text
stringlengths
181
1.69M
label
stringclasses
11 values
num_pages
float64
1
502
split
stringclasses
4 values
x Gemeente Amsterdam FI N % Raadscommissie voor Financiën, Coördinatie Aanpak Subsidies, Aanpak Belastingen, Waterbeheer, Vastgoed, Inkoop en Personeel en Organisatie % Gewijzigde agenda, donderdag 19 oktober 2017 Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie voor Financiën, Coördinatie Aanpak Subsidies, Aanpak Belastingen, Waterbeheer, Vastgoed, Inkoop en Personeel en Organisatie Tijd 13:30 tot 17:00 uur Locatie De Boekmanzaal Algemeen 1 Opening procedureel gedeelte 2 Mededelingen 3 Vaststellen agenda 4 Conceptverslag van de openbare vergadering van de commissie Financiën (FIN) van 21.09.2017. e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier doorgegeven, commissieFIN @raadsgriffie.amsterdam.nl 5 Termijnagenda, per portefeuille 6 _TKN-lijst 7 _ Opening inhoudelijk gedeelte 8 _Inspreekhalfuur Publiek 9 Actualiteiten en mededelingen 10 Rondvraag Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn slechts richtlijnen waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn. Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda staat. De vergaderingen en de verslaglegging daarvan zijn openbaar. Van deze vergaderingen worden geluids- en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden op internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl. Voor algemene informatie: info @gemeenteraad.amsterdam.nl 1 Gemeente Amsterdam FI N Raadscommissie voor Financiën, Coördinatie Aanpak Subsidies, Aanpak Belastingen, Waterbeheer, Vastgoed, Inkoop en Personeel en Organisatie Gewijzigde agenda, donderdag 19 oktober 2017 Financiën 11 Uiten van wensen en bedenkingen over het aanpassen van de achtergestelde lening van AEB en de leningovereenkomst aan WPW Nr. BD2017-011444 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht. (Gemeenteraad d.d. 8 en 9 november 2017). e De commissie WE is hierbij uitgenodigd. 12 Voortgangsrapportage Financiën Op Orde september 2017 Nr. BD2017-012242 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. Gemeentesecretaris | + II 13 Beantwoorden motie 607 van de leden Vroege en Boutkan inzake het onderzoek heroverweging Andreas en motie 608 van het lid Ernsting inzake op data als functionele eis Andreas Nr. BD2017-012004 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. Inkoop 14 Voorgenomen besluit inbesteding schoonmaak gemeentelijke panden Nr. BD2017-011330 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. Gemeentelijk Vastgoed 15 Investering centrale huisvesting van de Amsterdamse School Nr. BD2017- 012316 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht. (Gemeenteraad d.d. 8 en 9 november 2017). e Het kabinetstuk is naar de leden gestuurd. TOEGVOEGDE AGENDAPUNTEN Waterbeheer 16 Kennis nemen van wijzigingen drinkwatertarieven 2018 en overbrengen wensen of bedenkingen Nr. BD2017-011346 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht. (Gemeenteraad d.d. 8 en 9 november 2017). 2 Gemeente Amsterdam FI N Raadscommissie voor Financiën, Coördinatie Aanpak Subsidies, Aanpak Belastingen, Waterbeheer, Vastgoed, Inkoop en Personeel en Organisatie Gewijzigde agenda, donderdag 19 oktober 2017 17 Stand van Zaken Programma Varen en uitspraak Raad van State Nr. BD2017- 012653 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. Financiën 18 Vervolgplanning Vernieuwing Informatievoorziening Belastingen (VIB) Nr. BD2017-012472 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. 3
Agenda
3
discard
N Gemeente Amsterdam Gemeenteraad x Gemeenteblad % Motie Jaar 2020 Afdeling 1 Nummer 587 Ingekomen op 19 mei 2020 Behandeld op 20 mei 2020 Status verworpen Onderwerp Motie van de leden Nanninga en Kreuger inzake de actualiteit corona (geen onnodige gemeente-uitgaven tijdens economische crisis: schrap Agenda Autoluw en Aardgasvrij 2040) Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de actualiteit corona, Overwegende dat: - de economische crisis als gevolg van de coronacrisis enorme gevolgen heeft voor de gemeentebegroting; -__ het college in 2020 al een begrotingstekort verwacht mogelijk oplopend tot 360 miljoen euro; - we als gemeentebestuur alles op alles moeten zetten om naast het bestrijden van de gezondheidscrisis, ook de schade van de economische crisis voor Amsterdam en Amsterdammers zoveel mogelijk te beperken; - hier veel financiële middelen voor nodig zijn die er mogelijk niet meer zijn; - er dus harde keuzes gemaakt zullen moeten worden t.a.v. de gemeentebegroting. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: De Agenda Autoluw te schrappen, alsmede de aardgasvrij 2040-ambities. De leden van de gemeenteraad Nanninga Kreuger 1
Motie
1
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2016 Afdeling 1 Nummer 1731 Publicatiedatum 6 januari 2017 Ingekomen onder Vv Ingekomen op woensdag 21 december 2016 Behandeld op woensdag 21 december 2016 Status Aangenomen Onderwerp Motie van de leden Kaya, Mbarki, Duijndam en Blom inzake de opvang voor dak- en thuisloze jongeren (maak werk van uitstroom). Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de actualiteit van de leden Kaya, Mbarki en Duijndam inzake de opvang voor dak- en thuisloze jongeren (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1667). Overwegende dat: — de raad op 25 november 2015 unaniem het initiatiefvoorstel "Geef zwerfjongeren een kans” heeft aangenomen; — een belangrijk onderdeel in dit voorstel focust zich op doorstroom en uitstroom van de maatschappelijke opvang en de regie hierop; — er 90 tot 130 jongeren langer dan een jaar in de opvang zitten en nog niet kunnen uitstromen. Van mening zijnde dat: — het niet goed voor jongeren is om langdurig in de maatschappelijke opvang te blijven. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: 1. een analyse te doen naar de wachtlijst van 90 tot 130 jongeren die reeds langer dan een jaar in de opvang verblijven; 2. hiervoor een plan van aanpak voor uitstroom te maken; 3. in samenwerking met opvangorganisaties de criteria voor uitstroom te evalueren en de raad een voorstel te doen met hun advies erbij. De leden van de gemeenteraad M. Kaya S. Mbarki P.J.M. Duijndam S.R.H. Blom 4
Motie
1
discard
> Gemeente Amsterdam % Stadsdeel Zuid Z Agenda van de openbare Commissie Leefomgeving van 12 april 2011 Vergaderdatum dinsdag 12 april 2011 Tijd 20:00 - 23:00 uur Locatie Raadzaal te President Kennedylaan 923 Voorzitter Mw. R. van Dolder Griffier Mw. F. Alkan Presentatie Voorafgaand aan de vergadering zijn er van 19.00 tot 19.45 uur twee pre- sentaties: - De Boerenweteringgarage (15 min) - Systematiek in duurzaam beheer (30 min) 1. Opening en vaststellen agenda 2. Mededelingen en vragen over actualiteiten aan het DB 3. Vaststellen verslag Nvt. 4. Toezeggingen en termijnagenda 5. Kwaliteitcijfers de Pijp Ter bespreking. 6. Milieuprogramma 2011 Ter advisering aan de deelraad. 7. Termijnagenda Ter bespreking. 1 Commissie Leefomgeving - dinsdag 12 april 2011 Besloten gedeelte 8. Projecten in control 2011 (vertrouwelijk) Ter bespreking. 9. Sluiting Ter kennisname stukken - Aalsmeerplein - Beatrixpark vernieuwen ingangen - Milieubeleidsplan 2011-2014 - Foto's bankje Gelderlandplein - Stand van zaken Rode loper en dubbel tramspoor - Kabinetstuk 2
Agenda
2
train
> Gemeente % Amsterdam D Motie Datum raadsvergadering 10 mei 2023 Ingekomen onder nummer 202 Status Verworpen Onderwerp Motie van de leden Boomsma, Von Gerhardt, Broersen, Krom, Koyuncu en nanninga inzake de Spijtoptantenregeling (Verbindt regeling aan erfpachtrecht niet aan persoon) Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De Raad, Gehoord de discussie over de Spijtoptantenregeling, Overwegende dat, -__de Overstapregeling en de Spijtoptantenregeling voortvloeien uit de goederenrechtelijke rechtsverhouding tussen erfpachter en de gemeente als grondeigenaar; -_Inderegeling de definiëring van de Spijtoptant is losgekoppeld van de eigendom van het erfpachtrecht, en hierdoor niet ziet op het erfpachtrecht maar op de persoon vd eigenaar; -_ deze loskoppeling van de rechtsverhouding tussen erfpachter en de gemeente strijdig is met het gelijkheidsbeginsel en mogelijk andere beginselen van behoorlijk bestuur; -__ het gevolg is dat een groep van circa 9.000 erfpachters die sinds 8 januari 2022 eigenaar zijn geworden van een erfpachtrecht, geen gebruik kunnen maken van de regeling; -__ eenzelfde strijdigheid met het gelijkheidsbeginsel mogelijk geldt voor de ca 5.000 erfpachters die nog niet volledig voldoen aan de voorwaarden van de Spijtoptantenregeling, maar waarin de Covlanceregeling wel voorziet; -__de ACM in haar brief van 16 september 2021 heeft geconcludeerd: “Hoewel de gemeente uitvoerig heeft geïnformeerd (…) was deze informatie voor een groep consumenten mogelijk niet duidelijk genoeg om het belang van het doen van een aanvraag onder de tijdelijke voorwaarden op waarde te kunnen inschatten. (…) Het betreft hier informatie die mogelijk essentieel was voor consumenten om een geïnformeerd besluit te nemen over het doen van een aanvraag en het accepteren van het aanbod vd gemeente”; -__de gemeente deze onduidelijkheid over essentiële informatie voor consumenten, en derhalve voor zowel kopers als verkopers van erfpachtwoningen, niet heeft weggenomen; Verzoekt het College: - de redactie van de artikelen 3 en 4 van de Spijtoptantenregeling zodanig te wijzigen, zodat de erfpachter hier gebruik van kan maken, ongeacht de persoon van de eigenaar, waarbij de bepaling dat de erfpachter om gebruik te kunnen maken van de Spijtoptantenregeling vóór 8 januari 2020 eigenaar moest zijn, komt te vervallen. -_ De Coulanceregeling ook van toepassing te verklaren op Spijtoptanten Gemeente Amsterdam Status Pagina 2 van 2 Indiener(s), D. T. Boomsma M.S. von Gerhardt J. Broersen J.M. Krom S. Koyüncu A. Nanninga
Motie
2
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2017 Afdeling 1 Nummer 1666 Publicatiedatum 29 december 2017 Ingekomen onder AH Ingekomen op donderdag 21 december 2017 Behandeld op donderdag 21 december 2017 Status Verworpen Onderwerp Motie van het lid Boomsma inzake de Verordening Parkeerbelastingen 2018 (invoeren fiscaal betaald parkeren met parkeerduurbeperking in de Prinses Irenebuurt uitstellen tot 2020). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over het intrekken van de Verordening Parkeerbelastingen 2017 en het vaststellen van de Verordening Parkeerbelastingen 2018 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1598). Overwegende dat: - het huidige regime in de prinses Irenebuurt goed functioneert en de bewoners er positief over zijn; - er geen dringende noodzaak is voor onmiddellijke invoering van een nieuw parkeerregime:; - door de vele infrastructurele werken in de wijk, waaronder Zuidas-Strawinsky Zuid- en Noordzijde, de nieuwe rechtbank en het Zuidasdok, er sprake is van verkeershinder en een tijdelijk verminderd aantal parkeerplaatsen; - voor de verkeersveiligheid nog aanpassingen te verwachten zijn aan de wegen in de buurt op grond van de aangekondigde schouw; - het verstandig is die eerst goed uit te voeren voordat het definitieve regime wordt ingevoerd; - daarbij veranderingen van de belangrijke fietsroutes in de buurt op hun gevolgen in samenhang met de verkeersveiligheid maatregelen bekeken moet worden. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: De implementatie van een nieuw parkeerregime in de prinses Irenebuurt uit te stellen tot 2020. Het lid van de gemeenteraad D.T. Boomsma 1
Motie
1
discard
X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 715 Publicatiedatum 15 oktober 2014 Ingekomen op 8 oktober 2014 Ingekomen in raadscommissie WE Te behandelen op 5/6 november 2014 Onderwerp Motie van de raadsleden de heer N.T. Bakker, de heer A.J.M. Bakker en mevrouw Ruigrok inzake de begroting voor 2015 (Paarse Krokodillenbrigade). Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de begroting voor 2015; Overwegende dat: — het Amsterdams midden- en kleinbedrijf (MKB) de ruggengraat van de stedelijke economie is, en verantwoordelijk is voor het gros van de lokale werkgelegenheid; — in het coalitieakkoord is afgesproken dat Amsterdam de dienstverlening voor het MKB sterk wil verbeteren door onnodige regels te versimpelen of te schrappen. Hiervoor wordt een Paarse Krokodillenbrigade (integraal team) in het leven geroepen; — de begroting spreekt over deregulering van de economische structuurversterking, maar niet uitweidt over de rol die de Paarse Krokodillenbrigade hierin gaat spelen, Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: — te komen met een eerste aanzet ter oprichting van de Paarse Krokodillenbrigade, middels een eerste inventarisatie van regels waarvan de meerwaarde niet duidelijk is; — deze inventarisatie als startpunt te gebruiken voor het formeren van de brigade, waarin gemeente en ondernemers samen op zoek gaan naar mogelijkheden om processen te vereenvoudigen en regeldruk te verlagen; — deze brigade vanaf de zomer van 2015 operationeel te laten zijn; — de raad frequent en actief te informeren over de oprichting en lopende werkzaamheden wanneer de brigade actief is. De leden van de gemeenteraad, N.T. Bakker A.J.M. Bakker M.H. Ruigrok 1
Motie
1
discard
E92 004799 N% Gemeente Tijdelijke Algemene Raadscommissie TAR Ontwikkeling X Amsterdam Voordracht voor de Tijdelijke Algemene Raadscommissie van o7 april 2022 Ter bespreking en ter kennisneming Portefeuille Bouwen en Wonen Grondzaken (31) Agendapunt 36 Datum besluit College van B&W 18 januari 2022 Onderwerp Kennisnemen van de tijdelijke financiële woningbouwimpuls in de vorm van een regeling Ambitiebonus en een regeling Transformatie-impuls De commissie wordt gevraagd Kennis te nemen van de raadsinformatiebrief, waarmee de gemeenteraad wordt geïnformeerd over het collegebesluit tot instemming met de nadere uitwerking van een financiële woningbouwimpuls in de vorm van vaststelling van de regeling Ambitiebonus en de regeling Transformatie-impuls. Wettelijke grondslag Artikel 169 Gemeentewet: Het college van burgemeester en wethouders en elk van zijn leden afzonderlijk zijn aan de Gemeenteraad verantwoording schuldig over het door het college gevoerde bestuur (eerste lid). Zij geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de uitoefening van zijn taak nodig heeft (tweede lid). Bestuurlijke achtergrond Op 28 januari 2020 heeft het college ingestemd met een concept-intentieverklaring met daarin afspraken en maatregelen tussen de gemeente en leden van IVBN (Vereniging van Institutionele Beleggers Vastgoed, Nederland), Vastgoed Belang (Vereniging van particuliere beleggers in vastgoed) en de NEPROM (Nederlandse Vereniging van Projectont-wikkeling Maatschappijen) om de bouwproductie op stoom te kunnen houden en tegelijk voldoende betaalbare woningen te realiseren die langdurig in dit segment behouden blijven. De definitieve intentieverklaring “Meer betaalbaar wonen met betrouwbare partners” is op 3 februari 2020 ondertekend (geagendeerd voor de raadscommissie WB d.d. 4, maart 2020). De Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties ondersteunt deze Intentieverklaring. Op 2 juni 2020 (ZD2020-003462) heeft het college vervolgens ingestemd met enkele beleidsaanpassingen die voortvloeiden uit de Intentieverklaring (commissie WB d.d. 24 juni 2020). Deze beleidsaanpassingen hadden betrekking op voorwaarden en vitpondtermijnen voor middeldure huurwoningen en private sociale huurwoningen en de programmatische verdeling bij transformatieprojecten. De gesprekken tussen gemeente en IVBN, Vastgoed Belang en de NEPROM (hierna: de koepels) zijn in 2020 en 2021 voortgezet, zowel ambtelijk als bestuurlijk. Bijgaande raadsinformatiebrief en bijlagen zijn tevens verzonden met de dagmail van 21 januari 2022 en ter kennisneming aangeleverd voor de commissie RO en WB van g februari 2022. Reden bespreking O.v.v. de leden Van Renssen en Havelaar. Uitkomsten extern advies De voorstellen zijn tot stand gekomen na raadpleging van leden van IVBN, NEPROM en Vastgoedbelang. Voor zowel de Ambitiebonus als de Transformatie-impuls geldt dat deze regelingen niet alleen toegankelijk zijn voor leden van deze koepels, maar generiek gelden. De Gegenereerd: vl.15 1 VN2022-004799 % Gemeente Tijdelijke Algemene Raadscommissie Grond en % Amsterdam jee 9 TAR Ontwikkeling % Voordracht voor de Tijdelijke Algemene Raadscommissie van o7 april 2022 Ter bespreking en ter kennisneming drie tenders worden openbaar op de markt gezet. Elke private erfpachter — die aan de gestelde voorwaarden voldoet — komt in aanmerking voor de Transformatie-impuls. Geheimhouding n.v.t. Uitgenodigde andere raadscommissies n.v.t. Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan? Nee. Welke stukken treft v aan? 1. 20220120 Raadsinformatiebrief Ambitiebonus en Transformatie-impuls AD2022-017073 DEF.pdf (pdf) 2. Bijlage 1. 2022 Tijdelijke regeling Ambitiebonus. pdf (pdf) AD2022-017075 3. Bijlage 2. 2022 Tijdelijke regeling Transformatie-impuls. pdf (pdf) Tijdelijke Algemene Raadscommissie Voordracht (pdf) Ter Inzage Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Grond en Ontwikkeling, Harriet Wildenberg, 0683647558, h.wildenberg @amsterdam.nl en Cor de Jong 0652513817, c.de.jong@®amsterdam.nl Gegenereerd: vl.15 2
Voordracht
2
train
> < gemeente Raadsinformatiebrief msterdam | steraa Afdoening motie Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam Datum 1 maart 2022 Portefeuille(s) Verkeer, Vervoer, Water en Luchtkwaliteit Portefeuillehouder(s): Egbert J. de Vries Behandeld door Bijzondere Projecten ([email protected]) Onderwerp Afdoening motie 813.21 van het lid Vroege (D66) inzake Onderzoek naar ontvlechting metrodienstregeling Bijlage(n) Motie 813.21 (Vroege), Onderzoek naar ontvlechting metrodienstregeling Geachte leden van de gemeenteraad, In de vergadering van de gemeenteraad van 2 december 2021 heeft uw raad bij de afronding van de commissieactualiteit over metroverstoringen motie 813.21 van raadslid Vroege (D66) aangenomen, waarin het college gevraagd wordt om in samenwerking met Vervoerregio Amsterdam en de huidige concessiehouder / exploitant (GVB) de mogelijkheden te onderzoeken om, al dan niet tijdelijk, de metrodienstregeling te “ontvlechten". Het college geeft als volgt uitvoering aan de motie. Naar aanleiding van vw motie heeft het college zich laten informeren over de verwachte effecten van ontvlechten en de vroegst mogelijke termijn waarop een eventuele ontvlochten dienstregeling zou kunnen worden geïmplementeerd. GVB heeft aangegeven dat het ontvlechten van de dienstregeling een voorbereidingstijd heeft van minimaal 6 maanden. Deze voorbereidingstijd is nodig voor het opstellen van nieuwe dienstregelingen, aansluitschema’s voor andere OV modaliteiten en aanpassen van informatie op stations, in voertuigen en op de websites. Daarnaast vormt het een ingrijpende wijziging van het OV systeem. Om dit systeem goed te laten functioneren moet de Vervoerregio, in overleg met GVB en gemeente, ook de routes en frequenties van andere OV modaliteiten herzien. Tot slot moet ontvlechting worden beschouwd in samenhang met geplande werkzaamheden in de stad die bijvoorbeeld invloed hebben op tramlijnen. Dit maakt dat de termijn van 6 maanden een absoluut minimum vormt en meer zorgvuldigheid en veel meer tijd vraagt. De conclusie luidt in alle gevallen dat ontvlechten geen maatregel is die op korte termijn kan worden ingezet om het aantal storingen te verminderen. Daarnaast verwachten deskundigen van Alstom en de gemeente dat ontvlechten van de dienstregeling een beperkte bijdrage zal leveren aan het verkleinen van de kans op verstoringen. De eis bij de start van het project was om zowel een vervlochten lijnennet als ontvlochten lijnennet mogelijk te maken. Dit heeft geleid tot een technisch complex systeem van hardware en software. 1 Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 1 maart 2022 Pagina 2 van 2 Overigens wijzen GVB en de deskundigen van de gemeente wel op een indirect positief effect van ontvlechten op hinder voor reizigers door uitval van individuele treinen. In een ontvlochten netwerk werken vertragingen en individuele uitval van ritten op 1 lijn niet of beperkt door op andere lijnen. In een vervlochten netwerk is dat wel het geval. De (geconsolideerde) punctualiteit en betrouwbaarheid van een ontvlochten netwerk is daarmee per definitie beter dan van een vervlochten netwerk. Er zijn echter veel meer voor- en nadelen van de verschillende lijnvoeringvarianten. De keuze hieruit vraagt om een integrale afweging. Dit is een taak en bevoegdheid van de Vervoerregio. De Vervoerregio werkt samen met GVB en de gemeente aan een metronetstudie. Hierbij worden verschillende lijnvoeringvarianten beoordeeld op hun voor- en nadelen en gewogen en afgezet tegen topcriteria. Hierin worden ook de ervaringen met het nieuwe S&C systeem betrokken. De Vervoerregio zal hiervan in het voorjaar van 2022 de resultaten voorleggen. Het college beschouwt de motie hiermee als afgehandeld. Met vriendelijke groet, Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, Egbert J. de Vries Wethouder Verkeer, Vervoer, Water en Luchtkwaliteit Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Motie
2
discard
Bezoekadres 2x Gemeente Amsterdam Stadhuis, Amstel 1 Best di t 1011 PN Amsterdam SEMO ES 2x Directie Stedelijke Bestuursadvisering Postbus 202 Afdeling Fysiek Domein 1000 AE Amsterdam >_< | Telefoon 020 552 9111 | PCD BAAR Retouradres: BDA, Postbus 202, 1000 AE Amsterdam www.amsterdam.nl | Aan de leden van de Gemeenteraad Amstel 1 1011 PN Amsterdam Datum 19 maart 2014 Ons kenmerk Behandeld door P. Heuberger Doorkiesnummer 06-19280801 Faxnummer E-mail [email protected] | Onderwerp Amsterdam Schone Stad | Geachte leden van de gemeenteraad, | Op 30 april 2013 bij de troonswisseling heeft Amsterdam zich nationaal en internationaal van haar beste kant laten zien. De burgemeester heeft veel reacties gehad, óók over hoe mooi en schoon de stad er bij lag. Voor de burgemeester zijn deze positieve reacties aanleiding geweest om elke dag zo'n schone stad te willen hebben. De burgemeester heeft zijn ambitie voorgelegd aan het college, en met steun van wethouder Ossel, heeft de gemeentesecretaris de opdracht overgenomen. Deze ambitie komt overeen met de geformuleerde wens van de gemeenteraad. Om de ambitie te bewerkstelligen zijn het afgelopen half jaar door een gemeentelijk projectteam 27 ideeën ontwikkeld (zie bijlage). Deze ideeën zijn input geweest voor de bestuurlijke kick-off die de Burgemeester op 28 januari jl. heeft georganiseerd. Op basis van de 27 ideeën, zullen in de komende periode de volgende 10 voorstellen in 2014 en 2015 worden uitgewerkt én uitgevoerd: 1) Flexibele brigade/onderlinge inleen reinigingspersoneel. Daar waar er behoefte is aan extra inzet, zal in eerste instantie met gesloten beurzen reinigingspersoneel van andere stadsdelen worden ingezet. We zijn één Amsterdam. 2) Stadsbrede inzet personeel bij evenementen. De stad kent vele evenementen die in sommige gevallen een piekbelasting kennen. Te denken valt aan Koningsdag en de Gay Pride Canal Parade maar uiteraard ook bij evenementen buiten het centrum van de stad. 3) Stadsbrede aanpak graffiti en wildplak. Een gemeentebrede aanpak voor graffiti- en wildplak in de stad dat — met de Het stadhuis is bereikbaar per metro en tram (lijnen 9 en 14), halte Waterlooplein 19 maart 2014 Gemeente Amsterdam Kenmerk Bestuursdienst Pagina 2 van 3 ervaringen van stadsdeel Centrum - gebiedsgericht kan worden geimplementeerd. De methode levert een beter resultaat (schoner) waarbij zelfs kostenneutraal kan worden gewerkt. Deze aanpak wordt gefaseerd over de stad uitgerold. 4) Beheerconvenanten In beheerconvenanten worden afspraken gemaakt tussen het desbetreffende stadsdeel en de bewoners/bedrijven in een bepaalde buurt of straat. Het stadsdeel geeft aan wat de inzet zal zijn. Van de betrokken partijen wordt ook een concrete inzet verwacht. | 5) Inzet sociale werkvoorziening in samenwerking met winkeliers. In de Kalverstraat zorgen medewerkers van het Ecocollege dat deze straat er op | drukke tijden toch nog fatsoenlijk bij ligt. Deze aanpak zal in andere drukke winkelstraten ook worden toegepast. 6) Stadbrede uitrol lokale successen. In de stadsdelen is de afgelopen jaren veel kennis en ervaring opgedaan en veel gepionierd om de stad schoner en heler te krijgen. Deze kennis en ervaring wordt ingezet in werkprocessen en tegelijkertijd beter gedeeld. 7) Het verhalen van veegkosten bij (fastfood-)bedrijven. (Fastfood-)bedrijven hebben de wettelijke taak om 25m2 rond hun bedrijf schoon te houden. Middels het verhalen van de kosten voor het schoonmaken, kan deze | wettelijke taak worden bewerkstelligd. | 8) Camera-toezicht op ongewenst gedrag rondom afval. | In de openbare ruimte hangen camera’s. Deze kunnen ook worden ingezet om ongewenst gedrag rondom afval te kunnen verbaliseren. 9) Aanspreken bezoekers op ongewenst gedrag zwerfaval, peuken, kauwgom. De handhavers krijgen de opdracht om bezoekers van de openbare ruimte aan te | spreken op hun gedrag. Weggooien van zwerfafval, peuken en kauwgom vinden wij ongewenst gedrag. 10) Stadsbrede aanpak fietswrakken en verweesde fietsen. (reeds in gang gezet) Het College heeft een aantal weken geleden ingestemd met het voorstel om versneld | fietswrakken uit de openbare ruimte te verwijderen én om een zogenaamde ‘wrakkenman’ in te zetten. Deze komt bij bewoners langs die van hun fiets af willen. Dat is goedkoper dan het proces van stickeren, verwijderen en transporteren naar het fietsdepot. Daarmee zijn we er nog niet. De strijd voor een schoner en heler Amsterdam vergt een lange adem en continue aandacht voor optimalisering van bedrijfsvoering, openstaan voor innovatieve ideeën als mede de grenzen van wet- en regelgeving opzoeken. 2 19 maart 2014 Gemeente Amsterdam Kenmerk Bestuursdienst Pagina 3 van 3 Wij brengen dit ook onder de aandacht van het volgend College en Gemeenteraad met de aanbeveling om op gezette tijden standen van zaken te melden en nieuwe voorstellen te ontwikkelen. Metvriendelijke groet, | Burg | mèester en wethouders van Amsterdam, ij me LT Dj otár burgemeester mr. A.H Ï mr. E.E. van der Laan | | | | | 3
Schriftelijke Vraag
3
discard
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Motie Jaar 2020 Afdeling 1 Nummer 1401 Behandeld op 16 en 17 december 2020 Status Aangenomen bij schriftelijke stemming op 18 december 2020 Onderwerp Motie van de leden Hammelburg en De Jong inzake de Begroting 2021 (Bouw ouderenwoningen naar voren halen) Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Begroting 2021. Constaterende dat: — de minister van BZK specifiek voor de bouw van geclusterde woningen voor ouderen in 2021 € 20 miljoen beschikbaar stelt vanuit het budget van de woningbouwimpuls; — deze middelen zijn bedoeld om geplande projecten naar voren te halen of een laatste zetje te geven; — meteen dergelijke regeling wordt tegemoetgekomen aan het gat dat is ontstaan tussen thuis wonen en het verpleeghuis. Overwegende dat: — De gemeente Amsterdam, woningcorporaties, ontwikkelaars, investeerders, beleggers, zorgpartijen en betrokken woongemeenschappen de handen inéén slaan om meer geclusterde ouderenwoningen te realiseren. — Daartoe in de zomer van 2020 de intentieverklaring Zelfstandig geclusterd wonen voor ouderen in Amsterdam is getekend. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: Alles op alles te zetten om gebruik te maken van de € 20 miljoen budget dat het ministerie van BZK beschikbaar stelt vanuit het budget van de woningbouwimpuls om de geplande bouw van geclusterde ouderenwoningen door corporaties en marktpartijen naar voren te halen. De leden van de gemeenteraad A.R. Hammelburg D.S. de Jong 1
Motie
1
train
Verne2n00165 N% Gemeente Raadscommissie voor Verkeer Vervoer en Luchtkwaliteit en Water M LW Openbare Ruimte N Amsterdam % Voordracht voor de Commissie MLW van 16 december 2021 Ter advisering aan de raad Portefeuille Verkeer, Vervoer en Luchtkwaliteit Agendapunt 6 Datum besluit College van B&W 23 november 2021 Onderwerp Instemmen met de beleidsnota ‘Amsterdam veilig en leefbaar - 3zokm/u in de stad’ De commissie wordt gevraagd 1. Inte stemmen met bijgaande nota ‘Amsterdam veilig en leefbaar - 30 km/u in de stad’, met als belangrijkste punten: 11. We willen in veel meer straten in de stad een maximumsnelheid van 30 km/u. Hierbij streven we naar een zo kort mogelijke vitvoeringsperiode, waarbij we ons op dit moment richten op 2023. 1.2. Met deze maatregel zetten we een grote stap in de verkeersveiligheid: een lagere snelheid zorgt voor minder ongevallen en voor minder ernstig letsel bij een ongeval. 13. Eenlagere snelheid zorgt daarnaast voor een stevige geluidsreductie van het verkeer in de stad, een belangrijke bron van geluidsoverlast. 1.4. De keuze voor meer 30 km/u in de stad is een uitwerking van motie 57.20 (30 km is de norm in de hele stad, 5o km de uitzondering); het is onderdeel van een brede internationale trend om de verkeersveiligheid in steden te verbeteren, past bij de ingeslagen weg naar een autoluwe stad en sluit aan bij de in de Tweede Kamer aangenomen motie om een afwegingskader te maken voor 30 km/u als leidend principe in de bebouwde kom. Een advies over dit landelijk kader ligt nu bij het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. 1.5. Deeffecten van een lagere snelheid op de doorstroming van het verkeer zijn beperkt; wel zien we verplaatsing van verkeer van wegen die 30 km/u worden naar wegen die 5o km/u blijven en naar de ring Azo. 1.6. Uit verdiepende analyses blijkt dat verkeerslichten op kruispunten moeten worden aangepast (ongeveer 200 van de 400). De precieze impact is lastig op voorhand in beeld te brengen. Dit wordt in de uitvoering meegenomen en gemonitord. Nadere verkeerskundige analyses tonen verder dat drie kruispunten overbelast kunnen raken. In de uitvoering gaan we dit goed monitoren. 1.7. Het belangrijkste principe in dit voorstel is dat een weg in de bebouwde kom van Amsterdam alleen 5o km/u blijft als aan één of meer van de volgende voorwaarden wordt voldaan: 1.7.1. wegen die in een niet-stedelijke omgeving liggen (o.a. gebaseerd op adressendichtheid); 17.2. wegen met 2x2-rijstroken; 1.7.3. wegen waar niet of nauwelijks oversteekbewegingen (mogelijk) zijn; 17.4. weggedeelten waar een directe overgang is met een weg met 7o km/u of hoger; 1.7.5. eventuele onlogische stukken weg die op basis van bovenstaande criteria 30 of 5o worden, terwijl de rest van de weg een andere snelheid heeft; 1.7.6. Voor alle 5o km/u-wegen geldt dat een vrijliggend fietspad en geen direct aanliggende parkeerplaatsen vereist zijn; 1.8. Met deze aanpak komen ook veel zogenoemde gebiedsontsluitingswegen (wegen met een belangrijke verkeersfunctie) in aanmerking voor een maximumsnelheid van 30 km/u; hiervoor introduceren we een nieuwe categorie: de gebiedsontsluitingsweg-30, waarvan ook landelijk is geconstateerd dat een dergelijke categorie nodig is in stedelijke omgevingen. Gegenereerd: vl.22 1 vee 930165 % Gemeente Raadscommissie voor Verkeer Vervoer en Luchtkwaliteit en Water M LW Openbare Ruimte Voordracht voor de Commissie MLW van 16 december 2021 Ter advisering aan de raad 1.9. Belangrijkste kenmerken van een gebiedsontsluitingsweg-30 zijn: 1.9.1. de weg behoudt een hogere hiërarchie ten opzichte van woonstraten (erftoegangswegen met 30 km/u); 1.9.2. we kiezen in principe voor asfalt op de rijbaan, het niet mengen van fiets en auto en we zijn terughoudend met drempels met het oog op het belang van het OV en de nood- en hulpdiensten. 1.10. We streven ernaar de aanpassing naar 30 km/u in een zo kort mogelijke periode uit te rollen, omdat dit de meeste duidelijkheid geeft voor de weggebruiker en omdat hiermee de positieve effecten sneller optreden. Amsterdam werkt hierbij nadrukkelijk samen met het Rijk en het CROW (kennisinstituut verkeer en vervoer) om aanpak en proces af te stemmen. 1.11. Bij de vitrol van 30 km/u in de stad zetten we in op een brede aanpak om de snelheid naar beneden te krijgen, met de volgende onderdelen: 1.11.1. Communicatie 1.11.2. Monitoring 1.113. Infrastructuur 1.11.4. Voertuigtechniek 1.11.5. Handhaving 1.12. Het verlagen van de maximumsnelheid in de stad heeft effect op de snelheid van het openbaar vervoer en de nood- en hulpdiensten. Adviesbureau Goudappel Coffeng heeft de mogelijke impact op de exploitatie berekend op 6 tot 7 miljoen euro per jaar (exclusief eventuele benodigde extra activa). Om de negatieve effecten van de maatregel voor deze gebruikers te verminderen, nemen we de volgende maatregelen: 1.12.1. Erkomt een gezamenlijke opdracht van VRA en gemeente, in samenwerking met de vervoerders om mitigerende maatregelen te onderzoeken. Het streven voor deze opdracht is met mitigerende maatregelen het negatieve effect van de maatregel 30 km/u in de stad voor het openbaar vervoer op nul te brengen. In de tweede helft van 2022 komen de resultaten hiervan terug in het uitvoeringsplan '3o km/u in de stad’, dat aan de gemeenteraad wordt toegestuurd. Rigoureuze en out-of-the-box-maatregelen op bijvoorbeeld de verkeerscirculatie worden daarbij ook in ogenschouw genomen. Daarbij zal ook aandacht worden besteed aan monitoring van de daadwerkelijke impact en het proces rond invoering. 1.12.2. Vooruitlopend op deze opdracht is al een aantal maatregelen genomen om de effecten op het ov te mitigeren. Hierbij gaat het om (4) het vitzonderen van 30 km/u van vrijliggende tram/bus-banen en (2) het vitzonderen van 30 km/u van een aantal routes bij invoering: Van Diemenstraat/Westerdoksdijk, Prins Hendrikkade Oost en Haarlemmerweg-Oost. Daarnaast blijft vanwege de inspraak de Hugo de Vrieslaan alsnog 5o km/u. Voor de Van Diemenstraat/ Westerdoksdijk en de Prins Hendrikkade Oost geldt dat deze wegen bij herprofilering als ontwerpopgave 30 km/u hebben. 1.12.3. Mocht het streven het negatieve effect op nul te krijgen niet worden gehaald, dan wordt dit aan de betreffende bestuurders voorgelegd. Gemeentelijk standpunt is dat Amsterdam geen financiële bijdrage voor het mogelijke exploitatietekort gaat leveren. De Vervoerregio heeft hier ook geen extra middelen voor. 1.13. De impact voor nood- en hulpdiensten is gezamenlijk in beeld gebracht. De impact is beperkt, maar wel degelijk zichtbaar. Om dit te mitigeren, is afgesproken een gezamenlijke monitoring op te zetten, waar mogelijk nog aanvullende maatregelen te nemen en zowel operationeel als strategisch een geregeld overleg te hebben ten behoeve van toekomstige ontwikkelingen. Gegenereerd: vl.22 2 vee 930165 % Gemeente Raadscommissie voor Verkeer Vervoer en Luchtkwaliteit en Water M LW Openbare Ruimte Voordracht voor de Commissie MLW van 16 december 2021 Ter advisering aan de raad 1.14. Het verlagen van de maximumsnelheid zorgt ervoor dat de uitstoot van NOx en CO2 verwaarloosbaar hoger wordt. 1.15. Met het verlagen van de maximumsnelheid in de stad is het mogelijk op een aantal extra trajecten de snorfiets naar de rijbaan te brengen. 1.16. Het verlagen van de maximumsnelheid leidt tot een vermindering van geluidsoverlast, waardoor ongeveer 25% minder woningen gesaneerd hoeven te worden middels het subsidieprogramma gevelsanering. Het ministerie past op korte termijn de regeling zo aan, dat ook woningen langs 30 km/u-wegen in aanmerking komen voor subsidie. 1.17. Voortoekomstig stadsgebied Weesp volgen we de indeling in 30 km/u en 5o km/u die in het onlangs door de gemeenteraad van Weesp vastgestelde mobiliteitsplan is gebruikt. 1.18. In de tweede helft van 2022 volgt een vitvoeringsplan 30 km/u in de stad, waarin de actuele planning van de uitvoering staat, tezamen met de stand van zaken van de opdracht over de mitigerende maatregelen voor ov en nood- en hulpdiensten, de stand van zaken van het landelijke kader en een financiële update, waarin ook de gevolgen voor de kosten van beheer en onderhoud zijn meegenomen 1.19. Juridisch is de wegbeheerder bevoegd 30 km/u binnen de bebouwde kom in te voeren. Wel moet per weg worden aangetoond dat er een overwegende verblijfsfunctie is. Met het Landelijk Kader 30 km/u dat in ontwikkeling is, worden juridische risico’s op dit punt kleiner. 2. Kennis te nemen van bijgaande Nota van Beantwoording over 30 km/u in de stad, met als belangrijkste punten: 2.1. Erzijn 951 reacties binnengekomen, die overwegend positief reageren op het plan (69% positief, 20% negatief, overig is neutraal of buiten scope). 2.2. Punten die veel terugkomen in de inspraakreacties zijn: 2.2.1. Reactie op het kader en/of de keuze voor specifieke wegen (384%) 2.2.2. Verkeersveiligheid in het algemeen (262) 2.2.3. Aandacht voor handhaving (191) 2.2.4. Geluidsoverlast van het verkeer (125) 2.2.5. Voetgangers en fietsers (125) 2.2.6. Luchtkwaliteit (115) 2.2.7. Leefbaarheid (109) 2.3. Erzijn door de insprekers veel suggesties gedaan over aanpassingen in de stad. Waar mogelijk worden deze meegenomen in de vitvoering, zoals de aandacht voor verkeersveiligheid bij het oversteken van de vrije trambaan. 2.4. Van 12 organisaties hebben we een uitgebreide inspraakreactie ontvangen: Amsterdam Noord Toegankelijk, ANWB, Autoluw.NU, Cliëntenbelang, Connexxion, Fietsersbond, Gemeente Almere, GVB, Keolis, Rover, TLN en VRA. 2.5. Veel inspraakreacties gaan over de wens de Weesperstraat/Wibautstraat naar 30 km/ ute brengen (69x). Omdat 30 km/u op een 2x2-weg niet geloofwaardig is, nemen we dit niet over. Wel geldt dat 30 km/u mogelijk is, op het moment dat de Weesperstraat een stadsstraat wordt, zoals als optie is opgenomen in de Verkenning Oostelijke Binnenstad. 2.6. De Westerdoksdijk/Van Diemenstraat (119x) en de Prins Hendrikkade Oost (39x) worden veel genoemd als straten waar 30 km/u moet gelden. Deze ambitie heeft de gemeente ook, maar ten behoeve van nood- en hulpdiensten en openbaar vervoer blijven deze straten bij invoering 5o km/u. Bij herprofilering van deze straten geldt dat de ontwerpgave 30 km/u is. 2.7. Alle stadsdelen steunen het voorstel. In een aantal gevallen is gevraagd om aanvullende wegen naar 30 km/u; dit is waar mogelijk gehonoreerd, in de meeste gevallen passen deze voorstellen niet in het kader voor 30 km/u. Gegenereerd: vl.22 3 VN2021-030165 % Gemeente Raadscommissie voor Verkeer Vervoer en Luchtkwaliteit en Water Verkeer en % Amsterdam M LW Openbare Ruimte Voordracht voor de Commissie MLW van 16 december 2021 Ter advisering aan de raad 2.8. De inspraak heeft geleid tot de aanpassing van de maximumsnelheid op een aantal wegen: 2.8.1. In Nieuw West: Pieter Calandlaan tussen Meer en Vaart en Baden Powellweg (met snelheidsdifferentiatie voor ov), Plesmanlaan tussen Sloterbrug en Baden Powellweg, Slotermeerlaan ten zuiden van Burgemeester Röellstraat (met snelheidsdifferentiatie), Meer en Vaart tussen Osdorpplein en Pieter Calandlaan (met snelheidsdifferentiatie) (5o naar 30) en deel Johan Huizingalaan (ambitie 30, bij invoering 5o vanwege nood- en hulpdiensten). 2.8.2. In West: Bos en Lommerplein (5o naar 30) 2.8.3. In Centrum: Mr. Visserplein (5o naar 30) 2.8.4. In Oost: Hugo de Vrieslaan (30 naar 50) 2.9. De criteria voor het aanwijzen van een 30 km/u-weg wijzigen we niet. 3. _Kenniste nemen van de totale kosten van het programma 30 km/u in de stad van € 32,5 min, dat volgens planning zich uitstrekt over de periode 2021 -2025. 4. Kennis te nemen van de kosten van 2021 en 2022, begroot op € 3.900.000, die worden gedekt vit de reeds hiervoor in het SMF en programma Autoluw vrijgemaakte middelen van in totaal € 5.100.000. 5. Kennis te nemen van de verdere uitwerking en voorbereiding van dit beleidsvoornemen, waarbij de ontbrekende dekking voor de uitvoering, monitoring en handhaving wordt betrokken bij de behandeling van de begroting 2023. Wettelijke grondslag Artikel 14,7 Gemeentewet 1 Gemeentelijke verordeningen worden door de raad vastgesteld voor zover de bevoegdheid daartoe niet bij de wet of door de raad krachtens de wet aan het college of de burgemeester is toegekend. 2 De overige bevoegdheden, bedoeld in artikel 108, eerste lid, berusten bij de raad. Artikel 108 lid 1 Gemeentewet De bevoegdheid tot regeling en bestuur inzake de huishouding van de gemeente wordt aan het gemeentebestuur overgelaten. Artikel 169 Gemeentewet 1 Het college en elk van zijn leden afzonderlijk zijn aan de raad verantwoording schuldig over het door het college gevoerde bestuur. 2 Zij geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de uitoefening van zijn taak nodig heeft. Bestuurlijke achtergrond Bij de raadsbehandeling van de Agenda Amsterdam Autoluw op 23 janvari 2020 is motie 57.20 (Ernsting, Bakker, Van Lammeren) aangenomen, waarin het college wordt gevraagd in kaart te brengen hoeveel 30 kilometer zones er nu zijn en een plan te maken “Amsterdam: 30 kilometer” waarin een tijdspad en aanpak wordt voorgesteld (inclusief een pakket tijdelijke maatregelen) om van veel meer straten in de bebouwde kom in de gehele stad 30 kilometer straten te maken onder het motto: '30 kilometer per vur is de norm, 5o de uitzondering’. Op 22 april 2020 is een brief aan de commissie MLW gestuurd, waarin is toegezegd een onderzoek te starten en deze eind 2020 te presenteren. Op 9 december 2020 is een brief aan de commissie MLW gestuurd met de tussenstand van het onderzoek. Hierin is toegelicht dat 30 km/u veel voordelen heeft, maar dat er ook aandachtspunten Gegenereerd: vl.22 4 VN2021-030165 % Gemeente Raadscommissie voor Verkeer Vervoer en Luchtkwaliteit en Water Verkeer en % Amsterdam M LW Openbare Ruimte Voordracht voor de Commissie MLW van 16 december 2021 Ter advisering aan de raad zijn, waarvoor een zorgvuldig proces nodig is. Aangegeven is dat in de eerste helft van 2021 een voorstel gereed kan zijn. Op 6 juli 2021 is het beleidsvoornemen vrijgegeven voor inspraak van 23 augustus tot en met 3 oktober 2021. Op 9 september 2021 is het beleidsvoornemen ter kennisname geagendeerd voor de commissie MLW. Reden bespreking Het vaststellen van de beleidsnota 30 km/u in de stad is een raadsbevoegdheid. Deze beleidsnota is de vitwerking van motie 57.20, die is aangenomen bij de behandeling van de Agenda Amsterdam Autoluw. Uitkomsten extern advies Zie raadsvoordracht. Geheimhouding n.v.t. Uitgenodigde andere raadscommissies n.v.t. Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan? De beleidsnota ‘Amsterdam veilig en leefbaar - 30 km/u in de stad' is de vitwerking van motie 57.20 (30 km is de norm in de hele stad 5o de uitzondering) van raadsleden Ernsting (GL), Bakker (SP) en Van Lammeren (PvdD). Welke stukken treft v aan? Gegenereerd: vl.22 5 VN2021-030165 % Gemeente Raadscommissie voor Verkeer Vervoer en Luchtkwaliteit en Water Verkeer en % Amsterdam M LW Openbare Ruimte Voordracht voor de Commissie MLW van 16 december 2021 Ter advisering aan de raad on [prenerenenveren ros [premeneete roti [pmetomeigentete ant en orn Jeemerenonormonomonmiten Ter Inzage Registratienr. | Naam Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Ven OR, Wiard Kuné, 06 5159 8069, w.kune Qamsterdam.nl Gegenereerd: vl.22 6
Voordracht
6
val
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad x% Gemeenteblad % Amendement Jaar 2015 Afdeling 1 Nummer 972 Publicatiedatum 9 oktober 2015 Ingekomen onder AY Ingekomen op woensdag 30 september 2015 Behandeld op woensdag 30 september 2015 Status Verworpen Onderwerp Amendement van de leden Ernsting en Boldewijn inzake de Uitvoeringsagenda Mobiliteit (geen stadssnelwegen). Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Uitvoeringsagenda Mobiliteit (Gemeenteblad afd. 1, nr. 812); Overwegende dat: — inde uitvoeringsagenda negen invalswegen onderzocht gaan worden waar de maximumsnelheid 70 ipv 50 zou moeten worden; — sommige van deze straten, zoals de IJdoornlaan, dwars door woonwijken lopen, of door gebieden waar binnen afzienbare tijd woningen gebouwd gaan worden; — dit de doorstroming eerder verslechtert dan verbetert, omdat dat veel meer om kruispunten gaat dan om maximumsnelheden; — de gevolgen voor de omgeving voor veiligheid, luchtkwaliteit, en leefbaarheid nadelig zullen uitpakken. Besluit: maatregel M44 ‘Verhogen snelheid op uitvalswegen van 50 naar 70 km/uur’ en alle verwijzingen in de uitvoeringsagenda mobiliteit en de voordracht te schrappen. De leden van de gemeenteraad Z.D. Ernsting H.B. Boldewijn 1
Motie
1
discard
Gris x% Gemeente Tijdelijke Algemene Raadscommissie TAR % Amsterdam % Voordracht voor de Tijdelijke Algemene Raadscommissie van o7 april 2022 Ter bespreking en ter kennisneming Portefeuille Reiniging Agendapunt 25 Datum besluit n.v.t. - ‘Onderwerp Initiatiefvoorstel ‘Zwerfafval: de vervuiler verantwoordelijk’ van het lid Van Lammeren d.d. 30 april 2021 De commissie wordt gevraagd Kennis te nemen van bijgaand initiatiefvoorstel en de bestuurlijke reactie ‘Wettelijke grondslag Art. 147a Gemeentewet ‘Bestuurlijke achtergrond n.v.t. Reden bespreking Op verzoek van indiener ‘Uitkomsten extern advies n.v.t. Geheimhouding n.v.t. n.v.t. n.v.t. Welke stukken treft v aan? Gegenereerd: vl.}1 1 VN2022-005394 X Gemeente Tijdelijke Algemene Raadscommissie Griffie % Amsterdam % Voordracht voor de Tijdelijke Algemene Raadscommissie van o7 april 2022 Ter bespreking en ter kennisneming o1_ IV_Van Lammeren inzake_ Zwerfafval de vervuiler AD2022-018713 … verantwoordelijk_.pdf (pdf) AD2022-018714 o2 RIB_ bestuurlijke reactie op IV ZA ve. pdf (pdf) AD2022-018703 Tijdelijke Algemene Raadscommissie Voordracht (pdf) Ter Inzage Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Het lid Van Lammeren (PvdD) Gegenereerd: vl.l1 2
Voordracht
2
discard
> < Gemeente Raadsinformatiebrief Amsterdam Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam Datum 14 november 2022 Portefeuille(s) Openbare Orde & Veiligheid Portefeuillehouder(s): Behandeld door Directie Openbare Orde & Veiligheid ondermijning@®amsterdam.nl Onderwerp Operationele resultaten Ondermijningsbrigade (toezegging TA2022-000922) Geachte leden van de gemeenteraad, Met deze brief informeer ik u over de operationele resultaten van de Ondermijningsbrigade gedurende de loop van het pilotjaar (1 september 2021 tot 1 september 2022), zoals die zijn besproken In de Regionale Stuurgroep van het Regionaal Informatie en Expertise Centrum van 31 oktober jl. Hiermee vervul ik tevens de toezegging over dit onderwerp gedaan in de Commissie Algemene Zaken, aan uw leden Boomsma (CDA), Alberts (SP) en Garmy (VOLT), TA2022-000922 Operationele resultaten van de Ondermijningsbrigade De Ondermijningsbrigade (OMB) organiseert in onze regio multidisciplinaire controles gericht op het bestrijden van ondermijning. Door als partners intensief samen te werken en naar buiten toe onder 1 vlag en snel inzetbaar op te treden dragen we bij aan efficiënt, effectief en zichtbaar overheidsoptreden in de stad. Het instellen en inrichten van de OMB is een initiatief dat voortkomt vit het Programma De Weerbare Stad (thans: Programma Weerbaar Amsterdam{/Ondermijning). In de voortgangsrapportages van Weerbaar Amsterdam 2021-2022 dd 27 april 2022 is uw raad reeds geïnformeerd over de totstandkoming van de OMB en de eerste resultaten. In bijgaande operationele verantwoording geeft de OMB inzicht in het aantal ontvangen meldingen, uitgevoerde controles, meldende instanties en geografische spreiding. Aantallen controles Het afgelopen pilotjaar heeft een sterke toename laten zien van het aantal vitgevoerde acties. Overheidspartners hebben 109 maal controleacties aangevraagd. Dit leidde tot 69 uitgevoerde controleacties op 197 adressen waarbij 212 ondernemingen betrokken waren. In de controles zijn 16 partners actief geweest, waarbij gemeente en politie tekenen voor deelname van diverse onderdelen binnen hun organisaties. Branches In het pilotjaar is een brede waaier aan bedrijven gecontroleerd op verschillende locaties in de stad. Expliciet is ingezet op branches die kwetsbaar zijn voor malafide en/of ondermijnende praktijken. Hierbij valt te denken aan horeca, Money Transfer Organisations (geldagentschappen), souvenirbranche, logistieke bedrijvigheid, juweliers, en de kledingbranche. Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 14 november 2022 Pagina 2 van 4 Rendement en effect De structurele inzet en zichtbaarheid van de OMB in het pilotjaar geeft een effect op zichzelf: bewoners en ondernemers zien en ervaren dat de overheid actief misstanden aanpakt. Dit dient tevens als steun in de rug voor de talloze bonafide ondernemers die kwaadwillenden in hun branche zichzelf zien verrijken door oneerlijke concurrentie. Controles hebben tal van misstanden aan het licht gebracht waartegen handhavend is opgetreden. Daarbij kan gedacht worden aan: e _ Signalen van ondergronds bankieren. Deze informatie draagt bij aan lopende rechercheonderzoeken. e _Aantreffen illegale werknemers die worden uitgebuit / overtredingen Wet Minimumloon / signalen van mensenhandel e _Aantreffen Ketaminelab dat leidt tot bestuurlijke sluiting en waarschuwingen e _Aantreffen kilo's hennep die leiden tot bestuurlijke sluitingen en waarschuwingen e Fouten en malversaties rondom kas(sa) systemen en ondeugdelijke administraties e Niet betalen loonbelasting e Overtreding Arbeidstijdenwet e _Aantreffen illegale gokholen in samenwerking met de Kansspel Autoriteit e Uitkeringsfraude e Minimaal 300 kilo inbeslagname van illegale (in Nederland naar binnen gesmokkelde) shisha tabak. Hierbij wordt niet voldaan aan accijnswetgeving. * Groot aanbod van nep-merkartikelen die niet alleen inbeslaggenomen worden maar waarbij ook hoge privaatrechtelijke boetes worden opgelegd. e _Vermogensfraude met gas en elektra waarbij grote veiligheidsrisico's ontstaan voor de directe (woon-) omgeving. Hier worden hoge boetes en naheffingen opgelegd. e _Tekortschietende hygiëne. Hier volgen bestuursrechtelijke aanschrijvingen en boetes voor. e Risico's voor brandveiligheid. Hier volgen bestuursrechtelijke aanschrijvingen en boetes voor. e _Malversaties met voertuigen (-administratie) leidend tot meldingen bij de RDW. e _Tekortschietend Digitaal Opkoop Register. Hier volgen aanschrijvingen en boetes voor. Naar aanleiding van controles van de OMB zijn niet alleen boetes opgelegd maar hebben er ook bestuurlijke sluitingen plaatsgevonden op grond van de Openbare Orde en/of zijn vergunningen ingetrokken. Ook is een stichting ontbonden die inschreven stond op een locatie waar een gokhol werd aangetroffen. Controles van de Ondermijningsbrigade dragen voorts bij aan de informatiepositie van partners binnen hun eigen taakstelling en ten behoeve van integrale casussen die in het RIEC worden behandeld. Het uiteindelijk effect van de controles wordt dikwijls pas verder in het proces zichtbaar, gedurende het verloop van het onderzoek of de opvolging door de desbetreffende partner. Een beeld van de resultaten per controleactie is vertrouwelijk beschikbaar voor Raadsleden. Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 14 november 2022 Pagina 3 van 4 Werking van de Ondermijningsbrigade Voor een goed begrip van de werking van de OMB is van belang te benadrukken dat de OMB als zodanig niet een zelfstandig werkende overheidsdienst is. De OMB heeft een faciliterende en ondersteunende rol bij het organiseren van handhavings-en controle activiteiten van overheidsdiensten. Zij voeren deze acties op basis van eigen bevoegdheden naast elkaar uit en verzorgen de afhandeling binnen de voor hen geldende wet- en regelgeving. Betrokken overheidsdiensten doen via de OMB een melding. De OMB weegt die melding en zet deze uit bij andere partners en checkt op die wijze of zij belangstelling hebben voor een bepaalde locatie of bedrijf. Bij een positieve respons van 3 of meer partners wordt de controleactie voorbereid en uitgevoerd. Opbrengsten en bevindingen vit de controleacties nemen partners mee terug naar de eigen organisatie. Overheidsdiensten kunnen bevindingen opgedaan tijdens controles wel met andere instanties delen als daar aanleiding voor is en een wettelijk kader, maar het initiatief daartoe ligt bij de betreffende partner en niet bij de OMB. Positionering van de Ondermijningsbrigade De OMB is ingesteld door de Regionale Stuurgroep van het RIEC, het Regionaal Informatie en Expertise Centrum, waarin aangesloten convenantpartners samen werken aan de bestrijding van Ondermijning in onze regio. Door de Regionale Stuurgroep zal na het afronden van de evaluatie, die is voorzien voor begin 2023, worden besloten worden tot al dan niet continueren van de OMB. Nadere informatie Voor de verdere beeldvorming over de resultaten en werking van de OMB kan ik verwijzen naar de volgende bronnen: Website Ministerie van Justitie en Veiligheid https://www.nederlandtegengeorganiseerdemisdaad.nl/actveel{verhalen-uit-de- praktijk/weblog/2022/controleren-op-signalen-van-ondermijning-met-de-ondermijningsbrigade- video Publicatie Het Parool dd 22 maart 2022 Van illegaal wonen tot wapens en drugs: op pad met de Ondermijningsbrigade (parool.nl) Website RIEC https://riecaa.nl/omb Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Met vriendelijke groet, Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, Le Femke Halsema burgemeester Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 14 november 2022 Pagina 4 van 4 Bijlagen 1. Operationele verantwoording Ondermijningsbrigade sept 21-sept 22 2. Operationele resultaten Ondermijningsbrigade per controle (vertrouwelijk beschikbaar) Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Brief
4
train
> < Gemeente Raadsinformatiebrief Amsterdam Aan: De leden van de raadscommissie Onderwijs, Zorg en Armoedebestrijding Datum g mei 2023 Portefeuille(s) Publieke Gezondheid en Preventie Portefeuillehouder(s): Wethouder Scholtes Behandeld door Claire Lovell, clovell @&ggd.amsterdam.nl Onderwerp Stand van zaken uitvoering Rijksvaccinatieprogramma (RVP) Amsterdam Geachte leden van de raadscommissie, Met vaccinaties! bescherm je niet alleen jezelf, maar ook anderen. Hoge vaccinatiegraden zijn van groot belang in de strijd tegen besmettelijke ziekten. De vaccinaties in het Rijksvaccinatieprogramma (RVP) beschermen de Nederlandse bevolking tegen twaalf ernstige ziekten. Voor het voorkomen van verspreiding van besmettelijke ziekten en het verkleinen van gezondheidsverschillen, is het belangrijk dat vaccinatiegraden zo hoog mogelijk zijn én gelijk verdeeld over de stad. Met het actieplan ‘Beter beschermd tegen besmettelijke ziekten’ (juni 2021)? werkt de GGD aan het verhogen van de RVP-vaccinatiegraden onder jeugdigen in Amsterdam. U bent met de raadsinformatiebrieven van 14 juli 2022 en 22 november 2022 geïnformeerd over twee ontwikkelingen: de daling van de vaccinatiegraden onder zuigelingen en kleuters in 2021 en de lagere opkomst voor de vaccinaties voor schoolgaande kinderen in het voorjaar van 2022. Omdat ik mij — net als velen van u - zorgen maak over deze ontwikkelingen, stel ik u hierbij op de hoogte van de laatste stand van zaken en de inspanningen die genomen worden om de vaccinatiegraden in de stad te verhogen. In deze brief ga ik in op: e de opkomstcijfers van de RVP-vaccinatiecampagnes in 2022 in totaal; e de vaccinatiegraden 2021 naar wijk en doelgroep; e onderzoeken strategie voor het bereiken van groepen met lagere vaccinatiegraden; e de stand van zaken rondom de kwestie informed consent: de knelpunten rondom uitwisseling van gepersonaliseerde vaccinatiegegevens tussen de Jeugdgezondheidszorg (JGZ) en het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en het Milieu (RIVM). 1 Waar in deze brief wordt gesproken over vaccinaties betreft het de vaccinaties voor jeugdigen (0-18 jaar) zoals opgenomen in het RVP, te weten de vaccinaties tegen: difterie, kinkhoest, tetanus, polio, haemophilus inflvenzae type b (Hib), hepatitis B, pneumokokkenziekte, meningokokken ACWY, bof, mazelen, rodehond en het humaan papillomavirus (HPV). ? Beter beschermd tegen besmettelijke ziekten (ggdgezondheidinbeeld.nl) Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 9 mei 2023 Pagina 2 van 5 1. Opkomstcijfers vaccinatiecampagne najaar 2022 jeugdigen schoolgaande leeftijd De opkomstcijfers meet de GGD Amsterdam zelf. Dat doet de GGD door het vergelijken van het aantal verstuurde vitnodigingen met het aantal gezette vaccinaties in één jaar. De opkomst is iets anders dan de vaccinatiegraad. De vaccinatiegraden stelt het RIVM vast per leeftijdsgroep. De vaccinatiegraden van 2022 volgen rond de zomer. Opkomst voor BMR, DTP, HPV en Meningokokken-vaccinaties De opkomst voor de BMR (bof, mazelen en rodehond) en DTP (difterie, tetanus en polio) vaccinaties voor negenjarigen is in 2022 gemiddeld gestegen van 45% in het voorjaar tot 77% in totaal. De totale opkomst in 2022 is ongeveer gelijk aan die van 2021 (destijds ongeveer 79%). In het voorjaar was met name de lage opkomst in Bos en Lommer opvallend met een opkomst van slechts 27% voor BMR en DTP. Na extra inspanningen, zoals het organiseren van inloopspreekuren in de wijk, is de opkomst voor BMR en DTP in Bos en Lommer in 2022 gestegen tot 75%. De jeugdgezondheidszorg blijft deze inloopspreekuren in de wijk doorlopend organiseren. Voor de Humaan Papillomavirus (HPV) vaccinatie waren in 2022 twee belangrijke veranderingen, waardoor de doelgroep is uitgebreid en de cijfers niet goed te vergelijken zijn met een jaar eerder. Ten eerste is landelijk besloten de leeftijd waarop kinderen de HPV-vaccinatie krijgen te verlagen naar 10 jaar. Ten tweede kwamen ook jongens in aanmerking voor de vaccinatie. Gemiddeld lag de opkomst voor zowel jongens als meisjes rond de 10 jaar in 2022 op 53%. De Meningokokken-vaccinatie beschermt tegen hersenvliesontsteking. Jongeren van 14 jaar komen in aanmerking voor deze vaccinatie. De opkomst was ongeveer 6% lager ten opzichte van 2021, met 63% in totaal in 2022. Over het algemeen is er in 2022 een lichte daling in opkomst voor de vaccinaties voor schoolgaande kinderen en jongeren. Dit is in lijn met de eerste prognose van het RIVM van de opkomst in 2022 (Kamerbrief Voortgang vol vertrouwen in vaccinaties’ 2 februari 2023)3. Kanttekening hierbij is dat door de invoering van ‘Informed Consent’ voor de uitwisseling van gezondheidsgegevens, de cijfers van het RIVM minder nauwkeurig zijn dan voorheen (zie punt 4 hieronder). 2. Verdeling vaccinatiegraden 2021 in de stad en naar migratieachtergrond Amsterdam ontvangt sinds 2020 de vaccinatiegraden op wijkniveau van het RIVM. Deze informatie geeft de GGD handvatten voor een gerichte strategie voor het beter bereiken van bepaalde doelgroepen en gebieden. Bovendien geven deze data de mogelijkheid tot het monitoren van het effect van nieuwe interventies. De vaccinatiegraden 2021 zijn met v gedeeld in de raadsinformatiebrief van 14 juli 2022. Hierna zijn analyses van de vaccinatiegraden op wijkniveau en naar migratieachtergrond gedaan. Hieronder geef ik een overzicht van de opvallendste bevindingen: 3 Kamerbrief Voortgang vol vertrouwen in vaccinaties (overheid.nl), 2 februari 2023 2 Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 9 mei 2023 Pagina 3 van 5 Vaccinaties voor zuigelingen De vaccinatiegraden onder zuigelingen kwamen in 2021 in Amsterdam voor het eerst onder de norm van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) van 90%. De analyse laat zien dat de vaccinatiegraden onder zuigelingen met een Turkse, Surinaamse of Marokkaanse migratieachtergrond harder zijn gedaald dan onder zuigelingen zonder migratieachtergrond. Met name in Nieuw-West is dit zichtbaar. De vaccinatiegraad voor de BMR-vaccinatie op tweejarige leeftijd zakte daar van 87,9% naar 81,7%. Dat is extra aanleiding voor het intensiveren van de activiteiten gericht op Nieuw-West. Onder punt 3 ga ik daar verder op in. Vaccinaties voor schoolgaande kinderen en jongeren De vaccinatiegraden voor schoolgaande kinderen en jongeren zijn in 2021 gemiddeld gestegen. Voor HPV (destijds op 12 jaar) was de vaccinatiegraad onder meisjes zonder migratieachtergrond 59%. Voor meisjes met een Marokkaanse of Turkse migratieachtergrond was dat 20%. In 2019 lag deze op 10% voor meisjes met een Marokkaanse en 13% met een Turkse migratieachtergrond. Sindsdien stijgt de HPV-vaccinatiegraad onder deze groepen gestaag. Ook voor de meningokokkenvaccinatie (14 jaar) steeg de vaccinatiegraad onder jongeren met een Marokkaanse en een Turkse migratieachtergrond, terwijl deze voor jongeren zonder migratieachtergrond licht daalde. De analyses van de vaccinatiegraden 2021 zijn voor de GGD aanleiding om nog meer dan voorheen in gesprek te gaan met ouders van zuigelingen, met name in Nieuw-West, Zuidoost en Noord. Met de extra inspanningen die de GGD doet is het streven dat de verschillen in vaccinatiegraden naar migratieachtergrond op den duur verdwijnen. Om de stijgende lijn voor schoolgaande kinderen en jongeren vast te houden, blijft de GGD inzetten op wijkgericht voorlichten en de inzet van sleutelfiguren uit verschillende gemeenschappen. 3. Aanpak bereik van doelgroepen met lagere vaccinatiegraden Zoals aangegeven in de raadsinformatiebrief van 22 november 2022 vraagt het bereiken van jeugdigen en ouders voor de vaccinaties uit het RVP steeds meer inspanningen. In 2023 zet de GGD in op het vaker en flexibel aanbieden van vaccinaties. Dat betekent dat kinderen en jongeren niet alleen in bijvoorbeeld sporthallen in de stadsdelen hun vaccinaties kunnen krijgen, maar ook op kleinere locaties in de wijk. Met verbeterde informatie over de vaccinaties en verruimde openingstijden tot 20.00 vur maakt de GGD het zo makkelijk mogelijk voor kinderen en ouders. In de bijlage staat een rapportage van het meest recente kwalitatief onderzoek van de GGD Amsterdam. De vitkomst ondersteunt de ervaringen van professionals dat vaccineren de afgelopen jaren minder vanzelfsprekend is geworden. De GGD ziet dat dalend vertrouwen in de overheid een rol speelt bij de verminderde vanzelfsprekendheid van vaccinaties. De coronaperiode heeft daaraan bijgedragen, doordat vragen en zorgen van ouders en jongeren over vaccinaties zijn toegenomen. Op basis van onderzoek en analyses zet de GGD aanvullende acties in en ontwikkelt interventies, specifiek gericht op groepen met een migratieachtergrond, lagere taalvaardigheden of een praktisch opleidingsniveau. 4 Bijlage ‘Beweegredenen om de BMR-1 en Meningokokken vaccinatie wel of niet te nemen’ 3 Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 9 mei 2023 Pagina 4 van 5 O.a. de volgende acties worden in 2023 ingezet: 2. Voorlichting via sleutelfiguren en het netwerk in de wijken e De GGD kan het verspreiden van juiste informatie over vaccineren niet alleen, dat is een maatschappelijke opgave, waarbij iedereen een rol speelt. De GGD zet vanwege de lagere vaccinatiegraden onder zuigelingen extra in op het betrekken van partners in de geboortezorg. Naast het verspreiden van informatie onder huisartsen en via scholen. e De GGD zet daarnaast al langere tijd in op persoonlijke voorlichting over vaccinaties. Daarbij komt de Jeugdgezondheidszorg (JGZ) onwaarheden tegen over vaccinaties, bijvoorbeeld dat een ziekte niet voorkomt in Nederland en je daarom niet hoeft te vaccineren, of dat je onvruchtbaar kan worden. e _Op1 januari is de Vrije Universiteit Amsterdam gestart met onderzoek in samenwerking met de GGD Amsterdam en het RIVM naar de inzet van sleutelfiguren in het gesprek over vaccineren, gericht op Amsterdammers met een Turkse of Marokkaanse migratieachtergrond. Het doel van dit onderzoek is het voeren van het goede gesprek over vaccineren tussen sleutelfiguren en mensen uit de gemeenschap. Dit is een traject van vier jaar. 2. Effectievere communicatie en in gesprek e De GGD Amsterdam is zichtbaarder op sociale media met informatie over vaccinaties en herinneringen aan de naderende vaccinatiemogelijkheden. Daarbij richt de GGD zich specifiek op de groep ouders met kinderen van schoolgaande leeftijd. In het najaar van 2022 leidde sociale media-advertenties op o.a. Facebook en Instagram aantoonbaar tot veel extra bezoeken van de website. e In Nieuw-West kregen jongeren in het najaar 2022 een speciaal ontwikkelde uitnodiging voor de Meningokokken-vaccinatie, bestaande uit een OR-code, die verwees naar een animatie in zes verschillende talen. Deze vorm van uitnodigen had geen hogere opkomst in vergelijking met andere gebieden tot resultaat. Desondanks wordt de aanpak in 2023 voor een grotere groep gebruikt, omdat het zo toegankelijk mogelijk maken van de informatie in beeld en in verschillende talen van groot belang is om doelgroepen te bereiken. e In 2023 volgen jeugdverpleegkundigen van de GGD een training in gesprekstechnieken ontwikkeld door de VU op basis van opnames en analyse van gesprekken over vaccineren. 3. Feedback door inwoners De GGD Amsterdam heeft in samenwerking met het RIVM de brieven en folders over de vaccinaties voorgelegd aan een groep Amsterdammers met lagere taalvaardigheden. Zij hebben feedback gegeven op de communicatiemiddelen. Op basis daarvan zijn de brieven en folder van de GGD en de vitnodigingsbrief van het RIVM aangepast. De communicatie is nu beter op elkaar afgestemd en in meer begrijpelijke taal. 4 Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 9 mei 2023 Pagina 5 van 5 4. Stand van zaken informed consent: knelpunten rondom gegevensuitwisseling Zoals hierboven genoemd is het per 2022 niet meer mogelijk voor de JGZ en het RIVM om zonder actieve toestemming van ouders en jongeren persoonlijke vaccinatiegegevens uit te wisselen. In de praktijk ervaren we dat we vooral van ouders en jongeren in Zuidoost, Nieuw-West en Noord en die bijvoorbeeld de taal niet spreken, deze toestemming niet verkrijgen. Hierdoor is er minder zicht op de vaccinatiegraden, met grote risico’s voor de volksgezondheid en voor de gezondheid van individuele kinderen en jongeren tot gevolg. Er is samen met partners een lobby gevoerd richting VWS om gegevensuitwisseling zonder actieve toestemming (met mogelijkheid tot bezwaar) weer mogelijk te maken. Deze lobby heeft haar vruchten afgeworpen: er ligt nu een wetsvoorstel voor een wijziging in de wet Publieke Gezondheid, waardoor wordt voorzien in een grondslag voor de uitwisseling van persoonlijke vaccinatiegegevens tussen JGZ en het RIVM. JGZ- uitvoerders worden daarmee wettelijk verplicht om persoonlijke vaccinatiegegevens aan het RIVM te verstrekken, tenzij betrokkenen daartegen bezwaar maken. Het wetsvoorstel wordt naar verwachting in 2024 behandeld in de Tweede en Eerste Kamer. Tot slot Ik zet mij vol in voor de gezondheid van alle Amsterdammers door stevig in te zetten op het verhogen van de vaccinatiegraden in de stad. Het verhogen van de vaccinatiegraden vraagt om een intensieve aanpak en een lange adem. Alleen gezamenlijk kunnen we de boodschap over nut en noodzaak van vaccineren goed overbrengen naar kinderen, jongeren en ouders, zodat zij een weloverwogen keuze kunnen maken op basis van de juiste informatie. Na de zomer kom ik bij u terug met de vaccinatiegraden van het RIVM over 2022, de opkomst van de voorjaarscampagne 2023 en de voortgang, resultaten en het vervolg van het actieplan ‘Beter beschermd tegen besmettelijke ziekten’. Ik hoop v hiermee voldoende geïnformeerd te hebben. Met vriendelijke groet, Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, Alexander Scholtes Wethouder Publieke Gezondheid en Preventie 5
Brief
5
train
VN2021-011193 N% Gemeente Raadscommissie voor Bouwen en Wonen, Ontwikkelbuurten, W B Wonen Dierenwelzijn, Openbare Ruimte en Groen, Reinigin % Amsterdam Jp di Voordracht voor de Commissie WB van 19 mei 2021 Ter bespreking en ter kennisneming Portefeuille Bouwen en Wonen Agendapunt 7 Datum besluit 16 maart 2021 Onderwerp Afhandeling motie 1401 : Bouw ouderenwoningen naar voren halen De commissie wordt gevraagd Kennis te nemen van de raadsinformatiebrief over de afdoening van motie 1401 accent Hammelburg (D66) en De Jong (GroenLinks) inzake Bouw ouderenwoningen naar voren halen welke in de bijlage wordt meegestuurd. Wettelijke grondslag Reglement van Orde voor de raad van Amsterdam, artikel 80. Gemeentewet, artikel 169: het college van burgemeester en wethouders en elk van zijn leden afzonderlijk zijn aan de Gemeenteraad verantwoording schuldig over het door het college gevoerde bestuur (lid 1); zij geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de uitoefening van zijn taak nodig heeft (lid 2). Zij geven de raad mondeling of schriftelijk de door een of meer leden gevraagde inlichtingen, tenzij het verstrekken ervan in strijd is met het openbaar belang (lid 3). Bestuurlijke achtergrond Naar aanleiding van de behandeling van de begroting 2021 in de gemeenteraad van 16 en 17 december 2020 is bij schriftelijke stemming op 18 december de motie 14,01 van de leden Hammelburg (D66) en De Jong (Groenlinks) inzake Bouw ouderenwoningen naar voren halen, aangenomen. Motie 1401 draagt het college op: “Alles op alles te zetten om gebruik te maken van de € 20 miljoen budget dat het ministerie van BZK beschikbaar stelt vanuit het budget van de woningbouwimpuls om de geplande bouw van geclusterde ouderenwoningen door corporaties en marktpartijen naar voren te halen.” Reden bespreking Op verzoek van het lid Van Soest (PvdO) Uitkomsten extern advies nvt. Geheimhouding nvt. Uitgenodigde andere raadscommissies nvt. Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan? Gegenereerd: vl.l 1 VN2021-011193 % Gemeente Raadscommissie voor Bouwen en Wonen, Ontwikkelbuurten, Wonen % Amsterdam ‚ _ ‚ Oe % Dierenwelzijn, Openbare Ruimte en Groen, Reiniging Voordracht voor de Commissie WB van 19 mei 2021 Ter bespreking en ter kennisneming Welke stukken treft v aan? AD2021-04,0632 Commissie WB (1) Voordracht (pdf) AD2021-04,0630 Getekende raadsbrief VN2021-007018.pdf (pdf) AD2021-04,0631 Motie 14,01 Hammelburg (D66) De Jong (GL).pdf (pdf) Ter Inzage Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Andor Kwee, Directie Wonen, [email protected], 06 1217 5493 Gegenereerd: vl.l 2
Voordracht
2
train
4 Gemeente Raadsinformatiebrief Amsterdam Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam Datum 19 april 2023 Portefeuille(s) Verkeer, vervoer en Luchtkwaliteit Portefeuillehouder(s): Melanie van der Horst Behandeld door Gert Oosting en Sander Smit; Bestuurlijke. Zaken. [email protected] Onderwerp Stand van zaken invoering intelligente toegang en project ‘Sloterweg-west verkeersveilig’ Geachte leden van de gemeenteraad, Op 28 november 2022 heb ik u geïnformeerd over de stand van zaken ‘Sloterweg west verkeersveilig’ en op 11 janvari over de stand van zaken invoering ‘intelligente toegang’. In deze brief geef ik een update over beide. Intelligente toegang In janvari heb ik opdracht gegeven de keten rondom intelligente toegang toekomstbestendig in te richten, zodat we op een verantwoorde manier toegangsbeperkend beleid kunnen realiseren voor de stad. Belangrijk daarbij is om altijd een gedegen afweging te maken of intelligente toegang de juiste oplossing is in een bepaalde situatie. Intelligente toegang is slechts één van de middelen om nieuw en bestaand beleid te handhaven. In de praktijk blijkt dat het plaatsen van een verkeersbord (gesloten verklaring) met reguliere handhaving en gerichte communicatie soms eenzelfde effect kan hebben op de leefbaarheid van Amsterdam. Bovendien moet worden gekeken naar de stad als geheel en welke oplossingen er op verschillende plekken worden geïmplementeerd. Het is mijns inziens onwenselijk om een lappendeken aan systemen of regelingen te laten ontstaan. Bewoners, ondernemers en bezoekers zijn gebaat bij eenduidigheid in de maatregelen die op leefbaarheid gericht zijn. Ik hecht er daarom aan om één systematiek te hanteren die bruikbaar is voor alle beoogde projecten en gemeente-breed beheersbaar blijft. Een integrale oplossing die tevens de flexibiliteit biedt om bepaalde opties in de verschillende gebieden mogelijk te maken. Prioriteit projecten voor invoering intelligente toegang In de commissie MOW van 22 januari heb ik aangegeven dat ik met een prioritering van projecten zou komen voor het invoeren van de methode intelligente toegang. Ik heb ervoor gekozen om de prioriteit te geven aan het project Sloterweg west (Sloterweg en Laan van Vlaanderen). Deze keuze is gebaseerd op de volgende overwegingen: Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 19 april 2023 Pagina 2 van 4 e De uitvoering van het project is relatief eenvoudig te realiseren. e De urgentie om het doorgaande verkeer op de Sloterweg west te weren is hoog gezien de onveilige situaties die zich hier regelmatig voor blijven doen. e _Hetgaathier niet om een volledig afgesloten gebied: alle bestemmingen in Sloten en Nieuw Sloten zijn ook zonder ontheffing bereikbaar via de Louwesweg-Antwerpenbaan en de Anderlechtlaan (komende vanaf de Ay). Dus niemand is afhankelijk van een ontheffing. Mocht het systeem onverhoopt opstartproblemen kennen, blijven alle bestemmingen bereikbaar. Realisatie Sloterweg en overige trajecten Dit betekent dat de projecten Proeftuin Oudezijde, Taxi Hotspotzone en de Taxiluwe zone pas na de realisatie van Sloterweg aan de beurt zijn. Ik verwacht in het derde kwartaal van 2023 een planning te kunnen afgeven voor deze projecten. De programma’s Touringcar en de aanpassing van de Milieuzones tot een gedeeltelijke emissievrije zone worden niet gepauzeerd, omdat ze voortborduren op een al operationele situatie en niet afhankelijk zijn van het inrichten van de keten rondom intelligente toegang. Plan van aanpak intelligente toegang Op dit moment wordt er ook aan een plan van aanpak gewerkt waarin stapsgewijs toegewerkt wordt naar een betrouwbare uitvoering van intelligente toegang op straat. Fase 1 (nu-—eind 2023) In eerste instantie richten we ons op de minimale keten, zodat wij zorgvuldig intelligente toegang op de Sloterweg kunnen implementeren. Daarna gebruiken we de ervaringen uit het project Sloterweg voor de (door)ontwikkeling van andere trajecten zoals Proeftuin Oudezijde (Autoluw en Taxi). Op deze manier ontstaat er een lerende wisselwerking tussen de structurele aanpak (organisatie en beleid) en de uitvoering van project Sloterweg (praktijk). In fase een worden de volgende onderdelen vitgewerkt: Beleidskader en visie intelligente toegang e Heldere voorwaarden en kaders voor beoordeling en prioritering. Hiertoe wordt een Afwegingskader geformuleerd. e Digitale oplossingen die passend zijn op de wensen van de Amsterdammer. Is men bijvoorbeeld het meest gebaat bij één digitaal loket voor alle transacties op het gebied van toegang en mobiliteit, of werken specifieke apps voor specifieke doelgroepen soms beter? We analyseren de verschillende doelgroepen en brengen de behoeften van de gebruikers in beeld. e Een goed bereikbare helpdesk om vragen die Amsterdammers te beantwoorden en om problemen die gebruikers hebben op te lossen. Vanuit het perspectief van de klantreis. Aan gebruikers wordt helder gecommuniceerd wanneer zij bij de helpdesk terecht kunnen en welke alternatieven er zijn wanneer de helpdesk gesloten is. * Aandacht voor betrouwbare en transparante externe communicatie naar de Amsterdammers. Vanuit realisme wat maakbaar en haalbaar is door de gemeente. Vanuit het perspectief van de gebruikers van de stad. Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 19 april 2023 Pagina 3 van 4 Techniek e Continuïteit van beheer en ontwikkeling zijn geborgd en toegespitst op de toekomstig te verwachten vraag. e _Eentoekomstbestendige technische architectuur. Governance e Leiding, sturing en inzicht in de totale financiën. Veranderkundig traject en communicatie e Intern wordt gestuurd op een verbeterde samenwerking tussen de ketenpartners, die zich bij de verschillende onderdelen van de gemeente bevinden e _Communicatiestrategie om implementatie van het plan van aanpak te ondersteunen. Fase 2 (Vanaf 4° kwartaal 2023) In fase twee ontwikkelen we de overige elementen van de keten en starten we nieuwe en gepauzeerde trajecten (weer) op. Fase 3 (Startdatum onbekend) In de derde fase evalveren we de trajecten en implementeren we eventuele verbeteringen. Knip Sloterweg-west alvast invoeren Op 26 januari 2022 heeft v de Nota van Uitgangspunten voor het project ‘Sloterweg-west verkeersveilig’ vastgesteld en heeft u besloten dat variant 2a wordt uitgevoerd. Dit betekent dat we intelligente toegang gaan invoeren met ‘knips’ op de Sloterweg en Laan van Vlaanderen. Vanwege de vertraging van intelligente toegang, heb ik eind 2022 aangegeven dat we bekijken of een tijdelijke maatregel nodig is. Het projectteam heeft eventuele tijdelijke maatregelen besproken met buurtbewoners. Deze consultatie liet een erg verdeelde buurt zien over de wenselijkheid van een tijdelijke maatregel en zo ja welke. Recent hebben weer enkele aanrijdingen met fietsers plaatsgevonden op de Sloterweg-west. De ongevallen waren gelukkig zonder ernstig letsel, maar het stadsdeelbestuur is van mening dat de verkeersveiligheid op de Sloterweg snel moet verbeteren. Het dagelijks bestuur van het stadsdeel heeft daarom op 18 april besloten om de knip op de Sloterweg-west alvast in te voeren. Concreet betekent het stadsdeel de Sloterweg- west per 1 juli ter hoogte van huisnummer 1160 gaat afsluiten voor gemotoriseerd verkeer. Tot aan invoering van de methode intelligente toegang eind dit jaar is dat dus zonder ontheffingen voor bewoners en bedrijven (de nood- en hulpdiensten en het OV houden wel toegang). Dit betekent dat alle bewoners en ondernemers (ook die uit Sloten) tijdelijk om moeten rijden en dat de Laan van Vlaanderen drukker wordt met kans op filevorming. Dit is vervelend, maar het dagelijks bestuur vindt de verkeersveiligheid op de Sloterweg belangrijker dat dit ongemak. Omdat de Laan van Vlaanderen vrijliggende fietspaden heeft, verwachten we niet dan de verkeersveiligheid daar in het geding komt. Het stadsdeel zal het verkeersbesluit voor de knip Sloterweg-west hiertoe binnenkort nemen, publiceren en de bewoners hierover informeren. Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 19 april 2023 Pagina 4 van 4 Planning project intelligente toegang Sloterweg Zoals eerder vermeld verwacht ik de methode intelligente toegang eind 2023 te kunnen invoeren op te Sloterweg en Laan van Vlaanderen. Het traject om daar te komen ziet er samengevat als volgt uit: e _ Invoering van de knip Sloterweg-west op 1 juli 2023 (het stadsdeel neemt hiertoe een verkeersbesluit, dat nog 6 weken ter inzage komt te liggen). e Eind 2023 invoering van de knips op Laan van Vlaanderen en start van het digitaal verlenen van ontheffingen voor de knips Sloterweg en Laan van Vlaanderen. e In aanloop daarnaar toe neemt het college in mei een besluit over de ontheffingssystematiek en de spitsafsluitingen op de Laan van Vlaanderen (afhandeling moties). Hierover wordt u in mei geïnformeerd. e Het dagelijks bestuur van stadsdeel Nieuw-West stelt daarna de vitvoeringsregeling ontheffingen vast op basis van de besluitvorming in het college. Het stadsdeel zal ook een verkeersbesluit nemen over de wegafsluiting Laan van Vlaanderen. Dit wordt zes weken ter inzage gelegd. Met vriendelijke groet, Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, WA ak) \ en KAL ef} Melanie van der Horst Wethouder Verkeer, Vervoer en Luchtkwaliteit Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Brief
4
train
X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad x Motie Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 707 Publicatiedatum 15 oktober 2014 Ingekomen op 7 oktober 2014 Ingekomen in raadscommissie ID Te behandelen op 5/6 november 2014 Onderwerp Motie van de raadsleden de heer Van Lammeren en de heer Groen inzake de begroting voor 2015 (reductie fijnstof, ultrafijnstof, NOx, roet). Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de begroting voor 2015; Constaterende dat: — schone lucht het doel is; — er geen veilige norm is voor gezonde lucht; — een norm zomaar stellen niet zoveel zin heeft; Overwegende dat: — wij geen helder inzicht hebben in de kosten van reductie, Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: inzichtelijk te maken wat reductie kost van ten minste de stoffen NOx, roet, fijnstof en uitrafijnstof in stappen van 10%, uitgewerkt per jaar. De leden van de gemeenteraad, J.F.W. van Lammeren RJ. Groen 1
Motie
1
discard
Bezoekadres x Gemeente Amsterdam Amstel 1 HEt Pb Stadsdeel Centrum Postbus 202 x Sector Stafbureau 1000 AE Amsterdam Afdeling Coördinatieteam Wallen Telefoon 14 020 Fax 020 552 4433 WEN Re let l Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam Datum 1 Î SEP. 2003 Ons kenmerk (og - Yo56D) Uw kenmerk Behandeld door A. Hoogeveen Rechtstreekse nummer 020 552.4536 Faxnummer 020 552.4603 Bijlage Onderwerp open brief van Wallenondernemers over project 1012 Geachte heer Op 16 juni zond u een open brief aan de stadsdeelraadsleden waarin u de raadsleden oproept te stoppen met het criminaliseren van het Wallengebied. Uw brief is door de deelraad betrokken bij de besluitvorming over het Coalitieproject 1012 op 25 juni 2009. Conform het besluit van de deelraad is uw brief ter beantwoording in handen gesteld van het dagelijks bestuur. Een kopie van deze brief wordt gestuurd naar de Commissie Algemene Zaken. In uw brief geeft u aan dat de bestuurders in uw ogen regelmatig het Wallengebied criminaliseren, zonder dat daar aanwijsbare feiten voor zijn aan te dragen. Deze verdraaiing van feiten zorgt in uw ogen voor een slecht ondernemersklimaat en stigmatiseert de buurt. De door u aangedragen kwesties zijn een belangrijk onderdeel geweest van de raadsdiscussie over het Coalitieproject 1012. Voor een integraal overzicht van deze discussie verwijzen wij u naar het verslag van dit raadsdebat. Op hoofdlijnen kan gesteld worden dat wij ook van mening zijn dat het Wallengebied niet gestigmatiseerd moet worden. Uw analyse dat wij de aanwezige criminaliteit in het gebied zwaar overdrijven delen wij echter niet. Wij signaleren dat er in het gebied nog steeds meer misstanden plaatsvinden dan dat wij als dagelijks bestuur kunnen tolereren. 8 Stadsdeel Centrum is bereikbaar per tram lijnen 9 en 14 of metro lijnen 51, 53 en 54 halte Waterlooplein. A nenten Gemeente Amsterdam 2009-8188 Stadsdeel Centrum Pagina 2 van 2 U vraagt in uw brief om een gedegen en onafhankelijk onderzoek naar de criminaliteit op de Wallen. Conform het besluit in de deelraad en de Gemeenteraad zal over het project jaarlijks gerapporteerd worden aan de raden. Terzijnertijd zal een hernieuwde analyse - in navolging van het rapport van het Van Traateam; ‘Grenzen aan de handhaving’ (december 2007) - betrokken worden bij deze rapportages. Hoogachtend, Het dagelijks bestuur, Ò | Anneke Eurelings Els Iping secretaris voorzitter
Raadsadres
2
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad x% Gemeenteblad % Motie Jaar 2015 Afdeling 1 Nummer 961 Publicatiedatum 9 oktober 2015 Ingekomen onder AN Ingekomen op woensdag 30 september 2015 Behandeld op woensdag 30 september 2015 Status Verworpen Onderwerp Motie van de leden Boldewijn en Ernsting inzake de Uitvoeringsagenda Mobiliteit (onderzoek Prins Hendrikkade autoluw — fiets- en wandelboulevard). Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Uitvoeringsagenda Mobiliteit (Gemeenteblad afd. 1, nr. 812); Constaterende dat: — de Uitvoeringsagenda Mobiliteit voorstellen doet om de binnenstad autoluw te maken; — binnenkort ter hoogte van het Damrak de knip in de Oost-Westverbinding van de Prins Hendrikkade wordt ingesteld en er dan aanzienlijk minder autoverkeer over de Prins Hendrikkade zal zijn; — in 2017 de NZ-lijn in bedrijf komt en hierdoor grote aantallen OV-bussen niet langer over de Prins Hendrikkade zullen gaan rijden; — in 2014 Amsterdam 17,4 miljoen bezoekers heeft getrokken, die tezamen een grote belasting op het vervoersysteem en de openbare ruimte uitoefenen en deze bezoekersaantallen de komende jaren zullen toenemen; — de inwonersaantal van Amsterdam de afgelopen jaren een snelle groei van ca. 11.000 nieuwe inwoners per jaar heeft gekend en deze groei krachtig zal doorzetten. Overwegende dat: — ten aanzien van de inrichting en het gebruik van de openbare ruimte het noodzakelijk is om scherpe beleidskeuzen te maken, omdat ‘niet alles kan en vooral niet alles tegelijk’; — hetscheiden van de mobiliteiten en de verkeersstromen in met name het Centrum van Amsterdam het enige middel is om de binnenstad leefbaar, economisch rendabel en gezond te houden; — de automobiel daarbij in meerdere mate de beperkte openbare ruimte bovenmatig domineert; — de Prins Hendrikkade momenteel als een binnenstedelijk vierbaans ‘snelweg’ is vormgegeven en de voetgangers en fietsers naar de marge zijn gedreven; 1 Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteraad Nummer 961 Moti Datum 9 oktober 2015 olie — de Prins Hendrikkade als het oude historische Waterfront van Amsterdam een bijzondere waardering verdient waarbij door herinrichting van de openbare ruimte kansen ontstaan om die historische waarde opnieuw in beeld te brengen en te versterken. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: — te onderzoeken op welke wijze de Prins Hendrikkade als autoluw kan worden ingericht; — te onderzoeken op welke wijze de Prins Hendrikkade als binnenstedelijke fietsboulevard kan worden ingericht als onderdeel van een fiets Oost-Westroute; — te onderzoeken op welke wijze de Prins Hendrikkade als wandelboulevard zowel aan de waterzijde van het Oosterdok als aan de zuidzijde kan worden ingericht, waarbij de historische betekenis van het oude Waterfront versterkt in beeld wordt gebracht. De leden van de gemeenteraad H.B. Boldewijn Z.D. Ernsting 2
Motie
2
discard
x Gemeente Amsterdam W E % Raadscommissie voor Werk, Participatie en Inkomen, Armoede, Coördinatie 3d , Economie, Zeehaven en Luchthaven en Gemeentelijke Deelnemingen % Agenda, woensdag 4 oktober 2017 Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie voor Werk, Participatie en Inkomen, Armoede, Coördinatie 3d , Economie, Zeehaven en Luchthaven en Gemeentelijke Deelnemingen Tijd 13:30 tot 17:00 uur Locatie De Boekmanzaal Algemeen 1 Opening procedureel gedeelte 2 Mededelingen 3 Vaststellen agenda 4 _Conceptverslagen van de openbare en besloten vergadering van de Raadscommissie WE d.d. 13.09.2017. e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier doorgegeven, commissieWE @raadsgriffie.amsterdam.nl , Het besloten verslag is naar de leden verstuurd. 5 Termijnagenda, per portefeuille 6 _TKN-lijst 7 _ Opening inhoudelijk gedeelte 8 _Inspreekhalfuur Publiek 9 Actualiteiten en mededelingen 10 Rondvraag Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn slechts richtlijnen waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn. Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda staat. De vergaderingen en de verslaglegging daarvan zijn openbaar. Van deze vergaderingen worden geluids- en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden op internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl. Voor algemene informatie: info @gemeenteraad.amsterdam.nl 1 Gemeente Amsterdam W E Raadscommissie voor Werk, Participatie en Inkomen, Armoede, Coördinatie 3d , Economie, Zeehaven en Luchthaven en Gemeentelijke Deelnemingen Agenda, woensdag 4 oktober 2017 Deelnemingen 11 Kennisnemen van het onderzoek opvolging herijking Alliander en instemmen met het voorlopig aanhouden van de deelneming Alliander. Nr. BD2017-008652 e _De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht. (Gemeenteraad d.d. 08.11.2017). Economie 12 Vaststellen tarieven 2018 voor markten en staanplaatsen Nr. BD201 7-010480 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht. (Gemeenteraad d.d. 08.11.2017). 13 Voortgang connectiviteitsbeleid en afhandeling moties 363, 364, 365, 366 en 796 Nr. BD2017-011561 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e _ Uitgesteld in de vergadering van 13.09.2017. Lucht- en Zeehaven 14 Kennis nemen van de beantwoording raadsadres Public Eye Nr. BD2017-011562 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Geagendeerd op verzoek van het lid Groen (GL). e Was TKN 8 in de vergadering van 05.07.2017 en 13.09.2017. e _ Uitgesteld in de vergadering van 13.09.2017. e Gevoegd behandelen met agendapunten 15 en 16. 15 Kennis te nemen van de reactie op het rapport van het Center for International Environmental Law (CIEL) aangaande mogelijke maatregelen in Amsterdam tegen export van bepaalde brandstoffen uit havengebied Amsterdam. Nr. BD2017-011558 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Geagendeerd op verzoek van het lid Groen (GL). e Was TKN 8 in de vergadering en 13.09.2017. e Gevoegd behandelen met agendapunten 14 en 16. 16 Verslag van de stakeholderbijeenkomst op 30 juni 2017 over de export van vervuilende diesels. Nr. BD2017-011835 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Gevoegd behandelen met agendapunten 14 en 15. 2 Gemeente Amsterdam W E Raadscommissie voor Werk, Participatie en Inkomen, Armoede, Coördinatie 3d , Economie, Zeehaven en Luchthaven en Gemeentelijke Deelnemingen Agenda, woensdag 4 oktober 2017 17 Bestuurlijke reactie Initiatiefvoorstel van de raadsleden De Heer en Boldewijn, getiteld; ‘Zeilnaven Amsterdam’ Nr. BD2017-011603 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. Werk, Participatie en Inkomen 18 Uitwerking visie Sociaal Werk Amsterdam en verkenning inrichtingsscenario’s Sociaal Werk Nr. BD2017-010886 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. 19 Programma Schuldhulpverlening, evaluatie doorbraakfonds en overzicht experimenten Nr. BD2017-011556 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Geagendeerd op verzoek van het lid Ten Bruggencate (D66). e Was TKN 1 in de vergadering en 13.09.2017. 20 WPI voortgangsrapportage tm april 2017 (4-maands) Nr. BD2017-011557 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Geagendeerd op verzoek van het lid Poot (VVD). e Was TKN 4 in de vergadering en 13.09.2017. 21 Afdoening motie 1482 inzake de taalbarriere voor minimaregelingen Nr. BD2017- 011424 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. 22 Openstelling re-integratievoorzieningen voor NUG-gers (motie 507) Nr. BD2017- 006319 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. BESLOTEN DEEL 3
Agenda
3
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2018 Afdeling 1 Nummer 157 Publicatiedatum 21 februari 2018 Ingekomen onder F Ingekomen op woensdag 14 februari 2018 Behandeld op woensdag 14 februari 2018 Status Ingetrokken Onderwerp Motie van het lid Van Lammeren inzake het geluidbeleid Evenementen en de locatieprofielen (binnennorm 50 dB (A)). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de beleidsregel “Geluid bij evenementen in Amsterdam”, de locatieprofielen voor evenementenlocaties en de richtlijn “Duurzaamheid Evenementen” in Amsterdam (Gemeenteblad afd. 1, nr. 130). Overwegende dat: - Met het introduceren van de dB(C)-gevelnorm de dB(A) norm komt te vervallen, omdat dit voldoende gewaarborgd zou zijn bij de norm van 85 dB(C); - Bij een overschrijding van 50 dB(A) binnenshuis de spraakverstaanbaarheid binnenshuis wordt aangetast en dit dus tot ernstige overlast leidt. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - Een binnennorm van 50 dB(A) vast te stellen en te handhaven. Het lid van de gemeenteraad J.F.W. van Lammeren 1
Motie
1
train
> < Gemeente Raadsinformatiebrief Amsterdam Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam Datum 6-4-2021 Portefeuille(s) Sport Portefeuillehouder(s): _ Simone Kukenheim Behandeld door Bertram Bouthoorn ([email protected]) Onderwerp Dekking coronaschade sportaanbieders 2021 Geachte leden van de gemeenteraad, Met deze brief wil ik u op de hoogte stellen van het steunpakket 2021 met verschillende maatregelen die we als gemeente treffen om de sportinfrastructuur de komende maanden te ondersteunen. De aanhoudende coronacrisis, en de beperkende maatregelen daartegen trekken een zware wissel op de sport en het is van belang dat we voorkomen dat sportaanbod wegvalt. Als de impact van de coronacrisis op de samenleving straks vermindert dan hebben we sport en beweegactiviteiten hard nodig om Amsterdam weer op de been te brengen; door de fysieke en mentale gezondheid van Amsterdammers te ondersteunen met toegankelijk sport- en beweegaanbod. Voor veel sportaanbieders is huur een belangrijke kostenpost en de gemeente is de grootste verhuurder van sportaccommodaties. We hebben daarom al in maart 2020 maatregelen genomen om de kosten voor huurders te beperken. Dat hebben we gedaan door kwijtschelding van huur te regelen via de rijksregeling Tegemoetkoming Verhuurders Sportorganisaties (TVS), voor amateuraanbieders zonder winstoogmerk en vanuit het gemeentelijk noodfonds sport ondersteuning te regelen voor (juridisch) anders georganiseerd sportaanbod. Dit hebben we gedaan omdat veel Amsterdammers sporten bij zgn anders georganiseerde sport en dit naast verenigingssport een essentieel onderdeel is van de Amsterdamse sportinfrastructuur. Daarnaast hebben we externe exploitanten van zwembaden ondersteund om faillissementen te voorkomen. Nieuw Steunpakket Sport De crisis duurt intussen lang. Bij veel sportaanbieders zijn eventuele reserves op en bij vooral binnensportaanbieders is een terugloop van leden zichtbaar; sportaanbod staat momenteel onder zware druk. Het college heeft daarom besloten tot een nieuw steunpakket sport voor de eerste helft van 2021 van 3.1 miljoen. De helft hiervan, 1.6 miljoen, wordt ingezet in het eerste kwartaal van 2021 en het andere deel kan (geheel of gedeeltelijk) worden ingezet als de maatregelen tegen Corona in het tweede kwartaal niet- of te weinig versoepelen. De 3.1 miljoen wordt gedekt uit de compensatie die de gemeente Amsterdam in 2021 ontvangt van het Rijk uit de specifieke uitkering zwembaden/ijsbanen (SPUK ijz) voor financiële ondersteuning die de gemeente in 2020 aan de zwembaden heeft geboden. Dit bedrag is in 2020 door de gemeenten voorgeschoten en komt in 2021 terug vanuit de SPUK ijz en is 2021 inzetbaar op de begroting. Het Amsterdamse steunpakket komt bovenop de regelingen van het Rijk die zich richten op amateur sportaanbieders zonder winstoogmerk en zwembaden en ijsbanen. Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 6-4-2021 Pagina 2 van 3 Deze lokale aanvulling is nodig omdat anders georganiseerd sportaanbod een belangrijk onderdeel is van de essentiële sportinfrastructuur in Amsterdam. Het gaat hierbij vaak om kleine ondernemingen als éénmanszaken, VOF's of ZZP'ers, met weliswaar een winstoogmerk maar met geen, of een minimale winst. Urban Sport aanbieders, aanbieders van diplomazwemmen en vechtsport zijn hier voorbeelden van en van groot belang voor de uitvoering van het gemeentelijk sportbeleid, zoals vastgelegd in Sportvisie 2025 en de agenda Sporten en Bewegen. Lastenverlichting door compensatie van locatiekosten Om sportaanbieders te ondersteunen zetten we als College in op lastenverlichting in de vorm van kwijtschelding of compensatie van accommodatiekosten. Dat doen we door voor sportaanbieders die van de gemeente huren de huur kwijt te schelden voor accommodaties en activiteiten die door de coronamaatregelen niet bruikbaar waren — of zijn. Voor amateursportaanbieders vraagt de gemeente hiervoor compensatie aan bij de TVS voor het vierde kwartaal 2020 en het eerste kwartaal 2021. Voor sportaanbieders die niet in aanmerking komen voor de TVS draagt de gemeente de inkomstenderving uit het steunpakket sport 2021. Niet alle sportaanbieders huren echter direct bij de gemeente. Daarom staan we in nauw contact met externe exploitanten van gemeentelijke accommodaties om ervoor te zorgen dat deze verhuurders voor amateuraanbieders huur kwijtschelden over het laatste kwartaal 2020 en het eerste in 2021 en TVS aanvragen. Steunregeling gericht op accommodatiekosten voor sportaanbieders De gemeente heeft geen invloed op mogelijke huurkorting door private partijen of woning coöperaties die verhuren aan sportorganisaties. Veel vechtsport — en indoor-urbansport aanbieders huren bij dit soort verhuurders en de nood bij deze sportaanbieders is momenteel hoog. Omdat niet alle verhuurders bereid — of in staat zin — huurkorting te bieden creëren we voor sportaanbod dat belangrijk is voor het Amsterdamse sportbeleid een ondersteuningsregeling. Belangrijkste uitgangspunten van de steunregeling zijn voor het College: e De steun richt zich op locatiekosten voor sportaanbieders die direct zijn getroffen door de maatregelen vanuit de overheid om het coronavirus te bestrijden, e Het aanbod draagt aantoonbaar bij aan de uitvoering van het gemeentelijke sportbeleid, zoals vastgelegd in de Sportvisie 2025 en de Agenda Sporten en Bewegen 2019-2022. e De doelstelling is om amateursport voor lokale gebruikers aan te bieden, met de daarbij behorende code van de Standaard Bedrijfsindeling (SBI); e Het sportaanbod wordt structureel aangeboden, dat wil zeggen dat het sportaanbod wekelijks wordt aangeboden en gedurende minimaal 32 weken per kalenderjaar kan worden beoefend. e Erwordt niet voldaan aan de criteria van TVS of TASO e Indien mogelijk is een aanvraag gedaan bij regelingen voor ondernemers TVL en/of NOW Steun diplomazwemmen kinderen in armoede. Het College heeft in het steunpakket €180.000 opgenomen voor een aanvullende subsidie aan het Jeugdfonds Sport. Het Jeugdfonds sport koopt bij zwemaanbieders via een zgn diploma arrangement zwemdiploma's in voor een vast bedrag van €570 per diploma met een looptijd van anderhalf jaar. Omdat het leszwemmen voor een groot deel heeft stilgestaan wordt een diploma in anderhalf jaar tijd niet gehaald en moeten de zwemscholen eerst een groep van 2600 kinderen die al voor de corona lockdown zwemles hadden aan een diploma helpen, voordat er nieuwe instroom —en daarmee inkomsten - op gang kan komen. Het inlopen van de achterstand kost gemiddeld € 7o per kind. Het College heeft daarom besloten om het bedrag van €180.000 Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 6-4-2021 Pagina 3 van 3 toe kennen aan het Jeugdfonds Sport waardoor de zwemaanbieders tijd krijgen om de achterstand die is ontstaan in te halen en de sterk achterblijvende exploitatie wordt ondersteund. Door bovenstaande maatregelen biedt het college steun aan zowel sportverenigingen als aan anders georganiseerd sportaanbod in de vorm van lastenverlichting. De komende maanden zal blijken of de maatregelen om corona tegen te gaan versoepelen maar we hebben voldoende mogelijkheden om het steunpakket ook in het tweede kwartaal van 2021 te organiseren als dit nodig blijkt. Intussen houden vinger aan de pols bij de Amsterdamse sportaanbieders en kijken we in samenwerking met VWS, de Vereniging Sport en Gemeenten en NOC*NSF of er verdere aanvullende maatregelen nodig zijn. Met vriendelijke groet, Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, Simone Kukenheim Wethouder Sport Bijlagen 1. Collegevoordracht 16 maart “dekken van coronaschade aan sport in 2021” Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Brief
3
train
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Motie Jaar 2021 Nummer 127 Behandeld op 10 maart 2021 Status Verworpen bij schriftelijke stemming op 15 maart 2021 Onderwerp Motie van het lid Van Lammeren inzake wijzigen van de locatieprofielen (Schrap meteocorrectie) Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de beraadslaging over het inzake wijzigen van de locatieprofielen (NR. VN2021-000707). Constaterende dat: — de gemeente meteocorrectie toepast als de wind tijdens een festival richting woningen staat; - de standaard gevelnorm daarmee van 85 dB(C) met 3 dB mag worden overschreden. Overwegende dat: -— een geluidsbelasting van 85 dB(C) door veel omwonenden al als veel te hoog wordt ervaren; - bewoners gedwongen zijn om hun woning te ontvluchten tijdens dancefestivals in hun buurt; - de eerste prioriteit van het college bij de bewoners zou moeten liggen, en niet bij festivalorganisatoren. verzoekt het college van burgemeester en wethouders: Het toepassen van meteocorrectie te schrappen uit de locatieprofielen. Het lid van de gemeenteraad, J.F.W. van Lammeren
Motie
1
discard
