text
stringlengths 181
1.69M
| label
stringclasses 11
values | num_pages
float64 1
502
| split
stringclasses 4
values |
---|---|---|---|
Jaar 2020
Afdeling 1
Nummer 362
Datum indiening 7 februari 2020
Datum akkoord 20 maart 2020
Publicatiedatum 20 maart 2020
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Ceder inzake financiële educatie op
scholen en een Amsterdamse Week van het Geld.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragensteller:
Op 30 mei 2018 heeft de fractie van de ChristenUnie een amendement ingediend
omtrent financiële educatie, volgend op de discussie over het coalitieakkoord 2018
2022, getiteld: “Een nieuwe lente en een nieuw geluid” (Gemeenteblad afd. 1,
nr. 456). Hierbij is besloten dat ‘het college zal inzetten op financiële educatie op
scholen en initiatieven hiervoor verkennen en daar waar mogelijk ondersteunen.’
Geconstateerd is dat armoede en financiële schulden van grote invloed zijn op zowel
de fysieke als de mentale staat van een individu. Daarnaast is het bekend dat
armoede vaak van generatie op generatie wordt overgebracht. De fractie van de
ChristenUnie staat ervoor om zich maximaal in te zetten op preventie en
vroegsignalering hiervan. Gezien kinderen de toekomst zijn van de samenleving, is
het van belang om bij hen te beginnen met de heropbouw aan de algemene kennis in
de omgang met geld. Dit is om te voorkomen dat zij later zullen lijden aan zelf
opgebouwde schulden. Hierbij wordt de inzet voor financiële educatie op scholen als
een effectief middel geacht om de vicieuze cirkel van achterstand te doorbreken.
Zowel de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB)' en het Nibud* zijn ook in
overeenstemming met deze manier van aanpak en zetten zich ook hiervoor in. Uit het
onderzoek’ van het Nibud blijkt immers dat het verschil in betalingsachterstanden
tussen volwassenen die als kind niet van hun ouders geleerd hebben goed met geld
om te gaan, significant is.
Tevens heeft als meest recente voorbeeld de gemeente Utrecht concrete plannen
gemaakt om leerkrachten in hun reikwijdte te helpen met gratis lessen over geld”:
beginnend op 10 februari en verder met speciale aandacht hiervoor in de Utrechtse
Week van het geld die de afgelopen tien jaar jaarlijks plaats heeft gevonden.
De fractie van de ChristenUnie wil middels vragen inzicht verkrijgen in de
vervolghandelingen aangaande genoemd amendement. De fractie van de
ChristenUnie ziet daarbij ook een actieve rol vanuit de gemeente omtrent een
Amsterdamse Week van het Geld.
1 https://www.nvb.nl/themas/bank-maatschappij/financi%C3%ABle-educatie/
? https://www.nibud.nl/beroepsmatig/financiele-educatie-moet-in-schoolcurriculum/
® https://www.nibud.nl/beroepsmatig/financiele-opvoeding-financiele-gedrag-als-
volwassene/
https://www.nibud.nl/beroepsmatig/utrecht-helpt-leerkrachten-met-gratis-lessen-over-
geld/
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer aart 2020 Schriftelijke vragen, vrijdag 7 februari 2020
Gezien het vorenstaande heeft het lid Ceder, namens de fractie van de ChristenUnie,
op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam,
de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders
gesteld:
1. Erkent het college, net zoals bijvoorbeeld de NVB en het Nibud, ook dat financiële
educatie op scholen een effectief middel is om de beschreven vicieuze cirkel van
armoede te doorbreken?
Antwoord:
Ja, dat erkent het college. Om die reden zet het college stevig in financiële
educatie op scholen. We bieden al financiële educatie op 35 scholen ín het
voortgezet onderwijs en bereiken daarmee bijna 4000 leerlingen. In het schooljaar
2020-2021 bereiden we uit naar 6000 leerlingen. Deze investering is onderdeel
van de Amsterdamse Agenda Armoede en Schuldhuip 2019-2022. Hiernaast
financieren we initiatieven voor financiële educatie in het primair onderwijs.
Daarnaast bieden we budgetcoaches in het MBO.
2. Gezien de raad met het aangenomen amendement heeft ingestemd in te zetten
op financiële educatie op scholen. Hoe is opvolging gegeven aan het
amendement binnen het huidige collegebeleid? Zijn de initiatieven voor financiële
educatie op scholen bekend en verkend bij de gemeente?
Antwoord:
Het college heeft opvolging gegeven aan het amendement door extra te
investeren in financiële educatie. We investeren bovenop het bestaand budget
van € 270.000 nog eens € 250.000 extra waardoor wemeer scholieren in het
voortgezet onderwijs kunnen bereiken.
Ja, initiatieven voor financiële educatie zijn verkend in voorbereiding op de
uitbereiding van de lessen financiële educatie in het voortgezet onderwijs.
Momenteel worden in het voortgezet onderwijs de programma’s “Hoe word je
Rijk?” en “Cash, money, budget” uitgevoerd. “Moneyway” is een programma dat
zowel op enkele scholen van het voorgezet onderwijs en het MBO wordt
aangeboden.
Voor leerlingen in het primair onderwijs wordt aanbod uitgevoerd op kleine schaal
door twee instellingen voor maatschappelijke dienstverlening, Dynamo en
Madizo. Op locaties in de wijk wordt aanbod aangeboden door Moneyschool.
Ook ín het taalaanbod voor volwassenen is aandacht voor financiële educatie.
3. Zoja, wat zijn de resultaten hiervan? Kan het college een overzicht geven van
hoe men momenteel financiële educatie binnen het Amsterdamse onderwijs
vormgeeft?
Antwoord:
De onderstaande tabel geeft een overzicht van het aantal scholen en leerlingen
dat we dit schooljaar bereiken met financiële educatie en de ambitie voor volgend
schooljaar.
2
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer aart 2020 Schriftelijke vragen, vrijdag 7 februari 2020
schooljaar 2019-2020 schooljaar 2020-2021
voortgezet onderwijs bijna 4.000 leerlingen 6.000 leerlingen
op 35 scholen
“Op alle MBO scholen in Amsterdam worden budgetcoaches ingezet die jongeren
ondersteunen bij financiële vragen.
Momenteel worden door bovengenoemde aanbieders samen bijna 4.000
leerlingen op het voortgezet onderwijs bereikt. Het is de ambitie van het college
om in het schooljaar 2020-2021 6.000 leerlingen van het voorgezet onderwijs
financiële educatie aan te bieden.
Op alle MBO locaties in Amsterdam zetten we budgetcoaches in. Zij hebben in
2019 1,537 leerlingen geholpen met financiële vragen en problemen. Met de
MBO scholen is overeengekomen dat zij tijdens burgerschapslessen financiële
educatie aan studenten aanbieden. Op het MBO is financiële educatie een vast
onderdeel van het curriculum en daarmee worden 14.000 studenten bereikt.
Het initiatief Moneyschool bereikt 165 kinderen en jongeren op locaties in de wijk.
Aan de cursus Taal en persoonlijke financiële administratie hebben in 2019 853
volwassenen deelgenomen.
4. Gemeente Utrecht heeft recentelijk concrete plannen gemaakt om leerkrachten te
helpen middels gratis lessen over geld met extra aandacht voor de Week van het
geld. Is het college bereid om het voorbeeld te volgen en actief leerkrachten te
betrekken bij initiatieven die zich hiervoor inzetten?
Antwoord:
Ja, we informeren het onderwijs actief over de Week van het Geld. Op deze
manier maken we docenten en scholen attent op het aanbod van de gratis
budgetlessen die worden aangeboden door financiële instellingen op de website
van de Week van het Geld. Scholen kunnen hier ook lesmateriaal voor de Week
van het geld bestellen. Er is op de site ook online lesmateriaal beschikbaar voor
het primair onderwijs tot en met het MBO voor het hele schooljaar.
5. Hoe wordt momenteel in Amsterdam binnen het onderwijs aandacht besteed aan
de Week van het Geld’?
Antwoord:
De Week van het Geld, die stond gepland van 23 tot en met 27 maart, wordt dit
jaar afgelast. Dit in verband met de kabinetsmaatregelen die zijn getroffen
rondom het coronavirus. Desalniettemin hieronder het antwoord op uw vragen.
De Week van het Geld bestaat dit jaar tien jaar en richtte zich altijd op het primair
onderwijs. Voor de Week van het Geld hadden dit jaar 21 scholen van het primair
onderwijs een lespakket aangevraagd bij Wijzer in geld zaken, de organisator van
de Week van het Geld. Sinds dit jaar is de doelgroep uitgebreid naar het speciaal
onderwijs, voorgezet onderwijs en het MBO.
3
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer aart 2020 Schriftelijke vragen, vrijdag 7 februari 2020
6. Is het college bereid om de Week van het Geld tot een stadsbreed evenement te
ontwikkelen binnen het Amsterdams onderwijs zodat alle scholen via
de gemeente ingelicht en ondersteund kunnen worden als het gaat om
het vormgeven aan financiële educatie op scholen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord:
Ja, er werden voor de afgelasting al stadsbreed voorbereidingen getroffen voor
verschillende activiteiten die zouden plaatsvinden in het kader van de Week van
het Geld. Voor de Week van het geld 2020 en de jaren daarna heeft Wijzer in
geldzaken een lokale versie van het Week van het geld logo ontwikkeld. Actieve
gemeenten kunnen gebruik maken van het lokale logo. Ook wij waren
voornemens de activiteiten onder de lokale versie van het Week van het Geld
logo aan te bieden.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris
4
| Schriftelijke Vraag | 4 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 1014
Publicatiedatum 19 november 2014
Ingekomen op 6 november 2014
Ingekomen in 812”
Behandeld op 6 november 2014
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van de raadsleden de heer Blom en de heer Kayar inzake de begroting voor
2015 (duurzame sport).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de begroting voor 2015;
Overwegende dat:
— de gemeente Amsterdam de doelstelling heeft de CO2-uitstoot in de stad in 2025
te hebben teruggedrongen naar 2050 kTon per jaar en in 2040 tot 855 kTon;
— om deze doelstelling te halen ook in Amsterdam alle zeilen moeten worden
bijgezet;
— alle Amsterdammers daar een bijdrage aan kunnen leveren, en dat voor
instellingen en het bedrijfsleven met name een belangrijke taak is weggelegd;
— deze doelstelling alleen behaald kan worden als het college er gezamenlijk de
schouders onder zet, en een luid en duidelijk signaal afgeeft dat het werk maakt
van duurzaamheid op alle terreinen;
— dat vereist dat duurzaamheid integraal en in elke portefeuille wordt opgepakt en
niet uitsluitend belegd wordt bij de wethouder Duurzaamheid;
— dat dus ook geldt voor de portefeuille ‘Sport’;
— de raad in 2013 raadsbreed het initiatiefvoorstel ‘Duurzame Sportparken heeft
aangenomen en dat het dictum van dat voorstel het volgende was:
“Een Green Deal voor de Verduurzaming van Sportclubs aan te gaan tussen
gemeente en sportclubs, met als te behalen resultaat een halvering van het
energieverbruik van sportclubs van 50% in 2018 ten opzichte van 2012;
— alle relevante informatie [zoals contacten, te treffen maatregelen, financierings-
mogelijkheden, goede voorbeelden en Energie Service Compagnieën (ESCO's)]
via een website toegankelijk te (laten) maken;
— in overleg met energiebedrijven, ESCO's of anderen een energiescan aan alle
sportclubs in Amsterdam aan te bieden;
— de energieprestaties van sportclubs te publiceren en een jaarlijkse prijs uit te loven
voor de meest duurzame club en de club die de grootste daling in energievebruik
laat zien;
1
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Afdeling 1 Gemeenteblad R
Nummer 1014 Motie
Datum 19 november 2014
— het college van b&w te verzoeken een aanpak te ontwikkelen waarbij sportclubs,
hun leden en vrijwilligers, lokale ondernemers, en andere organisaties en bedrijven
op de beste manier samen de energiebesparingsdoelen op een sportclub kunnen
bereiken;
— het college van b&w te verzoeken om de gemeenteraad een voorstel te doen op
welke wijze binnen de huidige PMI-middelen, het AIF of huidige subsidiëring voor
sportclubs, energiebesparende maatregelen voor sportclubs kunnen worden
voorgefinancierd;
Constaterende dat:
— het college een Sportaccommodatiefonds van € 20 miljoen opricht;
— kansen op investering in verduurzamingsmaatregelen die zichzelf terugverdienen
moeten worden aangegrepen,
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— het Sportaccommodatiefonds zo vorm te geven dat het bij renovatie of nieuwbouw
van sportaccommodatie ook kan worden ingezet voor duurzame (ver)nieuwbouw;
— daarbij een link te leggen met het Duurzaamheidsfonds;
— deze mogelijkheid actief onder de aandacht van sportclubs te brengen en te
betrekken bij de communicatie over het Sportaccommodatiefonds;
— bijde uitwerking en implementatie van het Accommodatiefonds de voorstellen in
het initiatiefvoorstel ‘Duurzame Sportparken’ te betrekken.
De leden van de gemeenteraad,
S.R.H. Blom
O. Kayar
2
| Motie | 2 | val |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
x% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2015
Afdeling 1
Nummer 1220
Publicatiedatum 13 november 2015
Ingekomen onder AL
Ingekomen op donderdag 5 november 2015
Behandeld op donderdag 5 november 2015
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van de leden Roosma, Duijndam, Poorter, Kaya en Van Soest inzake maatwerk
in de huishoudelijke zorg (geen uren maar maatwerk).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de actualiteit inzake Maatwerk in Huishoudelijke zorg van
de leden Roosma, Duijndam en Poorter (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1183);
Overwegende dat:
— het van belang is dat aanbieders ook daadwerkelijk maatwerk verstrekken;
— er signalen zijn dat (sommige) zorgaanbieders uitgaan van een gemiddelde en
niet ingaan op de specifieke situatie van de cliënt.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— ervoor te zorgen dat aanbieders het maatwerk leveren, zoals in de WMO bedoeld
is;
— met de aanbieders de afspraak te maken dat zij in de gesprekken met cliënten en
het leveren van hulp bij het huishouden, niet meer uitgaan van het gemiddeld
aantal uren hulp, maar voor elke cliënt specifiek hulp op maat leveren en dit als
zodanig ook te communiceren;
— als gemeente zelf dit nog duidelijker te communiceren naar de cliënten
(zoals bijvoorbeeld in de folders van de stadsdelen over wijkzorg).
De leden van de gemeenteraad
F. Roosma
P.J.M. Duijndam
M.F. Poorter
M. Kaya
W. van Soest
1
| Motie | 1 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2013
Afdeling 1
Nummer 1023
Publicatiedatum 15 november 2013
Ingekomen op 6 november 2013
Ingekomen onder 868’
Behandeld op 7 november 2013
Status Ingetrokken
Onderwerp
Motie van het raadslid de heer Manuel inzake de begroting voor 2014 (minder fijnstof
in de stad).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de begroting voor 2014;
Overwegende dat:
— het verbeteren van de luchtkwaliteit van groot belang is voor het milieu in de stad
en de gezondheid van Amsterdammers;
— Amsterdam op de goede weg is om de Europese normen voor luchtkwaliteit te
halen;
— desondanks op een aantal locaties (de Prins Hendrikkade, de Valkenburgerstraat
en de Stadhouderskade) de normen waarschijnlijk niet zullen worden gehaald;
— _ het college diverse extra maatregelen heeft aangekondigd die bijdragen aan een
betere luchtkwaliteit;
— indien deze extra maatregelen niet genoeg blijken te zijn om ook op de drie
problematische locaties de luchtkwaliteit voldoende te verbeteren er andere
aanvullende maatregelen moeten worden getroffen;
— daarbij kan worden gedacht aan overslagstations aan de randen van de stad
waarvandaan goederen en personen met schone (elektrische) vervoersmiddelen
de stad in rijden en aan technologisch innovatieve oplossingen, bijvoorbeeld
(mobiele) fijnstoffilters zoals die in de industrie zijn ontwikkeld, of een
elektrostatisch veld boven de weg dat fijnstof opvangt;
Voorts overwegende dat het college in het preadvies op de begrotingsmotie nr. 868
van het raadslid de heer Manuel aangeeft dat:
— _ het Programmabureau Luchtkwaliteit en GGD, ondersteund door TNO, nieuwe
technologieën nauwgezet bijhouden en kansrijke methoden onderzoeken;
— een uitgebreid overzicht van (innovatieve) maatregelen al bestaat;
— het niet wil blijven hangen in studie;
— de nieuwe technieken worden meegenomen bij de analyse van locatiespecifieke
oplossingen voor de resterende knelpunten,
1
Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer 1023 Moti
Datum 15 november 2013 “Otie
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— _een plan op te stellen hoe nieuwe technieken om fijnstof te reduceren per
knelpunt kunnen worden ingezet;
— hierover te rapporteren aan de raad.
Het lid van de gemeenteraad,
I.R. Manuel
2
| Motie | 2 | train |
X Gemeente Gemeenteraad
% Amsterdam
Raadsagenda supplement 2, 15 september 2021
Aanvangstijd:
15 september 13:00 en 19.30 Uur
LOCATIE: Raadzaal
In verband met de huidige maatregelen is het voor het publiek niet mogelijk om in de raadzaal
aanwezig te zijn. Zoals gebruikelijk kunnen geïnteresseerden de vergaderingen volgen via de
website van de gemeenteraad.
Toegevoegd:
Openbare Orde en Veiligheid
2A. Actualiteit van het lid Veldhuyzen inzake
excessief politiegeweld tegen demonstranten van
het woonprotest
Zuidas en Marineterrein
5 Instemmen met de investering voor aankoop van Een brief van wethouders Everhardt en
het voormalige rechtbankgebouw en instemmen Meliani en een geheime bijlage zijn
met de nota van uitgangspunten kavel tijdelijke toegevoegd.
rechtbank
VN2021-021893
Jeugd(zorg)
28A.Kennisnemen van wachtlijsten bij Hulp bij Voor kennisgeving aan te nemen
het huishouden.
VN2021-025034
Toegevoegde ingekomen stukken:
64. Raadsadres van een burger inzake verzoek Voorgesteld wordt dit raadsadres in handen
om een verbod op het dragen van een van het college van burgemeester en
Davidster in de openbare ruimte op te nemen wethouders te stellen ter afhandeling.
inde APV
VN2021-024833
65. Raadsadres van een burger inzake een reactie Voorgesteld wordt de afhandeling over te
op het dragen van de Davidster door laten aan de leden de gemeenteraad.
sommige demonstranten tijdens de anti-
corona demonstratie op de Dam
VN2021-024839
66. Raadsadres van een burger inzake Voorgesteld wordt dit raadsadres in handen
verbouwing van zolderbergingen tot van het college van burgemeester en
appartement door beleggers en de wethouders te stellen ter afhandeling.
consequenties voor de brandveiligheid
VN2021-02484,5
67. Raadsadres van een burger inzake geen Voorgesteld wordt dit raadsadres
aanvraag voor een vergunning-ontheffing op _ desgewenst te betrekken bij de behandeling
grond van de Wet Natuurbescherming voor van agendapunt 18, Instemmen met het
het project herinrichting Koninginneweg uitvoerings- en budgetbesluit herinrichting
VN2021-025161 Koninginneweg, en in handen van het college
van burgemeester en wethouders te stellen
ter afhandeling.
68. Brief van wethouders Everhardt en Meliani Voorgesteld wordt deze brief te betrekken bij
inzake nadere informatie over de de behandeling van agendapunt 5,
gebiedsontwikkeling van de kavels met Instemmen met de investering voor aankoop
de (deels) monumentale rechtbank en van het voormalige rechtbankgebouw en
de tijdelijke rechtbank naar aanleiding van instemmen met de nota van uitgangspunten
de toezegging in de raadscommissie RO van _ kaveltijdelijke rechtbank.
8 september 2021
VN2021-025375
69. Raadsadres van de actiegroep de Groene Voorgesteld wordt dit raadsadres desgewenst
Marnix inzake het verzoek om een veilige te betrekken bij de behandeling van
groene straat met een maximumsnelheid van agendapunt 29, Instemmen met de Nota van
30 km Uitgangspunten voor de herinrichting van de
VN2021-025376 Marnixstraat Noord, en in handen van het
college van burgemeester en wethouders te
stellen ter afhandeling.
| Actualiteit | 2 | train |
AGENDA (concept)
Raadscommissie RUIMTELIJKE ONTWIKKELING
Datum: Dinsdag 18 september 2012
Aanvang: 19.00 uur
Zaal: Raadzaal, Stadsdeelhuis, Buikslotermeerplein 2000
Blok A Procedureel
‚Nr. \Onderwerp _______________________\Nadereinfo |
Opening/Mededelingen DO
Vaststellen agenda Ter vaststelling
3. Vragenkwartiertje Vrije inspraak op niet-geagendeerde
onderwerpen
Verslag 5 september 2012 Ter vaststelling
Openstaande toezeggingen
L6._\ Mededelingen portefeuillehouder(s)
Blok B Bespreking beleidsonderwerpen
Nr. |Onderwerp______________[Nadereinfo _________|Reg.nr. |
KABINET Ter bespreking | |
Blok C Algemeen
‚Nr. \Onderwerp
[8._\Rondvraag
[9 {Sting
Belanghebbenden die bij één van de agendapunten wensen in te spreken kunnen tot 24 uur vóór de vergadering
zich aanmelden bij de Raadsgriffie, tel. 020-6349924,
| Agenda | 1 | train |
VN2021-004131 N% Gemeente Raadscommissie voor Bouwen en Wonen, Ontwikkelbuurten, W B
Waternet % Amsterdam Dierenwelzijn, Openbare Ruimte en Groen, Reiniging
Voordracht voor de Commissie WB van 03 maart 2021
Ter advisering aan de raad
Portefeuille Bouwen en Wonen
Agendapunt 3
Datum besluit College van B en W g februari 2021
Onderwerp
Vaststellen van de Hemelwaterverordening Amsterdam
De commissie wordt gevraagd
1. Kennis te nemen van de Nota van Beantwoording op de adviezen van bewoners,
stadsdeelbesturen en waterschappen, die onderschrijven dat het aantal zwaardere buien toeneemt
en dat er maatregelen nodig zijn om de overlast en schade daarvan te beperken.
2. De raad te adviseren in te stemmen met het vaststellen van de Hemelwaterverordening
Amsterdam, waarvan de kern is:
a. Bij nieuwe gebouwen verplicht te stellen het hemelwater op eigen perceel te bergen, om
wateroverlast en waterschade bij extreme regenbuien tegen te gaan;
b. Daarbij dient minimaal 60 liter hemelwater te worden opgevangen per m? bebouwd oppervlak
en dient deze hoeveelheid hemelwater binnen 60 vur weer te worden afgevoerd met een maximum
lozing op het riool van 1 liter per m? bebouwd oppervlak;
c. Op deze eisen zijn vitzonderingen mogelijk wanneer de hemelwaterberging op een centraal
besturingssysteem is aangesloten en er dus op verwachte regenval wordt geanticipeerd, of voor
hemelwaterhergebruiksystemen. Verder geldt voor vergunningsvrije gebouwen dat zij voldoen aan
de vereisten als ze zijn voorzien van een groen dak met minimale waterberging 30 liter per m2;
d. Het college kan nadere regels stellen en daarmee invulling geven aan de voorschriften en kan per
gebied een aangepaste doelmatige bergingscapaciteit eisen als dat vanwege de wateroverlast nodig
is;
e. De eisen gelden voor nieuwe gebouwen en voor bestaande gebouwen die ingrijpend worden
gerenoveerd, of waarvan het bebouwde oppervlak wordt uitgebreid;
f. De eisen gelden ook voor gebouwen waar op of onder het gebouw één of meer bouwlagen
worden toegevoegd, tenzij het bestaande gebouw niet bestand is tegen het aanbrengen van
een hemelwaterberging op dat gebouw en er rond het bestaande gebouw geen of onvoldoende
oppervlak aanwezig is om in hemelwaterberging te voorzien.
Wettelijke grondslag
Artikel 14,9 en 156 Gemeentewet (algemene verordenende bevoegdheid gemeenteraad en
delegatiebepaling raad).
Artikel 10.32a Wet milieubeheer (specifieke verordenende bevoegdheid gemeenteraad voor
hemelwater).
Gegenereerd: vl.13 1
VN2021-004131 % Gemeente Raadscommissie voor Bouwen en Wonen, Ontwikkelbuurten,
Waternet % Amsterdam ‚ _ ‚ Oe WB
% Dierenwelzijn, Openbare Ruimte en Groen, Reiniging
Voordracht voor de Commissie WB van 03 maart 2021
Ter advisering aan de raad
Bestuurlijke achtergrond
De gemeente is wettelijk verantwoordelijk voor de zorgplicht om afvloeiend hemelwater te
verwerken. In het door de gemeenteraad aangenomen Gemeentelijk Rioleringsplan Amsterdam
(GRP) 2016-2021 staat hoe de gemeente Amsterdam deze verantwoordelijkheid invult. Voor
hemelwater zijn daarin de vitgangspunten onder andere:
* de perceeleigenaar is in principe zelf verantwoordelijk voor de verwerking van hemelwater op
eigen terrein;
* hemelwatergebruik heeft de voorkeur boven direct lozen;
e de gemeente houdt bij de inrichting van de openbare ruimte rekening met het tijdelijk
opvangen van extreme buien.
In het GRP is de ambitie geformuleerd dat de stad, zowel privaat als publiek terrein, in 2020 een bui
van 60 mm per vur kan verwerken zonder schade aan huizen en vitale infrastructuur.
Wethouder Ivens heeft in de Commissie Wonen en Bouw van 12 september 2018 toegezegd om in
dat kader onder andere een hemelwaterverordening op te stellen.
Op 11 februari 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders ingestemd met het voorstel
voor een hemelwaterverordening en deze voor inspraak vrij te geven en de stadsdeelbesturen en
waterschappen om advies te vragen.
Op 4 maart 2020 heeft de Commissie Wonen en Bouwen dit voorstel ter kennisneming ontvangen.
Mede door de Coronacrisis is er meer tijd verstreken dan normaal voor de verwerking van
alle inspraakreacties en adviezen en het gereed maken van de hemelwaterverordening voor
besluitvorming. Deels omdat besluitvorming niet vrgent was maar ook omdat binnen de capaciteit
beperkt was.
Reden bespreking
De raadscommissie Wonen en Bouwen de gelegenheid te geven met wethouder vens inhoudelijk
van gedachten te wisselen over de inhoud van de hemelwaterverordening.
Uitkomsten extern advies
Het voorstel voor de Hemelwaterverordening is ter advisering voorgelegd aan het waterschap
Amstel Gooi en Vecht, Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier en het Hoogheemraadschap
van Rijnland en de zeven stadsdelen. De waterschappen en stadsdelen beaamden dat een
hemelwaterverordening nodig is, waarbij de aandacht zich richt op de overbelasting van het riool en
de openbare ruimte.
Wel zien de waterschappen en stadsdelen liever een strengere norm dan 60 liter per m2. De norm
van de hemelwaterverordening is echter niet anders dan het door de raad vastgestelde en vigerende
beleid (Gemeentelijke Rioleringsplan Amsterdam 2016-2021). In de beantwoording is aangegeven
dat voor de toekomstige beleidsmatige invulling van de norm het de bedoeling is deze aan te sluiten
Gegenereerd: vl.13 2
VN2021-004131 % Gemeente Raadscommissie voor Bouwen en Wonen, Ontwikkelbuurten,
Waternet % Amsterdam ‚ „ ‚
% Dierenwelzijn, Openbare Ruimte en Groen, Reiniging
Voordracht voor de Commissie WB van 03 maart 2021
Ter advisering aan de raad
op het klimaat-signaal, dat het KNMI in 2021 afgeeft. Tot slot adviseerden de stadsdelen om de
toepassing niet alleen te beperken tot nieuwe gebouwen, maar ook van toepassing te verklaren op
bestaande gebouwen die worden gerenoveerd of getransformeerd.
Geheimhouding
n.v.t.
Uitgenodigde andere raadscommissies
n.v.t.
Welke stukken treft v aan?
AD2021-014793 | 01 20210202-Hemelwaterverordening-definitief.docx (msw22)
AD2021-014794 02 20210202-Nota van beantwoording HWV-openbaar.docx (msw22)
AD2021-014839 03 20210210-Raadsvoordracht HWV.docx (mswa2)
AD2021-014788 | Commissie WB Voordracht (pdf)
Ter Inzage
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Daniel Goedbloed (Waternet), 06 13 84 71 50, daniel. [email protected]; Thomas Blokhuis
(Waternet), 06 22081584, Thomas.Blokhuis®Waternet.nl
Gegenereerd: vl.13 3
| Voordracht | 3 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 1715
Publicatiedatum 6 januari 2017
Ingekomen onder H
Ingekomen op woensdag 21 december 2016
Behandeld op woensdag 21 december 2016
Status Ingetrokken en vervangen door H'
Onderwerp
Motie van de leden Nuijens, Groen en Boutkan inzake Experimenten Stad in Balans
(het in het kader van de zogenaamde ‘hubfunctie’ maken van afspraken over
het maximumaantal lijn- en chartervluchten).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de invulling van de tweede tranche van de prioriteit
Experimenten Stad in Balans (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1659).
Constaterende dat:
— Officieel tussen Schiphol, Gemeente, Rijk, Luchtvaart en bewoners de
afspraak bestaat dat Schiphol een internationale hubfunctie vervult;
— Schiphol echter ook een niet onbeduidend aantal charter- en lijnvluchten host,
die gericht zijn op het tegen bodemprijzen aanbieden van zeer kortdurende
stedentrips.
Overwegende dat:
— Amsterdam een gastvrije stad is en wil blijven, en inkomen geen
selectiecriterium is of zou moeten worden voor toeristen;
— Het tegen de laagst mogelijke prijs aanbieden van vluchten gericht op
flitstoerisme zich echter slecht lijken te verhouden tot het begrip ‘hubfunctie'
en tot doelstellingen als duurzaamheid en balans in de stad.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— Met Schiphol en andere betrokkenen het gesprek aan te gaan met als doel
het begrip 'hubfunctie' nader in te vullen;
— Hierbij tevens afspraken te maken over hoe lijn- en chartervluchten zich
verhouden tot die hubtunctie;
— Met Schiphol, Rijk en Luchtvaart te bespreken in hoeverre lijnvluchten tegen
bodemprijzen hun prijzen zo laag kunnen houden omdat zij de
maatschappelijke kosten van deze vervoersvorm (deels) afwentelen op de
samenleving.
4
Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteraad
Nummer 1713 Motie
Datum <datum
onbekend>
De leden van de gemeenteraad
J.W. Nuijens
R.J. Groen
D.F. Boutkan
2
| Motie | 2 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Amendement
Jaar 2017
Afdeling 1
Nummer 816
Publicatiedatum 7 juli 2017
Ingekomen onder Y
Ingekomen op donderdag 29 juni 2017
Behandeld op donderdag 29 juni 2017
Status Aangenomen
Onderwerp
Amendement van het lid Torn inzake reactie op het verslag van de
rekeningencommissie over het Jaarverslag 2016 van de gemeente Amsterdam.
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer u voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de reactie op het verslag van de rekeningencommissie
over het Jaarverslag 2016 van de gemeente Amsterdam (Gemeenteblad afd. 1, nr.
748).
Besluit:
Het besluit “in te stemmen met de reactie van het college van Burgemeester en
Wethouders op het Verslag van de rekeningencommissie over de Jaarrekening 2016
(het Jaarverslag 2016)" te wijziging in “kennis te nemen van de reactie van het
college van Burgemeester en Wethouders op het Verslag van de
rekeningencommissie over de Jaarrekening 2016 (het Jaarverslag 2016)".
De leden van de gemeenteraad,
R.K. Torn
1
| Motie | 1 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2020
Afdeling 1
Nummer 286
Datum indiening 12 november 2019
Datum akkoord 2 maart 2020
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Boutkan inzake een ongeluk met een
Uber-taxi bij het Westerpark.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragensteller:
Op 10 november 2019 bereikte de fractie van de PvdA Amsterdam via stadszender
AT5 het nieuws over een taxi van taxidienst Uber die in de nacht van zaterdag 9 op
zondag 10 november 2019 te water is geraakt bij het Westerpark in Amsterdam.’
Omstanders zagen volgens AT5 vervolgens de twee inzittenden uit het water klimmen
en de plek van het ongeluk verlaten. De twee personen zijn later in de omgeving van
het ongeluk aangetroffen.
De fractie van de PvdA Amsterdam maakt zich niet alleen zorgen over het aantal
ongelukken met Uber-taxi’s in de stad, maar ook om het feit dat het vaker lijkt te
gebeuren dat chauffeurs zich na een ongeluk uit de voeten maken. Zo berichtte AT5
op 31 juli 2019 ook al over een ongeluk met een taxi zonder daklicht op de
Ruyterkade waarna de desbetreffende chauffeur zich na het ongeluk uit de voeten
maakte. Het is de fractie van de PvdA Amsterdam niet duidelijk waarom zij dit zouden
doen.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Boutkan, namens de fractie van de PvdA,
op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam,
de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders
gesteld:
1. Heeft het college kennisgenomen van het ongeluk met de taxi van taxidienst Uber
in de nacht van zaterdag 9 op zondag 10 november 2019?
Antwoord:
Ja, het college heeft kennisgenomen van een te water geraakt taxivoertuig in de
nacht van 9 op zondag 10 november 2019. Uber heeft aangegeven dat de taxi niet
actief was via de Uber app. Er was op dat moment op die locatie geen chauffeur
online. De politie heeft aangegeven dat niet is gebleken dat het voertuig op dat
moment als taxi werd gebruikt.
' https://www_at5.nl/artikelen/1 9811 9/taxi-te-water-bij-westerpark-inzittenden-verlaten-
glaats-ongeval
https://www.at5.nl/artikelen/195843/taxichauffeur-gaat-er-vandoor-na-aanrijding-met-bus
1
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer at 2020 Schriftelijke vragen, dinsdag 12 november 2019
2. Hoe beoordeelt het college het verlaten van de plaats van het ongeluk evenals het
voertuig zelf in de nacht van zaterdag 9 op zondag 10 november 2019?
Antwoord:
Conform artikel 7 wegenverkeerswet 1994 is het degene die bij een
verkeersongeval is betrokken of door wiens gedraging een verkeersongeval is
veroorzaakt, verboden de plaats van het ongeval te verlaten, indien bij dat
ongeval, naar hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden, een ander is gedood dan
wel letsel of schade aan een ander is toegebracht. Bij dit ongeval waren geen
anderen dan de twee inzittenden betrokken. De politie kan geen mededelingen
doen over de specifieke verklaringen van betrokkenen. Aangezien niet bekend is
wat in dit geval de reden was van het verlaten van de plaats van het ongeval, kan
het college hier geen oordeel over geven.
3. Is het college op de hoogte van de verklaring van de inzittenden over het feit dat zij
de plaats van ongeval verlieten na het ongeluk in de nacht van 9 op 10 november
2019? Zo ja, wat was deze?
Antwoord:
Zie het antwoord op vraag 2.
4.
a. Kan het college aangeven of de chauffeur die op 31 juli 2019 na een ongeluk op
de Ruyterkade de taxi verliet gevonden is en een verklaring heeft afgegeven?
Antwoord:
Ja, Uber bevestigt dat zij het incident onderzocht hebben en dat er contact is
geweest met de betrokken chauffeur. Daarnaast geeft Uber aan dat zij naar beleid
hebben gehandeld. Uber is van mening dat zij — gezien de AVG - niet meer details
mag verstrekken.
Ook hier geldt dat de politie geen mededelingen doet over specifieke verklaringen.
b. Zo ja, zou het college de strekking van deze verklaring met de raad kunnen delen?
Antwoord:
Zie het antwoord op vraag 4.a.
c. Wat is er na het ongeluk op 31 juli 2019 met de betreffende taxi gebeurd?
Antwoord:
Die is weggesleept.
d. Reed de chauffeur die op 31 juli 2019 de taxi verliet voor de taxidienst Uber?
Antwoord:
De taxi waaraan wordt gerefereerd is bij Uber bekend en heeft tot enige tijd
voorafgaand aan het ongeval de Uber app gebruikt.
2
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer at 2020 Schriftelijke vragen, dinsdag 12 november 2019
e. Zo ja, heeft het college na dit ongeluk contact opgenomen met Uber? Wat kwam
daaruit?
Antwoord:
Er is direct na het ongeluk geen contact opgenomen met Uber. Indien het gaat om
een TTO taxi mag de gemeente de gegevens doorgeven aan de betreffende TTO.
Dit kan niet in geval van Uber.
5. Kan het college aangeven of het naast de twee hiervoren genoemde situaties al
vaker gebeurd is dat in Amsterdam bij ongelukken met Uber-taxi's de
chauffeur/inzittenden zich uit de voeten maken?
Antwoord:
De politie registreert niet of een ongeluk met een Uber-taxi is gebeurd. De politie
registreert alleen of het al dan niet om een taxi gaat. Van december 2018 t/m
november 2019 bedraagt het totaal aantal gemelde incidenten van verlaten plaats
ongeval in de Eenheid Amsterdam 5892. Bij 78 incidenten was er een taxi bij
betrokken. In 50% van de gevallen was de chauffeur zelf slachtoffer. In 39
gevallen is onderzoek verricht waarbij er sprake was een strafbare gedraging door
de bestuurder van een taxi. Echter ook schade aan een andere auto bij het
inparkeren en vervolgens doorrijden valt onder deze noemer.
6. Hoe duidt het college — na bijvoorbeeld overleg met Uber en met de politie —
waarom de inzittenden van Uber-taxi's de plaats van het ongeval verlaten?
Antwoord:
Er zijn meerdere mogelijke redenen voor het verlaten van een plaats van ongeval,
zoals een schrikreactie, het eigen welzijn, alcohol- of drugsgebruik. Dit is niet in
alle gevallen verboden. Politie en Uber kunnen geen informatie verstrekken over
de reden waarom de inzittenden in dit geval de plaats van het ongeval hebben
verlaten. Er zijn geen aanwijzingen dat dit relatief vaker voorkomt bij Uber taxi's.
7. Is het college bereid dit fenomeen in te brengen in het frequente overleg in de
Taskforce Uber en de uitkomsten hiervan terug te koppelen aan de raad?
Antwoord:
Er zijn geen aanwijzingen dat dit vaker voorkomt bij Uber taxi's of sowieso bij taxi
chauffeurs. Kennis van de relevante wet- en regelgeving dient iedere (taxi-)
chauffeur te hebben en het college gaat ervan uit dat bij iedere (taxi-chauffeur
bekend is dat het verlaten van de plaats van het ongeval in bepaalde situaties
verboden is (zie antwoord vraag 2). Hoewel het college ervan uit gaat dat
chauffeurs bekend zijn met de wet- en regelgeving, zal dit in het reguliere overleg
met Uber en de TTO-organisaties onder de aandacht gebracht worden.
Toelichting door vragensteller:
Volgens de wet is het verlaten van de plaats van een ongeval een strafbaar feit als er
schade is toegebracht, ook als het een eenzijdig ongeval betreft.
3
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer at 2020 Schriftelijke vragen, dinsdag 12 november 2019
8. Ziet het college maatregelen om het fenomeen van verlaten van ongeval te
voorkomen? Zo ja, is het college bereid die te nemen?
Antwoord:
Het college ziet geen aanleiding maatregelen te nemen om dit te voorkomen,
ook omdat dit niet altijd is verboden. Dit is primair een taak van het Ministerie V&J
en/of Ministerie I&W .
Toelichting door vragensteller:
Gezichtsverificatie is een manier om te achterhalen of de berijder ook daadwerkelijk
de officiële Uber-chauffeur is. Het — mogelijk — invoeren daarvan is opgenomen in
de social charter met de gemeente.
9. Hoever staat het met de introductie van het gezichtsherkenning systeem bij Uber
in Nederland?
Antwoord:
Uber heeft op 16 december 2019 naar buiten gebracht dat zij in Nederland hun
(partner-) chauffeurs op verschillende tijden zullen vragen een selfie te nemen.
Het doel hiervan is om te voorkomen dat chauffeurs op andermans Uber-account
werk op het platform uitvoeren. Eind december 2019 is de uitrol begonnen. Dit
systeem met gezichtsverificatie is al actief in andere landen.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris
4
| Schriftelijke Vraag | 4 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2013
Afdeling 1
Nummer 704
Publicatiedatum 11 september 2013
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden de heer D.A. van der Ree en
de heer M.F.G. Piek van 11 maart 2013 inzake de explosie van een woonboot op
de Oudeschans.
Amsterdam, 9 september 2013
Aan de gemeenteraad
inleiding door vragenstellers:
Het Parool schreef op 9 maart 2013 het artikel ‘Gedupeerden explosie de klos’ over
de explosie van een woonboot in de Oudeschans op 28 juni 2012. Door de explosie
raakten huizen en auto’s in de omgeving beschadigd en raakte een vijftienjarige
jongen zwaargewond. Volgens Het Parool krijgen omwonenden die schade geleden
hebben slechts 115.000 van de 350.000 euro schade vergoed.
Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 11 maart 2013, beiden namens
de fractie van de VVD, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de
raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van
burgemeester en wethouders gericht:
1. Heeft het college kennisgenomen van het genoemde artikel in Het Parool?
Antwoord:
Het college heeft kennisgenomen van het genoemde artikel in Het Parool.
2. Kan het college iets zeggen over de (brand)veiligheid van woonboten in
vergelijking tot woonhuizen en de regels hieromtrent? Gaarne een nadere uitleg.
Antwoord:
Op de vaste wal gelden voor het bouwen en verbouwen van panden de regels
van omgevingsvergunningen en in het bijzonder van de Woningwet en
het Bouwbesluit. In het Bouwbesluit zijn ondermeer voorschriften voor
brandveiligheid en brandwerendheid van toegepaste materialen opgenomen.
Bij woonboten dient per geval bekeken te worden hoe de boot aan de wal is
bevestigd. Is de boot nagelvast aan de wal bevestigd (bijvoorbeeld door ijzeren
pennen) dan valt de boot onder de bouwregelgeving, waaronder het Bouwbesluit.
1
Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R
Neeing Jo Gemeenteblad
Datum 11 september2013 Schriftelijke vragen, maandag 11 maart 2013
Indien de woonboot niet nagelvast aan de wal is bevestigd (maar bijvoorbeeld
door middel van touwen) dan is er geen sprake van een bouwwerk en valt de boot
niet onder de bouwregelgeving.
De wetgever heeft tot nu toe als standpunt ingenomen dat vanwege het feit dat er
allerlei soorten woonboten bestaan — van historische schepen tot moderne
woonarken van beton — het onmogelijk is haalbare algemene eisen te stellen.
Dit mede vanwege het feit dat er slechts 9000 woonboten in Nederland zouden
zijn. Echter, er volgt binnenkort een overleg tussen het ministerie van BZK en de
Dienst Ruimtelijke Ordening over de vraag wat wel en niet onder de Woningwet
en daarmee het Bouwbesluit moet vallen. De Omgevingsdienst, de Directie
Juridische Zaken en Waternet zijn hier ook bij betrokken.
Zowel voor bewoners op de vaste wal, als voor woonbootbewoners, bestaat er
geen verplichting om aan te sluiten op nutsvoorzieningen zoals elektra, gas of
water. De schatting is dat in de praktijk meer dan 95% van de woonboten in
het centrum is aangesloten op gas, water, elektra en telefoon/kabel.
De voorzieningen worden op verzoek van de eigenaar door nutsbedrijven in
de kademuur aangebracht. De door deze bedrijven gebruikte materialen en
aangebrachte aansluitingen voldoen aan alle veiligheidsnormen. De eigenaar
moet zelf zorgen voor het verdere transport van gas, water, licht, telefoon/kabel
van de aansluitkast naar de boot.
Er zijn overigens geen voorschriften in het Bouwbesluit over aansluitingen en
toestellen ná de gasmeter. Ook in huizen kan er derhalve een gevaarlijke situatie
ontstaan waar de overheid geen zicht op heeft.
3. Is het college het met de VVD eens dat omwonenden van woonboten er van uit
moeten kunnen gaan dat als zij schade lijden door een ongeluk op of met een
woonboot zij hun schade vergoed krijgen?
Antwoord:
Uitgangspunt in ons schadevergoedingsrecht is dat een ieder zijn eigen schade
draagt, tenzij () de schade op een aansprakelijke partij of diens verzekeraar kan
worden verhaald, ofwel (il) op een eigen verzekering. Daarom kan niet als
algemeen uitgangspunt worden genomen dat zodra iemand schade lijdt, deze
schade zal worden vergoed. Als een ongeluk op of met een woonboot als een
onrechtmatige daad aan de eigenaar van een boot is toe te rekenen, dan kan
deze persoon aansprakelijk worden gesteld en zal deze persoon of zijn
verzekeraar gehouden zijn de schade te vergoeden. Voorts kan de schade
mogelijk worden verhaald op een eigen verzekering.
4. Klopt het dat het Burgerlijk Wetboek geen verschil hanteert tussen een varend
schip en een woonboot en een woonbootbewoner een ‘verzoekschrift beperkte
aansprakelijkheid binnenvaart’ kan indienen bij de rechtbank?
Antwoord:
Dit klopt. Het door Nederland ondertekende Verdrag van Straatsburg inzake de
beperking van aansprakelijkheid in de binnenvaart (CLNI 1988), zoals
geïmplementeerd in Boek 8 BW, kent een ruime omschrijving van ‘binnenschip’.
2
Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R
Neeing Jo Gemeenteblad
Datum 11 september2013 Schriftelijke vragen, maandag 11 maart 2013
Woonboten vallen onder de definitie van een ‘binnenschip’. Nederland heeft geen
gebruik gemaakt van de mogelijkheid een voorbehoud te maken voor vaartuigen
die niet worden gebruikt voor de bedrijfsmatige scheepvaart. Het Verdrag is van
toepassing op alle binnenschepen, waaronder woonboten, die op de Nederlandse
binnenwateren aanwezig zijn. Strikt genomen moeten die schepen wel een keer
hebben gevaren, maar nagenoeg alle woonboten zijn naar hun ligplaats gevaren
en varen voor onderhoud eens in de zoveel jaar naar een werf. Het voorgaande
zou anders kunnen zijn voor drijvende woningen waarvan het casco op de
ligplaats zelf is gebouwd.
Kortom, een woonboot valt onder de verdragsrechtelijke en wettelijke definitie van
een binnenschip en er wordt geen verschil gehanteerd tussen een varend schip
en een woonboot. Een eigenaar van een woonboot (of diens verzekeraar) kan
naar huidig recht formeel juridisch een verzoekschrift tot beperking van
aansprakelijkheid indienen bij de rechtbank. Overigens is dit een recht en geen
verplichting.
Voornoemde formeel juridische mogelijkheid roept vragen op, omdat de regeling
van origine is geschreven om eigenaren van scheepvaartbedrijven te behoeden
voor onevenredig hoge risico's, waardoor het onmogelijk zou zijn dit vakgebied uit
te oefenen. In geval van woonboten is er sprake van een geheel andere situatie.
Nederland heeft op 27 september 2012 het Verdrag van Straatsburg van 2012
inzake de beperking van aansprakelijkheid in de binnenvaart (CLNI 2012)
ondertekend. Dit Verdrag, waarvan nog onbekend is wanneer het in werking zal
treden, definieert ‘schip’ alleen als een voor de bedrijfsmatige scheepvaart
gebruikt binnenschip. Door deze nieuwe definitie van ‘schip’ valt een woonboot
die niet voor de bedrijfsmatige scheepvaart wordt gebruikt, buiten het
toepassingsbereik van het CLNI 2012. Of dat ook zo zal zijn met bedrijfsmatig
gebruikte hotelboten, gevangenisboten en fietsenstallingboten is niet met
zekerheid te zeggen. Hoogstwaarschijnlijk vallen dat soort schepen wel onder het
nieuwe Verdrag.
Het CLNI 2012 laat overigens onverlet dat de pleziervaart en niet-beroepsvaart
onder een andersluidende nationale regeling kan vallen. Bij ondertekening heeft
Nederland geen voorbehoud gemaakt, maar voorbehouden kunnen ook bij
ratificatie van het Verdrag of op een later tijdstip worden gemaakt. Het is onzeker
of de Nederlandse wetgever voor sport- en pleziervaartuigen en andere niet
bedrijfsmatig gebruikte vaartuigen, zoals woonboten, toch een wettelijke regeling
tot beperking van aansprakelijkheid zal invoeren. Het college is hier overigens
geen voorstander van.
5. Klopt het dat de eigenaar van een woonboot met zo'n ‘verzoekschrift beperkte
aansprakelijkheid binnenvaart’ omwonenden die schade lijden door een ongeluk
op of met een woonboot mogelijk financieel kan duperen?
Antwoord:
Dit klopt. De rechtbank kan in een beschikking naar aanleiding van
het ingediende verzoek het bedrag waartoe de aansprakelijkheid (zowel met
betrekking tot de materiële schade — het zakenfonds — als de letselschade —
het personenfonds) is beperkt vaststellen en bevelen dat de verzoeker tot
3
Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R
Neeing Jo Gemeenteblad
Datum 11 september2013 Schriftelijke vragen, maandag 11 maart 2013
het beloop van dit bedrag fonds dient te stellen. Dit bedrag wordt berekend naar
bij AMvB vast te stellen maatstaven, welke verschillend zijn afhankelijk van het
type en omvang van het schip. In geen geval kan het bedrag van het
personenfonds lager zijn dan 200.000 SDR (Special Drawing Right). Dit is
(ongeveer) EUR 230.000. En in het zakenfonds 100.000 SDR. Dit is (ongeveer)
EUR 115.000. De koers verschilt en wordt dagelijks gepubliceerd op www.imf.org.
Indien er meerdere schuldeisers zijn, kan het zo zijn dat niet elke schuldeiser zijn
of haar schade volledig uit het vastgestelde fonds krijgt vergoed.
Met het CLNI 2012 worden de limieten overigens verdubbeld.
6. Kan de gemeente Amsterdam eigenaren van woonboten dwingen zich zodanig te
verzekeren dat omwonenden die schade lijden door een ongeluk op of met een
woonboot hun schade vergoed krijgen? Gaarne een nadere uitleg.
Antwoord:
Er bestaat in Nederland één wettelijk verplichte verzekering en dat is de
verzekering op grond van de Wet Aansprakelijkheid Motorrijtuigen. Er bestaat
geen wettelijke verplichting een huis, een woonboot en ook geen verplichting
jezelf tegen aansprakelijkheid te verzekeren. In dit geval was de woonboot in
kwestie overigens wel tegen aansprakelijkheid verzekerd.
De gemeente heeft geen rechtsgrond woonbooteigenaren te dwingen zich te
verzekeren.
Het college heeft overigens met instemming vastgesteld dat naar komend recht
de mogelijkheid om de aansprakelijkheid te beperken, uitsluitend geldt voor
bedrijfsmatig gebruikte schepen.
7. Welke overige maatregelen kan het college nemen om het duperen van
omwonenden bij een ongeluk op of met een woonboot in de toekomst te
voorkomen?
Antwoord:
Met de inwerkingtreding van het CLNI 2012 zal de mogelijkheid de
aansprakelijkheid voor niet bedrijfsmatig gebruikte schepen — waaronder
woonboten — te beperken, komen te vervallen. Het college is er geen voorstander
van dat de Nederlandse wetgever voor niet bedrijfsmatig gebruikte vaartuigen,
zoals woonboten, gebruik zal maken van de mogelijkheid toch een wettelijke
regeling tot beperking van aansprakelijkheid in te voeren.
Het heeft het college verrast dat Allianz, de verzekeraar van de woonboot aan de
Oudeschans, een beroep heeft gedaan op de mogelijkheid de aansprakelijkheid
te beperken. Deze zaak vraagt niet om een formeel juridische benadering. Van
oorsprong is de regeling geschreven om eigenaren van scheepvaartbedrijven te
behoeden voor onevenredig hoge risico's, waardoor het onmogelijk zou zijn dit
vakgebied uit te oefenen. In casu is sprake van een geheel andere situatie.
Tekenend in dit verband is dat een binnenschip in aanbouw volgens Boek 8 BW
niet onder de definitie van een binnenschip valt en wel omdat in dat geval de aan
de binnenvaart inherente risico's zich nog niet voordoen. Niet valt In te zien
4
Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Demmer A september2013 Schriftelijke vragen, maandag 11 maart 2013
waarom deze risico's zich in geval van een woonboot wel zouden voordoen.
Daarbij is er sprake van uitzonderlijke gevolgen voor enkelingen. Het gaat om
ernstig fysiek letsel waardoor een jongen en zijn ouders levenslang zijn getroffen
en bepaalde gedupeerden met zeer omvangrijke materiële schade.
Maatschappelijke solidariteit is in een dergelijk geval op zijn plaats.
In de Gedragscode Verzekeraars is opgenomen dat vraagstukken rond risico’s,
veiligheid en solidariteit steeds weer een andere invulling vragen van het
verzekeringsvak. Verzekeraars dienen in te spelen op maatschappelijke
ontwikkelingen en actuele kwesties en niet alleen bedrijfseconomische, maar ook
maatschappelijke en sociale belangen bij de bedrijfsvoering te betrekken en
hierover verantwoording af te leggen.
De beperking van aansprakelijkheid bij personenschade staat in dit rechtsgebied
in zijn algemeenheid onder druk. In de literatuur wordt gewezen op het
spanningsveld tussen enerzijds de wens van de scheepvaartbedrijven en hun
verzekeraars om de limieten zo laag mogelijk te houden en anderzijds de wens
van de Staten om de slachtoffers volledige schadevergoeding toe te kennen.
Overigens heeft het college begrepen dat het in de onderhavige zaak nog niet
vaststaat of de aansprakelijkheid in het personenfonds door de rechter
daadwerkelijk zal worden beperkt. Er is namens het jonge letselschadeslachtoffer
verweer gevoerd tegen het ingediende verzoek. Ook een woonbootbewoner die
zeer omvangrijke materiële schade heeft geleden, is voornemens alsnog verweer
te voeren met betrekking tot de inmiddels door de rechtbank uitgesproken
beperking van aansprakelijkheid in het zakenfonds.
Mocht de verzekeraar persisteren in het verzoek en de rechtelijke macht besluiten
de aansprakelijkheid in beide fondsen te beperken, dan is het voorstelbaar dat de
ziektekostenverzekeraar die deelneemt in het personenfonds, alsnog besluit de
gemaakte ziektekosten voor eigen rekening te nemen en niet te verhalen, zodat
er meer geld in een te stellen personenfonds overblijft voor de ‘natuurlijke’
personen die letselschade hebben geleden en zij geen (volledig) gebruik hoeven
te maken van de zogenaamde ‘overloopregeling’ naar het zakenfonds. Dit zal de
benadeelden die materiële schade hebben geleden ook ten goede komen.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
5
| Schriftelijke Vraag | 5 | train |
Gemeente
Amsterdam
Zuidoost
Agenda voor het algemeen bestuur van de Bestuurscommissie Zuidoost d.d. 17 januari 2017
Oordeelsvormend
1. Opening en vaststelling agenda 20.15 UUr
2. Mededelingen 20.20 UUr
3. Besluitenlijst van de oordeelsvormende vergadering d.d. 20 december 2016 20.25 UUr
bh. Vragenhalfuur 20.30 UUr
5. (Losse) insprekers 21.00 UUr
Bespreekpunten
6. Handhavingsuitvoeringsplan Zuidoost 2017 (HUP 2017) 21.15 UUr
7. Rondvraag en sluiting 21.35 UUr
Stukken ter kennisname
| Agenda | 1 | discard |
> < Gemeente
Amsterdam
Ô $ Motie
Datum raadsvergadering 19 juli 2023
Ingekomen onder nummer 468
Status Staken van de stemmen
Onderwerp Motie van de leden Garmy, IJmker en Kabamba inzake stappenplan
vervangen parkeerplaatsen
Onderwerp
Deelvervoer inclusiever maken
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over het vaststellen van de Nota deelvervoer 2023 en het wijzigen van de
APV,
Constaterende dat:
-__Nota deelvervoer de volgende zaken benoemd:
-__ “Het verminderen van parkeerplaatsen biedt kansen om buurten anders in te
richten.”
-__“Insommige delen van de stad nemen parkeerplaatsen tot 20% van de verharde
openbare ruimte in. Van alle geparkeerde auto's op straat in de avonduren zijn 9
van de 10 van bewoners. Door de parkeernorm naar beneden bij te stellen, sturen
we actief op het verlagen van het autogebruik en -bezit bij nieuwe ruimtelijke
ontwikkelingen.”
-_ “Hiervoor (scootervakken) zetten we in op het opheffen van autoparkeerplaatsen,
met name op drukke locaties.”
-__“De ruimte in de stad is immers schaars en momenteel wordt veel van deze
ruimte ingenomen door privéauto'’s en parkeerplaatsen. Wanneer inwoners van
Amsterdam de eigen auto weg doen (bijvoorbeeld vanwege het vigerende
parkeerbeleid) en gebruik maken van een deelauto komt veel ruimte vrij voor de
andere opgaven waar de stad voor staat.”
-_ “Hiermee zorgen we dat de komst van een zone-floater ook daadwerkelijk tot
minder privéauto's in het betreffende gebied leidt en dat parkeerplaatsen (op
termijn) kunnen worden opgeheven (zie doelstelling 2, paragraaf 2.4).”
-__ “Deelvervoer levert — in combinatie met het vigerende parkeerbeleid — de
komende jaren een bijdrage aan het verlagen van de druk op de openbare ruimte.
Gemeente Amsterdam Status
Pagina 2 van 1
Hierbij gaat het enerzijds om de transitie van bezit naar gebruik door minder
stilstaande voertuigen in de openbare ruimte.”
Overwegende dat:
-__Erverder niet concreet gemaakt wordt hoeveel parkeerplaatsen dienen te verdwijnen
door inzet van deelmobiliteit;
-_Erverder niet concreet gemaakt wordt hoe parkeerplaatsen dienen te verdwijnen door
inzet van deelmobiliteit.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders
Om met een duidelijk en concreet stappenplan te komen hoe en met welke doelstellingen het
aantal openbare parkeerplaatsen te verminderen door inzet van deelvervoer.
Indiener(s),
|. Garmy
E. C. IJmker
C. K.E. Kabamba
| Motie | 2 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2013
Afdeling 1
Nummer 763
Publicatiedatum 27 september 2013
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid de heer M.F. Poorter van 4 juli
2013 inzake onvoldoende veiligheid in het woonzorgcentrum van de Elisabeth Otter-
Knoll Stichting in Buitenveldert.
Amsterdam, college van b&w van 24 september 2013
Aan de gemeenteraad
inleiding door vragensteller:
Het Parool maakte op 3 juli 2013 melding van weer een incident rondom onvoldoende
veiligheid en kwaliteit in een Amsterdams verzorgingstehuis. Volgens de krant gaat
het om het woonzorgcentrum van de Elisabeth Otter-Knoll Stichting in Buitenveldert.
Binnen een maand moeten ouderen met ernstige gebreken de instelling verlaten.
Het Amsterdamse verzorgingshuis is volgens de Inspectie voor de Gezondheidszorg
(IGZ) niet veilig.
Dit is niet het eerste incident in Amsterdam rondom zorginstellingen voor ouderen en
langdurig zieken. Verpleeghuis Slotervaart, De Kleine Johannes, het Sarphatihuis,
Villa Spijker en Beth Shalom zijn hiervan enkele voorbeelden.
De fractie van de PvdA maakt zich zorgen over de staat van de langdurige
ouderenzorg in instellingen. En met de decentralisaties, de afbouw van zzp-groepen
en de financiële positie van de zorginstellingen is er des te meer reden om te vrezen
voor meer incidenten. En dat is weer des te meer reden om aandacht te hebben voor
de kwaliteit van de zorg. De gemeente Amsterdam gaat er niet over, maar het gaat
wel om inwoners van onze stad die afhankelijk zijn van goede zorg.
Gezien het vorenstaande heeft vragensteller op 4 juli 2013, namens de fractie van de
PvdA, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van
Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en
wethouders gericht:
1. Heeft het college kennisgenomen van het artikel ‘Ouderen met spoed uit onveilige
instelling’ (Het Parool, 3 juli 2013)? Kan het college bevestigen of deze
berichtgeving inderdaad correct is?
1
Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Demmer Zr september 2013 Schriftelijke vragen, donderdag 4 juli 2013
Antwoord:
Ja, het college heeft kennis genomen van het artikel ‘Ouderen met spoed uit
onveilige instelling’.
Naar aanleiding van constateringen van de Inspectie voor de Gezondheidszorg
(IGZ) heeft de directie van de Elisabeth Otter-Knoll Stichting besloten om
vanwege de veiligheid, bewoners met een indicatie van ZZP 4 of hoger te
verhuizen naar collega zorginstellingen.
Er is met het IGZ overeengekomen dat hier tot half september de tijd voor is.
De EOKS kan geen scheiden wonen en zorg toepassen in het verzorgingshuis
vanwege de situatie met het pand en de te grote achterstand in de kwaliteit van
de zorg volgens de huidige normen. Voor de lage zzp's wordt ook een
alternatieve locatie gezocht. Met De IGZ is afgesproken hier tot 15 december
2013 de tijd voor te nemen.
2. In hoeverre was het college op de hoogte van de situatie in het woonzorgcentrum
van de Elisabeth Otter-Knoll Stichting? Zo ja, wat heeft het college gedaan om de
directe aan te spreken op de onveilige situatie?
Antwoord:
Het college is naderhand door de Inspectie en het Zorgkantoor geïnformeerd.
3. Heeft het college met de inspectie gesproken over de situatie bij het
woonzorgcentrum?
Antwoord:
De IGZ heeft het College geïnformeerd over de constateringen van de Inspectie.
4. Wat is de reden dat de bewoners met spoed moeten verhuizen? Lopen de
bewoners acuut gevaar? Was het naar inschatting mogelijk geweest om een
spoedverhuizing te voorkomen door eerder in te grijpen?
Antwoord:
De IGZ constateert dat bewoners op hoge leeftijd met toenemende complexe
hulpvragen op het gebied van dementie, somatiek en psychiatrie verblijven in een
zorgomgeving die niet passend is voor de hulpvragen.
Een uitgebreide toelichting van de constateringen van de Inspectie leest u in het
Inspectierapport: (http://www.igz.nl/zoeken/document.aspx?doc=Elisabeth+Otter-
Knoll+Stichting+Amsterdam+juni+2013&docid=6104&URL ). Enis ook te vinden op
de website van Elisabeth Otter-Knol stichting nttp://www.eoks.nl/documenten.html.
De geconstateerde risico's vragen om een gedegen en structurele oplossing.
EOKS had verbouw- en nieuwbouwplannen voor hun locatie. Vanwege het
ontbreken van een bankgarantie gaan die plannen niet door.
Naar aanleiding van de constateringen van de Inspectie en het niet doorgaan van
de verbouw- en nieuwbouwplannen heeft de directie van EOKS besloten om de
bewoners met ZZP 4 te verhuizen.
De bankgarantie is niet verkregen door de aankondiging van de wijzigingen in
de AWBZ, zoals de extramuralisering en geen hoge zzp's zonder behandeling.
(Lees: geen financiering van verzorgingshuisplaatsen vanuit de AWBZ).
2
Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Demmer Zr september 2013 Schriftelijke vragen, donderdag 4 juli 2013
5. Wat zijn de gevolgen voor de bewoners die moeten verhuizen? Waar zullen deze
mensen heen gaan? Wat zijn de gevolgen van deze verhuizing voor deze
cliënten?
Antwoord:
Een verhuizing voor bewoners is ingrijpend. Echter de veiligheid van bewoners en
kwaliteit van zorg staat altijd voorop. De bewoners met ZZP 4 of hoger worden
uiterlijk half september verhuisd (indien er voorkeur is aangegeven voor) naar de
ZorgGroep Amsterdam Oost (ZGAO), Amstelring (voorheen Osira), Amsta,
Cordaan en Zonnehuisgroep en een aantal zorgorganisaties buiten Amsterdam.
Hierbij wordt zoveel als mogelijk rekening gehouden met de voorkeur van de
bewoners.
6. De Elisabeth Otter-Knoll Stichting maakt onderdeel uit van de bestuursambitie
langdurige ouderenzorg. Op welke wijze heeft het college via deze ambitie
getracht de zorg in deze instelling te verbeteren? Is de zorg sinds de samen-
werking in de ambitie langdurige ouderenzorg verbeterd, gelijkgebleven of
achteruitgegaan?
Antwoord:
De bestuursambitie langdurige ouderenzorg en de daaruit voortvloeiende acties
zijn aanvullend op functies die de IGZ vervult (het houden van toezicht op de
naleving van wetten m.b.t. kwaliteit van zorg), de functie van het zorgkantoor
(het inkopen van voldoende kwalitatief hoogwaardige zorg) en het bestuur van
een instelling (het leveren van voldoende kwalitatief hoogwaardige zorg).
De gemeente Amsterdam heeft geen inzage in zorggegevens, dat staat de wet
niet toe. De gemeente wordt bij misstanden geïnformeerd door de IGZ.
Via de bestuursambitie zijn voor het eerst alle instellingen en zorgaanbieders
gezamenlijk gecommitteerd aan de kwaliteitsverbetering van de zorg.
7. Ditis niet het eerste incident in een Amsterdams verzorgingstehuis dit jaar.
Wat gaat het college ondernemen om te voorkomen dat vergelijkbare incidenten
zich blijven voordoen in de Amsterdamse zorg?
Antwoord:
Wij zijn in gesprek met de staatssecretaris en het ministerie en zullen u daar zo
spoedig mogelijk over informeren.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
3
| Schriftelijke Vraag | 3 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
x% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2015
Afdeling 1
Nummer 1440
Publicatiedatum 24 december 2015
Ingekomen onder Vv
Ingekomen op donderdag 17 december 2015
Behandeld op donderdag 17 december 2015
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van de leden N.T. Bakker, Groot Wassink, Ruigrok en Â.J.M. Bakker inzake
het Amsterdams Ondernemers Programma ‘Ruimte voor ondernemers! 2015-2018
(optimale aansluiting op lokale arbeidspotentieel).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over het Amsterdams Ondernemers Programma ‘Ruimte voor
ondernemers! 2015-2018 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1380).
Overwegende dat:
— middels de website Waarstaatjegemeente.nl’ het ondernemersklimaat in
Amsterdam gemeten dient te worden;
— het wenselijk is dat er een goede aansluiting van de lokale werkgelegenheid is op
het aanwezige beroepspotentieel;
— een goede aansluiting van de lokale werkgelegenheid op het aanwezige
beroepspotentieel bijdraagt aan gunstige ondernemersomstandigheden en
daarmee bijdraagt aan een goed ondernemersklimaat;
— _‘waarstaatjegemeente.nl’ desondanks geen instrumentarium heeft ontwikkeld
— die de matching met de lokale arbeidsmarkt meet.
Van mening zijnde dat:
— de economie in beginsel in dienst staat van de mens.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— instrumentarium te laten ontwikkelen waarmee wordt gemeten hoe goed
de aangeboden werkgelegenheid aansluit op het arbeidspotentieel van de lokale
beroepsbevolking;
— de uitwerking hiervan voor te leggen aan de raad.
De leden van de gemeenteraad
N.T. Bakker
B.R. Groot Wassink
M.H. Ruigrok
A.J.M. Bakker
1
| Motie | 1 | discard |
X Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 956
Datum akkoord 31 oktober 2014
Publicatiedatum 5 november 2014
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid de heer M.F. Poorter van
22 september 2014 inzake ouderinitiatieven.
Aan de gemeenteraad
inleiding door vragensteller.
In Amsterdam zijn verschillende particuliere wooninitiatieven: woonvormen opgezet
door (ouders van) mensen met een beperking zelf, waarbij naast kwalitatief goede
zorg op maat, vooral ook eigen regie en onafhankelijkheid van een zorgaanbieder
centraal staan. Om die eigen regie te kunnen vormgeven wordt de zorg collectief
ingekocht middels de persoonsgebonden budgetten (PGB's) van de bewoners.
Op dit moment geldt dat deze wooninitiatieven worden gefinancierd vanuit de
Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) en vanaf 2015 worden deze
wooninitiatieven mogelijk binnen de Wet maatschappelijke ondersteuning (mo).
Een PGB zal doorgaans niet voldoende zijn om voor een enkel individu de vereiste
zorg of een eventuele 24-uurs-bereikbaarheid te regelen die feitelijk wel nodig is. Er is
dus een groep bewoners nodig om via bundeling van PGB's zorg van voldoende
kwaliteit en omvang te kunnen inkopen. De (ouders van) de bewoners richten samen
vereniging of stichting op, en met behulp van deze rechtsvorm kunnen ze vervolgens
gezamenlijk zorg inkopen of zorgverleners in dienst nemen.
De fractie van de PvdA is benaderd door verschillende ouderinitiatieven die zich
zorgen maken over de overheveling van de AWBZ-budgetten van het rijk naar de
gemeente per 1 januari 2015. De ouderinitiatieven hebben, net als alle andere PGB-
budgethouders, formeel nog steeds geen bericht gekregen over de wijze waarop de
overheveling plaatsvindt. Aangezien deze particuliere wooninitiatieven feitelijk
fungeren als werkgever van enkele zorgmedewerkers kan een stagnatie van de
uitbetaling van PGB's grote gevolgen hebben voor de continuïteit van de
ouderinitiatieven. Indien er geen inkomsten binnenkomen kan een ouderinitiatief
binnen twee maanden failliet zijn. Daarbij komt dat de onzekere situatie waarin deze
wooninitiatieven zich nu in bevinden voor de bewoners en hun ouders zeer veel
stress veroorzaken.
Een van de wijzigingen voor de ouderinitiatieven is de invoering van het
trekkingsrecht (https://www.svb.nl/int/nl/ssp/wat kan ssp doen/trekkingsrecht/).
1
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing dee Gemeenteblad
Datum 5 november2014 Schriftelijke vragen, maandag 22 september 2014
Dit betekent dat de PGB-gerechtigde het bedrag niet op de eigen rekening gestort
krijgt, maar dat de Sociale Verzekeringsbank (SVB) het bedrag direct uitkeert aan de
zorgverlener. Aangezien sommige van de wooninitiatieven zelf werkgever zijn, zijn er
onzekerheden over de wijze waarop de SVB zal omgaan met de uitkering aan deze
ouderinitiatieven.
De fractie van de PvdA is van mening dat ouderinitiatieven een belangrijke functie
vervullen in de stad, en dat de continuïteit van deze initiatieven gewaarborgd moet
worden. De bewoners (of hun vertegenwoordigers/ouders) hebben door het bundelen
van de PGB's de vrijheid om de zorg te organiseren naar eigen inzicht. Wij zouden
graag zien dat dit soort vormen van zorg worden ondersteund door de gemeente.
Vrijheid om zorg naar eigen inzicht te organiseren is heel belangrijk, en het college
zou alles in het werk moeten stellen om mensen die hun eigen zorg organiseren te
ondersteunen.
Gezien het vorenstaande heeft vragensteller op 22 september 2014, namens
de fractie van de PvdA, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor
de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van
burgemeester en wethouders gericht:
1. Is het college op de hoogte van de hiervoren geschetste situatie van
de ouderinitiatieven in Amsterdam?
Antwoord:
Het college deelt de mening van de Pvd dat ouderinitiatieven een belangrijke
functie vervullen in de stad, en dat de continuïteit van deze initiatieven
gewaarborgd moet worden. Zoals in de uitgangspunten voor het persoons-
gebonden budget (Pgb) benoemd staat, ziet het College het samen inkopen van
zorg met een Pgb als een mooie vorm van krachten bundelen. Het college is ook
bekend met het landelijke probleem voor Pgb-houders die gezamenlijk zorg
inkopen en heeft daarom bij de Sociale Verzekeringsbank het verzoek neergelegd
om in deze situaties de Pgb-betaling voor de maand januari niet pas begin
februari uit te betalen (zoals de werkwijze gaat worden) maar deze te vervroegen
gezien de relatief hoge budgetten. De SVB heeft aangegeven dat zij dit niet
kunnen en dat dit ook niet hun opdracht is. Zij zullen dit punt met hun
opdrachtgever VWS bespreken. Vanuit Amsterdam is het onderwerp ook op
de bestuurlijke agenda gezet, met het verzoek aan VWS om de SVB hierop aan
te sturen.
2. Is het college bekend hoeveel ouderinitiatieven, die collectief PGB zorg inkopen,
de stad rijk is? Kan het college inzichtelijk maken aan de raad hoeveel en wat
voor soort initiatieven dit betreft?
Antwoord:
Het college heeft geen informatie over het aantal ouderinitiatieven dat met een
Pgb collectief zorg inkoopt. De gegevens die de gemeente ontvangt vanuit het
Rijk betreft uitsluitend informatie over individuele Pgb-houders.
2
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing dee Gemeenteblad
Datum 5 november2014 Schriftelijke vragen, maandag 22 september 2014
3. Klopt de informatie dat de gemeente (nog) geen contact heeft gelegd met de
ouderinitiatieven, of met hun belangenvereniging, vereniging De Latei
(www.delatei.nl)? Wat is hiervan de reden? Wanneer gaat de gemeente de
ouderinitiatieven, liefst samen met hun belangenvereniging, informeren over de
situatie ná 1 januari 2015?
Antwoord:
Nee, dat klopt niet.
Op 1 september jl. is er een raadpleging geweest over de Nadere regels en
beleidsregels Pgb in samenwerking met Cliëntenbelang en Per Saldo. Daar was
ook een afgevaardigde aanwezig van vereniging De Late. Daarnaast is er op 17
oktober een informatiebijeenkomst geweest voor ouderinitiatieven, waar de
gemeente en Per Saldo aanwezig waren op uitnodiging van De Late. Ook hier is
uitgebreid informatie uitgewisseld over de situatie na 1 januari 2015. Uit die
bijeenkomst zijn twee specifieke punten meegenomen voor de werkwijze straks.
Het eerste punt is dat mantelzorgers goed betrokken moeten worden bij de
contacten die er zijn rond het Pgb. Ten tweede is meegedacht over de
mogelijkheid om naar rato uren voor gemeenschappelijke ondersteuning te
verdelen onder de verschillende Pgb-houders van een gezamenlijk initiatief. Dat is
mogelijk in de nieuwe werkwijze straks.
Begin november krijgen alle huidige Pgb-houders een brief met specifieke
informatie van de gemeente over hun budget in 2015 en wat er daarna gebeurt.
4. Enkele ouderinitiatieven hebben verschillende malen getracht contact te leggen
met de gemeente via 14020 en via de Wmo-loketten, maar hebben geen
antwoord gekregen op hun vragen. Wat is de reden dat de Wmo-loketten geen
antwoord hebben op de vragen van ouders? Hoe kunnen de ouderinitiatieven in
de toekomst wel het contact met de gemeente onderhouden?
Antwoord:
De ouders kunnen contact opnemen met de Wmo Helpdesk over vragen rond het
Pgb en andere Wmo vragen. De informatie is daarbij gericht op individuele
budgethouders, niet op een eventuele samenwerkingsverband dat de budget-
houder heeft met andere budgethouders. Misschien heeft dat voor verwarring
gezorgd. Naar aanleiding van dit signaal is met de Wmo Helpdesk afgesproken
dat als iemand belt met een specifieke vraag over ouderinitiatieven en het Pgb,
de helpdesk zo nodig doorschakelt naar de backoffice voor beantwoording.
5. De PGB's worden vanaf 1 januari 2015 uitgekeerd via de Sociale Verzekerings-
bank (SVB) op basis van het trekkingsrecht. Is de SVB bekend met
de verschillende constructies waarmee ouderinitiatieven werken, en hanteert
de SVB dezelfde verantwoordingssystematiek als het zorgkantoor? Heeft het
college contact met de SVB over de uitkering van PGB's aan ouderinitiatieven”?
Antwoord:
De algemene landelijke werkwijze vanaf volgend jaar is nieuw. Zoals al eerder
benoemd is er contact geweest met de SVB over de gezamenlijke Pgb's. De SVB
richt zich echter niet op groepen, maar op individuele Pgb's. Ook bij het Zorg-
kantoor was dit de werkwijze. Of iemand het Pgb wil samenvoegen met anderen
om gezamenlijke inkoop te organiseren, is aan de persoon of de groep zelf.
3
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Demmer Ee verber2014 Schriftelijke vragen, maandag 22 september 2014
6. Kan het college garanderen dat de PGB's vanaf 1 januari 2015 worden
doorbetaald, ook als de SVB om wat voor reden dan ook de budgetten niet
uitkeert? Wat is in dat geval de procedure die wordt gevolgd?
Antwoord:
Nee, dat kan het college niet. Er zijn opties doorgenomen voor alternatieve
oplossingen, maar deze zijn voor de gemeente niet uitvoerbaar op deze korte
termijn en gezien de vele prioriteiten die er zijn voor 1 januari 2015.
7. Is het college bereid om op zijn website duidelijke informatie op te nemen over
welke regels er voor ouderinitiatieven gelden, en waar men terecht kan voor
informatie, advies en hulp bij het starten van een ouderinitiatief in Amsterdam,
zodat de spelregels zo transparant mogelijk zijn voor zowel bestaande als
toekomstige ouderinitiatieven?
Antwoord:
Er komen cliëntondersteuners, waar mensen terecht kunnen voor ondersteuning.
Dat geldt ook mensen die met hun Pgb's gezamenlijk zorg willen inkopen.
Op dit moment worden de nadere regels Pgb voorbereid. Ze maken onderdeel uit
van het bestuurlijke traject van de algemene nadere regels Jeugd en Wmo. Zodra
deze zijn vastgesteld, zal hier ook informatie over komen op de website
www.amsterdam.nl/pgb.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
4
| Schriftelijke Vraag | 4 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Raadsactualiteit
Jaar 2017 Vergaderdatum 8 en 9 november 2017
Afdeling 1 Agendapunt 21B
Nummer 1361
Publicatiedatum 6 november 2017
Onderwerp
Actualiteit van de leden Van Dantzig, Moorman, Peters, Ruigrok en
Groot Wassink inzake gereguleerde wietteelt.
Aan de gemeenteraad
In het regeerakkoord ‘Vertrouwen in de toekomst’ van VVD, CDA D66 en
ChristenUnie staat: “Er komt wet- en regelgeving ten behoeve van uniforme
experimenten met het gedoogd telen van wiet voor recreatief gebruik. Het kabinet
komt daartoe zo mogelijk binnen zes maanden met wetgeving. Deze experimenten
wordt uitgevoerd in een aantal (middel)grote gemeenten (zes á tien). Doel van de
experimenten is om te bezien of en hoe op kwaliteit gecontroleerde wiet
gedecriminaliseerd aan de coffeeshops toegeleverd kan worden (gesloten
coffeeshopketen) en wat de effecten hiervan zijn. De experimenten worden
onafhankelijk geëvalueerd, waarna het kabinet beziet wat het te doen staat”.
De Amsterdamse gemeenteraad heeft al meerdere keren zijn wens geuit te
experimenteren met gereguleerde wietteelt voor recreatief gebruik. Het aantal steden
dat kan deelnemen aan de proef is niet onbeperkt. Indieners gaan graag met
het college in gesprek over deze door het Rijk geboden kans.
De leden van de gemeenteraad
R.H. van Dantzig
M. Moorman
D.W.S. Peters
M.H. Ruigrok
B.R. Groot Wassink
1
| Actualiteit | 1 | train |
Gemeente Amsterdam
Actualiteit voor de raadscommissie voor AZ
Jaar 2018
Datum indiening 08-08-2018
Datum behandeling 06-09-2018
Onderwerp
Actualiteit van het raadslid Nanninga (FVD), Boomsma (CDA)en Van Soest (PVDO) inzake
het conflict binnen de Amsterdamse brandweerorganisatie
Aan de commissie
1
Jaar 2018
Gemeente Amsterdam
Commissieactualiteit
Inleiding
Zaterdag 4 augustus 2018 berichtte NRC Handelsblad over het alsmaar voortslepende con-
flict bij de Amsterdamse brandweer tussen de korpsleiding en de uitrukdiensten. Volgens de
krant zou het conflict over de hervormingen van de werkwijze binnen de organisatie escale-
ren en zich inmiddels op een hoogtepunt bevinden. De korpsleiding wil naast het aanpakken
van de misstanden binnen het korps hervormingen doorvoeren en de ‘kazernecultuur’ aan-
pakken, terwijl de uitrukdiensten de hechte cultuur van de brandweerlieden juist zien als een
belangrijke onderdeel om het brandweerwerk goed te kunnen doen.
De brandweercommandant, Leen Schaap, die als leider van het korps hervormingen wil
doorvoeren, verkeert op voet van oorlog met de ondernemingsraad (OR) van het brandweer-
korps. NRC schrijft dat de brandweercommandant meent dat de OR obstructie pleegt en de
vooruitgang in het conflict traineert en krant meldt misstanden binnen de uitrukdienst. An-
dersom vindt de OR juist dat de commandant een angstcultuur heeft gecreëerd door harde
uitlatingen in de media en disciplinaire straffen binnen het korps. Inmiddels lopen er twee
door de OR aangespannen rechtszaken tegen de plannen van de brandweercommandant,
liggen er bedreigingen tegen de heer Schaap op tafel en lijkt er voorlopig geen einde te ko-
men aan de patstelling binnen de Amsterdamse brandweer. NRC beschrijft bovendien dat de
veiligheid van zowel de Amsterdammers als de brandweer - ondanks eerdere ontkenningen
door voormalig burgemeester Van Aartsen - wel degelijk in het geding is. De beschrijvingen
van branden op het Hoofddorpplein en het Fons Vitae-lyceum zijn zorgwekkend.
Reden bespreking
De indieners willen met de burgemeester in discussie om meer informatie te krijgen over de
feitelijke stand van zaken in het conflict en de burgemeester vragen wat de werkwijze van de
op 7 augustus benoemde adviseur Van Uhm zal zijn om in dit geschil tot een acceptabele
oplossing te komen.
Reden spoedeisendheid
De indieners maken zich zorgen over de langdurige onenigheid en het verlies van het ver-
trouwen van de uitrukdiensten in de korpsleiding en vice versa. We moeten waken voor het
functioneren van de brandweer en te allen tijde zien te voorkomen dat de veiligheid van Am-
sterdam in het geding raakt. Ook is de informatiepositie van de pers momenteel beter op
orde dan die van de raad, wij kunnen onze controlerende taak niet naar behoren uitvoeren.
De leden van de commissie,
2
Jaar 2018
Gemeente Amsterdam
Commissieactualiteit
A. Nanninga
D.T. Boomsma
W. van Soest
3
| Actualiteit | 3 | train |
Bijlage 1: Nadere beschrijving ‘beroep op gelijkwaardigheid’
door: gemeente Amsterdam, Duurzaamheid
datum: 31 oktober 2019
Inleiding
Het beroep op gelijkwaardigheid hangt samen met de aansluitplicht. Wanneer sprake is van een aansluit-
plicht, kan met een beroep op gelijkwaardigheid ontheffing van de aansluitplicht worden verzocht en
verkregen. Landelijk is de aansluitplicht op dit moment geregeld in het Bouwbesluit. Het Bouwbesluit
2012 vindt zijn grondslag in de Woningwet en is door de regering bij Koninklijk Besluit vastgesteld. In het
Bouwbesluit 2012 is tevens het beroep op gelijkwaardigheid geregeld.
Vóór 2012 kon een gemeente zelf de aansluitplicht en het beroep op gelijkwaardigheid regelen in de ge-
meentelijke bouwverordening.
Op grond van de Bouwverordening moest in een gebied waar een warmtenet aanwezig was of was voor-
zien een te bouwen bouwwerk worden aangesloten op dat warmtenet
De modelbepaling van de VNG luidde: ‘indien in een deel van de gemeente een publieke voorziening voor
verwarming van bouwwerken, als bedoeld in artikel 2.69 van het Bouwbesluit, aanwezig is of op het mo-
ment van realisatie van het bouwwerk voorzien is, moet een aldaar te bouwen bouwwerk zijn aangesloten
op die publieke voorziening’. Amsterdam had deze bepaling in haar bouwverordening opgenomen en een
afstandseis en een ontheffingsmogelijkheid toegevoegd. Een beroep op gelijkwaardigheid bij warmtenet-
ten die voor invoering van het Bouwbesluit 2012 zijn gerealiseerd moet nog steeds getoetst worden aan
de toen geldende gemeentelijke Bouwverordening.
Het is gemeenten echter met ingang van 1 april 2012 niet langer toegestaan in de bouwverordening een
plicht tot aansluiting op warmtenetten op te nemen. Om die reden is in art. 6.10 derde lid van het Bouw-
besluit 2012 een geclausuleerde aansluitplicht opgenomen. De oorspronkelijke bepaling luidde:
Een te bouwen bouwwerk met een of meer verblijfsgebieden is aangesloten op het distributienet voor
warmte indien: a. de aansluitafstand tot het warmtenet niet groter is dan 40 meter, of b. de aan-
sluitafstand groter is dan 40 meter en de aansluitkosten niet hoger zijn dan bij een aansluitafstand
van 40 meter.
Het Bouwbesluit 2012 kent voorts een gelijkwaardigheidsbepaling in art. 1.3. In 2013 is het Bouwbesluit
2012 gewijzigd in die zin dat een aansluitplicht alleen geldt indien de gemeenteraad een warmteplan
heeft vastgesteld. De artikelen 1 en 6 zijn daarop aangepast.
Wettelijk kader
Het wettelijk kader voor de aansluitplicht en het beroep op gelijkwaardigheid is dus uitgewerkt in de ge-
meentelijke Bouwverordening en in het Bouwbesluit 2012. Bij een beroep op gelijkwaardigheid dient
eerst vastgesteld te worden welk regime van toepassing is op het beroep, de gemeentelijke Bouwveror-
dening van vóór 2012 of het Bouwbesluit 2012.
Omdat het huidige wettelijke kader het Bouwbesluit 2012 is, worden de vragen van de raadsleden beant-
woord met toepassing van het Bouwbesluit 2012.
Beleid/ richtlijnen
! Zie mr. drs. H.M. Israëls: ‘De aansluiting op warmtenetten en het warmteplan, Nederlands Tijdschrift voor Energierecht
Nr. 5/6 december 2013, p. 240-248.
pagina 1 van 3
Landelijk is er geen beleid of richtlijn ontwikkeld voor een beroep op gelijkwaardigheid op grond van het
Bouwbesluit 2012. De gemeente heeft op grond van het Bouwbesluit 2012 geen beleidsvrijheid ten aan-
zien van de te stellen functionele eisen die van belang zijn bij een beroep op gelijkwaardigheid. Die twee
functionele eisen zijn: energiezuinigheid en bescherming van het milieu. De gemeente heeft echter wel
beleidsvrijheid ten aanzien van de nadere invulling van de prestatie-eisen voor de twee functionele eisen,
dus de mate van energiezuinigheid en de mate van milieubescherming.
In het Bouwbesluit 2012 is bepaald dat een beroep op gelijkwaardigheid (anders gezegd: op een gelijk-
waardige oplossing) door het bevoegd gezag (dat is het College van B&W) moet worden beoordeeld. Het
College moet beoordelen of de voorgedragen oplossing tenminste dezelfde mate van energiezuinigheid
en bescherming van het milieu heeft als wordt bereikt met de in het concreet toepasselijke warmteplan
voor die aansluiting opgenomen mate.
Bij de beoordeling van die gelijkwaardigheid moeten de energiezuinigheids- en milieuprestaties van de
aangedragen andere oplossing vergeleken worden met de prestaties bij aansluiting op het distributienet
voor warmte. Referentiekader daarbij is de mate van energiezuinigheid en bescherming van het milieu
zoals deze in het warmteplan voor het distributienet voor warmte is opgenomen. De energiezuinigheids-
en milieuprestaties (prestatie eisen) van het distributienet voor warmte moeten daarom voldoende con-
creet in het warmteplan zijn opgenomen.
Inhoudelijk dient het College dan ook in geval van een beroep op de gelijkwaardigheid te toetsen aan de
prestatie eisen die de gemeenteraad heeft vastgesteld in het warmteplan ten aanzien van de twee functi-
onele eisen die in het Bouwbesluit zijn bepaald. Die prestatie eisen zijn dus gekoppeld aan de technische
specificaties van het betreffende warmtenet omdat deze de mate van energiezuinigheid en de mate van
milieubescherming bepalen.
De uiteindelijke prestatie van het distributienet voor warmte ten aanzien van energiezuinigheid en be-
scherming van het milieu treedt pas op vanaf het moment dat het in het warmteplan aangegeven maxi-
mumaantal verplicht aan te sluiten aansluitingen is bereikt. De beoordeling van de gelijkwaardigheid van
een aangedragen andere oplossing moet daarom plaatsvinden op basis van de uiteindelijke energiezui-
nigheids- en milieuprestaties van het distributienet voor warmte, zoals die in het warmteplan zijn aange-
geven.
Het gaat bij een beroep op gelijkwaardigheid (om een ontheffing te krijgen van het bepaalde in het
Bouwbesluit) dus om de vraag aan welke energiezuinigheids- en milieucriteria en in welke mate een ande-
re oplossing dan een aansluiting op het distributienet moet voldoen om in een voorkomend geval als ge-
lijkwaardig aan die aansluiting te kunnen worden aangemerkt. Voor het bepalen van die criteria is de
wijze van meten van doorslaggevend belang.
a) Uitleg Israëls en Mans
In het Nederlands Tijdschrift voor Energierecht gaan Israëls en Mans in op gelijkwaardigheid in warmte-
plannen?. Dit betreft op dit moment de enige relevante juridische literatuur op dit vlak. Verdere of andere
invulling van deze wettelijke normen in jurisprudentie ontbreekt volledig. En ook de wetgever heeft geen
bruikbare toelichting gegeven die bij de invulling van deze normen toepasbaar is.
Israëls en Mans stellen dat het voor gemeenten nog niet duidelijk is welk criterium gehanteerd moet wor-
den bij het meten van de energiezuinigheid en de bescherming van het milieu. Het Bouwbesluit 2012
geeft hiervoor geen eenduidige oplossing. Het is daarom op grond van het Bouwbesluit 2012 ook op
voorhand onduidelijk wanneer een alternatief gelijkwaardig is. De centrale vraag is dan ook binnen welke
kaders gemeenten de mate van energiezuinigheid en bescherming van het milieu in een warmteplan kun-
2 Zie mr. drs. H.M. Israëls en drs. Ing. W.P.C. Mans: ‘Gelijkwaardigheid in warmteplannen’, Nederlands Tijdschrift voor
Energierecht Nr. 5/6 december 2014, p. 199-203.
pagina 2 van 3
nen bepalen, waaraan dan vervolgens alternatieve oplossingen op gelijkwaardigheid moeten worden
getoetst.
Landelijk wordt de ‘gelijkwaardige oplossing’ in artikel 1.3 van het Bouwbesluit 2012 verschillend geïnter-
preteerd:
- een gelijkwaardige oplossing is een eigen warmte-opwekking, die qua energiezuinigheid tenmin-
ste gelijkwaardig is aan aansluiting op het warmtenet;
-__ het criterium voor gelijkwaardigheid is de EPC? van het totale bouwwerk;
- de gemeente is vrij in de keuze van de norm alleen de EPC kan niet het criterium zijn omdat deze
wettelijk is genormeerd en de gemeente daar niet van af mag wijken;
- __een door de gemeente vastgestelde norm moet transparant en controleerbaar zijn;
- saldo van opwekking en gebruik van het alternatief moet minimaal gelijk zijn aan aansluiting op
het warmtenet;
Israëls en Mans constateren dat op grond van de in het Bouwbesluit 2012 verankerde methodiek bij de
berekening van de EPC, drie afbakeningen van het meetbereik relevant zijn:
-__ Afbakening A waarbij alleen gekeken wordt naar de energiezuinigheid van de warmteproductie.
- __ Afbakening B waarbij naast de warmteproductie ook de warmtevraag in de berekening wordt
meegenomen.
- __ Afbakening C waarbij naast de warmteproductie en de warmtevraag ook de opwekking van de
duurzame elektriciteit en de elektriciteitsvraag in de berekening wordt meegenomen (hetgeen
gelijk staat aan de EPC-berekening).
In alle gevallen moet voor de functionele eis van bescherming van het milieu worden uitgegaan van CO‚-
en (eventueel ook) NO,-emissie criteria.
Israëls en Mans concluderen dat afbakening B het meest voor de hand ligt omdat:
-__ Afbakening A betekent dat het energieopwekkingsrendement het criterium is. Omdat alternatie-
ven qua opwekkingsrendement vrijwel nooit gelijkwaardig kunnen zijn aan het opwekkingsren-
dement van warmtenetten, zal dit leiden tot een monopolie voor warmtenetten. Een beroep op
gelijkwaardigheid heeft weinig kans van slagen.
-__ Afbakening C betekent dat de EPC het criterium is en de gemeente geen nadere invulling kan ge-
ven aan dat criterium omdat de gemeente niet mag afwijken van de in het Bouwbesluit vastge-
legde EPC-norm.
-__ Afbakening B betekent dat een slechter opwekrendement van het warmte alternatief gecompen-
seerd kan worden door verdergaande maatregelen tot reductie van de warmtevraag (isolatie, ge-
bruik WtW- of andere apparaten die leiden tot reductie van de vraag). Deze afbakening past bij
het doel om een warmtenet een reële kans te bieden zonder een gelijkwaardig warmte alterna-
tief van een individuele bouwer te blokkeren.
b) Beleidsvrijheid
De beleidsvrijheid van de gemeente ten aanzien van het beroep op gelijkwaardigheid zou daarmee in de
keuze voor de afbakeningsvariant A, B of C besloten kunnen liggen.
c) Criteria in warmteplannen
De prestatie eisen en daarmee de criteria voor een gegrond beroep op gelijkwaardigheid zijn opgenomen
in de warmteplannen.
$ EPC: maat voor het primaire energieverbruik (warmte en elektriciteit) van een gebouw, gerelateerd aan de grootte van
het gebouw en onafhankelijk van het bewonersgedrag.
pagina 3 van 3
| Schriftelijke Vraag | 3 | train |
x Gemeente Amsterdam VVL
% Raadscommissie voor Verkeer en Vervoer en Infrastructuur (inclusief Noord Zuidlijn
en Luchtkwaliteit)
% Agenda, donderdag 7 februari 2013
Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie
voor Verkeer en Vervoer en Infrastructuur (inclusief NoordZuidlijn en Luchtkwaliteit)
Tijd 09.00 tot 12.30 uur en eventueel van 19.30 uur tot 22.30 uur
Locatie Rooszaal 0239, Stadhuis
Procedureel gedeelte van 09.00 uur tot 09.15 uur
1 Opening
2 Mededelingen
3 Vaststellen agenda
4 _Conceptverslagen van de openbare vergadering van de Raadscommissie VVL
d.d. 13 december 2012
e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier
doorgegeven, commissie VVL@raadsgriffie. amsterdam.nl
Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de
vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn
slechts richtlijnen waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn.
Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien
verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda
staat. De vergaderingen en de verslaglegging daarvan zijn openbaar. Van deze vergaderingen worden geluids-
en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden op
internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl.
Voor algemene informatie: [email protected]
1
Gemeente Amsterdam
Raadscommissie voor Verkeer en Vervoer en Infrastructuur (inclusief NoordZuidlijn en VVL
Luchtkwaliteit)
Agenda, donderdag 7 februari 2013
5 Termijnagenda, per portefeuille
e Termijnagenda niet bijgevoegd. U ontvangt op de vrijdag voorafgaande aan de
vergadering per mail een bijgewerkt exemplaar
e De lijst van schriftelijke vragen wordt de maandag voorafgaande aan de vergadering
per mail toegestuurd aan de raadsleden en contactpersonen.
6 _Tkn-lijst
Inhoudelijk gedeelte vanaf 09.15 uur
7 Opening inhoudelijke gedeelte
8 _Inspreekhalfuur Publiek
9 Actualiteiten en mededelingen
10 Rondvraag
Verkeer, Vervoer en Infrastructuur
11 Vaststellen advies voorkeursvariant ombouw Amstelveenlijn Nr. BD2013-000912
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 13 februari 2013).
e _ Onder voorbehoud besluit College, d.d. 29 januari 2013
e Stukken worden na College besluit gepubliceerd
12 Meerjarenanalyse 2013-2015. Afstemming werkzaamheden door stadsregisseur
Amsterdam Nr. BD2012-011218
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen
e _ Hierbij wordt een presentatie gehouden
13 Brief Gemeentelijke Ombudsman aan stadsdelen over parkeerproleemmatiek Nr.
BD2013-000674
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e De Gemeentelijke Ombudsman, de heer Van de Pol, is hierbij uitgenodigd
2
Gemeente Amsterdam
Raadscommissie voor Verkeer en Vervoer en Infrastructuur (inclusief NoordZuidlijn en VVL
Luchtkwaliteit)
Agenda, donderdag 7 februari 2013
14 Initiatiefvoorstel Evans-Knaup, getiteld: “Amsterdam elektrisch, ook de OV
stadsbus” Nr. BD2013-000662
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen
e Voorstel gevoegd te behandelen met agendapunt 15
15 Bestuurlijke reactie op het initiatiefvoorstel ‘Amsterdam Elektrisch ook de OV
Stadsbus’ van Red Amsterdam Nr. BD2013-000823
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen
e Voorstel gevoegd te behandelen met agendapunt 14
16 Ontwikkeling parkeergarage metrostation Vijzelgracht door stadsdeel Centrum
Nr. BD2013-000663
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
Geagendeerd op verzoek van commissielid Manuel (D66)
e Was Tkn 4 in de raadscommissie VVL, d.d. 13 december 2012
17 Oproep aanvullende rijksmaatregelen luchtkwaliteit en verschillen tussen
berekende en gemeten waarden luchtkwaliteit Nr. BD2012-011955
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
18 Voortgangsrapportage Renovatie Oostlijn januari-september 2012 Nr. BD2012-
012071
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e _Kabinetbijlagen liggen uitsluitend voor de commissieleden ter inzage bij de
Raadsgriffie
19 Rapportage 3e kwartaal 2012 Noord-Zuidlijn Nr. BD2012-011396
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e _Kabinetbijlagen liggen uitsluitend voor de commissieleden ter inzage bij de
Raadsgriffie
3
| Agenda | 3 | discard |
VN2022-005397 Tijdelijke Algemene Raadscommissie
Clusterstaf Ruimte x Gemeente Jee 9 TAR
en Economie X Amsterdam
Voordracht voor de Tijdelijke Algemene Raadscommissie van o7 april 2022
Ter kennisneming
Portefeuille Verkeer, Vervoer en Luchtkwaliteit
Agendapunt 18
Datum besluit 08-02-2022
Onderwerp
Ter kennisname: beantwoording vragen Rover
De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen van verstuurde antwoorden op vragen van reizigersvereniging Rover.
Wettelijke grondslag
Artikel 169, eerste lid, van de Gemeentewet. Het college van burgemeester en wethouders en
elk van zijn leden afzonderlijk zijn aan de raad verantwoording schuldig over het door het college
gevoerde bestuur.
Bestuurlijke achtergrond
Op 10 december zijn er vragen binnen gekomen over de Tijdelijke Bereikbaarheidstoeslag
Knooppunt Schiphol (vragen toegevoegd in bijlage). Samen met de VRA en Haarlemmermeer, waar
dezelfde vragen ook binnen zijn gekomen, hebben wij een antwoord opgesteld. Deze zijn aan Rover
verstuurd, in de bijlage vinden jullie een afschrift hiervan.
Reden bespreking
nvt.
Uitkomsten extern advies
Geschreven in afstemming met de VRA en Haarlemmermeer
Geheimhouding
nvt.
Uitgenodigde andere raadscommissies
nvt.
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
Afschrift beantwoording raadsvragen
Welke stukken treft v aan?
Gegenereerd: vl.18 1
VN2022-005397 X Gemeente Tijdelijke Algemene Raadscommissie
Clusterstaf Ruimte € Amsterdam
en Economie %
Voordracht voor de Tijdelijke Algemene Raadscommissie van o7 april 2022
Ter kennisneming
AD2022-018778 20220208 - Antwoordbrief Rover-signed.pdf (pdf)
AD2022-018777 Raadsadres Rover reactie alternatieve bekostiging metropakket.pdf (pdf)
AD2022-018748 Tijdelijke Algemene Raadscommissie Voordracht (pdf)
Ter Inzage
Registratienr. Naam
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
V&OR, Sanneke Bolderheij, 0642198223, [email protected]
Gegenereerd: vl.18 2
| Voordracht | 2 | train |
> < Gemeente Raadsinformatiebrief
Amsterdam
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 7april 2022
Portefeuille(s) Armoede en Schuldhulpverlening
Portefeuillehouder(s): Marjolein Moorman
Behandeld door Directie Inkomen, [email protected]
Onderwerp Gá-brief armoede en schulden
Geachte leden van de gemeenteraad,
Met deze brief informeert het college u over het volgende.
Bijgaand ontvangt u ter informatie de G4-brief (‘Aan de slag met de aanpak van armoede en
schulden’) die wij op 10 maart jongstleden hebben verstuurd naar de vaste Kamercommissie
Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de minister van Armoedebeleid, Participatie en
Pensioenen.
Zoals v weet volgen de ontwikkelingen rond de compensatie van de gestegen energieprijzen
elkaar snel op. Op 9 maart 2022 bent u in een Raadsinformatiebrief (‘Uitbetaling energietoeslag van
€200 aan alle Amsterdammers met een laag inkomen’), die via de Dagmail van 9 maart aan uis
verzonden, geïnformeerd over de versnelde uitkering van de energietoeslag van €200,- aan
Amsterdamse minima, om te beginnen eind maart. In de G4-brief wordt o.a. een oproep gedaan
om de energietoeslag voor minima te verhogen naar €1000,-.
Inmiddels is op 15 maart bekend geworden dat het kabinet het richtbedrag voor de energietoeslag
met €600,- heeft verhoogd. U wordt zo snel mogelijk geïnformeerd over de wijze waarop invulling
wordt gegeven aan deze maatregel.
Ik hoop v hiermee voor nu voldoende te hebben geïnformeerd.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
LA Ns )
LA
HS 5
Se hx
Marjolein Moorman
Wethouder Armoede, Onderwijs en Inburgering
Bijlagen
1. Brief G4- Aan de slag met de aanpak van armoede en schulden
| Brief | 1 | test |
> Gemeente
Amsterdam
Actualitert voor de raadsvergadering van
15 september 2021
Van Veldhuyzen
Datum 13 september 2021
Portefeuille Openbare Orde en Veiligheid
Agendapunt 2Â
Onderwerp
excessief politiegeweld tegen demonstranten van het woonprotest
Aan de gemeenteraad
Op verschillende beelden die circuleren op het internet, o.a. zichtbaar op de website van AT5*, is te
zien hoe de politie op zondag 12 september met wapenstokken inslaat op vreedzame demon-
stranten van het woonprotest. Journalist Frederike Geerdink schrijft hierover op Twitter? dat de
betreffende groep demonstranten direct werd omsingeld nadat zij afweken van de route en dat de
politie uit het niets begon met duwen en slaan met wapenstokken.
Op het moment dat dit gebeurde was ik zelf ook aanwezig op de betreffende locatie. Het optreden
van de politie was agressief en escalerend i.p.v. de-escalerend, waardoor de onrust rond de Dam
enkel verder toenam. Ik heb met mijn eigen ogen gezien hoe een fotograaf hardhandig op de
grond werd gewerkt en geslagen werd met wapenstokken door verschillende agenten. Toen ik
toekeek naar de politie die geweld toepaste, dreigde een agent mij te slaan met een wapenstok,
zelfs nadat ik aangaf dat ik raadslid ben. Hij schreeuwde met de nodige consumptie en vol woede
in mijn gezicht: “Het maakt me geen flikker vit dat je raadslid bent.”
Er is een statement over de actie van “de kraakbeweging” te lezen in het Parool? hierin wordt aan-
gegeven dat de krakers een pand van een speculant die 116 panden bezit, dat al twee jaar leegstaat,
wilde kraken. Het is de vraag of deze vorm van burgerlijke ongehoorzaamheid in een tijd van
schaarse politiecapaciteit, woningnood*en een landelijke dak- en thuislozencrisis5 met dergelijk ex-
cessief politiegeweld afgestraft moet worden.
1 https://www.ats.nl/artikelen/21092a/groep-demonstranten-probeert-pand-te-kraken-in-centrum-61-arrestaties
2 https://twitter.com/fgeerdink/status/1437103226545913862
3 https://www.parool.nl/amsterdam/politie-verricht-61-arrestaties-bij-kraakpoging-na-woonprotest-b6ace407/
4 https://nos.nl/artikel/2397477-protest-tegen-woningnood-verbaasd-dat-dit-niet-eerder-kwam
5 https://www.ad.nl/binnenland/aantal-daklozen-in-nederland-verdubbeld-iedereen-kan-dakloos-worden—aoe81635/
Gemeente Amsterdam Datun 13 september 2021
Pagina 2 van 2
Reden van spoedeisendheid
In deze periode worden er regelmatig grote demonstraties georganiseerd in Amsterdam, waarbij
afgelopen weekend niet de eerste keer is dat er sprake was van hardhandig politieoptreden. Het ligt
in de lijn der verwachting dat er in de aankomende tijd meer demonstraties zullen plaatsvinden,
waarbij de kans aanwezig is dat de politie opnieuw met geweld zal optreden. In het kader van de
waarborging van het recht op betoging is het essentieel dat de burgemeester zo snel mogelijk —
voordat er mogelijk aankomende weekend al nieuwe demonstraties plaatsvinden - verantwoording
aflegt over de inzet van de politie in dergelijke situaties. De burgemeester zegt immers zelf dat het
demonstratierecht “bijkans heilig” is. Wanneer dat grondrecht toch wordt beperkt, bijvoorbeeld
doordat de politie vreedzame demonstranten vit elkaar probeert te slaan, dan moet de burgemees-
ter hier verantwoording over afleggen aan de gemeenteraad.
| Actualiteit | 2 | train |
x% Gemeente … , ‘ nn ‘ Stand van zaken op: 7-1-2022
On Termijnagenda portefeuille ‘Juridische Zaken
Termijnagenda: Alle punten behorende tot portefeuille "Juridische Zaken"
Type Onderwerp Inhoud Indiener Datum Oorspr. Stand van zaken Aangepaste Stand van zaken na uitstel
Ingediend Einddatum einddatum
Motie Bezwaar maken Verzoekt de bezwaarschriftencommissie Poot, 2019/10/10 2020/12/31 Niet
tegen advies van de raad: - De taak op zich te nemen Hammelburg, ingevuld
adviescommmissie om bezwaren van partijen aangaande de Boomsma,
Joodse toekenning van de subsidies beschikbaar Boutkan,
Erfpachttegoeden gesteld door de gemeente in het kader Ceder,
(TA2019-001346) van de Subsidieverordening Joodse Simons,
Erfpachttegoeden af te handelen Ernsting,
= Zich hierbij nadrukkelijk te laten Temmink,
adviseren door de Commissie Joodse van
erfpachttegoeden en indien nodig Lammeren,
ook elders advies in te winnen - De van Soest,
raad te adviseren over de uitkomst Taimounti,
Verzoekt het college van burgemeester en Nanninga
wethouders: - Gericht te communiceren
dat bezwaar maken tegen het besluit van
de gemeenteraad aangaande de verdeling
van de Joodse Erfpachttegoeden mogelijk
is - Partijen die bezwaar willen maken en
zich wenden tot het college of ambtelijke
organisatie, zo goed mogelijk te verwijzen
naar de bezwaarschriftencommissie
Raadsadres Betere transparantie en in handen van het college van ben w 2020/09/09 2020/10/21 2020/10/21
privayc bij behandeling ter afhandeling en kopie antwoord naar
bezwaarschriften en raadscommissie AZ
verzoek om interventie
wegens onduidelijkheid
van regels en verzuim
ED ===
Raadsadres Verzoek om een 2021/03/31 2021/05/12 Niet
nieuwe locatie en ingevuld
verlenging van de
sUubsidieperiode tot
2025 voor de realisatie
van een Joods hospice
voor dementerenden
(TA2021-000460)
Raadsadres Verzoek om verlenging Besloten is dit raadsadres in handen 2021/04/09 2021/05/12 Niet
van de subsidieperiode van het college van burgemeester en ingevuld
in verband met wethouders te stellen ter afhandeling.
