). De voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1046) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1046) met algemene stemmen is aangenomen. 12 Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 27 november Raadsnotulen 2013 aads De voordracht wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 1046 van afd. 1 van het Gemeenteblad, met inachtneming van de daarin als gevolg van aanneming van het amendement-Ulichki (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1083) aangebrachte wijzigingen. 20 Initiatiefvoorstel ter instemming van het raadslid mevrouw Van der Pligt van 17 april 2013, getiteld: Daklozenopvang in zelfbeheer uitbreiden, en kennisnemen van de bestuurlijke reactie (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1047) De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Van der Pligt. Mevrouw VAN DER PLIGT: Dank aan de wethouder voor de bestuurlijke reactie. In eerste instantie was ik niet heel erg enthousiast, maar er bleek meer achter te zitten. Dat stond bijvoorbeeld in de beantwoording van de schriftelijke vragen. We gaan proberen om waar mogelijk zoveel mogelijk daklozenopvang in zelfbeheer te realiseren. Het onderzoek wachten we af. In het concept van sobere huisvesting neemt u het idee van zelfbeheer op. Ik heb nog één vraag. U stelt dat groepen bewoners — bijvoorbeeld bij Yes, je eigen stek — met hulp van het Steunpunt Wonen locaties voor woonprojecten bij corporaties kunnen vragen. Dat is prima, maar u weet dat bouwen op dit moment een beetje lastig is. Ik had u ook gevraagd om te bekijken of leegstaande gemeentepanden een mogelijkheid zouden kunnen bieden. Dat heb ik niet terug kunnen vinden. Ik wil u daarom alleen vragen of zij, mochten zij een leegstand pand weten of als er een gemeentepand vrijkomt, op uw hulp kunnen rekenen. Voor het overige dank. De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Van der Burg. Wethouder VAN DER BURG: Ja, ook bij gemeentepanden. Daarbij geldt wel dat ze geschikt moeten zijn. Ik zou echter niet weten waarom de gemeente, als we dit van anderen vragen, het ook niet aan onszelf kan vragen. De discussie wordt gesloten. Aan de orde is de stemming over de voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1047). De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Ulichki voor een stemverklaring. Mevrouw ULICHKI (stemverklaring): Groenlinks draagt daklozenopvang in zelfbeheer een warm hart toe en zal daarom van harte hiermee instemmen. De voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1049) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1049) met algemene stemmen is aangenomen. 13 Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 27 november Raadsnotulen 2013 De voordracht wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 1047 van afd. 1 van het Gemeenteblad. 20A Actualiteit van de raadsleden mevrouw Ulichki en mevrouw Van der Pligt van 22 november 2013 inzake het standpunt van Amsterdam ten aanzien van de voortgang van de decentralisatie AWBZ, bij het VNG-congres op 29 november a.s. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1066) Bij dit agendapunt wordt ingekomen stuk nr. 33 betrokken. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Ulichki. Mevrouw ULICHKI: De VNG is woedend op het Rijk. Wat is er aan de hand? De staatssecretaris heeft laten weten de persoonlijke verzorging niet over te hevelen naar de gemeenten. Dit zegt hij een jaar voor de daadwerkelijke invoering. De consequenties van die maatregel zijn dat ten eerste de integraliteit verdwijnt. Of zoals de wethouder het in zijn brief beschrijft: de knip die wordt aangebracht, betekent vragen om uitvoeringsproblemen. De bezuinigingen van 40% op de thuiszorg en van 25% op de dagbesteding zijn niet langer realistisch. Dat vindt GroenLinks, dat vindt de VNG en dat vindt de wethouder ook. Wij vrezen als gevolg daarvan nog grotere sociale gevolgen. Denkt u aan de korting op de dagbesteding. Dat zou zomaar kunnen escaleren tot overlast op straat. De VNG weigert mee te werken aan de decentralisatie, maar de VNG wil het gesprek niet stopzetten en de onderhandelingen heropenen. Dat is niet vreemd, want we hebben te maken met een nieuwe situatie die vraagt om nieuwe onderhandelingen. Op 29 november legt de VNG hierover een resolutie aan haar leden voor. Groenlinks en de SP hebben een motie. Wij willen dat Amsterdam het standpunt moet uitdragen dat onder deze financiële voorwaarden, met inachtneming van de sociale en financiële gevolgen, Amsterdam niet mee wil werken aan de decentralisatie van de AWBZ. Ten tweede dat Amsterdam het op zijn minst noodzakelijk acht om de bezuiniging op de hulp bij het huishouden en de begeleiding substantieel te verlagen. De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen: 50° Motie van de raadsleden Ulichki en Van der Pligt inzake het standpunt van Amsterdam ten aanzien van de voortgang van de decentralisatie AWBZ op het VNG- congres op 29 november a.s. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1084). Besluit: Het college van burgemeester en wethouders op te dragen: - __op het VNG-congres namens Amsterdam het standpunt uit te dragen dat: - onder deze (financiële) voorwaarden, met inachtneming van deze sociale en financiële gevolgen, Amsterdam niet mee wil werken aan de decentralisatie AWBZ; - en dat Amsterdam het op zijn minst noodzakelijk acht de bezuiniging op hulp bij het huishouden en de begeleiding substantieel te verlagen; - in lijn met dit standpunt voor de genoemde resolutie van het VNG-bestuur te stemmen. 14 Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum oog vember Raadsnotulen De motie maakt deel uit van de beraadslaging. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Van der Pligt. Mevrouw VAN DER PLIGT: Ik heb er weinig meer aan toe te voegen. Mevrouw Ulichki heeft alles duidelijk uitgelegd. De wethouder stelt zelf in zijn reactie dat het met deze bezuinigingen bijna onmogelijk is om mensen nog de noodzakelijke hulp te kunnen geven en de noodzakelijke zorg en dagbesteding. Ik vind het ongehoord dat de wethouder dan toch zegt: we gaan door, zelfs met deze bezuinigingen. Wat ons betreft dus niet. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Poorter. De heer POORTER: De PvdA wil goede zorg in de buurt. Dat betekent werken aan een integralere werkwijze, slimmer samenwerken en maatwerk leveren. Dat was mogelijk door het integrale pakket van de AWBZ naar de stad te halen. Wij waren en zijn daarom voor het decentraliseren van de persoonlijke verzorging zoals we ook al eerder hebben gemeld. Staatssecretaris Van Rijn kiest in zijn brief van 6 november echter voor een andere oplossing. De persoonlijke verzorging gaat naar de zorgverzekeraar. Dat is een wens van de cliëntenorganisaties en van de professionals in het veld. Het valt te prijzen dat de staatssecretaris draagvlak zoekt en ook luistert naar het veld. Wij vertegenwoordigen hier echter de gemeente en wij zijn dan ook van mening dat het beter was geweest als de staatssecretaris een andere keuze had gemaakt. We hebben de brief van de VNG gelezen en kennisgenomen van de motie van de indieners van de actualiteit. Wij kiezen echter voor samenwerking met de staatssecretaris. De Partij van de Arbeid overlegt achter de schermen met onze partijgenoot en ook de wethouder heeft al laten weten dat hij liever blijft overleggen in plaats van de samenwerking op te schorten en te dreigen met het niet-uitvoeren van de AWBZ. Dat lijkt ons niet de juiste toon. Onze inhoudelijke opmerking mag de wethouder aanstaande vrijdag inbrengen en hij mag zijn uiterste best doen om de staatssecretaris op andere gedachten te brengen. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw De Soete. Mevrouw DE SOETE: Wij zijn kritisch over de manier waarop het besluit van het kabinet aan de gemeenten is meegedeeld en we hebben dan ook alle begrip voor de reactie van de VNG. D66 ziet de verzorging en de verpleging het liefst bij de gemeenten ondergebracht, maar aangezien het daar de tijd niet voor lijkt te zijn en dit voorlopig ook niet in het verschiet ligt, vinden wij het verdedigbaar dat er nu voor gekozen is om beide bij de zorgverzekeraars onder te brengen. Voor de cliënten en de cliëntorganisaties is het tamelijk onwenselijk om juist daar de knip te leggen. Het is duidelijk dat dit grote gevolgen heeft, zeker gezien het late tijdstip, voor de financiële situatie van de gemeenten. Is er nu immers genoeg geld om de slimme oplossingen te organiseren die we nodig hebben om met minder geld te kunnen doen wat we moeten doen? Samen met de Partij van de Arbeid vind ik juist daarom ook dat de wethouder in gesprek moet blijven met de staatssecretaris. Wij zullen dan ook niet voor dit voorstel stemmen. De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Van der Burg. 15 Jaar 2013 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 Gemeenteraad R Vergaderdatum oog vember Raadsnotulen Wethouder VAN DER BURG: Het zal u niet verbazen dat ik het volledig eens ben met de lijn van de Partij van de Arbeid en D66 die ze zojuist hier hebben geschetst. Ik heb altijd gezegd dat ik er een groot voorstander van was om de persoonlijke verzorging naar de gemeenten te halen. Ik vind daarom ook dat de staatssecretaris een besluit voorlegt dat niet het mijne is. Ik snap de staatssecretaris echter wel. In deze raad, in onze commissie, wordt regelmatig door alle partijen het argument gebruikt: wethouder, dit is wat de patiënten- en consumentenorganisaties vinden. Dat is voor ons zeer zwaarwegend. Dat is precies het argument dat de staatssecretaris nu ook gebruikt. Alle patiënten- en consumentenorganisaties kiezen ervoor om de persoonlijke verzorging onder te brengen bij de zorgverzekeraars. Ik vind dat de patiënten- en consumentenorganisaties daarmee een strategische fout maken, maar dat is hun zaak. Ze hebben haar gemaakt. Dat betekent dat ik het niet eens ben met de staatssecretaris, maar dat ik hem wel snap omdat hij nu eenmaal een meerderheid in de Tweede Kamer en vooral ook in de Eerste Kamer moet realiseren. Ik ben het daarom geheel eens met de lijn van de heer Poorter. Als we in gesprek gaan met de staatssecretaris, en als het aan mij ligt dan doen we dat ook, dan moeten we er niet voor pleiten om een aantal zaken anders te regelen. We moeten met elkaar praten over de 5% die wel overkomt en over de bezuiniging die daaraan hangt. Ik zal dan ook als Amsterdams wethouder zeggen dat de situatie in de grote steden anders is dan in de rest van Nederland. Toen er nog sprake was van het gehele budget zou Amsterdam een voordeelgemeente zijn en zei ik: pas op, want er zijn ook nadeelgemeenten. Nu er nog slechts sprake is van 5% lijkt Amsterdam een nadeelgemeente te worden. Dat geeft mij dan ook het recht om nu te zeggen: let ook op de nadeelgemeenten. Dat is één. Twee: We zullen praten over de rol van de verzekeraars, vooral vanwege de positie van de wijkverpleegkundige en de invloed die we op die manier kunnen uitoefenen. Die is heel belangrijk. Drie: Ik sta voor populatiegerichte bekostiging. Gooi de budgetten van de zorgverzekeraars en de gemeenten in een gemeente op één hoop en bekijk hoe we dat geld het best kunnen besteden. Die drie punten kunnen we alleen realiseren als we met de staatssecretaris in gesprek gaan. Ik was al van plan om dat te doen en ik weet mij gelukkig gesteund door een meerderheid in deze raad om dat in de komende weken met al mijn energie te gaan doen. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Ulichki. Mevrouw ULICHKI: Op de een of andere manier hangt hier de suggestie in de lucht dat wij niet in gesprek met de staatssecretaris willen zijn of willen blijven. Dat is natuurlijk niet zo. Wij willen wél in gesprek zijn met de staatssecretaris. Sterker nog: wij dragen de wethouder op om met de staatssecretaris te gaan praten. Wij hebben alleen te maken met een andere situatie. Er wordt niet gedecentraliseerd en de korting blijft gehandhaafd. De wethouder schrijft in zijn eigen brief dat de knip die wordt aangebracht, vraagt om uitvoeringsproblemen. Dat schrijft u in uw brief. U schrijft ook dat de bezuinigingstaakstellingen van 25% op begeleiding en van 40% op de hbh niet realistisch zijn. Kan de wethouder daar nog even op reageren? Vindt de wethouder bijvoorbeeld dat er meer geld bij moet? De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Van der Burg. Wethouder VAN DER BURG: Bij het eerste gedachtestreepje van de motie staat heel nadrukkelijk “niet mee wil werken aan de decentralisatie van de AWBZ”. Met de Partij 16 Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 27 november Raadsnotulen 2013 van de Arbeid en D66 ben ik van mening dat wij wel moeten meewerken. We moeten bekijken hoe we zaken anders kunnen realiseren. Neem bijvoorbeeld uw concrete vraag net of ik ga pleiten voor meer geld. U mag uit mijn woorden in de eerste termijn opmaken dat ik vind dat, juist bij de 5% die bij de persoonlijke verzorging wel overkomt, Amsterdam tekort zou komen als wij het reguliere budget zouden krijgen op basis van de landelijke systematiek omdat wij meer doelgroepers hebben dan er onder de 5% vallen. Daarom zal ik heel nadrukkelijk pleiten voor meer geld voor Amsterdam. (Mevrouw ULICHKI: Inderdaad staat er in het dictum “niet mee willen werken”. Dat suggereert niet dat wij het gesprek erover niet moeten voeren. Dat willen we wel. Erkent u dat er op dit moment sprake is van een andere situatie en een andere uitgangspositie en dat we dus opnieuw moeten gaan onderhandelen?) Ik heb mijn onderhandelingstraining bij de VVD gehad en niet bij GroenLinks. Ik weet niet hoe het bij u gaat, maar onderhandelen door te zeggen: ik werk niet mee aan uw besluit, maar ik wil wel met u onderhandelen, is over het algemeen niet de beste openingszin om daarna resultaten te bereiken. Ik kies er dus voor om tegen de staatssecretaris te zeggen: we moeten snelheid maken, want we hebben nog maar vijftien maanden. Laten we er vol voor gaan, maar neem onze inhoudelijke argumenten wel serieus. Die zijn vervat in de drie punten die net door D66, de Partij van de Arbeid en het college zijn verwoord. De discussie wordt gesloten. Aan de orde is de stemming over de motie-Ulichki en Van der Pligt (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1084). De motie-Ulichki en Van der Pligt (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1084) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Ulichki en Van der Pligt (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1084) is verworpen met de stemmen van GroenLinks en de SP voor. 20B Actualiteit van het raadslid mevrouw Van der Pligt van 24 november 2013 inzake hulp bij het huishouden (hbh) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1067) De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Van der Pligt. Mevrouw VAN DER PLIGT: Op 31 december loopt de huidige aanbesteding voor de thuiszorg af en deze zal nog een jaar verlengd worden met de huidige aanbieders. In 2011 heeft de SP samen met de PvdA de gemeenteraad voorgesteld om de thuiszorg voortaan bestuurlijk aan te besteden ofwel te gunnen. De raad stemde daar in meerderheid voor. De aanbesteding die uiteindelijk plaatsvond is, ondanks de uitspraak van de raad, op sommige punten niet conform de wens van de raad uitgevoerd. Belangrijke aspecten zijn in een convenant vastgelegd in plaats van in keiharde afspraken. Dat had onder andere tot gevolg dat er slechts vijf aanbieders geselecteerd zijn die de hele stad mochten bedienen, naast een aantal kleine per stadsdeel. De raad 17 Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 27 november Raadsnotulen 2013 heeft destijds duidelijk gesteld dat wij de signalerende functie van iemand die thuiszorg verleent van het grootste belang vinden. Desondanks is die functie niet in het bestek opgenomen, maar in het convenant. Dit had tot gevolg dat veel thuiszorgbedrijven hun medewerkers van salarisschaal FWG 15, de salarisschaal als er wel gesignaleerd wordt, naar FWG 10 hebben gezet. De huishoudelijk verzorgende heeft per definitie contact met cliënten. Alleen al daarom is indeling in FWG 15 gerechtvaardigd. Daarnaast is het schrappen van de signalering uit de functie in de praktijk niet werkbaar. Zelfs de rechtbank in Haarlem stelde dit in een uitspraak als volgt: “Signaleren is niet los te zien van andere werkzaamheden.” Wie bij iemand thuis is en bijvoorbeeld opruimt en schoonmaakt, signaleert meteen hoe het met de cliënt gaat. Het op papier schrappen van signaleren betekent nooit dat de medewerker niet meer signaleert. Als de cliënt bijvoorbeeld vergeetachtig wordt, dan meld je dat. De situatie na de aanbesteding in 2012 was dat er vijf aanbieders waren die de hele stad mochten bedienen, waaronder Thuiszorg Diakonie die inmiddels zoals we weten failliet is gegaan. Tzorg heeft de medewerkers overgenomen, maar niet met behoud van arbeidsvoorwaarden. Zij zijn er meestal in uren, salariëring en contractduur op achteruitgegaan. In 2014 hebben we een overgangsjaar waarin Den Haag het een en ander duidelijk moet maken en we kunnen zien hoe hard deze wethouder heeft kunnen onderhandelen om alsnog de korting op de hulp bij het huishouden ongedaan te krijgen. Daarom verlengen we een jaar. Inmiddels zijn er ook twee wetten van Agnes Kant en Renske Leijten in de Kamer aangenomen die de gemeenten de ruimte geven om te gunnen in plaats van aan te besteden en reële afspraken over een kostprijs voor de hbh mogelijk maken. Volgens ons is er geen enkele belemmering voor Amsterdam om in 2014 alsnog met vijf stedelijke aanbieders in zee te gaan. Dat staat immers ook in de destijds genomen besluiten en in het bestek. Nu de Diakonie niet langer bestaat, is er dus ruimte om met een nieuwe stedelijke aanbieder in zee te gaan, een die het belangrijk vindt om te signaleren en de medewerkers ook dienaangaande wil betalen. Daarnaast werkte de Diakonie met een groot aantal onderaannemers die door het faillissement van de Diakonie meteen in grote problemen zijn gekomen. De wethouder is hen tegemoetgekomen door ze de resterende maanden van 2013 als zelfstandige aanbieder uren te laten declareren. Als deze aanbieders aantoonbaar goed hebben gepresteerd en naar behoren als zelfstandig leverancier hebben gefungeerd in het afgelopen kwartaal, dan moet het toch mogelijk zijn om deze situatie in het komend jaar in stand te houden. Daarom heb ik twee moties. De VOORZITTER deelt mee dat de volgende moties zijn ingekomen: 51° Motie van het raadslid Van der Pligt inzake de actualiteit hulp bij het huishouden (aanbieders ook in 2014) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1085). Besluit: Genoemde aanbieders ook in 2014 de opdracht inzake hulp bij het huishouden zelfstandig te laten uitvoeren als zij hier de voorkeur aan geven. 52° Motie van het raadslid Van der Pligt inzake de actualiteit hulp bij het huishouden (nieuwe vijfde stedelijke aanbieder) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1086). 18 Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 27 november Raadsnotulen 2013 Besluit: - in 2014 ruimte te bieden aan een nieuwe vijfde stedelijke aanbieder voor de hulp bij het huishouden; - daarbij de voorkeur te geven aan een aanbieder die signalering belangrijk vindt en die voorts de medewerkers voor de hulp bij het huishouden altijd minimaal in Functie Waardering Gezondheidszorg 15 wil betalen en die voldoet aan de in de aanbesteding gestelde kwaliteitseisen. De moties maken deel uit van de beraadslaging. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Burke. Mevrouw BURKE: Ik heb de actualiteit van de SP gelezen en vind het enorm sympathiek dat de SP met deze oplossingsrichting komt. Ik wil graag van de wethouder horen of dit allemaal juridisch haalbaar is. De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Van der Burg. Wethouder VAN DER BURG: Ik wil even heel nadrukkelijk zeggen wat het verband is tussen het vorige debat en dit debat. Mevrouw Van der Pligt zei namelijk dat we over enige tijd zullen weten hoeveel de wethouder van de bezuiniging van 40% af heeft kunnen halen. Ik wil er geen enkel misverstand over laten bestaan. We krijgen te maken met kortingen op het gebied van persoonlijke verzorging, begeleiding en hulp bij het huishouden. Ik verwacht niet dat het kabinet op alle drie de punten de gemeenten tegemoet zal komen. Mijn inzet zal wel zijn om de volgorde persoonlijke verzorging, begeleiding, hulp bij het huishouden aan te houden. Als we bij persoonlijke verzorging te maken krijgen met een overkomst van 5% van het budget met een korting van 15% waardoor we de facto 4,25% overhouden terwijl de doelgroep in Amsterdam 8,3% groot is, dan hebben we te maken met een korting van ongeveer 50%. Ik vind dat dat niet kan. Mijn volgorde zal daarom zijn: persoonlijke verzorging, begeleiding en hulp bij het huishouden als prioriteit bij de onderhandelingen in de komende tijd. We hebben hier uitgebreid in de commissie over gesproken. Voor 2015 denk ik dat het college en de SP, of beter gezegd: het college en de gehele raad, tamelijk snel tot elkaar zullen komen. Wat mij betreft kiezen we voor 2015 voor een bestuurlijke aanbesteding. Ervan uitgaande dat de bezuinigingen van 40% van het kabinet doorgaan, betekent het een dusdanig substantiële wijziging van de cliëntpopulatie die huishoudelijke hulp krijgt, dat er daardoor een andere verhouding komt tussen hulp bij het huishouden | en hulp bij het huishouden Il. Ik heb overigens naar aanleiding van vragen van een medewerker van de SP vandaag een brief aan u getekend waarin ik de verhoudingen voor 2011, 2012 en 2013 aangeef zodat u dat kunt betrekken bij uw afweging in de komende weken of maanden. Er komt een dusdanig andere mix dat het tarief zal gaan in de richting van een tarief dat meer past bij FWG 15 dan bij FWG 10. Voor 2015 doet zich volgens mij geen probleem voor in de discussie in dit gezelschap, afgezien van de kanttekening dat er nog wel forse bezuinigingen aan zouden kunnen komen. Dat laatste moet ik altijd zeggen van de SP. Voor 2014 vinden de SP en het college elkaar niet. Ten eerste kunnen wij niet zomaar met een nieuwe partij in zee gaan. Dan zouden we een vorm van aanbesteding moeten doen, of het nu een bestuurlijke vorm van aanbesteding is of een andere vorm. We kunnen niet een partij uitkiezen waarmee we over vier weken zaken gaan doen. Ten 19 Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum oog vember Raadsnotulen tweede lijkt het mij evenmin verstandig. Als we ervan uitgaan dat er op 1 januari 2015 40% minder budget is voor de hulp bij het huishouden, dan zal zich dat vertalen in bezuinigingen en dus ook in het afbouwen van personele capaciteit. We zijn in gesprek met de huidige zorgleveranciers om ervoor te zorgen dat ze zoveel mogelijk medewerkers in dienst kunnen houden. Als dat niet kan omdat er veel minder capaciteit nodig is, wat kunnen ze dan voor ander werk doen? Een extra aanbieder maakt het probleem in de toekomst daarom eerder groter dan kleiner. Laten we ervoor zorgen dat de huidige vier zoveel mogelijk hun medewerkers in dienst kunnen houden. Om die reden ben ik er ook niet voor. Een derde reden dat ik er niet voor ben, is dat het een beetje vreemd zou zijn als wij bij de vijfde partij zouden kiezen voor een partij waar de FWG 15-schaal de regel is terwijl we vier andere organisaties hebben waarbij dat niet het geval is. Dan ontstaat er een bijzondere vorm van ongelijkheid. We zouden dan ook een ander tarief moeten betalen aan die vijfde partij. We kunnen namelijk niet zeggen: u hebt alleen mensen in schaal 15 in dienst en u krijgt hetzelfde tarief als iemand die mensen in zowel schaal 10 als schaal 15 in dienst heeft. Volgens mij hebben we de discussie daarover gevoerd bij de aanbesteding. De SP heeft die discussie toentertijd niet gewonnen, of zo u wilt: u kreeg uw zin niet van de gemeenteraad. Volgens mij moeten we dit nu niet doen voor 2014. Tot slot: de onderaannemers hebben van de gemeente geen contract gekregen van 7 oktober tot 31 december. Ik heb gezegd dat ik de betaling aan de onderaannemers garandeer. Dat heb ik gedaan vanaf 7 oktober. Vanaf 16 oktober, dus negen dagen later, heeft de curator van het faillissement dit overgenomen. De gemeente hoefde dus slechts voor de periode van 7 oktober tot 16 oktober te betalen. Daarna deed de curator dat voor termijn 11. Inmiddels hebben alle onderaannemers op één na een aannemer gevonden voor wie ze nu werken. De ene onderaannemer die niemand heeft gevonden, heeft twintig van de drieduizend cliënten van de Diakonie. Deze twintig cliënten kiezen voor een pgb- constructie zodat ze bij de onderaannemer kunnen blijven, maar dan als aannemer van de pgb-cliënten. