text
stringlengths 181
1.69M
| label
stringclasses 11
values | num_pages
float64 1
502
| split
stringclasses 4
values |
---|---|---|---|
x Gemeente Amsterdam FI N
% Raadscommissie voor Financiën, Coördinatie Aanpak Subsidies, Aanpak
Belastingen, Waterbeheer, Vastgoed, Inkoop en Personeel en Organisatie
% Gewijzigde agenda, donderdag 19 oktober 2017
Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie
voor Financiën, Coördinatie Aanpak Subsidies, Aanpak Belastingen, Waterbeheer,
Vastgoed, Inkoop en Personeel en Organisatie
Tijd 13:30 tot 17:00 uur
Locatie De Boekmanzaal
Algemeen
1 Opening procedureel gedeelte
2 Mededelingen
3 Vaststellen agenda
4 Conceptverslag van de openbare vergadering van de commissie Financiën (FIN)
van 21.09.2017.
e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier
doorgegeven, commissieFIN @raadsgriffie.amsterdam.nl
5 Termijnagenda, per portefeuille
6 _TKN-lijst
7 _ Opening inhoudelijk gedeelte
8 _Inspreekhalfuur Publiek
9 Actualiteiten en mededelingen
10 Rondvraag
Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de
vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn
slechts richtlijnen waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn.
Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien
verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda
staat. De vergaderingen en de verslaglegging daarvan zijn openbaar. Van deze vergaderingen worden geluids-
en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden op
internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl.
Voor algemene informatie: info @gemeenteraad.amsterdam.nl
1
Gemeente Amsterdam FI N
Raadscommissie voor Financiën, Coördinatie Aanpak Subsidies, Aanpak Belastingen,
Waterbeheer, Vastgoed, Inkoop en Personeel en Organisatie
Gewijzigde agenda, donderdag 19 oktober 2017
Financiën
11 Uiten van wensen en bedenkingen over het aanpassen van de achtergestelde
lening van AEB en de leningovereenkomst aan WPW Nr. BD2017-011444
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht.
(Gemeenteraad d.d. 8 en 9 november 2017).
e De commissie WE is hierbij uitgenodigd.
12 Voortgangsrapportage Financiën Op Orde september 2017 Nr. BD2017-012242
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
Gemeentesecretaris | + II
13 Beantwoorden motie 607 van de leden Vroege en Boutkan inzake het onderzoek
heroverweging Andreas en motie 608 van het lid Ernsting inzake op data als
functionele eis Andreas Nr. BD2017-012004
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
Inkoop
14 Voorgenomen besluit inbesteding schoonmaak gemeentelijke panden Nr.
BD2017-011330
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
Gemeentelijk Vastgoed
15 Investering centrale huisvesting van de Amsterdamse School Nr. BD2017-
012316
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht.
(Gemeenteraad d.d. 8 en 9 november 2017).
e Het kabinetstuk is naar de leden gestuurd.
TOEGVOEGDE AGENDAPUNTEN
Waterbeheer
16 Kennis nemen van wijzigingen drinkwatertarieven 2018 en overbrengen wensen
of bedenkingen Nr. BD2017-011346
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht.
(Gemeenteraad d.d. 8 en 9 november 2017).
2
Gemeente Amsterdam FI N
Raadscommissie voor Financiën, Coördinatie Aanpak Subsidies, Aanpak Belastingen,
Waterbeheer, Vastgoed, Inkoop en Personeel en Organisatie
Gewijzigde agenda, donderdag 19 oktober 2017
17 Stand van Zaken Programma Varen en uitspraak Raad van State Nr. BD2017-
012653
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
Financiën
18 Vervolgplanning Vernieuwing Informatievoorziening Belastingen (VIB) Nr.
BD2017-012472
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
3
| Agenda | 3 | discard |
N Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
x Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2020
Afdeling 1
Nummer 587
Ingekomen op 19 mei 2020
Behandeld op 20 mei 2020
Status verworpen
Onderwerp
Motie van de leden Nanninga en Kreuger inzake de actualiteit corona (geen
onnodige gemeente-uitgaven tijdens economische crisis: schrap Agenda Autoluw
en Aardgasvrij 2040)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de actualiteit corona,
Overwegende dat:
- de economische crisis als gevolg van de coronacrisis enorme gevolgen
heeft voor de gemeentebegroting;
-__ het college in 2020 al een begrotingstekort verwacht mogelijk oplopend tot
360 miljoen euro;
- we als gemeentebestuur alles op alles moeten zetten om naast het
bestrijden van de gezondheidscrisis, ook de schade van de economische
crisis voor Amsterdam en Amsterdammers zoveel mogelijk te beperken;
- hier veel financiële middelen voor nodig zijn die er mogelijk niet meer zijn;
- er dus harde keuzes gemaakt zullen moeten worden t.a.v. de
gemeentebegroting.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
De Agenda Autoluw te schrappen, alsmede de aardgasvrij 2040-ambities.
De leden van de gemeenteraad
Nanninga
Kreuger
1
| Motie | 1 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 1731
Publicatiedatum 6 januari 2017
Ingekomen onder Vv
Ingekomen op woensdag 21 december 2016
Behandeld op woensdag 21 december 2016
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van de leden Kaya, Mbarki, Duijndam en Blom inzake de opvang voor dak-
en thuisloze jongeren (maak werk van uitstroom).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de actualiteit van de leden Kaya, Mbarki en Duijndam
inzake de opvang voor dak- en thuisloze jongeren (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1667).
Overwegende dat:
— de raad op 25 november 2015 unaniem het initiatiefvoorstel "Geef zwerfjongeren
een kans” heeft aangenomen;
— een belangrijk onderdeel in dit voorstel focust zich op doorstroom en uitstroom
van de maatschappelijke opvang en de regie hierop;
— er 90 tot 130 jongeren langer dan een jaar in de opvang zitten en nog niet kunnen
uitstromen.
Van mening zijnde dat:
— het niet goed voor jongeren is om langdurig in de maatschappelijke opvang te
blijven.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
1. een analyse te doen naar de wachtlijst van 90 tot 130 jongeren die reeds langer
dan een jaar in de opvang verblijven;
2. hiervoor een plan van aanpak voor uitstroom te maken;
3. in samenwerking met opvangorganisaties de criteria voor uitstroom te evalueren
en de raad een voorstel te doen met hun advies erbij.
De leden van de gemeenteraad
M. Kaya
S. Mbarki
P.J.M. Duijndam
S.R.H. Blom
4
| Motie | 1 | discard |
> Gemeente Amsterdam
% Stadsdeel Zuid
Z
Agenda van de openbare Commissie
Leefomgeving van 12 april 2011
Vergaderdatum dinsdag 12 april 2011
Tijd 20:00 - 23:00 uur
Locatie Raadzaal te President Kennedylaan 923
Voorzitter Mw. R. van Dolder
Griffier Mw. F. Alkan
Presentatie
Voorafgaand aan de vergadering zijn er van 19.00 tot 19.45 uur twee pre-
sentaties:
- De Boerenweteringgarage (15 min)
- Systematiek in duurzaam beheer (30 min)
1. Opening en vaststellen agenda
2. Mededelingen en vragen over actualiteiten aan het DB
3. Vaststellen verslag
Nvt.
4. Toezeggingen en termijnagenda
5. Kwaliteitcijfers de Pijp
Ter bespreking.
6. Milieuprogramma 2011
Ter advisering aan de deelraad.
7. Termijnagenda
Ter bespreking.
1
Commissie Leefomgeving - dinsdag 12 april 2011
Besloten gedeelte
8. Projecten in control 2011 (vertrouwelijk)
Ter bespreking.
9. Sluiting
Ter kennisname stukken
- Aalsmeerplein
- Beatrixpark vernieuwen ingangen
- Milieubeleidsplan 2011-2014
- Foto's bankje Gelderlandplein
- Stand van zaken Rode loper en dubbel tramspoor
- Kabinetstuk
2
| Agenda | 2 | train |
> Gemeente
% Amsterdam
D Motie
Datum raadsvergadering 10 mei 2023
Ingekomen onder nummer 202
Status Verworpen
Onderwerp Motie van de leden Boomsma, Von Gerhardt, Broersen, Krom, Koyuncu en
nanninga inzake de Spijtoptantenregeling
(Verbindt regeling aan erfpachtrecht niet aan persoon)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over de Spijtoptantenregeling,
Overwegende dat,
-__de Overstapregeling en de Spijtoptantenregeling voortvloeien uit de goederenrechtelijke
rechtsverhouding tussen erfpachter en de gemeente als grondeigenaar;
-_Inderegeling de definiëring van de Spijtoptant is losgekoppeld van de eigendom van het
erfpachtrecht, en hierdoor niet ziet op het erfpachtrecht maar op de persoon vd eigenaar;
-_ deze loskoppeling van de rechtsverhouding tussen erfpachter en de gemeente strijdig is
met het gelijkheidsbeginsel en mogelijk andere beginselen van behoorlijk bestuur;
-__ het gevolg is dat een groep van circa 9.000 erfpachters die sinds 8 januari 2022 eigenaar
zijn geworden van een erfpachtrecht, geen gebruik kunnen maken van de regeling;
-__ eenzelfde strijdigheid met het gelijkheidsbeginsel mogelijk geldt voor de ca 5.000
erfpachters die nog niet volledig voldoen aan de voorwaarden van de
Spijtoptantenregeling, maar waarin de Covlanceregeling wel voorziet;
-__de ACM in haar brief van 16 september 2021 heeft geconcludeerd: “Hoewel de gemeente
uitvoerig heeft geïnformeerd (…) was deze informatie voor een groep consumenten mogelijk
niet duidelijk genoeg om het belang van het doen van een aanvraag onder de tijdelijke
voorwaarden op waarde te kunnen inschatten. (…) Het betreft hier informatie die mogelijk
essentieel was voor consumenten om een geïnformeerd besluit te nemen over het doen van
een aanvraag en het accepteren van het aanbod vd gemeente”;
-__de gemeente deze onduidelijkheid over essentiële informatie voor consumenten, en
derhalve voor zowel kopers als verkopers van erfpachtwoningen, niet heeft weggenomen;
Verzoekt het College:
- de redactie van de artikelen 3 en 4 van de Spijtoptantenregeling zodanig te wijzigen,
zodat de erfpachter hier gebruik van kan maken, ongeacht de persoon van de
eigenaar, waarbij de bepaling dat de erfpachter om gebruik te kunnen maken van de
Spijtoptantenregeling vóór 8 januari 2020 eigenaar moest zijn, komt te vervallen.
-_ De Coulanceregeling ook van toepassing te verklaren op Spijtoptanten
Gemeente Amsterdam Status
Pagina 2 van 2
Indiener(s),
D. T. Boomsma
M.S. von Gerhardt
J. Broersen
J.M. Krom
S. Koyüncu
A. Nanninga
| Motie | 2 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2017
Afdeling 1
Nummer 1666
Publicatiedatum 29 december 2017
Ingekomen onder AH
Ingekomen op donderdag 21 december 2017
Behandeld op donderdag 21 december 2017
Status Verworpen
Onderwerp
Motie van het lid Boomsma inzake de Verordening Parkeerbelastingen 2018
(invoeren fiscaal betaald parkeren met parkeerduurbeperking in de Prinses Irenebuurt
uitstellen tot 2020).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over het intrekken van de Verordening Parkeerbelastingen
2017 en het vaststellen van de Verordening Parkeerbelastingen 2018
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 1598).
Overwegende dat:
- het huidige regime in de prinses Irenebuurt goed functioneert en de bewoners er
positief over zijn;
- er geen dringende noodzaak is voor onmiddellijke invoering van een nieuw
parkeerregime:;
- door de vele infrastructurele werken in de wijk, waaronder Zuidas-Strawinsky Zuid-
en Noordzijde, de nieuwe rechtbank en het Zuidasdok, er sprake is van
verkeershinder en een tijdelijk verminderd aantal parkeerplaatsen;
- voor de verkeersveiligheid nog aanpassingen te verwachten zijn aan de wegen in de
buurt op grond van de aangekondigde schouw;
- het verstandig is die eerst goed uit te voeren voordat het definitieve regime wordt
ingevoerd;
- daarbij veranderingen van de belangrijke fietsroutes in de buurt op hun gevolgen in
samenhang met de verkeersveiligheid maatregelen bekeken moet worden.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
De implementatie van een nieuw parkeerregime in de prinses Irenebuurt uit te stellen
tot 2020.
Het lid van de gemeenteraad
D.T. Boomsma
1
| Motie | 1 | discard |
X Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 715
Publicatiedatum 15 oktober 2014
Ingekomen op 8 oktober 2014
Ingekomen in raadscommissie WE
Te behandelen op 5/6 november 2014
Onderwerp
Motie van de raadsleden de heer N.T. Bakker, de heer A.J.M. Bakker en
mevrouw Ruigrok inzake de begroting voor 2015 (Paarse Krokodillenbrigade).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de begroting voor 2015;
Overwegende dat:
— het Amsterdams midden- en kleinbedrijf (MKB) de ruggengraat van de stedelijke
economie is, en verantwoordelijk is voor het gros van de lokale werkgelegenheid;
— in het coalitieakkoord is afgesproken dat Amsterdam de dienstverlening voor het
MKB sterk wil verbeteren door onnodige regels te versimpelen of te schrappen.
Hiervoor wordt een Paarse Krokodillenbrigade (integraal team) in het leven
geroepen;
— de begroting spreekt over deregulering van de economische structuurversterking,
maar niet uitweidt over de rol die de Paarse Krokodillenbrigade hierin gaat spelen,
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— te komen met een eerste aanzet ter oprichting van de Paarse Krokodillenbrigade,
middels een eerste inventarisatie van regels waarvan de meerwaarde niet duidelijk
is;
— deze inventarisatie als startpunt te gebruiken voor het formeren van de brigade,
waarin gemeente en ondernemers samen op zoek gaan naar mogelijkheden om
processen te vereenvoudigen en regeldruk te verlagen;
— deze brigade vanaf de zomer van 2015 operationeel te laten zijn;
— de raad frequent en actief te informeren over de oprichting en lopende
werkzaamheden wanneer de brigade actief is.
De leden van de gemeenteraad,
N.T. Bakker
A.J.M. Bakker
M.H. Ruigrok
1
| Motie | 1 | discard |
E92 004799 N% Gemeente Tijdelijke Algemene Raadscommissie TAR
Ontwikkeling X Amsterdam
Voordracht voor de Tijdelijke Algemene Raadscommissie van o7 april 2022
Ter bespreking en ter kennisneming
Portefeuille Bouwen en Wonen
Grondzaken (31)
Agendapunt 36
Datum besluit College van B&W 18 januari 2022
Onderwerp
Kennisnemen van de tijdelijke financiële woningbouwimpuls in de vorm van een regeling
Ambitiebonus en een regeling Transformatie-impuls
De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen van de raadsinformatiebrief, waarmee de gemeenteraad wordt geïnformeerd over
het collegebesluit tot instemming met de nadere uitwerking van een financiële woningbouwimpuls
in de vorm van vaststelling van de regeling Ambitiebonus en de regeling Transformatie-impuls.
Wettelijke grondslag
Artikel 169 Gemeentewet: Het college van burgemeester en wethouders en elk van zijn leden
afzonderlijk zijn aan de Gemeenteraad verantwoording schuldig over het door het college gevoerde
bestuur (eerste lid). Zij geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de uitoefening van zijn taak
nodig heeft (tweede lid).
Bestuurlijke achtergrond
Op 28 januari 2020 heeft het college ingestemd met een concept-intentieverklaring met daarin
afspraken en maatregelen tussen de gemeente en leden van IVBN (Vereniging van Institutionele
Beleggers Vastgoed, Nederland), Vastgoed Belang (Vereniging van particuliere beleggers in
vastgoed) en de NEPROM (Nederlandse Vereniging van Projectont-wikkeling Maatschappijen)
om de bouwproductie op stoom te kunnen houden en tegelijk voldoende betaalbare woningen te
realiseren die langdurig in dit segment behouden blijven. De definitieve intentieverklaring “Meer
betaalbaar wonen met betrouwbare partners” is op 3 februari 2020 ondertekend (geagendeerd
voor de raadscommissie WB d.d. 4, maart 2020). De Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties
ondersteunt deze Intentieverklaring. Op 2 juni 2020 (ZD2020-003462) heeft het college vervolgens
ingestemd met enkele beleidsaanpassingen die voortvloeiden uit de Intentieverklaring (commissie
WB d.d. 24 juni 2020). Deze beleidsaanpassingen hadden betrekking op voorwaarden en
vitpondtermijnen voor middeldure huurwoningen en private sociale huurwoningen en de
programmatische verdeling bij transformatieprojecten. De gesprekken tussen gemeente en IVBN,
Vastgoed Belang en de NEPROM (hierna: de koepels) zijn in 2020 en 2021 voortgezet, zowel
ambtelijk als bestuurlijk.
Bijgaande raadsinformatiebrief en bijlagen zijn tevens verzonden met de dagmail van 21 januari
2022 en ter kennisneming aangeleverd voor de commissie RO en WB van g februari 2022.
Reden bespreking
O.v.v. de leden Van Renssen en Havelaar.
Uitkomsten extern advies
De voorstellen zijn tot stand gekomen na raadpleging van leden van IVBN, NEPROM en
Vastgoedbelang. Voor zowel de Ambitiebonus als de Transformatie-impuls geldt dat deze
regelingen niet alleen toegankelijk zijn voor leden van deze koepels, maar generiek gelden. De
Gegenereerd: vl.15 1
VN2022-004799 % Gemeente Tijdelijke Algemene Raadscommissie
Grond en % Amsterdam jee 9 TAR
Ontwikkeling %
Voordracht voor de Tijdelijke Algemene Raadscommissie van o7 april 2022
Ter bespreking en ter kennisneming
drie tenders worden openbaar op de markt gezet. Elke private erfpachter — die aan de gestelde
voorwaarden voldoet — komt in aanmerking voor de Transformatie-impuls.
Geheimhouding
n.v.t.
Uitgenodigde andere raadscommissies
n.v.t.
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
Nee.
Welke stukken treft v aan?
1. 20220120 Raadsinformatiebrief Ambitiebonus en Transformatie-impuls
AD2022-017073
DEF.pdf (pdf)
2. Bijlage 1. 2022 Tijdelijke regeling Ambitiebonus. pdf (pdf)
AD2022-017075 3. Bijlage 2. 2022 Tijdelijke regeling Transformatie-impuls. pdf (pdf)
Tijdelijke Algemene Raadscommissie Voordracht (pdf)
Ter Inzage
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Grond en Ontwikkeling, Harriet Wildenberg, 0683647558, h.wildenberg @amsterdam.nl en Cor de
Jong 0652513817, c.de.jong@®amsterdam.nl
Gegenereerd: vl.15 2
| Voordracht | 2 | train |
> < gemeente Raadsinformatiebrief
msterdam
| steraa Afdoening motie
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 1 maart 2022
Portefeuille(s) Verkeer, Vervoer, Water en Luchtkwaliteit
Portefeuillehouder(s): Egbert J. de Vries
Behandeld door Bijzondere Projecten ([email protected])
Onderwerp Afdoening motie 813.21 van het lid Vroege (D66) inzake Onderzoek naar
ontvlechting metrodienstregeling
Bijlage(n) Motie 813.21 (Vroege), Onderzoek naar ontvlechting metrodienstregeling
Geachte leden van de gemeenteraad,
In de vergadering van de gemeenteraad van 2 december 2021 heeft uw raad bij de afronding van
de commissieactualiteit over metroverstoringen motie 813.21 van raadslid Vroege (D66)
aangenomen, waarin het college gevraagd wordt om in samenwerking met Vervoerregio
Amsterdam en de huidige concessiehouder / exploitant (GVB) de mogelijkheden te onderzoeken
om, al dan niet tijdelijk, de metrodienstregeling te “ontvlechten".
Het college geeft als volgt uitvoering aan de motie.
Naar aanleiding van vw motie heeft het college zich laten informeren over de verwachte effecten
van ontvlechten en de vroegst mogelijke termijn waarop een eventuele ontvlochten dienstregeling
zou kunnen worden geïmplementeerd.
GVB heeft aangegeven dat het ontvlechten van de dienstregeling een voorbereidingstijd heeft van
minimaal 6 maanden. Deze voorbereidingstijd is nodig voor het opstellen van nieuwe
dienstregelingen, aansluitschema’s voor andere OV modaliteiten en aanpassen van informatie op
stations, in voertuigen en op de websites. Daarnaast vormt het een ingrijpende wijziging van het
OV systeem. Om dit systeem goed te laten functioneren moet de Vervoerregio, in overleg met
GVB en gemeente, ook de routes en frequenties van andere OV modaliteiten herzien. Tot slot
moet ontvlechting worden beschouwd in samenhang met geplande werkzaamheden in de stad die
bijvoorbeeld invloed hebben op tramlijnen. Dit maakt dat de termijn van 6 maanden een absoluut
minimum vormt en meer zorgvuldigheid en veel meer tijd vraagt. De conclusie luidt in alle
gevallen dat ontvlechten geen maatregel is die op korte termijn kan worden ingezet om het
aantal storingen te verminderen.
Daarnaast verwachten deskundigen van Alstom en de gemeente dat ontvlechten van de
dienstregeling een beperkte bijdrage zal leveren aan het verkleinen van de kans op verstoringen.
De eis bij de start van het project was om zowel een vervlochten lijnennet als ontvlochten lijnennet
mogelijk te maken. Dit heeft geleid tot een technisch complex systeem van hardware en software.
1
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 1 maart 2022
Pagina 2 van 2
Overigens wijzen GVB en de deskundigen van de gemeente wel op een indirect positief effect van
ontvlechten op hinder voor reizigers door uitval van individuele treinen. In een ontvlochten
netwerk werken vertragingen en individuele uitval van ritten op 1 lijn niet of beperkt door op
andere lijnen. In een vervlochten netwerk is dat wel het geval. De (geconsolideerde) punctualiteit
en betrouwbaarheid van een ontvlochten netwerk is daarmee per definitie beter dan van een
vervlochten netwerk.
Er zijn echter veel meer voor- en nadelen van de verschillende lijnvoeringvarianten. De keuze
hieruit vraagt om een integrale afweging. Dit is een taak en bevoegdheid van de Vervoerregio. De
Vervoerregio werkt samen met GVB en de gemeente aan een metronetstudie. Hierbij worden
verschillende lijnvoeringvarianten beoordeeld op hun voor- en nadelen en gewogen en afgezet
tegen topcriteria. Hierin worden ook de ervaringen met het nieuwe S&C systeem betrokken. De
Vervoerregio zal hiervan in het voorjaar van 2022 de resultaten voorleggen.
Het college beschouwt de motie hiermee als afgehandeld.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
Egbert J. de Vries
Wethouder Verkeer, Vervoer, Water en Luchtkwaliteit
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Motie | 2 | discard |
Bezoekadres 2x Gemeente Amsterdam
Stadhuis, Amstel 1 Best di t
1011 PN Amsterdam SEMO ES
2x Directie Stedelijke Bestuursadvisering
Postbus 202 Afdeling Fysiek Domein
1000 AE Amsterdam >_< |
Telefoon 020 552 9111 |
PCD BAAR Retouradres: BDA, Postbus 202, 1000 AE Amsterdam
www.amsterdam.nl |
Aan de leden van de Gemeenteraad
Amstel 1
1011 PN Amsterdam
Datum 19 maart 2014
Ons kenmerk
Behandeld door P. Heuberger
Doorkiesnummer 06-19280801
Faxnummer
E-mail [email protected] |
Onderwerp Amsterdam Schone Stad |
Geachte leden van de gemeenteraad,
| Op 30 april 2013 bij de troonswisseling heeft Amsterdam zich nationaal en
internationaal van haar beste kant laten zien. De burgemeester heeft veel reacties
gehad, óók over hoe mooi en schoon de stad er bij lag. Voor de burgemeester zijn
deze positieve reacties aanleiding geweest om elke dag zo'n schone stad te willen
hebben. De burgemeester heeft zijn ambitie voorgelegd aan het college, en met steun
van wethouder Ossel, heeft de gemeentesecretaris de opdracht overgenomen.
Deze ambitie komt overeen met de geformuleerde wens van de gemeenteraad.
Om de ambitie te bewerkstelligen zijn het afgelopen half jaar door een gemeentelijk
projectteam 27 ideeën ontwikkeld (zie bijlage). Deze ideeën zijn input geweest voor de
bestuurlijke kick-off die de Burgemeester op 28 januari jl. heeft georganiseerd.
Op basis van de 27 ideeën, zullen in de komende periode de volgende 10 voorstellen
in 2014 en 2015 worden uitgewerkt én uitgevoerd:
1) Flexibele brigade/onderlinge inleen reinigingspersoneel.
Daar waar er behoefte is aan extra inzet, zal in eerste instantie met gesloten beurzen
reinigingspersoneel van andere stadsdelen worden ingezet. We zijn één Amsterdam.
2) Stadsbrede inzet personeel bij evenementen.
De stad kent vele evenementen die in sommige gevallen een piekbelasting kennen.
Te denken valt aan Koningsdag en de Gay Pride Canal Parade maar uiteraard ook bij
evenementen buiten het centrum van de stad.
3) Stadsbrede aanpak graffiti en wildplak.
Een gemeentebrede aanpak voor graffiti- en wildplak in de stad dat — met de
Het stadhuis is bereikbaar per metro en tram (lijnen 9 en 14), halte Waterlooplein
19 maart 2014 Gemeente Amsterdam
Kenmerk Bestuursdienst
Pagina 2 van 3
ervaringen van stadsdeel Centrum - gebiedsgericht kan worden geimplementeerd.
De methode levert een beter resultaat (schoner) waarbij zelfs kostenneutraal kan
worden gewerkt. Deze aanpak wordt gefaseerd over de stad uitgerold.
4) Beheerconvenanten
In beheerconvenanten worden afspraken gemaakt tussen het desbetreffende
stadsdeel en de bewoners/bedrijven in een bepaalde buurt of straat. Het stadsdeel
geeft aan wat de inzet zal zijn. Van de betrokken partijen wordt ook een concrete inzet
verwacht. |
5) Inzet sociale werkvoorziening in samenwerking met winkeliers.
In de Kalverstraat zorgen medewerkers van het Ecocollege dat deze straat er op |
drukke tijden toch nog fatsoenlijk bij ligt. Deze aanpak zal in andere drukke
winkelstraten ook worden toegepast.
6) Stadbrede uitrol lokale successen.
In de stadsdelen is de afgelopen jaren veel kennis en ervaring opgedaan en veel
gepionierd om de stad schoner en heler te krijgen. Deze kennis en ervaring wordt
ingezet in werkprocessen en tegelijkertijd beter gedeeld.
7) Het verhalen van veegkosten bij (fastfood-)bedrijven.
(Fastfood-)bedrijven hebben de wettelijke taak om 25m2 rond hun bedrijf schoon te
houden. Middels het verhalen van de kosten voor het schoonmaken, kan deze |
wettelijke taak worden bewerkstelligd. |
8) Camera-toezicht op ongewenst gedrag rondom afval. |
In de openbare ruimte hangen camera’s. Deze kunnen ook worden ingezet om
ongewenst gedrag rondom afval te kunnen verbaliseren.
9) Aanspreken bezoekers op ongewenst gedrag zwerfaval, peuken, kauwgom.
De handhavers krijgen de opdracht om bezoekers van de openbare ruimte aan te |
spreken op hun gedrag. Weggooien van zwerfafval, peuken en kauwgom vinden wij
ongewenst gedrag.
10) Stadsbrede aanpak fietswrakken en verweesde fietsen. (reeds in gang gezet)
Het College heeft een aantal weken geleden ingestemd met het voorstel om versneld |
fietswrakken uit de openbare ruimte te verwijderen én om een zogenaamde
‘wrakkenman’ in te zetten. Deze komt bij bewoners langs die van hun fiets af willen.
Dat is goedkoper dan het proces van stickeren, verwijderen en transporteren naar het
fietsdepot.
Daarmee zijn we er nog niet. De strijd voor een schoner en heler Amsterdam vergt
een lange adem en continue aandacht voor optimalisering van bedrijfsvoering,
openstaan voor innovatieve ideeën als mede de grenzen van wet- en regelgeving
opzoeken.
2
19 maart 2014 Gemeente Amsterdam
Kenmerk Bestuursdienst
Pagina 3 van 3
Wij brengen dit ook onder de aandacht van het volgend College en Gemeenteraad
met de aanbeveling om op gezette tijden standen van zaken te melden en nieuwe
voorstellen te ontwikkelen.
Metvriendelijke groet, |
Burg | mèester en wethouders van Amsterdam,
ij me LT
Dj
otár burgemeester
mr. A.H Ï mr. E.E. van der Laan
|
|
|
|
|
3
| Schriftelijke Vraag | 3 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2020
Afdeling 1
Nummer 1401
Behandeld op 16 en 17 december 2020
Status Aangenomen bij schriftelijke stemming op 18 december 2020
Onderwerp
Motie van de leden Hammelburg en De Jong inzake de Begroting 2021 (Bouw
ouderenwoningen naar voren halen)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Begroting 2021.
Constaterende dat:
— de minister van BZK specifiek voor de bouw van geclusterde woningen voor
ouderen in 2021 € 20 miljoen beschikbaar stelt vanuit het budget van de
woningbouwimpuls;
— deze middelen zijn bedoeld om geplande projecten naar voren te halen of een
laatste zetje te geven;
— meteen dergelijke regeling wordt tegemoetgekomen aan het gat dat is ontstaan
tussen thuis wonen en het verpleeghuis.
Overwegende dat:
— De gemeente Amsterdam, woningcorporaties, ontwikkelaars, investeerders,
beleggers, zorgpartijen en betrokken woongemeenschappen de handen inéén
slaan om meer geclusterde ouderenwoningen te realiseren.
— Daartoe in de zomer van 2020 de intentieverklaring Zelfstandig geclusterd wonen
voor ouderen in Amsterdam is getekend.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
Alles op alles te zetten om gebruik te maken van de € 20 miljoen budget dat het
ministerie van BZK beschikbaar stelt vanuit het budget van de woningbouwimpuls om
de geplande bouw van geclusterde ouderenwoningen door corporaties en
marktpartijen naar voren te halen.
De leden van de gemeenteraad
A.R. Hammelburg
D.S. de Jong
1
| Motie | 1 | train |
Verne2n00165 N% Gemeente Raadscommissie voor Verkeer Vervoer en Luchtkwaliteit en Water M LW
Openbare Ruimte N Amsterdam
%
Voordracht voor de Commissie MLW van 16 december 2021
Ter advisering aan de raad
Portefeuille Verkeer, Vervoer en Luchtkwaliteit
Agendapunt 6
Datum besluit College van B&W 23 november 2021
Onderwerp
Instemmen met de beleidsnota ‘Amsterdam veilig en leefbaar - 3zokm/u in de stad’
De commissie wordt gevraagd
1. Inte stemmen met bijgaande nota ‘Amsterdam veilig en leefbaar - 30 km/u in de stad’, met
als belangrijkste punten:
11. We willen in veel meer straten in de stad een maximumsnelheid van 30 km/u. Hierbij
streven we naar een zo kort mogelijke vitvoeringsperiode, waarbij we ons op dit
moment richten op 2023.
1.2. Met deze maatregel zetten we een grote stap in de verkeersveiligheid: een lagere
snelheid zorgt voor minder ongevallen en voor minder ernstig letsel bij een ongeval.
13. Eenlagere snelheid zorgt daarnaast voor een stevige geluidsreductie van het verkeer
in de stad, een belangrijke bron van geluidsoverlast.
1.4. De keuze voor meer 30 km/u in de stad is een uitwerking van motie 57.20 (30 km
is de norm in de hele stad, 5o km de uitzondering); het is onderdeel van een brede
internationale trend om de verkeersveiligheid in steden te verbeteren, past bij de
ingeslagen weg naar een autoluwe stad en sluit aan bij de in de Tweede Kamer
aangenomen motie om een afwegingskader te maken voor 30 km/u als leidend
principe in de bebouwde kom. Een advies over dit landelijk kader ligt nu bij het
ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.
1.5. Deeffecten van een lagere snelheid op de doorstroming van het verkeer zijn beperkt;
wel zien we verplaatsing van verkeer van wegen die 30 km/u worden naar wegen die 5o
km/u blijven en naar de ring Azo.
1.6. Uit verdiepende analyses blijkt dat verkeerslichten op kruispunten moeten worden
aangepast (ongeveer 200 van de 400). De precieze impact is lastig op voorhand in
beeld te brengen. Dit wordt in de uitvoering meegenomen en gemonitord. Nadere
verkeerskundige analyses tonen verder dat drie kruispunten overbelast kunnen raken.
In de uitvoering gaan we dit goed monitoren.
1.7. Het belangrijkste principe in dit voorstel is dat een weg in de bebouwde kom van
Amsterdam alleen 5o km/u blijft als aan één of meer van de volgende voorwaarden
wordt voldaan:
1.7.1. wegen die in een niet-stedelijke omgeving liggen (o.a. gebaseerd op
adressendichtheid);
17.2. wegen met 2x2-rijstroken;
1.7.3. wegen waar niet of nauwelijks oversteekbewegingen (mogelijk) zijn;
17.4. weggedeelten waar een directe overgang is met een weg met 7o km/u of
hoger;
1.7.5. eventuele onlogische stukken weg die op basis van bovenstaande criteria 30 of
5o worden, terwijl de rest van de weg een andere snelheid heeft;
1.7.6. Voor alle 5o km/u-wegen geldt dat een vrijliggend fietspad en geen direct
aanliggende parkeerplaatsen vereist zijn;
1.8. Met deze aanpak komen ook veel zogenoemde gebiedsontsluitingswegen (wegen met
een belangrijke verkeersfunctie) in aanmerking voor een maximumsnelheid van 30
km/u; hiervoor introduceren we een nieuwe categorie: de gebiedsontsluitingsweg-30,
waarvan ook landelijk is geconstateerd dat een dergelijke categorie nodig is in
stedelijke omgevingen.
Gegenereerd: vl.22 1
vee 930165 % Gemeente Raadscommissie voor Verkeer Vervoer en Luchtkwaliteit en Water M LW
Openbare Ruimte
Voordracht voor de Commissie MLW van 16 december 2021
Ter advisering aan de raad
1.9. Belangrijkste kenmerken van een gebiedsontsluitingsweg-30 zijn:
1.9.1. de weg behoudt een hogere hiërarchie ten opzichte van woonstraten
(erftoegangswegen met 30 km/u);
1.9.2. we kiezen in principe voor asfalt op de rijbaan, het niet mengen van fiets en
auto en we zijn terughoudend met drempels met het oog op het belang van het
OV en de nood- en hulpdiensten.
1.10. We streven ernaar de aanpassing naar 30 km/u in een zo kort mogelijke periode uit
te rollen, omdat dit de meeste duidelijkheid geeft voor de weggebruiker en omdat
hiermee de positieve effecten sneller optreden. Amsterdam werkt hierbij nadrukkelijk
samen met het Rijk en het CROW (kennisinstituut verkeer en vervoer) om aanpak en
proces af te stemmen.
1.11. Bij de vitrol van 30 km/u in de stad zetten we in op een brede aanpak om de snelheid
naar beneden te krijgen, met de volgende onderdelen:
1.11.1. Communicatie
1.11.2. Monitoring
1.113. Infrastructuur
1.11.4. Voertuigtechniek
1.11.5. Handhaving
1.12. Het verlagen van de maximumsnelheid in de stad heeft effect op de snelheid van het
openbaar vervoer en de nood- en hulpdiensten. Adviesbureau Goudappel Coffeng
heeft de mogelijke impact op de exploitatie berekend op 6 tot 7 miljoen euro per
jaar (exclusief eventuele benodigde extra activa). Om de negatieve effecten van de
maatregel voor deze gebruikers te verminderen, nemen we de volgende maatregelen:
1.12.1. Erkomt een gezamenlijke opdracht van VRA en gemeente, in samenwerking
met de vervoerders om mitigerende maatregelen te onderzoeken. Het streven
voor deze opdracht is met mitigerende maatregelen het negatieve effect
van de maatregel 30 km/u in de stad voor het openbaar vervoer op nul te
brengen. In de tweede helft van 2022 komen de resultaten hiervan terug in
het uitvoeringsplan '3o km/u in de stad’, dat aan de gemeenteraad wordt
toegestuurd. Rigoureuze en out-of-the-box-maatregelen op bijvoorbeeld de
verkeerscirculatie worden daarbij ook in ogenschouw genomen. Daarbij zal ook
aandacht worden besteed aan monitoring van de daadwerkelijke impact en het
proces rond invoering.
1.12.2. Vooruitlopend op deze opdracht is al een aantal maatregelen genomen om
de effecten op het ov te mitigeren. Hierbij gaat het om (4) het vitzonderen
van 30 km/u van vrijliggende tram/bus-banen en (2) het vitzonderen van 30
km/u van een aantal routes bij invoering: Van Diemenstraat/Westerdoksdijk,
Prins Hendrikkade Oost en Haarlemmerweg-Oost. Daarnaast blijft vanwege
de inspraak de Hugo de Vrieslaan alsnog 5o km/u. Voor de Van Diemenstraat/
Westerdoksdijk en de Prins Hendrikkade Oost geldt dat deze wegen bij
herprofilering als ontwerpopgave 30 km/u hebben.
1.12.3. Mocht het streven het negatieve effect op nul te krijgen niet worden gehaald,
dan wordt dit aan de betreffende bestuurders voorgelegd. Gemeentelijk
standpunt is dat Amsterdam geen financiële bijdrage voor het mogelijke
exploitatietekort gaat leveren. De Vervoerregio heeft hier ook geen extra
middelen voor.
1.13. De impact voor nood- en hulpdiensten is gezamenlijk in beeld gebracht. De impact
is beperkt, maar wel degelijk zichtbaar. Om dit te mitigeren, is afgesproken een
gezamenlijke monitoring op te zetten, waar mogelijk nog aanvullende maatregelen
te nemen en zowel operationeel als strategisch een geregeld overleg te hebben ten
behoeve van toekomstige ontwikkelingen.
Gegenereerd: vl.22 2
vee 930165 % Gemeente Raadscommissie voor Verkeer Vervoer en Luchtkwaliteit en Water M LW
Openbare Ruimte
Voordracht voor de Commissie MLW van 16 december 2021
Ter advisering aan de raad
1.14. Het verlagen van de maximumsnelheid zorgt ervoor dat de uitstoot van NOx en CO2
verwaarloosbaar hoger wordt.
1.15. Met het verlagen van de maximumsnelheid in de stad is het mogelijk op een aantal
extra trajecten de snorfiets naar de rijbaan te brengen.
1.16. Het verlagen van de maximumsnelheid leidt tot een vermindering van geluidsoverlast,
waardoor ongeveer 25% minder woningen gesaneerd hoeven te worden middels het
subsidieprogramma gevelsanering. Het ministerie past op korte termijn de regeling zo
aan, dat ook woningen langs 30 km/u-wegen in aanmerking komen voor subsidie.
1.17. Voortoekomstig stadsgebied Weesp volgen we de indeling in 30 km/u en 5o km/u
die in het onlangs door de gemeenteraad van Weesp vastgestelde mobiliteitsplan is
gebruikt.
1.18. In de tweede helft van 2022 volgt een vitvoeringsplan 30 km/u in de stad, waarin de
actuele planning van de uitvoering staat, tezamen met de stand van zaken van de
opdracht over de mitigerende maatregelen voor ov en nood- en hulpdiensten, de
stand van zaken van het landelijke kader en een financiële update, waarin ook de
gevolgen voor de kosten van beheer en onderhoud zijn meegenomen
1.19. Juridisch is de wegbeheerder bevoegd 30 km/u binnen de bebouwde kom in te voeren.
Wel moet per weg worden aangetoond dat er een overwegende verblijfsfunctie is. Met
het Landelijk Kader 30 km/u dat in ontwikkeling is, worden juridische risico’s op dit
punt kleiner.
2. Kennis te nemen van bijgaande Nota van Beantwoording over 30 km/u in de stad, met als
belangrijkste punten:
2.1. Erzijn 951 reacties binnengekomen, die overwegend positief reageren op het plan
(69% positief, 20% negatief, overig is neutraal of buiten scope).
2.2. Punten die veel terugkomen in de inspraakreacties zijn:
2.2.1. Reactie op het kader en/of de keuze voor specifieke wegen (384%)
2.2.2. Verkeersveiligheid in het algemeen (262)
2.2.3. Aandacht voor handhaving (191)
2.2.4. Geluidsoverlast van het verkeer (125)
2.2.5. Voetgangers en fietsers (125)
2.2.6. Luchtkwaliteit (115)
2.2.7. Leefbaarheid (109)
2.3. Erzijn door de insprekers veel suggesties gedaan over aanpassingen in de stad.
Waar mogelijk worden deze meegenomen in de vitvoering, zoals de aandacht voor
verkeersveiligheid bij het oversteken van de vrije trambaan.
2.4. Van 12 organisaties hebben we een uitgebreide inspraakreactie ontvangen:
Amsterdam Noord Toegankelijk, ANWB, Autoluw.NU, Cliëntenbelang, Connexxion,
Fietsersbond, Gemeente Almere, GVB, Keolis, Rover, TLN en VRA.
2.5. Veel inspraakreacties gaan over de wens de Weesperstraat/Wibautstraat naar 30 km/
ute brengen (69x). Omdat 30 km/u op een 2x2-weg niet geloofwaardig is, nemen we
dit niet over. Wel geldt dat 30 km/u mogelijk is, op het moment dat de Weesperstraat
een stadsstraat wordt, zoals als optie is opgenomen in de Verkenning Oostelijke
Binnenstad.
2.6. De Westerdoksdijk/Van Diemenstraat (119x) en de Prins Hendrikkade Oost (39x)
worden veel genoemd als straten waar 30 km/u moet gelden. Deze ambitie heeft de
gemeente ook, maar ten behoeve van nood- en hulpdiensten en openbaar vervoer
blijven deze straten bij invoering 5o km/u. Bij herprofilering van deze straten geldt dat
de ontwerpgave 30 km/u is.
2.7. Alle stadsdelen steunen het voorstel. In een aantal gevallen is gevraagd om
aanvullende wegen naar 30 km/u; dit is waar mogelijk gehonoreerd, in de meeste
gevallen passen deze voorstellen niet in het kader voor 30 km/u.
Gegenereerd: vl.22 3
VN2021-030165 % Gemeente Raadscommissie voor Verkeer Vervoer en Luchtkwaliteit en Water
Verkeer en % Amsterdam M LW
Openbare Ruimte
Voordracht voor de Commissie MLW van 16 december 2021
Ter advisering aan de raad
2.8. De inspraak heeft geleid tot de aanpassing van de maximumsnelheid op een aantal
wegen:
2.8.1. In Nieuw West: Pieter Calandlaan tussen Meer en Vaart en Baden Powellweg
(met snelheidsdifferentiatie voor ov), Plesmanlaan tussen Sloterbrug en
Baden Powellweg, Slotermeerlaan ten zuiden van Burgemeester Röellstraat
(met snelheidsdifferentiatie), Meer en Vaart tussen Osdorpplein en
Pieter Calandlaan (met snelheidsdifferentiatie) (5o naar 30) en deel Johan
Huizingalaan (ambitie 30, bij invoering 5o vanwege nood- en hulpdiensten).
2.8.2. In West: Bos en Lommerplein (5o naar 30)
2.8.3. In Centrum: Mr. Visserplein (5o naar 30)
2.8.4. In Oost: Hugo de Vrieslaan (30 naar 50)
2.9. De criteria voor het aanwijzen van een 30 km/u-weg wijzigen we niet.
3. _Kenniste nemen van de totale kosten van het programma 30 km/u in de stad van € 32,5 min,
dat volgens planning zich uitstrekt over de periode 2021 -2025.
4. Kennis te nemen van de kosten van 2021 en 2022, begroot op € 3.900.000, die worden
gedekt vit de reeds hiervoor in het SMF en programma Autoluw vrijgemaakte middelen van
in totaal € 5.100.000.
5. Kennis te nemen van de verdere uitwerking en voorbereiding van dit beleidsvoornemen,
waarbij de ontbrekende dekking voor de uitvoering, monitoring en handhaving wordt
betrokken bij de behandeling van de begroting 2023.
Wettelijke grondslag
Artikel 14,7 Gemeentewet
1 Gemeentelijke verordeningen worden door de raad vastgesteld voor zover de bevoegdheid
daartoe niet bij de wet of door de raad krachtens de wet aan het college of de burgemeester is
toegekend.
2 De overige bevoegdheden, bedoeld in artikel 108, eerste lid, berusten bij de raad.
Artikel 108 lid 1 Gemeentewet
De bevoegdheid tot regeling en bestuur inzake de huishouding van de gemeente wordt aan het
gemeentebestuur overgelaten.
Artikel 169 Gemeentewet
1 Het college en elk van zijn leden afzonderlijk zijn aan de raad verantwoording schuldig over het
door het college gevoerde bestuur.
2 Zij geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de uitoefening van zijn taak nodig heeft.
Bestuurlijke achtergrond
Bij de raadsbehandeling van de Agenda Amsterdam Autoluw op 23 janvari 2020 is motie 57.20
(Ernsting, Bakker, Van Lammeren) aangenomen, waarin het college wordt gevraagd in kaart te
brengen hoeveel 30 kilometer zones er nu zijn en een plan te maken “Amsterdam: 30 kilometer”
waarin een tijdspad en aanpak wordt voorgesteld (inclusief een pakket tijdelijke maatregelen) om
van veel meer straten in de bebouwde kom in de gehele stad 30 kilometer straten te maken onder
het motto: '30 kilometer per vur is de norm, 5o de uitzondering’.
Op 22 april 2020 is een brief aan de commissie MLW gestuurd, waarin is toegezegd een onderzoek te
starten en deze eind 2020 te presenteren.
Op 9 december 2020 is een brief aan de commissie MLW gestuurd met de tussenstand van het
onderzoek. Hierin is toegelicht dat 30 km/u veel voordelen heeft, maar dat er ook aandachtspunten
Gegenereerd: vl.22 4
VN2021-030165 % Gemeente Raadscommissie voor Verkeer Vervoer en Luchtkwaliteit en Water
Verkeer en % Amsterdam M LW
Openbare Ruimte
Voordracht voor de Commissie MLW van 16 december 2021
Ter advisering aan de raad
zijn, waarvoor een zorgvuldig proces nodig is. Aangegeven is dat in de eerste helft van 2021 een
voorstel gereed kan zijn.
Op 6 juli 2021 is het beleidsvoornemen vrijgegeven voor inspraak van 23 augustus tot en met 3
oktober 2021. Op 9 september 2021 is het beleidsvoornemen ter kennisname geagendeerd voor de
commissie MLW.
Reden bespreking
Het vaststellen van de beleidsnota 30 km/u in de stad is een raadsbevoegdheid. Deze beleidsnota is
de vitwerking van motie 57.20, die is aangenomen bij de behandeling van de Agenda Amsterdam
Autoluw.
Uitkomsten extern advies
Zie raadsvoordracht.
Geheimhouding
n.v.t.
Uitgenodigde andere raadscommissies
n.v.t.
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
De beleidsnota ‘Amsterdam veilig en leefbaar - 30 km/u in de stad' is de vitwerking van motie 57.20
(30 km is de norm in de hele stad 5o de uitzondering) van raadsleden Ernsting (GL), Bakker (SP) en
Van Lammeren (PvdD).
Welke stukken treft v aan?
Gegenereerd: vl.22 5
VN2021-030165 % Gemeente Raadscommissie voor Verkeer Vervoer en Luchtkwaliteit en Water
Verkeer en % Amsterdam M LW
Openbare Ruimte
Voordracht voor de Commissie MLW van 16 december 2021
Ter advisering aan de raad
on [prenerenenveren
ros [premeneete
roti [pmetomeigentete ant en
orn Jeemerenonormonomonmiten
Ter Inzage
Registratienr. | Naam
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Ven OR, Wiard Kuné, 06 5159 8069, w.kune Qamsterdam.nl
Gegenereerd: vl.22 6
| Voordracht | 6 | val |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
x% Gemeenteblad
% Amendement
Jaar 2015
Afdeling 1
Nummer 972
Publicatiedatum 9 oktober 2015
Ingekomen onder AY
Ingekomen op woensdag 30 september 2015
Behandeld op woensdag 30 september 2015
Status Verworpen
Onderwerp
Amendement van de leden Ernsting en Boldewijn inzake de Uitvoeringsagenda
Mobiliteit (geen stadssnelwegen).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Uitvoeringsagenda Mobiliteit (Gemeenteblad afd. 1,
nr. 812);
Overwegende dat:
— inde uitvoeringsagenda negen invalswegen onderzocht gaan worden waar de
maximumsnelheid 70 ipv 50 zou moeten worden;
— sommige van deze straten, zoals de IJdoornlaan, dwars door woonwijken lopen,
of door gebieden waar binnen afzienbare tijd woningen gebouwd gaan worden;
— dit de doorstroming eerder verslechtert dan verbetert, omdat dat veel meer om
kruispunten gaat dan om maximumsnelheden;
— de gevolgen voor de omgeving voor veiligheid, luchtkwaliteit, en leefbaarheid
nadelig zullen uitpakken.
Besluit:
maatregel M44 ‘Verhogen snelheid op uitvalswegen van 50 naar 70 km/uur’ en alle
verwijzingen in de uitvoeringsagenda mobiliteit en de voordracht te schrappen.
De leden van de gemeenteraad
Z.D. Ernsting
H.B. Boldewijn
1
| Motie | 1 | discard |
Gris x% Gemeente Tijdelijke Algemene Raadscommissie TAR
% Amsterdam
%
Voordracht voor de Tijdelijke Algemene Raadscommissie van o7 april 2022
Ter bespreking en ter kennisneming
Portefeuille Reiniging
Agendapunt 25
Datum besluit n.v.t. -
‘Onderwerp
Initiatiefvoorstel ‘Zwerfafval: de vervuiler verantwoordelijk’ van het lid Van Lammeren d.d. 30 april
2021
De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen van bijgaand initiatiefvoorstel en de bestuurlijke reactie
‘Wettelijke grondslag
Art. 147a Gemeentewet
‘Bestuurlijke achtergrond
n.v.t.
Reden bespreking
Op verzoek van indiener
‘Uitkomsten extern advies
n.v.t.
Geheimhouding
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
Welke stukken treft v aan?
Gegenereerd: vl.}1 1
VN2022-005394 X Gemeente Tijdelijke Algemene Raadscommissie
Griffie % Amsterdam
%
Voordracht voor de Tijdelijke Algemene Raadscommissie van o7 april 2022
Ter bespreking en ter kennisneming
o1_ IV_Van Lammeren inzake_ Zwerfafval de vervuiler
AD2022-018713 …
verantwoordelijk_.pdf (pdf)
AD2022-018714 o2 RIB_ bestuurlijke reactie op IV ZA ve. pdf (pdf)
AD2022-018703 Tijdelijke Algemene Raadscommissie Voordracht (pdf)
Ter Inzage
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Het lid Van Lammeren (PvdD)
Gegenereerd: vl.l1 2
| Voordracht | 2 | discard |
> < Gemeente Raadsinformatiebrief
Amsterdam
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 14 november 2022
Portefeuille(s) Openbare Orde & Veiligheid
Portefeuillehouder(s):
Behandeld door Directie Openbare Orde & Veiligheid
ondermijning@®amsterdam.nl
Onderwerp Operationele resultaten Ondermijningsbrigade (toezegging TA2022-000922)
Geachte leden van de gemeenteraad,
Met deze brief informeer ik u over de operationele resultaten van de Ondermijningsbrigade
gedurende de loop van het pilotjaar (1 september 2021 tot 1 september 2022), zoals die zijn
besproken In de Regionale Stuurgroep van het Regionaal Informatie en Expertise Centrum van
31 oktober jl. Hiermee vervul ik tevens de toezegging over dit onderwerp gedaan in de Commissie
Algemene Zaken, aan uw leden Boomsma (CDA), Alberts (SP) en Garmy (VOLT), TA2022-000922
Operationele resultaten van de Ondermijningsbrigade
De Ondermijningsbrigade (OMB) organiseert in onze regio multidisciplinaire controles gericht op
het bestrijden van ondermijning. Door als partners intensief samen te werken en naar buiten toe
onder 1 vlag en snel inzetbaar op te treden dragen we bij aan efficiënt, effectief en zichtbaar
overheidsoptreden in de stad. Het instellen en inrichten van de OMB is een initiatief dat voortkomt
vit het Programma De Weerbare Stad (thans: Programma Weerbaar Amsterdam{/Ondermijning).
In de voortgangsrapportages van Weerbaar Amsterdam 2021-2022 dd 27 april 2022 is uw raad
reeds geïnformeerd over de totstandkoming van de OMB en de eerste resultaten.
In bijgaande operationele verantwoording geeft de OMB inzicht in het aantal ontvangen
meldingen, uitgevoerde controles, meldende instanties en geografische spreiding.
Aantallen controles
Het afgelopen pilotjaar heeft een sterke toename laten zien van het aantal vitgevoerde acties.
Overheidspartners hebben 109 maal controleacties aangevraagd. Dit leidde tot 69 uitgevoerde
controleacties op 197 adressen waarbij 212 ondernemingen betrokken waren. In de controles zijn
16 partners actief geweest, waarbij gemeente en politie tekenen voor deelname van diverse
onderdelen binnen hun organisaties.
Branches
In het pilotjaar is een brede waaier aan bedrijven gecontroleerd op verschillende locaties in de
stad. Expliciet is ingezet op branches die kwetsbaar zijn voor malafide en/of ondermijnende
praktijken. Hierbij valt te denken aan horeca, Money Transfer Organisations (geldagentschappen),
souvenirbranche, logistieke bedrijvigheid, juweliers, en de kledingbranche.
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 14 november 2022
Pagina 2 van 4
Rendement en effect
De structurele inzet en zichtbaarheid van de OMB in het pilotjaar geeft een effect op zichzelf:
bewoners en ondernemers zien en ervaren dat de overheid actief misstanden aanpakt. Dit dient
tevens als steun in de rug voor de talloze bonafide ondernemers die kwaadwillenden in hun
branche zichzelf zien verrijken door oneerlijke concurrentie.
Controles hebben tal van misstanden aan het licht gebracht waartegen handhavend is
opgetreden. Daarbij kan gedacht worden aan:
e _ Signalen van ondergronds bankieren. Deze informatie draagt bij aan lopende
rechercheonderzoeken.
e _Aantreffen illegale werknemers die worden uitgebuit / overtredingen Wet Minimumloon /
signalen van mensenhandel
e _Aantreffen Ketaminelab dat leidt tot bestuurlijke sluiting en waarschuwingen
e _Aantreffen kilo's hennep die leiden tot bestuurlijke sluitingen en waarschuwingen
e Fouten en malversaties rondom kas(sa) systemen en ondeugdelijke administraties
e Niet betalen loonbelasting
e Overtreding Arbeidstijdenwet
e _Aantreffen illegale gokholen in samenwerking met de Kansspel Autoriteit
e Uitkeringsfraude
e Minimaal 300 kilo inbeslagname van illegale (in Nederland naar binnen gesmokkelde) shisha
tabak. Hierbij wordt niet voldaan aan accijnswetgeving.
* Groot aanbod van nep-merkartikelen die niet alleen inbeslaggenomen worden maar waarbij
ook hoge privaatrechtelijke boetes worden opgelegd.
e _Vermogensfraude met gas en elektra waarbij grote veiligheidsrisico's ontstaan voor de directe
(woon-) omgeving. Hier worden hoge boetes en naheffingen opgelegd.
e _Tekortschietende hygiëne. Hier volgen bestuursrechtelijke aanschrijvingen en boetes voor.
e Risico's voor brandveiligheid. Hier volgen bestuursrechtelijke aanschrijvingen en boetes voor.
e _Malversaties met voertuigen (-administratie) leidend tot meldingen bij de RDW.
e _Tekortschietend Digitaal Opkoop Register. Hier volgen aanschrijvingen en boetes voor.
Naar aanleiding van controles van de OMB zijn niet alleen boetes opgelegd maar hebben er ook
bestuurlijke sluitingen plaatsgevonden op grond van de Openbare Orde en/of zijn vergunningen
ingetrokken. Ook is een stichting ontbonden die inschreven stond op een locatie waar een gokhol
werd aangetroffen.
Controles van de Ondermijningsbrigade dragen voorts bij aan de informatiepositie van partners
binnen hun eigen taakstelling en ten behoeve van integrale casussen die in het RIEC worden
behandeld.
Het uiteindelijk effect van de controles wordt dikwijls pas verder in het proces zichtbaar,
gedurende het verloop van het onderzoek of de opvolging door de desbetreffende partner.
Een beeld van de resultaten per controleactie is vertrouwelijk beschikbaar voor Raadsleden.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 14 november 2022
Pagina 3 van 4
Werking van de Ondermijningsbrigade
Voor een goed begrip van de werking van de OMB is van belang te benadrukken dat de OMB als
zodanig niet een zelfstandig werkende overheidsdienst is. De OMB heeft een faciliterende en
ondersteunende rol bij het organiseren van handhavings-en controle activiteiten van
overheidsdiensten. Zij voeren deze acties op basis van eigen bevoegdheden naast elkaar uit en
verzorgen de afhandeling binnen de voor hen geldende wet- en regelgeving.
Betrokken overheidsdiensten doen via de OMB een melding. De OMB weegt die melding en zet
deze uit bij andere partners en checkt op die wijze of zij belangstelling hebben voor een bepaalde
locatie of bedrijf. Bij een positieve respons van 3 of meer partners wordt de controleactie
voorbereid en uitgevoerd. Opbrengsten en bevindingen vit de controleacties nemen partners mee
terug naar de eigen organisatie. Overheidsdiensten kunnen bevindingen opgedaan tijdens
controles wel met andere instanties delen als daar aanleiding voor is en een wettelijk kader, maar
het initiatief daartoe ligt bij de betreffende partner en niet bij de OMB.
Positionering van de Ondermijningsbrigade
De OMB is ingesteld door de Regionale Stuurgroep van het RIEC, het Regionaal Informatie en
Expertise Centrum, waarin aangesloten convenantpartners samen werken aan de bestrijding van
Ondermijning in onze regio. Door de Regionale Stuurgroep zal na het afronden van de evaluatie,
die is voorzien voor begin 2023, worden besloten worden tot al dan niet continueren van de OMB.
Nadere informatie
Voor de verdere beeldvorming over de resultaten en werking van de OMB kan ik verwijzen naar de
volgende bronnen:
Website Ministerie van Justitie en Veiligheid
https://www.nederlandtegengeorganiseerdemisdaad.nl/actveel{verhalen-uit-de-
praktijk/weblog/2022/controleren-op-signalen-van-ondermijning-met-de-ondermijningsbrigade-
video
Publicatie Het Parool dd 22 maart 2022
Van illegaal wonen tot wapens en drugs: op pad met de Ondermijningsbrigade (parool.nl)
Website RIEC
https://riecaa.nl/omb
Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
Le
Femke Halsema
burgemeester
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 14 november 2022
Pagina 4 van 4
Bijlagen
1. Operationele verantwoording Ondermijningsbrigade sept 21-sept 22
2. Operationele resultaten Ondermijningsbrigade per controle (vertrouwelijk beschikbaar)
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Brief | 4 | train |
> < Gemeente Raadsinformatiebrief
Amsterdam
Aan: De leden van de raadscommissie Onderwijs, Zorg en Armoedebestrijding
Datum g mei 2023
Portefeuille(s) Publieke Gezondheid en Preventie
Portefeuillehouder(s): Wethouder Scholtes
Behandeld door Claire Lovell, clovell @&ggd.amsterdam.nl
Onderwerp Stand van zaken uitvoering Rijksvaccinatieprogramma (RVP) Amsterdam
Geachte leden van de raadscommissie,
Met vaccinaties! bescherm je niet alleen jezelf, maar ook anderen. Hoge vaccinatiegraden zijn van
groot belang in de strijd tegen besmettelijke ziekten. De vaccinaties in het
Rijksvaccinatieprogramma (RVP) beschermen de Nederlandse bevolking tegen twaalf ernstige
ziekten. Voor het voorkomen van verspreiding van besmettelijke ziekten en het verkleinen van
gezondheidsverschillen, is het belangrijk dat vaccinatiegraden zo hoog mogelijk zijn én gelijk
verdeeld over de stad. Met het actieplan ‘Beter beschermd tegen besmettelijke ziekten’ (juni
2021)? werkt de GGD aan het verhogen van de RVP-vaccinatiegraden onder jeugdigen in
Amsterdam.
U bent met de raadsinformatiebrieven van 14 juli 2022 en 22 november 2022 geïnformeerd over
twee ontwikkelingen: de daling van de vaccinatiegraden onder zuigelingen en kleuters in 2021 en
de lagere opkomst voor de vaccinaties voor schoolgaande kinderen in het voorjaar van 2022.
Omdat ik mij — net als velen van u - zorgen maak over deze ontwikkelingen, stel ik u hierbij op de
hoogte van de laatste stand van zaken en de inspanningen die genomen worden om de
vaccinatiegraden in de stad te verhogen.
In deze brief ga ik in op:
e de opkomstcijfers van de RVP-vaccinatiecampagnes in 2022 in totaal;
e de vaccinatiegraden 2021 naar wijk en doelgroep;
e onderzoeken strategie voor het bereiken van groepen met lagere vaccinatiegraden;
e de stand van zaken rondom de kwestie informed consent: de knelpunten rondom
uitwisseling van gepersonaliseerde vaccinatiegegevens tussen de Jeugdgezondheidszorg
(JGZ) en het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en het Milieu (RIVM).
1 Waar in deze brief wordt gesproken over vaccinaties betreft het de vaccinaties voor jeugdigen (0-18 jaar) zoals
opgenomen in het RVP, te weten de vaccinaties tegen: difterie, kinkhoest, tetanus, polio, haemophilus inflvenzae
type b (Hib), hepatitis B, pneumokokkenziekte, meningokokken ACWY, bof, mazelen, rodehond en het humaan
papillomavirus (HPV).
? Beter beschermd tegen besmettelijke ziekten (ggdgezondheidinbeeld.nl)
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 9 mei 2023
Pagina 2 van 5
1. Opkomstcijfers vaccinatiecampagne najaar 2022 jeugdigen schoolgaande leeftijd
De opkomstcijfers meet de GGD Amsterdam zelf. Dat doet de GGD door het vergelijken van het
aantal verstuurde vitnodigingen met het aantal gezette vaccinaties in één jaar. De opkomst is iets
anders dan de vaccinatiegraad. De vaccinatiegraden stelt het RIVM vast per leeftijdsgroep. De
vaccinatiegraden van 2022 volgen rond de zomer.
Opkomst voor BMR, DTP, HPV en Meningokokken-vaccinaties
De opkomst voor de BMR (bof, mazelen en rodehond) en DTP (difterie, tetanus en polio)
vaccinaties voor negenjarigen is in 2022 gemiddeld gestegen van 45% in het voorjaar tot 77% in
totaal. De totale opkomst in 2022 is ongeveer gelijk aan die van 2021 (destijds ongeveer 79%). In
het voorjaar was met name de lage opkomst in Bos en Lommer opvallend met een opkomst van
slechts 27% voor BMR en DTP. Na extra inspanningen, zoals het organiseren van inloopspreekuren
in de wijk, is de opkomst voor BMR en DTP in Bos en Lommer in 2022 gestegen tot 75%. De
jeugdgezondheidszorg blijft deze inloopspreekuren in de wijk doorlopend organiseren.
Voor de Humaan Papillomavirus (HPV) vaccinatie waren in 2022 twee belangrijke veranderingen,
waardoor de doelgroep is uitgebreid en de cijfers niet goed te vergelijken zijn met een jaar eerder.
Ten eerste is landelijk besloten de leeftijd waarop kinderen de HPV-vaccinatie krijgen te verlagen
naar 10 jaar. Ten tweede kwamen ook jongens in aanmerking voor de vaccinatie. Gemiddeld lag
de opkomst voor zowel jongens als meisjes rond de 10 jaar in 2022 op 53%.
De Meningokokken-vaccinatie beschermt tegen hersenvliesontsteking. Jongeren van 14 jaar
komen in aanmerking voor deze vaccinatie. De opkomst was ongeveer 6% lager ten opzichte van
2021, met 63% in totaal in 2022.
Over het algemeen is er in 2022 een lichte daling in opkomst voor de vaccinaties voor
schoolgaande kinderen en jongeren. Dit is in lijn met de eerste prognose van het RIVM van de
opkomst in 2022 (Kamerbrief Voortgang vol vertrouwen in vaccinaties’ 2 februari 2023)3.
Kanttekening hierbij is dat door de invoering van ‘Informed Consent’ voor de uitwisseling van
gezondheidsgegevens, de cijfers van het RIVM minder nauwkeurig zijn dan voorheen (zie punt 4
hieronder).
2. Verdeling vaccinatiegraden 2021 in de stad en naar migratieachtergrond
Amsterdam ontvangt sinds 2020 de vaccinatiegraden op wijkniveau van het RIVM. Deze
informatie geeft de GGD handvatten voor een gerichte strategie voor het beter bereiken van
bepaalde doelgroepen en gebieden. Bovendien geven deze data de mogelijkheid tot het
monitoren van het effect van nieuwe interventies. De vaccinatiegraden 2021 zijn met v gedeeld in
de raadsinformatiebrief van 14 juli 2022. Hierna zijn analyses van de vaccinatiegraden op
wijkniveau en naar migratieachtergrond gedaan. Hieronder geef ik een overzicht van de
opvallendste bevindingen:
3 Kamerbrief Voortgang vol vertrouwen in vaccinaties (overheid.nl), 2 februari 2023
2
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 9 mei 2023
Pagina 3 van 5
Vaccinaties voor zuigelingen
De vaccinatiegraden onder zuigelingen kwamen in 2021 in Amsterdam voor het eerst onder de
norm van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) van 90%. De analyse laat zien dat de
vaccinatiegraden onder zuigelingen met een Turkse, Surinaamse of Marokkaanse
migratieachtergrond harder zijn gedaald dan onder zuigelingen zonder migratieachtergrond. Met
name in Nieuw-West is dit zichtbaar. De vaccinatiegraad voor de BMR-vaccinatie op tweejarige
leeftijd zakte daar van 87,9% naar 81,7%. Dat is extra aanleiding voor het intensiveren van de
activiteiten gericht op Nieuw-West. Onder punt 3 ga ik daar verder op in.
Vaccinaties voor schoolgaande kinderen en jongeren
De vaccinatiegraden voor schoolgaande kinderen en jongeren zijn in 2021 gemiddeld gestegen.
Voor HPV (destijds op 12 jaar) was de vaccinatiegraad onder meisjes zonder migratieachtergrond
59%. Voor meisjes met een Marokkaanse of Turkse migratieachtergrond was dat 20%. In 2019 lag
deze op 10% voor meisjes met een Marokkaanse en 13% met een Turkse migratieachtergrond.
Sindsdien stijgt de HPV-vaccinatiegraad onder deze groepen gestaag. Ook voor de
meningokokkenvaccinatie (14 jaar) steeg de vaccinatiegraad onder jongeren met een
Marokkaanse en een Turkse migratieachtergrond, terwijl deze voor jongeren zonder
migratieachtergrond licht daalde.
De analyses van de vaccinatiegraden 2021 zijn voor de GGD aanleiding om nog meer dan voorheen
in gesprek te gaan met ouders van zuigelingen, met name in Nieuw-West, Zuidoost en Noord. Met
de extra inspanningen die de GGD doet is het streven dat de verschillen in vaccinatiegraden naar
migratieachtergrond op den duur verdwijnen. Om de stijgende lijn voor schoolgaande kinderen en
jongeren vast te houden, blijft de GGD inzetten op wijkgericht voorlichten en de inzet van
sleutelfiguren uit verschillende gemeenschappen.
3. Aanpak bereik van doelgroepen met lagere vaccinatiegraden
Zoals aangegeven in de raadsinformatiebrief van 22 november 2022 vraagt het bereiken van
jeugdigen en ouders voor de vaccinaties uit het RVP steeds meer inspanningen. In 2023 zet de
GGD in op het vaker en flexibel aanbieden van vaccinaties. Dat betekent dat kinderen en jongeren
niet alleen in bijvoorbeeld sporthallen in de stadsdelen hun vaccinaties kunnen krijgen, maar ook
op kleinere locaties in de wijk. Met verbeterde informatie over de vaccinaties en verruimde
openingstijden tot 20.00 vur maakt de GGD het zo makkelijk mogelijk voor kinderen en ouders.
In de bijlage staat een rapportage van het meest recente kwalitatief onderzoek van de GGD
Amsterdam. De vitkomst ondersteunt de ervaringen van professionals dat vaccineren de
afgelopen jaren minder vanzelfsprekend is geworden. De GGD ziet dat dalend vertrouwen in de
overheid een rol speelt bij de verminderde vanzelfsprekendheid van vaccinaties. De coronaperiode
heeft daaraan bijgedragen, doordat vragen en zorgen van ouders en jongeren over vaccinaties zijn
toegenomen. Op basis van onderzoek en analyses zet de GGD aanvullende acties in en ontwikkelt
interventies, specifiek gericht op groepen met een migratieachtergrond, lagere taalvaardigheden
of een praktisch opleidingsniveau.
4 Bijlage ‘Beweegredenen om de BMR-1 en Meningokokken vaccinatie wel of niet te nemen’
3
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 9 mei 2023
Pagina 4 van 5
O.a. de volgende acties worden in 2023 ingezet:
2. Voorlichting via sleutelfiguren en het netwerk in de wijken
e De GGD kan het verspreiden van juiste informatie over vaccineren niet alleen, dat is een
maatschappelijke opgave, waarbij iedereen een rol speelt. De GGD zet vanwege de lagere
vaccinatiegraden onder zuigelingen extra in op het betrekken van partners in de
geboortezorg. Naast het verspreiden van informatie onder huisartsen en via scholen.
e De GGD zet daarnaast al langere tijd in op persoonlijke voorlichting over vaccinaties.
Daarbij komt de Jeugdgezondheidszorg (JGZ) onwaarheden tegen over vaccinaties,
bijvoorbeeld dat een ziekte niet voorkomt in Nederland en je daarom niet hoeft te
vaccineren, of dat je onvruchtbaar kan worden.
e _Op1 januari is de Vrije Universiteit Amsterdam gestart met onderzoek in samenwerking
met de GGD Amsterdam en het RIVM naar de inzet van sleutelfiguren in het gesprek over
vaccineren, gericht op Amsterdammers met een Turkse of Marokkaanse
migratieachtergrond. Het doel van dit onderzoek is het voeren van het goede gesprek
over vaccineren tussen sleutelfiguren en mensen uit de gemeenschap. Dit is een traject
van vier jaar.
2. Effectievere communicatie en in gesprek
e De GGD Amsterdam is zichtbaarder op sociale media met informatie over vaccinaties en
herinneringen aan de naderende vaccinatiemogelijkheden. Daarbij richt de GGD zich
specifiek op de groep ouders met kinderen van schoolgaande leeftijd. In het najaar van
2022 leidde sociale media-advertenties op o.a. Facebook en Instagram aantoonbaar tot
veel extra bezoeken van de website.
e In Nieuw-West kregen jongeren in het najaar 2022 een speciaal ontwikkelde uitnodiging
voor de Meningokokken-vaccinatie, bestaande uit een OR-code, die verwees naar een
animatie in zes verschillende talen. Deze vorm van uitnodigen had geen hogere opkomst
in vergelijking met andere gebieden tot resultaat. Desondanks wordt de aanpak in 2023
voor een grotere groep gebruikt, omdat het zo toegankelijk mogelijk maken van de
informatie in beeld en in verschillende talen van groot belang is om doelgroepen te
bereiken.
e In 2023 volgen jeugdverpleegkundigen van de GGD een training in gesprekstechnieken
ontwikkeld door de VU op basis van opnames en analyse van gesprekken over vaccineren.
3. Feedback door inwoners
De GGD Amsterdam heeft in samenwerking met het RIVM de brieven en folders over de
vaccinaties voorgelegd aan een groep Amsterdammers met lagere taalvaardigheden. Zij hebben
feedback gegeven op de communicatiemiddelen. Op basis daarvan zijn de brieven en folder van
de GGD en de vitnodigingsbrief van het RIVM aangepast. De communicatie is nu beter op elkaar
afgestemd en in meer begrijpelijke taal.
4
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 9 mei 2023
Pagina 5 van 5
4. Stand van zaken informed consent: knelpunten rondom gegevensuitwisseling
Zoals hierboven genoemd is het per 2022 niet meer mogelijk voor de JGZ en het RIVM om zonder
actieve toestemming van ouders en jongeren persoonlijke vaccinatiegegevens uit te wisselen. In
de praktijk ervaren we dat we vooral van ouders en jongeren in Zuidoost, Nieuw-West en Noord en
die bijvoorbeeld de taal niet spreken, deze toestemming niet verkrijgen. Hierdoor is er minder
zicht op de vaccinatiegraden, met grote risico’s voor de volksgezondheid en voor de gezondheid
van individuele kinderen en jongeren tot gevolg. Er is samen met partners een lobby gevoerd
richting VWS om gegevensuitwisseling zonder actieve toestemming (met mogelijkheid tot
bezwaar) weer mogelijk te maken. Deze lobby heeft haar vruchten afgeworpen: er ligt nu een
wetsvoorstel voor een wijziging in de wet Publieke Gezondheid, waardoor wordt voorzien in een
grondslag voor de uitwisseling van persoonlijke vaccinatiegegevens tussen JGZ en het RIVM. JGZ-
uitvoerders worden daarmee wettelijk verplicht om persoonlijke vaccinatiegegevens aan het RIVM
te verstrekken, tenzij betrokkenen daartegen bezwaar maken. Het wetsvoorstel wordt naar
verwachting in 2024 behandeld in de Tweede en Eerste Kamer.
Tot slot
Ik zet mij vol in voor de gezondheid van alle Amsterdammers door stevig in te zetten op het
verhogen van de vaccinatiegraden in de stad. Het verhogen van de vaccinatiegraden vraagt om
een intensieve aanpak en een lange adem. Alleen gezamenlijk kunnen we de boodschap over nut
en noodzaak van vaccineren goed overbrengen naar kinderen, jongeren en ouders, zodat zij een
weloverwogen keuze kunnen maken op basis van de juiste informatie.
Na de zomer kom ik bij u terug met de vaccinatiegraden van het RIVM over 2022, de opkomst van
de voorjaarscampagne 2023 en de voortgang, resultaten en het vervolg van het actieplan ‘Beter
beschermd tegen besmettelijke ziekten’.
Ik hoop v hiermee voldoende geïnformeerd te hebben.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
Alexander Scholtes
Wethouder Publieke Gezondheid en Preventie
5
| Brief | 5 | train |
VN2021-011193 N% Gemeente Raadscommissie voor Bouwen en Wonen, Ontwikkelbuurten, W B
Wonen
Dierenwelzijn, Openbare Ruimte en Groen, Reinigin
% Amsterdam Jp di
Voordracht voor de Commissie WB van 19 mei 2021
Ter bespreking en ter kennisneming
Portefeuille Bouwen en Wonen
Agendapunt 7
Datum besluit 16 maart 2021
Onderwerp
Afhandeling motie 1401 : Bouw ouderenwoningen naar voren halen
De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen van de raadsinformatiebrief over de afdoening van motie 1401 accent Hammelburg
(D66) en De Jong (GroenLinks) inzake Bouw ouderenwoningen naar voren halen welke in de bijlage
wordt meegestuurd.
Wettelijke grondslag
Reglement van Orde voor de raad van Amsterdam, artikel 80.
Gemeentewet, artikel 169: het college van burgemeester en wethouders en elk van zijn leden
afzonderlijk zijn aan de Gemeenteraad verantwoording schuldig over het door het college gevoerde
bestuur (lid 1); zij geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de uitoefening van zijn taak
nodig heeft (lid 2). Zij geven de raad mondeling of schriftelijk de door een of meer leden gevraagde
inlichtingen, tenzij het verstrekken ervan in strijd is met het openbaar belang (lid 3).
Bestuurlijke achtergrond
Naar aanleiding van de behandeling van de begroting 2021 in de gemeenteraad van 16 en
17 december 2020 is bij schriftelijke stemming op 18 december de motie 14,01 van de leden
Hammelburg (D66) en De Jong (Groenlinks) inzake Bouw ouderenwoningen naar voren halen,
aangenomen.
Motie 1401 draagt het college op: “Alles op alles te zetten om gebruik te maken van de € 20 miljoen
budget dat het ministerie van BZK beschikbaar stelt vanuit het budget van de woningbouwimpuls
om de geplande bouw van geclusterde ouderenwoningen door corporaties en marktpartijen naar
voren te halen.”
Reden bespreking
Op verzoek van het lid Van Soest (PvdO)
Uitkomsten extern advies
nvt.
Geheimhouding
nvt.
Uitgenodigde andere raadscommissies
nvt.
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
Gegenereerd: vl.l 1
VN2021-011193 % Gemeente Raadscommissie voor Bouwen en Wonen, Ontwikkelbuurten,
Wonen % Amsterdam ‚ _ ‚ Oe
% Dierenwelzijn, Openbare Ruimte en Groen, Reiniging
Voordracht voor de Commissie WB van 19 mei 2021
Ter bespreking en ter kennisneming
Welke stukken treft v aan?
AD2021-04,0632 Commissie WB (1) Voordracht (pdf)
AD2021-04,0630 Getekende raadsbrief VN2021-007018.pdf (pdf)
AD2021-04,0631 Motie 14,01 Hammelburg (D66) De Jong (GL).pdf (pdf)
Ter Inzage
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Andor Kwee, Directie Wonen, [email protected], 06 1217 5493
Gegenereerd: vl.l 2
| Voordracht | 2 | train |
4 Gemeente Raadsinformatiebrief
Amsterdam
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 19 april 2023
Portefeuille(s) Verkeer, vervoer en Luchtkwaliteit
Portefeuillehouder(s): Melanie van der Horst
Behandeld door Gert Oosting en Sander Smit; Bestuurlijke. Zaken. [email protected]
Onderwerp Stand van zaken invoering intelligente toegang en project ‘Sloterweg-west
verkeersveilig’
Geachte leden van de gemeenteraad,
Op 28 november 2022 heb ik u geïnformeerd over de stand van zaken ‘Sloterweg west
verkeersveilig’ en op 11 janvari over de stand van zaken invoering ‘intelligente toegang’. In deze
brief geef ik een update over beide.
Intelligente toegang
In janvari heb ik opdracht gegeven de keten rondom intelligente toegang toekomstbestendig in te
richten, zodat we op een verantwoorde manier toegangsbeperkend beleid kunnen realiseren voor
de stad.
Belangrijk daarbij is om altijd een gedegen afweging te maken of intelligente toegang de juiste
oplossing is in een bepaalde situatie. Intelligente toegang is slechts één van de middelen om nieuw
en bestaand beleid te handhaven. In de praktijk blijkt dat het plaatsen van een verkeersbord
(gesloten verklaring) met reguliere handhaving en gerichte communicatie soms eenzelfde effect
kan hebben op de leefbaarheid van Amsterdam.
Bovendien moet worden gekeken naar de stad als geheel en welke oplossingen er op verschillende
plekken worden geïmplementeerd. Het is mijns inziens onwenselijk om een lappendeken aan
systemen of regelingen te laten ontstaan. Bewoners, ondernemers en bezoekers zijn gebaat bij
eenduidigheid in de maatregelen die op leefbaarheid gericht zijn. Ik hecht er daarom aan om één
systematiek te hanteren die bruikbaar is voor alle beoogde projecten en gemeente-breed
beheersbaar blijft. Een integrale oplossing die tevens de flexibiliteit biedt om bepaalde opties in de
verschillende gebieden mogelijk te maken.
Prioriteit projecten voor invoering intelligente toegang
In de commissie MOW van 22 januari heb ik aangegeven dat ik met een prioritering van projecten
zou komen voor het invoeren van de methode intelligente toegang. Ik heb ervoor gekozen om de
prioriteit te geven aan het project Sloterweg west (Sloterweg en Laan van Vlaanderen). Deze
keuze is gebaseerd op de volgende overwegingen:
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 19 april 2023
Pagina 2 van 4
e De uitvoering van het project is relatief eenvoudig te realiseren.
e De urgentie om het doorgaande verkeer op de Sloterweg west te weren is hoog gezien de
onveilige situaties die zich hier regelmatig voor blijven doen.
e _Hetgaathier niet om een volledig afgesloten gebied: alle bestemmingen in Sloten en Nieuw
Sloten zijn ook zonder ontheffing bereikbaar via de Louwesweg-Antwerpenbaan en de
Anderlechtlaan (komende vanaf de Ay). Dus niemand is afhankelijk van een ontheffing. Mocht
het systeem onverhoopt opstartproblemen kennen, blijven alle bestemmingen bereikbaar.
Realisatie Sloterweg en overige trajecten
Dit betekent dat de projecten Proeftuin Oudezijde, Taxi Hotspotzone en de Taxiluwe zone pas na
de realisatie van Sloterweg aan de beurt zijn. Ik verwacht in het derde kwartaal van 2023 een
planning te kunnen afgeven voor deze projecten. De programma’s Touringcar en de aanpassing
van de Milieuzones tot een gedeeltelijke emissievrije zone worden niet gepauzeerd, omdat ze
voortborduren op een al operationele situatie en niet afhankelijk zijn van het inrichten van de
keten rondom intelligente toegang.
Plan van aanpak intelligente toegang
Op dit moment wordt er ook aan een plan van aanpak gewerkt waarin stapsgewijs toegewerkt
wordt naar een betrouwbare uitvoering van intelligente toegang op straat.
Fase 1 (nu-—eind 2023)
In eerste instantie richten we ons op de minimale keten, zodat wij zorgvuldig intelligente toegang
op de Sloterweg kunnen implementeren. Daarna gebruiken we de ervaringen uit het project
Sloterweg voor de (door)ontwikkeling van andere trajecten zoals Proeftuin Oudezijde (Autoluw en
Taxi). Op deze manier ontstaat er een lerende wisselwerking tussen de structurele aanpak
(organisatie en beleid) en de uitvoering van project Sloterweg (praktijk).
In fase een worden de volgende onderdelen vitgewerkt:
Beleidskader en visie intelligente toegang
e Heldere voorwaarden en kaders voor beoordeling en prioritering. Hiertoe wordt een
Afwegingskader geformuleerd.
e Digitale oplossingen die passend zijn op de wensen van de Amsterdammer. Is men
bijvoorbeeld het meest gebaat bij één digitaal loket voor alle transacties op het gebied
van toegang en mobiliteit, of werken specifieke apps voor specifieke doelgroepen soms
beter? We analyseren de verschillende doelgroepen en brengen de behoeften van de
gebruikers in beeld.
e Een goed bereikbare helpdesk om vragen die Amsterdammers te beantwoorden en om
problemen die gebruikers hebben op te lossen. Vanuit het perspectief van de klantreis.
Aan gebruikers wordt helder gecommuniceerd wanneer zij bij de helpdesk terecht kunnen
en welke alternatieven er zijn wanneer de helpdesk gesloten is.
* Aandacht voor betrouwbare en transparante externe communicatie naar de
Amsterdammers. Vanuit realisme wat maakbaar en haalbaar is door de gemeente. Vanuit
het perspectief van de gebruikers van de stad.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 19 april 2023
Pagina 3 van 4
Techniek
e Continuïteit van beheer en ontwikkeling zijn geborgd en toegespitst op de toekomstig te
verwachten vraag.
e _Eentoekomstbestendige technische architectuur.
Governance
e Leiding, sturing en inzicht in de totale financiën.
Veranderkundig traject en communicatie
e Intern wordt gestuurd op een verbeterde samenwerking tussen de ketenpartners, die zich
bij de verschillende onderdelen van de gemeente bevinden
e _Communicatiestrategie om implementatie van het plan van aanpak te ondersteunen.
Fase 2 (Vanaf 4° kwartaal 2023)
In fase twee ontwikkelen we de overige elementen van de keten en starten we nieuwe en
gepauzeerde trajecten (weer) op.
Fase 3 (Startdatum onbekend)
In de derde fase evalveren we de trajecten en implementeren we eventuele verbeteringen.
Knip Sloterweg-west alvast invoeren
Op 26 januari 2022 heeft v de Nota van Uitgangspunten voor het project ‘Sloterweg-west
verkeersveilig’ vastgesteld en heeft u besloten dat variant 2a wordt uitgevoerd. Dit betekent dat
we intelligente toegang gaan invoeren met ‘knips’ op de Sloterweg en Laan van Vlaanderen.
Vanwege de vertraging van intelligente toegang, heb ik eind 2022 aangegeven dat we bekijken of
een tijdelijke maatregel nodig is. Het projectteam heeft eventuele tijdelijke maatregelen
besproken met buurtbewoners. Deze consultatie liet een erg verdeelde buurt zien over de
wenselijkheid van een tijdelijke maatregel en zo ja welke.
Recent hebben weer enkele aanrijdingen met fietsers plaatsgevonden op de Sloterweg-west. De
ongevallen waren gelukkig zonder ernstig letsel, maar het stadsdeelbestuur is van mening dat de
verkeersveiligheid op de Sloterweg snel moet verbeteren. Het dagelijks bestuur van het stadsdeel
heeft daarom op 18 april besloten om de knip op de Sloterweg-west alvast in te voeren. Concreet
betekent het stadsdeel de Sloterweg- west per 1 juli ter hoogte van huisnummer 1160 gaat
afsluiten voor gemotoriseerd verkeer. Tot aan invoering van de methode intelligente toegang eind
dit jaar is dat dus zonder ontheffingen voor bewoners en bedrijven (de nood- en hulpdiensten en
het OV houden wel toegang). Dit betekent dat alle bewoners en ondernemers (ook die uit Sloten)
tijdelijk om moeten rijden en dat de Laan van Vlaanderen drukker wordt met kans op filevorming.
Dit is vervelend, maar het dagelijks bestuur vindt de verkeersveiligheid op de Sloterweg
belangrijker dat dit ongemak. Omdat de Laan van Vlaanderen vrijliggende fietspaden heeft,
verwachten we niet dan de verkeersveiligheid daar in het geding komt. Het stadsdeel zal het
verkeersbesluit voor de knip Sloterweg-west hiertoe binnenkort nemen, publiceren en de
bewoners hierover informeren.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 19 april 2023
Pagina 4 van 4
Planning project intelligente toegang Sloterweg
Zoals eerder vermeld verwacht ik de methode intelligente toegang eind 2023 te kunnen invoeren
op te Sloterweg en Laan van Vlaanderen. Het traject om daar te komen ziet er samengevat als
volgt uit:
e _ Invoering van de knip Sloterweg-west op 1 juli 2023 (het stadsdeel neemt hiertoe een
verkeersbesluit, dat nog 6 weken ter inzage komt te liggen).
e Eind 2023 invoering van de knips op Laan van Vlaanderen en start van het digitaal verlenen
van ontheffingen voor de knips Sloterweg en Laan van Vlaanderen.
e In aanloop daarnaar toe neemt het college in mei een besluit over de ontheffingssystematiek
en de spitsafsluitingen op de Laan van Vlaanderen (afhandeling moties). Hierover wordt u in
mei geïnformeerd.
e Het dagelijks bestuur van stadsdeel Nieuw-West stelt daarna de vitvoeringsregeling
ontheffingen vast op basis van de besluitvorming in het college. Het stadsdeel zal ook een
verkeersbesluit nemen over de wegafsluiting Laan van Vlaanderen. Dit wordt zes weken ter
inzage gelegd.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
WA ak) \
en KAL ef}
Melanie van der Horst
Wethouder Verkeer, Vervoer en Luchtkwaliteit
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Brief | 4 | train |
X Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
x Motie
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 707
Publicatiedatum 15 oktober 2014
Ingekomen op 7 oktober 2014
Ingekomen in raadscommissie ID
Te behandelen op 5/6 november 2014
Onderwerp
Motie van de raadsleden de heer Van Lammeren en de heer Groen inzake
de begroting voor 2015 (reductie fijnstof, ultrafijnstof, NOx, roet).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de begroting voor 2015;
Constaterende dat:
— schone lucht het doel is;
— er geen veilige norm is voor gezonde lucht;
— een norm zomaar stellen niet zoveel zin heeft;
Overwegende dat:
— wij geen helder inzicht hebben in de kosten van reductie,
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
inzichtelijk te maken wat reductie kost van ten minste de stoffen NOx, roet, fijnstof en
uitrafijnstof in stappen van 10%, uitgewerkt per jaar.
De leden van de gemeenteraad,
J.F.W. van Lammeren
RJ. Groen
1
| Motie | 1 | discard |
Bezoekadres x Gemeente Amsterdam
Amstel 1
HEt Pb Stadsdeel Centrum
Postbus 202 x Sector Stafbureau
1000 AE Amsterdam Afdeling Coördinatieteam Wallen
Telefoon 14 020
Fax 020 552 4433
WEN Re let l Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam
Datum 1 Î SEP. 2003
Ons kenmerk (og - Yo56D)
Uw kenmerk
Behandeld door A. Hoogeveen
Rechtstreekse nummer 020 552.4536
Faxnummer 020 552.4603
Bijlage
Onderwerp open brief van Wallenondernemers over project 1012
Geachte heer
Op 16 juni zond u een open brief aan de stadsdeelraadsleden waarin u de raadsleden
oproept te stoppen met het criminaliseren van het Wallengebied. Uw brief is door de
deelraad betrokken bij de besluitvorming over het Coalitieproject 1012 op 25 juni 2009.
Conform het besluit van de deelraad is uw brief ter beantwoording in handen gesteld van
het dagelijks bestuur. Een kopie van deze brief wordt gestuurd naar de Commissie
Algemene Zaken.
In uw brief geeft u aan dat de bestuurders in uw ogen regelmatig het Wallengebied
criminaliseren, zonder dat daar aanwijsbare feiten voor zijn aan te dragen. Deze
verdraaiing van feiten zorgt in uw ogen voor een slecht ondernemersklimaat en
stigmatiseert de buurt.
De door u aangedragen kwesties zijn een belangrijk onderdeel geweest van de
raadsdiscussie over het Coalitieproject 1012. Voor een integraal overzicht van deze
discussie verwijzen wij u naar het verslag van dit raadsdebat.
Op hoofdlijnen kan gesteld worden dat wij ook van mening zijn dat het Wallengebied niet
gestigmatiseerd moet worden. Uw analyse dat wij de aanwezige criminaliteit in het gebied
zwaar overdrijven delen wij echter niet. Wij signaleren dat er in het gebied nog steeds
meer misstanden plaatsvinden dan dat wij als dagelijks bestuur kunnen tolereren.
8 Stadsdeel Centrum is bereikbaar per tram lijnen 9 en 14 of metro lijnen 51, 53 en 54 halte Waterlooplein.
A nenten
Gemeente Amsterdam
2009-8188 Stadsdeel Centrum
Pagina 2 van 2
U vraagt in uw brief om een gedegen en onafhankelijk onderzoek naar de criminaliteit op
de Wallen. Conform het besluit in de deelraad en de Gemeenteraad zal over het project
jaarlijks gerapporteerd worden aan de raden. Terzijnertijd zal een hernieuwde analyse - in
navolging van het rapport van het Van Traateam; ‘Grenzen aan de handhaving’
(december 2007) - betrokken worden bij deze rapportages.
Hoogachtend,
Het dagelijks bestuur, Ò
|
Anneke Eurelings Els Iping
secretaris voorzitter
| Raadsadres | 2 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
x% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2015
Afdeling 1
Nummer 961
Publicatiedatum 9 oktober 2015
Ingekomen onder AN
Ingekomen op woensdag 30 september 2015
Behandeld op woensdag 30 september 2015
Status Verworpen
Onderwerp
Motie van de leden Boldewijn en Ernsting inzake de Uitvoeringsagenda Mobiliteit
(onderzoek Prins Hendrikkade autoluw — fiets- en wandelboulevard).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Uitvoeringsagenda Mobiliteit (Gemeenteblad afd. 1,
nr. 812);
Constaterende dat:
— de Uitvoeringsagenda Mobiliteit voorstellen doet om de binnenstad autoluw te
maken;
— binnenkort ter hoogte van het Damrak de knip in de Oost-Westverbinding van de
Prins Hendrikkade wordt ingesteld en er dan aanzienlijk minder autoverkeer over
de Prins Hendrikkade zal zijn;
— in 2017 de NZ-lijn in bedrijf komt en hierdoor grote aantallen OV-bussen niet
langer over de Prins Hendrikkade zullen gaan rijden;
— in 2014 Amsterdam 17,4 miljoen bezoekers heeft getrokken, die tezamen een
grote belasting op het vervoersysteem en de openbare ruimte uitoefenen en deze
bezoekersaantallen de komende jaren zullen toenemen;
— de inwonersaantal van Amsterdam de afgelopen jaren een snelle groei van ca.
11.000 nieuwe inwoners per jaar heeft gekend en deze groei krachtig zal
doorzetten.
Overwegende dat:
— ten aanzien van de inrichting en het gebruik van de openbare ruimte het
noodzakelijk is om scherpe beleidskeuzen te maken, omdat ‘niet alles kan en
vooral niet alles tegelijk’;
— hetscheiden van de mobiliteiten en de verkeersstromen in met name het
Centrum van Amsterdam het enige middel is om de binnenstad leefbaar,
economisch rendabel en gezond te houden;
— de automobiel daarbij in meerdere mate de beperkte openbare ruimte bovenmatig
domineert;
— de Prins Hendrikkade momenteel als een binnenstedelijk vierbaans ‘snelweg’ is
vormgegeven en de voetgangers en fietsers naar de marge zijn gedreven;
1
Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteraad
Nummer 961 Moti
Datum 9 oktober 2015 olie
— de Prins Hendrikkade als het oude historische Waterfront van Amsterdam een
bijzondere waardering verdient waarbij door herinrichting van de openbare ruimte
kansen ontstaan om die historische waarde opnieuw in beeld te brengen en te
versterken.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— te onderzoeken op welke wijze de Prins Hendrikkade als autoluw kan worden
ingericht;
— te onderzoeken op welke wijze de Prins Hendrikkade als binnenstedelijke
fietsboulevard kan worden ingericht als onderdeel van een fiets Oost-Westroute;
— te onderzoeken op welke wijze de Prins Hendrikkade als wandelboulevard zowel
aan de waterzijde van het Oosterdok als aan de zuidzijde kan worden ingericht,
waarbij de historische betekenis van het oude Waterfront versterkt in beeld wordt
gebracht.
De leden van de gemeenteraad
H.B. Boldewijn
Z.D. Ernsting
2
| Motie | 2 | discard |
x Gemeente Amsterdam W E
% Raadscommissie voor Werk, Participatie en Inkomen, Armoede, Coördinatie 3d ,
Economie, Zeehaven en Luchthaven en Gemeentelijke Deelnemingen
% Agenda, woensdag 4 oktober 2017
Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie
voor Werk, Participatie en Inkomen, Armoede, Coördinatie 3d , Economie, Zeehaven
en Luchthaven en Gemeentelijke Deelnemingen
Tijd 13:30 tot 17:00 uur
Locatie De Boekmanzaal
Algemeen
1 Opening procedureel gedeelte
2 Mededelingen
3 Vaststellen agenda
4 _Conceptverslagen van de openbare en besloten vergadering van de
Raadscommissie WE d.d. 13.09.2017.
e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier
doorgegeven, commissieWE @raadsgriffie.amsterdam.nl
, Het besloten verslag is naar de leden verstuurd.
5 Termijnagenda, per portefeuille
6 _TKN-lijst
7 _ Opening inhoudelijk gedeelte
8 _Inspreekhalfuur Publiek
9 Actualiteiten en mededelingen
10 Rondvraag
Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de
vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn
slechts richtlijnen waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn.
Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien
verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda
staat. De vergaderingen en de verslaglegging daarvan zijn openbaar. Van deze vergaderingen worden geluids-
en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden op
internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl.
Voor algemene informatie: info @gemeenteraad.amsterdam.nl
1
Gemeente Amsterdam W E
Raadscommissie voor Werk, Participatie en Inkomen, Armoede, Coördinatie 3d , Economie,
Zeehaven en Luchthaven en Gemeentelijke Deelnemingen
Agenda, woensdag 4 oktober 2017
Deelnemingen
11 Kennisnemen van het onderzoek opvolging herijking Alliander en instemmen met
het voorlopig aanhouden van de deelneming Alliander. Nr. BD2017-008652
e _De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht.
(Gemeenteraad d.d. 08.11.2017).
Economie
12 Vaststellen tarieven 2018 voor markten en staanplaatsen Nr. BD201 7-010480
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht.
(Gemeenteraad d.d. 08.11.2017).
13 Voortgang connectiviteitsbeleid en afhandeling moties 363, 364, 365, 366 en 796
Nr. BD2017-011561
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e _ Uitgesteld in de vergadering van 13.09.2017.
Lucht- en Zeehaven
14 Kennis nemen van de beantwoording raadsadres Public Eye Nr. BD2017-011562
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van het lid Groen (GL).
e Was TKN 8 in de vergadering van 05.07.2017 en 13.09.2017.
e _ Uitgesteld in de vergadering van 13.09.2017.
e Gevoegd behandelen met agendapunten 15 en 16.
15 Kennis te nemen van de reactie op het rapport van het Center for International
Environmental Law (CIEL) aangaande mogelijke maatregelen in Amsterdam
tegen export van bepaalde brandstoffen uit havengebied Amsterdam. Nr.
BD2017-011558
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van het lid Groen (GL).
e Was TKN 8 in de vergadering en 13.09.2017.
e Gevoegd behandelen met agendapunten 14 en 16.
16 Verslag van de stakeholderbijeenkomst op 30 juni 2017 over de export van
vervuilende diesels. Nr. BD2017-011835
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Gevoegd behandelen met agendapunten 14 en 15.
2
Gemeente Amsterdam W E
Raadscommissie voor Werk, Participatie en Inkomen, Armoede, Coördinatie 3d , Economie,
Zeehaven en Luchthaven en Gemeentelijke Deelnemingen
Agenda, woensdag 4 oktober 2017
17 Bestuurlijke reactie Initiatiefvoorstel van de raadsleden De Heer en Boldewijn,
getiteld; ‘Zeilnaven Amsterdam’ Nr. BD2017-011603
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
Werk, Participatie en Inkomen
18 Uitwerking visie Sociaal Werk Amsterdam en verkenning inrichtingsscenario’s
Sociaal Werk Nr. BD2017-010886
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
19 Programma Schuldhulpverlening, evaluatie doorbraakfonds en overzicht
experimenten Nr. BD2017-011556
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van het lid Ten Bruggencate (D66).
e Was TKN 1 in de vergadering en 13.09.2017.
20 WPI voortgangsrapportage tm april 2017 (4-maands) Nr. BD2017-011557
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van het lid Poot (VVD).
e Was TKN 4 in de vergadering en 13.09.2017.
21 Afdoening motie 1482 inzake de taalbarriere voor minimaregelingen Nr. BD2017-
011424
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
22 Openstelling re-integratievoorzieningen voor NUG-gers (motie 507) Nr. BD2017-
006319
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
BESLOTEN DEEL
3
| Agenda | 3 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2018
Afdeling 1
Nummer 157
Publicatiedatum 21 februari 2018
Ingekomen onder F
Ingekomen op woensdag 14 februari 2018
Behandeld op woensdag 14 februari 2018
Status Ingetrokken
Onderwerp
Motie van het lid Van Lammeren inzake het geluidbeleid Evenementen en
de locatieprofielen (binnennorm 50 dB (A)).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de beleidsregel “Geluid bij evenementen in Amsterdam”,
de locatieprofielen voor evenementenlocaties en de richtlijn “Duurzaamheid
Evenementen” in Amsterdam (Gemeenteblad afd. 1, nr. 130).
Overwegende dat:
- Met het introduceren van de dB(C)-gevelnorm de dB(A) norm komt te vervallen,
omdat dit voldoende gewaarborgd zou zijn bij de norm van 85 dB(C);
- Bij een overschrijding van 50 dB(A) binnenshuis de spraakverstaanbaarheid
binnenshuis wordt aangetast en dit dus tot ernstige overlast leidt.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- Een binnennorm van 50 dB(A) vast te stellen en te handhaven.
Het lid van de gemeenteraad
J.F.W. van Lammeren
1
| Motie | 1 | train |
> < Gemeente Raadsinformatiebrief
Amsterdam
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 6-4-2021
Portefeuille(s) Sport
Portefeuillehouder(s): _ Simone Kukenheim
Behandeld door Bertram Bouthoorn ([email protected])
Onderwerp Dekking coronaschade sportaanbieders 2021
Geachte leden van de gemeenteraad,
Met deze brief wil ik u op de hoogte stellen van het steunpakket 2021 met verschillende
maatregelen die we als gemeente treffen om de sportinfrastructuur de komende maanden te
ondersteunen. De aanhoudende coronacrisis, en de beperkende maatregelen daartegen trekken
een zware wissel op de sport en het is van belang dat we voorkomen dat sportaanbod wegvalt. Als
de impact van de coronacrisis op de samenleving straks vermindert dan hebben we sport en
beweegactiviteiten hard nodig om Amsterdam weer op de been te brengen; door de fysieke en
mentale gezondheid van Amsterdammers te ondersteunen met toegankelijk sport- en
beweegaanbod.
Voor veel sportaanbieders is huur een belangrijke kostenpost en de gemeente is de grootste
verhuurder van sportaccommodaties. We hebben daarom al in maart 2020 maatregelen genomen
om de kosten voor huurders te beperken. Dat hebben we gedaan door kwijtschelding van huur te
regelen via de rijksregeling Tegemoetkoming Verhuurders Sportorganisaties (TVS), voor
amateuraanbieders zonder winstoogmerk en vanuit het gemeentelijk noodfonds sport
ondersteuning te regelen voor (juridisch) anders georganiseerd sportaanbod. Dit hebben we
gedaan omdat veel Amsterdammers sporten bij zgn anders georganiseerde sport en dit naast
verenigingssport een essentieel onderdeel is van de Amsterdamse sportinfrastructuur. Daarnaast
hebben we externe exploitanten van zwembaden ondersteund om faillissementen te voorkomen.
Nieuw Steunpakket Sport
De crisis duurt intussen lang. Bij veel sportaanbieders zijn eventuele reserves op en bij vooral
binnensportaanbieders is een terugloop van leden zichtbaar; sportaanbod staat momenteel onder
zware druk. Het college heeft daarom besloten tot een nieuw steunpakket sport voor de eerste
helft van 2021 van 3.1 miljoen. De helft hiervan, 1.6 miljoen, wordt ingezet in het eerste kwartaal
van 2021 en het andere deel kan (geheel of gedeeltelijk) worden ingezet als de maatregelen tegen
Corona in het tweede kwartaal niet- of te weinig versoepelen.
De 3.1 miljoen wordt gedekt uit de compensatie die de gemeente Amsterdam in 2021 ontvangt
van het Rijk uit de specifieke uitkering zwembaden/ijsbanen (SPUK ijz) voor financiële
ondersteuning die de gemeente in 2020 aan de zwembaden heeft geboden. Dit bedrag is in 2020
door de gemeenten voorgeschoten en komt in 2021 terug vanuit de SPUK ijz en is 2021 inzetbaar
op de begroting.
Het Amsterdamse steunpakket komt bovenop de regelingen van het Rijk die zich richten op
amateur sportaanbieders zonder winstoogmerk en zwembaden en ijsbanen.
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 6-4-2021
Pagina 2 van 3
Deze lokale aanvulling is nodig omdat anders georganiseerd sportaanbod een belangrijk
onderdeel is van de essentiële sportinfrastructuur in Amsterdam. Het gaat hierbij vaak om kleine
ondernemingen als éénmanszaken, VOF's of ZZP'ers, met weliswaar een winstoogmerk maar met
geen, of een minimale winst. Urban Sport aanbieders, aanbieders van diplomazwemmen en
vechtsport zijn hier voorbeelden van en van groot belang voor de uitvoering van het gemeentelijk
sportbeleid, zoals vastgelegd in Sportvisie 2025 en de agenda Sporten en Bewegen.
Lastenverlichting door compensatie van locatiekosten
Om sportaanbieders te ondersteunen zetten we als College in op lastenverlichting in de vorm van
kwijtschelding of compensatie van accommodatiekosten.
Dat doen we door voor sportaanbieders die van de gemeente huren de huur kwijt te schelden voor
accommodaties en activiteiten die door de coronamaatregelen niet bruikbaar waren — of zijn. Voor
amateursportaanbieders vraagt de gemeente hiervoor compensatie aan bij de TVS voor het vierde
kwartaal 2020 en het eerste kwartaal 2021. Voor sportaanbieders die niet in aanmerking komen
voor de TVS draagt de gemeente de inkomstenderving uit het steunpakket sport 2021.
Niet alle sportaanbieders huren echter direct bij de gemeente. Daarom staan we in nauw contact
met externe exploitanten van gemeentelijke accommodaties om ervoor te zorgen dat deze
verhuurders voor amateuraanbieders huur kwijtschelden over het laatste kwartaal 2020 en het
eerste in 2021 en TVS aanvragen.
Steunregeling gericht op accommodatiekosten voor sportaanbieders
De gemeente heeft geen invloed op mogelijke huurkorting door private partijen of woning
coöperaties die verhuren aan sportorganisaties. Veel vechtsport — en indoor-urbansport
aanbieders huren bij dit soort verhuurders en de nood bij deze sportaanbieders is momenteel
hoog. Omdat niet alle verhuurders bereid — of in staat zin — huurkorting te bieden creëren we voor
sportaanbod dat belangrijk is voor het Amsterdamse sportbeleid een ondersteuningsregeling.
Belangrijkste uitgangspunten van de steunregeling zijn voor het College:
e De steun richt zich op locatiekosten voor sportaanbieders die direct zijn getroffen door de
maatregelen vanuit de overheid om het coronavirus te bestrijden,
e Het aanbod draagt aantoonbaar bij aan de uitvoering van het gemeentelijke sportbeleid,
zoals vastgelegd in de Sportvisie 2025 en de Agenda Sporten en Bewegen 2019-2022.
e De doelstelling is om amateursport voor lokale gebruikers aan te bieden, met de daarbij
behorende code van de Standaard Bedrijfsindeling (SBI);
e Het sportaanbod wordt structureel aangeboden, dat wil zeggen dat het sportaanbod
wekelijks wordt aangeboden en gedurende minimaal 32 weken per kalenderjaar kan
worden beoefend.
e Erwordt niet voldaan aan de criteria van TVS of TASO
e Indien mogelijk is een aanvraag gedaan bij regelingen voor ondernemers TVL en/of NOW
Steun diplomazwemmen kinderen in armoede.
Het College heeft in het steunpakket €180.000 opgenomen voor een aanvullende subsidie aan het
Jeugdfonds Sport. Het Jeugdfonds sport koopt bij zwemaanbieders via een zgn diploma
arrangement zwemdiploma's in voor een vast bedrag van €570 per diploma met een looptijd van
anderhalf jaar. Omdat het leszwemmen voor een groot deel heeft stilgestaan wordt een
diploma in anderhalf jaar tijd niet gehaald en moeten de zwemscholen eerst een groep van 2600
kinderen die al voor de corona lockdown zwemles hadden aan een diploma helpen, voordat er
nieuwe instroom —en daarmee inkomsten - op gang kan komen. Het inlopen van de achterstand
kost gemiddeld € 7o per kind. Het College heeft daarom besloten om het bedrag van €180.000
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 6-4-2021
Pagina 3 van 3
toe kennen aan het Jeugdfonds Sport waardoor de zwemaanbieders tijd krijgen om de
achterstand die is ontstaan in te halen en de sterk achterblijvende exploitatie wordt
ondersteund.
Door bovenstaande maatregelen biedt het college steun aan zowel sportverenigingen als aan
anders georganiseerd sportaanbod in de vorm van lastenverlichting. De komende maanden zal
blijken of de maatregelen om corona tegen te gaan versoepelen maar we hebben voldoende
mogelijkheden om het steunpakket ook in het tweede kwartaal van 2021 te organiseren als dit
nodig blijkt. Intussen houden vinger aan de pols bij de Amsterdamse sportaanbieders en kijken we
in samenwerking met VWS, de Vereniging Sport en Gemeenten en NOC*NSF of er verdere
aanvullende maatregelen nodig zijn.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
Simone Kukenheim
Wethouder Sport
Bijlagen
1. Collegevoordracht 16 maart “dekken van coronaschade aan sport in 2021”
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Brief | 3 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Motie
Jaar 2021
Nummer 127
Behandeld op 10 maart 2021
Status Verworpen bij schriftelijke stemming op 15 maart 2021
Onderwerp
Motie van het lid Van Lammeren inzake wijzigen van de locatieprofielen
(Schrap meteocorrectie)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de beraadslaging over het inzake wijzigen van de locatieprofielen
(NR. VN2021-000707).
Constaterende dat:
— de gemeente meteocorrectie toepast als de wind tijdens een festival
richting woningen staat;
- de standaard gevelnorm daarmee van 85 dB(C) met 3 dB mag worden
overschreden.
Overwegende dat:
-— een geluidsbelasting van 85 dB(C) door veel omwonenden al als veel te
hoog wordt ervaren;
- bewoners gedwongen zijn om hun woning te ontvluchten tijdens
dancefestivals in hun buurt;
- de eerste prioriteit van het college bij de bewoners zou moeten liggen,
en niet bij festivalorganisatoren.
verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
Het toepassen van meteocorrectie te schrappen uit de locatieprofielen.
Het lid van de gemeenteraad,
J.F.W. van Lammeren
| Motie | 1 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
% Gemeenteraad
Gemeenteblad
% Amendement
Jaar 2015
Afdeling 1
Nummer 184
Publicatiedatum 20 maart 2015
Ingekomen onder I
Ingekomen op 11 maart 2015
Behandeld op 11 maart 2015
Status Aangenomen
Onderwerp
Amendement van de raadsleden de heer Torn, mevrouw De Heer, mevrouw Roosma
en mevrouw Shahsavari-Jansen inzake de nota Planning & Control (informeren van
de raadscommissie Financiën c.a. bij begrotingswijzigingen, die in andere
raadscommissies inhoudelijk worden behandeld).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de nota Planning & Control.(Gemeenteblad afd. 1, nr. 95);
Constaterende dat conform voorliggend besluit begrotingswijzigingen aan
de desbetreffende vakcommissies gestuurd/voorgelegd zullen worden en niet aan
de raadscommissie voor Financiën c.a;
Overwegende dat ondergetekenden het van belang vinden dat de raadscommissie
voor Financiën c.a. van elke (voorgenomen) begrotingswijziging op de hoogte wordt
gesteld,
Besluit:
in de nota Planning en Control op pagina 15, onder punt 3.3, achter de zin
“Centraal wordt toegezien op het proces en de inhoud van
begrotingswijzigingsformulieren”, de volgende zin toe te voegen, luidende:
“In verband hiermee zal het college — naast toezending van de inhoudelijke
besluitvoordrachten en de daarmee samenhangende begrotingswijzigingen aan de
betreffende raadscommissie — iedere vergadercyclus via de TKN-lijst een overzicht
van deze voorgestelde begrotingswijzigingen aan de raadscommissie Financiën c.a.
doen laten toekomen.”
De leden van de gemeenteraad,
R.K. Torn
A.C. de Heer
F. Roosma
M.D. Shahsavari-Jansen
1
| Motie | 1 | discard |
eienz024500 N% Gemeente De raadscommissie voor MBO-agenda, Jongerenwerk, Sport en S E D
erk, Participatie : : : "
Recreatie, Economische Zaken, Sociale Zaken, Opvang, Gemeentelijk
en Inkomen X Amsterdam p g ents il
Vastgoed, Volwasseneneducatie, Democratisering
Voordracht voor de Commissie SED van o7 september 2022
Ter kennisneming
Portefeuille Sociale Zaken
Agendapunt 3
Datum besluit College van B&W 12 - 07 - 2022
Onderwerp
Moties boodschappendiensten en fietskoeriers
De commissie wordt gevraagd
1. Kennis te nemen van de raadsinformatiebrief betreffende de stand van zaken van de moties
boodschappendiensten (439) en fietskoerier coöperaties (4,40") van het lid IJmker
Wettelijke grondslag
Reglement van orde gemeenteraad en raadscommissies Amsterdam, Artikel 79 en 80.
Gemeentewet, Artikel 169:
het college en elk van zijn leden afzonderlijk zijn aan de raad verantwoording schuldig over het door
het college gevoerde bestuur (lid 2);
zij geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de uitoefening van zijn taak nodig heeft (lid 2);
zij geven de raad mondeling of schriftelijk de door een of meer leden gevraagde inlichtingen, tenzij
het verstrekken ervan in strijd is met het openbaar belang (lid 3).
Bestuurlijke achtergrond
e Aangenomen moties:
1. motie ‘boodschappen in 10 minuten thuis’ (4,40 dubbelaccent; 7 juli 2021)
2. motie inzake fietskoeriers coöperaties’ (439; 8 juli 2021)
e Vastgesteld voorbereidingsbesluit inzake flitskoeriers/bezorgdiensten/darkstores (26 jan 2022)
Reden bespreking
n.v.t. // Raadsinformatiebrief (incluis de twee moties als bijlagen) wordt ter kennisname aangeboden
aan de commissie.
Uitkomsten extern advies
n.v.t.
Geheimhouding
n.v.t.
Uitgenodigde andere raadscommissies
Gegenereerd: vl.17 1
VN2022-024809 _ $% Gemeente De raadscommissie voor MBO-agenda, Jongerenwerk, Sport en
Werk, Participatie 9 Amsterdam -
Recreatie, Economische Zaken, Sociale Zaken, Opvang, Gemeentelijk
en Inkomen %
Vastgoed, Volwasseneneducatie, Democratisering
Voordracht voor de Commissie SED van o7 september 2022
Ter kennisneming
n.v.t.
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
De volgende twee moties van het lid IJmker worden hiermee afgedaan.
1. motie ‘boodschappen in 10 minuten thuis’ (4,40 dubbelaccent; 7 juli 2021)
2. motie inzake fietskoeriers coöperaties’ (439; 8 juli 2021)
Welke stukken treft v aan?
AD2022-074133 439.21. Motie IJmker fietskoerier coöperaties. pdf (pdf)
440dubbelaccent.21.Motie IJmker VJN 2021 boodschappen in 20 minuten
AD2022-074134 ‚
thuis. pdf (pdf)
AD2022-074126 Commissie SED Voordracht (pdf)
AD2022-074132 Raadsinformatiebrief moties IJmker BW juli DEF getekend. pdf (pdf)
Ter Inzage
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Directie Werk // Arjan Ploegmakers // 06-51358758 {/ arjan. [email protected]
Gegenereerd: vl.17 2
| Voordracht | 2 | train |
> < Gemeente Raadsinformatiebrief
Amsterdam
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 8 maart 2022
Portefeuille(s) Openbare Ruimte en Groen
Portefeuillehouder(s): Jakob Wedemeijer
Behandeld door Ruimte en Duurzaamheid (bestuurszaken.RD @amsterdam.nl)
Onderwerp Kennisnemen van het 3° verdelingsvoorstel SHP Bovenwijks Groen.