Gemaakt met gegevens uit Andreas Page 1 of 3
x% Gemeente … , ‘ nn ‘ Stand van zaken op: 7-1-2022
x Amsterdam Termijnagenda portefeuille ‘Juridische Zaken
Type Onderwerp Inhoud Indiener Datum Oorspr. Stand van zaken Aangepaste Stand van zaken na uitstel
Ingediend Einddatum einddatum
Covid-19 tot juni 2024.
(TA2021-000487)
Raadsadres Verzoek om Besloten is deze brief in handen van het 2021/04/22 2021/06/03 Niet
toestemming tot een college van burgemeester en wethouders ingevuld
statutenwijziging. te stellen ter afhandeling. Gewijzigd op
(TA2021-000583) verzoek van het lid Yilmaz.
Raadsadres Nog steeds niet Besloten is dit raadsadres in handen 2021/04/22 2021/06/03 Niet
publiceren van veel van het college van burgemeester en ingevuld
vergunningaanvragen wethouders te stellen ter afhandeling.
door stadsdelen,
de gemeente en de
Omgevingsdienst.
(TA2021-000584)
Raadsadres Procedure voor Besloten is dit raadsadres in handen 2021/09/15 2021/10/27 Niet
het afgeven van van het college van burgemeester en ingevuld
vergunningen wethouders te stellen ter afhandeling.
voor festivals
RAND ===
Raadsadres Inmenging van het Besloten is dit raadsadres in handen 2021/11/10 2021/12/22 Niet
college van b&w bij van het college van burgemeester en ingevuld
de beroepsprocedure wethouders te stellen ter afhandeling.
bij de Raad van State
over het legaliseren
van de aanwezigheid
van twee woonboten
aan de Diemerzeedijk
(TA2021-001296)
Toezegging AZ Namenmonument, N.a.v. een vraag van het lid Ceder over Ceder 2019/02/28 2019/04/16 2019/04/16
aan de nadere informatie. de financiering van het Namenmonument
commissie _ (TA2019-000349) heeft de burgemeester toegezegd dat zij
de commissie zal informeren zodra er
meer bekend is.
Toezegging Volksinitiatief, Op verzoek van het lid Boomsma heeft Boomsma 2020/12/03 2021/01/28 Niet
aan de onderzoek of het de burgemeester toegezegd om te ingevuld
commissie mogelijk is om eerder onderzoeken of het mogelijk is om eerder
met initiatiefnemers met initiatiefnemers te overleggen over
te overleggen als het het al dan niet op de website plaatsen
niet ontvankelijk is. van een initiatief als duidelijk is dat het
(TA2021-000032) initiatief niet ontvankelijk is.
Toezegging WOB verzoek Het lid Van Lammeren heeft vraag gesteld van 2021/01/07 2021/02/18 Niet
aan de emissie uitkomsten over de afwijzing van een WOB verzoek Lammeren ingevuld
commissie over de emissie uitkomsten van het AEB
Gemaakt met gegevens uit Andreas Page 2 of 3
x% Gemeente … , ‘ nn ‘ Stand van zaken op: 7-1-2022
x Amsterdam Termijnagenda portefeuille ‘Juridische Zaken
Type Onderwerp Inhoud Indiener Datum Oorspr. Stand van zaken Aangepaste Stand van zaken na uitstel
Ingediend Einddatum einddatum
AEB, afwijzing. en de burgemeester heeft toegezegd
(TA2021-000103) dat zij de leden hierover schriftelijk zal
informeren.
Toezegging AZ Actualiteit Op verzoek van het lid Poot heeft Poot 2021/01/28 2021/03/18 Niet
aan de demonstratie de burgemeester toegezegd om te ingevuld
commissie Museumplein, onderzoeken of het mogelijk is om vanuit
schade verhalen de gemeente veroorzakers van de schade
op veroorzakers aansprakelijk gesteld kunnen worden.
(TA2021-000264)
Toezegging AZ Actualiteit Op verzoek van het lid Kreuger heeft de Kreuger 2021/01/28 2021/03/18 Niet
aan de demonstratie burgemeester toegezegd dat zij zal bezien ingevuld
commissie Museumplein, of ondernemers vanuit het landelijke
Ondernemers vanuit fonds geholpen kunnen worden. Mocht
het landelijke fonds dat niet kunnen, dan zal zij het in het
helpen (TA2021-000265) college aan de orde stellen.
Toezegging AZ juridische De leden hebben positief gereageerd op 2021/02/18 2021/06/03 Niet
aan de functie, kwaliteit het aanbod van de burgemeester om haar ingevuld
commissie _(TA2021-000281) opvattingen over de juridische functie van
de gemeente op papier te zetten teneinde
daarover met de leden in debat te gaan.
Toezegging AZ Juridische functie, Op verzoek van het lid De Fockert heeft de de Fockert _2021/04/29 2021/11/18 Niet
aan de advies SDC West burgemeester toegezegd dat zij dit advies ingevuld
commissie _ betrekken in visie zal betrekken bij de voorbereiding van
(TA2021-000636) haar visie op de juridische functie die zij
in het najaar aan de leden zal voorleggen.
Toezegging AZ-Staat Juridische Op verzoek van het lid Van Schijndel van Schijndel 2021/06/03 2021/06/24 Niet
aan de functie gemeente heeft de burgemeester toegezegd om de ingevuld
commissie _(TA2021-000767) commissie nog voor het zomerreces te
informeren over de staat van de juridische
functie van de gemeente.
Toezegging AZ- Uitspraak N.a.v. een vraag van het lid Boomsma 2021/06/24 2021/09/23 Niet
aan de WOB verzoek Boomsma over WOB verzoek over ingevuld
commissie _erfpachtdocumenten erfpachtdocumenten en de uitspraak
(TA2021-000828) van de rechter op dit verzoek heeft de
burgemeester toegezegd dat zij zal
onderzoeken of en zo ja hoe gevolg wordt
gegeven aan de rechterlijke uitspraak.
Gemaakt met gegevens uit Andreas Page 3 of 3
| Actualiteit | 3 | test |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2020
Afdeling 1
Nummer 1335
Behandeld op 16 en 17 december 2020
Status Aangenomen bij schriftelijke stemming op 18 december 2020
Onderwerp
Motie van de leden Naoum Néhmé, Hammelburg, Boomsma, Ceder, Kilig, Köhler,
Van Schijndel en Van Soest inzake de Begroting 2021 (Versnellen proces
bouwvergunningen).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over Begroting 2021.
Overwegende dat:
— Amsterdam een gigantisch tekort heeft aan betaalbare woningen;
— Het voor de stad en zijn inwoners van groot belang is dat er zo snel mogelijk,
zoveel mogelijk woningen worden bijgebouwd;
— De woningbouwambitie van 7500 nieuw te bouwen woningen in 2019 niet
gehaald is;
— Het aantal verstrekte bouwvergunningen en de daar bijbehorende woningen de
laatste jaren aan het afnemen is, zo werden er in 2018 nog vergunningen
afgegeven voor 9532 woningen en is dit aantal in 2019 gedaald naar
vergunningen voor 5019 woningen. Halverwege 2020 staat de teller pas op
2485!
— Het afnemen van het aantal afgegeven vergunningen voor nieuw te bouwen
woningen er in de toekomst voor zorgt dat de bouwproductie nog verder terug zal
lopen;
— Er vanuit de branche veel geluiden zijn dat de procedure voor het verkrijgen van
bouwvergunningen lang duurt;
— Een onafhankelijke kijk op het proces ervoor kan zorgen dat het proces sneller
verloopt;
— Een sneller proces omtrent vergunningsverlening ervoor zorgt dat er meer en
sneller woningen gebouwd kunnen worden.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
Een onafhankelijk bureau de opdracht te geven om het proces omtrent het verlenen
van bouwvergunningen onder de loep te nemen.
De stadsdelen en de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied de opdracht te geven
de bevindingen en verbeterpunten van het onafhankelijk bureau te gebruiken om het
proces te stroomlijnen, zodat de bouwambities ook in de toekomst gehaald kunnen
‘https://amsterdam.raadsinformatie.nl/document/9127748/3/1248_20_ Beantwoording
%20Oschriftelijke%2Ovragen%20Naoum%2ON%CIAAIhMAC3HAIN%20e s %2Overstrekte
%20bouwvergunningen%20en%20foutieve%20gegevens%20CBS
1
blijven worden.
De leden van de gemeenteraad
H. Naoum Néhmé
A.R. Hammelburg
D.T. Boomsma
D.G.M. Ceder
A. Kilig
G.H.J. Köhler
A.H.J.W. van Schijndel
W. van Soest
2
| Motie | 2 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2015
Afdeling 1
Nummer 202
Publicatiedatum 20 maart 2015
Ingekomen onder Y’
Ingekomen op 11 maart 2015
Behandeld op 11 maart 2015
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van de raadsleden de heer Boldewijn, de heer N.T. Bakker en de heer Vroege
inzake het Definitief Ontwerp Ferdinand Bolstraat (overleg fietsparkeerplaatsen).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over het Definitief Ontwerp Ferdinand Bolstraat (deelproject
Rode Loper) en de uitvoering van dit ontwerp (Gemeenteblad afd. 1, nr. 93);
Constaterende dat:
— het aanbod van het aantal fietsparkeerplaatsen op en rondom de Ferdinand
Bolstraat waarschijnlijk onvoldoende is om in de vraag te voorzien;
— enrop dit moment eveneens geen financiële dekking is voor de fietskelder aan het
Marie Heinekenplein;
— het aanbod van inpandige fietsparkeerplekken in een druk gebied als de Pijp nog
niet optimaal is;
Overwegende dat:
— de Rode Loper een stedelijk project is;
— de verwachte drukte zal toenemen door grootstedelijke projecten als de Rode
Loper en de Noord/Zuidlijn;
— daarmee ook de centrale stad zorgt dient te dragen voor genoeg
fietsparkeerplekken;
— dit aansluit bij de wens van bewoners en stadsdeel om zoveel mogelijk
fietsparkeerplekken in en rondom de Ferdinand Bolstraat te realiseren,
Draagt het college van burgemeester en wethouders op:
— in gesprek te treden met stadsdeel Zuid om de financiële knelpunten voor
mogelijke verlaagde fietsparkeerplekken rondom de Ferdinand Bolstraat en
de fietskelder op het Marie Heinekenplein op te lossen;
1
Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteraad
Nummer 202 Moti
Datum _ 20 maart 2015 ome
— een realistisch en toekomstbestendig fietsbeleid op te nemen in het definitief
ontwerp, waarin in elk geval sprake is van:
a. voldoende fietsparkeerplaatsen voor alle bewoners en de te verwachten
bezoekers (in verband met het beoogde fietsparkeerverbod buiten de
voorzieningen);
b. een betere regulering van het stallen van scooters en brommers.
De leden van de gemeenteraad,
H.B. Boldewijn
N.T. Bakker
J.S.A. Vroege
2
| Motie | 2 | discard |
Evaluation Only. Created with Aspose.Pdf. Copyright 2002-2014 Aspose Pty Ltd.
11 november 2017
Geachte mensen in de Gemeente, bestuurders en ambtenaren,
Onderwerp: biodiversiteit in Amsterdam
Bovenstaande stond boven een mail die ik vorige week kreeg van “De Correspondent”.
In verband met “de tafel van 12“ , onze gemeenten liggen in 12 provincies, stuur ik u
dit artikel toe in de verwachting dat u het ter harte neemt.
Deze avond, de avond van 11-11 2017 wil ik u vragen na te gaan hoe het in uw
gemeente staat met de biodiversiteit.
We hebben kortgeleden vernomen dat 75 % van alle insecten is verdwenen uit Europa.
Al langer weten we dat het niet goed gaat met insecten, vogels, zoogdieren, en het
gaat ook niet zo goed met alle mensen, velen zijn ziek of worden ziek, ook zijn velen
eenzaam.
In dit Lutherjaar (1517-2017) hebben een aantal mensen van Stichting Leven met de
Aarde besloten om te bekijken wat we samen kunnen doen om werkelijk weer
verandering te brengen. 500 jaar na dato en inzet van hervorming, een
hernieuwde inzet om opnieuw te veranderen.
Daarbij past oi. een andere economie, met andere groei, groei die voldoet aan criteria
waarbij de (bio) diversiteit en waardering en erkenning van elkaar, groeit. Wanneer u
die gedachte niet deelt, wilt u dat dan laten weten?
Onderstaand artikel, zou u dat willen bespreken in uw Raad en met uw Ambtenaren en
bewoners?
Wij stuurden u eerder een uitnodiging om deel te nemen in een kennisnetwerk
Pemacultuur/Voedselbos. Ook uw gemeente kan actief sturen op meer bossen in uw
gemeente, ten behoeve van gezonde voeding, gezonde mensen, meer ontspanning en
kinderen die spelen in de natuur, klimaatharmonisatie. Destijds waren er maar weinig
gemeenten die mee konden doen met dit idee, omdat geld nodig zou zijn en alleen
geld beschikbaar is voor de eigen gemeente. Waarschijnlijk doet u dat al.
Met verbazing zult ook U weer gekeken hebben naar het onderdeel “De
onderstroom”““in Nieuwsuur van hedenavond. Bestuur en burgers begrijpen elkaar
vaak niet, hebben weinig waardering voor elkaar. Wat ons betreft is het nodig betere,
heldere criteria te hebben/formuleren voor het verwezenlijken van plannen. Welke
vragen hebben burgers en bestuurders die moeten worden beantwoord?
Bijvoorbeeld: Levert realisatie uiteindelijk meer of minder biodiversiteit, hoeveel
materiaal is nodig en aar komt het vandaan? Is er meer of minder energie nodig bij
het uiteindelijke gebruik en bij de aanleg? Hoe zal het gaan met de gezondheid van de
mensen die er gebruik van maken? Nodigt het geheel uit tot het maken van meer
bewegingskilometers en is het aanleiding tot liefdevol omgaan met elkaar in
gelijkwaardigheid en diversiteit Houdt het plan rekening met alle functies die al zich
manifesteren? Al die functies zijn belangrijk, vanuit het verleden hebben ze zich
Evaluation Only. Created with Aspose.Pdf. Copyright 2002-2014 Aspose Pty Ltd.
bewezen voor leefbaarheid. Kunnen wij bijvoorbeeld het boerenland, boerenland
laten, omdat dat de kern van onze bron is?
Deze brief op 11-11 na 31 oktober gaat vooral over biodiversteit.
Hoe is uw gemeente van plan dit belangrijke aspect van het leven aandacht te geven,
zodat de natuur zich kan herstellen, binnen alle functies die gangbaar zijn?
Wij zouden graag een aantal van de 95 nieuwe te bespreken “stellingen”, van u
ontvangen.
Waar zou u over willen spreken met collega's over dit moeilijke onderwerp, hoe
bewaren en versterken we natuurlijke biodiversiteit in onze gemeente’?
Met hartelijke groet, mogen wij van u te horen?
Stichting Leven met de Aarde
secretaris, Lies Visscher-Endeveld
Warmseweg 22
7075 EL Etten
tel 0315-341052
Van: De Correspondent <[email protected]> namens De
Correspondent <[email protected]>
Verzonden: zaterdag 4 november 2017 07:05
Aan: [email protected]
Onderwerp: Onze landbouwgrond is zo dood als een pier. Weg met het gif
Ootepondend
Het gif uit de industriële landbouw brengt het leven op
aarde ernstig in gevaar. Toch blijven overheden laks. En dat
terwijl er inmiddels veel betere opties zijn om voldoende voedsel
voor iedereen te verbouwen.
Jelmer Mommers, onze correspondent Klimaat en Tomas
Vanheste, onze correspondent Europa, werkten samen aan dit
verhaal om jou te laten zien hoe belangrijk onze bodem is en hoe
deze gered kan worden.
Evaluation Only. Created with Aspose.Pdf. Copyright 2002-2014 Aspose Pty Ltd.
Onze landbouwgrond is zo dood als een pier. Weg met het gif
Achtergrond: 12-16 minuten
| Raadsadres | 3 | train |
> Gemeente
Amsterdam
D Amendement
Datum raadsvergadering gen 10 november 2022
Ingekomen onder nummer 490
Status Aangenomen
Onderwerp Amendement van de leden Asruf, Koyuncu, Ernsting, Moeskops en
Kabamba inzake Begroting 2023
Onderwerp
Gratis openbaar vervoer voor kinderen
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over de Begroting 2023
Constaterende dat:
-__ Het openbaar vervoer steeds duurder wordt;
-__ De stijgende prijzen van het openbaar vervoer ervoor zorgen dat veel Amsterdammers en
hun kinderen onvoldoende geld overhouden om gebruik te kunnen maken van het open-
baar vervoer;
Overwegende dat:
-_ Toegankelijk, betaalbaar en fijnmazig openbaar vervoer essentieel is voor de bevordering
van maatschappelijke participatie en de leefbaarheid van de stad;
-_ In het licht van de bevordering van maatschappelijke participatie en de leefbaarheid van
de stad het openbaar vervoer herwaardering verdient;
-__ Het enthousiasmeren van kinderen (en hun ouders) voor het openbaar vervoer ervoor zal
zorgen dat zij in de toekomst ook vaker gebruik zullen maken van het openbaar vervoer;
-_Een frequenter gebruik van het openbaar vervoer door kinderen bijdraagt aan de educa-
tieve en culturele ontwikkeling van deze kinderen en hun verbinding met andere stadsde-
len en bewoners aldaar.
Besluit:
-_ Het college te verzoeken om in het jaar 2023 kinderen in de leeftijd van 4 tot en met 11
jaar in ieder geval op zaterdag gratis te laten reizen met het openbaar vervoer;
-__ Hiervoor samen met het GVB tot een voorstel te komen;
-_Hiervoor een bedrag van 1.000.000 euro beschikbaar te stellen, te dekken uit de reserve
bodemsanering (id nr 83105);
Gemeente Amsterdam Status Aangenomen
Pagina 2 van 2
-_Het college te verzoeken eind 2023 de effecten van de regeling te evalveren en de Raad
hierover te informeren;
Indiener(s),
J.F. Asruf (PvdA)
S. Koyuncu (DENK)
Z.D. Ernsting (GroenLinks)
E.D.M. Moeskops (D66)
D.T. Boomsma (CDA)
C.K.E. Kabamba (Lijst Kabamba)
N. Ahmadi (Bla)
| Motie | 2 | test |
x Gemeente Amsterdam
% Actualiteit voor de raadscommissie voor Sociale
Zaken, Armoede en Schuldhulpverlening, Onderwijs,
Voorschool Kinderopvang en Naschoolse
Voorzieningen, Volwasseneneducatie
Laaggeletterdheid en Inburgering
Jaar 2020
Datum indiening 14-05-2020
Datum behandeling 27-05-2020
Onderwerp
Actualiteit van het raadslid De Jager (D66) inzake thuisblijven leerlingen door angst voor
corona
Aan de commissie
Inleiding
In de eerste week van school blijkt uit een reportage van het Parool dat grote aantallen
kinderen thuisblijven en niet naar school gaan uit angst voor het coronavirus. De verschillen
binnen de stad zijn groot, maar duidelijk is dat een groot aantal kinderen nog niet naar school
gaat.
Reden bespreking
De fractie van D66 wil weten wat het college doet aan de grote aantallen kinderen die
thuisblijven, op welke manier de ouders benaderd worden en wat de reden is voor ouders om
hun kinderen thuis te houden en op welke manier scholen hierin ondersteund worden.
Reden spoedeisendheid
Amsterdamse leerlingen hebben noodgedwongen weken thuis les gekregen vanwege de
maatregelen tegen het coronavirus. Thuisonderwijs werkt ongelijkheid in de hand en kan
leiden tot achterstanden bij leerlingen. Zij zijn er dan ook bij gebaat om zo snel mogelijk weer
naar school te gaan. Des te langer de kinderen thuis onderwijs krijgen, des te groter de kans
op achterstand. De fractie van D66 wil daarom zo snel mogelijk van de wethouder weten wat
zij eraan doet om zo veel mogelijk kinderen naar school te krijgen.
Het lid van de commissie,
D. de Jager
1
| Actualiteit | 1 | train |
BSS NSS
plaa
EE NER mn,
nig
Inhoudsopgave
1 Inleiding 3
2 Volgende verdieping lerende aanpak in het Amsterdamse mbo-onderwijs 9
3 Stand van zaken uitvoering MBO-Agenda 14
Ambitie 1 - Toekomstbestendig middelbaar beroepsonderwijs 15
Ambitie 2 - Optimale schoolloopbaan voor mbo-studenten 19
Twee uitvoeringsagenda's 22
4 Communicatie & financiën 23
Colofon 26
Bijlage 1 - Cijfers per mbo-instelling ©
Bijlage 2 - Schematische weergave projecten 2018-2019 ©
Klik op de tekst om naar het onderdeel te gaan.
Inleiding
De Amsterdamse MBO-Agenda 2019-2023 is op 14 maart 2019
vastgesteld door de Amsterdamse gemeenteraad. Deze nieuwe
agenda bouwt voort op de ontwikkelingen die zijn ingezet in de eerste
MBO-Agenda 2015-2019.
De gemeente Amsterdam investeert in de periode De inzet vanuit de MBO-Agenda wordt versterkt door
2019-2023 €16,3 miljoen in het Amsterdams middel- twee uitvoeringsagenda's:
baar beroepsonderwijs. Samen met het mbo heeft de
gemeente twee ambities geformuleerd:
= Toekomstbestendig middelbaar beroeps- XE
onderwijs, waarbij onderwijsprofessionals in % / sl
teamverband ruimte krijgen om zich verder te EA “ AS 3
ontwikkelen en te experimenteren met nieuwe ERA
onderwijsinhoud en onderwijsvormen. Studenten alias et AN ä
krijgen vaardigheden aangeleerd die hard Ee
nodig zijn op de Amsterdamse arbeidsmarkt. Bee
De samenwerking met het bedrijfsleven wordt ma 6
geïntensiveerd en mbo-instellingen pakken een
grotere rol in het leven lang ontwikkelen. Uitvoeringsagenda Inzetten
op jongeren in een kwetsbare
= Optimale schoolloopbaan voor mbo- onderwijspositie (2019-2023);
studenten. De MBO-Agenda zet in op betere een aanpak gericht op jongeren
loopbaan oriëntatie- en begeleiding en zorgt in een kwetsbare onderwijspositie.
voor een goede overstap van vo naar mbo.
Studenten worden gestimuleerd om door te leren
binnen het mbo en naar vervolgonderwijs.
Gezamenlijk werkt de gemeente met de de
mbo-instellingen en andere partners aan sterk RAT /
middelbaar beroepsonderwijs in Amsterdam. Met EL ì. BE
deze agenda faciliteren we de mbo-instellingen ó B :
om hun docententeams te professionaliseren en Oan
hun onderwijs te innoveren. Door onder andere eaf
nieuwe samenwerkingen aan te gaan of nieuwe ma 6
onderwijsvormen te starten. Ook stellen we de mbo-
instellingen in staat om hun studenten passende Uitvoeringsagenda Onderwijs
begeleiding te bieden. De mbo-instellingen werken -Arbeidsmarkt (2019-2022);
samen met de docenten, studenten en andere een aanpak gericht op de verbetering
belangrijke sleutelfiguren (ouders, het bedrijfsleven) van de aansluiting van het onderwijs
aan de uitdagingen waar zij voor staan. De gemeente op de regionale arbeidsmarkt.
faciliteert, stimuleert en ondersteunt hierbij. In de
samenwerking binnen de MBO-Agenda staat lerend
ontwikkelen centraal, met als doel te komen tot
een lerend en zichzelf vernieuwend systeem van
middelbaar beroepsonderwijs in Amsterdam.
5eVoortgangsrapportage MBO-Agenda 1 - Inleiding 4
De voortgang op deze twee uitvoeringsagenda's die begeleiding bij (het vinden van) stages door de inzet
de ambities van de MBO-Agenda ondersteunen, van coaches en stagemakelaars van de scholen.
verbreden en versterken, wordt in twee aparte Eris gewerkt aan een betere verbinding tussen het
rapportages bij deze voortgangsrapportage mbo, het vo en het hbo, en er is meer aandacht voor
toegelicht. loopbaanoriëntatie en -begeleiding (LOB). Ook is
met innovatie projecten in de zorg, hospitality, sport
Om deze ambities te realiseren, kunnen mbo- en techniek ingezet op een betere aansluiting op de
instellingen gebruik maken van de instrumenten van Amsterdamse arbeidsmarktdoor meer onderwijs op
de Subsidieregeling MBO-Agenda: de werkvloer
= Amsterdamse Teambeurs mbo: gericht op De kracht van de MBO-Agenda is dat de project-
professionalisering van teams/groepen docenten plannen vanuit de onderwijsteams geïnitieerd
en onderwijsondersteunend personeel binnen de en uitgevoerd worden. Zij weten als onderwijs-
verschillende instellingen en colleges. professional voor welke uitdagingen het onderwijs
staat. Dit resulteert in projectplannen die
= _Projectplannen mbo: gericht op maatwerk leveren en toegespitst zijn op de interne
specifieke onderwerpen (bijvoorbeeld uitdagingen. Maar dit resulteert soms ook in weinig
onderwijsvernieuwing), waar docenten, teams of samenhang tussen de verschillende projectplannen
instellingen als geheel aan kunnen werken. en versnippering. Door de uitgesproken ambitie
van de mbo-instellingen om met de MBO-Agenda
Amsterdamse thema's 2019-2023 een bijdrage te willen leveren aan de
De MBO-Agenda 2019-2023 is een echte Amster- grote maatschappelijke opgaven van deze stad, is
damse agenda, die naast het realiseren van de meer sturing nodig op deze thema's. We zijn daarom
ambities en speerpunten in de MBO-Agenda, een in 2019 gestart met focusthema's. De wethouder
bijdrage wil leveren aan de grote opgaven van deze middelbaar beroepsonderwijs en de bestuurders
stad. In 2019 kozen we voor focus op de thema's van de mbo-instellingen benoemden gezamenlijk de
duurzaamheid, tekorten in de techniek en tekorten in belangrijkste thema's: duurzaamheid, tekorten in de
de zorg. De nieuwe subsidieaanvragen voor school- techniek en tekorten in de zorg.
jaar 2020-2021 zijn meer gericht op deze thema's en
hoe het mbo kan bijdragen aan deze maatschap- Op die manier worden nieuwe initiatieven meer
pelijke vraagstukken. in samenhang bekeken. Vanuit deze focus zijn we
als gemeente ook gestart met themawerkgroepen
Deze vijfde voortgangsrapportage MBO-Agenda en is het subsidieproces doorontwikkeld om meer
geeft inzicht in dit proces van lerend ontwikkelen. De contactmomenten met het onderwijsveld mogelijk te
rapportage licht toe wat de belangrijkste ontwikkelin- maken voor bijsturing op bovengenoemde thema's.
gen en resultaten van uitvoeringsjaar 2018-2019 zijn In de thermawerkgroepen worden verschillende
en waar in schooljaar 2019-2020 op wordt ingezet. projectleiders met elk hun eigen projectaanvraag
Hieronder geven we een toelichting op enkele rondom hetzelfde thema samengebracht. Dit geeft
belangrijke resultaten die met de MBO-Agenda of de betrokken medewerkers meer zicht op wat er bij
met de samenhangende uitvoeringsagenda's zijn andere onderwijsteams en in de stad gebeurt. Het
gerealiseerd. maakt uitwisseling van kennis en ervaringen beter
mogelijk waardoor betrokkenen meer van elkaar
Samenhang en focus voor meer impact kunnen leren. Daarnaast helpt het de instellingen
Met de MBO-Agenda 2019-2023 geeft de om aan de voorkant keuzes te maken en focus aan te
gemeente binnen de grootstedelijke context ruimte brengen. We werken toe naar een meer stadsbrede
aan het mbo om aantrekkelijk, vernieuwend en aanpak op bepaalde thema's, waarbij de project-
toekomstgericht onderwijs aan te bieden. De nieuwe plannen op verschillende mbo-locaties als pilot
MBO-Agenda bouwt voort op ontwikkelingen fungeren.
en samenwerkingen die zijn ingezet in de eerste
agenda. Eris bijvoorbeeld gezorgd voor betere
5eVoortgangsrapportage MBO-Agenda 1 - Inleiding 5
Professionalisering van onderwijsteams en gedigitaliseerd onderwijs krijgt. Onderwijs dat
Investeren in toekomstbestendig beroepsonderwijs aansluit bij de talenten en passies van de studenten
betekent investeren in professionalisering van en bij de huidige snel veranderende samenleving
onderwijsteams. Zonder goede onderwijsprofessionals door de technologische revolutie. Volgens studenten
geen goed onderwijs. De MBO-Agenda zet in op ver- sluit het nieuwe onderwijsconcept “GRAAG Leren”
sterking van de didactische en pedagogische vaardig- goed aan bij hun leerbehoefte.
heden van onderwijsteams. Met de Amsterdamse
Teambeurs mbo beoogt de gemeente dat na vier jaar Met de MBO-Agenda worden ook meer docenten
ruim 3.000 onderwijsprofessionals in teamverband betrokken bij onderwijsvernieuwing. Het practoraat
hebben gewerkt aan hun professionele ontwikkeling Mediawijsheid is hier een voorbeeld van. Docenten
en aan onderwijs ontwikkeling. In 2019-2020 zijn 1.249 doen binnen dit practoraat extra kennis en ervaring
onderwijsprofessionals hiermee aan de slag gegaan! op met nieuwe lesmethoden. Hiermee worden zowel
studenten, docenten als het hele Amsterdamse
Daarnaast is met de MBO-Agenda 2015-2019 een onderwijs mediawijzer. Ook ontwikkelde het
belangrijke impuls gegeven aan de professionalisering practoraat recent een module mediawijsheid voor
van docenten en teams, onder meer op het gebied zorgprofessionals. In deze tijd moet je digitaal
van lesgeven in de grote stad en het omgaan met vaardig zijn. In vrijwel iedere beroepsgroep krijg je
diversiteit in de klas en op school. Een mooi voorbeeld ermee te maken, zo ook in de zorg.
hiervan is de omarming van de Transformatieve School
methode door het ROC van Amsterdam. Docenten- Een betere samenwerking met het werkveld
teams zijn geschoold om goed om te kunnen gaan In een publiek private samenwerking (PPS) investeren
met de verschillende culturen waar veel studenten onderwijs, bedrijfsleven en overheid samen in nieuwe
mee te maken hebben: schoolcultuur, straatcultuur en inhoud, leervormen en leerwerkomgevingen. De
thuiscultuur. Door de MBO-Agenda kon de scholing praktijk is leidend en lessen vinden dan ook vaak
van de mbo-docenten sneller en op grotere schaal plaats op locaties buiten de school. Het afgelopen
worden gefaciliteerd. De aanpak beperkt zich niet jaar zijn met lopende PPS-en plannen gemaakt over
alleen tot ROCvA. Ook basisscholen en vo-scholen hun verduurzaming na de subsidieperiode. Daarnaast
werken met deze methode. Zowel binnen als buiten zijn nieuwe samenwerkingen gestart: de PPS-en
de gemeente Amsterdam. Begin 2019 is gestart met Talentontwikkeling met Wetenschap & Technologie,
de Cormmunity Urban Education, waar alle deel- Circulaire regionale economie, House of Aviation
nemende scholen die werken met de Transformatieve en Wendbaar Vakmanschap. En ook met de nieuwe
School methode in vertegenwoordigd zijn om met en Techschool en Campus wordt de aansluiting van
van elkaar te leren. Daarnaast is in januari 2020 een het onderwijs op de arbeidsmarkt versterkt. In de
pilot gestart waarbij de verschillende scholen binnen rapportage over de Uitvoeringsagenda Onderwijs-
de Community Urban Education een verdiepende Arbeidsmarkt leest u meer over de publiek-private
invulling gaan geven aan het vak ‘Burgerschap”. samenwerkingen en de voortgang op de ambitie om
het werkveld zo veel mogelijk met het onderwijs te
Vernieuwing onderwijs laten samenwerken.
Door instellingen de ruimte te geven om te experi-
menteren met nieuwe onderwijsmethoden, ontstaat Ook zijn de afgelopen jaren in Amsterdam diverse
vernieuwing. Vernieuwing is geen doel op zich. hybride leeromgevingen opgestart. Onderwijs
Het is een middel om het bestaande onderwijs te en werkveld werken op die manier beter samen.
verbeteren. Vernieuwing is nodig om als mbo mee te Studenten worden daarmee beter voorbereid op de
bewegen met de ontwikkelingen in de samenleving. snel veranderende arbeidsmarkt. Jongeren krijgen
We moeten beter kunnen inspelen op de snel van werkgevers de kans om meer in de context van
veranderende arbeidsmarkt. Een voorbeeld hiervan een beroep kennis en vaardigheden op te doen.
is het onderwijsvernieuwingsproject dat ROC TOP In de zorg zijn hybride leeromgevingen gestart in
in 2018 is gestart. ROC TOP wil van een klassieke het Flevohuis, Dr. Sarphatihuis en De Poort. Ook in
onderwijsinstelling in een aantal jaren transformeren de sectoren hospitality en techniek zien we hybride
naar een instelling waar de student gepersonaliseerd leeromgevingen ontstaan.
5eVoortgangsrapportage MBO-Agenda 1 - Inleiding 6
De student centraal: betere begeleiding Daarnaast loopt op College Zuidoost van het ROC
Mbo-instellingen versterken de begeleiding van Amsterdam een pilot gericht op het trainen van
van jongeren gericht op succesvolle stages en docenten om het goede gesprek te voeren met hun
doorstroom binnen het mbo en naar het hbo. Een studenten over discriminatie. Doel van de pilot is het
goed voorbeeld van betere begeleiding bij het bieden van handvatten aan de mbo-instellingen om
vinden en behouden van een stage is zichtbaar op tot een antidiscriminatieaanpak te komen en deze
de niveau 2 opleidingen van ROC TOP en ROC van integraal onderdeel te maken van de bedrijfsvoering
Amsterdam. Meer dan 500 studenten hebben extra en organisatiecultuur. De eerste resultaten
begeleiding hierbij gekregen. Met extra middelen verwachten we in de zomer van 2020.
van de gemeente kunnen de ROC's meer maatwerk
leveren. In alle gevallen is de inzet gericht op het Resultaten van de instrumenten binnen de
ondersteunen van de student. Ook de Plusscholen MBO-Agenda (tabel 1)
hebben in 2019 weer ingezet op de begeleiding van De Lerarenbeurs mbo heeft in de schooljaren
jongeren in een kwetsbare onderwijspositie. Met 2015-2019 346 mbo-docenten bereikt. Het totaal
als resultaat dat 259 studenten in een kwetsbare aantal toegekende lerarenbeurzen is daarmee lager
onderwijspositie hun diploma hebben behaald. dan beoogd. Dit komt omdat de mbo-instellingen
teamontwikkeling hogere prioriteit gaven dan
Daarnaast draagt de gemeente met de MBO- individuele professionalisering. Daarnaast biedt
Agenda bij aan de aanpak van stagediscriminatie: het scholingsfonds voor docenten binnen de
elke jongere moet de kans krijgen het beste mbo-instellingen voldoende ruimte voor individuele
uit zijn opleiding te halen ongeacht zijn of haar scholing. Binnen het mbo ligt de nadruk nu vooral op
achtergrond, voorkeur of uiterlijk. In 2020 ontwikkelen kwaliteitsverbetering binnen de onderwijsteams - en
de gemeente samen met het MKB Amsterdam, daarom op teamscholing. In de MBO-Agenda 2019-
Amsterdamse mbo- en hbo-instellingen, en 2023 maakt de individuele lerarenbeurs niet langer
studenten(organisaties) een signalerende mystery onderdeel uit van het instrumentarium. De mogelijk-
guests aanpak. Dit is gericht op het tegengaan heid om als groep van minimaal 5 docenten een
van de door Amsterdamse mbo en hbo studenten beurs aan te vragen blijft bestaan en is toegevoegd
ervaren arbeids- en stagemarkt discriminatie. aan de Teambeurs mbo.
Tabel 1
Instrument VAO EAO Ke) VAO Ke A0h A VAO Avon E:) VAO KVO) 2019-2020
1 In de MBO-Agenda 2019-2023 is de individuele lerarenbeurs niet langer onderdeel van het instrumentarium. In de volgende
voortgangsrapportage wordt hier niet meer over gerapporteerd.
2 22 unieke teams plus 8 teams die een vervolgaanvraag hebben gedaan.
3 17 unieke teams plus 16 teams die een vervolgaanvraag hebben gedaan.
4 21 unieke teams plus 19 teams die een vervolgaanvraag hebben gedaan.
5 In totaal is in 2018-2019 aan 25 projecten subsidie verleend. In bijlage 2, de resultaten per project, wordt ook verantwoord over
één project uit 2017-2018 dat vorig jaar nog niet (volledig) was uitgevoerd.
5eVoortgangsrapportage MBO-Agenda 1 - Inleiding 7
De Teambeurs mbo is in het eerste jaar van de
nieuwe agenda al veel aangevraagd. We hebben
de ambitie om in de jaren 2019-2023 ruim 3.000
onderwijsprofessionals te bereiken, die in team-
verband werken aan hun professionele ontwikkeling
en aan onderwijs ontwikkeling. In het eerste
aanvraagjaar zijn intussen al 1.249 onderwijs-
professionals aan de slag gegaan met team-
professionalisering.
In schooljaar 2018-2019 is aan 32 projecten subsidie
toegekend. Hiervan hebben 12 projecten in het
schooljaar 2019-2020 een vervolg gekregen. Dit
omdat het project nog niet volledig was uitgevoerd,
resultaten nog niet vastgesteld konden worden of
omdat op basis van een tussentijdse evaluatie het
plan is bijgesteld. Daarnaast zijn in schooljaar
2019-2020 twintig nieuwe projecten gestart.
5e Voortgangsrapportage MBO-Agenda 8
Volgende verdieping
lerende aanpak
in het Amsterdamse
mbo-onderwijs
De Amsterdamse economie en samenleving maken een enorme
dynamiek door. Deze impuls heeft geleid tot stevige veranderingen
op de arbeidsmarkt en een sterke vraag naar vakmensen in allerlei
sectoren. Traditioneel trekt de metropoolregio veel talent van buiten
aan. Er ligt een grote uitdaging om de eigen beroepsbevolking
adequaat te scholen en verder te ontwikkelen. Dat vraagt om
een gezamenlijke inzet van de gemeente, het onderwijs en het
bedrijfsleven.
Het beroepsonderwijs, en het mbo in het bijzonder, Stand van zaken
neemt een spilpositie in bij dit samenspel.
Technologische veranderingen stellen andere eisen Op 14 maart 2019 heeft de Amsterdamse gemeente-
aan werkenden. De grote diversiteit in de stad vraagt raad ingestemd met twee beleidslijnen voor het
om vakmanschap dat daar op inspeelt. Vakmanschap Amsterdamse mbo: toekomstgericht beroepsonderwijs
dat bijdraagt aan de sociaaleconomische dynamiek en een optimale schoolloopbaan voor alle studenten.
en in staat is zich verder te ontwikkelen. Net als in de vorige collegeperiode biedt de gemeente
de mogelijkheid voor subsidiering van programma's
Amsterdam staat bekend om zijn eigenzinnige gericht op onderwijsvernieuwing die binnen deze
onderwijsbeleid om leerachterstanden weg te agenda passen. Binnen de twee hoofdambities zijn
nemen en optimale leervoorzieningen aan te acht speerpunten onderscheiden. Deze speerpunten
bieden. Als eerste gemeente in Nederland heeft zijn opgenomen in de figuur op pagina 13.
Amsterdam sinds 2015 een brede MBO-Agenda om
de Amsterdamse mbo-instellingen te ondersteunen Vanaf het begin in 2015 zijn de mbo-instellingen op
in hun strategische ontwikkeling. De kerngedachte bestuurlijk niveau gaan samenwerken om resultaten
van de MBO-Agenda is om mbo-studenten goed te te boeken. Door deze werkwijze hebben bestuurders
faciliteren, zodat ze tot hun recht kunnen komen in elkaar veel beter leren kennen. Inmiddels werken zij
de samenleving en op de arbeidsmarkt. Om dat doel gericht met elkaar samen op bestuurlijke en onderwijs-
te bereiken is een stevige impuls aan de professio- inhoudelijke vraagstukken. Bijvoorbeeld op het gebied
nalisering van docenten en de samenwerking van de van leren in een grootstedelijke context en op het
mbo-instellingen van groot belang. gebied van verbinding van het beroepsonderwijs met
het bedrijfsleven. De inhoudelijke beoordeling van de
De gemeente faciliteert en steunt twee projectsubsidies, de kennisdeling en het bespreken
ontwikkelingslijnen. De eerste is gericht op docenten van de resultaten is gedelegeerd aan een gezamenlijke
en ondersteunend personeel die zich in teamverband werkgroep van vertegenwoordigers van de mbo-
willen ontwikkelen en professionaliseren. De tweede instellingen en de gemeente die met elkaar ervaringen
lijn is gericht op de samenwerking en ontwikkeling uitwisselen en voorstellen doen voor inhoudelijke ver-
van het Amsterdamse mbo zelf: het ontwikkelen van nieuwing. Deze werkgroep beoordeelt elkaars plannen
een lerend systeem. en houdt de voortgang scherp in de gaten. In geval
van geschillen is tegenspraak en reflectie mogelijk.
Waar de gemeente en de mbo-instellingen intussen Omdat de gemeente bij deze besprekingen aanwezig
staan, wordt uitgewerkt in deze voortgangs- is — en gebruik wordt gemaakt van onafhankelijke
rapportage. Hieronder schets ik wat in het bijzonder experts — kan maximale afstemming plaatsvinden. Over
in het oog springt. de resultaten wordt intern en extern gecommuniceerd,
wat het publieke debat over het mbo versterkt.
5e Voortgangsrapportage MBO-Agenda 2- Verdieping 10
De benadering is ontwikkelingsgericht en kent een over ondernemerschap en samenwerking met alumni
open einde. Dat betekent dat de ontwikkelingsrichting op het terrein van de creatieve industrie (sQuare).
vaststaat, maar niet hoe die precies moeten worden
gerealiseerd. Wel heeft de gemeente bij aanvang de
procedure om projecten te honoreren, aangescherpt. Lerend vermogen
In 2017 is een adviescommissie ingesteld die projec-
ten inhoudelijk tegen het licht houdt. Vervolgens kent Dankzij deze werkwijze is er in Amsterdam een open
de gemeente projecten toe op basis van het resultaat inhoudelijk gesprek ontstaan over het mbo, waaraan
van de gezamenlijke beoordeling. Vanaf 2020 is deze veel partijen deelnemen. De effecten zijn vast te
procedure verder gepreciseerd om de samenhang stellen op het niveau van de werkvloer in de scholen
tussen projecten te vergroten en meer onderbouwing en op het niveau van de gemeentelijke en bestuur-
te geven aan de voorstellen. Vanaf 2020 worden lijke beleidsafstemming. In de mbo-instellingen is
nieuwe ideeën door de project aanvragers eerst geleidelijk aan vaker sprake van een lerende instel-
gepresenteerd in de vorm van een ‘pitch’ en ling en een onderzoekende houding bij docenten en
daarna verder uitgewerkt. Daardoor is een elementair onderwijsteams. In de onderliggende essays (februari
probleem bij onderwijsonderzoek opgelost. Het is 2018) die op verzoek van de gemeente over deze
immers altijd moeilijk de vragen en uitdagingen in thematiek zijn geschreven, wordt gesproken van een
kaart te brengen waarmee docententeams kampen. positieve leercurve (Van Sark, 2018). Tegelijkertijd
De nadruk ligt nu dus op de vraagarticulatie, met als blijkt het moeilijk voor onderwijsteams om te komen
doel projectaanvragen en verbetervoorstellen beter te tot taakvolwassenheid (Brouwer e.a, 2018). Begelei-
onderbouwen en te verdiepen. En op die manier de ding van kwetsbare studenten in hun leerloopbaan
samenwerking en de integraliteit te verhogen. vraagt nog om verbetering (Klatter, 2018).
De projecten binnen de MBO-Agenda zijn steeds In algemene zin blijkt het lastig om de gerealiseerde
meer gericht op het bereiken van inhoudelijke doel- kennis en inzichten goed te laten circuleren zodat
stellingen die met elkaar samenhangen. Door meer anderen, die niet bij de projecten betrokken zijn,
focus en sturing op de door het beroepsonderwijs er ook gebruik van kunnen maken. De tot nu toe
benoemde thema's duurzaamheid, tekorten in de georganiseerde conferenties en kennisdelingssessies
techniek en tekorten in de zorg, gaat het in de zijn positief geëvalueerd. Er zijn extra inspanningen
agenda niet meer alleen over wat kan de gemeente nodig om de resultaten breed te delen, zodat zoveel
doen voor het mbo, maar komt ook de bijdrage mogelijk partijen hiervan kunnen profiteren.
van het mbo voor Amsterdam beter in beeld. Zo
zijn recent zogenoemde kenniskamers ingericht Op beleidsniveau kan worden vastgesteld dat de
waarbij in samenhang wordt gewerkt aan thema's onderliggende filosofie van de lerende aanpak ook
als duurzaamheid, de impact van technologische doorsijpelt naar het beleidsdomein begeleiding van
ontwikkelingen en de vraag naar zorgpersoneel. kwetsbare jongeren en naar het beleid voor onder-
Duurzaamheid was in november 2019 ook het thema wijs en arbeidsmarkt in Amsterdam. Zo ambieert
van het mbo-diner in Pakhuis de Zwijger met een het Convenant Plusscholen (maart 2019) een lerend
kleine 250 deelnemers en veel in het oog springende netwerk te vormen, gericht op de begeleiding,
voorbeelden van vernieuwing. professionalisering en kennisdeling voor kwetsbare
studenten op entree-niveau of mbo-2. De lerende
Het voorzetten van de MBO-Agenda is een verstan- insteek blijkt ook in de besprekingen over House of
dige keuze van de gemeente. De aanpak van langere Skills, dat zich tot heden sterk gericht heeft op het
adem maakt het mogelijk enkele doorsnijdende verbeteren van de matching op de arbeidsmarkt.
thema's op de agenda te zetten. Denk aan de cultuur- Door de ambtelijke samenwerking tussen de
verandering binnen de mbo-instellingen die ontstaat gemeentelijke domeinen (Werk, Participatie en
als gevolg van het project de transformatieve school, Inkomen, Economie en Onderwijs) wordt gestimu-
de stadsbrede samenwerking op het terrein van leerd dat de mbo-instellingen uiteindelijk zelf een
sociale media en digitale vaardigheden geïnitieerd proactieve positie gaan innemen op de markt voor
door het practoraat mediawijsheid en de projecten om- en bijscholing.
5e Voortgangsrapportage MBO-Agenda 2- Verdieping 11
Dankzij de MBO-Agenda kunnen ook nieuwe thema's Samengevat: er wordt geïnvesteerd maar er is
worden geagendeerd: ook nog veel te doen in de samenwerking tussen
de mbo-instellingen en de gemeente, gericht op
= Verdere versteviging van de verbinding tussen versterking van onderlinge uitwisseling op beleids-
het voortgezet onderwijs en het middelbaar niveau en het niveau van de klas en leerwerkplaats.
beroepsonderwijs. De krimp van het (technisch) Dit vraagt om dialoog en uitwisseling tussen gelijk-
vmbo en de veranderingen en specialisaties waardig partners die onderling reflecteren over wat
die worden aangebracht in het havo en vwo- werkzame principes van onderwijsverbetering zijn.
programma rechtvaardigen de urgentie voor dit De systeemgrenzen van de school worden daarmee
onderwerp. Het is momenteel nog onvoldoende opgerekt. Ook is er verbinding met de praktijk- en
duidelijk waar voor studenten een versnelling ervaringskennis van het werkveld dat zich in nieuwe
van het doorlopen van leerwegen mogelijk is, of vormen manifesteert: niet alleen in publiek-private
waar juist temporisering en extra begeleiding is samenwerkingen maar ook in vorm van gesprekken
geboden. over de noodzakelijke curriculumvernieuwing en
gerichte verdere versterking van het beroeps-
m Samenwerking tussen het mbo en het hbo. onderwijs.
Overal in het land worden associate degree
programma's gestart, recentelijk bijvoorbeeld
de opleiding voor topkok in het Amsterdamse Marc van der Meer, februari 2020
hospitality onderwijs. Mogelijk zijn ook andere Bijzonder Hoogleraar Onderwijsarbeidsmarkt
verbindingen denkbaar, al dan niet in afstemming aan de Tilburg Law School
met het private beroepsonderwijs.
= Thematiek van de beroepspraktijkvorming.
Alle studenten lopen stages ter oriëntatie
en kennismaking met het echte werk. De
onderliggende slaagfactoren zoals het vinden van
stageplaatsen, de begeleiding op de werkplek en
het reflecteren over de bereikte studieresultaten
verdienen meer aandacht in het programma. Dat
brengt meteen de wereld van de school en die
van het werk dichter bij elkaar.
5e Voortgangsrapportage MBO-Agenda 2- Verdieping 12
Schematische weergave MBO-Agenda
Speerpunten
Ak Arhr
Oo 0 O
EK LS _
ID TS 4 1 Investeren in sterke onderwijsteams
ANANAN rs mn O © Oe
KAAN ARR ar,
Are 7 NN
TT 2 Investeren in onderwijs-
O Ö Á © innevatie en vernieuwing
curriculum
| a hidk | os
3 Intensiveren samenwerking
onderwijs-werkveld
Ö
Toekomstbestendig middelbaar
beroepsonderwijs
Uitvoeringsagenda
: es Onderwijs-Arbeidsmarkt
ER O MBO
INS NS DT
DAAR IN AN vo
IN A A A n IN AN AN 5 Verbeteren overstap vo-mbo
NNNNDENT nan U IN
NNNNEN n
CL nd mmm OQ
eFetonT ee je
L
imuleren van mbo-studenten
® Ei q ä | i orn op te stromen en door 5 stromen
Arbeidsmarkt SA A
7 Voorkomen van verzuim en
uitval door goede ondersteuning
5
Optimale schoolloopbaan mE en
mbo-studenten Inzetten op jongeren
8 Inzetten op jongeren in een in een kwetsbare
kwetsbare onderwijspositie onderwijspositie
Stand van zaken
uitvoering
MBO-Agenda
® ®
Ambitie 1
Toekomstbestendig middelbaar beroepsonderwijs
ee
di Ie LL LN
NAAN NN ON
AAAA re
ae) > BET
© $ e J ri
De samenleving verandert in snel tempo. Amsterdam kent grote
opgaven, bijvoorbeeld op het gebied van duurzaamheid, de
energietransitie, spreiding van drukte in de stad en ontwikkelingen
in de zorg. Hoewel de regionale arbeidsmarkt in veel sectoren staat te
springen om vakmensen, zijn de beroepseisen die voor duurzaam werk
gevraagd worden steeds hoger.
Belangrijkste resultaten =_Het thema duurzaamheid stond centraal tijdens
=De Amsterdamse Teambeurs mbo wordt, net het jaarlijkse mbo-diner. Op 14 november 2019
als zijn voorganger de Scholenbeurs, boven kwamen ongeveer 250 docenten, studenten, op-
verwachting benut. In 2019-2020 zijn 1.249 leidingsmanagers, beleidsmedewerkers en andere
onderwijsprofessionals bereikt. De waardering geïnteresseerden samen in Pakhuis De Zwijger.
van de onderwijsteams voor het instrument om Het doel van de avond was ontmoeten, inspireren
onderwijsontwikkeling van teams in Amsterdam en kennisdelen. En dat is gelukt! Het was een
te stimuleren, loopt op van een 8,5 in 2016 naar avond vol enthousiaste pitches van studenten en
een 8,9 in 2019. docenten over hoe zij met duurzaamheid bezig
zijn of van start gaan. De aanwezige teams en
docenten zijn geïnspireerd. Dit blijkt ook uit het
aantal projectaanvragen op dit thema voor het
nieuwe subsidiejaar (2020-2021).
5°Voortgangsrapportage MBO-Agenda 3 - Stand van zaken 15
= Het onderzoek naar schoolloopbanen onder Terugkijkend op de vorige MBO-Agenda (2015-2019)
mbo-studenten die aan een Amsterdamse is de Teambeurs mbo (voorheen Scholenbeurs) goed
mbo-instelling studeren, is in volle gang. De benut. Er zijn 123 scholenbeurzen aan 80 unieke
mbo-scholen doen daar in samenwerking met de teams toegekend. Naast de 80 unieke teams werkten
gemeente (OIS) onderzoek naar. In het onderzoek 43 teams voor een tweede of derde schooljaar op rij
wordt onder meer gekeken naar de doorstromers met een beurs aan hun professionele ontwikkeling.
van niveau 2 naar 3 en 4. Aan de hand van de De ambitie om elk onderwijsteam (/9 in totaal) een
uitkomsten gaan instellingen in gesprek met beurs toe te kennen, werd daarmee ruim behaald.
studenten. Zo krijgen de opleidingen zicht op
belemmeringen die een overstap of doorstroom Hoe werd de Teambeurs mbo in schooljaar
in de weg kunnen staan. Naar verwachting 2018-2019 gewaardeerd door de onderwijs-
worden de eerste resultaten het derde kwartaal teams?
2020 opgeleverd. In het schooljaar 2018-2019 werkten 40 teams aan
hun professionalisering. Ongeveer de helft van
= Vanuit de MBO-Agenda is in 2019 ingezet op de teambeurzen richtte zich op Pedagogiek en
meer hybride leeromgevingen, met name in de Didactiek. Daarnaast waren ongeveer tien beurzen
zorg. Deze zijn gestart in het Flevohuis, Sluiszicht, gericht op Professionele Organisatie en Cultuur.
Dr. Sarphatihuis en De Poort. Ook in het Voor schooljaar 2019-2020 wordt met de Teambeurs
Amsterdamse Bos is een hybride leeromgeving grotendeels aan dezelfde onderwerpen gewerkt:
opgestart, waarbij studenten meer in de Pedagogiek en Didactiek (17) en Professionele
praktijk opgeleid worden. Dit leidt ook tot meer Organisatie en Cultuur (9).
uitdagendere stageplekken voor deze studenten.
We zien dat mbo-instellingen de teambeurs een
=_ In 2019 is sQuare, dé broedplaats voor de goed instrument vinden om onderwijsontwikkeling
doorontwikkeling van afgestudeerde onder- van teams in Amsterdam te stimuleren (8,9). De
nemende creatieven, officieel geopend. Maken, onderwijsteams gaven hiervoor in de verantwoording
verder professionaliseren en werk genereren een cijfer voor de uitvoering van de teambeurzen
staan hier centraal. Ongeveer 80 studenten van op een tienpuntsschaal. De score '1’ was daarbij
het Mediacollege hebben een keuzetraject van zeer negatief en een score van een '10' zeer positief.
een half jaar gevolgd bij sQuare, waaronder
op ondernemerschap. En 50 creatieve makers
hebben zich ‘getoond’ aan het werkveld door
portfolio avonden en Food4Thought sessies. Tabel 2: Aantal toegekende teambeurzen
Teambeurs rok n
Teambeurs mbo mbo ENT 2019-2020
Met de teambeurzen kunnen onderwijsprofessionals
, ‚ , Aantal Aantal Aantal
werken aan hun professionele ontwikkeling en het Ve | ll
versterken van hun onderwijskundige vaardigheden. ROC van
De teambeurzen hebben in schooljaar 2019-2020
al 1.249 onderwijsprofessionals bereikt. De beurzen roctor | 7 | 6 | ow |
worden bijvoorbeeld ingezet voor coaching van
docenten in het verbeteren van hun vaardigheden
(pedagogisch en didactisch) en hoe om te gaan met
de grote diversiteit in de klas (urban education). Of ediacolege | 6 | 3 | us |
voor het verbeteren van de professionele (kwaliteits) weten ||
cultuur, waarbij aandacht wordt besteed aan onder
andere onderlinge samenwerking en het team als EEEN
professionele leergemeenschap.
5eVoortgangsrapportage MBO-Agenda 3 - Stand van zaken 16
Wat daarnaast opvalt is dat de onderwijsteams Intussen hebben al 250 studenten het traject
over het algemeen vinden dat de beoogde doelen succesvol doorlopen. Hier zijn in totaal 70 bedrijven
voor hun team bereikt zijn. De teams vinden dat ze bij betrokken, waaronder KPN, NUON, MadiZO,
zich verder hebben ontwikkeld met behulp van de Q-Factory en CJP, Luchtvaart community Schiphol,
activiteiten waarvoor de teambeurs is ingezet. Dit Circl, Lab 111, House of Watt. Opvallend aan de
heeft volgens hen een positief effect op de kwaliteit eerste lichting van schooljaar 2019-2020 is dat zich
van het onderwijsteam. Gemiddeld genomen denken twee keer zo veel studenten hebben aangemeld dan
teamleiders dat ze de in gang gezette ontwikkeling de lichtingen hiervoor. Het programma wordt breed
van het team vast kunnen houden. Veel teams gedragen binnen de scholen en de bedrijven en
hebben de ingezette ontwikkelingen al ingebed in vooral ook onder studenten zelf. Naast enthousiaste
het bestaande beleid. (oud) deelnemers zijn ook docenten erg te spreken
over het programma door de verhalen die de
Wat is in schooljaar 2018-2019 volgens de team- studenten in de klas delen. Met dit programma is
leiders minder goed gelukt? Om de opgedane er meer aandacht en oog voor talentontwikkeling.
kennis en ervaringen te delen met collega’s van Onze mbo'ers verdienen een eerlijke kans op een
andere scholen (6,1). Ter vergelijking: in 2017-2018 succesvolle toekomst en Made by 020 draagt daar
was dit een 7,2 en in 2016-2017 een 6,8. Teams een steentje aan bij.
delen de opgedane kennis en ervaringen vooral met
andere teams binnen hun eigen instelling. Slechts
enkele teams doen dit ook buiten de eigen locatie en
met andere mbo-instellingen in de stad. In schooljaar
2019-2020 faciliteert de gemeente op een andere
manier kennisdeling tussen de verschillende teams “Ook voor ons als docenten is het belangrijk
door hier in de kenniskamers explicieter aandacht om de praktijk zo nu en dan aan den lijve te
aan te besteden en meer onderwijsprofessionals bij ervaren. De ontwikkelingen gaan snel in het
elkaar te brengen in themawerkgroepen. onderwijs. Door de docentstage krijg je een
beter beeld van waar studenten in de praktijk
zoal tegenaan kunnen lopen. De werkdruk
Talentontwikkeling: resultaten Made by 020 is hoog, er is een tekort aan gekwalificeerd
De huidige arbeidsmarkt vraagt van jongeren personeel in deze beroepsgroep, er wordt
vaardigheden als ondernemerschap (en onder- een groot beroep op onze studenten gedaan.
nemendheid), samenwerken, creativiteit, com- Dat moet je als docent op een goede manier
municeren, leiderschap en kritisch denken. In begeleiden.”
2016 startte Made by 020; het Amsterdamse
talenten- en netwerkprogramma voor mbo'ers. Met Susan Coevert, docente opleiding
dit programma leren mbo’ers van verschillende pedagogisch werk ROC TOP. Zij heeft als
opleidingen, leerjaren en niveaus in interdisciplinaire docent stage gelopen op een basisschool.
teams samen te werken. Tegelijkertijd werken zij
daarbij aan hun eigen ontwikkeling. Tijdens het
extra curriculaire programma werken de studenten
aan hun skills, bedenken creatieve oplossingen voor
maatschappelijke uitdagingen, en gaan op bezoek
bij inspirerende bedrijven en interessante (potentiele)
werkgevers. Zij helpen bedrijven en organisaties
bij het oplossen van een bestaand maatschappelijk
vraagstuk. Dit schooljaar staan de challenges in het
teken van duurzaamheid, sport en techniek.
5eVoortgangsrapportage MBO-Agenda 3 - Stand van zaken 17
Uitgelichte projecten Associate Degree Culinary Professional
In schooljaar 2019-2020 is het ROCvA gestart met
Duurzaamheid de ontwikkeling van een koksopleiding op niveau 5
HMG is in schooljaar 2018-2019 gestart met het (Associate Degree). In de huidige situatie worden in
enthousiasmeren van studenten en docenten voor Nederland koks maximaal opgeleid op middelbaar
het thema duurzaamheid. Docenten, studenten, beroepsniveau (niveau 4) en dat is in vergelijking
maar ook conciërges en de houtwinkel hebben met andere Europese landen laag. Daar zijn koksop-
meegedacht over welke circulaire uitdagingen leidingen op Associate Degree- en Bachelorniveau
de school heeft. Dit heeft bijgedragen aan een al onderdeel van het reguliere aanbod. Daarnaast
groeiend bewustzijn over duurzaamheid binnen de zijn de kwalitatieve eisen voor zelfstandig werkende
opleiding. Docenten komen met eigen initiatieven koks (mbo niveau 3 en hoger) de afgelopen jaren
om toe te passen in de lessen. Ook wordt er meer gestegen, met name in het vakspecifieke domein.
met restmateriaal gewerkt. Aan het einde van Het ROCVA ziet de vraag naar hoger opgeleide koks
2018-2019 is het duurzaamheidshuis gerealiseerd op sterker toenemen dan het aanbod. Nederlandse
de HMC Expo met duurzame werkstukken van HMC restaurants werven in toenemende mate koks uit
studenten. Voorafgaand aan deze Expo hebben andere landen. Het lagere opleidingsniveau in
twee studenten mini-tentoonstellingen gemaakt met combinatie met het tekort aan gediplomeerde koks is
design van duurzame ontwerpers. daarvoor de reden. Het ROCvA speelt hierop in met
een vervolgopleiding, de Associate Degree Culinary
PPS Centrum voor Techniek en Technologie Professional — een opleiding voor specialistisch
In september 2019 is ROCvVA met de verhuizing naar opgeleide en ondernemende koks. De eerste
een nieuw gebouw (Nex Technician) gestart met studenten starten in september 2020.
een nieuwe publiek private samenwerking Centrum
voor Techniek en Technologie (ACTT). Vanuit deze
PPS wordt een compleet en innovatief aanbod van
opleidingen, cursussen en beroepsoriëntatie ontwik-
keld. Van het interesseren van basisschoolleerlingen
voor techniek, tot volledige mbo-opleidingen met
extra praktijk én moderne vak- en bedrijfsopleidingen “We zijn vorig jaar gestart door op het HMC
en -cursussen in de nieuwste technieken voor te zeggen; duurzaamheid, daar moeten we
metaalmedewerkers vanuit bedrijven. ROCVA richt iets aan doen. Maar wat kunnen we doen?
hiervoor een modern praktijkcentrum in. Het doel We zijn begonnen met de bewustwording te
is een betere samenwerking met bedrijven zodat vergroten op het HMC. Dit hebben we gedaan
docenten en praktijkbegeleiders samen hybride door verschillende workshops te geven over
onderwijs kunnen ontwikkelen en uitvoeren. de hoeveelheid afval dat wij produceren.
Hoeveel afval produceren leerlingen iedere
dag? Denk aan plastic flesjes, hout, houtafval.
Dit hebben we tastbaar en zichtbaar gemaakt
op school.”
Bouke van Wildenberg, docent HMC
5eVoortgangsrapportage MBO-Agenda 3 - Stand van zaken 18
® ®
Ambitie 2
Optimale schoolloopbaan voor mbo-studenten
|_HBO $
MBO $
DN meeer Ì
NEN
NN Deeds
NNNNEEN | 9 ®
Pe ha
ea a Hi
Het middelbaar beroepsonderwijs is de onderwijssector die voor
jongeren met uiteenlopende talenten en verschillende niveaus het
verschil kan maken. Naast dat het middelbaar beroepsonderwijs
jongeren opleidt tot goede vakmensen, draagt het ook bij aan de
persoonlijke ontwikkeling van jongeren, zorgt het voor overdracht van
maatschappelijke en culturele verworvenheden en leert het jongeren
om mee te doen in de samenleving.
Belangrijkste resultaten
= Als onderdeel van het plan van het Samen- aan mee. Overstapcoaches, decanen, lob-coördi-
werkingsverband VO zijn in oktober 2018 natoren, studieloopbaanbegeleiders en mentoren
de Masterclasses Loopbaanoriëntatie- en uit vmbo en mbo gingen met een eigen gekozen
begeleiding gestart. De Masterclasses bleken uitdaging aan de slag. Met als doel om jongeren
een inspirerende en succesvolle manier om good bewuster voor een opleiding te laten kiezen in
practices te delen en de ontmoeting tussen de overstap van vmbo naar mbo. De deelnemers
professionals van vo en mbo te faciliteren. In leerden elkaar en de verschillende scholen
schooljaar 2018-2019 deden hier 53 deelnemers kennen, en spreken nu meer elkaars taal.
5°Voortgangsrapportage MBO-Agenda 3 - Stand van zaken 19
= Het verzuim op het mbo is vrij hoog, maar beter twee AD-programma's: Culinary Professional
in beeld dan voorgaande jaren. Tussen 2017-2019 en Software Development. Zie hiervoor ook de
faciliteerde de gemeente de mbo-instellingen voortgangsrapportage van de Uitvoeringsagenda
bij een intensivering van de verzuimaanpak op Onderwijs-Arbeidsmarkt. Komende maanden
schoolniveau. Op diverse mbo-locaties zijn 17 gaan we via de monitor onderwijsloopbanen in
trajecten uitgevoerd. De insteek van de trajecten beeld brengen hoe succesvol de doorstroom in
was teruggaan naar het waarom. Waarom het mbo en naar het hbo is van mbo-studenten in
verzuimen jongeren? Een verruiming van het Amsterdam.
perspectief op verzuim en de blik op aanwezig-
heid bij scholen was een belangrijke opbrengst = Het percentage voortijdige schoolverlaters (vsv)
in dit traject. De essentie van het vraagstuk is: is in schooljaar 2018-2019 in Amsterdam licht
wat maakt dat de student niet in de les wil of kan gedaald van 3,0% naar 2,9 %. Mbo-instellingen en
zijn? Dat vraagt dus om continue bijstellen van de gemeente blijven vanuit het vsv programma
je verzuimbeleid. Het thema verzuim is juist niet gerichte interventies inzetten. Veelal wordt extra
systemisch opgepakt, dus niet gericht op melden, ondersteuning geboden in de overgang van
protocollen en procedures - maar vooral vanuit vo naar mbo en bij verkeerde studiekeuze van
de visie dat verzuim ergens door komt. Als die mbo naar mbo. Door bijvoorbeeld de inzet van
redenen in beeld zijn, dan is verzuim ten dele pluscoaches voor extra ondersteuning binnen de
op te lossen en wordt aanwezigheid in de les opleiding. En als er meer nodig is dan kunnen
verhoogd. studenten terecht bij het MBO-Jeugdteam.
=_In schooljaar 2019-2020 zijn de mbo-instellingen
diverse projecten gestart gericht op het voor- Uitgelichte projecten
komen van uitval. De scholen experimenteren
in de projecten met verschillende aanpakken M-jaar
om tot een meer gezamenlijk beeld te komen: ROC TOP is in 2019 gestart met een M-jaar: een
wat is nodig om de uitval instellingsbreed en op breed oriëntatiejaar voor jongeren zonder een
termijn stadsbreed verder terug te dringen? Een startkwalificatie. Speciaal voor vmbo-leerlingen
voorbeeld hiervan is de Kompasklas van ROCvA. (-kader en -tl) na hun eindexamens, voor (uitgevallen)
Hierin krijgen jongeren - die een advies krijgen havisten vóór de keuze van een beroepsopleiding
met de opleiding te stoppen - begeleiding naar niveau 3/4 en voor uitvallers/switchers uit het eerste
een ander passend aanbod. In de Kompasklas jaar van het mbo. Zij krijgen binnen de muren van
kunnen zij zich gedurende 8-10 weken (her) het mbo een jaar met veel oriëntatie, praktijk, verder
oriënteren. Daarnaast krijgen zij algemeen leren, experimenteren, persoonlijke ontwikkeling en
vormende vakken aangeboden en trainingen kennismaken met beroepen aangeboden. Het M-jaar
gericht op persoonlijke ontwikkeling. is een vrijwillige keuze voor leerlingen die nog niet
weten welke beroepsopleiding ze willen volgen. Het
1_Om de doorstroom binnen het mbo en tussen moet jongeren helpen om een betere studiekeuze
het mbo en het hbo te bevorderen is in schooljaar te maken. In schooljaar 2019-2020 zijn 12 studenten
2019-2020 aan zes projecten subsidie verleend. gestart.
Zo ontwikkelt ROC TOP een zomerschool om
studenten voor te bereiden op doorstroom naar
een ander niveau aan het begin van het nieuwe
studiejaar. Ook wordt een nieuwe opleiding
Teamleider Retail bij ROCvA ontwikkeld waarbij “Ik vind het M-Jaar heel erg leuk. Ik oriënteer
studenten van niveau 1 en 2 gestimuleerd mezelf en ik denk nu aan richtingen waar ik
worden om door te stromen naar een hoger anders nooit aan had kunnen denken.”
niveau. Tijdens de opleiding wordt vooral in
de praktijk geleerd. Daarnaast is met behulp Olivier, student M-Jaar
van subsidie gestart met de ontwikkeling van
5eVoortgangsrapportage MBO-Agenda 3 - Stand van zaken 20
Met de techniekbus naar je nieuwe school…
In schooljaar 2019-2020 is ROCvA gestart met de
techniekbus; een ingerichte bus om mobiel en op “Het traject was niet alleen voor de studenten
locatie kleine (bouw})technische klussen uit te voeren. een bijzondere ervaring, maar ook voor mij.
Studenten van diverse bouwopleidingen gaan Op mijn afdeling werken we vaak met hbo-
met een vakdocent langs bij vmbo-scholen. Daar studenten, of studenten van de TU Delft. Ik
geven zij voorlichting aan vo-leerlingen over wat de vond het daarom erg gaaf om ditmaal met
mbo-opleiding inhoudt. Door samen te werken aan mbo-studenten te werken. Leuke, enthousi-
technische klussen krijgen zij een realistischer beeld aste, jonge mensen met een frisse blik. Er zat
van het toekomstige beroep. Vervolgens worden zoveel energie in! Het heeft ook iets met mij
geïnteresseerde vo-leerlingen uitgenodigd op de gedaan… het heeft mijn blik verruimd.”
mbo-opleidingslocatie. Daar kunnen zij deelnemen
aan workshops om het vak verder te verkennen. Michelle Samson, adviseur duurzaamheid bij
Ze kunnen kennis maken met bedrijven waar veel de Schiphol Group, is betrokken bij talenten-
mee wordt samengewerkt. De vo-leerlingen kiezen en netwerkprogramma Made by 020. Zij
hierdoor bewuster voor een opleiding en een beroep hebben studenten gevraagd mee te denken
in de bouw en de schooluitval als gevolg van een over het vinden van duurzame oplossingen
onrealistisch beroepsbeeld neemt hierdoor af. voor verschillende plekken in de passenger
terminals.
Practoraat mediawijsheid; aantrekkelijker
onderwijs met inzet van digitale leermiddelen
Het practoraat mediawijsheid is een platform
voor kennisdeling - een samenwerking tussen de
verschillende Amsterdamse mbo-instellingen en de
gemeente Amsterdam. Met als doel studenten — en
natuurlijk ook onze docenten — mediawijzer te
maken. Dat doen zij onder andere door lesmateriaal
en lesbrieven te ontwikkelen. Er zijn intussen 45
nieuwe mediawijsheid lessen en drie workshops over
edutools ontwikkeld. Voor studenten zijn de lessen
met de inzet van digitale leermiddelen aantrekkelijker
geworden. Ook is er meer bewustwording onder de
studenten over het belang van verstandig omgaan
met media. In de klas hebben studenten en docen-
ten soms pittige discussies over mediagebruik. Dat
is juist goed, omdat studenten zo leren om er een
mening over te hebben, op onderzoek te gaan of
alternatieven te verzinnen.
5eVoortgangsrapportage MBO-Agenda 3 - Stand van zaken 21
Twee uitvoeringsagenda's
gsagend
In de MBO-agenda 2019-2023 wordt de verbinding met de twee uitvoeringsagenda's verder versterkt.
De uitvoeringsagenda's Inzetten op jongeren in een kwetsbare onderwijspositie en Onderwijs
- Arbeidsmarkt zijn inmiddels volop in uitvoering. Ze ondersteunen daarmee de ambities van de
MBO-Agenda. De voortgang op deze uitvoeringsagenda’s wordt in twee aparte rapportages bij deze
voortgangsrapportage toegelicht. Hieronder zijn enkele resultaten uitgelicht:
Voortgangsrapportage Voortgangsrapportage
Uitvoeringsagenda Inzetten Uitvoeringsagenda
op jongeren in een kwetsbare Onderwijs-Arbeidsmarkt
onderwijspositie
= Op 8 maart 2019 hebben ROC van Amsterdam, = MKB-ondernemers generen veel data, maar
ROC TOP en de gemeente Amsterdam het door een gebrek aan geld, kennis (mensen)
convenant ‘Plusscholen Amsterdam 2019-2023 en tijd worden deze data niet of nauwelijks
ondertekend. Met dit convenant zetten we geanalyseerd. Daardoor blijft digitalisatie en dus
gezamenlijk in op goede begeleiding van de groei achter. De publiek private samenwerking
overbelaste jongeren, kennisuitwisseling tussen MKB Digital Workspace is opgericht om ervoor
de professionals en verdere deskundigheidsbe- te zorgen dat het mkb wel aan de slag kan met
vordering . Met deze aanpak zijn in het schooljaar digitalisering en de juiste mensen vindt. Met
2018-2019 zo'n 700 jongeren bereikt. Daarnaast concrete projecten op het gebied van data en
zijn in 2019 al twee studiedagen met alle later online marketing gaan studenten onderne-
betrokkenen van de plusscholen georganiseerd mers helpen om hun bedrijf te digitaliseren. De
(kennisuitwisseling). vraag van de ondernemer staat daarbij centraal.
Zo wordt zowel een stimulans gegeven aan de
=__Om ervoor te zorgen dat jongeren bij dreigende digitalisering van mkb als de aansluiting tussen
uitval snel worden gesproken en daarmee niet onderwijs en mkb.
buiten beeld raken is het Jongerenpunt in 2019
gestart met een onderwijsteam van jongerenadvi- =_In 2019 is de servicedesk Diversiteit en Inclusie
seurs op de Plusscholen. Deze jongerenadviseurs (werktitel) van start gegaan. Dit wordt het
zijn aanwezig in de school en pakken jongeren aanspreek- en adviespunt voor ondernemers die
die dreigen uit te vallen gelijk op. De geleerde actief aan de slag willen met het bevorderen van
lessen worden gebruikt om deze aanpak breed in diversiteit en inclusie. En is een samenwerking
het (reguliere) mbo uit te rollen. voor en met ondernemers, werkgevers en
werkgeververtegenwoordigers uit verschillende
sectoren, verdeeld over de hele stad. De
signalerende mystery quests aanpak die met
MKB Amsterdam, Amsterdamse mbo- en hbo-
instellingen, en studenten(organisaties) wordt
ontwikkeld zal hier ook onder worden gebracht.
5eVoortgangsrapportage MBO-Agenda 3 - Stand van zaken 22
Communicatie
& Financiën
Communicatie
Voor de MBO-Agenda 2019-2023 is in het voorjaar Het mbo-diner 2019 werd georganiseerd rondom
van 2019 een communicatiestrategie vastgesteld het thema Duurzaamheid — en ook dat draagt bij aan
door de mbo-instellingen en de gemeente. De afge- de zichtbaarheid. Ook met het talentenprogramma
lopen vier jaar is met communicatie vooral ingezet op Made by 020 dragen we bij aan de zichtbaarheid van
het verbeteren van het imago van het mbo. Ook de de MBO-Agenda. De 8° editie van Made by 020 staat
komende tijd zullen we de nadruk blijven leggen op dit jaar volledig in het teken van duurzaamheid.
de kracht van de Amsterdamse mbo-studenten als
motor van de stad. De komende jaren krijgt de communicatie naar
ouders/verzorgers meer vorm. Hierin zoeken we ook
In de communicatie over de MBO-Agenda 2019-2023 de samenwerking met het Samenwerkingsverband
brengen we meer focus aan. We richten onze com- VO. Vanuit de Uitvoeringsagenda Onderwijs-
municatie op de volgende drie doelgroepen: ouders/ __ Arbeidsmarkt maken we specifiek de verbinding met
verzorgers, werkgevers/bedrijven en docenten/ werkgevers in de zorg, techniek en duurzaamheid.
onderwijsteams. Hieraan koppelen we de belangrijk- Zo heeft de communicatiewerkgroep rond de PPS
ste inhoudelijke speerpunten van de MBO-Agenda: Vakschool Technische Installaties het afgelopen jaar
duurzaamheid, tekorten in de techniek en tekorten in meegewerkt aan het platform ‘Hoe werkt mijn stad’.
de zorg. Een website waarbij scholen een bezoek kunnen
boeken bij bedrijven en ook een kijkje nemen achter
We blijven inzetten op meer zichtbaarheid van het de schermen van bijvoorbeeld het AMC of de
mbo — en dan vooral ook gericht op hierboven technische afdeling van het DelaMar theater.
genoemde doelgroepen. Dat doen we vooral door
goede voorbeelden breed te delen via het online en
offline platform de Amsterdamse Klas. (https://
nl-nl.facebook.com/amsterdamseklas/)
5e Voortgangsrapportage MBO-Agenda 4 - Communicatie & Financiën 24
Financiën
Het college van B&W investeert in de periode De middelen zijn verdeeld over de volgende posten:
2019-2023 ruim 16 miljoen euro in het mbo. De
middelen zijn het afgelopen jaar vooral besteed
aan de verlening van subsidies: Teambeurs en Beschikbaar budget
Projectplannen. Daarnaast is geïnvesteerd in het
talentenprogramma Made by 020, waaraan inmiddels € 1.125.000
250 jongeren hebben deelgenomen.
Talentprogramma Made by 020 € 250.000
Ook zijn er middelen besteed aan het mbo-diner € 2.250.000
2019, aan kennisdelingssessies bij de instellingen
over bijvoorbeeld thema's als duurzaamheid en te- Communicatie, kennisdeling, onder- € 339.000
korten in de techniek en aan de docentenconferentie zoek en coördinatie
Mediawijsheid. Bij deze conferentie waren ruim € 4.089.000
200 docenten van het vo en mbo aanwezig. De
voor schooljaar 2018-2019 toegekende beurzen
en projecten zijn afgerond en verantwoord. Uit de
financiële verantwoording bleek dat de beurzen en
projecten doelmatig en rechtmatig zijn uitgevoerd.
2) Download de bijlagen: (PDF)
Bijlage 1 - Cijfers per mbo-instelling
Bijlage 2 - Schematische weergave projecten 2018-2019
5° Voortgangsrapportage MBO-Agenda 4 - Communicatie & Financiën 25
Colofon
Gemeente Amsterdam
Onderwijs, Jeugd en Zorg
Postbus 1840
1000 BV Amsterdam
www.amsterdam.nl/mbo-agenda
Vormgeving en infographics
Zeppa
Maart, 2020
| Onderzoeksrapport | 26 | train |
x Gemeente Amsterdam J l F
% Raadscommissie voor Jeugdzaken, Educatie, ICT en Financiën
% Agenda, woensdag 6 februari 2013
Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie
voor Jeugdzaken, Educatie, ICT en Financiën
Tijd 13:30 uur tot 17:00 uur en zo nodig van 19:30 tot 22:30 uur
Locatie De Rooszaal
Algemeen
1 __ Opening procedureel gedeelte (13:30 tot 13:45)
2 Mededelingen
3 Vaststellen agenda
4 Conceptverslag van de openbare vergadering van de
Raadscommissie JIF d.d. 16 januari 2013.
e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier
doorgegeven, commissieJlF@raadsgriffie. amsterdam.nl
5 Termijnagenda, per portefeuille
6 _Tkn-lijst
7 Opening inhoudelijk gedeelte (13:45 tot 17:00)
8 _Inspreekhalfuur Publiek
9 Actualiteiten en mededelingen
10 Rondvraag
Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de
vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn
slechts richtlijnen waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn.
Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien
verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda
staat. De vergaderingen en de verslaglegging daarvan zijn openbaar. Van deze vergaderingen worden geluids-
en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden op
internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl.
Voor algemene informatie: [email protected]
1
Gemeente Amsterdam J l F
Raadscommissie voor Jeugdzaken, Educatie, ICT en Financiën
Agenda, woensdag 6 februari 2013
Educatie
11 _Initiatiefvoorstel d.d. 6-11-2012 van het raadslid dhr. Toonk (VVD), getiteld:
Amsterdam is toe aan één toelatingsbeleid voor het basisonderwijs. Nr. BD2012-
012114
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Gevoegd bespreken met agendapunt 12 (de bestuurlijke reactie).
e _Aanheteind van de bespreking zal de indiener aangeven of behandeling in de raad
(13 maart 2013) gewenst is.
12 Bestuurlijke reactie initiatiefvoorstel raadslid Toonk ‘Amsterdam is toe aan één
toelatingsbeleid voor het basisonderwijs’ Nr. BD2012-013157
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Gevoegd bespreken met agendapunt 11 (het initiatiefvoorstel).
13 Rapportages schoolkeuze en nieuwe scholen (RPO) Nr. BD2013-000720
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e _ Uitgesteld in de vergadering van 16.01.2013.
e De bestuurlijke reactie wordt nagezonden.
14 Rapportage Leerlingenvervoer najaar 2012 Nr. BD2013-000719
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van raadslid mevrouw Van der Pligt (SP).
e Was TKN 3 in de vergadering van 16.01.2013
Financiën
15 1S1O0 Nr. BD2012-012754
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 13.02.2013).
e Alle raadscommissies zijn bij de behandeling uitgenodigd.
16 Vaststellen 1e begrotingswijziging van de Begroting 2013 Nr. BD2013-0007 12
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 13.02.2013).
e Alle raadscommissies zijn bij de behandeling uitgenodigd.
e De papieren versie is in tweevoud aan alle fracties verzonden.
BESLOTEN DEEL
2
| Agenda | 2 | train |
|
|
Bewoners “Woonambiance Jan de Louterhof”, |
Jan de Louterstraat 14, 24, 26, |
36, 48, 50, 60, 62, 70, 72, BO.
Namens deze:
C. van Andel
Jan de Louterstraat 70 mT |
1063 KX Amsterdam Nieuw-West
tel. 6768822 / 0622887488 .
e: chris vanandel(@tiscali.nl , |
Ontv 26 JAN 201 | |
Aan: - _ zi al
de leden van de stadsdeelraad Vega MW /erÂ} |
van het stadsdeel Nieuw-West, E ne Krchtef Exemplear | |
Pieter Calandlaan 1, TTT |
Postbus 2003, |
1000 CA Amsterdam |
|
Onderwerp: bezwaar |
|
|
Amsterdam, 26 januari 2011 |
Geachte heer/mevrouw, ij |
Als buurtbewoners willen wij u deelgenoot maken van onze onvrede en zelfs |
boosheid over de voorgenomen bouw van een Multifunctioneel Centrum (MFC)
met 41 woningen daarboven en een stallingsgarage daaronder in de zuidwesthoek |
van de Slotermeerlaan/ Jan de Louterstraat, kavel 1, Wij hebber namelijk grote ij
bezwaren tegen de besluitvorming, die uiteindelijk geleid heeft tot het nemen van |
het projectbesluit, dat aan deze bouw ten grondslag ligt, tegen de inhoud daarvan |
en tegen het afgeven van de vergunning aan Ymere Ontwikkeling B.V. om dit |
multifunctionele centrum in deze omvang te bouwen, De inhoud van onze |
bezwaren vindt u in de bijgevoegde kopie van ons beroepschrift, dat wij binnen de ij
gestelde termijn bij de rechtbank hebben ingediend. |
Wij doen bij deze een beroep op u ons in onze bezwaren te horen en zijn dan ook
graag bereid deze in uw fractie mondeling toe te lichten, niet alleen waar het gaat |
om onze individuele belangen, maar ook met betrekking tot het maatschappelijke |
helang van de hele buurt. |
Wilt u zich als fractie ter plekke op de hoogte stellen van eert en ander, wij willen |
u met alle genoegen op locatie ontvangen. Graag horen wij van u, |
Met een vriendelijke groet, |
namens alle belanghebbende beveren |
C v adel
| |
{
|
|
Bewoners “Woonambiance Jan de Louterhof”, |
Jan de Louterstraat 14, 24, 26, |
36, 48, 50, 60, 62, 70, 72, 80 |
|
namens deze: |
C. van Andel
Jan de Louterstraat 70
1063 KX Amsterdam |
|
Aan: |
de Rechtbank Amsterdam,
sector Bestuursrecht, |
Postbus 75850 |
1070 AW Amsterdam |
|
Onderwerp: |
|
Beroepschrift |
Bijlagen: Dossier Stadsdeel Nieuw-West Amsterdam, kenmerk BA81/0052BWT2009 |
- vaststelling hogere grenswaarden. |
- projectbesluit mm
- bouwvergunning |
|
Amsterdam, 25 januari 2011 |
Weledelgestrenge heer, mevrouw, |
Langs deze weg tekenen wij beroep aan tegen |
1. de voorgenomen bouw van een Multifunctioneel Centrum (MFC) met 41 woningen
daarboven en een stallingsgarage daaronder in de zuidwesthoek van de
Slotermeerlaan/Jan de Louterstraat, kavel 1, kadastraal bekend als sectie D 5805 G
Amsterdam-Sloten,
2. het projectbesluit (7 december 2010) dat daaraan ten grondslag ligt onder kenmerk
BA81/0052 BWT 2009, kadastraal bekend als sectie D nummers 5805 en 10131,
3. de aan Ymere Ontwikkeling BV verleende bouwvergunning (17 december 2010), tot
het oprichten van een Multifunctioneel centrum met ondergrondse stallingsgarage en
41 woningen, gelegen aan Jan de Louterstraat 3 en 5, Slotermeerlaan 103A1 t/m
103A43, onder kenmerk BA81/0052BWT2009 / 91282.
|
|
Î
|
Overwegende |
Í
e dat de vergunning aan Ymere Ontwikkeling BV te Amsterdam tot het bouwen. |
van het complex in deze omvang op onrechtmatige gronden ís verleend. |
. |
Op 4 november 2003 werd door de toenmalige deelraad van Geuzenveld- |
Slotermeer het vernieuwingsplan van buurt 5 vastgesteld, waarvan dit |
project deel uitmaakt. Als onderdeel van het geheel was het plan in de |
plaats van het buurtcentrum (dat momenteel gesloopt wordt) een nieuw |
multifunctioneel centrum (MFC) te bouwen met een maatschappelijke |
bestemming, zonder woningen daarboven en een parkeervoorziening ten |
behoeve van deze woningen daaronder. Het zou maximaal 7 m hoog |
worden. Hierin moesten allerlei functies (zoals een bibliotheek) worden
ondergebracht. |
Aangezien door gebrek aan financiële middelen van de overheid het |
overgrote deel van dit hele vernieuwingsplan, dat -naast dit MFC- ook |
voorziet in de bouw van scholen en woningen in dit gebied, voorlopig
niet doorgaat, is de keuze gemaakt in ieder geval de bouw van het |
multifunctionele centrum als afzonderlijk project in het kader van dit |
bestemmingsplan te realiseren. Maar door een drastische wijziging en |
uitbreiding van het bouwplan van het MFC wordt echter zodanig |
afgeweken van het vigerende bestemmingsplan dat het in strijd komt met |
dit plan en het ingrijpend aantast. Er wordt immers aan het MFC een |
stallingsgarage toegevoegd en een bouwvolume van 41 woningen |
voorgenomen, waardoor het gebouw een hoogte krijgt van 22 meter(!), |
hetgeen binnen het geldende bestemmingsplan niet is toegestaan. |
Daarvoor moet dan ook door de stadsdeelraad een apart projectbesluit |
genomen worden.
Op grond van art.3.10 lid vier van de Wet Ruimtelijke Ordening (WRO), |
die op 1 juli 2008 in werking is getreden, heeft de (toenmalige) deelraad
Geuzenveld-Slotermeer in zijn vergadering van 9 december 2008 echter |
besloten het nemen van een projectbesluit aan het Dagelijks Bestuur te |
delegeren, mits het zou gaan om plannen van niet ingrijpende aard.
Toen bij brief van 24 april 2009 het Dagelijks Bestuur de leden van de |
(toenmalige) deelraad Geuzenveld’ Slotermeer in kennis stelde van het |
voorgenomen projectbesluit heeft de raad niet binnen de gestelde termijn |
van 14 dagen te kennen gegeven deze besluitvorming aan zich te willen |
houden, hoewel het ging om een projectbesluit op basis van een bouw- |
plan dat in strijd is met het geldende bestemmingsplan. |
Op grond van genoemd artikel van de WRO heeft ook de nieuwe stads- |
deelraad (na de fusie van de drie voormalige stadsdelen) van Nieuw- |
West op 3 mei 2010 besloten het nemen van een projectbesluit aan het |
Dagelijks Bestuur van de stadsdeelraad (in nieuwe samenstelling) te |
delegeren, mits het —-opnieuw- zou gaan om een project in het geldende |
bestemmingsplan van niet ingrijpende aard, laat staan in strijd met dat |
bestemmingsplan. In het projectbesluit van 7 december 2010 wordt
echter gesteld “Dat gelet op de aard en omvang van het bouwplan niet
gesproken kan worden van een bouwplan van niet-ingrijpende aard,”
(pag.2) En in de “Ruimtelijke onderbouwing Jan de Louter-Kavel 1”
“__van 10 november 2009 staat te lezen: “Het nieuwe bouwplan past niet
‘binnen het geldende bestemmingsplan Slotermeer voor wat betreft de te
realiseren woningen, de bouwmassa en het parkeren,” (5.2 pag. 21)
|
Hier wordt met andere woorden door het Dagelijks Bestuur ronduit |
verklaard dat het wel degelijk gaat om een project dat van ingrijpende |
aard is in het kader van het gehele bestemmingsplan, en dus had dit |
besluit door de stadsdeelraad van Nieuw-West en niet door het Dagelijks |
Bestuur genomen moeten worden, waarmee de rechtsgrond aan dit |
besluit en dus ook aan het verlenen van de bouwvergunning is komen te |
ontvallen. |
e datde sterke en onweerstaanbare indruk is gewekt, dat vanwege een zeer krappe |
bouwmarkt Ymere Ontwikkeling BV alleen om financiële redenen tot het |
bouwen van dit complex bereid is, dus als het maximale bouwvolume |
gerealiseerd kan worden. |
|
Daarmee wordt de bouw van een maatschappelijk en sociaal belangrijk |
centrum (financieel) afhankelijk gemaakt van een projectontwikkelaar. |
Het is echter de eigen verantwoordelijkheid van de overheid, ook van de |
lokale, om voor een wijk, zeker ook voor deze, maatschappelijke en |
sociale voorzieningen te treffen, onafhankelijk van welke projectont- |
wikkelaar dan ook, mede om het risico “wie betaalt bepaalt” te |
vermijden. Deze (financiële) afhankelijkheid wordt nog versterkt doordat |
de gemeente toekomstige claims van eventuele plan- en vervolgschade |
aan Ymere Ontwikkeling BV heeft overgedragen. |
Conclusie: het gaat hier meer om het belang van Ymere Ontwikkeling BV mn
dan om het maatschappelijk belang van de buurt en haar bewoners,
ondanks de actie die Ymere recent —publicitair breed- heeft uitgezet |
onder het motto “Op weg naar een betere buurt”, |
e dat een multifunctioneel centrum in deze omvang niet wenselijk, onnodig en
overbodig is.
Het plan is —naast andere maatschappelijke functies- de bibliotheek,
momenteel in het stadsdeelkantoor aan het Plein ’40-’45 ondergebracht,
in het nieuwe MEC te huisvesten. Maar naar verluidt worden twee van de
drie bibliotheken in het stadsdeel Nieuw-West opgeheven, met een grote
mate van waarschijnlijkheid dat ook de hiervoor genoemde daaronder
valt. In dat geval is de ruimte in het nu geplande volume niet nodig.
Bovendien zijn er voldoende andere locaties rond het Plein '40-’45
waarin een bibliotheek gehuisvest kan worden. Bijvoorbeeld in de Jan
de Louterhof tegenover de noordzijde van het geplande MFC, een zeer
geschikte ruimte die nog altijd leegstaat en waar een maatschappelijk
relevante bestemming op rust.
e dat de nieuwbouw van het MFC in deze omvang meer is ingegeven door de
oplossing van het huisvestingsprobleem van enkele afdelingen van het Stadsdeel
Nieuw-West, dan door de zorg voor de (belangen van de bewoners van de)
buurt.
Het is bekend dat enkele afdelingen van het stadsdeel Nieuw-West van de
andere locatie(s) in de lokatie Plein '40-’45 van het stadsdeelkantoor
zullen worden gehuisvest, reden waarom ook de bibliotheek op deze
lokatie moet verdwijnen.
e dat bewoners hun appartement aan de Jan de Louterstraat zuidzijde hebben
gekocht, met de mondelinge toezegging dat er op grond van het +toen- vigerende
|
|
|
|
bestemmingsplan geen hoogbouw tegenover gebouwd zou worden, maar dat er |
alleen op de plaats van het sterk verouderde en vervallen buurtcentrum een |
nieuw gebouw zou komen ten behoeve van maatschappelijke functies van |
maximaal 7 meter hoog, iets hoger dan het oude buurtcentrum nu. |
e dat de (toenmalige) stadsdeelraad Geuzenveld/Slotermeer met de bouw van de |
(woonambiance) Jan de Louterhof in het duurdere segment van de woningmarkt, |
duidelijk de bedoeling had bewoners aan te trekken van een gemiddeld en hoger |
inkomensniveau om op die manier een aanzet te geven tot een meer gemengde |
bevolking in dit deel van Nieuw-West (Slotermeer), daarmee een bijdrage te |
leveren aan het leefklimaat in de buurt en de economie te stimuleren. |
e dat deze investering in de samenleving in de buurt met de realisering van deze |
plannen grotendeels ongedaan gemaakt gaat worden, daar het geen nieuwe |
__ bewoners zal aantrekken en de huidige bewoners zich in hun woon- en |
leefklimaat dusdanig voelen aangetast dat zij nu al geneigd zijn deze buurt te |
verlaten, wat een voortgaande achteruitgang van de buurt alleen maar zal |
bevorderen, een proces dat in de leegstand en achteruitgang van het. |
winkelcentrum aan het Plein °40-’45 al duidelijk waargenomen wordt. |
|
e dat een aantal bewoners hun bezwaren (‘zienswijzen’) tegen de voorgenomen |
plannen in het ontwerpbesluit van 8 april 2010, binnen de daarvoor gestelde
termijn hebben ingebracht, daarvan een ontvangstbevestiging hebben gekregen, |
maar deze, zonder enige opgave van reden of argumenten, door het Dagelijks m
Bestuur van de stadsdeelraad terzijde zijn gelegd, in het projectbesluit van 7 |
december 2010 als volgt geformuleerd: “Dat de ingediende zienswijzen geen
aanleiding geven af te zien van het honoreren van het verzoek tot het nemen van |
een projectbesluit”(pag.3). |
|
e dat bewoners zich bekocht voelen door deze voorgenomen plannen, daar zij niet |
alleen in hun woon- en leefklimaat, maar niet minder in hun privacy drastisch |
worden beperkt, mochten deze plannen onverhoopt doorgaan. Juist vanwege het |
vele groen (N.B. onderdeel van Parkstad!), de unieke bomen, het licht en uitzicht |
’ hebben zij hun woning gekocht. |
e dat door de hoge oost- en noordgevel van het geplande complex en de geringe |
afstand tussen de noordgevel van het nieuwe complex en de zuidgevel van de |
Jan de Louterhof niet alleen het licht, maar ook de bezonning van deze woningen |
sterk zal verminderen en een aantal bewoners in de winterperiode zelfs helemaal |
geen zon in hun woning krijgen, wat zal leiden tot derving van hun woonplezier |
en bij een aantal bewoners zelfs emotionele en psychische schade zal opleveren. |
e dat de grenswaarden industrie- en verkeerslawaai tengevolge van de bouw van |
dit complex worden overschreden (“Vaststelling hogere grenswaarden”, 13 |
december 2010, kenmerk BA81/0052BWT 2009, pag.!)).
Het Dagelijks Bestuur van de (toenmalige) deelraad Geuzenveld- |
Slotermeer heeft op 7 april 2009 op onbekende gronden ontheffing voor
deze overschrijding verleend. Hoewel de bewoners van de Jan de |
Louterhof tegenover het nieuw te bouwen complex evenveel of meer |
hinder zullen gaan ondervinden van dit grensoverschrijdende verkeers- |
en industrielawaai, zijn zij van deze overschrijding niet in kennis |
gesteld en hebben zij derhalve hun bezwaren daartegen niet kunnen |
indienen, |
|
|
|
|
|
|
Í
e dat de parkeerdruk in de omliggende straten sterk zal toenemen, omdat een groot |
deel van de parkeerplaatsen in de ondergrondse parkeergarage voor de |
medewerkers in het MEC gereserveerd blijft en slechts een klein deel voor de |
bewoners van de 41 woningen daarboven. Met de markt op het Plein '40-”45, het |
aan het plein gelegen winkelcentrum én de parkeerplaatsen die nodig zijn voor
de ambtenaren, die in het stadsdeelkantoor van Nieuw-West, lokatie Plein °40- |
'45, hun werkplek hebben, daarbij gevoegd al de ambtenaren van enkele |
afdelingen die van de lokatie Osdorpplein 1000 naar deze lokatie verhuizen. zal
dat de parkeerdruk onverantwoord doen toenemen, hetgeen het leefklimaat in de |
buurt niet dragen kan, nog afgezien van de milieuschade die dit zal opleveren. |
e dater in het stadsdeel Nieuw-West, ook in de buurten Slotermeer en Geuzenveld : |
voldoende ruimte is om woningen te bouwen, ook voor speciale groepen |
bewoners, leegstaande (kantoorgebouwen tot woonruimte om te bouwen of een |
maatschappelijke bestemming te geven. |
|
|
verzoeken |
onderstaande bewoners het Dagelijks Bestuur en de leden van de stadsdeelraad van |
Nieuw-West zich aan het geldende bestemmingsplan te houden, de voorgenomen |
plannen tot de bouw van het multifunctioneel centrum hoek Slotermeerlaan/Jan de zj
Louterstraat met de daaronder gelegen parkeergarage en de daarboven gelegen |
woningen te heroverwegen en zowel het projectbesluit als ook de vergunning tot de |
voorgenomen bouw, van respectievelijk 7 en 17 december 2010, in te trekken danwel ij
te vernietigen. |
Namens onderstaande bewoners, |
Í
| |
C. van Andel |
|
Bewoners: |
dhr. D.S.A.Khan Jan de Louterstraat 14 |
dhr. B.Hol /mw. M.Muns Jan de Louterstraat 24 |
dhr. en mw, T.K. Kwee Jan de Louterstraat 26 |
dhr, en mw. J.Ligteringen Jan de Louterstraat 36 |
mw. P,S.C, Lems-van Rooijenqg Jan de Louterstraat 48 |
dhr. en mw. M.M,A.Holthuizen Jan de Louterstraat 50
dhr, en mw. A.Holtrop-Herder Jan de Louterstraat 60 |
: dhr. D.A.Cohen Jan de Louterstraat 62
dhr en mw. C.van Andel Jan de Louterstraat 70 |
mw. G.J.H. Borst Jan de Louterstraat 72 |
dhr. T, O’Sullivan Jan de Louterstraat 80 |
| Raadsadres | 6 | train |
Vervoerregio
Amsterdam
Agenda Regioraad
Datum 09-05-2023
Tijd 18:30 - 22:30
Locatie Stadhuis Amsterdam
Voorzitter M. van der Horst
1 Opening regioraad
2 Vaststellen agenda
Van de regioraad wordt gevraagd:
1. De agenda voor de vergadering van de regioraad van 9 mei 2023 vast te stellen.
3 Mededelingen
4 Inspraak
5 Notulen regioraad 7 maart 2022
Van de regioraad wordt gevraagd:
1. De notulen van de vergadering van de regioraad van 7 maart 2023 vast te stellen.
6 BRIEVEN VAN HET DAGELIJKS BESTUUR
7 INGEKOMEN STUKKEN
7.1 BRIEVEN VAN DERDEN / RAADSADRESSEN
7.2 METROPOOLREGIO AMSTERDAM
7.2.c MRA Voortgangsnota 2022
8 VOORGENOMEN MOTIES - REGIORAAD 9 MEI 2023
9 1e Begrotingswijziging 2023 en 1e wijziging Uitvoeringsprogramma Mobiliteit 2023-2031
Voorgesteld besluit:
1. De 1e Begrotingswijziging 2023 vast te stellen;
2. De 1e wijziging op het Uitvoeringsprogramma Mobiliteit 2023-2031 vast te stellen.
10 Kaderbrief 2024
Voorgesteld besluit:
1. De Kaderbrief 2024 vast te stellen.
11 Eerste lezing nieuw Beleidskader Mobiliteit
Van de regioraad wordt gevraagd:
1. Uw inhoudelijke reactie te geven op het ontwerp van het nieuwe Beleidskader Mobiliteit;
2. Het dagelijks bestuur te verzoeken het ontwerp Beleidskader Mobiliteit ter inzage te leggen.
12 Regionale Uitvoeringsagenda Stadslogistiek (RUAS)
Voorgesteld besluit:
1. De Regionale Uitvoeringsagenda Stadslogistiek (RUAS) vast te stellen om hiermee
verduurzaming van de stadslogistiek regionaal beter te faciliteren;
2. Inte stemmen met de uitvoering van activiteit 1: Gemeenten te ondersteunen met kennis en
advies over zero emissie stadslogistiek;
3. In te stemmen met de uitvoering van activiteit 2: Ontwikkelen van een basisraamwerk
voor toegangsbeleid;
4, Inte stemmen met de uitvoering van activiteit 3: Samen met provincies Noord-Holland en
Flevoland de algehele coördinatie van de RUAS te doen.
13 Verordening nadeelcompensatie
Voorgesteld besluit:
1. De Algemene Verordening nadeelcompensatie Vervoerregio Amsterdam (AVN) vast te
stellen;
2. De Verordening nadeelcompensatie Amsteltram (VNA) van 19 maart 2019 in te trekken;
3. De Verordening nadeelcompensatie Vervoerregio Amsterdam 2023 (VNV) vast te stellen.
14 Voorbereiding en coördinatie BO Leefomgeving/MIRT 2023
Van de regioraad wordt gevraagd kennis te nemen van:
1. De voorbereiding voor het bestuurlijk overleg Leefomgeving 15 juni 2023;
2. De vooruitblik op het bestuurlijk overleg Meerjarenprogramma, Infrastructuur, Ruimte en
Transport (MIRT) 2023.
15 Rondvraag
16 Sluiting
Pagina 2
| Agenda | 2 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
x% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 222
Publicatiedatum 16 maart 2016
Ingekomen onder Z
Ingekomen op 9 maart 2016
Behandeld op 9 maart 2016
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van het lid Alberts inzake de Nota van Uitgangspunten Reconstructie
Amstelveenseweg (uitwerken twee varianten om gevolgen van breedtevoorkeur
trottoir inzichtelijk te maken).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Nota van Uitgangspunten (NvU) Reconstructie
Amstelveenseweg (tussen Zeilstraat en Stadionplein) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 98).
Constaterende dat:
— in de nota van uitgangspunten staat dat nog uitgewerkt moet worden wat
de gevolgen zijn voor de bomen bij realisatie van een fietspad aan de oostkant
van de Amstelveenseweg, ten zuiden van de kade;
— de bewoners nog onvoldoende hebben kunnen overzien wat de gevolgen zullen
zijn van de door het Dagelijks Bestuur van stadsdeel Zuid uitgesproken wens om
het trottoir op 4 meter breedte te behouden.
Overwegende dat:
— ereen keuze moet kunnen worden gemaakt over de gevolgen van de breedte-
voorkeur van het trottoir (behoud van de parkeerplaatsen of behoud van bomen).
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
voor het voorlopig ontwerp twee varianten uit te werken, opdat de gevolgen van
de breedtevoorkeur van het troittoir inzichtelijk kunnen worden gemaakt.
Het lid van de gemeenteraad
R. Alberts
1
| Motie | 1 | train |
> Gemeente
Amsterdam
Motie
Datum raadsvergadering 11 oktober 2023
Ingekomen onder nummer 578
Status Ingetrokken
Onderwerp Motie van de leden Khan en Veldhuyzen inzake plaatsing van de nieuwe
standplaatsen zonder daarvoor de huidige gebruiksruimte van
woonwagenbewoners te gebruiken
Onderwerp
Plaats de nieuwe standplaatsen voor woonwagens zodanig dat het niet ten koste gaat van de hui-
dige bestaande gebruiksruimte van woonwagenbewoners.