x Gemeente Amsterdam R % Gemeenteraad Gemeenteblad % Amendement Jaar 2015 Afdeling 1 Nummer 184 Publicatiedatum 20 maart 2015 Ingekomen onder I Ingekomen op 11 maart 2015 Behandeld op 11 maart 2015 Status Aangenomen Onderwerp Amendement van de raadsleden de heer Torn, mevrouw De Heer, mevrouw Roosma en mevrouw Shahsavari-Jansen inzake de nota Planning & Control (informeren van de raadscommissie Financiën c.a. bij begrotingswijzigingen, die in andere raadscommissies inhoudelijk worden behandeld). Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de nota Planning & Control.(Gemeenteblad afd. 1, nr. 95); Constaterende dat conform voorliggend besluit begrotingswijzigingen aan de desbetreffende vakcommissies gestuurd/voorgelegd zullen worden en niet aan de raadscommissie voor Financiën c.a; Overwegende dat ondergetekenden het van belang vinden dat de raadscommissie voor Financiën c.a. van elke (voorgenomen) begrotingswijziging op de hoogte wordt gesteld, Besluit: in de nota Planning en Control op pagina 15, onder punt 3.3, achter de zin “Centraal wordt toegezien op het proces en de inhoud van begrotingswijzigingsformulieren”, de volgende zin toe te voegen, luidende: “In verband hiermee zal het college — naast toezending van de inhoudelijke besluitvoordrachten en de daarmee samenhangende begrotingswijzigingen aan de betreffende raadscommissie — iedere vergadercyclus via de TKN-lijst een overzicht van deze voorgestelde begrotingswijzigingen aan de raadscommissie Financiën c.a. doen laten toekomen.” De leden van de gemeenteraad, R.K. Torn A.C. de Heer F. Roosma M.D. Shahsavari-Jansen 1
Motie
1
discard
eienz024500 N% Gemeente De raadscommissie voor MBO-agenda, Jongerenwerk, Sport en S E D erk, Participatie : : : " Recreatie, Economische Zaken, Sociale Zaken, Opvang, Gemeentelijk en Inkomen X Amsterdam p g ents il Vastgoed, Volwasseneneducatie, Democratisering Voordracht voor de Commissie SED van o7 september 2022 Ter kennisneming Portefeuille Sociale Zaken Agendapunt 3 Datum besluit College van B&W 12 - 07 - 2022 Onderwerp Moties boodschappendiensten en fietskoeriers De commissie wordt gevraagd 1. Kennis te nemen van de raadsinformatiebrief betreffende de stand van zaken van de moties boodschappendiensten (439) en fietskoerier coöperaties (4,40") van het lid IJmker Wettelijke grondslag Reglement van orde gemeenteraad en raadscommissies Amsterdam, Artikel 79 en 80. Gemeentewet, Artikel 169: het college en elk van zijn leden afzonderlijk zijn aan de raad verantwoording schuldig over het door het college gevoerde bestuur (lid 2); zij geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de uitoefening van zijn taak nodig heeft (lid 2); zij geven de raad mondeling of schriftelijk de door een of meer leden gevraagde inlichtingen, tenzij het verstrekken ervan in strijd is met het openbaar belang (lid 3). Bestuurlijke achtergrond e Aangenomen moties: 1. motie ‘boodschappen in 10 minuten thuis’ (4,40 dubbelaccent; 7 juli 2021) 2. motie inzake fietskoeriers coöperaties’ (439; 8 juli 2021) e Vastgesteld voorbereidingsbesluit inzake flitskoeriers/bezorgdiensten/darkstores (26 jan 2022) Reden bespreking n.v.t. // Raadsinformatiebrief (incluis de twee moties als bijlagen) wordt ter kennisname aangeboden aan de commissie. Uitkomsten extern advies n.v.t. Geheimhouding n.v.t. Uitgenodigde andere raadscommissies Gegenereerd: vl.17 1 VN2022-024809 _ $% Gemeente De raadscommissie voor MBO-agenda, Jongerenwerk, Sport en Werk, Participatie 9 Amsterdam - Recreatie, Economische Zaken, Sociale Zaken, Opvang, Gemeentelijk en Inkomen % Vastgoed, Volwasseneneducatie, Democratisering Voordracht voor de Commissie SED van o7 september 2022 Ter kennisneming n.v.t. Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan? De volgende twee moties van het lid IJmker worden hiermee afgedaan. 1. motie ‘boodschappen in 10 minuten thuis’ (4,40 dubbelaccent; 7 juli 2021) 2. motie inzake fietskoeriers coöperaties’ (439; 8 juli 2021) Welke stukken treft v aan? AD2022-074133 439.21. Motie IJmker fietskoerier coöperaties. pdf (pdf) 440dubbelaccent.21.Motie IJmker VJN 2021 boodschappen in 20 minuten AD2022-074134 ‚ thuis. pdf (pdf) AD2022-074126 Commissie SED Voordracht (pdf) AD2022-074132 Raadsinformatiebrief moties IJmker BW juli DEF getekend. pdf (pdf) Ter Inzage Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Directie Werk // Arjan Ploegmakers // 06-51358758 {/ arjan. [email protected] Gegenereerd: vl.17 2
Voordracht
2
train
> < Gemeente Raadsinformatiebrief Amsterdam Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam Datum 8 maart 2022 Portefeuille(s) Openbare Ruimte en Groen Portefeuillehouder(s): Jakob Wedemeijer Behandeld door Ruimte en Duurzaamheid (bestuurszaken.RD @amsterdam.nl) Onderwerp Kennisnemen van het 3° verdelingsvoorstel SHP Bovenwijks Groen. Geachte leden van de gemeenteraad, Amsterdam maakt een periode van flinke groei door. Sinds 2014 zijn er zo'n 55.000 huizen bijgekomen, en de bevolking groeit in flink tempo door. Het college vindt het belangrijk dat het groen in Amsterdam daarbij meegroeit. Voldoende groen is belangrijk zodat de natuur en biodiversiteit in Amsterdam genoeg plek en ruimte krijgt, maar is ook belangrijk voor Amsterdammers om een gezond en gelukkig leven te kunnen leiden. Hoe Amsterdam de komende jaren met het groen wil omgaan, is vastgelegd in de Groenvisie. Daarin is onder meer opgenomen dat Amsterdam radicaal wil gaan vergroenen. Eén van de manieren waarop het college dat doet, is door grote uitgaven voor nieuw groen als investering in de begroting op te nemen (via het zogenoemde Strategisch Huisvestingsplan (SHP) Bovenwijks Groen). In de periode 2021-2025 is hiervoor 53,1 miljoen euro beschikbaar. Na de eerste twee verdeelbesluiten van in totaal 37,7 miljoen, informeert het college v nu over het derde verdeelbesluit over de resterende 15,3 miljoen. Met dit besluit is er voor de genoemde projecten dekking en kan de voorbereiding van de projecten en het kredietbesluit ter hand worden genomen. Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 8 maart 2022 Pagina 2 van8 Toedeling De middelen van het derde verdeelbesluit worden aan de volgende projecten toegewezen: t/m 2025 aanvraag 1000 dierwoningen vogeleiland voor visdiefjes en rifballen Kingpark en Amstelscheg Toelichting keuze projecten Inhoudelijke onderbouwing projecten Door het toekennen van middelen aan de genoemde projecten kiest het college voor investeringen in parken en ander groen die voortkomen uit de groei van de stad, of grenzen aan ontwikkelbuurten. Op deze manier profiteert zowel de bestaande stad als de nieuwe stad. Met deze keuze zet het college de lijn van het eerste bestedingsvoorstel voort. Sportpark Kadoelen, uitbreiding Herinrichting en uitbreiding sportpark Kadoelen Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 8 maart 2022 Pagina 3 van8 Kwaliteitsimpuls Nelson Mandelapark Vanwege woningbouw aan de oost- en noordkant en aanleg tunnelpark Ag moeten (buiten de betreffende GREX- en planlijnen) aansluitingen en routes worden verbeterd en is, door steeds intensievere gebruik, kwaliteitsverbetering nodig door toevoeging groen, grondverbetering, etc. Verbetering HGS, betere integratie met sportpark, toevoeging urban sports. Verbetering HGS, beter integratie stadspark en sportpark, toevoeging voorzieningen, zoals pierenbadje en Urban Sports. Sportpark Sloten, herinrichting Sportpark Sloten ligt prachtig ten midden in een groene omgeving van het puntje van het Amsterdamse bos, de oeverlanden, met het Nieuwemeer, de Ringvaart, De polder de Volkstuinenparken, parken en het Ag talud. Door deze perfecte ligging en het gebruik van het gebied is er heel veel mogelijk op het gebied van de biodiversiteit. Het doel van de herontwikkeling is om het sportpark te transformeren naar een vernieuwd, open, duurzaam en transparant park dat een groter aanbod mensen uitnodigt om actief te sporten. Deelprojecten: - Vervangen (verouderde) ondergrondse kabels en leidingen; - Herinrichten openbare ruimte (sloten, watergangen, groenvoorzieningen en de wegen, natuurvriendelijke oevers); - Vergroenen en verduurzamen sportvelden en gebouwen. Denk aan sedum daken icm zonnepanelen, geveltuinen, waterberging onder kunstgrasvelden wat ook de verkoeling op het sportpark zal verbeteren. Drijfeilanden Zeeburgereiland Realiseren van met riet en moerasplanten begroeide drijvende eilanden. Daarmee de ecologische verbinding over het Buiten-IJ aan te leggen. Dit door het habitat van doelsoorten (oa ringslang, waterspits en otter) te realiseren. De drijvende eilanden zijn onderdeel van de ecologische structuur van Amsterdam en de groene NNN- corridor Gooi-Waterland Sciencepark Het sciencepark wordt stedenbouwkundig verder ontwikkeld waarbij groen een belangrijk onderdeel is. Met deze bijdrage wordt een natuur-inclusieve invulling gegeven: de aanleg van een nieuwe ecologische zone en de integratie van landschappelijk groen zoals een bosplantsoen. Bijlmer Sportpark, herinrichting Het Bijlmer Sportpark wordt getransformeerd naar een open(baar) sportpark. Eén van de ambities binnen deze transformatie is het vergroenen van het sportpark, zodat het sportpark beter geïntegreerd wordt met de omringende openbare ruimte in het Nelson Mandelapark. Bomenstructuur Buiksloterham Grasweg, Papaverweg en Westelijke Ontsluiting zijn onderdeel van de Hoofdbomenstructuur Buiksloterham. Extra middelen maken het verschil tussen jonge bomen en meer volgroeide bomen. Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 8 maart 2022 Pagina 4 van 8 Ontwikkelstrategie De Oeverlanden; realisatie 1000 dierwoningen Onderdeel van de ontwikkelstrategie Oeverlanden zijn soortgerichte natuurmaatregelen. Maatregelen ter verbetering van de natuurwaarden, biodiversiteit en de waterkwaliteit in De Oeverlanden en van de Nieuwe Meer. Het gaat in dit geval om de realisatie van 1000 dierwoningen (ringslanghopen, vleermuiskasten, ijsvogelwand etc). Om dat te bereiken wordt in 2022 gestart met het opstellen van soortenmaatregelenkaart (per doelsoort concrete plaatsen aangeven -in overleg/afstemming met terreineigenaren- waar de maatregelen kunnen worden getroffen), daarna volgt een actieplan en een overzicht van alle locaties waar diervoorzieningen worden getroffen (aard, aantal etc.). Daarna volgt realisatie. De voorbereidingen worden gedaan vanuit het budget van de ontwikkelstrategie, voor de realisatie willen we aanspraak maken op financiering vanuit het SHP Bovenwijkse Groenvoorzieningen. Ontwikkelstrategie De Oeverlanden; realisatie vogeleiland voor visdiefjes en rifballen Onderdeel van de ontwikkelstrategie Oeverlanden zijn maatregelen ter verbetering van de natuurwaarden, biodiversiteit en de waterkwaliteit in De Oeverlanden en van de Nieuwe Meer. Het gaat in dit geval om de realisatie van een vogeleiland voor visdiefjes, gekoppeld aan de realisatie van rifballen die het eiland onder meer ook drijvende houden. Dit project wordt, in principe, conform het voorbeeld van de Houthavens gerealiseerd in de Nieuwe Meer en dient ter verbetering van de waterkwaliteit. Om dat te bereiken wordt in 2022 gestart met het opstellen van soortenmaatregelenkaart (per doelsoort concrete plaatsen aangeven -in overleg/afstemming met terreineigenaren- waar de maatregelen kunnen worden getroffen), daarna volgt een actieplan en een overzicht van de locaties waar de eilandjes gerealiseerd kunnen worden. Hiervoor is afstemming nodig met stakeholders waaronder ook hoogheemraadschap van Rijnland en VDOB en is het noodzakelijk de vergunningverlening tijdig te regelen. Daarna volgt realisatie. De voorbereidingen worden grotendeels gedaan vanuit het budget van de ontwikkelstrategie, voor de realisatie willen we aanspraak maken op financiering vanuit het SHP Bovenwijkse Groenvoorzieningen. Spoorbermen Overamstel Verbeteren ecologische- en recreatieve waarden van de groenzone op en langs het spoortalud na de herontwikkeling van het Bajeskwartier, Kop Weespertrekvaart en realisatie onderdoorgang en gelvidswand. Groenboog Groengedeelte ten noorden van de Azo tussen Nieuwe Leeuwardenweg en Durgerdammerdijk / Schellingwoude. Realisatie voorstellen uit studie ruimtelijke verkenning groengebied tbv lokale recreatie en verbeteren HGS. Toekomstbestendig Erasmuspark Het Erasmuspark wordt steeds populairder maar is voor een stadspark erg sober en heeft weinig groenkwaliteit (weinig variatie). Het vormt een belangrijke schakel in de Hoofdgroenstructuur en ecologische structuur voor westelijk Amsterdam. Er zijn kansen voor meer bomen en biodiversiteit en een betere waternatuur. Meer kwaliteit en keuzes in haalbare gebruiksfuncties zijn nodig om de grotere gebruiksdruk op te vangen. Het doel van het project is de uitvoering van het visie- en uitvoeringsplan. Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Brief
8
train
VN2023-014459 G Raadscommissie voor Duurzaamheid, Circulaire Economie, Afval en emeente ' ! Sums An % Reiniging, Voedsel en Dierenwelzijn DC vurzaamheid N Amsterdam Voordracht voor de Commissie DC van 06 juli 2023 Ter kennisneming Portefeuille Duurzaamheid, Energietransitie en Circulaire Economie Agendapunt 1 Datum besluit n.v.t. Onderwerp Beantwoording op het advies van stadsdeel Noord over het conceptadvies van B&W aan de omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied (OD NZKG) over de vergunningaanvraag voor de windturbines bij de Noorder IJ-plas De commissie wordt gevraagd Kennis te nemen van de nota van beantwoording op het advies van stadsdeel Noord over het conceptadvies van B&W aan de omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied (OD NZKG) over de vergunningaanvraag voor de windturbines bij de Noorder IJ-plas. Wettelijke grondslag Artikel 108 lid 1 Gemeentewet De bevoegdheid tot regeling en bestuur inzake de huishouding van de gemeente wordt aan het gemeentebestuur overgelaten. Artikel 169 Gemeentewet Lid 1 Het college en elk van zijn leden afzonderlijk zijn aan de raad verantwoording schuldig over het door het college gevoerde bestuur. Lid 2 Zij geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de vitoefening van zijn taak nodig heeft Bestuurlijke achtergrond Het college van burgemeester en wethouders vindt het belangrijk dat stadsdeel Noord betrokken is bij de ontwikkeling van windturbines bij de Noorder IJ-plas. Het College van B&W is wettelijk adviseur in de vergunningprocedure, maar vindt het belangrijk dat het betreffende stadsdeel Noord en de gemeenteraad het college adviseren over de reactie van B&W aan de omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied. Om die reden heeft B&W op 7 april 2023 aan het dagelijks bestuur van stadsdeel Noord verzocht advies uit te brengen over het conceptadvies van B&W aan de omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied over de vergunningaanvraag voor de windturbines bij de Noorder IJ-plas. Op 21 april 2023 is het advies van het db van stadsdeel Noord ontvangen. Tijdens de collegevergadering op 9 mei 2023 is het definitief advies van B&W aan OD NZKG vastgesteld. Hierin is ook het advies van SDN betrokken. (YN2023-011541). Het advies van Noord is betrokken in het positieve advies van het college van B&W aan de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied over de vergunningaanvraag windturbines Noorder IJ- plas. Reden bespreking Gegenereerd: vl.10 1 VN2023-014459 % Gemeente Raadscommissie voor Duurzaamheid, Circulaire Economie, Afval en Ruimte en % Amsterdam Reiniai Voedsel Di lzii Duurzaamheid % einiging, Voedsel en Dierenwelzijn Voordracht voor de Commissie DC van 06 juli 2023 Ter kennisneming n.v.t. Uitkomsten extern advies n.v.t. Geheimhouding n.v.t. Uitgenodigde andere raadscommissies n.v.t. Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan? n.v.t. Welke stukken treft v aan? 1. raadsinformatiebrief_nota_beantwoording_advies_sdnoord_noorder_IJ- AD2023-04,9288 plas.pdf (pdf) AD2023-049289 2. nota_van_beantwoording_advies_sdn_noorder_IJ-plas (oo2).pdf (pdf) AD2023-045650 | Commissie DC Voordracht (pdf) AD2023-050489 Definitief advies DB 20230420. pdf (pdf) Ter Inzage Registratienr. Naam Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Ruimte en Duurzaamheid, Pascal Hament, bestuurszaken.rd@® amsterdam.nl Gegenereerd: vl.10 2
Voordracht
2
train
> Gemeente Amsterdam Motie Datum raadsvergadering 8 november 2023 Ingekomen onder nummer 613 Status Aangenomen Onderwerp Motie van de leden Norbruis, Noordzij, IJmker inzake start rapportage drinkwater Onderwerp Start met rapportage drinkwater Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De Raad, Gehoord de discussie over de begroting en de discussie over behoefte van voldoende drinkwater - nu en in de toekomst - en inzicht hierin, Constaterende dat: e De vraag naar drinkwater tot 2030 zeker zal stijgen, terwijl door klimaatverandering en verontreiniging het aanbod ervan verder onder druk staat; e Er volgens het RIVM in verschillende regio's in Nederland nu al tekorten zijn op piekmomenten en zonder maatregelen in 2030 in heel Nederland tekorten ontstaan*; e Er volgens het RIVM genoeg mogelijke oplossingen zijn om te voorkomen dat er een structureel tekort aan drinkwater ontstaat mits maatregelen op korte termijn in gang gezet worden; e In Amsterdam de vraag naar drinkwater tot 2030 stijgt van 95 miljoen kuub naar ongeveer 107 miljoen kuub per jaar en de verwachting is dat dit stijgt naar 122 miljoen kuub per jaar in 2050; e De gemeente samen met Waternet verscheidene onderzoeken uitvoert en maatregelen neemt om de productie van drinkwater te vergroten; e De gemeente en Waternet mensen en bedrijven stimuleert bewust en zuinig water te gebruiken; 1 https://www.rivm.nl/nieuws/snel-actie-nodig-om-drinkwatertekort-in-2030-te-voorkomen Gemeente Amsterdam Status Aangenomen Pagina 2 van 1 e Ermomenteel nog geen standaard rapportage is waarin Amsterdammers op de hoogte worden gehouden van de ontwikkelingen rondom productie van drinkwater. Overwegende dat: e Voldoende en schoon drinkwater zeer belangrijk is voor Amsterdammers en ook de toekomstige generaties; e Vanwege klimaatverandering dit nog belangrijker wordt in de toekomst; e Eenjaarlijkse rapportage waarin inzicht wordt gegeven in de huidige productiecapaciteit, ontwikkelingen en voortgang van drinkwater zeer belangrijk en informatief is; Verzoekt het college van burgemeester en wethouders Eens per jaar een rapportage Drinkwater op te stellen waarin in ieder geval staat: e Wat de huidige capaciteit van drinkwaterproductie is in Amsterdam; e Watde verwachte drinkwatervraag is op de korte termijn (5 jaar vooruit) en lange termijn (20 jaar termijn); e Wat de lopende onderzoeken, initiatieven en investeringen zijn om de drinkwaterproductie te vergroten en in te zetten op efficiënter drinkwatergebruik (door huishoudelijk gebruik en de industrie). Indiener(s), K.F.O. Norbruis G. Noordzij E.C. IJmker
Motie
2
discard
X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2013 Afdeling 1 Nummer 333 Publicatiedatum 5 juni 2013 Ingekomen op 30 mei 2013 Ingekomen in raadscommissie WPA Te behandelen op 3/4 juli 2013 Onderwerp Motie van het raadslid mevrouw Van der Pligt inzake de Kadernota 2014 (Arnhems model als voorbeeld voor ontwikkelen Voorzieningenwijzer). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Kadernota 2014 (Gemeenteblad 2013, afd. 1, nr. 300); Overwegende dat: — de afgelopen maanden vele Amsterdammers werkloos zijn geworden of vanuit de WW in de bijstand zijn beland en hun inkomen vaak fors is gedaald; — daar bovenop volgens berekeningen van het Nibud minimahuishoudens met kinderen er 5% in koopkracht op achteruit zullen gaan; — de gemeente dit niet ongedaan kan maken want zij mag immers geen inkomenspolitiek bedrijven. Maar de gemeente kan er wel alles aan kan doen om minimahuishoudens wegwijs te maken in de regelingen en voorzieningen die er voor hen zijn. Op die manier kan de gemeente ervoor zorgen dat alle mensen die in aanmerking komen ook daadwerkelijk gebruik maken van de regelingen die er zijn; — de gemeente Arnhem in 2012 de zogenaamde Voorzieningenwijzer heeft geïntroduceerd waarin alle regelingen en voorzieningen voor mensen met een laag inkomen zijn opgenomen aan de hand van de rubrieken: wonen en leven, sport, kunst, cultuur en educatie, vervoer, zorg en gezondheid en financiën; — Arnhemse minima zo in een oogopslag kunnen zien voor welke kortingen of andere ondersteunende regelingen ze in aanmerking komen en wat de regeling inhoudt; — de gemeente Amsterdam de Amsterdamse minima ook vele ondersteunende regelingen te bieden heeft, maar minima in Amsterdam hiervoor verschillende internetpagina's moeten bezoeken om een overzicht te krijgen terwijl in Arnhem het bezoeken van www.arnhem.nl/voorzieningenwijzer voldoende is, Draagt het college van burgemeester en wethouders op: een dergelijke Voorzieningenwijzer analoog aan het voorbeeld van de Arnhemse te ontwikkelen. Het lid van de gemeenteraad, M.M. van der Pligt 1
Motie
1
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2020 Afdeling 1 Nummer 170 Datum indiening 17 december 2019 Datum akkoord 31 januari 2020 Publicatiedatum 3 februari 2020 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Van Soest inzake het verdwijnen van pinautomaten. Aan de gemeenteraad Toelichting door vragenstelster: Geldautomaten van banken en Geldmaat worden in de nacht per direct buitenwerking gesteld tegen plofkraken. Tussen 23:00 en 7:00 uur staan de geldmachines uit waardoor het voor plofkrakers moeilijker gemaakt wordt om tot een succesvolle kraak te komen. De fractie van de Partij van de Ouderen heeft er begrip voor dat er naar alternatieven wordt gezocht om het criminelen lastiger te maken maar vindt wel dat ervoor gewaakt moet worden dat dit geen voorbode is voor het steeds verder inperken van contant geld. Gezien het vorenstaande heeft het lid Van Soest, namens de fractie van de Partij van de Ouderen, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Is het college bekend met het bericht ‘Geldautomaten voor ‘s nachts dicht wegens plofkraken’ van De Telegraaf?! Antwoord: Ja, daar is het college mee bekend. 2. In hoeverre bent u als stadsbestuur betrokken geweest bij de beslissing om geldautomaten van banken en Geldmaat per direct in de nacht buiten werking te stellen? Graag een gedetailleerd antwoord. Antwoord: Het college is daar niet bij betrokken geweest. De banken en Geldmaat hebben die beslissing na overleg met de minister van Justitie van Veiligheid en de minister van Financiën genomen. Daarna is het college door de banken en Geldmaat hierover geïnformeerd. ' https://www.telegraaf.nl/financieel/769675609/geldautomaten-voortaan-s-nachts-dicht-wegens- plofkraken 1 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer A bruar 2020 Schriftelijke vragen, dinsdag 17 december 2019 3. Is het college het met de fractie van de Partij van de Ouderen eens dat het nachtelijk buiten werking stellen van pinautomaten geen voorbode moet zijn van de verdere uitholling van de pinmogelijkheden? Zo nee, waarom niet? Antwoord: Het college is ervan op de hoogte dat bepaalde doelgroepen, zoals ouderen, nog altijd graag binnen een redelijke afstand van hun woning of winkelgebied geld moeten kunnen pinnen. In sommige straten zitten geldautomaten van verschillende banken op korte afstand van elkaar. De transitie van de geldautomaten van de banken naar Geldmaat gaat daarom gepaard met een efficiënte spreiding van de automaten. 4. Is het college het met de fractie van de Partij van de Ouderen eens dat veel Amsterdammers en dan met name de oudere generatie, graag nog met contant geld betalen en/of niet behendig zijn in het doen van digitale betalingen? Zo nee, waarom niet? Antwoord: Zie antwoord op vraag 3. 5. Het verdwijnen van geldautomaten uit winkelstraten is een tendens die zich al langer voordoet in onze stad en onwenselijk is. Kunt u daarom ook in overleg treden met banken en Amsterdamse winkelstraten om te zorgen dat er inpandige pinvoorzieningen komen, zodat cash geld onderdeel uit blijven maken van het betalingssysteem? Zo nee, waarom niet? Antwoord: De gemeente is reeds in overleg met de banken en Geldmaat over de veiligheid en beschikbaarheid van geldautomaten. Voor de banken en Geldmaat zijn de beschikbaarheid en de veiligheid van geldautomaten twee belangrijke uitgangspunten. Met Geldmaat is afgesproken zoveel mogelijk op zoek te gaan naar alternatieve locaties voor gevelautomaten die zich in of dicht tegenover woongevels bevinden. Voorbeelden van alternatieve locaties zijn inderdaad een inpandige pinvoorziening, bijvoorbeeld in een supermarkt, of een gevelautomaat in een gevel zonder bewoning. Burgemeester en wethouders van Amsterdam Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris 2
Schriftelijke Vraag
2
val
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Raadsadres Onderwerp Raadsadres van de heerdttRS van woensdag 27 oktober 2010 inzake niet aanbesteden van het GVB. Aan de gemeenteraad Bijgaand aan de gemeenteraad gericht raadsadres zal op de raadsagenda van 17 november 2010 worden geplaatst met als wijze van afdoening: in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afdoening en een afschrift van het antwoord te zenden aan de leden van de Raadscommissie voor Verkeer en Vervoer en Infrastructuur (inclusief NoordZuidlijn en Luchtkwaliteit). VV — Wiebes ZD 4189 BD 7297 DIVV —T. van Leeuwen Í | | Van: Wigberstevenstmaittemiebestevens hat ij Verzonden: woensdag 27 oktober 2010 21:30 | Aan: Info gemeenteraad Onderwerp: Het niet aan besteden van het gvb Geachte voorzitter en raadsleden. | Herinneren wij ons de velle strijd van ex raadslid Mw.Boerlage TEGEN het aan besteden naar | de prlvatesector van het gvb, Namelijk verschillende initieatieven in deze form van omgaan met dergelijke nutsbedrijven zijn achteraf veel duurder geworden dan de bedoeling was/is maar ook nog in sommige | gevallen hopenloos mislukt | NIET aanbesteden dus ! | | | | | Ì ) Î Bezoekadres Gemeente Amsterdam | Stadhuis, Amstel 1 GS | 1011 PN Amsterdam Postbus 202 " 5 Wethouder E.D, Wiebes | 1000 AE Amsterdam Portefeuille Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Noord/Zuidlijn en ICT Ì www.amsterdam.nl rd | Retouradres: B&W, Postbus 202, 1000 AE Amsterdam | | JOashite AMSTERDAM | DIVV | Datum 11 JAN 201 | Onskenmerk _____2010009894 | Behandeld door M. Garritsen Telefoonnummer 020 — 556 5243 | Faxnummer 020 — 556 5704 . E-mail [email protected] | É Bijlage F F Onderwerp Aanbesteding Openbaar Vervoer Amsterdam | L e= Geachte heer GE | In antwoord op uw mail van 27 oktober ji. waarin u aangeeft het OV niet aan te besteden, É kunnen wij u het volgende mededelen, | Î | Op basis van Europese regelgeving bestaat een mogelijkheid in bepaalde gevallen het OV L in grote steden niet aan te besteden maar onderhands te gunnen. í Het huidige kabinet heeft in het regeerakkoord gesteld dat OV in de grote steden openbaar Ì aanbesteed dient te worden. Daarnaast ligt het formele opdrachtgeverschap bij de | Stadsregio Amsterdam. Amsterdam kan dus niet zelf kiezen voor al dan niet aanbesteden | | van het OV, | | ! ' é Wij hopen u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd, | | í Î Met vriendelijke groet, | | | \ L ON As m Eric D. Wiebes | | Wethouder Verkeer, Vervoer en Infrastructuur E_ | í | EL ï $ Î ! 5 É ij 5 Het stadhuis is bereikbaar per metro en tram (lijnen 9 en 14), halte Waterlooplein | |
Raadsadres
3
train
D Gemeente Amsterdam K S B % Raadscommissie voor Kunst en Cultuur, Lokale Media, Sport en Recreatie, Bedrijven, Deelnemingen en Inkoop % Agenda, donderdag 27 maart 2008 Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie voor Kunst en Cultuur, Lokale Media, Sport en Recreatie, Bedrijven, Deelnemingen en Inkoop Tijd 13.30 tot 17.30 uur en zonodig vanaf 19.30 uur tot 22.30 uur Locatie Rooszaal 0239, Stadhuis Algemeen 1 Opening 2 Mededelingen 3 Vaststelling agenda 4 Vragenhalfuur publiek 5 Actualiteiten 6 Conceptverslag van de openbare vergadering van de Raadscommissie KSB d.d. 6 maart 2008 e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier doorgegeven, commissieKSB @raadsgriffie. amsterdam.nl 7 Openstaande toezeggingen 8 Termijnagenda 9 Rondvraag Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn slechts richtlijnen waaraan geen rechten zijn te ontlenen. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn. Voor degenen die gebruik willen maken van het “vragenhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda staat. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden via internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl. Voor algemene informatie: info @raadsgriffie.amsterdam.nl 1 Gemeente Amsterdam K S B Raadscommissie voor Kunst en Cultuur, Lokale Media, Sport en Recreatie, Bedrijven, Deelnemingen en Inkoop Agenda, donderdag 27 maart 2008 Deelnemingen en Inkoop 10 Bespreken NV Nuon: Toekomst aandeelhouderschap & strategie onderneming Nr. BD2008-001310 e De gemeenteraad te het voorgenomen collegebesluit in zijn vergadering te bespreken en zijn wensen en bedenkingen aan B&W ter kennis te brengen. (Gemeenteraad d.d. 2 april 2008) e Bij de bespreking van dit agendapunt zullen aanwezig zijn: bestuursvoorzitter Nuon en de voorzitter van de Expertgroep t.b.v. publieke aandeelhouders van energiebedrijven (deze expertgroep is onlang door de minister Economische Zaken in het leven heeft geroepen). 11 Brief GVB aan CBP inzake voorgenomen maatregelen OV-chipkaart Nr. BD2008- 001592 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e _Op verzoek van commissielid Ng (VVD) geagendeerd e Was Tkn 1 in de raadscommissie van 6 maart 2008 e De leden van de Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting en Monumenten zijn hierbij uitgenodigd Sport en Recreatie 12 Nieuw hockeystadion Nr. BD2008-001593 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e _Op verzoek van commissielid Van der Pligt (SP) geagendeerd e Was Tkn 3 in de raadscommissie van 6 maart 2008 Kunst en Cultuur 13 Advies Profijtbeginsel cie 27 maart Nr. BD2008-001641 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. Besloten Deel 2
Agenda
2
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad x% Gemeenteblad % Motie Jaar 2016 Afdeling 1 Nummer 498 Publicatiedatum 15 juni 2016 Ingekomen onder Z Ingekomen op donderdag 2 juni 2016 Behandeld op donderdag 2 juni 2016 Status Aangenomen Onderwerp Motie van de leden Flentge en Moorman inzake de adviesrapportage “Kan het stedelijk toelatingsbeleid de integratie in het Amsterdamse basisonderwijs bevorderen?” van de Adviesraad Diversiteit (nieuwe woonwijken hand in hand met nieuwe scholen). Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de adviesrapportage “Kan het stedelijk toelatingsbeleid de integratie in het Amsterdamse basisonderwijs bevorderen?” van de Adviesraad Diversiteit (Gemeenteblad afd. 1, nr. 475). Constaterende dat — de gemeenteraad sterk hecht aan de wens om diversiteit op Amsterdamse basisscholen te bevorderen; — in Amsterdam veel nieuwe woonwijken (zullen) worden gebouwd, met nieuwe scholen; — in 2007 op IJburg is gebleken dat de volgorde van opleveren van woningen uit diverse prijssegmenten (koop/sociaal) het onbedoelde bijeffect sorteert van segregatie op scholen. Overwegende dat — de fracties van SP en Pvd het belangrijk vinden om kansarme en kansrijke kinderen van diverse sociale achtergronden uit één wijk samen naar school te laten gaan, zodat zij elkaar ontmoeten in de klas en elkaar goed leren kennen op het schoolplein; — scholen in een nieuwe wijk een natuurlijke aanwas kennen van ‘wie eerst komt, eerst maalt bij het nieuwe schooljaar’; — Uitvoerders in de planning van een nieuwbouwwijk, evenals makelaars en wooncorporaties, rekening kunnen houden met het gedifferentieerd opleveren en/of aanbieden van woningen uit diverse prijssegmenten, zodat de natuurlijke aanwas van leerlingen op genoemde scholen een sociaal representatieve doorsnede is van alle (toekomstige) bewoners in de wijk. 1 Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteraad Nummer 498 Moti Datum _ 15 juni 2016 otie Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: in het belang van de diversiteit op scholen te komen tot een nadere afstemming tussen verschillende portefeuillehouders, met als doel een plan op te stellen waarin het aanleggen van nieuwe woonwijken en het stichten van nieuwe scholen hand in hand gaan en waarin rekening wordt gehouden met het in fasen opleveren en/of aanbieden van woningen uit diverse prijssegmenten. De leden van de gemeenteraad E.A. Flentge M. Moorman 2
Motie
2
test
De voorzitter van de Stadsdeelraad Zuidoost roept de leden van de Stadsdeelraad op tot bijwoning van de Begrotingsvergadering op dinsdag 30 november 2009 van 14.00 — 17.00 uur en van 20.15 — 23.00 uur in het stadsdeelkantoor om te beraadslagen en te besluiten over de hieronder vermelde punten. Amsterdam Zuidoost, 25 november 2009 De voorzitter van de Stadsdeelraad N.B. De stukken liggen ter inzage in de leeszaal, en voor publiek bij het Informatiecentrum Amsterdam Zuidoost en in de openbare bibliotheek. Voorafgaand aan het avondgedeelte van de vergadering zal politiecommissaris A. Smit op uitnodiging van de raad van 19.15 — 20.15 uur aanwezig zijn om nadere informatie te verstrekken mbt de recente geweldplegingen en schietincidenten in Zuidoost. 1. Opening en Mededelingen 1a. Vaststelling van de agenda 2. Ingekomen stukken Voordrachten uit categorie A: BESPREEKPUNTEN 3. Evaluatie van en aansluiting bij Antwoord SDR101130 Bz/56 In uw bezit 4. Prioriteiten in Jeugdbeleid in Amsterdam Zuidoost (onderzoeksrapport ‘Wat beweegt de jeugd”) SDR101130 Jb/57 In uw bezit B. Begroting 2011 SDR101130 Fin/58 Preadvisering moties/amendementen (nazending) korte discussie + stermnming Programma's: moties en amendementen: 1. Dienstverlening 61, 68, 147 2. Openbare Orde en Veiligheid 54, 62, 70,71, 72, 126 3. Verkeer en Infrastructuur 76, 77, 100, 137 1 4, Werk, Inkomen en Economie 50, 51, 52, 63, 83, 101, 102, 133, 142, 143, 144 5. Onderwijs en Jeugd 56, 58, 59, 82, 84, 91, 92, 135, 148 6. Welzijn en Zorg 64, 85 t/m 90, 93 t/m 96, 123, 128, 129 7. Sport en Recreatie 97, 98, 99, 103, 104, 105, 125, 149, 154 8. Cultuur en Monumenten 55, 57, 60, 65, 106, 107, 109, 121, 132, 134, 141 9, Openbare Ruimte en Groen 78, 79, 80, 110, 111, 112, 127, 131, 134, 150 10. Milieu en Water 69, 113 t/m 117, 122, 11. Stedelijke Ontwikkeling 81, 118, 136, 138, 146, 151, 152 12. Bestuur en Ondersteuning 53, 73, 74, 75, 119, 120, 124, 130, 153 6. Vaststellen tarieventabellen 2011 66, 67, 140, 145 SDR101130 Fin/59 2
Agenda
2
train
> < Gemeente Raadsinformatiebrief Amsterdam Aan: De leden van de Raadscommissie Stadsontwikkeling Datum 4 april 2023 Portefeuille(s) Masterplan Zuidoost Portefeuillehouder(s): Marjolein Moorman Behandeld door Directie Bestuurs- en Managementadvisering Onderwerp Voortgang 2022 Masterplan Zuidoost Geachte leden van de Raadscommissie Stadsontwikkeling, Kinderen in Zuidoost hebben net zoveel kansen als kinderen uit andere delen van de stad. Met die doelstelling ging het twintigjarige programma van het Masterplan Zuidoost in 2021 van start. Bijgaand ontvangt v de Voortgangsbrief 2022. Daarin is te lezen dat er ontzettend veel gebeurt, maar ook dat het realiseren van structurele veranderingen vraagt om een lange adem. Het Masterplan is goed op de rit, maar tegelijkertijd ook pas net begonnen aan een twintig-jaar- durende reis. Dat maakt ons zowel tevreden als ongeduldig. De manier waarop het programmateam van het Masterplan bewoners weet te bereiken en te betrekken legt een onmisbaar fundament onder het Masterplan. Wij hopen dat met het vertrouwen in het Masterplan, het vertrouwen van de bewoners van Zuidoost ook kan gaan groeien. En dat door groeiend vertrouwen meer bewoners, maatschappelijke organisaties en ondernemers zich aan willen sluiten en mee doen. Dat vraagt wat van ons. Namelijk om echt te luisteren. Bereid te zijn om anders te werken, wanneer nieuwe perspectieven daarom vragen. Dat klinkt misschien simpel, maar dat is het niet. Het Masterplan brengt verschillende werelden bij elkaar. De systeemwereld moet beter aansluiten op de leefwereld, lezen we in de Voortgangsbrief. Bij diverse werkbezoeken aan Zuidoost die wij — vaak samen — in het kader van het Masterplan hebben afgelegd, zagen wij wat daarmee bedoeld wordt. Bijvoorbeeld bij ons bezoek aan de locatie van de hotspotaanpak G-Buurt Noord. Daar spraken wij met het uitvoeringsteam Aanpak Schuldenvrije Buurt. Instituties zoals de gemeente worden veelal gewantrouwd door bewoners en daardoor gemeden. Om toch in gesprek te komen met bewoners gaan deze medewerkers samen met een medewerker van het Rode Kruis op pad. Dat blijkt een goede manier om achter de voordeur te kunnen komen en te achterhalen waar bewoners mee worstelen. Hier komen schrijnende gevallen aan het licht, waar wij als overheid een verplichting hebben om bewoners te helpen en weer perspectief te geven. Wij hebben veel respect voor de professionals die hier dagelijks hun uiterste best voor doen. De cirkelaanpak die onder ambitie 1 is ontwikkeld neemt de behoefte van bewoners als vertrekpunt. Het programmateam vormt een schakel om die behoeften te inventariseren en te agenderen bij de instanties en organisaties die aangesloten zijn op het Masterplan. Daar merken Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 4 april 2023 Pagina 2 van 3 we wat van. Zo wijzen de ouders van het Ouderpanel ons op de grote opgaven op de scholen in Zuidoost. Zij zijn terecht kritisch. Tegelijkertijd zien wij leraren die zich dag in dag uit keihard inzetten om hun leerlingen te laten floreren. Het geeft soms een onmachtig gevoel dat oplossingen niet sneller en eenvoudiger te realiseren zijn. Maar juist ook daarom geeft het Masterplan hoop. Want we zullen buiten de gebaande paden moeten kijken naar de mogelijkheden die we hebben door als Alliantiepartners de handen ineen te slaan. En goed moeten aansluiten op de oplossingen die bewoners zelf aandragen. De Voortgangsbrief spreekt van ongemak. Dat gevoel herkennen wij. Systeemverandering vraagt om het steeds bewegen uit de comfort zone. Dat is niet altijd prettig en leidt soms tot schurende gesprekken. Juist door de positionering, op enige afstand van de instituties , legt het programmateam van het Masterplan voortdurend de vinger op de zere plek. Wijst ons erop als het nog niet goed genoeg gaat en dat een aanpak pas werkt als bewoners er iets mee kunnen. Deze bestuursperiode zetten wij ons in om daar stappen in te maken. Dat vraagt wat van het college, de raad en van onze organisatie. In het Coalitieakkoord 2022-2026 zijn middelen beschikbaar gesteld en voeren wij het gesprek in deze Raadscommissie Stadsontwikkeling. Er zijn ‘Gebiedswethouders' voor de integrale aanpakken. De burgemeester zet zich als voorzitter van de Allianties actief in voor het Masterplan Zuidoost en het Nationaal Programma Samen Nieuw-West. Ook in de ambtelijke organisatie zijn het afgelopen jaar keuzes gemaakt om de inzet op het Masterplan te verstevigen. Zo is er integrale gebiedssturing vanuit het gemeentelijk managementteam; zijn er integrale en multidisciplinaire teams die opgavegericht werken; en werken we aan het beter richten van gemeentelijke middelen op Zuidoost, Nieuw-West en Noord (ongelijk investeren). De stadsdeelorganisatie neemt het voortouw met nieuwe manieren om verbinding te maken met bewoners en wordt daarin ondersteund door het programmateam van het Masterplan. Dit is een andere manier van werken die tijd en aandacht vraagt, zodat deze goed bestendigd wordt in de organisatie. De Alliantie werkt met vereende krachten aan het maken van een verschil voor de mensen in Zuidoost. Omdat elke organisatie zo verschillend is, vraagt de samenwerking om een open en onderzoekende houding. Daarin zijn we nog steeds aan het ontdekken, maar de gesprekken hierover en de gezamenlijke activiteiten die zijn opgestart, leveren veel op. Ook dat is te lezen in de Voortgangsbrief. Zuidoost behoort net als Nieuw-West tot de twintig focusgebieden waarvoor het Rijk een Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid heeft gestart voor de duur van 20 jaar. Een lange adem is nodig om daadwerkelijk blijvende verbeteringen in deze gebieden met gestapelde problematiek te realiseren. Het Rijk is daarmee een belangrijke samenwerkingspartner voor de ambities van het Masterplan en neemt deel aan de Alliantie. Door nauwe bestuurlijke en ambtelijke samenwerking komen kansen en knelpunten sneller aan het licht en kunnen de gebieden van elkaar leren. Rijksmiddelen voor dit Nationale Programma stellen ons in staat om ambities dichterbij te brengen. Zo'n korte twee jaar na de start van het Masterplan zijn we goed op weg, maar de reis is nog lang. Komend jaar zetten we in op het doorzetten en verstevigen van de aanpak. Onderdeel daarvan is het beter verbinden van de cirkelaanpak met onze eigen inzet. Zodat we leren van bewoners en hun meningen en behoeften nog beter meenemen in alles wat we doen. Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 4 april 2023 Pagina 3 van 3 Uiteindelijk gaat het om de bewoners van Zuidoost. Het Masterplan helpt ons om samen met hen en de andere Alliantiepartners stappen te zetten richting een veiliger en leefbaarder Zuidoost, waar kinderen gelijke kansen hebben, kunnen spelen en opgroeien en hun talenten kunnen ontwikkelen. De voortgangsbrief geeft een beeld van de weg die tot nu toe is afgelegd. We gaan daarover graag in gesprek met uw raadscommissie. Met vriendelijke groet, Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam en namens het dagelijks bestuur van Amsterdam Zuidoost, Ke a uart _—— \ len | ) Marjolein Moorman Tanja Jadnanansing Wethouder Masterplan Zuidoost Voorzitter dagelijks bestuur stadsdeel Zuidoost Bijlage Voortgangsbrief 2022 Masterplan Zuidoost Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Brief
3
train
> < Gemeente Raadsinformatiebrief Amsterdam Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam Datum 1-9-2022 Portefeuille(s) Armoede en Schuldhulpverlening (23) Portefeuillehouder(s): Marjolein Moorman Behandeld door Directie Inkomen, [email protected] Onderwerp Stand van zaken aanpak energiearmoede en uitbreiding energietoeslag Geachte leden van de gemeenteraad, In deze raadsinformatiebrief informeren wij u over de stand van zaken van de Amsterdamse aanpak van energiearmoede Belangrijkste onderdelen van de aanpak zijn het uitkeren van de eenmalige energietoeslag voor huishoudens met een laag inkomen en de vangnetregeling voor huishoudens die in de problemen dreigen te raken als gevolg van gestegen energielasten. Nu het kabinet vlak voor het reces heeft aangekondigd de energietoeslag te verhogen, wordt het bedrag van de energietoeslag verhoogd van € 800 naar € 1.300. Bij de vitbetaling van de extra € 5oo zal geen vermogenstoets worden toegepast. Zo worden huishoudens die een kleine buffer hebben opgebouwd voor noodzakelijke vitgaven of als spaarpotje voor de oude dag ook ondersteund in deze tijden van uitzonderlijk hoge energielasten. 1 Stand van zaken uitkeren energietoeslag Met de energietoeslag compenseren gemeenten een gedeelte van de gestegen energiekosten in 2022 voor huishoudens met een laag inkomen. Na de militaire inval van Rusland in Oekraïne en de verdere toename van energieprijzen als gevolg hiervan, heeft het Rijk eerder besloten om het richtbedrag van de toeslag te verhogen van €200 naar €800. In Amsterdam is naar schatting inmiddels ongeveer 90% van de doelgroep die in aanmerking komt voor de energietoeslag bereikt. In vergelijking met andere gemeenten (waaronder de Gu) heeft het college in Amsterdam fors ingezet op ambtshalve toekenning, waardoor een grote meerderheid van de huishoudens de toeslag automatisch op hun rekening heeft gekregen. Voor minimahuishoudens die niet in beeld zijn bijde gemeente1 is een aanvraagproces ingericht. Inmiddels heeft ongeveer 90% van de Amsterdamse minimahuishoudens de toeslag ontvangen. De stand van zaken ten aanzien van het uitkeren van de energietoeslag is als volgt: * Dit zijn huishoudens die geen gemeentelijke vitkering ontvangen en ook geen gebruik maken van gemeentelijke minimaregelingen. Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 1 september 2022 Pagina 2 van 5 -_Indeeerste helft van dit jaar is de energietoeslag van € 800 uitbetaald aan ruim 75.000 bij de gemeente bekende minimahuishoudens. Zij hebben de toeslag veelal? automatisch ontvangen. -___Minima die nog geen beroep doen op een gemeentelijke uitkering zoals de bijstand of minimaregelingen zoals de Stadspas zijn niet bekend bij de gemeente en moeten zelf een aanvraag doen. Inmiddels hebben ongeveer 79.000 huishoudens de toeslag ontvangen, en zijn er nog ruim 8.700 aanvragen in behandeling. Verhoging energietoeslag tot € 1.300 In het debat over de Voorjaarsnota op 5 juli jl. heeft het kabinet aangekondigd het richtbedrag van de eenmalige energietoeslag nogmaals te verhogen, van 800 euro naar 1.300 euro. Gemeenten mogen bij deze extra betaling wederom aansluiten bij de doelgroep van het eigen minimabeleid. Amsterdamse minima zullen het extra bedrag van € 5oo in december 2022 op hun rekening ontvangen. Hiermee sluit Amsterdam aan bij de wens van het Rijk om de toeslag nog in het kalenderjaar 2022 uit te keren. Minimahuishoudens hebben de toeslag nog dit jaar hard nodig om hun maandbedrag en/ of eindafrekening mee te betalen. Voor 2023 komt het Rijk met een pakket landelijke koopkrachtmaatregelen ter compensatie van de hoge energieprijzen en de algemene inflatie. Door het bedrag van € 5oo uit te keren in de laatste maand van het jaar ontstaat bovendien een zeker mate van spreiding van de drie betalingen over het jaar: € 200 in maart, € 600 in juni en € 500 in december. Dit draagt eraan bij dat mensen de energietoeslag nog op hun rekening hebben staan als de eindafrekening van de energierekening op de mat valt. Geen vermogenstoets bij de extra betaling van € 500 Bij de uitbetaling van de eerste € 800 energietoeslag is een lichte vermogenstoets toegepast. Huishoudens met een laag inkomen en een vermogen boven de € 6.295 (alleenstaande) of € 12.590 (gezin)? komen hierdoor niet in aanmerking. Gemeenten hebben flink moeten lobbyen voor voldoende middelen voor de uitvoering van de energietoeslag en daarom is er in eerste instantie gekozen om te focussen op de doelgroep die de ondersteuning het hardste nodig heeft: huishoudens met een laag inkomen én een laag vermogen. Bovendien is op deze manier aangesloten op de voorwaarden van het Amsterdamse minimabeleid. Dat maakte het mogelijk een grote groep Amsterdammers snel te bereiken. Bovendien kunnen aan Amsterdammers die de energietoeslag aanvragen ook meteen andere minimaregelingen zoals de stadspas worden toegekend. Zo neemt het bereik van de Amsterdamse minimavoorzieningen toe en worden huishoudens breder ondersteund dan alleen met een compensatie voor toegenomen energiekosten. Tegelijkertijd zien we dat er steeds meer mensen in de problemen komen en willen we mensen die een kleine buffer hebben opgebouwd voor noodzakelijke vitgaven of als spaarpotje voor de oude dag niet benadelen. Het college is daarom voornemens om bij de extra uitkering van € 5oo de 2 Bij ongeveer 20.000 huishoudens was geen recent rekeningnummer bekend en is gevraagd om hun IBAN door te geven of een oud IBAN te verifiëren, zodat de energietoeslag ook aan hen kan worden uitbetaald. 3 Dit is de vermogensgrens die geldt voor de Participatiewet en de minimaregelingen. Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 1 september 2022 Pagina 3 van 5 vermogenstoets te laten vervallen. Zo worden huishoudens met een laag inkomen die een (in veel gevallen beperkte) buffer hebben ook tegemoet gekomen in deze tijden van uitzonderlijk hoge energielasten. Vangnetregeling Voor huishoudens die (met of zonder energietoeslag) in de problemen komen door hoge energielasten is een vangnetregeling ingericht. Dit vangnet bestaat vit sociale incasso door de energieleverancier, budget- en energiebesparingsadvies en een jaar-betaalplan, bijvoorbeeld een schuldenrustlening of het verstrekken van individuele bijzondere bijstand.* Het vangnet is gekoppeld aan de vroegsignalering. Huishoudens met beginnende betalingsproblemen worden bezocht door een buurtteammedewerker die een maatwerkoplossing zoekt. Om te voorkomen dat veel mensen vooruitlopend op de automatische betaling van de energietoeslag een beroep op het vangnet zouden doen is de communicatie eerst gericht op financiële specialisten en intermediairs. De Amsterdammer die problemen heeft met het betalen van de energierekening wordt verwezen naar het Buurtteam Amsterdam waar de professional kan beoordelen of de individuele bijzondere bijstand uitkomst biedt. Ook verloopt de communicatie over het vangnet via professionals zoals bewindvoerders, budgetbeheerders en intermediairs zoals FBNA. Financiële onderbouwing energietoeslag en vangnetregeling Voor de energietoeslag wordt via de mei- en de septembercirculaire van het gemeentefonds in totaal € 120 miljoen beschikbaar gesteld door het Rijk. De verwachte kosten bedragen € 7o miljoen voor de uitkering van de € 800 en € 41,5 miljoen voor de € zoo uitkering. Daarnaast is € 1,1 miljoen begroot voor de vangnetregeling en € 1,7 miljoen voor uitvoeringskosten. De totale prognose in 2022 komt daarmee uit op € 118,1 miljoen. Het resterend saldo van naar verwachting € 1,9 mln. wordt aangewend als een reservering voor de uitvoering van de vangnetregeling in het jaar 2023. De verwachting is dat de energieprijzen langere tijd hoog zullen blijven, waardoor ook komend jaar deze ondersteuning noodzakelijk zal blijven, terwijl hier (vooralsnog) geen extra Rijksmiddelen voor beschikbaar worden gesteld. Bovendien worden in het kader van deze vangnetregeling in 2022 verplichtingen aangegaan in de vorm van het toekennen van individuele bijzondere bijstand die doorlopen in 2023. 4 Zie ook: Raadsinformatiebrief (2 mei 2022) Voortgang aanpak energiearmoede. Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 1 september 2022 Pagina 4 van 5 Aangepast budget (verwachte) in min. € uitgaven in min. € Budget uitkeren € 800 energietoeslag 73 Budget uitkeren aanvullende € 5oo energietoeslag 47 Totaal budget 120 Kosten € 800 energietoeslag 70 Kosten € 500 energietoeslag 45,3 Kosten vangnetregeling 2022 1,1 Uitvoeringskosten (toeslag en vangnet) 1,7 Reservering vangnet 2023 1,9 Totaal geraamde kosten en reservering 120 Aandacht voor de financiële positie van studenten Voor de uitvoering heeft het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) in afstemming met de VNG een landelijke richtlijn opgesteld, om ervoor te zorgen dat “de eenmalige energietoeslag door gemeenten zoveel mogelijk uniform wordt uitgevoerd, ook gezien de landelijke aard van de huidige energieproblematiek”.5 Ten aanzien van studenten is de richtlijn om hen uit te sluiten van de energietoeslag, omdat hun woonsituatie zeer divers is, ook voor wat betreft de energiekosten en -rekening. Het ministerie van SZW geeft hierbij aan dat een categoriaal verstrekte energietoeslag voor deze groep minder geschikt is en individuele bijzondere bijstand meer voor de hand ligt. Ook hebben gemeenten van het Rijk geen budget ontvangen voor het verstrekken van de energietoeslag aan studenten. Bovendien zal het verstrekken van de energietoeslag aan alle uitwonende studenten in de stad een zeer groot beslag leggen op de capaciteit van de gemeentelijke vitvoeringsorganisatie. In Amsterdam wonen circa 45.000 uitwonende studenten? (Lokale Monitor Studentenhuisvesting Amsterdam 2022). De gemeentelijke uitvoeringsorganisatie is er niet op toegerust als een groot deel van hen een aanvraag doet. Wel begrijpt het college de vraag van veel studenten. Ook zij worden geconfronteerd met hoge energielasten. Daarom hebben G4 en de VNG de positie van studenten onder de aandacht gebracht bij het ministerie van SZW, onder andere rond het Kamerdebat over de energietoeslag op 29 juni 2022 en recent naar aanleiding van een uitspraak van de rechtbank Gelderland op 5 augustus die in een individuele casus van een Nijmeegse student heeft geoordeeld dat er sprake was van onrechtmatige uitsluiting. Omdat het voor steden waar veel studenten wonen niet uitvoerbaar is om hen allemaal energietoeslag te verstrekken, dringt de G4 erop aan dat at het Rijk met een oplossing moet komen voor deze groep. Een logische vorm daarvoor is een regeling die wordt belegd bij een > De Landelijke richtlijn eenmalige energietoeslag lage inkomens is als bijlage opgenomen in de Handreiking eenmalige energietoeslag (Stimulansz, 15 maart 2022). $ Een gedeelte van deze groep kan ook om andere redenen geen aanspraak doen op de energietoeslag, bijvoorbeeld omdat hun inkomen te hoog is, omdat zij een beroep kunnen doen op de draagkracht van hun ouders, of omdat zij op een adres wonen waar iemand anders de energierekening betaalt. Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 1 september 2022 Pagina 5 van 5 landelijke vitvoeringsorganisatie die studenten al in beeld heeft, zoals de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO). Daarnaast kunnen studenten als zij in de problemen dreigen te raken door stijgende energiekosten een beroep doen op de vangnetregeling. In lijn met motie 268.22 van het lid Khan (DENK) c.s. monitort het college waar Amsterdammers die geen recht hebben op energietoeslag in de problemen komen. Indien nodig breidt het college de vangnetregeling voor hen uit. Tot slot Met de vitkering van de energietoeslag van € 1.300 wordt aan een groot aantal Amsterdamse huishoudens verlichting geboden in moeilijke tijden. De situatie blijft echter onzeker en ontwikkelingen volgen elkaar in hoog tempo op. Dit geldt ook voor de kaders die door het Rijk worden meegegeven. Hierdoor is het noodzakelijk om de vinger aan de pols te blijven houden en ook in de komende periode waar nodig plannen bij te stellen en te herijken. Wij verwachten u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Met vriendelijke groet, Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, Af Marjolein Moorman Wethouder Armoedebestrijding Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Brief
5
train
Utrecht, 9 februari 2023 Geacht raadslid, beste fractie, Op 24 februari is het een jaar geleden dat de Russische president Poetin zijn “speciale militaire operatie” in Oekraïne startte. Sinds die dag zijn ongebreideld militair geweld tegen burgerdoelen, grootschalige vernietiging van woningen, bedrijven en infrastructuur en onzinnig verlies van mensenlevens er aan de orde van de dag. Onder bizarre omstandigheden proberen uw Oekraïense collega’s, democratisch gekozen volksvertegenwoordigers in gemeente- en districtsraden, hun werk te doen. Het is van enorm belang dat zij zich daarbij gesteund weten door hun Nederlandse collega’s, ook nu de oorlogsellende die zij dagelijks ervaren bij ons niet (meer) dagelijks het nieuws haalt. Door in de week van 24 februari tijdens een bijeenkomst van uw raad stil te staan bij de meer dan 7.100 doden en meer dan 11.500 gewonden onder de Oekraïense burgerbevolking? het geweld van de Russische agressor te veroordelen en uw solidariteit met Oekraïne (nogmaals) uit te spreken geeft u dit belangrijke signaal af. Indien gewenst kunt u hiervoor gebruik maken van bijgevoegde concept-motie (bijlage I). Meer doen Misschien wilt u als gemeente({raad) meer doen? Dan brengen wij graag het POSIV-project onder uw aandacht. Dit project is ontstaan uit een initiatief van de gemeente Utrecht en Ro3kvit? en richt zich op het versterken van lokale overheden in Oekraïne, met het oog op de wederopbouw opgave waarvoor zij zich gesteld zien. Het POSIV-project is er voor grote (100.000+) gemeenten en komt erop neer dat een deelnemende gemeente (minimaal) twee Oekraïense ambtenaren een jaar lang in dienst neemt. Gedurende deze periode werken de ambtenaren deels (50%) aan lokale projecten om zo kennis en ervaring op te doen. Deze kennis en ervaring zetten zij het andere deel van hun tijd in voor projecten in Oekraïne. Ro3kvit coördineert deze inzet. In het najaar van 2022 zijn alle (grote) gemeenten geïnformeerd over het project en een aantal gemeenten (Utrecht, Enschede, Arnhem, Amersfoort, Eindhoven) zijn er inmiddels concreet mee aan de slag. Andere gemeenten hebben voor een eigen aanpak gekozen. Aansluiten is echter nog steeds mogelijk. 1 Bron: Office of the High Commissioner for Human Rights (OHCHR) - Verenigde Naties https://www.ohchr.org/en/news/2023/01/ukraine-civilian-casualty-update-30-january-2023 2 Ro3kvit is een samenwerkingsverband van Oekraïense en internationale stedenbouwkundigen. Zie ook https://ro3kvit.com/ en het item van Op1 over het werk van Ro3kvit (3 februari 2023). In bijlage Il treft u een samenvatting uit de project-brief aan die naar de 100.000+ gemeenten is verstuurd (er is op dit moment (nog) geen website beschikbaar) en een concept-motie waarmee u uw college kunt oproepen deel te nemen, dan wel deelname te onderzoeken. Meer informatie vind u ook in dit artikel over het POSIV-project, wat verscheen op de website van Eurocities: https://eurocities.eu/latest/in-utrecht-sowing-the-seeds-of-ukraines-future/ Uw betrokkenheid blijft nodig Voor welke vorm van betrokkenheid u ook kiest; het is en blijft belangrijk dat ook de lokale politiek, als meest nabije volksvertegenwoordiging zich blijft uitspreken. Tégen de Russische agressie en vóór solidariteit met Oekraïne. Voor het recht op vrede, veiligheid en zelfbeschikking van miljoenen Oekraïners die nu al een jaar gebukt gaan onder de terreur van dood en verderf. Bij voorbaat dank daarvoor. Met vriendelijke groet, Paul van Liempd Fulco Treffers Kwartiermaker POSIV-project Ro3kvit: Urban coalition for Ukraine info@ posiv-project.nl Bijlagen Bijlage |I: Concept-motie: aanhoudende steun en solidariteit Oekraïne Bijlage II: Samenvatting POSIV-projectbrief en concept-motie (onderzoek) deelname Bijlage |: Concept-motie aanhoudende steun en solidariteit Oekraïne De gemeenteraad van [plaatsnaam], in vergadering bijeen op [datum], Constaterende dat: -__ Het op 24 februari 2023 een jaar geleden is dat President Poetin van de Russische Federatie een -in zijn woorden- “speciale militaire operatie” begon in en tegen Oekraïne. -___Door Russische militaire agressie tot nu toe meer dan 7.100 doden en meer dan 11.500 gewonden onder de Oekraïense burgerbevolking te betreuren zijn. Van mening zijnde dat: - Onze raad actief uiting moet blijven geven van steun aan, en solidariteit met de Oekraïense bevolking voor zolang als dat nodig is. Spreekt uit dat: -__ De Russische agressie onverminderd wordt veroordeeld. -__ Onze raad onverminderd steun uitspreekt aan Oekraïne en zijn bevolking, de onafhankelijkheid, soevereiniteit en territoriale integriteit van Oekraïne binnen zijn internationaal erkende grenzen, evenals het inherente recht van Oekraïne op zelfverdediging tegen de Russische aanvallen. En verzoekt het college van Burgemeester & Wethouders: a) In zijn handelen actief uiting te geven aan voornoemde mening en uitspraak van de raad. b) Initiatieven die steun aan, en solidariteit met Oekraïne en de Oekraïense bevolking bevorderen te (blijven) ondersteunen. En gaat over tot de orde van de dag (Plaatsnaam, datum,] het lid van de raad, [Naam, (fractie)] [Naam, (fractie)] [Naam, (fractie)] Bijlage II: Samenvatting POSIV-projectbrief en concept-motie (onderzoek) deelname Samenvatting POSIV-projectbrief Doel POSIV-project: Het duurzaam versterken van lokale overheden in Oekraïne en daarmee creëren van een bestuurlijke basis voor succesvolle wederopbouw in Oekraïne. Dit doen we door: Oekraïense topambtenaren een tijdelijk dienstverband (in eerste instantie voor 1 jaar) aan te bieden bij de grotere Nederlandse gemeenten. Gedurende dit dienstverband zijn zij 50% van hun tijd bezig met wederopbouwprojecten in Oekraïne en 50% van hun tijd bezig met lokale projecten in de gemeente waar zij hun dienstverband hebben. Hierdoor delen we Nederlandse kennis en ervaring en maken die direct toepasbaar in Oekraïne door de inzet van mensen die de lokale taal en cultuur kennen. Dit doen we nu omdat: op dit moment dat de “grote stroom” aan wederopbouwprojecten nog op gang moet komen. Hiermee stellen we lokale Oekraïense overheden in staat om toekomstige projecten succesvol te laten landen en managen. Wat biedt het POSIV-project: - Ondersteuning (via Ro3kvit) bij het plaatsen van kandidaten in Nederland en Oekraïne. - Ondersteuning bij alle praktische zaken bij het in dienst nemen van de Oekraïense ambtenaren. - Een actieve uitwisseling van ervaringen en best-practices bij deelnemende gemeenten. - Het in gezamenlijkheid zoeken naar aanvullende financiën, ivm continuïteit van het project. - Het via Ro3kvit onderhouden en verdiepen van een netwerk tbv ondersteuning aan de deelnemers. Wat vraagt het POSIV-project: - Een onbaatzuchtige houding van de deelnemende gemeente: dit is hulpverlening en kost geld. - Beschikbaarheid van begeleiding voor de Oekraïense collega's. - Eigen financiering van het dienstverband van de Oekraïense ambtenaar. Waarom als gemeente deelnemen: - Je wil vanuit eigen kracht een concrete bijdrage leveren aan de wederopbouw in Oekraïne. - Je wil zelf de regie houden; lokaal organiseren, inrichten en beslissen. Meer informatie: Op dit moment is er geen eigen website van het POSIV-project. Alle informatie over het project staat in de projectbrief, bij deelname is er direct contact. De actie is vooral lokaal. Meer informatie over Ro3kvit vind je op de website https://ro3kvit.com/ Meer informatie over POSIV vind je op e _https://www.binnenlandsbestuur.nl/carriere/utrecht-stelt-oekraiense-ambtenaren-aan-voor- wederopbouw e _https://www.gld.nl/nieuws/7767371/arnhem-neemt-oekrainers-in-dienst-voor-wederopbouw- in-eigen-land e _https://eurocities.eu/latest/in-utrecht-sowing-the-seeds-of-ukraines-future/ Concept-motie (onderzoek naar) deelname POSIV-project De gemeenteraad van [plaatsnaam], in vergadering bijeen op [datum], Constaterende dat: - Dat naar aanleiding van een initiatief van de gemeente Utrecht en Ro3kvit (een samenwerkingsverband van Oekraïense en internationale stedenbouwkundigen) het POSIV- project is gestart. -__ Dit project beoogd om lokale overheden in het door oorlog getroffen Oekraïne duurzaam te versterken zodat een bestuurlijke basis voor succesvolle wederopbouw ontstaat. -__ Nederlandse 100.000+ gemeenten zijn uitgenodigd om aan dit project deel te nemen. - Een aantal gemeenten intussen deze stap genomen heeft. Overwegende dat: -__ [Gemeente] via de werkwijze die gehanteerd wordt in het POSIV-project op eigenstandige wijze en in een bijdrage zou kunnen leveren aan de wederopbouw in Oekraïne. Van mening zijnde dat: - De doelstelling van het POSIV-project door onze raad onderschreven wordt -__De werkwijze in het POSIV-project onze gemeente voldoende vrijheid lijkt te bieden / biedt* om op een passende wijze invulling te geven aan hetgeen er binnen het project van een deelnemende gemeente gevraagd wordt -__Onze raad in principe / indien nodig* bereid is om financiële middelen voor deelname vrij te maken Verzoekt het college van Burgemeester en Wethouders: a) Te onderzoeken of deelname aan het POSIV-project voor onze gemeente een passende manier is om bij te dragen aan de wederopbouwopgave in Oekraïne. b) De raad op korte termijn over de uitkomsten van dit onderzoek te rapporteren en c) Op basis de uitkomsten van het onderzoek een voorstel aan de raad voor te leggen oF a) Als gemeente [gemeentenaam] deel te gaan nemen aan het POSIV-project b) Indien hiervoor aanvullende middelen nodig zijn hiertoe een voorstel aan de raad voor te leggen. En gaat over tot de orde van de dag (Plaatsnaam, datum,] het lid van de raad, [Naam, (fractie)] [Naam, (fractie)] “verwijderen wat in van toepassing is in combinatie met keuze dictum (wel of geen onderzoek)
Raadsadres
5
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad x% Gemeenteblad % Motie Jaar 2016 Afdeling 1 Nummer 148 Publicatiedatum 17 februari 2016 Ingekomen onder AA Ingekomen op woensdag 10 februari 2016 Behandeld op woensdag 10 februari 2016 Status Aangenomen Onderwerp Motie van de leden Vink, Torn en Boldewijn inzake het variantenonderzoek met betrekking tot de uitbreiding van het Amsterdams metronetwerk (toekomstig metrostation Sixhaven). Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over het variantenonderzoek met betrekking tot de uitbreiding van het Amsterdams metronetwerk (Gemeenteblad afd. 1, nr. 7). Constaterende dat: — volgens de huidige planning in 2017 de Noord/Zuidlijn (NZlijn) gaat rijden; — deze nieuwe metro het gebied nabij de Sixhaven passeert; — nabij de Sixhaven de ruimtelijke dynamiek groot is en daar vele nieuwe woongebouwen, hotels en andere grootschalige voorzieningen binnen enkele jaren gereedkomen; — bij de aanleg van de NZlijn rekening is gehouden met een mogelijk metrostation Sixhaven. Overwegende dat: — dit deel van de noordelijke IJ-oevers grote aantallen bezoekers aantrekt vanuit stad, metropoolregio en ver daarbuiten, en dat dit aantal nog fors zal toenemen; — de verschillende voorzieningen, woningbouw en gebiedsontwikkeling van dit deel van de noordelijke IJ-oevers aan gebiedskwaliteit winnen bij uitstekende OV- bereikbaarheid; — de aanleg van het metrostation Sixhaven voor een dergelijke bereikbaarheid kan zorgen (zeker voor reizigers met relatief grotere reisafstanden) en daarmee een alternatief kan bieden dat ook op termijn het aantal auto's en touringcars naar dit gebied beperkt houdt. Voorts overwegende dat: — risico's op vertraging van de ingebruikname van de NZlijn moeten worden voorkomen; — kosten van een nieuw metrostation zo laag mogelijk moeten worden gehouden; — de dynamiek en bijbehorende verkeersdrukte in dit gebied nabij de Sixhaven zo groot is dat dit metrostation een belangrijke bijdrage kan leveren, maar dat er waarschijnlijk meer voorzieningen nodig zijn voor langzaam verkeer (fietsers en voetgangers) en dat het college daarop studeert onder de noemer ‘Sprong over het IJ; 1 Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteraad Nummer 148 Moti Datum 17 februari 2016 otie — het nogte vroeg is voor het nemen van een definitief besluit; — voor een definitief besluit niet alleen de ruimtelijke, stedenbouwkundige en vervoerskundige, maar ook de financiële consequenties expliciet in beeld moeten worden gebracht. Spreekt uit: dat de aanleg van het metrostation Sixhaven wenselijk lijkt. Draagt het college van burgemeester en wethouders op: — _een ontwerp te maken voor een zo sober mogelijk metrostation Sixhaven c.q. een expliciete ‘soberheidscheck' te doen op de in het Variantenonderzoek in beeld gebrachte kosten (en baten) voor dit station; — in dat ontwerp c.q. bij die check aandacht te besteden aan een westelijke en oostelijke ingang van het station en aantakking op de omgeving (Overhoeks e.o, respectievelijk IJplein/Meeuwenlaan); — voorbereidingen te treffen om snel na ingebruikname van de Noord/Zuidlijn de aanleg van het metrostation ter hand te kunnen nemen; — een definitief besluit, inclusief de financiering, over het metrostation uiterlijk begin 2017 aan de raad voor te leggen, als onderdeel van de afweging naar de meest zinvolle investering voor de bereikbaarheid van (dit deel van) Noord en het besluit over mogelijke extra verbindingen in het kader van ‘Sprong over het IJ'. De leden van de gemeenteraad B.L. Vink RK. Torn H.B. Boldewijn 2
Motie
2
discard
502395 X Gemeente Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening en Grond en Ontwikkeling RO Duurzaamheid N Amsterdam Voordracht voor de Commissie RO van 06 december 2023 Ter kennisneming Portefeuille Ruimtelijke Ordening Agendapunt 9 Datum besluit Nvt. Onderwerp Kennisnemen van de raadsinformatiebrief over de afdoening van de toezegging over een tender van een gestapeld bedrijfsgebouw TA2023-000783 De commissie wordt gevraagd Kennis te nemen van de raadsinformatiebrief over de afdoening van de toezegging de Raadscommissieleden te informeren over een tender van een gestapeld bedrijfsgebouw. Wettelijke grondslag Gemeentewet Artikel 169 van de Gemeentewet Raadsadres: artikel 55, lid 3 Reglement van orde gemeenteraad en raadscommissies Amsterdam Bestuurlijke achtergrond Op 5 juli 2023 is het bestemmingsplan Klaprozenbuurt behandeld in de commissie RO. Op een vraag van meerdere commissieleden heeft de wethouder van Dantzig toegezegd de raadscommissieleden nader te informeren over een tender van een gestapeld bedrijfsgebouw. Deze tender ging overigens over een gestapeld bedrijfsgebouw in de Buiksloterham, en niet in de Klaprozenbuurt. De stukken voor de tender gestapeld bedrijfsgebouw Buiksloterham zijn nog niet gereed en kunnen daarom nog niet worden gedeeld. Bovendien kunnen deze niet worden gedeeld voor publicatie op Tenderned. Zo wordt deze openbare aanbesteding niet gefrustreerd door het eerder openbaar maken van informatie. Indien gewenst wordt de commissie geïnformeerd als de tender gestapeld bedrijfsgebouw Buiksloterham wordt gepubliceerd. Ter voorbereiding op de tender is een studie ‘Mise en Place! uitgevoerd, deze wordt bij deze met de raad gedeeld (zie bijlage 1). Reden bespreking Nvt. Uitkomsten extern advies Nvt. Geheimhouding Nvt. Uitgenodigde andere raadscommissies Gegenereerd: vl.12 1 VN2023-023925 % Gemeente Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening en Grond en Ontwikkeling Ruimte en % Amsterdam Duurzaamheid % Voordracht voor de Commissie RO van 06 december 2023 Ter kennisneming Nvt. Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan? Ja, toezegging TA2023-000783 Welke stukken treft v aan? AD2023-086783 1. Onderzoek gestapeld bedrijfsgebouw. pdf (pdf) 2. Raadsinformatiebrief - afdoening toezegging tender gestapeld AD2023-086784 … bedrijfsgebouw: pdf (pdf) AD2023-082846 Commissie RO Voordracht (pdf) Ter Inzage Registratienr. Naam Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Bas van Rossum; Projectmanagementbureau; 06-53630571, [email protected] Gegenereerd: vl.12 2
Voordracht
2
train
> Gemeente Amsterdam Motie Datum raadsvergadering 16 maart 2023 Ingekomen onder nummer 106 Status Ingetrokken Onderwerp Motie van de leden Von Gerhardt en Broersen inzake transformeer leeg- staande kantoren naar studentenwoningen Onderwerp Transformeer leegstaande kantoren naar studentenwoningen Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De Raad, Gehoord de discussie over Kennisnemen van de raadsinformatiebrief over het Landelijke Actieplan Studentenhuisvesting Overwegende dat, -_Amsterdam een groot tekort heeft aan betaalbare studentenhuisvesting en dit tekort de komende jaren toeneemt; -_ In het convenant Studentenhuisvesting 2019-2022 was afgesproken 9.500 studentenwo- ningen bij te bouwen maar deze doelstelling bij lange na niet is gehaald; -_Erop dit moment onvoldoende plancapaciteit is om de tekorten aan studentenwoningen terug te dringen; -_ Leegstaande kantoren transformeren naar studentenwoningen kan helpen om deze te- korten terug te dringen; -_Transformatie plaats moet vinden volgens de 40-40-20 regeling maar er vitzonderingsmo- gelijkheden zijn waarna transformatie plaats mag vinden volgens 0-100-0; -__ Deze uitzonderingsmogelijkheden helpen bij de kans van slagen van het omzetten van kantoren naar woningen; -__ Het toevoegen van andere uitzonderingsmogelijkheden deze kans van slagen verder kan vergroten. Gemeente Amsterdam Status Ingetrokken Pagina 2 van 2 Verzoekt het college van burgemeester en wethouders -__Het mogelijk te maken om leegstaande kantoren voor 100% te kunnen transformeren naar studenten en jongerenwoningen; -_ Actief in gesprek te gaan met eigenaren van leegstaande kantoren over deze mogelijk- heid. -_ Tevens te onderzoeken voor welke andere doelgroep deze vitzonderingsmogelijkheid een uitkomst kan bieden zoals bijvoorbeeld maatschappelijke beroepen of ouderenwoningen. Indiener(s), M.S. von Gerhardt J. Broersen
Motie
2
discard
ME en Agenda vergadering Stadsdeelcommissie x Nieuw-West Plein 40-45, nr. 1 x 8 juni 2021 Start om 19.30 uur Vergadering Stadsdeelcommissie Digitaal Voorzitter SDC: Mohamed Alkaduhimi Secretaris SDC: Ilse Plasmeijer 1. Opening 2. Actualiteiten rondom Corona 3. Mededeling 4. Vaststelling besluitenlijst SDC van 25 mei 2021 5. Ingekomen stukkenlijst 6. Insprekers 7. Mondelinge vragen 8. Adviesaanvraag Investeringsnota Lodewijk van Deysselbuurt g. Adviesaanvraag Nota van Uitgangspunten Transformatie Burgemeester Röellstraat 10. Presentatie vernieuwing plein 40'4,5 11. Sluiting Mocht u willen inspreken dan kunt u zich tot maandag 12.00 vur aanmelden via [email protected] Dit is een conceptagenda. De agenda kan wijzigen. De meest actuele versie kunt u vinden op: https://nieuw-west.notubiz.nl/
Agenda
1
discard
WIJKRAAD ZUID — WEST AMSTERDAM [email protected] RAADADRES Leden van de Raad Gemeente Amsterdam Amstel 1 te Dezent Amsterdam, 22 augustus 2023 Betreft: behoud lengte buslijn 62 Geachte Raadsleden, Wijkraad Zuid West Amsterdam vertegenwoordigt 23 bewonersorganisaties in Amsterdam Zuid - West. Langs deze weg vragen wij u om aandacht voor de schade welke de mogelijke inkorting van buslijn 62 kan veroorzaken. Wijkraad Zuid - West Amsterdam verzoekt u om buslijn 62 in haar huidige situatie en lengte voort te zetten. Hieronder volgen 10 argumenten die kunnen worden gebruikt om het behoud van de huidige lengte van deze buslijn te rechtvaardigen: 1. Toegankelijkheid: Buslijn 62 biedt een belangrijke vorm van openbaar vervoer voor de bewoners van Zuid West Amsterdam. Het behoud van de huidige lengte zorgt ervoor dat mensen gemakkelijk toegang hebben tot verschillende delen van de stad. 2. Verbinding: De buslijn verbindt verschillende wijken en buurten in Zuid West Amsterdam met elkaar. Het behoud van de huidige lengte zorgt ervoor dat mensen snel en efficiënt kunnen reizen tussen deze gebieden. 3. Mobiliteit: Het behoud van de huidige lengte van buslijn 62 draagt bij aan de mobiliteit van de bewoners. Het stelt hen in staat om gemakkelijk naar werk, school, winkels en andere belangrijke bestemmingen te reizen. 4, Alternatief voor auto's: Door een goed functionerend openbaar vervoerssysteem te behouden, wordt het gebruik van auto's verminderd. Dit draagt bij aan het verminderen van verkeerscongestie en luchtvervuiling in de stad. 5. Inclusiviteit: Een goed openbaar vervoerssysteem is essentieel voor een inclusieve samenleving. Het behoud van de huidige lengte van buslijn 62 zorgt ervoor dat mensen met verschillende achtergronden en inkomensniveaus toegang hebben tot essentiële voorzieningen en kansen. 6. Milieuvriendelijkheid: Het openbaar vervoer is over het algemeen milieuvriendelijker dan individueel autogebruik. Door de huidige lengte van buslijn 62 te behouden, wordt de CO2-uitstoot verminderd en draagt het bij aan duurzaamheid. 7. Efficiëntie: Het behoud van de huidige lengte van de buslijn zorgt voor een efficiëntere doorstroming van het verkeer. Het voorkomt dat passagiers moeten overstappen op andere lijnen, wat tijd en moeite bespaart. 8. Economische impact: Een goed openbaar vervoerssysteem heeft een positieve economische impact op een stad. Het behoud van de huidige lengte van buslijn 62 zorgt ervoor dat mensen gemakkelijk naar winkels, restaurants en andere bedrijven kunnen reizen, wat de lokale economie stimuleert. 9, Toerisme: Buslijn 62 kan ook een belangrijke rol spelen in het toerisme van Amsterdam. Het behoud van de huidige lengte maakt het voor toeristen gemakkelijker om verschillende bezienswaardigheden en attracties in de stad te verkennen. 10. Gezondheid en welzijn: Een goed openbaar vervoerssysteem draagt bij aan de gezondheid en het welzijn van de bewoners. Het behoud van de huidige lengte van buslijn 62 zorgt ervoor dat mensen gemakkelijk toegang hebben tot recreatiegebieden, parken en andere groene ruimtes. Wij danken u bij voorbaat van harte voor uw medewerking. Het bestuur van Wijkraad Zuid — West, namens deze, Met vriendelijke groet, Rabbijn Simon Bornstein, voorzitter [email protected]
Raadsadres
2
train
x Gemeente Amsterdam R % Gemeenteraad Gemeenteblad % Motie Jaar 2018 Afdeling 1 Nummer 942 Publicatiedatum 17 oktober 2018 Ingekomen onder AO Ingekomen op woensdag 10 oktober 2018 Behandeld op woensdag 10 oktober 2018 Status Aangenomen Onderwerp Motie van de leden N.T. Bakker, Kat, Bloemberg-lssa, Ceder en Van Soest inzake de uitbreidingsplannen van RAI Amsterdam met betrekking tot hal vijf van het RAI- complex Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over actualiteit van het lid N.T. Bakker inzake de uitbreidings- plannen van RAI Amsterdam met betrekking tot hal vijf en de momenteel door de bewoners van de Wielingenstraat ervaren overlast bij grote evenementen (Gemeenteblad afd. 1, nr. 831). Constaterende dat: — RAI Amsterdam te kennen heeft gegeven hal vijf gelegen aan de kant van de Wielingenstraat met 30 meter te willen verlengen, zodat hal vijf er 4.000 m2 aan oppervlakte bij krijgt; — In het persbericht over deze plannen wel concreet wordt gesproken over het laten afnemen van de bezoekersstromen in de Wielingenstraat, maar niet concreet wordt gesproken over het laten afnemen van verkeersstromen als vrachtverkeer, bestelbussen en taxi's. Overwegende dat: — Bewoners van de Wielingenstraat bij grote evenementen in de RAI behoorlijk veel last ervaren van de stroom aan vrachtverkeer, bestelbussen en taxi's; — Adequate maatregelen tot dusver uitblijven, ondanks dat bewoners van de Wielingenbuurt en de Stichting Overleg RAI buurten (stOR) de diverse vormen van overlast hebben aangekaart bij betrokken partijen; — De ervaren overlast in de Wielingenstraat, de uitbreiding van hal vijf en de herinrichting van de 'Wielingenstrook' (het plaatsen van een groenstrook) vragen om een integrale aanpak; — De gemeente Amsterdam het voortouw kan nemen in het organiseren van overleg met omwonenden en het treffen van maatregelen. 1 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteraad Nummer 942 Motie Datum 17 oktober 2018 Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: 1. In samenspraak tussen de buurtbewoners en betrokken partijen een integraal plan op te stellen dat maatregelen treft om op korte termijn de overlast voor de bewoners van de Wielingenstraat sterk te verminderen. Integraal betekent in deze dat de overlast, de uitbreiding van hal vijf en de herinrichting van de Wielingenstrook in hun samenhang worden bezien: 2. Eroptoete zien dat de RAI in haar plannen om hal vijf uit te breiden helder communiceert met omwonenden en zowel in de uitvoerende als voorbereidende fase van het project overleg met omwonenden te organiseren. De leden van de gemeenteraad N.T. Bakker H. Kat J.F. Bloemberg-lssa D.G.M. Ceder W. van Soest 2
Motie
2
discard
> < Gemeente Bezoekadres Amstel Amsterdam mate: 1011 PN Amsterdam > < Postbus 202 1000 AE Amsterdam Telefoon 14 020 amsterdam.nl Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam | | II IJ | Ii | *Z0070o0oe2Fro955 Datum 15 februari 2022 Ons kenmerk V&OR/UIT/20220084,66 Behandeld door T..B. ten Brink, V&OR - Kennis en Kaders, 06-10972709, t.j.b.ten.brink @amsterdam.nl Onderwerp Afhandeling motie 2021-854 inzake gelijkstelling parkeervergunningen bedrijventerreinen Overamstel, Schinkel en Sloterdijk Geachte leden van de raad, Op 23 december 2021 heeft u met motie 2021-854 verzocht om de norm voor bedrijfsparkeervergunningen in de bedrijventerreinen Overamstel en Schinkel te verruimen. Daarbij heeft v ook gevraagd om na te gaan of het nodig is om het vergunningenplafond in deze gebieden te verhogen om te voorkomen dat hier als gevolg van de verruiming een wachtlijst voor parkeervergunningen ontstaat. In deze motie wordt als belangrijke motivatie voor deze verruiming genoemd dat de bedrijven in deze gebieden meer tijd nodig hebben om zich voor te bereiden op het instellen van een regulier parkeertarief in deze gebieden. Uitvoering van de motie Het college heeft deze motie uitgevoerd door het Uitwerkingsbesluit parkeerverordening Amsterdam per 1 maart aan te passen. Hierbij zijn de volgende wijzigingen doorgevoerd: -_De norm voor bedrijfsvergunningen in de vergunninggebieden Oost-14 en 15 (bedrijventerrein Overamstel) is verhoogd van 1 per 5 FTE naar 1 per 2,5 FTE -_De norm voor bedrijfsvergunningen in de vergunninggebied Zuid-1 (bedrijventerrein Schinkel) is verhoogd van 1 per 4 FTE naar 1 per 2,5 FTE -_ Het vergunningenplafond in vergunninggebied Zuid-1 is verhoogd van 491 naar 650. Bij de verhoging van het vergunningenplafond in Zuid-1 is een ruime marge aangehouden, naar verwachting zal het aantal actieve vergunningen ook met de nieuwe norm voor bedrijfsvergunningen onder de 600 blijven. In de vergunninggebieden Oost-14 en 15 is voldoende ruimte onder het bestaande vergunningenplafond om de verwachte extra aangevraagde Een routebeschrijving vindt v op www.amsterdam.nl. Gemeente Amsterdam Datum 15 februari 2022 Ons kenmerk V&OR/UIT/2022008466 Pagina 2 van 2 parkeervergunningen te verlenen. In deze gebieden is een verhoging van het vergunningenplafond niet nodig. Deze aanpassing is een tijdelijke situatie Deze aanpassing is bedoeld om de bedrijven die gevestigd zijn in deze gebieden meer tijd te geven om hun bedrijfsvoering aan te passen aan de reguliere parkeertarieven. De verruiming van de norm voor bedrijfsvergunningen is daarom in principe tijdelijk. Bij de voorstellen voor de harmonisatie van de parkeerregelgeving - gepland voor 2022 - wordt ook een voorstel uitgewerkt voor het harmoniseren van de normen voor parkeervergunningen op bedrijventerreinen binnen de Ring A1o en worden criteria opgesteld die gehanteerd worden om te bepalen of een aangepaste norm voor bedrijfsvergunningen in een specifiek gebied (nog) passend is. Bij aanpassingen van de normen voor bedrijfsvergunningen wordt een overgangsregeling ingesteld. Met vriendelijke groet, Namens het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam, Egbert J. de Vries Wethouder Verkeer en Vervoer, Water en Luchtkwaliteit
Motie
2
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad x Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2019 Afdeling 1 Nummer 1777 Datum indiening 29 augustus 2019 Datum akkoord 16 oktober 2019 Publicatiedatum 16 oktober 2019 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het lid A.L. Bakker inzake het voornemen van het college om alle bomen aan de Rozengracht om te hakken. Aan de gemeenteraad Toelichting door vragenstelster: Opnieuw komt het college met een rigoureus plan om alle bomen in een straat te kappen. Dit keer gaat het om de Rozengracht. In een bewonersbrief’ staat dat mogelijk alle 33 bomen in de straat worden gekapt voor een herinrichting. Enkele weken geleden werden bewoners in Oost al verbluft door de voorgenomen kap van alle bomen in de Eerste van Swindenstraat. Al eerder moesten Amsterdammers toezien hoe alle bomen in de Frederik Hendrikstraat verdwenen. De fractie van de Partij voor de Dieren vindt dat bomen bescherming verdienen en niet achteloos gekapt moeten worden. Bij herinrichtingen zou het uitgangspunt niet moeten zijn om bij voorbaat al alle bomen te willen kappen, maar om zoveel mogelijk bomen te behouden. Gezien het vorenstaande heeft het lid A.L. Bakker, namens de fractie van de Partij voor de Dieren, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Klopt de informatie in de bewonersbrief’? Antwoord: Ja. De bewonersbrief is opgesteld nadat B&W 11 juni 2019 de concept Nota van Uitgangspunten had vrijgegeven voor inspraak. Het gemeentebestuur stelt na de inspraak (26 augustus tot 7 oktober) de Nota van Beantwoording vast met daarin een reactie op alle ingediende inspraakreacties. In dezelfde periode wordt tevens een meningspeiling uitgevoerd naar de meest gevoelige onderwerpen in het project, te weten ‘parkeren’ en ‘bomen’. Deze meningspeiling is bedoeld om naast de reguliere inspraak meer mensen te betrekken. ledereen mag de peiling invullen. Ten slotte zal ook het stadsdeel Centrum een advies uitbrengen. De resultaten van inspraak, meningspeiling en stadsdeeladvies leiden eventueel tot aanpassingen aan de concept Nota van Uitgangspunten, die vervolgens ter vaststelling wordt voorgelegd aan de Raad. 1 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer Tober 2019 Schriftelijke vragen, donderdag 29 augustus 2019 De inspraakperiode is uitdrukkelijk bedoeld om alle betrokkenen op de hoogte te stellen van het voornemen van het college van B&W en hen de gelegenheid te bieden om te reageren op de plannen. De kap van mogelijk alle bomen aan de Rozengracht is daarin uiteraard een belangrijk discussiepunt. Hieronder zal ik nader toelichten waarom het college alles overwegende heeft ingestemd met een voorkeursontwerp waarin de meeste bestaande bomen waarschijnlijk niet kunnen blijven. 2. Waarom moeten mogelijk alle bomen gekapt worden voor de herinrichting? Antwoord: De Rozengracht heeft de huidige inrichting sinds de jaren 80 van de vorige eeuw. In die tijd werd heel anders tegen mobiliteit en openbare ruimte aangekeken. De auto had toen een zeer dominante plek. Het is in Z'n totaliteit ook veel drukker geworden. Op de Rozengracht zijn de afgelopen jaren meerdere (dodelijke) ongelukken gebeurd. Auto's laden en lossen op de rijbaan. Fietsers moeten hierdoor uitwijken, auto’s gaan de trambaan op, de tram moet wachten om daarna weer extra snelheid te maken. Auto's rijden hard. Op de trottoirs is weinig ruimte om te lopen; er staan terrasjes en vuilnis, fietsen en scooters worden her en der geplaatst. De veiligheid van de straat en de situatie op de stoep gaan bewoners en ondernemers van de Rozengracht en omgeving al jaren aan het hart. Over verbetering van de straat wordt al sinds 2015 gepraat. Er zijn plannen gemaakt, besproken en weer gesneuveld, omdat niet aan alle wensen kan worden voldaan. De ruimte is nu eenmaal beperkt, gezien de vele functies die gefaciliteerd moeten worden. Tot nog toe is er geen plan geweest dat kon rekenen op voldoende draagvlak in de buurt, bij het stadsbestuur en in de gemeenteraad. De Rozengracht is onderdeel van ‘de Oranje Loper’. In dat programma wordt de Nieuwezijds Voorburgwal vernieuwt en tevens de straten en 9 vaste bruggen op het traject van Dam tot Mercatorplein. Het streven is om de noodzakelijke vervanging van de bruggen te combineren met het vernieuwen van de straten. Daarmee kan de overlast voor de omgeving zoveel mogelijk worden beperkt. Vooral de ondernemers uit deze straten hebben hierop aangedrongen in diverse overleggen. Voor de Rozengracht betekent dit dat er in 2021 zowel een voorkeursbesluit als uitvoerings- en kredietbesluit genomen moeten zijn. Met de nieuwe inrichting - die nu in de inspraak ligt — wil het college de verkeersveiligheid van de straat verbeteren, fietsers en trams vlotter door laten rijden en de openbare ruimte aangenamer maken. Om deze doelen te kunnen realiseren heeft het college een voorstel gedaan. In het voorkeursontwerp is een vrij liggende trambaan voorzien en gaat de maximumsnelheid voor auto’s omlaag naar 30 km/uur. Tussen de rijbaan en het trottoir voorziet het voorkeursontwerp in een strook met 37 bomen (nu 33), laag groen, laad- en losplekken, parkeerplaatsen voor fietsen en scooters, ondergrondse afvalcontainers en ruimte voor de huidige terrasjes die nu vaak langs de gevel óp het trottoir staan. In het voorkeursontwerp is het zo dat (de meeste van) de huidige bomen zeer waarschijnlijk niet kunnen blijven staan. De bomen die zullen worden terugplaatst zijn echter van een aanzienlijk formaat, zoals eerder ook is gebeurd bij bijvoorbeeld de Hermitage en het Rokin. 2 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam Neng br Gemeenteblad R Datum 16 oktober 2019 Schriftelijke vragen, donderdag 29 augustus 2019 Welke bomen daadwerkelijk gekapt moeten worden is op dit moment nog niet precies te zeggen. Om dat beter te kunnen beoordelen is de Bomen Effect Analyse (die normaal pas in een later stadium van het project wordt uitgevoerd) in de tijd naar voren gehaald. Met dit onderzoek wordt per boom zo nauwkeurig mogelijk beoordeeld wat de te verwachten beschadigingen aan de wortels zullen zijn als gevolg van het project en welke mogelijkheden er zijn om bomen te behouden. De resultaten verwachten we dit najaar. Zonder vooruit te willen lopen op de uitkomsten, is het de verwachting dat het aantal bomen dat behouden kan worden klein is. Juist om die reden is bij de inspraak uitdrukkelijk aangegeven dat kap van mogelijk alle bomen niet onwaarschijnlijk is. 3. Welke alternatieve inrichtingen zijn er voorhanden waarbij de bomen behouden kunnen blijven? 4. Wat zijn de bezwaren tegen deze alternatieve inrichtingen? Antwoord vragen 3 en 4: Er zijn verschillende alternatieve inrichtingen bekeken en afgewogen. Bij alle werkzaamheden waarbij aan de bestrating en in de grond wordt gewerkt, lopen de boomwortels schade op. Dit vanwege de oppervlakkige wortels van met name de oude bomen en de sterke verwevenheid van de wortels met kabels en leidingen. Indien als uitgangspunt wordt gekozen dat alle bestaande bomen behouden moeten blijven, dan moet de integrale vernieuwing van gevel tot gevel worden losgelaten. In deze variant kunnen slechts kleinschaliger maatregelen worden genomen, waarbij zo min mogelijk in de grond wordt gewerkt om de wortels niet te beschadigen. De meest voor de hand liggende maatregelen zijn in 2018 al uitgevoerd: toen zijn twee extra oversteken aangelegd en is de belijning vernieuwd. Hiervoor zijn 14 parkeerplaatsen opgeheven, maar was bomenkap niet nodig. Wat aanvullend nog zou kunnen worden gedaan is het verbeteren van de laad- en lossituatie door parkeerplaatsen op te heffen. Dit leidt weliswaar tot enige verbetering van de verkeersveiligheid, maar heeft naar verwachting te weinig effect om de straat duurzaam veilig te maken. Met deze minimale variant kunnen we de maximale autosnelheid niet verlagen naar 30 km/uur, omdat we de trambaan en de autorijbaan niet kunnen scheiden. Daarvoor moet namelijk de rijbaan worden verlaagd, wat schadelijk is voor de boomwortels. Voor de voetgangersoversteekplaatsen kunnen geen extra steunpunten worden gerealiseerd en er worden geen ondergrondse afvalcontainers geplaatst. Indien we wel de trottoirs vernieuwen (bijvoorbeeld met fietsparkeerplaatsen, aanleg laad- en loshavens, het op hoogte brengen van de servicestrook) dan zal de Bomen Effect Analyse moeten uitwijzen hoe schadelijk deze werkzaamheden zullen uitpakken voor de boomwortels, waarbij op voorhand geen zekerheid is te geven over de vraag of / welke van de huidige bomen deze (beperktere) werkzaamheden zouden overleven. Kortom, deze variant met kleine maatregelen leidt niet tot een substantiële verbetering voor de verkeersveiligheid, doorstroming van de fiets en tram en slechts tot beperkte verbeteringen voor de openbare ruimte. Daarnaast hebben we over een smaller straatprofiel nagedacht waarbij ofwel auto’s en fietsers de rijstrook delen (zoals bij een fietsstraat) ofwel waar auto’s en 3 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Neng br Gemeenteblad Datum 16 oktober 2019 Schriftelijke vragen, donderdag 29 augustus 2019 trams allebei gebruik maken van de trambaan. In het eerste geval kan de veiligheid voor de verkeersdeelnemers (vooral van de fietsers) niet worden gewaarborgd. Het is nu al heel druk op het traject met fietsers en autoverkeer. De verkeersverwachting is dat dit ook zo blijft zelfs nadat de ambitieuze plannen van het stadsbestuur voor het terugdringen van de auto in de openbare ruimte zijnuitgevoerd. Indien auto’s en trams de trambaan delen, dan leidt dat tot te veel opstoppingen, vertragingen voor het OV en verkeersonveiligheid, omdat het autoverkeer en de trams elkaar in de weg zitten op de trambaan en omdat autoverkeer geneigd zal zijn om over de fietsvoorziening te rijden om de tram te passeren. Bovendien, ook bij de aanleg van een smaller straatprofiel moeten wortels doorgezaagd worden om ze bijvoorbeeld te ontwarren met kabels en leidingen. Deze variant met een smaller straatprofiel levert dus (ook) geen zekerheid op dat de huidige bomen de werkzaamheden overleven. 5. Beseft het college dat het tientallen jaren gaat duren voordat nieuwe jonge aanplant weer dezelfde kwaliteiten (luchtzuivering; waterberging; biodiversiteit) hebben als de huidige oude bomen in de straat? Antwoord: Het college is zich zeer bewust van de belangrijke bijdrage die bomen leveren aan de (leef)kwaliteit in de stad. Het kappen van bomen kan alleen in die gevallen waarin er geen alternatieven voor een veilige en toekomstbestendige inrichting zijn. Om ervoor te zorgen dat nieuwe aanplant van bomen snel een kwaliteit heeft die vergelijkbaar is met de huidige bomen, heeft het college het voornemen om bomen van een aanzienlijke omvang terug te planten en dus geen ‘sprietjes’. Dit kan onder andere door een systeem van uitruil op te zetten van binnen de stad te verplanten bomen. Dat wordt nu in gang gezet op stedelijk niveau, omdat er meer projecten zijn (o.a. vervanging kademuren) waar bomen niet op hun huidige plek kunnen blijven staan. Zo onderzoeken we of een boom die op een andere locatie niet meer kan blijven staan wellicht een nieuwe plek op de Rozengracht kan krijgen. Op die manier blijven bomen behouden voor de stad. Dat vergt just-in- time management, omdat het voor de conditie van de boom belangrijk is om de boom maar één keer te verplanten. Daarnaast wordt ook ingezet op het vroeg reserveren van nieuwe bomen bij een kwekerij. Door van te voren bomen te reserveren en die de komende jaren (tot de uitvoering) te laten groeien kan gezorgd worden dat bomen van een aanzienlijk formaat terug geplant kunnen worden. In het uitgevoerde bomenonderzoek aan de Rozengracht is geconstateerd dat de levensverwachting van 12 van de huidige 33 bomen 10 tot 15 jaar bedraagt. Van vijf bomen is de levensverwachting 5 tot 10 jaar. Voor de bomen die blijven staan is het moeilijker (of onmogelijk) om de groeiplaatsen te verbeteren. Het project biedt daarom ook kansen. Indien bomen verplant of nieuwe bomen geplant worden, dan kunnen er meer bomen worden geplaatst dan nu. Voor die bomen kunnen bovendien betere groeiplaatsomstandigheden worden gerealiseerd, waarmee de bomen een betere toekomst hebben dan in de huidige situatie. 4 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R weing br Gemeenteblad ummer = en Datum 16 oktober 2019 Schriftelijke vragen, donderdag 29 augustus 2019 6. Past het kappen van alle bomen in een straat bij de groene ambities van het college”? Antwoord: Het kappen van bomen is een uiterste maatregel, maar kan niet altijd worden voorkomen. Het college spant zich in om zoveel mogelijk bomen van de Rozengracht te behouden. Het behoud van de bomen, dient echter ook afgewogen te worden tegen de andere doelen van het college, zoals het verbeteren van de verkeersveiligheid. Met het voorkeursontwerp wordt er meer (ondergrondse en bovengrondse) ruimte gecreëerd, waardoor het mogelijk is om meer bomen terug te plaatsen en deze bomen een veel grotere en betere ondergrondse groeiruimte te bieden. Deze ondergrondse vernieuwing leidt tot een substantiële verbetering van de kwaliteit en toekomstbestendigheid van de bomen, onder meer omdat kabels en leidingen blijvend kunnen worden gescheiden van de kluit. De groene ambities van het college hebben op deze wijze in het voorkeursontwerp een belangrijke plek gekregen. Burgemeester en wethouders van Amsterdam Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris Via Twitter: https://pbs.twimg.com/media/ECW GItDXoAEltQp?format=jpg&name=medium 5
Schriftelijke Vraag
5
train
> Gemeente Amsterdam Motie Datum raadsvergadering 2 december 2021 Ingekomen onder nummer 799 Status Aangenomen Onderwerp Motie van de leden Poot, Van Dantzig, Roosma, Boomsma, Boutkan, Van Soest, Nanninga, Yilmaz, Kuiper en Flentge inzake ondersteuning leidinggevenden voor het creëren van een sociaal veilige werkomgeving Onderwerp Het nemen van maatregelen waarmee leidinggevenden ondersteund worden bij het creëren van een sociaal veilige werkomgeving Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De Raad, Gehoord de discussie over het onderzoek inzake ongewenste omgangsvormen. Overwegende dat: — De brief van 4 november goede en concrete maatregelen beschrijft om een sociaal veilige om- geving te creëren; — Leidinggevenden een belangrijke schakel vormen in het signaleren van ongewenste omgangs- normen en het creëren van een veilige sfeer op de werkvloer; — _ Maatregelen zoals het weghouden van slachtoffers van ongewenste omgangsnormen bij werkzaamheden met de dader, volstrekt onwenselijk is als mogelijke handeling; — Leidinggevenden vanuit de gemeente ondersteuning verdienen in het omgaan met signalen en het creëren van een sociaal veilige werkomgeving. Spreekt uit dat Ongewenste omgangsnormen op de werkvloer van de gemeente Amsterdam nooit getolereerd mogen worden en het weghouden van gedupeerden volstrekt onwenselijk is; Gemeente Amsterdam Status Aangenomen Pagina 2 van 2 En verzoekt het college van burgemeester en wethouders — Acties toe te voegen aan de al opgestelde maatregelen ter versterking van een sociaal veilige werkomgeving, zoals omschreven in de brief van 4 november 2021, gericht op bewustwor- ding, instructie en handelingsperspectief van leidinggevenden binnen de gemeente Amster- dam; — _ Hierbij te overwegen om workshops, het inwerkprogramma voor nieuwe managers of direc- teuren en jaargesprekken in te zetten. Indieners M.C.G. Poot R.H. van Dantzig F. Roosma D.T. Boomsma D.F. Boutkan W. van Soest A. Nanninga N. Yilmaz T. Kuiper E.A. Flentge
Motie
2
discard
> Gemeente Amsterdam Motie Datum raadsvergadering _ 10 november 2022 Ingekomen onder nummer 415 Status Aangenomen Onderwerp Motie van de leden Martens en Boomsma inzake de Begroting 2023 Onderwerp Amsterdam Ambassadeur Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De Raad, Gehoord de discussie over Algemene Beschouwingen op de Begroting van 2023 Constaterende dat, — _ Amsterdam te maken heeft met een overvloedige hoeveelheid overlastgevende toeristen — De bezoekersprognoses tonen dat Amsterdam de komende jaren echter nog altijd een populaire bestemming zal zijn, voor o.a. de onwenselijke bezoekerspopulatie — De gemeenteraad, het college en Amsterdammers de ambitie hebben om een ‘ander soort’ bezoeker naar de stad te trekken — _ City-marketing een effectieve manier is om een verandering in ‘soort bezoeker’ te be- werkstelligen — Het voorgaande college middels haar congressenplan 2021-2024 de toegevoegde, financi- ele waarden erkent van het aantrekken hiervan en hier beleid op maakt — Bezoekers van congressen een groot waterbed effect aan werkgelegenheid met zich mee- brengen, voor toeleveranciers als kleine bakkers, wasserettes etc. Overwegende dat, — Internationale (non-profit) congressen en internationale (sport- en culturele) evenemen- ten bezoekers trekt die wenselijk zijn voor onze stad, zoals ten doel wordt gesteld in het congressenplan 2021-2024 — _Hetcreëren van een nieuw imago bijdraagt aan een duurzame verandering van het soort bezoeker dat de komende decennia naar onze stad komt — Een aangewezen ambassadeur (en kleine staf) bij kan dragen aan het naar de stad toe ha- len van deze internationale evenementen — Korte lijnen met de gemeente het binnenhalen van dergelijke evenementen kan verge- makkelijken Gemeente Amsterdam Status Aangenomen Pagina 2 van 2 Verzoekt het college van burgemeester en wethouders — De Amsterdam Ambassadeur zoals omschreven uit te werken met Amsterdam&Partners en andere relevante partners. — Deze in de uitwerking tot doel te stellen om internationale (non-profit) congressen en eventueel internationale (sport- en culturele) evenementen naar Amsterdam te halen, zo- als in het congressenplan als ambitie gesteld is. — Metals doel een duurzame verandering in het soort bezoeker dat naar de stad komt te be- werkstelligen. — Deze uitwerking gelijktijdig met het maatregelenpakket tegen ‘overtoerisme’ te doen toekomen aan de raad. Indieners C. Martens D.T. Boomsma
Motie
2
discard