Geachte leden van de gemeenteraad,
Amsterdam maakt een periode van flinke groei door. Sinds 2014 zijn er zo'n 55.000 huizen
bijgekomen, en de bevolking groeit in flink tempo door. Het college vindt het belangrijk dat het
groen in Amsterdam daarbij meegroeit. Voldoende groen is belangrijk zodat de natuur en
biodiversiteit in Amsterdam genoeg plek en ruimte krijgt, maar is ook belangrijk voor
Amsterdammers om een gezond en gelukkig leven te kunnen leiden.
Hoe Amsterdam de komende jaren met het groen wil omgaan, is vastgelegd in de Groenvisie.
Daarin is onder meer opgenomen dat Amsterdam radicaal wil gaan vergroenen. Eén van de
manieren waarop het college dat doet, is door grote uitgaven voor nieuw groen als investering in
de begroting op te nemen (via het zogenoemde Strategisch Huisvestingsplan (SHP) Bovenwijks
Groen). In de periode 2021-2025 is hiervoor 53,1 miljoen euro beschikbaar. Na de eerste twee
verdeelbesluiten van in totaal 37,7 miljoen, informeert het college v nu over het derde
verdeelbesluit over de resterende 15,3 miljoen.
Met dit besluit is er voor de genoemde projecten dekking en kan de voorbereiding van de
projecten en het kredietbesluit ter hand worden genomen.
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 8 maart 2022
Pagina 2 van8
Toedeling
De middelen van het derde verdeelbesluit worden aan de volgende projecten toegewezen:
t/m 2025
aanvraag
1000 dierwoningen
vogeleiland voor visdiefjes en rifballen
Kingpark en Amstelscheg
Toelichting keuze projecten
Inhoudelijke onderbouwing projecten
Door het toekennen van middelen aan de genoemde projecten kiest het college voor
investeringen in parken en ander groen die voortkomen uit de groei van de stad, of grenzen aan
ontwikkelbuurten. Op deze manier profiteert zowel de bestaande stad als de nieuwe stad. Met
deze keuze zet het college de lijn van het eerste bestedingsvoorstel voort.
Sportpark Kadoelen, uitbreiding
Herinrichting en uitbreiding sportpark Kadoelen
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 8 maart 2022
Pagina 3 van8
Kwaliteitsimpuls Nelson Mandelapark
Vanwege woningbouw aan de oost- en noordkant en aanleg tunnelpark Ag moeten (buiten de
betreffende GREX- en planlijnen) aansluitingen en routes worden verbeterd en is, door steeds
intensievere gebruik, kwaliteitsverbetering nodig door toevoeging groen, grondverbetering, etc.
Verbetering HGS, betere integratie met sportpark, toevoeging urban sports. Verbetering HGS,
beter integratie stadspark en sportpark, toevoeging voorzieningen, zoals pierenbadje en Urban
Sports.
Sportpark Sloten, herinrichting
Sportpark Sloten ligt prachtig ten midden in een groene omgeving van het puntje van het
Amsterdamse bos, de oeverlanden, met het Nieuwemeer, de Ringvaart, De polder de
Volkstuinenparken, parken en het Ag talud. Door deze perfecte ligging en het gebruik van het
gebied is er heel veel mogelijk op het gebied van de biodiversiteit. Het doel van de
herontwikkeling is om het sportpark te transformeren naar een vernieuwd, open, duurzaam en
transparant park dat een groter aanbod mensen uitnodigt om actief te sporten. Deelprojecten:
- Vervangen (verouderde) ondergrondse kabels en leidingen;
- Herinrichten openbare ruimte (sloten, watergangen, groenvoorzieningen en de wegen,
natuurvriendelijke oevers);
- Vergroenen en verduurzamen sportvelden en gebouwen. Denk aan sedum daken icm
zonnepanelen, geveltuinen, waterberging onder kunstgrasvelden wat ook de verkoeling op het
sportpark zal verbeteren.
Drijfeilanden Zeeburgereiland
Realiseren van met riet en moerasplanten begroeide drijvende eilanden. Daarmee de ecologische
verbinding over het Buiten-IJ aan te leggen. Dit door het habitat van doelsoorten (oa ringslang,
waterspits en otter) te realiseren. De drijvende eilanden zijn onderdeel van de ecologische
structuur van Amsterdam en de groene NNN- corridor Gooi-Waterland
Sciencepark
Het sciencepark wordt stedenbouwkundig verder ontwikkeld waarbij groen een belangrijk
onderdeel is. Met deze bijdrage wordt een natuur-inclusieve invulling gegeven: de aanleg van een
nieuwe ecologische zone en de integratie van landschappelijk groen zoals een bosplantsoen.
Bijlmer Sportpark, herinrichting
Het Bijlmer Sportpark wordt getransformeerd naar een open(baar) sportpark. Eén van de ambities
binnen deze transformatie is het vergroenen van het sportpark, zodat het sportpark beter
geïntegreerd wordt met de omringende openbare ruimte in het Nelson Mandelapark.
Bomenstructuur Buiksloterham
Grasweg, Papaverweg en Westelijke Ontsluiting zijn onderdeel van de Hoofdbomenstructuur
Buiksloterham. Extra middelen maken het verschil tussen jonge bomen en meer volgroeide
bomen.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 8 maart 2022
Pagina 4 van 8
Ontwikkelstrategie De Oeverlanden; realisatie 1000 dierwoningen
Onderdeel van de ontwikkelstrategie Oeverlanden zijn soortgerichte natuurmaatregelen.
Maatregelen ter verbetering van de natuurwaarden, biodiversiteit en de waterkwaliteit in De
Oeverlanden en van de Nieuwe Meer. Het gaat in dit geval om de realisatie van 1000 dierwoningen
(ringslanghopen, vleermuiskasten, ijsvogelwand etc). Om dat te bereiken wordt in 2022 gestart
met het opstellen van soortenmaatregelenkaart (per doelsoort concrete plaatsen aangeven -in
overleg/afstemming met terreineigenaren- waar de maatregelen kunnen worden getroffen),
daarna volgt een actieplan en een overzicht van alle locaties waar diervoorzieningen worden
getroffen (aard, aantal etc.). Daarna volgt realisatie. De voorbereidingen worden gedaan vanuit
het budget van de ontwikkelstrategie, voor de realisatie willen we aanspraak maken op
financiering vanuit het SHP Bovenwijkse Groenvoorzieningen.
Ontwikkelstrategie De Oeverlanden; realisatie vogeleiland voor visdiefjes en rifballen
Onderdeel van de ontwikkelstrategie Oeverlanden zijn maatregelen ter verbetering van de
natuurwaarden, biodiversiteit en de waterkwaliteit in De Oeverlanden en van de Nieuwe Meer.
Het gaat in dit geval om de realisatie van een vogeleiland voor visdiefjes, gekoppeld aan de
realisatie van rifballen die het eiland onder meer ook drijvende houden. Dit project wordt, in
principe, conform het voorbeeld van de Houthavens gerealiseerd in de Nieuwe Meer en dient ter
verbetering van de waterkwaliteit. Om dat te bereiken wordt in 2022 gestart met het opstellen van
soortenmaatregelenkaart (per doelsoort concrete plaatsen aangeven -in overleg/afstemming met
terreineigenaren- waar de maatregelen kunnen worden getroffen), daarna volgt een actieplan en
een overzicht van de locaties waar de eilandjes gerealiseerd kunnen worden. Hiervoor is
afstemming nodig met stakeholders waaronder ook hoogheemraadschap van Rijnland en VDOB
en is het noodzakelijk de vergunningverlening tijdig te regelen. Daarna volgt realisatie. De
voorbereidingen worden grotendeels gedaan vanuit het budget van de ontwikkelstrategie, voor de
realisatie willen we aanspraak maken op financiering vanuit het SHP Bovenwijkse
Groenvoorzieningen.
Spoorbermen Overamstel
Verbeteren ecologische- en recreatieve waarden van de groenzone op en langs het spoortalud na
de herontwikkeling van het Bajeskwartier, Kop Weespertrekvaart en realisatie onderdoorgang en
gelvidswand.
Groenboog
Groengedeelte ten noorden van de Azo tussen Nieuwe Leeuwardenweg en Durgerdammerdijk /
Schellingwoude. Realisatie voorstellen uit studie ruimtelijke verkenning groengebied tbv lokale
recreatie en verbeteren HGS.
Toekomstbestendig Erasmuspark
Het Erasmuspark wordt steeds populairder maar is voor een stadspark erg sober en heeft weinig
groenkwaliteit (weinig variatie). Het vormt een belangrijke schakel in de Hoofdgroenstructuur en
ecologische structuur voor westelijk Amsterdam. Er zijn kansen voor meer bomen en biodiversiteit
en een betere waternatuur. Meer kwaliteit en keuzes in haalbare gebruiksfuncties zijn nodig om
de grotere gebruiksdruk op te vangen. Het doel van het project is de uitvoering van het visie- en
uitvoeringsplan.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Brief | 8 | train |
VN2023-014459 G Raadscommissie voor Duurzaamheid, Circulaire Economie, Afval en
emeente ' !
Sums An % Reiniging, Voedsel en Dierenwelzijn DC
vurzaamheid N Amsterdam
Voordracht voor de Commissie DC van 06 juli 2023
Ter kennisneming
Portefeuille Duurzaamheid, Energietransitie en Circulaire Economie
Agendapunt 1
Datum besluit n.v.t.
Onderwerp
Beantwoording op het advies van stadsdeel Noord over het conceptadvies van B&W aan de
omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied (OD NZKG) over de vergunningaanvraag voor de
windturbines bij de Noorder IJ-plas
De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen van de nota van beantwoording op het advies van stadsdeel Noord over het
conceptadvies van B&W aan de omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied (OD NZKG) over de
vergunningaanvraag voor de windturbines bij de Noorder IJ-plas.
Wettelijke grondslag
Artikel 108 lid 1 Gemeentewet
De bevoegdheid tot regeling en bestuur inzake de huishouding van de gemeente wordt aan het
gemeentebestuur overgelaten.
Artikel 169 Gemeentewet
Lid 1 Het college en elk van zijn leden afzonderlijk zijn aan de raad verantwoording schuldig over het
door het college gevoerde bestuur.
Lid 2 Zij geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de vitoefening van zijn taak nodig heeft
Bestuurlijke achtergrond
Het college van burgemeester en wethouders vindt het belangrijk dat stadsdeel Noord betrokken
is bij de ontwikkeling van windturbines bij de Noorder IJ-plas. Het College van B&W is wettelijk
adviseur in de vergunningprocedure, maar vindt het belangrijk dat het betreffende stadsdeel Noord
en de gemeenteraad het college adviseren over de reactie van B&W aan de omgevingsdienst
Noordzeekanaalgebied. Om die reden heeft B&W op 7 april 2023 aan het dagelijks bestuur
van stadsdeel Noord verzocht advies uit te brengen over het conceptadvies van B&W aan de
omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied over de vergunningaanvraag voor de windturbines bij de
Noorder IJ-plas. Op 21 april 2023 is het advies van het db van stadsdeel Noord ontvangen.
Tijdens de collegevergadering op 9 mei 2023 is het definitief advies van B&W aan OD NZKG
vastgesteld. Hierin is ook het advies van SDN betrokken. (YN2023-011541).
Het advies van Noord is betrokken in het positieve advies van het college van B&W aan de
Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied over de vergunningaanvraag windturbines Noorder IJ-
plas.
Reden bespreking
Gegenereerd: vl.10 1
VN2023-014459 % Gemeente Raadscommissie voor Duurzaamheid, Circulaire Economie, Afval en
Ruimte en % Amsterdam Reiniai Voedsel Di lzii
Duurzaamheid % einiging, Voedsel en Dierenwelzijn
Voordracht voor de Commissie DC van 06 juli 2023
Ter kennisneming
n.v.t.
Uitkomsten extern advies
n.v.t.
Geheimhouding
n.v.t.
Uitgenodigde andere raadscommissies
n.v.t.
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
n.v.t.
Welke stukken treft v aan?
1. raadsinformatiebrief_nota_beantwoording_advies_sdnoord_noorder_IJ-
AD2023-04,9288
plas.pdf (pdf)
AD2023-049289 2. nota_van_beantwoording_advies_sdn_noorder_IJ-plas (oo2).pdf (pdf)
AD2023-045650 | Commissie DC Voordracht (pdf)
AD2023-050489 Definitief advies DB 20230420. pdf (pdf)
Ter Inzage
Registratienr. Naam
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Ruimte en Duurzaamheid, Pascal Hament, bestuurszaken.rd@® amsterdam.nl
Gegenereerd: vl.10 2
| Voordracht | 2 | train |
> Gemeente
Amsterdam
Motie
Datum raadsvergadering 8 november 2023
Ingekomen onder nummer 613
Status Aangenomen
Onderwerp Motie van de leden Norbruis, Noordzij, IJmker inzake start rapportage
drinkwater
Onderwerp
Start met rapportage drinkwater
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over de begroting en de discussie over behoefte van voldoende drinkwater -
nu en in de toekomst - en inzicht hierin,
Constaterende dat:
e De vraag naar drinkwater tot 2030 zeker zal stijgen, terwijl door klimaatverandering en
verontreiniging het aanbod ervan verder onder druk staat;
e Er volgens het RIVM in verschillende regio's in Nederland nu al tekorten zijn op piekmomenten
en zonder maatregelen in 2030 in heel Nederland tekorten ontstaan*;
e Er volgens het RIVM genoeg mogelijke oplossingen zijn om te voorkomen dat er een
structureel tekort aan drinkwater ontstaat mits maatregelen op korte termijn in gang gezet
worden;
e In Amsterdam de vraag naar drinkwater tot 2030 stijgt van 95 miljoen kuub naar ongeveer 107
miljoen kuub per jaar en de verwachting is dat dit stijgt naar 122 miljoen kuub per jaar in 2050;
e De gemeente samen met Waternet verscheidene onderzoeken uitvoert en maatregelen
neemt om de productie van drinkwater te vergroten;
e De gemeente en Waternet mensen en bedrijven stimuleert bewust en zuinig water te
gebruiken;
1 https://www.rivm.nl/nieuws/snel-actie-nodig-om-drinkwatertekort-in-2030-te-voorkomen
Gemeente Amsterdam Status Aangenomen
Pagina 2 van 1
e Ermomenteel nog geen standaard rapportage is waarin Amsterdammers op de hoogte
worden gehouden van de ontwikkelingen rondom productie van drinkwater.
Overwegende dat:
e Voldoende en schoon drinkwater zeer belangrijk is voor Amsterdammers en ook de
toekomstige generaties;
e Vanwege klimaatverandering dit nog belangrijker wordt in de toekomst;
e Eenjaarlijkse rapportage waarin inzicht wordt gegeven in de huidige productiecapaciteit,
ontwikkelingen en voortgang van drinkwater zeer belangrijk en informatief is;
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders
Eens per jaar een rapportage Drinkwater op te stellen waarin in ieder geval staat:
e Wat de huidige capaciteit van drinkwaterproductie is in Amsterdam;
e Watde verwachte drinkwatervraag is op de korte termijn (5 jaar vooruit) en lange termijn
(20 jaar termijn);
e Wat de lopende onderzoeken, initiatieven en investeringen zijn om de
drinkwaterproductie te vergroten en in te zetten op efficiënter drinkwatergebruik (door
huishoudelijk gebruik en de industrie).
Indiener(s),
K.F.O. Norbruis
G. Noordzij
E.C. IJmker
| Motie | 2 | discard |
X Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2013
Afdeling 1
Nummer 333
Publicatiedatum 5 juni 2013
Ingekomen op 30 mei 2013
Ingekomen in raadscommissie WPA
Te behandelen op 3/4 juli 2013
Onderwerp
Motie van het raadslid mevrouw Van der Pligt inzake de Kadernota 2014 (Arnhems
model als voorbeeld voor ontwikkelen Voorzieningenwijzer).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Kadernota 2014 (Gemeenteblad 2013, afd. 1, nr. 300);
Overwegende dat:
— de afgelopen maanden vele Amsterdammers werkloos zijn geworden of vanuit
de WW in de bijstand zijn beland en hun inkomen vaak fors is gedaald;
— daar bovenop volgens berekeningen van het Nibud minimahuishoudens met
kinderen er 5% in koopkracht op achteruit zullen gaan;
— de gemeente dit niet ongedaan kan maken want zij mag immers geen
inkomenspolitiek bedrijven. Maar de gemeente kan er wel alles aan kan doen om
minimahuishoudens wegwijs te maken in de regelingen en voorzieningen die er
voor hen zijn. Op die manier kan de gemeente ervoor zorgen dat alle mensen die
in aanmerking komen ook daadwerkelijk gebruik maken van de regelingen die er
zijn;
— de gemeente Arnhem in 2012 de zogenaamde Voorzieningenwijzer heeft
geïntroduceerd waarin alle regelingen en voorzieningen voor mensen met een
laag inkomen zijn opgenomen aan de hand van de rubrieken: wonen en leven,
sport, kunst, cultuur en educatie, vervoer, zorg en gezondheid en financiën;
— Arnhemse minima zo in een oogopslag kunnen zien voor welke kortingen of
andere ondersteunende regelingen ze in aanmerking komen en wat de regeling
inhoudt;
— de gemeente Amsterdam de Amsterdamse minima ook vele ondersteunende
regelingen te bieden heeft, maar minima in Amsterdam hiervoor verschillende
internetpagina's moeten bezoeken om een overzicht te krijgen terwijl in Arnhem
het bezoeken van www.arnhem.nl/voorzieningenwijzer voldoende is,
Draagt het college van burgemeester en wethouders op:
een dergelijke Voorzieningenwijzer analoog aan het voorbeeld van de Arnhemse
te ontwikkelen.
Het lid van de gemeenteraad,
M.M. van der Pligt
1
| Motie | 1 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2020
Afdeling 1
Nummer 170
Datum indiening 17 december 2019
Datum akkoord 31 januari 2020
Publicatiedatum 3 februari 2020
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Van Soest inzake het verdwijnen van
pinautomaten.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragenstelster:
Geldautomaten van banken en Geldmaat worden in de nacht per direct buitenwerking
gesteld tegen plofkraken. Tussen 23:00 en 7:00 uur staan de geldmachines uit
waardoor het voor plofkrakers moeilijker gemaakt wordt om tot een succesvolle kraak
te komen. De fractie van de Partij van de Ouderen heeft er begrip voor dat er naar
alternatieven wordt gezocht om het criminelen lastiger te maken maar vindt wel dat
ervoor gewaakt moet worden dat dit geen voorbode is voor het steeds verder
inperken van contant geld.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Van Soest, namens de fractie van de Partij van
de Ouderen, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van
Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en
wethouders gesteld:
1. Is het college bekend met het bericht ‘Geldautomaten voor ‘s nachts dicht wegens
plofkraken’ van De Telegraaf?!
Antwoord:
Ja, daar is het college mee bekend.
2. In hoeverre bent u als stadsbestuur betrokken geweest bij de beslissing om
geldautomaten van banken en Geldmaat per direct in de nacht buiten werking te
stellen? Graag een gedetailleerd antwoord.
Antwoord:
Het college is daar niet bij betrokken geweest. De banken en Geldmaat hebben
die beslissing na overleg met de minister van Justitie van Veiligheid en de
minister van Financiën genomen. Daarna is het college door de banken en
Geldmaat hierover geïnformeerd.
' https://www.telegraaf.nl/financieel/769675609/geldautomaten-voortaan-s-nachts-dicht-wegens-
plofkraken
1
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer A bruar 2020 Schriftelijke vragen, dinsdag 17 december 2019
3. Is het college het met de fractie van de Partij van de Ouderen eens dat het
nachtelijk buiten werking stellen van pinautomaten geen voorbode moet zijn van
de verdere uitholling van de pinmogelijkheden? Zo nee, waarom niet?
Antwoord:
Het college is ervan op de hoogte dat bepaalde doelgroepen, zoals ouderen, nog
altijd graag binnen een redelijke afstand van hun woning of winkelgebied geld
moeten kunnen pinnen. In sommige straten zitten geldautomaten van
verschillende banken op korte afstand van elkaar. De transitie van de
geldautomaten van de banken naar Geldmaat gaat daarom gepaard met een
efficiënte spreiding van de automaten.
4. Is het college het met de fractie van de Partij van de Ouderen eens dat veel
Amsterdammers en dan met name de oudere generatie, graag nog met contant
geld betalen en/of niet behendig zijn in het doen van digitale betalingen? Zo nee,
waarom niet?
Antwoord:
Zie antwoord op vraag 3.
5. Het verdwijnen van geldautomaten uit winkelstraten is een tendens die zich al
langer voordoet in onze stad en onwenselijk is. Kunt u daarom ook in overleg
treden met banken en Amsterdamse winkelstraten om te zorgen dat er inpandige
pinvoorzieningen komen, zodat cash geld onderdeel uit blijven maken van het
betalingssysteem? Zo nee, waarom niet?
Antwoord:
De gemeente is reeds in overleg met de banken en Geldmaat over de veiligheid
en beschikbaarheid van geldautomaten. Voor de banken en Geldmaat zijn de
beschikbaarheid en de veiligheid van geldautomaten twee belangrijke
uitgangspunten. Met Geldmaat is afgesproken zoveel mogelijk op zoek te gaan
naar alternatieve locaties voor gevelautomaten die zich in of dicht tegenover
woongevels bevinden. Voorbeelden van alternatieve locaties zijn inderdaad een
inpandige pinvoorziening, bijvoorbeeld in een supermarkt, of een gevelautomaat
in een gevel zonder bewoning.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris
2
| Schriftelijke Vraag | 2 | val |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Raadsadres
Onderwerp
Raadsadres van de heerdttRS van woensdag 27 oktober 2010 inzake niet
aanbesteden van het GVB.
Aan de gemeenteraad
Bijgaand aan de gemeenteraad gericht raadsadres zal op de raadsagenda van 17
november 2010 worden geplaatst met als wijze van afdoening:
in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afdoening
en een afschrift van het antwoord te zenden aan de leden van de Raadscommissie
voor Verkeer en Vervoer en Infrastructuur (inclusief NoordZuidlijn en Luchtkwaliteit).
VV — Wiebes
ZD 4189
BD 7297
DIVV —T. van Leeuwen
Í
| |
Van: Wigberstevenstmaittemiebestevens hat ij
Verzonden: woensdag 27 oktober 2010 21:30 |
Aan: Info gemeenteraad
Onderwerp: Het niet aan besteden van het gvb
Geachte voorzitter en raadsleden. |
Herinneren wij ons de velle strijd van ex raadslid Mw.Boerlage TEGEN het aan besteden naar |
de prlvatesector van het gvb,
Namelijk verschillende initieatieven in deze form van omgaan met dergelijke nutsbedrijven
zijn achteraf veel duurder geworden dan de bedoeling was/is maar ook nog in sommige |
gevallen hopenloos mislukt |
NIET aanbesteden dus !
|
|
|
|
|
Ì
)
Î
Bezoekadres Gemeente Amsterdam |
Stadhuis, Amstel 1 GS |
1011 PN Amsterdam
Postbus 202 " 5 Wethouder E.D, Wiebes |
1000 AE Amsterdam Portefeuille Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Noord/Zuidlijn en ICT Ì
www.amsterdam.nl rd |
Retouradres: B&W, Postbus 202, 1000 AE Amsterdam |
|
JOashite AMSTERDAM |
DIVV |
Datum 11 JAN 201 |
Onskenmerk _____2010009894 |
Behandeld door M. Garritsen
Telefoonnummer 020 — 556 5243 |
Faxnummer 020 — 556 5704 .
E-mail [email protected] |
É
Bijlage
F
F
Onderwerp Aanbesteding Openbaar Vervoer Amsterdam |
L
e=
Geachte heer GE |
In antwoord op uw mail van 27 oktober ji. waarin u aangeeft het OV niet aan te besteden, É
kunnen wij u het volgende mededelen, |
Î |
Op basis van Europese regelgeving bestaat een mogelijkheid in bepaalde gevallen het OV L
in grote steden niet aan te besteden maar onderhands te gunnen. í
Het huidige kabinet heeft in het regeerakkoord gesteld dat OV in de grote steden openbaar Ì
aanbesteed dient te worden. Daarnaast ligt het formele opdrachtgeverschap bij de |
Stadsregio Amsterdam. Amsterdam kan dus niet zelf kiezen voor al dan niet aanbesteden | |
van het OV, | |
!
' é
Wij hopen u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd, | |
í Î
Met vriendelijke groet, | |
| \ L
ON As m
Eric D. Wiebes | |
Wethouder Verkeer, Vervoer en Infrastructuur E_ |
í |
EL
ï $
Î !
5 É ij
5 Het stadhuis is bereikbaar per metro en tram (lijnen 9 en 14), halte Waterlooplein |
|
| Raadsadres | 3 | train |
D Gemeente Amsterdam K S B
% Raadscommissie voor Kunst en Cultuur, Lokale Media, Sport en Recreatie,
Bedrijven, Deelnemingen en Inkoop
% Agenda, donderdag 27 maart 2008
Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie
voor Kunst en Cultuur, Lokale Media, Sport en Recreatie, Bedrijven, Deelnemingen
en Inkoop
Tijd 13.30 tot 17.30 uur en zonodig vanaf 19.30 uur tot 22.30 uur
Locatie Rooszaal 0239, Stadhuis
Algemeen
1 Opening
2 Mededelingen
3 Vaststelling agenda
4 Vragenhalfuur publiek
5 Actualiteiten
6 Conceptverslag van de openbare vergadering
van de Raadscommissie KSB d.d. 6 maart 2008
e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier
doorgegeven, commissieKSB @raadsgriffie. amsterdam.nl
7 Openstaande toezeggingen
8 Termijnagenda
9 Rondvraag
Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de
vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn
slechts richtlijnen waaraan geen rechten zijn te ontlenen. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn.
Voor degenen die gebruik willen maken van het “vragenhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien verstande
dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda staat.
De agenda van de raadscommissie is ook te vinden via internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl.
Voor algemene informatie: info @raadsgriffie.amsterdam.nl
1
Gemeente Amsterdam K S B
Raadscommissie voor Kunst en Cultuur, Lokale Media, Sport en Recreatie, Bedrijven,
Deelnemingen en Inkoop
Agenda, donderdag 27 maart 2008
Deelnemingen en Inkoop
10 Bespreken NV Nuon: Toekomst aandeelhouderschap & strategie onderneming
Nr. BD2008-001310
e De gemeenteraad te het voorgenomen collegebesluit in zijn vergadering te bespreken
en zijn wensen en bedenkingen aan B&W ter kennis te brengen. (Gemeenteraad d.d.
2 april 2008)
e Bij de bespreking van dit agendapunt zullen aanwezig zijn: bestuursvoorzitter Nuon
en de voorzitter van de Expertgroep t.b.v. publieke aandeelhouders van
energiebedrijven (deze expertgroep is onlang door de minister Economische Zaken in
het leven heeft geroepen).
11 Brief GVB aan CBP inzake voorgenomen maatregelen OV-chipkaart Nr. BD2008-
001592
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e _Op verzoek van commissielid Ng (VVD) geagendeerd
e Was Tkn 1 in de raadscommissie van 6 maart 2008
e De leden van de Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur,
Dienstverlening, Volkshuisvesting en Monumenten zijn hierbij uitgenodigd
Sport en Recreatie
12 Nieuw hockeystadion Nr. BD2008-001593
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e _Op verzoek van commissielid Van der Pligt (SP) geagendeerd
e Was Tkn 3 in de raadscommissie van 6 maart 2008
Kunst en Cultuur
13 Advies Profijtbeginsel cie 27 maart Nr. BD2008-001641
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
Besloten Deel
2
| Agenda | 2 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
x% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 498
Publicatiedatum 15 juni 2016
Ingekomen onder Z
Ingekomen op donderdag 2 juni 2016
Behandeld op donderdag 2 juni 2016
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van de leden Flentge en Moorman inzake de adviesrapportage “Kan het
stedelijk toelatingsbeleid de integratie in het Amsterdamse basisonderwijs
bevorderen?” van de Adviesraad Diversiteit (nieuwe woonwijken hand in hand met
nieuwe scholen).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de adviesrapportage “Kan het stedelijk toelatingsbeleid
de integratie in het Amsterdamse basisonderwijs bevorderen?” van de Adviesraad
Diversiteit (Gemeenteblad afd. 1, nr. 475).
Constaterende dat
— de gemeenteraad sterk hecht aan de wens om diversiteit op Amsterdamse
basisscholen te bevorderen;
— in Amsterdam veel nieuwe woonwijken (zullen) worden gebouwd, met nieuwe
scholen;
— in 2007 op IJburg is gebleken dat de volgorde van opleveren van woningen uit
diverse prijssegmenten (koop/sociaal) het onbedoelde bijeffect sorteert van
segregatie op scholen.
Overwegende dat
— de fracties van SP en Pvd het belangrijk vinden om kansarme en kansrijke
kinderen van diverse sociale achtergronden uit één wijk samen naar school te
laten gaan, zodat zij elkaar ontmoeten in de klas en elkaar goed leren kennen op
het schoolplein;
— scholen in een nieuwe wijk een natuurlijke aanwas kennen van ‘wie eerst komt,
eerst maalt bij het nieuwe schooljaar’;
— Uitvoerders in de planning van een nieuwbouwwijk, evenals makelaars en
wooncorporaties, rekening kunnen houden met het gedifferentieerd opleveren
en/of aanbieden van woningen uit diverse prijssegmenten, zodat de natuurlijke
aanwas van leerlingen op genoemde scholen een sociaal representatieve
doorsnede is van alle (toekomstige) bewoners in de wijk.
1
Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteraad
Nummer 498 Moti
Datum _ 15 juni 2016 otie
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
in het belang van de diversiteit op scholen te komen tot een nadere afstemming
tussen verschillende portefeuillehouders, met als doel een plan op te stellen waarin
het aanleggen van nieuwe woonwijken en het stichten van nieuwe scholen hand in
hand gaan en waarin rekening wordt gehouden met het in fasen opleveren en/of
aanbieden van woningen uit diverse prijssegmenten.
De leden van de gemeenteraad
E.A. Flentge
M. Moorman
2
| Motie | 2 | test |
De voorzitter van de Stadsdeelraad Zuidoost roept de leden van de Stadsdeelraad op tot bijwoning
van de Begrotingsvergadering op dinsdag 30 november 2009 van 14.00 — 17.00 uur en van
20.15 — 23.00 uur in het stadsdeelkantoor om te beraadslagen en te besluiten over de hieronder
vermelde punten.
Amsterdam Zuidoost, 25 november 2009
De voorzitter van de Stadsdeelraad
N.B. De stukken liggen ter inzage in de leeszaal, en voor publiek bij het Informatiecentrum
Amsterdam Zuidoost en in de openbare bibliotheek.
Voorafgaand aan het avondgedeelte van de vergadering zal politiecommissaris A. Smit op uitnodiging
van de raad van 19.15 — 20.15 uur aanwezig zijn om nadere informatie te verstrekken mbt de
recente geweldplegingen en schietincidenten in Zuidoost.
1. Opening en Mededelingen
1a. Vaststelling van de agenda
2. Ingekomen stukken
Voordrachten uit categorie A: BESPREEKPUNTEN
3. Evaluatie van en aansluiting bij Antwoord
SDR101130 Bz/56
In uw bezit 4. Prioriteiten in Jeugdbeleid in Amsterdam Zuidoost
(onderzoeksrapport ‘Wat beweegt de jeugd”)
SDR101130 Jb/57
In uw bezit B. Begroting 2011
SDR101130 Fin/58
Preadvisering moties/amendementen (nazending)
korte discussie + stermnming
Programma's: moties en amendementen:
1. Dienstverlening 61, 68, 147
2. Openbare Orde en Veiligheid 54, 62, 70,71, 72, 126
3. Verkeer en Infrastructuur 76, 77, 100, 137
1
4, Werk, Inkomen en Economie 50, 51, 52, 63, 83, 101, 102, 133, 142,
143, 144
5. Onderwijs en Jeugd 56, 58, 59, 82, 84, 91, 92, 135, 148
6. Welzijn en Zorg 64, 85 t/m 90, 93 t/m 96, 123, 128,
129
7. Sport en Recreatie 97, 98, 99, 103, 104, 105, 125, 149,
154
8. Cultuur en Monumenten 55, 57, 60, 65, 106, 107, 109, 121,
132, 134, 141
9, Openbare Ruimte en Groen 78, 79, 80, 110, 111, 112, 127, 131,
134, 150
10. Milieu en Water 69, 113 t/m 117, 122,
11. Stedelijke Ontwikkeling 81, 118, 136, 138, 146, 151, 152
12. Bestuur en Ondersteuning 53, 73, 74, 75, 119, 120, 124, 130,
153
6. Vaststellen tarieventabellen 2011 66, 67, 140, 145
SDR101130 Fin/59
2
| Agenda | 2 | train |
> < Gemeente Raadsinformatiebrief
Amsterdam
Aan: De leden van de Raadscommissie Stadsontwikkeling
Datum 4 april 2023
Portefeuille(s) Masterplan Zuidoost
Portefeuillehouder(s): Marjolein Moorman
Behandeld door Directie Bestuurs- en Managementadvisering
Onderwerp Voortgang 2022 Masterplan Zuidoost
Geachte leden van de Raadscommissie Stadsontwikkeling,
Kinderen in Zuidoost hebben net zoveel kansen als kinderen uit andere delen van de stad. Met die
doelstelling ging het twintigjarige programma van het Masterplan Zuidoost in 2021 van start.
Bijgaand ontvangt v de Voortgangsbrief 2022. Daarin is te lezen dat er ontzettend veel gebeurt,
maar ook dat het realiseren van structurele veranderingen vraagt om een lange adem. Het
Masterplan is goed op de rit, maar tegelijkertijd ook pas net begonnen aan een twintig-jaar-
durende reis. Dat maakt ons zowel tevreden als ongeduldig.
De manier waarop het programmateam van het Masterplan bewoners weet te bereiken en te
betrekken legt een onmisbaar fundament onder het Masterplan. Wij hopen dat met het
vertrouwen in het Masterplan, het vertrouwen van de bewoners van Zuidoost ook kan gaan
groeien. En dat door groeiend vertrouwen meer bewoners, maatschappelijke organisaties en
ondernemers zich aan willen sluiten en mee doen.
Dat vraagt wat van ons. Namelijk om echt te luisteren. Bereid te zijn om anders te werken,
wanneer nieuwe perspectieven daarom vragen. Dat klinkt misschien simpel, maar dat is het niet.
Het Masterplan brengt verschillende werelden bij elkaar. De systeemwereld moet beter aansluiten
op de leefwereld, lezen we in de Voortgangsbrief.
Bij diverse werkbezoeken aan Zuidoost die wij — vaak samen — in het kader van het Masterplan
hebben afgelegd, zagen wij wat daarmee bedoeld wordt. Bijvoorbeeld bij ons bezoek aan de
locatie van de hotspotaanpak G-Buurt Noord. Daar spraken wij met het uitvoeringsteam Aanpak
Schuldenvrije Buurt. Instituties zoals de gemeente worden veelal gewantrouwd door bewoners en
daardoor gemeden. Om toch in gesprek te komen met bewoners gaan deze medewerkers samen
met een medewerker van het Rode Kruis op pad. Dat blijkt een goede manier om achter de
voordeur te kunnen komen en te achterhalen waar bewoners mee worstelen. Hier komen
schrijnende gevallen aan het licht, waar wij als overheid een verplichting hebben om bewoners te
helpen en weer perspectief te geven. Wij hebben veel respect voor de professionals die hier
dagelijks hun uiterste best voor doen.
De cirkelaanpak die onder ambitie 1 is ontwikkeld neemt de behoefte van bewoners als
vertrekpunt. Het programmateam vormt een schakel om die behoeften te inventariseren en te
agenderen bij de instanties en organisaties die aangesloten zijn op het Masterplan. Daar merken
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 4 april 2023
Pagina 2 van 3
we wat van. Zo wijzen de ouders van het Ouderpanel ons op de grote opgaven op de scholen in
Zuidoost. Zij zijn terecht kritisch. Tegelijkertijd zien wij leraren die zich dag in dag uit keihard
inzetten om hun leerlingen te laten floreren. Het geeft soms een onmachtig gevoel dat
oplossingen niet sneller en eenvoudiger te realiseren zijn. Maar juist ook daarom geeft het
Masterplan hoop. Want we zullen buiten de gebaande paden moeten kijken naar de
mogelijkheden die we hebben door als Alliantiepartners de handen ineen te slaan. En goed
moeten aansluiten op de oplossingen die bewoners zelf aandragen.
De Voortgangsbrief spreekt van ongemak. Dat gevoel herkennen wij. Systeemverandering vraagt
om het steeds bewegen uit de comfort zone. Dat is niet altijd prettig en leidt soms tot schurende
gesprekken. Juist door de positionering, op enige afstand van de instituties , legt het
programmateam van het Masterplan voortdurend de vinger op de zere plek. Wijst ons erop als het
nog niet goed genoeg gaat en dat een aanpak pas werkt als bewoners er iets mee kunnen. Deze
bestuursperiode zetten wij ons in om daar stappen in te maken. Dat vraagt wat van het college, de
raad en van onze organisatie.
In het Coalitieakkoord 2022-2026 zijn middelen beschikbaar gesteld en voeren wij het gesprek in
deze Raadscommissie Stadsontwikkeling. Er zijn ‘Gebiedswethouders' voor de integrale
aanpakken. De burgemeester zet zich als voorzitter van de Allianties actief in voor het Masterplan
Zuidoost en het Nationaal Programma Samen Nieuw-West. Ook in de ambtelijke organisatie zijn
het afgelopen jaar keuzes gemaakt om de inzet op het Masterplan te verstevigen. Zo is er
integrale gebiedssturing vanuit het gemeentelijk managementteam; zijn er integrale en
multidisciplinaire teams die opgavegericht werken; en werken we aan het beter richten van
gemeentelijke middelen op Zuidoost, Nieuw-West en Noord (ongelijk investeren). De
stadsdeelorganisatie neemt het voortouw met nieuwe manieren om verbinding te maken met
bewoners en wordt daarin ondersteund door het programmateam van het Masterplan. Dit is een
andere manier van werken die tijd en aandacht vraagt, zodat deze goed bestendigd wordt in de
organisatie.
De Alliantie werkt met vereende krachten aan het maken van een verschil voor de mensen in
Zuidoost. Omdat elke organisatie zo verschillend is, vraagt de samenwerking om een open en
onderzoekende houding. Daarin zijn we nog steeds aan het ontdekken, maar de gesprekken
hierover en de gezamenlijke activiteiten die zijn opgestart, leveren veel op. Ook dat is te lezen in
de Voortgangsbrief.
Zuidoost behoort net als Nieuw-West tot de twintig focusgebieden waarvoor het Rijk een
Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid heeft gestart voor de duur van 20 jaar. Een
lange adem is nodig om daadwerkelijk blijvende verbeteringen in deze gebieden met gestapelde
problematiek te realiseren. Het Rijk is daarmee een belangrijke samenwerkingspartner voor de
ambities van het Masterplan en neemt deel aan de Alliantie. Door nauwe bestuurlijke en
ambtelijke samenwerking komen kansen en knelpunten sneller aan het licht en kunnen de
gebieden van elkaar leren. Rijksmiddelen voor dit Nationale Programma stellen ons in staat om
ambities dichterbij te brengen.
Zo'n korte twee jaar na de start van het Masterplan zijn we goed op weg, maar de reis is nog lang.
Komend jaar zetten we in op het doorzetten en verstevigen van de aanpak. Onderdeel daarvan is
het beter verbinden van de cirkelaanpak met onze eigen inzet. Zodat we leren van bewoners en
hun meningen en behoeften nog beter meenemen in alles wat we doen.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 4 april 2023
Pagina 3 van 3
Uiteindelijk gaat het om de bewoners van Zuidoost. Het Masterplan helpt ons om samen met hen
en de andere Alliantiepartners stappen te zetten richting een veiliger en leefbaarder Zuidoost,
waar kinderen gelijke kansen hebben, kunnen spelen en opgroeien en hun talenten kunnen
ontwikkelen.
De voortgangsbrief geeft een beeld van de weg die tot nu toe is afgelegd. We gaan daarover graag
in gesprek met uw raadscommissie.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam en
namens het dagelijks bestuur van Amsterdam Zuidoost,
Ke a uart
_—— \ len | )
Marjolein Moorman Tanja Jadnanansing
Wethouder Masterplan Zuidoost Voorzitter dagelijks bestuur stadsdeel Zuidoost
Bijlage
Voortgangsbrief 2022 Masterplan Zuidoost
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Brief | 3 | train |
> < Gemeente Raadsinformatiebrief
Amsterdam
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 1-9-2022
Portefeuille(s) Armoede en Schuldhulpverlening (23)
Portefeuillehouder(s): Marjolein Moorman
Behandeld door Directie Inkomen, [email protected]
Onderwerp Stand van zaken aanpak energiearmoede en uitbreiding energietoeslag
Geachte leden van de gemeenteraad,
In deze raadsinformatiebrief informeren wij u over de stand van zaken van de Amsterdamse
aanpak van energiearmoede Belangrijkste onderdelen van de aanpak zijn het uitkeren van de
eenmalige energietoeslag voor huishoudens met een laag inkomen en de vangnetregeling voor
huishoudens die in de problemen dreigen te raken als gevolg van gestegen energielasten. Nu het
kabinet vlak voor het reces heeft aangekondigd de energietoeslag te verhogen, wordt het bedrag
van de energietoeslag verhoogd van € 800 naar € 1.300. Bij de vitbetaling van de extra € 5oo zal
geen vermogenstoets worden toegepast. Zo worden huishoudens die een kleine buffer hebben
opgebouwd voor noodzakelijke vitgaven of als spaarpotje voor de oude dag ook ondersteund in
deze tijden van uitzonderlijk hoge energielasten.
1 Stand van zaken uitkeren energietoeslag
Met de energietoeslag compenseren gemeenten een gedeelte van de gestegen energiekosten in
2022 voor huishoudens met een laag inkomen. Na de militaire inval van Rusland in Oekraïne en de
verdere toename van energieprijzen als gevolg hiervan, heeft het Rijk eerder besloten om het
richtbedrag van de toeslag te verhogen van €200 naar €800. In Amsterdam is naar schatting
inmiddels ongeveer 90% van de doelgroep die in aanmerking komt voor de energietoeslag
bereikt. In vergelijking met andere gemeenten (waaronder de Gu) heeft het college in Amsterdam
fors ingezet op ambtshalve toekenning, waardoor een grote meerderheid van de huishoudens de
toeslag automatisch op hun rekening heeft gekregen. Voor minimahuishoudens die niet in beeld
zijn bijde gemeente1 is een aanvraagproces ingericht.
Inmiddels heeft ongeveer 90% van de Amsterdamse minimahuishoudens de toeslag ontvangen.
De stand van zaken ten aanzien van het uitkeren van de energietoeslag is als volgt:
* Dit zijn huishoudens die geen gemeentelijke vitkering ontvangen en ook geen gebruik maken van
gemeentelijke minimaregelingen.
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 1 september 2022
Pagina 2 van 5
-_Indeeerste helft van dit jaar is de energietoeslag van € 800 uitbetaald aan ruim 75.000 bij de
gemeente bekende minimahuishoudens. Zij hebben de toeslag veelal? automatisch
ontvangen.
-___Minima die nog geen beroep doen op een gemeentelijke uitkering zoals de bijstand of
minimaregelingen zoals de Stadspas zijn niet bekend bij de gemeente en moeten zelf een
aanvraag doen. Inmiddels hebben ongeveer 79.000 huishoudens de toeslag ontvangen, en
zijn er nog ruim 8.700 aanvragen in behandeling.
Verhoging energietoeslag tot € 1.300
In het debat over de Voorjaarsnota op 5 juli jl. heeft het kabinet aangekondigd het richtbedrag van
de eenmalige energietoeslag nogmaals te verhogen, van 800 euro naar 1.300 euro. Gemeenten
mogen bij deze extra betaling wederom aansluiten bij de doelgroep van het eigen minimabeleid.
Amsterdamse minima zullen het extra bedrag van € 5oo in december 2022 op hun rekening
ontvangen. Hiermee sluit Amsterdam aan bij de wens van het Rijk om de toeslag nog in het
kalenderjaar 2022 uit te keren. Minimahuishoudens hebben de toeslag nog dit jaar hard nodig om
hun maandbedrag en/ of eindafrekening mee te betalen. Voor 2023 komt het Rijk met een pakket
landelijke koopkrachtmaatregelen ter compensatie van de hoge energieprijzen en de algemene
inflatie.
Door het bedrag van € 5oo uit te keren in de laatste maand van het jaar ontstaat bovendien een
zeker mate van spreiding van de drie betalingen over het jaar: € 200 in maart, € 600 in juni en € 500
in december. Dit draagt eraan bij dat mensen de energietoeslag nog op hun rekening hebben
staan als de eindafrekening van de energierekening op de mat valt.
Geen vermogenstoets bij de extra betaling van € 500
Bij de uitbetaling van de eerste € 800 energietoeslag is een lichte vermogenstoets toegepast.
Huishoudens met een laag inkomen en een vermogen boven de € 6.295 (alleenstaande) of €
12.590 (gezin)? komen hierdoor niet in aanmerking. Gemeenten hebben flink moeten lobbyen
voor voldoende middelen voor de uitvoering van de energietoeslag en daarom is er in eerste
instantie gekozen om te focussen op de doelgroep die de ondersteuning het hardste nodig heeft:
huishoudens met een laag inkomen én een laag vermogen. Bovendien is op deze manier
aangesloten op de voorwaarden van het Amsterdamse minimabeleid. Dat maakte het mogelijk
een grote groep Amsterdammers snel te bereiken. Bovendien kunnen aan Amsterdammers die de
energietoeslag aanvragen ook meteen andere minimaregelingen zoals de stadspas worden
toegekend. Zo neemt het bereik van de Amsterdamse minimavoorzieningen toe en worden
huishoudens breder ondersteund dan alleen met een compensatie voor toegenomen
energiekosten.
Tegelijkertijd zien we dat er steeds meer mensen in de problemen komen en willen we mensen die
een kleine buffer hebben opgebouwd voor noodzakelijke vitgaven of als spaarpotje voor de oude
dag niet benadelen. Het college is daarom voornemens om bij de extra uitkering van € 5oo de
2 Bij ongeveer 20.000 huishoudens was geen recent rekeningnummer bekend en is gevraagd om hun IBAN door te
geven of een oud IBAN te verifiëren, zodat de energietoeslag ook aan hen kan worden uitbetaald.
3 Dit is de vermogensgrens die geldt voor de Participatiewet en de minimaregelingen.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 1 september 2022
Pagina 3 van 5
vermogenstoets te laten vervallen. Zo worden huishoudens met een laag inkomen die een (in veel
gevallen beperkte) buffer hebben ook tegemoet gekomen in deze tijden van uitzonderlijk hoge
energielasten.
Vangnetregeling
Voor huishoudens die (met of zonder energietoeslag) in de problemen komen door hoge
energielasten is een vangnetregeling ingericht. Dit vangnet bestaat vit sociale incasso door de
energieleverancier, budget- en energiebesparingsadvies en een jaar-betaalplan, bijvoorbeeld een
schuldenrustlening of het verstrekken van individuele bijzondere bijstand.* Het vangnet is
gekoppeld aan de vroegsignalering. Huishoudens met beginnende betalingsproblemen worden
bezocht door een buurtteammedewerker die een maatwerkoplossing zoekt.
Om te voorkomen dat veel mensen vooruitlopend op de automatische betaling van de
energietoeslag een beroep op het vangnet zouden doen is de communicatie eerst gericht op
financiële specialisten en intermediairs. De Amsterdammer die problemen heeft met het betalen
van de energierekening wordt verwezen naar het Buurtteam Amsterdam waar de professional kan
beoordelen of de individuele bijzondere bijstand uitkomst biedt. Ook verloopt de communicatie
over het vangnet via professionals zoals bewindvoerders, budgetbeheerders en intermediairs zoals
FBNA.
Financiële onderbouwing energietoeslag en vangnetregeling
Voor de energietoeslag wordt via de mei- en de septembercirculaire van het gemeentefonds in
totaal € 120 miljoen beschikbaar gesteld door het Rijk. De verwachte kosten bedragen € 7o miljoen
voor de uitkering van de € 800 en € 41,5 miljoen voor de € zoo uitkering. Daarnaast is € 1,1 miljoen
begroot voor de vangnetregeling en € 1,7 miljoen voor uitvoeringskosten. De totale prognose in
2022 komt daarmee uit op € 118,1 miljoen.
Het resterend saldo van naar verwachting € 1,9 mln. wordt aangewend als een reservering voor de
uitvoering van de vangnetregeling in het jaar 2023. De verwachting is dat de energieprijzen
langere tijd hoog zullen blijven, waardoor ook komend jaar deze ondersteuning noodzakelijk zal
blijven, terwijl hier (vooralsnog) geen extra Rijksmiddelen voor beschikbaar worden gesteld.
Bovendien worden in het kader van deze vangnetregeling in 2022 verplichtingen aangegaan in de
vorm van het toekennen van individuele bijzondere bijstand die doorlopen in 2023.
4 Zie ook: Raadsinformatiebrief (2 mei 2022) Voortgang aanpak energiearmoede.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 1 september 2022
Pagina 4 van 5
Aangepast budget (verwachte)
in min. € uitgaven in min. €
Budget uitkeren € 800 energietoeslag 73
Budget uitkeren aanvullende € 5oo energietoeslag 47
Totaal budget 120
Kosten € 800 energietoeslag 70
Kosten € 500 energietoeslag 45,3
Kosten vangnetregeling 2022 1,1
Uitvoeringskosten (toeslag en vangnet) 1,7
Reservering vangnet 2023 1,9
Totaal geraamde kosten en reservering 120
Aandacht voor de financiële positie van studenten
Voor de uitvoering heeft het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) in
afstemming met de VNG een landelijke richtlijn opgesteld, om ervoor te zorgen dat “de eenmalige
energietoeslag door gemeenten zoveel mogelijk uniform wordt uitgevoerd, ook gezien de
landelijke aard van de huidige energieproblematiek”.5 Ten aanzien van studenten is de richtlijn om
hen uit te sluiten van de energietoeslag, omdat hun woonsituatie zeer divers is, ook voor wat
betreft de energiekosten en -rekening. Het ministerie van SZW geeft hierbij aan dat een
categoriaal verstrekte energietoeslag voor deze groep minder geschikt is en individuele bijzondere
bijstand meer voor de hand ligt. Ook hebben gemeenten van het Rijk geen budget ontvangen voor
het verstrekken van de energietoeslag aan studenten.
Bovendien zal het verstrekken van de energietoeslag aan alle uitwonende studenten in de stad een
zeer groot beslag leggen op de capaciteit van de gemeentelijke vitvoeringsorganisatie. In
Amsterdam wonen circa 45.000 uitwonende studenten? (Lokale Monitor Studentenhuisvesting
Amsterdam 2022). De gemeentelijke uitvoeringsorganisatie is er niet op toegerust als een groot
deel van hen een aanvraag doet. Wel begrijpt het college de vraag van veel studenten. Ook zij
worden geconfronteerd met hoge energielasten. Daarom hebben G4 en de VNG de positie van
studenten onder de aandacht gebracht bij het ministerie van SZW, onder andere rond het
Kamerdebat over de energietoeslag op 29 juni 2022 en recent naar aanleiding van een uitspraak
van de rechtbank Gelderland op 5 augustus die in een individuele casus van een Nijmeegse student
heeft geoordeeld dat er sprake was van onrechtmatige uitsluiting.
Omdat het voor steden waar veel studenten wonen niet uitvoerbaar is om hen allemaal
energietoeslag te verstrekken, dringt de G4 erop aan dat at het Rijk met een oplossing moet
komen voor deze groep. Een logische vorm daarvoor is een regeling die wordt belegd bij een
> De Landelijke richtlijn eenmalige energietoeslag lage inkomens is als bijlage opgenomen in de
Handreiking eenmalige energietoeslag (Stimulansz, 15 maart 2022).
$ Een gedeelte van deze groep kan ook om andere redenen geen aanspraak doen op de energietoeslag,
bijvoorbeeld omdat hun inkomen te hoog is, omdat zij een beroep kunnen doen op de draagkracht van
hun ouders, of omdat zij op een adres wonen waar iemand anders de energierekening betaalt.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 1 september 2022
Pagina 5 van 5
landelijke vitvoeringsorganisatie die studenten al in beeld heeft, zoals de Dienst Uitvoering
Onderwijs (DUO).
Daarnaast kunnen studenten als zij in de problemen dreigen te raken door stijgende energiekosten
een beroep doen op de vangnetregeling. In lijn met motie 268.22 van het lid Khan (DENK) c.s.
monitort het college waar Amsterdammers die geen recht hebben op energietoeslag in de
problemen komen. Indien nodig breidt het college de vangnetregeling voor hen uit.
Tot slot
Met de vitkering van de energietoeslag van € 1.300 wordt aan een groot aantal Amsterdamse
huishoudens verlichting geboden in moeilijke tijden. De situatie blijft echter onzeker en
ontwikkelingen volgen elkaar in hoog tempo op. Dit geldt ook voor de kaders die door het Rijk
worden meegegeven. Hierdoor is het noodzakelijk om de vinger aan de pols te blijven houden en
ook in de komende periode waar nodig plannen bij te stellen en te herijken.
Wij verwachten u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
Af
Marjolein Moorman
Wethouder Armoedebestrijding
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Brief | 5 | train |
Utrecht, 9 februari 2023
Geacht raadslid, beste fractie,
Op 24 februari is het een jaar geleden dat de Russische president Poetin zijn “speciale militaire
operatie” in Oekraïne startte. Sinds die dag zijn ongebreideld militair geweld tegen burgerdoelen,
grootschalige vernietiging van woningen, bedrijven en infrastructuur en onzinnig verlies van
mensenlevens er aan de orde van de dag.
Onder bizarre omstandigheden proberen uw Oekraïense collega’s, democratisch gekozen
volksvertegenwoordigers in gemeente- en districtsraden, hun werk te doen. Het is van enorm belang
dat zij zich daarbij gesteund weten door hun Nederlandse collega’s, ook nu de oorlogsellende die zij
dagelijks ervaren bij ons niet (meer) dagelijks het nieuws haalt.
Door in de week van 24 februari tijdens een bijeenkomst van uw raad stil te staan bij de meer dan
7.100 doden en meer dan 11.500 gewonden onder de Oekraïense burgerbevolking? het geweld van
de Russische agressor te veroordelen en uw solidariteit met Oekraïne (nogmaals) uit te spreken geeft
u dit belangrijke signaal af.
Indien gewenst kunt u hiervoor gebruik maken van bijgevoegde concept-motie (bijlage I).
Meer doen
Misschien wilt u als gemeente({raad) meer doen? Dan brengen wij graag het POSIV-project onder uw
aandacht. Dit project is ontstaan uit een initiatief van de gemeente Utrecht en Ro3kvit? en richt zich
op het versterken van lokale overheden in Oekraïne, met het oog op de wederopbouw opgave
waarvoor zij zich gesteld zien.
Het POSIV-project is er voor grote (100.000+) gemeenten en komt erop neer dat een deelnemende
gemeente (minimaal) twee Oekraïense ambtenaren een jaar lang in dienst neemt. Gedurende deze
periode werken de ambtenaren deels (50%) aan lokale projecten om zo kennis en ervaring op te
doen. Deze kennis en ervaring zetten zij het andere deel van hun tijd in voor projecten in Oekraïne.
Ro3kvit coördineert deze inzet.
In het najaar van 2022 zijn alle (grote) gemeenten geïnformeerd over het project en een aantal
gemeenten (Utrecht, Enschede, Arnhem, Amersfoort, Eindhoven) zijn er inmiddels concreet mee aan
de slag. Andere gemeenten hebben voor een eigen aanpak gekozen. Aansluiten is echter nog steeds
mogelijk.
1 Bron: Office of the High Commissioner for Human Rights (OHCHR) - Verenigde Naties
https://www.ohchr.org/en/news/2023/01/ukraine-civilian-casualty-update-30-january-2023
2 Ro3kvit is een samenwerkingsverband van Oekraïense en internationale stedenbouwkundigen.
Zie ook https://ro3kvit.com/ en het item van Op1 over het werk van Ro3kvit (3 februari 2023).
In bijlage Il treft u een samenvatting uit de project-brief aan die naar de 100.000+ gemeenten is
verstuurd (er is op dit moment (nog) geen website beschikbaar) en een concept-motie waarmee u
uw college kunt oproepen deel te nemen, dan wel deelname te onderzoeken.
Meer informatie vind u ook in dit artikel over het POSIV-project, wat verscheen op de website van
Eurocities: https://eurocities.eu/latest/in-utrecht-sowing-the-seeds-of-ukraines-future/
Uw betrokkenheid blijft nodig
Voor welke vorm van betrokkenheid u ook kiest; het is en blijft belangrijk dat ook de lokale politiek,
als meest nabije volksvertegenwoordiging zich blijft uitspreken. Tégen de Russische agressie en vóór
solidariteit met Oekraïne. Voor het recht op vrede, veiligheid en zelfbeschikking van miljoenen
Oekraïners die nu al een jaar gebukt gaan onder de terreur van dood en verderf.
Bij voorbaat dank daarvoor.
Met vriendelijke groet,
Paul van Liempd Fulco Treffers
Kwartiermaker POSIV-project Ro3kvit: Urban coalition for Ukraine
info@ posiv-project.nl
Bijlagen
Bijlage |I: Concept-motie: aanhoudende steun en solidariteit Oekraïne
Bijlage II: Samenvatting POSIV-projectbrief en concept-motie (onderzoek) deelname
Bijlage |: Concept-motie aanhoudende steun en solidariteit Oekraïne
De gemeenteraad van [plaatsnaam], in vergadering bijeen op [datum],
Constaterende dat:
-__ Het op 24 februari 2023 een jaar geleden is dat President Poetin van de Russische Federatie
een -in zijn woorden- “speciale militaire operatie” begon in en tegen Oekraïne.
-___Door Russische militaire agressie tot nu toe meer dan 7.100 doden en meer dan 11.500
gewonden onder de Oekraïense burgerbevolking te betreuren zijn.
Van mening zijnde dat:
- Onze raad actief uiting moet blijven geven van steun aan, en solidariteit met de Oekraïense
bevolking voor zolang als dat nodig is.
Spreekt uit dat:
-__ De Russische agressie onverminderd wordt veroordeeld.
-__ Onze raad onverminderd steun uitspreekt aan Oekraïne en zijn bevolking, de
onafhankelijkheid, soevereiniteit en territoriale integriteit van Oekraïne binnen zijn
internationaal erkende grenzen, evenals het inherente recht van Oekraïne op zelfverdediging
tegen de Russische aanvallen.
En verzoekt het college van Burgemeester & Wethouders:
a) In zijn handelen actief uiting te geven aan voornoemde mening en uitspraak van de raad.
b) Initiatieven die steun aan, en solidariteit met Oekraïne en de Oekraïense bevolking
bevorderen te (blijven) ondersteunen.
En gaat over tot de orde van de dag
(Plaatsnaam, datum,] het lid van de raad,
[Naam, (fractie)]
[Naam, (fractie)]
[Naam, (fractie)]
Bijlage II: Samenvatting POSIV-projectbrief en concept-motie (onderzoek) deelname
Samenvatting POSIV-projectbrief
Doel POSIV-project:
Het duurzaam versterken van lokale overheden in Oekraïne en daarmee creëren van een bestuurlijke
basis voor succesvolle wederopbouw in Oekraïne.
Dit doen we door:
Oekraïense topambtenaren een tijdelijk dienstverband (in eerste instantie voor 1 jaar) aan te bieden
bij de grotere Nederlandse gemeenten. Gedurende dit dienstverband zijn zij 50% van hun tijd bezig
met wederopbouwprojecten in Oekraïne en 50% van hun tijd bezig met lokale projecten in de
gemeente waar zij hun dienstverband hebben.
Hierdoor delen we Nederlandse kennis en ervaring en maken die direct toepasbaar in Oekraïne door
de inzet van mensen die de lokale taal en cultuur kennen.
Dit doen we nu omdat:
op dit moment dat de “grote stroom” aan wederopbouwprojecten nog op gang moet komen.
Hiermee stellen we lokale Oekraïense overheden in staat om toekomstige projecten succesvol te
laten landen en managen.
Wat biedt het POSIV-project:
- Ondersteuning (via Ro3kvit) bij het plaatsen van kandidaten in Nederland en Oekraïne.
- Ondersteuning bij alle praktische zaken bij het in dienst nemen van de Oekraïense ambtenaren.
- Een actieve uitwisseling van ervaringen en best-practices bij deelnemende gemeenten.
- Het in gezamenlijkheid zoeken naar aanvullende financiën, ivm continuïteit van het project.
- Het via Ro3kvit onderhouden en verdiepen van een netwerk tbv ondersteuning aan de deelnemers.
Wat vraagt het POSIV-project:
- Een onbaatzuchtige houding van de deelnemende gemeente: dit is hulpverlening en kost geld.
- Beschikbaarheid van begeleiding voor de Oekraïense collega's.
- Eigen financiering van het dienstverband van de Oekraïense ambtenaar.
Waarom als gemeente deelnemen:
- Je wil vanuit eigen kracht een concrete bijdrage leveren aan de wederopbouw in Oekraïne.
- Je wil zelf de regie houden; lokaal organiseren, inrichten en beslissen.
Meer informatie:
Op dit moment is er geen eigen website van het POSIV-project. Alle informatie over het project staat
in de projectbrief, bij deelname is er direct contact. De actie is vooral lokaal.
Meer informatie over Ro3kvit vind je op de website https://ro3kvit.com/
Meer informatie over POSIV vind je op
e _https://www.binnenlandsbestuur.nl/carriere/utrecht-stelt-oekraiense-ambtenaren-aan-voor-
wederopbouw
e _https://www.gld.nl/nieuws/7767371/arnhem-neemt-oekrainers-in-dienst-voor-wederopbouw-
in-eigen-land
e _https://eurocities.eu/latest/in-utrecht-sowing-the-seeds-of-ukraines-future/
Concept-motie (onderzoek naar) deelname POSIV-project
De gemeenteraad van [plaatsnaam], in vergadering bijeen op [datum],
Constaterende dat:
- Dat naar aanleiding van een initiatief van de gemeente Utrecht en Ro3kvit (een
samenwerkingsverband van Oekraïense en internationale stedenbouwkundigen) het POSIV-
project is gestart.
-__ Dit project beoogd om lokale overheden in het door oorlog getroffen Oekraïne duurzaam te
versterken zodat een bestuurlijke basis voor succesvolle wederopbouw ontstaat.
-__ Nederlandse 100.000+ gemeenten zijn uitgenodigd om aan dit project deel te nemen.
- Een aantal gemeenten intussen deze stap genomen heeft.
Overwegende dat:
-__ [Gemeente] via de werkwijze die gehanteerd wordt in het POSIV-project op eigenstandige
wijze en in een bijdrage zou kunnen leveren aan de wederopbouw in Oekraïne.
Van mening zijnde dat:
- De doelstelling van het POSIV-project door onze raad onderschreven wordt
-__De werkwijze in het POSIV-project onze gemeente voldoende vrijheid lijkt te bieden / biedt*
om op een passende wijze invulling te geven aan hetgeen er binnen het project van een
deelnemende gemeente gevraagd wordt
-__Onze raad in principe / indien nodig* bereid is om financiële middelen voor deelname vrij te
maken
Verzoekt het college van Burgemeester en Wethouders:
a) Te onderzoeken of deelname aan het POSIV-project voor onze gemeente een passende manier is
om bij te dragen aan de wederopbouwopgave in Oekraïne.
b) De raad op korte termijn over de uitkomsten van dit onderzoek te rapporteren en
c) Op basis de uitkomsten van het onderzoek een voorstel aan de raad voor te leggen
oF
a) Als gemeente [gemeentenaam] deel te gaan nemen aan het POSIV-project
b) Indien hiervoor aanvullende middelen nodig zijn hiertoe een voorstel aan de raad voor te leggen.
En gaat over tot de orde van de dag
(Plaatsnaam, datum,] het lid van de raad,
[Naam, (fractie)]
[Naam, (fractie)]
“verwijderen wat in van toepassing is in combinatie met keuze dictum (wel of geen onderzoek)
| Raadsadres | 5 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
x% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 148
Publicatiedatum 17 februari 2016
Ingekomen onder AA
Ingekomen op woensdag 10 februari 2016
Behandeld op woensdag 10 februari 2016
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van de leden Vink, Torn en Boldewijn inzake het variantenonderzoek
met betrekking tot de uitbreiding van het Amsterdams metronetwerk
(toekomstig metrostation Sixhaven).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over het variantenonderzoek met betrekking tot de uitbreiding
van het Amsterdams metronetwerk (Gemeenteblad afd. 1, nr. 7).
Constaterende dat:
— volgens de huidige planning in 2017 de Noord/Zuidlijn (NZlijn) gaat rijden;
— deze nieuwe metro het gebied nabij de Sixhaven passeert;
— nabij de Sixhaven de ruimtelijke dynamiek groot is en daar vele nieuwe
woongebouwen, hotels en andere grootschalige voorzieningen binnen enkele
jaren gereedkomen;
— bij de aanleg van de NZlijn rekening is gehouden met een mogelijk metrostation
Sixhaven.
Overwegende dat:
— dit deel van de noordelijke IJ-oevers grote aantallen bezoekers aantrekt vanuit
stad, metropoolregio en ver daarbuiten, en dat dit aantal nog fors zal toenemen;
— de verschillende voorzieningen, woningbouw en gebiedsontwikkeling van dit deel
van de noordelijke IJ-oevers aan gebiedskwaliteit winnen bij uitstekende OV-
bereikbaarheid;
— de aanleg van het metrostation Sixhaven voor een dergelijke bereikbaarheid kan
zorgen (zeker voor reizigers met relatief grotere reisafstanden) en daarmee een
alternatief kan bieden dat ook op termijn het aantal auto's en touringcars naar dit
gebied beperkt houdt.
Voorts overwegende dat:
— risico's op vertraging van de ingebruikname van de NZlijn moeten worden
voorkomen;
— kosten van een nieuw metrostation zo laag mogelijk moeten worden gehouden;
— de dynamiek en bijbehorende verkeersdrukte in dit gebied nabij de Sixhaven zo
groot is dat dit metrostation een belangrijke bijdrage kan leveren, maar dat er
waarschijnlijk meer voorzieningen nodig zijn voor langzaam verkeer (fietsers en
voetgangers) en dat het college daarop studeert onder de noemer ‘Sprong over
het IJ;
1
Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteraad
Nummer 148 Moti
Datum 17 februari 2016 otie
— het nogte vroeg is voor het nemen van een definitief besluit;
— voor een definitief besluit niet alleen de ruimtelijke, stedenbouwkundige en
vervoerskundige, maar ook de financiële consequenties expliciet in beeld moeten
worden gebracht.
Spreekt uit:
dat de aanleg van het metrostation Sixhaven wenselijk lijkt.
Draagt het college van burgemeester en wethouders op:
— _een ontwerp te maken voor een zo sober mogelijk metrostation Sixhaven c.q. een
expliciete ‘soberheidscheck' te doen op de in het Variantenonderzoek in beeld
gebrachte kosten (en baten) voor dit station;
— in dat ontwerp c.q. bij die check aandacht te besteden aan een westelijke en
oostelijke ingang van het station en aantakking op de omgeving (Overhoeks e.o,
respectievelijk IJplein/Meeuwenlaan);
— voorbereidingen te treffen om snel na ingebruikname van de Noord/Zuidlijn
de aanleg van het metrostation ter hand te kunnen nemen;
— een definitief besluit, inclusief de financiering, over het metrostation uiterlijk begin
2017 aan de raad voor te leggen, als onderdeel van de afweging naar de meest
zinvolle investering voor de bereikbaarheid van (dit deel van) Noord en het besluit
over mogelijke extra verbindingen in het kader van ‘Sprong over het IJ'.
De leden van de gemeenteraad
B.L. Vink
RK. Torn
H.B. Boldewijn
2
| Motie | 2 | discard |
502395 X Gemeente Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening en Grond en Ontwikkeling RO
Duurzaamheid N Amsterdam
Voordracht voor de Commissie RO van 06 december 2023
Ter kennisneming
Portefeuille Ruimtelijke Ordening
Agendapunt 9
Datum besluit Nvt.
Onderwerp
Kennisnemen van de raadsinformatiebrief over de afdoening van de toezegging over een tender van
een gestapeld bedrijfsgebouw TA2023-000783
De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen van de raadsinformatiebrief over de afdoening van de toezegging de
Raadscommissieleden te informeren over een tender van een gestapeld bedrijfsgebouw.
Wettelijke grondslag
Gemeentewet Artikel 169 van de Gemeentewet
Raadsadres: artikel 55, lid 3 Reglement van orde gemeenteraad en raadscommissies Amsterdam
Bestuurlijke achtergrond
Op 5 juli 2023 is het bestemmingsplan Klaprozenbuurt behandeld in de commissie RO.
Op een vraag van meerdere commissieleden heeft de wethouder van Dantzig toegezegd de
raadscommissieleden nader te informeren over een tender van een gestapeld bedrijfsgebouw.
Deze tender ging overigens over een gestapeld bedrijfsgebouw in de Buiksloterham, en niet in de
Klaprozenbuurt.
De stukken voor de tender gestapeld bedrijfsgebouw Buiksloterham zijn nog niet gereed en kunnen
daarom nog niet worden gedeeld. Bovendien kunnen deze niet worden gedeeld voor publicatie
op Tenderned. Zo wordt deze openbare aanbesteding niet gefrustreerd door het eerder openbaar
maken van informatie. Indien gewenst wordt de commissie geïnformeerd als de tender gestapeld
bedrijfsgebouw Buiksloterham wordt gepubliceerd. Ter voorbereiding op de tender is een studie
‘Mise en Place! uitgevoerd, deze wordt bij deze met de raad gedeeld (zie bijlage 1).
Reden bespreking
Nvt.
Uitkomsten extern advies
Nvt.
Geheimhouding
Nvt.
Uitgenodigde andere raadscommissies
Gegenereerd: vl.12 1
VN2023-023925 % Gemeente Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening en Grond en Ontwikkeling
Ruimte en % Amsterdam
Duurzaamheid %
Voordracht voor de Commissie RO van 06 december 2023
Ter kennisneming
Nvt.
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
Ja, toezegging TA2023-000783
Welke stukken treft v aan?
AD2023-086783 1. Onderzoek gestapeld bedrijfsgebouw. pdf (pdf)
2. Raadsinformatiebrief - afdoening toezegging tender gestapeld
AD2023-086784 …
bedrijfsgebouw: pdf (pdf)
AD2023-082846 Commissie RO Voordracht (pdf)
Ter Inzage
Registratienr. Naam
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Bas van Rossum; Projectmanagementbureau; 06-53630571, [email protected]
Gegenereerd: vl.12 2
| Voordracht | 2 | train |
> Gemeente
Amsterdam
Motie
Datum raadsvergadering 16 maart 2023
Ingekomen onder nummer 106
Status Ingetrokken
Onderwerp Motie van de leden Von Gerhardt en Broersen inzake transformeer leeg-
staande kantoren naar studentenwoningen
Onderwerp
Transformeer leegstaande kantoren naar studentenwoningen
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over Kennisnemen van de raadsinformatiebrief over het Landelijke Actieplan
Studentenhuisvesting
Overwegende dat,
-_Amsterdam een groot tekort heeft aan betaalbare studentenhuisvesting en dit tekort de
komende jaren toeneemt;
-_ In het convenant Studentenhuisvesting 2019-2022 was afgesproken 9.500 studentenwo-
ningen bij te bouwen maar deze doelstelling bij lange na niet is gehaald;
-_Erop dit moment onvoldoende plancapaciteit is om de tekorten aan studentenwoningen
terug te dringen;
-_ Leegstaande kantoren transformeren naar studentenwoningen kan helpen om deze te-
korten terug te dringen;
-_Transformatie plaats moet vinden volgens de 40-40-20 regeling maar er vitzonderingsmo-
gelijkheden zijn waarna transformatie plaats mag vinden volgens 0-100-0;
-__ Deze uitzonderingsmogelijkheden helpen bij de kans van slagen van het omzetten van
kantoren naar woningen;
-__ Het toevoegen van andere uitzonderingsmogelijkheden deze kans van slagen verder kan
vergroten.
Gemeente Amsterdam Status Ingetrokken
Pagina 2 van 2
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders
-__Het mogelijk te maken om leegstaande kantoren voor 100% te kunnen transformeren
naar studenten en jongerenwoningen;
-_ Actief in gesprek te gaan met eigenaren van leegstaande kantoren over deze mogelijk-
heid.
-_ Tevens te onderzoeken voor welke andere doelgroep deze vitzonderingsmogelijkheid een
uitkomst kan bieden zoals bijvoorbeeld maatschappelijke beroepen of ouderenwoningen.
Indiener(s),
M.S. von Gerhardt
J. Broersen
| Motie | 2 | discard |
ME en Agenda vergadering Stadsdeelcommissie
x Nieuw-West Plein 40-45, nr. 1
x 8 juni 2021
Start om 19.30 uur
Vergadering Stadsdeelcommissie
Digitaal
Voorzitter SDC: Mohamed Alkaduhimi
Secretaris SDC: Ilse Plasmeijer
1. Opening
2. Actualiteiten rondom Corona
3. Mededeling
4. Vaststelling besluitenlijst SDC van 25 mei 2021
5. Ingekomen stukkenlijst
6. Insprekers
7. Mondelinge vragen
8. Adviesaanvraag Investeringsnota Lodewijk van Deysselbuurt
g. Adviesaanvraag Nota van Uitgangspunten Transformatie Burgemeester
Röellstraat
10. Presentatie vernieuwing plein 40'4,5
11. Sluiting
Mocht u willen inspreken dan kunt u zich tot maandag 12.00 vur aanmelden via
[email protected]
Dit is een conceptagenda. De agenda kan wijzigen. De meest actuele versie kunt u vinden
op: https://nieuw-west.notubiz.nl/
| Agenda | 1 | discard |
WIJKRAAD
ZUID — WEST AMSTERDAM
[email protected]
RAADADRES
Leden van de Raad
Gemeente Amsterdam
Amstel 1
te Dezent
Amsterdam, 22 augustus 2023
Betreft: behoud lengte buslijn 62
Geachte Raadsleden,
Wijkraad Zuid West Amsterdam vertegenwoordigt 23 bewonersorganisaties in Amsterdam
Zuid - West. Langs deze weg vragen wij u om aandacht voor de schade welke de mogelijke
inkorting van buslijn 62 kan veroorzaken. Wijkraad Zuid - West Amsterdam verzoekt u om
buslijn 62 in haar huidige situatie en lengte voort te zetten.
Hieronder volgen 10 argumenten die kunnen worden gebruikt om het behoud van de huidige
lengte van deze buslijn te rechtvaardigen:
1. Toegankelijkheid: Buslijn 62 biedt een belangrijke vorm van openbaar vervoer voor de
bewoners van Zuid West Amsterdam. Het behoud van de huidige lengte zorgt ervoor dat
mensen gemakkelijk toegang hebben tot verschillende delen van de stad.
2. Verbinding: De buslijn verbindt verschillende wijken en buurten in Zuid West Amsterdam
met elkaar. Het behoud van de huidige lengte zorgt ervoor dat mensen snel en efficiënt
kunnen reizen tussen deze gebieden.
3. Mobiliteit: Het behoud van de huidige lengte van buslijn 62 draagt bij aan de mobiliteit van
de bewoners. Het stelt hen in staat om gemakkelijk naar werk, school, winkels en andere
belangrijke bestemmingen te reizen.
4, Alternatief voor auto's: Door een goed functionerend openbaar vervoerssysteem te
behouden, wordt het gebruik van auto's verminderd. Dit draagt bij aan het verminderen van
verkeerscongestie en luchtvervuiling in de stad.
5. Inclusiviteit: Een goed openbaar vervoerssysteem is essentieel voor een inclusieve
samenleving. Het behoud van de huidige lengte van buslijn 62 zorgt ervoor dat mensen met
verschillende achtergronden en inkomensniveaus toegang hebben tot essentiële
voorzieningen en kansen.
6. Milieuvriendelijkheid: Het openbaar vervoer is over het algemeen milieuvriendelijker
dan individueel autogebruik. Door de huidige lengte van buslijn 62 te behouden, wordt de
CO2-uitstoot verminderd en draagt het bij aan duurzaamheid.
7. Efficiëntie: Het behoud van de huidige lengte van de buslijn zorgt voor een efficiëntere
doorstroming van het verkeer. Het voorkomt dat passagiers moeten overstappen op andere
lijnen, wat tijd en moeite bespaart.
8. Economische impact: Een goed openbaar vervoerssysteem heeft een positieve
economische impact op een stad. Het behoud van de huidige lengte van buslijn 62 zorgt
ervoor dat mensen gemakkelijk naar winkels, restaurants en andere bedrijven kunnen reizen,
wat de lokale economie stimuleert.
9, Toerisme: Buslijn 62 kan ook een belangrijke rol spelen in het toerisme van Amsterdam.
Het behoud van de huidige lengte maakt het voor toeristen gemakkelijker om verschillende
bezienswaardigheden en attracties in de stad te verkennen.
10. Gezondheid en welzijn: Een goed openbaar vervoerssysteem draagt bij aan de
gezondheid en het welzijn van de bewoners. Het behoud van de huidige lengte van buslijn 62
zorgt ervoor dat mensen gemakkelijk toegang hebben tot recreatiegebieden, parken en andere
groene ruimtes.
Wij danken u bij voorbaat van harte voor uw medewerking.
Het bestuur van Wijkraad Zuid — West, namens deze,
Met vriendelijke groet,
Rabbijn Simon Bornstein, voorzitter
[email protected]
| Raadsadres | 2 | train |
x Gemeente Amsterdam R
% Gemeenteraad
Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2018
Afdeling 1
Nummer 942
Publicatiedatum 17 oktober 2018
Ingekomen onder AO
Ingekomen op woensdag 10 oktober 2018
Behandeld op woensdag 10 oktober 2018
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van de leden N.T. Bakker, Kat, Bloemberg-lssa, Ceder en Van Soest inzake
de uitbreidingsplannen van RAI Amsterdam met betrekking tot hal vijf van het RAI-
complex
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over actualiteit van het lid N.T. Bakker inzake de uitbreidings-
plannen van RAI Amsterdam met betrekking tot hal vijf en de momenteel door
de bewoners van de Wielingenstraat ervaren overlast bij grote evenementen
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 831).
Constaterende dat:
— RAI Amsterdam te kennen heeft gegeven hal vijf gelegen aan de kant van de
Wielingenstraat met 30 meter te willen verlengen, zodat hal vijf er 4.000 m2 aan
oppervlakte bij krijgt;
— In het persbericht over deze plannen wel concreet wordt gesproken over het laten
afnemen van de bezoekersstromen in de Wielingenstraat, maar niet concreet
wordt gesproken over het laten afnemen van verkeersstromen als vrachtverkeer,
bestelbussen en taxi's.
Overwegende dat:
— Bewoners van de Wielingenstraat bij grote evenementen in de RAI behoorlijk veel
last ervaren van de stroom aan vrachtverkeer, bestelbussen en taxi's;
— Adequate maatregelen tot dusver uitblijven, ondanks dat bewoners van de
Wielingenbuurt en de Stichting Overleg RAI buurten (stOR) de diverse vormen
van overlast hebben aangekaart bij betrokken partijen;
— De ervaren overlast in de Wielingenstraat, de uitbreiding van hal vijf en de
herinrichting van de 'Wielingenstrook' (het plaatsen van een groenstrook) vragen
om een integrale aanpak;
— De gemeente Amsterdam het voortouw kan nemen in het organiseren van
overleg met omwonenden en het treffen van maatregelen.
1
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteraad
Nummer 942 Motie
Datum 17 oktober 2018
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
1. In samenspraak tussen de buurtbewoners en betrokken partijen een integraal
plan op te stellen dat maatregelen treft om op korte termijn de overlast voor de
bewoners van de Wielingenstraat sterk te verminderen. Integraal betekent in deze
dat de overlast, de uitbreiding van hal vijf en de herinrichting van de
Wielingenstrook in hun samenhang worden bezien:
2. Eroptoete zien dat de RAI in haar plannen om hal vijf uit te breiden helder
communiceert met omwonenden en zowel in de uitvoerende als voorbereidende
fase van het project overleg met omwonenden te organiseren.
De leden van de gemeenteraad
N.T. Bakker
H. Kat
J.F. Bloemberg-lssa
D.G.M. Ceder
W. van Soest
2
| Motie | 2 | discard |
> < Gemeente Bezoekadres
Amstel
Amsterdam mate:
1011 PN Amsterdam
> < Postbus 202
1000 AE Amsterdam
Telefoon 14 020
amsterdam.nl
Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam
| | II IJ | Ii |
*Z0070o0oe2Fro955
Datum 15 februari 2022
Ons kenmerk V&OR/UIT/20220084,66
Behandeld door T..B. ten Brink, V&OR - Kennis en Kaders, 06-10972709, t.j.b.ten.brink
@amsterdam.nl
Onderwerp Afhandeling motie 2021-854 inzake gelijkstelling parkeervergunningen
bedrijventerreinen Overamstel, Schinkel en Sloterdijk
Geachte leden van de raad,
Op 23 december 2021 heeft u met motie 2021-854 verzocht om de norm voor
bedrijfsparkeervergunningen in de bedrijventerreinen Overamstel en Schinkel te verruimen.
Daarbij heeft v ook gevraagd om na te gaan of het nodig is om het vergunningenplafond in deze
gebieden te verhogen om te voorkomen dat hier als gevolg van de verruiming een wachtlijst voor
parkeervergunningen ontstaat. In deze motie wordt als belangrijke motivatie voor deze
verruiming genoemd dat de bedrijven in deze gebieden meer tijd nodig hebben om zich voor te
bereiden op het instellen van een regulier parkeertarief in deze gebieden.
Uitvoering van de motie
Het college heeft deze motie uitgevoerd door het Uitwerkingsbesluit parkeerverordening
Amsterdam per 1 maart aan te passen. Hierbij zijn de volgende wijzigingen doorgevoerd:
-_De norm voor bedrijfsvergunningen in de vergunninggebieden Oost-14 en 15
(bedrijventerrein Overamstel) is verhoogd van 1 per 5 FTE naar 1 per 2,5 FTE
-_De norm voor bedrijfsvergunningen in de vergunninggebied Zuid-1 (bedrijventerrein
Schinkel) is verhoogd van 1 per 4 FTE naar 1 per 2,5 FTE
-_ Het vergunningenplafond in vergunninggebied Zuid-1 is verhoogd van 491 naar 650.
Bij de verhoging van het vergunningenplafond in Zuid-1 is een ruime marge aangehouden, naar
verwachting zal het aantal actieve vergunningen ook met de nieuwe norm voor
bedrijfsvergunningen onder de 600 blijven. In de vergunninggebieden Oost-14 en 15 is voldoende
ruimte onder het bestaande vergunningenplafond om de verwachte extra aangevraagde
Een routebeschrijving vindt v op www.amsterdam.nl.
Gemeente Amsterdam Datum 15 februari 2022
Ons kenmerk
V&OR/UIT/2022008466
Pagina 2 van 2
parkeervergunningen te verlenen. In deze gebieden is een verhoging van het vergunningenplafond
niet nodig.
Deze aanpassing is een tijdelijke situatie
Deze aanpassing is bedoeld om de bedrijven die gevestigd zijn in deze gebieden meer tijd te geven
om hun bedrijfsvoering aan te passen aan de reguliere parkeertarieven. De verruiming van de
norm voor bedrijfsvergunningen is daarom in principe tijdelijk. Bij de voorstellen voor de
harmonisatie van de parkeerregelgeving - gepland voor 2022 - wordt ook een voorstel uitgewerkt
voor het harmoniseren van de normen voor parkeervergunningen op bedrijventerreinen binnen de
Ring A1o en worden criteria opgesteld die gehanteerd worden om te bepalen of een aangepaste
norm voor bedrijfsvergunningen in een specifiek gebied (nog) passend is. Bij aanpassingen van de
normen voor bedrijfsvergunningen wordt een overgangsregeling ingesteld.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam,
Egbert J. de Vries
Wethouder Verkeer en Vervoer, Water en Luchtkwaliteit
| Motie | 2 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
x Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2019
Afdeling 1
Nummer 1777
Datum indiening 29 augustus 2019
Datum akkoord 16 oktober 2019
Publicatiedatum 16 oktober 2019
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid A.L. Bakker inzake het voornemen van
het college om alle bomen aan de Rozengracht om te hakken.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragenstelster:
Opnieuw komt het college met een rigoureus plan om alle bomen in een straat te
kappen. Dit keer gaat het om de Rozengracht. In een bewonersbrief’ staat dat
mogelijk alle 33 bomen in de straat worden gekapt voor een herinrichting. Enkele
weken geleden werden bewoners in Oost al verbluft door de voorgenomen kap van
alle bomen in de Eerste van Swindenstraat. Al eerder moesten Amsterdammers
toezien hoe alle bomen in de Frederik Hendrikstraat verdwenen.
De fractie van de Partij voor de Dieren vindt dat bomen bescherming verdienen en
niet achteloos gekapt moeten worden. Bij herinrichtingen zou het uitgangspunt niet
moeten zijn om bij voorbaat al alle bomen te willen kappen, maar om zoveel mogelijk
bomen te behouden.
Gezien het vorenstaande heeft het lid A.L. Bakker, namens de fractie van de Partij
voor de Dieren, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van
Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en
wethouders gesteld:
1. Klopt de informatie in de bewonersbrief’?
Antwoord:
Ja. De bewonersbrief is opgesteld nadat B&W 11 juni 2019 de concept Nota van
Uitgangspunten had vrijgegeven voor inspraak. Het gemeentebestuur stelt na de
inspraak (26 augustus tot 7 oktober) de Nota van Beantwoording vast met daarin
een reactie op alle ingediende inspraakreacties. In dezelfde periode wordt tevens
een meningspeiling uitgevoerd naar de meest gevoelige onderwerpen in het
project, te weten ‘parkeren’ en ‘bomen’. Deze meningspeiling is bedoeld om naast
de reguliere inspraak meer mensen te betrekken. ledereen mag de peiling
invullen. Ten slotte zal ook het stadsdeel Centrum een advies uitbrengen. De
resultaten van inspraak, meningspeiling en stadsdeeladvies leiden eventueel tot
aanpassingen aan de concept Nota van Uitgangspunten, die vervolgens ter
vaststelling wordt voorgelegd aan de Raad.
1
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer Tober 2019 Schriftelijke vragen, donderdag 29 augustus 2019
De inspraakperiode is uitdrukkelijk bedoeld om alle betrokkenen op de hoogte te
stellen van het voornemen van het college van B&W en hen de gelegenheid te
bieden om te reageren op de plannen. De kap van mogelijk alle bomen aan de
Rozengracht is daarin uiteraard een belangrijk discussiepunt. Hieronder zal ik
nader toelichten waarom het college alles overwegende heeft ingestemd met een
voorkeursontwerp waarin de meeste bestaande bomen waarschijnlijk niet kunnen
blijven.
2. Waarom moeten mogelijk alle bomen gekapt worden voor de herinrichting?
Antwoord:
De Rozengracht heeft de huidige inrichting sinds de jaren 80 van de vorige eeuw.
In die tijd werd heel anders tegen mobiliteit en openbare ruimte aangekeken. De
auto had toen een zeer dominante plek. Het is in Z'n totaliteit ook veel drukker
geworden. Op de Rozengracht zijn de afgelopen jaren meerdere (dodelijke)
ongelukken gebeurd. Auto's laden en lossen op de rijbaan. Fietsers moeten
hierdoor uitwijken, auto’s gaan de trambaan op, de tram moet wachten om daarna
weer extra snelheid te maken. Auto's rijden hard. Op de trottoirs is weinig ruimte
om te lopen; er staan terrasjes en vuilnis, fietsen en scooters worden her en der
geplaatst. De veiligheid van de straat en de situatie op de stoep gaan bewoners
en ondernemers van de Rozengracht en omgeving al jaren aan het hart.
Over verbetering van de straat wordt al sinds 2015 gepraat. Er zijn plannen
gemaakt, besproken en weer gesneuveld, omdat niet aan alle wensen kan
worden voldaan. De ruimte is nu eenmaal beperkt, gezien de vele functies die
gefaciliteerd moeten worden. Tot nog toe is er geen plan geweest dat kon
rekenen op voldoende draagvlak in de buurt, bij het stadsbestuur en in de
gemeenteraad.
De Rozengracht is onderdeel van ‘de Oranje Loper’. In dat programma wordt de
Nieuwezijds Voorburgwal vernieuwt en tevens de straten en 9 vaste bruggen op
het traject van Dam tot Mercatorplein. Het streven is om de noodzakelijke
vervanging van de bruggen te combineren met het vernieuwen van de straten.
Daarmee kan de overlast voor de omgeving zoveel mogelijk worden beperkt.
Vooral de ondernemers uit deze straten hebben hierop aangedrongen in diverse
overleggen. Voor de Rozengracht betekent dit dat er in 2021 zowel een
voorkeursbesluit als uitvoerings- en kredietbesluit genomen moeten zijn.
Met de nieuwe inrichting - die nu in de inspraak ligt — wil het college de
verkeersveiligheid van de straat verbeteren, fietsers en trams vlotter door laten
rijden en de openbare ruimte aangenamer maken. Om deze doelen te kunnen
realiseren heeft het college een voorstel gedaan. In het voorkeursontwerp is een
vrij liggende trambaan voorzien en gaat de maximumsnelheid voor auto’s omlaag
naar 30 km/uur. Tussen de rijbaan en het trottoir voorziet het voorkeursontwerp in
een strook met 37 bomen (nu 33), laag groen, laad- en losplekken,
parkeerplaatsen voor fietsen en scooters, ondergrondse afvalcontainers en ruimte
voor de huidige terrasjes die nu vaak langs de gevel óp het trottoir staan. In het
voorkeursontwerp is het zo dat (de meeste van) de huidige bomen zeer
waarschijnlijk niet kunnen blijven staan. De bomen die zullen worden terugplaatst
zijn echter van een aanzienlijk formaat, zoals eerder ook is gebeurd bij
bijvoorbeeld de Hermitage en het Rokin.
2
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam
Neng br Gemeenteblad R
Datum 16 oktober 2019 Schriftelijke vragen, donderdag 29 augustus 2019
Welke bomen daadwerkelijk gekapt moeten worden is op dit moment nog niet
precies te zeggen. Om dat beter te kunnen beoordelen is de Bomen Effect
Analyse (die normaal pas in een later stadium van het project wordt uitgevoerd)
in de tijd naar voren gehaald. Met dit onderzoek wordt per boom zo nauwkeurig
mogelijk beoordeeld wat de te verwachten beschadigingen aan de wortels zullen
zijn als gevolg van het project en welke mogelijkheden er zijn om bomen te
behouden. De resultaten verwachten we dit najaar. Zonder vooruit te willen lopen
op de uitkomsten, is het de verwachting dat het aantal bomen dat behouden kan
worden klein is. Juist om die reden is bij de inspraak uitdrukkelijk aangegeven dat
kap van mogelijk alle bomen niet onwaarschijnlijk is.
3. Welke alternatieve inrichtingen zijn er voorhanden waarbij de bomen behouden
kunnen blijven?
4. Wat zijn de bezwaren tegen deze alternatieve inrichtingen?
Antwoord vragen 3 en 4:
Er zijn verschillende alternatieve inrichtingen bekeken en afgewogen. Bij alle
werkzaamheden waarbij aan de bestrating en in de grond wordt gewerkt, lopen
de boomwortels schade op. Dit vanwege de oppervlakkige wortels van met name
de oude bomen en de sterke verwevenheid van de wortels met kabels en
leidingen.
Indien als uitgangspunt wordt gekozen dat alle bestaande bomen behouden
moeten blijven, dan moet de integrale vernieuwing van gevel tot gevel worden
losgelaten. In deze variant kunnen slechts kleinschaliger maatregelen worden
genomen, waarbij zo min mogelijk in de grond wordt gewerkt om de wortels niet
te beschadigen. De meest voor de hand liggende maatregelen zijn in 2018 al
uitgevoerd: toen zijn twee extra oversteken aangelegd en is de belijning
vernieuwd. Hiervoor zijn 14 parkeerplaatsen opgeheven, maar was bomenkap
niet nodig. Wat aanvullend nog zou kunnen worden gedaan is het verbeteren van
de laad- en lossituatie door parkeerplaatsen op te heffen. Dit leidt weliswaar tot
enige verbetering van de verkeersveiligheid, maar heeft naar verwachting te
weinig effect om de straat duurzaam veilig te maken.
Met deze minimale variant kunnen we de maximale autosnelheid niet verlagen
naar 30 km/uur, omdat we de trambaan en de autorijbaan niet kunnen scheiden.
Daarvoor moet namelijk de rijbaan worden verlaagd, wat schadelijk is voor de
boomwortels. Voor de voetgangersoversteekplaatsen kunnen geen extra
steunpunten worden gerealiseerd en er worden geen ondergrondse
afvalcontainers geplaatst. Indien we wel de trottoirs vernieuwen (bijvoorbeeld met
fietsparkeerplaatsen, aanleg laad- en loshavens, het op hoogte brengen van de
servicestrook) dan zal de Bomen Effect Analyse moeten uitwijzen hoe schadelijk
deze werkzaamheden zullen uitpakken voor de boomwortels, waarbij op
voorhand geen zekerheid is te geven over de vraag of / welke van de huidige
bomen deze (beperktere) werkzaamheden zouden overleven.
Kortom, deze variant met kleine maatregelen leidt niet tot een substantiële
verbetering voor de verkeersveiligheid, doorstroming van de fiets en tram en
slechts tot beperkte verbeteringen voor de openbare ruimte.
Daarnaast hebben we over een smaller straatprofiel nagedacht waarbij ofwel
auto’s en fietsers de rijstrook delen (zoals bij een fietsstraat) ofwel waar auto’s en
3
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Neng br Gemeenteblad
Datum 16 oktober 2019 Schriftelijke vragen, donderdag 29 augustus 2019
trams allebei gebruik maken van de trambaan. In het eerste geval kan de
veiligheid voor de verkeersdeelnemers (vooral van de fietsers) niet worden
gewaarborgd. Het is nu al heel druk op het traject met fietsers en autoverkeer. De
verkeersverwachting is dat dit ook zo blijft zelfs nadat de ambitieuze plannen
van het stadsbestuur voor het terugdringen van de auto in de openbare ruimte
zijnuitgevoerd. Indien auto’s en trams de trambaan delen, dan leidt dat tot te veel
opstoppingen, vertragingen voor het OV en verkeersonveiligheid, omdat het
autoverkeer en de trams elkaar in de weg zitten op de trambaan en omdat
autoverkeer geneigd zal zijn om over de fietsvoorziening te rijden om de tram te
passeren. Bovendien, ook bij de aanleg van een smaller straatprofiel moeten
wortels doorgezaagd worden om ze bijvoorbeeld te ontwarren met kabels en
leidingen. Deze variant met een smaller straatprofiel levert dus (ook) geen
zekerheid op dat de huidige bomen de werkzaamheden overleven.
5. Beseft het college dat het tientallen jaren gaat duren voordat nieuwe jonge
aanplant weer dezelfde kwaliteiten (luchtzuivering; waterberging; biodiversiteit)
hebben als de huidige oude bomen in de straat?
Antwoord:
Het college is zich zeer bewust van de belangrijke bijdrage die bomen leveren
aan de (leef)kwaliteit in de stad. Het kappen van bomen kan alleen in die gevallen
waarin er geen alternatieven voor een veilige en toekomstbestendige inrichting
zijn. Om ervoor te zorgen dat nieuwe aanplant van bomen snel een kwaliteit heeft
die vergelijkbaar is met de huidige bomen, heeft het college het voornemen om
bomen van een aanzienlijke omvang terug te planten en dus geen ‘sprietjes’. Dit
kan onder andere door een systeem van uitruil op te zetten van binnen de stad te
verplanten bomen. Dat wordt nu in gang gezet op stedelijk niveau, omdat er meer
projecten zijn (o.a. vervanging kademuren) waar bomen niet op hun huidige plek
kunnen blijven staan. Zo onderzoeken we of een boom die op een andere locatie
niet meer kan blijven staan wellicht een nieuwe plek op de Rozengracht kan
krijgen. Op die manier blijven bomen behouden voor de stad. Dat vergt just-in-
time management, omdat het voor de conditie van de boom belangrijk is om de
boom maar één keer te verplanten. Daarnaast wordt ook ingezet op het vroeg
reserveren van nieuwe bomen bij een kwekerij. Door van te voren bomen te
reserveren en die de komende jaren (tot de uitvoering) te laten groeien kan
gezorgd worden dat bomen van een aanzienlijk formaat terug geplant kunnen
worden.
In het uitgevoerde bomenonderzoek aan de Rozengracht is geconstateerd dat de
levensverwachting van 12 van de huidige 33 bomen 10 tot 15 jaar bedraagt. Van
vijf bomen is de levensverwachting 5 tot 10 jaar. Voor de bomen die blijven staan
is het moeilijker (of onmogelijk) om de groeiplaatsen te verbeteren. Het project
biedt daarom ook kansen. Indien bomen verplant of nieuwe bomen geplant
worden, dan kunnen er meer bomen worden geplaatst dan nu. Voor die bomen
kunnen bovendien betere groeiplaatsomstandigheden worden gerealiseerd,
waarmee de bomen een betere toekomst hebben dan in de huidige situatie.
4
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
weing br Gemeenteblad
ummer = en
Datum 16 oktober 2019 Schriftelijke vragen, donderdag 29 augustus 2019
6. Past het kappen van alle bomen in een straat bij de groene ambities van het
college”?
Antwoord:
Het kappen van bomen is een uiterste maatregel, maar kan niet altijd worden
voorkomen. Het college spant zich in om zoveel mogelijk bomen van de
Rozengracht te behouden. Het behoud van de bomen, dient echter ook
afgewogen te worden tegen de andere doelen van het college, zoals het
verbeteren van de verkeersveiligheid. Met het voorkeursontwerp wordt er meer
(ondergrondse en bovengrondse) ruimte gecreëerd, waardoor het mogelijk is om
meer bomen terug te plaatsen en deze bomen een veel grotere en betere
ondergrondse groeiruimte te bieden. Deze ondergrondse vernieuwing leidt tot een
substantiële verbetering van de kwaliteit en toekomstbestendigheid van de
bomen, onder meer omdat kabels en leidingen blijvend kunnen worden
gescheiden van de kluit. De groene ambities van het college hebben op deze
wijze in het voorkeursontwerp een belangrijke plek gekregen.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris
Via Twitter: https://pbs.twimg.com/media/ECW GItDXoAEltQp?format=jpg&name=medium
5
| Schriftelijke Vraag | 5 | train |
> Gemeente
Amsterdam
Motie
Datum raadsvergadering 2 december 2021
Ingekomen onder nummer 799
Status Aangenomen
Onderwerp Motie van de leden Poot, Van Dantzig, Roosma, Boomsma, Boutkan,
Van Soest, Nanninga, Yilmaz, Kuiper en Flentge inzake ondersteuning
leidinggevenden voor het creëren van een sociaal veilige werkomgeving
Onderwerp
Het nemen van maatregelen waarmee leidinggevenden ondersteund worden bij het creëren van
een sociaal veilige werkomgeving
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over het onderzoek inzake ongewenste omgangsvormen.
Overwegende dat:
— De brief van 4 november goede en concrete maatregelen beschrijft om een sociaal veilige om-
geving te creëren;
— Leidinggevenden een belangrijke schakel vormen in het signaleren van ongewenste omgangs-
normen en het creëren van een veilige sfeer op de werkvloer;
— _ Maatregelen zoals het weghouden van slachtoffers van ongewenste omgangsnormen bij
werkzaamheden met de dader, volstrekt onwenselijk is als mogelijke handeling;
— Leidinggevenden vanuit de gemeente ondersteuning verdienen in het omgaan met signalen
en het creëren van een sociaal veilige werkomgeving.
Spreekt uit dat
Ongewenste omgangsnormen op de werkvloer van de gemeente Amsterdam nooit getolereerd
mogen worden en het weghouden van gedupeerden volstrekt onwenselijk is;
Gemeente Amsterdam Status Aangenomen
Pagina 2 van 2
En verzoekt het college van burgemeester en wethouders
— Acties toe te voegen aan de al opgestelde maatregelen ter versterking van een sociaal veilige
werkomgeving, zoals omschreven in de brief van 4 november 2021, gericht op bewustwor-
ding, instructie en handelingsperspectief van leidinggevenden binnen de gemeente Amster-
dam;
— _ Hierbij te overwegen om workshops, het inwerkprogramma voor nieuwe managers of direc-
teuren en jaargesprekken in te zetten.
Indieners
M.C.G. Poot
R.H. van Dantzig
F. Roosma
D.T. Boomsma
D.F. Boutkan
W. van Soest
A. Nanninga
N. Yilmaz
T. Kuiper
E.A. Flentge
| Motie | 2 | discard |
> Gemeente
Amsterdam
Motie
Datum raadsvergadering _ 10 november 2022
Ingekomen onder nummer 415
Status Aangenomen
Onderwerp Motie van de leden Martens en Boomsma inzake de Begroting 2023
Onderwerp
Amsterdam Ambassadeur
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over Algemene Beschouwingen op de Begroting van 2023
Constaterende dat,
— _ Amsterdam te maken heeft met een overvloedige hoeveelheid overlastgevende toeristen
— De bezoekersprognoses tonen dat Amsterdam de komende jaren echter nog altijd een
populaire bestemming zal zijn, voor o.a. de onwenselijke bezoekerspopulatie
— De gemeenteraad, het college en Amsterdammers de ambitie hebben om een ‘ander
soort’ bezoeker naar de stad te trekken
— _ City-marketing een effectieve manier is om een verandering in ‘soort bezoeker’ te be-
werkstelligen
— Het voorgaande college middels haar congressenplan 2021-2024 de toegevoegde, financi-
ele waarden erkent van het aantrekken hiervan en hier beleid op maakt
— Bezoekers van congressen een groot waterbed effect aan werkgelegenheid met zich mee-
brengen, voor toeleveranciers als kleine bakkers, wasserettes etc.
Overwegende dat,
— Internationale (non-profit) congressen en internationale (sport- en culturele) evenemen-
ten bezoekers trekt die wenselijk zijn voor onze stad, zoals ten doel wordt gesteld in het
congressenplan 2021-2024
— _Hetcreëren van een nieuw imago bijdraagt aan een duurzame verandering van het soort
bezoeker dat de komende decennia naar onze stad komt
— Een aangewezen ambassadeur (en kleine staf) bij kan dragen aan het naar de stad toe ha-
len van deze internationale evenementen
— Korte lijnen met de gemeente het binnenhalen van dergelijke evenementen kan verge-
makkelijken
Gemeente Amsterdam Status Aangenomen
Pagina 2 van 2
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders
— De Amsterdam Ambassadeur zoals omschreven uit te werken met Amsterdam&Partners
en andere relevante partners.
— Deze in de uitwerking tot doel te stellen om internationale (non-profit) congressen en
eventueel internationale (sport- en culturele) evenementen naar Amsterdam te halen, zo-
als in het congressenplan als ambitie gesteld is.
— Metals doel een duurzame verandering in het soort bezoeker dat naar de stad komt te be-
werkstelligen.
— Deze uitwerking gelijktijdig met het maatregelenpakket tegen ‘overtoerisme’ te doen
toekomen aan de raad.
Indieners
C. Martens
D.T. Boomsma
| Motie | 2 | discard |
VN2023-021153 N% Gemeente Raadscommissie voor Duurzaamheid, Circulaire Economie, Afval en D C
Sums ne Reiniging, Voedsel en Dierenwelzijn
vurzaamheid x Amsterdam
Voordracht voor de Commissie DC van 16 november 2023
Ter kennisneming
Portefeuille Duurzaamheid, Energietransitie en Circulaire Economie
Agendapunt 3
Datum besluit n.v.t.
Onderwerp
Kennisnemen van de reactie op motie 505 van 17 juli 2023 van de leden Garmy van Volt en Nadif van
Groenlinks inzake de behandeling van 60% CO2-reductie.
De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen van de raadsinformatiebrief over de afhandeling van motie 5o5. In de
raadsinformatiebrief wordt ingegaan op wijze waarop de motie wordt uitgevoerd.
Wettelijke grondslag
Reglement van orde gemeenteraad en raadscommissies Amsterdam, Artikel 79 en 80.
Gemeentewet, artikel 169: het college van burgemeester en wethouders en elk van zijn leden
afzonderlijk zijn aan de Gemeenteraad verantwoording schuldig over het door het college gevoerde
bestuur (lid 2); zij geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de uitoefening van zijn taak nodig
heeft (lid 2).
Bestuurlijke achtergrond
In de vergadering van de gemeenteraad van 17 juli 2023 heeft vw raad bij de behandeling van 60%
CO2-reductie motie 5o5 van raadsleden Garmy (Volt) en Nadif (Groenlinks) aangenomen. Daarin
wordt het college gevraagd om:
1. _Ineen buurt waar zal worden gewerkt aan de warmtetransitie, als pilot een
buurtburgerberaad over de warmtetransitie te organiseren;
2. Naar aanleiding hiervan de mogelijkheid te onderzoeken om in de werkwijze de
mogelijkheid tot een buurtburgerberaad op te nemen.
Reden bespreking
nvt.
Uitkomsten extern advies
nvt.
Geheimhouding
nvt.
Uitgenodigde andere raadscommissies
nvt.
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
Gegenereerd: vl.l1 1
VN2023-021153 % Gemeente Raadscommissie voor Duurzaamheid, Circulaire Economie, Afval en
Ruimte en % Amsterdam Reiniai Voedsel Di lzii
Duurzaamheid % einiging, Voedsel en Dierenwelzijn
Voordracht voor de Commissie DC van 16 november 2023
Ter kennisneming
Ja, Motie 5o5 van de leden Garmy van Volt en Nadif van Groenlinks inzake de behandeling van 60%
CO2-reductie.
Welke stukken treft v aan?
AD2023-078418 1. Raadsinformatiebrief_-_afdoening_motie_505.pdf (pdf)
2. 505.23 Motie Garmy en Nadif inzake buurt burgerberaad
AD2023-077614 ‚
warmtestrategie.pdf (pdf)
AD2023-072457 Commissie DC Voordracht (pdf)
Ter Inzage
Registratienr. Naam
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Directie Ruimte en duurzaamheid, Justus van Peer, j.van.peer@&amsterdam.nl
Gegenereerd: vl.l1 2
| Voordracht | 2 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2019
Afdeling 1
Nummer 2121
Ingekomen onder AT
Ingekomen op woensdag 18 december 2019
Behandeld op donderdag 19 december 2019
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van de leden De Jong en A.L. Bakker inzake de Huisvestingsverordening 2020
(Monitor aantal bed & breakfasts per wijk)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over het Beleidskader Huisvestingsverordening Amsterdam
2020 en de Huisvestingsverordening Amsterdam 2020 (Gemeenteblad afd. 1,
nr. 1930).
Constaterende dat:
— Het aantal bed & breakfasts de afgelopen jaren sterk is gestegen en de
gemeenteraad van Amsterdam daarom in 2017 heeft besloten capaciteitsbeleid te
gaan voeren;
— In de Huisvestingsverordening 2020 een voorstel wordt gedaan voor quota per
wijk gebaseerd op het aantal aanmeldingen voor 1 januari 2019;
— Een ruime overgangstermijn is voorgesteld waardoor alle gemelde bed &
breakfasts in ieder geval nog minimaal vijf jaar kunnen blijven bestaan.
Overwegende dat:
— Het mogelijk is dat in wijken buiten het centrum bed & breakfasts-houders zich
niet voor 1 januari 2019 gemeld hebben, waardoor het quotum daar lager ligt dan
het aantal bed & breakfasts nu is en er geloot zal moeten worden;
— In delen van de stad waar geen toerisme-overlast is de huidige bed & breakfasts
zouden moeten kunnen voortbestaan.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— Het eerste half jaar na invoering van het capaciteitsbeleid te monitoren of het
gestelde quotum aansluit bij het aantal reeds bestaande bed & breakfasts in een
wijk, en:
— de raad hier uiterlijk 31 oktober 2020 over te informeren opdat bekeken kan
worden of een aanpassing noodzakelijk en wenselijk is in wijken waar dat kan
mits het past bij de leefbaarheid van de wijk.
De leden van de gemeenteraad,
D.S. de Jong
A.L. Bakker
1
| Motie | 1 | discard |
Termijnagenda
LB} EE | eK M |JN| O0 |
Agenda | Progr [Programma Onderwerp Pfh Vastgestelde | Actuele data | Soort Cie Actuele data| Soort |opmerkingen t.b.v. de commissie
ammajnaam data in Cie in Cie behan AB behand
numm deling eling
er
1
2
Cie Cultuur en Voortgang programmering en exploitatie theater S. Capel 8-apr-15 TK AR&S nvt
3
Cie 12 |Bestuuren Concept Gebiedsagenda 2016-2019 S. Capel 8-apr-15 TA AR&S 15-apr-15 TV
4
5
Cie Openbare Woestduinstraat: herinrichting plein{plantsoen DO P. Slettenhaar 3-feb-15 12-mei-15 TK LORE nvt
Ruimte en
groen
7
8de _| 10 |Milievenwater [OAlS FransHalsbuurtlocaties-DO ___________|P.Slettenhaar | _ melag | z2meias | TK | LOE] mw |||
DE
Ballegooijen
DD
10 en Economie
u peep Peer Drees PV Ee |
11 kwantificatie activiteiten
DD A
12 en Economie
DO A
13 en Economie
Termijnagenda
LB} EE | eK M |JN| O0 |
Agenda | Progr [Programma Onderwerp Pfh Vastgestelde | Actuele data | Soort Cie Actuele data| Soort |opmerkingen t.b.v. de commissie
ammajnaam data in Cie in Cie behan AB behand
numm deling eling
er
1
DB Cultuur en Kunsttoepassing Archiefterrein: vaststellen PVE S. Capel 10-dec-14 13-mei-15 TK AR&S nvt Kunstwerk maakt onderdeel vit van een
Monumenten groter ruimtelijk project en is daarvan
afhankelijk. De eindontwerpfase van de
OR Archiefterrein en van de gevel van
het theater loopt nog. Daarna kan het
14 PvE definitief worden gemaakt.
A
15 infrastructuur _ [uitvoering moties 4 en 10 Begroting 201
DE
16 en veiligheid
DD
17
Cie 1 _ [Openbare orde [WABO afwijkingsbeleid A2 S. Capel 10-jUN-15 AR&S nvt
18
AB 12 fbestuuren Ontwerpbegroting 2016 S. Capel 29-jun-15 TB AR&S 1-jul-15
19
DN
20 Ondersteuning
DE B
21 infrastructuur
DE B
22 infrastructuur
af | Om EN PEEL
23 Ondersteuning
DM
24 en veiligheid 201
DD B
25 Samenleving december 201.
DD B B
26 Samenleving december 201.
Cie Openbare Ring Oud Zuid fase 5: NvU en schetsontwerp (SO) P. Slettenhaar 10-mrt-15 ? TK LORE nvt
TE Ee TTT
21 groen Sarphatipark)
Cie Openbare Ring Oud Zuid fase 5 tussen Dusartstraat - P. Slettenhaar 3e kw. 2015 ? TK LO&E nvt
A
28 groen
Termijnagenda
LB} EE | eK M |JN| O0 |
Agenda | Progr [Programma Onderwerp Pfh Vastgestelde | Actuele data | Soort Cie Actuele data| Soort |opmerkingen t.b.v. de commissie
ammajnaam data in Cie in Cie behan AB behand
numm deling eling
er
1
Cie Openbare Definitief ontwerp Sarphatipark Westzijde (incl. Nota |P. Slettenhaar ? ? TK LO&E nvt
Ee ETT TTT
29 groen
Cie 11 [Bestuuren Resultaat actief aanschrijven Ss. Capel 1e kw. 2016 | 1e kw 2016 AR&S
jo} | (oe EEL
Cie Openbare Pilot Afmeerbeleid Reinier Vinkeleskade P. Slettenhaar 2-dec-14 1e kw. 2015 TB LORE nvt
MO
31 groen
Cie Openbare Rode Loper: herinrichting Ferdinand Bolstraat, van P. Slettenhaar 1e kw. 2015 | 1e kw. 2015 TK LORE nvt
EE Fe TTT
32 groen
Openbare Amstelveenseweg: schetsontwerp en reactie op NvU |P. Slettenhaar 1e kw. 2015 | 1e kw. 2015 TB LORE nvt
ee PE BEES
33 groen
Cie Openbare Van Woustraat: PvE P. Slettenhaar 2e kw. 2015 | 2e kw. 2015 TB LO&E nvt
ETT RTT
34
Cie Openbare P.C. Hooftstraat: DO P. Slettenhaar 2e kw. 2015 | 2e kw. 2015 TK LO&E nvt
EET ETT
35 groen
Cie Openbare Frans Halsbuurt: DO P. Slettenhaar 2e kw. 2015 | 2e kw. 2015 TK LO&E nvt
ET TTT
36 groen
Cie Cultuur en Monument Jacoba Mulder (motie 045-2013 PN 2014): |S. Capel 1e kw. 2015 | 2e kw. 2015 TK AR&S nvt 27-10-14: Planning iets vertraagd
Monumenten _ {vaststellen PvE kunstopdracht vanwege hoge hoeveelheid lopende
kunstprojecten in de openbare ruimte
37 t.o.v. beschikbare capaciteit.
Cultuur en Kunsttoepassing RODE LOPER-ZUID: besluit over S. Capel nvt 2e kw. 2015 TK AR&S nvt 27-10-14: Planning iets vertraagd
Monumenten _fadviezen onderzoek naar betekening kunst bij Rode vanwege hoge hoeveelheid lopende
Loper (vanaf Ceintuurbaan). kunstprojecten in de openbare ruimte
38 t.o.v. beschikbare capaciteit.
Cie Cultuur en Kunsttoepassing Havenstraatterrein: vitkomst S. Capel 10-dec-14 2e kw. 2015 TK AR&S nvt Kunstwerk maakt onderdeel vit van een
Monumenten [vooronderzoek groter ruimtelijk project en is daarvan
afhankelijk. Het vooronderzoek over
kunstplan Havenstraatterrein komt pas
aan de orde als visie op de openbare
ruimte Havenstraatterrein is
uitgekristalliseerd.