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over startnotities verkenning uitbreiding standplaatsen voor zes bestaande
locaties
Constaterende dat:
-_Ereindelijk een kentering is in het vitsterfbeleid voor woonwagenbewoners;
-__In de regio historisch reeds heel veel ruimte is afgenomen van woonwagenbewoners;
-__ het Europese Hof voor de Rechten van de Mens heeft uitgesproken dat woonwagenbewo-
ners het recht hebben om hun cultuur te beleven en uit te dragen, zoals onder meer te
kunnen leven in een woonwagen“;
-__ Gemeenten volgens de uitspraak het mogelijk moeten maken dat woonwagenbewoners
hun cultuur moeten kunnen beleven;
-__De woonwagenbewoners volgens het EVRM recht hebben op huisvesting (die overeen-
komt met hun cultuur en culturele identiteit), bescherming van het privéleven en het recht
op gelijke behandeling;
-_ Amsterdam de afgelopen decennia zich onvoldoende heeft ingespannen om de Roma en
Sinti-cultuur te beschermen.
Overwegende dat:
-_ Als gevolg van ambtelijk beleid
* Woonwagenbeleid | Home | Volkshuisvesting Nederland
Gemeente Amsterdam Status Ingetrokken
Pagina 2 van 2
o deze cultuur niet de mogelijkheid heeft gehad zich goed te herstellen na hun ver-
volging in de tweede wereldoorlog;
o deze gemeenschappen onderworpen bleven aan uitsterfbeleid door onder meer
gedwongen te worden in niet-verplaatsbare caravans te moeten wonen;
o deze gemeenschappen werden onderworpen aan dwang om in vaste huizen te
moeten gaan wonen;
o decennia lang de hoeveelheid standplaatsen werd verminderd;
o de cultuur van deze gemeenschappen langzamerhand dreigt te verdwijnen;
-__De ontbreken van het creëren van extra ruimte voor deze 15 standplaatsen op reeds be-
staande ruimte die wordt geoccupeerd door woonwagenbewoners niet kan worden ge-
zien als uitbreiding van ruimte voor woonwagenbewoners;
-_ Het inschikken van de huidige woonwagenbewoners voor de nieuwe plekken wordt erva-
ren als ‘een sigaar vit eigen doos’;
-_ Het niet beschikbaar stellen van extra ruimte voor de 15 extra standplaatsen kan worden
ervaren als een valse belofte en onbetrouwbare overheid;
-__De gemeente als onwillige partner voor woonwagenbewoners kan overkomen.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders
Niet op de huidige ruimte die worden gebruikt en bewoond door woonwagenbewoners de nieuwe
standplaatsen te realiseren, maar daarvoor extra ruimte beschikbaar te stellen aangrenzend aan
de huidige locaties.
Indiener(s),
S.Y. Khan
J.A. Veldhuyzen
| Motie | 2 | val |
> Gemeente
Amsterdam
DS Motie
Datum raadsvergadering 8 november 2023
Ingekomen onder nummer 590
Status Verworpen
Onderwerp Motie van het lid Koyuncu inzake Begroting 2024
Onderwerp
Autoluw op pauze in de wijken aan de stadsranden, totdat er voldoende is geïnvesteerd in de vit-
breiding en verbetering van het openbaar vervoer.
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over de Begroting 2024
Constaterende dat:
-_ Inde afgelopen jaren er sprake is geweest van een constante verschraling van het open-
baar vervoer in Amsterdam.
-__ Betaalbaarheid van het openbaar vervoer een grote zorg is.
-_Met name in de wijken aan de randen van de stad men afhankelijk is van de auto.
Overwegende dat:
-__ De vereiste investeringen voor een stabiel openbaar vervoer in Amsterdam ontbreken.
-_ Ereveneens een tekort is aan investeringen voor een fijnmaziger openbaar vervoersnet-
werk.
-__ Er momenteel geen indicaties zijn dat deze situatie op korte termijn zal verbeteren.
-_ Het verder beperken van autogebruik vooral degenen treft die ervan afhankelijk zijn, zoals
gezinnen met kinderen en mensen die met de auto naar hun werk reizen.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders
Het implementeren van de agenda autoluw in de wijken aan de stadsranden te pauzeren, totdat er
voldoende is geïnvesteerd in de uitbreiding en kwaliteitsverbetering van het openbaar vervoer. Dit
om te waarborgen dat Amsterdammers, vooral zij die aan de randen van de stad wonen, een alter-
natief hebben voor hun vervoer.
Indiener(s),
S. Koyuncu
| Motie | 1 | train |
D Gemeente Amsterdam VV
% Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening,
Volkshuisvesting en Monumenten
% Gewijzigde Agenda, woensdag 16 januari 2008
Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie
voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting en
Monumenten
Tijd 13.00 tot 17.00 uur en 's-avonds vanaf 19.30 uur
Locatie 's-middags in de Boekmanzaal; ‘s-avonds in de 0239
Algemeen
1 Opening
2 Mededelingen
3 Vaststelling agenda
Verkeer, Vervoer en Infrastructuur
4 Advies concept OV Visie 2020-2030 Stadsregio Amsterdam Nr. BD2007-008315
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(13.02.08).
e Presentatie door Stadsregio.
e De leden van de Raadscommissie Ruimtelijke Ordening, Grondzaken,
Waterbeheer en ICT zijn hiervoor ook uitgenodigd
Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de
vergadering spreektijd aanvragen bij de Raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn
slechts richtlijnen waaraan geen rechten zijn te ontlenen. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn.
Voor degenen die gebruik willen maken van het “vragenhalfuur”geldt het bovenstaande ook, met dien verstande
dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda staat.
De agenda van de raadscommissie is ook te vinden via internet: www.amsterdam.nl/gemeenteraad.
Voor algemene informatie: info @raadsgriffie.amsterdam.nl
1
Gemeente Amsterdam VV
Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting
en Monumenten
Gewijzigde Agenda, woensdag 16 januari 2008
5 Amsterdamse OV-visie 2008-2020 Nr. BD2007-007827
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(13.02.08).
e De leden van de Raadscommissie Ruimtelijke Ordening, Grondzaken,
Waterbeheer en ICT zijn hiervoor ook uitgenodigd
6 Definitief Werkprogramma Fietsdiefstalpreventie 2007-2010 Nr. BD2007-005501
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
7 Westelijke ontsluiting IJburg (2) Nr. BD2007-008296
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van raadslid Flos (VVD).
8 Maatregelen stadsregisseur 2008-2010 Nr. BD2007-008297
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van raadslid Geurts (GroenLinks).
9 Beantwoording schriftelijke vragen Noord-Zuidlijn werkzaamheden platform natte
Damrak Nr. BD2007-008406
e Terbespreking en voor kennisgeving aannemen naar aanleiding van
bespreking dd. 12 december 2007.
e Stukken worden nagezonden.
e De heer Driessen en de heer Doeswijk (insprekers bij dit onderwerp op 12
december 2007) zijn ook uitgenodigd.
10 3e kwartaalverslag 2007 Noord-Zuidlijn Nr. BD2007-007662
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Onder voorbehoud besluitvorming B&W op 15 januari 2008.
AANSLUITEND ZAL EEN BESLOTEN DEEL PLAATSVINDEN
2
Gemeente Amsterdam VV
Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting
en Monumenten
Gewijzigde Agenda, woensdag 16 januari 2008
AVONDVERGADERING VANAF 19.30 UUR
LET OP: LOKATIE 0239 (DE ROOSZAAL)
Algemeen
11 Vragenhalfuur publiek
12 Actualiteiten
13 Conceptverslag van de openbare vergadering van de Raadscommissie VV
d.d. 12 december 2007 (openbare deel)
e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier
doorgegeven, commissie VV @raadsgriffie. amsterdam.nl
Conceptverslag van de openbare gezamenlijke vergadering van de
Raadscommissies ROW, VV, FEZ en ZM d.d. 12 december 2007
e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier
doorgegeven, commissieROW @raadsgriffie. amsterdam.nl
14 Openstaande toezeggingen
14A Termijnagenda
e Niet ontvangen
15 Rondvraag
Monumenten
16 Aanbieding gebiedsdocument aan OCW Nr. BD2007-008301
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van raadslid Bakker (SP);
e Insprekers zijn geïnformeerd.
3
Gemeente Amsterdam VV
Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting
en Monumenten
Gewijzigde Agenda, woensdag 16 januari 2008
Volkshuisvesting
17 Preadvisering raadsnotities short-stay Nr. BD2007-007945
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht.
18 Ten behoeve van commissiebehandeling: Rapportage Ombudsman over
klachtenafhandeling woningcorporaties Nr. BD2007-008163
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e De ombudsman, de heer Van de Pol is uitgenodigd.
19 Jaarverslag Huurteams Huurrondejaar 2006-2007 Nr. BD2007-008157
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
20 Vaststellen peildatum Nr. BD2007-008338
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van raadslid Willemse (PvdA).
21 Beantwoording vragen Kamerverhuur Nr. BD2007-008299
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van raadslid Willemse (PvdA).
22 Uitvoeringsplan Jongerenhuisvesting Nr. BD2007-008300
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van raadsleden Willemse (PvdA) en Buurma
(VVD).
Nagekomen agendapunt
23 Fusiecriteria en zienswijze fusie Ymere en Woonmaatschappij . (BD2007-
008362)
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e _ Stukken in uw bezit, zijnde TKN-11 stukken in 1° verzending.
e Geagendeerd op verzoek van raadslid Bakker (SP).
4
| Agenda | 4 | test |
Groene golven en ongelijkvloerse kruisingen
Verkeersanalyse voor groene golven en
ongelijkvloerse oplossingen
In Amsterdam
Auteur: N.H. Zornig
V&OR - K&K
Gemeente Amsterdam
1
1 Samenvatting
Begin 2020 is de Agenda Autoluw goedgekeurd door de raad, waarbij op de 27 maatregelen verschillende
vragen zijn gesteld door de raad. Een van de vragen is gesteld in motie 71:20 door Boomsma c.s. aangaande
het gebruik van groene golven en ongelijkvloerse kruisingen om de doorstroming voor de auto (en daarbij
luchtkwaliteit) en andere verkeersdeelnemers te realiseren. De vraag was te onderzoeken hoe groene golven
en ongelijkvloerse kruisingen de doorstroming van het verkeer kunnen verbeteren en daarmee de
luchtkwaliteit, waarbij bijvoorbeeld te kijken naar de Stadhouderskade en de Weesperstraat.
Het college heeft besloten dat naar aanleiding van deze motie een quick-scan vit 2015 naar mogelijke groene
golven in Amsterdam ge-update gaat worden en nodig uitgebreid. Hierbij wordt dan ook ingaan op de
(on)mogelijkheden van ongelijkvloerse kruisingen.
Vanuit een algemene analyse blijkt dat:
-_Groene golven relatief snel en tegen relatief lage kosten (in vergelijking tot ongelijkvloers kruisingen)
gerealiseerd kunnen worden, maar als nadeel hebben dat het altijd een compromis blijft met het
“ontregelen” van verkeer op kruisende wegen; veelal fiets- en OV-verkeer. Hierdoor zijn groene golven
lastig als algehele maatregel te implementeren.
-__ Ongelijkvloerse oplossingen juist het probleem oplossen van de nadelen voor het kruisend verkeer en
daarbij extra openbare ruimte kan opleveren. Echter, het implementeren ervan duurt lang (inclusief
planfase minimaal 5 jaar), kost veel (zeker 20 miljoen Euro) en zal met name in een stedelijk situatie
leiden tot veel overlast tijdens de bouw (afsluiting van een traject dat al last had van slechte
doorstroming).
-__ Vanuit een aantal maatregelen vanuit Agenda Amsterdam Autoluw wordt er ingezet op verminderen van
het autoverkeer. Verwachting in algemene zin is dat met name hoofdroutes op korte termijn nog wat
drukker zouden kunnen worden en op een groot aantal andere routes een stuk minder druk.
-__ Rekening houdend met het aandeel verkeer in de totale uitstoot, door lokale verkeersmaatregelen te
nemen voor het beter te laten doorstromen van het verkeer, kan lokaal tot 10%-15% verbetering van de
luchtkwaliteit leiden.
-___Bijelkaar leidt een autonome verschoning van het wagenpark tot een verbetering van de luchtkwaliteit
voor bijvoorbeeld NO» van 20%-25% richting 2025. Met de zero emissie (ZE)-ambities zal de verbetering
nog hoger zijn.
De bijdrage van verkeer aan de luchtkwaliteit in Amsterdam zal de aankomende jaren verbeteren (autonoom,
zero-emissie, NSL en Agenda Autoluw). Vanuit de optiek van het verbeteren van de luchtkwaliteit is het dus
logisch om met name te kijken naar maatregelen die op relatief korte termijn (horizon van maximaal 5 jaar)
kosteneffectief geïmplementeerd kunnen worden. Het advies is om maatregelen met een langere horizon
en/of hoge kosten alleen te overwegen wanneer door bovenstaande de luchtkwaliteit niet aantoonbaar
verbetert en de maatregelen aangaande de doorstroming niet blijken te werken.
Voor de Weesperstraat is het niet zinvol om verder onderzoek te doen naar een ongelijkvloerse oplossing,
omdat er een metrolijn onderdoor loopt. Wel is het advies om de huidige groene golfregeling te gaan
updaten.
Voor de Stadhouderskade is het voorstel om:
-__ Geen verder onderzoek te doen naar een ongelijkvloerse oplossing. Deze is te duur en complex in
vergelijking tot de waarde die het potentieel levert en de alternatieven die er nog gepland zijn aangaande
maatregelen Agenda Amsterdam Autoluw.
-__De groene golfregeling voor Stadhouderskade-WA opnieuw te analyseren en wanneer zinvol te
verbeteren. Met Maatregel 17, circulatie-maatregelen rondom Van Woustraat, van Agenda Amsterdam
Autoluw, wordt opnieuw gekeken naar de doorstroming op de kruispunten Stadhouderskade - WA. Dit
loopt en behoeft dus verder geen extra aandacht.
2
- Einde 2022, nadat de maatregelen van Agenda Amsterdam Autoluw zijn geïmplementeerd en de tijd
hebben gehad om effect te hebben, een quick scan analyse te doen en wanneer maatregelen te
beschouwen die met name het autoverkeer op de Stadhouderskade kunnen verminderen.
Er is met experts onderzocht wat de huidige stand van zaken is aangaande eerder onderzochte trajecten en of
er op basis van nieuwe inzichten aangaande plusnetten, waar de afgelopen jaren de doorstroming niet is
verbeterd, een groene golf heroverwogen kon worden. Voor 2 trajecten is het zinvol om extra acties te nemen
aangaande groene golven. Voor 5 andere trajecten worden al acties ondernomen binnen lopende projecten,
zoals Agenda Amsterdam Autoluw, en worden deze hieronder verder bekrachtigd:
- _ Westpoortweg:
o Aangaande Wespoortweg is het traject voor verdere implementatie van een dynamische groene golf
2020 weer opgepakt. Dit traject behoeft dus verder geen extra aandacht.
- __ Wibaut-as (Weesperstraat):
o Het advies is om dte onderzoeken of de werking van de bestaande groen golf uit 2004
geoptimaliseerd kan worden.
o Qua timing dient hier rekening te worden gehouden met de pilot knip Weesperstraat welke voor
maart 2021 staat gepland.
- Jan van Galenstraat-Oost van Azo:
o Vanuit Agenda Amsterdam Autoluw vinden al kruispuntanalyses plaats naar
verbeteringsmaatregelen. Wanneer zinvol kunnen die ook al eerder worden geïmplementeerd. Dit
traject behoeft dus verder geen extra aandacht.
-___Prins Hendrikkade — Oost:
o Met voorgenomen herinrichting Kattenburgerstraat in 2022 en de te verwachten veranderende
verkeerstromen is vanuit Agenda Amsterdam Autoluw een VRI-studie gedaan, waaruit blijkt dat er
ruimte is om het ontwerp te wijzigen en daarmee het verkeer op te vangen. Dit wordt
geïmplementeerd vanuit Amsterdam Agenda Autoluw. Een groene golf tussen twee kruispunten
heeft dan geen toegevoegde waarde meer. Dit traject behoeft dus verder geen extra aandacht.
-__ Stadhouderskade-WA en Stadhouderskade-OR:
o Vanuit Agenda Amsterdam Autoluw worden de circulatiemaatregelen rondom Van Woustraat op de
Stadhouderskade naar het gebied vanaf de Museumbrug tot de Torontobrug onderzocht.
Optimalisaties voor de doorstroming worden hierin meegenomen per kruispunt. Dit traject behoeft
dus verder geen extra aandacht.
- Amstelveenseweg:
o Voor het deel Amstelveenseweg rondom Stadionplein is kort geleden een groene golf ontwikkeld en
er lopen acties om deze te implementeren.Dit traject behoeft dus verder geen extra aandacht.
Tenzij er grote veranderingen in het (beleid aangaande het) verkeersnetwerk worden geïmplementeerd, is
het de verwachting dat alle mogelijkheden voor groene golven wel zijn geïmplementeerd. Een terugkerende
actie naar het zoeken naar nieuwe mogelijkheden is dus niet zinvol.
Voor de huidige 6 groene golven is het advies om deze regelmatig op de werking te analyseren en de
resultaten te bespreken met de bestuurder. Dit om te voorkomen dat de impact van nieuwe technologische
mogelijkheden en/of nieuwe verkeersituaties niet leiden tot aanpassingen. Het advies is om 1 groene golf per
jaar te analyseren in een cyclus van 6 jaar, te starten in 2023 (om zo ook de maatregelen van met name
Agenda Autoluw de tijd te geven om de impact te tonen).
Kosten zijn dan:
- 2021: Wibaut-as: 60.000 Euro
-__ Quick Scan analyse van situatie Stadhouderskade in 2022: 10.000 Euro.
-__ Kosten analyse en eventueel aanpassen huidige systemen perjaar vanaf 2023: 20.000 Euro.
3
Inhoud
1 _ Samenvatting. nnnnnenner vee rennenneneversenrenvernenenensenenseenenereneneeunrnenenerenseneensnsereneervenvnneeneneenerenenrveenvenener
2 Inleiding ….nnnnnnennernnenneenneenvenennerseernenerserenvenseenvenennvenneeneenseenenvensensneenveneneeneennvenvenennevenvenvenvenvenvernvennenn 5
2.1 Leeswijzer … nnn nnnnenenrnneeneenenensnenenerenrennerreernenenneereerensnenereneerenrnneveneeeverrenenenseneneenenensenenenenvenvennene B
2.2 Agenda Amsterdam Autoluw … nnn nonnen vens nenennvensersereneeneneeenenseeeerenreereneesseenvenenserenvenvenvenvenvennenenn 5
2.3 Motie 71.20 Boomsma c.s. - Agenda Amsterdam Autoluw verbeter de doorstroming … 5
2.4 Twee suggesties — Groene golf en ongelijkvloerse kruisingen … nnen ennen rnen ereen vereer 0D
2.5 Lopende maatregelen Agenda Amsterdam Autoluw en motie 71,20 „nnen nan oe eoneen ven vennen vereren
3 _ Effect van doorstroming en autonome ontwikkeling wagenpark op luchtkwaliteit … nnee 7
4 _ Algemene beschrijving van groene golven en ongelijkvloerse kruisingen … nun nnenseene ner snersvener eneen}
bl Groene golven … ……nnnsennvenseneenserseenenenrenensersee evene reneenvenvennvene ner vneeenvensenvenenneenensenveenevenenseenvenenne enne}
42 Ongelijkvloerse kruisingen … … nuno ene renrserenvensenvennvensenneenvenvennenenseneerenvenenneveervseenvennvenenvenvensneee}
5 _ Doorstroming op Stadhouderskade en Weesperstraat … nanne vennenenesennvenseeenevenvenersveenee venen A1
5.1 Stadhouderskade … ann eoenenenen neren ner enveneeneenseeereneeereneeensnevennenneneneevevverenveeeveevenvveenveverenenn 11
5.2 Weesperstraat … uns oonsvensn sere enneernervensnerensserserensnervenseernnneersnerenseerenenvnnvenenseerseeeenvervenveerveeenenerre 12
6 _ Groene golven in Amsterdam nnn nen sensennvensenne eer sneneveneeneeneesenenveneenerenensvenvenveneeenvenvenvenenversversenee 13
6.1 Realisatiekosten groene golven… nnn nnn nsnensensennsennenneeseensensennensenseeenrenveneenerreenvenreeeneerneervenenee 13
6.2 Haarlemmerweg … nnn annene nnen vensenerenerseesvensennenseeneeveneneneensersveenvenenevseeenvenvennvenveneenvensvevenversenenenen Ll
6.3 Jan van Galenstraat — Oost van A10... ennen servensnrennneerenevensevenneerenvenvenvveneneneeneeeenenvennneerveeen 15
6.4 Prins Hendrikkade — Oost … nnee vennen vereen ver eneenennenenseereeneerenvennneer venen venvvenvevenveereneneeen 15
6.5 S112 — Wibautstraat/Weesperstraat … nnen nvene ener eneenennerennvereeevenenvensenereneeerenevenseevenveereneeeen 15
6.6 Transformatorweg-Basisweg … nnen neen eneeneneenvenenneneenennenvenvenvenveneneervervevernenvenenerevene neer 16
6.7 Westpoortweg …….….nnnnnernnn ner nennsereneernervervennennserverreenensenenersensnnenenenenevenvensenreneneneenvervenenerenverveerenene 16
6.8 Stadhouderskade … … nnen enen nerserennenn verser venvenseenvenenrvenvenseeeevenvennveenenvenenvenenerenvenvnennenen 16
6.9 Andere onderzochte trajecten voor 2015 … nnn nnseneennenenenser ververs rene verve rsnnenerene rene nnneeneveneneerveneen 20
7 _Analysetrajecten groene golven … nnn nnnrnnernerserenenereerenensveneenrenerenvensenvenenseesnenseenenversensnevseernvereneern 21
7-1 Negen trajecten nader te beschouwen ……..unnun neon serenennerserenrenvenrrne enn vensenneeennsnenenversersveneenervenen 21
7.2 Luchtkwaliteit en doorstroming … nessen ven seneronerneenerenrenense eene nenenrenreneenseenveneneenereneenvenvenveeversveree 21
73 Keuze voor vervolgonderzoek … nnn vene oensennenserennensnsenevenseneevenvenveeeervenvenveneereneennnr 23
7-4 Conclusies groene golven ….…....nunnnennenennenenevenseene rene venevenverenvenvennver enn ennvennevenveenrvenvenseeene rennen Dl
8 _ Analyse trajecten ongelijkvloerse oplossingen … …….….nnnsnrsenrrneenrrneenerenennvensensenneeneennensnervenensvervenenveren 26
8.1 Spaarndammertunnel … nnen ereen verven envennensverenee er venvennenenevenenseneenvenvenenenenvvenvenseeene nerven 20
8.2 Stadhouderskade-Overtoom-Rijksmuseum … nn nans ven sene eeerenvensensensenensvenseenenenenersneeeeeneenvenensere 27
8.3 Weesperstraat... oenen onerenservenseerservenservensersenverenserenenennverensnerenverrsnvensneerenervenvennevenveerenenn 2
8.4 Conclusies ongelijkvloerse oplossingen …… ………nnnnnnennensnernenserneenerenvenven sense envenenseneneevenersereneesneer een 30
9 _ Conclusies en aanbevelingen … … …..nnnnenve rennen evenseenenvenvennenneeenenvenvennenenvenevenvenseeenevenvensveeneevenenenn 31
9.1 Algemeen …..nnnnnnenennnennennerenvenevennennverene renee enneenvenvensnennveeevenveneneenvennneernvenveene vene renennvveneerenene 31
9.2 Conclusies Weesperstraat en Stadhouderskade … ennen nen eener enen rennen venneneneeereneeennenene 32
9.3 Conclusies update Quick Scan groene golven … unne nnnnnvenee ene vensenneeeneeeneernveenvene rennen 32
4
2 Inleiding
2.1 Leeswijzer
In dit rapport wordt het advies onderbouwd aangaande het inzetten van groene golven en ongelijkvloerse
kruisingen als extra maatregelen aangaande Agenda Autoluw.
Allereerst worden de algemene voor- en nadelen van groenen golven en ongelijkvloerse kruisingen
beschreven. Vervolgens wordt voor de groene golven een update gegeven van de quick scan die in 2015 is
uitgevoerd en die trajecten waar al eerder een groenen golf is geïmplementeerd aangevuld met een 5-tal
trajecten waar een groene golf wellicht een bijdrage kan leveren aan de verbetering van de doorstroming.
Deze zijn middels een quick scan geanalyseerd.
Voor ongelijkvloerse kruisingen is een generiek onderzoek gedaan naar de zinvolheid van ongelijkvloerse
oplossingen voor de Stadhouderskade en Weesperstraat, gebruik makend van een onderzoek voor de
Stadhouderskade uit 2015 en Spaarndammertunnel als case. Gebruik makend van bovenstaande worden er
algemene conclusies gedaan inzake ongelijkvloers oplossingen en specifiek voor de Stadhouderskade en de
Weesperstraat.
De bevindingen van bovenstaande zijn gecombineerd en aan het einde van dit rapport samengevat leidend
tot conclusies en aanbevelingen.
2.2 Agenda Amsterdam Autoluw
De Agenda Amsterdam Autoluw is erop gericht om Amsterdammers en bezoekers van de stad steeds vaker te
laten kiezen voor een alternatief en om de beperkte openbare ruimte optimaal te gebruiken. In Agenda
Autoluw zijn scherpe keuzes gemaakt, die nodig zijn in een stad als Amsterdam die groeit en bloeit en die
steeds drukker wordt met meer bewoners, forenzen en bezoekers. Deze keuzes hebben vorm gekregen in 27
maatregelen, die deels voortkomen uit de intensieve gesprekken die zijn gevoerd met de stad en de regio.
Maatregelen omvatten onder andere het verminderen van autoritten door slimme logistiek, een aantal
nieuwe ‘knips’ op plekken waar dat nodig is, ruimte maken door parkeerplekken weg te halen en het
herinrichten van sommige buurten. Een aantal van die maatregelen worden op korte termijn ingevoerd,
anderen op de langere termijn.
Agenda Autoluw onderkent dat de auto een belangrijk onderdeel blijft van de bereikbaarheid van de stad.
Hierbij zal de druk op het autonetwerk toenemen. Verder is een belangrijk aspect van Agenda Autoluw om
OV en fiets te stimuleren boven het gebruik van de auto. In het onderzoek zal dit worden meegenomen door
mee te wegen wat het effect op doorstroming van OV en fiets is op de betreffende en kruisende trajecten.
2.3 Motie 71.20 Boomsma c.s. - Agenda Amsterdam Autoluw verbeter de
doorstroming
Begin 2020 is de Agenda Amsterdam Autoluw goedgekeurd door de raad, waarbij op de 27 maatregelen
verschillende vragen zijn gesteld door de raad. Een van de vragen is gesteld in motie 71.20 door Boomsma c.s.
aangaande het gebruik van groene golven en ongelijkvloerse kruisingen om de doorstroming voor de auto (en
daarbij luchtkwaliteit) en andere verkeersdeelnemers te realiseren.
5
De vraag was te onderzoeken hoe groene golven en ongelijkvloerse kruisingen de doorstroming van het
verkeer kunnen verbeteren en daarmee de luchtkwaliteit, waarbij bijvoorbeeld te kijken naar ongelijkvloerse
kruisingen op de Stadhouderskade (tussen de Overtoom en het Rijksmuseum (Stadhouderskade-OR) en de
Weesperstraat.
Het college heeft besloten dat naar aanleiding van deze motie een quick-scan vit 2015 naar mogelijke groene
golven in Amsterdam ge-update gaat worden en nodig uitgebreid. Hierbij wordt dan ook ingaan op de
(on)mogelijkheden van ongelijkvloerse kruisingen op de verschillende locaties in de stad.
2.4 Twee suggesties — Groene golf en ongelijkvloerse kruisingen
De vraag behelst twee verschillende opties die kunnen bijdragen aan doorstroming en vermindering van de
uitstoot: Groene golf en ongelijkvloerse kruisingen. Qua implementatie zijn het twee erg verschillende opties
die qua uitvoering moeilijk met elkaar vergeleken kunnen worden. In het kort is een groene golf een regeling
van de Verkeersregelinstallaties (VRI’s) en kan vrij eenvoudig geoperationaliseerd worden. Echter, voordeel
voor de ene corridor/verkeersdeelnemer zou nadelig kunnen vitpakken voor de andere. Met ongelijkvloerse
kruisingen kan het negatieve effect van groene golven worden verhinderd. Echter, qua inpassing, kosten en
realisatie zijn ongelijkvloerse kruisingen veel complexer en duurder.
In dit onderzoek zullen de algemene principes van beide oplossingen worden behandeld, waarna ze voor een
aantal specifiek gekozen trajecten verder zijn uitgewerkt.
2.5 Lopende maatregelen Agenda Amsterdam Autoluw en motie 71.20
Het gevraagde onderzoek naar groene golven raakt aan een aantal maatregelen vit de Agenda Amsterdam
Autoluw:
-__ Maatregel 15: Hoogwaardige fietsverbinding oostelijk Pontplein — Meester Visserplein realiseren en
herinrichting Kattenburgerstraat.
- Maatregel 16: Verkeersluwe noordelijke Van Woustraat en een betere OV bereikbaarheid van de
oostelijke Albert Cuyp.
-__ Circulatiemaatregelen Jan Evertsenstraat / De Clercqstraat.
- Maatregel 13: Pilot Knip Weesperstraat.
De aanpak van Agenda Amsterdam Autoluw is dat per circulatiemaatregel gekeken wordt of en hoe de
kruispunten in het netwerk het verplaatste verkeer kunnen verwerken. De hele Jan van Galenstraat wordt
meegenomen, en ook de Stadhouderskade Oost (Museumbrug tot Torontobrug). Voor Prins Hendrikkade
oost geldt dit ook. Er wordt rekening gehouden met de huidige maatregelen (bijvoorbeeld groene golf), en
waar mogelijk geoptimaliseerd op doorstroming en ook hoe dat zich verhoudt tot de kruisende (plusnet
modaliteiten, OV en fiets).
Een extra maatregel als onderdeel van Agenda Amsterdam Autoluw (versterkt door motie 57.20, Ernsting c.s)
is om de basissnelheid in Amsterdam zo veel mogelijk terug te brengen tot 30 km/u. Voor heel Amsterdam
wordt, vitgaande van bovenstaande redeneerlijn, gekeken wat de voordelen zijn voor Amsterdam op onder
andere de gebieden veiligheid, luchtkwaliteit, geluid en leefbaarheid. Op basis daarvan wordt een voorstel
gedaan welke wegen eventueel 50 km/u te houden. Het vitgangspunt is 30 als norm, waarbij er strikt wordt
gekeken of een tenzij echt aan de orde is. Wanneer dat niet het geval is, wordt de weg 30 km/u.
Daar waar zinvol wordt bovenstaand voorgenomen beleid meegewogen als Agenda Amsterdam Autoluw in
de overwegingen.
6
3 Effect van doorstroming en autonome
ontwikkeling wagenpark op luchtkwaliteit
De achterliggende vraag vanuit “Motie 71.20 Boomsma c.s. - Agenda Autoluw verbeter de doorstroming” is in
welke mate groene golven en ongelijkvloerse kruisingen kunnen bijdragen aan verbetering van de
doorstroming en daarbij dan ook een verbetering van de luchtkwaliteit. In dat kader is het goed om op te
merken dat de basis van Agenda Amsterdam Autoluw het verminderen van de voetprint van het autoverkeer
is en op die manier het vergroten van de leefbaarheid.
In dit hoofdstuk een kort overzicht van het effect van verkeer op de luchtkwaliteit waarbij expliciet wordt
gekeken naar de impact van een verbeterde doorstroming op de luchtkwaliteit alsmede de autonome
ontwikkeling van het wagenpark dat in Amsterdam rijdt.
De concentratiebijdrage door lokaal wegverkeer aan de totale concentratie op een meet/rekenpunt is sterk
afhankelijk van locatie (hoeveelheid verkeer, afstand tot gevel (meet-/rekenpunt), etc). Daarnaast heb je
natuurlijk ook nog de invloed van niet lokaal wegverkeer (denk aan omliggende wegen en bijvoorbeeld
snelwegen).
Voor verkeer intensieve locaties is de bijdrage van verkeer ongeveer als volgt:
e _NO2:ca. 20% - 30% is lokale verkeersbijdrage
e PM: ca. 5% - 10% is lokale verkeersbijdrage
e _PM2s:ca. 2%-8%is lokale verkeersbijdrage
Als illustratie onderstaande figuur voor NO, voor 4 drukke straten in Amsterdam* in 2016.
50 Busser 5
Pel
Zware voertuigen ®
45 7 n ®
Middelrware voertuigen S
a
4 B Lichte voertuigen | ®
mmenntemenntensmeen Je
en m Gemeentelijke wegen „
mm Ja
E mBuitenwegen 5 s
5 7 X 0
= 30 m Snelwegen se
® 35 = Mobiele werktuigen 5 5
5 Scheepvaart Pes
8 mc aar | s ®
5 20 B Luchtvaart en spoor nn
y ee een ge
0 Tj m Buitenland r
n an Mm Consumenten
30 1 Z
10 m HDO / Bouw 3
_ = Landbouw 5
> Le]
m Energieproductie a
8 q
Û B Industrie & afvalverwerking q
Figuur 1: Bijdrage verschillende NO, emitterende activiteiten aan de totale NO, voor 4 representatieve drukke straten in
Amsterdam (Stadhouderskade, Amsteldijk, Weesperstraat, Prins Hendrikkade).
Gemiddeld bestaat het verkeer in de stad voor ongeveer 88% uit personen wagens en 10% uit licht
vrachtverkeer. In de tabel hieronder een overzicht van generieke effecten van maatregelen op NOx en PMz0.
T RWS INFORMATIE | KNELPUNTENANALYSE NO: EN PM10 OVERSCHRIJDINGEN, 15 februari 2018
7
Tabel 21 : Overzicht van generieke relatieve effecten van maatregelen op NO, en op verschillende categorieën voertuigen. Het
verschil is de factor "eerst genoemde situatie”/‘tweede genoemde situatie”, bijvoorbeeld stagnerend verkeer{/normaal verkeer.
NN
bussen < 20 ton
LL Personenvoertuig | PMaostagnerendverkeertovnormaal_ |1,03 |
NN
bussen < 20 ton
wagenpark
Vrachtwagens en NO, 2020 tov 2025 1,5
en PO
LL Personenvoertuig | PMao2020tov2025 _ |207 |
Vrachtwagens en PM10 2020 tov 2025 1,1
MM
Uit de tabel 2 valt op te maken, dat voor de bijdrage van het verkeer op NOx en PMi2o:
-__ Hetlaten doorstromen van verkeer leidt tot minimaal een verbetering van 30% NO-bijdrage van verkeer
en marginaal tot een verbetering van de PM1o-bijdrage.
-_Het specifiek laten doorstromen van vrachtverkeer tot een nog grotere verbetering kan leiden, aangezien
de uitstoot van licht en zwaar vrachtverkeer ongeveer 10x zo hoog is dan dat van personenvoertuigen.
-__ Het effect van autonome verschoning van het wagenpark (zonder ZE-ambities van de stad) voor
personenwagens tot ongeveer 40% minder uitstoot leidt. Voor vrachtwagens is dat ongeveer 50%.
Kortom, door lokale verkeersmaatregelen te nemen, door het bijvoorbeeld het verkeer beter te laten
doorstromen, kan lokaal tot 10%-15% verbetering van de luchtkwaliteit leiden (30% minder uitstoot van de
20%-30% bijdrager van lokaal verkeer in NO2). Het verschonen van het wagenpark in geheel Amsterdam
heeft een groter effect, ook omdat het effect niet alleen een lokale bijdrage is, maar het gehele wegverkeer
betreft. Bij elkaar kan een autonome verschoning van het wagenpark in 2025 tot een verbetering van de
luchtkwaliteit leiden van NO» van 20%-25%.
Bovenstaande verschoning van het wagenpark is ook te zien in de afnamen van NO: in Amsterdam via de
luchtkwaliteitsmetingen (https://maps.amsterdam.nl/no2/). Dit gaat versterkt worden door de zero-emissie
ambities van de stad Amsterdam, waarbij in 2030 alleen emissievrije voertuigen binnen de ring van het
netwerk gebruik maken.
Merk op dat de twee maatregelen (groene golf en ongelijkvloers) kunnen leiden tot lokaal verbeterde
doorstroming (en luchtkwaliteit), maar dat er altijd gekeken moet worden wat het effect ergens anders in het
netwerk is van de maatregelen. Immers, het probleem van te veel auto’s wordt niet weggenomen, waardoor
de doorstroming ergens anders in het netwerk verminderd en tot ongewenste problemen leidt.
8
4 Algemene beschrijving van groene golven en
ongelijkvloerse kruisingen
4-1 Groene golven
We spreken van een groene golf als er minimaal drie opeenvolgende verkeerslichten zodanig op elkaar zijn
afgestemd dat de (meeste) voertuigen die bij het eerste verkeerslicht vertrekken bij de volgende lichten
praktisch altijd zonder noemenswaardige wachttijd door kunnen rijden.
Uitgangspunt is dat het ontwerp van de groene golf zo veel mogelijk in beide richtingen moet functioneren.
Koppelingen worden vaak tussen twee verkeerslichten gemaakt en zijn in te delen in ‘zachte’ en ‘harde’
koppelingen.
We spreken van een ‘zachte’ koppeling als opeenvolgende verkeerslichten (softwarematig) rekening houden
met elkaar op basis van detectie informatie. De zachte koppeling draagt er aan bij dat kruispunten elkaar niet
blokkeren door een bepaalde doorstroming te garanderen. Een zachte koppeling mag onderbroken worden
door bijvoorbeeld een openbaar vervoer ingreep, een zachte koppeling garandeert dus niet altijd groen licht.
We spreken van een ‘harde’ koppeling als de groenfases van opeenvolgende verkeerslichten gegarandeerd
zijn. Harde koppelingen worden vaak toegepast voor autoverkeer bij verkeerspleinen of volgrichtingen van
fietsverkeer. De koppeling is hard omdat verkeer een bepaald verwachtingspatroon heeft en de kans groot is
dat een gebrek aan koppeling leidt tot roodlichtnegatie en daarmee tot gevaarlijke situaties.
De twee grote voordelen van een groene golf zijn:
- Goede doorstroming van verkeer op het deel van een traject. Helemaal wanneer het duidelijk is dat er
een groene golf is, zullen verkeersdeelnemers daar rekening mee houden. Een betere doorstroming leidt
ook tot een verlaging van emissies en minder geluidsoverlast bij eenzelfde hoeveelheid verkeer.
- Relatief makkelijk te implementeren. Voor zowel een harde als zachte koppeling gaat het voornamelijk
om instellingen in de VRI's. Eris eigenlijk geen aanpassing nodig aan de weginrichting.
Het grootste nadeel van een groene golf is dat het laten doorstromen voor de ene richting en/of weggebruiker
(autoffiets/OV/voetganger) nadelen kan hebben voor de andere. Hierdoor kan ook het voordeel aangaande
emissies te niet worden gedaan, doordat bijvoorbeeld op de andere richtingen/gebruikers weer meer moet
worden gewacht/gestopt. Daarnaast kan het laten doorstromen van verkeer meer verkeer aantrekken met
alle nadelige gevolgen en wat juist tegen de uitgangspunten van Agenda Autoluw ingaat.
4.2 Ongelijkvloerse kruisingen
Een ongelijkvloerse kruising is een kruising van twee of meerdere vervoersstromen, waarbij gebruik gemaakt
wordt van bijvoorbeeld een brug of tunnel zodat de ene stroom de andere niet hindert.
Een ongelijkvloerse situatie valt uiteen in twee situaties:
-__ Ongelijkvloerse kruising: een kruising van twee wegen, waarbij de kruisende wegen op een andere
hoogte (niveau) gelegen zijn en geen mogelijkheid tot onderlinge uitwisseling bieden. Dit kan dus ook
een traject zijn, waarbij bijvoorbeeld door een tunnel meerder kruisingen ongelijkvloers worden.
-__ Ongelijkvloers kruispunt: een ongelijkvloerse kruising, met verbindingswegen tussen de kruisende
wegen. Ook bekend onder de naam aansluiting. Hier is bij de meeste knooppunten sprake van.
Er zijn veel vormen van een ongelijkvloerse kruising waarbij bijvoorbeeld autoverkeer en water- of railverkeer
van elkaar zijn gescheiden. Hetzelfde kan ook geregeld worden voor voetgangers/fietsers ten opzichte van
9
autoverkeer door specifieke voetgangers/fietsbruggen en -tunnels. Deze vormen hebben geen betrekking op
de situaties zoals aangegeven in de motie. Het gaat hier om het scheiden van richtingen van het totale
verkeer middels een tunnel waarbij meerder kruisingen ongelijkvloers worden.
Bij een ongelijkvloerse kruising moet het hoogteverschil steeds zo groot zijn dat er op het onderste niveau
voldoende ruimte is. Daarom kan men de voorkeur geven aan een kruising waarbij de laagste voertuigen het
onderste niveau gebruiken. Dus liever een fietstunnel dan een fietsbrug eroverheen. Nadeel daarvan is echter
dat de tunnel resulteert in sociale onveiligheid. In Amsterdam heeft men daarnaast te maken met de zachte
veengrond, grachten en metro, wat ondertunnelen gecompliceerd maakt.
In principe is het scheiden van verkeersstromen de beste manier om doorstroming te waarborgen. Beter
dan met groene golven, kunnen alle richtingen/verkeersdeelnemers hiervan profiteren en komt het op die
manier zeker ten goede aan de luchtkwaliteit. Echter, het aanleggen van ongelijkvloerse wegen is complex
en kostbaar, met name in een stedelijke omgeving.
In een stedelijke omgeving heb te maken met bestaande bebouwing aan de weg waar je rekening mee moet
houden. Zowel waar de weg langs komt, maar ook limiteert het de opties waar de brug of tunnel eindigt en
het verkeer weer aansluit op het bestaande netwerk. Ook infrastructuur onder de weg, zoals een metro,
limiteert opties waar je kan ondertunnelen.
Een ander aspect van het aanleggen van een ongelijkvloerse oplossing is dat je te maken hebt met huidig
verkeer (dat al slecht doorstroomt, anders zou de optie niet overwegen worden), die je voor enkele jaren
ernstig hindert tijdens het aanleggen van de ongelijkvloerse oplossing. Met name in een stedelijk gebied
waar het netwerk al stevig belast is, is dit een belangrijke factor.
Kortom, ongelijkvloerse oplossingen in een bestaand stedelijk gebied zijn ingrijpend, kostbaar en hebben een
grote impact op het al drukke verkeer tijdens de realisatiefase. Daarom moet dit alleen overwogen worden
wanneer er geen andere oplossingen (zoals groene golven en minder verkeer) meer mogelijk zijn en zelfs dan
moet goed gekeken worden of de waarde die het oplevert opweegt tegen alle nadelen.
10
5 Doorstroming op Stadhouderskade en
Weesperstraat
Vanuit de motie wordt gevraagd specifiek te kijken naar de Stadhouderskade (aan de zuidkant) en de
Weesperstraat. In dit hoofdstuk wordt iets dieper ingegaan op de doorstroming op deze twee wegen.
5.1 Stadhouderskade
Uit monitoringsanalyses van het autonetwerk blijkt dat voor het zuidelijk deel van de Stadhouderskade
(Wibautstraat — Jan van Galenstraat) de doorstroming verslechtert sinds 2015 en de wachtrijen voor de
Leidsebrug en Hobbemakade groeien.
Onderstaande figuur geeft voor 2019 de kwaliteit van de doorstroming voor het zuidelijkdeel van de
Stadhouderskade (Wibautstraat — Jan van Galenstraat ) voor beide rijrichtingen. De figuur zien dat het verkeer
zelden volledig vast staat. Ook laat de figuur zien dat de doorstroming in de avondspits het slechts is tussen
18:00 en 19:00 en de spitsperiode ook regelmatig tot na 19:00 doorloopt.
Wat opvalt voor de rijrichting naar het oosten, is dat de periode van de dag dat de doorstroming het slechtst is
vóór de avondspits ligt en wel tussen 14:00 en 16:00.
| 8 8 Ei 5e EE Z e 7 ä zu Ì k ee 5 ä en ee 5 . … En E = 8 DEE RE en RDE Ë
5 En [5 id 8 0 z ae B Sr
ME TE Re en
EER 5 Ee En ed sed ES 2e En 5 EE: EG, Se Eee
voe Ek ann gk Ker if ter ee igjen
5 Rd SS = DS B en En 5 EE E 3 2 re Er 5 > Ee IE En —
B î 5
e Ss — Ss ESSEN ZEER ee ste
En EE Te En RS
Fen
we lg ES Alli en Ti en, TE
MEESTE KE EENES AE GS
eo EN ESE SEN 5 ge NE , ze
Figuur 2: Doorstroming op de Stadhouderskade zuid (Wibautstraat — Jan van Galenstraat), waarbij de bovenste figuur (24)
de richting naar het westen weergeeft en de onderste figuur (2b) de rijrichting naar het oosten. Hierbij is gekeken naar héél
2019 en 24 uur per dag. De dag is daarbij onderverdeeld ín perioden van 5 minuten. Wanneer een waarde voor een periode wel
aan de norm volgens Beleidskader Verkeersnetten voldoet is de kleur van het vakje grijs. Als ondergrens is 10 km/u
aangehouden en kleurt het vakje beneden deze waarde rood. Tussen de norm en de ondergrens kleurt het vakje van geel tot
rood.
11
5.2 Weesperstraat
Uit monitoringsanalyses van het autonetwerk blijkt dat voor de Weesperstraat de doorstroming continu wat
verbetert en dat in 2019 alleen de rijrichting naar het noorden niet meer voldoet aan de toetswaarde uit het
Beleidskader Verkeersnetten (zie ook figuur 8).
Onderstaande figuur geeft voor 2019 de kwaliteit van de doorstroming voor de Wibautstraat (Prins
Bernhardplein — Rhijnspoorplein). Voor het deel Weesperstraat is deze analyse niet voorhanden.
Onderstaande figuur geeft echter een goed beeld van wat er op de Weesperstraat gebeurt, waarbij de
doorstroming op de Weesperstraat beter is dan op de Wibaustraat.
ted ee ee ER B Ne DE Eed Re A
sean Grenen 5 5 nnn Sen : n ne
SE ee Ng Ie oen 5 5 Bed Ae
En
Ee Ee Ee Ed EE Te Sne En
5 Ee ER Ee En EA Bin ee Ee Ë
mon En Ee E :
eee in da dE
EN 3 Be P Ë 5 EE
24.00 pl Aes le SE EE ES = en CDE
en De … _ februari 5 maart april … we On _ u juni , „hal augustus … september we oktober _ r november cme ‚ 5
EG Dn en EEE eee BEER Ee SEE
Eek EE ak nf de DE Ee SOS SIE En z
ee Er EE Nn > en En TE EE
En
en De iS Be on ae GERE En
vn EE enten Ê ë tees
Figuur 3: Doorstroming op een deel van de Wibaut-straat, waarbij de bovenste figuur (za) de richting naar het noorden en
weergeeft en de onderste figuur (3b) de rijrichting naar het zuiden. Hierbij is gekeken naar héél 2019 en 24 vur per dag. De dag
is daarbij onderverdeeld in perioden van 5 minuten. Wanneer een waarde voor een periode wel aan de norm volgens
Beleidskader Verkeersnetten voldoet is de kleur van het vakje grijs. Als ondergrens is 10 km/u aangehouden en kleurt het vakje
beneden deze waarde rood. Tussen de norm en de ondergrens kleurt het vakje van geel tot rood.
Voor beide richtingen geldt dat de kwaliteit van de doorstroming een groot deel van de tijd niet voldoet aan
de norm. Het verkeer stagneert echter zelden. In de zuidelijke richting valt verder op dat de doorstroming het
slechtst is tussen 14:30 en 16:00.
12
Al lange tijd vindt er regelmatig onderzoek plaats naar het inzetten van groene golven op trajecten in
Amsterdam. Redenen om dit op regelmatige basis te doen, zijn met name de veranderende verkeersituatie en
nieuwe technische mogelijkheden van het monitoren van verkeer en koppelen van VRI's.
Figuur 4 geeft de situatie weer van waar er op verschillende manieren slimmigheden aangaande VR-
instellingen zijn geïmplementeerd en waar ze in het redelijke recentelijke verleden zijn onderzocht. In de
volgende paragrafen een korte uitleg van de geïmplementeerde en onderzochte trajecten aangaande groene
golf voor het autoverkeer.
NX ehernaadinteeten n Anterdem ven HHA
Tes EE
Oe 5 Rt de
L ° a & Emme 29,0 dip, 8 E %
El ° ite Se |
erbeel Nt Ö
‚ ee | x zh e 2 0. B ak & A
he Z ee o E Aes Bk oo r ]
Í NN tt zi ge Ri ir er e À f Ne
Í ò A e N a,
d \ A Mead jee S & NS
k 5 S0erd LR Lent gt
Ws ton en TRE
% Par”
Be Ain A e | '
| De 8 ° Be 6 =
| 4 \ À | 2
f k 5 oe Re
Í RN
PA ene N De 5
P KEN
é BS
Figuur 4: Overzicht van trajecten waar groene golven zijn geïmplementeerd (groen) en ook waar ze zijn onderzocht (blauw),
maar uiteindelijk niet zijn geïmplementeerd. Het overzicht geeft ook aan waar ze voor fietsers en waar ze voor gemotoriseerd
verkeer zijn geïmplementeerd.
In onderstaande paragrafen allereerst een korte inschatting van realisatiekosten voor en groene golf. Daarna
een korte beschrijving van de verschillende onderzochte trajecten en, daar waar dat geldt, een uitleg waarom
deze uiteindelijk niet is geïmplementeerd.
6.1 Realisatiekosten groene golven
In paragraaf 3.1 werd gesteld dat een groene golf vrij eenvoudig geoperationaliseerd kan worden en daarom
relatief goedkoop is. In deze paragraaf een inschatting van de kosten voor onderzoek naar de juiste
instellingen en implementatie van een groene golf.
In principe zijn er geen kosten aangaande weginrichting, al kan het vaak helpen om bebording te gebruiken
om aan te geven dat er een groene golf werkzaam is. In onderstaande berekening is dat deel niet
meegenomen en is er alleen gekeken naar een softwarematige aanpassingen aan de VRI’s.
13
Voor het updaten van een groene golf moet er eerst onderzoek gedaan worden naar de zinvolheid. Als blijkt
dat het zinvol is om te implementeren moet er per VRI een regeling ontworpen worden en deze moet geladen
worden in de VRI op straat. Inschatting van de kosten zijn:
= 10.000 Euro voor onderzoek:
o __Praktijkonderzoek (hoe functioneert het nu?) aan de hand van VRI-data en snelheidsdata.
o Hoete verbeteren?
o Rapportage voor advies naar ontwerpersoverleg R&D-V&OR of naar de Werkgroep verkeerslichten.
-__5.000 Euro per VRI die opnieuw ontworpen moet worden:
o Pergroene golf kan dit variëren tussen 3-8 VRI's
-_21.000 Euro per VRI voor het laden pr regeling in de VRI
o Pergroene golf kan dit variëren tussen 3-8 VRI's
-__Totaal aan kosten voor een update:
o 10.000 Euro wanneer alleen onderzoek
o 58.000 Euro totaal wanneer bijvoorbeeld de gehele Wibaut-as moet worden ge-update.
Voor een nieuwe groene golf moet er extra onderzoek gedaan worden naar de zinvolheid van een bepaalde
locatie. Wanneer is bedacht dat het zinvol is, moeten dezelfde stappen als hierboven doorlopen worden.
Inschatting van de kosten zijn:
= 10.000 Euro voor vooronderzoek.
o 10.000 Euro voor onderzoek.
-__5.000 Euro per VRI die opnieuw ontworpen moet worden:
o Pergroene golf kan dit variëren tussen 3-8 VRI's
-_21.000 Euro per VRI voor het laden pr regeling in de VRI
o Pergroene golf kan dit variëren tussen 3-8 VRI's
-__Totaal aan kosten voor een update:
o 20.000 Euro wanneer alleen onderzoek
o 50.000 Euro totaal wanneer bijvoorbeeld een regeling van 5 VRI's moet worden geïmplementeerd.
Bovenstaande zijn inschattingen. Goed om te weten dat voor het updaten en implementatie van een
dynamische groene golf (middels ODYSA) in totaal 300 kEuro is besteed.
Merk op dat het in bovenstaande voornamelijk om interne kosten gaat. Hierbij is geen rekening met extra
monitoring en analyse kosten van derde partijen.
6.2 Haarlemmerweg
Het invoeren van een groene golf op de Haarlemmerweg is in 2015 onderzocht? Uit de quick scan analyse
kwam een positief beeld voor het autoverkeer. Echter, tijdens de Werkgroep Verkeerslichten Amsterdam
(WVA) vergadering? is besloten om de groene golf toch niet te implementeren, omdat de winst van een
groene golf voor auto’s te klein is, waarbij ook nog geldt dat:
-__ Fietsers en OV zouden erop achteruit gaan (fietsers met name op Haarlemmerweg — Admiraal de
Ruyterweg).
- Mogelijke terugslag naar de Azo, dat wil zeggen filevorming aldaar.
-__ De Haarlemmerweg voldoet al aan de beleidsnormen.
Deze overwegingen zijn nog steeds valide.
? Groene Golven - verkeersanalyse voor groene golven en koppelingen op vijf trajecten
3 WVA, Vastgestelde notulen 523° vergadering op 15 Oktober 2015
14
6.3 Jan van Galenstraat — Oost van A10
De Jan van Galenstraat ten oosten van de Azo is ook in 2015 onderzocht. Voor deze corridor kwam uit het
onderzoek naar voren dat een harde koppeling beter werkt dan de huidige zachte koppeling voor fietsverkeer
en autoverkeer. Echter, het OV zou er op achteruit gaan. GVB was tegen de voorgestelde harde koppeling en
tijdens de WVA op 15 oktober 2015 is besloten dat een besluit op bestuurlijk niveau moest worden gemaakt.
Vanuit het bestuur is uiteindelijk besloten dat een harde koppeling getest moest worden. Die koppeling
werkte maar beperkt en is in de jaren erna niet verder getest en onderzocht.
Met de huidige plannen van de circulatiemaatregelen omgeving De Clercgstraat/Jan Evertsenstraat is
berekend dat het verkeer op de Jan van Galenstraat toe gaat nemen, waardoor het gebruik van een goed
werkende groene golf weer actueel is. Met kruispunt analyses wordt onderzocht wat het effect is van de
circulatiemaatregelen op de doorstroming en hoe het beste de VRI's zijn af te stemmen.
De knip in de Clercqstraat wordt, parallel aan het onderzoek, einde 2020o/begin 2021 getest. Echter, de
uitvoering van de herinrichting De Clercqstraat/Jan Evertsenstraat staan gepland voor 2024 (incl.
implementatie van de circulatiemaatregelen). Afhankelijk van de uitkomst van de kruispuntanalyses zal
blijken of een groene golf in de Jan van Galenstraat een interessante doorstromingsmaatregel is en het
eventueel mogelijk ook al eerder (bij eerdere implementatie voor 2024) een bijdrage kan leveren aan de
doorstroming.
6.4, Prins Hendrikkade — Oost
De Prins Hendrikkade-Oost (Valkenburgerstraat-Kattenburgerstraat) is in 2015 ook onderzocht voor een
groene golf. Uit het onderzoek blijkt dat een zachte koppeling (met detectie voor OV) zinvol is voor
autoverkeer en OV. Vanuit WVA is destijds besloten om alleen een zachte koppeling tussen Prins
Hendrikkade — IJtunnel en Prins Hendrikkade — Schippersgracht te implementeren. Dit is eigenlijk niet echt
een groene golf, maar een koppeling tussen twee kruispunten.
Als gevolg van maatregel 15 van Agenda Amsterdam Autoluw wordt de circulatie aangepast op de ODE brug
en in de Oostertoegang. Straks is het alleen nog mogelijk om over de ODE brug en in de Oostertoegang naar
het noorden te rijden. Zo ontstaat er ruimte om een aantrekkelijke fietsroute van het Oostelijk Pontplein naar
het Mr. Visserplein aan te kunnen leggen. De Kattenburgerstraat in zuidelijke richting wordt hierdoor drukker.
De Prins Hendrikkade van Kattenburgerstraat tot aan de ODE-brug staat gepland voor een herinrichting voor
2024-2025.
Met voorgenomen herinrichting Kattenburgerstraat in 2022 en de te verwachten veranderende
verkeerstromen is vanuit Agenda Amsterdam Autoluw een VRI-studie gedaan, waaruit blijkt dat er ruimte is
om het ontwerp te wijzigen en daarmee het verkeer op te vangen. Dit wordt geïmplementeerd vanuit
Amsterdam Agenda Autoluw. Een groene golf tussen twee kruispunten heeft dan geen toegevoegde waarde
meer.
6.5 S112-Wibautstraat/Weesperstraat
Voor de “Wibaut-as”, de corridor van Prins Bernhardplein tot aan de Valkenburgerstraat, geldt dat de
doorstroming continu is verbeterd sinds 2015. De doorstroming tijdens met name de avondspits is echter nog
niet op alle delen op het niveau zoals is gewenst vanuit het Beleidskader Verkeernetten.
In 2004 is er een groene golf geïmplementeerd op de Wibaut-as, zie figuur 5a. De regeling in de afgelopen 16
jaar niet verder verfijnd. Met de toename van verkeer en mogelijkheden van regelingen is het de verwachting
dat een analyse naar de werking tot verbetering van de afstelling van de groene golf en daarmee de
afwikkeling van het verkeer kan leiden.
15
Voor de Weesperstraat gaat er een pilot lopen met een knip in de Weesperstraat, wat een geheel andere
impact gaat hebben op de doorstroming. De pilot, die moet uitwijzen of een knip op de Weesperstraat zinvol
is, duurt an sich maar 2 maanden en is gepland om voorjaar 2021 plaats te vinden.
6.6 Transformatorweg-Basisweg
Op de Transformatorweg — Basisweg is sinds ongeveer 2015 geen groene golf meer (zie figuur sb). Uit
onderzoek is gebleken dat de doorstroming autoverkeer niet of nauwelijks verbeterde met een groene golf
t.o.v. lokale VRI-regelingen, waarbij de doorstroming van openbaar vervoer en langzaam verkeer juist beter af
was met de lokale regelingen.
6.7 Westpoortweg
Voor de implementatie van de groene golf (ook wel Odysa — optimalisatie door dynamische
snelheidsadvisering) op de Westpoortweg (zie figuur 5c) is in 2020 veel werk verricht om het systeem weer
werkend te krijgen en einde 2020 zijn er nog testen uitgevoerd, waarbij een extra aspect is dat er
aanpassingen aan het systeem nodig zijn als gevolg van profielmatige wijzigen op de kruispunten op het
traject. De verwachting is dat deze groene golf begin 2021 volledig werkend is.
pe 8 ,
4 f
\ RS
5 : BASISWEG
A Ô 5
É a N KE: 5
\ ehs b
5 ie \
N= | Bes
S Emad S
Figuur 5 : 5a. Implementatie groene golf op 5a. De Wibaut-as, 5b. De Transformator-Basisweg. 5c. De Westpoortweg.
6.8 Stadhouderskade
Voor alle modaliteiten is er een nadrukkelijke wens tot optimalisering van de doorstroming op de
Stadhouderskade. Voor het autoverkeer is er de wens met het oog op verbetering van de luchtkwaliteit en
met het oog op het ontmoedigen van het autoverkeer door het centrum, waarvoor de doorstroming om het
centrum heen (o.a. via de Stadhouderskade) wel beter moet worden. Bij het OV is er een wens tot
16
optimalisatie, die moet bijdragen aan kortere reistijden en een efficiëntere inzet van OV-materieel, en groei
van het stedelijke openbaar vervoer. Dit maakt de afweging tussen de belangen van auto en openbaar
vervoer zeer complex.
Op de Stadhouderskade is een groene golf met zachte koppeling geïmplementeerd tussen de Van Woustraat
en Amsteldijk. In dit document noemen we dit deel van de Stadhouderskade de Stadhouderskade-WA. Vanuit
experts is aangeven dat de groene golf op Stadhouderskade-WA wellicht weer geoptimaliseerd kan worden
gezien de nieuwe verkeerssituaties in de directe omgeving van de Stadhouderskade-WA. Met Maatregel 16
circulatie-maatregelen rondom Van Woustraat, van Agenda Amsterdam Autoluw, wordt dit afgedekt
aangezien er opnieuw gekeken wordt naar de doorstroming op de kruispunten Stadhouderskade - Van
Woustraat tot Amsteldijk.
Op de Stadhouderskade tussen Overtoom en het Rijksmuseum (in dit document wordt dit verder aangeduid
als Stadhouderskade-OR) is geen groene golf geïmplementeerd, met name wegens de nadelige gevolgen
voor de tram en het kruisen met een groot aantal plusnetten (auto, fiets en OV). De redenen staan verder in
deze paragraaf toegelicht.
In onderstaande tabel een overzicht van andere maatregelen aangaande doorstroming en luchtkwaliteit voor
de Stadhouderskade.
Tabel 2: Overzicht van locatie specifieke maatregelen luchtkwaliteit voor de verschillende knelpunt-tracés
Maatregelen Uitvoering
Stadhouderskade
Monitoren trajectsnelheid, verkeersintensiteiten, en luchtkwaliteit 2014/2015/2016
Toevoegen extra meetpunt Luchtkwaliteit
Invoer doorstromingsmaatregel over vier kruispunten
u
4
3 © Optimalisatie doorstromingsmaatregel 2014 2017
2 0
o Taxistandplaats Leidseplein alleen toegankelijk voor schone taxi's
v Optimalisatie gebruik laad- en losplek voor NH Hotel in combinatie | 2017
= — | met z2locaties op de Overtoom
Vv w
à Tv
2 V | Taxistandplaats Leidseplein alleen toegankelijk voor schone taxi's
In 2015 is een onderzoek gedaan naar verbeteringsopties voor de doorstroming op de Stadhouderskade-OR,
waarbij ook een groot aantal langere termijn opties middels een Quick Scan zijn geëvalveerd, zie
onderstaande tabel.
17
Tabel 3: Maatregelen die in 2015 middels een Quick Scan zijn geëvalueerd op zinvolheid en waaruit keuze is gemaakt voor
twee maatregelen om verder te onderzoeken.
mn nnn
Overtoomtotna = Korte auto onderdoorgang van Overtoom tot na Hobbemastraat
Hobbemastraat * Korte tunnel in Singelgracht van Overtoom tot na Hobbemastraat
* Voetgangers/fietserstunnel of brug tussen Max Euweplein en Vondelpark
* Groene golf voor auto's
Voor * Korte auto onderdoorgang voor Rijksmuseum
Rijksmuseum * Voetgangers/fietserstunnel of brug over Stadhouderskade
* Extra rijstrook door verplaatsen van fiets/voetpad naar verhoogd wegdek
voor fiets/voetganger boven Singelgracht
* Eenrichtingsverkeer Museumbrug
Overal * Lange auto tunnel in Singelgracht of onder Stadhouderskade, van
Overtoom tot na Hobbemakade of na Weteringciruit
* Meer verkeer via Azo door betere routeverwijzing en in-car informatie
* Eenrichtingsverkeer Stadhouderskade en Van Baerle/Constantijn Huygens
Vanuit al deze mogelijke maatregelen, zijn twee opties overgebleven als zijnde zinvol om verder te
onderzoeken:
-__ Tunnelfonderdoorgang: zoom auto-onderdoorgang voor Vondelpark, met of zonder aansluiting
Overtoom naar het oosten.
-__ Groene golf: Van Nassaukade tot Hobbemakade
De optie van de tunnel wordt verder besproken in paragraaf 7.2.
Wat betreft de groene golf was de conclusie dat een groene golf van 7.00-19.00 op weekdagen voor auto’s op
de Stadhouderskade tussen Overtoom en Hobbemakade weliswaar de doorstroming verbetert voor auto’s,
maar ook leidt tot vertraging en extra kosten voor OV. Overall heeft het een totaal netto reistijdbesparing en
netto positief maatschappelijk effect, en brengt bovendien de luchtkwaliteit aanzienlijk dichter bij de
wettelijke norm. Meer specifiek:
-__ Verbetering doorstroming auto’s: naar 20-25 km/u
-__ Gemiddelde snelheid van 15 km/u naar 20-25 km/u (beide richtingen).
-___Ditis vergelijkbaar met de 8 km/u verbetering die de groene golf op de Stadhouderskade-WA
realiseert voor 1 richting.
-__Netto reistijdbesparing: 100-150 passagier-uren per dag
- Besparing auto 60 seconden, vertraging OV gemiddeld 20 seconden (lijn 2: 45 s, lijn 2/5/bus: 10 5).
-__2xzo veel reizigers met OV als met auto (1,5x na invoering NZ lijn).
-_ Invloed op kruisende voetgangers/fietser-stromen nog niet onderzocht.
-_Luchtkwaliteitsverbetering tot 4 g/m?
-__ Verhoging van de snelheid op Stadhouderskade WA (8 km/u, in 2 richting) in 2015 leidde tot een
verbetering van de luchtkwaliteit met 2,5 mg/m?.
-__Een vergelijkbare verhoging van de snelheid (van 15 km/u naar 20-25km/u, beide richtingen) zou naar
schatting tot 4 g/m? verbetering moeten kunnen leiden.
-_Netto positief maatschappelijk effect: eo,7M
-__ Maatschappelijke effect obv verbetering/verslechtering reistijden en tijdswaarde auto en OV: circa €
o,gM per jaar
-__ Extra exploitatiekosten OV door rijtijdenverlies: circa € o,2M
-___Niet alle effecten op OV meegewogen
-__ Verhoogde variatie in de rijtijden (betrouwbaarheid) is minstens zo belangrijk voor zowel exploitatie
als voor de ervaring van de reiziger als de rijtijd zelf.
-__ Verminderde vervoerwaarde door een minder aantrekkelijk OV en dus minder opbrengst voor de
vervoerder.
18
-__ Mogelijk benodigd additioneel materieel door toegenomen variatie in de rijtijden.
-_ Samenhang met het rendement van andere beoogde ontwikkelen zoals de Investeringsagenda OV
en de Lijnennet visie. Op andere vlakken wordt nu fors geïnvesteerd en zijn vergaande afspraken
gemaakt om het OV in Amsterdam op een acceptabel niveau te houden.
Hoewel een groene golf positief zou zijn voor de doorstroming op de Stadhouderskade, is op basis van
bovenstaande analyse destijds besloten om toch geen groene golf te implementeren op Stadhouderskade-
OR, met name vanwege het negatieve effect heeft op het OV.
Vanuit maatregel 16 van Agenda Amsterdam Autoluw is de impact en VRI-maatregelen van de knip Van
Woustraat onderzocht*. Conclusie in het kort is dat zonder maatregelen de verkeersstromen verschuiven en
een aantal wegen en kruispunten in de omgeving meer of anders belast zullen worden. De huidige en de
nieuwe situatie zijn geanalyseerd met behulp van microsimulatie. Hieruit blijkt dat de kruispunten met een
aantal aanpassingen in de verkeersregelingen en kruispuntontwerp de gewijzigde verkeersstromen kunnen
verwerken en dat de doorstroming op een aantal plekken verbeterd. Voor het onderzoek naar de verbetering
van de doorstroming zijn er twee gebieden onderzocht, zie onderstaande figuur.
Nabij de Van Woustraat (onderzoeksgebied 2) leidt de knip tot een verplaatsing van de verkeersstromen, dit
geeft vanwege de nieuwe kruispuntindeling mogelijkheden om het verkeer anders te regelen. Door middel
van een aantal wijzigingen in de infrastructuur en de verkeersregelingen is het mogelijk om het verkeer beter
te laten doorstromen dan in de huidige situatie. Bijvoorbeeld doordat vanaf de Stadhouderskade niet meer
afgeslagen kan worden de Van Woustraat in ontstaat met de nieuwe situatie meer ruimte voor het
(recht)doorgaande verkeer (een verbeterde afrijcapaciteit) met minder kans op verstoringen. Ook het risico
op lange wachtrijvorming op de Torontobrug en Amsteldijk kan ondervangen worden door regelingen te
wijzigen. Het kruispunt met de Van Woustraat zal bovendien qua verkeersveiligheid en afrijcapaciteit
verbeteren omdat in het nieuwe ontwerp de deelconflicten (afslaand verkeer moet voorrang verlenen aan
doorgaand verkeer) grotendeels ontbreken. De toename bij het kruispunt Ceintuurbaan — Amsteldijk leidt tot
een minder goede doorstroming dan in de huidige situatie, maar voldoet nog steeds aan de voorwaarden voor
een Amsterdamse verkeersregeling, mits het opstelvak op de Ceintuurbaan verlengd wordt.
589 „ 8 a
. u
De d a plein
En m ce HE S di
b, Welke u 4 4 oro
586 it gerond
. 528 ®
591 ta. E) B he a EZ
6 5 { Stadhouderskadt 526% = 5 à
3 ä 28 5
Ë : K A
8 5 5 & 529
5 ij en
N so À
e te x
531 pere
. ml
Figuur 6: Twee onderzoeksgebieden op de Stadhouderskade om doorstroming te verbeteren aan de hand van instellingen
van de VRI’s als invulling van het veranderende verkeer door de geplande knip op de Van Wou.
Verder op de Stadhouderskade (onderzoeksgebied 1) is er in de huidige situatie een knelpunt bij het kruispunt
met de Hobbemakade en de Museumbrug. Een knip in de Van Woustraat leidt tot een verschuiving van de
verkeersstromen waardoor dit knelpunt kan verergeren. Door een kleine wijziging in de verkeersregeling is dit
4 Rapportage verkeersanalyse knip Van Woustraat
19
te voorkomen en wordt de doorstroming juist beter. Daarnaast ligt er een kans om de verkeersafwikkeling op
deze locatie (voor al het verkeer) verder te verbeteren door gebruik te maken van de nieuwe detectielussen.
De verwachte autonome groei (2030), op basis van het beleidsarme model, zorgt er voor dat de huidige
knelpunten zonder ingrijpen verergeren en dat de gekozen oplossingsrichting bij de maatregel nog steeds
beter zal functioneren dan in de autonome situatie. De knip Van Woustraat is, wat verkeersdoorstroming
betreft op de omliggende wegen, een haalbare maatregel die bovendien bij het kruispunt Stadhouderskade -
Van Woustraat bijdraagt aan het verder verbeteren van de verkeersveiligheid.
Bovenstaande maatregelen zijn gepland om in 2022 geïmplementeerd te worden.
6.9 Andere onderzochte trajecten voor 2015
Voorafgaand aan het onderzoek in 2015 zijn naast bovengenoemde trajecten meer trajecten onderzocht op
haalbaarheid. Deze trajecten zijn afgevallen om (een combinatie van) de volgende redenen:
-__ Hettraject kruist te veel andere plusnetten en heeft daardoor bij voorbaat al een negatief effect op OV
en/of fiets.
-__Hettraject kruist een of meer hoogwaardig tram/bus trajecten.
- De afstand tussen VRI's is te kort om tot een goed werkende groen golf systeem te komen
Het gaat hier om bijvoorbeeld:
-__ IJburglaan
-__ Piet Heinkade
-__ Overtoom
Aangezien deze situaties niet zijn veranderd, zijn ze in dit onderzoek niet opnieuw onderzocht.
20
7 Analyse trajecten groene golven
7.1 Negentrajecten nader te beschouwen
Gevraagd, vanuit de motie, is een update te geven van de in 2015 onderzochte trajecten. Vanuit het gedane
onderzoek zijn er van de 5 onderzochte trajecten in 2015, 3 specifiek relevant voor het doorstromen van de
auto (Haarlemmerweg, Jan van Galenstraat oost van Azo en Prins Hendrikkade Oost). Verder is verzocht om
ook extra te kijken naar de Weesperstraat en Stadhouderskade.
In aanvulling op bovenstaande is er voor de plusnetten een analyse gedaan naar de auto plustrajecten waar de
doorstroming verbeterd zou moeten worden en waar het de afgelopen jaren verslechterd is, zie figuur 7.
Daaruit zijn nog 4 trajecten naar voren gekomen waarvoor het de moeite waard is om dit onderzoek mee te
nemen (Jan van Galen west van Azo, Joh. Huizingalaan-Noord+ (+Oostoever en Noordzijde/Jan
Evertsenstraat), Amstelveenseweg en Boelelaan). Bovenstaande levert dus 9 te onderzoeken trajecten op.
C NITE
ES 2
7 Re B
sd 3 / NC / ZA
| aldi hd \
| NFN IFS :
€ I
VLAS
GZ (AS CJ 5
SS, Tanne | ME \ EI
i A
ge, Ì _ 4
en NS
EE AS
| C < \ 4
J ed
Si
er
Figuur 7: Doorstroming op plusnetten in Amsterdam in 2019. Rood geeft aan waar de waarde van de doorstroming slechter
is dan de doelstelling volgens Beleidskader Verkeersnetten
7.2 Luchtkwaliteit en doorstroming
Voor de 9 trajecten is een korte analyse gedaan in welke op deze trajecten luchtkwaliteit een issue is. De
luchtkwaliteit, zoals deze in 2019 gemeten is middels NO, is voor geheel Amsterdam gegeven in figuur 8.
Deze figuur is gegenereerd via de kaart op maps.amsterdam.nl/no2 en geeft alleen de metingen die tegen of
over de norm van 40 ug/m? zit.
21
, ‚
2020 (lopend gerriddelde) ë
@® 2019
Ó ams en o e
O 2016 e ge
2015 / ä
Dee 5 tl
> zer e ° % Pe
2011 Ì © ©
O 2010 ®
© .
B Concentratie B ® :
© > 45uo/m3 „ae S f
© 40-45 © ® es% E
® 35-40 © 6 ®
® 30-35
® OD 25-30
— ®
© OD 20-25 ï ®
© 0 <20 ug/m3
Hg. s e
Type meetpunt Ko i
Straat | ie 5
Achtergrond @ k
Waterweg F {
Snelweg @
B Luchtvaart 3 |
Figuur 8 : Gemeten gemiddelde concentraties NO, in Amsterdam over 2019. De normwaarde is 40 ug/m?.
Vanuit bovenstaande inzichten de informatie uit het vorig hoofdstukken en de informatie vanuit Amsterdam
Agenda Autoluw (waaronder ook eerste inzichten aangaande de impact van 30 als norm) is in de
onderstaande tabel 4 een overzicht gecreëerd, welke wordt gebruikt in paragraaf 6.3 om te bepalen voor
welke wegen verder onderzoek te doen.
In tabel 4 staat ook de stand van zaken aangaande groenen golven. In het vorige hoofdstuk is aangeven wat
er de afgelopen jaren is gebeurd aangaande de groene golven voor de bovenste 5 trajecten in tabel 4. Voor
deze 4 extra trajecten wordt hieronder nog een korte analyse gegeven.
De Johan Huizingalaan is een lang traject dat vooral last heeft van beperkte doorstroming in het noordelijk
deel, samen met de Oostoever en Jan Evertsenstraat/Noordzijde aansluitend op de Jan van Galenstraat. De
lokale luchtkwaliteit is onder de norm (<30 Hg/m?). Met 30 als norm is het de verwachting dat de doorstroming
hier verbetert en daarmee ook de luchtkwaliteit licht verbetert.
Een eerste analyse van experts geeft aan voor de implementatie van een groene golf de afstanden tussen de
VRI’s te groot is en er conflictsituaties met kruisend OV zijn. Verder onderzoek naar een groene golf is hier dus
niet zinvol.
Bij de Amstelveenseweg gaat het om twee deeltrajecten: Direct ten zuiden van de Azo en ter hoogte van
Stadionplein. Vanuit de optiek doorstroming zijn beide trajecten interessant en vanuit luchtkwaliteit boven de
norm.
Het deel ten zuiden van de Azo heeft een zachte koppeling. Dit is een zachte koppeling omdat er veel OV
gebruik maakt van de Amstelveense weg. Deze behoeft verder geen aanpassingen.
Ten noorden van de Azo, ter hoogte van het Stadionplein (Stadionplein-Fred. Roeskestraat) is een groene golf
ontworpen maar nog niet geïmplementeerd. De vraag voor deze groene golf kogmt voort uit klachten over de
doorstroming. Voordat deze groene golf daadwerkelijk geïmplementeerd kan worden is het nodig om met
meer data te kunne evalveren dan wat nu beschikbaar is. Daarvoor moeten camera's worden geplaatst.
Proces om dit te implementeren (via DTV) loopt.
Voor de Boelelaan geldt dat de lokale luchtkwaliteit is onder de norm (<30 mg/m?) is. Verder geldt dat er een
herinrichting gaat plaatsvinden op Boelelaan Midden en lopen er discussies over een snelheidsverlaging met
bijbehorende inrichting naar 30 km/h op Boelelaan Midden. Vanuit 30 als norm zal er een verkeerstoiename
22
op Boelelaan west en oost plaatsvinden met een verslechtering in luchtkwaliteit van ongeveer 1-2 ug/m?.
Voor Boelelaan -Midden verbetert de doorstroming en de luchtkwaliteit licht (minder dan 1 g/m?) Gezien de
maatregelen die nog genomen moeten worden en de beperkte verslechtering/verbetering, leidt tot de
conclusie dat het geen zin heeft om de Boelelaan nu mee te nemen in het onderzoek.
De Jan van Galenstraat - West van de Azo is qua doorstroming een issue. In 2015 voldeed dit deel van de Jan
van Galenstraat nog aan de norm van Beleidskader Verkeersnetten. Sindsdien is het continu verslechterd en
voldoet het nu niet meer aan deze norm. De lokale luchtkwaliteit is onder de norm (<25 ug/m?). Met de
maatregelen vanuit Agenda Amsterdam Autoluw zal de doorstroming met name op het eerste deel
waarschijnlijk op korte termijn verslechteren en daarmee ook de luchtkwaliteit (met ongeveer 1 25 ug/m?).
Eerste expertanalyse geeft aan dat het ontwikkelen van een groene golf regeling hier niet mogelijk is
vanwege een rotonde op het traject, omdat de VRI's vrij ver uit elkaar liggen en omdat er ook een tram rijdt.
Een diepgaander onderzoek op dit traject aangaande groene golven wordt dus ook niet geadviseerd. Nadat
de in ontwikkeling zijnde maatregelen vanuit Agenda Amsterdam Autoluw beleidsmatig zijn goedgekeurd is
het zinvol om nogmaals te analyseren wat de situatie gaat zijn op dit deel van de Jan van Galenstraat en of er
mitigerende maatregelen mogelijk zijn.
Tabel 4 : Overzicht geselecteerde trajecten aangaande groene golf. Achtergrond geeft aan vanuit waar de betreffende weg
is geselecteerd. In de kolom luchtkwaliteit wordt gegeven in welke mate luchtkwaliteit een issue is en in de kolom
doorstroming is dat gedaan voor de mate van doorstroming op die weg, waarbij ook is gekeken naar de impact van Agenda
Amsterdam Autoluw. De laatste kolom geeft aan wat de stand van zaken is aangaande de implementatie van groene golven.
Traject Achtergrond | Luchtkwaliteit | Doorstroming Groene golf
geïmplementeerd?
Haarlemmerweg Onderzoek Rond de norm Issue, en wordt drukker met maatregelen | Nee, te weinig voordeel
2015 Agenda Amsterdam Autoluw auto’s tov andere
modaliteiten
Jan van Galenstraat- Onderzoek Boven de norm Issues, en wordt drukker met maatregelen | Ja, maar te beperkt
Oost A10 2015 Agenda Amsterdam Autoluw getest
Prins Hendrikkade - Onderzoek Issue Issue en wordt drukker met Maatregel 15 Beperkt
Oost 2015 wat weer (deels) gecompenseerd wordt
met 30 als norm
Stadhouderskade Motie Boven de norm | Issue, blijft overwegend even druk met Sinds eind 2014 tussen
maatregelen Agenda Amsterdam Van Woustraat en
Autoluw Amsteldijk
Weesperstraat Motie Rond de norm Issue, maar wordt minder druk met Ja, sinds 2004
maatregelen Agenda Amsterdam
Autoluw
Joh. Huizingalaan- Doorstroming | Onderdenorm | Issue, maar wordt minder druk met Nee
Noord+ maatregelen Agenda Amsterdam
Autoluw
Amstelveenseweg Doorstroming | Bovende norm | Issue, wordt minder druk met Zachte koppeling ten
maatregelen Agenda Amsterdam zuiden Azo en ontworpen
Autoluw ten noorden van de A10
Boelelaan Doorstroming | Onderde norm | Issue, en wordt drukker met maatregelen | Nee
Agenda Amsterdam Autoluw
Jan van Galenstraat- Doorstroming | Onderde norm | Issue, en wordt drukker met maatregelen | Nee
West A10 Agenda Amsterdam Autoluw
7.3 Keuze voor vervolgonderzoek
Gebruik makend van de inzichten uit de vorige paragrafen zijn keuzes gemaakt aangaande het onderzoek en
acties mbt groene golven. Dit is samengevat in onderstaande tabel.
> Hoewel uit figuur 9 (toetswaarde Beleidskader Verkeersnetten) dit traject niet als knelpunt naar voren komt, is door experts aangegeven
dat dit wel degelijk een knelpunt is.
23
Tabel 5: Overzicht geselecteerde trajecten aangaande groene golf
Traject Verdere | Reden voor geen verder onderzoek/onderzoeksvraag
analyse
Luchtkwaliteit niet een issue
Redenen van vorige keer om niet te implementeren gelden nog steeds
Jan van Nee Luchtkwaliteit boven norm.
Galenstraat- Vorige implementatie niet volledig vitgerold/getest.
Oost Azo Doorstroming is niet voldoende en verslechtert met maatregelen Agenda Amsterdam Autoluw
Uiteindelijke implementatie circulatiemaatregelen staan gepland voor 2024
Vanuit Agenda Amsterdam Autoluw vinden al kruispuntanalyses plaats naar verbeteringsmaatregelen.
Wanneer zinvol kunnen die ook al eerder worden geïmplementeerd.
Prins Hendrikkade- | Nee Luchtkwaliteit boven norm.
Oost Doorstroming is niet voldoende en wordt drukker met maatregel 15 wat weer (deels) gecompenseerd
wordt met 30 als norm.
VRI-studie gedaan vanuit Agenda Amsterdam Autoluw, waaruit blijkt dat er ruimte is om het ontwerp te
wijzigen en daarmee het verkeer op te vangen. Dit wordt geïmplementeerd vanuit Amsterdam Agenda
Autoluw.
Implementatie samen met uitvoering van herinrichting Kattenburgerstraat in 2022.
Stadhouderskade- Ja/Nee Luchtkwaliteit boven norm.
WA Doorstroming is niet voldoende en verbetert niet met maatregelen Agenda Amsterdam Autoluw.
Vanuit experts is aangeven dat de groene golf op Stadhouderskade-WA wellicht geoptimaliseerd kan
worden.
Onderzoek loopt vanuit maatregelen Agenda Amsterdam Autoluw.
Stadhouderskade- Ja/Nee Luchtkwaliteit boven norm.
OR Doorstroming is niet voldoende en met maatregelen Agenda Amsterdam Autoluw verbetert het licht
Situatie niet verbeterd ten faveure van een groene golf voor de auto.
Nog steeds complex gezien vele plusnetten die er kruisen en tram op de Stadhouderskade-OR.
Onderzoek loopt vanuit maatregelen Agenda Amsterdam Autoluw om VRlI-afstellingen te verbeteren.
Weesperstraat Ja Luchtkwaliteit rond de norm.
Update van oude regeling aan de orde.
Doorstroming is niet voldoende, maar gaat verbeteren met maatregelen Agenda Amsterdam Autoluw.
Doel van knip Weesperstraat is dat doorstroming sterk verbetert.
Noord+ Doorstroming is niet voldoende in het noordelijk deel, maar verbetert met maatregelen Agenda
Amsterdam Autoluw
Groene golf niet mogelijk volgens experts
Amstelveenseweg Nee Luchtkwaliteit boven de norm.
Doorstroming is niet voldoende verbetert met maatregelen Agenda Amsterdam Autoluw
Zachte koppeling ten zuiden van Azo kan niet worden aangepast vanwege OV.
Ten noorden van Azois groene golf ontworpen. Moet nog geïmplementeerd worden.
Behoeft dus geen onderzoek meer
Boelelaan Nee Luchtkwaliteit onder de norm.
Doorstroming is niet voldoende en verslechtert met maatregelen Agenda Amsterdam Autoluw op
Boelelaan Oost en West.
Met NvU Boelelaan Midden is groene golf over Boelelaan niet meer logisch, naast feit van interactie met
vele andere plusnetten.
Jan van Nee Luchtkwaliteit onder de norm.
eener
West A10 Vanuit weginrichting niet logisch om een groene golf te overwegen.
7-4 Conclusies groene golven
Uit bovenstaande analyse blijkt dat het voor 1 traject zinvol is om extra acties te nemen aangaande groene
golven. Voor 6 andere trajecten worden al acties ondernomen binnen lopende projecten, zoals Agenda
Amsterdam Autoluw, en worden deze hieronder verder bekrachtigd:
-__Jan van Galenstraat-Oost van Azo:
o Vanuit acties 2015 destijds niet in volledige potentie getest en uitgerold.
o De aanpassingen in dit gebied in het kader van Agenda Amsterdam Autoluw en circulatie-
maatregelen omgeving De Clercgstraat/Jan Evertsenstraat staan gepland voor 2024.
© Vanuit Agenda Amsterdam Autoluw vinden al kruispuntanalyses plaats naar
verbeteringsmaatregelen. Wanneer zinvol kunnen die ook al eerder worden geïmplementeerd.
o Dittraject behoeft dus verder geen extra aandacht.
24
-___Prins Hendrikkade — Oost:
o Doorstroming niet voldoende en luchtkwaliteit boven de norm.
o Met maatregelen Agenda Amsterdam Autoluw zal de doorstroming waarschijnlijk verbeteren.
o Met voorgenomen herinrichting Kattenburgerstraat in 2022 en de te verwachten veranderende
verkeerstromen is vanuit Agenda Amsterdam Autoluw een VRI-studie gedaan, waaruit blijkt dat er
ruimte is om het ontwerp te wijzigen en daarmee het verkeer op te vangen. Dit wordt
geïmplementeerd vanuit Amsterdam Agenda Autoluw. Een groene golf tussen twee kruispunten
heeft dan geen toegevoegde waarde meer.
o _Dittraject behoeft dus verder geen extra aandacht.
-___Stadhouderskade-WA:
o Hier is een oude regeling geïmplementeerd.
o Vanuit Agenda Amsterdam Autoluw worden de circulatiemaatregelen rondom Van Woustraat op de
Stadhouderskade naar het gebied vanaf de Museumbrug tot de Torontobrug onderzocht.
Optimalisaties voor de doorstroming worden hierin meegenomen per kruispunt. De huidige en
toekomstige situatie worden hierin als vitgangspunt genomen.
o Dittraject behoeft dus verder geen extra aandacht.
-__Stadhouderskade-OR:
o Belang van goede doorstroming van het OV is sinds 2015 alleen maar groter is geworden en de
conclusie vit 2015 is nog steeds valide.
o Vanuit Agenda Amsterdam Autoluw worden de circulatiemaatregelen rondom Van Woustraat op de
Stadhouderskade naar het gebied vanaf de Museumbrug tot de Torontobrug onderzocht.
Optimalisaties voor de doorstroming worden hierin meegenomen per kruispunt. De huidige en
toekomstige situatie worden hierin als vitgangspunt genomen.
o _Dittraject behoeft dus verder geen extra aandacht.
- __ Wibaut-as (Weesperstraat):
o Hieris een oude regeling geïmplementeerd.
o Het advies is om de werking te analyseren of deze verder geoptimaliseerd kan worden.
o Qua timing dient hier rekening te worden gehouden met de pilot knip Weesperstraat welke voor
maart 2021 staat gepland. Wanneer de optimalisatie ruim voor de o-meting van de pilot gedaan kan
worden, dan heeft dat de voorkeur. Wanneer dat niet het geval is, is het advies om na de pilot te
implementeren.
- Amstelveenseweg:
o Voor het deel Amstelveenseweg rondom Stadionplein is kort geleden een groene golf ontwikkeld en
er lopen acties om deze te implementeren.
o _Dittraject behoeft dus verder geen extra aandacht.
- _ Westpoortweg:
o Hoewelde doorstroming hier (nog) geen issue is, is het zonde om de geïnstalleerde ODYSA niet te
gebruiken voor het optimaal laten stromen van het verkeer.
o Het advies is om de Wespoortweg mee te nemen in de bovengenoemde extra studies naar en
implementatie van groene golven.
25
8 Analyse trajecten ongelijkvloerse oplossingen
Vanuit de motie wordt gevraagd onderzoek te doen naar de zinvolheid van ongelijkvloerse oplossingen voor
de Stadhouderskade en Weesperstraat In onderstaande paragrafen een korte analyse naar zinvolheid van
verder diepgaand onderzoek naar deze oplossingen voor deze twee trajecten. Allereerst een korte analyse
van de meest recente en (qua uitvoering) meest vergelijkbare ongelijkvloerse oplossing: De Spaarndammer
tunnel.
8.1 Spaarndammertunnel
De Spaarndammertunnel is aangelegd als onderdeel van de herontwikkeling van de Houthavens. Door het
snelverkeer (de schatting is dat dat 80 % van het verkeer is) via een tunnel te leiden konden de Tasmanstraat
en de Spaarndammerdijk de functie voor plaatselijk verkeer verbeteren. Bovenop de tunnel ligt het Dijkpark.
Dit park vormt de verbinding tussen de bestaande Spaarndammerbuurt en de nieuwe Houthavenbuurt.
De tunnel ligt in de Spaarndammerbuurt en heeft een totale lengte van circa 800 meter en een breedte van
7,5 m. De eigenlijke tunnel, het overdekte gedeelte, is 470 meter lang en loopt van een punt bij
Spaarndammerdijk en Uitgeeststraat tot bij de Tasmanstraat en Bontekoestraat. De hellende stukken weg
aan weerszijden zijn ongeveer 150 m lang.
De tunnel loopt parallel aan de Tasmanstraat, de oude route van de S102 tussen de kruising met de S100 en
de kruising Oostzaanstraat/Archangelweg. De tunnel telt twee buizen met elk één rijstrook en een
redresseerstrook die de status hebben van autoweg. De vrije hoogte bedraagt 4,5 meter waardoor er weinig
risico is op te hoog vrachtverkeer in de tunnel. De kruisingen aan beide uiteinden van de tunnel zijn
gelijkvloers en geregeld met verkeerslichten.
Omdat het gesloten deel langer is dan 250 meter valt de Spaarndammertunnel onder de tunnelwet en is deze
voorzien van de voorgeschreven beveiligingssystemen. De maximumsnelheid in de tunnel bedraagt 5o km/u.
Aanbesteding is goedgekeurd in 2013, bouwwerkzaamheden zijn in 2015 gestart en de tunnel zou in juli 2017
opengesteld worden. Door problemen met de oplevering van de beveiligingssoftware werd de openstelling
van de tunnel uitgesteld tot 5 februari 2018.
wi al
RUS mmm B Î
er O4 ZE: 7 e L
En Bel
7 EE Ld ee
Pd Se PÁ
g de nn
5 4
4
PA NI
ge
Figuur 9 : ingang van de nieuwe Spaarndammertunnel
De kosten voor de tunnel waren uiteindelijk ongeveer 43,5 miljoen Euro, opgebouwd zoals in tabel 6 is
aangegeven. Deze getallen kunne als richtinggevend worden gebruikt voor analyse van een ongelijkvloerse
kruising.
26
Tabel 6: Overzicht geselecteerde trajecten aangaande groene golf
| rcheng fonctevij maken verkeren PR le
8.2 Stadhouderskade-Overtoom-Rijksmuseum
Zoals in paragraaf 5.8 al is aangegeven, is er vanuit alle modaliteiten een nadrukkelijke wens tot
optimalisering van de doorstroming op de Stadhouderskade. Voor het autoverkeer is er de wens met het oog
op verbetering van de luchtkwaliteit en met het oog op het ontmoedigen van het autoverkeer door het
centrum, waarvoor de doorstroming om het centrum heen wel beter moet worden. Bij het OV is er een wens
tot optimalisatie, die moet bijdragen aan kortere reistijden en een efficiëntere inzet van OV-materieel en
groei van het stedelijke openbaar vervoer. Vanuit die optiek is ook het ook niet mogelijk om een groene golf
te implementeren zonder te veel nadelige gevolgen voor tram en fiets op de Stadhouderskade-OR.
Zoals in paragraaf 5.8 is aangegeven is in 2015 is een onderzoek gedaan naar verbeteropties voor de
doorstroming op de Stadhouderskade-OR, waarbij ook ongelijkvloerse opties zijn geëvalveerd (zie tabel 3 in
paragraaf 5.8), waaruit uiteindelijk 2 opties verder zijn onderzocht: Tunnelfonderdoorgang: 3oom auto-
onderdoorgang voor Vondelpark, met of zonder aansluiting Overtoom naar het oosten.
Een schets van de twee opties is gegeven in onderstaande figuur.
Maximale ruimte voor Leidsebosje voor hale braedie woor vaetgonger fever Alleen auto's die vanuit onderdoorgang En
bemertanordenersaarovenimopensgag) | Stensen make ade geente op oaeld
DE NR SE en NNS Va >
‚NN SS Sj Seb , OG ) Ne Bi eme ú Op )
A LI ) / Mrs
ON ERE Prem | tenen ZE Á
Leidsepleinen zijstraten, geen _bovenopen bak Gt pl ebben
stadden oost ’ nae
Figuur 10: Schets van de 2 overgebleven opties aangaande een ongelijkvloers oplossing op de Stadhouderskade-OR:
Tunnel/onderdoorgang: 3oom auto-onderdoorgang voor Vondelpark, met (a) of zonder (b) aansluiting Overtoom naar het
oosten.
27
oh do k eed KE Rs Extra in/uitrit
ee oa
Bt Gran
ge
Keine PE el NEE" ds
en nn
ED
ME Infoitrit rf . ER gee Ket MRE 5
© Nassaukade it ) B me ges In/vitrit voorbij
REE EN m PS ik ii ar he ie Hobbemastraat
PET en id: Ì ä Ke ie
us HEEE in Mr
Figuur 11: Schets van de in en uitritten voor de 2 opties.
De voor en nadelen van de opties staan in onderstaande tabel.
Tabel 7: Voor en nadelen van 2 overgebleven opties aangaande een ongelijkvloers oplgossing op de Stadhouderskade-OR.
Optie [Voordelen \Nadeen |
Nassaukade tot na Hobbema- Belangrijkste knelpunten aangepakt Drie in/uitritten (extra in/uitrit tbv
straat met in/vitrit Overtoom Alle aansluitingen behouden Overtoom, deels voor Vondelpark)
Beste toegankelijkheid (brandweer)
Nassaukade tot na Hobbema- Aantrekkelijke openbare ruimte voor | Geen aansluiting met Overtoom (wel
straat zonder in/uitrit Overtoom | Vondelpark en Leidsebosje met Nassaukade)
Gezien de kosten impact van een tunnel, is in 2015 de optie van een tuunnel niet verder onderzocht en voorla
gekeken naar opties aangaande groene golven in samenspraak ook met het GVB.
Een hele ruwe inschatting van de kosten voor een tunnel zoals hierboven geschetst, met een totale lengte van
300 m, ongeveer de helft van de kosten van de Spaarndammertunnel bedraagt. Dit gebaseerd op de lengte
van de Spaarndammertunnel zijnde 800 m, waarbij in acht moet worden genomen dat de ingangen en
uitgangen een groot deel van de kosten zijn en de kosten dus niet helemaal evenredig zijn met de lengte van
de tunnel. Daarnaast is het een complexere situatie bij de Stadhouderskade en moet rekening worden
gehouden met bijvoorbeeld inflatie.
8.3 Weesperstraat
Uit de analyse van de groene golven in hoofdstuk 4, blijkt dat er voor de Weesperstraat een groene golf is
geïmplementeerd die aan een update toe is met de verwachting dat dat gaat bijdragen aan een verbetering
van de doorstroming.
Verder staat er voor 2021 een knip gepland in de Weesperstraat (en omliggende straten) om het doorgaande
verkeer te ontmoedigen. Dit is een pilot gedurende ongeveer 2 maanden om inzichten te krijgen in het
werkelijke effect op de doorstroming (op ook andere trajecten) en de acceptatie van een dergelijke knip qua
leefbaarheid.
28
Í Seo, 5 NN |
Ws EN SN fe heepvaart- ZS S N
Nieuwmarkt e KE Â E
Ee V 5 0 Oostelijke
KO 7 5 ze
De GS IN et 6
Ir , Ita, Si i
Waterloo $ hay, rn el
plein oog
AN Plantage Jo
et NA On, J /
rs KN . er "oe j, Artis r
Î À }
s Hermitage z Ve, 5100) I
iK 8 de |
Û u
$ \ 8 # \5 U
Figuur 12: Tijdelijke kniplocaties pilot Weesperstraat, binnenstad in verdeeld in 3 segmenten zonder doorgaand autoverkeer
Beide maatregelen hebben een verwacht positief effect op de drukte op de Weesperstraat. De mate van het
effect moet blijken en is, op zijn vroegst, het derde kwartaal van 2021 bekend. Of er tot daadwerkelijk
implementatie wordt overgegaan van de knip wordt daarna pas besloten en duurt dus nog wel tot minimaal
halverwege 2022.
Overwogen moet worden of het wijs is om de optimalisatie van de groene golf te doen voorafgaand aan de
knip, het juist te optimaliseren voor tijdens de knip, of te wachten tot na de pilot en zo niet te interacteren
met de pilot. Ook 30 als norm zal een positief effect hebben voor de hoeveelheid verkeer over de
Weesperstraat.
Belangrijkste voor de Weesperstraat is dat er een metrolijn onder de Weesperstraat doorloopt wat een
ondergrondse oplossing eigenlijk onmogelijk maakt.
Verder geldt:
-__ Luchtkwaliteit (NO 2) is de afgelopen jaren geleidelijk afgenomen tot onder de norm op de
Weesperstraat.
-__ Als gevolg van de knip Weesperstraat:
o De grootste drukte op de Weesperstraat/Wibaut-as is ten hoogte van de knip en de verwachting
is dat dit dus sterk gaat afnemen.
o Opdering Azo neemt het autoverkeer toe.
o Op de S100 aan de oostkant neem het autoverkeer toe.
o De hele corridor Wibautas, van Prins Bernardplein tot in Noord, wordt rustiger qua autoverkeer
door de knip.
o Vanwege de aanvullende knippen tegen sluipverkeer wordt het ook rustiger in de Plantagebuurt,
op de Eilandenboulevard en op de Anne Frankstraat.
o Het verkeer dat de corridor niet meer neemt zal zich verspreiden over verschillende S-wegen
stad in, zowel in Noord als in Oost.
-__ Als gevolg van 30 als norm:
o Zal het een stuk minder druk worden op de Weesperstraat.
o Het wordt drukker op het deel van de Wibautstraat tot aan de Weesperstraat.
29
8.4 Conclusies ongelijkvloerse oplossingen
In principe is het scheiden van verkeersstromen de beste manier om doorstroming te waarborgen. Beter dan
met groene golven, kunnen alle richtingen/verkeersdeelnemers hiervan profiteren en komt het op die manier
zeker ten goede aan de luchtkwaliteit. Echter, het aanleggen van ongelijkvloerse wegen is complex, definitief
en kostbaar, met name in een stedelijke omgeving.
Een ander aspect van het aanleggen van een ongelijkvloerse oplossing is dat je te maken hebt met huidig
verkeer (dat al slecht doorstroomt, anders zou de optie niet overwegen worden), die je voor enkele jaren
ernstig hindert tijdens het aanleggen van de ongelijkvloerse oplossing. Tenslotte gaat er best een lange tijd
overheen voordat een idee van een ongelijkvloerse oplossing ook daadwerkelijk geïmplementeerd is.
Maatregelen met een dergelijk lange horizon en hoge kosten moeten alleen overwogen worden wanneer alle
andere maatregelen aangaande de doorstroming niet blijken en dat dermate ongewenst is als aspecten als
luchtkwaliteit (of veiligheid, geen onderdeel van dit onderzoek) niet aantoonbaar gaan verbeteren tot
waarden onder de gezondheidsnorm.
Vanuit de Quick Scan naar de Weesperstraat is de conclusie dat een tunnel geen optie is, omdat de metro al
onder de weg doorloopt in de lengterichting.
Vanuit de analyse van de Spaarndammertunnel blijkt dat:
-__Het aanleggen van een tunnel minimaal 2 jaar duurt, als alles goed gaat. Met voorbereiding, regelen
financiering en aanbesteding duurt het zeker 5 jaar.
-__ De kosten van een tunnel bij de Stadhouderskade-OR ten minste 20 miljoen Euro kost.
Specifiek voor de Stadhouderskade-OR is het de verwachting dat met de invoering maatregelen van
Amsterdam Agenda Autoluw de doorstroming licht zal verbeteren tussen de Hobbemakade en de Overtoom.
De doorstroming zal echter een issue blijven, maar een ongelijkvloerse oplossing is een voor doorstroming
een zeer kostbare oplossing.
Het voorstel is om einde 2022, nadat de maatregelen van Agenda Amsterdam Autoluw zijn geïmplementeerd
en de tijd hebben gehad om effect te hebben, een quick scan analyse te doen en wanneer nodig maatregelen
te beschouwen die met name het autoverkeer op de Stadhouderskade kunnen verminderen.
30
g Conclusies en aanbevelingen
9.1 Algemeen
De vraag was te onderzoeken hoe groene golven en ongelijkvloerse kruisingen de doorstroming van het
verkeer, en daarmee de luchtkwaliteit, kunnen verbeteren, waarbij een update is gevraagd van de quick scan
naar de mogelijke groene golven in Amsterdam uit 2015. Daarnaast is gekeken naar de zinvolheid van het
inzetten van ongelijkvloerse kruisingen in het algemeen en specifiek op de Stadhouderskade-OR (tussen de
Overtoom en het Rijksmuseum) en de Weesperstraat.
Vanuit een algemene analyse blijkt dat:
-__ Groene golven relatief snel en tegen relatief lage kosten (in vergelijking tot ongelijkvloers kruisingen)
gerealiseerd kunnen worden, maar als nadeel hebben dat het altijd een compromis blijft met het
“ontregelen” van verkeer op kruisende wegen; veelal fiets- en OV-verkeer. Hierdoor zijn groene golven
lastig als algehele maatregel te implementeren.
-__ Voor heel Amsterdam zijn in het verleden verschillende analyses gedaan naar plekken waar groene
golven geïmplementeerd kunnen worden en tenzij er grote veranderingen in het (beleid aangaande het)
verkeersnetwerk worden geïmplementeerd, is het de verwachting dat er alle mogelijkheden wel zijn
geïmplementeerd.
-__ Ongelijkvloerse oplossingen juist het probleem oplossen van de nadelen voor het kruisend verkeer en
daarbij extra openbare ruimte kan opleveren. Echter, het implementeren ervan duurt lang (inclusief
planfase minimaal 5 jaar), kost veel (zeker 20 miljoen Euro) en zal met name in een stedelijk situatie
leiden tot veel overlast tijdens de bouw (afsluiting van een traject dat al last had van slechte
doorstroming).
-__ Vanuit een aantal maatregelen vanuit Agenda Amsterdam Autoluw wordt er ingezet op verminderen van
het autoverkeer. Verwachting in algemene zin is dat met name hoofdroutes op korte termijn nog wat
drukker zouden kunnen worden en op een groot aantal andere routes een stuk minder druk.
-__ Het beter laten doorstromen van verkeer tot een verlaging van de bijdrage van het verkeer van ongeveer
30% van de NO: kan leiden.
-__ Rekening houdend met het aandeel verkeer in de totale uitstoot door lokale verkeersmaatregelen te
nemen voor het beter te laten doorstromen van het verkeer kan lokaal tot 10%-15% verbetering van de
luchtkwaliteit leiden.
-__ Het verschonen van het wagenpark in geheel Amsterdam heeft een groter effect, ook omdat het effect
niet alleen een lokale bijdrage is, maar het gehele wegverkeer betreft. Bij elkaar leidt een autonome
verschoning van het wagenpark tot een verbetering van de luchtkwaliteit voor bijvoorbeeld NO. van
20%-25% richting 2025.
-__ Met de zero emissie (ZE)-ambities zal de verbetering nog hoger zijn.
Kortom, door de maatregelen vit Agenda Amsterdam Autoluw is het de verwachting dat de er in totaal
minder auto’s gaan rijden in de stad en op veel plekken de doorstroming verbetert. Echter, op een aantal
plekken zal dat niet gebeuren en hier zijn lokale maatregelen nodig.
De luchtkwaliteit in Amsterdam als gevolg van verkeer zal de aankomende jaren verbeteren (autonoom, zero-
emissie, Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit en Agenda Autoluw). Vanuit de optiek van het
verbeteren van de luchtkwaliteit is het dus logisch om met name te kijken naar maatregelen die op relatief
korte termijn (horizon van maximaal 5 jaar) kosteneffectief geïmplementeerd kunnen worden. Het advies is
om maatregelen met een langere horizon en/of hoge kosten alleen te overwegen wanneer de luchtkwaliteit
niet aantoonbaar verbetert en de maatregelen aangaande de doorstroming niet blijken te werken.
31
9.2 Conclusies Weesperstraat en Stadhouderskade
In de motie is specifiek gevraagd om een analyse te doen van de Weersperstraat en Stadhouderskade-OR
(Overtoom-Rijksmuseum) aangaande de doelmatigheid van implementatie van een groene golf en eventueel
een ongelijkvloerse oplossing.
Voor de Weesperstraat is het niet zinvol om verder onderzoek te doen naar een ongelijkvloerse
oplossing, maar wel om de huidige groene golfregeling te gaan updaten, immers:
-__ Het belangrijkste is: Er loopt een metrolijn onder de Weesperstraat door, waardoor ondertunnelen niet
tot de opties behoort.
-_NOzis de afgelopen jaren geleidelijk afgenomen tot onder de norm.
-_Autonome verschoning van het wagenpark de aankomeden 5 jaar, zal tot een verder vermindering van
NO: leiden met 20% 25%.
-__ Het is de verwachting dat de doorstroming verbetert als gevolg van de maatregelen van Agenda
Amsterdam Autoluw.
- Eris aleen groene golf op de gehele Wibaut-as en het is de verwachting dat met het optimaliseren van
deze groene golf de doorstroming verder verbetert.
De Stadhouderskade is een complexe straat met veel kruisingen met andere plusnetwegen (auto, fiets en
OV) en waar veel gebruik van wordt gemaakt. Voor de Stadhouderskade geldt ook dat de impact en kosten
van een ongelijkvloerse oplossing hoog zijn in vergelijking tot de voordelen ten aanzien van doorstroming en
luchtkwaliteit. Verder onderzoek naar en ongelijkvloerse oplossing wordt dus niet als zinvol geacht.