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Van der Pligt. Mevrouw VAN DER PLIGT: Dank voor de verheldering van datgene waarvoor u zich gaat inzetten bij de staatssecretaris. Dat was wel duidelijk. U zegt: een nieuwe partij. Destijds hebben zich veel meer partijen ingeschreven voor de stedelijke aanbieding. We hebben echter alleen aan vijf gegund. Er zijn daarom partijen die het volledige bestek al hebben ingeleverd. U zegt ook dat het oneerlijk zou zijn als we tegen die partij zeggen dat ze schaal 15 moet vergoeden. Stel echter dat er een partij is die dit wil doen en voor de prijs waarvoor de andere het ook doen. Ik ken namelijk een partij die het voor die prijs wil doen en ook zijn personeel fatsoenlijk in schaal 15 wil betalen. Het kan een van de partijen zijn die toevallig aan de stedelijke gunning heeft meegedaan, maar toen niet gekozen is. Wat het personeel betreft: ik denk dat het personeel van de Diakonie dat nu door Tzorg wordt uitgebuit onmiddellijk naar de nieuwe aanbieder zal overstappen. Er is dan ook geen sprake van dat we straks meer personeel hebben, want dan is Tzorg gewoon wat personeel kwijt. De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Van der Burg. Wethouder VAN DER BURG: Mag ik mevrouw Van der Pligt een vraag stellen? Ik stel een vraag in het algemene en dan zie ik wel of mevrouw Van der Pligt wil antwoorden. Ik zei net dat de volgorde waarin ik onderhandel is: persoonlijke verzorging, 20 Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum oog vember Raadsnotulen begeleiding en dan hulp bij het huishouden. Toen zei u: dat was wel duidelijk. Ik meende kritiek te horen in die opmerking. Ik heb daarom twee vragen aan de SP. Klopt het dat ik in die woorden kritiek hoorde? Zo ja, kan de SP mij vertellen wat zij mij als opdracht meegeeft? Wat zou voor u de volgorde van deze drie onderdelen zijn? Die vraag zou ik graag door de SP beantwoord willen hebben. (Mevrouw VAN DER PLIGT: Het mag duidelijk zijn dat wij u bij de vorige actualiteit heel duidelijk hebben gemaakt wat ons standpunt is, net als GroenLinks. Wij willen van die bezuinigingen af, want u hebt zelf gezegd dat ze onuitvoerbaar zijn. Ik wilde alleen illustreren dat u hulp bij het huishouden een tijdlang niet voor niets ‘schoonmaken’ hebt genoemd. Daar bent u gelukkig nu weer van afgestapt. Het maakte voor ons echter heel duidelijk hoe u ertegen aankeek. Daarom zei ik dat.) Net had ik milde kritiek op Groenlinks, maar nu iets meer kritiek op de SP. Ik denk dat het volstrekt niet realistisch is als de VNG gaat onderhandelen en te zeggen: de bezuinigingen op de hulp bij het huishouden moeten in zijn geheel niet doorgaan, de bezuinigingen op de persoonlijke verzorging moeten in zijn geheel niet doorgaan en de bezuinigingen op de begeleiding moeten in zijn geheel niet doorgaan. Kortom: kabinet, vind die 3 miljard euro maar ergens anders. Ik hoop niet dat dat bedrag dan ergens anders binnen de zorg wordt gevonden. De SP en ik verschillen daarover van mening. Dat komt vaker voor. Een tweede punt van kritiek: er kan geen sprake zijn van uitbuiting als Tzorg zich houdt aan de cao die is vastgesteld door werkgevers en werknemers. Ik ga ervan uit dat vakbonden geen cao vaststellen als zij vinden dat er sprake is van uitbuiting. Als er volgens de cao wordt betaald, dan is dat in ieder geval niet het geval. Dat gezegd hebbend, wil ik er geen misverstand over laten bestaan dat we volgens mij in 2015 toe moeten naar een andere verhouding. Ten aanzien van een vijfde partij heb ik een aantal redenen genoemd waarom ik het niet met u eens was. U hebt gezegd dat u een partij kent. Welke vorm van bestuurlijke aanbesteding we ook kiezen, we moeten niet vragen wie er een partij kent waarmee we dan in zee gaan. Dat moeten we op een ordentelijke manier doen. Dat kan niet binnen vier weken voor 2014. We gaan dat voor 2015 op een ordentelijke manier doen. We zullen echt toe moeten naar minder capaciteit en ik zet mij met de huidige partijen in om dat op een goede manier te laten plaatsvinden voor de medewerkers die er nu werken. De discussie wordt gesloten. Aan de orde is de stemming over de motie-Van der Pligt (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1085). De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Burke voor een stemverklaring. Mevrouw BURKE (stemverklaring): Vooral de tweede motie van de SP, om met kleine aanbieders in zee te gaan, vind ik heel erg sympathiek. Helaas laat de juridische houdbaarheid het niet toe om die motie te steunen. De motie-Van der Pligt (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1085) wordt bij zitten en opstaan verworpen. 21 Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 27 november Raadsnotulen 2013 aads De VOORZITTER constateert dat de motie-Van der Pligt (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1085) is verworpen met de stemmen van de SP, GroenLinks en Red Amsterdam voor. Aan de orde is de stemming over de motie-Van der Pligt (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1086). De motie-Van der Pligt (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1086) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Van der Pligt (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1086) is verworpen met de stemmen van de SP en Red Amsterdam voor. De VOORZITTER schorst de vergadering. De VOORZITTER heropent de vergadering. De VOORZITTER: Ik begin met het voorlezen van de resterende spreektijden. Dat is voor sommige partijen relevanter dan voor andere. De PvdA heeft nog 13 minuten, de VVD 17 minuten, Groenlinks 9 minuten, D66 7 minuten, de SP die straks nog het woord wil voeren heeft nog 2 minuten en 32 seconden, het CDA is al 3 seconden over de spreektijd heen, Red Amsterdam heeft nog 15 minuten, de Partij voor de Dieren nog 5 minuten, Trots nog 15 minuten, Witte Stad nog 16 minuten. Het college is ook met 1 minuut en 54 seconden door de spreektijd heen. 23 Gewijzigd initiatiefvoorstel ter instemming van het raadslid de heer Piek van 23 juli 2013, getiteld: Op de dag van de arbeid, arbeidt men, en kennisnemen van de bestuurlijke reactie (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1048) De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Piek. De heer PIEK: We hebben in de commissie een misverstand opgehelderd. De VVD wil ambtenaren geenszins de mogelijkheid ontnemen om stil te staan bij het verleden en stil te staan bij een sociaal belangrijke mijlpaal. Mijn partij verzet zich tegen het Amsterdamse surplus, de extra vrije dag voor ambtenaren. Dat is echt iets exotisch. Vooral het dichthouden van loketten op 1 mei, geen dienstverlening, is archaïsch. Mijn voorstel beoogt dan ook om de service aan de burger te vergroten en op jaarbasis 3 miljoen euro te besparen. Daar kan toch moeilijk iemand tegen zijn. Het viel mij op dat in de commissie niet alle partijen het achterste van hun tong lieten zien. Daarom wil ik nog even in herinnering brengen dat de eerste reactie op mijn voorstel destijds heel positief was gezien de koppen in de krant en de tweets die her en der verschenen. [Spreker toont enkele sheets.] Bijvoorbeeld een tweet van mevrouw Moorman: “Ik vind dat je de Dag van de Arbeid het beste viert door te werken. Extra vrije dag Amsterdamse ambtenaren kost ons 4,5 miljoen euro.” De aanvankelijke reacties waren dus heel positief en toch viel het mij op dat dit bij de commissiebehandeling iets minder duidelijk was. Daarom wil ik vandaag een lakmoesproef houden. Ik hoop op uw steun te mogen rekenen. (De heer DE GOEDE: Allereerst complimenten omdat de voorzitter toestaat dat er beelden gebruikt worden. Dat smaakt naar meer. Dat 22 Jaar 2013 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 Gemeenteraad R Vergaderdatum 27 november Raadsnotulen 2013 mogen we vaker doen. De tweede opmerking is aan de heer Piek gericht. Ik was in de commissie heel duidelijk. U stelt voor om 1 mei als zodanig af te schaffen, maar tegelijkertijd zegt u dat dit 3 miljoen euro oplevert. Ik heb uw voorstel gelezen. Mensen kunnen die vrije dag op een andere dag in het jaar inhalen. Wat levert het dan nog op?) (De VOORZITTER: Voordat ik de heer Piek het woord geef, wil ik erop wijzen dat wij in deze raadzaal geen beelden gebruiken. De enige reden dat het op deze manier wel kan, is dat de heer Piek keurig voorleest wat er staat.) De heer De Goede stelt een duidelijke vraag. In het voorstel staat heel duidelijk wat het oplevert. Op dit moment is 1 mei geen formele feestdag. Als we ervoor kiezen om voor dat exclusieve Amsterdamse surplus ambtenaren de mogelijkheid te geven om voor Goede Vrijdag, de kruisiging van Jezus Christus, te kiezen dat ook niet door iedereen meer gevierd wordt, dan lijkt mij dat een goede ruil. Mensen kunnen dan kiezen tussen het een of het ander. (De heer DE GOEDE: Ik verbaas mij erover dat de VVD geweld tegen Joden dan wel viert, maar dat vind ik flauw. Daar zal ik verder niet op ingaan. Ik wil even terug naar 1 mei. U zegt dat mensen die dag op een andere dag inhalen, bijvoorbeeld op Goede Vrijdag. Wat besparen we dan? Kunt u mij voorrekenen wat de gemeente daar financieel aan overhoudt?) Wij besparen concreet één vrije dag. We leveren één vrije dag in en dat betekent een bedrag van ongeveer 3 miljoen euro. (De heer DE GOEDE: Ik probeer het nog één keer. Als iemand die vrije dag op een ander moment inhaalt, dan levert het toch niets op?) Nee, het gaat om twee dingen. Het gaat om de financiële besparing doordat men een vrije dag minder heeft. Daarnaast gaat het om het vergroten van de service aan de burger door ervoor te zorgen dat de loketten open zijn. Dat is het grote voordeel ervan. Nu zijn alle loketten gesloten en is er geen service mogelijk. Dat is ons een gruwel. Tot slot wil ik de wethouder vragen of hij de toezegging die hij in de commissie heeft gedaan nog eens wil herhalen. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Visser. Mevrouw VISSER: Afgezien van een concrete besparing, hoewel dat ook een belangrijk element is in het voorstel van de heer Piek, is het zeer archaïsch dat deze dagen gevierd blijven worden. De heer Piek zei het ook al. De heer Piek noemt niet eens tweede Pinksterdag, tweede Paasdag en tweede Kerstdag als keuzemogelijkheid terwijl het vrij zijn op dat soort dagen typisch iets voor Nederland is. We vinden dat in het buitenland niet, want daar zijn het gewone werkdagen. De arbeidsvoorwaarden in deze stad en sowieso in ambtelijk Nederland zijn zeer ruim. Vergeleken met het bedrijfsleven steekt dat er schril bij af. Alleen al in dat opzicht is het voorstel van de heer Piek zeer het steunen waard. Wij steunen het dus ook. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer De Goede. De heer DE GOEDE: Op 1 mei 1888, een hele tijd geleden, is de 1 meiviering ingevoerd. Weet iemand nog waarom? Dat was vanwege de invoering van de achturige werkdag. Alles wat wij tegenwoordig hebben aan verworvenheden qua tijd om te 23 Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 27 november Raadsnotulen 2013 besteden aan uitgaan, genieten van de stad, musea en hobby's komt voort uit de invoering van de achturige werkdag. Het is het dan ook waard om elk jaar te gedenken dat dit een groot goed is. Het is namelijk niet vanzelfsprekend. Dat was het toen niet en dat is het nu nog steeds niet in heel veel landen. (De heer PIEK: De heer De Goede spreekt prachtige woorden, maar hebt u wel geluisterd naar wat ik net zei? Volgens mij hebben we in de commissie al het misverstand opgehelderd dat er sprake van zou zijn dat de VVD u of anderen zou beletten om daarbij stil te staan. Sterker nog: dat moet heel goed mogelijk zijn. Het gaat ons om de andere punten.) Stilstaan is mooi, dat hebben we de afgelopen jaren gevierd door er een vrije dag van te maken. Ik ben het met u eens als u zegt: dat kan beter. Ik nodig dan ook graag de liberalen, de christenen, de socialisten en de communisten uit om hand in hand de komende jaren in de stad op te trekken en 1 mei te vieren. Op die manier kunnen we met zijn allen, inclusief de VVD en GroenLinks de verworvenheden van 1 mei nogmaals bevestigen. (De heer PIEK: In dat geval ben ik benieuwd wat de heer De Goede vindt van de tweet van mevrouw Moorman die zegt dat we de Dag van de Arbeid het beste kunnen vieren door gewoon te werken.) Ik hoor dat graag zo meteen van mevrouw Moorman. Als iemand dan wil werken, dan kan dat. Als mensen die dag op een andere manier willen vieren, dan kan dat ook. Op dit moment is de verworvenheid in deze stad dat men op 1 mei vrij heeft om samen te vieren dat de achturige werkdag bestaat. Als u als liberale partij vindt dat dit niet langer hoeft en dat speeltje van de linkse ambtenaren afpakt, dan laat ik dat voor uw rekening. Ik concludeer dan dat u misschien gewoon een rechtse partij bent. (De heer PIEK: Is het de heer De Goede bekend dat de festiviteiten op 1mei om 19.00 uur plaatsvinden en dat ambtenaren gewoon de mogelijkheid hebben om er na afloop van de werkdag naartoe te gaan?) Er zijn overdag heel veel evenementen, mijnheer Piek. Ik stel voor dat wij op 1 mei gezamenlijk daarnaartoe gaan. Mevrouw Van der Pligt knikt ook al ja’. Ik zie een nieuw soort 1 meiviering aankomen waarbij we die dag met zijn allen vieren. Op die manier wil GroenLinks 1 mei als symbool van de achturige werkdag blijven herdenken. Wij zullen dan ook niet instemmen met dit tamelijk rechtse symboolpolitiekachtige voorstel van de VVD. Misschien komen er verkiezingen aan, maar wij houden graag 1 mei in ere. (De VOORZITTER: Mag het iets stiller zijn in de zaal?) De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Van der Burg. Wethouder VAN DER BURG: Ik ben een overtuigd liberaal. Als overtuigd liberaal ben ik ook directeur geweest van vier van de vijf sociaaldemocratische verzorgingshuizen in Amsterdam. Ik was dan ook met enige regelmaat aanwezig als er in het pand 1 meibijeenkomsten waren. Het doet mij goed om er hier veel mensen over te horen spreken, want ik zal in elk geval aan die huizen doorgeven dat ze de komende tijd heel veel leden van de Partij van de Arbeid en van Groenlinks bij dit soort 1 meibijeenkomsten kunnen verwachten. In ieder geval meer dan er in de afgelopen jaren waren. Afgezien daarvan heeft het college in de onderhandelingen met de vakbonden ingebracht dat wij willen kijken naar de drie vrije dagen die Amsterdam extra kent. Eigenlijk zijn het er ongeveer tweeënhalf. Het gaat namelijk ook om Goede Vrijdag en om vier van de vijf keer dat 5 mei gevierd wordt. Voor ons mogen alle drie de dagen ter discussie staan. De vakbonden hebben een andere keuze gemaakt voor 2014. Daarom is dit in 2014 niet aan 24 Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 27 november Raadsnotulen 2013 aads de orde. De heer Piek sprak over een toezegging. Ik weet niet of iedereen het als een toezegging ervaart, maar ik zal wel mijn woorden herhalen. Ook voor 2015 moet er nog steeds 3 miljoen euro worden ingevuld. Dan zal opnieuw aan de orde worden gesteld of deze drie dagen geschrapt kunnen worden, net als een aantal andere zaken. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Piek. De heer PIEK: Ik dank de wethouder voor wat hij net zei. Het is een duidelijk verhaal. Ik ben minder te spreken over het feit dat we de Partij van de Arbeid hier op geen enkele manier horen over het plan waarvan ze aanvankelijk zei dat het zulk een goed plan was. Dat vind ik jammer. Ik weet niet wat erachter zit. Ik zou dat heel graag horen, maar het blijft een beetje stil aan die kant. Als u dadelijk tegen dit plan stemt, dan is dat een vreemde figuur die om nadere verklaring vraagt. Ik ken mevrouw Moorman als iemand met een rechte rug. We zullen het afwachten. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer De Goede. De heer DE GOEDE: Met de woorden van de wethouder denk ik dat de discussie daar gevoerd moet worden waar ze thuishoort. Dat is in het gesprek tussen de werknemers van deze stad en het college. We horen graag wat hun wensen zijn, maar ik vermoed wat deze zijn. Ik wens u veel succes. De discussie wordt gesloten. Aan de orde is de stemming over de voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1048). De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Prins voor een stemverklaring. De heer PRINS (stemverklaring): Wij zullen tegenstemmen. Wij zijn tevreden met de reactie van de VVD-wethouder. Wij beschouwen dit als een kwestie tussen werkgever en werknemer. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Evans-Knaup voor een stemverklaring. De heer EVANS-KNAUP (stemverklaring): Red Amsterdam is er groot voorstander van dat de gemeente op 1 mei open is voor de Amsterdammers. We begrijpen de strekking van dit initiatiefvoorstel en we zullen daarom voorstemmen. De voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1048) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De VOORZITTER constateert dat de voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1048) is verworpen met de stemmen van de VVD, het CDA, Red Amsterdam en D66 voor. 25 Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 27 november Raadsnotulen 2013 aaasnotule 29 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 15 oktober 2013 tot vaststellen van het bestemmingsplan Ronetteterrein (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1054) De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Alberts. Mevrouw ALBERTS: We gaan het Ronetteterrein omzetten naar een gebied waar we straks studentenwoningen neerzetten. Daartoe wordt het bestemmingsplan gewijzigd. Op dat terrein wonen mensen, zij het niet heel veel. Ik vind het netjes als er voor die mensen een goede oplossing gevonden wordt en zij niet op grond van alle voor ons beschikbare juridische regels ontruimd worden als krakers. Dat lijkt mij iets te ver gaan gezien het feit dat ze er een hele tijd wonen. Ik weet dat er gesprekken gaande zijn. Kan de wethouder op de een of andere manier zeggen dat dit op een ordentelijke manier zal worden afgerond en dat de SP zich er geen enkele zorg over hoeft te maken? Ik had eigenlijk willen vragen of we dit kunnen uitstellen totdat de gesprekken afgerond zijn, maar dat vind ik niet terecht. Er is immers ook een ander belang, namelijk het bouwen van studentenwoningen. Ook ik vind dat dit zo snel mogelijk moet kunnen gebeuren. Dit hogere goed mag echter niet ten koste gaan van een aantal anderen. Ik hoop eigenlijk dat iedereen vindt dat dit netjes moet worden afgerond. De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Van Poelgeest. Wethouder VAN POELGEEST: We hebben hier in de commissie tamelijk uitgebreid over gepraat. Ik snap de zorg van mevrouw Alberts. Ik voel ook met haar mee. Aan de andere kant weet ik ook niet wat er nu besproken wordt tussen de eigenaar van de grond en de mensen die er al langer wonen. Ik vind dat de gemeente daar niet tussen moet gaan zitten. De eigenaar van de grond heeft de verantwoordelijkheid om dit op een fatsoenlijke en ordentelijke manier te regelen. Ik heb overigens geen indicaties dat hij dit niet wil, maar we letten wel op. Ik hoop dat mevrouw Alberts daarmee uit de voeten kan. De VOORZITTER: Mevrouw Alberts knikte. De discussie wordt gesloten. Aan de orde is de stemming over de voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1054). De voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1054) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1054 met algemene stemmen is aangenomen. De voordracht wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 1054 van afd. 1 van het Gemeenteblad. 26 Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 27 november Raadsnotulen 2013 32 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 5 november 2013 tot het uiten van wensen en bedenkingen ter zake van de strategienota, getiteld: Het Marineterrein, en bijbehorende financiële paragraaf, instemmen met de kaders voor de uitvoering van de ontwikkeling van het Marineterrein en beschikbaar stellen van 5,5 miljoen euro vanuit het Amsterdams investeringsfonds (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1062) Bij dit agendapunt wordt ingekomen stuk nr. 29 betrokken. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Van der Ree. De heer VAN DER REE: Wij hadden het bij een stemverklaring kunnen houden, maar nu de heer Mulder om behandeling heeft gevraagd, zal de VVD ook een paar positieve woorden spreken. Wij zijn vanaf het begin hierbij betrokken geweest. Mijn voormalige collega Frank van Dalen heeft nog een manifestatie georganiseerd op het Marineterrein, samen met de heer Van Drooge. Die is druk bezocht. Veel Amsterdammers hebben op een positieve manier meegedacht. Alles in een stroomversnelling gekomen. Er ligt nu een voorstel waar wij positief over zijn. Herstel van het stedelijk weefsel, een innovatieve werkplaats, vasthouden aan de maritieme geschiedenis en geleidelijkheid. Dat kwam tijdens de bijeenkomst van de VVD en het CDA en later in de gemeentelijke bijeenkomst tot uiting. We verkeren in een crisis en we kunnen niet het hele terrein in een keer ontwikkelen. Er komt geen nieuw icoon, maar het terrein moet zelf een icoon worden. Wij zijn voor, maar we hebben wel een paar kanttekeningen. Wij vinden de maritieme geschiedenis belangrijk, maar ook de Marine. De Marine is een instituut dat al honderden jaren aan Amsterdam verbonden is. Het zou prettig zijn als dat zou blijven, in welke vorm dan ook. Daar vragen wij graag aandacht voor. We zien ook dat het Marineterrein op dit moment functioneert als een beschermd gebied. Als een koninklijke hoogheid Amsterdam bezoekt of als er iets bijzonders is waar een beveiligd gebied voor nodig is, dan wordt het Marineterrein gebruikt als beveiligde parkeerplaats en als plek waar een helikopter kan landen. Wij denken dat een hoofdstad een dergelijk gebied nodig heeft. Ook daar vragen wij aandacht voor. Wij stemmen voor met één kanttekening, namelijk bij punt 3h. U raadt het al: wij zijn er geen voorstander van dat, als gebouwen of delen van het gebied worden overgedragen, er gemeentelijke erfpacht onder gevestigd wordt. Wij worden daarom geacht straks tegen punt 3h te zijn. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Visser. Mevrouw VISSER: Ook D66 is blij met het plan dat er nu ligt. Gezien de economische situatie is er een goede, creatieve manier gevonden om een begin te maken met het ontwikkelen van het Marineterrein. Vanaf nu is er een kans om in te spelen op de bestaande ideeën en om de kansen te benutten. Het is ook heel goed dat er nu een passende manier is gevonden om het AIF in te zetten. D66 is blij dat er zodoende minder geld op de plank blijft liggen nu de stad de resterende investeringskracht zo goed kan gebruiken. In de commissie is het plan nauwelijks besproken. Er was haast bij. Ik heb zelf een aantal vragen gesteld die allemaal goed zijn beantwoord. Ik heb er dan ook geen twijfels meer bij. Er is echter één aspect waar ik nog aandacht voor wil vragen en waar ik graag antwoord van de wethouder op wil hebben. Het betreft de saneringskosten. Het is in dit 27 Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 27 november Raadsnotulen 2013 land een goed gebruik dat eigenaren van gronden en gebouwen zelf verantwoordelijk zijn voor de saneringskosten, maar dat is in dit geval niet op die manier geregeld. Ik citeer uit de gemeenteraadsflap. Er staat letterlijk: “Het Rijk heeft informeel aangegeven voor onvoorziene saneringskosten een grotere eigen verantwoordelijkheid te voelen.” Dat zijn geen termen waarmee we gewoonlijk zaken regelen. Er is een aantal voorbeelden in dit land, waaronder de MS Rotterdam, die ik in herinnering roep waarbij de asbestsanering tot gigantische overschrijdingen leidde. De enige ontsnapping die de gemeente Amsterdam dan heeft is om zich terug te trekken uit het plan. Dat lijkt mij echter niet wenselijk. Als het straks zo ver is, dan denk ik niet dat de gemeente Amsterdam zal zeggen: Rijk, wij betalen alle kosten. Er is immers afgesproken dat alle kosten die de gemeente Amsterdam heeft gemaakt voor de ontwikkeling tot dan toe worden terugbetaald. Er is dus geen financieel risico aan verbonden. Het is echter een vreemde figuur als Amsterdam zegt: hier hebt u het Marineterrein terug en wij bemoeien ons er niet meer mee. Daar wil ik dus graag iets meer zekerheden over. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Schimmelpennink. De heer SCHIMMELPENNINK: We praten over de plaats waar vroeger de admiraliteit van Amsterdam gevestigd was. De plek heeft dus icoonwaarde. Ik heb in het verleden wel eens met marinemensen gesproken en gevraagd of ze niet beter weer aan diep vaarwater zouden kunnen liggen. Ik dacht toen dat er misschien geruild kon worden. Uiteindelijk is het terrein toch van Amsterdam geworden. Daar zijn we hartstikke blij mee. Ik ben er minder blij mee dat de Marine verdwijnt. Ik kan me voorstellen dat we toch met de Marine gaan praten en vragen of het niet aardig zou zijn als de Marine af en toe buitenlandse schepen zou ontvangen. Dan kunnen we de relatie een beetje in stand houden. Misschien kunnen we een financiële ruil maken, want in de torens kan best een plekje voor de Marine komen. Dit is een veelomvattend voorstel, er komt 50.000 m° woningen die kennelijk tamelijk klein zijn, maar ik denk dat we toch iets moeten doen om de oude admiraliteit van Amsterdam hier vast te houden. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Alberts. Mevrouw ALBERTS: Het is niet mijn gewoonte om in allerlei loftuitingen uit te barsten. De raad zou het vreemd vinden als de SP dat zou doen. Hier is echter wel degelijk een compliment op zijn plaats. Ik denk dat wethouder Van Poelgeest ervoor gezorgd heeft dat Amsterdam weer iets terugkrijgt wat van Amsterdam is. Een heel groot stuk Marineterrein dat gewoon weer voor alle Amsterdammers is. Ik zou zeggen: chapeau. Hartstikke goed gedaan. De VOORZITTER: Mevrouw Alberts, aan het applaus te horen, moet u dat vaker doen. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Van Doorninck. Mevrouw VAN DOORNINGK: Als ik zelf de loftrompet over mijn eigen wethouder wil steken, dan is het een beetje jammer dat de SP dat net al gedaan heeft. Ik kan alleen maar haar woorden herhalen. Hiermee komt inderdaad een grote wens van heel veel Amsterdammers uit. Een stuk Amsterdam komt terug naar Amsterdam. Ik kan mij de eerste dagen van deze wethouder herinneren toen hij deze wens ook al eens uitsprak en 28 Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum oog vember Raadsnotulen toen niet van de hele raad applaus kreeg. Ik kan me herinneren dat de VVD en het CDA er niet zo blij mee waren. Het is heel mooi dat, aan het eind van een periode, dit stuk Amsterdam weer terug bij Amsterdam komt. Het is nog mooier dat het organisch ontwikkeld wordt, dat Amsterdammers meepraten en dat er een groot stuk groen komt voor Amsterdammers. Wat ons betreft wordt het ook Amsterdamse grond. Er staat een passage in waarin staat dat eventueel het Rijk aan derden kan verkopen. Laten we proberen om deze grond in handen van Amsterdam te laten komen en dat Amsterdam dit mooie stuk Amsterdam voor Amsterdammers kan ontwikkelen. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Mulder. De heer MULDER: Ik ben blij dat ik om behandeling heb gevraagd. Zo kan iedereen nog aan de geschiedschrijving bijdragen. In de eerste plaats is het natuurlijk wethouder Van Poelgeest die hier een mooi staaltje gebiedsontwikkeling 2.0 laat zien. We willen u dan ook bedanken voor de geboden ruimte die de voorstellen nog hebben. Ze bieden ruimte om het gebied mooi en gemengd te ontwikkelen. Voorlopig blijft een aantal functies gehandhaafd. Dat accepteren we. Het is niet erg. Misschien is zelfs de heer Schimmelpennink daarmee een beetje gerustgesteld. Het is echter wel degelijk een locatie waar we kunnen inbreien en ruimte voor woningbouw kunnen creëren. Ik zou u dan ook vriendelijk willen verzoeken om ons amendement op de structuurvisie aan het dossier voor uw opvolger mee te geven zodat die er af en toe naar kan kijken. Ook in dat amendement staat duidelijk dat we het groen daar voor het centrum heel belangrijk vinden. Liesbeth van der Pol sprak laatst over dit gebied als een blauwdruk. U maakt een blauwdruk. Zij bedoelde daarmee blauw vanwege het water en druk in relatie tot de druk die op het centrum heerst. Dit soort blauwdrukdenken moedigen wij aan. Ik was overigens bij een bijeenkomst van ARCAM, het architectuurinstituut, waar dertig ideeën voor een goede invulling van het terrein werden gegeven. Het is goed dat de professionals meedenken. Maak gebruik van de kennis die er is in de stad. Mensen willen ook graag meedenken. We investeren ook iets voor. Dat vinden wij niet erg. Sterker: wij vinden het goed dat het nog steeds gebeurt. Niet op de gigantische manier waarop het voorheen gebeurde, maar een beetje gefaseerd. We krijgen er iets moois voor terug, namelijk meer grond in erfpacht. Dat kunnen we alleen maar toejuichen. We danken u voor de voorstellen en we verheugen ons op alle ontwikkelingen die hier de komende jaren kunnen plaatsvinden en die wij nog niet kennen. De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Van Poelgeest. Wethouder VAN POELGEEST: Alle woorden over historische momenten worden op dit moment een beetje de bekende open deuren die nog eens ingetrapt worden. Ik zal dat aan het eind nog even doen. Het college is het eens met de opmerkingen over de functie van de Marine en de maritieme geschiedenis. Dat staat ook duidelijk in het stuk. Ik weet niet of de Marine of Defensie op termijn nog in dit gebied aanwezig wil blijven, letterlijk met een kantoor of met een activiteit. Men is voorlopig echter nog niet weg, want het verloopt allemaal heel gefaseerd. Dat is dus een kwestie van afwachten. We hebben wel met het Rijk afgesproken dat de maritieme geschiedenis die deze plek heel sterk markeert, ook historisch, op een bepaalde manier zichtbaar en levend moet worden gehouden. Ik denk dat iedereen in deze zaal dat ook belangrijk vindt. Het is nog afwachten hoe dat vervolgens gebeurt. Dat zal de toekomst uitwijzen. 29 Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum oog vember Raadsnotulen Ik denk dat de opmerking van mevrouw Visser over de saneringskosten heel terecht is. Ik wil u toezeggen dat dit nog verder wordt uitgewerkt. Het is nu zodanig geregeld dat wij niet voor hoge kosten komen te staan. Dat is ook in de brief heel duidelijk uitgelegd. Er zijn van tevoren verkenningen gedaan en er is geen aanleiding om te denken dat er een enorme gifbelt onder het terrein zit. Mocht zich dat echter toch voordoen, dan weten we dat onze partner, het Rijk, vooralsnog niet de grootste boef in Nederland is. In de intentie is er daarom materieel iets over uitgesproken. Situaties als bij de SS Rotterdam, niet de MS Rotterdam, maar de SS Rotterdam, zien wij er niet van komen. Ik zeg u echter toe dat bij de verdere uitwerking nog aandacht aan dit punt besteed zal worden. Ik dank mevrouw Alberts hartelijk voor de bijzonder aardige woorden. Ik doe dat mede namens de heer Van der Burg, de heer Oranje en de heer Van der Laan. Wij zaten met zijn vieren in het bestuurlijk team. Ik doe het vooral ook mede namens de ambtenaren die hier tamelijk hard aan gewerkt hebben. Tot slot mag ik misschien een hartewens doen. Dit terrein komt op de een of andere manier terug naar de stad. Ik ben op 19 maart 2014 jarig en het zou heel mooi zijn als ik nog vlak voor mijn verjaardag of op mijn verjaardag op de fiets door dit gebied zou kunnen fietsen om te vieren dat het gebied weer terug is gekomen naar de gemeente Amsterdam. Dat heeft vanzelfsprekend alleen met mijn verjaardag te maken. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Visser. Mevrouw VISSER: Ik wil de wethouder hartelijk danken voor zijn toezegging. Ik hoop dat de commissie nog wordt geïnformeerd over het uiteindelijke resultaat. Wij zullen uiteraard voor het voorstel stemmen waarbij ik wil benadrukken dat wij geacht worden tegen dit onderdeel van het contract te zijn. De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Van Poelgeest. Wethouder VAN POELGEEST: Mevrouw Visser wil tegen een onderdeel van het contract zijn. Dat is een beetje lastig. Wij maken een ondeelbare afspraak met het Rijk over de manier waarop we dit gebied in de komende tien jaar willen ontwikkelen waarbij we over en weer verplichtingen aangaan. We hebben de intentie uitgesproken om, als zich iets voordoet, dit in redelijkheid en op een keurige manier samen op te lossen. Nu is dat nog een beetje abstract geformuleerd. Ik snap heel goed dat u dat nog een keer iets preciezer terug wilt zien. Als u het feit dat dit nu niet precies is uitgewerkt zo zwaarwegend vindt, dan moet u tegen het voorstel stemmen. Ik kan nu niet terug naar het Rijk gaan en zeggen: er wordt over de sanering net iets anders gedacht. Nee, we spreken over dit punt een intentie uit ten opzichte van elkaar. (Mevrouw VISSER: Het feit dat het bij een intentie is gebleven, was juist mijn bezwaar. Ik snap wel dat u het contract nu niet kunt openbreken en dit onderdeel kunt veranderen. Zeker niet vanwege de deadline. Ik heb daar ook alle begrip voor. Wat is echter uw toezegging waard? U zegt nu in feite toe wat er in de stukken al staat, namelijk dat u probeert om er in goed overleg samen uit te komen.) Er is geen grote haast bij. Er hoeft niet over een maand of over twee maanden een voorstel te liggen. Wat we kunnen doen is nader aan te duiden wat ‘goed overleg’ betekent en hoe de verantwoordelijkheden in elkaar zitten. Daar valt wel iets meer over te zeggen dan wat er nu staat. Ik zeg u toe om daar met het Rijk over te praten om er iets 30 Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 27 november Raadsnotulen 2013 meer handen en voeten aan te geven. Dit had een beetje met tijdsdruk te maken en niet met onwil. Als het Rijk zich onredelijk op zou stellen als we iets tegenkomen, dan is het voor u van belang om te weten dat we er financieel niet aan vastzitten. De discussie wordt gesloten. Aan de orde is de stemming over de voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1062). De voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1062) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1062) met algemene stemmen is aangenomen. De voordracht wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 1062 van afd. 1 van het Gemeenteblad. De VOORZITTER: Dames en heren, ik wens u allen van harte wel thuis. Ik zie u graag in december in deze zaal terug. De VOORZITTER sluit de vergadering om 21.50 uur. 31 Jaar 2013 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 Gemeenteraad R Vergaderdatum 27 november Raadsnotulen 2013 INDEX 1038 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 29 oktober 2013 tot kennisnemen van de 8-maandsrapportage 2013 en vaststellen van onderdelen van de 8-maandsrapportage 2013 … nnen ennen ennenneeer en enensenene neen enennenene eenen Î 1046 Initiatiefvoorstel ter instemming van het raadslid mevrouw Ulichki van 9 juli 2013, getiteld: Een toegankelijke opvang voor dak- en thuislozen: over regiobinding, sociale binding en bad, bed en brood voor iedereen, en kennisnemen van de bestuurlijke reacti® ………..n nennen enennnnenerreneenenennennseresenennennene nennen enennennne neren nenvennennnereenenenennnnnenn 1 1047 Initiatiefvoorstel ter instemming van het raadslid mevrouw Van der Pligt van 17 april 2013, getiteld: Daklozenopvang in zelfbeheer uitbreiden, en kennisnemen van de bestuurlijke reacti@ … nnn ennenene neren en enenenneneneer ene eennennne nennen enennenneennenenennennnen | Ô 1048 Gewijzigd initiatiefvoorstel ter instemming van het raadslid de heer Piek van 23 juli 2013, getiteld: Op de dag van de arbeid, arbeidt men, en kennisnemen van de bestuurlijke reactie … nnn ennenenenenenenenenennene nennen eeennenene nennen enennennne rennen enen nenn nen 1054 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 15 oktober 2013 tot vaststellen van het bestemmingsplan Ronetteterrein … ennen 20 1062 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 5 november 2013 tot het uiten van wensen en bedenkingen ter zake van de strategienota, getiteld: Het Marineterrein, en bijbehorende financiële paragraaf, instemmen met de kaders voor de uitvoering van de ontwikkeling van het Marineterrein en beschikbaar stellen van 5,5 miljoen euro vanuit het Amsterdams investeringsfonds … eneen. 27 1066 Actualiteit van de raadsleden mevrouw Ulichki en mevrouw Van der Pligt van 22 november 2013 inzake het standpunt van Amsterdam ten aanzien van de voortgang van de decentralisatie AWBZ, bij het VNG-congres op 29 november a.s. … 14 1067 Actualiteit van het raadslid mevrouw Van der Pligt van 24 november 2013 inzake hulp bij het huishouden (hhh) … … … nanne nennen eren seneeren sneer eneen rensvere ensen ensen Îf 1082 Amendement van het raadslid Van Drooge inzake de 8-maandsrapportage (dividenduitkering Gemeentevervoerbedrijf aan gemeente niet verhogen met 6,5 miljoen ID 1083 Amendement van het raadslid Ulichki inzake het initiatiefvoorstel Een toegankelijke opvang voor dak- en thuislozen (ontwikkeling beoordelingsinstrument) … … 11 1084 Motie van de raadsleden Ulichki en Van der Pligt inzake het standpunt van Amsterdam ten aanzien van de voortgang van de decentralisatie AWBZ op het VNG- congres op 29 november a.s. … nnen oneven enneerenenneerenenneerenenneneerenveerrvennverr vennen 1À 1085 Motie van het raadslid Van der Pligt inzake de actualiteit hulp bij het huishouden (aanbieders ook in 2014) … nn nennen eneen enneneneerenenennenene nennen enennennnereenenenennennnenn 1 1086 Motie van het raadslid Van der Pligt inzake de actualiteit hulp bij het huishouden (nieuwe vijfde stedelijke aanbieder) … …… … … nnen nnen neen enneerenene nerven eeen 1 32
Raadsnotulen
32
test
> < Gemeente Raadsinformatiebrief Amsterdam Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam Datum 29 april 2022 Portefeuille(s) Verkeer en Vervoer Portefeuillehouder(s): Egbert de Vries Behandeld door Ruimte en Duurzaamheid, [email protected] Onderwerp MIRT-onderzoek Amsterdam Bay Area Geachte leden van de gemeenteraad, Met deze brief informeert het college u over de eindrapportage van het MIRT-onderzoek Amsterdam Bay Area aan. Deze rapportage is parallel ook aan de Tweede Kamer, de Provinciale Staten van de provincie Flevoland en provincie Noord-Holland en aan de gemeenteraden, Almere, regio Gooi en Vecht en de Regioraad van de Vervoerregio Amsterdam aangeboden. Amsterdam Bay Area is pakweg het gebied tussen Amsterdam-Oost/lJburg en Almere, rondom het IJmeer. De ambities voor de Oostflank van de Metropoolregio Amsterdam (MRA), waar de Amsterdam Bay Area deel van vitmaakt, zijn in 2013 vastgelegd in de Rijksstructuurvisie Amsterdam Almere Markermeer (RRAAM). Gezien de toenemende urgentie voor het bouwen van woningen in Nederland, is in het Bestuurlijk Overleg MIRT van november 2019 afgesproken te starten met een MIRT-onderzoek naar de haalbaarheid van de ontwikkeling van de Amsterdam Bay Area als woningbouw- en werkgelegenheidslocatie. Het MIRT-onderzoek Amsterdam Bay Area is uitgevoerd door de Rijksoverheid, provincies Flevoland en Noord-Holland, Vervoerregio, regio Gooi en Vechtstreek en de gemeenten Amsterdam en Almere. Het is gericht op ruimtelijke-economische ontwikkeling, bereikbaarheid, natuur en ecologie, werelderfgoed, duurzaamheid, landschap, ruimte en haalbaarheid. Doel van het onderzoek is om gezamenlijk met alle relevante stakeholders de opgaven en mogelijke oplossingsrichtingen in het gebied in kaart te brengen en op hoofdlijnen op haalbaarheid te beoordelen. In februari 2022 is het MIRT-onderzoek vastgesteld in de Programmaraad SBaB. Komende periode worden er op verschillende delen, waarover later meer, verdiepende studies gedaan. Eind 2022 wordt het besluit van de Programmaraad over de afronding van het MIRT-onderzoek voorgelegd aan het BO MIRT om te bekrachtigen. Aan de hand van de opgeleverde kennis en inzichten wordt vervolgens besloten of er aanleiding is voor het zetten van een volgende stap. Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 29 april 2022 Pagina 2 van 3 Conclusies MIRT-onderzoek 2020-2021 e _Hetgehele gebied Amsterdam Bay Area biedt de fysieke ruimte om tot 2050 100.000 woningen en 40.000 arbeidsplaatsen te realiseren. Van vitaal belang is daarbij dat er arbeidsplaatsen bijkomen in Almere. Wanneer werk, recreatie en wonen bij elkaar komen, ontstaat er een betere mobiliteitsbalans in de regio. e Ecologie en natuur vormen een belangrijke grondslag voor de gezonde ontwikkeling van woningbouw, infrastructuur en recreatie. Hiermee dragen we bij aan het Toekomstbestendig Ecologisch Systeem in het Markermeer-IJmeer. Door vanaf de start circulair, klimaatadaptief, natuurinclusief en energieneutraal te ontwikkelen wordt de Amsterdam Bay Area een voorbeeldproject van duurzame gebiedsontwikkeling. e Door de hierboven beschreven verstedelijkingsambitie in het gebied, nemen de bereikbaarheidsopgaven toe. Bij 25.000 extra woningen in Almere (ca. 2030) functioneert het OV-systeem in ABA redelijk goed, maar raakt de weg vol. Nieuwe investeringen in infrastructuur zijn dan nodig. Bij 35.000 woningen in Almere is een grotere stap, ook in het OV, nodig. e Het MIRT-onderzoek toont aan dat binnen de drie onderzochte alternatieven een IJmeermetro of - in mindere mate - de uitbreiding van het hoofdspoor een oplossing kan zijn om de capaciteit van het OV-systeem sterk te verhogen en daarmee de OV- bereikbaarheid te verbeteren. Het onderzochte alternatief kan echter niet zondermeer aangesloten worden op het Amsterdamse metronetwerk. e De onderzochte alternatieven bieden geen oplossing voor de knelpunten op het wegennet (Aa en A6). De IJmeerweg lost deze knelpunten niet op, waardoor zorgen blijven bestaan over de autobereikbaarheid. Daarom wordt dit jaar een aanvullend onderzoek uitgevoerd naar de wegknelpunten en mogelijke oplossingen. Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 29 april 2022 Pagina 3 van 3 Vervolg Het MIRT-onderzoek Amsterdam Bay Area vergt nog extra onderzoeken voor een Startbesluit genomen kan worden. In 2022 wordt aan de volgende onderdelen gewerkt: 1. Een onderzoek naar de aansluiting op het Amsterdamse metronetwerken en de mogelijke, globale gevolgen voor de kosten en baten; 2. Eenverdiepend onderzoek naar de wegknelpunten rond Amsterdam Bay Area; 3. De uitwerking van een no-regrets pakket, met maatregelen gericht op Almere voor realisatie van eerste 25.000 woningen tot 2030; 4. Zowel de rijks- als regionale partijen starten met het concreet maken van de bekostiging, dat is een voorwaarde voor het op termijn opstarten van een MIRT -verkenningsfase. Parallel lopen bestaande programma’s en projecten door, zoals de Bedrijfsterreinenstrategie; de Marker Wadden en de Oostvaardersoevers. Hierbij werken alle genoemde partijen intensief samen op het gebied van economie; ecologie en natuur. Met vriendelijke groet, Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, Egbert J. de Vries Wethouder Verkeer en Vervoer, Water en Luchtkwaliteit Bijlagen 1. De eindrapportage van het MIRT-onderzoek Amsterdam Bay Area 2. Een overzicht van de onderliggende opvraagbare onderzoeken Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Brief
3
train
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad x% Motie Jaar 2020 Afdeling 1 Nummer 1664 accent Behandeld op 17 december 2020 Status Aangenomen bij schriftelijke stemming op 21 december 2020 Onderwerp Motie van de leden Kilig, Van Renssen en Veldhuyzen inzake verduurzamen inkoop energie en energieverbruik van datacenters (“Verduurzamen datacenters”) Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over het Vestigingsbeleid datacenters gemeente Amsterdam 2020 — 2030 (Amsterdam Duurzaam Digitaal). Constaterende dat - _ Datacenters een grote aanspraak doen op de stroomvoorziening in de regio; - De markt voor groene stroom een aanbiedersmarkt is, waarin de vraag snel toeneemt maar nog steeds schaars is; - Datacenters schaarse ruimte, water en energie slurpen; -_In het Vestigingsbeleid Datacenters Amsterdam tot 67 MVA per jaar ruimte wordt gemaakt voor de nieuwvestiging van datacenters; - De aanspraak die deze datacenters doen op de groene stroomvoorziening in de regio niet in verhouding staat met hun bijdragen aan de belastinginkomsten die aangewend worden voor de subsidies van de ontwikkeling van dergelijke groene stroomvoorzieningen:; - Bij de bouw van duurzame energievoorzieningen de stroom wordt uitgedrukt in hoeveel huishoudens hierdoor kunnen worden voorzien van groene stroom, maar dat de stroom in feite naar commerciële bedrijven gaat die zich dan als ‘groen’ kunnen presenteren; -__ Sommige commerciële partijen veel te weinig bijdragen aan de verduurzaming van de stad ten opzichte van de middelen die zij verbruiken; - De ruimtevraag, watergebruik en energieverbruik zo beperkt mogelijk moeten zijn, gelet op de schaarste en duurzaamheid. Overwegende dat: - De gemeente Amsterdam strenge eisen kan stellen in het vestigingsbeleid voor datacenters en deze datacenters daarmee laten bijdragen aan de duurzaamheidsdoelstellingen en de energietransitie, mede omdat Amsterdam als locatie met hyperconnectiviteit ook met strengere eisen een goede concurrentiepositie heeft; -__ Andere grootgebruikers van stroom, zoals de NS, een langdurig contract afsluiten met een energieleverancier en daarmee bijdragen aan de totale hoeveelheid groene stroom in Nederland; -__ Grootverbruikers van stroom hun verantwoordelijkheid dienen te nemen door 1 te investeren in de uitbreiding van de groene stroomvoorzieningen en daarmee bij te dragen aan de energietransitie en verduurzaming; -__ Het niet nakomen van de belofte, om het aantal huishoudens aan te sluiten op de groene stroom uit de duurzame parken uit de regio, het draagvlak voor duurzame stroomopwekking enorm onderuit haalt; - Het wenselijk is dat elke nieuwvestiging van datacenters in Amsterdam zo duurzaam mogelijk is in het verbruik van water, ruimte en energie, waarbij de energie wordt gebruikt van de hoogste kwaliteit, die het liefste duurzaam wordt opgewekt in Nederland; - __ Het wenselijk is dat datacenters die een grote ruimtevraag hebben voor Amsterdam en de regio, ook een bijdrage leveren aan de lokale werkgelegenheid en opleiding voor alle Amsterdammers en inwoners van de regiogemeenten. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: Het gesprek aan te gaan met de sector om grotere stappen te zetten richting het verduurzamen van datacenters in (de regio) Amsterdam, met als concrete inzet minimale inkoop duurzame energie label B, verduurzaming van de noodvoorzieningen, maximale inzet op energiebesparing en de bijdrage aan social return en werkgelegenheid en/of opleiding voor (de regio) Amsterdam. De leden van de gemeenteraad A. Kilig N.A. van Renssen J.A. Veldhuyzen 2