39
DG
40 en veiligheid
DK A
41 Monumenten _ [(motie Wals): opdracht tot uitvoering
Cie Openbare De Lairessestraat + Cornelis Krusemanstraat: PVE/VO |P. Slettenhaar 2e kw. 2015 | 2e kw. 2015 TK LO&E nvt
Ee TT
42 groen
Openbare Viottastraat: VO P. Slettenhaar 2e kw. 2015 | 2e kw. 2015 TK LO&E nvt
Em
43 groen
Termijnagenda
LB} EE | eK M |JN| O0 |
Agenda | Progr [Programma Onderwerp Pfh Vastgestelde | Actuele data | Soort Cie Actuele data| Soort |opmerkingen t.b.v. de commissie
ammajnaam data in Cie in Cie behan AB behand
numm deling eling
er
1
Cie Openbare Rode Loper: herinrichting Ferdinand Bolstraat, van P. Slettenhaar 2e kw. 2016 | 2e kw. 2016 TK LORE nvt
Ee Fe TT TTET
44 groen
Cie Openbare Van Woustraat: VO P. Slettenhaar 3e kw. 2015 | 3e kw. 2015 TK LO&E nvt
Ds
45
AB Welzijn en Zorg [Plan van aanpak burgerschap en diversiteit M. van Ballegooijen 3-dec-14 3e kw. 2015 TA AR&S | 3e kw. 2015 Stedelijke taakverdeling Inburgering:
a
46 en Stadsdelen
Cie 4 _\Werk, Inkomen |Armoede SvZ M. van Ballegooijen 3e kw. 2015 | 3e kw. 2015 TB AR&S nvt De tot standkoming van het stedelijke
en Economie aanvalsplan armoede, is uitgesteld tot
medio 2015. Dit betekent vertraging
voor ons eigen stand van zaken
4T armoede
Cie Welzijn en Zorg [Voortgang dagbesteding en welzijn voor mensen met |M. van Ballegooijen 3e kw. 2015 AR&S nvt
DN B
DN B
49
Openbare Rode Loper: herinrichting Ferdinand Bolstraat, van P. Slettenhaar 3e kw. 2015 | 3e kw. 2015 TK LO&E nvt
EE BTT
50 groen
DE B
51
DD B
52
DD B
53 en Economie
DD B
54 en Economie
Cie Openbare Van Woustraat: DO P. Slettenhaar 4e kw. 2015 | 4e kw. 2015 TK LO&E nvt
M=
55 groen
Cie Openbare De Lairessestraat + Cornelis Krusemanstraat: DO P. Slettenhaar 4e kw. 2015 | 4e kw. 2015 TK LO&E nvt
EE TC EET
56 groen
Cie Openbare Ring Oud Zuid fase 5 tussen Dusartstraat en P. Slettenhaar 4e kw. 2015 | 4e kw. 2015 TK LO&E nvt
Mn
57 groen
Cie Openbare Viottastraat: DO P. Slettenhaar 4e kw. 2015 | 4e kw. 2015 TK LO&E nvt
DD
58 groen
Cie 5 [Jeugd& Jongerenwerk M. van Ballegooijen 4e kw. 2015 TK AR&S nvt
of Bam eeN
DE B
DD
61 Vrijwilligerswerk (inclusief Logeerhuis)
DD
62 en Economie
[63)Cie | 5 |Welzijnenzorg [leugdoverast sce Ld me | [sl
Termijnagenda
LB} EE | eK M |JN| O0 |
Agenda | Progr [Programma Onderwerp Pfh Vastgestelde | Actuele data | Soort Cie Actuele data| Soort |opmerkingen t.b.v. de commissie
ammajnaam data in Cie in Cie behan AB behand
numm deling eling
er
1
A
64 Zuidas 201.
A
65 Ruimte
oo) | ear Be ON PE
infrastructuur _|Europaboulevard
Openbare adviseren op het DO Heemstedestraat P. Slettenhaar
Ruimte en
67 groen
AB 12 |Bestuuren Amendement 016-2014: derde wijziging S. Capel
oo) | am em PE
PE
infrastructuur
ZL
7ijTk | HER IKENNSNAME |
[zalt | TER [BESPREKNG |
[73|TA | [TER _____ [ADVISERING AAN HET AB/Gemeenteraad | ___|
zalm | PER [VASTSTEUING === |
Zn |
Zn |
7 |
Zn |
nn Ll Lj
Tl Ll Ol
B |
EZ |
LE |
EZ |
BB
| Agenda | 5 | train |
Raadsadres
Naam mn
E-mail mn
Telefoonnummer |
Uw bericht Betreft: vakantie ‘verhuur’
Geachte heer of mevrouw, Met vrienden in Zuid Afrika heb ik
afgesproken dat zij 2 maanden in mijn (koop)appartement in
Amsterdam West kunnen komen en dan ga ik twee maanden in hun
huis in Zuid Afrika. Verder geen financiële transacties. We zijn 70+ en
op deze manier wordt een dergelijke reis voor ons haalbaar. Nu begrijp
ik uit een reactie van een ambtenaar van de gemeente Amsterdam,
dat dit valt onder de regeling van vakantieverhuur met een vergoeding
in natura. Dus zou ik kosten moeten maken om mij in te schrijven bij
de gemeente als verhuurder en de belangrijkste drempel: de termijn is
dan maximaal 30 dagen. Ik ben het helemaal eens met het stellen van
regels i.v.m. Airbnb, maar het zal toch niet de bedoeling van de Raad
zijn om datgene wat wij willen onmogelijk te maken? En het kan toch
ook niet zo zijn dat eventuele problemen met het handhaven van de
regels, onze plannen onmogelijk maakt? Een ander voorbeeld.
Afgelopen weekend logeerden er vrienden uit Limburg bij mij thuis. Zij
hadden kaartjes voor het Concertgebouw. Ik werd als vrijwilliger door
het Rode Kruis opgeroepen. Ik gaf mijn vrienden de sleutel en heb ze
verder weinig gezien. Als dank voor de gastvrijheid kreeg ik een
uitgebreide lunch aangeboden. Moet ik dit dan ook zien als
vakantieverhuur met een vergoeding in natura? Alvast bedankt voor
uw reactie.
mn
Uw bijlage
Verzenden
Referentienummer 1212-6388
| Raadsadres | 1 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 599
Datum akkoord 1 september 2014
Publicatiedatum 5 september 2014
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid mevrouw M. Kaya van
7 juli 2014 inzake het gevonden stoffelijk overschot van een man die waarschijnlijk
2 jaar dood in huis lag
Aan de gemeenteraad
inleiding door vragenstelster.
Op 7 juli 2014 stonden de kranten vol over het gevonden stoffelijk overschot van een
man die waarschijnlijk al 2 jaar dood in huis lag.
De man was in de week ervoor door de politie gevonden in de woning aan de
Burgemeester van de Pollstraat in Amsterdam Slotermeer. Volgens de berichtgeving
zou de man een natuurlijke dood gestorven zijn en zou het gaan om de bewoner van
het huis.
Ook stond in Metro nieuws van 8 juli 2014 dat de buurman twee jaar geleden al aan
de bel trok bij de politie, het Leger des Heils en de woningbouwvereniging. De politie
geeft aan geen melding in hun systeem te hebben van de buurman en een paar
maanden geleden al voor het eerst langs te zijn geweest.
In de notitie van de GGD Amsterdam Woninglijken, een probleem van de grote stad?’
(oktober 2013) staat “dat omwonenden vaak verlegenheid voelen of zichzelf niet in
staat achten om in contact te treden met buurtbewoners waar ze zich zorgen om
maken. Bekendheid van de Meldpunten Zorg en Overlast maar ook laagdrempelige
contact tussen bewoners en buurtregisseur is dan ook van belang. Via hen kunnen
personen ingeschakeld worden die dit contact wel kunnen maken”.
Het baart de fractie van D66 zorgen dat er afgelopen jaren steeds vaker mensen na
lange tijd in huis te hebben geleden dood worden aangetroffen. Ook blijkt uit
de berichtgeving in de krant dat meldingen uit de buurt wanneer iemand vermist
wordt, niet serieus werden genomen door de politie en of andere betrokken
organisaties, terwijl juist door de GGD aangegeven wordt dat dit soort signalen zeer
belangrijk zijn om het in de toekomst te voorkomen.
Gezien vorenstaande en de overhevelingen vanuit het rijk naar de gemeente waarbij
de gemeente een steeds belangrijkere verantwoordelijkheid krijgt in de wijkzorg heeft
de fractie van D66 een aantal vragen.
1
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing Zoo Gemeenteblad R
Datum 5 september 2014 Schriftelijke vragen, maandag 7 juli 2014
Gezien het vorenstaande heeft vragenstelster op 7 juli 2014, namens de fractie van
D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van
Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en
wethouders gericht:
1. Heeft het college kennisgenomen van de berichtgeving in de kranten? Zo ja, wat
is de verklaring van het college dat deze man twee jaar onopgemerkt dood in huis
ligt?
Antwoord vraag 1:
Ons college heeft kennisgenomen van de berichtgeving. Uit de notitie van
de GGD over oorzaken voor het onopgemerkt blijven, is het volgende hierover
bekend.
Het zal onmogelijk zijn om ‘woninglijken’ geheel te voorkomen. Wel zijn er
mogelijkheden om vroeg in te grijpen bij mensen die tijdens het leven al
hulpbehoevend zijn. De forensisch artsen geven aan dat omwonenden vaak
verlegenheid voelen of zichzelf niet in staat achten om in contact te treden met
buurtbewoners waar ze zich zorgen om maken. Bekendheid van de Meldpunten
Zorg en Overlast maar ook laagdrempelige contact tussen bewoners en
buurtregisseur is dan ook van belang. Via hen kunnen personen ingeschakeld
worden die dit contact wel kunnen maken (Vangnet/GGD).
Soms blijkt het inschakelen van de OGGZ hulpverlening niet afdoende. Tien
procent had het laatste jaar contact gehad met Vangnet van de GGD. Door de
GGD zullen dan ook de mogelijkheden worden verkend om na een Vangnet
interventie een vinger aan de pols te houden om te voorkomen dat er opnieuw
problemen ontstaan. Tenslotte een advies aan de huisarts om bij alleenwonende
ouderen expliciet aandacht te schenken aan de aanwezigheid van formele of
informele contacten. Is er iemand die professionele hulp kan inschakelen indien
iemand daar zelf niet toe in staat is?
De doodsoorzaak is vaak moeilijk vast te stellen omdat het lichaam al in staat van
ontbinding verkeert en omdat er veelal geen getuigen zijn aanwijzingen kunnen
geven over de situatie vlak voor of tijdens het overlijden. Gevonden medicatie of
een medische voorgeschiedenis, sporen van bloed of ontlasting kunnen
aanwijzingen over de doodsoorzaak geven. De taak van de forensisch arts is in
de eerste plaats te oordelen of er sprake is van een natuurlijke of niet natuurlijke
dood en of er, in dat laatste geval, sprake kan zijn geweest van een misdrijf. In
tweederde van het totaal aantal woninglijken wordt geoordeeld dat er sprake was
van een natuurlijke dood.
Soms duidt de doodsoorzaak op verslavings- of andere psychische problemen.
Zo speelt suïcide een belangrijke rol (14% van de woninglijken van tenminste
24 uur en 8% bij de woninglijken van tenminste 14 dagen). Alcoholisme wordt
regelmatig genoemd. Eén van de acute levensbedreigende complicaties bij
chronisch alcoholmisbruik is het barsten van de spataderen van de slokdarm
(die als gevolg van een levercirrose ontstaan) met ernstige inwendige bloedingen
als gevolg.
2
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Demmer 8 september 2014 Schriftelijke vragen, maandag 7 juli 2014
2. Heeft het college contact gehad met het Leger des Heils en de woningbouw-
vereniging waar de buurman een melding zou hebben gedaan? Zo ja, wat is er uit
dat contact gebleken? En zo nee, is het college bereid om dit alsnog te doen en
de raad hierover te informeren?
3. Heeft het college contact gehad met de politie over deze kwestie? Wat is
de verklaring van de politie dat de melding van de buurman niet in hun systeem
stond en er niet eerder actie genomen is? Wat was de reden voor de politie om
vorige week wel actie te nemen?
Antwoord vragen 2 en 3:
Uit piëteit met nabestaanden doet het college geen uitspraken over individuele
gevallen. In algemene zin is het mogelijk dat overlijdensgevallen niet of laat
worden opgemerkt. Bijvoorbeeld als de huurder zijn administratie op orde heeft en
de huur wordt betaald per incasso, er geen sprake is van overlast, er geen
onderhoud is gepland en de huurder een klein of geen sociaal netwerk heeft en
de buren weinig tot geen contact met elkaar hebben.
In dit specifieke geval blijkt, voor zo ver nadere informatie was te achterhalen,
dat de door u genoemde betrokken partijen zorgvuldig hebben gehandeld. Helaas
heeft dit het tragische voorval niet voorkomen, vergelijkbaar met de in de GGD-
rapportage beschreven situaties.
4. Ziet het college dit als een incident of zou het beleid van de gemeente aangepast
moeten worden”?
Antwoord vraag 4:
Nee. Zoals reeds geconcludeerd bij de behandeling van het rapport van de GGD
in de raadscommissie zorg is er geen beleidsverandering mogelijk die dit soort
tragische gevallen kunnen voorkomen. Ons college is zich er tevens van bewust,
op basis van hetzelfde rapport van de GGD, dat er vaker stoffelijke overschotten
gevonden zullen worden en in die zin niet gesproken kan worden van een
incident.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
3
| Schriftelijke Vraag | 3 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Amendement
Jaar 2013
Afdeling 1
Nummer 136
Publicatiedatum 22 maart 2013
Ingekomen onder H
Ingekomen op woensdag 13 maart 2013
Behandeld op woensdag 13 maart 2013
Status Aangenomen
Onderwerp
Amendement van de raadsleden de heer Verbeet, de heer Evans-Knaup en
mevrouw Shahsavari-Jansen inzake de Erfgoedverordening Amsterdam 2013
(voorbescherming).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de voordracht van het college van burgemeester en
wethouders van 8 januari 2013 tot intrekken van de Erfgoedverordening Amsterdam
2010 en vaststellen van de Erfgoedverordening Amsterdam 2013 (Gemeenteblad
afd. 1, nr. 106);
Overwegende dat:
— inde betreffende Erfgoedverordening “voorbescherming” van mogelijke — maar
niet aangewezen — gemeentelijke monumenten niet heeft opgenomen;
— de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) wel een juridisch doordacht
voorbeschermingsartikel formuleert;
— de gangbare bestuurlijke afhandeling en in bijzondere gevallen een
spoedprocedure voor een snelle follow-up kan zorgen zodat Voorbescherming
zolang als bescherming functioneert als het bestuurlijk wenselijk is.
Voorts overwegende dat:
— _ belangrijk is stedelijke monumentwaardigheid zorgvuldig te behandelen;
— er geen onduidelijkheid moet bestaan over de 'status' van een mogelijk
gemeentelijk monument of beschermd stads- en dorpsgezicht;
— _ optimale bescherming van monumenten gewaarborgd kan worden,
Besluit:
|__in ontwerpbesluit nr. 106 van 2013, de Erfgoedverordening Amsterdam 2013,
onder beslispunt Il, aan hoofdstuk 2 een nieuw artikel 4 toe te voegen, luidende
als volgt:
“Artikel 4 Voorbescherming
Met ingang van de datum waarop de eigenaar van een monument de
kennisgeving van het voornemen tot aanwijzing als gemeentelijk monument
ontvangt tot het moment dat de aanwijzing en registratie als bedoeld in artikel 7
plaatsvindt, dan wel vaststaat dat het monument niet wordt geregistreerd, zijn de
artikelen 10 tot en met 14 (zie NB) van overeenkomstige toepassing”;
1
Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer 136 Amendement
Datum 22 maart 2013
IL__in ontwerpbesluit nr. 106 van 2013, de Erfgoedverordening Amsterdam 2013,
onder beslispunt Il de huidige artikelnummers 4 tot en met 28 te vernummeren tot
5 tot en met 29;
II in de toelichting, behorende bij de Erfgoedverordening Amsterdam 2013,
de toelichting, behorende bij artikel 4 toe te voegen, luidende:
“Artikel 4. Voorbescherming
Dit artikel regelt de voorbescherming voor toekomstige gemeentelijke
monumenten, zoals die ook voor rijksmonumenten geldt. Dat betekent dat
in de periode van kennisgeving van het voornemen van het college om
een monument op de gemeentelijke monumentenlijst te plaatsen tot het
daadwerkelijke aanwijzingsbesluit (dit kan ook een afwijzing zijn). Dat
betekent onder andere dat een monument tijdens de
aanwijzingsprocedure tot gemeentelijk monument niet mag worden
afgebroken, gewijzigd, verplaatst (etc.) zonder een omgevingsvergunning
voor monumenten of anders dan de bij nadere regels opgestelde wijze.
Het gebruik van de voorbeschermingsprocedure is gebonden aan een
motivatieplicht, aangezien hieraan voor de eigenaar/gebruiker financiële
consequenties zijn verbonden. Immers, gedurende de voorbescherming
dienen bouwactiviteiten te worden opgeschort.
Het inroepen van de voorbescherming van een object is een
publiekrechtelijke beperking en een beperkingenbesluit in de zin de van
artikel 1, onder a, sub 1 juncto artikel 1, onder b, sub 5 van de Wet
kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken. Daarmee
is ook onder andere artikel 13 van deze wet van toepassing wat betreft de
aansprakelijkheid van gemeenten voor geleden schade. Daarom moet
een gemeente gegronde redenen kunnen aanvoeren voor het inroepen
van de voorbescherming. *;
NV inde toelichting, behorende bij de Erfgoedverordening Amsterdam 2013,
de huidige artikelnummers 4 tot en met 28 te vernummer tot 5 tot en met 29.
De leden van de gemeenteraad,
M.P. Verbeet
LR. Evans-Knaup
M.D. Shahsavari-Jansen
2
| Motie | 2 | discard |
X Gemeente WIO
% Amsterdam
Agenda, 27 januari 2021
Raadscommissie voor Sociale Zaken, Armoede en Schuldhulpverlening, Onderwijs, Voorschool
Kinderopvang en Naschoolse Voorzieningen, Volwasseneneducatie Laaggeletterdheid en
Inburgering
Tijd: og:oo tot 12:30 uur
Locatie: Digitaal
1 Algemeen deel
a Opening procedureelgedeelte
b Mededelingen
C Vaststellen agenda
d Conceptverslag van de openbare e Tekstuele wijzigingen worden
vergadering van de Raadscommissie voor de vergadering aan de
WIO d.d. 6 janvari 2021 commissiegriffier doorgegeven:
[email protected].
e Termijnagenda perportefeuille
f___TKN-lijst
g Ingekomen stukken
stadsdeelcommissies
2 Inhoudelijk deel
a Opening inhoudelijkgedeelte
b Inspreekmoment Publiek
C Actualiteiten
d Rondvraag
2021-01-15 08:48:44 1
Gemeente Amsterdam
Commissie WIO WI O
Agenda, 27 januari 2021
Bespreekpunten
Sociale Zaken
3 Instemmen met het Actieplan e De gemeenteraad te adviseren inte
Veerkracht ter ondersteuning van door stemmen met de raadsvoordracht.
de coronacrisis getroffen zelfstandigen (Gemeenteraad d.d. 10.02.2021).
Nr. VN2021-000255
4 Amsterdams experiment bijstand. * Terbespreking en voor kennisgeving
ussenrapportage T1
Nr. VN2021-000466 ganmemen. ,
* Geagendeerd op verzoek van hetlid
Roosma (GL).
e Uitgesteld in de vergadering van
06.01.2021.
5 Meerjarenstrategie stichting Pantar *_Terbespreking en voor kennisgeving
Amsterdam 2021 - 2024 ‘Pantar aannemen. ,
begeleidt en ontwikkelt mensen inen * Geagendeerd op verzoek van het lid
naar werk’ Veldhuyzen (Bijz).
Nr. VN2021-000465 e Uitgesteld in de vergadering van
06.01.2021.
6 Factsheet Regionaal Werkcentrumen * _Terbespreking en voor kennisgeving
Dashboard Werk en Inkomen aannemen. .
Nr. VN2021-000468 * Geagendeerd op verzoek van hetlid
Khan (DENK).
e WasTKN s in de vergadering van
06.01.2021.
e Voorgesteld wordt dit puntgevoegd
te behandelen met agendapunt7.
7 Uitvoering van motie 742.20 d.d. 2 juli * Ter bespreking en voor kennisgeving
2020 van het lid Taimounti inzake de aannemen.
Voorjaarsbrief 2020 (leerwerktraject Geagendeerd op verzoek van het lid
klantmanagers en jobcoaches Khan (DENK).
realiseren). e WasTKN 4 in de vergadering van
Nr. VN2021-000467 06.01.2021.
e Voorgesteld wordt dit puntgevoegd
te behandelen met agendapunt 6.
8 Een humaner bijstandsbeleid in hetlicht e Ter bespreking en voor kennisgeving
van het boodschappendrama van de aannemen.
gemeente Wijdemeren e Geagendeerd op verzoek van hetlid
Nr. VN2021-000934 Khan (DENK).
2021-01-15 08:48:44 2
Gemeente Amsterdam
Commissie WIO WI O
Agenda, 27 januari 2021
Onderwijs
g Vaststellen de gebundelde wijzigingen e De gemeenteraad te adviseren inte
van de Verordening op Lokaal Onderwijs stemmen met de raadsvoordracht.
Beleid Amsterdam 2019 (VloA 2019) ten (Gemeenteraad d.d. 10.02.2021).
behoeve van schooljaar 2021-2022
Nr. VN2020-030128
10 _ Segregatiemonitor primaironderwijs «_Terbespreking en voor kennisgeving
2019-2020
Nr. VN2021-000469 aannemen. ,
* Geagendeerd op verzoek van hetlid
Timman (D66).
e Was TKN 2 ín de vergadering van
06.01.2021.
e Voorgesteld wordt dit puntgevoegd
te behandelen met agendapunt 11.
11 _ Rapport Staat van het Amsterdamse e Terbespreking en voor kennisgeving
primair onderwijs 2019/'20 aannemen.
Nr. VN2021-000470 * Geagendeerd op verzoek van hetlid
Timman (D66).
e Was TKN 3 in de vergadering van
06.01.2021.
e Voorgesteld wordt dit puntgevoegd
te behandelen met agendapunt zo.
2021-01-15 08:48:44 3
| Agenda | 3 | train |
X Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 78
Publicatiedatum 31 januari 2014
Ingekomen onder R
Ingekomen op woensdag 22 januari 2014
Behandeld op woensdag 22 januari 2014
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van de raadsleden mevrouw Combrink en de heer Manuel inzake
de Routekaart Gemeentelijke organisatie CO‚-neutraal (jaarlijkse versnelling).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de voordracht van het college van burgemeester en
wethouders van 15 oktober 2013 tot kennisnemen van de door het college van
burgemeester en wethouders op 5 november 2013 vastgestelde Routekaart
Gemeentelijke organisatie COs-neutraal, van het besluit van het college tot inrichting
van het werkproces voor een COz-neutrale organisatie en van de aanbiedingsbrief bij
de Routekaart Gemeentelijke organisatie COz-neutraal, waarin de gekozen aanpak
nader wordt toegelicht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 20);
Overwegende dat:
— _ wat nu nog niet kan of uit kan, in de (nabije) toekomst misschien wel kan;
— zowel technische innovatie, slimme constructies die bedacht worden, als
veranderende kostenplaatjes door wet- en regelgeving en omstandigheden
plotseling voor nieuwe mogelijkheden kunnen zorgen;
— de gemeente geen mogelijkheid onbenut wil laten om meer CO) te reduceren en
sneller COz-neutraal te worden,
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
jaarlijks te bekijken of de gemeentelijke CO-reductie versneld kan worden en de
ambitie omhoog kan worden bijgesteld.
De leden van de gemeenteraad,
T.J. Combrink
LR. Manuel
1
| Motie | 1 | discard |
x Gemeente Amsterdam BW K
% Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Bouwen en Wonen, Grondzaken,
Klimaat en energie, Openbare Ruimte en Groen, Zeehaven en Westpoort,
x Volkshuisvesting, Wijkaanpak en Stedenbeleid
Agenda, woensdag 11 april 2012
Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie
voor Ruimtelijke Ordening, Bouwen en Wonen, Grondzaken, Klimaat en energie,
Openbare Ruimte en Groen, Zeehaven en Westpoort, Volkshuisvesting, Wijkaanpak
en Stedenbeleid
Tijd 09.00 tot 17.00 uur en zonodig vanaf 19.30 uur
Locatie Boekmanzaal, Stadhuis
Procedureel gedeelte van 09.00 uur tot 09.15 uur
1 __ Opening
2 Mededelingen
3 Vaststellen agenda
4 Conceptverslag van de openbare vergadering van de
Raadscommissie BWK d.d. 21 maart 2012
e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier
doorgegeven, commissieBWK@raadsgriffie. amsterdam.nl
5 Termijnagenda, per portefeuille
, _Toezeggingenlijst/ termijnagenda niet bijgevoegd. U ontvangt op de vrijdag
voorafgaande aan de vergadering per mail en in hardcopy een bijgewerkt exemplaar
e De lijst van schriftelijke vragen wordt de maandag voorafgaande aan de vergadering
per mail toegestuurd aan de raadsleden en contactpersonen.
Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de
vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn
slechts richtlijnen waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn.
Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien
verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda
staat. De vergaderingen en de verslaglegging daarvan zijn openbaar. Van deze vergaderingen worden geluids-
en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden op
internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl.
Voor algemene informatie: [email protected]
1
Gemeente Amsterdam
Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Bouwen en Wonen, Grondzaken, Klimaat en BWK
energie, Openbare Ruimte en Groen, Zeehaven en Westpoort, Volkshuisvesting, Wijkaanpak
en Stedenbeleid
Agenda, woensdag 11 april 2012
6 _Tkn-lijst
Raadsaangelegenheden
7 Memo van het presidium inzake de vergaderorde van de Commissie BWK
e Stukken worden nagezonden
Inhoudelijk gedeelte vanaf 09.15 uur
8 Opening inhoudelijke gedeelte
9 _Inspreekhalfuur Publiek
10 Actualiteiten en mededelingen
11 Rondvraag
Ruimtelijke Ordening
12 Vaststellen bestemmingsplan Isolatorweg Nr. BD2011-013887
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 25 april 2012).
13 Bestuurlijke reactie op motie 414 Combrink en Weevers inzake bebouwing op de
Noorderbegraafplaats in de HGS Nr. BD2012-002097
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
14 Voortgang project proeftuin Amsterdam Nr. BD2012-003178
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van commissielid Van Raan (PvdD)
e Was Tkn 2 in de raadscommissie BWK, d.d. 21 maart 2012
2
Gemeente Amsterdam
Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Bouwen en Wonen, Grondzaken, Klimaat en BWK
energie, Openbare Ruimte en Groen, Zeehaven en Westpoort, Volkshuisvesting, Wijkaanpak
en Stedenbeleid
Agenda, woensdag 11 april 2012
Grondzaken
15 Kennisnemen van het EindejaarsRAG 2011 en vaststellen van beslispunten in
het kader van het EindejaarsRAG en het Vereveningsfonds Nr. BD2012-001455
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht, beslispunten
EindejaarsRAG en Vereveningsfonds (Gemeenteraad d.d. 25 april 2012).
e _EindejaarsRAG 2011 voor kennisgeving aannemen
16 Vaststellen Stroomlijning cyclus Kadernota en Verdelingsvoorstel
Vereveningsfonds Nr. BD2012-000112
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 25 april 2012).
17 Inventarisatie ontwikkelposities met een overzicht van de aan corporaties en
ontwikkelaars vergeven posities binnen de gemeente Amsterdam Nr. BD2012-
003405
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e _Kabinetbijlagen liggen uitsluitend voor de commissieleden ter inzage bij de
Raadsgriffie
Volkshuisvesting
18 Onderzoek woonwensen (allochtone) jongeren Nr. BD2012-002239
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
19 Vaststellen nieuwe Kaderafspraken Amsterdamse Kaderafspraken over de
rechten van bewoners bij sloop en renovatie Nr. BD2011-009327
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
20 Cie. BWK Aanvullende afspraken uitwerking BadS Il Nr. BD2012-003092
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
3
Gemeente Amsterdam
Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Bouwen en Wonen, Grondzaken, Klimaat en BWK
energie, Openbare Ruimte en Groen, Zeehaven en Westpoort, Volkshuisvesting, Wijkaanpak
en Stedenbeleid
Agenda, woensdag 11 april 2012
Zeehaven en Westpoort
21 Vaststelling van de Regionale Havenverordening Noordzeekanaalgebied 2012,
vaststelling Havenreglement Noordzeekanaalgebied 2012, intrekking van de
Regionale Havenverordening NZKG 2010 en vaststelling van de wijziging van de
Verordening op de stadsdelen Nr. BD2012-003097
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 25 april 2012).
Openbare Ruimte en Groen
22 Stand van zaken Floriade Nr. BD2012-003433
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e _ Hierbij wordt een presentatie gegeven
4
| Agenda | 4 | test |
> Gemeente
Amsterdam
Motie
Datum raadsvergadering 14 september 2022
Ingekomen onder nummer 309
Status Aangenomen
Onderwerp Motie van de leden Burgers, Boomsma, Krom, Garmy, Koyuncu, Van Pij-
pen, Noordzij en Lust inzake extra inkomsten voor Amsterdamse vereni-
gingen
Onderwerp
Extra inkomsten voor Amsterdamse verenigingen
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over agendapunt 20: Kennisnemen van raadsbrief vitgaven en resultaten
Schoon Amsterdam 2021
Constaterende dat:
— Het afvalprobleem in de stad groot is en een doorn in het oog van Amsterdammers
— Amsterdam tal van sport, scouting- en muziekverenigingen kent die bijdragen aan de leef-
baarheid en de sociale cohesie van de stad
— _Inveelsteden en dorpen in Nederland vrijwilligers van sport- en muziekverenigingen oud pa-
pier en karton op georganiseerde dagen ophalen bij inwoners thuis en dit vervolgens inlevert
bij de gemeente
— Veelsteden en dorpen per kilo papier en karton een geldbedrag beschikbaar stellen aan de in-
leverende verenigingen
— _ Dit bijdraagt aan de circulaire economie, het tegengaan van het afvalprobleem en verenigin-
gen financieel helpt.
Overwegende dat:
— Met de huidige plannen en budgettering het afvalprobleem niet toereikend wordt opgelost
— _ Amsterdamse verenigingen graag extra inkomsten willen genereren om te kunnen investeren
in hun vereniging
— De papiercontainers in Amsterdam vaak vol zitten, waardoor mensen o.a. kartonnen dozen
verkeerd bijplaatsen en dit tot verloedering van de openbare ruimte leidt.
Gemeente Amsterdam Status Aangenomen
Pagina 2 van 2
— _ Amsterdammers middels het uitrollen van een dergelijk initiatief de mogelijkheid krijgen hun
sport- of muziekvereniging financieel te steunen door het inleveren van hun oud papier en kar-
ton
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders
— De mogelijkheid voor verenigingen om oud papier en karton op te halen voor een financiële
vergoeding van de gemeente te onderzoeken;
— _ Hierbij dit soort initiatieven van andere gemeentes als voorbeeld te nemen;
— _ Amsterdamse sport- en muziekverenigingen te betrekken bij dit onderzoek;
— De raadte informeren over de uitkomst en de mogelijkheid om dit initiatief uit te voeren voor
te leggen aan de raad.
Indieners
H.C. Burgers
D.T. Boomsma
J.M. Krom
|. Garmy
S. Koyuncu
J.F. van Pijpen
G. Noordzij
M. Lust
| Motie | 2 | discard |
> Gemeente
Amsterdam
DS Motie
Datum raadsvergadering 28 juni 2023
Ingekomen onder nummer 386
Status Aangenomen
Onderwerp Motie van het lid Namane inzake betere ondersteuning bij subsidieproces
Onderwerp
Betere ondersteuning bij subsidieproces
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over Vaststellen van de beleidskader subsidies
Constaterende dat:
e De personele last van het aanvragen en verantwoorden van subsidies door het college
omlaag wordt gebracht door vaker te werken met meerjarige subsidies en het verminde-
ren van het aantal regelingen;
Overwegende dat:
e Het aanvragen en verantwoorden van subsidies een ingewikkeld en tijdsintensief proces
zal blijven voor veel Amsterdammers;
e De toegang tot subsidies niet afhankelijk zou moeten zijn van aanvraagvaardigheden en
beschikbaarheid van personeel;
e Verschillende organisaties deze ondersteuning bieden, maar deze beter vindbaar moeten
zijn.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders
Te onderzoeken hoe (toekomstige) subsidieontvangers beter ondersteund kunnen worden bij het
proces van aanvraag en verantwoording, en daarin de optie mee te nemen om in verschillende de-
len van de stad met regelmaat een subsidieloket in te richten.
Indieners,
F.A. Namane
| Motie | 1 | discard |
X Gemeente Amsterdam J C
% Raadscommissie voor Onderwijs, Jeugd, Diversiteit en Integratie, Kunst en Cultuur,
Lokale Media en Monumenten
% Gewijzigde agenda, donderdag 1 september 2016
Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie
voor Onderwijs, Jeugd, Diversiteit en Integratie, Kunst en Cultuur, Lokale Media en
Monumenten
Tijd 09.00 uur tot 12.30 uur
Locatie De Rooszaal, 0239, stadhuis
Algemeen
1 Opening
2 Mededelingen
3 Vaststellen agenda
4 Conceptverslag van de openbare vergadering van de Raadscommissie JC
d.d. 30 juni 2016
e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier
doorgegeven, commissieJC @raadsgriffie.amsterdam.nl
5 Termijnagenda, per portefeuille
, Termijnagenda per portefeuille niet bijgevoegd. U ontvangt op de vrijdag
voorafgaande aan de vergadering per mail bijgewerkte exemplaren.
Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de
vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn
slechts richtlijnen waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn.
Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien
verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda
staat. De vergaderingen en de verslaglegging daarvan zijn openbaar. Van deze vergaderingen worden geluids-
en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden op
internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl.
Voor algemene informatie: info @gemeenteraad.amsterdam.nl
1
Gemeente Amsterdam J C
Raadscommissie voor Onderwijs, Jeugd, Diversiteit en Integratie, Kunst en Cultuur, Lokale
Media en Monumenten
Gewijzigde agenda, donderdag 1 september 2016
6 _Tkn-lijst
7 _ Opening inhoudelijk gedeelte
8 _Inspreekhalfuur publiek
9 Actualiteiten en mededelingen
10 Rondvraag
Onderwijs
11 Stand van zaken beleidsbrief Burgerschap in het onderwijs inclusief uitvoering
motie inzake de beleidsbrief ‘Burgerschap in het onderwijs’ (dialoog over
burgerschapsonderwijs). Nr. BD2016-010688
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e _ Uitgesteld in Commissievergadering van 30 juni 2016.
12 Stand van zaken project Onze Nieuwe School Nr. BD2016-011019
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van het lid Moorman (PvdA).
Diversiteit
13 Vastellen van de beleidsbrief Gedeelde Geschiedenis Nr. BD2016-010380
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(gemeenteraad d.d. 14 september 2016).
2
Gemeente Amsterdam J C
Raadscommissie voor Onderwijs, Jeugd, Diversiteit en Integratie, Kunst en Cultuur, Lokale
Media en Monumenten
Gewijzigde agenda, donderdag 1 september 2016
Jeugd
14 Kennis te nemen van de 1e bestuursrapportage 2016 Nieuwe jeugdstelsel
Amsterdam Nr. BD2016-011234
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
15 Het Tweede Voortgangsbericht Plan van Aanpak Borgen van Veiligheid in
kwetsbare gezinnen Nr. BD2016-011608
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e _Deleden van de Raadscommissies voor Algemene Zaken en voor Zorg en Sport zijn
hierbij uitgenodigd.
Monumenten
16 Initiatiefvoorstel van de raadsleden Duijndam (SP), Van den Berg (PvdA) en Van
den Heuvel (D66) van 12 februari 2016 getiteld Naoorlogse wandkunst Nr.
BD2016-010686
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van de leden Duijndam (SP), Van den Berg (PvdA) en Van
den Heuvel (D66).
e _Indieners zullen in de commissie aangeven of behandeling in de raad gewenst is.
e _ Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunt 17.
e _ Uitgesteld in de Commissievergadering van 30 juni 2016.
17 Bestuurlijke reactie initiatiefvoorstel monumentale wandkunst Nr. BD2016-
010687
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e _ Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunt 16.
e _ Uitgesteld in de Commissievergadering van 30 juni 2016.
Kunst en Cultuur
18 Ter bespreking brief wethouder Ollongren inzake ondersteuning kleinschalige
lokale media Nr. BD2016-011402
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van het lid Ernsting (GL).
3
Gemeente Amsterdam J C
Raadscommissie voor Onderwijs, Jeugd, Diversiteit en Integratie, Kunst en Cultuur, Lokale
Media en Monumenten
Gewijzigde agenda, donderdag 1 september 2016
TOEGEVOEGDE AGENDAPUNTEN
Onderwijs
19 Aanvulling van de Verordening op het Lokaal Onderwijsbeleid in de gemeente
Amsterdam 2014 met de Voorziening pilot internationalisering van het primair
onderwijs Nr. BD2016-010514
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(gemeenteraad d.d. 14 september 2016).
Diversiteit
20 Vaststellen brief Mensenrechten in Amsterdam Nr. BD2016-009041
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(gemeenteraad d.d. 14 september 2016).
4
| Agenda | 4 | train |
> Gemeente
Amsterdam
Amendement
Datum raadsvergadering 20 april 2022
Ingekomen onder nummer 205
Status Verworpen
Onderwerp Amendement van het lid Bobeldijk inzake houd alternatieve locaties
Langerlust in beeld
Onderwerp
Afwijking hoofdgroenstructuur ten behoeve van maatschappelijke opvang boerderij Langerlust.
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over het afwijken van de Hoofdgroenstructuur ten behoeve van de huisves-
ting van een Maatschappelijke Opvang/Beschermd Wonen ‘special’ op de provincialeweg 23,
“Boerderij Langerlust
Constaterende dat:
— Het Dagelijks Bestuur van stadsdeel Zuidoost aangeeft dat de gewenste toekomstige functie
voor boerderij Langerlust zoals verwoord in de Toekomstvisie Gaasperplas botst met de func-
tie van Maatschappelijke Opvang/Beschermd Wonen op deze locatie;
— Niet alle alternatieve locaties niet per definitie onmogelijk lijken te zijn, indien hiertoe de juiste
stappen worden ondernomen.
Van mening zijnde dat:
— De geschetste ontwikkelingen in de Toekomstvisie Gaasperplas pas op termijn spelen voor
Boerderij Langerlust;
— De prikkelarme Maatschappelijke Opvang op boerderij Langerlust daarom in eerste
instantie alleen tijdelijk zou moeten zijn, zolang andere locaties op termijn bruikbaar zijn te
maken voor deze Maatschappelijke Opvang/Beschermd Wonen.
Gemeente Amsterdam Status Verworpen
Pagina 2 van 2
Beluit:
Beslispunt 2:
“Kennis te nemen van het onderzoek naar mogelijke alternatieve locaties voor deze voorziening
en de conclusie dat tot op heden geen kansrijkere alternatieve locatie is gevonden.”
Te wijziging in (wijziging is dik gedrukt):
“Kennis te nemen van het onderzoek naar mogelijke alternatieve locaties voor deze voorziening
en de conclusie dat tot op heden geen direct kansrijkere alternatieve locatie is gevonden, maar
wel interessant zijn om verder te onderzoeken.”
En een nieuw beslispunt toe te voegen:
“6. De genoemde alternatieve locaties verder te onderzoeken op de mogelijkheid om de
Maatschappelijke Opvang/Beschermd Wonen (MO/BW) mogelijk te maken en daar waar nodig
hiertoe stappen te ondernemen en de raad hierover uiterlijk in oktober 2022 te informeren over de
voortgang.”
Indiener
E. Bobeldijk
| Motie | 2 | discard |
Gemeente
Amsterdam
EE ak
MO mi
KENKE E 4 gene RS
ij =, a EE ae Ì
Enquête jaarwisseling 2022-
2023
In opdracht van: Evenementenbureau; Directie Communicatie
Projectnummer: 230577
Nina Vos Branco Bolsius
Willem Bosveld
Met medewerking van Rasha Zrek
Bezoekadres: Weesperstraat 113-117 Telefoon 020 251 10333
Postbus 658, 1000 AR Amsterdam onderzoek.amsterdam.nl
[email protected]
Amsterdam, maart 2023
Foto voorzijde: vuurwerkshow met drones vanaf de A'DAM Toren, Instagram
@gemeenteamsterdam (2023)
2
Inhoud
Samenvatting en conclusie 5
Inleiding 8
1 Invulling van de jaarwisseling 11
1.1 Amsterdammers vierden jaarwisseling voornamelijk thuis met familie en vrienden 11
1.2 Bijna een kwart van de Amsterdammers kocht vuurwerk 12
1.3 Meeste Amsterdammers staken geen vuurwerk af tijdens de jaarwisseling 12
1.3.1 Mannen staken ruim drie keer zo vaak vuurwerk af dan vrouwen tijdens de
jaarwisseling 13
1.3.2 Respondenten onder de 50 jaar staken het vaakst vuurwerk af 13
1.4 Het afsteken van vuurwerk gebeurt vooral op oudejaarsavond 14
1.5 Initiatief “Feelgood Vuurwerk” nog onbekend onder de meeste Amsterdammers 14
2 Het afsteekverbod in Amsterdam 16
2.1 Meeste Amsterdammers niet gehecht aan mogelijkheid tot afsteken van vuurwerk in
Nederland 16
2.1.1 Mannen meer gehecht aan mogelijkheid afsteken vuurwerk dan vrouwen 16
2.1.2 Groep jonger dan 50 vaker gehecht aan mogelijkheid tot afsteken vuurwerk dan
50-plussers 17
2.2 Bijna iedereen bekend met lokaal afsteekverbod; ook zij die zelf vuurwerk afstaken 18
2.3 Meerderheid vindt lokaal afsteekverbod goed, maar ook hier meningen verdeeld 18
2.3.1 Voorstanders van afsteekverbod noemen vooral de gevaren van vuurwerk en het
milieu 19
2.3.2 Tegenstanders van afsteekverbod geven aan dat siervuurwerk anders is dan
knalvuurwerk en dat siervuurwerk een mooie traditie is 19
2.3.3 Weerstand tegen afsteekverbod het grootst onder mannen tot 50 jaar 20
2.4 Helft van Amsterdammers denkt niet dat afsteekverbod aantal incidenten vermindert 21
2.4.1 Ook voorstanders van afsteekverbod zien uitdagingen 22
2.4.2 Afsteekverbod vermindert het aantal incidenten omdat het toch een deel van de
mensen zal aanspreken 22
2.4.3 Afsteekverbod vermindert het aantal incidenten niet omdat het niet gehandhaafd
wordt en de regels niet eenduidig zijn 23
2.5 Respondenten onbeslist over of het afsteekverbod de jaarwisseling veiliger maakt 23
2.6 Meeste Amsterdammers vonden de jaarwisseling niet minder leuk vanwege het
afsteekverbod 24
2.7 Respondenten steken geen vuurwerk af omdat het “niks voor hen is” 24
3 Nieuwjaarsvieringen 25
3
3.1 Grootste gedeelte Amsterdammers was op de hoogte van georganiseerde
nieuwjaarsvieringen 25
3.2 Acht procent van Amsterdammers bracht bezoek aan georganiseerde
nieuwjaarsvieringen 26
3.2.1 Drones en vuurwerk bij de ADAM Toren op 2 januari meest bezocht 26
3.2.2 Driekwart van bezoekers vond de georganiseerde nieuwjaarsviering (erg) leuk 27
3.2.3 Georganiseerde nieuwjaarsvieringen waren leuk omdat het bijzonder, goed
georganiseerd en gezellig was 27
3.2.4 Georganiseerde nieuwjaarsvieringen waren stom omdat de shows te kort waren en
de muziek niet goed te horen was 27
3.3 Helft van Amsterdammers vindt georganiseerde vieringen een goed alternatief voor het
zelf afsteken van vuurwerk 28
3.4 Zestien procent zal waarschijnlijk volgend jaar een georganiseerde viering of
vuurwerkshow bezoeken 28
3.5 Voorkeur voor spectaculaire vuurwerkshow die gratis is 29
3.5.1 Vooral interesse in vuurwerkshows 29
3.5.2 Centrale viering moet vooral gratis, spectaculair en goed bereikbaar zijn 29
3.6 Georganiseerde nieuwjaarsvieringen weinig invloed op beoordeling jaarwisseling
Amsterdammers 30
Bijlage 1 Vragenlijst 32
Bijlage 2 Resultaten respondentgroep van buiten Amsterdam 38
4
Samenvatting en conclusie
In 2021 ging in de gemeente Amsterdam een afsteekverbod voor consumentenvuurwerk van
kracht. Na twee jaarwisselingen waarbij als gevolg van de coronapandemie een landelijk
verkoop- en afsteekverbod was ingevoerd, was de 2022-2023 jaarwisseling de eerste waarbij het
Amsterdamse afsteekverbod lokaal van kracht was. Als alternatief voor het afsteken van
vuurwerk heeft de gemeente verspreid over de stad nieuwjaarsvieringen georganiseerd en
particuliere initiatieven gesteund. Een deel van de georganiseerde nieuwjaarsvieringen waren
echter geannuleerd wegens weersomstandigheden. Tijdens Oud & Nieuw vond nog wel een
lichtshow plaats op het museumplein en op 2 januari was er ook een drone en vuurwerkshow bij
de A'dam toren.
Namens het Stedelijk Evenementenbureau heeft O&S onderzocht wat Amsterdammers van
deze alternatieven vinden. Ook is hen gevraagd hoe zij de jaarwisseling zelf hebben gevierd, of
het afsteken van vuurwerk daar onderdeel van uitmaakte en hoe zij aankijken tegen het lokale
afsteekverbod. Hiervoor is enquêteonderzoek uitgevoerd binnen het bewonerspanel van O&S en
via sociale media. In totaal namen 2.883 mensen deel, waaronder 777 jonger dan 35 jaar, waarvan
131 jonger dan 25 jaar. Ook bestond de respons voor een klein deel uit mensen die niet in
Amsterdam wonen. Over de resultaten van deze 186 respondenten wordt in de bijlage visueel
gerapporteerd.
Puntsgewijze samenvatting van de resultaten:
= _De meeste respondenten vierden de jaarwisseling thuis of bij iemand thuis. Daarnaast
werd de jaarwisseling meestal met vrienden en familie gevierd.
= _ Nagenoeg een kwart van alle respondenten heeft vuurwerk gekocht. Bijna alle
respondenten die vuurwerk afstaken deden dit op oudejaarsavond. Daarnaast deed een
op de tien dit (ook) op oudejaarsdag.
n= _De meerderheid van de respondenten heeft zich aan het vuurwerkverbod gehouden
(81%). Deze groep stak geen vuurwerk of alleen fopvuurwerk af. Mannen staken
gemiddeld drie op de tien keer vuurwerk af, meer dan drie keer zo vaak als vrouwen.
Respondenten onder de 50 jaar staken vaker vuurwerk dan oudere respondenten.
"Een grote meerderheid (91%) was voorafgaand aan de 2022-2023 jaarwisseling bekend
met het lokale afsteekverbod. Bekendheid met de regel is het grootst onder 65-plussers
en het laagst onder de groep 25- tot 35-jarigen. Ook zij die vuurwerk afstaken tijdens de
jaarwisseling waren veelal op de hoogte van het verbod en deden dit dus bewust tegen
de regel in.
= _De meerderheid van respondenten hecht geen waarde aan de mogelijkheid om in
Nederland vuurwerk af te steken rondom de jaarwisseling. Toch is ook een aanzienlijk
deel hier wel aan gehecht. Hetzelfde patroon zien we terug in meningen over het
afsteekverbod: de meesten vinden dit een heel goed idee, maar een aanzienlijk deel
vindt het heel slecht. Deze groep bestaat vooral uit mannen en respondenten jonger dan
50 jaar. Voorstanders van afsteekverbod noemen vooral dat het afsteken van vuurwerk
veel gevaren met zich meebrengt en dat het slecht is voor het milieu. Tegenstanders
5
geven aan dat de ongelukken niet het gevolg zijn van siervuurwerk, maar van illegaal
knalvuurwerk en dat het een mooie traditie is.
n= _De meeste respondenten vinden dat het afsteekverbod de 2022-2023 jaarwisseling niet
onveiliger, maar ook niet veiliger maakte. lets minder dan een kwart heeft de
jaarwisseling als veiliger ervaren. Ook denkt de grootste groep respondenten dat het
lokale afsteekverbod op consumentenvuurwerk het aantal incidenten rond de
jaarwisseling niet vermindert. Ook onder voorstanders van het afsteekverbod betwijfelt
een aanzienlijke groep het effect ervan. Mensen die denken dat het verbod het aantal
incidenten vermindert, denken dit omdat het voor een deel van de mensen toch een
drempel zal vormen om vuurwerk af te steken. Het aantal incidenten zal volgens hen
niet sterk verminderen maar wel helpen. Zij die denken dat het verbod niet tot een
vermindering van incidenten leidt, beargumenteren vooral dat het niet zal helpen
zonder handhaving, duidelijke regels en een landelijk verbod.
= Wel vinden de meeste respondenten dat de jaarwisseling met afsteekverbod (minstens)
even leuk was als eerdere jaarwisselingen zonder afsteekverbod. Een kwart is het hier
niet mee eens.
= Het belangrijkste motief voor Amsterdammers om geen vuurwerk af te steken is dat het
niks voor hen is. Dit suggereert dat de meeste mensen die geen vuurwerk afstaken
tijdens de afgelopen jaarwisseling, dit voor het afsteekverbod ook al niet deden. Voor
een kwart van de mensen die geen vuurwerk afstaken was het verbod wel een reden.
Verder deed vier procent het niet omdat zij de georganiseerde nieuwjaarsvieringen
voldoende vonden.
= _De meerderheid van de respondenten was op de hoogte van de georganiseerde
nieuwjaarsvieringen (74%). Het vaakst zijn zij dit te weten gekomen via sociale media
(714%) en de krant (31%).
= __ Minder dan één op de tien respondenten heeft een georganiseerde nieuwjaarsviering
bezocht. De vaakst bezochte viering was de drones en vuurwerkshow bij de ADAM
Toren (61%). Ook ging één op de drie respondenten die naar een georganiseerde viering
zijn gegaan naar de lichtshow op het museumplein. Driekwart van de respondent die
een georganiseerde viering bezocht hebben vonden dit (erg) leuk. Deze personen
omschrijven dit als mooi, gezellig, bijzonder en vernieuwend, goed georganiseerd en
veilig. Daarnaast beviel het uitgestelde moment waarop de viering plaatsvond. Ook
vond 12% het (erg) stom en als reden gaven zij dat de shows te kort waren en de muziek
en zichtbaarheid tegenviel.
n= De helft van de Amsterdammers vinden georganiseerder nieuwjaarsvieringen een goed
alternatief voor het zelf afsteken van vuurwerk.
" _Zesopdetien respondenten geeft aan volgend jaar (zeer) waarschijnlijk geen
georganiseerde viering te gaan bezoeken. 16% geeft aan volgend jaar (zeer)
waarschijnlijk wel naar een viering te gaan rondom de jaarwisseling.
" _Vooreen deel van respondenten lijken vuurwerkshows (41%), een viering met een
lichtshow (36%) en een show met drones leuk om te bezoeken (36%). De vaakst
genoemde voorwaarden om naar een georganiseerde viering te gaan zijn dat het gratis
en spectaculair moet zijn (64% en 55%). Daarnaast wordt bereikbaarheid, zowel lopend,
fietsend of met het ov, vaak aangeduid als voorwaarde.
= Vier opde tien respondenten weet niet of ze jaarwisseling leuker of veiliger vonden door
de georganiseerde vieringen. Ook geeft een kwart aan dat ze de jaarwisseling hierdoor
6
even leuk en veilig vonden. Twee op de tien respondenten geeft aan dat ze viering
veiliger vonden.
1
Inleiding
Begin 2021 heeft de gemeenteraad een afsteekverbod voor consumentenvuurwerk vast laten
leggen in de Algemene Plaatselijke Verordening. Directe aanleiding daarvoor waren de ernstige
incidenten bij de jaarwisseling in 2019-2020 en de al jaren aanwezige onveiligheidsgevoelens,
overlast en hinder die veel Amsterdammers ervaren. De gezondheidsschade die
consumentenvuurwerk steeds weer veroorzaakte is een belangrijk onderdeel geweest van die
afweging. Uit onderzoek van O&S uit 2019 is gebleken dat een grote meerderheid van de
Amsterdammers (80%) het belangrijk vindt dat vuurwerkoverlast tijdens de jaarwisseling wordt
teruggedrongen. Na twee jaarwisselingen waarbij als gevolg van de coronapandemie een
landelijk verkoop- en afsteekverbod was ingevoerd, was de 2022-2023 jaarwisseling de eerste
waarbij het Amsterdamse afsteekverbod lokaal van kracht was. Gezien de uitdagingen rondom
het handhaven van dit afsteekverbod, heeft het stadsbestuur besloten dat er meer nodig is om
Amsterdammers te bewegen om geen vuurwerk meer af te steken. Minstens zo belangrijk is het
aanbieden van alternatieven. De gemeente organiseerde daarom op meerdere plekken,
verspreid over de stad nieuwjaarsvieringen.! Deze bestonden uit een centrale viering op het
Museumplein en georganiseerde vuurwerkshows en er werden particuliere initiatieven
ondersteund, die op een alternatieve manier een nieuwjaarsviering vormgeven. Een deel van de
georganiseerde jaarwisselingvieringen werd geannuleerd wegens weersomstandigheden.
Doel en opzet
Aan O&S is gevraagd om te onderzoeken wat Amsterdammers van deze initiatieven weten, hoe
ze ernaar kijken en of ze het goede alternatieven vinden voor het zelf afsteken van vuurwerk.
O&S heeft daarvoor in samenwerking met het Evenementenbureau een vragenlijst opgesteld en
verspreid in januari 2023. De vragenlijst is te vinden in bijlage 1. Er zijn twee methoden ingezet
om uitspraken over Amsterdammers te kunnen doen. Ten eerste is de vragenlijst uitgezet onder
1.500 leden van het Amsterdamse bewonerspanel. Daarnaast is een campagne uitgezet op
Instagram en Facebook om aanvullende respons te werven, met name onder mensen jonger dan
35 jaar.
Respons
Methode
De gekozen methoden resulteerde in een uiteindelijke respons van 2.883 deelnemers. Een
overzicht van de totale respons, evenals een uitsplitsing naar methode, is weergegeven in tabel
1. Het veldwerk via sociale media bracht twee derde van de totale respons op. Werving binnen
het bewonerspanel bracht 981 ingevulde enquêtes op, een responspercentage van 65%.
1 Vanwege weersomstandigheden vonden een aantal van de georganiseerde vieringen niet, in aangepaste vorm of op
een later tijdstip plaats. Hoewel de enquête op deze wijzigingen is afgesteld, dient hiermee rekening gehouden te
worden bij de interpretatie van de evaluatie van de vieringen.
8
Tabel 1 Respons naar methode, januari 2023
sociale media 1.902 66
panel 981 34
totaal 2.883 100
Woonplaats
Tabel 2 laat zien dat een deel van de respondenten niet in Amsterdam woont. In de rapportage
van de enquêteresultaten worden deze respondenten buiten beschouwing gelaten en wordt
alleen gerapporteerd over de groep respondenten die aangeven in Amsterdam te wonen (n =
2.629). In bijlage 2 worden de resultaten vanuit de 186 respondenten van buitenaf weergegeven.
Tabel 2 Aandeel respondenten wat aangeeft binnen of buiten Amsterdam te wonen, januari 2023
binnen Amsterdam 2.629 91
buiten Amsterdam 186 7
onbekend 68 2
totaal 2.883 100
Stadsdeel
In een uitsplitsing van de respons naar stadsdeel valt op dat met name de respons vanuit
stadsgebied Weesp relatief laag uitvalt (tabel 3). Dit is begrijpelijk, aangezien dit gebied pas kort
deel uitmaakt van de gemeente Amsterdam. Ook de respons vanuit stadsdeel Zuidoost is relatief
klein. Wel is de respons vanuit alle gebieden zodanig dat voor alle resultaten, mits relevant, een
uitsplitsing naar stadsdeel beschreven kan worden. Toch dient bij de interpretatie van de
resultaten rekening gehouden te worden met deze verdeling.
Tabel 3 Respons naar stadsdeel, januari 2023
Zuid 399 15
Centrum 388 15
Noord 375 14
Oost 361 14
Nieuw-West 332 13
West 297 11
Zuidoost 165 6
Weesp 155 6
onbekend 157 6
totaal 2.629 100
Leeftijd en geslacht
In tabel 4 is de respons opgedeeld in leeftijdscategorieën. In tegenstelling tot regulier
enquêteonderzoek, is het aandeel 65-plussers in de respons relatief klein, ten gevolge van de
inzet van sociale media voor werving. Op basis van de aanname dat het vuurwerkverbod met
9
name gericht is op jongere doelgroepen, heeft dit geen verstorend effect op de resultaten.
Desalniettemin dient bij de interpretatie van de resultaten rekening gehouden te worden met
deze verdeling. Tot slot toont tabel 5 een representatieve verdeling naar geslacht.
Tabel 4 Respons naar leeftijd, januari 2023
tot 25 jaar 120 5
25 tot 35 jaar 585 22
35 tot 55 jaar 824 31
55 tot 65 jaar 586 22
65 jaar en ouder 445 17
onbekend 69 3
totaal 2.629 100
Tabel 5 Respons naar geslacht, januari 2023
man 1.252 48
vrouw 1.302 50
anders 11 0
onbekend 64 2
totaal 2.629 100
10
1 Invulling van de jaarwisseling
In het eerste hoofdstuk wordt toegelicht hoe de respondenten de 2022-2023 jaarwisseling
hebben gevierd. Hierbij komt onder meer aan bod hoeveel van hen vuurwerk kochten en in
hoeverre men zich aan het lokale afsteekverbod gehouden heeft. Verschillen tussen groepen
respondenten worden uitgelicht.
1.1 Amsterdammers vierden jaarwisseling voornamelijk thuis met familie
en vrienden
Aan de respondenten is gevraagd met wie en waar zij de jaarwisseling gevierd hebben. De
meeste respondenten vierden de jaarwisseling samen met vrienden, familie en/of hun partner
(figuur 1.1). Een klein gedeelte van de respondenten vierde de jaarwisseling alleen of helemaal
niet.
Figuur 1.1 Met wie heb je de jaarwisseling gevierd? Meerdere antwoorden mogelijk. Januari 2023 (n = 2.623,
procenten)
vrienden
familio/kinderen
partner
alleen EN
collega's Ì 1
met iemand anders 3
ik heb de jaarwisseling niet gevierd m %
0 10 20 30 40 50
Meer dan de helft van de respondenten die de jaarwisseling vierde, deden dit thuis (figuur 1.2).
Ook werd de nieuwjaarwisseling door drie op de tien respondenten bij vrienden of familie thuis
gevierd. Twaalf procent heeft het (ook) in de buurt gevierd. Drie procent was tijdens de
jaarwisseling bij een georganiseerde nieuwjaarsviering aanwezig.
1
Figuur 1.2 Waar heb je de jaarwisseling gevierd? Januari 2023 (n = 2.523, procenten)
thuis
bij vrienden of familie thuis
in de buurt
in een club/café E 4
bij een georganiseerde nieuwjaarsviering Ï 3
anders %
0 20 40 60 80
1.2 Bijna een kwart van de Amsterdammers kocht vuurwerk
Uit de enquête blijkt dat bijna een kwart van de respondenten die de
23% jaarwisseling vierden hier vuurwerk voor heeft gekocht. Respondenten vanaf 35
tot 50 jaar hebben het vaakst vuurwerk gekocht (35%). Tevens gold dit voor een
kwart van de respondenten tot 35 jaar. Respondenten van 65 jaar en ouder
kochten zelden vuurwerk (3%).
1.3 Meeste Amsterdammers staken geen vuurwerk af tijdens de
jaarwisseling
In de enquête is aan de respondenten gevraagd of zij tijdens de jaarwisseling zelf vuurwerk
hebben afgestoken. Het grootste gedeelte heeft zich aan het vuurwerkverbod gehouden: vier op
de vijf heeft geen vuurwerk of alleen fopvuurwerk, zoals sterretjes en knalerwten, afgestoken
(zie figuur 1.3). lets minder dan een op de vijf respondenten heeft zich niet aan het lokale
vuurwerkverbod gehouden.
Hiermee is het aandeel Amsterdammers wat vuurwerk kocht groter dan het aandeel dat ondanks
het verbod vuurwerk afstak. Verklaring hiervoor is dat het vuurwerk wat door deze groep
gekocht werd aannemelijk voor een deel fopvuurwerk was. Het afsteken hiervan ging niet tegen
het verbod in. Een andere verklaring is dat sommigen het gekochte vuurwerk niet zelf afstaken,
omdat zij er bijvoorbeeld toch vanaf zagen of het voor anderen kochten om af te steken.
Figuur 1.3 Het aandeel dat zich aan het vuurwerkverbod heeft gehouden Januari 2023 (n = 2.523,
procenten)
12
19
= vuurwerk afgestoken
m geen vuurwerk of alleen
fopvuurwerk afgestoken
weet niet
%
81
De respondenten die zich niet aan het vuurwerkverbod hebben gehouden staken voornamelijk
vuurwerk af dat legaal (in Nederland) gekocht is. Twee procent van alle respondenten geeft aan
vuurwerk te hebben afgestoken wat buiten Nederland gekocht is. Verder heeft slechts een klein
deel (15%) van degenen die zich niet aan het verbod hielden ook fopvuurwerk afgestoken. Zij
kozen er dus vooral voor om, tegen het verbod in, groter vuurwerk af te steken.
1.3.1 Mannen staken ruim drie keer zo vaak vuurwerk af dan vrouwen tijdens de
jaarwisseling
Een uitsplitsing naar achtergrondkenmerken laat zien dat mannen vaker vuurwerk afstaken dan
vrouwen tijdens de jaarwisseling. Bijna drie op de tien mannen heeft vuurwerk afgestoken (zie
figuur 1.4). Dit geldt voor nog geen tiende van de vrouwen die mee hebben gedaan aan de
enquête.
Figuur 1.4 Heb je tijdens de afgelopen jaarwisseling zelf vuurwerk afgestoken? Naar geslacht. Januari 2023
(n =2.523, procenten)
vrouw (n = 1242) En
%
0 10 20 30 40
1.3.2 Respondenten onder de 50 jaar staken het vaakst vuurwerk af
Ook zijn er verschillen in leeftijd met betrekking tot het afsteken van vuurwerk.
Respondenten onder de 50 jaar gaven aan tijdens de jaarwisseling vaker vuurwerk te hebben
afgestoken dan 50-plussers (figuur 1.5). De groep van 35 tot 50 jaar gaf dit het vaakst aan.
Voor respondenten boven de 65 ging dit om slechts drie procent.
Figuur 1.5 Heb je tijdens de afgelopen jaarwisseling zelf vuurwerk afgestoken? Naar leeftijd. Januari 2023 (n
=2.523, procenten)
13
65 jaar en ouder (n = 422) %
0 10 20 30
1.4 Het afsteken van vuurwerk gebeurt vooral op oudejaarsavond
Aan de respondenten die vuurwerk hebben afgestoken is gevraagd wanneer zij dit hebben
gedaan. Bijna alle respondenten gaven aan dit op oudejaarsavond te hebben gedaan (figuur 1.7).
lets meer dan een tiende heeft (ook) op oudejaarsdag vuurwerk afgestoken. Tevens heeft vijf
procent (ook) na oudejaarsavond nog vuurwerk afgestoken en vier procent deed dit op de dagen
ervoor.
Figuur 1.7 Wanneer heb je vuurwerk afgestoken? (n = 471, procenten)
op de dagen voor oudejaarsdag |:
op oudejaarsdag (voor 18:00 uur) N-
op oudejaarsavond (tussen 18:00 uur en EN
2:00 uur)
na oudejaarsavond (na 2:00 uur) 1: %
0 50 100
1.5 Initiatief “Feelgood Vuurwerk” nog onbekend onder de meeste
Amsterdammers
In de enquête is de vraag gesteld of de respondenten afwisten van het initiatief “Feelgood
Vuurwerk”, Dit is een initiatief van de stichting Wereldverbeteraars dat door de gemeente
Amsterdam gesteund is. In ruil voor een donatie voor daklozen kregen mensen de mogelijkheid
om virtueel vuurwerk (Feelgood Vuurwerk) te bekijken op een smartphone, aan de hand van
augmented reality. Veruit het grootste gedeelte van de respondenten was niet op de hoogte van
dit initiatief (figuur 1.8). In totaal wist twaalf procent hier wel van af, maar heeft vrijwel niemand
zelf virtueel vuurwerk gekocht.
14
Figuur 1.8 Wist jij van dit initiatief? Januari 2023 (n= 2.629, procenten)
3 0
12
mja, ik heb zelf virtueel
vuurwerk gekocht
mja, maar ik heb zelf geen
virtueel vuurwerk gekocht
m nee
%
85
15
2 Het afsteekverbod in Amsterdam
In 2021 ging in de gemeente Amsterdam een lokaal afsteekverbod voor consumentenvuurwerk
van kracht. Wel bleef het toegestaan om consumentenvuurwerk te (ver)kopen. In Nederland
gelden andere regels en is het afsteken van consumentenvuurwerk wel toegestaan. Dit
hoofdstuk gaat in op het perspectief van Amsterdammers op het lokale afsteekverbod in hun
gemeente.
2.1 Meeste Amsterdammers niet gehecht aan mogelijkheid tot afsteken
van vuurwerk in Nederland
In de enquête is Amsterdammers gevraagd in hoeverre zij gehecht zijn aan de mogelijkheid om
in Nederland vuurwerk af te kunnen steken tijdens de jaarwisseling. Nagenoeg drie op de vijf
geeft aan hier niet gehecht aan te zijn (figuur 2.1). Toch is ook 42% hier enigszins of sterker aan
gehecht, waarvan de meesten zeer sterk.
Figuur 2.1 In welke mate hecht je aan de mogelijkheid om in Nederland vuurwerk af te kunnen steken rond
de jaarwisseling? Januari 2023 (n = 2.629, procenten)
%
0 20 40 60 80 100
mik hecht zeer sterk aan deze mogelijkheid
mik hecht sterk aan deze mogelijkheid
= ik hecht enigszins aan deze mogelijkheid
ik ben niet gehecht aan deze mogelijkheid
weet ik niet, geen antwoord
2.1.1 Mannen meer gehecht aan mogelijkheid afsteken vuurwerk dan vrouwen
Een uitsplitsing naar achtergrondkenmerken laat zien dat mannen een stuk vaker zeer sterk
gehecht zijn aan de mogelijkheid om in Nederland vuurwerk af te steken dan vrouwen (figuur
2.2.1). Twee op de drie vrouwen in de enquête hecht hier geen waarde aan, tegenover de helft
van mannen.
16
Figuur 2.2.1 In welke mate hecht je aan de mogelijkheid om in Nederland vuurwerk af te kunnen steken rond
de jaarwisseling? Naar geslacht. Januari 2023 (procenten)
nn " ie 7
5 ’
%
0 20 40 60 80 100
m zeer sterk gehecht m sterk gehecht
= enigszins gehecht niet gehecht
weet niet, geen antwoord
2.1.2 Groep jonger dan 50 vaker gehecht aan mogelijkheid tot afsteken vuurwerk dan
50-plussers
Ook zien we verschillen naar leeftijd in de mate waarin men hecht aan de mogelijkheid om rond
de jaarwisseling vuurwerk af te steken. Figuur 2.2.2 geeft het overzicht weer. Hierin is te zien dat
de mate waarin men hecht aan de mogelijkheid om vuurwerk af te steken afneemt met leeftijd.
De groep respondenten van 65 jaar en ouder is hier veruit het minst vaak aan gehecht.
Figuur 2.2.2 In welke mate hecht je aan de mogelijkheid om in Nederland vuurwerk af te kunnen steken rond
de jaarwisseling? Naar leeftijd. Januari 2023 (procenten)
50 tot 65 jaar (n = 586) 65
65 jaar en ouder (n = 445) 7 %
0 20 40 60 80 100
m zeer sterk gehecht m sterk gehecht
e enigszins gehecht niet gehecht
weet niet, geen antwoord
17
2.2 Bijna iedereen bekend met lokaal afsteekverbod; ook zij die zelf
vuurwerk afstaken
Van alle Amsterdammers die de enquête invulden was ruim negen op de tien voorafgaand
0 aan de jaarwisseling op de hoogte van het afsteekverbod in Amsterdam (figuur 2.3). De
KA o bekendheid met de regel verschilt niet tot nauwelijks tussen groepen Amsterdammers. Er
bestaan marginale verschillen naar leeftijd: de oudere waren iets vaker op de hoogte van
het afsteekverbod dan de jongere respondenten. Verder zien we geen verschillen in bekendheid met
het lokale afsteekverbod tussen respondenten die wel vuurwerk afstaken en zij die dat niet deden. Zij
die dit wel deden, deden dit dus veelal bewust tegen de regel in.
Figuur 2.3 Was je voorafgaand aan de jaarwisseling op de hoogte van het afsteekverbod in Amsterdam?
Naar achtergrondkenmerken. Januari 2023 (procenten)
tot sja (120
2 toa 99)
sot soyser (n= 2 EN
stoten (n=)
0 20 40 60 80 100
mja m nee weet niet, geen antwoord
2.3 Meerderheid vindt lokaal afsteekverbod goed, maar ook hier meningen
verdeeld
Ook is respondenten gevraagd naar hun visie op het afsteekverbod in Amsterdam. Uit de
antwoorden blijkt dat de meeste respondenten het afsteekverbod een goed initiatief vinden
(figuur 2.4). Toch zien we ook hier een verdeeld beeld: relatief veel respondenten vinden het heel
goed of heel slecht. lets minder dan een kwart vindt het afsteekverbod in Amsterdam heel slecht.
Figuur 2.4 Wat vind je van het afsteekverbod in Amsterdam? Januari 2023 (procenten)
18
1%
23% m heel goed
e= goed
45% niet goed, niet slecht
8% e= slecht
m heel slecht
10% weet niet, geen antwoord
13%
2.3.1 Voorstanders van afsteekverbod noemen vooral de gevaren van vuurwerk en
het milieu
In de enquête is respondenten gevraagd om bovenstaande mening over het lokale
afsteekverbod van consumentenvuurwerk toe te lichten. Zij die het afsteekverbod (heel) goed
vinden, leggen met name uit dat het zelf afsteken van vuurwerk veel gevaar en onveiligheid met
zich meebrengt. Het zorgt voor te veel ongelukken, slachtoffers en schade. Bovendien vragen de
vele incidenten veel van de hulpverleners, zoals politie en het ziekenhuispersoneel. Daarnaast is
het erg slecht voor het milieu en zorgt het voor veel vervuiling en afval op straat. Ook wordt
genoemd dat het harde geluid stressvol is voor slachtoffers van (oorlogs)geweld, ouderen en
huisdieren. Verder vinden voorstanders van het verbod dat het een ouderwetse traditie is die niet
meer bij deze tijd hoort. Tot slot is er een grote groep respondenten die het initiatief van een
vuurwerkverbod erg goed vinden, maar de uitvoering ervan minder succesvol. Omdat het niet
gehandhaafd wordt en het wel mogelijk was om vuurwerk te kopen, heeft Amsterdam zich er
niet goed aan gehouden. Hierdoor maakte het verbod volgens hen geen groot verschil.
“Jk vind vuurwerk leuk hoor, maar het is toch niet goed te praten dat er zo veel mensen in het ziekenhuis door
belanden, van wie ook veel omstanders. Verbieden die hap. Maar dan dus ook de verkoop, niet alleen het afsteken.”
“Jk vind het rond oud en nieuw altijd heel grimmig in de stad met al dat vuurwerk. Ook gezien de extra overlast met
ongelukken voor de zorg vind ik het goed. Tot slot vind ik het goed voor de natuur dat het niet meer gebeurt.”
“Vind het goed. Alleen niemand houdt of heeft zich eraan gehouden. En ook raar, je mag het wel kopen maar niet
afsteken.”
2.3.2 Tegenstanders van afsteekverbod geven aan dat siervuurwerk anders is dan
knalvuurwerk en dat siervuurwerk een mooie traditie is
Respondenten die het afsteekverbod in Amsterdam (heel) slecht vinden, lichten deze
beoordeling vooral toe door uit te leggen dat het afsteken van siervuurwerk niet de oorzaak is
van de vele incidenten rondom de jaarwisseling. Volgens hen zou knalvuurwerk en illegaal
gekocht vuurwerk de boosdoener zijn, en is het te kort door de bocht om het afsteken van alle
vormen van vuurwerk te verbieden. Veel van hen geven aan zich ook zelf te storen aan harde
knallen en zich zorgen te maken over de vele ongelukken. Een deel begrijpt dan ook het idee
achter een verbod. De regelgeving zou hier nauwkeuriger op aangescherpt moeten worden en
dit zou vervolgens ook goed gehandhaafd moeten worden. Op deze manier kunnen mensen die
19
zich aan de landelijke regels voor het afsteken van vuurwerk houden, dit nog steeds op een
volgens hen veilige en leuke manier blijven doen.
Een ander deel van de tegenstanders geeft aan dat het afsteken van vuurwerk nou eenmaal
traditie is en dat dit bij de sfeer en het plezier van de jaarwisseling hoort. Bovendien is het mooi
om te zien. Een andere groep laat weten het vuurwerkverbod slecht te vinden doordat het
zinloos is. Het wordt onvoldoende gehandhaafd, waardoor de regel weinig effect heeft. Tot slot
noemt een deel dat zij het verbod op het afsteken van vuurwerk betuttelend vinden.
“Het afsteken van vuurwerk verbroedert en verbindt. Het argument voor het milieu ervaar ik als zwak, op veel
plaatsen in de wereld wordt bijvoorbeeld tijdens het zomerseizoen wekelijks vuurwerk afgestoken. Eenmalig beperkt
siervuurwerk zou best passen. Het fokt mensen naar buiten en zo zien buurtgenoten elkaar. Ik hekel het harde en
illegale knalvuurwerk en vind dat er “knalhard” opgetreden mag worden.”
“Betutteling ten top. Oud en Nieuw moet gevierd kunnen worden zoals mensen dat zelf wil. Bij normaal gebruik van
consumentenvuurwerk zie ik het probleem ook niet.”
“Afgelopen corona jaren werkte het verbod niet. Dit jaar ook niet. Een verbod werkt alleen Europees. Zolang iedereen
zich aan regels zou houden moet zelf vuurwerk afsteken die ene dag per jaar gewoon kunnen. Overtreders harder
straffen.”
2.3.3 Weerstand tegen afsteekverbod het grootst onder mannen tot 50 jaar
De meningen over het afsteekverbod in Amsterdam verschillen tussen groepen
Amsterdammers. Zo zien we dat steun voor de maatregel toeneemt met leeftijd (figuur 2.5). Wel
is de groep 35- tot 50-jarigen het vaakst tegen het initiatief. Amsterdammers tot 25 jaar vinden
het afsteekverbod relatief vaak geen slecht, maar ook geen goed idee. Verder zien we dat
mannen het verbod ruim twee keer zo vaak een slecht idee vinden dan vrouwen. Ruim twee op
de vijf mannen in het onderzoek vindt het lokale afsteekverbod een slecht initiatief. Twee op de
drie vrouwen vindt het juist een goed initiatief.
20
Figuur 2.5 Wat vind je van het afsteekverbod in Amsterdam? Naar leeftijd en geslacht. Januari 2023
(procenten)
an (1253)
0 20 40 60 80 100
m heel goed e= goed
niet goed, niet slecht = slecht
m heel slecht weet niet, geen antwoord
2.4 Helft van Amsterdammers denkt niet dat afsteekverbod aantal
incidenten vermindert
Op de vraag of het afsteekverbod in Amsterdam het aantal incidenten met vuurwerk rondom de
jaarwisseling vermindert, antwoorden de meeste respondenten dat zij denken van niet (figuur
2.7). Nagenoeg drie op de tien denkt dat dit zeker niet het geval is. Toch denkt ook nagenoeg
een kwart dat het verbod het aantal incidenten zeker wel zal verminderen. Een op de vijf denkt
dat dit enigszins zo is. Een uitsplitsing naar achtergrondkenmerken laat eenzelfde patroon zien
als bij eerdere resultaten naar voren komt: de mate waarin men ervan overtuigd is dat het
afsteekverbod zorgt voor minder incidenten met vuurwerk loopt op met leeftijd en vrouwen zijn
hier vaker van overtuigd dan mannen.
21
Figuur 2.7 Denk je dat het aantal incidenten met vuurwerk rondom de jaarwisseling verminderd wordt met
een afsteekverbod? Naar leeftijd, geslacht en totaal. Januari 2023 (procenten)
Amsterdam (n = 2.629) 4
tot 25 jaar 1-10) Mr En:
25 tot 35 jaar (n = 585) 4
35 tot 50 jaar (n= 824) 4
50 tot 65 jaar (n= 586) 4
65 jaar en ouder (n = 445) 4
vrouw (n = 1.302) 4
man (n=1.252) 4%
0 20 40 60 80 100
mja, zeker mja, enigszins
m nee, niet echt m nee, zeker niet
weet niet, geen antwoord
2.4.1 Ook voorstanders van afsteekverbod zien uitdagingen
Ook van de groep respondenten die aangeeft het lokale afsteekverbod (heel) goed te vinden
geeft een derde aan te denken dat dat dit het aantal incidenten met vuurwerk niet echt of zeker
niet zal verminderen. Ook wanneer men achter het afsteekverbod staat, blijken zij uitdagingen
te zien.
2.4.2 Afsteekverbod vermindert het aantal incidenten omdat het toch een deel van
de mensen zal aanspreken
Respondenten die denken dat het afsteekverbod in Amsterdam het aantal incidenten met
vuurwerk vermindert, leggen uit dat ze tijdens de afgelopen jaarwisseling al merkten dat het
verbod tot minder ongelukken en onrust leidde. Ondanks dat niet iedereen zich eraan houdt, zal
het toch een deel ervan weerhouden om vuurwerk af te steken en daarmee een deel van de
ongelukken voorkomen. Een ander deel van de respondenten is er wel van overtuigd dat het
verbod tot minder incidenten zal leiden, maar denken ook dat dit afhankelijk is van toekomstige
handhaving, duidelijkheid over het (ver)koopbeleid en goede alternatieven.
Een andere groep uit de verwachting dat de gemeente er met het vuurwerkverbod uiteindelijk in
zal slagen om het aantal incidenten te verminderen, maar dat hier wel veel tijd overheen zal
gaan. De traditie zal moeten slijten en het kan lang duren voordat het een merkbaar effect zal
hebben. Nog een ander deel geeft aan dat het verbod alleen zal slagen wanneer er duidelijke
landelijke regelgeving komt.
“Het was dit jaar in de dagen voorafgaand aan oud en nieuw beduidend rustiger.”
22
“Alleen als het ook niet verkocht wordt en er de dagen vooraf gehandhaafd wordt.”
“Als mensen zich er ook aan houden wordt het veiliger. Geen ongelukkig meer doordat mensen zelf afsteken.
En in andere grote steden ís dit al heel normaal! Maar bv Londen heeft ook wel iets spectaculairder vuurwerk.”
2.4.3 Afsteekverbod vermindert het aantal incidenten niet omdat het niet
gehandhaafd wordt en de regels niet eenduidig zijn
Zij die vermoeden dat het afsteekverbod in Amsterdam het aantal incidenten niet vermindert,
lichten toe dat het niet effectief is omdat het niet wordt gehandhaafd. Dit zorgt ervoor dat
mensen zich weinig aantrekken van het verbod en vuurwerk zullen blijven afsteken. Een groot
deel van de respondenten noemt dan ook dat ze geen effect hebben gemerkt in de hoeveelheid
afgestoken vuurwerk tijdens de afgelopen jaarwisseling. Een ander deel legt uit dat het beleid
onduidelijk is: zolang vuurwerk wel gekocht kan worden, zal men het blijven afsteken. Nog een
groep respondenten denkt dat alleen een landelijk verbod zal helpen. Enkele respondenten
leggen uit dat de mensen die toch al illegaal vuurwerk afstaken, zich van een afsteekverbod ook
niks zullen aantrekken.
“Als er niet wordt gehandhaafd en wel wordt verkocht zal de winst qua incidenten vermoedelijk tegenvallen.
Ook weet ik niet of iedereen op de hoogte is van het verbod.”
“Dat bleek dit jaar al, verbod en duidelijk minder vuurwerk en toch te veel incidenten en ongelukken. Mensen die
illegaal vuurwerk afsteken lijken me niet degenen die zich als eerste iets aantrekken van een verbod.”
2.5 Respondenten onbeslist over of het afsteekverbod de jaarwisseling
veiliger maakt
Over de vraag of het lokale afsteekverbod van consumentenvuurwerk de afgelopen jaarwisseling
veiliger maakte zijn de meningen verdeeld (figuur 2.9.1). Ruim een derde denkt dat het verbod
de jaarwisseling niet onveiliger, maar ook niet veiliger maakt. Ruim een vijfde denkt dat het
afsteekverbod wel dit effect heeft, een ongeveer even groot deel denkt dat dit niet zo is. Ook
weet een op de vijf de vraag niet te beantwoord.
Figuur 2.9.1 Door het afsteekverbod was de 2022-2023 jaarwisseling… Januari 2023 (n = 2.629, procenten)
%
0 20 40 60 80 100
m veel veiliger e= veiliger even veilig
= minder veilig m veel minder veilig weet ik niet, geen antwoord
23
2.6 Meeste Amsterdammers vonden de jaarwisseling niet minder leuk
vanwege het afsteekverbod
De 2022-2023 jaarwisseling met het afsteekverbod op consumentenvuurwerk was volgens de
grootste groep respondenten even leuk als eerdere jaarwisselingen zonder afsteekverbod (figuur
2.9.2). Meer dan een derde geeft dit aan. Een kwart geeft wel aan dat de jaarwisseling door het
afsteekverbod minder leuk was, waaronder zeventien procent dat het veel minder leuk vond.
Verder geeft veertien procent aan de jaarwisseling door het afsteekverbod juist leuker te vinden.
Een kwart weet geen antwoord te geven op de vraag.
Figuur 2.9.2 Door het afsteekverbod was de 2022-2023 jaarwisseling… Januari 2023 (n = 2.629, procenten)
0 20 40 60 80 100
m veel leuker = leuker even leuk
= minder leuk m veel minder leuk weet ik niet, geen antwoord
2.7 Respondenten steken geen vuurwerk af omdat het “niks voor hen is”
Respondenten die in de enquête aangaven dat ze zich tijdens de 2022-2023 jaarwisseling aan het
afsteekverbod hebben gehouden, noemen met name dat het afsteken van vuurwerk niks voor
hen is (figuur 2.8). Andere redenen zijn dat vuurwerk (veel) geld kost, ze het niet nodig vinden en
dat het onveilig voelt. Een kwart stak geen vuurwerk af omdat dat verboden was en vier procent
heeft een nieuwjaarsviering bezocht en vond dat voldoende. Voorbeelden van andere genoemde
redenen voor Amsterdammers om geen vuurwerk af te steken zijn dierenleed, het milieu,
vervuiling en overlast.
Figuur 2.8 Je geeft aan dat je tijdens de afgelopen jaarwisseling geen (groot) vuurwerk hebt afgestoken.
Wat is of zijn hiervan de reden(en)? Meerdere antwoorden mogelijk. Januari 2023 (n = 2.043, procenten)
het afsteken van vuurwerk is niks voor mij 5
het kost (veel) geld nn 5
ik vond het niet nodig nn 5
het voelt onveilig nn
het mag niet NN 25
ik keek toe terwijl anderen in de straat vuurwerk afstaken HN 25
mensen waarmee ik het heb gevierd deden het ook niet BM 10
vond georganiseerde nieuwjaarsviering voldoende El 4
vanwege de wind/weersomstandigheden IE 3
anders HN 21
weet ik niet, geen antwoord OQ «
0 20 40 60 80
24
3 Nieuwjaarsvieringen
In het derde hoofdstuk wordt toegelicht wat respondenten vonden van de georganiseerde
nieuwjaarsvieringen tijdens of rondom de jaarwisseling van 2022-2023. Er wordt gekeken naar
hoe men de georganiseerde nieuwjaarsvieringen ervaarde en welke aspecten hier volgens
Amsterdammers bij van belang zijn.
3.1 Grootste gedeelte Amsterdammers was op de hoogte van
georganiseerde nieuwjaarsvieringen
Bijna driekwart van de Amsterdammers was er voorafgaand van op de hoogte dat de gemeente
nieuwjaarsvieringen zou gaan organiseren (zie figuur 3.1). Nagenoeg een kwart gaf aan hiervan
niet op de hoogte te zijn.
Figuur 3.1 Wist je voorafgaand aan de jaarwisseling dat de gemeente nieuwjaarsvieringen zou gaan
organiseren? Januari 2023 (n= 2.629, procenten)
2
24 mja
mnee
weet ik niet, geen
74
antwoord
%
Aan de respondenten die wisten dat de gemeente nieuwjaarsvieringen zou gaan organiseren is
gevraagd hoe zij dit te weten zijn gekomen. lets minder dan de helft van de Amsterdammers is
dit te weten gekomen via sociale media (zie figuur 3.2). lets meer dan een op de drie had via de
krant vernomen dat de gemeente deze vieringen zou gaan organiseren. Ook heeft ongeveer een
kwart dit op tv gezien. Een kleiner deel van de respondenten wist via nieuwsbrieven of de
website van de gemeente dat de nieuwjaarsvieringen georganiseerd zouden gaan worden.
25
Figuur 3.2. Hoe ben je te weten gekomen dat de gemeente nieuwjaarsvieringen zou gaan organiseren?
Meerdere antwoorden mogelijk. Januari 2023 (n = 1.942, procenten)
sociale media
de krant (bijv. Het Parool)
tv (bijv. At5)
gehoord van bekenden)
de nieuwsbrief van de gemeente
de website van de gemeente
een huis-aan-huis blad EN
digitale posters op straat
opgezocht op een online zoekmachine
anders 5
weet ik niet, geen antwoord /o
0 10 20 30 40 50
3.2 Acht procent van Amsterdammers bracht bezoek aan georganiseerde
nieuwjaarsvieringen
Uit de enquête blijkt dat nagenoeg een op de tien respondenten die de
Oo jaarwisseling gevierd heeft naar een georganiseerde nieuwjaarsviering is
0) 0 gegaan. Amsterdammers van 25 tot 35 jaar zijn het vaakst naar een
georganiseerde nieuwjaarsviering geweest (13%). Dit was het minst vaak het
geval bij respondenten vanaf 65 jaar en ouder (4%).
3.2.1 Drones en vuurwerk bij de ADAM Toren op 2 januari meest bezocht
De meeste respondenten die naar een georganiseerde of ondersteunde nieuwjaarsviering zijn
geweest waren aanwezig bij de ADAM Toren op 2 januari (figuur 3.3). Ook heeft een groot deel
de lichtshow op het Museumplein bezocht. Meer dan een op de tien gaf aan dat ze aanwezig
waren bij een andere particuliere georganiseerde viering, zoals het oudejaarsvuur in het
Floradorp.
Figuur 3.3 Naar welke door de gemeente georganiseerde of ondersteunde nieuwjaarsviering(en) ben je
geweest? Meerdere antwoorden mogelijk. Januari 2023 (n = 201, procenten)
drones en vuurwerk bij de ADAM Toren (2 januari)
lichtshow op het Museumplein
op het NDSM terrein (1 januari) I 3
viering bij de Tuinen van West |
ander particulier georganiseerde viering
weet ik niet, geen antwoord | %
0 20 40 60 80
26
3.2.2 Driekwart van bezoekers vond de georganiseerde nieuwjaarsviering (erg) leuk
Ook is aan de respondenten die naar een door de gemeente georganiseerde of ondersteunde
nieuwjaarsviering zijn geweest gevraagd wat zij hiervan vonden. Bijna driekwart gaf aan dat zij
de nieuwjaarsvieringen die ze bezocht hadden leuk of erg leuk vonden (figuur 3.4). Twaalf
procent van respondenten die een georganiseerde nieuwjaarsviering bezochten vonden dit (erg)
stom.
Figuur 3.4 Wat vond je van de viering waar je naartoe bent geweest? Januari 2023 (n = 201, procenten)
%
0 20 40 60 80 100
merg leuk = leuk
niet leuk, niet stom mstom
merg stom weet ik niet, geen antwoord
3.2.3 Georganiseerde nieuwjaarsvieringen waren leuk omdat het bijzonder, goed
georganiseerd en gezellig was
De respondenten die de nieuwjaarsviering leuk vonden leggen uit dat het een bijzonder en
vernieuwend evenement was. Het vuurwerk was mooi, het was goed georganiseerd, het was
gezellig om er samen met bekenden en onbekenden naartoe te komen. Bovendien wordt een
aantal keer genoemd dat het juist goed beviel dat de viering verplaatst werd naar een moment
na de jaarwisseling. Hierdoor was het makkelijker om er naartoe te gaan en konden meer
mensen erbij zijn. Ook noemen respondenten dat ze zich veilig voelden.
“Geweldige lichtshow en dj set. Fijne sfeer”
“Dat het op 2 januari was vond ik eigenlijk nog veel leuker. Ik denk dat zo’n moment meer mensen (families met
kinderen) trekt dan om 0:00 en is ook een leuke activiteit 2 dagen na NYE.”
3.2.4 Georganiseerde nieuwjaarsvieringen waren stom omdat de shows te kort waren en
de muziek niet goed te horen was
Bezoekers van nieuwjaarsvieringen die het niet leuk vonden lichten toe dat ze er meer van
hadden verwacht. Het duurde redelijk kort. Daarnaast geven enkele respondenten aan dat de
show niet vanaf overal goed zichtbaar was. Dit kwam mede door de drukte. Verder noemt een
deel dat de muziek niet leuk was, of niet goed hoorbaar was.
“Op het Museumplein was het te druk, waardoor het niet te zien was, en de muziek was te zacht. Bij de ADAM Toren
zou het ook beter zijn als er muziek boksen waren, dan dat iedereen zelf de muziek moest afspelen.”
27
‘Ik vond het mooi, een beetje kort. Zeker als dit bedoeld is als ‘de vervanging’ van gewoon vuurwerk. De drones
waren ook niet goed te zien vanaf waar wij stonden.”
3.3 Helft van Amsterdammers vindt georganiseerde vieringen een goed
alternatief voor het zelf afsteken van vuurwerk
Aan alle respondenten is gevraagd wat ze vinden van georganiseerde vieringen als alternatief
voor het zelf afsteken van vuurwerk. Drie op de vijf vindt dit een (erg) goed alternatief (figuur
3.5). Een vijfde van de respondenten beschouwt georganiseerde vieringen als een (erg) slecht
alternatief voor het zelf afsteken van vuurwerk. Een kleiner deel heeft hier geen duidelijk oordeel
over.
Figuur 3.5 Wat vind je van georganiseerde vieringen als alternatief voor het zelf afsteken van vuurwerk?
Januari 2023 (n = 2.629, procenten)
16 3
%
0 20 40 60 80 100
merg goed goed
niet goed, niet slecht = slecht
merg slecht weet ik niet, geen antwoord
3.4 Zestien procent zal waarschijnlijk volgend jaar een georganiseerde
viering of vuurwerkshow bezoeken
Van alle respondenten verwacht zestien procent volgend jaar een georganiseerde viering of
vuurwerkshow te bezoeken (figuur 3.6). De respondenten tussen 25 en 35 jaar oud geven het
vaakst aan dit zeer waarschijnlijk of waarschijnlijk te gaan doen (resp. 10% en 15%). Drie op de
vijf geeft aan dat het (zeer) onwaarschijnlijk is dat ze volgend jaar een georganiseerde viering of
vuurwerkshow zullen bezoeken tijdens de jaarwisseling.
Figuur 3.6 Hoe waarschijnlijk is het dat je volgend jaar een georganiseerde viering of vuurwerkshow zult
bezoeken tijdens de jaarwisseling? Januari 2023 (n = 2.629, procenten)
| An |
9%
0 20 40 60 80 100
m erg waarschijnlijk e= waarschijnlijk
niet waarschijnlijk, niet onwaarschijnlijk __m onwaarschijnlijk
m zeer onwaarschijnlijk weet ik niet, geen antwoord
28
3.5 Voorkeur voor spectaculaire vuurwerkshow die gratis is
3.5.1 Vooral interesse in vuurwerkshows
Er zijn meerdere vormen mogelijk van een professionele nieuwjaarsviering. Figuur 3.7 laat zien
dat respondenten het vaakst aangeven dat een vuurwerk show hen leuk lijkt om te bezoeken.
Ook worden een viering met een lichtshow en een show met drones genoemd door een groot
deel van de respondenten. Drie op de tien respondenten geeft aan professionele
nieuwjaarsvieringen niet leuk te vinden, ongeacht in welke vorm.
Figuur 3.7 Welke vorm(en) van een professionele nieuwjaarsviering lijkt jou leuk om te bezoeken? Meerdere
antwoorden mogelijk. Januari 2023 (n = 2.629, procenten).
een viering met een lichtshow
anders
geen, ik vind professionele nieuwjaarsvieringen
niet leuk
weet ik niet, geen antwoord Mm %
0 10 20 30 40 50
3.5.2 Centrale viering moet vooral gratis, spectaculair en goed bereikbaar zijn
Daarnaast is er aan de respondenten, behalve degenen die aangaven nieuwjaarsvieringen niet
leuk te vinden, gevraagd wat voorwaarden zijn om naar een centrale viering te gaan. De
voorwaarde die respondenten het vaakst noemen is dat de toegang gratis is (figuur 3.8). Tevens
geeft meer dan de helft aan dat het spectaculair moet zijn. De mate van bereikbaarheid met de
fiets, openbaar vervoer of te voet wordt ook aangeduid als een voorwaarde door een aanzienlijk
deel van de respondenten. Over of een viering grootschalig of juist knus moet zijn, zijn de
meningen verdeeld.
29
Figuur 3.8 Wat zijn voor jou voorwaarden om naar een centrale viering te gaan? Meerdere antwoorden
mogelijk. (n =1.824, procenten)
gratis zijn
spectaculair zijn
bereikbaar zijn met de fiets
op loopafstand zijn
bereikbaar zijn met het openbaar vervoer
eten en drinken beschikbaar hebben
grootschalig zijn
avondvullend programma hebben
knus zijn
kleinschalig zijn
anders °
weet ik niet, geen antwoord En /o
0 20 40 60 80
3.6 Georganiseerde nieuwjaarsvieringen weinig invloed op beoordeling
jaarwisseling Amsterdammers
Aan de respondenten is gevraagd of zij door de georganiseerde vuurwerkshows en
nieuwjaarsvieringen de jaarwisseling leuker en veiliger vonden (figuur 3.9.1 en 3.9.2). Beide
vragen laten hetzelfde patroon in beoordelingen zien. Twee op de vijf weet niet of de vieringen
de jaarwisseling leuker of veiliger maakten. Het is aannemelijk dat men het lastig vindt hier een
oordeel over te vormen wanneer zij niet bij een van de vieringen zijn geweest. Zij die hier wel een
mening over uiten geven vooral aan geen verschil te hebben gemerkt in hoe leuk en hoe veilig de
jaarwisseling was door de georganiseerde nieuwjaarsvieringen. Nagenoeg een vijfde geeft aan
dat de nieuwjaarsvieringen de jaarwisseling leuker maakten. Een ongeveer even groot deel
denkt dat de vieringen de jaarwisseling juist minder leuk maakten. Verder vindt nagenoeg een
kwart dat de nieuwjaarsvieringen de jaarwisseling veiliger maakten, ten opzichte van een op de
tien die denkt dat de jaarwisseling er minder veilig op geworden is.
Figuur 3.9.1 Door de georganiseerde vuurwerkshows en nieuwjaarsvieringen was de 2022-2023
jaarwisseling… Januari 2023 (n = 2.523, procenten)
l Ì B
%
o 20 40 60 80 100
B veel leuker eleuker
even leuk B minder leuk
B veel minder leuk weet ik niet, geen antwoord
30
Figuur 3.9.2 Door de georganiseerde vuurwerkshows en nieuwjaarsvieringen was de 2022-2023
jaarwisseling… Januari 2023 (n = 2.523, procenten)
%
0 20 40 60 80 100
m veel veiliger = veiliger
even veilig m minder veilig
m veel minder veilig weet ik niet, geen antwoord
31
Bijlage 1 Vragenlijst
In verband met de coronapandemie gold tijdens jaarwisselingen 2020-2021 en 2021-2022 een landelijk
afsteekverbod van consumentenvuurwerk. Afgelopen jaarwisseling (2022-2023) gold in de gemeente
Amsterdam voor het eerst een lokaal afsteekverbod. Hierdoor mochten consumenten met oud en nieuw zelf
geen vuurwerk meer afsteken. Als alternatief heeft de gemeente een aantal professionele shows en activiteiten
georganiseerd en gesteund.
Om erachter te komen hoe Amsterdammers en bezoekers het verbod en de alternatieven hebben ervaren, willen
wij jou graag een aantal vragen stellen met betrekking tot het afsteken van vuurwerk, het vieren van oud en
nieuw en jouw beleving van de veiligheid tijdens de jaarwisseling. Het invullen van de enquête duurt 5-10
minuten.
Ook als je geen uitgesproken mening hebt over het afsteken van vuurwerk is je deelname waardevol. Je
antwoorden zullen alleen gebruikt worden voor het onderzoek en zijn nooit tot jou persoonlijk te herleiden.
Eerst stellen we je een aantal vragen over de manier waarop je oud en nieuw gevierd hebt. Je antwoorden zijn
anoniem, niet tot jou te herleiden en hebben geen consequenties.
1. A. Met wie heb je de jaarwisseling gevierd? Meerdere antwoorden mogelijk.
e _ vrienden
e _ familiefkinderen
e partner
e collega's
e alleen
e _met iemand anders, namelijk…
e ikheb de jaarwisseling niet gevierd naar vraag 6
e _weetikniet, geen antwoord
1. B, Waar heb je de jaarwisseling gevierd? Meerdere antwoorden mogelijk.
e _ thuis
e inde buurt
e _ bij vrienden of familie thuis
e ineen club/café
e _ bijeen georganiseerde nieuwjaarsviering
e anders, namelijk …
e _weetikniet, geen antwoord
2. Heb je voor de afgelopen jaarwisseling vuurwerk gekocht?
e ja
e nee
e _weetikniet, geen antwoord
3. _Hebjetijdens de afgelopen jaarwisseling zelf vuurwerk afgestoken? Meerdere antwoorden mogelijk.
e _ ja, fopvuurwerk (zoals sterretjes of knalerwten) naar vraag 5
e _ ja, illegaal vuurwerk / gekocht bij een niet-Nederlands verkooppunt
e _ ja, ander vuurwerk, namelijk …
e _nee,‚ikhebgeen vuurwerk afgestoken naar vraag b
e _weetikniet, geen antwoord naar vraag 6
32
4, Wanneer heb je vuurwerk afgestoken? Meerdere antwoorden mogelijk.
e _op de dagen voor oudejaarsdag
e _op oudejaarsdag (voor 18:00 uur)
e _op oudejaarsavond (tussen 18:00 uur en 2:00 uur)
e _na oudejaarsavond (na 2:00 uur)
e _weetikniet, geen antwoord
naar vraag 6
5. Jegeeft aan dat je tijdens de afgelopen jaarwisseling geen (groot) vuurwerk hebt afgestoken. Wat is of
zijn hiervan de reden(en)? Meerdere antwoorden mogelijk.
e het magniet
e _ het voelt onveilig
e _ vanwege de wind/weersomstandigheden
e _ikvondhetniet nodig
e _ het afsteken van vuurwerk is niks voor mij
e _de mensen waarmee ik het heb gevierd deden het ook niet
e _ikkeektoe terwijl anderen in de straat vuurwerk afstaken
e ikben dit jaar naar een vuurwerkshow gaan kijken en vond dat voldoende
e _ het kost (veel) geld
e anders, namelijk …
e _weetikniet, geen antwoord
6. Voorafgaand aan de jaarwisseling heeft de gemeente Amsterdam een initiatief gesteund van de stichting
Wereldverbeteraars. In ruil voor een donatie voor daklozen kregen mensen de mogelijkheid om virtueel
vuurwerk (“Feelgood Vuurwerk”) te bekijken op een smartphone, aan de hand van augmented reality.
Wist jij van dit initiatief?
e _ ja, maar ik heb zelf geen virtueel vuurwerk gekocht
e _ ja, ikheb zelf virtueel vuurwerk gekocht
e nee
e _weetikniet, geen antwoord
Nu volgt een aantal vragen over jouw mening over het afsteken van vuurwerk in het algemeen.
7. _Inwelke mate hecht je aan de mogelijkheid om in Nederland vuurwerk af te kunnen steken rond de
jaarwisseling?
e ik hecht zeer sterk aan deze mogelijkheid
e _ikhechtsterk aan deze mogelijkheid
e ik hecht enigszins aan deze mogelijkheid
e ikben niet gehecht aan deze mogelijkheid
e weet ikniet, geen antwoord
8. In Amsterdam geldt sinds de afgelopen jaarwisseling een lokaal afsteekverbod voor consumentenvuurwerk.
Het mag wel verkocht worden. In de meeste andere gemeenten in Nederland is afsteken wel toegestaan.
Was je voorafgaand aan de jaarwisseling op de hoogte van het afsteekverbod in Amsterdam?
e ja
e nee
e weet ikniet, geen antwoord
33
9. A. Wat vind je van het afsteekverbod in Amsterdam?
e _heelgoed
e goed
e niet goed, niet slecht
e slecht
e _heelslecht
e weet ikniet, geen antwoord
B. Kun je jouw antwoord kort toelichten?
<open vraag>
e _weetikniet, geen toelichting
Om de 2022-2023 jaarwisseling feestelijker en veiliger te laten verlopen heeft de gemeente vieringen in de stad
georganiseerd en ondersteund. De vieringen boden Amsterdammers en bezoekers een alternatief voor het zelf
afsteken van vuurwerk. De volgende vragen gaan over deze vieringen tijdens de jaarwisseling.
10. Wist je voorafgaand aan de jaarwisseling dat de gemeente nieuwjaarsvieringen zou gaan organiseren?
e ja
e nee naar vraag 12
e weet ikniet, geen antwoord naar vraag 12
11. Hoeben je te weten gekomen dat de gemeente nieuwjaarsvieringen zou gaan organiseren? Meerdere
antwoorden mogelijk.
e _ via sociale media
e _ viade krant (bijvoorbeeld Het Parool)
e _ gehoord van bekende(n)
e _ viaeen huis-aan-huis blad
e _ viade nieuwsbrief van de gemeente
e opgezocht op een online zoekmachine (zoals Google)
e _ viade website van de gemeente
e _ viadigitale posters op straat
e _ viatv (bijvoorbeeld At5)
e anders, namelijk …
e weet ikniet, geen antwoord
als vraag 1A = ‘ik heb de jaarwisseling niet gevierd’, naar vraag 15
12, Benje rond de jaarwisseling naar een georganiseerde nieuwjaarsviering geweest?
e ja
e _nee naar vraag 15
e weet ikniet, geen antwoord naar vraag 15
13. A. Naar welke door de gemeente georganiseerde of ondersteunde nieuwjaarsviering(en) ben je
geweest? Meerdere antwoorden mogelijk.
e lichtshow op het Museumplein
e _ drones en vuurwerk bij de ADAM Toren op 2 januari
e _ viering bij de Tuinen van West
e _op het NDSM terrein op 1 januari
e _naareen andere particulier georganiseerde viering, namelijk …
e weet ikniet, geen antwoord
34
14. A. Wat vond je van de viering waar je naartoe bent geweest?
e _ergleuk
e leuk
e _ niet leuk, niet stom
e stom
e _ergstom
e weet ikniet, geen antwoord
B. Kun je jouw antwoord kort toelichten?
<open vraag>
e _weetikniet, geen toelichting
15. Wat vind je van georganiseerde vieringen als alternatief voor het zelf afsteken van vuurwerk?
e _erggoed
e goed
e niet goed, niet slecht
e slecht
e _ergslecht
e weet ikniet, geen antwoord
16. A. Hoe waarschijnlijk is het dat je volgend jaar een georganiseerde viering of vuurwerkshow zult
bezoeken tijdens de jaarwisseling?
e _erg waarschijnlijk
e waarschijnlijk
e _niet waarschijnlijk, niet onwaarschijnlijk
e onwaarschijnlijk
e _ zeer onwaarschijnlijk
e weet ikniet, geen antwoord
B. Kun je jouw antwoord kort toelichten?
<open vraag>
e _weetikniet, geen toelichting
17. Welke vorm(en) van een professionele nieuwjaarsviering lijkt jou leuk om te bezoeken? Meerdere
antwoorden mogelijk.
e een viering met een lichtshow
e _eenshow met drones
e _een vuurwerkshow
e anders, namelijk …
e _geen, ik vind professionele nieuwjaarsvieringen niet leuk naar vraag 19A
e weet ikniet, geen antwoord
18. Wat zijn voor jou voorwaarden om naar een centrale viering te gaan? De viering moet …
Meerdere antwoorden mogelijk.
e _op loopafstand zijn
e _ bereikbaar zijn met de fiets
e _ bereikbaar zijn met het openbaar vervoer
e _ gratis zijn
e _ kleinschalig zijn
e grootschalig zijn
e _ spectaculair zijn
e _ knuszijn
e _een avondvullend programma hebben
e _etenen drinken beschikbaar hebben
35
e anders, namelijk …
e _weetikniet, geen antwoord
De gemeente heeft het afsteekverbod ingevoerd om incidenten met vuurwerk tijdens de jaarwisseling te
verminderen. In de laatste vragen gaan we in op jouw ervaring van de veiligheid tijdens de 2022-2023
jaarwisseling.
19. A. Denkje dat het aantal incidenten met vuurwerk rondom de jaarwisseling verminderd wordt met een
afsteekverbod?
e ja, zeker
e _ ja, enigszins
e nee, nietecht
e nee, zekerniet
e weet ikniet, geen antwoord
B. Kun je jouw antwoord kort toelichten?
<open vraag>
e weet ikniet, geen toelichting
20. A. Door het afsteekverbod was de 2022-2023 jaarwisseling …
veel leuker leuker even leuk minder leuk veel minder weet ik niet,
leuk geen antwoord
veel veiliger veiliger even veilig minder veilig veel minder weet ik niet,
veilig geen antwoord
als vraag 1A = ‘ik heb de jaarwisseling niet gevierd’, naar vraag 21
B. Door de georganiseerde vuurwerkshows en nieuwjaarsvieringen was de 2022-2023 jaarwisseling …
veel leuker leuker even leuk minder leuk veel minder weet ik niet,
leuk geen antwoord
veel veiliger veiliger even veilig minder veilig veel minder weet ik niet,
veilig geen antwoord
21. Heb je nog andere ideeën waarop de gemeente een jaarwisseling zonder eigen vuurwerk leuker kan
maken?
<open vraag>
e _nee,geen ideeën
e weet ikniet, geen antwoord
alleen voor veldwerk via sociale media: Tot slot willen we je nog een aantal achtergrondvragen stellen.
22. Wat is je leeftijd?
[IUI
e _geen antwoord
23. Tot welk geslacht reken je jezelf?
e _man
e _ Vrouw
° _—__
e _geen antwoord
24. Woon je in Amsterdam?
e ja
e nee naar einde vragenlijst
36
e _geen antwoord naar einde vragenlijst
25. In welk stadsdeel (of -gebied) van Amsterdam woon je?
e Centrum
e Noord
© _ Zuidoost
e West
e _ Nieuw-West
e Zuid
e Oost
e Weesp
e _geen antwoord
31
Bijlage 2 Resultaten respondentgroep van
buiten Amsterdam
Met wie heb je de jaarwisseling gevierd? Januari 2023 (n = 186, procenten)
familekinderen 2
vrienden ON <°
partner EN >:
collega's IJ 3
alleen [1
met iemand anders Il 5
ik heb de jaarwisseling niet gevierd | 1
weet ik niet, geen antwoord | 1
%
0 20 40 60 80
Waar heb je de jaarwisseling gevierd? Januari 2023 (n = 184, procenten)
ns <:
bij vrienden of familie thuis | 35
in de buurt | 17
in een club/café l 1
bij een georganiseerde nieuwjaarsviering l 1
anders | 2
weet ik niet, geen antwoord | 1
%
0 20 40 60 80
38
Heb je voor de afgelopen jaarwisseling vuurwerk gekocht? Januari 2023 (n = 186, procenten)
8% 1%
mja
m nee
weet ik niet, geen antwoord
91%
Aandeel dat zich aan het Amsterdamse afsteekverbod voor consumentenvuurwerk heeft gehouden. Januari
2023 (n= 186, procenten)
9% 0%
m nee
mja
onbekend
91%
Wanneer heb je vuurwerk afgestoken? Januari 2023 (n = 184, procenten)
op de dagen voor oudejaarsdag | 5
op oudejaarsdag (voor 18:00 uur) | 16
op oudejaarsavond (tussen 18:00 uur en 2:00 uur) | 98
na oudejaarsavond (na 2:00 uur) IJ 5
weet ik niet, geen antwoord 0
%
0 20 40 60 80 100 120
39
Wist jij van het initiatief “Feelgood Firework”? Januari 2023 Januari 2023 (n = 186, procenten)
3%
20%
mja, ik heb zelf virtueel vuurwerk gekocht
mja, maar ik heb zelf geen virtueel vuurwerk gekocht
nee
weet ik niet, geen antwoord
16%
In welke mate hecht je aan de mogelijkheid om in Nederland vuurwerk af te kunnen steken rond de
jaarwisseling? Januari 2023 (n= 186, procenten)
EN
%
80 100
mik hecht zeer sterk aan deze mogelijkheid
mik hecht sterk aan deze mogelijkheid
= ik hecht enigszins aan deze mogelijkheid
ik ben niet gehecht aan deze mogelijkheid
weet ik niet, geen antwoord
Was je voorafgaand aan de jaarwisseling op de hoogte van het afsteekverbod in Amsterdam? Januari 2023
(n =186, procenten)
3%
13%
mja
m nee
weet ik niet, geen antwoord
84%
40
Wat vind je van het afsteekverbod in Amsterdam? Januari 2023 (n = 186, procenten)
Re
%
0 20 40 60 80 100
m heel goed e= goed
niet goed, niet slecht = slecht
m heel slecht weet ik niet, geen antwoord
Denk je dat het aantal incidenten met vuurwerk rondom de jaarwisseling verminderd wordt met een
afsteekverbod? Januari 2023 (n = 186, procenten)
3% 5%
1%
mja, zeker
= ja, enigszins
e nee, niet echt
m nee, zeker niet
weet ik niet, geen antwoord
85%
Door het afsteekverbod was de 2022-2023 jaarwisseling… Januari 2023 (n= 186, procenten)
| i 3
%
0 20 40 60 80 100
m veel veiliger e= veiliger even veilig
= minder veilig m veel minder veilig weet ik niet, geen antwoord
41
Door het afsteekverbod was de 2022-2023 jaarwisseling… Januari 2023 (n= 186, procenten)
| |
0 20 40 60 80 100
m veel leuker e= leuker even leuk
= minder leuk m veel minder leuk weet ik niet, geen antwoord
Je geeft aan dat je tijdens de afgelopen jaarwisseling geen (groot) vuurwerk hebt afgestoken. Wat is of zijn
hiervan de reden(en)? Meerdere antwoorden mogelijk. Januari 2023 (n = 16, procenten)
het afsteken van vuurwerk is niks voor mij nn
het kost (veel) geld nn 6
ik vond het niet nodig nn 5
ik keek toe terwijl anderen in de straat vuurwerk afstaken no
het voelt onveilig nn 4
de mensen waarmee ik het heb gevierd deden het ook. Gn 3
hetmagniet GN 3
vanwege de wind/weersomstandigheden 0
naar vuurwerkshow gaan kijken en vond dat voldoende 0
anders nn 6
weet ik niet, geen antwoord 0 aantallen
0 5 10
Wist je voorafgaand aan de jaarwisseling dat de gemeente nieuwjaarsvieringen zou gaan organiseren?
Januari 2023 (n = 186, procenten)
5%
mja
35% mnee
60% weet ik niet, geen antwoord
42
Hoe ben je te weten gekomen dat de gemeente nieuwjaarsvieringen zou gaan organiseren? Meerdere
antwoorden mogelijk. Januari 2023 (n = 112, procenten)
via sociale media mn 2
via tv (bijvoorbeeld At5) EN 21
gehoord van bekende({n) KN 20
via de krant (bijvoorbeeld Het Parool) EN 13
opgezocht op een online zoekmachine (zoals Google) EEN 8
via de website van de gemeente Amsterdam EE 4
via digitale posters op straat IN 4
via een huis-aan-huis blad IB 4
via de nieuwsbrief van de gemeente Amsterdam 0
anders El 3
weet ik niet, geen antwoord IE 4 %
0
0 20 40 60 80
Ben je rond de jaarwisseling naar een georganiseerde nieuwjaarsviering geweest? Januari 2023 (n = 186,
procenten)
0%
mja
m nee
weet ik niet, geen antwoord
99%
Wat vind je van georganiseerde vieringen als alternatief voor het zelf afsteken van vuurwerk? Januari 2023
(n =186, procenten)
%
0 20 40 60 80 100
merg goed e= goed
niet goed, niet slecht = slecht
merg slecht weet ik niet, geen antwoord
43
Hoe waarschijnlijk is het dat je volgend jaar een georganiseerde viering of vuurwerkshow zult bezoeken
tijdens de jaarwisseling? Januari 2023 (n= 186, procenten)
Be
%
0 20 40 60 80 100
m erg waarschijnlijk = waarschijnlijk
niet waarschijnlijk, niet onwaarschijnlijk __= onwaarschijnlijk
m zeer onwaarschijnlijk weet ik niet, geen antwoord
Welke vorm(en) van een professionele nieuwjaarsviering lijkt jou leuk om te bezoeken? Meerdere
antwoorden mogelijk. Januari 2023 (n = 186, procenten)
een viering met een lichtshow nn 33
anders En 1
geen, ik vind professionele nieuwjaarsvieringen niet leuk | 34
weet ik niet, geen antwoord mn 6
%
0 10 20 30 40 50
44
Wat zijn voor jou voorwaarden om naar een centrale viering te gaan? De viering moet …
Meerdere antwoorden mogelijk. Januari 2023 (n= 45, procenten)
gratis zijn 2
spectaculair zijn nn 3
op loopafstand zijn Mmmm 20
eten en drinken beschikbaar hebben nn
bereikbaar zijn met de fiets mn 13
grootschalig zijn Mmmm >
knuszijn Mm 7
bereikbaar zijn met het openbaar vervoer EN 7
kleinschalig zijn BEM 4
een avondvullend programma hebben EM 4
anders
weet ik niet, geen antwoord nn 22 %
0
0 10 20 30 40 50
Door de georganiseerde vuurwerkshows en nieuwjaarsvieringen was de 2022-2023 jaarwisseling.… Januari
2023 (n= 186, procenten)
Ì S
5%
0 20 40 60 80 100
m veel veiliger = veiliger even veilig
= minder veilig m veel minder veilig weet ik niet, geen antwoord
Door de georganiseerde vuurwerkshows en nieuwjaarsvieringen was de 2022-2023 jaarwisseling.… Januari
2023 (n= 186, procenten)
8
%
0 20 40 60 80 100
m veel leuker e= leuker even leuk
= minder leuk m veel minder leuk weet ik niet, geen antwoord
45
Gemeente
Amsterdam
mm Nl
Onderzoek & Statistiek Î |L vern
anderzoek.amsterdam.nl
| Onderzoeksrapport | 46 | train |
van:
Verzonden: donderdag 31 januari 2013 14:41
Aan: Info gemeenteraad
Onderwerp: Landelijke Actie tegen de hondenbelasting
Urgentie: Hoog
Geachte Raadsleden,
Bijna vierweken geleden ben ik een landelijke actie tegen de hondenbelasting in uw
gemeente begonnen. Tot nu toe ondersteunen bijna 200 Amsterdammers mijn oproep om de
hondenbelasting met onmiddellijke ingang af te schaffen (Landelijk heb ik steun van bijna
5000 burgers) . Om een evenwichtig verhaal op mijn website te plaatsen zou ik graag de
mening van uw gemeenteraad op mijn website willen presenteren.