Voor het deel van de Stadhouderskade-OR (Overtoom-Rijksmuseum) zullen de maatregelen van Agenda
Amsterdam Autoluw een positieve impact hebben op de doorstroming. Daarnaast zal de uitstoot de
aankomende 5 jaar met zeker „0% verbeteren (waardoor de NO» waarden met 20%-25% afneemt). Een
groene golf is hier echter niet mogelijk gezien de negatieve aspecten op het OV.
Voor Stadhouderskade-WA (Van Woustraat-Amsteldijk) is al een groene golf geïmplementeerd. Deze
behoeft echter een update.
Generiek geldt voor het zuidelijk deel van de Stadhouderskade (dus zowel Stadhouderskade-OR en
Stadhouderskade WA) dat er vanuit Agenda Amsterdam Autoluw een analyse plaatsvindt om de VRI -
regelingen te updaten als ondersteuning van de maatregelen aangaande de knip op de Van Wou.
Voor de Stadhouderskade is derhalve het voorstel om:
- Geen verder onderzoek te doen naar een ongelijkvloerse oplossing
-__De groene golfregeling voor Stadhouderskade-WA opnieuw te analyseren en wanneer zinvol te
verbeteren. Met Maatregel 17, circulatie-maatregelen rondom Van Woustraat, van Agenda Amsterdam
Autoluw, wordt opnieuw gekeken naar de doorstroming op de kruispunten Stadhouderskade - WA. Dit
loopt en behoeft dus verder geen extra aandacht.
- Einde 2022, nadat de maatregelen van Agenda Amsterdam Autoluw zijn geïmplementeerd en de tijd
hebben gehad om effect te hebben, een quick scan analyse te doen en wanneer maatregelen te
beschouwen die met name het autoverkeer op de Stadhouderskade kunnen verminderen.
9.3 Conclusies update Quick Scan groene golven
De twee grootste voordelen van een groene golf zijn:
-__ Goede doorstroming van verkeer op het deel van een traject.
-_Relatief makkelijk te implementeren. Het gaat voornamelijk om instellingen inde VRI’s. Er is eigenlijk
geen aanpassing nodig aan de weginrichting.
De twee grootste nadelen van een groene golf zijn:
32
- Het laten doorstromen voor de ene richting en/of weggebruiker (auto/fiets/OV/voetganger) kan nadelen
hebben voor de andere. Hierdoor kan ook het voordeel aangaande emissies teniet worden gedaan.
-_ Het laten doorstromen van verkeer kan meer verkeer aantrekken met alle nadelige gevolgen.
Kosten voor een nieuw te ontwerpen groene golf kunnen lopen van 40.000 Euro (een standaard groene golf
voor 3 VRI's) tot wel 300.000 Euro (dynamische regeling voor 8 VRI's, zoals bij Westpoortweg).
Het blijkt dat er continu onderzoek wordt gedaan naar het kunnen inzetten van groene golven in Amsterdam
en er derhalve geen nieuw specifiek onderzoek noodzakelijk was voor het gehele netwerk. Er is met experts
onderzocht wat de huidige stand van zaken is aangaande eerder onderzochte trajecten en of er op basis van
nieuwe inzichten, aangaande plusnetten waar de afgelopen jaren de doorstroming niet is verbeterd, een
groene golf heroverwogen kon worden.
Er is met experts onderzocht wat de huidige stand van zaken is aangaande eerder onderzochte trajecten en of
er op basis van nieuwe inzichten aangaande plusnetten, waar de afgelopen jaren de doorstroming niet is
verbeterd, een groene golf heroverwogen kon worden. Voor 1 traject (Wibaut-as) is het zinvol om een extra
actie te nemen aangaande groene golven. Voor 6 andere trajecten worden al acties ondernomen binnen
lopende projecten, zoals Agenda Amsterdam Autoluw, en worden deze hieronder verder bekrachtigd:
- _ Westpoortweg:
o Aangaande Wespoortweg is het traject voor verdere implementatie van een dynamische groene golf
2020 weer opgepakt.
o Dit traject behoeft dus verder geen extra aandacht.
- __ Wibaut-as (Weesperstraat):
o Het advies is om de werking van de bestaande groen golf uit 2004 te analyseren of deze verder
geoptimaliseerd kan worden.
o Qua timing dient hier rekening te worden gehouden met de pilot knip Weesperstraat welke voor
maart 2021 staat gepland.
- Jan van Galenstraat-Oost van Azo:
© Vanuit Agenda Amsterdam Autoluw vinden al kruispuntanalyses plaats naar
verbeteringsmaatregelen. Wanneer zinvol kunnen die ook al eerder worden geïmplementeerd.
o Dittraject behoeft dus verder geen extra aandacht.
-___Prins Hendrikkade — Oost:
o Met voorgenomen herinrichting Kattenburgerstraat in 2022 en de te verwachten veranderende
verkeerstromen is vanuit Agenda Amsterdam Autoluw een VRI-studie gedaan, waaruit blijkt dat er
ruimte is om het ontwerp te wijzigen en daarmee het verkeer op te vangen. Dit wordt
geïmplementeerd vanuit Amsterdam Agenda Autoluw. Een groene golf tussen twee kruispunten
heeft dan geen toegevoegde waarde meer.
o _Dittraject behoeft dus verder geen extra aandacht.
-__ Stadhouderskade-WA en Stadhouderskade-OR:
o Vanuit Agenda Amsterdam Autoluw worden de circulatiemaatregelen rondom Van Woustraat op de
Stadhouderskade naar het gebied vanaf de Museumbrug tot de Torontobrug onderzocht.
Optimalisaties voor de doorstroming worden hierin meegenomen per kruispunt. De huidige en
toekomstige situatie worden hierin als vitgangspunt genomen.
o _Dittraject behoeft dus verder geen extra aandacht.
- Amstelveenseweg:
o Voor het deel Amstelveenseweg rondom Stadionplein is kort geleden een groene golf ontwikkeld en
er lopen acties om deze te implementeren.
o _Dittraject behoeft dus verder geen extra aandacht.
o Het advies is om de Wespoortweg mee te nemen in de bovengenoemde extra studies naar en
implementatie van groene golven.
33
Tenzij er grote veranderingen in het (beleid aangaande het) verkeersnetwerk worden geïmplementeerd, is
het de verwachting dat alle mogelijkheden voor groene golven wel zijn geïmplementeerd. Een terugkerende
actie naar het zoeken naar nieuwe mogelijkheden is dus niet zinvol.
Voor de huidige 6 groene golven is het advies om deze regelmatig op de werking te analyseren en de
resultaten te bespreken met de bestuurder. Dit om te voorkomen dat de impact van nieuwe technologische
mogelijkheden en/of nieuwe verkeersituaties niet leiden tot aanpassingen. Het advies is om 1 groene golf per
jaar te analyseren in een cyclus van 6 jaar, te starten in 2023 (om zo ook de maatregelen van met name
Agenda Autoluw de tijd te geven om de impact te tonen.
Inschatting van de kosten die met bovenstaande adviezen gemoeid zijn, zijn gebaseerd op de volgende
vitganspunten:
- Update groene golf Wibaut-as in 2021.
-__ Qvick Scan analyse van situatie Stadhouderskade in 2022. Implementatie van eventuele maatregelen zijn
niet begroot, omdat onbekend is wat deze behelzen.
-__ Jaarlijks 2 onderzoek.
o Gemiddeld 2 op 3 onderzochte trajecten behoeft een update.
o Gemiddeld 4 VRi's pr traject.
Kosten zijn dan:
-__ 2021: Wibaut-as: 60.000 Euro
o Onderzoek naar verbeteringspotentieel: 10.000 Euro door R&D
o Regeling per VRI (8 VRI's): 40.000 Euro door R&D
o Opladen regeling in VRI (8 VRI’s): 8.000 Euro door Assets (Team Licht)
o Onvoorzien: 2.000 Euro
-__ Quick Scan analyse van situatie Stadhouderskade in 2022: 10.000 Euro
o Onderzoek naar verbeteringspotentieel: 10.000 Euro door R&D
o Wanneer de bedoeling is dat daarna de nieuwe regelingen gemaakt worden en geladen in de
automaat op straat, dan zijn de kosten die bij de Wibautas genoemd worden ook hier van toepassing.
- Kosten perjaar vanaf 2023: 20.000 Euro
o 10.000 Euro voor onderzoek door R&D
o 8.000 Euro per jaar (4 (VRIJ) x (5.000 (regeling) + 1.000 (opladen))/ 3 (jaar)) voor ontwikkelen en
implementatie door R&D en V&OR-Stedelijk Beheer onder aansturing van V&OR-VM.
o 2.000 Euro per jaar onvoorzien.
34
| Onderzoeksrapport | 34 | test |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 945
Publicatiedatum 29 juli 2016
Ingekomen op 13 juli 2016
Ingekomen onder u
Behandeld op 14 juli 2016
Uitslag Verworpen
Onderwerp
Motie van het lid Van Lammeren inzake de Voorjaarsnota 2016 (aandacht voor
klimaatvluchtelingen in onderzoek uitbreiding).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Voorjaarsnota 2016 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 449).
Overwegende dat:
— er wereldwijd voor het eerst meer dan 60 miljoen vluchtelingen zijn volgens de
vluchtelingenorganisatie (UNHCR) van de VN;
— het aantal vluchtelingen door de klimaatverandering enorm zal toenemen omdat
mensen verdrinken, geen voedsel meer kunnen verbouwen of er conflicten
ontstaan;
— wetenschappers van het Intergouvernementele Panel voor Klimaatverandering
van Verenigde Naties (IPCC) rond 2020 tientallen miljoenen klimaatvluchtelingen
verwachten.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
Bij het onderzoek voortkomend uit motie 551 Uitbreiding ook rekening te houden met
de komst van klimaatvluchtelingen.
Het lid van de gemeenteraad
J.F.W. van Lammeren
1
| Motie | 1 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 1447
Publicatiedatum 18 november 2016
Ingekomen op 2 november 2016
Ingekomen in brede commissie Begroting
Behandeld op 10 november 2016
Uitslag Aangenomen
Onderwerp
Motie van de leden Duijndam, Roosma, Boomsma en Poorter inzake de Begroting
2017 (verlaging eigen bijdrage Wmo).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Begroting 2017.
Constaterende dat:
— in 2015 ruim 56.000 Amsterdammers gebruikmaakten van een Wmo-voorziening:;
— in Amsterdam voor de lage inkomens de eigen bijdrage per periode in 2016 is
gemaximeerd (op 13 euro per maand voor alleenstaanden; op 18,60 euro voor
meerpersoonshuishoudens) en dat zij daarnaast gecompenseerd worden via
armoedevoorzieningen en andere flankerende regelingen.
Overwegende dat:
— een verlaging van de eigen bijdragen voor de Wmo bijdraagt aan de solidariteit
tussen ziek en gezond;
— de afschaffing van de eigen bijdragen voor ambulante ondersteuning en
dagbesteding per 2017 (conform motie 791 van 14 juli 2016 van het lid Roosma)
een stap in de goede richting is;
— voor de (lage) middeninkomens de inkomensafhankelijke eigen bijdrage nog
steeds flink kan oplopen als wordt gebruikgemaakt van andere Wmo-
voorzieningen, terwijl huishoudens in deze inkomenscategorie bovendien maar
beperkt aanspraak kunnen maken op de in Amsterdam beschikbare flankerende
regelingen;
— Amsterdam wel in het voordeel van de cliënt afwijkt van de landelijke eigen
bijdragen als het gaat om de maximale periodebijdrage en het marginaal tarief,
maar voor het startpunt van de inkomensafhankelijkheid uitgaat van de landelijke
norm;
— het opschuiven van het startpunt van de inkomensafhankelijkheid juist de (lage)
middeninkomens tegemoet kan komen, doordat hierdoor een grotere groep de
gemaximeerde eigen bijdrage betaalt, én daardoor de inkomensafhankelijke
eigen bijdrage voor alle groepen daarboven óók (evenredig) lager wordt;
— het— gezien de extra middelen die vanaf 2017 vanuit het Fonds Zorg, Werk en
Jeugdbeleid in de Begroting beschikbaar zijn — mogelijk is om al voor 2017
middelen vrij te maken voor het verschuiven van het startpunt voor de
inkomensafhankelijkheid ten behoeve van de lage middeninkomens.
1
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
1. een voorstel uit te werken voor een verlaging van de eigen bijdragen voor
Amsterdammers die zorg nodig hebben, ingaande per 1 juli 2017, waarbij de
(lage) middeninkomens in ieder geval profiteren;
2. daarin een variant op te nemen waarbij het startpunt van de inkomensafhankelijke
eigen bijdrage wordt opgeschoven van de huidige 22.486 euro in 2016 naar
24.103 euro vanaf 2017 voor eenpersoonshuishoudens onder de AOW-
gerechtigde leeftijd, en het startpunt voor de andere huishoudtypen evenredig te
verschuiven;
3. de budgettaire consequenties daarvan in kaart te brengen en het voorstel te
voorzien van een passend dekkingsvoorstel, waarbij voor 2017 (incidenteel)
middelen uit het Fonds Zorg, Werk en Jeugdbeleid, die per 1 januari 2017 voor
80% naar de zorgbegroting gaan, kunnen worden ingezet en voor 2018 en verder
structureel middelen binnen de begroting Zorg kunnen worden vrijgemaakt;
4. een en ander financieel te verwerken bij de Voorjaarsnota 2017.
De leden van de gemeenteraad
P.J.M. Duijndam
F. Roosma
D.T. Boomsma
M.F. Poorter
2
| Motie | 2 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 256
Publicatiedatum 4 april 2014
Ingekomen onder E
Ingekomen op woensdag 12 maart 2014
Behandeld op woensdag 12 maart 2014
Status Ingetrokken
Onderwerp
Motie van de raadsleden mevrouw Van der Pligt, de heer Poorter en mevrouw Ulichki
inzake de notitie, getiteld ‘Naar een stedelijk toelatingsbeleid voor het basisonderwijs
in Amsterdam’ (nooit te laat aanmelden).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de voordracht van het college van burgemeester en
wethouders van 11 februari 2014 inzake de notitie, getiteld ‘Naar een stedelijk
toelatingsbeleid voor het basisonderwijs in Amsterdam’ (Gemeenteblad afd. 1,
nr. 241);
Constaterende dat:
— ouders hun kinderen, met dit nieuwe toelatingsbeleid, kunnen aanmelden totdat
hun kind 3 jaar en 2 maanden is;
Overwegende dat:
— er ouders zijn die het Nederlands niet machtig zijn of om een andere reden niet
tijdig op de hoogte zullen zijn of worden van dit toelatingsbeleid;
— kinderen van ouders die niet op tijd zijn aangemeld naar een school moeten waar
dan nog plek over is;
— het doel van het toelatingsbeleid is kinderen een gelijke en eerlijke kans te geven
om toegang te Krijgen op de school waarvoor men voorkeur heeft in de buurt;
— het onwenselijk is dat kinderen van ouders die te laat aanmelden hierdoor minder
kans hebben op die voorkeur school in de buurt;
— het mogelijk is ouders van kinderen die zich met 3 jaar en 2 maanden nog niet
hebben ingeschreven persoonlijk te benaderen . Dit zou bijvoorbeeld kunnen door
een afspraak te maken op het Ouder- en Kindcentrum (OKC) of een huisbezoek te
laten plaatsvinden,
1
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteraad
Nummer 256 Moti
Datum _ 4 april 2014 otie
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
in overleg te gaan met het Breed Bestuurlijk Overleg om het toelatingsbeleid mogelijk
zo aan te passen dat ouders van een kind dat niet is aangemeld bij een school op
de dag dat het 3 jaar en 2 maanden is alsnog actief benaderd worden voor
de inschrijving om loting in de plaatsingsronde alsnog mogelijk te maken.
De leden van de gemeenteraad,
M.M. van der Pligt
M.F. Poorter
F. Ulichki
2
| Motie | 2 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2019
Afdeling 1
Nummer 1750
Ingekomen op 6 november 2019
Ingekomen onder Vv
Behandeld op 7 november 2019
Status Verworpen
Onderwerp
Motie van het lid N.T. Bakker inzake de Begroting 2020 (Stop samenwerking met
Shell)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Begroting 2020.
Overwegende dat:
— De Amsterdam Economic Board als doel heeft om de welvaart en het welzijn van
Amsterdammers te verbeteren;
— De gevolgen van klimaatverandering een bedreiging zijn voor het welzijn van
Amsterdammers;
— Shell lid is van de Amsterdam Economic Board
— Shell tot de meest vervuilendste kapitalisten ter wereld behoort, met een uitstoot
van 34 miljard ton CO2 sinds 1965;
— Shell bijna €45 miljoen spendeert aan lobbyactiviteiten om maatregelen tegen
klimaatverandering te vertragen en blokkeren.
Van mening dat:
— Amsterdam niet moet samenwerken met bedrijven die het welzijn van
Amsterdammers schaadt.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— Alle gemeentelijke samenwerkingen met Shell, van Economic Board tot AMS, per
direct te beëindigen;
— Alle samenwerkingsverbanden van de gemeente Amsterdam met bedrijven door
te lichten op de mate waarin deze bedrijven bijdragen aan klimaatverandering of
maatregelen hiertegen verhinderen;
— De samenwerking met andere vervuilende bedrijven eveneens te beëindigen.
Het lid van de gemeenteraad
N.T. Bakker
4
| Motie | 1 | discard |
8 . . Bezoekadres
A
D Gemeente Ee
Am st e rd am 1014 PN Amsterdam
Postbus 202
1000 AE Amsterdam
x Telefoon 14 020
2x amsterdam.nl
Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam
Datum 28 maart 2017
Ons kenmerk
Uw kenmerk
Behandeld door [email protected]
Kopie aan Raadscommissie Bouwen, Wonen, Wijkaanpak en Dierenwelzijn
Bijlage
Onderwerp Protest tegen misbruik van roofvogels en uilen op drukke braderieën
Geachte
Dank v voor vw e-mail waarin v bezwaar maakt tegen het gebruik van roofvogels en uilen op
drukbezochte braderieën in de stad. Helaas heeft de gemeente niet de bevoegdheid om dit
gebruik te verbieden. Op dit moment staat de nationale wetgeving toe om roofvogels als huisdier
te houden en te gebruiken bij evenementen. Dit wil echter niet zeggen dat de gemeente
Amsterdam dit soort optredens goedkeurt, integendeel.
In april 2016 heeft de gemeenteraad de Agenda Dieren vastgesteld, een agenda met maatregelen
die moeten leiden tot een diervriendelijk Amsterdam. Samen met wethouders dierenwelzijn van
andere gemeenten heb ik er vorig jaar — namens het college - bij de rijksoverheid op aangedrongen
snel te komen met een positieflijst (geschiktheid/ongeschiktheid om diersoorten te mogen
houden) voor vogels, reptielen en amfibieën. Tot nu toe staan alleen zoogdieren op deze lijst. Het
college is er op tegen dat vogels, reptielen en amfibieën bij evenementen worden gebruikt, maar
gemeenten hebben van de rijksoverheid geen bevoegdheid gekregen om evenementen met
dieren te verbieden op grond van dierenwelzijn. Met het ministerie van Economische zaken heeft
overleg plaatsgevonden waarbij onder meer verzocht is om gemeenten meer bevoegdheden te
gaan geven om beperkingen te stellen aan evenementen met dieren.
Bij de aanvraag van evenementen is het niet verplicht aan te geven of er bij het evenement dieren
: worden gebruikt. De aanvrager vraagt in algemene bewoording een activiteit aan (braderie), maar
hoeft geen uitputtende opsomming van de verschillende activiteiten te geven. Aanvragen van
“vergunningen voor evenementen mogen niet worden geweigerd op grond van dierenwelzijn. Om
dierenleed te voorkomen kunnen wel voorwaarden worden gesteld om te zorgen dat de dieren
Een routebeschrijving vindt u op www.amsterdam.nl.
Gemeente Amsterdam Datum 28 maart 2017
Ì Kenmerk :
Pagina 2 van 2 |
gezond zijn en de houder vakbekwaam is. Het college gaat het beleid voor evenementen in de
openbare ruimte in 2017 daarom zodanig aanpassen, dat er voor evenementen waarbij dieren zijn |
betrokken altijd een evenementenvergunning moet worden aangevraagd, en daarbij |
verplichtingen op te nemen over benodigde gezondheidsverklaring en vakbekwaamheid. |
Ik hoop v hiermee voldoende geïnformeerd te hebben. |
|
|
Met vriendelijke groet,
Á |
Laurens \vens |
Wethouder bouwen, wonen en dierenwelzijn |
|
|
Î
Í
I
|
Î
|
|
|
Î
|
|
|
2 |
|
|
| Raadsadres | 2 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2018
Afdeling 1
Nummer 273
Datum indiening 31 juli 2017
Datum akkoord college van b&w van 6 maart 2018
Publicatiedatum 7 maart 2018
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Groot Wassink inzake een illegaal
museum ter verering van Franco.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragensteller:
Uit berichtgeving op AT5' en een artikel in El Pais? blijkt dat een bewoner in de
Jordaan een illegaal museum ter verering van de Spaanse dictator Franco heeft
ingericht in zijn eigen woning. GroenLinks is uitgesproken tegenstander van de
verheerlijking van fascisme in het algemeen, en van een dictator zoals Franco in het
bijzonder. Hier in persoonlijke sfeer vorm aan geven, is niet verboden. Echter, uit het
artikel in El Pais blijkt dat deze man ook bezoekers ontvangt in zijn museum:
“Itis not like people are lining up at the door to come see his collection, but Henk
says he gets around 20 visitors a week and hopes to make a greater impact in
future.”
De fractie van GroenLinks ontving zorgwekkende berichten van Spanjaarden die zich
gekwetst voelen door het bestaan van dit illegale museum. Ook vinden wij dit een
grove belediging voor de Amsterdammers en hun nabestaanden die hebben
gevochten tegen het verderfelijke regime van Franco in de jaren '30.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Groot Wassink, namens de fractie van
GroenLinks, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van
Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en
wethouders gesteld:
1. Is het college op de hoogte van het bestaan van dit illegale museum?
Antwoord:
Het college is op de hoogte van het feit dat in de Jordaan een bewoner in zijn huis
materiaal heeft verzameld over Franco. Het college begrijpt de zorgen van
GroenLinks, maar wil de term museum nuanceren. Hoewel de bewoner zijn
Youtube-filmpje de titel El Museo Franco heeft gegeven, noemt hij zijn woning
tegenover de wijkagent en de verschillende media geen museum. Aan de
buitenkant van de woning is niets aanwezig dat duidt op een museum of een
1 http://www.at5.nl/gemist/tv/123/25583/-
? https://elpais.com/elpais/2017/03/29/inenglish/1490782719_366483.html
1
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer Lat 2018 Schriftelijke vragen, maandag 31 juli 2017
expositie. De bewoner zegt enkel kennissen (voornamelijk uit Spanje) te
ontvangen die zijn verzameling willen bekijken.
Naar aanleiding van deze schriftelijke vragen en de berichtgeving heeft een
wijkagent van stadsdeel Centrum een bezoek gebracht aan de betreffende
woning. De wijkagent zegt een goed gesprek te hebben gehad met de bewoner.
De wijkagent heeft in de woning foto's, affiches en ander beeldmateriaal van
Franco aangetroffen. Er zijn geen opruiende teksten aanwezig in de woning.
Gezien deze bevindingen is het college van mening dat er geen sprake is van
een museum.
2. Vindt het college het net als de fractie van GroenLinks onwenselijk dat de
ideologie van Franco wordt vereerd?
Antwoord:
Het college vindt het onwenselijk dat de ideologie van het fascisme, in dit geval
van Franco, wordt vereerd.
3. Heeft het college enig zicht op het aantal bezoekers van dit illegale museum en
de eventuele entreegelden die betaald zijn?
Antwoord:
De bewoner zegt in verschillende media dat het aantal bezoekers in drukke tijden
tussen de 10 en de 15 per week ligt. Deze bezoekers zijn kennissen
(voornamelijk uit Spanje) die hem benaderen via Facebook wanneer zij een
bezoek brengen aan Amsterdam. De bewoner vraagt geen entree aan de mensen
die zijn woning bezoeken.
4. In hoeverre zijn de activiteiten van deze bewoner strafbaar?
Antwoord:
De activiteiten van de bewoner zijn niet strafbaar. De verering blijft beperkt tot de
privésfeer; de gemeente is niet gemachtigd hier iets aan te doen. Zolang er geen
overlast is kan de gemeente strafrechtelijk geen stappen ondernemen.
Het aantal bezoeken is te laag om een vergunning te verplichten. Een vergunning
is verplicht als minimaal 50 bezoekers gelijktijdig op bezoek zijn. Daarnaast zegt
de bewoner dat de bezoekers bekenden van hem zijn. Aan de buitenkant van de
woning is geen aanduiding van een museum of expositie aanwezig.
5. Welke stappen gaat de gemeente — als er sprake is van een illegaal museum of
anderszins — nemen om een einde te maken aan deze openlijke verheerlijking
van het fascisme?
Antwoord:
Naar het oordeel van het college is er op dit moment geen sprake van een illegaal
museum of openlijke verheerlijking van het fascisme. De wijkagent heeft
toegezegd de woning in de gaten te houden.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
2
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
weing 13 Gemeenteblad
ummer seal: on
Datum 7 maart 2018 Schriftelijke vragen, maandag 31 juli 2017
A.H.P. van Gils, secretaris J.J. van Aartsen, waarnemend burgemeester
3
| Schriftelijke Vraag | 3 | train |
> < Gemeente Raadsinformatiebrief
Amsterdam
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 6 september 2022
Portefeuille(s) Volkshuisvesting
Portefeuillehouder(s): Zita Pels
Behandeld door Directie Wonen, [email protected]
Onderwerp Aankondiging Amsterdamse Aanpak Volkshuisvesting
Geachte leden van de gemeenteraad,
Met deze brief informeert het college u over het project Amsterdamse Aanpak Volkshuisvesting.
Schaars, duur en niet altijd toekomstbestendig: Amsterdam heeft een woonopgave. Ook staat
Amsterdam voor een omvangrijke opgave op het gebied van wonen en zorg. De toenemende ver-
grijzing én de huisvesting van kwetsbare bewoners vraagt om meer woonruimte met passende on-
dersteuning vanuit zorg en welzijn. Dit terwijl er gelijktijdig sprake is van een schaarste aan wonin-
gen en krapte op de arbeidsmarkt voor zorgpersoneel. Om antwoord te bieden op deze grote
vraagstukken wil het college dat wonen in Amsterdam fundamenteel anders wordt in de komende
20 jaar. Dit vereist een doordachte, integrale en rechtvaardige prioritering van de inzet van de ge-
meente op het gebied van wonen. Daarom gaat het college een Amsterdamse Aanpak Volkshuis-
vesting opstellen, waarin de prioriteiten voor de korte, middellange en lange termijn worden vast-
gelegd. Wethouder Pels heeft de regie in deze aanpak en zal hierin samenwerken met wethouder
van Dantzig omdat bij het zoeken naar oplossingen de bestaande bouw en nieuwbouw in samen-
hang bekeken moet worden.
Naast de urgente maatschappelijke opgave die het college ziet, geldt er vanuit de Woningwet ook
een verplichting voor gemeenten om een actuele woonvisie te hebben die de basis vormt voor
prestatieafspraken tussen de gemeente, corporaties en huurdersorganisaties. Daarnaast bevat
een landelijk wetsvoorstel, met wijzigingen in de Huisvestingswet, het voorstel dat de gemeente
een actuele woonvisie heeft als voorwaarde voor het kunnen voeren van een huisvestingsverorde-
ning. Met het opstellen van de Amsterdamse Aanpak Volkshuisvesting komt het college tegemoet
aan zowel haar maatschappelijke als wettelijke verplichtingen.
Reikwijdte
De Amsterdamse Aanpak Volkshuisvesting is kaderstellend voor de gehele woningvoorraad, zowel
de bestaande bouw als de nieuwbouw. Een belangrijk onderdeel van de Amsterdamse Aanpak
Volkshuisvesting is een woon-zorg analyse en visie. De aanpak geeft richting aan de woonstad die
Amsterdam op de lange termijn wil zijn maar geeft tegelijkertijd inzage in de inspanningen die we
op kortere termijn doen om deze te bereiken.
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 6 september 2022
Pagina 2 van 3
Participatietraject
Bij een onderwerp dat zoveel impact heeft op het leven van Amsterdammers als wonen, is het ex-
tra van belang om op een betekenisvolle manier bewoners en andere stakeholders bij het maken
van beleid te betrekken. We organiseren daarom participatie tijdens het maakproces. Het niveau
van participatie voor de aanpak is: meedenken (adviseren). Dit betekent dat de gemeente betrok-
kenen om advies vraagt. Amsterdammers kunnen de gemeente ideeën of suggesties meegeven
terwijl het beleidsstuk geschreven wordt. Of de opgehaalde suggesties worden overgenomen
hangt ook af van de geldende financiële kaders.
We werken op basis van ambities en doelen voor het wonen in Amsterdam. De individuele Amster-
dammer nodigen we vit om op een interactieve webpagina te ontdekken wat de aanpak voor hen
betekent en om mee te denken over de ambities en doelen. De stadsdelen worden actief betrok-
ken bij dit proces om signalen uit de stad op te halen en mee te denken over de aanpak. We nodi-
gen Amsterdammers in alle stadsdelen uit bij publieksbijeenkomsten in buurthuizen, bibliotheken
of sportkantines. Andere stakeholders nodigen we ook uit voor besloten themabijeenkomsten en
ook zij kunnen op de website reageren. Verder organiseren we focusgroepen voor mensen uit
doelgroepen waarvan we meer informatie willen weten ten behoeve van onze beleidsvoorstellen.
Planning
In september 2022 start het uitgebreide participatietraject met Amsterdammers en andere be-
langrijke stakeholders zoals corporaties, ontwikkelaars en zorgpartijen. Alle stakeholders kunnen
gedurende meerdere weken hun reacties online en offline geven. Van de bijeenkomsten zullen
verslagen worden gemaakt. In november 2022 geven we een duidelijke terugkoppeling over het-
geen dat is opgehaald en hoe dat in het beleidsstuk wordt verwerkt. Vervolgens schrijven we de
Amsterdamse Aanpak Volkshuisvesting in december 2022 af en gaat deze in januari 2023 naar het
College van B&W ter instemming voor inspraak. Planning is dat in janvari 2023 een eerste voorstel
voor de Amsterdamse Aanpak Volkshuisvesting wordt vrijgegeven ter inspraak voor iedereen. Te-
gelijkertijd worden stadsdelen, regiogemeenten en provincie officieel om advies gevraagd.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 6 september 2022
Pagina 3 van 3
Tijdens het beleidsvormende proces vindt er viteraard al afstemming plaats met de belangrijkste
stakeholders en stadsdelen. Na verwerking van alle inspraakreacties zal volgens planning de defi-
nitieve aanpak in juni 2023 in de gemeenteraad worden behandeld.
Het college hoopt u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
En fl |
he, rd / el i
Zita Pels Reinier van Dantzig
Wethouder Volkshuisvesting Wethouder Woningbouw en Stedelijke Ontwikkeling
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Brief | 3 | train |
RIJKSMIDDELEN
NATIONAAL PROGRAMMA
LEEFBAARHEID EN VEILIGHEID
November 2022
Inleiding
Over dit document
In juli 2022 is het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid gelanceerd. Met dit
programma zet het Rijk de eerste stappen voor een langjarige inzet om samen met gemeenten
en andere lokale partijen de leefbaarheid en veiligheid in twintig zogenaamde focusgebieden B
(negentien steden) weer op orde te krijgen en de bewoners weer perspectief te bieden. Zuidoost
en Nieuw-West zijn twee van de twintig gebieden. Dit betekent overigens niet dat middelen van
het programma specifiek zijn voorbehouden aan deze twintig gebieden. Per regeling kan dit
verschillen. Per regeling bekijken we daarom op welke wijze Amsterdam gebruik kan maken van
de middelen (Zuidoost en/of Nieuw-West en/of Noord of de hele stad).
Met dit programma investeren verschillende ministeries om de stapeling van problemen aan te
pakken. Zo wordt er geïnvesteerd in betere volkshuisvesting (€ 600 miljoen), het voorkomen van
jeugderiminaliteit (€ 82 miljoen) en de aanpak van armoede en schulden (€ 20 miljoen). Ook
wordt er geïnvesteerd in het verbeteren van de onderwijskwaliteit en de versterking van scholen
met veel leerachterstanden. ARA ENT:
Leeswijzer
In dit document geven we een overzicht van de verschillende maatregelen vit het Nationaal
Programma Leefbaarheid en Veiligheid die (financieel) relevant zijn voor de Masterplannen in
Zuidoost en Nieuw-West en de Aanpak Noord. In samenspraak met het ministerie van BZK
hebben we de meest actuele informatie opgenomen. We gaan eerst in op de zes meest relevante
regelingen. Daarnaast geven we een overzicht van overige middelen die van belang zijn. De
bijlage bevat een overzicht van alle financiële middelen (die gerelateerd zijn aan het
programma) en een nadere toelichting op de zes meest relevante regelingen. Wolkshutevasting,an Ruimtelijke Ordening
x = . Wonen
% 1- Volkshuisvestingfonds
Toelichting regeling Relevantie Amsterdam
Omschrijving Eerder toegekend
Het Volkshuisvestingsfonds (VHF) is gericht op herstructurering van de Het Rijk heeft in 2021 € 41 miljoen toegekend aan Zuidoost vanuit het
bestaande, met name particuliere, woningvoorraad in kwetsbare VHF.
gebieden. Met de beschikbare middelen van €600 miljoen (tot en met - - - _
2026) levert de rijksoverheid een bijdrage aan de herstructurering van Relevantie voor Zuidoost, Nieuw-West en Noord
circa 25.000 particuliere woningen in kwetsbare gebieden. Bij de eerste tranche is ook voor Nieuw-West een aanvraag ingediend
. Deze is toen niet toegekend. De regeling voor de tweede tranche
Verdeling gelden wordt niet identiek aan de regeling voor de eerste tranche. Dit
Via aanvraagprocedure betekent mogelijk dat de eerdere aanvraag vanuit Nieuw-West moet
. worden aangepast. Er zijn uiteraard geen garanties zijn voor het
Beschikbaar budget verkrijgen van een toekenning. Mogelijk wordt in de tweede tranche
€ 6oo miljoen in periode 2023 — 2026 een maximum ingesteld aan de hoogte van de aanvraag.
Afbakening Als de exacte contouren van het fonds bekend zijn, kan worden
î . bekeken of Noord ook i king komt het fonds.
Voor het VHF zijn gebieden waar de leefbaarheid onder druk staan KEKEN O1 NOOT DOS IN dANMENAND KON VOOR NE TONES
leidend. Het gaat hierbij om gebieden die gemiddeld laag score op Aanvrager
indicatoren met betrekking tot woningkwaliteit, sociaaleconomische .
ee: Gemeente Amsterdam (in samenwerking met woningcorporaties)
kenmerken en veiligheid.
Planning
Naar verwachting begin 2023 worden de exacte contouren van het
fonds bekend gemaakt. In 2023 gaat de volgende tranche voor nieuwe
aanvragen open.
x = = Wonen
% 2. Woningbouwimpuls
Toelichting regeling Relevantie Amsterdam
Omschrijving Eerder toegekend
Het doel van de Woningbouwimpuls (WBI) is het sneller bouwen van In 2021 is vanuit de derde tranche van de WBI financiering toegekend
meer betaalbare woningen. De rijksoverheid zorgt ervoor dat er meer voor Zuidoost (Gaasperdam, 2.261 woningen) en voor Nieuw-West
woningbouwprojecten financieel haalbaar zijn. Met de WBI worden (Röellbuurten, 1.653 woningen).
onrendabele toppen gedekt om het woningaanbod te vergroten. Relevantie voor Zuidoost, Nieuw-West en Noord
Verdeling gelden Aanvragen zijn ingediend voor Zuidoost, Nieuw-West en Noord.
Via aanvraagprocedure
Aanvrager
Beschikbaar budget Gemeente Amsterdam
€ 400 miljoen in periode 2023 — 2026. Voor de vierde tranche van de
WBI is € 300 miljoen beschikbaar.
Afbakening
Gemeenten (niet beperkt tot de twintig focusgebieden)
Planning
Gemeenten konden tot 25 september 2022 een aanvraag indienen
voor de vierde tranche van de WBI bij Rijksdienst voor Ondernemend
Nederland. In december 2022 wordt bekend welke projecten een
bijdrage krijgen.
2x E Veiligheid
x 3: Preventie met gezag
Toelichting regeling Relevantie Amsterdam
Omschrijving Eerder toegekend
Het kabinet zet structureel in op preventie van (ondermijnende en Met incidentele middelen is in de vorige kabinetsperiode een impuls
georganiseerde) jeugdcriminaliteit. gegeven aan de wijkgerichte en preventieve aanpak van
. georganiseerde en ondermijnende criminaliteit in acht gemeenten,
Verdeling gelden
waaronder Amsterdam.
Via aanvraagprocedure Relevantie voor Zuidoost, Nieuw-West en Noord
Beschikbaar budget Vanuit Amsterdam hebben we vóór de zomer een aanvraag ingediend
€ 60 miljoen in 2022, oplopend naar € 143 miljoen vanaf 2025. voor Zuidoost en Nieuw-West. Amsterdam krijgt € 6 miljoen per jaar
Afbakeni voor beide stadsdelen samen, in eerste instantie voor de komende vier
akening jaar. Mogelijk wordt dit bedrag nog iets verhoogd.
Een start wordt gemaakt in een aantal geprioriteerde gemeenten, Aanvrager
waaronder zestien stedelijke focusgebieden.
. Gemeente Amsterdam (in samenwerking met woningcorporaties)
Planning
Gemeenten konden een projectplan ‘Preventie met gezag’ indienen
vóór 1 juli 2022. Na de zomer zijn de aanvragen aangescherpt. Daarna
zal duidelijk worden hoe verder wordt gegaan en met welke financiële
ondersteuning.
x = Jeugd en onderwijs
% 4 Programma School en Omgeving
Toelichting regeling Relevantie Amsterdam
Omschrijving Eerder toegekend
Het kabinet stimuleert en ondersteunt het verrijken van school en Niet van toepassing
omgeving, te beginnen in wijken en op scholen waar de nood het Relevantie voor Zuidoost, Nieuw-West en Noord
oogst is. In het schooljaar 2022-2023 wordt gestart met 45 lokale
coalities met een bestaand aanbod van een verrijkte schooldag In Amsterdam zijn zes coalities geselecteerd als een van de 45
(voorlopers). voorlopers. Twee van deze coalities komen uit Zuidoost, drie uit
. Nieuw-West en een coalitie is actief in vijf stadsdelen, waaronder
Verdeling gelden Zuidoost, Nieuw-West en Noord.
Via aanvraagprocedure Aanvrager
Beschikbaar budget " 3
3 Coalitie van scholen, gemeente Amsterdam en andere lokale partijen
€ 34 miljoen voor een eerste groep van 130 gebieden (coalities van
scholen, gemeenten en andere lokale partijen), in schooljaar 2022 —
2023. Hiervan is € 26,4 miljoen beschikbaar voor 45 voorlopers, € 5
miljoen voor 5o doorgroeiers en € 2,6 miljoen voor 35 starters.
Afbakening
Coalities van scholen, gemeenten en andere lokale partijen kunnen
een aanvraag doen.
Planning
De 45 voorlopers zijn geselecteerd. Na de zomervakantie konden ook
doorgroeiers en starters subsidie aanvragen.
x . Werk en armoede
% 5: Arbeidsmarkt, armoede en schulden
Toelichting regeling Relevantie Amsterdam
Omschrijving Eerder toegekend
Het ministerie van SZW wil samen met gemeenten, maatschappelijke Niet van toepassing
organisaties, buurtorganisaties, vrijwilligers en werkgevers social Relevantie voor Zuidoost, Nieuw-West en Noord
impact bonds sluiten en nagaan wat nodig is om de stapeling van
problematiek in de stedelijke focusgebieden te doorbreken of te Deze middelen zijn relevant voor Zuidoost en Nieuw-West (de aanpak
voorkomen. Resultaten uit de Hackathon Gebiedsgerichte aanpak is gericht op de twintig focusgebieden).
geldzorgen, armoede en schulden zullen in samenwerking met de A
focusgebieden worden uitgewerkt, beproefd en toegepast. anvrager
Verdeling gelden Nog niet bekend
Nog niet bekend
Beschikbaar budget
€ 12 miljoen in 2023, € 4 miljoen in 2024 en in 2025.
Afbakening
De middelen zijn specifiek bedoeld voor de twintig focusgebieden.
Planning
Nog niet bekend
x = Divers
6. Regio Deals
Toelichting regeling Relevantie Amsterdam
Omschrijving Eerder toegekend
In Regio Deals werken regionale partijen en Rijk samen als partners om In 2019 is de Regio Deal ZaanlJ gesloten tussen het Rijk, de provincie
de kwaliteit van leven, wonen en werken en leefomgeving van Noord-Holland en de gemeenten Amsterdam, Zaanstad en Oostzaan.
inwoners — de brede welvaart — te vergroten. De totale investering bedraagt € 15 miljoen; het Rijk draagt € 7,5
Verdeling gelden miljoen bij.
Relevantie voor Zuidoost, Nieuw-West en Noord
Via aanvraagprocedure
. Amsterdam en enkele samenwerkingspartners zijn voornemens een
Beschikbaar budget
aanvraag in te dienen als vervolg op de eerdere Regio Deal ZaanlJ. De
Het kabinet heeft in totaal € goo miljoen gereserveerd voor de Regio aanvraag heeft onder meer betrekking op Amsterdam Noord.
Deals. Voor de vierde ronde Regio Deals is een bedrag van € 284,2 A
: SD, 3 anvrager
miljoen gereserveerd, daarnaast dragen regio’s zelf ook financieel bij.
In 2024 en 2025 volgen nog twee nieuwe tranches. Gemeente Amsterdam in samenwerking met andere partijen.
Afbakening
Gemeenten, provincies, kennis- en culturele instituten, ondernemers
en maatschappelijke organisaties maken samen een integrale aanpak.
Planning
Tussen 15 juli en 15 november 2022 kunnen regio's voorstellen indienen
voor de vierde ronde van de Regio Deals. Begin janvari 2023 beslist het
kabinet met welke regio’s een deal wordt vitgewerkt en voor welk
bedrag.
Overige middelen
Toelichting Overzicht overige middelen
Naast de hiervoor beschreven zes maatregelen worden in het = Versterken onderwijskwaliteit
Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid ook andere . K liikheid
middelen genoemd (zie het overzicht hiernaast en de bijlage op sheet ansengenjhet
11 voor een financieel overzicht van alle middelen). "Investeren in goede leraren en schoolleiders
Het Rijk neemt de inspanningsverplichting op zich om samen met het =_ Verhoging leeftijd kostendelersnorm
lokaal bestuur en de gebieden na te gaan of — in lijn met de gestelde == EZKIKI
doelen — prioriteren naar of richten op de stedelijke focusgebieden aan ‚Klimaat
de orde is. Daarnaast is er volgens het programma ook voldoende = Nationaal isolatieprogramma
ruimte voor inzet op verbreding naar andere gebieden dan de _
stedelijke focusgebieden. = Verduurzaming maatschappelijk vastgoed
Op dit moment is voor deze middelen nog niet bekend in hoeverre *_ Stimuleren van wooncombinaties
deze relevant zijn voor Amsterdam. In sommige gevallen moet de =__Woon-zorgcombinaties
regeling of vitwerking nog gemaakt worden. We houden hierover
contact met het ministerie van BZK. "Dak-en thuislozen
" __Preventieakkoord
"Stimuleren sport en bewegen
=__ Kansrijke start
BIJLAGEN
1. Bestedingen over de jaren
2. Toelichting regelingen
% Bestedingen over de jaren
%
VRO
Woningbouwimpuls (10 x 100 miljoen) 100 100 100 100
Volkshuisvestingsfonds (4 x 150 miljoen) 150 150 150 150
JenV
Preventie met gezag 60 138 149 143 143 143
OCW
Versterken onderwijskwaliteit 500 600 1.000 1.000 1.000 1.000
Kansengelijkheid 200 300 goo 1.000 1.000 1.000
Investeren in goede leraren en schoolleiders 800 800 800 800 800 800
SZW
Envelop arbeidsmarkt, armoede en schulden 12 h 4
Verhoging leeftijd kostendelersnorm 64, 64 65 66 74
BZK
Regio Deals 50 250 300 300
EZK/Klimaat
Nationaal isolatieprogramma 180 360 562
Verduurzaming maatschappelijk vastgoed 100 330 464
vws
Stimuleren van wooncombinaties 10 20 30 40 50
Woon-zorgcombinaties 38 75 88 100
Dak- en thuislozen 65 65 65 65 65 65
Preventieakkoord 60 60 60 60
Stimuleren sport en bewegen 25 25 25 25 25 25
Kansrijke start 10 23 23 23 23 23
Totaal 1.807 2.672 4-028 4-555 4-438 3.180
x = n Wonen
% 1- Volkshuisvestingfonds
%
Toelichting vanuit het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid
Het Volkshuisvestingsfonds (VHF) is gericht op herstructurering van de bestaande, met name particuliere,
woningvoorraad in kwetsbare gebieden. Met de beschikbare middelen van €600 miljoen (t/m 2026) leveren we
een bijdrage aan de herstructurering van circa 25.000 particuliere woningen in kwetsbare gebieden. Dit is
aanvullend op de eerste tranche van het Volkshuisvestingsfonds uit 2021 waarmee al 22.000 woningen de
komende 10 jaar worden geherstructureerd. In het najaar van 2022 worden de exacte contouren van het fonds
bekend gemaakt. In 2023 gaat de volgende tranche voor nieuwe aanvragen open.
Net als bij de eerste tranche kunnen gemeenten dan een aanvraag doen voor een toekenning, waarbij zal worden
voorgesorteerd op projecten die zijn ingebed in een integrale gebiedsgerichte aanpak met interventies op het
fysieke-, sociaaleconomische- en veiligheidsdomein. De samenwerking tussen gemeenten en woningcorporaties
is hierbij een pre, omdat er vaak sprake is van gemengde VvE's en gespikkeld bezit van woningcorporaties in
wijken. Woningcorporaties pakken de verbeteropgave voor hun eigen woningen op.
Het VHF is hoofdzakelijk gericht op de aanpak van slechte particuliere woningen in kwetsbare gebieden. De
aanpak van de te herstructureren corporatiewoningen wordt geregeld via de afspraken die in het kader van de
afschaffing van de Verhuurderheffing worden gemaakt. Wel blijft er aandacht voor gespikkeld bezit. Voor het VHF
zijn gebieden waar de leefbaarheid onder druk staan leidend. Het gaat hierbij om gebieden die gemiddeld laag
score op indicatoren met betrekking tot woningkwaliteit, sociaaleconomische kenmerken en veiligheid. Een
belangrijk aandachtspunt bij het VHF zal zijn in welke mate de belangen van de zittende bewoners van een gebied
zijn meegenomen in de plannen. Dit kan gaan over aspecten zoals het recht van terugkeer en
herhuisvestingsfaciliteiten. Ook de mate waarin bewoners van een gebied participeren in de voorgenomen
ontwikkelingen wordt een belangrijk punt van beoordeling.
x = n Wonen
% 1- Volkshuisvestingfonds
Toelichting vanuit het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid (vervolg)
Bij de verdere uitwerking van de contouren van het VHF wordt nadrukkelijk gekeken naar de andere middelen die
ingezet kunnen worden voor het aanpakken van de bestaande woningvoorraad. Verduurzaming van de
woningvoorraad door renovatie van bestaande woningen krijgt hierdoor een minder centrale rol in de tweede
tranche van het VHF. Dit wordt ondervangen door inzet van middelen uit het Nationaal Isolatieprogramma.
Tenslotte wordt nagegaan op welke manier het onttrekken van incourante woningen en toevoegen van kwalitatief
goede woningen, die bijdragen aan het creëren van gemengde leefbare wijken, de nadruk kan krijgen in het VHF.
Ook blijft er aandacht voor de aanpak van openbare ruimte en collectieve maatschappelijke voorzieningen.
Toelichting op het Volkshuisvestingsfonds
Meer informatie is te vinden via deze link.
x . = Wonen
% 2. Woningbouwimpuls
Toelichting vanuit het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid
Het doel van de Woningbouwimpuls (WBI) is het sneller bouwen van meer betaalbare woningen. We zorgen ervoor
dat er meer woningbouwprojecten financieel haalbaar zijn. Met de WBI worden onrendabele toppen gedekt om
het woningaanbod te vergroten. Voor de vierde tranche van de WBI is €300 miljoen beschikbaar en deze wordt in
augustus 2022 opengesteld. Voor de stedelijke focusgebieden kan de WBI eraan bijdragen om tot een meer
gemengde woningvoorraad te komen. In eerdere tranches van de WBI heeft een aantal stedelijke focusgebieden al
een aanvraag toegekend gekregen.
Actie:
In afstemming met het programma Woningbouw stimuleren we de stedelijke focusgebieden om met de WBI extra
woningen toe te voegen (aan de verdichtingsopgaven) om te komen tot meer gemengde wijken. De
focusgebieden volgen hierbij de reguliere aanvraagprocedure.
Toelichting van het ministerie van BZK
De bijdrage is bedoeld voor het versnellen van de bouw, het vergroten van het aantal nieuwbouwwoningen in een
project of het vergroten van de betaalbaarheid van de woningen voor starters en mensen met een
middeninkomen.
Ten opzichte van de derde tranche wordt de regeling ook toegankelijker voor (kleine) gemeenten die een
gebundelde aanvraag doen, en kunnen gemeenten met minder dan 50.000 inwoners een project indienen met
minimaal 200 woningen. Ook wordt er een koppeling gelegd met de (nog af te sluiten) woondeals bij het realiseren
van twee derde betaalbare woningbouw per regio. Ook voor deze ronde worden gemeenten weer ondersteund bij
het voorbereiden van hun aanvraag, door middel van briefings, kennissessies en instructies.
Een toelichting op de procedure is te vinden via deze link.
2x E Wonen
x 3: Preventie met gezag
Toelichting vanuit het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid
Een domeinoverstijgende en gebiedsgerichte preventieve aanpak jeugderiminaliteit
Een geselecteerd aantal gemeenten, waaronder de eerste 15 gemeenten die in de vorige kabinetsperiode al deel
uitmaakten van het programma leefbaarheid en veiligheid aangevuld met andere gemeenten met
jeugdceriminaliteitsproblematiek, krijgt de mogelijkheid om in hun meest kwetsbare wijken een
domeinoverstijgende en gebiedsgerichte aanpak neer te zetten. Die bestaat vit het bieden van kansen aan
jongeren (en indien in beeld: hun broertjes of zusjes) die kwetsbaar zijn om in de criminaliteit te geraken,
maatregelen in de sociale, fysieke en online leefomgeving van de jongeren en het versterken van de justitiële
partners in de wijk, zodat crimineel gedrag gecorrigeerd wordt.
Een aanvullende brede flexibele aanpak
In deze aanpak worden gemeenten of wijken met een specifieke problematiek gericht ondersteund, bijvoorbeeld
door de inzet van bewezen effectieve interventies. Hierbij kan inzet op de fases van preventie verschillen en zijn
verschillende combinaties mogelijk.
Versterking jeugdstrafrechtketen
Hierbij wordt specifiek ingezet op de derde fase van preventie, namelijk het voorkomen dat doorgroei plaatsvindt
en het voorkomen van recidive. We investeren met circa €10 miljoen structureel in de versterking van de
jeugdstrafrechtketen, door de samenwerking in de jeugdstrafrechtketen te versterken en met de (door)
ontwikkeling van straffen en maatregelen voor risicogroepen, zoals doorgroeiers en verharde jonge criminelen.
Een nadere uitwerking van deze aanpak is te vinden in de Kamerbrief Brede preventieaanpak (georganiseerde en
ondermijnende) jeugderiminaliteit van de minister van Justitie en Veiligheid en de minister voor
Rechtsbescherming.
2x E Veiligheid
x 3: Preventie met gezag
Toelichting vanuit het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid
Actie:
Voor de preventieve aanpak van jeugdcriminaliteit heeft het Kabinet onder de noemer ‘Preventie met gezag’
structureel €82 miljoen ter beschikking gesteld en €61 miljoen voor de preventie en aanpak van jeugdcriminaliteit.
Voor de toedeling van (een deel van) de middelen wordt door de minister van JenV en de minister voor Rb in
afstemming met het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid een start gemaakt in een aantal
geprioriteerde gemeenten, waar 16 stedelijke focusgebieden deel van vitmaken. Het door gemeenten hiervoor op
te stellen projectplan ‘Preventie met gezag’ maakt daardoor deels onderdeel vit van lokale vitvoeringsplannen
voor de gebiedsgerichte aanpak in het kader van het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid. Later dit
jaar volgen meer gemeenten. De selectie van deze extra gemeenten wordt gemaakt op basis van
wetenschappelijke rapporten en monitors, zoals de monitor Jeugdcriminaliteit van het WODC, de
Veiligheidsmonitor en de Leefbaarometer.
Toelichting aanpak
Een toelichting is te vinden in de Kamerbrief van 1 juli 2022.
x . Jeugd en onderwijs
% 4 Programma School en Omgeving
Toelichting vanuit het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid
Het creëren van goede condities om te kunnen leren vraagt om versterking van condities in de ‘driehoek’ thuis-
school-omgeving. In veel kwetsbare gebieden zijn schooldagen al verrijkt of bestaat de behoefte dit te starten of
uit te breiden. Juist voor kinderen die opgroeien in een gezin met een laag inkomen is het van belang dat zij via het
verrijken van de school en omgeving hun talenten kunnen ontwikkelen.
Het is aan lokale coalities (scholen, gemeente, en maatschappelijke organisaties zoals de kinderopvang, sport- en
cultuurorganisaties) om een breed aanbod aan activiteiten en ondersteuning vorm te geven dat aansluit bij de
behoeften van kinderen zoals sport en beweging, cultuur en huiswerkbegeleiding. De school heeft een belangrijke
rol in de vormgeving van die verrijkte schooldag. School is een vertrouwde plek om leerlingen én ouders te
bereiken, hun behoeften te signaleren en hen te stimuleren. De programma-organisatie van het stedelijk
focusgebied kan de school hierbij ondersteunen door de regie op een samenhangende inzet tussen school — thuis —
omgeving te voeren en partijen, beleid en middelen bij elkaar te brengen.
x . Jeugd en onderwijs
% 4 Programma School en Omgeving
Toelichting vanuit het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid (vervolg)
Acties:
= Het kabinet stimuleert en ondersteunt het verrijken van school en omgeving, te beginnen in wijken en op
scholen waar de nood het hoogst is. Hierbij wordt gekeken naar de aanwezigheid van armoedeproblematiek
op wijkniveau (relatieve welvaart CBS) en het risico op aanwezigheid van onderwijsachterstanden op
schoolniveau (CBS). Dit sluit aan op de problematiek in de stedelijke focusgebieden.
= In het schooljaar 2022-2023 wordt gestart met 45 lokale coalities (samenwerking tussen school, gemeente, en
maatschappelijke organisaties) met een bestaand aanbod van een verrijkte schooldag (voorlopers). Daarbij
gaat het om het uitbreiden van het huidige aanbod van lokale initiatieven, gericht op een stimulerende en
ondersteunende omgeving, aansluitend op het reguliere lesrooster. Voorbeelden zijn begeleiding bij huiswerk,
steun bij de sociale en mentale ontwikkeling, sport en cultuur en loopbaanoriëntatie. Daarnaast zullen een
aantal startende gebieden worden ondersteund bij de coalitievorming en het ontwikkelen van een passend
aanbod.
= Met het oog op het belang van continuïteit en effectiviteit van de aanpak, is het de intentie deze inzet te
continveren, ook na deze kabinetsperiode. Daarbij wordt in het bijzonder aandacht besteed aan de scholen in
de stedelijke focusgebieden.
Toelichting programma
Een toelichting is te vinden in de Kamerbrief van 7 juli 2022. De subsidieregeling is in juli 2022 gepubliceerd.
. Werk en armoede
% 5. Arbeidsmarkt, armoede en schulden
%
Toelichting Kamerbrief
Een toelichting over de aanpak is te vinden in de Kamerbrief van 12 juli 2022.
x = Divers
6. Regio Deals
Toelichting vanuit het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid
In Regio Deals werken regionale partijen en Rijk samen als partners om de kwaliteit van leven, wonen en werken
en leefomgeving van inwoners — de brede welvaart —te vergroten. De kracht van de regio wordt daarbij
nadrukkelijk benut. Regionale overheden, kennis- en culturele instituten, ondernemers en maatschappelijke
organisaties maken samen een integrale aanpak die past bij de opgave en het DNA van het gebied. Vervolgens
werken de regio en het Rijk het voorstel gezamenlijk uit tot een Regio Deal. De komende jaren is €goo miljoen
beschikbaar om nieuwe Regio Deals af te sluiten. Een aantal van de stedelijke focusgebieden ligt in een regio waar
ook de brede welvaart onder druk staat.
Toelichting kamerbrief
Een toelichting over het proces en het afwegingskader van de vierde tranche Regio Deals is te vinden in de
Kamerbrief van 1 juli 2022.
| Onderzoeksrapport | 20 | train |
Van:
Verzonden: zaterdag 31 mei 2014 15:25
Aan: Info gemeenteraad
CC: Emile Roemer(SP); Rijkswterstaat
Onderwerp:
Geachte Gemeenteraad Amsterdam;
Ik hoorde vanmorgen (Za. 31-5-2014) op radio Purmerend dat binnenkort de
vernieuwde eerste Koen tunnel, na renovatie/verbouwing weer opengaat; der is een
tijd geleden een tweede Koen tunnel gekomen, e/d eerste is toen voor
renovatie/verbouwing dichtgegaan; die gaat binnenkort weer open, dus: er zijn dan
twee koen tunnels om ‘t fileprobleem ‘t hoofd te{kunnen)bieden, das mooi; maar!
als men dan zoiets heeft O er is een tweede tunnel meer asfalt, hup weer meer
blik(auto’s)erop, dan is binnen de kortste keren weer ‘t hele boeltje dicht geslipt met
als gevolg weer meer/meerdere files, dan kan je wel een derde, vierde, vijfde, zesde
enz. enz. enz. tunnels bouwen, alleen ‘t zal je niets helpen, men kan er ook voor
kiezen om gecontroleerd auto’s toe te laten i/d 1e e/d 2e koen tunnel, anders is ‘t
binnen de kortste keren weer een chaos en een puinhoop/janboel.
Mvg.
cc. de gemeenteraad Amsterdam
Rijkswaterstaat
en de tweede kamer(SP)
| Raadsadres | 1 | train |
VN2021-036981 issi ili í
Griffe X Gemeente Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, AZ
Juridische Zaken, Communicatie, Raadsaangelegenheden, Preventie
% Amsterdam en
Jeugderiminaliteit, Vluchtelingen en Ongedocumenteerden, Handhaving
% en Toezicht
Voordracht voor de Commissie AZ van 13 janvari 2022
Ter bespreking en ter kennisneming
Portefeuille Openbare Orde en Veiligheid
Agendapunt 12
Datum besluit n.v.t. n.v.t.
Onderwerp
Burgemeester verbiedt demonstratie “Samen voor NL"
De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen van de persverklaring over het verbieden van demonstratie ‘Samen voor NL’ op 2
januari 2022.
Wettelijke grondslag
Artikel 26 Reglement van orde gemeenteraad en raadscommissies Amsterdam:
Lid 3. Elk lid van de commissie kan voorstellen doen tot behandeling van onderwerpen die niet op de
agenda staan met uitzondering van initiatiefvoorstellen. Het lid van de commissie dient het voorstel
daartoe minstens vijf werkdagen voor de vergadering schriftelijk bij de commissiegriffier in.
Bestuurlijke achtergrond
Het recht op demonstratievrijheid is vastgelegd in de Grondwet en in verschillende
mensenrechtenverdragen. De burgemeester mag op grond van de Wet openbare manifestaties deze
beperken, maar dient dat zorgvuldig te motiveren.
Het recht op demonstreren is niet absoluut. Op grond van het verstoren van de openbare orde
of (volks)gezondheid mag een demonstratie verboden worden. Echter dient de burgemeester
daarin uiterst terughoudend te zijn. Uit de persverklaring volgt niet waarom het verbieden van
demonstratie ‘Samen voor NL’ de enige optie was. Is er bijvoorbeeld gezocht naar een alternatieve
locatie? En waaruit blijkt dat de organisatie “de confrontatie” wilde gaan opzoeken en dat “personen
en groepen aanwezig zullen zijn die uit zijn op ongeregeldheden en bereid zijn om geweld te
gebruiken”. Met andere woorden, het is niet duidelijk waarom het verbieden van de demonstratie de
meest voor de hand liggende keuze was.
Reden bespreking
o.v.v. het lid Khan (Denk).
Uitkomsten extern advies
nvt.
Geheimhouding
nvt.
Uitgenodigde andere raadscommissies
nvt.
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
Gegenereerd: vl.8 1
VN2021-036981 % Gemeente Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid,
Griffie % Amsterdam 0 ee
% Juridische Zaken, Communicatie, Raadsaangelegenheden, Preventie
Jeugderiminaliteit, Vluchtelingen en Ongedocumenteerden, Handhaving
en Toezicht
Voordracht voor de Commissie AZ van 13 janvari 2022
Ter bespreking en ter kennisneming
hee
Welke stukken treft v aan?
Meegestuurd Registratienr. Naam
AD2021-140404 | Amsterdam verbiedt demonstratie.docx (msw212)
AD2021-140398 Commissie AZ Voordracht (pdf)
Ter Inzage
Registratienr. Naam
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Het lid Khan (Denk)
Gegenereerd: vl.8 2
| Voordracht | 2 | discard |
Goede middag
Ik ben ***, woon mn hele leven in Amsterdam. Heb in de jaren 1970 de woningnood
meegemaakt. Ingewoont bij een oude mevr.voor wie het huis te groot was.
Goede oplossing voor 2 jaar.
Nu zie Iik n veel groter probleem waar ik me vreselijk aan stoor. Hier regeert het
kapitaal.
Buitenlandse investeerders met veel geld kopen de in amsterdamse woningen op en
verhuren die voor heel veel geld. Waar blijft de huurbescherming voor mensen die n hus
zoeken?
Tevens is mijn zoon ook slachtoffer.
Hij betaalt voor n huurwoning van n particulier bezitter 1500 euro pm.
Hij kan niet kopen want de bank leent hem niet en voor huur is niets te vinden.
Kan er niet nu ook airbnb wordt aangepakt meteen het verhuren van partculier bezit
door buitenlandse investeerders worden aangepakt?
Graag reactie
Met vriendelijke groet
re ok ok
| Raadsadres | 1 | train |
00:59 7 us an)
« WhatsApp
VA @ v45.os-surveys.nl d
8 Gemeente
x Amsterdam
Volksinitiatief: Amsterdam
heeft een Keuze
Het totaal aantal ondertekeningen tot nu toe:
1670
Datum plaatsing: 9 juni 2020
Amsterdam heeft een Keuze
Aanleiding
Door de corona-pandemie is het toerisme in
Amsterdam in een klap stilgevallen: van
gemiddeld ca. 55.000 bezoekers per dag naar
(bijna) nul. Dit is een enorme strop voor alle
ondernemers die zich richten op toeristen.
Maar het biedt ook een welkome pauze aan
alle bewoners die zich steeds meer vervreemd
voelden van hun binnenstad. De toeristische
druk was immens, de balans tussen wonen,
werken en recreëren was al jaren ernstig
< > 0 @ GO
| Raadsadres | 1 | train |
xX Gemeente Amsterdam
% Stadsdeel Zuid
&
Stadsdeelcommissievergadering
Agenda
Datum 10-05-2023
Aanvang 19:00
Locatie President Kennedylaan 923 - commissiezaal (begane grond)
De vergadering van de Stadsdeelcommissie Zuid begint om 19.00 uur i.p.v. 19.30 uur!
1. Opening en vaststelling agenda
2. Vaststellen conceptverslag vergadering 19 april 2023
3. Algemene inspraak
4. Actualiteiten en mededelingen
4a. Actualiteit - 30% tariefverhoging Albert Cuypmarkt (ingebracht door
lid Limburg, CDA)
4al. Motie: Geleidelijke tariefverhoging kramen Albert Cuyp (ingebracht
door lid Limburg, CDA)
4b. Actualiteit - grote ongeregeldheden bij de RAI tijdens de Turkse
verkiezingen (ingebracht door lid Van Zanten, VVD)
5. Inbreng mevrouw Sorgdrager, voorzitter van de commissie-Sorgdrager, die
onderzoek heeft gedaan naar de toekomst van sekswerk in Utrecht (mevrouw
Sorgdrager was uitgenodigd voor de hoorzitting op 12 april voor
experts/belangengroepen over het erotisch centrum, maar was die avond
verhinderd)
6. Toelichting Proces Stadsverbetering en Stadsbehoud
1
xX Gemeente Amsterdam
% Stadsdeel Zuid
4
7. Mondelinge vragen aan het Dagelijks Bestuur
Ja. Verkeersveiligheid in stadsdeel Zuid (ingebracht door lid Van
Leeuwen, D66)
7b. Verkeersveiligheid Churchilllaan-Scheldestraat (ingebracht door lid
Van Zanten, VVD)
8. Adviesaanvragen
8a. Adviesaanvraag Nota deelvervoer 2023 (termijndatum 15 mei 2023)
8b. Adviesaanvraag concept Uitvoeringsbesluit Afvalstoffenverordening
Amsterdam 2023 (termijndatum 26 mei 2023)
8c. Adviesaanvraag Erotisch Centrum (termijndatum 29 mei 2023)
8d. Adviesaanvraag Afvalplan Zuid (termijndatum 14 juni 2023)
9. Mondelinge vragen aan het Dagelijks Bestuur
10. Vergaderschema, overzichten van schriftelijke vragen, toezeggingen, moties en
(on)gevraagde adviezen
11. Rondvraag
12. Sluiting
13. Ter kennisname
13a. Overzicht beantwoorde vragen SD door DB
2
xX Gemeente Amsterdam
% Stadsdeel Zuid
Z
13b. Afgehandelde moties
3
| Agenda | 3 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2020
Afdeling 1
Nummer 1220
Datum indiening 2 oktober 2020
Datum akkoord 23 oktober 2020
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van de leden Bloemberg-lssa, Naoum Néhmé en
Van Soest inzake de investeringsnota Buiksloterham 2020.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragenstellers:
Bij de fracties van de Partij voor de Dieren, VVD en Partij van de Ouderen leven er
zorgen, net als het Dagelijks Bestuur en inwoners van stadsdeel Noord, over
bepaalde onderdelen binnen de investeringsnota Buiksloterham 2020. Met de
investeringsnota Buiksloterham 2020 voldoet de wijk bijvoorbeeld niet aan de
Amsterdamse referentienorm voor maatschappelijke voorzieningen, groen en sport,
die sinds 2018 door de gemeente wordt gehanteerd bij bouwontwikkelingen.
Indieners hebben vragen over de hoeveelheid gebruiksgroen en wat hier onder
verstaan wordt. Daarnaast willen de indieners weten waarom het college in de ruimte
voor bedrijven en kantoren schrapt (t.o.v. het investeringsbesluit van 2006) en in
hoeverre dit gevolgen zal hebben voor het toekomstige vestigingsklimaat. Ook is het
onduidelijk waarom de oorspronkelijke bouwverhoudingen van 30% sociale huur en
70% midden en duursegment nu worden veranderd in 40% sociale huur en 60%
midden- en duursegment en hoeveel dit de Amsterdamse belastingbetaler zal kosten.
Besluitvorming is daarom uitgesteld in de raadsvergadering van 30 september 2020.
Vragenstellers willen meer informatie van het college om dit mee te nemen in een
nieuwe commissiebespreking.
Gezien het vorenstaande hebben de leden Bloemberg-lssa, Naoum Néhmé
ondergetekende, namens de fractie van de Partij voor de Dieren, VVD en Partij van
de Ouderen, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van
Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en
wethouders gesteld:
1. Het gebruiksgroen zal in plaats van de genormeerde 137.000m2 maar
slechts 85.000m2 beslaan. Welke mogelijkheden ziet het college om het
gebruiksgroen uit te breiden? Zijn hier scenario’s voor?
Antwoord: in totaal wordt er in de uiteindelijke versie van de investeringsnota die
aan de gemeenteraad wordt voorgelegd circa 91.000 m2 aan gebruiksgroen
toegeschreven. Dit is een toename van 6.000 m2 ten opzichte van de 85.000 m2
die in de concept-investeringsnota die in december 2019 is vrijgegeven voor
inspraak. Deze 91.000 m2 gebruiksgroen wordt gerealiseerd in het openbare
ruimte-raamwerk van Buiksloterham. Daarnaast is het reëel er vanuit te gaan dat
er 20% (28325m2) van het ecosysteem groen in de investeringsnota uiteindelijk
kan worden omgezet naar gebruiksgroen door:
1
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer ober 2020 Schriftelijke vragen, vrijdag 2 oktober 2020
e In ieder geval 9000 m2 openbaar gebruiksgroen op de gemeentelijke
kavels in te richten. Vooralsnog is in het HIB op de gemeentelijke kavels
veiligheidshalve in de berekeningen met ecosysteemgroen gerekend.
Vooral de (grotere) gemeentelijke kavels zoals de kavels 8, 18, 19, 25 en
39 lenen zich goed voor het toevoegen van gebruiksgroen. Deze kavels
zullen in meerdere bouwblokken worden opgedeeld met daartussen
ruimte voor straten/paden en openbaar groen.
e De 10m brede ecosysteem groenzone in de Papaverweg waarmee in het
HIB is rekening gehouden om te zetten naar gebruiksgroen.
e Er vanuit te gaan dat in ieder geval 6% (10.000m2) van het
kaveloppervlak bij particuliere ontwikkelingen van ecosysteemgroen naar
gebruiksgroen wordt omgezet. Veiligheidshalve is al het groen op
particuliere kavels (40% van het kaveloppervlak) in het HIB aan
ecosysteemgroen toegerekend. Per ontwikkeling zal het dan gaan om
kleinschalig buurtgroen
Dit betekent de volgende verschuiving in de verhouding tussen
gebruiksgroen en ecosysteemgroen:
ae ee
bovengenoemde
maatregelen
2. Hoeveel openbaar groen blijft er feitelijk over? Wat wordt er onder de
resterende genormeerde 85.000m2 aan gebruiksgroen verstaan? Welke
onderdelen tellen mee? Graag een toelichting.
Antwoord: in de onderstaande tabel wordt inzichtelijk gemaakt hoeveel openbaar
groen er in de investeringsnota Buiksloterham is opgenomen:
| Gebruiksgroen
21190
_Ecosysteemgroen (deels openbaar groen) | _____ |
28985 |
A
Indien ook rekening wordt gehouden met de mogelijkheden om van ecosysteemgroen
gebruiksgroen te maken zoals bij vraag 1 is aangegeven, dan komt het totaal
openbaar groen op 139.175 m2 (9000m2 afkomstig van de gemeentelijke kavels en
10.000 m2 afkomstig van particuliere kavels).
2
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer ober 2020 Schriftelijke vragen, vrijdag 2 oktober 2020
3. Valt de resterende genormeerde 85.000m2 gebruiksgroen binnen het
plangebied? Zo nee, hoeveel procent valt buiten het plangebied? Graag een
toelichting.
Antwoord: van het totaal van circa 91.000 m2 gebruiksgroen in de
investeringsnota valt 13.000 m2 (14%) buiten het plangebied, te weten in het
Buiksloterdijkpark in de Klaprozenbuurt. Door het overschot van de oppervlakte
van dit park voor de Klaprozenbuurt op te nemen in Buiksloterham, wordt voldaan
aan de referentienorm, waarin voor stadsparken een afstandsnorm geldt van 750
m.
4. Vergroening is niet alleen belangrijk om de leefbaarheid van de wijk te
garanderen, maar ook noodzakelijk i.v.m. klimaatadaptatie. Hoe wil het
college de stedelijke groennorm alsnog behalen?
Antwoord: allereerst dient benadrukt te worden dat hoewel het voldoen aan de
indicatieve referentienorm voor groen belangrijk is, er in de investeringsnota
Buiksloterham veel aandacht is besteed aan kwalitatief hoogwaardig groen dat
betekenis heeft voor heel Noord. Hierbij moet gedacht worden aan:
e het doortrekken van de Kadoelerscheg vanuit de Buiksloterdijk / Zijkanaal
| langs Buiksloterham tot aan Overhoeks. Dit nieuwe IJ-oeverpark vormt
een zeer waardevolle toevoeging voor de groenbeleving en vormt een
deel van de ontbrekende schakel in het groen/blauwe (fiets-) netwerk.
e het Johan van Hasseltkanaal is nu een slecht bereikbare waterpartij met
hoge kades zonder veel groen. Straks wordt dit een ecologische zone met
verondiepingen en kleine landaanwinningen die de biodiversiteit
vergroten. De Johan van Hasseltkade wordt vergroend en krijgt een hoge
verblijfskwaliteit die reikt tot het hart van stadsdeel Noord. Het vormt een
belangrijke dwarsverbinding tussen de Kadoelerscheg en de
Noorderparkscheg
Dit gezegd hebbende, draagt met name ecosysteemgroen, naast gebruiksgroen,
bij aan klimaatadaptatie. Deze groentypologieën samen zijn in deze
Investeringsnota vrijwel gelijk aan de referentienorm voor groen, er resteert
slechts een verschil van 1.300 m2. Met de onderstaande tabel wordt dit verschil
verklaard.
[Norm __JHB |
Tekort. HB | |
Een groot deel van het ecosysteemgroen kan de gebruiksfunctie van groen
(spelen en recreëren) weliswaar niet vervullen, maar draagt wel bij aan andere
functies van groen, zoals klimaatadaptatie of biodiversiteit. Daarnaast bestaat
Buiksloterham voor een groot deel uit water, dat ook belangrijke functies vervult
voor het ecosysteem: biodiversiteit, wateropvang, openheid in het gebied,
verkoeling en beperken hittestress.
Gebruiksgroen toevoegen om zodoende aan de gemengd stedelijke
referentienorm voor gebruiksgroen te voldoen is mogelijk, maar heeft
consequenties voor andere ambities. Er zou nog meer landaanwinning in het
Johan van Hasseltkanaal kunnen plaatsvinden dan nu voorgesteld (6.260 m2).
Op basis van eerdere inspraakavonden, de gevoerde co-creatie met de buurt en
vanwege de te verwachte bezwaren hiertegen wordt niet voorgesteld hier de
landaanwinning verder uit te breiden.
3
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer ober 2020 Schriftelijke vragen, vrijdag 2 oktober 2020
Nog meer groen toevoegen kan alleen door het verkleinen van het
bouwprogramma.
Puur vanuit stedenbouwkundig oogpunt zijn er mogelijkheden om kavel 8, 18A,
25 en 39A meer groen te realiseren (ten kosten van woningen, productieve
bedrijfsruimte en financiële haalbaarheid)
Gezien het grote financiële effect en de beperkte toename aan gebruiksgroen is
het omzetten van een uitgeefbaar gemeentelijk kavel(s) naar groen financieel
onhaalbaar. Bij een dergelijke (verdere) verslechtering zal het saldo van de
grondexploitatie onvoldoende zijn om de financiële risico's af te dekken. Hiervoor
zal een voorziening in het Vereveningsfonds getroffen moeten worden, hiervoor
is echter momenteel geen ruimte in het Vereveningsfonds. Bovendien heeft het
negatieve gevolgen voor de andere ambities waaronder minder (betaalbare)
woningen en productieve bedrijfsruimten.
Alles overziend kan dus worden geconcludeerd dat:
— de referentienorm in kwantitatieve zin op 1.300 m2 na wordt behaald
— de verhouding tussen gebruiksgroen en ecosysteemgroen niet conform
referentienorm is maar dat er wel mogelijkheden zijn om deze beter in balans
te brengen (zie beantwoording vraag 1).
— Volledig ‘behalen’ van de norm voor gebruiksgroen financieel niet haalbaar
is.
5. Hoe wil het college de stedelijke sportnorm alsnog behalen?
Antwoord: uitgangspunt is dat binnen het projectgebied in totaal 20.000m2 aan
netto sportterrein gerealiseerd wordt. Dit vraagt om een zorgvuldige
ontwikkelstrategie, zowel in ruimte als in tijd. Vooralsnog wordt binnen het
projectgebied voorzien in:
e een sportcluster van 10.000 m2 bij kavels W1 en 18A
e kleinschalige sport van 2.400 m2 nabij kavel 39A/46.
e Bij elkaar opgeteld is dit 12.400 m2 aan buitensport.
e Voorde resterende opgave is in het project een inpassingsopgave van
7.600 m2 aangeduid. Een uitgevoerde ruimtelijke verkenning laat een
ruimtepotentie van 9.400 m2 zien, zoals meer ruimte creëren op de
aangewezen sportplekken, of extra clusters creëren in het plangebied. Dit
moet verder uitgewerkt worden; binnen de ontwikkelstrategie moeten
afwegingen gemaakt worden.
Daarnaast wordt vanuit het project bijgedragen aan 22.000 m2 sport in Sportpark
Kadoelen. Intensivering van het bestaande sportpark is een win-winsituatie; we
faciliteren nieuwe inwoners om te kunnen sporten en bewegen én bieden ruimte
voor bestaande sportverenigingen om door te groeien.
Met de inpassing van kleine sportvoorzieningen binnen het plangebied en de
bijdrage aan de intensivering van sportpark Kadoelen, komen we tot een divers
en aan elkaar complementair sportaanbod voor de nieuwe inwoners van
Buiksloterham. Door deze en aangrenzende sportvoorzieningen onderling goed
met elkaar te verbinden en qua programma op elkaar af te stemmen, ontstaat een
sport- en beweegnetwerk wat dooradert tot buurtniveau.
6. Wanneer krijgt de raad te horen of het behalen van de sportnorm
buitensporten buiten het plangebied mogelijk is?
Antwoord: Afgelopen zomer is een ambtelijke inventarisatie afgerond van
potentiele locaties in Noord, gekoppeld aan de 1-2-3 aanpak:
1. sport binnen plangebieden,
2. intensiveren bestaande sportparken
4
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer ober 2020 Schriftelijke vragen, vrijdag 2 oktober 2020
3. realiseren nieuwe sportlocaties
Momenteel wordt gewerkt aan een gezamenlijk gedragen ontwikkelstrategie van
extra locaties bovenop hetgeen wat al gedaan wordt, gevolgd door stappen per
locatie om te komen tot realisatie. De genoemde ontwikkelstrategie is naar
verwachting in het voorjaar van 2021 gereed.
Dit traject is enkel ten aanzien van de buitenplanse opgave van 22.000m2
sportterrein, waarbij Buiksloterham is gekoppeld aan de intensivering van
spotpark Kadoelen. Mocht de intensivering van Sportpark Kadoelen uiteindelijk
niet haalbaar zijn, dan zal vanuit de werkgroep Samenhang Noord een
terugvaloptie worden uitgewerkt, die in de eerstvolgende actualisatie van de Grex
van Buiksloterham wordt meegenomen.
7. De wethouder geeft in haar brief aan dat er geen belangrijke nadelige
gevolgen op gebied van flora en fauna te verwachten zijn ten gevolge van
het totaalprogramma in de investeringsnota. Worden er positieve gevolgen
verwacht op het gebied van flora en fauna in het gebied en zo ja, welke?
Antwoord: de Natuurtoets die ter voorbereiding van deze herijking
investeringsbesluit is uitgevoerd (juni 2019) constateert dat bij de verdere
herontwikkeling van Buiksloterham een deel van de huidige natuurwaarden
verloren zal gaan. De braakliggende percelen worden immers bebouwd en ook de
rommelige hoekjes op minder intensief gebruikte kavels zullen verdwijnen. De
verdere herontwikkeling biedt echter ook mogelijkheden om de natuurwaarden in
het gebied te vergroten en de investeringsnota Buiksloterham zet daar stevig op
in. Zo is er bij het inrichten van groen in de openbare ruimte en op de kavels veel
aandacht voor de invulling en de bijdrage aan biodiversiteit en een toename van
flora en fauna. In de uitgangspunten Circulair bouwen in Buiksloterham, die
onderdeel zijn van de investeringsnota Buiksloterham, heeft dit onderwerp een
belangrijke plek.
8. Is er meer bekend over de gevolgen van de verhoging van het bouwvolume,
meer hoogbouw, voor zonlicht en windhinder op het maaiveld?
Antwoord: hoewel de dichtheid in het gebied toeneemt, neemt de bouwhoogte
slechts op een paar specifieke punten (zogenaamde hoogteaccenten) toe. De
bouwhoogte blijft voor het overgrote deel gelijk aan vigerende plannen, namelijk
30 m. Hoogte-accenten kunnen alleen worden gerealiseerd bij afzonderlijke
plannen onder voorwaarde dat een hoogbouweffectrapportage (HER) wordt
uitgevoerd. In deze HER worden zaken als bezonning, windhinder en ruimtelijke
inpassing nauwkeurig onderzocht. Behalve bij de onderbouwing bij Wabo-
afwijkingsprocedures zal ook in de regels van een toekomstig bestemmingsplan
cq omgevingsplan, bij toekenning van hoogtes boven de 30 meter als voorwaarde
voor vergunningverlening de uitvoering van een HER verplicht worden gesteld.
9. Welke onderzoeken zijn uitgevoerd met betrekking tot de luchtkwaliteit met
de uitvoering van deze plannen met extra woningen en de bouwplannen in
de omliggende gebieden, die allen meer verkeer zullen trekken?
Antwoord: het onderzoek naar luchtkwaliteit dat in september 2020 is uitgevoerd
voor de investeringsnota is gebaseerd op het verkeersonderzoek dat in augustus
2020 is uitgevoerd. Voor het verkeersonderzoek is tevens een vergelijking
gemaakt met het programma conform het bestemmingsplan uit 2009. Daaruit
blijkt dat de reeds bestaande knelpunten nauwelijks verergeren wanneer het
programma uit de investeringsnota wordt toegepast. Het aantal woningen neemt
inderdaad toe, maar een significante toename van het verkeer blijft uit door
strenger parkeerbeleid en lager voorzien autobezit voor de inwoners van de
Buiksloterham. Hierdoor zal de luchtkwaliteit ook niet significant veranderen. Het
geactualiseerde onderzoek luchtkwaliteit dat is gebaseerd op de
5
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer ober 2020 Schriftelijke vragen, vrijdag 2 oktober 2020
verkeersintensiteiten uit het verkeersonderzoek laat zien dat de berekende
waarden voor stikstofdioxide en fijnstof in het plangebied Buiksloterham als ook in
de omgeving daarvan ver onder de wettelijke normen blijft.
10. Is er een AERIUS-berekening gemaakt om te beoordelen of de
stikstofdepositie ten gevolge van het plan invloed heeft op nabijgelegen
Natura-2000 gebieden (llperveld, Varkensland, Oostzanerveld en Twiske)?
Zo nee, waarom niet en overweegt het college dit nog te onderzoeken?
Antwoord: Nee. De reden is dat een berekening van stikstofdepositie op
hoofdlijnen niet zinvol is. Voor een berekening is het zicht op de wijze van
planontwikkeling in dit stadium te globaal. Voor de gebruiksfase geldt dat de
uitkomst van de berekening mede gezien de grote afstand tot Natura-2000
gebieden naar alle waarschijnlijkheid op nul uitkomt. Dit is gebaseerd op de
geringe verkeerstoename die de ontwikkeling tot gevolg heeft en de aanname dat
de toename van verkeer opgaat in het heersende verkeer van de Ring A10. De
ervaring met grote projecten in Amsterdam leert dat de afstanden waarop de
Natura-2000 gebieden gelegen zijn dermate groot zijn dat de verkeersgeneratie
van projecten geen invloed heeft.
11. Is het waar dat er geen onderzoek is gedaan naar milieuzonering en
geluidseffecten van bedrijven, waardoor niet duidelijk is in hoeverre de
bedrijvigheid gecombineerd kan worden met woningen? Zo ja, waarom is dit
niet gebeurd en overweegt het college dit nog te onderzoeken?
Antwoord: Ja, dat klopt. Er verandert op dit punt niets ten opzichte van het huidige
investeringsbesluit en de daarop gevolgde juridische regeling in het
bestemmingsplan. Daarom is in het kader van deze investeringsnota geen
onderzoek gedaan. Voor nieuw op te richten bedrijvigheid geldt dat deze van een
zodanige milieucategorie zijn, dat ze zich kunnen mengen met wonen. Bestaande
bedrijven die tot een zwaardere milieucategorie behoren, zijn in het
bestemmingsplan onder een zone gebracht, die wonen en werken tegen elkaar
beschermen. Daar waar binnen de bestemming gemengd de ‘milieuzone, zone
Wet milieubeheer’ van toepassing is, is wonen niet toegestaan. Pas als door de
initiatiefnemer is aangetoond dat belangen van zittende bedrijven niet door de
introductie van wonen in hun omgeving in gevaar worden gebracht en de beide
functies in elkaars nabijheid verantwoord zijn, kan wonen alsnog worden vergund.
Deze systematiek die o.b.v. individuele initiatieven maatwerk kan leveren, is nog
steeds goed bruikbaar en kan ook onder de werking van deze investeringsnota
goed blijven functioneren. Bij de voorbereiding van een bestemmingsplan, cq
omgevingsplan zal dan ook met hetzelfde doel opnieuw een dergelijke regeling
worden opgenomen.
12. Kunnen de bouwplannen getoetst worden aan de hand van de nieuwe MER
die wordt uitgevoerd?
Antwoord: een nieuwe milieueffectrapportage (MER) is nu niet aan de orde. Als
na vaststelling van dit herijkte investeringsbesluit een nieuw bestemmingsplan cq
omgevingsplan wordt voorbereid zal in dat kader een mer-beoordeling
plaatsvinden. Dat uit die beoordeling volgt dat ook een MER op gesteld moet
worden, wordt - gezien de positieve uitkomsten van de onderzoeken die op
hoofdlijnen de gevolgen van dit investeringsbesluit in beeld brengen - niet
verwacht. Voor tussentijds binnenkomende aanvragen voor bouwplannen die
afwijken van het geldende bestemmingsplan, zal zoals gebruikelijk door
aanvrager een onderbouwing meegeleverd moeten worden. In het kader van die
onderbouwing geldt de bestaande MER als basis en wordt in aanvulling met
actueel onderzoek aangetoond dat de ontwikkeling ruimtelijk verantwoord is en
geen nadelige gevolgen voor het milieu meebrengt.
6
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer ober 2020 Schriftelijke vragen, vrijdag 2 oktober 2020
13. Door de herontwikkeling gaat ook veel werkgelegenheid in met name kleine
bedrijven verloren. Hoe zit het met de woon-werkbalans in Noord en wat
betekent dit voor het woon-werkverkeer?
Antwoord: Sinds de investeringsnota uit 2006 is het aantal m2 bedrijvigheid in
Buiksloterham aanzienlijk afgenomen. Met de voorliggende investeringsnota en
de daarin opgenomen eis om minimaal 15% productieve bedrijfsruimte te
realiseren zal er naar verwachting juist méér bedrijfsprogramma ontstaan in het
gebied. Door de inzet op ruimte-intensieve productieve bedrijvigheid, passend bij
een hoogstedelijke omgeving, zal de werkgelegenheid en het aantal
arbeidsplaatsen toenemen ten opzichte van de huidige situatie. Amsterdam-
Noord telt nu ongeveer 100.000 inwoners en 37.000 banen van meer dan 12 uur.
Buiksloterham krijgt in de maximaal ontwikkelde variant ca 16.000 inwoners en ca
5000 banen gekoppeld aan kantoor en bedrijfsruimte (naast werkgelegenheid
gekoppeld aan allerhande voorzieningen). De totale aantallen verplaatsingen
(gerekend met alle modaliteiten) in het studiegebied nemen door de
gebiedsontwikkeling toe, en men neemt dan vaker het OV of de fiets. Het aandeel
fietsen en OV van het plan in het studiegebied hoger is dan in de rest van
stadsdeel Noord, en het aandeel autobestuurders lager.
14. Hoe wil het college ervoor zorgen dat er een sociaal veilige en
verblijfsvriendelijke buitenruimte ontstaat?
Antwoord: Een belangrijke factor is de invulling van de plintruimte omdat de
invulling van de plint bepalend is voor toezicht op straat en de mate van
levendigheid op straat op de verschillende momenten van de dag. Door
productieve bedrijvigheid (die in de avond en nacht in principe geen levendigheid
of toezicht genereert) fijnmazig te mengen met functies die dat wel doen zoals
wonen, horeca en culturele voorzieningen/ontmoetingsplekken worden condities
gecreëerd voor een sociaal-veilige omgeving. Stadsstraten zijn hierbij in het
bijzonder van betekenis omdat deze straten tevens doorgaande routes zijn met
ook relatief veel (fiets)verkeer in de avond en nacht. Voor met name
bezoekersparkeren zal gebruik worden gemaakt van de mobiliteitshubs in het
gebied. Door deze vorm van parkeren te concentreren zal er minder autoverkeer
ontstaan op de 30km/u wegen in Buiksloterham.
De kwaliteit van de openbare ruimte krijgt een impuls door de beoogde toename
van gebruiksgroen en ecosysteemgroen. Belangrijke kwaliteiten in de
buitenruimte worden de Johan van Hasseltkade en het IJ-Oeverpark. Voor Johan
van Hasseltkade en -kanaal, maar ook voor andere inrichtingsopgaven voor de
openbare ruimte wordt de buurt nauw betrokken om zo met bewoners en
ondernemers tot een verblijfsvriendelijke buitenruimte te komen.
15. Met welk saldo zal de grondexploitatie worden verminderd gezien de
voorgestelde verandering in het woonprogramma van 30/70 naar 40/40/20
op de gemeentelijke kavels’?
Antwoord: Zie KABINET bijlage die ter inzage wordt gelegd voor de raadsleden.
16. Het college schrijft dat het geen enkele betaalbare koopwoningen wil
bouwen omdat ze een gewild beleggingsobject kunnen zijn. Vindt het
college het een gerechtvaardigde reden om Amsterdamse middeninkomens
te duperen omdat er mogelijk investeerders zijn die in enkele koopwoningen
geïnteresseerd zouden zijn?
Antwoord: In gebieden met veel marktdruk biedt het realiseren van huurwoningen
de beste kansen om het gebied duurzaam toegankelijk te houden voor
middeninkomens. Het geeft de gemeente de mogelijkheid afspraken te maken
over huurprijs (maximaal en gemiddeld), woningomvang in diverse categorieën en
er kunnen afspraken worden gemaakt over hoe lang de woningen in het
middensegment blijven. Middeninkomens in Amsterdam zijn hier dus bij gebaat.
7
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer ober 2020 Schriftelijke vragen, vrijdag 2 oktober 2020
17. Het college heeft zich lang groot voorstander getoond van de zelfwoonplicht
en heeft inmiddels ingestemd met deze maatregel. Is door het college
overwogen de zelfwoonplicht van toepassing te verklaren op de betaalbare
koopwoningen in dit plangebied en ze daarom alsnog te gaan bouwen? Zo
nee, waarom niet?
Antwoord: De zelfwoonplicht is van toepassing in Buiksloterham, maar dat biedt
voor betaalbare koopwoningen geen oplossing. Zoals bij het antwoord op vraag
18 hieronder wordt aangegeven: dit levert enkel profijt op voor de eerste koper.
Het is daarom verstandiger om in te zetten op middeldure huurwoningen.
Middeninkomens bestaan namelijk uit een groep met heel diverse huishoudtypen:
alleenwonenden, stellen zonder kind, gezinnen. De toegankelijkheid van
Buiksloterham voor al deze huishoudenstypen binnen de groep middeninkomens
is het beste gewaarborgd via de huur; met middensegment koop zal slechts een
deel van deze huishoudenstypen met een middeninkomen bediend kunnen
worden. Bij het middensegment huur worden afspraken gemaakt over huurprijs
(gemiddelde en bandbreedte) en woningomvang, zodat het voor alle
huishoudtypen met een middeninkomen toegankelijk is. Daarnaast worden
afspraken gemaakt over de termijn waarbinnen deze woningen als
middensegment huur woningen worden verhuurd (25-50 jaar) zodat de
toegankelijkheid op lange termijn voor middeninkomens beter is gewaarborgd.
18. Zijn afspraken mogelijk met de projectontwikkelaars om betaalbare
koopwoningen te bouwen niet al te klein te laten uitvallen? Zo ja aan wat
voor afspraken moeten we denken?
Antwoord: Hoewel het mogelijk is om afspraken te maken met
projectontwikkelaars over de woninggrootte van koopwoningen uit het
middensegment, zullen dit altijd niet-marktconforme afspraken zijn die alleen voor
de eerste koper profijt opleveren. De eerste koper kan de woning immers
doorverkopen tegen een hogere prijs. Dergelijke afspraken leveren dus alleen
winst uit doorverkoop op voor de eerste koper en dragen niet bij aan het
realiseren van een duurzaam bestand aan middensegment koopwoningen.
19. Het college wil de verhouding veranderen (t.o.v. Investeringsbesluit van
2006) tussen wonen en niet-wonen van 50-50 bij nieuwe ontwikkelingen naar
70-30. Hoe relateert deze nieuwe verhouding tot de Bedrijvenstrategie 2020-
2030 en Koers 2025?
Antwoord: De bedrijvenstrategie 2020-2030 ‘Amsterdam Duurzaam Productief’
hanteert als richtlijn voor productieve wijken tussen de 5% - 15% voor productieve
bedrijven te reserveren. Buiksloterham hanteert het maximum van 15%. De
investeringsnota onderschrijft daarmee de ambities zoals genoemd in de
‘Bedrijvenstrategie 2020-2030’. In het verlengde van de bedrijvenstrategie is voor
de uitvoeringsfase(fase 4.) het rapport ‘Buiksloterham Werkt!, de toekomst van de
productieve bedrijvigheid in Buiksloterham” in de maak. Het biedt concrete
handvatten voor het goed inpassen van productieve bedrijvigheid.
In Koers 2025 is Buiksloterham aangemerkt als gemengde stadsbuurt en tevens
versnellingslocatie. Een verhoging van de dichtheid en het opschroeven van het
woonprogramma, zonder daarbij het niet-wonenprogramma in absolute zin aan te
tasten, is voor Buiksloterham een logische keuze. Beide beleidsstukken zijn
daarmee vertaald in de investeringsnota Buiksloterham 2020.
8
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer ober 2020 Schriftelijke vragen, vrijdag 2 oktober 2020
20. Eerder waarschuwde wethouder Everhardt in de Bedrijvenstrategie: “Als de
gemeente niet ingrijpt, verdwijnen ambachtelijke bedrijven, maakindustrie
en reparatiewerkplaatsen uit de stad.” Ten koste van welke huidige en
toekomstige bedrijvigheid zal de vermindering in de ruimte voor bedrijven
en kantoren gaan? Heeft het college een impactanalyse verricht waarin
toekomstscenario’s zijn doorgerekend van de impact van deze wijziging
voor het vestigingsklimaat?
Antwoord: Voor het eerst is er nu een harde eis ten behoeve van de productieve
bedrijvigheid. Minimaal 15% van een ontwikkeleenheid moet worden ingeruimd
voor productieve bedrijfsruimte, waar ambacht en maakindustrie onder vallen.
Een dergelijke minimum eis zit niet in vigerende plannen voor het gebied. Deze
eis is het hoogste percentage productieve ruimte dat in de bedrijvenstrategie
2020-2030, “Amsterdam duurzaam productief” (met een bandbreedte van 5%-
15%) als wenselijk wordt gezien voor productieve wijken zoals Buiksloterham,
waarin productieruimte ook gecombineerd moet worden met wonen en anders de
leefbaarheid in het geding komt.
De toevoeging van 265.000 m2 bvo in de voorliggende investeringsnota komt
bijna geheel ten goede van het woonprogramma en gaat niet ten koste van het
niet-wonenprogramma. Naar verhouding is er binnen het niet-wonenprogramma
meer ruimte gekomen voor maatschappelijke voorzieningen, detailhandel en
overige functies (waaronder horeca). Functies waar ook allen gewerkt wordt.
De investeringsnota zet bij nieuwe ontwikkelingen in op ruimte intensieve
bedrijvigheid en zet, net als het huidige investeringsbesluit (2006), in op
bedrijvigheid uit een milieucategorie die goed te mengen is met woningen. Daarbij
moet worden benadrukt dat bestaande bedrijven, ook van een hogere
milieucategorie, niet worden gedwongen te vertrekken. Het huidige
bestemmingsplan zorgt er door middel van de aanduiding ‘milieuzone, zone Wet
milieubeheer’ rondom deze bedrijven voor dat bij ontwikkeling van woningbouw
rekening wordt gehouden met de bestaande rechten van deze bedrijven.
Particulieren (erfpachters of eigen grond) kunnen zelf beslissen of en op welke
termijn ze gaan transformeren.
21. Op basis van welke concrete afwegingen maakt het college de keuze tussen
ruimte voor wonen en ruimte voor werken? En is het college het met de
indieners eens dat de charme van Amsterdam is dat het een woon- en
werkstad is waar ook ruimte is voor recreëren en sporten?
Antwoord: Het college onderschrijft dat de genoemde elementen Amsterdam
leefbaar en heterogeen maken, en streeft dit ook na voor Buiksloterham. Waar
Buiksloterham van oudsher een industrieterrein is met veel ruimte extensieve
bedrijvigheid, ontstaat door transformatie een steeds diverser woon-werkgebied,
waar ook oog is voor groen, sport en andere voorzieningen.
De toevoeging van 265.000 m2 bvo woonprogramma in de voorliggende
investeringsnota is in lijn met de gemeentelijke behoefte om de woningschaarste
in Amsterdam terug te dringen en gaat niet ten koste van het niet-
wonenprogramma. Naar verhouding is er binnen het niet-wonenprogramma meer
ruimte gekomen voor maatschappelijke voorzieningen, detailhandel en overige
functies (waaronder horeca).Daardoor zal Buiksloterham steeds verder gestalte
krijgen als een gemengd hoogstedelijk gebied met een sterke nadruk op wonen
en werken.
22. Is het college bereid deze vragen te beantwoorden voor bespreking in de
volgende commissievergadering Ruimtelijke Ordening?
Antwoord: zeker.
9
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Neng 1520 Gemeenteblad
ummer seat „
Datum 23 oktober 2020 Schriftelijke vragen, vrijdag 2 oktober 2020
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris
10
| Schriftelijke Vraag | 10 | train |
VN2023-025930 Gemeenteraad
Toezicht en x Gemeente RAAD
Handhaving X Amsterdam
Openbare Ruimte %
Voordracht voor de raadsvergadering van 24 januari 2024
Portefeuille Regelgeving en Handhaving
Agendapunt 13
Datum besluit 12 december 2023, College van B&W
Onderwerp
Vaststellen van een verordening tot wijziging van de Verordening Bestuurlijke Boete Overlast in de
Openbare Ruimte in verband met technische aanpassingen, actuele landelijke boetebedragen en
toevoeging feiten
De gemeenteraad van Amsterdam besluit
Vast te stellen de Wijzigingsverordening Verordening Bestuurlijke Boete Overlast in de Openbare
Ruimte algehele actualisatie en toevoeging feiten, inclusief de tot de verordening behorende Bijlage
1. Boetebedragen.
Wettelijke grondslag
* Artikelen 149 en 154b van de Gemeentewet:
e Besluit bestuurlijke boete overlast in de openbare ruimte.
Bestuurlijke achtergrond
De Verordening Bestuurlijke Boete Overlast in de Openbare Ruimte (Verordening Bboor) is in de
gemeente Amsterdam in 2017 in werking getreden. De gemeenteraad heeft destijds hiervoor
gekozen om een aantal strafbare feiten ter zake van overlast in de openbare ruimte bestuurlijk te
kunnen beboeten. Dat betreft overtreding van bepaalde voorschriften in de Algemene Plaatselijke
Verordening (APV), de Afvalstoffenverordening, de Marktverordening, de Verordening staan- en
ligplaatsen buiten de markten en venten, en de Verordening op het binnenwater. Voorheen werden
deze overtredingen met een strafbeschikking afgehandeld via het OM.
Onderdeel van deze verordening is een bijlage met omschrijving van deze voorschriften met
bijbehorende feitcodes en boetebedragen (Bijlage 1. Boetebedragen). Al een aantal jaren is de
Verordening Bboor niet algeheel herzien (slechts op specifieke onderdelen), terwijl sommige
voorschriften in de hiervoor genoemde verordeningen inmiddels zijn gewijzigd of vervallen. Tevens
kunnen enkele nieuwe feiten aan de Verordening Bboor worden toegevoegd. De boetebedragen in
de wijzigingsverordening zijn gekoppeld aan de boetebedragen in het landelijk besluit bestuurlijke
boete overlast in de openbare ruimte (Besluit Bboor) welke gepland staat voor inwerkingtreding in
O1 2024.
Wijziging van de Verordening Bboor aan actuele feiten (en hun omschrijvingen) en landelijk
voorgeschreven boetebedragen is dus nodig. Bovendien moeten bewoners en bedrijven in
Amsterdam erop kunnen vertrouwen dat de geldende lokale regelgeving actueel is.
Onderbouwing besluit
Vast te stellen de Wijzigingsverordening Verordening Bestuurlijke Boete Overlast in de
Openbare Ruimte algehele actualisatie en toevoeging feiten, inclusief de tot de verordening
behorende Bijlage 1. Boetebedragen.
De belangrijkste voorgestelde wijzigingen van de Verordening Bboor en de bijlage met
boetebedragen (Bijlage 1. Boetebedragen) betreffen de volgende punten.
Gegenereerd: vl.22 1
VN2023-025930 % Gemeent Gemeenteraad
Toezicht en % Amsterdam RAAD
Handhaving %
Openbare Ruimte
Voordracht voor de raadsvergadering van 24 januari 2024
Artikel 1 Boetebepaling
Dit artikel bepaalt welke artikelen in de diverse gemeentelijke verordeningen onder de Verordening
Bboor vallen. Met name artikelen in de APV zijn in de loop der tijd gewijzigd. Daarom dient artikel 2
te worden geactualiseerd. Ook worden enkele foutjes hersteld.
Tevens worden twee feiten vit de APV toegevoegd, die nog niet in de Verordening Bboor waren
opgenomen. Het gaat om artikel 5.3A eerste lid (carbidschieten) en artikel 4.27 vierde lid (fiets
parkeren buiten de parkeervoorzieningen).
Artikel 2 Boetehoogte natuurlijk persoon
Het landelijk Besluit Bboor stelt voor bepaalde categorieën voorschriften het boetebedrag vast voor
natuurlijke personen (boven 16 jaar). De voorschriften in de Verordening Bboor vallen onder een van
deze categorieën of sluiten hierbij aan.
De boetebedragen in het Besluit Bboor zijn dus leidend en een deel van deze bedragen wordt
jaarlijks aangepast. In artikel 2 wordt door middel van het toevoegen van een zinsnede verduidelijkt
dat de boetebedragen voor natuurlijke personen (boven 16 jaar) gelden zoals vermeld in het Besluit
Bboor. Dus ook als er in de Verordening Bboor nog een ander boetebedrag (voor een soortgelijk
voorschrift) wordt vermeld.
Artikel 3 Boetehoogte rechtspersoon
De raad heeft bepaald dat de boetehoogte voor rechtspersonen gelijk is aan de hoogte van de
boete voor natuurlijke personen (vanaf 16 jaar) vermenigvuldigd met de factor vijf. Door middel
van het huidige artikel 3 wordt het boetebedrag voor rechtspersonen vastgesteld in Bijlage 1 van de
Verordening Bboor.
Het landelijk Besluit Bboor bepaalt echter alleen de boetebedragen voor natuurlijke personen. Dus
als de hiervoor genoemde bijlage niet tijdig wordt aangepast, gelden voor rechtspersonen niet de
actuele boetebedragen. Daarom wordt artikel 3 overeenkomstig artikel 2 gewijzigd, zodat ook voor
rechtspersonen altijd de boetebedragen gelden die voortvloeien vit wijzigingen in het Besluit Bboor.
Bijlage 1. Boetebedragen
Deze gewijzigde bijlage bevat de actvele omschrijvingen van de beboetbare feiten met
bijbehorende feitcodes en boetebedragen. Naast de toevoeging van twee nieuwe feiten, zoals
hiervoor beschreven, zijn deze omschrijvingen aangepast aan de wijzigingen in de onderliggende
verordeningen, met name de APV. Sommige artikelnummers (of hun leden) zijn gewijzigd en in een
enkel geval zijn voorschriften vervallen. Waar nodig zijn nieuwe feitcodes toegekend dan wel zijn
feitcodes gewijzigd.
In de bijlage zijn voor natuurlijke personen de boetebedragen vermeld zoals die in het landelijk
Besluit Bboor (met verwachte inwerkingtreding in Q1 2024,) zullen gelden voor bepaalde categorieën
voorschriften (met een landelijke feitcode). Voor natuurlijke personen vanaf 12 jaar tot 16 jaar geldt
de helft van het boetebedrag en voor rechtspersonen is het boetebedrag vermenigvuldigd met de
factor vijf. Daar waar een feit in de bijlage niet kan vallen onder een van de categorieën in het Besluit
Bboor, is de hoogte van de boete vastgesteld aan de hand van het boetebedrag dat geldt bij een
soortgelijke categorie.
Hierbij merken wij op dat de categorieën voorschriften met bijbehorende (landelijke) feitcodes in
het Besluit Bboor in de loop der jaren ook zijn veranderd. In enkele gevallen heeft dit ook geleid
Gegenereerd: vl.22 2
VN2023-025930 % Gemeente Gemeenteraad
Toezicht en % Amsterdam RAAD
Handhaving %
Openbare Ruimte
Voordracht voor de raadsvergadering van 24 januari 2024
tot aanzienlijk andere boetebedragen, omdat de feitcodes in het Besluit Bboor niet meer van
toepassing waren op de feiten in de Verordening Bboor.
De boetes voor het barbecveverbod en verbod gebruik explosieven bijvoorbeeld worden zodoende
respectievelijk verhoogd van 150 euro naar 300 euro en van 100 euro naar 250 euro.
Tot slot is deze actualisatie benut om enkele omissies te herstellen. Zo ontbraken in de bijlage een
aantal feiten die wel in artikel 1 van de Verordening Bboor zijn genoemd: artikel 4.20, eerste lid,
artikel 4.21, eerste en tweede lid, artikel 4.23, tweede lid, artikel 4.24, tweede lid, en artikel 4.25,
tweede lid APV. Deze feiten zijn alsnog aan de bijlage toegevoegd. Het gaat om parkeerexcessen en
de bijbehorende boetebedragen zijn gelijk aan het boetebedrag voor overtreding van artikel 4.26,
eerste lid APV: verbod blokkeren parkeerruimte.