Motie
2
val
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2017 Afdeling 1 Nummer 1011 Datum indiening 8 augustus 2017 Datum akkoord 12 september 2017 Publicatiedatum 13 september 2017 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Van Soest inzake RMC, de aanbieder van Aanvullend Openbaar Vervoer in Amsterdam. Aan het college van burgemeester en wethouders Toelichting door vragenstelster: De Partij van de Ouderen in de Amsterdamse gemeenteraad wil graag meer weten over RMC, de aanbieder van Aanvullend Openbaar Vervoer in Amsterdam Zuidoost. Gezien het vorenstaande heeft het lid Van Soest, namens de fractie van de Partij van de Ouderen, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Is het college bekend met het bericht 'Bejaard stel bijna drie uur in de kou'? ' Antwoord: Ja, het college is bekend met dit bericht. 2. Deelt het college de mening van de Partij van de Ouderen dat het mensonterend is om cliënten van het Aanvullend Openbaar Vervoer urenlang te laten wachten”? Zo ja, welke maatregelen gaat het college nemen tegen aanbieders van het Aanvullend Openbaar Vervoer die er een ratjetoe van maken? Antwoord: Het college betreurt de hinder en het ongemak dat Aanvullend Openbaar Vervoer (AOV) cliënten hebben ondervonden door de opstartproblemen bij RMC in de maand juli 2017. De gemeente ziet erop toe dat, door middel van monitoring van de prestaties en intensief voortgangsoverleg RMG conform de gestelde eisen in het Programma van Eisen (PvE) op tijd rijdt en werkt. De gemeente heeft RMC opgelegd om maatregelen te nemen ter verbetering van de capaciteitsinzet, bereikbaarheid en klachtenafhandeling. Gedupeerde cliënten zijn gebeld door RMC om persoonlijk excuses aan te bieden. RMC heeft met hen doorgenomen wat precies de situatie is geweest en hoe RMC dit in de toekomst kan voorkomen. RMC heeft cliënten (die daarmee instemmen) een persoonlijke travel-consulent toegewezen die speciaal aandacht besteedt aan de ritten die men boekt om te zorgen deze naar tevredenheid ! 'Bejaard stel bijna drie uur in de kou' De Telegraaf, 1 augustus 2017 1 Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R Neng lot Gemeenteblad Datum 13 september 201 7 Schriftelijke vragen, dinsdag 8 augustus 2017 verlopen. RMC heeft bij gedupeerde cliënten bloemen thuis laten bezorgen en gemaakte onkosten aan hen vergoed. Toelichting door vragenstelster: De verantwoordelijk wethouder Verkeer & Vervoer, waar Doelgroepenvervoer zoals Aanvullend Openbaar Vervoer (AOV) onder valt, heeft aangegeven een onderzoek te starten naar de problemen bij het AOV. 3. Waar bestaat dat onderzoek uit? Wordt hierbij het gehele aanvullend openbaar vervoer in Amsterdam onderzocht? Worden alle gebruikers van het aanvullend openbaar vervoer hierbij geënquêteerd over hun ervaringen met de aanbieders van aanvullend openbaar vervoer? (graag een gedetailleerd antwoord) Antwoord: Het onderzoek van de wethouder Verkeer & Vervoer focust zich op de oorzaken die ten grondslag hebben gelegen aan de opstartproblemen bij RMC. Dit heeft betrekking op hun punctualiteit, capaciteitsinzet, bereikbaarheid en afhandeling van klachten (o.m. te laat opgehaald, ritprijs). Bij dit onderzoek worden de gebruikers van het aanvullend openbaar vervoer (AOV) geënquêteerd. Het AOV omvat namelijk naast de vervoersproducten in perceel À (dat wordt uitgevoerd door RMC), ook vervoersproducten in perceel B (dat wordt uitgevoerd door Transvision). Daar is geen sprake van problemen. Transvision verzorgde al in de voorgaande vervoersperiode (2012 tot 2017) het vervoer in perceel B. Naast dit specifieke onderzoek (naar de oorzaken van de opstartproblemen bij RMC), krijgen gebruikers van het AOV (dus zowel bij RMC als Transvision) van de gemeente de mogelijkheid, door middel van een periodiek klanttevredenheids- onderzoek (KTO), om hun mening te geven over de uitvoering van het AOV door RMC en Transvision. Deze KTO wordt in opdracht van de gemeente uitgevoerd door een onafhankelijk extern bureau en vindt plaats op basis van een representatieve steekproef onder gebruikers. 4. Binnen welke termijn kan de fractie van de Partij van de Ouderen rekenen op goed aanvullend openbaar vervoer in Amsterdam, waarbij incidenten zoals die van in het weekend van 5/6 augustus 2017 tot het verleden behoren? Antwoord: De gemeente ziet er strak op toe dat de uitvoering van het AOV plaatsvindt, conform de gestelde eisen. RMC betreurt de hinder die sommige AOV-cliënten hebben ondervonden en heeft actief maatregelen getroffen om de oorzaak van de opstartproblemen weg te nemen en de dienstverlening weer zo snel mogelijk op peil te krijgen en te houden. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 2
Schriftelijke Vraag
2
val
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2018 Afdeling 1 Nummer 1384 Datum indiening 26 oktober 2018 Datum akkoord 18 december 2018 Publicatiedatum 20 december 2018 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Poot inzake het aanpakken en voorkomen van cybercriminaliteit bij bedrijven. Aan de gemeenteraad Toelichting door vragenstelster: Als gevolg van het snel groeiende gebruik van ICT krijgen bedrijven steeds vaker te maken met cybercriminaliteit en verschuiven de problemen van ondernemers zoals inbraak en diefstal meer van fysieke eigendommen naar online. Uit onderzoek blijkt dat 60% van de bedrijven wordt geconfronteerd met cybercriminaliteit en dat 20% daadwerkelijk slachtoffer wordt.’ Ondernemingen die te maken krijgen met cybercriminaliteit kunnen door hacks worden platgelegd, gegijzeld door software en hun data kan worden gestolen. Een treffend voorbeeld betreft een sleutelbedrijf wiens sleutelgegevens en adressen door criminelen werden gebruikt om een groot aantal inbraken te plegen.” Cybercriminaliteit kan de bedrijfsvoering van ondernemingen ernstig schaden en zelfs leiden tot een faillissement. Daarnaast kan cybercriminaliteit een inkomstenbron van de georganiseerde misdaad zijn, en dus ook andere vormen van criminaliteit in de hand werken. Hoewel Nederlandse bedrijven in vergelijking met andere landen volgens het Centraal Planbureau relatief goed scoren op cyberveiligheid, blijkt uit het hetzelfde onderzoek van het CPB dat met name het midden- en kleinbedrijf minder vaak (voldoende) veiligheidsmaatregelen neemt tegen cybercriminaliteit.” De fractie van de VVD herkent dit beeld in het Amsterdamse bedrijfsleven en hoort dat met name kleine horecabedrijven te maken hebben met cybercriminaliteit. De fractie van de VVD wil voorkomen dat online criminelen hun slag slaan in Amsterdam. Ook wil de fractie van de VVD zorgen dat de stad een aantrekkelijk vestigingsklimaat blijft behouden. Momenteel verwijst de gemeente ondernemers onder andere door naar de veiligheidsscan en de website van het Centrum Criminaliteitspreventie en Veiligheid, maar mogelijk zou de gemeente een actievere rol kunnen spelen, namelijk door bedrijven te adviseren en te helpen bij het nemen van preventieve maatregelen en het vormgeven van een veilige online bedrijfsvoering. 1 https://magazines.rijksoverheid.nl/ezk/ezkinbeeld/2017/05/06-feiten-en-cijfers ? https://magazines.rijksoverheid.nl/ezk/ezkinbeeld/2017/05/06-teiten-en-cijfers $ https://www.accountant.nl/nieuws/2018/10/cpb-cyberveiligheid-nederland-relatief-goed/ 1 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Neng lae4 Gemeenteblad Datum 20 december 2018 Schriftelijke vragen, vrijdag 26 oktober 2018 De gemeente Rotterdam is samen met een verzekeringsmakelaar en risicoadviseur een pilot gestart waarbij ondernemers gebruik kunnen maken van een cybersecurity- pakket. Dit pakket is voorzien van maatregelen die bedrijven kunnen nemen om de ICT-veiligheid te vergroten, een aantrekkelijke verzekering tegen cybermisstanden en een scan van de IT-veiligheid van het bedrijf.“ Ook zijn er op de website van VeiligheidsAlliantie Rotterdam brochures terug te vinden die ondernemers ondersteunen en adviseren hoe zij zich kunnen beschermen tegen cybercriminaliteit. Zo zijn er diverse handreikingen, factsheets en vuistregels te downloaden omtrent online veiligheid voor ondernemers. Tevens tracht de organisatie doormiddel van een campagne de risico’s die ondernemers (kunnen) lopen onder de aandacht te brengen.” Gezien het vorenstaande heeft het lid Poot, namens de fractie van de VVD, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Heeft het college inzicht in het aantal en de soort ondernemingen in Amsterdam dat getroffen is door cybercriminaliteit? Graag een toelichting. Antwoord: De meldings- en aangiftebereidheid met betrekking tot cybercrime is laag. De politiegegevens over cybercrime geven weliswaar een indicatie van de vormen van cybercrime die er worden gepleegd maar geven slechts in beperkte mate inzicht in de totale omvang van computercriminaliteit onder Amsterdamse bedrijven. Uit de geregistreerde gegevens van de politie eenheid Amsterdam blijkt dat in de periode januari 2016 t/m juni 2018 241 keer aangifte is gedaan van een cybercrime zaak waarbij een bedrijf betrokken is geweest. Uit een quickscan/steekproef van de aangiften die zijn gedaan in de eerste helft van 2018 blijkt dat het gaat om verschillende soorten bedrijven. Enkele voorbeelden: bedrijven in de financiële sector en makelaars waarbij de cybercriminelen op zoek zijn naar klantgegevens, bedrijven die bezig zijn met cryptomunten, bedrijven in de kranten business, geen bedrijven in de horeca. In de onderstaande tabel wordt, op basis van de 241 aangiften, de top5 van meest voorkomende computercriminaliteit weergegeven. half jaar Cybercrime delict 2016 2017 2018 Eindtotaal CEO-fraude (incl. Factuurfraude) 17 27 13 57 Ransomware 30 10 8 48 Hacken onbekend motief 11 4 4 19 Telecomfraude 8 5 4 17 Ee iS * http://www.aon.com/netherlands/newsroom/artikelen/aon-en-rotterdam-samen-cybersecurity.jsp ® https://veiligheidsalliantie.nl/bibliotheek/cybercrime/bewustwording-en-preventie-burger/ 2 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R weing lae4 Gemeenteblad Datum 20 december 2018 Schriftelijke vragen, vrijdag 26 oktober 2018 2. Met welke vormen van cybercriminaliteit krijgen ondernemers te maken? Antwoord: Zie het antwoord op vraag 1. 3. Is het college van mening dat het momenteel voldoende zicht heeft op de opvang en verschillende vormen van cybercriminaliteit in Amsterdam? Antwoord: Zoals aangegeven onder 1. geven de politiegegevens over cybercrime weliswaar een indicatie van de vormen van cybercrime die er worden gepleegd maar geven slechts in beperkte mate inzicht in de totale omvang van computercriminaliteit onder Amsterdamse bedrijven. 4. Hoe oordeelt het college over de meld- en aangiftebereidheid onder bedrijven? Antwoord: De tabel bij vraag 1 en 2 is enkel op basis van bij de politie geregistreerde incidenten. Zoals gezegd, het is bekend dat de meldings- en aangiftebereidheid met betrekking tot cybercrime laag is. Uit de cybersecuritymonitor (CBS, 2018) blijkt dat er niet altijd bij de politie wordt gemeld, maar soms juist bij andere instanties: denk aan financiële instellingen of een ICT-dienstverlener. Reden hiervoor is dat het voor bedrijven vaak vooral van belang is dat de schade als gevolg van cybercrime wordt beperkt en hersteld. 5. Doet de gemeente momenteel aan voorlichting aan (startende) ondernemers over de risico's en gevaren omtrent cybercriminaliteit? Zo ja, hoe? Antwoord: De gemeente Amsterdam werkt met politie, OM, regiogemeenten en het georganiseerd bedrijfsleven® samen in het Regionaal Platform Criminaliteitsbeheersing Amsterdam-Amstelland (RPCAA). Het RPCAA werkt aan een veilig ondernemersklimaat en richt zich op preventie van winkeldiefstal, bedrijfsinbraken, overvallen, horizontale fraude en cybercrime. Ondernemers wijzen op de risico’s en voorlichten op de handelingsperspectieven van cybercrime is een van de activiteiten. Jaarlijks biedt het RPCAA stadsdelen, regiogemeenten en het georganiseerd bedrijfsleven een pakket aan voorlichtingen en trainingen. De training databescherming is daar een onderdeel van. Ondernemers maken kennis met de wereld van cybercrime en bewapenen zich met verschillende tips, tricks en tools zodat zij digitaal veiliger kunnen werken. Voor ondernemers in Noord vond op 9 oktober 2018 een training plaats. Op 29 november 2017 organiseerde MKB Amsterdam een training datalekpreventie, maar werd wegens onvoldoende belangstelling geannuleerd. Daarnaast bevat de gemeentelijke website een verwijzing naar een online veiligheidsscan (https://veiligzakelijkinternetten.cyberstatus.nl/) en naar de site www.veiligondernemenbeginthier.nl. De informatie over cybercrime zal binnenkort worden geüpdatet. ° MKB, KHN, ORAM, OV Westpoort, VNO-NCW, Vereniging Amsterdam City, VAZO, VEBAN, 3 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Neng lae4 Gemeenteblad Datum 20 december 2018 Schriftelijke vragen, vrijdag 26 oktober 2018 6. Brengt de gemeente bestaand voorlichtingsmateriaal over cybercriminaliteit, bijvoorbeeld van het centrum voor criminaliteitspreventie en veiligheid op actieve wijze onder de aandacht bij Amsterdamse ondernemers? Zo ja, hoe? Antwoord: Zie het antwoord op vraag 5. 7. Is er momenteel samenwerking tussen de gemeente en het bedrijfsleven en andere relevante partijen, zoals MKB-Nederland/Amsterdam, VNO-NCW of het Platform Veilig Ondernemen, omtrent de aanpak van cybercriminaliteit? Graag een toelichting. Antwoord: Zie het antwoord op vraag 5. 8. Wil het college naar Rotterdams voorbeeld een pilot starten waarbij de gemeente samen met verzekeraars een cybersecurity pakket aanbiedt, bestaande uit een veiligheidsscan, advies en een verzekering? Antwoord: Online was landelijk tot zomer 2018 een gratis veiligheidsscan beschikbaar, zie antwoord onder vraag 5. De scan Veilig Zakelijk Internetten is in opdracht van het ministerie van Justitie en Veiligheid en het ministerie van Economische Zaken en Klimaat ontwikkeld in samenwerking met brancheorganisaties (o.a. MKB Nederland) en cybersecuritybedrijven. De scan zoekt naar de kwetsbaarheden van de digitale omgeving van een onderneming (website en bedrijfsnetwerk) en levert een rapport met bevindingen en advies op. Afgelopen zomer is het Digital Trust Center (DTC) gelanceerd (www.digitaltrustcenter.nl). Het ministerie van Economische Zaken en Klimaat en het ministerie van Justitie en Veiligheid hebben in samenwerking met relevante partners het DTC opgericht om het niet-vitale bedrijfsleven (zoals MKB) in staat te stellen zich weerbaar te maken tegen cybercrime, kortweg: digitaal veilig ondernemen. Het DTC hanteert vijf basisprincipes geformuleerd om digitaal veilig te ondernemen en biedt een volledig en divers informatiepakket. De verwachting is dat via het DTC-informatieplatform ook tools beschikbaar komen. Daarnaast ontwikkelt het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV) met partners uit bedrijfsleven en overheid een risicomodel voor digitale veiligheid en een keurmerk voor cybersecuritybedrijven. Het risicomodel komt in 2019 beschikbaar en geeft ondernemers, leveranciers en verzekeraars het gewenste niveau van te nemen beveiligingsmaatregelen. Hierdoor past het advies bij de situatie van de ondernemer. Het keurmerk zorgt ervoor dat ondernemers weten dat ze kiezen voor een kwalitatief cybersecuritybedrijf. Een ondernemer is in beginsel zelf verantwoordelijk voor het weerbaar maken van zijn of haar bedrijf tegen cybercriminaliteit. Een veiligheidsscan met advies is een goede manier om bewustwording daaromtrent te vergroten. Anders dan bij preventie ziet het college voor haar geen rol in het stimuleren van één verzekering tegen cyberschade. 4 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R weing lae4 Gemeenteblad ummer - …. … Datum 20 december 2018 Schriftelijke vragen, vrijdag 26 oktober 2018 Het college zal het RPCAA vragen te onderzoeken, op basis van bovengenoemde landelijke ontwikkelingen en de ervaringen in Rotterdam, welke cybercrimepreventie-instrumenten (bewustwordingscampagne, veiligheidsscan door ethische hacker etc.) ondernemers nog meer ontwikkeld en ingezet kunnen worden. Burgemeester en wethouders van Amsterdam Femke Halsema, burgemeester Wil Rutten, waarnemend secretaris 5
Schriftelijke Vraag
5
discard
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2016 Afdeling 1 Nummer 1705 Datum akkoord 20 december 2016 Publicatiedatum 21 december 2016 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Van Soest van 28 november 2016 inzake de terugkerende bushaltes in Sloten. Aan de gemeenteraad Toelichting door vragenstelster: De Partij van de Ouderen in de Amsterdamse gemeenteraad is verheugd dat bus 145 per 11 december 2016 is teruggekeerd in Sloten; alleen gaan bij de meeste teruggekeerde haltes de abri's (bushokjes) ontbreken. Gezien het vorenstaande heeft het lid Van Soest, namens de fractie van de Partij van de Ouderen, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Is het college bekend met buslijn 145 die terugkeert in Sloten? Antwoord: Ja, dat is bekend. De gemeente is op 21 november 2016 via een cc van een e-mail van het GVB aan JCDecaux op de hoogte gebracht dat er nieuwe abri's voor lijn 145 worden voorzien, waaronder drie in Sloten. 2. Klopt het dat niet alle haltes worden voorzien van abri's? Antwoord: Ja, dat klopt. In de overeenkomst die de gemeente heeft afgesloten met JCDecaux is afgesproken dat bij alle haltes op het grondgebied van gemeente Amsterdam, daar waar mogelijk en noodzakelijk, abri's worden geplaatst. Er worden geen abri's geplaatst, indien: e er onvoldoende of geen geschikte ruimte is bij de halte; e er nagenoeg geen instappers zijn bij een halte (< 1 per dag); e heteen eindhalte betreft. 3. Deelt het college de mening dat abri's met bankjes zorgen voor beschutting bij nat en guur weer en voor rustpunten voor ouderen, daar zij op de bankjes in de abri's kunnen zitten? Zo ja, is het college bereid, ervoor te zorgen dat bij iedere teruggekeerde halte een abri wordt geplaatst? Antwoord: Ja, wij delen uw mening dat abri's met bankjes zorgen voor beschutting en kunnen functioneren als rustpunt. Uitgangspunt bij het plaatsen van een abri is 1 Jaar 2016 Gemeente Amsterdam Neng Los Gemeenteblad R Datum 21 december 2016 Schriftelijke vragen, maandag 28 november 2016 dat het comfort en de bescherming tegen regen en wind zo groot mogelijk is. Dat wil zeggen 1,60m diep met een zijscherm en een bankje. Als dat niet mogelijk is door het ontbreken van de ruimte of omdat de resterende doorgang smaller is, wordt van het ontwerp afgeweken. Er wordt dan een smaller type abri geplaatst waar geen, of een smaller, zijscherm in zit. Een bankje wordt dan mogelijk vervangen door een steun in de abri. Het komt echter ook voor dat de geschikte ruimte voor een abri in zijn geheel ontbreekt. Bij een permanente halte hoort, wanneer de ruimte het toelaat, een abri. Bij het veranderen van de lijnvoering, horen de abri's mee verplaatst te worden. De werkafspraak is dat op het grondgebied van Amsterdam GVB als hoofdvervoerder de aanvragen bij de gemeente voor nieuwe haltes binnen de gemeentegrenzen doet. Dit doet GVB ook voor haltes waar streekvervoerders gebruik van maken. In het geval van buslijn 145 door Sloten is dat Connexxion. In het reguliere proces is de vaststelling van het jaarlijkse vervoerplan van GVB het moment waarop GVB de benodigde aanpassingen van haltes en abri's aanvraagt bij de gemeente. Dit jaar heeft GVB geen vervoerplan 2017 gepresenteerd. In plaats daarvan ligt er het vervoerplan 2018 voor het moment waarop de Noord/Zuidlijn gaat rijden. De huidige routes van GVB blijven daarom ongewijzigd in 2017. Als gevolg daarvan heeft GVB zelf geen nieuwe haltes en abri’s bij de gemeente hoeven aanvragen. Het doorgeven van de benodigde nieuwe haltes en abri's in Sloten is hierdoor tussen wal en schip gevallen. Na signalen van betrokken reizigers over de nieuwe haltes in Sloten die eind november bij de gemeente binnenkwamen, heeft de gemeente contact opgenomen met SRA en GVB. Om de reizigers zo snel mogelijk een beschutte wachtruimte te bieden, heeft GVB vervolgens met spoed alsnog de aanvragen voor abri’s op de haltes Osdorperweg, Ditlaar en Sportpark Sloten ingediend. Bij de halte Osdorperweg (stad in en uit), Sportpark Sloten (stad in) en Ditlaar (stad in) gaat het om het plaatsen van nieuwe abri's. Bij de halte Ditlaar (stad uit) is vanwege beperkte ruimte nu een smallere nieuwe abri aangevraagd, welke voorheen ontbrak. Op de halte Sportpark Sloten (stad uit) past op het zeer smalle perron geen abri. Zodra de aanvraag is beoordeeld door de gemeente en de genoemde haltes geschikt worden bevonden voor een abri, geeft de gemeente aan JCDecaux opdracht om op deze haltes een abri te plaatsen. Vanaf dat moment duurt het plaatsen van de abri's minimaal twee maanden. Dit komt voornamelijk door de zes weken die nodig zijn voor het aanleggen/-sluiten van de benodigde stroom. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 2
Schriftelijke Vraag
2
train