Uw reactie verneem ik graag
Met vriendelijke groeten
ed
Actie tegen de hondenbelasting
www.stophondenbelasting.wordpress.com
Deel de site met kennissen en vrinden!
van:
Verzonden: donderdag 31 januari 2013 22:11,
. Aan: Info gemeenteraad .
Onderwerp: Hondenbelasting
Geachte dames en heren van de gemeenteraad,
Vandaag viel bij mij weer het blijde nieuws en niet te vergeten de rekening van de
hondenbelasting op de mat.
Wordt het niet eens tijd om deze willekeurige heffing af te schaffen? In veel
gemeenten wordt er geen hondenbelasting meer geheven.
Totaal nutteloze belasting uit de tijd van werkhonden, die overigens niet aan de
honden wordt besteed.
Tevens viel bij mij de nieuwe WAGO uitkering op de mat, en wat denkt u? Maar liefst
10 euro minder per maand omdat er meer belasting wordt geheven.
Dat is 120 euro per jaar, daarmee is de hondenbelasting á 103,18 toch wel voldaan
lijkt mij.
Zou graag met de partij in contact komen die dit voorstel op tafel wil leggen.
In afwachting van uw antwoord verblijf ik,
Hoogachtend,
| Raadsadres | 2 | train |
Gemeente Amsterdam
Bestuurscommissie Oost
Voordracht en besluit D B = AB
Registratienummer Z-17-38214 / INT-17-13228
Afdeling Bestuur en Organisatie
Onderwerp
Gebiedsplannen 2018
Portefeuille Financiën
DB lid Ivar Manuel
Gebied Geheel Oost
Datum DB N.v.t.
Datum AB voorbereidend 5 december 2017
Datum AB besluitvormend 19 december 2017
Behandelend ambtenaar (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Jasper Boesveldt
020 253 5315
[email protected]
*ZO0OO0O406FF9EE Pagina1 vaná
Tekst van openbare Het algemeen bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel Oost besluit:
besluiten wordt
gepubliceerd
1. degebiedsplannen 2018 voor Oud-Oost, Watergraafsmeer, Indische Buurt,
Oostelijk Havengebied en IJburg/Zeeburgereiland vast te stellen.
2. het buurtbudget van € 2,4 miljoen voor 2018 te verdelen naar gebieden en
prioriteiten, conform bovenstaande verdeling:
Ondertekening
Het algemeen bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel Oost,
Sjoukje Alta, Ivar Manuel,
secretaris voorzitter
Pagina 2 van 4
Bevoegdheid
Bestuurlijke achtergrond
Vaststellen gebiedsplannen
Onderbouwing besluit
Beoogd effect
Gebiedsgerichte uitvoering, maatschappelijke opgaven steeds meer in partnerschap
realiseren
Risico's / Neveneffecten
Uitkomsten ingewonnen adviezen
Juridisch bureau Nvt.
Financiën Nvt.
Communicatie Nvt.
Overige Gebiedsplannen 2018 zijn tot stand gekomen in een traject van cocreatie tussen bewoners,
het Algemeen Bestuur en de gemeentelijke organisatie.
Financiële paragraaf
Financiële gevolgen? ja Gebiedsgebonden budget
Indien ja, dekking aanwezig? Ja Gebiedsgebonden budget
Indien ja, welke kostenplaats?
Toelichting
Voorlichting en communicatie
N.v.t.
Uitkomsten inspraak
N.v.t.
Uitkomsten maatschappelijk overleg (participatie)
Gebiedsplannen 2018 zijn tot stand gekomen in een traject van co-creatie tussen bewoners,
het Algemeen Bestuur en de gemeentelijke organisatie
Pagina 3 van 4
Geheimhouding
Nvt.
Einde geheimhouding
Stukken
Meegestuurd Gebiedsplannen 2018
Activiteiten overzicht, inclusief financieel overzicht gebiedsplannen 2018
Ter inzage gelegd
Parafen
Manager Portefeuillehouder
Marjan Koopman Ivar Manvel
Besluit dagelijks bestuur
Nvt.
Pagina 4 van 4
| Besluit | 4 | test |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2018
Afdeling 1
Nummer 158
Publicatiedatum 21 februari 2018
Ingekomen onder G
Ingekomen op woensdag 14 februari 2018
Behandeld op woensdag 14 februari 2018
Status Verworpen
Onderwerp
Motie van de leden Van Lammeren en Boomsma inzake het geluidbeleid
Evenementen en de locatieprofielen (gevelnorm 80 dB(C)).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de beleidsregel “Geluid bij evenementen in Amsterdam”,
de locatieprofielen voor evenementenlocaties en de richtlijn “Duurzaamheid
Evenementen” in Amsterdam (Gemeenteblad afd. 1, nr. 130).
Overwegende dat:
- De voorgestelde gevelnorm van 85 dB(C) betekent dat het geluidsniveau bij
de bron zodanig hard kan zijn dat dit gehoorschade oplevert bij bezoekers;
- Het college bovendien in de nota van beantwoording zelf stelt dat een
gevelnorm van 85 dB(C) kan leiden tot geluidsoverlast in huis.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- De voorgestelde gevelnorm van 85 dB(C) te verlagen naar 80 dB(C).
De leden van de gemeenteraad
J.F.W. van Lammeren
D.T. Boomsma
1
| Motie | 1 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 1480
Publicatiedatum 23 november 2016
Ingekomen onder AZ
Ingekomen op woensdag 9 november 2016
Behandeld op woensdag 9 november 2016
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van de leden Moorman en Nuijens inzake de brief over de handhaving van
illegale toeristische verhuur (gegevens delen met de Belastingdienst).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie inzake de brief over de handhaving van illegale toeristische
verhuur (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1412).
Constaterende dat:
— vakantieverhuur in Amsterdam economisch zeer aantrekkelijk is gebleken;
— er voorbeelden zijn van Amsterdammers die het bieden van overnachting als
vakantieverhuur, zelfs met inachtneming van de Amsterdamse regels, als
hoofdinkomen beschouwen;
— inkomsten uit vakantieverhuur ook voor overheidsbelastingen belastingplichtig
kunnen zijn (BTW, inkomstenbelasting);
— de fiscus een verhuurder als ondernemer aanmerkt, wanneer deze meer dan één
keer verhuurt, maar een drempel hanteert voor een BTW-plicht;
Van mening dat een verdere verkenning van het fiscale instrument bij
vakantieverhuur wenselijk is.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
met de Belastingdienst in gesprek te gaan over:
— het aantal verhuringen en opbrengsten die de gemeente in beeld heeft en of de
Belastingdienst van mening is dat dit correspondeert met de aangiftes en
afdrachten die door Amsterdammers worden gedaan;
— mogelijkheden voor het uitwisselen van gegevens om illegale verhuur en/
of belastingontduiking in beeld te krijgen en te kunnen aanpakken;
— het verbeteren van de communicatie om verhuurders beter op de hoogte te
brengen van de belastingplicht die zij kunnen hebben voor BTW en
inkomstenbelasting.
De leden van de gemeenteraad
M. Moorman
J.W. Nuijens
4
| Motie | 1 | discard |
jag ol
BEWONERSVERENIGING
ZIJKAMNAAL H
Raadsadres Concept RES
Aan: Gemeente Amsterdam
College en Gemeenteraad
Commissie MLD
Van: Bewonersvereniging Zijkanaal H-weg
Zijkanaal H-weg 8
1037RP Amsterdam
Betreffende: Concept-RES plan
25 februari 2020
Geacht college, gemeenteraad en commissie,
Op 5 maart a.s. wordt de Commissie MLD geacht advies te geven betreffende het Concept-
RES plan dat onlangs is gepubliceerd door Wethouder Marieke van Doorninck. Wij, de
bewoners van de woonarken aan de Noorder-IJplas, willen hiervoor graag input leveren.
Het natuurgebied van de Noorder-IJplas staat ons zeer na aan het hart. Wij voelen ons de
hoeders van een uniek natuurgebied dat we al decennialang proberen te beschermen tegen
allerlei plannen die het gebied schade zouden berokkenen. Nu, met de Haven-Stad plannen,
heeft het gebied de erkenning gekregen die het verdient en staat het ingetekend als
stadspark.
Met het Concept-RES plan doemt er toch weer een gevaar op voor het Noorder-IJplas
gebied.
Dat zijn namelijk de 17 windmolens die de wethouder nog wil gaan plaatsen in Amsterdam
en waartegen vanuit de bewoners aanzienlijke weerstand zal worden gevoerd. Overal in het
land waar plannen voor windturbines worden gemaakt in de bebouwde omgeving, komen
de omwonenden in opstand.
Het gebied van de Noorder-IJplas staat op de nominatie voor 3 windturbines. (Zoekgebied 2)
Wij zijn tegen de plaatsing van windturbines om de volgende redenen:
1. Aantasting van een natuurgebied dat bestemd is voor recreatie en park
2. Aantasting van de leefomgeving van 3500 woningen
3. Waardevermindering van 3500 woningen.
De bewoners aan de Noorder-IJplas zijn ervaringsdeskundigen voor wat betreft windturbine
plannen.
e In 2014 nam NDSM Energie een initiatief voor het plaatsen van 5 windturbines bij de
Noorder-IJplas.
Wind bij de Noorder-IJplas 1
jag ol
BEWONERSVERENIGING
ZIJKAMNAAL H
e Vertegenwoordigers van deze coöperatie gingen alle deuren langs om leden te
werven voor hun plan. Ze werden resoluut de deur gewezen.
e Een aantal “keukentafel” gesprekken konden ons niet overtuigen.
e Indie tijd was de Provincie vergunningverlener en had zij eisen opgesteld om de
leefomgeving en het landschap te beschermen. Het plan van NDSM Energie kon niet
aan die eisen voldoen en NDSM Energie vond daarom dat die eisen “bovenwettelijk”
waren.
e In 2015 diende NDSM Energie een vergunningsaanvraag in voor 5 windturbines bij de
Noorder-IJplas. Omwonenden werden genegeerd, wet- en regelgeving werden
“bovenwettelijk” verklaard en hoefden volgens hun dus niet te worden gevolgd.
e In 2016 werd de vergunningaanvraag geweigerd omdat die niet strookte met
vigerende bestemmingsplannen en niet voldeed aan de regelgeving.
e NDSM Energie ging in beroep bij de Raad van State. Het beroep werd afgewezen.
e In november 2016 kreeg onze bewonersvereniging een brief van de Commissaris van
de Koning dat de vergunningsaanvraag van NDSM Energie definitief was geweigerd.
Dat hebben we toen gevierd.
Onze ervaring heeft geleerd dat exploitanten van windturbines respectloos omgaan met de
omwonenden van hun project en ook geen respect tonen voor wet- en regelgeving.
En hiermee komen we dan op een heel belangrijke omissie in de Concept-RES voor de
windturbine plannen:
De Concept-RES bevat onvoldoende waarborgen om de burgers van Amsterdam te
beschermen tegen de grote invloed die windturbines hebben op hun woonomgeving.
De RES moet eisen bevatten dat windplannen alleen doorgaan als er draagvlak is bij
omwonenden en andere belanghebbenden.
In bijlage A hebben we de punten opgesomd waarop de Omgevingsdienst van
Noordzeekanaalgebied in 2016 een vergunningaanvraag voor windturbines heeft geweigerd.
De bestemming van het Noorder-IJplas gebied is sindsdien niet veranderd. Sterker nog er is
een bestemming als park voor de toekomstige Haven-Stad bijgekomen.
Er is dus geheel geen grondslag voor het opnemen van zoekgebied 2 in de Concept-RES.
Misschien geeft een twitterbericht uit een achterkamer antwoord op de vraag hoe
zoekgebied 2 in de Concept-RES is terechtgekomen.
Zie bijlage B.
Inspraak ateliers
Bij de inspraak ateliers is duidelijk een voorkeur aangegeven voor het scenario Leefbaarheid
en geen windturbines in bossen.
Scenario Leefbaarheid (RES blz. 44) heeft geen zoekgebied 2, Noorder-IJplas meer.
Wind bij de Noorder-IJplas 2
jag ol
BEWONERSVERENIGING
ZIJKAMNAAL H
Dus respecteer de inspraak.
Dus bestuur: verwijder Zoekgebied 2, Noorder-IJplas uit de Concept-RES
Tijdens de ateliers kwam de vraag op of de klimaatdoelstellingen van de RES alleen de
woning- en utiliteit bouw behelzen. Vervoer (ook elektrisch), datacenters en industrie vallen
erbuiten.
De Concept-RES is hierover niet duidelijk.
Waardedaling woningen
Windturbines tasten de leefomgeving van de omwonenden aan door geluid van de wieken,
slagschaduw, lage tonen brom en horizonvervuiling.
Deze hinder is waar te nemen in een straal van ongeveer 1200 meter rond de turbines.
Nu lijken er bij de Noorder-IJplas weinig woningen te staan maar binnen een straal van 1200
meter staan er toch nog 3500 woningen.
In 2016 is er door onderzoekers van het Tinbergen Instituut van de UvA wetenschappelijk
onderzoek gedaan naar het effect van woningprijzen in de buurt van windturbines.
Uit dit onderzoek bleek dat binnen een straal van 2000 meter rond windturbines een
gemiddelde woningwaarde daling van 2% werd geconstateerd.
Vorig jaar heeft minister Eric Wiebes naar aanleiding van Kamervragen dit rapport laten
actualiseren.
Het resultaat was dat, door de hogere windturbines, nu de gemiddelde woningwaarde daling
tussen de 2%-3% lag.
In bijlage C een kaart met 1200 meter lijnen rond de turbines bij de Noorder-IJplas.
Totale woning waardedaling is 20 miljoen Euro.
Conclusie: windturbines in stedelijk gebied zijn maatschappelijk onaanvaardbaar.
Dus bestuur: verwijder in stedelijk gebied alle zoekgebieden voor windturbines uit de
Concept-RES
Wind bij de Noorder-IJplas 3
jag ol
BEWONERSVERENIGING
ZIJKAMNAAL H
Conclusie
Afsluitend kunnen we stellen dat windenergie in Amsterdam alleen maar mogelijk is in het
Westelijk havengebied waar geen woningen staan. Windturbines in de Amsterdamse parken
en scheggen zijn uit den boze. Vorig jaar nog heeft het Architectuur Centrum Amsterdam
Het Manifest van de Scheggen gepubliceerd over de unieke positie van de natuur rond
Amsterdam waardoor alle Amsterdammers binnen 10 minuten fietsen in de natuur kunnen
staan.
Op dit moment leveren alle windturbines op land in heel Nederland een bijdrage aan de
totale energievraag van 1,08%.
De vraag die Amsterdam zich moet stellen is of we onze parken en scheggen moeten
opofferen om de totale windenergie op land te verhogen naar 1,09%!
Wij wensen u veel wijsheid toe bij uw besluitvorming.
Het bestuur van de bewonersvereniging Zijkanaal H
Ron Kistemaker, voorzitter
P.S. Zodra we daartoe in de gelegenheid worden gesteld zullen wij als bewoners aan de
Noorder-IJplas met onze Energiecooperatienoorderijplas een vergunning aanvragen voor
drijvende zonnepanelen in de plas.
Wind bij de Noorder-IJplas 4
jag ol
BEWONERSVERENIGING
ZIJKAMNAAL H
Bijlage A
Redenen waarom Noorder-IJplas gebied niet geschikt is voor windturbines.
De provincie Noord-Holland heeft in 2016 de vergunningaanvrage van NDSM Energie
afgewezen op basis van vier argumenten.
De motivatie voor de weigering van een omgevingsvergunning beslaat 21 pagina’s en is te
vinden onder Nummer: 1 024162 (OLO-nummer 1656975)
Hieronder in het kort de vier argumenten voor de weigering.
De eerste 3 argumenten betreffen vigerende bestemmingen en de vierde was een
Provinciale Ruimtelijke Verordening (PRV).
1. Bestemming “GROEN”.
Het gebied van de Noorder-IJplas is onderdeel van de Amsterdamse
Hoofdgroenstructuur. Deze hoofdgroenstructuur is bestemd voor recreatie van de
Amsterdammers. Het stadsbestuur heeft vastgelegd dat in deze hoofdgroenstructuur
niet gebouwd mag worden.
2. Bestemming voor eventuele toekomstige uitbreiding van het verkeersknooppunt
Coenplein.
3. Bestemming historisch tracé van de Noorder IJ en Zeedijk. Op dit tracé mag niet
worden gebouwd.
4. In de PRV heeft de provincie eisen gesteld aan windturbine plannen voor wat betreft
bescherming van leefomgeving en landschap. Volgens NDSM Energie waren dit
bovenwettelijke maatregelen.
De PRV loopt in 2020 af. De gemeente is vanaf 2021 vergunningverlener voor de plaatsing
van windturbines.
Bovenstaande zou al genoeg reden moeten zijn om zoekgebied 2, Noorder-IJplas uit de
concept RES te verwijderen er zijn echter sinds 2016 nog andere ontwikkelingen.
5. In het Haven-Stad plan is het Noorder-IJplas gebied ingetekend als stadspark. Gaan
we nu zover dat ook in stadsparken windturbines geplaats gaan worden? Als het aan
NDSM Energie ligt wel. In het verleden hadden ze bijna een vergunning om in het
Keerkringpark een windturbine te bouwen. De provincie heeft daar toen een stokje
voor gestoken. Het huidige zoekgebied 2 loopt tot aan de NDSM werf. Altijd al een
droom geweest van NDSM Energie om daar een windturbine te bouwen. Zoekgebied
2 loopt langs de gehele noordoever van het IJ. Hoe kan het bestaan dat het
plangebied voor Haven-Stad samenvalt met een zoekgebied voor windturbines.
Wind bij de Noorder-IJplas 5
jag ol
BEWONERSVERENIGING
ZIJKAMNAAL H
Windturbines langs de IJ-oever treffen niet alleen de bewoners van Tuindorp
Oostzaan maar ook de toekomstige bewoners van Haven-Stad
6. Terug naar het Noorder-IJplas gebied. Vorige jaar heeft minister Eric Wiebes een
studie laten verrichten naar de ontwikkeling van de woningwaardes in de buurt van
windturbines. Binnen een straal van 2000 meter is er een gemiddelde woning
waardedaling van 2%. Dit lijkt niet veel, maar op het bijgevoegde kaartje in bijlage C
ziet u dat er binnen een straal van 1200 meter van de eventuele windturbines bij de
Noorder-IJplas 3500 woningen staan. De eigenaren van deze woningen zullen met
een 2% waardedaling een totale schade ondervinden van 20 miljoen Euro.
Dit schadebedrag is meer dan het dubbele van wat een exploitant van 3 windturbines
gedurende 20 jaar verdient.
Zo'n situatie is maatschappelijk onaanvaardbaar.
Een windturbine plaatsen valt niet onder een zwaarwegend maatschappelijk belang
zoals een spoorweg of een autoweg. Het is een vrijwillige keuze.
Wind bij de Noorder-IJplas 6
jag ol
BEWONERSVERENIGING
ZIJKAMNAAL H
Bijlage B
FDN NDSMEnergie id
4D @NDSMenergie
Gisteren hadden we bezoek van gedeputeerde
@edwardstigter. We waren het er over eens dat langs de
A10 en de A8 én in de grootstedelijke omgeving bij de
Noorder IJplas windmolens goed passen. Op naar
uitvoering van de groene coalities in @AmsterdamNL in
de @ProvincieNH.
se
_ ad
10:20 a.m. - 26 nov. 2019 - Twitter Web App
B Retweets 9 Vind-ik-leuks
9, Tl 9, ue
windmolenklachten @windmolenklacht - 27 nov. 2019 4
ee Als antwoord op @NDSMenergie @edwardstigter en 2 anderen
S__Daar denken de omwonenden daar heel anders over. Over draagvlak
wordt wederom niet gerept.
eR td 1 OE Û,
Nog 1 antwoord
Wind bij de Noorder-IJplas 7
Jog aol
BEWONERSVERENIGING
Bijlage C
SEL DAE re en as fi A8: ADE He
x MEETER AEK
5 5 ze - zz! nrd ES ie B ee Á f oe Balbede Af, / ie kj rd Pha, ee AZ
a 8 5 Ct LED Pe RA 2 Pr
ed, A ri ohh An ed. Dld
Ö 5 5 SS Mea Ai Sn ot 1 rg
Pl 8 o E Eon f ) Re 4 ä ” f vj A: DÛ
Ö 0 og | d sf Ee il bren dd, Á Er Ae
| it EN GPR A cij 7 PA Ist er AE Pe
4 ® ® E E EU rf oer br if: E E H 1 2 eet Á PE th ed
Ss Me B el EPE II
5 an enen SPS at LD: ) den ver, SEE
zi ke | | nn Dg rg í
REEN 72 MD
dot eRe e real Een EE AS ae, Ee PA oh Es.
oo RSE JA | 5 ee s à, AAL
== í 7 FA EN 3
5 — — LW Ss = mn ho 7 A % EE) a ak ENE Pli Fi Vi yj, ; |
o k A Ä f Dre) MR ae en ce P, 5 ; VO ie
pl cj e Mc AN kN ij Ae A Ned NN a ese d sij 1 AN ITT |
AA KN Ee Nelen vi ARE Ve Me bg ALS | PING
AJ \ ADE B Nam tr de OB den A0
3 Pz A A IDE REEN AEN Dn NE EE PNT,
De 4 d U NM k LAN | a en ts Ede p | vz ul WAT sd. 5 Ln v Ene D
l p \ EN B sG Ei \ CA KOEN 7 k B
4 „ee A ek: J , Á
i Nl AN , RD B MON EUD DL
Ô ; a BG vie in EN VAK E ef nf
K a 8 HENRI pee j BR nn EEE LE /j
Ee. ) 2, ne gn ee Fe®) ' @ i ee 4 4 / 4
ES kh h LR vn ZR ne A ZA TAS / sl
f EK KN AN 0 Del NNS ME In PA EAD Da
Ke N NE, Pd vl AAN bef si La 0 RE ij Ë, nd Le
B RR | EP te EA ER ON en A
ri Mes \ kee | ! F2 NRE ni pn
EE vs KERN \ ij En RN LB ps TA
Eck: PP b et \ e=! A” A er NDP ES
SR g2 Pe DN A ba ie Ne „6 DNI, \ DEIN DN |
5 ROT BES al Ns { b l AN C 97 3 } B. 5 AN Á Ps Cw es
vS PE Pe ek \ ca A \ hd } EENS A One Pel:
ED. sede AS he” ® sie 4 iP Ber #. MS dS Á d ì Ko
7 De AS | B id \ En AEN EN ba
& Y RR A A WE ED NE KD Wi
ABSA tn CA MNS AT, PON ENAPN. ®
AEN Enid 7 qe Nn Pen A A INES: A
Kr EAA AN WE), A pt BOVEN
Ô eed len aleer en PRT Se © re
4 EA: oh RK a) , P 4 pd # lS p dk
ic EAN Ne E in NVS at len WEP Dd 0
eg ke EE PE ze 4 MOS 10
Re al WSA TE EE TRIAS did
eN JAE Ns zE GE EE ee EREN 4
ee eg Ed PS be a EP Pe
AREN Ne, AA mmm EN OK ,
1 ; od 8 Ee. in pe TE | ak
2 4 > Ni Er N dd
Ee ke “ Ö ar 5 io Ee
7 ke @ ú
RAK / BN :
n 5e En: Ir
larf LU zr en \ > 5 Ä5) N, °
he c ee Ka 5
a 5 ig \ 5 á rn N
re : Â Ee É 8,
L EE 5 zr 5 il 3 # N kf d
Û oo Pers né ei rl 5 DA LE
Tes : me Tl en Ee
beg = JT ES Kh mn
OTS ee Tl Sei
Oo sE [ 5 ‚a an ae i
Zos Meme oe ESE ee
8 > en NEA es — Gn en amg
0 = © Ee fi | | (amme 3 ij _ ee | \ N
nel WN tl k id lk NEN sed TS ri EN 5
CS B En baat A Ein ri ECE ka
EE ark | ee Sleen
ER 1 SN
Ni @ SUE k EA ran È Aen A
/ 8 EP A d EN Lak Thi en
Ce rn st Ne
= CD EE el Sr 5 oi
00 AN Gi ED en. en ie
SE keen 6 9)
flik; ee Sane HS
m5 Sz ee, GENE 8 rj
ke] 3 » 8, 7 ig ke 5 El WE re en en, | : ei \ le») 5
Eon eN ne
2e EEE, EE :
3 0 S EN ae 2 EU ei ar Ger E
5 EN TN Gr ie sl ne 4 7 5
__ Td AS ge ds He EA Ald be ee
Wind bij de Noorder-IJplas 8
| Raadsadres | 8 | train |
OO |
|
| Vereniging Tuingroep Amstelhof |
edt 7 Van Woustraat 134-2: 1073LT Amsterdam; |
-O- Tel: 020-6763604/ … |
ej E: [email protected]
5 KvK nummer: 70325774 RSIN: 858263294 |
|
Aan de leden van de Raad van de gemeente Amsterdam |
Amstel 1
Postbus 202 :
1000 AE Amsterdam |
Betreft: Uitvoeringsstrategie Volkstuinbeleid (concept mei 2020) |
Amsterdam, 8 juni 2020. |
|
Geachte leden van de Gemeenteraad van Amsterdam, |
Onze vereniging, huurder van het nutstuincomplex Amstelhof, gelegen aan het Drieburgpad in
Amsterdam-Oost is gevraagd om op voornoemde nota in te spreken. Onze vereniging heeft meer dan |
50 leden. We waren uiterst verbaasd over het feit dat de conceptnota Uitvoeringstrategie
Volkstuinbeleid door het DB is vrijgegeven voor inspraak tijdens de huidige geldende Covid-19
maatregelen. Wij vinden een dergelijke nota ter inspraak brengen niet een blijk van behoorlijk |
bestuur,
Wij zouden het op prijs stellen dat deze vrijgave wordt ingetrokken. En dat de nota pas wordt
vrijgegeven voor inspraak op het moment dat de COVID-19 maatregelen zijn opgeheven, zodat wij in
staat zijn gesteld om een brede ledenconsultatie te uitvoeren.
Namefis het bestuur van de Vereniging Tuingroep Amstelhof
| In
P
Gerard vän Middelaar
voorzitter
c.c. Gemeente Amsterdam, Dienst Duurzaamheid, team stad
4 .
d O5
de "5 ’
| Raadsadres | 1 | train |
Gemee nte Bezoekadres
A d Straatnaam 25
mster am oooo AA Amsterdam
> < Postbus ooo
oooo AA Amsterdam
Telefoon 14 020
> amsterdam.nl
Retouradres: Postbus ooo, oooo AA Amsterdam
Gemeenteraad van Amsterdam
Datum 17 oktober 2022
Ons kenmerk
Uw kenmerk
Behandeld door [email protected], [email protected]
Kopie aan
Bijlage(n) 1. Indicatoren vit de concept Begroting 2023
2. Planning
Onderwerp Een schonere stad.
Geachte leden van de Gemeenteraad,
Amsterdam is een mooie stad, maar tegelijkertijd kennen we allemaal plekken die er vies uitzien.
leder van ons heeft zich weleens geërgerd aan afval naast de afvalcontainer. Er ligt een
verantwoordelijkheid bij onze bewoners, bezoekers en ondernemers om de stad niet vies te
maken, maar zeker ook een opdracht aan de gemeente om de stad schoner te maken en te zorgen
voor een transitie naar een circulaire economie waar we meer recyclen en minder afval
produceren. In het “Amsterdams Akkoord 2022” heeft het college daarom de ambitie
uitgesproken om de overlast samen met bewoners en ondernemers te bestrijden en de
verantwoordelijkheid te nemen voor een schonere stad en een duurzame en meer circulaire
afvalketen.
Om die verantwoordelijkheid te nemen, is het belangrijk dat we als gemeente zelf het opruimen,
ophalen en verwerken van afval verbeteren. De hele keten van reinigen en afval inzamelen is
daarom ondergebracht bij één wethouder. Dat helpt om de ambities en plannen in
gezamenlijkheid met elkaar te bespreken en de resultaten te volgen. In deze brief neem ik u dan
ook graag mee in wat we de komende tijd gaan doen. Het zijn onze prioriteiten en aanpak, als ook
de concrete acties en voorstellen die we vanuit de extra coalitiemiddelen betalen. Dat is 2 miljoen
euro in 2023, aflopend naar 1 miljoen euro structureel vanaf 2026.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam Datum 17 oktober 2022
Pagina 2 van 12
De uitdaging
De opgave is complex. Samen produceren ruim 870.000 Amsterdammers elke dag zeker 890 ton
afval. Dat is gemiddeld meer dan een 1 kilo per persoon per dag. Het is een enorme logistieke
uitdaging om dit afval elke dag in te zamelen, af te voeren, op een verantwoorde manier te (laten)
verwerken en de stad weer schoon achter te laten. We zien veranderingen in het aanbod van afval.
Zo neemt de hoeveelheid afval toe, door de groei en uitbreiding van de stad, de verwelkoming van
Weesp, de verdichting van bestaande wijken en intensief gebruik van de openbare ruimte zoals
straten, grachten en parken. Als onze inzet gelijk blijft en het gedrag van Amsterdammers,
ondernemers en bezoekers niet verandert, dan vervuilt de openbare ruimte en het milieu omdat
we het niet schoon kunnen houden.
De hoeveelheid geproduceerde afval heeft grote invloed op onze ambitie om de stad schoon te
krijgen. Aan de andere kant wordt de vraag of we de ambitie kunnen halen beïnvloed door
voldoende aanbod van personeel, de hoogte van de verwerkingskosten, prijzen van materialen en
het aanbiedgedrag van bewoners en ondernemers. Ook de beschikbare ruimte boven en onder de
grond, en de financiële middelen van de gemeente (o.a. de investeringsruimte) spelen mee. Het is
daarom van belang dat we onze eigen basis op orde hebben zodat we beter kunnen inspelen op
ontwikkelingen van buiten. Dit is tevens het doel vanuit het verhoogd toezicht op de directie Afval
en Grondstoffen. Daarbij kijken we ook naar het verduurzamen van onze organisatie. We
investeren in schonere wagens (doel is emissievrij in 2030) en duurzamer materiaal. Zo geven we
als gemeente het goede voorbeeld.
Gerichte inzet
Het is gezien de opgave en middelen die we hebben niet realistisch om de stad 100% schoon te
krijgen, maar het moet wel schoner dan nu. We hanteren in elk gebied hetzelfde basisniveau. Maar
waar keuzes gemaakt moeten worden, vind ik het belangrijk dat we ons concentreren op waar het
vies is in de stad, veel bewoners en bezoekers komen en de druk op het afval inzamelen het hoogst
is, zoals het Vondelpark of de Binnenstad. Ongelijk investeren in gelijke kansen betekent
bovendien dat ook Nieuw-West, Zuidoost, Noord (Masterplangebieden) onze bijzondere aandacht
krijgen. Als mensen wonen in een schone wijk, zien ze dat de gemeente er voor ze is, en worden ze
zelf ook vitgenodigd goed voor hun eigen buurt te zorgen.
Met gerichte inzet op buurtniveau voorkomen we dat stadsdelen waar minder meldingen zijn,
zoals Zuidoost, minder aandacht krijgen. Wel gebruiken we deze meldingen, in combinatie met
objectieve metingen en waarnemingen van medewerkers op straat om een beeld te krijgen waar
het (te) vies is. De stadsdelen samen met het stadsgebied Weesp wijzen uiteindelijk de hotspots
aan waar een gerichte aanpak nodig is. Zij hebben in de uitwerking van de aanpak een grote en
belangrijke rol, zoals ook is opgenomen in het vernieuwde bestuurlijk stelsel. Gerichte inzet en
afspraken komen terug in gebiedsuitwerkingen die we met hen opstellen.
Samen met de Amsterdammer
De stad schoonmaken en houden kunnen we niet alleen. Het Vondelpark maakt zichzelf niet vies,
dat doen wij zelf. De gemeente kan troep van anderen steeds beter gaan opruimen, maar het
voorkomen van afval en het schoonhouden van de stad is de verantwoordelijkheid van iedereen.
Voor een schonere stad hebben we onze bewoners, bezoekers en ondernemers hard nodig.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam Datum 17 oktober 2022
Pagina 3 van 12
We willen daarom dat mensen die zich inzetten voor een schone en veilige buurt zich voldoende
ondersteund voelen, of het nu containeradoptanten zijn, mensen die af en toe zwerfafval
opruimen, een bewonersinitiatief hebben of gewoon een melding doen omdat een container
gestremd is. Zo is onder de vlag van het Masterplan Nieuw-West de eerste lijst hotspots samen
met bewoners opgesteld. Zo weten buurtbewoners heel goed wat probleemgebieden zijn en
kunnen we hun kennis gebruiken bij het aanwijzen van de hotspots, als ook hun inzet bij de
benodigde aanpak. De ervaringen van Nieuw-West en de andere masterplangebieden gebruiken
we om het faciliteren van bewoners en bewonersinitiatieven samen met de stadsdelen in de hele
stad te verbeteren.
Containeradoptanten spelen een belangrijke rol in het tegengaan van vervuiling rondom
containers. In april 2022 heeft OIS een kwalitatief onderzoek uitgevoerd onder bijna 2700
adoptanten (n.a.v. uw motie 7oo bij de begroting van 2022). De resultaten van het onderzoek
gebruiken we om de adoptanten beter te informeren, te ondersteunen en in het zonnetje te
zetten. Zo nemen we hun input mee in verbeteringen voor de organisatie en hebben we in
september 2022 zes mooie en leerzame bijeenkomsten voor hen georganiseerd op Pampus. Dit
was vrijwel één bijeenkomst per stadsdeel met ongeveer 60 adoptanten per keer, waarbij ook
enkele stadsdeelbestuurders, medewerkers van de gemeente en AEB Amsterdam aanwezig
waren.
Gedrag
Natuurlijk verwachten we van iedereen dat ze hun afval weg gooien daar waar het hoort. Dus niet
op straat of in het groen. Na de twee coronajaren met veel extra huishoudelijk afval, is het aanbod
van karton blijvend hoog. Dit belandt vanwege de grootte vaak naast de containers, waar het nat
wordt en lastiger te scheiden is van het grof afval. Grof afval op straat is een grote ergernis van
Amsterdammers en duur om te verwerken. Terwijl karton juist geld oplevert. Nog beter dan
verwerken, is om in te zetten op afvalpreventie. Want wat niet op straat komt, hoef je ook niet op
te ruimen.
In september 2022 is een landelijke campagne zwerfafval gestart waarin we participeren. En we
brengen deze periode de regels voor grof afval en de afvalpunten extra onder de aandacht. In
november 2022 voeren we campagne voor het juist aanbieden van karton (maak het klein en gooi
het in de papierbak).
Naast de zachte aanpak via informatievoorziening, campagnes zetten we al een aantal jaren in op
gedragsverandering door middel van toezicht en handhaving. Als je de regels overtreedt, heeft dat
consequenties. Voor de handhaving op onjuist bijgeplaatst huishoudelijk afval (bijplaatsingen) is
een team van toezichthouders gericht op de hotspots in alle stadsdelen van de Aanpak
bijplaatsingen. Daarnaast zijn er reguliere handhavingsteams bestaande uit handhavers die in de
gebieden werken. Zij zetten in op de prioriteiten die zijn afgesproken in het jaarlijkse actieplan
handhaving.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam Datum 17 oktober 2022
Pagina 4 van 12
Samen met bedrijven
Als gemeente kunnen we een rol spelen in de verandering van een lineaire naar een circulaire
economie. Op dit moment loopt er al verkenning met de e-commercebranche hoe herbruikbare
verzendverpakkingen een alternatief zijn voor kartonnen dozen. We zijn in de afgelopen jaren
betrokken geweest bij een uitgebreidere producentenverantwoordelijkheid op verschillende
productgroepen. In het actieplan op afvalpreventie verruimen we onze rol in samenhang met de
portefeuille duurzaamheid en op welke acties we inzetten (gereed eerste helft 2023). Daarnaast
gaan we in gesprekken met ondernemers ook in op de mogelijkheden van voorkomen van afval en
betrekken daar initiatieven van ondernemers bij.
Momenteel wordt de Europese ‘wegwerpplastics! richtlijn in Nederland geïmplementeerd in
nationale wetgeving. Aansluitend op deze richtlijn gaat de gemeente vooraf stimuleren, verleiden,
voorlichten en zo nodig reguleren zodat ondernemers en consumenten hun producten
hergebruiken.
Ten aanzien van het aanbieden van afval loopt op dit moment een onderzoek naar verkeerd
gebruik van huishoudelijke inzamelvoorzieningen door bedrijven. Hierin onderzoeken we de mate
van misbruik op een paar specifieke locaties in Amsterdam en is een analyse gedaan van de
samenstelling van dit afval en de mogelijke herkomst. De resultaten uit dit onderzoek vormen de
input voor maatregelen om dit misbruik tegen te gaan. In de het tweede kwartaal van 2023 zullen
we u hierover informeren.
Maar we maken nu ook al stappen. We richten ons, samen met Dienst Belastingen, op de plicht
dat bedrijven gebruik maken van het reinigingsrecht of beschikken over een passend
bedrijfsafvalcontract. Ook zetten we in op het tegen gaan van verkeerd gebruik van de
afvalvoorzieningen door bedrijven. In dat kader optimaliseren we samen met Toezicht en
Handhaving de inzameling van en controle op het aanbod van rode/witte zakken in
postcodegebied 1012. In 2022 (tot en met september) heeft dit geleidt tot 22 bestuurlijke boetes
en go waarschuwingen. Daarnaast zetten we in op het bewust maken van ondernemers over
bedrijfsafval. Ondernemers kennen namelijk niet altijd de regels. Hiervoor is het motto “Jouw
Bedrijf, Jouw Afval” de basis voor alle communicatie. We informeren de ondernemers over de
regels (waaronder over het opruimen van zwerfafval in de 25 meter rond de onderneming) via een
mailing, informatiefolders en persoonlijke gesprekken.
Gelukkig komen bedrijven ook zelf met initiatieven op het gebied van schoon, efficiënte en
effectieve afvalinzameling en het voorkomen van afval. Voorbeelden die we ondersteunen zijn de
BlZ'en (Bedrijfs Investerings Zone) van de Warmoesstraat en Burgwallen die samenwerken om de
straat schoon te houden en het project Zero Waste Zuidas van de Green Businessclub Zuidas.
Vanuit Green Light District is een coalitie opgebouwd uit lokale ondernemers die nu al duurzaam
ondernemen en de kennis graag delen met anderen in het gebied. Eerder hebben we ook het
initiatief van BIZ The Olympic kunnen ondersteunen om een afvalhub te realiseren zodat het
restafval minder werd en minder vervuilende vervoersbewegingen nodig zijn.
Besteding coalitiemiddelen
We gaan verder op de ingeslagen weg om de hele schoonketen van reinigen en afval inzamelen te
verbeteren. Deze aanpak richt zich op de lijnen: Basis op orde (opruimen, ophalen en verwerken),
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam Datum 17 oktober 2022
Pagina 5 van 12
maar ook het voorkomen van afval (preventie en circulariteit), het informeren en faciliteren
bewoners en ondernemers en zeker ook toezicht en handhaving (beboeten).
De coalitiemiddelen Reiniging zetten we in om de stad schoner te krijgen. Voor de besteding
kijken we wat het meeste rendement oplevert. Dat is met name inzet op grof afval, karton,
aanbiedgedrag en regels voor Reinigingsrecht en bedrijfsafval en de gebiedsgerichte aanpak van
zwerfaval. Twee plannen zijn al concreet uitgewerkt: buurtconciërges en het ophalen van grof in
dicht bebouwde gebieden. De overige plannen voor 2023 zijn gereed voor het einde van het jaar
en richten zich op het burgerberaad, aanpak karton, lokale recyclepunten, meer afvalbakken (en
vervanging), als ook extra inzameling van afval rondom drukke plekken in het centrum
(avonduren). Daarover wordt u te zijner tijd geïnformeerd.
Buurtconciërges (€ 500. ooo structureel)
We nemen per 1 januari 2023 vijf buurtconciërges aan die tot u toe incidenteel gefinancierd
werden (via de middelen va de ontwikkelbuurten). Er is behoefte aan een zichtbaar aanspreekpunt
in de buurt als het gaat om een schone en hele leefomgeving. De voornaamste taak van een
buurtconciërge is het contact onderhouden met ondernemers en bewoners om de openbare
ruimte schoon te houden. Op het moment dat er iets niet in orde is — bijvoorbeeld bij signaleren
van misbruik van de openbare ruimte — kaart de buurtconciërge dit aan bij bijvoorbeeld de
ondernemer. En nog belangrijker: de buurtconciërge handelt direct zodat het probleem zich
oplost. Buurtconciërges worden, mede in overleg met de stadsdelen, in die gebieden ingezet
waar ze het hardst nodig zijn, bijvoorbeeld in de masterplangebieden of winkelgebieden. Als het
schoonniveau op het beoogde doel zit, of men ergens anders harder nodig is, kan de inzet dus
veranderen.
Ophalen (grof) afval in dicht bebouwde gebieden (€ 5oo.ooo structureel)
De aanpak van grof afval is een belangrijke opgave. Daar komt bij dat de omstandigheden lastiger
zijn doordat er in het Wallengebied veelal een restrictie van 7,5 ton en soms zelfs 3,5 ton geldt voor
wagens, de emissie-restricties steeds strenger worden en straten steeds drukker. Gebieden als in
het centrum zijn daardoor niet langer bereikbaar met de reguliere inzamelvoertuigen. We gaan
daarom inzamelen met klein materieel in: centrum, gebieden in Oud-West en mogelijk Noord — en
waar nodig in de stad. Daarvoor moeten we de overslag van grof afval in de nabijheid van het
inzamelgebied organiseren en zetten we in op het informeren van bewoners en ondernemers. Als
oplossing voor overslagpunten in de stad bekijken we de mogelijkheden om duurzaam in te
zamelen via water.
Overige ontwikkelingen
Naast het uitwerken en uitvoeren van bovenstaande, vertaalt de ambitie zich in een aantal zaken
waar we ons de komende tijd op richten. In bijlage 2 vindt v een planning.
e Weesp. We hebben dit jaar Weesp verwelkomd en het stadsgebied wordt stapsgewijs
meegenomen in de aanpak.
* Op dit moment werken er 26 buurtconciërges in alle stadsdelen daar waar ze het meest toe doen,
maar vooral in de Binnenstad en de ontwikkelbuurten van Nieuw-West en Noord.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam Datum 17 oktober 2022
Pagina 6 van 12
e _Burgerberaden: Een burgerberaad is een mooie vorm om de ervaring en denkkracht van
bewoners te betrekken bij de opgave. Naast de diverse contacten die we al hebben met
bewoners. Op basis van de geleerde lessen van het eerder gehouden mini burgerberaad over
de CO2 doelen blijkt dat een gedegen voorbereiding, mandaat, bestuurlijk commitment én
financiële middelen noodzakelijk zijn. Hier willen we goed naar kijken en ook u als raad
betrekken. Daarom kom ik in de volgende raadsbrief terug op het organiseren van een
burgerberaad en hoe we bewonerswaardering daar een plek in kunnen geven.
e _GFE/T inzameling. Een derde van het restafval bestaat uit GFE/T. GFE/T is een belangrijke
afvalstroom die we uit het restafval willen weren. Aparte inzamelen van deze stroom levert
een belangrijke bijdrage aan de verduurzaming van de afvalketen. Het apart ingezamelde
GFE/T wordt hergebruikt en gerecycled naar onder andere compost en biogas. De komende
jaren willen we gefaseerd inwoners van Amsterdam voorzien van een inzamelmiddel. Voor het
GFE/T onderdeel wordt bij elk gebied waar de inzamelmiddelen worden geplaatst een
communicatie traject met bewoners opgezet. Hierin wordt ook de nut van het scheiden van
GFE/T met de bewoners besproken en doordacht. Het doel dat we onszelf hebben gesteld in
de doelenboom is ambitieus. Echter is er op dit moment onvoldoende dekking om de uitrol in
de gehele stad te kunnen realiseren. We zullen in de eerste helft van volgend jaar bij u
terugkomen met een voorstel t.a.v. de dekking en uitvoering. Het is dus een doel waar we
komende jaren naartoe willen groeien. Tot die tijd voeren we, waar er dekking is, het aantal
inzamelmiddelen op kleinschalige en lokale wijze uit.
e _Rolrecyclepleinen en kringlopen. We zetten in op een sterkere rol voor recyclepleinen en
kringlopen in de keten van grof afval naar grondstoffen. Begin 2023 ontvangt u een voorstel
om het gebruik van recycleplein verder te stimuleren om zo het aanbod grof afval op straat
terug te dringen.
e _Afvaldumpingen. We onderzoeken of bedrijven of bewoners uit omliggende gemeentes hun
afval dumpen in Amsterdam omdat het in hun eigen gemeente duurder is om afval aan te
bieden. Over de uitkomsten inclusief mogelijke maatregelen informeer ik u in het derde
kwartaal van 2023.
e Afvalinzameling bij gebiedsontwikkeling. De standaard voor inzameling van restafval,
papier/karton en glas is de ondergrondse inzamelcontainer en GFT-E middels een
rolcontainer. Maatwerk of afwijking hiervan is alleen mogelijk als hier (vooraf) een besluit over
wordt genomen, zonder dat additionele kosten ten laste van de Afvalstoffenheffing worden
gebracht. Wanneer er nog geen ondergrondse containers geplaatst kunnen worden bij
nieuwbouw omdat de openbare ruimte nog niet heringericht is, zorgen we voor andere
oplossingen, zoals bovengrondse containers. En waar een woningblok wordt opgeleverd en er
dus veel verhuizingen plaats gaan vinden, is ons streven om te voorzien in tijdelijk extra grote
containers voor het afval afkomstig van bewoners die hun huis uitruimen of kleine
verbouwingen doen. Deze afspraken worden komende tijd geactualiseerd samen met o.a.
corporaties, gemeente en ontwikkelaars.
e Handhaving. Waar het gaat om schoon kunnen de Boa's handhaven op zowel bijplaatsingen
als zwerfafval zoals de 25 meter regel rond bedrijven. In het actieplan handhaving 2022 is
gekozen om te focussen op bijplaatsingen en grof afval en karton. De 25 meter regel zit daar
niet bij, daar wordt alleen op gehandhaafd wanneer een overtreding op heterdaad wordt
geconstateerd. Op dit moment wordt in samenwerking met burgemeester en
stadsdeelbestuurders gewerkt aan het actieplan 2023. Daar wordt u in het eerste kwartaal van
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam Datum 17 oktober 2022
Pagina 7 van 12
2023 over geïnformeerd. Daarnaast onderzoeken we op basis van het coalitieakkoord ook de
hoogte van de boetes voor afvalbijplaatsingen. Dit werken we uit in een aantal scenario’s waar
ik u in het voorjaar van 2023 over zal informeren.
Nieuwe doelen Begroting 2023
Tijdens de behandeling van de Jaarrekening 2020 heeft uw raad via de methode Duisenberg (4 juni
2021) aangegeven dat u het lastig vindt om de middelen die gemoeid zijn met de schone stad, te
koppelen aan de verschillende activiteiten aangezien zij over meerdere begrotingsprogramma'’s
zijn verdeeld. Met ingang van de Begroting 2023 zijn de kosten en activiteiten rondom reiniging en
afval opgenomen in Programma 2.3. Daarnaast had v de behoefte aan meer inzicht in de te
behalen resultaten (indicatoren). Op basis van gesprekken van de afgelopen tijd zijn een aantal
nieuwe doelen, activiteiten en indicatoren in de begroting 2023 opgenomen.
Naast de v bekende CROW- normen over hoe schoon de gebieden zijn, zijn nu ook de
vullingsgraad van de prullenbakken en de scores rondom de afvalcontainers (zogeheten
bijplaatsingen) opgenomen. Er wordt nu niet alleen gerapporteerd over de ervaren overlast
(Rapportage Wonen in Amsterdam), maar we hebben ook doelstellingen opgenomen rondom de
opvolging van meldingen, de klanttevredenheid van melders en de tevredenheid onder
containeradoptanten waar u in de commissie van 30 juni 2022 om heeft gevraagd. Tot slot zijn er
op het gebied van duurzaamheid indicatoren opgenomen ten aanzien van de uitstoot per ton
ingezameld materiaal als ook circulariteit (voorkomen van afval). In de bijlage vindt v de doelen,
activiteiten en indicatoren zoals ze zijn opgenomen in de concept Begroting 2023 (zoals de
hoeveelheid verzameld restafval en grofvuil per inwoners is opgenomen, volgens motie van Pijpen
cs, d.d. 14 september 2022).
Tot slot
U bent eerder geïnformeerd over wat we doen om het afval in de stad zo goed mogelijk uit het
straatbeeld te krijgen (het afvaloffensief). Met deze brief geef ik u een integraal beeld van onze
inspanningen voor een schonere stad. We zullen v tenminste twee keer per jaar informeren over
de resultaten.
Waar het gaat om het verbeteren van de interne organisatie van de directie Afval en Grondstoffen
(het verhoogd toezicht) bent u de afgelopen tijd met regelmaat geïnformeerd. In het eerste
kwartaal van volgend jaar informeer ik uv opnieuw.
Met deze brief beschouw ik de volgende toezeggingen als afgehandeld:
e Een plan inzake afval en reiniging naar de raad te sturen (TA2022-000586 en TA2022-000834,)
met daarin een eerste uitwerking van het coalitieakkoord;
e _ Waarin de betrokkenheid van inwoners (zoals het adopteren van containers) is meegenomen
in de planvorming (TA2022-000588);
e _ Hoe voorkomen kan worden dat minder meldingen, niet tot minder aandacht leidt (TA2022-
000584);
e Inde komende begroting een doel op te nemen over klachtenafhandeling (TA2022-000587).
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam Datum 17 oktober 2022
Pagina 8 van 12
e _ De motie van de leden Van Pijpen, Noordzij en Lust inzake de raadsbriefuitgaven en
resultaten Schoon Amsterdam 2021 (d.d. 14 september 2022, 302)
Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam,
/ { / ) /
OC
Zita Pels
Wethouder Reiniging, Afval en Duurzaamheid
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam Datum 17 oktober 2022
Pagina 9 van 12
Bijlage 1 Voorgestelde indicatoren uit de Begroting 2023 (september 2022)
2.3 Ophalen van afval en reinigen openbare ruimte
Amsterdam is een schone stad.
Indicatoren doel Peilwaarde Jaarverslag Begroting Begroting Prognose
(peiljaar) 2021 2022 2023 2024-2026
1 Ervaren overlast door 5,4 (2021) 5,4 Onderzoek 6 6,5
vervuiling (cijfers Wonen is om het
_ in Amsterdam) RAN
2 Het schoonhouden van 6,3 (2021) 6,3 7,0 7,0 7,0
de straten en stoepen
wordt door de bewoners
beoordeeld op een 7,0
_ {WiA:6,3(2021))
3 Het schoonhouden van 6,6 (2021) 6,6 7,0 7,9 7,0
het groen wordt door de
bewoners beoordeeld op
een 7 (WiA: 6,6 (2021)
Activiteit 2.3.1.1
We maken de openbare ruimte schoon (daar waar het er toe doet).
Indicatoren activiteit Peilwaarde Jaarverslag Begroting Begroting Prognose
(peiljaar) 2021 2022 2023 2024-2026
1 CROW van zwerfvuil 87% (2021) 87% 80% 80% 80%
scoort minimaal 80%
2 CROW van 89% (2021) 80% 80%
prullenbakken scoort
minimaal 80% niveau B
3 Percentage meldingen Tijdigheid: Tijdigheid: Nvt _ tijdigheid tijdigheid
schone stad: afval en 77% (Schoon) 77% (Schoon) 90% 90%
schoon dat tijdig en 73% (Afval) _ 73% (Afval) tevredenheid tevredenheid
naar tevredenheid van (2021) 70% 70%
de melder is Tevredenheid: Tevredenheid:
afgehandeld. 56% (Schoon) 56% (Schoon)
59% (Afval) 59% (Afval)
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam Datum 17 oktober 2022
Pagina 10 van 12
Activiteit 2.3.1.2
We zorgen dat inwoner en bedrijven hun afval op de juiste wijze kunnen aanbieden.
Indicatoren activiteit Peilwaarde Jaarverslag Begroting Begroting Prognose
(peiljaar) 2021 2022 2023 2024-2026
1 CROW van bijplaatsingen 86% (2019) 88% go%*
scoort minimaal 90%
niveau B (rastermeting)
* Vanaf 2022 hanteren we een andere meet methodiek. Van steekproefsgewijze metingen
gaan we over naar rastermetingen waarbij een vak van 100 bij 100 meter het cijfer krijgt van
de slecht scorende container locatie in dat vak. Dat maakt dat bij een zelfde resultaat de
scores iets slechter zouden zijn
Activiteit 2.3.1.3
We zamelen het afval efficiënt en duurzaam in.
Indicatoren activiteit Peilwaarde Jaarverslag Begroting Begroting Prognose
(peiljaar) 2021 2022 2023 2024-2026
1 Kg CO2 uitstoot per ton 19,2 (2019) 14,1 2,5 2,5 2,5
ingezameld materiaal
Activiteit 2.3.1.4
We ondersteunen medebeheer en zetten in op preventie.
Indicatoren activiteit Peilwaarde Jaarverslag Begroting Begroting Prognose
(peiljaar) 2021 2022 2023 2024-2026
1 Tevredenheid (zeer en 76% (2020)* [geen 65% [geen 75%
redelijk tevreden) onder meting] meting]
containeradoptanten
*Dit was nog voor het uitbreken van de Coronacrisis
Amsterdam voorkomt (rest) afval.
Indicatoren doel Peilwaarde Jaarverslag Begroting Begroting Prognose
(peiljaar) 2021 2022 2023 2024-2026
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam Datum 17 oktober 2022
Pagina 11 van 12
1 Kilogram huishoudelijk 247 (2019) 249 245 240 227
fijn en grof
restafval per inwoner per
jaar
2 Kilogram huishoudelijk 358 (2019) 377 377 377 377
afval per inwoner
per jaar (BBV-verplicht)
Activiteit 2.3.2.1
We maken het voor bewoners mogelijk om hun afval op de juiste manier gescheiden te kunnen
aanbieden.
Indicatoren activiteit Peilwaarde Jaarverslag Begroting Begroting Prognose
(peiljaar) 2021 2022 2023 2024-2026
1 Aantal Amsterdamse 1% (2019) 3% 5% 8% 30%
huishoudens wat toegang
heeft tot een GFT
inzamelvoorziening *
* Afhankelijk van voldoende beschikbare middelen
Activiteit 2.3.2.2
We zorgen dat het afval zo hoogwaardig mogelijk wordt verwerkt.
Indicatoren activiteit Peilwaarde Jaarverslag Begroting Begroting Prognose
(peiljaar) 2021 2022 2023 2024-2026
1 Percentage gerecyclede 22% (2019) 25% 25% 25% 28%
stroom per inwoner per
jaar t.o.v. totale
hoeveelheid huishoudelijk
afval
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam Datum 17 oktober 2022
Pagina 12 van 12
Bijlage 2
Invulling overige coalitiemiddelen Reiniging
Actieplan op afvalpreventie Eerste helft 2023
Opzet Burgerberaad Eerste helft 2023
Informatie over dekking en planning GFE/T Eerste helft 2023
inzameling
Rol recyclepleinen en kringlopen Eerste helft 2023
Scenario's Boetesysteem
Onderzoek naar verkeerd gebruik van tweede kwartaal 2023
huishoudelijke inzamelvoorzieningen door
bedrijven inclusief mogelijke maatregelen
Onderzoek inclusief mogelijke maatregelen derde kwartaal 2023
afvaldumpingen
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Brief | 12 | train |
> Gemeente
Amsterdam
Motie
Datum raadsvergadering _ 21 december 2022
Ingekomen onder nummer 557
Status Ingetrokken
Onderwerp Motie van het lid Khan inzake promoot lokaal aanbod buiten de ring
Onderwerp
Het promoten van het lokale aanbod buiten de ring.
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over de visie bezoekerseconomie 2035.
Constaterende dat:
-_Hetspreiden van toeristen een belangrijk middel is om de binnenstad te ontlasten én het
bevorderen van lokale economieën uit de andere kernen van de stad;
-__De gebieden buiten de ring veel te bieden hebben aan toeristen, van het aanbod van di-
verse restaurants, festivals en musea.
Overwegende dat:
-_ Meer dan de helft van alle uitgaven zich beperkt tot de binnenstad en dat betekent dat on-
dernemers daarbuiten weinig tot niet profiteren van het grote aantal toeristen in de stad.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders
Het lokale aanbod in de gebieden buiten de ring nadrukkelijker te promoten in onze communica-
tie-uitingen.
Indiener(s),
S.Y. Khan
| Motie | 1 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Raadsagenda supplement 2,
woensdag 28 en donderdag 29 november 2018
Datum en tijd woensdag 28 november 2018 13.00 en 19.30 uur
donderdag 29 november 2018 en zo nodig 13.00 uur
Locatie Raadzaal
TOEGEVOEGD:
Kunst en Cultuur, Monumenten en Erfgoed
17À Actualiteit van het lid Boomsma inzake de profielschets voor nieuwe
bestuursleden van de kunstraad. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1289)
GEWIJZIGD:
Verkeer, Vervoer en Luchtkwaliteit
15 Vaststellen van de Verordening Parkeerbelastingen 2019.
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 1270)
De commissie Mobiliteit, Luchtkwaliteit en Duurzaamheid heeft in haar
vergadering van 22 november 2018 besloten deze voordracht niet te behandelen
en de raad te adviseren dat deze voorstellen niet gereed zijn voor behandeling.
16 Wijzigen van de Verordening Parkeerbelastingen 2018, uitbreiding betaald
parkeren in Amsterdam Noord. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1272)
De commissie Mobiliteit, Luchtkwaliteit en Duurzaamheid heeft in haar
vergadering van 22 november 2018 besloten deze voordracht niet te behandelen
en de raad te adviseren dat deze voorstellen niet gereed zijn voor behandeling.
1
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad R
Raadsagenda supplement 2, woensdag 28 en donderdag 29 november 2018
TOEGEVOEGDE INGEKOMEN STUKKEN:
Ingekomen stukken
30 Raadsadres van Nes Vastgoed van 22 november 2018 inzake het verzoek voor
een wederopbouwplan voor erfgoed naast een pand aan de Zuider IJdijk.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres desgewenst te betrekken bij de behandeling
van agendapunt 7, Vaststellen van het bestemmingsplan Sluisbuurt en
aanvaarden van het milieueffectrapport Zeeburgereiland.
31 Herfstbrief van de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden van 22 november
2018.
Voorgesteld wordt, deze brief door te geleiden naar het presidium ter
behandeling.
32 Raadsadres van een burger van 20 november 2018 inzake hulp en bemiddeling
van de nationale overheid bij onder andere inschrijving in het GBA en bij
de aanvraag van een uitkering.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres voor kennisgeving aan te nemen.
33 Raadsadres van IZI Solutions en Nationale Jeugdraad van 20 november 2018
inzake een oproep aan raadsleden: Breng het stembureau naar jongeren.
Voorgesteld wordt, de afhandeling over te laten aan de leden van
de gemeenteraad.
34 Raadsadres van coalitie LEEFsteden van 21 november 2018 inzake het rapport
‘Uitkomsten benchmark duurzame, actieve, gezonde mobiliteit gemeente
Amsterdam’.
Voorgesteld wordt, de afhandeling over te laten aan de leden van
de gemeenteraad.
35 Raadsadres van een burger van 21 november 2018 inzake een hardere aanpak
van de criminaliteit naar aanleiding van de kwestie rondom John van den Heuvel.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres desgewenst te betrekken bij de behandeling
van agendapunt 5, het mondelingevragenuur.
36 Raadsadres van Kraakcollectief ‘De Mobiele Eenheid' van 21 november 2018
inzake geen ontruiming van een gekraakt pand voor de bouw van een hotel.
Voorgesteld wordt, de afhandeling over te laten aan de leden van
de gemeenteraad.
2
Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Raadsagenda supplement 2, woensdag 28 en donderdag 29 november 2018
3/ Raadsadres van een burger van 20 november 2018 inzake het stijgen van
de huren in de vrije sector.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester
en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen
naar de leden van de raadscommissie Wonen en Bouwen.
38 Raadsadres van een burger van 20 november 2018 inzake het verzoek om een
vuurwerkverbod rondom het dierenasiel Amsterdam-Noord/Oostzaan.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester
en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen
naar de leden van de raadscommissie Algemene Zaken.
39 Raadsadres van een burger van 24 november 2018 inzake het niet handhaven
van het boerkaverbod.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres voor kennisgeving aan te nemen.
40 Raadsadres van een burger van 24 november 2018 inzake het terugdraaien van
de beslissing over de verwijdering van de ‘l amsterdam’ letters op
het Museumplein.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres voor kennisgeving aan te nemen.
3
| Actualiteit | 3 | train |
Ruimtelijke visie Dijksgracht Oost
$ EN EE Ni e= Er er
= tn of s od Ke zo Ee en et en wi
LAS ! me Se el
AN er EN id ii Sat: ,
Ee hi Nen EENS Vn ek JE edn E .
E Ne er En Ni. SE 5 ee en n 3e an ne ra k he 5 pe B 5 5 ee
ê RS Kn à Dn S de. ES IS ES: S 5 5 5 5 ie a be e Ee nn
Ns KA EE led 0 SS En Di rn ‚A
3 Se 4 4 Sg Ln nn ES TN: ne IA
Me : Pen 0 IN eN nn en
> B ee SME a 5 en en Ey
ES Nee SA EE n 5 nne
hd | dn ne En vi Ë
Versie 2.2
03 januari 2022
1
1 Inleiding … ……....ennenvenvenvenvenvenvenvenvenvenvenvenvenvenvenvenvenvenvenvenvenvenvenvenvenvenee Ô
1.1 Aanleiding... eennennereneereneenenreneereneerennernenennerneneereneernnennennenveneenenveneerenverennernnreenenrnneerennennnneenennenen 3
1.2 Programma....nnnnnensnrrneenenenrenennerrnenrerenenreernenrerenenrenenenreneneneerensnnenennenenrnennenenenvenenenvenenenvenrnenvenenenvenenenvenene Á
1.3 Waarom deze ruimtelijke visie? enne enenneneereneereneenenn ener eneerenneeneneenerneneereeneeeeneerennennnneeneenenen 5
1.4 Opdracht nnee nenneeeneneneenenenenenrenenenenenrenenenenenennenenenennenennnenennnenenenenenrnneneneneenenenenennennnenenenenennenenenennnne 5
1.5 Projectgebied … nnen eneneneenenenenenreneennenenrenenenenenennenenenennenennnennnnnenenreneennnenenenensneneneenennnenenenenennenenenennene 5
ER
17 Leeswijzer nnee nennenerennenenenvenrnenvenenenvenerensenenenvenenensenrnensenenensnnenenensenenensenenensenerenvenenenvnneeenvnnerenvnnennn Ó
2 Bestaande situatie … ……….....nnsvens vens vensvenseenneenneenseennersvereneeenerenvverveene 7
2.1 Algemeen..…..nnnnnnenenenenneneennenenrennennenenrenenenenennenennnenenenennnenenennennnenvenenennnenenenennnenenennennnernenenrnnnenennnnnenne
ED
2.3 Spooremplacement … nanne renenneneenereneenennenereneeneeneennenvenneneenrennnnsnneneennnnenerenvenreevnvenvenvenvenvenvenvenveneneeenn Q
2.4 Oostenburg.…...nnnnnernnereneennennnenenenneennereneenennneneneenenenenenrenenenenenrenensnenenvenenennenennenensnenenrnnennnenenvnennnnenenvnenesnenennn 10
2.5 Kattenburgerstraat, Mariniersbrug, spoorwegonderdoorgang… nnen eenereneneneeneeeneneneeneeenenenveneeeneneneen 10
A
NAO
3 Programma ….annvenvennvenvensennvenvensvenvenseenvenvennvenveenvenvennvenvenveenvenvennenn 14
3-1 Fiets-voetgangersroute ……...nnnnnnnrnennerneneneenneenernenerenerenneennerennerennernnnenvnnneenervenervennernenenneneeneernvereeneneene neren 15
3.2 Ligplaatsen bedrijfsvaartuigen … nennen eenen reneen rennen eenen neren eenenenneneenrnrvnnnnennenennennennenrnnenvenee 16
3.2.1 Ligplaatsen passagiersvaart ……..nnnnnnnnneneneeneeeneneneenenenenenrenenenenennnnenenenennenenenenennnnenenenvnernnenenenenrene 16
3.2.2 Ligplaatsen waterbouwkundige aannemers … nnen eenenenennenenenenenennenenenenenreneneneeeernnenenenernenen 1Ô
EER
3.2.4 Conclusie ligplaatsen bedrijfsvaartuigen … nennen ennen ennen eenennennennennenrenrennenrenrennenenenene reren 22
3.3 Herstel kademuur … nnee neeeneeeneeneneereneerrnnenennenerenverennerenenrnereneereneerenenereneerennerennennnereneerenverennenvnenneneen 23
3.4 Compenserende maatregelen vleermuizen … nnen neer eeneneneneneenenenenenenenennenenenennnnenenenenennenenenenvennennnenennnnen 24
3.5 Programma hoogfrequent spoor (PHS) …..nneneneneneneeenneeennenennenrennennennennennennene ene ernennennevenrenennreneeneenenn 28
3.6 Spoorpark nnen eneen erenreneeenenenennenenenenreneneneneenenenenenenennenenenennneneneenennnnenenenensnenennenensnenenveneennenenrenenenenennen 29
3.7 Ontwikkelingen Oostenburg en VOC kade … nnee rene nenenenreneeeneneneeneeenenenveneeenenenveneenneneneveneenveren eene B1
3.8 Ontwikkelingen Kattenburgerstraat, Mariniersbrug en spoorwegonderdoorgang … nennen eene eenenen eenen 33
4 Planologische mogelijkheden … … … ensen oenvensennvenvennvenvenneenee 34
4.1 Geldend bestemmingsplanregime … nennen nenenennenenenenenreneneneneenenenenenenreneneneeneneneneneeneennnenenenennnnenenenen Jh
4.2 Planologische inpassing. nnen enen eenenenenenrennnenenenvenenenenenveneennenennenenenenenvenennenenenveneneneneneneenseneneneenene 3Ô
5 Uitwerking en participatie … vens ennoenoenvoeneenvennvenvennvenvenneenvenren SO
6 Afweging van belangen … … nen venvenvenvenvenvenvenvenvenvenvenvenvenvenvenee #4
7 Ruimtelijk ontwerp … eneen onvenenenneeneenenvenvenvenveeneeneenenneeneenvenee #6
7.1 Voorkeursmodel.…………nnnnnnnnerneneennenrsennenreennenrnennenrnennenrnennenrnennenrsennenrnnnnenrnnnnenenrnsnenrnenenrnsnnenrvnnnenrnennenrnnnnn ennn GO
7.2 Alternatieve varianten ……..nnnnnnnnnernsensnnennsennennsennennsennenssennensnennensnennenvnennensnennenvnennenennvennervnennenvnennernnennenveenne nnen bO
2
1 Inleiding
1.1 Aanleiding
De Dijksgracht Oost, tussen de Kattenburgerstraat en de VOC-kade, ligt aan de noordrand van het
centrum en lijkt een vergeten stuk van de stad. De oever is verwilderd en ontoegankelijk.
7 d, lij
NR a 1
Overzicht open water van de Dijksgracht
Aan de Dijksgracht Oost komen diverse projecten en (bestuurlijke) wensen samen met elk hun
effect op de omgeving, tijdspad en ruimtelijk beslag. Deze ontwikkelingen kunnen het beste in
samenhang beschouwd te worden. Thans ontbreekt een integrale ruimtelijke visie waarin alle
ontwikkelingen gewogen worden. Doel is om te komen tot een integrale kwaliteitsimpuls voor het
gebied, door hiervoor kaders en randvoorwaarden mee te geven, waarbij de verschillende
ontwikkelingen invulling krijgen en waarbij toevoeging van functies en kwaliteit in de openbare
ruimte centraal staat, als samenhangend element tussen de ontwikkelingen. Dit ruimtelijk kader
vormt tevens de onderbouwing voor de planologische procedures om de gewenste functies
mogelijk te maken.
Door het slim combineren van de voorliggende opgaven kan de Dijksgracht Oost duidelijker
onderdeel van de stad worden en een bijdrage leveren aan de groei van de stad en de
verdichtingsopgave.
De huidige wensen en initiatieven nemen bij elkaar opgeteld op het eerste gezicht meer ruimte in
dan dat er beschikbaar is. In deze visie vindt waar nodig een afweging plaats tussen de
verschillende gewenste ontwikkelingen en projecten. Een afweging tussen het programma varen
met de ligplaatsen voor rederijen (incl. bijhorende voorzieningen behorende bij het gebruik en de
exploitatie, denk aan laadinfrastructuur en andere nutsvoorzieningen en t.b.v. bevoorrading),
Kades en Bruggen voor de ligplaatsen van dekschuiten en mogelijke andere vaartuigen, bewoners
voor wellicht wat meer rust langs de kade, een doorgaande fiets- en wandelroute en tevens
3
ontsluitingsroute voor onderhoudsverkeer van en naar de gemeente werf en het te ontwikkelen
spoorpark dat wellicht ook een plek aan het water verdient.
Afhankelijk van de vorm waarin de ligplaatsen gerealiseerd en geëxploiteerd worden zijn hiervoor
ook (haven) voorzieningen nodig.
1.2 Programma
Hieronder een overzicht van het gewenste te realiseren programma met hierachter tussen haakjes
de verantwoordelijke partij:
1. Realisatie van 40 ligplaatsen voor de rondvaart met bijhorende (oplaad) voorzieningen
t.b.v. botenstalling buiten de exploitatie vren. (opgave uit de Watervisie Amsterdam
2040 en Nota Varen 2.1 (later overgenomen in de Nota Varen Deel 2.)
2. Realisatie van 30 ligplaatsen voor dekschuiten en de mogelijkheid voor overslag t.b.v. de
natte aannemerij en voor vervoer van bouwmaterialen over water. (Programma Bruggen
& Kades)
3. Realisatie van een hoofdfiets- en wandelroute tussen Kattenburgerstraat en VOC kade.
Deze route is tevens de ontsluitingsroute voor onderhoudsverkeer van en naar de
gemeente werf op Oostenburg welke i.v.m. de doorstroming van het reguliere verkeer
niet langer over de Piet Heinkade kan rijden. Mogelijk kan deze route incidenteel ook
door nood- en hulpdiensten gebruikt gaan worden. Voor deze route is al een definitief
ontwerp vastgesteld. (SDC / V&OR)
4. Vernieuwing en herstel kademuur Dijkgracht Oost. (Kades en Bruggen)
5. Realisatie Spoorpark Oostenburg als onderdeel van het Programma Hoogfreqvent Spoor
en als bestuurlijke wens voor vergroening en uitbreiding van recreatiemogelijkheden in
de stad (PHS). ProRail richt het gebied in als park en is voornemens het gebied (tijdelijk)
in gebruik te geven als park waarbij er altijd een mogelijkheid is dat het terrein in de
(verre) toekomst weer voor het spoor kan worden gebruikt. De onderhandelingen
hierover met de gemeente lopen nog. (ProRail / V&OR)
6. Raakvlakprojecten:
o Programma Hoogfrequent Spoor Locatie Dijksgracht, vernieuwing van de
sporen incl. dive under / fly over en afwaarderen en verder vergroenen van het
huidige rangeerterrein. Belangrijk hierbij is ook een reservering t/m 2028 van
een gebied van 8ox5o meter voor de overslag van grond in het water van de
Dijksgracht (ProRail)
o Gebiedsontwikkeling Oostenburg (Stadgenoot e.a. / Grond en Ontwikkeling)
o Herinrichting Kattenburgerstraat en invoering van 30 km/uur (V&OR)
o Groenvisie 2050 en het Deltaplan Biodiversiteitsherstel. Hierin is vastgelegd dat
Amsterdam zich moet toeleggen op het stimuleren van de biodiversiteit en het
verder vergroenen van de stad.
Randvoorwaardelijk voor de bovenstaande ontwikkelingen is het realiseren van compenserende
maatregelen om het foerageergebied van de Gewone Dwergvleermuis in stand te houden tijdens
de vitvoeringswerkzaamheden (naar verwachting tussen 2023 en 2028). Dit tenminste totdat de
rust is weergekeerd in het gebied en er nieuwe definitieve foerageerplekken van vergelijkbare
grootte zijn ontstaan. Momenteel fungeert de oever en het aansluitende spoortalud als
foerageerplek.
Ook is een belangrijke randvoorwaarde dat alle gewenste ontwikkelingen mogelijk worden
gemaakt in een nieuw bestemmingsplan voor het gebied.
4
1.3 Waarom deze ruimtelijke visie?
De verschillende projecten en (bestuurlijke) wensen hebben elk hun effect op de omgeving,
tijdspad en ruimtelijk beslag. Ook wordt er meer gevraagd van het gebied dan wellicht
redelijkerwijs mogelijk is. Een integrale ruimtelijke visie incl. schetsontwerp voor Dijksgracht Oost
tussen Kattenburgerstraat en VOC-kade is daarom onontbeerlijk om een passende juridisch-
planologische procedure te kunnen doorlopen en om uitvoering te geven aan de gestelde
ambities.
1.4 Opdracht
Deze ruimtelijke visie probeert een antwoord te geven op het zogenaamde ‘laadvermogen’ van
het gebied. In hoeverre kunnen alle claims een plek vinden op zo'n manier dat er ook in de
toekomst sprake is van een ruimtelijke kwaliteit. Hoe verhouden de verschillende opgaven zich tot
elkaar en in hoeverre kunnen ze elkaar versterken.
De verschillende projecten proberen elk op hun eigen manier te komen tot een optimalisatie. Alle
optimalisaties bij elkaar leiden echter niet automatisch tot een optimale ruimtelijke inrichting van
de Dijksgracht Oost en directe omgeving. Mogelijk zijn hier bestuurlijke keuzes bij nodig.
Een integrale ruimtelijke visie incl. schetsontwerp voor de Dijksgracht Oost tussen
Kattenburgerstraat en VOC-kade is daarom onontbeerlijk om een goede, integrale afweging
tussen alle, soms tegengestelde, wensen en eisen te kunnen maken
Om tot een gedragen ruimtelijke visie te komen is een participatietraject met de omwonenden,
ondernemers uit de buurt en toekomstige gebruikers van de Dijksgracht Oost doorlopen. Wat is
belangrijk voor de buurt, waar is ruimte en wat is de minimale opgave die een plek moet krijgen
op, aan, langs en in de Dijksgracht Oost. Niet iedereen zal tevreden zijn met de uiteindelijke
ruimtelijke visie voor het gebied. Het is aan het bestuur om de eindafweging te maken.
1.5 Projectgebied
Het water van de Dijksgracht tussen de Kattenburgerstraat en de VOC-kade, de noordoever van
de Dijksgracht en een deel van het spooremplacement Dijksgracht
5
af 5 Pe n
an ie se
ES 8, Kan — KE Er r
NADERE AN
ES Es he B Sj d EE Be e p ee es f. he a E ie
Ee ig Za p kn Pi ei á: 3 a e Pr ä KS Pp er " Bas
Plangebied ruimtelijke visie Dijksgracht Oost
1.6 Status
De ruimtelijke visie wordt kader stellend voor de toekomstige ontwikkelingen op en rond de
Dijksgracht Oost. Tevens vormt het straks de basis en een onderbouwing voor een juridisch-
planologische procedure om uitvoering te kunnen geven aan de gestelde ambities.
1.7 Leeswijzer
In deze ruimtelijke visie wordt eerst in hoofdstuk 2 een beschrijving gegeven van de bestaande
situatie van de Dijksgracht en omgeving. In hoofdstuk 3 wordt vervolgens een opsomming
gegeven van de opgaven die er liggen in het gebied. Welke vragen, wensen en eisen zijn er voor de
Dijksgracht.
Hoofdstuk 4 geeft een weergave van de huidige planologische situatie en beschrijft welke stappen
nodig zijn om de verschillende opgaven planologisch mogelijk te maken.
Hoofdstuk 5 vervolgens beschrijft welke input er vanuit de omgeving en mogelijke toekomstige
gebruikers tijdens de participatie is gegeven voor deze ruimtelijke visie. Verschillende varianten
die de revue zijn gepasseerd worden besproken. Ook worden hier de tegenstellingen en dillema's
weergegeven. Hoofdstuk 6 vat de verschillende, soms tegengestelde belangen weer en geeft
input voor de bestuurlijke afweging hiervan.
In hoofdstuk 7 is uiteindelijk ruimte voor een weergave van het ruimtelijk ontwerp passend bij de
visie inclusief een aantal alternatieve mogelijkheden om beter tegemoet te kunnen komen aan de
omwonenden of juist aan de reders als toekomstige gebruikers.
6
2 Bestaande situatie
2.1 Algemeen
De dijk, waarnaar gracht en oever genoemd zijn, ontstond eind 19de eeuw als bescherming van de
Oostelijke Eilanden tegen verzanding vanuit het IJ. Op het dijklichaam zelf ligt de spoorlijn van
Amsterdam (CS) naar Utrecht en Hilversum. Aan de andere kant van de spoordijk ligt de Piet
Heinkade.
De Dijksgracht kenmerkt zich door zijn openheid. Het brede water tussen de spoordijk en de
oostelijke eilanden geven het gebied zijn eigenzinnige karakter. Het is er rustig en voelt als de rand
van de stad. De groene oever langs het spoor vormt de zichtbare beëindiging van het water in het
noorden. De horizon loop nog verder door over de lege ruimte van het spooremplacement. De
(illegaal) aangemeerde dekschuiten passen bij het nautische karakter dat de Dijksgracht al sinds
decennia heeft.
Door de nieuwbouw op Oostenburg en de bebouwing langs de Piet Heinkade verliest de
historische open ruimte al wat aan kracht. De stad rukt zichtbaar op richting het water van de
Dijksgracht.
a
dl HE hrs k En EE s ï à … Pe | Pen „
Mk En 5 ei Ee A Der
Hf end k Mnl 4 Ke
Ze bid . 6 af mn
5 En fs k So 5 ï ee is pe
al he En eN al \ > j al 5 5 B Se Gn é Á fn
B Ed \ ed 5 ij s >, ee / af FS A $ j En | 4 £ | Ee
i NN En ' ik U 7 A NRE | Ven on bor En kl
ee in OE is / RS OO LER n Oef
MEN ME ds jj OA Mel 7 el ne / / PE B |
Bestaande situatie Dijksgracht Oost
De oever van de Dijksgracht Oost is momenteel nauwelijks begaanbaar. Het is afgesloten met
hekken en is alleen met toestemming van Waternet toegankelijk. Het water en de kade vallen
binnen het beheergebied van stadsdeel Centrum, het hoger gelegen talud is eigendom van ProRail
en is zichtbaar gescheiden door een ca 10 jaar oude damwand.
De groene oever is in totaal ca. 14,5 — 15,0 meter breed. De 80 jarige kademuur is in redelijke staat
maar heeft wel groot onderhoud nodig.
De beplanting is verwilderd en bestaat vit enkele jonge iepen, esdoorns, boswilgen, (bramen)
struiken, ruig gras en kruiden.
7
Schematisch profiel bestaand talud Dijksgracht Oost
_ Dn _ - gn
—- Er SE d En iT
EE IL EE MOC TE mai 4 Ë TEN : B, mer kT
Sed tt es Or DE Tm HEE VA >
BT NLT . ; EER ERE 2 ee Den
hl [} + „_n br Ë De as
mi ee EE Eams ii zi er en
' En Ker ee Me md
Smalle groene oever, afgesloten en ontoegankelijk
2.2 Dekschuiten
kf $ = nf ed p Jd on
ma zap td Ei Be LT I= , ed IT r u . bh pn | À jk sau EEn |
A me |
ie Et el Ee En dl ae Tr 5 ze En
ei Ie Ll "3 pe a ' E =
B - = F zE Ne uE k ö > E: E À Ke a En a . he e
Ri Ren Î 15 a’ n B es en il R eN
Dekschuiten liggen al sinds decennia langs de Dijksgracht
8
De Dijksgracht-Oost kwalificeert zich als een zeldzame en unieke locatie door de afmetingen van
het vaarwater én vanwege het feit dat de gracht niet (of nauwelijks) doorgaand vaarverkeer kent.
De historie van de Dijksgracht Oost, gekenmerkt door de aanwezigheid van de scheepswerf van
Stork-Werkspoor tot eind jaren go, bevestigt het unieke karakter en nautische
gebruiksmogelijkheden van de Dijksgracht.
Ongeveer zes verschillende waterbouwkundige aannemers gebruiken de Dijksgracht (sinds de
jaren zestig) met stilzwijgende toestemming van de gemeente, om dekschuiten af te meren die
nodig zijn bij herstel en restauratiewerkzaamheden in de binnenstad. De dekschuiten worden
met een ring aan de walmuur of aan een paal in de grond achter de walmuur vastgemaakt.
Het water en de kade vallen binnen het beheergebied van stadsdeel Centrum
Die ligplaatsen zijn al die tijd ongeregelde ligplaatsen geweest; de marktpartijen betaalden geen
havengelden en hadden geen vignet.
In de vitvoeringsnota van het bedrijfsvaartuigenbeleid voor de binnenstad van april 2008, wordt de
Dijksgracht genoemd als stallingslocatie voor dekschuiten. Geconstateerd werd dat de ligplaatsen
en het gebruik daarvan goed geregeld zouden moeten worden. Maar omdat dit water nog
grootstedelijk gebied was wilde stadsdeel Centrum hier toen nog geen regels aan stellen. Het
gevolg was dat de gedoogsituatie tot op heden is blijven voortduren.
De bedrijven die tot op heden gebruik maken van de Dijksgracht voor het stallen van hun
vaartuigen zijn aangeschreven met de mededeling dat de ligplaatsen middels een
vergunningenstelsel gereguleerd zullen gaan worden. Voorrang zal hierbij gegeven worden aan
bedrijven die werkzaamheden verrichten voor het programma Kades en Bruggen. Voor een aantal
ondernemers zal dit betekenen dat ze een alternatieve ligplaats dienen te zoeken. De gemeente is
in overleg met de aannemers om dit op vrijwillige basis te regelen. Mocht dat niet lukken dan
wordt een juridische- en/of handhavingsprocedure opgestart.
2.3 Spooremplacement
A ee er ee AES
en SE ma On
Ik en.
A Beije el A i Ki
RE en ea lee le he a
penn : An Re =
Zicht vanuit het westen op het spooremplacement Dijksgracht Oost
De Dijksgracht Oost is onderdeel geweest van de bloeiende Amsterdamse haven. Sinds de
opening van Amsterdam Centraal Station is langzaam maar zeker het uitgebreide
spooremplacement Dijksgracht ontstaan. Momenteel wordt het emplacement nog weinig
gebruikt voor het stallen van treinen; dit gebeurt meer en meer buiten de binnenstad.
De doorgaande sporen kennen relatief veel wissels die tot vertraging kunnen leiden. Het terrein is
redelijk onherbergzaam en ecologisch weinig interessant. Het emplacement staat aan de
vooravond van een ingrijpende verbouwing als onderdeel van programma Hoogfreguent Spoor
van ProRail.
9
2.4 Oostenburg
Ek | Kd E al M6
ET [ | r 5 | Kl 5 KR 1 Ne Hd
5 TE En ian Ki > en 4
m5 Ne nel Î ie
B di mm En ET Mn Se en
en mel ele À, alt Ahmet LE:
| = 7 Î el e e Ben en:
= ze ed J 4 KS zb ; De 4 Ì E
| en Î
î . î pn jd
Werf op Oostenburg en ter waterlating schip op Oostenburg in 1920
Oostenburg is het gebied ten oosten van de Dijksgracht. Daar waar in het verleden schepen
gebouwd werden wordt nu door Stadsgenoot een nieuwe stadswijk ontwikkeld. Jarenlang was het
bedrijfsverzamelgebouw INIT de enige nieuwe ontwikkeling in het gebied. Hier is o.a. de
binnenstadswerf van Stadswerken gevestigd.
Ee PETE NN te
he Se OTT mn
ee en OT Ber if
ES Ag |
ie, an nt ade nn En id PE de Á
Nl ER
Dn KU fn ee 7
PR a N EL Marr | nel É
1d | Ren: 8 0e Pat ú :
heh f | 5 Ke]
Pa Ee melf De!
or ee Te ’ | wo
} en Nat |
pr Ù u
erf pe A 5) ed
Oostenburg in 2018 (?2)
2.5 Kattenburgerstraat, Mariniersbrug, spoorwegonderdoorgang
D Er
rn See
oi en aim í ‚m mi ti eene mj ee,
ne eN OO Kin. |
DE iT zn 8
dd Rae, Lade ek : Dn ze K- Nh! nn
Re en Ze mr Ed
Ee È En
Mariniersbrug
10
De Kattenburgerstraat is een belangrijke ontsluitingsweg in de binnenstad. Door diverse
ontwikkelingen vanuit het programma autoluw wordt de Kattenburgerstraat straks nog
belangrijker als ontsluitingsweg vanuit de oostelijke binnenstad naar de S100 (Piet Heinkade).
Door fysieke maatregelen als het versmallen en verleggen van de rijbanen, het vergroenen van het
profiel en het instellen van een 30 km/uur regime wordt tegemoetgekomen aan de zorgen die er in
de buurt leven over toenemende drukte op deze route.
De nota van uitgangspunten (NvU) is in november 2021 door de Raad van Amsterdam
vastgesteld.
De eerste Mariniersbrug is gebouwd in 1878. Na een aantal aanpassingen en verbredingen is de
gehele brug in 1935 vervangen. In 1955 werd deze 2° brug, een basculebrug, ook weer verbreed.
De Kattenburgerstraat duikt ten noorden vervolgens onder de Kattenburgerspoorbrug door naar
de verkeerskruising met de Piet Heinkade. De brug is vernoemd naar het nabijgelegen Marine
Etablissement Amsterdam. Sinds 2001 is de brug inclusief de aangrenzende poort naar de
Dijksgracht een rijksmonument.
; |
An Dee TETE ze RE rin rf
mr ENA ESE Ei “se emme Mi
BE ee EN mT Mn ; pe ri oe
me ee
De Ln :
Mariniersbrug en spoorweg onderdoorgang Kattenburgerstraat
De maximale doorvaarthoogte onder de brug in gesloten staat is 2.1 meter. De breedte is
maximaal 20 meter.
Bij de doorvaarthoogte dient rekening gehouden te worden met eventuele waterstandwisselingen
waardoor bij extreem hoog water de doorvaarthoogte lager kan zijn.
2.6 Water
De vertakkingen van het water van de Dijksgracht Oost worden gebruikt door dekschuiten,
pleziervaart, en varende woonschepen en zijn doodlopend. Aan de Wittenburgervaart ligt de
jachthaven Albatros die gebruikt wordt voor boten in de pleziervaart. De woonschepen liggen
verspreid over deze wateren. De steiger in het verlengde van de Wittenburgervaart is aangewezen
als wissellocatie voor woonboten die tijdelijk hun vaste ligplaats in de binnenstad moeten verlaten
i.v.m. kadeherstel. Omdat er via de Dijksgracht Oost geen doorgaande verbinding naar ander
water is en er geen noemenswaardige bezienswaardigheden aan dit water zijn, worden de
vaarroutes vooral gebruikt door bestemmingsverkeer en is het een relatief rustig stuk water.
Vanwege ambities voor de toekomst wordt een toename van het aantal vaarbewegingen
verwacht. Zo bestaat voor de Van Gendthallen de ambitie om transport van personen en goederen
via water te realiseren.
In de Watervisie Amsterdam 2040 wordt gesproken over het vergroten van de doorvaart van de
duikerbruggen van o.a. de Kattenburgervaart en Wittenburgervaart. Hierdoor zal men vanaf de
11
Dijksgracht Oost naar de Nieuwe Vaart kunnen varen en is het geen doodlopend vaarwater meer.
Vanwege praktische problemen wordt echter afgezien van dit beleidsvoornemen en blijft de
bestaande situatie bestaan. Doordat er in de toekomst meer (toeristische) bestemmingen en
voorzieningen in de omgeving komen, wordt een toename in het aantal vaarbewegingen
verwacht. Dit betekent dat de huidige vaargeulen met een breedte van 24 meter gehandhaafd
moeten blijven.
Naar Chtordegehelte =:1
else, 8 ot inn
ì zl m EOD. bels br Taut
dl
7 ad. lien
l IN AS FN
Kd En nf goe r
df Ameen ted, att
/ et KS nj he
Ï
Zoutgehalte in de grachten van Amsterdam
Het water van de Dijksgracht Oost is brak. Het heeft een chloridegehalte tussen de 2.000 — 2.800
mg per liter. Het vormt de overgang tussen het zoute water dat via het Noordzeekanaal het land in
komt en het zoete water wat door de Amstel en andere waterstromen vanuit het oosten wordt
aangevoerd.
Dit brakke water is bepalend voor het leven in en op het water. Echte zoetwaterplanten
bijvoorbeeld zullen niet overleven in dit gebied.
2.7 Vleermuizen
eld
ee at De en Pa ze £ en fi
PO _} Ke _&
A EN & ik $ ee
ne A Me zi
Gewone Dwergvleermuis
Doordat de oever van de Dijksgracht is afgesloten van de omgeving heeft de beplanting zich hier
ongestoord kunnen ontwikkelen. Hierdoor is het een eldorado voor insecten geworden. Deze
insecten en de relatieve rust trekken onder andere de sterk beschermde ‘Gewone Dwergvleermuis’
aan. Deze vleermuis gebruikt de Dijksgracht als foerageergebied, hij overnacht hier niet. Door de
beschermde status is deze Gewone dwergvleermuis een belangrijke speler in de herontwikkeling
van de Dijksgracht. Elke ingreep die zijn foerageergebied aantast is aan strenge regels gebonden.
ET
Praktisch betekend dit dat er eerst een alternatief foerageergebied ontwikkeld moet worden
voordat er werkzaamheden ter plaatse van het huidige foerageergebied kunnen plaatsvinden.
Het juridisch kader voor de bescherming van de gewone dwergvleermuis is vastgelegd in artikelen
3.5 tot en met 3.9 van de Wet natuurbescherming (bijlage 1). Dit kader is door de nationale
wetgever uitgewerkt in het Besluit natuurbescherming en de Regeling natuurbescherming
13
3 Programma
Op en langs het water van de Dijksgracht vinden veel ontwikkelingen plaats en ligt een hoge druk
op de beschikbare ruimte. Op onderstaande tekening is het oppervlak van de verschillende
ruimtelijke claims weergegeven. Duidelijk wordt dat de ambitie hoog is en de beschikbare ruimte
beperkt.
Vooral het waterprogramma lijkt groter dan de beschikbare ruimte. Door te schuiven met functies
en bijvoorbeeld de dekschuiten verschillende rijen dik langs de kade te leggen kan er veel van het
programma gerealiseerd worden. Duidelijk lijkt wel dat de ruimtelijke kwaliteit dan onder druk
komt te staan. De relatie tussen het spoorpark en de nieuwe voet- en fietsroute over de kade
enerzijds met het water van de Dijksgracht anderzijds wordt minder. De openheid van de ruimte
wordt aangetast.
Fi Hil Re iN - eer
mie ii ee :
hf i ek 4 Ei 5 :
Let Z
RET B En
pe e \ re Ee Jr Nena)
Ee es: |
7 Al et } ä : Î ij vd 5, zi F / id / fs,
$ An IN 3 ET À Net se eh / pr a | fi
e ti ä EN Ne ns |
à À Eet, k er | Tis : = PA hj, Ü’/ |. rd Ea K 4 À
en . TR ii - í iras te 9 dk BE kaf Ji la
Oppervlakte van de verschillende ruimtelijke claims op de Dijksgracht
14
3.1 Fiets-voetgangersroute
LAT Ee : 7 ZEE 2
llen ME n
KS rd L Ln = nn s 7 5 B
— 8 NN en ME m E pri) À
had => der on En: ||
= vt Nl 5 zl N be nn € lj HE j
ki Td WE PTS À 8 Vr:
Fiets- en voetgangersroute
Sinds 2007 zijn er plannen om langs de Dijksgracht Oost tussen Kattenburgerstraat en VOC kade
een fiets- en wandelroute aan te leggen. Het fietspad wordt een schakel in het hoofdroute
fietsnetwerk. Het uitvoeringsbesluit is in 2019 vastgesteld.
De nieuwe route is onder andere voorzien als een extra ontsluitingsroute voor de nieuwe
bewoners, bezoekers en ondernemers op Oostenburg. De route vergroot ook de mogelijkheden
voor de bestaande bewoners voor een recreatief rondje rond de oostelijke eilanden.
Deze route is tevens een nieuwe ontsluitingsroute voor de veeg/zuigauto's van de reiniging van de
Gemeente Amsterdam welke omdat ze de doorstroming op de Piet Heinkade teveel belemmeren
eigenlijk niet langer over de Piet Heinkade kunnen rijden. Zeer waarschijnlijk zullen door de
centralisatie van de stadsreiniging de locaties in Oost en Centrum gaan fuseren. Er is een gerede
kans dat beide op Oostenburg zullen worden geconcentreerd.
Ook voor nood- en hulpdiensten kan deze route van toegevoegde waarde zijn om snel Oostenburg
te kunnen bereiken.
OEE TEN a. Rt
\ ine eins bi B ee ne B ed EE ak Ì 6: ER
ee î 5 gn ik haa: af Fr à mai th tarn: EE nd 0 Ì
ne 8 d d en, Lame __ rn Aen nl
| | bek EEE =
El mT en
S Eee a ES 5
Impressie nieuwe Fiets- en voetgangersroute (exclusief de andere ruimteclaims)
Uitgangspunt is dat het fietspad op de smalle strook grond langs de kade welke eigendom is van
de gemeente Amsterdam wordt aangelegd en niet op terrein van ProRail. Op deze manier wordt
gewaarborgd dat de route ook in de verre toekomst beschikbaar zal blijven.
15
3.2 Ligplaatsen bedrijfsvaartuigen
er = gn
etn ee n 5 hee
Ee La B el
Va es | ay
ak en : Ks en a
3 De Ne / 5 e Bas ff /& E
eer RANT | Rai | / Gr te ij 7 e EP fj: Bf
Opgave ligplaatsen bedrijfsvaartuigen
Fysiek is er op de Dijksgracht Oost ruimte voor maximaal zo ligplaatsen. In de staf Dijksma van 28
september 2020 is ingestemd met de verdeling 40 ligplaatsen voor passagiersvaartuigen in het
segment groot (lengte van 14-20 meter) en 30 dekschuiten voor het programma PB&K.
Omdat er geen passagiers mogen op- en afstappen en bevoorrading vanaf het land beperkt blijft
vanwege de ligging aan een toekomstig fiets- en wandelpad, is er een geringe kans op
geluidsoverlast voor de omgeving.
3.2.1 Ligplaatsen passagiersvaart
Noodzaak
Na de watervisie Amsterdam 2040 is in de Nota Varen Deel 2 in 2020 opnieuw vastgelegd dat in de
Dijksgracht Oost een ligplaatsencluster wordt gerealiseerd ten behoeve van veertig
(hoofdzakelijk) grote passagiersvaartuigen. Deze ontwikkelopgave komt voort uit een tekort aan
ligplaatsen voor de passagiersvaart en is gebaseerd op onderstaande beleidsdoelstellingen.
1. De gemeente ziet erop toe dat er in redelijkheid voldoende ligplaatsen beschikbaar blijven
voor de passagiersvaartuigen met een exploitatievergunning (in totaal 550 vaartuigen);
2. Het creëren van ruimte voor efficiënt medegebruik door andere reders door het verplaatsen
van ligplaatsen op exclusieve locaties;
3. Minder permanente ligplaatsen in het stadshart voor een fraaiere en overzichtelijke openbare
ruimte.
Voor met name kleinere passagiersvaartuigen worden op meerdere plekken in de stad
stallingsmogelijkheden voorzien, zij kunnen ook gebruikmaken van voorzieningen in jachthavens.
Voor een ligplaatsvoorziening voor een groot aantal grote passagiersvaartuigen zijn in de stad
geen andere opties dan de Dijksgracht Oost. De nieuwe ligplaatsen in de Dijksgracht worden
alleen gebruikt voor het afmeren van passagiersvaartuigen wanneer deze niet in bedrijf zijn. Op
deze locatie zullen geen passagiers op- en afstappen.
16
Realisatie van 1 ligplaatsencluster voor 40 grote passagiersvaartuigen heeft de voorkeur boven
meerdere kleinere voorzieningen verspreid over de stad, o.a. omdat kosten voor aanleg en beheer
van afmeervoorzieningen en laadinfrastructuur op meerdere plekken hoger zijn. Ook is (in de Nota
Varen) aan de reders toegezegd, dat de vaartuigen zoveel als mogelijk op één plek kunnen blijven
afgemeerd, zodat verplaatsing niet ten koste gaat van een efficiënte bedrijfsvoering.
EA RE SS nn CR: |
GEE En er EN
Je ed EE shel | oben |= ri B
end ge AES Ere en
Impressie bestaande ligplaatsen rondvaartboten aan het Damrak en in het Open Havenfront, hier komt meer ruimte
Het streven is om de nieuwe ligplaatsen voor de grote passagiersvaartuigen eind 2023 in gebruik
te kunnen nemen, want per 1 maart 2024 treedt het nieuwe vergunningenstelsel in werking.
Voorzieningen
Elke rondvaartboot moet straks onafhankelijk van andere schepen toegang hebben tot de
beveiligde ligplaatsen. Een haakse en flexibele inrichting van de ligplekken is hierbij belangrijk
voor een efficiënte bedrijfsvoering.
In de Nota Varen 2 staat dat alle nieuw vergunde passagiersvaartuigen vanaf 01-03-2024
uitstootvrij moeten varen en dat de bestaande passagiersvaartuigen vanaf 01-01-2025 uitstootvrij
moeten varen.
Bij de ligplaatsen zijn verschillende basisvoorzieningen voorzien zoals oplaadvoorzieningen t.b.v.
elektrisch varen maar ook aansluitingen voor vuil- en schoon water.
Met name de elektrische infrastructuur heeft een grote impact op de ruimtelijke kwaliteit.
Eén transformator (3,0 X 2,5 X 2,5 m) is voldoende om alle 4o ligplaatsen van de rondvaartboten
van oplaadpunten inclusief bijbehorende techniek te voorzien. Het is echter goedkoper en minder
ruimtelijk ingrijpend om te anticiperen op een hogere toekomstige vermogensvraag (bijvoorbeeld
door meer ligplaatsen met oplaadvoorzieningen uit te rusten of de wens voor enkele
snellaadvoorzieningen) door nu alvast ruimte te reserveren voor een tweede transformator en
deze ruimte ook al fysiek te realiseren. Meer dan twee transformatoren zijn ruimtelijk niet in te
passen en dit geeft dus een limiet aan de maximale vermogensvraag. Ter indicatie, voor twee
snellaadplekken is al één transformator nodig waar deze bij ‘normaal laden’ tot 45 boten tegelijk
op kan laden.
Bij elke ligplaats zal een oplaadpunt inclusief bijbehorende techniek dienen te komen. Onderdeel
van de ontwerpopgave voor de ligplaatsen is om deze infrastructuur goed in de omgeving in te
passen. Tot op heden wordt met name ruimte gezocht op of boven het water. Op de wal is geen
ruimte vanwege de gewenste fietsroute en een alternatieve locatie op het terrein van ProRail geeft
weer nieuwe onzekerheden en afhankelijkheden.
Een definitief Programma van Eisen (PvE) voor de ligplaatsen voor passagiersvaartuigen wordt in
samenspraak met de ondernemers en een eventuele toekomstige exploitant van de ligplaatsen
17
opgesteld. Gegeven de schaarse ruimte worden bij de ligplaatsen aan de Dijksgracht in principe
geen grote opslagruimten, kantoren of werkplaatsen voorzien. De plekken zijn puur bedoeld als
ligplaats voor wanneer de schepen niet in de vaart zijn. Hierom zijn wensen van de reders voor
grootschalige (bovengrondse) opslag, toegang via het fietspad met kleine bestelwagens,
cateringvoorzieningen, auto parkeerplaatsen voor schippers en ander personeel en
omkleedruimten niet opgenomen in het voorlopige Programma van Eisen. Afhankelijk van de
uiteindelijke vitwerking van de ligplaatsen is wellicht een beperkte realisatie van voorzieningen
wel haalbaar. Er wordt in elk geval onderzocht of een (openbare) toiletvoorziening mogelijk is.
nen N = En nn en =
IJ in Um ee ee
| Tg ee
5 he 55 ee
bl Er oe Ö es
2 ie a Ni En E
Oppervlakte benodigd voor transformatorruimtes t.b.v. de elektriciteitsvoorziening (gele vlakken)
3.2.2 Ligplaatsen waterbouwkundige aannemers
Noodzaak
Medio 2019 is het programma Bruggen en Kademuren (PB&K) gestart. De slechte staat van de
kademuren en bruggen in Amsterdam en de beperkte kennis over de te verwachten levensduur
gaven aanleiding tot het organiseren van een programmatische aanpak. Om 205 km kademuur en
de 830 bruggen versneld te onderzoeken, veilig te stellen en te vernieuwen staat het programma
voor de opgave om in de komende decennia honderden verschillende projecten op te starten.
er T ri … dm Per na | [Aang ore ==
rt We s ve NTL hen
a] + B Keen er lere f
EED ht SN re Ea
En et EN ee SP
Arean En, iN An aid En nl
KEN Ei ld dend TE
nl zn Ee d d En ns.
| EE Ta SA Mi El a 3
e | É De
ee
Voorbeeld gebruik dekschuiten bij kadevernieuwing in de binnenstad
Het vitvoeren van al die projecten vraagt om het vervoer van grote hoeveelheden bouwmaterialen
en bouwafval. De stad moet ruimte kunnen bieden aan de toename van bouwterreinen,
bouwlogistiek en tegelijkertijd bereikbaar en leefbaar blijven voor haar inwoners. Dit vraagt om
een efficiënte afwikkeling van vervoer over land en over water. Om de kwetsbare infrastructuur in
de stad te ontzien en hinder in de omgeving van bouwprojecten te beperken, is op stedelijk niveau
besloten om bouwmaterialen zoveel mogelijk over water te vervoeren.
18
Dit leidt tot de noodzaak om over voldoende, gunstig gelegen ligplaatsen en overslaglocaties te
beschikken. Vanuit logistiek oogpunt kan worden geconstateerd dat er in de binnenstad géén
locaties zijn waar overslag kan plaatsvinden van land naar water (v.v.). De mogelijkheid voor
incidentele overslag van water op water is voor PB&K dus waarschijnlijk heel zinvol.
Het PB&K is bezig met het opzetten van een productieketen waarin het gebruik van prefab
onderdelen een zeer belangrijke rol speelt. Die moeten van een nader te bepalen locatie buiten de
binnenstad worden aangevoerd. Vanwege het gewicht en de omvang van die prefab onderdelen is
aanvoer van die onderdelen over water praktisch gezien de enige oplossing.
In het Westelijk Havengebied zijn enkele overslaglocaties gevestigd. Die maken het mogelijk om
bouwmaterialen met vrachtwagens of binnenvaartschepen, die niet over de grachten kunnen
varen, over te slaan op kleinere (en elektrische) vaartuigen die dat wel kunnen. Omdat het IJ een
ontzettend druk bevaren vaarweg is, is het vanuit overwegingen van veiligheid en efficiëntie niet
wenselijk de benodigde hoeveelheid kleinere vaartuigen van het Westelijk Havengebied, over het
IJ, naar de oostelijke binnenstad te laten varen. Daarom moet bij het transport over het IJ gebruik
worden gemaakt van grotere vaartuigen. Dergelijke vaartuigen zijn echter door hun afmetingen
niet geschikt voor het gebruik op de grachten in de binnenstad. Overslag van de prefab
onderdelen in de omgeving van de binnenstad is dus noodzakelijk.
Het vaarwater van de Dijksgracht is uniek gelegen omdat het vanaf het IJ eenvoudig is te bereiken
via het Oosterdok. Het relatief brede vaarwater van de Dijksgracht maakt deze locatie bij uitstek
geschikt als transferlocatie en is om die reden onmisbaar in de bijna industriële productieketen die
het PB&K voor de twee komende decennia aan het opzetten is.
Het belang van de op- en overslaglocatie aan de Dijksgracht komt voort uit het doorvaartprofiel en
de ligging. De Dijksgracht kenmerkt zich door de ruime vaarweg en de diepte van het water. Het is
nu de enige plek in het centrum met het doorvaartprofiel van klasse A2, die het mogelijk maakt
om ruimte te bieden aan de relatief grote schepen die materialen en elementen vervoeren, zoals
bijvoorbeeld grote prefab elementen. Daarnaast is er een beperkt aantal mogelijkheden om van
het IJ de binnenstad binnen te varen. In het noordwestelijke deel van de stad wordt gebruik
gemaakt van het Westerkanaal. In het noordoostelijke deel wordt de Oosterdoksdoorgang
gebruikt. In onderstaande schetsen is de verdeling van doorvaartprofielen in de binnenstad te zien
(schets 1) en is aangegeven hoe vaartuigen vanaf het IJ (de groene pijlen in schets 2) de binnenstad
kunnen bereiken, ‚ |
mel ® ij En Ï E /
À FEN RE t |
Ff Aan OD ZEE ]
V / nn a IL
nrd j. on Pe he oijkgrachtoost V / # 1 mss,
( \ A e — ek l ‘je p
\Á Ol Lel SS Ae
Ak TE RE / cle « Ls
IA À Xz
Î A zl
Schets 1 Doorvaartprofielen Binnenstad Schets 2 Vaarverkeer Bouwlogistiek
19
De vraag naar alternatieve locaties voor ligplaatsen is voorgelegd aan het Amsterdamse
Havenbedrijf en aan het programma Varen. Er zijn geen alternatieve locaties in de omgeving van
de binnenstad beschikbaar. De Dijksgracht-Oost is de meest geschikte locatie voor het realiseren
van ligplaatsen voor het programma B&K.
Verder biedt een locatie aan de rand van de oostelijke binnenstad de mogelijkheid tot een kortere
afstand tot projectlocaties. Gezien het gebruik van het water naar verwachting toeneemt, is dit
voordelig omdat hiermee meer ruimte op het water beschikbaar komt voor andere vaartuigen.
Een bijkomstigheid is dat dit de kosten voor bouwlogistiek over water drukt omdat deze deels
bepaald worden door de afstand die vaartuigen moeten afleggen.
De afspraak is dat er 30 ligplaatsen voor PB&K worden gerealiseerd aan de Dijksgracht. Deze
ligplaatsen zijn nieuw en niet opgenomen in de watervisie 2040 of de Nota Varen Deel 2.
Gebruik van de locatie
De afgelopen decennia is de Dijksgracht-Oost gebruikt om varend materieel van aannemers te
kunnen stallen. Tot op heden zijn de ligplaatsen voor dekschuiten langs de Dijksgracht nooit
officieel vergund of bestuurlijk vastgelegd. De komst van de ligplaatsen van de rondvaartboten
maken een herindeling van de Dijksgracht Oost noodzakelijk en het belang van opslaglocaties
voor varend materieel van waterbouwkundige marktpartijen en bouwmaterialen zal de komende
jaren alleen maar toenemen.
Het organiseren van bouwlogistiek over water is complex. Het afstemmen van het gebruik van de
Amsterdamse wateren moet in overleg met veel verschillende gemeentelijke instanties. Daarnaast
zal het gebruik van de vaarwegen en de aangewezen op- en overslaglocaties grotendeels bepaald
worden door het materieel en de plannen van aannemers en vervoerders. Het is daarom
onmogelijk om op dit moment concreet antwoord te geven op de vraag op welke manier de
ruimte aan de Dijksgracht-Oost zal worden geëxploiteerd door aannemers. Flexibiliteit is dus
noodzakelijk om aannemers en vervoerders de ruimte te kunnen bieden een efficiënt
vervoerssysteem in te richten. Daarbij heeft de gemeente en het programma Bruggen en
Kademvuren de verantwoordelijkheid de kaders vast te stellen en het gebruik van infrastructuur te
faciliteren.
Voorzieningen
Er hoeft in fysieke zin in principe niets te gebeuren om een vergelijkbaar gebruik als in de huidige
situatie te kunnen continveren; de minimale eisen van PB&K aan de ligplaatsen zijn eigenlijk nihil.
Om ook in de toekomst te kunnen voorzien in de behoeftes van de bouwlogistieke partijen,
aannemers en onderaannemers zijn in 2021 gesprekken gevoerd om de behoefte aan ruimte en
voorzieningen nader te specificeren en te onderbouwen.
Een definitief Programma van Eisen (PvE) voor de ligplaatsen t.b.v. het programma Bruggen en
Kademuren wordt niet voor het vierde kwartaal van 2021 verwacht. Op dit moment kan worden
gesteld dat de ligplaats te herkennen moet zijn als (formele) ligplaats, en dat er aangemeerd moet
kunnen worden aan de wal of aan een vast punt in het water. Gezien de toekomstige
openbaarheid van de kade is beveiliging van mogelijke lading op de dek- en ruimschuiten nodig.
20
Dit kan d.m.v. cameratoezicht, maar minimaal een ligging los van de kademuur om ongewenst
betreden door derden te voorkomen.
Voor een optimaal en onafhankelijk gebruik van de ruimte is een ligging in piano opstelling te
verkiezen boven de huidige wijze van dubbele ligging parallel aan de kade.
Vanuit het programma Varen is er de wens om (een deel van) de ligplaatsen voor de dekschuiten
van het PK&B op dezelfde manier uit te voeren als die voor de passagiersvaart met dezelfde
(laad)voorzieningen. Op deze manier kunnen alle ligplaatsen in de toekomst flexibel gebruikt
worden en is uitwisseling tussen de verschillende programma's mogelijk. Ook is laadinfrastructuur
van belang voor toekomstige ontwikkelingen. Die dekschuiten zelf hebben geen eigen aandrijving,
maar wellicht dat zij via ‘battery packs’ elektrisch voortgedreven duwers, slepers, of ander
materieel en gereedschappen van drijfkracht voorzien. De precieze behoefte wordt op dit moment
onderzocht. Het is afhankelijk van de mate van elektrificering of er kan worden volstaan met een
of twee transformatorruimtes. Het is ruimtelijk niet mogelijk meer dan twee transformatorruimtes
in te passen, waardoor er een plafond aan de vermogensvraag zit.
Enkele woonbootbewoners ondervinden op dit moment al overlast van varende dekschuiten. Des
te meer faciliteiten voor elektrisch laden voor materieel worden gerealiseerd, des te intensiever de
Dijksgracht Oost door dekschuiten gebruikt zal worden. Het is van belang hierbij het
maatschappelijk draagvlak in het oog te houden.
3.2.3 Op- en overslag
De rondvaart heeft de wens uitgesproken voor laad- en losvoorzieningen en opslagmogelijkheden.
Zoals eerder gesteld is bovengrondse opslag niet in het voorlopige Programma van Eisen
opgenomen. Erkan nog onderzocht worden in hoeverre opslag zonder ruimtelijke impact mogelijk
is, bijvoorbeeld onder de steigers. Opslag op een schip is niet zonder meer mogelijk, dit zou ten
koste gaan van ligplaatsen en bovendien verbiedt de Verordening op het Binnenwater (VOB) niet-
watergebonden opslag.
In de omgeving van de Dijksgracht kan worden gezocht naar alternatieve laad en losplaatsen, bijv.
in het Oosterdok. Dit kan gecombineerd worden met de mogelijkheid voor (kleinschalig) vervoer
per (bijvoorbeeld) bakfiets naar de ligplaatsen.
Een aannemer moet tijdens de werkzaamheden aan kades en bruggen zijn flexibele voorraad aan
varend materieel en materiaal tijdelijk op een andere plaats kunnen stallen om daarmee voor
derden een veilige doorvaart over de grachten te kunnen waarborgen. Het moet daarom ook
toegestaan zijn om materieel en materiaal zoals bijvoorbeeld prefab kade elementen voor korte
tijd op een dekschuit te stallen op de Dijksgracht Oost terwijl er wordt gewacht op verwerking. De
overslag van materieel van een groter schip op kleinere schepen is noodzakelijk voor de
herstelopgave van het Programma Kades & Bruggen. Het herstel van de kades en bruggen in de
stad is een logistieke puzzel wat kortstondige opslag op de Dijksgracht rechtvaardigt.
Naast overslag die een directe relatie heeft met de in de Dijksgracht voorziene nieuwe ligplaatsen
zijn er ook andere vormen van overslag te verwachten in de komende jaren. Afvalinzameling zal
bijvoorbeeld veel vaker dan nu via het water plaats gaan vinden. Ook afval van de Oostelijke
21
Eilanden zal mogelijk via het water afgevoerd gaan worden. Een groot deel van de aan- en afvoer
t.b.v. de Van Gendthallen is nu al voorzien via het water.
In de buurt leeft de angst dat een toename van overslag op het water van de Dijksgracht geluids-
en andere overlast met zich meebrengt. Echter, door tijdens de besluitvorming over de
Dijksgracht expliciet overslag te beperken of verbieden worden toekomstige ontwikkelingen
m.b.t. transport en overslag over water onmogelijk gemaakt. Daarnaast is overslag logistiek
gezien een dure activiteit; het is economisch gezien gunstiger om langer te varen. Overslag op de
Dijksgracht Oost zal naar verwachting dus slechts incidenteel plaats vinden waardoor de
verwachte overlast gering zal zijn.
Om overslag van water op water voor de toekomst te kunnen waarborgen is het nodig dit in de
bestuurlijke besluitvorming van deze ruimtelijke visie mogelijk te maken en dit straks ook te
vertalen in het bestemmingsplan. Hierbij dient dan wel oog te zijn voor het maatschappelijk
draagvlak en kan er een beperking op de soorten van overslag of beperkingen in tijd vastgesteld
worden. Zo kan er bijvoorbeeld in gebruiksvergunningen de verplichting worden gesteld dat zand
en grind, et cetera niet als bulk maar alleen in Big Bags overgeslagen mag worden om hinder door
geluid, stof en wellicht stof te voorkomen. De werkzaamheden van ProRail t.b.v. het emplacement
Dijksgracht vallen hierbuiten.