Vanuit juridisch technisch oogpunt kan de Wijzigingsverordening Verordening Bboor pas in werking
treden wanneer:
e de nieuwe Afvalstoffenverordening Amsterdam 2023 en Uitvoeringsbesluit
Afvalstoffenverordening Amsterdam in werking is getreden.
Besluitvorming hierover heeft plaatsgevonden op 9 november 2023 in de Gemeenteraad,
verwachting is dat de inwerkingtreding op 2 januari 2024 plaatsvindt.
* Actualisatie en indexering van de bijlage onder Landelijk Besluit Bestuurlijke Boete overlast
2024 in werking is getreden.
Verwachting is dat dit in O1 2024 plaats vindt.
De inwerkingtreding vindt dus plaats als aan beide hierboven gestelde condities is voldaan.
Financiële onderbouwing
Overige toelichting
Niet van toepassing.
Conclusie
De genoemde beslispunten in de voordracht hebben geen financiële consequenties.
Geheimhouding
Niet van toepassing.
Welke stukken treft v aan
[AD2023-091631 | Gemeenteraad Voordracht (pdf)
[AD2023:095710 Wijziging Verordening Bboor algehele actualisatie jan 2024.docx (msw22)
Ter Inzage
|Registratienr. | Naam |
Gegenereerd: vl.22 3
VN2023-025930 % Gemeente Gemeenteraad
Toezicht en % Amsterdam
Handhaving %
Openbare Ruimte
Voordracht voor de raadsvergadering van 24 januari 2024
Behandelend ambtenaar (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Directie THOR - Nancy Chan - 06 48148743 - [email protected] Directie THOR - Sonja Muusses
—06 811 799 10 - [email protected]
Gegenereerd: vl.22 4
| Voordracht | 4 | train |
X Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 744
Publicatiedatum 1 juli 2016
Ingekomen onder AK
Ingekomen op woensdag 22 juni 2016
Behandeld op woensdag 22 juni 2016
Status Verworpen
Onderwerp
Motie van het lid Shahsavari-Jansen inzake de invoering van eeuwigdurende erfpacht
voor nieuwe uitgiften (risicopercentage maximaal 0,75 procent).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de invoering van eeuwigdurende erfpacht voor nieuwe
uitgiften (Gemeenteblad afd. 1, nr. 664).
Overwegende dat:
— de gemeente onder andere over zeer sterke verhaalmogelijkheden beschikt,
onder andere daardoor nauwelijks debiteurenrisico loopt, en zelf eigenaar blijft
van de grond;
— het voorgestelde risicopercentage van 1,5 procent niet goed is onderbouwd;
— daarbij geldt hoe hoger het percentage, hoe belangrijker om een zorgvuldige
onderbouwing te geven, mede gezien de verbondenheid van partijen,
de machtspositie van de gemeente:
— er experts zijn die tot veel lagere risicopercentages komen (onder andere
het rapport van de Marktwaardecommissie en de inspraak van Dr. Wesseling);
— de vergelijking met hypotheekrente die banken hanteren niet opgaat omdat
de gemeente zelf geen bank is en er tussen verschillende banken concurrentie
bestaat, terwijl de erfpachters alleen op de gemeente zijn aangewezen.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— bij de vaststelling van het canonpercentage voor eeuwigdurende erfpacht uit te
gaan van een risico-opslag van maximaal 0,75 procent;
— het vorenstaande te verwerken in het Grondprijzenbeleid 2016 voor nieuwe
uitgiften in eeuwigdurende erfpacht en de andere relevante beleidsstukken.
Het lid van de gemeenteraad
M.D. Shahsavari-Jansen
1
| Motie | 1 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 1217
Datum akkoord 5 december 2014
Publicatiedatum 10 december 2014
Onderwerp
Beantwoording aanvullende schriftelijke vragen van het raadslid de heer Z.D. Ernsting
van 6 november 2014 inzake het parkeren en openbare ruimte rondom De Hallen en
de Cremerbuurt.
Aan de gemeenteraad
inleiding door vragensteller.
Op 4 november 2014 verscheen in De Telegraaf het artikel ‘Parkeerdruk bij Hallen
groter’. Kennelijke aanleiding waren de schriftelijke vragen van de heer Toonk (VVD)
van diezelfde dag, waarin hij stelde dat de parkeerdruk in de omgeving van de Hallen
in stadsdeel West is toegenomen. De volgende dag, 5 november 2014, kwamen er
schriftelijke vragen van de heer Toonk (VVD) over een participatie traject in de
Cremerbuurt in hetzelfde stadsdeel West, waarbij na een draagvlakmeting en
uitgebreide discussie met de buurt is voorgesteld om 16 parkeerplaatsen voor auto's
om te zetten in onder andere parkeerplaatsen voor fietsen, waar een groot gebrek
aan was.
Gezien het vorenstaande heeft vragensteller op 6 november 2014, namens de fractie
van GroenLinks, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad
van Amsterdam, de volgende aanvullende schriftelijke vragen — op de schriftelijke
vragen van de heer Toonk van 5 november 2014, namens de fractie van de VVD
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 1216) — tot het college van burgemeester en wethouders
gericht:
1. Deelt het college de analyse van de Telegraaf van 4 november en — kennelijk - de
VVD dat ‘stadsdelen onverminderd doorgaan met het opheffen van
parkeerplaatsen op straat’? Graag een toelichting.
Antwoord:
Er loopt momenteel een inventarisatie in het kader van het Parkeerplan naar het
aantal opgeheven c.q. gecompenseerde parkeerplaatsen in de stadsdelen. Deze
inventarisatie kijkt ook naar toekomstige projecten.
1
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing bnz Gemeenteblad
Datum 10 december 2014 Schriftelijke vragen, donderdag 6 november 2014
2. Klopt het dat het staande parkeerbeleid drie doelen heeft en niet alleen ‘het
verbeteren van parkeren’ maar ook het verbeteren van de openbare ruimte door
parkeerplaatsen op te heffen? Zo nee, waarop baseert u dat? Zo ja, heeft de VVD
daar in het verleden ook mee ingestemd en is het verbeteren van de openbare
ruimte door parkeerplaatsen voor auto’s op te heffen na totstandkoming van het
nieuwe coalitieakkoord nog steeds deel van het beleid?
Antwoord:
Ja, het parkeerbeleid in Amsterdam heeft als doel bij te dragen aan de
bereikbaarheid en leefbaarheid van de stad. Het Parkeerplan heeft als
beleidsdoelstellingen:
1) verlagen van de parkeerdruk op straat;
2) verkorten van de vergunningwachtlijsten;
3) het verbeteren van de kwaliteit van de openbare ruimte door inpandig
parkeren.
Deze drie doelstellingen zijn vastgelegd in het collegebesluit (6/11/ 2012) en
parkeerplanconvenant tussen centrale stad en de stadsdelen Centrum, West,
Zuid en Oost en besproken in de raadscommissie verkeer en vervoer (22/11/
2012). Daarnaast is het Parkeerplan onderdeel van de Mobiliteitsaanpak
Amsterdam dat door de gemeenteraad is vastgesteld.
3. Waar staat in het nieuwe coalitieakkoord dat ‘De coalitiepartners in de
gemeenteraad hebben afgesproken het parkeren voor bewoners en bezoekers
beter te maken’ (citaat schriftelijke vragen dhr. Toonk dd 5 november)?
Antwoord:
Op pagina 23 staat in het coalitieakkoord (onder het kopje P&R): “De parkeer-
mogelijkheden voor bewoners en bezoekers maken we beter”.
4. Wat vindt het college ervan dat stadsdelen ruimte op straat proberen te vinden
voor andere functies dan autoparkeren, zoals fietsparkeren, bredere stoepen,
vrijliggende fietspaden, afvalcontainers of speelplekken voor kinderen? Kunnen
er nog andere goede redenen zijn om parkeerplaatsen op te heffen, zoals
verkeersveiligheid of ruimtegebrek door nieuwe eisen aan de minimale grootte
van een parkeerplaats?
Antwoord:
De ontwikkeling om goed gebruik te maken van de ruimte in de stad en de
verkeersveiligheid te verbeteren, wordt gesteund met het coalitieakkoord. Het is
zaak om goed te bepalen in welk gebied welke functie voorrang heeft. De effecten
daarvan moeten goed in beeld zijn en alternatieven voor het autoparkeren
moeten voorhanden zijn. Vanuit het Parkeerplan zijn hier al nadere afspraken
over gemaakt. We zijn met de stadsdelen in gesprek over hoe zij deze afspraken
gaan uitvoeren. Voor het parkeerplangebied wordt op dit moment
geïnventariseerd op welke locaties parkeerplekken kunnen worden opgeheven en
welke invulling deze vrijgekomen ruimte het beste kan krijgen.
2
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing bnz Gemeenteblad
Datum 10 december 2014 Schriftelijke vragen, donderdag 6 november 2014
5. Onder wiens taak en bevoegdheid valt het verbeteren van de openbare ruimte en
bijvoorbeeld het veranderen van autoparkeerplekken in fietsparkeerplekken in
het nieuwe bestuurlijke stelsel?
Antwoord:
De bevoegdheid voor de parkeercapaciteit is stedelijk. Stadsdelen zijn als
wegbeheerder nog verantwoordelijk voor het aanleggen en verwijderen van
parkeerplaatsen (buiten de hoofdnetten). Binnen de stedelijke kaders geven de
stadsdelen invulling aan de capaciteit. Met het Parkeerplan zijn hierover met de
stadsdelen voor het parkeerplangebied afspraken gemaakt. Het college ontwikkelt
samen met de stadsdelen een nieuw stedelijk kader over de parkeercapaciteit In
de stad. Dit kader moet gebiedsgericht uitspraken doen over de wijze waarop met
de parkeercapaciteit moet worden omgegaan en hoe dit gemonitord wordt.
Dit kader is naar verwachting in het derde kwartaal van 2015 gereed.
6. Vindt het college dat het stadsdeel West rond de Hallen en de Cremerbuurt,
gegeven de beperkte ruimte de juiste keuzes heeft gemaakt? Heeft u er
überhaupt een mening over, gezien de verdeling van bevoegdheden?
Zijn de gemaakte keuzes ook in lijn met staand beleid? Zo nee, waarom niet?
Antwoord:
De wethouder Verkeer gaat met stadsdeel West in gesprek over deze specifieke
situatie.
7. Deelt het college de mening van de VVD dat sommige stadsdelen het stedelijk
parkeerbeleid doelbewust tegenwerken en ‘zieken! zoals het raadslid de heer
Toonk op 22 oktober 2014 in de vergadering van de raadscommissie voor
Verkeer en Vervoer c.a. heeft gezegd?
Antwoord:
Het college is er van overtuigd dat de bestuurscommissies het stedelijk beleid
onderschrijven. Het college constateert dat voor het gebied buiten het
Parkeerplan een stedelijk kader voor het aanleggen, opheffen en compenseren
van parkeerplaatsen ontbreekt, daarom wordt er een nieuw stedelijk kader
ontwikkeld. Zie hiervoor de beantwoording van vraag 5.
8. Wat is de mening van het college over het nieuws in Het Parool van 22 oktober
dat portefeuillehouder Slettenhaar (eveneens VVD) van stadsdeel Zuid 67
parkeerplekken op wil heffen in de PC Hooftstraat om de straat meer kwaliteit te
geven en verkeersveiliger te maken? Hoe verhouden dié plannen zich tot het
stedelijk beleid?
Antwoord:
Het voorstel van stadsdeel Zuid om 67 parkeerplekken in de PC Hooftstraat op te
heffen is afgestemd en in lijn met het Parkeerplan. Voor vergunninghouders
komen er 200 inpandige parkeerplaatsen beschikbaar in de Museumpleingarage.
Sinds 1 september zijn hier al 50 plekken beschikbaar, de overige inpandige
plekken worden beschikbaar gesteld zodra de parkeerplaatsen daadwerkelijk
worden opgeheven. Voor bezoekers blijven er nog 75 parkeerplaatsen in
de PC Hooftstraat beschikbaar.
3
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neng bnz Gemeenteblad
Datum 10 december 2014 Schriftelijke vragen, donderdag 6 november 2014
Stadsdeel Zuid geeft in reactie op deze schriftelijke vragen aan, als verlengd
bestuur, de intentie te hebben het stedelijk beleid uit te voeren.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
4
| Schriftelijke Vraag | 4 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
x% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2015
Afdeling 1
Nummer 936
Publicatiedatum 9 oktober 2015
Ingekomen onder o
Ingekomen op woensdag 30 september 2015
Behandeld op woensdag 30 september 2015
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van het lid Van Lammeren inzake de Agenda Groen (bijvriendelijke bloemen).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Agenda Groen (Gemeenteblad afd. 1, nr. 806);
Constaterende dat:
— erop verschillende plaatsen in de stad uitbundige- en langdurig bloeiende
bloemen in bloembakken zijn te bewonderen op bruggen en aan palen;
— er bij de aanschaf van deze planten geen specificatie is van de eis
‘biologische/ecologische teelt’;
— de Agenda Groen grote waarde hecht aan een sterke en groeiende biodiversiteit;
Overwegende dat:
— hetal sinds de jaren '90 heel slecht gaat met de stand van de wilde bij, de
honingbij, hommels en vlinders, terwijl deze bestuivers essentieel zijn voor de
biodiversiteit en de voedselproductie;
— uit onderzoek blijkt dat bij een steekproef van sierplanten uit verschillende
tuincentra schrikbarende hoeveelheden gif werden gevonden, wat dodelijk is voor
bijen, ook op planten die juist als ‘bijenplanten’ waren aangemerkt vanwege hun
stuifmeel en nectar;
— de raad heeft ingestemd met het initiatiefvoorstel van de Partij voor de Dieren,
getiteld ‘De Bij- en vlindervriendelijke stad’.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
bij toekomstige gemeentelijke aanbestedingen van planten voor in bloembakken,
de eis op te nemen van ‘biologische/ecologische teelt’ in de specificatie.
Het lid van de gemeenteraad
J.F.W. van Lammeren
1
| Motie | 1 | discard |
x Gemeente Amsterdam AZ
% Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Juridische
Zaken, Communicatie, Project 1012, Dienstverlening, Bestuurlijk Stelsel en
x Raadsaangelegenheden
Agenda, donderdag 4 december 2014
Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie
voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Juridische Zaken,
Communicatie, Project 1012, Dienstverlening, Bestuurlijk Stelsel en
Raadsaangelegenheden
Tijd 13:30 tot 17:00 uur en zo nodig vanaf 19.30 uur
Locatie RAADZAAL, Stadhuis
Algemeen
1 Opening
2 Mededelingen
3 Vaststelling agenda
4 Conceptverslag van de openbare vergadering van de Raadscommissie AZ
d.d. 13 november 2014
e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier
doorgegeven, commissieAZ@raadsgriffie. amsterdam.nl
Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de
vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn
slechts richtlijnen waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn.
Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien
verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda
staat. De vergaderingen en de verslaglegging daarvan zijn openbaar. Van deze vergaderingen worden geluids-
en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden op
internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl.
Voor algemene informatie: [email protected]
1
Gemeente Amsterdam A Z
Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Juridische Zaken,
Communicatie, Project 1012, Dienstverlening, Bestuurlijk Stelsel en Raadsaangelegenheden
Agenda, donderdag 4 december 2014
5 Termijnagenda, openstaande toezeggingen, schriftelijke vragen
e Termijnagenda niet bijgevoegd. U ontvangt op de vrijdag voorafgaande aan de
vergadering per mail een bijgewerkt exemplaar
6 _Tkn-lijst
7 Opening inhoudelijke gedeelte
7b Aanbieden rapporten Rekenkamer
e Aanbieden rapport over het afhandelen van horecaklachten
8 _Inspreekhalfuur Publiek
9 Actualiteiten Burgemeester
10 Rondvraag
Financiën
11 _8-maandsrapportage 2014 Nr. BD2014-009994
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 17 december 2014).
Openbare Orde en Veiligheid
12 Intrekken van de Verordening op de heffing en invordering van brandweerrechten
2004 Nr. BD2014-010979
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 17 december 2014).
13 plan van aanpak woninginbraak Amsterdam 2014-2018 Nr. BD2014-011088
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Deleden van de Raadscommissie voor Wonen (WB) zijn hierbij uitgenodigd.
2
Gemeente Amsterdam A Z
Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Juridische Zaken,
Communicatie, Project 1012, Dienstverlening, Bestuurlijk Stelsel en Raadsaangelegenheden
Agenda, donderdag 4 december 2014
14 beantwoording toezegging betrekken ouders bij straatroof minderjarige kinderen
Nr. BD2014-012335
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van commissielid Shahsavari — Jansen (CDA)
e Was Tkn 4 in de raadscommissie AZ, d.d.13 november 2014
Juridische Zaken
15 Vaststellen “Verordening elektronische kennisgeving en bekendmaking” en
intrekking “Verodening elektronische berichten Stadsdeel West 2013" Nr.
BD2014-011973
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 17 december 2014).
Dienstverlening
16 Bestuursopdracht 9: Aanpak leges Nr. BD2014-009372
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Deleden van de Raadscommissie voor Financiën (FIN) zijn hierbij uitgenodigd
Raadsaangelegenheden
17 Onderzoek van de rekenkamer naar reacties op moties en schriftelijke vragen Nr.
BD2014-011985
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 17 december 2014).
18 Vaststellen van het voorschot op de fractieondersteuning 2015 Nr. BD2014-
012089
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 17 december 2014).
19 Wijziging besluit tot vaststelling van de financiële bijdragen betreffende de
fractieondersteuning over 2013 Nr. BD2014-012046
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 17 december 2014).
3
Gemeente Amsterdam A Z
Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Juridische Zaken,
Communicatie, Project 1012, Dienstverlening, Bestuurlijk Stelsel en Raadsaangelegenheden
Agenda, donderdag 4 december 2014
20 Wijziging begroting 2014 Gemeentelijke Ombudsman Nr. BD2014-012316
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 17 december 2014).
e _ Uitgesteld in de raadscommissie AZ, d.d. 13 november 2014
BESLOTEN DEEL
4
| Agenda | 4 | discard |
…— INGEKOMEN
…__M p
D f8 ME! 200 a
G Zovosehter .
RAADSADRES
Amsterdam, 11 mei 2010.
Onderwerp: Kriskrasvervoer in Zuidoost.
Geachte raadscommissieleden,
U hebt kennisgenomen van het rapport van Mobycon d.d. 11 februari 2010. Daarin stelt men
u 4 pilots voor betreffende kriskrasvervoer in Amsterdam Zuidoost. Er wordt u gevraagd daar
een keuze uit te maken. Wanneer u het rapport in behandeling neemt, vermeldt de termijn-
agenda niet. Wellicht neemt u daarover vanavond een besluit.
Als actief voorstander van goed, betaalbaar openbaar vervoer, dicht bij huis, wijst de
Ouderenadviesraad Zuidoost al jaren op de tekortkomingen van het OV als gevolg van de
stedenbouwkundige opzet van het stadsdeel. U kunt dat nalezen in het verslag van
activiteiten dat wij u jaarlijks toesturen, of daarvan kennis nemen via www.oar-zuidoost.nl.
Uit het onderzoek van Ecorys in opdracht van het stadsdeel blijkt er in Zuidoost een omvang-
rijke behoefte te bestaan aan klantgericht, fijnmazig openbaar vervoer. Dit komt mede
doordat het reguliere openbaar vervoer zich uitsluitend beperkt tot de dreven. De loopafstand
naar een bushalte kan voor bewoners daardoor wel oplopen tot één kilometer.
De commissie Mobiliteit van de Ouderenadviesraad Zuidoost heeft de voor- en nadelen van
elke voorgestelde pilot besproken. De raad komt tot de slotsom dat het pilot Deeltaxi Zuid-
oost het dichtste in de buurt komt van het klantgerichte, fijnmazige vervoer dat men
voorstaat. Het grote pluspunt vindt men dat de deeltaxi op afroep beschikbaar komt, of men
zich nu thuis bevindt of elders in Zuidoost. Verder biedt eeh Deeltaxi Zuidoost, als
organisatie, goede mogelijkheden om de snorders erbij te betrekken, bv. door ze als (legale)
onderaannemers in te zetten. /f you cart beat them, join them!
Het FNV heeft onderzoek gedaan naar het contractvervoer. Met de arbeidsomstandigheden
is het vaak slecht gesteld en onderbetaling komt er meer dan eens voor. Dat is een slechte
zaak, voor werknemers én gebruikers: slecht werkgeverschap is immers ook niet bevorderlijk
voor de kwaliteit van dienstverlening. De FNV en de ANBO bieden de Tweede Kamer na de
zomer een zwartboek aan. Een van de aanbevelingen zal dan zijn de loonkosten in het
contractvervoer te subsidiëren. Wij bevelen u dit advies nu al van harte in uw aandacht aan. :
Het Bestuursakkoord 2010-2014 spreekt niet alleen over de realisatie van kriskrasvervoer,
maar ook van een ringlijn van busjes langs de verzorgingshuizen, culturele en winkelcentra
(p. 15, punt 6). Mobycon sluit zijn rapport af met een alinea over de Activiteitenbus. De
Ouderenadviesraad Zuidoost is van mening dat een ringlijn van busjes of een Activiteitenbus
een waardevolle bijdrage kan leveren aan de maatschappelijke participatie van ouderen en
mensen met een beperking. De raad ziet ook de nadere uitwerking van een dergelijke ringlijn
van busjes dan wel de Activiteitenbus daarom met grote belangstelling tegemoet.
Hoogachtend,
Herma Herpers-Smit
voorzitter
| Raadsadres | 1 | test |
G emeente Bezoekadres
Plein'40'45 1
Amsterdam 1064 SW Amsterdam
Nieuw-West posts 00
1000 CA Amsterdam
Telefoon 14020
amsterdam.nl/nieuwwest
Voordracht en besluit D B-AB
Registratienummer 71966 - 2017/INT/00731
Afdeling Gebiedspool
Onderwerp
Aanvulling en wijziging advies d.d. 2 maart 2017 m.b.t. invoering fiscaal parkeren Sloterdijk Il
Portefeuille Verkeer en Vervoer +OV
DB lid E. Bobeldijk
Gebied Westpoort & De Sloterdijken
Vergaderdatum DB 29 AUGUStUs 2017
Vergaderdata AB 6 september 2017
13 september 2017
Agenderen College / Ja, naar verwachting in 2018.
Gemeenteraad
Behandelend ambtenaar (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Bram Berendse
0622932239
[email protected]
Pagina1 van6
Bezoekadres
Plein'40'45 1
1064 SW Amsterdam
Postbus 2003
1000 CA Amsterdam
Telefoon 14020
amsterdam.nl/nieuwwest
Datum 13 september 2017
Onderwerp Aanvulling en wijziging advies d.d. 2 maart 2017 m.b.t. invoering fiscaal parkeren Sloterdijk Il
Het dagelijks bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel Nieuw-West besluit:
1. Inte stemmen met de voordracht aan het AB over de aanvulling en wijziging op het
advies van d.d. 2 maart 2017 over de invoering van fiscaal (betaald) parkeren Sloterdijk Il
middels bijgevoegde brief
Tekst van openbare Het algemeen bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel Nieuw-West besluit:
besluiten wordt
gepubliceerd 1. Intestemmen met de aanvulling en wijziging op het advies van d.d. 2 maart 2017 over
de invoering van fiscaal (betaald) parkeren Sloterdijk Il middels bijgevoegde brief.
Ondertekening
Het algemeen bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel Nieuw-West,
Mevrouw E‚J.M. Plasmeijer, de heer A. Baâdoud,
stadsdeelsecretaris voorzitter
Registratienummer 71966 - 2017/INT/o0731
Pagina 2 van6
DB-AB
Bevoegdheid
Artikel 28- adviesrecht
Bestuurlijke achtergrond
Wijziging Gemeentewet
Per 28 januari 2013 is de Gemeentewet (Wet afschaffing bevoegdheid tot het instellen van
deelgemeenten) gewijzigd. Naar aanleiding van deze wijziging heeft de Gemeenteraad op 12
juni 2013 ingestemd met het nieuw bestuurlijk stelsel (Gemeenteblad 2013, afd.3a, nr. 101/348).
De uitwerking van dit besluit is de Verordening op de Bestuurscommissies (versie 25-08-2016)
inclusief bijlage 2 (taken) en bijlage 3 (bevoegdheden).
Stedelijk beleid
Conform de nieuwe verdeling van taken en bevoegdheden tussen de centrale stad en de
bestuurscommissies is overeenkomstig Artikel 38 van de Verordening op de
bestuurscommissies al het stadsdeelbeleid dat voor maart 2014 is opgesteld vervallen per 19
maart 2016 (uitgezonderd de opnieuw vastgestelde beleidsregels in het AB van 25 mei 2016
met kenmerk 2016/int/204). Het Parkeerbeleidsplan Nieuw-West 2012-2020 is volgens de
nieuwe verhoudingen ook vervallen. Vanaf deze datum is het stedelijk beleid Menukaart
parkeerregelingen (2004) voor de bestuurscommissies kader stellend geworden. De taken en
bevoegdheden van bestuurscommissies moeten binnen deze stedelijke kaders worden
uitgevoerd. Dit betekend voor de beleidsoptie fiscaal parkeren dat de bestuurscommissie
Nieuw-West het college kan adviseren wijzigingen aan te brengen in de parkeerverordening
en/of het vitwerkingsbesluit.
Ad 1. Aanvulling en wijzigingen adviesbrief 2 maart 2017 m.b.t. invoering fiscaal parkeren
Sloterdijk I/ Beslispunt 1.
Naar aanleiding van de parkeerdrukmetingen en diverse ondernemersbijeenkomsten is op 1
maart 2017 in het Algemeen Bestuur van de bestuurscommissie Nieuw-West ingestemd (71966-
2016/INT/o1782) om het college te adviseren om fiscaal parkeren in te voeren voor het gebied
Sloterdijk Il. Voordat ons advies door het college wordt behandeld is ambtelijk aangegeven om
de volgende aanvulling en wijziging door te voeren;
1. Het wijzigen van twee niet losse vergunningsgebieden naar één vergunningsgebied
2. Hettoevoegen van het vergunningsplafond
1. Vergunningsgebied
In het voorstel van 2 maart 2017 adviseren wordt het college geadviseerd om voor het gebied
Sloterdijk Il voor de twee niet aaneengesloten gebieden twee aparte vergunningsplafonds in te
stellen. De nadelen van twee aparte vergunningsgebieden zijn
-__ Dat vergunningshouders vit het ene gebied niet mogen parkeren in het tweede gebied
(tenzij het straattarief wordt betaald).
-__In vergunningsgebieden met een laag aantal parkeerplaatsen in de openbare ruimte er
een wachtlijst kan ontstaan bij de uitgiften van parkeervergunningen
Daarom wordt voorgesteld om de volgende gebieden vit het voorstel van 2 maart 2017 samen
te voegen tot één vergunningsgebied waarvan de grenzen worden gevormd door
-__ door (1) de westzijde van de Radarweg tussen de Basisweg en de Kastrupstraat(2) de
Kastrupstraat aan beide kanten (3) de Rhôneweg aan beide kanten (4) de oostzijde van
de Seineweg tussen de Rhôneweg en de Basisweg (5) de ventweg van de Basisweg aan
beide zijden tussen de Seineweg en de Radarweg & door de Donauweg aan beide
zijden tussen de Gyroscoopweg en de Radarweg.
2. Vergunningsplafond
Uitgaande dat de twee vergunningsgebieden vit het voorstel van 2 maart 2017 worden
samengevoegd tot één vergunningsgebied; zijn er in het vergunningsgebied Sloterdijk Il 742
parkeerplaatsen in de openbare ruimte. Om zowel het bezoek van de ondernemers als de
Registratienummer 71966 - 2017/INT/o0731
Pagina 3 van 6
DB-AB
werknemers van de ondernemers te faciliteren wordt in het algemeen 20% van de openbare
parkeerplaatsen gereserveerd voor bezoekers. In dit gebied is er geen reden om af te wijken van
deze richtlijn wat betekend dat er (afgerond) 142 openbare parkeerplaatsen worden
gereserveerd voor bezoekers. Dit betekend dat het vergunningsplafond voor bewoners en
ondernemers die in aanmerking komen voor een parkeervergunning wordt gesteld op 600
parkeerplaatsen in de openbare ruimte. Het is op basis van ervaring de verwachting dat zowel
de 142 parkeerplaatsen voor bezoekers als wel de 600 parkeerplaatsen voor bewoners en
ondernemers die in aanmerking komen voor parkeervergunning voldoende zijn.
Overig
Op 21 juli jl. is de ondernemersbijeenkomst Sloterdijk Il gehouden. Tijdens deze bijeenkomst
hebben diverse ondernemers zorgen geuit over de vergunningverstrekking van 1 vergunning
per vijf medewerkers. Hierbij worden de eigen stallingsplaatsen in mindering gebracht van het
aantal te verstrekken vergunningen. Naast deze zorgen gaven de ondernemers aan de voorkeur
te hebben voor een vergunningverstrekking van 1 vergunning per twee medewerkers. Hierbij
benadrukkende dat de vergunningverstrekking van 2 vergunning per twee medewerkers geen
beleidsoptie is en niet wenselijk is omdat;
-__Hetgebied een goede OV-ontsluiting heeft door NS-station Sloterdijk
-__ Hetgebied een goede OV-ontsluiting heeft middels de busverbindingen
-__Er grootschalige plannen zijn om in hoge dichtheden te bouwen in Sloterdijk-Centrum
en Haven-Stad. In deze plannen is er minder ruimte voor de auto. Ook wordt er
programma toegevoegd aan Sloterdijk Il. Het bedrijventerrein kan daarmee niet meer
worden beschouwd als een perifeer gebied. Een ruime regeling voor de auto past niet
binnen de groeiende schaarste aan ruimte.
Tijdens de ondernemersavond is de bestuurlijke toezegging gedaan om de zorgen van de
ondernemers te delen met het college.
nb. Garages en autoherstelbedrijven kunnen ook (maximaal) twee vergunningen op code
aanvragen. Deze vergunning maakt het mogelijk om op straat te parkeren met wisselende
voertuigen. Bijv. om hier tijdelijk een net gerepareerde auto neer te zetten. Mocht een garage
of autoherstelbedrijf voor een vergunning op code kiezen dan wordt dit in mindering gebracht
op het aantal vergunningen voor werknemers. De stallingsplaatsen worden in mindering
gebracht op het aantal te verlenen vergunningen.
Onderbouwing besluit
Argumenten Met bijgevoegde aanvulling en wijziging wordt het advies van 2 maart 2017 in behandeling
genomen door het college en wordt voldaan aan het adviesrecht om te komen tot een oplossing
van de parkeerproblematiek in het gebied Sloterdijk I.
Risico's / neveneffecten Neveneffecten
1. De datum van invoering fiscaal parkeren op Sloterdijk Il per 1-1-2018 wordt door de
benodigde wijziging en aanvulling niet gehaald
Risico's
1. Hetrisico bestaat dat het college niet instemt met ons advies.
Registratienummer 71966 -2017/INT/o0731
Pagina 4 van 6
Selecteer de maatschappelijke LJJongeren aan het werk
effecten waar hetbesluitaan [Jeugd benut talent
bijdraagt L]Goed veiligheidsgevoel
MlPrettig wonen
(lledereen doet en telt mee
(Prettig samenleven
L]Gezonde leefstijl
Maatschappelijke Het parkeerregime maakt onderdeel vit van het speerpunt prettig wonen. Middels deze
effecten draaiknop wordt gewerkt aan een oplossing voor de parkeerproblematiek in het gebied
Sloterdijk Il.
Uitkomsten ingewonnen adviezen
Juridisch bureau Artikel 28- adviesrecht verordening op de bestuurscommissies.
Financiën Dit voorgenomen besluit heeft geen financiële consequenties voor stadsdeel Nieuw-West.
Communicatie Opmerkingen verwerkt.
Overige Opmerkingen verwerkt.
Financiële paragraaf
Niet van toepassing.
Financiële gevolgen? Nee.
Indien ja, dekking aanwezig? N.v.t.
Indien ja, welke
kostenplaats?
Toelichting N.v.t.
Voorlichting en communicatie
Eisen publicatie N.v.t.
Na het DB besluit worden de ondernemers geïnformeerd middels een bewonersbrief over de
Commvunicatiestappen voordracht in de commissie en het AB en de mogelijkheden die er zijn tot inspraak.
Uitkomsten inspraak
Niet van toepassing.
Uitkomsten maatschappelijk overleg (participatie)
Niet van toepassing.
Geheimhouding
Geheimhouding Niet van toepassing.
Einde geheimhouding Niet van toepassing.
Stukken
Meegestuurd 1. Advies invoering betaald parkeren in Sloterdijk 2- addendum (2017/UIT/06323)
Registratienummer 71966 -2017/INT/o0731
Pagina 5 van 6
2. Bewonersbrief Sloterdijk Il (2017/UIT/o6704,)
Ter inzage gelegd Niet van toepassing
Te verzenden stukken 1. Advies invoering betaald parkeren in Sloterdijk 2- addendum (2017/UIT/06323)
College van Burgemeester en Wethouders (B&W) Amsterdam
Postbus 202
1000ÂE AMSTERDAM
Aangetekend versturen Nee.
Akkoord agendering
Datum voorbereidendestaf 21 augustus 2017
Portefeuillehouder E. Bobeldijk.
Portefeuillehouder akkoord? Ja per mail op maandag 21 augustus 2017 om 17:27 uur.
Verantwoordelijk manager B. Berendse
Manager akkoord? Ja.
Besluit dagelijks bestuur
Registratienummer 71966 -2017/INT/o0731
Pagina 6 van 6
| Besluit | 6 | train |
VN2021-022363 N% Gemeente Raadscommissie voor Kunst en Cultuur Monumenten en Erfgoed, K D D
Sg ijengd en Amsterdam Diversiteit en Antidiscriminatiebeleid, Democratisering, Gemeentelijk
D Vastgoed, ICT en Digitale Stad, Dienstverlening, Personeel en
% Organisatie, Coördinatie bedrijfsvoering, Inkoop
Voordracht voor de Commissie KDD van o1 september 2021
Ter kennisneming
Portefeuille Onderwijs
Kunst en Cultuur, Monumenten en Erfgoed (41)
Sport en Recreatie (37)
Jeugd(zorg) (33)
Agendapunt 22
Datum besluit 18 juni 2021
Onderwerp
Tweede editie MidzomerMokum 2021
De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen van de raadsinformatiebrief over de tweede editie MidzomerMokum 2021.
Wettelijke grondslag
Gemeentewet Artikel 169 van de Gemeentewet.
Bestuurlijke achtergrond
e Metde brief van 17 december 2020 is de raad geïnformeerd over de evaluatie en het vervolg
op de eerste editie van MidzomerMokum in 2020.
* Inde raadscommissie WIO (17 februari 2021) heeft wethouder Moorman aangegeven
samen met wethouders Meliani en Kukenheim de raad nader te informeren over het
zomerprogramma in 2021.
* Inde raadscommissie ZJS (23 juni 2021) heeft wethouder Kukenheim een mondelinge
mededeling gedaan over MidzomerMokum 2021.
Reden bespreking
Niet van toepassing.
Uitkomsten extern advies
Niet van toepassing.
Geheimhouding
Niet van toepassing.
Uitgenodigde andere raadscommissies
Niet van toepassing.
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
Niet van toepassing.
Welke stukken treft v aan?
Gegenereerd: vl.5 1
VN2021-022363 % Gemeente Raadscommissie voor Kunst en Cultuur Monumenten en Erfgoed, K D D
ijs Ì msterdam
Sg ijengd en % Diversiteit en Antidiscriminatiebeleid, Democratisering, Gemeentelijk
Vastgoed, ICT en Digitale Stad, Dienstverlening, Personeel en
Organisatie, Coördinatie bedrijfsvoering, Inkoop
Voordracht voor de Commissie KDD van o1 september 2021
Ter kennisneming
AD2021-083559 21-06-18 raadsinformatiebrief MidzomerMokum.pdf (pdf)
AD2021-083552 Commissie KDD Voordracht (pdf)
Ter Inzage
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
OJZD/onderwijs, Janneke Willemsen, j.willemsen@&amsterdam.nl, 06- 383 131 79
Gegenereerd: vl.5 2
| Voordracht | 2 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 1738
Publicatiedatum 6 januari 2017
Ingekomen onder AC
Ingekomen op woensdag 21 december 2016
Behandeld op woensdag 21 december 2016
Status Verworpen
Onderwerp
Motie van de leden Groen en Van den Berg inzake de strategie ‘Naar een stad
zonder aardgas’ (riothermie en andere warmtebronnen).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de strategie ‘Naar een stad zonder aardgas’
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 1668).
Overwegende dat:
— Bij de transitie naar een gasvrij Amsterdam alle zeilen moeten worden bijgezet en
alle duurzame warmtebronnen moeten worden benut;
— Ook decentrale kleinere initiatieven een belangrijke bijdrage kunnen leveren;
— De 'Strategie' terecht focust op de grotere stappen, maar dat dat niet betekent dat
kleinschaliger initiatieven veronachtzaamd moeten worden;
Voorts overwegende dat:
— Via het riool veel warmte weglekt, maar rioolwater daardoor een bron van
thermische energie kan zijn doordat er warmte aan toegevoegd is door bedrijven
en huishoudens, en er bijvoorbeeld in Nederland per jaar wordt 65 PJ aan
thermische energie aan het riool wordt toegevoegd.
— Naarmate de Energie Prestatie Coëfficiënt (EPC) van gebouwen verlaagd wordt,
het energielek via het riool relatief hoger wordt en riothermie — het terugwinnen
van warmte uit het riool — dus een belangrijke bron van warmte zou kunnen zijn;
— In de planperiode 2016-2021 in Amsterdam 32,4 km vuilwaterriool wordt
vervangen.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— _om ín aanvulling op het warmteplan actief op zoek te gaan naar projecten met
alternatieve en of lokale warmtebronnen;
— daarbij ten minste een pilot te beginnen rond riothermie;
— hiertoe voor de zomer van 2017 een voorstel voor te leggen aan de
gemeenteraad;
— ditte dekken uit de versnellingsmiddelen duurzaamheid.
De leden van de gemeenteraad
RJ. Groen
4
P.J.M. van den Berg
2
| Motie | 2 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
x Motie
Jaar 2015
Afdeling 1
Nummer 1317
Publicatiedatum 4 december 2015
Ingekomen onder Q
Ingekomen op woensdag 25 november 2015
Behandeld op woensdag 25 november 2015
Status Ingetrokken
Onderwerp
Motie van het lid Saadi inzake het plan van aanpak voor de onderzoeksfase herijking
deelnemingen (adviserende stem bij de deelnemingen).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over het plan van aanpak voor de onderzoeksfase herijking
deelnemingen (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1270).
Constaterende dat:
— het college onderzoek doet naar het afstoten van deelnemingen;
— het plan van aanpak voor de onderzoeksfase ter kennisname was geagendeerd
voor de raadscommissie Werk en Economie c.a.
Overwegende dat:
— het verkopen van deze deelnemingen in de meeste gevallen naast financieel
onverstandig ook risicovol is gelet op de betrokken maatschappelijke belangen,
— deelnemingen deze zorgen reeds in dit stadium uiten en niet verkocht wensen te
worden;
— de respectievelijke deelnemingen derhalve serieus dienen te worden genomen in
het proces van herijking.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— de deelnemingen actief te betrekken in het onderzoekstraject van de herijking en
een adviserende stem te verschaffen bij de uiteindelijke beslissing, wel of niet
over te gaan tot verkoop van de respectievelijke deelneming;
— de raad te informeren over de adviezen van de deelnemingen.
Het lid van de gemeenteraad
|. Saadi
1
| Motie | 1 | train |
x Gemeente Amsterdam R
% Gemeenteraad
Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2015
Afdeling 1
Nummer 342
Publicatiedatum 8 mei 2015
Ingekomen onder AE
Ingekomen op 22 april 2015
Behandeld op 22 april 2015
Status Verworpen
Onderwerp
Motie van de raadsleden mevrouw Moorman en de heer Groot Wassink inzake
de gemeentelijke inzet voor nieuwe afspraken met corporaties en huurders
(transparantie financiële posities corporaties).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de gemeentelijke inzet voor nieuwe afspraken met
corporaties en huurders (Gemeenteblad afd. 1, nr. 294);
Overwegende dat:
— naar aanleiding van het rapport Conijn en Teulings gekozen wordt voor een
transparantiemodel;
— een aantal corporaties maatregelen heeft genomen om kosten en overhead te
verminderen;
— een aantal corporaties bekend heeft gemaakt huizen te moeten verkopen om
tegemoet te komen aan betalingsverplichtingen;
— het wenselijk is om inzicht te hebben in de samenstelling van het vermogen en
de investeringscapaciteit van de corporaties;
— het in de nieuwe verhoudingen tussen gemeente en corporaties wenselijk is als
corporaties transparanter zouden zijn over hun financiële positie zodat heldere
afspraken kunnen worden gemaakt,
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
met de corporaties dwingende afspraken te maken over het openbaar maken van hun
balans en inzicht te verschaffen in financiële positie en investeringscapaciteiten.
De leden van de gemeenteraad,
M. Moorman
BR. Groot Wassink
1
| Motie | 1 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2019
Afdeling 1
Nummer 1634
Ingekomen op 15 oktober 2019
Ingekomen in raadscommissie ZJS
Te behandelen op 6/7 november 2019
Onderwerp
Motie van de leden Simons, Van Soest, Boomsma, Ceder en Kilig inzake
de Begroting 2020 (Dak- en thuislozen betrekken bij taskforce).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Begroting 2020.
Constaterende dat:
— Het college een taskforce MO/BW heeft ingesteld die gaat onderzoeken hoe de
gemeente om moet gaan met de daklozenopvang in de stad;
— Deze taskforce bestaat uit een aantal experts uit het vakgebied die de gemeente
advies gaan geven over de aanpak van de daklozenproblematiek en de
bekostiging daarvan;
— Het college met het instellen van deze taskforce oplossingen voor de doelgroep
wil vinden die leiden tot een ‘toekomstbestendig opvangstelsel';
— Een van de opdrachten van de taskforce gericht is op het aanscherpen van de
noodopvang voor dakloze gezinnen en doorontwikkling van de winteropvang.
Overwegende dat:
— Het gewenst is dat groepen voor en over wie beleid wordt gemaakt zelf ook
betrokken worden bij de totstandkoming van dat beleid.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
In samenwerking met dak- en thuislozen en relevante belangenorganisaties een
tijdelijke denktank of adviescommissie bestaande uit dak- en thuislozen op te zetten
die vanuit de rol als ervaringsdeskundigen samen met de taskforce MO/BW werkt aan
de opdracht om te onderzoeken hoe de gemeente om moet gaan met de
daklozenopvang in de stad.
De leden van de gemeenteraad
S.H. Simons
W. van Soest
D.T. Boomsma
D.G.M. Ceder
A. Kilig
4
| Motie | 1 | discard |
> Gemeente
Amsterdam
Motie
Datum raadsvergadering 20 april 2022
Ingekomen onder nummer 206
Status Ingetrokken
Onderwerp Motie van het lid Ernsting inzake scootervrije fietspaden ook buiten de A10
Onderwerp
Scootervrije fietspaden ook buiten de A10
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over Transformatie Burgemeester Roëllstraat
Overwegende dat
— de scooter op de rijbaan en scootervrije fietspaden een groot succes is;
— dit nv alleen binnen de azo beleid is, terwijl daarbuiten ook veiliger fietspaden nodig zijn.
— steeds meer straten ook buiten de ring azo 30 km zullen worden en verdichting plaatsvindt
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders
Te onderzoeken hoe en wanneer in de hele bebouwde kom de scooter op de rijbaan de norm kan
worden om zodoende in de hele stad scootervrije en veilige fietspaden te hebben.
Indiener
Z.D. Ernsting
| Motie | 1 | discard |
20230203 N% Gemeente Raadscommissie voor Financiën, Kunst en cultuur, Diversiteit F K D
ersoneel en
oe tidiscriminatiebeleid, Lucht- h incl. Schiphol
Organisatie % Amsterdam en anti Íscrimina iebeleid, Lucht- en zee aven (inc chip 10 )‚,
Bedrijfsvoering, Inkoop, Personeel en organisatie, Dienstverlening,
% Deelnemingen (excl. AEB en Schiphol), Deelnemingen (incl. AEB), Lokale
media, ICT en digitale stad, Evenementen
Voordracht voor de Commissie FKD van 23 november 2023
Portefeuille Perdoespslekir@ gartieetkennisneming
Agendapunt 4
Datum besluit College van B&W, 17 oktober 2023
Onderwerp
Kennisnemen en bespreken van de raadsinformatiebrief over de onderzoeken naar discriminatie en
racisme binnen de gemeente Amsterdam en de vervolgstappen op basis van de onderzoeken en het
anonieme bericht bij directie Werk, Participatie en Inkomen (WPI).
De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen en bespreken van de vitkomsten van de onderzoeken, namelijk een kwalitatief
onderzoek naar institutioneel racisme bij gemeenten van het Kennisplatform Inclusief
Samenleven (KIS) (bijlage 1) en een kwalitatief onderzoek naar discriminatie binnen de gemeente
Amsterdam door bureau Muzus (bijlage 2). En kennis te nemen en bespreken van bijbehorende
raadsinformatiebrief waarin de raad wordt geïnformeerd over de vitkomsten van de onderzoeken en
de vervolgstappen die worden genomen op basis van de onderzoeken en het anonieme bericht over
discriminatie en racisme bij Werk, Participatie en Inkomen (WPI) (bijlage 3).
Wettelijke grondslag
artikel 169 van de Gemeentewet (informatieplicht van het college van B en W aan de
gemeenteraad).
Bestuurlijke achtergrond
* Inhet Coalitieakkoord (2022-2026) Het Amsterdams Akkoord zijn onder meer deze doelen
opgenomen:
e De opdracht om van inclusie en diversiteit de norm te maken binnen de gemeentelijke
organisatie wordt voortgezet. De inspanningen om een inclusieve werkcultuur te creëren
zetten we onverminderd voort en we leren van bestaande organisaties en initiatieven waar
dit al succesvol gebeurt.
e De gemeente Amsterdam werkt sinds 2020 aan de Bestuursopdracht Inclusie en Diversiteit
welke is vastgesteld op 23 juni 2020.
e Op 11 mei 2021 is het Uitvoeringsplan Inclusie en Diversiteit door het college vastgesteld.
Vanuit de bestuursopdracht zijn er sinds 2020 verschillende acties en interventies ingezet
om kritisch naar beleid en procedures te kijken, maar ook om kennis en bewustzijn over
discriminatie, racisme, micro-agressie, pesten en uitsluiting te vergroten.
* De raad is op g november 2022 geïnformeerd over de deelname van de gemeente Amsterdam
aan het onderzoek naar institutioneel racisme middels de voortgangsbrief Inclusie en
Diversiteit.
* De raadsinformatiebrief en de onderzoeksrapporten zijn op 30 oktober 2023 via de dagmail
gedeeld.
Reden bespreking
Op verzoek van lid Bobeldijk (SP) geagendeerd ter bespreking voor de commissie FKD.
Uitkomsten extern advies
Gegenereerd: vl.10 1
VN2023-023032 % Gemeente Raadscommissie voor Financiën, Kunst en cultuur, Diversiteit
Personeel en % Amsterdam On ‚ ‚ ‚
oe en antidiscriminatiebeleid, Lucht-en zeehaven (incl. Schiphol),
Organisatie %
Bedrijfsvoering, Inkoop, Personeel en organisatie, Dienstverlening,
Deelnemingen (excl. AEB en Schiphol), Deelnemingen (incl. AEB), Lokale
media, ICT en digitale stad, Evenementen
Voordracht voor de Commissie FKD van 23 november 2023
Terbespreking en ter kennisneming
Geheimhouding
n.v.t.
Uitgenodigde andere raadscommissies
n.v.t.
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
Ja, hiermee worden twee toezeggingen afgedaan:
e Uitkomsten KIS rapport over institutioneel racisme (TA2023-000068)
* Aanlevering Muzus-rapport en KIS-rapportage (TA2023-001129)
Welke stukken treft v aan?
Meegestuurd Registratienr. | Naam
AD2023-081020 Bijlage 1 20231030 DEF KIS Rapport institutioneel racisme. pdf (pdf)
Bijlage 2 20231030 DEF Muzus Rapportage - Ervaren van Discriminatie. pdf
AD2023-081019
(pdf)
Bijlage 3 20231030 DEF raadsbrief onderzoeken en anoniem bericht -
AD2023-081018
ondertekend.pdf (pdf)
AD2023-079253 Commissie FKD Voordracht (pdf)
Ter Inzage
Registratienr. Naam
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Programma Inclusie en Diversiteit, Luke Schut, [email protected], 06-38609157
Gegenereerd: vl.10 2
| Voordracht | 2 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2019
Afdeling 1
Nummer 218
Datum indiening 11 februari 2019
Datum akkoord 15 februari 2019
Publicatiedatum 18 februari 2019
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Temmink inzake het nu alweer wijzigen
van de nachtsluiting van brandweerkazerne Victor.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragenstelster:
Op 11 februari 2019 meldde AT5 dat de omstreden nachtsluiting van
brandweerkazerne Victor nog geen maand na invoering alweer is gewijzigd.
Het besluit is genomen nadat er meer gegevens beschikbaar zijn gekomen over
de gevolgen van de sluiting. Het werken met zogeheten herbezetting van kazernes
om de nachtsluiting op te vangen bleek in de praktijk moeilijk, zonder dat überhaupt
sprake was van een incident.
Bewoners, de fractie van de SP en het Instituut voor Fysieke Veiligheid (FV) waren
voorafgaand al kritisch over de nachtsluiting van de kazerne, omdat meer onderzoek
nodig was naar de gevolgen van de sluiting. Zo waren er twijfels of bij nachtsluiting de
stedelijke dekking wel gegarandeerd kon worden. Een terechte zorg, zo blijkt nu.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Temmink, namens de fractie van de SP,
op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam,
de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders
gesteld:
1. Waarom is er, ondanks eerdere signalen, toch besloten voor nachtsluiting zonder
voldoende onderzoek vooraf naar de concrete gevolgen?
Antwoord:
Er is uitgebreid onderzoek gedaan naar de nachtsluiting en de gevolgen daarvan.
De gemeenteraad heeft in november kennis kunnen nemen van de resultaten van
dit onderzoek via het Achtergronddocument Nachtsluiting Victor en de technische
sessie die hierover is georganiseerd. Daarnaast heeft het IFV een second opinion
uitgevoerd. De veiligheidsregio heeft u op 18 december geïnformeerd over de
uitkomsten van deze second opinion en de wijze waarop de adviezen van het IFV
worden opgepakt.
! https://www.at5.nl/artikelen/191524/nachtelijk-sluitingsplan-aangepast-schuiven-met-brandweerlieden-blijft
1
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer dd ebruar 2019 Schriftelijke vragen, maandag 11 februari 2019
De nachtsluiting van kazerne Victor is niet gewijzigd. De wijziging waar in het
bericht van AT5 op wordt gedoeld betreft de uitvoering van de herbezetting van
kazerne Nico. Wanneer kazerne Nico wordt ingezet, wordt een andere kazerne
opgeroepen om kazerne Nico te herbezetten. In de eerste weken van de
nachtsluiting is kazerne Dirk opgeroepen voor een herbezetting.
De brandweer heeft de uitvoering van de herbezetting tussentijds geëvalueerd.
Hieruit bleek dat herbezetting beter uitgevoerd kan worden door kazerne
IJsbrand. Sinds 23 januari 2019 voert IJsbrand de herbezetting daarom uit.
Deze maatregel wordt dit voorjaar nog eens geëvalueerd, omdat kazerne Willem
op dat moment na verbouwing terugkeert op de Ringdijk. Mogelijk leidt dit
opnieuw tot aanpassing van de herbezetting.
2. Deelt het college mening van de fractie van de SP, dat de nachtsluiting van
brandweerkazerne Viktor overhaast tot stand is gekomen?
Antwoord:
Nee. De nachtsluiting van kazerne Victor is zorgvuldig tot stand gekomen.
Van een overhaast besluit is geen sprake, daar het initiële besluit in september
2017 is genomen en de nachtsluiting op 2 januari 2019 is ingegaan.
3. Kan worden uitgesloten dat de nachtsluiting overhaast is doorgevoerd om
financiële redenen?
Antwoord:
Ja.
4. Deelt het college de mening van de fractie van de SP, dat de huidige gang van
zaken slecht is voor het vertrouwen in de brandweerleiding en de
veiligheidsregio?
Antwoord:
Nee. Het college ziet dat de veiligheidsregio zorgvuldig omgaat met de adviezen
van het IFV en de flankerende maatregelen gericht op het verbeteren van de
brandveiligheid in de buurt.
5. Wanneer komt er een nieuw plan voor het garanderen van de brandveiligheid in
Amsterdam in de nacht? Wordt dan vooraf IFV geconsulteerd? Worden eventuele
aanbevelingen van het IFV eerst ingevoerd, voordat er sprake is van nieuwe
maatregelen?
Antwoord:
Er komt geen nieuw plan voor het garanderen van brandweerzorg in Amsterdam
in de nacht. Het bestuur van de veiligheidsregio heeft u op 18 december 2018
laten weten dat de brandweerdekking ook met de nachtsluiting van kazerne Victor
op een aanvaardbaar niveau is.
2
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer dd ebruar 2019 Schriftelijke vragen, maandag 11 februari 2019
De Veiligheidsregio stelt iedere vier jaar een Dekkingsplan vast, waarin wordt
vastgesteld hoe de brandweerzorg in Amsterdam en de rest van de veiligheids-
regio er uit ziet. Het huidige dekkingsplan is net vastgesteld en loopt tot 2022.
Er is geen aanleiding om een nieuw dekkingsplan op te stellen.
Het IFV heeft op verzoek van de veiligheidsregio een second opinion uitgevoerd
op het Achtergronddocument Nachtsluiting Victor. Het IFV heeft aangegeven dat
de onderbouwing van de nachtsluiting op vijf punten kon worden versterkt.
De veiligheidsregio heeft u op 18 december 2018 geïnformeerd over de wijze
waarop de adviezen van het IFV worden opgepakt. Een daarvan is dus het
herbezetten van kazerne Nico.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris
3
| Schriftelijke Vraag | 3 | train |
{
7 okt'‘Av} ce BWy/se UA Verl UTR
(À eVa Vu el en le gh Let
_ = k 4 _ jn d ke
ú/ ( is Lijn geen 2 Lu Wera (a el je, 9 /i PE ba IJ cra vor eer Ls
/ adres binn vraag Um De
Amsterdam, 1&juni 2008, ej =S ben Ex SZ A ma Sh eretand
Gj a 2 5
Aan de leden van de ì as QE Ën
Deelraad Amsterdam-Centrum 62} À Ee
"5 Cf sh ek
De u
aen Z en
RAADSADRES 5 W&S ee le
Inleiding ed
De Bewonersraad Nieuwmarkt richt zich in dit adres tot de Deelraad Amsterdam-Centrum
omdat zij bezorgd is over de voorgenomen bestemming van het binnenterrein Blom; genoemd
naar de voormalige tandwielenfabriek Blom. Het teerein is gesitueerd in het hart van de
Nieuwmarktbuurt. Het fabrieksgebouw is eigendom van Ymere.
Het terrein wordt aan de lengtezijden omsloten door respectievelijk de oneven zijde van de
Rechtbooms Sloot (nr. 11 tot 57) en de Oude Waal (nr. 1 tot 20} en aan de kopse zijden door
resp. de basisschool Sint Antonius, met een apartstaande gymzaal en Walenburg, een
voormalig mannenlogement.
Het betreft de laatste plek van de Nieuwmarktbuurt met vrijheidsgraden omtrent de
bestemming.
Geschiedenis
Begin 20° eeuw kwam sterk het idee op dat ook de Amsterdamse volksbuurten meer moesten
profiteren van de Woningwet van 1902, Die wet, gericht op de volksgezondheid, maakte het
mogelijk dat overgegaan kon worden tot krotopruiming via onteigening van onbewoonbaar
verklaarde woninget, om op die manier meer licht en lucht te kunnen laten toetreden.
In 1929 en 1930 werden op die manier de Ridderstraat en de Jonkerstraat gesaneerd. 558
Woningen werden onteigend, waarvan 458 onbewoonbaar verklaarde en 89 woningen die
konden worden verbeterd. Er ontstond zodoende een tamelijk ruim binnenterrein met
toetreding van licht en lucht. Later werd dit terrein gedeeld doordat de Montelbaanstraat
gebouwd werd. Ten oosten van de straat werd het binnenterrein een speeltuin (speeltuin ‘De
Waag’); ten westen werd de openheid van het terrein toch weer opgeofferd tbv. de
werkgelegenheid. Er werd een, overigens zeer laag gehouden, fabriek neergezet.
Tot op heden is deze invulling zo gebleven.
Na vertrek van de tandwiclenfabriek werd het fabrieksgebouw eigendom van Ymere.
Gedachtig Ymere's slagzin “Door wonen gedreven” zal het niet verbazen dat de
woningbouwvereniging direct na aankoop de fabriek wilde slopen om apartementenblokken
neer te zetten bestemd voor starters op de woningmarkt. De buurt heeft zich hier heftig tegen
verzel en werd hierbij gesteund door de gemeentelijke Monumentendienst die het project
totaal niel vond passen in het oudste, grotendeels monumentate, gedeelte van Amsterdam.
Momenteel is Ymere plannen aan het ontwildeelen om de fabriek te slopen en op het gebied
18 eengezinswoningen te realiseren, alle met een interne parkeervoorziening op
maaiveldniveau.
Gezendheidsaspecten
Geluidshinder:Volgens metingen, o.a. verricht in opdracht van de gemeente Amsterdam, is de
geluidsoverlast op de Prins Hendrikkade tussen de Gelderse Kade en Oude Schans en de
Kromme Waal, Buiten Bantammerstraat, Schipperstraat en Katkmarkt boven de meedraait!
loegeslene nom voor nieuwe « Ontngen,
Voor fijnstof en stankoverlast (weg- en waterverkeer} gelet hetzelftte.
Bezonning leopt bij verweekelijking van de bouwplannen bij alle seizoenen gemiddeld 1,5
verdieping terug bij de bewoners van de Oude Want,
Groen: De novm die aangenomen is door de Nederlandse Gemeenten betreffende “m2 groen
per woning” en “%o groen op een gebied als geheel” wordt op geen stukken na gehaald in de
Nieuwmarktbuurt (zie bijv. de omvangrijke Nota “Recht op groen” van de Raad voor het
Landelijk Gebied.)
In het gebied voldoet het gezondheidsaspeet niet aan de hedendaagse normen voor nieuwe
woningen. Bovendien is er oi. ook geen manier om het gebied op termijn te laten voldoen aan
de huidige milieu-eisen.
Voorstel
Een oude regel in geval van een onoplosbaar probleem kent twee varianten:
1) toch zoveel als maar mogelijk is verbeteren van de ontstane situatie:
2) compensatie voor de lasten aan de gedupeerden: i.c. de buurtbewoners.
De bewoners van de Nieuwmarktbuurt stellen dan ook het volgende voor:
Ter verbetering van het milieu wordt het binnenterrein ‘groen’, Daarmee wordt de
luchtkwaliteit in positieve zin beïnvloed, zowel qua zuurstof, qua vermindering van
stikstofoxiden, qua fijne stofdeeltjes, qua stank en qua geluidshinder (groen absorbeert).
Bovendien kan langs bacteriologische weg de grond worden geschoond (is zeer vervuild).
Ook de normen m.b.t. m2 groen per woning en % groen per gebied kunnen meer worden
benaderd. Binnenterreinen dienen na sloop van gebouwen trouwens heringericht te worden als
tuinen en erven. Het binnenterrein Blom is zo’n terrein.
Groen biedt, in de door de horeca gedomineerde Nieuwmarkt, de buurtbewoners een
mogelijkheid van buiten zijn. Ook zal de Sint Antonius school hiervan profiteren door de
kinderen meer in contact te laten komen met de natuur; o.a. door gebruik te maken van NME
(Natuur-en Milieu-educatie): waar de Gemeente Amsterdam zich trouwens voor inzet.
De omwonenden laten zich m.b.t. de groenaanleg en het -onderhoud voorlichten door
deskundigen op dit gebied. |
Gezien de vele politieke aanbevelingen en voorschriften met betrekking tot openbare
groenvoorzieningen (postzegelparkjes, etc.etc.) zou het de deelraad Amsterdam-Centrum en
de erfpachter (Ymere) sieren wanneer zij de groenbes temming steunen. Terzijde zij nog
opgemerkt dat bij de eerste deelraadverkiezing de PvdA heeft toegezegd dat de bewoners
bepalend zouden zijn voor de bestemming van het binnenterrein Blom. Een zeer minitieus
verspreide enquête onder de Nieuwmarktbewoners leverde een duidelijke voorkeur op vaor
cen groene bestemming; desnoods met behoud van de bestaande begane grond laag (de
fabriek) voor kleinschalige bedrijfjes, ateliers en facitiveiten voor de schaol en dan met een
daktuin over het nieuw aan te brengen platte dak (technisch inmiddels haalbaar gebleken),
Met hoegachting.
Namens de Bewonersraad Nieuwmarkt.
| Raadsadres | 2 | train |
x Gemeente
Amsterdam
Zuidoost
Overlegvergadering stadsdeelcommissie Zuidoost
Datum : donderdag 13 september 2018
Aanvang : 19.00 UUr
Locatie : raadzaal stadsdeelkantoor Anton de Komplein 150
Voorzitter : Roy Hofwijks
Secretaris : Bas van Spréw
Agenda
1. Opening en vaststellen agenda 19.00
2. Mededelingen 19.05
3. Besluitenlijst 19 juli 2018 19.10
4. Ingekomen stukken 19.15
5. Bewoners aan het woord 19.20
Bespreekpunten
6. Bespreking adviezen (gevraagd): 19.30
Concept Vergunningenbeleid Wabo ze helft 2018-2019
7. Participatie met stakeholders 19.40
8. Rondvraag en sluiting 21.30
| Agenda | 1 | train |
Naam
Jan F. Schrijver
E-mail
buurt @jfschrijver.nl
Adres
Paulus Potterstraat 42 hs
Postcode
1071DB
Plaats
Amsterdam
Telefoon
020-6763870
Uw bericht
Aanpassing locatieprofiel Museumplein
Als voorzitter van de Vereniging Buurtbelang Museumplein (VBM) richt ik me tot uw raad over
een kwestie die al eerder aan de orde is geweest in de Raadscommissie Algemene Zaken
(inspraak evenementenbeleid, tekst bijgevoegd) en in de Raadsvergadering van 14
februari jl. Bij de laatste gelegenheid antwoordde de burgemeester op een vraag van het
raadslid Boutkan dat hij de evaluatie van de Public Viewing van 24 mei jl. wilde
afwachten alvorens te reageren op diens en ons verzoek om geen public viewing of
huldiging meer toe te staan cq in het Locatieprofiel Museumplein de woorden “zoals
huldigingen en public viewings” te schrappen.
Intussen is de bedoelde evaluatie (bijgevoegd) aan uw raad toegezonden. Deze is
weliswaar uitvoerig, maar doet oi. geen recht aan onze drie belangrijkste bevindingen
van dit evenement: 1. de volstrekte onvoorspelbaarheid en onbeheersbaarheid van de
toestroom van publiek bij dit soort gelegenheden (NB het betrof niet eens een
huldiging!); 2. het onvoorziene en grote misbruik van alcohol en andere middelen
(wordt niet eens vermeld in de evaluatierapportage, gedacht is alleen aan beperking van
consumptie op het terrein, niet aan binge-drinken vooraf!); 3. de ontoereikende
maatregelen in de omliggende buurten ter bescherming van have en goed van de
bewoners daar.
Deze gegevens nopen ons met extra nadruk te vragen om deze feesten niet meer op het
Museumplein te organiseren of althans het locatieprofiel Museumplein aan te passen
door schrappen van de woorden “zoals huldigingen en public viewings”. De laatste
formulering beperkt de vrije afweging van de burgemeester te zeer.
Mocht u onverhoopt anders besluiten, dan zijn een strikter alcoholbeleid in de verre
omgeving op de dag zelf en nog betere beschermende voorzieningen in de
woonomgeving een minimaal vereiste. Moet er eerst een ramp plaatsvinden voordat de
gemeente voetbalfeesten definitief elders laat organiseren?
Hoogachtend, J.F. Schrijver (voorzitter VBM)
| Raadsadres | 1 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
x% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
aar 2020
Afdeling 1
Nummer 1627
Datum indiening 14 augustus 2020
Datum akkoord 17 december 2020
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van de leden Ceder, Flentge, De Jong en Mbarki
inzake het verhuren van hokken voor €799 onder het mom van “flexible living”.
Aan de gemeeneraad
Toelichting door vragenstellers:
Het Cityhub Hotel op de Bellamystraat in Oud-West verhuurt sinds kort kamers van
6m2 voor de schokkende prijs van €/99. Door het terugvallen van het toerisme als
gevolg van COVID-19 staan een boel van hun kamers leeg dus hopen ze hun slag te
slaan door deze voor belachelijk prijzen te verhuren aan wanhopige mensen op de
Amsterdamse woningmarkt. Volgens een woordvoerder van het Cityhub hotel is het
niet bedoeld als lange termijn woonplaats, het is een “flexible living” accommodatie
voor maximaal 6 weken. Hij beschrijft het vooral als een startplek voor expats die
naar Amsterdam verhuizen voor ze iets anders vinden. In de praktijk zullen er
waarschijnlijk vooral studenten gaan wonen, zowel internationale als Nederlandse.
Ondernemingen zoals The Student Hotel zijn al bezig met het uitbuiten van kwetsbare
studenten door ze kamers aan te smeren van meer dan €1000 per maand.
Naast de absurd hoge prijs is er ook het feit dat in de praktijk maar 2m2 van de kamer
bruikbaar is omdat de rest door het bed word opgenomen. Bovendien beschikken de
kamers niet over ramen en heeft de locatie een horecabestemming. De kamers
hebben meer weg van hokken dan van een huis, hetgeen vergelijkingen met de bio-
industrie oproept.
Gezien het vorenstaande hebben de leden Ceder, Flentge, De Jong en Mbarki,
namens de fracties van de ChristenUnie, de SP, Groenlinks en de PvdA, op grond
van voormalig artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam,
de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders
gesteld:
1. In hoeverre is het wenselijk en zelfs verantwoord om studenten in zulke kleine
kamers te laten wonen, zonder een enkel raam?
Antwoord:
De gemeente stuurt via het actieplan jongeren- en studentenhuisvesting op de
groei van het aanbod betaalbare woningen voor deze doelgroep, hotels maken
bewust geen deel uit van dit programma.
Als een hotelgast/student tijdelijk in een hotelkamer verblijft (in dit geval voor de
duur van maximaal 6 weken), verandert de hotelfunctie niet in een woonfunctie.
Voor hotelkamers gelden minder stringente regels ten aanzien van
daglichttoetreding dan voor woningen. In dit geval voldoet het hotel aan de regels
voor daglichttoetreding voor hotels. Deze regels zijn opgenomen in de
omgevingsvergunning.
1
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Amer Loe ember 2020 Schriftelijke vragen, vrijdag 14 augustus 2020
2. Deelt het college de mening dat dit nog het meest lijkt op de bio-industrie, een
vorm van intensieve menshouderij’?
Antwoord:
Het college blijft weg bij een dergelijke vergelijking en laat deze aan de steller van
de vraag.
3. Wat vindt het college ervan dat door een hotelconstructie te gebruiken, studenten
maximaal worden uitgemolken en op een foute manier profijt wordt getrokken uit
de woningnood?
Antwoord:
Hotels hebben door de coronacrisis te maken met lage bezettingsgraden. De
verhuur aan toeristen is deels weggevallen en hotelondernemers kiezen er soms
voor de hotelkamers aan te bieden voor langer tijdelijk verblijf. Het staat een
student vrij om een hotelkamer te boeken van waaruit men op zoek gaat naar
permanente huisvesting of als wekelijkse overnachtingsplek voor diegenen die
maar 1 dag per week in Amsterdam hoeven te zijn.
4. Deelt u de mening dat het goed zou zijn als er bij wat langer verblijf een minimale
kamergrootte is (groter dan 6m2) en dat kamers tenminste één of meerdere
ramen moeten hebben? Welke mogelijkheden heeft de gemeente om dat af te
dwingen? Bent u bereid die opties te benutten? Welke mogelijkheden zijn er
vanuit de landelijke wetten en regels?
Antwoord:
Zie het antwoord op vraag 1.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris
2
| Schriftelijke Vraag | 2 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
x Motie
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 386
Publicatiedatum 29 april 2016
Ingekomen onder Y
Ingekomen op woensdag 20 april 2016
Behandeld op woensdag 20 april 2016
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van de leden Shahsavari-Jansen en Vroege inzake de uitkomsten van
het kentekenonderzoek Groenburgwal e.o. (voorbereidingen treffen om te beginnen
met pilot buurtparkeren).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de uitkomsten van het kentekenonderzoek Groenburgwal
e.o. en de vervolgstappen naar aanleiding van de uitkomsten van dit onderzoek
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 341).
Overwegende dat:
— de bewonersgroep Groenburgwal e.o. op 18 februari 2014 een petitie heeft
aangeboden aan de deelraad Centrum over het plan om "Buurtparkeren" te
introduceren om de parkeeroverlast te verminderen;
— de mogelijkheid om een proef met vergunningshoudersparkeren te houden
onderdeel is van het coalitieakkoord 2014-2018;
— uit kentekenonderzoek bleek dat in dat gebied veel niet-buurtgebonden auto's
parkeren;
— een functiescheiding tussen bewoners en niet-buurtgebonden parkeerders een
belangrijke bijdrage zou kunnen leveren aan het verminderen van de
parkeeroverlast, veel nodeloos zoekverkeer en het realiseren van een autoluwe
binnenstad.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
1. vóór de zomer 2016 met een tussenrapportage te komen van de resultaten van
de eerste stappen die zijn gezet om de parkeeroverlast terug te dringen;
2. uiterlijk in januari 2017 de definitieve resultaten te presenteren;
3. de komende tijd in samenwerking met de initiatiefnemers te werken aan een
solide uitwerking van de mogelijke kaders van de proef buurtparkeren;
4. alle technische, bestuurlijke en juridische voorbereidingen te treffen die nodig zijn
om, indien de vijf alternatieve maatregelen niet voldoen aan de criteria, binnen
zes weken te kunnen beginnen met een solide pilot buurtparkeren (binnen
het fiscale parkeerregime) zodat de resultaten daarvan nog deze bestuursperiode
kunnen worden besproken.
1
Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteraad
Nummer 386 Moti
Datum _ 29 april 2016 otie
De leden van de gemeenteraad
M.D. Shahsavari-Jansen
J.S.A. Vroege
2
| Motie | 2 | discard |
Rd .
Wijkraad Zuid-West Amsterdam
Gemeenteraad
Gemeente Amsterdam
Amstel 1
Alhier
Raadsadres
Amsterdam, 12 april 2019
Betreft: Brandveiligheid Amsterdam-Zuid
Geachte Raadsleden,
Wijkraad Zuid-West Amsterdam maakt zich grote zorgen om de brandveiligheid in
Amsterdam-Zuid.
Sedert jaren staat de brandweerkazerne aan de Van Leijenberghlaan leeg. Tegenwoordig is
de aanrij tijd bij een brandmelding of incident voor de brandweer ruim een kwartier. Dat is
onaanvaardbaar lang in geval van een incident, ongeluk of ramp.
De brandweerkazerne aan de Van Leijenberghlaan is leeg komen te staan nadat de lokale
overheid een bezuinigingsoperatie doorgevoerd heeft op het Amsterdamse brandweerkorps
en het daarmee samenhangende vastgoed. Brandweerwagens staan thans geparkeerd in
noordelijk Amstelveen en moeten de gemeentelijke grenzen telkenmale overschrijden in een
noodgeval. Aanrij tijden worden daardoor volgens de Wijkraad onverantwoord lang en
brengen mensenlevens daarmee onnodig in gevaar, dit is in strijd met de wettelijke
zorgplicht die de lokale overheid heeft voor haar ingezetenen.
Voorts wijst Wijkraad Zuid-West Amsterdam u op het feit, dat de Zuidas een
brandweerkazerne geheel ontbeert. Sedert de ontwikkeling en bebouwing van de Zuidas
met torenflats en hoge kantoorpanden, nota bene onder een aanvliegroute naar de
luchthaven Schiphol, de nabijheid van een driebaans-ringweg, een overbevolkt
spoorwegstation Zuid en andere gevoelige infrastructuur lijkt de Gemeente Amsterdam
onaanvaardbare veiligheidsrisico’s te nemen door de buiten gebruik houding van de
brandweerkazerne aan de Van Leijenberghlaan.
Veiligheidsanalyses die horen bij een toegenomen verkeersdruk in de lucht en op het land,
lijken geen rekening te houden met toegenomen drukte, grotere groepen mensen en
bewoners, hogere en grotere bouwvolumes. Op de Zuidas zijn de aanrij tijden voor
brandweerwagens zo nodig nog langer dan elders in Zuid. Ook dit is vanuit het oogpunt van
de rampenbestrijding en —-preventie een onaanvaardbaar hoog risico.
Wijkraad Zuid-West Amsterdam wenst dan ook dat de brandweerkazerne aan de Van
Leijenberghlaan weer in gebruik wordt genomen in haar oorspronkelijke functie:
brandweerkazerne. De Wijkraad pleit voor een permanente bezetting van de brandweer
kazerne door een bemanning van minstens 15 mensen, drie rampenbestrijdingsvoertuigen
met toebehoren. Experts stellen dat een zogeheten slangentoren naast de kazerne geplaatst
moet worden bij weder in dienststelling. Voorts is het wenselijk dat de manschapverblijven
worden aangepast aan de modernste eisen van deze tijd en materieel geschikt voor het
blussen op grote hoogten aan de Van Leijenberghlaan worden geplaatst.
Hieruit volgt, dat Wijkraad Zuid-West Amsterdam voorstander is van de in het
bestemmingsplan vastgelegde bestemming “verkeer” als parkeerplaats van
rampenbestrijdingsvoertuigen” evenals van de bestemming “maatschappelijk” waardoor
daar brandweerlieden kunnen verblijven boven de voertuigenstalling., gehandhaafd wenst
te zien tot ver in de toekomst, zulks ten behoeve van een opnieuw volledig
brandweersteunpunt in Amsterdam-Zuid.
Samenvattend vraagt Wijkraad Zuid-West Amsterdam de Gemeenteraad van Amsterdam
om de brandweerkazerne Van Leijenberghlaan opnieuw te operationaliseren en in bedrijf
te laten stellen, de risicoanalyses en rampenbestrijdingsplannen aan te passen aan de
nieuwe situatie rond de recent bebouwde gebieden zoals de Zuidas.
Inmiddels verblijft de Wijkraad, namens deze,
Met een vriendelijke groet,
Rabbijn Simon Bornstein, Voorzitter
Wijkraad Zuid-West Amsterdam
wijkraadzuidwest.amsterdam @ gmail.com
Loevestein 118
ee Amsterdam
| Raadsadres | 2 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2013
Afdeling 1
Nummer 765
Publicatiedatum 27 september 2013
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid de heer Ivens van 22 juli 2013
inzake de gebrekkige mondverzorging bij ouderen in verpleeghuizen in Amsterdam.
Amsterdam, college van b&w van 24 september 2013
Aan de gemeenteraad
inleiding door vragensteller:
Zaterdag 20 juli 2013 stond er een reportage in het Parool over de gebrekkige
mondzorg bij vele ouderen in instellingen voor verpleging en verzorging in
Amsterdam. Een gebrekkige of slechte mondzorg kan grote gezondheidsrisico’s met
zich meebrengen, zeker voor kwetsbare ouderen. Een tandarts van mondzorg praktijk
De Gezonde Lach verklaart dat er patiënten onnodig veel pijn leiden, omdat urgente
ingrepen niet plaatsvinden door gebrek aan personeel om hen te begeleiden.
Gezien het vorenstaande heeft vragensteller op 22 juli 2013, namens de fractie van
de SP, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van
Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en
wethouders gericht:
1. Is het college bekend met het artikel over de gebrekkige mondverzorging bij
Amsterdamse ouderen in verpleeghuizen in Amsterdam van zaterdag 20 juli 2013
in Het Parool? Wat vindt het college er van dat zorg voor het gebit van
Amsterdamse ouderen in instellingen gebrekkig is?
Antwoord:
Ja, daar is het College mee bekend. Het is een verontrustend signaal. Kwaliteit
van Zorg in Amsterdam moet op orde zijn, dus ook de mondzorg. Verpleeg- en
verzorgingshuizen moeten voor hun cliënten met een ClZ-indicatie voor verblijf en
behandeling goede mondzorg leveren.
2. In het artikel wordt een beeld geschetst van een gebrekkige verzorging van de
mond vanwege personeelsgebrek. De instellingen voor verpleeghuiszorg hebben
echter extra geld gehad vanuit het rijk voor handen aan het bed. Hoe verhoudt
zich dat tot deze berichtgeving? Kan het college het antwoord toelichten?
Antwoord:
Bestuurders van zorginstellingen zijn er voor verantwoordelijk dat er voldoende
gekwalificeerd personeel is om zorg te leveren en dus ook mondzorg.
1
Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R
Neng Î Gemeenteblad
Datum Zr september 2013 Schriftelijke vragen, maandag 22 juli 2013
3. Is het college het met vragensteller eens dat er hier sprake is van een
gezondheidsrisico voor Amsterdamse ouderen in verpleeghuizen? Vindt het
college dit acceptabel en wat gaat het college hier op korte termijn aan doen?
Antwoord:
De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) besteedt tijdens hun reguliere
bezoeken apart aandacht aan mondzorg en controleert of de richtlijn “Mondzorg
voor zorgafhankelijke cliënten in verpleeghuizen” wordt toegepast. Dit is een
goede ontwikkeling want de IGZ kan indien nodig maatregelen treffen.
4. Hoe verhoudt deze berichtgeving zich tot uw bestuurlijke ambitie ouderenzorg die
het college heeft ingesteld na het boven water komen van vele misstanden in
verpleeghuizen de afgelopen jaren? Heeft het college het idee dat deze ambitie,
gemaakt met de bestuurders van de zorginstellingen, afdoende is om dergelijke
schrijnende toestanden te voorkomen? Zo nee, hoe gaat het college dan wel
voortvarend aan de slag met het oplossen van deze problemen en op welke
termijn kan vragensteller resultaten verwachten?
Antwoord:
Wij zijn in gesprek met de staatssecretaris en het ministerie en zullen u daar zo
spoedig mogelijk over informeren.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
2
| Schriftelijke Vraag | 2 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2018
Afdeling 1
Nummer 439
Datum indiening 15 maart 2018
Datum akkoord college van b&w van 15 mei 2018
Publicatiedatum 15 mei 2018
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Mbarki inzake de beroving van een
auto waarbij sprake was een gerichte actie naar een islamitische Amsterdammer.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragensteller:
Deze week is er sprake geweest van een beroving van een auto met een
discriminatoir karakter, aangezien de berover(s) naast dat ze een ruit ingetikt hebben,
de airbag en stereo gejat hebben ook een enorm kwetsende tekst op de zijkant van
de auto hebben gekrast: de auto van een bewoner van de Rivierenbuurt werd ruim
twee weken geleden vernield. De man heeft voor honderden euro's schade.
De bewoner, die liever anoniem blijft, had zijn auto geparkeerd aan de President
Kennedylaan in Zuid. ‘Toen hebben we de auto 's ochtends aangetroffen met een
hele nare tekst’, vertelt hij. Op de zijkant van zijn wagen was de tekst ‘kanker moslims!
gekrast. Daarnaast werden er ook spullen uit de auto gestolen en waren er op andere
plekken ook krassen aangebracht. De eigenaar vermoedt dat de inbreker een tas in
de auto gevonden heeft, waarin twee korans zaten en daarom tot zijn tekst gekomen
is.
Direct na de vernielingen is er via internet aangifte gedaan bij de politie.
Woensdagavond is het slachtoffer uitgenodigd op het politiebureau om zijn verhaal te
doen. *
Gezien het vorenstaande heeft het lid Mbarki, namens de fractie van de PvdA,
op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam,
de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders
gesteld:
1. Is het college bekend met dit voorval?
Antwoord:
Ja.
1 http://www.at5.nl/artikelen/1 79632/auto-leeggeroofd-en-bekrast-met-kanker-moslims-in-
rivierenbuurt
1
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Neng Jao Gemeenteblad
Datum 15 mei 2018 Schriftelijke vragen, donderdag 15 maart 2018
2. Kan het college aangeven in hoeverre zij deze daad naast een beroving ook
kwalificeert als een daad waar sprake is geweest van discriminatie direct gericht
naar een islamitische Amsterdammer?
Antwoord:
De politie en het OM hebben speciale aandacht voor delicten waarbij discriminatie
een rol speelt en daarmee dus ook voor discriminatie van moslims. Een delict met
discriminatie-aspect is een strafbaar feit waarbij het discriminatoire aspect als
motief of aanleiding heeft gespeeld of gebruikt is om het delict indringender te
plegen.
Als een zaak mogelijk een discriminatie-aspect heeft, wordt daar tijdens het
gehele opsporingsonderzoek door de politie en de vervolging door het OM
grondig en zorgvuldig aandacht aan besteed. Dat gebeurt direct vanaf het
moment dat duidelijk wordt dat er mogelijk sprake is van een discriminatie-aspect,
en loopt parallel aan het onderzoek naar het gronddelict zoals het geweld, de
mishandeling, de beroving, et cetera. Indicaties dat er sprake is van een
discriminatie-aspect kunnen gestoeld zijn op alle feiten, omstandigheden of
handelingen van het geval, en al die feiten en omstandigheden kunnen er aan
bijdragen dat een discriminatie-aspect in juridische zin aantoonbaar is. Als een
object bekrast is met een discriminerende term zoals ‘kanker moslims’, wordt dat
bijvoorbeeld in het onderzoek betrokken als discriminatie-aspect. Bij een
aantoonbaar discriminatie-aspect wordt de verwerpelijkheid van discriminatie bij
vervolging benadrukt door de officier van justitie, en wordt een strafverzwaring
van 50% of 100% geëist.
In het belang van het onderzoek doen de politie en het OM geen mededeling over
de behandeling van individuele zaken.
3. Is het college het met de fractie van de PvdA eens, dat iedere vorm van
discriminatie altijd bestreden en veroordeeld moet worden en dat aangiftes altijd
opgenomen moeten worden?
Antwoord:
ledere vorm van discriminatie is onacceptabel en aangiftes van discriminatie-
incidenten dienen te allen tijde te worden opgenomen.
Toelichting door vragensteller:
Het meldpunt discriminatie Amsterdam speelt een cruciale rol in het tegengaan van
discriminatie in de stad. Lucienne Gena, directeur van het Meldpunt Discriminatie in
de regio Amsterdam, maakt zich ernstig zorgen over moslimdiscriminatie in openbare
ruimte in de stad. Ze pleit voor een campagne en extra prioriteit bij de politie. 'We
nemen iedere discriminatiegrond even serieus’, geeft Gena expliciet aan. Maar
volgens haar is moslimdiscriminatie al lange tijd een ondergeschoven probleem.°
De fractie van de PvdA herkent zich in het beeld dat er sprake is van toename van
moslimdiscriminatie en heeft hierover ook eerder vragen gesteld aan het college en
voorstellen gedaan om discriminatie een halt toe te roepen.
2 http://www.at5.nl/artikelen/179648/moslimdiscriminatie-ernstig-onderschat-ze-hebben-de-
verkeerde-vergast
2
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam
Neng Jao Gemeenteblad R
Datum 15 mei 2018 Schriftelijke vragen, donderdag 15 maart 2018
4. Wat gaat het college doen met de signalen van het meldpunt discriminatie dat er
sprake is van toename van moslimdiscriminatie in Amsterdam en dat het thema
meer aandacht moet krijgen?
Antwoord:
In de cijfers van politie en het Meldpunt Discriminatie Regio Amsterdam is geen
toename zichtbaar van moslimdiscriminatie, zie ook het onderstaande antwoord
op vraag 7. Volgens het meldpunt zijn de incidenten wel heftiger van aard en
daarbij geven discriminatieregistraties slechts een indicatie van discriminatie in de
stad.
De afgelopen jaren is het inzicht in en de aandacht voor moslimdiscriminatie
reeds toegenomen. De burgemeester heeft op 16 maart jl. in gesprek met AT5
nog eens onderstreept dat de aanpak van discriminatie aandacht vraagt,
waaronder discriminatie tegen de moslim- en LHBTl-gemeenschap.
Moslimdiscriminatie krijgt binnen de vier speerpunten van het antidiscriminatie-
beleid aandacht (arbeidsmarkt, geweld, uitgaan, onderwijs), waarover het college
de raad regelmatig informeert. Daarnaast vindt een specifieke inzet plaats. Zo is
er regelmatig overleg geweest tussen gemeente, moskeeën en politie, worden
jaarlijks mystery guests ingezet ter controle van het deurbeleid van de horeca, is
een burgerschapsconvenant afgesloten met de UvÂ, VU en HvA over structurele
aandacht voor burgerschap, discriminatie e.d. in het curriculum van de
lerarenopleidingen en zijn verschillende acties in het kader van Amsterdam
Inclusieve Arbeidsmarkt verricht, zoals de pilot ‘Jongeren van niet-westerse
herkomst aan het werk’, dat door kennisinstituut Movisie op zijn werkzame
bestanddelen is onderzocht.
Toelichting door vragensteller:
Eerder heeft de fractie van de PvdA een voorstel gedaan om 200.000 euro extra te
investeren in het MDRA om zo voor meer capaciteit te zorgen om discriminatie in de
stad aan te pakken.
5. Is het college het met de fractie van de PvdA eens dat meer capaciteit ervoor
gaat zorgen dat meer zaken opgepakt kunnen worden en dat er ook meer sprake
kan zijn van voorlichting? En is het college het met de fractie van de PvdA dat er
meer capaciteit moet komen om discriminatie actief te kunnen bestrijden?
Antwoord:
Het demissionaire college laat beantwoording van deze vraag aan een volgend
college.
Toelichting door vragensteller:
Eerder heeft vragensteller een voorstel ingediend, die oproept om aangifte- en
meldingsbereidheid onder burgers als prioriteit te beschouwen bij het uitwerken van
beleid en ín contact te treden met partners [het Meldpunt Discriminatie Regio
Amsterdam (MDRA), de Politie, het Openbaar Ministerie (OM), sociale partners en
vertegenwoordigende organisaties. Dit voorstel is destijds raadsbreed aangenomen.
3
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Neng Jao Gemeenteblad
Datum 15 mei 2018 Schriftelijke vragen, donderdag 15 maart 2018
6. Kan het college aangeven in hoeverre aan bovenstaande inmiddels opvolging is
gegeven en hoe dit er concreet uit ziet?
Antwoord:
De aangifte- en meldingsbereidheid onder burgers is voortdurend een punt van
aandacht in het beleid. Op verschillende manieren is hierop ingezet; door
bijeenkomsten met gemeenschappen (een voorbeeld hiervan zijn de diverse
bijeenkomsten met moskeeën), het leggen van contact vanuit de diverse
netwerken bij de politie, het gebiedsgebonden politiewerk en de recentelijk in G3
verband ontwikkelde app ‘Meld discriminatie nu’ waar een drempelverlagende
werking vanuit gaat.
7. Kan het college aangeven hoeveel aangiftes afgelopen twee jaar bij de politie zijn
gedaan van discriminatie en heel specifiek van moslimdiscriminatie?
Antwoord:
De politie registreerde in 2017 in de eenheid Amsterdam 293 discriminatie-
incidenten, tegenover 485 in 2016. De politie registreerde in 2017 in de eenheid
Amsterdam 22 discriminatie-incidenten tegen moslims binnen de grond
godsdienst, tegenover 42 in 2016. Daarnaast worden incidenten geregistreerd op
de grond herkomst, hierbinnen is echter geen verdere uitsplitsing beschikbaar.
Discriminatieregistraties geven slechts een indicatie van discriminatie in de stad.
Het op 26 april jl. gepubliceerde landelijk rapport Discriminatiecijfers 2017 en alle
rapporten op eenheidsniveau zijn te vinden op de website van de Landelijke
Vereniging tegen Discriminatie (LVtD) www.discriminatie.nl
8. Hoeveel van deze aangiftes zijn ook doorgestuurd naar het OM voor vervolging?
Antwoord:
In 2017 zijn landelijk 12 specifieke discriminatiefeiten (op grond van art. 137c t/m
137g en artikel 429quater Wetboek van Strafrecht) vanuit de politie bij het OM
ingezonden op de discriminatiegrond ‘godsdienst/levensovertuiging: islam’
waarvan 4 in Amsterdam. Dit tegenover 19 specifieke discriminatiefeiten, waarvan
2 in Amsterdam in 2016. Daarnaast komen andere delicten (bijvoorbeeld
mishandelingen, beledigingen, vernielingen) voor met een discriminatie-aspect.
In deze categorie is 18 keer de grond ‘godsdienst/levensovertuiging: islam’
geregistreerd, waarvan 3 keer in Amsterdam. Deze laatste cijfers zijn in 2017
voor het eerst inzichtelijk gemaakt.
De grond ‘godsdienst/levensovertuiging: islam’ kan zowel gericht zijn tegen
personen als tegen objecten (bijvoorbeeld bekladding van een moskee).
Het aantal door de politie geregistreerde incidenten kan niet worden vergeleken
met het aantal ingezonden feiten bij het OM in datzelfde jaar. Daar zijn meerdere
redenen voor:
e De geregistreerde incidenten van de politie zien ook op mishandelingen,
beledigingen, vernielingen etc. met een discriminatie-aspect, in plaats van op
één van de specifieke discriminatieartikelen. Over 2017 zijn deze delicten wel
in de cijfers van het OM opgenomen.
e De vanuit de politie bij het OM ingezonden feiten kunnen al in het voorgaande
kalenderjaar door de politie als incident zijn geregistreerd;
4
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer 1e 2018 Schriftelijke vragen, donderdag 15 maart 2018
e De politie deed nog onderzoek naar incidenten waardoor deze door de politie
in het opvolgende jaar bij het OM zijn ingezonden;
e Een incident kan door een aangifte, een melding of op andere wijze, wel ter
kennis komen van de politie maar er wordt geen opsporingsonderzoek
opgestart omdat er bijvoorbeeld onvoldoende aanknopingspunten zijn;
e Als er wel een opsporingsonderzoek wordt opgestart, kan het voorkomen dat
dit niet leidt tot het vinden van een verdachte. Of er is wel een verdachte,
maar onvoldoende bewijs;
e Een incident dat bij de politie in eerste instantie is aangemerkt als een
discriminatie-incident maar het blijkt dat niet voldaan is aan één of meer van
de delictsbestanddelen van de discriminatieartikelen.
Kortom, niet alle door de politie geregistreerde incidenten worden ingezonden bij
het OM. Vorenstaande maakt dat het vergelijken van de cijfers niet mogelijk is.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris J.J. van Aartsen, waarnemend burgemeester
5
| Schriftelijke Vraag | 5 | train |
> Gemeente
Amsterdam
Motie
Datum raadsvergadering 2 december 2021
Ingekomen onder nummer 822
Status Verworpen
Onderwerp Motie van het lid Kuiper inzake de Ontwikkelstrategie Landschapspark De
Oeverlanden / SADC-strook
Onderwerp
Vaststellen van de Ontwikkelstrategie Landschapspark De Oeverlanden / SADC-strook
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over het Vaststellen van de Ontwikkelstrategie Landschapspark De Oever-
landen.
Overwegende dat:
e De strook tussen de Az en de Oude Haagseweg niet staat aangeduid als projectgebied op
de kaartbeelden (“SADC-strook”).
e Deze SADC-strook het totale plangebied van de Ontwikkelstrategie bijna volledig scheidt.
Met ten zuiden het gebied van de Oeverlanden en ten noorden het gebied van Sportpark
Sloten en de volkstuinen (zie kaart Bijlage 5 Ontwikkelstrategie Landschapspark de Oe-
verlanden pag 21, afbeelding 4)
e De SADC-strook groen is, het openbare ruimte betreft en daarmee in groenbeheer is van
Stadswerken van de gemeente Amsterdam.
e Aangrenzende groengebieden niet los of versnipperd van elkaar zouden moeten worden
ontwikkeld, maar juist in samenhang.
e De ontwikkelrechten voor de SADC-strook door de gemeente niet meer zijn verlengd.
e _Natuuren groen een schaars goed is in onze regio en we moeten ons maximaal inspannen
om dergelijke stukken groen te behouden.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders
De SADC-strook — de strook tussen de A4 en de Oude Haagseweg — integraal onderdeel te laten
uitmaken van de Ontwikkelstrategie Landschapspark De Oeverlanden.
Gemeente Amsterdam Status Verworpen
Pagina 2 van 2
Indiener
T. Kuiper
| Motie | 2 | discard |
X Gemeente
X Amsterdam
2 Nieuw-West Van DB aan AB
Nr. 6
24 september 2014
Verbouwing Tuinstadhuis
Het college van B&W is, op verzoek van Nieuw-West, plannen bij de bestuurscommissies per 19 maart 2014
akkoord gegaan met een voordracht aan de zoveel mogelijk is bestendigd.
gemeenteraad om een krediet beschikbaar te stellen van
€ 1.149.500 incl. BTW, voor de verbouwing van de Het dagelijks bestuur is op 19 augustus 2014 akkoord
tiende verdieping van stadsdeelkantoor Nieuw-West gegaan met een stedelijk voorstel het
(Tuinstadhuis), aan Plein '40 —45. Door de herhuisvesting opdrachtgeverschap voor de Ringzone West nader te
van de ambtenaren aan de Pieter Calandlaan naar het specificeren, gezien het strategisch belang van de
Tuinstadhuis, zijn in het Tuinstadhuis extra werkplekken gebiedsontwikkeling van de Ringzone.
nodig. Het voorstel is dan ook om de tiende verdieping ‚ ‚ On
van het Tuinstadhuis daarvoor te verbouwen tot flex Het voorstel houdt in dat voor de gebiedsontwikkeling
kantoor. Met het krediet wordt deze herhuisvesting van de Ringzone West een ontwikkelstrategie voor de
mogelijk gemaakt. Dit vormt dan het laatste onderdeel komende vijf jaar wordt opgesteld, Deze ontwikkel-
van de verbouwing. Met de oplevering van de tiende strategie wordt opgesteld in samenwerking tussen de
verdieping wordt het mogelijk de medewerkers die nu beide bestuurscommissies (West en Nieuw-West) en de
nog in het kantoor Pieter Calandlaan werken in het centrale stad en uiteindelijk vastgesteld door B&W van
Tuinstadhuis te vestigen, waarmee het gebouw Pieter Amsterdam.
Calandlaan leeg opgeleverd kan worden. De uitvoering (dat wil zeggen het opdrachtgeverschap)
‚ wordt bestuurlijk en ambtelijk ondergebracht bij de
Tevens stemt het college in met het ten laste brengen ar
‚ bestuurscommissies en het zogenaamde Team GO.
van de vastgoedreserve Nieuw-West van de ; : : :
‚ . ‚ ‚ ‚ Hierdoor ontstaat een effectieve koppeling van de kennis
kapitaallasten die voortvloeien uit het krediet. De . ;
. nn ‚ en middelen van het team GO aan de lokale expertise en
kapitaallasten voor het krediet zijn voor het eerste jaar : et
gebiedsagenda's in de stadsdelen.
€ 146.588.
Ringzone West
Stand van zaken Louweshoek
Met de vaststelling van de verordening op de
bestuurscommissies zijn de bestuurlijke bevoegdheden Naar aanleiding van een actualiteit informeert het
voor grondexploitatieplannen in de stad gewijzigd. In de dagelijks bestuur u met twee brieven over de huidige
verordening is een (tijdelijke) overgangsregeling stand van zaken met betrekking tot de asbest-
opgenomen, waarbij het opdrachtgeverschap voor deze saneringswerkzaamheden aan Louweshoek 1 — 522. Het
stadsdeel heeft vorige week een bewonersbrief gestuurd
1
X Gemeente
X Amsterdam
2 Nieuw-West Van DB aan AB
naar de bewoners van Louweshoek en is een brief
verstuurd naar Woonzorg Nederland. De Gemeente en de
bestuurscommissie trekken samen op en zullen
gezamenlijk een bewonersbrief opstellen om een ieder te
informeren over de laatste stand van zaken. De brieven
zijn als bijlage toegevoegd.
Link naar bijlagen
Nadere subsidieregels 2015
Het dagelijks bestuur heeft op 9 september nadere
regels vastgesteld voor subsidieaanvragen, als
aanvulling op de Algemene subsidieverordening
Amsterdam 2012 stadsdeel Nieuw-West (ASA N-
W2012). Het db is gemandateerd om subsidies te
verstrekken voor een aantal activiteiten die belegd zijn
bij het stadsdeel in het jaar 2015.
Voor het subsidiejaar 2016 is het stadsdeel
voornemens om een aantal subsidierelaties te
heroverwegen. Dit betekent dat in de tweede helft
2014 en begin 2015 een aantal subsidierelaties
opnieuw tegen het licht zal worden gehouden. Hierbij
wordt gekeken naar de maatschappelijke meerwaarde
van activiteiten voor de versterking van de civil society,
het vroegtijdig signaleren en voorkomen van
problemen en het bestrijden van werkloosheid onder
bewoners van Nieuw-West door het verstrekken van
stages en leerwerkplekken.
Link naar subsidieregels
2
| Actualiteit | 2 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
x% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 1486
Publicatiedatum 23 november 2016
Ingekomen onder BE’
Ingekomen op donderdag 10 november 2016
Behandeld op donderdag 10 november 2016
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van de leden Ernsting en Van den Berg inzake het Kunstenplan 2017-2020
(evaluatie uitwerking Kunstenplansystematiek).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over het Kunstenplan 2017-2020 (Gemeenteblad afd. 1,
nr. 1418).
Overwegende dat:
— de tweedeling in het Kunstenplan het voor de gemeenteraad lastiger heeft
gemaakt het Kunstenplan te beoordelen bij aanvang er van;
— de besluiten van het college en het Amsterdams Fonds voor de Kunst (AFK) reële
gevolgen hebben voor de Amsterdamse kunstwereld;
— de integraliteit vanwege de gekozen systematiek moeilijker te volgen is.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
een grondige evaluatie van de nieuwe systematiek uit te voeren, onder andere
middels een uitgebreide enquête onder alle instellingen die een aanvraag hebben
gedaan, waarbij meenemend:
— de gevolgde procedures en de inzichtelijkheid daarvan;
— transparantie van het proces;
— de bruikbaarheid én de inzet van de gekozen beoordelingscriteria;
— de spreiding over de stad van de toegekende AFK-subsidies;
— volgorde van besluitvorming en bezwaarprocedures;
— de rol van eigen vermogen en verdienkracht bij het al dan niet toekennen van
subsidies.
De leden van de gemeenteraad
Z.D. Ernsting
P.J.M. van den Berg
1
| Motie | 1 | discard |
WIJKRAAD
ZUID — WEST AMSTERDAM
RAADADRES
Leden van de Raad
Gemeente Amsterdam
Amstel 1
Alhier
Amsterdam, 14 januari 2024
Betreft: BEHOUD HUISARTSENPOST VU ZIEKENHUIS/ UMC AMSTERDAM
Geachte Raadsleden,
Met grote verontrusting heeft WIJKRAAD ZUID WEST AMSTERDAM, opgericht in 1951,
kennisgenomen van de mogelijke sluiting van de huisartsenpost van het VU ZIEKENHUIS in
Amsterdam Zuid.
De bewoners hebben wettelijk recht op goede zorg, in het bijzonder op goede eerstelijns
huisartsenzorg ook tijdens feestdagen, weekenden en nachtelijke uren. Samen met de verenigde
huisartsen in Zuid-West Amsterdam adviseren wij u om de HUISARTSENPOST in het VU
ZIEKENHUIS/ UMC AMSTERDAM te behouden. Het is onmogelijk om binnen de wettelijke 19
minuten een andere huisartsenpost te bereiken voor de bewoners. Wij wensen behoud en uitbreiding
van de bestaande huisartsenpost en adviseren u dienovereenkomstig beleid te ontwikkelen.
Graag zien wij uw bericht tegemoet.
Inmiddels, verblijft het bestuur van de Wijkraad,
namens deze,
met een vriendelijke groet,
Rabbijn Simon Bornstein, voorzitter
[email protected]
| Raadsadres | 2 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2018
Afdeling 1
Nummer 947
Publicatiedatum 17 oktober 2018
Ingekomen onder AT
Ingekomen op woensdag 10 oktober 2018
Behandeld op woensdag 10 oktober 2018
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van de leden Hammelburg, Nadif, Kilig en Ceder inzake een rookvrij Artis.
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over het opnemen van de resultaatafspraken die zijn gemaakt
met Artis in de subsidieverlening (Gemeenteblad afd. 1, nr. 800).
Constaterende dat:
— Sigaretten minstens 400 giftige stoffen bevatten waarvan er 40
kankerverwekkend zijn;
— Roken je levensverwachting vermindert met 7 tot 8 jaar;
— Roken jaarlijks voor ongeveer 19.000 doden zorgt in Nederland en bijdraagt
— aan de dood van nog meer mensen, bijvoorbeeld meerokers.
Overwegende dat:
— Roken onwenselijk is in een omgeving waar veel kinderen zijn;
— Ouders die ervoor kiezen om hun kinderen te beschermen tegen roken en tegen
— de slechte voorbeelden daarvan, beter moeten worden gefaciliteerd;
— Roken op plekken waar veel kinderen komen in strijd is met het in maart 2016
vastgestelde Tabaksontmoedigingsbeleid 2016-2019 waarmee de Gemeente
Amsterdam tracht te voorkomen dat jongeren beginnen met roken, en met het
beleid van de rijksoverheid om het aantal rokers onder kinderen terug te brengen
naar nul met de NIX18-campagne:;
— Het terugdringen van roken een absolute prioriteit is;
— Met name op plekken waar veel kinderen zijn, zoals rond scholen, sportvelden,
speeltuinen, buitenzwembaden, openbaar vervoerhaltes en de ingangen van
openbare gebouwen er behoefte is aan rookvrije plekken;
— Het toenemende gebruik van tabak en softdrugs, van onder meer toeristen, veel
overlast veroorzaakt in Artis.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
Als onderdeel van de resultaatafspraken tussen de gemeente en Artis op te nemen
dat er in Artis zo snel mogelijk een algeheel blow- en rookverbod wordt ingevoerd met
uitzondering van de daarvoor geschikt aangewezen plekken in Artis die uit het zicht
van kinderen worden geplaatst.
1
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteraad
Nummer 947 Motie
Datum 17 oktober 2018
De leden van de gemeenteraad
A.R. Hammelburg
|. Nadif
A. Kilic
D.G.M. Ceder
2
| Motie | 2 | discard |
> Gemeente
Amsterdam
DS Motie
Datum raadsvergadering gen 10 november 2022
Ingekomen onder nummer 406accent
Status Aangenomen
Onderwerp Motie van het lid Krom inzake de Begroting 2023
Onderwerp
Hitteplan voor dieren
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over de Begroting 2023
Constaterende dat:
— hitte een toenemend probleem wordt in Amsterdam ten gevolge van klimaatverandering;
— dit college de problemen van klimaatverandering erkent en stappen neemt om de stad toe-
komstbestendiger te maken.
Overwegende dat:
— hitte voor Amsterdammers, en specifiek voor kwetsbare Amsterdammers, gezondheidsri-
sico's met zich mee kan brengen;
— dieren in Amsterdam zich minder goed zelf kunnen wapenen tegen de hitte en daarvoor over-
geleverd zijn aan de mensen die zorg voor hen dragen;
— _ het belangrijk is om mensen die zorgdragen voor dieren tijdens een hittegolf erop te wijzen
dat zij bijvoorbeeld een hond niet naast de fiets moeten laten rennen, dieren niet moeten ach-
terlaten in de auto en moeten oppassen met pootjes op hete straatoppervlakten;
— het LICG bijvoorbeeld al een overzicht met hittemaatregelen voor huisdieren op de website
heeft staan;*
— _erinde gemeente Amsterdam ook verschillende organisaties zijn die de zorg dragen voor die-
ren, zoals een dierentuin en (kinder-)boerderijen, waarbij het belangrijk is dat de dieren niet
onnodig hoeven lijden onder een hittegolf.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders
De beschikbare informatie over maatregelen voor dieren bij hitte, bijvoorbeeld de hittemaatrege-
len van LICG, duidelijk en proactief te communiceren naar Amsterdammers en instanties die de
zorg dragen voor dieren wanneer er een hittegolf is.
+ https://www.licg.nl/dier-en-warmte/.
Gemeente Amsterdam Status Aangenomen
Pagina 2 van 2
Indiener
J.M. Krom
| Motie | 2 | discard |
> < Gemeente Raadsinformatiebrief
| Amsterdam Afdoening motie
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum o2 maart 2021
Portefeuille(s) Openbare Orde en Veiligheid
Portefeuillehouder(s): Femke Halsema
Behandeld door Programma De Weerbare stad
Onderwerp Afdoening motie 1360 van het lid Poot van de VVD
Geachte leden van de gemeenteraad,
Op 18 december 2020 heeft uw raad bij de schriftelijke stemming de motie nr. 1360 inzake de
Begroting 2021 (Afspraken risicobranches tegen ondermijning) van lid Poot van de VVD
aangenomen. Hierin wordt het college verzocht;
1. Te identificeren welke branches te maken kunnen krijgen of betrokken kunnen zijn bij
witwassen, fraude of ondermijning (waaronder: autoverhuurbranche, makelaardij, notariaat,
banken, projectontwikkelaars);
2. Perbranche convenanten af te sluiten of afspraken te maken waarbij partijen zich
committeren aan het signaleren en tegen gaan van witwassen en ondermijning als ook
samenwerking hieromtrent aangaan;
3. De raad hierover te informeren.
Het college geeft als volgt vitvoering aan de motie;
1. Het programma De Weerbare Stad maakt onderscheid tussen kwetsbare branches en
poortwachters.
Kwetsbare branches zijn geschikt om crimineel vermogen wit te wassen, fraude te plegen of
andere ondermijnende activiteiten te ontplooien. Uit eerder onderzoek blijken de volgende
kwetsbare branches; horecabranche, autobranche, gokbranche, vitzendbranche,
vastgoedbranche, transport en prostitutie (bron: Van de Bunt & Kleemans 2007). Daarnaast
identificeren wij de souvenirwinkels als kwetsbaar, zie voortgangsrapportage De Weerbare
Stad. Maar kwetsbare branches zijn aan verandering onderhevig. Onderzoeken welke
branches kwetsbaar zijn voor witwassen, fraude en ondermijning is een maatregel in het
programma, genaamd ‘Onderzoek branches’.