SO „‚ & « ®: . 4x & sf _CIRCULAIR + INNOVATIE- _W L PROGRAMMA £ ij 4 2016-2018 MET EEN & > DOORKIJK NAAR 2025 & Ken zer _ SR % 2 % 1. Dit circulaire innovatieprogramma schetst het raamwerk en innovatietrajecten voor de komende twee jaar waarin we laten zien hoe we met kennisinstellingen en (markt)partijen gaan samenwerken aan de circulaire transitie. 2. Het innovatieprogramma is onderdeel van Agenda Duurzaamheid; transitiepad circulaire economie waarin de hoofdlijn van de gemeentelijke circulaire aanpakis geschetst. 3. Op basis van het visie rapport ‘Amsterdam Circulair’ en de bijbehorende marktconsultatie is dit circulair innovatieprogramma uitgewerkt. 4. Vanwege het dynamische karakter (“levende agenda”) zal het Innovatieprogramma na vaststelling van het raamwerk in een web versie worden uitgewerkt (interactieve PDF). % ’ Met Agenda Duurzaamheid heeft de gemeente als rode draad de filosofie van de om de kansen en energie in de stad op korte termijn te benutten. Zo willen we een circulaire economie opgenomen: innovatie, meer doen met minder, slimmer en _ stevige basis met elkaar leggen door niet alleen de kennis in de circulaire economie hernieuwbaar. De beweging richting een circulaire economie wordt ondersteund _ te vergroten, maar ook te ervaren wat de transitie van een lineaire naar een circulaire door wereldwijde megatrends zoals veranderend klantgedrag, technologie en economie betekent — en wat deze transitie in termen van sturing wel of niet nodig grondstof schaarste. In de praktijk ontwikkelen vooral bedrijven en startups meteen heeft om te kunnen versnellen. We leren door te doen. duurzaamheidstrategie een goed begrip van die trends. Voorbeelden die de . . . . . beweging van een lineaire naar een circulaire economie in Amsterdam illustreren: Dit betekent dat het Circulair Innovatieprogramma geen visie- en beleidsdocument een 3d-betonprinter, een demontabel gebouw, een leasecontract voor je is Er wordt inzicht gegeven in de belangrijkste circulaire ontwikkelingen en wasmachine, en van je koffiedik paddenstoelen kweken. De innovaties volgen elkaar Projecten van partners in Amsterdam die daar op inspelen. Waar mogelijk worden steeds sneller op en bieden kansen voor nieuwe houdbaardere verdienmodellen. In__ door gemeente gestarte projecten versterkt, versneld en met elkaar verbonden. de voorbeelden worden producten en grondstoffen ingezet, om de herbruikbaarheid . . . . nn Da Od . De circulaire economie vraagt echter om een systeemverandering en is niet van de ervan te maximaliseren en waardevernietiging te minimaliseren. Innovatie en : . . : . nn . een op de andere dag gerealiseerd. Een circulaire economie is voor de gemeente ook inspelen op (technologische) ontwikkelingen is een belangrijk onderdeel van de : . … 5 . : geen doel op zich, maar een middel om de toegang tot materiële welvaart van gemeentelijke aanpak. Vanuit het DNA van de stad: vrijheid, ondernemerschap en : : . : : : . : . toekomstige generaties te kunnen borgen. De overgang naar een circulaire creativiteit speelt de gemeente in op innovaties en dient als een knooppunt voor ÍN : . . : . . . economie biedt economische kansen op het gebied van werkgelegenheid, talloze waardeketens. De ideale handvatten om de lineaire economie om te buigen : . . . on . . . wetenschap, vermindering CO2-uitstoot en gezondheid. Amsterdam heeft al veel en koploper te zijn in de circulaire economie. : : . . RR . : kennis over de circulair economie en is één van de koplopers die oplossingen kan Het Quickscan rapport ‘Amsterdam Circulair’ heeft inzicht gebracht in het potentieel _ bieden voor schaarste in grondstoffen, overal op de wereld. Door verstandiger om te om ketens in de MRA in hun geheel te zien, als een onderdeel van een beweging gaan met grondstoffen en materialen kan de uitstoot van COz flink worden verlaagd. richting circulariteit. De omslag naar een circulaire economie is voor een grote groep Daarmee kan het een bijdrage leveren aan de doelen die zijn vastgelegd in het bedrijven nog niet eenvoudig te bereiken. Oude economische paradigma's moeten Klimaatakkoord van Parijs. Bovendien zijn er in de stad veel bedrijven die voorop plaatsmaken voor nieuwe, en gevestigde belangen moeten wijken door innovatie, _ lopen in innovatie, ontwerp, recycling en creativiteit, hoe pak je dat slim aan? Behalve het leren van elkaars taal — van belang bij een ; . . . . : . : . . In 2016-2018 vinden verschillende acties op verschillende schaalniveaus plaats met relatief nieuw thema als circulaire economie — gaat het ook om het aanleren van ma - . . ee . : : . als doel om versneld inzicht met elkaar te krijgen en de circulaire transitie te nieuwe manieren van (samen)werken. De uitdagingen om te komen tot een (meer) . . . . : : . > : … … . . realiseren. Dit gaan we alleen bereiken door samen te werken, innovatie en circulaire bedrijfsvoering zijn daarbij vaak sociaal van aard en is verregaande : . . ma . : . . : onderzoek in te zetten, en gewoon door circulair te doen. Met dit Circulair ketensamenwerking nodig, waarin vertrouwen en transparantie een belangrijke . Innovatieprogramma geven we samen met de stad een stevige impuls aan de voorwaarde zijn. : : ben . circulaire transitie in Amsterdam. Zo wordt de Amsterdammer de komende jaren Dit circulair innovatieprogramma presenteert een raamwerk aan innovatietrajecten _ Steeds minder afhankelijk van fossiele grondstoffen. Dit is goed voor het klimaat én voor de economie. % 4 x% x% Vooraf 3 Samenvatting 5 Deel 1_ Context duiding 1. Doelstellingen 7 2. Tijdlijn 8 3. Kansen g h. Innovatie & circulair 10 Deel 2_ Programma 1. Strategie 15 2. Opbouw programma 19 3. Projecten 20 Hoofdstuk 3 _ Inzet middelen 43 Organisatie bh Bijlage: Bestuurlijke context 45 % 5 % Met het rapport Amsterdam Circulair zijn de circulaire kansen voor Metropoolregio Het raamwerk, bestaande uit drie actielijnen is samen met kennisinstellingen en partners Amsterdam (MRA) kwantitatief inzichtelijk gemaakt, en is aangetoond dat een Circulair bepaald. Binnen dit raamwerk wordt aangetoond hoe vanuit verschillende Amsterdam nieuwe bedrijvigheid creëert, een positieve economische impact heeft en _innovatietrajecten wordt samengewerkt aan een Circulair Amsterdam: actief bijdraagt aan een duurzame en leefbare samenleving. De strategie van dit innovatieprogramma is in lijn met de adviezen vit de marktconsultatie n.a.v. het rapport _ %- Amsterdam als circulaire living lab: versneld inzicht opdoen en kenniscirculatie in ‘Amsterdam Circulair’: samen leren en versnellen door te doen. een lerende economie. (Technologische) innovaties worden getest in de fysieke stad. Het Circulair Innovatieprogramma 2016-2018 geeft inzicht in de belangrijkste innovaties en ontwikkelingen op het gebied van circulariteit en de manier waarop Amsterdam _ 2 Amsterdam als een circulair ecosysteem: bewijskracht door industriële symbiose daarop anticipeert. Dit betekent dat het innovatieprogramma geen visie- en en afval als grondstof terug in de materialencyclus. Bedrijven, partners en gemeente beleidsdocument is. Het circulair innovatieprogramma is de gezamenlijke inzet van werken samen in innovatieprojecten en passen nieuwe circulaire verdienmodellen kennisinstellingen, bedrijven en gemeente Amsterdam waarmee we innovatie, toe. onderzoek en circulaire bedrijvigheid versterken, versnellen en met elkaar verbinden om 3. Amsterdam als circulaire stad: implementatie, opschaling en innovatie middels eigen gemeentelijk instrumentarium om te komen tot een circulaire slimme 1 Inzicht te verkrijgen in (technologische) ontwikkelingen en innovaties op het gemeente en opschaling middels beleid. gebied van circulariteit en de betekenis hiervan voor de stad. Het Circulair Innovatieprogramma is er op gericht om resultaten en inzichten te behalen 2. Innovaties in de stad te stimuleren en te versnellen waarbij private en publieke door met partners en kennisinstellingen te anticiperen op toekomstige ontwikkelingen. partijen nieuwe verdienmodellen ontwikkelen en toetsen. Dit innovatieprogramma werkt daarom met jaarlijkse feedback loops om die inzichten die in de stad worden opgedaan (samen met partners vit dit programma) te evalveren en 3. Slimmer te worden als gemeentelijke organisatie door ontwikkeling te meer zicht te krijgen op de impact van deze ontwikkelingen voor de circulaire transitie in monitoren, meten en als launching customer op te treden. Amsterdam. De focus ligt op de waardenketens bouw en organische reststromen, circulaire energie, Dit betekent dat dit innovatieprogramma geen allesomvattende circulaire toekomstvisie het stimuleren van industriële symbiose en nieuwe verdienmodellen. Deze focus wordt bevat. De verwachting is dat innovaties in de circulaire economie zich komende jaren snel breed gedragen door de markt en sluit aan bij belangrijkste opgaven in de stad. gaan opvolgen en we met elkaar nog aan het begin van de transitie staan. Door als overheid slim te sturen, de markt vit te dagen en zoveel mogelijk transparantie te bieden Opgaven die ook MRA breed worden opgepakt met inzet op circulariteit vanuit worden zowel de eigen organisatie als bedrijvigheid in de omgeving gestimuleerd verschillende programma's van bedrijven en partners. Bijvoorbeeld Amsterdamse _ circulair te gaan werken. kennisinstellingen, de Amsterdam Economic Board, Amsterdam Smart City, private partijen en verschillende organisatieonderdelen binnen Gemeente Amsterdam. Het is Gezien de snelheid van de ontwikkelingen is het niet ondenkbaar dat de gemeente bijzonder dat binnen dit circulaire innovatieprogramma zoveel partijen in de stad Amsterdam haar circulaire strategie in 2018 vernieuwt en uitbreidt. Ervaringen vit de stad meedoen en samen willen werken. en inzichten voortkomend uit het voorliggende innovatieprogramma zullen daar aan bijdragen. % 6 x% In deze tabel staan de maatregelen vit het circulaire innovatieprogramma op een rij. De derde kolom toont voorbeelden van projecten, pilots en onderzoeken die ©, P B O | IW De RO G RAM MA illustreren hoe binnen de gekozen innovatietrajecten met (de koplopers in de stad) en aan de circulaire transitie werkt. De projecten in de tabel zijn dynamisch en zullen jaarlijks worden geëvalveerd en aangevuld, om zo regelmatig bij te kunnen sturen en SAM FE NVATTE N D FE TAB FE | de juiste koers te kunnen bepalen. Programmalijn Innovatietraject 2016-2018 Voorbeeld project 2016 1.1 Onderzoek op circulair * _ Circular City onderzoeksprogramma AMS * Urban Technology onderzoeksprogramma HvA * Energie onderzoekslijn HvA en AMS 1.2 Stedelijk metabolisme in kaart brengen *_ PUMA (Prospecting the Urban Mines of Amsterdam * _Circular Dataplatform 1.3 Kennis toepassen * Amsterdam Circular Challenge — PET afval in Zuid-Oost * __3D printen met lokale restproducten * _ AMS Stimulus Call - circulaire projecten * _ Urban Factory HvA 2.1. Bouwketenvorming * _ Circulair Buiksloterham * Circulaire bouwlogistiek * Weg als materiaaldepot 2.2 Organische ketenvorming * _ Power to protein * _Grondstoffenstation nieuwe sanitatie Buiksloterham * Waste to aromatics 2. Amsterdam als * _Re-organise organische restromen circulair ecosysteem 2.3 Circulaire energie toepassing *_ Slimme netten en opslag energie in bestaande stad * _ Programma schaalsprong duurzame energie Haven * Urban Energy Innovationlab * _SEEVaCity (Smart, clean Energy and Electric Vehicles for the City) 2.4 Industriële symbiose en verdienmodellen *_ Grondstoffen agenda MRA * _Bioparken ‘smart linking’ in het Havengebied * Ecosysteem ondernemerschap in de MRA * _ Amsterdam Zuidoost circulair door logistiek slim samenwerken 3. Amsterdam als 3.2 Circulariteit meten en optimaliseren met beleid *_Circular research collaboration — kennistafel 8 Î * Hoe organiseer je de circulaire stad; vernieuwing in (water)governance circulaire stad + _ Monitoring Circulair Innovatieprogramma en vervolgstrategie 3.3 Circulair onderzoek en projecten delen *_ Amsterdam Smart City platform — Circular City * _GSC3 3 7 x% % Dit innovatieprogramma moet zorgen voor slimme circulaire (keten)systemen voor Amsterdam, waarbij afval scheiden een belangrijk middel is, maar waar geen specifieke maatregelen voor worden genomen, omdat Uitvoeringsplan Afval hier reeds in voorziet. Doelen specifiek voor dit Innovatieprogramma: u : : : 1. Inzicht verkrijgen in (technologische) ontwikkelingen en innovaties op het gebied Sti Mu | eren van In novati e, van circulariteit en de betekenis hiervan voor de stad door samenwerking met kennisinstellingen en marktpartijen. , 2. Innovaties in de stad stimuleren en versnellen waarbij private en publieke onderzoek en circulaire partijen nieuwe verdienmodellen ontwikkelen en toetsen. en . : u 3. _ Slimmer worden als gemeentelijke organisatie door ontwikkeling te monitoren, bed FIJVI q h el d In Am ste rd am te meten en als launching customer op te treden. Het Circulair Innovatieprogramma is ontwikkeld in samenwerking met de Amsterdamse kennisinstellingen, de Amsterdam Economic Board, Amsterdam Smart City, de private partners in projecten en verschillende organisatieonderdelen binnen de gemeente Amsterdam. De gemeente staat open voor en zoekt actief nieuwe samenwerking met publieke en private partners op. x% 8 2016 2018 2020 2022 1 1 \ snelle technologische Agenda Duurzaamheid 'e, veranderingen 1 * 1 *. 1 * Uitvoeringsplan Afval elsene ee, “ 1 * * Bestuurlijke reactie Vervolg strategie Circulair Amsterdam klimaatverandering e Markt- ' 5 Quickscan consultatie wanner") a Circulair Se e nn : verstedelijking Circulair onderzoeksprogramma AMS 1 * * … Rl en 1 1 1 1 1 1 Tijdlijn ontwikkeling Circulaire aanpak === inzichten lering zijn input mes trend en ontwikkeling Dit innovatieprogramma is er op gericht om samen met partners en _ en blijft met kennis en marktpartijen in gesprek om innovatie en ontwikkelingen te kennisinstellingen resultaten te behalen binnen de huidige collegeperiode. Dit volgen en waar mogelijk te faciliteren, verbinden en te versnellen met beleid, programma is net zoals de gemeentelijke inzet die benoemd wordt in de projecten, pilots en onderzoek. Gezien de snelheid van de ontwikkelingen is het bestuurlijke reactie op het rapport Amsterdam Circulair niet uitputtend in zijn niet ondenkbaar dat de gemeente Amsterdam haar circulaire strategie in 2018 overzicht van circulaire projecten en niet kan worden beschouwd als een evalveert en vervolgens het bestuur adviseert over de inzet en geschikte dynamische agenda. Amsterdam laat zien waar het de kansen voor innovatie benut _ vervolgstrategie voor 2018 en verder. % 9 Ecologie en economie liggen in elkaars verlengde en komen in de circulaire economie samen. Het doel van de circulaire economie is om zo veel mogelijk waarde van grondstoffen te niet gebruiken behouden en zo min mogelijk afval te creëren door pe grondstoffen blijvend in te zetten — of niet te gebruiken. Door je) dematerialiseren circulair te gaan ondernemen worden sectoren die van primaire 5 5 rondstoffen afhankelijk zijn, toekomstbestendig gemaakt en 2 a 9 J< An, nendesrendig gemee el onderhoud 5 al 2 ontstaan er nieuwe economische activiteiten. Dit geeft nieuwe & È D 2 kansen en inzichten tot het ontwikkelen van nieuwe ni 0 Dn Dn 5 reparatie 5 T =O a verdienmodellen door bedrijven: nieuwe markten, meer Z 5 zee samenwerking en minder grondstoffenverbruik. ® 5 G el herbestemmen ® o 3 à Ee Dit werkt door in behoud van werkgelegenheid en de creatie > 5 3 Dv ù &, van banen in nieuwe circulaire activiteiten, zoals onderhoud, D h bruiken & h del 8 n 5e e reparatie, revisie en hergebruik. Dit vergroot (internationale) oa ErgeDruiken erverdelen Ss 5 d 5 kansen van Amsterdamse bedrijven en maakt de stad 5 7 da PS s toekomstbestendig. Tc opknappen a D A oa PD TD ® a Deze ecologische en economische verbinding dient als herfabriceren (upgraden) oe onderlegger voor de gekozen innovatietrajecten van het isch isch S innovatieprogramma. De innovatietrajecten dragen door inzet ANOTSANISC ORSNSE va van innovatie bij aan het versterken van initiatieven, projecten ___upeyclen __cascaderen 5 en ontwikkelingen met zowel ecologische als economische zl men | reeden composteren _$ © En Er zijn vele vormen waarop innovatie bedreven wordt. In de n energie valoriseren 2. wereld zijn een aantal hoofdontwikkelingen te benoemen. Voor 9 s herwinnen veren een 5 zover mogelijk, worden voor de circulaire economie relevante E - n ontwikkelingen op de volgende pagina benoemd. 5 storten voedingstoffen Circulaire Ladder: Aan de linkerkant zien we de bekende EU-afvalhiërarchie van voorkomen, hergebruiken, recyclen en weggooien. Aan de rechterkant, zijn zes circulaire business modellen (of strategieën) beschreven die circulaire activiteiten ín gang zetten. Bron: www.govsgocircular.com, februari 2015 X 10 x% % Information of Everything : van inschatting naar informatie naar zicht op stedelijk apparaten signaleren of en wanneer ze precies toe zijn aan onderhoud, herstel of metabolisme in stad en slim grondstoffengebruik. De grote hoeveelheid waardevolle vervanging. data zal uitstekend bruikbaar zijn om de implementatie van de circulaire economie een boost te geven. Grote hoeveelheden feedback-data stellen productontwerpers ook in staat om beter recyclebare — producten te ontwerpen. Producten die bovendien mogelijk minder In 2020 zijn er volgens Gartner* 21 miljard devices die data genereren over allerlei complex zijn en (dus) minder materiaal vergen, omdat er beter inzicht is hoe ze door dingen. Dat levert een heleboel data op, maar de uitdaging zit hem in het vinden van consumenten worden gebruikt. inzichten binnen die data. De organisaties die dat zo snel mogelijk voor elkaar krijgen, zullen uiteindelijk als winnaars uit de strijd komen. De opkomst van Internet of Things zal Het loT maakt het tevens mogelijk dat producenten een soort ‘tracking and tracing’ vooral nuttig zijn voor inwoners van stedelijke gebieden — naar verwachting zo’n 60% van Systemen opzetten. Denk bijvoorbeeld aan sensoren die het mogelijk maken om te de wereldbevolking rond 2030. Op veel verschillende terreinen kan het slim gebruiken _ traceren waar waardevolle materialen zich bevinden in de ‘urban mine’. Dat zov, zo van ‘big data’ - want dat is wat het koppelen van een oneindige hoeveelheid apparaten stellen de auteurs, kunnen leiden tot een nieuwe industrie van reverse logistics en een aan het internet uiteindelijk oplevert - leiden tot een versnelling c.q. versterking van de _ enorme impuls kunnen geven aan efficiënte materiaalscheiding. circulaire transitie. Soortgelijke ontwikkelingen zien ze in het afvalbeheer, waar data-analyse niet alleen Zo zal in een smart city vol met verbonden apparaten de mobiliteit op de schop gaan. _routeoptimalisatie bij het inzamelen mogelijk maakt, maar ook het opnieuw Diverse vormen van openbaar vervoer zijn beter op elkaar afgestemd, per saldo zullen introduceren van gerecycleerde materialen in het economisch circuit. minder auto’s nodig zijn en deelauto’s kunnen eenvoudig worden gevonden en ontsloten. Auto's staan nu gemiddeld 92% van de tijd geparkeerd en vervoeren niet meer dan 1,5 persoon per rit. Om te beginnen is daar de energiesector. In de toekomst zal veel meer informatie beschikbaar komen over waar, wanneer en hoeveel energie precies gevraagd wordt. Dat maakt het mogelijk zeer fijnmazige energienetwerken te ontwikkelen die gevoed worden door lokaal opgewekte duurzame energiebronnen. loT zal naar verwachting uiteindelijk leiden tot een meer efficiënte omgang met energie — denk aan de straatlantaarn die enkel brandt als er een auto op de weg rijdt of de kantoorverlichting die pas aanspringt als de mobiele telefoon van de medewerker wordt gesignaleerd. loT zal het mogelijk maken om prestatiecontracten _en _ preventieve onderhoudscontracten veel vaker en breder toe te passen. Niks nieuws, maar nu nog vaak voorbehouden aan dure specialistische apparatuur. Straks kunnen alle intelligente 1 Bron: Gartner (November 2015) X 11 x% % Stofwisselsystemen en - technieken — Productie van chemicaliën, brandstoffen evolutionaire engineering is het nv mogelijk om biologische systemen toe te en materialen uit hernieuwbare bronnen, biobased en weg van fossiel. passen voor het ontwikkelen van chemische stoffen die moeilijk te produceren zijn met de huidige middelen, en dus in de lineaire economie duur zijn. Als we de oorsprong van de producten die we dagelijks kopen en gebruiken traceren (zoals kunststoffen, cosmetica en brandstoffen), zien we dat de overgrote De omvang van stoffen die kunnen worden gemaakt met behulp van ‘metabolic meerderheid is gemaakt uit stoffen dat uit de diepe ondergrond afkomstig zijn, en engineering’ neemt elk jaar toe. Deze techniek kan waarschijnlijk niet alle voor een groot deel afkomstig vit en/of aangedreven zijn door fossiele brandstoffen. producten uit de huidige petrochemische repliceren, wel is kansrijk om in te zetten op ontwikkeling van nieuwe chemicaliën die nooit betaalbaar zullen zijn met De toenemende bezorgdheid over beperkte fossiele hulpbronnen en de daarmee fossiele brandstoffen. In het bijzonder gaat het hier om complexe organische samenhangende milieuproblemen stimuleren de ontwikkeling van duurzame verbindingen die momenteel erg duur zijn omdat ze moeten worden geëxtraheerd processen voor de productie van chemicaliën, brandstoffen en materialen uit uit planten of dieren die hen slechts in kleine hoeveelheden produceren. hernieuwbare bronnen. Het zou veel beter voor het klimaat en mogelijk ook beter voor de wereldeconomie zijn, om de chemische grondstoffen die nu in de industrie In tegenstelling tot producten uit fossiele brandstoffen, zijn stoffen die gemaakt worden toegepast in de toekomst te kunnen maken van levende organismen in _ zijn van microben voor onbepaalde tijd hernieuwbaar en stoten relatief weinig plaats vanuit olie, gas en kolen. Landbouwproducten worden op deze manier al broeikasgas af. Sterker nog, sommige zouden zelfs kooldioxide of methaan kunnen gebruikt. Ook dragen we katoenen kleding en bouwen we houten huizen. Planten absorberen terwijl ze verwerkt zijn in producten. zijn niet de enige ingrediëntenbron. Microben (micro-organismen zo klein dat ze niet met het blote oog te zien zijn) bieden misschien nog wel meer potentieel op de lange termijn, om goedkope materialen te maken met een grote verscheidenheid aan eigenschappen. In plaats van het delven van grondstoffen zoals in de huidige lineaire economie, kunnen we in plaats daarvan ze zelf “brouwen” in grote bioreactoren gevuld met levende micro-organismen. Om biobased productie echt toe te laten nemen, moet het kunnen concurreren met de huidige wijze van productie op zowel de prijs als prestaties. Dit doel lijkt nu binnen handbereik, dankzij de vooruitgang in het ‘metabolic engineering’ systeem, een discipline die de biochemie van microben optimaliseert, zodat meer van hun energie en middelen te benutten zijn in het synthetiseren van bruikbare chemische producten. Met de recente ontwikkelingen in de synthetische biologie, systeembiologie, en X 12 x% x% Nieuwe materialen, modellen en technieken circulaire economie is de voorzorg: recycleerbaarheid zou vanaf de ontwikkelingsfase van materialen als criterium eis meegenomen moeten worden. Ook is het van belang om Schaarste van grondstoffen heeft onderzoek naar nieuwe materialen een flinke impuls _ recycleerbaarheid niet alleen op materiaalniveau, maar ook op component- of gegeven. Door innovatie en techniek komen er nieuwe materialen beschikbaar. Hout, __productniveau te bekijken. natuurlijke vezels, papier, karton; het zijn materialen die al eeuwenlang gebruikt worden maar toch is het mogelijk door nieuwe technologieën het grondstof- en energieverbruik In businessmodellen is de vraag: Wat als het product zijn diensten heeft bewezen? in deze sector terug te dringen. Alternatieve grondstoffen maar ook volledig nieuwe _Ontwerpstrategieën houden hier vaak onvoldoende rekening mee. Gelukkig pakken toepassingen zijn denkbaar. steeds meer strategieën dit tekort aan. Duurzaam ontwerpen voor een circulaire economie is geen exacte wetenschap, maar er bestaan genoeg strategieën: product- Bioplastics zijn kunststoffen op basis van natuurlijke materialen zoals zetmeel, cellulose, _ dienst, cradle-to-cradle, recycling, design for disassembly, biomimicry. Allemaal kunnen melkzuur of eiwitten. Deze materialen zijn composteerbaar en soms ook bioafbreekbaar. ze nuttig zijn, afhankelijk van de context waarin ze gebruikt worden. Wereldwijd zijn er ontwikkelingen op het gebied van bioplastics. Bestaande plastics kunnen (deels) worden gemaakt uit hernieuwbare materialen, maar ook volledig nieuwe Nieuwe productiemethoden (bijv. 3D-printing) beginnen steeds meer voet aan de plastics op basis van hernieuwbare grondstoffen worden op steeds grotere schaal grond te krijgen. De techniek maakt het mogelijk om materiaalefficiënt producten te geproduceerd. Waren de productievolumes tien jaar geleden nog klein, momenteel maken en lokale kringlopen ermee te ondersteunen. Zo print Tesla motoronderdelen en vormen ze een substantieel deel van de markt en dit zal zich verder uitbreiden. doet SpaceX hetzelfde met raketonderdelen. Voorspeld wordt dat materialen snel beter zullen worden en dat we ook nieuwe materialen gaan zien. Bijvoorbeeld biologisch Biomimetica (ook Biomimicry of Bionica) is het onderzoek naar biologische methoden materiaal en het printen van voedsel. 