3.2.4 Conclusie ligplaatsen bedrijfsvaartuigen
De Dijksgracht Oost is de enige locatie aan de oostzijde van de binnenstad waar een
ligplaatsencluster voor grote rondvaartboten gerealiseerd kan worden en waar ook op- en
overslag t.b.v. bouwlogistiek over water plaats kan vinden. Bouwlogistiek over water en de
herstelopgave van PB&K worden zonder de op- en overslag locatie aan de Dijksgracht te
afhankelijk van de overslaglocaties in het Havengebied en de doorgang in het Westerkanaal. Op
de eerste plaats heeft dit een negatief effect op de veiligheid op het water. Daarnaast zorgt dit
voor meer vaarbewegingen dan nodig op het almaar drukker wordende water.
Het toekomstig gebruik van met name de ligplaatsen voor dekschuiten is niet goed te voorspellen
en hangt van veel factoren af. Hierom moeten toekomstige ontwikkelingen niet op voorhand
onmogelijk gemaakt worden door overslag van water op water of tijdelijke opslag te verbieden.
De realisatie van meer elektrische laadinfrastructuur komt de flexibiliteit ten goede maar brengt
intensivering van gebruik met zich mee. Belangrijk is om bij keuzes over toekomstige
ontwikkelingen het maatschappelijk draagvlak in het oog te houden.
DE
bi _ fame aks Tr heide
Hr Ei kl hak ii k BE an | an ar re En rai é L
man in Bee | Ek Pe d N NL
U ed ee 5 NE ei eliene za Ì nj
Et ee
DKN mm. 4 ’
e Lt Kk B. — 8
en CEN _ f
Bestaande ligging dek- en ruimschuiten aan de Dijksgracht
3-3 Herstel kademuur
De kademuur van Dijksgracht Oost is circa 520 meter lang, circa 80 jaar oud en in redelijke staat.
Constructief is er niet heel veel aan de hand. De eerste ca. 5o meter kademuur vanaf de
Mariniersbrug dient met ca. 1 meter opgehoogd te worden voor een goede aansluiting van de
nieuwe fiets- en wandelroute op de Mariniersbrug.
De bestaande kadeconstructie ter plaatse kan deze verhoging niet aan en dient integraal
vernieuwd te worden.
Vanwege het openstellen van de voetgangers - en fietsroute langs de Dijksgracht Oost is op de
resterende 470 meter nog een aantal andere constructieve aanpassingen nodig aan de kademuur.
Het gaat onder meer om het aanbrengen van drenkelingentrappen en het aanbrengen van
grijpstenen. Daarnaast worden gelijk kleine onderhoudswerkzaamheden vitgevoerd. Het gaat
daarbij om herstel van circa 20% van het metselwerk en het vastzetten van circa 10% van de
dekstenen.
De werkzaamheden hebben ook als doel de constructie van de kademuur zodanig te versterken
dat in de toekomst ook de reinigingswagens over de kade kunnen rijden zodat deze niet langer
over de Piet Heinkade hoeven te rijden.
Het ontwerp van de aansluiting van de langzaam verkeersroutes langs de Dijksgracht op de
Mariniersbrug moet nog worden geoptimaliseerd. Dit is onderdeel van het project herinrichting
Kattenburgerstraat.
In het huidige ontwerp voor de fiets- voetgangersroute is een houten voetgangersvlonder aan het
Rijksmonument de Mariniersbrug opgenomen. Het ontwerp hiervoor is reeds door Rijksdienst
voor het Cultureel Erfgoed goedgekeurd. De (vrije) doorgang van de toegangspoort, nodig voor de
fietsroute, zou moeten worden verbreed naar 4,00 m. Hiervoor is nog geen goedkeuring van de
Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed en ProRail als eigenaar van de poort.
23
3.4 Compenserende maatregelen vleermuizen
ee de Ee Ee
5 en Ee == —_——— ge PE
he Ei en ij) Ee”
ed 4 5 ER j KS 4 d
rj as me En: Û
iN - En \ ) 5 5 } sij È 8 he 5 e , ij
Ruimtegebruik groencompensatie bij realisatie drijvende eilanden
Bureau Tauw BV heeft een ecologisch onderzoek van de noordoever van de Dijksgracht Oost
uitgevoerd. Hieruit blijkt dat het projectgebied waar o.a. een nieuw fietspad wordt gerealiseerd
dient als foerageergebied voor de beschermde Gewone Dwergvleermuis. Om het fietspad aan te
kunnen leggen zijn compenserende maatregelen nodig om het foerageergebied van de Gewone
Dwergvleermuis in stand te houden tijdens de vitvoeringswerkzaamheden. Dit tenminste totdat
de rust is weergekeerd in het gebied en er nieuwe definitieve foerageerplekken zijn ontstaan. Deze
alternatieve foerageerlocatie dient dicht bij de oorspronkelijke plek en aan de zuidzijde van het
spoor te liggen. Liggen ze op te grote afstand of aan de noordzijde van het spoor dan worden ze
door het bevoegd gezag niet erkent als compenserende maatregel en volgt er geen ontheffing.
En ii
ie
ee
oe AN EN
OT Aes en att Rilke an Mlt En
Ruimtegebruik groencompensatie bij realisatie plas-dras zone
Het vitgangspunt voor de compensatie is dat ca. 75% van de bestaande groene oever tijdens de
werkzaamheden verdwijnt. Dit betekend dat ca. 3.000 m2 groen struweel gecompenseerd dient te
worden.
Uit onderzoek blijkt dat er in de directe omgeving van de Dijksgracht Oost te weinig
mogelijkheden op land zijn om het totale foerageergebied te compenseren. Hierom wordt
onderzocht of de compensatie deels op het water gerealiseerd kan worden in de vorm van
drijvende natuureilanden of als een plas-dras zone langs de oever.
In eerste instantie is voorgesorteerd op het aanleggen van ca. 1.500 m2 drijvende eilanden
gecombineerd met het aanpassen van de beplanting langs de Kattenburgervaart opdat deze
aantrekkelijker wordt voor insecten en daarmee de vleermuis.
24
Uit nader onderzoek en na overleg met het bevoegd gezag blijkt dat de realisatie van een brede
plas-draszone voor de bestaande kademuur van de Dijksgracht ook kan dienen als compenserend
foerageergebied mits deze gereed is voordat de werkzaamheden in de bestaande groenzone
beginnen.
Doordat het gros van de werkzaamheden in het plangebied overdag plaatsvinden en de
vleermuizen met name ‘s avonds en ’s nachts gebruik maken van het gebied verstoren de
werkzaamheden de vleermuizen maar beperkt.
Indien gekozen wordt voor (van natuurlijke materialen gemaakte) drijvende eilanden dient het
totale oppervlak ca. 1.500 ma te beslaan. Dit oppervlak kan bestaan uit drijvende natuureilanden
afgewisseld met smalle stroken (beschut) open water.
: _ ln
kn k ei
: mm Ti
at a
Voorbeeld drijvende natuureilanden
Groencompensatie op of in het water in de vorm van drijvende eilanden of plas-draszones
functioneren mede als waterzuivering en verbeteren de zuurstofhuishouding in het water.
Kid ad ï dT OE ot ON PA
| hi sieke a ii li gi ard
| an Ke aM
ee: ii Î bd 1 ‚ E d
ER Tt KANS
Ondergedoken en Plas en dras Oever en DE, kt ‚
drijvende waterplanten zone hooiland Ee oe T L En N IJ \
Voorbeeld plas-dras zone
Het compenserende groen bestaat vit oeverplanten als riet, biezen, engelwortel, lisdodden, et
cetera. Plas-dras zones of vanuit de eilanden in het water groeiende wortels bieden beschutting
voor (jonge) vissen, zijn plek voor ei afzetting, foerageergebied, etc. Eilanden kunnen ook een
functie vervullen als ecologische stepping-stone voor diverse waterdieren, vogels en zoogdieren.
Een negatieve invloed op de waterbodem kan zijn dat er onder de eilanden te veel schaduw op de
bodem komt. Door de eilanden echter in dieper water te leggen waar al weinig licht op de bodem
valt heeft deze schaduwwerking vrijwel geen negatief effect op het onderwaterleven. Sterker,
door aanvullende maatregelen aan de onderzijde van de eilanden kunnen deze eilanden juist een
impuls zijn voor het onderwaterleven. Waternet is echter vooralsnog terughoudend met
betrekking tot de eilanden en is toch bang voor een verslechtering van de waterkwaliteit wat in
tegenspraak is met Europese wetgeving. Een plas-dras zone daarentegen heeft enkel positieve
effecten op de waterkwaliteit.
25
Vanuit ruimtelijk optiek zijn drijvende eilanden negatief voor de ruimtelijke kwaliteit, voor de
beleving van de open ruimte van de Dijksgracht.
Mede om bovenstaande redenen wordt in deze ruimtelijke visie de voorkeur uitgesproken voor
groencompensatie door middel van een plas-draszone tussen de kademuur aan de noordzijde van
de Dijksgracht en de beoogde ligplaatsen voor bedrijfsvaartuigen.
Het groen wat aangebracht wordt is interessant voor insecten waardoor het zoals bedoeld, als
foerageergebied voor de Gewone Dwergvleermuis kan gaan fungeren.
WER hi U demen rte ed
DE L f Ü Pi HA je to Ee le #
LH ki. al En gr Í j 00) ij ai la N k
Voorbeeld plas-dras zone
Naast de aanleg van de plas-dras zone wordt de bestaande beplanting langs de Kattenburgervaart
en de Marinierskade vernieuwd en (ecologisch) aantrekkelijker gemaakt voor zowel omwonenden
als voor de Gewone Dwergvleermuis. Deze omvorming van het groen telt voor de helft van het
oppervlak mee als compenserende maatregel.
He Bn an RE: EE ZZE AG
_ AL ES _ Hi - rn af | Ne ie BS
DAD, nn : UD Bnn EHH | | a NA N \
rj] EAT ke 4 TT L T 3 | ZZ a GP /
Et LO En Kem SAT
Sei 1 P| "Sa Mil 1 je ml OPE
ANN BE (|
ET L= en [ Ps È | le) (7 im
SKU EE eN ENEN
RE mmm dee, en | î orn LI Meson vennen hage 107 Ei mate nn |
k . bioameijk gravend tussen kade an vartpad ï
eeen enn een en
k =d A Fi Ti NT | |r I | EN Ki | Í D/ rn "| Nn
26
EN a Zi lais A js Re t gel dd
a EN al el Ned “al a ï
Ned LR) " 9 al Red : ZEP 7 me
At EN Ei) Nm Gr JS Wik ed DE Ta Fe
ze RAE ks Teen. aal Ze & zn z de Se Lid be
A B /e - ef zi p | 5 EL A he _ r sk Le
dr SE Pe dE NAI rn
Pe a aa p= ker d% ei Oe
: Ar ” sE ae pe k PER te EE Re”.
lk hct ca vin ZE lk Rd Nn
ee = 5 en: | P gmndhijns=. : NE po 5 „ En
ú 0 E ï me Oi
5 _ Eje Neth edn
rd ha Ee es : e ken S h 5 Ke nes Ee
Marinierskade nu Marinierskade straks
WR 4 WR
MA je NE
rn Ei JAN A Pm B JAN 4
À, Zl P ke EN
e, ENE it IMA es 5d Hi Ide on
A Ae ard Ee a RA REET
À Ben us Jr r Î r _Î Rs Ee reld Fn £
ii Ez 45 nf dé bi mr 5 Ed ier” 1 él [Ea
el We } De Ee B 1
ï DEE ie BERT en
7 E ek SNL pi N ETT
nn KT
4 6 hd ele B GEen gf zie ki Oer EL
ns À Oe 4 LN
Re RR At in dd et! Kk
tn ran En SP io
Kade Kattenburgervaart nu Kade Kattenburgervaart straks
27
3.5 Programma hoogfrequent spoor (PHS)
Ee - er ij Feed EE Mee erk eN 2 hen
et U a Gs pe eerd
KR Ne dS ee 8 5 8 it
EE ee ne rt HE
PL en zm E se Ee Tens nr _ Ee en
z zt iE ee Eg De En z li _… NE
ie? 5 Ee we en nm r 5 an ae : A Ï
nn pen me | Bm
Ee En 3 Ee | enn
rn ani Ì = DVE z Ee
Overzicht bestaande situatie spooremplacement Dijksgracht Oost
De bestaande railinfra is circa 100 jaar oud. ProRail voert komende jaren het Programma
hoogfrequent Spoor / PHS Dijksgracht uit waarbij de bestaande rails worden gebundeld en een
nieuwe fly over / dive under wordt aangelegd. Bij de werkzaamheden vindt veel zandverzet plaats.
De aan- en afvoer hiervan zal via het water van de Dijksgracht plaatsvinden. Hiertoe wordt aan de
Dijksgracht Oost / VOC kade een tijdelijke overslagfaciliteit voor zand gerealiseerd. Deze faciliteit
beslaat een ruimte van ca. 5ox80 meter. Pas nadat dit rond 2028 wordt verwijderd kan dit deel van
de kade definitief ingericht worden met ligplaatsen voor rondvaart en/of dekschuiten.
5 Ee gn Ed Coe IE ==) 8 pe ER
ziet zi | 4 | VE
Ô Se Wi Sc
A: eis a B \ hd maten
| tt E 4 - S ln Hr
ee B | Sin Ni WS, af SD Ke jj La , za
\ ki á nd Siad Ne ll ED Pe eas
Ruimtegebruik ProRail voor overslag kade voor grond van en naar het emplacement
De verdere PHS bouwlogistiek vindt plaats over het spoor en over de bestaande tijdelijke bouw
weg tussen Dijksgracht Oost en de Frans de Wollantstraat.
Als het PHS is uitgevoerd is het gebied Oostenburg in gebruik als woon- en werkgebied. De
tijdelijke bouwweg moet worden afgebroken, zodat de strook aansluit op de dan bestaande
nieuwe openbare ruimte. Hierover moeten afspraken worden gemaakt met de wegbeheerder
Verkeer & Openbare Ruimte van de Gemeente Amsterdam.
De hoeveelheid sporen zal met zeker de helft verminderen. De vrijkomende ruimte zal worden
gebruikt voor een samenhangende, groene en ecologische inrichting. Het vrijkomende areaal
grond aan de Dijksgracht kan hierbij ingericht worden als een (mogelijk) openbaar toegankelijk
park.
28
EM OE se ee
Bn NR MW rn pee
AE ER atd et - en En
ne ape kl ee zt Re L pn Ten
ee EE ee en E TE
ne | PEN ER:
Schematisch overzicht toekomstige situatie sporen Dijksgracht Oost (beeld ProRail).
5 5 _ EEE Í b
f end zi IN en SS — ee. gu à k ziel, oe ist
ë, NR ET
lea 5 / \ maar amen EN TN Re We
| - | -- ‚ Re, Dt Sed En
Î - Ü A Í ij ï [ afd ME ON Ee DE
) LIN Rrk eN
p LD | A NET S Ds
N S il ' / : | AAE dE NN,
: | Li Saer dr Ate: ï 5
1 SEN ESE KMA er
Impressie toekomstige situatie sporen Dijksgracht Oost incl. groene invulling (beeld ProRail)
3.6 Spoorpark
Met de realisatie van het Programma Hoogfrequent Spoor komt aan de Dijksgracht op het
spoorterrein, tegen het nieuwe woon- en werkgebied Oostenburg, ca. 15.000 m2 toegankelijke
ruimte beschikbaar. Dit is vergelijkbaar met het oppervlak van 2 flinke voetbalvelden of van het
Wertheimpark of Plantage Westermanplantsoen, wat momenteel de grootste groengebieden zijn
in stadsdeel Centrum.
Amsterdam is met ProRail in gesprek om deze ruimte voor langere tijd in beheer te nemen en om
te vormen tot nieuw openbaar toegankelijk stadspark. ProRail geeft het gebied alleen tijdelijk in
gebruik als park zodat er altijd een mogelijkheid is dat het terrein in de (verre) toekomst weer
(deels) voor het spoor kan worden gebruikt. Hierover lopen gesprekken tussen ProRail en de
gemeente met als doel hierover een bestuurlijke overeenkomst te sluiten.
29
DE ee en:
A nn
ek el, Pd ie
en A = EN e ra
ar En Ed E ard Ee ij
a Ee EE ORE OE
heer ee i hl A En î PT. à À Ô Re Ei) | He : Fe
Ans k 3 en Lud ie EE Se de sr | £ Sl
N A EE In, mit Ln bed EN af Oje
Overzicht oppervlakte toekomstig spoorpark Dijksgracht
ProRail is voornemens het park met diverse hoogteverschillen als casco park aan te leggen. D.w.z.
grondkeringen, bomen en heesters worden aangeplant, grasweiden worden ingezaaid. ProRail en
de Gemeente Amsterdam voeren onderhandelingen over de voorwaarden waaronder het park
eventueel kan worden opengesteld als openbaar toegankelijk park. Een gewenste nadere invulling
van het park gebeurt vervolgens onder verantwoordelijkheid van Amsterdam.
Deze nadere inrichting zal ter zijner tijd in goede samenspraak met betrokken bewoners en
gebruikers uit het gebied uitgewerkt worden.
Realisatie van het Spoorpark kan aanvangen na voltooiing van het PHS, dat wil zeggen op zijn
vroegst in 2028. Het Spoorpark naast Oostenburg is een unieke kans om een voor de binnenstad
omvangrijk nieuw park te realiseren, gelegen op het zuiden en aan het water. Hiermee krijgt de
buurt naast alle functionele onderdelen als ligplaatsen ook iets aantrekkelijks wat ze zelf kan
gebruiken.
Het park ligt op het zuiden en aan het water.
De inrichting van de kade dient zodanig te worden dat zwemmen in de Dijksgracht door de
recreanten uit het park wordt ontmoedigd. Zwemmen op deze locatie verenigt zich niet met de
beoogde ligplaatsen langs de kade en kan tot gevaarlijke situaties leiden. Onderzocht kan worden
hoe een alternatief waterelement onderdeel kan worden van het park.
tenen AN
® pn ie stes! SE
| RVE nen mn ‚_
_ a ee nl
| mn. ze ng oe En rj Ie CE E ee Je 2
iej wise ee re nr vn 3 = herkes me
Benet | semen bes |
en! En nen en | L | | Î -n
ee nr . Er — et en E oe =
vr een ne ene ne
ei En nd Bee id Jen = 7 , edn Md es de AE a
Re gn B en tE ie
Eee Ee 5 es 5 sis id es Î EAO E / ed hea lee or 5
Kef bie tg Ee oars U si ps
30
Huidige situatie groene oever Dijksgracht
5 eek
A aff je KT zE Fe mine Ee E gen L nen
me AE RE EE e
mn FE A Ken B Bedr 2e nn et
= EE el ne HE ITN DIMR EEE
nn Hed a eddie Ke" OENE GEESA BE
pe IN ie 8 it eN ier tkn BA ne aen ab Er
AR ne an ns
en ER meen ed EAS in me O4 ma
Ne en | Ne A Gs
RL d SE ì n en ij < ih
En Vim 5 sn
Schematische (incomplete) impressie toekomstig spoorpark Dijksgracht (beeld ProRail)
RR ES F Si
4 Ë g À d Tg, es. ä E A wt, ig k 0 Ee, « Ï il & ej
EE, OK gn Eris en ed ie Ee BE Ë LE | fi
RE did kkn je HE def e \ ' ú
Impressies toekomstig spoorpark Dijksgracht (beeld ProRail)
3.7 Ontwikkelingen Oostenburg en VOC kade
Het project Oostenburg betreft de ontwikkeling van een nieuwe stadsbuurt inclusief de
herinrichting van de openbare ruimte op het noordelijke deel van het eiland Oostenburg. Er komt
een mix van woningen, horeca, en kantoren. Het gehele project is in uitvoering tot halverwege
2025 en wordt in de tussentijd in delen opgeleverd. Door de ontwikkelingen op Oostenburg
ontstaan ook steeds meer aanvullende belanghebbenden m.b.t. de ontwikkelingen langs de
Dijksgracht.
Op de kop van Oostenburg, waar de nieuwe fietsroute en de VOC-kade elkaar ontmoeten staat
het nieuwe Inntel Hotel. Dit hotel heeft groot belang bij een ordentelijke inrichting van de
Dijksgracht.
31
ge» A
| p ie 2 É ne | |
EN
ge
GEN Binnen
NRS lan
Ö La ie ILS ï = Hi
Atak een | maten aaa El Ti Î
me RT ee, A RBE 10000
mee RT maid ank en EIN p
- EE: dl ape 4 Es DT
k _ he |
Impressies toekomstige VOC-kade en Inntel hotel Oostenburg
de ee ee en ET " RS
Dc rf din 8 ed dt de add en a
pn EA A enk, EILAND OOSTEI
PR” er LN e ET mri ke hakki Em, 97 5 | ir ETE SELECTEER EEN ICOON ON
en. ii En PK ee age sl ra KS dn de BEKIJKEN OF SELECTEER 1
en On OT
ABE ak in nere DE
me es ei P nnn zkr ne =
Te Ü Ver vatstrd 5 k- ak Eer: hs HAN
EE gai, Ls nn ; kr Sb ek 4 Asi de Ee
Zi Te n NN bg HEEE EE e ze rn ef En DA 6: Pd en kn Te
Ee te BN Lie En weer „ ee EES: Eee: in hers. ee
a en RS ED: er EN EE Pen ed Een tan. ke
in 3 : en el mr SO: ' in NE w &
ET u kn Vä Eef Lj _W a 2 NAAN e TTVN
Y_ pevuzer Sn, et ee Rd de A in
ze De je Var
B MC DEHOUT =” En pes hd ü Tt En I Zi ee «
EE Db, ie eN San A: da
B Pe En et hz TE
k a p # es es _ er ke” EJ 4 ‚A ne ee Ee : ee en , .
Ê, VEN) Er Et ret pi Dn Wia) kn - ge ee zl). TE 8
RE GE RE En en ef ik
et a Sa OE EN
NE ks GEN ad a ee Kp 8 vn Wi Pi
pen x Me 4 RE: ed nn! Ee OR Pak En
8 gein Pe De Ds Es Pd Ees ij À ; ] e är he a
EEDE te VE | OORDEN ane
Rs TP EE NE MEE Sea NE
Overzicht planontwikkeling stadswijk Oostenburg
Door de veranderingen op Oostenburg, er is bijvoorbeeld voorzien dat de Van Gendthallen onder
andere bedrijven, winkels, en horeca gaan herbergen, zullen er meer transportbewegingen van
goederen en personen gaan plaatsvinden. Hierbij is het de ambitie om zoveel mogelijk van het
water gebruik te gaan maken.
Voor personenvervoer van en naar Oostenburg wordt de wenselijkheid en mogelijkheid voor een
op- en afstapplaats voor rondvaartboten aan de VOC-kade bekeken.
32
3.8 Ontwikkelingen Kattenburgerstraat, Mariniersbrug en spoorwegonderdoorgang
Tram
| 5 ir ngen ak
Impressies nieuwe situatie aansluiting fiets- en voetpad op de mariniersbrug
De herinrichting van de Kattenburgerstraat is onderdeel van de Agenda Amsterdam Autoluw
(maatregel 15). Het plan was om aanvullend op de herinrichting van de Kattenburgerstraat naast
de bestaande Mariniersbrug en onderdoorgang een tweede brug en onderdoorgang speciaal voor
het toenemende fietsverkeer aan te leggen. Deze nieuwe langzaam verkeer brug en -
onderdoorgang onder het spoor naast de Mariniersbrug was onderdeel van de fietsroute op de
Kattenburgerstraat en zou de toekomstige hoofdfietsroute Dijksgracht kruisen. Eind 2021 is mede
om financiële redenen door de Raad echter besloten van deze onderdoorgang en nieuwe LV-brug
af te zien. De insteek wordt nu om ruimte te zoeken in het bestaande profiel door bijv. de instelling
van éénrichting verkeer voor auto’s in de bestaande onderdoorgang.
Het ontwerp van de kruising van de langzaam verkeerroutes via de Dijksgracht en de
Kattenburgerstraat moet nog worden geoptimaliseerd.
33
4 Planologische mogelijkheden
De Dijksgracht e.o. ligt binnen de werkingssfeer van meerdere bestemmingsplannen. Hieronder
een overzicht.
nn En Ee, 0
sk al nes
Zal
TE / TT SS DH , en
mls kann S= Â LLT ES lis en an
En Ten SE /l = Í Ie Erg BNN.
. 0 0 Nh NN
En DE KS BODE SON \
RR 65 Es LORIENT NN
, SES G ON LIAS ES ZN
NS Pl NAT GAN PA Oe Ni Pr # a Se
( Des Né e J f ER 5 SD Of a Wi
Best. Plan Oostelijke Handelskade Best. Plan Borneo-Sporenburg-Rietlanden Best. Plan Oostelijke Eilanden
Te Me Nen
TS A es
1 Sn = ES / y Sh EN
If DPS 0 SN
Ld Lj Aj se D NN
IL Ig ” GL 4
© df A er P Mi
he BA EN
EL SL BO A
, te 2 ; ld el |
Best. Plan Water Best. Plan Oostenburg Noord
Het bestemmingsplan water is bepalend voor grofweg het grootste, zuidelijk gelegen deel van het
water en het bestemmingsplan Oostelijke Handelskade voor het noordelijke deel van het water
inclusief oevers en spooremplacement.
Voor de herontwikkeling van het spooremplacement van ProRail is een Tracébesluit genomen
welke verwerkt dient te worden in het onderliggende planologische kader.
Onderzocht wordt welke juridisch planologische procedure het meest passend is om de gewenste
ontwikkelingen mogelijk te maken. Intussen is al wel onderzoek verricht naar de toekomstige
geluidbelasting op de woningen van Kattenburg als gevolg van de nieuwe activiteiten. De
verwachte overlast lijkt beperkt en levert milieutechnisch geen knelpunt op.
4.1 Geldend bestemmingsplanregime
Ligplaatsen voor passagiersvaartuigen en dekschuiten
De voorziene ligplaatsen voor passagiersvaartuigen en dekschuiten liggen in het gebied van het
bestemmingsplan “Oostelijke Handelskade”. De bestemming ‘Water’ (Vw) is van toepassing. Op
het grootste deel hiervan is de aanduiding ‘Steigers met woon- en bedrijfsschepen’ opgenomen.
Direct ten oosten van de Mariniersbrug ontbreekt genoemde aanduiding.
34
er En | 5 Et bn WE EERE wa mome
en es:
[TT úiE ne dm AET arr
WL À | ee
== En ne RE % 2 Een
Ertl d er: BD ne en en
IE LE , m biens
Wd + B en
; OO etten reren
Uitsnede verbeelding bestemmingsplan Oostelijke Handelskade
De gronden met de bestemming ‘Water’ zijn aangewezen voor, voor zover hier van belang,
vaarwater en afwateringskanalen (artikel 8, lid 2). De aanduiding ‘Steigers met woon- en
bedrijfsschepen’ die op de planverbeelding is opgenomen, komt niet met dezelfde naamgeving
terug in de regels. In de regels wordt aangegeven dat ter plaatse van deze aanduiding ligplaatsen
met steigers ten behoeve van woonschepen/woonarken zijn toegestaan (artikel 8, lid 1).
Bedrijfsschepen worden niet genoemd in de regels.
Nu de planverbeelding en de planregels niet goed op elkaar aansluiten, moet in het belang van de
rechtszekerheid voorrang worden gegeven aan de planregel*. Reden hiervan is dat in het
algemeen aangenomen moet worden dat de regels de bedoeling van de planwetgever het meest
nauwkeurig weergeven. Planregels moeten dan ook letterlijk worden vitgelegd?. Nu er in de
planregels enkel gesproken wordt over woonschepen/woonarken volgt dat alleen deze ter plaatse
zijn toegestaan, ook al staat in de legenda van de verbeelding bij de desbetreffende aanduiding
het woord bedrijfsschepen. Het begrip ‘bedrijfsschip’ komt overigens, in tegenstelling tot de
andere op de planverbeelding en in de planregels gehanteerde begrippen, niet voor in de
begripsbepalingen (artikel 1). Ook in de toelichting staat dat de Dijksgracht bestemd is voor
ongeveer 80 woonschepen. Bedrijfsschepen worden niet genoemd. Dit ondersteunt de conclusie
dat ter plaatse geen bedrijfsschepen zijn toegestaan. Het realiseren van ligplaatsen voor
passagiersvaartuigen en dekschuiten past daarmee niet in het geldende bestemmingsplan. Om
deze mogelijk te maken, zal er planologische besluitvorming moeten plaatsvinden via een
aanpassing van het bestemmingsplan of een omgevingsvergunning tot afwijking van het
bestemmingsplan. De hiermee verband houdende nutsvoorzieningen als traforuimtes en
oplaadpalen zijn vergunning vrij als deze niet hoger zijn dan 3 men de oppervlakte niet meer dan
15 m2 bedraagt. Als het niet vergunning vrij is, dan is dit in strijd met het bestemmingsplan en kan
dit in de planologische besluitvorming worden meegenomen.
1o.a. ABRvS 11 februari 2004, nr. 2003033471, Gst. 2004/129, m.nt. J.M.H.F. Teunissen.
? o.a. ABRvS 9 september 2015, ECLI:NL:RVS:2015:2833 en ABRvS 13 februari 2019,
ECLI:NL:RVS:2019:439.
35
Drijvende eilanden
Ter compensatie voor het verlies aan foerageergebied voor de gewone dwergvleermuis is een van
de opties om te voorzien in drijvende eilanden. De aanleg van deze drijvende eilanden past niet in
de bestemming Water van de bestemmingsplannen Oostelijke Handelskade en Water
(respectievelijk artikelen 8 en 4). Drijvende eilanden of watertuinen zijn alleen daar mogelijk waar
een daarop afgestemde aanduiding is opgenomen. Dat is hier niet het geval. Ook hiervoor geldt
dat planologische besluitvorming nodig is om de drijvende eilanden mogelijk te maken.
Aanpassen van de beplanting langs de Marinierskade en de Kattenburgerkade of de aanleg van
een plas-dras zone t.b.v. de vleermuizen kent geen planologische belemmeringen.
Fiets-wandelpad langs de Dijksgracht
De Dijksgracht zelf ligt in het bestemmingsplan Oostelijke Handelskade en heeft de bestemming
Openbare ruimte (artikel 7). Zie hiervoor de hierboven weergegeven uitsnede van de verbeelding.
Gronden met deze bestemming zijn onder andere aangewezen voor fiets- en voetpaden. Als het
voorziene fiets-wandelpad geprojecteerd is in deze bestemming past het binnen het
bestemmingsplan en kan deze zonder nadere planologische besluitvorming aangelegd worden.
Ligt het voorziene fiets-wandelpad buiten de bestemming Openbare Ruimte, dan is de
bestemming Spoorwegareaal van toepassing (artikel 6). Deze bestemming voorziet alleen in een
voetpad, niet in een fietspad. Als het voorziene fiets-wandelpad geprojecteerd is in deze
bestemming past het niet binnen het bestemmingsplan en is planologische besluitvorming nodig
om het mogelijk te maken.
De insteek is dat het fietspad conform het vastgestelde definitief ontwerp binnen de bestemming
openbare ruimte wordt aangelegd, op gemeentegrond en niet op terrein van ProRail.
Reinigingswagens van de Gemeente Amsterdam hebben een ontheffing om gebruik te kunnen
maken van het fietspad.
Parkeren en laden/lossen aan de Dijksgracht
De Dijksgracht gelegen ten oosten van de Mariniersbrug mag niet gebruikt worden voor
parkeerdoeleinden (artikel 7, lid 3). Wat onder parkeerdoeleinden wordt verstaan, is niet
omschreven in de begripsbepalingen van het bestemmingsplan. Volgens vaste jurisprudentie
moet voor de uitleg hiervan worden aangesloten bij het normale spraakgebruik3. De Dikke Van
Dale verstaat onder parkeren het volgende: een auto opstellen op een daarvoor bestemde plaats.
Dat is ruim omschreven. Hieronder valt bijvoorbeeld ook het tijdelijk parkeren ten behoeve van
bevoorrading. Nu het bestemmingsplan parkeren op de Dijksgracht expliciet heeft uitgesloten, is
het realiseren van laad- en losplekken aan de Dijksgracht niet toegestaan. Indien gewenst is
hiervoor dan ook planologische besluitvorming nodig om dit mogelijk te maken.
Overslag op dekschuiten
Eris het voornemen aan de Dijksgracht, naast het afmeren van dekschuiten, een overslaglocatie
voor prefab onderdelen ten behoeve van werkzaamheden aan kade en bruggen mogelijk te
maken. Grote schepen (lengte < 64 m) zullen vanuit het havengebied naar de Dijksgracht varen en
de prefab onderdelen daar overslaan naar dekschuiten van maximaal 20 meter lengte. De
3 o.a. ABRvS 31 mei 2017, ECLI:NL:RVS:2017:1425, BR 2017/74, m.nt. t. Slegers en ABRvS 28 oktober
2015, ECLI:NL:RVS:2015:3294, onder 5.2.
36
dekschuiten kunnen vervolgens met de prefab onderdelen naar de bruggen en kademuren in de
stad varen om daar de nodige onderhoudswerkzaamheden te verrichten.
De realisatie van een overslaglocatie past niet in de bestemming Water van de
bestemmingsplannen Oostelijke Handelskade en Water (respectievelijk artikelen 8 en 4). Ook
hiervoor geldt dat planologische besluitvorming nodig is om dit mogelijk te maken.
Spoorpark
Het voorziene spoorpark ligt binnen de grenzen van drie bestemmingsplannen: het
bestemmingsplan “Oostelijke Handelskade” met de bestemming Spoorwegareaal (artikel 6), het
bestemmingsplan “Oostelijk Havengebied Noord” met de bestemming Verkeer-Railverkeer
(artikel 19) en het bestemmingsplan “Borneo Sporenburg en Rietlanden 2017” met de bestemming
Verkeer-2. Het komt er in hoofdzaak op neer dat deze bestemmingen voorzien in spoorwegen met
daarbij behorende voorzieningen.
De spoorwegfunctie staat dus voorop. Groenvoorzieningen zijn bijvoorbeeld wel mogelijk maar
die zijn ondersteunend aan de spoorwegfunctie. Paden en andere voorzieningen die bij een park
horen zijn niet in ieder bestemmingsplan toegestaan. Kortom, het voorziene park past niet binnen
de drie bestemmingsplannen. In het nieuwe bestemmingsplan kan hiervoor een ruimere
bestemmingsomschrijving worden opgenomen, waarin naast het spoor ook de parkvoorzieningen
worden benoemd. Geen dubbelbestemming dus, maar een ruimere bestemming waarin zowel het
spoor als het park mogelijk worden gemaakt.
Tracébesluit programma hoogfrequent spoor
Op Rijksniveau is een Tracébesluit genomen om het programma hoogfrequent spoor (PHS)
rondom Amsterdam mogelijk te maken. Dit Tracébesluit dient één op één overgenomen te
worden in onderliggende bestemmingsplannen. In het nieuwe bestemmingsplan Dijksgracht
zullen de geplande wijzigingen aan het spooremplacement Dijksgracht meegenomen worden. Op
de onderdelen m.b.t. PHS is geen inspraak meer mogelijk.
Reparatie bestemming aanlegsteiger zuidzijde Dijksgracht
In 2013 is er een uitspraak geweest van de raad van State om de steiger met bijbehorende
ligplaatsen en gebruik hiervan aan de zuidzijde van de Dijksgracht positief te bestemmen. Deze
uitspraak wordt overgenomen in het nieuw op te stellen bestemmingsplan.
Verbeelding bij de vitspraak van de RvS, d.d. 20 november 2013
37
4.2 Planologische inpassing
Gezien het voorgaande zijn de voorziene ligplaatsen voor passagiersvaartuigen en dekschuiten, de
drijvende eilanden, het realiseren van laad- en losplekken, de overslaglocatie en het spoorpark in
strijd met het ter plaatse geldende bestemmingsplan. Afhankelijk van de exacte locatie kan ook
het voorziene fietspad langs de Dijksgracht in strijd zijn met het bestemmingsplan. Hiervoor zal
een nieuwe juridisch planologische grondslag moeten komen. Dit kan op twee manieren: via een
bestemmingsplan of een omgevingsvergunning tot afwijking van het bestemmingsplan.
Vooralsnog ligt de voorkeur bij een bestemmingsplan. Reden hiervan is dat een bestemmingsplan
globaal en flexibel kan worden opgezet, terwijl er bij een omgevingsvergunning sprake moet zijn
van een concreet (bouw)plan. Voor iedere afwijking van de omgevingsvergunning zal opnieuw een
omgevingsvergunning verleend moeten worden. Omdat het bestemmingsplan globaal en flexibel
kan worden opgezet, is het risico op een afwijkende realisatie minder groot. Daarbij komt dat het
onherroepelijk worden van een omgevingsvergunning langer kan duren dan een
bestemmingsplan. Bij een omgevingsvergunning is beroep mogelijk bij de rechtbank en hoger
beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (Afdeling). Bij een
bestemmingsplan is sprake van rechtstreeks beroep bij de Afdeling. Daarmee kan een
bestemmingsplan een jaar eerder onherroepelijk zijn dan een omgevingsvergunning.
Een optie kan ook zijn gebruik te maken van de zogenaamde coördinatieverordening die de
gemeenteraad van Amsterdam heeft vastgesteld. De coördinatieverordening biedt de
mogelijkheid om besluiten over de vaststelling van een bestemmingsplan of een
omgevingsvergunning tot afwijking van het bestemmingsplan te coördineren met overige
besluiten die nodig zijn ter verwezenlijking van een project. Voordeel hiervan is dat de
verschillende besluiten in één procedure tot stand komen. Dat brengt een aanzienlijke procedurele
versnelling teweeg.
In dit kader is de komende Omgevingswet nog van belang. De Omgevingswet treedt naar
verwachting per 2 juli 2022 in werking. Onder de Omgevingswet kan er geen bestemmingsplan
meer vastgesteld worden. Het bestemmingsplan wordt opgevolgd door het omgevingsplan. Om
nog een bestemmingplan te kunnen vaststellen onder de huidige wetgeving, dient er voor
inwerkingtreding van de Omgevingswet, naar verwachting dus voor 1 juli 2022, een
ontwerpbestemmingsplan ter inzage te worden gelegd. Als dat niet voor inwerkingtreding van de
Omgevingswet gebeurt, zullen de voorziene ontwikkelingen mogelijk gemaakt moeten worden
door een omgevingsplan of een (ook dan nog bestaande) omgevingsvergunning tot afwijking van
het omgevingsplan.
In de loop van 2021 is de keuze gemaakt om de voorziene ontwikkelingen planologisch juridisch
mogelijk te maken middels het opstellen van een nieuw bestemmingsplan.
38
5 Uitwerking en participatie
De sitvatie aan de Dijksgracht zal sterk veranderen. Van rustige achterkant van het centrum wordt
het een gebied met veel meer reuring dan in de huidige situatie. De geplande 7o (deels)
geëlektrificeerde ligplaatsen voor de passagiersvaart en dek- en ruimschuiten veranderen het
aanzicht van het gebied. De vergroening van het ProRail terrein inclusief het spoorpark geeft een
aangenamer klimaat en uitzicht vanuit de omgeving.
In de afbeelding hieronder nogmaals het overzicht van de ruimtevraag voor het gebied.
Pk hi AE: el 5 Ne
sie RE / == 5
\ SN Eke Ee
LM A IE 5 5
KERS > En
ed
Ee 4 en 3 p ke) 9
_ PT Rf /.
EN - me E je pe N A ps ISS zj
NMR in A Wl-) y: È AL / 1 AR, }
Oppervlakte van de verschillende ruimtelijke claims op de Dijksgracht
Om tot een ruimtelijke visie te komen die recht doet aan alle bestuurlijke claims en rekening houd
met de wensen van de omgeving is met verschillende groepen gesproken. De omwonenden van
de Oostelijke Eilanden en hun vertegenwoordigers, de ondernemers uit de buurt waaronder het
Inntel Hotel, vertegenwoordigers van de (grote) passagiersvaart, een vertegenwoordiging van de
waterbouwkundige aannemers en de zoogdierenvereniging m.b.t. de vleermuizen.
Kritische geluiden vanuit de rederijen voor de passagiersvaart
Veel reders willen niet weg van hun huidige ligplaats. Reders maken zich zorgen over het lage
voorzieningenniveau en de bewegingsvrijheid. Zij vrezen dat hun vloot opgeknipt zal worden en
verdeeld over meerdere locaties, hetgeen niet handig is voor hun bedrijfsvoering en leidt tot
hogere kosten. Nieuwkomers op de markt hebben daar minder moeite mee en zijn blij met een
plek dichtbij het centrum.
Kritische geluiden vanuit de waterbouwkundige aannemers
De waterbouwkundige aannemers maken bezwaar tegen het restrictieve beleid dat alleen
samenwerkingspartners van programma Bruggen en Kades gebruik mogen maken van de
ligplaatsen. Zij vrezen hierdoor minder slim, efficiënt noch flexibel te kunnen werken, hetgeen
leidt tot hogere kosten.
39
Onderaannemers vrezen geen gebruik te mogen maken van de Dijksgracht Oost en elders in de
stad een ligplaats te moeten zoeken. Aan de Dijksgracht Oost liggen ook aannemers die
andersoortige werkzaamheden doen. Zij vrezen in de nieuwe situatie geen ligplaats meer te
krijgen aan de Dijksgracht Oost, denk aan: de calamiteitendienst voor bruggen- en kademuren en
Mokum Maritiem die afval ophaalt en overslaat aan de Dijksgracht Oost.
Zorgen bij de ondernemers uit de buurt
De eigenaar van het Inntel hotel vreest om in de toekomst tegen een eenvormige batterij boten
aan te moeten kijken. Zij pleiten voor een goede inpassing in het gebied met voldoende zicht op
het water en geen overlast gevende voorzieningen op de kade die schadelijk zijn voor hun
bedrijfsvoering.
es Z ne
NN
5 KS 0 3 ee te 3
As Nl De Been ie en ki
did at: Sj w1/4 u Lek 5 mk | Ì i / sj
ES EE ij f 7 en W ; Bf Je Î Íg RE 5 Ef (5 28
| / B ay JN / pin Bes DN / À Mij ik 5, 3 Í B
Bestaande situatie van de Dijksgracht
Weerstand vanuit de bewoners van de Oostelijke Eilanden
Het fiets- en voetpad en het spoorpark worden positief ontvangen in de buurt. Vanuit de bewoners
uit de buurt is tijdens de participatie echter aangegeven dat het allemaal veel te veel is wat op het
gebied afkomt. Men voelt zich vooral onvoldoende betrokken bij de planvorming en
besluitvorming van het Programma varen inzake de 40 ligplaatsen voor de rondvaart.
Het verzoek vanuit de buurt is dan ook om het geplande aantal ligplaatsen te verkleinen voor
enerzijds een rustiger beeld maar vooral minder kans op geluidsoverlast.
Geluidsbeleving
Juridisch valt de mogelijke geluidsoverlast van de scheepsvaart binnen de wettelijke eisen. Geluid
over water draagt echter ver en beleving van geluid is iets anders dan het wettelijke kader
hiervoor.
Op 14 juni 2021 is een ‘geluidsbelevingsonderzoek! uitgevoerd door verschillende boten te laten
manoeuvreren in het gebied om het belevingsgeluid te kunnen meten. Bewoners waren
uitgenodigd om het geluid ‘mee te beleven’. De conclusie was dat het geluid van langsvarende en *
inparkerende’ boten mee valt en dat het meeste (en overheersende) geluid van de langsrijdende
treinen komt. De uitkomst van dit onderzoek geeft geen aanleiding tot aanpassing van het aantal
ligplaatsen voor de scheepvaart. Blijft over de mogelijke geluidsoverlast van bevoorrading en
overslag van goederen van en naar rondvaartboten en dek- en ruimschuiten.
40
Ruimtelijk perspectief
Vanuit de stedenbouwkundige afdeling verantwoordelijk voor het gebied komt het advies om de
ruimte van de Dijksgracht maximaal te benutten voor het realiseren van ligplaatsen voor
passagiersvaart en waterbouwkundige aannemers. Hierbij wel een aantal basisuitgangspunten in
acht nemende als visueel voldoende afstand houden tot de VOC kade en de Mariniersbrug. Aan
ruimte vrij houden tussen de ligplaatsen onderling voor een minder volle aanblik en beter zicht
vanaf de kade op het water en v.v. wordt minder belang gehecht. Vooral omdat gedurende de dag
veel plekken onbenut zullen zijn als de boten door de stad varen en dat open zicht er dus al
behoorlijk is.
Ondanks dat de ligplaatsen hier een grote impact hebben op de directe omgeving is vanuit
cultuurhistorisch oogpunt de Dijksgracht te verkiezen boven (extra) ligplaatsen in de oude stad en
het Unesco werelderfgoed. De Dijksgracht heeft een rijke historie als gebied met veel water
gerelateerde bedrijvigheid. Daarnaast is de (ruimtelijke) druk op de historische stad al vele malen
hoger dan die op de omgeving van de Dijksgracht.
Overwogen uitwerkingen
De discussie over de ruimtelijke visie concentreert zich op de locatie en het aantal ligplaatsen.
Verschillende opties zijn vitgewerkt en tijdens de participatie met verschillende partijen besproken
en aangepast. Hieronder worden de verschillende tussenstappen toegelicht. Opgemerkt moet
worden dat ten tijde van het opstellen van deze opties het uitgangspunt was dat
groencompensatie plaats zou vinden in de vorm van drijvende eilanden. Dit is ook de reden dat
deze prominent op de tekeningen zichtbaar zijn.
Bij de start van het proces om tot een integrale ruimtelijke visie te komen lag er een technisch
voorkeursmodel voor de ligplaatsen. 27 ligplaatsen voor dek- en ruimschuiten aan de oostkant en
40 ligplaatsen voor der grote passagiersvaart aan de westkant van de Dijksgracht Oost. In het
midden waren een aantal hybride plekken bedacht die voor beide soorten gebruik geschikt zijn.
Een van de redenen voor de keuze van deze verdeling was dat boten voor de passagiersvaart beter
passen bij de functie en uitstraling van Oostenburg en de woningen en het hotel hier. De
verwachting is dat hier, vooral in de ochtenduren, minder overlast van uit gaat.
Si EN
WSS
WE
Voorkeursmodel bij start proces ruimtelijke visie Dijksgracht
41
Eris een ruimtelijk model getekend (Model A) waarbij toch een deel van de dek- en ruimschuiten
naast de VOC kade zou komen te liggen. Mede vanuit de gedachte dat dit in de fasering handig is
omdat het gebied naast de VOC-kade pas vanaf 2028, na het gereed komen van de
werkzaamheden van ProRail, beschikbaar is voor het gebruik als ligplaats. Mede omdat de druk op
de ligplaatsen voor dek- en ruimschuiten de eerste jaren hoger is dan voor de passagiersvaart
wordt hier toch van af gezien. (Het groen omkaderde deel rechts op de tekening is het gebied dat de komende
jaren door ProRail gebruikt wordt als overslag gebied voor met name grond van en naar het emplacement Dijksgracht.
In die tijd is het niet beschikbaar voor ligplaatsen.)
Zed 2 en To rrd
Ar inten, bn Í ee Es jd ge ee
ER Nn Er enk ED
Model A - ligplaatsen voor de passagiersvaart centraal gegroepeerd
Model B lijkt erg op model A alleen zijn hier een aantal ligplaatsen weg gelaten waardoor het de
ruimte langs de kade minder vol komt te liggen. De conclusie hierbij is dat dit niet heel veel
oplevert, vooral ook omdat overdag veel plekken sowieso niet gebruikt zullen worden waardoor
het al minder vol oogt. Voor de buurt is het aantal ligplaatsen niet het grootste probleem maar
mogelijk stapelen van geluidsoverlast. Indirect is het natuurlijk wel zo dat hoe meer boten er
komen te liggen hoe groter de potentiele geluidsoverlast kan zijn.
ie ee
Ì ET EE ER Lt ee df a
EE ee oml En JT
Model B — passagiersvaart centraal gegroepeerd met hiertussen open plekken
Tijdens de participatie met de omwonenden en het hotel kwam naar voren dat een strakke
verdeling van de ligplaatsen wel een heel monotoon beeld zou kunnen opleveren en, belangrijker
nog, dat eventuele overlast zich zou concentreren. Daarom is geopperd om de ligplaatsen voor de
passagiersvaart en die voor de natte aannemerij veel meer te mengen. Model C hieronder is
hiervan een voorbeeld. Hier is vitgegaan van de locaties waar nu al dek- en ruimschuiten liggen
met hiertussen nieuwe ligplaatsen voor de passagiersvaart.
42
De conclusie van dit model is dat het inderdaad een veel diverser beeld oplevert maar dat het
geheel te veel versnipperd raakt wat de kosten verhoogt en wat de bruikbare ruimte beperkt i.v.m.
de benodigde manoeuvreerruimte.
Ook hebben de rederijen voor de passagiersvaart aangegeven niet direct naast een dek- of
ruimschuit te willen liggen omdat dat de kans op schade vergroot. Een dekschuit is robuust en kan
tegen een stootje. Ook is deze iets minder nauwkeurig te besturen als een rondvaartboot. De
rondvaartboten zijn daarentegen nauwkeuriger in te sturen maar zijn ook kwetsbaarder en
vertegenwoordigen een veel grotere waarde.
yr MT Tt ï > ee es mn Tm
Wp A 7 5 me nr me En mm SE _ es Gen
Ne ne ee
_ nn EE Ï me Krk: pep TAD AT hebekeked) Ee SE | ed
RE | ad ROn ml KE ete a de Lr je /
EE ä en N B TL
Er | it hi iT 7 ‚ DN es if / i / we « Dn EE Jl í Ì he: /
Model C—ligplaatsen passagiersvaart verdeeld over de huidige ongebruikte kadedelen
In model D zijn de verschillende vaartuigen ook gemengd maar grotendeels allemaal in haakse
ligging gelegd voor een optimaler ruimtegebruik en minder aanvaringsgevaar. Het levert —
weliswaar tegen aanzienlijk hogere kosten vanwege een fors grotere steiger - een aantrekkelijk
beeld op, maar de bezwaren tegen mengen van soorten vaartuigen blijft bestaan. OO
an ee en en ef Ea
” en
we eee n__n OU
RER ne gef er mm 60
RAKET DONMIEDER INTER Oet
zi T in hari, en Be zi ik. a Ke el, rl Pi,
4 5 Ee wd NN Ss a REEN x Hen, ” N Ï Sa
KN UL EE \ me z pm. ee ZN 8 SN FP d Ege zl i
ERR A OD ee , /
Model D — ligplaatsen passagiersvaart en dek- en ruimschuiten gemixt langs de kade
43
6 Afweging van belangen
Eerder in dit document is een overzicht gegeven van de huidige situatie, de ontwikkelingen en de
wensen op en rond de Dijksgracht. Het participatieproces heeft een aantal zaken duidelijker
gemaakt. Verschillende partijen hebben tegengestelde belangen, met name waar het gaat over de
ligplaatsen voor de bedrijfsvaartuigen. Hieronder een korte opsomming:
o Eriseen bestuurlijke wens voor de realisatie van 7o ligplaatsen, 30 voor dek- en
ruimschuiten t.b.v. het programma kades & Bruggen en 40 ligplaatsen t.b.v. de
(grote) passagiersvaart.
o De omwonenden van de Dijksgracht Oost zien het liefst geen toename van het aantal
ligplaatsen en als het al nodig is dan minimaal. Er is angst voor het verlies van het
vrije, ruime uitzicht maar vooral ook voor geluidsoverlast door de toename van het
aantal vaarbewegingen en de overslag van goederen. Daar speelt mee dat bewoners
bang zijn voor stapeling van geluid (rondvaartboten, dekschuiten, overslag, verhoging
van de snelheid op het spoor en ontwikkeling van Sporenburg ) dat ieder op zich niet
veel geluidbelasting geeft maar alles bij elkaar leidt tot een mogelijk onaanvaardbaar
hoger geluidsniveau.
o De ondernemers in de passagiersvaart zien graag een hoog voorzieningenniveau bij
de ligplaatsen zodat er volwaardige ligplaatsen gerealiseerd worden t.b.v. een
optimale bedrijfsvoering.
o Voorde waterbouwkundige aannemers is het belangrijk dat er voldoende plek en
vrijheid is om dekschuiten te stallen en overslag mogelijk is van goederen als prefab
kade onderdelen van de binnenvaart naar de dek- en ruimschuiten.
o Voorhet stadsdeel is het belangrijk dat de historische binnenstad ontlast wordt. Elke
ligplaats extra aan de Dijksgracht Oost betekent een ligplaats minder in het stadshart
waar de bewoners zuchten onder de toeristische drukte.
o Vanuit stedenbouwkundige context heeft het de voorkeur het (invloedsgebied van)
het Unesco historisch erfgoed zo veel mogelijk te ontzien van ligplaatsen. Vanuit deze
afweging is een maximalisatie van het aantal ligplaatsen op de Dijksgracht Oost te
verkiezen boven ligplaatsen in het historische stadshart.
o Waternet heeft bedenkingen bij de aanleg van de drijvende eilanden en is bang voor
een verslechtering van de waterkwaliteit.
Afweging belangen
De belangrijkste tegenstelling is die tussen maximalisatie van het aantal ligplaatsen op de
Dijksgracht Oost t.b.v. het verbeteren van de leefbaarheid en de ruimtelijke kwaliteit in het
historische stadshart versus de belangen voor een goede woon- en leefomgeving.
Vanuit de het grotere belang van de stad heeft het de voorkeur de ruimte op de Dijksgracht Oost
maximaal te benutten met in achtneming van een aanvaardbare impact op de woon- en
leefomgeving.
Maximalisatie van het aantal ligplaatsen voor bedrijfsvaartuigen is aanvaardbaar als in acht
genomen wordt dat de vloot vanaf 2025 uitstootvrij dient te zijn wat in de praktijk betekent
bh
elektrisch varen, zonder uitstoot van uitlaatgassen en zonder bulderende motoren. Dit blijkt ook
uit het gehouden ‘geluidsbelevingsonderzoek!.
Tegenover een als negatief beleefde uitbreiding van het aantal ligplaatsen staat de realisatie van
het spoorpark en verdere vergroening van het spooremplacement Dijksgracht inclusief het
aanbrengen van geluiddempende keermuren van schanskorven. Het aantrekkelijker maken van de
groene oevers van de Marinierskade en de kade van de Kattenburgervaart.
Toevoegen van drijvende natuureilanden wordt met gemengde gevoelens ontvangen. Het
belemmert het zicht op —en het vrije gebruik van het water, maar verbetert de biodiversiteit en
breekt de geluidsgolven in en op het water. Door te kiezen voor een plas-dras zone voor de kade
van de Dijksgracht wordt het bezwaar tegen drijvende eilanden weg genomen.
Door de ligplaatsen hoogwaardig vorm te geven, losse objecten op de steigers zo veel als mogelijk
in te pakken en de noodzakelijke nutsvoorzieningen te combineren met een openbare
toiletvoorziening en vorm te geven als een aantrekkelijk en deels openbaar toegankelijk gebouw
wordt de ruimtelijke kwaliteit hiervan gewaarborgd.
Door in de gebruiksvergunningen voor de ligplaatsen nadere afspraken te maken over overslag en
het toegestane geluidsniveau en tijdstip hiervan kan de leefbaarheid van het gebied verder
gewaarborgd worden.
Fasering
Omdat ProRail tot 2027 de noordoosthoek van de Dijksgracht Oost in gebruik heeft voor de
overslag van met name grond kunnen er in eerste instantie slechts 56 van de 7o ligplaatsen
gerealiseerd worden. De resterende 14 plekken kunnen vanaf 2028 gerealiseerd worden.
45
7 Ruimtelijk ontwerp
Het participatieproces heeft geleid tot het onderzoeken van meerdere ontwerpvarianten waarbij
de input van de klankbordgroep is meegewogen waar dat op meer draagvlak zou kunnen rekenen.
Naast een basisontwerp met zo ligplaatsen voor bedrijfsvaartuigen zijn er twee alternatieve
varianten met elk 20% minder ligplekken.
Variant Bewoners, het uitgangspunt hier is minder. Minder ligplekken en zo min mogelijk
voorzieningen tbv de passagiersvaart.
Variant Reders, het vitgangspunt is hier ook 20% minder ligplekken maar als tegemoetkoming
naar de reders dan wel met een hoogwaardiger voorzieningenniveau t.b.v. de passagiersvaart.
Hieronder wordt eerst het basis- of voorkeursmodel besproken. Daarna volgen de 2 varianten met
minder ligplaatsen.
ur en u
LN = Re == D pe
es ml mmm
h en 4
HN EN Of ES Pr /
EN SR Ne AN Te / IN SEI Pe IN
Voorkeursmodel fase 2
7.2 Voorkeursmodel
Ligplaatsen
Om de kosten en de exploitatiemogelijkheden van de ligplaatsen te optimaliseren is een duidelijke
scheiding tussen dek- en ruimschuiten enerzijds en passagiersvaart anderzijds noodzakelijk. Wel is
het zaak flexibiliteit in de ligplaatsen in te bouwen zodat deze (deels) door verschillende partijen
gebruikt kunnen worden. De haakse steigers kunnen uitgevoerd worden als drijvende steiger.
Deze kunnen makkelijker verschoven worden dan vaste steigers waardoor extra flexibiliteit
ingebouwd kan worden.
In het verlengde van de Kattenburgervaart is een gebouw tussen de ligplaatsen voorzien. Ten
oosten hiervan zijn 40 ligplaatsen inclusief elektrische laadvoorzieningen t.b.v. de passagiersvaart
bedacht. Ten westen hiervan liggen 30 plekken voor de natte aannemerij. Een deel hiervan wordt
ook voorzien van laadvoorzieningen en zijn indien gewenst in de toekomst ook door andere
partijen te gebruiken.
46
Centraal voorzieningengebouw
Het gebouw is primair bedoeld als locatie voor de benodigde installaties, waaronder
transformatoren t.b.v. elektrisch varen. Hiernaast is er beperkt ruimte t.b.v. de exploitatie van de
ligplaatsen zoals voor een beheerdersruimte, lockerruimte, et cetera. Ook zijn er toiletten
voorzien t.b.v. gebruik door de rederijen maar die tevens toegankelijk zijn voor de toekomstige
bezoekers van het spoorpark.
Het plan is om als het mogelijk is het dak van het gebouw als uitzichtpunt geschikt te maken voor
openbaar gebruik. Vanuit de rederijen is er wel de angst dat dit tot misbruik van de steigers zal
leiden. De inrichting van het dak dient zodanig te worden dat het niet uitnodigt een hangplek te
worden.
Door al deze voorzieningen in een fraai gebouw passend bij de steigers samen te brengen wordt
verrommeling van het gebied voorkomen en kan tevens meerwaarde gecreëerd worden voor de
omgeving.
ai
iN, ruimte tbv. reders en electrificering e
Centraal voorzieningengebouw
Veiligheid
Op 3 meter van de kademuur komt een lange steiger die alle haakse steigers en pieren met elkaar
verbindt. Door deze steiger los van de kademuur te leggen wordt voorkomen dat onbevoegden de
steiger betreden. Een centrale toegang tot de steiger is voorzien vanaf het centrale gebouw. Ook
zijn maximaal 3 aanvullende pieren voorzien die zo mogelijk een toegang tot de kade kunnen
krijgen. Hier dient dan een hek ongewenste bezoekers tegen te gaan.
Cameratoezicht is voorzien ter bescherming van de boten. Ook is er vanuit het centrale gebouw
een optie voor bewaking en toezicht door een ‘havenmeester’.
Voorzieningen passagiersvaart
Het vitgangspunt bij de realisatie van de ligplekken is dat er een minimaal voorzieningenniveau
komt, passend bij de bestuurlijke toezegging van het stadsdeel dat het zou gaan om een
zogenaamde nachtstalling. Er dient tenminste de mogelijkheid te zijn voor elektrisch laden, een
schoon water aansluiting en de mogelijkheid om vuil water af te voeren. Hiernaast is er de wens
vanuit de rederijen om tenminste ook bergruimte te realiseren voor de opslag van bijvoorbeeld
tafels, stoelen, kussens, et cetera. Volwaardige voorzieningen zoals verblijfsruimtes voor
personeel, cateringmogelijkheden etc. zijn niet voorzien. Deze passen niet bij de bestuurlijke
toezeggingen uit het verleden en zouden teveel druk leggen op het gebied.
Er is de mogelijkheid om in een aantal verbrede steigers en onder het centrale gebouw bergruimte
47
te realiseren. Hiervoor zijn 3 brede pieren van ca. 6x28 meter voorzien. Deze zijn vergelijkbaar met
bestaande pieren met bergruimte die nu aan het Natte Damrak liggen. De toegang gaat via een
luik. Op deze bredere pieren is ruimte voor bijvoorbeeld het parkeren van fietsen van de schippers,
eventueel bakfietsen voor last minute bevoorrading, onderhoudswagens bij calamiteiten, et
cetera.
Om ruimte te maken voor de extra brede pieren vervallen een aantal steigers tussen de
ligplaatsen. Er liggen dan geen twee maar drie passagiersschepen naast elkaar. Bij boten van één
reder is dit geen probleem. Bij meerdere eigenaren kan dit wel makkelijker tot problemen leiden.
De verwachting is echter dat er voldoende reders met meerdere boten gebruik zullen maken van
de ligplaatsen waardoor deze opzet geen probleem meer hoeft te zijn.
Aanvullend is er de mogelijkheid om over de lengte van de steiger een langgerekte bergruimte te
maken waarin tevens de voorzieningen worden opgenomen t.b.v. elektrisch laden,
wateraansluitingen, emmers, kussens en dergelijke. Deze berging voorkomt een rommelige
aanblik door allerlei objecten op de steiger.
B DD
Á Be | a Gij Uf u
| \ Í plas-dras zone
|
Doorsnede steiger en plas-dras zone
Dek & ruimschuiten
Voor de schuiten van de waterbouwkundige aannemers zijn vrijwel geen voorzieningen nodig. De
dek- en ruimschuiten hebben geen eigen aandrijving en zijn robuust. Twee meerpalen los van de
kade zijn voldoende om de dekschuiten vast te leggen.
Omdat ook de natte aannemers moeten verduurzamen zijn er voor hen een aantal
laadvoorzieningen voorzien. Deze kunnen gebruikt worden voor het opladen van accu's, nodig
voor werkzaamheden op de grachten en voor het (snel) laden van duw- en sleepboten.
Vooralsnog zijn er 8 plekken ingetekend, dit kan echter uitgebreid worden als dit later nodig blijkt
te zijn. Deze plekken dienen zodanig uitgevoerd te worden dat ze geschikt zijn voor flexibel
gebruik bij een in de toekomst mogelijk gewijzigde ruimtevraag.
Plas-dras zone
Voor de kademuur van de Dijksgracht komt een ca. 6 meter brede plas-draszone als nieuw
foerageergebied voor de vleermuizen. Tevens fungeert deze strook als (groene) buffer tussen de
doorgaande langzaam verkeer route en de ligplaatsen.
De plas-dras zone wordt in een definitieve vorm aangelegd. Als het spoorpark in de toekomst
vorm krijgt zal dit als extra foerageergebied voor de vleermuizen en andere fauna kunnen dienen.
ET
Groene kades en oevers
De kade van de Marinierskade en de Kattenburgervaart worden opnieuw groen ingericht met
bloemrijke grasmengsels en een divers mengsel van heesters en struiken. Waar mogelijk wordt
een deel van de bestaande verharding langs de bebouwing vergroend met hagen.
Deze aanpassingen maken de strook interessanter voor de aanwonenden, voor insecten en
daarmee ook voor de vleermuis.
Spoortalud
Tussen het nieuwe fiets- en wandelpad langs de kade van de Dijksgracht en de damwand van het
spooremplacement blijft een strook van ca. 3,50 meter over. Deze strook krijgt een nieuwe
groeninrichting welke ook aantrekkelijk is voor de vleermuizen. Gedeeltelijk wordt deze strook
een aantal jaren later onderdeel van de inrichting van het spoorpark.
Spoorpark
Het spoorpark krijgt een ecologisch, maar ook voor de bezoekers interessante beplanting. Er is op
het moment van het opstellen van deze visie nog geen overeenstemming met ProRail over het
openstellen van het park. Vooralsnog gaan we er vanuit dat deze overeenstemming voor de
oplevering in 2028 wel bereikt wordt.
De definitieve invulling wordt ter zijner tijd samen met ProRail en de omwonenden uitgewerkt
E JE 5 ff ij e De, ge et E een en Des
iT OE "ne a en :
Ik = Ti | Ee 1 ir ”
1 ki hk = ge SE n r tn f d Ü Ny fh ie À en | 7 7 +
Wesss ME TTT ITA / /
eN 7 ee U
Voorkeursmodel fase 1
Fasering
Tot 2028 is de noord-oosthoek van de Dijksgracht nog in gebruik door ProRail voor de overslag
van met name grond voor de aanpassingen aan het spooremplacement. Hoe dit gebied precies
ingericht en gebruikt gaat worden door ProRail; is nu nog niet bekend.
Totdat ProRail klaar is kunnen in dit gebied geen ligplaatsen aangelegd worden. Omdat er dus
tijdelijk minder ligplaatsen mogelijk zijn wordt voorgesteld de verdeling van de plekken in dezelfde
verhouding te doen als bij de uiteindelijke zo plekken. Dit resulteert in 24 plekken t.b.v. de
waterbouwkundige aannemers van K&B en 32 plekken t.b.v. de passagiersvaart. Dit betekent dat
beide partijen 20% van de benodigde capaciteit vooralsnog niet kunnen gebruiken.
7.2 Alternatieve varianten
Om de buurt tegemoet te komen kan overwogen worden het definitieve aantal ligplaatsen met
20% te verminderen. Met dit aantal is het nog net haalbaar een levensvatbaar ligplaatsencluster te
realiseren op de Dijksgracht. Als dezelfde verhouding aangehouden wordt betekend dit 24
ligplekken t.b.v. de waterbouwkundige aannemers van PK&B en 32 ligplekken t.b.v. de
passagiersvaart
49
Het aantal van 56 ligplaatsen is realiseerbaar zonder dat het voor ProRail gereserveerde water in
de hoek van Dijksgracht Oost en VOC-kade nodig is. Eventueel kunnen op een later moment, na
2028, een aantal ligplaatsen verplaatst worden richting de VOC kade voor meer spreiding over het
gebied.
Voor de uitwerking van deze ligplaatsen zijn 2 opties. Deze varianten zijn op de ligplaatsen na
identiek aan het hiervoor beschreven voorkeursmodel.
Variant bewoners
Deze variant is tot stand gekomen aan de hand van de reacties van de omwonenden om het aantal
ligplaatsen te verminderen. Hierbij was nog uitgegaan van de aanleg van drijvende eilanden.
Aes MT UT Pal
Variant Bewoners
Voor waterbouwkundig aannemers van het Programma Bruggen en Kademuren betekent dit dat
er minder ligplaatsen voor dekschuiten beschikbaar of dat deze meer over de stad verspreid zullen
zijn. Hierdoor worden zij geconfronteerd met de negatieve consequenties, zoals langere reistijd,
meer kosten en minder overslagactiviteiten en een minder efficiënte bedrijfsvoering.
Minder ligplaatsen voor rondvaartboten betekent dat per 1 maart 2024, zodra het nieuwe
vergunningenstelsel voor passagiersvaartuigen in werking treedt, er onvoldoende ligplaatsen
beschikbaar zijn. Daarom zullen bij deze variant elders in het centrum acht alternatieve ligplaatsen
gevonden of behouden moeten worden. Dit wordt door het stadsdeel gezien als een ongewenste
opgave. Daarbij zal het aanleggen, beheren en elektrificeren van de benodigde ligplaatsen op
meerdere locaties, naar verwachting kostbaarder zijn voor de gemeente. In eerdere gesprekken
met de reders heeft wethouder Dijksma aangegeven dat er voldoende alternatieven in de
Dijksgracht zullen worden aangeboden. Wanneer er geen sprake is van een gelijk speelveld voor
alle reders, dan is er een risico op schadeclaims.
De ligplaatsen die aangelegd worden krijgen een soberder uitvoering zonder extra voorzieningen.
50
EFA Pr P_ En zr Do | rs S En ij go
en, | pn mn | ja en | j me | EE mn | SS am | Fn fj Pnt ‚7
Ì rf jl Ä ij lS | f IS | A jk j / 5 / |, VS / NS, |
En Í il F | | | je il [ 5 Ji fi | jj À / ln | [. Ù
SN SN US | ES IMMENS MES
ed ln | | 14 | 4 | IN va iN , ss N | / | fn, |
Fo | f | jd | A an WN | In IJ [=| N ls r 1 f
Ri l ij) f | lant | F4 ld IN , j/ ij WN iS, | li. f/ Ls f
Fie) (/ f/ ls he Li 8 Jl A 1 fist) | fis | I= f,
/ À f je NN | / N / ij iN Á iN / IN fis f / | Nik f | f
PSN NSS NS j/ SIN | SS MS |
Inl Nn In 4 == HN / } | j Á ll | / | À fer 4 /
# j f Á lm | ' in / È Seil 5 il 4 Ni | | 4 Nn j Na f_ f
\ | N P $ ad N j N N \ N B Û jj N ge \ f % Ee Bj, ww
E r ks kaf af hs n hd % en ” Ne ” j -
Detail sobere uitvoering ligplaatsen
Variant Reders
We Vake EE Dn ee
WN Le nnen er
N
el Ee en ge
De een
Te er mT Aer ni
Er Pe Of Bn laf ge ZS
nn mr . eee 0E pn 7 ==
A en ne ete te
re MARTER LOA SOAP OENE #
ze GN Dn mn | #
# \ Re Fn emmen} ie me. eN ie. 4
ä \ eN ER TT TE Jr ie
Nib Wael H Ee ) d PE if jl SE }
a HEE HA ki NP / zE 1, /
Sn LS Andel DS /
BRA ik ki RES Ai ld if ABE d tj vi
Ae er VAD rd BA Eea 1d Ì
TEEN ite if ATD ARR Ee EE Del ij Td 7
ETR: 5 Ee SEE be Pir en 5 Ì id
2 ij hes ID nend Il 1 u ne A / ij } zb
dt ERP 1 MOET je il 7 Pen: Mr Ld JD / É
EBEN VCH BOR MBB T ne É / r
Variant Reders
Deze variant is tot stand gekomen aan de hand van de reacties van reders die een hoger
voorzieningen niveau noodzakelijk vinden voor een goede bedrijfsvoering, waarbij er naast de
basisvoorzieningen een aantal brede pieren met gebouwde voorzieningen als kantoorruimte,
kleedkamers, sanitair en extra opslagruimtes worden toegevoegd. Op de pieren is ruimte voor
fiets parkeren en de mogelijkheid voor auto parkeren op de kop van de pier in het geval van
calamiteiten. Op deze manier is een efficiëntere bedrijfsvoering voor een beperkter aantal reders
mogelijk.
Dit betekent voor omwonenden dat er ondanks minder ligplekken wel meer (potentieel) overlast-
gevende voorzieningen komen waardoor de leefbaarheid mogelijk afneemt. Ook druist dit in
tegen de jarenlange belofte dat er alleen stallingsplekken zonder voorzieningen voor
51
passagiersvaartuigen worden gerealiseerd. Overigens zullen de rederijen pleiten voor een groter
voorzieningen aanbod dan in dit model opgenomen.
Detail vitgebreidere uitvoering ligplaatsen met extra brede steigers inclusief gebouwde voorzieningen
Om ruimte te maken voor de extra brede pieren vervallen een aantal steigers tussen de
ligplaatsen. Er liggen dan geen twee maar drie passagiersschepen naast elkaar. Bij boten van één
reder is dit geen probleem. Bij meerdere eigenaren kan dit wel makkelijker tot problemen leiden.
De verwachting is echter dat er voldoende reders met meerdere boten gebruik zullen maken van
de ligplaatsen waardoor deze opzet geen probleem meer hoeft te zijn.
52
| Onderzoeksrapport | 52 | test |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2018
Afdeling 1
Nummer 1250
Datum ingekomen 23 augustus 2018
Datum akkoord 13 november 2018
Publicatiedatum 14 november 2018
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Torn inzake het voorkomen van
overnachtingen in auto’s.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragensteller:
Op 17 augustus 2018 berichtte het Parool over maatregelen die de gemeente neemt
om slapen in auto's tegen te gaan. Het overnachten in geparkeerde auto's komt veel
voor in Amsterdam. Vaak zijn het Franse en Duitse toeristen die in hun auto slapen,
waarschijnlijk om op hotelkosten te besparen.
In de eerste acht maanden van 2017 werden er in het centrum 1748 boetes van
140,00 euro uitgeschreven voor deze overtreding. Dit jaar stond de teller rond
dezelfde periode op 1378. Het ‘wildkamperen’ in auto’s verplaatst zich volgens de
berichtgeving van het Parool ook naar andere stadsdelen, zo blijkt uit het feit dat het
aantal boetes in stadsdeel Zuid is verzesvoudigd in een jaar tijd.
Dat de gemeente actief handhaaft blijkt onder andere uit het hoge aantal boetes dat
wordt uitgeschreven. Ook zet de gemeente zich actief in om overnachtingen in auto’s
te voorkomen. Onder andere met een waarschuwingscampagne op sociale media,
waar bezoekers wordt uitgelegd dat slapen in hun auto verboden is. Het effect van
deze maatregelen lijkt vooralsnog helaas beperkt. De fractie van de VVD denkt dat
met een paar aanvullende en relatief eenvoudige ingrepen een deel van de potentiele
autoslapers kan worden ontmoedigd.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Torn, namens de fractie van de VVD, op grond
van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende
schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld:
1. Wil het college aangeven in welke buurten autoslapen het vaakst voorkomt en
daarbij aangeven of er in deze buurten sprake is van betaald parkeren?
Antwoord:
Uit registraties blijkt dat de meeste autoslapers in het centrum worden
aangetroffen. In het gehele centrum van de stad is betaald parkeren van
toepassing.
! https://www.parool.nl/amsterdam/slapen-in-auto-s-lijkt-onuitroeibaar—a4603069/
1
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Neng 150 Gemeenteblad
Datum 44 november 2018 Schriftelijke vragen, donderdag 23 augustus 2018
2. Beschikt het college over gegevens die inzichtelijk maken of autoslapers meestal
wel/geen parkeerkaartjes/tegoed kopen? Indien ja, graag een toelichting.
Antwoord:
Wij beschikken niet over deze gekoppelde informatie. Autoslapers worden echter
meestal op tijdstippen aangetroffen dat er niet hoeft te worden betaald voor
parkeren.
3. Op en bij parkeerautomaten zijn vaak borden en stickers te vinden waarop
autobezitters worden gewaarschuwd voor auto-inbraken. Bijvoorbeeld met
bordjes of stickers met de tekst ‘Op slot buit eruit’ en ‘Niets er in. Niets er uit!’
Is het college van mening dat parkerende automobilisten door dergelijke
waarschuwingen alerter zijn als het gaat om auto-inbraak?
Antwoord:
Het college kan geen uitspraken doen of parkerende automobilisten alerter zijn
door stickers en borden bij parkeerautomaten. Sinds 2015 loopt er een campagne
tegen auto-inbraak. Het aantal auto-inbraken is de afgelopen periode gedaald. De
campagne ‘Voorkom Autokraak’ is een integrale aanpak. Samen met relevante
partners (politie, bewoners, hotels of andere partners) wordt per gebied een plan
van aanpak opgesteld met daarin een analyse van de huidige situatie en
ontwikkelingen van het delict in het gebied. Dat geeft inzicht in gerichte
maatregelen die genomen kunnen worden. Dat hoeft niet perse de inzet van
borden of stickers te zijn, dat kunnen ook ingrepen in het groen zijn of een
aanpassing van de openbare verlichting, het organiseren van een
bewonersavond of de inzet van een lokauto.
4. Hoe denkt het college over het idee om soortgelijke waarschuwingssignalen, die
parkeerders waarschuwen voor de boetes (140,00) en het actieve
handhavingsbeleid op autoslapen, aan te brengen op en rondom
parkeerautomaten? Is het college bereid dit voorstel uit te voeren? Zo ja, per
wanneer? Zo nee, waarom niet?
Antwoord:
Het college is terughoudend met het plaatsen van extra waarschuwingsborden in
de openbare ruimte, omdat een veelheid aan borden de openbare ruimte
“vervuilt’ en de bijdrage aan de effectiviteit van de boodschap onduidelijk is.
Tevens is het college geen voorstander om de parkeerautomaat te gebruiken
voor informatie over sancties. Dit kan verwarring veroorzaken voor de “normale
parkeerder”. De parkeerautomaat heeft daarnaast een beperkte hoeveelheid
capaciteit om beelden of andere plaatjes te vertonen. Een sticker op de
parkeerautomaat is niet wenselijk, het nodigt uit tot meer wildplak, is erg
kwetsbaar en makkelijk te verwijderen.
2
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam
Neng 150 Gemeenteblad R
Datum 44 november 2018 Schriftelijke vragen, donderdag 23 augustus 2018
5. Klopt het dat overnachten in auto’s voornamelijk voorkomt onder buitenlandse
toeristen? Zo ja, hoe denkt het college over het voorstel om in het Engelstalige
keuzemenu bij parkeerautomaten een waarschuwing (bijvoorbeeld ‘Don’t even
think about sleeping in your car. Fines up to 140 euro per person!’) te vertonen?
Wil het college dit uitvoeren? Zo ja, per wanneer? Zo nee, waarom niet?
Antwoord:
De voornaamste groep autoslapers zijn buitenlandse toeristen.
Zoals bij vraag 4 is gesteld is het college geen voorstander van communicatie
over sancties via of rondom parkeerautomaten.
6. Kan het college aangeven hoe de campagne op sociale media eruit ziet? Wil
het college deze sociale mediacampagne aanscherpen door potentiële
autoslapers erop te wijzen dat de boetes per persoon even hoog zijn als de
gemiddelde prijs van een hotelkamer in Amsterdam (bron) en hen kenbaar te
maken hoeveel boetes er maandelijks worden uitgeschreven?
Antwoord:
In de zomer van 2017 heeft er een sociale media campagne plaatsgevonden
onder jonge Franse en Duitse toeristen. Zij werden erop geattendeerd dat slapen
in de auto verboden is en dat zij een boete van € 140,- per persoon zouden
riskeren als zij dit wel zouden doen. Ook werden zij gewezen op het risico van
auto-inbraak. Daarnaast werd verwezen naar de | Amsterdam-website waar een
lijst met betaalbare hostels te vinden is.
Op dit moment loopt er geen sociale media campagne die zich specifiek op
autoslapen richt. De campagne “Enjoy and Respect” die vanaf mei 2018 loopt
richt zich op overlast veroorzaakt door wangedrag van Nederlandse en Engelse
bezoekers.
Wel worden toeristen geïnformeerd via https://www.iamsterdam.com/en/plan-
your-trip/practical-info/health-safety dat auto slapen verboden is en hoe hoog de
boete is. Tevens wordt er geëxperimenteerd om parkeerduurbeperking voor
bezoekers in te stellen in bijvoorbeeld de Nieuwmarkbuurt. Dit betekent dat
bezoekers nog maximaal 2 of 3 uur in de buurt mogen parkeren. Daarmee wordt
lang parkeren ontmoedigd en de mogelijkheid tot autoslapen ingeperkt.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Wil Rutten, waarnemend secretaris
3
| Schriftelijke Vraag | 3 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
x% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2015
Afdeling 1
Nummer 1313
Publicatiedatum 4 december 2015
Ingekomen onder M
Ingekomen op woensdag 25 november 2015
Behandeld op woensdag 25 november 2015
Status Verworpen
Onderwerp
Motie van het lid Groen inzake de ondertekening van de Parijsverklaring van
Het Klimaatverbond.
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de actualiteit inzake de ondertekening van de
Parijsverklaring van Het Klimaatverbond van het lid Groen (Gemeenteblad afd. 1,
nr. 1289);
Constaterende dat:
— het Klimaatverbond in het licht van de Klimaattop in Parijs een verklaring heeft
opgesteld die de landelijke en Europese overheden oproept tot daadkrachtig
klimaatbeleid;
— deze verklaring is ondertekend door wethouders van vele gemeenten in
Nederland.
Overwegende dat:
— Amsterdam een voortrekkersrol moet willen vervullen op het gebied van (lokaal)
klimaatbeleid, en dat een handtekening van de gemeente Amsterdam niet onder
de verklaring mag ontbreken.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
de verklaring vandaag nog te ondertekenen.
Het lid van de gemeenteraad
RJ. Groen
1
| Motie | 1 | discard |
X Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2019
Afdeling 1
Nummer 1457
Datum indienen 6 augustus 2019
Datum akkoord 18 september 2019
Publicatiedatum 18 september 2019
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Vroege inzake incidenten tijdens
Amsterdam Pride.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragensteller:
Afgelopen week vierde Amsterdam de Pride. Waar het voor de meesten een feest
van vrijheid en inclusie was, werd het voor een aantal LHBTI's een deceptie. Ook
deze Pride editie werd (net als vorig jaar) besmeurd met een aantal incidenten
rondom taxivervoer.
Zo werd Jennifer Hopelezz met twee collega's geweigerd door een taxichauffeur
nadat zij medio juli door de gemeente was uitgenodigd voor promotionele video-
opnames voor Amsterdam Pride. Haar collega Lady Galore werd na afloop van de
botenparade eveneens geweigerd door een taxi. Op zondag werd een mannenstel uit
een taxi gezet en bespuugd nadat ze elkaar een zoen gaven. Bij ieder van deze drie
incidenten was de chauffeur werkzaam voor het taxiplatform Uber.
De fractie van D66 heeft de laatste jaren vele malen aandacht gevraagd voor
discriminatoire misstanden door taxichauffeurs die veelal gericht zijn aan LHBTI's. Het
is pijnlijk te constateren dat er weinig stappen vooruit gezet lijken te worden en dat
incidenten schering en inslag blijven.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Vroege, namens de fractie van D66, op grond
van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende
schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld:
1. Heeft het college kennisgenomen van de genoemde incidenten en zijn er bij
het college nog meer homofobe incidenten bekend rondom de Pride, waar
taxichauffeurs bij betrokken waren?
Antwoord:
Ja, het college heeft kennisgenomen van de door raadslid Vroege genoemde
incidenten. Daarnaast zijn er tot op heden bij het Meldpunt Discriminatie Regio
Amsterdam (MDRA) twee meldingen en bij Taxiklacht een klacht binnen
gekomen waarbij discriminatie in het kader van de Pride een rol zou hebben
gespeeld. De gemeente heeft de Toegelaten Taxi Organisaties (TTO's) gevraagd
of zij meldingen hebben ontvangen. Zes van de zeven TTO’s hebben
geantwoord dat zij geen meldingen hebben ontvangen. Eén TTO zegt een klacht
1
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam
Neng Lier Gemeenteblad R
Datum 18 september 2019 Schriftelijke vragen, dinsdag 6 augustus 2019
te hebben ontvangen, waarbij de klanten zelf niet zijn gediscrimineerd, maar er
volgens de klacht over derden wel een discriminerende uitspraak is gedaan.
2.
2a.Zijn de verdachten van de incidenten met de taxi's in beeld en is er bekend
of zij eerder bij incidenten waren betrokken?
Antwoord:
De incidenten waar taxichauffeurs bij betrokken waren en waar aangifte van is
gedaan zijn onderzocht of nog in onderzoek. Dit gebeurt onder het gezag van het
Openbaar Ministerie en derhalve kunnen er geen mededelingen gedaan worden
over de exacte inhoud hiervan.
2b.ls bij het college bekend welke sancties daders krijgen van hun
taxiorganisatie?
Antwoord:
Het college spant zich continu in om discriminatie te bestrijden. In het kader van
de bestrijding van discriminatie in de taxibranche heeft het college met de TTO'’s,
Uber en Viavan op 3 juli een intentieverklaring discriminatievrije taximarkt
getekend. Hierin verklaren zij discriminatie onacceptabel te vinden en zich
verantwoordelijk te voelen om het bewustzijn over discriminatie te vergroten en
discriminatie tegen te gaan. In de intentieverklaring stellen de TTO's, Uber en
Viavan daartoe de volgende maatregelen te zullen treffen:
1. Dat zij de bij TTO's en platforms aangesloten chauffeurs te allen tijde op
discriminatie zullen aanspreken en hen zullen ondersteunen bij het
voorkomen en bestrijden van discriminatie.
2. Dat zij bij het signaleren van discriminatie passende maatregelen treffen
overeenkomstig de Taxiverordening of een intern maatregelenprotocol.
3. De TTO's, Uber en Viavan hebben ieder een persoon binnen hun organisatie
aangewezen die zorg zal dragen voor het vergroten van de bewustwording
onder de chauffeurs. Deze persoon zal een educatieve bijeenkomst van het
MDRA volgen om handvatten te krijgen om de bewustwording onder de
chauffeurs te vergroten.
Het college ziet erop toe dat de aangekondigde maatregelen daadwerkelijk
worden uitgevoerd en zal hen hierin ondersteunen waar mogelijk en nodig.
Hiertoe onderhoudt het college reguliere contacten met de betreffende
taxiorganisaties.
In de taxiverordening van de gemeente is geregeld dat chauffeurs die zich op de
opstapmarkt begeven (privilege voor gebruik taxistandplaatsen en oppikken van
klanten op straat) aangesloten dienen te zijn bij een toegelaten taxi organisatie
(TTO). De TTO's zijn primair verantwoordelijk voor het toezien op de
gedragingen van hun aangeslotenen en het opleggen van maatregelen bij
overtredingen. ledere TTO dient een door de gemeente goedgekeurd
maatregelenprotocol te hebben, waarin de wijze waarop de TTO optreedt naar
aanleiding van geconstateerde onregelmatigheden in de naleving van het
normen- en waardenprotocol wordt geregeld. Het gaat in dit kader om
gedragingen als ritweigering, te hoge ritprijs, incorrecte houding en dergelijke
waar een discriminatoir motief aan ten grondslag kan liggen. De maatregelen
lopen uiteen van een week voorwaardelijke schorsing van de betrokken
2
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Neng Lier Gemeenteblad
Datum 18 september 2019 Schriftelijke vragen, dinsdag 6 augustus 2019
chauffeur tot intrekking van de vergunning voor de opstapmarkt.
Van een aantal voorschriften als genoemd in de ‘Nadere regels eisen chauffeurs’
is aangegeven dat het college primair zal handhaven op overtredingen. Bij fysiek
geweld of bedreiging en bij gevaar zettend rijgedrag bijvoorbeeld legt de
gemeente een sanctie op. Een eerste overtreding leidt dan tot een maand
schorsing en een tweede tot intrekking van de vergunning.
De actualisatie van het handhavingsbeleid is in voorbereiding. Daarbij wordt ook
gekeken naar de mogelijkheden passender maatregelen te treffen door TTO's
dan wel de gemeente indien overtredingen worden begaan met een
discriminatoir motief.
Uber informeert de volgende sanctionering te hanteren bij discriminatoir gedrag:
indien Uber ‘zonder gerede twijfel’ constateert dat het voorval met verzwarende
omstandigheden heeft plaatsgehad wordt overgegaan tot permanente
beëindiging van de toegang tot de Uber-app. Indien dat niet mogelijk is wordt een
waarschuwing uitgebracht en in het dossier van de betrokkene genoteerd.
2c. Welke sancties kan de overheid opleggen?
Antwoord:
Discriminatie is een strafbaar feit. Vervolging, veroordeling en sanctionering ligt
bij politie en OM en is afhankelijk van het geconstateerde feit en de
omstandigheden.
Zie antwoord op vraag 2b voor sanctionering vanuit de gemeente.
2d. Hoe kan voorkomen worden dat chauffeurs die zich aan dit soort gedrag
schuldig maken, chauffeur blijven in Amsterdam?
Antwoord:
De gemeentelijke verordening voorziet in de mogelijkheid om de Amsterdamse
Teoxivergunning in te trekken op grond van geconstateerde overtredingen . Zie
hiervoor het antwoord op 2b.
Als de vergunning wordt ingetrokken kan de chauffeur wel werkzaamheden
blijven verrichten in Amsterdam voor platformaanbieders zoals Uber of ander
besteld vervoer. Zolang door een chauffeur aan de landelijke vereisten ten
aanzien van de Chauffeurskaart (KIWA) wordt voldaan, kan een chauffeur niet uit
Amsterdam geweerd worden.
3. In 2018 heeft de gemeenteraad een motie van de fractie van D66
aangenomen waarin het college wordt opgedragen te komen tot een
controlesysteem ten aanzien van zich misdragende taxichauffeurs’. Wat is
de status van de uitvoering van deze motie?
Antwoord:
Deze motie wordt afgehandeld in het kader van de beleidsagenda taxi die in
voorbereiding is. Termijn: 4° kwartaal 2019.Betreft Motie van het lid Vroege, d.d.
18 oktober 2018, inzake de Begroting 2019 (controle systeem tegen
misdragende taxichauffeurs) Behandeld op 8 november 2018: (nr 988, dd 18
oktober 2018)
Vrttos:/amsterdam.raadsinformatie.nl/document/7061 179/1/988 18
3
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
weing Lier Gemeenteblad
Datum 18 september 2019 Schriftelijke vragen, dinsdag 6 augustus 2019
4. Al sinds 2017 heeft het college geen Taximonitor doen verschijnen. In
antwoord op eerdere vragen van de fractie van D66 zei het college dat deze
voor het zomerreces zou verschijnen.” Kan het college nadere uitleg geven
over het uitblijven van een nieuwe Taximonitor?
Antwoord:
Het uitkomen van de taximonitor heeft langer op zich laten wachten als gevolg
van capaciteitsproblemen bij het taxiteam. De taximonitor over de tweede helft
2017 en het jaar 2018 wordt dit najaar — vooraf of gelijktijdig met het nieuwe
taxibeleid aan de raad aangeboden.
Toelichting door vragensteller:
Behalve incidenten met taxi's hebben er ook andere homofobe en discriminatoire
incidenten rondom de Pride plaatsgevonden. Via (social) media las D66 onder andere
over transgenders die uit gehuurde huizen werden gezet en over homomannen en
queervrouwen die werden betast, lastiggevallen en zelfs mishandeld.
5.
5a. Heeft het college een totaaloverzicht van alle LHBTI-fobe en/of
discriminatoire incidenten die in de Prideweek hebben plaatsgevonden?
Antwoord:
Er zijn bij de politie 26 LHBTI-gerelateerde meldingen/incidenten bekend die
tijdens de Pride week hebben plaatsgevonden. Deze zijn allen bij het Roze In
Blauw netwerk bekend. Roze In Blauw heeft met alle melders/slachtoffers
contact gehad. Van deze 26 meldingen zijn uiteindelijk 13 incidenten te relateren
aan de Pride. Van de overige meldingen zijn er geen aanwijzingen dat er een
direct verband met de Pride was.
5b. Is bekend hoeveel aangiftes zijn gedaan van delicten — gepleegd tijdens de
Pride — als mishandeling of belediging met een discriminatoir karakter?
Antwoord:
Van de 13 meldingen hebben er 10 geresulteerd in een aangifte. Het betroffen
onder andere aangiftes van intimidatie, belediging en mishandeling. Sommige
incidenten hebben plaatsgevonden binnen de LHBTI-gemeenschap tussen
LHBTl'ers onderling.
Toelichting door vragensteller:
De fractie van D66 heeft zich de laatste jaren sterk gemaakt om de meldingbereidheid
van slachtoffers van incidenten te vergroten. Weliswaar heeft er rondom de Pride
weer een campagne plaatsgevonden rondom de meldingsapp van discriminatie.nu,
maar in de ogen van de fractie van D66 was dit een relatief beperkte campagne.
°ttos-/amsterdam.raadsinformatie.nl/document/7387244/2/425 19 Schriftelijke%20vragen%20Vroege%20inzake%20aanhoud
ende%20misstanden®%20met%20TTO-chauffeurs
4
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Neng Lier Gemeenteblad
Datum 18 september 2019 Schriftelijke vragen, dinsdag 6 augustus 2019
6.
6a. Kan het college de omvang van de recente campagne weergeven?
Antwoord:
De Pride Week is aangegrepen om opnieuw aandacht te vragen voor het melden
van discriminatie. In een kleine campagne hebben Amsterdamse LHBTIQ+
rolmodellen onderstreept dat melden belangrijk is. Melden is mogelijk via de app
Meld Discriminatie Nu, de website discriminatie.nl of het telefoonnummer van het
Meldpunt Discriminatie Regio Amsterdam (MDRA). Voor de campagne is
intensief samengewerkt met medewerkers van het Meldpunt Discriminatie Regio
Amsterdam (MDRA).
Levensgrote posters met de boodschap ‘Meld discriminatie’ hingen op
peperbussen en in Mupi's bij de stadsdeelloketten. In het Pride Park
(Vondelpark) en tijdens de Pride Oost (Javaplein) konden mensen zich laten
fotograferen met de megafoon ‘Meld discriminatie Nu!’. Bijna 400 mensen
hebben daar gebruik van gemaakt. Terwijl de foto gemaakt werd kon een
gesprek over discriminatie en het melden daarvan worden aangeknoopt. Veel
mensen hebben hun foto gedeeld via social media.
De gemeente heeft een bericht gepubliceerd op de website en gedeeld via social
media. Het bericht op facebook is 15.417 keer bekeken, het twitterbericht
bereikte 17.452 mensen.
Stadszender AT5 heeft samen met het MDRA een reportage gemaakt waarin
een slachtoffer van homo-gerelateerd geweld aan het woord kwam. In de Metro
Special, die uitgedeeld is tijdens de Botenparade, stond een berichtje dat
discriminatie via het MDRA gemeld kan worden. Tenslotte heeft ook de
politie/Roze in Blauw tijdens de Pride Week aandacht besteed aan het nut van
melden. Zij noemden de app Meld Discriminatie Nu! op hun posters (Mupi's) en
flyers.
Campagnemiddelen Periode:
10 Peperbussen 27 juli tot en met 26 augustus
7 Mupi's bij stadsdeelloketten 27 juli tot en met 4 augustus
Reportage en website AT5 vanaf 26 juli
Polaroid Foto's Pride Park, Pride Oost 27 juli en 31 juli
Social media gemeente 27 juli tot en met 4 augustus
Website amsterdam.nl vanaf 27 juli
Vermelding op posters politie 27 juli tot en met 4 augustus
Metro Special 3 augustus
6b. Hoeveel mensen zijn er bereikt en kan het college inzichtelijk maken
hoeveel gebruikers van de app er in Amsterdam zijn?
Antwoord:
Vanaf 1 januari heeft Radar (Rotterdam) 1242 downloads geregistreerd.
Het aantal gebruikers van de app in Amsterdam kan Radar niet verstrekken.
5
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Neng Lier Gemeenteblad
Datum 18 september 2019 Schriftelijke vragen, dinsdag 6 augustus 2019
6c. Kan het college tevens aangeven hoeveel meldingen (per categorie) er zijn
gedaan in 2019?
Antwoord:
Voorlopige aantallen discriminatiemeldingen per discriminatiegrond bij het MDRA
(2019)
Discriminatiegrond Aantal
Afkomst (wettelijk: 132
ras)
Arbeidscontract 1
Arbeidsduur -
Burgerlijke staat 2
Geslacht 29
Godsdienst 23
Handicap/chronische 23
ziekte
Leeftijd 11
Levensovertuiging -
Nationaliteit 4
Niet-wettelijke 15
gronden
Onbekend 5
Politieke gezindheid 3
Seksuele 37
geaardheid
(wettelijk:
gerichtheid)
Toelichting door vragensteller:
In 2017 heeft het college aan de fractie van D66 toegezegd dat slachteroffers van
LHBTI-foob geweld jaarlijks zouden worden uitgenodigd voor de gemeenteboot
tijdens de botenparade. Het college heeft deze toezegging herbevestigd in antwoord
op schriftelijke vragen”.
7.
7a. De fractie van D66 heeft begrepen dat er dit jaar geen slachtoffers van
LHBTI-foob geweld aanwezig waren op de gemeenteboot. Klopt dit?
Antwoord:
Ja, dat klopt.
SN ttos-/amsterdam.raadsinformatie.nl/document/5958480/2/1 39 18 Schriftelijke®%20vragen®%20Poot%20Moorman®%20Van%20
Soest%20en%20Vroege%2Omishandeling%20twee%20vrouwen%20in%20Reguliersdwarsstraat
6
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer 18 september 2019 Schriftelijke vragen, dinsdag 6 augustus 2019
7b. Waarom niet? Wat heeft het college gedaan om deze toezegging wel
gestand te doen?
Antwoord:
De gemeente en Roze in Blauw (het LHBTI netwerk van de politie) hebben zich —
zoals ieder jaar - gezamenlijk ingezet om de slachtoffers van LHBTI-foob geweld
uit te nodigen voor de gemeenteboot. Alle geregistreerde slachtoffers zijn
uitgenodigd. Om uiteenlopende redenen hebben deze personen dit jaar besloten
niet aanwezig te zijn op de gemeenteboot.
7e. Waarom is de gemeenteraad niet geïnformeerd over het niet gestand doen
van deze toezegging”?
Antwoord:
Het feit dat genodigden besluiten niet aanwezig te zijn op de gemeenteboot wil
niet zeggen dat de toezegging niet gestand is gedaan. Het college heeft zich
samen met de politie, conform de toezegging, ingespannen om alle slachtoffers
van LHBTI-gerelateerd geweld van het afgelopen jaar uit te nodigen om mee te
varen op de gemeenteboot. Dat heeft dit jaar echter niet geleid tot de
aanwezigheid van slachtoffers op de gemeenteboot.
Vragensteller verzoekt het college deze vragen zo spoedig mogelijk edoch uiterlijk
vóór de eerstkomende raadsvergadering d.d. 18 september te beantwoorden, opdat
de antwoorden kunnen worden betrokken bij de behandeling van de Nota
Regenboogbeleid 2019-2022.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris
7
| Schriftelijke Vraag | 7 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2018
Afdeling 1
Nummer 46
Datum indiening 22 december 2017
Datum akkoord college van b&w van 23 januari 2018
Publicatiedatum 23 januari 2018
Onderwerp
Beantwoording aanvullende schriftelijke vragen van de leden N.T. Bakker, Nuijens
en Moorman inzake posters van Amsterdam in Londen om expats naar Amsterdam
te trekken.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragenstellers:
Op 21 december 2017 stelde het lid N.T. Bakker, namens de fractie van de SP,
schriftelijke vragen inzake de posters van Amsterdam in Londen om expats naar
Amsterdam te trekken.
Gezien het vorenstaande hebben de leden N.T. Bakker, Nuijens en Moorman,
respectievelijk namens de fracties van de SP, GroenLinks en PvdA, op grond van
artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende
aanvullende schriftelijke vragen — op de schriftelijke vragen van het lid N.T. Bakker
van 21 december 2017 (nr. 45 van 2018) — aan het college van burgemeester en
wethouders gesteld:
Toelichting door de vragenstellers:
{n de schriftelijke vragen van 21 december 2017 is gevraagd naar wie de
wervingscampagne heeft bedacht en wie de opdracht voor deze campagne heeft
gegeven.
1. Was het college op de hoogte van deze wervingscampagne? Graag een
toelichting.
Antwoord:
De burgemeester en wethouder Economie waren op de hoogte van
de totstandkoming van de campagne.
2. Heeft het college expliciet toestemming gegeven voor deze campagne? Waarom
wel/niet?
Antwoord:
De wethouder Economie heeft toestemming gegeven voor de campagne.
1
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer 2 januari 2018 Schriftelijke vragen, vrijdag 22 december 2017
3. Hoe verhoudt, in de visie van het college, de campagne zich tot de woningnood in
Amsterdam? En hoe verhoudt deze zich tot de eerdere toezegging aan de raad
dat zeer terughoudend zou worden omgegaan met de werving van bedrijven uit
het Verenigd Koninkrijk, naar aanleiding van de discussie die gevoerd is ten tijden
van het Brexit-referendum?
Antwoord:
Amsterdam heeft bewust gekozen voor een beperkte, indirecte en vriendelijke
campagne — juist vanwege de gevoeligheden en afspraken. De campagne is er
op gericht internationale bedrijven naar de metropoolregio Amsterdam (MRA) te
trekken. Deze bedrijven leveren banen op voor inwoners van de MRA. Naast de
banen die rechtstreeks door de bedrijven worden gecreëerd levert één baan bij
een buitenlands bedrijf ook nog eens één indirecte baan op gekoppeld aan allerlei
ondersteunende activiteiten.
4. Watis de kortst mogelijke termijn waarop deze campagne redelijkerwijs beëindigd
kan worden?
Antwoord:
Deze campagne is al beëindigd, de posters met verschillende teksten zijn
gedurende twee weken in de maand juni van 2017 en twee weken in de maand
december van 2017 in Londen te zien geweest.
5. Staat het college nog achter deze wervingscampagne?
Antwoord:
De campagne bestond uit vijf verschillende posters. Waaronder een aantal mooie
teksten. Het college is van mening dat de keuze voor de tekst over huren in
Amsterdam ongelukkig gekozen is.
6. Is het college bereid om Amsterdam Marketing aan te spreken op de
ongepastheid van deze wervingscampagne?
Antwoord:
Nee. Deze campagne is in opdracht van amsterdam inbusiness, onderdeel van
de gemeente Amsterdam aan Amsterdam Marketing tot stand gekomen.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris J.J. van Aartsen, waarnemend burgemeester
2
| Schriftelijke Vraag | 2 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Amendement
Jaar 2013
Afdeling 1
Nummer 923
Publicatiedatum 11 oktober 2013
Ingekomen op 10 oktober 2013
Ingekomen in raadscommissie JIF
Te behandelen op 6/7 november 2013
Onderwerp
Amendement van het raadslid mevrouw Combrink inzake de begroting voor 2014
(boerderij-educatie).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de begroting voor 2014;
Overwegende dat:
— _ boerderij-educatie de afgelopen jaren duizenden schoolkinderen heeft laten
ervaren waar hun voedsel vandaan komt met een educatief boerderijbezoek,
naar heel veel tevredenheid van alle betrokkenen;
— de gemeenteraad in 2012 heeft besloten, boerderij-educatie te laten
voortbestaan;
— intussen gewerkt wordt aan een voedselvisie, waar vele partijen samen werken
aan breder samenhangend pakket voor voedseleducatie waar boerderij-educatie
onderdeel van uit kan maken.
— het zeer zonde en vreemd zou zijn gedurende dit proces boederij-educatie alsnog
te laten vallen;
— _ het onduidelijk en nog onzeker is of ook budget gereserveerd is om boerderij-
educatie voort te zetten in 2014,
Besluit:
— _boerderij-educatie voor schoolklassen in 2014 te laten doorgaan;
— de benodigde € 35.000 hiervoor te dekken, net als in 2012, uit DMO-gelden.
Het lid van de gemeenteraad,
T.J. Combrink
1
| Motie | 1 | discard |
HI StiRdimcsory
>DE BELANGEN / \ DE XXX £ £
Raadsadres aan
E Gemeenteraad Amsterdam en Stadsdeelraad Centrum
5 Amstel 1,
5 1011 PN Amsterdam
N Onderwerp: procedure bij verwijdering fietswrakken
E Amsterdam 5 juli 2010,
8 Geachte leden van de Raad en van de Stadsdeelraad,
2 Je fiets parkeren in de stad kan overal. Een fietser parkeert z’n fiets het liefst ín de draaideur
E van de winkel. Er zijn nu plekken in de stad die bezaait liggen met fietsen zoals op de Dam
E voor de Bijenkorf en het Koningsplein. Het plaatsen van fietsen op de stoep bij de Negen
ei straatjes is al gauw een probleem i.v.m. de smalle stoepen. Er wordt de fietser geen goed
E alternatief geboden.
5 Amsterdam City is voor georganiseerd parkeren van fietsen en hoopt dat er snel meer plekken
worden gevonden waar dit kan. Ondertussen worden veel bovengrondse parkeerplekken bezet -
gehouden door zg. fietswrakken. Deze worden niet of niet tijdig weggehaald. u
Wij pleitten voor een versoepeling van de huidige APV: E
e zorg dat een fiets volgens juridische normen eerder wordt aangemerkt als een en
fietswrak _
e hierdoor kan eerder een waarschuwingssticker worden geplakt u
e maak de waarschuwingssticker groter 2
e zorg voor meer personeel die de fietswrakken weghalen ö
e laat e.e.a. voorafgaan door een publiciteitscampagne die de strengere handhaving u
aankondigt. m
e maak afspraken met de reguliere fietsenhandel om de wrakken te verkopen. n
Door handhaving boven de grond zullen minder plekken onder de grond nodig zijn. D
In afwachting van uw antwoord 8
Met vriendelijke groet, 5
A -
| 4 E
/ / et 5
Guus Bakker a Sr 5
Amsterdam City U a
:
= 1 Ë
ee ee ever Wte weten ne enen
Bezoekadres > 4 Gemeente Amsterdam
Amstel 1
AL Stadsdeel Centrum
Postbus 202 2 Sector OR
1000 AE Amsterdam Afdeling Beleid
Telefoon 14 020 >
Fax 020 552 4433
ONE E 6 Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam
Amsterdam City
\
Datum * q NOV. 2010
Ons kenmerk
Uw kenmerk
Behandeld door M. Luttik
Rechtstreekse nummer 020-5524659
Faxnummer 020-5524222
Bijlage
Onderwerp Raadsadres procedure bij verwijdering fietswrakken
Geachte ’
Uw brief van 5 juli 2010 over de procedure bij verwijdering van fietswrakken en het
verzoek tot aanpassing van de huidige regelgeving is in goede orde ontvangen.
In de vergadering van de stadsdeelraad van 28 september 2010 is besloten om uw
raadsadres ter afdoening in handen van het dagelijks bestuur van het stadsdeel Centrum
te stellen. De beantwoording zal ter kennisneming aan de Commissie Openbare Ruimte
worden gezonden.
Wij willen in deze brief graag ingaan op hetgeen u in uw brief naar voren heeft gebracht.
U schetst in uw brief de problematiek van de grote hoeveelheid geparkeerde fietsen in het
centrum van Amsterdam en de overlast die dit met zich meebrengt. U pleit in het kader
hiervan voor een versoepeling van de huidige Algemene Plaatselijke Verordening (APV).
Definitie fietswrak
U stelt voor om volgens juridische normen fietsen eerder aan te merken als fietswrak.
Feitelijk is dit reeds gebeurd bij de wijziging van de APV van oktober 2009.
Met deze wijziging is het begrip ‘verlaten fiets’ in de APV geïntroduceerd. Verlaten fietsen
zijn fietsen die enkele defecten hebben of waarvan onderdelen ontbreken en die qua
uiterlijke staat kennelijk verwaarloosd zijn en er dus uitzien alsof ze geruime tijd niet
gebruikt zijn. Fietswrakken hebben deze kenmerken ook, maar zijn daarbij ook
economisch niet rendabel op te knappen.
Met de introductie van het begrip ‘verlaten fiets' is dus een mogelijkheid geschapen om
fietsen, nog vóórdat zij een wrak worden, op grond van de APV te verwijderen. Dit was
voordien niet mogelijk. De eerste acties om verlaten fietsen te verwijderen zijn reeds
gestart.
5 Stadsdeel Centrum is bereikbaar per tram lijnen 9 en 14 of metro lijnen 51, 53 en 54 halte Waterlooplein.
Gemeente Amsterdam
Stadsdeel Centrum
Pagina 2 van 3
Waarschuwingssticker
Het voorgaande punt hangt samen met de vraag naar het in een vroeger stadium plakken
van een waarschuwingssticker. Doordat er eerder kan over worden gegaan tot
verwijdering van de verlaten fiets dan bij een fietswrak het geval is, kan er ook eerder
worden overgegaan tot het plaatsen van een waarschuwingssticker,
Ten aanzien van het groter maken van de waarschuwingssticker kan worden opgemerkt
dat er tot nu toe bij het stadsdeel geen klachten bekend zijn waarin door fietseigenaren
wordt aangegeven dat de sticker niet zichtbaar zou zijn. Bovendien zijn de stickers
uitgevoerd in felle kleurstelling, waardoor deze des te meer opvallen.
Meer personeel voor handhaving fietswrakken
Vervolgens stelt u voor dat het stadsdeel meer personeel inhuurt om fietswrakken op te
halen. Recentelijk zijn er door de afdeling Handhaving Openbare Ruimte van het
stadsdeel Centrum 3 uitzendkrachten aangetrokken die zullen worden ingezet voor het
verwijderen van verlaten fietsen en fietswrakken in de binnenstad.
Dit omdat verlaten fietsen (en de handhaving daarop) zoals gezegd een nieuw fenomeen
in de regelgeving waar niet eerder op gehandhaafd werd. Over het verwijderen van
fietswrakken kan worden gezegd dat fietswrakken onder de Afvalstoffenverordening
vallen. Sinds de laatste aanpassing van deze verordening worden fietswrakken als voor
inzameling vatbaar afval gezien en vallen zij niet meer onder een verbodsartikel. Het
verwijderen van fietswrakken is daarom geen handhavend optreden (meer), maar wordt
gezien als afvalinzameling. Afvalinzameling gebeurt door de Reiniging, De Reiniging heeft
vooralsnog voldoende mensen om dit binnen de bestaande capaciteit te doen. De
Reiniging krijgt, voor zover het gaat om losknippen van fietswrakken, ondersteuning van
de afdeling Handhaving.
Deze ondersteuning gebeurt vooralsnog ook binnen bestaande capaciteit.
Publiciteit
Verder vraagt u om meer publiciteit waarbij een strengere handhaving wordt
aangekondigd. De planning is om in januari 2011 een publiciteitscampagne te starten.
De naam van deze campagne is ‘Laat je fiets geen fietswrak worden’. Het doel van de
campagne is allereerst om bewoners en ondernemers in het stadsdeel ook zelf hun
verantwoordelijkheid te laten nemen als het gaat om het tegengaan van de overvloed van
ongebruikte fietsen in de schaarse openbare ruimte die het stadsdeel heeft. Er wordt
aandacht gevestigd op het feit dat bewoners en ondernemers de mogelijkheid hebben hun
ongebruikte fiets aan de Reiniging aan te bieden, waarna deze de fiets kosteloos komt
ophalen. Daarnaast zal de campagne als doel hebben meer besef bij mensen te creëren
over het probleem van de hoeveelheid (ongebruikte) fietsen in de binnenstad en de ruimte
die deze innemen. Tenslotte zal er ook aanvullend onderzoek plaatsvinden naar de
oorzaken van de aanwezigheid van verlaten fietsen en fietswrakken met het doel dit
probleem in de toekomst beter te kunnen tegengaan.
Afspraken met fietshandel
Tenslotte vraagt u om afspraken met de reguliere fietshandel om de weggehaalde
fietswrakken te verkopen. In het kader van een voorstel van een lid van de stadsdeelraad
is eind 2009 onderzocht in hoeverre fietsenhandelaren bereid zijn fietswrakken in te
nemen en eventueel op te knappen en te verkopen. Hieruit is gebleken dat de
2
EE EERE NE mannen
msg wanneer EEL LEER
Gemeente Amsterdam
Stadsdeel Centrum
Pagina 3 van 3
fietsenhandelaren hiertoe maar zeer beperkt bereid zijn. Redenen hiervoor zijn
ruimtegebrek en het feit dat men geen winstgevendheid ziet in het opknappen van de
ingebrachte fietsen.
Wij hopen dat wij u met het bovenstaande voldoende antwoord hebben gegeven op uw
vragen over dit onderwerp.
Hoogachtend,
Het dagelijks bestuur van het stadsdeel Centrum, e
O Le fn We )
CG
Anneke Eurelings Jeanine van Pinxteren
secretaris voorzitter
EE ent
| Raadsadres | 4 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2020
Afdeling 1
Nummer 81
Ingekomen onder AH
Ingekomen op woensdag 22 januari 2020
Behandeld op donderdag 23 januari 2020
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van de leden Kreuger, Boomsma en Ceder inzake de Agenda Autoluw
(ook voor 10:00 uur 1 euro per dag bij P+R)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Agenda Autoluw ‘Amsterdam maakt ruimte’
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 31).
Constaterende dat:
— Amsterdam werkt aan een autoluwe stad;
— parkeren bij P+R voorzieningen voor 10:00 uur 8 euro per dag kost;
— parkeren bij P+R voorzieningen na 10:00 uur 1 euro per dag kost; automobilisten
bij de P+R alleen tegen gereduceerd tarief kunnen parkeren als zij naar het
centrumgebied reizen.
Overwegende dat:
— het College automobilisten wil stimuleren niet met de auto de stad in te rijden;
— veel werkende automobilisten niet na 10:00 uur op hun werk kunnen aankomen,
maar wel graag hun auto bij een P+R zouden willen neerzetten;
— het sowieso wenselijk is dat automobilisten hun auto neerzetten bij een P+R, los
van het feit of zij wel of niet naar het centrumgebied afreizen.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
Een proef te starten met een algemeen parkeertarief van 1 euro per dag bij P+R
locaties met overcapaciteit voor automobilisten die doorreizen met het OV binnen de
gehele gemeente Amsterdam.
De leden van de gemeenteraad
K.M. Kreuger
D.T. Boomsma
D.G.M. Ceder
1
| Motie | 1 | discard |
€ Gemeente
Amsterdam
Centrum Peblicaties Stadsdeelbestuur 2015
Algemeen bestuur van de bestuurscommissie Centrum
Besluiten
> 4 17 maart 2015 - 10
Besluit over Voorjaarsnota 2015
Toelichting te vinden in Publicaties Stadsdeelbestuur 2015, Bestuurskalender, AB-vergadering 17 maart 2015, bij
agendapunt 10
De bestuurscommissie Centrum heeft het volgende besluit genomen:
De bestuurscommissie,
Besluit:
1. Inte stemmen met de brief inzake de Voorjaarsnota 2015 aan wethouder Ollongren.
2. Inte stemmen met de begrotingswijzigingen m.b.t. Parkeergelden, Bruggen en Walmuren, Leidseplein,
Rode Loper, Groenfonds, Oude geoormerkte middelen en Doeluitkeringen die zijn opgenomen in de
formats.
Suze Duinkerke
secretaris
Boudewijn Oranje
voorzitter
Verschenen op 19 maart 2015
| Besluit | 1 | val |
X Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2015
Afdeling 1
Nummer 1202
Publicatiedatum 13 november 2015
Ingekomen op 4 november 2015
Ingekomen onder Y’
Behandeld op 5 november 2015
Uitslag Aangenomen
Onderwerp
Motie van de leden Van Soest, Flentge, Poorter en Roosma inzake de Begroting
2016 (plan van aanpak om digitaal analfabetisme onder ouderen en andere
kwetsbare groepen te voorkomen en te verbeteren).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Begroting 2016;
Constaterende dat:
— door de digitalisering van de overheid en de maatschappij wordt het voor groepen
in de samenleving lastig om zelfstandig hun zaken te kunnen regelen. Een
grotere afhankelijkheid van anderen dreigt en dat druist in tegen het streven om
iedereen in eigen kracht te zetten en zelfstandig te laten participeren.