VN2023-021153 N% Gemeente Raadscommissie voor Duurzaamheid, Circulaire Economie, Afval en D C Sums ne Reiniging, Voedsel en Dierenwelzijn vurzaamheid x Amsterdam Voordracht voor de Commissie DC van 16 november 2023 Ter kennisneming Portefeuille Duurzaamheid, Energietransitie en Circulaire Economie Agendapunt 3 Datum besluit n.v.t. Onderwerp Kennisnemen van de reactie op motie 505 van 17 juli 2023 van de leden Garmy van Volt en Nadif van Groenlinks inzake de behandeling van 60% CO2-reductie. De commissie wordt gevraagd Kennis te nemen van de raadsinformatiebrief over de afhandeling van motie 5o5. In de raadsinformatiebrief wordt ingegaan op wijze waarop de motie wordt uitgevoerd. Wettelijke grondslag Reglement van orde gemeenteraad en raadscommissies Amsterdam, Artikel 79 en 80. Gemeentewet, artikel 169: het college van burgemeester en wethouders en elk van zijn leden afzonderlijk zijn aan de Gemeenteraad verantwoording schuldig over het door het college gevoerde bestuur (lid 2); zij geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de uitoefening van zijn taak nodig heeft (lid 2). Bestuurlijke achtergrond In de vergadering van de gemeenteraad van 17 juli 2023 heeft vw raad bij de behandeling van 60% CO2-reductie motie 5o5 van raadsleden Garmy (Volt) en Nadif (Groenlinks) aangenomen. Daarin wordt het college gevraagd om: 1. _Ineen buurt waar zal worden gewerkt aan de warmtetransitie, als pilot een buurtburgerberaad over de warmtetransitie te organiseren; 2. Naar aanleiding hiervan de mogelijkheid te onderzoeken om in de werkwijze de mogelijkheid tot een buurtburgerberaad op te nemen. Reden bespreking nvt. Uitkomsten extern advies nvt. Geheimhouding nvt. Uitgenodigde andere raadscommissies nvt. Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan? Gegenereerd: vl.l1 1 VN2023-021153 % Gemeente Raadscommissie voor Duurzaamheid, Circulaire Economie, Afval en Ruimte en % Amsterdam Reiniai Voedsel Di lzii Duurzaamheid % einiging, Voedsel en Dierenwelzijn Voordracht voor de Commissie DC van 16 november 2023 Ter kennisneming Ja, Motie 5o5 van de leden Garmy van Volt en Nadif van Groenlinks inzake de behandeling van 60% CO2-reductie. Welke stukken treft v aan? AD2023-078418 1. Raadsinformatiebrief_-_afdoening_motie_505.pdf (pdf) 2. 505.23 Motie Garmy en Nadif inzake buurt burgerberaad AD2023-077614 ‚ warmtestrategie.pdf (pdf) AD2023-072457 Commissie DC Voordracht (pdf) Ter Inzage Registratienr. Naam Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Directie Ruimte en duurzaamheid, Justus van Peer, j.van.peer@&amsterdam.nl Gegenereerd: vl.l1 2
Voordracht
2
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2019 Afdeling 1 Nummer 2121 Ingekomen onder AT Ingekomen op woensdag 18 december 2019 Behandeld op donderdag 19 december 2019 Status Aangenomen Onderwerp Motie van de leden De Jong en A.L. Bakker inzake de Huisvestingsverordening 2020 (Monitor aantal bed & breakfasts per wijk) Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over het Beleidskader Huisvestingsverordening Amsterdam 2020 en de Huisvestingsverordening Amsterdam 2020 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1930). Constaterende dat: — Het aantal bed & breakfasts de afgelopen jaren sterk is gestegen en de gemeenteraad van Amsterdam daarom in 2017 heeft besloten capaciteitsbeleid te gaan voeren; — In de Huisvestingsverordening 2020 een voorstel wordt gedaan voor quota per wijk gebaseerd op het aantal aanmeldingen voor 1 januari 2019; — Een ruime overgangstermijn is voorgesteld waardoor alle gemelde bed & breakfasts in ieder geval nog minimaal vijf jaar kunnen blijven bestaan. Overwegende dat: — Het mogelijk is dat in wijken buiten het centrum bed & breakfasts-houders zich niet voor 1 januari 2019 gemeld hebben, waardoor het quotum daar lager ligt dan het aantal bed & breakfasts nu is en er geloot zal moeten worden; — In delen van de stad waar geen toerisme-overlast is de huidige bed & breakfasts zouden moeten kunnen voortbestaan. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: — Het eerste half jaar na invoering van het capaciteitsbeleid te monitoren of het gestelde quotum aansluit bij het aantal reeds bestaande bed & breakfasts in een wijk, en: — de raad hier uiterlijk 31 oktober 2020 over te informeren opdat bekeken kan worden of een aanpassing noodzakelijk en wenselijk is in wijken waar dat kan mits het past bij de leefbaarheid van de wijk. De leden van de gemeenteraad, D.S. de Jong A.L. Bakker 1
Motie
1
discard
Termijnagenda LB} EE | eK M |JN| O0 | Agenda | Progr [Programma Onderwerp Pfh Vastgestelde | Actuele data | Soort Cie Actuele data| Soort |opmerkingen t.b.v. de commissie ammajnaam data in Cie in Cie behan AB behand numm deling eling er 1 2 Cie Cultuur en Voortgang programmering en exploitatie theater S. Capel 8-apr-15 TK AR&S nvt 3 Cie 12 |Bestuuren Concept Gebiedsagenda 2016-2019 S. Capel 8-apr-15 TA AR&S 15-apr-15 TV 4 5 Cie Openbare Woestduinstraat: herinrichting plein{plantsoen DO P. Slettenhaar 3-feb-15 12-mei-15 TK LORE nvt Ruimte en groen 7 8de _| 10 |Milievenwater [OAlS FransHalsbuurtlocaties-DO ___________|P.Slettenhaar | _ melag | z2meias | TK | LOE] mw ||| DE Ballegooijen DD 10 en Economie u peep Peer Drees PV Ee | 11 kwantificatie activiteiten DD A 12 en Economie DO A 13 en Economie Termijnagenda LB} EE | eK M |JN| O0 | Agenda | Progr [Programma Onderwerp Pfh Vastgestelde | Actuele data | Soort Cie Actuele data| Soort |opmerkingen t.b.v. de commissie ammajnaam data in Cie in Cie behan AB behand numm deling eling er 1 DB Cultuur en Kunsttoepassing Archiefterrein: vaststellen PVE S. Capel 10-dec-14 13-mei-15 TK AR&S nvt Kunstwerk maakt onderdeel vit van een Monumenten groter ruimtelijk project en is daarvan afhankelijk. De eindontwerpfase van de OR Archiefterrein en van de gevel van het theater loopt nog. Daarna kan het 14 PvE definitief worden gemaakt. A 15 infrastructuur _ [uitvoering moties 4 en 10 Begroting 201 DE 16 en veiligheid DD 17 Cie 1 _ [Openbare orde [WABO afwijkingsbeleid A2 S. Capel 10-jUN-15 AR&S nvt 18 AB 12 fbestuuren Ontwerpbegroting 2016 S. Capel 29-jun-15 TB AR&S 1-jul-15 19 DN 20 Ondersteuning DE B 21 infrastructuur DE B 22 infrastructuur af | Om EN PEEL 23 Ondersteuning DM 24 en veiligheid 201 DD B 25 Samenleving december 201. DD B B 26 Samenleving december 201. Cie Openbare Ring Oud Zuid fase 5: NvU en schetsontwerp (SO) P. Slettenhaar 10-mrt-15 ? TK LORE nvt TE Ee TTT 21 groen Sarphatipark) Cie Openbare Ring Oud Zuid fase 5 tussen Dusartstraat - P. Slettenhaar 3e kw. 2015 ? TK LO&E nvt A 28 groen Termijnagenda LB} EE | eK M |JN| O0 | Agenda | Progr [Programma Onderwerp Pfh Vastgestelde | Actuele data | Soort Cie Actuele data| Soort |opmerkingen t.b.v. de commissie ammajnaam data in Cie in Cie behan AB behand numm deling eling er 1 Cie Openbare Definitief ontwerp Sarphatipark Westzijde (incl. Nota |P. Slettenhaar ? ? TK LO&E nvt Ee ETT TTT 29 groen Cie 11 [Bestuuren Resultaat actief aanschrijven Ss. Capel 1e kw. 2016 | 1e kw 2016 AR&S jo} | (oe EEL Cie Openbare Pilot Afmeerbeleid Reinier Vinkeleskade P. Slettenhaar 2-dec-14 1e kw. 2015 TB LORE nvt MO 31 groen Cie Openbare Rode Loper: herinrichting Ferdinand Bolstraat, van P. Slettenhaar 1e kw. 2015 | 1e kw. 2015 TK LORE nvt EE Fe TTT 32 groen Openbare Amstelveenseweg: schetsontwerp en reactie op NvU |P. Slettenhaar 1e kw. 2015 | 1e kw. 2015 TB LORE nvt ee PE BEES 33 groen Cie Openbare Van Woustraat: PvE P. Slettenhaar 2e kw. 2015 | 2e kw. 2015 TB LO&E nvt ETT RTT 34 Cie Openbare P.C. Hooftstraat: DO P. Slettenhaar 2e kw. 2015 | 2e kw. 2015 TK LO&E nvt EET ETT 35 groen Cie Openbare Frans Halsbuurt: DO P. Slettenhaar 2e kw. 2015 | 2e kw. 2015 TK LO&E nvt ET TTT 36 groen Cie Cultuur en Monument Jacoba Mulder (motie 045-2013 PN 2014): |S. Capel 1e kw. 2015 | 2e kw. 2015 TK AR&S nvt 27-10-14: Planning iets vertraagd Monumenten _ {vaststellen PvE kunstopdracht vanwege hoge hoeveelheid lopende kunstprojecten in de openbare ruimte 37 t.o.v. beschikbare capaciteit. Cultuur en Kunsttoepassing RODE LOPER-ZUID: besluit over S. Capel nvt 2e kw. 2015 TK AR&S nvt 27-10-14: Planning iets vertraagd Monumenten _fadviezen onderzoek naar betekening kunst bij Rode vanwege hoge hoeveelheid lopende Loper (vanaf Ceintuurbaan). kunstprojecten in de openbare ruimte 38 t.o.v. beschikbare capaciteit. Cie Cultuur en Kunsttoepassing Havenstraatterrein: vitkomst S. Capel 10-dec-14 2e kw. 2015 TK AR&S nvt Kunstwerk maakt onderdeel vit van een Monumenten [vooronderzoek groter ruimtelijk project en is daarvan afhankelijk. Het vooronderzoek over kunstplan Havenstraatterrein komt pas aan de orde als visie op de openbare ruimte Havenstraatterrein is uitgekristalliseerd. 39 DG 40 en veiligheid DK A 41 Monumenten _ [(motie Wals): opdracht tot uitvoering Cie Openbare De Lairessestraat + Cornelis Krusemanstraat: PVE/VO |P. Slettenhaar 2e kw. 2015 | 2e kw. 2015 TK LO&E nvt Ee TT 42 groen Openbare Viottastraat: VO P. Slettenhaar 2e kw. 2015 | 2e kw. 2015 TK LO&E nvt Em 43 groen Termijnagenda LB} EE | eK M |JN| O0 | Agenda | Progr [Programma Onderwerp Pfh Vastgestelde | Actuele data | Soort Cie Actuele data| Soort |opmerkingen t.b.v. de commissie ammajnaam data in Cie in Cie behan AB behand numm deling eling er 1 Cie Openbare Rode Loper: herinrichting Ferdinand Bolstraat, van P. Slettenhaar 2e kw. 2016 | 2e kw. 2016 TK LORE nvt Ee Fe TT TTET 44 groen Cie Openbare Van Woustraat: VO P. Slettenhaar 3e kw. 2015 | 3e kw. 2015 TK LO&E nvt Ds 45 AB Welzijn en Zorg [Plan van aanpak burgerschap en diversiteit M. van Ballegooijen 3-dec-14 3e kw. 2015 TA AR&S | 3e kw. 2015 Stedelijke taakverdeling Inburgering: a 46 en Stadsdelen Cie 4 _\Werk, Inkomen |Armoede SvZ M. van Ballegooijen 3e kw. 2015 | 3e kw. 2015 TB AR&S nvt De tot standkoming van het stedelijke en Economie aanvalsplan armoede, is uitgesteld tot medio 2015. Dit betekent vertraging voor ons eigen stand van zaken 4T armoede Cie Welzijn en Zorg [Voortgang dagbesteding en welzijn voor mensen met |M. van Ballegooijen 3e kw. 2015 AR&S nvt DN B DN B 49 Openbare Rode Loper: herinrichting Ferdinand Bolstraat, van P. Slettenhaar 3e kw. 2015 | 3e kw. 2015 TK LO&E nvt EE BTT 50 groen DE B 51 DD B 52 DD B 53 en Economie DD B 54 en Economie Cie Openbare Van Woustraat: DO P. Slettenhaar 4e kw. 2015 | 4e kw. 2015 TK LO&E nvt M= 55 groen Cie Openbare De Lairessestraat + Cornelis Krusemanstraat: DO P. Slettenhaar 4e kw. 2015 | 4e kw. 2015 TK LO&E nvt EE TC EET 56 groen Cie Openbare Ring Oud Zuid fase 5 tussen Dusartstraat en P. Slettenhaar 4e kw. 2015 | 4e kw. 2015 TK LO&E nvt Mn 57 groen Cie Openbare Viottastraat: DO P. Slettenhaar 4e kw. 2015 | 4e kw. 2015 TK LO&E nvt DD 58 groen Cie 5 [Jeugd& Jongerenwerk M. van Ballegooijen 4e kw. 2015 TK AR&S nvt of Bam eeN DE B DD 61 Vrijwilligerswerk (inclusief Logeerhuis) DD 62 en Economie [63)Cie | 5 |Welzijnenzorg [leugdoverast sce Ld me | [sl Termijnagenda LB} EE | eK M |JN| O0 | Agenda | Progr [Programma Onderwerp Pfh Vastgestelde | Actuele data | Soort Cie Actuele data| Soort |opmerkingen t.b.v. de commissie ammajnaam data in Cie in Cie behan AB behand numm deling eling er 1 A 64 Zuidas 201. A 65 Ruimte oo) | ear Be ON PE infrastructuur _|Europaboulevard Openbare adviseren op het DO Heemstedestraat P. Slettenhaar Ruimte en 67 groen AB 12 |Bestuuren Amendement 016-2014: derde wijziging S. Capel oo) | am em PE PE infrastructuur ZL 7ijTk | HER IKENNSNAME | [zalt | TER [BESPREKNG | [73|TA | [TER _____ [ADVISERING AAN HET AB/Gemeenteraad | ___| zalm | PER [VASTSTEUING === | Zn | Zn | 7 | Zn | nn Ll Lj Tl Ll Ol B | EZ | LE | EZ | BB
Agenda
5
train
Raadsadres Naam mn E-mail mn Telefoonnummer | Uw bericht Betreft: vakantie ‘verhuur’ Geachte heer of mevrouw, Met vrienden in Zuid Afrika heb ik afgesproken dat zij 2 maanden in mijn (koop)appartement in Amsterdam West kunnen komen en dan ga ik twee maanden in hun huis in Zuid Afrika. Verder geen financiële transacties. We zijn 70+ en op deze manier wordt een dergelijke reis voor ons haalbaar. Nu begrijp ik uit een reactie van een ambtenaar van de gemeente Amsterdam, dat dit valt onder de regeling van vakantieverhuur met een vergoeding in natura. Dus zou ik kosten moeten maken om mij in te schrijven bij de gemeente als verhuurder en de belangrijkste drempel: de termijn is dan maximaal 30 dagen. Ik ben het helemaal eens met het stellen van regels i.v.m. Airbnb, maar het zal toch niet de bedoeling van de Raad zijn om datgene wat wij willen onmogelijk te maken? En het kan toch ook niet zo zijn dat eventuele problemen met het handhaven van de regels, onze plannen onmogelijk maakt? Een ander voorbeeld. Afgelopen weekend logeerden er vrienden uit Limburg bij mij thuis. Zij hadden kaartjes voor het Concertgebouw. Ik werd als vrijwilliger door het Rode Kruis opgeroepen. Ik gaf mijn vrienden de sleutel en heb ze verder weinig gezien. Als dank voor de gastvrijheid kreeg ik een uitgebreide lunch aangeboden. Moet ik dit dan ook zien als vakantieverhuur met een vergoeding in natura? Alvast bedankt voor uw reactie. mn Uw bijlage Verzenden Referentienummer 1212-6388
Raadsadres
1
train
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 599 Datum akkoord 1 september 2014 Publicatiedatum 5 september 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid mevrouw M. Kaya van 7 juli 2014 inzake het gevonden stoffelijk overschot van een man die waarschijnlijk 2 jaar dood in huis lag Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstelster. Op 7 juli 2014 stonden de kranten vol over het gevonden stoffelijk overschot van een man die waarschijnlijk al 2 jaar dood in huis lag. De man was in de week ervoor door de politie gevonden in de woning aan de Burgemeester van de Pollstraat in Amsterdam Slotermeer. Volgens de berichtgeving zou de man een natuurlijke dood gestorven zijn en zou het gaan om de bewoner van het huis. Ook stond in Metro nieuws van 8 juli 2014 dat de buurman twee jaar geleden al aan de bel trok bij de politie, het Leger des Heils en de woningbouwvereniging. De politie geeft aan geen melding in hun systeem te hebben van de buurman en een paar maanden geleden al voor het eerst langs te zijn geweest. In de notitie van de GGD Amsterdam Woninglijken, een probleem van de grote stad?’ (oktober 2013) staat “dat omwonenden vaak verlegenheid voelen of zichzelf niet in staat achten om in contact te treden met buurtbewoners waar ze zich zorgen om maken. Bekendheid van de Meldpunten Zorg en Overlast maar ook laagdrempelige contact tussen bewoners en buurtregisseur is dan ook van belang. Via hen kunnen personen ingeschakeld worden die dit contact wel kunnen maken”. Het baart de fractie van D66 zorgen dat er afgelopen jaren steeds vaker mensen na lange tijd in huis te hebben geleden dood worden aangetroffen. Ook blijkt uit de berichtgeving in de krant dat meldingen uit de buurt wanneer iemand vermist wordt, niet serieus werden genomen door de politie en of andere betrokken organisaties, terwijl juist door de GGD aangegeven wordt dat dit soort signalen zeer belangrijk zijn om het in de toekomst te voorkomen. Gezien vorenstaande en de overhevelingen vanuit het rijk naar de gemeente waarbij de gemeente een steeds belangrijkere verantwoordelijkheid krijgt in de wijkzorg heeft de fractie van D66 een aantal vragen. 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing Zoo Gemeenteblad R Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, maandag 7 juli 2014 Gezien het vorenstaande heeft vragenstelster op 7 juli 2014, namens de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Heeft het college kennisgenomen van de berichtgeving in de kranten? Zo ja, wat is de verklaring van het college dat deze man twee jaar onopgemerkt dood in huis ligt? Antwoord vraag 1: Ons college heeft kennisgenomen van de berichtgeving. Uit de notitie van de GGD over oorzaken voor het onopgemerkt blijven, is het volgende hierover bekend. Het zal onmogelijk zijn om ‘woninglijken’ geheel te voorkomen. Wel zijn er mogelijkheden om vroeg in te grijpen bij mensen die tijdens het leven al hulpbehoevend zijn. De forensisch artsen geven aan dat omwonenden vaak verlegenheid voelen of zichzelf niet in staat achten om in contact te treden met buurtbewoners waar ze zich zorgen om maken. Bekendheid van de Meldpunten Zorg en Overlast maar ook laagdrempelige contact tussen bewoners en buurtregisseur is dan ook van belang. Via hen kunnen personen ingeschakeld worden die dit contact wel kunnen maken (Vangnet/GGD). Soms blijkt het inschakelen van de OGGZ hulpverlening niet afdoende. Tien procent had het laatste jaar contact gehad met Vangnet van de GGD. Door de GGD zullen dan ook de mogelijkheden worden verkend om na een Vangnet interventie een vinger aan de pols te houden om te voorkomen dat er opnieuw problemen ontstaan. Tenslotte een advies aan de huisarts om bij alleenwonende ouderen expliciet aandacht te schenken aan de aanwezigheid van formele of informele contacten. Is er iemand die professionele hulp kan inschakelen indien iemand daar zelf niet toe in staat is? De doodsoorzaak is vaak moeilijk vast te stellen omdat het lichaam al in staat van ontbinding verkeert en omdat er veelal geen getuigen zijn aanwijzingen kunnen geven over de situatie vlak voor of tijdens het overlijden. Gevonden medicatie of een medische voorgeschiedenis, sporen van bloed of ontlasting kunnen aanwijzingen over de doodsoorzaak geven. De taak van de forensisch arts is in de eerste plaats te oordelen of er sprake is van een natuurlijke of niet natuurlijke dood en of er, in dat laatste geval, sprake kan zijn geweest van een misdrijf. In tweederde van het totaal aantal woninglijken wordt geoordeeld dat er sprake was van een natuurlijke dood. Soms duidt de doodsoorzaak op verslavings- of andere psychische problemen. Zo speelt suïcide een belangrijke rol (14% van de woninglijken van tenminste 24 uur en 8% bij de woninglijken van tenminste 14 dagen). Alcoholisme wordt regelmatig genoemd. Eén van de acute levensbedreigende complicaties bij chronisch alcoholmisbruik is het barsten van de spataderen van de slokdarm (die als gevolg van een levercirrose ontstaan) met ernstige inwendige bloedingen als gevolg. 2 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Demmer 8 september 2014 Schriftelijke vragen, maandag 7 juli 2014 2. Heeft het college contact gehad met het Leger des Heils en de woningbouw- vereniging waar de buurman een melding zou hebben gedaan? Zo ja, wat is er uit dat contact gebleken? En zo nee, is het college bereid om dit alsnog te doen en de raad hierover te informeren? 3. Heeft het college contact gehad met de politie over deze kwestie? Wat is de verklaring van de politie dat de melding van de buurman niet in hun systeem stond en er niet eerder actie genomen is? Wat was de reden voor de politie om vorige week wel actie te nemen? Antwoord vragen 2 en 3: Uit piëteit met nabestaanden doet het college geen uitspraken over individuele gevallen. In algemene zin is het mogelijk dat overlijdensgevallen niet of laat worden opgemerkt. Bijvoorbeeld als de huurder zijn administratie op orde heeft en de huur wordt betaald per incasso, er geen sprake is van overlast, er geen onderhoud is gepland en de huurder een klein of geen sociaal netwerk heeft en de buren weinig tot geen contact met elkaar hebben. In dit specifieke geval blijkt, voor zo ver nadere informatie was te achterhalen, dat de door u genoemde betrokken partijen zorgvuldig hebben gehandeld. Helaas heeft dit het tragische voorval niet voorkomen, vergelijkbaar met de in de GGD- rapportage beschreven situaties. 4. Ziet het college dit als een incident of zou het beleid van de gemeente aangepast moeten worden”? Antwoord vraag 4: Nee. Zoals reeds geconcludeerd bij de behandeling van het rapport van de GGD in de raadscommissie zorg is er geen beleidsverandering mogelijk die dit soort tragische gevallen kunnen voorkomen. Ons college is zich er tevens van bewust, op basis van hetzelfde rapport van de GGD, dat er vaker stoffelijke overschotten gevonden zullen worden en in die zin niet gesproken kan worden van een incident. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 3
Schriftelijke Vraag
3
discard
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Amendement Jaar 2013 Afdeling 1 Nummer 136 Publicatiedatum 22 maart 2013 Ingekomen onder H Ingekomen op woensdag 13 maart 2013 Behandeld op woensdag 13 maart 2013 Status Aangenomen Onderwerp Amendement van de raadsleden de heer Verbeet, de heer Evans-Knaup en mevrouw Shahsavari-Jansen inzake de Erfgoedverordening Amsterdam 2013 (voorbescherming). Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 8 januari 2013 tot intrekken van de Erfgoedverordening Amsterdam 2010 en vaststellen van de Erfgoedverordening Amsterdam 2013 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 106); Overwegende dat: — inde betreffende Erfgoedverordening “voorbescherming” van mogelijke — maar niet aangewezen — gemeentelijke monumenten niet heeft opgenomen; — de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) wel een juridisch doordacht voorbeschermingsartikel formuleert; — de gangbare bestuurlijke afhandeling en in bijzondere gevallen een spoedprocedure voor een snelle follow-up kan zorgen zodat Voorbescherming zolang als bescherming functioneert als het bestuurlijk wenselijk is. Voorts overwegende dat: — _ belangrijk is stedelijke monumentwaardigheid zorgvuldig te behandelen; — er geen onduidelijkheid moet bestaan over de 'status' van een mogelijk gemeentelijk monument of beschermd stads- en dorpsgezicht; — _ optimale bescherming van monumenten gewaarborgd kan worden, Besluit: |__in ontwerpbesluit nr. 106 van 2013, de Erfgoedverordening Amsterdam 2013, onder beslispunt Il, aan hoofdstuk 2 een nieuw artikel 4 toe te voegen, luidende als volgt: “Artikel 4 Voorbescherming Met ingang van de datum waarop de eigenaar van een monument de kennisgeving van het voornemen tot aanwijzing als gemeentelijk monument ontvangt tot het moment dat de aanwijzing en registratie als bedoeld in artikel 7 plaatsvindt, dan wel vaststaat dat het monument niet wordt geregistreerd, zijn de artikelen 10 tot en met 14 (zie NB) van overeenkomstige toepassing”; 1 Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer 136 Amendement Datum 22 maart 2013 IL__in ontwerpbesluit nr. 106 van 2013, de Erfgoedverordening Amsterdam 2013, onder beslispunt Il de huidige artikelnummers 4 tot en met 28 te vernummeren tot 5 tot en met 29; II in de toelichting, behorende bij de Erfgoedverordening Amsterdam 2013, de toelichting, behorende bij artikel 4 toe te voegen, luidende: “Artikel 4. Voorbescherming Dit artikel regelt de voorbescherming voor toekomstige gemeentelijke monumenten, zoals die ook voor rijksmonumenten geldt. Dat betekent dat in de periode van kennisgeving van het voornemen van het college om een monument op de gemeentelijke monumentenlijst te plaatsen tot het daadwerkelijke aanwijzingsbesluit (dit kan ook een afwijzing zijn). Dat betekent onder andere dat een monument tijdens de aanwijzingsprocedure tot gemeentelijk monument niet mag worden afgebroken, gewijzigd, verplaatst (etc.) zonder een omgevingsvergunning voor monumenten of anders dan de bij nadere regels opgestelde wijze. Het gebruik van de voorbeschermingsprocedure is gebonden aan een motivatieplicht, aangezien hieraan voor de eigenaar/gebruiker financiële consequenties zijn verbonden. Immers, gedurende de voorbescherming dienen bouwactiviteiten te worden opgeschort. Het inroepen van de voorbescherming van een object is een publiekrechtelijke beperking en een beperkingenbesluit in de zin de van artikel 1, onder a, sub 1 juncto artikel 1, onder b, sub 5 van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken. Daarmee is ook onder andere artikel 13 van deze wet van toepassing wat betreft de aansprakelijkheid van gemeenten voor geleden schade. Daarom moet een gemeente gegronde redenen kunnen aanvoeren voor het inroepen van de voorbescherming. *; NV inde toelichting, behorende bij de Erfgoedverordening Amsterdam 2013, de huidige artikelnummers 4 tot en met 28 te vernummer tot 5 tot en met 29. De leden van de gemeenteraad, M.P. Verbeet LR. Evans-Knaup M.D. Shahsavari-Jansen 2
Motie
2
discard
X Gemeente WIO % Amsterdam Agenda, 27 januari 2021 Raadscommissie voor Sociale Zaken, Armoede en Schuldhulpverlening, Onderwijs, Voorschool Kinderopvang en Naschoolse Voorzieningen, Volwasseneneducatie Laaggeletterdheid en Inburgering Tijd: og:oo tot 12:30 uur Locatie: Digitaal 1 Algemeen deel a Opening procedureelgedeelte b Mededelingen C Vaststellen agenda d Conceptverslag van de openbare e Tekstuele wijzigingen worden vergadering van de Raadscommissie voor de vergadering aan de WIO d.d. 6 janvari 2021 commissiegriffier doorgegeven: [email protected]. e Termijnagenda perportefeuille f___TKN-lijst g Ingekomen stukken stadsdeelcommissies 2 Inhoudelijk deel a Opening inhoudelijkgedeelte b Inspreekmoment Publiek C Actualiteiten d Rondvraag 2021-01-15 08:48:44 1 Gemeente Amsterdam Commissie WIO WI O Agenda, 27 januari 2021 Bespreekpunten Sociale Zaken 3 Instemmen met het Actieplan e De gemeenteraad te adviseren inte Veerkracht ter ondersteuning van door stemmen met de raadsvoordracht. de coronacrisis getroffen zelfstandigen (Gemeenteraad d.d. 10.02.2021). Nr. VN2021-000255 4 Amsterdams experiment bijstand. * Terbespreking en voor kennisgeving ussenrapportage T1 Nr. VN2021-000466 ganmemen. , * Geagendeerd op verzoek van hetlid Roosma (GL). e Uitgesteld in de vergadering van 06.01.2021. 5 Meerjarenstrategie stichting Pantar *_Terbespreking en voor kennisgeving Amsterdam 2021 - 2024 ‘Pantar aannemen. , begeleidt en ontwikkelt mensen inen * Geagendeerd op verzoek van het lid naar werk’ Veldhuyzen (Bijz). Nr. VN2021-000465 e Uitgesteld in de vergadering van 06.01.2021. 6 Factsheet Regionaal Werkcentrumen * _Terbespreking en voor kennisgeving Dashboard Werk en Inkomen aannemen. . Nr. VN2021-000468 * Geagendeerd op verzoek van hetlid Khan (DENK). e WasTKN s in de vergadering van 06.01.2021. e Voorgesteld wordt dit puntgevoegd te behandelen met agendapunt7. 7 Uitvoering van motie 742.20 d.d. 2 juli * Ter bespreking en voor kennisgeving 2020 van het lid Taimounti inzake de aannemen. Voorjaarsbrief 2020 (leerwerktraject Geagendeerd op verzoek van het lid klantmanagers en jobcoaches Khan (DENK). realiseren). e WasTKN 4 in de vergadering van Nr. VN2021-000467 06.01.2021. e Voorgesteld wordt dit puntgevoegd te behandelen met agendapunt 6. 8 Een humaner bijstandsbeleid in hetlicht e Ter bespreking en voor kennisgeving van het boodschappendrama van de aannemen. gemeente Wijdemeren e Geagendeerd op verzoek van hetlid Nr. VN2021-000934 Khan (DENK). 2021-01-15 08:48:44 2 Gemeente Amsterdam Commissie WIO WI O Agenda, 27 januari 2021 Onderwijs g Vaststellen de gebundelde wijzigingen e De gemeenteraad te adviseren inte van de Verordening op Lokaal Onderwijs stemmen met de raadsvoordracht. Beleid Amsterdam 2019 (VloA 2019) ten (Gemeenteraad d.d. 10.02.2021). behoeve van schooljaar 2021-2022 Nr. VN2020-030128 10 _ Segregatiemonitor primaironderwijs «_Terbespreking en voor kennisgeving 2019-2020 Nr. VN2021-000469 aannemen. , * Geagendeerd op verzoek van hetlid Timman (D66). e Was TKN 2 ín de vergadering van 06.01.2021. e Voorgesteld wordt dit puntgevoegd te behandelen met agendapunt 11. 11 _ Rapport Staat van het Amsterdamse e Terbespreking en voor kennisgeving primair onderwijs 2019/'20 aannemen. Nr. VN2021-000470 * Geagendeerd op verzoek van hetlid Timman (D66). e Was TKN 3 in de vergadering van 06.01.2021. e Voorgesteld wordt dit puntgevoegd te behandelen met agendapunt zo. 2021-01-15 08:48:44 3
Agenda
3
train
X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 78 Publicatiedatum 31 januari 2014 Ingekomen onder R Ingekomen op woensdag 22 januari 2014 Behandeld op woensdag 22 januari 2014 Status Aangenomen Onderwerp Motie van de raadsleden mevrouw Combrink en de heer Manuel inzake de Routekaart Gemeentelijke organisatie CO‚-neutraal (jaarlijkse versnelling). Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 15 oktober 2013 tot kennisnemen van de door het college van burgemeester en wethouders op 5 november 2013 vastgestelde Routekaart Gemeentelijke organisatie COs-neutraal, van het besluit van het college tot inrichting van het werkproces voor een COz-neutrale organisatie en van de aanbiedingsbrief bij de Routekaart Gemeentelijke organisatie COz-neutraal, waarin de gekozen aanpak nader wordt toegelicht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 20); Overwegende dat: — _ wat nu nog niet kan of uit kan, in de (nabije) toekomst misschien wel kan; — zowel technische innovatie, slimme constructies die bedacht worden, als veranderende kostenplaatjes door wet- en regelgeving en omstandigheden plotseling voor nieuwe mogelijkheden kunnen zorgen; — de gemeente geen mogelijkheid onbenut wil laten om meer CO) te reduceren en sneller COz-neutraal te worden, Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: jaarlijks te bekijken of de gemeentelijke CO-reductie versneld kan worden en de ambitie omhoog kan worden bijgesteld. De leden van de gemeenteraad, T.J. Combrink LR. Manuel 1
Motie
1
discard
x Gemeente Amsterdam BW K % Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Bouwen en Wonen, Grondzaken, Klimaat en energie, Openbare Ruimte en Groen, Zeehaven en Westpoort, x Volkshuisvesting, Wijkaanpak en Stedenbeleid Agenda, woensdag 11 april 2012 Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Bouwen en Wonen, Grondzaken, Klimaat en energie, Openbare Ruimte en Groen, Zeehaven en Westpoort, Volkshuisvesting, Wijkaanpak en Stedenbeleid Tijd 09.00 tot 17.00 uur en zonodig vanaf 19.30 uur Locatie Boekmanzaal, Stadhuis Procedureel gedeelte van 09.00 uur tot 09.15 uur 1 __ Opening 2 Mededelingen 3 Vaststellen agenda 4 Conceptverslag van de openbare vergadering van de Raadscommissie BWK d.d. 21 maart 2012 e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier doorgegeven, commissieBWK@raadsgriffie. amsterdam.nl 5 Termijnagenda, per portefeuille , _Toezeggingenlijst/ termijnagenda niet bijgevoegd. U ontvangt op de vrijdag voorafgaande aan de vergadering per mail en in hardcopy een bijgewerkt exemplaar e De lijst van schriftelijke vragen wordt de maandag voorafgaande aan de vergadering per mail toegestuurd aan de raadsleden en contactpersonen. Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn slechts richtlijnen waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn. Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda staat. De vergaderingen en de verslaglegging daarvan zijn openbaar. Van deze vergaderingen worden geluids- en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden op internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl. Voor algemene informatie: [email protected] 1 Gemeente Amsterdam Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Bouwen en Wonen, Grondzaken, Klimaat en BWK energie, Openbare Ruimte en Groen, Zeehaven en Westpoort, Volkshuisvesting, Wijkaanpak en Stedenbeleid Agenda, woensdag 11 april 2012 6 _Tkn-lijst Raadsaangelegenheden 7 Memo van het presidium inzake de vergaderorde van de Commissie BWK e Stukken worden nagezonden Inhoudelijk gedeelte vanaf 09.15 uur 8 Opening inhoudelijke gedeelte 9 _Inspreekhalfuur Publiek 10 Actualiteiten en mededelingen 11 Rondvraag Ruimtelijke Ordening 12 Vaststellen bestemmingsplan Isolatorweg Nr. BD2011-013887 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (Gemeenteraad d.d. 25 april 2012). 13 Bestuurlijke reactie op motie 414 Combrink en Weevers inzake bebouwing op de Noorderbegraafplaats in de HGS Nr. BD2012-002097 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. 14 Voortgang project proeftuin Amsterdam Nr. BD2012-003178 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Geagendeerd op verzoek van commissielid Van Raan (PvdD) e Was Tkn 2 in de raadscommissie BWK, d.d. 21 maart 2012 2 Gemeente Amsterdam Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Bouwen en Wonen, Grondzaken, Klimaat en BWK energie, Openbare Ruimte en Groen, Zeehaven en Westpoort, Volkshuisvesting, Wijkaanpak en Stedenbeleid Agenda, woensdag 11 april 2012 Grondzaken 15 Kennisnemen van het EindejaarsRAG 2011 en vaststellen van beslispunten in het kader van het EindejaarsRAG en het Vereveningsfonds Nr. BD2012-001455 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht, beslispunten EindejaarsRAG en Vereveningsfonds (Gemeenteraad d.d. 25 april 2012). e _EindejaarsRAG 2011 voor kennisgeving aannemen 16 Vaststellen Stroomlijning cyclus Kadernota en Verdelingsvoorstel Vereveningsfonds Nr. BD2012-000112 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (Gemeenteraad d.d. 25 april 2012). 17 Inventarisatie ontwikkelposities met een overzicht van de aan corporaties en ontwikkelaars vergeven posities binnen de gemeente Amsterdam Nr. BD2012- 003405 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e _Kabinetbijlagen liggen uitsluitend voor de commissieleden ter inzage bij de Raadsgriffie Volkshuisvesting 18 Onderzoek woonwensen (allochtone) jongeren Nr. BD2012-002239 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. 19 Vaststellen nieuwe Kaderafspraken Amsterdamse Kaderafspraken over de rechten van bewoners bij sloop en renovatie Nr. BD2011-009327 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. 20 Cie. BWK Aanvullende afspraken uitwerking BadS Il Nr. BD2012-003092 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. 3 Gemeente Amsterdam Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Bouwen en Wonen, Grondzaken, Klimaat en BWK energie, Openbare Ruimte en Groen, Zeehaven en Westpoort, Volkshuisvesting, Wijkaanpak en Stedenbeleid Agenda, woensdag 11 april 2012 Zeehaven en Westpoort 21 Vaststelling van de Regionale Havenverordening Noordzeekanaalgebied 2012, vaststelling Havenreglement Noordzeekanaalgebied 2012, intrekking van de Regionale Havenverordening NZKG 2010 en vaststelling van de wijziging van de Verordening op de stadsdelen Nr. BD2012-003097 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (Gemeenteraad d.d. 25 april 2012). Openbare Ruimte en Groen 22 Stand van zaken Floriade Nr. BD2012-003433 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e _ Hierbij wordt een presentatie gegeven 4
Agenda
4
test
> Gemeente Amsterdam Motie Datum raadsvergadering 14 september 2022 Ingekomen onder nummer 309 Status Aangenomen Onderwerp Motie van de leden Burgers, Boomsma, Krom, Garmy, Koyuncu, Van Pij- pen, Noordzij en Lust inzake extra inkomsten voor Amsterdamse vereni- gingen Onderwerp Extra inkomsten voor Amsterdamse verenigingen Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De Raad, Gehoord de discussie over agendapunt 20: Kennisnemen van raadsbrief vitgaven en resultaten Schoon Amsterdam 2021 Constaterende dat: — Het afvalprobleem in de stad groot is en een doorn in het oog van Amsterdammers — Amsterdam tal van sport, scouting- en muziekverenigingen kent die bijdragen aan de leef- baarheid en de sociale cohesie van de stad — _Inveelsteden en dorpen in Nederland vrijwilligers van sport- en muziekverenigingen oud pa- pier en karton op georganiseerde dagen ophalen bij inwoners thuis en dit vervolgens inlevert bij de gemeente — Veelsteden en dorpen per kilo papier en karton een geldbedrag beschikbaar stellen aan de in- leverende verenigingen — _ Dit bijdraagt aan de circulaire economie, het tegengaan van het afvalprobleem en verenigin- gen financieel helpt. Overwegende dat: — Met de huidige plannen en budgettering het afvalprobleem niet toereikend wordt opgelost — _ Amsterdamse verenigingen graag extra inkomsten willen genereren om te kunnen investeren in hun vereniging — De papiercontainers in Amsterdam vaak vol zitten, waardoor mensen o.a. kartonnen dozen verkeerd bijplaatsen en dit tot verloedering van de openbare ruimte leidt. Gemeente Amsterdam Status Aangenomen Pagina 2 van 2 — _ Amsterdammers middels het uitrollen van een dergelijk initiatief de mogelijkheid krijgen hun sport- of muziekvereniging financieel te steunen door het inleveren van hun oud papier en kar- ton Verzoekt het college van burgemeester en wethouders — De mogelijkheid voor verenigingen om oud papier en karton op te halen voor een financiële vergoeding van de gemeente te onderzoeken; — _ Hierbij dit soort initiatieven van andere gemeentes als voorbeeld te nemen; — _ Amsterdamse sport- en muziekverenigingen te betrekken bij dit onderzoek; — De raadte informeren over de uitkomst en de mogelijkheid om dit initiatief uit te voeren voor te leggen aan de raad. Indieners H.C. Burgers D.T. Boomsma J.M. Krom |. Garmy S. Koyuncu J.F. van Pijpen G. Noordzij M. Lust
Motie
2
discard
> Gemeente Amsterdam DS Motie Datum raadsvergadering 28 juni 2023 Ingekomen onder nummer 386 Status Aangenomen Onderwerp Motie van het lid Namane inzake betere ondersteuning bij subsidieproces Onderwerp Betere ondersteuning bij subsidieproces Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De Raad, Gehoord de discussie over Vaststellen van de beleidskader subsidies Constaterende dat: e De personele last van het aanvragen en verantwoorden van subsidies door het college omlaag wordt gebracht door vaker te werken met meerjarige subsidies en het verminde- ren van het aantal regelingen; Overwegende dat: e Het aanvragen en verantwoorden van subsidies een ingewikkeld en tijdsintensief proces zal blijven voor veel Amsterdammers; e De toegang tot subsidies niet afhankelijk zou moeten zijn van aanvraagvaardigheden en beschikbaarheid van personeel; e Verschillende organisaties deze ondersteuning bieden, maar deze beter vindbaar moeten zijn. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders Te onderzoeken hoe (toekomstige) subsidieontvangers beter ondersteund kunnen worden bij het proces van aanvraag en verantwoording, en daarin de optie mee te nemen om in verschillende de- len van de stad met regelmaat een subsidieloket in te richten. Indieners, F.A. Namane
Motie
1
discard
X Gemeente Amsterdam J C % Raadscommissie voor Onderwijs, Jeugd, Diversiteit en Integratie, Kunst en Cultuur, Lokale Media en Monumenten % Gewijzigde agenda, donderdag 1 september 2016 Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie voor Onderwijs, Jeugd, Diversiteit en Integratie, Kunst en Cultuur, Lokale Media en Monumenten Tijd 09.00 uur tot 12.30 uur Locatie De Rooszaal, 0239, stadhuis Algemeen 1 Opening 2 Mededelingen 3 Vaststellen agenda 4 Conceptverslag van de openbare vergadering van de Raadscommissie JC d.d. 30 juni 2016 e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier doorgegeven, commissieJC @raadsgriffie.amsterdam.nl 5 Termijnagenda, per portefeuille , Termijnagenda per portefeuille niet bijgevoegd. U ontvangt op de vrijdag voorafgaande aan de vergadering per mail bijgewerkte exemplaren. Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn slechts richtlijnen waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn. Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda staat. De vergaderingen en de verslaglegging daarvan zijn openbaar. Van deze vergaderingen worden geluids- en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden op internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl. Voor algemene informatie: info @gemeenteraad.amsterdam.nl 1 Gemeente Amsterdam J C Raadscommissie voor Onderwijs, Jeugd, Diversiteit en Integratie, Kunst en Cultuur, Lokale Media en Monumenten Gewijzigde agenda, donderdag 1 september 2016 6 _Tkn-lijst 7 _ Opening inhoudelijk gedeelte 8 _Inspreekhalfuur publiek 9 Actualiteiten en mededelingen 10 Rondvraag Onderwijs 11 Stand van zaken beleidsbrief Burgerschap in het onderwijs inclusief uitvoering motie inzake de beleidsbrief ‘Burgerschap in het onderwijs’ (dialoog over burgerschapsonderwijs). Nr. BD2016-010688 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e _ Uitgesteld in Commissievergadering van 30 juni 2016. 12 Stand van zaken project Onze Nieuwe School Nr. BD2016-011019 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Geagendeerd op verzoek van het lid Moorman (PvdA). Diversiteit 13 Vastellen van de beleidsbrief Gedeelde Geschiedenis Nr. BD2016-010380 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (gemeenteraad d.d. 14 september 2016). 2 Gemeente Amsterdam J C Raadscommissie voor Onderwijs, Jeugd, Diversiteit en Integratie, Kunst en Cultuur, Lokale Media en Monumenten Gewijzigde agenda, donderdag 1 september 2016 Jeugd 14 Kennis te nemen van de 1e bestuursrapportage 2016 Nieuwe jeugdstelsel Amsterdam Nr. BD2016-011234 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. 15 Het Tweede Voortgangsbericht Plan van Aanpak Borgen van Veiligheid in kwetsbare gezinnen Nr. BD2016-011608 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e _Deleden van de Raadscommissies voor Algemene Zaken en voor Zorg en Sport zijn hierbij uitgenodigd. Monumenten 16 Initiatiefvoorstel van de raadsleden Duijndam (SP), Van den Berg (PvdA) en Van den Heuvel (D66) van 12 februari 2016 getiteld Naoorlogse wandkunst Nr. BD2016-010686 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Geagendeerd op verzoek van de leden Duijndam (SP), Van den Berg (PvdA) en Van den Heuvel (D66). e _Indieners zullen in de commissie aangeven of behandeling in de raad gewenst is. e _ Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunt 17. e _ Uitgesteld in de Commissievergadering van 30 juni 2016. 17 Bestuurlijke reactie initiatiefvoorstel monumentale wandkunst Nr. BD2016- 010687 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e _ Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunt 16. e _ Uitgesteld in de Commissievergadering van 30 juni 2016. Kunst en Cultuur 18 Ter bespreking brief wethouder Ollongren inzake ondersteuning kleinschalige lokale media Nr. BD2016-011402 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Geagendeerd op verzoek van het lid Ernsting (GL). 3 Gemeente Amsterdam J C Raadscommissie voor Onderwijs, Jeugd, Diversiteit en Integratie, Kunst en Cultuur, Lokale Media en Monumenten Gewijzigde agenda, donderdag 1 september 2016 TOEGEVOEGDE AGENDAPUNTEN Onderwijs 19 Aanvulling van de Verordening op het Lokaal Onderwijsbeleid in de gemeente Amsterdam 2014 met de Voorziening pilot internationalisering van het primair onderwijs Nr. BD2016-010514 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (gemeenteraad d.d. 14 september 2016). Diversiteit 20 Vaststellen brief Mensenrechten in Amsterdam Nr. BD2016-009041 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (gemeenteraad d.d. 14 september 2016). 4
Agenda
4
train
> Gemeente Amsterdam Amendement Datum raadsvergadering 20 april 2022 Ingekomen onder nummer 205 Status Verworpen Onderwerp Amendement van het lid Bobeldijk inzake houd alternatieve locaties Langerlust in beeld Onderwerp Afwijking hoofdgroenstructuur ten behoeve van maatschappelijke opvang boerderij Langerlust. Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De Raad, Gehoord de discussie over het afwijken van de Hoofdgroenstructuur ten behoeve van de huisves- ting van een Maatschappelijke Opvang/Beschermd Wonen ‘special’ op de provincialeweg 23, “Boerderij Langerlust Constaterende dat: — Het Dagelijks Bestuur van stadsdeel Zuidoost aangeeft dat de gewenste toekomstige functie voor boerderij Langerlust zoals verwoord in de Toekomstvisie Gaasperplas botst met de func- tie van Maatschappelijke Opvang/Beschermd Wonen op deze locatie; — Niet alle alternatieve locaties niet per definitie onmogelijk lijken te zijn, indien hiertoe de juiste stappen worden ondernomen. Van mening zijnde dat: — De geschetste ontwikkelingen in de Toekomstvisie Gaasperplas pas op termijn spelen voor Boerderij Langerlust; — De prikkelarme Maatschappelijke Opvang op boerderij Langerlust daarom in eerste instantie alleen tijdelijk zou moeten zijn, zolang andere locaties op termijn bruikbaar zijn te maken voor deze Maatschappelijke Opvang/Beschermd Wonen. Gemeente Amsterdam Status Verworpen Pagina 2 van 2 Beluit: Beslispunt 2: “Kennis te nemen van het onderzoek naar mogelijke alternatieve locaties voor deze voorziening en de conclusie dat tot op heden geen kansrijkere alternatieve locatie is gevonden.” Te wijziging in (wijziging is dik gedrukt): “Kennis te nemen van het onderzoek naar mogelijke alternatieve locaties voor deze voorziening en de conclusie dat tot op heden geen direct kansrijkere alternatieve locatie is gevonden, maar wel interessant zijn om verder te onderzoeken.” En een nieuw beslispunt toe te voegen: “6. De genoemde alternatieve locaties verder te onderzoeken op de mogelijkheid om de Maatschappelijke Opvang/Beschermd Wonen (MO/BW) mogelijk te maken en daar waar nodig hiertoe stappen te ondernemen en de raad hierover uiterlijk in oktober 2022 te informeren over de voortgang.” Indiener E. Bobeldijk
Motie
2
discard
Gemeente Amsterdam EE ak MO mi KENKE E 4 gene RS ij =, a EE ae Ì Enquête jaarwisseling 2022- 2023 In opdracht van: Evenementenbureau; Directie Communicatie Projectnummer: 230577 Nina Vos Branco Bolsius Willem Bosveld Met medewerking van Rasha Zrek Bezoekadres: Weesperstraat 113-117 Telefoon 020 251 10333 Postbus 658, 1000 AR Amsterdam onderzoek.amsterdam.nl [email protected] Amsterdam, maart 2023 Foto voorzijde: vuurwerkshow met drones vanaf de A'DAM Toren, Instagram @gemeenteamsterdam (2023) 2 Inhoud Samenvatting en conclusie 5 Inleiding 8 1 Invulling van de jaarwisseling 11 1.1 Amsterdammers vierden jaarwisseling voornamelijk thuis met familie en vrienden 11 1.2 Bijna een kwart van de Amsterdammers kocht vuurwerk 12 1.3 Meeste Amsterdammers staken geen vuurwerk af tijdens de jaarwisseling 12 1.3.1 Mannen staken ruim drie keer zo vaak vuurwerk af dan vrouwen tijdens de jaarwisseling 13 1.3.2 Respondenten onder de 50 jaar staken het vaakst vuurwerk af 13 1.4 Het afsteken van vuurwerk gebeurt vooral op oudejaarsavond 14 1.5 Initiatief “Feelgood Vuurwerk” nog onbekend onder de meeste Amsterdammers 14 2 Het afsteekverbod in Amsterdam 16 2.1 Meeste Amsterdammers niet gehecht aan mogelijkheid tot afsteken van vuurwerk in Nederland 16 2.1.1 Mannen meer gehecht aan mogelijkheid afsteken vuurwerk dan vrouwen 16 2.1.2 Groep jonger dan 50 vaker gehecht aan mogelijkheid tot afsteken vuurwerk dan 50-plussers 17 2.2 Bijna iedereen bekend met lokaal afsteekverbod; ook zij die zelf vuurwerk afstaken 18 2.3 Meerderheid vindt lokaal afsteekverbod goed, maar ook hier meningen verdeeld 18 2.3.1 Voorstanders van afsteekverbod noemen vooral de gevaren van vuurwerk en het milieu 19 2.3.2 Tegenstanders van afsteekverbod geven aan dat siervuurwerk anders is dan knalvuurwerk en dat siervuurwerk een mooie traditie is 19 2.3.3 Weerstand tegen afsteekverbod het grootst onder mannen tot 50 jaar 20 2.4 Helft van Amsterdammers denkt niet dat afsteekverbod aantal incidenten vermindert 21 2.4.1 Ook voorstanders van afsteekverbod zien uitdagingen 22 2.4.2 Afsteekverbod vermindert het aantal incidenten omdat het toch een deel van de mensen zal aanspreken 22 2.4.3 Afsteekverbod vermindert het aantal incidenten niet omdat het niet gehandhaafd wordt en de regels niet eenduidig zijn 23 2.5 Respondenten onbeslist over of het afsteekverbod de jaarwisseling veiliger maakt 23 2.6 Meeste Amsterdammers vonden de jaarwisseling niet minder leuk vanwege het afsteekverbod 24 2.7 Respondenten steken geen vuurwerk af omdat het “niks voor hen is” 24 3 Nieuwjaarsvieringen 25 3 3.1 Grootste gedeelte Amsterdammers was op de hoogte van georganiseerde nieuwjaarsvieringen 25 3.2 Acht procent van Amsterdammers bracht bezoek aan georganiseerde nieuwjaarsvieringen 26 3.2.1 Drones en vuurwerk bij de ADAM Toren op 2 januari meest bezocht 26 3.2.2 Driekwart van bezoekers vond de georganiseerde nieuwjaarsviering (erg) leuk 27 3.2.3 Georganiseerde nieuwjaarsvieringen waren leuk omdat het bijzonder, goed georganiseerd en gezellig was 27 3.2.4 Georganiseerde nieuwjaarsvieringen waren stom omdat de shows te kort waren en de muziek niet goed te horen was 27 3.3 Helft van Amsterdammers vindt georganiseerde vieringen een goed alternatief voor het zelf afsteken van vuurwerk 28 3.4 Zestien procent zal waarschijnlijk volgend jaar een georganiseerde viering of vuurwerkshow bezoeken 28 3.5 Voorkeur voor spectaculaire vuurwerkshow die gratis is 29 3.5.1 Vooral interesse in vuurwerkshows 29 3.5.2 Centrale viering moet vooral gratis, spectaculair en goed bereikbaar zijn 29 3.6 Georganiseerde nieuwjaarsvieringen weinig invloed op beoordeling jaarwisseling Amsterdammers 30 Bijlage 1 Vragenlijst 32 Bijlage 2 Resultaten respondentgroep van buiten Amsterdam 38 4 Samenvatting en conclusie In 2021 ging in de gemeente Amsterdam een afsteekverbod voor consumentenvuurwerk van kracht. Na twee jaarwisselingen waarbij als gevolg van de coronapandemie een landelijk verkoop- en afsteekverbod was ingevoerd, was de 2022-2023 jaarwisseling de eerste waarbij het Amsterdamse afsteekverbod lokaal van kracht was. Als alternatief voor het afsteken van vuurwerk heeft de gemeente verspreid over de stad nieuwjaarsvieringen georganiseerd en particuliere initiatieven gesteund. Een deel van de georganiseerde nieuwjaarsvieringen waren echter geannuleerd wegens weersomstandigheden. Tijdens Oud & Nieuw vond nog wel een lichtshow plaats op het museumplein en op 2 januari was er ook een drone en vuurwerkshow bij de A'dam toren. Namens het Stedelijk Evenementenbureau heeft O&S onderzocht wat Amsterdammers van deze alternatieven vinden. Ook is hen gevraagd hoe zij de jaarwisseling zelf hebben gevierd, of het afsteken van vuurwerk daar onderdeel van uitmaakte en hoe zij aankijken tegen het lokale afsteekverbod. Hiervoor is enquêteonderzoek uitgevoerd binnen het bewonerspanel van O&S en via sociale media. In totaal namen 2.883 mensen deel, waaronder 777 jonger dan 35 jaar, waarvan 131 jonger dan 25 jaar. Ook bestond de respons voor een klein deel uit mensen die niet in Amsterdam wonen. Over de resultaten van deze 186 respondenten wordt in de bijlage visueel gerapporteerd. Puntsgewijze samenvatting van de resultaten: = _De meeste respondenten vierden de jaarwisseling thuis of bij iemand thuis. Daarnaast werd de jaarwisseling meestal met vrienden en familie gevierd. = _ Nagenoeg een kwart van alle respondenten heeft vuurwerk gekocht. Bijna alle respondenten die vuurwerk afstaken deden dit op oudejaarsavond. Daarnaast deed een op de tien dit (ook) op oudejaarsdag. n= _De meerderheid van de respondenten heeft zich aan het vuurwerkverbod gehouden (81%). Deze groep stak geen vuurwerk of alleen fopvuurwerk af. Mannen staken gemiddeld drie op de tien keer vuurwerk af, meer dan drie keer zo vaak als vrouwen. Respondenten onder de 50 jaar staken vaker vuurwerk dan oudere respondenten. "Een grote meerderheid (91%) was voorafgaand aan de 2022-2023 jaarwisseling bekend met het lokale afsteekverbod. Bekendheid met de regel is het grootst onder 65-plussers en het laagst onder de groep 25- tot 35-jarigen. Ook zij die vuurwerk afstaken tijdens de jaarwisseling waren veelal op de hoogte van het verbod en deden dit dus bewust tegen de regel in. = _De meerderheid van respondenten hecht geen waarde aan de mogelijkheid om in Nederland vuurwerk af te steken rondom de jaarwisseling. Toch is ook een aanzienlijk deel hier wel aan gehecht. Hetzelfde patroon zien we terug in meningen over het afsteekverbod: de meesten vinden dit een heel goed idee, maar een aanzienlijk deel vindt het heel slecht. Deze groep bestaat vooral uit mannen en respondenten jonger dan 50 jaar. Voorstanders van afsteekverbod noemen vooral dat het afsteken van vuurwerk veel gevaren met zich meebrengt en dat het slecht is voor het milieu. Tegenstanders 5 geven aan dat de ongelukken niet het gevolg zijn van siervuurwerk, maar van illegaal knalvuurwerk en dat het een mooie traditie is. n= _De meeste respondenten vinden dat het afsteekverbod de 2022-2023 jaarwisseling niet onveiliger, maar ook niet veiliger maakte. lets minder dan een kwart heeft de jaarwisseling als veiliger ervaren. Ook denkt de grootste groep respondenten dat het lokale afsteekverbod op consumentenvuurwerk het aantal incidenten rond de jaarwisseling niet vermindert. Ook onder voorstanders van het afsteekverbod betwijfelt een aanzienlijke groep het effect ervan. Mensen die denken dat het verbod het aantal incidenten vermindert, denken dit omdat het voor een deel van de mensen toch een drempel zal vormen om vuurwerk af te steken. Het aantal incidenten zal volgens hen niet sterk verminderen maar wel helpen. Zij die denken dat het verbod niet tot een vermindering van incidenten leidt, beargumenteren vooral dat het niet zal helpen zonder handhaving, duidelijke regels en een landelijk verbod. = Wel vinden de meeste respondenten dat de jaarwisseling met afsteekverbod (minstens) even leuk was als eerdere jaarwisselingen zonder afsteekverbod. Een kwart is het hier niet mee eens. = Het belangrijkste motief voor Amsterdammers om geen vuurwerk af te steken is dat het niks voor hen is. Dit suggereert dat de meeste mensen die geen vuurwerk afstaken tijdens de afgelopen jaarwisseling, dit voor het afsteekverbod ook al niet deden. Voor een kwart van de mensen die geen vuurwerk afstaken was het verbod wel een reden. Verder deed vier procent het niet omdat zij de georganiseerde nieuwjaarsvieringen voldoende vonden. = _De meerderheid van de respondenten was op de hoogte van de georganiseerde nieuwjaarsvieringen (74%). Het vaakst zijn zij dit te weten gekomen via sociale media (714%) en de krant (31%). = __ Minder dan één op de tien respondenten heeft een georganiseerde nieuwjaarsviering bezocht. De vaakst bezochte viering was de drones en vuurwerkshow bij de ADAM Toren (61%). Ook ging één op de drie respondenten die naar een georganiseerde viering zijn gegaan naar de lichtshow op het museumplein. Driekwart van de respondent die een georganiseerde viering bezocht hebben vonden dit (erg) leuk. Deze personen omschrijven dit als mooi, gezellig, bijzonder en vernieuwend, goed georganiseerd en veilig. Daarnaast beviel het uitgestelde moment waarop de viering plaatsvond. Ook vond 12% het (erg) stom en als reden gaven zij dat de shows te kort waren en de muziek en zichtbaarheid tegenviel. n= De helft van de Amsterdammers vinden georganiseerder nieuwjaarsvieringen een goed alternatief voor het zelf afsteken van vuurwerk. " _Zesopdetien respondenten geeft aan volgend jaar (zeer) waarschijnlijk geen georganiseerde viering te gaan bezoeken. 16% geeft aan volgend jaar (zeer) waarschijnlijk wel naar een viering te gaan rondom de jaarwisseling. " _Vooreen deel van respondenten lijken vuurwerkshows (41%), een viering met een lichtshow (36%) en een show met drones leuk om te bezoeken (36%). De vaakst genoemde voorwaarden om naar een georganiseerde viering te gaan zijn dat het gratis en spectaculair moet zijn (64% en 55%). Daarnaast wordt bereikbaarheid, zowel lopend, fietsend of met het ov, vaak aangeduid als voorwaarde. = Vier opde tien respondenten weet niet of ze jaarwisseling leuker of veiliger vonden door de georganiseerde vieringen. Ook geeft een kwart aan dat ze de jaarwisseling hierdoor 6 even leuk en veilig vonden. Twee op de tien respondenten geeft aan dat ze viering veiliger vonden. 1 Inleiding Begin 2021 heeft de gemeenteraad een afsteekverbod voor consumentenvuurwerk vast laten leggen in de Algemene Plaatselijke Verordening. Directe aanleiding daarvoor waren de ernstige incidenten bij de jaarwisseling in 2019-2020 en de al jaren aanwezige onveiligheidsgevoelens, overlast en hinder die veel Amsterdammers ervaren. De gezondheidsschade die consumentenvuurwerk steeds weer veroorzaakte is een belangrijk onderdeel geweest van die afweging. Uit onderzoek van O&S uit 2019 is gebleken dat een grote meerderheid van de Amsterdammers (80%) het belangrijk vindt dat vuurwerkoverlast tijdens de jaarwisseling wordt teruggedrongen. Na twee jaarwisselingen waarbij als gevolg van de coronapandemie een landelijk verkoop- en afsteekverbod was ingevoerd, was de 2022-2023 jaarwisseling de eerste waarbij het Amsterdamse afsteekverbod lokaal van kracht was. Gezien de uitdagingen rondom het handhaven van dit afsteekverbod, heeft het stadsbestuur besloten dat er meer nodig is om Amsterdammers te bewegen om geen vuurwerk meer af te steken. Minstens zo belangrijk is het aanbieden van alternatieven. De gemeente organiseerde daarom op meerdere plekken, verspreid over de stad nieuwjaarsvieringen.! Deze bestonden uit een centrale viering op het Museumplein en georganiseerde vuurwerkshows en er werden particuliere initiatieven ondersteund, die op een alternatieve manier een nieuwjaarsviering vormgeven. Een deel van de georganiseerde jaarwisselingvieringen werd geannuleerd wegens weersomstandigheden. Doel en opzet Aan O&S is gevraagd om te onderzoeken wat Amsterdammers van deze initiatieven weten, hoe ze ernaar kijken en of ze het goede alternatieven vinden voor het zelf afsteken van vuurwerk. O&S heeft daarvoor in samenwerking met het Evenementenbureau een vragenlijst opgesteld en verspreid in januari 2023. De vragenlijst is te vinden in bijlage 1. Er zijn twee methoden ingezet om uitspraken over Amsterdammers te kunnen doen. Ten eerste is de vragenlijst uitgezet onder 1.500 leden van het Amsterdamse bewonerspanel. Daarnaast is een campagne uitgezet op Instagram en Facebook om aanvullende respons te werven, met name onder mensen jonger dan 35 jaar. Respons Methode De gekozen methoden resulteerde in een uiteindelijke respons van 2.883 deelnemers. Een overzicht van de totale respons, evenals een uitsplitsing naar methode, is weergegeven in tabel 1. Het veldwerk via sociale media bracht twee derde van de totale respons op. Werving binnen het bewonerspanel bracht 981 ingevulde enquêtes op, een responspercentage van 65%. 1 Vanwege weersomstandigheden vonden een aantal van de georganiseerde vieringen niet, in aangepaste vorm of op een later tijdstip plaats. Hoewel de enquête op deze wijzigingen is afgesteld, dient hiermee rekening gehouden te worden bij de interpretatie van de evaluatie van de vieringen. 8 Tabel 1 Respons naar methode, januari 2023 sociale media 1.902 66 panel 981 34 totaal 2.883 100 Woonplaats Tabel 2 laat zien dat een deel van de respondenten niet in Amsterdam woont. In de rapportage van de enquêteresultaten worden deze respondenten buiten beschouwing gelaten en wordt alleen gerapporteerd over de groep respondenten die aangeven in Amsterdam te wonen (n = 2.629). In bijlage 2 worden de resultaten vanuit de 186 respondenten van buitenaf weergegeven. Tabel 2 Aandeel respondenten wat aangeeft binnen of buiten Amsterdam te wonen, januari 2023 binnen Amsterdam 2.629 91 buiten Amsterdam 186 7 onbekend 68 2 totaal 2.883 100 Stadsdeel In een uitsplitsing van de respons naar stadsdeel valt op dat met name de respons vanuit stadsgebied Weesp relatief laag uitvalt (tabel 3). Dit is begrijpelijk, aangezien dit gebied pas kort deel uitmaakt van de gemeente Amsterdam. Ook de respons vanuit stadsdeel Zuidoost is relatief klein. Wel is de respons vanuit alle gebieden zodanig dat voor alle resultaten, mits relevant, een uitsplitsing naar stadsdeel beschreven kan worden. Toch dient bij de interpretatie van de resultaten rekening gehouden te worden met deze verdeling. Tabel 3 Respons naar stadsdeel, januari 2023 Zuid 399 15 Centrum 388 15 Noord 375 14 Oost 361 14 Nieuw-West 332 13 West 297 11 Zuidoost 165 6 Weesp 155 6 onbekend 157 6 totaal 2.629 100 Leeftijd en geslacht In tabel 4 is de respons opgedeeld in leeftijdscategorieën. In tegenstelling tot regulier enquêteonderzoek, is het aandeel 65-plussers in de respons relatief klein, ten gevolge van de inzet van sociale media voor werving. Op basis van de aanname dat het vuurwerkverbod met 9 name gericht is op jongere doelgroepen, heeft dit geen verstorend effect op de resultaten. Desalniettemin dient bij de interpretatie van de resultaten rekening gehouden te worden met deze verdeling. Tot slot toont tabel 5 een representatieve verdeling naar geslacht. Tabel 4 Respons naar leeftijd, januari 2023 tot 25 jaar 120 5 25 tot 35 jaar 585 22 35 tot 55 jaar 824 31 55 tot 65 jaar 586 22 65 jaar en ouder 445 17 onbekend 69 3 totaal 2.629 100 Tabel 5 Respons naar geslacht, januari 2023 man 1.252 48 vrouw 1.302 50 anders 11 0 onbekend 64 2 totaal 2.629 100 10 1 Invulling van de jaarwisseling In het eerste hoofdstuk wordt toegelicht hoe de respondenten de 2022-2023 jaarwisseling hebben gevierd. Hierbij komt onder meer aan bod hoeveel van hen vuurwerk kochten en in hoeverre men zich aan het lokale afsteekverbod gehouden heeft. Verschillen tussen groepen respondenten worden uitgelicht. 1.1 Amsterdammers vierden jaarwisseling voornamelijk thuis met familie en vrienden Aan de respondenten is gevraagd met wie en waar zij de jaarwisseling gevierd hebben. De meeste respondenten vierden de jaarwisseling samen met vrienden, familie en/of hun partner (figuur 1.1). Een klein gedeelte van de respondenten vierde de jaarwisseling alleen of helemaal niet. Figuur 1.1 Met wie heb je de jaarwisseling gevierd? Meerdere antwoorden mogelijk. Januari 2023 (n = 2.623, procenten) vrienden familio/kinderen partner alleen EN collega's Ì 1 met iemand anders 3 ik heb de jaarwisseling niet gevierd m % 0 10 20 30 40 50 Meer dan de helft van de respondenten die de jaarwisseling vierde, deden dit thuis (figuur 1.2). Ook werd de nieuwjaarwisseling door drie op de tien respondenten bij vrienden of familie thuis gevierd. Twaalf procent heeft het (ook) in de buurt gevierd. Drie procent was tijdens de jaarwisseling bij een georganiseerde nieuwjaarsviering aanwezig. 1 Figuur 1.2 Waar heb je de jaarwisseling gevierd? Januari 2023 (n = 2.523, procenten) thuis bij vrienden of familie thuis in de buurt in een club/café E 4 bij een georganiseerde nieuwjaarsviering Ï 3 anders % 0 20 40 60 80 1.2 Bijna een kwart van de Amsterdammers kocht vuurwerk Uit de enquête blijkt dat bijna een kwart van de respondenten die de 23% jaarwisseling vierden hier vuurwerk voor heeft gekocht. Respondenten vanaf 35 tot 50 jaar hebben het vaakst vuurwerk gekocht (35%). Tevens gold dit voor een kwart van de respondenten tot 35 jaar. Respondenten van 65 jaar en ouder kochten zelden vuurwerk (3%). 1.3 Meeste Amsterdammers staken geen vuurwerk af tijdens de jaarwisseling In de enquête is aan de respondenten gevraagd of zij tijdens de jaarwisseling zelf vuurwerk hebben afgestoken. Het grootste gedeelte heeft zich aan het vuurwerkverbod gehouden: vier op de vijf heeft geen vuurwerk of alleen fopvuurwerk, zoals sterretjes en knalerwten, afgestoken (zie figuur 1.3). lets minder dan een op de vijf respondenten heeft zich niet aan het lokale vuurwerkverbod gehouden. Hiermee is het aandeel Amsterdammers wat vuurwerk kocht groter dan het aandeel dat ondanks het verbod vuurwerk afstak. Verklaring hiervoor is dat het vuurwerk wat door deze groep gekocht werd aannemelijk voor een deel fopvuurwerk was. Het afsteken hiervan ging niet tegen het verbod in. Een andere verklaring is dat sommigen het gekochte vuurwerk niet zelf afstaken, omdat zij er bijvoorbeeld toch vanaf zagen of het voor anderen kochten om af te steken. Figuur 1.3 Het aandeel dat zich aan het vuurwerkverbod heeft gehouden Januari 2023 (n = 2.523, procenten) 12 19 = vuurwerk afgestoken m geen vuurwerk of alleen fopvuurwerk afgestoken weet niet % 81 De respondenten die zich niet aan het vuurwerkverbod hebben gehouden staken voornamelijk vuurwerk af dat legaal (in Nederland) gekocht is. Twee procent van alle respondenten geeft aan vuurwerk te hebben afgestoken wat buiten Nederland gekocht is. Verder heeft slechts een klein deel (15%) van degenen die zich niet aan het verbod hielden ook fopvuurwerk afgestoken. Zij kozen er dus vooral voor om, tegen het verbod in, groter vuurwerk af te steken. 1.3.1 Mannen staken ruim drie keer zo vaak vuurwerk af dan vrouwen tijdens de jaarwisseling Een uitsplitsing naar achtergrondkenmerken laat zien dat mannen vaker vuurwerk afstaken dan vrouwen tijdens de jaarwisseling. Bijna drie op de tien mannen heeft vuurwerk afgestoken (zie figuur 1.4). Dit geldt voor nog geen tiende van de vrouwen die mee hebben gedaan aan de enquête. Figuur 1.4 Heb je tijdens de afgelopen jaarwisseling zelf vuurwerk afgestoken? Naar geslacht. Januari 2023 (n =2.523, procenten) vrouw (n = 1242) En % 0 10 20 30 40 1.3.2 Respondenten onder de 50 jaar staken het vaakst vuurwerk af Ook zijn er verschillen in leeftijd met betrekking tot het afsteken van vuurwerk. Respondenten onder de 50 jaar gaven aan tijdens de jaarwisseling vaker vuurwerk te hebben afgestoken dan 50-plussers (figuur 1.5). De groep van 35 tot 50 jaar gaf dit het vaakst aan. Voor respondenten boven de 65 ging dit om slechts drie procent. Figuur 1.5 Heb je tijdens de afgelopen jaarwisseling zelf vuurwerk afgestoken? Naar leeftijd. Januari 2023 (n =2.523, procenten) 13 65 jaar en ouder (n = 422) % 0 10 20 30 1.4 Het afsteken van vuurwerk gebeurt vooral op oudejaarsavond Aan de respondenten die vuurwerk hebben afgestoken is gevraagd wanneer zij dit hebben gedaan. Bijna alle respondenten gaven aan dit op oudejaarsavond te hebben gedaan (figuur 1.7). lets meer dan een tiende heeft (ook) op oudejaarsdag vuurwerk afgestoken. Tevens heeft vijf procent (ook) na oudejaarsavond nog vuurwerk afgestoken en vier procent deed dit op de dagen ervoor. Figuur 1.7 Wanneer heb je vuurwerk afgestoken? (n = 471, procenten) op de dagen voor oudejaarsdag |: op oudejaarsdag (voor 18:00 uur) N- op oudejaarsavond (tussen 18:00 uur en EN 2:00 uur) na oudejaarsavond (na 2:00 uur) 1: % 0 50 100 1.5 Initiatief “Feelgood Vuurwerk” nog onbekend onder de meeste Amsterdammers In de enquête is de vraag gesteld of de respondenten afwisten van het initiatief “Feelgood Vuurwerk”, Dit is een initiatief van de stichting Wereldverbeteraars dat door de gemeente Amsterdam gesteund is. In ruil voor een donatie voor daklozen kregen mensen de mogelijkheid om virtueel vuurwerk (Feelgood Vuurwerk) te bekijken op een smartphone, aan de hand van augmented reality. Veruit het grootste gedeelte van de respondenten was niet op de hoogte van dit initiatief (figuur 1.8). In totaal wist twaalf procent hier wel van af, maar heeft vrijwel niemand zelf virtueel vuurwerk gekocht. 14 Figuur 1.8 Wist jij van dit initiatief? Januari 2023 (n= 2.629, procenten) 3 0 12 mja, ik heb zelf virtueel vuurwerk gekocht mja, maar ik heb zelf geen virtueel vuurwerk gekocht m nee % 85 15 2 Het afsteekverbod in Amsterdam In 2021 ging in de gemeente Amsterdam een lokaal afsteekverbod voor consumentenvuurwerk van kracht. Wel bleef het toegestaan om consumentenvuurwerk te (ver)kopen. In Nederland gelden andere regels en is het afsteken van consumentenvuurwerk wel toegestaan. Dit hoofdstuk gaat in op het perspectief van Amsterdammers op het lokale afsteekverbod in hun gemeente. 2.1 Meeste Amsterdammers niet gehecht aan mogelijkheid tot afsteken van vuurwerk in Nederland In de enquête is Amsterdammers gevraagd in hoeverre zij gehecht zijn aan de mogelijkheid om in Nederland vuurwerk af te kunnen steken tijdens de jaarwisseling. Nagenoeg drie op de vijf geeft aan hier niet gehecht aan te zijn (figuur 2.1). Toch is ook 42% hier enigszins of sterker aan gehecht, waarvan de meesten zeer sterk. Figuur 2.1 In welke mate hecht je aan de mogelijkheid om in Nederland vuurwerk af te kunnen steken rond de jaarwisseling? Januari 2023 (n = 2.629, procenten) % 0 20 40 60 80 100 mik hecht zeer sterk aan deze mogelijkheid mik hecht sterk aan deze mogelijkheid = ik hecht enigszins aan deze mogelijkheid ik ben niet gehecht aan deze mogelijkheid weet ik niet, geen antwoord 2.1.1 Mannen meer gehecht aan mogelijkheid afsteken vuurwerk dan vrouwen Een uitsplitsing naar achtergrondkenmerken laat zien dat mannen een stuk vaker zeer sterk gehecht zijn aan de mogelijkheid om in Nederland vuurwerk af te steken dan vrouwen (figuur 2.2.1). Twee op de drie vrouwen in de enquête hecht hier geen waarde aan, tegenover de helft van mannen. 16 Figuur 2.2.1 In welke mate hecht je aan de mogelijkheid om in Nederland vuurwerk af te kunnen steken rond de jaarwisseling? Naar geslacht. Januari 2023 (procenten) nn " ie 7 5 ’ % 0 20 40 60 80 100 m zeer sterk gehecht m sterk gehecht = enigszins gehecht niet gehecht weet niet, geen antwoord 2.1.2 Groep jonger dan 50 vaker gehecht aan mogelijkheid tot afsteken vuurwerk dan 50-plussers Ook zien we verschillen naar leeftijd in de mate waarin men hecht aan de mogelijkheid om rond de jaarwisseling vuurwerk af te steken. Figuur 2.2.2 geeft het overzicht weer. Hierin is te zien dat de mate waarin men hecht aan de mogelijkheid om vuurwerk af te steken afneemt met leeftijd. De groep respondenten van 65 jaar en ouder is hier veruit het minst vaak aan gehecht. Figuur 2.2.2 In welke mate hecht je aan de mogelijkheid om in Nederland vuurwerk af te kunnen steken rond de jaarwisseling? Naar leeftijd. Januari 2023 (procenten) 50 tot 65 jaar (n = 586) 65 65 jaar en ouder (n = 445) 7 % 0 20 40 60 80 100 m zeer sterk gehecht m sterk gehecht e enigszins gehecht niet gehecht weet niet, geen antwoord 17 2.2 Bijna iedereen bekend met lokaal afsteekverbod; ook zij die zelf vuurwerk afstaken Van alle Amsterdammers die de enquête invulden was ruim negen op de tien voorafgaand 0 aan de jaarwisseling op de hoogte van het afsteekverbod in Amsterdam (figuur 2.3). De KA o bekendheid met de regel verschilt niet tot nauwelijks tussen groepen Amsterdammers. Er bestaan marginale verschillen naar leeftijd: de oudere waren iets vaker op de hoogte van het afsteekverbod dan de jongere respondenten. Verder zien we geen verschillen in bekendheid met het lokale afsteekverbod tussen respondenten die wel vuurwerk afstaken en zij die dat niet deden. Zij die dit wel deden, deden dit dus veelal bewust tegen de regel in. Figuur 2.3 Was je voorafgaand aan de jaarwisseling op de hoogte van het afsteekverbod in Amsterdam? Naar achtergrondkenmerken. Januari 2023 (procenten) tot sja (120 2 toa 99) sot soyser (n= 2 EN stoten (n=) 0 20 40 60 80 100 mja m nee weet niet, geen antwoord 2.3 Meerderheid vindt lokaal afsteekverbod goed, maar ook hier meningen verdeeld Ook is respondenten gevraagd naar hun visie op het afsteekverbod in Amsterdam. Uit de antwoorden blijkt dat de meeste respondenten het afsteekverbod een goed initiatief vinden (figuur 2.4). Toch zien we ook hier een verdeeld beeld: relatief veel respondenten vinden het heel goed of heel slecht. lets minder dan een kwart vindt het afsteekverbod in Amsterdam heel slecht. Figuur 2.4 Wat vind je van het afsteekverbod in Amsterdam? Januari 2023 (procenten) 18 1% 23% m heel goed e= goed 45% niet goed, niet slecht 8% e= slecht m heel slecht 10% weet niet, geen antwoord 13% 2.3.1 Voorstanders van afsteekverbod noemen vooral de gevaren van vuurwerk en het milieu In de enquête is respondenten gevraagd om bovenstaande mening over het lokale afsteekverbod van consumentenvuurwerk toe te lichten. Zij die het afsteekverbod (heel) goed vinden, leggen met name uit dat het zelf afsteken van vuurwerk veel gevaar en onveiligheid met zich meebrengt. Het zorgt voor te veel ongelukken, slachtoffers en schade. Bovendien vragen de vele incidenten veel van de hulpverleners, zoals politie en het ziekenhuispersoneel. Daarnaast is het erg slecht voor het milieu en zorgt het voor veel vervuiling en afval op straat. Ook wordt genoemd dat het harde geluid stressvol is voor slachtoffers van (oorlogs)geweld, ouderen en huisdieren. Verder vinden voorstanders van het verbod dat het een ouderwetse traditie is die niet meer bij deze tijd hoort. Tot slot is er een grote groep respondenten die het initiatief van een vuurwerkverbod erg goed vinden, maar de uitvoering ervan minder succesvol. Omdat het niet gehandhaafd wordt en het wel mogelijk was om vuurwerk te kopen, heeft Amsterdam zich er niet goed aan gehouden. Hierdoor maakte het verbod volgens hen geen groot verschil. “Jk vind vuurwerk leuk hoor, maar het is toch niet goed te praten dat er zo veel mensen in het ziekenhuis door belanden, van wie ook veel omstanders. Verbieden die hap. Maar dan dus ook de verkoop, niet alleen het afsteken.” “Jk vind het rond oud en nieuw altijd heel grimmig in de stad met al dat vuurwerk. Ook gezien de extra overlast met ongelukken voor de zorg vind ik het goed. Tot slot vind ik het goed voor de natuur dat het niet meer gebeurt.” “Vind het goed. Alleen niemand houdt of heeft zich eraan gehouden. En ook raar, je mag het wel kopen maar niet afsteken.” 2.3.2 Tegenstanders van afsteekverbod geven aan dat siervuurwerk anders is dan knalvuurwerk en dat siervuurwerk een mooie traditie is Respondenten die het afsteekverbod in Amsterdam (heel) slecht vinden, lichten deze beoordeling vooral toe door uit te leggen dat het afsteken van siervuurwerk niet de oorzaak is van de vele incidenten rondom de jaarwisseling. Volgens hen zou knalvuurwerk en illegaal gekocht vuurwerk de boosdoener zijn, en is het te kort door de bocht om het afsteken van alle vormen van vuurwerk te verbieden. Veel van hen geven aan zich ook zelf te storen aan harde knallen en zich zorgen te maken over de vele ongelukken. Een deel begrijpt dan ook het idee achter een verbod. De regelgeving zou hier nauwkeuriger op aangescherpt moeten worden en dit zou vervolgens ook goed gehandhaafd moeten worden. Op deze manier kunnen mensen die 19 zich aan de landelijke regels voor het afsteken van vuurwerk houden, dit nog steeds op een volgens hen veilige en leuke manier blijven doen. Een ander deel van de tegenstanders geeft aan dat het afsteken van vuurwerk nou eenmaal traditie is en dat dit bij de sfeer en het plezier van de jaarwisseling hoort. Bovendien is het mooi om te zien. Een andere groep laat weten het vuurwerkverbod slecht te vinden doordat het zinloos is. Het wordt onvoldoende gehandhaafd, waardoor de regel weinig effect heeft. Tot slot noemt een deel dat zij het verbod op het afsteken van vuurwerk betuttelend vinden. “Het afsteken van vuurwerk verbroedert en verbindt. Het argument voor het milieu ervaar ik als zwak, op veel plaatsen in de wereld wordt bijvoorbeeld tijdens het zomerseizoen wekelijks vuurwerk afgestoken. Eenmalig beperkt siervuurwerk zou best passen. Het fokt mensen naar buiten en zo zien buurtgenoten elkaar. Ik hekel het harde en illegale knalvuurwerk en vind dat er “knalhard” opgetreden mag worden.” “Betutteling ten top. Oud en Nieuw moet gevierd kunnen worden zoals mensen dat zelf wil. Bij normaal gebruik van consumentenvuurwerk zie ik het probleem ook niet.” “Afgelopen corona jaren werkte het verbod niet. Dit jaar ook niet. Een verbod werkt alleen Europees. Zolang iedereen zich aan regels zou houden moet zelf vuurwerk afsteken die ene dag per jaar gewoon kunnen. Overtreders harder straffen.” 2.3.3 Weerstand tegen afsteekverbod het grootst onder mannen tot 50 jaar De meningen over het afsteekverbod in Amsterdam verschillen tussen groepen Amsterdammers. Zo zien we dat steun voor de maatregel toeneemt met leeftijd (figuur 2.5). Wel is de groep 35- tot 50-jarigen het vaakst tegen het initiatief. Amsterdammers tot 25 jaar vinden het afsteekverbod relatief vaak geen slecht, maar ook geen goed idee. Verder zien we dat mannen het verbod ruim twee keer zo vaak een slecht idee vinden dan vrouwen. Ruim twee op de vijf mannen in het onderzoek vindt het lokale afsteekverbod een slecht initiatief. Twee op de drie vrouwen vindt het juist een goed initiatief. 20 Figuur 2.5 Wat vind je van het afsteekverbod in Amsterdam? Naar leeftijd en geslacht. Januari 2023 (procenten) an (1253) 0 20 40 60 80 100 m heel goed e= goed niet goed, niet slecht = slecht m heel slecht weet niet, geen antwoord 2.4 Helft van Amsterdammers denkt niet dat afsteekverbod aantal incidenten vermindert Op de vraag of het afsteekverbod in Amsterdam het aantal incidenten met vuurwerk rondom de jaarwisseling vermindert, antwoorden de meeste respondenten dat zij denken van niet (figuur 2.7). Nagenoeg drie op de tien denkt dat dit zeker niet het geval is. Toch denkt ook nagenoeg een kwart dat het verbod het aantal incidenten zeker wel zal verminderen. Een op de vijf denkt dat dit enigszins zo is. Een uitsplitsing naar achtergrondkenmerken laat eenzelfde patroon zien als bij eerdere resultaten naar voren komt: de mate waarin men ervan overtuigd is dat het afsteekverbod zorgt voor minder incidenten met vuurwerk loopt op met leeftijd en vrouwen zijn hier vaker van overtuigd dan mannen. 21 Figuur 2.7 Denk je dat het aantal incidenten met vuurwerk rondom de jaarwisseling verminderd wordt met een afsteekverbod? Naar leeftijd, geslacht en totaal. Januari 2023 (procenten) Amsterdam (n = 2.629) 4 tot 25 jaar 1-10) Mr En: 25 tot 35 jaar (n = 585) 4 35 tot 50 jaar (n= 824) 4 50 tot 65 jaar (n= 586) 4 65 jaar en ouder (n = 445) 4 vrouw (n = 1.302) 4 man (n=1.252) 4% 0 20 40 60 80 100 mja, zeker mja, enigszins m nee, niet echt m nee, zeker niet weet niet, geen antwoord 2.4.1 Ook voorstanders van afsteekverbod zien uitdagingen Ook van de groep respondenten die aangeeft het lokale afsteekverbod (heel) goed te vinden geeft een derde aan te denken dat dat dit het aantal incidenten met vuurwerk niet echt of zeker niet zal verminderen. Ook wanneer men achter het afsteekverbod staat, blijken zij uitdagingen te zien. 2.4.2 Afsteekverbod vermindert het aantal incidenten omdat het toch een deel van de mensen zal aanspreken Respondenten die denken dat het afsteekverbod in Amsterdam het aantal incidenten met vuurwerk vermindert, leggen uit dat ze tijdens de afgelopen jaarwisseling al merkten dat het verbod tot minder ongelukken en onrust leidde. Ondanks dat niet iedereen zich eraan houdt, zal het toch een deel ervan weerhouden om vuurwerk af te steken en daarmee een deel van de ongelukken voorkomen. Een ander deel van de respondenten is er wel van overtuigd dat het verbod tot minder incidenten zal leiden, maar denken ook dat dit afhankelijk is van toekomstige handhaving, duidelijkheid over het (ver)koopbeleid en goede alternatieven. Een andere groep uit de verwachting dat de gemeente er met het vuurwerkverbod uiteindelijk in zal slagen om het aantal incidenten te verminderen, maar dat hier wel veel tijd overheen zal gaan. De traditie zal moeten slijten en het kan lang duren voordat het een merkbaar effect zal hebben. Nog een ander deel geeft aan dat het verbod alleen zal slagen wanneer er duidelijke landelijke regelgeving komt. “Het was dit jaar in de dagen voorafgaand aan oud en nieuw beduidend rustiger.” 22 “Alleen als het ook niet verkocht wordt en er de dagen vooraf gehandhaafd wordt.” “Als mensen zich er ook aan houden wordt het veiliger. Geen ongelukkig meer doordat mensen zelf afsteken. En in andere grote steden ís dit al heel normaal! Maar bv Londen heeft ook wel iets spectaculairder vuurwerk.” 2.4.3 Afsteekverbod vermindert het aantal incidenten niet omdat het niet gehandhaafd wordt en de regels niet eenduidig zijn Zij die vermoeden dat het afsteekverbod in Amsterdam het aantal incidenten niet vermindert, lichten toe dat het niet effectief is omdat het niet wordt gehandhaafd. Dit zorgt ervoor dat mensen zich weinig aantrekken van het verbod en vuurwerk zullen blijven afsteken. Een groot deel van de respondenten noemt dan ook dat ze geen effect hebben gemerkt in de hoeveelheid afgestoken vuurwerk tijdens de afgelopen jaarwisseling. Een ander deel legt uit dat het beleid onduidelijk is: zolang vuurwerk wel gekocht kan worden, zal men het blijven afsteken. Nog een groep respondenten denkt dat alleen een landelijk verbod zal helpen. Enkele respondenten leggen uit dat de mensen die toch al illegaal vuurwerk afstaken, zich van een afsteekverbod ook niks zullen aantrekken. “Als er niet wordt gehandhaafd en wel wordt verkocht zal de winst qua incidenten vermoedelijk tegenvallen. Ook weet ik niet of iedereen op de hoogte is van het verbod.” “Dat bleek dit jaar al, verbod en duidelijk minder vuurwerk en toch te veel incidenten en ongelukken. Mensen die illegaal vuurwerk afsteken lijken me niet degenen die zich als eerste iets aantrekken van een verbod.” 2.5 Respondenten onbeslist over of het afsteekverbod de jaarwisseling veiliger maakt Over de vraag of het lokale afsteekverbod van consumentenvuurwerk de afgelopen jaarwisseling veiliger maakte zijn de meningen verdeeld (figuur 2.9.1). Ruim een derde denkt dat het verbod de jaarwisseling niet onveiliger, maar ook niet veiliger maakt. Ruim een vijfde denkt dat het afsteekverbod wel dit effect heeft, een ongeveer even groot deel denkt dat dit niet zo is. Ook weet een op de vijf de vraag niet te beantwoord. Figuur 2.9.1 Door het afsteekverbod was de 2022-2023 jaarwisseling… Januari 2023 (n = 2.629, procenten) % 0 20 40 60 80 100 m veel veiliger e= veiliger even veilig = minder veilig m veel minder veilig weet ik niet, geen antwoord 23 2.6 Meeste Amsterdammers vonden de jaarwisseling niet minder leuk vanwege het afsteekverbod De 2022-2023 jaarwisseling met het afsteekverbod op consumentenvuurwerk was volgens de grootste groep respondenten even leuk als eerdere jaarwisselingen zonder afsteekverbod (figuur 2.9.2). Meer dan een derde geeft dit aan. Een kwart geeft wel aan dat de jaarwisseling door het afsteekverbod minder leuk was, waaronder zeventien procent dat het veel minder leuk vond. Verder geeft veertien procent aan de jaarwisseling door het afsteekverbod juist leuker te vinden. Een kwart weet geen antwoord te geven op de vraag. Figuur 2.9.2 Door het afsteekverbod was de 2022-2023 jaarwisseling… Januari 2023 (n = 2.629, procenten) 0 20 40 60 80 100 m veel leuker = leuker even leuk = minder leuk m veel minder leuk weet ik niet, geen antwoord 2.7 Respondenten steken geen vuurwerk af omdat het “niks voor hen is” Respondenten die in de enquête aangaven dat ze zich tijdens de 2022-2023 jaarwisseling aan het afsteekverbod hebben gehouden, noemen met name dat het afsteken van vuurwerk niks voor hen is (figuur 2.8). Andere redenen zijn dat vuurwerk (veel) geld kost, ze het niet nodig vinden en dat het onveilig voelt. Een kwart stak geen vuurwerk af omdat dat verboden was en vier procent heeft een nieuwjaarsviering bezocht en vond dat voldoende. Voorbeelden van andere genoemde redenen voor Amsterdammers om geen vuurwerk af te steken zijn dierenleed, het milieu, vervuiling en overlast. Figuur 2.8 Je geeft aan dat je tijdens de afgelopen jaarwisseling geen (groot) vuurwerk hebt afgestoken. Wat is of zijn hiervan de reden(en)? Meerdere antwoorden mogelijk. Januari 2023 (n = 2.043, procenten) het afsteken van vuurwerk is niks voor mij 5 het kost (veel) geld nn 5 ik vond het niet nodig nn 5 het voelt onveilig nn het mag niet NN 25 ik keek toe terwijl anderen in de straat vuurwerk afstaken HN 25 mensen waarmee ik het heb gevierd deden het ook niet BM 10 vond georganiseerde nieuwjaarsviering voldoende El 4 vanwege de wind/weersomstandigheden IE 3 anders HN 21 weet ik niet, geen antwoord OQ « 0 20 40 60 80 24 3 Nieuwjaarsvieringen In het derde hoofdstuk wordt toegelicht wat respondenten vonden van de georganiseerde nieuwjaarsvieringen tijdens of rondom de jaarwisseling van 2022-2023. Er wordt gekeken naar hoe men de georganiseerde nieuwjaarsvieringen ervaarde en welke aspecten hier volgens Amsterdammers bij van belang zijn. 3.1 Grootste gedeelte Amsterdammers was op de hoogte van georganiseerde nieuwjaarsvieringen Bijna driekwart van de Amsterdammers was er voorafgaand van op de hoogte dat de gemeente nieuwjaarsvieringen zou gaan organiseren (zie figuur 3.1). Nagenoeg een kwart gaf aan hiervan niet op de hoogte te zijn. Figuur 3.1 Wist je voorafgaand aan de jaarwisseling dat de gemeente nieuwjaarsvieringen zou gaan organiseren? Januari 2023 (n= 2.629, procenten) 2 24 mja mnee weet ik niet, geen 74 antwoord % Aan de respondenten die wisten dat de gemeente nieuwjaarsvieringen zou gaan organiseren is gevraagd hoe zij dit te weten zijn gekomen. lets minder dan de helft van de Amsterdammers is dit te weten gekomen via sociale media (zie figuur 3.2). lets meer dan een op de drie had via de krant vernomen dat de gemeente deze vieringen zou gaan organiseren. Ook heeft ongeveer een kwart dit op tv gezien. Een kleiner deel van de respondenten wist via nieuwsbrieven of de website van de gemeente dat de nieuwjaarsvieringen georganiseerd zouden gaan worden. 25 Figuur 3.2. Hoe ben je te weten gekomen dat de gemeente nieuwjaarsvieringen zou gaan organiseren? Meerdere antwoorden mogelijk. Januari 2023 (n = 1.942, procenten) sociale media de krant (bijv. Het Parool) tv (bijv. At5) gehoord van bekenden) de nieuwsbrief van de gemeente de website van de gemeente een huis-aan-huis blad EN digitale posters op straat opgezocht op een online zoekmachine anders 5 weet ik niet, geen antwoord /o 0 10 20 30 40 50 3.2 Acht procent van Amsterdammers bracht bezoek aan georganiseerde nieuwjaarsvieringen Uit de enquête blijkt dat nagenoeg een op de tien respondenten die de Oo jaarwisseling gevierd heeft naar een georganiseerde nieuwjaarsviering is 0) 0 gegaan. Amsterdammers van 25 tot 35 jaar zijn het vaakst naar een georganiseerde nieuwjaarsviering geweest (13%). Dit was het minst vaak het geval bij respondenten vanaf 65 jaar en ouder (4%). 3.2.1 Drones en vuurwerk bij de ADAM Toren op 2 januari meest bezocht De meeste respondenten die naar een georganiseerde of ondersteunde nieuwjaarsviering zijn geweest waren aanwezig bij de ADAM Toren op 2 januari (figuur 3.3). Ook heeft een groot deel de lichtshow op het Museumplein bezocht. Meer dan een op de tien gaf aan dat ze aanwezig waren bij een andere particuliere georganiseerde viering, zoals het oudejaarsvuur in het Floradorp. Figuur 3.3 Naar welke door de gemeente georganiseerde of ondersteunde nieuwjaarsviering(en) ben je geweest? Meerdere antwoorden mogelijk. Januari 2023 (n = 201, procenten) drones en vuurwerk bij de ADAM Toren (2 januari) lichtshow op het Museumplein op het NDSM terrein (1 januari) I 3 viering bij de Tuinen van West | ander particulier georganiseerde viering weet ik niet, geen antwoord | % 0 20 40 60 80 26 3.2.2 Driekwart van bezoekers vond de georganiseerde nieuwjaarsviering (erg) leuk Ook is aan de respondenten die naar een door de gemeente georganiseerde of ondersteunde nieuwjaarsviering zijn geweest gevraagd wat zij hiervan vonden. Bijna driekwart gaf aan dat zij de nieuwjaarsvieringen die ze bezocht hadden leuk of erg leuk vonden (figuur 3.4). Twaalf procent van respondenten die een georganiseerde nieuwjaarsviering bezochten vonden dit (erg) stom. Figuur 3.4 Wat vond je van de viering waar je naartoe bent geweest? Januari 2023 (n = 201, procenten) % 0 20 40 60 80 100 merg leuk = leuk niet leuk, niet stom mstom merg stom weet ik niet, geen antwoord 3.2.3 Georganiseerde nieuwjaarsvieringen waren leuk omdat het bijzonder, goed georganiseerd en gezellig was De respondenten die de nieuwjaarsviering leuk vonden leggen uit dat het een bijzonder en vernieuwend evenement was. Het vuurwerk was mooi, het was goed georganiseerd, het was gezellig om er samen met bekenden en onbekenden naartoe te komen. Bovendien wordt een aantal keer genoemd dat het juist goed beviel dat de viering verplaatst werd naar een moment na de jaarwisseling. Hierdoor was het makkelijker om er naartoe te gaan en konden meer mensen erbij zijn. Ook noemen respondenten dat ze zich veilig voelden. “Geweldige lichtshow en dj set. Fijne sfeer” “Dat het op 2 januari was vond ik eigenlijk nog veel leuker. Ik denk dat zo’n moment meer mensen (families met kinderen) trekt dan om 0:00 en is ook een leuke activiteit 2 dagen na NYE.” 3.2.4 Georganiseerde nieuwjaarsvieringen waren stom omdat de shows te kort waren en de muziek niet goed te horen was Bezoekers van nieuwjaarsvieringen die het niet leuk vonden lichten toe dat ze er meer van hadden verwacht. Het duurde redelijk kort. Daarnaast geven enkele respondenten aan dat de show niet vanaf overal goed zichtbaar was. Dit kwam mede door de drukte. Verder noemt een deel dat de muziek niet leuk was, of niet goed hoorbaar was. “Op het Museumplein was het te druk, waardoor het niet te zien was, en de muziek was te zacht. Bij de ADAM Toren zou het ook beter zijn als er muziek boksen waren, dan dat iedereen zelf de muziek moest afspelen.” 27 ‘Ik vond het mooi, een beetje kort. Zeker als dit bedoeld is als ‘de vervanging’ van gewoon vuurwerk. De drones waren ook niet goed te zien vanaf waar wij stonden.” 3.3 Helft van Amsterdammers vindt georganiseerde vieringen een goed alternatief voor het zelf afsteken van vuurwerk Aan alle respondenten is gevraagd wat ze vinden van georganiseerde vieringen als alternatief voor het zelf afsteken van vuurwerk. Drie op de vijf vindt dit een (erg) goed alternatief (figuur 3.5). Een vijfde van de respondenten beschouwt georganiseerde vieringen als een (erg) slecht alternatief voor het zelf afsteken van vuurwerk. Een kleiner deel heeft hier geen duidelijk oordeel over. Figuur 3.5 Wat vind je van georganiseerde vieringen als alternatief voor het zelf afsteken van vuurwerk? Januari 2023 (n = 2.629, procenten) 16 3 % 0 20 40 60 80 100 merg goed goed niet goed, niet slecht = slecht merg slecht weet ik niet, geen antwoord 3.4 Zestien procent zal waarschijnlijk volgend jaar een georganiseerde viering of vuurwerkshow bezoeken Van alle respondenten verwacht zestien procent volgend jaar een georganiseerde viering of vuurwerkshow te bezoeken (figuur 3.6). De respondenten tussen 25 en 35 jaar oud geven het vaakst aan dit zeer waarschijnlijk of waarschijnlijk te gaan doen (resp. 10% en 15%). Drie op de vijf geeft aan dat het (zeer) onwaarschijnlijk is dat ze volgend jaar een georganiseerde viering of vuurwerkshow zullen bezoeken tijdens de jaarwisseling. Figuur 3.6 Hoe waarschijnlijk is het dat je volgend jaar een georganiseerde viering of vuurwerkshow zult bezoeken tijdens de jaarwisseling? Januari 2023 (n = 2.629, procenten) | An | 9% 0 20 40 60 80 100 m erg waarschijnlijk e= waarschijnlijk niet waarschijnlijk, niet onwaarschijnlijk __m onwaarschijnlijk m zeer onwaarschijnlijk weet ik niet, geen antwoord 28 3.5 Voorkeur voor spectaculaire vuurwerkshow die gratis is 3.5.1 Vooral interesse in vuurwerkshows Er zijn meerdere vormen mogelijk van een professionele nieuwjaarsviering. Figuur 3.7 laat zien dat respondenten het vaakst aangeven dat een vuurwerk show hen leuk lijkt om te bezoeken. Ook worden een viering met een lichtshow en een show met drones genoemd door een groot deel van de respondenten. Drie op de tien respondenten geeft aan professionele nieuwjaarsvieringen niet leuk te vinden, ongeacht in welke vorm. Figuur 3.7 Welke vorm(en) van een professionele nieuwjaarsviering lijkt jou leuk om te bezoeken? Meerdere antwoorden mogelijk. Januari 2023 (n = 2.629, procenten). een viering met een lichtshow anders geen, ik vind professionele nieuwjaarsvieringen niet leuk weet ik niet, geen antwoord Mm % 0 10 20 30 40 50 3.5.2 Centrale viering moet vooral gratis, spectaculair en goed bereikbaar zijn Daarnaast is er aan de respondenten, behalve degenen die aangaven nieuwjaarsvieringen niet leuk te vinden, gevraagd wat voorwaarden zijn om naar een centrale viering te gaan. De voorwaarde die respondenten het vaakst noemen is dat de toegang gratis is (figuur 3.8). Tevens geeft meer dan de helft aan dat het spectaculair moet zijn. De mate van bereikbaarheid met de fiets, openbaar vervoer of te voet wordt ook aangeduid als een voorwaarde door een aanzienlijk deel van de respondenten. Over of een viering grootschalig of juist knus moet zijn, zijn de meningen verdeeld. 29 Figuur 3.8 Wat zijn voor jou voorwaarden om naar een centrale viering te gaan? Meerdere antwoorden mogelijk. (n =1.824, procenten) gratis zijn spectaculair zijn bereikbaar zijn met de fiets op loopafstand zijn bereikbaar zijn met het openbaar vervoer eten en drinken beschikbaar hebben grootschalig zijn avondvullend programma hebben knus zijn kleinschalig zijn anders ° weet ik niet, geen antwoord En /o 0 20 40 60 80 3.6 Georganiseerde nieuwjaarsvieringen weinig invloed op beoordeling jaarwisseling Amsterdammers Aan de respondenten is gevraagd of zij door de georganiseerde vuurwerkshows en nieuwjaarsvieringen de jaarwisseling leuker en veiliger vonden (figuur 3.9.1 en 3.9.2). Beide vragen laten hetzelfde patroon in beoordelingen zien. Twee op de vijf weet niet of de vieringen de jaarwisseling leuker of veiliger maakten. Het is aannemelijk dat men het lastig vindt hier een oordeel over te vormen wanneer zij niet bij een van de vieringen zijn geweest. Zij die hier wel een mening over uiten geven vooral aan geen verschil te hebben gemerkt in hoe leuk en hoe veilig de jaarwisseling was door de georganiseerde nieuwjaarsvieringen. Nagenoeg een vijfde geeft aan dat de nieuwjaarsvieringen de jaarwisseling leuker maakten. Een ongeveer even groot deel denkt dat de vieringen de jaarwisseling juist minder leuk maakten. Verder vindt nagenoeg een kwart dat de nieuwjaarsvieringen de jaarwisseling veiliger maakten, ten opzichte van een op de tien die denkt dat de jaarwisseling er minder veilig op geworden is. Figuur 3.9.1 Door de georganiseerde vuurwerkshows en nieuwjaarsvieringen was de 2022-2023 jaarwisseling… Januari 2023 (n = 2.523, procenten) l Ì B % o 20 40 60 80 100 B veel leuker eleuker even leuk B minder leuk B veel minder leuk weet ik niet, geen antwoord 30 Figuur 3.9.2 Door de georganiseerde vuurwerkshows en nieuwjaarsvieringen was de 2022-2023 jaarwisseling… Januari 2023 (n = 2.523, procenten) % 0 20 40 60 80 100 m veel veiliger = veiliger even veilig m minder veilig m veel minder veilig weet ik niet, geen antwoord 31 Bijlage 1 Vragenlijst In verband met de coronapandemie gold tijdens jaarwisselingen 2020-2021 en 2021-2022 een landelijk afsteekverbod van consumentenvuurwerk. Afgelopen jaarwisseling (2022-2023) gold in de gemeente Amsterdam voor het eerst een lokaal afsteekverbod. Hierdoor mochten consumenten met oud en nieuw zelf geen vuurwerk meer afsteken. Als alternatief heeft de gemeente een aantal professionele shows en activiteiten georganiseerd en gesteund. Om erachter te komen hoe Amsterdammers en bezoekers het verbod en de alternatieven hebben ervaren, willen wij jou graag een aantal vragen stellen met betrekking tot het afsteken van vuurwerk, het vieren van oud en nieuw en jouw beleving van de veiligheid tijdens de jaarwisseling. Het invullen van de enquête duurt 5-10 minuten. Ook als je geen uitgesproken mening hebt over het afsteken van vuurwerk is je deelname waardevol. Je antwoorden zullen alleen gebruikt worden voor het onderzoek en zijn nooit tot jou persoonlijk te herleiden. Eerst stellen we je een aantal vragen over de manier waarop je oud en nieuw gevierd hebt. Je antwoorden zijn anoniem, niet tot jou te herleiden en hebben geen consequenties. 1. A. Met wie heb je de jaarwisseling gevierd? Meerdere antwoorden mogelijk. e _ vrienden e _ familiefkinderen e partner e collega's e alleen e _met iemand anders, namelijk… e ikheb de jaarwisseling niet gevierd naar vraag 6 e _weetikniet, geen antwoord 1. B, Waar heb je de jaarwisseling gevierd? Meerdere antwoorden mogelijk. e _ thuis e inde buurt e _ bij vrienden of familie thuis e ineen club/café e _ bijeen georganiseerde nieuwjaarsviering e anders, namelijk … e _weetikniet, geen antwoord 2. Heb je voor de afgelopen jaarwisseling vuurwerk gekocht? e ja e nee e _weetikniet, geen antwoord 3. _Hebjetijdens de afgelopen jaarwisseling zelf vuurwerk afgestoken? Meerdere antwoorden mogelijk. e _ ja, fopvuurwerk (zoals sterretjes of knalerwten) naar vraag 5 e _ ja, illegaal vuurwerk / gekocht bij een niet-Nederlands verkooppunt e _ ja, ander vuurwerk, namelijk … e _nee,‚ikhebgeen vuurwerk afgestoken naar vraag b e _weetikniet, geen antwoord naar vraag 6 32 4, Wanneer heb je vuurwerk afgestoken? Meerdere antwoorden mogelijk. e _op de dagen voor oudejaarsdag e _op oudejaarsdag (voor 18:00 uur) e _op oudejaarsavond (tussen 18:00 uur en 2:00 uur) e _na oudejaarsavond (na 2:00 uur) e _weetikniet, geen antwoord naar vraag 6 5. Jegeeft aan dat je tijdens de afgelopen jaarwisseling geen (groot) vuurwerk hebt afgestoken. Wat is of zijn hiervan de reden(en)? Meerdere antwoorden mogelijk. e het magniet e _ het voelt onveilig e _ vanwege de wind/weersomstandigheden e _ikvondhetniet nodig e _ het afsteken van vuurwerk is niks voor mij e _de mensen waarmee ik het heb gevierd deden het ook niet e _ikkeektoe terwijl anderen in de straat vuurwerk afstaken e ikben dit jaar naar een vuurwerkshow gaan kijken en vond dat voldoende e _ het kost (veel) geld e anders, namelijk … e _weetikniet, geen antwoord 6. Voorafgaand aan de jaarwisseling heeft de gemeente Amsterdam een initiatief gesteund van de stichting Wereldverbeteraars. In ruil voor een donatie voor daklozen kregen mensen de mogelijkheid om virtueel vuurwerk (“Feelgood Vuurwerk”) te bekijken op een smartphone, aan de hand van augmented reality. Wist jij van dit initiatief? e _ ja, maar ik heb zelf geen virtueel vuurwerk gekocht e _ ja, ikheb zelf virtueel vuurwerk gekocht e nee e _weetikniet, geen antwoord Nu volgt een aantal vragen over jouw mening over het afsteken van vuurwerk in het algemeen. 7. _Inwelke mate hecht je aan de mogelijkheid om in Nederland vuurwerk af te kunnen steken rond de jaarwisseling? e ik hecht zeer sterk aan deze mogelijkheid e _ikhechtsterk aan deze mogelijkheid e ik hecht enigszins aan deze mogelijkheid e ikben niet gehecht aan deze mogelijkheid e weet ikniet, geen antwoord 8. In Amsterdam geldt sinds de afgelopen jaarwisseling een lokaal afsteekverbod voor consumentenvuurwerk. Het mag wel verkocht worden. In de meeste andere gemeenten in Nederland is afsteken wel toegestaan. Was je voorafgaand aan de jaarwisseling op de hoogte van het afsteekverbod in Amsterdam? e ja e nee e weet ikniet, geen antwoord 33 9. A. Wat vind je van het afsteekverbod in Amsterdam? e _heelgoed e goed e niet goed, niet slecht e slecht e _heelslecht e weet ikniet, geen antwoord B. Kun je jouw antwoord kort toelichten? <open vraag> e _weetikniet, geen toelichting Om de 2022-2023 jaarwisseling feestelijker en veiliger te laten verlopen heeft de gemeente vieringen in de stad georganiseerd en ondersteund. De vieringen boden Amsterdammers en bezoekers een alternatief voor het zelf afsteken van vuurwerk. De volgende vragen gaan over deze vieringen tijdens de jaarwisseling. 10. Wist je voorafgaand aan de jaarwisseling dat de gemeente nieuwjaarsvieringen zou gaan organiseren? e ja e nee naar vraag 12 e weet ikniet, geen antwoord naar vraag 12 11. Hoeben je te weten gekomen dat de gemeente nieuwjaarsvieringen zou gaan organiseren? Meerdere antwoorden mogelijk. e _ via sociale media e _ viade krant (bijvoorbeeld Het Parool) e _ gehoord van bekende(n) e _ viaeen huis-aan-huis blad e _ viade nieuwsbrief van de gemeente e opgezocht op een online zoekmachine (zoals Google) e _ viade website van de gemeente e _ viadigitale posters op straat e _ viatv (bijvoorbeeld At5) e anders, namelijk … e weet ikniet, geen antwoord als vraag 1A = ‘ik heb de jaarwisseling niet gevierd’, naar vraag 15 12, Benje rond de jaarwisseling naar een georganiseerde nieuwjaarsviering geweest? e ja e _nee naar vraag 15 e weet ikniet, geen antwoord naar vraag 15 13. A. Naar welke door de gemeente georganiseerde of ondersteunde nieuwjaarsviering(en) ben je geweest? Meerdere antwoorden mogelijk. e lichtshow op het Museumplein e _ drones en vuurwerk bij de ADAM Toren op 2 januari e _ viering bij de Tuinen van West e _op het NDSM terrein op 1 januari e _naareen andere particulier georganiseerde viering, namelijk … e weet ikniet, geen antwoord 34 14. A. Wat vond je van de viering waar je naartoe bent geweest? e _ergleuk e leuk e _ niet leuk, niet stom e stom e _ergstom e weet ikniet, geen antwoord B. Kun je jouw antwoord kort toelichten? <open vraag> e _weetikniet, geen toelichting 15. Wat vind je van georganiseerde vieringen als alternatief voor het zelf afsteken van vuurwerk? e _erggoed e goed e niet goed, niet slecht e slecht e _ergslecht e weet ikniet, geen antwoord 16. A. Hoe waarschijnlijk is het dat je volgend jaar een georganiseerde viering of vuurwerkshow zult bezoeken tijdens de jaarwisseling? e _erg waarschijnlijk e waarschijnlijk e _niet waarschijnlijk, niet onwaarschijnlijk e onwaarschijnlijk e _ zeer onwaarschijnlijk e weet ikniet, geen antwoord B. Kun je jouw antwoord kort toelichten? <open vraag> e _weetikniet, geen toelichting 17. Welke vorm(en) van een professionele nieuwjaarsviering lijkt jou leuk om te bezoeken? Meerdere antwoorden mogelijk. e een viering met een lichtshow e _eenshow met drones e _een vuurwerkshow e anders, namelijk … e _geen, ik vind professionele nieuwjaarsvieringen niet leuk naar vraag 19A e weet ikniet, geen antwoord 18. Wat zijn voor jou voorwaarden om naar een centrale viering te gaan? De viering moet … Meerdere antwoorden mogelijk. e _op loopafstand zijn e _ bereikbaar zijn met de fiets e _ bereikbaar zijn met het openbaar vervoer e _ gratis zijn e _ kleinschalig zijn e grootschalig zijn e _ spectaculair zijn e _ knuszijn e _een avondvullend programma hebben e _etenen drinken beschikbaar hebben 35 e anders, namelijk … e _weetikniet, geen antwoord De gemeente heeft het afsteekverbod ingevoerd om incidenten met vuurwerk tijdens de jaarwisseling te verminderen. In de laatste vragen gaan we in op jouw ervaring van de veiligheid tijdens de 2022-2023 jaarwisseling. 19. A. Denkje dat het aantal incidenten met vuurwerk rondom de jaarwisseling verminderd wordt met een afsteekverbod? e ja, zeker e _ ja, enigszins e nee, nietecht e nee, zekerniet e weet ikniet, geen antwoord B. Kun je jouw antwoord kort toelichten? <open vraag> e weet ikniet, geen toelichting 20. A. Door het afsteekverbod was de 2022-2023 jaarwisseling … veel leuker leuker even leuk minder leuk veel minder weet ik niet, leuk geen antwoord veel veiliger veiliger even veilig minder veilig veel minder weet ik niet, veilig geen antwoord als vraag 1A = ‘ik heb de jaarwisseling niet gevierd’, naar vraag 21 B. Door de georganiseerde vuurwerkshows en nieuwjaarsvieringen was de 2022-2023 jaarwisseling … veel leuker leuker even leuk minder leuk veel minder weet ik niet, leuk geen antwoord veel veiliger veiliger even veilig minder veilig veel minder weet ik niet, veilig geen antwoord 21. Heb je nog andere ideeën waarop de gemeente een jaarwisseling zonder eigen vuurwerk leuker kan maken? <open vraag> e _nee,geen ideeën e weet ikniet, geen antwoord alleen voor veldwerk via sociale media: Tot slot willen we je nog een aantal achtergrondvragen stellen. 22. Wat is je leeftijd? [IUI e _geen antwoord 23. Tot welk geslacht reken je jezelf? e _man e _ Vrouw ° _—__ e _geen antwoord 24. Woon je in Amsterdam? e ja e nee naar einde vragenlijst 36 e _geen antwoord naar einde vragenlijst 25. In welk stadsdeel (of -gebied) van Amsterdam woon je? e Centrum e Noord © _ Zuidoost e West e _ Nieuw-West e Zuid e Oost e Weesp e _geen antwoord 31 Bijlage 2 Resultaten respondentgroep van buiten Amsterdam Met wie heb je de jaarwisseling gevierd? Januari 2023 (n = 186, procenten) familekinderen 2 vrienden ON <° partner EN >: collega's IJ 3 alleen [1 met iemand anders Il 5 ik heb de jaarwisseling niet gevierd | 1 weet ik niet, geen antwoord | 1 % 0 20 40 60 80 Waar heb je de jaarwisseling gevierd? Januari 2023 (n = 184, procenten) ns <: bij vrienden of familie thuis | 35 in de buurt | 17 in een club/café l 1 bij een georganiseerde nieuwjaarsviering l 1 anders | 2 weet ik niet, geen antwoord | 1 % 0 20 40 60 80 38 Heb je voor de afgelopen jaarwisseling vuurwerk gekocht? Januari 2023 (n = 186, procenten) 8% 1% mja m nee weet ik niet, geen antwoord 91% Aandeel dat zich aan het Amsterdamse afsteekverbod voor consumentenvuurwerk heeft gehouden. Januari 2023 (n= 186, procenten) 9% 0% m nee mja onbekend 91% Wanneer heb je vuurwerk afgestoken? Januari 2023 (n = 184, procenten) op de dagen voor oudejaarsdag | 5 op oudejaarsdag (voor 18:00 uur) | 16 op oudejaarsavond (tussen 18:00 uur en 2:00 uur) | 98 na oudejaarsavond (na 2:00 uur) IJ 5 weet ik niet, geen antwoord 0 % 0 20 40 60 80 100 120 39 Wist jij van het initiatief “Feelgood Firework”? Januari 2023 Januari 2023 (n = 186, procenten) 3% 20% mja, ik heb zelf virtueel vuurwerk gekocht mja, maar ik heb zelf geen virtueel vuurwerk gekocht nee weet ik niet, geen antwoord 16% In welke mate hecht je aan de mogelijkheid om in Nederland vuurwerk af te kunnen steken rond de jaarwisseling? Januari 2023 (n= 186, procenten) EN % 80 100 mik hecht zeer sterk aan deze mogelijkheid mik hecht sterk aan deze mogelijkheid = ik hecht enigszins aan deze mogelijkheid ik ben niet gehecht aan deze mogelijkheid weet ik niet, geen antwoord Was je voorafgaand aan de jaarwisseling op de hoogte van het afsteekverbod in Amsterdam? Januari 2023 (n =186, procenten) 3% 13% mja m nee weet ik niet, geen antwoord 84% 40 Wat vind je van het afsteekverbod in Amsterdam? Januari 2023 (n = 186, procenten) Re % 0 20 40 60 80 100 m heel goed e= goed niet goed, niet slecht = slecht m heel slecht weet ik niet, geen antwoord Denk je dat het aantal incidenten met vuurwerk rondom de jaarwisseling verminderd wordt met een afsteekverbod? Januari 2023 (n = 186, procenten) 3% 5% 1% mja, zeker = ja, enigszins e nee, niet echt m nee, zeker niet weet ik niet, geen antwoord 85% Door het afsteekverbod was de 2022-2023 jaarwisseling… Januari 2023 (n= 186, procenten) | i 3 % 0 20 40 60 80 100 m veel veiliger e= veiliger even veilig = minder veilig m veel minder veilig weet ik niet, geen antwoord 41 Door het afsteekverbod was de 2022-2023 jaarwisseling… Januari 2023 (n= 186, procenten) | | 0 20 40 60 80 100 m veel leuker e= leuker even leuk = minder leuk m veel minder leuk weet ik niet, geen antwoord Je geeft aan dat je tijdens de afgelopen jaarwisseling geen (groot) vuurwerk hebt afgestoken. Wat is of zijn hiervan de reden(en)? Meerdere antwoorden mogelijk. Januari 2023 (n = 16, procenten) het afsteken van vuurwerk is niks voor mij nn het kost (veel) geld nn 6 ik vond het niet nodig nn 5 ik keek toe terwijl anderen in de straat vuurwerk afstaken no het voelt onveilig nn 4 de mensen waarmee ik het heb gevierd deden het ook. Gn 3 hetmagniet GN 3 vanwege de wind/weersomstandigheden 0 naar vuurwerkshow gaan kijken en vond dat voldoende 0 anders nn 6 weet ik niet, geen antwoord 0 aantallen 0 5 10 Wist je voorafgaand aan de jaarwisseling dat de gemeente nieuwjaarsvieringen zou gaan organiseren? Januari 2023 (n = 186, procenten) 5% mja 35% mnee 60% weet ik niet, geen antwoord 42 Hoe ben je te weten gekomen dat de gemeente nieuwjaarsvieringen zou gaan organiseren? Meerdere antwoorden mogelijk. Januari 2023 (n = 112, procenten) via sociale media mn 2 via tv (bijvoorbeeld At5) EN 21 gehoord van bekende({n) KN 20 via de krant (bijvoorbeeld Het Parool) EN 13 opgezocht op een online zoekmachine (zoals Google) EEN 8 via de website van de gemeente Amsterdam EE 4 via digitale posters op straat IN 4 via een huis-aan-huis blad IB 4 via de nieuwsbrief van de gemeente Amsterdam 0 anders El 3 weet ik niet, geen antwoord IE 4 % 0 0 20 40 60 80 Ben je rond de jaarwisseling naar een georganiseerde nieuwjaarsviering geweest? Januari 2023 (n = 186, procenten) 0% mja m nee weet ik niet, geen antwoord 99% Wat vind je van georganiseerde vieringen als alternatief voor het zelf afsteken van vuurwerk? Januari 2023 (n =186, procenten) % 0 20 40 60 80 100 merg goed e= goed niet goed, niet slecht = slecht merg slecht weet ik niet, geen antwoord 43 Hoe waarschijnlijk is het dat je volgend jaar een georganiseerde viering of vuurwerkshow zult bezoeken tijdens de jaarwisseling? Januari 2023 (n= 186, procenten) Be % 0 20 40 60 80 100 m erg waarschijnlijk = waarschijnlijk niet waarschijnlijk, niet onwaarschijnlijk __= onwaarschijnlijk m zeer onwaarschijnlijk weet ik niet, geen antwoord Welke vorm(en) van een professionele nieuwjaarsviering lijkt jou leuk om te bezoeken? Meerdere antwoorden mogelijk. Januari 2023 (n = 186, procenten) een viering met een lichtshow nn 33 anders En 1 geen, ik vind professionele nieuwjaarsvieringen niet leuk | 34 weet ik niet, geen antwoord mn 6 % 0 10 20 30 40 50 44 Wat zijn voor jou voorwaarden om naar een centrale viering te gaan? De viering moet … Meerdere antwoorden mogelijk. Januari 2023 (n= 45, procenten) gratis zijn 2 spectaculair zijn nn 3 op loopafstand zijn Mmmm 20 eten en drinken beschikbaar hebben nn bereikbaar zijn met de fiets mn 13 grootschalig zijn Mmmm > knuszijn Mm 7 bereikbaar zijn met het openbaar vervoer EN 7 kleinschalig zijn BEM 4 een avondvullend programma hebben EM 4 anders weet ik niet, geen antwoord nn 22 % 0 0 10 20 30 40 50 Door de georganiseerde vuurwerkshows en nieuwjaarsvieringen was de 2022-2023 jaarwisseling.… Januari 2023 (n= 186, procenten) Ì S 5% 0 20 40 60 80 100 m veel veiliger = veiliger even veilig = minder veilig m veel minder veilig weet ik niet, geen antwoord Door de georganiseerde vuurwerkshows en nieuwjaarsvieringen was de 2022-2023 jaarwisseling.… Januari 2023 (n= 186, procenten) 8 % 0 20 40 60 80 100 m veel leuker e= leuker even leuk = minder leuk m veel minder leuk weet ik niet, geen antwoord 45 Gemeente Amsterdam mm Nl Onderzoek & Statistiek Î |L vern anderzoek.amsterdam.nl