3D-printen zal traditionele productiemethoden in en systemen uit de natuur en de technologische toepassing daarvan. De diversiteit van ge maakindustrie niet vervangen. Maar er zijn wel veel vaste kosten die wegvallen. de natuur geeft de diversiteit van de bionische methoden, systemen en mogelijke Bedrijven hoeven niet langer vooraf reserveonderdelen te produceren. Die print je toepassingen weer. De ideeën uit de natuur kunnen gebruikt worden voor o.a. gewoon wanneer het nodig is. Snelle beschikbaarheid van reserveonderdelen leidt tot materialen, constructies, ICT en ontwerpoptimalisatie. levensduurverlenging van apparaten en andere producten. Daar ligt de link met de “Self healing materials” zijn materialen die zelfhelende eigenschappen bezitten. circulaire economie, Krassen, scheuren of beschadigingen verdwijnen. Dit geldt voor een aantal materialen zoals plastics en composieten, asfalt en beton, coatings, metalen en keramiek en materialen voor micro-electronica, energieopwekking en energieopslag zoals zonnecellen en batterijen. Zelfherstellende materialen zijn het stadium van science fiction al ver ontstegen. Sterker nog: Nederland speelt een voortrekkersrol bij de ontwikkeling van deze materialen. Toch is voor zelfhelende materialen en ook voor nanomaterialen recycleerbaarheid (ook een essentieel kenmerk van circulaire economie) vaak nog onontgonnen terrein en zeker niet eenvoudig op te lossen. Een eerste principe voor innovatieve technologieën in een % Het gebruik van grondstoffen kan niet los worden gezien van de energietransitie!. energie, bijvoorbeeld de energie die is opgewekt door zonnepanelen op je woning. Ook Het energiegebruik gerelateerd aan grondstoffen maakt een significant onderdeel wordt steeds meer innovatie ingezet in transitie van ga naar duurzaam opgewekte uit van de energiehuishouding en daarmee heeft ‘Circulaire Economie’ een groot gebruik van elektriciteit, in alle mogelijke sectoren. Dit is van grote invloed: voor de potentieel voor de energietransitie en vraagt om versnelde transitie naar een CO2- _ industrie zouden enorme investeringen en veranderingen in industriële processen nodig arme energievoorziening met een aantal radicale aanpassingen in ons zijn. Daarbij wordt onderzoek gedaan naar opslag en de technische uitdagingen om energiesysteem. elektriciteit om te zetten in gas of vloeistoffen, zodat de vrijgekomen energie bruikbaar wordt voor industriële toepassingen. De ontwikkelingen in de duurzame energie gaan erg snel: de huidige capaciteit voor zonne-energie is inmiddels liefst vijf keer groter dan wat in 2006 werd voorspeld. Het aanpakken en oplossen van deze uitdagingen middels innovatie is essentieel voor Hoewel deze stijging indrukwekkend is, staan we nog maar aan het begin van de echte een echte circulaire en dus ook energietransitie in de komende decennia. Amsterdam uitdagingen voor de energietransitie. Elektriciteit behelst wereldwijd maar 18% van het zou hierin met de kennisinstellingen en bedrijven een voortrekkersrol in kunnen spelen totale energieverbruik. We gebruiken immers ook gas, olie en kolen voor transport, door zich aan te bieden als proeftuin voor slimme energiesystemen. verwarming en industrie. De verwachting is dat de capaciteit voor zonnestroom razendsnel blijft stijgen en dat de kosten daarvan de komende vijf jaar met nog eens 40% zullen dalen. De groei van zonne-energie kan in veel landen nog ingepast worden in het huidige energiesysteem, maar in Europa worden de grenzen op sommige plaatsen al bereikt: het systeem is niet ingericht op grote hoeveelheden hernieuwbare elektriciteit. Er liggen mogelijkheden om gebruik van energie te verminderen en om restwarmte, afval en bijproducten van industriële processen slimmer te benutten. Om na 2030 door te kunnen groeien naar een duurzame, en kosten-efficiënte energiemix met een hoger aandeel duurzame energie, doen bedrijven kennisinstellingen versneld onderzoek naar een aantal radicale aanpassingen in het energiesysteem. Zo wordt het met opslag mogelijk om overschotten aan hernieuwbare stroom in te zetten op momenten dat daar behoefte aan is. De kosten van seizoensopslag moeten met een factor tien omlaag om rendabel te worden in het huidige systeem. Ook wordt volop onderzoek gedaan op energie-infrastructuur. Overschotten op de ene plek kunnen niet doorstromen naar plaatsen waar wél vraag is, tenzij energienetwerken in en tussen gebieden beter verbonden zijn. De uitdaging van niet gelijkwaardige productie, opslag, transport en infra wordt straks nog groter naarmate we meer zonne- ‚ On ‚ . . . 1 ECN (Augustus, 2015), zie ook animatie Circular economy related to sustainable en windenergie gebruiken. eneroy Onze netwerken krijgen steeds vaker te maken met aan het netwerk terug geleverde FD Outlook Grele voor de energiesector (2025) % “ % Einde van bezit — Nieuwe concepten in het economisch verkeer waarbij niet langer gebruikt tapijt terugnemen (Desso), verhuur van vliegtuigmotoren per draaivur (Rolls het bezit van producten belangrijk is, maar toegang hebben tot een bepaalde dienst Royyce), Spotify, wasmachine leasen, etc. Traditioneel zijn het vooral intermediairs, of service wanneer de gebruiker het nodig heeft. zoals leasebedrijven, die dit systeem toepassen. Maar steeds meer bedrijven maken van dit soort modellen gebruik. Het kan tot een grotere markt leiden, aangezien huur- of Voor wat betreft de circulaire economie kan dit goed zijn, als dit leidt tot (1) langere _|easekosten lager zijn dan de aanschafkosten. levensduur, (2) hergebruik en (3) minder afval voor producten. Ook kunnen dit soort concepten voor bedrijven aantrekkelijker worden als de We staan op de grens van een gedragsverandering. Het productiemodel waarin mensen demontage en het hergebruik van producten goed is ingeregeld, waardoor de werken om dingen te kunnen kopen loopt op zijn eind. We hoeven niet te bezitten, we restwaarde na economisch gebruik hoog blijft, en dus de afschrijving relatief laag. willen toegang hebben en gebruiken. Wel de lusten, niet de lasten: ‘Don't own, enjoy or Alternatieven zijn hier genoeg te bedenken. Beddenfabrikanten die slaapdiensten share!' Dit heeft impact op de manier waarop producten worden gemaakt, op innovatie, verkopen in plaats van bedden, wasmachinefabrikanten zouden in plaats van op de economische groei. wasmachines ‘wasdiensten’ met haal- en brengservice kunnen verkopen. Zo’n Optimaliseren van het gebruik van bestaande producten is een ontwikkeling waarbij het verschuiving naar het verkopen van een dienst heeft wel gevolgen voor de financiering . . ee: … ; (meer goederen op de balans), maar ook voor de arbeidsintensiteit (vaak meer werk door niet alleen gaat om gebruik, maar ook om realisatie van bijbehorende verdienmodellen. meer dienstverlening) De deeleconomie trekt de laatste jaren veel aandacht. Dit komt enerzijds door de ' talrijke bedrijven die ‘sharing’ als business hebben. Het maakt echter nogal wat uit wat De waarde creatie door circulaire grondstoffen betekent in de praktijk minder gebruik die bedrijven precies doen, en of er wel sprake is van ‘delen’. Over het algemeen leiden al van grondstoffen en minder productie van goederen. Dit leidt tot minder toegevoegde deze modellen wel tot een betere benutting van bestaande goederen, ofwel tot waarde voor wat betreft BBP-groei. Het verlengen van het gebruik en de levensduur ‘vloeibare markten. Deeleconomie is volgens de definitie van Menken en Franken (2014): _ levert op zichzelf niets extra’s op in de economische kringloop . Alles wat binnen de “Het fenomeen dat consumenten elkaar gebruik laten maken van hun onderbenutte _ sector huishoudens blijft, en niet op de markt wordt afgerekend, is niet relevant voor de consumptiegoederen, eventveel tegen betaling”. Dus het verhuren van je eigen auto, _macro-economische kringloop!. Wel gaat het aantal geproduceerde goederen (wat fiets of kettingzaag, het uitlenen van je tuinstoelen en grote BBQ voor een familiefeest. economische groei is) waarschijnlijk omlaag. Maar daartegenover staan bijvoorbeeld Het uitlenen van spullen die je anders op dat moment niet nodig had. Drie elementen weer reparatiediensten. hangen aan deze definitie. Ten eerste gaat het om consumenten onderling (C2C). Ten tweede gaat het om een tijdelijke overgang van eigendom (dus geen verkoop) en ten Een groot deel van de nieuwe ‘waarde’ is maatschappelijke waarde: beter gebruik van derde gaat het om onbenutte goederen en niet om diensten. . grondstoffen, betere benutting van geproduceerde goederen en hergebruik van grondstoffen en producten en productonderdelen. Economisch relevant, en vanuit Vaak wordt ook het huren of leasen van een bedrijf in plaats van kopen ‘deeleconomie! _ velzijnsperspectief helemaal, maar niet gemeten als groei van het Bruto Binnenlands genoemd, maar dit is en blijft een transactie tussen een bedrijf en een consument (b2c). product. De waarde van minder gebruik van grondstoffen komt momenteel dus niet De transactie bestaat dan uit een verhuur- of leasedienst, terwijl het bedrijf het bezit terug in de berekening van economische groei. Hier zal meer onderzoek naar moeten houdt. Dus het verschil zit hem in een verschuiving van goederen naar diensten. In worden gedaan om tot geschiktere indicatoren te komen. praktijk betekent dit dat in plaats van goederen te verkopen, het bedrijf eigenaar van het product blijft. Het wordt ter beschikking gesteld aan een of meer gebruikers, of door een *Rabobank (Juli, 2015) leasecontract, of door een huurprijs per gebruik. Alternatieven zijn hier te bedenken: % 15 x x INNOVATIE & LEREN DOOR TE DOEN Metabolic engineering Ontwerptechnologie Kennis en onderzoek Valorisatie & exploitatie Implementatie & opschaling % 16 x% x 2 KOERS CIRCULAIR INNOVATIEPROGRAMMA : o ONTWIKKELINGEN IN DE MARKT VERSNELLEN v INTERVENTIES INNOVATIEPROGRAMMA n.a.v. marktconsultatie Ö 5 7 2 5 Z INFORMEREN EN VERBINDEN INNOVATIE DE RUIMTE BIEDEN Z 3 Là: í CE ® & À = pe INZICHT DATA SLIMME AFSPRAKEN SAMEN- __ INNOVATIEPROJECT . 9 VERGROTEN INFO DELEN REGELS MET DE STAD WERKEN ONDERSTEUNEN AANBESTEDEN MONITOREN = & BIJSTUREN 4 OO nn 4 x o a E KENNIS & BEWIJSKRACHT & IMPLEMENTATIE & 5 ONDERZOEK VALORISATIE OPSCHALING 2 be 1. AMSTERDAM 2. AMSTERDAM 3. AMSTERDAM Ë ALS CIRCULAIRE ALS CIRCULAIR ALS CIRCULAIRE 7 LIVING LAB ECOSYSTEEM STAD a % 17 x% x% s rdam Irculair 2. Amsterdam als circulair ecosyteem IVING la 7 an 7 Bewijskracht en valorisatie door industriële symbiose Versneld inzicht opdoen en en afval als grondstof terug in de materialencyclus: kenniscirculatie in een lerende economie: - Versnelde praktijkervaring is verkregen door publieke en private partijen. Na Ae LELAAadelSL - In de bestaande stad is aangetoond dat gebouwen en assets ingezet zichtbaar en toegankelijk voor iedereen in de stad. kunnen worden als de grondstofbanken of energiecentrales voor de stad. - De informatie- en de netwerksamenleving heeft - Organische reststromen worden ingezet als bouwstenen voor de het denken en werken in waardeketens mogelijk chemie, zoals voor de productie van bioplastic. De hoogwaardigere gemaakt. verwerking draagt bij aan de additionele waarde creatie binnen de keten. Ae AL SHL CLA iel CLA aich - Bedrijven hebben industriële ecosystemen gevormd door het eee LEE LCN Cels Re lele uitwisselen van reststromen. Afval van de een wordt door de ander van de stad slim (leren) omgaan met water, ingezet als grondstof. Waardoor de circulaire economie is bevorderd. energie en grondstoffen. X 18 x% x% De ambities van een circulair Amsterdam zijn in grote lijnen vertaald met behulp van het “horizonten” schema: wat voor stad willen we zijn (lange termijn visie & implementatie), wat betekent dat voor de resultaten op korte termijn (bewijskracht en versnelling), waar gaan we vandaag{/morgen doel mee beginnen (waar zit de energie)? Deze horizonten aanpakis vertaald in 3 programmalijnen: @ 1. Amsterdam als circulaire living lab : : <& 2. Amsterdam als circulair ecosysteem AN 3. Amsterdam als circulaire stad & © Elk programmalijn kent 3-4 innovatietrajecten voor 2016-2018, met een 0% aantal voorbeeldprojecten. Hiermee beschrijft de gemeente de kaders S waarbinnen samen met kennisinstellingen en (markt)partijen de komende jaren door middel van verschillende projecten, onderzoeken en pilots de circulaire economie kleur wordt geven. Door zelf het goede voorbeeld te o geven en met de Amsterdamse koplopers bewijskracht en praktijkervaring Resultaat, inzicht & op te doen, worden op korte termijn nieuwe inzichten verkregen om DD, versnelling in 2 jaar vervolgens: * _Eventvele belemmeringen weg te kunnen nemen; O * De circulaire koplopers groep te helpen vergroten; * _ Opschaling en kopieerbaarheid te stimuleren; Welke projecten staan al in de startblokken / gestart? Vanaf pagina 19 pakken we één innovatietraject met zijn OQ voorbeeldprojecten en laten we zien wat het beoogde resultaat is tot 2018. tijd 2015 2016 2018 2025 % 19 x % Technische innovatie Proces innovatie | Systeem innovatie | Ë 1. Circulaire living labs 2. Circulair ecosysteem 3. Circulaire stad 8 - versneld kennis en inzicht opdoen - - bewijskracht en vitvoering - implementatie en opschaling middels gemeentelijk beleid - 1. Circulair onderzoek ad 1. Launching customer 8 2. Inzicht stedelijk 2. Monitoring en 8 metabolisme sturing 3. Kennistoepassing 3. Inzichten delen Trekker: Kennisinstellingen zoals AMS Trekker: Veelvoud aan bedrijven en Trekker: Gemeentelijke organisatie 5 en HvA ook met Amsterdam Smart City partners Ge Rol gemeente : informeren en verbinden Rol gemeente : Innovatie de ruimte Rol ermee en % 20 x% x% Programmalijn Innovatietraject 2016-2018 Voorbeeld project 2016 SISI living lab 1.3 Kennis toepassen * _ Amsterdam Circular Challenge — PET afval in Zuid-Oost * __3D printen met lokale restproducten * _ AMS Stimulus Call - circulaire projecten e__Urban Factory HvA 2.1. Bouwketenvorming * _ Circulair Buiksloterham * _ Circulaire bouwlogistiek * Weg als materiaaldepot 2.2 Organische ketenvorming * Power to protein * _Grondstoffenstation nieuwe sanitatie Buiksloterham A terd I * Waste to aromatics 2. Amsterdam als * _Re-organise organische restromen circulair ecosysteem 2.3 Circulaire energietoepassing *_ Slimme netten en opslag energie in bestaande stad * _ Programma schaalsprong duurzame energie Haven * _ Urban Energy Innovationlab * _SEEV4City (Smart, clean Energy and Electric Vehicles for the City) 2.4 Industriële symbiose en verdienmodellen * _ Grondstoffen agenda MRA * _ Bioparken ‘smart linking’ in het Havengebied * Ecosysteem ondernemerschap in de MRA * Amsterdam Zuidoost circulair door logistiek slim samenwerken 3.1 Optreden als launching customer * Startup in Residence — circulaire uitdagingen * _Hemel(s)water 3. Amsterdam als 3.2 Circulariteit meten en optimaliseren met beleid *_ Circular research collaboration — kennistafel : . * Hoe organiseer je de circulaire stad; vernieuwing in (water)governance circulaire stad *__ Monitoring Circulair Innovatieprogramma en vervolgstrategie 3-3 Circulair onderzoek en projecten delen *_ Amsterdam Smart City platform — Circular City *__GSC X 21 x% % 1. AMSTERDAM ALS CIRCULAIRE LIVING LAB 1-1 ONDERZOEK OP CIRCULAIR Toelichting Toelichting Urban Technology draagt met toegepast en vraaggestuurd onderzoek bij aan de Amsterdam Institute for Advanced Metropolitan Solutions (AMS) werkt met inzet van techniek voor een leefbare, duurzame en competitieve stad. Het onderzoek eigen onderzoeksprogramma's mee aan het onderzoeken, ontwerpen en kenmerkt zich door een ontwerpgerichte aanpak en resulteert in concrete realiseren van innovatieve producten en oplossingen met als doel de circulaire oplossingen die implementeerbaar en opschaalbaar zijn. Het onderzoek richt zich op economie een concrete vorm te geven. Dit door bijvoorbeeld toepasbaar maken de belangrijke opgaven voor de stad en is opgedeeld in vier herkenbare challenges: van nieuwe of gerecyclede materialen en het creëren van nieuwe producten of Mobiliteit, Energie, Circulaire Stad en Gebouwde Stad. stedelijke innovaties bevorderen door wetenschappelijk en toegepast Circulaire Stad wil bijdragen aan de transitie van Amsterdam naar een circulaire stad, onderzoek te doen in de vorm van Living-Labs (zoals bijvoorbeeld onderzoek met een focus op hoogwaardig hergebruik van materialen en producten, lokale rondom FabCity in 2016). De focus ligt op het in kaart brengen van het productie, afval- en retourlogistiek, circulaire bouw en gebiedsontwikkeling. Hierbij metabolisme in de stad en het real time inzichtelijk maken van deze stromingen richt Circulaire Stad zich op de maakindustrie, de bouw en de voedselsector. (en vervolgens oplossingen te ontwikkelen). Beoogd resultaat Trekker Beoogd resultaat Trekker . De concrete oplossingen van het onderzoek worden Hogeschool van Eind 2017 zijn een tiental circulaire onderzoeken in AMS daadwerkelijk gerealiseerd in de ‘proeftuin’ van het Amsterdam (HvA) de stad gerealiseerd of in uitvoering waarbij onderzoeksprogramma: de Metropoolregio Amsterdam gebieden in Amsterdam zijn ingezet als (MRA). De stad is in 2017 een tiental keren ingezet als proeftuinen voor de circulaire economie en proeftuin waarbinnen slimme, technologische oplossingen Schaal innovatieve oplossingen in de praktijk toegepast zijn ontworpen die lokaal toepasbaar en tevens Regionaal met publieke en private partijen. Daarbij zullen opschaalbaar zijn. eerste stappen zijn gezet en inzichten opgedaan in Schaal het meetbaar maken van circulariteit middels indicatoren. Regionaal X 22 1. AMSTERDAM ALS CIRCULAIRE LIVING LAB 1.1.3 Energie onderzoekslijn HvA 1.1.4 Urban Energy systems onderzoekslijn AMS Toelichting Toelichting Uitgangspunt binnen het thema energie van het Urban Technology onderzoeks- programma AMS verdiept zich in vragen als: hoe maken we energiegebruik in is de transitie naar een circulair, duurzaam en decentraal energie- systeem in de stedelijke Amsterdam circulair? Wat zou het vragen om het energienetwerk in omgeving en de ontwikkelingen die hiervoor nodig zijn. De focus ligt op de technologische Amsterdam volledig duurzaam te maken? Hoe kunnen we zelfs de en systeeminnovaties, b.v. rondom het koppelen van warmte- en elektriciteitssystemen en authentieke Amsterdamse grachtenpanden toch energie neutraal opslag op het niveau van huizen, wijken en gebieden met kantoren in met name bestaande maken of van duurzame energie voorzien? Hoe maken we van bouw. De bouwtransformatie opgave in de stad en kansen die er liggen in de koppeling energiezuinige huizen energiebronnen? Het energienetwerk van tussen het energie- systeem en de bouwschil zijn een belangrijk aandachtspunt. Binnen dit steden is eigendom van verschillende partijen. Hoe bevorderen we thema wordt bijvoorbeeld onderzoek gedaan naar: samenwerking en koppeling tussen kleine en grote partijen met als * Data-analyse van energieverbruik ten behoeve van ontwerpoplossingen en innovatieve doel een groot circulair stabiel energienetwerk te bouwen? Hoe diensten. kunnen droog en organisch huishoudelijk afval(-water) worden * _ Technologiestudies, onderzoek naar verdienmodellen en ontwerp, prototyping en testen omgezet in nieuwe energiedragers die van elke woning of wijk een van innovatieve (combinatie van) technieken voor specifieke toepassingen, o.a. circulaire energiebron maakt? Verschillende onderzoekers werken de warmtepompen, zonnepanelen, gelijkspanningsnetten, opslagsystemen. komende jaren aan dit soort vraagstukken in de stad. * _Energiemodellering en systeemanalyses met een focus op koppelingen van warmtenetten en elektriciteitssystemen en opslagmogelijkheden bv met elektrische auto’s, Beoogd resultaat | 2016- 2018 Trekker * _ Ontwerpstudies voor specifieke gebieden Beoogd resultaat | 2016- 2018 Trekker Middels innovatieve onderzoeken, inzicht in AMS . . . mogelijkheden om bestaande gebouwen in te Inzicht middels onderzoeken en best practices hoe met HvA zetten als circulaire energiecentrales, en de technologische en systeeminnovaties het energiesysteem van de bestaande stad verduurzamen en circulairder Schaal (bestaande) stad circulair, duurzaam, en decentraal te maken. energiesysteem kan worden. Schaal Lokaal Lokaal % > % 1. AMSTERDAM ALS CIRCULAIRE LIVING LAB 1.2 STEDELIJK METABOLISME IN KAART BRENGEN Toelichting Toelichting PUMA is een project uit het AMS onderzoeksprogramma, gericht op het De behoefte aan grotere transparantie en inzicht in de stromen in de regio en verkennen van de “urban mine” van Amsterdam. Het concept “urban mining” is daarbuiten wordt door veel stakeholders en instellingen genoemd als een voorwaarde tot nu toe niet scherp gedefinieerd. Nog minder duidelijk is, hoe een urban voor een circulaire economie en optimale uitwisseling tussen en hoogwaardige mining systeem eruit moet zien. Welke actoren zijn belangrijk en wat kan hun verwerking van stromen. Een dergelijke “stromenatlas platform” is daarom ook een van rol zijn in een vrban mining systeem? Welke prikkels zijn er om zo’n systeem op de aanbevelingen vit het Quickscan rapport Amsterdam Circulair en de opvolgende te zetten? Wat zijn de hinderpalen onderweg, en hoe kunnen die vit de weg bestuurlijke reactie. Het ontwikkelen van (geografisch expliciete) digitale worden geruimd? Hoe deze keuzes gemaakt worden, hangt ook af van of we grondstofplatform staat daarom op de agenda, waarop inzichtelijk wordt gemaakt hoe urban mining zien als een lokaal initiatief, of iets dat op een hoger schaalniveau verschillende ontwerpstrategieën de stromen in hun samenhang kunnen helpen moet worden aangepakt: nationaal, Europees of zelfs wereldwijd. Ook verbeteren en welke beleid strategieën kunnen zorgen voor efficiëntere productie- en belangrijk is of we vinden dat overheden verantwoordelijk moeten zijn, of dat consumptieketens. Door de stromen in kaart te brengen zal verspilling worden het primair een zaak is van bedrijven. Het PUMA consortium bestaat uit tegengegaan, worden rest- stromen gekatalyseerd, grondstoffen teruggewonnen, en onderzoekers van de Universiteit Leiden, de Technische Universiteit Delft, de kunnen vervoersbewegingen worden gereduceerd. Waag Society en Metabolic die hier onderzoek naar doet. Beoogd resultaat | 2016- 2018 Trekker Beoogd resultaat | 2016- 2018 Trekker Studenten zijn in 2016 gestart om waardevolle metalen in de BAER ue Het project loopt van 14 Janvari 2016 tot 31 December 2016 AMS en stad in kaart te brengen. In consortia met bedrijven en WAE: waarbij een geologische kaart van Amsterdam wordt ontwikkeld, Metabolic kennisinstellingen wordt in 2017 een concept uitwerking voor Eene waarin de aanwezigheid en beschikbaarheid van enkele metalen circulair dataplatform bepaald met een aantal stromen, WAnacEutere (ijzer, koper en aluminium) wordt weergegeven, met een focus voortbouwend op data en inzichten uit het Quickscan rapporten WSejifes op de gebouwde omgeving. Een tweede doel is een verkenning schaal Urban Pulse onderzoek van AMS. De data wordt jaarlijks van de mogelijkheden deze urban mine te exploiteren. uitgebreid de eerste focus zal op de bouwketen industrie liggen. Schaal Lokaal Regionaal % 24 x% % 1. AMSTERDAM ALS CIRCULAIRE LIVING LAB 1.3.1 | Amsterdam Circular Challenge — PET afval in Zuid-Oost 1.3.2 | 3D printen met lokale restproducten Toelichting Toelichting Amsterdam loopt voor op de circulaire transitie. Om deze energie te bundelen en te versterken is gemeente Amsterdam vorig jaar begonnen met de Amsterdam Circular 3D printen is een paradigmaverandering in de manier waarop we producten Challenge. Tijdens een kort maar intensief traject lossen teams van jonge high potentials gaan maken. De HvA verkent met de Amsterdam ArenA hoe lokaal en studenten (in hun laatste fase van de studie) vraagstukken van Amsterdamse restproducten zoals kunststofafval en bouw- en sloopafval gebruikt kunnen organisaties op. De Amsterdam Circular Challenge is voor deelnemers de eerste stap worden als grondstof voor nieuwe producten die met 3D-printen kunnen richting een startup of het verder uitwerken van hun beste ideeën rondom Circulair worden gefabriceerd. Economie als businesscase voor een van de deelnemende bedrijven. Dit jaar worden studenten uitgedaagd om met PET afval (afkomstig van bedrijven in Zuid-Oost een product te ontwikkelen met een sluitende businesscase dat lokaal weer ingezet kan worden. Beoogd resultaat | 2016- 2018 Trekker Beoogd resultaat | 2016- 2018 Trekker De teams pitchen in Q3 2016 het concrete idee, het PACE _ businessplan en de bijbehorende tastbare visualisatie. De Melens Inzicht in technieken, processen en mogelijke HvA met Amsterdam teams die een veelbelovende oplossing met bijbehorend Menn EKE) businesscase hoe het afval kan worden ArenA businessplan en tastbare visualisatie hebben weten te MeeeifeHMe/ verzameld en verwerkt tot grondstof voor het ontwikkelen, krijgen na de challenge de kans dit verder uit te MAD) vervaardigen van nieuwe producten met 3D werken en te professionaliseren. printen. Schaal sarcel Lokaal Lokaal x% 1. AMSTERDAM ALS CIRCULAIRE LIVING LAB 1.3 KENNIS TOEPASSEN EN DELEN Toelichting Toelichting Aangezien meer dan de helft van de wereldbevolking in steden woont is de In Amsterdam zijn gebouwen goed voor het grootste deel van de energie- en noodzaak om lokale productie van alledaagse producten steeds dringender met de materiaalverbruik, broeikas emissie en afvalproductie. 