Overwegende dat:
— het aanpakken van die digitale kloof begint bij het onderkennen dat groepen in de
samenleving niet vanzelfsprekend mee komen in de digitale wereld en dat
daarvoor oplossingen bedacht moeten worden;
— voor veel ouderen, mensen met een (verstandelijke) beperking en laagopgeleiden
is meedoen niet vanzelfsprekend. Een steuntje in de rug van hun gemeente kan
dan het verschil uitmaken tussen meedoen of uitsluiting.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
te komen met een plan van aanpak voor digitaal analfabetisme onder kwetsbare
groepen om uitsluiting te voorkomen.
De leden van de gemeenteraad
W. van Soest
E.A. Flentge
M.F. Poorter
F. Roosma
1
| Motie | 1 | discard |
X Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2015
Afdeling 1
Nummer 437
Publicatiedatum 12 juni 2015
Ingekomen op 10 juni 2015
Ingekomen onder T
Te behandelen op 1/2 juli 2015
Onderwerp
Motie van de raadsleden de heer Paternotte en de heer Van Dantzig inzake
de Voorjaarsnota 2015 (inkeerregeling illegale onderhuur).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Voorjaarsnota 2015 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 379);
Overwegende dat:
— naar schatting minstens 10% van de voorraad sociale huurwoningen in
Amsterdam illegaal wordt onderverhuurd;
— de Amsterdamse woningmarkt al jaren overspannen is, waardoor wachtlijsten voor
sociale huurwoningen zijn opgelopen tot soms wel 10 jaar;
— de fout bij illegale onderhuur vooral ligt bij degene die zijn sociale huurwoning
illegaal doorverhuurt, en de huurder van zo'n woning veelal het slachtoffer is van
de overspannen woningmarkt in Amsterdam;
— personen die hun woning illegaal onderverhuren misbruik maken van de
gespannen situatie op de woningmarkt en daarbij grote winsten behalen;
— illegale onderhuur van een groot deel van de voorraad sociale huurwoningen de
doorstroom op de Amsterdamse woningmarkt ernstig belemmert;
Voorts overwegende dat:
— een sociale huurwoning een essentiële voorziening die maar beperkt beschikbaar
is en er dus zorgvuldig met de voorraad moet worden omgesprongen;
— met de huidige capaciteit van Bureau Zoeklicht van de gemeente veel woonfraude
wordt opgespoord, maar deze tekortschiet om illegale onderhuur grootschalig aan
te pakken;
— het wegens privacyregels bijzonder moeilijk is om illegale onderhuur aan te tonen
zonder medewerking van de illegale onderhuurder en daarom een
klokkenluidersregeling waarbij de onderhuurder zichzelf aangeeft de enige
mogelijkheid is deze misstand op grote schaal aan te pakken,
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
samen met woningbouwcorporaties te onderzoeken op welke wijze een
inkeerregeling voor illegale onderhuurders van sociale huurwoningen in Amsterdam
tot stand kan komen en daarin de volgende uitgangspunten op te nemen:
1. een termijn waarbinnen illegale onderhuurders zich kunnen melden;
1
Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer 437 Moti
Datum _ 12 juni 2015 otie
2. illegale onderhuurders die zich melden worden beloond met een tijdelijk
huurcontract tegen een eerlijke huur als bepaald volgens het
woningwaarderingsstelsel;
3. na het verstrijken van de klokkenluiderstermijn een intensieve controle uit te
voeren op illegale onderhuur.
De leden van de gemeenteraad,
J.M. Paternotte
R.H. van Dantzig
2
| Motie | 2 | discard |
2 gemeente Raadsinformatiebrief
| msterdam Afdoening toezegging
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 23 maart 2021
Portefeuille(s) Ruimtelijke ordening
Portefevillehouder(s): Marieke van Doorninck
Behandeld door Grond en Ontwikkeling, Bestuurszaken. GO @amsterdam.nl
Onderwerp Afdoening toezegging aan de raadscommisie RO over het beschikbaarstellen
van de begroting preferent energiesysteem Sloterdijk-Centrum
Geachte leden van de gemeenteraad,
Bij de bespreking van het onderwerp ‘Investeringsnota Sloterdijk-Centrum en het beschikbaar
stellen van een vitvoeringskrediet’ in de vergadering van de raadscommissie RO van 3 maart 2021
heb ik toegezegd de begroting bij het preferente energiesysteem in Sloterdijk-Centrum aan de
leden van de commissie beschikbaar te stellen.
Door middel van deze brief wordt deze toezegging afgedaan.
In 2019 en 2020 is een traject gevoerd om, conform het Afwegingskader warmtesystemen
nieuwbouw, te komen tot een weloverwogen keuze voor een preferent energiesysteem voor
Sloterdijk-Centrum als onderdeel van Haven-Stad. Daarbij is ook Motie 14,04,.17 en het besluit
‘Regie op warmte in gebiedsontwikkeling’ van 28 januari 2020 (kiezen voor collectieve LT
energiesystemen, tenzij…) als leidraad gebruikt.
Bij dit traject zijn de volgende stappen doorlopen.
1. Inde zomer van 201g is een inschatting gemaakt van de verschillende mogelijkheden voor
een collectieve warmtevoorziening in Sloterdijk Centrum. Ook de kosten van verschillende
varianten zijn in 2019 doorgerekend:
a. Een lage temperatuur (LT) lokaal warmtenet, gevoed vanuit het datacenter Naritaweg 50;
b. Eengrote gekoppelde Warmte Koude Opslag (WKO) (bronnet);
c. Alles aansluiten op het bestaande (hoge temperatuur (HT)) stadswarmtenet van
Westpoortwarmte (WPW).
Als input werd gehanteerd dat er in Sloterdijk-Centrum 7.500 woningen worden gerealiseerd.
Uit de doorrekening bleek dat de verschillende varianten, vanuit de businesscase geredeneerd,
niet heel onderscheidend waren. Vanuit motie 14,04.17 geredeneerd was de voorlopige
conclusie dat een (nieuw te realiseren) lokaal warmtenet op laagtemperatuur, gevoed vanuit
het datacenter aan de Naritaweg 50, een mogelijke optie is. Qua duurzaamheid en kosten is
deze optie overigens niet significant onderscheidend van het bestaande stadswarmtenetwerk.
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 23 maart 2021
Pagina 2 van 3
2. Bijhet vitwerken van die variant bleek dat er onvoldoende rekening is gehouden met de
fasering en met het feit dat tot dat moment de meeste ontwikkelaars op Sloterdijk-
Centrum al hadden gekozen voor de combinatie van een (individuele) WKO in combinatie
met stadswarmte uitsluitend voor tapwater. Bovendien is er ondergronds, met name in de
Naritaweg, nauwelijks tot geen voldoende ruimte voor een extra (nieuw te realiseren)
lokaal LT warmtenet. De ontwikkelaars hadden en hebben vrijheid van systeemkeuze,
omdat bij de tenders en transformaties werd gestuurd op output in plaats van op één
specifiek systeem. WKO in combinatie met tapwater uit het stadwarmtenet van WPW is
een duurzame oplossing.
3. Om definitieve conclusies te kunnen trekken is desondanks samen met Vattenfall nader
onderzocht of er toch een businesscase te maken is van zo'n lokaal LT warmtenet, danwel
het invoeden van de restwarmte uit het datacenter op het bestaande stadswarmtenet. De
conclusie vit dat nader onderzoek was hetzelfde: vanwege de reeds in gang gezette
ontwikkelingen (de reeds geplande WKO's) is de businesscase voor zo'n lokaal netwerk
niet positief, en ondergronds is er te weinig ruimte voor zo’n lokaal warmtenet. Parallel
hieraan is het onderzoek van Overmorgen voor Haven-Stad afgerond en opgeleverd. Uit de
Energieverkenning Haven-Stad (november 2019) komt naar voren dat een collectief LT
warmtesysteem de voorkeur heeft voor Haven-Stad, met uitzondering van Sloterdijk
Centrum.
4. Inde eerste helft van 2020 zijn de conclusies verwerkt in een update van de Energievisie
Sloterdijk-Centrum. Hierbij is aangehaakt op het afwegingskader voor warmtesystemen in
nieuwbouw.
5. Eind 2020 is het datacenter Naritaweg 50 verkocht aan een ontwikkelende belegger die
momenteel werkt aan een plan voor een transformatie naar woningbouw. Daarmee is de
bron komen te vervallen voor de eerder onderzochte variant voor een eventueel lokaal LT
warmtenet gevoed vanuit het datacenter.
Bovenstaande punten hebben, conform het Afwegingskader warmtesystemen nieuwbouw, geleid
tot de definitieve energievisie zoals, als onderdeel van het investeringsbesluit, is aangeboden aan
B&W en de raad bestaande uit de volgende drie sturingsmethodieken:
1. De gemeente Amsterdam heeft in projectgebied Stoterdijk-Centrum een faciliterende rol, ze regelt
juridische planologische en ruimtelijke kaders (reserveert ruimte). De markt (ontwikkelaars) heeft
de keuzevrijheid haar eigen energiesysteem te kiezen;
2. Geen directe uitsluiting van HT stadswarmte voor nieuwbouw in het Sloterdijk Centrum gebied.
Deze keuze wordt bij de ontwikkelaar gelaten. Door via tenders te sturen op strenge
duurzaamheidseisen (EPC< 0,15) worden individuele LT-systemen (bijvoorbeeld WKO)
aantrekkelijker en wordt de HT warmte enkel ingezet als piekvoorziening of voor
tapwaterbereiding;
3. Stimuleren en faciliteren van WKO's op ruimtelijk vlak, en daarmee borging voor efficiënte
levering koude.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 23 maart 2021
Pagina 3 van 3
In de Raadscommissie RO op 3 maart 2021 is beloofd dat de begroting wordt toegezonden. Echter,
dit kan in verband met lopende en toekomstige aanbestedingen gevoelige informatie zijn. Het
college heeft op 23 maart 2021 geheimhouding op de begroting opgelegd in verband met de
belangen in artikel zo, 2°lid onder ben g van de Wet openbaarheid van bestuur, en de
gemeenteraad gevraagd deze geheimhouding te bekrachtigen.
Daarom kunt de begroting inzien bij de griffie. Ik wil bij de raming tevens nadrukkelijk het
volgende voorbehoud maken. De raming dateert uit 2019 en is zeer globaal, gezien de fase van de
planvorming. Het wetgevend kader rondom de energietransitie is in beweging. Dat betekent dat
de in 2019 gemaakte kostenberekeningen op dit moment andere uitkomsten zouden kunnen
geven.
Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
KEN
Zx Ve a | r
/ / / EED ba Keta
\ me 7 NE
kk | zn
ee
Marieke van Doorninck
Wethouder Ruimtelijke Ontwikkeling en Duurzaamheid.
Bijlage
De geheime bijlage is voor de raadsleden ter inzage gelegd bij de Griffie.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Brief | 3 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2013
Afdeling 1
Nummer 476
Publicatiedatum 26 juni 2013
Ingekomen onder Ww
Ingekomen op woensdag 12 juni 2013
Behandeld op woensdag 12 juni 2013
Status Verworpen
Onderwerp
Motie van de raadsleden de heer Evans-Knaup en de heer Ivens inzake een nieuw
bestuurlijk stelsel vanaf 2014 (alternatief plan).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de voordrachten van het college van burgemeester en
wethouders van 7 mei 2013 inzake:
— _ een nieuw bestuurlijk stelsel vanaf 2014 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 437);
— intrekken van de Verordening op de stadsdelen en vaststellen van
de Verordening op de bestuurscommissies 2013 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 438);
Constaterende dat:
— _ een nieuw bestuurlijk stelsel per maart 2014 dient te worden ingevoerd;
Overwegende dat:
— de SP-fractie in de Tweede Kamer het huidige voorstel ter toetsing en
beoordeling heft voorgelegd aan de Raad van State;
— _op dit moment onduidelijk is wanneer en binnen welk tijdsbestek de Raad van
State een uitspraak over het voorstel zal doen;
— de mogelijkheid bestaat dat het huidige voorstel door de Raad van State wordt
afgewezen;
— bij een afwijzing van het huidige voorstel er mogelijk onvoldoende tijd zal zijn om
een alternatief voorstel te ontwikkelen,
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— een alternatief plan of alternatieve plannen te ontwikkelen voor een nieuw
bestuurlijk stelsel, waarbij het alternatieve voorstel niet ter discussie of stemming
gebracht hoeft te worden, zo lang het huidige voorstel blijft staan;
— de raad te informeren over het alternatieve plan of de alternatieve plannen, zodra
zich de situatie voordoet dat het huidige voorstel niet meer voldoet.
De leden van de gemeenteraad,
LR. Evans-Knaup
L.G.F. Ivens
1
| Motie | 1 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2015
Afdeling 1
Nummer 321
Publicatiedatum 8 mei 2015
Ingekomen onder H
Ingekomen op 22 april 2015
Behandeld op 22 april 2015
Status Verworpen
Onderwerp
Motie van de raadsleden de heer Ernsting, mevrouw Van den Berg en
mevrouw Shahsavari-Jansen inzake de Contouren Kunstenplan 2017-2020
(overhead Kunstenplan).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Contouren Kunstenplan 2017-2020 en met
de opdrachtverlening voor het nieuwe fonds aan het Amsterdams Fonds voor
de Kunsten (Gemeenteblad afd. 1, nr. 281);
Constaterende dat:
— het college voornemens is in de nieuwe kunstenplanperiode 2017-2020 het stelsel
grondig te herzien;
— erin de volgende kunstenplanperiode meer budget beschikbaar komt voor kunst
en cultuur in Amsterdam;
— veel instellingen de afgelopen jaren te maken hebben gehad met bezuinigingen
door het rijk, de provincie en de gemeente;
Overwegende dat:
— het college voornemens is de verstrekking van subsidies voor Amsterdamse
culturele instellingen via het Amsterdams Fonds voor de Kunst (AFK) te laten
verlopen;
— er in de Contouren niet wordt gesproken over de financiële consequenties van een
dergelijke grote stelselwijziging;
— het extra beschikbare budget ten goede moet komen aan de kunstenaars in
Amsterdam en niet aan (extra) bureaucratie en overhead,
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— te zorgen dat de totale structurele overheadkosten [voor de Amsterdamse
Kunstraad (AKr), de afdeling Kunst en Cultuur van de voormalige Dienst
Maatschappelijke Ontwikkeling (DMO) en het Amsterdams Fonds voor de Kunst
(AFK)] voor de verstrekking van subsidies in het Kunstenplan 2017-2020 niet
hoger zullen worden dan die in het huidige kunstenplan, zodat een extra budget
ook werkelijk ten gunste komt van de kunst en cultuur in Amsterdam;
1
Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteraad
Nummer 321 Moti
Datum _ 8 mei 2015 otie
— de raad zo spoedig mogelijk te informeren over de financiële kaders wat betreft de
overhead van het Kunstenplan 2017-2020.
De leden van de gemeenteraad,
Z.D. Ernsting
P.J.M. van den Berg
M.D. Shahsavari-Jansen
2
| Motie | 2 | train |
versterkt welzijn
Stadsdeelraad Amsterdam-Noord
Tav de raadsgriffie
Postbus 37608
1030 BB Amsterdam
Amsterdam, 10 oktober 2011
Kenmerk: 5413.HZ.MR
Betreft: welzijnswerk 2012
Geachte raad,
Hierbij wil ik u onze zorgen kenbaar maken over het welzijnswerk in uw stadsdeel. Ik stuur u ter |
informatie correspondentie mee als bijlage bij deze brief, Hieruit blijkt dat ik al enkele maanden in
contact probeer te komen met het stadsdeelbestuur om die zorgen met hen te bespreken. Dit heeft
tot op heden geen contact opgeleverd. De redenen waarom wij ons zorgen maken zal ik u toelichten.
Zoals u kunt lezen zien wij ons genoodzaakt te stoppen met het uitvoeren van beheer van
maatschappelijke accommodaties. Het feit dat wij in 2012 eerst geacht worden hier € 255.000,- op te
bezuinigingen om het vervolgens over te moeten dragen aan een andere partij, ligt hieraan ten
grondslag. Omdat we tot nu toe niet in gesprek hierover raken met het bestuur kunnen wij de |
bezoekers en gebruikers van de accommodaties die wij in beheer hebben nu niet informeren over wat |
hen te wachten staat met ingang van het nieuwe jaar. Wij krijgen hier steeds meer vragen over maar |
kunnen nu niet anders dan hen te verwijzen naar het stadsdeel. |
Verder maken wij ons zorgen omdat ons door het bestuur bezuinigingen op het kinderwerk en het |
volwassenenwerk opgelegd worden zonder met ons in dialoog te bespreken waarop die bezuinigingen
toegepast moeten worden. Als het bestuur nog langer wacht met ons hierover het gesprek aan te |
gaan, zullen wij mogelijk keuzes maken die tegen het stadsdeelbeleid in gaan. Dat lijkt ons niet de
bedoeling.
In de vraagformylering die wij ontvingen, staan veel meer bezuinigingen op het welzijnswerk |
aangekondigd dan in de voorjaarsnota aan u zijn voorgelegd. Zoals u weet staat het stadsdeel voor i
grote maatschappelijke opgaven (vernieuwing van het welzijnswerk, Beter Samen). De omvang van |
de bezuinigingen laat zich hier niet goed mee verenigen. Daarom is het extra van belang dat hierover
goede inhoudelijke communicatie plaatsvindt tussen stadsdeelbestuur en maatschappelijk middenveld. |
Ik vraag u dan ook stappen te nemen die er toe bijdragen dat deze communicatie daadwerkelijk |
gevoerd wordt.
Met vriendelijke pre, |
J. Zuiver, directeur/bestuurder
id
Bijlagen: | {
- Vraagformulering kinderwerk en volwassenenwerk 2012, d.d. 30 juni 2014 Stichtina Combiwel
a An ing Combiwel Amsterdam
-__ Brief Combiwel aan DB, d.d. 18 juli 2011 Postbus 95304
-__Brief Combiwel aan DB, d.d. 13 september 2011 1090 HH Amsterdom
-_ Biief Combíwel aan DB, d.d. 26 september 2011 t, 128-575 47 00
À info @rombhwal.nl
\, ;
he ww combiwel.nf
KvK 34126333
Gemeente Amsterdam
Bezoekadfes Ek
Buikslotermeerplein 2000 Sta d sdeel Noo rel
- 1025 XL Amsterdam .
Postbus 37608 à pe
1030 BB Amsterdam
Telefoon: 14 020 Ge .
Fax: 020 634 9340 Es
www.noord.amsterdam.nl Retouradres: Postbus 37608 1030 BB Amsterdam
En Stichting Combiwel
t.a.v, dhr. H. Zuiver
Postbus 95304
1080 HH AMSTERDAM
‘ 30 JUNI 2011 |
Datum
Ons kenmerk Z11-38242I24227
Behandeld door A. Krikken
Doorkiesnummer 6349692
E-mail a.krikken@noord. amsterdam.nl
Onderwerp Vraagformutering 2012 Combiwel onderdelen VVE en peuterspeelzalen,
…_ Opvoedingsondersteuning & Ontwikkelingsstimulering
Geacht bestuur,
Graag nodigen wij u uit om uiterlijk 15 augustus 2011 een subsidieaanvraag in te dienen
voor in het jaar 2012 door u uit te voeren werkzaamheden in het kader van de Voor- en |
Vroegschoolse Educatie en peuterspeelzalen en Opvoedingsondersteuning &
Ontwikkelingsstimulering.
Financieel kader |
In december bent u door ons op de hoogte gesteld van het feit dat het stadsdeel zich moet
bezinnen op zijn financiële positie in 2011. Nieuwe beleidskeuzes dienen te worden
gemaakt omdat de financiële middelen van het stadsdeel aanzienlijk minder worden.
Inmiddels is op grote lijnen een basisinfrastructuur uitgewerkt met als gevolg dat-in de .
Voorjaarsnota 2011 een aantal bezuinigingsvoorstellen staat voor de jaren 2012-2014 die
uw instelling aangaan.
Op 23 juni 2011 is de voorjaarsnota door de deelraad vastgesteld.
In 2013 en 2014 hebben wij de ambitie om hervormingen door te vaeren op jeugd en vrije
tijd. Budgetsubsidies zullen worden omgevormd tot wijkbudgetten die vraaggericht ingezet
worden. Mogelijk heeft deze ombuiging met ingang van 2013 gevolgen voor de aan uw
organisatie te verlenen subsidie, Op het totaalbudget voor jeugd en vrije tijd is het voorstel
aan de deelraad om in 2013 een besparing van € 459.000 te realiseren en in 2014 €
380.000.
|
Prestatieafspraken |
Afgerekend wordt op basis van gerealiseerde prestaties. U dient in uw aanvraag te werken
met de productdefinities van de Will systematiek.
Algemene voorwaarden
De afspraken met uw instelling over de te leveren producten worden gemaakt in het kader
van de bepalingen van de Algemene Subsidieverordening Amsterdam-Noord (2007)
waarop de subsidieverlening 2012 van toepassing is.
Kostprijs op hasis van prijspeil 2011
In uw subsidieaanvraag is het uitgangspunt het prijspeil 2011 zoals deze is gehanteerd
Gemeente Amsterdam
Kenmerk Z11-36242/24227 Stadsdeel Noord
Pagina 2 van 4 ‚
in de beschikking 2011. Wij vragen u wel de te verwachten prijsontwikkeling aan te geven
op grond van de door u gehanteerde GAO voor het jaar 2012, :
Voorscholen en peuterspeelzalen
Het huidige aanbod aan voorscholen wordt in principe voorigezet (peildatum mei 2011), .
met inachtneming van eventuele wijzigingen in de vraag naar voorschoolplekken. :
Naar verwachting vindt in 2012 geen verdere uitbreiding plaats van voorscholen, voor
zover het werkzaamheden van Combiwel betreft. Als er behoefte is aan plaatselijke
uitbreiding van capaciteit dient te worden onderzocht of de peutercombi een alternatief kan
zijn.
Leidinggevenden van de voorschool moeten in het bezit zijn van een certificaat van een
erkend voorschoolpregramma waarmee in het stadsdeet c.q. op de hefreffende
school/scholen gewerkt wordt (Ko Totaal, Kaleidoscoop, Piramide, Starfblokken, Sporen).
Van de leidinggevenden op de voorscholen wordt verwacht dat zij zich inspannen de
kwaliteit op een zo hoog mogelijk peil te krijgen en houden. Nauwe samenwerking met de
vroegschool wordt hierbij van groot belang geacht, evenals een doorgaande leerlijn. De
leidinggevenden van Combiwel dienen regelmatig te overleggen met de VVE-coördinator,
IB-er en directie van de schaal. De link met de Ouder- en Kindcentra in het stadsdeel moet
worden gelegd, o.a. door een actieve bijdrage op de overleggen met een van de
kernpartners van het OKC — de Jeugdgezondheidszorg (JGZ) —rondam zorgkinderen op ij
de voorscholen. De leidinggevenden nemen verder deel aan het tweemaandelijks VVE- Di
coördinatorenoverleg, georganiseerd door het stadsdeel. Se
In bijgevoegde conceptverordening zijn de eisen weergegeven die worden gesteld aan
voorschoolse educatie. Na vaststelling van de verordening zijn deze eisen maatgevend.
Voor de reguliere peuterspeelzalen wordt gevraagd te onderzoeken of de peutercombi een
kwalitatief minimaal gelijkwaardig alternatief is voor de huidige voorzieningen. |
Van Combiwel wordt in het algemeen verwacht dat alle medewerking wordt verleend om te io
voldoen aan de eisen die op stadsdeel, stedelijk en landelijk niveau aan een kwalitatief Dj
goede uitvoering van peuterspeelzaalwerk en voorschool worden gesteld. Ook wordt En
verwacht dat wordt meegewerkt aan het verzamelen van relevante heteidsinformatie indien 4
het stadsdeel hierom vraagt.
Ouderbetrokkenheid Dt
Op elke, aan een basisschool verbonden voorschool waar een ouderkamer is gerealiseerd Li
dient een oudercontactmedewerker actief te zijn voor minimaal zestien uur per week. |
Naast het ontvangen van ouders, is het de bedoeling dat activiteiten worden aangeboden Dj
die verband houden met de methodiek en thema's van het in de betreffende voorschool ii
van kracht zijnde erkende voorschoolprogramma (Kaleidoscoop, Piramide, Ko Totaal, 5
Startblokken, Sporen), en pedagogisch en educatief zinvolle activiteiten. SO
De oudercontactmedewerker ontvangt leiding van de leidinggevende van de voorschool. ig
Bij aanvang van een nieuwe voorschool dient u een basisplan in te dienen, dat zo nodig EO
wordt bijgesteld. Elk jaar verwachten wij van u dat u ook een werkplan en activiteitenplan
indient bij het stadsdeel, volgens het format dat hiervoor beschikbaar is. Dt
Oudercontactmedewerkers dienen minimaal een PW3 opleiding te hebben gevolgd en En
afgerond, Zij zijn opgeleid in de methode vraaggericht werken en het op de voorschool van |
kracht zijnde voorschoolprogramrna.
Oudercontactmedewerkers beschikken over spreek- en leesvaardigheid op taalniveau B2.
Schrijfvaardigheid op een B4-niveau wordt voldoende geacht. Dit is conform de stedelijke
eisen die hieraan gesteld worden. Oudercontactmedewerkers zijn verplicht bij- en/of ee
nascholing te volgen indien nodig.
Bij planontwikkeling zal opnieuw gekeken worden waar ouderbefrokkenheid het beste kan
worden ondergebracht. Dit kan consequenties hebben voor de subsidie van Combiwel op
het onderdeel ‘Oudercomponent voorschool’.
Gemeenfe Amsterdam
Kenmerk Z11-36242/24227 Stadsdeel Noord
Pagina 3 van 4
Kwaliteitsimpuls VVE
Op grond van de kwaliteitsimpuls VVE worden in de loap van 2010 en 2011 de resultaten
van de ontwikkelgroepen geïmplementeerd op het gebied van Kinddossier, Zorgketen,
Ouderbetrokkenheid en Beleid, Ook taal! en interactie is een aandachtspunt. Van
Sombiwel wordt verwacht dat uitvoering wordt gegeven aan de afgesproken werkwijze.
ELK
Het Elektronisch Kinddossier (ELK) wordt op stedelijk niveau gebruikt als tellings- en
verantwoordingssysteem voor de bepaling van het aantal (doetgroep)kinderen in de
voorschool, Vanuit Combiwel dient er dan ook alles aan te worden gedaan om te zorgen
dat de betreffende gegevens in dit systeem worden ingevoerd en befrouwbaer zijn.
Onvoorzien peuterspeelzaalwerk en VVE
Tot slot willen wij u vragen een beperkte post ‘onvoorzien’ op te nemen in uw |
subsidieaanvraag waardoor ruimte wordt geboden om onvoorziene aanvullende
activiteiten uit te voeren op het gebied van peuterspeelzaalwerk en VVE zonder dat Do:
daarvoor een aparte aanvullende subsidieaanvraag hoeft te worden ingediend. De
verrekening van deze post gebeurt op basis van daadwerkelijk gemaakte kosten. Dn
a
Opvoedingsondersteuning & Ontwikkelingsstimulering LL,
Het stadsdeel vraagt u een over stadsdeel Amsterdam-Noord verspreid, reëel ingeschat |,
vraag- en vindplaatsgericht aanbod Opvoedingsondersteuning & Ontwikketlingsstimulering ii
volgens de methodiek Triple P aan te bieden, Dit aanbod dient aan te sluiten bij de jj
voortschrijdende ontwikkeling van de Ouder-en-Kindcentra in 2012 en gericht te zijn op |
ouders en kinderen in de leeftijdscategorie -9 maanden — 23 jaar (bijvoorbeeld JES en de
sociale vaardigheidstrainingen). Graag willen wij dat u per CKC-regio (Nieuwendam,
: Tuindorp-Oostzaan, Oud Midden-Noord en Banne) aangeeft welk passend aanbod nodig
is voor ouders en kinderen in deze leeftijdsgroep.
De ontwikkeling van de OKC's richt zich op de volgende onderdelen:
1) Opvoedingsondersteuning algemeen |
1) Wekelijkse opvoedspreekuren op elk OKG door Triple P (niveau 2 en 3}
gecertificeerde pedagogen op HBO-niveau. De uitvalsbasis voor de
opvoedadviseurs zijn de Ouder-en-Kindcentra, maar ook vindplaatsen als
: (voor)scholen e.d. |
2) Aanbod evidence-based opvoedcursussen voor ouders, waaronder |
Peuter in Zicht! Opvoeden en zo, Beter omgaan met pubers en Positief |
Opvoeden. |
3) Thema-en voorlichtingsbijeenkomsten in peuterspeelzalen, |
kinderdagverblijven, basisscholen. |
4) Op elke basisschool pedagogische adviesgesprekken voor ouders door
opvoedadviseurs Triple P 2 en 3. De faakafbakerning tussen het
schoolmaatschappelijk werk en de opvoedadviseurs dient geregeld te
worden. |
5) Pedagogische adviesgesprekken voor ouders door opvoedadviseurs
Triple P, niveau 3.
6) Coördinatie van het aanbod aan opvoedondersteuning zodat een goede |
afstemming plaatsvindt met de scholen en het publiek domein
(speeltuinen, (hulpverlenings- en welzijns)instellingen, voorscholen, e.d). :
7) Aanwezigheid van de opvoedadviseurs op scholen in het voortgezet
onderwijs.
5) Themabijeenkomsten ‘Opvoeden en Opgroeien’ in het voortgezet
onderwijs, waarbij gewerkt wordt met verschillende pakketten, tw.
Puberteit (Frple P), Leerondersteuning (ouderbetrokkenheid.nl}, Kunnen :
omgaan met depressiviteit (Friple P), Grofheid en onbeleefdheid (Triple P). '
Naast deze thema’s kunnen de opvoedadviseurs desgewenst ook bijeenkomsten
organiseren over andere onderwerpen.
9) Opvoedcursussen, tw. Beter omgaan met pubers en/of Triple P Teens.
Gemeente Amsterdam
Kenmerk Z14-356242/24227 Stadsdeel Noord :
Pagina 4 van 4
2) Kortdurende ondersteuning
Elke ouder kan binnen twee weken terecht op een van de vier OKC's voor
pedagogische adviesgesprekken door Triple P, niveau 2 en 3 gecertificeerde
pedagogen op minimaat HBO-niveau. Gok scholen, kinderdagverblijven en de
voorscholen kunnen hiervoor een locatie zijn.
3) Specifiek aanbod
Voor elke ouder is het mogelijk om — indien nodig — per 1 januari 2010 een
evidence-based opvoedingsondersteuningsaanbod in de thuissituatie (Home-
Start) te krijgen dat binnen twee weken vanuit het OKC oproepbaar is. Het
stadsdeel wil graag weten of Combiwel mogelijkheden ziet om aan deze
specifieke vraag te voldoen.
Overzicht prestatieafspraken O&Ó ;
Om de aansluiting bij het primair onderwijs en het voortgezet onderwijs zo goed mogelijk te
laten plaatsvinden, willen wij graag dat voor alle scholen — ook het speciaal onderwijs — de Ei
mogelijkheid bestaat om opvoedondersteuning door Combiwel in te zetten. Hiervoor |
gelden de volgende resultaten: LE
e Alle leerkrachten, intern begeleiders, en schoolmaatschappelijk werkers zijn |
geïnformeerd over opvoedondersteuning. |
e Alle leerkrachten, intern begeleiders en schoolmaatschappelijk werkers verwijzen |
ouders met opvoedvragen en lichte problemen door naar de opvoedadviseur. |
es Een aanbod van ouderbijeenkomsten voor ouders van 4-18 jarigen. Afhankelijk Lo
van de vraag en behoefte van de ouders kunnen dat afzonderlijke |
themabijeenkomsten zijn en/of een cursus. Weike cursus gegeven wordt, dient |
afhankelijk te zijn van de vraag. Mogelijkheden zijn: Peuter in Zicht, Opvoeden en
ZO, Beter omgaan met Pubers, Triple P voor ouders van pubers. Ee
e _ Het aantal doorverwijzingen naar de opvoedadviseur per school neemt toe naar Lo
acht ouders per school, 4
e Het aantal doorverwijzingen via de school, het aantal ouders dat deelneemt aan
themabijeenkomsten en cursussen wordt geregistreerd binnen de gebruikelijke |
systemen WILL en ROTS. |
e Een weergave van:
- Het aantal gevoerde adviesgesprekken |
- Het aantal cursussen
- Het aantal bijeenkomsten |
- De aantallen bereikte ouders, welke doelgroepen bereikt zijn, evenals de door u |
gestelde doefen en de behaalde doelen : |
- Het aantal kinderen waaraan het aanbod ten goede komt |
- De aantallen signalering, toeleiding, verwijzing en terugkoppeling, en de
waarneembere effecten. Het stadsdeel vraagt u het uiterste te doen em op alle
basisscholen een aanbod opvoedondersteuning te verzorgen. Mocht dat niet
lukken, dan dient u dat tussentijds en met redenen omkleed aan te geven. . |
Wij veronderstellen u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. |
Het dagelijks bestuur van het en
. Stadsdeel Noord, gemeente Amsterdam mj |
ja FE
nn en Ì
me ee Î 7 '
ON rars- DEPT id
Ne, Á r:drs;-HEB.PElbers drs. R. Post,
beco-sêcretaris \ voorzitter
$ 7 :
\
Bijlage: Pilot Wijkgericht Welzijnwerk
: Specificering van de vraag voor wijken Nieuwendam-Noord en Noord West.
Pilot wijkgericht welzijnswerk
Medio 2009 heeft het bestuur van Amsterdam-Noord een aanzet gegeven voor een
transformatieproces van het welzijnswerk in Amsterdam Noord. In januari 2010 heeft de
afdeling OSD een notitie! opgesteld met een meerjarig ontwikkeltraject voor het
wijkgerichte programmeren van het welzijnswerk. Dit ontwikkeltraject is ingegaan met de
zes budgetinstellingen: Doras, Combiwet, Solid, DOGK, SPIN en Welsaen. Doel is zowel
een inhoudelijke verschuiving als een verandering in de bedrijfsvoering. De ambitie is om
vanaf 2014 te werken met meerjarige wijkarrangementen voor de ondersteuning van
specifieke bewonersgroepen gericht op het bereiken van een van te voren benoemd
resultaat. Het vraagt om een ontwikkeling in het denken en doen van de instellingen en ;
van het stadsdeel zelf. Het vraagt ook om keuzes hoe en met wie dit te doen. In 2010 is
een start gemaakt in de twee pilotgebieden Noord West en Nieuwendam-Noord. De
ervaringen die we hier opdoen moeten helpen bij het maken van deze keuzes. |
In 2010 zijn in de pilotgebieden wijkanalysen uitgevoerd. De wijkanalysen geven inzicht in
de staat van de wijk en in de doelgroepen waar men zich op moet richten. Dit moet i
vertaald worden in een andere manier van werken: volgens Welzijn Nieuwe Stijl.
Er is voor gekozen om voor 2012 aan alle budgetinstellingen dezelfde vraag te stelien en En
niet te werken met één hoofdaannemer per wijk. Dit betekent niet dat aan u wordt |
gevraagd om op alle doelstellingen activiteiten voor te stellen. Per doelstelling zijn door de |
welzijnsinsteltingen zelf aangegeven wie hierin de natuurlijke partners zijn. Wij verwachten
bij uw voorstellen ten minste afstemming met deze partners. Het streven is om in de loop
van 2011 te komen tot een wijkarrangement waarin de activiteiten van de verschillende
instellingen op elkaar aansluiten en verwachten van u hiervoor actieve inzet en
afstemming met de andere budgetinstellingen.
Bij uw voorgestelde inzet voor de twee pilotwijken dient u ook rekening te houden met E
inzet in andere wijken. Het gebied Noord West is in verhouding tot andere wijken geen ij
aandachtswijk?. Er is voor de pilotwijken geen extra budget. We rekenen op uw expertise |
van de problematiek in de wijken in Noord om te komen tot een goede verdeling. |
Activiteiten |
Bijgevoegd vindt u de gebiedsgerichte doelstellingen voor de gebieden NoordWest en |
Nieuwendam-Noord. Deze zijn gebaseerd op uitgebreide wijkanalysen, welke in een
eerder stadium met u zijn gedeeld. Wij vragen van u om in uw activiteitenvoorstel de |
volgende aspecten te benoemen, welke hieronder verder worden toegelicht: i
… Beschrijving activiteit
= __ Buurt/straat/complex |
- Aansluiting op vraag en draagkracht van de doelgroep |
- Bijdrage aan de doelstellingen en maatschappelijke effecten |
- Hoe is het resultaat van de activiteit meetbaar gl
-__ Samenhang met andere partners in de wijk |
Benoemen gewenst resultaat: Maatschappelijke effecten, Doelstellingen en
Indicatoren. |
In de twee gebieden Noord West en Nieuwendam-Noord zijn wijkanalyses gedaan waar 4
aandachtspunten uit zijn gekomen. Deze aandachtspunten zijn bekeken in het licht van de
1 Op weg naar wijkgericht programmeren. De vernieuwing in het welzijnswerk in Amsterdam-Noord
2010-2014. :
? De aandachtswijken zijn
- Van de Pekbuurt
-__ Vogelbuurt! IJ plein
… __ Nieuwendam Noord en wijk de Kleine Wereld
- De Banne
1
maatschappelijke effecten? waar het stadsdeelbestuur zich voor inzet. Door effect-
indicatoren te benoemen maken we de gewenste maatschappelijke effecten meetbaar en
kunnen we volgen of de wijken op deze indicatoren vooruitgaan. We vragen het
welzijnswerk een bijdrage te leveren aan het berelken van deze maatschappelijke
effecten. In samenwerking met de budgetinstellingen zijn daarom per wijk doelsteliingen
geformuleerd. Om resultaten op deze doelstellingen meetbaar te maken zijn ook hier
indicatoren voor benoemd: resulfaat-indicatoren.
De keuze voor indicatoren is lastig en is vaak pragmatisch (het zijn de cijfers die
beschikbaar zijn} en niet altijd inhoudelijk. Er is voor nu gekozen om zoveel mogelijk
effect-indicatoren te gebruiken die O&S beschikbaar heeft. De resuitaat-indicatoren zijn
op meer inhoudelijke gronden benoemd, maar vaak in de praktijk lastig te meten, Of deze
indicatoren genoeg zijn om te sturen op resultaat moet zich in de praktijk gaan bewijzen
en maakt deel uit van de pilot,
In het subsidieverzoek beschrijft u hoe uw voorgestelde diensten en/of activiteiten
bijdragen aan de doelstellingen en aan de maatschappelijk effecten. Een activiteit kan |
bijdragen aan meerdere doelstellingen. Ook beschrijft u op welke manier de inzet!
activiteiten beoordeeld kunnen worden op het resultaat. Dit kunnen de benoemde
resultaat-indicatoren uit het wijkplan zijn, maar dit is niet noodzakelijk. Het gaat niet aleen
om het goed op papier zetten van de gewenste indicatoren, maar vooral ook om de
dialoog tussen opdrachtgever en opdrachtnemer. Deze wijkgerichte vraagstelling is hier
een eerste stap in.
Vraaggericht .
Activiteiten moeten aansluiten op de behoefte en draagkracht van de doelgroep. Per En
activiteit moet aangegeven worden hoe bewoners betrokken zijn of worden bij de tot stand
komen van een activiteit. Dit kan ook door te refereren aan onderzoek naar de behoefte
van de doelgroep of bijvoorbeeld tevredenheidonderzoek.
Samenwerking |
Het benoemen van doelstellingen waar we ons gezamenlijk op richten is een eerste stap
in het bundelen van inzet. Het is echter geen garantie voor samenwerking. Wel moet Di
duidelijk zijn dat een activiteit zijn plek heeft in een groter geheel van inzet door |
maatschappelijke partners (aanbieders van zorg, welzijn,sport, onderwijsinstellingen, |
woningcorporaties, politie, kerken en moskeeën, zelforganisaties en uitvoeringsafdelingen
van het stadsdeel). Geoffreerde activiteiten zullen beoordeeld worden op actieve Et
samenwerking en aansluiting met bestaande voorzieningen. Het moet in de offerte |
duidelijk zijn hoe de sameriwerking met anderen georganiseerd is. Wordt een activiteit |
uitgevoerd samen met andere partners? Hoe zijn partners betrokken bij de toeleiding naar |
sen activiteit of hoe is doorverwijzing geregeld? Een expliciete opgave is hierbij aandacht |
voor aansluiting op de eerste lijn. Bijvoorbeeld hoe zijn huisartsen betrokken bij of ii
aangesloten op een activiteit. |
Ontwikkelingen in de wijk Lj
Activiteiten dienen zo veel mogelijk aan te sluiten bij bestaande ontwikkelingen in de wijk.
Ontwikkelingen zijn benoemd in het wijkplan. Dn
Ô Maatschappelijke effecten zoals beschreven in de programmebegroting 2014,
2
Wijkplan Nieuwendam-Noord
Ontwikkelingen in de wijk
Activiteiten dienen zo veel mogelijk aan te sluiten bij bestaande ontwikkelingen in de wijk.
Voor de wijken in het gebied Nieuwendam-Noerd zijn dit:
- Wijkaanpak (Buurtuitvoeringsplan, stimuleren van bewonersinittatieven).
- Leefregels/ Vreedzame Wijk’.
- Zorgcentrum de Kimme ontwikkeling naar multifunctioneel centrum,
- Beter Samen (verbeterde aansluiting van welzijn op eerste lijns zorg).
Prioriteit 1: Jeugd 12-/12+
Aandachtspunt uit de wijkanalyse:
Nieuwendam-Noord wordt gekenmerkt door veel kinderen en het aandeel kinderen zal de
komende jaren nog stijgen. Veel kinderen groeien op in minimahuishoudens en/of
eenoudergezinnen. Ook het aandeel affachtonen gezinnen is groot. De jeugd scoort onder
het gemiddelde op school en het percentage VSV is hoog. Er is een gebrek aan passende
activiteiten voor jongeren, met name groep van 10-15 jaar. Onder jongeren is
toenemende criminaliteit, alcohol en drugsgebruik en agressie op straat.
Stadsdeel Amsterdam Noord streeft de volgende maatschappelijke effecten na:
es Vergroten van toekomstkansen van kinderen, ;
e Jongeren beschikken over een startkwalificatie.
e Jongeren gaan naar school of werken.
s Jongeren kunnen in een prettige, gezonde en moderne leeromgeving hun
talenten ontplooien. .
* Bewoners ervaren minder overlast door jongeren.
Effect-indicatoren |
— Gemiddelde Citoscore neemt toe van 535 punten naar 536 punten. EL
— Percentage voortijdig schoolverlaters verlaagd van 24% naar 22%. bj
— Aandeel bewoners wat overlast ondervindt van groepen jongeren op straat is |
gestabiliseerd (22%).
— Aandee! jeugdige verdachten ís afgenamen van 7,1% naar 6,8%.
Aan de welzijnsinstellingen vragen wij voor 2012 producten en activiteiten in :
Nieuwendam-Noord die gericht zijn op de volgende doelstellingen: Dj
A. Een bijdrage leveren aan het vergroten van ouderbetrokkenheid en
opvoedkundige vaardigheden van ouders.
Samenwerkingsverbanden: Combiwel, Doras en DOCK op ouders 12+
Spin, Combiwel en Doras gericht op ouders 12- Dt
Solid en Combiwel op ouderbetrokkenheid buurt
B. Kinderenfjongeren teren in een prettige, gezonde en moderne leer- en |
leefomgeving hun talenten en maatschappelijke vaardigheden te ontwikkelen.
Samenwerkingsverbanden: DGCK, Spin en Combiwel |
C. Bijdrage leveren aan het aanpakken van individuele problematiek onder |
: kinderen! jongeren. (alcehol- drugs gebruik, depressiviteit, criminaliteit,
kindermishandeling etc.)
Samenwerkingsverbanden: Spin, DOCK, Combiwel en Doras gericht op signalering
Doras en DOCK voorlichtingen alcohol- en drugsgebruik Dt
Resulfaaf-indicatforen
— Percentage doelgroepkinderen dat deelneemt aan de voorschool is toegenomen.
1 In Nieuwendam-Noord zijn leefregels opgesteld over omgangsvormen. De verwachting is dat in
Nieuwendam-Noord gewerkt gaat worden met de methodiek van de Vreedzame Wijk.
3
— Aantal gezinnen dat gebruik maakt van opvoedingsondersteuning is toegenomen.
— Percentage gezinnen dat cliënt is bij bureau Jeugdzorg gaat van 10% naar 9%.
— Meer kinderen/jongeren uit minimahuishoudens maken gebruik van activiteiten
gericht op talentontwikkeling.
Prioriteit 2: Minimahuishoudens
Aandachtspunt uit de wijkanalyse:
Op het gebied van werk en inkomen bijft de situatie in Nieuwendam Noord ongunstig.
Vergeleken met andere wijken in Noord en Amsterdam is er een relatief hoog aandeel
werklozen en een hoog aandeel minimahuishoudens. Nist alleen de armoede is een .
probleem, ook de cultuur die daerkij gepaard gaat baart zorgen: gebrek aan geld,
toekomst en levensvaardigheden, en een toenemende schuldenproblematiek.
Stadsdeel Amsterdam-Noord streeft de volgende maatschappelijke effecten na;
e _ Het aantal minimumhuishoudens neemt af.
e Inwoners van Noord komen niet in een sociaal isolement terecht.
s Meer bewoners van Noord bekend maken met fenomeen vrijwilligerswerk als
middel tot zelfontplooiing.
Effect-indicator |
— Het aandeel langdurige minimahuishoudens neemt af. |
Aan de welzijnsinstellingen vragen wij voor 2012 producten en activiteiten in
Nieuwendam Noord die gericht zijn op de volgende doelstelling:
Het verbeteren van de zelfredzaamheid van de minimahuishoudens, door .
versterking van maatschappelijke vaardigheden en verhogen van maatschappelijke Di
participatie. me
Samenwerkingsverbanden: Solid, Doras en Combiwel voor volwassenen
Doras en Dock voor jongeren Di
Resultaat-indicatoren : |
— Participatie vrijwilligerswerk is toegenomen onder minimahuishoudens. |
— Aantal deelnemers uit de doelgroep dat een participatietraject geslaagd heeft |
doorlopen. |
Prioriteit 3: Actief Burgerschap en sociale cohesie
Aandachtspunt uit de wijkanalyse:
Op leefbaarheid, sociale samenhang en tevredenheid met de buurt, scoort Nieuwendam-
Noord flink lager dan gemiddeld in Noord. Sloop en nieuwbouw, onzekerheid over de
eigen toekomst in de wijk bepaalt hoe men de wijk ervaart en de bereidheid om wel/niet te |
participeren. Er is geen wijkplatform. Het aantal actieve bewoners neemt af. Bewoners zijn
gericht op de ontwikkeling in fysieke woonomgeving. Als zij actief willen zijn, dan op
niveau van bijvoorbeeld hun trappenhuis. Het is van belang nieuwe groepen te betrekken
bij de wijk en meer bewoners te activeren (voor vrijwilligerswerk).
Stadsdeel Amsterdam-Noord streeft de volgende maatschappelijke effecten na:
se Meer mensen zijn actief als vrijwilliger; vrijwilligers en mantelzorgers voelen zich
ondersteund.
e Bewoners voelen zich veiliger en ervaren ook een verbetering van de objectieve ,
veiligheid. En
e Het aantal bewonersactiviteiten is toegenomen. :
Effect-indicatoren
— Gemiddeld rapportcijfer voor de tevredenheid met de buurt is gestegen (6,5 in
2008).
4
— Percentage bewoners dat vindt dat in de buurt prettig met elkaar omgaan is
gestegen van (34% in 2010).
— Gevoel van veiligheid is gestegen (subjectieve veiligheidsindex 104 in 2010).
Aan de welzijnsinstellingen vragen wij voor 2012 producten en activiteiten In
Nieuwendam Noord die gericht zijn op de volgende doelstellingen:
A. Bijdrage leveren aan dat meer bewoners actief zijn/worden in de eigen wijk (o.a. En
vrijwilligerswerk, mantelzorgers en maatschappelijke participatie).
Samenwerkingsverbanden: Solid en DOCK voor 12 — 23 jaar |
Solid, Combiwel en Spin voor volwassen bewoners
Solid, Spin en Combiwel voor 12-
B, Bijdrage leveren aan het verbinden van oude en nieuwe bewoners, met |
bijzondere aandacht voor kwetsbare bewoners. |
Samenwerkingsverbanden: _ Solid, Combiwel en Doras voor het aanbod
Spin als toeleveraar :
G. Bijdrage leveren aan het verbinden van jong en oud.
Samenwerkingsverbanden: Solid met Combiwel en Spin voor 12- en volwassenen
Combiwel, Solid met DOCK voor 12+ en volwassenen
Resultaat indicatoren
— Participatie vrijwilligerswerk Is toegenomen onder bewoners. |
— Aantal deelnemers aan buurtinitiatieven is toegenomen. gl
… Aantal nieuwe bewonersorganisaties dat zelfstandig functioneert ís toegenomen.
— Percentage nieuwe bewoners en jongeren dat deelneemt aan buurtactiviteiten Is Di
gestegen,
Prioriteit 4: Ouderen |
Aandachtspunt uit de wijkanalyse:
Nieuwendam Noord ís een transitiewijk. Sociale structuren en daarmee de sociale
controle nemen af. Kwetsbare ouderen raken hierdoor geïsoleerd.
Stadsdeel Amsterdam-Noord streeft de volgende maatschappelijke effecten na:
se Mensen met een beperking kunnen zo lang mogelijk zelfstandig wonen. |
e Inwoners van Noord komen niet in een sociaal isolement terecht. |
e Meer mensen zijn actief als vrijwilliger; vrijwilligers en mantelzorgers voelen zich
ondersteund. it
nm
Effect-indicatoren |
— Ervaren sociale cohesie onder doelgroep (geen cijfers van doelgroep)
—… Leefsituatie index (niet beschikbaar voor buurten en leeftijd) Sj
— Aantal zelfstandig wonende 75+ is toegencmen (niet op buurtniveau) : |
Aan de wekzijnsinstellingen vragen wij voor 2012 producten en activiteiten in |
Nieuwendam Noord die gericht zijn op de volgende doelstelling: DO
Tegengaan sociaal isolement en eenzaamheid van ouderen door:
- Bevorderen van kennis van de sociale kaarf voor ouderen bij bewoners en
professionals.
- Randvoorwaarden scheppen zodat deze kwetsbare bewoners gebruik kunnen
maken van bestaande of nog te creëren ontmoetingsmogelijkheden in de buurt.
- Sociaal netwerken opzetten en versterken rond ouderen.
„ __ Mantelzorgers van ouderen ondersteunen.
- __ Ouderen activeren (doen zelf vrijwilligerswerk)
Samenwerkingsverbanden: Solid, Doras en Combiwel voor volwassenen
: 5
Resultaat indicatoren:
— Meer mantelzorgers maken gebruik van ondersteuning.
— Percentage ouderen bij wie kennis over voorzieningen en regelingen is
toegenomen.
— Meer ontmoetingsactiviteiten opgezet in samenspraak met ouderen.
— Meer bewonersinitiatieven voor en door ouderen.
— Stijging aantal vrijwilligers dat zich inzet vaor kwetsbare ouderen.
— Percentage doelgroep dat zich eenzaam voelt is afgenomen.
È
ij
[
|
|
[
|
ö
Wijkplan Noord West :
Ontwikkelingen in de wijk
Activiteiten dienen zo veel mogelijk aan te sluiten bij bestaande ontwikkelingen in de wijk.
Voor de wijken in het gebied Noord West is dit:
De Vreedzame Wijk: |
Project Vreedzame school wordt ontwikkeld tot Vreedzame Wijk, met de volgende
speerpunten:
e Versterking van de omgangsvormen en een positieve attitude tegenover
verschillen.
e Vaardigheden in het omgaan met conflicten.
Prioriteit 1: Jeugd 12-/12+ |
Aandachtspunt uit de wijkanalyse: |
In Noord West zijn verschillende jongerengroepen, die soms voor overlast zorgen. De
groep 10-15 jarige wordt genoemd als extra risicovol als het gaat om gebruik van drugs
en alcohol. Kinderen op straat worden brutaler. De opvoedbereidheid van ouders en
omstanders is laag. Autochtoon en allochtonen jeugd mengt wel goed. Opvallend is de |
hoge schooluitval in de wijk Tuindorp-Oostzaan t.o.v. het Noordse gemiddelde. |
Stadsdeel Amsterdam-Noord streeft de volgende maatschappelijke effecten na:
s Vergroten van toekomstkansen van kinderen,
s Jongeren kunnen in een prettige, gezonde en moderne leeromgeving hun
talenten ontplooien
s Jongeren beschikken over een startkwalificatie.
e Jongeren gaan naar school of werken.
e Bewoners ervaren minder overiast door jongeren. En
Effect-indicatoren
- Percentage VSV in Tuindorp Oostzaan is afgenomen van 25% naar 22%. Lj
- Aandeel bewoners wat overlast ondervindt van groepen jongeren op straat blijft Lo
gelijk. ij
- Sociale vaardigheden en competenties zijn toegenomen (later meetbaar, na Dg
onderzoek Vreedzame Wijk). En
Aan de welzijnsinstellingen vragen wij voor 2012 producten en activiteiten in Noord | |
West die gericht zijn op de volgende doelstelling: Ei
A. Een bijdrage leveren aan het vergroten van ouderbefrokkenheid en ij |
opvoedkundige vaardigheden van ouders binnen de principes van de Vreedzame Ee
Wijk. EE
Samenwerkingsverbanden: Welsaen, Doras en DOGK op ouders 12+ Li
Spin, Welsaen en Doras gericht op ouders 12- Dn
Solid en Welsaen op ouderbetrokkenheid buurt
Dl
B. Kinderen/jongeren leren in een prettige, gezonde en moderne leer- en | |
leefomgeving hun talenten en maatschappelijke vaardigheden te ontwikkelen i:
binnen de principes van de Vreedzame Wijk. L
Samenwerkingsverbanden: DOCK, Spin en Welsaen
C. Bijdrage leveren aan het versterken van het zelforganiserend vermogen van
kinderen/jongeren.
Samenwerkingsverbanden: Spin, DOCK en Welsaen
D. Bijdrage leveren aan het aanpakken van individuele problematiek onder ;
_ kinderen! jongeren. (alcohol- drugs gebruik, depressiviteit, criminaliteit, :
kindermishandefing etc.)
Samenwerkingsverbanden: Spin, BOCK, Welsaen en Doras gericht op signalering
7
Doras en DOCK voorlichtingen alcohal- en drugsgebruik
Resultaatindicatoren:
— Aantal gezinnen dat gebruik maakt van opvoedingsondersteuning is toegenomen.
— Meer kinderenfjongeren uit rminimahuishoudens maken gebruik van activiteiten
gericht op talentontwikkeling.
—… Meer bewonersinitiatieven van jongeren.
— _Stijgina aantal opvoeders dat deelneemt aan activiteiten van hun kinderen.
Prioriteit 2: Actief Burgerschap en Sociale Cohesie
Aandachtspunt uit de wijkanalyse:
Als geheel is Noord West geen probleemwijk, maar vertoont wel een aantal risicopunten.
Het gebied is onder te verdelen in vier wijken met een eigen karakter. De bevolking is
overheersend autochtoon. Aan de andere kant is er een instroom van grote allochtonen
gezinnen. Bewoners zijn redelijk actief In de buurt en er is een groot verenigingsleven,
maar dit zijn vaak dezelfde, wat oudere mensen. De objectieve en subjectieve veiligheid is
niet onder het gemiddelde. Wel lijkt het gevoel van onveiligheid in de Molenwijk lager. In
Molenwijk is sprake van verloedering in de flats. :
Stadsdeel Amsterdam-Noord streeft de volgende maatschappelijke effecten na:
e Bewoners voelen zich veilig en ervaren ook een verbetering van de objectieve
veiligheid.
e Meer mensen zijn actief als vrijwilliger; vrijwilligers en mantelzorgers voelen zich
ondersteund.
e Het aantal bewonersactiviteiten is toegenomen. ,
Effectindicatoren En
-_ Gemiddeld rapportcijfer voor de tevredenheid met de buurt is niet verminderd. En
- Percentage bewoners dat vindt dat in de buurt prettig met elkaar omgaan is niet
verminderd. |
- Gevoel van veiligheid is niet verminderd.
- Percentage bewoners dat vindt dat in de buurt prettig met elkaar omgaan is niet |
verminderd, :
Aan de welzijnsinstellingen vragen wij voor 2012 producten en activiteiten in Noord |
West die gericht zijn op de volgende doelstelling:
Voor de wijken Tuindorp-Oostzaan en Molenwijk: hij elkaar brengen van vraag en
aanbod vrijwilligerswerk; kracht van nieuwe bewoners mobiliseren en verbinden
aan bestaande sociale netwerken.
Samenwerkingsverbanden: Solid, Combiwel, Welsaen en Daoras voor het aanbod
Spin als toeleveraar |
Resulitaat-indicatoren:
— Meer bewoners zijn actief als vrijwilliger.
— Erzijn meer sociale verbanden ontstaan.
— Meer deelname aan huurdercommissies, oudercommissies en buurtplatform door
nieuwe bewoners.
— Het aantal bewonersinitiatieven en activiteiten zijn toegenomen in aantal.
8
Prioriteit 3: Ouderen
Aandachtspunt uit de wijkanalyse: :
In Fuindorp-Oostzaan wonen relatief veel ouderen. Er is veel sociale controle en er zijn
veel sociale structuren. De woningen zijn klein en lastig aan te passen voor ouderen. In
Molenwijk zorgt instroom van nieuw bewoners voor verminderde sociale cohesie.
Allochtone ouderen participeren slechter door matige beheersing van de taal. Ouderen
maken onvoldoende gebruik van de activiteiten gericht op ontmoeting en de financiële
ondersteuning (of maatschappelijk werk).
Stadsdeel Amsterdam-Noord streeft de volgende maatschappelijke effecten na:
e Inwoners van Noord komen niet In een sociaal isolement terecht.
e Mensen met een beperking kunnen zo lang mogelijk zelfstandig wonen.
Effect-indicatoren
— Leefsituatie index (niet beschikbaar voor buurten en leeftijd).
— Aantal zelfstandig wonende 75+ is toegenomen (niet op buurtniveau). :
Aan de welzijnsinstellingen vragen wij voor 2012 producten en activiteiten In Noord
West die gericht zijn op de volgende doelstelling:
Het bereik van de informatie over voorzieningen verbeteren onder mensen met een
beperking en ouderen.
- Bevorderen van kennis van de sociale kaart voor ouderen bij bewoners en
professionals. Extra aandacht voor allochtone ouderen.
- Sociale netwerken versterken rond individuele kwetsbare ouderen.
Samenwerkingsverbanden: Solid, Doras en Welsaen
Resuitaatindicatoren:
— Meer mantelzorgers maken gebruik van ondersteuning.
— Percentage ouderen bij wie kennis over voorzieningen en regelingen is Ee
toegenomen. |
— Stijging aantal vrijwilligers dat zich inzet voor kwetsbare ouderen.
— Percentage doelgroep dat zich eenzaam voelt is afgenomen. EE
9
|
En En &
twel
versterkt welzijn
Stadsdeel Noord
t.a.v. Dagelijks Bestuur
Postbus 37608
1830 BB AMSTERDAM
Amsterdam, 18 juli 2011
Kenmerk: 5283,HZ.DD
Betreft: ____ vraagformulering 2012
Geacht bestuur,
In deze brief geef Ik weer wat ik in het bestuurlijk overleg op 12 juli j.l. zaan de heer Paqutay heb laten
weten, Ik vertelde hem dat ik, en mijn betrokken collega's evenzeer, zeer ontstemd ben naar
aanleiding van de vraagformulering die wij per brief op 1 juli jl. hebben ontvangen. De reden hiervan
is als volgt.
In 2010, tijdens de kennismaking met de belde portefeuillehouders Wmo, spraken wij de wederzijdse
intentie uit te komen tot een verbetering van de relatie waarbij wederzijdse transparantie en
partnerschap de centrale begrippen vormden. Beide lijken momenteel van de zijde van het stadsdeel
vergeten of opgezegd; ze ontbreken in leder geval, Wij werden op 24 mei j.l. uitgenodigd door
dezefde portefeuillehouders om de consequenties van de voorjaarsnota voor Combiwel te bespreken.
De niet mis te verstane en heftige consequenties die toen werden genoemd hebben we geaccepteerd, |
In de vraagformulering bleken deze echter deels verdubbeld (bijvoorbeeld de bezuiniging op het
volwassenenwerk en het beheer), deels met verrassingen aangevuld (een bezuiniging op het |
kinderwerk} en deels voorzien van lange termijn vooruitzichten die nag veel verdergaande |
consequenties hebben dan de bezuinigingen alleen (het accommodatiebeheer wordt over twee jaar ; |
aan eén andere organisatie gegund).
Als klap op de vuurpijl wordt ons een restant van een voor 2011 uitonderhandelde bezuiniging alsnog
voor 2012 voor de voeten geworpen.
. Over geen van deze maatregelen zijn wij vooraf geïnformeerd, noch heeft er een inhoudelijke
beleidsdialoog plaatsgevonden op basis waarvan inhoudelijke invulling aan de bezuinigingen gegeven |
kan worden. Wel blijken andere partijen intussen op de hoogte te zijn gebracht van voor hen positieve
consequenties van de maatregelen.
Vanwege het gevoel dat wij niet serieus genomen werden in onze inzet als partner zo goed mogelijk
bij te dragen aan het realiseren van de zware taakstellingen, sterker nog, het gevoel dat we
bedonderd worden, hebben we aangegeven ons te beraden op de consequenties hiervan voor het :
voortzetten van onze relatie met dit stadsdeel,
. Stichting Combiwel Amsterdem
Pestbus 95304
1690 HH Amsterdam
1.020.575 47 00
info @ombiwel.nl
verw. combiwel.n!
KvK 34125333
AN
Gombmwe
versterkt welzijn
4 |
Dit beraad heeft opgeleverd dat wij uiterlijk 15 augustus a.s. een offerte uitbrengen waarbij wij ans
echter niet:op de financiële kaders van de vraagformulering, maar op de gegevens zoals ons die op 24
mei j.l. gepresenteerd zijn zullen baseren.
Í
Ik verwacht u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Met wendflijke groet,
iÁ
Li
IA
J. Zuivel; \ \
directeur/béstuurder
CC: Mw, \ de Groot, Mw. M. van t Hof, Mw. 1. Viskil 7 .
\
Stichting Combiwel Amsterdam
Postbus 95304
1090 KH Amsterdam
1. 020-575 47 00
[email protected]
wv combiwel.nl
Kvk 14126333
Sombrwel _—
versterki welzijn
AANTEKENEN
Stadsdeel Noord
t.a.v, Dhr. W. Paquay en Mw. C, van Berkum
Postbus 3/608
1030 BB Amsterdam
Amsterdam, 13 september 2011
Kenmerk: 5380 HZ.JD |
Betreft: vraagformulering en offerte 2012
Geachte heer Paquay en mevrouw Van Berkum, |
Í
Inmiddels alweer twee maanden geleden spraken wij elkaar over de vraagformulering die wij |
ontvingen voor 2012. Wij spraken ons ongenoegen daarover uit tegen de heer Paqtay en |
formuleerden die op verzoek daags erna ook schriftelijk. Verder spraken wij af dat de heer Paquay op
korte termijn telefonisch contact op zou nemen om een reactie en vervolgstappen op het gesprek te
bespreken. Tot onze verbazing en ongenoegen hebben wij tot op heden geen enkele reactie van uw |
kant ontvangen.
In de tussentijd hebben wij een maand geleden onze offerte voor 2012 onder specifieke voorwaarden E
uitgebracht. Wij willen u dringend verzoeken op zeer korte termijn met ons hierover in gesprek te |
daan. De uitgebrachte offerte vraagt specifieke maatregelen van onze kant; als we het eens worden it
over de opdracht door 2012, maar vooral als we het er niet over eens worden. Wij zijn reeds En
begonnen met defhoodzakelijke voorbereidingen hiervoor en als we nog lang op uitsluitsel moeten Ee
wachten zullen deze omgezet worden in onomkeerbare maatregelen met forse consequenties zowel E
voor Combiwel als voor het stadsdeel. me
L |
Ik verwacht dat jude urgentie van vervolgoverleg onderkent en een afspraak met ons maakt. En
Met vriendelijke gro en .
Úi m
J. Zuiver, d
Directeur/bestltrder
CC: Mw. M, de dee Mw. M. van ’t Hof, Mw. 1. Viskil
Stichting Combiwel Amsterdam |
Postbus 25304 i
1990 HH Amsterdam ;
t 020-575 47 00
[email protected]
wurss.combiysel.nl :
Kvk 34126233
versterkt welzijn
Stadsdeel Noord
t.a.v. Dagelijks Bestuur
Postbus 37608
1030 BB Amsterdam
Amsterdam, 26 september 2011 |
Kenmerk: 5396, HZ.MR
Betreft: offerte kinderwerk en volwassenenwerk 2012
Geacht bestuur, |
Nadat ik portefeuillehouders Van Berkum en Paquay vorige week verzocht met spoed alsnog contact
met ons op te nemen over onze reactie op de vraagformulering voor 2012, ontving ik enkele dagen
geleden uw brief waarin ons verzocht wordt de offerte 2012 uiterlijk 1 oktober a.s. opnieuw in te |
dienen. Uitgangspunt blijft volgens u de vraagformulering, ondanks dat wij in juli aangaven de gang
van zaken hieromtrent onfatsoenlijk te vinden. Die mening zijn wij nog steeds toegedaan.
Wij verzochten om een bestuurlijk overleg om hierover in gesprek te kunnen. Dit verzoek is niet |
gehonoreerd. Daarom zie ik mij genoodzaakt u nu per brief te melden dat wij een deel van de
opdracht uit de vraagformulering niet in de herziene offerte op zullen nemen. Dit betreft het |
accommadatiebeheer, Uit de vraagformulering blijkt dat Combiwel niet alleen fors zou moeten E
bezuinigen op het accommadatiebeheer, maar het bovendien na enige tijd aan Welsaen over zou Ee
moeten dragen. Dat heeft ons doen besluiten deze opdracht niet uit te willen voeren. Dit geldt |
overigens ook voor andere stadsdelen in Amsterdam; het feit dat diverse stadsdelen het LO
accommodatiebeheer zelf uit gaan voeren heeft bijgedragen tot het besluit geen accommodatiebeheer |
meer uit te voeren. Het verbreken van de subbsidierelaties middels de zogeheten ‘nulbrieven’ biedt ons |
hiervoor de mogelijkheid. a
Voor het vertalen van de andere bezuinigingsopdrachten naar een passende offerte voor 2012 | |
verzoeken wij alsnog om een bestuurlijk overleg met een beleidsdialoog conform de subsidieregels. |
Wij gaan ervan uit dat het stadsdeel ideeën heeft over de manier waarop bezuinigd moet worden en
die vernemen wij graag alvorens een nieuwe offerte uit te brengen. |
Ook zouden we het dan graag met u hebben over de overdracht van onze beheermedewerkers aan de |
partij die de opdracht wel uit gaat voeren. |
Ik zie dan ook uit naar een uitnodiging voor dit overleg, temeer daar de heer Paquay dit ons tijdens i
het gesprek van 12 juli j.l. toegezegd heeft en dit tot nu toe niet heeft plaatsgevonden. i
Met vriendelijke groet,
df .
J. Zuiver,
Directeur/bestuurder
Stichting Combiwel Amsterdam
Pastbus 95304 :
CC: Mw. M. de Groot, Mw. M, van ‘t Hof, Mw, 1. Viskil 1090 HH Amsterdam
1. 070-575 47 00
info @ combiwel.nl
wvw.combiwel.nf .
KvK 34126333
| Raadsadres | 18 | train |
X Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Amendement
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 870
Publicatiedatum 15 oktober 2014
Ingekomen op 9 oktober 2014
Ingekomen in raadscommissie AZ/FIN
Te behandelen op 5/6 november 2014
Onderwerp
Amendement van het raadslid de heer Nuijens inzake de begroting voor 2015
(benutten van braakliggende terreinen).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de begroting voor 2015;
Overwegende dat:
— de raad heeft ingestemd met een initiatiefvoorstel van GroenLinks en SP over
het beter benutten van braakliggende terreinen voor tijdelijke functies;
— braakliggende terreinen vele kansen bieden voor tijdelijke invulling voor groen,
stadslandbouw, ontmoeting, en andere door buurten en bewoners gewenste
functies;
— Amsterdam vele plekken kent, zoals de Almatuin aan de Zuidas, waar bewoners,
gemeente, organisaties en eigenaren door goed overleg prachtige (tijdelijke)
initiatieven initiëren, faciliteren en ondersteunen,
Besluit:
— op pagina 220 van de begroting 2015 in tabel 6.9.4 Doelenboom en indicatoren,
onder indicator doelen een punt 4 toe te voegen:
‘Braakliggende terreinen worden zoveel mogelijk benut voor (tijdelijke) functies’;
— als streefwaarde toe te voegen dat in 2015 gestreefd wordt naar een (tijdelijke)
invulling van 80% van de Amsterdamse braakliggende terreinen of terreintjes.
Het lid van de gemeenteraad,
J.W. Nuijens
1
| Motie | 1 | discard |
M Stadsdeel Zuid
Stadhuis Amstel 1 Toezeggingen
1011 PN Amsterdam 2 Stand van zaken op: 24-10-2011
Postbus 202 x a an zaken op:
1000 AE Amsterdam Z
Toezeggingen commissie LO
Volg . Datum se os:
nr. Regnr. Fractie ingediend Pfh. Onderwerp Omschrijving Toelichting Vervaldatum
1 TA2011- fractie 2010/12/07 de Toezegging Pfh. zegt toe de commissie op de hoogte te houden Pfh. houdt de commissie middels een 31-12-2011
000029 PvdA 00:00:00 Vries _Zorgtuin/Hortus van de stand van zaken m.b.t. de Zorgtuin/Hortus. brief op de hoogte. Píh. heeft de datum
van afhandeling verschoven van het
derde naar het vierde kwartaal 2011.
2 TA2011- PvdA 2011/10/11 Blaas Toezegging Pfh. gaat informeren bij Waternet wat de stand van 8-11-2011
000053 00:00:00 Afmeerbeled zaken is m.b.t. het weghalen van wrakken. Hij komt
hier mondeling op de eerst volgende
commissievergadering LO op terug
3 TA2011- PvdA 2011/10/11 Blaas Toezegging Portefeuillehouders zeggen toe bij iedere onderwerp 8-11-2011
000054 00:00:00 Termijnagenda op de termijnagenda een motivering en een
streefdatum aan te geven.
4 TA2011- SP 2011/10/11 de Toezegging Opstart _Pfh. zegt toe een overzicht van alle projecten en het 31-3-2012
000052 00:00:00 Vries Van Gogh museum masterplan aan de commisie te doen toekomen.
Gemaakt met gegevens uit Andreas
| Agenda | 1 | discard |
Termijnagenda stadsdeelcommissie Noord
Datum Invulling Onderwerpen
2021 \ vergadering
10-mrt- = Adviesaanvraag Projectnota Banne Noord
2021 - Bomenkap en -herplant (geagendeerd door Canan Uyar)
- AV Projectnota Klaprozenweg Noord
2021 \ vergadering
Me
2021
2021 | vergadering
Aere
2021
2021 \ vergadering
Si) jee
2021 stelsel 2022/2026.
Si
2021
2021 \ vergadering
El
2021
vergadering
mmm
2021 \ vergadering
23-jun-
SB
30-jun- | Geen n.v.t.
BEAN
ZE
Eme
2021
1 sep- | Geen
Biene |
B
2021
Em |
2021 | vergadering
EE
2021
a
2021 |vergadering |
EI]
en
2021t | vergadering
Sl
2021t
SEL vermeng |
2021 \ vergadering
Sil
2021
Pa |
2021 \ vergadering
Si
2021
en |
2021 | vergadering
al
2021
Ba |
2021 \ vergadering
22 dec-
OM
EL
2022
19 jan- Geen
Sherman |
26 jan-
RE
BOR)
nd
vergadering
2022
Ee |
2022 | vergadering
MN
2022
Sg |
2022
Nog niet ingeplande onderwerpen:
TEE le Datum Onderwerp EEC Bijzonderheden
16-okt | Verloedering straatbeeld Canan Uyar, Dennis
| Peper mee |
n.n.b. [n.n.b. Participatie Nicoline van der Voorgesteld in
eer pes PP [Forecananar [SBC trvzors
n.n.b. [n.n.b. Gevaarlijke kruispunten in NoordWest | Régine Anmuth,
Dennis Overweg
n.n.b. [n.n.b. Meer sportmogelijkheden in Noord Canan Uyar, Dennis |In samenwerking
Overweg, Fatin met Robert
Bouali & Peter Klinkenberg (Stem
Willing van Noord).
n.n.b. [n.n.b. Culturele locatie Hamerstraatgebied Canan Uyar, Dennis
Overweg
n.n.b. [n.n.b. Toegankelijkheid van Noord voor Fatin Bouali, Dennis
mensen met een beperking/ Overweg, Paul
toegankelijkheid van stoepen Scheerder & Niels
Ras
Evaluatie bestuurlijk stelstel Esther Lagendijk
Ambitiedocument Cultuur in Noord Esther Lagendijk
Buurtbudgetten 2021-2022 Esther Lagendijk
Ambitiedocument Sport in Noord Esther Lagendijk
n.n.b. [n.n.b. (Vervolg) Verbinding Zeeburgereiland Voorgesteld door
- Eerst een technische sessie, twee Tanja Heringa.
weken later de daadwerkelijke Precieze datums
adviesbehandeling. hangen af van
verloop
besluitvormingspr
oces. Verwacht:
na zomerreces
Werkbezoeken:
Jaar Datum Onderwerp Trekker Bijzonderheden
Only Friends A
12-jul [n.n.b. Bezoek opvanglocatie
Dwergvinvisstraat 69-75
n.n.b. [n.n.b. Sixhaven Canan Uyar & Wijbe
Langeveld
|
| Agenda | 3 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 428
Publicatiedatum 25 juni 2014
Ingekomen onder E
Ingekomen op woensdag 11 juni 2014
Behandeld op woensdag 11 juni 2014
Status Ingetrokken
Onderwerp
Motie van de raadsleden mevrouw De Heer en mevrouw Roosma inzake
de jaarrekening 2013 van de gemeente Amsterdam (inkoopmonitor).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de jaarrekening 2013 van de gemeente Amsterdam
(Gemeenteblad 2014, afd. 1, nr. 396);
Constaterende dat:
— er in de verschillende bezuinigingsoperaties zoals Inzet op Herstel 1 en 2 en
1-Stad-1-Opgave bezuinigd is op inkoop;
— uitde jaarrekening en het generaal verslag van de ACAM blijkt dat er nog veel
problemen zijn met aanbestedingen door de gemeente;
— door de vele nieuwe taken er nog veel meer inkooptaken bij komen voor de
gemeente;
— gezien de hervormingsagenda de verwachting is dat onderhandelende partijen
nieuwe bezuinigingen gaan voorstellen op inkoop om nieuwe plannen te
financieren;
— onduidelijk is wat er nu precies onder inkoop wordt verstaan;
Overwegende dat:
— de overheid zo efficiënt mogelijk moet werken en onnodige kosten moet
tegengaan;
— inkoop een geschikte post lijkt om op te bezuinigen omdat het de Amsterdammer
niet direct raakt;
— bezuinigingsvoorstellen wel reëel moeten zijn,
1
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteraad
Nummer 428 Moti
Datum _ 25 juni 2014 otie
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— de raad zo snel mogelijk een overzicht te sturen van de uitgaven op inkoop en
de verdeling ervan over de verschillende posten en diensten/rve’s;
— de raad een halfjaarlijkse update te geven van de (financiële) ontwikkelingen met
betrekking tot inkoop.
De leden van de gemeenteraad,
À.C. de Heer
F. Roosma
2
| Motie | 2 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2018
Afdeling 1
Nummer 223
Datum indiening 29 september 2017
Datum akkoord 16 februari 2018
Publicatiedatum 19 februari 2018
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Van Lammeren inzake de uitvoering
van de pilot voor “Een groen Sloterdijk”.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragensteller:
In december 2016 heeft de Amsterdamse gemeenteraad ingestemd met het plan om
de betonnen pijlers onder de spoorwegen bij Sloterdijk te laten begroeien met klimop.
In een pilot worden vier pijlers vergroend. De fractie van de Partij voor de Dieren heeft
geruchten gehoord dat de uitvoering van de pilot “Een groen Sloterdijk” vertraagd is
en is daarom benieuwd naar de stand van zaken.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Van Lammeren, namens de fractie van
de Partij voor de Dieren, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor
de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van
burgemeester en wethouders gesteld:
1. Wat is de stand van zaken en planning met betrekking tot de uitvoering van
de pilot “Een groen Sloterdijk”?
Antwoord:
September 2017 is rondom vier kolommen van ProRail in het Sloterdijk gebied
klimopbeplanting aangeplant. Deze aanplant is de uitvoering van de pilot om te
onderzoeken hoe klimbeplanting zich onder de diverse viaducten van het
stationsgebied Sloterdijk ontwikkelt. In het plan van aanpak is afgesproken om na
een plantseizoen (dus oktober 2018) de pilot te evalueren en afhankelijk van het
resultaat, te besluiten of klimbeplanting in deze omstandigheden zich goed
ontwikkelt en op meer plaatsen en onder gelijke condities, zowel in Sloterdijk als
Amsterdam, toegepast kan worden.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris J.J. van Aartsen, waarnemend burgemeester
1
| Schriftelijke Vraag | 1 | train |
> < Gemeente Raadsinformatiebrief
Amsterdam
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 25 mei 2023
Portefeuille(s) Evenementen
Portefeuillehouder(s): _ Touria Meliani
Behandeld door Stedelijk Evenementenbureau
Onderwerp Vernieuwing evenementenbeleid
Geachte leden van de gemeenteraad,
Amsterdam staat aan de vooravond van een wezenlijke vernieuwing van het evenementenbeleid.
De komende tijd zal de gemeente de noodzakelijke vernieuwing in gang zetten, met als
uiteindelijk doel een breed en gevarieerd evenementenaanbod dat aansluit bij de behoeften van
alle Amsterdammers. In deze brief neem ik u mee in de doelstellingen van het college met
betrekking tot het nieuwe evenementenbeleid en schets ik wat daarvoor nodig is.
Evenementen, groot of klein, voegen op veel manieren iets toe aan de stad, door bij te dragen aan
belangrijke doelstellingen op het gebied van cultuurparticipatie, sociale cohesie, economie,
levendigheid en het versterken van kernwaarden van de stad. Voorwaarde daarbij blijft dat de
impact van die evenementen voor omwonenden acceptabel is en dat de voordelen van
evenementen opwegen tegen de nadelen. In het proces om tot het genoemde nieuwe beleid te
komen, is het belangrijk dat we nauw samenwerken met de stadsdelen en alle andere partijen —
omwonenden, bezoekers, organisatoren, experts en andere belanghebbenden — goed betrekken
door vooraf om input en ideeën te vragen. Alleen zo kunnen we ervoor zorgen dat het nieuwe
beleid ook draagvlak heeft.
Over evenementen en het nieuwe beleid is de afgelopen jaren veel gezegd en geschreven, ook in
de gemeenteraad. Begin vorig jaar hebben de raad en de leden van de raadscommissie Algemene
Zaken een brief van de burgemeester gekregen over gewenste beleidswijzigingen. Sinds het
aantreden van het nieuwe stadsbestuur is de portefeuille Evenementen grotendeels belegd bij mij
als wethouder Evenementen. Uitzondering vormen de onderdelen vergunningen, toezicht en
handhaving (VTH) en openbare orde, die de bevoegdheid zijn van de burgemeester en van de
stadsdeelbestuurders met VTH in hun portefeuille. Als wethouder Evenementen én Kunst en
Cultuur hecht ik eraan om samen met de bestuurders van de stadsdelen ook een inhoudelijke
invulling te geven aan het beleid, door de doelstellingen en de werkwijze voor evenementen
breder te verbinden met die van kunst en cultuur, jeugd of bijvoorbeeld sociale cohesie en
identiteit. Zo komen we tot een levendige en aantrekkelijke stad waar nog meer Amsterdammers
van kunnen profiteren.
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum g mei 2023
Pagina 2 vang
Veel betekenis voor de stad
Nadat het coronavirus twee jaar lang bijna alle evenementen in de stad onmogelijk maakte,
kunnen we sinds vorig jaar weer genieten van al het moois dat ze te bieden hebben. Hoezeer
evenementen gemist werden, hebben we gezien aan de uitbundige viering van de Pride in 2022.
Eindelijk kleurde Amsterdam weer roze met een botenparade, straatfeesten en tal van
inhoudelijke activiteiten in verschillende stadsdelen. In die twee jaar zonder Pride is vooral voor de
gemeenschap voelbaar geweest hoe belangrijk het evenement is, als plek van ontmoeting,
manifestatie van zichtbaarheid en diversiteit, en als moment van protest tegen ongelijkheid en
discriminatie. Aandacht voor alle doelstellingen en van alle doelgroepen, zowel in het hart van de
stad als in andere stadsdelen, is een levensader voor de gemeenschap. En dit jaar vieren we de
Queer & Pride Amsterdam nog uitbundiger en met nog meer aandacht voor diversiteit en inclusie.
En een paar maanden geleden vierden tienduizenden Amsterdammers (en bezoekers) samen
uitbundig het begin van 2023 op het Museumplein, bij het Amsterdamse aftelmoment. Twee
dagen later volgde nog een (door de harde wind uitgestelde) prachtige vuurwerk- en droneshow
bij de A'dam Toren. Die stedelijke nieuwjaarsvieringen waren veel drukker bezocht dan verwacht.
Het was een duidelijk signaal dat veel Amsterdammers graag zo oud en nieuw vieren.
Het zijn voorbeelden die laten zien wat evenementen kunnen toevoegen aan de stad: elkaar
ontmoeten en samen vieren op Koningsdag, zoals op het Bredewegfestival of de kindervrijmarkt
in het Vondelpark; solidariteit met en aandacht voor de strijd van Ihbtig+ — en het vieren van
zwaarbevochten, maar kwetsbare verworven vrijheden die nooit vanzelfsprekend mogen — tijdens
de Pride en Milkshake; En een nieuwjaarsviering met tienduizenden bezoekers op het
Museumplein die bijdraagt aan een feestelijk en veilig verloop van de jaarwisseling. Voorbeelden
als deze, maar ook nog vele anderen zoals Het Sluis- en Bruggenfeest in Weesp, de buurtcampings
op verschillende plekken in de stad, het Wilde Woorden festival, de marathon, de intocht van
Sinterklaas op IJburg, een nieuw elektronisch muziek festival NO ART, Pluk de nacht op Stenen
Hoofd of de Nieuwjaarsduik in de Sloterplas, ze kunnen dienen als een inspiratie, zijn voor wat
Amsterdam wil en kan met evenementen.
Een nieuwe kijk
De afgelopen twintig jaar hebben we grofweg twee stromingen gezien. Bij de opkomst van de
grote buitenevenementen, midden jaren ‘go, hield de houding van de gemeente het midden
tussen het stimuleren ervan (vooral als onderdeel van een strategie voor stedelijke ontwikkeling,
economische en culturele activiteit) en het faciliteren van een veilig en ordelijk verloop. Het doel
was om duizend bloemen te laten bloeien en zo te zorgen voor levendigheid in de stad. Het
resultaat was een groot en gevarieerd aanbod van veel vernieuwende en gewaardeerde
evenementen. De rol van de gemeente was louter om ze te toetsen op veiligheid.
Na een snelle groei van vooral het aantal grote muziekevenementen ontstond weerstand. De
uitbundige bloei van die duizend bloemen had namelijk een keerzijde: Amsterdam werd
overwoekerd. Vooral in de jaren na de economische crisis van 2008 was de stad snel gegroeid,
waardoor openbare ruimte steeds schaarser werd en met steeds meer mensen moest worden
gedeeld. In die drukke, steeds verder verdichtende stad hadden steeds meer Amsterdammers last
van evenementen en werd de roep om maatregelen steeds luider. In 2018 is nieuw
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum g mei 2023
Pagina 3 vang
evenementenbeleid ingevoerd, dat normen stelde voor geluid en het gebruik van de openbare
ruimte, en ook grenzen stelde aan het aantal grote (muziek)evenementen. Ook op het gebied van
mobiliteit en crowd management, veiligheid, duurzaamheid en ruimtegebruik werden nieuwe,
strenge regels ingevoerd.
Wie nu kritisch kijkt naar evenementen in Amsterdam, moet constateren dat het resultaat van al
die ontwikkelingen een gemengd beeld geeft. Enerzijds gaat er veel goed: evenementen in
Amsterdam zijn streng gereguleerd en de uitvoering vindt over het algemeen op hoog niveau
plaats, waardoor de overlast zoveel mogelijk wordt beperkt . Amsterdam heeft door de jaren heen
een indrukwekkende line up van grote (muziek)evenementen die populair zijn, ook buiten
Nederland. De creatieve (muziek)sector die erachter zit, is een belangrijke motor van
economische, creatieve en culturele ontwikkeling en draagt bij aan de aantrekkingskracht van
Amsterdam als vestigingsstad.
Anderzijds kan ook veel beter. Door alle regels zijn hoge drempels ontstaan voor het organiseren
van evenementen, waardoor dat in toenemende mate is voorbehouden aan een kleine groep
professionals: veelal partijen die al jaren actief zijn in de stad en de beschikbare ruimte bijna
volledig gebruiken. De strenge eisen en de hoge kosten werken schaalvergroting en prijsstijgingen
in de hand: om uit de kosten te komen moeten veel, dure kaartjes worden verkocht. Het gevolg:
voor sommige doelgroepen zijn die evenementen onbetaalbaar en voor nieuwe ideeën, nieuwe
organisatoren en concepten gericht op andere (minder kapitaalkrachtige) doelgroepen, is te
weinig ruimte. Ook zorgen de steeds grotere evenementen voor meer hinder en overlast.
Daarom is het tijd voor een nieuwe koers waarbij voorop komt te staan wat evenementen kunnen
brengen voor de stad. Veiligheid en beheersbaarheid blijven ook in het nieuwe beleid een
voorwaarde en uitgangspunt, maar we gaan daar bovenop als stad bewust kiezen en
programmeren, zodat we evenementen krijgen die op velerlei manieren een positieve bijdrage
leveren aan het wonen en leven in de stad. Precies zoals we dat al jaren doen met het
programmeren en ondersteunen van kunst en cultuur in de stad, en bij voorkeur op zo'n manier
dat evenementen en kunst en cultuur elkaar aanvullen en versterken. Het gesprek over de impact
van evenementen op de omgeving zal ook worden gevoerd, maar wel meer in relatie tot wat een
gevarieerder en divers aanbod van evenementen voor Amsterdammers kan brengen. De openbare
ruimte is immers van ons allemaal, de keuze om die beschikbaar te stellen voor een evenement
moet niet alleen worden gebaseerd op de vraag of het evenement veilig en goed georganiseerd is,
maar ook op de vraag wat dat evenement de stad brengt. Daarbij is het van groot belang dat we
partijen vroeg betrekken en vragen om input en ideeën, met als uiteindelijk doel een duidelijke
Amsterdamse visie op evenementen en helder, constructief stedelijk beleid, met ruimte voor
lokale accenten en inkleuring.
Doelstellingen nieuw beleid
De komende periode zullen we op meerdere vlakken tegelijk werken aan nieuw
evenementenbeleid. We onderscheiden daarbij vijf hoofddoelstellingen:
1. De basis: het uitwerken van een duidelijke visie.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum g mei 2023
Pagina 4 vang
De afgelopen jaren is er veel beleid gemaakt om evenementen in goede banen te leiden.
Maar het verhaal, de gedachte erachter, ontbreekt. Een duidelijke visie is nodig als basis
voor het nieuwe beleid, om de komende jaren goede en consistente keuzes te kunnen
maken. Die visie op evenementen legt duidelijke verbanden naar andere beleidsdoelen.
Met Kunst en Cultuur bijvoorbeeld: evenementen zoals het Huiskamerfestival of de
Bijlmerbios stimuleren de cultuurparticipatie. Maar evenementen kunnen als
ontmoetingsplek, vrijplaats voor muziek en cultuur of als sportevenement ook bijdragen
aan leefbaarheid, sociale cohesie, gezondheid en stedelijke ontwikkeling, juist ook in de
stadsdelen met meer kwetsbare bewoners, door te programmeren voor bewoners daar.
De visie gaat duidelijk maken wat Amsterdam wil bereiken met evenementen, en hoe
daar te komen. De visie omvat het stedelijke gewenste toekomstbeeld en biedt
tegelijkertijd nadrukkelijk ook ruimte voor inkleuring vanuit stadsdelen, met name als het
gaat om het programmeren van locaties. De benodigde instrumenten in het verlengde
van deze visie zullen goed worden omschreven: dat zijn deels nieuwe instrumenten, zoals
een werkwijze die nodig is om de locaties voor de grootschalige evenementen toe te delen
aan organisatoren (een schaarse vergunning), maar ook bestaande instrumenten als het
locatiebeleid, geluidsbeleid en duurzaamheidsbeleid. Een voorwaarde is dat deze visie
gedragen wordt en de bijbehorend beleid wordt begrepen. Dat zullen we doen door met
geïnteresseerden en betrokkenen in gesprek te gaan in zowel breed toegankelijke
openbare stadsgesprekken als gericht en geconcentreerd in gesprekken met experts en
direct belanghebbenden en/of rondom locaties.
2. Stimuleren en ondersteunen
Stimuleren en ondersteunen kan ten eerste door het verlagen van drempels om een
evenementen te organiseren. Dat geldt in het bijzonder voor de buurtevenementen.
Kleinschalige buurtevenementen hebben een belangrijke rol in de haarvaten van ons stad
omdat ze gelegenheid bieden samen te vieren en de eigen woonomgeving te beleven. Het
zorgt voor sociale cohesie, het brengt plezier en biedt ook kansen voor jong en oud zich te
uiten en te ontwikkelen. Vanwege dit belang heeft dit college de hoogte van de leges in de
categorie tot 250 bezoekers teruggebracht naar een acceptabel niveau. Bovendien zal in
2023 geëxperimenteerd worden met vergunningvrije evenementen voor deze categorie.
Innovatie en stimulans voor vernieuwing, ontwikkeling en experimenten in het aanbod en
uitvoering van evenementen kunnen we als stad ondersteunen en aanjagen. Dat kunnen
wij doen door jonge talenten of nieuwe organisatoren een kans te geven, door actief te
werven en te zoeken naar concepten die nieuwe lokale doelgroepen aanspreken, door
ruimte te reserveren voor nieuwe titels op de evenementenkalender, en door subsidie of
andere ondersteuning. De huidige subsidieregeling in het kader van het
evenementenfonds biedt op dit moment al kansen voor nieuwkomers, maar het is van
belang de mogelijkheden daartoe nog eens goed te evalveren. Op dit moment gaat het
grootste deel van de beschikbare subsidie uit het evenementenfonds steeds naar dezelfde
evenementen. Vraagt dat om meerjarige toekenning? Maar ook: Blijft er als gevolg van
inflatie en stijgende kosten nog wel genoeg over voor vernieuwing? Daarnaast vergen
unieke Amsterdamse concepten zoals Queer & Pride om beleid op basis waarvan schaarse
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum g mei 2023
Pagina 5 vang
subsidie op een transparante manier kan worden toegekend. Dat zal in de toekomst
wellicht ook moeten gebeuren voor andere evenementen, waar meerdere partijen zich
melden voor de organisatie.
3. Balans tussen levendigheid en leefbaarheid
Amsterdam moet ook opnieuw in gesprek over de ruimte die we vrijmaken voor
evenementen. Dat is een gesprek over de juiste balans: Aan de ene kant moet de impact
van evenementen op de omgeving acceptabel zijn. Maar aan de andere kant willen we ook
genoeg ruimte in de stad overhouden om evenementen te kunnen programmeren die
voorvoor een levendige en aantrekkelijke stad zorgen . Concreet betekent dit dat we het
gesprek moeten voeren over wat een redelijke belasting is. Dat kan op stedelijk niveau:
wat zou voor alle Amsterdammers gelden als een redelijke belasting? Wat hoort bij wonen
in de stad? Wat kan ook echt niet? Hoe kunnen we zo goed mogelijk spreiden, waar
houden we rekening mee, hoe kunnen we de belasting beperken? De stedelijke
uitgangspunten die we nu hanteren zullen worden geëvalveerd en ook getoetst op de
middellange termijn ontwikkelingen, niet alleen in de stad, maar ook in MRA verband.
Het college ziet graag een breed artistiek inhoudelijk aanbod voor iedereen, toegespitst
naar het profiel van een stadsdeel, de wijk of de locatie, met een aanvaardbare impact op
de omgeving. Over de manier waarop dit kan en de wijze waarop het zoveel mogelijk
effect heeft in de beleving van bewoners en bezoekers, zou een open dialoog moeten
plaatsvinden en goede voorbeelden zouden navolging moeten krijgen. Dit gesprek
kunnen partijen — ondernemers, bewoners, bezoekers, onder regie van de stadsdelen en
met hulp van het Stedelijk Evenementenbureau — uitstekend met elkaar voeren en zo
nodig viteindelijk vertalen in (nieuwe) locatieprofielen. Daarbij streeft het college
nadrukkelijk naar een goede balans tussen een programmering die ook bewoners uit de
omgeving aanspreekt, en ruimte voor evenementen die maar op een beperkt aantal
plekken in de stad georganiseerd kunnen worden en die een bredere doelgroep
aanspreken van vooral (maar niet uitsluitend) jongeren vit de hele stad.
Om te komen tot die juiste balans tussen stedelijke programmering van evenementen die
iets toevoegen aan het culturele (nacht)leven in de stad, en evenementen die ook
omwonenden aanspreken, is een goede samenwerking tussen de stad en de stadsdelen
onontbeerlijk. Ik wil graag de expertise op lokaal niveau en het netwerk en de relatie van
de stadsdelen gebruiken om alle Amsterdammers goed mee te nemen bij de afwegingen
die gemaakt moeten worden om tot dat evenwicht te komen. De belangrijke rol van de
stadsdelen sluit aan bij motie 35 van de leden Ernsting en Boutkan inzake
Evenementenbeleid, aangenomen tijdens de raadsvergadering van 26 januari 2022. De
raad vraagt in deze motie om de stadsdelen (pro)actief te betrekken bij een nieuw
evenementenbeleid.
We moeten niet alleen kijken naar bestaande locaties maar ook naar plekken waarvoor
nog een profiel opgesteld moet worden, en naar nieuwe plekken — in de stad en de regio —
waar Amsterdamse evenementen een plek zouden kunnen vinden. Enig
verwachtingsmanagement is hier wel op zijn plaats: in de praktijk is het lastig gebleken
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum g mei 2023
Pagina 6 vang
om nieuwe locaties langdurig geschikt te maken voor evenementen, zeker buiten de
gemeente Amsterdam. Evenementen die in Amsterdam uit hun jasje groeien verplaatsen
is dan ook niet makkelijk.
4. Goed verdelen van schaarse ruimte
Ruimte voor de grootschalige evenementen is schaars in Amsterdam, vooral omdat we
ervoor kiezen grenzen te stellen aan het aantal (grote) evenementen met veel impact op
de omgeving. Die keuze geeft de stad de verantwoordelijkheid de schaarste goed te
verdelen. Niet alleen eerlijk en transparant, maar dus ook in lijn met de visie en
doelstellingen die de gemeente heeft met evenementen.
Hiervoor is een nieuw te ontwikkelen werkwijze nodig waarmee de verschillende locaties
jaarlijks en bij voorkeur ook deels meerjarig kunnen worden toebedeeld aan partijen. Het
gaat hier om een zogenoemd schaarse vergunning die organisatoren het recht geeft om
een evenement te organiseren op een bepaalde locatie. Voor de wijze waarop het
evenement wordt georganiseerd zal separaat een evenementenvergunning nodig blijven
(APV). De toedeling van een locatie geeft als het ware het recht om een
evenementenvergunning te mogen aanvragen. De focus van het schaarse
vergunningenbeleid ligt op grote muziekevenementen.
We weten uit ervaringen met schaarse vergunningen op andere terreinen dat het
opstellen en invoeren van zo’n verdelingswijze complex is en zorgvuldig dient te
gebeuren. Het ook meerjarige toekennen van een plek biedt daarbij voordelen voor
organisatoren en de stad. Organisatoren krijgen zo de ruimte om hun evenement door te
ontwikkelen en te verbeteren én meer zekerheid dat ze de investeringen van een
evenement kunnen terugverdienen. Voor de stad is het voordelig dat er bij meerjarige
evenementen gebouwd kan worden aan een goede relatie tussen evenement en
omgeving, daar hebben alle partijen een gedeeld belang bij.
5. Organisatie
Tegelijk met het vitwerken van de wijzigingen in het beleid, moet de komende jaren ook
de organisatie worden ingericht op de nieuwe werkwijze. Het “programmeren” van het
evenementenaanbod is in deze vorm een nieuwe taak, die goed moet worden belegd met
inbreng vanuit stedelijk en ook lokaal perspectief. Het model dat bijvoorbeeld Rotterdam
heeft gekozen, met Rotterdam Festivals als taakorganisatie op afstand, kan daarvoor als
inspiratie dienen. Ook ons eigen Amsterdams Fonds voor de Kunsten kan als voorbeeld
dienen. De koers en visie is en blijft de verantwoordelijkheid van het college, net als het
nemen van de besluiten. Maar het voorwerk voor het verdelen van de schaarse locaties en
eventuele financiële bijdrages — in lijn met die visie — zou dan de taak worden van een
aparte organisatie die voor de gemeente werkt en die ter zake ook deskundig is om een
inhoudelijke afweging te maken.
Belangrijke randvoorwaarden voor een transparante verdeling van subsidiegelden en
verdeling van locaties (zie onder 2 en 3) zijn heldere criteria, en criteria die door
ervaringen, gegevens en onderzoek kunnen worden gestaafd. Systematisch
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum g mei 2023
Pagina 7 vang
bezoekersonderzoek is daarbij van belang zodat we meer te weten komen over de
bezoekers van de evenementen en over hoe ze worden gewaardeerd. Zo ontstaan
mogelijkheden voor sturing naar behoeften, diversiteit in aanbod, prestaties en/ of
doelgroepen. Het ligt voor de hand het culturele doelgroepenmodel te benutten zoals dat
is opgezet door Amsterdam&partners. Met ook periodiek onderzoek onder bewoners
(stedelijk, maar ook rondom een aantal locaties) krijgen we daarnaast een beter inzicht
over hoe de evenementen functioneren, de wisselwerking met de buurt en de impact op
de omgeving. Deze structurele onderzoekbehoefte zal goed moeten worden belegd.
Al deze inspanningen om het beleid verder door te ontwikkelen zullen uiteindelijk leiden tot een
evenementenaanbod waar de stad trots op kan zijn — een evenementenkalender die voor
bewoners van diverse wijken en voor alle groepen Amsterdammers iets te bieden heeft, en beleid
dat de balans bewaakt tussen levendigheid van evenementen en de leefbaarheid voor
omwonenden. Daarmee kan ook een duurzame oplossing komen voor de steeds terugkerende
discussie over locatieprofielen en geluid en kan het gaan over de toegevoegde waarde en het
plezier dat die evenementen de stad brengen.
Vervolgproces
Op dit moment worden op alle hierboven beschreven doelstellingen de eerste stappen gezet in de
verdere uitwerking. Alles bij elkaar genomen is dit een behoorlijk pakket met veel onderlinge
verbanden. Het is de bedoeling de volgende resultaten in de tweede helft van dit jaar in ontwerp
gereed te hebben:
e Visie op evenementen in Amsterdam (mede op basis van de in deze brief genoemde
stadsgesprekken, gesprekken met experts en stakeholders);
e De stedelijke ruimtelijke vitgangspunten + een lijst met (tijdelijke) locaties;
e Hetafwegingkader voor de toedeling van schaarse locaties;
e Het proces waarlangs wordt afgewogen + categorieën;
e Het economisch onderzoek ter onderbouwing van categorieën en eventuele
overgangstermijn;
e Start participatie rondom de belangrijkste evenementenlocaties in stadsdelen.
Eind dit jaar, begin volgend jaar wordt de aandacht verlegd naar:
e De advisering op de aanpassingen per locatieprofiel;
e De juridische vertaling in een evenementenverordening en aanpassing van de APV;
e De juridische externe toetsing van de evenementen verordening;
e De belegging van taken in- en eventueel extern;
e De wijze van invoering en de overgangstermijn.
Nadien wordt er voorzien in een inspraakperiode.
Ik hecht er sterk aan u als raad in dit proces op gezette tijden mee te nemen. Gelet op aard en de
complexiteit van de vernieuwing, is het de bedoeling om, mits dat ook aansluit op de behoeften
vanuit de commissie(s), na het zomerreces een technische sessie te organiseren waarin de
resultaten tot dan toe besproken kunnen worden. Dan is er ook meer bekend over de bestuurlijke
planning inclusief de reguliere procedures zoals advisering vanuit stadsdelen en inspraak.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum g mei 2023
Pagina 8 vang
Overgangsfase naar nieuw beleid
De vernieuwing van evenementenbeleid zoals hierboven uiteengezet zal enige tijd vergen. Het is
van groot belang te zorgen dat burgers en organisaties betrokken kunnen worden bij de
totstandkoming hiervan, dat er ruimte is voor extern onderzoek en toetsing en het is ook van
belang dat het zorgvuldig gebeurt. Daar komt bij dat er tijd gaat worden ingeruimd voor een
inspraakperiode en dat er rekening moet worden gehouden met organisatoren van (grote)
evenementen die ongeveer een half jaar voorafgaand aan het jaar van invoering moeten weten
waar ze aan toe zijn. Op dit moment lijkt het realistisch rekening te houden met volledige
invoering vanaf 1 januari 2026. Tot die tijd is het vigerende evenementenbeleid leidend. Daarbij
zijn de locatieprofielen meest in het oog springend. Deze blijven dus ook de komende jaren nog
kaderstellend voor de vergunningenverlening en daarmee ook voor hoeveel evenementen op
welke locatie kunnen plaatsvinden. Daarbij passen twee belangrijke aandachtpunten:
1. Het vergunnen van (grootschalige) evenementen blijft altijd maatwerk. De ervaringen
met de voorgaande editie van een evenement of zelfs met een ander evenement op
dezelfde locatie, worden altijd betrokken bij de vergunningverlening. Ook aanpassingen
op de locatie zelf of in de directe omgeving kan een reden zijn een evenement onder
andere voorwaarden te vergunnen. Reële (te verwachten) knelpunten in de uitvoering
krijgen op die manier de aandacht die nodig is en worden zo goed mogelijk opgelost.
Locatieprofielen zijn kader stellend en worden eens in de zoveel jaar aangepast naar de
meest recente inzichten. In de praktijk kan dit betekenen dat gemotiveerd, vooruitlopend
op zo'n aanpassing, op onderdelen uit het profiel moet worden afgeweken.
2. Voor het samenstellen van de kalender voor grote evenementen zal voor de
tussenliggende jaren door de gemeente, ook na overleg met de branche, worden gekeken
of er extra tijdelijke aanvullende regels moeten komen voor de inschrijving op de kalender
omdat er ook dan nog geen beleid is vastgesteld, dat kan worden gebruikt om keuzes te
maken. Over-inschrijving moet zoveel mogelijk worden voorkomen en tegelijkertijd zou
er een zekere ruimte moeten blijven voor nieuwkomers. Uiteindelijk is in geval van een
over-inschrijving loting altijd nog een optie.
De overgangsfase naar nieuw beleid geeft met name organisatoren van grote evenementen de tijd
om zich voor te bereiden op een nieuwe situatie, waarin er mogelijk een andere, of zelfs geen plek
meer is voor hun evenement. Voor de organisatoren gaat er bovendien veel veranderen in de
manier waarop ze aanspraak maken op een plek op de Amsterdamse evenementenkalender: ze
zullen goed duidelijk moeten maken wat ze te bieden hebben en waarin ze zich onderscheiden.
Ook voor andere partijen, zoals de beheerders van evenementenlocaties (die soms meerjarig een
overeenkomst zijn aangegaan met organisatoren), is het belangrijk dat ze deze tijd gebruiken om
zich goed voor te bereiden op de nieuwe situatie.
Voortgang en nadere informatie
Ik zal vw raad de komende tijd blijven informeren over de voortgang van de beleidsontwikkeling.
Ook wordt v vitgenodigd voor de stadsgesprekken over het nieuwe evenementenbeleid die zullen
plaatsvinden. De uitvoering van de beleidswijziging ligt primair bij de wethouder Evenementen,
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum g mei 2023
Pagina g vang
maar gelet op de relatie met vergunningverlening en openbare orde, en met openbare ruimte en
groen, zal nauw worden samengewerkt met de burgemeester en andere portefeuilles.
Ik hoop u zo voor nu voldoende te hebben geïnformeerd.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
Touria Meliani
wethouder Evenementen
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Motie | 9 | discard |
> < Gemeente Raadsinformatiebrief
Amsterdam
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 27 juni 2023
Portefeuille(s) Digitale Stad en ICT
Portefeuillehouder(s): Alexander Scholtes
Behandeld door Bestuurszaken Dil ([email protected])
Onderwerp Afdoening toezegging overzicht grote ICT projecten uit
commissievergadering van 17 januari 2023
Geachte leden van de gemeenteraad,
In vw raadscommissie vergadering FKD van 19 januari 2023 zijn twee toezeggingen gedaan. Te
weten:
1. Aanhetlid Schmit (D66) inzichtelijk te maken wat er van de aanbesteding van applicaties
voor dienstverlening en communicatie is geleerd, hoe deze geleerde lessen mogelijk terug
te zien zijn in nieuwe aanbestedingen en de commissie hierover te informeren (TA2023-
000072);
2. Aanhet lid Burgers (VVD) de commissieleden binnen enkele weken een overzicht te
sturen van grote ICT-projecten van 2018 tot nu waar kostenoverschrijdingen te
verwachten zijn (TA2023-000073).
Uw bent door wethouder Van Buren geïnformeerd over de beantwoording van vraag 1. Deze was
ter kennisname geagendeerd voor de raadscommissie FKD van 1 juni 2023. In deze
raadsinformatiebrief ga ik inhoudelijk in op de gestelde vraag onder 2. De beantwoording heeft
langer geduurd omdat vit verschillende systemen informatie bij elkaar gebracht moest worden.
Door het verbeterprogramma bij de directie Financiën en Inkoop is het in de toekomst
eenvoudiger dit soort overzichten beschikbaar te krijgen.
Definitie van een groot ICT-project
De gemeente voert verschillende ICT-projecten uit. Voor de vraag van het raadslid Burgers (VVD)
wordt gekeken naar alle projecten vanaf 2018 met een opdrachtwaarde boven € 5 miljoen. Dit
| type ICT-projecten wordt door de gemeente aanbesteed via TenderNed. Een ICT-project kan
verschillende vormen aannemen, van bijvoorbeeld het implementeren van een applicatie voor
bezwaar en beroep tot het inkopen van de dienst portofonie. De vorm bepaalt ook de
mogelijkheden voor kostenbeheersing. Dit houdt in dat een project beperkt is in tijd en een
ambtelijk opdrachtgever heeft. Een ICT-project is niet alleen gekoppeld aan de aanschaf van een
applicatie of dienst. Er zit altijd een project of programma bij. Voor projecten en programma’s
wordt een aparte begroting opgesteld, waarin de ICT-kosten worden meegenomen. Een mogelijk
| overschrijding kan dan in de praktijk worden opgevangen in de project of programmabegroting.
Onderstaand overzicht toont de projecten met een potentieel financieel risico. De gemeente voert
ook kleinere ICT-projecten uit. Voor deze projecten zijn de risico’s op overschrijding afgedekt. De
| Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 27 juni 2023
Pagina 2 van 3
gemeente gebruikt hiervoor haar financiële control proces. Hierin wordt door verschillende
financiële experts toezicht gehouden op de kosten en vitgaven.
Overzicht grote ICT-projecten van 2018 tot nu met mogelijke kostenoverschrijdingen
Op basis van onderstaand overzicht wordt duidelijk dat er in de periode 2018 tot 2023 zes
projecten voldoen aan de definitie van groot ICT-project.
Opdracht Opdrachtgever Opdrachtwaarde in Overschrijding
leidraad
optimalisatie van Grondstoffen 6.500.000,- overschrijding
afvalinzamelingsprocessen
2 | Applicatiebeheer Cluster Cluster Sociaal € 6.330.000,- Vier losse
Ee En
overschrijding
3 | Systeem Vernieuwing Werken | Werk en € 18.000.000,- Geen
Inkomen Participatie, overschrijding
voor verzamelcontainers GFT Grondstoffen overschrijding
5 _| Omnichannel Dienstverlening € 14.058.000,- Geen
Project is net
gestart.
Werkelijke
uitgaven zijn nog
niet beschikbaar.
a a
Informatie landschap Erfpacht | Ontwikkeling overschrijding.
& Uitgifte Aanbesteding
loopt nog.
Van deze projecten overschrijden er geen de opdrachtwaarde. Er wordt voor deze projecten geen
overschrijding verwacht.
Van één project (nr. 5) is op basis van beschikbare informatie niet aan te geven of er een
overschrijding verwacht wordt. De informatie van de werkelijke uitgaven is nog niet beschikbaar.
Over dit project bent u door wethouder Van Buren geïnformeerd met de twee raadsbrieven d.d. 6
januari 2023 over aanbesteding applicaties dienstverlening en rechterlijke uitspraak (VN2023-00164,)
en d.d. 11 mei 2023 over afdoening toezegging evaluatie ICT-aanbestedingen en stand van zaken
ICT-projecten vit commissievergadering van 17 januari 2023 (VN2023-013143). De gemeente werkt
met de betrokken directies aan het verbeteren van de financiële sturing. Op die manier zal in de
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 27 juni 2023
Pagina 3 van 3
toekomst dit inzicht er wel zijn. Er is nog één project (nr. 6) in aanbesteding waardoor nog niet
bekend is wat de opdrachtwaarde zal zijn.
Sturing op kosten en aanbesteden
Voorgaande laat onverlet dat het college niet 100% kan voorkomen dat in de toekomst geen
overschrijdingen plaatsvinden. Aanbesteden en sturen op kosten blijft mensenwerk en vergt een
zorgvuldig proces tussen marktpartijen onderling en marktpartijen en de gemeente. Wel heeft het
college er vertrouwen in dat met de door haar de in gang gezette verbeteringen bij het
opdrachtgevende cluster Digitalisering, Innovatie en Informatie de kans op overschrijdingen is
geminimaliseerd.
Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. De toezegging over het overzicht van grote
ICT-projecten beschouw ik hiermee als afgedaan.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
Alexander Scholtes
Wethouder Digitale Stad & ICT
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Brief | 3 | train |
Gemeente Amsterdam
5 Gemeenteraad R
% Motie
Jaar 2020
Afdeling 1
Nummer 1390
Behandeld op 16 en 17 december 2020
Status Verworpen bij schriftelijke stemming op 18 december 2020s
Onderwerp
Motie van het lid Kilig inzake de Begroting 2021 (Standaard een gentrificatieparagraaf
opnemen bij bouw- en renovatieprojecten).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Begroting 2021.
Constaterende dat:
-__Bouw- en renovatieprojecten een grote impact kunnen hebben op de
samenstelling van de wijk en/of buurt;
- Het vormen van gemengde wijken momenteel slechts één kant opgaat: het
importeren van studenten en mensen met een betere beurs bij het opknappen
van wijken. Het vormen van gemengde wijken wordt niet ingezet om wijken
waar mensen met een betere beurs wonen diverser te maken.
Overwegende dat:
- _ Gentrificatie een negatief effect heeft op de diversiteit van een wijk en/of
buurt;
- __Gentrificatie discriminerend is en bijdraagt aan de toenemende sociale,
economische en ruimtelijke ongelijkheid*;
-__Erreeds indices bestaan om gentrificatie te meten zoals de Gentrification
Index?;
- __ Bij het beslissen over bouw- of renovatieprojecten met een aparte paragraaf
‘Gentrificatie' men beter wordt geïnformeerd over de impact van het
bouwproject en de effecten daarvan op de buurt- en/of wijksamenstelling.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
Bij elk voordracht voor een bouw- of renovatieproject een aparte paragraaf
‘Gentrificatie' op te nemen die de mate van gentrificatie en de impact op de buurt
en/of wijk beschrijft en duidelijk maakt.
Het lid van de gemeenteraad
+ https://www.oneworld.nl/lezen/discriminatie/sociaal-onrecht/gentrificatie-gaat-niet-over-
hipsters-maar-over-onrecht/
2 https://voorheescenter.uic.edu/what-we-do/areas-of-research/gentrification-index/
1
A. Kilig
2
| Motie | 2 | discard |
er en 8 En í th : 5 Ls \ PG FS , 7 : B Se, Ô | È 7 # p 5 8
KELL ALLA INET
Ee REI A Rm | SRR MT iN ! B
Nl ln Ô LA Ce > N hen ets ba el E- 7
„Amsterdam zeil LME
Et ERE He B ORNBNE SR
et oe NRN ES a ie:
rl DA AE in hi P ji | Ne 4 KP J Ke on gd \ # «
Nat RE ds ent Al / n Bft Es ie EN en
Zn Ei MENS Del Wo 0 ij Nn JAE
de herop a) | De { MR
u B ON (IE VRON RS: as
„il 7 k EEA ja Ë ì er Ee 1 5 rai T 8 il á Ee « 4 es B Ô he Á } , 7
De EN ern ren á ke | | f Zg rn oe all
ii es f 3 je | | \ Ü ik } di 5 Ps 5
set BE A , „’ ET Fa
„4 n Ï kh . j' | â iben, ee pn ES id tn
Ef an / eN Hij Te RS ap
- ge B Ir
ek RO zl Zat
FS 3 À | kerr An 0
N ea 4 Rh Iik 1 [m Ì : ' a. 1
ij Ë | Ll K] Á ; \ ä a
on LN RE id il be 7 of | An NE MW
Re RN Big: lele’ Plon DE an Hi
KS tr hj lk: ri 4 PN p nd u NK } En a
$ PS kT Ki b # i ae vn , 4 | , L i De 3 i
ii 1 dh: ij a DT oe vr Lj p pe
4 je hE A 4 En R $ A Ë
gn \ x Ee
5 en De
Gi = bi
U Sn j ús 3 '
Ô cen | 8
/ p em | en
at a ITT La lend
8 MANE ORE Vi CA Nene |
m NUR AVE Wenen Y
re 5 fa en h { Kk an he Ci Se } B Ë ER
5 ij 4, ak he, À Á € m ee Pa
1 Ef K a ' in ANS wi H 4 p
je af à k Bie “ en A i a Ë 4 ie
Pip ie lik iN me N Krt 3 4 F
KA ret TEEN
A he lo Wi a N ” \ k en
N, & dn sc eh d
A 4 “ se t F ke
In opdracht van: rve Onderwijs, Jeugd & Zorg, afdeling Diversiteit
Projectnummer: 17122
Laura de Graaff Willem Bosveld
Laure Michon
Visualisatie: Erna Bomers
Bezoekadres: Oudezijds Voorburgwal 300 Telefoon 020 251 0402
Postbus 658, 1000 AR Amsterdam Www.ois.amsterdam.nl
[email protected]
Amsterdam, november 2017
Foto voorzijde: Beeldbank Gemeente Amsterdam
xX Gemeente
Amsterdam
% Visualisatie Ihbti Amsterdammers 2017
B eerste meting Mlaatste meting
Veiligheid 2015 TOTO NL
ra % Lhb Amsterdammers dat zich in het algemeen vaak onveilig voelt 2% 2%
6 d % Lhb Amsterdammers dat slachtoffer is geworden van geweld in 5% 5 =
de afgelopen twaalf maanden -
% Lhb Amsterdammers dat discriminatie op grond van seksuele 13% 12% |
gerichtheid heeft ervaren in de afgelopen twaalf maanden _
Jeugd en onderwijs 2013 2015 Bron: ABM
.