Poortwachters zijn dienstverleners die te maken kunnen krijgen met criminele inmenging. Zij
hebben een wettelijk taak in het melden van signalen van ondermijning, witwassen en fraude.
Het gaat onder andere om notarissen, taxateurs, makelaars, banken en
hypotheekverstrekkers.
2. Inde betreffende maatregel van De Weerbare Stad worden branches geïdentificeerd en
onderzocht. Uitkomst van een brancheonderzoek kan zijn dat een convenant wordt gesloten,
dat een vergunningplicht wordt overwogen of dat er sterker wordt ingezet op bewustwording
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum o2 maart 2021
Pagina 2 van 2
binnen die branche. Voor een aantal kwetsbare branches voeren we een vergunningstelstel in
met de mogelijkheid tot Bibob-toetsing: spyshops, hotels, autoverhuurbranches en een aantal
straten in postcodegebied 1012.
Zoals ook in het programma is opgenomen, wordt actief de samenwerking opgezocht met
private partijen waaronder poortwachters in de strijd tegen witwassen en fraude. De
Weerbare Stad maakt afspraken met poortwachters om de alertheid op signalen van malafide
overnames te vergroten. Hier wordt ook de samenwerking met het RIEC gezocht. In RIEC-
verband doen we tevens onderzoek naar ‘moeilijk vervangbare clusters‘ en pakken we
personen en zaken aan als daar reden toe is.
3. De raad zal door middel van de voortgangsrapportage De Weerbare Stad geïnformeerd
worden.
Het college beschouwt de motie hiermee als afgehandeld.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
/ / # Ï
F L _ mn
Femke Halsema
Burgemeester
Bijlagen
1. 1360.20.Motie Poot afspraken risicobranches tegen ondermijning.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Motie | 2 | train |
Bezoekadres Gemeente Amsterdam
Bos en Lommerplein 250
1055 EK Amsterdam Stadsdeel West
Directie Programma's, projecten en wijken
Postbus 57239 Afdeling Wijken
1040 BC Amsterdam
Telefoon 14 020
Fax 020 253 0727
www.west.amsterdam.nl Retouradres: Postbus 57239, 1040 BC Amsterdam
Aan de bewoners nabij de Polonceau-kade 9
Datum 2 oktober 2014
Ons kenmerk UIT-14-11916
Behandeld door Rob Strijbos
E-mail [email protected]
Onderwerp restaurant InStock, Polonceau-kade 9
Geachte bewoner,
Met deze brief informeer ik u over de vestiging van het restaurant InStock aan de
Polonceau-kade 9.
Exploitatievergunning
Op 27 mei 2014 heeft stadsdeel West een exploitatievergunning afgegeven aan
restaurant InStock. Zij voeren een tijdelijk pop up restaurant waarbij stockvoorraden
(producten die over zijn, maar die nog goed gebruikt kunnen worden) van de Albert
: Heijn worden gebruikt bij de bereiding van voedsel. Het gaat om een tijdelijk project om
voedselverspilling onder de aandacht te brengen.
Op het afgeven van de exploitatievergunning is een handhavingsverzoek
binnengekomen van een omwonende op 29 juli 2014. Dit handhavingsverzoek richt zich
op het feit dat horeca op deze specifieke locatie in strijd is met het onlangs vastgestelde
bestemmingsplan.
Na onderzoek blijkt dat horeca op deze locatie inderdaad niet mogelijk is volgens het
nieuwe bestemmingsplan. Dit betekent dat de exploitatievergunning onterecht is
afgegeven.
Omgevingsvergunning
Het handhavingsverzoek heeft het stadsdeel genoodzaakt om de belangen van de
handhavingsverzoeker en InStock tegen elkaar af te wegen. Het restaurant zal tot en
met 31 mei 2015 open zijn. Gezien het concept van InStock en de tijdelijke duur meent
het stadsdeel dat het kan meewerken aan het verlenen van een ‘omgevingsvergunning
strijdig gebruik’.
Hiertoe heeft InStock inmiddels een aanvraag gedaan die volgens de voorwaarden die
door het stadsdeel gesteld zijn verleend kan worden. De openingstijden zijn beperkt en
ook de terrastijden zijn beperkt. Met deze beperking menen wij voldoende tegemoet te
kunnen komen aan de belangen van handhavingsverzoeker.
Ten slotte benadruk ik dat het hier gaat om tijdelijk gebruik dat geen navolging zal
hebben. Als restaurant InStock de deuren sluit zal op deze locatie geen andere
_ _horecavestiging toegelaten worden. Het bestemmingsplan is op dit punt onherroepelijk.
Datum: Gemeente Amsterdam Pagina 2 van 2
Ons kenmerk: Stadsdeel West
Vragen?
Hebt u vragen over deze brief? U kunt dan contact opnemen met Rob Strijbos, e-mail:
r.strijbos@west. amsterdam.nl.
Met vriendelijke groet,
° érolf Bouwmeester
Portefeuillehouder Westerpark
2
| Raadsadres | 2 | train |
> < Gemeente Raadsinformatiebrief
Amsterdam Afdoening moties en
> < toezeggingen
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 8 juni 2023
Portefeuille(s) Afval en reiniging
Portefeuillehouder(s): Wethouder Zita Pels
Behandeld door Afval en Grondstoffen ([email protected])
Onderwerp Afdoening openstaande moties en toezeggingen op thema Afval en reiniging
Geachte leden van de gemeenteraad,
In de vervolgbrief ‘een schonere stad’ van mei 2023 heb ik een heel aantal moties en toezeggingen
van uw raad op het thema afval en reiniging beantwoord. Een aantal pasten niet in die brief. Via
deze brief informeer ik v apart over die moties en toezeggingen.
Motie 303, toezegging TA2022-000783
In de vergadering van 14 september 2022 heeft uw raad bij de behandeling van agendapunt 20
‘Kennisnemen van de raadsbrief uitgaven en resultaten Schoon Amsterdam 2021, VN2022-
023324’, motie 303 van E. Bobeldijk en H.C. Burgers aangenomen. Daarin vraagt u het college om:
— Onderzoek te doen naar de vraag hoe de meting van de schoonheidsgraad zo kan worden
aangepast dat deze meer aansluit bij de beleving van de bewoners;
— De ervaren overlast hierin leidend te laten zijn;
— _Derelatie te onderzoeken tussen volle containers en de hoeveelheid reinigingswerk;
— De raadte informeren over de uitkomsten van dit onderzoek.
Het college geeft als volgt uitvoering aan de motie:
Voor de data ten aanzien van de begroting en waar we onze inzet op afstemmen, kijken we naar
meerdere metingen. Het onderzoek van Wonen in Amsterdam (WiA) dat de ervaren overlast
meet, is daar ook onderdeel van. De objectieve metingen m.b.t. de schoonheidsgraden worden
uitgevoerd door een extern bureau en zijn gebaseerd op kenmerken die landelijk worden gebruikt.
We voeren deze metingen uit voor drie onderdelen: grof zwerfvuil, vullingsgraad van
prullenbakken en bijplaatsingen bij containers. De aanpak bijplaatsingen doet ook eigen metingen
en doelgroepenonderzoek. En we kijken naar de meldingen, klachten en ervaringen van ons eigen
personeel en bewoners. Daarnaast hebben we ook veel gesprekken met bewoners, ondernemers
en collega's vanuit de stadsdelen om die data aan te vullen met meer kwalitatieve data en
belevingen. De beleving vanuit WiA wordt om het jaar gemeten en blijkt vaak lastig om verder te
duiden. Want wat is ‘ervaren overlast van vervuiling’? en hoe komen bewoners tot dat
rapportcijfer. Daarom pakken we in lijn met de motie een aantal zaken op:
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 8 juni 2023
Pagina 2 van6
e De methodiek van het objectieve onderzoek naar de schoonheidsgraad van containers ten
aanzien van afval bijplaatsingen hebben we sinds 2022 aangepast. Zo sluiten we meer aan
bij de ervaringen van bewoners. De metingen voor 2022 werden per maand gedaan
doormiddel van een steekproef onder de containers in Amsterdam. Elke maand werden er
ongeveer 2.300 containers steekproefsgewijs gemeten. Dit ging om losse containers en
niet om containerlocaties. Het kon dus ook voorkomen dat er twee containers werden
gemeten die naast elkaar staan. In de metingen vanaf 2022 wordt ook iedere maand
gemeten, maar dit zijn rastermetingen. Dit betekent dat verdeeld over Amsterdam een
aantal rasters van 100 bij 100 meter worden bekeken. Een raster moet tenminste 10%
openbare ruimte bevatten. Een raster waar geen containerlocatie staat wordt wel
bekeken, maar krijgt geen score. In een raster kunnen meerdere containerlocaties zitten.
Het raster krijgt het cijfer van de slechtste containerlocatie in dat raster. Zodoende zal dit
dus een lagere score opleveren dan in de oude meetmethodiek. In een gebied worden een
x aantal rasters gemeten. Het percentage van een gebied zegt dus hoeveel procent van de
gemeten rasters een CROW score heeft van B of beter. Deze meting is tevens opgenomen
in de begroting van 2023 met een doelstelling van 90%.
e In 2021 is er een bewonersenquête gehouden over bijplaatsingen. De Aanpak
bijplaatsingen laat zien dat het schoner wordt, maar met de enquête onderzoeken we of
bewoners dat ook ervaren. Dit jaar gaan we het onderzoek herhalen. Dan kunnen we
vergelijken of bewoners ook minder bijplaatsingen ervaren ten opzichte van 2 jaar
geleden. In de veiligheidsmonitor zijn twee vragen opgenomen die te maken hebben met
de beleving van bewoners. Deze vragen hebben we ook toegevoegd in de raadsbrief ‘een
schonere stad’ van 10 mei 2023.
e Vanuit dienstverlening is onderzoek gedaan naar de meldingsbereidheid. De data van het
aantal meldingen per gebied zullen ook vergeleken worden met de objectieve CROW-data
van de bijplaatsingen. Daarnaast komt er ook een vervolgonderzoek naar
meldingsbereidheid op alle meldingen-thema's.
e Dat een volle container kan leiden tot extra reinigingswerk weten we. Een volle container
vergroot immers de kans op bijplaatsingen. Al komt het vaak genoeg voor dat bewoners
afval naast een containers zetten terwijl de container begaanbaar en niet vol is. De
bijplaatsingen zijn extra werk voor de afvalinzameling omdat die vaak los van de
containerinzameling opgehaald moeten worden. Bijplaatsingen vergroten ook de kans
dat afvalzakken door dieren of mensen worden stukgemaakt met zwerfvuil en dus extra
reinigingswerk tot gevolg. Daarom verbeteren we onze routes zodat containers minder
vaak vol zijn en we de ‘volle containers’ bijhouden in de meldingen van bewoners en eigen
personeel. We zijn voldoende bewust van deze relatie en zien geen meerwaarde om dit
extra te onderzoeken.
e We werken aan de opzet van het burgerberaad over afval wat ook zal ook raken aan de
beleving van bewoners.
e Over de uitkomst van de metingen en onderzoeken zullen we de raad informeren. Dit
middels (of als onderdeel van) een raadsinformatiebrief en/of bij de jaarrekeningen.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 8 juni 2023
Pagina 3 van 6
Motie 302, toezegging TA2022-000784
In de vergadering van de gemeenteraad van 14-09-2022 heeft uw raad bij de behandeling van
agendapunt 20 ‘Kennisnemen van de raadsbrief uitgaven en resultaten Schoon Amsterdam 2021,
VN2022-023324', motie 302 van H.C. Burgers, D.T. Boomsma, J.M. Krom, |. Garmy, S. Koyuncu,
J.F. van Pijpen, G. Noordzij en M. Lust, aangenomen. Daarin wordt het college gevraagd om in de
vervolgrapportages over Schoon Amsterdam informatie en data op te nemen over de hoeveelheid
verzameld restafval en grof afval. Dat in algemene zin en als gemiddeld aantal kilo's per inwoner
weer te geven.
Het college geeft als volgt uitvoering aan de motie:
Deze cijfers zijn in beeld. De totale hoeveelheid opgehaald afval per fractie (zoals restafval, karton,
glas etc.) per jaar hebben we genoemd in de brieven over het afvaloffensief en ‘een schonere stad’.
e Het aantal kilo per inwoner hebben we opgenomen in de afgelopen begrotingen en komt
daarmee ook terug in de jaarrekening van 2022. In de begroting van 2023 hebben we het
volgende doel in de doelenboom opgenomen. We hebben daarvoor klein en grof afval bij
elkaar gedaan.
Indicatoren doel Peilwaarde| Jaarverslag| jaarverslag| Begroting| Prognose
EE EE EE EE
1 |Kilogram huishoudelijk 358 (2019) 377 361 377 377
afval per inwoner per
jaar
2 |Kilogram huishoudelijk 247 (2019) 249 243 240 227
fijn en grof restafval per
inwoner per jaar (BBV-
verplicht)
Motie 309, toezegging TA2022-000785
In de vergadering van de gemeenteraad van 14-09-2022 heeft uw raad bij de behandeling van
agendapunt 20 Kennisnemen van de raadsbrief vitgaven en resultaten Schoon Amsterdam 2021,
VN2022-023324 motie 309 van de leden Burgers, Boomsma, Krom, Garmy, Koyuncu, Van Pijpen,
Noordzij en Lust inzake extra inkomsten voor Amsterdamse verenigingen, aangenomen. Daarin
wordt het college gevraagd om:
— De mogelijkheid voor verenigingen om oud papier en karton op te halen voor een financiële
vergoeding van de gemeente te onderzoeken;
— _ Hierbij dit soort initiatieven van andere gemeentes als voorbeeld te nemen;
— Amsterdamse sport- en muziekverenigingen te betrekken bij dit onderzoek;
— De raadte informeren over de uitkomst en de mogelijkheid om dit initiatief uit te voeren voor
te leggen aan de raad.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 8 juni 2023
Pagina 4 van 6
Het college geeft als volgt uitvoering aan de motie:
Zoals ook in de brief ‘een schonere stad’ van 17 oktober 2022 en 10 mei 2023 beschrijven willen we
in 2023 o.a. inzetten op de acties ten aanzien van karton en oud papier. Deze motie zullen we
betrekken bij het ontwikkelen van de acties en in Q3 2023 zal de motie als volgt zijn opgepakt:
1. Ervaringen van andere gemeentes verzamelen t.a.v. inzameling van karton door lokale
sportclubs. Daarvan weten we al dat vele gemeentes die iets dergelijks ondernamen, er
inmiddels mee zijn gestopt.
2. Belronde langs een aantal sportclubs om mogelijke belangstelling voor een dergelijke rol
te inventariseren, welk bedrag sportclubs wensen op te halen en in hoeverre sportclubs
bereid zijn en in de gelegenheid zijn om deze rol structureel op te pakken.
3. Als bovenstaande twee punten voldoende mogelijkheden en haalbaarheid laten zien, dan
zullen we ook financieel in kaart brengen wat de gemeente als mogelijke vergoeding voor
het ingezamelde oud papier en karton kan geven, zonder dat hierdoor de
afvalstoffenheffing stijgt.
4. Op basis van de uitkomst van stap 1, 2 en 3 bepalen of dit een realistisch en haalbaar
(zowel in uitvoering als financieel) voorstel is om, naast de andere acties van de karton
aanpak, op te nemen.
5. In een vervolgbrief over ‘een schonere stad’, dan wel een aparte brief, u te informeren
over de gehele aanpak waaronder dit voorstel.
Motie 570, toezegging TA2022-001274
In de vergadering van de gemeenteraad van 23-12-2022 heeft uw raad bij de behandeling van
agendapunt 29 Kennisnemen van de raadsinformatiebrief Schonere Stad VN2022-04,0312 motie
570 van de leden Noordzij en Koyuncu inzake Onderzoek naar het afvalprobleem in Nieuw-West,
aangenomen. Daarin wordt het college gevraagd om:
e Samen met het stadsdeel Nieuw-West onderzoek te doen naar de oorzaken van de grote
afvaloverlast in Nieuw-West.
e Samen met het stadsdeel Nieuw-West onderzoek te doen naar maatregelen om het
afvalprobleem in Nieuw-West beter aan te pakken.
Het college geeft als volgt uitvoering aan de motie:
Afgelopen jaar hebben we een doelgroeponderzoek gedaan in Nieuw-West. Met dat onderzoek en
de probleemplekken die we in het vizier hebben zijn we aan de slag gegaan met interventies. We
ontwikkelden communicatiemiddelen om bewoners die we met de reguliere communicatie niet
bereiken, te informeren over de afvalregels. Daarnaast motiveerden we hen om zich aan de regels
te houden. Dit ter aanvulling op de reguliere communicatie rondom de probleemplekken. In het
kader van deze motie gaan we een stap verder door dit jaar onderzoek te doen naar de opgave en
welke oplossingen daar bij passen. Dit komt terug in het afvalplan van Nieuw-West. De resultaten
verwachten we eind dit jaar waarna we ook de raad hierover zullen informeren.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 8 juni 2023
Pagina 5 van 6
Toezegging TA2022-000583
In vw vergadering van 30 juni 2022 heb ik (op een vraag van raadslid Noordzij - PvdA) toegezegd u
te informeren dat bij het nieuwe boetebeleid onderscheid zal worden gemaakt tussen (geïnde)
boetes van particulieren en bedrijven.
Het college heeft een onderscheid kunnen maken tussen het aantal boetes dat is gegeven aan
particulieren en het aantal aan bedrijven door te kijken naar de verschillende boetebedragen die
zijn vitgeschreven. Boetebedragen voor particulieren zijn minder hoog dan die aan bedrijven.
Handhavers kunnen daarnaast ook via de Kamer van Koophandel-koppeling in het
gemeentesysteem de boete uitschrijven op een onderneming. In de commissie DC van 12 januari
2023 heb ik u, bij de behandeling van het agendapunt over het Parool artikel ‘Amsterdammers
klagen steeds meer over afvaloverlast, Centrum spant kroon’, toegezegd om met cijfers over
schoon te komen bij de volgende brief ‘een schonere stad’. De cijfers over de afvalboetes van
particulieren en bedrijven passen daar ook bij en zijn zodoende ook in de brief van mei 2023
opgenomen. Ter info hieronder de zelfde gegevens:
| 2020} 2021} 2022} totaal
totaal | 20772} 30.209 | 27.234} 58215
Toezegging TA2022-001122
In vw vergadering van 27 oktober 2022 heb ik (op een vraag van raadslid Garmy - Volt) toegezegd
om te onderzoeken hoe er met Amsterdammers wordt gecommuniceerd over afvalstoffenheffing
en of het mogelijk is om in de aanslagbrief meer informatie te geven over de afvalstoffenheffing of
dat een ander communicatiemiddel ingezet moet worden.
De gemeente communiceert met de bewoners over de afvalstoffenheffing via de aanslagbrief.
Daarnaast zetten we amsterdam.nl in, onze wekelijkse digitale nieuwsbrief en een nieuwsbericht
in de gemeentekrant ‘Krant Amsterdam’. De aanslagbrief voor de afvalstoffenheffing wordt
jaarlijks opgesteld. Omdat deze brief al veel praktische en feitelijke informatie bevat, leent deze
zich niet voor communicatie over gemeentelijk beleid. Het is een juridisch document dat
informatie geeft over bedragen, termijnen, betalings- en bezwaarmogelijkheden. We gaan dit jaar
wel verkennen of we bij de aanslag 2024 een bijlage kunnen opnemen met uitleg voor
Amsterdamse huishoudens. Bijvoorbeeld over de diverse heffingen, extra informatie over WOZ-
waarde, informatie over waar de afvalstoffenheffing aan wordt besteed etc. Op
amsterdam.nl/bestuur-organisatie/volg-beleid/afval-en-schoon/ staat ook informatie over de
afvalstoffenheffing.
Toezegging TA2022-001109
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 8 juni 2023
Pagina 6 van 6
In vw vergadering van 17 november 2022 heb ik (op een vraag van raadslid Burgers - VVD)
toegezegd om in de nieuwsbrief een oproep aan containeradoptanten te doen om meer mensen
containeradoptant te maken.
Het college heeft een bericht hierover opgenomen in de nieuwsbrief voor adoptanten van mei
2023. Het lid Burgers is gevraagd om een quote voor in het bericht welke in de nieuwsbrief is
opgenomen.
Het college beschouwt de moties en toezeggingen hiermee als afgehandeld.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
OCD
Zita Pels
Wethouder Afval
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Motie | 6 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
x% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2020
Afdeling 1
Nummer 1036
Datum indiening 3 augustus 2020
Datum akkoord 10 september 2020
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van de leden El Ksaihi en Kat inzake positie
zzp'ers in economische crisis
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragenstellers:
Amsterdam staat aan de vooravond van een nieuwe economische crisis. Onder
andere de lockdown, maar ook de 1,5 meterregel en de beperkte capaciteit in plekken
van vrijetijdsbesteding hebben zware gevolgen voor de Amsterdamse economie.
Alle Amsterdammers worden door deze maatregelen geraakt, maar in het bijzonder
bij zzp'ers liggen risico’s op problematische schulden op de loer. Een zorgelijke
ontwikkeling omdat Amsterdam de meeste zzp'ers van Nederland heeft.* Er wordt
gewaarschuwd voor een grote schuldengolf bij zzp'ers?
De gemeente kent succesvolle programma's in het tegengaan van schulden zoals
Vroeg Eropaf en de fractie van D66 wil weten of Amsterdam er ook klaar voor is om
de schuldengolf bij zzp'ers tijdig en duurzaam aan te pakken.
Gezien het vorenstaande hebben de leden El Ksaihi en Kat, namens de fractie van
D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van
Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en
wethouders aan het college van burgemeester en wethouders gesteld:
1. Kan het college een overzicht geven van het aantal zzp'ers in Amsterdam voor
maart dit jaar, uitgesplitst naar de sectoren waar zij destijds werkzaam waren?
Antwoord: We hebben een beeld van de ‘flexibele schil’ en daarin het aantal zzp'ers
van op basis van de cijfers van 2019. Dat zijn de beschikbare gegevens tot nu toe.
Vanaf 2016 geeft dat een redelijk constant beeld. In 2019 waren in Amsterdam
94.000 zzp'ers. Er zijn 469.000 Amsterdammers tussen de 15-/4 jaar die werkzaam
zijn. Hiervan heeft 52% een vast contract, 24% heeft een tijdelijk of flexibel contract,
21% werkt als zzp'er en 3% is zelfstandig ondernemer met personeel. Cijfers met
betrekking tot het aantal Amsterdammers dat werkzaam is in de ‘flexibele schil’
(zzp'ers, flexwerkers) staan in de OIS Factsheet ‘Flexibele schil in Amsterdam’ van
1 https:/vww.kvk.nl/advies-en-informatie/overheid/amsterdam-telt-de-meeste-zzpers/
2 https://nos.nl/artikel/2342535-schuldengolf-zzp-ers-op-komst-en-gemeenten-niet-klaar-om-hen-te-
helpen.html
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Neng 1036 Gemeenteblad R
Datum 10 september 2020 Schriftelijke vragen, maandag 3 augustus 2020
mei jl: https://data.amsterdam.nl/publicaties/publicatie/factsheet-flexibele-schil-in-
amsterdam/814563a2-2a41-430b-85d8-ed966 7 6f539d/
Zzp’ ers zijn merendeel werkzaam in de volgende sectoren:
1.Vakspecialisten op artistiek en cultureel gebied (59%-4.000)
2.Auteurs en kunstenaars (58%-8.800)
3.Bouwarbeiders (50%-2.000)
4.Sportinstructeurs (50% - 1.000)
b.Vakspecialisten ICT (34%-1.200)
2. Kan het college een overzicht geven van het aantal persoonlijke faillissementen
dat is aangevraagd sinds maart, uitgesplitst naar zzp'ers en niet zzp'ers?
Antwoord: Het college heeft geen overzicht van faillissementen, die registeren wij
niet. Het aantal faillissementen natuurlijke personen en bedrijven wordt wel
maandelijks gepubliceerd door CBS met aangeleverde informatie van rechtbanken.
Het CBS registreert op CBS-statline in de periode maart t/m juni 2020 in de regio
Groot-Amsterdam 23 faillissementen van natuurlijke personen en 166 van bedrijven,
instellingen en eenmanszaken. Daarbij wordt niet bijgehouden of het om zzp'ers of
niet-zzp'ers gaat. Enkele registraties zullen dubbel zijn, omdat een eenmanszaak
door een natuurlijk persoon wordt geëxploiteerd.
3. Kan het college een overzicht geven van het aantal aanmeldingen/aanvragen bij
schuldhulpverlening sinds maart, uitgesplitst naar zzp'ers en niet zzp'ers?
Antwoord: Sinds maart tot en met juli 2020 zijn er bij de maatschappelijke
dienstverleners (MaDi's) 1900 mensen ingestroomd in de schuldhulpverlening.
Hiervan zijn er 36 geregistreerd als ‘ondernemer’ en 310 als ‘werkende’. Het is
mogelijk dat in deze laatste categorie ook zzp’ ers zitten. Via de afdeling
Ondersteuning Ondernemers van de gemeente Amsterdam zijn er nog eens 85
ondernemers binnen gekomen die zijn doorgestroomd naar de schuldhulpverlening.
Op het totaal aantal Amsterdammers dat is ingestroomd in de schuldhulp sinds maart,
gaat het dus vooralsnog om een relatief kleine groep. Wel houden we rekening met
een toename aan aanvragen door zzp’ ers en andere ondernemers. We bereiden ons
hier op voor door meer capaciteit hulpverlening in te zetten. De ervaring leert dat er
vaak enige tijd zit tussen het ontstaan van financiële problemen en het moment
waarop mensen hulp zoeken.
In het plan van aanpak ' Meer kans voor werkende minima’ staat: “Van de werkende
minima behoorden circa 6.000 huishoudens tot de werkende minima met een eigen
bedrijf als belangrijkste inkomensbron in het jaar 2016. Procentueel is het
armoederisico onder zelfstandigen ca. twee keer zo groot als voor werkenden in
loondienst. Zelfstandigen met schulden hebben ook met aanzienlijk hogere schulden
te maken dan particulieren.
4. Is het college het met de indieners eens dat zzp'ers een risicogroep zijn als het
gaat om schuldenopbouw?
Ja, zoals u aangeeft heeft het college dit ook duidelijk vermeld in ons plan van
aanpak ‘Meer kansen voor werkende minima’. Uit jaarcijfers van de NVVK blijkt dat
schulden van ondernemers, waaronder zzp'ers, die zich melden voor
2
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Neng 1036 Gemeenteblad R
Datum 10 september 2020 Schriftelijke vragen, maandag 3 augustus 2020
schuldhulpverlening gemiddeld bijna drie keer zo hoog is als schulden van
particulieren. Amsterdam biedt daarom gespecialiseerde schulphulpverlening aan
voor zelfstandigen.
De diversiteit van de doelgroep maakt het uitdagend om deze doelgroep te bereiken
met het bestaande aanbod aan gemeentelijke ondersteuning.
Trots en schaamte spelen een rol, maar ook onbekendheid met de gemeentelijke
ondersteuning worden als oorzaak genoemd.
5. Deze laatste zin laat zien dat er kansen liggen om de nieuwe groep zzp'ers die in
de minimagroep terecht komen te bereiken. Is het college bereid om een
grootschalige communicatiecampagne te starten, met als doel om zzp'ers te
bereiken die met schulden kampen of het risico op schulden lopen, waarbij
ingespeeld wordt op mogelijke gevoelens van schaamte en trots?
Antwoord: Sinds de coronacrisis hebben meer dan 40.000 Amsterdamse
ondernemers, waarvan een groot deel zzp'er is, de gemeente nu weten te vinden om
financiële ondersteuning te vragen via een Tozo-uitkering. Hierdoor kunnen we
vroegtijdig en pro-actief (ex) T ozo-uitkeringsgerechtigden benaderen en
ondersteuning aanbieden. We hebben daarmee een groot deel van de doelgroep in
beeld. Voor dat deel van de groep die wel onbekend is met de gemeentelijke
ondersteuning gaan we in samenwerking met de afdeling Communicatie en de Madi’s
het bereik verhogen. Dit staat ook als actiepunt in het recente plan van aanpak
Preventie en Integrale Schuldhulpverlening Zelfstandigen Amsterdam. Het opzetten
van een specifieke communicatiecampagne staat nu niet op de planning en wordt nu
ook niet nodig gevonden.
De beste weg uit armoede is werk.
6. Is het college het met de indieners eens dat een deel van de zzp'ers zich zal
moeten omscholen?
Antwoord: Ja, voor een deel van de zzp'ers zal dat de beste optie zijn. Door corona is
de arbeidsmarkt in korte tijd flink veranderd. In sommige sectoren is de
werkgelegenheid door de coronacrisis sterk gedaald (horeca, toerisme, kunst en
cultuur). In andere sectoren is er juist nu veel meer vraag naar mensen (zorg,
onderwijs, ict, winkelpersoneel).
7. Zzp'ers zijn zelfstandig en hebben geen recht op omscholing vanuit een bedrijf.
De gemeente zal omscholingsmogelijkheden moeten bieden. Op welke manier
gebeurt dit al?
a. Wordt er samengewerkt met de sectoren in Amsterdam waar juist een
tekort is aan mensen zoals het onderwijs, de zorg, de it branche?
Antwoord: Ja. Er zijn al meerdere samenwerkingsverbanden met private partijen uit
de sectoren met een blijvende personeelsbehoefte gericht op (om)scholing van
nieuwe instroom. Het gaat om trajecten zoals in de zorg, ICT, Techniek,
duurzaamheid/energietransitie. Binnen het Regionaal Werkcentrum zal ook gebruik
worden gemaakt van deze bestaande samenwerkingsverbanden. Maar het Regionaal
Werkcentrum zal ook, samen met de netwerkpartners, nieuwe omscholingstrajecten
3
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Ndeing 1 Gemeenteblad
Datum 10 sept ember 2020 Schriftelijke vragen, maandag 3 augustus 2020
organiseren als er geen directe match is tussen vraag en aanbod. Bij het ontwikkelen
van een nieuw scholing- en coachingsaanbod voor Amsterdamse zelfstandigen met
een hulpvraag zullen we aansluiten bij deze bestaande mogelijkheden en daarnaast
hulp bij de bedrijfsvoering bieden.
b. Zoja, welke en op welke manier?
Antwoord: Als een werkzoekende aan de slag gaat in een andere sector, zal er veelal
(om-)scholing noodzakelijk zijn. Het Regionaal Werkcentrum kijkt dan welke
bestaande scholingsopties voorhanden zijn of er wordt gekeken hoe er omscholing
kan worden georganiseerd. Ook wordt op dit moment een digitaal platform ontwikkelt
waarop zelfstandigen via leerpaden inzicht krijgen in de veelheid aan scholings- en
trainingsaanbod en de bekostigingsmogelijkheden hiervoor.
c. Zo nee, waarom niet?
Antwoord: N.v.t.
8. “Is het mogelijk om zzp'ers een bijzondere status te geven in het werkcentrum
(van werk naar werk), met als doel hen zo snel mogelijk naar werk te
begeleiden?”
Antwoord: In de opstartfase heeft het Regionaal Werkcentrum zich vooral gericht op
het organiseren van werk naar werk trajecten voor werknemers in loondienst. Maar
het is de bedoeling om ook zzp'ers die nu ondersteuning vanuit de Tozo-regeling
ontvangen te bedienen via het Regionaal Werkcentrum. Ondernemers die, ondanks
de tijdelijke overbruggingsmaatregel, vrezen dat ze hun bedrijf niet voort kunnen
zetten, verwachten dat ze op termijn onvoldoende werk houden of die misschien de
overstap naar werk in loondienst willen maken, kan het Regionaal Werkcentrum
verbinden aan werkgevers met werk. Het is aan de ondernemers en de werkgever om
te kijken hoe ze dit vervolgens invullen (inhuur als zzp'er of een dienstverband in
loondienst). De werkwijze voor de Tozo-doelgroep wordt nog nader uitgewerkt.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris
4
| Schriftelijke Vraag | 4 | discard |
> < Gemeente Raadsinformatiebrief
Amsterdam
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 30 november 2021
Portefeuille(s) Water
Portefeuillehouder(s): Egbert de Vries
Behandeld door Waternet, [email protected]
Onderwerp Ontwerp Omgevingsprogramma Riolering
Geachte leden van de gemeenteraad,
Met deze brief informeert het college u over het volgende.
Het college is voornemens het Ontwerp Omgevingsprogramma Riolering 2022 — 2027 ter
inspraak aan te bieden. Het Ontwerp Omgevingsprogramma Riolering is een uitwerking van
de ambities vit de Omgevingsvisie van Amsterdam voor de gemeentelijke watertaken
stedelijk afvalwater, hemelwater en grondwater en is net als de Omgevingsvisie zelfbindend.
Dit betekent dat het alleen het gemeentebestuur zelf bindt. Het Omgevingsprogramma
Riolering is de opvolger van het huidige Gemeentelijk Rioleringsplan Amsterdam 2016-2021.
Het college informeert v middels deze brief over de belangrijkste wijzigingen in het Ontwerp
Omgevingsprogramma Riolering ten opzichte van het Gemeentelijk Rioleringsplan
Amsterdam 2016-2021.
De stad Rainproof maken
Wat betreft de hemelwatertaak bouwt het Ontwerp Omgevingsprogramma Riolering voort
op de zes jaar geleden ingeslagen weg, om de stad bestendig te maken tegen extreme
neerslag. De huidige norm, waarbij geen schade mag ontstaan bij buien van 60 mm
hemelwater in één vur, wordt aangescherpt naar buien van 7o mm in één vur en voor vitale
infrastructuur naar buien van go mm in één vur. Daarvoor wordt naast de inzet van het
netwerkprogramma Amsterdam Rainproof nu ook budget gereserveerd voor de aanleg en het
beheer van voorzieningen om de openbare ruimte nog meer regenbestendig te maken.
Rioolstelsels
Wat betreft de stedelijk afvalwatertaak is het noodzakelijk om een toenemende hoeveelheid
riolen te vervangen om de onderhoudsstatus op ‘verzorgd’ te houden. Dit is een vitdaging,
omdat deze vervanging sterk afhankelijk is van het wegbeheer en andere grote opgaven in de
openbare ruimte. Hiertoe stelt het Ontwerp Omgevingsprogramma Riolering een traject voor
om, samen met de stakeholders in de openbare ruimte, een nieuwe programmeer-methodiek
te ontwikkelen, waarna een meer gedetailleerd en realistisch vervangingsprogramma
mogelijk wordt. Tegelijkertijd blijft Amsterdam verder werken aan de afkoppeling van
gemengde riolering voor minder overstortingen van afvalwater op het oppervlaktewater, met
als doel een betere waterkwaliteit in de grachten en sloten.
Classificatie: Intern
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 30 november 2021
Pagina 2 van 3
Grondwater
Wat betreft de grondwatertaak zet het Ontwerp Omgevingsprogramma Riolering in op de
ontwikkeling van het grondwaterbeheer. Vanwege klimaatverandering en de daarbij
gepaarde versnelde bodemdaling wordt een groei van grondwaterproblematiek voorzien,
waarop het Ontwerp Omgevingsprogramma Riolering zodanig anticipeert. Met professioneel
grondwaterbeheer kan een deel van de grondwaterproblemen worden voorkomen en kan de
ondergrond beter worden ingezet voor het bufferen van water met het oog op grotere
perioden van droogte.
Financiering en Rioolheffing
De kosten behorend bij het beleid en de activiteiten voortvloeiend uit het Ontwerp
Omgevingsprogramma Riolering kunnen worden gedekt vit de rioolheffing, welke vw raad
jaarlijks vaststelt. Met een stijging van 5,9% in 2022, 3,0% in 2023 en daarna jaarlijks 1,8% tot
2027 kunnen de geprognosticeerde vitgaven worden opgevangen. Voor 2022 is rekening
gehouden met de inflatiecorrectie, daarna is de stijging indicatief en exclusief
inflatiecorrectie.
Weesp
In het Ontwerp Omgevingsprogramma Riolering is rekening gehouden met de bestuurlijke
fusie tussen Weesp en Amsterdam. Het gebied van Weesp is integraal meegenomen bij de
ontwikkeling van het beleid, de maatregelen en de prognose van de rioolheffing. Als
ingangsdatum van het Omgevingsprogramma Riolering wordt vitgegaan van 25 maart 2022,
aangezien Weesp en Amsterdam op dat moment zijn gefuseerd. Wethouder Ogier van
gemeente Weesp heeft inmiddels positief gereageerd op dit voornemen.
Proces richting vaststelling
De inspraakperiode start op 1 december 2021 en bedraagt 6 weken. ledereen, ook niet-
belanghebbenden, kunnen in deze periode een zienswijze indienen. Ingekomen zienswijzen
worden samengevat en beantwoord met een Nota van Beantwoording. Deze nota maakt
duidelijk of, en hoe, de zienswijzen worden verwerkt in de vast te stellen versie van het
Omgevingsprogramma Riolering. De vaststelling van programma's onder de Omgevingswet
is een aangelegenheid van het college; dit in tegenstelling tot het Gemeentelijk Rioleringsplan
Amsterdam 2016-2021, dat conform de Wet milieubeheer door de raad is vastgesteld. Naar
verwachting vindt de vaststelling van het Omgevingsprogramma Riolering medio februari
2022 plaats.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 30 november 2021
Pagina 3 van 3
Het college geeft met het Ontwerp Omgevingsprogramma Riolering voor wat betreft de
eerder genoemde gemeentelijke watertaken op passende wijze invulling aan de in de
Omgevingsvisie opgenomen ambitie voor een duurzame, gezonde en leefbare stad en
vertrouwt u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd over dit allereerste
Omgevingsprogramma.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
Egbert J. de Vries
Wethouder Verkeer, Vervoer, Water en Luchtkwaliteit
Bijlagen
1. Ontwerp Omgevingsprogramma Riolering
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Brief | 3 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 1248
Publicatiedatum 9 januari 2015
Ingekomen onder C
Ingekomen op woensdag 17 december 2014
Behandeld op woensdag 17 december 2014
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van de raadsleden mevrouw Poot en de heer Toonk inzake de Verordening
Afvalstoffenheffing en Reinigingsrecht Bedrijfsvuil 2015 (extra lastenverlichting
afvalstoffenheffing).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de voordracht van het college van burgemeester en
wethouders van 4 november 2014 tot vaststellen van de Verordening
Afvalstoffenheffing en Reinigingsrecht Bedrijfsvuil 2015 en intrekken van diverse
Verordeningen Afvalstoffenheffing en Reinigingsrecht Bedrijfsvuil (Gemeenteblad
afd. 1, nr. 1176);
Constaterende dat:
— het college de nieuwe verbrandingsbelasting doorrekent in de afvalstoffenheffing;
— deze verbrandingsbelasting een dag voor de raadsvergadering is vastgesteld door
de eerste kamer;
— het college deze belasting weliswaar heeft gemeld in de begroting 2015 (blz. 310)
maar niet de hoogte van het bedrag heeft vermeld;
Overwegende dat:
— het altijd het streven moet zijn om de lasten voor bewoners zo laag mogelijk te
houden;
— bijeen mogelijke verhoging altijd gekeken moet worden wat gedaan kan worden
om kosten te verlagen of op een andere wijze de verhoging niet ten laste van
bewoners te brengen;
Voorts overwegende dat:
— dit in het geval van de verbrandingsbelasting niet gedaan is,
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— zich tot het uiterste in te spannen om volgend jaar een maximale lastenverlichting
aan de Amsterdammers te presenteren, bovenop de lastenverlichting uit het
coalitieakkoord, waarbij dit bijvoorbeeld gehaald kan worden uit het efficiënter
laten functioneren van de afvalketen of uit het minder verbranden van afval;
— het absolute minimum van deze lastenverlichting € 3,6 miljoen bedraagt (de
hoogte van de doorberekende verbrandingsbelasting 2014 in de afvalstoffen-
heffing), maar het streven een hogere lastenverlichting dient te zijn;
1
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer 1248 Moti
Datum _ 9 januari 2015 otie
— aante tonen en te onderbouwen wat er ondernomen is om de lastenverlichting op
de afvalstoffenheffing zo hoog mogelijk uit te laten vallen.
De leden van de gemeenteraad,
M.C.G. Poot
W.L. Toonk
2
| Motie | 2 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
% Gemeenteraad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2021
Afdeling 1
Nummer 39
Datum indiening 15 december 2020
Datum akkoord 15 februari 2021
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Ceder inzake vergoeden van rijbewijs voor
uitstroom uit bijstand bij statushouders
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragensteller:
Organisaties die statushouders helpen uit de bijstand uit te stromen constateren dat er
relatief veel werk voorhanden is, maar deze niet aan statushouders gekoppeld kunnen
worden, omdat sommige statushouders geen (geldig) rijbewijs hebben.
Beroepen waar veel kansen zijn voor een baan, zoals in de sectoren transport en logistiek,
vereisen een rijbewijs B. Er zijn voor statushouders mogelijkheden om aan het werk te raken
als pakketbezorger, bezorger van boodschappen of bus- of vrachtwagenchauffeur en uit te
stromen uit de bijstand. En een rijbewijs B kan een opstap zijn naar het behalen van een
groot rijbewijs. Sommige statushouders hebben een rijbewijs vanuit hun land van herkomst,
maar die is vaak niet geldig in Nederland waardoor ze opnieuw hun rijbewijs moeten halen.
Er bestaat een mogelijkheid om vitstroomkosten te bekostigen via een aanvraag van
bijzondere bijstand. Dit gaat vaak echter om relatief kleine vergoedingen en het
uitgangspunt is dat er geen bijstand verleend wordt voor kosten van bijscholing. Dit kan
echter anders zijn als dit op grond van de re-integratieverordening mogelijk is. Bijvoorbeeld
omdat een bepaalde opleiding noodzakelijk wordt geacht.
De fractie van de ChristenUnie vindt het belangrijk dat statushouders snel en effectief
begeleid kunnen worden naar werk en heeft daarom een aantal vragen.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Ceder, namens de fractie van de ChristenUnie, op grond
van artikel 84 van het Reglement van orde gemeenteraad en raadscommissies Amsterdam, de
volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld:
1. Kanhet college specificeren of het behalen van een rijbewijs met als doel uitstroom uit
de bijstand ook valt onder bijzondere bijstand? Zijn er andere mogelijkheden dan de
bijzondere bijstand voor statushouders om het behalen van hun rijbewijs, mogelijk
onder voorwaarden, vergoed te krijgen?
Antwoord:
De individuele bijzondere bijstand is altijd maatwerk, maar in principe niet bedoeld voor
het behalen van een rijbewijs. Deze kosten zijn algemene bestaanskosten die meestal
kunnen worden voorzien en waarvoor Amsterdammers worden geacht zelf geld voor te
kunnen reserveren. Alleen in uitzonderlijke individuele gevallen kan daar bijzondere
bijstand voor worden verstrekt.
1
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteraad
emmer de februari 2021 Schriftelijke vragen, 15 december 2020
Voor ondersteuning bij re-integratie kunnen we kosten vergoeden voor uitstroom,
scholing, en opleiding. Bijvoorbeeld omdat een bepaalde opleiding noodzakelijk wordt
geacht. De benodigde studiematerialen kunnen in dat geval vergoed worden.
2. Mocht het behalen van een rijbewijs, met uitstroom uit de bijstand als doel, niet onder
de bijzondere bijstand vallen, is het college het in dat geval met de fractie van de
ChristenUnie eens dat dit onder de juiste voorwaarden een goed idee is om toe te
passen? Of dit via werkgeversregelingen te regelen, waarin bijvoorbeeld de gemeente
de uitkering doorbetaald en de werkgever de kosten voor het halen van het rijbewijs?
Welke mogelijkheden ziet het college hierin?
Antwoord:
Het college ziet geen mogelijkheden het rijbewijs voor een gehele doelgroep te
vergoeden. Uiteraard kan in zeer bijzondere individuele situaties maatwerk worden
geleverd. Bijvoorbeeld wanneer er sprake is van baangarantie.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris
2
| Schriftelijke Vraag | 2 | train |
1.1 Formulier raadsadres 4-12-2018
Naam
mn
Uw bericht
Geachte Gemeenteraad,
Graag breng ik het navolgende onder uw aandacht en wil u vragen mijn aanvraag voor
een parkeervergunning te laten bespoedigen.
Ik heb sinds kort een baan in Hilversum. Openbaar vervoer duurt lang, is duur en als ik tot
laat moet overwerken niet veilig. Dus dacht ik eraan om een auto te nemen, te beginnen
met het aanvragen van een parkeervergunning. Volgens de parkeerdienst (telefonisch) en
de website zou het één maand duren. Dit is mij mondeling toegezegd en stond toen ook
op de website! Echter ik heb toen géén screendump daarvan gemaakt. Dit heb ik wel
vorige maand gedaan en toen stond er dat de wachttijd voor zuid 3.2 op 2 maanden is (zie
Bijlage A). Maar nogmaals, dat was daarvoor 1 maand!!!
Echter voordat ik een parkeervergunning zou kunnen aanvragen moet ik een kenteken
van de auto hebben, dit staat op de website (zie bijlage B) en dit is mij mondeling verteld
door de parkeerdienst. Eén maand de auto niet gebruiken is te overzien. Omdat ik geen
geld heb om een auto te kopen, heb ik een auto geleased. Ook de lease maatschappij
kon mij pas een kenteken geven op het moment dat de auto geleverd zou worden. Begin
oktober kreeg ik mijn auto waar ik nu €245 per maand voor betaal en 3 jaar aan vast zit.
Met het kentekennummer op 8 oktober eindelijk de parkeervergunning aangevraagd
| Echter op navraag bleek dat mijn aanvraag weg te zijn? en werd mij vermeld dat
de wachttijd wel 18 maanden zou gaan duren!!?? Dat is onacceptabel lang. Ik moet nu
voor en de autokosten en openbaarvervoer/parkeergeld betalen. Ik vind dit niet eerlijk en
onrechtvaardig.
Na gebeld te hebben met de parkeerdienst werd mij door hun geadviseerd een klacht in te
dienen (klacht Nn Ik kreeg hierop het navolgende antwoord:
Geachte mevrouw, mijnheer En
Bedankt voor uw bericht.
Helaas kunnen wij aan de wachttijden weinig doen. Er zijn veel aanvragen en helaas een
beperkt aantal plekken. De Parkeerdienst kan hierin geen uitzondering maken, het spijt
ons. Alles wordt verwerkt in volgorde van binnenkomst, en aanvragers die al een actieve
vergunning hebben, krijgen voorrang.
Er staat ongeveer 8 maanden voor Zuid 3.2, zie onder:
https://www.amsterdam.nl/veelgevraagd/?caseid=%7B82B27B70-7392-4C5C-9587-
E1D998601427%7D
Onze excuses voor het ongemak.
Met vriendelijke groet,
mn
Medewerker Customer Service Center
Parkeerdiensten
Echter deze gaan helemaal voorbij aan het feit dat ze mij eerst een auto laten leasen met
een toezegging van een wachttijd van één maand en nu ik auto heb (met de daarbij
behoorde kosten) laten ze me 8 maanden wachten. Ik snap best dat er wachttijden zijn,
maar had mij dan eerst op de wachtlijst gezet en als ik dan na een aantal maanden een
parkeervergunning zou hebben, pas mij een auto laten leasen. Ik zit nu met dubbele
kosten!! Ik neem aan dat de gemeente mij deze kosten niet vergoed. Ik zie dat nu wel de
web site is aanpast. Het is goed nu de website te hebben aangepast, maar dat is voor mij
te laat.
Ik heb contact gezocht met de Ombudsman van Amsterdam en deze zeggen dat dit beleid
is en dat het beleid juist is uitgevoerd en zij dus niets kunnen doen. Mij is nu geadviseerd
me te richten tot de politiek die dit beleid hebben gemaakt? Dit bevreemd mij want ik denk
niet dat het de bedoeling was van de politiek om eerst iemand een auto te laten kopen om
deze dan 8 maanden te laten wachten voor een vergunning. Dit kan toch niet waar zijn?
Daarom richt ik mij tot u, niet voor een klacht, maar voor een parkeervergunning, zodat ik
mijn auto waar ik nu al twee maanden voor betaal kan gaan gebruiken!!
Met vriendelijke groet
mn
| Raadsadres | 3 | train |
X Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 1139
Publicatiedatum 5 december 2014
Ingekomen onder E
Ingekomen op woensdag 26 november 2014
Behandeld op woensdag 26 november 2014
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van het raadslid de heer Van Lammeren inzake het Jaarverslag Klimaat en
Energie 2013 (stappenplan energiebesparing en energietransitie).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de voordracht van het college van burgemeester en
wethouders van 4 maart 2014 inzake het Jaarverslag Klimaat en Energie 2013
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 1097);
Constaterende dat:
— het college een concrete doelstelling heeft om de uitstoot van CO2 in 2025 terug te
brengen tot 2.050 kiloton (1990: 3.420; 2012: 4.580);
— het college in zijn jaarverslag schrijft dat de basis is gelegd voor een ‘versnelling’
(blz. 7) en dat ‘we vaart moeten maken met de energietransitie’ (blz. 7);
Overwegende dat:
— nergens in het jaarverslag of elders duidelijk zichtbaar is met hoeveel kiloton per
jaar de uitstoot gaat afnemen;
— Amsterdam streeft naar 20% minder energieverbruik en een 20% hogere productie
van duurzame energie in 2020;
— dit wel op de meest eenvoudige manier duidelijk maakt wat de doelstellingen per
jaar tot 2025 zouden kunnen zijn,
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— voor de jaren 2016, 2018 en 2020 doelstellingen op te stellen voor
energiebesparing (inclusief energieverbruik voor transport) en energietransitie naar
duurzame energie;
— daarover te rapporteren aan de gemeenteraad.
Het lid van de gemeenteraad,
J.F.W. van Lammeren
1
| Motie | 1 | discard |
> Gemeente
Amsterdam
D Amendement
Datum raadsvergadering 22 juni 2022
Ingekomen onder nummer 257
Status Verworpen
Onderwerp Amendement van het lid Boomsma inzake het beschikbaar stellen van
budget voor de opvang van ontheemden vit Oekraïne
(tref een voorziening)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over het beschikbaar stellen van budget voor de organisatie van opvang.
Overwegende dat:
— Het college de raad verzoekt om een bedrag van 77,2 miljoen euro beschikbaar te stellen voor
de Gemeentelijke Opvang van Oekraïners waarbij het college stelt dat nog een “grote mate
van onzekerheid” bestaat over welk bedrag de gemeente vergoed krijgt vanuit het Rijk, al is de
hoop/verwachting dat die de kosten volledig zal compenseren;
— Het college stelt dat de gemeente daarbij op basis van de huidige inzichten een financieel
risico loopt van € 18,4 miljoen maar die hopelijk nog zullen dalen;
— Het college voorstelt dit bij de najaarsnota te verwerpen en eventueel dekking te vinden;
— Dit niet voldoet aan de begrotingsregels, omdat een dekkingsvoorstel ontbreekt, wat voor nu
neerkomt op een ‘ongedekte check!,
— _Heteen verkeerd precedent schept als de gemeenteraad toestaat dat wordt afgeweken van
de begrotingsregels, en het van groot belang is om die regels te volgen;
— _ Het getuigt van prudent financieel beleid om een voorlopige voorziening op te nemen ter
grootte van het risicobedrag,
Besluit:
Een beslispunt toe te voegen aan de voordracht:
8. Een voorlopige voorziening in te stellen van € 18,4 miljoen te dekken uit de Algemene
Reserve. Bij het opstellen van de Najaarsnota wordt bezien in hoeverre deze middelen kunnen
vrijvallen.
Indiener
D.T. Boomsma
| Motie | 1 | discard |
Jaar 2021
Nummer 283
Behandeld op 21/22 april
Status Aangenomen bij schriftelijke stemming op 26 april 2021
Onderwerp
Motie van het lid van Boomsma inzake het Beeldkwaliteitsplan Marktkwartier (narratieve
referentie naar de cultuurhistorie van de ‘specials’)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over het Beeldkwaliteitsplan Marktkwartier,
Overwegende dat,
-___de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit het advies geeft om bij de drie gebouwen die
als ‘specials’ worden omschreven een narratieve referentie te maken naar de
cultuurhistorie van het gebied, waarmee de architectonische invullingen kunnen
verwijzen naar locatiespecifieke kenmerken en zich daarmee verankeren in het
gebied, en qua materialisering en kleur een relatie kunnen aangaan met die van
de Centrale Markthal;
-__ Het Beeldkwaliteitsplan ten aanzien van gebouw S1 is opgenomen om een
narratieve referentie te maken naar de cultuurhistorie van het gebied, een eerste
verwijzing naar de Markthal en het Koelhuis, maar dit niet geldt voor 52 en 53,
terwijl dat ook daar kan bijdragen aan de kwaliteit,
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
Bij de verdere vitwerking van het realiseren van het Foodcenter het advies van de CRK ten
aanzien van de ‘specials’ als vitgangspunt te hanteren, en dus een narratieve referentie te
maken naar de cultuurhistorie van het gebied om ze daarmee te verankeren;
Het lid van de gemeenteraad
D. T. Boomsma
| Motie | 1 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Definitieve raadsagenda,
woensdag 6 en donderdag 7 november 2013
De burgemeester van Amsterdam nodigt de leden van de gemeenteraad uit voor de
raadsvergadering.
Datum en tijd woensdag 6 november 2013 13.00 uur en 19.30 uur
donderdag 7 november 2013 13.00 uur
Locatie Raadzaal
Algemeen
1 Mededelingen.
2 Notulen van de raadsvergadering op 2 oktober 2013.
3 Vaststelling van de agenda.
4 Mededeling van de ingekomen stukken.
5 Onderzoek van de ingezonden bescheiden en installatie van het duoraadslid
de heer M. van den Heuvel (D66).
6 Mondelingevragenuur.
Benoemingen
7 Benoeming van een duoraadslid in de raadscommissie voor Kunst en Cultuur,
Sport en Recreatie, Zorg en Welzijn, Monumenten en Lokale Media.
Financiën
8 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van
12 september 2013 tot vaststellen van de begroting van de gemeente Amsterdam
voor het jaar 2014 en kennisnemen van de Meerjarenraming van de gemeente
Amsterdam voor de periode 2015 tot en met 2017.
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 979)
9 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van
8 oktober 2013 tot wijzigen van de Reclamebelastingverordening Amsterdam
2005. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 980)
1
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad R
Definitieve raadsagenda, woensdag 6 en donderdag 7 november 2013
Educatie
10 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van
17 september 2013 tot vaststellen van de Verordening tot wijziging van de
Verordening op het lokaal onderwijsbeleid in de gemeente Amsterdam.
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 981)
11 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van
10 september 2013 tot kennisnemen van de Startnotitie Amsterdamse
peuterschool. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 982)
Bestuurlijk Stelsel
12 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van
27 augustus 2013 tot vaststellen van de Verordening voorzieningen
bestuurscommissieleden.
N.B. De stukken worden verstuurd met de supplementagenda.
Grondzaken
13 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van
3 september 2013 tot vaststellen van specifieke criteria voor de pijler Stedelijke
Ontwikkeling en Bereikbaarheid van het Amsterdams InvesteringsFonds.
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 972)
Ruimtelijke Ordening
14 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van
3 september 2013 tot vaststellen van het vereenvoudigd welstandskader Rl-Oost
Zeeburgereiland. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 967)
15 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van
24 september 2013 tot vaststellen van het bestemmingsplan Speelboot.
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 968)
16 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van
24 september 2013 tot vaststellen van het bestemmingsplan Oosterdok west.
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 969)
17 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van
24 september 2013 tot instemmen met afwijking van de geldende structuurvisie
op het ontwerp bestemmingsplan Ouderkerkerdijk 174 (stadsdeel Oost).
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 970)
18 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van
24 september 2013 tot vaststellen van het bestemmingsplan Herinrichting De
Ruijterkade-Westertoegang. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 971)
2
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad R
Definitieve raadsagenda, woensdag 6 en donderdag 7 november 2013
Verkeer, Vervoer en Infrastructuur
19 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van
8 oktober 2013 tot akkoord gaan met de realisatie van het busstation Noord als
onderdeel van het hoogwaardige vervoersknooppunt, akkoord gaan met de
gewijzigde investeringskosten en planning van het project en beschikbaar stellen
van een uitvoeringskrediet voor het project busstation Noord
(Buikslotermeerplein). (Gemeenteblad afd. 1, nr. 973)
20 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 8 oktober 2013
tot instemmen met de realisatie van de definitieve inrichting van het busstation
CS en beschikbaar stellen van een uitvoeringskrediet ten behoeve van de
inrichting van het busstation Centraal Station (Project IJsei).
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 974)
21 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van
24 september 2013 tot instemmen met het Definitief Ontwerp en beschikbaar
stellen van een uitvoeringskrediet voor de verbreding van het tracé Mosplein -
Papaverweg — Klaprozenweg ter verbetering van de infrastructuur voor
Hoogwaardig Openbaar Vervoer (HOV Zaancorridor), autoverkeer, en langzaam
verkeer. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 975)
Openbare Ruimte en Groen
22 Initiatiefvoorstel ter instemming van het raadslid de heer Van Lammeren van
29 januari 2013, getiteld: ‘Amsterdam gentechvrij’, en kennisnemen van de
bestuurlijke reactie. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 738)
Juridische Zaken
23 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van
27 augustus 2013 tot vaststellen van de Verordening tot wijziging van de
Brandbeveiligingsverordening 2011. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 978)
Kunst en Cultuur
24 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van
27 augustus 2013 tot instemmen met eigendomsoverdracht en afstoten van
werken uit de Beeldende Kunstenaars Regeling (BKR).
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 750)
Lokale Media
25 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van
15 oktober 2013 tot positief adviseren aan het Commissariaat voor de Media
inzake de zendtijdtoewijzing aan Publieke Omroep Amsterdam voor opnieuw 5
jaar. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 976)
3
Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Definitieve raadsagenda, woensdag 6 en donderdag 7 november 2013
Raadsaangelegenheden
26 Voordracht van het presidium van 28 oktober 2013 tot ontslagverlening aan de
plaatsvervangend ombudsman. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 977)
4
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad R
Definitieve raadsagenda, woensdag 6 en donderdag 7 november 2013
Ingekomen stukken
1 Brieven van de heer J.M. Paternotte, fractievoorzitter van D66, van 21 oktober
2013 inzake het voordragen van de heer M. van den Heuvel als duoraadslid van
D66 en benoeming tot lid van de raadscommisie voor Kunst en Cultuur, Sport en
Recreatie, Zorg en Welzijn, Monumenten en Lokale Media, en inzake de
afmelding van het raadslid mevrouw C.J. Roodink als lid van de raadscommissie
voor Kunst en Cultuur, Sport en Recreatie, Zorg en Welzijn, Monumenten en
Lokale Media.
Voorgesteld wordt, deze brieven te betrekken bij de behandeling van
agendapunt 5, Onderzoek van de ingezonden bescheiden en de installatie
van een duoraadslid, en agendapunt 7, benoemingen.
2 Brief van de plaatsvervangend ombudsman van 16 september 2013 inzake
de beëindiging van zijn werkzaamheden als plaatsvervangend ombudsman
per 16 september 2013.
Voorgesteld wordt, deze brief te betrekken bij de behandeling van
agendapunt 26, ontslagverlening aan de plaatsvervangend ombudsman.
3 Brief van de heer F. Ossel, wethouder Wonen, van 15 oktober 2013 inzake
de uitvoering van motie nr. 884 van 17 oktober 2012 van de raadsleden mevrouw
Combrink en mevrouw Alberts over het opstellen van een beleidsbrief met een
positieve visie voor een nieuwe koers voor Nieuw-West.
Voorgesteld wordt, de raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Bouwen en
Wonen, Grondzaken, Klimaat en Energie, Openbare Ruimte en Groen, Zeehaven
en Westpoort, Volkshuisvesting, Wijkaanpak en Stedenbeleid kennis te laten
nemen van de uitvoering van deze motie en na goedkeuring de motie als
uitgevoerd te beschouwen.
4 Brief van de heer E. van der Burg, wethouder Personeel en Organisatie, van
9 oktober 2013 inzake de uitvoering van motie nr. 249 van 15 mei 2013 van
de raadsleden de heer Paternotte en de heer Van Drooge over de vergelijking
van de ontwikkeling van de personele bezetting van Amsterdam met de overige
G4-gemeenten.
Voorgesteld wordt, de raadscommissie voor Economische Zaken, Bedrijfsvoering
en Inkoop, Bedrijven en Deelnemingen, Personeel en Organisatie,
Dienstverlening, Luchthaven, Dierenwelzijn en Waterbeheer kennis te laten
nemen van de uitvoering van deze motie en na goedkeuring de motie als
uitgevoerd te beschouwen.
5 Ledenbrief VNG van 11 oktober 2013 inzake de Model-Havenbeheers-
verordening 2013.
Voorgesteld wordt, deze brief in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afdoening.
5
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad R
Definitieve raadsagenda, woensdag 6 en donderdag 7 november 2013
6 Ledenbrief VNG van 15 oktober 2013 inzake een addendum op de bijzondere
ledenbrief van de VNG in reactie op de Rijksbegroting 2014 na
het begrotingsakkoord.
Voorgesteld wordt, deze brief desgewenst te betrekken bij de behandeling van
agendapunt 8, vaststellen van de begroting van de gemeente Amsterdam voor
het jaar 2014.
7 _Ledenbrief VNG van 16 oktober 2013 inzake de stand van zaken met betrekking
tot het overgangsrecht in de Wmo 2015 en met name voor de Huishoudelijke
Hulp.
Voorgesteld wordt, deze brief in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afdoening.
8 Ledenbrief VNG van 16 oktober 2013 inzake de Basisregistratie Grootschalige
Topografie en Geo-informatie.
Voorgesteld wordt, deze brief in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afdoening.
9 Ledenbrief VNG van 18 oktober 2013 inzake het pensioenakkoord voor
gemeenteambtenaren.
Voorgesteld wordt, deze brief voor kennisgeving aan te nemen.
10 Ledenbrief VNG van 24 oktober 2013 inzake het overleg over de Cao
Gemeenten en de visie van de vakbonden hierop.
Voorgesteld wordt, deze brief in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afdoening.
11 Raadsadres van een burger van 1 oktober 2013 inzake de zienswijze op
het bestemmingsplan Oosterdok west.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres desgewenst te betrekken bij de behandeling
van agendapunt 16, vaststellen van het bestemmingsplan Oosterdok west.
12 Raadsadres van de Coalitie Infrastructuur Haveneiland Oost (CIHO) van
15 oktober 2013 inzake de reactie op de notitie van het Projectbureau Oost over
de varianten van het vervolgtraject Wim Noordhoekkade betreffende de kosten
voor het uitgraven van de watergang.
Dit raadsadres is desgewenst betrokken bij de behandeling van agendapunt 19,
varianten vervolgtraject Wim Noordhoekkade, in de vergadering van
de raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Bouwen en Wonen, Grondzaken,
Klimaat en Energie, Openbare Ruimte en Groen, Zeehaven en Westpoort,
Volkshuisvesting, Wijkaanpak en Stedenbeleid op 16 oktober 2013.
6
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad R
Definitieve raadsagenda, woensdag 6 en donderdag 7 november 2013
13 Raadsadres van het Landelijk Platform Slavernijverleden van 4 oktober 2013
inzake het ondersteunen van de bezwaarschriften, gericht tegen het fenomeen
Zwarte Piet in het kader van het Sint Nicolaas-concept.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester
en wethouders te stellen ter afdoening en een afschrift van het antwoord te
zenden aan de leden van de raadscommissie voor Werk, Inkomen en
Participatie, Diversiteit en Integratie, Inburgering, Armoede, Programma
Maatschappelijke Investeringen.
14 Raadsadres van een burger van 6 oktober 2013 inzake bezwaar tegen
het eventueel inwilligen van de ingediende bezwaarschriften tegen
de aanwezigheid van Zwarte Piet tijdens de intocht van Sinterklaas.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester
en wethouders te stellen ter afdoening en een afschrift van het antwoord te
zenden aan de leden van de raadscommissie voor Werk, Inkomen en
Participatie, Diversiteit en Integratie, Inburgering, Armoede, Programma
Maatschappelijke Investeringen.
15 Raadsadres van de Stichting Keti Koti Dialoog Tafel van 11 oktober 2013 inzake
het inzetten van de stichting voor het tegengaan van de polarisatie in de stad
omtrent de figuur Zwarte Piet.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester
en wethouders te stellen ter afdoening en een afschrift van het antwoord te
zenden aan de leden van de raadscommissie voor Werk, Inkomen en
Participatie, Diversiteit en Integratie, Inburgering, Armoede, Programma
Maatschappelijke Investeringen.
16 Raadsadres van een burger van 17 oktober 2013 inzake Sint en Piet.
Voorgesteld wordt, dit raadadres in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afdoening en een afschrift van het antwoord te zenden
aan de leden van de raadscommissie voor Werk, Inkomen en Participatie,
Diversiteit en Integratie, Inburgering, Armoede, Programma Maatschappelijke
Investeringen.
17 Raadsadres van een burger van 1 oktober 2013 inzake de blauwe zone in
het gebied Meeuwenlaan tot aan de rotonde Johan van Hasseltweg.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres door te geleiden naar stadsdeel Noord ter
afhandeling.
7
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad R
Definitieve raadsagenda, woensdag 6 en donderdag 7 november 2013
18 Raadsadres van bewoners van de Hebridenlaan van 29 september 2013 inzake
het hanteren van de WOZ-waarde van 2012 voor de bewoners aan
de Hebridenlaan.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester
en wethouders te stellen ter afdoening en een afschrift van het antwoord te
zenden aan de leden van de raadscommissie voor Jeugdzaken, Educatie, ICT en
Financiën.
19 Brief van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente
Utrechtse Heuvelrug, gericht aan het Ministerie van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties, van 1 oktober 2013 inzake de zienswijze op de Noordvleugel-
provincie en de door de gemeenteraad van Utrechtse Heuvelrug aangenomen
motie over provinciale herindeling.
Voorgesteld wordt, deze brief en motie voor kennisgeving aan te nemen.
20 Raadsadres van een burger van 11 oktober 2013 inzake een klacht over
onverantwoord gedrag van de politie in het verkeer en verzoek om aanpassing
van de regels hieromtrent.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van de burgemeester te stellen ter
afdoening en een afschrift van het antwoord te zenden aan de leden van de
raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Juridische
Zaken, Bestuurlijk Stelsel, Project 1012, Regelgeving en Handhaving,
Raadsaangelegenheden en Communicatie.
21 Raadsadres van een burger van 20 september 2013 inzake het verzoek om een
huurder van een appartement in een rijksmonument te verplaatsen naar een
sociale huurwoning van een woningcorporatie.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester
en wethouders te stellen ter afdoening en een afschrift van het antwoord te
zenden aan de leden van de raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Bouwen
en Wonen, Grondzaken, Klimaat en energie, Openbare Ruimte en Groen,
Zeehaven en Westpoort, Volkshuisvesting, Wijkaanpak en Stedenbeleid.
22 Brief van de Rekenkamer Stadsdelen Amsterdam van 16 oktober 2013 inzake
de start van het rekenkameronderzoek ‘Verwijderen van fietsen’.
Voorgesteld wordt, deze brief voor kennisgeving aan te nemen.
23 Brief van de heer mr. E.E. van der Laan, burgemeester van Amsterdam,
van 15 oktober 2013 inzake de besluitvorming over het prostitutiebedrijf
Yab Yum.
Voorgesteld wordt, deze brief voor kennisgeving aan te nemen.
8
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad R
Definitieve raadsagenda, woensdag 6 en donderdag 7 november 2013
24 Brief van de heer P.F.C. Hilhorst, wethouder Financiën, van 16 oktober 2013
inzake de behandeling van de 8&-maandsrapportage 2013 naar aanleiding van
de toezegging in de raadscommissie voor Jeugdzaken, ICT, Educatie en
Financiën op 15 september 2013.
Voorgesteld wordt, deze brief door te geleiden naar de raadscommissie voor
Jeugdzaken, ICT, Educatie en Financiën ter kennisneming.
25 Brief van de heer E. van der Burg, wethouder Personeel en Organisatie, van
17 oktober 2013 inzake de beantwoording van vragen over de begroting 2014
naar aanleiding van de gedane toezegging tijdens de behandeling in
de raadscommissie voor Economische Zaken, Bedrijfsvoering en Inkoop,
Bedrijven en Deelnemingen, Personeel en Organisatie, Dienstverlening,
Luchthaven, Dierenwelzijn en Waterbeheer op 10 oktober 2013.
Voorgesteld wordt, deze brief desgewenst te betrekken bij de behandeling van
agendapunt 8, vaststellen van de begroting van de gemeente Amsterdam voor
het jaar 2014.
26 Raadsadres van Zeilstra & Partners BV, namens de stichting Verde,
van 17 oktober 2013 inzake de bezuinigingen op de aanleg en het onderhoud
van het openbare groen.
Voorgesteld wordt, de afhandeling van dit raadsadres over te laten aan
de fracties van de gemeenteraad.
27 Raadsadres van de NVB Vereniging voor ontwikkelaars & bouwondernemers van
15 oktober 2013 inzake bankgaranties van bouwondernemers voor woningbouw.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester
en wethouders te stellen ter afdoening en een afschrift van het antwoord te
zenden aan de leden van de raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Bouwen
en Wonen, Grondzaken, Klimaat en Energie, Openbare Ruimte en Groen,
Zeehaven en Westpoort, Volkshuisvesting, Wijkaanpak en Stedenbeleid.
28 Brief van de heer M. van Poelgeest, wethouder Ruimtelijke Ordening,
Grondzaken, Zuidas, Klimaat en Energie, van 18 oktober 2013 inzake
de beantwoording van een aantal vragen, gesteld in de vergadering van
de raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Bouwen en Wonen, Grondzaken,
Klimaat en Energie, Openbare Ruimte en Groen, Zeehaven en Westpoort,
Volkshuisvesting, Wijkaanpak en Stedenbeleid op 9 oktober 2013 over
de begroting 2014.
Voorgesteld wordt, deze brief desgewenst te betrekken bij de behandeling van
agendapunt 8, vaststellen van de begroting van de gemeente Amsterdam voor
het jaar 2014.
9
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad R
Definitieve raadsagenda, woensdag 6 en donderdag 7 november 2013
29 Brief van de heer E. van der Burg, wethouder Zorg, van 16 oktober 2013 inzake
de stand van zaken over Thuiszorg Diakonie.
Deze brief is doorgeleid naar de raadscommissie voor Kunst en Cultuur, Sport en
Recreatie, Zorg en Welzijn, Monumenten en Lokale Media op 30 oktober 2013
ter kennisneming.
30 Raadsadres van een burger van 18 oktober 2013 inzake de begroting 2014 van
de gemeente Amsterdam.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres desgewenst te betrekken bij de behandeling
van agendapunt 8, vaststellen van de begroting van de gemeente Amsterdam
voor het jaar 2014.
31 Brief van mevrouw F. Elatik, portefeuillehouder Sport van stadsdeel Oost,
namens de portefeuillehouders Sport van de stadsdelen, gericht aan het college
van burgemeester en wethouders, van 17 oktober 2013 inzake een
dekkingsprobleem bij de Bijzondere subsidieregeling voor (aanpassing aan)
sportverenigingaccommodaties, de zogeheten 1/3°-regeling.
Voorgesteld wordt, deze brief desgewenst te betrekken bij de behandeling van
agendapunt 8, vaststellen van de begroting van de gemeente Amsterdam voor
het jaar 2014.
32 Raadsadres van de bewoners van VVE Prins Hendrikkade 96 van 21 oktober
2013 inzake de touringcarhaltes op de Prins Hendrikkade.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester
en wethouders te stellen ter afdoening en een afschrift van het antwoord te
zenden aan de leden van de raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en
Infrastructuur (inclusief Noord-Zuidlijn en Luchtkwaliteit).
33 Raadsadres van een burger van 12 oktober 2013 inzake het verzoek om
schadevergoeding voor onder andere ontvreemding van de woning en goederen.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester
en wethouders te stellen ter afdoening.
34 Raadsadres van een burger van 12 oktober 2013 inzake een klacht over een
opgelegde parkeerboete.
Voorgesteld wordt, de afhandeling van dit raadsadres over te laten aan de leden
van de gemeenteraad.
10
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad R
Definitieve raadsagenda, woensdag 6 en donderdag 7 november 2013
35 Raadsadres van een burger van 17 oktober 2013 inzake het behoud van
speeltuin De Waag en de budgettering van speeltuinen na het opheffen van
de stadsdelen.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres desgewenst te betrekken bij de behandeling
van agendapunt 8, vaststellen van de begroting van de gemeente Amsterdam
voor het jaar 2014.
36 Brief van het college van burgemeester en wethouders van Waalwijk van
22 oktober 2013, gericht aan Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant over de
door de gemeenteraad van Waalwijk aangenomen motie over onderzoek en
winning van schaliegas.
Voorgesteld wordt, deze brief en motie voor kennisgeving aan te nemen.
11
| Agenda | 11 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Raadsnotulen
Jaar 2013
Afdeling 2
Vergaderdatum 27 november 2013
Publicatiedatum
Avondzitting op woensdag 27 november 2013
Voorzitter: mr. Van der Laan, burgemeester, alsmede het raadslid mevrouw Ornstein,
plaatsvervangend voorzitter.
Raadsgriffier: mevr. mr. M. Pe.
Verslaglegging: de heer Seelen (Notuleerservice Nederland).
Voorzitter: mevrouw Ornstein
De VOORZITTER heropent om 19.35 uur de 's middags geschorste vergadering.
De VOORZITTER: Ik zal eerst enkele huishoudelijke mededelingen doen. Als
eerste de mededeling dat de heer Weevers vandaag niet aanwezig is zodat dit duidelijk is
in verband met de stemmingen die hebben plaatsgevonden. Voor vanavond heeft
mevrouw Van der Velde zich afgemeld en misschien ook de heer Van Lammeren. Later
zal echter duidelijk worden of dit ook het geval is.
Belangrijk zijn ook de spreektijden. Spits uw oren. De PvdA: 21 minuten, de VVD:
19 minuten, Groenlinks: 16 minuten, D66: 12 minuten, de SP: 9 minuten, het CDA:
10 minuten, Red Amsterdam: 15 minuten, de Partij voor de Dieren: 5 minuten, Trots:
15 minuten, Witte Stad: 16 minuten. Het college heeft nog 22 minuten.
18
Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 29 oktober
2013 tot kennisnemen van de 8-maandsrapportage 2013 en vaststellen van onderdelen
van de 8-maandsrapportage 2013 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1038)
Bij dit agendapunt worden de ingekomen stukken nrs. 28 en 31 betrokken.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Van Drooge.
De heer VAN DROOGE: We hebben een keurige 8-maandsrapportage gekregen.
We hebben er in de commissie over gesproken en daar heb ik de belangstelling van mijn
medeleden en van de wethouder gevraagd voor de dividenden van deelnemingen. In het
bijzonder twee deelnemingen: het verzelfstandigde Havenbedrijf en het eveneens
verzelfstandigde Gemeentevervoerbedrijf. Bij beide bedrijven boekt het college in deze 8-
maandsrapportage meer dividend in dan begroot is. In de begroting staat een veel lager
bedrag en bij de 8-maandsrapportage is het hoger. Voor het Havenbedrijf heeft de
1
Jaar 2013 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 27 november Raadsnotulen
2013
wethouder Financiën mijn vraag erover afdoende beantwoord door te zeggen dat het
college zich zal houden aan de afspraken die zijn gemaakt bij de verzelfstandiging van de
haven. Op dat moment heeft de raad namelijk besloten dat de dividenden van de haven
per raadsbesluit zijn vastgelegd voor 2013, 2014 en 2015. Oorspronkelijk was het bij de
verzelfstandiging de bedoeling om alle winsten eruit te halen. De raad heeft daar ‘nee!
tegen gezegd. In het tweede voorstel is dit voor drie jaar vastgelegd. In de 8-
maandsrapportage is het bedrag opgehoogd. Dat kan niet, want de raad heeft er een
besluit over genomen. De wethouder heeft toegezegd dat het college zich zal houden aan
de afspraken. Ik wil dat graag nog een keer van de wethouder horen.
Bij het Gemeentevervoerbedrijf heeft de wethouder mijn vragen niet afdoende
beantwoord. In de begroting van 2013 heeft het college voor het Gemeentevervoerbedrijf
een dividenduitkering van 3,6 miljoen euro ingeboekt. Voor alle duidelijkheid: die
3,6 miljoen euro is een betaling voor de 600 miljoen euro die de gemeente als lening aan
het Gemeentevervoerbedrijf heeft gegeven. Daarvoor krijgen we jaarlijks een bedrag
terug als rentebijdrage. Dat is dus niet zomaar een dividend. Het is in feite een
rentebetaling. Nu is het bedrag van 3,6 miljoen euro ineens met 6,5 miljoen euro
opgehoogd. Er wordt 6,5 miljoen euro meer uit het Gemeentevervoerbedrijf gehaald.
Kunnen we even vangen, moet de wethouder gedacht hebben. We weten echter allemaal
dat datzelfde Gemeentevervoerbedrijf haltes opheft en bezuinigt op sociale veiligheid. Ik
heb de heer Winsemius gewaarschuwd dat ik dit vanavond tegen hem zou zeggen. Hij
roept als eerste in elke commissievergadering: denk erom, u mag niet bezuinigen. Wat
doet dit college? Het haalt 6,5 miljoen euro uit het Gemeentevervoerbedrijf. En dan tegen
de kiezers zeggen: er mag niet bezuinigd worden, haltes moeten blijven. Dat is bedrog. U
kunt dat niet doen. Wij hebben afgesproken dat er 3,6 miljoen euro uitgehaald zou
worden. Meer niet. Twee, drie jaar geleden, toen we over de verzelfstandiging van het
Gemeentevervoerbedrijf debatteerden, hebben we gezegd dat het niet zomaar een bedrijf
is. Het is een bedrijf van ons. We gaan niet aanbesteden, maar inbesteden. Bij
aanbesteden kunnen we zeggen: ik wil een superdividend hebben. Bij inbesteden, waarbij
het ons eigen bedrijf is, kunnen we dat niet zomaar zeggen. Daarom: wethouder, wat
heeft zich daar afgespeeld? Is het Gemeentevervoerbedrijf bij u op bezoek geweest en
heeft het gezegd: ik heb nog 6,3 miljoen euro voor u? Ik kan mij dat niet voorstellen. Ik
kan mij niet voorstellen dat dat is gebeurd. U zegt steeds bij verzelfstandigingen dat we
een raad van commissarissen hebben die over het dividend praat. In de
aandeelhoudersvergadering kunt u dat aan de orde stellen. Wat is daar gebeurd,
wethouder? Waarom hebt u dit gedaan? U kunt niet tegen het Gemeentevervoerbedrijf
zeggen: het is de flappentap van het college. Geld te kort? Even pinnen bij het
Gemeentevervoerbedrijf. Kortom: ik dien een amendement in en wil van de wethouder
horen dat hij zijn toezegging in de commissie gestand doet. In het amendement stellen wij
dat we geen 10,1 miljoen euro eisen, maar de 3,6 miljoen euro die normaal is en niet
anders.
(De heer MULDER: Ik ben ontdaan door het emotionele betoog van de
heer Van Drooge. Ik heb echter ook van mijn moeder geleerd dat ik
mensen die een beetje emotioneel zijn af en toe even moet laten uitrazen
voordat we de ratio weer te pakken hebben. Ik heb altijd veel respect voor
mensen die met een kanon op een mug schieten, want dat maakt deze
uitzending voor de kijkers thuis ook iets leuker. Volgens mij is hier echter
gewoon sprake van een meevaller vanwege iets andere afspraken met de
stadsregio. Het zou natuurlijk echt een groot schandaal zijn als de
wethouder Financiën deze meevaller niet zou melden in de 8-
2
Jaar 2013 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 27 november Raadsnotulen
2013
maandsrapportage. Daar is de 8-maandsrapportgae voor. Wat wij
vervolgens met die meevaller doen, kunnen we op de daarvoor geëigende
momenten bespreken. Dan zullen wij ook alle voorstellen van de heer
Winsemius in de commissie weer afstoffen om te bepalen wat we met die
meevaller doen. Volgens mij maakt u zich nu iets té kwaad om iets té
weinig.)
De heer Mulder slaat de plank finaal mis. Er is enkele jaren geleden met het
Gemeentevervoerbedrijf afgesproken, toen u ook al in de raad zat, want u hebt al enkele
periodes achter de rug, dat er jaarlijks 3,6 miljoen euro uitgehaald zou worden als
rentevergoeding voor het bedrag dat wij aan het Gemeentevervoerbedrijf hebben
geleend. Dat is de afspraak. De rest van het geld zou in het Gemeentevervoerbedrijf
blijven, want het Gemeentevervoerbedrijf moet sterk zijn. Verder leeft het totale openbaar
vervoer in Amsterdam van een subsidie. Er is een afspraak gemaakt tussen de gemeente
Amsterdam en de stadsregio over de manier waarop we ermee om zouden gaan:
3,6 miljoen euro. U zegt nu dat de wethouder dit geld moet melden. Ik heb net aan de
wethouder gevraagd wat zich daar heeft afgespeeld zodat het bedrijf zomaar opeens
zegt: ik heb wat over. Het bedrijf heeft het geld namelijk heel hard nodig om allerlei
maatregelen te treffen voor een beter openbaar vervoer. Ik vind het een politieke zaak om
hier te besluiten dat wij meer uit het Gemeentevervoerbedrijf plukken omdat dit ten koste
gaat van het openbaar vervoer. Ten koste van de Amsterdammer, mijnheer Mulder. Dan
moet u niet zeggen: de wethouder moet het toch melden? Natuurlijk moet hij het melden
als hij dat met het Gemeentevervoerbedrijf heeft uitonderhandeld. Ik wil echter weten wat
er gebeurd is en ik ben er politiek gezien faliekant tegen. Hij moet dit niet en passant in de
8-maandsrapportage opnemen. Hij moet eerst een politieke discussie voeren en dan
proberen om dat geld bij het Gemeentevervoerbedrijf te halen. Ik wil ook weten wat er met
de stadsregio is afgesproken. De stadsregio heeft namelijk ook afspraken met ons
gemaakt over de 3,6 miljoen euro. Mijn geheugen is goed, mijnheer Mulder. Ik kan mij de
discussie nog heel goed herinneren die we hier hebben gevoerd, ook met u. Ik wacht het
antwoord van de wethouder af.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer De Goede.
De heer DE GOEDE: Ik heb een vraag aan de heer Wiebes. Ik hoop dat hij zo
meteen nog komt. Wij vragen ons af waarom hij na de 8-maandsrapportage zulk een
goede brief naar de raad heeft gestuurd. We hebben een aantal vragen gesteld over
dingen die niet klopten. De informatie in de brief is precies de informatie die wij voortaan
in de 8-maandsrapportage willen hebben. Het gaat vooral over het begrip ‘redengevende
verklaring’. Als er meer of minder geld ergens aan wordt uitgegeven, dan wordt het nu
gemeld in de 8-maandsrapportage. Voor ons is het echter interessant om te weten
waarom dat het geval is. De brief waar meerdere punten in stonden is voor ons
interessant. Daarom verzoeken we de wethouder of dit voortaan met de 4- en 8-
maandsrapportages integraal kan worden meegezonden en niet als aparte brief. De
discussies die we gevoerd hebben, voeren we bij de jaarrekening graag nog een keer.
De VOORZITTER: Ik kan u meedelen dat wethouder Wiebes vanavond
geoorloofd afwezig is in verband met een bespreking met een van de ministers in Den
Haag.
De VOORZITTER deelt mee dat het volgende amendement is ingekomen:
3
Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 27 november Raadsnotulen
2013
48° Amendement van het raadslid Van Drooge inzake de 8-
maandsrapportage (dividenduitkering Gemeentevervoerbedrijf aan gemeente niet
verhogen met 6,5 miljoen euro) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1082).
Besluit:
De voordracht onder punt B1 en bijlage O op pagina 7 gewijzigd vast te stellen
door de dividenduitkering van het Gemeentevervoerbedrijf aan de gemeente niet met
6,5 miljoen euro te verhogen naar 10,1 miljoen euro, maar te houden op 3,6 miljoen euro,
conform de begroting 2013.
Het amendement maakt deel uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Mulder.
De heer MULDER: Technisch gesproken gaat mijn bijdrage over eenzelfde
onderwerp als dat van de heer Van Drooge. Wij houden geld over bij een bepaalde post.
Bij ons ligt de gevoeligheid vooral bij het zorgdossier. Voor de hulp bij het huishouden is
ongeveer 9 miljoen euro ‘over’. De heer Van der Burg is er in de commissie uitvoerig op
ingegaan. Wij vonden het een logisch pleidooi, maar wij maken ons toch zorgen. We
hebben ons voorbereid op rijksbezuinigingen. Die zijn enigszins uitgesteld, na veel strijd
van onder andere de Partij van de Arbeid in de Tweede Kamer. Daardoor zijn we nu te
goed aan het bezuinigen, althans op dit moment. De wethouder heeft echter ook gezegd
dat we het geld dat we nu te goed bezuinigd hebben weer gaan gebruiken om de
bezuinigingen op de zorg die nog op ons afkomen in de komende jaren te verzachten. Dat
is een erg belangrijk punt. Ik wil daarom nadrukkelijk in deze raad aan de orde stellen dat
beide zaken voor ons onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Het geld dat we nu te
goed bezuinigd hebben, willen we in de toekomst blijven inzetten voor de zorg.
(Mevrouw POOT: Deze discussie voerden we ook in de commissie, maar
dan met mijn collega van GroenLinks. U bent natuurlijk nog niet zo lang
financieel woordvoerder, maar het is een goed gebruik om bij de
jaarrekening een integrale afweging te maken over geld dat wij niet
uitgeven. Wilt u dat nu doorbreken?)
Soms kan ervaring tegen iemand werken en soms mee. Ik heb mij laten vertellen
dat het bij deze bezuinigingen op de zorg van tevoren zo bedacht was. We moeten vroeg
bezuinigen zodat we straks de pijn verzachten. Ik heb altijd begrepen dat het een soort
integrale afspraak was, ook politiek gezien. Daarom maak ik geen faux pas door dit zo te
stellen. De kern is natuurlijk dat wij de zorg heel erg belangrijk vinden en dus ook dit punt.
Mocht ik hier een faux pas maken, dan is dat ongetwijfeld alleen maar te wijten aan mijn
geringe ervaring als financieel woordvoerder.
(Mevrouw POOT: Dat is heel fijn. Ik ga er daarom van uit dat u het
gewoon met de VVD en met de andere partijen eens bent dat we bij de
jaarrekening integrale afwegingen maken over geld dat over is.)
Op het gevaar af dat het nu erg ingewikkeld wordt: ja, wij maken per definitie die
afspraak bij de jaarrekening. Er ligt echter ook een oud voornemen om bij de zorg in de
toekomst de bezuinigingen te verzachten. Uiteindelijk maakt het ons niet uit hoe we dat
doen, als we die bezuinigingen in Amsterdam maar verzachten. Het gaat uiteindelijk om
de mensen die de hulp bij het huishouden wel degelijk nodig hebben en voor wie de
bezuinigingen te groot zijn.
4
Jaar 2013 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 27 november Raadsnotulen
2013
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Roodink.
Mevrouw ROODINK: D66 kijkt graag kritisch naar het tempo waarin de
bezuinigingen worden gerealiseerd. We begrijpen uit de verschillende rapportages dat er
nog minimaal 50 miljoen euro incidenteel geld ingezet moet worden om de kapitaallasten
te verlagen. Dat doen we omdat de vertraging die optreedt bij het inboeken van
besparingen moet worden gecompenseerd. Dit is de letterlijke tekst in de begroting.
Pagina 10, wethouder. Gelukkig tonen de cijfers in de 8-maandsrapportage aan dat er
waarschijnlijk inderdaad ruimte zal zijn voor het versneld afboeken van activa en dat we
dat incidentele geld bij de jaarrekening ook daadwerkelijk hebben. Dat is mooi. Aan de
cijfers in de 8-maandsrapportage zien we ook dat er nogal grote schommelingen zijn.
Neem het overschot op het inkomensdeel van de uitkeringen. Ook bij kleinere posten
ontstaan soms tekorten. Mevrouw Poot wees daar in de commissie al op. Ik noem de
inkomsten uit erfpacht. In deze gemeenteraad hebben we al heel vaak gesproken over de
toegankelijkheid van allerlei financiële rapportages. Als we onze cijfers echter baseren op
cijfers die gebaseerd zijn op het jaar 2009, dan kunnen we heel lang praten over de
toegankelijkheid en de leesbaarheid van rapportages, maar dan gaat er voor ons toch iets
mis. D66 wil daarom aandacht vragen voor de basis zodat we zinvolle vergelijkingen
kunnen maken. Daarom wezen we in de commissievergadering al op het feit dat wij
appels met appels willen vergelijken. D66 is er dan ook niet van onder de indruk dat de
gemeente Amsterdam in 2013 een grotere krimp van de personele bezetting kent dan het
landelijke gemiddelde in 2012. Wethouder, u hebt uitgelegd dat u de vergelijkbare cijfers
over 2013 niet kent. Op die manier wekt u in ieder geval bij ons de indruk dat wij
achterlopen bij de landelijke trend.
Tot slot nog iets over het renteomslagresultaat. Er komt een notitie over de
herziening van het rentestelsel. Daar wachten we met spanning op. D66 hecht eraan om
te benadrukken dat het rentestelsel inderdaad een instrument is om de financieringslast te
herverdelen. Let wel: we praten over de financieringslast. Het zijn termen die u zelf in de
8-maandsrapportage gebruikt. We praten niet over rentebaten, maar over de herverdeling
van de financieringslasten. Waar in de organisatie geld wordt uitgegeven, waar
geïnvesteerd moet worden, moet deze financieringslast bij de besluitvorming worden
betrokken. Daarvoor hebben we het rentestelsel nu eenmaal in het leven geroepen. Geld
lenen kost geld. Dat principe willen we heel graag gehandhaafd zien. Als wij besluiten om
te investeren, dan moet iedereen ervan doordrongen zijn dat dit geld kost. Wij zien
daarom met grote spanning uit naar de notitie Herziening rentestelsel.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Poot.
Mevrouw POOT: Wij menen dat de 8-maandsrapportage voldoende is besproken
in de commissie. Ik wil twee aanvullende vragen stellen over het amendement dat de heer
Van Drooge heeft ingediend. Ik ben ook heel benieuwd wat er gebeurd is. Ik vraag me
ook af of het niet verstandiger is om de discussie hierover niet nu snel met een
amendement af te doen, maar om dit op een andere plek iets nadrukkelijker met elkaar te
bespreken. Dat is een van de vragen die ik daarover heb. Verder zie ik dat de heer Van
Drooge voorstelt om een gedeelte uit de 8-maandsrapportage te halen. Dat lijkt mij een
beetje ingewikkeld als ik heel eerlijk ben. Het is nu eenmaal iets wat op dit moment
bekend is. Ik kan me echter goed voorstellen dat naar aanleiding van de discussie er
5
Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 27 november Raadsnotulen
2013
bepaalde besluiten genomen worden, ook over het dividend. Ik zou daarom graag van de
wethouder horen wat hij daarvan vindt en wat de mogelijkheden daarvoor zijn.
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Hilhorst.
Wethouder HILHORST: Dank u wel, mijnheer Van Drooge, voor uw complimenten
voor de 8-maandsrapportage en voor de beantwoording van uw vragen over het dividend
van de Haven. Er is afgesproken dat de verzelfstandiging kostenneutraal zou zijn en dus
niet gepaard zou gaan met een verschuiving naar de ene of de andere kant. Die afspraak
geldt nog steeds. Ik heb eerder gezegd dat de manier waarop die verwerkt wordt nog
anders kan zijn. Dat heb ik u uitgelegd.
Wat het Gemeentevervoerbedrijf betreft, is het volgens mij van belang dat
veranderingen in de inkomsten of uitgaven bij de 8-maandsrapportage gemeld worden.
Nu is er een verandering, namelijk de 6,5 miljoen euro extra dividend van het
Gemeentevervoerbedrijf. Die moeten we uiteraard in de 8-maandsrapportage melden. U
hebt echter ook gelijk als u zegt dat er een politieke discussie gevoerd kan worden over
het dividendbeleid van het Gemeentevervoerbedrijf. We hebben hier gemeld wat de
opbrengst is. U zegt eigenlijk dat we moeten discussiëren over de vraag of wij een goede
koers varen met het Gemeentevervoerbedrijf. In de commissie heb ik u toegezegd dat het
college u binnenkort daarover informeert. Dat gebeurt via een brief van collega Gehrels.
Volgens de planning zullen we daar in de Raadscommissie voor Economische Zaken,
Bedrijven, Personeel en Organisatie van 16 januari over spreken. Dan worden ook de
keuzes toegelicht. Ik denk dat mevrouw Poot een goede suggestie deed. U ziet dan alles
op een rijtje. Dat lijkt mij het geëigende moment om dit te bediscussiëren.
(De heer VAN DROOGE: Ik heb de wethouder gevraagd wat daar
gebeurd is. Ik kan mij namelijk niet voorstellen dat het bedrijf zomaar
tegen de aandeelhouder zegt: kom, het is bijna Sinterklaas, ik geef
6,5 miljoen euro cadeau. Ik wil weten wat u daarover hebt afgesproken.
Het is onvoorstelbaar dat u zomaar 6,5 miljoen euro in de schoot
geworpen krijgt en dat er niet iets tegenover staat. Het is een bedrijf.
Welke concessies hebt u gedaan na om 6,5 miljoen euro te hebben
gevraagd?)
Het is een bedrijf. Het is ook ons bedrijf. Er zijn allerlei afwegingen gemaakt en er
zijn afspraken gemaakt met de stadsregio. Het is het handigste om erover te praten naar
aanleiding van een brief waarin precies op een rijtje wordt gezegd wat die afwegingen
zijn, welke afspraken er bestaan en welke afspraken er over de toekomst gemaakt zijn. Dit
heeft wel degelijk ook te maken met wat u aanhaalde over inbesteding, aanbesteding en
verlenging van de concessieduur. Het is beter om de brief af te wachten omdat daarin al
deze zaken op een rijtje worden gezet. Dat is ook de suggestie van mevrouw Poot. Dan
kunt u erover spreken en vragen of dit een goede koers is voor het
Gemeentevervoerbedrijf of niet.
(De heer VAN DROOGE: Ik hoor u al praten over een verlenging van de
concessieduur. Dat zei u net. Begrijp ik daaruit dat u geld uit het bedrijf
haalt en daarvoor een verlenging van de concessieduur hebt gegeven
zonder dat u dat eerst met de raad hebt besproken?)
Ik heb gezegd dat verschillende elementen een rol spelen bij de overwegingen.
Bijvoorbeeld een verlenging van de concessieduur en afspraken met de stadsregio. Er
zijn allerlei zaken die daar een rol bij kunnen spelen. In de brief die naar de raad wordt
gestuurd, wordt u daarover geïnformeerd. Er komt een brief over het
6
Jaar 2013 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 27 november Raadsnotulen
2013
Gemeentevervoerbedrijf en over het dividend van het Gemeentevervoerbedrijf. Er komen
andere brieven over een mogelijke verlenging van de concessieduur. Wat ik wilde
zeggen, is dat het niet goed is om daar hier over te spreken aan de hand van gebrekkige
informatie. Het is beter als u het hele overzicht krijgt. Dat is ook de suggestie die mevrouw
Poot doet. Collega Gehrels stuurt u een brief. Als u die brief hebt, dan kunnen we er op
16 januari in de Raadscommissie voor Economische Zaken, Bedrijven, Personeel en
Organisatie over spreken. Dan kunt u er politieke conclusies aan verbinden.
(De heer VAN DROOGE: De wethouder zegt nu ‘kan spelen’. Dat zei u
net niet, want ik heb scherp geluisterd. Dat is één. Ten tweede haalt u nu
dividend naar de algemene middelen. Ik wil dat het halen van dat geld
naar de algemene middelen nog openstaat voor discussie. U kunt straks
niet zeggen: u hebt de 8-maandsrapportage goedgekeurd en dat betekent
de facto dat die 6,5 miljoen euro naar de algemene middelen is gegaan.
Dan heeft politiek discussiëren over het uit het Gemeentevervoerbedrijf
halen van 6,5 miljoen euro geen zin meer.)
Het staat u altijd vrij bij de jaarrekening te besluiten om geld uit de algemene
middelen te besteden aan openbaar vervoer of aan het Gemeentevervoerbedrijf.
(De heer VAN DROOGE: Er is kennelijk uitonderhandeld dat er
6,5 miljoen euro naar de algemene middelen gaat als dividenduitkering. Ik
vind het kwestieus om dat geld eruit te halen. Ik vind ook dat dit eerst
besproken had moeten worden voordat u dat de facto doet. Ik vind dat u
de grens overschreden hebt van wat het college in dit geval had kunnen
doen. U kunt zeggen dat u van plan bent om dat geld eruit te halen. U
kunt ook zeggen dat het geld er uitgehaald moet worden, maar dat u er dit
en dit voor gaat doen. U maakt er nu een voldongen feit van en wij mogen
er in januari nog een keer over praten. Dat is de verkeerde volgorde.)
Nee. Als er een extra dividendbetaling binnenkomt, dan moet dat gemeld worden
in de 8-maandsrapportage. Zoals de heer Mulder net ook heeft gezegd, zou u ons
bekritiseren als we dat niet zouden melden. Die kritiek zou terecht zijn. Als er een
dividendbetaling binnenkomt, dan gaat dat geld naar de algemene dienst. Zo werkt het.
Daarnaast kunt u een discussie voeren over de wenselijkheid van het dividendbeleid en ik
stel voor dat we dat in de commissie van 16 januari doen.
(De VOORZITTER: U krijgt een laatste interruptie, maar u nadert elkaar
niet echt geloof ik.)
(De heer VAN DROOGE: Nee, maar ik wil nog één poging wagen. Nu
zegt de wethouder dat hij geld dat binnenkomt moet melden. Het gaat mij
er juist om dat het geen kwestie is dat het geld toevallig binnenkomt, maar
dat u erom vraagt en dat u het krijgt. Over de vraag die eraan voorafging
had discussie moeten plaatsvinden. Dat is de politieke afweging. U plaatst
ons echter voor een fait accompli. U moet niet zeggen dat het geld
toevallig binnen is gekomen. Dat is natuurlijk niet het geval. Er is geen
bedrijf, verzelfstandigd of niet, dat opeens zegt: alstublieft wethouder, hier
hebt u 6,5 miljoen euro. Gewoon voor de lol. Dat kan toch niet? Dat bent u
toch met mij eens?)
Mevrouw Poot doet de suggestie om hier in de commissie van 16 januari
uitgebreid op in te gaan. Ik wil op die discussie niet vooruitlopen.
Ik zal verder gaan met de vraag van de heer De Goede. U stelt een vraag over de
brief van de heer Wiebes en vraagt of de informatie niet eerder gegeven had kunnen
worden zodat ze in de 8-maandsrapportage opgenomen had kunnen worden. Ik denk dat
7
Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum oog vember Raadsnotulen
u daar gelijk in hebt. We streven er volgend jaar naar dat dit soort afwijkingen juist
toegelicht worden in de 8-maandsrapportage. Dat is ook de bedoeling. We zullen dat
volgend jaar proberen te doen. Ik ben in ieder geval blij dat u tevreden bent met de brief
die de heer Wiebes heeft gestuurd.
(De heer DE GOEDE: Ter aanvulling, ook na de discussie met de heer
Van Drooge. Ik denk dat dat soort informatie, niet alleen de melding
ervan, maar ook de redengevende verklaring, bij de rapportage gewenst
is. Dan voorkomen we dit soort debatten.)
Dat ben ik met u eens.
Ik ga verder met het punt van de heer Mulder over de zorg. In de commissie is er
ook over gesproken. Toen is nog eens herhaald wat mevrouw Poot net ook zei. We
praten bij de 8-maandsrapportage niet over de bestemming van meevallers, maar we
doen dat bij de jaarrekening. U kunt daar nu gerust een voorschot op nemen en zeggen
dat u ervan uitgaat dat dit geld straks ook aan de zorg wordt besteed. Bij de bespreking
van de jaarrekening zult u dat moeten herhalen.
(De heer IVENS: Ik wil de heer Mulder bijvallen. De vraag is natuurlijk wat
u van plan bent te gaan doen bij de jaarrekening. Is het college van plan
om geld dat voor de zorg is ook voor de zorg te bestemmen? Of wilt u
daar nog een heel open discussie over voeren?)
Het college is van plan om een integrale afweging te maken en daarbij
verstandige keuzes te maken.
(De heer IVENS: Hulde, hulde dat er verstandige keuzes gemaakt
worden. Ik neem aan dat u daarmee bedoelt dat geld voor de zorg ook
aan de zorg besteed wordt. Dat is toch de verstandige keuze waar u op
doelt?)
Wat ik bedoel, en nu verval ik in herhalingen, is dat wij een integrale afweging
maken en daarbij verstandige keuzes maken. U vraagt eigenlijk om daarop vooruit te
lopen en dit alvast vast te leggen. Straks komt er een ander onderwerp en zegt u: dit
willen we ook alvast vastleggen. Daarna komt er nog een onderwerp en zegt u hetzelfde.
We hebben met elkaar afgesproken om dat niet te doen. Daar wil ik me aan houden.
(De heer IVENS: Niemand dient nu een amendement in. Niemand zegt
dus dat u hieraan vast moet houden. We vragen wel wat uw intentie is.
Wilt u geld voor de zorg voor de zorg behouden? Hoort u dit signaal van
de raad? Ook in de commissie bleek al dat er een roep was om dit geld
voor de zorg bestemd te houden.)
Die roep heb ik gehoord.
Ik ga door met het volgende punt van D66 over de 50 miljoen euro incidenteel die
besteed moet worden om ervoor te zorgen dat we versneld kapitaallasten kunnen
aflossen. Mevrouw Roodink, u formuleerde het goed. Het geld komt later binnen. Dat is
iets anders dan wat u in de commissie zei. Toen zei u dat er een vertraging bij de
bezuinigingen was opgetreden. Dat is niet het geval. De bezuinigingen worden gehaald,
maar komen later binnen. Op grond van de 8-maandsrapportage ziet het ernaar uit dat er
geld over is om de versnelde kapitaalaflossing te laten geschieden.
(Mevrouw ROODINK: Ik lees op pagina 10 van de begroting toch echt:
“Om zo de vertraging te compenseren die optreedt bij het inboeken van
besparingen.” Ik kan er niets anders van maken. Ik weet niet hoe u het
interpreteert.)
Daarom heb ik u een compliment gemaakt. U kiest nu de juiste formulering terwijl
u in de commissie nog sprak over vertraging bij de bezuinigingen. Dat is niet het geval. Er
8
Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 27 november Raadsnotulen
2013
wordt minder geld uitgegeven, maar de inboeking ervan geschiedt pas later omdat er
sprake is van uitgaven die over een aantal jaren worden afgeschreven. Het duurt dus een
aantal jaren voordat de winst binnenkomt. Er wordt echter wel minder geld uitgegeven. De
bezuiniging wordt gerealiseerd.
U noemde nog een ander punt over het I-deel. De schommelingen daarin zijn het
gevolg van het feit dat we pas in de loop van het jaar horen hoeveel geld het Rijk
beschikbaar stelt voor de uitkeringen. Dat heeft met de conjunctuur te maken en valt dus
moeilijk te voorspellen. Dat er schommelingen in zitten, is inherent aan de systematiek die
hoort bij de Wet werk en bijstand.
U zegt dat geld lenen geld kost. Daar moeten we van doordrongen zijn. We zijn
ervan doordrongen. Dat is juist het idee achter het rentestelsel. Omdat er een rekenrente
wordt gehanteerd bij al onze investeringen, weten we precies hoeveel geld ze kosten.
Sterker nog: we weten dat de rekenrente hoger is dan de kosten. De rekenrente ligt
namelijk hoger dan de rente die de gemeente zelf moet betalen voor het verwerven van
het geld.
Tot slot kom ik bij mevrouw Poot. Ik heb bij de bespreking van het amendement
eigenlijk al antwoord gegeven op uw vraag. Het lijkt mij goed om op 16 januari te spreken
over het dividendbeleid bij het Gemeentevervoerbedrijf.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Van Drooge.
De VOORZITTER: Ik wijs het CDA erop dat het nog één minuut spreektijd heeft.
De heer VAN DROOGE: Als de wethouder in januari over het dividendbeleid wil
praten, kan hij dan toezeggen dat datgene wat hij nu opgeschreven heeft — namelijk dat er
6,5 miljoen euro extra uit het Gemeentevervoerbedrijf gehaald wordt — dan nog ter
discussie staat? In dat geval trek ik mijn amendement in, want dan kunnen we het dan
bespreken. Als u dat niet kunt toezeggen, dan handhaaf ik het, want anders is het bedrag
vastgelegd. Ik wil graag van u de toezegging dat dit nog ter discussie kan worden gesteld.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer De Goede.
De heer DE GOEDE: Wij wilen heel graag de brief over het
Gemeentevervoerbedrijf in de eerstvolgende Raadscommissie voor Economische Zaken,
Bedrijven, Personeel en Organisatie bespreken zodat we er voor het einde van het jaar uit
zijn. Misschien kunt u contact opnemen met uw collega zodat u er samen uit kunt komen.
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Hilhorst.
Wethouder HILHORST: Ik heb even overlegd. De brief over het
Gemeentevervoerbedrijf kan snel naar de commissie gestuurd worden en kan dus dit jaar
nog worden besproken. Ik hoop u daarmee tegemoet te komen.
Wat de vraag van de heer Van Drooge betreft: ik kan niet iets terugdraaien. Het
geld is binnengekomen. Het betekent wel dat u over de besteding ervan kunt spreken,
maar het geld is binnengekomen en dat moet ik melden.
(De heer VAN DROOGE: Omdat het dit jaar nog besproken wordt, voor
1 januari, kan de sinterklaasverrassing als kerstverrassing weer naar het
Gemeentevervoerbedrijf worden teruggezonden. Daarom trek ik het
amendement in.)
9
Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 27 november Raadsnotulen
2013
Het amendement-Van Drooge (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1082), ingetrokken
zijnde, maakt geen onderwerp van behandeling meer uit.
De discussie wordt gesloten.
Aan de orde is de stemming over de voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1038).
De voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1038) wordt bij zitten en opstaan
aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1038)
met algemene stemmen is aangenomen.
De voordracht wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt
mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 1038 van afd. 1 van het Gemeenteblad.
19
Initiatiefvoorstel ter instemming van het raadslid mevrouw Ulichki van 9 juli 2013,
getiteld: Een toegankelijke opvang voor dak- en thuislozen: over regiobinding, sociale
binding en bad, bed en brood voor iedereen, en kennisnemen van de bestuurlijke reactie
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 1046)
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Ulichki.