Onderzoeksrapport
46
train
van: Verzonden: donderdag 31 januari 2013 14:41 Aan: Info gemeenteraad Onderwerp: Landelijke Actie tegen de hondenbelasting Urgentie: Hoog Geachte Raadsleden, Bijna vierweken geleden ben ik een landelijke actie tegen de hondenbelasting in uw gemeente begonnen. Tot nu toe ondersteunen bijna 200 Amsterdammers mijn oproep om de hondenbelasting met onmiddellijke ingang af te schaffen (Landelijk heb ik steun van bijna 5000 burgers) . Om een evenwichtig verhaal op mijn website te plaatsen zou ik graag de mening van uw gemeenteraad op mijn website willen presenteren. Uw reactie verneem ik graag Met vriendelijke groeten ed Actie tegen de hondenbelasting www.stophondenbelasting.wordpress.com Deel de site met kennissen en vrinden! van: Verzonden: donderdag 31 januari 2013 22:11, . Aan: Info gemeenteraad . Onderwerp: Hondenbelasting Geachte dames en heren van de gemeenteraad, Vandaag viel bij mij weer het blijde nieuws en niet te vergeten de rekening van de hondenbelasting op de mat. Wordt het niet eens tijd om deze willekeurige heffing af te schaffen? In veel gemeenten wordt er geen hondenbelasting meer geheven. Totaal nutteloze belasting uit de tijd van werkhonden, die overigens niet aan de honden wordt besteed. Tevens viel bij mij de nieuwe WAGO uitkering op de mat, en wat denkt u? Maar liefst 10 euro minder per maand omdat er meer belasting wordt geheven. Dat is 120 euro per jaar, daarmee is de hondenbelasting á 103,18 toch wel voldaan lijkt mij. Zou graag met de partij in contact komen die dit voorstel op tafel wil leggen. In afwachting van uw antwoord verblijf ik, Hoogachtend,
Raadsadres
2
train
Gemeente Amsterdam Bestuurscommissie Oost Voordracht en besluit D B = AB Registratienummer Z-17-38214 / INT-17-13228 Afdeling Bestuur en Organisatie Onderwerp Gebiedsplannen 2018 Portefeuille Financiën DB lid Ivar Manuel Gebied Geheel Oost Datum DB N.v.t. Datum AB voorbereidend 5 december 2017 Datum AB besluitvormend 19 december 2017 Behandelend ambtenaar (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Jasper Boesveldt 020 253 5315 [email protected] *ZO0OO0O406FF9EE Pagina1 vaná Tekst van openbare Het algemeen bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel Oost besluit: besluiten wordt gepubliceerd 1. degebiedsplannen 2018 voor Oud-Oost, Watergraafsmeer, Indische Buurt, Oostelijk Havengebied en IJburg/Zeeburgereiland vast te stellen. 2. het buurtbudget van € 2,4 miljoen voor 2018 te verdelen naar gebieden en prioriteiten, conform bovenstaande verdeling: Ondertekening Het algemeen bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel Oost, Sjoukje Alta, Ivar Manuel, secretaris voorzitter Pagina 2 van 4 Bevoegdheid Bestuurlijke achtergrond Vaststellen gebiedsplannen Onderbouwing besluit Beoogd effect Gebiedsgerichte uitvoering, maatschappelijke opgaven steeds meer in partnerschap realiseren Risico's / Neveneffecten Uitkomsten ingewonnen adviezen Juridisch bureau Nvt. Financiën Nvt. Communicatie Nvt. Overige Gebiedsplannen 2018 zijn tot stand gekomen in een traject van cocreatie tussen bewoners, het Algemeen Bestuur en de gemeentelijke organisatie. Financiële paragraaf Financiële gevolgen? ja Gebiedsgebonden budget Indien ja, dekking aanwezig? Ja Gebiedsgebonden budget Indien ja, welke kostenplaats? Toelichting Voorlichting en communicatie N.v.t. Uitkomsten inspraak N.v.t. Uitkomsten maatschappelijk overleg (participatie) Gebiedsplannen 2018 zijn tot stand gekomen in een traject van co-creatie tussen bewoners, het Algemeen Bestuur en de gemeentelijke organisatie Pagina 3 van 4 Geheimhouding Nvt. Einde geheimhouding Stukken Meegestuurd Gebiedsplannen 2018 Activiteiten overzicht, inclusief financieel overzicht gebiedsplannen 2018 Ter inzage gelegd Parafen Manager Portefeuillehouder Marjan Koopman Ivar Manvel Besluit dagelijks bestuur Nvt. Pagina 4 van 4
Besluit
4
test
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2018 Afdeling 1 Nummer 158 Publicatiedatum 21 februari 2018 Ingekomen onder G Ingekomen op woensdag 14 februari 2018 Behandeld op woensdag 14 februari 2018 Status Verworpen Onderwerp Motie van de leden Van Lammeren en Boomsma inzake het geluidbeleid Evenementen en de locatieprofielen (gevelnorm 80 dB(C)). Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de beleidsregel “Geluid bij evenementen in Amsterdam”, de locatieprofielen voor evenementenlocaties en de richtlijn “Duurzaamheid Evenementen” in Amsterdam (Gemeenteblad afd. 1, nr. 130). Overwegende dat: - De voorgestelde gevelnorm van 85 dB(C) betekent dat het geluidsniveau bij de bron zodanig hard kan zijn dat dit gehoorschade oplevert bij bezoekers; - Het college bovendien in de nota van beantwoording zelf stelt dat een gevelnorm van 85 dB(C) kan leiden tot geluidsoverlast in huis. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - De voorgestelde gevelnorm van 85 dB(C) te verlagen naar 80 dB(C). De leden van de gemeenteraad J.F.W. van Lammeren D.T. Boomsma 1
Motie
1
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2016 Afdeling 1 Nummer 1480 Publicatiedatum 23 november 2016 Ingekomen onder AZ Ingekomen op woensdag 9 november 2016 Behandeld op woensdag 9 november 2016 Status Aangenomen Onderwerp Motie van de leden Moorman en Nuijens inzake de brief over de handhaving van illegale toeristische verhuur (gegevens delen met de Belastingdienst). Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie inzake de brief over de handhaving van illegale toeristische verhuur (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1412). Constaterende dat: — vakantieverhuur in Amsterdam economisch zeer aantrekkelijk is gebleken; — er voorbeelden zijn van Amsterdammers die het bieden van overnachting als vakantieverhuur, zelfs met inachtneming van de Amsterdamse regels, als hoofdinkomen beschouwen; — inkomsten uit vakantieverhuur ook voor overheidsbelastingen belastingplichtig kunnen zijn (BTW, inkomstenbelasting); — de fiscus een verhuurder als ondernemer aanmerkt, wanneer deze meer dan één keer verhuurt, maar een drempel hanteert voor een BTW-plicht; Van mening dat een verdere verkenning van het fiscale instrument bij vakantieverhuur wenselijk is. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: met de Belastingdienst in gesprek te gaan over: — het aantal verhuringen en opbrengsten die de gemeente in beeld heeft en of de Belastingdienst van mening is dat dit correspondeert met de aangiftes en afdrachten die door Amsterdammers worden gedaan; — mogelijkheden voor het uitwisselen van gegevens om illegale verhuur en/ of belastingontduiking in beeld te krijgen en te kunnen aanpakken; — het verbeteren van de communicatie om verhuurders beter op de hoogte te brengen van de belastingplicht die zij kunnen hebben voor BTW en inkomstenbelasting. De leden van de gemeenteraad M. Moorman J.W. Nuijens 4
Motie
1
discard
jag ol BEWONERSVERENIGING ZIJKAMNAAL H Raadsadres Concept RES Aan: Gemeente Amsterdam College en Gemeenteraad Commissie MLD Van: Bewonersvereniging Zijkanaal H-weg Zijkanaal H-weg 8 1037RP Amsterdam Betreffende: Concept-RES plan 25 februari 2020 Geacht college, gemeenteraad en commissie, Op 5 maart a.s. wordt de Commissie MLD geacht advies te geven betreffende het Concept- RES plan dat onlangs is gepubliceerd door Wethouder Marieke van Doorninck. Wij, de bewoners van de woonarken aan de Noorder-IJplas, willen hiervoor graag input leveren. Het natuurgebied van de Noorder-IJplas staat ons zeer na aan het hart. Wij voelen ons de hoeders van een uniek natuurgebied dat we al decennialang proberen te beschermen tegen allerlei plannen die het gebied schade zouden berokkenen. Nu, met de Haven-Stad plannen, heeft het gebied de erkenning gekregen die het verdient en staat het ingetekend als stadspark. Met het Concept-RES plan doemt er toch weer een gevaar op voor het Noorder-IJplas gebied. Dat zijn namelijk de 17 windmolens die de wethouder nog wil gaan plaatsen in Amsterdam en waartegen vanuit de bewoners aanzienlijke weerstand zal worden gevoerd. Overal in het land waar plannen voor windturbines worden gemaakt in de bebouwde omgeving, komen de omwonenden in opstand. Het gebied van de Noorder-IJplas staat op de nominatie voor 3 windturbines. (Zoekgebied 2) Wij zijn tegen de plaatsing van windturbines om de volgende redenen: 1. Aantasting van een natuurgebied dat bestemd is voor recreatie en park 2. Aantasting van de leefomgeving van 3500 woningen 3. Waardevermindering van 3500 woningen. De bewoners aan de Noorder-IJplas zijn ervaringsdeskundigen voor wat betreft windturbine plannen. e In 2014 nam NDSM Energie een initiatief voor het plaatsen van 5 windturbines bij de Noorder-IJplas. Wind bij de Noorder-IJplas 1 jag ol BEWONERSVERENIGING ZIJKAMNAAL H e Vertegenwoordigers van deze coöperatie gingen alle deuren langs om leden te werven voor hun plan. Ze werden resoluut de deur gewezen. e Een aantal “keukentafel” gesprekken konden ons niet overtuigen. e Indie tijd was de Provincie vergunningverlener en had zij eisen opgesteld om de leefomgeving en het landschap te beschermen. Het plan van NDSM Energie kon niet aan die eisen voldoen en NDSM Energie vond daarom dat die eisen “bovenwettelijk” waren. e In 2015 diende NDSM Energie een vergunningsaanvraag in voor 5 windturbines bij de Noorder-IJplas. Omwonenden werden genegeerd, wet- en regelgeving werden “bovenwettelijk” verklaard en hoefden volgens hun dus niet te worden gevolgd. e In 2016 werd de vergunningaanvraag geweigerd omdat die niet strookte met vigerende bestemmingsplannen en niet voldeed aan de regelgeving. e NDSM Energie ging in beroep bij de Raad van State. Het beroep werd afgewezen. e In november 2016 kreeg onze bewonersvereniging een brief van de Commissaris van de Koning dat de vergunningsaanvraag van NDSM Energie definitief was geweigerd. Dat hebben we toen gevierd. Onze ervaring heeft geleerd dat exploitanten van windturbines respectloos omgaan met de omwonenden van hun project en ook geen respect tonen voor wet- en regelgeving. En hiermee komen we dan op een heel belangrijke omissie in de Concept-RES voor de windturbine plannen: De Concept-RES bevat onvoldoende waarborgen om de burgers van Amsterdam te beschermen tegen de grote invloed die windturbines hebben op hun woonomgeving. De RES moet eisen bevatten dat windplannen alleen doorgaan als er draagvlak is bij omwonenden en andere belanghebbenden. In bijlage A hebben we de punten opgesomd waarop de Omgevingsdienst van Noordzeekanaalgebied in 2016 een vergunningaanvraag voor windturbines heeft geweigerd. De bestemming van het Noorder-IJplas gebied is sindsdien niet veranderd. Sterker nog er is een bestemming als park voor de toekomstige Haven-Stad bijgekomen. Er is dus geheel geen grondslag voor het opnemen van zoekgebied 2 in de Concept-RES. Misschien geeft een twitterbericht uit een achterkamer antwoord op de vraag hoe zoekgebied 2 in de Concept-RES is terechtgekomen. Zie bijlage B. Inspraak ateliers Bij de inspraak ateliers is duidelijk een voorkeur aangegeven voor het scenario Leefbaarheid en geen windturbines in bossen. Scenario Leefbaarheid (RES blz. 44) heeft geen zoekgebied 2, Noorder-IJplas meer. Wind bij de Noorder-IJplas 2 jag ol BEWONERSVERENIGING ZIJKAMNAAL H Dus respecteer de inspraak. Dus bestuur: verwijder Zoekgebied 2, Noorder-IJplas uit de Concept-RES Tijdens de ateliers kwam de vraag op of de klimaatdoelstellingen van de RES alleen de woning- en utiliteit bouw behelzen. Vervoer (ook elektrisch), datacenters en industrie vallen erbuiten. De Concept-RES is hierover niet duidelijk. Waardedaling woningen Windturbines tasten de leefomgeving van de omwonenden aan door geluid van de wieken, slagschaduw, lage tonen brom en horizonvervuiling. Deze hinder is waar te nemen in een straal van ongeveer 1200 meter rond de turbines. Nu lijken er bij de Noorder-IJplas weinig woningen te staan maar binnen een straal van 1200 meter staan er toch nog 3500 woningen. In 2016 is er door onderzoekers van het Tinbergen Instituut van de UvA wetenschappelijk onderzoek gedaan naar het effect van woningprijzen in de buurt van windturbines. Uit dit onderzoek bleek dat binnen een straal van 2000 meter rond windturbines een gemiddelde woningwaarde daling van 2% werd geconstateerd. Vorig jaar heeft minister Eric Wiebes naar aanleiding van Kamervragen dit rapport laten actualiseren. Het resultaat was dat, door de hogere windturbines, nu de gemiddelde woningwaarde daling tussen de 2%-3% lag. In bijlage C een kaart met 1200 meter lijnen rond de turbines bij de Noorder-IJplas. Totale woning waardedaling is 20 miljoen Euro. Conclusie: windturbines in stedelijk gebied zijn maatschappelijk onaanvaardbaar. Dus bestuur: verwijder in stedelijk gebied alle zoekgebieden voor windturbines uit de Concept-RES Wind bij de Noorder-IJplas 3 jag ol BEWONERSVERENIGING ZIJKAMNAAL H Conclusie Afsluitend kunnen we stellen dat windenergie in Amsterdam alleen maar mogelijk is in het Westelijk havengebied waar geen woningen staan. Windturbines in de Amsterdamse parken en scheggen zijn uit den boze. Vorig jaar nog heeft het Architectuur Centrum Amsterdam Het Manifest van de Scheggen gepubliceerd over de unieke positie van de natuur rond Amsterdam waardoor alle Amsterdammers binnen 10 minuten fietsen in de natuur kunnen staan. Op dit moment leveren alle windturbines op land in heel Nederland een bijdrage aan de totale energievraag van 1,08%. De vraag die Amsterdam zich moet stellen is of we onze parken en scheggen moeten opofferen om de totale windenergie op land te verhogen naar 1,09%! Wij wensen u veel wijsheid toe bij uw besluitvorming. Het bestuur van de bewonersvereniging Zijkanaal H Ron Kistemaker, voorzitter P.S. Zodra we daartoe in de gelegenheid worden gesteld zullen wij als bewoners aan de Noorder-IJplas met onze Energiecooperatienoorderijplas een vergunning aanvragen voor drijvende zonnepanelen in de plas. Wind bij de Noorder-IJplas 4 jag ol BEWONERSVERENIGING ZIJKAMNAAL H Bijlage A Redenen waarom Noorder-IJplas gebied niet geschikt is voor windturbines. De provincie Noord-Holland heeft in 2016 de vergunningaanvrage van NDSM Energie afgewezen op basis van vier argumenten. De motivatie voor de weigering van een omgevingsvergunning beslaat 21 pagina’s en is te vinden onder Nummer: 1 024162 (OLO-nummer 1656975) Hieronder in het kort de vier argumenten voor de weigering. De eerste 3 argumenten betreffen vigerende bestemmingen en de vierde was een Provinciale Ruimtelijke Verordening (PRV). 1. Bestemming “GROEN”. Het gebied van de Noorder-IJplas is onderdeel van de Amsterdamse Hoofdgroenstructuur. Deze hoofdgroenstructuur is bestemd voor recreatie van de Amsterdammers. Het stadsbestuur heeft vastgelegd dat in deze hoofdgroenstructuur niet gebouwd mag worden. 2. Bestemming voor eventuele toekomstige uitbreiding van het verkeersknooppunt Coenplein. 3. Bestemming historisch tracé van de Noorder IJ en Zeedijk. Op dit tracé mag niet worden gebouwd. 4. In de PRV heeft de provincie eisen gesteld aan windturbine plannen voor wat betreft bescherming van leefomgeving en landschap. Volgens NDSM Energie waren dit bovenwettelijke maatregelen. De PRV loopt in 2020 af. De gemeente is vanaf 2021 vergunningverlener voor de plaatsing van windturbines. Bovenstaande zou al genoeg reden moeten zijn om zoekgebied 2, Noorder-IJplas uit de concept RES te verwijderen er zijn echter sinds 2016 nog andere ontwikkelingen. 5. In het Haven-Stad plan is het Noorder-IJplas gebied ingetekend als stadspark. Gaan we nu zover dat ook in stadsparken windturbines geplaats gaan worden? Als het aan NDSM Energie ligt wel. In het verleden hadden ze bijna een vergunning om in het Keerkringpark een windturbine te bouwen. De provincie heeft daar toen een stokje voor gestoken. Het huidige zoekgebied 2 loopt tot aan de NDSM werf. Altijd al een droom geweest van NDSM Energie om daar een windturbine te bouwen. Zoekgebied 2 loopt langs de gehele noordoever van het IJ. Hoe kan het bestaan dat het plangebied voor Haven-Stad samenvalt met een zoekgebied voor windturbines. Wind bij de Noorder-IJplas 5 jag ol BEWONERSVERENIGING ZIJKAMNAAL H Windturbines langs de IJ-oever treffen niet alleen de bewoners van Tuindorp Oostzaan maar ook de toekomstige bewoners van Haven-Stad 6. Terug naar het Noorder-IJplas gebied. Vorige jaar heeft minister Eric Wiebes een studie laten verrichten naar de ontwikkeling van de woningwaardes in de buurt van windturbines. Binnen een straal van 2000 meter is er een gemiddelde woning waardedaling van 2%. Dit lijkt niet veel, maar op het bijgevoegde kaartje in bijlage C ziet u dat er binnen een straal van 1200 meter van de eventuele windturbines bij de Noorder-IJplas 3500 woningen staan. De eigenaren van deze woningen zullen met een 2% waardedaling een totale schade ondervinden van 20 miljoen Euro. Dit schadebedrag is meer dan het dubbele van wat een exploitant van 3 windturbines gedurende 20 jaar verdient. Zo'n situatie is maatschappelijk onaanvaardbaar. Een windturbine plaatsen valt niet onder een zwaarwegend maatschappelijk belang zoals een spoorweg of een autoweg. Het is een vrijwillige keuze. Wind bij de Noorder-IJplas 6 jag ol BEWONERSVERENIGING ZIJKAMNAAL H Bijlage B FDN NDSMEnergie id 4D @NDSMenergie Gisteren hadden we bezoek van gedeputeerde @edwardstigter. We waren het er over eens dat langs de A10 en de A8 én in de grootstedelijke omgeving bij de Noorder IJplas windmolens goed passen. Op naar uitvoering van de groene coalities in @AmsterdamNL in de @ProvincieNH. se _ ad 10:20 a.m. - 26 nov. 2019 - Twitter Web App B Retweets 9 Vind-ik-leuks 9, Tl 9, ue windmolenklachten @windmolenklacht - 27 nov. 2019 4 ee Als antwoord op @NDSMenergie @edwardstigter en 2 anderen S__Daar denken de omwonenden daar heel anders over. Over draagvlak wordt wederom niet gerept. eR td 1 OE Û, Nog 1 antwoord Wind bij de Noorder-IJplas 7 Jog aol BEWONERSVERENIGING Bijlage C SEL DAE re en as fi A8: ADE He x MEETER AEK 5 5 ze - zz! nrd ES ie B ee Á f oe Balbede Af, / ie kj rd Pha, ee AZ a 8 5 Ct LED Pe RA 2 Pr ed, A ri ohh An ed. Dld Ö 5 5 SS Mea Ai Sn ot 1 rg Pl 8 o E Eon f ) Re 4 ä ” f vj A: DÛ Ö 0 og | d sf Ee il bren dd, Á Er Ae | it EN GPR A cij 7 PA Ist er AE Pe 4 ® ® E E EU rf oer br if: E E H 1 2 eet Á PE th ed Ss Me B el EPE II 5 an enen SPS at LD: ) den ver, SEE zi ke | | nn Dg rg í REEN 72 MD dot eRe e real Een EE AS ae, Ee PA oh Es. oo RSE JA | 5 ee s à, AAL == í 7 FA EN 3 5 — — LW Ss = mn ho 7 A % EE) a ak ENE Pli Fi Vi yj, ; | o k A Ä f Dre) MR ae en ce P, 5 ; VO ie pl cj e Mc AN kN ij Ae A Ned NN a ese d sij 1 AN ITT | AA KN Ee Nelen vi ARE Ve Me bg ALS | PING AJ \ ADE B Nam tr de OB den A0 3 Pz A A IDE REEN AEN Dn NE EE PNT, De 4 d U NM k LAN | a en ts Ede p | vz ul WAT sd. 5 Ln v Ene D l p \ EN B sG Ei \ CA KOEN 7 k B 4 „ee A ek: J , Á i Nl AN , RD B MON EUD DL Ô ; a BG vie in EN VAK E ef nf K a 8 HENRI pee j BR nn EEE LE /j Ee. ) 2, ne gn ee Fe®) ' @ i ee 4 4 / 4 ES kh h LR vn ZR ne A ZA TAS / sl f EK KN AN 0 Del NNS ME In PA EAD Da Ke N NE, Pd vl AAN bef si La 0 RE ij Ë, nd Le B RR | EP te EA ER ON en A ri Mes \ kee | ! F2 NRE ni pn EE vs KERN \ ij En RN LB ps TA Eck: PP b et \ e=! A” A er NDP ES SR g2 Pe DN A ba ie Ne „6 DNI, \ DEIN DN | 5 ROT BES al Ns { b l AN C 97 3 } B. 5 AN Á Ps Cw es vS PE Pe ek \ ca A \ hd } EENS A One Pel: ED. sede AS he” ® sie 4 iP Ber #. MS dS Á d ì Ko 7 De AS | B id \ En AEN EN ba & Y RR A A WE ED NE KD Wi ABSA tn CA MNS AT, PON ENAPN. ® AEN Enid 7 qe Nn Pen A A INES: A Kr EAA AN WE), A pt BOVEN Ô eed len aleer en PRT Se © re 4 EA: oh RK a) , P 4 pd # lS p dk ic EAN Ne E in NVS at len WEP Dd 0 eg ke EE PE ze 4 MOS 10 Re al WSA TE EE TRIAS did eN JAE Ns zE GE EE ee EREN 4 ee eg Ed PS be a EP Pe AREN Ne, AA mmm EN OK , 1 ; od 8 Ee. in pe TE | ak 2 4 > Ni Er N dd Ee ke “ Ö ar 5 io Ee 7 ke @ ú RAK / BN : n 5e En: Ir larf LU zr en \ > 5 Ä5) N, ° he c ee Ka 5 a 5 ig \ 5 á rn N re : Â Ee É 8, L EE 5 zr 5 il 3 # N kf d Û oo Pers né ei rl 5 DA LE Tes : me Tl en Ee beg = JT ES Kh mn OTS ee Tl Sei Oo sE [ 5 ‚a an ae i Zos Meme oe ESE ee 8 > en NEA es — Gn en amg 0 = © Ee fi | | (amme 3 ij _ ee | \ N nel WN tl k id lk NEN sed TS ri EN 5 CS B En baat A Ein ri ECE ka EE ark | ee Sleen ER 1 SN Ni @ SUE k EA ran È Aen A / 8 EP A d EN Lak Thi en Ce rn st Ne = CD EE el Sr 5 oi 00 AN Gi ED en. en ie SE keen 6 9) flik; ee Sane HS m5 Sz ee, GENE 8 rj ke] 3 » 8, 7 ig ke 5 El WE re en en, | : ei \ le») 5 Eon eN ne 2e EEE, EE : 3 0 S EN ae 2 EU ei ar Ger E 5 EN TN Gr ie sl ne 4 7 5 __ Td AS ge ds He EA Ald be ee Wind bij de Noorder-IJplas 8
Raadsadres
8
train
OO | | | Vereniging Tuingroep Amstelhof | edt 7 Van Woustraat 134-2: 1073LT Amsterdam; | -O- Tel: 020-6763604/ … | ej E: [email protected] 5 KvK nummer: 70325774 RSIN: 858263294 | | Aan de leden van de Raad van de gemeente Amsterdam | Amstel 1 Postbus 202 : 1000 AE Amsterdam | Betreft: Uitvoeringsstrategie Volkstuinbeleid (concept mei 2020) | Amsterdam, 8 juni 2020. | | Geachte leden van de Gemeenteraad van Amsterdam, | Onze vereniging, huurder van het nutstuincomplex Amstelhof, gelegen aan het Drieburgpad in Amsterdam-Oost is gevraagd om op voornoemde nota in te spreken. Onze vereniging heeft meer dan | 50 leden. We waren uiterst verbaasd over het feit dat de conceptnota Uitvoeringstrategie Volkstuinbeleid door het DB is vrijgegeven voor inspraak tijdens de huidige geldende Covid-19 maatregelen. Wij vinden een dergelijke nota ter inspraak brengen niet een blijk van behoorlijk | bestuur, Wij zouden het op prijs stellen dat deze vrijgave wordt ingetrokken. En dat de nota pas wordt vrijgegeven voor inspraak op het moment dat de COVID-19 maatregelen zijn opgeheven, zodat wij in staat zijn gesteld om een brede ledenconsultatie te uitvoeren. Namefis het bestuur van de Vereniging Tuingroep Amstelhof | In P Gerard vän Middelaar voorzitter c.c. Gemeente Amsterdam, Dienst Duurzaamheid, team stad 4 . d O5 de "5 ’
Raadsadres
1
train
Gemee nte Bezoekadres A d Straatnaam 25 mster am oooo AA Amsterdam > < Postbus ooo oooo AA Amsterdam Telefoon 14 020 > amsterdam.nl Retouradres: Postbus ooo, oooo AA Amsterdam Gemeenteraad van Amsterdam Datum 17 oktober 2022 Ons kenmerk Uw kenmerk Behandeld door [email protected], [email protected] Kopie aan Bijlage(n) 1. Indicatoren vit de concept Begroting 2023 2. Planning Onderwerp Een schonere stad. Geachte leden van de Gemeenteraad, Amsterdam is een mooie stad, maar tegelijkertijd kennen we allemaal plekken die er vies uitzien. leder van ons heeft zich weleens geërgerd aan afval naast de afvalcontainer. Er ligt een verantwoordelijkheid bij onze bewoners, bezoekers en ondernemers om de stad niet vies te maken, maar zeker ook een opdracht aan de gemeente om de stad schoner te maken en te zorgen voor een transitie naar een circulaire economie waar we meer recyclen en minder afval produceren. In het “Amsterdams Akkoord 2022” heeft het college daarom de ambitie uitgesproken om de overlast samen met bewoners en ondernemers te bestrijden en de verantwoordelijkheid te nemen voor een schonere stad en een duurzame en meer circulaire afvalketen. Om die verantwoordelijkheid te nemen, is het belangrijk dat we als gemeente zelf het opruimen, ophalen en verwerken van afval verbeteren. De hele keten van reinigen en afval inzamelen is daarom ondergebracht bij één wethouder. Dat helpt om de ambities en plannen in gezamenlijkheid met elkaar te bespreken en de resultaten te volgen. In deze brief neem ik u dan ook graag mee in wat we de komende tijd gaan doen. Het zijn onze prioriteiten en aanpak, als ook de concrete acties en voorstellen die we vanuit de extra coalitiemiddelen betalen. Dat is 2 miljoen euro in 2023, aflopend naar 1 miljoen euro structureel vanaf 2026. Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam Datum 17 oktober 2022 Pagina 2 van 12 De uitdaging De opgave is complex. Samen produceren ruim 870.000 Amsterdammers elke dag zeker 890 ton afval. Dat is gemiddeld meer dan een 1 kilo per persoon per dag. Het is een enorme logistieke uitdaging om dit afval elke dag in te zamelen, af te voeren, op een verantwoorde manier te (laten) verwerken en de stad weer schoon achter te laten. We zien veranderingen in het aanbod van afval. Zo neemt de hoeveelheid afval toe, door de groei en uitbreiding van de stad, de verwelkoming van Weesp, de verdichting van bestaande wijken en intensief gebruik van de openbare ruimte zoals straten, grachten en parken. Als onze inzet gelijk blijft en het gedrag van Amsterdammers, ondernemers en bezoekers niet verandert, dan vervuilt de openbare ruimte en het milieu omdat we het niet schoon kunnen houden. De hoeveelheid geproduceerde afval heeft grote invloed op onze ambitie om de stad schoon te krijgen. Aan de andere kant wordt de vraag of we de ambitie kunnen halen beïnvloed door voldoende aanbod van personeel, de hoogte van de verwerkingskosten, prijzen van materialen en het aanbiedgedrag van bewoners en ondernemers. Ook de beschikbare ruimte boven en onder de grond, en de financiële middelen van de gemeente (o.a. de investeringsruimte) spelen mee. Het is daarom van belang dat we onze eigen basis op orde hebben zodat we beter kunnen inspelen op ontwikkelingen van buiten. Dit is tevens het doel vanuit het verhoogd toezicht op de directie Afval en Grondstoffen. Daarbij kijken we ook naar het verduurzamen van onze organisatie. We investeren in schonere wagens (doel is emissievrij in 2030) en duurzamer materiaal. Zo geven we als gemeente het goede voorbeeld. Gerichte inzet Het is gezien de opgave en middelen die we hebben niet realistisch om de stad 100% schoon te krijgen, maar het moet wel schoner dan nu. We hanteren in elk gebied hetzelfde basisniveau. Maar waar keuzes gemaakt moeten worden, vind ik het belangrijk dat we ons concentreren op waar het vies is in de stad, veel bewoners en bezoekers komen en de druk op het afval inzamelen het hoogst is, zoals het Vondelpark of de Binnenstad. Ongelijk investeren in gelijke kansen betekent bovendien dat ook Nieuw-West, Zuidoost, Noord (Masterplangebieden) onze bijzondere aandacht krijgen. Als mensen wonen in een schone wijk, zien ze dat de gemeente er voor ze is, en worden ze zelf ook vitgenodigd goed voor hun eigen buurt te zorgen. Met gerichte inzet op buurtniveau voorkomen we dat stadsdelen waar minder meldingen zijn, zoals Zuidoost, minder aandacht krijgen. Wel gebruiken we deze meldingen, in combinatie met objectieve metingen en waarnemingen van medewerkers op straat om een beeld te krijgen waar het (te) vies is. De stadsdelen samen met het stadsgebied Weesp wijzen uiteindelijk de hotspots aan waar een gerichte aanpak nodig is. Zij hebben in de uitwerking van de aanpak een grote en belangrijke rol, zoals ook is opgenomen in het vernieuwde bestuurlijk stelsel. Gerichte inzet en afspraken komen terug in gebiedsuitwerkingen die we met hen opstellen. Samen met de Amsterdammer De stad schoonmaken en houden kunnen we niet alleen. Het Vondelpark maakt zichzelf niet vies, dat doen wij zelf. De gemeente kan troep van anderen steeds beter gaan opruimen, maar het voorkomen van afval en het schoonhouden van de stad is de verantwoordelijkheid van iedereen. Voor een schonere stad hebben we onze bewoners, bezoekers en ondernemers hard nodig. Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam Datum 17 oktober 2022 Pagina 3 van 12 We willen daarom dat mensen die zich inzetten voor een schone en veilige buurt zich voldoende ondersteund voelen, of het nu containeradoptanten zijn, mensen die af en toe zwerfafval opruimen, een bewonersinitiatief hebben of gewoon een melding doen omdat een container gestremd is. Zo is onder de vlag van het Masterplan Nieuw-West de eerste lijst hotspots samen met bewoners opgesteld. Zo weten buurtbewoners heel goed wat probleemgebieden zijn en kunnen we hun kennis gebruiken bij het aanwijzen van de hotspots, als ook hun inzet bij de benodigde aanpak. De ervaringen van Nieuw-West en de andere masterplangebieden gebruiken we om het faciliteren van bewoners en bewonersinitiatieven samen met de stadsdelen in de hele stad te verbeteren. Containeradoptanten spelen een belangrijke rol in het tegengaan van vervuiling rondom containers. In april 2022 heeft OIS een kwalitatief onderzoek uitgevoerd onder bijna 2700 adoptanten (n.a.v. uw motie 7oo bij de begroting van 2022). De resultaten van het onderzoek gebruiken we om de adoptanten beter te informeren, te ondersteunen en in het zonnetje te zetten. Zo nemen we hun input mee in verbeteringen voor de organisatie en hebben we in september 2022 zes mooie en leerzame bijeenkomsten voor hen georganiseerd op Pampus. Dit was vrijwel één bijeenkomst per stadsdeel met ongeveer 60 adoptanten per keer, waarbij ook enkele stadsdeelbestuurders, medewerkers van de gemeente en AEB Amsterdam aanwezig waren. Gedrag Natuurlijk verwachten we van iedereen dat ze hun afval weg gooien daar waar het hoort. Dus niet op straat of in het groen. Na de twee coronajaren met veel extra huishoudelijk afval, is het aanbod van karton blijvend hoog. Dit belandt vanwege de grootte vaak naast de containers, waar het nat wordt en lastiger te scheiden is van het grof afval. Grof afval op straat is een grote ergernis van Amsterdammers en duur om te verwerken. Terwijl karton juist geld oplevert. Nog beter dan verwerken, is om in te zetten op afvalpreventie. Want wat niet op straat komt, hoef je ook niet op te ruimen. In september 2022 is een landelijke campagne zwerfafval gestart waarin we participeren. En we brengen deze periode de regels voor grof afval en de afvalpunten extra onder de aandacht. In november 2022 voeren we campagne voor het juist aanbieden van karton (maak het klein en gooi het in de papierbak). Naast de zachte aanpak via informatievoorziening, campagnes zetten we al een aantal jaren in op gedragsverandering door middel van toezicht en handhaving. Als je de regels overtreedt, heeft dat consequenties. Voor de handhaving op onjuist bijgeplaatst huishoudelijk afval (bijplaatsingen) is een team van toezichthouders gericht op de hotspots in alle stadsdelen van de Aanpak bijplaatsingen. Daarnaast zijn er reguliere handhavingsteams bestaande uit handhavers die in de gebieden werken. Zij zetten in op de prioriteiten die zijn afgesproken in het jaarlijkse actieplan handhaving. Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam Datum 17 oktober 2022 Pagina 4 van 12 Samen met bedrijven Als gemeente kunnen we een rol spelen in de verandering van een lineaire naar een circulaire economie. Op dit moment loopt er al verkenning met de e-commercebranche hoe herbruikbare verzendverpakkingen een alternatief zijn voor kartonnen dozen. We zijn in de afgelopen jaren betrokken geweest bij een uitgebreidere producentenverantwoordelijkheid op verschillende productgroepen. In het actieplan op afvalpreventie verruimen we onze rol in samenhang met de portefeuille duurzaamheid en op welke acties we inzetten (gereed eerste helft 2023). Daarnaast gaan we in gesprekken met ondernemers ook in op de mogelijkheden van voorkomen van afval en betrekken daar initiatieven van ondernemers bij. Momenteel wordt de Europese ‘wegwerpplastics! richtlijn in Nederland geïmplementeerd in nationale wetgeving. Aansluitend op deze richtlijn gaat de gemeente vooraf stimuleren, verleiden, voorlichten en zo nodig reguleren zodat ondernemers en consumenten hun producten hergebruiken. Ten aanzien van het aanbieden van afval loopt op dit moment een onderzoek naar verkeerd gebruik van huishoudelijke inzamelvoorzieningen door bedrijven. Hierin onderzoeken we de mate van misbruik op een paar specifieke locaties in Amsterdam en is een analyse gedaan van de samenstelling van dit afval en de mogelijke herkomst. De resultaten uit dit onderzoek vormen de input voor maatregelen om dit misbruik tegen te gaan. In de het tweede kwartaal van 2023 zullen we u hierover informeren. Maar we maken nu ook al stappen. We richten ons, samen met Dienst Belastingen, op de plicht dat bedrijven gebruik maken van het reinigingsrecht of beschikken over een passend bedrijfsafvalcontract. Ook zetten we in op het tegen gaan van verkeerd gebruik van de afvalvoorzieningen door bedrijven. In dat kader optimaliseren we samen met Toezicht en Handhaving de inzameling van en controle op het aanbod van rode/witte zakken in postcodegebied 1012. In 2022 (tot en met september) heeft dit geleidt tot 22 bestuurlijke boetes en go waarschuwingen. Daarnaast zetten we in op het bewust maken van ondernemers over bedrijfsafval. Ondernemers kennen namelijk niet altijd de regels. Hiervoor is het motto “Jouw Bedrijf, Jouw Afval” de basis voor alle communicatie. We informeren de ondernemers over de regels (waaronder over het opruimen van zwerfafval in de 25 meter rond de onderneming) via een mailing, informatiefolders en persoonlijke gesprekken. Gelukkig komen bedrijven ook zelf met initiatieven op het gebied van schoon, efficiënte en effectieve afvalinzameling en het voorkomen van afval. Voorbeelden die we ondersteunen zijn de BlZ'en (Bedrijfs Investerings Zone) van de Warmoesstraat en Burgwallen die samenwerken om de straat schoon te houden en het project Zero Waste Zuidas van de Green Businessclub Zuidas. Vanuit Green Light District is een coalitie opgebouwd uit lokale ondernemers die nu al duurzaam ondernemen en de kennis graag delen met anderen in het gebied. Eerder hebben we ook het initiatief van BIZ The Olympic kunnen ondersteunen om een afvalhub te realiseren zodat het restafval minder werd en minder vervuilende vervoersbewegingen nodig zijn. Besteding coalitiemiddelen We gaan verder op de ingeslagen weg om de hele schoonketen van reinigen en afval inzamelen te verbeteren. Deze aanpak richt zich op de lijnen: Basis op orde (opruimen, ophalen en verwerken), Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam Datum 17 oktober 2022 Pagina 5 van 12 maar ook het voorkomen van afval (preventie en circulariteit), het informeren en faciliteren bewoners en ondernemers en zeker ook toezicht en handhaving (beboeten). De coalitiemiddelen Reiniging zetten we in om de stad schoner te krijgen. Voor de besteding kijken we wat het meeste rendement oplevert. Dat is met name inzet op grof afval, karton, aanbiedgedrag en regels voor Reinigingsrecht en bedrijfsafval en de gebiedsgerichte aanpak van zwerfaval. Twee plannen zijn al concreet uitgewerkt: buurtconciërges en het ophalen van grof in dicht bebouwde gebieden. De overige plannen voor 2023 zijn gereed voor het einde van het jaar en richten zich op het burgerberaad, aanpak karton, lokale recyclepunten, meer afvalbakken (en vervanging), als ook extra inzameling van afval rondom drukke plekken in het centrum (avonduren). Daarover wordt u te zijner tijd geïnformeerd. Buurtconciërges (€ 500. ooo structureel) We nemen per 1 januari 2023 vijf buurtconciërges aan die tot u toe incidenteel gefinancierd werden (via de middelen va de ontwikkelbuurten). Er is behoefte aan een zichtbaar aanspreekpunt in de buurt als het gaat om een schone en hele leefomgeving. De voornaamste taak van een buurtconciërge is het contact onderhouden met ondernemers en bewoners om de openbare ruimte schoon te houden. Op het moment dat er iets niet in orde is — bijvoorbeeld bij signaleren van misbruik van de openbare ruimte — kaart de buurtconciërge dit aan bij bijvoorbeeld de ondernemer. En nog belangrijker: de buurtconciërge handelt direct zodat het probleem zich oplost. Buurtconciërges worden, mede in overleg met de stadsdelen, in die gebieden ingezet waar ze het hardst nodig zijn, bijvoorbeeld in de masterplangebieden of winkelgebieden. Als het schoonniveau op het beoogde doel zit, of men ergens anders harder nodig is, kan de inzet dus veranderen. Ophalen (grof) afval in dicht bebouwde gebieden (€ 5oo.ooo structureel) De aanpak van grof afval is een belangrijke opgave. Daar komt bij dat de omstandigheden lastiger zijn doordat er in het Wallengebied veelal een restrictie van 7,5 ton en soms zelfs 3,5 ton geldt voor wagens, de emissie-restricties steeds strenger worden en straten steeds drukker. Gebieden als in het centrum zijn daardoor niet langer bereikbaar met de reguliere inzamelvoertuigen. We gaan daarom inzamelen met klein materieel in: centrum, gebieden in Oud-West en mogelijk Noord — en waar nodig in de stad. Daarvoor moeten we de overslag van grof afval in de nabijheid van het inzamelgebied organiseren en zetten we in op het informeren van bewoners en ondernemers. Als oplossing voor overslagpunten in de stad bekijken we de mogelijkheden om duurzaam in te zamelen via water. Overige ontwikkelingen Naast het uitwerken en uitvoeren van bovenstaande, vertaalt de ambitie zich in een aantal zaken waar we ons de komende tijd op richten. In bijlage 2 vindt v een planning. e Weesp. We hebben dit jaar Weesp verwelkomd en het stadsgebied wordt stapsgewijs meegenomen in de aanpak. * Op dit moment werken er 26 buurtconciërges in alle stadsdelen daar waar ze het meest toe doen, maar vooral in de Binnenstad en de ontwikkelbuurten van Nieuw-West en Noord. Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam Datum 17 oktober 2022 Pagina 6 van 12 e _Burgerberaden: Een burgerberaad is een mooie vorm om de ervaring en denkkracht van bewoners te betrekken bij de opgave. Naast de diverse contacten die we al hebben met bewoners. Op basis van de geleerde lessen van het eerder gehouden mini burgerberaad over de CO2 doelen blijkt dat een gedegen voorbereiding, mandaat, bestuurlijk commitment én financiële middelen noodzakelijk zijn. Hier willen we goed naar kijken en ook u als raad betrekken. Daarom kom ik in de volgende raadsbrief terug op het organiseren van een burgerberaad en hoe we bewonerswaardering daar een plek in kunnen geven. e _GFE/T inzameling. Een derde van het restafval bestaat uit GFE/T. GFE/T is een belangrijke afvalstroom die we uit het restafval willen weren. Aparte inzamelen van deze stroom levert een belangrijke bijdrage aan de verduurzaming van de afvalketen. Het apart ingezamelde GFE/T wordt hergebruikt en gerecycled naar onder andere compost en biogas. De komende jaren willen we gefaseerd inwoners van Amsterdam voorzien van een inzamelmiddel. Voor het GFE/T onderdeel wordt bij elk gebied waar de inzamelmiddelen worden geplaatst een communicatie traject met bewoners opgezet. Hierin wordt ook de nut van het scheiden van GFE/T met de bewoners besproken en doordacht. Het doel dat we onszelf hebben gesteld in de doelenboom is ambitieus. Echter is er op dit moment onvoldoende dekking om de uitrol in de gehele stad te kunnen realiseren. We zullen in de eerste helft van volgend jaar bij u terugkomen met een voorstel t.a.v. de dekking en uitvoering. Het is dus een doel waar we komende jaren naartoe willen groeien. Tot die tijd voeren we, waar er dekking is, het aantal inzamelmiddelen op kleinschalige en lokale wijze uit. e _Rolrecyclepleinen en kringlopen. We zetten in op een sterkere rol voor recyclepleinen en kringlopen in de keten van grof afval naar grondstoffen. Begin 2023 ontvangt u een voorstel om het gebruik van recycleplein verder te stimuleren om zo het aanbod grof afval op straat terug te dringen. e _Afvaldumpingen. We onderzoeken of bedrijven of bewoners uit omliggende gemeentes hun afval dumpen in Amsterdam omdat het in hun eigen gemeente duurder is om afval aan te bieden. Over de uitkomsten inclusief mogelijke maatregelen informeer ik u in het derde kwartaal van 2023. e Afvalinzameling bij gebiedsontwikkeling. De standaard voor inzameling van restafval, papier/karton en glas is de ondergrondse inzamelcontainer en GFT-E middels een rolcontainer. Maatwerk of afwijking hiervan is alleen mogelijk als hier (vooraf) een besluit over wordt genomen, zonder dat additionele kosten ten laste van de Afvalstoffenheffing worden gebracht. Wanneer er nog geen ondergrondse containers geplaatst kunnen worden bij nieuwbouw omdat de openbare ruimte nog niet heringericht is, zorgen we voor andere oplossingen, zoals bovengrondse containers. En waar een woningblok wordt opgeleverd en er dus veel verhuizingen plaats gaan vinden, is ons streven om te voorzien in tijdelijk extra grote containers voor het afval afkomstig van bewoners die hun huis uitruimen of kleine verbouwingen doen. Deze afspraken worden komende tijd geactualiseerd samen met o.a. corporaties, gemeente en ontwikkelaars. e Handhaving. Waar het gaat om schoon kunnen de Boa's handhaven op zowel bijplaatsingen als zwerfafval zoals de 25 meter regel rond bedrijven. In het actieplan handhaving 2022 is gekozen om te focussen op bijplaatsingen en grof afval en karton. De 25 meter regel zit daar niet bij, daar wordt alleen op gehandhaafd wanneer een overtreding op heterdaad wordt geconstateerd. Op dit moment wordt in samenwerking met burgemeester en stadsdeelbestuurders gewerkt aan het actieplan 2023. Daar wordt u in het eerste kwartaal van Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam Datum 17 oktober 2022 Pagina 7 van 12 2023 over geïnformeerd. Daarnaast onderzoeken we op basis van het coalitieakkoord ook de hoogte van de boetes voor afvalbijplaatsingen. Dit werken we uit in een aantal scenario’s waar ik u in het voorjaar van 2023 over zal informeren. Nieuwe doelen Begroting 2023 Tijdens de behandeling van de Jaarrekening 2020 heeft uw raad via de methode Duisenberg (4 juni 2021) aangegeven dat u het lastig vindt om de middelen die gemoeid zijn met de schone stad, te koppelen aan de verschillende activiteiten aangezien zij over meerdere begrotingsprogramma'’s zijn verdeeld. Met ingang van de Begroting 2023 zijn de kosten en activiteiten rondom reiniging en afval opgenomen in Programma 2.3. Daarnaast had v de behoefte aan meer inzicht in de te behalen resultaten (indicatoren). Op basis van gesprekken van de afgelopen tijd zijn een aantal nieuwe doelen, activiteiten en indicatoren in de begroting 2023 opgenomen. Naast de v bekende CROW- normen over hoe schoon de gebieden zijn, zijn nu ook de vullingsgraad van de prullenbakken en de scores rondom de afvalcontainers (zogeheten bijplaatsingen) opgenomen. Er wordt nu niet alleen gerapporteerd over de ervaren overlast (Rapportage Wonen in Amsterdam), maar we hebben ook doelstellingen opgenomen rondom de opvolging van meldingen, de klanttevredenheid van melders en de tevredenheid onder containeradoptanten waar u in de commissie van 30 juni 2022 om heeft gevraagd. Tot slot zijn er op het gebied van duurzaamheid indicatoren opgenomen ten aanzien van de uitstoot per ton ingezameld materiaal als ook circulariteit (voorkomen van afval). In de bijlage vindt v de doelen, activiteiten en indicatoren zoals ze zijn opgenomen in de concept Begroting 2023 (zoals de hoeveelheid verzameld restafval en grofvuil per inwoners is opgenomen, volgens motie van Pijpen cs, d.d. 14 september 2022). Tot slot U bent eerder geïnformeerd over wat we doen om het afval in de stad zo goed mogelijk uit het straatbeeld te krijgen (het afvaloffensief). Met deze brief geef ik u een integraal beeld van onze inspanningen voor een schonere stad. We zullen v tenminste twee keer per jaar informeren over de resultaten. Waar het gaat om het verbeteren van de interne organisatie van de directie Afval en Grondstoffen (het verhoogd toezicht) bent u de afgelopen tijd met regelmaat geïnformeerd. In het eerste kwartaal van volgend jaar informeer ik uv opnieuw. Met deze brief beschouw ik de volgende toezeggingen als afgehandeld: e Een plan inzake afval en reiniging naar de raad te sturen (TA2022-000586 en TA2022-000834,) met daarin een eerste uitwerking van het coalitieakkoord; e _ Waarin de betrokkenheid van inwoners (zoals het adopteren van containers) is meegenomen in de planvorming (TA2022-000588); e _ Hoe voorkomen kan worden dat minder meldingen, niet tot minder aandacht leidt (TA2022- 000584); e Inde komende begroting een doel op te nemen over klachtenafhandeling (TA2022-000587). Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam Datum 17 oktober 2022 Pagina 8 van 12 e _ De motie van de leden Van Pijpen, Noordzij en Lust inzake de raadsbriefuitgaven en resultaten Schoon Amsterdam 2021 (d.d. 14 september 2022, 302) Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Met vriendelijke groet, Namens het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam, / { / ) / OC Zita Pels Wethouder Reiniging, Afval en Duurzaamheid Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam Datum 17 oktober 2022 Pagina 9 van 12 Bijlage 1 Voorgestelde indicatoren uit de Begroting 2023 (september 2022) 2.3 Ophalen van afval en reinigen openbare ruimte Amsterdam is een schone stad. Indicatoren doel Peilwaarde Jaarverslag Begroting Begroting Prognose (peiljaar) 2021 2022 2023 2024-2026 1 Ervaren overlast door 5,4 (2021) 5,4 Onderzoek 6 6,5 vervuiling (cijfers Wonen is om het _ in Amsterdam) RAN 2 Het schoonhouden van 6,3 (2021) 6,3 7,0 7,0 7,0 de straten en stoepen wordt door de bewoners beoordeeld op een 7,0 _ {WiA:6,3(2021)) 3 Het schoonhouden van 6,6 (2021) 6,6 7,0 7,9 7,0 het groen wordt door de bewoners beoordeeld op een 7 (WiA: 6,6 (2021) Activiteit 2.3.1.1 We maken de openbare ruimte schoon (daar waar het er toe doet). Indicatoren activiteit Peilwaarde Jaarverslag Begroting Begroting Prognose (peiljaar) 2021 2022 2023 2024-2026 1 CROW van zwerfvuil 87% (2021) 87% 80% 80% 80% scoort minimaal 80% 2 CROW van 89% (2021) 80% 80% prullenbakken scoort minimaal 80% niveau B 3 Percentage meldingen Tijdigheid: Tijdigheid: Nvt _ tijdigheid tijdigheid schone stad: afval en 77% (Schoon) 77% (Schoon) 90% 90% schoon dat tijdig en 73% (Afval) _ 73% (Afval) tevredenheid tevredenheid naar tevredenheid van (2021) 70% 70% de melder is Tevredenheid: Tevredenheid: afgehandeld. 56% (Schoon) 56% (Schoon) 59% (Afval) 59% (Afval) Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam Datum 17 oktober 2022 Pagina 10 van 12 Activiteit 2.3.1.2 We zorgen dat inwoner en bedrijven hun afval op de juiste wijze kunnen aanbieden. Indicatoren activiteit Peilwaarde Jaarverslag Begroting Begroting Prognose (peiljaar) 2021 2022 2023 2024-2026 1 CROW van bijplaatsingen 86% (2019) 88% go%* scoort minimaal 90% niveau B (rastermeting) * Vanaf 2022 hanteren we een andere meet methodiek. Van steekproefsgewijze metingen gaan we over naar rastermetingen waarbij een vak van 100 bij 100 meter het cijfer krijgt van de slecht scorende container locatie in dat vak. Dat maakt dat bij een zelfde resultaat de scores iets slechter zouden zijn Activiteit 2.3.1.3 We zamelen het afval efficiënt en duurzaam in. Indicatoren activiteit Peilwaarde Jaarverslag Begroting Begroting Prognose (peiljaar) 2021 2022 2023 2024-2026 1 Kg CO2 uitstoot per ton 19,2 (2019) 14,1 2,5 2,5 2,5 ingezameld materiaal Activiteit 2.3.1.4 We ondersteunen medebeheer en zetten in op preventie. Indicatoren activiteit Peilwaarde Jaarverslag Begroting Begroting Prognose (peiljaar) 2021 2022 2023 2024-2026 1 Tevredenheid (zeer en 76% (2020)* [geen 65% [geen 75% redelijk tevreden) onder meting] meting] containeradoptanten *Dit was nog voor het uitbreken van de Coronacrisis Amsterdam voorkomt (rest) afval. Indicatoren doel Peilwaarde Jaarverslag Begroting Begroting Prognose (peiljaar) 2021 2022 2023 2024-2026 Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam Datum 17 oktober 2022 Pagina 11 van 12 1 Kilogram huishoudelijk 247 (2019) 249 245 240 227 fijn en grof restafval per inwoner per jaar 2 Kilogram huishoudelijk 358 (2019) 377 377 377 377 afval per inwoner per jaar (BBV-verplicht) Activiteit 2.3.2.1 We maken het voor bewoners mogelijk om hun afval op de juiste manier gescheiden te kunnen aanbieden. Indicatoren activiteit Peilwaarde Jaarverslag Begroting Begroting Prognose (peiljaar) 2021 2022 2023 2024-2026 1 Aantal Amsterdamse 1% (2019) 3% 5% 8% 30% huishoudens wat toegang heeft tot een GFT inzamelvoorziening * * Afhankelijk van voldoende beschikbare middelen Activiteit 2.3.2.2 We zorgen dat het afval zo hoogwaardig mogelijk wordt verwerkt. Indicatoren activiteit Peilwaarde Jaarverslag Begroting Begroting Prognose (peiljaar) 2021 2022 2023 2024-2026 1 Percentage gerecyclede 22% (2019) 25% 25% 25% 28% stroom per inwoner per jaar t.o.v. totale hoeveelheid huishoudelijk afval Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam Datum 17 oktober 2022 Pagina 12 van 12 Bijlage 2 Invulling overige coalitiemiddelen Reiniging Actieplan op afvalpreventie Eerste helft 2023 Opzet Burgerberaad Eerste helft 2023 Informatie over dekking en planning GFE/T Eerste helft 2023 inzameling Rol recyclepleinen en kringlopen Eerste helft 2023 Scenario's Boetesysteem Onderzoek naar verkeerd gebruik van tweede kwartaal 2023 huishoudelijke inzamelvoorzieningen door bedrijven inclusief mogelijke maatregelen Onderzoek inclusief mogelijke maatregelen derde kwartaal 2023 afvaldumpingen Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Brief
12
train
> Gemeente Amsterdam Motie Datum raadsvergadering _ 21 december 2022 Ingekomen onder nummer 557 Status Ingetrokken Onderwerp Motie van het lid Khan inzake promoot lokaal aanbod buiten de ring Onderwerp Het promoten van het lokale aanbod buiten de ring. Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De Raad, Gehoord de discussie over de visie bezoekerseconomie 2035. Constaterende dat: -_Hetspreiden van toeristen een belangrijk middel is om de binnenstad te ontlasten én het bevorderen van lokale economieën uit de andere kernen van de stad; -__De gebieden buiten de ring veel te bieden hebben aan toeristen, van het aanbod van di- verse restaurants, festivals en musea. Overwegende dat: -_ Meer dan de helft van alle uitgaven zich beperkt tot de binnenstad en dat betekent dat on- dernemers daarbuiten weinig tot niet profiteren van het grote aantal toeristen in de stad. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders Het lokale aanbod in de gebieden buiten de ring nadrukkelijker te promoten in onze communica- tie-uitingen. Indiener(s), S.Y. Khan
Motie
1
discard
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Raadsagenda supplement 2, woensdag 28 en donderdag 29 november 2018 Datum en tijd woensdag 28 november 2018 13.00 en 19.30 uur donderdag 29 november 2018 en zo nodig 13.00 uur Locatie Raadzaal TOEGEVOEGD: Kunst en Cultuur, Monumenten en Erfgoed 17À Actualiteit van het lid Boomsma inzake de profielschets voor nieuwe bestuursleden van de kunstraad. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1289) GEWIJZIGD: Verkeer, Vervoer en Luchtkwaliteit 15 Vaststellen van de Verordening Parkeerbelastingen 2019. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1270) De commissie Mobiliteit, Luchtkwaliteit en Duurzaamheid heeft in haar vergadering van 22 november 2018 besloten deze voordracht niet te behandelen en de raad te adviseren dat deze voorstellen niet gereed zijn voor behandeling. 16 Wijzigen van de Verordening Parkeerbelastingen 2018, uitbreiding betaald parkeren in Amsterdam Noord. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1272) De commissie Mobiliteit, Luchtkwaliteit en Duurzaamheid heeft in haar vergadering van 22 november 2018 besloten deze voordracht niet te behandelen en de raad te adviseren dat deze voorstellen niet gereed zijn voor behandeling. 1 Gemeente Amsterdam Gemeenteraad R Raadsagenda supplement 2, woensdag 28 en donderdag 29 november 2018 TOEGEVOEGDE INGEKOMEN STUKKEN: Ingekomen stukken 30 Raadsadres van Nes Vastgoed van 22 november 2018 inzake het verzoek voor een wederopbouwplan voor erfgoed naast een pand aan de Zuider IJdijk. Voorgesteld wordt, dit raadsadres desgewenst te betrekken bij de behandeling van agendapunt 7, Vaststellen van het bestemmingsplan Sluisbuurt en aanvaarden van het milieueffectrapport Zeeburgereiland. 31 Herfstbrief van de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden van 22 november 2018. Voorgesteld wordt, deze brief door te geleiden naar het presidium ter behandeling. 32 Raadsadres van een burger van 20 november 2018 inzake hulp en bemiddeling van de nationale overheid bij onder andere inschrijving in het GBA en bij de aanvraag van een uitkering. Voorgesteld wordt, dit raadsadres voor kennisgeving aan te nemen. 33 Raadsadres van IZI Solutions en Nationale Jeugdraad van 20 november 2018 inzake een oproep aan raadsleden: Breng het stembureau naar jongeren. Voorgesteld wordt, de afhandeling over te laten aan de leden van de gemeenteraad. 34 Raadsadres van coalitie LEEFsteden van 21 november 2018 inzake het rapport ‘Uitkomsten benchmark duurzame, actieve, gezonde mobiliteit gemeente Amsterdam’. Voorgesteld wordt, de afhandeling over te laten aan de leden van de gemeenteraad. 35 Raadsadres van een burger van 21 november 2018 inzake een hardere aanpak van de criminaliteit naar aanleiding van de kwestie rondom John van den Heuvel. Voorgesteld wordt, dit raadsadres desgewenst te betrekken bij de behandeling van agendapunt 5, het mondelingevragenuur. 36 Raadsadres van Kraakcollectief ‘De Mobiele Eenheid' van 21 november 2018 inzake geen ontruiming van een gekraakt pand voor de bouw van een hotel. Voorgesteld wordt, de afhandeling over te laten aan de leden van de gemeenteraad. 2 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Raadsagenda supplement 2, woensdag 28 en donderdag 29 november 2018 3/ Raadsadres van een burger van 20 november 2018 inzake het stijgen van de huren in de vrije sector. Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van de raadscommissie Wonen en Bouwen. 38 Raadsadres van een burger van 20 november 2018 inzake het verzoek om een vuurwerkverbod rondom het dierenasiel Amsterdam-Noord/Oostzaan. Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van de raadscommissie Algemene Zaken. 39 Raadsadres van een burger van 24 november 2018 inzake het niet handhaven van het boerkaverbod. Voorgesteld wordt, dit raadsadres voor kennisgeving aan te nemen. 40 Raadsadres van een burger van 24 november 2018 inzake het terugdraaien van de beslissing over de verwijdering van de ‘l amsterdam’ letters op het Museumplein. Voorgesteld wordt, dit raadsadres voor kennisgeving aan te nemen. 3
Actualiteit
3
train
Ruimtelijke visie Dijksgracht Oost $ EN EE Ni e= Er er = tn of s od Ke zo Ee en et en wi LAS ! me Se el AN er EN id ii Sat: , Ee hi Nen EENS Vn ek JE edn E . E Ne er En Ni. SE 5 ee en n 3e an ne ra k he 5 pe B 5 5 ee ê RS Kn à Dn S de. ES IS ES: S 5 5 5 5 ie a be e Ee nn Ns KA EE led 0 SS En Di rn ‚A 3 Se 4 4 Sg Ln nn ES TN: ne IA Me : Pen 0 IN eN nn en > B ee SME a 5 en en Ey ES Nee SA EE n 5 nne hd | dn ne En vi Ë Versie 2.2 03 januari 2022 1 1 Inleiding … ……....ennenvenvenvenvenvenvenvenvenvenvenvenvenvenvenvenvenvenvenvenvenvenvenvenvenvenee Ô 1.1 Aanleiding... eennennereneereneenenreneereneerennernenennerneneereneernnennennenveneenenveneerenverennernnreenenrnneerennennnneenennenen 3 1.2 Programma....nnnnnensnrrneenenenrenennerrnenrerenenreernenrerenenrenenenreneneneerensnnenennenenrnennenenenvenenenvenenenvenrnenvenenenvenenenvenene Á 1.3 Waarom deze ruimtelijke visie? enne enenneneereneereneenenn ener eneerenneeneneenerneneereeneeeeneerennennnneeneenenen 5 1.4 Opdracht nnee nenneeeneneneenenenenenrenenenenenrenenenenenennenenenennenennnenennnenenenenenrnneneneneenenenenennennnenenenenennenenenennnne 5 1.5 Projectgebied … nnen eneneneenenenenenreneennenenrenenenenenennenenenennenennnennnnnenenreneennnenenenensneneneenennnenenenenennenenenennene 5 ER 17 Leeswijzer nnee nennenerennenenenvenrnenvenenenvenerensenenenvenenensenrnensenenensnnenenensenenensenenensenerenvenenenvnneeenvnnerenvnnennn Ó 2 Bestaande situatie … ……….....nnsvens vens vensvenseenneenneenseennersvereneeenerenvverveene 7 2.1 Algemeen..…..nnnnnnenenenenneneennenenrennennenenrenenenenennenennnenenenennnenenennennnenvenenennnenenenennnenenennennnernenenrnnnenennnnnenne ED 2.3 Spooremplacement … nanne renenneneenereneenennenereneeneeneennenvenneneenrennnnsnneneennnnenerenvenreevnvenvenvenvenvenvenvenveneneeenn Q 2.4 Oostenburg.…...nnnnnernnereneennennnenenenneennereneenennneneneenenenenenrenenenenenrenensnenenvenenennenennenensnenenrnnennnenenvnennnnenenvnenesnenennn 10 2.5 Kattenburgerstraat, Mariniersbrug, spoorwegonderdoorgang… nnen eenereneneneeneeeneneneeneeenenenveneeeneneneen 10 A NAO 3 Programma ….annvenvennvenvensennvenvensvenvenseenvenvennvenveenvenvennvenvenveenvenvennenn 14 3-1 Fiets-voetgangersroute ……...nnnnnnnrnennerneneneenneenernenerenerenneennerennerennernnnenvnnneenervenervennernenenneneeneernvereeneneene neren 15 3.2 Ligplaatsen bedrijfsvaartuigen … nennen eenen reneen rennen eenen neren eenenenneneenrnrvnnnnennenennennennenrnnenvenee 16 3.2.1 Ligplaatsen passagiersvaart ……..nnnnnnnnneneneeneeeneneneenenenenenrenenenenennnnenenenennenenenenennnnenenenvnernnenenenenrene 16 3.2.2 Ligplaatsen waterbouwkundige aannemers … nnen eenenenennenenenenenennenenenenenreneneneeeernnenenenernenen 1Ô EER 3.2.4 Conclusie ligplaatsen bedrijfsvaartuigen … nennen ennen ennen eenennennennennenrenrennenrenrennenenenene reren 22 3.3 Herstel kademuur … nnee neeeneeeneeneneereneerrnnenennenerenverennerenenrnereneereneerenenereneerennerennennnereneerenverennenvnenneneen 23 3.4 Compenserende maatregelen vleermuizen … nnen neer eeneneneneneenenenenenenenennenenenennnnenenenenennenenenenvennennnenennnnen 24 3.5 Programma hoogfrequent spoor (PHS) …..nneneneneneneeenneeennenennenrennennennennennennene ene ernennennevenrenennreneeneenenn 28 3.6 Spoorpark nnen eneen erenreneeenenenennenenenenreneneneneenenenenenenennenenenennneneneenennnnenenenensnenennenensnenenveneennenenrenenenenennen 29 3.7 Ontwikkelingen Oostenburg en VOC kade … nnee rene nenenenreneeeneneneeneeenenenveneeenenenveneenneneneveneenveren eene B1 3.8 Ontwikkelingen Kattenburgerstraat, Mariniersbrug en spoorwegonderdoorgang … nennen eene eenenen eenen 33 4 Planologische mogelijkheden … … … ensen oenvensennvenvennvenvenneenee 34 4.1 Geldend bestemmingsplanregime … nennen nenenennenenenenenreneneneneenenenenenenreneneneeneneneneneeneennnenenenennnnenenenen Jh 4.2 Planologische inpassing. nnen enen eenenenenenrennnenenenvenenenenenveneennenennenenenenenvenennenenenveneneneneneneenseneneneenene 3Ô 5 Uitwerking en participatie … vens ennoenoenvoeneenvennvenvennvenvenneenvenren SO 6 Afweging van belangen … … nen venvenvenvenvenvenvenvenvenvenvenvenvenvenvenee #4 7 Ruimtelijk ontwerp … eneen onvenenenneeneenenvenvenvenveeneeneenenneeneenvenee #6 7.1 Voorkeursmodel.…………nnnnnnnnerneneennenrsennenreennenrnennenrnennenrnennenrnennenrsennenrnnnnenrnnnnenenrnsnenrnenenrnsnnenrvnnnenrnennenrnnnnn ennn GO 7.2 Alternatieve varianten ……..nnnnnnnnnernsensnnennsennennsennennsennenssennensnennensnennenvnennensnennenvnennenennvennervnennenvnennernnennenveenne nnen bO 2 1 Inleiding 1.1 Aanleiding De Dijksgracht Oost, tussen de Kattenburgerstraat en de VOC-kade, ligt aan de noordrand van het centrum en lijkt een vergeten stuk van de stad. De oever is verwilderd en ontoegankelijk. 7 d, lij NR a 1 Overzicht open water van de Dijksgracht Aan de Dijksgracht Oost komen diverse projecten en (bestuurlijke) wensen samen met elk hun effect op de omgeving, tijdspad en ruimtelijk beslag. Deze ontwikkelingen kunnen het beste in samenhang beschouwd te worden. Thans ontbreekt een integrale ruimtelijke visie waarin alle ontwikkelingen gewogen worden. Doel is om te komen tot een integrale kwaliteitsimpuls voor het gebied, door hiervoor kaders en randvoorwaarden mee te geven, waarbij de verschillende ontwikkelingen invulling krijgen en waarbij toevoeging van functies en kwaliteit in de openbare ruimte centraal staat, als samenhangend element tussen de ontwikkelingen. Dit ruimtelijk kader vormt tevens de onderbouwing voor de planologische procedures om de gewenste functies mogelijk te maken. Door het slim combineren van de voorliggende opgaven kan de Dijksgracht Oost duidelijker onderdeel van de stad worden en een bijdrage leveren aan de groei van de stad en de verdichtingsopgave. De huidige wensen en initiatieven nemen bij elkaar opgeteld op het eerste gezicht meer ruimte in dan dat er beschikbaar is. In deze visie vindt waar nodig een afweging plaats tussen de verschillende gewenste ontwikkelingen en projecten. Een afweging tussen het programma varen met de ligplaatsen voor rederijen (incl. bijhorende voorzieningen behorende bij het gebruik en de exploitatie, denk aan laadinfrastructuur en andere nutsvoorzieningen en t.b.v. bevoorrading), Kades en Bruggen voor de ligplaatsen van dekschuiten en mogelijke andere vaartuigen, bewoners voor wellicht wat meer rust langs de kade, een doorgaande fiets- en wandelroute en tevens 3 ontsluitingsroute voor onderhoudsverkeer van en naar de gemeente werf en het te ontwikkelen spoorpark dat wellicht ook een plek aan het water verdient. Afhankelijk van de vorm waarin de ligplaatsen gerealiseerd en geëxploiteerd worden zijn hiervoor ook (haven) voorzieningen nodig. 1.2 Programma Hieronder een overzicht van het gewenste te realiseren programma met hierachter tussen haakjes de verantwoordelijke partij: 1. Realisatie van 40 ligplaatsen voor de rondvaart met bijhorende (oplaad) voorzieningen t.b.v. botenstalling buiten de exploitatie vren. (opgave uit de Watervisie Amsterdam 2040 en Nota Varen 2.1 (later overgenomen in de Nota Varen Deel 2.) 2. Realisatie van 30 ligplaatsen voor dekschuiten en de mogelijkheid voor overslag t.b.v. de natte aannemerij en voor vervoer van bouwmaterialen over water. (Programma Bruggen & Kades) 3. Realisatie van een hoofdfiets- en wandelroute tussen Kattenburgerstraat en VOC kade. Deze route is tevens de ontsluitingsroute voor onderhoudsverkeer van en naar de gemeente werf op Oostenburg welke i.v.m. de doorstroming van het reguliere verkeer niet langer over de Piet Heinkade kan rijden. Mogelijk kan deze route incidenteel ook door nood- en hulpdiensten gebruikt gaan worden. Voor deze route is al een definitief ontwerp vastgesteld. (SDC / V&OR) 4. Vernieuwing en herstel kademuur Dijkgracht Oost. (Kades en Bruggen) 5. Realisatie Spoorpark Oostenburg als onderdeel van het Programma Hoogfreqvent Spoor en als bestuurlijke wens voor vergroening en uitbreiding van recreatiemogelijkheden in de stad (PHS). ProRail richt het gebied in als park en is voornemens het gebied (tijdelijk) in gebruik te geven als park waarbij er altijd een mogelijkheid is dat het terrein in de (verre) toekomst weer voor het spoor kan worden gebruikt. De onderhandelingen hierover met de gemeente lopen nog. (ProRail / V&OR) 6. Raakvlakprojecten: o Programma Hoogfrequent Spoor Locatie Dijksgracht, vernieuwing van de sporen incl. dive under / fly over en afwaarderen en verder vergroenen van het huidige rangeerterrein. Belangrijk hierbij is ook een reservering t/m 2028 van een gebied van 8ox5o meter voor de overslag van grond in het water van de Dijksgracht (ProRail) o Gebiedsontwikkeling Oostenburg (Stadgenoot e.a. / Grond en Ontwikkeling) o Herinrichting Kattenburgerstraat en invoering van 30 km/uur (V&OR) o Groenvisie 2050 en het Deltaplan Biodiversiteitsherstel. Hierin is vastgelegd dat Amsterdam zich moet toeleggen op het stimuleren van de biodiversiteit en het verder vergroenen van de stad. Randvoorwaardelijk voor de bovenstaande ontwikkelingen is het realiseren van compenserende maatregelen om het foerageergebied van de Gewone Dwergvleermuis in stand te houden tijdens de vitvoeringswerkzaamheden (naar verwachting tussen 2023 en 2028). Dit tenminste totdat de rust is weergekeerd in het gebied en er nieuwe definitieve foerageerplekken van vergelijkbare grootte zijn ontstaan. Momenteel fungeert de oever en het aansluitende spoortalud als foerageerplek. Ook is een belangrijke randvoorwaarde dat alle gewenste ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt in een nieuw bestemmingsplan voor het gebied. 4 1.3 Waarom deze ruimtelijke visie? De verschillende projecten en (bestuurlijke) wensen hebben elk hun effect op de omgeving, tijdspad en ruimtelijk beslag. Ook wordt er meer gevraagd van het gebied dan wellicht redelijkerwijs mogelijk is. Een integrale ruimtelijke visie incl. schetsontwerp voor Dijksgracht Oost tussen Kattenburgerstraat en VOC-kade is daarom onontbeerlijk om een passende juridisch- planologische procedure te kunnen doorlopen en om uitvoering te geven aan de gestelde ambities. 1.4 Opdracht Deze ruimtelijke visie probeert een antwoord te geven op het zogenaamde ‘laadvermogen’ van het gebied. In hoeverre kunnen alle claims een plek vinden op zo'n manier dat er ook in de toekomst sprake is van een ruimtelijke kwaliteit. Hoe verhouden de verschillende opgaven zich tot elkaar en in hoeverre kunnen ze elkaar versterken. De verschillende projecten proberen elk op hun eigen manier te komen tot een optimalisatie. Alle optimalisaties bij elkaar leiden echter niet automatisch tot een optimale ruimtelijke inrichting van de Dijksgracht Oost en directe omgeving. Mogelijk zijn hier bestuurlijke keuzes bij nodig. Een integrale ruimtelijke visie incl. schetsontwerp voor de Dijksgracht Oost tussen Kattenburgerstraat en VOC-kade is daarom onontbeerlijk om een goede, integrale afweging tussen alle, soms tegengestelde, wensen en eisen te kunnen maken Om tot een gedragen ruimtelijke visie te komen is een participatietraject met de omwonenden, ondernemers uit de buurt en toekomstige gebruikers van de Dijksgracht Oost doorlopen. Wat is belangrijk voor de buurt, waar is ruimte en wat is de minimale opgave die een plek moet krijgen op, aan, langs en in de Dijksgracht Oost. Niet iedereen zal tevreden zijn met de uiteindelijke ruimtelijke visie voor het gebied. Het is aan het bestuur om de eindafweging te maken. 1.5 Projectgebied Het water van de Dijksgracht tussen de Kattenburgerstraat en de VOC-kade, de noordoever van de Dijksgracht en een deel van het spooremplacement Dijksgracht 5 af 5 Pe n an ie se ES 8, Kan — KE Er r NADERE AN ES Es he B Sj d EE Be e p ee es f. he a E ie Ee ig Za p kn Pi ei á: 3 a e Pr ä KS Pp er " Bas Plangebied ruimtelijke visie Dijksgracht Oost 1.6 Status De ruimtelijke visie wordt kader stellend voor de toekomstige ontwikkelingen op en rond de Dijksgracht Oost. Tevens vormt het straks de basis en een onderbouwing voor een juridisch- planologische procedure om uitvoering te kunnen geven aan de gestelde ambities. 1.7 Leeswijzer In deze ruimtelijke visie wordt eerst in hoofdstuk 2 een beschrijving gegeven van de bestaande situatie van de Dijksgracht en omgeving. In hoofdstuk 3 wordt vervolgens een opsomming gegeven van de opgaven die er liggen in het gebied. Welke vragen, wensen en eisen zijn er voor de Dijksgracht. Hoofdstuk 4 geeft een weergave van de huidige planologische situatie en beschrijft welke stappen nodig zijn om de verschillende opgaven planologisch mogelijk te maken. Hoofdstuk 5 vervolgens beschrijft welke input er vanuit de omgeving en mogelijke toekomstige gebruikers tijdens de participatie is gegeven voor deze ruimtelijke visie. Verschillende varianten die de revue zijn gepasseerd worden besproken. Ook worden hier de tegenstellingen en dillema's weergegeven. Hoofdstuk 6 vat de verschillende, soms tegengestelde belangen weer en geeft input voor de bestuurlijke afweging hiervan. In hoofdstuk 7 is uiteindelijk ruimte voor een weergave van het ruimtelijk ontwerp passend bij de visie inclusief een aantal alternatieve mogelijkheden om beter tegemoet te kunnen komen aan de omwonenden of juist aan de reders als toekomstige gebruikers. 6 2 Bestaande situatie 2.1 Algemeen De dijk, waarnaar gracht en oever genoemd zijn, ontstond eind 19de eeuw als bescherming van de Oostelijke Eilanden tegen verzanding vanuit het IJ. Op het dijklichaam zelf ligt de spoorlijn van Amsterdam (CS) naar Utrecht en Hilversum. Aan de andere kant van de spoordijk ligt de Piet Heinkade. De Dijksgracht kenmerkt zich door zijn openheid. Het brede water tussen de spoordijk en de oostelijke eilanden geven het gebied zijn eigenzinnige karakter. Het is er rustig en voelt als de rand van de stad. De groene oever langs het spoor vormt de zichtbare beëindiging van het water in het noorden. De horizon loop nog verder door over de lege ruimte van het spooremplacement. De (illegaal) aangemeerde dekschuiten passen bij het nautische karakter dat de Dijksgracht al sinds decennia heeft. Door de nieuwbouw op Oostenburg en de bebouwing langs de Piet Heinkade verliest de historische open ruimte al wat aan kracht. De stad rukt zichtbaar op richting het water van de Dijksgracht. a dl HE hrs k En EE s ï à … Pe | Pen „ Mk En 5 ei Ee A Der Hf end k Mnl 4 Ke Ze bid . 6 af mn 5 En fs k So 5 ï ee is pe al he En eN al \ > j al 5 5 B Se Gn é Á fn B Ed \ ed 5 ij s >, ee / af FS A $ j En | 4 £ | Ee i NN En ' ik U 7 A NRE | Ven on bor En kl ee in OE is / RS OO LER n Oef MEN ME ds jj OA Mel 7 el ne / / PE B | Bestaande situatie Dijksgracht Oost De oever van de Dijksgracht Oost is momenteel nauwelijks begaanbaar. Het is afgesloten met hekken en is alleen met toestemming van Waternet toegankelijk. Het water en de kade vallen binnen het beheergebied van stadsdeel Centrum, het hoger gelegen talud is eigendom van ProRail en is zichtbaar gescheiden door een ca 10 jaar oude damwand. De groene oever is in totaal ca. 14,5 — 15,0 meter breed. De 80 jarige kademuur is in redelijke staat maar heeft wel groot onderhoud nodig. De beplanting is verwilderd en bestaat vit enkele jonge iepen, esdoorns, boswilgen, (bramen) struiken, ruig gras en kruiden. 7 Schematisch profiel bestaand talud Dijksgracht Oost _ Dn _ - gn —- Er SE d En iT EE IL EE MOC TE mai 4 Ë TEN : B, mer kT Sed tt es Or DE Tm HEE VA > BT NLT . ; EER ERE 2 ee Den hl [} + „_n br Ë De as mi ee EE Eams ii zi er en ' En Ker ee Me md Smalle groene oever, afgesloten en ontoegankelijk 2.2 Dekschuiten kf $ = nf ed p Jd on ma zap td Ei Be LT I= , ed IT r u . bh pn | À jk sau EEn | A me | ie Et el Ee En dl ae Tr 5 ze En ei Ie Ll "3 pe a ' E = B - = F zE Ne uE k ö > E: E À Ke a En a . he e Ri Ren Î 15 a’ n B es en il R eN Dekschuiten liggen al sinds decennia langs de Dijksgracht 8 De Dijksgracht-Oost kwalificeert zich als een zeldzame en unieke locatie door de afmetingen van het vaarwater én vanwege het feit dat de gracht niet (of nauwelijks) doorgaand vaarverkeer kent. De historie van de Dijksgracht Oost, gekenmerkt door de aanwezigheid van de scheepswerf van Stork-Werkspoor tot eind jaren go, bevestigt het unieke karakter en nautische gebruiksmogelijkheden van de Dijksgracht. Ongeveer zes verschillende waterbouwkundige aannemers gebruiken de Dijksgracht (sinds de jaren zestig) met stilzwijgende toestemming van de gemeente, om dekschuiten af te meren die nodig zijn bij herstel en restauratiewerkzaamheden in de binnenstad. De dekschuiten worden met een ring aan de walmuur of aan een paal in de grond achter de walmuur vastgemaakt. Het water en de kade vallen binnen het beheergebied van stadsdeel Centrum Die ligplaatsen zijn al die tijd ongeregelde ligplaatsen geweest; de marktpartijen betaalden geen havengelden en hadden geen vignet. In de vitvoeringsnota van het bedrijfsvaartuigenbeleid voor de binnenstad van april 2008, wordt de Dijksgracht genoemd als stallingslocatie voor dekschuiten. Geconstateerd werd dat de ligplaatsen en het gebruik daarvan goed geregeld zouden moeten worden. Maar omdat dit water nog grootstedelijk gebied was wilde stadsdeel Centrum hier toen nog geen regels aan stellen. Het gevolg was dat de gedoogsituatie tot op heden is blijven voortduren. De bedrijven die tot op heden gebruik maken van de Dijksgracht voor het stallen van hun vaartuigen zijn aangeschreven met de mededeling dat de ligplaatsen middels een vergunningenstelsel gereguleerd zullen gaan worden. Voorrang zal hierbij gegeven worden aan bedrijven die werkzaamheden verrichten voor het programma Kades en Bruggen. Voor een aantal ondernemers zal dit betekenen dat ze een alternatieve ligplaats dienen te zoeken. De gemeente is in overleg met de aannemers om dit op vrijwillige basis te regelen. Mocht dat niet lukken dan wordt een juridische- en/of handhavingsprocedure opgestart. 2.3 Spooremplacement A ee er ee AES en SE ma On Ik en. A Beije el A i Ki RE en ea lee le he a penn : An Re = Zicht vanuit het westen op het spooremplacement Dijksgracht Oost De Dijksgracht Oost is onderdeel geweest van de bloeiende Amsterdamse haven. Sinds de opening van Amsterdam Centraal Station is langzaam maar zeker het uitgebreide spooremplacement Dijksgracht ontstaan. Momenteel wordt het emplacement nog weinig gebruikt voor het stallen van treinen; dit gebeurt meer en meer buiten de binnenstad. De doorgaande sporen kennen relatief veel wissels die tot vertraging kunnen leiden. Het terrein is redelijk onherbergzaam en ecologisch weinig interessant. Het emplacement staat aan de vooravond van een ingrijpende verbouwing als onderdeel van programma Hoogfreguent Spoor van ProRail. 9 2.4 Oostenburg Ek | Kd E al M6 ET [ | r 5 | Kl 5 KR 1 Ne Hd 5 TE En ian Ki > en 4 m5 Ne nel Î ie B di mm En ET Mn Se en en mel ele À, alt Ahmet LE: | = 7 Î el e e Ben en: = ze ed J 4 KS zb ; De 4 Ì E | en Î î . î pn jd Werf op Oostenburg en ter waterlating schip op Oostenburg in 1920 Oostenburg is het gebied ten oosten van de Dijksgracht. Daar waar in het verleden schepen gebouwd werden wordt nu door Stadsgenoot een nieuwe stadswijk ontwikkeld. Jarenlang was het bedrijfsverzamelgebouw INIT de enige nieuwe ontwikkeling in het gebied. Hier is o.a. de binnenstadswerf van Stadswerken gevestigd. Ee PETE NN te he Se OTT mn ee en OT Ber if ES Ag | ie, an nt ade nn En id PE de Á Nl ER Dn KU fn ee 7 PR a N EL Marr | nel É 1d | Ren: 8 0e Pat ú : heh f | 5 Ke] Pa Ee melf De! or ee Te ’ | wo } en Nat | pr Ù u erf pe A 5) ed Oostenburg in 2018 (?2) 2.5 Kattenburgerstraat, Mariniersbrug, spoorwegonderdoorgang D Er rn See oi en aim í ‚m mi ti eene mj ee, ne eN OO Kin. | DE iT zn 8 dd Rae, Lade ek : Dn ze K- Nh! nn Re en Ze mr Ed Ee È En Mariniersbrug 10 De Kattenburgerstraat is een belangrijke ontsluitingsweg in de binnenstad. Door diverse ontwikkelingen vanuit het programma autoluw wordt de Kattenburgerstraat straks nog belangrijker als ontsluitingsweg vanuit de oostelijke binnenstad naar de S100 (Piet Heinkade). Door fysieke maatregelen als het versmallen en verleggen van de rijbanen, het vergroenen van het profiel en het instellen van een 30 km/uur regime wordt tegemoetgekomen aan de zorgen die er in de buurt leven over toenemende drukte op deze route. De nota van uitgangspunten (NvU) is in november 2021 door de Raad van Amsterdam vastgesteld. De eerste Mariniersbrug is gebouwd in 1878. Na een aantal aanpassingen en verbredingen is de gehele brug in 1935 vervangen. In 1955 werd deze 2° brug, een basculebrug, ook weer verbreed. De Kattenburgerstraat duikt ten noorden vervolgens onder de Kattenburgerspoorbrug door naar de verkeerskruising met de Piet Heinkade. De brug is vernoemd naar het nabijgelegen Marine Etablissement Amsterdam. Sinds 2001 is de brug inclusief de aangrenzende poort naar de Dijksgracht een rijksmonument. ; | An Dee TETE ze RE rin rf mr ENA ESE Ei “se emme Mi BE ee EN mT Mn ; pe ri oe me ee De Ln : Mariniersbrug en spoorweg onderdoorgang Kattenburgerstraat De maximale doorvaarthoogte onder de brug in gesloten staat is 2.1 meter. De breedte is maximaal 20 meter. Bij de doorvaarthoogte dient rekening gehouden te worden met eventuele waterstandwisselingen waardoor bij extreem hoog water de doorvaarthoogte lager kan zijn. 2.6 Water De vertakkingen van het water van de Dijksgracht Oost worden gebruikt door dekschuiten, pleziervaart, en varende woonschepen en zijn doodlopend. Aan de Wittenburgervaart ligt de jachthaven Albatros die gebruikt wordt voor boten in de pleziervaart. De woonschepen liggen verspreid over deze wateren. De steiger in het verlengde van de Wittenburgervaart is aangewezen als wissellocatie voor woonboten die tijdelijk hun vaste ligplaats in de binnenstad moeten verlaten i.v.m. kadeherstel. Omdat er via de Dijksgracht Oost geen doorgaande verbinding naar ander water is en er geen noemenswaardige bezienswaardigheden aan dit water zijn, worden de vaarroutes vooral gebruikt door bestemmingsverkeer en is het een relatief rustig stuk water. Vanwege ambities voor de toekomst wordt een toename van het aantal vaarbewegingen verwacht. Zo bestaat voor de Van Gendthallen de ambitie om transport van personen en goederen via water te realiseren. In de Watervisie Amsterdam 2040 wordt gesproken over het vergroten van de doorvaart van de duikerbruggen van o.a. de Kattenburgervaart en Wittenburgervaart. Hierdoor zal men vanaf de 11 Dijksgracht Oost naar de Nieuwe Vaart kunnen varen en is het geen doodlopend vaarwater meer. Vanwege praktische problemen wordt echter afgezien van dit beleidsvoornemen en blijft de bestaande situatie bestaan. Doordat er in de toekomst meer (toeristische) bestemmingen en voorzieningen in de omgeving komen, wordt een toename in het aantal vaarbewegingen verwacht. Dit betekent dat de huidige vaargeulen met een breedte van 24 meter gehandhaafd moeten blijven. Naar Chtordegehelte =:1 else, 8 ot inn ì zl m EOD. bels br Taut dl 7 ad. lien l IN AS FN Kd En nf goe r df Ameen ted, att / et KS nj he Ï Zoutgehalte in de grachten van Amsterdam Het water van de Dijksgracht Oost is brak. Het heeft een chloridegehalte tussen de 2.000 — 2.800 mg per liter. Het vormt de overgang tussen het zoute water dat via het Noordzeekanaal het land in komt en het zoete water wat door de Amstel en andere waterstromen vanuit het oosten wordt aangevoerd. Dit brakke water is bepalend voor het leven in en op het water. Echte zoetwaterplanten bijvoorbeeld zullen niet overleven in dit gebied. 2.7 Vleermuizen eld ee at De en Pa ze £ en fi PO _} Ke _& A EN & ik $ ee ne A Me zi Gewone Dwergvleermuis Doordat de oever van de Dijksgracht is afgesloten van de omgeving heeft de beplanting zich hier ongestoord kunnen ontwikkelen. Hierdoor is het een eldorado voor insecten geworden. Deze insecten en de relatieve rust trekken onder andere de sterk beschermde ‘Gewone Dwergvleermuis’ aan. Deze vleermuis gebruikt de Dijksgracht als foerageergebied, hij overnacht hier niet. Door de beschermde status is deze Gewone dwergvleermuis een belangrijke speler in de herontwikkeling van de Dijksgracht. Elke ingreep die zijn foerageergebied aantast is aan strenge regels gebonden. ET Praktisch betekend dit dat er eerst een alternatief foerageergebied ontwikkeld moet worden voordat er werkzaamheden ter plaatse van het huidige foerageergebied kunnen plaatsvinden. Het juridisch kader voor de bescherming van de gewone dwergvleermuis is vastgelegd in artikelen 3.5 tot en met 3.9 van de Wet natuurbescherming (bijlage 1). Dit kader is door de nationale wetgever uitgewerkt in het Besluit natuurbescherming en de Regeling natuurbescherming 13 3 Programma Op en langs het water van de Dijksgracht vinden veel ontwikkelingen plaats en ligt een hoge druk op de beschikbare ruimte. Op onderstaande tekening is het oppervlak van de verschillende ruimtelijke claims weergegeven. Duidelijk wordt dat de ambitie hoog is en de beschikbare ruimte beperkt. Vooral het waterprogramma lijkt groter dan de beschikbare ruimte. Door te schuiven met functies en bijvoorbeeld de dekschuiten verschillende rijen dik langs de kade te leggen kan er veel van het programma gerealiseerd worden. Duidelijk lijkt wel dat de ruimtelijke kwaliteit dan onder druk komt te staan. De relatie tussen het spoorpark en de nieuwe voet- en fietsroute over de kade enerzijds met het water van de Dijksgracht anderzijds wordt minder. De openheid van de ruimte wordt aangetast. Fi Hil Re iN - eer mie ii ee : hf i ek 4 Ei 5 : Let Z RET B En pe e \ re Ee Jr Nena) Ee es: | 7 Al et } ä : Î ij vd 5, zi F / id / fs, $ An IN 3 ET À Net se eh / pr a | fi e ti ä EN Ne ns | à À Eet, k er | Tis : = PA hj, Ü’/ |. rd Ea K 4 À en . TR ii - í iras te 9 dk BE kaf Ji la Oppervlakte van de verschillende ruimtelijke claims op de Dijksgracht 14 3.1 Fiets-voetgangersroute LAT Ee : 7 ZEE 2 llen ME n KS rd L Ln = nn s 7 5 B — 8 NN en ME m E pri) À had => der on En: || = vt Nl 5 zl N be nn € lj HE j ki Td WE PTS À 8 Vr: Fiets- en voetgangersroute Sinds 2007 zijn er plannen om langs de Dijksgracht Oost tussen Kattenburgerstraat en VOC kade een fiets- en wandelroute aan te leggen. Het fietspad wordt een schakel in het hoofdroute fietsnetwerk. Het uitvoeringsbesluit is in 2019 vastgesteld. De nieuwe route is onder andere voorzien als een extra ontsluitingsroute voor de nieuwe bewoners, bezoekers en ondernemers op Oostenburg. De route vergroot ook de mogelijkheden voor de bestaande bewoners voor een recreatief rondje rond de oostelijke eilanden. Deze route is tevens een nieuwe ontsluitingsroute voor de veeg/zuigauto's van de reiniging van de Gemeente Amsterdam welke omdat ze de doorstroming op de Piet Heinkade teveel belemmeren eigenlijk niet langer over de Piet Heinkade kunnen rijden. Zeer waarschijnlijk zullen door de centralisatie van de stadsreiniging de locaties in Oost en Centrum gaan fuseren. Er is een gerede kans dat beide op Oostenburg zullen worden geconcentreerd. Ook voor nood- en hulpdiensten kan deze route van toegevoegde waarde zijn om snel Oostenburg te kunnen bereiken. OEE TEN a. Rt \ ine eins bi B ee ne B ed EE ak Ì 6: ER ee î 5 gn ik haa: af Fr à mai th tarn: EE nd 0 Ì ne 8 d d en, Lame __ rn Aen nl | | bek EEE = El mT en S Eee a ES 5 Impressie nieuwe Fiets- en voetgangersroute (exclusief de andere ruimteclaims) Uitgangspunt is dat het fietspad op de smalle strook grond langs de kade welke eigendom is van de gemeente Amsterdam wordt aangelegd en niet op terrein van ProRail. Op deze manier wordt gewaarborgd dat de route ook in de verre toekomst beschikbaar zal blijven. 15 3.2 Ligplaatsen bedrijfsvaartuigen er = gn etn ee n 5 hee Ee La B el Va es | ay ak en : Ks en a 3 De Ne / 5 e Bas ff /& E eer RANT | Rai | / Gr te ij 7 e EP fj: Bf Opgave ligplaatsen bedrijfsvaartuigen Fysiek is er op de Dijksgracht Oost ruimte voor maximaal zo ligplaatsen. In de staf Dijksma van 28 september 2020 is ingestemd met de verdeling 40 ligplaatsen voor passagiersvaartuigen in het segment groot (lengte van 14-20 meter) en 30 dekschuiten voor het programma PB&K. Omdat er geen passagiers mogen op- en afstappen en bevoorrading vanaf het land beperkt blijft vanwege de ligging aan een toekomstig fiets- en wandelpad, is er een geringe kans op geluidsoverlast voor de omgeving. 3.2.1 Ligplaatsen passagiersvaart Noodzaak Na de watervisie Amsterdam 2040 is in de Nota Varen Deel 2 in 2020 opnieuw vastgelegd dat in de Dijksgracht Oost een ligplaatsencluster wordt gerealiseerd ten behoeve van veertig (hoofdzakelijk) grote passagiersvaartuigen. Deze ontwikkelopgave komt voort uit een tekort aan ligplaatsen voor de passagiersvaart en is gebaseerd op onderstaande beleidsdoelstellingen. 1. De gemeente ziet erop toe dat er in redelijkheid voldoende ligplaatsen beschikbaar blijven voor de passagiersvaartuigen met een exploitatievergunning (in totaal 550 vaartuigen); 2. Het creëren van ruimte voor efficiënt medegebruik door andere reders door het verplaatsen van ligplaatsen op exclusieve locaties; 3. Minder permanente ligplaatsen in het stadshart voor een fraaiere en overzichtelijke openbare ruimte. Voor met name kleinere passagiersvaartuigen worden op meerdere plekken in de stad stallingsmogelijkheden voorzien, zij kunnen ook gebruikmaken van voorzieningen in jachthavens. Voor een ligplaatsvoorziening voor een groot aantal grote passagiersvaartuigen zijn in de stad geen andere opties dan de Dijksgracht Oost. De nieuwe ligplaatsen in de Dijksgracht worden alleen gebruikt voor het afmeren van passagiersvaartuigen wanneer deze niet in bedrijf zijn. Op deze locatie zullen geen passagiers op- en afstappen. 16 Realisatie van 1 ligplaatsencluster voor 40 grote passagiersvaartuigen heeft de voorkeur boven meerdere kleinere voorzieningen verspreid over de stad, o.a. omdat kosten voor aanleg en beheer van afmeervoorzieningen en laadinfrastructuur op meerdere plekken hoger zijn. Ook is (in de Nota Varen) aan de reders toegezegd, dat de vaartuigen zoveel als mogelijk op één plek kunnen blijven afgemeerd, zodat verplaatsing niet ten koste gaat van een efficiënte bedrijfsvoering. EA RE SS nn CR: | GEE En er EN Je ed EE shel | oben |= ri B end ge AES Ere en Impressie bestaande ligplaatsen rondvaartboten aan het Damrak en in het Open Havenfront, hier komt meer ruimte Het streven is om de nieuwe ligplaatsen voor de grote passagiersvaartuigen eind 2023 in gebruik te kunnen nemen, want per 1 maart 2024 treedt het nieuwe vergunningenstelsel in werking. Voorzieningen Elke rondvaartboot moet straks onafhankelijk van andere schepen toegang hebben tot de beveiligde ligplaatsen. Een haakse en flexibele inrichting van de ligplekken is hierbij belangrijk voor een efficiënte bedrijfsvoering. In de Nota Varen 2 staat dat alle nieuw vergunde passagiersvaartuigen vanaf 01-03-2024 uitstootvrij moeten varen en dat de bestaande passagiersvaartuigen vanaf 01-01-2025 uitstootvrij moeten varen. Bij de ligplaatsen zijn verschillende basisvoorzieningen voorzien zoals oplaadvoorzieningen t.b.v. elektrisch varen maar ook aansluitingen voor vuil- en schoon water. Met name de elektrische infrastructuur heeft een grote impact op de ruimtelijke kwaliteit. Eén transformator (3,0 X 2,5 X 2,5 m) is voldoende om alle 4o ligplaatsen van de rondvaartboten van oplaadpunten inclusief bijbehorende techniek te voorzien. Het is echter goedkoper en minder ruimtelijk ingrijpend om te anticiperen op een hogere toekomstige vermogensvraag (bijvoorbeeld door meer ligplaatsen met oplaadvoorzieningen uit te rusten of de wens voor enkele snellaadvoorzieningen) door nu alvast ruimte te reserveren voor een tweede transformator en deze ruimte ook al fysiek te realiseren. Meer dan twee transformatoren zijn ruimtelijk niet in te passen en dit geeft dus een limiet aan de maximale vermogensvraag. Ter indicatie, voor twee snellaadplekken is al één transformator nodig waar deze bij ‘normaal laden’ tot 45 boten tegelijk op kan laden. Bij elke ligplaats zal een oplaadpunt inclusief bijbehorende techniek dienen te komen. Onderdeel van de ontwerpopgave voor de ligplaatsen is om deze infrastructuur goed in de omgeving in te passen. Tot op heden wordt met name ruimte gezocht op of boven het water. Op de wal is geen ruimte vanwege de gewenste fietsroute en een alternatieve locatie op het terrein van ProRail geeft weer nieuwe onzekerheden en afhankelijkheden. Een definitief Programma van Eisen (PvE) voor de ligplaatsen voor passagiersvaartuigen wordt in samenspraak met de ondernemers en een eventuele toekomstige exploitant van de ligplaatsen 17 opgesteld. Gegeven de schaarse ruimte worden bij de ligplaatsen aan de Dijksgracht in principe geen grote opslagruimten, kantoren of werkplaatsen voorzien. De plekken zijn puur bedoeld als ligplaats voor wanneer de schepen niet in de vaart zijn. Hierom zijn wensen van de reders voor grootschalige (bovengrondse) opslag, toegang via het fietspad met kleine bestelwagens, cateringvoorzieningen, auto parkeerplaatsen voor schippers en ander personeel en omkleedruimten niet opgenomen in het voorlopige Programma van Eisen. Afhankelijk van de uiteindelijke vitwerking van de ligplaatsen is wellicht een beperkte realisatie van voorzieningen wel haalbaar. Er wordt in elk geval onderzocht of een (openbare) toiletvoorziening mogelijk is. nen N = En nn en = IJ in Um ee ee | Tg ee 5 he 55 ee bl Er oe Ö es 2 ie a Ni En E Oppervlakte benodigd voor transformatorruimtes t.b.v. de elektriciteitsvoorziening (gele vlakken) 3.2.2 Ligplaatsen waterbouwkundige aannemers Noodzaak Medio 2019 is het programma Bruggen en Kademuren (PB&K) gestart. De slechte staat van de kademuren en bruggen in Amsterdam en de beperkte kennis over de te verwachten levensduur gaven aanleiding tot het organiseren van een programmatische aanpak. Om 205 km kademuur en de 830 bruggen versneld te onderzoeken, veilig te stellen en te vernieuwen staat het programma voor de opgave om in de komende decennia honderden verschillende projecten op te starten. er T ri … dm Per na | [Aang ore == rt We s ve NTL hen a] + B Keen er lere f EED ht SN re Ea En et EN ee SP Arean En, iN An aid En nl KEN Ei ld dend TE nl zn Ee d d En ns. | EE Ta SA Mi El a 3 e | É De ee Voorbeeld gebruik dekschuiten bij kadevernieuwing in de binnenstad Het vitvoeren van al die projecten vraagt om het vervoer van grote hoeveelheden bouwmaterialen en bouwafval. De stad moet ruimte kunnen bieden aan de toename van bouwterreinen, bouwlogistiek en tegelijkertijd bereikbaar en leefbaar blijven voor haar inwoners. Dit vraagt om een efficiënte afwikkeling van vervoer over land en over water. Om de kwetsbare infrastructuur in de stad te ontzien en hinder in de omgeving van bouwprojecten te beperken, is op stedelijk niveau besloten om bouwmaterialen zoveel mogelijk over water te vervoeren. 18 Dit leidt tot de noodzaak om over voldoende, gunstig gelegen ligplaatsen en overslaglocaties te beschikken. Vanuit logistiek oogpunt kan worden geconstateerd dat er in de binnenstad géén locaties zijn waar overslag kan plaatsvinden van land naar water (v.v.). De mogelijkheid voor incidentele overslag van water op water is voor PB&K dus waarschijnlijk heel zinvol. Het PB&K is bezig met het opzetten van een productieketen waarin het gebruik van prefab onderdelen een zeer belangrijke rol speelt. Die moeten van een nader te bepalen locatie buiten de binnenstad worden aangevoerd. Vanwege het gewicht en de omvang van die prefab onderdelen is aanvoer van die onderdelen over water praktisch gezien de enige oplossing. In het Westelijk Havengebied zijn enkele overslaglocaties gevestigd. Die maken het mogelijk om bouwmaterialen met vrachtwagens of binnenvaartschepen, die niet over de grachten kunnen varen, over te slaan op kleinere (en elektrische) vaartuigen die dat wel kunnen. Omdat het IJ een ontzettend druk bevaren vaarweg is, is het vanuit overwegingen van veiligheid en efficiëntie niet wenselijk de benodigde hoeveelheid kleinere vaartuigen van het Westelijk Havengebied, over het IJ, naar de oostelijke binnenstad te laten varen. Daarom moet bij het transport over het IJ gebruik worden gemaakt van grotere vaartuigen. Dergelijke vaartuigen zijn echter door hun afmetingen niet geschikt voor het gebruik op de grachten in de binnenstad. Overslag van de prefab onderdelen in de omgeving van de binnenstad is dus noodzakelijk. Het vaarwater van de Dijksgracht is uniek gelegen omdat het vanaf het IJ eenvoudig is te bereiken via het Oosterdok. Het relatief brede vaarwater van de Dijksgracht maakt deze locatie bij uitstek geschikt als transferlocatie en is om die reden onmisbaar in de bijna industriële productieketen die het PB&K voor de twee komende decennia aan het opzetten is. Het belang van de op- en overslaglocatie aan de Dijksgracht komt voort uit het doorvaartprofiel en de ligging. De Dijksgracht kenmerkt zich door de ruime vaarweg en de diepte van het water. Het is nu de enige plek in het centrum met het doorvaartprofiel van klasse A2, die het mogelijk maakt om ruimte te bieden aan de relatief grote schepen die materialen en elementen vervoeren, zoals bijvoorbeeld grote prefab elementen. Daarnaast is er een beperkt aantal mogelijkheden om van het IJ de binnenstad binnen te varen. In het noordwestelijke deel van de stad wordt gebruik gemaakt van het Westerkanaal. In het noordoostelijke deel wordt de Oosterdoksdoorgang gebruikt. In onderstaande schetsen is de verdeling van doorvaartprofielen in de binnenstad te zien (schets 1) en is aangegeven hoe vaartuigen vanaf het IJ (de groene pijlen in schets 2) de binnenstad kunnen bereiken, ‚ | mel ® ij En Ï E / À FEN RE t | Ff Aan OD ZEE ] V / nn a IL nrd j. on Pe he oijkgrachtoost V / # 1 mss, ( \ A e — ek l ‘je p \Á Ol Lel SS Ae Ak TE RE / cle « Ls IA À Xz Î A zl Schets 1 Doorvaartprofielen Binnenstad Schets 2 Vaarverkeer Bouwlogistiek 19 De vraag naar alternatieve locaties voor ligplaatsen is voorgelegd aan het Amsterdamse Havenbedrijf en aan het programma Varen. Er zijn geen alternatieve locaties in de omgeving van de binnenstad beschikbaar. De Dijksgracht-Oost is de meest geschikte locatie voor het realiseren van ligplaatsen voor het programma B&K. Verder biedt een locatie aan de rand van de oostelijke binnenstad de mogelijkheid tot een kortere afstand tot projectlocaties. Gezien het gebruik van het water naar verwachting toeneemt, is dit voordelig omdat hiermee meer ruimte op het water beschikbaar komt voor andere vaartuigen. Een bijkomstigheid is dat dit de kosten voor bouwlogistiek over water drukt omdat deze deels bepaald worden door de afstand die vaartuigen moeten afleggen. De afspraak is dat er 30 ligplaatsen voor PB&K worden gerealiseerd aan de Dijksgracht. Deze ligplaatsen zijn nieuw en niet opgenomen in de watervisie 2040 of de Nota Varen Deel 2. Gebruik van de locatie De afgelopen decennia is de Dijksgracht-Oost gebruikt om varend materieel van aannemers te kunnen stallen. Tot op heden zijn de ligplaatsen voor dekschuiten langs de Dijksgracht nooit officieel vergund of bestuurlijk vastgelegd. De komst van de ligplaatsen van de rondvaartboten maken een herindeling van de Dijksgracht Oost noodzakelijk en het belang van opslaglocaties voor varend materieel van waterbouwkundige marktpartijen en bouwmaterialen zal de komende jaren alleen maar toenemen. Het organiseren van bouwlogistiek over water is complex. Het afstemmen van het gebruik van de Amsterdamse wateren moet in overleg met veel verschillende gemeentelijke instanties. Daarnaast zal het gebruik van de vaarwegen en de aangewezen op- en overslaglocaties grotendeels bepaald worden door het materieel en de plannen van aannemers en vervoerders. Het is daarom onmogelijk om op dit moment concreet antwoord te geven op de vraag op welke manier de ruimte aan de Dijksgracht-Oost zal worden geëxploiteerd door aannemers. Flexibiliteit is dus noodzakelijk om aannemers en vervoerders de ruimte te kunnen bieden een efficiënt vervoerssysteem in te richten. Daarbij heeft de gemeente en het programma Bruggen en Kademvuren de verantwoordelijkheid de kaders vast te stellen en het gebruik van infrastructuur te faciliteren. Voorzieningen Er hoeft in fysieke zin in principe niets te gebeuren om een vergelijkbaar gebruik als in de huidige situatie te kunnen continveren; de minimale eisen van PB&K aan de ligplaatsen zijn eigenlijk nihil. Om ook in de toekomst te kunnen voorzien in de behoeftes van de bouwlogistieke partijen, aannemers en onderaannemers zijn in 2021 gesprekken gevoerd om de behoefte aan ruimte en voorzieningen nader te specificeren en te onderbouwen. Een definitief Programma van Eisen (PvE) voor de ligplaatsen t.b.v. het programma Bruggen en Kademuren wordt niet voor het vierde kwartaal van 2021 verwacht. Op dit moment kan worden gesteld dat de ligplaats te herkennen moet zijn als (formele) ligplaats, en dat er aangemeerd moet kunnen worden aan de wal of aan een vast punt in het water. Gezien de toekomstige openbaarheid van de kade is beveiliging van mogelijke lading op de dek- en ruimschuiten nodig. 