Er % Amsterdammers dat het geen probleem zou vinden als zijn/haar 81% zg
kind les zou krijgen van een homoseksuele leraar of lerares
% Nederlandse leerlingen vo dat vindt dat iemand open aan iedereen op
Ll
school kan vertellen dat hij/zij homoseksueel of lesbisch is 22% 24% mn
BIN REICH 2013 2015 Bron: ABM
% Amsterdammers dat er geen problemen mee heeft dat o _
D homoseksuele en lesbische paren trouwen se B
6 ) % Amsterdammers dat het goed vindt dat homoseksuele paren dezelfde % ng mmm
rechten hebben als heteroseksuele paren bij het adopteren van kinderen 73% Sm
% Amsterdammers dat er geen moeite mee heeft om twee mannen o
hand in hand te zien lopen 80% ST
Gezondheid, zorg en welzijn pl PIN OST
Pe % Lhb Amsterdammers dat aangeeft dat de algemene gezondheid (zeer) 72% gg
fi
goed is
% Lhb Amsterdammers dat zich de afgelopen vier weken zelden tot ° °
el
nooit neerslachtig voelt 50% 53% nn
Sport Plone 2016 Bron: SvdS / Pink Panel
Pp % Lhb Amsterdammers dat in afgelopen jaar een sport heeft beoefend DO
Pi) 4% OS mmm
% Lhbt Amsterdammers dat aangeeft dat op de plek waar men sport wel
eens sprake is van een Ihbti-negatieve sfeer, bijvoorbeeld in de manier n.b. 7%
waarop mensen zich uitdrukken.
Werk en economie lo PIN Ve Ae
Ä % Lhb Amsterdammers werkzaam in loondienst/zelfstandig{/onderwijs 64% 67%
0 0
5 IJ % Lhb Amsterdammers dat goed kan rondkomen van huishoudinkomen 34% 34% —
0 0
*
% Nederlandse transseksuele personen werkzaam in loondienst of 41% b
als zelfstandige LO
Cultuur en informatie pion En 2016 Bron: SvdS / Pink Panel
€ % Lhb Amsterdammers dat in de afgelopen 12 maanden een 55% 59% nn
Ihbti-festival heeft bezocht
% Lhb Amsterdammers dat Amsterdam aantrekkelijk vindt
…
vergeleken met Barcelona, Berlijn en Londen n.b. 46%
*cijfer 2014/2015 n.b. = niet bekend
Gemeente Amsterdam
Onderzoek, Informatie en Statistiek
Fact sheet Ihbti Amsterdammers 2017
Inhoud
Inleiding 4
1 Veiligheid >
1.1 Indicatoren 5
1.2 Gevoelens van onveiligheid 5
1.3 Discriminatie en geweld 6
2 Onderwijs en jeugd 8
2.1 Indicatoren 8
2.2 Acceptatie Ihbti personen door jongeren 8
2.3 Welzijn Ihbti jongeren 9
2.4 Onderwijs en Ihbti 9
3 Diversiteit 11
3.1 Indicatoren 11
3.2 Acceptatie van Ihbti personen 11
4 Gezondheid, zorg en welzijn 13
4.1 Indicatoren 13
4.2 Gezondheid en welzijn van Ihbti personen 13
4.3 Lhbti personen in de zorg 14
5 Sport 15
5.1 Indicatoren 15
5.2 Sportbeoefening Ihbti personen 15
5.3 Acceptatie van Ihbti personen in de sport 16
6 Werk en economie 17
6.1 Indicatoren 17
6.2 Arbeidsmarktpositie Ihbti personen 17
6.3 Inkomenspositie Ihbti personen 18
7 Cultuur en informatie 19
7.1 Indicatoren 19
7.2 Cultuur 19
7.3 Informatie 19
Bijlage Literatuur 21
3
Gemeente Amsterdam
Onderzoek, Informatie en Statistiek
Fact sheet Ihbti Amsterdammers 2017
Inleiding
Deze fact sheet heeft als doel de positie van Ihbti Amsterdammers in kaart te brengen en
verschijnt in het kader van het uitvoeringsplan van de Roze Agenda 2015-2018 van de gemeente
Amsterdam. In 2016 is de meest recente voortgangsrapportage van de uitvoeringsagenda
verschenen, met betrekking tot de inspanningen van de gemeente. Deze fact sheet rapporteert
over de ontwikkelingen op maatschappelijke gebied, waar het uitvoeringsplan effect op beoogt.
Doelgroepen
= In deze fact sheet staat Ihbti voor lesbische vrouwen, homoseksuele mannen, biseksuele
personen, transgender personen en intersekse personen. De meeste onderdelen van deze
fact sheet gaan over Ihb personen omdat over transgender en intersekse personen weinig
bekend is.
1 Aan de hand van de enquête 'De Staat van de Stad’ (2016) kan het aandeel Ihb
Amsterdammers worden geschat op 9,5%. Van de vrouwen is 3% lesbisch en 4% biseksueel;
van de mannen 11% homoseksueel en 2% biseksueel.
"In heel Nederland behoort volgens het SCP 4 tot 7% van de meerderjarige bevolking tot de
groep Ihb personen (SCP, 2016).
= Erzijn geen gegevens over het aantal transgender en intersekse personen in Amsterdam.
=_Inheel Nederland hebben 1.960 personen sinds 1995 hun geslacht juridisch laten wijzigen,
oftewel 0,0138% van de bevolking. Naar schatting noemt 0,6% van de Nederlanders zich
transgender (SCP, 2017).
= De prevalentie van intersekse wordt in Nederland geschat rond de 0,5%, oftewel ruim 80.000
personen (SCP, 2014).
Opbouw fact sheet
De fact sheet heeft zeven thematische hoofdstukken:
1. Veiligheid 5. Sport
2. Jeugd en onderwijs 6. Werken economie
3. Diversiteit 7. Cultuur en Informatie
4. Gezondheid, zorg en welzijn
Vergeleken met de negen gemeentelijke beleidsdomeinen zijn een aantal thema’s
samengenomen, omdat de vitkomsten uit onderzoek niet precies overeenkomen met de
gemeentelijke indeling.
Voor elk thema worden twee of drie indicatoren gepresenteerd, en wordt een overzicht
gegevens van recente wetenschappelijke inzichten uit beschikbaar Amsterdams en landelijk
onderzoek. Kennis uit landelijke onderzoeken wordt aangehaald als gegevens ontbreken voor
Amsterdam.
4
Gemeente Amsterdam
Onderzoek, Informatie en Statistiek
Fact sheet Ihbti Amsterdammers 2017
1 Veiligheid
1.1 Indicatoren
ri B Lhb Amsterdammers dat zich in het algemeen vaak onveilig voelt 2% 2% 1
6 d % Lhb Amsterdammers dat slachtoffer is geworden van geweld in 5% 5% mn
de afgelopen twaalf maanden
3 Lhb Amsterdammers dat discriminatie op grond van seksuele 13% ,_-_
gerichtheid heeft ervaren in de afgelopen twaalf maanden
1.2 Gevoelens van onveiligheid
1.2.1 In Amsterdam
= Uit de Veiligheidsmonitor Amsterdam-Amstelland 2016 blijkt dat 2% van de Ihb
Amsterdammers zich in het algemeen vaak onveilig voelt. Dat is evenveel als in 2015 en
evenveel als onder heteroseksuele Amsterdammers.
Figuur 1.1 Aandeel Amsterdammers dat zich vaak onveilig voelt, naar seksuele gerichtheid en geslacht,
2016 (procenten)
%
20
15
10
5 zo a 3e . HO za B 28 28 24 26 ar
0
nn Ennn nn
& 5 & 5 & 5 & 5 & 5 & 5
> 2 > © 5 2 5 © 5 Ò $ À
> & & & > & & £ > & > &
5 5 5 5 5 5
© Ò © Ò ® ©
heteroseksueel biseksueel homoseksueel _ heteroseksueel biseksueel lesbisch
man vrouw
bron: Veiligheidsmonitor Amsterdam-Amstelland/OlS
= Lesbische vrouwen geven wat minder vaak dan hetero- en biseksuele vrouwen aan zich in het
algemeen vaak onveilig te voelen.
5
Gemeente Amsterdam
Onderzoek, Informatie en Statistiek
Fact sheet Ihbti Amsterdammers 2017
* Onder mannen zijn het vooral homoseksuele mannen die vaker aangeven dan heteroseksuele
mannen zich vaak in het algemeen onveilig te voelen. Biseksuele mannen voelen zich het
minst vaak onveilig.
=Alle Amsterdammers voelen zich in hun eigen buurt wat vaker onveilig dan in het algemeen.
Dit geldt wel in veel sterkere mate voor biseksuele en homoseksuele mannen.
= Uit het buurtveiligheidsonderzoek van het Amsterdam Pink Panel blijkt dat Ihbti personen
van 59 jaar en ouder zich in het algemeen veiliger voelen dan Ihbti personen tussen de 18 en
38 jaar. Alleenwonende voelen zich onveiliger dan niet-alleenwonenden (Pink Panel, 2017).
= _Lhbti panelleden die slachtoffer zijn geworden van anti-homogeweld voelen zich onveiliger
dan degenen dit niet hebben meegemaakt. Lhbti personen die recentelijk een onveilige
situatie hebben meegemaakt voelen zich het vaakst onveilig.
= De lhbti personen in het panel voelen zich veiliger in Ihbti-horeca dan in algemene horeca.
= _Lhbti bewoners van Zuid voelen zich het veiligst, in Nieuw-West het minst veilig.
"Een kwart van de panelleden heeft één of meer onveilige situaties meegemaakt in het
afgelopen jaar. Daarbij gaat het meestal om schelden en in een vijandige sfeer terechtkomen.
Vaak ontstaat de onveilige situatie na het vitgaan.
" _Transgender personen en homoseksuele mannen hebben relatief het vaakst een onveilige
situatie meegemaakt.
= Bijna de helft van degenen die een onveilige situatie hebben meegemaakt reageerde op het
moment zelf verbaal, vier op de tien deden alsof er niets was gebeurd.
"Erzijn geen gegevens bekend over de onveiligheidsgevoelens van intersekse personen.
1.2.2 In Nederland
= _Lhb personen voelen zich in het algemeen even veilig als heteroseksuele personen. In hun
eigen buurt voelen ze zich iets vaker onveilig dan gemiddeld (SCP, 2016).
= Lesbische een biseksuele vrouwen voelen zich iets vaker in het algemeen veilig dan
heteroseksuele vrouwen. Homoseksuele mannen voelen zich juist iets vaker onveilig dan
heteroseksvele mannen.
= _Biseksuele personen voelen zich thuis onveiliger dan heteroseksuele personen.
" _Transgenders die de medische transitie hebben afgrond ervaren meer negatieve reacties en
gevoelens van onveiligheid (SCP, 2017).
1.3 Discriminatie en geweld
1.3.1 In Amsterdam
= Uit de Veiligheidsmonitor Amsterdam-Amstelland 2016 blijkt dat 13% van de Ihb
Amsterdammers zich in het voorafgaande jaar gediscrimineerd heeft gevoeld op grond van
seksuele gerichtheid. In 2015 ging het om 12%.
= Homoseksuele mannen voelden zich het vaakst gediscrimineerd op grond van seksuele
gerichtheid (19%). Onder lesbische vrouwen geldt dat voor 8%, onder biseksuele vrouwen 4%
en onder biseksuele mannen 3%.
" Vande lhb Amsterdammers geeft 5% aan slachtoffer te zijn geweest van geweld in het jaar
voorafgaand aan het onderzoek. Onder heteroseksuele Amsterdammers is dit aandeel 4%.
6
Gemeente Amsterdam
Onderzoek, Informatie en Statistiek
Fact sheet Ihbti Amsterdammers 2017
= Van de homoseksuele mannen is 6% en van de lesbische vrouwen is 5% slachtoffer van
geweld geweest. Tussen heteroseksuele mannen en vrouwen is geen verschil (4%).
" Vande biseksuele mannen is 3% geweldsslachtoffer geweest; van de biseksuele vrouwen 4%.
= Zes personen van de ruim 10.000 respondenten rapporteren discriminatie op grond van
transseksualiteit.
=_In 2016 zijn bij het Meldpunt Discriminatie Regio Amsterdam 169 meldingen geweest van
discriminatie op grond van seksuele gerichtheid. Daarvan was 90% afkomstig vit Amsterdam.
De meeste meldingen waren naar aanleiding van het verspreiden van een ‘anti-homo-flyer! in
Nieuw-West (MRDA, 2016).
1.3.2 In Nederland
m_Lesbische vrouwen en homoseksuele mannen hebben vaker te maken met respectloos
gedrag door onbekenden op straat, in het openbaar vervoer, door personeel van winkels,
bedrijven en overheidsinstanties. Biseksuele personen hebben vaker met respectloos gedrag
van onbekenden te maken. (SCP, 2016).
= Lesbische vrouwen en homoseksuele mannen hebben vaker te maken gehad met
geweldsdelicten dan heteroseksuele personen. (SCP, 2016).
"Geweld tegen transgender personen is moeilijk in beeld te brengen omdat dit als homofobie
wordt geregistreerd en niet als transfobie (Lima et al, 2017).
= _Lhbti slachtoffers van discriminatie-delicten ervaren meer gevoelens van stress, somberheid
en levensontevredenheid dan Ihbti personen die daar geen slachtoffer van zijn geweest.
Lager psychologisch welzijn hangt samen met een lagere aangiftebereidheid (UvA, 2016).
"Onder degenen die in het afgelopen jaar slachtoffer zijn geweest van een discriminatie-delict
is het vertrouwen in de politie en in ‘Roze in Blauw’ lager dan onder niet-slachtoffers.
"Redenen om geen aangifte te doen zijn angst om niet serieus te worden genomen en de
verwachting dat de politie toch geen actie zal ondernemen.
= De aangiftebereidheid neemt toe als de politie de Ihbti-gemeenschap goed informeert over
de aangifteprocedure en op de hoogte houdt van de inzet tegen discriminatie.
= Het vertrouwen in de politie en de aangiftebereidheid neemt toe als de politie realistische
verwachtingen schept over wat zij slachtoffers kunnen bieden.
7
Gemeente Amsterdam
Onderzoek, Informatie en Statistiek
Fact sheet Ihbti Amsterdammers 2017
2 Onderwijs en jeugd
2.1 Indicatoren
.
Er M Amsterdammers dat het geen probleem zou vinden als zijn/haar 81% jg
kind les zou krijgen van een homoseksuele leraar of lerares
% Nederlandse leerlingen vo dat vindt dat iemand open aan iedereen op o
school kan vertellen dat hij/zij homoseksueel of lesbisch is 22% 24% mn
2.2 Acceptatie Ihbti personen door jongeren
2.2.1 In Amsterdam
= Sinds het verschijnen van de vorige editie van de fact sheet (OIS, 2016) zijn geen nieuwe
cijfers verschenen over de acceptatie van Ihbti personen door Amsterdamse jongeren.
Volgens de meest recente informatie heeft 17% van de 13-14 jarige Amsterdammers in het
schooljaar 2014-2015 een negatieve houding ten aanzien van homoseksuele en lesbische
leerlingen op hun school (GGD Amsterdam).
2.2.2 In Nederland
= Uit onderzoek naar de sociale veiligheid in en rond scholen blijkt dat 24% van de leerlingen in
het voortgezet onderwijs vindt dat je tegen iedereen op school open kunt zeggen dat je
homoseksueel of lesbisch bent. Verder zou 14% open tegen iedereen op school over zijn of
haar geaardheid durven vertellen (Scholte et al, 2016).
" 73% vande leerlingen accepteert lesbische meisjes als vriendin, en 68% accepteert
homoseksuele jongens als vriend.
= Meiden accepteren homoseksuele jongens als vriend (85%) en lesbische meisjes als vriendin
(80%) vaker dan jongens. Van de jongens accepteert 53% homoseksuele jongens als vriend
en 66% lesbische meisjes als vriendin.
"In 2012 keurde de helft van de jongens en een kwart van de meisjes het af als twee jongens
elkaar zoenen op straat, in 2017 is dat percentage bijna gehalveerd (Rutgers en SOA Aids
Nederland, 2017).
= Erzijngeen gegevens over de acceptatie van intersekse personen en transgender personen
door jongeren.
8
Gemeente Amsterdam
Onderzoek, Informatie en Statistiek
Fact sheet Ihbti Amsterdammers 2017
2.3 Welzijn Ihbti jongeren
2.3.1 In Amsterdam
= Erzijn geen recente gegevens bekend over het welzijn van Ihbti jongeren in Amsterdam.
2.3.2 In Nederland
= Het deel van de Ihbti leerlingen dat zich thuis veilig voelt, is gestegen ten opzichte van 2014.
(Scholte et al, 2016).
= Homoseksuele en lesbische leerlingen worden net als in 2014 vaker gepest dan
heteroseksuele leerlingen en krijgen ook vaker te maken met geweld.
"40% van de lesbische meisjes is in 2016 geconfronteerd met verbaal geweld, 19% met
seksueel geweld en 10% met grof lichamelijk geweld. Bij niet-lesbische meisjes gaat het
respectievelijk om 21%, 2% en 6%.
= Van de homoseksuele leerlingen heeft 35% in 2016 te maken gehad met verbaal geweld, 6%
met grof lichamelijk geweld en 12% met seksueel geweld. Bij niet-homoseksuele jongens
liggen deze aandelen op respectievelijk 31%; 4% en 5%.
= _Transleerlingen krijgen van alle leerlingen het vaakst met pesten en geweld te maken: 22%
geeft in 2016 aan hier slachtoffer van te zijn geweest (26% in 2014). Van de transleerlingen
geeft één op de vijf aan één keer of vaker per maand gepest te worden. Daarnaast is 43% met
verbaal geweld geconfronteerd, 19% met grof lichamelijk geweld en 23% is slachtoffer
geworden van seksueel geweld.
= Uit landelijk onderzoek naar jongeren en seksualiteit komt naar voren dat homo- en
biseksuele jongens zich vaker laten testen op soa’s en/of hiv dan heteroseksuele jongens en
dat er vaker een soa bij hen wordt vastgesteld (Rutgers en SOA Aids Nederland, 2017).
2.4 Onderwijs en Ihbti
2.4.1 In Amsterdam
= 89% van de Amsterdammers vindt het geen probleem als zijn of haar kind les krijgt van een
homoseksuele of lesbische leerkracht (cijfers 2015). Dat is meer dan in 2013 (84%).
Amsterdamse mannen van niet-westerse afkomst hebben de minst accepterende houding:
11% vindt het geen probleem als zijn kind les krijgt van een homoseksuele of lesbische
leerkracht (OIS 2017).
"Onder Amsterdamse ouders staat 87% positief tegenover het idee dat zijn of haar kind les
krijgt van een lesbische of homoseksuele leerkracht, ongeveer evenveel als gemiddeld.
"Amsterdammers tonen op dit punt meer acceptatie dan Nederlanders. Van de Nederlanders
heeft 83% er geen moeite mee als zijn of haar kind les krijgt van een homoseksuele of
lesbische leerkracht, zie figuur 2.1 (SCP, 2016).
9
Gemeente Amsterdam
Onderzoek, Informatie en Statistiek
Fact sheet Ihbti Amsterdammers 2017
Figuur 2.1 Aandeel Amsterdammers en Amsterdamse ouders dat het geen probleem zou vinden als
zijn/haar kind les zou krijgen van een homoseksuele leraar of lerares, (procenten)
gemiddeld m 2013
ouders %
o 20 40 60 80 100
Bron: ABM 2015/01S
"13% van de schoolleiders en docenten in het Amsterdamse basisonderwijs en 12% in het
Amsterdamse voortgezet onderwijs vindt dat als gevolg van de toegenomen segregatie op
hun school bepaalde onderwerpen niet meer besproken kunnen worden: seksuele
voorlichting en homoseksualiteit, religie en geloof, slavernij, aanslagen en terrorisme.
Landelijk gaat het respectievelijk om 5% en 11% (DUO, 2017).
"Over de positie van transgender en intersekse personen in het Amsterdamse onderwijs zijn
geen gegevens bekend.
2.4.2 In Nederland
" 4% vande jongens en 3% van de meisjes voelt zich ook, vooral of uitsluitend seksueel
aangetrokken tot seksegenoten (Rutgers en SOA Aids Nederland, 2017)
= Uit een landelijk onderzoek naar veiligheid in en om scholen blijkt dat 15% van de leerlingen
het niet goed vindt om les te krijgen van een homoseksuele docent en dat 12% het niet in
orde vindt om les te krijgen van een lesbische docent. (Scholte et al, 2016).
= _Lhb leerkrachten zijn vaker slachtoffer van verbaal geweld op school dan hun niet-Ihb
collega’s. Ook geeft een groter deel aan slachtoffer te zijn van grof geweld op school.
= Net als in 2014 voelen Ihb leerlingen zich over het algemeen minder veilig op school dan niet-
Ihb leerlingen. Transgender leerlingen voelen zich het minst vaak veilig.
= Scholen zijn sinds 2012 verplicht om voorlichting te geven over seksuele diversiteit. In juni
2016 waren er bijna 200 klachten gemeld bij het meldpunt Slechte Voorlichting over Seksuele
Diversiteit. De meeste klachten gaan over het ontbreken van voorlichting (Expreszo & COC
Youth Council, 2016).
" Onderzoek naar het onderwijsaanbod van scholen over omgaan met seksualiteit en seksuele
diversiteit toont aan dat veel scholen vanuit een globale visie aandacht besteden aan het
thema, vaak zonder vitgewerkte leerdoelen. Leraren en docenten hechten waarde aan het
thema maar vinden het onderwijs op dit vlak weinig doelgericht. Onderwijssectoren,
schoolgrootte, stedelijkheid, denominatie en samenstelling van de scholen maken hierbij
weinig verschil (Inspectie van het Onderwijs, 2016).
= De helft van de MBO scholen besteden volgens de inspectie minder dan eens per jaar
aandacht aan het onderwerp seksuele diversiteit. Bij basisscholen gaat het om 20%, bij
scholen voor speciaal onderwijs 10% en bij scholen voor voortgezet onderwijs 29%.
10
Gemeente Amsterdam
Onderzoek, Informatie en Statistiek
Fact sheet Ihbti Amsterdammers 2017
3 Diversiteit
3.1 Indicatoren
% Amsterdammers dat er geen problemen mee heeft dat PP
ief homoseksuele en lesbische paren trouwen 82% Dn
6 ) % Amsterdammers dat het goed vindt dat homoseksuele paren dezelfde eg
rechten hebben als heteroseksuele paren bij het adopteren van kinderen 73% 82%
% Amsterdammers dat er geen moeite mee heeft om twee mannen p
hand in hand te zien lopen 80% 86%
3.2 Acceptatie van Ihbti personen
3.2.1 In Amsterdam
= Uit de Burgermonitor 2015 blijkt dat Amsterdammers een 4,4 scoren op de schaal voor
acceptatie van de rechten paren van gelijk geslacht (kortweg homoacceptatie, van 1 — niet
accepterend — tot 5 — heel accepterend). Zes procent toont zich niet accepterend (OIS, 2017).
"Amsterdammers zonder migratieachtergrond accepteren de rechten van stellen van gelijk
geslacht (score: 4,7) meer dan niet-westerse Amsterdammers (score 3,9). Dit is vrijwel gelijk
vergeleken met 2013.
= Hoger opgeleide Amsterdammers scoren hoger op de schaal (4,6) dan lager opgeleide
Amsterdammers (4,0).
= De acceptatie is groter onder Amsterdamse vrouwen dan onder Amsterdamse mannen. Ook
is de acceptatie onder niet-westerse vrouwen groter dan onder niet-westerse mannen.
= Jonge Amsterdammers met een Nederlandse achtergrond scoren een 4,8 op de schaal voor
homoacceptatie, niet-westerse jongeren een 4,0 en niet-westerse ouderen een 3,8.
"Kijken we naar de afzonderlijke stellingen, dan blijkt dat 86 % van de Amsterdammers er
geen moeite mee heeft dat homoseksuele mannen en lesbische vrouwen trouwen; 82% is het
eens met gelijke adoptierechten van homoseksuele, lesbische en heteroseksuele paren en
86% heeft er geen moeite mee om twee mannen hand in hand te zien lopen. Dat is voor elke
stelling meer dan in 2013.
"Amsterdammers tonen hiernee meer acceptatie dan Nederlanders (SCP, 2015, zie figuur
3.1).
= Voor sommige groepen ligt acceptatie in de eigen kring lastig. Zo heeft 29% van de niet-
westerse vrouwen en 24% van de niet-westerse mannen moeite met het idee dat zijn of haar
kind een homoseksuele of lesbische relatie zou hebben. Onder vrouwen met een
Nederlandse achtergrond gaat het om 3%; onder mannen om 4%.
= De acceptatie van transgender en intersekse personen door Amsterdammers is onbekend.
11
Gemeente Amsterdam
Onderzoek, Informatie en Statistiek
Fact sheet Ihbti Amsterdammers 2017
Figuur 3.1 Stellingen over homoacceptatie, aandeel dat het (helemaal) eens is, 2015 (procenten)
Ik heb er geen problemen mee dat homoseksuele en Oe
lesbische paren trouwen
Het is goed dat homoseksuele en lesbische paren
dezelfde rechten hebben als heteroseksuele paren bij het en
adopteren van kinderen
Ik heb er geen moeite mee als ik twee mannen hand in OO
hand zie lopen
Ik zou het geen probleem vinden als mijn kind op school
les krijgt van een homoseksuele leraar of een lesbische Oe
lerares
Ik zou er geen moeite mee hebben als mijn kind een Oe
homoseksuele of lesbische relatie zou hebben 56
o 20 40 60 80 100
m Nederland m Amsterdam
Bron: SCP 2015, ABM 2015/01S
3.2.2 In Nederland
"Onder religieuze mensen ligt het aandeel dat een negatieve houding heeft ten aanzien van
homoseksualiteit hoger dan in de Nederlandse samenleving in het algemeen, in 2014 gaat
het respectievelijk om 28% en 7%. Deze groep werd wel steeds positiever in de afgelopen
jaren(SCP, 2016).
= De mate waarin men open staat voor het homohuwelijk verschilt naar achtergrond: van de
Turkse Nederlanders vindt 35% dat deze mogelijkheid er moet zijn, van de Marokkaanse
Nederlanders 30% en van Surinaamse en Antilliaanse Nederlanders 29%. Onder personen
met een Nederlandse achtergrond is dit aandeel 83%.
"Onder Marokkaanse Nederlanders heeft 78% moeite met het idee dat hun kind gaat
samenwonen met een partner van hetzelfde geslacht. Onder Turkse Nederlanders gaat het
om 76% en onder Poolse Nederlanders om 44%. Van de Nederlanders zonder
migratieachtergrond heeft 11% hier moeite mee.
"in 2014 staat 51% van de Nederlandse bevolking positief tegenover transgenders, 39% is
neutraal en 10% negatief. Lager opgeleiden en religieuze mensen zijn vaker negatief over
transgenders.
"Sinds de Transgenderwet in 2014 kunnen ook personen die geen medische
geslachtsaanpassing hebben ondergaan de geslachtsregistratie laten aanpassen. In 2015
hadden in totaal 770 personen van deze mogelijkheid gebruik gemaakt (SCP, 2017).
= _Hetlaatste verkennende onderzoek naar mensen met een intersekse conditie in Nederland
dateert uit 2014. Er is nog geen vervolgonderzoek gedaan (SCP, 2014).
12
Gemeente Amsterdam
Onderzoek, Informatie en Statistiek
Fact sheet Ihbti Amsterdammers 2017
4 Gezondheid, zorg en welzijn
4,1 Indicatoren
Gezondheid, zorg en welzijn piu 2016 Bron: SvdS
B % Lhb Amsterdammers dat aangeeft dat de algemene gezondheid (zeer) 72% gg
goed is nl
% Lhb Amsterdammers dat zich de afgelopen vier weken zelden tot mmm
nooit neerslachtig voelt 50% 53% |
4.2 Gezondheid en welzijn van Ihbti personen
4.21 In Amsterdam
= Uit de enquête De Staat van de Stad uit 2016 blijkt dat Ihb Amsterdammers hun gezondheid
minder goed ervaren dan gemiddeld. Daarbij is er weinig verschil tussen homoseksuele en
biseksuele mannen aan de ene kant en lesbische en biseksuele vrouwen aan de andere kant.
Algemene gezondheid van Amsterdammers, naar geslacht en seksuele gerichtheid, 2016 (procenten)
%
o 20 40 60 80 100
Bron: OIS/ Staat van de Stad
= Verder rapporteren homo- en biseksuele mannen vaker (35%) dat zij langdurige ziekten,
aandoeningen, handicaps of ouderdomsklachten hebben dan lesbische en biseksuele
vrouwen (33%) en dan heteroseksuele Amsterdammers (27%).
= Vande lhb Amsterdammers voelt 54% zich nooit somber of neerslachtig, van de
heteroseksuele Amsterdammers 62%.
" Over de gezondheid van transgender en intersekse Amsterdammers zijn geen cijfers bekend.
13
Gemeente Amsterdam
Onderzoek, Informatie en Statistiek
Fact sheet Ihbti Amsterdammers 2017
4.2.2 In Nederland
= Landelijk onderzoek toont verschillen aan tussen Ihb personen en heteroseksuelen op het
gebied van gezondheid en leefstijl, maar die kunnen veelal verklaard worden door
achtergrondkenmerken (leeftijd, opleiding en stedelijkheid bijvoorbeeld). Wel blijken [hb
personen vaker dan gemiddeld te roken (SCP, 2016).
= _Transgender personen rapporteren meer gezondheidsproblemen en meer psychische
problemen dan gemiddeld. Dat zijn geen op zichzelf staande problemen, vaak is sprake van
een complexe opeenstapeling van problemen die het welbevinden ondermijnt (SCP, 2017).
"Twee factoren zijn hierbij belangrijk: het gebrek aan weerbaarheid en het internaliseren van
een negatieve houding ten opzichte van de eigen identiteit leiden tot meer eenzaamheid,
minder goede gezondheid en meer psychische problemen.
= Daarentegen bevordert sociale steun het welbevinden van transgender personen.
"Over de gezondheid van intersekse personen zijn geen recente cijfers bekend (zie OIS, 2016)
4.3 Lhbti personen in de zorg
4.3.1 In Amsterdam
m 13% vande lhb Amsterdammers geeft aan vanwege gezondheidsredenen hulp te ontvangen
(Staat van de Stad 2016). Dat is iets meer dan onder heteroseksuelen (11%). Vooral lesbische
en biseksuele vrouwen ontvangen relatief vaak hulp vanwege hun gezondheid.
"_Ineen enquête van het Pink Panel (2016) onder 247 Ihbti Amsterdammers geeft 31% van de
respondenten aan hulp te ontvangen om gezondheidsredenen. Negen op de tien ontvangen
naar eigen zeggen voldoende professionele hulp, de helft ontvangt voldoende hulp vanuit het
eigen netwerk en een vijfde voldoende mantelzorg.
"In dezelfde enquête zegt 86% van de respondenten dat de Amsterdamse zorginstellingen
waar zij als cliënt komen een veilig en tolerant klimaat bieden voor hen als Ihbti persoon.
= Voor 96% van de respondenten vormt de Ihbti-identiteit geen belemmering voor de huisarts
om adequate zorg te leveren.
4.3.2 In Nederland
= Uit groepsgesprekken met transgender personen en experts komt naar voren dat
multidisciplinaire hulp van cruciaal belang is. Hulp moet over meer gaan dan de medische
kant van de transitie en er is een grote behoefte aan zorg op maat (SCP, 2017).
= Uit de evaluatie van de Roze Loper (een programma om de sociale acceptatie van Ihbt
ouderen binnen zorginstellingen en welzijnsorganisaties te vergroten) komt naar voren dat
de ervaringen bewoners van zorginstellingen met een Roze Loper neutraal of positief zijn. Zij
voelen zich veilig, zichtbaar geaccepteerd en ervaren geen discriminatie. Ook heteroseksuele
ouderen in deze instellingen ervaren het klimaat in deze instellingen als tolerant (Kluit, 2016).
14
Gemeente Amsterdam
Onderzoek, Informatie en Statistiek
Fact sheet Ihbti Amsterdammers 2017
5 Sport
5.1 Indicatoren
Dr. EN :
e % Lhb Amsterdammers dat in afgelopen jaar een sport heeft beoefend 49% 56% |
8 Lhbt Amsterdammers dat aangeeft dat op de plek waar men sport wel
eens sprake is van een Ihbti-negatieve sfeer, bijvoorbeeld in de manier n.b. 7 B
waarop mensen zich uitdrukken.
5.2 Sportbeoefening Ihbti personen
5,21 In Amsterdam
= Uit de Staat van de Stad 2016 blijkt dat 56% van de Ihb Amsterdammers in het afgelopen jaar
een sport heeft beoefend. Bij heteroseksuele Amsterdammers lag dit aandeel op 62%. De
sportdeelname van Ihb Amsterdammers is ten opzichte van 2014 gestegen.
=De sportdeelname van homoseksuele mannen is in 2016 lager dan onder heteroseksuele
mannen. Tussen het heteroseksuele vrouwen en lesbische vrouwen is het verschil gering.
= Vande sportende Ihb Amsterdammers sport twee op de tien een keer per week en zes op de
tien vaker dan een keer per week. Dat is een iets groter aandeel dan onder heteroseksuele
Amsterdammers (56%).
= Onder lesbische en biseksuele vrouwen is het deel dat meer dan een keer per week sport het
grootst (66%). Van de heteroseksuele vrouwen sport de helft vaker dan een keer per week.
= Onder homoseksuele en biseksuele mannen is de groep die meer dan een keer per week sport
wat kleiner dan onder heteroseksuele sporters.
" 28% van de Ihb Amsterdammers is lid van een sportvereniging. Daarin is nauwelijks verschil
vergeleken met heteroseksuele Amsterdammers. Van de lesbische vrouwen is 36% lid en van
de homoseksuele mannen 24%. Bij heteroseksuelen is er bijna geen verschil tussen mannen
en vrouwen.
52.2 In Nederland
"_Indeafgelopen jaren waren er geen significante verschillen tussen de sportdeelname van
volwassen Ihb personen en heteroseksuele personen (SCP, 2017).
15
Gemeente Amsterdam
Onderzoek, Informatie en Statistiek
Fact sheet Ihbti Amsterdammers 2017
5.3 Acceptatie van Ihbti personen in de sport
5.3.1 In Amsterdam
" 11% van het Amsterdam Pink Panel heeft vanwege zijn of haar geaardheid weleens afgezien
van het beoefenen van een sport. De sporten die waar men het vaakst vanaf heeft gezien zijn
fitness en voetbal (Pink panel, 2016).
= Vande sportende Ihbti Amsterdammers uit het Pink Panel heeft 7% aan dat er weleens
sprake is van een Ihbti negatieve sfeer in de sportomgeving.
5.3.2 In Nederland
"80% van de Nederlandse profvoetballers denkt dat het voor homoseksuele profvoetballers
niet makkelijk is om vit de kast te komen (SCP, 2017).
= Driekwart van de Nederlandse bevolking heeft er geen problemen mee als hun kind les krijgt
van een homoseksuele trainer.
"In 2012 was ruim 15% van de Ihb personen niet open over de seksuele oriëntatie of zegt niet
te weten of medesporters hiervan op de hoogte zijn. Belangrijke reden om hier niet open over
te zijn is dat het niet relevant is en angst voor negatieve reacties van medesporters.
=De mate waarin Ihb personen en heteroseksuele sporters te maken hebben gehad met
wangedrag tijdens sporten verschilt niet significant. Wel hebben vooral mannen hier mee te
maken.
"In 2012 gaf een kwart van transgender personen die niet sportte dat het transgender-zijn een
reden was om geen sport te beoefenen.
16
Gemeente Amsterdam
Onderzoek, Informatie en Statistiek
Fact sheet Ihbti Amsterdammers 2017
6 Werk en economie
6.1 Indicatoren
Wd % Lhb Amsterdammers werkzaam in loondienst/zelfstandig/onderwijs 64% ON
86 Lhb Amsterdammers dat goed kan rondkomen van huishoudinkomen 34% zg nn
*
d Nederlandse transseksuele personen werkzaam in loondienst of 41% nb.
als zelfstandige
* cijfer 2014/2015
6.2 Arbeidsmarktpositie Ihbti personen
6.2.1 In Amsterdam
=_Lhb Amsterdammers zijn minder vaak werkzaam in loondienst dan heteroseksuele
Amsterdammers, en homo- en biseksuele mannen iets minder vaak zelfstandig werkzaam
zijn dan heteroseksuele mannen (Staat van de Stad, 2016).
= Lesbische en biseksuele vrouwen volgen relatief vaak onderwijs. De reden hiervoor is dat in
de steekproef lesbische en biseksuele vrouwen relatief jong zijn. Deels hiermee
samenhangend zijn lesbische en biseksuele vrouwen ook minder vaak huisvrouw.
Voornaamste bezigheid, naar seksuele gerichtheid, 2016 (procenten)
heteroseksuele Amsterdammers Ihb Amsterdammers
0% 7% = werkzaam in
12% 0% loondienst
m zelfstandig
16% werkzaam
% m werkloos
5 werkzoekend
B onderwijs volgend
6% 45%
4% = huisvrouw/{huisman
3% arbeidsongeschikt
10% .
gepensioneerd
3% 16% m anders/ geen
14% antwoord
bron: Staat van de Stad/OIS
= Erzijngeen gegevens bekend over de arbeidsmarktpositie van transgender en intersekse
Amsterdammers.
17
Gemeente Amsterdam
Onderzoek, Informatie en Statistiek
Fact sheet Ihbti Amsterdammers 2017
6.2.2 In Nederland
=_ In 2013 had 74% van de homoseksuele en lesbische werknemers en 66% van de biseksuele
werknemers een vast contract. Onder heteroseksuele werknemers was dit 77% (SCP, 2016).
=_Lhb werknemers zijn vaker naar een lagere functie teruggegaan dan heteroseksuele
werknemers. Bij het krijgen van promotie is er geen verschil.
= Lesbische en biseksuele vrouwen melden vaker conflicten met collega’s dan anderen.
=_Lhb medewerkers hebben vaker te maken met ongewenste seksuele aandacht, intimidatie en
pesten op het werk. Dit geldt vooral voor biseksuele werknemers.
= Een vijfde van de Ihb werknemers kampt met burn-outklachten, twee keer zo veel als
heteroseksuele werknemers.
= Vandetransgender personen had een kwart een uitkering voor arbeidsongeschiktheid,
bijstand of WW in 2015. Gemiddeld is dit aandeel 10% ligt (SCP 2017a).
= _Transgender personen hadden ook minder vaak werk (41%) dan gemiddeld (62%).
"_Ineen enquête onder 300 transpersonen geeft een op de vier aan discriminatie te hebben
ervaren op het werk vanwege de genderidentiteit of -expressie (INN & UvH, 2017).
= De helft van de geënquêteerde transpersonen vertelt op het werk over de eigen
genderidentiteit en -expressie. Een vijfde zegt er op het werk niets over.
= Onderzoek naar de taakverdeling binnen stellen van gelijk geslacht toont aan dat er bij deze
stellen minder grote verschillen in werkuren zijn dan bij heteroseksuele stellen (SCP, 2017b).
= Uit hetzelfde onderzoek blijkt dat homoseksuele en lesbische stellen de huishoudelijke taken
vaker naar evenredigheid verdelen dan heteroseksuele stellen.
= Erzijn geen gegevens beschikbaar over de arbeidsmarktpositie van intersekse personen.
6.3 Inkomenspositie Ihbti personen
6.3.1 In Amsterdam
= Uit de Staat van de Stad blijkt dat een derde van de Ihb Amsterdammers moeite heeft met
rondkomen van het huishoudeninkomen. Dat is evenveel als gemiddeld.
= Lesbische en biseksuele vrouwen kunnen vaker goed rondkomen van het huishoudinkomen
dan heteroseksuele vrouwen. Onder mannen zijn er geen verschillen.
= De inkomenspositie van transgender en intersekse Amsterdammers is niet bekend.
6.3.2 In Nederland
= _Biseksuele personen hebben vaker een laag huishoudinkomen dan gemiddeld. Lhb personen
hebben relatief minder vaak een hoog huishoudinkomen (SCP, 2016).
"Ruim de helft van de transgender Nederlanders had in 2014 een laag inkomen, veel meer dan
gemiddeld (SCP 2017a).
= Drie op de tien transpersonen in een enquête onder 300 transpersonen moet rondkomen met
minder dan € 1.000 netto per maand (INN & UvH, 2017).
"Personen in een relatie met iemand van hetzelfde geslacht geven vaker aan dat beide partner
ongeveer evenveel verdienen dan personen in heteroseksuele stellen (SCP, 2017b).
"Over de inkomenspositie van intersekse personen zijn geen landelijke cijfers bekend.
18
Gemeente Amsterdam
Onderzoek, Informatie en Statistiek
Fact sheet Ihbti Amsterdammers 2017
7 Cultuur en informatie
7.1 Indicatoren
Ge % Lhb Amsterdammers dat in de afgelopen 12 maanden een 55% EN
Ihbti-festival heeft bezocht
% Lhb Amsterdammers dat Amsterdam aantrekkelijk vindt
vergeleken met Barcelona, Berlijn en Londen n.b. 0
7.2 Cultuur
= Uitde Staat van de Stad (2016) dat 59 % van de LHB-Amsterdammers in het voorgaande jaar
ten minste één keer een bezoek heeft gebracht aan een ‘homofestival of homocafé’! Van de
heteroseksuele Amsterdammers was dit 20%.
= Vande lhbti respondenten van het Pink Panel had 79% in de zomer van 2016 deelgenomen
aan activiteiten rond de Europride.
" 75% van de Ihbti respondenten van het Pink Panel zou Amsterdam aanraden aan een Ihbti
toerist. Zij zouden Amsterdam vooral aanraden aan een homoseksuele toerist (85%), en iets
minder aan een transgender (67%) of intersekse (66%) toerist.
= Bijna de helft van de Ihbti respondenten vindt dat Amsterdam aantrekkelijk is om door Ihbti
personen bezocht te worden vergeleken met Barcelona, Berlijn of Londen. Voor drie kwart
van de respondenten is dit gebaseerd op eigen ervaring.
=_Indetop 100 van meest aantrekkelijke Ihbt steden staat Amsterdam tweede, na Madrid.
Deze score is gebaseerd op vijf onderdelen: daten, nachtleven, de openheid van bewoners,
discriminatie en geweld, en Ihbt rechten en is samengesteld op basis van enquête, registraties
van aangiften en wetgeving (Nestpick, 2017).
7.3 Informatie
= Vande Ihbti respondenten van het Pink Panel is 17% bekend met het feit dat de Gemeente
Amsterdam in de zomer van 2016 de Verklaring van Dordrecht heeft ondertekend om
emancipatie en inclusie van transgender personen op de werkvloer te bevorderen. De helft
van hen heeft dat via de media vernomen.
"Inhet Pink Panel zijn evenementen tijdens de Europride 2016 redelijk goed bekend. Van de
Human Rights March van 23 juli 2016 was 66% van de Ihbti respondenten op de hoogte.
Conferenties waren minder bekend.
1 Deze termen zijn afkomstig vit de vragenlijst van de Staat van de Stad.
19
Gemeente Amsterdam
Onderzoek, Informatie en Statistiek
Fact sheet Ihbti Amsterdammers 2017
Bekendheid met evenementen tijdens Europride 2016 (procenten)
Human Rights March | 66
speciale sportevenementen En 59
Trans Pride | 46
Evenement in een stadsdeel En 43
Pink Elderly in Europe symposium | 33
European conference on Bisexuality EN 29
International LGBT Science Conference | 23
%
o 20 40 60 80 100
Bron: Pink Panel
20
Gemeente Amsterdam
Onderzoek, Informatie en Statistiek
Fact sheet Ihbti Amsterdammers 2017
Bijlage Literatuur
Inleiding
Gemeente Amsterdam. Uitvoering Roze agenda. Amsterdam. 2015.
https://www.amsterdam.nl/publish/pages/708380/uitvoeringsplan roze agenda.pdf
Kuyper, L. LHBT-monitor 2016. Opvattingen over en ervaringen van lesbische, homoseksuele,
biseksuele en transgender personen. Den Haag: SCP. 2016.
http://www.scp.nl/Publicaties/Alle publicaties/Publicaties 2016/LHBT monitor 2016
Kuyper, L. Transgender personen in Nederland. Den Haag: SCP. 2017.
http:{/www.scp.nl/Publicaties/Alle publicaties/Publicaties 2017/Transgender personen i
n Nederland
Lisdonk, J. van. Leven met intersekse/DSD, Een verkennend onderzoek naar de leefsituatie van
personen met intersekse/DSD. Den Haag: SCP. 2014.
http://www.scp.nl/Publicaties/Alle publicaties/Publicaties 2014/Leven met Intersekse _D
SD
Veiligheid
Feddes, A.R. en KJ. Jonas. LGBT Hate Crime, Psychological Well-Being, and Reporting Behaviour:
LGBT Community and Police Perspectives. Amsterdam: Universiteit van Amsterdam. 2016.
http://app.uva.nl/afgeronde-onderzoeken/onderzoeken.html
Jonas, KJ. Samenvatting 0 meting Amsterdam Pink Panel 2016. Amsterdam: Universiteit van
Amsterdam. 2016.
Kuyper, L. LHBT-monitor 2016. Opvattingen over en ervaringen van lesbische, homoseksuele,
biseksuele en transgender personen. Den Haag: SCP. 2016.
http://www.scp.nl/Publicaties/Alle publicaties/Publicaties 2016/LHBT monitor 2016
Lima, A. P., F. Manichand & V. Reyes. Bi-culturele transgenders in de Amsterdamse samenleving.
Een eerste verkenning. Trans United/ COC Amsterdam. 2016.
https://www.cocamsterdam.nl/wp-content/uploads/2017/01/COC-Rapport-Bi-culturele-
trensgenders-DEF.pdf
MRDA. Jaarverslag Meldpunt Discriminatie Regio Amsterdam 2016. Amsterdam: Meldpunt
Discriminatie Regio Amsterdam. 2017.
http:/fwww.mdra.nl/sites/default/files/Jaarverslag%2oMeldpunt%2oDiscriminatie%2oReg
io%20Amsterdam%20%28MDRA%29%202016%20%283%29.pdf
Onderwijs en jeugd
Expreszo & COC Youth Council. Zwartboek Slecht Voorlichting over Seksuele Diversiteit. 2016.
https:/fwww.coc.nl/wp-content/uploads/2016/06/Zwartboek-Slechte-Voorlichting-
Seksuele-Diversiteit-Expreszo-COC-Youth-Council.pdf
GGD Amsterdam, Gezondheid in beeld.
http://www.ggdgezondheidinbeeld.nl/jeugd
21
Gemeente Amsterdam
Onderzoek, Informatie en Statistiek
Fact sheet Ihbti Amsterdammers 2017
Grinsven, V. van, L. van der Woud & E. Elphick. Integratie op school: Meningen, observaties en
ideeën vanuit het onderwijs zelf. Utrecht: DUO Onderwijsonderzoek. 2017.
http:/www.duo-onderwijsonderzoek.nlfwp-content/uploads/2017/01/Rapportage-
Integratie-op-school-1-februari-2017.pdf
Inspectie van het Onderwijs. Omgaan met seksualiteit en seksuele diversiteit. Een beschrijving van
het onderwijsaanbod van scholen. Utrecht: Inspectie van het Onderwijs, Ministerie van
Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. 2016.
https://www.onderwijsinspectie.nl/documenten/publicaties/2016/06/01/rapport-omgaan-
met-seksualiteit-en-seksuele-diversiteit
Kuiper, E., Il. van der Veer en G. Ledoux. Vragenlijstonderzoek. Opvattingen van leraren en
schoolleiders. Amsterdam: Kohnstamm Instituut. 2016.
https://www.onderwijsinspectie.nl/documenten/publicaties/2016/06/01/rapport-omgaan-
met-seksualiteit-en-seksuele-diversiteit
Kuyper, L. LHBT-monitor 2016. Opvattingen over en ervaringen van lesbische, homoseksuele,
biseksuele en transgender personen. Den Haag: SCP. 2016.
http://www.scp.nl/Publicaties/Alle publicaties/Publicaties 2016/LHBT monitor 2016
Lima, A. P., F. Manichand & V. Reyes. Bi-culturele transgenders in de Amsterdamse samenleving.
Een eerste verkenning. Trans United/ COC Amsterdam. 2016.
https://www.cocamsterdam.nl/wp-content/uploads/2017/01/COC-Rapport-Bi-culturele-
trensgenders-DEF.pdf
OIS. Fact sheet LHBTI’s in Amsterdam 2016. Amsterdam: OIS. 2016.
http://www.ois.amsterdam.nl/assets/pdfs/2016 Ihbtis%20in%20amsterdam.pdf
OIS. Amsterdamse Burgermonitor 2015. Amsterdam: Onderzoek, Informatie en Statistiek
gemeente Amsterdam, 2017.
http://www.ois.amsterdam.nl/assets/pdfs/2017 amsterdamse burgermonitor 2015.pdf
Rutgers & SOA Aids Nederland. Samenvatting Seks onder je 25°. Utrecht: Rutgers en SOA Aids
Nederland, 2017.
http:{fseksonderje25e.nl/page/Samenvatting)
Scholte R., W. Nelen, W. de Wit en G. Kroes. Sociale veiligheid in en rond scholen. Nijmegen:
Praktikon, 2016.
http://www.praktikon.nl/wp-content/uploads/2017/06/Sociale-veiligheid-in-en-rond-
scholen.pdf
Diversiteit
Kuyper, L., Wel trouwen, niet zoenen, Den Haag: SCP, 2015.
https://www.scp.nl/Publicaties/Alle _publicaties/Publicaties 2015/Wel trouwen niet zoen
en
Kuyper, L., LHBT-monitor 2016. Opvattingen over en ervaringen van lesbische, homoseksuele,
biseksuele en transgender personen. Den Haag: SCP, 2016.
http://www.scp.nl/Publicaties/Alle publicaties/Publicaties 2016/LHBT monitor 2016
Lisdonk, J. van. Leven met intersekse/DSD. Den Haag: SCP, 2014.
http://www.scp.nl{nl/Publicaties/Alle publicaties/Publicaties 2014/Leven met intersekse
_DSD
OIS. Amsterdamse Burgermonitor 2015. Amsterdam: Onderzoek, Informatie en Statistiek
gemeente Amsterdam, 2017.
http:/www.ois.amsterdam.nl/publicaties/
22
Gemeente Amsterdam
Onderzoek, Informatie en Statistiek
Fact sheet Ihbti Amsterdammers 2017
Gezondheid, zorg en welzijn
COC. Prachtige overwinning: eindelijk vergoeding borstconstructie voor transgendervrouwen.
COC, 2017. Geraadpleegd juni 2017. https://www.coc.nl/homepage/prachtige-
overwinning-eindelijk-vergoeding-borstconstructie-transgendervrouwen
Kluit, M. Rapportage bewonersevaluatie Roze Loper. Roze 50plus.
https://www.roze50plus.nl/assets/uploads/docs/news/637.c6ac0a9389a643fe2da84f84ab
AbAcf1 pdf
Kuyper, L. LHBT-monitor 2016. Opvattingen over en ervaringen van lesbische, homoseksuele,
biseksuele en transgender personen. Den Haag: SCP, 2016.
http://www.scp.nl/Publicaties/Alle publicaties/Publicaties 2016/LHBT monitor 2016
Kuyper, L. Transgender personen in Nederland. Den Haag: SCP, 2017.
http://www.scp.nl/Publicaties/Alle_publicaties/Publicaties 2017/Transgender personen _i
n Nederland
Lima, A. P., F. Manichand & V. Reyes. Bi-culturele transgenders in de Amsterdamse samenleving.
Een eerste verkenning. Trans United/ COC Amsterdam, 2016.
https://www.cocamsterdam.nl/wp-content/uploads/2017/01/COC-Rapport-Bi-culturele-
trensgenders-DEF.pdf
OIS. Fact sheet LHBTI’s in Amsterdam 2016. Amsterdam: OIS.
http://www.ois.amsterdam.nl/assets/pdfs/2016 Ihbtis%20in%2Oamsterdam.pdf
Sport
Pulles, len K. Visser. Beleidssignalement Ervaringen van Ihbt-personen met sport. Den Haag:
SCP, 2017
https://www.scp.nl/Publicaties/Alle publicaties/Publicaties 201//Beleidssignalement Erv
aringen van LHBT personen met sport
Werk en economie
Kuyper, L. LHBT-monitor 2016. Opvattingen over en ervaringen van lesbische, homoseksuele,
biseksuele en transgender personen. Den Haag: SCP, 2016.
http://www.scp.nl/Publicaties/Alle publicaties/Publicaties 2016/LHBT monitor 2016
Kuyper, L. Transgender personen in Nederland. Den Haag: SCP, 2017a.
http://www.scp.nl/Publicaties/Alle_publicaties/Publicaties 2017/Transgender personen _i
n Nederland
Roeters, A, F. Veerman & E. Jaspers. Gelijk verdeeld? Een verkenning van de taakverdeling bij
LHB-stellen. Den Haag: SCP, 2017b.
http://www.scp.nl/Publicaties/Alle publicaties/Publicaties 2017/Gelijk verdeeld
Transgender Netwerk Nederland & Universiteit voor Humanistiek, i.s.m. Universiteit van
Maastricht & stichting Gendertalent. Transgender en Werk. 2017.
https://www.transgendernetwerk.nl/wp-
content/uploads/TransgenderenWerkfactsheet2017-1.pdf
Cultuur en informatie
Jonas, KJ. Samenvatting 0 meting Amsterdam Pink Panel 2016. Amsterdam: Universiteit van
Amsterdam, 2016.
Nestpick, Best LGBT Cities 2017.
https://www.nestpick.com/best-lgbt-cities/
23
Bezoekadres:
n Oudezijds Voorburgwal 300
1012 GL Amsterdam
Onderzoek, Informatie en Statistiek ï ij Postbus 658
1000 AR Amsterdam
www.ois.amsterdam.nl
| Onderzoeksrapport | 25 | train |
> < Gemeente Raadsinformatiebrief
Amsterdam
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 6 juni 2023
Portefeuille(s) Publieke Gezondheid en Preventie
Deelnemingen
Portefeuillehouder(s): _ Alexander Scholtes
Behandeld door GGD Amsterdam, [email protected]
Onderwerp Streeklaboratorium van de GGD gaat samenwerken met Amsterdam UMC,
OLVG Lab en Sanquin Diagnostiek
Geachte leden van de gemeenteraad,
Met deze brief informeert het college u over het volgende:
Het Streeklaboratorium (SLA) van GGD Amsterdam heeft het voornemen een samenwerking aan
te gaan met drie andere diagnostische laboratoria (OLVG Lab, Amsterdam UMC en Sanquin
Diagnostics). De ambitie van de partijen is door deze samenwerking straks een van de meest
gerenommeerde diagnostische samenwerkingen van Nederland te worden. In deze samenwerking
wordt de belangrijke functie in de publieke gezondheidszorg van SLA gewaarborgd en wordt de
dienstverlening aan de patiënten verbeterd.
Op 8 juni 2023 wordt de naam bekend gemaakt waaronder partners hun samenwerking willen
presenteren: Glia Diagnostiek.
Onderbouwing samenwerking
Het laboratoriumlandschap is continu in beweging, zowel regionaal als (inter)nationaal.
Laboratoria anticiperen niet alleen op technische ontwikkelingen of ontwikkelingen in de
(arbeids)markt, maar ook op gezondheidsvraagstukken zoals de steeds veranderende
infectieziekten. De COVID-19 pandemie heeft laten zien wat de vitdagingen zijn voor
regionale/landelijke afsternming bij bestrijding van infectieziekten en de noodzaak voor een
duurzamere gezondheidszorg bevestigd. Meer samenwerking tussen de laboratoria leidt tot het
beter kunnen delen van informatie, verstevigt de positie van SLA en geeft daarmee een positieve
bijdrage aan de publieke gezondheidszorg in Amsterdam.
GGD Amsterdam is sinds enige tijd in overleg met Amsterdam UMC, OLVG Lab en Sanquin
Diagnostics over de samenwerking. De vier partijen binnen Glia diagnosiek werken al langer op
veel gebieden samen en met deze alliantie worden de verschillende lab-disciplines en alle
zorglijnen (zelfafname, de ze, 2e én 3e lijn) met elkaar verbonden. Dit is een bijzondere kans voor
SLA: de nadruk van de partijen ligt op het leveren van goede zorg en het borgen en delen van
kennis en informatie. Doordat SLA vanaf het begin betrokken is bij de gesprekken kan zij
meebepalen hoe verdere samenwerking in de nabije toekomst eruit komt te zien. Hiermee
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 6 juni 2023
Pagina 2 van 3
verbetert ook de informatiepositie van de gemeente: over de volle breedte van de diagnostiek in
Amsterdam ontstaat inzicht in ontwikkelingen rond diagnostiek.
De belangrijkste redenen voor het aangaan van deze samenwerking zijn:
1. Het SLA heeft een grote publieke waarde voor de gemeente Amsterdam.
Als enige GGD in Nederland heeft GGD Amsterdam een eigen medisch microbiologisch
laboratorium, het Streeklaboratorium Amsterdam (SLA). Daardoor kan de GGD snel
schakelen en gerichte dienstverlening voor de stad aanbieden. SLA was al een gewaardeerde
organisatie en de meerwaarde is extra aangetoond tijdens de coronacrisis. SLA onderscheidt
zich met name op de volgende vlakken:
e Amsterdam kontijdens de coronacrisis snel reageren door de grootschalige en
innovatieve manier van testen en de korte lijnen tussen het SLA en het crisisteam van de
GGD. Ook werden, in samenwerking met het Amsterdam UMC, nieuwe virusvarianten
snel gedetecteerd, waardoor er meer tijd was om hierop te anticiperen. Deze informatie
voedde het OMT (outbreakmanagementteam) van het RIVM wekelijks en hierop is
landelijk beleid gemaakt.
e Verder speelt het Streeklaboratorium een essentiële rol in het reguliere proces van de
eerstelijns zorg (huisartsen) en verpleeghuizen. Ruim 80% van de huisartsen en bijna alle
verpleeghuizen in Amsterdam nemen hun diensten af bij SLA.
e _SLA onderscheidt zich door de unieke wijze waarop onderzoek wordt gedaan naar micro-
organismen bij verschillende zorginstellingen. SLA attendeert de GGD en andere
zorgverleners in een vroeg stadium op mogelijke verspreiding van schadelijke virussen en
bacteriën. Hierdoor kan snel worden ingegrepen en verdere verspreiding in de zorgketen
worden beperkt. Dit speelt bijvoorbeeld bij de bestrijding van resistente bacteriën in
zorginstellingen.
e De onderzoeksagenda van SLA op het gebied van SOA is uniek in Nederland. De
resistentie van de veroorzakers van gonorroe wordt bijvoorbeeld nauwlettend in de gaten
gehouden om behandelopties voor heel Nederland goed te kunnen monitoren, dan wel
advies uit te brengen om dit aan te passen.
2. Maatschappelijke en economische ontwikkelingen op het terrein van diagnostiek door
laboratoria maken het wenselijk en noodzakelijk de huidige positie van SLA te versterken
en de uitnodiging om mee te doen in deze samenwerking biedt een unieke kans voor
samenwerking.
Momenteel zijn er drie ontwikkelingen die het noodzakelijk maken om de huidige positie van
SLA in het Amsterdamse laboratoriumlandschap te heroverwegen:
e Zorgverzekeraars stellen steeds meer eisen aan de inkoop van diagnostiek, waar SLA
waarschijnlijk op den duur zelfstandig niet meer aan kan voldoen. Zorgverzekeraars
contracteren in de toekomst alleen laboratoria die alle eerstelijnsdiagnostiek aan kunnen
bieden. Het SLA heeft niet de expertise om alle testen in de eerstelijnszorg aan te kunnen
bieden. Zonder (regionale) samenwerking is het dus mogelijk dat zorgverzekeraars geen
diensten meer willen afnemen van SLA.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 6 juni 2023
Pagina 3 van 3
e Kleinere laboratoria hebben geen goede concurrentiepositie ten opzichte van grote
laboratoria en moeten daarom op alle vlakken allianties aangaan. Eén van de voordelen
van allianties kan zijn dat de taken in het kader van de openbare gezondheidszorg straks
nog steeds duurzaam bekostigd kunnen worden door het delen van data en technologie.
Glia diagnosiek legt de nadruk op wetenschappelijk onderzoek, kennisuitwisseling en het
verzorgen van de publieke taak. De omvang van deze alliantie zorgt ervoor dat er een
gedegen organisatie staat, mocht er een andere aanbieder toetreden.
e Erzijn (nieuwe) bedreigingen voor de publieke gezondheid. Naast nieuwe pandemische
situaties of vitbraken (bijvoorbeeld apenpokken, COVID-19 etc.) is ook de toename van
resistente bacteriën die zich ongemerkt door de zorgketen heen bewegen erg zorgelijk. Er
is een groeiende vraag naar opgeschaalde of juist verdiepende diagnostiek. Bij grote
uitbraken is er behoefte aan crisiscoördinatie. Goede samenwerking tussen de
verschillende laboratoria is dan cruciaal voor een effectieve bestrijding.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
Alexander Scholtes
Wethouder Publieke Gezondheid en Preventie en Deelnemingen
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Brief | 3 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2018
Afdeling 1
Nummer 1249
Datum indiening 31 augustus 2018
Datum akkoord college van b&w van 13 november 2018
Publicatiedatum 14 november 2018
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van de leden De Grave-Verkerk en Poot inzake
het beter inzichtelijk maken van de tevredenheid van ondernemers over
de dienstverlening van de afdeling Vergunningen.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragenstelsters:
De fractie van de VVD ontvangt signalen van ondernemers die ontevreden zijn over
de dienstverlening van de afdeling die hen vergunningen verleent. De klachten gaan
met name over de communicatie met deze afdeling, deze zou volgens de
ondernemers traag verlopen. Zo zou het lang duren voordat ondernemers reactie
krijgen op hun (aan)vragen, bijvoorbeeld omdat ambtenaren ziek of met verlof zijn.
Ook geven de ondernemers aan dat er niet wordt meegedacht en klagen zij over
administratieve rompslomp. Dit alles zorgt volgens de ondernemers voor vertraging
bij het verlenen van vergunningen, hetgeen hun bedrijfsvoering kan belemmeren of
schaden.
De fractie van de VVD maakt zich sterk voor een Amsterdam met een goed
draaiende economie, een aantrekkelijk vestigingsklimaat en werkgelegenheid voor
iedereen. Een klantgerichte en vlotte dienstverlening vanuit de gemeente richting
ondernemers draagt hieraan bij. Ondernemers moeten zoveel mogelijk de ruimte
krijgen om te ondernemen. Het is hierbij van belang dat zij niet worden vertraagd of
ontmoedigd door onnodig trage vergunningsaanvragen of verzand raken in
bureaucratische rompslomp.
De fractie van de VVD denkt dat het beter inzichtelijker maken van de klant(on)-
tevredenheid kan bijdragen aan een betere dienstverlening. De gemeente zet hier al
op in als het gaat om dienstverlening richting burgers, maar mogelijk valt bij het
meten van de klanttevredenheid over de dienstverlening van ondernemers nog winst
te behalen.
Gezien het vorenstaande hebben de leden De Grave-Verkerk en Poot, beiden
namens de fractie van de VVD, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde
voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van
burgemeester en wethouders gesteld:
1
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Neng Loa Gemeenteblad
Datum 14 november 2018 Schriftelijke vragen, vrijdag 31 augustus 2018
1. De gemeente geeft aan tevredenheid over baliebezoek, telefonisch contact en
online dienstverlening sinds 2011 te meten. Dienstverlening via sociale media
wordt sinds 2014 gemeten. Kan het college aangeven of, en zo ja hoe de
tevredenheid van ondernemers over hun vergunningsaanvraag wordt gemeten?
Antwoord:
De door de raadsleden genoemde onderzoeken richten zich op klanttevredenheid
van burgers, een homogene groep die vergelijkbare diensten afneemt. Dat levert
bruikbare informatie op waarmee de gemeente haar diensten en producten
verbetert. Hierbij gaat het om snelle transacties die aan de balie met één bezoek
zijn afgehandeld.
Voor ondernemers zijn er gespecialiseerde loketten en diensten die meerdere
contactmomenten vragen en vaak over een langere periode gaan. Er is veel
onderzoek gedaan naar de klanttevredenheid van ondernemers, maar altijd
productgericht en/of branchegericht. Deze aanpak is gekozen omdat daarmee de
verbeteringen in het desbetreffende proces/loket/product gericht kunnen worden
opgepakt. Dat is voor algemene dienstverlening aan ondernemers ingewikkelder.
Toch is er één tweejaarlijks landelijk onderzoek (door gemeente Amsterdam en
VNG Realisatie) waar Amsterdam aan meedoet. 1200 Amsterdamse
ondernemers hebben meegedaan aan een vragenlijst over klantvriendelijkheid.
De resultaten geven enig houvast in vergelijking met andere steden en geven een
ontwikkeling van dit cijfer (trend) over de jaren, maar het cijfer geeft geen
aanknopingspunten aan de hand waarvan we een of enkele producten kunnen
verbeteren.
Welke product en/of branchegerichte onderzoeken zijn er geweest op gebied van
klanttevredenheid onder ondernemers in de laatste 2 jaar?
e Tweejaarlijks wordt door VNG Realisatie, in samenwerking met de gemeente
(directie OI&S, Dienstverlening en Economie), onderzoek gedaan naar de
dienstverlening aan ondernemers. Amsterdam scoorde in 2017 een 6,4, een
kleine stijging ten opzichte van de 6,2 gemeten in 2015.
(https://www.waarstaatjegemeente.nl/dashboard/Ondernemerspeiling/)
e Erzijn in 2018 rondetafelgesprekken georganiseerd met ondernemers uit
stadsdelen Zuid en Noord over de ervaringen met de versnelde procedure
voor bouwvergunningen die getest is in stadsdelen.
e Eris inmei 2017 een onderzoek uitgevoerd naar de tevredenheid bij de
aanvraag van een bouwvergunning.
e In 2017 is er een onderzoek geweest naar de tevredenheid bij aanvragers van
Objectvergunningen en tijdelijke verkeersmaatregelen.
e Eris infebruari 2018 een klantarena georganiseerd onder organisatoren van
evenementen.
e In 2015-2016 hebben verschillende rondetafelgesprekken met
horecaondernemers, over (ver)bouwen plaatsgevonden.
e De gemeente onderzoekt voortdurend het gebruikersgemak voor
ondernemers die bouwvergunningen online aanvragen, met het doel de online
formulieren te verbeteren.
2
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Neng Loa Gemeenteblad
Datum 14 november 2018 Schriftelijke vragen, vrijdag 31 augustus 2018
Op dit moment stelt de gemeente beleid op voor de bouwvergunningen en
baseert zich daarbij ook op klantonderzoeken. Sinds het voorjaar van 2018 vraagt
de gemeente alle aanvragers om online een enquête in te vullen als zij een
besluit hebben ontvangen op hun vergunningaanvragen.
2. Hebben de vergunningsafdelingen van de stadsloketten klachten van
ondernemers ontvangen? Zo ja, om hoeveel klachten gaat het en waar gaan deze
over?
Antwoord:
De vergunningsafdelingen hebben dit jaar geen klachten van ondernemers
ontvangen over bejegening of procedures. Een enkele ondernemer is het niet
eens met de beoordeling van zijn aanvraag en doet daarover zijn beklag.
3. Is het college het met de VVD eens dat het zinvol kan zijn de tevredenheid over
het aanvragen van vergunningen (nog beter) inzichtelijk te maken, omdat de
dienstverlening op basis hiervan mogelijk verbeterd kan worden?
Antwoord:
Het college is van mening dat we op dit moment een goed beeld hebben van de
tevredenheid van ondernemers in algemene zin. De gemeente kiest ervoor de
tweejaarlijkse landelijke meting hiervoor te gebruiken. Daarnaast wordt onderzoek
gedaan naar specifieke branches en vergunningen om de dienstverlening verder
te verbeteren.
4. Wil het college ondernemers de mogelijkheid bieden om na afloop van hun
contact met de gemeente (telefonisch, online en bij de loketten schriftelijk) een
anoniem klanttevredenheidsonderzoek aan te bieden? Zo ja, wil het college de
uitkomsten van dit onderzoek inzichtelijk maken en deze gebruiken om — indien
nodig — de dienstverlening te verbeteren en deze te delen met de raad”?
Antwoord:
De tweejaarlijkse landelijke meting biedt de gemeente voldoende mogelijkheden
voor algemene verbetering van de dienstverlening. Het biedt de mogelijkheid voor
vergelijking met andere steden en toont een trend in de ontwikkeling van het
cijfer. Bij onderzoek naar tevredenheid over het klantcontact centrum (CCA) en
online wordt geen onderscheid gemaakt tussen ondernemers of burgers die
bijvoorbeeld een paspoort aanvragen. Bij bevraging na elke verlening van een
vergunning zullen de resultaten wat zeggen over het bevraagde
vergunningsproces en niet over alle vergunningen voor ondernemers.
Onderzoeken per vergunningen of per branche bieden daarvoor meer goede
handvatten voor specifieke verbeteringen. De gemeente zet daarom voor
ondernemers liever in op deze specifieke onderzoeken om de situatie voor
groepen ondernemers en producten te verbeteren.
3
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
weing Loa Gemeenteblad
ummer - =: ne
Datum 44 november 2018 Schriftelijke vragen, vrijdag 31 augustus 2018
5. Is het college bereid om een enquête aan te bieden aan alle ondernemers met
wie zij de afgelopen jaren contact heeft (gehad)?
Antwoord:
Het college zet in op een onderzoeksstrategie waarin tweejaarlijks de algehele
tevredenheid van ondernemers wordt bevraagd. Hierin is een positieve trend
zichtbaar die tegen andere steden kan worden afgezet. De tevredenheid aan
balie, telefoon en online worden onderzocht voor de tevredenheid van burgers en
ondernemers, zonder daarin onderscheid te maken. Het college is van mening
dat het inzetten van een enquête achteraf geen informatie oplevert waarmee
doelgericht verbeterd kan worden. Daarnaast worden dagelijks zoveel
vergunningen verstrekt dat ver terugkijken geen extra informatie oplevert ten
opzichte van een recente vergunningverlening. Die informatie levert gericht
onderzoek op product/doelgroep(branche) combinaties wel op.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Wil Rutten, waarnemend secretaris
4
| Schriftelijke Vraag | 4 | discard |
Nieuwezijde
> < Gemeente Noo
@
Amsterdam JA ©
l vac
x © 4 gore Raadhuisstraat
& ®
> < CG) © ror
Xx ca
n yertsensttef pe de
ja
Nieuwezijde
Zuid
d Eh: = ET EN | 5 B | Ti is i | ER DA, Ee ie EN Lj E pe b
En B GENE DELE NT Nitsrend en Det | h >
ke | die} En Li Sijs kant iede INET ‘an |, EEN Bi NI k:
Ee Ae | Ee kn Te
Een EN RN Pig dd
PEAR es 8 Er EL 5 zm hah Ke 4 a Ip
P lan Oranje loper
Basisrapportage regeling risicovolle projecten
© ®
Basisrapportage regeling
® e ®
risicovolle projecten
De vernieuwing van de Nieuwezijds Voorburgwal
en de straten en vaste bruggen van Raadhuisstraat
tot Mercatorplein
Colofon
Auteurs Programmateam Oranje Loper | Vrijgave Stijn Lechner, programmamanager
Oranje Loper IB | Vaststelling Diana van Loenen, ambtelijk opdrachtgever V&OR |
Bestuurlijke portefeuille Verkeer en vervoer, S. Dijksma | Datum juli 2019 |
Status/versie Concept versie 4 | Design/opmaak DSGN.FRM
ee Programmaplan Oranje loper 2
1 Inleiding 4 B Financiën 34
1.1 Aanleiding 5 5.1 Investeringskosten en dekking 35
1.2 Programma Bruggen & Kademuren 5
1.3 Programma Amsterdam Autoluw 5
1.4 Programma Oranje Loper 6 6 Omgevingsmanagement en communicatie 37
1.5 Leeswijzer 7 6.1 Impact 38
6.2 Draagvlak voor eindsituatie 38
6.3 Draagvlak tijdens uitvoering 39
2 Het programma en de projecten 8 6.4 Organisatie 40
2.1 Bereikbaarheid, leefbaarheid en veiligheid 9
2.2 Reikwijdte, ambitie, doelstellingen 12
2.3 Planning op hoofdlijnen 14 7 Tegenspraak, leren en kwaliteitsborging 41
24 Project De Nieuwe Zijde 15
2.5 Project Herinrichting Raadhuisstraat-Rozengracht 16
2.6 Project Bruggen Oranje Loper 17 8 Afronding, opleveren en overdracht 44
2.7 Project Herinrichting De Clercqstraat en Jan Evertsenstraat 19 8.1 Evaluatie en reviews 45
8.2 Asset owner/eindbeheerd 45
8.3 Decharge/overdracht 45
3 Kansen en risico’s 20
3.1 Kansen en risico’s op programmaniveau 21
3.2 Duurzaamheid 24
3.3 Marktbenadering 25
3.4 Kernwaarden en kritische succesfactoren 25
4 Organisatie en bestuur 26
41 Eén programma, vier projecten 27
4,2 Rollen en verantwoordelijkheden 28
4.3 Systems Engineering en Raakvlakmanagement 30
4.4 Governance 31
4.5 Bestuurlijke informatievoorziening 33
nn Programmaplan Oranje loper | Inhoud 3
l Ï rt De Ee
lens En
rn DA
IE ij LE pi
1e …À zi Rp be Z
En ek DA Z
IN WEE ze
a bf : on ad £
ER Eem EEn £
En ie Er eN p en he 5
1 En hi HE nm ps : ie:
ai Ake dn û BA |
Ied jj ek 3 mi i S
AUT Te Fa ; > 5 , |
ed ng nnn 4 Pe 4 |
jo he mg bie ‚e IB 5 U, ie á a ï
El dn. ie ee EA £ Ee Bak - HE en en,
dake kn ki l ne EEN 7 ee neit — en
hs nils Ed ne Pan 4 Bn Mad ms Et Er ak ip lit it: 5 en e Et Rr ed EE tid 8 A ee ee en en
RM ORE OK OR en PE Fe ME ed is Ee en
EET ICE ER INC ON 5 BI Bain ti 0 eo er Ean Aa si
eren EED ze tT en ne, in El -a KEN Kun HES 1 tr EN TRE e nes É EF EN 8 e bnn tn d
Bee Ee EN ie en DE Sn B EEn | Ie 34 ne gal ij BEER 4e hund, Se À ee A te le Ee bd 5 gj TE : tg e 4
bne £ Rd lk een Ole ae a BREE ken We [2 TEL PE ME MEA kf
RE HE 4 NL EE on ee ke Bit OREN hie eer Aen en NE an ] IS tif HER lr
5 Ze gr kre ER é EN î he ES a Arent 1 Drag Bn) ee TN 4 k Ì É È HE it zn : Be e B di de Be zn 15 et) st DAE El AK E ij 5 nd EE es ji) 5
LS Ee Ea KE en
ï Ì Eede en nd Ee 5 OE ee Bree lS lt ae f nn Te
rt EE RETE SEE Be EN Se
En en EL Eon 2 : an En Ee ee B a A \ " y Wi : . KE fj Vr gt
ra en Ean Ee Ef al | [ \ He ag
E RE È dee Beet. sd u, 2 Se BE, ae mi je 4 Ï Ig … MR | Í 5 i
are El Eg Á EES D ed De - el ; le | Ch 4 Ti CN
Rean bp EE =| Ed Eet - WE n B Ea pm _— en ane mn
s adi oe K Kri ï e wir A DU On E h fj 8 F În oct \
(E-TEN pas A nad NIN RENE ie es 7 DME
REE rn pe FREE Tel ND LL h en | ì KK
TT D ee € Pe je Rs ú EEn ET | fi Mi RN LH Ë } . Jl K - Lei Al eN Es EN Em
e bakt pe He Hf ij LEDS dd Mee ° Ee PT HN ik ON hf EN ee ek NA elke An | A
EEA vi ATL DL ITE LATEN LAN LEE BS et eN _ KM 2 L RN Re
| SEG ent: ee End à De p . z GS - L H
ef ek En S Pal Á hd A 3
Wake en rk Pe [1 ps ‚| hd
IME Pien En A, bs ee
SE re ne:
En A Ee, ge, DRA
1.1 Aanleiding 1.2 Programma Bruggen & Kademuren 1.3 Programma Amsterdam Autoluw
Amsterdam staat voor flinke opgaven. Terwijl de stad De bruggen en kademuren hebben grootschalig Om de leefbaarheid en toegankelijkheid van de stad
steeds drukker wordt, is er een toenemend ruimtegebrek achterstallig onderhoud. Op delen van het areaal te verbeteren, wil de gemeente ruimte maken voor
in stadsstraten en een grote mate van achterstallig ontstaat onveiligheid als de belasting van bruggen voetgangers, fietsers, spelende kinderen en groen.
onderhoud en structurele overbelasting van bruggen en en kademuren niet wordt beperkt. De opgave om de Het college zet daarom in op een autoluwe stad. Een
kademuren. Hierdoor staan de veiligheid, bereikbaarheid bruggen en kademuren in Amsterdam te herstellen is aantal concrete maatregelen, waaronder verhoging
en leefbaarheid van de stad onder druk. Met twee grote fors en raakt de stad in al haar vezels. Op stedelijk niveau van de parkeertarieven en het opheffen van 7.000
programma’s gaat de stad deze opgaven aan. is hiervoor programma Bruggen & Kademuren opgericht. tot 10.000 parkeerplaatsen, is al aangekondigd of in
Tot de scope van dit programma behoren 200 km uitvoering. Er is echter meer nodig om de grote ambities
gefundeerde kademuren en 850 verkeersbruggen. waar te maken en breed draagvlak daarbij is essentieel.
Tot 2023 wordt gewerkt aan de vervanging van Daarom is de gemeente in gesprek met de bewoners
27 bruggen en 4,5 km kademuur. over verdere maatregelen.
re TEER MAREN EE: GEN KT Kn, ne RA WT GEEN: TIES SA REE PER GE || KETNET cr
& f 4 A aje rare kh es BR Tik Wer Pj if Le Std E, JR EO et es ENE A Js a li IN ë A l
hide eta U Rek in A RN NE OR MAES | 5 ‚NDE s1/ 5
eh ATA ARE AN ALAN SAT me Wp AE EE ER rn | | Ni 4 a OE bâ 4
AR EERE BREM EN EEN AR Vi ns Ee ee a me TSN Ki ne HA | 7
EN eten Ee he Kaa NN EN a RN ee Rn eh dà ME NN fl EI El IN A } td Ed Ei
AE ET OE Nera id EP Ef VEEN RE en te, Den Ì IRE S Ie Mn ene ee RR
EL Ee met Ef DN en ll Ard ij je
elk 8 elen Ei P/ CBN < wet La et WE Aen 7 BA rn kn k | | EE DE — AD ikL
pen Len AE is ad ie AK oee EE Î : Nee Ne n ree PEEN TE ee E | le be Sn ee |
en en ik Ne Ee î hk el. A a | ek U B ne, JOE vir 8 TEE ele Er: a zr 5 = Ue \, |
a ee RK ANS Ae A er se EEK: NE en en en ENEN RK
ek Ù EN eee en AN | eN Rt EE ii ER Ee eeen eh
mn pe |: AE ee Ne NE a MD Me: en E IS enn iP EO
|H1 Inleiding 5
1.4 Programma Oranje Loper
Aan de centrum-/westkant van Amsterdam komen en die van het GVB, kabel- en leidingbedrijven, de andere projecten. Tegelijkertijd hebben de straten
de twee grote stedelijke opgaven de komende jaren woonbootbewoners, rederijen en fietsers zo weliswaar vergelijkbare problemen maar zijn ze niet
samen. 9 van de 27 bruggen die tot 2023 worden goed mogelijk gediend? Welke fasering houdt de identiek en zijn de opgaven in stadsdeel Centrum
vervangen, liggen op het traject van Raadhuisstraat bereikbaarheid zo goed mogelijk in stand, zorgt ervoor mogelijk anders dan die in stadsdeel West.
tot Mercatorplein. De bruggen zijn 100 jaar oud, aan dat de ondernemers nog klanten kunnen ontvangen
het einde van hun levensduur en de kans op bezwijken en bewoners 's nachts kunnen slapen? Afstemming, Door de programmatische aanpak kunnen we de
is reëel aanwezig. De route is een stadsstraat waar slimme faseringen en planningen worden essentieel om benodigde expertise beter betrekken, pieken en dalen
mensen wonen, werken en verblijven en die tevens dit deel van de stad de komende tijd veilig, bereikbaar in workload beter opvangen en kennisuitwisseling
functioneert als belangrijke verkeerscorridor. De straten en leefbaar te houden, op een manier die acceptabel eenvoudiger en efficiënter organiseren. We kunnen de
zijn druk en verkeer zit elkaar regelmatig in de weg. is voor alle belanghebbenden. De programmatische projecten gemeenschappelijk oppakken, in samenhang
Auto's verhinderen een goede doorstroming van de aanpak zorgt voor een integrale kijk op de opgave en en efficiënt, vanuit de opgaven waar de stad voor staat,
tram, fietsers hebben te weinig ruimte. Bewoners en het gebied, zodat de werkzaamheden in samenhang maar met toewijding aan de specifieke doelstellingen
ondernemers ervaren de straten als onveilig en de kunnen worden voorbereid en uitgevoerd. van ieder project.
openbare ruimte als onaangenaam en rommelig. Om de
verkeersveiligheid te verhogen, de doorstroming voor Integrale planvorming De naam Oranje Loper verwijst naar de verbondenheid
de tram te verbeteren en de kwaliteit van de openbare Een integrale blik is niet alleen noodzakelijk voor die alle straten hebben met het Koninklijk Paleis op de
ruimte te verbeteren, willen we de staten opnieuw de uitvoering. De projecten zijn in geografisch en Dam. De gemeenschappelijke naam onderstreept het
inrichten, conform de Agenda Autoluw: meer ruimte beleidsmatig (duurzaamheid, autoluw, fietsbeleid) belang van het in samenhang bekijken van de opgaven.
voor voetgangers, fietsers, groen en de tram en minder opzicht sterk met elkaar verbonden. De ambities voor De verwijzing naar het paleis geeft uitdrukking aan ons
ruimte voor auto’s. de stad beperken zich niet tot projectgrenzen. Als we (hoge) ambitieniveau ten aanzien van de kwaliteit van
serieus werk willen maken van de verkeersveiligheid en het proces (‘Koninklijke Weg’) en de realisatie (kwalitatief
De werkzaamheden zullen veel overlast geven. Om het creëren van meer ruimte voor fietser en voetganger hoogwaardige inrichting van de openbare ruimte).
slagvaardig te sturen, overlast te beperken en een en openbaar vervoer, dan moeten we ervoor zorgen
samenhangende inrichting te kunnen creëren op het dat routes logisch en voorspelbaar zijn en de inrichting Het programma Oranje Loper verantwoordt zich
hele traject werken we aan deze opgave vanuit één op een doorlopende route niet van straat tot straat aan het college van B&W in een halfjaarlijkse
programma: Oranje Loper. compleet verandert. Willen we de rol van de auto voortgangsrapportage die ter kennisname aan de
terugdringen, maar wijken niet volledig onbereikbaar commissie MLD wordt gestuurd. Het voorliggende
Integrale uitvoering maken, dan moeten we de verkeerscirculatie in programmaplan vormt als basisrapportage de start
Voor het beperken van de overlast is zorgvuldige samenhang bekijken. De programmatische aanpak van deze rapportagecyclus.
afstemming met alle stakeholders cruciaal. Hoe versterkt de samenhang in inrichting op het hele traject.
worden de belangen van bewoners en ondernemers Best practices uit het ene project worden gebruikt in
ee Programmaplan Oranje loper | H1 Inleiding 6
1.5 Leeswijzer
Om een beeld te krijgen bij de opgaven toont het het bestuurlijke traject is ingericht. Hoofdstuk 5 gaat
volgende hoofdstuk de reikwijdte, ambities en in op de financiële samenhang. In hoofdstuk 6 komen
doelstellingen en een samenvatting van de afzonderlijke het omgevingsmanagement en communicatie aan
projecten. Hoofdstuk 3 gaat in op de kansen en bod. Hoofdstuk 7 beschrijft hoe het programma zijn
risico’s van het programma. Ook marktbenadering, tegenspraak organiseert. Hoofdstuk 8 gaat over de
duurzaamheid en de kritische succesfactoren komen hier overdracht van de projecten naar de beheerorganisatie.
aan bod. Hoofdstuk 4 beschrijft hoe de programma- en
projectorganisatie er uit zien en hoe
BE U U oer; - (Id
| Á. N er À & : gs 5 1 Ki al
Mk | Nh) € dien | was | ID
=| ee ed N : De NI P,
mmh ANN - | | ij TA
Een | edn EN, Ba: 7 —— 5 gf Al
nn an ME: AN GE ME Ke E 5 be (ld
Pin ea: ien ! eeen, 4 lid Di
lW ALAIN Be MR 7 ee Ala!
Mols IE AIEN EOD if B:
ce EE IE _E
ms TT Egt BE ke
> ME — 7 B: HN > #
ER _ me UR kr Ma NE 5 ï 5 |
MS De 1 Mk) nn 8
a af E AREN es MAIN, kt nt r : | |
5 n De EE Hi A EN E Î Fem
ET omme) df k ijn EEM heil
LEN kend | EINE |
G el Á \ mmm he I Et. nr
P Ni en IN) | je lj
K MA En AMO rr:
el E TD EEN De 3 GN Mi & >
E SEN } N IN rek dl Pp: BEEN, il if nm 4 Te ES … a ®..
ee ka bs KN Nt men Wk De p Nn eik =| Ep
an 4 u ae nt Ri | Ee ed EE SS Á zl e= 5 Kms Ji hl ne eN mr jd
el Ee i E : nn == ns
ee Programmaplan Oranje loper | H1 Inleiding 7
et programma en de proj t
EN PELL:
Ee SD En es B DE Hie in TE B ik 5 EE la Ze
Ade ZA NAD ene
ie ee Bes 5 ne oi ni U af \ SU tE hdd pine ann \ ds F : aa, 5 ’ ne m5 | À |
Re B | L ai ï Î ij ad Pd Ù ni pr Re 5 is ì 5 £ RE Le ‚ al Sed | | Î
ES EE 5 A Ì EE an Ei, De: Z EE he dl ba Ea hi itn EN labi Û ze E ES ; a B x |
î mi Pr Et RER rte le WING d sd PE 2 Voert en = ak res er EA Î
EL ä HR EE Mh Es ee nie bvd RE B en
en : a =| ij NR Bie mk ln N ks IE £ ee BR Ik:
Din Oee, HR REEN beeke
eb an É CU = LENTE | ï he EN AR | ji L 2 E Rn à Ì ze hid Á | ”
Sie C EE tel de ARS WR SE ca ON € Kn elk Fe rs 5
en e AL En È. laf e $ e # Ta He, À el UX li Ren p El. zi | mm Ze 3
bez da om hed He RR 5 en MEN Î Ee { Ke Is 0 sn a E
Set U EEEN GE Pose En en KA AN et jn
REE | f ij Ì Ad A AAE AINMMEe gE s | a ie Aen. Ei
Gi sol | | 3 | ij 8 | t Í EN | u 4 de ne ef el en A ie E hd | E | % add ‚. E ej
PA OR ek ge Ee : _ [ ik | E
4 HE 7 zz À ie d Ee ZT Ee ee 2 as pen a ij kn u 7 5 a , -
en ) 5
ber Ka u e, Et / ij B 8 E | u Ü e De me
St nt SAAN zakat Bih FE en ha TE
la Ser RL ea id _ nn et ee En de kn Ee
8 IL | , ’ ee) ie zE 4 JN 5 En nn Tes - pe E de | nd 5
bne! ER eN EN | En mn E
6 En E 4 ; De B E 5 8 | = ee En wi Ss on EE m ed
ge Le) EE En Á \ id, Eed = h Bie s u
ATEC se u pe ze EA hd | | le IE : : -
2.1 Bereikbaarheid, leefbaarheid en veiligheid
Programma Oranje Loper richt zich op het verbeteren ondernemers zijn groot. Plotselinge uitval zou deze Zuid), project Raadhuisstraat — Rozengracht, project
en borgen van de bereikbaarheid, leefbaarheid en belangen ernstig schaden. De tram zou waarschijnlijk De Clercqstraat - Jan Evertsenstraat. Met uitzondering
veiligheid van de Nieuwezijds Voorburgwal en de straten lange tijd om moeten rijden, terwijl de mogelijkheden van de Nieuwe Zijde was het doel lange tijd primair het
van Raadhuisstraat tot en met Mercatorplein. Daarvoor daarvoor beperkt zijn. Ook het gepland vervangen van verbeteren van de situatie voor de tram. De afgelopen
vervangen we negen bruggen en richten we de straten de bruggen heeft grote impact op de bereikbaarheid jaren is duidelijk geworden dat deze eenzijdige aanpak
opnieuw in. (ze kunnen nou eenmaal niet worden vervangen zonder onvoldoende draagvlak heeft onder bewoners en
gedeeltelijk tijdelijk buiten gebruik te zijn), maar is sterk ondernemers in de omgeving en onvoldoende bijdraagt
Vervangen bruggen te verkiezen boven het herstellen van een calamiteit. aan de ambities van de stad. In alle projecten streven we
De bruggen op het traject zijn 100 jaar oud, aan daarom dezelfde doelen na. We hebben de ambitie de
het einde van hun levensduur en verkeren in slechte Nieuwe inrichting verkeersveiligheid, doorstroming van tram en fietsers en
staat. Het risico is reëel dat ze zo snel verslechteren De nieuwe inrichting van de straten was tot voor kort kwaliteit van de openbare ruimte te verhogen door het
dat ze niet meer veilig zijn en afgesloten moeten belegd in afzonderlijke projecten die hun oorsprong creëren van meer ruimte voor voetganger, fiets en OV
worden. De bruggen vormen een cruciale schakel in vinden in de Investeringsagenda OV en/of de en een minder dominante rol voor de auto.
de bereikbaarheid van het gebied. Belangen voor Uitvoeringsagenda Mobiliteit. Het gaat om project
nood- en hulpdiensten, (OV)-reizigers, bewoners en Nieuwe Zijde (Nieuwezijds Voorburgwal Noord en Opdracht versus opgave
De Oranje Loper staat voor een grote en uitdagende
” A En 7 e , opdracht: het vernieuwen van ca. 5 km binnenstedelijke
ME ) fi (hi 4 ee 4 AEN FL IS straat en het vervangen van 9 (deels monumentale)
4 Pre d7 id di bruggen. Het lonkend perspectief is een route met
ii ne à JAK IN CL . .
U Ee Ale | ie bruggen die er weer 100 jaar tegen kunnen en straten
| De : _ melt! a Le AL die bereikbaar, veilig en leefbaar zijn.
à h % heen Pf Straten vernieuwen en bruggen vervangen in het
E in DE : a _ id card € A a . . .
D | ij” Ee entrum van Amsterdam is niet nieuw. We hebben
2 5 | A Cent Amsterd t We hebb
ein | e Ke 8 Ë mang , dit vaker gedaan en weten hoe dat moet. Wat wel
mn, ed ze Ee ez ä ST Ilie c J, | nieuw is om het op deze schaal te doen. Die schaal
he. EN Xn ae De Fi. In a fi on i idelijk dat de b in slechte staat
n ER Rs Rd RE ANY n, is onvermijdelijk omdat de bruggen in slechte staa
mi ME Ei ke WIG le B sans { verkeren én de straten niet meer toegerust zijn op de
Ds F4 pe n Ee Ve | ze pn vragen van de huidige tijd. Als we dat brug voor brug
En: Er ) DE Ee $ Ee ed / pe 6 WN en straat voor straat zouden doen, zijn we daar erg lang
SE K it edt TRE 5 = . mee bezig. Dat kunnen we ons niet permitteren. De kans
4 Aer EN ale wa > RE Ee er ZL dat bruggen verder verslechteren en zelfs bezwijken
k jm el 8 5 EE AEDES Re Jak Ee . 7
den ard EE Re ee 5 te \ is realistisch. Ook de bruggen en kademuren om het
sl nis b Ee S ‚ 1 project heen zijn in zeer slechte staat. De kans dat we
Es df ME 4 Ad Nn. mali Ree ant EO R het verkeer op de bestaande straten veilig kunnen
‚A Rie TEEN ek 5
men ii ar Gen A À \ Pi, afwikkelen wordt dus steeds kleiner. De stad loopt dan
me in: ee zl — VAES en 5 5 rs4
ee Programmaplan Oranje loper | H2 Het programma en de projecten 9
vast en de leefbaarheid neemt fors af. Het tempo van de Als programma hebben we de opdracht om bij te dragen Andere projectbenadering
vernieuwing is dan bovendien te laag. aan het bereikbaar maken en houden van de stad. Bij Om draagvlak te behouden hebben we in onze analyse
deze grootschalige en complexe opdracht is het de een andere projectaanpak nodig dan we traditioneel
Om de stad veilig, bereikbaar en leefbaar te houden ingewikkelde opgave om draagvlak te krijgen en houden gewend zijn. Onder een traditionele projectbenadering
moeten we een grootschalige operatie op touw bij allerhande partijen: bewoners, ondernemers, bestuur, verstaan we het vooraf bepalen van de reikwijdte en
zetten. Hiermee voeren we tegelijk de druk op de raadsleden, gemeentelijke partners. Het risico dat we sturen op tijd en geld, en deze zo vroeg mogelijk vast
leefbaarheid en bereikbaarheid van de stad op. Opdelen draagvlak verliezen voor onze opdracht, is levensgroot zetten in het proces. Zaken die niet tot de reikwijdte
in kleinere brokken zou schijnbaar overzichtelijkheid en aanwezig. Hoezeer we ook streven naar het beperken en behoren zijn in dat geval vooral bedreigingen voor het
beheersbaarheid bieden, maar leidt naar verwachting in vermijden van de overlast, overlast is onvermijdelijk. Als projectsucces.
werkelijkheid tot het uitblijven van synergie en bovenal het draagvlak wegebt, ongeacht het soort, is het in de
een veel te laag tempo. Veiligheid, bereikbaarheid en huidige context nauwelijks mogelijk om deze opdracht Flexibiliteit
leefbaarheid voor de stad borgen, betekent dus in eerste succesvol af te ronden. In plaats van stevige reikwijdte-afbakening zullen we de
instantie dat het minder bereikbaar en leefbaar wordt. flexibiliteit moeten inbouwen om mee te bewegen met
De veiligheid zullen we ook tijdens de uitvoering borgen. een gewijzigde werkelijkheid en de gewijzigde vragen
van de stad, bewoners, gebruikers of stakeholders.
In de maatregelen die we treffen om het gebied
ER E RS B ARI Dd veilig, bereikbaar en leefbaar te houden tijdens de
- nie 5 ke AV AB werkzaamheden moeten we niet alleen kijken naar de
5 EE EN E fed el / gevolgen van ónze werkzaamheden, maar het gebied
en er a En JI) Ö centraal stellen. Hierbij moeten we de bereidheid
PA : EE hebben oplossingen te bieden die verder gaan dan wij
AE Ee En 2 N sle, | | jol traditioneel bij het werken in projecten gewend zijn.
Pe: kras an n : KL ig Projecten realiseren in een complexe werkelijkheid
Ee Ne SI , n IN, vraagt om mensen die openstaan voor heel veel
en En B SE Pl B 4 in k W/ | invloeden, die sterk zijn in het oppikken van signalen
Eeen Re E k wg 7 A > je rd ï } NEA, j en zo creatief zijn dat zij in staat zijn oplossingen steeds
OE EE ene UR zo te kneden en herkneden dat er een oplossing
| oe EE El Sl NT en ie de s ee Elf N ik | ei ontstaat die voldoende aanvaardbaar is. Dat vraagt
hi e He Hie ES , Ik Ji 3 : LA 4 15 de ee di Zh’ | As: om een benadering van projectmanagement en
mT Rd RE A as 2 Der Spe programmasturing waarin het ‘waarom’ van de opdracht
Pi d Ze î El di MEIJER Zane: duidelijk en herkenbaar is verankerd.
lara En NE U ie
fi ij | F | | Har NM ne = RIE 3 Ei He (hd 72 Positieve connectie
k H ek Ú di ie ie 4 Re Ì Ai gj if hin s Het behouden van draagvlak zal ook dan nog niet
rtl BT A eN 5 3 pn af as Tk st eenvoudig zijn. Als we een positieve beweging kunnen
Fork ij EE ti iP dad ik Lr organiseren helpt dat om onze ingrijpende verbouwing
Ree e= ee DE | ESS Rn te ne te accepteren. De ambitie is dat de positieve beweging
EE pi NSR fd een onderstroom geeft die helpt de opdracht te
nn nn en Mmm km en realiseren, juist ook als het lastig blijkt, duurder wordt of
Ee ee Ee 8 _ md et AB Á en 7 KS de overlast erger is dan verwacht.
ee Programmaplan Oranje loper | H2 Het programma en de projecten 10
Dit vereist commitment vanuit programmasturing, 2. Cultuurhistorische waarden zoeken bij alle monumentale objecten in de omgeving.
middelen om zaken te financieren die de leefbaarheid en De komende jaren zal de stad op grote schaal Het draait daarbij om de cultuurhistorische waarde van
bereikbaarheid in stand houden en een zware inzet op ‘overhoop’ gehaald worden. We menen dat het voor de binnenstedelijke beleving, primair voor bewoners
omgevingsmanagement. Er moet intensief contact zijn het draagvlak noodzakelijk is een aanpak te kiezen en ondernemers.
met belanghebbenden om te weten waar hun zorgen die uiting geeft aan respect voor het vertrouwde, de
liggen, wat hun wensen zijn en op welke manier we een waardevolle eigenschappen van de stad. De bruggen 3. Duurzaamheid
positieve connectie kunnen maken. Op voorhand zien we die we aanpakken hebben allemaal een buitengewoon De stad heeft de ambitie op duurzame wijze te
hiervoor drie aangrijpingspunten: hoge cultuurhistorische waarde. Het zijn monumenten bouwen aan de toekomst. In de praktijk blijkt het best
die staan voor het beeld van de architectuur van de ingewikkeld om hier concreet invulling aan te geven. Het
1. Leefbaarheid Amsterdamse school. Ook de panden die aan ons nemen of ondersteunen van initiatieven op het gebied
De leefbaarheid in de stad staat nu al onder druk. project grenzen zijn vaak honderden jaren oud en van duurzaamheid, waar bewoners ondernemers wat
Zonder extra maatregelen tijdens de uitvoering komt hebben een monumentaal karakter. Samen vormen aan hebben, kan helpen om het project meer draagvlak
deze voor een aanzienlijk deel van de stad verder onder ze de taal van de prachtige en unieke binnenstad van te geven. Oranje Loper heeft een aantal unieke
druk te staan. Hoewel we niet altijd veroorzaker zijn van Amsterdam — niet voor niets UNESCO werelderfgoed. mogelijkheden om rondom duurzaamheid op een hoog
die druk, moeten we hier een antwoord op hebben. Deze monumentale, vertrouwde waarde verdient het om niveau ambities neer te zetten (bijvoorbeeld in relatie tot
Onderdeel van onze opgave moet een aanpak zijn die er aan te lichten en te gebruiken in onze projectaanpak. aardgasvrij, ruimte voor groen creëren door bundeling
op gericht is het voor de 100.000 mensen die rond het We hoeven ons daarbij niet te beperken tot de van kabels en leidingen, rainproof).
projectgebied wonen en werken leefbaar te houden. monumentale bruggen; we kunnen ook aansluiting
ERE eere en IS en: ERE
en Ee Te B en ld — Ì KE È Nn Tin Te 1 Br Eel Vi 8 s Ee a
RE REN ei 8 | | EI u k On nne Á el BE Wi ER WEEER
NEN ee EE N Dn he gk WE L i ds en Eh Ï ä ná ali Á EE pr Ag zi Te Ee a EEn ze
I iN de NE - Af BN Nn en RE Et SE et ek ze mn pe In En Rn eN
Ih : Ee Kol ST Kid _ En ee Û En en ï Fm id Ee \ Di Ed $ ï ï mr Hi HEE El ij en KT s0 ie de 5 Een oe EE de
\ u de en | _ es! | nt E: il , mie Es ed nt ER z ik „ll rg ien ld ES A ee OE Er E en r
Ta : ars Gek Aen en EP nr me zee B
dM Je MIT U en TL eds! egt A dl In Ae OO zp megen ee Er Ja En mmm
ul Ean ERD AN Nrg en | iv Ì Ee B A | | Cd NEL 4 j7 Kr Oi El AE Lak B - f E F
| ke bek Ee il ke el E 1 E Es L ï die i Bred Ik ij pe u Pi | wi RL Ô De K in RS ä PS _& N fi DAS DC Ke
BAE ze rENDA Blik HC Koh Ì IN | Pi Wee À \ mi ik | WEL INF E A r Laer el TM 5 Î É A Z ed Ko
ERDER SCHEREN DENDER B/I UBE NL PONSEN CE a NE U NNI Aai B wije dt led
rk IN EECNBE NK ee Li 75 nl En WN EAS ge ek Ei rj mi ll Zl AN 7 WN E _S El
BLEND KE j in KAN a en ND En ande E E | Ë lj Í en L
eum ME z U SN
K Ee Ì a} n En er nn ee re En En : | Bi Se ë Ë
e= == me = re = . ; Ki =S 63 u 4 NE en oe aen
En makend
te neen ES
an - 5 - in Ten ik
F= ET u } tje Ee KE ES
Oe wk GERE
|H2 Het programma en de projecten 11
2.2 Reikwijdte, ambitie, doelstellingen
Geografische reikwijdte Reikwijdte in tijd, geld en kwaliteit
g J J je, 9
NB: Martelaarsgracht is formeel scope van project De De nadere invulling van de reikwijdte in termen
Maaiveld Bruggen Entree. In de planvorming heeft project Nieuwe Zijde wel van tijd, geld en kwaliteit ligt vast in de individuele
Nieuwezijds Voorburgwal geen het ontwerp tot en met Martelaarsgracht meegenomen. projectplannen en wordt nader uitgewerkt en
. . . . Het ontwerp sluit nu goed aan op project De Entree. vastgesteld in de bestuurlijke producten dan wel
(incl. Singel/Koningsplein) En
Raadhuisstraat brug 8, 22, 106 en 63
Rozengracht brug 117 en 167
Admiraal de Ruijterweg brug 108 (deels) en brug 135
tussen de DeClercgtraat en
de Jan Evertsenstraat
Jan Evertsenstraat vanaf de brug 359
Admiraal de Ruijterweg tot
en met het kruispunt met het
Mercatorplein
Figuur 1: reikwijdte Oranje Loper
gers se toe
2 ad ze
E j Ei) geert ©
2 À Ë 17 es Re
ä 5 5 vacht Ë ' zor eestraat Hartenstraat __ Gasthuis.
5 8 5 Á ares X \ a x molensteeg
EN ge ä 5 Ë Hege 4 Ë zoe te 8 Ë E 5
4 E Er à 5 N ë > Ë 2
B 8 2 Ê 5 dn 5 Ò ä
& \ 5 d 8 2 4% „et 8 8 8
3 S ja 2 5 & \ä En S T
E d ® $ $ 4
z &ì ä 4 Y 8 18 A
5 28 RN £ 8 8
E Ît 2 z 2 % … W
- E ge 8 & Ì 5 ed
. ? 3 2 8 à \ gt
5 5, 8 e
£ 2 8
ee Programmaplan Oranje loper | H2 Het programma en de projecten 12
Ambitie Doelstellingen m Hetecreëren van meer ruimte voor het OV.
m Veiligstellen functioneren bruggen/route voor m Vervangen en qua uiterlijk identiek terugbrengen Hierbij ligt de prioriteit bij het vergroten van de
komende 100 jaar; van negen bruggen met een monumentaal karakter betrouwbaarheid van de aankomst- en vertrektijden
m Vergroten verkeersveiligheid; op een manier die het functioneren van het van de tram op de haltes. Het streven is dat de tram
m Verbeteren van de betrouwbaarheid en doorstroming tramsysteem het eerst veilig stelt, ervoor zorgt dat op het traject Centraal-Station — Mercatorplein circa
van OV en fiets; het hele verkeerssysteem blijft functioneren en zo 20% sneller kan doorstromen ten opzichte van de
m Verhogen kwaliteit openbare ruimte; min mogelijk hinder veroorzaakt voor de omgeving, situatie in 2012;
m Terwijl het gebied tijdens de uitvoering veilig met het resultaat dat de bruggen minimaal 100 jaar m Hetecreëren van een hoogwaardige inrichting van
blijft functioneren op een wijze die acceptabel is blijven functioneren; het maaiveld. De woon- en winkelstraten moeten
voor bewoners, ondernemers en gebruikers van m Het creëren van meer ruimte voor fietser en een aantrekkelijke verblijfskwaliteit krijgen, met
het gebied. voetganger. De veiligheid van deze gebruikers meer groen en doorloopruimte voor voetgangers.
dient hierin geborgd te zijn;
ee Programmaplan Oranje loper | H2 Het programma en de projecten 13
2.3 Planning op hoofdlijnen
Planning besluitvorming en voorbereiding m Voor project bruggen Oranje Loper werken Planning uitvoering
m Voorde Nieuwe Zijde Zuid is in 2019 een we in 2019 en 2020 aan het uitvoeringsbesluit, m De Nieuwezijds Voorburgwal is het eerst aan de
uitvoeringsbesluit genomen. Voor de Nieuwe Zijde aanbesteding en voorbereiding van de uitvoering. beurt om uitgevoerd te worden. Het eerste deel van
Noord leggen we in 2020 een uitvoeringsbesluit voor. In 2020 doen we voorbereidende werkzaamheden de uitvoering (herinrichting Singel-Koningsplein) is in
m Voor project Raadhuisstraat-Rozengracht werken en werken we in bouwteamverband (samen met o.a. september 2019 gestart. In 2020 begint de uitvoering
we in 2019 aan de Nota van Uitgangspunten en Stadsregie, aannemers, nutsbedrijven, experts en van het noordelijke deel.
voorkeursontwerp en leggen we in 2020 een partners zoals GVB en Waternet) aan een plan hoe m Werk aan de bruggen en aanliggende straten
voorkeursbesluit voor. we de bruggen veilig en efficiënt gaan vervangen. proberen we zoveel mogelijk tegelijk uit te voeren.
m Voor project De Clercgstraat-Jan Evertsenstraat De planning van de bruggen wordt hierin leidend.
werken we in 2019 en 2020 aan de Nota van We willen in 2021 beginnen met de uitvoering. We
Uitgangspunten en voorkeursontwerp en leggen verwachten in de loop van 2020 meer te weten over
we in 2020 een voorkeursbesluit voor. de planning.
ii" EEn 7 EE 7 WE GE : En et AE vac Al 5 Ï IJ PENN ma |
TES Ti de ri tE Eee Me wk. > ed ni Ta ES rn ie Te | Eel
TT er Beag ee Oe | ee mn rr ES H
FER IES se e at ar | ii
EF kN es Rn ES Re en El ee |
| ee ú A ee HE z ek : nen hu | À aise ge : el ee Lj Hi A HD : N * ij
mn SET Aen ak TE dn es 5, ze Te II NE EE an We eee
dr EE pede U Mg rn OO ERS En
ZEE Î ERN ee Aer im: Td Je EN ER Ë
E | ee GC FS EEP Ell En nn OAN Se NN Br, B | il g
NE en a 54 Arm wi E 7 Mn Dd dE Eldee ID EARN ee EK hd NE
ele Le , e ad : mn en 3 Ci Á 7 E En PP eG erf Ei Pe 5 el si Pl 0 u } kh 3 Ni KR E Ef Gi. à '
r_n EN NER
RN nen he 4 ENEN 7
En | he NR A SE Te SS IRN AZ
es ENE LL \ ibo
OL ee td Ee SP LEN a
RN Ne ee ee iP
TEE Meek MA ONS EE A
PEEN Eed he en NS EL ES
MEE Ee MEETER ls PB an | Er 5
PEEN EEE EST EL RE Ah MST OE OE OO F4
erg ee EE eee NM 5 :
ETE ge Arras Ce Ek MEE DE
Er rn ee Er Pr rn EE A NE ed
AE LEL nn” EE 5 ek A A AN OS Ae
|H2 Het programma en de projecten 14
2.4 Project De Nieuwe Zijde
Ambitie en opgave Dit doen we door: Planning
De Nieuwezijds Voorburgwal krijgt een nieuwe inrichting. m Creëren van meer ruimte voor voetganger en fietser; Het project bestaat uit twee deelprojecten: de
Aanleiding is de ‘Programmatische Visie Nieuwe Zijde’ m Creëren van een hoogwaardige, autoluwe inrichting Nieuwezijds Voorburgwal Noord (Martelaarsgracht tot
en ‘Uitvoeringsagenda Mobiliteit” (JAM). Het doel van de openbare ruimte met meer groen; aan Paleisstraat) en de Nieuwezijds Voorburgwal Zuid
van de herinrichting is het omvormen van een ietwat m Verbeteren van doorstroming en betrouwbaarheid OV; (ten zuiden van Paleisstraat tot het Spui en van Spui tot
vergeten, vooral dienstbaar deel van de binnenstad naar m Zorgen voor een betere oversteekbaarheid; en met Koningsplein).
een aangenaam en eigen stadsgebied met meer ruimte m Invoeren van eenrichtingsverkeer voor autoverkeer.
voor fietser en voetganger. Voor het zuidelijk deel is een Uitvoerings- en
Kredietbesluit genomen begin 2019. Het eerste deel
van de uitvoering (herinrichting Singel-Koningsplein) is
_ ee ee n gestart de tweede helft van 2019/begin 2020, tegelijk
RE. en Sa RP ze
REA Ee it ED OT met de vervanging van het tramspoor door het GVB.
rn Dien hi RI al he en ben Voor het noordelijk deel heeft de gemeenteraad op 4 juli
enn hel B ä ze TE | 2019 de Nota van Uitgangspunten vastgesteld en wordt
2 El ek dele La a ln in 2020 het uitvoeringsbesluit bestuurlijk voorgelegd.
B MU im ä Te ATR nd
ee ln i is — AN 1 hl 7 |
rd te WS a men EN: tt DE L ds
Be LID sij) NR Od k =
RIN aa M.E E En EE E
En | ii mm ft Ns |z| Hd ze jj EN | 5 ï aam e 8 |
EN ENNE Te GN rg kj jj Ei Ë EN |
Are A Lie ej ee en Een mid _— ig ef A
LE 8, eer HN ci NEET Ti en
ARE E Ee EEEN iS EEL! LIN ii al p En
in ES enn nt Ken HEET TTT mene 1 re, en
4 | F Ei aten EAS) ’ _ k dE =r TT AR N, a Ì
AN Nie Nn 1 HERA nt Wen Se rd
dE el
EE NN le beh LET an Denm dl Es TTE.
ve BS A es 5 B tk
rn Wij NE en en Ee
E A Se B ST 5 hand nnee ia a 5 en
—ú | iN ei Kaj dì- Ee Le Z 5
Nn as | Pl eN =Â 5 | rn EREN IP — EE et mer id 5 E ij
Be JN â RE
Ee > 6 ® I N e ep EES BE ml | Sn
5 EN NEL Bn En MENE St A
ee EN \ edm | he EEn SS Sf Ee Á
Te E el Î NE Wee AES
|H2 Het programma en de projecten 15
2.5 Project Herinrichting Raadhuisstraat-Rozengracht
Ambitie en opgave het OV tot gevolg. De openbare ruimte is rommelig, Over de herinrichting van de straten wordt al langere tijd
De Raadhuisstraat en Rozengracht krijgen een nieuwe van lage kwaliteit en sluit niet aan bij de verblijfsfunctie. gesproken. Oorspronkelijk vanuit de Investeringsagenda
inrichting. Het zijn straten waar mensen wonen en Omwonenden ervaren de straten als een gevaarlijke OV, met een eenzijdige focus op de verbetering
werken, winkelen, uitgaan of doorheen reizen. Er racebaan. Om de straten in te richten conform de van de doorstroming voor de tram. De stad en haar
g g
zijn o.a. voetgangers, fietsers, auto’s, taxi's, trams en ambities van de stad is een herinrichting nodig van de ambities zijn sindsdien veranderd. De ambitie voor de
bussen. Het is er druk en er is te weinig ruimte voor straat, van gevel tot gevel. herinrichting is het vergroten van de verkeersveiligheid,
alle soorten verkeer. Verkeersstromen zitten elkaar in betrouwbaarheid van het OV en het verhogen van de
g
de weg; onveilig en met een slechte doorstroming voor kwaliteit van de openbare ruimte. De opgave is het
g g g p pg
creëren van meer ruimte voor voetganger, fiets, OV
mann eme, en samma an Ee door een minder dominante rol van de auto.
NS ie OEREN rte A EAN AART NLS rrd ee Planning
me) 7 ' Ni EN Sn ee 4 OAK DE n Ig . . .
UN Ze HEREN EN OA ot Peene SN CO Ln In 2015 is een Nota van Uitgangspunten vastgesteld die
| ” “ A zie TE LN Si
' | We EEF Alagl PT ZONE Rl Ê 0 peet. En een sterke focus had op OV. In 2019 volgt een nieuwe
ALK ge RE wedn he. TNO ER AN REDE (OON EA |E .
N Ki | | ted We ke ws Za 2e zere AE d k fj JEE ie VT oe a Nota van Uitgangspunten met voorkeursontwerp voor
ARNE be RE ir dee TREE 5 RSL de inrichting van beide straten, conform de nieuwe
| BE OP LE APE AP EAN | PE ea Dr ee. 9 .
| IN li AS ANG Er a SA he ECN TMR Ne ambitie en opgave. Eerdere ontwerpen en input van
; c Ae En LENS jz H .