Mevrouw ULICHKI: Begin september 2013 bracht het Trimbos Instituut een
kritisch rapport uit. Dak- en thuislozen worden onterecht weggestuurd bij de
maatschappelijke opvang omdat het regiobindingscriterium niet goed door gemeenten
wordt toegepast. Het idee dat dak- en thuislozen een voorziening krijgen aangeboden in
gemeenten waar hun kans op re-integratie in de maatschappij het grootst is, komt dus niet
van de grond. Dit signaal komt ook uit Amsterdam. Al voor de zomer diende GroenLinks
een initiatiefvoorstel in om de toegankelijkheid van de opvang te verbeteren. Zowel de
regels als de praktijk moeten veranderen. Daarbij zijn we uiteraard afhankelijk van de
inspanningen van andere gemeenten. Wij stellen daarom voor dat Amsterdam het
voortouw neemt om de regels van de G4 meer in lijn te brengen met de kans op een
succesvol traject. In plaats van uit te gaan van de vraag hoe lang een dakloze in de stad
is, moeten meer criteria een rol spelen. Bijvoorbeeld het sociale netwerk van de dakloze.
Ook doen we een aantal voorstellen om de toegankelijkheid in de praktijk te verbeteren.
Op die manier zorgen we ervoor dat mensen zo goed en zo snel mogelijk weer uit de
maatschappelijke opvang kunnen uitstromen.
We hebben ook goed naar de bezwaren van het college geluisterd. In de
bestuurlijke reactie schrijft het dat de kans op een succesvol traject niet objectiveerbaar is.
Wij stellen daarom in lijn met het Trimbos Instituut voor dat Amsterdam het initiatief neemt
tot het ontwikkelen van een objectief beoordelingscriterium waar alle G4-gemeenten
gebruik van moeten maken. Op die manier ondervangen wij het bezwaar van het college
en kunnen de regels worden aangepast. We hebben daartoe een amendement op ons
voorstel. Op deze manier hopen wij dat er geen dakloze meer tussen de wal en het schip
valt.
10
Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum oog vember Raadsnotulen
De VOORZITTER deelt mee dat het volgende amendement is ingekomen:
49° Amendement van het raadslid Ulichki inzake het initiatiefvoorstel Een
toegankelijke opvang voor dak- en thuislozen (ontwikkeling beoordelingsinstrument)
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 1083).
Besluit:
Het initiatiefvoorstel Een toegankelijke opvang voor dak- en thuislozen: over
regiobinding, sociale binding en bad, bed en brood voor iedereen, als volgt te wijzigen:
De punten 1, 2 en 5 te schrappen en de punten 3 en 4 ongewijzigd te laten.
Aan het besluit de volgende punten toe te voegen:
1. Naar aanleiding van de aanbeveling uit het rapport van het Trimbos Instituut
op korte termijn in samenwerking met de G4 een beoordelingsinstrument te
ontwikkelen (gebaseerd op de criteria die genoemd worden in de VNG-
modelbeleidsregels) om te kunnen bepalen waar de dak- en thuisloze de
beste kans heeft op een succesvol traject.
2. Op basis van de resultaten daarvan voor eind 2014 gewijzigde
toegangsregels voor de maatschappelijke opvang aan de raad voor te leggen.
3. Met maatschappelijke partners in gesprek te gaan over een beter passend
criterium voor zelfredzaamheid dat het OGGZ-criterium zou kunnen
vervangen en daarvoor ook een gewijzigd toegangscriterium voor te leggen
aan de raad.
Het amendement maakt deel uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw De Soete.
Mevrouw DE SOETE: Ook wij zijn uiteraard voor duidelijke criteria voor toegang
tot trajecten voor dak- en thuislozen. Daarover gaat dit initiatiefvoorstel van GroenLinks in
feite. Is er regiobinding en hoe bepalen we die? Is er sprake van zelfredzaamheid op
grond van de OGGZ-criteria bij een persoon? Het college wil nu al ruimte geven voor
vormvrije bewijsvoering. Wij vinden dat een goed idee. Ook staat in de reactie van het
college dat er nagedacht wordt over een beter criterium dan het huidige OGGZ-criterium
en dus een ander criterium voor zelfredzaamheid. Onze vraag is vooral wat dit voorstel
daar nog aan toevoegt. Het zou kunnen dat het criterium voor regiobinding wel degelijk
verbeterd kan worden. Dat hoor ik graag van de wethouder. Aandacht vragen voor dit
probleem vinden wij sowieso positief. Onze grondhouding is daarom positief, maar wij
horen graag van het college of dit voorstel iets toevoegt.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Burke.
Mevrouw BURKE: Als eerste wil ik Groenlinks hartelijk danken voor dit
initiatiefvoorstel. Ik wil hier echter wel opmerken dat in Amsterdam het begrip
‘regiobinding’ coulant wordt gehanteerd. Als iemand twee jaar onder dezelfde brug heeft
geslapen, dan geldt dat ook als regiobinding. Twee jaar inschrijving bij de GBA is niet het
enige criterium. De cijfers die het college aanleverde in de bestuurlijke reactie spreken
voor zich. Het Trimbos Instituut stelt voor om samen met andere gemeenten een nieuw
beoordelingstraject op te zetten. Dat lijkt ons een goed idee. Een idee dat alleen kans van
11
Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 27 november Raadsnotulen
2013 aads
slagen heeft als alle gemeenten zich eraan conformeren, want anders zie ik de bui voor
Amsterdam al hangen. Ik denk dat dit niet de bedoeling is van GroenLinks.
Wat betreft de beroepsmogelijkheid vanaf 1 januari 2014 is er zelfs een wettelijke
verplichting om de weigering tot de maatschappelijke opvang in een beschikking vast te
leggen zodat de persoon in kwestie in beroep kan gaan. Vanaf 1 januari 2014 wordt aan
die eis dus al voldaan.
Ik ben blij dat de wethouder in de bestuurlijke reactie expliciet benoemt dat hij het
een groter probleem vindt dat het OGGZ-criterium mensen die niet zelfredzaam zijn buiten
de maatschappelijke opvang houdt. In een punt dat we al hebben gehamerd, komt dat
heel duidelijk aan de orde. Kortom: het initiatiefvoorstel van Groenlinks steunt
grotendeels staand beleid. Ik wil graag van de wethouder weten wat hij ervan vindt, maar
wij kunnen het steunen.
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Van der Burg.
Wethouder VAN DER BURG: Ik kan kort zijn, want mevrouw Burke van de PvdA
heeft op een uitstekende wijze niet alleen het beleid in de stad samengevat, maar ook
gezegd hoe wij omgaan met mensen die niet op een reguliere wijze gehuisvest zijn, maar
toch verbonden zijn met deze stad. Mevrouw Burke beantwoordde deels al de vraag van
mevrouw De Soete. Het amendement van Groenlinks is voor het grootste deel een
amendement dat het beleid van het college steunt. In dat opzicht waardeert het college
het ook zeer. U vroeg wat het toevoegt. Er is al opgemerkt dat in het rapport van het
Trimbos Instituut wordt geconstateerd dat in Nederland niet iedereen op dezelfde wijze —
en op dezelfde coulante wijze als in Amsterdam — omgaat met het aspect van de
regiobinding. Daardoor dreigen mensen tussen de wal en het schip te vallen. De oproep
die in het amendement wordt gedaan, is dat wij in Nederland leidend worden om ervoor te
zorgen dat er beleid komt waardoor we niet alleen in Amsterdam, maar in heel Nederland
dezelfde coulance vertonen en dus een voor heel Nederland dekkend stelsel hebben. Dat
vind ik een prima voorstel en daarom geef ik een positief preadvies op het amendement.
De discussie wordt gesloten.
Aan de orde is de stemming over het amendement-Ulichki (Gemeenteblad afd. 1,
nr. 1083).
Het amendement-Ulichki (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1083) wordt bij zitten en
opstaan aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat het amendement-Ulichki (Gemeenteblad afd. 1,
nr. 1083) met algemene stemmen is aangenomen.
Aan de orde is de stemming over de voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1046).
De voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1046) wordt bij zitten en opstaan
aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1046)
met algemene stemmen is aangenomen.
12
Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 27 november Raadsnotulen
2013 aads
De voordracht wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt
mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 1046 van afd. 1 van het Gemeenteblad, met
inachtneming van de daarin als gevolg van aanneming van het amendement-Ulichki
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 1083) aangebrachte wijzigingen.
20
Initiatiefvoorstel ter instemming van het raadslid mevrouw Van der Pligt van
17 april 2013, getiteld: Daklozenopvang in zelfbeheer uitbreiden, en kennisnemen van de
bestuurlijke reactie (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1047)
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Van der Pligt.
Mevrouw VAN DER PLIGT: Dank aan de wethouder voor de bestuurlijke reactie.
In eerste instantie was ik niet heel erg enthousiast, maar er bleek meer achter te zitten.
Dat stond bijvoorbeeld in de beantwoording van de schriftelijke vragen. We gaan proberen
om waar mogelijk zoveel mogelijk daklozenopvang in zelfbeheer te realiseren. Het
onderzoek wachten we af. In het concept van sobere huisvesting neemt u het idee van
zelfbeheer op.
Ik heb nog één vraag. U stelt dat groepen bewoners — bijvoorbeeld bij Yes, je
eigen stek — met hulp van het Steunpunt Wonen locaties voor woonprojecten bij
corporaties kunnen vragen. Dat is prima, maar u weet dat bouwen op dit moment een
beetje lastig is. Ik had u ook gevraagd om te bekijken of leegstaande gemeentepanden
een mogelijkheid zouden kunnen bieden. Dat heb ik niet terug kunnen vinden. Ik wil u
daarom alleen vragen of zij, mochten zij een leegstand pand weten of als er een
gemeentepand vrijkomt, op uw hulp kunnen rekenen. Voor het overige dank.
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Van der Burg.
Wethouder VAN DER BURG: Ja, ook bij gemeentepanden. Daarbij geldt wel dat
ze geschikt moeten zijn. Ik zou echter niet weten waarom de gemeente, als we dit van
anderen vragen, het ook niet aan onszelf kan vragen.
De discussie wordt gesloten.
Aan de orde is de stemming over de voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1047).
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Ulichki voor een stemverklaring.
Mevrouw ULICHKI (stemverklaring): Groenlinks draagt daklozenopvang in
zelfbeheer een warm hart toe en zal daarom van harte hiermee instemmen.
De voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1049) wordt bij zitten en opstaan
aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1049)
met algemene stemmen is aangenomen.
13
Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 27 november Raadsnotulen
2013
De voordracht wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt
mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 1047 van afd. 1 van het Gemeenteblad.
20A
Actualiteit van de raadsleden mevrouw Ulichki en mevrouw Van der Pligt van
22 november 2013 inzake het standpunt van Amsterdam ten aanzien van de voortgang
van de decentralisatie AWBZ, bij het VNG-congres op 29 november a.s. (Gemeenteblad
afd. 1, nr. 1066)
Bij dit agendapunt wordt ingekomen stuk nr. 33 betrokken.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Ulichki.
Mevrouw ULICHKI: De VNG is woedend op het Rijk. Wat is er aan de hand? De
staatssecretaris heeft laten weten de persoonlijke verzorging niet over te hevelen naar de
gemeenten. Dit zegt hij een jaar voor de daadwerkelijke invoering. De consequenties van
die maatregel zijn dat ten eerste de integraliteit verdwijnt. Of zoals de wethouder het in
zijn brief beschrijft: de knip die wordt aangebracht, betekent vragen om
uitvoeringsproblemen. De bezuinigingen van 40% op de thuiszorg en van 25% op de
dagbesteding zijn niet langer realistisch. Dat vindt GroenLinks, dat vindt de VNG en dat
vindt de wethouder ook. Wij vrezen als gevolg daarvan nog grotere sociale gevolgen.
Denkt u aan de korting op de dagbesteding. Dat zou zomaar kunnen escaleren tot
overlast op straat. De VNG weigert mee te werken aan de decentralisatie, maar de VNG
wil het gesprek niet stopzetten en de onderhandelingen heropenen. Dat is niet vreemd,
want we hebben te maken met een nieuwe situatie die vraagt om nieuwe
onderhandelingen. Op 29 november legt de VNG hierover een resolutie aan haar leden
voor. Groenlinks en de SP hebben een motie. Wij willen dat Amsterdam het standpunt
moet uitdragen dat onder deze financiële voorwaarden, met inachtneming van de sociale
en financiële gevolgen, Amsterdam niet mee wil werken aan de decentralisatie van de
AWBZ. Ten tweede dat Amsterdam het op zijn minst noodzakelijk acht om de bezuiniging
op de hulp bij het huishouden en de begeleiding substantieel te verlagen.
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen:
50° Motie van de raadsleden Ulichki en Van der Pligt inzake het standpunt
van Amsterdam ten aanzien van de voortgang van de decentralisatie AWBZ op het VNG-
congres op 29 november a.s. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1084).
Besluit:
Het college van burgemeester en wethouders op te dragen:
- __op het VNG-congres namens Amsterdam het standpunt uit te dragen dat:
- onder deze (financiële) voorwaarden, met inachtneming van deze sociale
en financiële gevolgen, Amsterdam niet mee wil werken aan de
decentralisatie AWBZ;
- en dat Amsterdam het op zijn minst noodzakelijk acht de bezuiniging op
hulp bij het huishouden en de begeleiding substantieel te verlagen;
- in lijn met dit standpunt voor de genoemde resolutie van het VNG-bestuur te
stemmen.
14
Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum oog vember Raadsnotulen
De motie maakt deel uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Van der Pligt.
Mevrouw VAN DER PLIGT: Ik heb er weinig meer aan toe te voegen. Mevrouw
Ulichki heeft alles duidelijk uitgelegd. De wethouder stelt zelf in zijn reactie dat het met
deze bezuinigingen bijna onmogelijk is om mensen nog de noodzakelijke hulp te kunnen
geven en de noodzakelijke zorg en dagbesteding. Ik vind het ongehoord dat de wethouder
dan toch zegt: we gaan door, zelfs met deze bezuinigingen. Wat ons betreft dus niet.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Poorter.
De heer POORTER: De PvdA wil goede zorg in de buurt. Dat betekent werken
aan een integralere werkwijze, slimmer samenwerken en maatwerk leveren. Dat was
mogelijk door het integrale pakket van de AWBZ naar de stad te halen. Wij waren en zijn
daarom voor het decentraliseren van de persoonlijke verzorging zoals we ook al eerder
hebben gemeld. Staatssecretaris Van Rijn kiest in zijn brief van 6 november echter voor
een andere oplossing. De persoonlijke verzorging gaat naar de zorgverzekeraar. Dat is
een wens van de cliëntenorganisaties en van de professionals in het veld. Het valt te
prijzen dat de staatssecretaris draagvlak zoekt en ook luistert naar het veld. Wij
vertegenwoordigen hier echter de gemeente en wij zijn dan ook van mening dat het beter
was geweest als de staatssecretaris een andere keuze had gemaakt.
We hebben de brief van de VNG gelezen en kennisgenomen van de motie van de
indieners van de actualiteit. Wij kiezen echter voor samenwerking met de staatssecretaris.
De Partij van de Arbeid overlegt achter de schermen met onze partijgenoot en ook de
wethouder heeft al laten weten dat hij liever blijft overleggen in plaats van de
samenwerking op te schorten en te dreigen met het niet-uitvoeren van de AWBZ. Dat lijkt
ons niet de juiste toon. Onze inhoudelijke opmerking mag de wethouder aanstaande
vrijdag inbrengen en hij mag zijn uiterste best doen om de staatssecretaris op andere
gedachten te brengen.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw De Soete.
Mevrouw DE SOETE: Wij zijn kritisch over de manier waarop het besluit van het
kabinet aan de gemeenten is meegedeeld en we hebben dan ook alle begrip voor de
reactie van de VNG. D66 ziet de verzorging en de verpleging het liefst bij de gemeenten
ondergebracht, maar aangezien het daar de tijd niet voor lijkt te zijn en dit voorlopig ook
niet in het verschiet ligt, vinden wij het verdedigbaar dat er nu voor gekozen is om beide
bij de zorgverzekeraars onder te brengen. Voor de cliënten en de cliëntorganisaties is het
tamelijk onwenselijk om juist daar de knip te leggen. Het is duidelijk dat dit grote gevolgen
heeft, zeker gezien het late tijdstip, voor de financiële situatie van de gemeenten. Is er nu
immers genoeg geld om de slimme oplossingen te organiseren die we nodig hebben om
met minder geld te kunnen doen wat we moeten doen? Samen met de Partij van de
Arbeid vind ik juist daarom ook dat de wethouder in gesprek moet blijven met de
staatssecretaris. Wij zullen dan ook niet voor dit voorstel stemmen.
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Van der Burg.
15
Jaar 2013 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum oog vember Raadsnotulen
Wethouder VAN DER BURG: Het zal u niet verbazen dat ik het volledig eens ben
met de lijn van de Partij van de Arbeid en D66 die ze zojuist hier hebben geschetst. Ik heb
altijd gezegd dat ik er een groot voorstander van was om de persoonlijke verzorging naar
de gemeenten te halen. Ik vind daarom ook dat de staatssecretaris een besluit voorlegt
dat niet het mijne is. Ik snap de staatssecretaris echter wel. In deze raad, in onze
commissie, wordt regelmatig door alle partijen het argument gebruikt: wethouder, dit is
wat de patiënten- en consumentenorganisaties vinden. Dat is voor ons zeer
zwaarwegend. Dat is precies het argument dat de staatssecretaris nu ook gebruikt. Alle
patiënten- en consumentenorganisaties kiezen ervoor om de persoonlijke verzorging
onder te brengen bij de zorgverzekeraars. Ik vind dat de patiënten- en
consumentenorganisaties daarmee een strategische fout maken, maar dat is hun zaak.
Ze hebben haar gemaakt. Dat betekent dat ik het niet eens ben met de staatssecretaris,
maar dat ik hem wel snap omdat hij nu eenmaal een meerderheid in de Tweede Kamer
en vooral ook in de Eerste Kamer moet realiseren. Ik ben het daarom geheel eens met de
lijn van de heer Poorter.
Als we in gesprek gaan met de staatssecretaris, en als het aan mij ligt dan doen
we dat ook, dan moeten we er niet voor pleiten om een aantal zaken anders te regelen.
We moeten met elkaar praten over de 5% die wel overkomt en over de bezuiniging die
daaraan hangt. Ik zal dan ook als Amsterdams wethouder zeggen dat de situatie in de
grote steden anders is dan in de rest van Nederland. Toen er nog sprake was van het
gehele budget zou Amsterdam een voordeelgemeente zijn en zei ik: pas op, want er zijn
ook nadeelgemeenten. Nu er nog slechts sprake is van 5% lijkt Amsterdam een
nadeelgemeente te worden. Dat geeft mij dan ook het recht om nu te zeggen: let ook op
de nadeelgemeenten. Dat is één. Twee: We zullen praten over de rol van de
verzekeraars, vooral vanwege de positie van de wijkverpleegkundige en de invloed die we
op die manier kunnen uitoefenen. Die is heel belangrijk. Drie: Ik sta voor populatiegerichte
bekostiging. Gooi de budgetten van de zorgverzekeraars en de gemeenten in een
gemeente op één hoop en bekijk hoe we dat geld het best kunnen besteden. Die drie
punten kunnen we alleen realiseren als we met de staatssecretaris in gesprek gaan. Ik
was al van plan om dat te doen en ik weet mij gelukkig gesteund door een meerderheid in
deze raad om dat in de komende weken met al mijn energie te gaan doen.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Ulichki.
Mevrouw ULICHKI: Op de een of andere manier hangt hier de suggestie in de
lucht dat wij niet in gesprek met de staatssecretaris willen zijn of willen blijven. Dat is
natuurlijk niet zo. Wij willen wél in gesprek zijn met de staatssecretaris. Sterker nog: wij
dragen de wethouder op om met de staatssecretaris te gaan praten. Wij hebben alleen te
maken met een andere situatie. Er wordt niet gedecentraliseerd en de korting blijft
gehandhaafd. De wethouder schrijft in zijn eigen brief dat de knip die wordt aangebracht,
vraagt om uitvoeringsproblemen. Dat schrijft u in uw brief. U schrijft ook dat de
bezuinigingstaakstellingen van 25% op begeleiding en van 40% op de hbh niet realistisch
zijn. Kan de wethouder daar nog even op reageren? Vindt de wethouder bijvoorbeeld dat
er meer geld bij moet?
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Van der Burg.
Wethouder VAN DER BURG: Bij het eerste gedachtestreepje van de motie staat
heel nadrukkelijk “niet mee wil werken aan de decentralisatie van de AWBZ”. Met de Partij
16
Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 27 november Raadsnotulen
2013
van de Arbeid en D66 ben ik van mening dat wij wel moeten meewerken. We moeten
bekijken hoe we zaken anders kunnen realiseren. Neem bijvoorbeeld uw concrete vraag
net of ik ga pleiten voor meer geld. U mag uit mijn woorden in de eerste termijn opmaken
dat ik vind dat, juist bij de 5% die bij de persoonlijke verzorging wel overkomt, Amsterdam
tekort zou komen als wij het reguliere budget zouden krijgen op basis van de landelijke
systematiek omdat wij meer doelgroepers hebben dan er onder de 5% vallen. Daarom zal
ik heel nadrukkelijk pleiten voor meer geld voor Amsterdam.
(Mevrouw ULICHKI: Inderdaad staat er in het dictum “niet mee willen
werken”. Dat suggereert niet dat wij het gesprek erover niet moeten
voeren. Dat willen we wel. Erkent u dat er op dit moment sprake is van
een andere situatie en een andere uitgangspositie en dat we dus opnieuw
moeten gaan onderhandelen?)
Ik heb mijn onderhandelingstraining bij de VVD gehad en niet bij GroenLinks. Ik
weet niet hoe het bij u gaat, maar onderhandelen door te zeggen: ik werk niet mee aan
uw besluit, maar ik wil wel met u onderhandelen, is over het algemeen niet de beste
openingszin om daarna resultaten te bereiken. Ik kies er dus voor om tegen de
staatssecretaris te zeggen: we moeten snelheid maken, want we hebben nog maar vijftien
maanden. Laten we er vol voor gaan, maar neem onze inhoudelijke argumenten wel
serieus. Die zijn vervat in de drie punten die net door D66, de Partij van de Arbeid en het
college zijn verwoord.
De discussie wordt gesloten.
Aan de orde is de stemming over de motie-Ulichki en Van der Pligt
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 1084).
De motie-Ulichki en Van der Pligt (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1084) wordt bij zitten
en opstaan verworpen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Ulichki en Van der Pligt
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 1084) is verworpen met de stemmen van GroenLinks en de SP
voor.
20B
Actualiteit van het raadslid mevrouw Van der Pligt van 24 november 2013 inzake
hulp bij het huishouden (hbh) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1067)
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Van der Pligt.
Mevrouw VAN DER PLIGT: Op 31 december loopt de huidige aanbesteding voor
de thuiszorg af en deze zal nog een jaar verlengd worden met de huidige aanbieders. In
2011 heeft de SP samen met de PvdA de gemeenteraad voorgesteld om de thuiszorg
voortaan bestuurlijk aan te besteden ofwel te gunnen. De raad stemde daar in
meerderheid voor. De aanbesteding die uiteindelijk plaatsvond is, ondanks de uitspraak
van de raad, op sommige punten niet conform de wens van de raad uitgevoerd.
Belangrijke aspecten zijn in een convenant vastgelegd in plaats van in keiharde
afspraken. Dat had onder andere tot gevolg dat er slechts vijf aanbieders geselecteerd
zijn die de hele stad mochten bedienen, naast een aantal kleine per stadsdeel. De raad
17
Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 27 november Raadsnotulen
2013
heeft destijds duidelijk gesteld dat wij de signalerende functie van iemand die thuiszorg
verleent van het grootste belang vinden. Desondanks is die functie niet in het bestek
opgenomen, maar in het convenant. Dit had tot gevolg dat veel thuiszorgbedrijven hun
medewerkers van salarisschaal FWG 15, de salarisschaal als er wel gesignaleerd wordt,
naar FWG 10 hebben gezet. De huishoudelijk verzorgende heeft per definitie contact met
cliënten. Alleen al daarom is indeling in FWG 15 gerechtvaardigd. Daarnaast is het
schrappen van de signalering uit de functie in de praktijk niet werkbaar. Zelfs de
rechtbank in Haarlem stelde dit in een uitspraak als volgt: “Signaleren is niet los te zien
van andere werkzaamheden.” Wie bij iemand thuis is en bijvoorbeeld opruimt en
schoonmaakt, signaleert meteen hoe het met de cliënt gaat. Het op papier schrappen van
signaleren betekent nooit dat de medewerker niet meer signaleert. Als de cliënt
bijvoorbeeld vergeetachtig wordt, dan meld je dat.
De situatie na de aanbesteding in 2012 was dat er vijf aanbieders waren die de
hele stad mochten bedienen, waaronder Thuiszorg Diakonie die inmiddels zoals we weten
failliet is gegaan. Tzorg heeft de medewerkers overgenomen, maar niet met behoud van
arbeidsvoorwaarden. Zij zijn er meestal in uren, salariëring en contractduur op
achteruitgegaan. In 2014 hebben we een overgangsjaar waarin Den Haag het een en
ander duidelijk moet maken en we kunnen zien hoe hard deze wethouder heeft kunnen
onderhandelen om alsnog de korting op de hulp bij het huishouden ongedaan te krijgen.
Daarom verlengen we een jaar. Inmiddels zijn er ook twee wetten van Agnes Kant en
Renske Leijten in de Kamer aangenomen die de gemeenten de ruimte geven om te
gunnen in plaats van aan te besteden en reële afspraken over een kostprijs voor de hbh
mogelijk maken. Volgens ons is er geen enkele belemmering voor Amsterdam om in 2014
alsnog met vijf stedelijke aanbieders in zee te gaan. Dat staat immers ook in de destijds
genomen besluiten en in het bestek.
Nu de Diakonie niet langer bestaat, is er dus ruimte om met een nieuwe stedelijke
aanbieder in zee te gaan, een die het belangrijk vindt om te signaleren en de
medewerkers ook dienaangaande wil betalen. Daarnaast werkte de Diakonie met een
groot aantal onderaannemers die door het faillissement van de Diakonie meteen in grote
problemen zijn gekomen. De wethouder is hen tegemoetgekomen door ze de resterende
maanden van 2013 als zelfstandige aanbieder uren te laten declareren. Als deze
aanbieders aantoonbaar goed hebben gepresteerd en naar behoren als zelfstandig
leverancier hebben gefungeerd in het afgelopen kwartaal, dan moet het toch mogelijk zijn
om deze situatie in het komend jaar in stand te houden. Daarom heb ik twee moties.
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende moties zijn ingekomen:
51° Motie van het raadslid Van der Pligt inzake de actualiteit hulp bij het
huishouden (aanbieders ook in 2014) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1085).
Besluit:
Genoemde aanbieders ook in 2014 de opdracht inzake hulp bij het huishouden
zelfstandig te laten uitvoeren als zij hier de voorkeur aan geven.
52° Motie van het raadslid Van der Pligt inzake de actualiteit hulp bij het
huishouden (nieuwe vijfde stedelijke aanbieder) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1086).
18
Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 27 november Raadsnotulen
2013
Besluit:
- in 2014 ruimte te bieden aan een nieuwe vijfde stedelijke aanbieder voor de
hulp bij het huishouden;
- daarbij de voorkeur te geven aan een aanbieder die signalering belangrijk
vindt en die voorts de medewerkers voor de hulp bij het huishouden altijd
minimaal in Functie Waardering Gezondheidszorg 15 wil betalen en die
voldoet aan de in de aanbesteding gestelde kwaliteitseisen.
De moties maken deel uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Burke.
Mevrouw BURKE: Ik heb de actualiteit van de SP gelezen en vind het enorm
sympathiek dat de SP met deze oplossingsrichting komt. Ik wil graag van de wethouder
horen of dit allemaal juridisch haalbaar is.
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Van der Burg.
Wethouder VAN DER BURG: Ik wil even heel nadrukkelijk zeggen wat het
verband is tussen het vorige debat en dit debat. Mevrouw Van der Pligt zei namelijk dat
we over enige tijd zullen weten hoeveel de wethouder van de bezuiniging van 40% af
heeft kunnen halen. Ik wil er geen enkel misverstand over laten bestaan. We krijgen te
maken met kortingen op het gebied van persoonlijke verzorging, begeleiding en hulp bij
het huishouden. Ik verwacht niet dat het kabinet op alle drie de punten de gemeenten
tegemoet zal komen. Mijn inzet zal wel zijn om de volgorde persoonlijke verzorging,
begeleiding, hulp bij het huishouden aan te houden. Als we bij persoonlijke verzorging te
maken krijgen met een overkomst van 5% van het budget met een korting van 15%
waardoor we de facto 4,25% overhouden terwijl de doelgroep in Amsterdam 8,3% groot
is, dan hebben we te maken met een korting van ongeveer 50%. Ik vind dat dat niet kan.
Mijn volgorde zal daarom zijn: persoonlijke verzorging, begeleiding en hulp bij het
huishouden als prioriteit bij de onderhandelingen in de komende tijd.
We hebben hier uitgebreid in de commissie over gesproken. Voor 2015 denk ik
dat het college en de SP, of beter gezegd: het college en de gehele raad, tamelijk snel tot
elkaar zullen komen. Wat mij betreft kiezen we voor 2015 voor een bestuurlijke
aanbesteding. Ervan uitgaande dat de bezuinigingen van 40% van het kabinet doorgaan,
betekent het een dusdanig substantiële wijziging van de cliëntpopulatie die huishoudelijke
hulp krijgt, dat er daardoor een andere verhouding komt tussen hulp bij het huishouden |
en hulp bij het huishouden Il. Ik heb overigens naar aanleiding van vragen van een
medewerker van de SP vandaag een brief aan u getekend waarin ik de verhoudingen
voor 2011, 2012 en 2013 aangeef zodat u dat kunt betrekken bij uw afweging in de
komende weken of maanden. Er komt een dusdanig andere mix dat het tarief zal gaan in
de richting van een tarief dat meer past bij FWG 15 dan bij FWG 10. Voor 2015 doet zich
volgens mij geen probleem voor in de discussie in dit gezelschap, afgezien van de
kanttekening dat er nog wel forse bezuinigingen aan zouden kunnen komen. Dat laatste
moet ik altijd zeggen van de SP.
Voor 2014 vinden de SP en het college elkaar niet. Ten eerste kunnen wij niet
zomaar met een nieuwe partij in zee gaan. Dan zouden we een vorm van aanbesteding
moeten doen, of het nu een bestuurlijke vorm van aanbesteding is of een andere vorm.
We kunnen niet een partij uitkiezen waarmee we over vier weken zaken gaan doen. Ten
19
Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum oog vember Raadsnotulen
tweede lijkt het mij evenmin verstandig. Als we ervan uitgaan dat er op 1 januari 2015
40% minder budget is voor de hulp bij het huishouden, dan zal zich dat vertalen in
bezuinigingen en dus ook in het afbouwen van personele capaciteit. We zijn in gesprek
met de huidige zorgleveranciers om ervoor te zorgen dat ze zoveel mogelijk medewerkers
in dienst kunnen houden. Als dat niet kan omdat er veel minder capaciteit nodig is, wat
kunnen ze dan voor ander werk doen? Een extra aanbieder maakt het probleem in de
toekomst daarom eerder groter dan kleiner. Laten we ervoor zorgen dat de huidige vier
zoveel mogelijk hun medewerkers in dienst kunnen houden. Om die reden ben ik er ook
niet voor. Een derde reden dat ik er niet voor ben, is dat het een beetje vreemd zou zijn
als wij bij de vijfde partij zouden kiezen voor een partij waar de FWG 15-schaal de regel is
terwijl we vier andere organisaties hebben waarbij dat niet het geval is. Dan ontstaat er
een bijzondere vorm van ongelijkheid. We zouden dan ook een ander tarief moeten
betalen aan die vijfde partij. We kunnen namelijk niet zeggen: u hebt alleen mensen in
schaal 15 in dienst en u krijgt hetzelfde tarief als iemand die mensen in zowel schaal 10
als schaal 15 in dienst heeft. Volgens mij hebben we de discussie daarover gevoerd bij de
aanbesteding. De SP heeft die discussie toentertijd niet gewonnen, of zo u wilt: u kreeg
uw zin niet van de gemeenteraad. Volgens mij moeten we dit nu niet doen voor 2014.
Tot slot: de onderaannemers hebben van de gemeente geen contract gekregen
van 7 oktober tot 31 december. Ik heb gezegd dat ik de betaling aan de onderaannemers
garandeer. Dat heb ik gedaan vanaf 7 oktober. Vanaf 16 oktober, dus negen dagen later,
heeft de curator van het faillissement dit overgenomen. De gemeente hoefde dus slechts
voor de periode van 7 oktober tot 16 oktober te betalen. Daarna deed de curator dat voor
termijn 11. Inmiddels hebben alle onderaannemers op één na een aannemer gevonden
voor wie ze nu werken. De ene onderaannemer die niemand heeft gevonden, heeft twintig
van de drieduizend cliënten van de Diakonie. Deze twintig cliënten kiezen voor een pgb-
constructie zodat ze bij de onderaannemer kunnen blijven, maar dan als aannemer van
de pgb-cliënten.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Van der Pligt.
Mevrouw VAN DER PLIGT: Dank voor de verheldering van datgene waarvoor u
zich gaat inzetten bij de staatssecretaris. Dat was wel duidelijk. U zegt: een nieuwe partij.
Destijds hebben zich veel meer partijen ingeschreven voor de stedelijke aanbieding. We
hebben echter alleen aan vijf gegund. Er zijn daarom partijen die het volledige bestek al
hebben ingeleverd. U zegt ook dat het oneerlijk zou zijn als we tegen die partij zeggen dat
ze schaal 15 moet vergoeden. Stel echter dat er een partij is die dit wil doen en voor de
prijs waarvoor de andere het ook doen. Ik ken namelijk een partij die het voor die prijs wil
doen en ook zijn personeel fatsoenlijk in schaal 15 wil betalen. Het kan een van de
partijen zijn die toevallig aan de stedelijke gunning heeft meegedaan, maar toen niet
gekozen is. Wat het personeel betreft: ik denk dat het personeel van de Diakonie dat nu
door Tzorg wordt uitgebuit onmiddellijk naar de nieuwe aanbieder zal overstappen. Er is
dan ook geen sprake van dat we straks meer personeel hebben, want dan is Tzorg
gewoon wat personeel kwijt.
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Van der Burg.
Wethouder VAN DER BURG: Mag ik mevrouw Van der Pligt een vraag stellen? Ik
stel een vraag in het algemene en dan zie ik wel of mevrouw Van der Pligt wil
antwoorden. Ik zei net dat de volgorde waarin ik onderhandel is: persoonlijke verzorging,
20
Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum oog vember Raadsnotulen
begeleiding en dan hulp bij het huishouden. Toen zei u: dat was wel duidelijk. Ik meende
kritiek te horen in die opmerking. Ik heb daarom twee vragen aan de SP. Klopt het dat ik
in die woorden kritiek hoorde? Zo ja, kan de SP mij vertellen wat zij mij als opdracht
meegeeft? Wat zou voor u de volgorde van deze drie onderdelen zijn? Die vraag zou ik
graag door de SP beantwoord willen hebben.
(Mevrouw VAN DER PLIGT: Het mag duidelijk zijn dat wij u bij de vorige
actualiteit heel duidelijk hebben gemaakt wat ons standpunt is, net als
GroenLinks. Wij willen van die bezuinigingen af, want u hebt zelf gezegd
dat ze onuitvoerbaar zijn. Ik wilde alleen illustreren dat u hulp bij het
huishouden een tijdlang niet voor niets ‘schoonmaken’ hebt genoemd.
Daar bent u gelukkig nu weer van afgestapt. Het maakte voor ons echter
heel duidelijk hoe u ertegen aankeek. Daarom zei ik dat.)
Net had ik milde kritiek op Groenlinks, maar nu iets meer kritiek op de SP. Ik
denk dat het volstrekt niet realistisch is als de VNG gaat onderhandelen en te zeggen: de
bezuinigingen op de hulp bij het huishouden moeten in zijn geheel niet doorgaan, de
bezuinigingen op de persoonlijke verzorging moeten in zijn geheel niet doorgaan en de
bezuinigingen op de begeleiding moeten in zijn geheel niet doorgaan. Kortom: kabinet,
vind die 3 miljard euro maar ergens anders. Ik hoop niet dat dat bedrag dan ergens
anders binnen de zorg wordt gevonden. De SP en ik verschillen daarover van mening.
Dat komt vaker voor.
Een tweede punt van kritiek: er kan geen sprake zijn van uitbuiting als Tzorg zich
houdt aan de cao die is vastgesteld door werkgevers en werknemers. Ik ga ervan uit dat
vakbonden geen cao vaststellen als zij vinden dat er sprake is van uitbuiting. Als er
volgens de cao wordt betaald, dan is dat in ieder geval niet het geval. Dat gezegd
hebbend, wil ik er geen misverstand over laten bestaan dat we volgens mij in 2015 toe
moeten naar een andere verhouding. Ten aanzien van een vijfde partij heb ik een aantal
redenen genoemd waarom ik het niet met u eens was. U hebt gezegd dat u een partij
kent. Welke vorm van bestuurlijke aanbesteding we ook kiezen, we moeten niet vragen
wie er een partij kent waarmee we dan in zee gaan. Dat moeten we op een ordentelijke
manier doen. Dat kan niet binnen vier weken voor 2014. We gaan dat voor 2015 op een
ordentelijke manier doen. We zullen echt toe moeten naar minder capaciteit en ik zet mij
met de huidige partijen in om dat op een goede manier te laten plaatsvinden voor de
medewerkers die er nu werken.
De discussie wordt gesloten.
Aan de orde is de stemming over de motie-Van der Pligt (Gemeenteblad afd. 1,
nr. 1085).
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Burke voor een stemverklaring.
Mevrouw BURKE (stemverklaring): Vooral de tweede motie van de SP, om met
kleine aanbieders in zee te gaan, vind ik heel erg sympathiek. Helaas laat de juridische
houdbaarheid het niet toe om die motie te steunen.
De motie-Van der Pligt (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1085) wordt bij zitten en
opstaan verworpen.
21
Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 27 november Raadsnotulen
2013 aads
De VOORZITTER constateert dat de motie-Van der Pligt (Gemeenteblad afd. 1,
nr. 1085) is verworpen met de stemmen van de SP, GroenLinks en Red Amsterdam voor.
Aan de orde is de stemming over de motie-Van der Pligt (Gemeenteblad afd. 1,
nr. 1086).
De motie-Van der Pligt (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1086) wordt bij zitten en
opstaan verworpen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Van der Pligt (Gemeenteblad afd. 1,
nr. 1086) is verworpen met de stemmen van de SP en Red Amsterdam voor.
De VOORZITTER schorst de vergadering.
De VOORZITTER heropent de vergadering.
De VOORZITTER: Ik begin met het voorlezen van de resterende spreektijden.
Dat is voor sommige partijen relevanter dan voor andere. De PvdA heeft nog 13 minuten,
de VVD 17 minuten, Groenlinks 9 minuten, D66 7 minuten, de SP die straks nog het
woord wil voeren heeft nog 2 minuten en 32 seconden, het CDA is al 3 seconden over de
spreektijd heen, Red Amsterdam heeft nog 15 minuten, de Partij voor de Dieren nog 5
minuten, Trots nog 15 minuten, Witte Stad nog 16 minuten. Het college is ook met 1
minuut en 54 seconden door de spreektijd heen.
23
Gewijzigd initiatiefvoorstel ter instemming van het raadslid de heer Piek van 23 juli
2013, getiteld: Op de dag van de arbeid, arbeidt men, en kennisnemen van de bestuurlijke
reactie (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1048)
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Piek.
De heer PIEK: We hebben in de commissie een misverstand opgehelderd. De
VVD wil ambtenaren geenszins de mogelijkheid ontnemen om stil te staan bij het verleden
en stil te staan bij een sociaal belangrijke mijlpaal. Mijn partij verzet zich tegen het
Amsterdamse surplus, de extra vrije dag voor ambtenaren. Dat is echt iets exotisch.
Vooral het dichthouden van loketten op 1 mei, geen dienstverlening, is archaïsch. Mijn
voorstel beoogt dan ook om de service aan de burger te vergroten en op jaarbasis
3 miljoen euro te besparen. Daar kan toch moeilijk iemand tegen zijn. Het viel mij op dat in
de commissie niet alle partijen het achterste van hun tong lieten zien. Daarom wil ik nog
even in herinnering brengen dat de eerste reactie op mijn voorstel destijds heel positief
was gezien de koppen in de krant en de tweets die her en der verschenen. [Spreker toont
enkele sheets.] Bijvoorbeeld een tweet van mevrouw Moorman: “Ik vind dat je de Dag van
de Arbeid het beste viert door te werken. Extra vrije dag Amsterdamse ambtenaren kost
ons 4,5 miljoen euro.” De aanvankelijke reacties waren dus heel positief en toch viel het
mij op dat dit bij de commissiebehandeling iets minder duidelijk was. Daarom wil ik
vandaag een lakmoesproef houden. Ik hoop op uw steun te mogen rekenen.
(De heer DE GOEDE: Allereerst complimenten omdat de voorzitter
toestaat dat er beelden gebruikt worden. Dat smaakt naar meer. Dat
22
Jaar 2013 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 27 november Raadsnotulen
2013
mogen we vaker doen. De tweede opmerking is aan de heer Piek gericht.
Ik was in de commissie heel duidelijk. U stelt voor om 1 mei als zodanig af
te schaffen, maar tegelijkertijd zegt u dat dit 3 miljoen euro oplevert. Ik
heb uw voorstel gelezen. Mensen kunnen die vrije dag op een andere dag
in het jaar inhalen. Wat levert het dan nog op?)
(De VOORZITTER: Voordat ik de heer Piek het woord geef, wil ik erop
wijzen dat wij in deze raadzaal geen beelden gebruiken. De enige reden
dat het op deze manier wel kan, is dat de heer Piek keurig voorleest wat
er staat.)
De heer De Goede stelt een duidelijke vraag. In het voorstel staat heel duidelijk
wat het oplevert. Op dit moment is 1 mei geen formele feestdag. Als we ervoor kiezen om
voor dat exclusieve Amsterdamse surplus ambtenaren de mogelijkheid te geven om voor
Goede Vrijdag, de kruisiging van Jezus Christus, te kiezen dat ook niet door iedereen
meer gevierd wordt, dan lijkt mij dat een goede ruil. Mensen kunnen dan kiezen tussen
het een of het ander.
(De heer DE GOEDE: Ik verbaas mij erover dat de VVD geweld tegen
Joden dan wel viert, maar dat vind ik flauw. Daar zal ik verder niet op
ingaan. Ik wil even terug naar 1 mei. U zegt dat mensen die dag op een
andere dag inhalen, bijvoorbeeld op Goede Vrijdag. Wat besparen we
dan? Kunt u mij voorrekenen wat de gemeente daar financieel aan
overhoudt?)
Wij besparen concreet één vrije dag. We leveren één vrije dag in en dat betekent
een bedrag van ongeveer 3 miljoen euro.
(De heer DE GOEDE: Ik probeer het nog één keer. Als iemand die vrije
dag op een ander moment inhaalt, dan levert het toch niets op?)
Nee, het gaat om twee dingen. Het gaat om de financiële besparing doordat men
een vrije dag minder heeft. Daarnaast gaat het om het vergroten van de service aan de
burger door ervoor te zorgen dat de loketten open zijn. Dat is het grote voordeel ervan. Nu
zijn alle loketten gesloten en is er geen service mogelijk. Dat is ons een gruwel.
Tot slot wil ik de wethouder vragen of hij de toezegging die hij in de commissie
heeft gedaan nog eens wil herhalen.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Visser.
Mevrouw VISSER: Afgezien van een concrete besparing, hoewel dat ook een
belangrijk element is in het voorstel van de heer Piek, is het zeer archaïsch dat deze
dagen gevierd blijven worden. De heer Piek zei het ook al. De heer Piek noemt niet eens
tweede Pinksterdag, tweede Paasdag en tweede Kerstdag als keuzemogelijkheid terwijl
het vrij zijn op dat soort dagen typisch iets voor Nederland is. We vinden dat in het
buitenland niet, want daar zijn het gewone werkdagen. De arbeidsvoorwaarden in deze
stad en sowieso in ambtelijk Nederland zijn zeer ruim. Vergeleken met het bedrijfsleven
steekt dat er schril bij af. Alleen al in dat opzicht is het voorstel van de heer Piek zeer het
steunen waard. Wij steunen het dus ook.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer De Goede.
De heer DE GOEDE: Op 1 mei 1888, een hele tijd geleden, is de 1 meiviering
ingevoerd. Weet iemand nog waarom? Dat was vanwege de invoering van de achturige
werkdag. Alles wat wij tegenwoordig hebben aan verworvenheden qua tijd om te
23
Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 27 november Raadsnotulen
2013
besteden aan uitgaan, genieten van de stad, musea en hobby's komt voort uit de
invoering van de achturige werkdag. Het is het dan ook waard om elk jaar te gedenken
dat dit een groot goed is. Het is namelijk niet vanzelfsprekend. Dat was het toen niet en
dat is het nu nog steeds niet in heel veel landen.
(De heer PIEK: De heer De Goede spreekt prachtige woorden, maar hebt
u wel geluisterd naar wat ik net zei? Volgens mij hebben we in de
commissie al het misverstand opgehelderd dat er sprake van zou zijn dat
de VVD u of anderen zou beletten om daarbij stil te staan. Sterker nog:
dat moet heel goed mogelijk zijn. Het gaat ons om de andere punten.)
Stilstaan is mooi, dat hebben we de afgelopen jaren gevierd door er een vrije dag
van te maken. Ik ben het met u eens als u zegt: dat kan beter. Ik nodig dan ook graag de
liberalen, de christenen, de socialisten en de communisten uit om hand in hand de
komende jaren in de stad op te trekken en 1 mei te vieren. Op die manier kunnen we met
zijn allen, inclusief de VVD en GroenLinks de verworvenheden van 1 mei nogmaals
bevestigen.
(De heer PIEK: In dat geval ben ik benieuwd wat de heer De Goede vindt
van de tweet van mevrouw Moorman die zegt dat we de Dag van de
Arbeid het beste kunnen vieren door gewoon te werken.)
Ik hoor dat graag zo meteen van mevrouw Moorman. Als iemand dan wil werken,
dan kan dat. Als mensen die dag op een andere manier willen vieren, dan kan dat ook.
Op dit moment is de verworvenheid in deze stad dat men op 1 mei vrij heeft om samen te
vieren dat de achturige werkdag bestaat. Als u als liberale partij vindt dat dit niet langer
hoeft en dat speeltje van de linkse ambtenaren afpakt, dan laat ik dat voor uw rekening. Ik
concludeer dan dat u misschien gewoon een rechtse partij bent.
(De heer PIEK: Is het de heer De Goede bekend dat de festiviteiten op
1mei om 19.00 uur plaatsvinden en dat ambtenaren gewoon de
mogelijkheid hebben om er na afloop van de werkdag naartoe te gaan?)
Er zijn overdag heel veel evenementen, mijnheer Piek. Ik stel voor dat wij op
1 mei gezamenlijk daarnaartoe gaan. Mevrouw Van der Pligt knikt ook al ja’. Ik zie een
nieuw soort 1 meiviering aankomen waarbij we die dag met zijn allen vieren. Op die
manier wil GroenLinks 1 mei als symbool van de achturige werkdag blijven herdenken. Wij
zullen dan ook niet instemmen met dit tamelijk rechtse symboolpolitiekachtige voorstel
van de VVD. Misschien komen er verkiezingen aan, maar wij houden graag 1 mei in ere.
(De VOORZITTER: Mag het iets stiller zijn in de zaal?)
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Van der Burg.
Wethouder VAN DER BURG: Ik ben een overtuigd liberaal. Als overtuigd liberaal
ben ik ook directeur geweest van vier van de vijf sociaaldemocratische verzorgingshuizen
in Amsterdam. Ik was dan ook met enige regelmaat aanwezig als er in het pand
1 meibijeenkomsten waren. Het doet mij goed om er hier veel mensen over te horen
spreken, want ik zal in elk geval aan die huizen doorgeven dat ze de komende tijd heel
veel leden van de Partij van de Arbeid en van Groenlinks bij dit soort 1 meibijeenkomsten
kunnen verwachten. In ieder geval meer dan er in de afgelopen jaren waren. Afgezien
daarvan heeft het college in de onderhandelingen met de vakbonden ingebracht dat wij
willen kijken naar de drie vrije dagen die Amsterdam extra kent. Eigenlijk zijn het er
ongeveer tweeënhalf. Het gaat namelijk ook om Goede Vrijdag en om vier van de vijf keer
dat 5 mei gevierd wordt. Voor ons mogen alle drie de dagen ter discussie staan. De
vakbonden hebben een andere keuze gemaakt voor 2014. Daarom is dit in 2014 niet aan
24
Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 27 november Raadsnotulen
2013 aads
de orde. De heer Piek sprak over een toezegging. Ik weet niet of iedereen het als een
toezegging ervaart, maar ik zal wel mijn woorden herhalen. Ook voor 2015 moet er nog
steeds 3 miljoen euro worden ingevuld. Dan zal opnieuw aan de orde worden gesteld of
deze drie dagen geschrapt kunnen worden, net als een aantal andere zaken.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Piek.
De heer PIEK: Ik dank de wethouder voor wat hij net zei. Het is een duidelijk
verhaal. Ik ben minder te spreken over het feit dat we de Partij van de Arbeid hier op geen
enkele manier horen over het plan waarvan ze aanvankelijk zei dat het zulk een goed plan
was. Dat vind ik jammer. Ik weet niet wat erachter zit. Ik zou dat heel graag horen, maar
het blijft een beetje stil aan die kant. Als u dadelijk tegen dit plan stemt, dan is dat een
vreemde figuur die om nadere verklaring vraagt. Ik ken mevrouw Moorman als iemand
met een rechte rug. We zullen het afwachten.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer De Goede.
De heer DE GOEDE: Met de woorden van de wethouder denk ik dat de discussie
daar gevoerd moet worden waar ze thuishoort. Dat is in het gesprek tussen de
werknemers van deze stad en het college. We horen graag wat hun wensen zijn, maar ik
vermoed wat deze zijn. Ik wens u veel succes.
De discussie wordt gesloten.
Aan de orde is de stemming over de voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1048).
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Prins voor een stemverklaring.
De heer PRINS (stemverklaring): Wij zullen tegenstemmen. Wij zijn tevreden met
de reactie van de VVD-wethouder. Wij beschouwen dit als een kwestie tussen werkgever
en werknemer.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Evans-Knaup voor een
stemverklaring.
De heer EVANS-KNAUP (stemverklaring): Red Amsterdam is er groot
voorstander van dat de gemeente op 1 mei open is voor de Amsterdammers. We
begrijpen de strekking van dit initiatiefvoorstel en we zullen daarom voorstemmen.
De voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1048) wordt bij zitten en opstaan
verworpen.
De VOORZITTER constateert dat de voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1048)
is verworpen met de stemmen van de VVD, het CDA, Red Amsterdam en D66 voor.
25
Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 27 november Raadsnotulen
2013 aaasnotule
29
Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 15 oktober
2013 tot vaststellen van het bestemmingsplan Ronetteterrein (Gemeenteblad afd. 1, nr.
1054)
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Alberts.
Mevrouw ALBERTS: We gaan het Ronetteterrein omzetten naar een gebied waar
we straks studentenwoningen neerzetten. Daartoe wordt het bestemmingsplan gewijzigd.
Op dat terrein wonen mensen, zij het niet heel veel. Ik vind het netjes als er voor die
mensen een goede oplossing gevonden wordt en zij niet op grond van alle voor ons
beschikbare juridische regels ontruimd worden als krakers. Dat lijkt mij iets te ver gaan
gezien het feit dat ze er een hele tijd wonen. Ik weet dat er gesprekken gaande zijn. Kan
de wethouder op de een of andere manier zeggen dat dit op een ordentelijke manier zal
worden afgerond en dat de SP zich er geen enkele zorg over hoeft te maken? Ik had
eigenlijk willen vragen of we dit kunnen uitstellen totdat de gesprekken afgerond zijn,
maar dat vind ik niet terecht. Er is immers ook een ander belang, namelijk het bouwen van
studentenwoningen. Ook ik vind dat dit zo snel mogelijk moet kunnen gebeuren. Dit
hogere goed mag echter niet ten koste gaan van een aantal anderen. Ik hoop eigenlijk dat
iedereen vindt dat dit netjes moet worden afgerond.
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Van Poelgeest.
Wethouder VAN POELGEEST: We hebben hier in de commissie tamelijk
uitgebreid over gepraat. Ik snap de zorg van mevrouw Alberts. Ik voel ook met haar mee.
Aan de andere kant weet ik ook niet wat er nu besproken wordt tussen de eigenaar van
de grond en de mensen die er al langer wonen. Ik vind dat de gemeente daar niet tussen
moet gaan zitten. De eigenaar van de grond heeft de verantwoordelijkheid om dit op een
fatsoenlijke en ordentelijke manier te regelen. Ik heb overigens geen indicaties dat hij dit
niet wil, maar we letten wel op. Ik hoop dat mevrouw Alberts daarmee uit de voeten kan.
De VOORZITTER: Mevrouw Alberts knikte.
De discussie wordt gesloten.
Aan de orde is de stemming over de voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1054).
De voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1054) wordt bij zitten en opstaan
aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1054
met algemene stemmen is aangenomen.
De voordracht wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt
mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 1054 van afd. 1 van het Gemeenteblad.
26
Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 27 november Raadsnotulen
2013
32
Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 5 november
2013 tot het uiten van wensen en bedenkingen ter zake van de strategienota, getiteld: Het
Marineterrein, en bijbehorende financiële paragraaf, instemmen met de kaders voor de
uitvoering van de ontwikkeling van het Marineterrein en beschikbaar stellen van
5,5 miljoen euro vanuit het Amsterdams investeringsfonds (Gemeenteblad afd. 1, nr.
1062)
Bij dit agendapunt wordt ingekomen stuk nr. 29 betrokken.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Van der Ree.
De heer VAN DER REE: Wij hadden het bij een stemverklaring kunnen houden,
maar nu de heer Mulder om behandeling heeft gevraagd, zal de VVD ook een paar
positieve woorden spreken. Wij zijn vanaf het begin hierbij betrokken geweest. Mijn
voormalige collega Frank van Dalen heeft nog een manifestatie georganiseerd op het
Marineterrein, samen met de heer Van Drooge. Die is druk bezocht. Veel Amsterdammers
hebben op een positieve manier meegedacht. Alles in een stroomversnelling gekomen. Er
ligt nu een voorstel waar wij positief over zijn. Herstel van het stedelijk weefsel, een
innovatieve werkplaats, vasthouden aan de maritieme geschiedenis en geleidelijkheid.
Dat kwam tijdens de bijeenkomst van de VVD en het CDA en later in de gemeentelijke
bijeenkomst tot uiting. We verkeren in een crisis en we kunnen niet het hele terrein in een
keer ontwikkelen. Er komt geen nieuw icoon, maar het terrein moet zelf een icoon worden.
Wij zijn voor, maar we hebben wel een paar kanttekeningen. Wij vinden de
maritieme geschiedenis belangrijk, maar ook de Marine. De Marine is een instituut dat al
honderden jaren aan Amsterdam verbonden is. Het zou prettig zijn als dat zou blijven, in
welke vorm dan ook. Daar vragen wij graag aandacht voor. We zien ook dat het
Marineterrein op dit moment functioneert als een beschermd gebied. Als een koninklijke
hoogheid Amsterdam bezoekt of als er iets bijzonders is waar een beveiligd gebied voor
nodig is, dan wordt het Marineterrein gebruikt als beveiligde parkeerplaats en als plek
waar een helikopter kan landen. Wij denken dat een hoofdstad een dergelijk gebied nodig
heeft. Ook daar vragen wij aandacht voor. Wij stemmen voor met één kanttekening,
namelijk bij punt 3h. U raadt het al: wij zijn er geen voorstander van dat, als gebouwen of
delen van het gebied worden overgedragen, er gemeentelijke erfpacht onder gevestigd
wordt. Wij worden daarom geacht straks tegen punt 3h te zijn.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Visser.
Mevrouw VISSER: Ook D66 is blij met het plan dat er nu ligt. Gezien de
economische situatie is er een goede, creatieve manier gevonden om een begin te maken
met het ontwikkelen van het Marineterrein. Vanaf nu is er een kans om in te spelen op de
bestaande ideeën en om de kansen te benutten. Het is ook heel goed dat er nu een
passende manier is gevonden om het AIF in te zetten. D66 is blij dat er zodoende minder
geld op de plank blijft liggen nu de stad de resterende investeringskracht zo goed kan
gebruiken. In de commissie is het plan nauwelijks besproken. Er was haast bij. Ik heb zelf
een aantal vragen gesteld die allemaal goed zijn beantwoord. Ik heb er dan ook geen
twijfels meer bij.
Er is echter één aspect waar ik nog aandacht voor wil vragen en waar ik graag
antwoord van de wethouder op wil hebben. Het betreft de saneringskosten. Het is in dit
27
Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 27 november Raadsnotulen
2013
land een goed gebruik dat eigenaren van gronden en gebouwen zelf verantwoordelijk zijn
voor de saneringskosten, maar dat is in dit geval niet op die manier geregeld. Ik citeer uit
de gemeenteraadsflap. Er staat letterlijk: “Het Rijk heeft informeel aangegeven voor
onvoorziene saneringskosten een grotere eigen verantwoordelijkheid te voelen.” Dat zijn
geen termen waarmee we gewoonlijk zaken regelen. Er is een aantal voorbeelden in dit
land, waaronder de MS Rotterdam, die ik in herinnering roep waarbij de asbestsanering
tot gigantische overschrijdingen leidde. De enige ontsnapping die de gemeente
Amsterdam dan heeft is om zich terug te trekken uit het plan. Dat lijkt mij echter niet
wenselijk. Als het straks zo ver is, dan denk ik niet dat de gemeente Amsterdam zal
zeggen: Rijk, wij betalen alle kosten. Er is immers afgesproken dat alle kosten die de
gemeente Amsterdam heeft gemaakt voor de ontwikkeling tot dan toe worden
terugbetaald. Er is dus geen financieel risico aan verbonden. Het is echter een vreemde
figuur als Amsterdam zegt: hier hebt u het Marineterrein terug en wij bemoeien ons er niet
meer mee. Daar wil ik dus graag iets meer zekerheden over.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Schimmelpennink.
De heer SCHIMMELPENNINK: We praten over de plaats waar vroeger de
admiraliteit van Amsterdam gevestigd was. De plek heeft dus icoonwaarde. Ik heb in het
verleden wel eens met marinemensen gesproken en gevraagd of ze niet beter weer aan
diep vaarwater zouden kunnen liggen. Ik dacht toen dat er misschien geruild kon worden.
Uiteindelijk is het terrein toch van Amsterdam geworden. Daar zijn we hartstikke blij mee.
Ik ben er minder blij mee dat de Marine verdwijnt. Ik kan me voorstellen dat we toch met
de Marine gaan praten en vragen of het niet aardig zou zijn als de Marine af en toe
buitenlandse schepen zou ontvangen. Dan kunnen we de relatie een beetje in stand
houden. Misschien kunnen we een financiële ruil maken, want in de torens kan best een
plekje voor de Marine komen. Dit is een veelomvattend voorstel, er komt 50.000 m°
woningen die kennelijk tamelijk klein zijn, maar ik denk dat we toch iets moeten doen om
de oude admiraliteit van Amsterdam hier vast te houden.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Alberts.
Mevrouw ALBERTS: Het is niet mijn gewoonte om in allerlei loftuitingen uit te
barsten. De raad zou het vreemd vinden als de SP dat zou doen. Hier is echter wel
degelijk een compliment op zijn plaats. Ik denk dat wethouder Van Poelgeest ervoor
gezorgd heeft dat Amsterdam weer iets terugkrijgt wat van Amsterdam is. Een heel groot
stuk Marineterrein dat gewoon weer voor alle Amsterdammers is. Ik zou zeggen:
chapeau. Hartstikke goed gedaan.
De VOORZITTER: Mevrouw Alberts, aan het applaus te horen, moet u dat vaker
doen.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Van Doorninck.
Mevrouw VAN DOORNINGK: Als ik zelf de loftrompet over mijn eigen wethouder
wil steken, dan is het een beetje jammer dat de SP dat net al gedaan heeft. Ik kan alleen
maar haar woorden herhalen. Hiermee komt inderdaad een grote wens van heel veel
Amsterdammers uit. Een stuk Amsterdam komt terug naar Amsterdam. Ik kan mij de
eerste dagen van deze wethouder herinneren toen hij deze wens ook al eens uitsprak en
28
Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum oog vember Raadsnotulen
toen niet van de hele raad applaus kreeg. Ik kan me herinneren dat de VVD en het CDA
er niet zo blij mee waren. Het is heel mooi dat, aan het eind van een periode, dit stuk
Amsterdam weer terug bij Amsterdam komt. Het is nog mooier dat het organisch
ontwikkeld wordt, dat Amsterdammers meepraten en dat er een groot stuk groen komt
voor Amsterdammers. Wat ons betreft wordt het ook Amsterdamse grond. Er staat een
passage in waarin staat dat eventueel het Rijk aan derden kan verkopen. Laten we
proberen om deze grond in handen van Amsterdam te laten komen en dat Amsterdam dit
mooie stuk Amsterdam voor Amsterdammers kan ontwikkelen.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Mulder.
De heer MULDER: Ik ben blij dat ik om behandeling heb gevraagd. Zo kan
iedereen nog aan de geschiedschrijving bijdragen. In de eerste plaats is het natuurlijk
wethouder Van Poelgeest die hier een mooi staaltje gebiedsontwikkeling 2.0 laat zien. We
willen u dan ook bedanken voor de geboden ruimte die de voorstellen nog hebben. Ze
bieden ruimte om het gebied mooi en gemengd te ontwikkelen. Voorlopig blijft een aantal
functies gehandhaafd. Dat accepteren we. Het is niet erg. Misschien is zelfs de heer
Schimmelpennink daarmee een beetje gerustgesteld. Het is echter wel degelijk een
locatie waar we kunnen inbreien en ruimte voor woningbouw kunnen creëren. Ik zou u
dan ook vriendelijk willen verzoeken om ons amendement op de structuurvisie aan het
dossier voor uw opvolger mee te geven zodat die er af en toe naar kan kijken. Ook in dat
amendement staat duidelijk dat we het groen daar voor het centrum heel belangrijk
vinden.
Liesbeth van der Pol sprak laatst over dit gebied als een blauwdruk. U maakt een
blauwdruk. Zij bedoelde daarmee blauw vanwege het water en druk in relatie tot de druk
die op het centrum heerst. Dit soort blauwdrukdenken moedigen wij aan. Ik was overigens
bij een bijeenkomst van ARCAM, het architectuurinstituut, waar dertig ideeën voor een
goede invulling van het terrein werden gegeven. Het is goed dat de professionals
meedenken. Maak gebruik van de kennis die er is in de stad. Mensen willen ook graag
meedenken. We investeren ook iets voor. Dat vinden wij niet erg. Sterker: wij vinden het
goed dat het nog steeds gebeurt. Niet op de gigantische manier waarop het voorheen
gebeurde, maar een beetje gefaseerd. We krijgen er iets moois voor terug, namelijk meer
grond in erfpacht. Dat kunnen we alleen maar toejuichen. We danken u voor de
voorstellen en we verheugen ons op alle ontwikkelingen die hier de komende jaren
kunnen plaatsvinden en die wij nog niet kennen.
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Van Poelgeest.
Wethouder VAN POELGEEST: Alle woorden over historische momenten worden
op dit moment een beetje de bekende open deuren die nog eens ingetrapt worden. Ik zal
dat aan het eind nog even doen. Het college is het eens met de opmerkingen over de
functie van de Marine en de maritieme geschiedenis. Dat staat ook duidelijk in het stuk. Ik
weet niet of de Marine of Defensie op termijn nog in dit gebied aanwezig wil blijven,
letterlijk met een kantoor of met een activiteit. Men is voorlopig echter nog niet weg, want
het verloopt allemaal heel gefaseerd. Dat is dus een kwestie van afwachten. We hebben
wel met het Rijk afgesproken dat de maritieme geschiedenis die deze plek heel sterk
markeert, ook historisch, op een bepaalde manier zichtbaar en levend moet worden
gehouden. Ik denk dat iedereen in deze zaal dat ook belangrijk vindt. Het is nog
afwachten hoe dat vervolgens gebeurt. Dat zal de toekomst uitwijzen.
29
Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum oog vember Raadsnotulen
Ik denk dat de opmerking van mevrouw Visser over de saneringskosten heel
terecht is. Ik wil u toezeggen dat dit nog verder wordt uitgewerkt. Het is nu zodanig
geregeld dat wij niet voor hoge kosten komen te staan. Dat is ook in de brief heel duidelijk
uitgelegd. Er zijn van tevoren verkenningen gedaan en er is geen aanleiding om te
denken dat er een enorme gifbelt onder het terrein zit. Mocht zich dat echter toch
voordoen, dan weten we dat onze partner, het Rijk, vooralsnog niet de grootste boef in
Nederland is. In de intentie is er daarom materieel iets over uitgesproken. Situaties als bij
de SS Rotterdam, niet de MS Rotterdam, maar de SS Rotterdam, zien wij er niet van
komen. Ik zeg u echter toe dat bij de verdere uitwerking nog aandacht aan dit punt
besteed zal worden.
Ik dank mevrouw Alberts hartelijk voor de bijzonder aardige woorden. Ik doe dat
mede namens de heer Van der Burg, de heer Oranje en de heer Van der Laan. Wij zaten
met zijn vieren in het bestuurlijk team. Ik doe het vooral ook mede namens de ambtenaren
die hier tamelijk hard aan gewerkt hebben.
Tot slot mag ik misschien een hartewens doen. Dit terrein komt op de een of
andere manier terug naar de stad. Ik ben op 19 maart 2014 jarig en het zou heel mooi zijn
als ik nog vlak voor mijn verjaardag of op mijn verjaardag op de fiets door dit gebied zou
kunnen fietsen om te vieren dat het gebied weer terug is gekomen naar de gemeente
Amsterdam. Dat heeft vanzelfsprekend alleen met mijn verjaardag te maken.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Visser.
Mevrouw VISSER: Ik wil de wethouder hartelijk danken voor zijn toezegging. Ik
hoop dat de commissie nog wordt geïnformeerd over het uiteindelijke resultaat. Wij zullen
uiteraard voor het voorstel stemmen waarbij ik wil benadrukken dat wij geacht worden
tegen dit onderdeel van het contract te zijn.
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Van Poelgeest.
Wethouder VAN POELGEEST: Mevrouw Visser wil tegen een onderdeel van het
contract zijn. Dat is een beetje lastig. Wij maken een ondeelbare afspraak met het Rijk
over de manier waarop we dit gebied in de komende tien jaar willen ontwikkelen waarbij
we over en weer verplichtingen aangaan. We hebben de intentie uitgesproken om, als
zich iets voordoet, dit in redelijkheid en op een keurige manier samen op te lossen. Nu is
dat nog een beetje abstract geformuleerd. Ik snap heel goed dat u dat nog een keer iets
preciezer terug wilt zien. Als u het feit dat dit nu niet precies is uitgewerkt zo zwaarwegend
vindt, dan moet u tegen het voorstel stemmen. Ik kan nu niet terug naar het Rijk gaan en
zeggen: er wordt over de sanering net iets anders gedacht. Nee, we spreken over dit punt
een intentie uit ten opzichte van elkaar.
(Mevrouw VISSER: Het feit dat het bij een intentie is gebleven, was juist
mijn bezwaar. Ik snap wel dat u het contract nu niet kunt openbreken en
dit onderdeel kunt veranderen. Zeker niet vanwege de deadline. Ik heb
daar ook alle begrip voor. Wat is echter uw toezegging waard? U zegt nu
in feite toe wat er in de stukken al staat, namelijk dat u probeert om er in
goed overleg samen uit te komen.)
Er is geen grote haast bij. Er hoeft niet over een maand of over twee maanden
een voorstel te liggen. Wat we kunnen doen is nader aan te duiden wat ‘goed overleg’
betekent en hoe de verantwoordelijkheden in elkaar zitten. Daar valt wel iets meer over te
zeggen dan wat er nu staat. Ik zeg u toe om daar met het Rijk over te praten om er iets
30
Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 27 november Raadsnotulen
2013
meer handen en voeten aan te geven. Dit had een beetje met tijdsdruk te maken en niet
met onwil. Als het Rijk zich onredelijk op zou stellen als we iets tegenkomen, dan is het
voor u van belang om te weten dat we er financieel niet aan vastzitten.
De discussie wordt gesloten.
Aan de orde is de stemming over de voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1062).
De voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1062) wordt bij zitten en opstaan
aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1062)
met algemene stemmen is aangenomen.
De voordracht wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt
mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 1062 van afd. 1 van het Gemeenteblad.
De VOORZITTER: Dames en heren, ik wens u allen van harte wel thuis. Ik zie u
graag in december in deze zaal terug.
De VOORZITTER sluit de vergadering om 21.50 uur.
31
Jaar 2013 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 27 november Raadsnotulen
2013
INDEX
1038 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 29 oktober 2013
tot kennisnemen van de 8-maandsrapportage 2013 en vaststellen van onderdelen van
de 8-maandsrapportage 2013 … nnen ennen ennenneeer en enensenene neen enennenene eenen Î
1046 Initiatiefvoorstel ter instemming van het raadslid mevrouw Ulichki van 9 juli 2013,
getiteld: Een toegankelijke opvang voor dak- en thuislozen: over regiobinding, sociale
binding en bad, bed en brood voor iedereen, en kennisnemen van de bestuurlijke
reacti® ………..n nennen enennnnenerreneenenennennseresenennennene nennen enennennne neren nenvennennnereenenenennnnnenn 1
1047 Initiatiefvoorstel ter instemming van het raadslid mevrouw Van der Pligt van 17 april
2013, getiteld: Daklozenopvang in zelfbeheer uitbreiden, en kennisnemen van de
bestuurlijke reacti@ … nnn ennenene neren en enenenneneneer ene eennennne nennen enennenneennenenennennnen | Ô
1048 Gewijzigd initiatiefvoorstel ter instemming van het raadslid de heer Piek van 23 juli
2013, getiteld: Op de dag van de arbeid, arbeidt men, en kennisnemen van de
bestuurlijke reactie … nnn ennenenenenenenenenennene nennen eeennenene nennen enennennne rennen enen nenn nen
1054 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 15 oktober 2013
tot vaststellen van het bestemmingsplan Ronetteterrein … ennen 20
1062 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 5 november
2013 tot het uiten van wensen en bedenkingen ter zake van de strategienota, getiteld:
Het Marineterrein, en bijbehorende financiële paragraaf, instemmen met de kaders voor
de uitvoering van de ontwikkeling van het Marineterrein en beschikbaar stellen van
5,5 miljoen euro vanuit het Amsterdams investeringsfonds … eneen. 27
1066 Actualiteit van de raadsleden mevrouw Ulichki en mevrouw Van der Pligt van
22 november 2013 inzake het standpunt van Amsterdam ten aanzien van de voortgang
van de decentralisatie AWBZ, bij het VNG-congres op 29 november a.s. … 14
1067 Actualiteit van het raadslid mevrouw Van der Pligt van 24 november 2013 inzake
hulp bij het huishouden (hhh) … … … nanne nennen eren seneeren sneer eneen rensvere ensen ensen Îf
1082 Amendement van het raadslid Van Drooge inzake de 8-maandsrapportage
(dividenduitkering Gemeentevervoerbedrijf aan gemeente niet verhogen met 6,5 miljoen
ID
1083 Amendement van het raadslid Ulichki inzake het initiatiefvoorstel Een toegankelijke
opvang voor dak- en thuislozen (ontwikkeling beoordelingsinstrument) … … 11
1084 Motie van de raadsleden Ulichki en Van der Pligt inzake het standpunt van
Amsterdam ten aanzien van de voortgang van de decentralisatie AWBZ op het VNG-
congres op 29 november a.s. … nnen oneven enneerenenneerenenneerenenneneerenveerrvennverr vennen 1À
1085 Motie van het raadslid Van der Pligt inzake de actualiteit hulp bij het huishouden
(aanbieders ook in 2014) … nn nennen eneen enneneneerenenennenene nennen enennennnereenenenennennnenn 1
1086 Motie van het raadslid Van der Pligt inzake de actualiteit hulp bij het huishouden
(nieuwe vijfde stedelijke aanbieder) … …… … … nnen nnen neen enneerenene nerven eeen 1
32
| Raadsnotulen | 32 | test |
> < Gemeente Raadsinformatiebrief
Amsterdam
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 29 april 2022
Portefeuille(s) Verkeer en Vervoer
Portefeuillehouder(s): Egbert de Vries
Behandeld door Ruimte en Duurzaamheid, [email protected]
Onderwerp MIRT-onderzoek Amsterdam Bay Area
Geachte leden van de gemeenteraad,
Met deze brief informeert het college u over de eindrapportage van het MIRT-onderzoek
Amsterdam Bay Area aan. Deze rapportage is parallel ook aan de Tweede Kamer, de Provinciale
Staten van de provincie Flevoland en provincie Noord-Holland en aan de gemeenteraden, Almere,
regio Gooi en Vecht en de Regioraad van de Vervoerregio Amsterdam aangeboden.
Amsterdam Bay Area is pakweg het gebied tussen Amsterdam-Oost/lJburg en Almere, rondom
het IJmeer. De ambities voor de Oostflank van de Metropoolregio Amsterdam (MRA), waar de
Amsterdam Bay Area deel van vitmaakt, zijn in 2013 vastgelegd in de Rijksstructuurvisie
Amsterdam Almere Markermeer (RRAAM). Gezien de toenemende urgentie voor het bouwen van
woningen in Nederland, is in het Bestuurlijk Overleg MIRT van november 2019 afgesproken te
starten met een MIRT-onderzoek naar de haalbaarheid van de ontwikkeling van de Amsterdam
Bay Area als woningbouw- en werkgelegenheidslocatie.
Het MIRT-onderzoek Amsterdam Bay Area is uitgevoerd door de Rijksoverheid, provincies
Flevoland en Noord-Holland, Vervoerregio, regio Gooi en Vechtstreek en de gemeenten
Amsterdam en Almere. Het is gericht op ruimtelijke-economische ontwikkeling, bereikbaarheid,
natuur en ecologie, werelderfgoed, duurzaamheid, landschap, ruimte en haalbaarheid. Doel van
het onderzoek is om gezamenlijk met alle relevante stakeholders de opgaven en mogelijke
oplossingsrichtingen in het gebied in kaart te brengen en op hoofdlijnen op haalbaarheid te
beoordelen.
In februari 2022 is het MIRT-onderzoek vastgesteld in de Programmaraad SBaB. Komende periode
worden er op verschillende delen, waarover later meer, verdiepende studies gedaan. Eind 2022
wordt het besluit van de Programmaraad over de afronding van het MIRT-onderzoek voorgelegd
aan het BO MIRT om te bekrachtigen. Aan de hand van de opgeleverde kennis en inzichten wordt
vervolgens besloten of er aanleiding is voor het zetten van een volgende stap.
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 29 april 2022
Pagina 2 van 3
Conclusies MIRT-onderzoek 2020-2021
e _Hetgehele gebied Amsterdam Bay Area biedt de fysieke ruimte om tot 2050 100.000
woningen en 40.000 arbeidsplaatsen te realiseren. Van vitaal belang is daarbij dat er
arbeidsplaatsen bijkomen in Almere. Wanneer werk, recreatie en wonen bij elkaar komen,
ontstaat er een betere mobiliteitsbalans in de regio.
e Ecologie en natuur vormen een belangrijke grondslag voor de gezonde ontwikkeling van
woningbouw, infrastructuur en recreatie. Hiermee dragen we bij aan het
Toekomstbestendig Ecologisch Systeem in het Markermeer-IJmeer. Door vanaf de start
circulair, klimaatadaptief, natuurinclusief en energieneutraal te ontwikkelen wordt de
Amsterdam Bay Area een voorbeeldproject van duurzame gebiedsontwikkeling.
e Door de hierboven beschreven verstedelijkingsambitie in het gebied, nemen de
bereikbaarheidsopgaven toe. Bij 25.000 extra woningen in Almere (ca. 2030) functioneert
het OV-systeem in ABA redelijk goed, maar raakt de weg vol. Nieuwe investeringen in
infrastructuur zijn dan nodig. Bij 35.000 woningen in Almere is een grotere stap, ook in het
OV, nodig.
e Het MIRT-onderzoek toont aan dat binnen de drie onderzochte alternatieven een
IJmeermetro of - in mindere mate - de uitbreiding van het hoofdspoor een oplossing kan
zijn om de capaciteit van het OV-systeem sterk te verhogen en daarmee de OV-
bereikbaarheid te verbeteren. Het onderzochte alternatief kan echter niet zondermeer
aangesloten worden op het Amsterdamse metronetwerk.
e De onderzochte alternatieven bieden geen oplossing voor de knelpunten op het wegennet
(Aa en A6). De IJmeerweg lost deze knelpunten niet op, waardoor zorgen blijven bestaan
over de autobereikbaarheid. Daarom wordt dit jaar een aanvullend onderzoek uitgevoerd
naar de wegknelpunten en mogelijke oplossingen.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 29 april 2022
Pagina 3 van 3
Vervolg
Het MIRT-onderzoek Amsterdam Bay Area vergt nog extra onderzoeken voor een Startbesluit
genomen kan worden. In 2022 wordt aan de volgende onderdelen gewerkt:
1. Een onderzoek naar de aansluiting op het Amsterdamse metronetwerken en de
mogelijke, globale gevolgen voor de kosten en baten;
2. Eenverdiepend onderzoek naar de wegknelpunten rond Amsterdam Bay Area;
3. De uitwerking van een no-regrets pakket, met maatregelen gericht op Almere voor
realisatie van eerste 25.000 woningen tot 2030;
4. Zowel de rijks- als regionale partijen starten met het concreet maken van de bekostiging,
dat is een voorwaarde voor het op termijn opstarten van een MIRT -verkenningsfase.
Parallel lopen bestaande programma’s en projecten door, zoals de Bedrijfsterreinenstrategie; de
Marker Wadden en de Oostvaardersoevers. Hierbij werken alle genoemde partijen intensief samen
op het gebied van economie; ecologie en natuur.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
Egbert J. de Vries
Wethouder Verkeer en Vervoer, Water en Luchtkwaliteit
Bijlagen
1. De eindrapportage van het MIRT-onderzoek Amsterdam Bay Area
2. Een overzicht van de onderliggende opvraagbare onderzoeken
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Brief | 3 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
x% Motie
Jaar 2020
Afdeling 1
Nummer 1664 accent
Behandeld op 17 december 2020
Status Aangenomen bij schriftelijke stemming op 21 december 2020
Onderwerp
Motie van de leden Kilig, Van Renssen en Veldhuyzen inzake verduurzamen inkoop
energie en energieverbruik van datacenters (“Verduurzamen datacenters”)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over het Vestigingsbeleid datacenters gemeente Amsterdam
2020 — 2030 (Amsterdam Duurzaam Digitaal).
Constaterende dat
- _ Datacenters een grote aanspraak doen op de stroomvoorziening in de regio;
- De markt voor groene stroom een aanbiedersmarkt is, waarin de vraag snel
toeneemt maar nog steeds schaars is;
- Datacenters schaarse ruimte, water en energie slurpen;
-_In het Vestigingsbeleid Datacenters Amsterdam tot 67 MVA per jaar ruimte
wordt gemaakt voor de nieuwvestiging van datacenters;
- De aanspraak die deze datacenters doen op de groene stroomvoorziening in
de regio niet in verhouding staat met hun bijdragen aan de
belastinginkomsten die aangewend worden voor de subsidies van de
ontwikkeling van dergelijke groene stroomvoorzieningen:;
- Bij de bouw van duurzame energievoorzieningen de stroom wordt uitgedrukt
in hoeveel huishoudens hierdoor kunnen worden voorzien van groene stroom,
maar dat de stroom in feite naar commerciële bedrijven gaat die zich dan als
‘groen’ kunnen presenteren;
-__ Sommige commerciële partijen veel te weinig bijdragen aan de
verduurzaming van de stad ten opzichte van de middelen die zij verbruiken;
- De ruimtevraag, watergebruik en energieverbruik zo beperkt mogelijk moeten
zijn, gelet op de schaarste en duurzaamheid.
Overwegende dat:
- De gemeente Amsterdam strenge eisen kan stellen in het vestigingsbeleid
voor datacenters en deze datacenters daarmee laten bijdragen aan de
duurzaamheidsdoelstellingen en de energietransitie, mede omdat Amsterdam
als locatie met hyperconnectiviteit ook met strengere eisen een goede
concurrentiepositie heeft;
-__ Andere grootgebruikers van stroom, zoals de NS, een langdurig contract
afsluiten met een energieleverancier en daarmee bijdragen aan de totale
hoeveelheid groene stroom in Nederland;
-__ Grootverbruikers van stroom hun verantwoordelijkheid dienen te nemen door
1
te investeren in de uitbreiding van de groene stroomvoorzieningen en
daarmee bij te dragen aan de energietransitie en verduurzaming;
-__ Het niet nakomen van de belofte, om het aantal huishoudens aan te sluiten op
de groene stroom uit de duurzame parken uit de regio, het draagvlak voor
duurzame stroomopwekking enorm onderuit haalt;
- Het wenselijk is dat elke nieuwvestiging van datacenters in Amsterdam zo
duurzaam mogelijk is in het verbruik van water, ruimte en energie, waarbij de
energie wordt gebruikt van de hoogste kwaliteit, die het liefste duurzaam
wordt opgewekt in Nederland;
- __ Het wenselijk is dat datacenters die een grote ruimtevraag hebben voor
Amsterdam en de regio, ook een bijdrage leveren aan de lokale
werkgelegenheid en opleiding voor alle Amsterdammers en inwoners van de
regiogemeenten.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
Het gesprek aan te gaan met de sector om grotere stappen te zetten richting het
verduurzamen van datacenters in (de regio) Amsterdam, met als concrete inzet
minimale inkoop duurzame energie label B, verduurzaming van de
noodvoorzieningen, maximale inzet op energiebesparing en de bijdrage aan social
return en werkgelegenheid en/of opleiding voor (de regio) Amsterdam.
De leden van de gemeenteraad
A. Kilig
N.A. van Renssen
J.A. Veldhuyzen
2
| Motie | 2 | val |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2017
Afdeling 1
Nummer 1011
Datum indiening 8 augustus 2017
Datum akkoord 12 september 2017
Publicatiedatum 13 september 2017
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Van Soest inzake RMC, de aanbieder
van Aanvullend Openbaar Vervoer in Amsterdam.
Aan het college van burgemeester en wethouders
Toelichting door vragenstelster:
De Partij van de Ouderen in de Amsterdamse gemeenteraad wil graag meer weten
over RMC, de aanbieder van Aanvullend Openbaar Vervoer in Amsterdam Zuidoost.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Van Soest, namens de fractie van de Partij van
de Ouderen, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van
Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en
wethouders gesteld:
1. Is het college bekend met het bericht 'Bejaard stel bijna drie uur in de kou'? '
Antwoord:
Ja, het college is bekend met dit bericht.
2. Deelt het college de mening van de Partij van de Ouderen dat het mensonterend
is om cliënten van het Aanvullend Openbaar Vervoer urenlang te laten wachten”?
Zo ja, welke maatregelen gaat het college nemen tegen aanbieders van het
Aanvullend Openbaar Vervoer die er een ratjetoe van maken?
Antwoord:
Het college betreurt de hinder en het ongemak dat Aanvullend Openbaar Vervoer
(AOV) cliënten hebben ondervonden door de opstartproblemen bij RMC in de
maand juli 2017. De gemeente ziet erop toe dat, door middel van monitoring van
de prestaties en intensief voortgangsoverleg RMG conform de gestelde eisen in
het Programma van Eisen (PvE) op tijd rijdt en werkt. De gemeente heeft RMC
opgelegd om maatregelen te nemen ter verbetering van de capaciteitsinzet,
bereikbaarheid en klachtenafhandeling.
Gedupeerde cliënten zijn gebeld door RMC om persoonlijk excuses aan te
bieden. RMC heeft met hen doorgenomen wat precies de situatie is geweest en
hoe RMC dit in de toekomst kan voorkomen. RMC heeft cliënten (die daarmee
instemmen) een persoonlijke travel-consulent toegewezen die speciaal aandacht
besteedt aan de ritten die men boekt om te zorgen deze naar tevredenheid
! 'Bejaard stel bijna drie uur in de kou' De Telegraaf, 1 augustus 2017
1
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Neng lot Gemeenteblad
Datum 13 september 201 7 Schriftelijke vragen, dinsdag 8 augustus 2017
verlopen. RMC heeft bij gedupeerde cliënten bloemen thuis laten bezorgen en
gemaakte onkosten aan hen vergoed.
Toelichting door vragenstelster:
De verantwoordelijk wethouder Verkeer & Vervoer, waar Doelgroepenvervoer zoals
Aanvullend Openbaar Vervoer (AOV) onder valt, heeft aangegeven een onderzoek te
starten naar de problemen bij het AOV.
3. Waar bestaat dat onderzoek uit? Wordt hierbij het gehele aanvullend openbaar
vervoer in Amsterdam onderzocht? Worden alle gebruikers van het aanvullend
openbaar vervoer hierbij geënquêteerd over hun ervaringen met de aanbieders
van aanvullend openbaar vervoer? (graag een gedetailleerd antwoord)
Antwoord:
Het onderzoek van de wethouder Verkeer & Vervoer focust zich op de oorzaken
die ten grondslag hebben gelegen aan de opstartproblemen bij RMC. Dit heeft
betrekking op hun punctualiteit, capaciteitsinzet, bereikbaarheid en afhandeling
van klachten (o.m. te laat opgehaald, ritprijs). Bij dit onderzoek worden de
gebruikers van het aanvullend openbaar vervoer (AOV) geënquêteerd.
Het AOV omvat namelijk naast de vervoersproducten in perceel À (dat wordt
uitgevoerd door RMC), ook vervoersproducten in perceel B (dat wordt uitgevoerd
door Transvision). Daar is geen sprake van problemen. Transvision verzorgde al
in de voorgaande vervoersperiode (2012 tot 2017) het vervoer in perceel B.
Naast dit specifieke onderzoek (naar de oorzaken van de opstartproblemen bij
RMC), krijgen gebruikers van het AOV (dus zowel bij RMC als Transvision) van
de gemeente de mogelijkheid, door middel van een periodiek klanttevredenheids-
onderzoek (KTO), om hun mening te geven over de uitvoering van het AOV door
RMC en Transvision. Deze KTO wordt in opdracht van de gemeente uitgevoerd
door een onafhankelijk extern bureau en vindt plaats op basis van een
representatieve steekproef onder gebruikers.
4. Binnen welke termijn kan de fractie van de Partij van de Ouderen rekenen op
goed aanvullend openbaar vervoer in Amsterdam, waarbij incidenten zoals
die van in het weekend van 5/6 augustus 2017 tot het verleden behoren?
Antwoord:
De gemeente ziet er strak op toe dat de uitvoering van het AOV plaatsvindt, conform
de gestelde eisen. RMC betreurt de hinder die sommige AOV-cliënten hebben
ondervonden en heeft actief maatregelen getroffen om de oorzaak van de
opstartproblemen weg te nemen en de dienstverlening weer zo snel mogelijk op
peil te krijgen en te houden.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
2
| Schriftelijke Vraag | 2 | val |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2018
Afdeling 1
Nummer 1384
Datum indiening 26 oktober 2018
Datum akkoord 18 december 2018
Publicatiedatum 20 december 2018
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Poot inzake het aanpakken en
voorkomen van cybercriminaliteit bij bedrijven.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragenstelster:
Als gevolg van het snel groeiende gebruik van ICT krijgen bedrijven steeds vaker te
maken met cybercriminaliteit en verschuiven de problemen van ondernemers zoals
inbraak en diefstal meer van fysieke eigendommen naar online. Uit onderzoek blijkt
dat 60% van de bedrijven wordt geconfronteerd met cybercriminaliteit en dat 20%
daadwerkelijk slachtoffer wordt.’
Ondernemingen die te maken krijgen met cybercriminaliteit kunnen door hacks
worden platgelegd, gegijzeld door software en hun data kan worden gestolen.
Een treffend voorbeeld betreft een sleutelbedrijf wiens sleutelgegevens en adressen
door criminelen werden gebruikt om een groot aantal inbraken te plegen.”
Cybercriminaliteit kan de bedrijfsvoering van ondernemingen ernstig schaden en zelfs
leiden tot een faillissement. Daarnaast kan cybercriminaliteit een inkomstenbron van
de georganiseerde misdaad zijn, en dus ook andere vormen van criminaliteit in de
hand werken.
Hoewel Nederlandse bedrijven in vergelijking met andere landen volgens het Centraal
Planbureau relatief goed scoren op cyberveiligheid, blijkt uit het hetzelfde onderzoek
van het CPB dat met name het midden- en kleinbedrijf minder vaak (voldoende)
veiligheidsmaatregelen neemt tegen cybercriminaliteit.” De fractie van de VVD
herkent dit beeld in het Amsterdamse bedrijfsleven en hoort dat met name kleine
horecabedrijven te maken hebben met cybercriminaliteit.
De fractie van de VVD wil voorkomen dat online criminelen hun slag slaan in
Amsterdam. Ook wil de fractie van de VVD zorgen dat de stad een aantrekkelijk
vestigingsklimaat blijft behouden. Momenteel verwijst de gemeente ondernemers
onder andere door naar de veiligheidsscan en de website van het Centrum
Criminaliteitspreventie en Veiligheid, maar mogelijk zou de gemeente een actievere
rol kunnen spelen, namelijk door bedrijven te adviseren en te helpen bij het nemen
van preventieve maatregelen en het vormgeven van een veilige online
bedrijfsvoering.
1 https://magazines.rijksoverheid.nl/ezk/ezkinbeeld/2017/05/06-feiten-en-cijfers
? https://magazines.rijksoverheid.nl/ezk/ezkinbeeld/2017/05/06-teiten-en-cijfers
$ https://www.accountant.nl/nieuws/2018/10/cpb-cyberveiligheid-nederland-relatief-goed/
1
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Neng lae4 Gemeenteblad
Datum 20 december 2018 Schriftelijke vragen, vrijdag 26 oktober 2018
De gemeente Rotterdam is samen met een verzekeringsmakelaar en risicoadviseur
een pilot gestart waarbij ondernemers gebruik kunnen maken van een cybersecurity-
pakket. Dit pakket is voorzien van maatregelen die bedrijven kunnen nemen om de
ICT-veiligheid te vergroten, een aantrekkelijke verzekering tegen cybermisstanden en
een scan van de IT-veiligheid van het bedrijf.“
Ook zijn er op de website van VeiligheidsAlliantie Rotterdam brochures terug te
vinden die ondernemers ondersteunen en adviseren hoe zij zich kunnen beschermen
tegen cybercriminaliteit. Zo zijn er diverse handreikingen, factsheets en vuistregels te
downloaden omtrent online veiligheid voor ondernemers. Tevens tracht de organisatie
doormiddel van een campagne de risico’s die ondernemers (kunnen) lopen onder de
aandacht te brengen.”
Gezien het vorenstaande heeft het lid Poot, namens de fractie van de VVD, op grond
van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende
schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld:
1. Heeft het college inzicht in het aantal en de soort ondernemingen in Amsterdam
dat getroffen is door cybercriminaliteit? Graag een toelichting.
Antwoord:
De meldings- en aangiftebereidheid met betrekking tot cybercrime is laag. De
politiegegevens over cybercrime geven weliswaar een indicatie van de vormen
van cybercrime die er worden gepleegd maar geven slechts in beperkte mate
inzicht in de totale omvang van computercriminaliteit onder Amsterdamse
bedrijven. Uit de geregistreerde gegevens van de politie eenheid Amsterdam blijkt
dat in de periode januari 2016 t/m juni 2018 241 keer aangifte is gedaan van een
cybercrime zaak waarbij een bedrijf betrokken is geweest. Uit een
quickscan/steekproef van de aangiften die zijn gedaan in de eerste helft van 2018
blijkt dat het gaat om verschillende soorten bedrijven. Enkele voorbeelden:
bedrijven in de financiële sector en makelaars waarbij de cybercriminelen op zoek
zijn naar klantgegevens, bedrijven die bezig zijn met cryptomunten, bedrijven in
de kranten business, geen bedrijven in de horeca. In de onderstaande tabel
wordt, op basis van de 241 aangiften, de top5 van meest voorkomende
computercriminaliteit weergegeven.
half jaar
Cybercrime delict 2016 2017 2018 Eindtotaal
CEO-fraude (incl. Factuurfraude) 17 27 13 57
Ransomware 30 10 8 48
Hacken onbekend motief 11 4 4 19
Telecomfraude 8 5 4 17
Ee iS
* http://www.aon.com/netherlands/newsroom/artikelen/aon-en-rotterdam-samen-cybersecurity.jsp
® https://veiligheidsalliantie.nl/bibliotheek/cybercrime/bewustwording-en-preventie-burger/
2
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
weing lae4 Gemeenteblad
Datum 20 december 2018 Schriftelijke vragen, vrijdag 26 oktober 2018
2. Met welke vormen van cybercriminaliteit krijgen ondernemers te maken?
Antwoord:
Zie het antwoord op vraag 1.
3. Is het college van mening dat het momenteel voldoende zicht heeft op de opvang
en verschillende vormen van cybercriminaliteit in Amsterdam?
Antwoord:
Zoals aangegeven onder 1. geven de politiegegevens over cybercrime weliswaar
een indicatie van de vormen van cybercrime die er worden gepleegd maar geven
slechts in beperkte mate inzicht in de totale omvang van computercriminaliteit
onder Amsterdamse bedrijven.
4. Hoe oordeelt het college over de meld- en aangiftebereidheid onder bedrijven?
Antwoord:
De tabel bij vraag 1 en 2 is enkel op basis van bij de politie geregistreerde
incidenten. Zoals gezegd, het is bekend dat de meldings- en aangiftebereidheid
met betrekking tot cybercrime laag is. Uit de cybersecuritymonitor (CBS, 2018)
blijkt dat er niet altijd bij de politie wordt gemeld, maar soms juist bij andere
instanties: denk aan financiële instellingen of een ICT-dienstverlener. Reden
hiervoor is dat het voor bedrijven vaak vooral van belang is dat de schade als
gevolg van cybercrime wordt beperkt en hersteld.
5. Doet de gemeente momenteel aan voorlichting aan (startende) ondernemers over
de risico's en gevaren omtrent cybercriminaliteit? Zo ja, hoe?
Antwoord:
De gemeente Amsterdam werkt met politie, OM, regiogemeenten en het
georganiseerd bedrijfsleven® samen in het Regionaal Platform
Criminaliteitsbeheersing Amsterdam-Amstelland (RPCAA). Het RPCAA werkt aan
een veilig ondernemersklimaat en richt zich op preventie van winkeldiefstal,
bedrijfsinbraken, overvallen, horizontale fraude en cybercrime. Ondernemers
wijzen op de risico’s en voorlichten op de handelingsperspectieven van
cybercrime is een van de activiteiten.
Jaarlijks biedt het RPCAA stadsdelen, regiogemeenten en het georganiseerd
bedrijfsleven een pakket aan voorlichtingen en trainingen. De training
databescherming is daar een onderdeel van. Ondernemers maken kennis met de
wereld van cybercrime en bewapenen zich met verschillende tips, tricks en tools
zodat zij digitaal veiliger kunnen werken. Voor ondernemers in Noord vond op 9
oktober 2018 een training plaats. Op 29 november 2017 organiseerde MKB
Amsterdam een training datalekpreventie, maar werd wegens onvoldoende
belangstelling geannuleerd. Daarnaast bevat de gemeentelijke website een
verwijzing naar een online veiligheidsscan
(https://veiligzakelijkinternetten.cyberstatus.nl/) en naar de site
www.veiligondernemenbeginthier.nl. De informatie over cybercrime zal binnenkort
worden geüpdatet.
° MKB, KHN, ORAM, OV Westpoort, VNO-NCW, Vereniging Amsterdam City, VAZO, VEBAN,
3
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Neng lae4 Gemeenteblad
Datum 20 december 2018 Schriftelijke vragen, vrijdag 26 oktober 2018
6. Brengt de gemeente bestaand voorlichtingsmateriaal over cybercriminaliteit,
bijvoorbeeld van het centrum voor criminaliteitspreventie en veiligheid op actieve
wijze onder de aandacht bij Amsterdamse ondernemers? Zo ja, hoe?
Antwoord:
Zie het antwoord op vraag 5.
7. Is er momenteel samenwerking tussen de gemeente en het bedrijfsleven en
andere relevante partijen, zoals MKB-Nederland/Amsterdam, VNO-NCW of
het Platform Veilig Ondernemen, omtrent de aanpak van cybercriminaliteit?
Graag een toelichting.
Antwoord:
Zie het antwoord op vraag 5.
8. Wil het college naar Rotterdams voorbeeld een pilot starten waarbij de gemeente
samen met verzekeraars een cybersecurity pakket aanbiedt, bestaande uit een
veiligheidsscan, advies en een verzekering?
Antwoord:
Online was landelijk tot zomer 2018 een gratis veiligheidsscan beschikbaar, zie
antwoord onder vraag 5. De scan Veilig Zakelijk Internetten is in opdracht van het
ministerie van Justitie en Veiligheid en het ministerie van Economische Zaken en
Klimaat ontwikkeld in samenwerking met brancheorganisaties (o.a. MKB
Nederland) en cybersecuritybedrijven. De scan zoekt naar de kwetsbaarheden
van de digitale omgeving van een onderneming (website en bedrijfsnetwerk) en
levert een rapport met bevindingen en advies op.
Afgelopen zomer is het Digital Trust Center (DTC) gelanceerd
(www.digitaltrustcenter.nl). Het ministerie van Economische Zaken en Klimaat en
het ministerie van Justitie en Veiligheid hebben in samenwerking met relevante
partners het DTC opgericht om het niet-vitale bedrijfsleven (zoals MKB) in staat te
stellen zich weerbaar te maken tegen cybercrime, kortweg: digitaal veilig
ondernemen. Het DTC hanteert vijf basisprincipes geformuleerd om digitaal veilig
te ondernemen en biedt een volledig en divers informatiepakket. De verwachting
is dat via het DTC-informatieplatform ook tools beschikbaar komen.
Daarnaast ontwikkelt het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid
(CCV) met partners uit bedrijfsleven en overheid een risicomodel voor digitale
veiligheid en een keurmerk voor cybersecuritybedrijven. Het risicomodel komt in
2019 beschikbaar en geeft ondernemers, leveranciers en verzekeraars het
gewenste niveau van te nemen beveiligingsmaatregelen. Hierdoor past het advies
bij de situatie van de ondernemer. Het keurmerk zorgt ervoor dat ondernemers
weten dat ze kiezen voor een kwalitatief cybersecuritybedrijf.
Een ondernemer is in beginsel zelf verantwoordelijk voor het weerbaar maken
van zijn of haar bedrijf tegen cybercriminaliteit. Een veiligheidsscan met advies is
een goede manier om bewustwording daaromtrent te vergroten. Anders dan bij
preventie ziet het college voor haar geen rol in het stimuleren van één
verzekering tegen cyberschade.
4
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
weing lae4 Gemeenteblad
ummer - …. …
Datum 20 december 2018 Schriftelijke vragen, vrijdag 26 oktober 2018
Het college zal het RPCAA vragen te onderzoeken, op basis van
bovengenoemde landelijke ontwikkelingen en de ervaringen in Rotterdam, welke
cybercrimepreventie-instrumenten (bewustwordingscampagne, veiligheidsscan
door ethische hacker etc.) ondernemers nog meer ontwikkeld en ingezet kunnen
worden.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Wil Rutten, waarnemend secretaris
5
| Schriftelijke Vraag | 5 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 1705
Datum akkoord 20 december 2016
Publicatiedatum 21 december 2016
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Van Soest van 28 november 2016
inzake de terugkerende bushaltes in Sloten.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragenstelster:
De Partij van de Ouderen in de Amsterdamse gemeenteraad is verheugd dat bus 145
per 11 december 2016 is teruggekeerd in Sloten; alleen gaan bij de meeste
teruggekeerde haltes de abri's (bushokjes) ontbreken.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Van Soest, namens de fractie van de Partij van
de Ouderen, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van
Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en
wethouders gesteld:
1. Is het college bekend met buslijn 145 die terugkeert in Sloten?
Antwoord:
Ja, dat is bekend. De gemeente is op 21 november 2016 via een cc van een
e-mail van het GVB aan JCDecaux op de hoogte gebracht dat er nieuwe abri's
voor lijn 145 worden voorzien, waaronder drie in Sloten.
2. Klopt het dat niet alle haltes worden voorzien van abri's?
Antwoord:
Ja, dat klopt. In de overeenkomst die de gemeente heeft afgesloten met
JCDecaux is afgesproken dat bij alle haltes op het grondgebied van gemeente
Amsterdam, daar waar mogelijk en noodzakelijk, abri's worden geplaatst.
Er worden geen abri's geplaatst, indien:
e er onvoldoende of geen geschikte ruimte is bij de halte;
e er nagenoeg geen instappers zijn bij een halte (< 1 per dag);
e heteen eindhalte betreft.
3. Deelt het college de mening dat abri's met bankjes zorgen voor beschutting
bij nat en guur weer en voor rustpunten voor ouderen, daar zij op de
bankjes in de abri's kunnen zitten? Zo ja, is het college bereid, ervoor te
zorgen dat bij iedere teruggekeerde halte een abri wordt geplaatst?
Antwoord:
Ja, wij delen uw mening dat abri's met bankjes zorgen voor beschutting en
kunnen functioneren als rustpunt. Uitgangspunt bij het plaatsen van een abri is
1
Jaar 2016 Gemeente Amsterdam
Neng Los Gemeenteblad R
Datum 21 december 2016 Schriftelijke vragen, maandag 28 november 2016
dat het comfort en de bescherming tegen regen en wind zo groot mogelijk is. Dat
wil zeggen 1,60m diep met een zijscherm en een bankje. Als dat niet mogelijk is
door het ontbreken van de ruimte of omdat de resterende doorgang smaller is,
wordt van het ontwerp afgeweken. Er wordt dan een smaller type abri geplaatst
waar geen, of een smaller, zijscherm in zit. Een bankje wordt dan mogelijk
vervangen door een steun in de abri. Het komt echter ook voor dat de geschikte
ruimte voor een abri in zijn geheel ontbreekt.
Bij een permanente halte hoort, wanneer de ruimte het toelaat, een abri. Bij het
veranderen van de lijnvoering, horen de abri's mee verplaatst te worden. De
werkafspraak is dat op het grondgebied van Amsterdam GVB als hoofdvervoerder
de aanvragen bij de gemeente voor nieuwe haltes binnen de gemeentegrenzen
doet. Dit doet GVB ook voor haltes waar streekvervoerders gebruik van maken. In
het geval van buslijn 145 door Sloten is dat Connexxion.
In het reguliere proces is de vaststelling van het jaarlijkse vervoerplan van GVB
het moment waarop GVB de benodigde aanpassingen van haltes en abri's
aanvraagt bij de gemeente. Dit jaar heeft GVB geen vervoerplan 2017
gepresenteerd. In plaats daarvan ligt er het vervoerplan 2018 voor het moment
waarop de Noord/Zuidlijn gaat rijden. De huidige routes van GVB blijven daarom
ongewijzigd in 2017. Als gevolg daarvan heeft GVB zelf geen nieuwe haltes en
abri’s bij de gemeente hoeven aanvragen. Het doorgeven van de benodigde
nieuwe haltes en abri's in Sloten is hierdoor tussen wal en schip gevallen.
Na signalen van betrokken reizigers over de nieuwe haltes in Sloten die eind
november bij de gemeente binnenkwamen, heeft de gemeente contact
opgenomen met SRA en GVB. Om de reizigers zo snel mogelijk een beschutte
wachtruimte te bieden, heeft GVB vervolgens met spoed alsnog de aanvragen
voor abri’s op de haltes Osdorperweg, Ditlaar en Sportpark Sloten ingediend.
Bij de halte Osdorperweg (stad in en uit), Sportpark Sloten (stad in) en Ditlaar
(stad in) gaat het om het plaatsen van nieuwe abri's. Bij de halte Ditlaar (stad uit)
is vanwege beperkte ruimte nu een smallere nieuwe abri aangevraagd, welke
voorheen ontbrak. Op de halte Sportpark Sloten (stad uit) past op het zeer smalle
perron geen abri.
Zodra de aanvraag is beoordeeld door de gemeente en de genoemde haltes
geschikt worden bevonden voor een abri, geeft de gemeente aan JCDecaux
opdracht om op deze haltes een abri te plaatsen. Vanaf dat moment duurt het
plaatsen van de abri's minimaal twee maanden. Dit komt voornamelijk door de
zes weken die nodig zijn voor het aanleggen/-sluiten van de benodigde stroom.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
2
| Schriftelijke Vraag | 2 | train |
SO „‚ & «
®: . 4x &
sf _CIRCULAIR
+ INNOVATIE- _W
L PROGRAMMA £
ij 4 2016-2018 MET EEN &
> DOORKIJK NAAR 2025 &
Ken zer
_ SR
% 2
%
1. Dit circulaire innovatieprogramma schetst het raamwerk en innovatietrajecten voor de komende twee
jaar waarin we laten zien hoe we met kennisinstellingen en (markt)partijen gaan samenwerken aan de
circulaire transitie.
2. Het innovatieprogramma is onderdeel van Agenda Duurzaamheid; transitiepad circulaire economie waarin
de hoofdlijn van de gemeentelijke circulaire aanpakis geschetst.
3. Op basis van het visie rapport ‘Amsterdam Circulair’ en de bijbehorende marktconsultatie is dit circulair
innovatieprogramma uitgewerkt.
4. Vanwege het dynamische karakter (“levende agenda”) zal het Innovatieprogramma na vaststelling van het
raamwerk in een web versie worden uitgewerkt (interactieve PDF).