20 Dit kan d.m.v. cameratoezicht, maar minimaal een ligging los van de kademuur om ongewenst betreden door derden te voorkomen. Voor een optimaal en onafhankelijk gebruik van de ruimte is een ligging in piano opstelling te verkiezen boven de huidige wijze van dubbele ligging parallel aan de kade. Vanuit het programma Varen is er de wens om (een deel van) de ligplaatsen voor de dekschuiten van het PK&B op dezelfde manier uit te voeren als die voor de passagiersvaart met dezelfde (laad)voorzieningen. Op deze manier kunnen alle ligplaatsen in de toekomst flexibel gebruikt worden en is uitwisseling tussen de verschillende programma's mogelijk. Ook is laadinfrastructuur van belang voor toekomstige ontwikkelingen. Die dekschuiten zelf hebben geen eigen aandrijving, maar wellicht dat zij via ‘battery packs’ elektrisch voortgedreven duwers, slepers, of ander materieel en gereedschappen van drijfkracht voorzien. De precieze behoefte wordt op dit moment onderzocht. Het is afhankelijk van de mate van elektrificering of er kan worden volstaan met een of twee transformatorruimtes. Het is ruimtelijk niet mogelijk meer dan twee transformatorruimtes in te passen, waardoor er een plafond aan de vermogensvraag zit. Enkele woonbootbewoners ondervinden op dit moment al overlast van varende dekschuiten. Des te meer faciliteiten voor elektrisch laden voor materieel worden gerealiseerd, des te intensiever de Dijksgracht Oost door dekschuiten gebruikt zal worden. Het is van belang hierbij het maatschappelijk draagvlak in het oog te houden. 3.2.3 Op- en overslag De rondvaart heeft de wens uitgesproken voor laad- en losvoorzieningen en opslagmogelijkheden. Zoals eerder gesteld is bovengrondse opslag niet in het voorlopige Programma van Eisen opgenomen. Erkan nog onderzocht worden in hoeverre opslag zonder ruimtelijke impact mogelijk is, bijvoorbeeld onder de steigers. Opslag op een schip is niet zonder meer mogelijk, dit zou ten koste gaan van ligplaatsen en bovendien verbiedt de Verordening op het Binnenwater (VOB) niet- watergebonden opslag. In de omgeving van de Dijksgracht kan worden gezocht naar alternatieve laad en losplaatsen, bijv. in het Oosterdok. Dit kan gecombineerd worden met de mogelijkheid voor (kleinschalig) vervoer per (bijvoorbeeld) bakfiets naar de ligplaatsen. Een aannemer moet tijdens de werkzaamheden aan kades en bruggen zijn flexibele voorraad aan varend materieel en materiaal tijdelijk op een andere plaats kunnen stallen om daarmee voor derden een veilige doorvaart over de grachten te kunnen waarborgen. Het moet daarom ook toegestaan zijn om materieel en materiaal zoals bijvoorbeeld prefab kade elementen voor korte tijd op een dekschuit te stallen op de Dijksgracht Oost terwijl er wordt gewacht op verwerking. De overslag van materieel van een groter schip op kleinere schepen is noodzakelijk voor de herstelopgave van het Programma Kades & Bruggen. Het herstel van de kades en bruggen in de stad is een logistieke puzzel wat kortstondige opslag op de Dijksgracht rechtvaardigt. Naast overslag die een directe relatie heeft met de in de Dijksgracht voorziene nieuwe ligplaatsen zijn er ook andere vormen van overslag te verwachten in de komende jaren. Afvalinzameling zal bijvoorbeeld veel vaker dan nu via het water plaats gaan vinden. Ook afval van de Oostelijke 21 Eilanden zal mogelijk via het water afgevoerd gaan worden. Een groot deel van de aan- en afvoer t.b.v. de Van Gendthallen is nu al voorzien via het water. In de buurt leeft de angst dat een toename van overslag op het water van de Dijksgracht geluids- en andere overlast met zich meebrengt. Echter, door tijdens de besluitvorming over de Dijksgracht expliciet overslag te beperken of verbieden worden toekomstige ontwikkelingen m.b.t. transport en overslag over water onmogelijk gemaakt. Daarnaast is overslag logistiek gezien een dure activiteit; het is economisch gezien gunstiger om langer te varen. Overslag op de Dijksgracht Oost zal naar verwachting dus slechts incidenteel plaats vinden waardoor de verwachte overlast gering zal zijn. Om overslag van water op water voor de toekomst te kunnen waarborgen is het nodig dit in de bestuurlijke besluitvorming van deze ruimtelijke visie mogelijk te maken en dit straks ook te vertalen in het bestemmingsplan. Hierbij dient dan wel oog te zijn voor het maatschappelijk draagvlak en kan er een beperking op de soorten van overslag of beperkingen in tijd vastgesteld worden. Zo kan er bijvoorbeeld in gebruiksvergunningen de verplichting worden gesteld dat zand en grind, et cetera niet als bulk maar alleen in Big Bags overgeslagen mag worden om hinder door geluid, stof en wellicht stof te voorkomen. De werkzaamheden van ProRail t.b.v. het emplacement Dijksgracht vallen hierbuiten. 3.2.4 Conclusie ligplaatsen bedrijfsvaartuigen De Dijksgracht Oost is de enige locatie aan de oostzijde van de binnenstad waar een ligplaatsencluster voor grote rondvaartboten gerealiseerd kan worden en waar ook op- en overslag t.b.v. bouwlogistiek over water plaats kan vinden. Bouwlogistiek over water en de herstelopgave van PB&K worden zonder de op- en overslag locatie aan de Dijksgracht te afhankelijk van de overslaglocaties in het Havengebied en de doorgang in het Westerkanaal. Op de eerste plaats heeft dit een negatief effect op de veiligheid op het water. Daarnaast zorgt dit voor meer vaarbewegingen dan nodig op het almaar drukker wordende water. Het toekomstig gebruik van met name de ligplaatsen voor dekschuiten is niet goed te voorspellen en hangt van veel factoren af. Hierom moeten toekomstige ontwikkelingen niet op voorhand onmogelijk gemaakt worden door overslag van water op water of tijdelijke opslag te verbieden. De realisatie van meer elektrische laadinfrastructuur komt de flexibiliteit ten goede maar brengt intensivering van gebruik met zich mee. Belangrijk is om bij keuzes over toekomstige ontwikkelingen het maatschappelijk draagvlak in het oog te houden. DE bi _ fame aks Tr heide Hr Ei kl hak ii k BE an | an ar re En rai é L man in Bee | Ek Pe d N NL U ed ee 5 NE ei eliene za Ì nj Et ee DKN mm. 4 ’ e Lt Kk B. — 8 en CEN _ f Bestaande ligging dek- en ruimschuiten aan de Dijksgracht 3-3 Herstel kademuur De kademuur van Dijksgracht Oost is circa 520 meter lang, circa 80 jaar oud en in redelijke staat. Constructief is er niet heel veel aan de hand. De eerste ca. 5o meter kademuur vanaf de Mariniersbrug dient met ca. 1 meter opgehoogd te worden voor een goede aansluiting van de nieuwe fiets- en wandelroute op de Mariniersbrug. De bestaande kadeconstructie ter plaatse kan deze verhoging niet aan en dient integraal vernieuwd te worden. Vanwege het openstellen van de voetgangers - en fietsroute langs de Dijksgracht Oost is op de resterende 470 meter nog een aantal andere constructieve aanpassingen nodig aan de kademuur. Het gaat onder meer om het aanbrengen van drenkelingentrappen en het aanbrengen van grijpstenen. Daarnaast worden gelijk kleine onderhoudswerkzaamheden vitgevoerd. Het gaat daarbij om herstel van circa 20% van het metselwerk en het vastzetten van circa 10% van de dekstenen. De werkzaamheden hebben ook als doel de constructie van de kademuur zodanig te versterken dat in de toekomst ook de reinigingswagens over de kade kunnen rijden zodat deze niet langer over de Piet Heinkade hoeven te rijden. Het ontwerp van de aansluiting van de langzaam verkeersroutes langs de Dijksgracht op de Mariniersbrug moet nog worden geoptimaliseerd. Dit is onderdeel van het project herinrichting Kattenburgerstraat. In het huidige ontwerp voor de fiets- voetgangersroute is een houten voetgangersvlonder aan het Rijksmonument de Mariniersbrug opgenomen. Het ontwerp hiervoor is reeds door Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed goedgekeurd. De (vrije) doorgang van de toegangspoort, nodig voor de fietsroute, zou moeten worden verbreed naar 4,00 m. Hiervoor is nog geen goedkeuring van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed en ProRail als eigenaar van de poort. 23 3.4 Compenserende maatregelen vleermuizen ee de Ee Ee 5 en Ee == —_——— ge PE he Ei en ij) Ee” ed 4 5 ER j KS 4 d rj as me En: Û iN - En \ ) 5 5 } sij È 8 he 5 e , ij Ruimtegebruik groencompensatie bij realisatie drijvende eilanden Bureau Tauw BV heeft een ecologisch onderzoek van de noordoever van de Dijksgracht Oost uitgevoerd. Hieruit blijkt dat het projectgebied waar o.a. een nieuw fietspad wordt gerealiseerd dient als foerageergebied voor de beschermde Gewone Dwergvleermuis. Om het fietspad aan te kunnen leggen zijn compenserende maatregelen nodig om het foerageergebied van de Gewone Dwergvleermuis in stand te houden tijdens de vitvoeringswerkzaamheden. Dit tenminste totdat de rust is weergekeerd in het gebied en er nieuwe definitieve foerageerplekken zijn ontstaan. Deze alternatieve foerageerlocatie dient dicht bij de oorspronkelijke plek en aan de zuidzijde van het spoor te liggen. Liggen ze op te grote afstand of aan de noordzijde van het spoor dan worden ze door het bevoegd gezag niet erkent als compenserende maatregel en volgt er geen ontheffing. En ii ie ee oe AN EN OT Aes en att Rilke an Mlt En Ruimtegebruik groencompensatie bij realisatie plas-dras zone Het vitgangspunt voor de compensatie is dat ca. 75% van de bestaande groene oever tijdens de werkzaamheden verdwijnt. Dit betekend dat ca. 3.000 m2 groen struweel gecompenseerd dient te worden. Uit onderzoek blijkt dat er in de directe omgeving van de Dijksgracht Oost te weinig mogelijkheden op land zijn om het totale foerageergebied te compenseren. Hierom wordt onderzocht of de compensatie deels op het water gerealiseerd kan worden in de vorm van drijvende natuureilanden of als een plas-dras zone langs de oever. In eerste instantie is voorgesorteerd op het aanleggen van ca. 1.500 m2 drijvende eilanden gecombineerd met het aanpassen van de beplanting langs de Kattenburgervaart opdat deze aantrekkelijker wordt voor insecten en daarmee de vleermuis. 24 Uit nader onderzoek en na overleg met het bevoegd gezag blijkt dat de realisatie van een brede plas-draszone voor de bestaande kademuur van de Dijksgracht ook kan dienen als compenserend foerageergebied mits deze gereed is voordat de werkzaamheden in de bestaande groenzone beginnen. Doordat het gros van de werkzaamheden in het plangebied overdag plaatsvinden en de vleermuizen met name ‘s avonds en ’s nachts gebruik maken van het gebied verstoren de werkzaamheden de vleermuizen maar beperkt. Indien gekozen wordt voor (van natuurlijke materialen gemaakte) drijvende eilanden dient het totale oppervlak ca. 1.500 ma te beslaan. Dit oppervlak kan bestaan uit drijvende natuureilanden afgewisseld met smalle stroken (beschut) open water. : _ ln kn k ei : mm Ti at a Voorbeeld drijvende natuureilanden Groencompensatie op of in het water in de vorm van drijvende eilanden of plas-draszones functioneren mede als waterzuivering en verbeteren de zuurstofhuishouding in het water. Kid ad ï dT OE ot ON PA | hi sieke a ii li gi ard | an Ke aM ee: ii Î bd 1 ‚ E d ER Tt KANS Ondergedoken en Plas en dras Oever en DE, kt ‚ drijvende waterplanten zone hooiland Ee oe T L En N IJ \ Voorbeeld plas-dras zone Het compenserende groen bestaat vit oeverplanten als riet, biezen, engelwortel, lisdodden, et cetera. Plas-dras zones of vanuit de eilanden in het water groeiende wortels bieden beschutting voor (jonge) vissen, zijn plek voor ei afzetting, foerageergebied, etc. Eilanden kunnen ook een functie vervullen als ecologische stepping-stone voor diverse waterdieren, vogels en zoogdieren. Een negatieve invloed op de waterbodem kan zijn dat er onder de eilanden te veel schaduw op de bodem komt. Door de eilanden echter in dieper water te leggen waar al weinig licht op de bodem valt heeft deze schaduwwerking vrijwel geen negatief effect op het onderwaterleven. Sterker, door aanvullende maatregelen aan de onderzijde van de eilanden kunnen deze eilanden juist een impuls zijn voor het onderwaterleven. Waternet is echter vooralsnog terughoudend met betrekking tot de eilanden en is toch bang voor een verslechtering van de waterkwaliteit wat in tegenspraak is met Europese wetgeving. Een plas-dras zone daarentegen heeft enkel positieve effecten op de waterkwaliteit. 25 Vanuit ruimtelijk optiek zijn drijvende eilanden negatief voor de ruimtelijke kwaliteit, voor de beleving van de open ruimte van de Dijksgracht. Mede om bovenstaande redenen wordt in deze ruimtelijke visie de voorkeur uitgesproken voor groencompensatie door middel van een plas-draszone tussen de kademuur aan de noordzijde van de Dijksgracht en de beoogde ligplaatsen voor bedrijfsvaartuigen. Het groen wat aangebracht wordt is interessant voor insecten waardoor het zoals bedoeld, als foerageergebied voor de Gewone Dwergvleermuis kan gaan fungeren. WER hi U demen rte ed DE L f Ü Pi HA je to Ee le # LH ki. al En gr Í j 00) ij ai la N k Voorbeeld plas-dras zone Naast de aanleg van de plas-dras zone wordt de bestaande beplanting langs de Kattenburgervaart en de Marinierskade vernieuwd en (ecologisch) aantrekkelijker gemaakt voor zowel omwonenden als voor de Gewone Dwergvleermuis. Deze omvorming van het groen telt voor de helft van het oppervlak mee als compenserende maatregel. He Bn an RE: EE ZZE AG _ AL ES _ Hi - rn af | Ne ie BS DAD, nn : UD Bnn EHH | | a NA N \ rj] EAT ke 4 TT L T 3 | ZZ a GP / Et LO En Kem SAT Sei 1 P| "Sa Mil 1 je ml OPE ANN BE (| ET L= en [ Ps È | le) (7 im SKU EE eN ENEN RE mmm dee, en | î orn LI Meson vennen hage 107 Ei mate nn | k . bioameijk gravend tussen kade an vartpad ï eeen enn een en k =d A Fi Ti NT | |r I | EN Ki | Í D/ rn "| Nn 26 EN a Zi lais A js Re t gel dd a EN al el Ned “al a ï Ned LR) " 9 al Red : ZEP 7 me At EN Ei) Nm Gr JS Wik ed DE Ta Fe ze RAE ks Teen. aal Ze & zn z de Se Lid be A B /e - ef zi p | 5 EL A he _ r sk Le dr SE Pe dE NAI rn Pe a aa p= ker d% ei Oe : Ar ” sE ae pe k PER te EE Re”. lk hct ca vin ZE lk Rd Nn ee = 5 en: | P gmndhijns=. : NE po 5 „ En ú 0 E ï me Oi 5 _ Eje Neth edn rd ha Ee es : e ken S h 5 Ke nes Ee Marinierskade nu Marinierskade straks WR 4 WR MA je NE rn Ei JAN A Pm B JAN 4 À, Zl P ke EN e, ENE it IMA es 5d Hi Ide on A Ae ard Ee a RA REET À Ben us Jr r Î r _Î Rs Ee reld Fn £ ii Ez 45 nf dé bi mr 5 Ed ier” 1 él [Ea el We } De Ee B 1 ï DEE ie BERT en 7 E ek SNL pi N ETT nn KT 4 6 hd ele B GEen gf zie ki Oer EL ns À Oe 4 LN Re RR At in dd et! Kk tn ran En SP io Kade Kattenburgervaart nu Kade Kattenburgervaart straks 27 3.5 Programma hoogfrequent spoor (PHS) Ee - er ij Feed EE Mee erk eN 2 hen et U a Gs pe eerd KR Ne dS ee 8 5 8 it EE ee ne rt HE PL en zm E se Ee Tens nr _ Ee en z zt iE ee Eg De En z li _… NE ie? 5 Ee we en nm r 5 an ae : A Ï nn pen me | Bm Ee En 3 Ee | enn rn ani Ì = DVE z Ee Overzicht bestaande situatie spooremplacement Dijksgracht Oost De bestaande railinfra is circa 100 jaar oud. ProRail voert komende jaren het Programma hoogfrequent Spoor / PHS Dijksgracht uit waarbij de bestaande rails worden gebundeld en een nieuwe fly over / dive under wordt aangelegd. Bij de werkzaamheden vindt veel zandverzet plaats. De aan- en afvoer hiervan zal via het water van de Dijksgracht plaatsvinden. Hiertoe wordt aan de Dijksgracht Oost / VOC kade een tijdelijke overslagfaciliteit voor zand gerealiseerd. Deze faciliteit beslaat een ruimte van ca. 5ox80 meter. Pas nadat dit rond 2028 wordt verwijderd kan dit deel van de kade definitief ingericht worden met ligplaatsen voor rondvaart en/of dekschuiten. 5 Ee gn Ed Coe IE ==) 8 pe ER ziet zi | 4 | VE Ô Se Wi Sc A: eis a B \ hd maten | tt E 4 - S ln Hr ee B | Sin Ni WS, af SD Ke jj La , za \ ki á nd Siad Ne ll ED Pe eas Ruimtegebruik ProRail voor overslag kade voor grond van en naar het emplacement De verdere PHS bouwlogistiek vindt plaats over het spoor en over de bestaande tijdelijke bouw weg tussen Dijksgracht Oost en de Frans de Wollantstraat. Als het PHS is uitgevoerd is het gebied Oostenburg in gebruik als woon- en werkgebied. De tijdelijke bouwweg moet worden afgebroken, zodat de strook aansluit op de dan bestaande nieuwe openbare ruimte. Hierover moeten afspraken worden gemaakt met de wegbeheerder Verkeer & Openbare Ruimte van de Gemeente Amsterdam. De hoeveelheid sporen zal met zeker de helft verminderen. De vrijkomende ruimte zal worden gebruikt voor een samenhangende, groene en ecologische inrichting. Het vrijkomende areaal grond aan de Dijksgracht kan hierbij ingericht worden als een (mogelijk) openbaar toegankelijk park. 28 EM OE se ee Bn NR MW rn pee AE ER atd et - en En ne ape kl ee zt Re L pn Ten ee EE ee en E TE ne | PEN ER: Schematisch overzicht toekomstige situatie sporen Dijksgracht Oost (beeld ProRail). 5 5 _ EEE Í b f end zi IN en SS — ee. gu à k ziel, oe ist ë, NR ET lea 5 / \ maar amen EN TN Re We | - | -- ‚ Re, Dt Sed En Î - Ü A Í ij ï [ afd ME ON Ee DE ) LIN Rrk eN p LD | A NET S Ds N S il ' / : | AAE dE NN, : | Li Saer dr Ate: ï 5 1 SEN ESE KMA er Impressie toekomstige situatie sporen Dijksgracht Oost incl. groene invulling (beeld ProRail) 3.6 Spoorpark Met de realisatie van het Programma Hoogfrequent Spoor komt aan de Dijksgracht op het spoorterrein, tegen het nieuwe woon- en werkgebied Oostenburg, ca. 15.000 m2 toegankelijke ruimte beschikbaar. Dit is vergelijkbaar met het oppervlak van 2 flinke voetbalvelden of van het Wertheimpark of Plantage Westermanplantsoen, wat momenteel de grootste groengebieden zijn in stadsdeel Centrum. Amsterdam is met ProRail in gesprek om deze ruimte voor langere tijd in beheer te nemen en om te vormen tot nieuw openbaar toegankelijk stadspark. ProRail geeft het gebied alleen tijdelijk in gebruik als park zodat er altijd een mogelijkheid is dat het terrein in de (verre) toekomst weer (deels) voor het spoor kan worden gebruikt. Hierover lopen gesprekken tussen ProRail en de gemeente met als doel hierover een bestuurlijke overeenkomst te sluiten. 29 DE ee en: A nn ek el, Pd ie en A = EN e ra ar En Ed E ard Ee ij a Ee EE ORE OE heer ee i hl A En î PT. à À Ô Re Ei) | He : Fe Ans k 3 en Lud ie EE Se de sr | £ Sl N A EE In, mit Ln bed EN af Oje Overzicht oppervlakte toekomstig spoorpark Dijksgracht ProRail is voornemens het park met diverse hoogteverschillen als casco park aan te leggen. D.w.z. grondkeringen, bomen en heesters worden aangeplant, grasweiden worden ingezaaid. ProRail en de Gemeente Amsterdam voeren onderhandelingen over de voorwaarden waaronder het park eventueel kan worden opengesteld als openbaar toegankelijk park. Een gewenste nadere invulling van het park gebeurt vervolgens onder verantwoordelijkheid van Amsterdam. Deze nadere inrichting zal ter zijner tijd in goede samenspraak met betrokken bewoners en gebruikers uit het gebied uitgewerkt worden. Realisatie van het Spoorpark kan aanvangen na voltooiing van het PHS, dat wil zeggen op zijn vroegst in 2028. Het Spoorpark naast Oostenburg is een unieke kans om een voor de binnenstad omvangrijk nieuw park te realiseren, gelegen op het zuiden en aan het water. Hiermee krijgt de buurt naast alle functionele onderdelen als ligplaatsen ook iets aantrekkelijks wat ze zelf kan gebruiken. Het park ligt op het zuiden en aan het water. De inrichting van de kade dient zodanig te worden dat zwemmen in de Dijksgracht door de recreanten uit het park wordt ontmoedigd. Zwemmen op deze locatie verenigt zich niet met de beoogde ligplaatsen langs de kade en kan tot gevaarlijke situaties leiden. Onderzocht kan worden hoe een alternatief waterelement onderdeel kan worden van het park. tenen AN ® pn ie stes! SE | RVE nen mn ‚_ _ a ee nl | mn. ze ng oe En rj Ie CE E ee Je 2 iej wise ee re nr vn 3 = herkes me Benet | semen bes | en! En nen en | L | | Î -n ee nr . Er — et en E oe = vr een ne ene ne ei En nd Bee id Jen = 7 , edn Md es de AE a Re gn B en tE ie Eee Ee 5 es 5 sis id es Î EAO E / ed hea lee or 5 Kef bie tg Ee oars U si ps 30 Huidige situatie groene oever Dijksgracht 5 eek A aff je KT zE Fe mine Ee E gen L nen me AE RE EE e mn FE A Ken B Bedr 2e nn et = EE el ne HE ITN DIMR EEE nn Hed a eddie Ke" OENE GEESA BE pe IN ie 8 it eN ier tkn BA ne aen ab Er AR ne an ns en ER meen ed EAS in me O4 ma Ne en | Ne A Gs RL d SE ì n en ij < ih En Vim 5 sn Schematische (incomplete) impressie toekomstig spoorpark Dijksgracht (beeld ProRail) RR ES F Si 4 Ë g À d Tg, es. ä E A wt, ig k 0 Ee, « Ï il & ej EE, OK gn Eris en ed ie Ee BE Ë LE | fi RE did kkn je HE def e \ ' ú Impressies toekomstig spoorpark Dijksgracht (beeld ProRail) 3.7 Ontwikkelingen Oostenburg en VOC kade Het project Oostenburg betreft de ontwikkeling van een nieuwe stadsbuurt inclusief de herinrichting van de openbare ruimte op het noordelijke deel van het eiland Oostenburg. Er komt een mix van woningen, horeca, en kantoren. Het gehele project is in uitvoering tot halverwege 2025 en wordt in de tussentijd in delen opgeleverd. Door de ontwikkelingen op Oostenburg ontstaan ook steeds meer aanvullende belanghebbenden m.b.t. de ontwikkelingen langs de Dijksgracht. Op de kop van Oostenburg, waar de nieuwe fietsroute en de VOC-kade elkaar ontmoeten staat het nieuwe Inntel Hotel. Dit hotel heeft groot belang bij een ordentelijke inrichting van de Dijksgracht. 31 ge» A | p ie 2 É ne | | EN ge GEN Binnen NRS lan Ö La ie ILS ï = Hi Atak een | maten aaa El Ti Î me RT ee, A RBE 10000 mee RT maid ank en EIN p - EE: dl ape 4 Es DT k _ he | Impressies toekomstige VOC-kade en Inntel hotel Oostenburg de ee ee en ET " RS Dc rf din 8 ed dt de add en a pn EA A enk, EILAND OOSTEI PR” er LN e ET mri ke hakki Em, 97 5 | ir ETE SELECTEER EEN ICOON ON en. ii En PK ee age sl ra KS dn de BEKIJKEN OF SELECTEER 1 en On OT ABE ak in nere DE me es ei P nnn zkr ne = Te Ü Ver vatstrd 5 k- ak Eer: hs HAN EE gai, Ls nn ; kr Sb ek 4 Asi de Ee Zi Te n NN bg HEEE EE e ze rn ef En DA 6: Pd en kn Te Ee te BN Lie En weer „ ee EES: Eee: in hers. ee a en RS ED: er EN EE Pen ed Een tan. ke in 3 : en el mr SO: ' in NE w & ET u kn Vä Eef Lj _W a 2 NAAN e TTVN Y_ pevuzer Sn, et ee Rd de A in ze De je Var B MC DEHOUT =” En pes hd ü Tt En I Zi ee « EE Db, ie eN San A: da B Pe En et hz TE k a p # es es _ er ke” EJ 4 ‚A ne ee Ee : ee en , . Ê, VEN) Er Et ret pi Dn Wia) kn - ge ee zl). TE 8 RE GE RE En en ef ik et a Sa OE EN NE ks GEN ad a ee Kp 8 vn Wi Pi pen x Me 4 RE: ed nn! Ee OR Pak En 8 gein Pe De Ds Es Pd Ees ij À ; ] e är he a EEDE te VE | OORDEN ane Rs TP EE NE MEE Sea NE Overzicht planontwikkeling stadswijk Oostenburg Door de veranderingen op Oostenburg, er is bijvoorbeeld voorzien dat de Van Gendthallen onder andere bedrijven, winkels, en horeca gaan herbergen, zullen er meer transportbewegingen van goederen en personen gaan plaatsvinden. Hierbij is het de ambitie om zoveel mogelijk van het water gebruik te gaan maken. Voor personenvervoer van en naar Oostenburg wordt de wenselijkheid en mogelijkheid voor een op- en afstapplaats voor rondvaartboten aan de VOC-kade bekeken. 32 3.8 Ontwikkelingen Kattenburgerstraat, Mariniersbrug en spoorwegonderdoorgang Tram | 5 ir ngen ak Impressies nieuwe situatie aansluiting fiets- en voetpad op de mariniersbrug De herinrichting van de Kattenburgerstraat is onderdeel van de Agenda Amsterdam Autoluw (maatregel 15). Het plan was om aanvullend op de herinrichting van de Kattenburgerstraat naast de bestaande Mariniersbrug en onderdoorgang een tweede brug en onderdoorgang speciaal voor het toenemende fietsverkeer aan te leggen. Deze nieuwe langzaam verkeer brug en - onderdoorgang onder het spoor naast de Mariniersbrug was onderdeel van de fietsroute op de Kattenburgerstraat en zou de toekomstige hoofdfietsroute Dijksgracht kruisen. Eind 2021 is mede om financiële redenen door de Raad echter besloten van deze onderdoorgang en nieuwe LV-brug af te zien. De insteek wordt nu om ruimte te zoeken in het bestaande profiel door bijv. de instelling van éénrichting verkeer voor auto’s in de bestaande onderdoorgang. Het ontwerp van de kruising van de langzaam verkeerroutes via de Dijksgracht en de Kattenburgerstraat moet nog worden geoptimaliseerd. 33 4 Planologische mogelijkheden De Dijksgracht e.o. ligt binnen de werkingssfeer van meerdere bestemmingsplannen. Hieronder een overzicht. nn En Ee, 0 sk al nes Zal TE / TT SS DH , en mls kann S= Â LLT ES lis en an En Ten SE /l = Í Ie Erg BNN. . 0 0 Nh NN En DE KS BODE SON \ RR 65 Es LORIENT NN , SES G ON LIAS ES ZN NS Pl NAT GAN PA Oe Ni Pr # a Se ( Des Né e J f ER 5 SD Of a Wi Best. Plan Oostelijke Handelskade Best. Plan Borneo-Sporenburg-Rietlanden Best. Plan Oostelijke Eilanden Te Me Nen TS A es 1 Sn = ES / y Sh EN If DPS 0 SN Ld Lj Aj se D NN IL Ig ” GL 4 © df A er P Mi he BA EN EL SL BO A , te 2 ; ld el | Best. Plan Water Best. Plan Oostenburg Noord Het bestemmingsplan water is bepalend voor grofweg het grootste, zuidelijk gelegen deel van het water en het bestemmingsplan Oostelijke Handelskade voor het noordelijke deel van het water inclusief oevers en spooremplacement. Voor de herontwikkeling van het spooremplacement van ProRail is een Tracébesluit genomen welke verwerkt dient te worden in het onderliggende planologische kader. Onderzocht wordt welke juridisch planologische procedure het meest passend is om de gewenste ontwikkelingen mogelijk te maken. Intussen is al wel onderzoek verricht naar de toekomstige geluidbelasting op de woningen van Kattenburg als gevolg van de nieuwe activiteiten. De verwachte overlast lijkt beperkt en levert milieutechnisch geen knelpunt op. 4.1 Geldend bestemmingsplanregime Ligplaatsen voor passagiersvaartuigen en dekschuiten De voorziene ligplaatsen voor passagiersvaartuigen en dekschuiten liggen in het gebied van het bestemmingsplan “Oostelijke Handelskade”. De bestemming ‘Water’ (Vw) is van toepassing. Op het grootste deel hiervan is de aanduiding ‘Steigers met woon- en bedrijfsschepen’ opgenomen. Direct ten oosten van de Mariniersbrug ontbreekt genoemde aanduiding. 34 er En | 5 Et bn WE EERE wa mome en es: [TT úiE ne dm AET arr WL À | ee == En ne RE % 2 Een Ertl d er: BD ne en en IE LE , m biens Wd + B en ; OO etten reren Uitsnede verbeelding bestemmingsplan Oostelijke Handelskade De gronden met de bestemming ‘Water’ zijn aangewezen voor, voor zover hier van belang, vaarwater en afwateringskanalen (artikel 8, lid 2). De aanduiding ‘Steigers met woon- en bedrijfsschepen’ die op de planverbeelding is opgenomen, komt niet met dezelfde naamgeving terug in de regels. In de regels wordt aangegeven dat ter plaatse van deze aanduiding ligplaatsen met steigers ten behoeve van woonschepen/woonarken zijn toegestaan (artikel 8, lid 1). Bedrijfsschepen worden niet genoemd in de regels. Nu de planverbeelding en de planregels niet goed op elkaar aansluiten, moet in het belang van de rechtszekerheid voorrang worden gegeven aan de planregel*. Reden hiervan is dat in het algemeen aangenomen moet worden dat de regels de bedoeling van de planwetgever het meest nauwkeurig weergeven. Planregels moeten dan ook letterlijk worden vitgelegd?. Nu er in de planregels enkel gesproken wordt over woonschepen/woonarken volgt dat alleen deze ter plaatse zijn toegestaan, ook al staat in de legenda van de verbeelding bij de desbetreffende aanduiding het woord bedrijfsschepen. Het begrip ‘bedrijfsschip’ komt overigens, in tegenstelling tot de andere op de planverbeelding en in de planregels gehanteerde begrippen, niet voor in de begripsbepalingen (artikel 1). Ook in de toelichting staat dat de Dijksgracht bestemd is voor ongeveer 80 woonschepen. Bedrijfsschepen worden niet genoemd. Dit ondersteunt de conclusie dat ter plaatse geen bedrijfsschepen zijn toegestaan. Het realiseren van ligplaatsen voor passagiersvaartuigen en dekschuiten past daarmee niet in het geldende bestemmingsplan. Om deze mogelijk te maken, zal er planologische besluitvorming moeten plaatsvinden via een aanpassing van het bestemmingsplan of een omgevingsvergunning tot afwijking van het bestemmingsplan. De hiermee verband houdende nutsvoorzieningen als traforuimtes en oplaadpalen zijn vergunning vrij als deze niet hoger zijn dan 3 men de oppervlakte niet meer dan 15 m2 bedraagt. Als het niet vergunning vrij is, dan is dit in strijd met het bestemmingsplan en kan dit in de planologische besluitvorming worden meegenomen. 1o.a. ABRvS 11 februari 2004, nr. 2003033471, Gst. 2004/129, m.nt. J.M.H.F. Teunissen. ? o.a. ABRvS 9 september 2015, ECLI:NL:RVS:2015:2833 en ABRvS 13 februari 2019, ECLI:NL:RVS:2019:439. 35 Drijvende eilanden Ter compensatie voor het verlies aan foerageergebied voor de gewone dwergvleermuis is een van de opties om te voorzien in drijvende eilanden. De aanleg van deze drijvende eilanden past niet in de bestemming Water van de bestemmingsplannen Oostelijke Handelskade en Water (respectievelijk artikelen 8 en 4). Drijvende eilanden of watertuinen zijn alleen daar mogelijk waar een daarop afgestemde aanduiding is opgenomen. Dat is hier niet het geval. Ook hiervoor geldt dat planologische besluitvorming nodig is om de drijvende eilanden mogelijk te maken. Aanpassen van de beplanting langs de Marinierskade en de Kattenburgerkade of de aanleg van een plas-dras zone t.b.v. de vleermuizen kent geen planologische belemmeringen. Fiets-wandelpad langs de Dijksgracht De Dijksgracht zelf ligt in het bestemmingsplan Oostelijke Handelskade en heeft de bestemming Openbare ruimte (artikel 7). Zie hiervoor de hierboven weergegeven uitsnede van de verbeelding. Gronden met deze bestemming zijn onder andere aangewezen voor fiets- en voetpaden. Als het voorziene fiets-wandelpad geprojecteerd is in deze bestemming past het binnen het bestemmingsplan en kan deze zonder nadere planologische besluitvorming aangelegd worden. Ligt het voorziene fiets-wandelpad buiten de bestemming Openbare Ruimte, dan is de bestemming Spoorwegareaal van toepassing (artikel 6). Deze bestemming voorziet alleen in een voetpad, niet in een fietspad. Als het voorziene fiets-wandelpad geprojecteerd is in deze bestemming past het niet binnen het bestemmingsplan en is planologische besluitvorming nodig om het mogelijk te maken. De insteek is dat het fietspad conform het vastgestelde definitief ontwerp binnen de bestemming openbare ruimte wordt aangelegd, op gemeentegrond en niet op terrein van ProRail. Reinigingswagens van de Gemeente Amsterdam hebben een ontheffing om gebruik te kunnen maken van het fietspad. Parkeren en laden/lossen aan de Dijksgracht De Dijksgracht gelegen ten oosten van de Mariniersbrug mag niet gebruikt worden voor parkeerdoeleinden (artikel 7, lid 3). Wat onder parkeerdoeleinden wordt verstaan, is niet omschreven in de begripsbepalingen van het bestemmingsplan. Volgens vaste jurisprudentie moet voor de uitleg hiervan worden aangesloten bij het normale spraakgebruik3. De Dikke Van Dale verstaat onder parkeren het volgende: een auto opstellen op een daarvoor bestemde plaats. Dat is ruim omschreven. Hieronder valt bijvoorbeeld ook het tijdelijk parkeren ten behoeve van bevoorrading. Nu het bestemmingsplan parkeren op de Dijksgracht expliciet heeft uitgesloten, is het realiseren van laad- en losplekken aan de Dijksgracht niet toegestaan. Indien gewenst is hiervoor dan ook planologische besluitvorming nodig om dit mogelijk te maken. Overslag op dekschuiten Eris het voornemen aan de Dijksgracht, naast het afmeren van dekschuiten, een overslaglocatie voor prefab onderdelen ten behoeve van werkzaamheden aan kade en bruggen mogelijk te maken. Grote schepen (lengte < 64 m) zullen vanuit het havengebied naar de Dijksgracht varen en de prefab onderdelen daar overslaan naar dekschuiten van maximaal 20 meter lengte. De 3 o.a. ABRvS 31 mei 2017, ECLI:NL:RVS:2017:1425, BR 2017/74, m.nt. t. Slegers en ABRvS 28 oktober 2015, ECLI:NL:RVS:2015:3294, onder 5.2. 36 dekschuiten kunnen vervolgens met de prefab onderdelen naar de bruggen en kademuren in de stad varen om daar de nodige onderhoudswerkzaamheden te verrichten. De realisatie van een overslaglocatie past niet in de bestemming Water van de bestemmingsplannen Oostelijke Handelskade en Water (respectievelijk artikelen 8 en 4). Ook hiervoor geldt dat planologische besluitvorming nodig is om dit mogelijk te maken. Spoorpark Het voorziene spoorpark ligt binnen de grenzen van drie bestemmingsplannen: het bestemmingsplan “Oostelijke Handelskade” met de bestemming Spoorwegareaal (artikel 6), het bestemmingsplan “Oostelijk Havengebied Noord” met de bestemming Verkeer-Railverkeer (artikel 19) en het bestemmingsplan “Borneo Sporenburg en Rietlanden 2017” met de bestemming Verkeer-2. Het komt er in hoofdzaak op neer dat deze bestemmingen voorzien in spoorwegen met daarbij behorende voorzieningen. De spoorwegfunctie staat dus voorop. Groenvoorzieningen zijn bijvoorbeeld wel mogelijk maar die zijn ondersteunend aan de spoorwegfunctie. Paden en andere voorzieningen die bij een park horen zijn niet in ieder bestemmingsplan toegestaan. Kortom, het voorziene park past niet binnen de drie bestemmingsplannen. In het nieuwe bestemmingsplan kan hiervoor een ruimere bestemmingsomschrijving worden opgenomen, waarin naast het spoor ook de parkvoorzieningen worden benoemd. Geen dubbelbestemming dus, maar een ruimere bestemming waarin zowel het spoor als het park mogelijk worden gemaakt. Tracébesluit programma hoogfrequent spoor Op Rijksniveau is een Tracébesluit genomen om het programma hoogfrequent spoor (PHS) rondom Amsterdam mogelijk te maken. Dit Tracébesluit dient één op één overgenomen te worden in onderliggende bestemmingsplannen. In het nieuwe bestemmingsplan Dijksgracht zullen de geplande wijzigingen aan het spooremplacement Dijksgracht meegenomen worden. Op de onderdelen m.b.t. PHS is geen inspraak meer mogelijk. Reparatie bestemming aanlegsteiger zuidzijde Dijksgracht In 2013 is er een uitspraak geweest van de raad van State om de steiger met bijbehorende ligplaatsen en gebruik hiervan aan de zuidzijde van de Dijksgracht positief te bestemmen. Deze uitspraak wordt overgenomen in het nieuw op te stellen bestemmingsplan. Verbeelding bij de vitspraak van de RvS, d.d. 20 november 2013 37 4.2 Planologische inpassing Gezien het voorgaande zijn de voorziene ligplaatsen voor passagiersvaartuigen en dekschuiten, de drijvende eilanden, het realiseren van laad- en losplekken, de overslaglocatie en het spoorpark in strijd met het ter plaatse geldende bestemmingsplan. Afhankelijk van de exacte locatie kan ook het voorziene fietspad langs de Dijksgracht in strijd zijn met het bestemmingsplan. Hiervoor zal een nieuwe juridisch planologische grondslag moeten komen. Dit kan op twee manieren: via een bestemmingsplan of een omgevingsvergunning tot afwijking van het bestemmingsplan. Vooralsnog ligt de voorkeur bij een bestemmingsplan. Reden hiervan is dat een bestemmingsplan globaal en flexibel kan worden opgezet, terwijl er bij een omgevingsvergunning sprake moet zijn van een concreet (bouw)plan. Voor iedere afwijking van de omgevingsvergunning zal opnieuw een omgevingsvergunning verleend moeten worden. Omdat het bestemmingsplan globaal en flexibel kan worden opgezet, is het risico op een afwijkende realisatie minder groot. Daarbij komt dat het onherroepelijk worden van een omgevingsvergunning langer kan duren dan een bestemmingsplan. Bij een omgevingsvergunning is beroep mogelijk bij de rechtbank en hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (Afdeling). Bij een bestemmingsplan is sprake van rechtstreeks beroep bij de Afdeling. Daarmee kan een bestemmingsplan een jaar eerder onherroepelijk zijn dan een omgevingsvergunning. Een optie kan ook zijn gebruik te maken van de zogenaamde coördinatieverordening die de gemeenteraad van Amsterdam heeft vastgesteld. De coördinatieverordening biedt de mogelijkheid om besluiten over de vaststelling van een bestemmingsplan of een omgevingsvergunning tot afwijking van het bestemmingsplan te coördineren met overige besluiten die nodig zijn ter verwezenlijking van een project. Voordeel hiervan is dat de verschillende besluiten in één procedure tot stand komen. Dat brengt een aanzienlijke procedurele versnelling teweeg. In dit kader is de komende Omgevingswet nog van belang. De Omgevingswet treedt naar verwachting per 2 juli 2022 in werking. Onder de Omgevingswet kan er geen bestemmingsplan meer vastgesteld worden. Het bestemmingsplan wordt opgevolgd door het omgevingsplan. Om nog een bestemmingplan te kunnen vaststellen onder de huidige wetgeving, dient er voor inwerkingtreding van de Omgevingswet, naar verwachting dus voor 1 juli 2022, een ontwerpbestemmingsplan ter inzage te worden gelegd. Als dat niet voor inwerkingtreding van de Omgevingswet gebeurt, zullen de voorziene ontwikkelingen mogelijk gemaakt moeten worden door een omgevingsplan of een (ook dan nog bestaande) omgevingsvergunning tot afwijking van het omgevingsplan. In de loop van 2021 is de keuze gemaakt om de voorziene ontwikkelingen planologisch juridisch mogelijk te maken middels het opstellen van een nieuw bestemmingsplan. 38 5 Uitwerking en participatie De sitvatie aan de Dijksgracht zal sterk veranderen. Van rustige achterkant van het centrum wordt het een gebied met veel meer reuring dan in de huidige situatie. De geplande 7o (deels) geëlektrificeerde ligplaatsen voor de passagiersvaart en dek- en ruimschuiten veranderen het aanzicht van het gebied. De vergroening van het ProRail terrein inclusief het spoorpark geeft een aangenamer klimaat en uitzicht vanuit de omgeving. In de afbeelding hieronder nogmaals het overzicht van de ruimtevraag voor het gebied. Pk hi AE: el 5 Ne sie RE / == 5 \ SN Eke Ee LM A IE 5 5 KERS > En ed Ee 4 en 3 p ke) 9 _ PT Rf /. EN - me E je pe N A ps ISS zj NMR in A Wl-) y: È AL / 1 AR, } Oppervlakte van de verschillende ruimtelijke claims op de Dijksgracht Om tot een ruimtelijke visie te komen die recht doet aan alle bestuurlijke claims en rekening houd met de wensen van de omgeving is met verschillende groepen gesproken. De omwonenden van de Oostelijke Eilanden en hun vertegenwoordigers, de ondernemers uit de buurt waaronder het Inntel Hotel, vertegenwoordigers van de (grote) passagiersvaart, een vertegenwoordiging van de waterbouwkundige aannemers en de zoogdierenvereniging m.b.t. de vleermuizen. Kritische geluiden vanuit de rederijen voor de passagiersvaart Veel reders willen niet weg van hun huidige ligplaats. Reders maken zich zorgen over het lage voorzieningenniveau en de bewegingsvrijheid. Zij vrezen dat hun vloot opgeknipt zal worden en verdeeld over meerdere locaties, hetgeen niet handig is voor hun bedrijfsvoering en leidt tot hogere kosten. Nieuwkomers op de markt hebben daar minder moeite mee en zijn blij met een plek dichtbij het centrum. Kritische geluiden vanuit de waterbouwkundige aannemers De waterbouwkundige aannemers maken bezwaar tegen het restrictieve beleid dat alleen samenwerkingspartners van programma Bruggen en Kades gebruik mogen maken van de ligplaatsen. Zij vrezen hierdoor minder slim, efficiënt noch flexibel te kunnen werken, hetgeen leidt tot hogere kosten. 39 Onderaannemers vrezen geen gebruik te mogen maken van de Dijksgracht Oost en elders in de stad een ligplaats te moeten zoeken. Aan de Dijksgracht Oost liggen ook aannemers die andersoortige werkzaamheden doen. Zij vrezen in de nieuwe situatie geen ligplaats meer te krijgen aan de Dijksgracht Oost, denk aan: de calamiteitendienst voor bruggen- en kademuren en Mokum Maritiem die afval ophaalt en overslaat aan de Dijksgracht Oost. Zorgen bij de ondernemers uit de buurt De eigenaar van het Inntel hotel vreest om in de toekomst tegen een eenvormige batterij boten aan te moeten kijken. Zij pleiten voor een goede inpassing in het gebied met voldoende zicht op het water en geen overlast gevende voorzieningen op de kade die schadelijk zijn voor hun bedrijfsvoering. es Z ne NN 5 KS 0 3 ee te 3 As Nl De Been ie en ki did at: Sj w1/4 u Lek 5 mk | Ì i / sj ES EE ij f 7 en W ; Bf Je Î Íg RE 5 Ef (5 28 | / B ay JN / pin Bes DN / À Mij ik 5, 3 Í B Bestaande situatie van de Dijksgracht Weerstand vanuit de bewoners van de Oostelijke Eilanden Het fiets- en voetpad en het spoorpark worden positief ontvangen in de buurt. Vanuit de bewoners uit de buurt is tijdens de participatie echter aangegeven dat het allemaal veel te veel is wat op het gebied afkomt. Men voelt zich vooral onvoldoende betrokken bij de planvorming en besluitvorming van het Programma varen inzake de 40 ligplaatsen voor de rondvaart. Het verzoek vanuit de buurt is dan ook om het geplande aantal ligplaatsen te verkleinen voor enerzijds een rustiger beeld maar vooral minder kans op geluidsoverlast. Geluidsbeleving Juridisch valt de mogelijke geluidsoverlast van de scheepsvaart binnen de wettelijke eisen. Geluid over water draagt echter ver en beleving van geluid is iets anders dan het wettelijke kader hiervoor. Op 14 juni 2021 is een ‘geluidsbelevingsonderzoek! uitgevoerd door verschillende boten te laten manoeuvreren in het gebied om het belevingsgeluid te kunnen meten. Bewoners waren uitgenodigd om het geluid ‘mee te beleven’. De conclusie was dat het geluid van langsvarende en * inparkerende’ boten mee valt en dat het meeste (en overheersende) geluid van de langsrijdende treinen komt. De uitkomst van dit onderzoek geeft geen aanleiding tot aanpassing van het aantal ligplaatsen voor de scheepvaart. Blijft over de mogelijke geluidsoverlast van bevoorrading en overslag van goederen van en naar rondvaartboten en dek- en ruimschuiten. 40 Ruimtelijk perspectief Vanuit de stedenbouwkundige afdeling verantwoordelijk voor het gebied komt het advies om de ruimte van de Dijksgracht maximaal te benutten voor het realiseren van ligplaatsen voor passagiersvaart en waterbouwkundige aannemers. Hierbij wel een aantal basisuitgangspunten in acht nemende als visueel voldoende afstand houden tot de VOC kade en de Mariniersbrug. Aan ruimte vrij houden tussen de ligplaatsen onderling voor een minder volle aanblik en beter zicht vanaf de kade op het water en v.v. wordt minder belang gehecht. Vooral omdat gedurende de dag veel plekken onbenut zullen zijn als de boten door de stad varen en dat open zicht er dus al behoorlijk is. Ondanks dat de ligplaatsen hier een grote impact hebben op de directe omgeving is vanuit cultuurhistorisch oogpunt de Dijksgracht te verkiezen boven (extra) ligplaatsen in de oude stad en het Unesco werelderfgoed. De Dijksgracht heeft een rijke historie als gebied met veel water gerelateerde bedrijvigheid. Daarnaast is de (ruimtelijke) druk op de historische stad al vele malen hoger dan die op de omgeving van de Dijksgracht. Overwogen uitwerkingen De discussie over de ruimtelijke visie concentreert zich op de locatie en het aantal ligplaatsen. Verschillende opties zijn vitgewerkt en tijdens de participatie met verschillende partijen besproken en aangepast. Hieronder worden de verschillende tussenstappen toegelicht. Opgemerkt moet worden dat ten tijde van het opstellen van deze opties het uitgangspunt was dat groencompensatie plaats zou vinden in de vorm van drijvende eilanden. Dit is ook de reden dat deze prominent op de tekeningen zichtbaar zijn. Bij de start van het proces om tot een integrale ruimtelijke visie te komen lag er een technisch voorkeursmodel voor de ligplaatsen. 27 ligplaatsen voor dek- en ruimschuiten aan de oostkant en 40 ligplaatsen voor der grote passagiersvaart aan de westkant van de Dijksgracht Oost. In het midden waren een aantal hybride plekken bedacht die voor beide soorten gebruik geschikt zijn. Een van de redenen voor de keuze van deze verdeling was dat boten voor de passagiersvaart beter passen bij de functie en uitstraling van Oostenburg en de woningen en het hotel hier. De verwachting is dat hier, vooral in de ochtenduren, minder overlast van uit gaat. Si EN WSS WE Voorkeursmodel bij start proces ruimtelijke visie Dijksgracht 41 Eris een ruimtelijk model getekend (Model A) waarbij toch een deel van de dek- en ruimschuiten naast de VOC kade zou komen te liggen. Mede vanuit de gedachte dat dit in de fasering handig is omdat het gebied naast de VOC-kade pas vanaf 2028, na het gereed komen van de werkzaamheden van ProRail, beschikbaar is voor het gebruik als ligplaats. Mede omdat de druk op de ligplaatsen voor dek- en ruimschuiten de eerste jaren hoger is dan voor de passagiersvaart wordt hier toch van af gezien. (Het groen omkaderde deel rechts op de tekening is het gebied dat de komende jaren door ProRail gebruikt wordt als overslag gebied voor met name grond van en naar het emplacement Dijksgracht. In die tijd is het niet beschikbaar voor ligplaatsen.) Zed 2 en To rrd Ar inten, bn Í ee Es jd ge ee ER Nn Er enk ED Model A - ligplaatsen voor de passagiersvaart centraal gegroepeerd Model B lijkt erg op model A alleen zijn hier een aantal ligplaatsen weg gelaten waardoor het de ruimte langs de kade minder vol komt te liggen. De conclusie hierbij is dat dit niet heel veel oplevert, vooral ook omdat overdag veel plekken sowieso niet gebruikt zullen worden waardoor het al minder vol oogt. Voor de buurt is het aantal ligplaatsen niet het grootste probleem maar mogelijk stapelen van geluidsoverlast. Indirect is het natuurlijk wel zo dat hoe meer boten er komen te liggen hoe groter de potentiele geluidsoverlast kan zijn. ie ee Ì ET EE ER Lt ee df a EE ee oml En JT Model B — passagiersvaart centraal gegroepeerd met hiertussen open plekken Tijdens de participatie met de omwonenden en het hotel kwam naar voren dat een strakke verdeling van de ligplaatsen wel een heel monotoon beeld zou kunnen opleveren en, belangrijker nog, dat eventuele overlast zich zou concentreren. Daarom is geopperd om de ligplaatsen voor de passagiersvaart en die voor de natte aannemerij veel meer te mengen. Model C hieronder is hiervan een voorbeeld. Hier is vitgegaan van de locaties waar nu al dek- en ruimschuiten liggen met hiertussen nieuwe ligplaatsen voor de passagiersvaart. 42 De conclusie van dit model is dat het inderdaad een veel diverser beeld oplevert maar dat het geheel te veel versnipperd raakt wat de kosten verhoogt en wat de bruikbare ruimte beperkt i.v.m. de benodigde manoeuvreerruimte. Ook hebben de rederijen voor de passagiersvaart aangegeven niet direct naast een dek- of ruimschuit te willen liggen omdat dat de kans op schade vergroot. Een dekschuit is robuust en kan tegen een stootje. Ook is deze iets minder nauwkeurig te besturen als een rondvaartboot. De rondvaartboten zijn daarentegen nauwkeuriger in te sturen maar zijn ook kwetsbaarder en vertegenwoordigen een veel grotere waarde. yr MT Tt ï > ee es mn Tm Wp A 7 5 me nr me En mm SE _ es Gen Ne ne ee _ nn EE Ï me Krk: pep TAD AT hebekeked) Ee SE | ed RE | ad ROn ml KE ete a de Lr je / EE ä en N B TL Er | it hi iT 7 ‚ DN es if / i / we « Dn EE Jl í Ì he: / Model C—ligplaatsen passagiersvaart verdeeld over de huidige ongebruikte kadedelen In model D zijn de verschillende vaartuigen ook gemengd maar grotendeels allemaal in haakse ligging gelegd voor een optimaler ruimtegebruik en minder aanvaringsgevaar. Het levert — weliswaar tegen aanzienlijk hogere kosten vanwege een fors grotere steiger - een aantrekkelijk beeld op, maar de bezwaren tegen mengen van soorten vaartuigen blijft bestaan. OO an ee en en ef Ea ” en we eee n__n OU RER ne gef er mm 60 RAKET DONMIEDER INTER Oet zi T in hari, en Be zi ik. a Ke el, rl Pi, 4 5 Ee wd NN Ss a REEN x Hen, ” N Ï Sa KN UL EE \ me z pm. ee ZN 8 SN FP d Ege zl i ERR A OD ee , / Model D — ligplaatsen passagiersvaart en dek- en ruimschuiten gemixt langs de kade 43 6 Afweging van belangen Eerder in dit document is een overzicht gegeven van de huidige situatie, de ontwikkelingen en de wensen op en rond de Dijksgracht. Het participatieproces heeft een aantal zaken duidelijker gemaakt. Verschillende partijen hebben tegengestelde belangen, met name waar het gaat over de ligplaatsen voor de bedrijfsvaartuigen. Hieronder een korte opsomming: o Eriseen bestuurlijke wens voor de realisatie van 7o ligplaatsen, 30 voor dek- en ruimschuiten t.b.v. het programma kades & Bruggen en 40 ligplaatsen t.b.v. de (grote) passagiersvaart. o De omwonenden van de Dijksgracht Oost zien het liefst geen toename van het aantal ligplaatsen en als het al nodig is dan minimaal. Er is angst voor het verlies van het vrije, ruime uitzicht maar vooral ook voor geluidsoverlast door de toename van het aantal vaarbewegingen en de overslag van goederen. Daar speelt mee dat bewoners bang zijn voor stapeling van geluid (rondvaartboten, dekschuiten, overslag, verhoging van de snelheid op het spoor en ontwikkeling van Sporenburg ) dat ieder op zich niet veel geluidbelasting geeft maar alles bij elkaar leidt tot een mogelijk onaanvaardbaar hoger geluidsniveau. o De ondernemers in de passagiersvaart zien graag een hoog voorzieningenniveau bij de ligplaatsen zodat er volwaardige ligplaatsen gerealiseerd worden t.b.v. een optimale bedrijfsvoering. o Voorde waterbouwkundige aannemers is het belangrijk dat er voldoende plek en vrijheid is om dekschuiten te stallen en overslag mogelijk is van goederen als prefab kade onderdelen van de binnenvaart naar de dek- en ruimschuiten. o Voorhet stadsdeel is het belangrijk dat de historische binnenstad ontlast wordt. Elke ligplaats extra aan de Dijksgracht Oost betekent een ligplaats minder in het stadshart waar de bewoners zuchten onder de toeristische drukte. o Vanuit stedenbouwkundige context heeft het de voorkeur het (invloedsgebied van) het Unesco historisch erfgoed zo veel mogelijk te ontzien van ligplaatsen. Vanuit deze afweging is een maximalisatie van het aantal ligplaatsen op de Dijksgracht Oost te verkiezen boven ligplaatsen in het historische stadshart. o Waternet heeft bedenkingen bij de aanleg van de drijvende eilanden en is bang voor een verslechtering van de waterkwaliteit. Afweging belangen De belangrijkste tegenstelling is die tussen maximalisatie van het aantal ligplaatsen op de Dijksgracht Oost t.b.v. het verbeteren van de leefbaarheid en de ruimtelijke kwaliteit in het historische stadshart versus de belangen voor een goede woon- en leefomgeving. Vanuit de het grotere belang van de stad heeft het de voorkeur de ruimte op de Dijksgracht Oost maximaal te benutten met in achtneming van een aanvaardbare impact op de woon- en leefomgeving. Maximalisatie van het aantal ligplaatsen voor bedrijfsvaartuigen is aanvaardbaar als in acht genomen wordt dat de vloot vanaf 2025 uitstootvrij dient te zijn wat in de praktijk betekent bh elektrisch varen, zonder uitstoot van uitlaatgassen en zonder bulderende motoren. Dit blijkt ook uit het gehouden ‘geluidsbelevingsonderzoek!. Tegenover een als negatief beleefde uitbreiding van het aantal ligplaatsen staat de realisatie van het spoorpark en verdere vergroening van het spooremplacement Dijksgracht inclusief het aanbrengen van geluiddempende keermuren van schanskorven. Het aantrekkelijker maken van de groene oevers van de Marinierskade en de kade van de Kattenburgervaart. Toevoegen van drijvende natuureilanden wordt met gemengde gevoelens ontvangen. Het belemmert het zicht op —en het vrije gebruik van het water, maar verbetert de biodiversiteit en breekt de geluidsgolven in en op het water. Door te kiezen voor een plas-dras zone voor de kade van de Dijksgracht wordt het bezwaar tegen drijvende eilanden weg genomen. Door de ligplaatsen hoogwaardig vorm te geven, losse objecten op de steigers zo veel als mogelijk in te pakken en de noodzakelijke nutsvoorzieningen te combineren met een openbare toiletvoorziening en vorm te geven als een aantrekkelijk en deels openbaar toegankelijk gebouw wordt de ruimtelijke kwaliteit hiervan gewaarborgd. Door in de gebruiksvergunningen voor de ligplaatsen nadere afspraken te maken over overslag en het toegestane geluidsniveau en tijdstip hiervan kan de leefbaarheid van het gebied verder gewaarborgd worden. Fasering Omdat ProRail tot 2027 de noordoosthoek van de Dijksgracht Oost in gebruik heeft voor de overslag van met name grond kunnen er in eerste instantie slechts 56 van de 7o ligplaatsen gerealiseerd worden. De resterende 14 plekken kunnen vanaf 2028 gerealiseerd worden. 45 7 Ruimtelijk ontwerp Het participatieproces heeft geleid tot het onderzoeken van meerdere ontwerpvarianten waarbij de input van de klankbordgroep is meegewogen waar dat op meer draagvlak zou kunnen rekenen. Naast een basisontwerp met zo ligplaatsen voor bedrijfsvaartuigen zijn er twee alternatieve varianten met elk 20% minder ligplekken. Variant Bewoners, het uitgangspunt hier is minder. Minder ligplekken en zo min mogelijk voorzieningen tbv de passagiersvaart. Variant Reders, het vitgangspunt is hier ook 20% minder ligplekken maar als tegemoetkoming naar de reders dan wel met een hoogwaardiger voorzieningenniveau t.b.v. de passagiersvaart. Hieronder wordt eerst het basis- of voorkeursmodel besproken. Daarna volgen de 2 varianten met minder ligplaatsen. ur en u LN = Re == D pe es ml mmm h en 4 HN EN Of ES Pr / EN SR Ne AN Te / IN SEI Pe IN Voorkeursmodel fase 2 7.2 Voorkeursmodel Ligplaatsen Om de kosten en de exploitatiemogelijkheden van de ligplaatsen te optimaliseren is een duidelijke scheiding tussen dek- en ruimschuiten enerzijds en passagiersvaart anderzijds noodzakelijk. Wel is het zaak flexibiliteit in de ligplaatsen in te bouwen zodat deze (deels) door verschillende partijen gebruikt kunnen worden. De haakse steigers kunnen uitgevoerd worden als drijvende steiger. Deze kunnen makkelijker verschoven worden dan vaste steigers waardoor extra flexibiliteit ingebouwd kan worden. In het verlengde van de Kattenburgervaart is een gebouw tussen de ligplaatsen voorzien. Ten oosten hiervan zijn 40 ligplaatsen inclusief elektrische laadvoorzieningen t.b.v. de passagiersvaart bedacht. Ten westen hiervan liggen 30 plekken voor de natte aannemerij. Een deel hiervan wordt ook voorzien van laadvoorzieningen en zijn indien gewenst in de toekomst ook door andere partijen te gebruiken. 46 Centraal voorzieningengebouw Het gebouw is primair bedoeld als locatie voor de benodigde installaties, waaronder transformatoren t.b.v. elektrisch varen. Hiernaast is er beperkt ruimte t.b.v. de exploitatie van de ligplaatsen zoals voor een beheerdersruimte, lockerruimte, et cetera. Ook zijn er toiletten voorzien t.b.v. gebruik door de rederijen maar die tevens toegankelijk zijn voor de toekomstige bezoekers van het spoorpark. Het plan is om als het mogelijk is het dak van het gebouw als uitzichtpunt geschikt te maken voor openbaar gebruik. Vanuit de rederijen is er wel de angst dat dit tot misbruik van de steigers zal leiden. De inrichting van het dak dient zodanig te worden dat het niet uitnodigt een hangplek te worden. Door al deze voorzieningen in een fraai gebouw passend bij de steigers samen te brengen wordt verrommeling van het gebied voorkomen en kan tevens meerwaarde gecreëerd worden voor de omgeving. ai iN, ruimte tbv. reders en electrificering e Centraal voorzieningengebouw Veiligheid Op 3 meter van de kademuur komt een lange steiger die alle haakse steigers en pieren met elkaar verbindt. Door deze steiger los van de kademuur te leggen wordt voorkomen dat onbevoegden de steiger betreden. Een centrale toegang tot de steiger is voorzien vanaf het centrale gebouw. Ook zijn maximaal 3 aanvullende pieren voorzien die zo mogelijk een toegang tot de kade kunnen krijgen. Hier dient dan een hek ongewenste bezoekers tegen te gaan. Cameratoezicht is voorzien ter bescherming van de boten. Ook is er vanuit het centrale gebouw een optie voor bewaking en toezicht door een ‘havenmeester’. Voorzieningen passagiersvaart Het vitgangspunt bij de realisatie van de ligplekken is dat er een minimaal voorzieningenniveau komt, passend bij de bestuurlijke toezegging van het stadsdeel dat het zou gaan om een zogenaamde nachtstalling. Er dient tenminste de mogelijkheid te zijn voor elektrisch laden, een schoon water aansluiting en de mogelijkheid om vuil water af te voeren. Hiernaast is er de wens vanuit de rederijen om tenminste ook bergruimte te realiseren voor de opslag van bijvoorbeeld tafels, stoelen, kussens, et cetera. Volwaardige voorzieningen zoals verblijfsruimtes voor personeel, cateringmogelijkheden etc. zijn niet voorzien. Deze passen niet bij de bestuurlijke toezeggingen uit het verleden en zouden teveel druk leggen op het gebied. Er is de mogelijkheid om in een aantal verbrede steigers en onder het centrale gebouw bergruimte 47 te realiseren. Hiervoor zijn 3 brede pieren van ca. 6x28 meter voorzien. Deze zijn vergelijkbaar met bestaande pieren met bergruimte die nu aan het Natte Damrak liggen. De toegang gaat via een luik. Op deze bredere pieren is ruimte voor bijvoorbeeld het parkeren van fietsen van de schippers, eventueel bakfietsen voor last minute bevoorrading, onderhoudswagens bij calamiteiten, et cetera. Om ruimte te maken voor de extra brede pieren vervallen een aantal steigers tussen de ligplaatsen. Er liggen dan geen twee maar drie passagiersschepen naast elkaar. Bij boten van één reder is dit geen probleem. Bij meerdere eigenaren kan dit wel makkelijker tot problemen leiden. De verwachting is echter dat er voldoende reders met meerdere boten gebruik zullen maken van de ligplaatsen waardoor deze opzet geen probleem meer hoeft te zijn. Aanvullend is er de mogelijkheid om over de lengte van de steiger een langgerekte bergruimte te maken waarin tevens de voorzieningen worden opgenomen t.b.v. elektrisch laden, wateraansluitingen, emmers, kussens en dergelijke. Deze berging voorkomt een rommelige aanblik door allerlei objecten op de steiger. B DD Á Be | a Gij Uf u | \ Í plas-dras zone | Doorsnede steiger en plas-dras zone Dek & ruimschuiten Voor de schuiten van de waterbouwkundige aannemers zijn vrijwel geen voorzieningen nodig. De dek- en ruimschuiten hebben geen eigen aandrijving en zijn robuust. Twee meerpalen los van de kade zijn voldoende om de dekschuiten vast te leggen. Omdat ook de natte aannemers moeten verduurzamen zijn er voor hen een aantal laadvoorzieningen voorzien. Deze kunnen gebruikt worden voor het opladen van accu's, nodig voor werkzaamheden op de grachten en voor het (snel) laden van duw- en sleepboten. Vooralsnog zijn er 8 plekken ingetekend, dit kan echter uitgebreid worden als dit later nodig blijkt te zijn. Deze plekken dienen zodanig uitgevoerd te worden dat ze geschikt zijn voor flexibel gebruik bij een in de toekomst mogelijk gewijzigde ruimtevraag. Plas-dras zone Voor de kademuur van de Dijksgracht komt een ca. 6 meter brede plas-draszone als nieuw foerageergebied voor de vleermuizen. Tevens fungeert deze strook als (groene) buffer tussen de doorgaande langzaam verkeer route en de ligplaatsen. De plas-dras zone wordt in een definitieve vorm aangelegd. Als het spoorpark in de toekomst vorm krijgt zal dit als extra foerageergebied voor de vleermuizen en andere fauna kunnen dienen. ET Groene kades en oevers De kade van de Marinierskade en de Kattenburgervaart worden opnieuw groen ingericht met bloemrijke grasmengsels en een divers mengsel van heesters en struiken. Waar mogelijk wordt een deel van de bestaande verharding langs de bebouwing vergroend met hagen. Deze aanpassingen maken de strook interessanter voor de aanwonenden, voor insecten en daarmee ook voor de vleermuis. Spoortalud Tussen het nieuwe fiets- en wandelpad langs de kade van de Dijksgracht en de damwand van het spooremplacement blijft een strook van ca. 3,50 meter over. Deze strook krijgt een nieuwe groeninrichting welke ook aantrekkelijk is voor de vleermuizen. Gedeeltelijk wordt deze strook een aantal jaren later onderdeel van de inrichting van het spoorpark. Spoorpark Het spoorpark krijgt een ecologisch, maar ook voor de bezoekers interessante beplanting. Er is op het moment van het opstellen van deze visie nog geen overeenstemming met ProRail over het openstellen van het park. Vooralsnog gaan we er vanuit dat deze overeenstemming voor de oplevering in 2028 wel bereikt wordt. De definitieve invulling wordt ter zijner tijd samen met ProRail en de omwonenden uitgewerkt E JE 5 ff ij e De, ge et E een en Des iT OE "ne a en : Ik = Ti | Ee 1 ir ” 1 ki hk = ge SE n r tn f d Ü Ny fh ie À en | 7 7 + Wesss ME TTT ITA / / eN 7 ee U Voorkeursmodel fase 1 Fasering Tot 2028 is de noord-oosthoek van de Dijksgracht nog in gebruik door ProRail voor de overslag van met name grond voor de aanpassingen aan het spooremplacement. Hoe dit gebied precies ingericht en gebruikt gaat worden door ProRail; is nu nog niet bekend. Totdat ProRail klaar is kunnen in dit gebied geen ligplaatsen aangelegd worden. Omdat er dus tijdelijk minder ligplaatsen mogelijk zijn wordt voorgesteld de verdeling van de plekken in dezelfde verhouding te doen als bij de uiteindelijke zo plekken. Dit resulteert in 24 plekken t.b.v. de waterbouwkundige aannemers van K&B en 32 plekken t.b.v. de passagiersvaart. Dit betekent dat beide partijen 20% van de benodigde capaciteit vooralsnog niet kunnen gebruiken. 7.2 Alternatieve varianten Om de buurt tegemoet te komen kan overwogen worden het definitieve aantal ligplaatsen met 20% te verminderen. Met dit aantal is het nog net haalbaar een levensvatbaar ligplaatsencluster te realiseren op de Dijksgracht. Als dezelfde verhouding aangehouden wordt betekend dit 24 ligplekken t.b.v. de waterbouwkundige aannemers van PK&B en 32 ligplekken t.b.v. de passagiersvaart 49 Het aantal van 56 ligplaatsen is realiseerbaar zonder dat het voor ProRail gereserveerde water in de hoek van Dijksgracht Oost en VOC-kade nodig is. Eventueel kunnen op een later moment, na 2028, een aantal ligplaatsen verplaatst worden richting de VOC kade voor meer spreiding over het gebied. Voor de uitwerking van deze ligplaatsen zijn 2 opties. Deze varianten zijn op de ligplaatsen na identiek aan het hiervoor beschreven voorkeursmodel. Variant bewoners Deze variant is tot stand gekomen aan de hand van de reacties van de omwonenden om het aantal ligplaatsen te verminderen. Hierbij was nog uitgegaan van de aanleg van drijvende eilanden. Aes MT UT Pal Variant Bewoners Voor waterbouwkundig aannemers van het Programma Bruggen en Kademuren betekent dit dat er minder ligplaatsen voor dekschuiten beschikbaar of dat deze meer over de stad verspreid zullen zijn. Hierdoor worden zij geconfronteerd met de negatieve consequenties, zoals langere reistijd, meer kosten en minder overslagactiviteiten en een minder efficiënte bedrijfsvoering. Minder ligplaatsen voor rondvaartboten betekent dat per 1 maart 2024, zodra het nieuwe vergunningenstelsel voor passagiersvaartuigen in werking treedt, er onvoldoende ligplaatsen beschikbaar zijn. Daarom zullen bij deze variant elders in het centrum acht alternatieve ligplaatsen gevonden of behouden moeten worden. Dit wordt door het stadsdeel gezien als een ongewenste opgave. Daarbij zal het aanleggen, beheren en elektrificeren van de benodigde ligplaatsen op meerdere locaties, naar verwachting kostbaarder zijn voor de gemeente. In eerdere gesprekken met de reders heeft wethouder Dijksma aangegeven dat er voldoende alternatieven in de Dijksgracht zullen worden aangeboden. Wanneer er geen sprake is van een gelijk speelveld voor alle reders, dan is er een risico op schadeclaims. De ligplaatsen die aangelegd worden krijgen een soberder uitvoering zonder extra voorzieningen. 50 EFA Pr P_ En zr Do | rs S En ij go en, | pn mn | ja en | j me | EE mn | SS am | Fn fj Pnt ‚7 Ì rf jl Ä ij lS | f IS | A jk j / 5 / |, VS / NS, | En Í il F | | | je il [ 5 Ji fi | jj À / ln | [. Ù SN SN US | ES IMMENS MES ed ln | | 14 | 4 | IN va iN , ss N | / | fn, | Fo | f | jd | A an WN | In IJ [=| N ls r 1 f Ri l ij) f | lant | F4 ld IN , j/ ij WN iS, | li. f/ Ls f Fie) (/ f/ ls he Li 8 Jl A 1 fist) | fis | I= f, / À f je NN | / N / ij iN Á iN / IN fis f / | Nik f | f PSN NSS NS j/ SIN | SS MS | Inl Nn In 4 == HN / } | j Á ll | / | À fer 4 / # j f Á lm | ' in / È Seil 5 il 4 Ni | | 4 Nn j Na f_ f \ | N P $ ad N j N N \ N B Û jj N ge \ f % Ee Bj, ww E r ks kaf af hs n hd % en ” Ne ” j - Detail sobere uitvoering ligplaatsen Variant Reders We Vake EE Dn ee WN Le nnen er N el Ee en ge De een Te er mT Aer ni Er Pe Of Bn laf ge ZS nn mr . eee 0E pn 7 == A en ne ete te re MARTER LOA SOAP OENE # ze GN Dn mn | # # \ Re Fn emmen} ie me. eN ie. 4 ä \ eN ER TT TE Jr ie Nib Wael H Ee ) d PE if jl SE } a HEE HA ki NP / zE 1, / Sn LS Andel DS / BRA ik ki RES Ai ld if ABE d tj vi Ae er VAD rd BA Eea 1d Ì TEEN ite if ATD ARR Ee EE Del ij Td 7 ETR: 5 Ee SEE be Pir en 5 Ì id 2 ij hes ID nend Il 1 u ne A / ij } zb dt ERP 1 MOET je il 7 Pen: Mr Ld JD / É EBEN VCH BOR MBB T ne É / r Variant Reders Deze variant is tot stand gekomen aan de hand van de reacties van reders die een hoger voorzieningen niveau noodzakelijk vinden voor een goede bedrijfsvoering, waarbij er naast de basisvoorzieningen een aantal brede pieren met gebouwde voorzieningen als kantoorruimte, kleedkamers, sanitair en extra opslagruimtes worden toegevoegd. Op de pieren is ruimte voor fiets parkeren en de mogelijkheid voor auto parkeren op de kop van de pier in het geval van calamiteiten. Op deze manier is een efficiëntere bedrijfsvoering voor een beperkter aantal reders mogelijk. Dit betekent voor omwonenden dat er ondanks minder ligplekken wel meer (potentieel) overlast- gevende voorzieningen komen waardoor de leefbaarheid mogelijk afneemt. Ook druist dit in tegen de jarenlange belofte dat er alleen stallingsplekken zonder voorzieningen voor 51 passagiersvaartuigen worden gerealiseerd. Overigens zullen de rederijen pleiten voor een groter voorzieningen aanbod dan in dit model opgenomen. Detail vitgebreidere uitvoering ligplaatsen met extra brede steigers inclusief gebouwde voorzieningen Om ruimte te maken voor de extra brede pieren vervallen een aantal steigers tussen de ligplaatsen. Er liggen dan geen twee maar drie passagiersschepen naast elkaar. Bij boten van één reder is dit geen probleem. Bij meerdere eigenaren kan dit wel makkelijker tot problemen leiden. De verwachting is echter dat er voldoende reders met meerdere boten gebruik zullen maken van de ligplaatsen waardoor deze opzet geen probleem meer hoeft te zijn. 52
Onderzoeksrapport
52
test
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2018 Afdeling 1 Nummer 1250 Datum ingekomen 23 augustus 2018 Datum akkoord 13 november 2018 Publicatiedatum 14 november 2018 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Torn inzake het voorkomen van overnachtingen in auto’s. Aan de gemeenteraad Toelichting door vragensteller: Op 17 augustus 2018 berichtte het Parool over maatregelen die de gemeente neemt om slapen in auto's tegen te gaan. Het overnachten in geparkeerde auto's komt veel voor in Amsterdam. Vaak zijn het Franse en Duitse toeristen die in hun auto slapen, waarschijnlijk om op hotelkosten te besparen. In de eerste acht maanden van 2017 werden er in het centrum 1748 boetes van 140,00 euro uitgeschreven voor deze overtreding. Dit jaar stond de teller rond dezelfde periode op 1378. Het ‘wildkamperen’ in auto’s verplaatst zich volgens de berichtgeving van het Parool ook naar andere stadsdelen, zo blijkt uit het feit dat het aantal boetes in stadsdeel Zuid is verzesvoudigd in een jaar tijd. Dat de gemeente actief handhaaft blijkt onder andere uit het hoge aantal boetes dat wordt uitgeschreven. Ook zet de gemeente zich actief in om overnachtingen in auto’s te voorkomen. Onder andere met een waarschuwingscampagne op sociale media, waar bezoekers wordt uitgelegd dat slapen in hun auto verboden is. Het effect van deze maatregelen lijkt vooralsnog helaas beperkt. De fractie van de VVD denkt dat met een paar aanvullende en relatief eenvoudige ingrepen een deel van de potentiele autoslapers kan worden ontmoedigd. Gezien het vorenstaande heeft het lid Torn, namens de fractie van de VVD, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Wil het college aangeven in welke buurten autoslapen het vaakst voorkomt en daarbij aangeven of er in deze buurten sprake is van betaald parkeren? Antwoord: Uit registraties blijkt dat de meeste autoslapers in het centrum worden aangetroffen. In het gehele centrum van de stad is betaald parkeren van toepassing. ! https://www.parool.nl/amsterdam/slapen-in-auto-s-lijkt-onuitroeibaar—a4603069/ 1 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Neng 150 Gemeenteblad Datum 44 november 2018 Schriftelijke vragen, donderdag 23 augustus 2018 2. Beschikt het college over gegevens die inzichtelijk maken of autoslapers meestal wel/geen parkeerkaartjes/tegoed kopen? Indien ja, graag een toelichting. Antwoord: Wij beschikken niet over deze gekoppelde informatie. Autoslapers worden echter meestal op tijdstippen aangetroffen dat er niet hoeft te worden betaald voor parkeren. 3. Op en bij parkeerautomaten zijn vaak borden en stickers te vinden waarop autobezitters worden gewaarschuwd voor auto-inbraken. Bijvoorbeeld met bordjes of stickers met de tekst ‘Op slot buit eruit’ en ‘Niets er in. Niets er uit!’ Is het college van mening dat parkerende automobilisten door dergelijke waarschuwingen alerter zijn als het gaat om auto-inbraak? Antwoord: Het college kan geen uitspraken doen of parkerende automobilisten alerter zijn door stickers en borden bij parkeerautomaten. Sinds 2015 loopt er een campagne tegen auto-inbraak. Het aantal auto-inbraken is de afgelopen periode gedaald. De campagne ‘Voorkom Autokraak’ is een integrale aanpak. Samen met relevante partners (politie, bewoners, hotels of andere partners) wordt per gebied een plan van aanpak opgesteld met daarin een analyse van de huidige situatie en ontwikkelingen van het delict in het gebied. Dat geeft inzicht in gerichte maatregelen die genomen kunnen worden. Dat hoeft niet perse de inzet van borden of stickers te zijn, dat kunnen ook ingrepen in het groen zijn of een aanpassing van de openbare verlichting, het organiseren van een bewonersavond of de inzet van een lokauto. 4. Hoe denkt het college over het idee om soortgelijke waarschuwingssignalen, die parkeerders waarschuwen voor de boetes (140,00) en het actieve handhavingsbeleid op autoslapen, aan te brengen op en rondom parkeerautomaten? Is het college bereid dit voorstel uit te voeren? Zo ja, per wanneer? Zo nee, waarom niet? Antwoord: Het college is terughoudend met het plaatsen van extra waarschuwingsborden in de openbare ruimte, omdat een veelheid aan borden de openbare ruimte “vervuilt’ en de bijdrage aan de effectiviteit van de boodschap onduidelijk is. Tevens is het college geen voorstander om de parkeerautomaat te gebruiken voor informatie over sancties. Dit kan verwarring veroorzaken voor de “normale parkeerder”. De parkeerautomaat heeft daarnaast een beperkte hoeveelheid capaciteit om beelden of andere plaatjes te vertonen. Een sticker op de parkeerautomaat is niet wenselijk, het nodigt uit tot meer wildplak, is erg kwetsbaar en makkelijk te verwijderen. 2 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam Neng 150 Gemeenteblad R Datum 44 november 2018 Schriftelijke vragen, donderdag 23 augustus 2018 5. Klopt het dat overnachten in auto’s voornamelijk voorkomt onder buitenlandse toeristen? Zo ja, hoe denkt het college over het voorstel om in het Engelstalige keuzemenu bij parkeerautomaten een waarschuwing (bijvoorbeeld ‘Don’t even think about sleeping in your car. Fines up to 140 euro per person!’) te vertonen? Wil het college dit uitvoeren? Zo ja, per wanneer? Zo nee, waarom niet? Antwoord: De voornaamste groep autoslapers zijn buitenlandse toeristen. Zoals bij vraag 4 is gesteld is het college geen voorstander van communicatie over sancties via of rondom parkeerautomaten. 6. Kan het college aangeven hoe de campagne op sociale media eruit ziet? Wil het college deze sociale mediacampagne aanscherpen door potentiële autoslapers erop te wijzen dat de boetes per persoon even hoog zijn als de gemiddelde prijs van een hotelkamer in Amsterdam (bron) en hen kenbaar te maken hoeveel boetes er maandelijks worden uitgeschreven? Antwoord: In de zomer van 2017 heeft er een sociale media campagne plaatsgevonden onder jonge Franse en Duitse toeristen. Zij werden erop geattendeerd dat slapen in de auto verboden is en dat zij een boete van € 140,- per persoon zouden riskeren als zij dit wel zouden doen. Ook werden zij gewezen op het risico van auto-inbraak. Daarnaast werd verwezen naar de | Amsterdam-website waar een lijst met betaalbare hostels te vinden is. Op dit moment loopt er geen sociale media campagne die zich specifiek op autoslapen richt. De campagne “Enjoy and Respect” die vanaf mei 2018 loopt richt zich op overlast veroorzaakt door wangedrag van Nederlandse en Engelse bezoekers. Wel worden toeristen geïnformeerd via https://www.iamsterdam.com/en/plan- your-trip/practical-info/health-safety dat auto slapen verboden is en hoe hoog de boete is. Tevens wordt er geëxperimenteerd om parkeerduurbeperking voor bezoekers in te stellen in bijvoorbeeld de Nieuwmarkbuurt. Dit betekent dat bezoekers nog maximaal 2 of 3 uur in de buurt mogen parkeren. Daarmee wordt lang parkeren ontmoedigd en de mogelijkheid tot autoslapen ingeperkt. Burgemeester en wethouders van Amsterdam Femke Halsema, burgemeester Wil Rutten, waarnemend secretaris 3
Schriftelijke Vraag
3
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad x% Gemeenteblad % Motie Jaar 2015 Afdeling 1 Nummer 1313 Publicatiedatum 4 december 2015 Ingekomen onder M Ingekomen op woensdag 25 november 2015 Behandeld op woensdag 25 november 2015 Status Verworpen Onderwerp Motie van het lid Groen inzake de ondertekening van de Parijsverklaring van Het Klimaatverbond. Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de actualiteit inzake de ondertekening van de Parijsverklaring van Het Klimaatverbond van het lid Groen (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1289); Constaterende dat: — het Klimaatverbond in het licht van de Klimaattop in Parijs een verklaring heeft opgesteld die de landelijke en Europese overheden oproept tot daadkrachtig klimaatbeleid; — deze verklaring is ondertekend door wethouders van vele gemeenten in Nederland. Overwegende dat: — Amsterdam een voortrekkersrol moet willen vervullen op het gebied van (lokaal) klimaatbeleid, en dat een handtekening van de gemeente Amsterdam niet onder de verklaring mag ontbreken. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: de verklaring vandaag nog te ondertekenen. Het lid van de gemeenteraad RJ. Groen 1
Motie
1
discard
X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2019 Afdeling 1 Nummer 1457 Datum indienen 6 augustus 2019 Datum akkoord 18 september 2019 Publicatiedatum 18 september 2019 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Vroege inzake incidenten tijdens Amsterdam Pride. Aan de gemeenteraad Toelichting door vragensteller: Afgelopen week vierde Amsterdam de Pride. Waar het voor de meesten een feest van vrijheid en inclusie was, werd het voor een aantal LHBTI's een deceptie. Ook deze Pride editie werd (net als vorig jaar) besmeurd met een aantal incidenten rondom taxivervoer. Zo werd Jennifer Hopelezz met twee collega's geweigerd door een taxichauffeur nadat zij medio juli door de gemeente was uitgenodigd voor promotionele video- opnames voor Amsterdam Pride. Haar collega Lady Galore werd na afloop van de botenparade eveneens geweigerd door een taxi. Op zondag werd een mannenstel uit een taxi gezet en bespuugd nadat ze elkaar een zoen gaven. Bij ieder van deze drie incidenten was de chauffeur werkzaam voor het taxiplatform Uber. De fractie van D66 heeft de laatste jaren vele malen aandacht gevraagd voor discriminatoire misstanden door taxichauffeurs die veelal gericht zijn aan LHBTI's. Het is pijnlijk te constateren dat er weinig stappen vooruit gezet lijken te worden en dat incidenten schering en inslag blijven. Gezien het vorenstaande heeft het lid Vroege, namens de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Heeft het college kennisgenomen van de genoemde incidenten en zijn er bij het college nog meer homofobe incidenten bekend rondom de Pride, waar taxichauffeurs bij betrokken waren? Antwoord: Ja, het college heeft kennisgenomen van de door raadslid Vroege genoemde incidenten. Daarnaast zijn er tot op heden bij het Meldpunt Discriminatie Regio Amsterdam (MDRA) twee meldingen en bij Taxiklacht een klacht binnen gekomen waarbij discriminatie in het kader van de Pride een rol zou hebben gespeeld. De gemeente heeft de Toegelaten Taxi Organisaties (TTO's) gevraagd of zij meldingen hebben ontvangen. Zes van de zeven TTO’s hebben geantwoord dat zij geen meldingen hebben ontvangen. Eén TTO zegt een klacht 1 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam Neng Lier Gemeenteblad R Datum 18 september 2019 Schriftelijke vragen, dinsdag 6 augustus 2019 te hebben ontvangen, waarbij de klanten zelf niet zijn gediscrimineerd, maar er volgens de klacht over derden wel een discriminerende uitspraak is gedaan. 2. 2a.Zijn de verdachten van de incidenten met de taxi's in beeld en is er bekend of zij eerder bij incidenten waren betrokken? Antwoord: De incidenten waar taxichauffeurs bij betrokken waren en waar aangifte van is gedaan zijn onderzocht of nog in onderzoek. Dit gebeurt onder het gezag van het Openbaar Ministerie en derhalve kunnen er geen mededelingen gedaan worden over de exacte inhoud hiervan. 2b.ls bij het college bekend welke sancties daders krijgen van hun taxiorganisatie? Antwoord: Het college spant zich continu in om discriminatie te bestrijden. In het kader van de bestrijding van discriminatie in de taxibranche heeft het college met de TTO'’s, Uber en Viavan op 3 juli een intentieverklaring discriminatievrije taximarkt getekend. Hierin verklaren zij discriminatie onacceptabel te vinden en zich verantwoordelijk te voelen om het bewustzijn over discriminatie te vergroten en discriminatie tegen te gaan. In de intentieverklaring stellen de TTO's, Uber en Viavan daartoe de volgende maatregelen te zullen treffen: 1. Dat zij de bij TTO's en platforms aangesloten chauffeurs te allen tijde op discriminatie zullen aanspreken en hen zullen ondersteunen bij het voorkomen en bestrijden van discriminatie. 2. Dat zij bij het signaleren van discriminatie passende maatregelen treffen overeenkomstig de Taxiverordening of een intern maatregelenprotocol. 3. De TTO's, Uber en Viavan hebben ieder een persoon binnen hun organisatie aangewezen die zorg zal dragen voor het vergroten van de bewustwording onder de chauffeurs. Deze persoon zal een educatieve bijeenkomst van het MDRA volgen om handvatten te krijgen om de bewustwording onder de chauffeurs te vergroten. Het college ziet erop toe dat de aangekondigde maatregelen daadwerkelijk worden uitgevoerd en zal hen hierin ondersteunen waar mogelijk en nodig. Hiertoe onderhoudt het college reguliere contacten met de betreffende taxiorganisaties. In de taxiverordening van de gemeente is geregeld dat chauffeurs die zich op de opstapmarkt begeven (privilege voor gebruik taxistandplaatsen en oppikken van klanten op straat) aangesloten dienen te zijn bij een toegelaten taxi organisatie (TTO). De TTO's zijn primair verantwoordelijk voor het toezien op de gedragingen van hun aangeslotenen en het opleggen van maatregelen bij overtredingen. ledere TTO dient een door de gemeente goedgekeurd maatregelenprotocol te hebben, waarin de wijze waarop de TTO optreedt naar aanleiding van geconstateerde onregelmatigheden in de naleving van het normen- en waardenprotocol wordt geregeld. Het gaat in dit kader om gedragingen als ritweigering, te hoge ritprijs, incorrecte houding en dergelijke waar een discriminatoir motief aan ten grondslag kan liggen. De maatregelen lopen uiteen van een week voorwaardelijke schorsing van de betrokken 2 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Neng Lier Gemeenteblad Datum 18 september 2019 Schriftelijke vragen, dinsdag 6 augustus 2019 chauffeur tot intrekking van de vergunning voor de opstapmarkt. Van een aantal voorschriften als genoemd in de ‘Nadere regels eisen chauffeurs’ is aangegeven dat het college primair zal handhaven op overtredingen. Bij fysiek geweld of bedreiging en bij gevaar zettend rijgedrag bijvoorbeeld legt de gemeente een sanctie op. Een eerste overtreding leidt dan tot een maand schorsing en een tweede tot intrekking van de vergunning. De actualisatie van het handhavingsbeleid is in voorbereiding. Daarbij wordt ook gekeken naar de mogelijkheden passender maatregelen te treffen door TTO's dan wel de gemeente indien overtredingen worden begaan met een discriminatoir motief. Uber informeert de volgende sanctionering te hanteren bij discriminatoir gedrag: indien Uber ‘zonder gerede twijfel’ constateert dat het voorval met verzwarende omstandigheden heeft plaatsgehad wordt overgegaan tot permanente beëindiging van de toegang tot de Uber-app. Indien dat niet mogelijk is wordt een waarschuwing uitgebracht en in het dossier van de betrokkene genoteerd. 2c. Welke sancties kan de overheid opleggen? Antwoord: Discriminatie is een strafbaar feit. Vervolging, veroordeling en sanctionering ligt bij politie en OM en is afhankelijk van het geconstateerde feit en de omstandigheden. Zie antwoord op vraag 2b voor sanctionering vanuit de gemeente. 2d. Hoe kan voorkomen worden dat chauffeurs die zich aan dit soort gedrag schuldig maken, chauffeur blijven in Amsterdam? Antwoord: De gemeentelijke verordening voorziet in de mogelijkheid om de Amsterdamse Teoxivergunning in te trekken op grond van geconstateerde overtredingen . Zie hiervoor het antwoord op 2b. Als de vergunning wordt ingetrokken kan de chauffeur wel werkzaamheden blijven verrichten in Amsterdam voor platformaanbieders zoals Uber of ander besteld vervoer. Zolang door een chauffeur aan de landelijke vereisten ten aanzien van de Chauffeurskaart (KIWA) wordt voldaan, kan een chauffeur niet uit Amsterdam geweerd worden. 3. In 2018 heeft de gemeenteraad een motie van de fractie van D66 aangenomen waarin het college wordt opgedragen te komen tot een controlesysteem ten aanzien van zich misdragende taxichauffeurs’. Wat is de status van de uitvoering van deze motie? Antwoord: Deze motie wordt afgehandeld in het kader van de beleidsagenda taxi die in voorbereiding is. Termijn: 4° kwartaal 2019.Betreft Motie van het lid Vroege, d.d. 18 oktober 2018, inzake de Begroting 2019 (controle systeem tegen misdragende taxichauffeurs) Behandeld op 8 november 2018: (nr 988, dd 18 oktober 2018) Vrttos:/amsterdam.raadsinformatie.nl/document/7061 179/1/988 18 3 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R weing Lier Gemeenteblad Datum 18 september 2019 Schriftelijke vragen, dinsdag 6 augustus 2019 4. Al sinds 2017 heeft het college geen Taximonitor doen verschijnen. In antwoord op eerdere vragen van de fractie van D66 zei het college dat deze voor het zomerreces zou verschijnen.” Kan het college nadere uitleg geven over het uitblijven van een nieuwe Taximonitor? Antwoord: Het uitkomen van de taximonitor heeft langer op zich laten wachten als gevolg van capaciteitsproblemen bij het taxiteam. De taximonitor over de tweede helft 2017 en het jaar 2018 wordt dit najaar — vooraf of gelijktijdig met het nieuwe taxibeleid aan de raad aangeboden. Toelichting door vragensteller: Behalve incidenten met taxi's hebben er ook andere homofobe en discriminatoire incidenten rondom de Pride plaatsgevonden. Via (social) media las D66 onder andere over transgenders die uit gehuurde huizen werden gezet en over homomannen en queervrouwen die werden betast, lastiggevallen en zelfs mishandeld. 5. 5a. Heeft het college een totaaloverzicht van alle LHBTI-fobe en/of discriminatoire incidenten die in de Prideweek hebben plaatsgevonden? Antwoord: Er zijn bij de politie 26 LHBTI-gerelateerde meldingen/incidenten bekend die tijdens de Pride week hebben plaatsgevonden. Deze zijn allen bij het Roze In Blauw netwerk bekend. Roze In Blauw heeft met alle melders/slachtoffers contact gehad. Van deze 26 meldingen zijn uiteindelijk 13 incidenten te relateren aan de Pride. Van de overige meldingen zijn er geen aanwijzingen dat er een direct verband met de Pride was. 5b. Is bekend hoeveel aangiftes zijn gedaan van delicten — gepleegd tijdens de Pride — als mishandeling of belediging met een discriminatoir karakter? Antwoord: Van de 13 meldingen hebben er 10 geresulteerd in een aangifte. Het betroffen onder andere aangiftes van intimidatie, belediging en mishandeling. Sommige incidenten hebben plaatsgevonden binnen de LHBTI-gemeenschap tussen LHBTl'ers onderling. Toelichting door vragensteller: De fractie van D66 heeft zich de laatste jaren sterk gemaakt om de meldingbereidheid van slachtoffers van incidenten te vergroten. Weliswaar heeft er rondom de Pride weer een campagne plaatsgevonden rondom de meldingsapp van discriminatie.nu, maar in de ogen van de fractie van D66 was dit een relatief beperkte campagne. °ttos-/amsterdam.raadsinformatie.nl/document/7387244/2/425 19 Schriftelijke%20vragen%20Vroege%20inzake%20aanhoud ende%20misstanden®%20met%20TTO-chauffeurs 4 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Neng Lier Gemeenteblad Datum 18 september 2019 Schriftelijke vragen, dinsdag 6 augustus 2019 6. 6a. Kan het college de omvang van de recente campagne weergeven? Antwoord: De Pride Week is aangegrepen om opnieuw aandacht te vragen voor het melden van discriminatie. In een kleine campagne hebben Amsterdamse LHBTIQ+ rolmodellen onderstreept dat melden belangrijk is. Melden is mogelijk via de app Meld Discriminatie Nu, de website discriminatie.nl of het telefoonnummer van het Meldpunt Discriminatie Regio Amsterdam (MDRA). Voor de campagne is intensief samengewerkt met medewerkers van het Meldpunt Discriminatie Regio Amsterdam (MDRA). Levensgrote posters met de boodschap ‘Meld discriminatie’ hingen op peperbussen en in Mupi's bij de stadsdeelloketten. In het Pride Park (Vondelpark) en tijdens de Pride Oost (Javaplein) konden mensen zich laten fotograferen met de megafoon ‘Meld discriminatie Nu!’. Bijna 400 mensen hebben daar gebruik van gemaakt. Terwijl de foto gemaakt werd kon een gesprek over discriminatie en het melden daarvan worden aangeknoopt. Veel mensen hebben hun foto gedeeld via social media. De gemeente heeft een bericht gepubliceerd op de website en gedeeld via social media. Het bericht op facebook is 15.417 keer bekeken, het twitterbericht bereikte 17.452 mensen. Stadszender AT5 heeft samen met het MDRA een reportage gemaakt waarin een slachtoffer van homo-gerelateerd geweld aan het woord kwam. In de Metro Special, die uitgedeeld is tijdens de Botenparade, stond een berichtje dat discriminatie via het MDRA gemeld kan worden. Tenslotte heeft ook de politie/Roze in Blauw tijdens de Pride Week aandacht besteed aan het nut van melden. Zij noemden de app Meld Discriminatie Nu! op hun posters (Mupi's) en flyers. Campagnemiddelen Periode: 10 Peperbussen 27 juli tot en met 26 augustus 7 Mupi's bij stadsdeelloketten 27 juli tot en met 4 augustus Reportage en website AT5 vanaf 26 juli Polaroid Foto's Pride Park, Pride Oost 27 juli en 31 juli Social media gemeente 27 juli tot en met 4 augustus Website amsterdam.nl vanaf 27 juli Vermelding op posters politie 27 juli tot en met 4 augustus Metro Special 3 augustus 6b. Hoeveel mensen zijn er bereikt en kan het college inzichtelijk maken hoeveel gebruikers van de app er in Amsterdam zijn? Antwoord: Vanaf 1 januari heeft Radar (Rotterdam) 1242 downloads geregistreerd. Het aantal gebruikers van de app in Amsterdam kan Radar niet verstrekken. 5 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Neng Lier Gemeenteblad Datum 18 september 2019 Schriftelijke vragen, dinsdag 6 augustus 2019 6c. Kan het college tevens aangeven hoeveel meldingen (per categorie) er zijn gedaan in 2019? Antwoord: Voorlopige aantallen discriminatiemeldingen per discriminatiegrond bij het MDRA (2019) Discriminatiegrond Aantal Afkomst (wettelijk: 132 ras) Arbeidscontract 1 Arbeidsduur - Burgerlijke staat 2 Geslacht 29 Godsdienst 23 Handicap/chronische 23 ziekte Leeftijd 11 Levensovertuiging - Nationaliteit 4 Niet-wettelijke 15 gronden Onbekend 5 Politieke gezindheid 3 Seksuele 37 geaardheid (wettelijk: gerichtheid) Toelichting door vragensteller: In 2017 heeft het college aan de fractie van D66 toegezegd dat slachteroffers van LHBTI-foob geweld jaarlijks zouden worden uitgenodigd voor de gemeenteboot tijdens de botenparade. Het college heeft deze toezegging herbevestigd in antwoord op schriftelijke vragen”. 7. 7a. De fractie van D66 heeft begrepen dat er dit jaar geen slachtoffers van LHBTI-foob geweld aanwezig waren op de gemeenteboot. Klopt dit? Antwoord: Ja, dat klopt. SN ttos-/amsterdam.raadsinformatie.nl/document/5958480/2/1 39 18 Schriftelijke®%20vragen®%20Poot%20Moorman®%20Van%20 Soest%20en%20Vroege%2Omishandeling%20twee%20vrouwen%20in%20Reguliersdwarsstraat 6 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer 18 september 2019 Schriftelijke vragen, dinsdag 6 augustus 2019 7b. Waarom niet? Wat heeft het college gedaan om deze toezegging wel gestand te doen? Antwoord: De gemeente en Roze in Blauw (het LHBTI netwerk van de politie) hebben zich — zoals ieder jaar - gezamenlijk ingezet om de slachtoffers van LHBTI-foob geweld uit te nodigen voor de gemeenteboot. Alle geregistreerde slachtoffers zijn uitgenodigd. Om uiteenlopende redenen hebben deze personen dit jaar besloten niet aanwezig te zijn op de gemeenteboot. 7e. Waarom is de gemeenteraad niet geïnformeerd over het niet gestand doen van deze toezegging”? Antwoord: Het feit dat genodigden besluiten niet aanwezig te zijn op de gemeenteboot wil niet zeggen dat de toezegging niet gestand is gedaan. Het college heeft zich samen met de politie, conform de toezegging, ingespannen om alle slachtoffers van LHBTI-gerelateerd geweld van het afgelopen jaar uit te nodigen om mee te varen op de gemeenteboot. Dat heeft dit jaar echter niet geleid tot de aanwezigheid van slachtoffers op de gemeenteboot. Vragensteller verzoekt het college deze vragen zo spoedig mogelijk edoch uiterlijk vóór de eerstkomende raadsvergadering d.d. 18 september te beantwoorden, opdat de antwoorden kunnen worden betrokken bij de behandeling van de Nota Regenboogbeleid 2019-2022. Burgemeester en wethouders van Amsterdam Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris 7
Schriftelijke Vraag
7
discard
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2018 Afdeling 1 Nummer 46 Datum indiening 22 december 2017 Datum akkoord college van b&w van 23 januari 2018 Publicatiedatum 23 januari 2018 Onderwerp Beantwoording aanvullende schriftelijke vragen van de leden N.T. Bakker, Nuijens en Moorman inzake posters van Amsterdam in Londen om expats naar Amsterdam te trekken. Aan de gemeenteraad Toelichting door vragenstellers: Op 21 december 2017 stelde het lid N.T. Bakker, namens de fractie van de SP, schriftelijke vragen inzake de posters van Amsterdam in Londen om expats naar Amsterdam te trekken. Gezien het vorenstaande hebben de leden N.T. Bakker, Nuijens en Moorman, respectievelijk namens de fracties van de SP, GroenLinks en PvdA, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende aanvullende schriftelijke vragen — op de schriftelijke vragen van het lid N.T. Bakker van 21 december 2017 (nr. 45 van 2018) — aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: Toelichting door de vragenstellers: {n de schriftelijke vragen van 21 december 2017 is gevraagd naar wie de wervingscampagne heeft bedacht en wie de opdracht voor deze campagne heeft gegeven. 1. Was het college op de hoogte van deze wervingscampagne? Graag een toelichting. Antwoord: De burgemeester en wethouder Economie waren op de hoogte van de totstandkoming van de campagne. 2. Heeft het college expliciet toestemming gegeven voor deze campagne? Waarom wel/niet? Antwoord: De wethouder Economie heeft toestemming gegeven voor de campagne. 1 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer 2 januari 2018 Schriftelijke vragen, vrijdag 22 december 2017 3. Hoe verhoudt, in de visie van het college, de campagne zich tot de woningnood in Amsterdam? En hoe verhoudt deze zich tot de eerdere toezegging aan de raad dat zeer terughoudend zou worden omgegaan met de werving van bedrijven uit het Verenigd Koninkrijk, naar aanleiding van de discussie die gevoerd is ten tijden van het Brexit-referendum? Antwoord: Amsterdam heeft bewust gekozen voor een beperkte, indirecte en vriendelijke campagne — juist vanwege de gevoeligheden en afspraken. De campagne is er op gericht internationale bedrijven naar de metropoolregio Amsterdam (MRA) te trekken. Deze bedrijven leveren banen op voor inwoners van de MRA. Naast de banen die rechtstreeks door de bedrijven worden gecreëerd levert één baan bij een buitenlands bedrijf ook nog eens één indirecte baan op gekoppeld aan allerlei ondersteunende activiteiten. 4. Watis de kortst mogelijke termijn waarop deze campagne redelijkerwijs beëindigd kan worden? Antwoord: Deze campagne is al beëindigd, de posters met verschillende teksten zijn gedurende twee weken in de maand juni van 2017 en twee weken in de maand december van 2017 in Londen te zien geweest. 5. Staat het college nog achter deze wervingscampagne? Antwoord: De campagne bestond uit vijf verschillende posters. Waaronder een aantal mooie teksten. Het college is van mening dat de keuze voor de tekst over huren in Amsterdam ongelukkig gekozen is. 6. Is het college bereid om Amsterdam Marketing aan te spreken op de ongepastheid van deze wervingscampagne? Antwoord: Nee. Deze campagne is in opdracht van amsterdam inbusiness, onderdeel van de gemeente Amsterdam aan Amsterdam Marketing tot stand gekomen. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris J.J. van Aartsen, waarnemend burgemeester 2
Schriftelijke Vraag
2
train
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Amendement Jaar 2013 Afdeling 1 Nummer 923 Publicatiedatum 11 oktober 2013 Ingekomen op 10 oktober 2013 Ingekomen in raadscommissie JIF Te behandelen op 6/7 november 2013 Onderwerp Amendement van het raadslid mevrouw Combrink inzake de begroting voor 2014 (boerderij-educatie). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de begroting voor 2014; Overwegende dat: — _ boerderij-educatie de afgelopen jaren duizenden schoolkinderen heeft laten ervaren waar hun voedsel vandaan komt met een educatief boerderijbezoek, naar heel veel tevredenheid van alle betrokkenen; — de gemeenteraad in 2012 heeft besloten, boerderij-educatie te laten voortbestaan; — intussen gewerkt wordt aan een voedselvisie, waar vele partijen samen werken aan breder samenhangend pakket voor voedseleducatie waar boerderij-educatie onderdeel van uit kan maken. — het zeer zonde en vreemd zou zijn gedurende dit proces boederij-educatie alsnog te laten vallen; — _ het onduidelijk en nog onzeker is of ook budget gereserveerd is om boerderij- educatie voort te zetten in 2014, Besluit: — _boerderij-educatie voor schoolklassen in 2014 te laten doorgaan; — de benodigde € 35.000 hiervoor te dekken, net als in 2012, uit DMO-gelden. Het lid van de gemeenteraad, T.J. Combrink 1
Motie
1
discard
HI StiRdimcsory >DE BELANGEN / \ DE XXX £ £ Raadsadres aan E Gemeenteraad Amsterdam en Stadsdeelraad Centrum 5 Amstel 1, 5 1011 PN Amsterdam N Onderwerp: procedure bij verwijdering fietswrakken E Amsterdam 5 juli 2010, 8 Geachte leden van de Raad en van de Stadsdeelraad, 2 Je fiets parkeren in de stad kan overal. Een fietser parkeert z’n fiets het liefst ín de draaideur E van de winkel. Er zijn nu plekken in de stad die bezaait liggen met fietsen zoals op de Dam E voor de Bijenkorf en het Koningsplein. Het plaatsen van fietsen op de stoep bij de Negen ei straatjes is al gauw een probleem i.v.m. de smalle stoepen. Er wordt de fietser geen goed E alternatief geboden. 5 Amsterdam City is voor georganiseerd parkeren van fietsen en hoopt dat er snel meer plekken worden gevonden waar dit kan. Ondertussen worden veel bovengrondse parkeerplekken bezet - gehouden door zg. fietswrakken. Deze worden niet of niet tijdig weggehaald. u Wij pleitten voor een versoepeling van de huidige APV: E e zorg dat een fiets volgens juridische normen eerder wordt aangemerkt als een en fietswrak _ e hierdoor kan eerder een waarschuwingssticker worden geplakt u e maak de waarschuwingssticker groter 2 e zorg voor meer personeel die de fietswrakken weghalen ö e laat e.e.a. voorafgaan door een publiciteitscampagne die de strengere handhaving u aankondigt. m e maak afspraken met de reguliere fietsenhandel om de wrakken te verkopen. n Door handhaving boven de grond zullen minder plekken onder de grond nodig zijn. D In afwachting van uw antwoord 8 Met vriendelijke groet, 5 A - | 4 E / / et 5 Guus Bakker a Sr 5 Amsterdam City U a : = 1 Ë ee ee ever Wte weten ne enen Bezoekadres > 4 Gemeente Amsterdam Amstel 1 AL Stadsdeel Centrum Postbus 202 2 Sector OR 1000 AE Amsterdam Afdeling Beleid Telefoon 14 020 > Fax 020 552 4433 ONE E 6 Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam Amsterdam City \ Datum * q NOV. 2010 Ons kenmerk Uw kenmerk Behandeld door M. Luttik Rechtstreekse nummer 020-5524659 Faxnummer 020-5524222 Bijlage Onderwerp Raadsadres procedure bij verwijdering fietswrakken Geachte ’ Uw brief van 5 juli 2010 over de procedure bij verwijdering van fietswrakken en het verzoek tot aanpassing van de huidige regelgeving is in goede orde ontvangen. In de vergadering van de stadsdeelraad van 28 september 2010 is besloten om uw raadsadres ter afdoening in handen van het dagelijks bestuur van het stadsdeel Centrum te stellen. De beantwoording zal ter kennisneming aan de Commissie Openbare Ruimte worden gezonden. Wij willen in deze brief graag ingaan op hetgeen u in uw brief naar voren heeft gebracht. U schetst in uw brief de problematiek van de grote hoeveelheid geparkeerde fietsen in het centrum van Amsterdam en de overlast die dit met zich meebrengt. U pleit in het kader hiervan voor een versoepeling van de huidige Algemene Plaatselijke Verordening (APV). Definitie fietswrak U stelt voor om volgens juridische normen fietsen eerder aan te merken als fietswrak. Feitelijk is dit reeds gebeurd bij de wijziging van de APV van oktober 2009. Met deze wijziging is het begrip ‘verlaten fiets’ in de APV geïntroduceerd. Verlaten fietsen zijn fietsen die enkele defecten hebben of waarvan onderdelen ontbreken en die qua uiterlijke staat kennelijk verwaarloosd zijn en er dus uitzien alsof ze geruime tijd niet gebruikt zijn. Fietswrakken hebben deze kenmerken ook, maar zijn daarbij ook economisch niet rendabel op te knappen. Met de introductie van het begrip ‘verlaten fiets' is dus een mogelijkheid geschapen om fietsen, nog vóórdat zij een wrak worden, op grond van de APV te verwijderen. Dit was voordien niet mogelijk. De eerste acties om verlaten fietsen te verwijderen zijn reeds gestart. 5 Stadsdeel Centrum is bereikbaar per tram lijnen 9 en 14 of metro lijnen 51, 53 en 54 halte Waterlooplein. Gemeente Amsterdam Stadsdeel Centrum Pagina 2 van 3 Waarschuwingssticker Het voorgaande punt hangt samen met de vraag naar het in een vroeger stadium plakken van een waarschuwingssticker. Doordat er eerder kan over worden gegaan tot verwijdering van de verlaten fiets dan bij een fietswrak het geval is, kan er ook eerder worden overgegaan tot het plaatsen van een waarschuwingssticker, Ten aanzien van het groter maken van de waarschuwingssticker kan worden opgemerkt dat er tot nu toe bij het stadsdeel geen klachten bekend zijn waarin door fietseigenaren wordt aangegeven dat de sticker niet zichtbaar zou zijn. Bovendien zijn de stickers uitgevoerd in felle kleurstelling, waardoor deze des te meer opvallen. Meer personeel voor handhaving fietswrakken Vervolgens stelt u voor dat het stadsdeel meer personeel inhuurt om fietswrakken op te halen. Recentelijk zijn er door de afdeling Handhaving Openbare Ruimte van het stadsdeel Centrum 3 uitzendkrachten aangetrokken die zullen worden ingezet voor het verwijderen van verlaten fietsen en fietswrakken in de binnenstad. Dit omdat verlaten fietsen (en de handhaving daarop) zoals gezegd een nieuw fenomeen in de regelgeving waar niet eerder op gehandhaafd werd. Over het verwijderen van fietswrakken kan worden gezegd dat fietswrakken onder de Afvalstoffenverordening vallen. Sinds de laatste aanpassing van deze verordening worden fietswrakken als voor inzameling vatbaar afval gezien en vallen zij niet meer onder een verbodsartikel. Het verwijderen van fietswrakken is daarom geen handhavend optreden (meer), maar wordt gezien als afvalinzameling. Afvalinzameling gebeurt door de Reiniging, De Reiniging heeft vooralsnog voldoende mensen om dit binnen de bestaande capaciteit te doen. De Reiniging krijgt, voor zover het gaat om losknippen van fietswrakken, ondersteuning van de afdeling Handhaving. Deze ondersteuning gebeurt vooralsnog ook binnen bestaande capaciteit. Publiciteit Verder vraagt u om meer publiciteit waarbij een strengere handhaving wordt aangekondigd. De planning is om in januari 2011 een publiciteitscampagne te starten. De naam van deze campagne is ‘Laat je fiets geen fietswrak worden’. Het doel van de campagne is allereerst om bewoners en ondernemers in het stadsdeel ook zelf hun verantwoordelijkheid te laten nemen als het gaat om het tegengaan van de overvloed van ongebruikte fietsen in de schaarse openbare ruimte die het stadsdeel heeft. Er wordt aandacht gevestigd op het feit dat bewoners en ondernemers de mogelijkheid hebben hun ongebruikte fiets aan de Reiniging aan te bieden, waarna deze de fiets kosteloos komt ophalen. Daarnaast zal de campagne als doel hebben meer besef bij mensen te creëren over het probleem van de hoeveelheid (ongebruikte) fietsen in de binnenstad en de ruimte die deze innemen. Tenslotte zal er ook aanvullend onderzoek plaatsvinden naar de oorzaken van de aanwezigheid van verlaten fietsen en fietswrakken met het doel dit probleem in de toekomst beter te kunnen tegengaan. Afspraken met fietshandel Tenslotte vraagt u om afspraken met de reguliere fietshandel om de weggehaalde fietswrakken te verkopen. In het kader van een voorstel van een lid van de stadsdeelraad is eind 2009 onderzocht in hoeverre fietsenhandelaren bereid zijn fietswrakken in te nemen en eventueel op te knappen en te verkopen. Hieruit is gebleken dat de 2 EE EERE NE mannen msg wanneer EEL LEER Gemeente Amsterdam Stadsdeel Centrum Pagina 3 van 3 fietsenhandelaren hiertoe maar zeer beperkt bereid zijn. Redenen hiervoor zijn ruimtegebrek en het feit dat men geen winstgevendheid ziet in het opknappen van de ingebrachte fietsen. Wij hopen dat wij u met het bovenstaande voldoende antwoord hebben gegeven op uw vragen over dit onderwerp. Hoogachtend, Het dagelijks bestuur van het stadsdeel Centrum, e O Le fn We ) CG Anneke Eurelings Jeanine van Pinxteren secretaris voorzitter EE ent