80% van de vraag voor de volgende dag. 3D printen is een ideaal onderdeel van de nieuwe gedecentraliseerde eeuw is al gebouwd, en in toenemende mate bestaande uit historische gebouwen, met zicht productieprocessen en kan de komende jaren de circulaire economie katalyseren. op leegstand en verkrotting. Daarom moeten nieuwe initiatieven worden ondergebracht in Echter worden printmaterialen momenteel ingevoerd en gebaseerd via de bestaande gebouwen, door middel van duurzaam en adaptief hergebruik. Echter falen vaak traditionele (bio) kunststoffenindustrie, met een onbekende bron, ongewenst de traditionele benaderingen. Nieuwe, innovatieve business-, bestuur-, financierings-, en transport en emissie in steeds grotere hoeveelheden. Het consortium stelt een partnerschap-modellen zijn nodig om het onderhoud en de adaptieve hergebruik van andere benadering voor door het groeien en ontwikkelen van biobased materialen historische gebouwen mogelijk te maken. Tegelijkertijd is de betaalbaarheid van woningen ter plaatse te stimuleren, om vervolgens iets van huishoudelijke materialen voor in steden verergerd, een bedreiging voor de sociale veerkracht van grootstedelijke gebieden objecten te ontwerpen en af te drukken. De basis voor de voorgestelde als Amsterdam. biomateriaal is zeewier biomassa. Beoogd resultaat | 2016- 2018 Trekker Beoogd resultaat | 2016- 2018 Trekker Salga Zeewier zal op een duurzame manier zeewier AMS, Salga Seaweeds & mi uele es Se om voor 2018 cen model te AMS, Ymere, Stichting in de haven te kweken. De biomassa zal worden _ Studio Eric Klarenbeek ontwikkelen voor innovatie, business, bestuur, financiering Nationaal Restauratiefonds, ontwikkeld tot 3D-printing filamenten door partner en partnerships om hiermee nieuwe investeringen te FGH Bank, European WUR Food & Biobased Research. Studio Eric mobiliseren voor adaptief hergebruik van het erfgoed en _ Investment Bank, Crimson Klarenbeek, draagt in dit consortium bij aan dit te testen in Amsterdam door middel van een lokaal uitgebreide 3D printing ervaring en design. Kortom, actieplan. Belangrijkste doelstellingen zijn onder meer het het project zal een volledig lokale en circulaire _ schaal verbeteren van ERGE, elle het versterken Schaal supply chain aantonen voor het maken van van de burger empowerment’, en het verminderen van producten met nieuwe technologieën. afval, materiaal- en energiegebruik. Lokaal Lokaal X% 26 x% % 1. AMSTERDAM ALS CIRCULAIRE LIVING LAB 1.3.5| Urban Factory Toelichting Het project richt zich op circulair, lokaal en digitaal produceren. Circulaire productie wil zeggen het produceren op basis van afval- en reststromen op een zodanige manier dat het materiaal na afdanken van het product opnieuw hoogwaardig gebruikt kan worden. Lokaal is in dit geval binnen de Metropoolregio Amsterdam (MRA). Digitale productie houdt in met behulp van computergestuurde productietechnieken. Het streven is om binnen dit onderzoeksproject netwerken en kennis vanuit verschillende sectoren — bouw, maak- en creatieve industrie — aan elkaar te verbinden en tegelijkertijd een stap te zetten richting concrete toepassingen en producten die lokaal weer af te zetten zijn. Het project leidt tot een (tijdelijke) ‘Urban Factory’ op één of meer locaties in de MRA en laat zien hoe de circulaire economie concreet vormgegeven kan worden. Op basis van toegepaste onderzoek, prototyping en businessmodellen, werken we aan concrete cases vanuit het bedrijfsleven in de MRA. Beoogd resultaat | 2016- 2018 Trekker Samen met partners in de MRA, studenten en __ HvA met Havenbedrijf, 3D Makers onderzoekers binnen de HvA, zullen in 2018 Zone, Gemeente Amsterdam en innovatieve toepassingen zijn verkend, ontwerpers uit de MRA. productconcepten ontworpen en prototypes ontwikkeld die bijdragen en impuls geven aan de circulaire economie in de MRA, en specifiek aan de maakindustrie. Schaal Regionaal % 27 x % 2. AMSTERDAM ALS CIRCULAIR ECOYSTEEM Programmalijn Innovatietraject 2016-2018 Voorbeeld project 2016 1.1 Onderzoek op circulair *_ Circular City onderzoeksprogramma AMS * Urban Technology onderzoeksprogramma HvA * Energie onderzoekslijn HvA en AMS 1. Amsterdam als 1.2 Stedelijk metabolisme in kaart brengen *_PUMA (Prospecting the Urban Mines of Amsterdam . laire livi lab * _Circular Dataplatform cIrcuramre 'iving ja 1.3 Kennis toepassen * Amsterdam Circular Challenge — PET afval in Zuid-Oost * _3D printen met lokale restproducten * _AMS Stimulus Call - circulaire projecten *_ Urban Factory HvA 2.2 Organische ketenvorming * _ Power to protein * _Grondstoffenstation nieuwe sanitatie Buiksloterham N Ee | * Waste to aromatics allel el keel ebe * _Re-organise organische restromen circulair ecosysteem 2.3 Circulaire energietoepassing *_ Slimme netten en opslag energie in bestaande stad * _ Programma schaalsprong duurzame energie Haven * Urban Energy Innovationlab * _SEEVaCity (Smart, clean Energy and Electric Vehicles for the City) 2.4 Industriële symbiose en verdienmodellen *_ Grondstoffen agenda MRA * _Bioparken ‘smart linking’ in het Havengebied * Ecosysteem ondernemerschap in de MRA *__Amsterdam Zuidoost circulair door logistiek slim samenwerken 3.1 Optreden als launching customer * Startup in Residence — circulaire uitdagingen * _Hemel(s)water 3. Amsterdam als 3.2 Circulariteit meten en optimaliseren met beleid *_ Circular research collaboration — kennistafel : . * Hoe organiseer je de circulaire stad; vernieuwing in (water)governance circulaire stad *__ Monitoring Circulair Innovatieprogramma en vervolgstrategie 3.3 Circulair onderzoek en projecten delen *_ Amsterdam Smart City platform — Circular City *__GSC % 28 x% % 2. AMSTERDAM ALS CIRCULAIR ECOSYSTEEM 2.1.1 | Circulair Buiksloterham 2.1.2 | CIVIC- Circulaire bouwlogistiek Toelichting Toelichting ‚ ‚ , . Binnen het project CIVIC wordt onderzoek gedaan naar het optimaliseren van de ee HA rem en logistieke stromen van en naar de bouwplaats waarbij de effecten van slimme bouw- en nog de komende jaren het experiment en onderzoek plaatsvindt logistieke oplossingen worden gekwantificeerd. De verschillende stakeholders worden op het gebied van hernieuwbare energie en gesloten kringlopen van vervolgens betrokken bij de evaluatie van de alternatieven. Tenslotte worden er bijvoorbeeld voeding en materialen op lokale schaal. Experiment, ondersteunende governance modellen ontwikkeld. onderzoek en innovatie worden concreet toegepast voor alle aspecten van circulair bouwen. Verschillende innovatiepartners vinden hier hun plek. Zo wordt door Waternet ervaring opgedaan met plaatsing van een lokale biovergister. Van belang is om ook de Beoogd resultaat | 2016- 2018 Trekker consequenties van innovaties voor bijvoorbeeld bewoners (aanschaf vacuümtoilet) en externe veiligheid (biogas in de wijk) in beeld te Inzichten hoe logistieke optimalisatie en HvA met partners uit Amsterdam, brengen voordat dergelijke nieuwe technologieën ook in andere stakeholderparticipatie een plek kunnen krijgen en daarnaast België, Zweden en wijken worden toegepast. in de besluitvorming en aanbesteding van Oostenrijk. Naast Buiksloterham worden ook andere living labs vergeleken. binnenstedelijke bouwwerkzaamheden. Scheel chaa Lokaal en Internationaal Beoogd resultaat | 2016- 2018 Trekker Komend jaar wordt door AMS inzicht en kennis AMS opgedaan door een passende definitie van de term living lab te beschrijven. Vervolgens zullen Schaal Voor meer projecten t.b.v. bouwketen en getrokken vanuit gemeente Amsterdam, de generieke en specifieke lessen worden chaa zie bestuurlijke reactie op het rapport ‘Amsterdam Circulair’. bepaald vit Buiksloterham. Zo kan de generieke : : . en: : Lokaal circulaire kennis en inzichten slim worden toegepast op toekomstige gebieden. % 29 x% % 2. AMSTERDAM ALS CIRCULAIR ECOSYSTEEM 2.1 BOUWKETEN VORMING (VERVOLG) 2.1.3 [Weg als materiaaldepot Toelichting De bouwketen is verantwoordelijk voor 40% van de totale afvalstroom in Amsterdam. Hoewel meer dan 90% wordt gerecycled, wordt het overgrote deel van deze materialen gebruikt als grind voor wegen. Dit is een laagwaardige toepassing. Hier ligt een kans voor hoogwaardig hergebruik. Middels een innovatie pilotproject worden materialen gelijkwaardig hergebruikt en wordt de werking hiervan getest. Het proefvak wordt aangelegd binnen een reguliere onderhoudsopdracht en wordt op verschillende tijdstippen bemeten op constructieve en technische eigenschappen. Voor het meten van de technische eigenschappen met als doel om deze functioneel te specificeren wordt gebruik gemaakt van een nieuwe techniek geleverd door Boskalis. Voor meer projecten t.b.v. bouwketen en getrokken vanuit gemeente Amsterdam, zie bestuurlijke reactie op het rapport ‘Amsterdam Circulair’. Beoogd resultaat | 2016- 2018 Trekker Inzicht in de mogelijkheden om CO2 te besparen en Mun BEC bouwmaterialen her te gebruiken middels een pilot die MAX: MG AEL RCT Ee draait op een proefopstelling in Q3 2016 ten hoogte van MENACMERELEIE de Cornelus Lelylaan in Amsterdam waarbij een innovatief product van een maximaal (98%) gerecyclede onderlaag in een asfalt fietspad wordt toegepast. Schaal Lokaal % 2. AMSTERDAM ALS CIRCULAIR ECOSYSTEEM 2.2 ORGANISCHE KETENVORMING Toelichting Toelichting AEB Amsterdam werkt samen met Waternet, KWR Watercycle Stedenbouwkundig ingepaste drijvende installatie in het gebied in transformatie Buiksloterham, Research Institute, AgriNutrition, TKI Watertechnologie en Avecom die grondstoffen en energie terugwint uit het brongescheiden afvalwater (zwart en grijs water) aan een geavanceerd procedé om eiwitten te kunnen winnen uit van de ontwikkelingen Buiksloterham & Co (De Alliantie) en Schoonschip (CPO). Het is een rioolslib en dat vervolgens te gebruiken als diervoeder. De kwaliteit decentrale installatie om de kringlopen van energie en nutriënten zoveel mogelijk in de wijk te van de zo geproduceerde eiwitten is goed genoeg voor dierlijke of sluiten. Ook de GF-fractie van het huisvuil kan hierin verwerkt worden, en op die manier draagt menselijke consumptie. Berekend is dat de natte fractie van de het bij aan de gemeentelijke doelstelling van 65% huishoudelijk afval gescheiden in Amsterdam slibvergisting op de zuivering van Waternet voldoende eiwit kan in 2020. Decentrale sanitaire systemen kunnen een belangrijke rol gaan spelen in circulaire opleveren om alle inwoners van de stad voor 35 % in hun primaire Amsterdam met betrekking tot veerkrachtige en kosteneffectieve afvalwater systemen, maar eiwitbehoefte te voorzien. Zo groot is de potentie. De productie van waarbij tegelijkertijd valorisatie van de afvalwaterstroom plaatsvindt door de terugwinning van eiwitten in de vorm van bijvoorbeeld soja als diervoeder vergt fosfaten en andere voedingsstoffen, maar ook biogas wordt geproduceerd, water wordt intensieve landbouw. Daarbij is veel water en landbouwgrond nodig. gezuiverd, etc. Met onderzoek en experiment in bioraffinage technologieën kunnen ingrediënten Dat kan worden voorkomen met de inzet van deze technologie. uit biomassa duurzaam worden benut. De biomassa kan worden omgezet in verhandelbare producten en energie. Waternet start een pilot in Buiksloterham met toepassen van nieuwe sanitatie waarbij twee aparte rioolaansluitingen worden geplaatst: één voor grijs en één voor zwart afvalwater. Beoogd resultaat | 2016- 2018 Trekker Een proefinstallatie wordt getest en Waternet en AEB Beoogd resultaat | 2016- 2018 Trekker gebouwd voor eiwittenproductie uit slib van de Door middel van monitoring en dataverzameling inzicht in Waternet rioolwaterzuiveringsinstallatie. businesscase en advies op mogelijk scenario. In 2020 inzicht of je Door middel van Wee schaal grondstoffen en energiecomponenten beter lokaal kunt Schaal pilotprojecten in 2017 is inzicht en terugwinnen en in hoeverre zijn die lokaal toepasbaar. Inzicht in Lokaal bewijskracht verkregen of de Regi uitdagingen en kansen bij het beheer van het systeem van productie eiwitten voldoende is om egionda nieuwe sanitatie in een grootschalige praktijksituatie. op te schalen. % 31 2. AMSTERDAM ALS CIRCULAIR ECOSYSTEEM 2.2.3 | Waste to aromatics 2.2.4 Re-organise organische restromen Toelichting Toelichting Een consortium gaat via Biorizon Shared Research Center aan de slag om In Re-organise wordt onderzocht wat de potentie is van een decentrale waardevolle grondstoffen voor de chemische industrie te maken uit afval verwerking van organische afvalstromen. Hiervoor worden twee dat anders zou worden weggegooid of verbrand. Uit gft, luiers, zeefgoed en stadslandbouwlocaties in Amsterdam als casusgebieden gedetailleerd mest worden aromaten gewonnen die onder meer worden gebruikt voor de onderzocht: Tuinen van West en NoordOogst, het oude sportpark Melkweg op productie van plastic. Daarbij wordt een proefinstallatie ontworpen om de meteorenweg in Amsterdam Noord. Welke behoeften en vraag naar biomassastromen (waaronder cellulose uit afvalwater) om te zetten in producten hebben de stakeholders in en om deze gebieden heen? En hoe kan fenolen/aromaten als basisgrondstof voor de chemische industrie. Het hierop ingespeeld worden door de verwerking van lokale organische project is erop gericht de opbrengst te verbeteren, productiekosten te reststromen? Hiervoor worden nieuwe organisatorische oplossingen onderzocht verlagen en het vertrouwen in de technologieën te vergroten door en business modellen ontworpen. De verwerkingstechnieken (zoals opschaling van laboratoriumschaal naar testschaal (liter/uur). Daarnaast is composteren, biovergisting, biomeiler) worden technisch geoptimaliseerd zodat er veel aandacht voor de voorbehandeling van de afvalstromen, het de output en het gebruik beter toegesneden zijn op een nieuw type gebruikers, benutten van restproducten en natuurlijk de business case. welke geen afvalverwerkers/ -specialisten zijn. Beoogd resultaat | 2016- 2018 Trekker Beoogd resultaat | 2016- 2018 Trekker In 2018 is business case en ontwerp Clean Capital (Waternet, AEB, voor demo plant gereed. Doel is Havenbedrijf, Orgaworld, TNO Het project resulteert in 2017 o.a. in een keuzekaart HvA opschaling van lab naar _ (Biorizon) waarmee organisaties kunnen bepalen of en hoe zij proefinstallatie voor de conversie van gebruik kunnen maken van organische reststromen voor afval re oranen ce en eel haal hun (inkoop)behoeften of wat zij het beste met hun eigen (moge ijk) in Amsterdam operationeel _Schaa organische reststromen kunnen doen. Schaal kan zijn. Regionaal Lokaal % 2. AMSTERDAM ALS CIRCULAIR ECOSYSTEEM 2.3 CIRCULAIRE ENERGIETOEPASSING 2.3.2 Programma schaalsprong duurzame energie (Haven) Toelichting Toelichting . . . . Dit programma gaat in essentie over het optimaliseren van de energievoorziening in Het eene City-Zen consortium ONS het havengebied. De haven ziet kansen om het aanbod van duurzame energie sterk En) goor de pe commissie, onderzoeld aan de nand van te vergroten en tegelijk de energierekening van klanten te verlagen. Hiermee energiegebruik werkelijkheid maakt. Amsterdam en Grenoble (FD, zijn verbeteren ze het vestigingsklimaat waardoor ze ook op de lange termijn een . : ns voorkeurshaven blijven en pakken ze bovendien de maatschappelijke rol door CO2 gene darmonstramiesreden. Onder het MOE ale EN ge uitstoot en overige schadelijke stoffen verder terug te dringen. Het doel van het Verschillende. innovatieve neee in de stad De Programma Sl eeen het En ee Een omgeving te RR ee optimaliseren en te verduurzamen ten einde een lagere energierekening voor de warmte- en koude-oplossingen tot energierenovatie en bestaande gebruikers te realiseren en hogere opbrengst voor ea See ESA: : : . wordt op slimme distributie en opslag: de haven biedt schaal: een industrieel proces wonmgen — maar enne Ke kee Ee van eed een vur eerder of later aan of uitzetten kan grote pieken uit het net halen en kan de Rn zeden. Vo en Me die noodzaak van veel kleine batterijen in de stad verminderen (niet iedereen hoeft te Eer raardoor bewoners zelf kunnen handelen met eneroie en investeren in een powerwall thuis) . Deze optimalisatie slag proberen we samen te een elektrische auto die kan laden en ontladen. Maar ook: methodologie maken, om een energie-roadmap voor de stad(sdelen) te maken en games. Beoogd resultaat | 2016- 2018 Trekker Beoogd resultaat | 2016- 2018 Trekker In 2018 zijn alle innovaties in de stad gerealiseerd. City-zen, Voor eind 2020 tn Mw Havenbedrijf Door middel van monitoring en dataverzameling en Amsterdam 100,000M2 EA SGS ) internationale kennisuitwisseling is inzicht opgedaan Smart City ' 100 MW le op el (LO-v, 65 ML ) _ Schaal in oa businesscases en juridische belemmeringen en Eee eG ord Lokaal en regi | : . . gionaa een eenen eenen eee Schaal vraagsturing, directe levering en opslag Gen toename van decentrale duurzame opwek beter mogelijk wordt. Lokaal en Internationaal % 33 % 2. AMSTERDAM ALS CIRCULAIR ECOSYSTEEM 2.3 CIRCULAIRE ENERGIETOEPASSING (VERVOLG) Toelichting Toelichting Om het tempo van de energietransitie en daarbij de economische groei te Vijf Europese steden gaan onder leiding van de Hogeschool van Amsterdam (HvA) stimuleren ontwikkeld AMS een ‘Urban Energy Innovation Lab’ dat zich richt experimenteren met het opslaan van zonne-energie in elektrische auto’s. Hiervoor wordt de op het creëren van een publiek-privaat partnerschap voor innovatie in volgende drie jaar vijf miljoen euro vrijgemaakt, waarvan 2,5 miljoen door de Europese duurzame en energie. Hierbij wordt ingezet op efficiëntie diensten en commissie. De mogelijkheid om een overschot aan zonne-energie op te slaan in een batterij van technologieën die gebaseerd zijn op digitale technologische ontwikkelingen, een elektrisch voertuig en later te gebruiken, is al op kleine schaal getest. Doel van dit Europese energie innovaties en user-driven design. AMS ambieert hiermee een 10 jarig experiment is om op brede schaal ervaring op te doen met deze slimme opslag, en na te gaan hoe onderzoeksprogramma te worden t.w.v. 25 M waarbij het programma kan deze schone energie benut kan worden voor steden: bijvoorbeeld in een straat, parkeergarage of worden uitgebreid naar fysieke living lab infrastructuur in een wijk in stadion. In de steden Hamburg, Amsterdam, Leuven, Leicester en Oslo wordt de technologie de Amsterdam Zuidoost waar onderzoeken en innovaties fysiek zullen worden komende drie jaar getest in samenwerking met bedrijven, onderzoeksinstellingen en regionale getoetst en waarbij middels co-creatie nieuwe oplossingen met overheden. In Amsterdam en Hamburg wordt bijvoorbeeld onderzocht hoe energie uit een eindgebruikers zullen worden toegepast door partijen en kennisinstituten. elektrische auto een hele straat van elektriciteit kan voorzien, in pilots genaamd Vehicle2Street. Doel is om dit vit te breiden tot een integrale circulaire stads lab , inclusief De Amsterdam ArenA gaat experimenteren met het opslaan van energie vit haar zonnepanelen andere belangrijke stromen in de stad: water , voedingsstoffen, materialen , in auto’s in de directe omgeving. Gemeente Oslo gaat een experiment uitvoeren met afval, etc. teruglevering uit elektrische auto’s binnen een grote parkeergarage. Het Britse Leighborough gaat een vergelijkbaar project uitvoeren rondom het gemeentehuis: Vehicle2home. Partners in het toegepaste onderzoek SEEV4City zijn: het onderzoeksprogramma Urban Technology van de Hogeschool van Amsterdam, gemeente Amsterdam, Amsterdam ArenA, gemeente Leuven, Katholieke Universiteit Leuven, Northumbria University Newcastle, Leicester City Council, e8energy (D), Cenex (GB), AVERE en Polis. Strategisch partners zijn provincie Noord-Holland, International Energy Agency en Technical University of Denmark. Ee Uakdaar Beoogd resultaat | 2016- 2018 Trekker In 2018 is het Urban Energy Innovation lab gelanceerd Ams Het project moet onder andere een gedetailleerde voorspelling en zijn afspraken gemaakt met de stakeholders en het opleveren van d ducti d h ie (d d HvA met Amsterdam ArenA, consortium. Minimaal 1.000 huishoudens en 10 Schaal peveren van 6 PrOCDene van 06 schond SNEDE TOON E8__Gemeente Amsterdam en . l 7 zonnepanelen) en de consumptie (door de huishoudens en : complexe gebouwen in Amsterdam Zuidoost zijn in bedrij internationale partners . Lokaal jven). Onderzoekers van de HvA zullen gedurende de pilots Kee ene A DOKS on deze ‘big data’ meten en analyseren. Daarnaast wordt in kaart Schaal geworden. gebracht in hoeverre de verschillende toepassingen financieel en technisch haalbaar zijn. Europees % 34 % 2. AMSTERDAM ALS CIRCULAIR ECOSYSTEEM 2.4 INDUSTRIELE SYMBIOSE EN VERDIENMODELLEN Toelichting De Amsterdam Economic Board wil ook de overgang naar een circulaire economie versnellen door op regionaal niveau samenwerking — tussen bedrijven, overheden en kennisinstellingen — en nieuwe bedrijvigheid te stimuleren. De vitvoeringsagenda geeft een overzicht van de prioritaire acties die het komend jaar, tot 2018, door de Board in werking worden gezet. Er is een onderscheid te maken tussen initiatieven die al op relatief korte termijn (binnen een jaar) tot zichtbare resultaten leiden en die initiatieven die een langere doorlooptijd hebben vanwege benodigde kennisontwikkeling en hoge mate van innovatie „Uitgangspunt van de strategie van het inmiddels opgestelde grondstoffenagenda is het initiëren, verbinden, versnellen en opschalen van lokale en regionale initiatieven op het gebied van circulariteit en sluit daarmee aan bij de eigen dynamiek die elke regio kent. Vanuit de Board voeren de leden Jacqueline Cramer en weth. John Nederstigt (Haarlemmermeer) de regie vit over deze uitdaging. De keuze voor prioritering grondstofstromen is gemaakt op basis van de mate waarin grote volumes worden afgedankt, het milieubelastende karakter en de potentie voor hoogwaardiger recycling. Voor elk van de grondstofstromen zijn afzonderlijke strategieën voorbereid samen met het bedrijfsleven, kenniswerkers en de overheid die aangeven onder welke voorwaarden een transitie naar hoogwaardige recycling economisch rendabel wordt. Het kan daarbij gaan om voorwaarden in de sfeer van zekerheid van volume en afzet, kennisontwikkeling, samenwerking tussen bedrijven met eenzelfde type afvalstroom en/of invoering een ander verdienmodel, etcetera. Beoogd resultaat | 2016- 2018 Trekker Om de gestelde doelen van de grondstoffen agenda te behalen organiseert de board dat op korte termijn een Amsterdam Economic Board Circulaire Deal wordt afgesloten met betrokken partijen en MRA Gemeentes. Daarin worden in de aanpak drie categorieën onderscheiden: -__Materiaalstromen die op gemeentelijk niveau in de kringloop teruggebracht kunnen worden. -__Materiaalstromen die op regionaal niveau gebundeld moeten worden om te kunnen leiden tot voldoende volume en afzetmogelijkheden van het gerecyclede materiaal voor een rendabele business case. Schaal -__Materiaalstromen die per bedrijf te klein zijn maar gebundeld met meerdere bedrijven hoogwaardige recycling kunnen opleveren, inclusief een goed verdienmodel voor de deelnemende bedrijven. Regionaal % 35 x% % 2. AMSTERDAM ALS CIRCULAIR ECOSYSTEEM 2.4.2 Biopark en ‘smart linking’ in het Havengebied 2.4.3 Ecosysteem ondernemerschap in de MRA Toelichting Toelichting Het Havenbedrijf richt de komende jaren een Biopark in, waarbij de De MRA heeft de ambitie zich te ontwikkelen tot voorloper in Europa op het gebied van basis gevormd wordt door een bioraffinaderij waar uit biomassa lignine de circulaire economie. Startende en doorgroeiende ondernemingen kunnen een en suikers worden geraffineerd en die vervolgens worden