% ’
Met Agenda Duurzaamheid heeft de gemeente als rode draad de filosofie van de om de kansen en energie in de stad op korte termijn te benutten. Zo willen we een
circulaire economie opgenomen: innovatie, meer doen met minder, slimmer en _ stevige basis met elkaar leggen door niet alleen de kennis in de circulaire economie
hernieuwbaar. De beweging richting een circulaire economie wordt ondersteund _ te vergroten, maar ook te ervaren wat de transitie van een lineaire naar een circulaire
door wereldwijde megatrends zoals veranderend klantgedrag, technologie en economie betekent — en wat deze transitie in termen van sturing wel of niet nodig
grondstof schaarste. In de praktijk ontwikkelen vooral bedrijven en startups meteen heeft om te kunnen versnellen. We leren door te doen.
duurzaamheidstrategie een goed begrip van die trends. Voorbeelden die de . . . . .
beweging van een lineaire naar een circulaire economie in Amsterdam illustreren: Dit betekent dat het Circulair Innovatieprogramma geen visie- en beleidsdocument
een 3d-betonprinter, een demontabel gebouw, een leasecontract voor je is Er wordt inzicht gegeven in de belangrijkste circulaire ontwikkelingen en
wasmachine, en van je koffiedik paddenstoelen kweken. De innovaties volgen elkaar Projecten van partners in Amsterdam die daar op inspelen. Waar mogelijk worden
steeds sneller op en bieden kansen voor nieuwe houdbaardere verdienmodellen. In__ door gemeente gestarte projecten versterkt, versneld en met elkaar verbonden.
de voorbeelden worden producten en grondstoffen ingezet, om de herbruikbaarheid . . . .
nn Da Od . De circulaire economie vraagt echter om een systeemverandering en is niet van de
ervan te maximaliseren en waardevernietiging te minimaliseren. Innovatie en : . .
: . nn . een op de andere dag gerealiseerd. Een circulaire economie is voor de gemeente ook
inspelen op (technologische) ontwikkelingen is een belangrijk onderdeel van de : . …
5 . : geen doel op zich, maar een middel om de toegang tot materiële welvaart van
gemeentelijke aanpak. Vanuit het DNA van de stad: vrijheid, ondernemerschap en : : . :
: : . : . toekomstige generaties te kunnen borgen. De overgang naar een circulaire
creativiteit speelt de gemeente in op innovaties en dient als een knooppunt voor ÍN : . .
: . . . economie biedt economische kansen op het gebied van werkgelegenheid,
talloze waardeketens. De ideale handvatten om de lineaire economie om te buigen : . . .
on . . . wetenschap, vermindering CO2-uitstoot en gezondheid. Amsterdam heeft al veel
en koploper te zijn in de circulaire economie. : : . . RR . :
kennis over de circulair economie en is één van de koplopers die oplossingen kan
Het Quickscan rapport ‘Amsterdam Circulair’ heeft inzicht gebracht in het potentieel _ bieden voor schaarste in grondstoffen, overal op de wereld. Door verstandiger om te
om ketens in de MRA in hun geheel te zien, als een onderdeel van een beweging gaan met grondstoffen en materialen kan de uitstoot van COz flink worden verlaagd.
richting circulariteit. De omslag naar een circulaire economie is voor een grote groep Daarmee kan het een bijdrage leveren aan de doelen die zijn vastgelegd in het
bedrijven nog niet eenvoudig te bereiken. Oude economische paradigma's moeten Klimaatakkoord van Parijs. Bovendien zijn er in de stad veel bedrijven die voorop
plaatsmaken voor nieuwe, en gevestigde belangen moeten wijken door innovatie, _ lopen in innovatie, ontwerp, recycling en creativiteit,
hoe pak je dat slim aan? Behalve het leren van elkaars taal — van belang bij een ; . . . .
: . : . . In 2016-2018 vinden verschillende acties op verschillende schaalniveaus plaats met
relatief nieuw thema als circulaire economie — gaat het ook om het aanleren van ma - . . ee
. : : . als doel om versneld inzicht met elkaar te krijgen en de circulaire transitie te
nieuwe manieren van (samen)werken. De uitdagingen om te komen tot een (meer) . . . . :
: . > : … … . . realiseren. Dit gaan we alleen bereiken door samen te werken, innovatie en
circulaire bedrijfsvoering zijn daarbij vaak sociaal van aard en is verregaande : . . ma .
: . . : onderzoek in te zetten, en gewoon door circulair te doen. Met dit Circulair
ketensamenwerking nodig, waarin vertrouwen en transparantie een belangrijke .
Innovatieprogramma geven we samen met de stad een stevige impuls aan de
voorwaarde zijn. : : ben .
circulaire transitie in Amsterdam. Zo wordt de Amsterdammer de komende jaren
Dit circulair innovatieprogramma presenteert een raamwerk aan innovatietrajecten _ Steeds minder afhankelijk van fossiele grondstoffen. Dit is goed voor het klimaat én
voor de economie.
% 4
x%
x%
Vooraf 3
Samenvatting 5
Deel 1_ Context duiding
1. Doelstellingen 7
2. Tijdlijn 8
3. Kansen g
h. Innovatie & circulair 10
Deel 2_ Programma
1. Strategie 15
2. Opbouw programma 19
3. Projecten 20
Hoofdstuk 3 _ Inzet middelen 43
Organisatie bh
Bijlage: Bestuurlijke context 45
% 5
%
Met het rapport Amsterdam Circulair zijn de circulaire kansen voor Metropoolregio Het raamwerk, bestaande uit drie actielijnen is samen met kennisinstellingen en partners
Amsterdam (MRA) kwantitatief inzichtelijk gemaakt, en is aangetoond dat een Circulair bepaald. Binnen dit raamwerk wordt aangetoond hoe vanuit verschillende
Amsterdam nieuwe bedrijvigheid creëert, een positieve economische impact heeft en _innovatietrajecten wordt samengewerkt aan een Circulair Amsterdam:
actief bijdraagt aan een duurzame en leefbare samenleving. De strategie van dit
innovatieprogramma is in lijn met de adviezen vit de marktconsultatie n.a.v. het rapport _ %- Amsterdam als circulaire living lab: versneld inzicht opdoen en kenniscirculatie in
‘Amsterdam Circulair’: samen leren en versnellen door te doen. een lerende economie. (Technologische) innovaties worden getest in de fysieke
stad.
Het Circulair Innovatieprogramma 2016-2018 geeft inzicht in de belangrijkste innovaties
en ontwikkelingen op het gebied van circulariteit en de manier waarop Amsterdam _ 2 Amsterdam als een circulair ecosysteem: bewijskracht door industriële symbiose
daarop anticipeert. Dit betekent dat het innovatieprogramma geen visie- en en afval als grondstof terug in de materialencyclus. Bedrijven, partners en gemeente
beleidsdocument is. Het circulair innovatieprogramma is de gezamenlijke inzet van werken samen in innovatieprojecten en passen nieuwe circulaire verdienmodellen
kennisinstellingen, bedrijven en gemeente Amsterdam waarmee we innovatie, toe.
onderzoek en circulaire bedrijvigheid versterken, versnellen en met elkaar verbinden om 3. Amsterdam als circulaire stad: implementatie, opschaling en innovatie middels
eigen gemeentelijk instrumentarium om te komen tot een circulaire slimme
1 Inzicht te verkrijgen in (technologische) ontwikkelingen en innovaties op het gemeente en opschaling middels beleid.
gebied van circulariteit en de betekenis hiervan voor de stad. Het Circulair Innovatieprogramma is er op gericht om resultaten en inzichten te behalen
2. Innovaties in de stad te stimuleren en te versnellen waarbij private en publieke door met partners en kennisinstellingen te anticiperen op toekomstige ontwikkelingen.
partijen nieuwe verdienmodellen ontwikkelen en toetsen. Dit innovatieprogramma werkt daarom met jaarlijkse feedback loops om die inzichten die
in de stad worden opgedaan (samen met partners vit dit programma) te evalveren en
3. Slimmer te worden als gemeentelijke organisatie door ontwikkeling te meer zicht te krijgen op de impact van deze ontwikkelingen voor de circulaire transitie in
monitoren, meten en als launching customer op te treden. Amsterdam.
De focus ligt op de waardenketens bouw en organische reststromen, circulaire energie, Dit betekent dat dit innovatieprogramma geen allesomvattende circulaire toekomstvisie
het stimuleren van industriële symbiose en nieuwe verdienmodellen. Deze focus wordt bevat. De verwachting is dat innovaties in de circulaire economie zich komende jaren snel
breed gedragen door de markt en sluit aan bij belangrijkste opgaven in de stad. gaan opvolgen en we met elkaar nog aan het begin van de transitie staan. Door als
overheid slim te sturen, de markt vit te dagen en zoveel mogelijk transparantie te bieden
Opgaven die ook MRA breed worden opgepakt met inzet op circulariteit vanuit worden zowel de eigen organisatie als bedrijvigheid in de omgeving gestimuleerd
verschillende programma's van bedrijven en partners. Bijvoorbeeld Amsterdamse _ circulair te gaan werken.
kennisinstellingen, de Amsterdam Economic Board, Amsterdam Smart City, private
partijen en verschillende organisatieonderdelen binnen Gemeente Amsterdam. Het is Gezien de snelheid van de ontwikkelingen is het niet ondenkbaar dat de gemeente
bijzonder dat binnen dit circulaire innovatieprogramma zoveel partijen in de stad Amsterdam haar circulaire strategie in 2018 vernieuwt en uitbreidt. Ervaringen vit de stad
meedoen en samen willen werken. en inzichten voortkomend uit het voorliggende innovatieprogramma zullen daar aan
bijdragen.
% 6
x%
In deze tabel staan de maatregelen vit het circulaire innovatieprogramma op een rij.
De derde kolom toont voorbeelden van projecten, pilots en onderzoeken die
©, P B O | IW De RO G RAM MA illustreren hoe binnen de gekozen innovatietrajecten met (de koplopers in de stad)
en aan de circulaire transitie werkt. De projecten in de tabel zijn dynamisch en zullen
jaarlijks worden geëvalveerd en aangevuld, om zo regelmatig bij te kunnen sturen en
SAM FE NVATTE N D FE TAB FE | de juiste koers te kunnen bepalen.
Programmalijn Innovatietraject 2016-2018 Voorbeeld project 2016
1.1 Onderzoek op circulair * _ Circular City onderzoeksprogramma AMS
* Urban Technology onderzoeksprogramma HvA
* Energie onderzoekslijn HvA en AMS
1.2 Stedelijk metabolisme in kaart brengen *_ PUMA (Prospecting the Urban Mines of Amsterdam
* _Circular Dataplatform
1.3 Kennis toepassen * Amsterdam Circular Challenge — PET afval in Zuid-Oost
* __3D printen met lokale restproducten
* _ AMS Stimulus Call - circulaire projecten
* _ Urban Factory HvA
2.1. Bouwketenvorming * _ Circulair Buiksloterham
* Circulaire bouwlogistiek
* Weg als materiaaldepot
2.2 Organische ketenvorming * _ Power to protein
* _Grondstoffenstation nieuwe sanitatie Buiksloterham
* Waste to aromatics
2. Amsterdam als * _Re-organise organische restromen
circulair ecosysteem 2.3 Circulaire energie toepassing *_ Slimme netten en opslag energie in bestaande stad
* _ Programma schaalsprong duurzame energie Haven
* Urban Energy Innovationlab
* _SEEVaCity (Smart, clean Energy and Electric Vehicles for the City)
2.4 Industriële symbiose en verdienmodellen *_ Grondstoffen agenda MRA
* _Bioparken ‘smart linking’ in het Havengebied
* Ecosysteem ondernemerschap in de MRA
* _ Amsterdam Zuidoost circulair door logistiek slim samenwerken
3. Amsterdam als 3.2 Circulariteit meten en optimaliseren met beleid *_Circular research collaboration — kennistafel
8 Î * Hoe organiseer je de circulaire stad; vernieuwing in (water)governance
circulaire stad + _ Monitoring Circulair Innovatieprogramma en vervolgstrategie
3.3 Circulair onderzoek en projecten delen *_ Amsterdam Smart City platform — Circular City
* _GSC3
3 7
x%
%
Dit innovatieprogramma moet zorgen voor slimme circulaire (keten)systemen voor
Amsterdam, waarbij afval scheiden een belangrijk middel is, maar waar geen
specifieke maatregelen voor worden genomen, omdat Uitvoeringsplan Afval hier
reeds in voorziet.
Doelen specifiek voor dit Innovatieprogramma:
u : : :
1. Inzicht verkrijgen in (technologische) ontwikkelingen en innovaties op het gebied Sti Mu | eren van In novati e,
van circulariteit en de betekenis hiervan voor de stad door samenwerking met
kennisinstellingen en marktpartijen. ,
2. Innovaties in de stad stimuleren en versnellen waarbij private en publieke onderzoek en circulaire
partijen nieuwe verdienmodellen ontwikkelen en toetsen.
en . : u
3. _ Slimmer worden als gemeentelijke organisatie door ontwikkeling te monitoren, bed FIJVI q h el d In Am ste rd am
te meten en als launching customer op te treden.
Het Circulair Innovatieprogramma is ontwikkeld in samenwerking met de
Amsterdamse kennisinstellingen, de Amsterdam Economic Board, Amsterdam Smart
City, de private partners in projecten en verschillende organisatieonderdelen binnen
de gemeente Amsterdam. De gemeente staat open voor en zoekt actief nieuwe
samenwerking met publieke en private partners op.
x% 8
2016 2018 2020 2022
1
1
\ snelle technologische
Agenda Duurzaamheid 'e, veranderingen
1 *
1 *.
1 *
Uitvoeringsplan Afval elsene
ee, “
1 * *
Bestuurlijke reactie Vervolg strategie Circulair Amsterdam klimaatverandering
e Markt- ' 5
Quickscan consultatie wanner") a
Circulair Se e nn
: verstedelijking
Circulair onderzoeksprogramma AMS
1 * *
… Rl
en
1
1
1
1
1
1
Tijdlijn ontwikkeling Circulaire aanpak === inzichten lering zijn input mes trend en ontwikkeling
Dit innovatieprogramma is er op gericht om samen met partners en _ en blijft met kennis en marktpartijen in gesprek om innovatie en ontwikkelingen te
kennisinstellingen resultaten te behalen binnen de huidige collegeperiode. Dit volgen en waar mogelijk te faciliteren, verbinden en te versnellen met beleid,
programma is net zoals de gemeentelijke inzet die benoemd wordt in de projecten, pilots en onderzoek. Gezien de snelheid van de ontwikkelingen is het
bestuurlijke reactie op het rapport Amsterdam Circulair niet uitputtend in zijn niet ondenkbaar dat de gemeente Amsterdam haar circulaire strategie in 2018
overzicht van circulaire projecten en niet kan worden beschouwd als een evalveert en vervolgens het bestuur adviseert over de inzet en geschikte
dynamische agenda. Amsterdam laat zien waar het de kansen voor innovatie benut _ vervolgstrategie voor 2018 en verder.
% 9
Ecologie en economie liggen in elkaars verlengde en komen in
de circulaire economie samen. Het doel van de circulaire
economie is om zo veel mogelijk waarde van grondstoffen te niet gebruiken
behouden en zo min mogelijk afval te creëren door pe
grondstoffen blijvend in te zetten — of niet te gebruiken. Door je) dematerialiseren
circulair te gaan ondernemen worden sectoren die van primaire 5 5
rondstoffen afhankelijk zijn, toekomstbestendig gemaakt en 2 a
9 J< An, nendesrendig gemee el onderhoud 5 al 2
ontstaan er nieuwe economische activiteiten. Dit geeft nieuwe & È D 2
kansen en inzichten tot het ontwikkelen van nieuwe ni 0 Dn Dn 5
reparatie 5 T =O a
verdienmodellen door bedrijven: nieuwe markten, meer Z 5 zee
samenwerking en minder grondstoffenverbruik. ® 5 G el
herbestemmen ® o 3 à Ee
Dit werkt door in behoud van werkgelegenheid en de creatie > 5 3 Dv ù &,
van banen in nieuwe circulaire activiteiten, zoals onderhoud, D h bruiken & h del 8 n 5e e
reparatie, revisie en hergebruik. Dit vergroot (internationale) oa ErgeDruiken erverdelen Ss 5 d 5
kansen van Amsterdamse bedrijven en maakt de stad 5 7 da PS s
toekomstbestendig. Tc opknappen a D
A oa PD TD
® a
Deze ecologische en economische verbinding dient als herfabriceren (upgraden) oe
onderlegger voor de gekozen innovatietrajecten van het isch isch S
innovatieprogramma. De innovatietrajecten dragen door inzet ANOTSANISC ORSNSE va
van innovatie bij aan het versterken van initiatieven, projecten ___upeyclen __cascaderen 5
en ontwikkelingen met zowel ecologische als economische zl
men | reeden composteren _$
©
En
Er zijn vele vormen waarop innovatie bedreven wordt. In de n energie valoriseren 2.
wereld zijn een aantal hoofdontwikkelingen te benoemen. Voor 9 s herwinnen veren een 5
zover mogelijk, worden voor de circulaire economie relevante E - n
ontwikkelingen op de volgende pagina benoemd. 5 storten voedingstoffen
Circulaire Ladder: Aan de linkerkant zien we de bekende EU-afvalhiërarchie van voorkomen, hergebruiken, recyclen en weggooien.
Aan de rechterkant, zijn zes circulaire business modellen (of strategieën) beschreven die circulaire activiteiten ín gang zetten. Bron:
www.govsgocircular.com, februari 2015
X 10
x%
%
Information of Everything : van inschatting naar informatie naar zicht op stedelijk apparaten signaleren of en wanneer ze precies toe zijn aan onderhoud, herstel of
metabolisme in stad en slim grondstoffengebruik. De grote hoeveelheid waardevolle vervanging.
data zal uitstekend bruikbaar zijn om de implementatie van de circulaire economie een
boost te geven. Grote hoeveelheden feedback-data stellen productontwerpers ook in staat om beter
recyclebare — producten te ontwerpen. Producten die bovendien mogelijk minder
In 2020 zijn er volgens Gartner* 21 miljard devices die data genereren over allerlei complex zijn en (dus) minder materiaal vergen, omdat er beter inzicht is hoe ze door
dingen. Dat levert een heleboel data op, maar de uitdaging zit hem in het vinden van consumenten worden gebruikt.
inzichten binnen die data. De organisaties die dat zo snel mogelijk voor elkaar krijgen,
zullen uiteindelijk als winnaars uit de strijd komen. De opkomst van Internet of Things zal Het loT maakt het tevens mogelijk dat producenten een soort ‘tracking and tracing’
vooral nuttig zijn voor inwoners van stedelijke gebieden — naar verwachting zo’n 60% van Systemen opzetten. Denk bijvoorbeeld aan sensoren die het mogelijk maken om te
de wereldbevolking rond 2030. Op veel verschillende terreinen kan het slim gebruiken _ traceren waar waardevolle materialen zich bevinden in de ‘urban mine’. Dat zov, zo
van ‘big data’ - want dat is wat het koppelen van een oneindige hoeveelheid apparaten stellen de auteurs, kunnen leiden tot een nieuwe industrie van reverse logistics en een
aan het internet uiteindelijk oplevert - leiden tot een versnelling c.q. versterking van de _ enorme impuls kunnen geven aan efficiënte materiaalscheiding.
circulaire transitie. Soortgelijke ontwikkelingen zien ze in het afvalbeheer, waar data-analyse niet alleen
Zo zal in een smart city vol met verbonden apparaten de mobiliteit op de schop gaan. _routeoptimalisatie bij het inzamelen mogelijk maakt, maar ook het opnieuw
Diverse vormen van openbaar vervoer zijn beter op elkaar afgestemd, per saldo zullen introduceren van gerecycleerde materialen in het economisch circuit.
minder auto’s nodig zijn en deelauto’s kunnen eenvoudig worden gevonden en
ontsloten. Auto's staan nu gemiddeld 92% van de tijd geparkeerd en vervoeren niet
meer dan 1,5 persoon per rit. Om te beginnen is daar de energiesector. In de toekomst
zal veel meer informatie beschikbaar komen over waar, wanneer en hoeveel energie
precies gevraagd wordt. Dat maakt het mogelijk zeer fijnmazige energienetwerken te
ontwikkelen die gevoed worden door lokaal opgewekte duurzame energiebronnen.
loT zal naar verwachting uiteindelijk leiden tot een meer efficiënte omgang met
energie — denk aan de straatlantaarn die enkel brandt als er een auto op de weg rijdt of
de kantoorverlichting die pas aanspringt als de mobiele telefoon van de medewerker
wordt gesignaleerd.
loT zal het mogelijk maken om prestatiecontracten _en _ preventieve
onderhoudscontracten veel vaker en breder toe te passen. Niks nieuws, maar nu nog
vaak voorbehouden aan dure specialistische apparatuur. Straks kunnen alle intelligente 1 Bron: Gartner (November 2015)
X 11
x%
%
Stofwisselsystemen en - technieken — Productie van chemicaliën, brandstoffen evolutionaire engineering is het nv mogelijk om biologische systemen toe te
en materialen uit hernieuwbare bronnen, biobased en weg van fossiel. passen voor het ontwikkelen van chemische stoffen die moeilijk te produceren zijn
met de huidige middelen, en dus in de lineaire economie duur zijn.
Als we de oorsprong van de producten die we dagelijks kopen en gebruiken traceren
(zoals kunststoffen, cosmetica en brandstoffen), zien we dat de overgrote De omvang van stoffen die kunnen worden gemaakt met behulp van ‘metabolic
meerderheid is gemaakt uit stoffen dat uit de diepe ondergrond afkomstig zijn, en engineering’ neemt elk jaar toe. Deze techniek kan waarschijnlijk niet alle
voor een groot deel afkomstig vit en/of aangedreven zijn door fossiele brandstoffen. producten uit de huidige petrochemische repliceren, wel is kansrijk om in te zetten
op ontwikkeling van nieuwe chemicaliën die nooit betaalbaar zullen zijn met
De toenemende bezorgdheid over beperkte fossiele hulpbronnen en de daarmee fossiele brandstoffen. In het bijzonder gaat het hier om complexe organische
samenhangende milieuproblemen stimuleren de ontwikkeling van duurzame verbindingen die momenteel erg duur zijn omdat ze moeten worden geëxtraheerd
processen voor de productie van chemicaliën, brandstoffen en materialen uit uit planten of dieren die hen slechts in kleine hoeveelheden produceren.
hernieuwbare bronnen. Het zou veel beter voor het klimaat en mogelijk ook beter
voor de wereldeconomie zijn, om de chemische grondstoffen die nu in de industrie In tegenstelling tot producten uit fossiele brandstoffen, zijn stoffen die gemaakt
worden toegepast in de toekomst te kunnen maken van levende organismen in _ zijn van microben voor onbepaalde tijd hernieuwbaar en stoten relatief weinig
plaats vanuit olie, gas en kolen. Landbouwproducten worden op deze manier al broeikasgas af. Sterker nog, sommige zouden zelfs kooldioxide of methaan kunnen
gebruikt. Ook dragen we katoenen kleding en bouwen we houten huizen. Planten absorberen terwijl ze verwerkt zijn in producten.
zijn niet de enige ingrediëntenbron.
Microben (micro-organismen zo klein dat ze niet met het blote oog te zien zijn) bieden
misschien nog wel meer potentieel op de lange termijn, om goedkope materialen te
maken met een grote verscheidenheid aan eigenschappen. In plaats van het delven
van grondstoffen zoals in de huidige lineaire economie, kunnen we in plaats daarvan
ze zelf “brouwen” in grote bioreactoren gevuld met levende micro-organismen.
Om biobased productie echt toe te laten nemen, moet het kunnen concurreren met
de huidige wijze van productie op zowel de prijs als prestaties. Dit doel lijkt nu
binnen handbereik, dankzij de vooruitgang in het ‘metabolic engineering’ systeem,
een discipline die de biochemie van microben optimaliseert, zodat meer van hun
energie en middelen te benutten zijn in het synthetiseren van bruikbare chemische
producten.
Met de recente ontwikkelingen in de synthetische biologie, systeembiologie, en
X 12
x%
x%
Nieuwe materialen, modellen en technieken circulaire economie is de voorzorg: recycleerbaarheid zou vanaf de ontwikkelingsfase
van materialen als criterium eis meegenomen moeten worden. Ook is het van belang om
Schaarste van grondstoffen heeft onderzoek naar nieuwe materialen een flinke impuls _ recycleerbaarheid niet alleen op materiaalniveau, maar ook op component- of
gegeven. Door innovatie en techniek komen er nieuwe materialen beschikbaar. Hout, __productniveau te bekijken.
natuurlijke vezels, papier, karton; het zijn materialen die al eeuwenlang gebruikt worden
maar toch is het mogelijk door nieuwe technologieën het grondstof- en energieverbruik In businessmodellen is de vraag: Wat als het product zijn diensten heeft bewezen?
in deze sector terug te dringen. Alternatieve grondstoffen maar ook volledig nieuwe _Ontwerpstrategieën houden hier vaak onvoldoende rekening mee. Gelukkig pakken
toepassingen zijn denkbaar. steeds meer strategieën dit tekort aan. Duurzaam ontwerpen voor een circulaire
economie is geen exacte wetenschap, maar er bestaan genoeg strategieën: product-
Bioplastics zijn kunststoffen op basis van natuurlijke materialen zoals zetmeel, cellulose, _ dienst, cradle-to-cradle, recycling, design for disassembly, biomimicry. Allemaal kunnen
melkzuur of eiwitten. Deze materialen zijn composteerbaar en soms ook bioafbreekbaar. ze nuttig zijn, afhankelijk van de context waarin ze gebruikt worden.
Wereldwijd zijn er ontwikkelingen op het gebied van bioplastics. Bestaande plastics
kunnen (deels) worden gemaakt uit hernieuwbare materialen, maar ook volledig nieuwe Nieuwe productiemethoden (bijv. 3D-printing) beginnen steeds meer voet aan de
plastics op basis van hernieuwbare grondstoffen worden op steeds grotere schaal grond te krijgen. De techniek maakt het mogelijk om materiaalefficiënt producten te
geproduceerd. Waren de productievolumes tien jaar geleden nog klein, momenteel maken en lokale kringlopen ermee te ondersteunen. Zo print Tesla motoronderdelen en
vormen ze een substantieel deel van de markt en dit zal zich verder uitbreiden. doet SpaceX hetzelfde met raketonderdelen. Voorspeld wordt dat materialen snel beter
zullen worden en dat we ook nieuwe materialen gaan zien. Bijvoorbeeld biologisch
Biomimetica (ook Biomimicry of Bionica) is het onderzoek naar biologische methoden materiaal en het printen van voedsel. 3D-printen zal traditionele productiemethoden in
en systemen uit de natuur en de technologische toepassing daarvan. De diversiteit van ge maakindustrie niet vervangen. Maar er zijn wel veel vaste kosten die wegvallen.
de natuur geeft de diversiteit van de bionische methoden, systemen en mogelijke Bedrijven hoeven niet langer vooraf reserveonderdelen te produceren. Die print je
toepassingen weer. De ideeën uit de natuur kunnen gebruikt worden voor o.a. gewoon wanneer het nodig is. Snelle beschikbaarheid van reserveonderdelen leidt tot
materialen, constructies, ICT en ontwerpoptimalisatie. levensduurverlenging van apparaten en andere producten. Daar ligt de link met de
“Self healing materials” zijn materialen die zelfhelende eigenschappen bezitten. circulaire economie,
Krassen, scheuren of beschadigingen verdwijnen. Dit geldt voor een aantal materialen
zoals plastics en composieten, asfalt en beton, coatings, metalen en keramiek en
materialen voor micro-electronica, energieopwekking en energieopslag zoals
zonnecellen en batterijen. Zelfherstellende materialen zijn het stadium van science
fiction al ver ontstegen. Sterker nog: Nederland speelt een voortrekkersrol bij de
ontwikkeling van deze materialen.
Toch is voor zelfhelende materialen en ook voor nanomaterialen recycleerbaarheid (ook
een essentieel kenmerk van circulaire economie) vaak nog onontgonnen terrein en zeker
niet eenvoudig op te lossen. Een eerste principe voor innovatieve technologieën in een
%
Het gebruik van grondstoffen kan niet los worden gezien van de energietransitie!. energie, bijvoorbeeld de energie die is opgewekt door zonnepanelen op je woning. Ook
Het energiegebruik gerelateerd aan grondstoffen maakt een significant onderdeel wordt steeds meer innovatie ingezet in transitie van ga naar duurzaam opgewekte
uit van de energiehuishouding en daarmee heeft ‘Circulaire Economie’ een groot gebruik van elektriciteit, in alle mogelijke sectoren. Dit is van grote invloed: voor de
potentieel voor de energietransitie en vraagt om versnelde transitie naar een CO2- _ industrie zouden enorme investeringen en veranderingen in industriële processen nodig
arme energievoorziening met een aantal radicale aanpassingen in ons zijn. Daarbij wordt onderzoek gedaan naar opslag en de technische uitdagingen om
energiesysteem. elektriciteit om te zetten in gas of vloeistoffen, zodat de vrijgekomen energie bruikbaar
wordt voor industriële toepassingen.
De ontwikkelingen in de duurzame energie gaan erg snel: de huidige capaciteit voor
zonne-energie is inmiddels liefst vijf keer groter dan wat in 2006 werd voorspeld. Het aanpakken en oplossen van deze uitdagingen middels innovatie is essentieel voor
Hoewel deze stijging indrukwekkend is, staan we nog maar aan het begin van de echte een echte circulaire en dus ook energietransitie in de komende decennia. Amsterdam
uitdagingen voor de energietransitie. Elektriciteit behelst wereldwijd maar 18% van het zou hierin met de kennisinstellingen en bedrijven een voortrekkersrol in kunnen spelen
totale energieverbruik. We gebruiken immers ook gas, olie en kolen voor transport, door zich aan te bieden als proeftuin voor slimme energiesystemen.
verwarming en industrie.
De verwachting is dat de capaciteit voor zonnestroom razendsnel blijft stijgen en dat de
kosten daarvan de komende vijf jaar met nog eens 40% zullen dalen. De groei van
zonne-energie kan in veel landen nog ingepast worden in het huidige energiesysteem,
maar in Europa worden de grenzen op sommige plaatsen al bereikt: het systeem is niet
ingericht op grote hoeveelheden hernieuwbare elektriciteit. Er liggen mogelijkheden
om gebruik van energie te verminderen en om restwarmte, afval en bijproducten van
industriële processen slimmer te benutten. Om na 2030 door te kunnen groeien naar
een duurzame, en kosten-efficiënte energiemix met een hoger aandeel duurzame
energie, doen bedrijven kennisinstellingen versneld onderzoek naar een aantal radicale
aanpassingen in het energiesysteem.
Zo wordt het met opslag mogelijk om overschotten aan hernieuwbare stroom in te
zetten op momenten dat daar behoefte aan is. De kosten van seizoensopslag moeten
met een factor tien omlaag om rendabel te worden in het huidige systeem.
Ook wordt volop onderzoek gedaan op energie-infrastructuur. Overschotten op de ene
plek kunnen niet doorstromen naar plaatsen waar wél vraag is, tenzij energienetwerken
in en tussen gebieden beter verbonden zijn. De uitdaging van niet gelijkwaardige
productie, opslag, transport en infra wordt straks nog groter naarmate we meer zonne- ‚ On ‚
. . . 1 ECN (Augustus, 2015), zie ook animatie Circular economy related to sustainable
en windenergie gebruiken. eneroy
Onze netwerken krijgen steeds vaker te maken met aan het netwerk terug geleverde FD Outlook Grele voor de energiesector (2025)
% “
%
Einde van bezit — Nieuwe concepten in het economisch verkeer waarbij niet langer gebruikt tapijt terugnemen (Desso), verhuur van vliegtuigmotoren per draaivur (Rolls
het bezit van producten belangrijk is, maar toegang hebben tot een bepaalde dienst Royyce), Spotify, wasmachine leasen, etc. Traditioneel zijn het vooral intermediairs,
of service wanneer de gebruiker het nodig heeft. zoals leasebedrijven, die dit systeem toepassen. Maar steeds meer bedrijven maken van
dit soort modellen gebruik. Het kan tot een grotere markt leiden, aangezien huur- of
Voor wat betreft de circulaire economie kan dit goed zijn, als dit leidt tot (1) langere _|easekosten lager zijn dan de aanschafkosten.
levensduur, (2) hergebruik en (3) minder afval voor producten.
Ook kunnen dit soort concepten voor bedrijven aantrekkelijker worden als de
We staan op de grens van een gedragsverandering. Het productiemodel waarin mensen demontage en het hergebruik van producten goed is ingeregeld, waardoor de
werken om dingen te kunnen kopen loopt op zijn eind. We hoeven niet te bezitten, we restwaarde na economisch gebruik hoog blijft, en dus de afschrijving relatief laag.
willen toegang hebben en gebruiken. Wel de lusten, niet de lasten: ‘Don't own, enjoy or Alternatieven zijn hier genoeg te bedenken. Beddenfabrikanten die slaapdiensten
share!' Dit heeft impact op de manier waarop producten worden gemaakt, op innovatie, verkopen in plaats van bedden, wasmachinefabrikanten zouden in plaats van
op de economische groei. wasmachines ‘wasdiensten’ met haal- en brengservice kunnen verkopen. Zo’n
Optimaliseren van het gebruik van bestaande producten is een ontwikkeling waarbij het verschuiving naar het verkopen van een dienst heeft wel gevolgen voor de financiering
. . ee: … ; (meer goederen op de balans), maar ook voor de arbeidsintensiteit (vaak meer werk door
niet alleen gaat om gebruik, maar ook om realisatie van bijbehorende verdienmodellen. meer dienstverlening)
De deeleconomie trekt de laatste jaren veel aandacht. Dit komt enerzijds door de '
talrijke bedrijven die ‘sharing’ als business hebben. Het maakt echter nogal wat uit wat De waarde creatie door circulaire grondstoffen betekent in de praktijk minder gebruik
die bedrijven precies doen, en of er wel sprake is van ‘delen’. Over het algemeen leiden al van grondstoffen en minder productie van goederen. Dit leidt tot minder toegevoegde
deze modellen wel tot een betere benutting van bestaande goederen, ofwel tot waarde voor wat betreft BBP-groei. Het verlengen van het gebruik en de levensduur
‘vloeibare markten. Deeleconomie is volgens de definitie van Menken en Franken (2014): _ levert op zichzelf niets extra’s op in de economische kringloop . Alles wat binnen de
“Het fenomeen dat consumenten elkaar gebruik laten maken van hun onderbenutte _ sector huishoudens blijft, en niet op de markt wordt afgerekend, is niet relevant voor de
consumptiegoederen, eventveel tegen betaling”. Dus het verhuren van je eigen auto, _macro-economische kringloop!. Wel gaat het aantal geproduceerde goederen (wat
fiets of kettingzaag, het uitlenen van je tuinstoelen en grote BBQ voor een familiefeest. economische groei is) waarschijnlijk omlaag. Maar daartegenover staan bijvoorbeeld
Het uitlenen van spullen die je anders op dat moment niet nodig had. Drie elementen weer reparatiediensten.
hangen aan deze definitie. Ten eerste gaat het om consumenten onderling (C2C). Ten
tweede gaat het om een tijdelijke overgang van eigendom (dus geen verkoop) en ten Een groot deel van de nieuwe ‘waarde’ is maatschappelijke waarde: beter gebruik van
derde gaat het om onbenutte goederen en niet om diensten. . grondstoffen, betere benutting van geproduceerde goederen en hergebruik van
grondstoffen en producten en productonderdelen. Economisch relevant, en vanuit
Vaak wordt ook het huren of leasen van een bedrijf in plaats van kopen ‘deeleconomie! _ velzijnsperspectief helemaal, maar niet gemeten als groei van het Bruto Binnenlands
genoemd, maar dit is en blijft een transactie tussen een bedrijf en een consument (b2c). product. De waarde van minder gebruik van grondstoffen komt momenteel dus niet
De transactie bestaat dan uit een verhuur- of leasedienst, terwijl het bedrijf het bezit terug in de berekening van economische groei. Hier zal meer onderzoek naar moeten
houdt. Dus het verschil zit hem in een verschuiving van goederen naar diensten. In worden gedaan om tot geschiktere indicatoren te komen.
praktijk betekent dit dat in plaats van goederen te verkopen, het bedrijf eigenaar van het
product blijft. Het wordt ter beschikking gesteld aan een of meer gebruikers, of door een *Rabobank (Juli, 2015)
leasecontract, of door een huurprijs per gebruik. Alternatieven zijn hier te bedenken:
% 15
x
x
INNOVATIE & LEREN DOOR TE DOEN
Metabolic engineering
Ontwerptechnologie
Kennis en onderzoek Valorisatie & exploitatie Implementatie & opschaling
% 16
x%
x
2 KOERS CIRCULAIR INNOVATIEPROGRAMMA :
o ONTWIKKELINGEN IN DE MARKT VERSNELLEN
v INTERVENTIES INNOVATIEPROGRAMMA n.a.v. marktconsultatie
Ö
5 7 2
5
Z INFORMEREN EN VERBINDEN INNOVATIE DE RUIMTE BIEDEN
Z 3 Là:
í CE ® & À =
pe INZICHT DATA SLIMME AFSPRAKEN SAMEN- __ INNOVATIEPROJECT .
9 VERGROTEN INFO DELEN REGELS MET DE STAD WERKEN ONDERSTEUNEN AANBESTEDEN MONITOREN
= & BIJSTUREN
4 OO nn 4
x
o
a
E KENNIS & BEWIJSKRACHT & IMPLEMENTATIE &
5 ONDERZOEK VALORISATIE OPSCHALING
2
be 1. AMSTERDAM 2. AMSTERDAM 3. AMSTERDAM
Ë ALS CIRCULAIRE ALS CIRCULAIR ALS CIRCULAIRE
7 LIVING LAB ECOSYSTEEM STAD
a
% 17
x%
x%
s rdam Irculair
2. Amsterdam als circulair ecosyteem
IVING la 7 an 7
Bewijskracht en valorisatie door industriële symbiose
Versneld inzicht opdoen en en afval als grondstof terug in de materialencyclus:
kenniscirculatie in een lerende
economie:
- Versnelde praktijkervaring is verkregen door publieke en private
partijen.
Na Ae LELAAadelSL - In de bestaande stad is aangetoond dat gebouwen en assets ingezet
zichtbaar en toegankelijk voor iedereen in de stad. kunnen worden als de grondstofbanken of energiecentrales voor de stad.
- De informatie- en de netwerksamenleving heeft - Organische reststromen worden ingezet als bouwstenen voor de
het denken en werken in waardeketens mogelijk chemie, zoals voor de productie van bioplastic. De hoogwaardigere
gemaakt. verwerking draagt bij aan de additionele waarde creatie binnen de keten.
Ae AL SHL CLA iel CLA aich - Bedrijven hebben industriële ecosystemen gevormd door het
eee LEE LCN Cels Re lele uitwisselen van reststromen. Afval van de een wordt door de ander
van de stad slim (leren) omgaan met water, ingezet als grondstof. Waardoor de circulaire economie is bevorderd.
energie en grondstoffen.
X 18
x%
x%
De ambities van een circulair Amsterdam zijn in grote lijnen vertaald met
behulp van het “horizonten” schema: wat voor stad willen we zijn (lange
termijn visie & implementatie), wat betekent dat voor de resultaten op
korte termijn (bewijskracht en versnelling), waar gaan we vandaag{/morgen doel
mee beginnen (waar zit de energie)?
Deze horizonten aanpakis vertaald in 3 programmalijnen: @
1. Amsterdam als circulaire living lab
: : <&
2. Amsterdam als circulair ecosysteem AN
3. Amsterdam als circulaire stad &
©
Elk programmalijn kent 3-4 innovatietrajecten voor 2016-2018, met een 0%
aantal voorbeeldprojecten. Hiermee beschrijft de gemeente de kaders S
waarbinnen samen met kennisinstellingen en (markt)partijen de komende
jaren door middel van verschillende projecten, onderzoeken en pilots de
circulaire economie kleur wordt geven. Door zelf het goede voorbeeld te o
geven en met de Amsterdamse koplopers bewijskracht en praktijkervaring Resultaat, inzicht &
op te doen, worden op korte termijn nieuwe inzichten verkregen om DD, versnelling in 2 jaar
vervolgens:
* _Eventvele belemmeringen weg te kunnen nemen; O
* De circulaire koplopers groep te helpen vergroten;
* _ Opschaling en kopieerbaarheid te stimuleren; Welke projecten staan al
in de startblokken / gestart?
Vanaf pagina 19 pakken we één innovatietraject met zijn OQ
voorbeeldprojecten en laten we zien wat het beoogde resultaat is tot 2018. tijd
2015 2016 2018 2025
% 19
x
%
Technische innovatie Proces innovatie | Systeem innovatie |
Ë 1. Circulaire living labs 2. Circulair ecosysteem 3. Circulaire stad
8 - versneld kennis en inzicht opdoen - - bewijskracht en vitvoering - implementatie en opschaling middels
gemeentelijk beleid -
1. Circulair onderzoek ad 1. Launching customer
8 2. Inzicht stedelijk 2. Monitoring en
8 metabolisme sturing
3. Kennistoepassing 3. Inzichten delen
Trekker: Kennisinstellingen zoals AMS Trekker: Veelvoud aan bedrijven en Trekker: Gemeentelijke organisatie
5 en HvA ook met Amsterdam Smart City partners
Ge
Rol gemeente : informeren en verbinden Rol gemeente : Innovatie de ruimte Rol ermee en
% 20
x%
x%
Programmalijn Innovatietraject 2016-2018 Voorbeeld project 2016
SISI living lab 1.3 Kennis toepassen * _ Amsterdam Circular Challenge — PET afval in Zuid-Oost
* __3D printen met lokale restproducten
* _ AMS Stimulus Call - circulaire projecten
e__Urban Factory HvA
2.1. Bouwketenvorming * _ Circulair Buiksloterham
* _ Circulaire bouwlogistiek
* Weg als materiaaldepot
2.2 Organische ketenvorming * Power to protein
* _Grondstoffenstation nieuwe sanitatie Buiksloterham
A terd I * Waste to aromatics
2. Amsterdam als * _Re-organise organische restromen
circulair ecosysteem 2.3 Circulaire energietoepassing *_ Slimme netten en opslag energie in bestaande stad
* _ Programma schaalsprong duurzame energie Haven
* _ Urban Energy Innovationlab
* _SEEV4City (Smart, clean Energy and Electric Vehicles for the City)
2.4 Industriële symbiose en verdienmodellen * _ Grondstoffen agenda MRA
* _ Bioparken ‘smart linking’ in het Havengebied
* Ecosysteem ondernemerschap in de MRA
* Amsterdam Zuidoost circulair door logistiek slim samenwerken
3.1 Optreden als launching customer * Startup in Residence — circulaire uitdagingen
* _Hemel(s)water
3. Amsterdam als 3.2 Circulariteit meten en optimaliseren met beleid *_ Circular research collaboration — kennistafel
: . * Hoe organiseer je de circulaire stad; vernieuwing in (water)governance
circulaire stad *__ Monitoring Circulair Innovatieprogramma en vervolgstrategie
3-3 Circulair onderzoek en projecten delen *_ Amsterdam Smart City platform — Circular City
*__GSC
X 21
x%
%
1. AMSTERDAM ALS CIRCULAIRE LIVING LAB
1-1 ONDERZOEK OP CIRCULAIR
Toelichting Toelichting
Urban Technology draagt met toegepast en vraaggestuurd onderzoek bij aan de
Amsterdam Institute for Advanced Metropolitan Solutions (AMS) werkt met inzet van techniek voor een leefbare, duurzame en competitieve stad. Het onderzoek
eigen onderzoeksprogramma's mee aan het onderzoeken, ontwerpen en kenmerkt zich door een ontwerpgerichte aanpak en resulteert in concrete
realiseren van innovatieve producten en oplossingen met als doel de circulaire oplossingen die implementeerbaar en opschaalbaar zijn. Het onderzoek richt zich op
economie een concrete vorm te geven. Dit door bijvoorbeeld toepasbaar maken de belangrijke opgaven voor de stad en is opgedeeld in vier herkenbare challenges:
van nieuwe of gerecyclede materialen en het creëren van nieuwe producten of Mobiliteit, Energie, Circulaire Stad en Gebouwde Stad.
stedelijke innovaties bevorderen door wetenschappelijk en toegepast Circulaire Stad wil bijdragen aan de transitie van Amsterdam naar een circulaire stad,
onderzoek te doen in de vorm van Living-Labs (zoals bijvoorbeeld onderzoek met een focus op hoogwaardig hergebruik van materialen en producten, lokale
rondom FabCity in 2016). De focus ligt op het in kaart brengen van het productie, afval- en retourlogistiek, circulaire bouw en gebiedsontwikkeling. Hierbij
metabolisme in de stad en het real time inzichtelijk maken van deze stromingen richt Circulaire Stad zich op de maakindustrie, de bouw en de voedselsector.
(en vervolgens oplossingen te ontwikkelen).
Beoogd resultaat Trekker
Beoogd resultaat Trekker .
De concrete oplossingen van het onderzoek worden Hogeschool van
Eind 2017 zijn een tiental circulaire onderzoeken in AMS daadwerkelijk gerealiseerd in de ‘proeftuin’ van het Amsterdam (HvA)
de stad gerealiseerd of in uitvoering waarbij onderzoeksprogramma: de Metropoolregio Amsterdam
gebieden in Amsterdam zijn ingezet als (MRA). De stad is in 2017 een tiental keren ingezet als
proeftuinen voor de circulaire economie en proeftuin waarbinnen slimme, technologische oplossingen Schaal
innovatieve oplossingen in de praktijk toegepast zijn ontworpen die lokaal toepasbaar en tevens Regionaal
met publieke en private partijen. Daarbij zullen opschaalbaar zijn.
eerste stappen zijn gezet en inzichten opgedaan in Schaal
het meetbaar maken van circulariteit middels
indicatoren. Regionaal
X 22
1. AMSTERDAM ALS CIRCULAIRE LIVING LAB
1.1.3 Energie onderzoekslijn HvA 1.1.4 Urban Energy systems onderzoekslijn AMS
Toelichting Toelichting
Uitgangspunt binnen het thema energie van het Urban Technology onderzoeks- programma AMS verdiept zich in vragen als: hoe maken we energiegebruik in
is de transitie naar een circulair, duurzaam en decentraal energie- systeem in de stedelijke Amsterdam circulair? Wat zou het vragen om het energienetwerk in
omgeving en de ontwikkelingen die hiervoor nodig zijn. De focus ligt op de technologische Amsterdam volledig duurzaam te maken? Hoe kunnen we zelfs de
en systeeminnovaties, b.v. rondom het koppelen van warmte- en elektriciteitssystemen en authentieke Amsterdamse grachtenpanden toch energie neutraal
opslag op het niveau van huizen, wijken en gebieden met kantoren in met name bestaande maken of van duurzame energie voorzien? Hoe maken we van
bouw. De bouwtransformatie opgave in de stad en kansen die er liggen in de koppeling energiezuinige huizen energiebronnen? Het energienetwerk van
tussen het energie- systeem en de bouwschil zijn een belangrijk aandachtspunt. Binnen dit steden is eigendom van verschillende partijen. Hoe bevorderen we
thema wordt bijvoorbeeld onderzoek gedaan naar: samenwerking en koppeling tussen kleine en grote partijen met als
* Data-analyse van energieverbruik ten behoeve van ontwerpoplossingen en innovatieve doel een groot circulair stabiel energienetwerk te bouwen? Hoe
diensten. kunnen droog en organisch huishoudelijk afval(-water) worden
* _ Technologiestudies, onderzoek naar verdienmodellen en ontwerp, prototyping en testen omgezet in nieuwe energiedragers die van elke woning of wijk een
van innovatieve (combinatie van) technieken voor specifieke toepassingen, o.a. circulaire energiebron maakt? Verschillende onderzoekers werken de
warmtepompen, zonnepanelen, gelijkspanningsnetten, opslagsystemen. komende jaren aan dit soort vraagstukken in de stad.
* _Energiemodellering en systeemanalyses met een focus op koppelingen van
warmtenetten en elektriciteitssystemen en opslagmogelijkheden bv met elektrische
auto’s, Beoogd resultaat | 2016- 2018 Trekker
* _ Ontwerpstudies voor specifieke gebieden
Beoogd resultaat | 2016- 2018 Trekker Middels innovatieve onderzoeken, inzicht in AMS
. . . mogelijkheden om bestaande gebouwen in te
Inzicht middels onderzoeken en best practices hoe met HvA zetten als circulaire energiecentrales, en de
technologische en systeeminnovaties het energiesysteem van de bestaande stad verduurzamen en circulairder Schaal
(bestaande) stad circulair, duurzaam, en decentraal te maken.
energiesysteem kan worden. Schaal
Lokaal
Lokaal
% >
%
1. AMSTERDAM ALS CIRCULAIRE LIVING LAB
1.2 STEDELIJK METABOLISME IN KAART BRENGEN
Toelichting Toelichting
PUMA is een project uit het AMS onderzoeksprogramma, gericht op het De behoefte aan grotere transparantie en inzicht in de stromen in de regio en
verkennen van de “urban mine” van Amsterdam. Het concept “urban mining” is daarbuiten wordt door veel stakeholders en instellingen genoemd als een voorwaarde
tot nu toe niet scherp gedefinieerd. Nog minder duidelijk is, hoe een urban voor een circulaire economie en optimale uitwisseling tussen en hoogwaardige
mining systeem eruit moet zien. Welke actoren zijn belangrijk en wat kan hun verwerking van stromen. Een dergelijke “stromenatlas platform” is daarom ook een van
rol zijn in een vrban mining systeem? Welke prikkels zijn er om zo’n systeem op de aanbevelingen vit het Quickscan rapport Amsterdam Circulair en de opvolgende
te zetten? Wat zijn de hinderpalen onderweg, en hoe kunnen die vit de weg bestuurlijke reactie. Het ontwikkelen van (geografisch expliciete) digitale
worden geruimd? Hoe deze keuzes gemaakt worden, hangt ook af van of we grondstofplatform staat daarom op de agenda, waarop inzichtelijk wordt gemaakt hoe
urban mining zien als een lokaal initiatief, of iets dat op een hoger schaalniveau verschillende ontwerpstrategieën de stromen in hun samenhang kunnen helpen
moet worden aangepakt: nationaal, Europees of zelfs wereldwijd. Ook verbeteren en welke beleid strategieën kunnen zorgen voor efficiëntere productie- en
belangrijk is of we vinden dat overheden verantwoordelijk moeten zijn, of dat consumptieketens. Door de stromen in kaart te brengen zal verspilling worden
het primair een zaak is van bedrijven. Het PUMA consortium bestaat uit tegengegaan, worden rest- stromen gekatalyseerd, grondstoffen teruggewonnen, en
onderzoekers van de Universiteit Leiden, de Technische Universiteit Delft, de kunnen vervoersbewegingen worden gereduceerd.
Waag Society en Metabolic die hier onderzoek naar doet.
Beoogd resultaat | 2016- 2018 Trekker Beoogd resultaat | 2016- 2018 Trekker
Studenten zijn in 2016 gestart om waardevolle metalen in de BAER ue
Het project loopt van 14 Janvari 2016 tot 31 December 2016 AMS en stad in kaart te brengen. In consortia met bedrijven en WAE:
waarbij een geologische kaart van Amsterdam wordt ontwikkeld, Metabolic kennisinstellingen wordt in 2017 een concept uitwerking voor Eene
waarin de aanwezigheid en beschikbaarheid van enkele metalen circulair dataplatform bepaald met een aantal stromen, WAnacEutere
(ijzer, koper en aluminium) wordt weergegeven, met een focus voortbouwend op data en inzichten uit het Quickscan rapporten WSejifes
op de gebouwde omgeving. Een tweede doel is een verkenning schaal Urban Pulse onderzoek van AMS. De data wordt jaarlijks
van de mogelijkheden deze urban mine te exploiteren. uitgebreid de eerste focus zal op de bouwketen industrie liggen.
Schaal
Lokaal
Regionaal
% 24
x%
%
1. AMSTERDAM ALS CIRCULAIRE LIVING LAB
1.3.1 | Amsterdam Circular Challenge — PET afval in Zuid-Oost 1.3.2 | 3D printen met lokale restproducten
Toelichting Toelichting
Amsterdam loopt voor op de circulaire transitie. Om deze energie te bundelen en te
versterken is gemeente Amsterdam vorig jaar begonnen met de Amsterdam Circular 3D printen is een paradigmaverandering in de manier waarop we producten
Challenge. Tijdens een kort maar intensief traject lossen teams van jonge high potentials gaan maken. De HvA verkent met de Amsterdam ArenA hoe lokaal
en studenten (in hun laatste fase van de studie) vraagstukken van Amsterdamse restproducten zoals kunststofafval en bouw- en sloopafval gebruikt kunnen
organisaties op. De Amsterdam Circular Challenge is voor deelnemers de eerste stap worden als grondstof voor nieuwe producten die met 3D-printen kunnen
richting een startup of het verder uitwerken van hun beste ideeën rondom Circulair worden gefabriceerd.
Economie als businesscase voor een van de deelnemende bedrijven. Dit jaar worden
studenten uitgedaagd om met PET afval (afkomstig van bedrijven in Zuid-Oost een
product te ontwikkelen met een sluitende businesscase dat lokaal weer ingezet kan
worden.
Beoogd resultaat | 2016- 2018 Trekker Beoogd resultaat | 2016- 2018 Trekker
De teams pitchen in Q3 2016 het concrete idee, het PACE _
businessplan en de bijbehorende tastbare visualisatie. De Melens Inzicht in technieken, processen en mogelijke HvA met Amsterdam
teams die een veelbelovende oplossing met bijbehorend Menn EKE) businesscase hoe het afval kan worden ArenA
businessplan en tastbare visualisatie hebben weten te MeeeifeHMe/ verzameld en verwerkt tot grondstof voor het
ontwikkelen, krijgen na de challenge de kans dit verder uit te MAD) vervaardigen van nieuwe producten met 3D
werken en te professionaliseren. printen.
Schaal sarcel
Lokaal Lokaal
x%
1. AMSTERDAM ALS CIRCULAIRE LIVING LAB
1.3 KENNIS TOEPASSEN EN DELEN
Toelichting Toelichting
Aangezien meer dan de helft van de wereldbevolking in steden woont is de In Amsterdam zijn gebouwen goed voor het grootste deel van de energie- en
noodzaak om lokale productie van alledaagse producten steeds dringender met de materiaalverbruik, broeikas emissie en afvalproductie. 80% van de vraag voor de volgende
dag. 3D printen is een ideaal onderdeel van de nieuwe gedecentraliseerde eeuw is al gebouwd, en in toenemende mate bestaande uit historische gebouwen, met zicht
productieprocessen en kan de komende jaren de circulaire economie katalyseren. op leegstand en verkrotting. Daarom moeten nieuwe initiatieven worden ondergebracht in
Echter worden printmaterialen momenteel ingevoerd en gebaseerd via de bestaande gebouwen, door middel van duurzaam en adaptief hergebruik. Echter falen vaak
traditionele (bio) kunststoffenindustrie, met een onbekende bron, ongewenst de traditionele benaderingen. Nieuwe, innovatieve business-, bestuur-, financierings-, en
transport en emissie in steeds grotere hoeveelheden. Het consortium stelt een partnerschap-modellen zijn nodig om het onderhoud en de adaptieve hergebruik van
andere benadering voor door het groeien en ontwikkelen van biobased materialen historische gebouwen mogelijk te maken. Tegelijkertijd is de betaalbaarheid van woningen
ter plaatse te stimuleren, om vervolgens iets van huishoudelijke materialen voor in steden verergerd, een bedreiging voor de sociale veerkracht van grootstedelijke gebieden
objecten te ontwerpen en af te drukken. De basis voor de voorgestelde als Amsterdam.
biomateriaal is zeewier biomassa.
Beoogd resultaat | 2016- 2018 Trekker
Beoogd resultaat | 2016- 2018 Trekker
Salga Zeewier zal op een duurzame manier zeewier AMS, Salga Seaweeds & mi uele es Se om voor 2018 cen model te AMS, Ymere, Stichting
in de haven te kweken. De biomassa zal worden _ Studio Eric Klarenbeek ontwikkelen voor innovatie, business, bestuur, financiering Nationaal Restauratiefonds,
ontwikkeld tot 3D-printing filamenten door partner en partnerships om hiermee nieuwe investeringen te FGH Bank, European
WUR Food & Biobased Research. Studio Eric mobiliseren voor adaptief hergebruik van het erfgoed en _ Investment Bank, Crimson
Klarenbeek, draagt in dit consortium bij aan dit te testen in Amsterdam door middel van een lokaal
uitgebreide 3D printing ervaring en design. Kortom, actieplan. Belangrijkste doelstellingen zijn onder meer het
het project zal een volledig lokale en circulaire _ schaal verbeteren van ERGE, elle het versterken Schaal
supply chain aantonen voor het maken van van de burger empowerment’, en het verminderen van
producten met nieuwe technologieën. afval, materiaal- en energiegebruik.
Lokaal Lokaal
X% 26
x%
%
1. AMSTERDAM ALS CIRCULAIRE LIVING LAB
1.3.5| Urban Factory
Toelichting
Het project richt zich op circulair, lokaal en digitaal produceren. Circulaire productie wil
zeggen het produceren op basis van afval- en reststromen op een zodanige manier dat
het materiaal na afdanken van het product opnieuw hoogwaardig gebruikt kan worden.
Lokaal is in dit geval binnen de Metropoolregio Amsterdam (MRA). Digitale productie
houdt in met behulp van computergestuurde productietechnieken. Het streven is om
binnen dit onderzoeksproject netwerken en kennis vanuit verschillende sectoren — bouw,
maak- en creatieve industrie — aan elkaar te verbinden en tegelijkertijd een stap te zetten
richting concrete toepassingen en producten die lokaal weer af te zetten zijn. Het project
leidt tot een (tijdelijke) ‘Urban Factory’ op één of meer locaties in de MRA en laat zien hoe
de circulaire economie concreet vormgegeven kan worden. Op basis van toegepaste
onderzoek, prototyping en businessmodellen, werken we aan concrete cases vanuit het
bedrijfsleven in de MRA.
Beoogd resultaat | 2016- 2018 Trekker
Samen met partners in de MRA, studenten en __ HvA met Havenbedrijf, 3D Makers
onderzoekers binnen de HvA, zullen in 2018 Zone, Gemeente Amsterdam en
innovatieve toepassingen zijn verkend, ontwerpers uit de MRA.
productconcepten ontworpen en prototypes
ontwikkeld die bijdragen en impuls geven aan
de circulaire economie in de MRA, en specifiek
aan de maakindustrie. Schaal
Regionaal
% 27
x
%
2. AMSTERDAM ALS CIRCULAIR ECOYSTEEM
Programmalijn Innovatietraject 2016-2018 Voorbeeld project 2016
1.1 Onderzoek op circulair *_ Circular City onderzoeksprogramma AMS
* Urban Technology onderzoeksprogramma HvA
* Energie onderzoekslijn HvA en AMS
1. Amsterdam als 1.2 Stedelijk metabolisme in kaart brengen *_PUMA (Prospecting the Urban Mines of Amsterdam
. laire livi lab * _Circular Dataplatform
cIrcuramre 'iving ja 1.3 Kennis toepassen * Amsterdam Circular Challenge — PET afval in Zuid-Oost
* _3D printen met lokale restproducten
* _AMS Stimulus Call - circulaire projecten
*_ Urban Factory HvA
2.2 Organische ketenvorming * _ Power to protein
* _Grondstoffenstation nieuwe sanitatie Buiksloterham
N Ee | * Waste to aromatics
allel el keel ebe * _Re-organise organische restromen
circulair ecosysteem 2.3 Circulaire energietoepassing *_ Slimme netten en opslag energie in bestaande stad
* _ Programma schaalsprong duurzame energie Haven
* Urban Energy Innovationlab
* _SEEVaCity (Smart, clean Energy and Electric Vehicles for the City)
2.4 Industriële symbiose en verdienmodellen *_ Grondstoffen agenda MRA
* _Bioparken ‘smart linking’ in het Havengebied
* Ecosysteem ondernemerschap in de MRA
*__Amsterdam Zuidoost circulair door logistiek slim samenwerken
3.1 Optreden als launching customer * Startup in Residence — circulaire uitdagingen
* _Hemel(s)water
3. Amsterdam als 3.2 Circulariteit meten en optimaliseren met beleid *_ Circular research collaboration — kennistafel
: . * Hoe organiseer je de circulaire stad; vernieuwing in (water)governance
circulaire stad *__ Monitoring Circulair Innovatieprogramma en vervolgstrategie
3.3 Circulair onderzoek en projecten delen *_ Amsterdam Smart City platform — Circular City
*__GSC
% 28
x%
%
2. AMSTERDAM ALS CIRCULAIR ECOSYSTEEM
2.1.1 | Circulair Buiksloterham 2.1.2 | CIVIC- Circulaire bouwlogistiek
Toelichting Toelichting
‚ ‚ , . Binnen het project CIVIC wordt onderzoek gedaan naar het optimaliseren van de
ee HA rem en logistieke stromen van en naar de bouwplaats waarbij de effecten van slimme bouw-
en nog de komende jaren het experiment en onderzoek plaatsvindt logistieke oplossingen worden gekwantificeerd. De verschillende stakeholders worden
op het gebied van hernieuwbare energie en gesloten kringlopen van vervolgens betrokken bij de evaluatie van de alternatieven. Tenslotte worden er
bijvoorbeeld voeding en materialen op lokale schaal. Experiment, ondersteunende governance modellen ontwikkeld.
onderzoek en innovatie worden concreet toegepast voor alle
aspecten van circulair bouwen. Verschillende innovatiepartners
vinden hier hun plek. Zo wordt door Waternet ervaring opgedaan
met plaatsing van een lokale biovergister. Van belang is om ook de Beoogd resultaat | 2016- 2018 Trekker
consequenties van innovaties voor bijvoorbeeld bewoners (aanschaf
vacuümtoilet) en externe veiligheid (biogas in de wijk) in beeld te Inzichten hoe logistieke optimalisatie en HvA met partners uit Amsterdam,
brengen voordat dergelijke nieuwe technologieën ook in andere stakeholderparticipatie een plek kunnen krijgen en daarnaast België, Zweden en
wijken worden toegepast. in de besluitvorming en aanbesteding van Oostenrijk.
Naast Buiksloterham worden ook andere living labs vergeleken. binnenstedelijke bouwwerkzaamheden. Scheel
chaa
Lokaal en Internationaal
Beoogd resultaat | 2016- 2018 Trekker
Komend jaar wordt door AMS inzicht en kennis AMS
opgedaan door een passende definitie van de
term living lab te beschrijven. Vervolgens zullen Schaal Voor meer projecten t.b.v. bouwketen en getrokken vanuit gemeente Amsterdam,
de generieke en specifieke lessen worden chaa zie bestuurlijke reactie op het rapport ‘Amsterdam Circulair’.
bepaald vit Buiksloterham. Zo kan de generieke
: : . en: : Lokaal
circulaire kennis en inzichten slim worden
toegepast op toekomstige gebieden.
% 29
x%
%
2. AMSTERDAM ALS CIRCULAIR ECOSYSTEEM
2.1 BOUWKETEN VORMING (VERVOLG)
2.1.3 [Weg als materiaaldepot
Toelichting
De bouwketen is verantwoordelijk voor 40% van de totale afvalstroom in Amsterdam.
Hoewel meer dan 90% wordt gerecycled, wordt het overgrote deel van deze materialen
gebruikt als grind voor wegen. Dit is een laagwaardige toepassing. Hier ligt een kans
voor hoogwaardig hergebruik. Middels een innovatie pilotproject worden materialen
gelijkwaardig hergebruikt en wordt de werking hiervan getest. Het proefvak wordt
aangelegd binnen een reguliere onderhoudsopdracht en wordt op verschillende
tijdstippen bemeten op constructieve en technische eigenschappen. Voor het meten
van de technische eigenschappen met als doel om deze functioneel te specificeren
wordt gebruik gemaakt van een nieuwe techniek geleverd door Boskalis. Voor meer projecten t.b.v. bouwketen en getrokken
vanuit gemeente Amsterdam, zie bestuurlijke reactie
op het rapport ‘Amsterdam Circulair’.
Beoogd resultaat | 2016- 2018 Trekker
Inzicht in de mogelijkheden om CO2 te besparen en Mun BEC
bouwmaterialen her te gebruiken middels een pilot die MAX: MG AEL RCT Ee
draait op een proefopstelling in Q3 2016 ten hoogte van MENACMERELEIE
de Cornelus Lelylaan in Amsterdam waarbij een
innovatief product van een maximaal (98%) gerecyclede
onderlaag in een asfalt fietspad wordt toegepast.
Schaal
Lokaal
%
2. AMSTERDAM ALS CIRCULAIR ECOSYSTEEM
2.2 ORGANISCHE KETENVORMING
Toelichting Toelichting
AEB Amsterdam werkt samen met Waternet, KWR Watercycle Stedenbouwkundig ingepaste drijvende installatie in het gebied in transformatie Buiksloterham,
Research Institute, AgriNutrition, TKI Watertechnologie en Avecom die grondstoffen en energie terugwint uit het brongescheiden afvalwater (zwart en grijs water)
aan een geavanceerd procedé om eiwitten te kunnen winnen uit van de ontwikkelingen Buiksloterham & Co (De Alliantie) en Schoonschip (CPO). Het is een
rioolslib en dat vervolgens te gebruiken als diervoeder. De kwaliteit decentrale installatie om de kringlopen van energie en nutriënten zoveel mogelijk in de wijk te
van de zo geproduceerde eiwitten is goed genoeg voor dierlijke of sluiten. Ook de GF-fractie van het huisvuil kan hierin verwerkt worden, en op die manier draagt
menselijke consumptie. Berekend is dat de natte fractie van de het bij aan de gemeentelijke doelstelling van 65% huishoudelijk afval gescheiden in Amsterdam
slibvergisting op de zuivering van Waternet voldoende eiwit kan in 2020. Decentrale sanitaire systemen kunnen een belangrijke rol gaan spelen in circulaire
opleveren om alle inwoners van de stad voor 35 % in hun primaire Amsterdam met betrekking tot veerkrachtige en kosteneffectieve afvalwater systemen, maar
eiwitbehoefte te voorzien. Zo groot is de potentie. De productie van waarbij tegelijkertijd valorisatie van de afvalwaterstroom plaatsvindt door de terugwinning van
eiwitten in de vorm van bijvoorbeeld soja als diervoeder vergt fosfaten en andere voedingsstoffen, maar ook biogas wordt geproduceerd, water wordt
intensieve landbouw. Daarbij is veel water en landbouwgrond nodig. gezuiverd, etc. Met onderzoek en experiment in bioraffinage technologieën kunnen ingrediënten
Dat kan worden voorkomen met de inzet van deze technologie. uit biomassa duurzaam worden benut. De biomassa kan worden omgezet in verhandelbare
producten en energie. Waternet start een pilot in Buiksloterham met toepassen van nieuwe
sanitatie waarbij twee aparte rioolaansluitingen worden geplaatst: één voor grijs en één voor
zwart afvalwater.
Beoogd resultaat | 2016- 2018 Trekker
Een proefinstallatie wordt getest en Waternet en AEB Beoogd resultaat | 2016- 2018 Trekker
gebouwd voor eiwittenproductie uit
slib van de Door middel van monitoring en dataverzameling inzicht in Waternet
rioolwaterzuiveringsinstallatie. businesscase en advies op mogelijk scenario. In 2020 inzicht of je
Door middel van Wee schaal grondstoffen en energiecomponenten beter lokaal kunt Schaal
pilotprojecten in 2017 is inzicht en terugwinnen en in hoeverre zijn die lokaal toepasbaar. Inzicht in Lokaal
bewijskracht verkregen of de Regi uitdagingen en kansen bij het beheer van het systeem van
productie eiwitten voldoende is om egionda nieuwe sanitatie in een grootschalige praktijksituatie.
op te schalen.
% 31
2. AMSTERDAM ALS CIRCULAIR ECOSYSTEEM
2.2.3 | Waste to aromatics 2.2.4 Re-organise organische restromen
Toelichting Toelichting
Een consortium gaat via Biorizon Shared Research Center aan de slag om In Re-organise wordt onderzocht wat de potentie is van een decentrale
waardevolle grondstoffen voor de chemische industrie te maken uit afval verwerking van organische afvalstromen. Hiervoor worden twee
dat anders zou worden weggegooid of verbrand. Uit gft, luiers, zeefgoed en stadslandbouwlocaties in Amsterdam als casusgebieden gedetailleerd
mest worden aromaten gewonnen die onder meer worden gebruikt voor de onderzocht: Tuinen van West en NoordOogst, het oude sportpark Melkweg op
productie van plastic. Daarbij wordt een proefinstallatie ontworpen om de meteorenweg in Amsterdam Noord. Welke behoeften en vraag naar
biomassastromen (waaronder cellulose uit afvalwater) om te zetten in producten hebben de stakeholders in en om deze gebieden heen? En hoe kan
fenolen/aromaten als basisgrondstof voor de chemische industrie. Het hierop ingespeeld worden door de verwerking van lokale organische
project is erop gericht de opbrengst te verbeteren, productiekosten te reststromen? Hiervoor worden nieuwe organisatorische oplossingen onderzocht
verlagen en het vertrouwen in de technologieën te vergroten door en business modellen ontworpen. De verwerkingstechnieken (zoals
opschaling van laboratoriumschaal naar testschaal (liter/uur). Daarnaast is composteren, biovergisting, biomeiler) worden technisch geoptimaliseerd zodat
er veel aandacht voor de voorbehandeling van de afvalstromen, het de output en het gebruik beter toegesneden zijn op een nieuw type gebruikers,
benutten van restproducten en natuurlijk de business case. welke geen afvalverwerkers/ -specialisten zijn.
Beoogd resultaat | 2016- 2018 Trekker
Beoogd resultaat | 2016- 2018 Trekker
In 2018 is business case en ontwerp Clean Capital (Waternet, AEB,
voor demo plant gereed. Doel is Havenbedrijf, Orgaworld, TNO Het project resulteert in 2017 o.a. in een keuzekaart HvA
opschaling van lab naar _ (Biorizon) waarmee organisaties kunnen bepalen of en hoe zij
proefinstallatie voor de conversie van gebruik kunnen maken van organische reststromen voor
afval re oranen ce en eel haal hun (inkoop)behoeften of wat zij het beste met hun eigen
(moge ijk) in Amsterdam operationeel _Schaa organische reststromen kunnen doen. Schaal
kan zijn.
Regionaal Lokaal
%
2. AMSTERDAM ALS CIRCULAIR ECOSYSTEEM
2.3 CIRCULAIRE ENERGIETOEPASSING
2.3.2 Programma schaalsprong duurzame energie (Haven)
Toelichting Toelichting
. . . . Dit programma gaat in essentie over het optimaliseren van de energievoorziening in
Het eene City-Zen consortium ONS het havengebied. De haven ziet kansen om het aanbod van duurzame energie sterk
En) goor de pe commissie, onderzoeld aan de nand van te vergroten en tegelijk de energierekening van klanten te verlagen. Hiermee
energiegebruik werkelijkheid maakt. Amsterdam en Grenoble (FD, zijn verbeteren ze het vestigingsklimaat waardoor ze ook op de lange termijn een
. : ns voorkeurshaven blijven en pakken ze bovendien de maatschappelijke rol door CO2
gene darmonstramiesreden. Onder het MOE ale EN ge uitstoot en overige schadelijke stoffen verder terug te dringen. Het doel van het
Verschillende. innovatieve neee in de stad De Programma Sl eeen het En ee Een omgeving te
RR ee optimaliseren en te verduurzamen ten einde een lagere energierekening voor de
warmte- en koude-oplossingen tot energierenovatie en bestaande gebruikers te realiseren en hogere opbrengst voor ea See ESA:
: : . wordt op slimme distributie en opslag: de haven biedt schaal: een industrieel proces
wonmgen — maar enne Ke kee Ee van eed een vur eerder of later aan of uitzetten kan grote pieken uit het net halen en kan de
Rn zeden. Vo en Me die noodzaak van veel kleine batterijen in de stad verminderen (niet iedereen hoeft te
Eer raardoor bewoners zelf kunnen handelen met eneroie en investeren in een powerwall thuis) . Deze optimalisatie slag proberen we samen te
een elektrische auto die kan laden en ontladen. Maar ook: methodologie maken,
om een energie-roadmap voor de stad(sdelen) te maken en games.
Beoogd resultaat | 2016- 2018 Trekker Beoogd resultaat | 2016- 2018 Trekker
In 2018 zijn alle innovaties in de stad gerealiseerd. City-zen, Voor eind 2020 tn Mw Havenbedrijf
Door middel van monitoring en dataverzameling en Amsterdam 100,000M2 EA SGS )
internationale kennisuitwisseling is inzicht opgedaan Smart City ' 100 MW le op el (LO-v, 65 ML ) _ Schaal
in oa businesscases en juridische belemmeringen en Eee eG ord Lokaal en regi |
: . . gionaa
een eenen eenen eee Schaal vraagsturing, directe levering en opslag Gen toename van
decentrale duurzame opwek beter mogelijk wordt.
Lokaal en
Internationaal
% 33
%
2. AMSTERDAM ALS CIRCULAIR ECOSYSTEEM
2.3 CIRCULAIRE ENERGIETOEPASSING (VERVOLG)
Toelichting Toelichting
Om het tempo van de energietransitie en daarbij de economische groei te Vijf Europese steden gaan onder leiding van de Hogeschool van Amsterdam (HvA)
stimuleren ontwikkeld AMS een ‘Urban Energy Innovation Lab’ dat zich richt experimenteren met het opslaan van zonne-energie in elektrische auto’s. Hiervoor wordt de
op het creëren van een publiek-privaat partnerschap voor innovatie in volgende drie jaar vijf miljoen euro vrijgemaakt, waarvan 2,5 miljoen door de Europese
duurzame en energie. Hierbij wordt ingezet op efficiëntie diensten en commissie. De mogelijkheid om een overschot aan zonne-energie op te slaan in een batterij van
technologieën die gebaseerd zijn op digitale technologische ontwikkelingen, een elektrisch voertuig en later te gebruiken, is al op kleine schaal getest. Doel van dit Europese
energie innovaties en user-driven design. AMS ambieert hiermee een 10 jarig experiment is om op brede schaal ervaring op te doen met deze slimme opslag, en na te gaan hoe
onderzoeksprogramma te worden t.w.v. 25 M waarbij het programma kan deze schone energie benut kan worden voor steden: bijvoorbeeld in een straat, parkeergarage of
worden uitgebreid naar fysieke living lab infrastructuur in een wijk in stadion. In de steden Hamburg, Amsterdam, Leuven, Leicester en Oslo wordt de technologie de
Amsterdam Zuidoost waar onderzoeken en innovaties fysiek zullen worden komende drie jaar getest in samenwerking met bedrijven, onderzoeksinstellingen en regionale
getoetst en waarbij middels co-creatie nieuwe oplossingen met overheden. In Amsterdam en Hamburg wordt bijvoorbeeld onderzocht hoe energie uit een
eindgebruikers zullen worden toegepast door partijen en kennisinstituten. elektrische auto een hele straat van elektriciteit kan voorzien, in pilots genaamd Vehicle2Street.
Doel is om dit vit te breiden tot een integrale circulaire stads lab , inclusief De Amsterdam ArenA gaat experimenteren met het opslaan van energie vit haar zonnepanelen
andere belangrijke stromen in de stad: water , voedingsstoffen, materialen , in auto’s in de directe omgeving. Gemeente Oslo gaat een experiment uitvoeren met
afval, etc. teruglevering uit elektrische auto’s binnen een grote parkeergarage. Het Britse Leighborough
gaat een vergelijkbaar project uitvoeren rondom het gemeentehuis: Vehicle2home. Partners in
het toegepaste onderzoek SEEV4City zijn: het onderzoeksprogramma Urban Technology van de
Hogeschool van Amsterdam, gemeente Amsterdam, Amsterdam ArenA, gemeente Leuven,
Katholieke Universiteit Leuven, Northumbria University Newcastle, Leicester City Council,
e8energy (D), Cenex (GB), AVERE en Polis. Strategisch partners zijn provincie Noord-Holland,
International Energy Agency en Technical University of Denmark.
Ee Uakdaar Beoogd resultaat | 2016- 2018 Trekker
In 2018 is het Urban Energy Innovation lab gelanceerd Ams Het project moet onder andere een gedetailleerde voorspelling
en zijn afspraken gemaakt met de stakeholders en het opleveren van d ducti d h ie (d d HvA met Amsterdam ArenA,
consortium. Minimaal 1.000 huishoudens en 10 Schaal peveren van 6 PrOCDene van 06 schond SNEDE TOON E8__Gemeente Amsterdam en
. l 7 zonnepanelen) en de consumptie (door de huishoudens en :
complexe gebouwen in Amsterdam Zuidoost zijn in bedrij internationale partners
. Lokaal jven). Onderzoekers van de HvA zullen gedurende de pilots
Kee ene A DOKS on deze ‘big data’ meten en analyseren. Daarnaast wordt in kaart Schaal
geworden. gebracht in hoeverre de verschillende toepassingen financieel
en technisch haalbaar zijn. Europees
% 34
%
2. AMSTERDAM ALS CIRCULAIR ECOSYSTEEM
2.4 INDUSTRIELE SYMBIOSE EN VERDIENMODELLEN
Toelichting
De Amsterdam Economic Board wil ook de overgang naar een circulaire economie versnellen door op regionaal niveau samenwerking — tussen bedrijven, overheden en
kennisinstellingen — en nieuwe bedrijvigheid te stimuleren. De vitvoeringsagenda geeft een overzicht van de prioritaire acties die het komend jaar, tot 2018, door de
Board in werking worden gezet. Er is een onderscheid te maken tussen initiatieven die al op relatief korte termijn (binnen een jaar) tot zichtbare resultaten leiden en die
initiatieven die een langere doorlooptijd hebben vanwege benodigde kennisontwikkeling en hoge mate van innovatie „Uitgangspunt van de strategie van het inmiddels
opgestelde grondstoffenagenda is het initiëren, verbinden, versnellen en opschalen van lokale en regionale initiatieven op het gebied van circulariteit en sluit daarmee
aan bij de eigen dynamiek die elke regio kent. Vanuit de Board voeren de leden Jacqueline Cramer en weth. John Nederstigt (Haarlemmermeer) de regie vit over deze
uitdaging. De keuze voor prioritering grondstofstromen is gemaakt op basis van de mate waarin grote volumes worden afgedankt, het milieubelastende karakter en de
potentie voor hoogwaardiger recycling. Voor elk van de grondstofstromen zijn afzonderlijke strategieën voorbereid samen met het bedrijfsleven, kenniswerkers en de
overheid die aangeven onder welke voorwaarden een transitie naar hoogwaardige recycling economisch rendabel wordt. Het kan daarbij gaan om voorwaarden in de
sfeer van zekerheid van volume en afzet, kennisontwikkeling, samenwerking tussen bedrijven met eenzelfde type afvalstroom en/of invoering een ander verdienmodel,
etcetera.
Beoogd resultaat | 2016- 2018 Trekker
Om de gestelde doelen van de grondstoffen agenda te behalen organiseert de board dat op korte termijn een Amsterdam Economic Board
Circulaire Deal wordt afgesloten met betrokken partijen en MRA Gemeentes. Daarin worden in de aanpak drie
categorieën onderscheiden:
-__Materiaalstromen die op gemeentelijk niveau in de kringloop teruggebracht kunnen worden.
-__Materiaalstromen die op regionaal niveau gebundeld moeten worden om te kunnen leiden tot voldoende
volume en afzetmogelijkheden van het gerecyclede materiaal voor een rendabele business case. Schaal
-__Materiaalstromen die per bedrijf te klein zijn maar gebundeld met meerdere bedrijven hoogwaardige
recycling kunnen opleveren, inclusief een goed verdienmodel voor de deelnemende bedrijven. Regionaal
% 35
x%
%
2. AMSTERDAM ALS CIRCULAIR ECOSYSTEEM
2.4.2 Biopark en ‘smart linking’ in het Havengebied 2.4.3 Ecosysteem ondernemerschap in de MRA
Toelichting Toelichting
Het Havenbedrijf richt de komende jaren een Biopark in, waarbij de De MRA heeft de ambitie zich te ontwikkelen tot voorloper in Europa op het gebied van
basis gevormd wordt door een bioraffinaderij waar uit biomassa lignine de circulaire economie. Startende en doorgroeiende ondernemingen kunnen een
en suikers worden geraffineerd en die vervolgens worden aangeboden, belangrijke bijdrage leveren aan het versnellen het transitieproces naar een circulaire
aan innovatieve spelers (scale-ups). Door de combinatie te maken economie. Het succes van dergelijke ondernemingen wordt echter mede bepaald door
tussen een ecosysteem in een campus-achtige omgeving kunnen de omgeving en het ecosysteem waarin zij opereren (de kwaliteit van het onderwijs, de
kosten verlaagd worden en flexibiliteit verhoogd. Dit Biopark zal toegang tot financiering en markten, de beschikbaarheid van kennis en fysieke locaties,
helpen om de potentie van de uitwisseling en gebruik van elkaars bij- de vigerende wet- en regelgeving, de mogelijkheden om relevante andere partijen te
en afvalproducten van de bedrijven te maximaliseren. Dit worden dan ontmoeten en de ondernemerschapscultuur). Binnen dat ecosysteem voor circulair
grondstoffen van het eigen productieproces (‘smart linking’). Op deze ondernemerschap opereren ook organisaties die expliciet als doel hebben om die
manier worden kostbare stoffen hergebruikt, verspilling beperkt en kweekvijverfunctie te versterken (zoals incubators, accelerators en hubs).
flink bespaard. Denk bij rest- en afvalstoffen aan water, CO2,
biomassa, warmte, etc.
Beoogd resultaat | 2016- 2018 Trekker EE sn
6 vi … …
In de komende periode zal de business case __ Havenbedrijf n OE) on vindt Ee bijeenkomst plaats waarbij met Amsterdam Economic
. ï partijen die deel vitmaken van het MRA-ecosysteem Board
verder worden onderzocht en samenwerking _ Prodock AEB . .
. N ' voor circulair ondernemerschap inzicht wordt opgedaan
met technologiebedrijven en ondernemers Amsterdam
. wat betreft de kracht en effectiviteit van dat
en ontwikkelaars gezocht worden. . Schaal
Schaal ecosysteem in de MRA. Vervolgens worden
vervolgafspraken gemaakt voor een passende Regionaal
Lokaal, regionaal en (gezamenlijke) vervolg aanpak voor de komende jaren.
internationaal
% 36
x%
%
2. AMSTERDAM ALS CIRCULAIR ECOSYSTEEM
2.4.4 Amsterdam Zuidoost circulair door logistiek slim samenwerken
Toelichting
In Q3 2016 was de kick-off van het project Cross Chain Control Center voor afvalinzameling- en verwerking in Amsterdam Zuidoost. In dit project werken
bedrijven in Amsterdam Zuidoost, afvalinzamelaars, start-ups en kennisinstellingen aan de realisatie van een circulaire economie en het verminderen van het
aantal vervoersbewegingen. De ontwikkeling van een nieuw logistiek samenwerkingsmodel staat hierin centraal. Tegelijkertijd is de huidige wijze van
afvalinzameling en -verwerking nog niet ingericht op de ontwikkelingen in de circulaire economie. Afval kan beter worden gescheiden en ook vraagt de
circulaire economie om een ander logistiek model voor afvalinzameling.
Ook zijn er kansen voor lokale verwerking van afvalstromen waardoor deze helemaal niet meer te hoeven worden vervoerd. Een logistiek model voor
afvalinzameling dat past bij de circulaire economie kan alleen gerealiseerd worden door slim samen te werken. In Amsterdam Zuidoost starten bedrijven,
overheid en kennisinstellingen daarom dit project om de kansen die een duurzame economie biedt gezamenlijk te realiseren. De Amsterdam ArenA, ING,
NUON, Delta Lloyd, AMC, Suez, Icova, Betterfuturefactory, TNO, de Hogeschool van Amsterdam en de Gemeente Amsterdam participeren in het project
“Cross Chain Control Center voor afvalinzameling- en verwerking in Amsterdam Zuidoost”.
Beoogd resultaat | 2016- 2018 Trekker
Het doel van dit project is om begin 2017 een alternatief logistiek samenwerkingsmodel voor de __TNO met Hogeschool van Amsterdam, Gemeente
inzameling van bedrijfsafval in Amsterdam Zuidoost in een pilotsituatie te realiseren. Het Cross Amsterdam (R&D) en bedrijven in Zuidoost zoals
Chain Control Center zal bijdragen aan het hergebruik van grondstoffen, het verminderen van ArenA, ING, etc.
vervoersbewegingen en het realiseren van lokaal hergebruik. Dit project is mede gefinancierd door
de Topsector Logistiek/Connekt en loopt tot maart 2018. Schaal
Lokaal
% 37
%
%
Programmalijn Innovatietraject 2016-2018 Voorbeeld project 2016
1.1 Onderzoek op circulair *_ Circular City onderzoeksprogramma AMS
* _ Urban Technology onderzoeksprogramma HvA
* Energie onderzoekslijn HvA en AMS
1. Amsterdam als 1.2 Stedelijk metabolisme in kaart brengen *__ PUMA (Prospecting the Urban Mines of Amsterdam
. . "n * _ Circular Dataplatform
circulaire living lab 1.3 Kennis toepassen * Amsterdam Circular Challenge — PET afval in Zuid-Oost
* _3D printen met lokale restproducten
* _AMS Stimulus Call - circulaire projecten
*__Urban Factory HvA
2.1. Bouwketenvorming * _ Circulair Buiksloterham
* Circulaire bouwlogistiek
* Weg als materiaaldepot
2.2 Organische ketenvorming * Power to protein
* _Grondstoffenstation nieuwe sanitatie Buiksloterham
A terd * Waste to aromatics
2. Amsterdam als * _Re-organise organische restromen
circulair ecosysteem 2.3 Circulaire energietoepassing *_ Slimme netten en opslag energie in bestaande stad
* _ Programma schaalsprong duurzame energie Haven
* _ Urban Energy Innovationlab
* _SEEVaCity (Smart, clean Energy and Electric Vehicles for the City)
2.4 Industriële symbiose en verdienmodellen *_ Grondstoffen agenda MRA
* _ Bioparken ‘smart linking’ in het Havengebied
* Ecosysteem ondernemerschap in de MRA
*__ Amsterdam Zuidoost circulair door logistiek slim samenwerken
3. Amsterdam als
circulaire stad
% 38
3. AMSTERDAM ALS CIRCULAIRE STAD
3.1.1 Startup in Residence — challenge circulair
Toelichting
In het Startup in Residence Programma nodigt de gemeente Amsterdam startups uit om, vooraf gedefinieerde, maatschappelijke problemen op te lossen. In een programma van
vijf maanden werken de startups samen met de gemeente, krijgen ze een intensief trainingsprogramma en worden ze begeleid door professionele mentoren. Na vijf maanden
heeft de gemeente de kans om de oplossing in te kopen en de startup op deze wijze een snelle start te bezorgen. Startup in Residence is een voorbeeld van innovatiegericht
inkopen.
Alle maatschappelijke vraagstukken in het programma zijn Europees aanbesteed, waardoor inkoop en uitrol binnen de gemeente na vijf maanden probleemloos kan verlopen. In
het eerste programma hebben zeven startups meegedaan en zijn vijf een samenwerkingsvormen ontstaan. Dit zijn allemaal innovatieve producten en/of diensten, die zijn getest
en toepasbaar zijn gemaakt voor de gemeente.
Deze oplossingen zijn repliceerbaar en toepasbaar voor andere gemeenten/gebieden. Een belangrijk thema binnen het startup in residence programma is circulaire economie en
ook voor Startup in Residence 2.0 zijn vanuit de gemeente drie vraagstukken ingebracht: en worden startups voor gezocht: 1. Bouwmaterialen opnieuw lokaal gebruiken, 2.
Kringloopkansen sociale domein en 3. 75% afval scheiden binnen eigen interne afvalstromen.
Beoogd resultaat | 2016- 2018 Trekker
1. De gekozen startup biedt een oplossing/tool/systeem (bijv. soort marktplaats/platform) om vrijgekomen bouwmaterialen in de MAN ener Ves
stad eenvoudig opnieuw lokaal te gebruiken, en helpt de gemeente daar zicht op te hebben en op deze wijze eventueel ook MEST
additionele arbeidsplaatsen te realiseren.
2. De gekozen startup start in 2017 een pilot waarbij kringloopbedrijven bijdragen aan doelen op het sociale domein
(arbeidsbeperking, kwetsbare groepen en armoedebeleid) zodanig dat het doel op afvalscheiding (producthergebruik) wordt Schaal
versterkt.
3. De startup brengt in 2017 met zijn/haar innovatieve oplossing een versnelling teweeg in het afvalscheidingspercentage en Lokaal
creëert een duurzame oplossing waardoor de gemeente in 2020 een scheidingspercentage van tenminste 75% zal bereiken op het
totaal van de interne afvalstromen van de gemeente Amsterdam.
Bij het opstellen van dit innovatieprogramma werden de startups nog geworven, en heeft de matchmaking op de vraagstukken
nog niet plaatsgevonden. Mocht er geen passende startup zijn gevonden bij een vraagstuk, dan zullen we dit vraagstuk in
samenwerking met kennisinstellingen alsnog proberen op te pakken.
x% 39
%
x%
3. AMSTERDAM ALS CIRCULAIRE STAD
3.1.2| Hemel(s)water
Toelichting
Hemel(s)water project zuivert water uit regen op een duurzame wijze gemaakt met behulp van membraanfiltratie. Deze filtratietechniek heeft in 2016 de
Challenge Stad gewonnen gekozen door een jury onder leiding van Daan Roosegaarde uit 160 inzendingen. In een tank (groot genoeg voor een flinke bui) wordt
hemelwaterf/regen van het dak opgevangen. Via membraanfiltratie wordt het regenwater gezuiverd en als Hemel(s)water opgeslagen.
In opdracht van Rainproof Amsterdam is samen met de HvA een project gestart waarbij is verkend hoe vanuit regenwater producten kunnen worden gemaakt.
Samen met de Amsterdamse brouwerij de Prael, is de eerste 1.000 liter regenwater opgevangen en is voortkomend vit hemel(s)water het eerste biertje
gepresenteerd: CODE BLOND. Het bier wordt gefilterd om fijnstof te verwijderen en gekookt zodat alle bacteriën sterven. Voor 1000 liter bier is 1200 liter
regenwater nodig. Naast bier worden komend jaar mogelijk ook (fris)dranken, ijs en soep van regenwater gepresenteerd.
Beoogd resultaat | 2016- 2018 Trekker
Samen met dit consortium wordt verkend hoe we ook ons gemeentelijk vastgoed, assets en die van STe a NEN TT PCI TED
onze partners zouden kunnen inzetten voor hemel(s)water oplossingen. “Hemel(s)water is daarbij een MEE uee lak en je Be) ile
nieuw concept voor drinkwater bereiding in Nederland met een concrete technische productinnovatie.
De inzichten van dit project zullen leiden tot nieuwe businessconcepten voor huidige of nieuwe
stakeholders als ook een aangepaste taak voor de inspectie op de leefomgeving. Ook is het een begin
van een mogelijke transitie van centrale naar decentrale productie en levert het inzichten op tot Schaal
aangepaste regelgeving voor lobby bij het Rijk.
Lokaal
% 40
3. CIRCULAIRE STAD & GEMEENTE
3.2.1 | Circular research collaboration - kennistafel 3.2.2 Hoe organiseer je de circulaire stad; vernieuwing
a in (water)governance
Toelichting ( )g
" Toelichtin
Met de Circular Research Collaboration (CRC) wil de gemeente faciliteren dat onderzoek meer op 3
elkaar wordt afgestemd, samengewerkt en bevindingen transparant met de stad worden gedeeld en Waternet onderzoekt en organiseert een living (governance) lab om
bediscussieerd. De insteek is een open leeromgeving waarin kennis delen en samen de koers voor te komen tot een circulaire stad met de focus op water, energie en
verdieping bepalen centraal staat - ten behoeve van Amsterdam als circulaire stad en de MRA als grondstoffen. Daarbij wordt actiegericht onderzoek gedaan naar
circulaire regio. Die koers bepalen we niet alleen met de kennisinstellingen, maar ook met (water)governance in relatie tot nieuwe watertechnologie, waaronder
marktpartijen en de Amsterdammer. Dit geven we vorm door jaarlijks met kennisinstellingen en decentrale waterinitiatieven. Proeftuinen, organisaties kennis
partijen verdiepende reflectiesessies te houden per thema (zoals vastgesteld in het brengen nieuwe inzichten in de praktijk. Ingezet wordt op kansen
innovatieprogramma: Bouwketen, Organische keten, etc.), om vervolgens de uitkomsten daarvan waarin centrale en decentrale watersystemen samenwerken en leren
publiekelijk te bespreken. Middels deze reflectiesessies kunnen we ook meteen elkaar informeren over ten behoeve van een duurzame waterketen. Ook wordt aangetoond
de ambities en vitdagingen in de stad. De gemeente kan deze input meteen gebruiken voor verbeteren hoe een kennisactiesysteem hieraan kan bijdragen.
van governance op gebied van circulaire economie. Het CRC draagt op deze manier bij aan snelle,
intelligente innovaties en potentials worden geïnspireerd om de koplopers te volgen. Zowel binnen als
buiten de gemeentelijke organisatie. De insteek is om het CRC in te bedden in nationale programma’s
en ontwikkelingen (bijv. NL Circulair, nationale onderzoeksagenda), zodat we als stad en als regio ook
leren van inzichten die ergens anders al zijn opgedaan.
Beoogd resultaat | 2016- 2018 Trekker
In 2018 is er een betere kennisuitwisseling SAVER
tussen onderzoekers, innovators,
Beoogd resultaat | 2016- 2018 Trekker beleidsmedewerkers, bestuurders en
: . : Î ondernemers.
Ô 2017 is een aanne vorm onnie en nge: om Ee vk En aids Ook is er inzicht opgedaan naar governance-
ennis en netwerk dat kennisinstellingen en partners Mae ale CU las ln strategieën in een dynamische context. Schaal
openstellen te bundelen om gezamenlijk te werken aan de idee gei Te VEL Telgere Elona
B en nieuwe „ozienten nnen de Win Exploratieve scenario's zullen daarbij zijn Lokaal
Sconomie. =e Samenwerngsvorm WOT: IM 2019/DEgIn ontwikkeld over de stedelijke (water)cyclus.
2017 nader vitgewerkt. Schaal
Regionaal
x% 41
3. CIRCULAIRE STAD & GEMEENTE
3.2.3 Monitoring Circulair Innovatieprogramma en vervolgstrategie
Toelichting
Het Circulair Innovatieprogramma omvat geen kwantitatieve doelstellingen, het 3-ledige kader met de bijbehorende innovatietrajecten geeft de
samenwerking met kennisinstellingen en partijen in de stad weer.
Daarbij hoort een pakket aan projecten voor 2016 en eerste helft van 2017. Gezien de snelheid van de ontwikkelingen is het niet ondenkbaar dat de
gemeente Amsterdam haar circulaire strategie in 2018 herziet of vernieuwt, mede op basis van opgedane inzichten met dit innovatieprogramma.
Feedback-loops zijn de voeding van het lerende circulaire systeem. Die voeding geeft het vermogen om de transitie te doen groeien. Het hebben van
feedbackloops, gestructureerd en goed doordacht, is dus de helft van het verhaal. De mate waarin de gemeentelijke instrumenten en inzet
productief worden benut is de andere helft (bestuurlijke reactie Amsterdam Circulair), beiden zullen worden geëvalveerd en geoptimaliseerd begin
2018
Beoogd resultaat | 2016- 2018 Trekker
Samen met de kennisinstellingen en partners in de stad ontwikkelen we een toetsingskader om REECE EE KOE
initiatieven te kunnen toetsen op hun impact aan de circulaire footprint van de stad en Mlonils>
metropoolregio. Begin 2018 zal een overzicht van resultaten van projecten in de stad en regio
worden gepresenteerd, en zullen nieuwe uitdagingen,
de: . Schaal
kansen en ontwikkelingen worden geagendeerd voor het volgende jaar. In 2018 zullen de opgedane
inzichten, lessen en resultaten uit dit innovatieprogramma dienen als input wanneer de gemeente de | okaal
circulaire strategie in 2018 herziet of vernieuwt.
%
3. CIRCULAIRE STAD & GEMEENTE
Toelichting Toelichting
Een slimme stad, een smart city, is een stad waar sociale en technologische netwerken en En . . .
oplossingen zorgen voor een leefbare stad en een versnelde duurzame economische groei. Vorig jaar werd in Washington de Global Smart City & Communities
Amsterdam Smart City werkt daarin intensief samen met haar partners op onder andere het Coalition (GSC3) opgericht. In dit netwerk bundelen 8 wereldsteden
gebied van circulariteit, mobiliteit, digitalisering, data, energie en afval. Zo ontstaan innovatieve hun vragen over de slimme stad van de toekomst. Het gaat om
projecten en samenwerkingen tussen diverse partijen die de stad slimmer maken en wereldwijd Austin, Charlotte, Chicago, Amsterdam, Den Haag, Eindhoven,
andere steden inspireren. Naast de offline activiteiten, heeft ASC in juni 2016 een online platform Genva en Bandung (Indonesië). Dit jaar wordt uitgewerkt hoe we
gelanceerd. In 3 maanden tijd is deze community gegroeid naar meer dan 1.100 leden, een kleine stedelijke samenwerking (omtrent implementatie van oplossingen,
200 bedrijven en 150 projecten. Het groeit snel met een maandelijks bereik van 10.000+ uitwisseling van lessons learned en best practices) het best kunnen
bezoekers vit meer dan 130 landen en 250 steden wereldwijd van IJsland tot Australië. Via sociale faciliteren. Vanuit NL hebben Amsterdam, Den Haag en Eindhoven
media bereikt de ASC community diverse doelgroepen met 17.000+ volgers. vorig jaar al aangegeven hier aan deel te willen nemen. Ook andere
steden zoals Utrecht en Rotterdam hebben dit jaar aangegeven mee
te willen doen.
Beoogd resultaat | 2016- 2018 Trekker
Beoogd resultaat | 2016- 2018 Trekker
De komende 2 jaar bouwt Amsterdam Smart City hard verder om SEMReElnnE nd Sis
aan het platform rondom stedelijke innovatie en circulariteit in SAE Uitdagingen die we voor het thema circulair BSE
Amsterdam en omstreken te worden. Hiermee professionaliseert BWAEE ln Ke En met andere steden willen verkennen en Sucade
ASC haar werkwijze en is zij dé marktplaats van innovatie op ReniteWEnHE projecten in 2018 voor willen hebben gestart: Elle LRL a
grootstedelijke uitdagingen en het delen van kennis en projecten. cities in de
Next steps zijn: Schaal * _ Interessante businesscases uit afval halen en BRAAK
1. het ontsluiten van circulaire innovatie in de stad, afkomstig van die projecten communiceren op een
bottom-up initiatieven, corporates, MKB-ers, Start-ups en _ Internationaal begrijpelijke en aantrekkelijke manier.
gemeenten
2. realiseren van 5o unieke samenwerkingsverbanden per jaar die * Oplossingen om het transport van Schaal
vraagstukken adresseren zoals op het gebied van circulair. materialen te combineren en reststromen cnaa
3. diverse smart city oplossingen die in Amsterdam zijn ontstaan opnieuw in te zetten tot materialen voor .
… . : : . nternationaal
landelijk en/ of internationaal opschalen. hoogwaardige hergebruik.
% 43
%
Samenwerking in projecten Maximaal inspelen op financieringskansen
Met het Circulair Innovatieprogramma willen we als gemeente circulariteit en innovatie In het kader van de Circular Economy Package en Rijksbrede visie Circulaire Economie
op onze eigen taakvelden stimuleren, maar de partners in de markt moeten het vooral zullen zich in de komende jaren kansen voordoen voor Europese en nationale financiering
realiseren en doen. Een belangrijk deel van de gemeentelijke inspanning is gericht op het van projecten in lijn met dit Circulaire Innovatieprogramma. In nauwe samenwerking met
leggen van de juiste verbindingen, het bij elkaar brengen van verschillende partijen zodat de EU Desk van de gemeente Amsterdam en de kennisinstellingen zullen de
samenwerking ontstaat en projecten ontwikkeld worden. Het Innovatieteam van de mogelijkheden nauwgezet gemonitord worden en zullen inhoudelijke rve organisaties
gemeente speelt hierin een agenderende en verbindende rol. De ambtelijke inzet die met en/of eventuele externe partners gemobiliseerd worden t.b.v. het indienen van een
deze rol gepaard gaat wordt belegd binnen de reguliere formatie en begroting. De projectvoorstel bij een kansrijke call.
gemeentelijke rve's zijn verantwoordelijk voor de innovatieprojecten op het eigen
werkveld. Het is aan kennisinstellingen en marktpartijen waarmee de gemeente In het kader van innovatie zullen naast marktpartijen en kennisinstellingen mogelijk ook
samenwerkt zelf om te voorzien in de benodigde inzet, soms aangevuld met externe de provincie en de partners van de MRA Agenda en Stadsregio een partner kunnen zijn.
verkregen middelen (uit bijvoorbeeld Europa).
Sluitende Businesscase
Een passende businesscase is noodzakelijk alvorens innovatieprojecten met partners in
uitvoering worden genomen. Er zijn veel partijen die in de circulaire economie willen
investeren, maar hebben hierbij vaak net even een zetje nodig om de grootste
onzekerheid weg te nemen. Uitgangspunt is dat projecten gefinancierd worden door
meerdere partijen. De eventuele middelen die vanuit de gemeente noodzakelijk zijn om
een businesscase sluitend te maken zullen in eerste instantie gezocht worden binnen de
reguliere gemeentelijke (programma)begrotingen. Dit innovatieprogramma zal
daarnaast samen met de challenge Circulaire Economie van de Amsterdam Economic
Board worden aangesterkt met een open prijsvraag vanuit het Platform Regionale
Economische Structuur (PRES) om de circulaire industrie & ondernemers te stimuleren in
circulaire innovaties en te versterken in opschaling en impact.
% hl
Bestuurlijk opdrachtgever
Wethouder Abdeluheb Choho, Duurzaamheid
Wethouder Kajsa Ollongren, Innovatie en Economie
Ambtelijk opdrachtgevers ontwikkeling programma
CTO- Office — Ger Baron
rve R&D - Eveline Jonkhoff
Ambtelijk opdrachtgever uitvoering programma
CTO- Office — Sladjana Mijatovic
Projectorganisatie
Het innovatieprogramma is RVE overstijgend en de samenwerking in projecten vindt
plaats met partijen binnen en buiten de Gemeente Amsterdam, zoals:
. Ruimte en Duurzaamheid, Economie, Facilitair Bureau, Ingenieursbureau, Grond
en Ontwikkeling, Ruimte en Duurzaamheid en CTO office
. Amsterdam Economic Board en Amsterdam Smart City
. Amsterdamse kennis — en onderzoeksinstellingen, AMS, HVA
. Private partijen zoals Amsterdam ArenA, Alliander, Arcadis
% 45
% Bestuurlijke achtergrond
1. Circulaire economie als pijler ander het innovatiebeleid is onderdeel
Duurzame van de doelstellingen over circulaire economie in de Agenda Duurzaam-
Energie i
heid.
-O:
x ‘ Quickscan 2, Op 8 december 2015 is de rapportage van de QuickScan “Amsterdam
: : onderzoek Circulair” besproken in het college. Hierbij is afgesproken om eerst een
EEEN iz i . laire k marktconsultatie te doen en op basis daarvan het rapport Amsterdam
Duurzaam Os en EIFCUlAITEI KANSEN Circulair vast te stellen, de gemeentelijke inzet te bepalen en parallel het
\ ® in de stad circulair innovatieprogramma vast te stellen.
kn tE) ï
Emmen £ 3. De marktconsultatie en tevens de vele gesprekken vanuit CTO-office
nad gevoerd met kennisinstellingen en marktpartijen zijn de input voor het
zn circulair innovatieprogramma waarmee we aangeven hoe we gaan
7 en samenwerken met kennisinstellingen en partijen in de stad.
© k, tk telling partij de stad
Klimaat- © Ei
Reen Circulaire
bestendi 7 Rapport
Ei ee 8 Economie Advies: A Pp
eneen) msterdam
5 Facus op bouwketen - Ss
prmemmnnenrnennrenfd &organische --- Circulair ‚ ‚
ï paneetrven, stromen keten Inzichten Quickscan als Circular
Vena aaner "tT ” basis voor meerjarig .
filosofie van de circulaire economie onderzoeksprogramma AMS C ity
als rade draad door Agenda Duurzaamheid
Ty De circulaire
Menselijke economie kent geen ….
activiteiten dragen afval. Alle Bestuurlij ke
bij aan ecosystemen materialen komen in .
enen Saef Marktconsultatie appr so atie reactie
van “natuurlijk blalagleëhe op rapport als basis voor de
kapitaal” kringloop gemeentelijke inzet Amsterdam
_— Circulair
ke
ee et
Het logistieke / DN . Zan
Alle energie gn
ee Amsterdam werkt komt van dens
verandert: meer op . 5 HE 3)
de regio gerichte op basis van de amana EERE Behoefte aan ondersteuning Ci rcula ir
service en volgende zeven bronnen dek Aen versneling op: Rapport als basis voor
retourlogistiek inci gr Ks e N i
5 ‚principes aan de ] Li % 1. Onderzoeken Inzicht samenwerking met kennis- Innovatie-
circulaire econamie: EN ‚ m kt "
5} 5 2, Leveren bewijskracht: Innoveren en instellingen en (markt)partijen Pp rog ramma
Van bezit naar Sn De Grondstoffen 1 : EN experimenteren, leren door te doen;
. worden ingezet om 1 4 “ ii B
(gebruik van) (financiële af andere _h___* 3, Waar mogelijk al implementeren van een Programalijnen:
services; dit vraagt vormen van) KN 1. Amsterdam als Circulaire Living Lab
nieuwe . , waarde % circulaire aanpak :
businessmodellen __ Modulair en flexibel " ER 2. Amsterdam als Circulair Ecosysteem
voor productie, ontwerpen van Lek s_*_4, Vergroten groep koplopers; creëren van E
distributie en praducten en Un 3. Amsterdam als Circulaire Stad
consumptie productieketens " urgentie
vergroot + 5. Lobby bij het Rijk: Knellende regelgeving
aanpassingsvermagen . .
2015 van systemen. 2016 2017&2018
Stimuleren van innovatie, 5 waarbij private en
. f 8 E EN ne "
Doelstelli ale) onderzoek en circulaire Quickscan & Marktconsultatie Innovatieprogram blie TR LE A
bedrijvigheid Amsterdam gebruiken als proeftuin voor circulaire economie
%
x%
%
| Onderzoeksrapport | 46 | train |
Subsets and Splits
No saved queries yet
Save your SQL queries to embed, download, and access them later. Queries will appear here once saved.