Raadsadres
4
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2020 Afdeling 1 Nummer 81 Ingekomen onder AH Ingekomen op woensdag 22 januari 2020 Behandeld op donderdag 23 januari 2020 Status Aangenomen Onderwerp Motie van de leden Kreuger, Boomsma en Ceder inzake de Agenda Autoluw (ook voor 10:00 uur 1 euro per dag bij P+R) Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Agenda Autoluw ‘Amsterdam maakt ruimte’ (Gemeenteblad afd. 1, nr. 31). Constaterende dat: — Amsterdam werkt aan een autoluwe stad; — parkeren bij P+R voorzieningen voor 10:00 uur 8 euro per dag kost; — parkeren bij P+R voorzieningen na 10:00 uur 1 euro per dag kost; automobilisten bij de P+R alleen tegen gereduceerd tarief kunnen parkeren als zij naar het centrumgebied reizen. Overwegende dat: — het College automobilisten wil stimuleren niet met de auto de stad in te rijden; — veel werkende automobilisten niet na 10:00 uur op hun werk kunnen aankomen, maar wel graag hun auto bij een P+R zouden willen neerzetten; — het sowieso wenselijk is dat automobilisten hun auto neerzetten bij een P+R, los van het feit of zij wel of niet naar het centrumgebied afreizen. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: Een proef te starten met een algemeen parkeertarief van 1 euro per dag bij P+R locaties met overcapaciteit voor automobilisten die doorreizen met het OV binnen de gehele gemeente Amsterdam. De leden van de gemeenteraad K.M. Kreuger D.T. Boomsma D.G.M. Ceder 1
Motie
1
discard
€ Gemeente Amsterdam Centrum Peblicaties Stadsdeelbestuur 2015 Algemeen bestuur van de bestuurscommissie Centrum Besluiten > 4 17 maart 2015 - 10 Besluit over Voorjaarsnota 2015 Toelichting te vinden in Publicaties Stadsdeelbestuur 2015, Bestuurskalender, AB-vergadering 17 maart 2015, bij agendapunt 10 De bestuurscommissie Centrum heeft het volgende besluit genomen: De bestuurscommissie, Besluit: 1. Inte stemmen met de brief inzake de Voorjaarsnota 2015 aan wethouder Ollongren. 2. Inte stemmen met de begrotingswijzigingen m.b.t. Parkeergelden, Bruggen en Walmuren, Leidseplein, Rode Loper, Groenfonds, Oude geoormerkte middelen en Doeluitkeringen die zijn opgenomen in de formats. Suze Duinkerke secretaris Boudewijn Oranje voorzitter Verschenen op 19 maart 2015
Besluit
1
val
X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2015 Afdeling 1 Nummer 1202 Publicatiedatum 13 november 2015 Ingekomen op 4 november 2015 Ingekomen onder Y’ Behandeld op 5 november 2015 Uitslag Aangenomen Onderwerp Motie van de leden Van Soest, Flentge, Poorter en Roosma inzake de Begroting 2016 (plan van aanpak om digitaal analfabetisme onder ouderen en andere kwetsbare groepen te voorkomen en te verbeteren). Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Begroting 2016; Constaterende dat: — door de digitalisering van de overheid en de maatschappij wordt het voor groepen in de samenleving lastig om zelfstandig hun zaken te kunnen regelen. Een grotere afhankelijkheid van anderen dreigt en dat druist in tegen het streven om iedereen in eigen kracht te zetten en zelfstandig te laten participeren. Overwegende dat: — het aanpakken van die digitale kloof begint bij het onderkennen dat groepen in de samenleving niet vanzelfsprekend mee komen in de digitale wereld en dat daarvoor oplossingen bedacht moeten worden; — voor veel ouderen, mensen met een (verstandelijke) beperking en laagopgeleiden is meedoen niet vanzelfsprekend. Een steuntje in de rug van hun gemeente kan dan het verschil uitmaken tussen meedoen of uitsluiting. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: te komen met een plan van aanpak voor digitaal analfabetisme onder kwetsbare groepen om uitsluiting te voorkomen. De leden van de gemeenteraad W. van Soest E.A. Flentge M.F. Poorter F. Roosma 1
Motie
1
discard
X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2015 Afdeling 1 Nummer 437 Publicatiedatum 12 juni 2015 Ingekomen op 10 juni 2015 Ingekomen onder T Te behandelen op 1/2 juli 2015 Onderwerp Motie van de raadsleden de heer Paternotte en de heer Van Dantzig inzake de Voorjaarsnota 2015 (inkeerregeling illegale onderhuur). Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Voorjaarsnota 2015 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 379); Overwegende dat: — naar schatting minstens 10% van de voorraad sociale huurwoningen in Amsterdam illegaal wordt onderverhuurd; — de Amsterdamse woningmarkt al jaren overspannen is, waardoor wachtlijsten voor sociale huurwoningen zijn opgelopen tot soms wel 10 jaar; — de fout bij illegale onderhuur vooral ligt bij degene die zijn sociale huurwoning illegaal doorverhuurt, en de huurder van zo'n woning veelal het slachtoffer is van de overspannen woningmarkt in Amsterdam; — personen die hun woning illegaal onderverhuren misbruik maken van de gespannen situatie op de woningmarkt en daarbij grote winsten behalen; — illegale onderhuur van een groot deel van de voorraad sociale huurwoningen de doorstroom op de Amsterdamse woningmarkt ernstig belemmert; Voorts overwegende dat: — een sociale huurwoning een essentiële voorziening die maar beperkt beschikbaar is en er dus zorgvuldig met de voorraad moet worden omgesprongen; — met de huidige capaciteit van Bureau Zoeklicht van de gemeente veel woonfraude wordt opgespoord, maar deze tekortschiet om illegale onderhuur grootschalig aan te pakken; — het wegens privacyregels bijzonder moeilijk is om illegale onderhuur aan te tonen zonder medewerking van de illegale onderhuurder en daarom een klokkenluidersregeling waarbij de onderhuurder zichzelf aangeeft de enige mogelijkheid is deze misstand op grote schaal aan te pakken, Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: samen met woningbouwcorporaties te onderzoeken op welke wijze een inkeerregeling voor illegale onderhuurders van sociale huurwoningen in Amsterdam tot stand kan komen en daarin de volgende uitgangspunten op te nemen: 1. een termijn waarbinnen illegale onderhuurders zich kunnen melden; 1 Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer 437 Moti Datum _ 12 juni 2015 otie 2. illegale onderhuurders die zich melden worden beloond met een tijdelijk huurcontract tegen een eerlijke huur als bepaald volgens het woningwaarderingsstelsel; 3. na het verstrijken van de klokkenluiderstermijn een intensieve controle uit te voeren op illegale onderhuur. De leden van de gemeenteraad, J.M. Paternotte R.H. van Dantzig 2
Motie
2
discard
2 gemeente Raadsinformatiebrief | msterdam Afdoening toezegging Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam Datum 23 maart 2021 Portefeuille(s) Ruimtelijke ordening Portefevillehouder(s): Marieke van Doorninck Behandeld door Grond en Ontwikkeling, Bestuurszaken. GO @amsterdam.nl Onderwerp Afdoening toezegging aan de raadscommisie RO over het beschikbaarstellen van de begroting preferent energiesysteem Sloterdijk-Centrum Geachte leden van de gemeenteraad, Bij de bespreking van het onderwerp ‘Investeringsnota Sloterdijk-Centrum en het beschikbaar stellen van een vitvoeringskrediet’ in de vergadering van de raadscommissie RO van 3 maart 2021 heb ik toegezegd de begroting bij het preferente energiesysteem in Sloterdijk-Centrum aan de leden van de commissie beschikbaar te stellen. Door middel van deze brief wordt deze toezegging afgedaan. In 2019 en 2020 is een traject gevoerd om, conform het Afwegingskader warmtesystemen nieuwbouw, te komen tot een weloverwogen keuze voor een preferent energiesysteem voor Sloterdijk-Centrum als onderdeel van Haven-Stad. Daarbij is ook Motie 14,04,.17 en het besluit ‘Regie op warmte in gebiedsontwikkeling’ van 28 januari 2020 (kiezen voor collectieve LT energiesystemen, tenzij…) als leidraad gebruikt. Bij dit traject zijn de volgende stappen doorlopen. 1. Inde zomer van 201g is een inschatting gemaakt van de verschillende mogelijkheden voor een collectieve warmtevoorziening in Sloterdijk Centrum. Ook de kosten van verschillende varianten zijn in 2019 doorgerekend: a. Een lage temperatuur (LT) lokaal warmtenet, gevoed vanuit het datacenter Naritaweg 50; b. Eengrote gekoppelde Warmte Koude Opslag (WKO) (bronnet); c. Alles aansluiten op het bestaande (hoge temperatuur (HT)) stadswarmtenet van Westpoortwarmte (WPW). Als input werd gehanteerd dat er in Sloterdijk-Centrum 7.500 woningen worden gerealiseerd. Uit de doorrekening bleek dat de verschillende varianten, vanuit de businesscase geredeneerd, niet heel onderscheidend waren. Vanuit motie 14,04.17 geredeneerd was de voorlopige conclusie dat een (nieuw te realiseren) lokaal warmtenet op laagtemperatuur, gevoed vanuit het datacenter aan de Naritaweg 50, een mogelijke optie is. Qua duurzaamheid en kosten is deze optie overigens niet significant onderscheidend van het bestaande stadswarmtenetwerk. Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 23 maart 2021 Pagina 2 van 3 2. Bijhet vitwerken van die variant bleek dat er onvoldoende rekening is gehouden met de fasering en met het feit dat tot dat moment de meeste ontwikkelaars op Sloterdijk- Centrum al hadden gekozen voor de combinatie van een (individuele) WKO in combinatie met stadswarmte uitsluitend voor tapwater. Bovendien is er ondergronds, met name in de Naritaweg, nauwelijks tot geen voldoende ruimte voor een extra (nieuw te realiseren) lokaal LT warmtenet. De ontwikkelaars hadden en hebben vrijheid van systeemkeuze, omdat bij de tenders en transformaties werd gestuurd op output in plaats van op één specifiek systeem. WKO in combinatie met tapwater uit het stadwarmtenet van WPW is een duurzame oplossing. 3. Om definitieve conclusies te kunnen trekken is desondanks samen met Vattenfall nader onderzocht of er toch een businesscase te maken is van zo'n lokaal LT warmtenet, danwel het invoeden van de restwarmte uit het datacenter op het bestaande stadswarmtenet. De conclusie vit dat nader onderzoek was hetzelfde: vanwege de reeds in gang gezette ontwikkelingen (de reeds geplande WKO's) is de businesscase voor zo'n lokaal netwerk niet positief, en ondergronds is er te weinig ruimte voor zo’n lokaal warmtenet. Parallel hieraan is het onderzoek van Overmorgen voor Haven-Stad afgerond en opgeleverd. Uit de Energieverkenning Haven-Stad (november 2019) komt naar voren dat een collectief LT warmtesysteem de voorkeur heeft voor Haven-Stad, met uitzondering van Sloterdijk Centrum. 4. Inde eerste helft van 2020 zijn de conclusies verwerkt in een update van de Energievisie Sloterdijk-Centrum. Hierbij is aangehaakt op het afwegingskader voor warmtesystemen in nieuwbouw. 5. Eind 2020 is het datacenter Naritaweg 50 verkocht aan een ontwikkelende belegger die momenteel werkt aan een plan voor een transformatie naar woningbouw. Daarmee is de bron komen te vervallen voor de eerder onderzochte variant voor een eventueel lokaal LT warmtenet gevoed vanuit het datacenter. Bovenstaande punten hebben, conform het Afwegingskader warmtesystemen nieuwbouw, geleid tot de definitieve energievisie zoals, als onderdeel van het investeringsbesluit, is aangeboden aan B&W en de raad bestaande uit de volgende drie sturingsmethodieken: 1. De gemeente Amsterdam heeft in projectgebied Stoterdijk-Centrum een faciliterende rol, ze regelt juridische planologische en ruimtelijke kaders (reserveert ruimte). De markt (ontwikkelaars) heeft de keuzevrijheid haar eigen energiesysteem te kiezen; 2. Geen directe uitsluiting van HT stadswarmte voor nieuwbouw in het Sloterdijk Centrum gebied. Deze keuze wordt bij de ontwikkelaar gelaten. Door via tenders te sturen op strenge duurzaamheidseisen (EPC< 0,15) worden individuele LT-systemen (bijvoorbeeld WKO) aantrekkelijker en wordt de HT warmte enkel ingezet als piekvoorziening of voor tapwaterbereiding; 3. Stimuleren en faciliteren van WKO's op ruimtelijk vlak, en daarmee borging voor efficiënte levering koude. Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 23 maart 2021 Pagina 3 van 3 In de Raadscommissie RO op 3 maart 2021 is beloofd dat de begroting wordt toegezonden. Echter, dit kan in verband met lopende en toekomstige aanbestedingen gevoelige informatie zijn. Het college heeft op 23 maart 2021 geheimhouding op de begroting opgelegd in verband met de belangen in artikel zo, 2°lid onder ben g van de Wet openbaarheid van bestuur, en de gemeenteraad gevraagd deze geheimhouding te bekrachtigen. Daarom kunt de begroting inzien bij de griffie. Ik wil bij de raming tevens nadrukkelijk het volgende voorbehoud maken. De raming dateert uit 2019 en is zeer globaal, gezien de fase van de planvorming. Het wetgevend kader rondom de energietransitie is in beweging. Dat betekent dat de in 2019 gemaakte kostenberekeningen op dit moment andere uitkomsten zouden kunnen geven. Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Met vriendelijke groet, Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, KEN Zx Ve a | r / / / EED ba Keta \ me 7 NE kk | zn ee Marieke van Doorninck Wethouder Ruimtelijke Ontwikkeling en Duurzaamheid. Bijlage De geheime bijlage is voor de raadsleden ter inzage gelegd bij de Griffie. Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Brief
3
train
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Motie Jaar 2013 Afdeling 1 Nummer 476 Publicatiedatum 26 juni 2013 Ingekomen onder Ww Ingekomen op woensdag 12 juni 2013 Behandeld op woensdag 12 juni 2013 Status Verworpen Onderwerp Motie van de raadsleden de heer Evans-Knaup en de heer Ivens inzake een nieuw bestuurlijk stelsel vanaf 2014 (alternatief plan). Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de voordrachten van het college van burgemeester en wethouders van 7 mei 2013 inzake: — _ een nieuw bestuurlijk stelsel vanaf 2014 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 437); — intrekken van de Verordening op de stadsdelen en vaststellen van de Verordening op de bestuurscommissies 2013 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 438); Constaterende dat: — _ een nieuw bestuurlijk stelsel per maart 2014 dient te worden ingevoerd; Overwegende dat: — de SP-fractie in de Tweede Kamer het huidige voorstel ter toetsing en beoordeling heft voorgelegd aan de Raad van State; — _op dit moment onduidelijk is wanneer en binnen welk tijdsbestek de Raad van State een uitspraak over het voorstel zal doen; — de mogelijkheid bestaat dat het huidige voorstel door de Raad van State wordt afgewezen; — bij een afwijzing van het huidige voorstel er mogelijk onvoldoende tijd zal zijn om een alternatief voorstel te ontwikkelen, Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: — een alternatief plan of alternatieve plannen te ontwikkelen voor een nieuw bestuurlijk stelsel, waarbij het alternatieve voorstel niet ter discussie of stemming gebracht hoeft te worden, zo lang het huidige voorstel blijft staan; — de raad te informeren over het alternatieve plan of de alternatieve plannen, zodra zich de situatie voordoet dat het huidige voorstel niet meer voldoet. De leden van de gemeenteraad, LR. Evans-Knaup L.G.F. Ivens 1
Motie
1
train
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R Gemeenteblad % Motie Jaar 2015 Afdeling 1 Nummer 321 Publicatiedatum 8 mei 2015 Ingekomen onder H Ingekomen op 22 april 2015 Behandeld op 22 april 2015 Status Verworpen Onderwerp Motie van de raadsleden de heer Ernsting, mevrouw Van den Berg en mevrouw Shahsavari-Jansen inzake de Contouren Kunstenplan 2017-2020 (overhead Kunstenplan). Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Contouren Kunstenplan 2017-2020 en met de opdrachtverlening voor het nieuwe fonds aan het Amsterdams Fonds voor de Kunsten (Gemeenteblad afd. 1, nr. 281); Constaterende dat: — het college voornemens is in de nieuwe kunstenplanperiode 2017-2020 het stelsel grondig te herzien; — erin de volgende kunstenplanperiode meer budget beschikbaar komt voor kunst en cultuur in Amsterdam; — veel instellingen de afgelopen jaren te maken hebben gehad met bezuinigingen door het rijk, de provincie en de gemeente; Overwegende dat: — het college voornemens is de verstrekking van subsidies voor Amsterdamse culturele instellingen via het Amsterdams Fonds voor de Kunst (AFK) te laten verlopen; — er in de Contouren niet wordt gesproken over de financiële consequenties van een dergelijke grote stelselwijziging; — het extra beschikbare budget ten goede moet komen aan de kunstenaars in Amsterdam en niet aan (extra) bureaucratie en overhead, Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: — te zorgen dat de totale structurele overheadkosten [voor de Amsterdamse Kunstraad (AKr), de afdeling Kunst en Cultuur van de voormalige Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling (DMO) en het Amsterdams Fonds voor de Kunst (AFK)] voor de verstrekking van subsidies in het Kunstenplan 2017-2020 niet hoger zullen worden dan die in het huidige kunstenplan, zodat een extra budget ook werkelijk ten gunste komt van de kunst en cultuur in Amsterdam; 1 Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteraad Nummer 321 Moti Datum _ 8 mei 2015 otie — de raad zo spoedig mogelijk te informeren over de financiële kaders wat betreft de overhead van het Kunstenplan 2017-2020. De leden van de gemeenteraad, Z.D. Ernsting P.J.M. van den Berg M.D. Shahsavari-Jansen 2
Motie
2
train
versterkt welzijn Stadsdeelraad Amsterdam-Noord Tav de raadsgriffie Postbus 37608 1030 BB Amsterdam Amsterdam, 10 oktober 2011 Kenmerk: 5413.HZ.MR Betreft: welzijnswerk 2012 Geachte raad, Hierbij wil ik u onze zorgen kenbaar maken over het welzijnswerk in uw stadsdeel. Ik stuur u ter | informatie correspondentie mee als bijlage bij deze brief, Hieruit blijkt dat ik al enkele maanden in contact probeer te komen met het stadsdeelbestuur om die zorgen met hen te bespreken. Dit heeft tot op heden geen contact opgeleverd. De redenen waarom wij ons zorgen maken zal ik u toelichten. Zoals u kunt lezen zien wij ons genoodzaakt te stoppen met het uitvoeren van beheer van maatschappelijke accommodaties. Het feit dat wij in 2012 eerst geacht worden hier € 255.000,- op te bezuinigingen om het vervolgens over te moeten dragen aan een andere partij, ligt hieraan ten grondslag. Omdat we tot nu toe niet in gesprek hierover raken met het bestuur kunnen wij de | bezoekers en gebruikers van de accommodaties die wij in beheer hebben nu niet informeren over wat | hen te wachten staat met ingang van het nieuwe jaar. Wij krijgen hier steeds meer vragen over maar | kunnen nu niet anders dan hen te verwijzen naar het stadsdeel. | Verder maken wij ons zorgen omdat ons door het bestuur bezuinigingen op het kinderwerk en het | volwassenenwerk opgelegd worden zonder met ons in dialoog te bespreken waarop die bezuinigingen toegepast moeten worden. Als het bestuur nog langer wacht met ons hierover het gesprek aan te | gaan, zullen wij mogelijk keuzes maken die tegen het stadsdeelbeleid in gaan. Dat lijkt ons niet de bedoeling. In de vraagformylering die wij ontvingen, staan veel meer bezuinigingen op het welzijnswerk | aangekondigd dan in de voorjaarsnota aan u zijn voorgelegd. Zoals u weet staat het stadsdeel voor i grote maatschappelijke opgaven (vernieuwing van het welzijnswerk, Beter Samen). De omvang van | de bezuinigingen laat zich hier niet goed mee verenigen. Daarom is het extra van belang dat hierover goede inhoudelijke communicatie plaatsvindt tussen stadsdeelbestuur en maatschappelijk middenveld. | Ik vraag u dan ook stappen te nemen die er toe bijdragen dat deze communicatie daadwerkelijk | gevoerd wordt. Met vriendelijke pre, | J. Zuiver, directeur/bestuurder id Bijlagen: | { - Vraagformulering kinderwerk en volwassenenwerk 2012, d.d. 30 juni 2014 Stichtina Combiwel a An ing Combiwel Amsterdam -__ Brief Combiwel aan DB, d.d. 18 juli 2011 Postbus 95304 -__Brief Combiwel aan DB, d.d. 13 september 2011 1090 HH Amsterdom -_ Biief Combíwel aan DB, d.d. 26 september 2011 t, 128-575 47 00 À info @rombhwal.nl \, ; he ww combiwel.nf KvK 34126333 Gemeente Amsterdam Bezoekadfes Ek Buikslotermeerplein 2000 Sta d sdeel Noo rel - 1025 XL Amsterdam . Postbus 37608 à pe 1030 BB Amsterdam Telefoon: 14 020 Ge . Fax: 020 634 9340 Es www.noord.amsterdam.nl Retouradres: Postbus 37608 1030 BB Amsterdam En Stichting Combiwel t.a.v, dhr. H. Zuiver Postbus 95304 1080 HH AMSTERDAM ‘ 30 JUNI 2011 | Datum Ons kenmerk Z11-38242I24227 Behandeld door A. Krikken Doorkiesnummer 6349692 E-mail a.krikken@noord. amsterdam.nl Onderwerp Vraagformutering 2012 Combiwel onderdelen VVE en peuterspeelzalen, …_ Opvoedingsondersteuning & Ontwikkelingsstimulering Geacht bestuur, Graag nodigen wij u uit om uiterlijk 15 augustus 2011 een subsidieaanvraag in te dienen voor in het jaar 2012 door u uit te voeren werkzaamheden in het kader van de Voor- en | Vroegschoolse Educatie en peuterspeelzalen en Opvoedingsondersteuning & Ontwikkelingsstimulering. Financieel kader | In december bent u door ons op de hoogte gesteld van het feit dat het stadsdeel zich moet bezinnen op zijn financiële positie in 2011. Nieuwe beleidskeuzes dienen te worden gemaakt omdat de financiële middelen van het stadsdeel aanzienlijk minder worden. Inmiddels is op grote lijnen een basisinfrastructuur uitgewerkt met als gevolg dat-in de . Voorjaarsnota 2011 een aantal bezuinigingsvoorstellen staat voor de jaren 2012-2014 die uw instelling aangaan. Op 23 juni 2011 is de voorjaarsnota door de deelraad vastgesteld. In 2013 en 2014 hebben wij de ambitie om hervormingen door te vaeren op jeugd en vrije tijd. Budgetsubsidies zullen worden omgevormd tot wijkbudgetten die vraaggericht ingezet worden. Mogelijk heeft deze ombuiging met ingang van 2013 gevolgen voor de aan uw organisatie te verlenen subsidie, Op het totaalbudget voor jeugd en vrije tijd is het voorstel aan de deelraad om in 2013 een besparing van € 459.000 te realiseren en in 2014 € 380.000. | Prestatieafspraken | Afgerekend wordt op basis van gerealiseerde prestaties. U dient in uw aanvraag te werken met de productdefinities van de Will systematiek. Algemene voorwaarden De afspraken met uw instelling over de te leveren producten worden gemaakt in het kader van de bepalingen van de Algemene Subsidieverordening Amsterdam-Noord (2007) waarop de subsidieverlening 2012 van toepassing is. Kostprijs op hasis van prijspeil 2011 In uw subsidieaanvraag is het uitgangspunt het prijspeil 2011 zoals deze is gehanteerd Gemeente Amsterdam Kenmerk Z11-36242/24227 Stadsdeel Noord Pagina 2 van 4 ‚ in de beschikking 2011. Wij vragen u wel de te verwachten prijsontwikkeling aan te geven op grond van de door u gehanteerde GAO voor het jaar 2012, : Voorscholen en peuterspeelzalen Het huidige aanbod aan voorscholen wordt in principe voorigezet (peildatum mei 2011), . met inachtneming van eventuele wijzigingen in de vraag naar voorschoolplekken. : Naar verwachting vindt in 2012 geen verdere uitbreiding plaats van voorscholen, voor zover het werkzaamheden van Combiwel betreft. Als er behoefte is aan plaatselijke uitbreiding van capaciteit dient te worden onderzocht of de peutercombi een alternatief kan zijn. Leidinggevenden van de voorschool moeten in het bezit zijn van een certificaat van een erkend voorschoolpregramma waarmee in het stadsdeet c.q. op de hefreffende school/scholen gewerkt wordt (Ko Totaal, Kaleidoscoop, Piramide, Starfblokken, Sporen). Van de leidinggevenden op de voorscholen wordt verwacht dat zij zich inspannen de kwaliteit op een zo hoog mogelijk peil te krijgen en houden. Nauwe samenwerking met de vroegschool wordt hierbij van groot belang geacht, evenals een doorgaande leerlijn. De leidinggevenden van Combiwel dienen regelmatig te overleggen met de VVE-coördinator, IB-er en directie van de schaal. De link met de Ouder- en Kindcentra in het stadsdeel moet worden gelegd, o.a. door een actieve bijdrage op de overleggen met een van de kernpartners van het OKC — de Jeugdgezondheidszorg (JGZ) —rondam zorgkinderen op ij de voorscholen. De leidinggevenden nemen verder deel aan het tweemaandelijks VVE- Di coördinatorenoverleg, georganiseerd door het stadsdeel. Se In bijgevoegde conceptverordening zijn de eisen weergegeven die worden gesteld aan voorschoolse educatie. Na vaststelling van de verordening zijn deze eisen maatgevend. Voor de reguliere peuterspeelzalen wordt gevraagd te onderzoeken of de peutercombi een kwalitatief minimaal gelijkwaardig alternatief is voor de huidige voorzieningen. | Van Combiwel wordt in het algemeen verwacht dat alle medewerking wordt verleend om te io voldoen aan de eisen die op stadsdeel, stedelijk en landelijk niveau aan een kwalitatief Dj goede uitvoering van peuterspeelzaalwerk en voorschool worden gesteld. Ook wordt En verwacht dat wordt meegewerkt aan het verzamelen van relevante heteidsinformatie indien 4 het stadsdeel hierom vraagt. Ouderbetrokkenheid Dt Op elke, aan een basisschool verbonden voorschool waar een ouderkamer is gerealiseerd Li dient een oudercontactmedewerker actief te zijn voor minimaal zestien uur per week. | Naast het ontvangen van ouders, is het de bedoeling dat activiteiten worden aangeboden Dj die verband houden met de methodiek en thema's van het in de betreffende voorschool ii van kracht zijnde erkende voorschoolprogramma (Kaleidoscoop, Piramide, Ko Totaal, 5 Startblokken, Sporen), en pedagogisch en educatief zinvolle activiteiten. SO De oudercontactmedewerker ontvangt leiding van de leidinggevende van de voorschool. ig Bij aanvang van een nieuwe voorschool dient u een basisplan in te dienen, dat zo nodig EO wordt bijgesteld. Elk jaar verwachten wij van u dat u ook een werkplan en activiteitenplan indient bij het stadsdeel, volgens het format dat hiervoor beschikbaar is. Dt Oudercontactmedewerkers dienen minimaal een PW3 opleiding te hebben gevolgd en En afgerond, Zij zijn opgeleid in de methode vraaggericht werken en het op de voorschool van | kracht zijnde voorschoolprogramrna. Oudercontactmedewerkers beschikken over spreek- en leesvaardigheid op taalniveau B2. Schrijfvaardigheid op een B4-niveau wordt voldoende geacht. Dit is conform de stedelijke eisen die hieraan gesteld worden. Oudercontactmedewerkers zijn verplicht bij- en/of ee nascholing te volgen indien nodig. Bij planontwikkeling zal opnieuw gekeken worden waar ouderbefrokkenheid het beste kan worden ondergebracht. Dit kan consequenties hebben voor de subsidie van Combiwel op het onderdeel ‘Oudercomponent voorschool’. Gemeenfe Amsterdam Kenmerk Z11-36242/24227 Stadsdeel Noord Pagina 3 van 4 Kwaliteitsimpuls VVE Op grond van de kwaliteitsimpuls VVE worden in de loap van 2010 en 2011 de resultaten van de ontwikkelgroepen geïmplementeerd op het gebied van Kinddossier, Zorgketen, Ouderbetrokkenheid en Beleid, Ook taal! en interactie is een aandachtspunt. Van Sombiwel wordt verwacht dat uitvoering wordt gegeven aan de afgesproken werkwijze. ELK Het Elektronisch Kinddossier (ELK) wordt op stedelijk niveau gebruikt als tellings- en verantwoordingssysteem voor de bepaling van het aantal (doetgroep)kinderen in de voorschool, Vanuit Combiwel dient er dan ook alles aan te worden gedaan om te zorgen dat de betreffende gegevens in dit systeem worden ingevoerd en befrouwbaer zijn. Onvoorzien peuterspeelzaalwerk en VVE Tot slot willen wij u vragen een beperkte post ‘onvoorzien’ op te nemen in uw | subsidieaanvraag waardoor ruimte wordt geboden om onvoorziene aanvullende activiteiten uit te voeren op het gebied van peuterspeelzaalwerk en VVE zonder dat Do: daarvoor een aparte aanvullende subsidieaanvraag hoeft te worden ingediend. De verrekening van deze post gebeurt op basis van daadwerkelijk gemaakte kosten. Dn a Opvoedingsondersteuning & Ontwikkelingsstimulering LL, Het stadsdeel vraagt u een over stadsdeel Amsterdam-Noord verspreid, reëel ingeschat |, vraag- en vindplaatsgericht aanbod Opvoedingsondersteuning & Ontwikketlingsstimulering ii volgens de methodiek Triple P aan te bieden, Dit aanbod dient aan te sluiten bij de jj voortschrijdende ontwikkeling van de Ouder-en-Kindcentra in 2012 en gericht te zijn op | ouders en kinderen in de leeftijdscategorie -9 maanden — 23 jaar (bijvoorbeeld JES en de sociale vaardigheidstrainingen). Graag willen wij dat u per CKC-regio (Nieuwendam, : Tuindorp-Oostzaan, Oud Midden-Noord en Banne) aangeeft welk passend aanbod nodig is voor ouders en kinderen in deze leeftijdsgroep. De ontwikkeling van de OKC's richt zich op de volgende onderdelen: 1) Opvoedingsondersteuning algemeen | 1) Wekelijkse opvoedspreekuren op elk OKG door Triple P (niveau 2 en 3} gecertificeerde pedagogen op HBO-niveau. De uitvalsbasis voor de opvoedadviseurs zijn de Ouder-en-Kindcentra, maar ook vindplaatsen als : (voor)scholen e.d. | 2) Aanbod evidence-based opvoedcursussen voor ouders, waaronder | Peuter in Zicht! Opvoeden en zo, Beter omgaan met pubers en Positief | Opvoeden. | 3) Thema-en voorlichtingsbijeenkomsten in peuterspeelzalen, | kinderdagverblijven, basisscholen. | 4) Op elke basisschool pedagogische adviesgesprekken voor ouders door opvoedadviseurs Triple P 2 en 3. De faakafbakerning tussen het schoolmaatschappelijk werk en de opvoedadviseurs dient geregeld te worden. | 5) Pedagogische adviesgesprekken voor ouders door opvoedadviseurs Triple P, niveau 3. 6) Coördinatie van het aanbod aan opvoedondersteuning zodat een goede | afstemming plaatsvindt met de scholen en het publiek domein (speeltuinen, (hulpverlenings- en welzijns)instellingen, voorscholen, e.d). : 7) Aanwezigheid van de opvoedadviseurs op scholen in het voortgezet onderwijs. 5) Themabijeenkomsten ‘Opvoeden en Opgroeien’ in het voortgezet onderwijs, waarbij gewerkt wordt met verschillende pakketten, tw. Puberteit (Frple P), Leerondersteuning (ouderbetrokkenheid.nl}, Kunnen : omgaan met depressiviteit (Friple P), Grofheid en onbeleefdheid (Triple P). ' Naast deze thema’s kunnen de opvoedadviseurs desgewenst ook bijeenkomsten organiseren over andere onderwerpen. 9) Opvoedcursussen, tw. Beter omgaan met pubers en/of Triple P Teens. Gemeente Amsterdam Kenmerk Z14-356242/24227 Stadsdeel Noord : Pagina 4 van 4 2) Kortdurende ondersteuning Elke ouder kan binnen twee weken terecht op een van de vier OKC's voor pedagogische adviesgesprekken door Triple P, niveau 2 en 3 gecertificeerde pedagogen op minimaat HBO-niveau. Gok scholen, kinderdagverblijven en de voorscholen kunnen hiervoor een locatie zijn. 3) Specifiek aanbod Voor elke ouder is het mogelijk om — indien nodig — per 1 januari 2010 een evidence-based opvoedingsondersteuningsaanbod in de thuissituatie (Home- Start) te krijgen dat binnen twee weken vanuit het OKC oproepbaar is. Het stadsdeel wil graag weten of Combiwel mogelijkheden ziet om aan deze specifieke vraag te voldoen. Overzicht prestatieafspraken O&Ó ; Om de aansluiting bij het primair onderwijs en het voortgezet onderwijs zo goed mogelijk te laten plaatsvinden, willen wij graag dat voor alle scholen — ook het speciaal onderwijs — de Ei mogelijkheid bestaat om opvoedondersteuning door Combiwel in te zetten. Hiervoor | gelden de volgende resultaten: LE e Alle leerkrachten, intern begeleiders, en schoolmaatschappelijk werkers zijn | geïnformeerd over opvoedondersteuning. | e Alle leerkrachten, intern begeleiders en schoolmaatschappelijk werkers verwijzen | ouders met opvoedvragen en lichte problemen door naar de opvoedadviseur. | es Een aanbod van ouderbijeenkomsten voor ouders van 4-18 jarigen. Afhankelijk Lo van de vraag en behoefte van de ouders kunnen dat afzonderlijke | themabijeenkomsten zijn en/of een cursus. Weike cursus gegeven wordt, dient | afhankelijk te zijn van de vraag. Mogelijkheden zijn: Peuter in Zicht, Opvoeden en ZO, Beter omgaan met Pubers, Triple P voor ouders van pubers. Ee e _ Het aantal doorverwijzingen naar de opvoedadviseur per school neemt toe naar Lo acht ouders per school, 4 e Het aantal doorverwijzingen via de school, het aantal ouders dat deelneemt aan themabijeenkomsten en cursussen wordt geregistreerd binnen de gebruikelijke | systemen WILL en ROTS. | e Een weergave van: - Het aantal gevoerde adviesgesprekken | - Het aantal cursussen - Het aantal bijeenkomsten | - De aantallen bereikte ouders, welke doelgroepen bereikt zijn, evenals de door u | gestelde doefen en de behaalde doelen : | - Het aantal kinderen waaraan het aanbod ten goede komt | - De aantallen signalering, toeleiding, verwijzing en terugkoppeling, en de waarneembere effecten. Het stadsdeel vraagt u het uiterste te doen em op alle basisscholen een aanbod opvoedondersteuning te verzorgen. Mocht dat niet lukken, dan dient u dat tussentijds en met redenen omkleed aan te geven. . | Wij veronderstellen u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. | Het dagelijks bestuur van het en . Stadsdeel Noord, gemeente Amsterdam mj | ja FE nn en Ì me ee Î 7 ' ON rars- DEPT id Ne, Á r:drs;-HEB.PElbers drs. R. Post, beco-sêcretaris \ voorzitter $ 7 : \ Bijlage: Pilot Wijkgericht Welzijnwerk : Specificering van de vraag voor wijken Nieuwendam-Noord en Noord West. Pilot wijkgericht welzijnswerk Medio 2009 heeft het bestuur van Amsterdam-Noord een aanzet gegeven voor een transformatieproces van het welzijnswerk in Amsterdam Noord. In januari 2010 heeft de afdeling OSD een notitie! opgesteld met een meerjarig ontwikkeltraject voor het wijkgerichte programmeren van het welzijnswerk. Dit ontwikkeltraject is ingegaan met de zes budgetinstellingen: Doras, Combiwet, Solid, DOGK, SPIN en Welsaen. Doel is zowel een inhoudelijke verschuiving als een verandering in de bedrijfsvoering. De ambitie is om vanaf 2014 te werken met meerjarige wijkarrangementen voor de ondersteuning van specifieke bewonersgroepen gericht op het bereiken van een van te voren benoemd resultaat. Het vraagt om een ontwikkeling in het denken en doen van de instellingen en ; van het stadsdeel zelf. Het vraagt ook om keuzes hoe en met wie dit te doen. In 2010 is een start gemaakt in de twee pilotgebieden Noord West en Nieuwendam-Noord. De ervaringen die we hier opdoen moeten helpen bij het maken van deze keuzes. | In 2010 zijn in de pilotgebieden wijkanalysen uitgevoerd. De wijkanalysen geven inzicht in de staat van de wijk en in de doelgroepen waar men zich op moet richten. Dit moet i vertaald worden in een andere manier van werken: volgens Welzijn Nieuwe Stijl. Er is voor gekozen om voor 2012 aan alle budgetinstellingen dezelfde vraag te stelien en En niet te werken met één hoofdaannemer per wijk. Dit betekent niet dat aan u wordt | gevraagd om op alle doelstellingen activiteiten voor te stellen. Per doelstelling zijn door de | welzijnsinsteltingen zelf aangegeven wie hierin de natuurlijke partners zijn. Wij verwachten bij uw voorstellen ten minste afstemming met deze partners. Het streven is om in de loop van 2011 te komen tot een wijkarrangement waarin de activiteiten van de verschillende instellingen op elkaar aansluiten en verwachten van u hiervoor actieve inzet en afstemming met de andere budgetinstellingen. Bij uw voorgestelde inzet voor de twee pilotwijken dient u ook rekening te houden met E inzet in andere wijken. Het gebied Noord West is in verhouding tot andere wijken geen ij aandachtswijk?. Er is voor de pilotwijken geen extra budget. We rekenen op uw expertise | van de problematiek in de wijken in Noord om te komen tot een goede verdeling. | Activiteiten | Bijgevoegd vindt u de gebiedsgerichte doelstellingen voor de gebieden NoordWest en | Nieuwendam-Noord. Deze zijn gebaseerd op uitgebreide wijkanalysen, welke in een eerder stadium met u zijn gedeeld. Wij vragen van u om in uw activiteitenvoorstel de | volgende aspecten te benoemen, welke hieronder verder worden toegelicht: i … Beschrijving activiteit = __ Buurt/straat/complex | - Aansluiting op vraag en draagkracht van de doelgroep | - Bijdrage aan de doelstellingen en maatschappelijke effecten | - Hoe is het resultaat van de activiteit meetbaar gl -__ Samenhang met andere partners in de wijk | Benoemen gewenst resultaat: Maatschappelijke effecten, Doelstellingen en Indicatoren. | In de twee gebieden Noord West en Nieuwendam-Noord zijn wijkanalyses gedaan waar 4 aandachtspunten uit zijn gekomen. Deze aandachtspunten zijn bekeken in het licht van de 1 Op weg naar wijkgericht programmeren. De vernieuwing in het welzijnswerk in Amsterdam-Noord 2010-2014. : ? De aandachtswijken zijn - Van de Pekbuurt -__ Vogelbuurt! IJ plein … __ Nieuwendam Noord en wijk de Kleine Wereld - De Banne 1 maatschappelijke effecten? waar het stadsdeelbestuur zich voor inzet. Door effect- indicatoren te benoemen maken we de gewenste maatschappelijke effecten meetbaar en kunnen we volgen of de wijken op deze indicatoren vooruitgaan. We vragen het welzijnswerk een bijdrage te leveren aan het berelken van deze maatschappelijke effecten. In samenwerking met de budgetinstellingen zijn daarom per wijk doelsteliingen geformuleerd. Om resultaten op deze doelstellingen meetbaar te maken zijn ook hier indicatoren voor benoemd: resulfaat-indicatoren. De keuze voor indicatoren is lastig en is vaak pragmatisch (het zijn de cijfers die beschikbaar zijn} en niet altijd inhoudelijk. Er is voor nu gekozen om zoveel mogelijk effect-indicatoren te gebruiken die O&S beschikbaar heeft. De resuitaat-indicatoren zijn op meer inhoudelijke gronden benoemd, maar vaak in de praktijk lastig te meten, Of deze indicatoren genoeg zijn om te sturen op resultaat moet zich in de praktijk gaan bewijzen en maakt deel uit van de pilot, In het subsidieverzoek beschrijft u hoe uw voorgestelde diensten en/of activiteiten bijdragen aan de doelstellingen en aan de maatschappelijk effecten. Een activiteit kan | bijdragen aan meerdere doelstellingen. Ook beschrijft u op welke manier de inzet! activiteiten beoordeeld kunnen worden op het resultaat. Dit kunnen de benoemde resultaat-indicatoren uit het wijkplan zijn, maar dit is niet noodzakelijk. Het gaat niet aleen om het goed op papier zetten van de gewenste indicatoren, maar vooral ook om de dialoog tussen opdrachtgever en opdrachtnemer. Deze wijkgerichte vraagstelling is hier een eerste stap in. Vraaggericht . Activiteiten moeten aansluiten op de behoefte en draagkracht van de doelgroep. Per En activiteit moet aangegeven worden hoe bewoners betrokken zijn of worden bij de tot stand komen van een activiteit. Dit kan ook door te refereren aan onderzoek naar de behoefte van de doelgroep of bijvoorbeeld tevredenheidonderzoek. Samenwerking | Het benoemen van doelstellingen waar we ons gezamenlijk op richten is een eerste stap in het bundelen van inzet. Het is echter geen garantie voor samenwerking. Wel moet Di duidelijk zijn dat een activiteit zijn plek heeft in een groter geheel van inzet door | maatschappelijke partners (aanbieders van zorg, welzijn,sport, onderwijsinstellingen, | woningcorporaties, politie, kerken en moskeeën, zelforganisaties en uitvoeringsafdelingen van het stadsdeel). Geoffreerde activiteiten zullen beoordeeld worden op actieve Et samenwerking en aansluiting met bestaande voorzieningen. Het moet in de offerte | duidelijk zijn hoe de sameriwerking met anderen georganiseerd is. Wordt een activiteit | uitgevoerd samen met andere partners? Hoe zijn partners betrokken bij de toeleiding naar | sen activiteit of hoe is doorverwijzing geregeld? Een expliciete opgave is hierbij aandacht | voor aansluiting op de eerste lijn. Bijvoorbeeld hoe zijn huisartsen betrokken bij of ii aangesloten op een activiteit. | Ontwikkelingen in de wijk Lj Activiteiten dienen zo veel mogelijk aan te sluiten bij bestaande ontwikkelingen in de wijk. Ontwikkelingen zijn benoemd in het wijkplan. Dn Ô Maatschappelijke effecten zoals beschreven in de programmebegroting 2014, 2 Wijkplan Nieuwendam-Noord Ontwikkelingen in de wijk Activiteiten dienen zo veel mogelijk aan te sluiten bij bestaande ontwikkelingen in de wijk. Voor de wijken in het gebied Nieuwendam-Noerd zijn dit: - Wijkaanpak (Buurtuitvoeringsplan, stimuleren van bewonersinittatieven). - Leefregels/ Vreedzame Wijk’. - Zorgcentrum de Kimme ontwikkeling naar multifunctioneel centrum, - Beter Samen (verbeterde aansluiting van welzijn op eerste lijns zorg). Prioriteit 1: Jeugd 12-/12+ Aandachtspunt uit de wijkanalyse: Nieuwendam-Noord wordt gekenmerkt door veel kinderen en het aandeel kinderen zal de komende jaren nog stijgen. Veel kinderen groeien op in minimahuishoudens en/of eenoudergezinnen. Ook het aandeel affachtonen gezinnen is groot. De jeugd scoort onder het gemiddelde op school en het percentage VSV is hoog. Er is een gebrek aan passende activiteiten voor jongeren, met name groep van 10-15 jaar. Onder jongeren is toenemende criminaliteit, alcohol en drugsgebruik en agressie op straat. Stadsdeel Amsterdam Noord streeft de volgende maatschappelijke effecten na: es Vergroten van toekomstkansen van kinderen, ; e Jongeren beschikken over een startkwalificatie. e Jongeren gaan naar school of werken. s Jongeren kunnen in een prettige, gezonde en moderne leeromgeving hun talenten ontplooien. . * Bewoners ervaren minder overlast door jongeren. Effect-indicatoren | — Gemiddelde Citoscore neemt toe van 535 punten naar 536 punten. EL — Percentage voortijdig schoolverlaters verlaagd van 24% naar 22%. bj — Aandeel bewoners wat overlast ondervindt van groepen jongeren op straat is | gestabiliseerd (22%). — Aandee! jeugdige verdachten ís afgenamen van 7,1% naar 6,8%. Aan de welzijnsinstellingen vragen wij voor 2012 producten en activiteiten in : Nieuwendam-Noord die gericht zijn op de volgende doelstellingen: Dj A. Een bijdrage leveren aan het vergroten van ouderbetrokkenheid en opvoedkundige vaardigheden van ouders. Samenwerkingsverbanden: Combiwel, Doras en DOCK op ouders 12+ Spin, Combiwel en Doras gericht op ouders 12- Dt Solid en Combiwel op ouderbetrokkenheid buurt B. Kinderenfjongeren teren in een prettige, gezonde en moderne leer- en | leefomgeving hun talenten en maatschappelijke vaardigheden te ontwikkelen. Samenwerkingsverbanden: DGCK, Spin en Combiwel | C. Bijdrage leveren aan het aanpakken van individuele problematiek onder | : kinderen! jongeren. (alcehol- drugs gebruik, depressiviteit, criminaliteit, kindermishandeling etc.) Samenwerkingsverbanden: Spin, DOCK, Combiwel en Doras gericht op signalering Doras en DOCK voorlichtingen alcohol- en drugsgebruik Dt Resulfaaf-indicatforen — Percentage doelgroepkinderen dat deelneemt aan de voorschool is toegenomen. 1 In Nieuwendam-Noord zijn leefregels opgesteld over omgangsvormen. De verwachting is dat in Nieuwendam-Noord gewerkt gaat worden met de methodiek van de Vreedzame Wijk. 3 — Aantal gezinnen dat gebruik maakt van opvoedingsondersteuning is toegenomen. — Percentage gezinnen dat cliënt is bij bureau Jeugdzorg gaat van 10% naar 9%. — Meer kinderen/jongeren uit minimahuishoudens maken gebruik van activiteiten gericht op talentontwikkeling. Prioriteit 2: Minimahuishoudens Aandachtspunt uit de wijkanalyse: Op het gebied van werk en inkomen bijft de situatie in Nieuwendam Noord ongunstig. Vergeleken met andere wijken in Noord en Amsterdam is er een relatief hoog aandeel werklozen en een hoog aandeel minimahuishoudens. Nist alleen de armoede is een . probleem, ook de cultuur die daerkij gepaard gaat baart zorgen: gebrek aan geld, toekomst en levensvaardigheden, en een toenemende schuldenproblematiek. Stadsdeel Amsterdam-Noord streeft de volgende maatschappelijke effecten na; e _ Het aantal minimumhuishoudens neemt af. e Inwoners van Noord komen niet in een sociaal isolement terecht. s Meer bewoners van Noord bekend maken met fenomeen vrijwilligerswerk als middel tot zelfontplooiing. Effect-indicator | — Het aandeel langdurige minimahuishoudens neemt af. | Aan de welzijnsinstellingen vragen wij voor 2012 producten en activiteiten in Nieuwendam Noord die gericht zijn op de volgende doelstelling: Het verbeteren van de zelfredzaamheid van de minimahuishoudens, door . versterking van maatschappelijke vaardigheden en verhogen van maatschappelijke Di participatie. me Samenwerkingsverbanden: Solid, Doras en Combiwel voor volwassenen Doras en Dock voor jongeren Di Resultaat-indicatoren : | — Participatie vrijwilligerswerk is toegenomen onder minimahuishoudens. | — Aantal deelnemers uit de doelgroep dat een participatietraject geslaagd heeft | doorlopen. | Prioriteit 3: Actief Burgerschap en sociale cohesie Aandachtspunt uit de wijkanalyse: Op leefbaarheid, sociale samenhang en tevredenheid met de buurt, scoort Nieuwendam- Noord flink lager dan gemiddeld in Noord. Sloop en nieuwbouw, onzekerheid over de eigen toekomst in de wijk bepaalt hoe men de wijk ervaart en de bereidheid om wel/niet te | participeren. Er is geen wijkplatform. Het aantal actieve bewoners neemt af. Bewoners zijn gericht op de ontwikkeling in fysieke woonomgeving. Als zij actief willen zijn, dan op niveau van bijvoorbeeld hun trappenhuis. Het is van belang nieuwe groepen te betrekken bij de wijk en meer bewoners te activeren (voor vrijwilligerswerk). Stadsdeel Amsterdam-Noord streeft de volgende maatschappelijke effecten na: se Meer mensen zijn actief als vrijwilliger; vrijwilligers en mantelzorgers voelen zich ondersteund. e Bewoners voelen zich veiliger en ervaren ook een verbetering van de objectieve , veiligheid. En e Het aantal bewonersactiviteiten is toegenomen. : Effect-indicatoren — Gemiddeld rapportcijfer voor de tevredenheid met de buurt is gestegen (6,5 in 2008). 4 — Percentage bewoners dat vindt dat in de buurt prettig met elkaar omgaan is gestegen van (34% in 2010). — Gevoel van veiligheid is gestegen (subjectieve veiligheidsindex 104 in 2010). Aan de welzijnsinstellingen vragen wij voor 2012 producten en activiteiten In Nieuwendam Noord die gericht zijn op de volgende doelstellingen: A. Bijdrage leveren aan dat meer bewoners actief zijn/worden in de eigen wijk (o.a. En vrijwilligerswerk, mantelzorgers en maatschappelijke participatie). Samenwerkingsverbanden: Solid en DOCK voor 12 — 23 jaar | Solid, Combiwel en Spin voor volwassen bewoners Solid, Spin en Combiwel voor 12- B, Bijdrage leveren aan het verbinden van oude en nieuwe bewoners, met | bijzondere aandacht voor kwetsbare bewoners. | Samenwerkingsverbanden: _ Solid, Combiwel en Doras voor het aanbod Spin als toeleveraar : G. Bijdrage leveren aan het verbinden van jong en oud. Samenwerkingsverbanden: Solid met Combiwel en Spin voor 12- en volwassenen Combiwel, Solid met DOCK voor 12+ en volwassenen Resultaat indicatoren — Participatie vrijwilligerswerk Is toegenomen onder bewoners. | — Aantal deelnemers aan buurtinitiatieven is toegenomen. gl … Aantal nieuwe bewonersorganisaties dat zelfstandig functioneert ís toegenomen. — Percentage nieuwe bewoners en jongeren dat deelneemt aan buurtactiviteiten Is Di gestegen, Prioriteit 4: Ouderen | Aandachtspunt uit de wijkanalyse: Nieuwendam Noord ís een transitiewijk. Sociale structuren en daarmee de sociale controle nemen af. Kwetsbare ouderen raken hierdoor geïsoleerd. Stadsdeel Amsterdam-Noord streeft de volgende maatschappelijke effecten na: se Mensen met een beperking kunnen zo lang mogelijk zelfstandig wonen. | e Inwoners van Noord komen niet in een sociaal isolement terecht. | e Meer mensen zijn actief als vrijwilliger; vrijwilligers en mantelzorgers voelen zich ondersteund. it nm Effect-indicatoren | — Ervaren sociale cohesie onder doelgroep (geen cijfers van doelgroep) —… Leefsituatie index (niet beschikbaar voor buurten en leeftijd) Sj — Aantal zelfstandig wonende 75+ is toegencmen (niet op buurtniveau) : | Aan de wekzijnsinstellingen vragen wij voor 2012 producten en activiteiten in | Nieuwendam Noord die gericht zijn op de volgende doelstelling: DO Tegengaan sociaal isolement en eenzaamheid van ouderen door: - Bevorderen van kennis van de sociale kaarf voor ouderen bij bewoners en professionals. - Randvoorwaarden scheppen zodat deze kwetsbare bewoners gebruik kunnen maken van bestaande of nog te creëren ontmoetingsmogelijkheden in de buurt. - Sociaal netwerken opzetten en versterken rond ouderen. „ __ Mantelzorgers van ouderen ondersteunen. - __ Ouderen activeren (doen zelf vrijwilligerswerk) Samenwerkingsverbanden: Solid, Doras en Combiwel voor volwassenen : 5 Resultaat indicatoren: — Meer mantelzorgers maken gebruik van ondersteuning. — Percentage ouderen bij wie kennis over voorzieningen en regelingen is toegenomen. — Meer ontmoetingsactiviteiten opgezet in samenspraak met ouderen. — Meer bewonersinitiatieven voor en door ouderen. — Stijging aantal vrijwilligers dat zich inzet vaor kwetsbare ouderen. — Percentage doelgroep dat zich eenzaam voelt is afgenomen. È ij [ | | [ | ö Wijkplan Noord West : Ontwikkelingen in de wijk Activiteiten dienen zo veel mogelijk aan te sluiten bij bestaande ontwikkelingen in de wijk. Voor de wijken in het gebied Noord West is dit: De Vreedzame Wijk: | Project Vreedzame school wordt ontwikkeld tot Vreedzame Wijk, met de volgende speerpunten: e Versterking van de omgangsvormen en een positieve attitude tegenover verschillen. e Vaardigheden in het omgaan met conflicten. Prioriteit 1: Jeugd 12-/12+ | Aandachtspunt uit de wijkanalyse: | In Noord West zijn verschillende jongerengroepen, die soms voor overlast zorgen. De groep 10-15 jarige wordt genoemd als extra risicovol als het gaat om gebruik van drugs en alcohol. Kinderen op straat worden brutaler. De opvoedbereidheid van ouders en omstanders is laag. Autochtoon en allochtonen jeugd mengt wel goed. Opvallend is de | hoge schooluitval in de wijk Tuindorp-Oostzaan t.o.v. het Noordse gemiddelde. | Stadsdeel Amsterdam-Noord streeft de volgende maatschappelijke effecten na: s Vergroten van toekomstkansen van kinderen, s Jongeren kunnen in een prettige, gezonde en moderne leeromgeving hun talenten ontplooien s Jongeren beschikken over een startkwalificatie. e Jongeren gaan naar school of werken. e Bewoners ervaren minder overiast door jongeren. En Effect-indicatoren - Percentage VSV in Tuindorp Oostzaan is afgenomen van 25% naar 22%. Lj - Aandeel bewoners wat overlast ondervindt van groepen jongeren op straat blijft Lo gelijk. ij - Sociale vaardigheden en competenties zijn toegenomen (later meetbaar, na Dg onderzoek Vreedzame Wijk). En Aan de welzijnsinstellingen vragen wij voor 2012 producten en activiteiten in Noord | | West die gericht zijn op de volgende doelstelling: Ei A. Een bijdrage leveren aan het vergroten van ouderbefrokkenheid en ij | opvoedkundige vaardigheden van ouders binnen de principes van de Vreedzame Ee Wijk. EE Samenwerkingsverbanden: Welsaen, Doras en DOGK op ouders 12+ Li Spin, Welsaen en Doras gericht op ouders 12- Dn Solid en Welsaen op ouderbetrokkenheid buurt Dl B. Kinderen/jongeren leren in een prettige, gezonde en moderne leer- en | | leefomgeving hun talenten en maatschappelijke vaardigheden te ontwikkelen i: binnen de principes van de Vreedzame Wijk. L Samenwerkingsverbanden: DOCK, Spin en Welsaen C. Bijdrage leveren aan het versterken van het zelforganiserend vermogen van kinderen/jongeren. Samenwerkingsverbanden: Spin, DOCK en Welsaen D. Bijdrage leveren aan het aanpakken van individuele problematiek onder ; _ kinderen! jongeren. (alcohol- drugs gebruik, depressiviteit, criminaliteit, : kindermishandefing etc.) Samenwerkingsverbanden: Spin, BOCK, Welsaen en Doras gericht op signalering 7 Doras en DOCK voorlichtingen alcohal- en drugsgebruik Resultaatindicatoren: — Aantal gezinnen dat gebruik maakt van opvoedingsondersteuning is toegenomen. — Meer kinderenfjongeren uit rminimahuishoudens maken gebruik van activiteiten gericht op talentontwikkeling. —… Meer bewonersinitiatieven van jongeren. — _Stijgina aantal opvoeders dat deelneemt aan activiteiten van hun kinderen. Prioriteit 2: Actief Burgerschap en Sociale Cohesie Aandachtspunt uit de wijkanalyse: Als geheel is Noord West geen probleemwijk, maar vertoont wel een aantal risicopunten. Het gebied is onder te verdelen in vier wijken met een eigen karakter. De bevolking is overheersend autochtoon. Aan de andere kant is er een instroom van grote allochtonen gezinnen. Bewoners zijn redelijk actief In de buurt en er is een groot verenigingsleven, maar dit zijn vaak dezelfde, wat oudere mensen. De objectieve en subjectieve veiligheid is niet onder het gemiddelde. Wel lijkt het gevoel van onveiligheid in de Molenwijk lager. In Molenwijk is sprake van verloedering in de flats. : Stadsdeel Amsterdam-Noord streeft de volgende maatschappelijke effecten na: e Bewoners voelen zich veilig en ervaren ook een verbetering van de objectieve veiligheid. e Meer mensen zijn actief als vrijwilliger; vrijwilligers en mantelzorgers voelen zich ondersteund. e Het aantal bewonersactiviteiten is toegenomen. , Effectindicatoren En -_ Gemiddeld rapportcijfer voor de tevredenheid met de buurt is niet verminderd. En - Percentage bewoners dat vindt dat in de buurt prettig met elkaar omgaan is niet verminderd. | - Gevoel van veiligheid is niet verminderd. - Percentage bewoners dat vindt dat in de buurt prettig met elkaar omgaan is niet | verminderd, : Aan de welzijnsinstellingen vragen wij voor 2012 producten en activiteiten in Noord | West die gericht zijn op de volgende doelstelling: Voor de wijken Tuindorp-Oostzaan en Molenwijk: hij elkaar brengen van vraag en aanbod vrijwilligerswerk; kracht van nieuwe bewoners mobiliseren en verbinden aan bestaande sociale netwerken. Samenwerkingsverbanden: Solid, Combiwel, Welsaen en Daoras voor het aanbod Spin als toeleveraar | Resulitaat-indicatoren: — Meer bewoners zijn actief als vrijwilliger. — Erzijn meer sociale verbanden ontstaan. — Meer deelname aan huurdercommissies, oudercommissies en buurtplatform door nieuwe bewoners. — Het aantal bewonersinitiatieven en activiteiten zijn toegenomen in aantal. 8 Prioriteit 3: Ouderen Aandachtspunt uit de wijkanalyse: : In Fuindorp-Oostzaan wonen relatief veel ouderen. Er is veel sociale controle en er zijn veel sociale structuren. De woningen zijn klein en lastig aan te passen voor ouderen. In Molenwijk zorgt instroom van nieuw bewoners voor verminderde sociale cohesie. Allochtone ouderen participeren slechter door matige beheersing van de taal. Ouderen maken onvoldoende gebruik van de activiteiten gericht op ontmoeting en de financiële ondersteuning (of maatschappelijk werk). Stadsdeel Amsterdam-Noord streeft de volgende maatschappelijke effecten na: e Inwoners van Noord komen niet In een sociaal isolement terecht. e Mensen met een beperking kunnen zo lang mogelijk zelfstandig wonen. Effect-indicatoren — Leefsituatie index (niet beschikbaar voor buurten en leeftijd). — Aantal zelfstandig wonende 75+ is toegenomen (niet op buurtniveau). : Aan de welzijnsinstellingen vragen wij voor 2012 producten en activiteiten In Noord West die gericht zijn op de volgende doelstelling: Het bereik van de informatie over voorzieningen verbeteren onder mensen met een beperking en ouderen. - Bevorderen van kennis van de sociale kaart voor ouderen bij bewoners en professionals. Extra aandacht voor allochtone ouderen. - Sociale netwerken versterken rond individuele kwetsbare ouderen. Samenwerkingsverbanden: Solid, Doras en Welsaen Resuitaatindicatoren: — Meer mantelzorgers maken gebruik van ondersteuning. — Percentage ouderen bij wie kennis over voorzieningen en regelingen is Ee toegenomen. | — Stijging aantal vrijwilligers dat zich inzet voor kwetsbare ouderen. — Percentage doelgroep dat zich eenzaam voelt is afgenomen. EE 9 | En En & twel versterkt welzijn Stadsdeel Noord t.a.v. Dagelijks Bestuur Postbus 37608 1830 BB AMSTERDAM Amsterdam, 18 juli 2011 Kenmerk: 5283,HZ.DD Betreft: ____ vraagformulering 2012 Geacht bestuur, In deze brief geef Ik weer wat ik in het bestuurlijk overleg op 12 juli j.l. zaan de heer Paqutay heb laten weten, Ik vertelde hem dat ik, en mijn betrokken collega's evenzeer, zeer ontstemd ben naar aanleiding van de vraagformulering die wij per brief op 1 juli jl. hebben ontvangen. De reden hiervan is als volgt. In 2010, tijdens de kennismaking met de belde portefeuillehouders Wmo, spraken wij de wederzijdse intentie uit te komen tot een verbetering van de relatie waarbij wederzijdse transparantie en partnerschap de centrale begrippen vormden. Beide lijken momenteel van de zijde van het stadsdeel vergeten of opgezegd; ze ontbreken in leder geval, Wij werden op 24 mei j.l. uitgenodigd door dezefde portefeuillehouders om de consequenties van de voorjaarsnota voor Combiwel te bespreken. De niet mis te verstane en heftige consequenties die toen werden genoemd hebben we geaccepteerd, | In de vraagformulering bleken deze echter deels verdubbeld (bijvoorbeeld de bezuiniging op het volwassenenwerk en het beheer), deels met verrassingen aangevuld (een bezuiniging op het | kinderwerk} en deels voorzien van lange termijn vooruitzichten die nag veel verdergaande | consequenties hebben dan de bezuinigingen alleen (het accommodatiebeheer wordt over twee jaar ; | aan eén andere organisatie gegund). Als klap op de vuurpijl wordt ons een restant van een voor 2011 uitonderhandelde bezuiniging alsnog voor 2012 voor de voeten geworpen. . Over geen van deze maatregelen zijn wij vooraf geïnformeerd, noch heeft er een inhoudelijke beleidsdialoog plaatsgevonden op basis waarvan inhoudelijke invulling aan de bezuinigingen gegeven | kan worden. Wel blijken andere partijen intussen op de hoogte te zijn gebracht van voor hen positieve consequenties van de maatregelen. Vanwege het gevoel dat wij niet serieus genomen werden in onze inzet als partner zo goed mogelijk bij te dragen aan het realiseren van de zware taakstellingen, sterker nog, het gevoel dat we bedonderd worden, hebben we aangegeven ons te beraden op de consequenties hiervan voor het : voortzetten van onze relatie met dit stadsdeel, . Stichting Combiwel Amsterdem Pestbus 95304 1690 HH Amsterdam 1.020.575 47 00 info @ombiwel.nl verw. combiwel.n! KvK 34125333 AN Gombmwe versterkt welzijn 4 | Dit beraad heeft opgeleverd dat wij uiterlijk 15 augustus a.s. een offerte uitbrengen waarbij wij ans echter niet:op de financiële kaders van de vraagformulering, maar op de gegevens zoals ons die op 24 mei j.l. gepresenteerd zijn zullen baseren. Í Ik verwacht u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Met wendflijke groet, iÁ Li IA J. Zuivel; \ \ directeur/béstuurder CC: Mw, \ de Groot, Mw. M. van t Hof, Mw. 1. Viskil 7 . \ Stichting Combiwel Amsterdam Postbus 95304 1090 KH Amsterdam 1. 020-575 47 00 [email protected] wv combiwel.nl Kvk 14126333 Sombrwel _— versterki welzijn AANTEKENEN Stadsdeel Noord t.a.v, Dhr. W. Paquay en Mw. C, van Berkum Postbus 3/608 1030 BB Amsterdam Amsterdam, 13 september 2011 Kenmerk: 5380 HZ.JD | Betreft: vraagformulering en offerte 2012 Geachte heer Paquay en mevrouw Van Berkum, | Í Inmiddels alweer twee maanden geleden spraken wij elkaar over de vraagformulering die wij | ontvingen voor 2012. Wij spraken ons ongenoegen daarover uit tegen de heer Paqtay en | formuleerden die op verzoek daags erna ook schriftelijk. Verder spraken wij af dat de heer Paquay op korte termijn telefonisch contact op zou nemen om een reactie en vervolgstappen op het gesprek te bespreken. Tot onze verbazing en ongenoegen hebben wij tot op heden geen enkele reactie van uw | kant ontvangen. In de tussentijd hebben wij een maand geleden onze offerte voor 2012 onder specifieke voorwaarden E uitgebracht. Wij willen u dringend verzoeken op zeer korte termijn met ons hierover in gesprek te | daan. De uitgebrachte offerte vraagt specifieke maatregelen van onze kant; als we het eens worden it over de opdracht door 2012, maar vooral als we het er niet over eens worden. Wij zijn reeds En begonnen met defhoodzakelijke voorbereidingen hiervoor en als we nog lang op uitsluitsel moeten Ee wachten zullen deze omgezet worden in onomkeerbare maatregelen met forse consequenties zowel E voor Combiwel als voor het stadsdeel. me L | Ik verwacht dat jude urgentie van vervolgoverleg onderkent en een afspraak met ons maakt. En Met vriendelijke gro en . Úi m J. Zuiver, d Directeur/bestltrder CC: Mw. M, de dee Mw. M. van ’t Hof, Mw. 1. Viskil Stichting Combiwel Amsterdam | Postbus 25304 i 1990 HH Amsterdam ; t 020-575 47 00 [email protected] wurss.combiysel.nl : Kvk 34126233 versterkt welzijn Stadsdeel Noord t.a.v. Dagelijks Bestuur Postbus 37608 1030 BB Amsterdam Amsterdam, 26 september 2011 | Kenmerk: 5396, HZ.MR Betreft: offerte kinderwerk en volwassenenwerk 2012 Geacht bestuur, | Nadat ik portefeuillehouders Van Berkum en Paquay vorige week verzocht met spoed alsnog contact met ons op te nemen over onze reactie op de vraagformulering voor 2012, ontving ik enkele dagen geleden uw brief waarin ons verzocht wordt de offerte 2012 uiterlijk 1 oktober a.s. opnieuw in te | dienen. Uitgangspunt blijft volgens u de vraagformulering, ondanks dat wij in juli aangaven de gang van zaken hieromtrent onfatsoenlijk te vinden. Die mening zijn wij nog steeds toegedaan. Wij verzochten om een bestuurlijk overleg om hierover in gesprek te kunnen. Dit verzoek is niet | gehonoreerd. Daarom zie ik mij genoodzaakt u nu per brief te melden dat wij een deel van de opdracht uit de vraagformulering niet in de herziene offerte op zullen nemen. Dit betreft het | accommadatiebeheer, Uit de vraagformulering blijkt dat Combiwel niet alleen fors zou moeten E bezuinigen op het accommadatiebeheer, maar het bovendien na enige tijd aan Welsaen over zou Ee moeten dragen. Dat heeft ons doen besluiten deze opdracht niet uit te willen voeren. Dit geldt | overigens ook voor andere stadsdelen in Amsterdam; het feit dat diverse stadsdelen het LO accommodatiebeheer zelf uit gaan voeren heeft bijgedragen tot het besluit geen accommodatiebeheer | meer uit te voeren. Het verbreken van de subbsidierelaties middels de zogeheten ‘nulbrieven’ biedt ons | hiervoor de mogelijkheid. a Voor het vertalen van de andere bezuinigingsopdrachten naar een passende offerte voor 2012 | | verzoeken wij alsnog om een bestuurlijk overleg met een beleidsdialoog conform de subsidieregels. | Wij gaan ervan uit dat het stadsdeel ideeën heeft over de manier waarop bezuinigd moet worden en die vernemen wij graag alvorens een nieuwe offerte uit te brengen. | Ook zouden we het dan graag met u hebben over de overdracht van onze beheermedewerkers aan de | partij die de opdracht wel uit gaat voeren. | Ik zie dan ook uit naar een uitnodiging voor dit overleg, temeer daar de heer Paquay dit ons tijdens i het gesprek van 12 juli j.l. toegezegd heeft en dit tot nu toe niet heeft plaatsgevonden. i Met vriendelijke groet, df . J. Zuiver, Directeur/bestuurder Stichting Combiwel Amsterdam Pastbus 95304 : CC: Mw. M. de Groot, Mw. M, van ‘t Hof, Mw, 1. Viskil 1090 HH Amsterdam 1. 070-575 47 00 info @ combiwel.nl wvw.combiwel.nf . KvK 34126333
Raadsadres
18
train
X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Amendement Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 870 Publicatiedatum 15 oktober 2014 Ingekomen op 9 oktober 2014 Ingekomen in raadscommissie AZ/FIN Te behandelen op 5/6 november 2014 Onderwerp Amendement van het raadslid de heer Nuijens inzake de begroting voor 2015 (benutten van braakliggende terreinen). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de begroting voor 2015; Overwegende dat: — de raad heeft ingestemd met een initiatiefvoorstel van GroenLinks en SP over het beter benutten van braakliggende terreinen voor tijdelijke functies; — braakliggende terreinen vele kansen bieden voor tijdelijke invulling voor groen, stadslandbouw, ontmoeting, en andere door buurten en bewoners gewenste functies; — Amsterdam vele plekken kent, zoals de Almatuin aan de Zuidas, waar bewoners, gemeente, organisaties en eigenaren door goed overleg prachtige (tijdelijke) initiatieven initiëren, faciliteren en ondersteunen, Besluit: — op pagina 220 van de begroting 2015 in tabel 6.9.4 Doelenboom en indicatoren, onder indicator doelen een punt 4 toe te voegen: ‘Braakliggende terreinen worden zoveel mogelijk benut voor (tijdelijke) functies’; — als streefwaarde toe te voegen dat in 2015 gestreefd wordt naar een (tijdelijke) invulling van 80% van de Amsterdamse braakliggende terreinen of terreintjes. Het lid van de gemeenteraad, J.W. Nuijens 1
Motie
1
discard
M Stadsdeel Zuid Stadhuis Amstel 1 Toezeggingen 1011 PN Amsterdam 2 Stand van zaken op: 24-10-2011 Postbus 202 x a an zaken op: 1000 AE Amsterdam Z Toezeggingen commissie LO Volg . Datum se os: nr. Regnr. Fractie ingediend Pfh. Onderwerp Omschrijving Toelichting Vervaldatum 1 TA2011- fractie 2010/12/07 de Toezegging Pfh. zegt toe de commissie op de hoogte te houden Pfh. houdt de commissie middels een 31-12-2011 000029 PvdA 00:00:00 Vries _Zorgtuin/Hortus van de stand van zaken m.b.t. de Zorgtuin/Hortus. brief op de hoogte. Píh. heeft de datum van afhandeling verschoven van het derde naar het vierde kwartaal 2011. 2 TA2011- PvdA 2011/10/11 Blaas Toezegging Pfh. gaat informeren bij Waternet wat de stand van 8-11-2011 000053 00:00:00 Afmeerbeled zaken is m.b.t. het weghalen van wrakken. Hij komt hier mondeling op de eerst volgende commissievergadering LO op terug 3 TA2011- PvdA 2011/10/11 Blaas Toezegging Portefeuillehouders zeggen toe bij iedere onderwerp 8-11-2011 000054 00:00:00 Termijnagenda op de termijnagenda een motivering en een streefdatum aan te geven. 4 TA2011- SP 2011/10/11 de Toezegging Opstart _Pfh. zegt toe een overzicht van alle projecten en het 31-3-2012 000052 00:00:00 Vries Van Gogh museum masterplan aan de commisie te doen toekomen. Gemaakt met gegevens uit Andreas
Agenda
1
discard
Termijnagenda stadsdeelcommissie Noord Datum Invulling Onderwerpen 2021 \ vergadering 10-mrt- = Adviesaanvraag Projectnota Banne Noord 2021 - Bomenkap en -herplant (geagendeerd door Canan Uyar) - AV Projectnota Klaprozenweg Noord 2021 \ vergadering Me 2021 2021 | vergadering Aere 2021 2021 \ vergadering Si) jee 2021 stelsel 2022/2026. Si 2021 2021 \ vergadering El 2021 vergadering mmm 2021 \ vergadering 23-jun- SB 30-jun- | Geen n.v.t. BEAN ZE Eme 2021 1 sep- | Geen Biene | B 2021 Em | 2021 | vergadering EE 2021 a 2021 |vergadering | EI] en 2021t | vergadering Sl 2021t SEL vermeng | 2021 \ vergadering Sil 2021 Pa | 2021 \ vergadering Si 2021 en | 2021 | vergadering al 2021 Ba | 2021 \ vergadering 22 dec- OM EL 2022 19 jan- Geen Sherman | 26 jan- RE BOR) nd vergadering 2022 Ee | 2022 | vergadering MN 2022 Sg | 2022 Nog niet ingeplande onderwerpen: TEE le Datum Onderwerp EEC Bijzonderheden 16-okt | Verloedering straatbeeld Canan Uyar, Dennis | Peper mee | n.n.b. [n.n.b. Participatie Nicoline van der Voorgesteld in eer pes PP [Forecananar [SBC trvzors n.n.b. [n.n.b. Gevaarlijke kruispunten in NoordWest | Régine Anmuth, Dennis Overweg n.n.b. [n.n.b. Meer sportmogelijkheden in Noord Canan Uyar, Dennis |In samenwerking Overweg, Fatin met Robert Bouali & Peter Klinkenberg (Stem Willing van Noord). n.n.b. [n.n.b. Culturele locatie Hamerstraatgebied Canan Uyar, Dennis Overweg n.n.b. [n.n.b. Toegankelijkheid van Noord voor Fatin Bouali, Dennis mensen met een beperking/ Overweg, Paul toegankelijkheid van stoepen Scheerder & Niels Ras Evaluatie bestuurlijk stelstel Esther Lagendijk Ambitiedocument Cultuur in Noord Esther Lagendijk Buurtbudgetten 2021-2022 Esther Lagendijk Ambitiedocument Sport in Noord Esther Lagendijk n.n.b. [n.n.b. (Vervolg) Verbinding Zeeburgereiland Voorgesteld door - Eerst een technische sessie, twee Tanja Heringa. weken later de daadwerkelijke Precieze datums adviesbehandeling. hangen af van verloop besluitvormingspr oces. Verwacht: na zomerreces Werkbezoeken: Jaar Datum Onderwerp Trekker Bijzonderheden Only Friends A 12-jul [n.n.b. Bezoek opvanglocatie Dwergvinvisstraat 69-75 n.n.b. [n.n.b. Sixhaven Canan Uyar & Wijbe Langeveld |
Agenda
3
train
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Motie Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 428 Publicatiedatum 25 juni 2014 Ingekomen onder E Ingekomen op woensdag 11 juni 2014 Behandeld op woensdag 11 juni 2014 Status Ingetrokken Onderwerp Motie van de raadsleden mevrouw De Heer en mevrouw Roosma inzake de jaarrekening 2013 van de gemeente Amsterdam (inkoopmonitor). Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de jaarrekening 2013 van de gemeente Amsterdam (Gemeenteblad 2014, afd. 1, nr. 396); Constaterende dat: — er in de verschillende bezuinigingsoperaties zoals Inzet op Herstel 1 en 2 en 1-Stad-1-Opgave bezuinigd is op inkoop; — uitde jaarrekening en het generaal verslag van de ACAM blijkt dat er nog veel problemen zijn met aanbestedingen door de gemeente; — door de vele nieuwe taken er nog veel meer inkooptaken bij komen voor de gemeente; — gezien de hervormingsagenda de verwachting is dat onderhandelende partijen nieuwe bezuinigingen gaan voorstellen op inkoop om nieuwe plannen te financieren; — onduidelijk is wat er nu precies onder inkoop wordt verstaan; Overwegende dat: — de overheid zo efficiënt mogelijk moet werken en onnodige kosten moet tegengaan; — inkoop een geschikte post lijkt om op te bezuinigen omdat het de Amsterdammer niet direct raakt; — bezuinigingsvoorstellen wel reëel moeten zijn, 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteraad Nummer 428 Moti Datum _ 25 juni 2014 otie Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: — de raad zo snel mogelijk een overzicht te sturen van de uitgaven op inkoop en de verdeling ervan over de verschillende posten en diensten/rve’s; — de raad een halfjaarlijkse update te geven van de (financiële) ontwikkelingen met betrekking tot inkoop. De leden van de gemeenteraad, À.C. de Heer F. Roosma 2
Motie
2
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2018 Afdeling 1 Nummer 223 Datum indiening 29 september 2017 Datum akkoord 16 februari 2018 Publicatiedatum 19 februari 2018 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Van Lammeren inzake de uitvoering van de pilot voor “Een groen Sloterdijk”. Aan de gemeenteraad Toelichting door vragensteller: In december 2016 heeft de Amsterdamse gemeenteraad ingestemd met het plan om de betonnen pijlers onder de spoorwegen bij Sloterdijk te laten begroeien met klimop. In een pilot worden vier pijlers vergroend. De fractie van de Partij voor de Dieren heeft geruchten gehoord dat de uitvoering van de pilot “Een groen Sloterdijk” vertraagd is en is daarom benieuwd naar de stand van zaken. Gezien het vorenstaande heeft het lid Van Lammeren, namens de fractie van de Partij voor de Dieren, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Wat is de stand van zaken en planning met betrekking tot de uitvoering van de pilot “Een groen Sloterdijk”? Antwoord: September 2017 is rondom vier kolommen van ProRail in het Sloterdijk gebied klimopbeplanting aangeplant. Deze aanplant is de uitvoering van de pilot om te onderzoeken hoe klimbeplanting zich onder de diverse viaducten van het stationsgebied Sloterdijk ontwikkelt. In het plan van aanpak is afgesproken om na een plantseizoen (dus oktober 2018) de pilot te evalueren en afhankelijk van het resultaat, te besluiten of klimbeplanting in deze omstandigheden zich goed ontwikkelt en op meer plaatsen en onder gelijke condities, zowel in Sloterdijk als Amsterdam, toegepast kan worden. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris J.J. van Aartsen, waarnemend burgemeester 1
Schriftelijke Vraag
1
train
> < Gemeente Raadsinformatiebrief Amsterdam Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam Datum 25 mei 2023 Portefeuille(s) Evenementen Portefeuillehouder(s): _ Touria Meliani Behandeld door Stedelijk Evenementenbureau Onderwerp Vernieuwing evenementenbeleid Geachte leden van de gemeenteraad, Amsterdam staat aan de vooravond van een wezenlijke vernieuwing van het evenementenbeleid. De komende tijd zal de gemeente de noodzakelijke vernieuwing in gang zetten, met als uiteindelijk doel een breed en gevarieerd evenementenaanbod dat aansluit bij de behoeften van alle Amsterdammers. In deze brief neem ik u mee in de doelstellingen van het college met betrekking tot het nieuwe evenementenbeleid en schets ik wat daarvoor nodig is. Evenementen, groot of klein, voegen op veel manieren iets toe aan de stad, door bij te dragen aan belangrijke doelstellingen op het gebied van cultuurparticipatie, sociale cohesie, economie, levendigheid en het versterken van kernwaarden van de stad. Voorwaarde daarbij blijft dat de impact van die evenementen voor omwonenden acceptabel is en dat de voordelen van evenementen opwegen tegen de nadelen. In het proces om tot het genoemde nieuwe beleid te komen, is het belangrijk dat we nauw samenwerken met de stadsdelen en alle andere partijen — omwonenden, bezoekers, organisatoren, experts en andere belanghebbenden — goed betrekken door vooraf om input en ideeën te vragen. Alleen zo kunnen we ervoor zorgen dat het nieuwe beleid ook draagvlak heeft. Over evenementen en het nieuwe beleid is de afgelopen jaren veel gezegd en geschreven, ook in de gemeenteraad. Begin vorig jaar hebben de raad en de leden van de raadscommissie Algemene Zaken een brief van de burgemeester gekregen over gewenste beleidswijzigingen. Sinds het aantreden van het nieuwe stadsbestuur is de portefeuille Evenementen grotendeels belegd bij mij als wethouder Evenementen. Uitzondering vormen de onderdelen vergunningen, toezicht en handhaving (VTH) en openbare orde, die de bevoegdheid zijn van de burgemeester en van de stadsdeelbestuurders met VTH in hun portefeuille. Als wethouder Evenementen én Kunst en Cultuur hecht ik eraan om samen met de bestuurders van de stadsdelen ook een inhoudelijke invulling te geven aan het beleid, door de doelstellingen en de werkwijze voor evenementen breder te verbinden met die van kunst en cultuur, jeugd of bijvoorbeeld sociale cohesie en identiteit. Zo komen we tot een levendige en aantrekkelijke stad waar nog meer Amsterdammers van kunnen profiteren. Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum g mei 2023 Pagina 2 vang Veel betekenis voor de stad Nadat het coronavirus twee jaar lang bijna alle evenementen in de stad onmogelijk maakte, kunnen we sinds vorig jaar weer genieten van al het moois dat ze te bieden hebben. Hoezeer evenementen gemist werden, hebben we gezien aan de uitbundige viering van de Pride in 2022. Eindelijk kleurde Amsterdam weer roze met een botenparade, straatfeesten en tal van inhoudelijke activiteiten in verschillende stadsdelen. In die twee jaar zonder Pride is vooral voor de gemeenschap voelbaar geweest hoe belangrijk het evenement is, als plek van ontmoeting, manifestatie van zichtbaarheid en diversiteit, en als moment van protest tegen ongelijkheid en discriminatie. Aandacht voor alle doelstellingen en van alle doelgroepen, zowel in het hart van de stad als in andere stadsdelen, is een levensader voor de gemeenschap. En dit jaar vieren we de Queer & Pride Amsterdam nog uitbundiger en met nog meer aandacht voor diversiteit en inclusie. En een paar maanden geleden vierden tienduizenden Amsterdammers (en bezoekers) samen uitbundig het begin van 2023 op het Museumplein, bij het Amsterdamse aftelmoment. Twee dagen later volgde nog een (door de harde wind uitgestelde) prachtige vuurwerk- en droneshow bij de A'dam Toren. Die stedelijke nieuwjaarsvieringen waren veel drukker bezocht dan verwacht. Het was een duidelijk signaal dat veel Amsterdammers graag zo oud en nieuw vieren. Het zijn voorbeelden die laten zien wat evenementen kunnen toevoegen aan de stad: elkaar ontmoeten en samen vieren op Koningsdag, zoals op het Bredewegfestival of de kindervrijmarkt in het Vondelpark; solidariteit met en aandacht voor de strijd van Ihbtig+ — en het vieren van zwaarbevochten, maar kwetsbare verworven vrijheden die nooit vanzelfsprekend mogen — tijdens de Pride en Milkshake; En een nieuwjaarsviering met tienduizenden bezoekers op het Museumplein die bijdraagt aan een feestelijk en veilig verloop van de jaarwisseling. Voorbeelden als deze, maar ook nog vele anderen zoals Het Sluis- en Bruggenfeest in Weesp, de buurtcampings op verschillende plekken in de stad, het Wilde Woorden festival, de marathon, de intocht van Sinterklaas op IJburg, een nieuw elektronisch muziek festival NO ART, Pluk de nacht op Stenen Hoofd of de Nieuwjaarsduik in de Sloterplas, ze kunnen dienen als een inspiratie, zijn voor wat Amsterdam wil en kan met evenementen. Een nieuwe kijk De afgelopen twintig jaar hebben we grofweg twee stromingen gezien. Bij de opkomst van de grote buitenevenementen, midden jaren ‘go, hield de houding van de gemeente het midden tussen het stimuleren ervan (vooral als onderdeel van een strategie voor stedelijke ontwikkeling, economische en culturele activiteit) en het faciliteren van een veilig en ordelijk verloop. Het doel was om duizend bloemen te laten bloeien en zo te zorgen voor levendigheid in de stad. Het resultaat was een groot en gevarieerd aanbod van veel vernieuwende en gewaardeerde evenementen. De rol van de gemeente was louter om ze te toetsen op veiligheid. Na een snelle groei van vooral het aantal grote muziekevenementen ontstond weerstand. De uitbundige bloei van die duizend bloemen had namelijk een keerzijde: Amsterdam werd overwoekerd. Vooral in de jaren na de economische crisis van 2008 was de stad snel gegroeid, waardoor openbare ruimte steeds schaarser werd en met steeds meer mensen moest worden gedeeld. In die drukke, steeds verder verdichtende stad hadden steeds meer Amsterdammers last van evenementen en werd de roep om maatregelen steeds luider. In 2018 is nieuw Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum g mei 2023 Pagina 3 vang evenementenbeleid ingevoerd, dat normen stelde voor geluid en het gebruik van de openbare ruimte, en ook grenzen stelde aan het aantal grote (muziek)evenementen. Ook op het gebied van mobiliteit en crowd management, veiligheid, duurzaamheid en ruimtegebruik werden nieuwe, strenge regels ingevoerd. Wie nu kritisch kijkt naar evenementen in Amsterdam, moet constateren dat het resultaat van al die ontwikkelingen een gemengd beeld geeft. Enerzijds gaat er veel goed: evenementen in Amsterdam zijn streng gereguleerd en de uitvoering vindt over het algemeen op hoog niveau plaats, waardoor de overlast zoveel mogelijk wordt beperkt . Amsterdam heeft door de jaren heen een indrukwekkende line up van grote (muziek)evenementen die populair zijn, ook buiten Nederland. De creatieve (muziek)sector die erachter zit, is een belangrijke motor van economische, creatieve en culturele ontwikkeling en draagt bij aan de aantrekkingskracht van Amsterdam als vestigingsstad. Anderzijds kan ook veel beter. Door alle regels zijn hoge drempels ontstaan voor het organiseren van evenementen, waardoor dat in toenemende mate is voorbehouden aan een kleine groep professionals: veelal partijen die al jaren actief zijn in de stad en de beschikbare ruimte bijna volledig gebruiken. De strenge eisen en de hoge kosten werken schaalvergroting en prijsstijgingen in de hand: om uit de kosten te komen moeten veel, dure kaartjes worden verkocht. Het gevolg: voor sommige doelgroepen zijn die evenementen onbetaalbaar en voor nieuwe ideeën, nieuwe organisatoren en concepten gericht op andere (minder kapitaalkrachtige) doelgroepen, is te weinig ruimte. Ook zorgen de steeds grotere evenementen voor meer hinder en overlast. Daarom is het tijd voor een nieuwe koers waarbij voorop komt te staan wat evenementen kunnen brengen voor de stad. Veiligheid en beheersbaarheid blijven ook in het nieuwe beleid een voorwaarde en uitgangspunt, maar we gaan daar bovenop als stad bewust kiezen en programmeren, zodat we evenementen krijgen die op velerlei manieren een positieve bijdrage leveren aan het wonen en leven in de stad. Precies zoals we dat al jaren doen met het programmeren en ondersteunen van kunst en cultuur in de stad, en bij voorkeur op zo'n manier dat evenementen en kunst en cultuur elkaar aanvullen en versterken. Het gesprek over de impact van evenementen op de omgeving zal ook worden gevoerd, maar wel meer in relatie tot wat een gevarieerder en divers aanbod van evenementen voor Amsterdammers kan brengen. De openbare ruimte is immers van ons allemaal, de keuze om die beschikbaar te stellen voor een evenement moet niet alleen worden gebaseerd op de vraag of het evenement veilig en goed georganiseerd is, maar ook op de vraag wat dat evenement de stad brengt. Daarbij is het van groot belang dat we partijen vroeg betrekken en vragen om input en ideeën, met als uiteindelijk doel een duidelijke Amsterdamse visie op evenementen en helder, constructief stedelijk beleid, met ruimte voor lokale accenten en inkleuring. Doelstellingen nieuw beleid De komende periode zullen we op meerdere vlakken tegelijk werken aan nieuw evenementenbeleid. We onderscheiden daarbij vijf hoofddoelstellingen: 1. De basis: het uitwerken van een duidelijke visie. Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum g mei 2023 Pagina 4 vang De afgelopen jaren is er veel beleid gemaakt om evenementen in goede banen te leiden. Maar het verhaal, de gedachte erachter, ontbreekt. Een duidelijke visie is nodig als basis voor het nieuwe beleid, om de komende jaren goede en consistente keuzes te kunnen maken. Die visie op evenementen legt duidelijke verbanden naar andere beleidsdoelen. Met Kunst en Cultuur bijvoorbeeld: evenementen zoals het Huiskamerfestival of de Bijlmerbios stimuleren de cultuurparticipatie. Maar evenementen kunnen als ontmoetingsplek, vrijplaats voor muziek en cultuur of als sportevenement ook bijdragen aan leefbaarheid, sociale cohesie, gezondheid en stedelijke ontwikkeling, juist ook in de stadsdelen met meer kwetsbare bewoners, door te programmeren voor bewoners daar. De visie gaat duidelijk maken wat Amsterdam wil bereiken met evenementen, en hoe daar te komen. De visie omvat het stedelijke gewenste toekomstbeeld en biedt tegelijkertijd nadrukkelijk ook ruimte voor inkleuring vanuit stadsdelen, met name als het gaat om het programmeren van locaties. De benodigde instrumenten in het verlengde van deze visie zullen goed worden omschreven: dat zijn deels nieuwe instrumenten, zoals een werkwijze die nodig is om de locaties voor de grootschalige evenementen toe te delen aan organisatoren (een schaarse vergunning), maar ook bestaande instrumenten als het locatiebeleid, geluidsbeleid en duurzaamheidsbeleid. Een voorwaarde is dat deze visie gedragen wordt en de bijbehorend beleid wordt begrepen. Dat zullen we doen door met geïnteresseerden en betrokkenen in gesprek te gaan in zowel breed toegankelijke openbare stadsgesprekken als gericht en geconcentreerd in gesprekken met experts en direct belanghebbenden en/of rondom locaties. 2. Stimuleren en ondersteunen Stimuleren en ondersteunen kan ten eerste door het verlagen van drempels om een evenementen te organiseren. Dat geldt in het bijzonder voor de buurtevenementen. Kleinschalige buurtevenementen hebben een belangrijke rol in de haarvaten van ons stad omdat ze gelegenheid bieden samen te vieren en de eigen woonomgeving te beleven. Het zorgt voor sociale cohesie, het brengt plezier en biedt ook kansen voor jong en oud zich te uiten en te ontwikkelen. Vanwege dit belang heeft dit college de hoogte van de leges in de categorie tot 250 bezoekers teruggebracht naar een acceptabel niveau. Bovendien zal in 2023 geëxperimenteerd worden met vergunningvrije evenementen voor deze categorie. Innovatie en stimulans voor vernieuwing, ontwikkeling en experimenten in het aanbod en uitvoering van evenementen kunnen we als stad ondersteunen en aanjagen. Dat kunnen wij doen door jonge talenten of nieuwe organisatoren een kans te geven, door actief te werven en te zoeken naar concepten die nieuwe lokale doelgroepen aanspreken, door ruimte te reserveren voor nieuwe titels op de evenementenkalender, en door subsidie of andere ondersteuning. De huidige subsidieregeling in het kader van het evenementenfonds biedt op dit moment al kansen voor nieuwkomers, maar het is van belang de mogelijkheden daartoe nog eens goed te evalveren. Op dit moment gaat het grootste deel van de beschikbare subsidie uit het evenementenfonds steeds naar dezelfde evenementen. Vraagt dat om meerjarige toekenning? Maar ook: Blijft er als gevolg van inflatie en stijgende kosten nog wel genoeg over voor vernieuwing? Daarnaast vergen unieke Amsterdamse concepten zoals Queer & Pride om beleid op basis waarvan schaarse Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum g mei 2023 Pagina 5 vang subsidie op een transparante manier kan worden toegekend. Dat zal in de toekomst wellicht ook moeten gebeuren voor andere evenementen, waar meerdere partijen zich melden voor de organisatie. 3. Balans tussen levendigheid en leefbaarheid Amsterdam moet ook opnieuw in gesprek over de ruimte die we vrijmaken voor evenementen. Dat is een gesprek over de juiste balans: Aan de ene kant moet de impact van evenementen op de omgeving acceptabel zijn. Maar aan de andere kant willen we ook genoeg ruimte in de stad overhouden om evenementen te kunnen programmeren die voorvoor een levendige en aantrekkelijke stad zorgen . Concreet betekent dit dat we het gesprek moeten voeren over wat een redelijke belasting is. Dat kan op stedelijk niveau: wat zou voor alle Amsterdammers gelden als een redelijke belasting? Wat hoort bij wonen in de stad? Wat kan ook echt niet? Hoe kunnen we zo goed mogelijk spreiden, waar houden we rekening mee, hoe kunnen we de belasting beperken? De stedelijke uitgangspunten die we nu hanteren zullen worden geëvalveerd en ook getoetst op de middellange termijn ontwikkelingen, niet alleen in de stad, maar ook in MRA verband. Het college ziet graag een breed artistiek inhoudelijk aanbod voor iedereen, toegespitst naar het profiel van een stadsdeel, de wijk of de locatie, met een aanvaardbare impact op de omgeving. Over de manier waarop dit kan en de wijze waarop het zoveel mogelijk effect heeft in de beleving van bewoners en bezoekers, zou een open dialoog moeten plaatsvinden en goede voorbeelden zouden navolging moeten krijgen. Dit gesprek kunnen partijen — ondernemers, bewoners, bezoekers, onder regie van de stadsdelen en met hulp van het Stedelijk Evenementenbureau — uitstekend met elkaar voeren en zo nodig viteindelijk vertalen in (nieuwe) locatieprofielen. Daarbij streeft het college nadrukkelijk naar een goede balans tussen een programmering die ook bewoners uit de omgeving aanspreekt, en ruimte voor evenementen die maar op een beperkt aantal plekken in de stad georganiseerd kunnen worden en die een bredere doelgroep aanspreken van vooral (maar niet uitsluitend) jongeren vit de hele stad. Om te komen tot die juiste balans tussen stedelijke programmering van evenementen die iets toevoegen aan het culturele (nacht)leven in de stad, en evenementen die ook omwonenden aanspreken, is een goede samenwerking tussen de stad en de stadsdelen onontbeerlijk. Ik wil graag de expertise op lokaal niveau en het netwerk en de relatie van de stadsdelen gebruiken om alle Amsterdammers goed mee te nemen bij de afwegingen die gemaakt moeten worden om tot dat evenwicht te komen. De belangrijke rol van de stadsdelen sluit aan bij motie 35 van de leden Ernsting en Boutkan inzake Evenementenbeleid, aangenomen tijdens de raadsvergadering van 26 januari 2022. De raad vraagt in deze motie om de stadsdelen (pro)actief te betrekken bij een nieuw evenementenbeleid. We moeten niet alleen kijken naar bestaande locaties maar ook naar plekken waarvoor nog een profiel opgesteld moet worden, en naar nieuwe plekken — in de stad en de regio — waar Amsterdamse evenementen een plek zouden kunnen vinden. Enig verwachtingsmanagement is hier wel op zijn plaats: in de praktijk is het lastig gebleken Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum g mei 2023 Pagina 6 vang om nieuwe locaties langdurig geschikt te maken voor evenementen, zeker buiten de gemeente Amsterdam. Evenementen die in Amsterdam uit hun jasje groeien verplaatsen is dan ook niet makkelijk. 4. Goed verdelen van schaarse ruimte Ruimte voor de grootschalige evenementen is schaars in Amsterdam, vooral omdat we ervoor kiezen grenzen te stellen aan het aantal (grote) evenementen met veel impact op de omgeving. Die keuze geeft de stad de verantwoordelijkheid de schaarste goed te verdelen. Niet alleen eerlijk en transparant, maar dus ook in lijn met de visie en doelstellingen die de gemeente heeft met evenementen. Hiervoor is een nieuw te ontwikkelen werkwijze nodig waarmee de verschillende locaties jaarlijks en bij voorkeur ook deels meerjarig kunnen worden toebedeeld aan partijen. Het gaat hier om een zogenoemd schaarse vergunning die organisatoren het recht geeft om een evenement te organiseren op een bepaalde locatie. Voor de wijze waarop het evenement wordt georganiseerd zal separaat een evenementenvergunning nodig blijven (APV). De toedeling van een locatie geeft als het ware het recht om een evenementenvergunning te mogen aanvragen. De focus van het schaarse vergunningenbeleid ligt op grote muziekevenementen. We weten uit ervaringen met schaarse vergunningen op andere terreinen dat het opstellen en invoeren van zo’n verdelingswijze complex is en zorgvuldig dient te gebeuren. Het ook meerjarige toekennen van een plek biedt daarbij voordelen voor organisatoren en de stad. Organisatoren krijgen zo de ruimte om hun evenement door te ontwikkelen en te verbeteren én meer zekerheid dat ze de investeringen van een evenement kunnen terugverdienen. Voor de stad is het voordelig dat er bij meerjarige evenementen gebouwd kan worden aan een goede relatie tussen evenement en omgeving, daar hebben alle partijen een gedeeld belang bij. 5. Organisatie Tegelijk met het vitwerken van de wijzigingen in het beleid, moet de komende jaren ook de organisatie worden ingericht op de nieuwe werkwijze. Het “programmeren” van het evenementenaanbod is in deze vorm een nieuwe taak, die goed moet worden belegd met inbreng vanuit stedelijk en ook lokaal perspectief. Het model dat bijvoorbeeld Rotterdam heeft gekozen, met Rotterdam Festivals als taakorganisatie op afstand, kan daarvoor als inspiratie dienen. Ook ons eigen Amsterdams Fonds voor de Kunsten kan als voorbeeld dienen. De koers en visie is en blijft de verantwoordelijkheid van het college, net als het nemen van de besluiten. Maar het voorwerk voor het verdelen van de schaarse locaties en eventuele financiële bijdrages — in lijn met die visie — zou dan de taak worden van een aparte organisatie die voor de gemeente werkt en die ter zake ook deskundig is om een inhoudelijke afweging te maken. Belangrijke randvoorwaarden voor een transparante verdeling van subsidiegelden en verdeling van locaties (zie onder 2 en 3) zijn heldere criteria, en criteria die door ervaringen, gegevens en onderzoek kunnen worden gestaafd. Systematisch Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum g mei 2023 Pagina 7 vang bezoekersonderzoek is daarbij van belang zodat we meer te weten komen over de bezoekers van de evenementen en over hoe ze worden gewaardeerd. Zo ontstaan mogelijkheden voor sturing naar behoeften, diversiteit in aanbod, prestaties en/ of doelgroepen. Het ligt voor de hand het culturele doelgroepenmodel te benutten zoals dat is opgezet door Amsterdam&partners. Met ook periodiek onderzoek onder bewoners (stedelijk, maar ook rondom een aantal locaties) krijgen we daarnaast een beter inzicht over hoe de evenementen functioneren, de wisselwerking met de buurt en de impact op de omgeving. Deze structurele onderzoekbehoefte zal goed moeten worden belegd. Al deze inspanningen om het beleid verder door te ontwikkelen zullen uiteindelijk leiden tot een evenementenaanbod waar de stad trots op kan zijn — een evenementenkalender die voor bewoners van diverse wijken en voor alle groepen Amsterdammers iets te bieden heeft, en beleid dat de balans bewaakt tussen levendigheid van evenementen en de leefbaarheid voor omwonenden. Daarmee kan ook een duurzame oplossing komen voor de steeds terugkerende discussie over locatieprofielen en geluid en kan het gaan over de toegevoegde waarde en het plezier dat die evenementen de stad brengen. Vervolgproces Op dit moment worden op alle hierboven beschreven doelstellingen de eerste stappen gezet in de verdere uitwerking. Alles bij elkaar genomen is dit een behoorlijk pakket met veel onderlinge verbanden. Het is de bedoeling de volgende resultaten in de tweede helft van dit jaar in ontwerp gereed te hebben: e Visie op evenementen in Amsterdam (mede op basis van de in deze brief genoemde stadsgesprekken, gesprekken met experts en stakeholders); e De stedelijke ruimtelijke vitgangspunten + een lijst met (tijdelijke) locaties; e Hetafwegingkader voor de toedeling van schaarse locaties; e Het proces waarlangs wordt afgewogen + categorieën; e Het economisch onderzoek ter onderbouwing van categorieën en eventuele overgangstermijn; e Start participatie rondom de belangrijkste evenementenlocaties in stadsdelen. Eind dit jaar, begin volgend jaar wordt de aandacht verlegd naar: e De advisering op de aanpassingen per locatieprofiel; e De juridische vertaling in een evenementenverordening en aanpassing van de APV; e De juridische externe toetsing van de evenementen verordening; e De belegging van taken in- en eventueel extern; e De wijze van invoering en de overgangstermijn. Nadien wordt er voorzien in een inspraakperiode. Ik hecht er sterk aan u als raad in dit proces op gezette tijden mee te nemen. Gelet op aard en de complexiteit van de vernieuwing, is het de bedoeling om, mits dat ook aansluit op de behoeften vanuit de commissie(s), na het zomerreces een technische sessie te organiseren waarin de resultaten tot dan toe besproken kunnen worden. Dan is er ook meer bekend over de bestuurlijke planning inclusief de reguliere procedures zoals advisering vanuit stadsdelen en inspraak. Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum g mei 2023 Pagina 8 vang Overgangsfase naar nieuw beleid De vernieuwing van evenementenbeleid zoals hierboven uiteengezet zal enige tijd vergen. Het is van groot belang te zorgen dat burgers en organisaties betrokken kunnen worden bij de totstandkoming hiervan, dat er ruimte is voor extern onderzoek en toetsing en het is ook van belang dat het zorgvuldig gebeurt. Daar komt bij dat er tijd gaat worden ingeruimd voor een inspraakperiode en dat er rekening moet worden gehouden met organisatoren van (grote) evenementen die ongeveer een half jaar voorafgaand aan het jaar van invoering moeten weten waar ze aan toe zijn. Op dit moment lijkt het realistisch rekening te houden met volledige invoering vanaf 1 januari 2026. Tot die tijd is het vigerende evenementenbeleid leidend. Daarbij zijn de locatieprofielen meest in het oog springend. Deze blijven dus ook de komende jaren nog kaderstellend voor de vergunningenverlening en daarmee ook voor hoeveel evenementen op welke locatie kunnen plaatsvinden. Daarbij passen twee belangrijke aandachtpunten: 1. Het vergunnen van (grootschalige) evenementen blijft altijd maatwerk. De ervaringen met de voorgaande editie van een evenement of zelfs met een ander evenement op dezelfde locatie, worden altijd betrokken bij de vergunningverlening. Ook aanpassingen op de locatie zelf of in de directe omgeving kan een reden zijn een evenement onder andere voorwaarden te vergunnen. Reële (te verwachten) knelpunten in de uitvoering krijgen op die manier de aandacht die nodig is en worden zo goed mogelijk opgelost. Locatieprofielen zijn kader stellend en worden eens in de zoveel jaar aangepast naar de meest recente inzichten. In de praktijk kan dit betekenen dat gemotiveerd, vooruitlopend op zo'n aanpassing, op onderdelen uit het profiel moet worden afgeweken. 2. Voor het samenstellen van de kalender voor grote evenementen zal voor de tussenliggende jaren door de gemeente, ook na overleg met de branche, worden gekeken of er extra tijdelijke aanvullende regels moeten komen voor de inschrijving op de kalender omdat er ook dan nog geen beleid is vastgesteld, dat kan worden gebruikt om keuzes te maken. Over-inschrijving moet zoveel mogelijk worden voorkomen en tegelijkertijd zou er een zekere ruimte moeten blijven voor nieuwkomers. Uiteindelijk is in geval van een over-inschrijving loting altijd nog een optie. De overgangsfase naar nieuw beleid geeft met name organisatoren van grote evenementen de tijd om zich voor te bereiden op een nieuwe situatie, waarin er mogelijk een andere, of zelfs geen plek meer is voor hun evenement. Voor de organisatoren gaat er bovendien veel veranderen in de manier waarop ze aanspraak maken op een plek op de Amsterdamse evenementenkalender: ze zullen goed duidelijk moeten maken wat ze te bieden hebben en waarin ze zich onderscheiden. Ook voor andere partijen, zoals de beheerders van evenementenlocaties (die soms meerjarig een overeenkomst zijn aangegaan met organisatoren), is het belangrijk dat ze deze tijd gebruiken om zich goed voor te bereiden op de nieuwe situatie. Voortgang en nadere informatie Ik zal vw raad de komende tijd blijven informeren over de voortgang van de beleidsontwikkeling. Ook wordt v vitgenodigd voor de stadsgesprekken over het nieuwe evenementenbeleid die zullen plaatsvinden. De uitvoering van de beleidswijziging ligt primair bij de wethouder Evenementen, Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum g mei 2023 Pagina g vang maar gelet op de relatie met vergunningverlening en openbare orde, en met openbare ruimte en groen, zal nauw worden samengewerkt met de burgemeester en andere portefeuilles. Ik hoop u zo voor nu voldoende te hebben geïnformeerd. Met vriendelijke groet, Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, Touria Meliani wethouder Evenementen Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Motie