H NI HEEE ED 0 dal 18 Leeg, zen gel OE T sd alle stakeholders, onder wie uitdrukkelijk bewoners en
LEG ON ST NE R Je er Ed EN ee EIN ie . . st
' | | | \ be AR Dn: ' Es ite ne 1 4 LE Es Pe F EE Ï ondernemers uit de omgeving, worden hierin betrokken.
IKN EE ee rie Ee sil iran pe .
B.A ISES B " # se Ze sal ei seird Ten 3 5 ole | | Hiks == In 2020 volgt een voordracht voor een voorkeursbesluit.
: tn es & U zy [ U ee , Tan ze | TAU Mrndr en an ml Ü } mer
© DS ERN EE ee EA ve ANO tr NS A: —
ES Parme CE (OA sort TN EN
nj jd dell HERON Std DT
ii et le a> re - - Y | En dE 4 ak
‚| —__ Nn a A nn 5
’ zeil En TVT en
PE | pl EA ALEEEEETEN | En e
En 5 \ Js tE BATEN en nen en
El Od ee
B ee AT EL ENT VAN nnn
B ZEE 2} zE, En, EN En UR Hie te Edel 5 hete Ai ie en
Zee ld \ EN So Dd BENT nn
Ee Ne es EN een nn
RE Ne AN
Ee En Een DN EN ij Een 5 Ei à Ei B EA en
: ' Ee 5 a AN UNE Eeen NI pee oe l/h UE BEND HEN RAe =
- ES SANNE een, NS
4 ES ee Eh NN AN
8 5 En II ZE TN 4
|H2 Het programma en de projecten 16
2.6 Project Bruggen Oranje Loper
Ambitie en opgave Figuur 2: scope bruggen (boven: Raadhuisstraat en Rozengracht; onder Jan Evertsenstraat — De Clercqstraat)
Op het vaste traject van Paleis tot Mercatorplein liggen
negen bruggen van ongeveer 100 jaar oud met een
monumentaal karakter. De bruggen zijn cruciaal voor jn $
het functioneren van de route en moeten, om uitval te " eget 63 106
… gio
voorkomen, zo snel mogelijk worden vervangen. De E á
bruggen 8, 22, 106, 63, 117, 167, 135 en 359 gaan we 5 22 e
. … Â
integraal vervangen. Brug 108 gaan we gedeeltelijk È 8 groots“
vervangen. Deze brug moest in 2017 plotseling worden 8 $
5
afgesloten. Vanaf eind 2018 is de brug weer opengesteld © 17
ses . Ki)
voor al het verkeer. Met een calamiteitenaanpak is SN ae
ervoor gezorgd dat de brug zo snel mogelijk kon 167 ger Reestraat Hartenstraat __Gasthuis-
functioneren. Wat nog moet gebeuren is het vernieuwen oe 8 E Molensteeg
. . : 0 8 8 5 Kr
van de landhoofden en brugvleugels, inclusief fundering, ” 4 « 5 & | 8
‚ 5 9 8 8 dl
ter plaatse van de fiets- en voetpaden. 8 z 4 ee 2 8 ? 7
5 9, 8 \a È ö
S 2 v TE
. ®,
Planning $ 3%
… D.
De belangrijkste beheersmaatregel om ongeplande &
uitval te voorkomen, is de bruggen zo snel mogelijk 6
vervangen. Om zoveel mogelijk snelheid te maken,
betrekken we de markt zo vroeg mogelijk bij de opgave.
Hiernaast zorgen we ervoor dat we voorbereid zijn E
op de situatie dat één of meer bruggen plotseling 2
gestremd moet(en) worden. De aanbesteding voor de 5 5
se . ee . o 5 E
civiele aannemers in het Bouwteam is inmiddels gestart. 2 5, Ht 8
: : : se te e 5 re 5
Het streven is om in het voorjaar van 2020 twee civiele 5 8 ä e er groetd $
. . o 5
aannemers aan boord te hebben en in 2021 te beginnen 5 Ja & 8 Ë e ? 108
. . oe: : 5 E È
met de uitvoering. Voor die tijd zullen al voorbereidende 5 259 2 Ë é
. & G
werkzaamheden plaatsvinden. 3 = & ,
, / @
© Pe) 5 7
25 sg } ë 8
5 3 2 5 8
â B 5 8 8 5)
3 3 @ E â
® ER = 5 Ö z
5 88 2 ï « s
: & Ea 6 & 5
en 5 a 9, ® 5 Ze
- 5 8 % 5 ‚
Sal 3
# 5 0 & 6
X 2 & Es
ee Programmaplan Oranje loper | H2 Het programma en de projecten 17
Aanbevelingen commissie Cloo m door binnen de programmaorganisatie meerdere uitvoeringsaanpak, met name gericht op de
In 2018 heeft de commissie Cloo een aantal rollen in te vullen door koppels van meer en minder bereikbaarheid, ook in de tijdelijke situatie;
aanbevelingen gedaan die het gemeentebestuur heeft ervaren mensen geven we vorm aan het lerend m het samenvoegen van negen bruggen zorgt voor
overgenomen. De aanbevelingen hebben betrekking op vermogen van de gemeente; schaalvergroting en het na elkaar uitvoeren draagt bij
de aanpak van kademuren en bruggen in de hele stad en m door te werken in Bouwteamverband zorgen we aan het lerend vermogen binnen het programma;
raken daarmee de Oranje Loper. Primair is programma ervoor dat de kennis uit de markt vroeg in de m we hanteren een gebiedsgerichte aanpak waarbij
Bruggen en Kademuren aan zet om de aanbevelingen planvorming wordt betrokken, daarbij betrekken we maaiveld en brugrenovatie is gecombineerd,
de komende jaren om te zetten in concrete stadsbrede ook de belangrijkste stakeholders in het Bouwteam; wederom schaalvergroting en procesinnovatie;
acties. Programma Oranje Loper past twee aanbevelingen m het werken in Bouwteamverband zorgt voor m totslot werken we samen met kennisinstituten zoals
al toe in haar programma (IV: investeer in de organisatie een procesinnovatie binnen de gemeente; deze Neerlands Diep om te leren van deskundigen en
en V: schaalvergroting samenwerking met markt en samenwerkingsvorm is relatief nieuw binnen de collega's in het veld, zie hoofdstuk Tegenspraak.
kennisinstituten): gemeente. We verwachten hiermee een innovatieve
Ee e Ge flan iT 5 El AE E Re, OE deer d an
anak TAN I TE ZE De
Ee 1 RA Al hee EE A B ae nn
Wez ae RA NESS eer RO A En mn De
en bte di lj A enke el | Ì | Pee ij: kt oe Er MT en 5 B ol Ee Bs Tr
hee nn DENS etend 1e 5 ig Ber nr
tk er IL B lk SE ed
& 15 BNG | AND Rn mn el El ER EE DE SE
Kil, Tis ci ff HE Ti ak an zi ONLERNNINN Me ne RE
(fd iet Sed! ú alde Wid — == At 5 Uig Eon TE A n
et 1 LE ie - B Hi IJ ze Eed en Fet et i s 5 d : d Ee Nn 3 EE A Od ze
ze err Rt |I — hes ACR il Il AE la Bie in É L ee Ke Ee md rte
El DIE REES — k be [Of | BI f Î uE | | | £ | A j AE en Sr [nti et ME
ne Ki dn (NC fn (ol am fi se =l E :AKS SACHE AS ) Ben
f B TD (NEI nk = Bid tk a In ERM TE hb P j ETI cn zl 5
ii | E Jan ES. dd nl PE ej en ie Lo an Me AE S on | Rl i Pan 8 in k
Le We DE pe ri SAE TN TD IE EE MORT Ak DEE Sese rn here ef EE ere
Ke Ce RAE KEEPER [VAD 20 A BENE Att A BE PA Dh ITE Penn
a lS FER 45 STEE EL el PE Shen ER EERE Ue CEST Ee RI NN Se
| LL HEEEL OOOK GH AOBREEE EL EEND Jr AOPREKE DINE 1 dU afb HO ES blt WALEN CR RNR 7 e
men E = dn (mn ALE 1) ABR UIN OTS ie
In =S Ee, pe ae ne : jen des k j Ag hg (en p behe | | lk
E Bene NEA hans k nn en ne iS
td En ad en er dun: Et Ten nd 2
RR ne Ee RU ee ne ï ee
en zz Smeren en S
rd eea AN <
8 die. En ESE en ke ent :
kh Tide EES En fr ie. ne mn En en an Ei Ì
ii ’ Ee ; VERRE et ee er nn
DEN es d nen a ur Wis me Là Eet ez ls 1 mm Ul 2
EE _n NK) | E , Er eten Et En een at En | k
en el li nn rn en vn Er es
ER Pae El | ei Jen teer laand À
Ve a 3 Se si
fe De en ren ee ne En
|H2 Het programma en de projecten 18
2.7 Project Herinrichting De Clercqstraat en Jan Evertsenstraat
Ambitie en opgave grote fietsersaantallen en we weten dat deze aantallen In eerste instantie had het project De Clercqstraat
De Clercqstraat en Jan Evertsenstraat hebben een alleen nog maar toe zullen nemen. Het kruispunt Jan en Jan Evertsenstraat (DC/JE) als enige doelstelling
belangrijke functie als stadsstraat. Enerzijds fungeren Evertsenstraat/Admiraal de Ruijterweg is aangemerkt de doorstroming van het OV te verbeteren
de straten als toegangsweg van Amsterdam West naar als blackspot, waar veel ongelukken plaats hebben (Investeringsagenda OV) en betrouwbaarheid te
het centrum en vice versa, anderzijds zijn het straten gevonden. De openbare ruimte is rommelig en op vergroten. Deze eenzijdige benadering had weinig
met een verblijfsfunctie, waar mensen wonen, werken, plekken onaangenaam, de trottoirs zijn te vol en bieden draagvlak onder bewoners, ondernemers en stadsdeel
winkelen en uitgaan. Met de huidige inrichting rijdt te weinig loopruimte. Ingrepen zijn nodig om de West. Inmiddels is de ambitie voor dit project
het autoverkeer grotendeels mee over het tramspoor, inrichting af te stemmen op de huidige en toekomstige verbreed naar het vergroten van de verkeersveiligheid,
waardoor de doorstroming van de tram niet optimaal verkeersintensiteiten en de modaliteiten te prioriteren. betrouwbaarheid van het OV en het verhogen van de
is, De fietspaden zijn niet gebouwd op de huidige kwaliteit van de openbare ruimte. Voor beide straten
geldt dat het invoeren van eenrichtingsverkeer en/of
_ knip aan de orde kan zijn om de benodigde ambities in
SE 5 de straten te kunnen waarmaken. Wanneer dat het geval
B / is, heeft dat effecten op de verkeerscirculatie in een
p ER . 5 Ze breder gebied.
il TIN ES _—_—& 7 ze > Planning
ID =| iN k > De l In het project De Clercq- en Jan Evertsenstraat
E ER DN À É el (DC/JE) heeft het bestuur op 5 maart 2019 ingestemd
Di _ EEEN OR, Np ij e RN met het verbreden van het onderzoeksgebied van gevel
ie $ n= EN et Ein Ee Ì E tot gevel. Voor beide straten wordt op dit moment een
TT | Lr EN, | | Ie ENT Nota van Uitgangspunten opgesteld die in het eerste
gn ik ATEN | | Ì u n | An IR NK: Tin kwartaal van 2020 wordt vrijgegeven voor inspraak.
ee men Nien Me
E EN EDE Es |
Eene En Mik A ME OA
Ï a IN dE r | Tr [iDEAL EN adhd
pe Be
Ben
ee Programmaplan Oranje loper | H2 Het programma en de projecten 19
K sico's
HA pe
| NA EL De
…Ì nes q “ En Hie | NL d Ee
ke hin 6e In # 7 |
lg | EE TE En ze | 7 Î je
We | Ep | NE | |
RA) ien pn : - Jet | 5 |
/ ln EEE Ne en ls _
Wie mm & ì & di md / ET är 5
bid el ne mf — E en on _e E_ 1 Ee -
& E BH Vn eer iden sci
ze bk en oo OS A En UA el SE ROn Sen ed
p t Ë > er ii Kn eN EE t ATS IE Er Ì ade 5 Eeen A es / ij jen ikk EE nm
a: Á IE Í jn zE Nel Ie E pe um Ù | ii ES , gE EE E :F en En
EE ann ee TT rd did ie EE en ME int ne EEE
# ee men. d neee, ud ea Line: Te a ib | il
Eed a Ohe rg ER mm
ee Mbt mn RE de AAT EET EEE ETET TETE en :
IE ERE EET | IE En HA ALi ATL TEE Pr et Hi DEE DEE ERS RRIE ATI ii ij N |
| DN Ltd EI KEN | EN. 1 IE ERD ‚U ze mn en es r pi " ze E |
Ef an Md N | ‚ an i 3 ae
EE OER 2 ze ee EN - À ee ee ne zn
RE. Se 0 a | = En 5 Ee
NN A ER ie: ee ee en ee
en
3.1 Kansen en risico’s op programmaniveau
Risicomanagement werkwijze rond risicomanagement is beschreven in minder beschikbare werkruimte, de noodzaak
Binnen het programma en binnen ieder project vindt het Projectbeheersplan van team Projectbeheersing in het kader van efficiëntie en veiligheid toch de
risicomanagement plaats. Dat betekent het actief Oranje Loper. hele kade aan te pakken, en/of blijvende scope-
in kaart brengen van risico's en het beheersen van uitbreidingen. Beheersmaatregelen zijn monitoring
deze risico’s door het bedenken en realiseren van Risico's op programmaniveau en goede afstemming met Programmateam Bruggen
beheersmaatregelen. De risico's worden in reguliere Op programmaniveau hebben we de volgende risico’s en Kademuren.
overleggen binnen de projectteams besproken en in beeld. Risico's op programmaniveau zijn risico’s die
beheerst. Daarnaast zijn risico’s en risicobeheersing het beste op programmaniveau beheerst kunnen worden m Het kan gebeuren dat de projecten binnen het
onderdeel van de reguliere gesprekken en en projectrisico's die in elk project terugkomen waarbij programma met de uitvoering moeten wachten
rapportages van project en opdrachtgever. Risico's gezamenlijke beheersing op programmaniveau voor op andere projecten in de omgeving (bijvoorbeeld
worden binnen de projecten op een uniforme wijze een efficiëntieslag zorgt: omdat Stadsregie voorrang geeft aan één van de
behandeld en vastgelegd. In de projectplannen van vele andere (raakvlak)projecten, of omdat het
de projecten zijn de toprisico's opgenomen. De m De projecten hebben te maken met een complexe bestuur andere (raakvlak)projecten urgenter vindt,
omgeving. Mogelijk loopt de weerstand hoger op bijvoorbeeld vanwege druk door de omgeving,
EEND AVE CE AAE NS 8, « if dan verwacht. Dit kan komen doordat de buurt meer omdat de eisen aan de omgeving veranderen,
Ó ni a) A NE Ë HSS ber Ed \ overlast ervaart dan verwacht, doordat de BLVC-eisen of omdat een tramomleidingsroute door ons
Ass $ EN ‚ in deze complexe omgeving niet haalbaar blijken, projectgebied wordt gepland. Mogelijke gevolgen
Á MK ee ep k Niens B … planningen uitlopen of er onvoldoende goede zijn vertraging, het niet verkrijgen van financiering of
EN VEE Bel ed , Ne , hee ie K A communicatie is. De gevolgen hiervan kunnen zijn klachten uit de omgeving. Beheersmaatregelen zijn
A eef ke E B Bg te 5 ke Net ane, verminderd draagvlak of extra te nemen (tijdelijke) het zo snel mogelijk om de tafel gaan met Stadsregie
Ee RE N EI Ar AN d nn „en N maatregelen om de bereikbaarheid, veiligheid en en de commissie Tijdelijke Buitengebruikname
Re IS Kk ef e= ij: Som leefbaarheid te borgen. Beheersmaatregelen zijn spoor (TBGN)/GVB vanuit programmaniveau, de
hal BO lais iel “ een integrale benadering van het gebied, met de projectmanager of ambtelijk opdrachtgever en
En del ek ie N omgeving afgestemde maatregelen op het gebied alvast een draaiboek opstellen wat te doen als deze
CAR B OE ans van veiligheid, bereikbaarheid en leefbaarheid op situatie optreedt.
pe. md De rl ' We basis van de aangrijpingspunten voor een positieve
be EN Ed sy En) E | u connectie, goed verwachtingsmanagement door m Erkan zich een (grootschalige) calamiteit (verzakking
pn i dl Cie MN Ee sn Mes heldere, tijdige en consistente communicatie, een of vervorming) van de bruggen op het traject Oranje
NUR: RRC + jn
Á eN sterk omgevingsmanagementteam dat werkt vanuit Loper voordoen tijdens de voorbereidings- of
: 5 dd Ee een communicatie- en omgevingsmanagementplan, uitvoeringsfase. Mogelijke gevolgen zijn vertraging,
ne ed a ain met gebiedsteams en raakvlakprojecten om tafel. imagoschade, extra kosten voor een andere
ay ed atd | Nt en uitvoeringswijze, een omgeving die langere tijd
Hi tl / m Hetkan gebeuren dat een kademuur binnen of nabij onbereikbaar is en veel overlast. Beheersmaatregelen
TT Ì Ee Oranje Loper aangepast dient te worden, doordat zijn deformatiemetingen uitvoeren, samen met
NE deze in slechtere staat verkeert dan verwacht. Dit Programma Bruggen een calamiteitenplan paraat
+ ze kan leiden tot vertraging van werkzaamheden, hebben, tijdens uitvoering kunnen schakelen in
pe À En een ongewenste omleiding voor de omgeving, fasering, en de omgeving (vanaf het begin) met
ee Programmaplan Oranje loper | H3 Kansen en risico’s 21
duidelijke communicatie in dialoog, meenemen in de worden, de hulpbruggen de planning van de bekostigen, de beheerder niet accepteert en er
problematiek, omvang en gevolgen van de opgave. maaiveldprojecten kritiek maken, en/of de ontwerpen dus vertraging optreedt, of dat de kwaliteit na
van de projecten fysiek of in de planning niet oplevering van het Werk niet wordt gehandhaafd.
m Het kan zijn dat de keuzes in de beleidsvraagstukken goed op elkaar aansluiten. Beheersmaatregelen De beheersmaatregelen zijn tijdig de EHBO-effecten
(discussie 30/50 km/uur met vervoerders, taxi zijn het aanstellen van een raakvlakmanager, K&L- in kaart brengen samen met de beheerders, met
al of niet op trambaan, samenvoegen van manager en veel afstemming tussen alle projecten DMC afstemmen wat de haalbaarheid van het plan is
tramhaltes, autoverkeer Agenda Autoluw, opheffen in Oranje Loper en de nutspartijen, tijdig opschalen wanneer het gaat om een verhoging van het EHBO-
parkeerplaatsen) niet tijdig (bij NvU) bekend zijn, wat als we er met de nutspartijen niet uitkomen, als budget, en mogelijk alvast het eerste jaar onderhoud
vertraging in de uitvoering van maaiveldprojecten Oranje Loper zo snel mogelijk een keuze maken meenemen in de projectscope.
(niet tegelijk met werk aan bruggen) kan betekenen, dat we de bovengrond en ondergrond integraal
met verminderd draagvlak in de omgeving als en toekomstbestendig willen ontwerpen, en m Het kan zijn dat een project binnen de Oranje Loper
gevolg. Beheersmaatregelen zijn onderzoeken doen, lessen leren van andere projecten of Centrum geen marktpartij kan vinden, doordat er marktkrapte
veel afstemmen met stakeholders, en het maken Ondergrond Bouwen. is, of doordat de marktpartijen het project niet
van een flexibel ontwerp waarin wel het profiel interessant vinden of de eisen niet specifiek of
van de straat vastligt, maar nadere keuzes later te m De projecten worden na oplevering overgedragen realistisch vinden. Hierdoor is er vertraging, mogelijk
maken zijn. aan de beheerder(s). Wat we niet willen is dat het (brug)stremming voor verkeer, hogere kosten bij
niet te beheren is, doordat het effect op EHBO dure inschrijvingen of imagoschade en landelijke of
m Het kan gebeuren dat kabels en leidingen niet (exploitatie, handhaving, beheer en onderhoud) politieke aandacht. Beheersmaatregelen zijn een
tijdig worden verlegd of vaker worden verlegd niet is opgenomen in het onderhoudsplan en gedegen marktconsultatie en markt blijven betrekken
dan voorzien. Dit kan komen doordat we te maken jaarbegroting van de beheerders. Gevolgen en enthousiasmeren, en goed nadenken over de
hebben met veel diverse nutspartijen (binnen-en kunnen zijn dat gevraagd wordt om een deel hoeveelheid Inschrijvers en de eisen.
buitenlandse) wat op elkaar afgestemd moet van het onderhoud uit projectbudgetten te
m Als Oranje Loper hebben we de ambitie om de
_ ET projecten op maaiveld, tramspoor en bruggen
En | En ie ER integraal aan te pakk lijk uit t
Ee ENE AE Ee RE 24 graal aan te pakken en gezamenlijk uit te voeren.
EPA ED ERLE JE EN A Mogelijk lukt dit niet, doordat het in de planning
Ef Dt Eine Ns. die mil Aen la een hele uitdaging is om de ontwerptrajecten
1 p KU EIN AE klik eld î Î TL En f is) op elkaar aan te sluiten, het MVP-werk in de tijd
in EN ren ' AARD { ig de  ee 4 schuift, of doordat besluitvormingsmomenten
en Ï Ì TE ii fl UE 5 a We ET NS Wi in 8 de planning bepalen. Het gevolg is dat de straat
Rs & 8 - akai U î Mit he í -& SK an in Ee s Fe Â_an eN Ee 5 ba 4 PERL: twee keer open gaat, wat zorgt voor vertraging en
Bil sk art mm r — it zi „Ir TE ad zi proceskosten, meer overlast, verlies van draagvlak,
AS ad, t ts ne il Á nn U NE zn dim u ed mogelijke onveilige situaties, imagoschade en
RON A ee Eee ee IN, Aal! Ne ns es aanpassing van het ontwerp. De beheersmaatregelen
ET Ea) , N be ken Ze ie nr il i = " zijn het aanstellen van een raakvlakmanager om
8 ! | k Rd Kn it il de raakvlakken goed in beeld te houden en het
Ì Í p Bek k ES Besl g
vl gs 5 ' E _N | a RL op het programmaniveau regelen van aanvragen
ee Programmaplan Oranje loper | H3 Kansen en risico's 22
Kansen m Integrale planvorming: problematiek en ambities
m Snel naar gecontroleerde uitvoering van bruggen: in brede (geografische) samenhang bekijken
snel betrekken geschikte marktpartijen en samen voor optimale oplossingen in verkeerscirculatie
met stakeholders komen tot gewenste aanpak en ontwerp.
uitvoering (bouwteam). m Integrale voorbereiding: snelheid en efficiëntie door
m Slagvaardige realisatie beleidsdoelstellingen: snelle flexibiliteit in inzet mensen en middelen, uitwisseling
besluitvorming over herprofileringen en bereidheid kennis en ervaring en vertrouwdheid met en bij
stakeholders om te streven naar gezamenlijke stakeholders.
resultaten (inhoud en financiering). m Leren binnen het programma: leren van voorgaande
m Integrale aanpak in uitvoering: verregaande onderdelen en leren van elkaar.
afstemming in uitvoering bruggen en straten
voor optimale bereikbaarheid, in stand houden
leefbaarheid en beperken hinder.
” "en In EEH ET" TES had 7 r= Ti E
Le TE NA SD
KEN RS dU RL APOENS €
en | EA TARN WIR Ad SLE I R a ee Es dr NE 0, did _
| } d El EE hi Nr EA (ti LI IT m B RR == ä et ï | ja Ï A n NE | : | ee . H Î
EE N "j ij 5de U ik UT Bit WE Aan kt ï RR RIN
ess Ak vr El Beni E _ dek IIS in dE ed k EL IJK Ke fl Ee
ad En —e e | En Î mn mep EN, ei ul N OE Ke 5 een LR B Ee s EM n= Dn x & 4
KR ent Ine Bi rt af | UE, NA Taa van cle UE Fl k | ' z AN _
A Erp PE Ie Lee gj PA MENE ILA IRL Oe
ASD Se DINE mer KN eer k
ne ON Ne im a me es 3 ren _— > zl | We ki
A zi ES pn ed g ae | Ld Wi / ; hi
Zed / Se en en 5 P > GK / 4
en ee een
TE | a
: il 5
| H3 Kansen en risico's 23
3.2 Duurzaamheid
In het coalitieakkoord zijn speerpunten opgenomen Figuur 3: ambitieweb duurzaamheid
voor het thema duurzaamheid en groen. Het gaat dan
om openbare ruimte en groen, klimaat, energietransitie,
circulaire economie en afval. Ook in het kader van Energie ee
R . a. Energiebesparing en CO2-emissie
maatschappelijk verantwoord opdrachtgeverschap is b. Duurzame energiebronnen
duurzaamheid een integraal onderdeel van alle projecten
en programma's in de openbare ruimte. Bereikbaarheid 1 Materialen
a. Bereikbaarheid (doorstroming/hinder) a. Duurzaam materiaalgebruik (circulair,
D heid h gf . f b. Efficient gebruik van infra geen toxische emissies, sociale voorwaarden)
uurzaamheid gaat over het effect van een project 0 c. Robuust transportsysteem b. Duurzame productie en aanleg (CO2)
programma op het milieu, mensen en financiën (People,
Planet, Profit). Het ambitieweb is een hulpmiddel om Vestigingklimaat Bodem
duurzaamheid integraal te benaderen en helpt bij hin a. Bodemkwaliteit
het maken van keuzes. Het web is opgedeeld in 12 gant b. Duurzaam Bodemsysteem
: Pg b. Gebiedseconomie (geen verstoring bodemsysteem)
duurzaamheidsthema's (zie figuur). c. Inovatie en aanpassingsvermogen AN JD,
Een goed ingevuld ambitieweb geeft een duidelijke neestenksen Man L\ Water
prioritering aan van thema's met een hoog ambitieniveau a. Life cycle costs rl NU a. Waterkwaliteit Ed
: see . b. Balansin kosten en waterverontreiniging
en thema’s met een laag ambitieniveau. Voor de vier opbrengsten (TCO) b. Waterkwantiteit: Uitdroging/
afzonderlijke projecten hebben we een ambitieweb overstromingen
gemaakt en spreken we met elkaar af welke thema's
we meenemen en waar kansen liggen om extra in Ecologie
te zetten op duurzaamheid. Deze input wordt op esn a. Biodiversiteit
. nn a. Maatschappelijk draagvlak b. Ecoloaische struct
programmaniveau besproken om ambities voor b. Sociale betrokkenheid „CO OGEN SCN
. Re . . Lokale kennis benutten c. Hinder: geluid, trillingen, lichthinder,
duurzaamheid te definiëren. Binnen de projecten ad dl Social retum aantasting habitats
onderzoeken we hoe we dit vorm kunnen geven en Ruimtes ebruik
. … . . . uimtegebrui
wat de consequenties zijn op het gebied van planning jn Welzijn/Leefomgeving a. Baslag op ‘onbebouwde’ ruimte
a. Gezondheid: luchtverontreiniging, geluidsoverlast b. Multifuncti 1 rui bruik
en kosten. b. Hinder: geluid, licht, trillingen Ruimtelijke kwaliteit . Mu'trtunctonee” ruimtegebrui .
AR , : . c. Hergebruik bestaands gebied/bebouwing
c. Veiligheid Inpassing ruimtelijk ontwerp:
d. Overige negatieve gevolgen a. Belevingswaarde
voor leefomgeving (hittestress) b. Gebruikswaarde
‚ E n c. Toekomstwaarde
ä i zö dE pu : vj k 5 p PJ
5 sn LK Kl £
ik He iN
ä de. we he add Eb elf
EE he 7 EL AN es en =
é Eel |
ee Programmaplan Oranje loper | H3 Kansen en risico's 24
3.3 Marktbenadering 3.4 Kernwaarden en kritische succesfactoren
Voor elk project binnen Oranje Loper stellen we De projectteams hanteren de Amsterdamse historische waarde, duurzaamheid). De gevolgen
een inkoopstrategie op, die we vastleggen in een kernwaarden: open, actief en integer en de vijf op tijd, geld en kwaliteit van een scopewijziging
inkoopplan. De strategie per project wordt in nauwe werkzame principes: worden inzichtelijk gemaakt voordat scope
samenhang met de andere projecten binnen het m Het werken aan de opgave voor Amsterdam en de wordt toegevoegd. Scopewijzigingen worden
programma beschouwd. Voor de Nieuwe Zijde- Amsterdammers staat centraal. bestuurlijk vastgelegd.
Zuid en het project Bruggen Oranje Loper zijn de m Wij werken vanuit de kracht van alle Amsterdamse
inkoopstrategie en -plannen klaar. Voor de overige ambtenaren en vertrouwen op elkaars vakmanschap. > Kansen herkennen
projecten volgen deze nog. m Wij geven en nemen verantwoordelijkheid voor Open blik op kansen die zich voordoen die bijdragen
We passen de leidende principes volgens de marktvisie resultaten. aan de doelstellingen van het project. De gevolgen
2020 (marktvisie.nl) toe. We betrekken de markt zo m Bespreken, afspreken, aanspreken. op tijd, geld en kwaliteit van een kans worden
vroeg mogelijk in het proces en maken een zorgvuldige m Wijleren en verbeteren dagelijks. inzichtelijk gemaakt.
afweging welke taken bij de opdrachtgever komen te
liggen en welke bij de markt. Daarnaast nemen we de De kernwaarden worden geoperationaliseerd in de > Kwaliteitsborging
aanbevelingen van commissie Cloo (februari 2019) mee, volgende kritische succesfactoren: De kwaliteit van de projectvoorbereiding,
in het bijzonder bij het bruggenproject. besluitvorming, contractering, uitvoering en de
> Omgevingsbewust overdracht aan de beheerder(s) is geborgd in het
leder inkoopplan leggen we ter beoordeling voor aan Alertheid op standpunten van in- en externe project. Hierdoor voldoet het kwaliteitsniveau van
het Tenderboard Fysiek, waarna bij een positief oordeel stakeholders met betrekking tot de scope, keuzes het eindresultaat aantoonbaar aan de verwachtingen
(al dan niet met opmerkingen) het inkoopplan wordt en oplossingsrichtingen in het project. van opdrachtgever en stakeholders (intern en
vastgesteld door de ambtelijk opdrachtgever. extern). Daarnaast zorgt kwaliteitsborging ervoor
> Teamgevoel dat de projectorganisatie op een gestructureerde
an en Samen helder en gericht aan de opgave werken en manier een efficiënte en lerende organisatie kan zijn.
pe n f Ì fi Pal: mi weten van elkaar wie wat doet zodat kruisbestuiving Door het (1) systematisch vastleggen en houden
lo il bl lof | 7 Ee optimaal is en raakvlakken op tijd in beeld zijn. aan afspraken en het evalueren van resultaten, (2)
he \ zE iu ib / Î h il | ee door (externe) kwaliteitstoetsing op de processen
B TE. Ik | …Á Ú Ë i > Scopebewaking en producten van alle IPM rollen en door (3)
ee ( alken a PE Alertheid op de doelstel het project bij kwaliteitstoetsen bij uitvoeri dracht
Ld El KE pr : op de doelstellingen van het project bij waliteitstoetsen bij uitvoering en overdracht.
A Û fi KE Ê 7 Ke de afweging om scope al dan niet toe te voegen. Bij
Wi AN HEt I i U rr . de afweging ligt de focus op de opgave die voorligt De kernwaarden en kritische succesfactoren zijn met de
À ls et IE 20 RAN N | WE u balk en de route naar een doelmatig projectresultaat. projectteams besproken en komen terug op de agenda's
Rn DN s Le hedge heee Pi Onderdeel van de route naar een doelmatig van de projectteams. Elk teamlid is verantwoordelijk om
BE LC, A _d P AAS ) projectresultaat kunnen activiteiten zijn, gericht dit te integreren in zijn eigen werkzaamheden.
= 4 B 55 te op behoud van draagvlak (leefbaarheid, cultuur-
Pama s — mf 4) A,
Sm
ee Programmaplan Oranje loper | H3 Kansen en risico's 25
g ee
ij En ie ee me
Na En Aetse
„ he Tt et 5 Ge
B NID sf EG
Eee . IE At En Ei ee
AE Een di, SS dn | SINUK ; EO On eee Li
Ene È N Bh ie, : Eed 5
ee Nen RE. RM k KO À ke tr Ee
Es Ee ET ke kl Ee B
AD ek - k kh fl BE SRE
Hebe ie BE nt En k a ì + se RK nr An
bte et be ek KM x | zt PE ne ie
AE EE Ge a AT en
Ie ie as SE RW KI Ate EN AR re Ae.
8 : EDT Ee KR WEEER
RI Re gn En A. ral vh REE IE ne [5 in Or
ERE SP DE BEE En SA OO TN A IJ Ee, AES
5 er ens Ln oe PS En ; Ptn. Nl S 5 an 5 En ER re, Bie GRE RE El en Ee ie. Ps ed Eh 1 A ennn
e pt ME ne EN id dr te enn Ee lk he fe hk : En ene REE AR Be rd Eken 2 ee ET pe bd re
Bn 7 ORE en Pa Ee, 8 ie Ae Es el Re 3; Ee ee PE ) en ag Eee Ee EL, B ee - pe net ett ig 7 Er
mn pl ee Er 5 mA A Ll Eg DR A Reet ze deken Bec 5 "rr GM er : EE, Ef ler et Ee d ed ik Paed hl Asset
: N tn = nl Es BEE LRE Et en eed En et 5 F de E
mie _ Di Me 5 ee 5 EN eg AME ad en Er re) 5 ir bin Te 8 ee Ed Et,
= ee be ee 4 rt ne ee. Ws ET EE nd lik en cu Pele PARE nd EN KE Eee Ene is Ni B ed 6 nr Dd
re Dn ef SN dee ee dT HE edele he DAE ent OSR Ree ad Em El Ee ed End
EED PL ate IEN se ea ME A ei RE REN
a ‘ de PC gl ER Ed ik Er rd ner a, Dn Be BEETA reen deden E pi re Kes
pn N et de ME kk EA eet U LE ne EE Ee A eht ete ed E nd LEE
Dld en Kn teen le: hen GE hin Ee VEN nd SE RN: ah Ta EN Mn KN 2, ee EÂ en 3 rd
hd PA End hee Ee er en 5 nd & 7 NE et Ee AR Sa | e: id Se EEEN Ë Nn an Ez Kn PEEN Ee A | mi = ee An
EEE a î te ee oh NK ed if ee ER re 5 hi
Re EDE ve ES ee. LE Ke IE ORE An Lans Vh met Il MPa A Ke ei te | jd 5 - à
ee tt ane bs en BR A et ce } Eek Ir fe NEE ME pe ae D hi i End : 5 tE
BE hek en en ed EEE tn 5 E Ee le: Ne dd kad #5 NEE f De B He Bie en
Ee oes pk erg kn nk a Ee LEE rd Ee B IES hi TN En ej s Ee ij & ee Ee k IT |, vor Er Ws Pk i A An he es 107 br,
a PE Ent ers ARR ER tk LAA et be ik « ze joan! ie ze KR E nadi. gh á ENE en se EE
en ee in en ee 1 nl CR zE Ô À EN of NN En Pis Td E in Vet ik eg Pe
in ik PR a ee En Lagen | p ee d „tt Kd fd 1 | he de ki nek Sr DA et dE et MS
AE Re Tes nl | Te Ek re al EK Ke Bee MN Ren Be BE
De he 7 Ms : el En Ne ke. - Il : ei ie k It SEA
rn ek $ A7 Js rd 4 À 0 on:
ETE En Ti BE! NES DT on Fl a En ì e rele:
Een JE Ra hk: ME + Is > 45 nn ” E Ll nj Den.
Re ke Rt | rr je e > ah rk
Ee A ans nn in ö YT dd n - Dt kak
Em A Ae eN, A, / r - =. 7
Leid ee an ee = 8 be eeeh Ai ad : j me B 1 ‚
EEN EN Et : In ht il / _ Ee zl E ° "5 4 El -
Ke pn bid | je et Aer en = ES Ee a A U a yi ó ij
Nn Ì Ee Ey N Z n el od _ \ B 4 4 Es 7 Er = De ) mn Ë
Ki Eer ij Len ae L EE at ril 5 E RN d In eik N
s LER gn ì ú Ee | je Ë Â 3 ze 3 ie mn el, mk í J
£ er Ne \ 7 a ef - : Ee ' 5 on E AS N . Ee An
E lid a Ef i 1 el k 5 . Ee Ne dt EEE TE k:
E F ek 7 ij À \ : En ee ì
a 5 Bt 4 EEn MEE \ Ne En. 5 Se, Ls AMR ER, : EN,
f 4 LX ke an 5 % n Ee hd Pi a E 5 ES £ Et En 5 5 ok À \ ie \ d Ee ze en Ee e ti 7 4 87 en En En, Be E Ö
ei il han f 4 in MR Ne ä ke ln k Ag Far vee Wijf
% td a Á 5 Kn T EEN a a ef Î \ NN EN s, zi 5 in NIE rn N
Lat E AO On | e \ A =N in 5 7 APEN ED |! 7 a
Ke! ENA r Pe LW Er hk nn ER en E À ' En _ eg} Es f
oe EAT Eh LE _ AME Á | N 5 5 : ke, mi, PA ei
E Ne ( Ten / ANS B == N AN Ss En ee d … B . En
En fe —Á Á Ï REENER nl k Nh N K E en E- À ze KE
| . jh dE id eel ij Er, dl | EE \ el, NK 5 a / B
Le |} A N p/ Li ES 1 el 3 Ren Eens SE En EE Ë pr Ne NN AN k 3 : E= en en 5 Ee 2 L zi B I=
ei, fi ì 4 ‚4 5 We É Ie \ - ee - = en le jj
Er | ef LL GE Ons 2 Î À 7 NS JN à En 5 Bef tn. En gm
2 k eet 4 ki = af \ , ‚N U Er. GE Cn. _ Ee
4 - Aen Nt Á me AN Kees U — : nn EES ==
Í : A \ ij Eik iS Ee Le nn RK de
zi wf sk oe hem" k EE ALAS sg he 3 5 N= NS N= N en - Skik ERR
zalk ME en Neen N NN en
in en ze B gf Sen 5 ee nt Lt Ee En EN 5 : =Ne nt en = We RE mn ek -À Eef ie
zn Mt Ee Ees ERE E : > En = Nn == a Ee == se = 5
ze 7 Alf BEREN EN ee rs & = en
z EE MDS EEL LEE ESARSS
4.1 Eén programma, vier projecten
Het programma heeft één ambtelijk opdrachtgever In de kernteams van deze vier projecten en het
en één stuurgroep. Het programma zorgt voor de programma werken in totaal circa 30 mensen. Het team
integraliteit van de aanpak in de verschillende projecten werkt toegewijd aan één of meerdere projecten en/of
en voor efficiëntie door capaciteit, mensen en middelen het programma. Om samenwerking en efficiëntie tussen
flexibel in te kunnen zetten over de verschillende de projecten te faciliteren, is het belangrijk dat iedereen
projecten. De kerntaken blijven georganiseerd in de zoveel mogelijk op dezelfde locatie werkt.
afzonderlijke projecten. Binnen het programma Oranje
Loper werken vier projectteams:
m Team De Nieuwe Zijde;
m Team Bruggen Oranje Loper;
m Team Raadhuisstraat - Rozengracht;
m Team Jan Evertsenstraat - De Clercqstraat.
SEEDEN KN STREET Eve EPEN TETN EEE MEER EERS ZN EH nr
NN en legd Le
ne er; Aer en EE EE RLR En Ve
en E & 4 ee z ed En eg Ee tE Be ee one el Me RE 4 Tl Es Ny ie eo Es re en Ee ea VTE ei fl | Add 5 |
IE NEN Pen Md ee A EE NEE TE EN WEN Pp
= reek MO Ine ERLE ER EEE EP NT h A 1
AR | SE: En Rn VE EE Ee Ad Et Mee ie et a ee EIS nt enn 2 zát IE |
ee RL é. Hi Rr ER ee de Die EA Ô
it ST r EDEN LD RR Be RN Re tr We Rn
En RTS PEA re ak Ee EN ON an ef 4
— Dn Ee T ee OE, 5 eg EN ST aa Sn _ NE re, ES A a a ig u Jo die ni re | rn En
LH RE n EEEN BEN METER: 0 ET U anas Ane —
B 1 Tek } ui i ih | Ie d NN 1 Lj dk | ie a ï EE a | : Je Kl EL zet Ml Prak 7 ij. : a ==
E < T- i n nt A 8 ë: . Kase genk el eit LA À 8 pi AE a A RUN 5m Ji Ta | 8
in Je es FS RE dee | kk gi Aike iel EE dn mn en ERE Ien À RA en
NSE Tm Bak AT sj ERE td Emel, he ON en as Sa, Zn N : 1 Ë \ E
nk UE RES CAD ent, Of hee At heten ZN
ie el ME bis Ee nn gh nt 4. if ‘ke
| di EN 5 fi AR vt li En nend dt nn s* f úi |
‚ Che 3 ed) CO p
mh pen es pan OE ree
Ee ee a REA ze hi p a id R
es EEN az sn enn ik hi AIS n —
REE ad re Ge } NE Ee
: oee ok E EN A Te LÀ Se SE
er 4 Teen N hd
EN taeE za an en Te LN 8
Eke tn mf hk
|H4 Organisatie en bestuur 27
4.2 Rollen en verantwoordelijkheden
De werkverhoudingen zijn informeel, maar er is een team de financieringsafspraken. Het team verzorgt het het gebied van Bereikbaarheid, Leefbaarheid, Veiligheid
heldere lijn in besluitvorming en in het geval van proces rond de producten waarmee verantwoording en Communicatie af met de stakeholders en verzorgt
escalatie. In het programma en de projecten gelden wordt afgelegd aan ambtelijk opdrachtgever (Opdracht de omgevingscommunicatie. Een team staat onder
de volgende rolverdeling, verantwoordelijkheden en Status Formulieren) en bestuur (voortgangsrapportages). aansturing van een omgevingsmanager.
bevoegdheden. Het beheert daarnaast het dashboard, waarin De communicatieadviseurs adviseren alle IPM rolhouders
de voortgang van het project maandelijks wordt op het gebied van communicatie en zorgen voor
Programmamanagement geactualiseerd. D.m.v. voortgangsgesprekken met uitvoering van het communicatieplan.
m Bewaking integraliteit van de totaalopgave planner/risicomanager en met de financieel adviseur
Oranje Loper. wordt actueel inzicht geboden in risico’s, planning, scope Contractmanagement
m Kwaliteitsmanagement (bewaking niveau en financiële prognose. Contractmanagement wordt in een deelproject belegd
deelproducten in deelprojecten). zodra de aanbesteding/het opstellen van contracten
m Ondersteuning bij op sterkte krijgen en houden Omgevingsmanagement en communicatie aan de orde is. Een contractteam stelt het contract op,
van projectteams. Strategisch omgevingsmanagement en strategische zorgt dat de ambtelijk opdrachtgever het vaststelt en
m Waarborgen samenwerking en kennisontwikkeling communicatie is belegd op programmaniveau. verzorgt de aanbesteding en het contractmanagement.
in en tussen teams. De strategisch omgevingsmanager Oranje Loper Het contractteam staat onder leiding van een
m Sparringpartner projectmanagers, deelprojectteams. en de strategisch communicatieadviseur stellen contractmanager. Er zijn nu twee contractteams
m Organiseren en borgen van draagvlak voor de (overall) strategie en plannen op voor (De Nieuwe Zijde en Bruggen). Voor Raadhuisstraat -
het programma bij interne stakeholders omgevingsmanagement en communicatie voor het Rozengracht en De Clercqstraat - Jan Evertsenstraat
(intern omgevingsmanagement’). programma en de projecten en bewaken deze door zijn er nog geen contractteams, vanwege de fase
m Eerste aanspreekpunt ambtelijk opdrachtgever. afstemming binnen en buiten het programma. De waarin deze projecten zich bevinden.
omgevingsmanagement- en communicatiestrategie
Projectmanagement vormen de kaders voor omgevingsmanagement en Technisch management
Het projectmanagement van de projecten is gericht communicatie in de projecten. Het technisch team borgt dat het eindresultaat van
op het borgen van kwaliteit, draagvlak en afstemming het project voldoet aan de benodigde kwaliteit,
van het eigen project/projecten, aansturen van de Omgevingsmanagement en communicatie is functioneel en technisch. In samenwerking met
ontwerpopgave van R&D en is eindverantwoordelijk voor georganiseerd in de vier omgevingsteams: Nieuwe de stakeholders formuleert het team de daarvoor
de projectresultaten. Zijde, Raadhuisstraat — Rozengracht, De Clercqstraat relevante contracteisen, verzorgt het de instemming
— Jan Evertsenstraat en Bruggen Oranje Loper. De van bijvoorbeeld de Centrale Verkeerscommissie (CVC)
Projectbeheersing omgevingsteams werken intensief samen en stemmen en de Werkgroep Verkeerslichten Amsterdam (VVVA),
Het team projectbeheersing faciliteert de sturing en onderling af. Omgevingsmanagement verzorgt de coördineert het tijdens de uitvoering de toetsing van
verantwoording op programmaniveau. Focus ligt op de afstemming met omgevingspartijen van binnen en deze eisen en verzorgt het na oplevering de acceptatie
projectkaders Tijd, Geld, Scope, Kwaliteit, Informatie en buiten de gemeentelijke organisatie (onder meer en overdracht naar de eigenaren. Het team staat onder
Organisatie. Het team coördineert het risicomanagement het ophalen van klantwensen en —eisen), schept leiding van de technisch manager. Er zijn vier deelteams;
en raakvlakmanagement in de projectorganisatie de bestuurlijke en juridisch-planologische kaders voor elk deelproject een team.
en draagt zorg voor de financiële administratie. In (zoals bestuurlijke besluiten, verkeersbesluiten en
afstemming met de ambtelijk opdrachtgever borgt het vergunningen), stemt de eisen voor de uitvoering op
ee Programmaplan Oranje loper | H4 Organisatie en bestuur 28
De projectmanagers van de deelprojecten, de
programmamanager, de strategisch omgevingsmanager
en manager projectbeheersing komen tweewekelijks
samen in een Managementteam overleg (MT). Hierin
worden projectoverstijgende zaken besproken.
Schematisch ziet de organisatie er als volgt uit:
Programma-management
Stijn Lechner
Projectbeheersing Strategisch omgevings
management en communicatie
Rene Schrijver / Maurice Stuifbergen Eveline Haeck / Ilonka Ruiter
De Clercqstraat - Raadhuisstraat - De Ni ziid Bouwteam
Jan Evertsenstraat Rozengracht e Nieuwe Aijde Bruggen
Hester van der Meer Donald Nutbey
Figuur 4: organogram Oranje Loper
ee Programmaplan Oranje loper | H4 Organisatie en bestuur 29
4.3 Systems Engineering en Raakvlakmanagement
Het programma werkt volgens de methode van op het gebied van Bereikbaarheid, Leefbaarheid, de eisen SMART gemaakt en tegenstrijdigheden
system engineering. Deze methode heeft een grote Veiligheid en Communicatie worden systematisch geëlimineerd. De informatie wordt gestructureerd
meerwaarde door het structureren van informatie, het opgehaald en verwerkt. Om ervoor te zorgen dat de opgeslagen, verwerkt en geanalyseerd. Dat mondt uit in
aantoonbaar voldoen aan beoogd gebruik en eisen uitwerking overeen blijft stemmen met de wensen, planproducten met een ontwerp, een kostenraming (incl.
en de herleidbaarheid van keuzes. Het bevat een wordt deze uitwerking tussentijds steeds bij de beheer en onderhoud), planning en een risicoanalyse.
overzichtelijk geheel van projectdoelstellingen, scope, stakeholders getoetst. Tussen de klanteisen kunnen Deze producten worden geagendeerd bij het bestuur
stakeholderanalyse en issues. Wensen en eisen van tegenstrijdigheden voorkomen. In de vertaling (als eerste een voorkeursbesluit en na verdere uitwerking
stakeholders, technische eisen en wensen en eisen van klanteis naar systeemeis tot ontwerp worden een uitvoerings- en kredietbesluit).
u E De projecten binnen het programma Oranje Loper
5 kennen verschillende objecten die belangrijke
} B raakvakken hebben die goed op elkaar moeten
zl El ì _ El aansluiten tijdens de realisatie van het project. Het gaat
Ë pn ee m5 dan bijvoorbeeld om onderdelen van het maaiveld,
Een Ee. kk \ het spoorwerk, kabels & leidingen en de relatie tussen
nf SBS T Nn de bruggen en het maaiveld. Het risico bestaat dat de
d IJ / Ë = _ I Fi , k 7 raakvlakken op het gebied van ontwerp, de techniek,
Laad 5 e mi ze nik TE \ \ de planning en de contracten niet aansluiten. Dat
Zas EN, \ geldt ook voor de raakvlakken tussen het project en
ND B De Td il N \ \ omgevingsprojecten zoals (tram)omleidingsroutes in
Ei mi En un ii | \ \ het projectgebied. Als beheersmaatregel wordt binnen
EEE ee 3 S Nt \ het programma stevig ingezet op raakvlakmanagement
ze 5 Lm A waarbij de (bestuurlijke) planning van de Rozengracht
m e m1 S 5 IN dak Se \ en de Raadhuisstraat nauw afgestemd wordt met
ij m | Ù ke Ì a Nt Ë ä de bruggen, Nieuwezijds Voorburgwal Noord en
IN 8 en il N 5 2 he Zuid en De Clercqstraat - Jan Evertsenstraat en met
ES ij Men Ee Ii j= Se i - de omgevingsprojecten en Stadsregie. Er is een
N n U : TE ne bn : raakvlakmanager die actief raakvlakken in kaart brengt
An - en me iarmacanrt BNR | ld ES en zorgt voor beheersing van deze risico's.
4 f 5 Li Jar an | A Ne
B ä nn _—_—_ E Met en 5 gi A KE rk
sn B mm IE ie
/ A eN i l — ben Ee DN hek ü \ Sil | Ë de
E q Ae MEN). | en en Send je wii N ee
de gn ed nom
ee Programmaplan Oranje loper | H4 Organisatie en bestuur 30
4.4 Governance
Bestuurlijk en ambtelijk opdrachtgever worden betrokken. In de huidige collegeperiode bestaat Planning & Control (P&C) producten van het programma
Het opdrachtgeverschap is georganiseerd op geen bestuurlijk overleg. Afstemming met bestuurder Oranje Loper. Dat geldt ook voor de (plan)producten
programmaniveau. Er is één bestuurlijk opdrachtgever: vindt plaats via staf Verkeer, inloopstaf, prioriteiten-uur in het kader van de bestuurlijke besluitvorming. De
wethouder Verkeer en Vervoer (S. Dijksma) en één of bilateraal overleg wethouder. SARP doet de doorgeleiding van de bestuurlijke
ambtelijk opdrachtgever: V&OR (D. van Loenen). stukken naar de concerncontroller (Dienst Middelen en
Aansturing door één ambtelijk opdrachtgever Project control Control). De aandacht van de SARP richt zich met name
faciliteert inhoudelijke en praktische afstemming in de Namens de opdrachtgevende directie V&OR is de op de projectbeheersaspecten financiën, risico's en
besluitvorming tussen de afzonderlijke projecten. In het control functie belegd bij de Strategisch Adviseur scopemanagement. Hij/zij is de sparringpartner van de
overleg met de bestuurder is de ambtelijk opdrachtgever Risico's en Projecten (SARP). De SARP heeft een ambtelijk opdrachtgever.
de primaire gesprekspartner van de wethouder. Indien belangrijke rol binnen de Planning en Control cyclus
nodig kan de programmamanager en/of projectmanager van de directie V&OR en doet de finale toets op alle Stuurgroep en Raad van Advies
Voor de hele Oranje Loper is er één ambtelijke
LIE IS EE x 1 => ME 4 stuurgroep. Hierin zijn de relevante partijen
0 In > \ / PF Pe vertegenwoordigd, te weten stadsdelen Centrum en
Ù ä Dj Ee \ dl $ Í West, VRA, GVB, MET, R&D en V&OR. De stuurgroep
Ee N i \ / ER ae adviseert de ambtelijk opdrachtgever, primair ten
ij Ee 7 8 \ JA he 4 ik Ee aanzien van de maaiveldprojecten. De ambtelijk
en NJ ad id Nest : | / ee Ps df ie 5 opdrachtgever zit de stuurgroep voor. De stuurgroep
5 Nl i 5 | ie E \ / vn T | ii PR ef DZ 1 u komt (zo nodig) eens in de zes weken bij elkaar
Weer | DEN - Msi ú A8 Ei dit 4e en wordt — tussentijds o.a. met een nieuwsbrief —
Ee 5 ke td Ü KE Ih ìk | on Gan 4 at kt WE EE geïnformeerd over de voortgang van het gehele
8 E ee Ii, ú | il im WE AT AK oe Ei ij hf Per) 3E En an programma. De stuurgroep adviseert desgevraagd op
Ee Á E Pe ie Ì ne Kl MAPA we Ts 5 8 Nt ee beleidsmatige onderwerpen.
Pi 4 EUN id Wir Ke innn ja Heep) Fn pr 3 Voor project Bruggen Oranje Loper is een Raad van
KE ZEN el Be Re rn Advies ingesteld. Deze raad bestaat grotendeels uit
OE Ae: en wil B ij _N ne me) re Ez zi experts van buiten de gemeentelijke organisatie die
El ES A bin SN ee MEE niet direct bij het project betrokken zijn. Zij vormen een
en: er De En Te | )/ Es EE AN ES ie ke raad die gevraagd en ongevraagd het projectteam kan
De Sg BE 7 EE /, zi Ze as B ze AN je Se ee adviseren over strategische keuzes en ontwikkelingen.
ge es SAE Bn , iiet Ee Ne NE nn De raad komt naar verwachting vier maal per jaar bijeen.
rl EEE en NE EN . Inmiddels hebben twee bijeenkomsten plaatsgevonden.
ee rf Amis Mr Reed NCN Dn DE De raad van advies heeft geen formele besluitvormende
ae EEN B Ee taak of inhoudelijke eindverantwoordelijkheid voor
ne SA re le A Be ON eten ee Ee producten en is bedoeld om tegenspraak te organiseren
A ER Ee Se / À 2 De AEN Sen en à Ee B B R op strategisch projectmanagement niveau.
|H4 Organisatie en bestuur 31
Managementteam Oranje Loper Figuur 5: Governance-structuur Oranje Loper
Afstemming tussen de projecten vindt tweewekelijks
plaats in het managementteam (MT) van de Oranje
Loper, waarin de projectmanagers van de afzonderlijke
projecten, de programmamanager, manager
projectbeheersing en de strategisch omgevingsmanager
zijn verenigd. Het MT zorgt ervoor dat de samenhang, Bestuurlijk Opdrachtgever
uitwisseling van kennis en ambitie binnen het programma S. Dijksma
is geborgd en legt indien relevant verbinding met
andere projecten/programma’s voor uitwisseling van Í
kennis en ervaring. …
Ambtelijke Stuurgroep
Projectgroepen Ambtelijk Opdrachtgeveer — _ V&OR
7 . . D. van Loenen stadsdeel West en Centrum
De voorbereiding van plan- en besluitvorming MET, VRA, GVB, R&D
vindt plaats binnen de vier projectgroepen. In de
projectgroepen voor de maaiveldprojecten zijn I
dezelfde stakeholders vertegenwoordigd als in de
stuurgroep, met uitzondering van de stadsdelen; in MT Oranje Loper
projecten in stadsdeel Centrum is alleen stadsdeel Programmamanager
Centrum vertegenwoordigd en in projecten in stadsdeel S. Lechner
West alleen stadsdeel West. De projectgroepen
worden voorgezeten door de projectmanagers. De
projectgroepen komen op reguliere basis bij elkaar en
worden tussentijds met een nieuwsbrief geïnformeerd
over de voortgang van de projecten.
Projectgroep Projectgroep Projectgroep Projectgroep
DeClercgstraat Raadhuisstraat- De Nieuwe Zijde Bruggen
Jan Evertsenstraat Rozengracht (D. Nutbey) Oranje Loper
(H. van der Meer) (F. Bruin) (J. Merema)
| Ü | |
GVB GVB GVB GVB
R&D R&D R&D Waternet
VRA VRA VRA M&A
Stadsdeel West Stadsdeel Centrum Stadsdeel Centrum 2 Stadsdelen
V&OR V&OR V&OR V&OR
ee Programmaplan Oranje loper | H4 Organisatie en bestuur 32
4.5 Bestuurlijke informatievoorziening
Het college en de gemeenteraad worden op We zien het stadsdeelbestuur als adviserend aan het
verschillende wijzen geïnformeerd. gemeentebestuur. Het stadsdeel (stadsdeel Centrum of
stadsdeel West) wordt om een advies gevraagd, nadat
Reguliere informatievoorziening producten ambtelijk zijn voorbereid. Dit advies wordt
Het college van B&W wordt halfjaarlijks (voorjaar en met de producten die ter besluitvorming voorliggen,
najaar) geïnformeerd over het programma Oranje aangeboden aan het college.
Loper door middel van een voortgangsrapportage.
Onderdeel van deze informatievoorziening is onder Overige Informatievoorziening
andere de stand van zaken van de projecten, eventuele Het college en de raad worden geïnformeerd wanneer er
afwijkingen ten opzichte van dit programmaplan, behoefte is aan nadere duiding van een onderwerp en/of
nieuwe risico’s en financiën. De commissie MLD krijgt de project. Dat kan bijvoorbeeld door technische sessies en/
voortgangsrapportages ter informatie. of werkbezoeken.
Regeling Risicovolle Projecten Komende besluitvorming
Het programma is opgenomen in de regeling risicovolle
projecten van de gemeente Amsterdam. Dat genereert Tabel 1: bestuurlijke besluitvorming
twee keer per jaar extra ambtelijke en bestuurlijke
aandacht voor de voortgang en de beheersing van de Project Besluit Datum Orgaan
risico’s, Een ambtelijk adviesteam stelt onafhankelijk een Bruggen Uitvoeringsbesluit O2 2021 Raad
monitor op waarmee het college wordt geïnformeerd “Raadhuisstraat/Rozengracht _________Vrijgave inspraak NvU Rozengracht 022019 B&W
over de stand van zaken van het programma. “rigsve inspraak NVU Raadhuisstraat 40e Baw
Opdracht Status Formulieren „Voorkeursbesluit Rozengracht _________ 212020 Read
Het programma legt tussentijds verantwoording af aan „Voorkeursbesluit Raadhuisstraat ___ 022020 Raad
de ambtelijk opdrachtgever; de voortgang van de vier Uitvoeringsbesluit Rozengracht O1 2021 Raad
projecten maken we vier keer per jaarinzichtelijk met Uitvoeringsbesluit Raadhuisstraat Q3 2021 Raad
Opdracht Status Formulieren (OSF) per project. “De Nieuwe Zijde Voorkeursbesluit NZ Noord 022019 Raad
: en: . : Uitvoeringsbesluit NZ Noord O2 2020 Raad
Informatievoorziening gekoppeld aan besluitvorming Se
De verschillende maaiveldprojecten volgen het reguliere De Clercq-/Jan Evertsenstraat _Vrijgave inspraak NV @12020 BEW
Plan en Besluitvormingsproces Infrastructuur (PBI). „Voorkeursbeslut nnn Rd
Volgens planning worden de voorkeursbesluiten en/ Uitvoeringsbesluit O3 2021 Raad
of uitvoeringsbesluiten geagendeerd voor het bestuur. TO
Op deze wijze wordt het bestuur op de formele wijze
geïnformeerd over de fases in de projecten.
ee Programmaplan Oranje loper | H4 Organisatie en bestuur 33
®
ET hets EES EER 3e EN
Ei h en EA Bean Ee 0 ebi He Redi OET N ne
Des EN On A 2 a: lie ERA Pa EA
EE TR ae RE En
i Er R- Ne ENT We: PE a same EE ETE Er a 8 a zal EA Dd ze he AE
as En erk OTE SR Ee EN er EADE) TE
il Ee) en E ER ie N E À De a ee Kit % Le end 5e, Ie an En ML En: Ae, Lp BAD nf GE IN | | À == ej
d | L à , Ure 8 ok } pe MEA & de ER Re RE ze k # Oe de ; EE ee: ä Ee 5 4 ei id 4 >| Ee f E75 Kase EA 14e ER # | PF 0
ie | % N he ve Et ak) Kf. RR ne VA be ES ei kern ú Heen 4 4 Bel
EN | nd Í ide dn EE EET tE ND > Lek re ren Ee ik. ee ie „NRE | %
ta ER nn B Pk en en Te EE RENS PNA gan DR
s Ì 8 ed Nn Ea | E ar Ze KS e en lide et kegel n tld HeT kie trie bg Er je Br EE A 15 Ee ; Dr: ] d rd
TE oe Kam U ik PRE RR EE ec ED bed EN TOEN TN ZAK 48 j ,
| en a PE es Ee si A, TA AES end Ô :
| nd | Ti en ie ek ENT En een hd RN Te LEE s 8 | À A
gd ee ve Ere el Te A Ae A Ee md ae zb ed Ne ee RK ME | df Ï Z
en rt: On es Eel Te 0 RED En Aran RE he tt NR “N | Î Db | Ì I
men han a Nij En Le ee An ee eee a Ei ENE HOREN IT
| ä| Te EE Ra Ven HPL EA Ef eN Ber KE
el PES nt EE ett: ne 5 Ree NE Arde, Dantes GEen De | í
mn U Ì Be Re Cn ee, CAPS NR DE
El — | in VAE he 5: is Se sl Leh BER En S) den E id 4 Er Rn, ke) en,
| nnie Oe EAR Tan A TEEN Tm Ee
| pl nn hr td NE hee et ed ND re A EN ME
8 E A ne lg
at re ADE rene Ee AN
d ar. ee bien EE re ed 5 - ee : Et marsh WM
: k 1E, dj iv ji en mj He en nn Er ë Ens eb | Le
zE L Li Elineke et Ze OR ET
ei mond | fh | Te nete st Je Men i $ Ee Jl EA k |
- a ELI GOE IE A Ie Ie \ |= mj Sr
: E mn, | niee dee Si asf Ee —
_ hef ES kitale (Ied u eh U dd has | Ir EV ne EE PS:
nt: Pe Ie ä A en Lien dE af | ll LK ie: Wil Ed 8
d Sr k 1 Î Et | en, Mile fd Ei
se k Se Ee j = Ee af [ Fr Tt Uied —
ME nn re NN Ee | AT Nl k it Ds 20
Er wen \ ER HOH et hehe Ef dn Kal „4 Ee et | sa u E
Ee | ANT a | EE NR EE
eN en E df en 2 me wg EEL kj Min
he ë - Ei eN ID ne 4 Kf
| en Led me Pd En Pl Ta ae 8 on kt
In , E == _— dat, a s his ” UN Een
" | mn DE Al é | We
ke, ‚ EO HN 4 UI WE Ld & ot er
|ä . haa Ís di 5 > ETS Md b
" SN k s A4 ch es
N E , e An ek à ed 3 4 E mi ra ai -
| en A A
EE er er „ ed We, on : ge en Aes EN, 3 ecn zj Ë ze el / FP, $ ie ij DE
_n n 2 k en deit: wone en gee ik maa. an in eN Ne e oe en
ak NE eenn al Re en gres 5 Pd Ei _
Ee SN De p te Gn os
5.1 Investeringskosten en dekking
De totale investeringskosten zijn op dit moment Tabel 2: Totaaloverzicht investeringskosten projecten oranje loper (bedragen x € 1 miljoen)
geraamd op € 189,9 miljoen. Hiervan is bij wijze van Investering
bereidingsbudgetten of -kredieten al bed . 5 5
voorderelemgsbuageren of Kredieten a Gen DeGTAY Beschikbaar gestelde Nog aan te vragen Totale investering
van € 30,6 miljoen beschikbaar gesteld. Voor de Deelproi . .
. . … . . eelproject middelen middelen
overige middelen zijn kredietreserveringen gedaan.
Deze middelen zijn gereserveerd in de begroting van „Bruggen OB 60
de gemeente, maar moeten nog wel door de raad „Raadhuisstraat/Rozengracht nn ne nn
beschikbaar gesteld worden. Voor een specificatie per De Nieuwe Zijde 15,9 20,0 35,9
project zie tabel 2. Jan Evertsenstraat/De Clercqstraat 0,8 9,6 10,4
. . 30,6 159,2 189,8
Het programma verwacht vanuit verschillende ee
dekkingsbronnen een bijdrage in de kosten. Een deel
daarvan is al geformaliseerd een deel nog niet. Voor Tabel 3: Totaaloverzicht dekkingsbronnen projecten oranje loper (bedragen x € 1 miljoen)
een deel is immers de scope nog niet uitgehard. In tabel Dekking
3 is gespecificeerd per project weergegeven wat de Deelproject Aho SMF VRA MWP Derden Totaal
verschillende verwachte bijdrage per dekkingsbron is.
Bruggen 116,0 116,0
Per deelproject wordt hieronder een korte toelichting „Raadhuisstraat/Rozengracht nnn Ma a B En
gegeven. De Nieuwe Zijde 23,3 8,1 4,4 0,1 35,9
Jan Evertsenstraat/De Clercqstraat 3,3 7,1 10,4
116,0 32,0 34,1 6,8 0,9 189,8
ee Programmaplan Oranje loper | HS Financiën 35
Bruggen Er is een voorbereidingskrediet beschikbaar van De dekking voor De Nieuwe Zijde is als volgt:
De voor het deelproject bruggen opgestelde SSK raming € 2,7 miljoen. Dit is inclusief het begin 2019 beschikbaar
dateert van 1 december 2018. Deze raming is opgesteld gestelde voorbereidingsbudget van € 0,6 miljoen ten Stedelijk mobilteitsfonds ______… €233 miljoen,
door het Ingenieursbureau en zowel binnen IB als behoeve van de afronding van een nieuwe Nota van Meerjaren vervangingsplan van Metro & Tram _ € 4,4 miljoen
daarbuiten door V&OR getoetst. De totale kosten worden Uitgangspunten (fase 2) met voorkeursvarianten voor de Bijdrage van de Vervoerregio OO €81 miljoen
op basis van deze SSK raming geraamd op € 116 miljoen. herinrichting van de Raadhuisstraat en de Rozengracht. Overige bijdragen (kabels en leidingen) €01 miljoen
Deze € 116 miljoen is als volgt tot stand gekomen: ee
Se . . … . . . . … Totaal € 35,9 miljoen
m De deterministisch geraamde investeringskosten zijn Voor dit project is een relatief grote bijdrage van de a
geraamd op € 92,5 miljoen. vervoerregio geraamd (€ 18,9 miljoen”). Dit op basis
m Scheefte op basis van 4% is € 3,7 miljoen, waardoor van een gedateerde indicatieve berekening van de Jan Evertsenstraat en de De Clercqstraat
de raming probabilistisch uitkomt op € 96,2 miljoen. Vervoerregio. Als we beschikken over een actuele SSK In juni 2016 heeft de raad ingestemd met een principe-
m De historische kosten ad € 1 miljoen zijn onderdeel raming wordt deze bijdrage verder uitgehard in overleg besluit voor 10 trajecten IAOV, waar de De Clercqstraat en
van de raming. met de Vervoerregio. Jan Evertsenstraat onderdeel van uitmaken. Doelstelling van
m De probabilistische raming is voor het bepalen de IAOV is het verbeteren van doorstroming en betrouw-
van het benodigde krediet als het rekenkundig De Nieuwe Zijde baarheid van het openbaar vervoer in Amsterdam. Beide
gemiddelde genomen van de probabilistische Project De Nieuwe Zijde is gesplitst in noord en zuid. straten zijn nu onderdeel van programma Oranje Loper.
doorrekening. Op basis van de ervaringscijfers is Voor het zuidelijke gedeelte (inclusief Singel/
een variatiecoëfficiënt op de investeringskosten Koningsplein) is in september 2018 door het Voor beide straten zijn SSK ramingen opgesteld. De totale
van 20% toegepast. Ingenieursbureau een SSK raming opgesteld, die investeringskosten worden geraamd op € 10,4 miljoen.
m Calamiteiten zijn geen onderdeel van de scope is getoetst door V&OR. De investeringskosten Deze zijn echter gebaseerd op genoemde IAOV opgave.
en zijn daarom niet geraamd. zijn probabilistisch en inclusief indexatie geraamd
op € 13,1 miljoen. Op 13 februari 2019 heeft de De onderzoeksopgave is inmiddels verbreed van een
Er zijn voor het project bruggen voorbereidingskredieten gemeenteraad ingestemd met het ‘Uitvoerings- en focus op openbaar vervoer naar een focus van ‘gevel-
beschikbaar gesteld ter grootte van € 11,2 miljoen. Kredietbesluit Nieuwezijds Voorburgwal Zuid ad tot-gevel’ met de volgende opgave: meer ruimte voor
Voor de ontbrekende middelen zijn in de begroting van € 12,7 miljoen, waardoor dit deel van het project zich fietsers en voetgangers, verbetering van de kwaliteit
de gemeente kredietreserveringen opgenomen tot een nu in fase 5 (=uitvoering) bevindt. Daarbij heeft de van de openbare ruimte, optimalisatie van het openbaar
bedrag van € 104,8 miljoen. gemeenteraad een motie voor uitvoering conform de vervoer en een teruggedrongen rol voor de geparkeerde
‘Ferdinand Bol-methode’ aangenomen; uitvoering in en rijdende auto.
Raadhuisstraat — Rozengracht rood asfalt met Streetprint in de trambaan.
Voor het project Raadhuisstraat-Rozengracht is in Dit project bevindt zich in fase 2. Er is voor dit project
november 2017 een SSK raming opgesteld. Dit betrof Het noordelijke gedeelte bevindt zich nog in fase 2 (Nota wel een voorbereidingsbudget (€ 0,8 miljoen) maar nog
een gecombineerde raming voor maaiveld en bruggen. van Uitgangspunten). Voor dit gedeelte is in oktober geen voorbereidingskrediet beschikbaar.
Op basis van deze (nu gesplitste) raming worden 2018 een SSK raming opgesteld. De investeringskosten
de investeringskosten geraamd op € 27,5 miljoen. zijn probabilistisch geraamd op € 22,8 miljoen. In 2019
Zodra meer duidelijk is ten aan zien van het ontwerp is een voorbereidingskrediet voor het engineeren en een
van de beide straten zal een herziene SSK raming uitvoeringskrediet voor het bestellen van de tramrails
worden opgesteld. aangevraagd. Het uitvoeringskrediet voor de tramrails
is noodzakelijk in verband met de lange levertijden op
de spoorrails. * VRA heeft een indicatieve subsidie van € 13,4 miljoen afgegeven op
een gedateerde raming. De € 18,9 is een inschatting van de bijdrage
gebaseerd op een inmiddels verhoogde raming.
ee Programmaplan Oranje loper | HS Financiën 36
Hoofdstuk 6
Omgevingsmanagement
en communicatie
ee ed A Tl Ds SE 5 MARIEN
KERE. ed ER CZ
ee Ref 8 f Wi mf > ie E es Se 8 ee vile Per s Re: ar il dt i | Ie 3
Ee t Tj Nr ke EE ie Kanlli if Ve
ne HOEN IS
SS - Í se | 5 5 : VEE kn ih | Re a ; te e 7 en kt Te N B de Hes eld LA 1 ie A Al 3 a | zi , | Z Z í
E 3 Ere Î - 5 ol et OE RE Ras hem en (EE d q eet en IN Ken BEE mee |
Ln | 5 td IE) NE en Ed Vr Be eel ij Ti Ne) Heke Ane Ed en À Re m S= ri ij zi pi Ee an
Ee : 5 \ [=S ED ij EE p mee TA En AN 8 à de A ze ee ee Tr Ô EE A Zn \ 5 k he SI , #4 | „ al
| p= LZ _Á | R n d = 5 % | Excellent Food EE | Be = ER i fe 4 Penn mn Ee ne | 4 ij > d 5 Al SL 1
n/a Of == Ei kn Ws Î IN hl He A fi Fe | Hi | Ie die Pe Z bi |
5 air, r [! ij 7 Kh U LE k EZ Ik ‘ Tama (NN
nd RE Bim mil EFE | k ide a 7 A ; ij | IES er
ES Oke Me lft en
en U | ri Eline ge Jd, de INN Sn
> ei NS 4 | | AS Da Amerehorceehnl d ik le pre Jee zi Ko j £ he nn , Ee Kr ;
Ts = ee _ ij k A ater Ô IES ze k df ej ef XT X /
VN
ii d ENIGE Ene ee As De \
6.1 Impact 6.2 Draagvlak voor eindsituatie
De vernieuwing van de straten en bruggen heeft veel Samen met professionele stakeholders, omgeving en het bestuurlijk van aard zijn (bijvoorbeeld het opheffen van
impact, op veel verschillende partijen. Het programma stadsdeel streven we naar ontwerpen voor de straten parkeerplaatsen en hoe om te gaan met rijdend verkeer
heeft de ingewikkelde opgave om draagvlak te krijgen die draagvlak hebben in de buurt. We organiseren op de De Clercqstraat — Jan Evertsenstraat) leggen we
en houden bij allerlei partijen: bewoners, ondernemers, consultatie en inspraak en gezamenlijke ontwerpsessies voor aan het bestuur. Keuzes die hierin gemaakt dienen
bestuur, raadsleden, gemeentelijke partners. Dit geldt om tot een gedetailleerd ontwerp te komen. Voor te worden, kunnen invloed hebben op de doorlooptijd
voor alle fasen van het programma en voor zowel contacten met de buurt houden we bijeenkomsten en van de maaiveldprojecten.
de gewenste eindsituatie als voor de uitvoering. gebruiken we een mix aan communicatiemiddelen om
Omgevingsmanagement en communicatie spelen hierin mensen te informeren over het proces en mogelijkheden De gewenste eindsituatie van de straten — meer
een belangrijke rol. invloed uit te oefenen. Over concrete onderwerpen die ruimte voor spelen en groen, schonere lucht — is voor
gevoelig liggen, houden we indien gewenst digitale velen aantrekkelijk, maar bevat ook onderdelen waar
meningspeilingen. Voor contacten met ondernemers groepen mensen minder enthousiast van worden. We
maken we intensief gebruik van de BIZZEN. moeten parkeerplaatsen opheffen, op delen van de
E In GR SRD NEN ie de Met professionele stakeholders zoeken we in project- straten eenrichtingsverkeer invoeren, en, paradoxaal
3 BS d Kal ek A eers rn Kf Ee 4 en stuurgroepen naar overeenstemming over de genoeg, ook bomen kappen om ruimte te maken
—ÏS 1 ER | Br ee Ps EN EK Eb bi if 0 randvoorwaarden voor het ontwerp. Gevolgen van voor een verkeersveilige inrichting, een aantrekkelijker
Ë 5 ij Pe el 2 2 hase al ’ dj Pen: bestuurlijk/beleidsmatige (bijv. PUMA, Meerjaren Plan openbare ruimte en de aanplant van meer bomen en
en Ge” AR EE … Fiets) en fysieke raakvlakken (bijv. project Binnenring, laag groen. Deze onderwerpen leiden vaak tot discussie
ma Sin! ll Á Ni: tE - E werkgroep Blackspots) betrekken we hierbij. Per en weerstand. Een extra aspect om rekening mee te
al 8 En: AE >. Nt Be- O raakvlak hebben we de invloed en de focus van het houden is dat over de herinrichting van deze straten
ij a 3 EN raakvlakmanagement in beeld. Issues die voortkomen uit al lang wordt gesproken. Mensen hebben al meerdere
—) fan Jp 5 Ana: ir N de verschillende belangen worden zo veel mogelijk in de malen meegedacht over een nieuwe inrichting maar tot
TL zi Ik ur | Em Ta: projectgroepen opgelost. Issues die politiek gevoelig of uitvoering is het nog niet gekomen.
Ohe a a
El Fm -al | ii II iN Al
| Hd nn he EA
, DENN Meret OV sn
el EEK NE
ee Programmaplan Oranje loper | H6 Omgevingsmanagement en communicatie 38
6.3 Draagvlak tijdens uitvoering
De uitvoering gaat langdurig overlast geven, voor en we maken ons daar hard voor. Of we het waar kunnen We zullen niet iedereen tevreden kunnen stellen en
verkeer, bewoners, ondernemers, gebruikers en maken, is vooral afhankelijk van de voortgang in de het werk gáát gepaard met overlast. Als het niet kan
bezoekers van de stad. Weerstand is niet te voorkomen. maaiveldprojecten; instemming over het ontwerp en zoals bewoners of ondernemers het het liefste willen,
Wel kunnen we er veel aan doen om draagvlak te het op tijd rond krijgen van de financiering. De ervaring leggen we goed uit waarom dat zo is. Voorstellen
behouden. Mensen zijn tot veel bereid en willen — tot leert dat deze trajecten een lange doorlooptijd kunnen zullen we afwegen tegen de kaders van leefbaarheid,
op zekere hoogte — overlast accepteren. Hiervoor hebben, waar het vervangen van de bruggen, gezien de cultuurhistorische waarde en duurzaamheid. Naast
dient echter wel aan een aantal randvoorwaarden te urgentie, niet op kan wachten. voorstellen om de leefbaarheid en bereikbaarheid in
worden voldaan. stand te houden, gaan we ook actief op zoek naar
Het uitgangspunt dat het gebied primair veilig blijft en voorstellen die meerwaarde geven aan het gebied en
Draagvlak voor de uitvoering en acceptatie van de blijft functioneren op een wijze die acceptabel voor de die aldus een positieve connectie kunnen geven aan
overlast zal voor een deel bepaald worden door hoe mensen die er wonen en werken en gebruik van maken, de werkzaamheden.
we mensen voorbereiden, hoe we communiceren en is de basis voor het plan van aanpak hoe we de bruggen
anderszins in contact staan met onze omgeving, maar gaan vervangen. Eén voor één? Alle negen tegelijk? Het omgaan met nadeelcompensatie verdient in dit
vooral door wat we doen. Eerst vier dan drie dan twee? Dit plan van aanpak kader ook aandacht. Ondernemers maken zich zorgen
voor de uitvoering van de brugvervangingen wordt om hun omzet en hebben de gemeenteraad gevraagd
Gebied laten functioneren, veiligheid prioriteit gemaakt in het Bouwteam; het samenwerkingsverband ruimhartig om te gaan met nadeelcompensatie. Al
Hiervoor ligt de basis in het zorgen dat het gebied van gemeente, civiele aannemers, Stadsregie, GVB, ruim voor de start van de uitvoering wil het programma
tijdens de uitvoering blijft functioneren op een manier Waternet. Tijdens het maken van het plan van aanpak ondernemers informeren over (de benodigde
die acceptabel is voor de mensen die er wonen, werken zal er steeds contact zijn met de omgeving, om mensen voorbereiding voor) nadeelcompensatie.
en gebruik van maken. Veiligheid heeft hierbij altijd op de hoogte te houden en informatie op te halen over
prioriteit. We moeten hierin rekening houden met tal wensen en behoeften.
van factoren. Het gaat niet alleen om de straten waar
we werken, maar ook om de straten in de naastliggende Verregaande alternatieven en oplossingen
gebieden. Het hele gebied moet altijd bereikbaar zijn Het centraal stellen van het veilig laten functioneren van
voor nood- en hulpdiensten, de bevoorrading moet het gebied vraagt om flexibiliteit om mee te bewegen
door kunnen gaan, bewoners moeten hun huizen kunnen met een gewijzigde werkelijkheid. We moeten niet alleen
bereiken en 's nachts kunnen slapen, klanten winkels en kijken naar de gevolgen van ónze werkzaamheden,
horeca kunnen bereiken, de tram zo lang mogelijk blijven maar ook kijken naar andere ontwikkelingen die
rijden, het water bevaarbaar blijven en het gebied moet invloed hebben op het gebied. Dit vergt een bredere
stroom, water en internet houden; voorzieningen die blik, goede afstemming met raakvlakprojecten en een
worden aangevoerd door kabels en leidingen die in de bereidheid oplossingen te bieden die verder gaan dan
bruggen liggen. Voor bewoners en ondernemers is het wij gewend zijn. We moeten actief op zoek naar wensen
bovendien van groot belang dat de werkzaamheden en ideeën uit de omgeving om het gebied tijdens de
aan bruggen en aangrenzende straten zoveel mogelijk werkzaamheden acceptabel bereikbaar en leefbaar te
gelijktijdig worden uitgevoerd. Dit streven is een houden. Tegelijk ontkomen we er niet aan om te zoeken
wezenlijk onderdeel van de programmatische aanpak naar wat kan, en tegelijk te doen wat moet gebeuren.
ee Programmaplan Oranje loper | H6 Omgevingsmanagement en communicatie 39
6.4 Organisatie
Omgevingsmanagement en communicatie zijn Het omgevingsmanagement in de teams brengt de projectteams hier de handen ineen en halen we
onlosmakelijk met elkaar verbonden. interne en externe belangen, wensen en eisen in kaart gezamenlijk klantwensen en eisen op.
en faciliteert een zo zorgvuldige mogelijk afweging
Op programmaniveau worden het strategisch tussen belangen. Hiertoe onderhouden we intensief Contacten met de omgeving (bewoners, ondernemers
omgevingsmanagementsplan en het strategisch contact met belanghebbenden, zodat we weten waar en gebruikers) verlopen persoonlijk via de
communicatieplan opgesteld, die kaderstellend zijn hun zorgen liggen, wat hun wensen zijn en op welke omgevingsmanager, via bijeenkomsten, de BIZ en
voor omgevingsmanagement en communicatie in de manier we een positieve connectie kunnen maken. Los ondernemersverenigingen, brieven, interactieve
projectteams. Op projectniveau zijn er vier teams. daarvan moeten we bouwen aan een relatie, zodat app, digitale nieuwsbrief, website en social media.
Omdat goed omgevingsmanagement locatiespecifieke we tijdig kunnen handelen als het draagvlak dreigt af Professionele stakeholders spreken we op regelmatige
kennis vereist, zijn de teams geografisch ingericht: De te nemen. Om zicht te houden op de veranderende basis in project- en stuurgroepen. Contacten met
Nieuwe Zijde, Raadhuisstraat — Rozengracht en De werkelijkheid, onderhouden we intensief contact met raakvlakken (bestuurlijk, fysiek of beleidsmatig) en
Clercqstraat — Jan Evertsenstraat. Team Bruggen Oranje ‘raakvlakken’ (bestuurlijk, project- of beleidsmatig) die andere collega's onderhouden we met overleggen en
Loper heeft een eigen omgevingsmanager, omdat in invloed uit kunnen oefenen op ‘ons gebied’. Omdat via persoonlijke contacten.
deze fase de activiteiten het meest efficiënt voor alle de verschillende projecten veelal te maken hebben
bruggen tegelijk kunnen worden ingericht. met dezelfde stakeholders (intern en extern) slaan
ha ENE EEN ï IE: Í j f a
EE Co ne al gd i | / / / ej) Í 4
EE | EA Os ll er
Er 5 id ne Nd d B, De k RN, in | 4 B 4 id g A
on Ent rb ol MT On ii Le | ABE 4 w / s% Rr kj Zi
TRS NARE Klk MA EE ed MRE 77E
$ Ten UE EE | er —
ne PE A VU) NE
Bn RE re =H TE 48E MD id MN
are h ef MR U jh Pus Et Ei
Ë LR B ek et 5 et B 4 Last PLL er
En Ü 4 en | R/S De, fe ere ij WE
\ Ee 5 Ni nb | | 4 / ne EAK Ef = en
EE - el E Een ee i 2E e
pe KD, B AAN, ï EEE Tr & 5 oe
ee Programmaplan Oranje loper | H6 Omgevingsmanagement en communicatie 40
Hoofdstuk 7
Tegenspraak, leren
en kwaliteitsborging
ENNE EN WE 7 IER
B [7 sf en AN ef ne ME 4 n
es Den lei ast Ie Wrs rie 0m ZN ET
a aal lj lk | 5 5 dh Lint a Eed Vm & il 5) | | EE
‘ Wi | WE me TIO TD Ak de | | IEM |
W Nee nne EE BE frl EL 1
ns en fr ie edi Ee |
ee a el df le | ir ns A Kn 4 Ä ots || (IK 4 jr
ZEGE | en OO | > He En tn (AES If
| me ee At EmTe RN ee
2124 " me B fe ne A Ie | ef
Programma Oranje Loper is in januari 2019 toegetreden Neerlands Diep teamleren en tegenspraak Daarnaast zal er het komend jaar een ND-projectspiegel
tot de Regeling Risicovolle Projecten (RRP). Het Het programma Oranje Loper is per 2019 lid worden gehouden voor het Bruggenproject Oranje
Programma van tegenspraak is een waardevol geworden van Neerlands Diep. Neerlands Diep is de Loper. Bij een projectspiegel worden met behulp van
onderdeel van de regeling. Doel van het programma academie voor publieke bouw- en infraprojecten. Het collega’s van andere landelijke projecten sterke en
is het aanjagen van reflectie, kritiek en tegenkracht, programma neemt sinds 2019 deel aan een tweejarig zwakke punten op tafel gelegd.
het voorkomen van ‘groepsdenken’ en het leren van programma teamleren. Dat doet het samen met het
fouten en successen van jezelf en anderen. De afgelopen project Knooppunt Hoevelaken (Rijkswaterstaat) en Het programma wisselt kennis uit met andere projecten
periode is er een aantal acties ondernomen en opgestart Stationsgebied Driebergen-Zeist (ProRail). Het hoofddoel en programma’s in Amsterdam op het gebied van
om tegenspraak en toetsing te faciliteren. is dat de verschillende projecten van elkaar leren. vervanging van bruggen en maaiveldinrichting. Zo
ondersteunt het programma Oranje Loper de evaluatie
an n van het bouwteamproject Westtangent. Er zijn diverse
& eN f GE PT kennisuitwisselingen op het gebied van vervanging
A ke RE Te RE GE van bruggen met bijvoorbeeld Vijzelgrachtbruggen en
é A EA AE E 3 Ee Kikkerbilbrug/sluis. Daarnaast streeft De Oranje Loper
ER B EERE 7 . ernaar om geleerde lessen van afgeronde projecten zoals
We Es TT \ EED BD Ed Ze de Noord/Zuidlijn en De Rode Loper te integreren in de
De 5 EE A Ì _M ES 5 En B 5 OERS pr / gehanteerde aanpak.
; > É ne An IN ee N PR be TW Lessons learned
p 5 8 Te ij Ü DN en B. IN A A | P/ Het programmateam gaat actief op zoek naar
SS ei dn dl HE re Bis, 5 de DE kend haf | é vergelijkbare projecten. Voor elke discipline halen we
en eg es mi En | on El di mn à Be N = Zee Beek 3 OR uit deze projecten lessen op. Deze lessen worden actief
ele Ke dU ad U JE È A sad \ 2E d : 4 UI bijgehouden en geborgd. Ook van Oranje Loper willen
er Ee) : Ge n A Hel il: tr REN NS Ee In we (en anderen) kunnen leren. Daarom definiëren we
EES Î pe dr 05 AUS a mf REED ER À dk kh leerpunten, door periodiek terug te kijken op afgeronde
Û ke E El Î | ae, ul út 4 Ht u IA en if 5 e fases/producten.
Tia 5 A ge: zal on ge af Ee ke Le — Ws Í Specifiek voor de bruggen geldt dat we de opgedane
bin U ae IK ii td | ak zi EE ade LE Bn kennis en ervaring bij het Bouwteam Bruggen actief
| | MOREL Te UL 4 4 hl Msi: le delen, zowel binnen de organisatie van de gemeente
AE OM, ka Ted ee Kik a balk ” +
maid AR ; d Ee Zi tú ke ef AN Amsterdam, stakeholders zoals het GVB, diensten en
Bee 2 E) _ ls AA % ki EHL bedrijven, als andere overheidsopdrachtgevers.
je 4 ie Es TE iz Li Li en mn
== sm == k 3 if eo = Het strategisch belang van het opbouwen van
Een en | mr specialistische kennis rond het vernieuwen van
es ee 3 | monumentale bruggen voor de gemeentelijke
020 ERS 0 organisatie betekent dat medewerkers van zowel de
gemeente als van marktpartijen de kans moeten krijgen
om te leren van gebruikte technieken, processen en
methodieken. Het initiatief daarvoor zal gelegd worden
ee Programmaplan Oranje loper | H7 Tegenspraak, leren en kwaliteitsborging 42
bij de lijnorganisaties: het maakt geen onderdeel uit van alle projectfases (definitiefase, ontwerpfase, zijn in principe wijzigingen t.o.v. het plan. Indien nodig
de scope van het project om ook implementatie van contracteringsfase en uitvoeringsfase) de risico's wordt daar een verzoek tot wijziging (VTW) voor
die kennis te organiseren. Het projectteam zal zich wel geïnventariseerd, belegd bij de IPM rolhouder en opgesteld. Bij het vaststellen van die VTW wordt ook de
inspannen om de gegenereerde kennis en ervaring vast de beheersmaatregelen gemonitord. Zo hebben kwaliteitsborging bepaald. Bij beslissingen over het wel
te leggen en aan te bieden aan die lijnorganisaties. Het we continu een actueel beeld van de risico's en of niet accepteren van wijzigingen is het van belang een
project zal zich ook actief inzetten om kennisinstellingen de beheersmaatregelen. integrale (risico) afweging te maken. In overleg met de
te betrekken bij het opstellen en verder delen van manager projectbeheersing (MPB) wordt de impact van
‘lessons learned’. Te denken valt dan aan bijvoorbeeld Kwaliteitsborging de wijziging bepaald (tijd, geld, risico’s, kwaliteit). De
het betrekken van de Bouwcampus, opdrachtgeversfora, De interne kwaliteitsborging is de set aan afspraken die wijzigingen worden binnen het projectteam besproken
het CROW, het Bouwgenootschap, universiteiten we met elkaar maken over hoe we werken binnen het en vastgesteld. Wijzigingen boven het mandaat van
en hogescholen. programma. Daarmee definiëren we per IPM rol vooraf de Integraal Projectmanager worden beargumenteerd
met elkaar de kwaliteit die we beogen en bepalen voorgelegd aan de ambtelijk opdrachtgever en indien
Masterclasses we de processen, die borgen dat de kwaliteit van het nodig de projectgroep. Als de ambtelijk opdrachtgever
Binnen het programma organiseren we masterclasses eindproduct ook daadwerkelijk wordt behaald. (of indien nodig de projectgroep) akkoord is dan wordt
over een bepaald thema/onderwerp. Daarbij zetten we Op vooraf gedefinieerde producten laten we (een) de wijziging doorgevoerd in de plannen en zal daarmee
binnen het team aanwezige expertise in, maar wordt collega(s) uit het werkveld dan wel een extern bureau onderdeel uitmaken van de projectvoorbereiding en
zo nodig ook expertise van buiten het programma een kwaliteitstoets doen in de vorm van een collegiale uiteindelijk het uitvoeringsbesluit, waarmee het bestuurlijk
betrokken. Er is tot nog toe één masterclass geweest toets of second opinion. Deze collega(s) is/zijn op het wordt vastgesteld. Substantiële wijzigingen kunnen
over bestuurlijke besluitvorming en één masterclass over onderwerp deskundig (een vakcollega) en niet direct tussentijds een eigen bestuurlijk traject doorlopen.
systems engineering. We hebben het voornemen om betrokken bij het project. Het kan ook een extern bureau
minimaal twee keer per jaar een dergelijke masterclass zijn. Enerzijds om lessen te trekken van ervaringen van Kwalititeitsteam
te organiseren. anderen en anderzijds om fouten te voorkomen. We overwegen om een zogenaamd 'kwaliteitsteam' op te
Deze producten kunnen o.a. zijn: zetten, gericht op de kwaliteit van de openbare ruimte.
Tegenspraak in de projectorganisatie m risicoanalyse
Door het onderscheiden van de verschillende rollen in m kostenraming Evaluaties
het projectteam en MT wordt een vorm van tegenspraak m _inkoopstrategie Als lerend projectteam organiseren we op verschillende
georganiseerd binnen het team. Met respect voor m constructieve tekeningen en berekeningen momenten evaluaties over afgeronde producten of
ieders rol vinden projectafwegingen scherper plaats m _contractstukken afgeronde fases. Daarmee trekken we lessen voor
door er vanuit de verschillende disciplines naar te m referentieontwerp onszelf en voor anderen. De belangrijke lessen worden
kijken. Wat wil de omgeving, wat vereist de techniek, geïmplementeerd in de projectorganisatie.
wat kan de markt en hoe past dit in de kaders van tijd, Kwaliteitsmanagementsysteem en wijzigingen
geld en risico’s? Hierbij is er steeds aandacht voor de Voor dit project maken we gebruik van een Soft skills
bestuurlijke afspraken. Kwaliteitsmanagement Systeem (KMS). Het We organiseren bijeenkomsten (zoals management
kwaliteitsmanagementsysteem beschrijft de processen drives) onder begeleiding van een externe waarin
Aandacht voor risico’s die we doorlopen op het gebied van planvorming, het functioneren van de verschillende rollen wordt
Risicomanagement is als expliciete discipline inkoop, administratie, verantwoording, de organisatie en geëvalueerd; wat ging er goed en hoe kan het beter?
georganiseerd in het projectteam van de Oranje de mandaten. Een belangrijk onderwerp daarin is hoe we Daarbij zijn vooral samenwerking en procesinterventies
Loper. Gericht op de verdeling van risico’s tussen binnen het project omgaan met (scope)wijzigingen. belangrijke aandachtspunten.
Opdrachtnemer en Opdrachtgever worden gedurende Producten die niet in het projectplan zijn benoemd,
ee Programmaplan Oranje loper | H7 Tegenspraak, leren en kwaliteitsborging 43
Hoofdstuk 8
Afrondi |
ronding, opleveren
— VE fi TI | à À
mi 5 î Ee Ee Sr $ | | PP Ld í B ; | =l vE en
DEN iS rt Ke WEONEE Ween ij F5
en, ’ ER: - y JTM or ner IC Ee f L ni Ll FA mm
| NAE m- DS er Tm Cl
_— rm TR & ie Ì \l i E Ì 4D 5 F4 4 1 5, S ke 5 El me | il ij a
in FTA în. NS | ade ES NLET en
EE AE IE ie / hel BIAECMOAATD ET EI DID 0 B U
ik: id | ij HA eN ER Pd 2 FEELUAN vt | | 4 if Ë E ei Ll { 5 Eel
EERE EREREN E Er dn Gite d t en
dE | 8 Ld EE l d rig dl ed ij Î I î 5 À 4
en ie RRS =d Ì | A 5 tid en k | ij à (== e eel \ id ; Le | ISS )
- r Ì Ï Î Ö 8 Ee E 8 = 4 MEE je ie A Es 3 il IJ | 5: bt 4 E È
ne OA BIN dr amer A nl py.
s ie ES E #1 Ni SS De Zi sÂ, en PN 7 ren dj en
as ——= DE mm SE En Ì v Al, ì # YT ha Gen rn HE
En N Es Se JD
IE \ ; = eeN =
5 pi ' N ’ > == ” ’ e= = = =
8.1 Evaluatie en reviews 8.2 Asset owner/eindbeheerder 8.3 Decharge/overdracht
Aan het einde van de planvoorbereidingsfase evalueren De betrokkenheid van de eigenaren van de objecten De afronding van de voorbereidingsfase gebeurt met
we de afgelopen fase. Deze evaluatie heeft tot doel in het werkgebied is geborgd in de stuurgroep. Asset een vaststelling van een planproduct en krediet voor de
andere projecten te laten leren (nieuwe lessons learned). owners bruggen, verhardingen, traminfrastructuur vervolgfase. Dat is in feite het dechargemoment voor de
Daarnaast doen we een projectreview waarmee we en verlichting en de dagelijks beheerder zijn daarin voorbereiding.
borgen dat we gesteld staan voor de vervolg fase. De vertegenwoordigd en daarmee gecommitteerd aan
review kan worden gefaciliteerd vanuit het lidmaatschap de besluitvorming. Voor het afronden van de uitvoeringsfase heeft V&OR
bij Neerlands Diep dan wel het bureau LetOp. N.a.v. de een dechargeprotocol opgesteld op basis waarvan de
resultaten kunnen aanpassingen worden gemaakt in het Met MET en de nutsbedrijven worden specifieke projectopdracht kan worden afgesloten tussen ambtelijk
projectplan voor de definitiefase. samenwerkingsovereenkomsten afgesloten voor opdrachtgever en projectmanager. Daarnaast hebben de
de uitvoering van het werk. Hierin worden taken en diverse beheerders van de objecten in het werkgebied
verantwoordelijkheden voor en tijdens de uitvoering, een overdrachtsprotocol. MET en assetmanagement
eindbeheerdersverklaringen (vooraf overeenstemming bruggen kennen bijvoorbeeld een uitgebreid proces van
over Klanteisspecificaties), financiële afspraken oplevering. In de plannen voor de uitvoeringsfase van
en protocollen t.a.v. de oplevering, overdracht en de projecten wordt hieraan specifiek aandacht gegeven.
decharge vastgelegd. In de IPM teams wordt de verantwoordelijkheid voor de
oplevering, overdracht en openstelling nadrukkelijk aan
n a ET wers es _ een teamlid toebedeeld.
een tj En NE E NS Ten TPE Onderdeel van dat hoofdstuk in de projectplannen
EE Re ale Eds A ie la de ide Ev En is de toetsvraag: Wanneer hebben we het plan en
Er dd ie, : - Ze SRE en EN daarmee onze doelstellingen gerealiseerd? Wat is de
A ; . de Kms if RE De Kf laatste handeling die het programma zal verrichten om
ol ze ef „Ik A g EE PES Á A ee volledige decharge te krijgen?
en Ee A: EE 20
Í | ae, EE EE IA |
he af B = Ee IR Le en she ‚ hie
Nene ts en 5 Ne „
ee Programmaplan Oranje loper | H8 Afronding, opleveren en overdracht 45
| Onderzoeksrapport | 45 | train |
% Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2018
Afdeling 1
Nummer 786
Datum indiening 8 augustus 2018
Datum akkoord college van b&w van 18 september 2018 m.i.v. wijzigingen
wijzigingen akkkoord op 20 september 2018
Publicatiedatum 20 september 2018
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen het lid Naoum Néhmé inzake urgentieverklaringen
voor sociale huurwoningen.
Aan de gemeenteraad
Volgens berichtgeving van de NOS werden vorig jaar 44% van de toewijzingen voor
sociale huurwoningen met een zogeheten urgentieverklaring afgegeven. Dat betekent
dat deze nieuwe huurder voorrang krijgt op de wachtlijst.
Steeds meer sociale huurwoningen worden in Amsterdam met een urgentieverklaring
toegewezen. Daardoor wordt het steeds moeilijker voor Amsterdammers zonder een
dergelijke verklaring een sociale huurwoning te kunnen betrekken. De VVD maakt
zich daarom zorgen over deze ontwikkeling.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Naoum Néhmé, namens de fractie van de VVD,
op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de
volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders ge-
steld:
1. Hoeveel categorieën en/of gronden voor een urgentieverklaring bestaan er in
Amsterdam? Welke zijn wettelijk verplicht en welke zijn een keuze van Amster-
dam? Kan het college per categorie toelichten waarom een urgentieverklaring in
dergelijke gevallen geboden is?
Antwoord
In de Huisvestingsverordening Amsterdam 2016 en in de Beleidsregels woon-
ruimteverdeling en woonruimtevoorraad 2017, nr. 5 Urgenties zijn de wettelijke en
regionale’! urgentie categorieën beschreven. Daarbij gaat het om:
“De regionale urgentie categorieën zijn door de gemeenten die tot de voormalige Stadsregio
Amsterdam behoorden (op initiatief van Amsterdam) afgesproken als reactie op de Huisves-
tingswet 2014, artikel 14 lid 2, waarin wordt geregeld dat bij de verlening van huisvestingsver-
gunningen voor ten hoogste 50 procent van een of meer daarbij aangewezen categorieën woon-
ruimte, voorrang mag worden gegeven aan woningzoekenden die economisch of maatschappe-
lijk gebonden zijn aan de woningmarktregio. Voor ten hoogste de helft van dat percentage mag
voorrang worden gegeven aan woningzoekenden die economisch of maatschappelijk gebonden
zijn aan een tot de gemeente behorende kern.
1
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Neng Jas Gemeenteblad
Datum 20 september 201g Schriftelijke vragen, woensdag 8 augustus 2018
wettelijke urgentie categorieën
e _ slachtoffers huiselijk geweld;
e verleners of ontvangers van mantelzorg;
regionale urgentie categorieën?
e _ uitstroom uit de Maatschappelijke Opvang;
e acute noodsituatie door brand, instortingsgevaar of wateroverlast;
e _op grond van medische en/of sociale redenen;
e _op grond van sloop, ingrijpende renovatie of herstructurering (stadsvernieuwingsur-
genten);
e _ vergunninghouders op grond van de wettelijke taakstelling en vergunninghouders
met een huurovereenkomst van maximaal vijf jaar (statushouders).
In de Huisvestingswet 2014, artikel 12 lid 1 staat dat de gemeenteraad urgentie
categorieën kan instellen als de toewijzing van woonruimte voor die woningzoe-
kenden dringend noodzakelijk is.
In de Toelichting bij de Huisvestingsverordening Amsterdam 2016, artikel 2.6.5,
lid 1b en 1c, staat dat het uitgangspunt van de Amsterdamse urgentieregeling is
“dat de woningzoekende het huisvestingsprobleem zelf niet kan oplossen”. Een
tweede uitgangspunt is “dat de urgentieregeling een uiterste, laatste, redmiddel
voor de oplossing van een huisvestingsprobleem”.
2. Vorig jaar werden 44% van de vrijgekomen sociale huurwoningen aan huurders
met een urgentieverklaring toegewezen. Kan het college een overzicht geven uit
welke categorieën van urgentieverklaringen deze groep van 44% is onderver-
deeld”?
Antwoord
De gegevens waar de NOS zich op heeft gebaseerd zijn ontleend aan het Jaarbe-
richt 2018 van de Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties. Het gaat om
woningzoekenden met een urgentieverklaring die in 2017 in Amsterdam een cor-
poratiewoning hebben gekregen. In 2017 zijn er in totaal 6.232 sociale corpora-
tiewoningen verhuurd, waarvan 2.719 aan woningzoekenden met een urgentie-
verklaring. Die groep bestaat uit:
e _stadsvernieuwingsurgenten (14%);
e _statushouders (9%);
overige urgentie categorieën (20%).
Dat de optelsom van de genoemde percentages 43% is en niet 44%, is een ge-
volg van afronding. Afgezien van de urgentie categorie stadsvernieuwingsurgen-
ten behoren de andere urgentie categorieën tot de doelgroepen van het Pro-
gramma Huisvesting Kwetsbare Groepen.
3. In hoeverre is de stijging van het aantal toewijzingen met urgentie naar 44% te
verklaren uit een absolute toename van het aantal urgentieverklaringen of een da-
ling van het aantal vrijgekomen woningen? Welk effect is groter?
* De volgorde van de regionale urgentie categorieën is overgenomen uit de Huisvestingsverorde-
ning Amsterdam 2016.
2
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam
Neng Jas Gemeenteblad R
Datum 20 september 201g Schriftelijke vragen, woensdag 8 augustus 2018
Antwoord
Ook in de Samenwerkingsafspraken tussen de gemeente Amsterdam, de Am-
sterdamse Federatie van Woningcorporaties en de Huurdersvereniging Amster-
dam is rekening gehouden met het benodigde woningaanbod voor urgenten. Het
percentage van 44% past bij de afspraken die hierover zijn gemaakt. Er is over-
eengekomen dat maximaal 30% van alle toewijzingen bestemd is voor urgenten
uit de kwetsbare groepen en maximaal 15% voor stadsvernieuwingsurgenten,
samen 45%. Deze samenwerkingsafspraken zijn gemaakt voor de periode 2015-
2019. Het aantal urgentieverklaringen is in absoluut aantal niet toegenomen en
past nog steeds binnen de percentages in de Samenwerkingsafspraken. Het pro-
bleem is veel meer de afname van het aantal sociale huurwoningen. Het college
zet daarom in op toename van de sociale woningvoorraad. Zo moeten er meer
sociale huurwoningen beschikbaar komen voor woningzoekenden met en zonder
een urgentieverklaring
4. In hoeverre is het aantal categorieën voor urgentieverklaringen de afgelopen ja-
ren verminderd of juist uitgebreid?
Antwoord
Het aantal urgentie categorieën dat in de huisvestingsverordening is beschreven,
is in de afgelopen jaren niet gewijzigd. De enige verandering is dat de vergun-
ninghouders (statushouders) geen wettelijke urgentiecategorie meer zijn, maar
een regionale. Nadat de Tweede Kamer in september 2016 instemde met het
wetvoorstel dat voorrang voor vergunninghouders per 1 juli 2017 niet meer ver-
plicht is (de Eerste Kamer stemde er in december 2016 mee in), heeft de ge-
meente Amsterdam dat verwerkt in de wijziging van de huisvestingsverordening
per 1 januari 2018. Die wijziging heeft geen gevolgen voor de percentages die in
de Samenwerkingsafspraken zijn overeengekomen en die bij de beantwoording
van vraag 3 zijn vermeld. Met het schrappen van de wettelijke voorrang voor sta-
tushouders heeft het Rijk echter de taakstelling voor gemeenten over het aantal te
huisvesten statushouders niet veranderd.
5. In hoeverre bestaat de categorie statushouders met urgentieverklaring uit alleen-
staande personen? In hoeverre maakt Amsterdam een bewuste keuze om alleen-
staande statushouders te huisvesten? Wordt er aan het COA specifiek gevraagd
om alleenstaande statushouders te mogen huisvesten in Amsterdam? Worden
deze alleenstaande statushouders ook in containerwoningen gehuisvest? Zo nee,
waarom niet?
Antwoord
Met het COA is op 21 juni 2017 afgesproken om zoveel mogelijk jonge alleen-
staande statushouders aan Amsterdam te koppelen vanwege de projecten (zoals
Riekerhaven) die worden gerealiseerd. Naast projecten van gemengde com-
plexen, waarin 50% van de woningen door jonge statushouders worden bewoond
en 50% door jongeren die gemotiveerd zijn om de statushouders te ondersteu-
nen, is die keuze ook ingegeven door de beperkte beschikbaarheid van gezins-
woningen.
Eén van de doelstellingen van het Programma Huisvesting Kwetsbare Groepen
(PHKG) is om statushouders zoveel mogelijk te huisvesten in tijdelijke nieuw-
bouw, transformaties en in gemengde (studenten) complexen. Dat is beschreven
3
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Neng Jas Gemeenteblad
Datum 20 september 201g Schriftelijke vragen, woensdag 8 augustus 2018
in de Voortgangsrapportage 2017 van het PHKG. Deze doelstelling beoogt het
sociale woningaanbod te ontzien en de integratie te bevorderen. Deze tijdelijke en
gemengde complexen bestaan voor een groot deel uit containerwoningen. Het
zijn altijd kleine eenheden. Voordeel van de gemengde complexen is bovendien
dat er ook voor andere jongeren meer aanbod is. Dit type woning is echter niet of
minder geschikt voor de huisvesting van gezinnen.
6. Is het college bereid om opnieuw een deel van de vrijgekomen sociale huurwo-
ningen middels loting toe te wijzen, zodat ook personen lager op de wachtlijst
kans maken op een sociale huurwoning? Zo nee, waarom niet?
Antwoord
Loten is geen thema dat opnieuw wordt uitgewerkt voor wijziging van de Huisves-
tingsverordening per 1 januari 2019 en op voorhand ook niet bij de voorbereiding
van een nieuwe huisvestingsverordening (van rechtswege) per 1 januari 2020.
Uit onderzoek van RIGO Research en Advies Woon-werk-leefomgeving is onder
meer gebleken dat de slagingskans bij loten minimaal is omdat ook mensen met
een (middel)hoge inschrijfdduur meedoen aan de verloting (zie: "Een lot uit de lote-
rij? Evaluatie van loten in de Stadsregio Amsterdam”, november 2016). In de
Woonagenda 2025 is op grond van het RIGO-onderzoek voorgesteld om het loten
te beëindigen. De gemeenteraad heeft op 22 december 2017 een amendement
aangenomen om het loten te beperken tot maximaal 25% van de woningen die
met het jongerenlabel via WoningNet worden aangeboden.”
7. In hoeverre kan de gemeente het toewijzingsbeleid voor sociale huurwoningen
naar eigen inzicht vormgegeven? Welke beperkende factoren vanuit de rijksover-
heid zijn hierbij aanwezig?
Antwoord
Het kader voor de Amsterdamse woonruimteverdeling bestaat uit de Huisves-
tingswet 2014, de Woningwet 2015 en de Leegstandwet. De Huisvestingswet is
de wettelijke grondslag van de huisvestingsverordening en het woonruimteverde-
lingsbeleid, bijvoorbeeld ten aanzien van de urgentieverlening. Deze wet schrijft
voor dat de (regio)gemeente regels kunnen opstellen voor het verdelen van socia-
le huurwoningen als dit nodig is vanwege de schaarste. De gemeenten (kunnen)
dan groepen aanwijzen die als urgent worden beschouwd en die met spoed in
aanmerking moeten kunnen komen voor een woning.
De Woningwet beschrijft de relatie van de overheid met de corporaties (toegela-
ten instellingen), bijvoorbeeld voor wat betreft het ‘passend toewijzen’. De Leeg-
standwet bestrijdt ongerechtvaardigde leegstand van woningen.
Het college van B&W neemt besluiten over de beleidsregels en de gemeenteraad
stelt de huisvestingsverordening vast. Het Rijk kan de gemeente een taakstelling
voor de woningtoewijzing opleggen; dat gebeurt voor de huisvesting van vergun-
ninghouders.
8. Hoeveel jaar bedraagt de gemiddelde wachttijd voor een sociale huurwoning in
3 De Amsterdamse gemeenteraad besloot in meerderheid het amendement van Van Dantzig
(D66) en Dijk (VVD) te omarmen om loten alleen voor jongerenwoningen te handhaven. Dat zijn
woningen die met een tijdelijk vijfjaarscontract worden aangeboden. Een kwart van de vrijko-
mende jongerenwoningen blijft beschikbaar voor verloting.
4
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Neng Jas Gemeenteblad
Datum 20 september 201g Schriftelijke vragen, woensdag 8 augustus 2018
Amsterdam op dit moment? Hoeveel jaar bedraagt de wachttijd voor bepaalde
groepen voor een sociale huurwoning, zoals ouderen, minder validen etc? Zijn
studenten die wachten op een studentenwoning ook onderdeel van de gemiddel-
de wachttijd? Zo ja, hoeveel bedraagt de gemiddelde wachttijd zonder deze
groep?
Antwoord
De gemiddelde woon- en inschrijfduur in 2017 van starters en doorstromers bij
WoningNet op het moment van acceptatie van de woning bedraagt voor starters
10,8 jaar en voor doorstromers 20,3 jaar. Studenten, voorrangs-en stadsvernieu-
wingskandidaten worden niet in de berekening meegenomen.
Voor ouderen geldt een wachttijd van minder dan een half jaar. De hoofddoelstel-
ling van het Programma Huisvesting Kwetsbare Groepen is om alle kwetsbare
groepen binnen drie maanden een passende aanbieding via directe bemiddeling
te doen. Maar de termijn van drie maanden is niet van toepassing op de soci-
aal/medisch urgenten, die weliswaar een kwetsbare groep zijn maar zelf moeten
reageren op het woningaanbod in WoningNet. Daar hebben zij volgens de huis-
vestingsverordening 26 weken de tijd voor; verlenging met nog eens 26 weken is
mogelijk. Voor de stadsvernieuwingskandidaten geldt dat zij in principe 18 maan-
den de tijd krijgen om via WoningNet een andere passende woning te vinden. Dat
is de periode tussen de peildatum en de voorgenomen sloopdatum. De meest
problematische groep is de groep rolstoelgebruikers. Het aanbod is zo gering en
de vraag zo groot, dat de gemiddelde wachttijd oploopt tot minimaal 2 jaar.
9. Is het college het met de VVD eens dat het toewijzen van 44% van de woningen
met een urgentieverklaring het draagvlak voor sociale huisvesting voor mensen
zonder een dergelijke verklaring ondermijnt? Zo nee, waarom niet?
Antwoord
Het college is het oneens met de suggestie van afnemend draagvlak onder
mensen zonder urgentieverklaring. Zoals in de beantwoording vraag 3 is aan-
gegeven wijkt het percentage van 44% niet af van de afspraken die de ge-
meente, de corporaties en de huurders hebben gemaakt in de Samenwer-
kingsafspraken. De positie van mensen zonder urgentieverklaring op de Am-
sterdamse woningmarkt verandert daardoor dus niet.
Wel weten we dat Amsterdammers zich zorgen maken over de lange wachttij-
den en het tekort aan (vrijkomende) sociale huurwoningen, maar zij vinden in
het algemeen dat mensen die deze woningen het hardste nodig hebben ook
het recht hebben om eerder dan anderen in aanmerking te komen voor een
woning. Dat bleek bijvoorbeeld uit de stadsgesprekken die ter voorbereiding
van de Woonagenda 2025 in de stad zijn gevoerd en uit de grote enquête die
toen is gehouden. Uit recent onderzoek (OIS, Angsten en zorgen van Amster-
dammers. Augustus 2018) blijkt dat ruim driekwart van de Amsterdammer zich
zorgen maakt over het tekort aan betaalbare woningen, het urgentiebeleid
wordt niet genoemd als aanleiding voor deze zorg.
Het college is van mening dat Amsterdam een gezonde dynamische stad
moet blijven waar ruimte is voor iedereen. Daarom moet het aanbod van soci-
ale huurwoningen en ook van huurwoningen in het middensegment worden
vergroot en moeten we zorgvuldig omgaan met de verdeling van het beschik-
bare aanbod. Hier wordt op ingezet door meer te bouwen in de stad en met
de andere regiogemeenten en de corporaties te werken aan een fundamente-
5
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
weing Jas Gemeenteblad
ummer = en
Datum 20 september 201g Schriftelijke vragen, woensdag 8 augustus 2018
le herziening van de woonruimteverdeling, waarbij mensen die een sociale
huurwoning het hardste nodig hebben het eerste aan de beurt zijn. Voorko-
men moet worden dat groepen woningzoekenden steeds meer tegenover el-
kaar komen te staan en elkaar het recht op een sociale huurwoning betwisten,
want dat heeft een negatief effect op de leefbaarheid in de stad.
Naast het Programma Huisvesting Kwetsbare Groepen heeft het college om
de wachttijd voor woningzoekenden zonder urgentie te verkorten een aantal
maatregelen in de huisvestingsverordening en beleidsregels opgenomen: ver-
ruiming van de urgentiecriteria voor gezinnen en regulering van de nieuw-
bouw in het middensegment.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Wil Rutten, waarnemend secretaris
6
| Schriftelijke Vraag | 6 | train |
Subsets and Splits
No saved queries yet
Save your SQL queries to embed, download, and access them later. Queries will appear here once saved.