aangeboden, belangrijke bijdrage leveren aan het versnellen het transitieproces naar een circulaire aan innovatieve spelers (scale-ups). Door de combinatie te maken economie. Het succes van dergelijke ondernemingen wordt echter mede bepaald door tussen een ecosysteem in een campus-achtige omgeving kunnen de omgeving en het ecosysteem waarin zij opereren (de kwaliteit van het onderwijs, de kosten verlaagd worden en flexibiliteit verhoogd. Dit Biopark zal toegang tot financiering en markten, de beschikbaarheid van kennis en fysieke locaties, helpen om de potentie van de uitwisseling en gebruik van elkaars bij- de vigerende wet- en regelgeving, de mogelijkheden om relevante andere partijen te en afvalproducten van de bedrijven te maximaliseren. Dit worden dan ontmoeten en de ondernemerschapscultuur). Binnen dat ecosysteem voor circulair grondstoffen van het eigen productieproces (‘smart linking’). Op deze ondernemerschap opereren ook organisaties die expliciet als doel hebben om die manier worden kostbare stoffen hergebruikt, verspilling beperkt en kweekvijverfunctie te versterken (zoals incubators, accelerators en hubs). flink bespaard. Denk bij rest- en afvalstoffen aan water, CO2, biomassa, warmte, etc. Beoogd resultaat | 2016- 2018 Trekker EE sn 6 vi … … In de komende periode zal de business case __ Havenbedrijf n OE) on vindt Ee bijeenkomst plaats waarbij met Amsterdam Economic . ï partijen die deel vitmaken van het MRA-ecosysteem Board verder worden onderzocht en samenwerking _ Prodock AEB . . . N ' voor circulair ondernemerschap inzicht wordt opgedaan met technologiebedrijven en ondernemers Amsterdam . wat betreft de kracht en effectiviteit van dat en ontwikkelaars gezocht worden. . Schaal Schaal ecosysteem in de MRA. Vervolgens worden vervolgafspraken gemaakt voor een passende Regionaal Lokaal, regionaal en (gezamenlijke) vervolg aanpak voor de komende jaren. internationaal % 36 x% % 2. AMSTERDAM ALS CIRCULAIR ECOSYSTEEM 2.4.4 Amsterdam Zuidoost circulair door logistiek slim samenwerken Toelichting In Q3 2016 was de kick-off van het project Cross Chain Control Center voor afvalinzameling- en verwerking in Amsterdam Zuidoost. In dit project werken bedrijven in Amsterdam Zuidoost, afvalinzamelaars, start-ups en kennisinstellingen aan de realisatie van een circulaire economie en het verminderen van het aantal vervoersbewegingen. De ontwikkeling van een nieuw logistiek samenwerkingsmodel staat hierin centraal. Tegelijkertijd is de huidige wijze van afvalinzameling en -verwerking nog niet ingericht op de ontwikkelingen in de circulaire economie. Afval kan beter worden gescheiden en ook vraagt de circulaire economie om een ander logistiek model voor afvalinzameling. Ook zijn er kansen voor lokale verwerking van afvalstromen waardoor deze helemaal niet meer te hoeven worden vervoerd. Een logistiek model voor afvalinzameling dat past bij de circulaire economie kan alleen gerealiseerd worden door slim samen te werken. In Amsterdam Zuidoost starten bedrijven, overheid en kennisinstellingen daarom dit project om de kansen die een duurzame economie biedt gezamenlijk te realiseren. De Amsterdam ArenA, ING, NUON, Delta Lloyd, AMC, Suez, Icova, Betterfuturefactory, TNO, de Hogeschool van Amsterdam en de Gemeente Amsterdam participeren in het project “Cross Chain Control Center voor afvalinzameling- en verwerking in Amsterdam Zuidoost”. Beoogd resultaat | 2016- 2018 Trekker Het doel van dit project is om begin 2017 een alternatief logistiek samenwerkingsmodel voor de __TNO met Hogeschool van Amsterdam, Gemeente inzameling van bedrijfsafval in Amsterdam Zuidoost in een pilotsituatie te realiseren. Het Cross Amsterdam (R&D) en bedrijven in Zuidoost zoals Chain Control Center zal bijdragen aan het hergebruik van grondstoffen, het verminderen van ArenA, ING, etc. vervoersbewegingen en het realiseren van lokaal hergebruik. Dit project is mede gefinancierd door de Topsector Logistiek/Connekt en loopt tot maart 2018. Schaal Lokaal % 37 % % Programmalijn Innovatietraject 2016-2018 Voorbeeld project 2016 1.1 Onderzoek op circulair *_ Circular City onderzoeksprogramma AMS * _ Urban Technology onderzoeksprogramma HvA * Energie onderzoekslijn HvA en AMS 1. Amsterdam als 1.2 Stedelijk metabolisme in kaart brengen *__ PUMA (Prospecting the Urban Mines of Amsterdam . . "n * _ Circular Dataplatform circulaire living lab 1.3 Kennis toepassen * Amsterdam Circular Challenge — PET afval in Zuid-Oost * _3D printen met lokale restproducten * _AMS Stimulus Call - circulaire projecten *__Urban Factory HvA 2.1. Bouwketenvorming * _ Circulair Buiksloterham * Circulaire bouwlogistiek * Weg als materiaaldepot 2.2 Organische ketenvorming * Power to protein * _Grondstoffenstation nieuwe sanitatie Buiksloterham A terd * Waste to aromatics 2. Amsterdam als * _Re-organise organische restromen circulair ecosysteem 2.3 Circulaire energietoepassing *_ Slimme netten en opslag energie in bestaande stad * _ Programma schaalsprong duurzame energie Haven * _ Urban Energy Innovationlab * _SEEVaCity (Smart, clean Energy and Electric Vehicles for the City) 2.4 Industriële symbiose en verdienmodellen *_ Grondstoffen agenda MRA * _ Bioparken ‘smart linking’ in het Havengebied * Ecosysteem ondernemerschap in de MRA *__ Amsterdam Zuidoost circulair door logistiek slim samenwerken 3. Amsterdam als circulaire stad % 38 3. AMSTERDAM ALS CIRCULAIRE STAD 3.1.1 Startup in Residence — challenge circulair Toelichting In het Startup in Residence Programma nodigt de gemeente Amsterdam startups uit om, vooraf gedefinieerde, maatschappelijke problemen op te lossen. In een programma van vijf maanden werken de startups samen met de gemeente, krijgen ze een intensief trainingsprogramma en worden ze begeleid door professionele mentoren. Na vijf maanden heeft de gemeente de kans om de oplossing in te kopen en de startup op deze wijze een snelle start te bezorgen. Startup in Residence is een voorbeeld van innovatiegericht inkopen. Alle maatschappelijke vraagstukken in het programma zijn Europees aanbesteed, waardoor inkoop en uitrol binnen de gemeente na vijf maanden probleemloos kan verlopen. In het eerste programma hebben zeven startups meegedaan en zijn vijf een samenwerkingsvormen ontstaan. Dit zijn allemaal innovatieve producten en/of diensten, die zijn getest en toepasbaar zijn gemaakt voor de gemeente. Deze oplossingen zijn repliceerbaar en toepasbaar voor andere gemeenten/gebieden. Een belangrijk thema binnen het startup in residence programma is circulaire economie en ook voor Startup in Residence 2.0 zijn vanuit de gemeente drie vraagstukken ingebracht: en worden startups voor gezocht: 1. Bouwmaterialen opnieuw lokaal gebruiken, 2. Kringloopkansen sociale domein en 3. 75% afval scheiden binnen eigen interne afvalstromen. Beoogd resultaat | 2016- 2018 Trekker 1. De gekozen startup biedt een oplossing/tool/systeem (bijv. soort marktplaats/platform) om vrijgekomen bouwmaterialen in de MAN ener Ves stad eenvoudig opnieuw lokaal te gebruiken, en helpt de gemeente daar zicht op te hebben en op deze wijze eventueel ook MEST additionele arbeidsplaatsen te realiseren. 2. De gekozen startup start in 2017 een pilot waarbij kringloopbedrijven bijdragen aan doelen op het sociale domein (arbeidsbeperking, kwetsbare groepen en armoedebeleid) zodanig dat het doel op afvalscheiding (producthergebruik) wordt Schaal versterkt. 3. De startup brengt in 2017 met zijn/haar innovatieve oplossing een versnelling teweeg in het afvalscheidingspercentage en Lokaal creëert een duurzame oplossing waardoor de gemeente in 2020 een scheidingspercentage van tenminste 75% zal bereiken op het totaal van de interne afvalstromen van de gemeente Amsterdam. Bij het opstellen van dit innovatieprogramma werden de startups nog geworven, en heeft de matchmaking op de vraagstukken nog niet plaatsgevonden. Mocht er geen passende startup zijn gevonden bij een vraagstuk, dan zullen we dit vraagstuk in samenwerking met kennisinstellingen alsnog proberen op te pakken. x% 39 % x% 3. AMSTERDAM ALS CIRCULAIRE STAD 3.1.2| Hemel(s)water Toelichting Hemel(s)water project zuivert water uit regen op een duurzame wijze gemaakt met behulp van membraanfiltratie. Deze filtratietechniek heeft in 2016 de Challenge Stad gewonnen gekozen door een jury onder leiding van Daan Roosegaarde uit 160 inzendingen. In een tank (groot genoeg voor een flinke bui) wordt hemelwaterf/regen van het dak opgevangen. Via membraanfiltratie wordt het regenwater gezuiverd en als Hemel(s)water opgeslagen. In opdracht van Rainproof Amsterdam is samen met de HvA een project gestart waarbij is verkend hoe vanuit regenwater producten kunnen worden gemaakt. Samen met de Amsterdamse brouwerij de Prael, is de eerste 1.000 liter regenwater opgevangen en is voortkomend vit hemel(s)water het eerste biertje gepresenteerd: CODE BLOND. Het bier wordt gefilterd om fijnstof te verwijderen en gekookt zodat alle bacteriën sterven. Voor 1000 liter bier is 1200 liter regenwater nodig. Naast bier worden komend jaar mogelijk ook (fris)dranken, ijs en soep van regenwater gepresenteerd. Beoogd resultaat | 2016- 2018 Trekker Samen met dit consortium wordt verkend hoe we ook ons gemeentelijk vastgoed, assets en die van STe a NEN TT PCI TED onze partners zouden kunnen inzetten voor hemel(s)water oplossingen. “Hemel(s)water is daarbij een MEE uee lak en je Be) ile nieuw concept voor drinkwater bereiding in Nederland met een concrete technische productinnovatie. De inzichten van dit project zullen leiden tot nieuwe businessconcepten voor huidige of nieuwe stakeholders als ook een aangepaste taak voor de inspectie op de leefomgeving. Ook is het een begin van een mogelijke transitie van centrale naar decentrale productie en levert het inzichten op tot Schaal aangepaste regelgeving voor lobby bij het Rijk. Lokaal % 40 3. CIRCULAIRE STAD & GEMEENTE 3.2.1 | Circular research collaboration - kennistafel 3.2.2 Hoe organiseer je de circulaire stad; vernieuwing a in (water)governance Toelichting ( )g " Toelichtin Met de Circular Research Collaboration (CRC) wil de gemeente faciliteren dat onderzoek meer op 3 elkaar wordt afgestemd, samengewerkt en bevindingen transparant met de stad worden gedeeld en Waternet onderzoekt en organiseert een living (governance) lab om bediscussieerd. De insteek is een open leeromgeving waarin kennis delen en samen de koers voor te komen tot een circulaire stad met de focus op water, energie en verdieping bepalen centraal staat - ten behoeve van Amsterdam als circulaire stad en de MRA als grondstoffen. Daarbij wordt actiegericht onderzoek gedaan naar circulaire regio. Die koers bepalen we niet alleen met de kennisinstellingen, maar ook met (water)governance in relatie tot nieuwe watertechnologie, waaronder marktpartijen en de Amsterdammer. Dit geven we vorm door jaarlijks met kennisinstellingen en decentrale waterinitiatieven. Proeftuinen, organisaties kennis partijen verdiepende reflectiesessies te houden per thema (zoals vastgesteld in het brengen nieuwe inzichten in de praktijk. Ingezet wordt op kansen innovatieprogramma: Bouwketen, Organische keten, etc.), om vervolgens de uitkomsten daarvan waarin centrale en decentrale watersystemen samenwerken en leren publiekelijk te bespreken. Middels deze reflectiesessies kunnen we ook meteen elkaar informeren over ten behoeve van een duurzame waterketen. Ook wordt aangetoond de ambities en vitdagingen in de stad. De gemeente kan deze input meteen gebruiken voor verbeteren hoe een kennisactiesysteem hieraan kan bijdragen. van governance op gebied van circulaire economie. Het CRC draagt op deze manier bij aan snelle, intelligente innovaties en potentials worden geïnspireerd om de koplopers te volgen. Zowel binnen als buiten de gemeentelijke organisatie. De insteek is om het CRC in te bedden in nationale programma’s en ontwikkelingen (bijv. NL Circulair, nationale onderzoeksagenda), zodat we als stad en als regio ook leren van inzichten die ergens anders al zijn opgedaan. Beoogd resultaat | 2016- 2018 Trekker In 2018 is er een betere kennisuitwisseling SAVER tussen onderzoekers, innovators, Beoogd resultaat | 2016- 2018 Trekker beleidsmedewerkers, bestuurders en : . : Î ondernemers. Ô 2017 is een aanne vorm onnie en nge: om Ee vk En aids Ook is er inzicht opgedaan naar governance- ennis en netwerk dat kennisinstellingen en partners Mae ale CU las ln strategieën in een dynamische context. Schaal openstellen te bundelen om gezamenlijk te werken aan de idee gei Te VEL Telgere Elona B en nieuwe „ozienten nnen de Win Exploratieve scenario's zullen daarbij zijn Lokaal Sconomie. =e Samenwerngsvorm WOT: IM 2019/DEgIn ontwikkeld over de stedelijke (water)cyclus. 2017 nader vitgewerkt. Schaal Regionaal x% 41 3. CIRCULAIRE STAD & GEMEENTE 3.2.3 Monitoring Circulair Innovatieprogramma en vervolgstrategie Toelichting Het Circulair Innovatieprogramma omvat geen kwantitatieve doelstellingen, het 3-ledige kader met de bijbehorende innovatietrajecten geeft de samenwerking met kennisinstellingen en partijen in de stad weer. Daarbij hoort een pakket aan projecten voor 2016 en eerste helft van 2017. Gezien de snelheid van de ontwikkelingen is het niet ondenkbaar dat de gemeente Amsterdam haar circulaire strategie in 2018 herziet of vernieuwt, mede op basis van opgedane inzichten met dit innovatieprogramma. Feedback-loops zijn de voeding van het lerende circulaire systeem. Die voeding geeft het vermogen om de transitie te doen groeien. Het hebben van feedbackloops, gestructureerd en goed doordacht, is dus de helft van het verhaal. De mate waarin de gemeentelijke instrumenten en inzet productief worden benut is de andere helft (bestuurlijke reactie Amsterdam Circulair), beiden zullen worden geëvalveerd en geoptimaliseerd begin 2018 Beoogd resultaat | 2016- 2018 Trekker Samen met de kennisinstellingen en partners in de stad ontwikkelen we een toetsingskader om REECE EE KOE initiatieven te kunnen toetsen op hun impact aan de circulaire footprint van de stad en Mlonils> metropoolregio. Begin 2018 zal een overzicht van resultaten van projecten in de stad en regio worden gepresenteerd, en zullen nieuwe uitdagingen, de: . Schaal kansen en ontwikkelingen worden geagendeerd voor het volgende jaar. In 2018 zullen de opgedane inzichten, lessen en resultaten uit dit innovatieprogramma dienen als input wanneer de gemeente de | okaal circulaire strategie in 2018 herziet of vernieuwt. % 3. CIRCULAIRE STAD & GEMEENTE Toelichting Toelichting Een slimme stad, een smart city, is een stad waar sociale en technologische netwerken en En . . . oplossingen zorgen voor een leefbare stad en een versnelde duurzame economische groei. Vorig jaar werd in Washington de Global Smart City & Communities Amsterdam Smart City werkt daarin intensief samen met haar partners op onder andere het Coalition (GSC3) opgericht. In dit netwerk bundelen 8 wereldsteden gebied van circulariteit, mobiliteit, digitalisering, data, energie en afval. Zo ontstaan innovatieve hun vragen over de slimme stad van de toekomst. Het gaat om projecten en samenwerkingen tussen diverse partijen die de stad slimmer maken en wereldwijd Austin, Charlotte, Chicago, Amsterdam, Den Haag, Eindhoven, andere steden inspireren. Naast de offline activiteiten, heeft ASC in juni 2016 een online platform Genva en Bandung (Indonesië). Dit jaar wordt uitgewerkt hoe we gelanceerd. In 3 maanden tijd is deze community gegroeid naar meer dan 1.100 leden, een kleine stedelijke samenwerking (omtrent implementatie van oplossingen, 200 bedrijven en 150 projecten. Het groeit snel met een maandelijks bereik van 10.000+ uitwisseling van lessons learned en best practices) het best kunnen bezoekers vit meer dan 130 landen en 250 steden wereldwijd van IJsland tot Australië. Via sociale faciliteren. Vanuit NL hebben Amsterdam, Den Haag en Eindhoven media bereikt de ASC community diverse doelgroepen met 17.000+ volgers. vorig jaar al aangegeven hier aan deel te willen nemen. Ook andere steden zoals Utrecht en Rotterdam hebben dit jaar aangegeven mee te willen doen. Beoogd resultaat | 2016- 2018 Trekker Beoogd resultaat | 2016- 2018 Trekker De komende 2 jaar bouwt Amsterdam Smart City hard verder om SEMReElnnE nd Sis aan het platform rondom stedelijke innovatie en circulariteit in SAE Uitdagingen die we voor het thema circulair BSE Amsterdam en omstreken te worden. Hiermee professionaliseert BWAEE ln Ke En met andere steden willen verkennen en Sucade ASC haar werkwijze en is zij dé marktplaats van innovatie op ReniteWEnHE projecten in 2018 voor willen hebben gestart: Elle LRL a grootstedelijke uitdagingen en het delen van kennis en projecten. cities in de Next steps zijn: Schaal * _ Interessante businesscases uit afval halen en BRAAK 1. het ontsluiten van circulaire innovatie in de stad, afkomstig van die projecten communiceren op een bottom-up initiatieven, corporates, MKB-ers, Start-ups en _ Internationaal begrijpelijke en aantrekkelijke manier. gemeenten 2. realiseren van 5o unieke samenwerkingsverbanden per jaar die * Oplossingen om het transport van Schaal vraagstukken adresseren zoals op het gebied van circulair. materialen te combineren en reststromen cnaa 3. diverse smart city oplossingen die in Amsterdam zijn ontstaan opnieuw in te zetten tot materialen voor . … . : : . nternationaal landelijk en/ of internationaal opschalen. hoogwaardige hergebruik. % 43 % Samenwerking in projecten Maximaal inspelen op financieringskansen Met het Circulair Innovatieprogramma willen we als gemeente circulariteit en innovatie In het kader van de Circular Economy Package en Rijksbrede visie Circulaire Economie op onze eigen taakvelden stimuleren, maar de partners in de markt moeten het vooral zullen zich in de komende jaren kansen voordoen voor Europese en nationale financiering realiseren en doen. Een belangrijk deel van de gemeentelijke inspanning is gericht op het van projecten in lijn met dit Circulaire Innovatieprogramma. In nauwe samenwerking met leggen van de juiste verbindingen, het bij elkaar brengen van verschillende partijen zodat de EU Desk van de gemeente Amsterdam en de kennisinstellingen zullen de samenwerking ontstaat en projecten ontwikkeld worden. Het Innovatieteam van de mogelijkheden nauwgezet gemonitord worden en zullen inhoudelijke rve organisaties gemeente speelt hierin een agenderende en verbindende rol. De ambtelijke inzet die met en/of eventuele externe partners gemobiliseerd worden t.b.v. het indienen van een deze rol gepaard gaat wordt belegd binnen de reguliere formatie en begroting. De projectvoorstel bij een kansrijke call. gemeentelijke rve's zijn verantwoordelijk voor de innovatieprojecten op het eigen werkveld. Het is aan kennisinstellingen en marktpartijen waarmee de gemeente In het kader van innovatie zullen naast marktpartijen en kennisinstellingen mogelijk ook samenwerkt zelf om te voorzien in de benodigde inzet, soms aangevuld met externe de provincie en de partners van de MRA Agenda en Stadsregio een partner kunnen zijn. verkregen middelen (uit bijvoorbeeld Europa). Sluitende Businesscase Een passende businesscase is noodzakelijk alvorens innovatieprojecten met partners in uitvoering worden genomen. Er zijn veel partijen die in de circulaire economie willen investeren, maar hebben hierbij vaak net even een zetje nodig om de grootste onzekerheid weg te nemen. Uitgangspunt is dat projecten gefinancierd worden door meerdere partijen. De eventuele middelen die vanuit de gemeente noodzakelijk zijn om een businesscase sluitend te maken zullen in eerste instantie gezocht worden binnen de reguliere gemeentelijke (programma)begrotingen. Dit innovatieprogramma zal daarnaast samen met de challenge Circulaire Economie van de Amsterdam Economic Board worden aangesterkt met een open prijsvraag vanuit het Platform Regionale Economische Structuur (PRES) om de circulaire industrie & ondernemers te stimuleren in circulaire innovaties en te versterken in opschaling en impact. % hl Bestuurlijk opdrachtgever Wethouder Abdeluheb Choho, Duurzaamheid Wethouder Kajsa Ollongren, Innovatie en Economie Ambtelijk opdrachtgevers ontwikkeling programma CTO- Office — Ger Baron rve R&D - Eveline Jonkhoff Ambtelijk opdrachtgever uitvoering programma CTO- Office — Sladjana Mijatovic Projectorganisatie Het innovatieprogramma is RVE overstijgend en de samenwerking in projecten vindt plaats met partijen binnen en buiten de Gemeente Amsterdam, zoals: . Ruimte en Duurzaamheid, Economie, Facilitair Bureau, Ingenieursbureau, Grond en Ontwikkeling, Ruimte en Duurzaamheid en CTO office . Amsterdam Economic Board en Amsterdam Smart City . Amsterdamse kennis — en onderzoeksinstellingen, AMS, HVA . Private partijen zoals Amsterdam ArenA, Alliander, Arcadis % 45 % Bestuurlijke achtergrond 1. Circulaire economie als pijler ander het innovatiebeleid is onderdeel Duurzame van de doelstellingen over circulaire economie in de Agenda Duurzaam- Energie i heid. -O: x ‘ Quickscan 2, Op 8 december 2015 is de rapportage van de QuickScan “Amsterdam : : onderzoek Circulair” besproken in het college. Hierbij is afgesproken om eerst een EEEN iz i . laire k marktconsultatie te doen en op basis daarvan het rapport Amsterdam Duurzaam Os en EIFCUlAITEI KANSEN Circulair vast te stellen, de gemeentelijke inzet te bepalen en parallel het \ ® in de stad circulair innovatieprogramma vast te stellen. kn tE) ï Emmen £ 3. De marktconsultatie en tevens de vele gesprekken vanuit CTO-office nad gevoerd met kennisinstellingen en marktpartijen zijn de input voor het zn circulair innovatieprogramma waarmee we aangeven hoe we gaan 7 en samenwerken met kennisinstellingen en partijen in de stad. © k, tk telling partij de stad Klimaat- © Ei Reen Circulaire bestendi 7 Rapport Ei ee 8 Economie Advies: A Pp eneen) msterdam 5 Facus op bouwketen - Ss prmemmnnenrnennrenfd &organische --- Circulair ‚ ‚ ï paneetrven, stromen keten Inzichten Quickscan als Circular Vena aaner "tT ” basis voor meerjarig . filosofie van de circulaire economie onderzoeksprogramma AMS C ity als rade draad door Agenda Duurzaamheid Ty De circulaire Menselijke economie kent geen …. activiteiten dragen afval. Alle Bestuurlij ke bij aan ecosystemen materialen komen in . enen Saef Marktconsultatie appr so atie reactie van “natuurlijk blalagleëhe op rapport als basis voor de kapitaal” kringloop gemeentelijke inzet Amsterdam _— Circulair ke ee et Het logistieke / DN . Zan Alle energie gn ee Amsterdam werkt komt van dens verandert: meer op . 5 HE 3) de regio gerichte op basis van de amana EERE Behoefte aan ondersteuning Ci rcula ir service en volgende zeven bronnen dek Aen versneling op: Rapport als basis voor retourlogistiek inci gr Ks e N i 5 ‚principes aan de ] Li % 1. Onderzoeken Inzicht samenwerking met kennis- Innovatie- circulaire econamie: EN ‚ m kt " 5} 5 2, Leveren bewijskracht: Innoveren en instellingen en (markt)partijen Pp rog ramma Van bezit naar Sn De Grondstoffen 1 : EN experimenteren, leren door te doen; . worden ingezet om 1 4 “ ii B (gebruik van) (financiële af andere _h___* 3, Waar mogelijk al implementeren van een Programalijnen: services; dit vraagt vormen van) KN 1. Amsterdam als Circulaire Living Lab nieuwe . , waarde % circulaire aanpak : businessmodellen __ Modulair en flexibel " ER 2. Amsterdam als Circulair Ecosysteem voor productie, ontwerpen van Lek s_*_4, Vergroten groep koplopers; creëren van E distributie en praducten en Un 3. Amsterdam als Circulaire Stad consumptie productieketens " urgentie vergroot + 5. Lobby bij het Rijk: Knellende regelgeving aanpassingsvermagen . . 2015 van systemen. 2016 2017&2018 Stimuleren van innovatie, 5 waarbij private en . f 8 E EN ne " Doelstelli ale) onderzoek en circulaire Quickscan & Marktconsultatie Innovatieprogram blie TR LE A bedrijvigheid Amsterdam gebruiken als proeftuin voor circulaire economie % x% %
Onderzoeksrapport
46
train