9
discard
> < Gemeente Raadsinformatiebrief Amsterdam Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam Datum 27 juni 2023 Portefeuille(s) Digitale Stad en ICT Portefeuillehouder(s): Alexander Scholtes Behandeld door Bestuurszaken Dil ([email protected]) Onderwerp Afdoening toezegging overzicht grote ICT projecten uit commissievergadering van 17 januari 2023 Geachte leden van de gemeenteraad, In vw raadscommissie vergadering FKD van 19 januari 2023 zijn twee toezeggingen gedaan. Te weten: 1. Aanhetlid Schmit (D66) inzichtelijk te maken wat er van de aanbesteding van applicaties voor dienstverlening en communicatie is geleerd, hoe deze geleerde lessen mogelijk terug te zien zijn in nieuwe aanbestedingen en de commissie hierover te informeren (TA2023- 000072); 2. Aanhet lid Burgers (VVD) de commissieleden binnen enkele weken een overzicht te sturen van grote ICT-projecten van 2018 tot nu waar kostenoverschrijdingen te verwachten zijn (TA2023-000073). Uw bent door wethouder Van Buren geïnformeerd over de beantwoording van vraag 1. Deze was ter kennisname geagendeerd voor de raadscommissie FKD van 1 juni 2023. In deze raadsinformatiebrief ga ik inhoudelijk in op de gestelde vraag onder 2. De beantwoording heeft langer geduurd omdat vit verschillende systemen informatie bij elkaar gebracht moest worden. Door het verbeterprogramma bij de directie Financiën en Inkoop is het in de toekomst eenvoudiger dit soort overzichten beschikbaar te krijgen. Definitie van een groot ICT-project De gemeente voert verschillende ICT-projecten uit. Voor de vraag van het raadslid Burgers (VVD) wordt gekeken naar alle projecten vanaf 2018 met een opdrachtwaarde boven € 5 miljoen. Dit | type ICT-projecten wordt door de gemeente aanbesteed via TenderNed. Een ICT-project kan verschillende vormen aannemen, van bijvoorbeeld het implementeren van een applicatie voor bezwaar en beroep tot het inkopen van de dienst portofonie. De vorm bepaalt ook de mogelijkheden voor kostenbeheersing. Dit houdt in dat een project beperkt is in tijd en een ambtelijk opdrachtgever heeft. Een ICT-project is niet alleen gekoppeld aan de aanschaf van een applicatie of dienst. Er zit altijd een project of programma bij. Voor projecten en programma’s wordt een aparte begroting opgesteld, waarin de ICT-kosten worden meegenomen. Een mogelijk | overschrijding kan dan in de praktijk worden opgevangen in de project of programmabegroting. Onderstaand overzicht toont de projecten met een potentieel financieel risico. De gemeente voert ook kleinere ICT-projecten uit. Voor deze projecten zijn de risico’s op overschrijding afgedekt. De | Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 27 juni 2023 Pagina 2 van 3 gemeente gebruikt hiervoor haar financiële control proces. Hierin wordt door verschillende financiële experts toezicht gehouden op de kosten en vitgaven. Overzicht grote ICT-projecten van 2018 tot nu met mogelijke kostenoverschrijdingen Op basis van onderstaand overzicht wordt duidelijk dat er in de periode 2018 tot 2023 zes projecten voldoen aan de definitie van groot ICT-project. Opdracht Opdrachtgever Opdrachtwaarde in Overschrijding leidraad optimalisatie van Grondstoffen 6.500.000,- overschrijding afvalinzamelingsprocessen 2 | Applicatiebeheer Cluster Cluster Sociaal € 6.330.000,- Vier losse Ee En overschrijding 3 | Systeem Vernieuwing Werken | Werk en € 18.000.000,- Geen Inkomen Participatie, overschrijding voor verzamelcontainers GFT Grondstoffen overschrijding 5 _| Omnichannel Dienstverlening € 14.058.000,- Geen Project is net gestart. Werkelijke uitgaven zijn nog niet beschikbaar. a a Informatie landschap Erfpacht | Ontwikkeling overschrijding. & Uitgifte Aanbesteding loopt nog. Van deze projecten overschrijden er geen de opdrachtwaarde. Er wordt voor deze projecten geen overschrijding verwacht. Van één project (nr. 5) is op basis van beschikbare informatie niet aan te geven of er een overschrijding verwacht wordt. De informatie van de werkelijke uitgaven is nog niet beschikbaar. Over dit project bent u door wethouder Van Buren geïnformeerd met de twee raadsbrieven d.d. 6 januari 2023 over aanbesteding applicaties dienstverlening en rechterlijke uitspraak (VN2023-00164,) en d.d. 11 mei 2023 over afdoening toezegging evaluatie ICT-aanbestedingen en stand van zaken ICT-projecten vit commissievergadering van 17 januari 2023 (VN2023-013143). De gemeente werkt met de betrokken directies aan het verbeteren van de financiële sturing. Op die manier zal in de Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl | Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 27 juni 2023 Pagina 3 van 3 toekomst dit inzicht er wel zijn. Er is nog één project (nr. 6) in aanbesteding waardoor nog niet bekend is wat de opdrachtwaarde zal zijn. Sturing op kosten en aanbesteden Voorgaande laat onverlet dat het college niet 100% kan voorkomen dat in de toekomst geen overschrijdingen plaatsvinden. Aanbesteden en sturen op kosten blijft mensenwerk en vergt een zorgvuldig proces tussen marktpartijen onderling en marktpartijen en de gemeente. Wel heeft het college er vertrouwen in dat met de door haar de in gang gezette verbeteringen bij het opdrachtgevende cluster Digitalisering, Innovatie en Informatie de kans op overschrijdingen is geminimaliseerd. Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. De toezegging over het overzicht van grote ICT-projecten beschouw ik hiermee als afgedaan. Met vriendelijke groet, Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, Alexander Scholtes Wethouder Digitale Stad & ICT Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Brief
3
train
Gemeente Amsterdam 5 Gemeenteraad R % Motie Jaar 2020 Afdeling 1 Nummer 1390 Behandeld op 16 en 17 december 2020 Status Verworpen bij schriftelijke stemming op 18 december 2020s Onderwerp Motie van het lid Kilig inzake de Begroting 2021 (Standaard een gentrificatieparagraaf opnemen bij bouw- en renovatieprojecten). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Begroting 2021. Constaterende dat: -__Bouw- en renovatieprojecten een grote impact kunnen hebben op de samenstelling van de wijk en/of buurt; - Het vormen van gemengde wijken momenteel slechts één kant opgaat: het importeren van studenten en mensen met een betere beurs bij het opknappen van wijken. Het vormen van gemengde wijken wordt niet ingezet om wijken waar mensen met een betere beurs wonen diverser te maken. Overwegende dat: - _ Gentrificatie een negatief effect heeft op de diversiteit van een wijk en/of buurt; - __Gentrificatie discriminerend is en bijdraagt aan de toenemende sociale, economische en ruimtelijke ongelijkheid*; -__Erreeds indices bestaan om gentrificatie te meten zoals de Gentrification Index?; - __ Bij het beslissen over bouw- of renovatieprojecten met een aparte paragraaf ‘Gentrificatie' men beter wordt geïnformeerd over de impact van het bouwproject en de effecten daarvan op de buurt- en/of wijksamenstelling. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: Bij elk voordracht voor een bouw- of renovatieproject een aparte paragraaf ‘Gentrificatie' op te nemen die de mate van gentrificatie en de impact op de buurt en/of wijk beschrijft en duidelijk maakt. Het lid van de gemeenteraad + https://www.oneworld.nl/lezen/discriminatie/sociaal-onrecht/gentrificatie-gaat-niet-over- hipsters-maar-over-onrecht/ 2 https://voorheescenter.uic.edu/what-we-do/areas-of-research/gentrification-index/ 1 A. Kilig 2
Motie
2
discard
er en 8 En í th : 5 Ls \ PG FS , 7 : B Se, Ô | È 7 # p 5 8 KELL ALLA INET Ee REI A Rm | SRR MT iN ! B Nl ln Ô LA Ce > N hen ets ba el E- 7 „Amsterdam zeil LME Et ERE He B ORNBNE SR et oe NRN ES a ie: rl DA AE in hi P ji | Ne 4 KP J Ke on gd \ # « Nat RE ds ent Al / n Bft Es ie EN en Zn Ei MENS Del Wo 0 ij Nn JAE de herop a) | De { MR u B ON (IE VRON RS: as „il 7 k EEA ja Ë ì er Ee 1 5 rai T 8 il á Ee « 4 es B Ô he Á } , 7 De EN ern ren á ke | | f Zg rn oe all ii es f 3 je | | \ Ü ik } di 5 Ps 5 set BE A , „’ ET Fa „4 n Ï kh . j' | â iben, ee pn ES id tn Ef an / eN Hij Te RS ap - ge B Ir ek RO zl Zat FS 3 À | kerr An 0 N ea 4 Rh Iik 1 [m Ì : ' a. 1 ij Ë | Ll K] Á ; \ ä a on LN RE id il be 7 of | An NE MW Re RN Big: lele’ Plon DE an Hi KS tr hj lk: ri 4 PN p nd u NK } En a $ PS kT Ki b # i ae vn , 4 | , L i De 3 i ii 1 dh: ij a DT oe vr Lj p pe 4 je hE A 4 En R $ A Ë gn \ x Ee 5 en De Gi = bi U Sn j ús 3 ' Ô cen | 8 / p em | en at a ITT La lend 8 MANE ORE Vi CA Nene | m NUR AVE Wenen Y re 5 fa en h { Kk an he Ci Se } B Ë ER 5 ij 4, ak he, À Á € m ee Pa 1 Ef K a ' in ANS wi H 4 p je af à k Bie “ en A i a Ë 4 ie Pip ie lik iN me N Krt 3 4 F KA ret TEEN A he lo Wi a N ” \ k en N, & dn sc eh d A 4 “ se t F ke In opdracht van: rve Onderwijs, Jeugd & Zorg, afdeling Diversiteit Projectnummer: 17122 Laura de Graaff Willem Bosveld Laure Michon Visualisatie: Erna Bomers Bezoekadres: Oudezijds Voorburgwal 300 Telefoon 020 251 0402 Postbus 658, 1000 AR Amsterdam Www.ois.amsterdam.nl [email protected] Amsterdam, november 2017 Foto voorzijde: Beeldbank Gemeente Amsterdam xX Gemeente Amsterdam % Visualisatie Ihbti Amsterdammers 2017 B eerste meting Mlaatste meting Veiligheid 2015 TOTO NL ra % Lhb Amsterdammers dat zich in het algemeen vaak onveilig voelt 2% 2% 6 d % Lhb Amsterdammers dat slachtoffer is geworden van geweld in 5% 5 = de afgelopen twaalf maanden - % Lhb Amsterdammers dat discriminatie op grond van seksuele 13% 12% | gerichtheid heeft ervaren in de afgelopen twaalf maanden _ Jeugd en onderwijs 2013 2015 Bron: ABM . Er % Amsterdammers dat het geen probleem zou vinden als zijn/haar 81% zg kind les zou krijgen van een homoseksuele leraar of lerares % Nederlandse leerlingen vo dat vindt dat iemand open aan iedereen op Ll school kan vertellen dat hij/zij homoseksueel of lesbisch is 22% 24% mn BIN REICH 2013 2015 Bron: ABM % Amsterdammers dat er geen problemen mee heeft dat o _ D homoseksuele en lesbische paren trouwen se B 6 ) % Amsterdammers dat het goed vindt dat homoseksuele paren dezelfde % ng mmm rechten hebben als heteroseksuele paren bij het adopteren van kinderen 73% Sm % Amsterdammers dat er geen moeite mee heeft om twee mannen o hand in hand te zien lopen 80% ST Gezondheid, zorg en welzijn pl PIN OST Pe % Lhb Amsterdammers dat aangeeft dat de algemene gezondheid (zeer) 72% gg fi goed is % Lhb Amsterdammers dat zich de afgelopen vier weken zelden tot ° ° el nooit neerslachtig voelt 50% 53% nn Sport Plone 2016 Bron: SvdS / Pink Panel Pp % Lhb Amsterdammers dat in afgelopen jaar een sport heeft beoefend DO Pi) 4% OS mmm % Lhbt Amsterdammers dat aangeeft dat op de plek waar men sport wel eens sprake is van een Ihbti-negatieve sfeer, bijvoorbeeld in de manier n.b. 7% waarop mensen zich uitdrukken. Werk en economie lo PIN Ve Ae Ä % Lhb Amsterdammers werkzaam in loondienst/zelfstandig{/onderwijs 64% 67% 0 0 5 IJ % Lhb Amsterdammers dat goed kan rondkomen van huishoudinkomen 34% 34% — 0 0 * % Nederlandse transseksuele personen werkzaam in loondienst of 41% b als zelfstandige LO Cultuur en informatie pion En 2016 Bron: SvdS / Pink Panel € % Lhb Amsterdammers dat in de afgelopen 12 maanden een 55% 59% nn Ihbti-festival heeft bezocht % Lhb Amsterdammers dat Amsterdam aantrekkelijk vindt … vergeleken met Barcelona, Berlijn en Londen n.b. 46% *cijfer 2014/2015 n.b. = niet bekend Gemeente Amsterdam Onderzoek, Informatie en Statistiek Fact sheet Ihbti Amsterdammers 2017 Inhoud Inleiding 4 1 Veiligheid > 1.1 Indicatoren 5 1.2 Gevoelens van onveiligheid 5 1.3 Discriminatie en geweld 6 2 Onderwijs en jeugd 8 2.1 Indicatoren 8 2.2 Acceptatie Ihbti personen door jongeren 8 2.3 Welzijn Ihbti jongeren 9 2.4 Onderwijs en Ihbti 9 3 Diversiteit 11 3.1 Indicatoren 11 3.2 Acceptatie van Ihbti personen 11 4 Gezondheid, zorg en welzijn 13 4.1 Indicatoren 13 4.2 Gezondheid en welzijn van Ihbti personen 13 4.3 Lhbti personen in de zorg 14 5 Sport 15 5.1 Indicatoren 15 5.2 Sportbeoefening Ihbti personen 15 5.3 Acceptatie van Ihbti personen in de sport 16 6 Werk en economie 17 6.1 Indicatoren 17 6.2 Arbeidsmarktpositie Ihbti personen 17 6.3 Inkomenspositie Ihbti personen 18 7 Cultuur en informatie 19 7.1 Indicatoren 19 7.2 Cultuur 19 7.3 Informatie 19 Bijlage Literatuur 21 3 Gemeente Amsterdam Onderzoek, Informatie en Statistiek Fact sheet Ihbti Amsterdammers 2017 Inleiding Deze fact sheet heeft als doel de positie van Ihbti Amsterdammers in kaart te brengen en verschijnt in het kader van het uitvoeringsplan van de Roze Agenda 2015-2018 van de gemeente Amsterdam. In 2016 is de meest recente voortgangsrapportage van de uitvoeringsagenda verschenen, met betrekking tot de inspanningen van de gemeente. Deze fact sheet rapporteert over de ontwikkelingen op maatschappelijke gebied, waar het uitvoeringsplan effect op beoogt. Doelgroepen = In deze fact sheet staat Ihbti voor lesbische vrouwen, homoseksuele mannen, biseksuele personen, transgender personen en intersekse personen. De meeste onderdelen van deze fact sheet gaan over Ihb personen omdat over transgender en intersekse personen weinig bekend is. 1 Aan de hand van de enquête 'De Staat van de Stad’ (2016) kan het aandeel Ihb Amsterdammers worden geschat op 9,5%. Van de vrouwen is 3% lesbisch en 4% biseksueel; van de mannen 11% homoseksueel en 2% biseksueel. "In heel Nederland behoort volgens het SCP 4 tot 7% van de meerderjarige bevolking tot de groep Ihb personen (SCP, 2016). = Erzijn geen gegevens over het aantal transgender en intersekse personen in Amsterdam. =_Inheel Nederland hebben 1.960 personen sinds 1995 hun geslacht juridisch laten wijzigen, oftewel 0,0138% van de bevolking. Naar schatting noemt 0,6% van de Nederlanders zich transgender (SCP, 2017). = De prevalentie van intersekse wordt in Nederland geschat rond de 0,5%, oftewel ruim 80.000 personen (SCP, 2014). Opbouw fact sheet De fact sheet heeft zeven thematische hoofdstukken: 1. Veiligheid 5. Sport 2. Jeugd en onderwijs 6. Werken economie 3. Diversiteit 7. Cultuur en Informatie 4. Gezondheid, zorg en welzijn Vergeleken met de negen gemeentelijke beleidsdomeinen zijn een aantal thema’s samengenomen, omdat de vitkomsten uit onderzoek niet precies overeenkomen met de gemeentelijke indeling. Voor elk thema worden twee of drie indicatoren gepresenteerd, en wordt een overzicht gegevens van recente wetenschappelijke inzichten uit beschikbaar Amsterdams en landelijk onderzoek. Kennis uit landelijke onderzoeken wordt aangehaald als gegevens ontbreken voor Amsterdam. 4 Gemeente Amsterdam Onderzoek, Informatie en Statistiek Fact sheet Ihbti Amsterdammers 2017 1 Veiligheid 1.1 Indicatoren ri B Lhb Amsterdammers dat zich in het algemeen vaak onveilig voelt 2% 2% 1 6 d % Lhb Amsterdammers dat slachtoffer is geworden van geweld in 5% 5% mn de afgelopen twaalf maanden 3 Lhb Amsterdammers dat discriminatie op grond van seksuele 13% ,_-_ gerichtheid heeft ervaren in de afgelopen twaalf maanden 1.2 Gevoelens van onveiligheid 1.2.1 In Amsterdam = Uit de Veiligheidsmonitor Amsterdam-Amstelland 2016 blijkt dat 2% van de Ihb Amsterdammers zich in het algemeen vaak onveilig voelt. Dat is evenveel als in 2015 en evenveel als onder heteroseksuele Amsterdammers. Figuur 1.1 Aandeel Amsterdammers dat zich vaak onveilig voelt, naar seksuele gerichtheid en geslacht, 2016 (procenten) % 20 15 10 5 zo a 3e . HO za B 28 28 24 26 ar 0 nn Ennn nn & 5 & 5 & 5 & 5 & 5 & 5 > 2 > © 5 2 5 © 5 Ò $ À > & & & > & & £ > & > & 5 5 5 5 5 5 © Ò © Ò ® © heteroseksueel biseksueel homoseksueel _ heteroseksueel biseksueel lesbisch man vrouw bron: Veiligheidsmonitor Amsterdam-Amstelland/OlS = Lesbische vrouwen geven wat minder vaak dan hetero- en biseksuele vrouwen aan zich in het algemeen vaak onveilig te voelen. 5 Gemeente Amsterdam Onderzoek, Informatie en Statistiek Fact sheet Ihbti Amsterdammers 2017 * Onder mannen zijn het vooral homoseksuele mannen die vaker aangeven dan heteroseksuele mannen zich vaak in het algemeen onveilig te voelen. Biseksuele mannen voelen zich het minst vaak onveilig. =Alle Amsterdammers voelen zich in hun eigen buurt wat vaker onveilig dan in het algemeen. Dit geldt wel in veel sterkere mate voor biseksuele en homoseksuele mannen. = Uit het buurtveiligheidsonderzoek van het Amsterdam Pink Panel blijkt dat Ihbti personen van 59 jaar en ouder zich in het algemeen veiliger voelen dan Ihbti personen tussen de 18 en 38 jaar. Alleenwonende voelen zich onveiliger dan niet-alleenwonenden (Pink Panel, 2017). = _Lhbti panelleden die slachtoffer zijn geworden van anti-homogeweld voelen zich onveiliger dan degenen dit niet hebben meegemaakt. Lhbti personen die recentelijk een onveilige situatie hebben meegemaakt voelen zich het vaakst onveilig. = De lhbti personen in het panel voelen zich veiliger in Ihbti-horeca dan in algemene horeca. = _Lhbti bewoners van Zuid voelen zich het veiligst, in Nieuw-West het minst veilig. "Een kwart van de panelleden heeft één of meer onveilige situaties meegemaakt in het afgelopen jaar. Daarbij gaat het meestal om schelden en in een vijandige sfeer terechtkomen. Vaak ontstaat de onveilige situatie na het vitgaan. " _Transgender personen en homoseksuele mannen hebben relatief het vaakst een onveilige situatie meegemaakt. = Bijna de helft van degenen die een onveilige situatie hebben meegemaakt reageerde op het moment zelf verbaal, vier op de tien deden alsof er niets was gebeurd. "Erzijn geen gegevens bekend over de onveiligheidsgevoelens van intersekse personen. 1.2.2 In Nederland = _Lhb personen voelen zich in het algemeen even veilig als heteroseksuele personen. In hun eigen buurt voelen ze zich iets vaker onveilig dan gemiddeld (SCP, 2016). = Lesbische een biseksuele vrouwen voelen zich iets vaker in het algemeen veilig dan heteroseksuele vrouwen. Homoseksuele mannen voelen zich juist iets vaker onveilig dan heteroseksvele mannen. = _Biseksuele personen voelen zich thuis onveiliger dan heteroseksuele personen. " _Transgenders die de medische transitie hebben afgrond ervaren meer negatieve reacties en gevoelens van onveiligheid (SCP, 2017). 1.3 Discriminatie en geweld 1.3.1 In Amsterdam = Uit de Veiligheidsmonitor Amsterdam-Amstelland 2016 blijkt dat 13% van de Ihb Amsterdammers zich in het voorafgaande jaar gediscrimineerd heeft gevoeld op grond van seksuele gerichtheid. In 2015 ging het om 12%. = Homoseksuele mannen voelden zich het vaakst gediscrimineerd op grond van seksuele gerichtheid (19%). Onder lesbische vrouwen geldt dat voor 8%, onder biseksuele vrouwen 4% en onder biseksuele mannen 3%. " Vande lhb Amsterdammers geeft 5% aan slachtoffer te zijn geweest van geweld in het jaar voorafgaand aan het onderzoek. Onder heteroseksuele Amsterdammers is dit aandeel 4%. 6 Gemeente Amsterdam Onderzoek, Informatie en Statistiek Fact sheet Ihbti Amsterdammers 2017 = Van de homoseksuele mannen is 6% en van de lesbische vrouwen is 5% slachtoffer van geweld geweest. Tussen heteroseksuele mannen en vrouwen is geen verschil (4%). " Vande biseksuele mannen is 3% geweldsslachtoffer geweest; van de biseksuele vrouwen 4%. = Zes personen van de ruim 10.000 respondenten rapporteren discriminatie op grond van transseksualiteit. =_In 2016 zijn bij het Meldpunt Discriminatie Regio Amsterdam 169 meldingen geweest van discriminatie op grond van seksuele gerichtheid. Daarvan was 90% afkomstig vit Amsterdam. De meeste meldingen waren naar aanleiding van het verspreiden van een ‘anti-homo-flyer! in Nieuw-West (MRDA, 2016). 1.3.2 In Nederland m_Lesbische vrouwen en homoseksuele mannen hebben vaker te maken met respectloos gedrag door onbekenden op straat, in het openbaar vervoer, door personeel van winkels, bedrijven en overheidsinstanties. Biseksuele personen hebben vaker met respectloos gedrag van onbekenden te maken. (SCP, 2016). = Lesbische vrouwen en homoseksuele mannen hebben vaker te maken gehad met geweldsdelicten dan heteroseksuele personen. (SCP, 2016). "Geweld tegen transgender personen is moeilijk in beeld te brengen omdat dit als homofobie wordt geregistreerd en niet als transfobie (Lima et al, 2017). = _Lhbti slachtoffers van discriminatie-delicten ervaren meer gevoelens van stress, somberheid en levensontevredenheid dan Ihbti personen die daar geen slachtoffer van zijn geweest. Lager psychologisch welzijn hangt samen met een lagere aangiftebereidheid (UvA, 2016). "Onder degenen die in het afgelopen jaar slachtoffer zijn geweest van een discriminatie-delict is het vertrouwen in de politie en in ‘Roze in Blauw’ lager dan onder niet-slachtoffers. "Redenen om geen aangifte te doen zijn angst om niet serieus te worden genomen en de verwachting dat de politie toch geen actie zal ondernemen. = De aangiftebereidheid neemt toe als de politie de Ihbti-gemeenschap goed informeert over de aangifteprocedure en op de hoogte houdt van de inzet tegen discriminatie. = Het vertrouwen in de politie en de aangiftebereidheid neemt toe als de politie realistische verwachtingen schept over wat zij slachtoffers kunnen bieden. 7 Gemeente Amsterdam Onderzoek, Informatie en Statistiek Fact sheet Ihbti Amsterdammers 2017 2 Onderwijs en jeugd 2.1 Indicatoren . Er M Amsterdammers dat het geen probleem zou vinden als zijn/haar 81% jg kind les zou krijgen van een homoseksuele leraar of lerares % Nederlandse leerlingen vo dat vindt dat iemand open aan iedereen op o school kan vertellen dat hij/zij homoseksueel of lesbisch is 22% 24% mn 2.2 Acceptatie Ihbti personen door jongeren 2.2.1 In Amsterdam = Sinds het verschijnen van de vorige editie van de fact sheet (OIS, 2016) zijn geen nieuwe cijfers verschenen over de acceptatie van Ihbti personen door Amsterdamse jongeren. Volgens de meest recente informatie heeft 17% van de 13-14 jarige Amsterdammers in het schooljaar 2014-2015 een negatieve houding ten aanzien van homoseksuele en lesbische leerlingen op hun school (GGD Amsterdam). 2.2.2 In Nederland = Uit onderzoek naar de sociale veiligheid in en rond scholen blijkt dat 24% van de leerlingen in het voortgezet onderwijs vindt dat je tegen iedereen op school open kunt zeggen dat je homoseksueel of lesbisch bent. Verder zou 14% open tegen iedereen op school over zijn of haar geaardheid durven vertellen (Scholte et al, 2016). " 73% vande leerlingen accepteert lesbische meisjes als vriendin, en 68% accepteert homoseksuele jongens als vriend. = Meiden accepteren homoseksuele jongens als vriend (85%) en lesbische meisjes als vriendin (80%) vaker dan jongens. Van de jongens accepteert 53% homoseksuele jongens als vriend en 66% lesbische meisjes als vriendin. "In 2012 keurde de helft van de jongens en een kwart van de meisjes het af als twee jongens elkaar zoenen op straat, in 2017 is dat percentage bijna gehalveerd (Rutgers en SOA Aids Nederland, 2017). = Erzijngeen gegevens over de acceptatie van intersekse personen en transgender personen door jongeren. 8 Gemeente Amsterdam Onderzoek, Informatie en Statistiek Fact sheet Ihbti Amsterdammers 2017 2.3 Welzijn Ihbti jongeren 2.3.1 In Amsterdam = Erzijn geen recente gegevens bekend over het welzijn van Ihbti jongeren in Amsterdam. 2.3.2 In Nederland = Het deel van de Ihbti leerlingen dat zich thuis veilig voelt, is gestegen ten opzichte van 2014. (Scholte et al, 2016). = Homoseksuele en lesbische leerlingen worden net als in 2014 vaker gepest dan heteroseksuele leerlingen en krijgen ook vaker te maken met geweld. "40% van de lesbische meisjes is in 2016 geconfronteerd met verbaal geweld, 19% met seksueel geweld en 10% met grof lichamelijk geweld. Bij niet-lesbische meisjes gaat het respectievelijk om 21%, 2% en 6%. = Van de homoseksuele leerlingen heeft 35% in 2016 te maken gehad met verbaal geweld, 6% met grof lichamelijk geweld en 12% met seksueel geweld. Bij niet-homoseksuele jongens liggen deze aandelen op respectievelijk 31%; 4% en 5%. = _Transleerlingen krijgen van alle leerlingen het vaakst met pesten en geweld te maken: 22% geeft in 2016 aan hier slachtoffer van te zijn geweest (26% in 2014). Van de transleerlingen geeft één op de vijf aan één keer of vaker per maand gepest te worden. Daarnaast is 43% met verbaal geweld geconfronteerd, 19% met grof lichamelijk geweld en 23% is slachtoffer geworden van seksueel geweld. = Uit landelijk onderzoek naar jongeren en seksualiteit komt naar voren dat homo- en biseksuele jongens zich vaker laten testen op soa’s en/of hiv dan heteroseksuele jongens en dat er vaker een soa bij hen wordt vastgesteld (Rutgers en SOA Aids Nederland, 2017). 2.4 Onderwijs en Ihbti 2.4.1 In Amsterdam = 89% van de Amsterdammers vindt het geen probleem als zijn of haar kind les krijgt van een homoseksuele of lesbische leerkracht (cijfers 2015). Dat is meer dan in 2013 (84%). Amsterdamse mannen van niet-westerse afkomst hebben de minst accepterende houding: 11% vindt het geen probleem als zijn kind les krijgt van een homoseksuele of lesbische leerkracht (OIS 2017). "Onder Amsterdamse ouders staat 87% positief tegenover het idee dat zijn of haar kind les krijgt van een lesbische of homoseksuele leerkracht, ongeveer evenveel als gemiddeld. "Amsterdammers tonen op dit punt meer acceptatie dan Nederlanders. Van de Nederlanders heeft 83% er geen moeite mee als zijn of haar kind les krijgt van een homoseksuele of lesbische leerkracht, zie figuur 2.1 (SCP, 2016). 9 Gemeente Amsterdam Onderzoek, Informatie en Statistiek Fact sheet Ihbti Amsterdammers 2017 Figuur 2.1 Aandeel Amsterdammers en Amsterdamse ouders dat het geen probleem zou vinden als zijn/haar kind les zou krijgen van een homoseksuele leraar of lerares, (procenten) gemiddeld m 2013 ouders % o 20 40 60 80 100 Bron: ABM 2015/01S "13% van de schoolleiders en docenten in het Amsterdamse basisonderwijs en 12% in het Amsterdamse voortgezet onderwijs vindt dat als gevolg van de toegenomen segregatie op hun school bepaalde onderwerpen niet meer besproken kunnen worden: seksuele voorlichting en homoseksualiteit, religie en geloof, slavernij, aanslagen en terrorisme. Landelijk gaat het respectievelijk om 5% en 11% (DUO, 2017). "Over de positie van transgender en intersekse personen in het Amsterdamse onderwijs zijn geen gegevens bekend. 2.4.2 In Nederland " 4% vande jongens en 3% van de meisjes voelt zich ook, vooral of uitsluitend seksueel aangetrokken tot seksegenoten (Rutgers en SOA Aids Nederland, 2017) = Uit een landelijk onderzoek naar veiligheid in en om scholen blijkt dat 15% van de leerlingen het niet goed vindt om les te krijgen van een homoseksuele docent en dat 12% het niet in orde vindt om les te krijgen van een lesbische docent. (Scholte et al, 2016). = _Lhb leerkrachten zijn vaker slachtoffer van verbaal geweld op school dan hun niet-Ihb collega’s. Ook geeft een groter deel aan slachtoffer te zijn van grof geweld op school. = Net als in 2014 voelen Ihb leerlingen zich over het algemeen minder veilig op school dan niet- Ihb leerlingen. Transgender leerlingen voelen zich het minst vaak veilig. = Scholen zijn sinds 2012 verplicht om voorlichting te geven over seksuele diversiteit. In juni 2016 waren er bijna 200 klachten gemeld bij het meldpunt Slechte Voorlichting over Seksuele Diversiteit. De meeste klachten gaan over het ontbreken van voorlichting (Expreszo & COC Youth Council, 2016). " Onderzoek naar het onderwijsaanbod van scholen over omgaan met seksualiteit en seksuele diversiteit toont aan dat veel scholen vanuit een globale visie aandacht besteden aan het thema, vaak zonder vitgewerkte leerdoelen. Leraren en docenten hechten waarde aan het thema maar vinden het onderwijs op dit vlak weinig doelgericht. Onderwijssectoren, schoolgrootte, stedelijkheid, denominatie en samenstelling van de scholen maken hierbij weinig verschil (Inspectie van het Onderwijs, 2016). = De helft van de MBO scholen besteden volgens de inspectie minder dan eens per jaar aandacht aan het onderwerp seksuele diversiteit. Bij basisscholen gaat het om 20%, bij scholen voor speciaal onderwijs 10% en bij scholen voor voortgezet onderwijs 29%. 10 Gemeente Amsterdam Onderzoek, Informatie en Statistiek Fact sheet Ihbti Amsterdammers 2017 3 Diversiteit 3.1 Indicatoren % Amsterdammers dat er geen problemen mee heeft dat PP ief homoseksuele en lesbische paren trouwen 82% Dn 6 ) % Amsterdammers dat het goed vindt dat homoseksuele paren dezelfde eg rechten hebben als heteroseksuele paren bij het adopteren van kinderen 73% 82% % Amsterdammers dat er geen moeite mee heeft om twee mannen p hand in hand te zien lopen 80% 86% 3.2 Acceptatie van Ihbti personen 3.2.1 In Amsterdam = Uit de Burgermonitor 2015 blijkt dat Amsterdammers een 4,4 scoren op de schaal voor acceptatie van de rechten paren van gelijk geslacht (kortweg homoacceptatie, van 1 — niet accepterend — tot 5 — heel accepterend). Zes procent toont zich niet accepterend (OIS, 2017). "Amsterdammers zonder migratieachtergrond accepteren de rechten van stellen van gelijk geslacht (score: 4,7) meer dan niet-westerse Amsterdammers (score 3,9). Dit is vrijwel gelijk vergeleken met 2013. = Hoger opgeleide Amsterdammers scoren hoger op de schaal (4,6) dan lager opgeleide Amsterdammers (4,0). = De acceptatie is groter onder Amsterdamse vrouwen dan onder Amsterdamse mannen. Ook is de acceptatie onder niet-westerse vrouwen groter dan onder niet-westerse mannen. = Jonge Amsterdammers met een Nederlandse achtergrond scoren een 4,8 op de schaal voor homoacceptatie, niet-westerse jongeren een 4,0 en niet-westerse ouderen een 3,8. "Kijken we naar de afzonderlijke stellingen, dan blijkt dat 86 % van de Amsterdammers er geen moeite mee heeft dat homoseksuele mannen en lesbische vrouwen trouwen; 82% is het eens met gelijke adoptierechten van homoseksuele, lesbische en heteroseksuele paren en 86% heeft er geen moeite mee om twee mannen hand in hand te zien lopen. Dat is voor elke stelling meer dan in 2013. "Amsterdammers tonen hiernee meer acceptatie dan Nederlanders (SCP, 2015, zie figuur 3.1). = Voor sommige groepen ligt acceptatie in de eigen kring lastig. Zo heeft 29% van de niet- westerse vrouwen en 24% van de niet-westerse mannen moeite met het idee dat zijn of haar kind een homoseksuele of lesbische relatie zou hebben. Onder vrouwen met een Nederlandse achtergrond gaat het om 3%; onder mannen om 4%. = De acceptatie van transgender en intersekse personen door Amsterdammers is onbekend. 11 Gemeente Amsterdam Onderzoek, Informatie en Statistiek Fact sheet Ihbti Amsterdammers 2017 Figuur 3.1 Stellingen over homoacceptatie, aandeel dat het (helemaal) eens is, 2015 (procenten) Ik heb er geen problemen mee dat homoseksuele en Oe lesbische paren trouwen Het is goed dat homoseksuele en lesbische paren dezelfde rechten hebben als heteroseksuele paren bij het en adopteren van kinderen Ik heb er geen moeite mee als ik twee mannen hand in OO hand zie lopen Ik zou het geen probleem vinden als mijn kind op school les krijgt van een homoseksuele leraar of een lesbische Oe lerares Ik zou er geen moeite mee hebben als mijn kind een Oe homoseksuele of lesbische relatie zou hebben 56 o 20 40 60 80 100 m Nederland m Amsterdam Bron: SCP 2015, ABM 2015/01S 3.2.2 In Nederland "Onder religieuze mensen ligt het aandeel dat een negatieve houding heeft ten aanzien van homoseksualiteit hoger dan in de Nederlandse samenleving in het algemeen, in 2014 gaat het respectievelijk om 28% en 7%. Deze groep werd wel steeds positiever in de afgelopen jaren(SCP, 2016). = De mate waarin men open staat voor het homohuwelijk verschilt naar achtergrond: van de Turkse Nederlanders vindt 35% dat deze mogelijkheid er moet zijn, van de Marokkaanse Nederlanders 30% en van Surinaamse en Antilliaanse Nederlanders 29%. Onder personen met een Nederlandse achtergrond is dit aandeel 83%. "Onder Marokkaanse Nederlanders heeft 78% moeite met het idee dat hun kind gaat samenwonen met een partner van hetzelfde geslacht. Onder Turkse Nederlanders gaat het om 76% en onder Poolse Nederlanders om 44%. Van de Nederlanders zonder migratieachtergrond heeft 11% hier moeite mee. "in 2014 staat 51% van de Nederlandse bevolking positief tegenover transgenders, 39% is neutraal en 10% negatief. Lager opgeleiden en religieuze mensen zijn vaker negatief over transgenders. "Sinds de Transgenderwet in 2014 kunnen ook personen die geen medische geslachtsaanpassing hebben ondergaan de geslachtsregistratie laten aanpassen. In 2015 hadden in totaal 770 personen van deze mogelijkheid gebruik gemaakt (SCP, 2017). = _Hetlaatste verkennende onderzoek naar mensen met een intersekse conditie in Nederland dateert uit 2014. Er is nog geen vervolgonderzoek gedaan (SCP, 2014). 12 Gemeente Amsterdam Onderzoek, Informatie en Statistiek Fact sheet Ihbti Amsterdammers 2017 4 Gezondheid, zorg en welzijn 4,1 Indicatoren Gezondheid, zorg en welzijn piu 2016 Bron: SvdS B % Lhb Amsterdammers dat aangeeft dat de algemene gezondheid (zeer) 72% gg goed is nl % Lhb Amsterdammers dat zich de afgelopen vier weken zelden tot mmm nooit neerslachtig voelt 50% 53% | 4.2 Gezondheid en welzijn van Ihbti personen 4.21 In Amsterdam = Uit de enquête De Staat van de Stad uit 2016 blijkt dat Ihb Amsterdammers hun gezondheid minder goed ervaren dan gemiddeld. Daarbij is er weinig verschil tussen homoseksuele en biseksuele mannen aan de ene kant en lesbische en biseksuele vrouwen aan de andere kant. Algemene gezondheid van Amsterdammers, naar geslacht en seksuele gerichtheid, 2016 (procenten) % o 20 40 60 80 100 Bron: OIS/ Staat van de Stad = Verder rapporteren homo- en biseksuele mannen vaker (35%) dat zij langdurige ziekten, aandoeningen, handicaps of ouderdomsklachten hebben dan lesbische en biseksuele vrouwen (33%) en dan heteroseksuele Amsterdammers (27%). = Vande lhb Amsterdammers voelt 54% zich nooit somber of neerslachtig, van de heteroseksuele Amsterdammers 62%. " Over de gezondheid van transgender en intersekse Amsterdammers zijn geen cijfers bekend. 13 Gemeente Amsterdam Onderzoek, Informatie en Statistiek Fact sheet Ihbti Amsterdammers 2017 4.2.2 In Nederland = Landelijk onderzoek toont verschillen aan tussen Ihb personen en heteroseksuelen op het gebied van gezondheid en leefstijl, maar die kunnen veelal verklaard worden door achtergrondkenmerken (leeftijd, opleiding en stedelijkheid bijvoorbeeld). Wel blijken [hb personen vaker dan gemiddeld te roken (SCP, 2016). = _Transgender personen rapporteren meer gezondheidsproblemen en meer psychische problemen dan gemiddeld. Dat zijn geen op zichzelf staande problemen, vaak is sprake van een complexe opeenstapeling van problemen die het welbevinden ondermijnt (SCP, 2017). "Twee factoren zijn hierbij belangrijk: het gebrek aan weerbaarheid en het internaliseren van een negatieve houding ten opzichte van de eigen identiteit leiden tot meer eenzaamheid, minder goede gezondheid en meer psychische problemen. = Daarentegen bevordert sociale steun het welbevinden van transgender personen. "Over de gezondheid van intersekse personen zijn geen recente cijfers bekend (zie OIS, 2016) 4.3 Lhbti personen in de zorg 4.3.1 In Amsterdam m 13% vande lhb Amsterdammers geeft aan vanwege gezondheidsredenen hulp te ontvangen (Staat van de Stad 2016). Dat is iets meer dan onder heteroseksuelen (11%). Vooral lesbische en biseksuele vrouwen ontvangen relatief vaak hulp vanwege hun gezondheid. "_Ineen enquête van het Pink Panel (2016) onder 247 Ihbti Amsterdammers geeft 31% van de respondenten aan hulp te ontvangen om gezondheidsredenen. Negen op de tien ontvangen naar eigen zeggen voldoende professionele hulp, de helft ontvangt voldoende hulp vanuit het eigen netwerk en een vijfde voldoende mantelzorg. "In dezelfde enquête zegt 86% van de respondenten dat de Amsterdamse zorginstellingen waar zij als cliënt komen een veilig en tolerant klimaat bieden voor hen als Ihbti persoon. = Voor 96% van de respondenten vormt de Ihbti-identiteit geen belemmering voor de huisarts om adequate zorg te leveren. 4.3.2 In Nederland = Uit groepsgesprekken met transgender personen en experts komt naar voren dat multidisciplinaire hulp van cruciaal belang is. Hulp moet over meer gaan dan de medische kant van de transitie en er is een grote behoefte aan zorg op maat (SCP, 2017). = Uit de evaluatie van de Roze Loper (een programma om de sociale acceptatie van Ihbt ouderen binnen zorginstellingen en welzijnsorganisaties te vergroten) komt naar voren dat de ervaringen bewoners van zorginstellingen met een Roze Loper neutraal of positief zijn. Zij voelen zich veilig, zichtbaar geaccepteerd en ervaren geen discriminatie. Ook heteroseksuele ouderen in deze instellingen ervaren het klimaat in deze instellingen als tolerant (Kluit, 2016). 14 Gemeente Amsterdam Onderzoek, Informatie en Statistiek Fact sheet Ihbti Amsterdammers 2017 5 Sport 5.1 Indicatoren Dr. EN : e % Lhb Amsterdammers dat in afgelopen jaar een sport heeft beoefend 49% 56% | 8 Lhbt Amsterdammers dat aangeeft dat op de plek waar men sport wel eens sprake is van een Ihbti-negatieve sfeer, bijvoorbeeld in de manier n.b. 7 B waarop mensen zich uitdrukken. 5.2 Sportbeoefening Ihbti personen 5,21 In Amsterdam = Uit de Staat van de Stad 2016 blijkt dat 56% van de Ihb Amsterdammers in het afgelopen jaar een sport heeft beoefend. Bij heteroseksuele Amsterdammers lag dit aandeel op 62%. De sportdeelname van Ihb Amsterdammers is ten opzichte van 2014 gestegen. =De sportdeelname van homoseksuele mannen is in 2016 lager dan onder heteroseksuele mannen. Tussen het heteroseksuele vrouwen en lesbische vrouwen is het verschil gering. = Vande sportende Ihb Amsterdammers sport twee op de tien een keer per week en zes op de tien vaker dan een keer per week. Dat is een iets groter aandeel dan onder heteroseksuele Amsterdammers (56%). = Onder lesbische en biseksuele vrouwen is het deel dat meer dan een keer per week sport het grootst (66%). Van de heteroseksuele vrouwen sport de helft vaker dan een keer per week. = Onder homoseksuele en biseksuele mannen is de groep die meer dan een keer per week sport wat kleiner dan onder heteroseksuele sporters. " 28% van de Ihb Amsterdammers is lid van een sportvereniging. Daarin is nauwelijks verschil vergeleken met heteroseksuele Amsterdammers. Van de lesbische vrouwen is 36% lid en van de homoseksuele mannen 24%. Bij heteroseksuelen is er bijna geen verschil tussen mannen en vrouwen. 52.2 In Nederland "_Indeafgelopen jaren waren er geen significante verschillen tussen de sportdeelname van volwassen Ihb personen en heteroseksuele personen (SCP, 2017). 15 Gemeente Amsterdam Onderzoek, Informatie en Statistiek Fact sheet Ihbti Amsterdammers 2017 5.3 Acceptatie van Ihbti personen in de sport 5.3.1 In Amsterdam " 11% van het Amsterdam Pink Panel heeft vanwege zijn of haar geaardheid weleens afgezien van het beoefenen van een sport. De sporten die waar men het vaakst vanaf heeft gezien zijn fitness en voetbal (Pink panel, 2016). = Vande sportende Ihbti Amsterdammers uit het Pink Panel heeft 7% aan dat er weleens sprake is van een Ihbti negatieve sfeer in de sportomgeving. 5.3.2 In Nederland "80% van de Nederlandse profvoetballers denkt dat het voor homoseksuele profvoetballers niet makkelijk is om vit de kast te komen (SCP, 2017). = Driekwart van de Nederlandse bevolking heeft er geen problemen mee als hun kind les krijgt van een homoseksuele trainer. "In 2012 was ruim 15% van de Ihb personen niet open over de seksuele oriëntatie of zegt niet te weten of medesporters hiervan op de hoogte zijn. Belangrijke reden om hier niet open over te zijn is dat het niet relevant is en angst voor negatieve reacties van medesporters. =De mate waarin Ihb personen en heteroseksuele sporters te maken hebben gehad met wangedrag tijdens sporten verschilt niet significant. Wel hebben vooral mannen hier mee te maken. "In 2012 gaf een kwart van transgender personen die niet sportte dat het transgender-zijn een reden was om geen sport te beoefenen. 16 Gemeente Amsterdam Onderzoek, Informatie en Statistiek Fact sheet Ihbti Amsterdammers 2017 6 Werk en economie 6.1 Indicatoren Wd % Lhb Amsterdammers werkzaam in loondienst/zelfstandig/onderwijs 64% ON 86 Lhb Amsterdammers dat goed kan rondkomen van huishoudinkomen 34% zg nn * d Nederlandse transseksuele personen werkzaam in loondienst of 41% nb. als zelfstandige * cijfer 2014/2015 6.2 Arbeidsmarktpositie Ihbti personen 6.2.1 In Amsterdam =_Lhb Amsterdammers zijn minder vaak werkzaam in loondienst dan heteroseksuele Amsterdammers, en homo- en biseksuele mannen iets minder vaak zelfstandig werkzaam zijn dan heteroseksuele mannen (Staat van de Stad, 2016). = Lesbische en biseksuele vrouwen volgen relatief vaak onderwijs. De reden hiervoor is dat in de steekproef lesbische en biseksuele vrouwen relatief jong zijn. Deels hiermee samenhangend zijn lesbische en biseksuele vrouwen ook minder vaak huisvrouw. Voornaamste bezigheid, naar seksuele gerichtheid, 2016 (procenten) heteroseksuele Amsterdammers Ihb Amsterdammers 0% 7% = werkzaam in 12% 0% loondienst m zelfstandig 16% werkzaam % m werkloos 5 werkzoekend B onderwijs volgend 6% 45% 4% = huisvrouw/{huisman 3% arbeidsongeschikt 10% . gepensioneerd 3% 16% m anders/ geen 14% antwoord bron: Staat van de Stad/OIS = Erzijngeen gegevens bekend over de arbeidsmarktpositie van transgender en intersekse Amsterdammers. 17 Gemeente Amsterdam Onderzoek, Informatie en Statistiek Fact sheet Ihbti Amsterdammers 2017 6.2.2 In Nederland =_ In 2013 had 74% van de homoseksuele en lesbische werknemers en 66% van de biseksuele werknemers een vast contract. Onder heteroseksuele werknemers was dit 77% (SCP, 2016). =_Lhb werknemers zijn vaker naar een lagere functie teruggegaan dan heteroseksuele werknemers. Bij het krijgen van promotie is er geen verschil. = Lesbische en biseksuele vrouwen melden vaker conflicten met collega’s dan anderen. =_Lhb medewerkers hebben vaker te maken met ongewenste seksuele aandacht, intimidatie en pesten op het werk. Dit geldt vooral voor biseksuele werknemers. = Een vijfde van de Ihb werknemers kampt met burn-outklachten, twee keer zo veel als heteroseksuele werknemers. = Vandetransgender personen had een kwart een uitkering voor arbeidsongeschiktheid, bijstand of WW in 2015. Gemiddeld is dit aandeel 10% ligt (SCP 2017a). = _Transgender personen hadden ook minder vaak werk (41%) dan gemiddeld (62%). "_Ineen enquête onder 300 transpersonen geeft een op de vier aan discriminatie te hebben ervaren op het werk vanwege de genderidentiteit of -expressie (INN & UvH, 2017). = De helft van de geënquêteerde transpersonen vertelt op het werk over de eigen genderidentiteit en -expressie. Een vijfde zegt er op het werk niets over. = Onderzoek naar de taakverdeling binnen stellen van gelijk geslacht toont aan dat er bij deze stellen minder grote verschillen in werkuren zijn dan bij heteroseksuele stellen (SCP, 2017b). = Uit hetzelfde onderzoek blijkt dat homoseksuele en lesbische stellen de huishoudelijke taken vaker naar evenredigheid verdelen dan heteroseksuele stellen. = Erzijn geen gegevens beschikbaar over de arbeidsmarktpositie van intersekse personen. 6.3 Inkomenspositie Ihbti personen 6.3.1 In Amsterdam = Uit de Staat van de Stad blijkt dat een derde van de Ihb Amsterdammers moeite heeft met rondkomen van het huishoudeninkomen. Dat is evenveel als gemiddeld. = Lesbische en biseksuele vrouwen kunnen vaker goed rondkomen van het huishoudinkomen dan heteroseksuele vrouwen. Onder mannen zijn er geen verschillen. = De inkomenspositie van transgender en intersekse Amsterdammers is niet bekend. 6.3.2 In Nederland = _Biseksuele personen hebben vaker een laag huishoudinkomen dan gemiddeld. Lhb personen hebben relatief minder vaak een hoog huishoudinkomen (SCP, 2016). "Ruim de helft van de transgender Nederlanders had in 2014 een laag inkomen, veel meer dan gemiddeld (SCP 2017a). = Drie op de tien transpersonen in een enquête onder 300 transpersonen moet rondkomen met minder dan € 1.000 netto per maand (INN & UvH, 2017). "Personen in een relatie met iemand van hetzelfde geslacht geven vaker aan dat beide partner ongeveer evenveel verdienen dan personen in heteroseksuele stellen (SCP, 2017b). "Over de inkomenspositie van intersekse personen zijn geen landelijke cijfers bekend. 18 Gemeente Amsterdam Onderzoek, Informatie en Statistiek Fact sheet Ihbti Amsterdammers 2017 7 Cultuur en informatie 7.1 Indicatoren Ge % Lhb Amsterdammers dat in de afgelopen 12 maanden een 55% EN Ihbti-festival heeft bezocht % Lhb Amsterdammers dat Amsterdam aantrekkelijk vindt vergeleken met Barcelona, Berlijn en Londen n.b. 0 7.2 Cultuur = Uitde Staat van de Stad (2016) dat 59 % van de LHB-Amsterdammers in het voorgaande jaar ten minste één keer een bezoek heeft gebracht aan een ‘homofestival of homocafé’! Van de heteroseksuele Amsterdammers was dit 20%. = Vande lhbti respondenten van het Pink Panel had 79% in de zomer van 2016 deelgenomen aan activiteiten rond de Europride. " 75% van de Ihbti respondenten van het Pink Panel zou Amsterdam aanraden aan een Ihbti toerist. Zij zouden Amsterdam vooral aanraden aan een homoseksuele toerist (85%), en iets minder aan een transgender (67%) of intersekse (66%) toerist. = Bijna de helft van de Ihbti respondenten vindt dat Amsterdam aantrekkelijk is om door Ihbti personen bezocht te worden vergeleken met Barcelona, Berlijn of Londen. Voor drie kwart van de respondenten is dit gebaseerd op eigen ervaring. =_Indetop 100 van meest aantrekkelijke Ihbt steden staat Amsterdam tweede, na Madrid. Deze score is gebaseerd op vijf onderdelen: daten, nachtleven, de openheid van bewoners, discriminatie en geweld, en Ihbt rechten en is samengesteld op basis van enquête, registraties van aangiften en wetgeving (Nestpick, 2017). 7.3 Informatie = Vande Ihbti respondenten van het Pink Panel is 17% bekend met het feit dat de Gemeente Amsterdam in de zomer van 2016 de Verklaring van Dordrecht heeft ondertekend om emancipatie en inclusie van transgender personen op de werkvloer te bevorderen. De helft van hen heeft dat via de media vernomen. "Inhet Pink Panel zijn evenementen tijdens de Europride 2016 redelijk goed bekend. Van de Human Rights March van 23 juli 2016 was 66% van de Ihbti respondenten op de hoogte. Conferenties waren minder bekend. 1 Deze termen zijn afkomstig vit de vragenlijst van de Staat van de Stad. 19 Gemeente Amsterdam Onderzoek, Informatie en Statistiek Fact sheet Ihbti Amsterdammers 2017 Bekendheid met evenementen tijdens Europride 2016 (procenten) Human Rights March | 66 speciale sportevenementen En 59 Trans Pride | 46 Evenement in een stadsdeel En 43 Pink Elderly in Europe symposium | 33 European conference on Bisexuality EN 29 International LGBT Science Conference | 23 % o 20 40 60 80 100 Bron: Pink Panel 20 Gemeente Amsterdam Onderzoek, Informatie en Statistiek Fact sheet Ihbti Amsterdammers 2017 Bijlage Literatuur Inleiding Gemeente Amsterdam. Uitvoering Roze agenda. Amsterdam. 2015. https://www.amsterdam.nl/publish/pages/708380/uitvoeringsplan roze agenda.pdf Kuyper, L. LHBT-monitor 2016. Opvattingen over en ervaringen van lesbische, homoseksuele, biseksuele en transgender personen. Den Haag: SCP. 2016. http://www.scp.nl/Publicaties/Alle publicaties/Publicaties 2016/LHBT monitor 2016 Kuyper, L. Transgender personen in Nederland. Den Haag: SCP. 2017. http:{/www.scp.nl/Publicaties/Alle publicaties/Publicaties 2017/Transgender personen i n Nederland Lisdonk, J. van. Leven met intersekse/DSD, Een verkennend onderzoek naar de leefsituatie van personen met intersekse/DSD. Den Haag: SCP. 2014. http://www.scp.nl/Publicaties/Alle publicaties/Publicaties 2014/Leven met Intersekse _D SD Veiligheid Feddes, A.R. en KJ. Jonas. LGBT Hate Crime, Psychological Well-Being, and Reporting Behaviour: LGBT Community and Police Perspectives. Amsterdam: Universiteit van Amsterdam. 2016. http://app.uva.nl/afgeronde-onderzoeken/onderzoeken.html Jonas, KJ. Samenvatting 0 meting Amsterdam Pink Panel 2016. Amsterdam: Universiteit van Amsterdam. 2016. Kuyper, L. LHBT-monitor 2016. Opvattingen over en ervaringen van lesbische, homoseksuele, biseksuele en transgender personen. Den Haag: SCP. 2016. http://www.scp.nl/Publicaties/Alle publicaties/Publicaties 2016/LHBT monitor 2016 Lima, A. P., F. Manichand & V. Reyes. Bi-culturele transgenders in de Amsterdamse samenleving. Een eerste verkenning. Trans United/ COC Amsterdam. 2016. https://www.cocamsterdam.nl/wp-content/uploads/2017/01/COC-Rapport-Bi-culturele- trensgenders-DEF.pdf MRDA. Jaarverslag Meldpunt Discriminatie Regio Amsterdam 2016. Amsterdam: Meldpunt Discriminatie Regio Amsterdam. 2017. http:/fwww.mdra.nl/sites/default/files/Jaarverslag%2oMeldpunt%2oDiscriminatie%2oReg io%20Amsterdam%20%28MDRA%29%202016%20%283%29.pdf Onderwijs en jeugd Expreszo & COC Youth Council. Zwartboek Slecht Voorlichting over Seksuele Diversiteit. 2016. https:/fwww.coc.nl/wp-content/uploads/2016/06/Zwartboek-Slechte-Voorlichting- Seksuele-Diversiteit-Expreszo-COC-Youth-Council.pdf GGD Amsterdam, Gezondheid in beeld. http://www.ggdgezondheidinbeeld.nl/jeugd 21 Gemeente Amsterdam Onderzoek, Informatie en Statistiek Fact sheet Ihbti Amsterdammers 2017 Grinsven, V. van, L. van der Woud & E. Elphick. Integratie op school: Meningen, observaties en ideeën vanuit het onderwijs zelf. Utrecht: DUO Onderwijsonderzoek. 2017. http:/www.duo-onderwijsonderzoek.nlfwp-content/uploads/2017/01/Rapportage- Integratie-op-school-1-februari-2017.pdf Inspectie van het Onderwijs. Omgaan met seksualiteit en seksuele diversiteit. Een beschrijving van het onderwijsaanbod van scholen. Utrecht: Inspectie van het Onderwijs, Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. 2016. https://www.onderwijsinspectie.nl/documenten/publicaties/2016/06/01/rapport-omgaan- met-seksualiteit-en-seksuele-diversiteit Kuiper, E., Il. van der Veer en G. Ledoux. Vragenlijstonderzoek. Opvattingen van leraren en schoolleiders. Amsterdam: Kohnstamm Instituut. 2016. https://www.onderwijsinspectie.nl/documenten/publicaties/2016/06/01/rapport-omgaan- met-seksualiteit-en-seksuele-diversiteit Kuyper, L. LHBT-monitor 2016. Opvattingen over en ervaringen van lesbische, homoseksuele, biseksuele en transgender personen. Den Haag: SCP. 2016. http://www.scp.nl/Publicaties/Alle publicaties/Publicaties 2016/LHBT monitor 2016 Lima, A. P., F. Manichand & V. Reyes. Bi-culturele transgenders in de Amsterdamse samenleving. Een eerste verkenning. Trans United/ COC Amsterdam. 2016. https://www.cocamsterdam.nl/wp-content/uploads/2017/01/COC-Rapport-Bi-culturele- trensgenders-DEF.pdf OIS. Fact sheet LHBTI’s in Amsterdam 2016. Amsterdam: OIS. 2016. http://www.ois.amsterdam.nl/assets/pdfs/2016 Ihbtis%20in%20amsterdam.pdf OIS. Amsterdamse Burgermonitor 2015. Amsterdam: Onderzoek, Informatie en Statistiek gemeente Amsterdam, 2017. http://www.ois.amsterdam.nl/assets/pdfs/2017 amsterdamse burgermonitor 2015.pdf Rutgers & SOA Aids Nederland. Samenvatting Seks onder je 25°. Utrecht: Rutgers en SOA Aids Nederland, 2017. http:{fseksonderje25e.nl/page/Samenvatting) Scholte R., W. Nelen, W. de Wit en G. Kroes. Sociale veiligheid in en rond scholen. Nijmegen: Praktikon, 2016. http://www.praktikon.nl/wp-content/uploads/2017/06/Sociale-veiligheid-in-en-rond- scholen.pdf Diversiteit Kuyper, L., Wel trouwen, niet zoenen, Den Haag: SCP, 2015. https://www.scp.nl/Publicaties/Alle _publicaties/Publicaties 2015/Wel trouwen niet zoen en Kuyper, L., LHBT-monitor 2016. Opvattingen over en ervaringen van lesbische, homoseksuele, biseksuele en transgender personen. Den Haag: SCP, 2016. http://www.scp.nl/Publicaties/Alle publicaties/Publicaties 2016/LHBT monitor 2016 Lisdonk, J. van. Leven met intersekse/DSD. Den Haag: SCP, 2014. http://www.scp.nl{nl/Publicaties/Alle publicaties/Publicaties 2014/Leven met intersekse _DSD OIS. Amsterdamse Burgermonitor 2015. Amsterdam: Onderzoek, Informatie en Statistiek gemeente Amsterdam, 2017. http:/www.ois.amsterdam.nl/publicaties/ 22 Gemeente Amsterdam Onderzoek, Informatie en Statistiek Fact sheet Ihbti Amsterdammers 2017 Gezondheid, zorg en welzijn COC. Prachtige overwinning: eindelijk vergoeding borstconstructie voor transgendervrouwen. COC, 2017. Geraadpleegd juni 2017. https://www.coc.nl/homepage/prachtige- overwinning-eindelijk-vergoeding-borstconstructie-transgendervrouwen Kluit, M. Rapportage bewonersevaluatie Roze Loper. Roze 50plus. https://www.roze50plus.nl/assets/uploads/docs/news/637.c6ac0a9389a643fe2da84f84ab AbAcf1 pdf Kuyper, L. LHBT-monitor 2016. Opvattingen over en ervaringen van lesbische, homoseksuele, biseksuele en transgender personen. Den Haag: SCP, 2016. http://www.scp.nl/Publicaties/Alle publicaties/Publicaties 2016/LHBT monitor 2016 Kuyper, L. Transgender personen in Nederland. Den Haag: SCP, 2017. http://www.scp.nl/Publicaties/Alle_publicaties/Publicaties 2017/Transgender personen _i n Nederland Lima, A. P., F. Manichand & V. Reyes. Bi-culturele transgenders in de Amsterdamse samenleving. Een eerste verkenning. Trans United/ COC Amsterdam, 2016. https://www.cocamsterdam.nl/wp-content/uploads/2017/01/COC-Rapport-Bi-culturele- trensgenders-DEF.pdf OIS. Fact sheet LHBTI’s in Amsterdam 2016. Amsterdam: OIS. http://www.ois.amsterdam.nl/assets/pdfs/2016 Ihbtis%20in%2Oamsterdam.pdf Sport Pulles, len K. Visser. Beleidssignalement Ervaringen van Ihbt-personen met sport. Den Haag: SCP, 2017 https://www.scp.nl/Publicaties/Alle publicaties/Publicaties 201//Beleidssignalement Erv aringen van LHBT personen met sport Werk en economie Kuyper, L. LHBT-monitor 2016. Opvattingen over en ervaringen van lesbische, homoseksuele, biseksuele en transgender personen. Den Haag: SCP, 2016. http://www.scp.nl/Publicaties/Alle publicaties/Publicaties 2016/LHBT monitor 2016 Kuyper, L. Transgender personen in Nederland. Den Haag: SCP, 2017a. http://www.scp.nl/Publicaties/Alle_publicaties/Publicaties 2017/Transgender personen _i n Nederland Roeters, A, F. Veerman & E. Jaspers. Gelijk verdeeld? Een verkenning van de taakverdeling bij LHB-stellen. Den Haag: SCP, 2017b. http://www.scp.nl/Publicaties/Alle publicaties/Publicaties 2017/Gelijk verdeeld Transgender Netwerk Nederland & Universiteit voor Humanistiek, i.s.m. Universiteit van Maastricht & stichting Gendertalent. Transgender en Werk. 2017. https://www.transgendernetwerk.nl/wp- content/uploads/TransgenderenWerkfactsheet2017-1.pdf Cultuur en informatie Jonas, KJ. Samenvatting 0 meting Amsterdam Pink Panel 2016. Amsterdam: Universiteit van Amsterdam, 2016. Nestpick, Best LGBT Cities 2017. https://www.nestpick.com/best-lgbt-cities/ 23 Bezoekadres: n Oudezijds Voorburgwal 300 1012 GL Amsterdam Onderzoek, Informatie en Statistiek ï ij Postbus 658 1000 AR Amsterdam www.ois.amsterdam.nl
Onderzoeksrapport
25
train
> < Gemeente Raadsinformatiebrief Amsterdam Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam Datum 6 juni 2023 Portefeuille(s) Publieke Gezondheid en Preventie Deelnemingen Portefeuillehouder(s): _ Alexander Scholtes Behandeld door GGD Amsterdam, [email protected] Onderwerp Streeklaboratorium van de GGD gaat samenwerken met Amsterdam UMC, OLVG Lab en Sanquin Diagnostiek Geachte leden van de gemeenteraad, Met deze brief informeert het college u over het volgende: Het Streeklaboratorium (SLA) van GGD Amsterdam heeft het voornemen een samenwerking aan te gaan met drie andere diagnostische laboratoria (OLVG Lab, Amsterdam UMC en Sanquin Diagnostics). De ambitie van de partijen is door deze samenwerking straks een van de meest gerenommeerde diagnostische samenwerkingen van Nederland te worden. In deze samenwerking wordt de belangrijke functie in de publieke gezondheidszorg van SLA gewaarborgd en wordt de dienstverlening aan de patiënten verbeterd. Op 8 juni 2023 wordt de naam bekend gemaakt waaronder partners hun samenwerking willen presenteren: Glia Diagnostiek. Onderbouwing samenwerking Het laboratoriumlandschap is continu in beweging, zowel regionaal als (inter)nationaal. Laboratoria anticiperen niet alleen op technische ontwikkelingen of ontwikkelingen in de (arbeids)markt, maar ook op gezondheidsvraagstukken zoals de steeds veranderende infectieziekten. De COVID-19 pandemie heeft laten zien wat de vitdagingen zijn voor regionale/landelijke afsternming bij bestrijding van infectieziekten en de noodzaak voor een duurzamere gezondheidszorg bevestigd. Meer samenwerking tussen de laboratoria leidt tot het beter kunnen delen van informatie, verstevigt de positie van SLA en geeft daarmee een positieve bijdrage aan de publieke gezondheidszorg in Amsterdam. GGD Amsterdam is sinds enige tijd in overleg met Amsterdam UMC, OLVG Lab en Sanquin Diagnostics over de samenwerking. De vier partijen binnen Glia diagnosiek werken al langer op veel gebieden samen en met deze alliantie worden de verschillende lab-disciplines en alle zorglijnen (zelfafname, de ze, 2e én 3e lijn) met elkaar verbonden. Dit is een bijzondere kans voor SLA: de nadruk van de partijen ligt op het leveren van goede zorg en het borgen en delen van kennis en informatie. Doordat SLA vanaf het begin betrokken is bij de gesprekken kan zij meebepalen hoe verdere samenwerking in de nabije toekomst eruit komt te zien. Hiermee Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 6 juni 2023 Pagina 2 van 3 verbetert ook de informatiepositie van de gemeente: over de volle breedte van de diagnostiek in Amsterdam ontstaat inzicht in ontwikkelingen rond diagnostiek. De belangrijkste redenen voor het aangaan van deze samenwerking zijn: 1. Het SLA heeft een grote publieke waarde voor de gemeente Amsterdam. Als enige GGD in Nederland heeft GGD Amsterdam een eigen medisch microbiologisch laboratorium, het Streeklaboratorium Amsterdam (SLA). Daardoor kan de GGD snel schakelen en gerichte dienstverlening voor de stad aanbieden. SLA was al een gewaardeerde organisatie en de meerwaarde is extra aangetoond tijdens de coronacrisis. SLA onderscheidt zich met name op de volgende vlakken: e Amsterdam kontijdens de coronacrisis snel reageren door de grootschalige en innovatieve manier van testen en de korte lijnen tussen het SLA en het crisisteam van de GGD. Ook werden, in samenwerking met het Amsterdam UMC, nieuwe virusvarianten snel gedetecteerd, waardoor er meer tijd was om hierop te anticiperen. Deze informatie voedde het OMT (outbreakmanagementteam) van het RIVM wekelijks en hierop is landelijk beleid gemaakt. e Verder speelt het Streeklaboratorium een essentiële rol in het reguliere proces van de eerstelijns zorg (huisartsen) en verpleeghuizen. Ruim 80% van de huisartsen en bijna alle verpleeghuizen in Amsterdam nemen hun diensten af bij SLA. e _SLA onderscheidt zich door de unieke wijze waarop onderzoek wordt gedaan naar micro- organismen bij verschillende zorginstellingen. SLA attendeert de GGD en andere zorgverleners in een vroeg stadium op mogelijke verspreiding van schadelijke virussen en bacteriën. Hierdoor kan snel worden ingegrepen en verdere verspreiding in de zorgketen worden beperkt. Dit speelt bijvoorbeeld bij de bestrijding van resistente bacteriën in zorginstellingen. e De onderzoeksagenda van SLA op het gebied van SOA is uniek in Nederland. De resistentie van de veroorzakers van gonorroe wordt bijvoorbeeld nauwlettend in de gaten gehouden om behandelopties voor heel Nederland goed te kunnen monitoren, dan wel advies uit te brengen om dit aan te passen. 2. Maatschappelijke en economische ontwikkelingen op het terrein van diagnostiek door laboratoria maken het wenselijk en noodzakelijk de huidige positie van SLA te versterken en de uitnodiging om mee te doen in deze samenwerking biedt een unieke kans voor samenwerking. Momenteel zijn er drie ontwikkelingen die het noodzakelijk maken om de huidige positie van SLA in het Amsterdamse laboratoriumlandschap te heroverwegen: e Zorgverzekeraars stellen steeds meer eisen aan de inkoop van diagnostiek, waar SLA waarschijnlijk op den duur zelfstandig niet meer aan kan voldoen. Zorgverzekeraars contracteren in de toekomst alleen laboratoria die alle eerstelijnsdiagnostiek aan kunnen bieden. Het SLA heeft niet de expertise om alle testen in de eerstelijnszorg aan te kunnen bieden. Zonder (regionale) samenwerking is het dus mogelijk dat zorgverzekeraars geen diensten meer willen afnemen van SLA. Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 6 juni 2023 Pagina 3 van 3 e Kleinere laboratoria hebben geen goede concurrentiepositie ten opzichte van grote laboratoria en moeten daarom op alle vlakken allianties aangaan. Eén van de voordelen van allianties kan zijn dat de taken in het kader van de openbare gezondheidszorg straks nog steeds duurzaam bekostigd kunnen worden door het delen van data en technologie. Glia diagnosiek legt de nadruk op wetenschappelijk onderzoek, kennisuitwisseling en het verzorgen van de publieke taak. De omvang van deze alliantie zorgt ervoor dat er een gedegen organisatie staat, mocht er een andere aanbieder toetreden. e Erzijn (nieuwe) bedreigingen voor de publieke gezondheid. Naast nieuwe pandemische situaties of vitbraken (bijvoorbeeld apenpokken, COVID-19 etc.) is ook de toename van resistente bacteriën die zich ongemerkt door de zorgketen heen bewegen erg zorgelijk. Er is een groeiende vraag naar opgeschaalde of juist verdiepende diagnostiek. Bij grote uitbraken is er behoefte aan crisiscoördinatie. Goede samenwerking tussen de verschillende laboratoria is dan cruciaal voor een effectieve bestrijding. Met vriendelijke groet, Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, Alexander Scholtes Wethouder Publieke Gezondheid en Preventie en Deelnemingen Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Brief
3
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2018 Afdeling 1 Nummer 1249 Datum indiening 31 augustus 2018 Datum akkoord college van b&w van 13 november 2018 Publicatiedatum 14 november 2018 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van de leden De Grave-Verkerk en Poot inzake het beter inzichtelijk maken van de tevredenheid van ondernemers over de dienstverlening van de afdeling Vergunningen. Aan de gemeenteraad Toelichting door vragenstelsters: De fractie van de VVD ontvangt signalen van ondernemers die ontevreden zijn over de dienstverlening van de afdeling die hen vergunningen verleent. De klachten gaan met name over de communicatie met deze afdeling, deze zou volgens de ondernemers traag verlopen. Zo zou het lang duren voordat ondernemers reactie krijgen op hun (aan)vragen, bijvoorbeeld omdat ambtenaren ziek of met verlof zijn. Ook geven de ondernemers aan dat er niet wordt meegedacht en klagen zij over administratieve rompslomp. Dit alles zorgt volgens de ondernemers voor vertraging bij het verlenen van vergunningen, hetgeen hun bedrijfsvoering kan belemmeren of schaden. De fractie van de VVD maakt zich sterk voor een Amsterdam met een goed draaiende economie, een aantrekkelijk vestigingsklimaat en werkgelegenheid voor iedereen. Een klantgerichte en vlotte dienstverlening vanuit de gemeente richting ondernemers draagt hieraan bij. Ondernemers moeten zoveel mogelijk de ruimte krijgen om te ondernemen. Het is hierbij van belang dat zij niet worden vertraagd of ontmoedigd door onnodig trage vergunningsaanvragen of verzand raken in bureaucratische rompslomp. De fractie van de VVD denkt dat het beter inzichtelijker maken van de klant(on)- tevredenheid kan bijdragen aan een betere dienstverlening. De gemeente zet hier al op in als het gaat om dienstverlening richting burgers, maar mogelijk valt bij het meten van de klanttevredenheid over de dienstverlening van ondernemers nog winst te behalen. Gezien het vorenstaande hebben de leden De Grave-Verkerk en Poot, beiden namens de fractie van de VVD, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Neng Loa Gemeenteblad Datum 14 november 2018 Schriftelijke vragen, vrijdag 31 augustus 2018 1. De gemeente geeft aan tevredenheid over baliebezoek, telefonisch contact en online dienstverlening sinds 2011 te meten. Dienstverlening via sociale media wordt sinds 2014 gemeten. Kan het college aangeven of, en zo ja hoe de tevredenheid van ondernemers over hun vergunningsaanvraag wordt gemeten? Antwoord: De door de raadsleden genoemde onderzoeken richten zich op klanttevredenheid van burgers, een homogene groep die vergelijkbare diensten afneemt. Dat levert bruikbare informatie op waarmee de gemeente haar diensten en producten verbetert. Hierbij gaat het om snelle transacties die aan de balie met één bezoek zijn afgehandeld. Voor ondernemers zijn er gespecialiseerde loketten en diensten die meerdere contactmomenten vragen en vaak over een langere periode gaan. Er is veel onderzoek gedaan naar de klanttevredenheid van ondernemers, maar altijd productgericht en/of branchegericht. Deze aanpak is gekozen omdat daarmee de verbeteringen in het desbetreffende proces/loket/product gericht kunnen worden opgepakt. Dat is voor algemene dienstverlening aan ondernemers ingewikkelder. Toch is er één tweejaarlijks landelijk onderzoek (door gemeente Amsterdam en VNG Realisatie) waar Amsterdam aan meedoet. 1200 Amsterdamse ondernemers hebben meegedaan aan een vragenlijst over klantvriendelijkheid. De resultaten geven enig houvast in vergelijking met andere steden en geven een ontwikkeling van dit cijfer (trend) over de jaren, maar het cijfer geeft geen aanknopingspunten aan de hand waarvan we een of enkele producten kunnen verbeteren. Welke product en/of branchegerichte onderzoeken zijn er geweest op gebied van klanttevredenheid onder ondernemers in de laatste 2 jaar? e Tweejaarlijks wordt door VNG Realisatie, in samenwerking met de gemeente (directie OI&S, Dienstverlening en Economie), onderzoek gedaan naar de dienstverlening aan ondernemers. Amsterdam scoorde in 2017 een 6,4, een kleine stijging ten opzichte van de 6,2 gemeten in 2015. (https://www.waarstaatjegemeente.nl/dashboard/Ondernemerspeiling/) e Erzijn in 2018 rondetafelgesprekken georganiseerd met ondernemers uit stadsdelen Zuid en Noord over de ervaringen met de versnelde procedure voor bouwvergunningen die getest is in stadsdelen. e Eris inmei 2017 een onderzoek uitgevoerd naar de tevredenheid bij de aanvraag van een bouwvergunning. e In 2017 is er een onderzoek geweest naar de tevredenheid bij aanvragers van Objectvergunningen en tijdelijke verkeersmaatregelen. e Eris infebruari 2018 een klantarena georganiseerd onder organisatoren van evenementen. e In 2015-2016 hebben verschillende rondetafelgesprekken met horecaondernemers, over (ver)bouwen plaatsgevonden. e De gemeente onderzoekt voortdurend het gebruikersgemak voor ondernemers die bouwvergunningen online aanvragen, met het doel de online formulieren te verbeteren. 2 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Neng Loa Gemeenteblad Datum 14 november 2018 Schriftelijke vragen, vrijdag 31 augustus 2018 Op dit moment stelt de gemeente beleid op voor de bouwvergunningen en baseert zich daarbij ook op klantonderzoeken. Sinds het voorjaar van 2018 vraagt de gemeente alle aanvragers om online een enquête in te vullen als zij een besluit hebben ontvangen op hun vergunningaanvragen. 2. Hebben de vergunningsafdelingen van de stadsloketten klachten van ondernemers ontvangen? Zo ja, om hoeveel klachten gaat het en waar gaan deze over? Antwoord: De vergunningsafdelingen hebben dit jaar geen klachten van ondernemers ontvangen over bejegening of procedures. Een enkele ondernemer is het niet eens met de beoordeling van zijn aanvraag en doet daarover zijn beklag. 3. Is het college het met de VVD eens dat het zinvol kan zijn de tevredenheid over het aanvragen van vergunningen (nog beter) inzichtelijk te maken, omdat de dienstverlening op basis hiervan mogelijk verbeterd kan worden? Antwoord: Het college is van mening dat we op dit moment een goed beeld hebben van de tevredenheid van ondernemers in algemene zin. De gemeente kiest ervoor de tweejaarlijkse landelijke meting hiervoor te gebruiken. Daarnaast wordt onderzoek gedaan naar specifieke branches en vergunningen om de dienstverlening verder te verbeteren. 4. Wil het college ondernemers de mogelijkheid bieden om na afloop van hun contact met de gemeente (telefonisch, online en bij de loketten schriftelijk) een anoniem klanttevredenheidsonderzoek aan te bieden? Zo ja, wil het college de uitkomsten van dit onderzoek inzichtelijk maken en deze gebruiken om — indien nodig — de dienstverlening te verbeteren en deze te delen met de raad”? Antwoord: De tweejaarlijkse landelijke meting biedt de gemeente voldoende mogelijkheden voor algemene verbetering van de dienstverlening. Het biedt de mogelijkheid voor vergelijking met andere steden en toont een trend in de ontwikkeling van het cijfer. Bij onderzoek naar tevredenheid over het klantcontact centrum (CCA) en online wordt geen onderscheid gemaakt tussen ondernemers of burgers die bijvoorbeeld een paspoort aanvragen. Bij bevraging na elke verlening van een vergunning zullen de resultaten wat zeggen over het bevraagde vergunningsproces en niet over alle vergunningen voor ondernemers. Onderzoeken per vergunningen of per branche bieden daarvoor meer goede handvatten voor specifieke verbeteringen. De gemeente zet daarom voor ondernemers liever in op deze specifieke onderzoeken om de situatie voor groepen ondernemers en producten te verbeteren. 3 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R weing Loa Gemeenteblad ummer - =: ne Datum 44 november 2018 Schriftelijke vragen, vrijdag 31 augustus 2018 5. Is het college bereid om een enquête aan te bieden aan alle ondernemers met wie zij de afgelopen jaren contact heeft (gehad)? Antwoord: Het college zet in op een onderzoeksstrategie waarin tweejaarlijks de algehele tevredenheid van ondernemers wordt bevraagd. Hierin is een positieve trend zichtbaar die tegen andere steden kan worden afgezet. De tevredenheid aan balie, telefoon en online worden onderzocht voor de tevredenheid van burgers en ondernemers, zonder daarin onderscheid te maken. Het college is van mening dat het inzetten van een enquête achteraf geen informatie oplevert waarmee doelgericht verbeterd kan worden. Daarnaast worden dagelijks zoveel vergunningen verstrekt dat ver terugkijken geen extra informatie oplevert ten opzichte van een recente vergunningverlening. Die informatie levert gericht onderzoek op product/doelgroep(branche) combinaties wel op. Burgemeester en wethouders van Amsterdam Femke Halsema, burgemeester Wil Rutten, waarnemend secretaris 4
Schriftelijke Vraag
4
discard
Nieuwezijde > < Gemeente Noo @ Amsterdam JA © l vac x © 4 gore Raadhuisstraat & ® > < CG) © ror Xx ca n yertsensttef pe de ja Nieuwezijde Zuid d Eh: = ET EN | 5 B | Ti is i | ER DA, Ee ie EN Lj E pe b En B GENE DELE NT Nitsrend en Det | h > ke | die} En Li Sijs kant iede INET ‘an |, EEN Bi NI k: Ee Ae | Ee kn Te Een EN RN Pig dd PEAR es 8 Er EL 5 zm hah Ke 4 a Ip P lan Oranje loper Basisrapportage regeling risicovolle projecten © ® Basisrapportage regeling ® e ® risicovolle projecten De vernieuwing van de Nieuwezijds Voorburgwal en de straten en vaste bruggen van Raadhuisstraat tot Mercatorplein Colofon Auteurs Programmateam Oranje Loper | Vrijgave Stijn Lechner, programmamanager Oranje Loper IB | Vaststelling Diana van Loenen, ambtelijk opdrachtgever V&OR | Bestuurlijke portefeuille Verkeer en vervoer, S. Dijksma | Datum juli 2019 | Status/versie Concept versie 4 | Design/opmaak DSGN.FRM ee Programmaplan Oranje loper 2 1 Inleiding 4 B Financiën 34 1.1 Aanleiding 5 5.1 Investeringskosten en dekking 35 1.2 Programma Bruggen & Kademuren 5 1.3 Programma Amsterdam Autoluw 5 1.4 Programma Oranje Loper 6 6 Omgevingsmanagement en communicatie 37 1.5 Leeswijzer 7 6.1 Impact 38 6.2 Draagvlak voor eindsituatie 38 6.3 Draagvlak tijdens uitvoering 39 2 Het programma en de projecten 8 6.4 Organisatie 40 2.1 Bereikbaarheid, leefbaarheid en veiligheid 9 2.2 Reikwijdte, ambitie, doelstellingen 12 2.3 Planning op hoofdlijnen 14 7 Tegenspraak, leren en kwaliteitsborging 41 24 Project De Nieuwe Zijde 15 2.5 Project Herinrichting Raadhuisstraat-Rozengracht 16 2.6 Project Bruggen Oranje Loper 17 8 Afronding, opleveren en overdracht 44 2.7 Project Herinrichting De Clercqstraat en Jan Evertsenstraat 19 8.1 Evaluatie en reviews 45 8.2 Asset owner/eindbeheerd 45 8.3 Decharge/overdracht 45 3 Kansen en risico’s 20 3.1 Kansen en risico’s op programmaniveau 21 3.2 Duurzaamheid 24 3.3 Marktbenadering 25 3.4 Kernwaarden en kritische succesfactoren 25 4 Organisatie en bestuur 26 41 Eén programma, vier projecten 27 4,2 Rollen en verantwoordelijkheden 28 4.3 Systems Engineering en Raakvlakmanagement 30 4.4 Governance 31 4.5 Bestuurlijke informatievoorziening 33 nn Programmaplan Oranje loper | Inhoud 3 l Ï rt De Ee lens En rn DA IE ij LE pi 1e …À zi Rp be Z En ek DA Z IN WEE ze a bf : on ad £ ER Eem EEn £ En ie Er eN p en he 5 1 En hi HE nm ps : ie: ai Ake dn û BA | Ied jj ek 3 mi i S AUT Te Fa ; > 5 , | ed ng nnn 4 Pe 4 | jo he mg bie ‚e IB 5 U, ie á a ï El dn. ie ee EA £ Ee Bak - HE en en, dake kn ki l ne EEN 7 ee neit — en hs nils Ed ne Pan 4 Bn Mad ms Et Er ak ip lit it: 5 en e Et Rr ed EE tid 8 A ee ee en en RM ORE OK OR en PE Fe ME ed is Ee en EET ICE ER INC ON 5 BI Bain ti 0 eo er Ean Aa si eren EED ze tT en ne, in El -a KEN Kun HES 1 tr EN TRE e nes É EF EN 8 e bnn tn d Bee Ee EN ie en DE Sn B EEn | Ie 34 ne gal ij BEER 4e hund, Se À ee A te le Ee bd 5 gj TE : tg e 4 bne £ Rd lk een Ole ae a BREE ken We [2 TEL PE ME MEA kf RE HE 4 NL EE on ee ke Bit OREN hie eer Aen en NE an ] IS tif HER lr 5 Ze gr kre ER é EN î he ES a Arent 1 Drag Bn) ee TN 4 k Ì É È HE it zn : Be e B di de Be zn 15 et) st DAE El AK E ij 5 nd EE es ji) 5 LS Ee Ea KE en ï Ì Eede en nd Ee 5 OE ee Bree lS lt ae f nn Te rt EE RETE SEE Be EN Se En en EL Eon 2 : an En Ee ee B a A \ " y Wi : . KE fj Vr gt ra en Ean Ee Ef al | [ \ He ag E RE È dee Beet. sd u, 2 Se BE, ae mi je 4 Ï Ig … MR | Í 5 i are El Eg Á EES D ed De - el ; le | Ch 4 Ti CN Rean bp EE =| Ed Eet - WE n B Ea pm _— en ane mn s adi oe K Kri ï e wir A DU On E h fj 8 F În oct \ (E-TEN pas A nad NIN RENE ie es 7 DME REE rn pe FREE Tel ND LL h en | ì KK TT D ee € Pe je Rs ú EEn ET | fi Mi RN LH Ë } . Jl K - Lei Al eN Es EN Em e bakt pe He Hf ij LEDS dd Mee ° Ee PT HN ik ON hf EN ee ek NA elke An | A EEA vi ATL DL ITE LATEN LAN LEE BS et eN _ KM 2 L RN Re | SEG ent: ee End à De p . z GS - L H ef ek En S Pal Á hd A 3 Wake en rk Pe [1 ps ‚| hd IME Pien En A, bs ee SE re ne: En A Ee, ge, DRA 1.1 Aanleiding 1.2 Programma Bruggen & Kademuren 1.3 Programma Amsterdam Autoluw Amsterdam staat voor flinke opgaven. Terwijl de stad De bruggen en kademuren hebben grootschalig Om de leefbaarheid en toegankelijkheid van de stad steeds drukker wordt, is er een toenemend ruimtegebrek achterstallig onderhoud. Op delen van het areaal te verbeteren, wil de gemeente ruimte maken voor in stadsstraten en een grote mate van achterstallig ontstaat onveiligheid als de belasting van bruggen voetgangers, fietsers, spelende kinderen en groen. onderhoud en structurele overbelasting van bruggen en en kademuren niet wordt beperkt. De opgave om de Het college zet daarom in op een autoluwe stad. Een kademuren. Hierdoor staan de veiligheid, bereikbaarheid bruggen en kademuren in Amsterdam te herstellen is aantal concrete maatregelen, waaronder verhoging en leefbaarheid van de stad onder druk. Met twee grote fors en raakt de stad in al haar vezels. Op stedelijk niveau van de parkeertarieven en het opheffen van 7.000 programma’s gaat de stad deze opgaven aan. is hiervoor programma Bruggen & Kademuren opgericht. tot 10.000 parkeerplaatsen, is al aangekondigd of in Tot de scope van dit programma behoren 200 km uitvoering. Er is echter meer nodig om de grote ambities gefundeerde kademuren en 850 verkeersbruggen. waar te maken en breed draagvlak daarbij is essentieel. Tot 2023 wordt gewerkt aan de vervanging van Daarom is de gemeente in gesprek met de bewoners 27 bruggen en 4,5 km kademuur. over verdere maatregelen. re TEER MAREN EE: GEN KT Kn, ne RA WT GEEN: TIES SA REE PER GE || KETNET cr & f 4 A aje rare kh es BR Tik Wer Pj if Le Std E, JR EO et es ENE A Js a li IN ë A l hide eta U Rek in A RN NE OR MAES | 5 ‚NDE s1/ 5 eh ATA ARE AN ALAN SAT me Wp AE EE ER rn | | Ni 4 a OE bâ 4 AR EERE BREM EN EEN AR Vi ns Ee ee a me TSN Ki ne HA | 7 EN eten Ee he Kaa NN EN a RN ee Rn eh dà ME NN fl EI El IN A } td Ed Ei AE ET OE Nera id EP Ef VEEN RE en te, Den Ì IRE S Ie Mn ene ee RR EL Ee met Ef DN en ll Ard ij je elk 8 elen Ei P/ CBN < wet La et WE Aen 7 BA rn kn k | | EE DE — AD ikL pen Len AE is ad ie AK oee EE Î : Nee Ne n ree PEEN TE ee E | le be Sn ee | en en ik Ne Ee î hk el. A a | ek U B ne, JOE vir 8 TEE ele Er: a zr 5 = Ue \, | a ee RK ANS Ae A er se EEK: NE en en en ENEN RK ek Ù EN eee en AN | eN Rt EE ii ER Ee eeen eh mn pe |: AE ee Ne NE a MD Me: en E IS enn iP EO |H1 Inleiding 5 1.4 Programma Oranje Loper Aan de centrum-/westkant van Amsterdam komen en die van het GVB, kabel- en leidingbedrijven, de andere projecten. Tegelijkertijd hebben de straten de twee grote stedelijke opgaven de komende jaren woonbootbewoners, rederijen en fietsers zo weliswaar vergelijkbare problemen maar zijn ze niet samen. 9 van de 27 bruggen die tot 2023 worden goed mogelijk gediend? Welke fasering houdt de identiek en zijn de opgaven in stadsdeel Centrum vervangen, liggen op het traject van Raadhuisstraat bereikbaarheid zo goed mogelijk in stand, zorgt ervoor mogelijk anders dan die in stadsdeel West. tot Mercatorplein. De bruggen zijn 100 jaar oud, aan dat de ondernemers nog klanten kunnen ontvangen het einde van hun levensduur en de kans op bezwijken en bewoners 's nachts kunnen slapen? Afstemming, Door de programmatische aanpak kunnen we de is reëel aanwezig. De route is een stadsstraat waar slimme faseringen en planningen worden essentieel om benodigde expertise beter betrekken, pieken en dalen mensen wonen, werken en verblijven en die tevens dit deel van de stad de komende tijd veilig, bereikbaar in workload beter opvangen en kennisuitwisseling functioneert als belangrijke verkeerscorridor. De straten en leefbaar te houden, op een manier die acceptabel eenvoudiger en efficiënter organiseren. We kunnen de zijn druk en verkeer zit elkaar regelmatig in de weg. is voor alle belanghebbenden. De programmatische projecten gemeenschappelijk oppakken, in samenhang Auto's verhinderen een goede doorstroming van de aanpak zorgt voor een integrale kijk op de opgave en en efficiënt, vanuit de opgaven waar de stad voor staat, tram, fietsers hebben te weinig ruimte. Bewoners en het gebied, zodat de werkzaamheden in samenhang maar met toewijding aan de specifieke doelstellingen ondernemers ervaren de straten als onveilig en de kunnen worden voorbereid en uitgevoerd. van ieder project. openbare ruimte als onaangenaam en rommelig. Om de verkeersveiligheid te verhogen, de doorstroming voor Integrale planvorming De naam Oranje Loper verwijst naar de verbondenheid de tram te verbeteren en de kwaliteit van de openbare Een integrale blik is niet alleen noodzakelijk voor die alle straten hebben met het Koninklijk Paleis op de ruimte te verbeteren, willen we de staten opnieuw de uitvoering. De projecten zijn in geografisch en Dam. De gemeenschappelijke naam onderstreept het inrichten, conform de Agenda Autoluw: meer ruimte beleidsmatig (duurzaamheid, autoluw, fietsbeleid) belang van het in samenhang bekijken van de opgaven. voor voetgangers, fietsers, groen en de tram en minder opzicht sterk met elkaar verbonden. De ambities voor De verwijzing naar het paleis geeft uitdrukking aan ons ruimte voor auto’s. de stad beperken zich niet tot projectgrenzen. Als we (hoge) ambitieniveau ten aanzien van de kwaliteit van serieus werk willen maken van de verkeersveiligheid en het proces (‘Koninklijke Weg’) en de realisatie (kwalitatief De werkzaamheden zullen veel overlast geven. Om het creëren van meer ruimte voor fietser en voetganger hoogwaardige inrichting van de openbare ruimte). slagvaardig te sturen, overlast te beperken en een en openbaar vervoer, dan moeten we ervoor zorgen samenhangende inrichting te kunnen creëren op het dat routes logisch en voorspelbaar zijn en de inrichting Het programma Oranje Loper verantwoordt zich hele traject werken we aan deze opgave vanuit één op een doorlopende route niet van straat tot straat aan het college van B&W in een halfjaarlijkse programma: Oranje Loper. compleet verandert. Willen we de rol van de auto voortgangsrapportage die ter kennisname aan de terugdringen, maar wijken niet volledig onbereikbaar commissie MLD wordt gestuurd. Het voorliggende Integrale uitvoering maken, dan moeten we de verkeerscirculatie in programmaplan vormt als basisrapportage de start Voor het beperken van de overlast is zorgvuldige samenhang bekijken. De programmatische aanpak van deze rapportagecyclus. afstemming met alle stakeholders cruciaal. Hoe versterkt de samenhang in inrichting op het hele traject. worden de belangen van bewoners en ondernemers Best practices uit het ene project worden gebruikt in ee Programmaplan Oranje loper | H1 Inleiding 6 1.5 Leeswijzer Om een beeld te krijgen bij de opgaven toont het het bestuurlijke traject is ingericht. Hoofdstuk 5 gaat volgende hoofdstuk de reikwijdte, ambities en in op de financiële samenhang. In hoofdstuk 6 komen doelstellingen en een samenvatting van de afzonderlijke het omgevingsmanagement en communicatie aan projecten. Hoofdstuk 3 gaat in op de kansen en bod. Hoofdstuk 7 beschrijft hoe het programma zijn risico’s van het programma. Ook marktbenadering, tegenspraak organiseert. Hoofdstuk 8 gaat over de duurzaamheid en de kritische succesfactoren komen hier overdracht van de projecten naar de beheerorganisatie. aan bod. Hoofdstuk 4 beschrijft hoe de programma- en projectorganisatie er uit zien en hoe BE U U oer; - (Id | Á. N er À & : gs 5 1 Ki al Mk | Nh) € dien | was | ID =| ee ed N : De NI P, mmh ANN - | | ij TA Een | edn EN, Ba: 7 —— 5 gf Al nn an ME: AN GE ME Ke E 5 be (ld Pin ea: ien ! eeen, 4 lid Di lW ALAIN Be MR 7 ee Ala! Mols IE AIEN EOD if B: ce EE IE _E ms TT Egt BE ke > ME — 7 B: HN > # ER _ me UR kr Ma NE 5 ï 5 | MS De 1 Mk) nn 8 a af E AREN es MAIN, kt nt r : | | 5 n De EE Hi A EN E Î Fem ET omme) df k ijn EEM heil LEN kend | EINE | G el Á \ mmm he I Et. nr P Ni en IN) | je lj K MA En AMO rr: el E TD EEN De 3 GN Mi & > E SEN } N IN rek dl Pp: BEEN, il if nm 4 Te ES … a ®.. ee ka bs KN Nt men Wk De p Nn eik =| Ep an 4 u ae nt Ri | Ee ed EE SS Á zl e= 5 Kms Ji hl ne eN mr jd el Ee i E : nn == ns ee Programmaplan Oranje loper | H1 Inleiding 7 et programma en de proj t EN PELL: Ee SD En es B DE Hie in TE B ik 5 EE la Ze Ade ZA NAD ene ie ee Bes 5 ne oi ni U af \ SU tE hdd pine ann \ ds F : aa, 5 ’ ne m5 | À | Re B | L ai ï Î ij ad Pd Ù ni pr Re 5 is ì 5 £ RE Le ‚ al Sed | | Î ES EE 5 A Ì EE an Ei, De: Z EE he dl ba Ea hi itn EN labi Û ze E ES ; a B x | î mi Pr Et RER rte le WING d sd PE 2 Voert en = ak res er EA Î EL ä HR EE Mh Es ee nie bvd RE B en en : a =| ij NR Bie mk ln N ks IE £ ee BR Ik: Din Oee, HR REEN beeke eb an É CU = LENTE | ï he EN AR | ji L 2 E Rn à Ì ze hid Á | ” Sie C EE tel de ARS WR SE ca ON € Kn elk Fe rs 5 en e AL En È. laf e $ e # Ta He, À el UX li Ren p El. zi | mm Ze 3 bez da om hed He RR 5 en MEN Î Ee { Ke Is 0 sn a E Set U EEEN GE Pose En en KA AN et jn REE | f ij Ì Ad A AAE AINMMEe gE s | a ie Aen. Ei Gi sol | | 3 | ij 8 | t Í EN | u 4 de ne ef el en A ie E hd | E | % add ‚. E ej PA OR ek ge Ee : _ [ ik | E 4 HE 7 zz À ie d Ee ZT Ee ee 2 as pen a ij kn u 7 5 a , - en ) 5 ber Ka u e, Et / ij B 8 E | u Ü e De me St nt SAAN zakat Bih FE en ha TE la Ser RL ea id _ nn et ee En de kn Ee 8 IL | , ’ ee) ie zE 4 JN 5 En nn Tes - pe E de | nd 5 bne! ER eN EN | En mn E 6 En E 4 ; De B E 5 8 | = ee En wi Ss on EE m ed ge Le) EE En Á \ id, Eed = h Bie s u ATEC se u pe ze EA hd | | le IE : : - 2.1 Bereikbaarheid, leefbaarheid en veiligheid Programma Oranje Loper richt zich op het verbeteren ondernemers zijn groot. Plotselinge uitval zou deze Zuid), project Raadhuisstraat — Rozengracht, project en borgen van de bereikbaarheid, leefbaarheid en belangen ernstig schaden. De tram zou waarschijnlijk De Clercqstraat - Jan Evertsenstraat. Met uitzondering veiligheid van de Nieuwezijds Voorburgwal en de straten lange tijd om moeten rijden, terwijl de mogelijkheden van de Nieuwe Zijde was het doel lange tijd primair het van Raadhuisstraat tot en met Mercatorplein. Daarvoor daarvoor beperkt zijn. Ook het gepland vervangen van verbeteren van de situatie voor de tram. De afgelopen vervangen we negen bruggen en richten we de straten de bruggen heeft grote impact op de bereikbaarheid jaren is duidelijk geworden dat deze eenzijdige aanpak opnieuw in. (ze kunnen nou eenmaal niet worden vervangen zonder onvoldoende draagvlak heeft onder bewoners en gedeeltelijk tijdelijk buiten gebruik te zijn), maar is sterk ondernemers in de omgeving en onvoldoende bijdraagt Vervangen bruggen te verkiezen boven het herstellen van een calamiteit. aan de ambities van de stad. In alle projecten streven we De bruggen op het traject zijn 100 jaar oud, aan daarom dezelfde doelen na. We hebben de ambitie de het einde van hun levensduur en verkeren in slechte Nieuwe inrichting verkeersveiligheid, doorstroming van tram en fietsers en staat. Het risico is reëel dat ze zo snel verslechteren De nieuwe inrichting van de straten was tot voor kort kwaliteit van de openbare ruimte te verhogen door het dat ze niet meer veilig zijn en afgesloten moeten belegd in afzonderlijke projecten die hun oorsprong creëren van meer ruimte voor voetganger, fiets en OV worden. De bruggen vormen een cruciale schakel in vinden in de Investeringsagenda OV en/of de en een minder dominante rol voor de auto. de bereikbaarheid van het gebied. Belangen voor Uitvoeringsagenda Mobiliteit. Het gaat om project nood- en hulpdiensten, (OV)-reizigers, bewoners en Nieuwe Zijde (Nieuwezijds Voorburgwal Noord en Opdracht versus opgave De Oranje Loper staat voor een grote en uitdagende ” A En 7 e , opdracht: het vernieuwen van ca. 5 km binnenstedelijke ME ) fi (hi 4 ee 4 AEN FL IS straat en het vervangen van 9 (deels monumentale) 4 Pre d7 id di bruggen. Het lonkend perspectief is een route met ii ne à JAK IN CL . . U Ee Ale | ie bruggen die er weer 100 jaar tegen kunnen en straten | De : _ melt! a Le AL die bereikbaar, veilig en leefbaar zijn. à h % heen Pf Straten vernieuwen en bruggen vervangen in het E in DE : a _ id card € A a . . . D | ij” Ee entrum van Amsterdam is niet nieuw. We hebben 2 5 | A Cent Amsterd t We hebb ein | e Ke 8 Ë mang , dit vaker gedaan en weten hoe dat moet. Wat wel mn, ed ze Ee ez ä ST Ilie c J, | nieuw is om het op deze schaal te doen. Die schaal he. EN Xn ae De Fi. In a fi on i idelijk dat de b in slechte staat n ER Rs Rd RE ANY n, is onvermijdelijk omdat de bruggen in slechte staa mi ME Ei ke WIG le B sans { verkeren én de straten niet meer toegerust zijn op de Ds F4 pe n Ee Ve | ze pn vragen van de huidige tijd. Als we dat brug voor brug En: Er ) DE Ee $ Ee ed / pe 6 WN en straat voor straat zouden doen, zijn we daar erg lang SE K it edt TRE 5 = . mee bezig. Dat kunnen we ons niet permitteren. De kans 4 Aer EN ale wa > RE Ee er ZL dat bruggen verder verslechteren en zelfs bezwijken k jm el 8 5 EE AEDES Re Jak Ee . 7 den ard EE Re ee 5 te \ is realistisch. Ook de bruggen en kademuren om het sl nis b Ee S ‚ 1 project heen zijn in zeer slechte staat. De kans dat we Es df ME 4 Ad Nn. mali Ree ant EO R het verkeer op de bestaande straten veilig kunnen ‚A Rie TEEN ek 5 men ii ar Gen A À \ Pi, afwikkelen wordt dus steeds kleiner. De stad loopt dan me in: ee zl — VAES en 5 5 rs4 ee Programmaplan Oranje loper | H2 Het programma en de projecten 9 vast en de leefbaarheid neemt fors af. Het tempo van de Als programma hebben we de opdracht om bij te dragen Andere projectbenadering vernieuwing is dan bovendien te laag. aan het bereikbaar maken en houden van de stad. Bij Om draagvlak te behouden hebben we in onze analyse deze grootschalige en complexe opdracht is het de een andere projectaanpak nodig dan we traditioneel Om de stad veilig, bereikbaar en leefbaar te houden ingewikkelde opgave om draagvlak te krijgen en houden gewend zijn. Onder een traditionele projectbenadering moeten we een grootschalige operatie op touw bij allerhande partijen: bewoners, ondernemers, bestuur, verstaan we het vooraf bepalen van de reikwijdte en zetten. Hiermee voeren we tegelijk de druk op de raadsleden, gemeentelijke partners. Het risico dat we sturen op tijd en geld, en deze zo vroeg mogelijk vast leefbaarheid en bereikbaarheid van de stad op. Opdelen draagvlak verliezen voor onze opdracht, is levensgroot zetten in het proces. Zaken die niet tot de reikwijdte in kleinere brokken zou schijnbaar overzichtelijkheid en aanwezig. Hoezeer we ook streven naar het beperken en behoren zijn in dat geval vooral bedreigingen voor het beheersbaarheid bieden, maar leidt naar verwachting in vermijden van de overlast, overlast is onvermijdelijk. Als projectsucces. werkelijkheid tot het uitblijven van synergie en bovenal het draagvlak wegebt, ongeacht het soort, is het in de een veel te laag tempo. Veiligheid, bereikbaarheid en huidige context nauwelijks mogelijk om deze opdracht Flexibiliteit leefbaarheid voor de stad borgen, betekent dus in eerste succesvol af te ronden. In plaats van stevige reikwijdte-afbakening zullen we de instantie dat het minder bereikbaar en leefbaar wordt. flexibiliteit moeten inbouwen om mee te bewegen met De veiligheid zullen we ook tijdens de uitvoering borgen. een gewijzigde werkelijkheid en de gewijzigde vragen van de stad, bewoners, gebruikers of stakeholders. In de maatregelen die we treffen om het gebied ER E RS B ARI Dd veilig, bereikbaar en leefbaar te houden tijdens de - nie 5 ke AV AB werkzaamheden moeten we niet alleen kijken naar de 5 EE EN E fed el / gevolgen van ónze werkzaamheden, maar het gebied en er a En JI) Ö centraal stellen. Hierbij moeten we de bereidheid PA : EE hebben oplossingen te bieden die verder gaan dan wij AE Ee En 2 N sle, | | jol traditioneel bij het werken in projecten gewend zijn. Pe: kras an n : KL ig Projecten realiseren in een complexe werkelijkheid Ee Ne SI , n IN, vraagt om mensen die openstaan voor heel veel en En B SE Pl B 4 in k W/ | invloeden, die sterk zijn in het oppikken van signalen Eeen Re E k wg 7 A > je rd ï } NEA, j en zo creatief zijn dat zij in staat zijn oplossingen steeds OE EE ene UR zo te kneden en herkneden dat er een oplossing | oe EE El Sl NT en ie de s ee Elf N ik | ei ontstaat die voldoende aanvaardbaar is. Dat vraagt hi e He Hie ES , Ik Ji 3 : LA 4 15 de ee di Zh’ | As: om een benadering van projectmanagement en mT Rd RE A as 2 Der Spe programmasturing waarin het ‘waarom’ van de opdracht Pi d Ze î El di MEIJER Zane: duidelijk en herkenbaar is verankerd. lara En NE U ie fi ij | F | | Har NM ne = RIE 3 Ei He (hd 72 Positieve connectie k H ek Ú di ie ie 4 Re Ì Ai gj if hin s Het behouden van draagvlak zal ook dan nog niet rtl BT A eN 5 3 pn af as Tk st eenvoudig zijn. Als we een positieve beweging kunnen Fork ij EE ti iP dad ik Lr organiseren helpt dat om onze ingrijpende verbouwing Ree e= ee DE | ESS Rn te ne te accepteren. De ambitie is dat de positieve beweging EE pi NSR fd een onderstroom geeft die helpt de opdracht te nn nn en Mmm km en realiseren, juist ook als het lastig blijkt, duurder wordt of Ee ee Ee 8 _ md et AB Á en 7 KS de overlast erger is dan verwacht. ee Programmaplan Oranje loper | H2 Het programma en de projecten 10 Dit vereist commitment vanuit programmasturing, 2. Cultuurhistorische waarden zoeken bij alle monumentale objecten in de omgeving. middelen om zaken te financieren die de leefbaarheid en De komende jaren zal de stad op grote schaal Het draait daarbij om de cultuurhistorische waarde van bereikbaarheid in stand houden en een zware inzet op ‘overhoop’ gehaald worden. We menen dat het voor de binnenstedelijke beleving, primair voor bewoners omgevingsmanagement. Er moet intensief contact zijn het draagvlak noodzakelijk is een aanpak te kiezen en ondernemers. met belanghebbenden om te weten waar hun zorgen die uiting geeft aan respect voor het vertrouwde, de liggen, wat hun wensen zijn en op welke manier we een waardevolle eigenschappen van de stad. De bruggen 3. Duurzaamheid positieve connectie kunnen maken. Op voorhand zien we die we aanpakken hebben allemaal een buitengewoon De stad heeft de ambitie op duurzame wijze te hiervoor drie aangrijpingspunten: hoge cultuurhistorische waarde. Het zijn monumenten bouwen aan de toekomst. In de praktijk blijkt het best die staan voor het beeld van de architectuur van de ingewikkeld om hier concreet invulling aan te geven. Het 1. Leefbaarheid Amsterdamse school. Ook de panden die aan ons nemen of ondersteunen van initiatieven op het gebied De leefbaarheid in de stad staat nu al onder druk. project grenzen zijn vaak honderden jaren oud en van duurzaamheid, waar bewoners ondernemers wat Zonder extra maatregelen tijdens de uitvoering komt hebben een monumentaal karakter. Samen vormen aan hebben, kan helpen om het project meer draagvlak deze voor een aanzienlijk deel van de stad verder onder ze de taal van de prachtige en unieke binnenstad van te geven. Oranje Loper heeft een aantal unieke druk te staan. Hoewel we niet altijd veroorzaker zijn van Amsterdam — niet voor niets UNESCO werelderfgoed. mogelijkheden om rondom duurzaamheid op een hoog die druk, moeten we hier een antwoord op hebben. Deze monumentale, vertrouwde waarde verdient het om niveau ambities neer te zetten (bijvoorbeeld in relatie tot Onderdeel van onze opgave moet een aanpak zijn die er aan te lichten en te gebruiken in onze projectaanpak. aardgasvrij, ruimte voor groen creëren door bundeling op gericht is het voor de 100.000 mensen die rond het We hoeven ons daarbij niet te beperken tot de van kabels en leidingen, rainproof). projectgebied wonen en werken leefbaar te houden. monumentale bruggen; we kunnen ook aansluiting ERE eere en IS en: ERE en Ee Te B en ld — Ì KE È Nn Tin Te 1 Br Eel Vi 8 s Ee a RE REN ei 8 | | EI u k On nne Á el BE Wi ER WEEER NEN ee EE N Dn he gk WE L i ds en Eh Ï ä ná ali Á EE pr Ag zi Te Ee a EEn ze I iN de NE - Af BN Nn en RE Et SE et ek ze mn pe In En Rn eN Ih : Ee Kol ST Kid _ En ee Û En en ï Fm id Ee \ Di Ed $ ï ï mr Hi HEE El ij en KT s0 ie de 5 Een oe EE de \ u de en | _ es! | nt E: il , mie Es ed nt ER z ik „ll rg ien ld ES A ee OE Er E en r Ta : ars Gek Aen en EP nr me zee B dM Je MIT U en TL eds! egt A dl In Ae OO zp megen ee Er Ja En mmm ul Ean ERD AN Nrg en | iv Ì Ee B A | | Cd NEL 4 j7 Kr Oi El AE Lak B - f E F | ke bek Ee il ke el E 1 E Es L ï die i Bred Ik ij pe u Pi | wi RL Ô De K in RS ä PS _& N fi DAS DC Ke BAE ze rENDA Blik HC Koh Ì IN | Pi Wee À \ mi ik | WEL INF E A r Laer el TM 5 Î É A Z ed Ko ERDER SCHEREN DENDER B/I UBE NL PONSEN CE a NE U NNI Aai B wije dt led rk IN EECNBE NK ee Li 75 nl En WN EAS ge ek Ei rj mi ll Zl AN 7 WN E _S El BLEND KE j in KAN a en ND En ande E E | Ë lj Í en L eum ME z U SN K Ee Ì a} n En er nn ee re En En : | Bi Se ë Ë e= == me = re = . ; Ki =S 63 u 4 NE en oe aen En makend te neen ES an - 5 - in Ten ik F= ET u } tje Ee KE ES Oe wk GERE |H2 Het programma en de projecten 11 2.2 Reikwijdte, ambitie, doelstellingen Geografische reikwijdte Reikwijdte in tijd, geld en kwaliteit g J J je, 9 NB: Martelaarsgracht is formeel scope van project De De nadere invulling van de reikwijdte in termen Maaiveld Bruggen Entree. In de planvorming heeft project Nieuwe Zijde wel van tijd, geld en kwaliteit ligt vast in de individuele Nieuwezijds Voorburgwal geen het ontwerp tot en met Martelaarsgracht meegenomen. projectplannen en wordt nader uitgewerkt en . . . . Het ontwerp sluit nu goed aan op project De Entree. vastgesteld in de bestuurlijke producten dan wel (incl. Singel/Koningsplein) En Raadhuisstraat brug 8, 22, 106 en 63 Rozengracht brug 117 en 167 Admiraal de Ruijterweg brug 108 (deels) en brug 135 tussen de DeClercgtraat en de Jan Evertsenstraat Jan Evertsenstraat vanaf de brug 359 Admiraal de Ruijterweg tot en met het kruispunt met het Mercatorplein Figuur 1: reikwijdte Oranje Loper gers se toe 2 ad ze E j Ei) geert © 2 À Ë 17 es Re ä 5 5 vacht Ë ' zor eestraat Hartenstraat __ Gasthuis. 5 8 5 Á ares X \ a x molensteeg EN ge ä 5 Ë Hege 4 Ë zoe te 8 Ë E 5 4 E Er à 5 N ë > Ë 2 B 8 2 Ê 5 dn 5 Ò ä & \ 5 d 8 2 4% „et 8 8 8 3 S ja 2 5 & \ä En S T E d ® $ $ 4 z &ì ä 4 Y 8 18 A 5 28 RN £ 8 8 E Ît 2 z 2 % … W - E ge 8 & Ì 5 ed . ? 3 2 8 à \ gt 5 5, 8 e £ 2 8 ee Programmaplan Oranje loper | H2 Het programma en de projecten 12 Ambitie Doelstellingen m Hetecreëren van meer ruimte voor het OV. m Veiligstellen functioneren bruggen/route voor m Vervangen en qua uiterlijk identiek terugbrengen Hierbij ligt de prioriteit bij het vergroten van de komende 100 jaar; van negen bruggen met een monumentaal karakter betrouwbaarheid van de aankomst- en vertrektijden m Vergroten verkeersveiligheid; op een manier die het functioneren van het van de tram op de haltes. Het streven is dat de tram m Verbeteren van de betrouwbaarheid en doorstroming tramsysteem het eerst veilig stelt, ervoor zorgt dat op het traject Centraal-Station — Mercatorplein circa van OV en fiets; het hele verkeerssysteem blijft functioneren en zo 20% sneller kan doorstromen ten opzichte van de m Verhogen kwaliteit openbare ruimte; min mogelijk hinder veroorzaakt voor de omgeving, situatie in 2012; m Terwijl het gebied tijdens de uitvoering veilig met het resultaat dat de bruggen minimaal 100 jaar m Hetecreëren van een hoogwaardige inrichting van blijft functioneren op een wijze die acceptabel is blijven functioneren; het maaiveld. De woon- en winkelstraten moeten voor bewoners, ondernemers en gebruikers van m Het creëren van meer ruimte voor fietser en een aantrekkelijke verblijfskwaliteit krijgen, met het gebied. voetganger. De veiligheid van deze gebruikers meer groen en doorloopruimte voor voetgangers. dient hierin geborgd te zijn; ee Programmaplan Oranje loper | H2 Het programma en de projecten 13 2.3 Planning op hoofdlijnen Planning besluitvorming en voorbereiding m Voor project bruggen Oranje Loper werken Planning uitvoering m Voorde Nieuwe Zijde Zuid is in 2019 een we in 2019 en 2020 aan het uitvoeringsbesluit, m De Nieuwezijds Voorburgwal is het eerst aan de uitvoeringsbesluit genomen. Voor de Nieuwe Zijde aanbesteding en voorbereiding van de uitvoering. beurt om uitgevoerd te worden. Het eerste deel van Noord leggen we in 2020 een uitvoeringsbesluit voor. In 2020 doen we voorbereidende werkzaamheden de uitvoering (herinrichting Singel-Koningsplein) is in m Voor project Raadhuisstraat-Rozengracht werken en werken we in bouwteamverband (samen met o.a. september 2019 gestart. In 2020 begint de uitvoering we in 2019 aan de Nota van Uitgangspunten en Stadsregie, aannemers, nutsbedrijven, experts en van het noordelijke deel. voorkeursontwerp en leggen we in 2020 een partners zoals GVB en Waternet) aan een plan hoe m Werk aan de bruggen en aanliggende straten voorkeursbesluit voor. we de bruggen veilig en efficiënt gaan vervangen. proberen we zoveel mogelijk tegelijk uit te voeren. m Voor project De Clercgstraat-Jan Evertsenstraat De planning van de bruggen wordt hierin leidend. werken we in 2019 en 2020 aan de Nota van We willen in 2021 beginnen met de uitvoering. We Uitgangspunten en voorkeursontwerp en leggen verwachten in de loop van 2020 meer te weten over we in 2020 een voorkeursbesluit voor. de planning. ii" EEn 7 EE 7 WE GE : En et AE vac Al 5 Ï IJ PENN ma | TES Ti de ri tE Eee Me wk. > ed ni Ta ES rn ie Te | Eel TT er Beag ee Oe | ee mn rr ES H FER IES se e at ar | ii EF kN es Rn ES Re en El ee | | ee ú A ee HE z ek : nen hu | À aise ge : el ee Lj Hi A HD : N * ij mn SET Aen ak TE dn es 5, ze Te II NE EE an We eee dr EE pede U Mg rn OO ERS En ZEE Î ERN ee Aer im: Td Je EN ER Ë E | ee GC FS EEP Ell En nn OAN Se NN Br, B | il g NE en a 54 Arm wi E 7 Mn Dd dE Eldee ID EARN ee EK hd NE ele Le , e ad : mn en 3 Ci Á 7 E En PP eG erf Ei Pe 5 el si Pl 0 u } kh 3 Ni KR E Ef Gi. à ' r_n EN NER RN nen he 4 ENEN 7 En | he NR A SE Te SS IRN AZ es ENE LL \ ibo OL ee td Ee SP LEN a RN Ne ee ee iP TEE Meek MA ONS EE A PEEN Eed he en NS EL ES MEE Ee MEETER ls PB an | Er 5 PEEN EEE EST EL RE Ah MST OE OE OO F4 erg ee EE eee NM 5 : ETE ge Arras Ce Ek MEE DE Er rn ee Er Pr rn EE A NE ed AE LEL nn” EE 5 ek A A AN OS Ae |H2 Het programma en de projecten 14 2.4 Project De Nieuwe Zijde Ambitie en opgave Dit doen we door: Planning De Nieuwezijds Voorburgwal krijgt een nieuwe inrichting. m Creëren van meer ruimte voor voetganger en fietser; Het project bestaat uit twee deelprojecten: de Aanleiding is de ‘Programmatische Visie Nieuwe Zijde’ m Creëren van een hoogwaardige, autoluwe inrichting Nieuwezijds Voorburgwal Noord (Martelaarsgracht tot en ‘Uitvoeringsagenda Mobiliteit” (JAM). Het doel van de openbare ruimte met meer groen; aan Paleisstraat) en de Nieuwezijds Voorburgwal Zuid van de herinrichting is het omvormen van een ietwat m Verbeteren van doorstroming en betrouwbaarheid OV; (ten zuiden van Paleisstraat tot het Spui en van Spui tot vergeten, vooral dienstbaar deel van de binnenstad naar m Zorgen voor een betere oversteekbaarheid; en met Koningsplein). een aangenaam en eigen stadsgebied met meer ruimte m Invoeren van eenrichtingsverkeer voor autoverkeer. voor fietser en voetganger. Voor het zuidelijk deel is een Uitvoerings- en Kredietbesluit genomen begin 2019. Het eerste deel van de uitvoering (herinrichting Singel-Koningsplein) is _ ee ee n gestart de tweede helft van 2019/begin 2020, tegelijk RE. en Sa RP ze REA Ee it ED OT met de vervanging van het tramspoor door het GVB. rn Dien hi RI al he en ben Voor het noordelijk deel heeft de gemeenteraad op 4 juli enn hel B ä ze TE | 2019 de Nota van Uitgangspunten vastgesteld en wordt 2 El ek dele La a ln in 2020 het uitvoeringsbesluit bestuurlijk voorgelegd. B MU im ä Te ATR nd ee ln i is — AN 1 hl 7 | rd te WS a men EN: tt DE L ds Be LID sij) NR Od k = RIN aa M.E E En EE E En | ii mm ft Ns |z| Hd ze jj EN | 5 ï aam e 8 | EN ENNE Te GN rg kj jj Ei Ë EN | Are A Lie ej ee en Een mid _— ig ef A LE 8, eer HN ci NEET Ti en ARE E Ee EEEN iS EEL! LIN ii al p En in ES enn nt Ken HEET TTT mene 1 re, en 4 | F Ei aten EAS) ’ _ k dE =r TT AR N, a Ì AN Nie Nn 1 HERA nt Wen Se rd dE el EE NN le beh LET an Denm dl Es TTE. ve BS A es 5 B tk rn Wij NE en en Ee E A Se B ST 5 hand nnee ia a 5 en —ú | iN ei Kaj dì- Ee Le Z 5 Nn as | Pl eN = 5 | rn EREN IP — EE et mer id 5 E ij Be JN â RE Ee > 6 ® I N e ep EES BE ml | Sn 5 EN NEL Bn En MENE St A ee EN \ edm | he EEn SS Sf Ee Á Te E el Î NE Wee AES |H2 Het programma en de projecten 15 2.5 Project Herinrichting Raadhuisstraat-Rozengracht Ambitie en opgave het OV tot gevolg. De openbare ruimte is rommelig, Over de herinrichting van de straten wordt al langere tijd De Raadhuisstraat en Rozengracht krijgen een nieuwe van lage kwaliteit en sluit niet aan bij de verblijfsfunctie. gesproken. Oorspronkelijk vanuit de Investeringsagenda inrichting. Het zijn straten waar mensen wonen en Omwonenden ervaren de straten als een gevaarlijke OV, met een eenzijdige focus op de verbetering werken, winkelen, uitgaan of doorheen reizen. Er racebaan. Om de straten in te richten conform de van de doorstroming voor de tram. De stad en haar g g zijn o.a. voetgangers, fietsers, auto’s, taxi's, trams en ambities van de stad is een herinrichting nodig van de ambities zijn sindsdien veranderd. De ambitie voor de bussen. Het is er druk en er is te weinig ruimte voor straat, van gevel tot gevel. herinrichting is het vergroten van de verkeersveiligheid, alle soorten verkeer. Verkeersstromen zitten elkaar in betrouwbaarheid van het OV en het verhogen van de g de weg; onveilig en met een slechte doorstroming voor kwaliteit van de openbare ruimte. De opgave is het g g g p pg creëren van meer ruimte voor voetganger, fiets, OV mann eme, en samma an Ee door een minder dominante rol van de auto. NS ie OEREN rte A EAN AART NLS rrd ee Planning me) 7 ' Ni EN Sn ee 4 OAK DE n Ig . . . UN Ze HEREN EN OA ot Peene SN CO Ln In 2015 is een Nota van Uitgangspunten vastgesteld die | ” “ A zie TE LN Si ' | We EEF Alagl PT ZONE Rl Ê 0 peet. En een sterke focus had op OV. In 2019 volgt een nieuwe ALK ge RE wedn he. TNO ER AN REDE (OON EA |E . N Ki | | ted We ke ws Za 2e zere AE d k fj JEE ie VT oe a Nota van Uitgangspunten met voorkeursontwerp voor ARNE be RE ir dee TREE 5 RSL de inrichting van beide straten, conform de nieuwe | BE OP LE APE AP EAN | PE ea Dr ee. 9 . | IN li AS ANG Er a SA he ECN TMR Ne ambitie en opgave. Eerdere ontwerpen en input van ; c Ae En LENS jz H . H NI HEEE ED 0 dal 18 Leeg, zen gel OE T sd alle stakeholders, onder wie uitdrukkelijk bewoners en LEG ON ST NE R Je er Ed EN ee EIN ie . . st ' | | | \ be AR Dn: ' Es ite ne 1 4 LE Es Pe F EE Ï ondernemers uit de omgeving, worden hierin betrokken. IKN EE ee rie Ee sil iran pe . B.A ISES B " # se Ze sal ei seird Ten 3 5 ole | | Hiks == In 2020 volgt een voordracht voor een voorkeursbesluit. : tn es & U zy [ U ee , Tan ze | TAU Mrndr en an ml Ü } mer © DS ERN EE ee EA ve ANO tr NS A: — ES Parme CE (OA sort TN EN nj jd dell HERON Std DT ii et le a> re - - Y | En dE 4 ak ‚| —__ Nn a A nn 5 ’ zeil En TVT en PE | pl EA ALEEEEETEN | En e En 5 \ Js tE BATEN en nen en El Od ee B ee AT EL ENT VAN nnn B ZEE 2} zE, En, EN En UR Hie te Edel 5 hete Ai ie en Zee ld \ EN So Dd BENT nn Ee Ne es EN een nn RE Ne AN Ee En Een DN EN ij Een 5 Ei à Ei B EA en : ' Ee 5 a AN UNE Eeen NI pee oe l/h UE BEND HEN RAe = - ES SANNE een, NS 4 ES ee Eh NN AN 8 5 En II ZE TN 4 |H2 Het programma en de projecten 16 2.6 Project Bruggen Oranje Loper Ambitie en opgave Figuur 2: scope bruggen (boven: Raadhuisstraat en Rozengracht; onder Jan Evertsenstraat — De Clercqstraat) Op het vaste traject van Paleis tot Mercatorplein liggen negen bruggen van ongeveer 100 jaar oud met een monumentaal karakter. De bruggen zijn cruciaal voor jn $ het functioneren van de route en moeten, om uitval te " eget 63 106 … gio voorkomen, zo snel mogelijk worden vervangen. De E á bruggen 8, 22, 106, 63, 117, 167, 135 en 359 gaan we 5 22 e . …  integraal vervangen. Brug 108 gaan we gedeeltelijk È 8 groots“ vervangen. Deze brug moest in 2017 plotseling worden 8 $ 5 afgesloten. Vanaf eind 2018 is de brug weer opengesteld © 17 ses . Ki) voor al het verkeer. Met een calamiteitenaanpak is SN ae ervoor gezorgd dat de brug zo snel mogelijk kon 167 ger Reestraat Hartenstraat __Gasthuis- functioneren. Wat nog moet gebeuren is het vernieuwen oe 8 E Molensteeg . . : 0 8 8 5 Kr van de landhoofden en brugvleugels, inclusief fundering, ” 4 « 5 & | 8 ‚ 5 9 8 8 dl ter plaatse van de fiets- en voetpaden. 8 z 4 ee 2 8 ? 7 5 9, 8 \a È ö S 2 v TE . ®, Planning $ 3% … D. De belangrijkste beheersmaatregel om ongeplande & uitval te voorkomen, is de bruggen zo snel mogelijk 6 vervangen. Om zoveel mogelijk snelheid te maken, betrekken we de markt zo vroeg mogelijk bij de opgave. Hiernaast zorgen we ervoor dat we voorbereid zijn E op de situatie dat één of meer bruggen plotseling 2 gestremd moet(en) worden. De aanbesteding voor de 5 5 se . ee . o 5 E civiele aannemers in het Bouwteam is inmiddels gestart. 2 5, Ht 8 : : : se te e 5 re 5 Het streven is om in het voorjaar van 2020 twee civiele 5 8 ä e er groetd $ . . o 5 aannemers aan boord te hebben en in 2021 te beginnen 5 Ja & 8 Ë e ? 108 . . oe: : 5 E È met de uitvoering. Voor die tijd zullen al voorbereidende 5 259 2 Ë é . & G werkzaamheden plaatsvinden. 3 = & , , / @ © Pe) 5 7 25 sg } ë 8 5 3 2 5 8 â B 5 8 8 5) 3 3 @ E â ® ER = 5 Ö z 5 88 2 ï « s : & Ea 6 & 5 en 5 a 9, ® 5 Ze - 5 8 % 5 ‚ Sal 3 # 5 0 & 6 X 2 & Es ee Programmaplan Oranje loper | H2 Het programma en de projecten 17 Aanbevelingen commissie Cloo m door binnen de programmaorganisatie meerdere uitvoeringsaanpak, met name gericht op de In 2018 heeft de commissie Cloo een aantal rollen in te vullen door koppels van meer en minder bereikbaarheid, ook in de tijdelijke situatie; aanbevelingen gedaan die het gemeentebestuur heeft ervaren mensen geven we vorm aan het lerend m het samenvoegen van negen bruggen zorgt voor overgenomen. De aanbevelingen hebben betrekking op vermogen van de gemeente; schaalvergroting en het na elkaar uitvoeren draagt bij de aanpak van kademuren en bruggen in de hele stad en m door te werken in Bouwteamverband zorgen we aan het lerend vermogen binnen het programma; raken daarmee de Oranje Loper. Primair is programma ervoor dat de kennis uit de markt vroeg in de m we hanteren een gebiedsgerichte aanpak waarbij Bruggen en Kademuren aan zet om de aanbevelingen planvorming wordt betrokken, daarbij betrekken we maaiveld en brugrenovatie is gecombineerd, de komende jaren om te zetten in concrete stadsbrede ook de belangrijkste stakeholders in het Bouwteam; wederom schaalvergroting en procesinnovatie; acties. Programma Oranje Loper past twee aanbevelingen m het werken in Bouwteamverband zorgt voor m totslot werken we samen met kennisinstituten zoals al toe in haar programma (IV: investeer in de organisatie een procesinnovatie binnen de gemeente; deze Neerlands Diep om te leren van deskundigen en en V: schaalvergroting samenwerking met markt en samenwerkingsvorm is relatief nieuw binnen de collega's in het veld, zie hoofdstuk Tegenspraak. kennisinstituten): gemeente. We verwachten hiermee een innovatieve Ee e Ge flan iT 5 El AE E Re, OE deer d an anak TAN I TE ZE De Ee 1 RA Al hee EE A B ae nn Wez ae RA NESS eer RO A En mn De en bte di lj A enke el | Ì | Pee ij: kt oe Er MT en 5 B ol Ee Bs Tr hee nn DENS etend 1e 5 ig Ber nr tk er IL B lk SE ed & 15 BNG | AND Rn mn el El ER EE DE SE Kil, Tis ci ff HE Ti ak an zi ONLERNNINN Me ne RE (fd iet Sed! ú alde Wid — == At 5 Uig Eon TE A n et 1 LE ie - B Hi IJ ze Eed en Fet et i s 5 d : d Ee Nn 3 EE A Od ze ze err Rt |I — hes ACR il Il AE la Bie in É L ee Ke Ee md rte El DIE REES — k be [Of | BI f Î uE | | | £ | A j AE en Sr [nti et ME ne Ki dn (NC fn (ol am fi se =l E :AKS SACHE AS ) Ben f B TD (NEI nk = Bid tk a In ERM TE hb P j ETI cn zl 5 ii | E Jan ES. dd nl PE ej en ie Lo an Me AE S on | Rl i Pan 8 in k Le We DE pe ri SAE TN TD IE EE MORT Ak DEE Sese rn here ef EE ere Ke Ce RAE KEEPER [VAD 20 A BENE Att A BE PA Dh ITE Penn a lS FER 45 STEE EL el PE Shen ER EERE Ue CEST Ee RI NN Se | LL HEEEL OOOK GH AOBREEE EL EEND Jr AOPREKE DINE 1 dU afb HO ES blt WALEN CR RNR 7 e men E = dn (mn ALE 1) ABR UIN OTS ie In =S Ee, pe ae ne : jen des k j Ag hg (en p behe | | lk E Bene NEA hans k nn en ne iS td En ad en er dun: Et Ten nd 2 RR ne Ee RU ee ne ï ee en zz Smeren en S rd eea AN < 8 die. En ESE en ke ent : kh Tide EES En fr ie. ne mn En en an Ei Ì ii ’ Ee ; VERRE et ee er nn DEN es d nen a ur Wis me Là Eet ez ls 1 mm Ul 2 EE _n NK) | E , Er eten Et En een at En | k en el li nn rn en vn Er es ER Pae El | ei Jen teer laand À Ve a 3 Se si fe De en ren ee ne En |H2 Het programma en de projecten 18 2.7 Project Herinrichting De Clercqstraat en Jan Evertsenstraat Ambitie en opgave grote fietsersaantallen en we weten dat deze aantallen In eerste instantie had het project De Clercqstraat De Clercqstraat en Jan Evertsenstraat hebben een alleen nog maar toe zullen nemen. Het kruispunt Jan en Jan Evertsenstraat (DC/JE) als enige doelstelling belangrijke functie als stadsstraat. Enerzijds fungeren Evertsenstraat/Admiraal de Ruijterweg is aangemerkt de doorstroming van het OV te verbeteren de straten als toegangsweg van Amsterdam West naar als blackspot, waar veel ongelukken plaats hebben (Investeringsagenda OV) en betrouwbaarheid te het centrum en vice versa, anderzijds zijn het straten gevonden. De openbare ruimte is rommelig en op vergroten. Deze eenzijdige benadering had weinig met een verblijfsfunctie, waar mensen wonen, werken, plekken onaangenaam, de trottoirs zijn te vol en bieden draagvlak onder bewoners, ondernemers en stadsdeel winkelen en uitgaan. Met de huidige inrichting rijdt te weinig loopruimte. Ingrepen zijn nodig om de West. Inmiddels is de ambitie voor dit project het autoverkeer grotendeels mee over het tramspoor, inrichting af te stemmen op de huidige en toekomstige verbreed naar het vergroten van de verkeersveiligheid, waardoor de doorstroming van de tram niet optimaal verkeersintensiteiten en de modaliteiten te prioriteren. betrouwbaarheid van het OV en het verhogen van de is, De fietspaden zijn niet gebouwd op de huidige kwaliteit van de openbare ruimte. Voor beide straten geldt dat het invoeren van eenrichtingsverkeer en/of _ knip aan de orde kan zijn om de benodigde ambities in SE 5 de straten te kunnen waarmaken. Wanneer dat het geval B / is, heeft dat effecten op de verkeerscirculatie in een p ER . 5 Ze breder gebied. il TIN ES _—_—& 7 ze > Planning ID =| iN k > De l In het project De Clercq- en Jan Evertsenstraat E ER DN À É el (DC/JE) heeft het bestuur op 5 maart 2019 ingestemd Di _ EEEN OR, Np ij e RN met het verbreden van het onderzoeksgebied van gevel ie $ n= EN et Ein Ee Ì E tot gevel. Voor beide straten wordt op dit moment een TT | Lr EN, | | Ie ENT Nota van Uitgangspunten opgesteld die in het eerste gn ik ATEN | | Ì u n | An IR NK: Tin kwartaal van 2020 wordt vrijgegeven voor inspraak. ee men Nien Me E EN EDE Es | Eene En Mik A ME OA Ï a IN dE r | Tr [iDEAL EN adhd pe Be Ben ee Programmaplan Oranje loper | H2 Het programma en de projecten 19 K sico's HA pe | NA EL De …Ì nes q “ En Hie | NL d Ee ke hin 6e In # 7 | lg | EE TE En ze | 7 Î je We | Ep | NE | | RA) ien pn : - Jet | 5 | / ln EEE Ne en ls _ Wie mm & ì & di md / ET är 5 bid el ne mf — E en on _e E_ 1 Ee - & E BH Vn eer iden sci ze bk en oo OS A En UA el SE ROn Sen ed p t Ë > er ii Kn eN EE t ATS IE Er Ì ade 5 Eeen A es / ij jen ikk EE nm a: Á IE Í jn zE Nel Ie E pe um Ù | ii ES , gE EE E :F en En EE ann ee TT rd did ie EE en ME int ne EEE # ee men. d neee, ud ea Line: Te a ib | il Eed a Ohe rg ER mm ee Mbt mn RE de AAT EET EEE ETET TETE en : IE ERE EET | IE En HA ALi ATL TEE Pr et Hi DEE DEE ERS RRIE ATI ii ij N | | DN Ltd EI KEN | EN. 1 IE ERD ‚U ze mn en es r pi " ze E | Ef an Md N | ‚ an i 3 ae EE OER 2 ze ee EN - À ee ee ne zn RE. Se 0 a | = En 5 Ee NN A ER ie: ee ee en ee en 3.1 Kansen en risico’s op programmaniveau Risicomanagement werkwijze rond risicomanagement is beschreven in minder beschikbare werkruimte, de noodzaak Binnen het programma en binnen ieder project vindt het Projectbeheersplan van team Projectbeheersing in het kader van efficiëntie en veiligheid toch de risicomanagement plaats. Dat betekent het actief Oranje Loper. hele kade aan te pakken, en/of blijvende scope- in kaart brengen van risico's en het beheersen van uitbreidingen. Beheersmaatregelen zijn monitoring deze risico’s door het bedenken en realiseren van Risico's op programmaniveau en goede afstemming met Programmateam Bruggen beheersmaatregelen. De risico's worden in reguliere Op programmaniveau hebben we de volgende risico’s en Kademuren. overleggen binnen de projectteams besproken en in beeld. Risico's op programmaniveau zijn risico’s die beheerst. Daarnaast zijn risico’s en risicobeheersing het beste op programmaniveau beheerst kunnen worden m Het kan gebeuren dat de projecten binnen het onderdeel van de reguliere gesprekken en en projectrisico's die in elk project terugkomen waarbij programma met de uitvoering moeten wachten rapportages van project en opdrachtgever. Risico's gezamenlijke beheersing op programmaniveau voor op andere projecten in de omgeving (bijvoorbeeld worden binnen de projecten op een uniforme wijze een efficiëntieslag zorgt: omdat Stadsregie voorrang geeft aan één van de behandeld en vastgelegd. In de projectplannen van vele andere (raakvlak)projecten, of omdat het de projecten zijn de toprisico's opgenomen. De m De projecten hebben te maken met een complexe bestuur andere (raakvlak)projecten urgenter vindt, omgeving. Mogelijk loopt de weerstand hoger op bijvoorbeeld vanwege druk door de omgeving, EEND AVE CE AAE NS 8, « if dan verwacht. Dit kan komen doordat de buurt meer omdat de eisen aan de omgeving veranderen, Ó ni a) A NE Ë HSS ber Ed \ overlast ervaart dan verwacht, doordat de BLVC-eisen of omdat een tramomleidingsroute door ons Ass $ EN ‚ in deze complexe omgeving niet haalbaar blijken, projectgebied wordt gepland. Mogelijke gevolgen Á MK ee ep k Niens B … planningen uitlopen of er onvoldoende goede zijn vertraging, het niet verkrijgen van financiering of EN VEE Bel ed , Ne , hee ie K A communicatie is. De gevolgen hiervan kunnen zijn klachten uit de omgeving. Beheersmaatregelen zijn A eef ke E B Bg te 5 ke Net ane, verminderd draagvlak of extra te nemen (tijdelijke) het zo snel mogelijk om de tafel gaan met Stadsregie Ee RE N EI Ar AN d nn „en N maatregelen om de bereikbaarheid, veiligheid en en de commissie Tijdelijke Buitengebruikname Re IS Kk ef e= ij: Som leefbaarheid te borgen. Beheersmaatregelen zijn spoor (TBGN)/GVB vanuit programmaniveau, de hal BO lais iel “ een integrale benadering van het gebied, met de projectmanager of ambtelijk opdrachtgever en En del ek ie N omgeving afgestemde maatregelen op het gebied alvast een draaiboek opstellen wat te doen als deze CAR B OE ans van veiligheid, bereikbaarheid en leefbaarheid op situatie optreedt. pe. md De rl ' We basis van de aangrijpingspunten voor een positieve be EN Ed sy En) E | u connectie, goed verwachtingsmanagement door m Erkan zich een (grootschalige) calamiteit (verzakking pn i dl Cie MN Ee sn Mes heldere, tijdige en consistente communicatie, een of vervorming) van de bruggen op het traject Oranje NUR: RRC + jn Á eN sterk omgevingsmanagementteam dat werkt vanuit Loper voordoen tijdens de voorbereidings- of : 5 dd Ee een communicatie- en omgevingsmanagementplan, uitvoeringsfase. Mogelijke gevolgen zijn vertraging, ne ed a ain met gebiedsteams en raakvlakprojecten om tafel. imagoschade, extra kosten voor een andere ay ed atd | Nt en uitvoeringswijze, een omgeving die langere tijd Hi tl / m Hetkan gebeuren dat een kademuur binnen of nabij onbereikbaar is en veel overlast. Beheersmaatregelen TT Ì Ee Oranje Loper aangepast dient te worden, doordat zijn deformatiemetingen uitvoeren, samen met NE deze in slechtere staat verkeert dan verwacht. Dit Programma Bruggen een calamiteitenplan paraat + ze kan leiden tot vertraging van werkzaamheden, hebben, tijdens uitvoering kunnen schakelen in pe À En een ongewenste omleiding voor de omgeving, fasering, en de omgeving (vanaf het begin) met ee Programmaplan Oranje loper | H3 Kansen en risico’s 21 duidelijke communicatie in dialoog, meenemen in de worden, de hulpbruggen de planning van de bekostigen, de beheerder niet accepteert en er problematiek, omvang en gevolgen van de opgave. maaiveldprojecten kritiek maken, en/of de ontwerpen dus vertraging optreedt, of dat de kwaliteit na van de projecten fysiek of in de planning niet oplevering van het Werk niet wordt gehandhaafd. m Het kan zijn dat de keuzes in de beleidsvraagstukken goed op elkaar aansluiten. Beheersmaatregelen De beheersmaatregelen zijn tijdig de EHBO-effecten (discussie 30/50 km/uur met vervoerders, taxi zijn het aanstellen van een raakvlakmanager, K&L- in kaart brengen samen met de beheerders, met al of niet op trambaan, samenvoegen van manager en veel afstemming tussen alle projecten DMC afstemmen wat de haalbaarheid van het plan is tramhaltes, autoverkeer Agenda Autoluw, opheffen in Oranje Loper en de nutspartijen, tijdig opschalen wanneer het gaat om een verhoging van het EHBO- parkeerplaatsen) niet tijdig (bij NvU) bekend zijn, wat als we er met de nutspartijen niet uitkomen, als budget, en mogelijk alvast het eerste jaar onderhoud vertraging in de uitvoering van maaiveldprojecten Oranje Loper zo snel mogelijk een keuze maken meenemen in de projectscope. (niet tegelijk met werk aan bruggen) kan betekenen, dat we de bovengrond en ondergrond integraal met verminderd draagvlak in de omgeving als en toekomstbestendig willen ontwerpen, en m Het kan zijn dat een project binnen de Oranje Loper gevolg. Beheersmaatregelen zijn onderzoeken doen, lessen leren van andere projecten of Centrum geen marktpartij kan vinden, doordat er marktkrapte veel afstemmen met stakeholders, en het maken Ondergrond Bouwen. is, of doordat de marktpartijen het project niet van een flexibel ontwerp waarin wel het profiel interessant vinden of de eisen niet specifiek of van de straat vastligt, maar nadere keuzes later te m De projecten worden na oplevering overgedragen realistisch vinden. Hierdoor is er vertraging, mogelijk maken zijn. aan de beheerder(s). Wat we niet willen is dat het (brug)stremming voor verkeer, hogere kosten bij niet te beheren is, doordat het effect op EHBO dure inschrijvingen of imagoschade en landelijke of m Het kan gebeuren dat kabels en leidingen niet (exploitatie, handhaving, beheer en onderhoud) politieke aandacht. Beheersmaatregelen zijn een tijdig worden verlegd of vaker worden verlegd niet is opgenomen in het onderhoudsplan en gedegen marktconsultatie en markt blijven betrekken dan voorzien. Dit kan komen doordat we te maken jaarbegroting van de beheerders. Gevolgen en enthousiasmeren, en goed nadenken over de hebben met veel diverse nutspartijen (binnen-en kunnen zijn dat gevraagd wordt om een deel hoeveelheid Inschrijvers en de eisen. buitenlandse) wat op elkaar afgestemd moet van het onderhoud uit projectbudgetten te m Als Oranje Loper hebben we de ambitie om de _ ET projecten op maaiveld, tramspoor en bruggen En | En ie ER integraal aan te pakk lijk uit t Ee ENE AE Ee RE 24 graal aan te pakken en gezamenlijk uit te voeren. EPA ED ERLE JE EN A Mogelijk lukt dit niet, doordat het in de planning Ef Dt Eine Ns. die mil Aen la een hele uitdaging is om de ontwerptrajecten 1 p KU EIN AE klik eld î Î TL En f is) op elkaar aan te sluiten, het MVP-werk in de tijd in EN ren ' AARD { ig de  ee 4 schuift, of doordat besluitvormingsmomenten en Ï Ì TE ii fl UE 5 a We ET NS Wi in 8 de planning bepalen. Het gevolg is dat de straat Rs & 8 - akai U î Mit he í -& SK an in Ee s Fe Â_an eN Ee 5 ba 4 PERL: twee keer open gaat, wat zorgt voor vertraging en Bil sk art mm r — it zi „Ir TE ad zi proceskosten, meer overlast, verlies van draagvlak, AS ad, t ts ne il Á nn U NE zn dim u ed mogelijke onveilige situaties, imagoschade en RON A ee Eee ee IN, Aal! Ne ns es aanpassing van het ontwerp. De beheersmaatregelen ET Ea) , N be ken Ze ie nr il i = " zijn het aanstellen van een raakvlakmanager om 8 ! | k Rd Kn it il de raakvlakken goed in beeld te houden en het Ì Í p Bek k ES Besl g vl gs 5 ' E _N | a RL op het programmaniveau regelen van aanvragen ee Programmaplan Oranje loper | H3 Kansen en risico's 22 Kansen m Integrale planvorming: problematiek en ambities m Snel naar gecontroleerde uitvoering van bruggen: in brede (geografische) samenhang bekijken snel betrekken geschikte marktpartijen en samen voor optimale oplossingen in verkeerscirculatie met stakeholders komen tot gewenste aanpak en ontwerp. uitvoering (bouwteam). m Integrale voorbereiding: snelheid en efficiëntie door m Slagvaardige realisatie beleidsdoelstellingen: snelle flexibiliteit in inzet mensen en middelen, uitwisseling besluitvorming over herprofileringen en bereidheid kennis en ervaring en vertrouwdheid met en bij stakeholders om te streven naar gezamenlijke stakeholders. resultaten (inhoud en financiering). m Leren binnen het programma: leren van voorgaande m Integrale aanpak in uitvoering: verregaande onderdelen en leren van elkaar. afstemming in uitvoering bruggen en straten voor optimale bereikbaarheid, in stand houden leefbaarheid en beperken hinder. ” "en In EEH ET" TES had 7 r= Ti E Le TE NA SD KEN RS dU RL APOENS € en | EA TARN WIR Ad SLE I R a ee Es dr NE 0, did _ | } d El EE hi Nr EA (ti LI IT m B RR == ä et ï | ja Ï A n NE | : | ee . H Î EE N "j ij 5de U ik UT Bit WE Aan kt ï RR RIN ess Ak vr El Beni E _ dek IIS in dE ed k EL IJK Ke fl Ee ad En —e e | En Î mn mep EN, ei ul N OE Ke 5 een LR B Ee s EM n= Dn x & 4 KR ent Ine Bi rt af | UE, NA Taa van cle UE Fl k | ' z AN _ A Erp PE Ie Lee gj PA MENE ILA IRL Oe ASD Se DINE mer KN eer k ne ON Ne im a me es 3 ren _— > zl | We ki A zi ES pn ed g ae | Ld Wi / ; hi Zed / Se en en 5 P > GK / 4 en ee een TE | a : il 5 | H3 Kansen en risico's 23 3.2 Duurzaamheid In het coalitieakkoord zijn speerpunten opgenomen Figuur 3: ambitieweb duurzaamheid voor het thema duurzaamheid en groen. Het gaat dan om openbare ruimte en groen, klimaat, energietransitie, circulaire economie en afval. Ook in het kader van Energie ee R . a. Energiebesparing en CO2-emissie maatschappelijk verantwoord opdrachtgeverschap is b. Duurzame energiebronnen duurzaamheid een integraal onderdeel van alle projecten en programma's in de openbare ruimte. Bereikbaarheid 1 Materialen a. Bereikbaarheid (doorstroming/hinder) a. Duurzaam materiaalgebruik (circulair, D heid h gf . f b. Efficient gebruik van infra geen toxische emissies, sociale voorwaarden) uurzaamheid gaat over het effect van een project 0 c. Robuust transportsysteem b. Duurzame productie en aanleg (CO2) programma op het milieu, mensen en financiën (People, Planet, Profit). Het ambitieweb is een hulpmiddel om Vestigingklimaat Bodem duurzaamheid integraal te benaderen en helpt bij hin a. Bodemkwaliteit het maken van keuzes. Het web is opgedeeld in 12 gant b. Duurzaam Bodemsysteem : Pg b. Gebiedseconomie (geen verstoring bodemsysteem) duurzaamheidsthema's (zie figuur). c. Inovatie en aanpassingsvermogen AN JD, Een goed ingevuld ambitieweb geeft een duidelijke neestenksen Man L\ Water prioritering aan van thema's met een hoog ambitieniveau a. Life cycle costs rl NU a. Waterkwaliteit Ed : see . b. Balansin kosten en waterverontreiniging en thema’s met een laag ambitieniveau. Voor de vier opbrengsten (TCO) b. Waterkwantiteit: Uitdroging/ afzonderlijke projecten hebben we een ambitieweb overstromingen gemaakt en spreken we met elkaar af welke thema's we meenemen en waar kansen liggen om extra in Ecologie te zetten op duurzaamheid. Deze input wordt op esn a. Biodiversiteit . nn a. Maatschappelijk draagvlak b. Ecoloaische struct programmaniveau besproken om ambities voor b. Sociale betrokkenheid „CO OGEN SCN . Re . . Lokale kennis benutten c. Hinder: geluid, trillingen, lichthinder, duurzaamheid te definiëren. Binnen de projecten ad dl Social retum aantasting habitats onderzoeken we hoe we dit vorm kunnen geven en Ruimtes ebruik . … . . . uimtegebrui wat de consequenties zijn op het gebied van planning jn Welzijn/Leefomgeving a. Baslag op ‘onbebouwde’ ruimte a. Gezondheid: luchtverontreiniging, geluidsoverlast b. Multifuncti 1 rui bruik en kosten. b. Hinder: geluid, licht, trillingen Ruimtelijke kwaliteit . Mu'trtunctonee” ruimtegebrui . AR , : . c. Hergebruik bestaands gebied/bebouwing c. Veiligheid Inpassing ruimtelijk ontwerp: d. Overige negatieve gevolgen a. Belevingswaarde voor leefomgeving (hittestress) b. Gebruikswaarde ‚ E n c. Toekomstwaarde ä i zö dE pu : vj k 5 p PJ 5 sn LK Kl £ ik He iN ä de. we he add Eb elf EE he 7 EL AN es en = é Eel | ee Programmaplan Oranje loper | H3 Kansen en risico's 24 3.3 Marktbenadering 3.4 Kernwaarden en kritische succesfactoren Voor elk project binnen Oranje Loper stellen we De projectteams hanteren de Amsterdamse historische waarde, duurzaamheid). De gevolgen een inkoopstrategie op, die we vastleggen in een kernwaarden: open, actief en integer en de vijf op tijd, geld en kwaliteit van een scopewijziging inkoopplan. De strategie per project wordt in nauwe werkzame principes: worden inzichtelijk gemaakt voordat scope samenhang met de andere projecten binnen het m Het werken aan de opgave voor Amsterdam en de wordt toegevoegd. Scopewijzigingen worden programma beschouwd. Voor de Nieuwe Zijde- Amsterdammers staat centraal. bestuurlijk vastgelegd. Zuid en het project Bruggen Oranje Loper zijn de m Wij werken vanuit de kracht van alle Amsterdamse inkoopstrategie en -plannen klaar. Voor de overige ambtenaren en vertrouwen op elkaars vakmanschap. > Kansen herkennen projecten volgen deze nog. m Wij geven en nemen verantwoordelijkheid voor Open blik op kansen die zich voordoen die bijdragen We passen de leidende principes volgens de marktvisie resultaten. aan de doelstellingen van het project. De gevolgen 2020 (marktvisie.nl) toe. We betrekken de markt zo m Bespreken, afspreken, aanspreken. op tijd, geld en kwaliteit van een kans worden vroeg mogelijk in het proces en maken een zorgvuldige m Wijleren en verbeteren dagelijks. inzichtelijk gemaakt. afweging welke taken bij de opdrachtgever komen te liggen en welke bij de markt. Daarnaast nemen we de De kernwaarden worden geoperationaliseerd in de > Kwaliteitsborging aanbevelingen van commissie Cloo (februari 2019) mee, volgende kritische succesfactoren: De kwaliteit van de projectvoorbereiding, in het bijzonder bij het bruggenproject. besluitvorming, contractering, uitvoering en de > Omgevingsbewust overdracht aan de beheerder(s) is geborgd in het leder inkoopplan leggen we ter beoordeling voor aan Alertheid op standpunten van in- en externe project. Hierdoor voldoet het kwaliteitsniveau van het Tenderboard Fysiek, waarna bij een positief oordeel stakeholders met betrekking tot de scope, keuzes het eindresultaat aantoonbaar aan de verwachtingen (al dan niet met opmerkingen) het inkoopplan wordt en oplossingsrichtingen in het project. van opdrachtgever en stakeholders (intern en vastgesteld door de ambtelijk opdrachtgever. extern). Daarnaast zorgt kwaliteitsborging ervoor > Teamgevoel dat de projectorganisatie op een gestructureerde an en Samen helder en gericht aan de opgave werken en manier een efficiënte en lerende organisatie kan zijn. pe n f Ì fi Pal: mi weten van elkaar wie wat doet zodat kruisbestuiving Door het (1) systematisch vastleggen en houden lo il bl lof | 7 Ee optimaal is en raakvlakken op tijd in beeld zijn. aan afspraken en het evalueren van resultaten, (2) he \ zE iu ib / Î h il | ee door (externe) kwaliteitstoetsing op de processen B TE. Ik | …Á Ú Ë i > Scopebewaking en producten van alle IPM rollen en door (3) ee ( alken a PE Alertheid op de doelstel het project bij kwaliteitstoetsen bij uitvoeri dracht Ld El KE pr : op de doelstellingen van het project bij waliteitstoetsen bij uitvoering en overdracht. A Û fi KE Ê 7 Ke de afweging om scope al dan niet toe te voegen. Bij Wi AN HEt I i U rr . de afweging ligt de focus op de opgave die voorligt De kernwaarden en kritische succesfactoren zijn met de À ls et IE 20 RAN N | WE u balk en de route naar een doelmatig projectresultaat. projectteams besproken en komen terug op de agenda's Rn DN s Le hedge heee Pi Onderdeel van de route naar een doelmatig van de projectteams. Elk teamlid is verantwoordelijk om BE LC, A _d P AAS ) projectresultaat kunnen activiteiten zijn, gericht dit te integreren in zijn eigen werkzaamheden. = 4 B 55 te op behoud van draagvlak (leefbaarheid, cultuur- Pama s — mf 4) A, Sm ee Programmaplan Oranje loper | H3 Kansen en risico's 25 g ee ij En ie ee me Na En Aetse „ he Tt et 5 Ge B NID sf EG Eee . IE At En Ei ee AE Een di, SS dn | SINUK ; EO On eee Li Ene È N Bh ie, : Eed 5 ee Nen RE. RM k KO À ke tr Ee Es Ee ET ke kl Ee B AD ek - k kh fl BE SRE Hebe ie BE nt En k a ì + se RK nr An bte et be ek KM x | zt PE ne ie AE EE Ge a AT en Ie ie as SE RW KI Ate EN AR re Ae. 8 : EDT Ee KR WEEER RI Re gn En A. ral vh REE IE ne [5 in Or ERE SP DE BEE En SA OO TN A IJ Ee, AES 5 er ens Ln oe PS En ; Ptn. Nl S 5 an 5 En ER re, Bie GRE RE El en Ee ie. Ps ed Eh 1 A ennn e pt ME ne EN id dr te enn Ee lk he fe hk : En ene REE AR Be rd Eken 2 ee ET pe bd re Bn 7 ORE en Pa Ee, 8 ie Ae Es el Re 3; Ee ee PE ) en ag Eee Ee EL, B ee - pe net ett ig 7 Er mn pl ee Er 5 mA A Ll Eg DR A Reet ze deken Bec 5 "rr GM er : EE, Ef ler et Ee d ed ik Paed hl Asset : N tn = nl Es BEE LRE Et en eed En et 5 F de E mie _ Di Me 5 ee 5 EN eg AME ad en Er re) 5 ir bin Te 8 ee Ed Et, = ee be ee 4 rt ne ee. Ws ET EE nd lik en cu Pele PARE nd EN KE Eee Ene is Ni B ed 6 nr Dd re Dn ef SN dee ee dT HE edele he DAE ent OSR Ree ad Em El Ee ed End EED PL ate IEN se ea ME A ei RE REN a ‘ de PC gl ER Ed ik Er rd ner a, Dn Be BEETA reen deden E pi re Kes pn N et de ME kk EA eet U LE ne EE Ee A eht ete ed E nd LEE Dld en Kn teen le: hen GE hin Ee VEN nd SE RN: ah Ta EN Mn KN 2, ee E en 3 rd hd PA End hee Ee er en 5 nd & 7 NE et Ee AR Sa | e: id Se EEEN Ë Nn an Ez Kn PEEN Ee A | mi = ee An EEE a î te ee oh NK ed if ee ER re 5 hi Re EDE ve ES ee. LE Ke IE ORE An Lans Vh met Il MPa A Ke ei te | jd 5 - à ee tt ane bs en BR A et ce } Eek Ir fe NEE ME pe ae D hi i End : 5 tE BE hek en en ed EEE tn 5 E Ee le: Ne dd kad #5 NEE f De B He Bie en Ee oes pk erg kn nk a Ee LEE rd Ee B IES hi TN En ej s Ee ij & ee Ee k IT |, vor Er Ws Pk i A An he es 107 br, a PE Ent ers ARR ER tk LAA et be ik « ze joan! ie ze KR E nadi. gh á ENE en se EE en ee in en ee 1 nl CR zE Ô À EN of NN En Pis Td E in Vet ik eg Pe in ik PR a ee En Lagen | p ee d „tt Kd fd 1 | he de ki nek Sr DA et dE et MS AE Re Tes nl | Te Ek re al EK Ke Bee MN Ren Be BE De he 7 Ms : el En Ne ke. - Il : ei ie k It SEA rn ek $ A7 Js rd 4 À 0 on: ETE En Ti BE! NES DT on Fl a En ì e rele: Een JE Ra hk: ME + Is > 45 nn ” E Ll nj Den. Re ke Rt | rr je e > ah rk Ee A ans nn in ö YT dd n - Dt kak Em A Ae eN, A, / r - =. 7 Leid ee an ee = 8 be eeeh Ai ad : j me B 1 ‚ EEN EN Et : In ht il / _ Ee zl E ° "5 4 El - Ke pn bid | je et Aer en = ES Ee a A U a yi ó ij Nn Ì Ee Ey N Z n el od _ \ B 4 4 Es 7 Er = De ) mn Ë Ki Eer ij Len ae L EE at ril 5 E RN d In eik N s LER gn ì ú Ee | je Ë Â 3 ze 3 ie mn el, mk í J £ er Ne \ 7 a ef - : Ee ' 5 on E AS N . Ee An E lid a Ef i 1 el k 5 . Ee Ne dt EEE TE k: E F ek 7 ij À \ : En ee ì a 5 Bt 4 EEn MEE \ Ne En. 5 Se, Ls AMR ER, : EN, f 4 LX ke an 5 % n Ee hd Pi a E 5 ES £ Et En 5 5 ok À \ ie \ d Ee ze en Ee e ti 7 4 87 en En En, Be E Ö ei il han f 4 in MR Ne ä ke ln k Ag Far vee Wijf % td a Á 5 Kn T EEN a a ef Î \ NN EN s, zi 5 in NIE rn N Lat E AO On | e \ A =N in 5 7 APEN ED |! 7 a Ke! ENA r Pe LW Er hk nn ER en E À ' En _ eg} Es f oe EAT Eh LE _ AME Á | N 5 5 : ke, mi, PA ei E Ne ( Ten / ANS B == N AN Ss En ee d … B . En En fe —Á Á Ï REENER nl k Nh N K E en E- À ze KE | . jh dE id eel ij Er, dl | EE \ el, NK 5 a / B Le |} A N p/ Li ES 1 el 3 Ren Eens SE En EE Ë pr Ne NN AN k 3 : E= en en 5 Ee 2 L zi B I= ei, fi ì 4 ‚4 5 We É Ie \ - ee - = en le jj Er | ef LL GE Ons 2 Î À 7 NS JN à En 5 Bef tn. En gm 2 k eet 4 ki = af \ , ‚N U Er. GE Cn. _ Ee 4 - Aen Nt Á me AN Kees U — : nn EES == Í : A \ ij Eik iS Ee Le nn RK de zi wf sk oe hem" k EE ALAS sg he 3 5 N= NS N= N en - Skik ERR zalk ME en Neen N NN en in en ze B gf Sen 5 ee nt Lt Ee En EN 5 : =Ne nt en = We RE mn ek -À Eef ie zn Mt Ee Ees ERE E : > En = Nn == a Ee == se = 5 ze 7 Alf BEREN EN ee rs & = en z EE MDS EEL LEE ESARSS 4.1 Eén programma, vier projecten Het programma heeft één ambtelijk opdrachtgever In de kernteams van deze vier projecten en het en één stuurgroep. Het programma zorgt voor de programma werken in totaal circa 30 mensen. Het team integraliteit van de aanpak in de verschillende projecten werkt toegewijd aan één of meerdere projecten en/of en voor efficiëntie door capaciteit, mensen en middelen het programma. Om samenwerking en efficiëntie tussen flexibel in te kunnen zetten over de verschillende de projecten te faciliteren, is het belangrijk dat iedereen projecten. De kerntaken blijven georganiseerd in de zoveel mogelijk op dezelfde locatie werkt. afzonderlijke projecten. Binnen het programma Oranje Loper werken vier projectteams: m Team De Nieuwe Zijde; m Team Bruggen Oranje Loper; m Team Raadhuisstraat - Rozengracht; m Team Jan Evertsenstraat - De Clercqstraat. SEEDEN KN STREET Eve EPEN TETN EEE MEER EERS ZN EH nr NN en legd Le ne er; Aer en EE EE RLR En Ve en E & 4 ee z ed En eg Ee tE Be ee one el Me RE 4 Tl Es Ny ie eo Es re en Ee ea VTE ei fl | Add 5 | IE NEN Pen Md ee A EE NEE TE EN WEN Pp = reek MO Ine ERLE ER EEE EP NT h A 1 AR | SE: En Rn VE EE Ee Ad Et Mee ie et a ee EIS nt enn 2 zát IE | ee RL é. Hi Rr ER ee de Die EA Ô it ST r EDEN LD RR Be RN Re tr We Rn En RTS PEA re ak Ee EN ON an ef 4 — Dn Ee T ee OE, 5 eg EN ST aa Sn _ NE re, ES A a a ig u Jo die ni re | rn En LH RE n EEEN BEN METER: 0 ET U anas Ane — B 1 Tek } ui i ih | Ie d NN 1 Lj dk | ie a ï EE a | : Je Kl EL zet Ml Prak 7 ij. : a == E < T- i n nt A 8 ë: . Kase genk el eit LA À 8 pi AE a A RUN 5m Ji Ta | 8 in Je es FS RE dee | kk gi Aike iel EE dn mn en ERE Ien À RA en NSE Tm Bak AT sj ERE td Emel, he ON en as Sa, Zn N : 1 Ë \ E nk UE RES CAD ent, Of hee At heten ZN ie el ME bis Ee nn gh nt 4. if ‘ke | di EN 5 fi AR vt li En nend dt nn s* f úi | ‚ Che 3 ed) CO p mh pen es pan OE ree Ee ee a REA ze hi p a id R es EEN az sn enn ik hi AIS n — REE ad re Ge } NE Ee : oee ok E EN A Te LÀ Se SE er 4 Teen N hd EN taeE za an en Te LN 8 Eke tn mf hk |H4 Organisatie en bestuur 27 4.2 Rollen en verantwoordelijkheden De werkverhoudingen zijn informeel, maar er is een team de financieringsafspraken. Het team verzorgt het het gebied van Bereikbaarheid, Leefbaarheid, Veiligheid heldere lijn in besluitvorming en in het geval van proces rond de producten waarmee verantwoording en Communicatie af met de stakeholders en verzorgt escalatie. In het programma en de projecten gelden wordt afgelegd aan ambtelijk opdrachtgever (Opdracht de omgevingscommunicatie. Een team staat onder de volgende rolverdeling, verantwoordelijkheden en Status Formulieren) en bestuur (voortgangsrapportages). aansturing van een omgevingsmanager. bevoegdheden. Het beheert daarnaast het dashboard, waarin De communicatieadviseurs adviseren alle IPM rolhouders de voortgang van het project maandelijks wordt op het gebied van communicatie en zorgen voor Programmamanagement geactualiseerd. D.m.v. voortgangsgesprekken met uitvoering van het communicatieplan. m Bewaking integraliteit van de totaalopgave planner/risicomanager en met de financieel adviseur Oranje Loper. wordt actueel inzicht geboden in risico’s, planning, scope Contractmanagement m Kwaliteitsmanagement (bewaking niveau en financiële prognose. Contractmanagement wordt in een deelproject belegd deelproducten in deelprojecten). zodra de aanbesteding/het opstellen van contracten m Ondersteuning bij op sterkte krijgen en houden Omgevingsmanagement en communicatie aan de orde is. Een contractteam stelt het contract op, van projectteams. Strategisch omgevingsmanagement en strategische zorgt dat de ambtelijk opdrachtgever het vaststelt en m Waarborgen samenwerking en kennisontwikkeling communicatie is belegd op programmaniveau. verzorgt de aanbesteding en het contractmanagement. in en tussen teams. De strategisch omgevingsmanager Oranje Loper Het contractteam staat onder leiding van een m Sparringpartner projectmanagers, deelprojectteams. en de strategisch communicatieadviseur stellen contractmanager. Er zijn nu twee contractteams m Organiseren en borgen van draagvlak voor de (overall) strategie en plannen op voor (De Nieuwe Zijde en Bruggen). Voor Raadhuisstraat - het programma bij interne stakeholders omgevingsmanagement en communicatie voor het Rozengracht en De Clercqstraat - Jan Evertsenstraat (intern omgevingsmanagement’). programma en de projecten en bewaken deze door zijn er nog geen contractteams, vanwege de fase m Eerste aanspreekpunt ambtelijk opdrachtgever. afstemming binnen en buiten het programma. De waarin deze projecten zich bevinden. omgevingsmanagement- en communicatiestrategie Projectmanagement vormen de kaders voor omgevingsmanagement en Technisch management Het projectmanagement van de projecten is gericht communicatie in de projecten. Het technisch team borgt dat het eindresultaat van op het borgen van kwaliteit, draagvlak en afstemming het project voldoet aan de benodigde kwaliteit, van het eigen project/projecten, aansturen van de Omgevingsmanagement en communicatie is functioneel en technisch. In samenwerking met ontwerpopgave van R&D en is eindverantwoordelijk voor georganiseerd in de vier omgevingsteams: Nieuwe de stakeholders formuleert het team de daarvoor de projectresultaten. Zijde, Raadhuisstraat — Rozengracht, De Clercqstraat relevante contracteisen, verzorgt het de instemming — Jan Evertsenstraat en Bruggen Oranje Loper. De van bijvoorbeeld de Centrale Verkeerscommissie (CVC) Projectbeheersing omgevingsteams werken intensief samen en stemmen en de Werkgroep Verkeerslichten Amsterdam (VVVA), Het team projectbeheersing faciliteert de sturing en onderling af. Omgevingsmanagement verzorgt de coördineert het tijdens de uitvoering de toetsing van verantwoording op programmaniveau. Focus ligt op de afstemming met omgevingspartijen van binnen en deze eisen en verzorgt het na oplevering de acceptatie projectkaders Tijd, Geld, Scope, Kwaliteit, Informatie en buiten de gemeentelijke organisatie (onder meer en overdracht naar de eigenaren. Het team staat onder Organisatie. Het team coördineert het risicomanagement het ophalen van klantwensen en —eisen), schept leiding van de technisch manager. Er zijn vier deelteams; en raakvlakmanagement in de projectorganisatie de bestuurlijke en juridisch-planologische kaders voor elk deelproject een team. en draagt zorg voor de financiële administratie. In (zoals bestuurlijke besluiten, verkeersbesluiten en afstemming met de ambtelijk opdrachtgever borgt het vergunningen), stemt de eisen voor de uitvoering op ee Programmaplan Oranje loper | H4 Organisatie en bestuur 28 De projectmanagers van de deelprojecten, de programmamanager, de strategisch omgevingsmanager en manager projectbeheersing komen tweewekelijks samen in een Managementteam overleg (MT). Hierin worden projectoverstijgende zaken besproken. Schematisch ziet de organisatie er als volgt uit: Programma-management Stijn Lechner Projectbeheersing Strategisch omgevings management en communicatie Rene Schrijver / Maurice Stuifbergen Eveline Haeck / Ilonka Ruiter De Clercqstraat - Raadhuisstraat - De Ni ziid Bouwteam Jan Evertsenstraat Rozengracht e Nieuwe Aijde Bruggen Hester van der Meer Donald Nutbey Figuur 4: organogram Oranje Loper ee Programmaplan Oranje loper | H4 Organisatie en bestuur 29 4.3 Systems Engineering en Raakvlakmanagement Het programma werkt volgens de methode van op het gebied van Bereikbaarheid, Leefbaarheid, de eisen SMART gemaakt en tegenstrijdigheden system engineering. Deze methode heeft een grote Veiligheid en Communicatie worden systematisch geëlimineerd. De informatie wordt gestructureerd meerwaarde door het structureren van informatie, het opgehaald en verwerkt. Om ervoor te zorgen dat de opgeslagen, verwerkt en geanalyseerd. Dat mondt uit in aantoonbaar voldoen aan beoogd gebruik en eisen uitwerking overeen blijft stemmen met de wensen, planproducten met een ontwerp, een kostenraming (incl. en de herleidbaarheid van keuzes. Het bevat een wordt deze uitwerking tussentijds steeds bij de beheer en onderhoud), planning en een risicoanalyse. overzichtelijk geheel van projectdoelstellingen, scope, stakeholders getoetst. Tussen de klanteisen kunnen Deze producten worden geagendeerd bij het bestuur stakeholderanalyse en issues. Wensen en eisen van tegenstrijdigheden voorkomen. In de vertaling (als eerste een voorkeursbesluit en na verdere uitwerking stakeholders, technische eisen en wensen en eisen van klanteis naar systeemeis tot ontwerp worden een uitvoerings- en kredietbesluit). u E De projecten binnen het programma Oranje Loper 5 kennen verschillende objecten die belangrijke } B raakvakken hebben die goed op elkaar moeten zl El ì _ El aansluiten tijdens de realisatie van het project. Het gaat Ë pn ee m5 dan bijvoorbeeld om onderdelen van het maaiveld, Een Ee. kk \ het spoorwerk, kabels & leidingen en de relatie tussen nf SBS T Nn de bruggen en het maaiveld. Het risico bestaat dat de d IJ / Ë = _ I Fi , k 7 raakvlakken op het gebied van ontwerp, de techniek, Laad 5 e mi ze nik TE \ \ de planning en de contracten niet aansluiten. Dat Zas EN, \ geldt ook voor de raakvlakken tussen het project en ND B De Td il N \ \ omgevingsprojecten zoals (tram)omleidingsroutes in Ei mi En un ii | \ \ het projectgebied. Als beheersmaatregel wordt binnen EEE ee 3 S Nt \ het programma stevig ingezet op raakvlakmanagement ze 5 Lm A waarbij de (bestuurlijke) planning van de Rozengracht m e m1 S 5 IN dak Se \ en de Raadhuisstraat nauw afgestemd wordt met ij m | Ù ke Ì a Nt Ë ä de bruggen, Nieuwezijds Voorburgwal Noord en IN 8 en il N 5 2 he Zuid en De Clercqstraat - Jan Evertsenstraat en met ES ij Men Ee Ii j= Se i - de omgevingsprojecten en Stadsregie. Er is een N n U : TE ne bn : raakvlakmanager die actief raakvlakken in kaart brengt An - en me iarmacanrt BNR | ld ES en zorgt voor beheersing van deze risico's. 4 f 5 Li Jar an | A Ne B ä nn _—_—_ E Met en 5 gi A KE rk sn B mm IE ie / A eN i l — ben Ee DN hek ü \ Sil | Ë de E q Ae MEN). | en en Send je wii N ee de gn ed nom ee Programmaplan Oranje loper | H4 Organisatie en bestuur 30 4.4 Governance Bestuurlijk en ambtelijk opdrachtgever worden betrokken. In de huidige collegeperiode bestaat Planning & Control (P&C) producten van het programma Het opdrachtgeverschap is georganiseerd op geen bestuurlijk overleg. Afstemming met bestuurder Oranje Loper. Dat geldt ook voor de (plan)producten programmaniveau. Er is één bestuurlijk opdrachtgever: vindt plaats via staf Verkeer, inloopstaf, prioriteiten-uur in het kader van de bestuurlijke besluitvorming. De wethouder Verkeer en Vervoer (S. Dijksma) en één of bilateraal overleg wethouder. SARP doet de doorgeleiding van de bestuurlijke ambtelijk opdrachtgever: V&OR (D. van Loenen). stukken naar de concerncontroller (Dienst Middelen en Aansturing door één ambtelijk opdrachtgever Project control Control). De aandacht van de SARP richt zich met name faciliteert inhoudelijke en praktische afstemming in de Namens de opdrachtgevende directie V&OR is de op de projectbeheersaspecten financiën, risico's en besluitvorming tussen de afzonderlijke projecten. In het control functie belegd bij de Strategisch Adviseur scopemanagement. Hij/zij is de sparringpartner van de overleg met de bestuurder is de ambtelijk opdrachtgever Risico's en Projecten (SARP). De SARP heeft een ambtelijk opdrachtgever. de primaire gesprekspartner van de wethouder. Indien belangrijke rol binnen de Planning en Control cyclus nodig kan de programmamanager en/of projectmanager van de directie V&OR en doet de finale toets op alle Stuurgroep en Raad van Advies Voor de hele Oranje Loper is er één ambtelijke LIE IS EE x 1 => ME 4 stuurgroep. Hierin zijn de relevante partijen 0 In > \ / PF Pe vertegenwoordigd, te weten stadsdelen Centrum en Ù ä Dj Ee \ dl $ Í West, VRA, GVB, MET, R&D en V&OR. De stuurgroep Ee N i \ / ER ae adviseert de ambtelijk opdrachtgever, primair ten ij Ee 7 8 \ JA he 4 ik Ee aanzien van de maaiveldprojecten. De ambtelijk en NJ ad id Nest : | / ee Ps df ie 5 opdrachtgever zit de stuurgroep voor. De stuurgroep 5 Nl i 5 | ie E \ / vn T | ii PR ef DZ 1 u komt (zo nodig) eens in de zes weken bij elkaar Weer | DEN - Msi ú A8 Ei dit 4e en wordt — tussentijds o.a. met een nieuwsbrief — Ee 5 ke td Ü KE Ih ìk | on Gan 4 at kt WE EE geïnformeerd over de voortgang van het gehele 8 E ee Ii, ú | il im WE AT AK oe Ei ij hf Per) 3E En an programma. De stuurgroep adviseert desgevraagd op Ee Á E Pe ie Ì ne Kl MAPA we Ts 5 8 Nt ee beleidsmatige onderwerpen. Pi 4 EUN id Wir Ke innn ja Heep) Fn pr 3 Voor project Bruggen Oranje Loper is een Raad van KE ZEN el Be Re rn Advies ingesteld. Deze raad bestaat grotendeels uit OE Ae: en wil B ij _N ne me) re Ez zi experts van buiten de gemeentelijke organisatie die El ES A bin SN ee MEE niet direct bij het project betrokken zijn. Zij vormen een en: er De En Te | )/ Es EE AN ES ie ke raad die gevraagd en ongevraagd het projectteam kan De Sg BE 7 EE /, zi Ze as B ze AN je Se ee adviseren over strategische keuzes en ontwikkelingen. ge es SAE Bn , iiet Ee Ne NE nn De raad komt naar verwachting vier maal per jaar bijeen. rl EEE en NE EN . Inmiddels hebben twee bijeenkomsten plaatsgevonden. ee rf Amis Mr Reed NCN Dn DE De raad van advies heeft geen formele besluitvormende ae EEN B Ee taak of inhoudelijke eindverantwoordelijkheid voor ne SA re le A Be ON eten ee Ee producten en is bedoeld om tegenspraak te organiseren A ER Ee Se / À 2 De AEN Sen en à Ee B B R op strategisch projectmanagement niveau. |H4 Organisatie en bestuur 31 Managementteam Oranje Loper Figuur 5: Governance-structuur Oranje Loper Afstemming tussen de projecten vindt tweewekelijks plaats in het managementteam (MT) van de Oranje Loper, waarin de projectmanagers van de afzonderlijke projecten, de programmamanager, manager projectbeheersing en de strategisch omgevingsmanager zijn verenigd. Het MT zorgt ervoor dat de samenhang, Bestuurlijk Opdrachtgever uitwisseling van kennis en ambitie binnen het programma S. Dijksma is geborgd en legt indien relevant verbinding met andere projecten/programma’s voor uitwisseling van Í kennis en ervaring. … Ambtelijke Stuurgroep Projectgroepen Ambtelijk Opdrachtgeveer — _ V&OR 7 . . D. van Loenen stadsdeel West en Centrum De voorbereiding van plan- en besluitvorming MET, VRA, GVB, R&D vindt plaats binnen de vier projectgroepen. In de projectgroepen voor de maaiveldprojecten zijn I dezelfde stakeholders vertegenwoordigd als in de stuurgroep, met uitzondering van de stadsdelen; in MT Oranje Loper projecten in stadsdeel Centrum is alleen stadsdeel Programmamanager Centrum vertegenwoordigd en in projecten in stadsdeel S. Lechner West alleen stadsdeel West. De projectgroepen worden voorgezeten door de projectmanagers. De projectgroepen komen op reguliere basis bij elkaar en worden tussentijds met een nieuwsbrief geïnformeerd over de voortgang van de projecten. Projectgroep Projectgroep Projectgroep Projectgroep DeClercgstraat Raadhuisstraat- De Nieuwe Zijde Bruggen Jan Evertsenstraat Rozengracht (D. Nutbey) Oranje Loper (H. van der Meer) (F. Bruin) (J. Merema) | Ü | | GVB GVB GVB GVB R&D R&D R&D Waternet VRA VRA VRA M&A Stadsdeel West Stadsdeel Centrum Stadsdeel Centrum 2 Stadsdelen V&OR V&OR V&OR V&OR ee Programmaplan Oranje loper | H4 Organisatie en bestuur 32 4.5 Bestuurlijke informatievoorziening Het college en de gemeenteraad worden op We zien het stadsdeelbestuur als adviserend aan het verschillende wijzen geïnformeerd. gemeentebestuur. Het stadsdeel (stadsdeel Centrum of stadsdeel West) wordt om een advies gevraagd, nadat Reguliere informatievoorziening producten ambtelijk zijn voorbereid. Dit advies wordt Het college van B&W wordt halfjaarlijks (voorjaar en met de producten die ter besluitvorming voorliggen, najaar) geïnformeerd over het programma Oranje aangeboden aan het college. Loper door middel van een voortgangsrapportage. Onderdeel van deze informatievoorziening is onder Overige Informatievoorziening andere de stand van zaken van de projecten, eventuele Het college en de raad worden geïnformeerd wanneer er afwijkingen ten opzichte van dit programmaplan, behoefte is aan nadere duiding van een onderwerp en/of nieuwe risico’s en financiën. De commissie MLD krijgt de project. Dat kan bijvoorbeeld door technische sessies en/ voortgangsrapportages ter informatie. of werkbezoeken. Regeling Risicovolle Projecten Komende besluitvorming Het programma is opgenomen in de regeling risicovolle projecten van de gemeente Amsterdam. Dat genereert Tabel 1: bestuurlijke besluitvorming twee keer per jaar extra ambtelijke en bestuurlijke aandacht voor de voortgang en de beheersing van de Project Besluit Datum Orgaan risico’s, Een ambtelijk adviesteam stelt onafhankelijk een Bruggen Uitvoeringsbesluit O2 2021 Raad monitor op waarmee het college wordt geïnformeerd “Raadhuisstraat/Rozengracht _________Vrijgave inspraak NvU Rozengracht 022019 B&W over de stand van zaken van het programma. “rigsve inspraak NVU Raadhuisstraat 40e Baw Opdracht Status Formulieren „Voorkeursbesluit Rozengracht _________ 212020 Read Het programma legt tussentijds verantwoording af aan „Voorkeursbesluit Raadhuisstraat ___ 022020 Raad de ambtelijk opdrachtgever; de voortgang van de vier Uitvoeringsbesluit Rozengracht O1 2021 Raad projecten maken we vier keer per jaarinzichtelijk met Uitvoeringsbesluit Raadhuisstraat Q3 2021 Raad Opdracht Status Formulieren (OSF) per project. “De Nieuwe Zijde Voorkeursbesluit NZ Noord 022019 Raad : en: . : Uitvoeringsbesluit NZ Noord O2 2020 Raad Informatievoorziening gekoppeld aan besluitvorming Se De verschillende maaiveldprojecten volgen het reguliere De Clercq-/Jan Evertsenstraat _Vrijgave inspraak NV @12020 BEW Plan en Besluitvormingsproces Infrastructuur (PBI). „Voorkeursbeslut nnn Rd Volgens planning worden de voorkeursbesluiten en/ Uitvoeringsbesluit O3 2021 Raad of uitvoeringsbesluiten geagendeerd voor het bestuur. TO Op deze wijze wordt het bestuur op de formele wijze geïnformeerd over de fases in de projecten. ee Programmaplan Oranje loper | H4 Organisatie en bestuur 33 ® ET hets EES EER 3e EN Ei h en EA Bean Ee 0 ebi He Redi OET N ne Des EN On A 2 a: lie ERA Pa EA EE TR ae RE En i Er R- Ne ENT We: PE a same EE ETE Er a 8 a zal EA Dd ze he AE as En erk OTE SR Ee EN er EADE) TE il Ee) en E ER ie N E À De a ee Kit % Le end 5e, Ie an En ML En: Ae, Lp BAD nf GE IN | | À == ej d | L à , Ure 8 ok } pe MEA & de ER Re RE ze k # Oe de ; EE ee: ä Ee 5 4 ei id 4 >| Ee f E75 Kase EA 14e ER # | PF 0 ie | % N he ve Et ak) Kf. RR ne VA be ES ei kern ú Heen 4 4 Bel EN | nd Í ide dn EE EET tE ND > Lek re ren Ee ik. ee ie „NRE | % ta ER nn B Pk en en Te EE RENS PNA gan DR s Ì 8 ed Nn Ea | E ar Ze KS e en lide et kegel n tld HeT kie trie bg Er je Br EE A 15 Ee ; Dr: ] d rd TE oe Kam U ik PRE RR EE ec ED bed EN TOEN TN ZAK 48 j , | en a PE es Ee si A, TA AES end Ô : | nd | Ti en ie ek ENT En een hd RN Te LEE s 8 | À A gd ee ve Ere el Te A Ae A Ee md ae zb ed Ne ee RK ME | df Ï Z en rt: On es Eel Te 0 RED En Aran RE he tt NR “N | Î Db | Ì I men han a Nij En Le ee An ee eee a Ei ENE HOREN IT | ä| Te EE Ra Ven HPL EA Ef eN Ber KE el PES nt EE ett: ne 5 Ree NE Arde, Dantes GEen De | í mn U Ì Be Re Cn ee, CAPS NR DE El — | in VAE he 5: is Se sl Leh BER En S) den E id 4 Er Rn, ke) en, | nnie Oe EAR Tan A TEEN Tm Ee | pl nn hr td NE hee et ed ND re A EN ME 8 E A ne lg at re ADE rene Ee AN d ar. ee bien EE re ed 5 - ee : Et marsh WM : k 1E, dj iv ji en mj He en nn Er ë Ens eb | Le zE L Li Elineke et Ze OR ET ei mond | fh | Te nete st Je Men i $ Ee Jl EA k | - a ELI GOE IE A Ie Ie \ |= mj Sr : E mn, | niee dee Si asf Ee — _ hef ES kitale (Ied u eh U dd has | Ir EV ne EE PS: nt: Pe Ie ä A en Lien dE af | ll LK ie: Wil Ed 8 d Sr k 1 Î Et | en, Mile fd Ei se k Se Ee j = Ee af [ Fr Tt Uied — ME nn re NN Ee | AT Nl k it Ds 20 Er wen \ ER HOH et hehe Ef dn Kal „4 Ee et | sa u E Ee | ANT a | EE NR EE eN en E df en 2 me wg EEL kj Min he ë - Ei eN ID ne 4 Kf | en Led me Pd En Pl Ta ae 8 on kt In , E == _— dat, a s his ” UN Een " | mn DE Al é | We ke, ‚ EO HN 4 UI WE Ld & ot er |ä . haa Ís di 5 > ETS Md b " SN k s A4 ch es N E , e An ek à ed 3 4 E mi ra ai - | en A A EE er er „ ed We, on : ge en Aes EN, 3 ecn zj Ë ze el / FP, $ ie ij DE _n n 2 k en deit: wone en gee ik maa. an in eN Ne e oe en ak NE eenn al Re en gres 5 Pd Ei _ Ee SN De p te Gn os 5.1 Investeringskosten en dekking De totale investeringskosten zijn op dit moment Tabel 2: Totaaloverzicht investeringskosten projecten oranje loper (bedragen x € 1 miljoen) geraamd op € 189,9 miljoen. Hiervan is bij wijze van Investering bereidingsbudgetten of -kredieten al bed . 5 5 voorderelemgsbuageren of Kredieten a Gen DeGTAY Beschikbaar gestelde Nog aan te vragen Totale investering van € 30,6 miljoen beschikbaar gesteld. Voor de Deelproi . . . . … . . eelproject middelen middelen overige middelen zijn kredietreserveringen gedaan. Deze middelen zijn gereserveerd in de begroting van „Bruggen OB 60 de gemeente, maar moeten nog wel door de raad „Raadhuisstraat/Rozengracht nn ne nn beschikbaar gesteld worden. Voor een specificatie per De Nieuwe Zijde 15,9 20,0 35,9 project zie tabel 2. Jan Evertsenstraat/De Clercqstraat 0,8 9,6 10,4 . . 30,6 159,2 189,8 Het programma verwacht vanuit verschillende ee dekkingsbronnen een bijdrage in de kosten. Een deel daarvan is al geformaliseerd een deel nog niet. Voor Tabel 3: Totaaloverzicht dekkingsbronnen projecten oranje loper (bedragen x € 1 miljoen) een deel is immers de scope nog niet uitgehard. In tabel Dekking 3 is gespecificeerd per project weergegeven wat de Deelproject Aho SMF VRA MWP Derden Totaal verschillende verwachte bijdrage per dekkingsbron is. Bruggen 116,0 116,0 Per deelproject wordt hieronder een korte toelichting „Raadhuisstraat/Rozengracht nnn Ma a B En gegeven. De Nieuwe Zijde 23,3 8,1 4,4 0,1 35,9 Jan Evertsenstraat/De Clercqstraat 3,3 7,1 10,4 116,0 32,0 34,1 6,8 0,9 189,8 ee Programmaplan Oranje loper | HS Financiën 35 Bruggen Er is een voorbereidingskrediet beschikbaar van De dekking voor De Nieuwe Zijde is als volgt: De voor het deelproject bruggen opgestelde SSK raming € 2,7 miljoen. Dit is inclusief het begin 2019 beschikbaar dateert van 1 december 2018. Deze raming is opgesteld gestelde voorbereidingsbudget van € 0,6 miljoen ten Stedelijk mobilteitsfonds ______… €233 miljoen, door het Ingenieursbureau en zowel binnen IB als behoeve van de afronding van een nieuwe Nota van Meerjaren vervangingsplan van Metro & Tram _ € 4,4 miljoen daarbuiten door V&OR getoetst. De totale kosten worden Uitgangspunten (fase 2) met voorkeursvarianten voor de Bijdrage van de Vervoerregio OO €81 miljoen op basis van deze SSK raming geraamd op € 116 miljoen. herinrichting van de Raadhuisstraat en de Rozengracht. Overige bijdragen (kabels en leidingen) €01 miljoen Deze € 116 miljoen is als volgt tot stand gekomen: ee Se . . … . . . . … Totaal € 35,9 miljoen m De deterministisch geraamde investeringskosten zijn Voor dit project is een relatief grote bijdrage van de a geraamd op € 92,5 miljoen. vervoerregio geraamd (€ 18,9 miljoen”). Dit op basis m Scheefte op basis van 4% is € 3,7 miljoen, waardoor van een gedateerde indicatieve berekening van de Jan Evertsenstraat en de De Clercqstraat de raming probabilistisch uitkomt op € 96,2 miljoen. Vervoerregio. Als we beschikken over een actuele SSK In juni 2016 heeft de raad ingestemd met een principe- m De historische kosten ad € 1 miljoen zijn onderdeel raming wordt deze bijdrage verder uitgehard in overleg besluit voor 10 trajecten IAOV, waar de De Clercqstraat en van de raming. met de Vervoerregio. Jan Evertsenstraat onderdeel van uitmaken. Doelstelling van m De probabilistische raming is voor het bepalen de IAOV is het verbeteren van doorstroming en betrouw- van het benodigde krediet als het rekenkundig De Nieuwe Zijde baarheid van het openbaar vervoer in Amsterdam. Beide gemiddelde genomen van de probabilistische Project De Nieuwe Zijde is gesplitst in noord en zuid. straten zijn nu onderdeel van programma Oranje Loper. doorrekening. Op basis van de ervaringscijfers is Voor het zuidelijke gedeelte (inclusief Singel/ een variatiecoëfficiënt op de investeringskosten Koningsplein) is in september 2018 door het Voor beide straten zijn SSK ramingen opgesteld. De totale van 20% toegepast. Ingenieursbureau een SSK raming opgesteld, die investeringskosten worden geraamd op € 10,4 miljoen. m Calamiteiten zijn geen onderdeel van de scope is getoetst door V&OR. De investeringskosten Deze zijn echter gebaseerd op genoemde IAOV opgave. en zijn daarom niet geraamd. zijn probabilistisch en inclusief indexatie geraamd op € 13,1 miljoen. Op 13 februari 2019 heeft de De onderzoeksopgave is inmiddels verbreed van een Er zijn voor het project bruggen voorbereidingskredieten gemeenteraad ingestemd met het ‘Uitvoerings- en focus op openbaar vervoer naar een focus van ‘gevel- beschikbaar gesteld ter grootte van € 11,2 miljoen. Kredietbesluit Nieuwezijds Voorburgwal Zuid ad tot-gevel’ met de volgende opgave: meer ruimte voor Voor de ontbrekende middelen zijn in de begroting van € 12,7 miljoen, waardoor dit deel van het project zich fietsers en voetgangers, verbetering van de kwaliteit de gemeente kredietreserveringen opgenomen tot een nu in fase 5 (=uitvoering) bevindt. Daarbij heeft de van de openbare ruimte, optimalisatie van het openbaar bedrag van € 104,8 miljoen. gemeenteraad een motie voor uitvoering conform de vervoer en een teruggedrongen rol voor de geparkeerde ‘Ferdinand Bol-methode’ aangenomen; uitvoering in en rijdende auto. Raadhuisstraat — Rozengracht rood asfalt met Streetprint in de trambaan. Voor het project Raadhuisstraat-Rozengracht is in Dit project bevindt zich in fase 2. Er is voor dit project november 2017 een SSK raming opgesteld. Dit betrof Het noordelijke gedeelte bevindt zich nog in fase 2 (Nota wel een voorbereidingsbudget (€ 0,8 miljoen) maar nog een gecombineerde raming voor maaiveld en bruggen. van Uitgangspunten). Voor dit gedeelte is in oktober geen voorbereidingskrediet beschikbaar. Op basis van deze (nu gesplitste) raming worden 2018 een SSK raming opgesteld. De investeringskosten de investeringskosten geraamd op € 27,5 miljoen. zijn probabilistisch geraamd op € 22,8 miljoen. In 2019 Zodra meer duidelijk is ten aan zien van het ontwerp is een voorbereidingskrediet voor het engineeren en een van de beide straten zal een herziene SSK raming uitvoeringskrediet voor het bestellen van de tramrails worden opgesteld. aangevraagd. Het uitvoeringskrediet voor de tramrails is noodzakelijk in verband met de lange levertijden op de spoorrails. * VRA heeft een indicatieve subsidie van € 13,4 miljoen afgegeven op een gedateerde raming. De € 18,9 is een inschatting van de bijdrage gebaseerd op een inmiddels verhoogde raming. ee Programmaplan Oranje loper | HS Financiën 36 Hoofdstuk 6 Omgevingsmanagement en communicatie ee ed A Tl Ds SE 5 MARIEN KERE. ed ER CZ ee Ref 8 f Wi mf > ie E es Se 8 ee vile Per s Re: ar il dt i | Ie 3 Ee t Tj Nr ke EE ie Kanlli if Ve ne HOEN IS SS - Í se | 5 5 : VEE kn ih | Re a ; te e 7 en kt Te N B de Hes eld LA 1 ie A Al 3 a | zi , | Z Z í E 3 Ere Î - 5 ol et OE RE Ras hem en (EE d q eet en IN Ken BEE mee | Ln | 5 td IE) NE en Ed Vr Be eel ij Ti Ne) Heke Ane Ed en À Re m S= ri ij zi pi Ee an Ee : 5 \ [=S ED ij EE p mee TA En AN 8 à de A ze ee ee Tr Ô EE A Zn \ 5 k he SI , #4 | „ al | p= LZ _Á | R n d = 5 % | Excellent Food EE | Be = ER i fe 4 Penn mn Ee ne | 4 ij > d 5 Al SL 1 n/a Of == Ei kn Ws Î IN hl He A fi Fe | Hi | Ie die Pe Z bi | 5 air, r [! ij 7 Kh U LE k EZ Ik ‘ Tama (NN nd RE Bim mil EFE | k ide a 7 A ; ij | IES er ES Oke Me lft en en U | ri Eline ge Jd, de INN Sn > ei NS 4 | | AS Da Amerehorceehnl d ik le pre Jee zi Ko j £ he nn , Ee Kr ; Ts = ee _ ij k A ater Ô IES ze k df ej ef XT X / VN ii d ENIGE Ene ee As De \ 6.1 Impact 6.2 Draagvlak voor eindsituatie De vernieuwing van de straten en bruggen heeft veel Samen met professionele stakeholders, omgeving en het bestuurlijk van aard zijn (bijvoorbeeld het opheffen van impact, op veel verschillende partijen. Het programma stadsdeel streven we naar ontwerpen voor de straten parkeerplaatsen en hoe om te gaan met rijdend verkeer heeft de ingewikkelde opgave om draagvlak te krijgen die draagvlak hebben in de buurt. We organiseren op de De Clercqstraat — Jan Evertsenstraat) leggen we en houden bij allerlei partijen: bewoners, ondernemers, consultatie en inspraak en gezamenlijke ontwerpsessies voor aan het bestuur. Keuzes die hierin gemaakt dienen bestuur, raadsleden, gemeentelijke partners. Dit geldt om tot een gedetailleerd ontwerp te komen. Voor te worden, kunnen invloed hebben op de doorlooptijd voor alle fasen van het programma en voor zowel contacten met de buurt houden we bijeenkomsten en van de maaiveldprojecten. de gewenste eindsituatie als voor de uitvoering. gebruiken we een mix aan communicatiemiddelen om Omgevingsmanagement en communicatie spelen hierin mensen te informeren over het proces en mogelijkheden De gewenste eindsituatie van de straten — meer een belangrijke rol. invloed uit te oefenen. Over concrete onderwerpen die ruimte voor spelen en groen, schonere lucht — is voor gevoelig liggen, houden we indien gewenst digitale velen aantrekkelijk, maar bevat ook onderdelen waar meningspeilingen. Voor contacten met ondernemers groepen mensen minder enthousiast van worden. We maken we intensief gebruik van de BIZZEN. moeten parkeerplaatsen opheffen, op delen van de E In GR SRD NEN ie de Met professionele stakeholders zoeken we in project- straten eenrichtingsverkeer invoeren, en, paradoxaal 3 BS d Kal ek A eers rn Kf Ee 4 en stuurgroepen naar overeenstemming over de genoeg, ook bomen kappen om ruimte te maken —ÏS 1 ER | Br ee Ps EN EK Eb bi if 0 randvoorwaarden voor het ontwerp. Gevolgen van voor een verkeersveilige inrichting, een aantrekkelijker Ë 5 ij Pe el 2 2 hase al ’ dj Pen: bestuurlijk/beleidsmatige (bijv. PUMA, Meerjaren Plan openbare ruimte en de aanplant van meer bomen en en Ge” AR EE … Fiets) en fysieke raakvlakken (bijv. project Binnenring, laag groen. Deze onderwerpen leiden vaak tot discussie ma Sin! ll Á Ni: tE - E werkgroep Blackspots) betrekken we hierbij. Per en weerstand. Een extra aspect om rekening mee te al 8 En: AE >. Nt Be- O raakvlak hebben we de invloed en de focus van het houden is dat over de herinrichting van deze straten ij a 3 EN raakvlakmanagement in beeld. Issues die voortkomen uit al lang wordt gesproken. Mensen hebben al meerdere —) fan Jp 5 Ana: ir N de verschillende belangen worden zo veel mogelijk in de malen meegedacht over een nieuwe inrichting maar tot TL zi Ik ur | Em Ta: projectgroepen opgelost. Issues die politiek gevoelig of uitvoering is het nog niet gekomen. Ohe a a El Fm -al | ii II iN Al | Hd nn he EA , DENN Meret OV sn el EEK NE ee Programmaplan Oranje loper | H6 Omgevingsmanagement en communicatie 38 6.3 Draagvlak tijdens uitvoering De uitvoering gaat langdurig overlast geven, voor en we maken ons daar hard voor. Of we het waar kunnen We zullen niet iedereen tevreden kunnen stellen en verkeer, bewoners, ondernemers, gebruikers en maken, is vooral afhankelijk van de voortgang in de het werk gáát gepaard met overlast. Als het niet kan bezoekers van de stad. Weerstand is niet te voorkomen. maaiveldprojecten; instemming over het ontwerp en zoals bewoners of ondernemers het het liefste willen, Wel kunnen we er veel aan doen om draagvlak te het op tijd rond krijgen van de financiering. De ervaring leggen we goed uit waarom dat zo is. Voorstellen behouden. Mensen zijn tot veel bereid en willen — tot leert dat deze trajecten een lange doorlooptijd kunnen zullen we afwegen tegen de kaders van leefbaarheid, op zekere hoogte — overlast accepteren. Hiervoor hebben, waar het vervangen van de bruggen, gezien de cultuurhistorische waarde en duurzaamheid. Naast dient echter wel aan een aantal randvoorwaarden te urgentie, niet op kan wachten. voorstellen om de leefbaarheid en bereikbaarheid in worden voldaan. stand te houden, gaan we ook actief op zoek naar Het uitgangspunt dat het gebied primair veilig blijft en voorstellen die meerwaarde geven aan het gebied en Draagvlak voor de uitvoering en acceptatie van de blijft functioneren op een wijze die acceptabel voor de die aldus een positieve connectie kunnen geven aan overlast zal voor een deel bepaald worden door hoe mensen die er wonen en werken en gebruik van maken, de werkzaamheden. we mensen voorbereiden, hoe we communiceren en is de basis voor het plan van aanpak hoe we de bruggen anderszins in contact staan met onze omgeving, maar gaan vervangen. Eén voor één? Alle negen tegelijk? Het omgaan met nadeelcompensatie verdient in dit vooral door wat we doen. Eerst vier dan drie dan twee? Dit plan van aanpak kader ook aandacht. Ondernemers maken zich zorgen voor de uitvoering van de brugvervangingen wordt om hun omzet en hebben de gemeenteraad gevraagd Gebied laten functioneren, veiligheid prioriteit gemaakt in het Bouwteam; het samenwerkingsverband ruimhartig om te gaan met nadeelcompensatie. Al Hiervoor ligt de basis in het zorgen dat het gebied van gemeente, civiele aannemers, Stadsregie, GVB, ruim voor de start van de uitvoering wil het programma tijdens de uitvoering blijft functioneren op een manier Waternet. Tijdens het maken van het plan van aanpak ondernemers informeren over (de benodigde die acceptabel is voor de mensen die er wonen, werken zal er steeds contact zijn met de omgeving, om mensen voorbereiding voor) nadeelcompensatie. en gebruik van maken. Veiligheid heeft hierbij altijd op de hoogte te houden en informatie op te halen over prioriteit. We moeten hierin rekening houden met tal wensen en behoeften. van factoren. Het gaat niet alleen om de straten waar we werken, maar ook om de straten in de naastliggende Verregaande alternatieven en oplossingen gebieden. Het hele gebied moet altijd bereikbaar zijn Het centraal stellen van het veilig laten functioneren van voor nood- en hulpdiensten, de bevoorrading moet het gebied vraagt om flexibiliteit om mee te bewegen door kunnen gaan, bewoners moeten hun huizen kunnen met een gewijzigde werkelijkheid. We moeten niet alleen bereiken en 's nachts kunnen slapen, klanten winkels en kijken naar de gevolgen van ónze werkzaamheden, horeca kunnen bereiken, de tram zo lang mogelijk blijven maar ook kijken naar andere ontwikkelingen die rijden, het water bevaarbaar blijven en het gebied moet invloed hebben op het gebied. Dit vergt een bredere stroom, water en internet houden; voorzieningen die blik, goede afstemming met raakvlakprojecten en een worden aangevoerd door kabels en leidingen die in de bereidheid oplossingen te bieden die verder gaan dan bruggen liggen. Voor bewoners en ondernemers is het wij gewend zijn. We moeten actief op zoek naar wensen bovendien van groot belang dat de werkzaamheden en ideeën uit de omgeving om het gebied tijdens de aan bruggen en aangrenzende straten zoveel mogelijk werkzaamheden acceptabel bereikbaar en leefbaar te gelijktijdig worden uitgevoerd. Dit streven is een houden. Tegelijk ontkomen we er niet aan om te zoeken wezenlijk onderdeel van de programmatische aanpak naar wat kan, en tegelijk te doen wat moet gebeuren. ee Programmaplan Oranje loper | H6 Omgevingsmanagement en communicatie 39 6.4 Organisatie Omgevingsmanagement en communicatie zijn Het omgevingsmanagement in de teams brengt de projectteams hier de handen ineen en halen we onlosmakelijk met elkaar verbonden. interne en externe belangen, wensen en eisen in kaart gezamenlijk klantwensen en eisen op. en faciliteert een zo zorgvuldige mogelijk afweging Op programmaniveau worden het strategisch tussen belangen. Hiertoe onderhouden we intensief Contacten met de omgeving (bewoners, ondernemers omgevingsmanagementsplan en het strategisch contact met belanghebbenden, zodat we weten waar en gebruikers) verlopen persoonlijk via de communicatieplan opgesteld, die kaderstellend zijn hun zorgen liggen, wat hun wensen zijn en op welke omgevingsmanager, via bijeenkomsten, de BIZ en voor omgevingsmanagement en communicatie in de manier we een positieve connectie kunnen maken. Los ondernemersverenigingen, brieven, interactieve projectteams. Op projectniveau zijn er vier teams. daarvan moeten we bouwen aan een relatie, zodat app, digitale nieuwsbrief, website en social media. Omdat goed omgevingsmanagement locatiespecifieke we tijdig kunnen handelen als het draagvlak dreigt af Professionele stakeholders spreken we op regelmatige kennis vereist, zijn de teams geografisch ingericht: De te nemen. Om zicht te houden op de veranderende basis in project- en stuurgroepen. Contacten met Nieuwe Zijde, Raadhuisstraat — Rozengracht en De werkelijkheid, onderhouden we intensief contact met raakvlakken (bestuurlijk, fysiek of beleidsmatig) en Clercqstraat — Jan Evertsenstraat. Team Bruggen Oranje ‘raakvlakken’ (bestuurlijk, project- of beleidsmatig) die andere collega's onderhouden we met overleggen en Loper heeft een eigen omgevingsmanager, omdat in invloed uit kunnen oefenen op ‘ons gebied’. Omdat via persoonlijke contacten. deze fase de activiteiten het meest efficiënt voor alle de verschillende projecten veelal te maken hebben bruggen tegelijk kunnen worden ingericht. met dezelfde stakeholders (intern en extern) slaan ha ENE EEN ï IE: Í j f a EE Co ne al gd i | / / / ej) Í 4 EE | EA Os ll er Er 5 id ne Nd d B, De k RN, in | 4 B 4 id g A on Ent rb ol MT On ii Le | ABE 4 w / s% Rr kj Zi TRS NARE Klk MA EE ed MRE 77E $ Ten UE EE | er — ne PE A VU) NE Bn RE re =H TE 48E MD id MN are h ef MR U jh Pus Et Ei Ë LR B ek et 5 et B 4 Last PLL er En Ü 4 en | R/S De, fe ere ij WE \ Ee 5 Ni nb | | 4 / ne EAK Ef = en EE - el E Een ee i 2E e pe KD, B AAN, ï EEE Tr & 5 oe ee Programmaplan Oranje loper | H6 Omgevingsmanagement en communicatie 40 Hoofdstuk 7 Tegenspraak, leren en kwaliteitsborging ENNE EN WE 7 IER B [7 sf en AN ef ne ME 4 n es Den lei ast Ie Wrs rie 0m ZN ET a aal lj lk | 5 5 dh Lint a Eed Vm & il 5) | | EE ‘ Wi | WE me TIO TD Ak de | | IEM | W Nee nne EE BE frl EL 1 ns en fr ie edi Ee | ee a el df le | ir ns A Kn 4 Ä ots || (IK 4 jr ZEGE | en OO | > He En tn (AES If | me ee At EmTe RN ee 2124 " me B fe ne A Ie | ef Programma Oranje Loper is in januari 2019 toegetreden Neerlands Diep teamleren en tegenspraak Daarnaast zal er het komend jaar een ND-projectspiegel tot de Regeling Risicovolle Projecten (RRP). Het Het programma Oranje Loper is per 2019 lid worden gehouden voor het Bruggenproject Oranje Programma van tegenspraak is een waardevol geworden van Neerlands Diep. Neerlands Diep is de Loper. Bij een projectspiegel worden met behulp van onderdeel van de regeling. Doel van het programma academie voor publieke bouw- en infraprojecten. Het collega’s van andere landelijke projecten sterke en is het aanjagen van reflectie, kritiek en tegenkracht, programma neemt sinds 2019 deel aan een tweejarig zwakke punten op tafel gelegd. het voorkomen van ‘groepsdenken’ en het leren van programma teamleren. Dat doet het samen met het fouten en successen van jezelf en anderen. De afgelopen project Knooppunt Hoevelaken (Rijkswaterstaat) en Het programma wisselt kennis uit met andere projecten periode is er een aantal acties ondernomen en opgestart Stationsgebied Driebergen-Zeist (ProRail). Het hoofddoel en programma’s in Amsterdam op het gebied van om tegenspraak en toetsing te faciliteren. is dat de verschillende projecten van elkaar leren. vervanging van bruggen en maaiveldinrichting. Zo ondersteunt het programma Oranje Loper de evaluatie an n van het bouwteamproject Westtangent. Er zijn diverse & eN f GE PT kennisuitwisselingen op het gebied van vervanging A ke RE Te RE GE van bruggen met bijvoorbeeld Vijzelgrachtbruggen en é A EA AE E 3 Ee Kikkerbilbrug/sluis. Daarnaast streeft De Oranje Loper ER B EERE 7 . ernaar om geleerde lessen van afgeronde projecten zoals We Es TT \ EED BD Ed Ze de Noord/Zuidlijn en De Rode Loper te integreren in de De 5 EE A Ì _M ES 5 En B 5 OERS pr / gehanteerde aanpak. ; > É ne An IN ee N PR be TW Lessons learned p 5 8 Te ij Ü DN en B. IN A A | P/ Het programmateam gaat actief op zoek naar SS ei dn dl HE re Bis, 5 de DE kend haf | é vergelijkbare projecten. Voor elke discipline halen we en eg es mi En | on El di mn à Be N = Zee Beek 3 OR uit deze projecten lessen op. Deze lessen worden actief ele Ke dU ad U JE È A sad \ 2E d : 4 UI bijgehouden en geborgd. Ook van Oranje Loper willen er Ee) : Ge n A Hel il: tr REN NS Ee In we (en anderen) kunnen leren. Daarom definiëren we EES Î pe dr 05 AUS a mf REED ER À dk kh leerpunten, door periodiek terug te kijken op afgeronde Û ke E El Î | ae, ul út 4 Ht u IA en if 5 e fases/producten. Tia 5 A ge: zal on ge af Ee ke Le — Ws Í Specifiek voor de bruggen geldt dat we de opgedane bin U ae IK ii td | ak zi EE ade LE Bn kennis en ervaring bij het Bouwteam Bruggen actief | | MOREL Te UL 4 4 hl Msi: le delen, zowel binnen de organisatie van de gemeente AE OM, ka Ted ee Kik a balk ” + maid AR ; d Ee Zi tú ke ef AN Amsterdam, stakeholders zoals het GVB, diensten en Bee 2 E) _ ls AA % ki EHL bedrijven, als andere overheidsopdrachtgevers. je 4 ie Es TE iz Li Li en mn == sm == k 3 if eo = Het strategisch belang van het opbouwen van Een en | mr specialistische kennis rond het vernieuwen van es ee 3 | monumentale bruggen voor de gemeentelijke 020 ERS 0 organisatie betekent dat medewerkers van zowel de gemeente als van marktpartijen de kans moeten krijgen om te leren van gebruikte technieken, processen en methodieken. Het initiatief daarvoor zal gelegd worden ee Programmaplan Oranje loper | H7 Tegenspraak, leren en kwaliteitsborging 42 bij de lijnorganisaties: het maakt geen onderdeel uit van alle projectfases (definitiefase, ontwerpfase, zijn in principe wijzigingen t.o.v. het plan. Indien nodig de scope van het project om ook implementatie van contracteringsfase en uitvoeringsfase) de risico's wordt daar een verzoek tot wijziging (VTW) voor die kennis te organiseren. Het projectteam zal zich wel geïnventariseerd, belegd bij de IPM rolhouder en opgesteld. Bij het vaststellen van die VTW wordt ook de inspannen om de gegenereerde kennis en ervaring vast de beheersmaatregelen gemonitord. Zo hebben kwaliteitsborging bepaald. Bij beslissingen over het wel te leggen en aan te bieden aan die lijnorganisaties. Het we continu een actueel beeld van de risico's en of niet accepteren van wijzigingen is het van belang een project zal zich ook actief inzetten om kennisinstellingen de beheersmaatregelen. integrale (risico) afweging te maken. In overleg met de te betrekken bij het opstellen en verder delen van manager projectbeheersing (MPB) wordt de impact van ‘lessons learned’. Te denken valt dan aan bijvoorbeeld Kwaliteitsborging de wijziging bepaald (tijd, geld, risico’s, kwaliteit). De het betrekken van de Bouwcampus, opdrachtgeversfora, De interne kwaliteitsborging is de set aan afspraken die wijzigingen worden binnen het projectteam besproken het CROW, het Bouwgenootschap, universiteiten we met elkaar maken over hoe we werken binnen het en vastgesteld. Wijzigingen boven het mandaat van en hogescholen. programma. Daarmee definiëren we per IPM rol vooraf de Integraal Projectmanager worden beargumenteerd met elkaar de kwaliteit die we beogen en bepalen voorgelegd aan de ambtelijk opdrachtgever en indien Masterclasses we de processen, die borgen dat de kwaliteit van het nodig de projectgroep. Als de ambtelijk opdrachtgever Binnen het programma organiseren we masterclasses eindproduct ook daadwerkelijk wordt behaald. (of indien nodig de projectgroep) akkoord is dan wordt over een bepaald thema/onderwerp. Daarbij zetten we Op vooraf gedefinieerde producten laten we (een) de wijziging doorgevoerd in de plannen en zal daarmee binnen het team aanwezige expertise in, maar wordt collega(s) uit het werkveld dan wel een extern bureau onderdeel uitmaken van de projectvoorbereiding en zo nodig ook expertise van buiten het programma een kwaliteitstoets doen in de vorm van een collegiale uiteindelijk het uitvoeringsbesluit, waarmee het bestuurlijk betrokken. Er is tot nog toe één masterclass geweest toets of second opinion. Deze collega(s) is/zijn op het wordt vastgesteld. Substantiële wijzigingen kunnen over bestuurlijke besluitvorming en één masterclass over onderwerp deskundig (een vakcollega) en niet direct tussentijds een eigen bestuurlijk traject doorlopen. systems engineering. We hebben het voornemen om betrokken bij het project. Het kan ook een extern bureau minimaal twee keer per jaar een dergelijke masterclass zijn. Enerzijds om lessen te trekken van ervaringen van Kwalititeitsteam te organiseren. anderen en anderzijds om fouten te voorkomen. We overwegen om een zogenaamd 'kwaliteitsteam' op te Deze producten kunnen o.a. zijn: zetten, gericht op de kwaliteit van de openbare ruimte. Tegenspraak in de projectorganisatie m risicoanalyse Door het onderscheiden van de verschillende rollen in m kostenraming Evaluaties het projectteam en MT wordt een vorm van tegenspraak m _inkoopstrategie Als lerend projectteam organiseren we op verschillende georganiseerd binnen het team. Met respect voor m constructieve tekeningen en berekeningen momenten evaluaties over afgeronde producten of ieders rol vinden projectafwegingen scherper plaats m _contractstukken afgeronde fases. Daarmee trekken we lessen voor door er vanuit de verschillende disciplines naar te m referentieontwerp onszelf en voor anderen. De belangrijke lessen worden kijken. Wat wil de omgeving, wat vereist de techniek, geïmplementeerd in de projectorganisatie. wat kan de markt en hoe past dit in de kaders van tijd, Kwaliteitsmanagementsysteem en wijzigingen geld en risico’s? Hierbij is er steeds aandacht voor de Voor dit project maken we gebruik van een Soft skills bestuurlijke afspraken. Kwaliteitsmanagement Systeem (KMS). Het We organiseren bijeenkomsten (zoals management kwaliteitsmanagementsysteem beschrijft de processen drives) onder begeleiding van een externe waarin Aandacht voor risico’s die we doorlopen op het gebied van planvorming, het functioneren van de verschillende rollen wordt Risicomanagement is als expliciete discipline inkoop, administratie, verantwoording, de organisatie en geëvalueerd; wat ging er goed en hoe kan het beter? georganiseerd in het projectteam van de Oranje de mandaten. Een belangrijk onderwerp daarin is hoe we Daarbij zijn vooral samenwerking en procesinterventies Loper. Gericht op de verdeling van risico’s tussen binnen het project omgaan met (scope)wijzigingen. belangrijke aandachtspunten. Opdrachtnemer en Opdrachtgever worden gedurende Producten die niet in het projectplan zijn benoemd, ee Programmaplan Oranje loper | H7 Tegenspraak, leren en kwaliteitsborging 43 Hoofdstuk 8 Afrondi | ronding, opleveren — VE fi TI | à À mi 5 î Ee Ee Sr $ | | PP Ld í B ; | =l vE en DEN iS rt Ke WEONEE Ween ij F5 en, ’ ER: - y JTM or ner IC Ee f L ni Ll FA mm | NAE m- DS er Tm Cl _— rm TR & ie Ì \l i E Ì 4D 5 F4 4 1 5, S ke 5 El me | il ij a in FTA în. NS | ade ES NLET en EE AE IE ie / hel BIAECMOAATD ET EI DID 0 B U ik: id | ij HA eN ER Pd 2 FEELUAN vt | | 4 if Ë E ei Ll { 5 Eel EERE EREREN E Er dn Gite d t en dE | 8 Ld EE l d rig dl ed ij Î I î 5 À 4 en ie RRS =d Ì | A 5 tid en k | ij à (== e eel \ id ; Le | ISS ) - r Ì Ï Î Ö 8 Ee E 8 = 4 MEE je ie A Es 3 il IJ | 5: bt 4 E È ne OA BIN dr amer A nl py. s ie ES E #1 Ni SS De Zi sÂ, en PN 7 ren dj en as ——= DE mm SE En Ì v Al, ì # YT ha Gen rn HE En N Es Se JD IE \ ; = eeN = 5 pi ' N ’ > == ” ’ e= = = = 8.1 Evaluatie en reviews 8.2 Asset owner/eindbeheerder 8.3 Decharge/overdracht Aan het einde van de planvoorbereidingsfase evalueren De betrokkenheid van de eigenaren van de objecten De afronding van de voorbereidingsfase gebeurt met we de afgelopen fase. Deze evaluatie heeft tot doel in het werkgebied is geborgd in de stuurgroep. Asset een vaststelling van een planproduct en krediet voor de andere projecten te laten leren (nieuwe lessons learned). owners bruggen, verhardingen, traminfrastructuur vervolgfase. Dat is in feite het dechargemoment voor de Daarnaast doen we een projectreview waarmee we en verlichting en de dagelijks beheerder zijn daarin voorbereiding. borgen dat we gesteld staan voor de vervolg fase. De vertegenwoordigd en daarmee gecommitteerd aan review kan worden gefaciliteerd vanuit het lidmaatschap de besluitvorming. Voor het afronden van de uitvoeringsfase heeft V&OR bij Neerlands Diep dan wel het bureau LetOp. N.a.v. de een dechargeprotocol opgesteld op basis waarvan de resultaten kunnen aanpassingen worden gemaakt in het Met MET en de nutsbedrijven worden specifieke projectopdracht kan worden afgesloten tussen ambtelijk projectplan voor de definitiefase. samenwerkingsovereenkomsten afgesloten voor opdrachtgever en projectmanager. Daarnaast hebben de de uitvoering van het werk. Hierin worden taken en diverse beheerders van de objecten in het werkgebied verantwoordelijkheden voor en tijdens de uitvoering, een overdrachtsprotocol. MET en assetmanagement eindbeheerdersverklaringen (vooraf overeenstemming bruggen kennen bijvoorbeeld een uitgebreid proces van over Klanteisspecificaties), financiële afspraken oplevering. In de plannen voor de uitvoeringsfase van en protocollen t.a.v. de oplevering, overdracht en de projecten wordt hieraan specifiek aandacht gegeven. decharge vastgelegd. In de IPM teams wordt de verantwoordelijkheid voor de oplevering, overdracht en openstelling nadrukkelijk aan n a ET wers es _ een teamlid toebedeeld. een tj En NE E NS Ten TPE Onderdeel van dat hoofdstuk in de projectplannen EE Re ale Eds A ie la de ide Ev En is de toetsvraag: Wanneer hebben we het plan en Er dd ie, : - Ze SRE en EN daarmee onze doelstellingen gerealiseerd? Wat is de A ; . de Kms if RE De Kf laatste handeling die het programma zal verrichten om ol ze ef „Ik A g EE PES Á A ee volledige decharge te krijgen? en Ee A: EE 20 Í | ae, EE EE IA | he af B = Ee IR Le en she ‚ hie Nene ts en 5 Ne „ ee Programmaplan Oranje loper | H8 Afronding, opleveren en overdracht 45
Onderzoeksrapport
45
train
% Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2018 Afdeling 1 Nummer 786 Datum indiening 8 augustus 2018 Datum akkoord college van b&w van 18 september 2018 m.i.v. wijzigingen wijzigingen akkkoord op 20 september 2018 Publicatiedatum 20 september 2018 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen het lid Naoum Néhmé inzake urgentieverklaringen voor sociale huurwoningen. Aan de gemeenteraad Volgens berichtgeving van de NOS werden vorig jaar 44% van de toewijzingen voor sociale huurwoningen met een zogeheten urgentieverklaring afgegeven. Dat betekent dat deze nieuwe huurder voorrang krijgt op de wachtlijst. Steeds meer sociale huurwoningen worden in Amsterdam met een urgentieverklaring toegewezen. Daardoor wordt het steeds moeilijker voor Amsterdammers zonder een dergelijke verklaring een sociale huurwoning te kunnen betrekken. De VVD maakt zich daarom zorgen over deze ontwikkeling. Gezien het vorenstaande heeft het lid Naoum Néhmé, namens de fractie van de VVD, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders ge- steld: 1. Hoeveel categorieën en/of gronden voor een urgentieverklaring bestaan er in Amsterdam? Welke zijn wettelijk verplicht en welke zijn een keuze van Amster- dam? Kan het college per categorie toelichten waarom een urgentieverklaring in dergelijke gevallen geboden is? Antwoord In de Huisvestingsverordening Amsterdam 2016 en in de Beleidsregels woon- ruimteverdeling en woonruimtevoorraad 2017, nr. 5 Urgenties zijn de wettelijke en regionale’! urgentie categorieën beschreven. Daarbij gaat het om: “De regionale urgentie categorieën zijn door de gemeenten die tot de voormalige Stadsregio Amsterdam behoorden (op initiatief van Amsterdam) afgesproken als reactie op de Huisves- tingswet 2014, artikel 14 lid 2, waarin wordt geregeld dat bij de verlening van huisvestingsver- gunningen voor ten hoogste 50 procent van een of meer daarbij aangewezen categorieën woon- ruimte, voorrang mag worden gegeven aan woningzoekenden die economisch of maatschappe- lijk gebonden zijn aan de woningmarktregio. Voor ten hoogste de helft van dat percentage mag voorrang worden gegeven aan woningzoekenden die economisch of maatschappelijk gebonden zijn aan een tot de gemeente behorende kern. 1 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Neng Jas Gemeenteblad Datum 20 september 201g Schriftelijke vragen, woensdag 8 augustus 2018 wettelijke urgentie categorieën e _ slachtoffers huiselijk geweld; e verleners of ontvangers van mantelzorg; regionale urgentie categorieën? e _ uitstroom uit de Maatschappelijke Opvang; e acute noodsituatie door brand, instortingsgevaar of wateroverlast; e _op grond van medische en/of sociale redenen; e _op grond van sloop, ingrijpende renovatie of herstructurering (stadsvernieuwingsur- genten); e _ vergunninghouders op grond van de wettelijke taakstelling en vergunninghouders met een huurovereenkomst van maximaal vijf jaar (statushouders). In de Huisvestingswet 2014, artikel 12 lid 1 staat dat de gemeenteraad urgentie categorieën kan instellen als de toewijzing van woonruimte voor die woningzoe- kenden dringend noodzakelijk is. In de Toelichting bij de Huisvestingsverordening Amsterdam 2016, artikel 2.6.5, lid 1b en 1c, staat dat het uitgangspunt van de Amsterdamse urgentieregeling is “dat de woningzoekende het huisvestingsprobleem zelf niet kan oplossen”. Een tweede uitgangspunt is “dat de urgentieregeling een uiterste, laatste, redmiddel voor de oplossing van een huisvestingsprobleem”. 2. Vorig jaar werden 44% van de vrijgekomen sociale huurwoningen aan huurders met een urgentieverklaring toegewezen. Kan het college een overzicht geven uit welke categorieën van urgentieverklaringen deze groep van 44% is onderver- deeld”? Antwoord De gegevens waar de NOS zich op heeft gebaseerd zijn ontleend aan het Jaarbe- richt 2018 van de Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties. Het gaat om woningzoekenden met een urgentieverklaring die in 2017 in Amsterdam een cor- poratiewoning hebben gekregen. In 2017 zijn er in totaal 6.232 sociale corpora- tiewoningen verhuurd, waarvan 2.719 aan woningzoekenden met een urgentie- verklaring. Die groep bestaat uit: e _stadsvernieuwingsurgenten (14%); e _statushouders (9%); overige urgentie categorieën (20%). Dat de optelsom van de genoemde percentages 43% is en niet 44%, is een ge- volg van afronding. Afgezien van de urgentie categorie stadsvernieuwingsurgen- ten behoren de andere urgentie categorieën tot de doelgroepen van het Pro- gramma Huisvesting Kwetsbare Groepen. 3. In hoeverre is de stijging van het aantal toewijzingen met urgentie naar 44% te verklaren uit een absolute toename van het aantal urgentieverklaringen of een da- ling van het aantal vrijgekomen woningen? Welk effect is groter? * De volgorde van de regionale urgentie categorieën is overgenomen uit de Huisvestingsverorde- ning Amsterdam 2016. 2 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam Neng Jas Gemeenteblad R Datum 20 september 201g Schriftelijke vragen, woensdag 8 augustus 2018 Antwoord Ook in de Samenwerkingsafspraken tussen de gemeente Amsterdam, de Am- sterdamse Federatie van Woningcorporaties en de Huurdersvereniging Amster- dam is rekening gehouden met het benodigde woningaanbod voor urgenten. Het percentage van 44% past bij de afspraken die hierover zijn gemaakt. Er is over- eengekomen dat maximaal 30% van alle toewijzingen bestemd is voor urgenten uit de kwetsbare groepen en maximaal 15% voor stadsvernieuwingsurgenten, samen 45%. Deze samenwerkingsafspraken zijn gemaakt voor de periode 2015- 2019. Het aantal urgentieverklaringen is in absoluut aantal niet toegenomen en past nog steeds binnen de percentages in de Samenwerkingsafspraken. Het pro- bleem is veel meer de afname van het aantal sociale huurwoningen. Het college zet daarom in op toename van de sociale woningvoorraad. Zo moeten er meer sociale huurwoningen beschikbaar komen voor woningzoekenden met en zonder een urgentieverklaring 4. In hoeverre is het aantal categorieën voor urgentieverklaringen de afgelopen ja- ren verminderd of juist uitgebreid? Antwoord Het aantal urgentie categorieën dat in de huisvestingsverordening is beschreven, is in de afgelopen jaren niet gewijzigd. De enige verandering is dat de vergun- ninghouders (statushouders) geen wettelijke urgentiecategorie meer zijn, maar een regionale. Nadat de Tweede Kamer in september 2016 instemde met het wetvoorstel dat voorrang voor vergunninghouders per 1 juli 2017 niet meer ver- plicht is (de Eerste Kamer stemde er in december 2016 mee in), heeft de ge- meente Amsterdam dat verwerkt in de wijziging van de huisvestingsverordening per 1 januari 2018. Die wijziging heeft geen gevolgen voor de percentages die in de Samenwerkingsafspraken zijn overeengekomen en die bij de beantwoording van vraag 3 zijn vermeld. Met het schrappen van de wettelijke voorrang voor sta- tushouders heeft het Rijk echter de taakstelling voor gemeenten over het aantal te huisvesten statushouders niet veranderd. 5. In hoeverre bestaat de categorie statushouders met urgentieverklaring uit alleen- staande personen? In hoeverre maakt Amsterdam een bewuste keuze om alleen- staande statushouders te huisvesten? Wordt er aan het COA specifiek gevraagd om alleenstaande statushouders te mogen huisvesten in Amsterdam? Worden deze alleenstaande statushouders ook in containerwoningen gehuisvest? Zo nee, waarom niet? Antwoord Met het COA is op 21 juni 2017 afgesproken om zoveel mogelijk jonge alleen- staande statushouders aan Amsterdam te koppelen vanwege de projecten (zoals Riekerhaven) die worden gerealiseerd. Naast projecten van gemengde com- plexen, waarin 50% van de woningen door jonge statushouders worden bewoond en 50% door jongeren die gemotiveerd zijn om de statushouders te ondersteu- nen, is die keuze ook ingegeven door de beperkte beschikbaarheid van gezins- woningen. Eén van de doelstellingen van het Programma Huisvesting Kwetsbare Groepen (PHKG) is om statushouders zoveel mogelijk te huisvesten in tijdelijke nieuw- bouw, transformaties en in gemengde (studenten) complexen. Dat is beschreven 3 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Neng Jas Gemeenteblad Datum 20 september 201g Schriftelijke vragen, woensdag 8 augustus 2018 in de Voortgangsrapportage 2017 van het PHKG. Deze doelstelling beoogt het sociale woningaanbod te ontzien en de integratie te bevorderen. Deze tijdelijke en gemengde complexen bestaan voor een groot deel uit containerwoningen. Het zijn altijd kleine eenheden. Voordeel van de gemengde complexen is bovendien dat er ook voor andere jongeren meer aanbod is. Dit type woning is echter niet of minder geschikt voor de huisvesting van gezinnen. 6. Is het college bereid om opnieuw een deel van de vrijgekomen sociale huurwo- ningen middels loting toe te wijzen, zodat ook personen lager op de wachtlijst kans maken op een sociale huurwoning? Zo nee, waarom niet? Antwoord Loten is geen thema dat opnieuw wordt uitgewerkt voor wijziging van de Huisves- tingsverordening per 1 januari 2019 en op voorhand ook niet bij de voorbereiding van een nieuwe huisvestingsverordening (van rechtswege) per 1 januari 2020. Uit onderzoek van RIGO Research en Advies Woon-werk-leefomgeving is onder meer gebleken dat de slagingskans bij loten minimaal is omdat ook mensen met een (middel)hoge inschrijfdduur meedoen aan de verloting (zie: "Een lot uit de lote- rij? Evaluatie van loten in de Stadsregio Amsterdam”, november 2016). In de Woonagenda 2025 is op grond van het RIGO-onderzoek voorgesteld om het loten te beëindigen. De gemeenteraad heeft op 22 december 2017 een amendement aangenomen om het loten te beperken tot maximaal 25% van de woningen die met het jongerenlabel via WoningNet worden aangeboden.” 7. In hoeverre kan de gemeente het toewijzingsbeleid voor sociale huurwoningen naar eigen inzicht vormgegeven? Welke beperkende factoren vanuit de rijksover- heid zijn hierbij aanwezig? Antwoord Het kader voor de Amsterdamse woonruimteverdeling bestaat uit de Huisves- tingswet 2014, de Woningwet 2015 en de Leegstandwet. De Huisvestingswet is de wettelijke grondslag van de huisvestingsverordening en het woonruimteverde- lingsbeleid, bijvoorbeeld ten aanzien van de urgentieverlening. Deze wet schrijft voor dat de (regio)gemeente regels kunnen opstellen voor het verdelen van socia- le huurwoningen als dit nodig is vanwege de schaarste. De gemeenten (kunnen) dan groepen aanwijzen die als urgent worden beschouwd en die met spoed in aanmerking moeten kunnen komen voor een woning. De Woningwet beschrijft de relatie van de overheid met de corporaties (toegela- ten instellingen), bijvoorbeeld voor wat betreft het ‘passend toewijzen’. De Leeg- standwet bestrijdt ongerechtvaardigde leegstand van woningen. Het college van B&W neemt besluiten over de beleidsregels en de gemeenteraad stelt de huisvestingsverordening vast. Het Rijk kan de gemeente een taakstelling voor de woningtoewijzing opleggen; dat gebeurt voor de huisvesting van vergun- ninghouders. 8. Hoeveel jaar bedraagt de gemiddelde wachttijd voor een sociale huurwoning in 3 De Amsterdamse gemeenteraad besloot in meerderheid het amendement van Van Dantzig (D66) en Dijk (VVD) te omarmen om loten alleen voor jongerenwoningen te handhaven. Dat zijn woningen die met een tijdelijk vijfjaarscontract worden aangeboden. Een kwart van de vrijko- mende jongerenwoningen blijft beschikbaar voor verloting. 4 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Neng Jas Gemeenteblad Datum 20 september 201g Schriftelijke vragen, woensdag 8 augustus 2018 Amsterdam op dit moment? Hoeveel jaar bedraagt de wachttijd voor bepaalde groepen voor een sociale huurwoning, zoals ouderen, minder validen etc? Zijn studenten die wachten op een studentenwoning ook onderdeel van de gemiddel- de wachttijd? Zo ja, hoeveel bedraagt de gemiddelde wachttijd zonder deze groep? Antwoord De gemiddelde woon- en inschrijfduur in 2017 van starters en doorstromers bij WoningNet op het moment van acceptatie van de woning bedraagt voor starters 10,8 jaar en voor doorstromers 20,3 jaar. Studenten, voorrangs-en stadsvernieu- wingskandidaten worden niet in de berekening meegenomen. Voor ouderen geldt een wachttijd van minder dan een half jaar. De hoofddoelstel- ling van het Programma Huisvesting Kwetsbare Groepen is om alle kwetsbare groepen binnen drie maanden een passende aanbieding via directe bemiddeling te doen. Maar de termijn van drie maanden is niet van toepassing op de soci- aal/medisch urgenten, die weliswaar een kwetsbare groep zijn maar zelf moeten reageren op het woningaanbod in WoningNet. Daar hebben zij volgens de huis- vestingsverordening 26 weken de tijd voor; verlenging met nog eens 26 weken is mogelijk. Voor de stadsvernieuwingskandidaten geldt dat zij in principe 18 maan- den de tijd krijgen om via WoningNet een andere passende woning te vinden. Dat is de periode tussen de peildatum en de voorgenomen sloopdatum. De meest problematische groep is de groep rolstoelgebruikers. Het aanbod is zo gering en de vraag zo groot, dat de gemiddelde wachttijd oploopt tot minimaal 2 jaar. 9. Is het college het met de VVD eens dat het toewijzen van 44% van de woningen met een urgentieverklaring het draagvlak voor sociale huisvesting voor mensen zonder een dergelijke verklaring ondermijnt? Zo nee, waarom niet? Antwoord Het college is het oneens met de suggestie van afnemend draagvlak onder mensen zonder urgentieverklaring. Zoals in de beantwoording vraag 3 is aan- gegeven wijkt het percentage van 44% niet af van de afspraken die de ge- meente, de corporaties en de huurders hebben gemaakt in de Samenwer- kingsafspraken. De positie van mensen zonder urgentieverklaring op de Am- sterdamse woningmarkt verandert daardoor dus niet. Wel weten we dat Amsterdammers zich zorgen maken over de lange wachttij- den en het tekort aan (vrijkomende) sociale huurwoningen, maar zij vinden in het algemeen dat mensen die deze woningen het hardste nodig hebben ook het recht hebben om eerder dan anderen in aanmerking te komen voor een woning. Dat bleek bijvoorbeeld uit de stadsgesprekken die ter voorbereiding van de Woonagenda 2025 in de stad zijn gevoerd en uit de grote enquête die toen is gehouden. Uit recent onderzoek (OIS, Angsten en zorgen van Amster- dammers. Augustus 2018) blijkt dat ruim driekwart van de Amsterdammer zich zorgen maakt over het tekort aan betaalbare woningen, het urgentiebeleid wordt niet genoemd als aanleiding voor deze zorg. Het college is van mening dat Amsterdam een gezonde dynamische stad moet blijven waar ruimte is voor iedereen. Daarom moet het aanbod van soci- ale huurwoningen en ook van huurwoningen in het middensegment worden vergroot en moeten we zorgvuldig omgaan met de verdeling van het beschik- bare aanbod. Hier wordt op ingezet door meer te bouwen in de stad en met de andere regiogemeenten en de corporaties te werken aan een fundamente- 5 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R weing Jas Gemeenteblad ummer = en Datum 20 september 201g Schriftelijke vragen, woensdag 8 augustus 2018 le herziening van de woonruimteverdeling, waarbij mensen die een sociale huurwoning het hardste nodig hebben het eerste aan de beurt zijn. Voorko- men moet worden dat groepen woningzoekenden steeds meer tegenover el- kaar komen te staan en elkaar het recht op een sociale huurwoning betwisten, want dat heeft een negatief effect op de leefbaarheid in de stad. Naast het Programma Huisvesting Kwetsbare Groepen heeft het college om de wachttijd voor woningzoekenden zonder urgentie te verkorten een aantal maatregelen in de huisvestingsverordening en beleidsregels opgenomen: ver- ruiming van de urgentiecriteria voor gezinnen en regulering van de nieuw- bouw in het middensegment. Burgemeester en wethouders van Amsterdam Femke Halsema, burgemeester Wil Rutten, waarnemend secretaris 6
Schriftelijke Vraag
6
train